Annual Report • Mar 31, 2021
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer




JAARVERSLAG 2020
Ackermans & van Haaren NV
2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70
Begijnenvest 113
[email protected] www.avh.be
YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH
20 mei 2021 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2021
23 november 2021 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2021
25 mei 2021 ...................................................... Algemene vergadering 31 augustus 2021 ..................................... Halfjaarresultaten 2021
FINANCIËLE KALENDER

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH




| • Woord van de voorzitters 14 | |
|---|---|
| • Jaarverslag over de enkelvoudige jaarrekening 18 | |
| • Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening 20 | |
| • Verklaring inzake deugdelijk bestuur 25 | |
| • Remuneratieverslag 35 | |
| • Duurzaamheidsverslag 44 | |
| • Dagelijkse leiding en medewerkers 72 |
| • DEME 78 | |
|---|---|
| • CFE 82 | |
| • Rent-A-Port 86 | |
| • Green Offshore 87 |
| • Delen Private Bank 92 | |
|---|---|
| • Bank J.Van Breda & C° 95 |
| • Extensa 100 | |
|---|---|
| • Leasinvest 103 | |
| • Anima 106 |


| • SIPEF 110 | |
|---|---|
| • Verdant Bioscience 114 | |
| • Sagar Cements 115 |
| • Agidens 120 | |
|---|---|
| • AXE Investments 121 | |
| • Biolectric Group 122 | |
| • Biotalys 123 | |
| • Euro Media Group 124 | |
| • HealthQuad 125 | |
| • Indigo Diabetes 126 | |
| • Manuchar 127 | |
| • Mediahuis128 | |
| • Medikabazaar 129 | |
| • MRM Health 130 | |
| • OMP 131 | |
| • OncoDNA132 | |
| • Telemond Groep133 | |
| • Turbo's Hoet Groep134 |


| • Inhoud 139 | |
|---|---|
| • Geconsolideerde jaarrekening 140 | |
| • Enkelvoudige jaarrekening 222 | |
| • Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal 228 | |
| • Lexicon 230 | |
| • Kerncijfers 2020Bijlage |
Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek.
Dit verslag bevat:
• het gecombineerde enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV,
• een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkomstig artikel 3:17 WVV, en
• de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening.
De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV, samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité, m.n. Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen, dat, voor zover hen bekend:
a) de jaarrekeningen vervat in dit verslag, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
b) het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:
Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]
Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld.







7
"Ik ben buitengewoon trots op de veerkracht die onze 22.331 collega's in het geheel van de groep AvH in de onzekere en volatiele tijden van de COVID-crisis hebben getoond. De AvH-groep realiseert in 2020 een zeer solide nettowinst van 230 miljoen euro.
Ondersteund door de forse prestaties van hun portfolio's hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° een uiterst sterke instroom van nieuwe activa onder beheer gerealiseerd, die een recordniveau van meer dan 54 miljard euro bereikten einde 2020. Vanuit een krachtig engagement naar meer hernieuwbare energiebronnen en de vergroening van de wereldeconomie verhoogde DEME haar orderboek naar een recordniveau van meer dan 4,5 miljard euro.
Wij blijven investeren in de versterking van onze portefeuille en in een duurzamere en meer digitale wereld, zoals blijkt uit onze recente investeringen in OMP, Verdant Bioscience, Medikabazaar en Indigo Diabetes."
Jan Suykens, CEO - Voorzitter van het executief comité
| (€ mio) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 46,7 | 91,9 |
| Private Banking | 141,3 | 127,3 |
| Real Estate & Senior Care | 32,7 | 50,2 |
| Energy & Resources | 6,8 | -1,5 |
| Bijdrage van de kernsectoren | 227,5 | 267,9 |
| Growth Capital | 12,7 | 17,6 |
| AvH & subholdings | -13,5 | -3,5 |
| Netto meer/minderwaarden | 3,1 | 112,9 |
| Geconsolideerd nettoresultaat | 229,8 | 394,9 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans | ||
|---|---|---|
| (€ mio) | 2020 | 2019 |
| Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) | 3.562,0 | 3.456,1 |
| Nettothesaurie van AvH | 68,0 | 267,4 |

Economische voetafdruk van de AvH-groep

(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2020, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel.

• DEME en Van Laere: contract voor project Rechteroever van Oosterweelverbinding
• SIPEF: principeakkoord over verkoop van PT Melania (in 2 stappen) voor USD 36 mio

NOVEMBER
• AvH: participatie in OMP (AvH 20%) • DEME: groot contract voor Abu Qir in Egypte

9


8
• SIPEF: stijging van de marktprijs van ruwe palmolie (> 1.000 USD/T CIF R'dam), maar ook invoering van nieuwe heffing op palmproducten in Indonesië

11

2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

Geachte aandeelhouders,
2020 was een uitzonderlijk jaar, waarin de COVID-19 pandemie de wereld heeft verrast, de wereldeconomie tijdelijk heeft onderbroken en onze samenleving danig heeft ontwricht.
De geglobaliseerde wereldeconomie heeft ons doen beseffen hoe afhankelijk we van elkaar zijn en tevens hoe kwetsbaar we zijn.
Wij hebben allemaal moeten leren omgaan met het coronavirus, wat een enorm aanpassingsvermogen heeft gevraagd en nog steeds vergt.
Tegelijk toont deze pandemie hoe weerbaar onze samenleving is en hoe snel we ons kunnen aanpassen aan noodsituaties.
Dat de farma-industrie erin geslaagd is op enkele maanden tijd verschillende vaccins te ontwikkelen, toont de vooruitgang van de medische en biotechnologische wetenschap, en moet ons hoopvol stemmen.
Digitale communicatie heeft onze samenleving en onze ondernemingen toegelaten te blijven functioneren en heeft in zekere mate geleid tot efficiëntiewinsten.
Het doet ons beseffen dat we moeten investeren in een meer inclusieve samenleving, met inbegrip van de toegang voor iedereen tot digitale communicatiemiddelen.
Tegelijk hebben de ondernemingen die daartoe georganiseerd waren, en geïnvesteerd hadden in digitale platformen en dienstverlening naar hun klanten, kunnen profiteren van deze digitale versnelling.
De wereldwijde lockdownmaatregelen tijdens de eerste jaarhelft van 2020 en de opeenvolgende restrictieve maatregelen in verschillende landen over verschillende continenten hebben natuurlijk een belangrijke impact gehad op de wereldeconomie. Volgens de laatste 'World Economic Outlook' van het IMF is de wereldeconomie in 2020 gekrompen met 3,5%, gaande van -3,4% in de VS en -7,2% in de eurozone tot -10% in het VK. De Belgische economie kromp volgens het jaarrapport van de NBB met 6,2%.
De lockdownmaatregelen hebben geleid tot onderbroken logistieke ketens, reisbeperkingen die op hun beurt een vertraging hebben veroorzaakt in commerciële relaties of uitvoering van contracten, evenals tot een grote volatiliteit op de financiële en valutamarkten.
Tegen deze achtergrond mogen we heel dankbaar zijn voor de weerbaarheid die onze 22.331 collega's getoond hebben in het voorbije jaar.
Jan Suykens
De bemanning op de schepen van DEME die langer dan normaal hebben moeten doorwerken omdat restricties niet toelieten hen af te lossen, onze bancaire medewerkers die van de ene op de andere dag hun klantenrelaties virtueel moesten contacteren en geruststellen, de vele collega's die zich in de productie en op de werven continu moesten aanpassen, ... het zorgpersoneel van Anima dat in de vuurlinie stond, en vooral tijdens de eerste lockdown met weinig beschermingsmiddelen elke dag zich inzette voor de gezondheid en het welzijn van onze residenten.
Tijdens deze crisis is ook gebleken dat onze gezonde balansen, beperkte schuldgraad en voldoende cashreserves of beschikbare kredietlijnen onze managementteams hebben toegelaten zich tenvolle te focussen op hun operationele uitdagingen.
We zijn dan ook fier dat we in zulke omstandigheden een geconsolideerd nettoresultaat hebben kunnen realiseren van bijna 230 miljoen euro.
Dit vergelijkt zich met een recordresultaat van 395 miljoen euro in 2019. Als we abstractie maken van de gerealiseerde meerwaarden (in 2020 en vnl. op de verkoop van Residalya in 2019), daalde het resultaat slechts met 20% van 282,0 miljoen euro in 2019 naar 226,7 miljoen euro in 2020.
Hierbij moeten we bovendien rekening houden met de COVID-gerelateerde kosten, vooral in onze aannemingsactiviteiten bij DEME en CFE en in het vastgoed bij Leasinvest en Extensa, die een impact hadden van ongeveer 95 miljoen euro op het geconsolideerd nettoresultaat.
DEME realiseerde in 2020 een geconsolideerde omzet van 2.196 miljoen euro t.o.v. 2.622 miljoen euro in 2019. Ongeveer 300 miljoen euro van deze daling is toe te schrijven aan de impact van de coronacrisis.
DEME realiseerde in 2020 een EBITDA van 369,5 miljoen euro (16,8% van de omzet), een EBIT van 64,3 miljoen euro en een nettoresultaat van 50,4 miljoen euro.
" HET AvH-MODEL HEEFT IN 2020 OPNIEUW HAAR DEUGDELIJKHEID EN HAAR WEERBAARHEID GETOOND."
De totale impact van de pandemie, van de daling van de olie- en gasprijzen en van het ongeluk van de Orion wordt geraamd op 100 miljoen euro (EBIT), en wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de meerwaarde op de verkoop van het 12,5%-belang in Merkur Offshore in mei 2020 (64 miljoen euro).
De terugval van de activiteitsgraad en de vertraging in de oplevering van de Spartacus en de Orion hebben de investeringen beperkt tot 201,6 miljoen euro, waardoor de netto financiële schuld beperkt bleef tot 489 miljoen euro.
Het orderboek van DEME steeg in 2020 tot een recordniveau van 4.500 miljoen euro (3.750 miljoen euro per einde 2019), o.m. dankzij het grootste bagger- en

Luc Bertrand
landwinningscontract (in termen van baggervolume) ooit voor de Egyptische haven van Abu Qir.
Dankzij continue investeringen in de uitbreiding van haar vloot en technologische innovatie is DEME geëvolueerd van een zuivere 'baggeraar' naar een gediversifieerde 'marine engineering'-groep. Het marktleiderschap dat DEME heeft uitgebouwd in de engineering en bouw van offshore windparken zal in een verder globaliserende markt nog worden versterkt, o.m. dankzij partnerships in Taiwan en Japan.
Daarenboven wordt via DEME Concessions ingezet op de ontwikkeling van 'groene waterstof', zowel in België als vanuit de havenconcessie in Duqm (Oman).
DEME zal in 2021 verder investeren in de technologische ontwikkeling en hoopt dat een beheerskader kan uitgewerkt worden voor een ecologisch verantwoorde ontginning van de grote reserves aan minerale grondstoffen op de zeebodem.
Gebaseerd op het goed gevulde orderboek, verwacht DEME een hogere activiteitsgraad, en derhalve een groei van de omzet en operationele cashflow.
CFE heeft in haar aannemingsactiviteiten ook de gevolgen ondervonden van de COVID-19 crisis, hetgeen de daling van de omzet met 9% verklaart, en ook het operationele resultaat met meer dan 20 miljoen euro heeft geïmpacteerd.
Mede dankzij de hogere bijdrage van de vastgoedontwikkelingsactiviteiten van BPI, in het bijzonder in Polen, steeg het nettoresultaat van CFE (exclusief DEME) uiteindelijk tot 17,7 miljoen euro (2019: 12,0 miljoen euro).
Het orderboek steeg met 8% tot een recordniveau van 1.493 miljoen euro.
De sterkhouders in de AvH-groep waren duidelijk onze banken, Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°, die samen 141,3 miljoen euro (+11%) bijdroegen tot het geconsolideerde groepsresultaat.
Dankzij de langetermijnvertrouwensrelaties met hun klanten, de digitale ondersteuning en een goed portefeuilleresultaat, groeide het vermogen dat deze klanten toevertrouwden aan beide banken tot een nieuw recordniveau van 54,1 miljard euro per 31 december 2020 (+4% t.o.v. 51,9 miljard euro per 31 december 2019).
De aandacht van onze bancaire collega's tijdens deze crisisperiode is in eerste instantie gegaan naar het geruststellen van onze klanten door een permanente dialoog, en tegelijk zorg te dragen voor een goede bescherming van de toevertrouwde vermogens (gewogen gemiddelde performantie van de portefeuilles in 2020: 5,8%).
De bruto inflow bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº bedroeg gezamenlijk meer dan 3,6 miljard euro.
84% van vermogens (zijnde 94% van het aantal klanten) bij Delen Private Bank wordt beheerd op basis van discretionaire vermogensmandaten.
De belangrijke inflows, de recurrente inkomsten (83% commissie-inkomsten) en de zeer kostenefficiënte organisatie (cost-income ratio van 42% bij Delen Private Bank in België, en 56% bij Bank J.Van Breda & C°), leidden tot een stijging van de gecombineerde winst van de banken tot 180 miljoen euro (vs 163 miljoen euro over 2019).
Bank J.Van Breda & C° is haar doelgroepcliënteel ook tijdens de crisis blijven steunen met een groei van de kredietportefeuille met 3% tot 5,4 miljard euro.
De effectieve kredietverliezen bleven beperkt tot 0,02%, maar voorzichtigheidshalve werd een COVID-gerelateerde 'expected credit loss' voorziening opgezet resulterend in een totale voorziening van 0,10%.
Het gecombineerde eigen vermogen van de banken bedraagt 1.562 miljoen euro, hetgeen een Common Equity Tier1-ratio van 21,7% vertegenwoordigt.
Samen met een leverage ratio van 13,3% (t.o.v. reglementair minimum van 3%) toont dit de enorme soliditeit van onze bancaire balansen.
Aldus hebben Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° opnieuw hun sterke complementariteit in de verf gezet, en hebben ze bewezen een consistente 'outperformer' te zijn in het Europese private banking landschap.
Uitgaande van deze gestegen AUM's, maar natuurlijk afhankelijk van de evolutie van de financiële markten, verwachten we ook van onze banken alweer een stijging van hun bijdrage tot het AvH-groepsresultaat.
Ook de vastgoedontwikkelingsactiviteiten hebben geleden onder de lockdownmaatregelen, enerzijds door de stillegging van de werven en de residentiële verkopen en anderzijds door huurdervingen in vooral het retail segment. Niettemin hebben Leasinvest en Extensa toch 29,2 miljoen euro bijgedragen tot het groepsresultaat.
Onze 1.553 collega's bij Anima hebben dagelijks de gevolgen van de COVID-19 gezondheidscrisis moeten ondergaan. Vooral tijdens de eerste lockdown in het voorjaar 2020 hebben zij in moeilijke omstandigheden en vaak zonder de nodige beschermingsmaatregelen het beste van zichzelf gegeven om hun residenten te steunen, te helpen en te verzorgen. Wij willen hier zeer expliciet hulde brengen aan de inzet van onze medewerkers.
De hele markt van woonzorgcentra heeft sterk geleden onder de COVID-19 crisis, die geleid heeft tot een tijdelijke opnamestop en extra kosten om het virus te beteugelen en de residenten en personeel te beschermen.
Anima had eind 2020 2.539 bedden in exploitatie, verspreid over 23 zorgcentra waarvan 9 in Vlaanderen, 7 in Brussel en 7 in Wallonië.
SIPEF kon in 2020 terug aanknopen met nettowinst (14,1 miljoen USD vs -8,0 miljoen USD over 2019) dankzij een stijging van de totale productie van duurzame palmolie met 5,4% en een hogere palmolieprijs (+26% tot gemiddeld 715 USD).
De investeringsprogramma's voor de expansie van het areaal in Zuid-Sumatra worden gestaag verdergezet, evenwel met inachtname van de evolutie van de schuldpositie.
De investering van AvH (42%), naast SIPEF (38%), in Verdant Bioscience heeft tot doel F1-hybride palmoliezaden te ontwikkelen die een belangrijke rendementsverbetering per hectare moeten helpen realiseren.
SIPEF verwacht dankzij een sterke markt en goede productieverwachtingen een verbetering van haar resultaten te realiseren, en dit niettegenstaande de onverwacht excessieve overheidsheffingen op Indonesische palmolieleveringen, die einde 2020 werden ingevoerd.
De meeste deelnemingen van onze 'Growth Capital'-portefeuille hebben redelijk goed standgehouden tijdens dit crisisjaar.
De verminderde bijdrage is het gevolg van het verlies van EMG (impact coronacrisis op de event- en sportactiviteiten) en een mark-to-market impact binnen de beleggingsportefeuille van AvH.
Agidens, Telemond, Turbo's Hoet Groep en Manuchar hielden goed stand.
De evolutie van Mediahuis is noemenswaardig. Met de overname van NDC in Nederland en Saint-Paul in Luxemburg is Mediahuis thans in 5 landen actief, waarbij de Nederlandse markt nu 45,5% van de omzet vertegenwoordigt. Mediahuis kon ten volle profiteren van de digitale versnelling met een stijging van hun digitale abonnementen met gemiddeld 11%.
Intussen blijft AvH verder investeren in de versterking van haar deelnemingen in bestaande participaties (35 miljoen euro) en door nieuwe investeringen in haar Growth Capital-portefeuille. Er werd 73 miljoen euro geïnvesteerd o.m. in
AvH positioneert zich als een duurzame investeringsmaatschappij.
Met haar recente investeringsfocus naar hernieuwbare energie, een duurzamere landbouw en voedselketen, de impact van de vergrijzing van de bevolking en de opportuniteiten geboden door de versnelde digitalisering van diensten en processen, draagt AvH actief bij tot een meer duurzame wereld en de evolutie naar een koolstofarme economie.
Met onze investeringsstrategie willen we blijven inspelen op deze langetermijntrends, en beogen we dat elke onderneming in onze groep een beleid uitstippelt waarbij ze actief bijdraagt aan de realisatie van enkele specifieke UN Sustainable Development Goals.
86% van onze ondernemingen (gemeten naar het globale aandeel in het geconsolideerd eigen vermogen) heeft reeds hun beleid rond de voor hen relevante SDGs geformaliseerd.
AvH heeft in 2020 ook de UN Principles of Responsible Investment ondertekend om zo haar ESG-aanpak nog meer te formaliseren.
Aldus wil AvH een verantwoordelijke investeerder zijn waar mens, milieu en maatschappij centraal staan.
Het AvH-model heeft in 2020 opnieuw haar deugdelijkheid en haar weerbaarheid getoond.
Een duidelijke strategie, sterke teams en gezonde balansen doen ons hoopvol naar de toekomst kijken.
In deze context stelt de raad van bestuur aan de algemene vergadering voor het dividend licht te verhogen van bruto 2,32 euro per aandeel naar 2,35 euro per aandeel.
Wij willen onze medewerkers nogmaals oprecht danken voor hun inzet en hun veerkracht in dit uitzonderlijk jaar 2020.
De gezondheidscrisis, en de volatiliteit en onzekerheid die ze met zich brengt, is nog niet voorbij.
Het vraagt nog een groot doorzettingsvermogen totdat de bevolkingen voldoende zullen gevaccineerd zijn.
Het 'nieuwe normaal' biedt echter ook vele opportuniteiten en wij zijn overtuigd dat onze groep goed gepositioneerd is om versterkt uit deze crisis te komen.
24 maart 2021
Luc Bertrand, Voorzitter van de raad van bestuur Jan Suykens, Voorzitter van het executief comité
Geachte aandeelhouder,
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2020 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV.
Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 47.750 opties toegekend in 2020. De per 31 december 2020 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 304.750 aandelen Ackermans & van Haaren (0,91%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2020, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10).
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal bedraagt eind 2020 2.039 miljoen euro, een daling met 114 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (2019: 2.153 miljoen euro). De activa bestaan uit 9 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 52 miljoen euro geldbeleggingen, 5 miljoen euro liquiditeiten en 1.907 miljoen euro financiële vaste
activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden het boeken van het tussentijds dividend van 77 miljoen euro, het over het boekjaar 2020 voorgestelde dividend van maximaal 79 miljoen euro en de winst van het boekjaar van 10 miljoen euro tot een eigen vermogen van 1.920 miljoen euro (2019: 2.066 miljoen euro). In 2020 bestonden de financiële schulden op korte termijn voornamelijk uit uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper). Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2020 145.357 eigen aandelen in en verkocht er 163.668. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die op 1 juli 2013 in voege trad.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:
| Over te dragen winst | 1.690.571.595 |
|---|---|
| Winstpremie voor werknemers(3) | 248.000 |
| Tantièmes | 605.000 |
| - Dividend over 2020(2) | 78.717.724 |
| - Tussentijds dividend(1) | 76.812.736 |
| Vergoeding van het kapitaal | |
| Toevoeging aan de beschikbare reserves | 0 |
| Toevoeging aan de onbeschikbare reserves | 5.503.910 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 |
| Totaal te bestemmen | 1.852.458.965 |
| Winst van het boekjaar | 10.320.702 |
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.842.138.264 |
(1) Op 31 maart 2020 heeft AvH meegedeeld het eerder geformuleerde dividendvoorstel over het boekjaar 2019 terug in te trekken in het licht van de onzekerheid die de toen sterk om zich heen grijpende coronapandemie veroorzaakte. Op 9 november 2020 heeft een Buitengewone Algemene Vergadering beslist om alsnog een dividend uit te keren in 2020, onder de vorm van een tussentijds dividend van 2,32 euro per aandeel. Rekening houdend met de eigen aandelen die niet dividendgerechtigd zijn, werd aldus 76.812.736 euro uitgekeerd op 16 november 2020.
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,35 euro bruto per aandeel. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 1,645 euro per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van Ackermans & van Haaren, op 26 mei 2021 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt 78.717.724 euro. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 31 mei 2021. Na deze bestemming, rekening houdend met het maximale voorgestelde totaalbedrag van de dividenden, bedraagt het eigen vermogen 1.919.737.289 euro en is het als volgt samengesteld:
| Kapitaal | |
|---|---|
| Geplaatst | 2.295.278 |
| Uitgiftepremies | 111.612.041 |
| Reserves | |
| Wettelijke reserve | 248.081 |
| Onbeschikbare reserves | 38.538.957 |
| Belastingvrije reserves | 0 |
| Beschikbare reserves | 76.471.338 |
| Overgedragen winst | 1.690.571.595 |
| Totaal | 1.919.737.289 |
De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.
4. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar
Hiervoor wordt verwezen naar II.4 en II.7 op pag. 25.
De vennootschap organiseert op regelmatige tijdstippen kennisuitwisseling tussen de deelnemingen.
Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen indekken. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2020 had Ackermans & van Haaren geen dergelijke instrumenten uitstaan.
7.1 Toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
In 2020 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenregeling van artikel 7:96 WVV.
Overeenkomstig artikel 3:65, §3 WVV wordt meegedeeld dat een vergoeding werd betaald van 5.650 euro (excl. btw) aan EY Tax Consultants voor fiscale adviezen.
Op 9 november 2020 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2020 145.357 eigen aandelen in en verkocht er 163.668. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (toelichting 22).
| Aantal eigen aandelen | 350.217 (1,05%) |
|---|---|
| Fractiewaarde per aandeel | 0,07 euro |
| Gemiddelde prijs per aandeel | 109,94 euro |
| Totale investeringswaarde | 38.504.204 euro |
Op 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennisgegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering wordt ontvangen, d.i. 9 november 2023.
De raad van bestuur is tevens gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 25 november 2023), aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen). Inzake niet-financiële risico's wordt tevens verwezen naar het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (pag. 44).
Het executief comité van Ackermans & van Haaren is o.m. verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's.
Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan geopolitieke en macro-economische omstandigheden en wordt beïnvloed door de toenemende concurrentie, o.a. met de private equity-markt die steeds internationaler wordt.
De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van voormelde omstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.
Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.
Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.
De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen financiering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van 'AvH & subholdings' zijn op 31 december 2020 beperkt tot 31,0 miljoen euro, met name door AvH uitgegeven commercial paper.
Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro) van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2020 gerespecteerd, met uitzondering van Biolectric, dat in constructieve dialoog is met haar huisbankier om de structuur van haar financieringen beter te laten aansluiten bij de ontwikkeling van de activiteiten van het bedrijf en het gewijzigde business model.
• Risico's op het niveau van de participaties
De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: (i) het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; (ii) de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; (iii) de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; (iv) het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; (v) de evolutie van het reglementair kader; (vi) en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. DEME is, zowel als eisende als verwerende partij, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor voorzieningen aangelegd in de rekeningen. Binnen nieuwe markten, zoals de ontwikkeling van concessies voor windmolenparken, worden de bedrijven geconfronteerd met een wijzigend reglementair kader, de technologische evoluties en het vermogen om deze grootschalige projecten te financieren. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de aanbestedingsfase.
De bouw- en baggersector is onderhevig aan conjuncturele bewegingen, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam, Tsjaad en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.
DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, kunnen worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de USD en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt.
Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures opgesteld teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren.
Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds 2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale unsecured financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Dat was ook per eind 2020 het geval.
DEME volgt haar procedures ter vermijding van fraude- en integriteitsrisico's verder op en stelt die desgevallend bij. DEME hanteert een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures'). Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. De procedures inzake de samenwerking met derde partijen werden conform de vorige jaren ook in 2020 verder aangescherpt en de werking van de interne audit werd in 2020 eveneens versterkt.
Zoals bekend, voert het Parket sinds 2016 een onderzoek naar vermeende onregelmatigheden bij de toekenning van een contract aan Mordraga, een dochtervennootschap van DEME, inzake de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in 2014 en 2015. Het betrokken contract werd door een Russische private aannemingsgroep aan Mordraga gegund in het kader van een onderhandse aanbesteding. Het Parket heeft eind december 2020 enkele vennootschappen en personeelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. Zowel DEME, Dredging International als één personeelslid hebben uitvoerige bijkomende onderzoeksmaatregelen gevorderd bij de bevoegde onderzoeksrechter omdat zij van oordeel zijn dat belangrijke elementen à décharge verder onderzocht dienen te worden. De zitting van de raadkamer werd 'sine die' uitgesteld. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure.
Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.
Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.
Het fraude- en compliancerisico heeft altijd prioritaire aandacht gekregen bij Delen Private Bank. De bank investeert in verdere digitalisering van het cliëntenacceptatiebeleid, o.m. via de ontwikkeling van Delen Family Services.
Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.
Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt gedeeltelijk beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn gemilderd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting, ten opzichte van de 7% minderheidsaandeelhouders van JM Finn.
Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke Core Tier1 eigen vermogen-ratio's.
Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).
Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank J.Van Breda & Cº en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen systematisch worden geliquideerd, zodat de bank niet aan een marktrisico wordt onderworpen. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.
Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en geleverde diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima is de kwalitatieve zorg voor de residenten een belangrijk element. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de operationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen.
De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten eerder rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group concentreert zich voornamelijk op België en Luxemburg. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (bv. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt tot een beperking van dit risico.
Het wisselkoersrisico is eerder beperkt omdat zo goed als alle activiteiten zich in de eurozone bevinden.
Extensa Group en Leasinvest beschikken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest heeft op 20 november 2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. In 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest bedroeg eind 2020 3,4 jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019). Extensa heeft een obligatielening van 30 miljoen euro op vervaldag in 2020 geherfinancierd door een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. De bankschulden namen toe in functie van de Tour & Taxis-bouwprojecten (Gare Maritime en Parking Gare Maritime).
Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.
De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Singapore en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, Verdant Bioscience in Indonesië, SIPEF in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans
als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.
De geproduceerde volumes en dus gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden ook beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad.
Of de groep er daarnaast in slaagt om de beoogde bijkomende expansie te realiseren, hangt af van de verwerving van nieuwe concessieovereenkomsten voor agronomisch geschikte gronden, die passen in de duurzaamheidspolitiek aan economisch verantwoorde voorwaarden.
Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie, palmpitolie en rubber; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit).
SIPEF heeft de strategie om enkel duurzame palmolie en andere duurzame producten te produceren. Het kunnen naleven van de duurzaamheidsvoorschriften en in bredere context de perceptie van deze producten in de markt, wordt door SIPEF nauwgezet opgevolgd.
De consolidatiekring werd in 2020 uitgebreid met de nieuwe 42%-deelneming in Verdant Bioscience. Verdant Bioscience is een biotechnologiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van hoogproductieve F1-hybride zaden van oliepalm. Aangezien de resultaten van deze ontwikkeling pas over enkele jaren zullen bekend worden, wordt de activiteit van Verdant Bioscience gekenmerkt door een hoger risicoprofiel. De mede-aandeelhouders van Verdant Bioscience zijn, naast een groep wetenschappers, SIPEF ten belope van 38% en de Indonesische beursgenoteerde plantagegroep DSN (10%), die allebei over jarenlange ervaring beschikken bij de productie van palmolie.
Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.
De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.
Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.
Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).
Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2020 bedraagt
16.229 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 6% ten opzichte van 2019 (15.301 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.
Het eigen vermogen (deel groep) per eind 2020 bedroeg 3.562 miljoen euro, een stijging met 106 miljoen euro ten opzichte van 2019 (3.456 miljoen euro). In november 2020 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel, wat resulteerde in een daling van het eigen vermogen met 76,8 miljoen euro.
Ackermans & van Haaren heeft in 2020 ingezet op de uitbouw van haar kernparticipaties en op de investering in enkele nieuwe activiteiten, m.n. OMP, Verdant Bioscience, Indigo Diabetes, Biotalys, MRM Health en HealthQuad II.
De bijdrage van de kernsectoren tot de groepswinst bedroeg in 2020 227,5 miljoen euro (2019: 267,9 miljoen euro).
De consolidatiekring onderging in 2020 een aantal wijzigingen, die worden toegelicht in toelichting 2.
Eind 2020 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 68,0 miljoen euro, tegenover 267,4 miljoen euro eind 2019. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat deze positie uit korte termijnschulden onder de vorm van commercial paper van 31,0 miljoen euro, geldbeleggingen voor 51,2 miljoen euro en eigen aandelen.
Een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep is weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag (pag. 74) van het jaarverslag.
In 'Marine Engineering & Contracting' verstoorde de pandemie de normale gang van zaken op werven in binnen- en buitenland. Dit heeft geresulteerd in een lagere activiteit en rentabiliteit bij zowel DEME als CFE.
Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº hebben allebei een recordresultaat neergezet en met de sterke aangroei van de vermogens onder beheer de basis gelegd voor verdere groei.
De resultaten in 'Real Estate & Senior Care' konden zich herstellen na een moeizaam eerste halfjaar.
Dankzij stijgende marktprijzen voor palmolie (SIPEF) en cement (Sagar Cements), verbeterden in 'Energy & Resources' de resultaten duidelijk.
De deelnemingen in het 'Growth Capital'-segment hielden over het algemeen goed stand. De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waarde-ontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief).
De COVID-19 pandemie heeft in 2020 de normale gang van zaken in samenlevingen wereldwijd verstoord en een negatieve impact gehad op grote delen van de economie. Op 31 maart 2020 heeft AvH reeds gewaarschuwd voor de gevolgen daarvan op haar vooruitzichten voor de rest van het boekjaar.
Inmiddels lijkt deze gezondheidscrisis in de meeste landen waar de groep actief is enigszins onder controle, al blijft waakzaamheid zeker geboden.
De afgelopen maanden hebben de relevantie van de investeringsstrategie van de groep aangetoond: de gediversifieerde portefeuille van AvH, met een beperkt aantal belangen in goed gepositioneerde bedrijven, heeft toch behoorlijk weerstand kunnen bieden in deze uitzonderlijke omstandigheden. Over het volledige boekjaar heeft AvH een nettowinst gerealiseerd (deel groep) van 229,8 miljoen euro.
De effecten van deze pandemie op de groep werden voornamelijk in de volgende domeinen gesitueerd.
AvH heeft het jaar 2020 beëindigd met een positieve nettothesauriepositie van 68 miljoen euro. Daarnaast beschikt de groep over in totaal 280 miljoen euro aan bevestigde kredietlijnen die onmiddellijk kunnen worden getrokken. Daarmee beschikt de groep over een interventiecapaciteit van ongeveer 0,35 miljard euro, zelfs zonder bijkomende financieringsbronnen in te zetten.
AvH heeft ook bij haar deelnemingen steeds de nadruk gelegd op het belang van een conservatieve balansstructuur. Dit heeft in 2020 opnieuw zijn deugdelijkheid bewezen. Samen met ondersteuningsmaatregelen die door diverse overheden werden genomen, heeft dit ervoor gezorgd dat AvH doorheen de hele groep slechts bij één participatie (Euro Media Group) financieel is bijgesprongen en dat voor een relatief beperkt bedrag van 4,1 miljoen euro.
Een aantal deelnemingen van AvH doen beroep op bankkredieten die in bepaalde gevallen voorzien zijn van specifieke covenants. Op 31 december 2020 werden slechts in één van de bedrijven van de groep (Biolectric) de covenants niet gerespecteerd. Het gaat hierbij om een relatief klein bedrag en met de huisbankier van het bedrijf zijn constructieve gesprekken aan de gang om de financieringsstructuur aan te passen aan het zich wijzigende businessmodel van Biolectric.
In 2020 werden in de meeste landen waar de groep actief is één of andere vorm van 'lockdown' afgekondigd.
Dit heeft voor belangrijke logistieke complicaties gezorgd voor onze participaties actief in 'Marine Engineering & Contracting', voornamelijk als gevolg van extra kosten, van logisitieke complicaties, van vertragingen op werken in uitvoering en van de daaruit voortvloeiende productiviteitsverliezen. DEME schat de direct door COVID-19 veroorzaakte extra kosten op 32,6 miljoen euro, waarvan 8,8 miljoen euro kon worden gecompenseerd door besparingen en steunmaatregelen waarop in diverse landen een beroep kon worden gedaan. Naast de rechtstreekse gevolgen, leidde de COVID-19 crisis evenwel ook tot effecten op wisselkoersen, op petroleumprijzen en tot een vertraging bij het binnenhalen van nieuwe orders. DEME schat de globale negatieve impact van het niet kunnen realiseren van de vooropgestelde omzet (inclusief de kosten die daaruit voortvloeien als gevolg van stillig en onderbezetting van de vloot), van de hierboven reeds vermelde extra kosten en van het ongeval met Orion op het operationeel resultaat op ongeveer 100 miljoen euro.
In de Contracting-activiteiten van CFE heeft COVID-19 in H1 2020 gezorgd voor vertragingen op werven, wat een negatieve impact had op de resultaten van de werven en bovendien heeft geleid tot een onderdekking van de algemene kosten. Net zoals bij DEME, wordt het resultaat op onderhanden werk erkend a rato van de voortgang van de werken. Wanneer een project verlieslatend wordt ingeschat, wordt dit resultaat boekhoudkundig onmiddellijk ten laste genomen van het resultaat van de periode waarin deze inschatting wordt gemaakt, ook met betrekking tot omzet die pas in toekomstige periodes zal worden gerealiseerd. In de tweede jaarhelft heeft CFE een duidelijk herstel gerapporteerd van haar operationele resultaten.
CFE kon in haar verschillende activiteiten beroep doen op diverse steunmaatregelen, waaronder economische werkloosheid, zodat de impact op het bedrijfsresultaat op ongeveer 20 miljoen euro (negatief) wordt geschat.
De turbulentie die de gezondheidscrisis ook op de financiële markten heeft veroorzaakt, heeft uiteindelijk geen negatieve impact gehad op de operationele resultaten van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. Niettegenstaande de vele uitdagingen waarvoor het coronavirus ook heeft gezorgd op het vlak van de praktische organisatie van beide instellingen, is de bijdrage van het 'Private Banking'-segment tot het groepsresultaat in vergelijking tot vorig jaar zelfs met 14,0 miljoen euro gestegen en het bevestigt daarmee zijn positie van voornaamste bijdrager tot het groepsresultaat. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor netto 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9.
Zoals dit het geval was in het 'Marine Engineering en Contracting'-segment, heeft de periode van quarantaine de voortgang op de ontwikkelingsprojecten in België en Luxemburg in het segment 'Real Estate & Senior Care' vertraagd, zonder evenwel het winstpotentieel op langere termijn aan te tasten. Leasinvest heeft in totaal voor 4,2 miljoen euro minder huuropbrengsten geboekt. Bij Anima hebben de 1.600 medewerkers in uiterst moeilijke omstandigheden al het mogelijke gedaan om de dienstverlening aan de bewoners van haar woonzorgcentra, assistentiewoningen en centra voor herstelverblijf te garanderen. Het is duidelijk dat de uitzonderlijke omstandigheden een bijzondere druk op de mensen, de bewoners en de organisatie van Anima hebben gelegd en dat dit negatief heeft ingewerkt op de rentabiliteit van Anima op de korte termijn. Een aantal sites van Anima zijn niet gespaard gebleven van de uitbraak van het virus. Bovenop het menselijke leed, schat Anima de financiële impact van deze crisis op 6,5 miljoen euro, veroorzaakt door extra kosten, minder opbrengsten door het stoppen van een aantal dienstverleningen en door de lagere bezettingsgraden, in het bijzonder in de 4 nieuwbouwresidenties die in het afgelopen jaar in gebruik werden genomen en die in deze omstandigheden minder dan voorzien nieuwe residenten konden aantrekken. Deze negatieve impacten werden ten belope van 4,6 miljoen euro gecompenseerd door steunmaatregelen die werden verstrekt door de drie regionale overheden.
Bij SIPEF werden de operaties in 2020 nagenoeg niet verstoord door de COVID-19 pandemie. SIPEF realiseerde een stijging met 5,4% van haar productie van (duurzame) palmolie, maar werd wel onrechtstreeks negatief beïnvloed door de scherpe prijsdaling van palmolie die zich in de loop van het eerste semester heeft voorgedaan. De laatste maanden van 2020 herstelde de marktprijs van palmolie wel sterk. Bij Sagar Cements in India, werd de capaciteitsbezetting negatief beïnvloed door de pandemie. De impact op de resultaten werd evenwel gecompenseerd door betere marktprijzen.
In het segment 'Growth Capital' verschillen de impacten afhankelijk van de sectoren waarin de bedrijven actief zijn. Het is duidelijk dat de activiteit van Euro Media Group, dat een belangrijke leverancier is van audiovisuele diensten aan grote events (Olympische Spelen, Europees Kampioenschap voetbal, Eurovisie Songfestival) en aan een aantal prominente sportcompetities (voetbal, rugby, cricket, golf,...), die voor het overgrote deel werden stilgelegd vanaf maart 2020 om maar met mondjesmaat terug op gang te komen tegen het einde van het eerste semester, met meer dan 40% onder de verwachtingen is gebleven. In die bijzondere omstandigheden, hebben de grootste aandeelhouders van EMG, waaronder AvH Growth Capital voor 4,1 miljoen euro, samen met de bankiers van EMG en de Franse overheidsbank BPI, gezorgd voor een financieel overbruggingspakket om deze moeilijke periode te overbruggen. Sinds juni 2020 trekken de volumes overigens maand na maand terug aan.
Ook andere bedrijven uit het 'Growth Capital'-segment van AvH hebben de gevolgen gedragen van de COVID-19 crisis, zonder dat dit evenwel heeft geleid tot noemenswaardige verliesresultaten in 2020.
De COVID-19 pandemie heeft hopelijk een uitzonderlijk karakter en mag zeker niet zonder meer worden geëxtrapoleerd naar de toekomst. AvH is nagegaan of bijzondere waardeverminderingen dienden te worden doorgevoerd op activa op/bij deelnemingen waar sprake was van bijzondere 'impairment'-indicatoren.
Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden wel negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de fair value-benadering (level 1 in de fair value hiërarchie). Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn te brengen met de martkwaarde op 31 december 2020. Doorheen het jaar zijn deze waardeschommelingen veel groter geweest.
Leasinvest is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van AvH.
Leasinvest heeft een negatieve waarde-aanpassing doorgevoerd van 25,5 miljoen euro op de Knauf shoppingcentra in Luxemburg. De coronapandemie zorgt voor grote onzekerheid wegens het continue risico op een verplichte sluiting van de niet-essentiële winkels door de overheid, in combinatie met een eventuele sluiting van de grenzen. Deel van de groep AvH heeft dit een effect van -7,7 miljoen euro.
De toezichthouders van de financiële sector, waaronder EBA, ECB en ESMA, hebben richtlijnen uitgevaardigd m.b.t. de toepassing van het concept van verwachte kredietverliezen conform boekhoudnorm IFRS 9 ('Financiële instrumenten') in de cijfers 2020. De belangrijkste blootstelling situeert zich uiteraard op het niveau van het segment 'Private Banking'. Daarbij valt op dat zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° door hun conservatieve en coherente kredietpolitiek eerder beperkt geïmpacteerd zijn. Bij Delen Private Bank dienden geen provisies te worden genomen op de (beperkte) kredietportefeuille. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor het volledige jaar voor 1,0 miljoen euro provisies aangelegd voor specifieke kredietverliezen. Wel werd bijkomend voor 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9.
Huurkortingen die uitzonderlijk worden toegekend in tijden van economische crisis, zoals de crisis in verband met de COVID-19 pandemie en de daarmee samenhangende lockdown, worden in overeenstemming met IFRS 9 ('impairment loss') verwerkt als een vermindering van de inkomsten.
Binnen de groep zijn er geen andere materiële 'expected credit losses' te rapporteren.
Alle bedrijven van de groep AvH hebben hun inschatting gemaakt van de financiële impact van de COVID-19 pandemie op hun operationeel resultaat. Zoals hierboven beschreven, wordt dit negatief beïnvloed door extra kosten (eventueel gecompenseerd door steunmaatregelen), door waardeverminderingen (inclusief 'fair value correcties') en door provisies voor kredietverliezen. Maar ook kosten van stillig/ stilstand en onderdekking van materiaal, net zoals het niet kunnen realiseren van vooropgestelde omzet en de marge daarop, werken negatief uit op de resultaten van 2020. De impact van deze laatste elementen zijn weliswaar eerder een inschatting, want minder objectief vast te stellen.
AvH schat dat al deze effecten gecombineerd het nettoresultaat (deel van de groep) voor het volledige jaar 2020 negatief hebben beïnvloed voor een bedrag in de orde van grootte van 95 miljoen euro. In dit cijfer wordt geen rekening gehouden met indirecte gevolgen van de pandemie, zoals bijvoorbeeld het stijgen of dalen van financiële markten (behalve voor die activa die deel uitmaken van de portefeuille), evolutie van gronstoffenprijzen en dergelijke.
In januari tekenden DEME en Van Laere een contract voor het project Rechteroever van de Oosterweelverbinding. Begin maart kondigde SIPEF aan een principeakkoord te hebben getekend voor de verkoop van PT Melania, actief in rubber.
Bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen de DEME-teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn de studie-afdelingen van CFE betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Bioscience zijn Ackermans & van Haaren en SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van zaden van hoogrenderende oliepalmen. Zowel Bank J.Van Breda & Cº als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd. De recent verworven participaties Biolectric, Biotalys, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health en OMP zijn innovatieve bedrijven in hun domein. Hun voortdurende aandacht voor technologische vernieuwing draagt bij tot een verbetering van hun competitieve positie op korte en middellange termijn.
Binnen de groep (o.a. DEME, Rent-A-Port, Bank J.Van Breda & C°, Leasinvest) wordt een voorzichtig beleid gevoerd inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Rent-A-Port, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond Groep, Sagar Cements, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Na een eerste jaarhelft 2020 waarin de hele samenleving werd geconfronteerd met de schok van de coronapandemie, herstelde de economische activiteit zich enigszins vanaf het derde trimester. Dat Ackermans & van Haaren een dergelijk turbulent jaar 2020 toch kan afsluiten met een winst van 230 miljoen euro illustreert de veerkracht en degelijkheid van het AvH-model.
De focus op een beperkt aantal kernparticipaties die toonaangevend zijn in hun sector, aangevuld met een reeks jongere, doch beloftevolle deelnemingen zal ook in 2021 behouden blijven. Het sterke orderboek van DEME, vermogens onder beheer in het Private Banking-segment op recordniveau en de goede positionering van de meeste andere bedrijven in de groep, laten de raad van bestuur toe het jaar 2021 dan ook met vertrouwen tegemoet te zien. Behoudens onvoorziene ontwikkelingen, gaat de raad van bestuur voor 2021 uit van een groei van de nettowinst van de groep.
Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), die kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). De Commissie heeft op 9 mei 2019 een nieuwe (derde) versie van de Code bekendgemaakt, die deze van 12 maart 2009 vervangt, en die op 1 januari 2020 in werking is getreden.
Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het 'Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.
Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 3:6, §2 en 3:32, §1, tweede lid, 7° WVV. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').

LUC BERTRAND
(°1951, Belg)
Voorzitter van de raad van bestuur Uitvoerend bestuurder (1985-2016) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)
Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar hij financieel directeur werd in 1986 en voorzitter van het executief comité was van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder van Delen Private Bank, JM Finn, Bank J.Van Breda & Cº en Verdant Bioscience. Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors, lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals Museum Mayer van den Bergh en Europalia, lid van de 'board of trustees' van Guberna en lid van de algemene raad van Instituut voor Tropische Geneeskunde.
Einde mandaat 2021

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013)
Alexia Bertrand behaalde het diploma van licentiaat in de rechten (Université Catholique de Louvain - 2002) en een master of laws (Harvard Law School - 2005). Ze zetelt sinds mei 2019 in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Zij was van 2012 tot 2019 als adviseur verbonden aan het kabinet van de Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken en werd op 1 oktober 2015 benoemd tot kabinetschef algemeen beleid. Ze geeft periodiek opleidingen in onderhandelingstechnieken. Van 2002 tot 2012 was ze actief als advocate, gespecialiseerd in financieel- en vennootschapsrecht (bij Clifford Chance en vervolgens Linklaters). Ze was tijdens een deel van die periode assistente aan de rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Einde mandaat 2021
vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)
Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna.
auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité
(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.

JACQUES DELEN (°1949, Belg)
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)
Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van de beursgenoteerde plantagegroep SIPEF en van Bank J.Van Breda & Cº. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016.
Einde mandaat 2022

(°1962, Belg)
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2004) Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011)
Pierre Macharis studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in automatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van VPK Packaging Group. Hij is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven en bestuurder bij Sioen Industries.
Einde mandaat 2024

(°1979, Belg)
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2011)
Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde eveneens een master in engineering management (Cornell University - VS). Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's. Hij geeft nu leiding aan een team dat voor de Europese Commissie een model ontwikkelt dat het potentieel van de EU-lidstaten beoordeelt om het energieverbruik en de broeikasgassen op middellange tot lange termijn te verminderen. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.
Einde mandaat 2023

(°1967, Fransman / Nederlander)
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006)
Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief als marketingconsultant bij o.m. TBWA Belgium, BDDP Belgium, Ammirati Puris Lintas en Ogilvy Brussels.
Einde mandaat 2022

(°1960, Belg)
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993)
Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen bevoegd voor openbare werken, milieu en groen en begraafplaatsen. Hij is tevens actief als bestuurder bij Belfimas, voorzitter van Consultatiebureau voor het Jonge Kind (Kapellen) en van Bosgroepen Antwerpen Noord en lid van de commissie milieu bij Intercommunale Igean.
Einde mandaat 2021

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998) Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004)
Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco, tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in videobewaking.
Einde mandaat 2024

vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018)
Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in riskmanagement (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Oetker-Gruppe).
(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.
De mandaten van Alexia Bertrand, Luc Bertrand en Frederic van Haaren verstrijken op de gewone algemene vergadering van 25 mei 2021. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om (i) de mandaten van Alexia Bertrand en Frederic van Haaren te hernieuwen voor een periode van 4 jaar, en (ii) het mandaat van Luc Bertrand te hernieuwen voor een periode van twee jaar. Ofschoon Luc Bertrand de leeftijdsgrens van 70 jaar reeds heeft overschreden, is de raad van oordeel dat hij met zijn kennis en ervaring een uitzonderlijke toegevoegde waarde kan blijven bieden aan de beraadslagingen van de raad van bestuur.
Marion Debruyne, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Code.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks
en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

De raad van bestuur heeft in 2020 o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.
Verschillende investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, zoals de deelname aan de kapitaalverhogingen van Biotalys, Indigo Diabetes en MRM Health, de overname van een belang in OMP en in Verdant Bioscience, de verstrekking van aandeelhoudersleningen aan Rent-A-Port en Financière EMG en van een lening aan scheepswerf IHC Merwede.
Voorts heeft de raad van bestuur uitgebreid aandacht besteed aan de strategie 2020-2021, de impact van de COVID-19-crisis op de groep (m.i.v. het uitstel van de jaarlijkse dividenduitkering naar het najaar), de oprichting van het AvH Solidarity Fund, het thema dubbel stemrecht, de voorbereiding van de bijzondere en buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, het winstpremieplan voor de bedienden, de herziening van het Corporate Governance Charter en de opvolging van het hangende gerechtelijk onderzoek bij DEME.
De raad van bestuur heeft in 2020 het management van DEME uitgenodigd voor presentaties zowel over concrete investeringen als de strategie van de groep.
Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.8 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter.
De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 25 maart 2020. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité. Daarbij werd opgemerkt dat de COVID-19-crisis AvH dwingt haar strategie opnieuw tegen het licht te houden en nog duidelijker te definiëren in welke regio's, sectoren en duurzame activiteiten de groep op lange termijn actief wenst te zijn en/of te blijven.
| Aanwezigheden | |
|---|---|
| Luc Bertrand | 8/8 |
| Alexia Bertrand | 8/8 |
| Marion Debruyne | 7/8 |
| Jacques Delen | 8/8 |
| Pierre Macharis | 7/8 |
| Julien Pestiaux | 8/8 |
| Thierry van Baren | 8/8 |
| Victoria Vandeputte | 8/8 |
| Frederic van Haaren | 8/8 |
| Pierre Willaert | 8/8 |
Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het WVV) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.10 en 4.7). In 2020 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 6). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
| Pierre Willaert Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Marion Debruyne Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:
Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.
Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion Debruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna.
Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (VS). De nadruk van de master in engineering management lag op financiële en economische analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de 'Johnson Graduate School of Management' van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C° waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.

Het auditcomité van 31 januari 2020 was gewijd aan ESG en de duurzaamheidsrapportering in het jaarverslag.
Op 19 februari en 21 augustus 2020 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.
Het auditcomité van 18 maart 2020 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2019 en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Er werd voorts ook aandacht besteed aan de verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag.
Op het auditcomité van 21 augustus 2020 werd speciale aandacht gegeven aan de naleving van de onafhankelijkheidsregels waaraan de commissaris onderhevig is. Op 14 december 2020 heeft het auditcomité aandacht besteed aan de ESG-rapportering, beraadslaagd over de interne audit en controle, ICT en personeelsbeleid, de buitenbalansverplichtingen en het auditplan (m.i.v. materialiteitsdrempels) van de commissaris.
Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.
| Pierre Macharis Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Victoria Vandeputte Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |

Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 25 maart 2020 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2019 en heeft samen met de CEO de conclusies overlopen van de feedbackgesprekken met de leden van het executief comité.
Op de vergadering van 19 november 2020 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2021, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om de zitpenning voor de bestuurders, voor deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur, het audit- en remuneratiecomité, te handhaven op 2.500 euro voor het boekjaar 2020.
De raad van bestuur heeft op 14 januari en 21 februari 2020 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 25 mei 2020 voor te stellen (i) het mandaat van Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne, als onafhankelijk bestuurder te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, (ii) de mandaten van Pierre Macharis en Pierre Willaert te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, en (iii) het mandaat van Jacques Delen te hernieuwen voor een termijn van 2 jaar.
De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.
JAN SUYKENS (°1960, Belg)
Voorzitter van het executief comité Lid van het executief comité
Jan Suykens is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA - 1982) en behaalde aansluitend een MBA (Columbia University - 1984). Hij werkte een aantal jaren bij de Generale Bank in Corporate & Investment Banking.
Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren
CFO en lid van het executief comité
Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en nadien bij Groupe Bruxelles Lambert.
Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren
John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2001) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.
Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren

Secretaris-generaal en lid van het executief comité
Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&Aafdeling van Loeff Claeys Verbeke.
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
(°1964, Belg)
André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).
Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren
Lid van het executief comité
Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke en actief als consultant bij Boston Consulting Group.
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
Lid van het executief comité
Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.
Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren

De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de statuten van de vennootschap aangepast aan de relevante bepalingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bij die gelegenheid werd tevens uitdrukkelijk geopteerd voor een monistische bestuursstructuur en werd de mogelijkheid bevestigd om rond de CEO een comité op te richten waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken.
Daarbij weze opgemerkt dat de raad van bestuur op zijn vergadering van 6 oktober 2020 heeft beslist het dagelijks bestuur vanaf die datum uitsluitend toe te kennen aan de CEO. Het executief comité, nieuwe stijl, is in essentie belast met de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.
Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité veel aandacht besteed aan de economische impact van de COVID-19-crisis op de groep en de gezondheid van de medewerkers. Daarnaast heeft het comité, zoals gebruikelijk, in hoofdzaak de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.
Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de slagkracht en innovatieve cultuur van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.
Op niveau van de raad van bestuur komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.
De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 mannelijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2020 waren 4 bestuurders 50 jaar of jonger (40%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (60%).
Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Alle leden van het executief comité werden, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.
Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2020 heeft Ackermans & van Haaren twee associate investment managers aangeworven in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar en met uiteenlopende achtergronden (Business Engineering en Biochemistry) ter versterking van het multidisciplinaire team.
Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door een marktconform vergoedingsbeleid.
Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag.
De commissaris van de vennootschap is EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 2022.
In 2020 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 62.500 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 5.650 euro (excl. btw) aan EY Tax Consultants voor fiscale adviezen. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan EY door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 62.500 euro) bedroeg 1.180.294 euro.
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening
De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ... ) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ... ). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze.
Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden.
Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd, zodat een strikte opvolging mogelijk is.
De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.
De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:
De familiale waarden die aan de basis liggen van de historische ontwikkeling van de groep trachten we te vertalen in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in het zogeheten 'Vademecum' (dit zijn interne bedrijfsrichtlijnen), zodat deze voor alle medewerkers duidelijk zijn en door hen kunnen worden uitgedragen.
Teneinde het belang van ethisch en verantwoord ondernemen te benadrukken en duurzame groei in de groep te bevorderen, heeft de raad van bestuur op 19 maart 2018 bovendien een integriteitscode goedgekeurd. De integriteitscode kan geraadpleegd worden op de website en zal op regelmatige basis worden herzien en verbeterd.
Een andere hoeksteen van het beleid van Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt uitgediept. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité, waar wordt gestreefd naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.
De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de interne en externe audit.
Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in het 'Vademecum'.
De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.
Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.
Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.
Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.
Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.
Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.
Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.
Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.
Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde rapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.
Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.
Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.
Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden (whistle-blowing).
Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.
Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.
Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2020 350.217 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan.
De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2020, kan als volgt worden voorgesteld:

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code (zoals deze van toepassing was in 2020):
• Samenstelling benoemingscomité
Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.w
Ingevolge de Wet van 28 april 2020(1) (de Wet) zijn genoteerde vennootschappen voortaan verplicht:
Een en ander zou moeten bijdragen tot effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid, wat op zijn beurt dan weer zou moeten bijdragen tot de versterking van het deugdelijk bestuur van genoteerde vennootschappen. De Europese regelgever beoogde met deze grotere aandeelhoudersbetrokkenheid eveneens bij te dragen tot de verbetering van financiële maar ook niet-financiële prestaties van vennootschappen zoals de ecologische, sociale en governancefactoren (ESG).
Met haar missie 'Your partner for sustainable growth', wil AvH de voorkeurpartner zijn van familiebedrijven en management teams en met hen co-investeren op lange termijn met de ambitie hen tot marktleiders te laten groeien die duurzame oplossingen voor de grote globale uitdagingen ontwikkelen.
AvH streeft naar een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische lange termijn deelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen.
AvH is een netwerkorganisatie, waarbij de diversiteit aan achtergronden en de continue ontwikkeling van haar medewerkers staat voor een waarde toevoegende ondersteuning aan de managementteams van de deelnemingen.
AvH is een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn haar ondernemingen wil uitbouwen.
AvH ambieert voor haar deelnemingen geen absolute rendementsdoelstelling, doch focust op een recurrente groei van de activiteiten, cashflow-generatie en eigen vermogen. AvH verkiest langetermijn groei boven een korte termijn maximalisatie van het dividend en ambieert aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren via een recurrente stijging van haar geconsolideerd netto eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn.
AvH past voor de hele groep, en ook haar investeringsbeslissingen, een ESG-kader toe uitgaande van de UN Sustainable Develpment Goals en de UN PRI richtlijnen en promoot een duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van haar deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
De investeringsfilosofie is gebaseerd op een transparante rapportering en communicatie, duidelijke afspraken qua deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek, en een strikte financiële discipline en gezonde balansen.
AvH wil ook als investeringsmaatschappij bijdragen tot een meer duurzame wereld en inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, hernieuwbare energie, duurzame voedselketen, vergrijzing en bevolkingsgroei en digitalizering.
In lijn met haar missie 'Your partner for sustainable growth', tracht de groep met haar remuneratiebeleid niet alleen duurzaamheid en langetermijndenken te bevorderen maar zich ook te richten op het samen behalen van doelen en het waarmaken van een duurzaam groei-engagement t.a.v. de aandeelhouders. Door een belangrijk deel van de vergoeding van de leden van het executief comité van AvH afhankelijk te stellen van deze langetermijnobjectieven en duurzaamheidsparameters tracht AvH met het voorgestelde remuneratiebeleid in belangrijke mate bij te dragen tot de verwezenlijking van de bedrijfsstrategie.
AvH wenst getalenteerde mensen aan te trekken én te behouden om de kwaliteit van de begeleiding die AvH, als actieve aandeelhouder, aan haar participaties wenst te verlenen, te kunnen blijven garanderen.
In de remuneratiecomités van de participaties worden kaders voor deugdelijk reward-beleid ontwikkeld.
Voor de positionering van AvH inzake totale financiële vergoeding benchmarkt AvH zichzelf met andere relevante bedrijven. AvH wenst haar CEO en leden van het executief comité, alsook alle andere functies op vlak van totale vergoeding te positioneren boven de mediaan. AvH neemt tweejaarlijks deel aan een benchmarkoefening om haar relatieve positie te evalueren.
AvH is een sterk genetwerkte omgeving en zet in op betrokkenheid en op het samen behalen van succes. In het remuneratiebeleid wordt er dan ook resoluut voor geopteerd om géén individuele doelstelling te hanteren.
Evaluatiegesprekken focussen op persoonlijke ontwikkeling en individuele bijdrage tot de bedrijfsstrategie zonder een mathematische link naar korte of langetermijnvergoedingen.
De raad van bestuur van AvH telt 10 leden, haar executief comité 7 leden.
AvH en AvH Growth Capital tellen in totaal 36 medewerkers, die samen concreet vormgeven aan voormelde strategie.
Het voorgestelde remuneratiebeleid geldt voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 en is, overeenkomstig artikel 7:89/1 WVV, van toepassing op de 10 bestuurders, de personen belast met het dagelijks bestuur, in casu de CEO, en de andere personen belast met de leiding van de vennootschap, in casu de 6 overige leden van het executief comité.
Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité.
In het bijzonder zal het remuneratiecomité:
(1) De Wet van 28 april 2020 houdt de omzetting in naar Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft. Deze Richtlijn moest uiterlijk op 10 juni 2019 zijn omgezet in nationaal recht.
voor wat de prestaties van de voorzitter van het executief comité betreft, in overleg met deze laatste;
Het remuneratiecomité bepaalt zelf de frequentie van zijn vergaderingen, maar vergadert ten minste twee keer per jaar.
Tijdens vergaderingen waarop de individuele vergoeding van een lid van het remuneratiecomité wordt besproken, mag de betrokkene aanwezig zijn, maar mag hij niet optreden als voorzitter van de vergadering en onthoudt die zich van enige feedback ten aanzien van de eigen persoon.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité met andere relevante ondernemingen. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
Niet-uitvoerende bestuurders dienen een deel van hun vergoeding, m.n. minstens tienduizend euro (€ 10.000), te beleggen in aandelen van de vennootschap, tenzij zij reeds, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang bezitten in de Vennootschap van dergelijke waarde. Deze aandelen dienen gedurende minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende bestuurder de raad van bestuur verlaat, te worden aangehouden en minstens drie jaar na de verwerving ervan.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding (STI of short term incentive), (iii) aandelenopties (LTI of long term incentive), (iv) een groeps- en hospitalisatieverzekering, en (v) overige voordelen.
De leden van het executief comité houden ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan en beschikken over een termijn van 5 jaar vanaf hun benoeming om deze positie op te bouwen.
De vaste vergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, evolueert naar een gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden. Eventuele verhogingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratiecomité en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De STI wordt initieel berekend als een promille van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) en wordt vervolgens afhankelijk gesteld van financiële en niet-financiële criteria. De concrete invulling ervan, net als eventuele éénmalige bonussen, wordt discretionair vastgesteld door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité.
(1) Het aandeel van de aangeboden aandelenopties is berekend op basis van de Black&Scholes methode.
De financiële doelstelling bedraagt 80% van de totale STI. Dit cash incentive plan is gebaseerd op lange termijn ambities. Alhoewel deze STI is gebaseerd op een promille van het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt.
De niet-financiële doelstelling bedraagt 20% van de totale STI en omvat meetbare doelstellingen die fundamenteel bijdragen tot het ESG-beleid van AvH. De KPIs zijn de KPIs die worden gehanteerd in het duurzaamheidsverslag. AvH wenst op alle 'Core KPIs' positief te evolueren op jaarbasis. Progressie staat centraal. Het remuneratiecomité zal deze doelstelling jaarlijks evalueren op haar relevantie en desgevallend aangepaste doelstellingen ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur.
Het aandelenoptieplan heeft als doel de begunstigden ervan te vergoeden voor hun bijdrage aan de waardecreatie op lange termijn.
De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze vergoedingscomponent is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van AvH, worden toegekend hebben volgende kenmerken:
De toegekende aantallen kunnen jaarlijks discretionair door de raad van bestuur worden herzien, op voorstel van het remuneratiecomité.
AvH voorziet een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering.
Aan iedereen wordt ook een smartphone en een laptop en/of tablet computer aangeboden.
Daarnaast heeft AvH een mobiliteit & flexibiliteitsbeleid waarbij per definitie elektrische wagens worden aangeboden, maar ook fietsen en telewerk.
Om het welzijn te bevorderen, worden ook fitness- en yogalessen georganiseerd, zowel op kantoor als virtueel.
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité ligt niet vooraf vast omdat een aantal componenten gelinkt zijn aan variabele elementen, m.n. de geconsolideerde resultaten van de groep en de aandelenkoers. Op basis van de praktijk van de voorbije drie jaar geven de volgende vorken een goede indicatie van de verhouding(1):
Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (b.v. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit.
De overeenkomsten bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
De CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.
De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan voor bepaalde leden van het executief comité oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap.
De normen die gehanteerd worden voor het bepalen van het remuneratiebeleid van de leden van het executief comité worden eveneens toegepast op de andere medewerkers:
Het remuneratiebeleid 2021-2024 is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van de CHCO, het executief comité, het remuneratiecomité, de raad van bestuur en externe deskundigen.
De raad van bestuur zal dit remuneratiebeleid ter goedkeuring voorleggen aan de jaarvergadering van 25 mei 2021 en kijkt uit naar een constructieve dialoog hierover met de aandeelhouders.
Na afloop van de jaarvergadering, zal het remuneratiecomité de standpunten vertolkt door de aandeelhouders meenemen in een evaluatie van het remuneratiebeleid en eventuele bijsturingen voorbereiden en ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur.
Dit remuneratieverslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV, zoals vorig jaar gewijzigd bij Wet van 28 april 2020 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Europese Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van de aandeelhouders betreft, en houdende diverse bepalingen inzake vennootschappen en verenigingen (Remuneratieverslag).
Het Remuneratieverslag bevat een aantal nieuwe elementen in vergelijking met de verslagen over de voorgaande boekjaren. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op de beschrijving van de relatie tussen de vergoeding van de bestuurders en de leden van het executief comité enerzijds en de strategie en de resultaten van de vennootschap anderzijds, meer details over de verschillende componenten en de ontwikkeling van hun vergoeding, de evolutie van de gemiddelde vergoeding van de medewerkers en de loonspanning tussen management en medewerkers.
De raad van bestuur heeft zich bij de opstelling van het Remuneratieverslag tevens geïnspireerd op:
De raad van bestuur heeft de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de Code 2020 (beide op 1 januari 2020) en voormelde Wet van 28 april 2020, aangegrepen om het bestuursmodel van de vennootschap opnieuw tegen het licht te houden. De raad van bestuur houdt vast aan een monistische bestuursstructuur, waarbij de raad bevoegd is en blijft om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. Anderzijds heeft de raad van bestuur op 6 oktober 2020 beslist het dagelijks bestuur van de vennootschap voortaan enkel te delegeren aan de CEO. Het executief comité, waarvan de CEO deel uitmaakt, blijft evenwel verantwoordelijk voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. Eén van de gevolgen van deze wijziging is dat de vergoeding van de leden van het executief comité, de CEO uitgezonderd, over het boekjaar 2021 niet meer individueel bekend zal worden gemaakt in het Remuneratieverslag.
Het remuneratiecomité heeft, conform artikel 7:89/1 WVV, tevens werk gemaakt van de voorbereiding van een nieuw remuneratiebeleid, dat op 25 mei 2021 ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering. Het nieuwe remuneratiebeleid, dat integraal is opgenomen in het jaarverslag (vanaf pag. 35), zal van toepassing zijn op de boekjaren 2021 tot en met 2024. Het Remuneratieverslag geeft een overzicht van het bestaande remuneratiebeleid zoals toegepast in boekjaar 2020.
Het voorbije jaar werd gedomineerd door de COVID-19 crisis, die uiteraard ook een impact had op de activiteiten en resultaten van de groep. Het geconsolideerd nettoresultaat over boekjaar 2020 daalde met 41,8% t.o.v. het voorgaande boekjaar. Er werden over 2020 in, tegenstelling met over 2019, geen uitzonderlijke premies betaald. Deze twee factoren vertalen zich dan ook in een daling van de variabele cash bonus op 1 jaar van de leden van het executief comité (-52,4%). Gedurende het hele jaar 2020 ging bijzondere aandacht naar de opvolging van de participaties en de manier waarop deze weerstand boden aan de coronapandemie. AvH verhoogde haar aandeel in de beursgenoteerde deelnemingen CFE, SIPEF en Sagar Cements en werd 20%-aandeelhouder in OM Partners. Bovendien werden een reeks nieuwe investeringen gerealiseerd in technologiegedreven, jonge ondernemingen zoals Verdant Bioscience, Biotalys, MRM Health, Indigo Diabetes en de HealthQuad-fondsen in India. In totaal werd over het volledige boekjaar 133 miljoen euro geïnvesteerd. Voorts heeft de vennootschap op 9 november 2020 alsnog een tussentijds dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders, t.b.v. 76,8 miljoen euro (bruto), en onderstreepte ze daarmee haar vertrouwen in de weerbaarheid van het langetermijninvesteringsbeleid.
Tijdens het voorbije boekjaar werden de vergoedingen van de leden van het executief comité en van de investment managers gebenchmarked. Op basis van het rapport werd de vaste vergoeding van enkele leden van het executief comité voor 2021 opgetrokken en werd de variabele vergoeding van de investment managers gelinkt aan de resultaten van de groep.
De vergoeding van de leden van de raad van bestuur blijft ongewijzigd.
Het remuneratiecomité heeft op 24 maart 2021 het ontwerp van remuneratieverslag, dat een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.
Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 19 november 2020. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 7:91, tweede lid WVV, de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.
Het comité heeft tijdens de vergadering van 19 november 2020 beslist om de promille van de variabele vergoeding van de leden van het executief comité en het aantal aan te bieden aandelenopties niet te wijzigen t.a.v. het vorige boekjaar.
Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2020 te handhaven op hetzelfde niveau als 2019.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Gelet op het feit dat de vergoeding, tantièmes en zitpenningen, niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité. De door de raad van bestuur voorgestelde aanpassingen, zoals geadviseerd door het remuneratiecomité, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 27 maart 2013 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2011 en 2012 gelijk was gebleven, vanaf boekjaar 2013 als volgt aan te passen:
Dit voorstel werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 27 mei 2013.
Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste en indexeerbare vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016. Voor de volledigheid wordt tevens opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2020 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2020, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank t.b.v. 250.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2020 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF
| (€) | Zitpenningen(1) | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Voorzitter raad van bestuur |
Bestuurder | Voorzitter auditcomité |
Lid auditcomité |
Lid remuneratie comité |
Raad van bestuur |
Comités | Totale vergoeding |
| Luc Bertrand | 60.000 | 20.000 | 80.000 | |||||
| Alexia Bertrand | 30.000 | 20.000 | 50.000 | |||||
| Marion Debruyne | 30.000 | 5.000 | 17.500 | 12.500 | 65.000 | |||
| Jacques Delen | 30.000 | 20.000 | 50.000 | |||||
| Pierre Macharis | 30.000 | 2.500 | 17.500 | 5.000 | 55.000 | |||
| Julien Pestiaux | 30.000 | 5.000 | 2.500 | 20.000 | 17.500 | 75.000 | ||
| Thierry van Baren | 30.000 | 20.000 | 50.000 | |||||
| Victoria Vandeputte | 30.000 | 2.500 | 20.000 | 5.000 | 57.500 | |||
| Frederic van Haaren | 30.000 | 20.000 | 50.000 | |||||
| Pierre Willaert | 30.000 | 10.000 | 20.000 | 12.500 | 72.500 |
(1) Er wordt een zitpenning van 2.500 euro toegekend per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité en/of het remuneratiecomité. In 2020 hebben er 8 raden van bestuur plaatsgevonden, 5 auditcomités en 2 remuneratiecomités.
heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2020.
Alle bestuurders hebben verklaard ten belope van minstens 10.000 euro te hebben belegd in aandelen van de vennootschap.
Tabel 1 geeft per bestuurder de vergoeding weer waarop zij recht hebben voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2020. Deze vergoeding zal worden betaald, na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering, gepland op 25 mei 2021.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit de volgende 5 componenten:
Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De vaste vergoeding van de leden van het executief comité evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en van de marktontwikkelingen.
De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van een objectief meetbaar prestatiecriterium nl het geconsolideerd nettoresultaat over een periode van één boekjaar. Er is geen langetermijncashincentiveplan. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na vaststelling door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar (d.i. eind maart). Alhoewel deze STI is gebaseerd op het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt.
De groepsverzekering is van het type 'vaste bijdrage' en dekt de volgende risico's: aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen. Zowel de vennootschap als het betrokken lid van het executief comité dragen bij tot de vorming van een reserve.
Onder de andere voordelen, vallen de traditionele voordelen van alle aard, zoals bedrijfswagen, smartphone en tablet computer, en een hospitalisatieverzekering. De bijdragen tot de hospitalisatieverzekering worden integraal gedragen door de vennootschap.
De aandelenopties komen aan bod onder 4.2.
De leden van het executief comité hebben verklaard dat zij ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aanhouden.
Tabel 2 geeft per lid van het executief comité de vergoeding weer die zij ontvingen voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2020, met dien verstande dat de gegevens met betrekking tot Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen, voor boekjaren volgend op 2020 niet meer individueel gerapporteerd zullen worden.
De reden hiervoor is dat de raad van bestuur op 6 oktober 2020 heeft beslist de delegatie van het dagelijks bestuur aan het executief comité te beëindigen en dit te delegeren aan de CEO, met dien verstande dat het executief comité, waarvan
Tabel 2: Individuele vergoeding van de CEO en van de overige leden van het executief comité
| (€) | Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | Groepsverzekering | Verhouding | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Basis Voordelen Aandelen vergoeding alle aard(1) Eén jaar opties(2) |
(vaste bijdrage ten laste van de vennootschap) |
Hospitalisatie verzekering |
Totale vergoeding |
vaste en variabele vergoeding op totale vergoeding |
||||
| Jan Suykens (CEO) | 705.596 | 5.993 | 556.732 | 104.860 | 896 | 1.374.077 | 52%/41% | ||
| Tom Bamelis | 393.120 | 5.127 | 231.971 | 112.150 | 50.363 | 752 | 793.703 | 50%/43% | |
| John-Eric Bertrand | 312.476 | 3.250 | 162.380 | 112.150 | 50.562 | 773 | 641.591 | 49%/43% | |
| Piet Bevernage | 393.120 | 6.080 | 231.971 | 50.604 | 827 | 682.602 | 58%/34% | ||
| André-Xavier Cooreman |
352.804 | 3.109 | 162.380 | 112.150 | 55.844 | 1.098 | 687.385 | 52%/40% | |
| Piet Dejonghe | 432.480 | 6.536 | 371.154 | 113.775 | 1.125 | 925.070 | 47%/40% | ||
| Koen Janssen | 342.716 | 4.439 | 162.380 | 51.083 | 955 | 561.573 | 62%/29% |
(1) Voordelen alle aard: bedrijfswagen, smartphone en tablet computer.
(2) De marktwaarde van de in 2020 aangeboden & aanvaarde aandelenopties werd berekend op basis van de Black & Scholes-methode.
de CEO deel uitmaakt, verantwoordelijk blijft voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. Eén van de gevolgen van deze wijziging is dat de vergoeding van de leden van het executief comité, de CEO uitgezonderd, m.b.t. de periode na oktober 2020 niet meer individueel bekend moet worden gemaakt in het Remuneratieverslag.
De jaarlijkse toekenning van aandelenopties geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan leden van het executief comité worden geincentiveerd. Het aandelenoptieplan werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.
De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De vennootschap biedt aan de begunstigden geen instrumenten aan ter afdekking van de risico's verbonden aan de aandelenopties.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan worden toegekend, hebben volgende kenmerken:
Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3 (zie pag. 41):
van de 'vesting'-periode) waarbij we als waarde de uitoefenprijs van de opties gehanteerd in 2020 nemen (A)
De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur.
De CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.
De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn die varieert tussen 18 maanden en 24 maanden.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Tijdens het afgelopen boekjaar diende geen toepassing te worden gemaakt van vertrekvergoedingen of terugvorderingsrechten.
Tijdens het afgelopen boekjaar werd niet afgeweken van het toen geldende remuneratiebeleid.
| (€) | Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan | Informatie m.b.t. boekjaar 2020 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Openings balans In de loop van het jaar |
Eind balans |
|||||||||||
| Naam | Datum aanbod | Datum verwerving | Uitoefenperiode | Uitoefenprijs | Opties op 1 januari | Aantal aangeboden en aanvaarde opties |
aandelen op datum aanbod Waarde onderliggende |
Aantal verworven opties | Waarde onderliggende aandelen op datum verwerving |
aandelen aan uitoefenprijs Waarde onderliggende |
Meerwaarde op datum van verwerving |
(is de start van 01,01,2020 + aange boden en aanvaard - uitgeoefend) Opties op 31/12/2020 |
| Jan Suykens (CEO) | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 48.500 | 0(1) | 0,00 | 8.000 | 1.128.720 | 1.047.600 | 81.120 | 43.000 |
| Tom Bamelis (CFO) | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 28.000 | 5.000 | 705.450 | 5.000 | 705.450 | 654.750 | 50.700 | 33.000 |
| John-Eric Bertrand | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 24.000 | 5.000 | 705.450 | 4.000 | 564.360 | 523.800 | 40.560 | 28.000 |
| Piet Bevernage | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 32.000 | 0(2) | 0 | 5.000 | 705.450 | 654.750 | 50.700 | 28.000 |
| André-Xavier Cooreman |
13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 24.000 | 5.000 | 705.450 | 5.000 | 705.450 | 654.750 | 50.700 | 29.000 |
| Piet Dejonghe | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 33.500 | 0(3) | 0 | 846.540 | 785.700 60.840 | 25.500 | ||
| Koen Janssen | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | 141,09 | 34.000 | 0(4) | 5.000 | 705.450 | 654.750 | 50.700 | 28.000 |
(1) Tijdens 2020 werden 8.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (2) Tijdens 2020 werden 5.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (3) Tijdens 2020 werden 6.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (4) Tijdens 2020 werden 6.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard.
| Aantal uitgeoefende aandelenopties |
Uitoefenprijs | Datum van uitoefening | ||
|---|---|---|---|---|
| Tom Bamelis | - | - | - | |
| John-Eric Bertrand | 1.000 | € 61,71 | 17/12/2020 | |
| Piet Bevernage | 2.000 2.000 |
€ 56,11 € 61,71 |
07/04/2020 10/12/2020 |
|
| André-Xavier Cooreman | - | - | - | |
| Piet Dejonghe | 4.000 4.000 |
€ 66,05 € 61,71 |
31/12/2020 31/12/2020 |
|
| Koen Janssen | 2.000 4.000 |
€ 66,05 € 61,71 |
03/12/2020 08/12/2020 |
|
| Jan Suykens | 5.500 | € 66,05 | 23/11/2020 |
Tijdens 2020 vervielen geen (niet-uitgeoefende) aandelenopties aangehouden door de leden van het executief comité.
| Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan | In de loop van het jaar | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Datum aanbod |
Datum verwerving |
Uitoefenperiode | Uitoefenprijs | Aantal aangeboden en aanvaarde opties |
Waarde opties op datum van aanbod |
|
| Jan Suykens (CEO) | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 0 | 0 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 8.000 | € 199.360 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 8.000 | € 218.560 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 8.000 | € 205.600 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 8.000 | € 221.760 | |
| Tom Bamelis (CFO) | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 5.000 | € 112.150 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 5.000 | € 124.600 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 5.000 | € 136.600 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 5.000 | € 128.500 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 5.000 | € 138.600 | |
| John-Eric Bertrand | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 5.000 | € 112.150 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 5.000 | € 124.600 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 5.000 | € 136.600 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 4.000 | € 102.800 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 4.000 | € 110.880 | |
| Piet Bevernage | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 0 | 0 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 5.000 | € 124.600 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 5.000 | € 136.600 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 5.000 | € 128.500 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 5.000 | € 138.600 | |
| André-Xavier Cooreman | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 5.000 | € 112.150 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 5.000 | € 124.600 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 5.000 | € 136.600 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 5.000 | € 128.500 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 5.000 | € 138.600 | |
| Piet Dejonghe | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 0 | 0 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 6.000 | € 149.520 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 6.000 | € 163.920 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 5.500 | € 141.350 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 0 | 0 | |
| Koen Janssen | 13/01/2020 | 1/01/2024 | 12/01/2028 | € 141,09 | 0 | 0 |
| 13/01/2019 | 1/01/2023 | 13/01/2027 | € 132,52 | 5.000 | € 124.600 | |
| 12/01/2018 | 1/01/2022 | 11/01/2026 | € 148,64 | 5.000 | € 136.600 | |
| 13/01/2017 | 1/01/2021 | 12/01/2025 | € 128,30 | 5.000 | € 128.500 | |
| 4/01/2016 | 1/01/2020 | 3/01/2024 | € 130,95 | 5.000 | € 138.600 |
Tabel 5: Aandelenopties 2016-2020 (Aantal aangeboden en aanvaarde opties berekend op basis van de Black & Scholes-methode)
De basisvergoedingen van de bestuurders bleven in 2020 ongewijzigd. De totale vaste vergoeding van de leden van het executief comité steeg in 2020 met 0,80% in lijn met de gezondheidsindex. Hun variabele cashbonus op 1 jaar daalde met 52,4% als gevolg van de daling van het geconsolideerd nettoresultaat dat onder druk stond ingevolge de COVID-19 crisis. Er werden over 2020, in tegenstelling tot 2019, geen uitzonderlijke premies betaald.
Tabel 6 geeft de procentuele evolutie weer van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en eigen vermogen.
Zoals hoger vermeld is een belangrijk deel van de vergoeding (m.n. de variabele vergoeding en de aandelenopties) van de leden van het executief comité afhankelijk, enerzijds van de evolutie van het geconsolideerd nettoresultaat en anderzijds van de ontwikkeling van de beurskoers. Beide parameters onwikkelden als volgt in 2020 t.o.v. 2019:
Er werd over 2020 geen variabele vergoeding betaald, berekend op andere dan financiële parameters.
Per 31 december 2020 stelde de vennootschap 21 bedienden te werk. Hun gemiddelde vaste brutovergoeding (excl. werkgeversbijdragen) werd in 2020 geïndexeerd t.b.v. 0,80%. Hun gemiddelde variabele vergoeding kende in 2020 een stijging van 18%. Voor bedienden hanteert AvH een gecategoriseerd winstpremieplan in het kader waarvan de raad van bestuur jaarlijks al dan niet beslist om een deel van de winst uit te keren aan de bedienden. De twee criteria voor categorisering zijn functie en anciënniteit. De maximale verhouding tussen hoogste en laagste winstpremie bedraagt 1 op 10 (van 3.000 tot 30.000 euro). De raad van bestuur beslist jaarlijks over de toepassing van een winstpremieplan en de modaliteiten daarvan. Voor 2020 werd beslist dezelfde paramters te hanteren als voor 2019. De stijging van 18% hangt samen met een promotie en anciënniteitstoename.
Tabel 7 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en eigen vermogen.
De ratio tussen het gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité enerzijds en van de bedienden van de vennootschap anderzijds bedraagt 1 op 5,2 op basis van volgende gegevens:
De ratio tussen de vaste vergoeding van de CEO en het laagste bediendeloon bedraagt 1 op 15.
Tabel 6: Evolutie van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité
| (€) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 344.554 | 358.210 (+3,9%) | 374.039 (+4,4%) | 415.570 (+11,1%) | 418.902 (+0,8%) |
| Variabele vergoeding(1) | 366.550 | 490.323 (+33,8%) | 478.672 (-2,4%) | 702.384 (+46,7%) | 316.477 (-54,9%) |
| Geconsolideerd nettoresultaat(2) | 224.237k | 302.530k (+34,9%) | 289.639k (-4,2%) | 394.900k (+36,3%) | 229.791k (-41,8%) |
| Geconsolideerd eigen vermogen(2) | 2.783.083k | 2.972.208k (+6,8%) | 3.176.447k (+6,9%) | 3.456.109k (+8,8%) | 3.562.038k (+3,1%) |
Tabel 7: Evolutie van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden
| (€) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 74.281 | 71.670 (-3,5%) | 69.400 (-3,2%) | 74.109 (+6,8%) | 80.577 (+8,7%) |
| Variabele vergoeding(3) | 5.943 | 7.245 (+2,2%) | 9.511 (+31,2%) | 9.908 (+4,2%) | 11.809 (+19,1%) |
| Geconsolideerd nettoresultaat(2) | 224.237k | 302.530k (+34,9%) | 289.639k (-4,2%) | 394.900k (+36,3%) | 229.791k (-41,8%) |
| Geconsolideerd eigen vermogen(2) | 2.783.083k | 2.972.208k (+6,8%) | 3.176.447k (+6,9%) | 3.456.109k (+8,8%) | 3.562.038k (+3,1%) |
(1) Onder 'Variabele vergoeding' wordt begrepen het gemiddelde van de variabele cashbonus op 1 jaar + de aangeboden en aanvaarde opties van dat jaar berekend op basis van de Black & Scholes-methode. (2) Deel groep.
(3) De 'Variabele vergoeding' omvat hier enkel de winstpremie. De opties die aan sommige bedienden werden aangeboden, werden in deze berekening uitgesloten.
Overeenkomstig artikel 3:32, §2 WVV dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Namens de raad van bestuur, 24 maart 2021
Luc Bertrand - Voorzitter van de raad van bestuur

Deze verklaring inzake niet-financiële informatie(1) van Ackermans & van Haaren ('AvH') heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2020.
vanuit een focus op ESG-thema's ... op een gestructureerde manier. Gericht op langetermijntrends … • Verantwoord aandeelhouderschap • Bedrijfsethiek • Deugdelijk bestuur • Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit VERGRIJZING GEZONDHEID & WELZIJN DUURZAAM VOEDSEL KLIMAAT-VERANDERING

AvH Solidarity Fund
(1) Overeenkomstig artikel 3:32 WVV
"AvH POSITIONEERT ZICH ALS LANGE-TERMIJNPARTNER OM PERFORMANTE MARKTLEIDERS UIT TE BOUWEN EN BIJ TE DRAGEN TOT EEN MEER DUUR-ZAME WERELD."
LUC BERTRAND, Voorzitter van de raad van bestuur

Aandacht voor personeel. 3 awards als goede werkgever in 2020: DEME, Bank J.Van Breda & C°, Mediahuis.
"WE ZIJN ONDER DE INDRUK VAN DE VEERKRACHT DIE DE 22.331 MEDEWERKERS VAN DE AvH-GROEP IN 2020 TOONDEN. DIT TOONT AAN DAT WE INZAKE ESG DE JUISTE KLEMTONEN LEGDEN."
JAN SUYKENS, CEO - Voorzitter van het executief comité

In dit hoofdstuk worden de activiteiten van de AvH-groep in 2020 op het vlak van duurzaamheid (inclusief de evolutie van ESG-gerelateerde prestatie-indicatoren (KPIs)) toegelicht.
In het eerste deel van dit hoofdstuk worden de activiteiten op het vlak van ESG (Environment, Social, Governance) van 'AvH als investeringsmaatschappij' in 2020 overlopen. Hierbij komen bedrijfsethiek en deugdelijk bestuur, solvabiliteit en langetermijnbeleid, talentbeheer, innovatie, risicobeheer, rapportering en verantwoord investeringsbeleid (SDGs 3, 8, 9 en 16) aan bod.
Het tweede deel gaat dieper in op de rol van 'AvH als verantwoord aandeelhouder'. AvH beschouwt dat als haar belangrijkste hefboom in het kader van haar ESG-beleid. Hier komt de impact van het ESG-beleid van AvH op de omgeving, alsook van de omgeving op de AvH-groep (dubbel impact analyse), het meest tot uiting. De belangrijkste participaties van AvH op ESG-vlak lichten er de ESG-aspecten van hun activiteiten toe die een materiële impact kunnen hebben op AvH als groep, zowel vanuit een risicoperspectief, als vanuit een opportuniteitenbenadering.
Het derde deel licht het ESG-beleid van AvH kort toe, onder meer met betrekking tot de diverse wettelijk voorgeschreven thema's, en de gehanteerde methodologie in lijn met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (UN SDGs) en de door de VN voorgeschreven Principles of Responsible Investment (UN PRI). Inzake governance en risicorapportering wordt tevens verwezen naar de hoofdstukken 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur' en 'Geconsolideerde jaarrekening' in het 'Jaarverslag van de raad van bestuur'. Alle informatie is terug te vinden op de website van AvH onder de rubriek Duurzaamheid (www.avh.be/nl/sustainability).
In 2020 werd het in 2019 vernieuwde ESG-beleid verder uitgerold, in lijn met de onderstaande ESG-materialiteitsmatrix die AvH hanteerde.
Door het investeringsteam, de ESG-werkgroep en -stuurgroep werden 744 werkuren gespendeerd aan ESG-gerelateerde thema's, bovenop de tijd die de ESG-teams in de deelnemingen besteedden. De focus lag hierbij op het uitbouwen van de rapportering en het opvolgen ervan, het geven en volgen van training, het uitwerken van KPIs en doelstellingen voor materiële ESG-onderwerpen en de ondersteuning van de deelnemingen. Er werd bewust gekozen voor een aanpak door interne medewerkers, zodat het ESG-denken maximaal ingebed wordt in de diverse processen. Wel werd beroep gedaan op externe consultants om de vereiste kennis te verdiepen. Dit alles weerspiegelt de aandacht die ESG kreeg binnen AvH.

10 workshops met de 8 belangrijkste participaties van AvH vanuit ESG-oogpunt (DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & Cº , SIPEF, Extensa, Leasinvest, Anima) toonden een sterke betrokkenheid van de deelnemingen en van het investeringsteam van AvH. Diverse andere deelnemingen waren eveneens actief op het vlak van ESG en wisselden hun ervaringen uit met AvH. Hieruit blijkt een steeds grotere aandacht binnen de groep voor een gestructureerde aanpak van ESG, die zo goed mogelijk moet aansluiten bij de gevolgde operationele strategieën. De COVID-19 crisis heeft het bewustzijn voor deze thema's nog versterkt.
In 2020 was er door de COVID-19 crisis in de interactie met de deelnemingen meer dan gemiddeld aandacht voor hun financiële situatie en hun human resources-aspecten. Het structureren van een innovatiebeleid, alsook de compliance-aanpak inzake bedrijfsethiek kregen daarnaast veel aandacht. Ze zijn dan ook essentieel voor een duurzaam beleid op lange termijn. De nieuwe rapporteringstool vergde een grote inspanning. Tevens werd de basis gelegd voor een formele ESG-rapportering naar aanleiding van nieuwe investeringen.
AvH werd in 2020 formeel lid van het UN PRI initiatief, het raamwerk van de Verenigde Naties dat werkt aan een duurzamer financieel systeem. De principes van UN PRI werden reeds in het lopende jaar toegepast en zullen gaandeweg opgenomen worden in voortgangsrapporten. Naar rating agentschappen toe werd een actiever communicatiebeleid gevoerd.
De aandacht voor specifieke ESG-noden werd ingepast in het investeringsbeleid van AvH, dat is gericht op duurzaamheid. Dit blijkt ook uit de in 2020 gerealiseerde investeringen in Biotalys, Indigo Diabetes, HealthQuad II, Medikabazaar, MRM Health, OncoDNA en Verdant Bioscience.
De zorg voor het milieu op de hoofdzetel van AvH is vooral als rolmodel voor de groep belangrijk. De daar uitgeoefende activiteiten hebben immers slechts een beperkte impact op het milieu. Als gevolg van de in 2019 uitgevoerde studie over de CO2 -voetafdruk (totale uitstoot van 629 ton CO2 -equivalenten) werden in het afgelopen boekjaar de geïdentificeerde maatregelen geïmplementeerd. Dit slaat op het gradueel vergroenen van het wagenpark en het beperken van verplaatsingen via videoconferencing en thuiswerken, die in een aangepast arbeidsreglement verwerkt werden. Tijdens de coronapandemie bleken deze beleidskeuzes de juiste, waardoor snel geschakeld kon worden.
AvH bestudeert als investeerder actief sectoren zoals duurzame landbouw, duurzame voeding en 'cleantech'. Zo investeerde AvH in 2020 onder meer in Biotalys, dat biologische gewasbeschermingsmiddelen ontwikkelt, en in Verdant Bioscience, dat zaden ontwikkelt die het rendement van palmolieplantages significant kunnen verhogen, waardoor de druk op de natuur op termijn zal verminderen.
Binnen AvH werd eind 2019 een aanzet geleverd met het oog op een vernieuwde aanpak van het rekruterings-, retentie-, trainings- en evaluatiebeleid. Tijdens het afgelopen boekjaar werden diverse procedures en de daarvoor vereiste 'tools' uitgewerkt. Zo werd voor een groot aantal medewerkers een 360°-feedbackprogramma met bijhorende actieplannen uitgerold, werd er gewerkt rond leiderschap en een complementair investeringsteam. Er werden uitgebreidere feedback-, evaluatie- en ontwikkelingsprocessen ingevoerd. Het investeringsteam, waarbij ook finance, legal en HR-expertise gerekend worden, trok twee extra medewerkers aan met diverse profielen. Tot slot werden er mentoring- en onboardingprocessen voorzien voor de nieuwe medewerkers.
AvH streeft ernaar te beschikken over teams met diverse vaardigheden en ervaring, om zo de belangrijkste functies binnen de participaties te kunnen bijstaan. Een laag verloop zorgt ervoor dat de medewerkers maximaal de waarden van AvH uitdragen. In 2020 verliet niemand het team en bedroeg de senioriteit van het investeringsteam gemiddeld 19,8 jaar. In 2020 werden door alle AvH medewerkers 1.397 uren aan training (2,35% van de totale algemene kosten) gespendeerd, wat het belang ervan voor AvH aantoont.
De getoonde KPIs beogen de gerealiseerde evoluties dienaangaande op te volgen en worden ook gedeeld via een aantal interne rapporteringsprocessen en met de raad van bestuur en het remuneratiecomité van AvH.
Daarnaast werd de ondersteuning aan de deelnemingen inzake human resources, in de eerste plaats gericht op talentbeheer, verder uitgebouwd. Hiertoe werden in 2020 drie workshops georganiseerd, waaraan gemiddeld 13 participaties deel-
Van links naar rechts:
Goods to Give 7. Kamiano
Lucia Antwerpen 10. Mucovereniging 11. PSC Open Huis

namen. Volgende thema's kwamen hierbij aan bod: 'future proof performance & reward', HR & digitalisering en technologie en ethiek. Aangezien de investeringsmanagers van AvH aan deze initiatieven deelnemen, kunnen zij deze aspecten in de deelnemingen opvolgen via de raden van bestuur en/of remuneratiecomités waar zij lid van zijn.
In dit turbulente jaar 2020 kwamen deze processen goed van pas. Het bewaken van verbondenheid tussen collega's en met de groep was een permanente zorg. Via het netwerk van HR-verantwoordelijken van de groepsmaatschappijen werden, tijdens de eerste lockdown zelfs wekelijks, ervaringen uitgewisseld. Tijdens deze sessies werd bijvoorbeeld aandacht besteed aan vaardigheden, persoonlijkheden, motivatie, mentale gezondheid, thuiswerk en ervaringen van medewerkers. Ook de CEO's wisselden onderling, samen met het executief comité, hun ervaringen uit over hoe in dergelijke situaties een organisatie veerkrachtig en verbonden te houden, en voor zichzelf te zorgen. Hierbij viel op dat vele deelnemingen ook hun klanten en leveranciers hierin betrokken, om duurzame samenwerkingen te bestendigen en elkaar te ondersteunen. Vele organisaties voerden hun interne communicatie sterk op. Tijdens een workshop met de managementteams van alle deelnemingen werd de aanpak van de COVID-19 uitdagingen toegelicht door Professor Baron Peter Piot, en het beleid van de groep toegelicht door Jan Suykens, CEO van AvH. Ook intern bij AvH werd op digitale wijze actief en collectief informatie uitgewisseld tussen de medewerkers. Aldus droeg de crisis ook op een positieve wijze bij tot een aantal nieuwe werkprocessen.
AvH positioneert zich als een partner voor duurzame groei doorheen de economische cycli. De aandacht voor solvabiliteit - met een nettocashpositie op holdingniveau -, een verantwoord gebruik van kredieten en financiële discipline, stelden de groep in staat haar deelnemingen waar nodig te ondersteunen tijdens deze crisis, met dien verstande dat dit tot nu toe slechts bij één deelneming diende te gebeuren. De solvabiliteit van de deelnemingen stelde bovendien hun werknemers, klanten en leveranciers snel gerust. Dit bood talrijke opportuniteiten om de relaties met hen te versterken.
Daarnaast speelde AvH in op opportuniteiten, zowel via haar deelnemingen als voor eigen rekening. In de sector van de gezondheidszorg vertaalde zich dat in (verdere) investeringen in HealthQuad II, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health en OncoDNA.
AvH zette zich in 2020 opnieuw in voor een menswaardige samenleving (SDG 11 Duurzame Steden en Gemeenschappen). Op initiatief van het executief comité werd het 'AvH Solidarity Fund' opgericht om acute noden naar aanleiding van COVID-19 te ondersteunen op het vlak van (kans)armoede, fysieke en psychische gezondheidszorg en onderwijs. Het executief comité van AvH leverde op vrijwillige basis een deel van zijn nettoloon in. De medewerkers van AvH en de andere groepsvennootschappen konden hierbij aansluiten. AvH verdrievoudigde de ingezamelde fondsen, waardoor er een bedrag van 755.000 euro werd samengebracht. Hiervan werd reeds 375.000 euro aan 22 initiatieven uitgekeerd.
Daarnaast ondersteunde AvH via haar structureel mecenaatsbeleid in 2020 voor 464.000 euro (exclusief de inspanning op dat vlak via de deelnemingen) 26 projecten op het vlak van cultuur, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding of mensenrechten.
In het 'Jaarverslag van de raad van bestuur' komen het deugdelijk bestuur van AvH en de aanpak inzake het gevoerde risicobeleid aan bod. Dit deel gaat in op de andere ESG-aspecten van governance bij AvH, of de wijze waarop AvH die bij de deelnemingen opvolgt.
In 2020 volgde het investeringsteam van AvH een training over het ESG-beleid en de daarbij horende processen, waaronder bijvoorbeeld een formele rapportering over ESG due diligences conform de UN PRI aanpak. Hierbij komen onderwerpen zoals cybersecurity, talentbeheer, compliance en duurzaam gezondheidsbeleid aan bod.

IT'S ALL ABOUT PEOPLE
• De opleiding, persoonlijke ontwikkeling en de successieplanning voor alle AvH-medewerkers krijgen permanente aandacht. Er wordt heel wat training voorzien.
| 2020 | |
|---|---|
| Totaal aantal medewerkers | 36 |
| Kosten voor training (% algemene kosten) | 392.474 euro (2,35%) |
Split man/vrouw
| 19 | 17 |
|---|---|
| Man Vrouw |
• AvH streeft naar een evenwichtig samengesteld investeringsteam(1), zodat het de activiteiten van de participaties financieel, inhoudelijk en strategisch goed kan opvolgen.
| 2020 | 2019 | Doel | |
|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal jaren relevante ervaring per persoon |
19,8 jaar | 19,6 jaar | > 10 jaar |
| Verloop werknemers(2) | 1,0% | 1,0% | < 10% |
| Performance review | 100% | 90% |
| 43% | 24% | 21% | 12% |
|---|---|---|---|
| Economisch Juridisch |
Andere | Wetenschappelijk |
| 15 | 7 | ||
|---|---|---|---|
| Man Vrouw |
|||
| (1) 22 medewerkers (2) Excl. intragroep en pensionering, over 3 jaar |

| 2020 | 2019 | Doel | |
|---|---|---|---|
| Pro forma groepsomzet | 5,0 miljard euro |
5,6 miljard euro |
|
| Bijdrage kernsectoren(1) | 227 miljoen euro |
268 miljoen euro |
|
| Waardecreatie | 9,4%(2) | 9,8%(2) | > 7,3%(3) |
| Nettocash(1) | 68 miljoen euro |
267 miljoen euro |
Positief |
| Pro forma personeel | 22.331 | 21.522 |
(1) Zie Kerncijfers in bijlage voor cijfers over 10 jaar
Resultaat voor herwaarderingsmeerwaarden
(2) Aangroei eigen vermogen verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2010-2020, 2009-2019) (3) Aangroei BEL20 index verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2010-2020)

| 2020 | 2019 | Doel | |
|---|---|---|---|
| Innovatiebeleid jaarlijks op agenda RvB(1) |
72% | 72% | > 80%(1) |
(1) Uitgedrukt in % in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH

| 2020 | 2019 | Doel(1) | |
|---|---|---|---|
| ESG-beleid | 86% | 85% | > 80% |
| Corporate governance-beleid |
85% | 78% | > 80% |
| Integriteitscode (inclusief Verklaring mensenrechten) |
85% | 79% | > 80% |
| Audit- en/of risicocomité (met aanwezigheid AvH) |
94% | 90% | > 80% |
| Remuneratiecomité | 88% | > 80% | |
| Cybersecurity op agenda RvB | 71% | - |
(1) Uitgedrukt in % van in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH
"VAN WAARDEN NAAR WAARDE. FOCUS OP MENSEN, HUN TALENT, AMBITIE EN ENERGIE IS ONZE BELANGRIJKSTE HEFBOOM OM WAARDE TE CREËREN VOOR ONZE AANDEELHOUDERS EN DE MAATSCHAPPIJ."
HILDE HAEMS, Chief Human Capital Officer
Deze aanpak werd bij alle nieuwe investeringsbeslissingen sinds de tweede jaarhelft formeel gehanteerd. De investeringsmanagers werden tevens betrokken bij de diverse ESG-werkvergaderingen met de deelnemingen waarvan zij de opvolging verzekeren.
In het afgelopen boekjaar werd veel aandacht besteed aan het verfijnen en het uitrollen van het ESG-rapporteringsproces, in lijn met de methodiek van UN PRI. Deze processen moeten AvH in staat stellen bij de deelnemingen de materiële risico's en opportuniteiten inzake ESG te identificeren en het gevoerde beleid, de gehanteerde doelstellingen en de concrete actieplannen te evalueren aan de hand van prestatie-indicatoren (KPIs). De resultaten van deze vernieuwde ESG-rapporteringscyclus werden in 2020 of begin 2021 door raden van bestuur van de participaties besproken en goedgekeurd en dit zal opgenomen worden in de jaarlijkse processen. Het is de bedoeling dat zij in de toekomst tevens in de bevoegde auditcomités besproken worden. Het initiatief werd positief onthaald door de 8 bedrijven die momenteel actief begeleid worden inzake ESG. Bijgevolg werden verdere stappen gezet in het opzetten van een coherent en consistent rapporteringsproces dat bijdraagt tot de prioritisering van de actieprogramma's.
De evolutie van het aantal deelnemingen (uitgedrukt als percentage van het geconsolideerd eigen vermogen) met een ESG-beleid, wordt in de bijhorende KPI uitgedrukt. In 2020 werden de hierbij gehanteerde charters en codes tevens met de betrokken deelnemingen besproken, en waar nodig werden een aantal stappen tot verfijning gezet.

Peter Piot, Jan Suykens en André-Xavier Cooreman op het digitale AvH Event (beeld van de regiekamer van Videohouse)
Inzake compliance met betrekking tot de integriteitscode van AvH, waren er in 2020 geen inbreuken. Inzake cybersecurity werd de monitoring versterkt en werden een aantal softwarematige aanpassingen doorgevoerd. De medewerkers worden regelmatig gewezen op de te nemen beveiligingsmaatregelen.
AvH hecht veel belang aan innovatie. De groep vraagt aan de deelnemingen jaarlijks hun innovatiebeleid samen met hun raad van bestuur te evalueren, zodat strategie en innovatie op elkaar afgestemd blijven, zoals blijkt uit de gerapporteerde KPIs. Om de deelnemingen hierin te ondersteunen, werd in 2020 een cyclus van workshops georganiseerd rond het identificeren en uitwerken van initiatieven inzake vernieuwende product/marktcombinaties. Aan 5 workshops namen 15 deelnemingen en gemiddeld 29 personen deel, inclusief de investeringsmanagers van AvH. De 45 door AvH georganiseerde workshops in 2020 inzake ESG, HR, innovatie, legal en finance waar gemiddeld 14 personen aan deelnamen voor een totaal van 1.209 uren, beogen de bestaande werkprocessen bij de deelnemingen te verbeteren aan de hand van de ervaringen van andere deelnemingen en externe sprekers.
Om de langetermijndoelstellingen van het gevoerde ESG-beleid te ondersteunen, werd n.a.v. de herziening van het Corporate Governance Charter beslist dat de leden van het executief comité vanaf 2021 in 1.000 aandelen van AvH moeten investeren, en deze moeten aanhouden gedurende hun hele mandaat. Van de leden van de raad van bestuur wordt vanaf 2021 verwacht dat zij 10.000 euro in aandelen van AvH investeren en aanhouden.
AvH wenst in 2021 het gevoerde ESG-beleid verder te zetten: a) Inhoudelijk via
Daarnaast blijft het ook in 2021 de ambitie van AvH via haar bestaande participaties of nieuwe initiatieven verder te investeren in oplossingen voor de klimaatuitdagingen, zoals de transitie naar groene energie, de ontwikkeling van waterstof, het meer duurzaam maken van de bedrijfsactiviteiten of de investeringen in duurzamere gebouwen.

Luc Bertrand te gast op de DEME Tonight Show, het virtuele kerstfeest van DEME Piet Dejonghe op werfbezoek bij MOBIX (CFE)

De grootste ESG-gerelateerde impact van of op de AvH-groep met betrekking tot de bestaande investeringsmix vindt plaats op het niveau van de deelnemingen. Onderstaande tabel toont de materiële ESG-aspecten, zowel qua risico's als qua opportuniteiten, bij de deelnemingen die op het vlak van ESG materieel zijn voor AvH. Hierbij wordt gefocust op aspecten die impact hebben op de omgeving, en vice versa (dubbel impact analyse).
Op de volgende pagina's wordt per deelneming aangegeven welke acties ze hebben
ondernomen in het afgelopen boekjaar met focus op de voor hen en AvH materiële aspecten, hoe dit moet gekaderd worden in hun beleid, welke doelstellingen ze hierbij nastreven en via welke actieplannen ze dit willen realiseren. De geboekte vooruitgang wordt, waar mogelijk, aan de hand van KPIs aangegeven. Er is meer informatie over hun ESG-beleid beschikbaar in het activiteitenverslag van het jaarverslag, dan wel in de verslagen of op de websites van de respectievelijke bedrijven.
Als actieve aandeelhouder neemt AvH via haar vertegenwoordiging in de raad van bestuur van die deelnemingen deel aan de formulering en toepassing van hun strategisch beleid, samen met het management en de andere aandeelhouders. Met haar multidisciplinair team biedt AvH bovendien ondersteuning op het vlak van ESG-gerelateerde thema's.
| Milieu | Sociaal (incl. mensenrechten) |
Governance (incl. anticorruptie) |
|
|---|---|---|---|
| AvH als verantwoord aandeelhouder | |||
| DEME | Klimaat en energie | Gezondheid en welzijn | Bedrijfsethiek Innovatie |
| CFE | n.m. | n.m. | Deugdelijk bestuur |
| Delen Private Bank | n.m. | n.m. | Vermogensbescherming Bedrijfsethiek Bescherming van privacy en data Verantwoord investeringsbeleid |
| Bank J.Van Breda & C° | n.m. | n.m. | Veilige haven Bedrijfsethiek Bescherming van privacy en data |
| SIPEF | n.m. | n.m. | n.m. |
| Extensa, Leasinvest, Anima | n.m. | n.m. | n.m. |
| Overige participaties | n.m. | n.m. | n.m. |
n.m. (niet materieel): geen materieel ESG-aspect op niveau van AvH, gemeten naar de impact op het geconsolideerd eigen vermogen en nettoresultaat van AvH en rekening houdend met het deelnemingspercentage van AvH in de participatie

Meer details zijn beschikbaar in het activiteitenverslag van dit jaarverslag en in de ESG-verslaggeving van de deelnemingen.

Anima - Zorg voor mens en maatschappij
Bank J.Van Breda & C° - Well-being CFE, Extensa - Duurzaam bouwen

DEME - Investeren in hernieuwbare energie
SIPEF - Opleiding van medewerkers
In 2019 ontwikkelde DEME een materialiteitsmatrix om prioriteiten te identificeren op basis van hun belang voor zowel externe als interne belanghebbenden als van hun impact op de resultaten van DEME. Deze matrix ontstond als onderdeel van een breed gedragen intern consultatietraject met als resultaat een tweedimensionale duurzaamheidsstrategie met 8 sleutelthema's, zoals hieronder weergegeven.
| EXPLORE SUSTAINABLE BUSINESS SOLUTIONS |
|
|---|---|
| EXCEL IN OUR OPERATIONS |
De EXPLORE-dimensie focust op het ontwikkelen van een portfolio van activiteiten en diensten die substantieel, direct en expliciet bijdragen aan SDGs. De EXCEL-dimensie beoogt een efficiënte, kosteneffectieve en duurzame uitvoering van haar projecten. DEME onderschrijft de UN Agenda 2030 en gebruikt de methodiek van de SDGs als kader voor haar beleid.
In 2020 werkte DEME haar duurzaamheidsstrategie verder uit met operationele programma's die de 8 sleutelthema's en de daaraan gekoppelde langetermijnambities concreet invullen. De voor DEME prioritaire thema's klimaat en energie, innovatie, bedrijfsethiek, gezondheid en welzijn (SDGs 3, 7, 8, 13, 16) werden ook als materieel op het niveau van AvH weerhouden. DEME beschouwt bovendien de volgende ESG-factoren als materieel op haar niveau: biodiversiteit en ecosystemen (inclusief waterkwaliteit), afval- en grondstoffenbeheer, talentmanagement en partnerships. Informatie m.b.t. de ESG-aspecten die minder materieel zijn op het niveau van AvH kan teruggevonden worden in het activiteitenverslag en/of het duurzaamheidsverslag van DEME.
Tijdens de COVID-19 crisis toonde DEME zich in 2020 heel veerkrachtig. Het leverde belangrijke inspanningen om de voortzetting van haar activiteiten te verzekeren, het welzijn van de medewerkers steeds op de eerste plaats te zetten, maar vond in deze uitzonderlijke omstandigheden toch nog de tijd voor heel wat innovatie-initiatieven.
Ondanks de COVID-19 crisis konden wereldwijd zo goed als alle projecten worden voortgezet. Een speciaal opgericht team coördineerde en faciliteerde het wisselen van de bemanningen, o.a. via het omleiden van 5 operationele schepen en het charteren van 10 vliegtuigen. Efficiënte testings in combinatie met prequarantaine-periodes garandeerden veilige arbeidsomstandigheden voor zowel bemanning als projectteams.
DEME draagt al lang in belangrijke mate bij tot de productie van hernieuwbare energie, waarbij het op creatieve manieren met partners nieuwe technologieën, zoals waterstof, bestudeert. DEME wenst de uitstoot van broeikasgassen van haar vloot zodanig te verminderen dat het in 2050 een klimaatneutraal bedrijf wordt. Het draagt tenslotte actief bij tot het minder milieubelastend maken van bepaalde activiteiten of situaties, bijvoorbeeld via initiatieven inzake GSR en de sanering van vervuilde gebieden en water.
Het bouwen van offshore windparken, een markt waar DEME een vooraanstaande positie inneemt, draagt aanzienlijk bij tot de noodzakelijke klimaatmitigatie en de transitie naar hernieuwbare energie. In 2020 droeg DEME bij aan de bouw van offshore projecten, voor een totaal van 1.477 MW. Met de installatie in januari


(1) Broeikasgasemissies: DEME volgt het Greenhouse Gas Protocol (ISO14064).
2021 van de 2.386ste windturbine, sinds het jaar 2000, heeft DEME nu turbines geïnstalleerd op 46 verschillende windparkprojecten in Europa en China.
DEME werkt ook samen met publieke en private partners aan andere vormen van duurzame energie zoals de productie, opslag en het transport van groene waterstof via verschillende 'renewables to hydrogen'-initiatieven. HYPORT® Oostende, dat in januari 2020 gelanceerd werd, heeft het ambitieuze doel in 2025 een groene waterstoffabriek te doen draaien. In Duqm (Oman) wil DEME Concessions een groen energiepark alsook een groene waterstoffabriek ontwikkelen die groene waterstof en/of derivaten (zoals groene methanol of ammoniak) wil leveren aan internationale klanten en die wil bjidragen aan een koolstofarmere regionale chemische industrie. Het PosHYdon offshore waterstof pilootproject integreert dan weer drie offshore energiesystemen (wind, gas en waterstof), op een volledig geëlektrificeerde productieplatform in het Nederlandse deel van de Noordzee.
Daarnaast werkt DEME aan de vermindering van de impact van projecten op de omgeving. Specifieke emissiereductieprogramma's focussen op het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen en van polluenten, zodat de lokale luchtkwaliteit verbetert.
| FOCUS OP DUURZAME GROEI |
BEDRIJFSETHIEK EN INNOVATIE |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| Frequentiegraad ongevallen(1) |
0,19 | 0,24 | Aantal goedgekeurde innovatie-initiatieven |
18 | 11 |
| Ernstgraad ongevallen(2) |
0,04 | 0,01 | Aantal goedgekeurde groene initiatieven |
128 | 105 |
| Permanente evaluatie compliance processen |
|||||
| (1) Aantal ongevallen met arbeidsongeschiktheid (wereldwijd) x 200.000, gedeeld door het aantal werkuren. |
% werknemers | 97% | 88% |
DEME wil de uitstoot van broeikasgassen met 40% verminderen tegen 2030, in vergelijking met het door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) vastgelegde referentiejaar 2008, met als doel in 2050 een klimaatneutraal bedrijf te zijn. Meer dan 90% van DEME's broeikasgasemissies vloeit voort uit het brandstofverbruik van de schepen. Via een meerjareninvesteringsplan voorziet DEME nieuwe schepen van de meest geavanceerde technologie voor brandstofbesparing en het gebruik van emissiearme brandstoffen zoals LNG en biodiesel en is het betrokken bij diverse initiatieven rond toekomstige groene brandstoffen zoals groene methanol en groene waterstof. De energie-efficiëntie van de bestaande vloot wordt voortdurend verhoogd, bijvoorbeeld door het omzetten van warmte van afvalgassen in elektrische energie, door procesoptimalisaties en door een betere productiviteit. Met dit doel zette DEME in 2020 in op een betere registratie van energiedata, een geïntegreerde datastructuur en nieuwe monitoringtools. Daarnaast lanceerde DEME's filiaal de Vries en van de Wiel samen met GMB en Heijmans in 2020 het 'Emissieloos Netwerk Infra', om specifiek voor materieel gebruikt in de infrastructuursector de energietransitie met 4 jaar te versnellen, zodat er al in 2026 zou kunnen worden gebouwd met emissievrij materieel.
Vermeldenswaard zijn ook de inspanningen om de impact van (onderwater)geluid en troebel water op de omgeving en op het leven onder water te beperken via specifieke programma's. De verwerving in 2020 van SPT, dat gespecialiseerd is in verankeringstechnieken voor vlottende windturbines, zal ook bijdragen tot minder impact op de onderzeese bodem. Via dochter Global Sea Mineral Resources (GSR) verricht DEME baanbrekend werk om bepaalde grondstoffen te vinden op de oceaanbodem met respect voor de fauna en flora, waardoor deze grondstoffen met minder milieuschade dan veroorzaakt door de huidige ontginningsmethodes op de markt zouden kunnen worden gebracht. Via de sanering van vervuilde gronden, waar het filiaal DEC ook internationaal actief is, draagt DEME ook haar steentje bij tot het remediëren van historische verontreinigingen.
DEME is een belangrijke werkgever met 4.976 personeelsleden. Het gedraagt zich hierbij als een goede werkgever, met aandacht voor het sociale en fysieke welzijn van alle medewerkers, ongeacht of ze al dan niet werknemers zijn. Het zorgt er tevens voor dat deze medewerkers over de nodige kennis en integriteit beschikken om hun taak goed waar te nemen.
DEME moet soms in heel uitdagende omstandigheden werken. Een veilige en gezonde werkplaats voor alle betrokkenen vormt dan een continu aandachtspunt. De gevolgde veiligheidsstandaard ligt heel hoog, zodat er zich geen ongevallen voordoen op de schepen of andere werkplekken. Dit wordt continu opgevolgd via proactieve en reactieve KPIs. Elke potentieel gevaarlijke situatie wordt geanalyseerd om de risico's op aanvaardbare niveaus te houden. Op elke vergadering van het managementteam en de raad van bestuur worden deze veiligheidsparameters opgevolgd. Het behalen van de doelstellingen m.b.t. veiligheid werd verankerd in het bonusbeleid.
Door de COVID-19 crisis werd in 2020 extra ingezet op de mentale gezondheid en het welzijn van alle medewerkers, o.a. met een specifiek online-programma rond veerkracht en mentale gezondheid, een 'employee assistance'-programma voor bemanningen en hun families en diverse initiatieven rond sociale cohesie. Net als in voorgaande jaren ging veel aandacht naar het aanwerven, opleiden en behouden van het personeel. In 2020 werd DEME tijdens de Randstad Awards voor het tweede jaar op rij en de derde keer in 4 jaar tijd verkozen tot meest aantrekkelijke werkgever van België. DEME staat in de top drie van het klassement inzake financiële gezondheid, werksfeer, reputatie en het gebruik van nieuwe technologieën.
DEME heeft ook veel aandacht voor de lokale gemeenschappen in de landen waar het activiteiten ontwikkelt en draagt er bij tot diverse sociale projecten.
Inzake innovatie hanteert DEME een focus op intern ondernemerschap, wat tegelijkertijd belangrijk is voor haar 'employer branding'. Dit wordt versterkt door een gezamenlijke waardecreatie via 'multi-stakeholder'-partnerschappen. Via de innovatiecluster 'De Blauwe Cluster' werkt DEME in 2020 verder aan duurzame groei op zee, samen met partners via diverse projecten. Het MARCOS-project onderzoekt het potentieel van grootschalige offshore aquacultuur. DP4@Sea wil een methodologie ontwikkelen om de uitdagingen en oplossingen van mariene multifunctionele landschapsinfrastructuur in kaart te brengen. Het eerste Coastbusters project won in oktober 2020 de Blue Innovation Award. Coastbusters 2 wil mariene biodegradeerbare en duurzame materialen als bouwstenen voor kustverdediging onderzoeken. DEME zette in 2020 sterk in op internationale samenwerking, o.a. via de European Clean Hydrogen Alliance en het Global Plastic Action Partnership van het World Economic Forum. DEME ontwikkelt samen met universiteiten en technologieleveranciers hoogtechnologische oplossingen voor het verwijderen van plastic in rivieren, havens en kustgebieden, met in 2020 een proefproject in Temse. Hierbij wordt gebruik gemaakt van artificial intelligence (herkenning van objecten) en virtual reality voor het bedienen van materieel en het (op termijn) autonoom besturen van vaartuigen (de Marine Litter Hunter) die elektrisch en CO2 -neutraal aangedreven vaart.
Het intern ondernemerschap werd in 2020 ondersteund met verschillende innovatieprogramma's. In 2020 werd daarbij gefocust op twee specifieke duurzaamheidsuitdagingen: enerzijds klimaat en energie (SDGs 7 & 13) en anderzijds afval- en materialenbeheer (SDG 12). Doorheen het innovatieproces wordt duurzaamheid meegenomen in de evaluatiecriteria, zodat ze elkaar versterken.
DEME is vaak actief in landen met een hoger risicoprofiel qua bedrijfsethiek. Dit vereist een verhoogde waakzaamheid. De doelstelling is steeds op integere wijze zaken te doen, en proactief corruptie of omkoping, in welke vorm dan ook, te voorkomen. Met betrekking tot het lopende onderzoek naar aanleiding van de huiszoeking die in maart 2018 plaatsvond in DEME's kantoren in Zwijndrecht, wordt verwezen naar de risicofactoren op pag. 21 van dit jaarverslag.
DEME zet ook actief in op het respecteren en beschermen van arbeids- en mensenrechten in haar activiteiten. Met dit doel hanteert DEME een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures').
Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. In 2020 bedroeg het deelnemingspercentage 97% (exclusief de bemanningsleden die een aan COVID-19 aangepaste aanpak kregen). De procedures inzake de samenwerking met derde partijen werden conform de vorige jaren ook in 2020 nog verder aangescherpt. De werking van de interne audit werd in 2020 verder versterkt.


Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag van DEME en op de website www.deme-group.com/sustainability.
Dit hoofdstuk behandelt de activiteiten van CFE Contracting (CFEC) en BPI: de activiteiten van de groep CFE in de onshore bouw en de vastgoedontwikkeling, met uitsluiting van die van de groep DEME.
In de loop van 2019 hebben CFE Contracting en BPI een gestructureerd beleid rond de ESG-thema's gedefinieerd. Na een grondig onderzoek bij de stakeholders, met inbegrip van het personeel, werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) 3, 4, 7, 8, 11, 12, 13, 16 en 17 als richtsnoeren gekozen. Deze materialiteitsoefening heeft een heldere en duurzame visie opgeleverd, alsook prioritaire doelstellingen en de basis voor een actieplan en voor 'key performance indicators'. Dit alles werd in 2019 door de raad van bestuur gevalideerd. CFEC en BPI hebben van het jaar 2020 gebruikgemaakt om een concreet actieplan en een effectief systeem voor de monitoring van KPIs in te voeren. Zo heeft elk filiaal zich de duurzaamheidconcepten eigen kunnen maken om ze in de dagelijkse werking op te nemen. Als volgende stap zullen al de partners in de bouwprojecten nog meer betrokken worden bij CFE's duurzame benadering, zodat ze samen een sterke impact zullen hebben op de wereld van morgen. De twee divisies hebben een duidelijke wil om de duurzame aspecten te benadrukken, zowel in de bouwprocessen als in de projecten.
De coronapandemie heeft de relevantie bevestigd van de gekozen prioriteiten en in het bijzonder van de versnelde digitalisering en de focus op operationele uitmuntendheid. In 2020 werden de KPIs verfijnd en werd een dashboard van niet-financiële indicatoren ingevoerd. In verscheidene proefprojecten worden de meest complexe thema's, zoals het materiaaltransport en de circulariteit, van nabij gevolgd. Elke indicator verzekert een regelmatige monitoring van de gekozen prioritaire doelstellingen. Op het vlak van de concrete acties waren er verscheidene grootschalige, duurzame projecten, zoals ZIN en het gebruik van consolidatiecentra voor de logistiek, maar lag de nadruk vooral op de interne communicatie en de bewustmaking van de teams rond duurzaamheid. Die acties zullen in 2021 worden voortgezet via actieplannen in de verschillende entiteiten van de groep.
CFEC is toegetreden tot de Belgian Alliance for Climate Action (BACA). Het onderschrijft daarmee het initiatief 'Science Based Targets'. Deze aanpak zal het mogelijk maken om duurzame doelstellingen te valideren die beantwoorden aan de ambities van de akkoorden van Parijs.
Op basis van de materialiteitsanalyse op het niveau van de groep AvH en de prioritaire thema's van CFE werd alleen 'Corporate Governance', dat deel uitmaakt van de SDG 16, als materieel gekozen op het niveau van AvH.
Op het niveau van CFEC en BPI worden de volgende ESG-factoren als materieel beschouwd: de optimalisatie van het vervoer van materialen en afval, de beperking van afval en verpakkingen, gezondheid en veiligheid, correcte arbeidsvoorwaarden voor iedereen, talentbeheer en innovatie.
De twee divisies zijn zich bewust van de impact van hun activiteiten op het milieu. Het vervoer van personen en materialen heeft een weerslag op de mobiliteit en veroorzaakt ook een directe CO2 -uitstoot. De vermindering van de behoefte aan transport en een geavanceerd afvalbeleid kunnen helpen om die impact te verkleinen. De op de verschillende bouwplaatsen toegepaste 'lean' bouwprocessen dragen daar eveneens toe bij.
Zo hebben in 2020 verscheidene bouwplaatsen in België en Luxemburg hun logistiek herzien door met consolidatiecentra te werken. Deze logistieke hubs verminderen het aantal vrachtwagens voor de bevoorrading van de bouwplaatsen in aanzienlijke mate en maken bovendien de leveringsplanning betrouwbaarder. In Brussel worden ook alternatieve leveringswijzen gebruikt, zoals de levering via de waterweg. Dat heeft een onmiddellijke impact op de CO2 -uitstoot.

DEUGDELIJK BESTUUR
| CFE | CFE Contracting | BPI | |
|---|---|---|---|
| Corporate Governance Charter |
|||
| Risicoprocedures | n.a.(1) | (2) | |
| Anti-corruptiecode | n.a.(1) |
(1) Overgedragen aan CFE Contracting en BPI (2) Interne richtlijnen op het vlak van financiële transacties
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| -equivalent(1) GHG in kton CO2 |
17,7 | 17,8 |
| waarvan scope 1 | 15,8 | 14,8 |
| waarvan scope 2 | 1,9 | 3,1 |
| Frequentiegraad ongevallen(2) | 26,12 | 13,72 |
| Ernstgraad ongevallen(3) | 0,61 | 0,44 |
| Aantal uren training per VTE | 14 | 18 |
(1) Broeikasgasemissies: CFE volgt het Greenhouse Gas Protocol.
(2) Aantal ongevallen met een handicap x 1 miljoen, gedeeld door het aantal gewerkte uren. (3) Aantal kalenderdagen afwezigheid x 1000, gedeeld door het aantal werkuren.
Een andere aanpak om de CO2 -uitstoot te beperken, is de vermindering van het energieverbruik van zowel de gebouwen als de bouwplaatsinstallaties. Via haar filiaal VEMAS levert CFEC ESCO-diensten (energiebesparende activiteiten) met gegarandeerde energieprestaties aan de klanten die dat wensen. Deze expertise wordt ook bij de inrichting van de bouwplaatsen gebruikt, met een monitoring van het elektriciteits- en waterverbruik die hun optimalisatie mogelijk maakt. CFEC is trouwens ook actief in het meerjarenproject Luwa voor de installatie van ledverlichting langs de Waalse autowegen, een project dat veel zal bijdragen aan een ingrijpende daling van het elektriciteitsverbruik.
Volgens studies is materiaalkeuze een doorslaggevende, maar indirecte factor in de analyse van de CO2 -kosten van een gebouw. Het werken met gerecycleerde of hergebruikte materialen is eveneens een oplossing voor de vermindering van de koolstofvoetafdruk. Ook de keuze van meer duurzame materialen draagt daar toe bij. CFEC en BPI hebben daarom begin 2020 hun knowhow gebundeld om de joint venture Woodshapers op te richten. De beheersing van de materialen (en in het bijzonder van hout) en van bouwtechnieken voor een geoptimaliseerde structuur staan samen met een geïntegreerde projectvisie centraal in de duurzame benadering van Woodshapers.
Met haar drie filialen Van Laere, BPC en VMA heeft CFEC het project ZIN in de Brusselse Noordwijk opgestart. Dit innoverende project van meer dan 110.000 m² legt de nadruk op circulariteit. De circulaire benadering begint met het behoud van 65% van de bestaande WTC-torens, wat de hoeveelheid sloopafval en het gebruik van

ZIN - Brussel Brussels Construction Consolidation Center
nieuwe bouwmaterialen beperkt. Dit is het eerste project in België dat de circulariteitsprincipes op deze schaal toepast. Concreet zal in totaal 95% van het materiaal worden bewaard, hergebruikt of gerecycleerd en zal 95% van de nieuwe materialen voor de kantoren C2C ('Cradle to Cradle') gecertificeerd zijn.
De mens staat centraal in de bouwprocessen van CFE. CFE is een belangrijke werkgever, zowel direct (3.137 werknemers) als indirect via de verschillende onderaannemers en leveranciers. In 2020 heeft CFEC een campagne voor 'employer branding' gelanceerd die het concept 'Framily' (family & friends) dat haar kenmerkt in de verf zette. De filialen op mensenmaat en de soliditeit van de groep maken samen met haar vele vormen van synergie de kracht en de bijzonderheid uit van CFEC. Het respect voor de medemens beperkt zich niet tot haar eigen werknemers, maar geldt ook voor het personeel van de onderaannemers en leveranciers. Deze filosofie is opgenomen in een integriteitscode die de eerbied voor de rechten van de mens omvat. In deze optiek verlopen de procedures voor de selectie van en de interactie met de onderaannemers schriftelijk. In 2020 werd geen enkele schending van de mensenrechten vastgesteld.
CFE wenst ook de nodige aandacht te schenken aan de veiligheid en de gezondheid op de werkplek. De ernst en de frequentie van arbeidsongevallen krijgen in elke raad van bestuur een bijzondere aandacht. CFE presteert in dit domein beter dan de Belgische sector in zijn geheel. Dat belet niet dat CFEC haar score elk jaar wil verbeteren. In dat opzicht is het beleid voor sensibilisering, voor opleiding en voor preventie een belangrijk instrument. Ook de 'lean' methode draagt eraan bij. De bouwplaatsen worden regelmatig bezocht om de naleving van de procedures te controleren.

Een Corporate Governance Charter met concrete en begrijpelijke procedures moet de grootst mogelijke impact op de werking garanderen. Deze procedures dragen bij tot een coherente en consistente ondernemingscultuur. In 2019 werd het Corporate Governance Charter van CFE (beschikbaar op de website www.cfe.be/nl/corporate-governance) en van CFEC aangepast. De charters beschrijven onder meer de taakverdeling tussen de raad van bestuur, de directie en de verschillende comités. CFEC heeft dit jaar haar inspanningen verdubbeld om haar operationele personeel op te leiden in de kennis en het begrip van de sociale wetgeving. Zo ontvingen meer dan 450 operationele medewerkers van de verschillende filialen een opleiding 'Best Practices: contract management & social law' om een goed begrip van de toepasselijke reglementering inzake contracten en sociale wetten te verzekeren.
De cel interne audit onderwerpt elke entiteit regelmatig aan een analyse van de risico's en de procedures. De interne audit is een onafhankelijke functie met als belangrijkste opdracht de ondersteuning en begeleiding van het management voor een betere beheersing van de risico's. De interne audit rapporteert functioneel aan het auditcomité van CFE, legt jaarlijks het auditplan voor, de belangrijkste resultaten van de uitgevoerde audits en een follow-up van de actieplannen. Indien nodig kan hij bijkomende opdrachten uitvoeren. In 2020 onderzocht de interne audit vooral de principes van het goede beheer van de projecten. De andere thema's van de interne audits waren de scheiding van de machten in de ERP-systemen, de archivering, de ondertekeningsbevoegdheid in de betaalsoftware en de toepassing van GDPR. Daarnaast werd bij MOBIX een algemene analyse van het interne controlesysteem uitgevoerd. Het resultaat van de audits wordt voorgelegd aan zowel de leden van het auditcomité van CFE als aan het uitvoerend comité van CFEC, om met hen de laatste corrigerende maatregelen overeen te komen.
Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag van CFE en op de website www.cfe.be.

Bij Delen Private Bank(1) was 2020 een intens jaar inzake duurzaamheid. Het verantwoord investeringsbeleid, de voorbije jaren verbreed en verdiept, werd het afgelopen jaar verder versterkt. Het streven naar verantwoord vermogensbeheer vertrekt vanuit een verantwoordelijkheidszin, een duurzame beleggingsvisie die het mogelijk maakt mee te bouwen aan een betere, groenere en menselijkere samenleving. Het houdt ook financieel steek. In de loop van de COVID-19 crisis, met grote turbulenties op de markten, werd meer dan ooit duidelijk dat verantwoord investeren investeringsrisico's vermindert, de participatie in toekomstgerichte bedrijven versterkt en zo perspectief biedt op een evenwichtig rendement.
Als lid van UN PRI zet Delen Private Bank zich daarom consequent in om haar investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken. De jaarlijkse evaluatie door UN PRI vormt een belangrijke KPI, waarbij de beoordeling A+ voor strategie en beleid, bevestigd werd in 2020 en Delen Private Bank aanmoedigt om verder te gaan op de ingeslagen weg.
Waar advies wordt verstrekt, beoogt Delen Private Bank te inspireren via haar beleid van verantwoord vermogensbeheer. Bij JM Finn, waar advies naast gedecentraliseerd discretionair beheer nog heel belangrijk is, speelt Delen Private Bank een voortrekkersrol, maar geraakt deze aanpak trager ingeburgerd.
Het ESG-beleid van Delen Private Bank, dat naast de kernactiviteit van vermogensbeheer ook de andere facetten van de bank behelst, houdt rekening met de UN SDGs waar Delen een belangrijke invloed op kan uitoefenen. Hierbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan SDG 8, 12, 13 en 16. Naast het verantwoord investeringsbeleid, krijgen vermogensbescherming, bedrijfsethiek en de bescherming van privacy en data - allen gekoppeld aan SDG 16 - prioritaire aandacht vanuit AvH aangezien ze ook materieel zijn op dat niveau. Bijkomend werd klantentevredenheid opgenomen als belangrijke ESG-factor.
Bovendien kwam de innovatieve mindset van Delen Private Bank sterk naar boven tijdens de COVID-19 crisis. Een snelle shift naar de nieuwe digitale wereld is noodzakelijk gebleken in 2020, zowel binnen Delen Private Bank als naar de klanten toe. Het personeel heeft vanaf dag 1 haar werkzaamheden kwaliteitsvol kunnen voortzetten vanuit hun thuiskantoren.
Een volledige beschrijving van het ESG-beleid, dat op 23 maart 2021 besproken en goedgekeurd werd op de raad van bestuur, en de duurzame aanpak kan teruggevonden worden op www.delen.be/nl/over-ons/duurzaamheidsbeleid.
De rechtstreekse milieu-impact beperkt zich grotendeels tot die van de kantoren en de mobiliteit van de medewerkers. De impact van haar investeringsbeleid wordt door Delen Private Bank beschouwd als een onrechtstreekse, maar veel krachtigere opportuniteit om bij te dragen tot de realisatie van een duurzame impact op het bedrijfsleven, en tot de strijd tegen klimaatverandering. Zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse milieu-impact wordt sinds 2019 gekwantificeerd en opgevolgd. Deze inzichten stellen Delen Private Bank in staat om het beleid verder te optimaliseren en om bepaalde targets te stellen zodat de milieu-impact zo klein mogelijk kan gehouden worden.
• Sociaal
De ontwikkeling en het welzijn van haar personeel betekenen voor Delen Private Bank een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico's te mitigeren. De bank besteedt derhalve veel aandacht aan het ontwikkelen van haar menselijk kapitaal, het welzijn van haar werknemers en diversiteit. Ook tijdens de uitbraak van de COVID-19 crisis kregen de werknemers prioritaire aandacht en werden ze begeleid en ondersteund om de shift naar thuiswerk te faciliteren op een veilige en comfortabele wijze.
Het beschermen van het opgebouwde vermogen van het cliënteel blijft van prioritair belang voor Delen Private Bank en leidt tot een sterke klanttevredenheid. In navolging van de klanttevredenheidsenquête in 2019 (met een Net Promoter Score van 43) zal in 2021 een nieuwe rondvraag uitgevoerd worden. De sterke communicatieve en gecoördineerde aanpak van de COVID-19 crisis in 2020 werd sterk op prijs gesteld door de klanten en vertaalde zich in positieve netto-inflow en positieve rendementen op jaareinde omdat de klanten niet in paniek verkochten.
Gezien de uitdagingen die gesteld worden door de uitbraak van COVID-19 besliste Delen Private Bank in 2020 het budget voor goede doelen en sponsorships te verhogen en extra steun te bieden aan organisaties die zich inzetten tegen de bestrijding van COVID-19.
(1) De impact en bijdrage van de Engelse dochtervennootschap JM Finn op het vlak van het ESG-beleid wordt in deze bijdrage buiten beschouwing gelaten gezien hun specifieke lokale gebruiken en activiteiten.

Data privacy en veiligheid in Delen App Vermogensbescherming prioriteit bij klanten

| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| GHG in kton CO2 -equivalent(1) |
1,8 | 2,3 |
| waarvan scope 1 | 1,1 | 1,4 |
| waarvan scope 2 | 0,3 | 0,3 |
| waarvan scope 3(2) | 0,4 | 0,5 |
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Net Promoter Score(5) | n.a. | 43 |
| Gemiddelde jaarlijkse personeelsgroei over 5 jaar (in VTE) |
26,8 | 24,4 |
| CET1-ratio | 40,5% | 36,7% |
| Hefboomratio | 32,4% | 25,4% |
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Fondsen met opvolging verantwoord investeren (miljard euro) |
29,5 | 26,7 |
| Engagement scope(3) | 71% | 70% |
| Gemiddelde ESG-rating eigen fondsen(4) | 19,7 | 22,2 |
(2) Upstream van scope 1 en 2, woon-werkverkeer, zakenreizen en papier
(3) Verhouding van het aantal bedrijven waarmee een engagementprocedure loopt, op het totale aantal bedrijven in portefeuille. Het engagementprogramma legt de bank prioriteiten op naargelang de urgentie van bepaalde thema's, de openheid van het bedrijf in kwestie en de mogelijke
impact van een bepaalde engagementactie. (4) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score beter is en minder risico. Een score van 40 wordt als een laag risico beschouwd.
(5) Tweejaarlijkse meting.
UN PRI is het wereldwijde netwerk dat binnen de VN een duurzamer financieel systeem nastreeft. Delen Private Bank en haar 100%-dochterbedrijf fondsenbeheerder Cadelam onderschrijven deze principes, en zetten zich al jaren in om het investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken. Dat is niet vrijblijvend. Jaarlijks rapporteert Delen Private Bank uitvoerig aan UN PRI over de inspanningen inzake verantwoord investeren, gebaseerd op uitsluiting, engagement en integratie. Na een grondige evaluatie kreeg Delen Private Bank in 2020 opnieuw de maximale A+ score voor de module 'Strategie & beleid'. Dit resultaat is een mooie bekroning van het geleverde werk en moedigt Delen Private Bank aan om verder te gaan op de ingeslagen weg.

Ook het collaboratieve aspect van UN PRI is niet te onderschatten: binnen de financiële sector kunnen investeerders van elkaar leren en samenwerken om maatschappelijke problemen resoluut aan te pakken. Zo maakt Delen Private Bank deel uit van ClimateAction100+. Zij sporen 's werelds belangrijkste broeikasgasemittenten aan om maatregelen te nemen tegen de klimaatverandering en om de energietransitie te versnellen.
Zowel 'vermogensbescherming', 'bedrijfsethiek' als 'data privacy en veiligheid' vormen de hoekstenen van het beleid van Delen Private Bank, dat daarin gesteund wordt door AvH. Ze krijgen een continue aandacht van de raad van bestuur en de diverse comités.
Vermogensbescherming is een prioriteit voor haar cliënteel. Delen Private Bank streeft ernaar de klantentegoeden te beleggen als een dynamische, goede huisvader. Naast de bestaande gedegen financiële analyse, worden ook niet-financiële (duurzaamheids-)parameters geïntegreerd in het beheerproces. De dagelijkse implementatie van het verantwoord investeringsbeleid, dat de voorbije 5 jaar werd verbreed en verdiept, verzekert een langetermijndenken en risicobeperking.
Naast haar focus op duurzaam en verantwoord beleggen, realiseert Delen Private Bank dit ook via haar solvabiliteits- en liquiditeitsbuffers en via een eenvoudig bedrijfsmodel met een conservatief risicobeleid. AvH waakt hierover als aandeelhouder via de raad van bestuur en via het audit- en risicocomité. Deze aanpak garandeert een zeer sterke solvabiliteitsratio en bijgevolg een grote financiële stabiliteit.
Bedrijfsethiek is bijzonder relevant voor een bank. Financiële instellingen spelen immers een sleutelrol in het economisch weefsel van een land en bij de vermogensopbouw en -bescherming van individuen. Derhalve zijn zij onderworpen aan een streng wetgevend kader, wat bijdraagt aan de realisatie van SDG 16. Vanuit haar kernwaarden (familiaal en persoonlijk, integer en eerlijk, doordacht en behoedzaam, vertrouwd en duurzaam, transparant en efficiënt) heeft Delen Private Bank een overkoepelend integriteitsbeleid opgesteld dat alle medewerkers geacht worden naar de geest en de letter te respecteren en dat sterk aansluit bij de vereisten van de wetgever.
Bescherming van data en privacy krijgt aanzienlijke aandacht binnen de bank, tegen de achtergrond van wereldwijd toenemende cybercriminaliteit. Delen Private Bank investeert sterk in haar eigen IT-systemen en ondersteunende diensten om de wettelijke verplichtingen te kunnen naleven en de bescherming van data en privacy te garanderen. Zo is er een specifieke afdeling 'Information Security' opgericht, die verantwoordelijk is voor de opvolging van deze materie en voor opleidingen.


Meer informatie over verantwoord vermogensbeheer is beschikbaar in het jaarverslag (vanaf Q2 2021) van Delen Private Bank en op de website www.delen.be/nl/over-ons/duurzaamheidsbeleid.
Een veilige haven verschaffen, bedrijfsethiek en bescherming van data en privacy zijn prioritair voor Bank J.Van Breda & Cº. Daarnaast besteedt Bank J.Van Breda & Cº bijzondere aandacht aan vermogensopbouw en -bescherming, respect voor wetten en regelgeving en cliëntentevredenheid. De raad van bestuur bevestigde het ESG-beleid op 17 december 2020. Een volledige beschrijving hiervan vindt u in het jaarverslag op www.bankvanbreda.be/nl-be/financiële-informatie.
Voor een bank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen, is de coronacrisis een belangrijke reality check. Beide doelgroepen van de bank stonden plots in het oog van de storm. De bank bevestigde haar rol als veilige haven en koos ervoor om dicht bij de klant te staan. Faillissementspreventie stond hierbij voorop. Aan klanten met bedrijfs- of woningkredieten werd soepel betalingsuitstel voor kapitaal toegekend. Voor individuele dossiers werden alternatieven bekeken.
De gezondheidscrisis ging gepaard met schokgolven op de beurs. Dankzij patrimoniaal advies en het oog op de lange termijn werd vermeden dat paniekverkopen het pensioendoel van de klanten in gevaar zouden brengen. Klanten apprecieerden deze opvolging en het financieel advies, wat weerspiegeld werd in een stijgende tevredenheid en Net Promoter Score (van +55 naar +60). Dit was enkel mogelijk doordat het personeel zich flexibel opstelde en snel overschakelde naar thuiswerk en overleg via videogesprekken.
Via 'Coaching for heroes' sponsorde Bank J.Van Breda & C° gratis coachinggesprekken voor zorgverleners die een weerslag ondervonden van de langgerekte crisis. Via 'Cheer for champions' steunde de bank diverse initiatieven in ziekenhuizen.
De rechtstreekse milieu-impact van Bank J.Van Breda & C° beperkt zich tot de mobiliteit van haar medewerkers en de kantoren. De bank engageerde zich om tegen 2025 haar emissies met minstens 25% te reduceren en gecertifieerd klimaatneutraal te zijn. De bank streeft ook naar een 'paperless' omgeving en leverde in 2020 76% van alle documenten digitaal af aan haar cliënten.
De indirecte impact van het beleid van financiële instellingen, zowel via kredietverlening als via beleggingen, biedt een veel grotere opportuniteit om bij te dragen tot een duurzame wereld. Het verantwoord vermogensbeheer van Delen Private Bank en de huisfondsen van Bank J.Van Breda & Cº illustreren dit. Voortaan wordt ook de EPC-waarde in rekening gebracht bij de analyse van nieuwe vastgoedkredieten.
De bank onderschrijft de principes en de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en analyseert hoe ze via haar beleggings- en kredietstrategie de uitrol van de Europese Green Deal kan helpen realiseren.
• Sociaal
Bank J.Van Breda & C° ziet de gezondheid en het welzijn van haar personeel als een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico's te beperken. De bank besteedt veel aandacht aan het aantrekken van nieuw talent, de ontwikkeling van financiële expertise en het stimuleren van diversiteit. De bank beschikt over een uitstekend team en werd in maart 2020 door 'Great Place to Work' i.s.m. Vlerick Management School genomineerd als beste werkgever, met een speciale vermelding voor 'well-being'. De belangrijkste scores uit deze enquête vindt u als KPI in het jaarverslag van de bank.
Deze inspanningen laten toe om goed te waken over de financiële gezondheid op lange termijn van de klanten, waar vaak complexe professionele en private vraagstukken spelen. Gezondheid en welzijn vormen drijfveren voor een belangrijke doelgroep van de bank, met name de medische vrije beroepen. Door de financiële

VEILIGE HAVEN
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| CO2 -uitstoot (in kton CO2 ) |
n.a. | 2,5 |
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Gemiddelde ESG rating portefeuilles bij Delen Private Bank(2) |
19,7 | 22,2 |
(1) CO2 -logic: tweejaarlijkse meting.
(2) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score beter is en minder risico. Een score van 40 wordt als een laag risico beschouwd.
(3) Great Place to Work: tweejaarlijkse meting

| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Dagen opleiding en vorming per VTE | 3,5 | 4,1 |
| Positieve antwoorden op stelling 'Algemeen gesproken kan ik zeggen dat dit een heel goede organisatie is om voor te werken'(3) |
95% | n.a. |
| Net Promoter Score | 60 | 55 |
| CET1-ratio | 14,7% | 13,1% |
| Hefboomratio | 8,2% | 8,5% |
gemoedsrust die Bank J.Van Breda & C° hen aanreikt, kunnen zij zich focussen op hun maatschappelijke kerntaken.
Inzake mensenrechten weert de bank elke vorm van discriminatie. De bank onderschrijft de 10 principes van de UN Global Compact i.v.m. mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie.
Onder 'Veilige haven' verstaat Bank J.Van Breda & C° het bewaken van de financiële stabiliteit van de bank en in ruimere zin van het Belgisch economisch weefsel. Dit kadert in SDG 8, die focust op werkgelegenheid, innovatie en economische groei. De bank draagt hiertoe bij via 5,4 miljard euro kredieten aan Belgische KMO's en gezinnen, waardoor ze ondernemers en vrije beroepen de mogelijkheden bieden om hun activiteiten te ontplooien. De bank staat zo ten dienste van de economie en de maatschappij en bevordert de bescherming van welzijn en welvaart.
Financiële stabiliteit vertaalt zich in een zeer hoge solvabiliteit en hefboomratio, een laag percentage kredietverliezen en onafhankelijkheid van de financiële markten voor de financiering van de kredietportefeuille. Dit vloeit voort uit een gezond bedrijfsmodel gebaseerd op een lage risicobereidheid, waarover AvH waakt als aandeelhouder. Via de raad van bestuur legt AvH de 'risico-appetijt' vast, waarover gewaakt wordt via een risicocomité. AvH wenst de correlatie met de evoluties in de financiële markten laag te houden, zoals o.a. tijdens de financiële crisis in 2008 gebleken is.
Het beleid en de opvolging inzake 'integriteit en ethiek' en 'bescherming van data en privacy', loopt grotendeels gelijk met Delen Private Bank, zoals beschreven in de sectie hierboven.
werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap
gelijke kansen, aandacht voor man-vrouw-gelijkwaardigheid, evenwicht tussen
gelijke kansen, aandacht voor man-vrouw-gelijkwaardigheid, evenwicht tussen
17 18
17 18
17 18
17 18
werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap
werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap
Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap

Correcte belastingbetaler, Belgische verankering 4 Van Breda The Square: digitale netwerkingevents voor klanten
Eigen ecologische voetafdruk beperken
van klachten
12
3
5
Social 13
Verantwoorde beleggingen met oog ESG-criteria en respect voor mensenrechten Verantwoorde kredieten met oog voor faillissementspreventie en ESG-criteria Veilig betalingsverkeer 6 7 8 Specifiek met betrekking tot Bank J.Van Breda & C° kunnen bijkomend volgende elementen vermeld worden:
Hoge cliëntentevredenheid dankzij cliëntgerichtheid, kennis van hun leefwereld, gespecialiseerd advies, persoonlijk en proactief, vlotte bereikbaarheid, leren
Vermogensopbouw en -bescherming voor cliënten over generaties heen, met evenwicht tussen risico en rendement, met behoud van de levensstandaard


Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Bank J.Van Breda & Co en op de website www.bankvanbreda.be/nl-be/financiële-informatie.
10
Jaarverslag 2020 63
opinie, toezichtshouders, analisten, samenleving)
Impact < 1 mio op resultaat op jaarbasis
18
Hoog
Intern: belang voor Bank Van Breda
8
14
12 4 17
1 2 3 5 9 13
11 15 16
6
10
(personeel, directiecomité, raad van bestuur)
1 mio Impact > 5 mio
Laag Hoog
SIPEF is een beursgenoteerde agro-industriële groep actief in tropische landbouw, voornamelijk in de productie van duurzame, gecertificeerde ruwe palmolie in Zuidoost-Azië.
Duurzaamheid vormt een essentieel aspect van het bedrijfsmodel van SIPEF. Het beheren van plantages is onlosmakelijk verbonden met respect voor de planeet en mensen. SIPEF verbindt zich ertoe op een veilige, verantwoorde en duurzame wijze plantages aan te leggen en te beheren, met de focus op 'best practices'. De groep creëert bovendien rechtstreeks en onrechtstreeks belangrijke werkgelegenheid en welvaart in vaak afgelegen gebieden. Zo draagt SIPEF bij tot de realisatie van verscheidene SDGs.
Het duurzame aspect van haar activiteiten wordt weerspiegeld door de 33 certificaties die SIPEF in de loop der jaren behaald heeft. De meest belangrijke normen waarvan deze certificaten deel uitmaken, zijn de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO), International Sustainability and Carbon Certification (ISCC), Indonesian Sustainable Palm Oil (ISPO) voor palmolie, Rainforest Alliance voor rubber en thee, Fairtrade en Global Good Agricultural Practices (GLOBALG.A.P.) voor bananen.
Alle palmolie die door SIPEF wordt geproduceerd, voldoet aan de duurzaamheidsnormen van RSPO. De klanten betalen een premie boven op de marktprijs voor deze gecertificeerde producten. Het verlies van een bepaalde certificering zou de reputatie van SIPEF aanzienlijk kunnen schaden en kunnen leiden tot omzetverlies.
SIPEF is overtuigd dat palmolie een essentieel onderdeel van een gebalanceerd dieet vormt en zal blijven voor een groeiende wereldbevolking. Dat komt onder meer door het zeer productieve en efficiënte karakter van deze plantaardige olie, waarvan de kostprijs ecologisch en economisch lager is dan andere plantaardige oliën zoals hieronder aangegeven. Duurzame en efficiënte productie met respect voor de schaarse landbouwgrond en voor de omgeving maakt van SIPEF een betrouwbare partner qua productie en verkoop van duurzame palmproducten.
Het ESG-beleid van SIPEF is verwoord in haar Responsible Plantations Policy (RPP) die elk jaar geëvalueerd wordt door de raad van bestuur. Op 21 september 2020 besliste de raad van bestuur om de RPP aan te vullen met een Responsible Purchasing Policy (RPUP) die zich toespitst op de herkomst van de grondstoffen. Sinds 2019 publiceert de vennootschap jaarlijks een uitgebreid duurzaamheidsverslag (voorheen om de twee jaar), raadpleegbaar op www.sipef.com/hq/sustainability/sustainability-reports. Het geeft een breed overzicht van alle ESG-aspecten verbonden aan de activiteiten van SIPEF, inclusief de toegepaste zorgvuldigheidsprocedures, de resultaten van het gevoerde beleid, de voornaamste risico's en KPIs.
Voor SIPEF werd geen enkel punt van materieel belang op het niveau van AvH geïdentificeerd, rekening houdend met het belang dat AvH in SIPEF aanhoudt (34,68%). Dit neemt niet weg dat AvH veel belang hecht aan SIPEF's ESG-beleid van duurzame teelt. In een sector die zeer belangrijk is voor de voedselvoorziening ondersteunt AvH SIPEF omdat het bedrijf streeft naar een 'best in class' beheer inzake duurzaamheid en het efficiënt gebruik maakt van landbouwgronden. SIPEF stelt onder meer de volgende materiële ESG-targets voorop: certificatie, zero-ontbossing, zero-bosbranden, vermindering van uitstoot van broeikasgassen, correcte arbeidsvoorwaarden, ontwikkeling van lokale gemeenschappen en traceerbaarheid. Zowel in 2019 als in 2020 behaalde SIPEF een 100% score op het vlak van zero-ontbossing en zero-bosbranden, wat wil zeggen dat de groep deze technieken in 2019 en 2020 nooit heeft gehanteerd.
• Milieu
In de media staat de palmoliesector vaak in een slecht daglicht, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen duurzame palmolie en de minder duurzame teelten. Recent zijn er evenwel steeds meer positieve geluiden, zeker met betrekking tot de palmolieproducenten die zich wel houden aan een beleid gericht op duurzaamheid. Certificaties zoals RSPO zijn dan ook bijzonder belangrijk, aangezien deze de duurzame rol die SIPEF vervult, bevestigen. Zo is het bedrijf een voortrekker in de strijd tegen ontbossing ('SDG 15 Leven op het Land') en ging het daaromtrent sinds 2014 belangrijke verplichtingen aan.
Inzake 'SDG 12 Verantwoorde Consumptie en Productie' staat SIPEF in voor een volledige traceerbaarheid van al haar producten en grondstoffen. Dit beleid met betrekking tot de verantwoorde herkomst van alle grondstoffen werd op 21 september 2020 nogmaals bevestigd door de raad van bestuur van SIPEF in de Responsible Purchasing Policy (RPUP), in aanvulling op de reeds bestaande RPP.

In 2020 startte SIPEF een procedure op om op uniforme wijze voor alle bedrijven in de groep de uitstoot van broeikasgassen (GHG, 'SDG 13 Klimaatactie') te berekenen, onder begeleiding van een externe consultant. Op die manier werd de basis vastgelegd voor de toekomstige vermindering van broeikasgassen. In de afgelopen jaren nam de groep bovendien reeds diverse maatregelen om deze te verlagen. Voorbeelden zijn de bouw van een composteringsfaciliteit voor restproducten van palmolie, van een waterkrachtcentrale voor eigen gebruik en van biogasfabrieken om elektriciteit op te wekken voor fabrieken, huisvesting en het publieke elektriciteitsnet. Daarnaast heeft de raad van bestuur van SIPEF in 2008 het SBI-project (SIPEF Biodiversity Indonesia-project) gelanceerd om 12.656 hectare 'primary forest' (een natuurreservaat dat fungeert als buffer voor het Kerinci Seblat National Park) te beschermen en dus ook de biodiversiteit en absorptie van CO2 te stimuleren.
In 2019 werd gestart met de bouw van een 'biocoal production facility' in Indonesië die operationeel werd begin 2021. Hierbij worden lege fruittrossen verwerkt tot biomassa met hoge calorische waarde bestemd voor energieopwekking. Hierdoor draagt SIPEF bij tot hernieuwbare energie. De groep heeft de afgelopen jaren eveneens zwaar geïnvesteerd in brandpreventie, -bestrijding en risicomonitoring in samenwerking met de lokale overheden en gemeenschappen.
De activiteiten van SIPEF zijn onderhevig aan de weersomstandigheden. De klimaatverandering heeft derhalve een grote impact op de productie van palmolie. De geografische ligging van de plantages, soms gelegen in vulkanische gebieden, vormen een ander belangrijk risico.
SIPEF stelt meer dan 21.000 mensen te werk in vaak sterk afgelegen gebieden. Hierdoor draagt het substantieel bij tot welvaart in die streken. SIPEF besteedt dan ook veel aandacht aan de arbeidsvoorwaarden. SIPEF beoogt alle werknemers op een faire manier te behandelen, met respect voor de mensenrechten, in lijn met de lokale en internationale wetgeving ter zake zoals de 'International Labour Organization Declaration of Fundamental Principles and Rights at Work'. Het ter beschikking stellen van een goede schoolinfrastructuur of medische faciliteiten zijn hier voorbeelden van. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan een goede samenwerking met de lokale gemeenschappen. SIPEF neemt bijvoorbeeld in regio's van Papoea-Nieuw-Guinea belangrijke taken op zich inzake medische zorg, scholing en weginfrastructuur. SIPEF heeft eveneens in 2020 een bijkomend programma opgezet in Indonesië, in navolging van het bestaande programma in Papoea-Nieuw-Guinea, om de lokale boeren van de groep te begeleiden bij het verkrijgen van de RSPO-certificatie.
De raad van bestuur besteedt veel aandacht aan het behoud van de verschillende certificaties en de rapporteringsprocessen ter zake. Er bestaat een sterk uitgewerkte klachtenprocedure ten behoeve van de diverse stakeholders, die consulteerbaar is op de website van SIPEF (www.sipef.com/hq/sustainability/grievances-sipef-group). In de raad van bestuur zetelt minstens één bestuurder met specifieke ESG-expertise.

(*) Met inbegrip van het verhinderen van Kinderarbeid, Gelijke Behandeling en het Welzijn van de Werknemers

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag (vanaf 29 april 2021) van SIPEF en op de website www.sipef.com/hq/ sustainability/sustainable-approach.
Extensa ontwikkelt gemengde vastgoedprojecten, waarbij het een maximale toepassing van de principes van circulaire economie beoogt, een harmonieuze integratie in het lokale stedelijk weefsel en het gebruik van innovatieve technologieën en processen. Haar voornaamste projecten zijn gelegen in België (de site van Tour & Taxis) en in Luxemburg (de site Cloche d'Or).
In 2020 werd het gevoerde ESG-beleid verder uitgewerkt op basis van een analyse van de SDGs van de Verenigde Naties. De hele organisatie werd hierbij betrokken, en de voortgang werd besproken door de raad van bestuur. In de interne bedrijfsvoering wordt bijzondere aandacht besteed aan energie- en afvalbeheer, gezondheid, sociale betrokkenheid, gendergelijkheid en participatief en transparant management. Uit de materialiteitsmatrix blijkt dat acties op het niveau van vastgoedprojecten (bijvoorbeeld inzake CO2 ) een veel grotere impact hebben dan deze uitgevoerd op het vlak van de interne bedrijfsvoering. Derhalve wordt in dit hoofdstuk voornamelijk over de vastgoedprojecten gerapporteerd. Vanaf 2021 zal de verdere formalisering en het systematisch verzamelen van data Extensa toelaten deze impact te meten en actieplannen continu te verbeteren.
Extensa zet voor haar vastgoedprojecten maximaal in op hernieuwbare energie, circulair bouwen en een verantwoord water-, materiaal- en afvalbeheer.
Het in 2020 opgeleverde project 'Gare Maritime' te Brussel is inzake de toepassing van deze principes internationaal een voorbeeldproject. Dit historisch en monumentaal treinstation werd omgevormd tot een nieuwe gemengde wijk met hergebruik van alle oorspronkelijke materialen. De bijkomende constructies zijn in hout ('cross laminated timber' - CLT), wat een besparing van 3.500 ton CO2 -uitstoot betekent in vergelijking met gebruik van beton. Dankzij het gebruik van geothermie worden geen fossiele brandstoffen aangewend voor de verwarming, noch de koeling. Met 17.000 m² fotovoltaïsche dakpanelen is dit gebouw de grootste 'zonnefabriek' van het Brussels Gewest, goed voor jaarlijks meer dan 3.000 MWh groene stroom, wat het gemiddeld jaarlijks verbruik van circa 850 gezinnen vertegenwoordigt. 1.300 m³ regenwater kan worden opgeslagen voor hergebruik.
Zowel Tour & Taxis als Cloche d'Or omvatten nieuw aan te leggen publieke parken. In Cloche d'Or werd bovendien een ecoduct gebouwd en de natuurlijke loop van een beek hersteld.
• Sociaal
Extensa realiseert stedelijke uitbreiding en reconversieprojecten in samenwerking met de overheden, met het oog op het creëren van kwalitatieve, inclusieve en levendige buurten. Dit vertaalt zich in een bijzondere aandacht voor stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit, ondersteuning van het lokaal socio-economisch weefsel alsook het faciliteren van duurzame vervoersmodi. De verstrengeling van de nieuwe wijken met de bestaande omgeving is een langdurig proces van samenwerking met lokale overheden, organisaties en gemeenschappen.
Dit concretiseert zich onder meer in:
Extensa nam in 2020 haar verantwoordelijkheid naar de wijk op, door een gebouw

ter beschikking te stellen van Artsen Zonder Grenzen als COVID-19 triagecentrum voor daklozen.
De relaties van Extensa met overheden, leveranciers en klanten zijn onderworpen aan strikte regels, met het oog op het vermijden van belangenvermenging, corruptie en misbruik. De vergoeding en voordelen van de medewerkers houden rekening met de positie die ze ten opzichte van deze partijen innemen. Een punctuele betaalpolitiek, het respecteren van engagementen ongeacht de vorm daarvan, het nastreven van compromis boven juridische procedures en het spontaan naleven van fiscale en sociale verplichtingen zijn inherent aan de bedrijfscultuur. Extensa is transparant in haar rapportering naar haar 'stakeholders', evenals wat betreft de zakelijke objectieven die worden nagestreefd. In 2021 zullen procedures, waar nodig, verder in codes worden geformaliseerd.
Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar (vanaf Q2 2021) op de website www.extensa.eu.
Duurzaamheid is een van de pijlers van de strategie van Leasinvest. Als vastgoedinvesteerder streeft Leasinvest naar een degelijk rendement en goede relaties met alle 'stakeholders', dankzij een duurzame ontwikkeling van vastgoed in Luxemburg, België en Oostenrijk. Het objectief is te groeien door de waarde van de portefeuille duurzaam te verhogen en in te spelen op trends om tegemoet te komen aan de noden van de eindgebruikers.
Hiervoor staat een externe consultant de 'Sustainability'-werkgroep bij in het identificeren en uitrollen van het duurzaamheidsbeleid. In 2020 werd de materialiteitsmatrix herwerkt, waarbij voor elk vastgoedproject de grootste impact en het grootste verbeteringspotentieel in kaart werd gebracht. Volgende SDGs werden geselecteerd: 'SDG 7 Betaalbare en Propere Energie', 'SDG 11 Duurzame Steden en Gemeenschappen', 'SDG 12 Verantwoordelijke Consumptie en Productie', 'SDG 13 Inzet voor het Klimaat' en 'SDG 16 Vrede, Gerechtigheid en Sterke Instellingen'.
In 2021 wil Leasinvest de objectieven, de bijhorende KPIs en ondersteunende tools die beantwoorden aan deze analyse, verder uitwerken.
Als vastgoedinvesteerder kan Leasinvest een grote impact op de CO2 -emissies van gebouwen hebben. Door te investeren in duurzame gebouwen en bestaande gebouwen duurzaam te renoveren kunnen het energieverbruik en de CO2 -emissie verlaagd worden. Dit wordt momenteel in kaart gebracht met 'checklists' voor de duurzaamheidsscore van de gebouwen. In 2021 zullen concrete objectieven worden vooropgesteld voor het verlagen van de uitstoot.
Daarnaast focust Leasinvest op circulair bouwen door het beperken van afval, het stimuleren van materialenhergebruik en de keuze voor natuurlijke en hernieuwbare materialen. Leasinvest blijft inzetten op BREEAM-certificering als leidraad voor haar duurzaamheidsbarometer. Het heeft de ambitie alle gebouwen in eigendom te onderwerpen aan een BREEAM-beoordeling.
Het energiebeleveringscontract 2020-2021 werd op een globale basis herbekeken, waarbij de energie die aangekocht werd, 100% afkomstig is van hernieuwbare bronnen, aan een prijs die 5% lager is dan de gemiddelde marktprijs.
In 2020 werden ook diverse concrete en gebouwspecifieke initiatieven genomen om de duurzaamheid van de vastgoedportefeuille te verbeteren.

Laadpunten voor auto's en fietsen

Monteco - Brussel
De initiatieven van Leasinvest op sociaal vlak betreffen voornamelijk het HR-beleid en sponsoring initiatieven. Het HR-beleid legt naast respect en waardering voor alle medewerkers eveneens de nadruk op welzijn. Inzake sponsoring steunt Leasinvest reeds jarenlang de Stichting Conservatorium Antwerpen en het Middelheim museum. Daarnaast worden elk jaar nieuwe relevante initiatieven genomen, zoals de bijdrage aan het AvH Solidarity Fund in 2020.
• Governance
Het Corporate Governance-beleid van Leasinvest is vervat in het Corporate Governance Charter. Daarnaast beschikt Leasinvest over een 'code of conduct'. Leasinvest wil met deze aanpak, die uitgaat van co-creatie en dialoog met alle belanghebbenden, een ontvankelijke, inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus garanderen.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het duurzaamheidsverslag van Leasinvest en op de website www.leasinvest.be.
Anima heeft in 2020 verder gestalte gegeven aan haar ESG-beleid en verschillende initiatieven gelanceerd.
Binnen Anima wordt volop gewerkt om klaar te zijn voor de uitdagingen van de toekomst. Anima's focus ligt op het leveren van de beste kwaliteit van zorg en van huisvesting voor haar bewoners. Om dit te kunnen realiseren, lanceerde ze reeds in 2019 een eigen kwaliteitsmanagementprogramma.
Anima investeert in een energiezuinig en ecologisch vastgoedpark. De bedoeling is hierbij de milieu-impact van de activiteiten zo beperkt mogelijk te houden, maar ook ervoor te zorgen dat het vastgoed op lange termijn haar waarde behoudt.
Voor de Vlaamse woonzorgcentra geldt de verplichting om over een periode van 10 jaar (2021-2031) 22% minder CO2 uit te stoten. In dat kader heeft Anima in 2020 een klimaatvisieplan opgesteld. Er worden momenteel energie-audits uitgevoerd om te kijken op welke manier deze doelstelling het best kan worden gerealiseerd. Daarnaast wordt met de leveranciers bekeken hoe de ecologische voetafdruk van de bevoorradingsketen van en naar de woonzorgcentra van Anima kan gereduceerd worden.
Anima kiest voor medewerkers die dag in dag uit het beste van zichzelf geven in het belang van de bewoners. Anima hecht dan ook veel belang aan het welzijn
van haar medewerkers waarbij dialoog, coaching, frequente bijscholing en het beschikken over kwalitatieve en innovatieve hulpmiddelen centraal staan. Het vinden van voldoende zorgpersoneel is een uitdaging, in het bijzonder in gebieden waar de vraag naar zorgpersoneel het aanbod overtreft. Zeker in COVID-19 tijden, waar het personeel bijzonder op de proef werd gesteld, heeft hun welzijn bijzondere aandacht gekregen.
Om haar engagement op het vlak van het aanbieden van een fijne werkplek te onderstrepen, heeft Anima besloten deel te nemen aan de 'Great Place to Work'-actie. In februari 2020 werd de eerste rondvraag hieromtrent georganiseerd onder het personeel. Deze resultaten werden grondig geanalyseerd en waar nodig werden actieplannen per site uitgewerkt.
Anima besteedt zeer veel aandacht aan het bewaren van goede relaties met haar diverse stakeholders.
Anima heeft een professionele bedrijfsorganisatie met de nodige rapporterings- en controlemechanismen waarbij ook de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving nauwgezet wordt opgevolgd. Anima heeft in 2020 een code van goed bestuur uitgewerkt. In deze code herneemt Anima de basisprincipes van haar bedrijfsorganisatie met o.m. de procedures voor interne verslaggeving, auditfunctie, controle- en beveiligingsmaatregelen. De code van goed bestuur is te consulteren op de website van Anima.
| l L |
|
|---|---|
Meer informatie over duurzaamheid bij Anima is beschikbaar op de website www.animagroup.be.

Anima's nieuwe slogan: 'We zien u graag gelukkig' Bezielde en gepassioneerde zorg voor de bewoners
Start van COVID-19 vaccinatieprogramma
Ook bij de overige deelnemingen werden er diverse initiatieven genomen inzake ESG. Die worden in het activiteitenverslag bij de diverse participaties besproken. Bij alle deelnemingen wordt door de betrokken investeringsmanagers dezelfde aanpak toegepast als bij de 8 voormelde deelnemingen.
Vermeldenswaard zijn in elk geval de 'best in class'-benadering van cementproducent Sagar Cements in India; de nauwe samenwerking met constructeurs die focussen op lager brandstofverbruik en emissies en die alternatieve 'propere' aandrijflijnen (vb. elektriciteit, waterstof) ontwikkelen en de rijopleidingen terzake bij Turbo's Hoet Groep; het lidmaatschap van Mediahuis aan de Belgian Alliance for Climate Action (BACA) en de diverse initiatieven om de vrijheid van pers te waarborgen en de strijd tegen valse berichten ('fake news'); de Niveau 5-certificatie op de CO2 -Prestatieladder bij Agidens dat tevens als leverancier mee de productielijnen voor vaccins hielp opbouwen; de innovatie rond 'remote' technologie die reiskilometers uitspaart bij Euro Media Group; de CO2 -neutrale hoofdzetel van Manuchar en het 'COVID Combat Collaboration Platform' dat Medikabazaar lanceerde.
Daarnaast zijn er diverse initiatieven inzake het bewerkstelligen van een positieve impact op de maatschappij, zorg voor menselijk kapitaal, het verminderen van de milieu-impact van de productieprocessen en het omgaan met data security en privacy.
Naast deze specifieke ESG-initiatieven zijn verschillende deelnemingen van de groep door de aard van hun activiteit actief op diverse aspecten van duurzaamheid. Voorbeelden zijn Rent-A-Port (offshore windparken), Verdant Bioscience (ontwikkeling van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen), Biolectric (biogasinstallaties voor het omzetten van methaangas uit mest en slib in duurzame elektriciteit), Biotalys (ontwikkeling van technologie voor gewas- en voedselbescherming), HealthQuad (investeringen in Indische gezondheidssector), Indigo Diabetes (onzichtbare sensor voor het monitoren van de gezondheidstoestand van mensen met diabetes), Medikabazaar (b2b-platform voor medische benodigdheden in India), MRM Health (ontwikkeling van innovatieve technologieën op basis van gezonde bacteriën in de darm) en OncoDNA (theranostica en genomica met expertise in precisieoncologie).



Lid van het executief comité Verantwoordelijk voor het ESG-beleid
Als gediversifieerde investeringsmaatschappij hanteert AvH een bedrijfsmodel van duurzame groei, zoals geïllustreerd in haar baseline 'Your partner for sustainable growth'. De bedrijfswaarden zijn langetermijnvisie, ondernemingszin, integriteit, partnership, duurzaamheid, respect, onafhankelijkheid en teamwork, met aandacht voor een sterke competitieve positie en rentabiliteit op lange termijn. Deze waarden weerspiegelen de aandacht voor het brede spectrum van ESG, en focussen niet enkel op milieu. Dit hoofdstuk vormt een samenvatting van het ESG-beleid van AvH, waarvan op de website van AvH een meer gedetailleerde versie beschikbaar is (www.avh.be/nl/sustainability). De missie en waarden van AvH worden meer uitvoerig beschreven op pag. 6 en 7 van het jaarverslag.
Op basis van de in 2019 uitgevoerde materialiteitsanalyse heeft AvH 4 thema's weerhouden die het ESG-beleid van de groep op lange termijn bepalen: verantwoord aandeelhouderschap, bedrijfsethiek, deugdelijk bestuur, solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit.
Vanuit haar beleidsvisie focust AvH op 4 SDGs:

'SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn': goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers,

'SDG 8 Waardig Werk en Economische Groei': financieel duurzame bedrijfsmodellen en strategieën,

'SDG 9 Industrie, Innovatie en Infrastructuur': een duurzaam beleid ondersteund door permanente innovatie,
'SDG 16 Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten': prioritaire aandachtspunten rond bedrijfsethiek (inclusief het beleid ter voorkoming van corruptie), deugdelijk bestuur en verantwoord aandeelhouderschap.
Als duurzame investeerder voert AvH een actief (des)investeringsbeleid, waarbij ESG-aspecten steeds deel uitmaken van het evaluatie- en beslissingsproces. Indien AvH in een bepaalde sector actief wil worden of blijven, hanteert AvH een 'best in class'-benadering.
AvH beschouwt haar rol als verantwoord aandeelhouder als één van haar belangrijkste hefbomen in het kader van haar ESG-beleid. Elke deelneming voert haar eigen ESG-beleid, terwijl AvH handelt als partner en vraagt om rekening te houden met relevante ESG-aspecten. Als langetermijninvesteerder waakt AvH over de gevoerde strategie, waarin rekening wordt gehouden met wettelijke vereisten, maatschappelijke trends en efficiënte processen. Zo wordt rekening gehouden met de kenmerken van de sector waarin de onderneming actief is.
Over de periode 2019-2022 wordt het toepassingsgebied van het ESG-beleid stelselmatig uitgebreid. Hierbij wordt gestreefd naar een volwaardig ESG-beleid tegen 2022 bij de 8 belangrijkste deelnemingen op ESG-vlak. De overige deelnemingen worden aangemoedigd en ondersteund om in 2022 ook dat niveau te bereiken.
AvH streeft ernaar haar medewerkers een goede werkomgeving aan te bieden, waarin ethisch en respectvol handelen centraal staat. Bedrijfsethiek wordt als prioritair en materieel beschouwd. Dit betekent respect voor mens en maatschappij, voor de wetgeving en het reglementair kader en voor integer handelen.
Deze filosofie is terug te vinden in de Integriteitscode van AvH (www.avh.be/nl/ about/leadership-and-governance/corporate-documents), die geïnspireerd is op de 10 sleutelprincipes van het 'UN Global Compact'. De integriteitscode behandelt belangrijke topics zoals het anti-omkoop- en anticorruptiebeleid, het antidiscriminatiebeleid en de 'freedom of association' via het onderschrijven van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De groep beveelt eenzelfde engagement aan bij haar medewerkers en deelnemingen. AvH beoogt een klimaat van openheid en transparantie te creëren waarin elke medewerker zich gelijk en met waardigheid en respect behandeld voelt. Ook alle deelnemingen worden geacht dergelijke richtlijnen uit te vaardigen en toe te passen.
Het hoofdstuk 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur' van het jaarverslag bevat een volledige beschrijving van de corporate governance-processen. AvH past haar charters en codes regelmatig aan in functie van maatschappelijke ontwikkelingen en wetswijzigingen en ziet toe op de naleving daarvan.
Het Corporate Governance Charter van AvH (www.avh.be/nl/about/leadership-and-governance/corporate-documents) behandelt de materie van het minimaliseren van 'conflicts of interest' en voorziet tevens in een klokkenluidersregeling. Om misbruik te vermijden met betrekking tot uitgaande betalingen, op niveau van AvH, is de persoon die de betaling uitvoert steeds een andere persoon dan deze die tot de betaling beslist. Dit maakt het voorwerp uit van een jaarlijkse interne audit.
Gelet op de gedecentraliseerde aansturing is AvH in principe altijd vertegenwoordigd in de raden van bestuur en in de audit- of strategische comités van haar deelnemingen. Dit proces wordt overkoepeld door de raad van bestuur op groepsniveau, die via geëigende processen en comités het geheel overschouwt.
Zowel AvH als haar 'stakeholders' beschouwen het bewaken van de solvabiliteit, een verantwoord gebruik van kredieten en financiële discipline gericht op de winstgevendheid op lange termijn als een hoge prioriteit. Deze strategie stelt AvH in staat in tijden van laagconjunctuur of financiële crisis zelfstandig over haar lot te beslissen en onafhankelijk te blijven en maakt een anticyclisch beleid, gericht op waardecreatie, mogelijk. Het bewaken van een gezonde financiële structuur vereist een transparante financiële rapportering en opvolging. In dit kader krijgt risicomanagement de nodige aandacht. Om die reden worden in het activiteitenverslag van elke participatie steeds het eigen vermogen en de netto financiële schuld gerapporteerd.
Een werkgroep onder leiding van André-Xavier Cooreman, lid van het executief comité, volgt het ESG-beleid van de AvH-groep op. De werkgroep, waarin zowel investment managers, finance, legal, communicatie als HR vertegenwoordigd zijn, staat in regelmatig contact met de deelnemingen. Zij rapporteren aan een ESG-stuurgroep waar drie andere leden van het executief comité in zetelen, waaronder de CEO, Jan Suykens. Na bespreking in het executief comité wordt het gevoerde ESG-beleid jaarlijks gerapporteerd aan het auditcomité en de raad van bestuur van AvH. Dit stuk betreft een samenvatting van de gehanteerde methodologie bij AvH. Op de website van AvH is een meer gedetailleerde versie van de ESG-methodologie beschikbaar (www.avh.be/nl/sustainability).
AvH voerde in 2019 een analyse uit om haar materiële ESG-risico's en -opportuniteiten in kaart te brengen. Hiervoor werd inspiratie gehaald uit de lijsten van GRI (Global Reporting Initiative) en uit de door de wetgeving vermelde aandachtspunten, met name milieu, personeels- en sociale aangelegenheden, mensenrechten en bestrijding van corruptie. Daarnaast werd een ruime kring van 'stakeholders' bevraagd.
AvH beschouwt een element als materieel indien (i) het een wezenlijke positieve of negatieve impact kan hebben op het eigen vermogen of de nettowinst van de groep over een horizon van 5 à 10 jaar, en (ii) een aandeelhouder of 'stakeholder' van AvH verwacht dat het management er veel aandacht aan besteedt. Op basis van deze analyse werd de materialiteitsmatrix van AvH als investeringsmaatschappij opgesteld (zie pag. 46). Deze inschatting gebeurde vanuit een algemene sectorbenadering voor vennootschappen met een gelijkaardig profiel als AvH en niet vanuit een bedrijfsspecifiek standpunt. De materialiteitsmatrix geeft enkel potentiële risico's en opportuniteiten, zodat deze aspecten de nodige aandacht krijgen in het gevoerde risicobeheer. Het helpt AvH te focussen op de relevante, materiële onderwerpen voor de sector. Het betreft niet noodzakelijk de door AvH werkelijk gelopen risico's of opportuniteiten. Dit inzicht voor de belanghebbenden zal voortvloeien uit de rapportering door AvH inzake het gevoerde beleid.
De materialiteitsmatrix bepaalt het ESG-beleid van de groep op langere termijn. Deze wordt niet verwacht substantieel te wijzigen op jaarlijkse basis.
De identificatie en opvolging van materiële ESG-risico's en -opportuniteiten voor de deelnemingen gebeurt op het niveau van de deelnemingen zelf.
Gezien het belang dat bepaalde ESG-risico's kunnen hebben, zowel op het niveau van AvH als van de deelnemingen, worden deze eveneens in het hoofdstuk inzake risico's en onzekerheden (vanaf pag. 20 van het jaarverslag) vermeld.
AvH hanteert het internationaal erkend referentiemodel 'Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen' (Sustainable Development Goals, SDGs) van de Verenigde Naties voor haar duurzaamheidsrapportering. Hiermee wil AvH haar bijdrage leveren aan een aantal doelstellingen die wereldwijd als prioritair aangepakt moeten worden. Bewust wordt ervoor gekozen te werken op de belangrijkste SDGs waar AvH of het betrokken bedrijf een verschil kan maken, en die tevens materieel zijn voor AvH of haar deelnemingen. Dit neemt niet weg dat de andere SDGs ook aandacht krijgen. De SDGs worden tevens gelinkt aan de GRI-methodologie.
De deelnemingen worden eveneens gevraagd hun eigen materialiteitsanalyse te linken aan SDGs.
• Opvolging van het ESG-beleid via UN PRI
De ESG-samenwerking tussen AvH en de deelnemingen speelt zich op twee niveaus af. Naast de relatie tussen de deelneming en AvH als haar aandeelhouder, werken deelnemingen van de groep ook onderling samen rond dit thema.
Om de ESG-aspecten in haar relaties met de deelnemingen procesmatig te ondersteunen, laat AvH zich sinds 2019 inspireren door de Principles for Responsible Investment (UN PRI), het raamwerk van de Verenigde Naties dat werkt aan een duurzamer financieel systeem. In 2020 onderschreef AvH formeel de principes van UN PRI. Een eerste extern rapport daarover zal uiterlijk over het boekjaar 2022 gepubliceerd worden.
AvH analyseert als verantwoord aandeelhouder haar deelnemingen op basis van diverse parameters met een potentieel materiële ESG-impact voor AvH. Voorbeelden hiervan zijn de relatieve investeringswaarde van een deelneming in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH, haar al dan niet karakter van OOB (Organisatie van Openbaar Belang) of een bijzondere aandacht van 'stakeholders' voor een bepaalde problematiek of deelneming vanuit ESG-perspectief.
Op basis van deze analyse worden DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C° en SIPEF als materieel voor AvH beschouwd. Hun ESG-beleid (inclusief materialiteitsmatrix, ESG-risico's en -opportuniteiten), KPIs en objectieven krijgen dus een grotere aandacht van AvH. Anima, Extensa en Leasinvest worden sinds 2020 mee in deze opvolging betrokken om geleidelijk aan ook deze filosofie te hanteren. Jaarlijks wordt opgevolgd welk percentage van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH een specifiek ESG-beleid heeft.
De ESG-perimeter, bestaande uit de voormelde 8 deelnemingen, wijkt af van de boekhoudkundige consolidatieperimeter gehanteerd door AvH. Sommige deelnemingen worden immers niet integraal geconsolideerd (Delen Private Bank, SIPEF). Anderzijds wordt er over de integraal geconsolideerde deelnemingen van AvH (Agidens, Biolectric, Green Offshore en Rent-A-Port) niet specifiek gerapporteerd, aangezien ze niet materieel worden geacht vanuit ESG-perspectief. Deze en andere deelnemingen zullen desgevallend in het activiteitenverslag de voor hen materiële ESG-topics behandelen.
In de groep zijn CFE, Delen Private Bank en SIPEF tevens gehouden om zelf een verklaring op te stellen overeenkomstig artikel 3:32 WVV. Hun afzonderlijke verklaringen kunnen geraadpleegd worden via hun websites (www.cfe.be, www.delen.be, www.sipef.com).
Door de diversiteit van de groepsactiviteiten is het niet zinvol overkoepelende actieplannen op basis van geaggregeerde cijfers uit te werken, noch om geaggregeerde cijfers op groepsniveau te rapporteren. Het blijft wel de ambitie om dit in de toekomst te doen.
Binnen de cluster Sociaal komt de aandacht voor de mensenrechten aan bod. De cluster Governance omvat het beleid omtrent corruptiebestrijding.
Achteraan het jaarverslag is een ESG-gerelateerde woordenlijst met definities van de gehanteerde afkortingen en termen opgenomen.

zaken










GROEPS-DIENSTEN
ICT en Office management




Administratie








Commissaris: EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers & Wim Van Gasse

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

(1) Incl. participatie via AXE Investments
(2) Incl. participatie via HealthQuad
(3) Fully diluted
OncoDNA(3) 10%
MRM Health 17%
Medikabazaar(2)(3) 10%

Green Offshore
76 DEME
In 'Marine Engineering & Contracting' verstoorde de pandemie de normale gang van zaken op werven in binnen- en buitenland. Dit heeft geresulteerd in een lagere activiteit en rentabiliteit bij zowel DEME als CFE. Het herstel in het tweede semester was nochtans krachtig en zowel DEME als CFE hebben 2020 afgesloten met orderboeken op recordniveau.
| (€ miljoen) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| DEME | 28,6 | 73,9 | 92,8 |
| CFE | 7,8 | 13,5 | 17,3 |
| Rent-A-Port | 1,0 | 0,5 | 5,3 |
| Green Offshore | 9,3 | 4,0 | 2,7 |

nam.
Rent-A-Port ontwikkelt havengerelateerde industriezones rond de haven van Haiphong in VietGreen Offshore investeert in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken Rentel en SeaMade.
77
De Belgische bagger- en milieugroep DEME is een van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouwbedrijven ter wereld.

CFE is een beursgenoteerde Belgische industriële bouwgroep actief in baggerwerken, milieu, offshore en infra (DEME), in contracting en in vastgoedontwikkeling.
Deelnemingspercentage AvH: 62%

Luc Vandenbulcke
Hugo Bouvy
Philip Hermans
Eric Tancré
Els Verbraecken
DEME is wereldleider in gespecialiseerde domeinen van baggerwerken, oplossingen voor de offshore energie-industrie, infra- en milieuwerken. Het bedrijf heeft meer dan 140 jaar ervaring en is een koploper in innovatie.
DEME realiseerde in 2020 een geconsolideerde omzet van 2.195,8 miljoen euro, tegenover 2.622,0 miljoen euro in 2019. Een belangrijk deel van deze daling, geschat op ongeveer 300 miljoen euro, is toe te schrijven aan de gezondheidscrisis en de impact daarvan op de economie (vb. olie- en gassector).
De traditionele baggeractiviteit van DEME had het meest te lijden onder de impact van de pandemie, o.a. door logistieke complicaties en vertragingen bij het opstarten en uitvoeren van werven. De omzet daalde met 19% tot 877 miljoen euro. De omzet van DEME Offshore daalde met 18% tot 934,6 miljoen euro. In de offshore-activiteiten werd voornamelijk het Moray East-project zwaar getroffen door de onbeschikbaarheid van het installatieschip Orion. Enkel DEME Infra, het DEME-dochterbedrijf dat zich toelegt op grote infrastructuurwerken, is ten opzichte van vorig jaar in omzet gegroeid, tot 208,8 miljoen euro.
DEME realiseerde in 2020 een EBITDA van 369,5 miljoen euro, 16,8% van de omzet en in lijn met 2019 (16,7%). De gezondheidscrisis heeft de activiteiten van DEME in 2020 zwaar getroffen. De sluiting van de grenzen, de reisbeperkingen en de vermindering of zelfs schorsing van luchtverbindingen vormden ongeziene logistieke uitdagingen en zorgden voor aanzienlijke extra kosten. Bovendien hebben lokale maatregelen zoals lockdowns, quarantaines en sociale afstandsmaatregelen geleid
Offshore Capital dredging Maintenance dredging Infra Environmental Overige Europa Asia Pacific Afrika Midden-Oosten & India Amerika Activiteit Regio 82% 2% 7% 3% 43% 3% 29% 11% 9% 5% 6%
tot een lagere productiviteit en tot vertragingen bij de uitvoering. Tenslotte heeft dit ook geleid tot vertragingen bij de gunning en het opstarten van verscheidene projecten. De totale impact van de pandemie, van de daling van olie- en gasprijzen en van het ongeluk met de Orion wordt geraamd op 100 miljoen euro (EBIT) in 2020. Dit wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de meerwaarde op de verkoop van het 12,5%-belang in Merkur Offshore in mei 2020 (63,9 miljoen euro). Over het volledige boekjaar bedroeg het nettoresultaat 50,4 miljoen euro, tegenover 125,0 miljoen euro in 2019.
Het orderboek van DEME steeg in 2020 aldus met 20% tot 4.500 miljoen euro, tegenover 3.750 miljoen euro eind 2019. In dit orderboek zijn, in afwachting van het bereiken van de financial close, de volgende contracten nog niet opgenomen: Arcadis Ost offshore windpark en Courseulles-sur-Mer, evenmin als de projecten voor de offshore windparken Hai Long en Zhong Neng in Taiwan (contractwaarde in totaal meer dan 1 miljard euro; status preferred bidder) en de projecten Rechteroever van de Oosterweelverbinding en Hinckley Point in het VK, die pas begin 2021 werden toegekend.
Het meerjarige investeringsprogramma in de vloot van DEME werd in 2020 voortgezet met de komst van twee nieuwe sleephopperzuigers 'Meuse River' en 'River Thames'. 'Meuse River', een zusterschip van de baanbrekende dual fuel sleephopperzuiger 'Scheldt River', vertrok onmiddellijk naar een eerste project in de Poolzee en werd ook in Duitsland ingezet voor de verdieping en verbreding van de Elbe.
'Spartacus', de krachtigste snijkopzuiger ter wereld, zal volgens de verwachtingen in de eerste jaarhelft van 2021 worden opgeleverd. 'Spartacus' vertegenwoordigt de volgende stap in termen van productiesnelheid, pompvermogen, waterdiepte en onovertroffen werkbaarheid. Dit is bovendien de eerste snijkopzuiger die op LNG kan werken.
CSBC-DEME Wind Engineering (CDWE) in Taiwan investeert in een gespecialiseerd DP3 installatieschip voor zwaar hijswerk, 'Green Jade'. Dit is de grootste overzeese investering van DEME. 'Green Jade' wordt in Taiwan gebouwd en zal een ongeëvenaarde combinatie bieden van buitengewone transport- en laadcapaciteit, indrukwekkende hijshoogten en groene technologie. De oplevering wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2022.
In mei 2020, nog voor het nieuwe offshore installatieschip 'Orion' werd geleverd aan DEME, gebeurde een ongeval met de kraanhaak tijdens laadtesten. Als gevolg van de vertraging in de levering van het schip aan DEME werden schepen van derde partijen gecharterd om de aangenomen projecten tijdig uit te voeren.
Verdeling van omzet
" HET ORDER-BOEK STEEG IN 2020 MET 20% TOT 4.500 MILJOEN EURO."
LUC VANDENBULCKE, CEO
Om de offshore windindustrie een volledig dienstenpakket te kunnen aanbieden, van installatie tot onderhoud, bouwt DEME haar eerste servicevaartuig voor onderhoudstechnici. Het schip heeft al een langetermijncontract voor het onderhoud van de offshore windparken Rentel en Mermaid & Seastar (beter bekend als SeaMade) in België.
Eind 2020 won DEME het grootste contract in haar geschiedenis (in termen van volume) voor baggerwerken en landwinning voor de haven van Abu Qir in Egypte. Dit is het eerste project waar de revolutionaire snijkopzuiger 'Spartacus' zal worden ingezet. Daarnaast verwierf DEME verscheidene contracten voor havenontwikkelingen in Italië en Portugal, terwijl in Ghana een nieuw contract werd getekend voor de ontwikkeling van de haven van Elmina om deze voor grotere schepen toegankelijk te maken.
In België lopen de contracten voor onderhoudsbaggerwerken op de grote waterwegen en langs de kust door tot in januari 2022. DEME heeft de eerste campagne van het project 'Sea Channel' in de Poolzee met succes uitgevoerd. Acht grote sleephopperzuigers werden ingezet om de toegangsgeul van de haven van Sabetta te baggeren, waar een fabriek voor vloeibaar aardgas wordt gebouwd. In Duitsland werd verdergewerkt aan de verdieping en verbreding van de Elbe, waarbij DEME verantwoordelijk is voor het baggeren, het transport en de verplaatsing van ongeveer 32 miljoen m³ materiaal. De baggerwerken voor het moderniseringsproject van de vaargeul Świnoujście-Szczecin in Polen zijn in 2020 van start gegaan. Hoewel het grootste deel van de mobilisatie op het hoogtepunt van de pandemie plaatsvond, ligt het project goed op schema.
In een heel afgelegen project en in volle pandemie voltooide DEME met succes de ophoging van moerasland tussen Bonny en Bodo in Nigeria, waar een nieuwe weg wordt aangelegd. Eind 2020 waren alle waterbouwwerken voor de Tuas Terminal Phase 1 (TTP1), een megaproject in Singapore, voltooid en resteerden alleen de grondwerken voor de landwinning. Begin 2020 werd een groot project in de haven van Rio Grande in Brazilië afgerond en aan de klant opgeleverd. Op het eind van het jaar legde DEME ook de laatste hand aan een onderhoudscampagne in de toegangsgeul van de haven van Buenaventura in Colombia.
In Duitsland heeft DEME het EPCI-contract verworven voor de funderingen van het offshore windpark Arcadis Ost 1 en voor de installatie van 'collars' in het windpark Kaskasi. Er werd ook een nieuw contract getekend voor het project DolWin6, waar DEME het transport en de installatie zal verzekeren van het offshore gedeelte van de gelijkstroomkabel die van de Duitse offshore windparken door de Waddenzee zal lopen. In het VK verwierf DEME een belangrijk EPCI-contract voor de 'interarray'-kabels van de windparken Dogger Bank A en Dogger Bank B, de twee eerste fasen van het 3,6 GW windpark Dogger Bank, het grootste offshore windpark in ontwikkeling. Dit contract is ook historisch voor de sector, want het is het grootste 'inter-array'-project ooit. DEME verwierf ook een contract voor verscheidene steenstortcampagnes voor de 1.400 MW hoogspanningsgelijkstroomverbinding tussen de Britse en de Deense transmissiesystemen.
De bouw van SeaMade, het grootste Belgische offshore windpark, werd in 16 maanden met succes voltooid. Dit is een buitengewoon indrukwekkende realisatie, te meer omdat het grootste deel van het werk in volle pandemie werd uitgevoerd. DEME plaatste er met 'Apollo' 58 Siemens Gamesa 8,4 MW turbines, installeerde de funderingen, de 'inter-array'-kabels, twee offshore substations en de exportkabels en voerde de steenstortwerken uit.
Een belangrijke mijlpaal in de bouw van het offshore windpark Saint-Nazaire werd bereikt toen DEME met succes en op schema de op maat gemaakte XL onderzeese boor opleverde. Saint-Nazaire is het eerste commerciële offshore windpark dat in Frankrijk wordt gebouwd. DEME zal in 2021 de boor inzetten voor de installatie van 73 funderingen, een primeur voor de offshore windsector. Op het windpark East Anglia ONE was de installatie van turbines met twee schepen een groot succes. Ondanks moeilijke weersomstandigheden en de uitdagingen van de pandemie werden 102 7 MW turbines vlot geïnstalleerd. In Nederland werd de installatie van 94 funderingen en turbines van het windpark Borssele 1&2 voltooid. Tegen het eind van het jaar waren 103 jackets van het Schotse Moray East offshore windpark geïnstalleerd. De kraan van het offshore installatieschip 'Orion', dat dit project had moeten uitvoeren, liep zware beschadiging op nog voor het schip aan DEME kon
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 2.195.828 | 2.621.965 | 2.645.780 |
| EBITDA | 369.458 | 437.011 | 458.905 |
| EBIT | 64.281 | 141.146 | 196.012 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
50.410 | 125.041 | 155.570 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
1.467.492 | 1.435.482 | 1.401.403 |
| Netto financiële positie | -489.030 | -708.453 | -555.777 |
| Balanstotaal | 3.941.494 | 3.944.779 | 3.820.722 |
| Orderboek (€ mio) | 4.500 | 3.750 | 4.010 |
| Capex (€ mio) | 202 | 435 | 441 |
| Personeel | 4.976 | 5.089 | 4.937 |
worden geleverd. Ondanks deze tegenslag kon DEME vrij snel een schip van een derde partij charteren en verliepen de werken volgens plan. De offshore werken voor Hornsea Two, dat het grootste windpark ter wereld zal worden, gingen ook van start. In totaal zullen 165 monopijlers en overgangsstukken worden geïnstalleerd als voorbereiding voor de 8,4 MW turbines van het park.
In de zomer werd de laatste grote steenstortcampagne voltooid voor het project North Sea Link, een interconnector tussen Noorwegen en het VK. In Taiwan werd een eerste steenstortproject voor een gaspijpleiding uitgevoerd. In december werden verscheidene grote projecten rond het Noors Continentaal Plat in opdracht van Equinor voltooid. DEME rondde ook met succes de bagger- en vulwerken af voor een 130 km lange offshore pijpleiding in Nam Con Son in Vietnam.
In juni verwierf DEME een belangrijk contract voor de Oosterweelverbinding, die de Antwerpse ring zal voltooien. DEME zal als lid van een consortium, in opdracht van projectontwikkelaar Lantis, de Scheldetunnel bouwen.
De joint venture Femern Link Contractors, waarvan DEME deel uitmaakt, heeft groen licht gekregen voor het project van de Fehmarnbelt Fixed Link. Na de voltooiing zal deze langst afgezonken auto- en spoortunnel ter wereld (18 km) Denemarken met Duitsland verbinden. Dit historische project, een van de grootste Europese infrastructuurwerken tot op heden, zal bijna 10 jaar in beslag nemen. Het is voor de Infra-activiteit van DEME een nieuwe opportuniteit om haar expertise in afgezonken tunnels in te zetten.
In Nederland werden drie megaprojecten voortgezet: de RijnlandRoute, de Nieuwe Sluis Terneuzen en de Blankenburgverbinding. Naast de inframarinewerken omvatten de projecten ook grootschalige bagger- en grondwerken. Deze indrukwekkende infrastructuurprojecten illustreren hoe de kernactiviteiten van DEME elkaar ondersteunen en versterken en werk voor elkaar genereren. Hun gecombineerde kracht verzekert het succes van complexe projecten.
In België werden de grootschalige saneringswerken bij Blue Gate, Fort Filips en BP Hoboken voortgezet. Ook het project van het kanaal Condé-Pommerœul liep verder, een belangrijk contract van Voies Navigables de France. Dit meerjarenproject zal uitmonden in de heropening van een sectie van 6 km van het kanaal tussen de Belgische grens en de stad Condé in het noorden van Frankrijk.
DEME verwierf in een joint venture een contract voor de milieusanering van de voormalige site van Renault in Vilvoorde en de site van BASF in Feluy. Het haalde ook een groot contract binnen voor de sanering van de voormalige site van ExxonMobil in Bowling, bij Glasgow (Schotland), met een Early Contractor Involvement (ECI) overeenkomst. Dit contract volgde kort na de succesvolle voltooiing van een 4 jaar durend saneringsproject voor ExxonMobil in het Noorse Tønsberg.
Om het groeiende probleem van de riviervervuiling aan te pakken, heeft DEME een innovatief project gestart voor de inzet van een afvalverzamelaar op de Schelde in België. Het project combineert 'artificial intelligence', 'virtual reality' en autonoom varen om drijvend afval te detecteren en op te vangen. Gelet op haar enorme expertise in milieusanering is het logisch dat DEME haar knowhow gebruikt om samen te werken aan oplossingen voor de plasticsoep.
In 2020 voltooide GSR twee belangrijke evaluaties van haar technologie voor de verzameling van mineralen op de zeebodem, in de aanloop naar een nieuwe expeditie naar de CCZ (Clarion Clipperton Zone) in april 2021. GSR legt de laatste hand aan een verkennend rapport dat de basis zal vormen van een onderzoeksprogram-


DEME - Elbe - Duitsland DEME - Terneuzen - Nederland
ma om een referentiemeeting voor de biodiversiteit in het exploratiegebied vast te stellen. Die studies zullen de impact van het verzamelen van nodules op de werking van het ecosysteem onderzoeken. Ze zullen ook het pad effenen voor een volledige milieu-impactbeoordeling, een cruciale stap voor de aanvraag bij de International Seabed Authority (ISA) van een vergunning om commerciële activiteiten te starten.
DEME verkocht haar aandeel van 12,5% in het 396 MW offshore windpark Merkur. De transactie werd begin december 2019 ondertekend en de 'financial close' vond plaats in het tweede kwartaal van 2020.
DEME wil een voorloper zijn op de waterstofmarkt en is in verscheidene internationale samenwerkingen voor groene waterstof gestapt om te verzekeren dat het in de voorhoede van de ontwikkelingen blijft. Er werden verscheidene exclusieve partnerschappen gesloten voor de ontwikkeling van groene waterstoffabrieken op industriële schaal, een in Oman (HYPORT® Duqm) en een in België (HYPORT® Oostende). Duqm is de ideale locatie voor zonne-energie, die optimaal met een goede bron van windenergie kan worden gecombineerd. Duqm zou in essentie een producent en een exporteur van waterstof worden.
HYPORT® Oostende wordt de eerste fabriek in de EU die vloeibare waterstof zal produceren uit hernieuwbare energiebronnen. De combinatie van hernieuwbare energie met de productie van groene waterstof past volledig in de duurzaamheidsdoelstellingen van DEME.
In een jaar zonder voorgaande moesten veel medewerkers van DEME als gevolg van de verschillende lockdowns en reisbeperkingen veel langer dan verwacht op schepen en projecten overal ter wereld blijven. Ongeveer 1.200 bemanningsleden zagen hun verblijf aan boord verlengd worden. DEME charterde meer dan 10 vliegtuigen om mensen naar huis te brengen. Verscheidene schepen werden omgeleid om de bemanning te wisselen en projecten te kunnen voortzetten. Daarnaast werden speciale teams opgericht om repatriëringen en de wisseling van bemanningen te organiseren. In deze uitdagende periode werd de gezondheid en veiligheid van medewerkers steeds vooropgesteld.
DEME pakte niet alleen de praktische logistieke problemen aan, maar zag ook in dat de pandemie potentieel een grote impact op de geestelijke gezondheid kon hebben. Verscheidene initiatieven rond welzijn en mentale gezondheid werden georganiseerd. Ook familieleden konden rekenen op bijstand van DEME.
Ook al wordt, zeker in de eerste maanden van 2021, nog enige negatieve impact van de coronapandemie verwacht, toch zou DEME - gesteund door haar record orderboek en dankzij de opstart van enkele grote projecten - in 2021 een hogere omzet en nettowinst moeten kunnen realiseren.
| GEEN ARSADEDE 1184931 |
ELEK HONCER ત્ત્વ |
GOEDE GEZONOHEJD C BI WELZEN -W/C |
4 KNELLITETS AND CHORITATIS | GENDERGELLINED 5 0 |
SCHOON NATER O EN SESTINE |
EETAALBARE EN DELECANE BHERSTE 1 -(6) 100 |
8 BEARDS WEEK 130033 17 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| POSTS I 9 BONDER PERSTERCELLER 8 |
(1)000 (1000) 10 788100000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000 œ I V D œ |
DURING 1 STEDEN EN GEMEENSCELERPERA ABA |
12 consumera EN ESCOUCILE B |
13 MILLERSEIR | 14 HET KATER | 15 million | 16 STERRE PLEURE BENSTER 110.2 |
| PARTNERSCHAP OM 11 DOGLSTERLINGEN TE BERENDEM 8 |

Deelnemingspercentage AvH: 62%
Hodac

Coppens
Piet Dejonghe
De Jonge

Jacques Lefèvre

Raymund Trost
Valerie Van Brabant

Yves Weyts
CFE
CFE is een op Euronext Brussels genoteerde Belgische industriële groep, die in drie verschillende sectoren actief is: Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra (DEME); Contracting, dat de activiteiten bouw, multitechnieken en rail/utilities omvat, en ten slotte Vastgoedontwikkeling (BPI).
Ondanks een sterk door de coronapandemie getekende economische context, is de groep CFE erin geslaagd het jaar 2020 met een globaal positieve balans af te sluiten. De resultaten voor het boekjaar blijven bevredigend, ook al werden ze gedeeltelijk door de neveneffecten van de pandemie beïnvloed. Alle medewerkers van de groep hebben een onvermoeibare inzet en creativiteit getoond, die in het tweede semester een herstel van de omzet en van het bedrijfsresultaat mogelijk hebben gemaakt, terwijl het orderboek goed gevuld bleef.
Dankzij de groei van de activiteiten van BPI (Vastgoedontwikkeling) en Spoorinfra (MOBIX) is de omzet van CFE (exclusief DEME) in 2020 zelfs gestegen tot 1.026,2 miljoen euro (2019: 1.002,8 miljoen euro).
Bij CFE Contracting daalde de omzet met 9% tot 911,9 miljoen euro (2019: 998,7 miljoen euro). Het effect van de COVID-19 pandemie op de omzet wordt geraamd op ongeveer 90 miljoen euro, waarvan 70 miljoen euro in de eerste helft van het jaar, en op iets minder dan 20 miljoen euro op het operationeel resultaat (EBIT). Het nettoresultaat van CFE Contracting kwam uit op 5,5 miljoen euro, tegenover 9,5 miljoen euro in 2019. Het orderboek van CFE Contracting eindigde daarentegen
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3.221.958 | 3.624.722 | 3.640.627 |
| EBITDA | 414.715 | 451.224 | 487.960 |
| EBIT | 87.253 | 143.615 | 213.075 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
64.020 | 133.424 | 171.530 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
1.787.113 | 1.748.703 | 1.720.878 |
| Netto financiële positie | -601.429 | -798.061 | -648.322 |
| Balanstotaal | 5.137.483 | 5.112.632 | 4.948.951 |
| Orderboek (€ mio) | 6.049 | 5.183 | 5.386 |
| Personeel | 8.113 | 8.244 | 8.598 |
op een recordniveau van 1.493 miljoen euro, een stijging met 8% tegenover eind 2019.
De activiteiten van de pool Vastgoedontwikkeling (BPI) kenden een aanzienlijke groei, meer bepaald in Polen, waar in 2020 4 residentiële vastgoedprojecten zijn opgeleverd. Het vastgoedbestand bedroeg eind 2020 192 miljoen euro, een stijging van 34% ten opzichte van 2019. BPI ontwikkelt momenteel 545.000 m² (deel groep) op een veertigtal projecten, waarvan 69.000 m² in aanbouw is. Het nettoresultaat van BPI steeg met 14% tot 13,2 miljoen euro (2019: 11,6 miljoen euro), voornamelijk dankzij de oplevering van de hierboven vermelde Poolse projecten, de verkoop van drie kantoorgebouwen in Luxemburg en de marges geboekt op de vooruitgang van de projecten.
Bij de niet-gefilialiseerde activiteiten van CFE beperkte de activiteit zich voornamelijk tot het voortzetten van de bouw van het waterzuiveringsstation Brussel-Zuid.
In België en Luxemburg had de eerste lockdownperiode, van maart tot mei, directe gevolgen voor de activiteit van Contracting. De meeste bouwplaatsen moesten immers worden stilgelegd, zodat ook verscheidene contracten werden opgeschort. Toch hebben de inzet van de teams en de efficiënte steun van human resources en IT een dynamisch herstel mogelijk gemaakt. Hier heeft de versnelling van de digitalisatieprocessen een essentiële rol gespeeld. In enkele weken tijd werden aanpassingsmaatregelen genomen, zodat de bouwplaatsen tegen hun normale tempo konden worden hervat. In de tweede jaarhelft bleven de gevolgen van de pandemie beperkt en was de activiteit identiek aan die van 2019. In Polen zijn de gevolgen van de pandemie beperkt. De activiteit is er min of meer op een normaal niveau gebleven, wat heeft geholpen om de resultaten te stabiliseren. Uiteindelijk is de omzet van CFE Contracting licht gedaald tegenover 2019, maar is het orderboek toegenomen tot ongeveer 1.500 miljoen euro.
2020 werd gekenmerkt door grote behaalde of verdergezette projecten. Voor BPC is dit onder meer de bouw van het nieuwe Justitiepaleis van Namen. Het gebouw van 16.000 m² op de voormalige site van de 'Casernes Leopold' zal onder meer 14 rechtszalen voorzien. Voltooide projecten met een bijzondere focus op duurzaamheid zijn o.a. Jardins de la Chasse, een passief residentieel gebouw en een nieuw administratief centrum voor de gemeente Etterbeek, en het kantoorgebouw Quartz in Brussel, dat de BREEAM Excellent certificering heeft ontvangen. Om de
CFE - Gare Maritime - Brussel
" DE POSITIEVE 2020 RESULTATEN VAN CFE GETUIGEN VAN HET AANPASSINGS-VERMOGEN VAN ALLE MEDEWERKERS."
PIET DEJONGHE, CEO
ziekenhuissector in staat te stellen de eerste golf van het coronavirus in optimale omstandigheden op te vangen, hebben de teams van de bouwplaats van het CHC MontLégia in Luik de middelen niet gespaard om de oplevering te versnellen. Sinds eind december 2020 beschikt Infrabel dankzij BPC over haar eerste spoorwegschool, de Infrabel Academy, waar het personeel zal worden opgeleid in uiterst realistische omstandigheden, aangepast aan hun specifieke behoeften.
Bij MBG verdient het monumentale project Gare Maritime op de site van Tour & Taxis in Brussel een vermelding. Het betreft de met verscheidene prijzen bekroonde transformatie van een voormalig goederenstation in een modern, duurzaam gebouw met geothermie voor de verwarming en de klimaatregeling, zonnepanelen op het dak en aan de zuidelijke gevel, een systeem voor het hergebruik van regenwater en een dynamische beglazing die zich aan de bezonning aanpast. Het project, dat tot grote tevredenheid van de klant werd opgeleverd, werd uitgevoerd in samenwerking met andere entiteiten van de CFE-groep, VEMAS en VMA. VEMAS levert volledig geïntegreerde oplossingen omtrent de energieprestatie gedurende de levenscyclus van gebouwen.
De bouwplaats van 2020 is ontegensprekelijk het project ZIN in Brussel waar de entiteiten Van Laere, BPC en VMA samenwerken. De Vlaamse overheid gunde deze ambitieuze herontwikkeling van het huidige WTC 1 en 2 in de Brusselse Noordwijk aan de vastgoedontwikkelaar Befimmo, die op haar beurt CFE Contracting contracteerde. Van Laere en BPC verzorgen samen de bouw, terwijl VMA instaat voor de multitechnieken en het intelligente beheer van het gebouw. Voor het eerst in België zullen de circulaire principes op een bouwplaats van deze omvang in de praktijk worden gebracht. De bestaande torens zullen voor 65% worden behouden om het afval van de ontmanteling tot een minimum te beperken en minder nieuwe materialen in de constructie te gebruiken. In totaal zal 95% van de materialen worden behouden, hergebruikt of gerecycleerd.
In Luxemburg werd het jaar 2020 bij CLE gekenmerkt door de lancering van houtbouw, samen met Wood Shapers en meer bepaald op de bouwplaatsen Wooden en Le Domaine des Vignes. Dit laatste project omvat de bouw van 57 appartementen en 17 huizen in houtbouw. Andere opmerkelijke projecten zijn de opstart van de bouwplaats Omnia in de Belval-wijk en de Aurea-toren in Differdange, een echt pilootproject voor de Bouw 2.0. In Polen heeft CFE Polska verscheidene projecten opgeleverd, waaronder Riverview, een prestigieus wooncomplex in het oude centrum van Gdansk met 282 appartementen, dat de Leed Gold duurzaamheidscertificering heeft ontvangen. De groei van de logistieke sector in het voorbije jaar, dankzij onder meer de beduidende toename van e-commerce, heeft CFE Polska in staat gesteld haar positie als industrieel aannemer nog te versterken. In het verlengde van de geslaagde samenwerking met Momentum Capital en de opening van het eerste Plopsa-pretpark in Kownaty, vatte CFE Polska eind 2020 de werken aan voor de bouw van een tweede soortgelijk pretpark in Warschau.
MOBIX startte op 1 augustus een groot massificatieproject in Denderleeuw voor rekening van Infrabel, een primeur voor België. De teams van de Business Units Spoor, Bovenleiding en Signalisatie hebben de krachten gebundeld voor de uitvoering van een geslaagd en gigantisch onderhoudsproject en dit over een zeer korte tijdspanne. Ondanks de hittegolf en de gezondheidsmaatregelen, werd dit project in 23 dagen voltooid, met een 24/7 rotatie, om de treinreizigers zo weinig mogelijk te hinderen. 9 km bovenleidingen en 17.500 ton ballast later, bewijzen de synergie tussen de verschillende Business Units en hun onberispelijke coördinatie de kwaliteit van de knowhow van MOBIX. Daarnaast maakt MOBIX deel uit van het consortium LuWa, dat de verlichting langsheen het Waalse autowegennet moderniseert. Dit is een zeer grootschalig project dat een beroep doet op nieuwe technologieën om oplossingen aan te brengen die zowel innovatief als duurzaam zijn en die de basis leggen voor de mobiliteit van de toekomst. De ontwikkeling van dit project, dat in totaal meer dan 20 jaar zal bestrijken, startte in november 2019 en vorderde gestaag in 2020.
VMA heeft zich in de voorbije jaren op 4 segmenten gefocust: Building Technologies, Automotive, PMT (Processing & Manufacturing Technologies) en Infrastructure. Met deze volledige 'product as a service' oplossingen levert VMA een antwoord op maat van de specifieke behoeften van elk segment. Vooral de Business Unit 'Building Energy Solutions' kende een sterke groei met de entiteit VEMAS, die referenties als de Gare Maritime in Brussel en het WZC Huize De Pauw in Sint-Katelijne-Waver kan voorleggen.
Duurzaamheid staat niet alleen centraal bij de groep CFE, maar maakt voortaan ook deel uit van haar DNA. Er zijn zeer concrete voorbeelden op een groot aantal bouwplaatsen, in het bijzonder Gare Maritime en Tivoli Green City, projecten die met hun groene ambities in de prijzen vielen. Het project Wooden in Leudelange voor de nieuwe zetel van Baloise Assurances (de eerste realisatie van Wood Shapers, een joint venture van BPI en CFE Contracting die zich volledig op houtbouw toelegt), is daar ook een voorbeeld van, net als Park West in Brussel. Voor dit laatste project werd een innoverende logistieke benadering gekozen: de materialen worden op een site aan het kanaal geleverd en vervolgens just-in-time en in de juiste hoeveelheden naar de bouwplaats gebracht. Dat beperkt zowel de behoefte aan vervoer als de hoeveelheid afval.
Stopzetting van de commercialisering van appartementen, vertraging in het verkrijgen van bouwvergunningen en tijdens de bouwfase zelf ... ook voor BPI Real Estate leidde de pandemie tot hinder bij de ontwikkeling van de verschillende projecten. Toch blijft de balans voor 2020 meer dan bevredigend en werden de resultaten van 2019 zelfs ruim overtroffen.
| (€ miljoen) | Omzet | Nettoresultaat | Orderboek | Eigen vermogen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| Bouw | 634,8 | 733,5 | 1.058,7 | 1.016,8 | |||||
| Multitechnieken | 164,9 | 179,6 | 251,1 | 188,5 | |||||
| Spoorinfra | 112,2 | 85,6 | 182,8 | 180,2 | |||||
| Contracting | 911,9 | 998,7 | 5,5 | 9,5 | 1.492,6 | 1.385,5 | 78,4 | 76,3 | |
| Vastgoedontwikkeling | 131,1 | 59,1 | 13,2 | 11,6 | 192,0 | 143,0 | 85,5 | 83,7 | |
| Holding, niet-overgedragen activiteiten en eliminaties(1) |
-16,8 | -55,0 | -1,0 | -9,1 | -68,6 | -75,2 | |||
| Totaal | 1.026,2 | 1.002,8 | 17,7 | 12,0 | 95,3 | 84,8 |
(1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (50%) en Green Offshore (50%) tot CFE

CFE - Jardins de la Chasse - Brussel CFE - BPI - Le Domaine des Vignes - Luxemburg
Polen heeft dit jaar een niet te verwaarlozen rol gespeeld in het succes van BPI Real Estate. Met de oplevering van 4 projecten slaat het alle records. De toekomstperspectieven blijven daarbij niet achterwege. In Poznań heeft BPI Real Estate de grootste acquisitie van haar Poolse geschiedenis gerealiseerd. Het betreft een voormalige kazerne van 5,5 hectare in het hart van de stad, in een van de meest prestigieuze wijken. Het project zal in samenwerking met Revive worden ontwikkeld en omvat de bouw van meer dan 1.000 wooneenheden, 24.000 m² kantoren en commerciële ruimten. Dit type project zal met zijn combinatie van woningen, handelszaken en kantoren een sterke stempel drukken op Poznań, maar ook op BPI Real Estate Polska, waarvan het de meest ambitieuze realisatie tot op heden wordt.
Twee belangrijke projecten in Luxemburg hebben eveneens veel bijgedragen tot de uitstekende resultaten van BPI. Het eerste is Le Domaine des Vignes, in samenwerking met CLE, waarvan de oplevering in 2022 zal beginnen. 54 van de 57 appartementen van de eerste fase hebben al een koper gevonden. Het tweede is de acquisitie van een deel van het portfolio van de Luxemburgse aannemer-ontwikkelaar Soludec. De transactie, die in de zomer van 2020 werd afgerond, heeft betrekking op 4 sites, waarvan er twee al zijn doorverkocht, en een verwerving van een aankoopoptie op 100% van de aandelen van een SPV. Die laatste is de eigenaar van een grondpositie aan de rand van het Kirchbergplateau waar op termijn, in partnership, 22.430 m² hoogstaande residentiële wooneenheden zullen worden gebouwd. België is eveneens goed vertegenwoordigd en staat in voor meer dan de helft van de jaaromzet. Een van de mooiste realisaties is Brouck'R, de herontwikkeling van de voormalige site van de verzekeraar Allianz op het De Brouckèreplein in Brussel. Het omvat een viersterrenhotel, studentenwoningen, handelszaken, kantoren en woningen, rond een binnenplein met groene gevels en een tuin. Dit project van 41.000 m², gedragen door de visie van de Deense architect Jacob Jurek van het bureau Henning Larsen, is het resultaat van een diepgaande denkoefening over de stedelijke integratie en de milieu-impact die volledig inspeelt op de visie van de Stad Brussel op de herontwikkeling van het centrum rond de nieuwe autovrije zone.
Twee andere woonprojecten in Oudergem, Pure en Serenity Valley, illustreren samen met de renovatie/reconstructie van een kantoorgebouw in het hart van de Brusselse Europese wijk een benadering waarin duurzaamheid een steeds grotere rol speelt.
CFE Contracting verwacht een stijging van haar omzet en haar nettoresultaat in 2021. Bij gebrek aan oplevering van projecten in Polen in 2021, hetgeen voor die markt bepalend is voor de resultaatserkenning, en vanwege de vertraging in het verkrijgen van bouwvergunningen in Brussel, wordt een daling van het nettoresultaat van BPI in 2021 verwacht, al zou dit wel op een hoog niveau moeten blijven.
| GOEDE GEZONDING C EN MELZUM - M/C |
KANI (1) 13- CHERVILLS |
INVARDIC WEEK EN ECONOMISCHE EFFORE |
INDUSTRIE Issociate Bi ISTRASTROCTJOB |
ONCELLINONEDO VERM SDEREN |
|---|---|---|---|---|
| VERSTHOODIE P 0062,00718 EN PERCECIT |
IQUARAGACTIC 16 |
LEVEN OF 15 PETIAND |
WREDE, FUSITIE EN 10 STERKE PUBLICERS ATISCOTT |

Deelnemingspercentage AvH: 81%

Ruben
Steve Theunissen
Bruno Jaspaert Baeckelandt
Rent-A-Port is gespecialiseerd in de ontwikkeling van havengerelateerde industriële zones en havenprojecten, voornamelijk in Vietnam.
Rent-A-Port kon in 2020 de groeiverwachtingen grotendeels inlossen en dit ondanks de bijkomende uitdagingen die COVID-19 stelde m.b.t. de commercialisatie. Met de steun van haar aandeelhouders en lokale partners, werden de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam) door dochterbedrijf IAI versneld ontwikkeld. De verkopen stegen substantieel van 33 hectare (2019) naar 89 hectare en het orderboek voor 2021 werd stevig gevuld. Rent-A-Port verwacht dan ook een verdere stijging van de verkopen in 2021.
De meer dan 3.000 hectare aan industriële gronden in beheer van DEEP C Industrial Zones bevinden zich naast de nieuwe diepzeehaven van Lach Huyen, nabij de stad Haiphong. Hierdoor is import en export van producten op een kostefficiënte manier mogelijk. De Zone is bovendien via snelwegen rechtstreeks verbonden met China en Hanoi. De zones worden continu voorzien van elektriciteit dankzij de aansluiting op het nationale en regionale net en er is een stabiele watervoorziening van onbehandeld en behandeld water. De eigen ISO (9001 en 14001) gecertificeerde afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt geëxploiteerd door zusterbedrijf DEEP C Blue.
Als gevolg hiervan wordt een aanzienlijke toename van de verkoop van grond verwacht voor de komende jaren. Deep C blijft bovendien haar diensten uitbreiden door het aanbieden van kant-en-klare magazijnen, een betrouwbaar telecommunicatienetwerk, een groeiende energiehub, volledig waterafvalbeheer, brandbestrijdingscapaciteiten en parkbeheerdiensten op een strategische investeringslocatie in Noord-Vietnam.
In november 2020 kondigde Rent-A-Port Green Energy (Rent-A-Port 66,7%) de start aan van de bouw van een eerste batterij-energieopslagsysteem (10 MW/20 MWh) in Bastenaken, dat tegen midden 2021 klaar moet zijn. Voor dit project ontwikkelen Rent-A-Port Green Energy en haar partners een batterijopslagsysteem om in te spelen op de behoefte aan flexibele oplossingen bij het aanbieden van energie op de markt.

Rent-A-Port - Deep C Industrial Zones - Vietnam
| Rent-A-Port NV(1) | ||||
|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 | |
| Omzet | 72.706 | 32.828 | 3.180 | |
| EBITDA | 16.894 | 6.416 | -2.338 | |
| EBIT | 14.248 | 4.063 | -2.403 | |
| Nettoresultaat (deel groep) |
1.174 | 2.172 | 7.371 | |
| Eigen vermogen (deel groep) |
60.154 | 64.401 | 44.394 | |
| Netto financiële positie | -66.106 | -42.874 | -15.316 | |
| Balanstotaal | 248.279 | 238.618 | 66.287 | |
| (1) IAI vanaf 2019 integraal geconsolideerd | www.rentaport.be |

Deelnemingspercentage AvH: 81%

Green Offshore investeert in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%), evenals een deelname in de overkoepelende vennootschap Otary (12,5%).
Het windpark Rentel ligt op ongeveer 34 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW levert Rentel hernieuwbare energie aan ongeveer 300.000 gezinnen. Tijdens het voorbije jaar 2020 produceerde het windpark meer dan 1,1 TWh aan groene energie.
Het windpark SeaMade omvat de concessiezones Mermaid en Seastar in de Belgische Noordzee, respectievelijk op 50 km en 38 km van Oostende. SeaMade is goed voor 58 windturbines van 8,4 MW. In 2020 werden de bouwwerkzaamheden afgerond: het plaatsen van twee offshore transformatorplatformen die verbonden werden met het Elia Modular Offshore Grid via 2.220kV exportkabels, het leggen van 70 km 33kV infieldkabels tussen de turbines en het installeren van alle windturbines. Met een totale capaciteit van 487 MW is SeaMade het grootste offshore windturbinepark in België. SeaMade produceerde in 2020 al meer dan 0,5 TWh aan groene energie.
Otary wordt hierdoor de grootste offshore windenergieproducent in de Belgische Noordzee met een totaal geïnstalleerd vermogen van 796 MW. België staat wereldwijd op de vierde plaats qua totale capaciteit aan offshore wind (2.262 MW). Beide windparken zullen door Otary geëxploiteerd en onderhouden worden vanuit de haven van Oostende.

SeaMade - Apollo
Green Offshore NV(1)
| Nettoresultaat (deel groep) |
11.430 | 4.926 | 3.352 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen (deel groep) |
14.749 | 15.642 | 19.890 |
| Netto financiële positie | -13.916 | -11.340 | -33.374 |
| Balanstotaal | 29.096 | 29.575 | 55.762 |
(1) Deelnemingen in Rentel en SeaMade via vermogensmutatie

Green Offshore


Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº hebben allebei een recordresultaat neergezet en met de sterke aangroei van de vermogens onder beheer de basis gelegd voor verdere groei.
| 2019 | 2018 | ||
|---|---|---|---|
| FinAx | -0,2 | -0,2 | -0,4 |
| Delen Private Bank | 103,5 | 93,4 | 88,5 |
| Bank J.Van Breda & C° | 38,0 | 34,1 | 33,2 |



Bank J.Van Breda & C°
Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particulieren.
Om de echte kracht van het economische model van de combinatie Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co weer te geven, worden hier een aantal gecombineerde kerncijfers gepubliceerd.
Dankzij lange termijn vertrouwensrelaties met hun klanten, groeide het vermogen dat deze klanten toevertrouwen aan Delen Private Bank en aan Bank J.Van Breda & Co tot een nieuw recordniveau van 54,1 miljard euro per 31 december 2020, tegenover 51,9 miljard euro per 31 december 2019 (+4%).
| (€ mio) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Delen Private Bank | 45.116 | 43.566 |
| Delen Private Bank | 33.771 | 32.118 |
| Oyens & Van Eeghen (1) |
859 | 629 |
| JM Finn | 11.345 | 11.448 |
| Bank J.Van Breda & Co | ||
| Buitenbalansproducten | 11.948 | 10.651 |
| Cliëntendeposito's | 5.907 | 5.416 |
| AuM bij Delen(1) | -8.873 | -7.761 |
| Delen en Van Breda gecombineerd (100%) |
54.098 | 51.872 |
(1) Reeds inbegrepen in Delen Private Bank AuM
" ZELFS IN MOEILIJKE CORONA-OMSTANDIGHEDEN BEREIKTEN DE VERMOGENS ONDER BEHEER VAN DELEN PRIVATE BANK (GECONSOLIDEERD) EEN RECORDNIVEAU."
RENÉ HAVAUX, CEO Delen Private Bank
CEO Bank J.Van Breda & Cº
| (€ mio) | Delen en Van Breda gecombineerd (100%) |
Delen Private Bank |
Bank J.Van Breda & C° |
||
|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2018 | 2020 | 2020 | |
| Beheerd vermogen (AuM) | |||||
| Totaal toevertrouwd vermogen | 54.098 | 51.872 | 45.381 | 45.116 | 17.855 |
| Totaal beheerd vermogen (AuM) | 48.191 | 46.455 | 40.503 | 45.116 | 11.948 |
| Bruto inflow beheerd vermogen | 3.585 | 3.234 | 3.800 | 3.283 | 1.447 |
| % discretionair | 84% | ||||
| Rentabiliteit | |||||
| Bankproduct (bruto) | 534 | 504 | 496 | 412 | 164 |
| Nettoresultaat | 180 | 163 | 156 | 131 | 48 |
| Rendement op eigen vermogen | 12,2% | 12,1% | 12,3% | 15,0% | 8,1% |
| Brutovergoedingen en commmissie-inkomsten als % van bankproduct |
83% | 82% | 82% | 99% | 48% |
| Brutovergoedingen en commissie-inkomsten als % van AuM | 0,9% | 0,9% | 1,0% | 1,0% | 0,7% |
| Nettorenteinkomsten als % van totale rentedragende activa | 1,0% | 1,0% | 1,0% | - | 1,2% |
| Cost-income ratio | 54% | 56% | 55% | 54% | 56% |
| Balans | |||||
| Totaal eigen vermogen (incl. minderheidsbelangen) | 1.562 | 1.384 | 1.303 | 940 | 620 |
| Totaal activa | 9.117 | 8.667 | 8.911 | 2.054 | 7.211 |
| Cliëntendeposito's | 5.907 | 5.416 | 4.877 | - | 5.907 |
| Kredieten | 5.885 | 5.656 | 5.203 | 470 | 5.415 |
| Waardeverminderingen op kredieten | 0,09% | 0,03% | 0,06% | - | 0,10% |
| waarvan ECL (verwachte kredietverliezen - Expected Credit Loss) |
0,07% | 0,01% | 0,01% | - | 0,08% |
| CET1-ratio | 21,7% | 19,5% | 18,4% | 40,5% | 14,7% |
| Hefboomratio | 13,3% | 12,9% | 11,2% | 32,4% | 8,2% |
| LCR | 249% | 327% | 334% | 614% | 171% |
Deelnemingspercentage AvH: 79%

Matthieu Cornette
Michel Buysschaert

Alexandre Delen

Paul De Winter

Katrin Eyckmans

Bart Menten
Eric Lechien
René Havaux
Delen Private Bank legt zich toe op het beheer en de planning van het vermogen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde in België, en heeft een groeiende aanwezigheid in Nederland (Oyens & Van Eeghen) en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).
Zelfs in moeilijke corona-omstandigheden bereikten de vermogens onder beheer van Delen Private Bank (incl. JM Finn) een recordniveau van 45.116 miljoen euro op het einde van 2020 (2019: 43.566 miljoen euro).
Bij Delen Private Bank (België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland) bedroeg het beheerd vermogen 33.771 miljoen euro op het einde van 2020 (2019: 32.118 miljoen euro). Daarvan is 859 miljoen euro afkomstig van Oyens & Van Eeghen, het bijkantoor van Delen Private Bank in Nederland (2019: 629 miljoen euro). De stijging is te danken aan de sterke bruto-instroom van vermogens en aan de waardestijging van de onderliggende activa. Beide vaststellingen zijn des te opmerkelijker, gezien de onrust die de coronacrisis teweegbracht bij heel wat beleggers. De mooie cijfers getuigen enerzijds van het volgehouden vertrouwen van de klanten in de bank en anderzijds van de standvastigheid waarmee Cadelam, de fondsenbeheerder van Delen Private Bank, de klanten door de storm heeft geloodst en excellente rendementen heeft gerealiseerd op hun fondsen.
De instroom van kapitalen bij Delen Private Bank - zowel van bestaande als van nieuwe klanten - betrof bijna uitsluitend discretionair vermogensbeheer. Alle Belgische vestigingen droegen bij tot deze instroom, met een steeds groter aandeel van de regionale kantoren. Dit valideert de strategie om nieuwe kantoren te openen. Ook Oyens & Van Eeghen kon rekenen op een sterke instroom, dankzij de commerciële inspanningen en de succesvolle overname in 2019 van Nobel Vermogensbeheer. De integratie van Nobel Vermogensbeheer in Oyens & Van Eeghen werd volbracht in 2020 en verliep uitstekend dankzij de toewijding van het volledige team.
Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 92,8%) bereikte het beheerd vermogen een record van 11.345 miljoen euro (10.200 miljoen Britse pond) eind 2020 (2019: 11.448 miljoen euro, 9.740 miljoen Britse pond). Bij JM Finn was de stijging voornamelijk te danken aan de positieve waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt in Britse pond). Deze werd evenwel grotendeels tenietgedaan door de waardedaling van het GBP tegenover de euro.
De door Delen Private Bank beheerde vermogens lagen in 2020 hoger dan in 2019. Bovendien slaagden de relatiebeheerders erin om de klanten hun cash te laten investeren in beleggingen met meer rendementspotentieel. Dat resulteerde ook in een betere mix van bedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank: de geconsolideerde brutobedrijfsopbrengsten stegen tot 412,4 miljoen euro (versus 388,6 miljoen euro in 2019).
De kostendiscipline van Delen Private Bank werd ook in 2020 verdergezet. De coronacrisis verminderde weliswaar de marketinguitgaven, maar duwde de IT-investeringen dan weer naar omhoog. Uit solida-

De coronacrisis kwam voor iedereen als een complete en onaangename verrassing. Toch betekende het geen omslagpunt voor de bank, eerder een aanleiding om bestaande reflexen binnen de bank te bestendigen of te versnellen:
riteit met de samenleving werd ook het budget voor goede doelen gevoelig opgekrikt. Bij JM Finn bleven de kosten nagenoeg stabiel als resultaat van hogere kosten voor IT en personeel en lagere marketingkosten.
De bedrijfskosten voor de hele groep zijn per saldo licht gestegen (stijging van 2,9% exclusief JM Finn). De cost-income ratio daalde tot 53,6% (41,8% bij Delen Private Bank, 86% bij JM Finn), een mooi cijfer in verhouding tot de markt.
De nettowinst van de groep nam in 2020 toe tot 131,4 miljoen euro (tegenover 118,6 miljoen euro in 2019). De bijdrage van JM Finn hierin was 7,8 miljoen euro (2019: 7,8 miljoen euro).
Het geconsolideerd eigen vermogen van Delen Private Bank bedroeg 940,3 miljoen euro op 31 december 2020, tegenover 809,6 miljoen euro op 31 december 2019. Het nuttig eigen vermogen van de groep (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 234,4 miljoen euro, waarvan 47 miljoen euro cliënteel van JM Finn en 14,3 miljoen euro cliënteel van Oyens & Van Eeghen en Nobel) bedroeg 603,4 miljoen euro op het einde van het jaar (eind 2019: 566,2 miljoen euro). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De common equity tier1-ratio van 40,5% ligt
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Brutobedrijfs opbrengsten |
412.422 | 388.642 | 384.262 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
131.387 | 118.609 | 112.390 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
940.277 | 809.625 | 742.927 |
| Beheerd vermogen van cliënteel |
45.116.280 | 43.564.970 | 37.712.549 |
| Cost-income ratio | 53,6% | 55,3% | 55,3% |
| Return on equity | 15,0% | 15,3% | 15,8% |
| CET1-ratio | 40,5% | 36,7% | 30,9% |
| Personeel | 757 | 718 | 709 |
ruim boven het sectorgemiddelde. Delen Private Bank beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden blijven conservatief belegd bij de Nationale Bank van België, in kwaliteitsvol overheidspapier, bij kwaliteitsbanken op korte termijn of in kwaliteitsvolle kortetermijnverplichtingen van blue-chip bedrijven. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 15%, een zeer bevredigend cijfer.
• Delen Private Bank (BE, NL, LX, CH)
De missie van Delen Private Bank – de bescherming van en de evenwichtige opbouw van het vermogen van haar klanten – werd door de coronacrisis eens te meer op scherp gesteld. De traditionele investeringsprincipes van de bank en van haar fondsenbeheerder Cadelam bewezen ook in het uitdagende coronajaar hun toegevoegde waarde. Drie zaken zijn daarbij belangrijk: het vermogen van de klanten voorzichtig maar alert beheren, de risico's van de fondsen optimaal spreiden en het investeringsprofiel van de klanten accuraat en regelmatig evalueren.
De beurscrisis in maart 2020 was hevig en liet zich niet voorspellen. Toch bleken de beheerders van Cadelam goed voorbereid. Al in de loop van 2019 hadden ze gaandeweg de fondsen weerbaar gemaakt. Met aandelen van solide en toekomstgerichte bedrijven stelden de beheerders potentieel een aantrekkelijk rendement in het vooruitzicht en met liquide kwaliteitsobligaties legden ze een stevige buffer aan die een mogelijke beurscorrectie zo goed mogelijk kon opvangen. Bij de bedrijvenselectie namen ze ook het respect voor klimaat, mens en goed bestuur in rekening. Cadelam hield het roer tijdens de beursstorm stevig in handen, zonder toe te geven aan verkoopimpulsen. De fondsen konden daardoor profiteren van het snelle beursherstel. Toen duidelijk werd dat de vaccins sneller dan verwacht de wereld zouden 'bevrijden' van het virus, werden de fondsen langzaamaan geherpositioneerd in het voordeel van achtergebleven regio's en sectoren die extra zullen profiteren van de (hopelijk) nakende economische heropleving. Deze strategie leidde tot portefeuillerendementen die aanzienlijk beter waren dan die van de brede markt, zowel voor Delen-klanten als voor klanten van Oyens & Van Eeghen.
Op het einde van 2020 werden in België 84% (28.758 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel 'discretionair beheer'-rekeningen 95%. Dit vertegenwoordigt meer dan 27.130 beheermandaten. Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van private banking, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2020 opende Delen Private Bank een nieuw kantoor in Antwerpen-Noord (Brasschaat) en Waregem. De verbouwingen van het hoofdkantoor in Antwerpen ondervonden hinder van de lockdownmaatregelen. De bank hoopt in 2021 dit kantoor in gebruik te kunnen nemen. Voor 2021 kijkt de bank naar elke opportuniteit die zich aandient. Ook in Nederland wierpen de aangehouden commerciële inspanningen hun vruchten af. De overstap van de klanten van Nobel Vermogensbeheer verliep vlekkeloos.
Bank J.Van Breda & C° droeg opnieuw in belangrijke mate bij tot de aangroei van de beheerde vermogens en vertegenwoordigde ongeveer 27% van het totaal beheerd vermogen. Op 31 december 2020 beheerde Delen Private Bank immers 7.508 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgde Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (1.366 miljoen euro).
De Britse beurzen kregen het een stuk harder te verduren dan hun Europese tegenhangers, als gevolg van de onzekerheid rond de brexit. In deze moeilijke context wist JM Finn toch mooie rendementen op te tekenen, dankzij de geografische diversificatie van hun portefeuille en hun keuze voor Britse multinationals die wereldwijd actief en dus minder afhankelijk zijn van de Britse economie.
Op operationeel vlak was 2020 ook voor JM Finn een uitzonderlijk jaar. Het team reageerde flexibel op de coronasituatie. Vanuit hun thuiskantoren behielden de beheerders intensief contact met de klanten, met een mooi commercieel resultaat tot gevolg. De automatisering en digitalisering van de laatste jaren werden verder versneld en het aanbod inzake vermogensplanning werd verder uitgebouwd.
JM Finn vat 2021 aan met een nieuw en verjongd managementteam, met verse ambities en vol energie. Hugo Bedford, directielid sinds 2011, wordt CEO en vervangt Steven Sussman die voorzitter wordt van de raad van bestuur. James Edgedale, de uitgaande voorzitter, blijft lid van de raad van bestuur. Dominique May, de huidige CFO, wordt eveneens lid van de raad van bestuur.
Sinds de overname van JM Finn in 2011 verhoogde Delen Private Bank haar deelneming tot 92,8%. Eind 2020 had JM Finn 11.346 miljoen euro (10.200 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 82% in discretionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aandeel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshorevermogensbeheermarkt, in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt.
De impact van de brexit op JM Finn is zeer beperkt: JM Finn is een Britse vermogensbeheerder met Britse klanten en lokale kosten en inkomsten.
Delen Private Bank streeft naar consistentie in haar prestaties. Dat vraagt discipline in haar principes van verantwoord vermogensbeheer: een optimale spreiding inzake regio's, sectoren en bedrijven, een effectief risicobeheer en een duurzame beleggingsfilosofie gericht op de lange termijn. Deze houding bood ook in 2020 al bescherming tegen bijzonder woelige markten, en leverde een mooi rendement op zowel in de neutrale als in de meer dynamische profielen.
De coronacrisis zal ook in 2021 een serieuze weerslag hebben op de wereldwijde economie. Toch geven de grootschalige relancemaatregelen van de overheden en de vaccinatiecampagnes gegronde hoop op een economisch herstel, ergens in de tweede helft van het jaar. Dat maakt de bank voorzichtig optimistisch over de aandelenbeurzen in 2021. De aandelenposities werden dan ook lichtjes verhoogd. Tegelijk blijft de bank alert voor risico's. Geopolitieke en medische ontwikkelingen kunnen voor volatiliteit op de markten zorgen. Maar over de lange termijn bekeken, behalen aandelen als belegging de beste rendementen. Daarom raadt Delen Private Bank haar klanten aan steeds geïnvesteerd te blijven ('buy-and-hold'-strategie).
Naast vermogensbeheer zal Delen Private Bank ook haar aanbod rond vermogensplanning blijven verbeteren. Delen Family Services, de dienstverlening gericht op een overzicht, analyse en planning van het volledige vermogen, wordt verder uitgerold, ook in de Delen app. Voor de meer complexe dossiers staan de juristen en fiscalisten van het team Estate Planning klaar om de klanten met de nodige expertise persoonlijk te begeleiden.
Delen Private Bank, in België en Nederland, en JM Finn zullen zich ook in 2021 verder inzetten om nieuwe kapitalen aan te trekken. Met de sterke aangroei van de beheerde vermogens in 2020 is een basis gelegd voor een verdere stijging van de resultaten in 2021. Naast interne groeimogelijkheden worden overname-opportuniteiten bekeken indien aantrekkelijke partijen met een gelijkaardige strategie het pad kruisen.

Delen Private Bank - Leuven

• Delen Private Bank gelooft sterk in het belang van waardecreatie door verantwoord ondernemen. De vijf waarden van de bank – duurzaamheid, behoedzaamheid, efficiëntie, familiale en persoonlijke touch – gebruikt ze als kompas om een duurzame koers te varen. Respect voor ecologie, sociale verantwoordelijkheid en goed bestuur (ESG) vinden weerklank in de dagelijkse bedrijfsvoering van de organisatie (rechtstreekse invloed) en in het verantwoord beleggingsbeleid (onrechtstreekse invloed). Hierbij houdt Delen Private Bank rekening met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (UN-SDGs), waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan SDG 8, 12, 13 en 16.

Deelnemingspercentage AvH: 79%

Léonard
Dirk Wouters
Vic Pourbaix Véronique
Marc Wijnants
Bank J.Van Breda & Co is een gespecialiseerde adviesbank die focust op de begeleiding van haar doelgroepklanten van ondernemers en vrije beroepen bij hun vermogensopbouw.
Begin 2020 leidde de uitbraak en verspreiding van het coronavirus niet alleen tot een onverwachte gezondheidscrisis, maar had ook een significante impact op de mondiale en Belgische economie, ieders privéleven en de professionele activiteit van de cliënten van Bank J.Van Breda & C°. Haar eerste prioriteit ging naar het beschermen, informeren en ondersteunen van collega's en klanten. Dankzij de investeringen in IT en digitalisering van de afgelopen jaren kon de bank haar dienstverlening zonder onderbreking voortzetten. Zowel op de hoofdzetel als vanuit de kantoren gebeurde dit meestal van thuis uit. Videoconferencing werd versneld ingevoerd. De bank bleef zo in nauw contact met haar cliënten en koos ervoor om zo persoonlijk mogelijk met hen te communiceren.
Ondanks de coronacrisis zette Bank J.Van Breda & C° in 2020 een recordresultaat neer. De geconsolideerde nettowinst steeg met 11% tot 48,3 miljoen euro (43,4 miljoen euro in 2019). Het brutobedrijfsresultaat (bankproduct - kosten) bedroeg
Bank J.Van Breda & C°: Door cliënten belegd vermogen

71,1 miljoen euro, een toename met 13,2 miljoen euro (+23%) in vergelijking met 2019 dankzij 9% groei in bankproduct en gelijkblijvende kosten. Dit resultaat is een gevolg van sterke commerciële prestaties en groei in commerciële volumes, zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance.
De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening) zijn in 2020 met 9% gestegen tot 23,3 miljard euro.
Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 620 miljoen euro, waarbij een rendement op eigen vermogen (ROE) van 8% werd gerealiseerd.
Het door cliënten belegd vermogen steeg met 1,8 miljard euro tot 17,9 miljard euro en bevestigt het vertrouwen van de cliënten in de bank, ook tijdens de coronacrisis.
Hiervan bedroegen de buitenbalansproducten 11,9 miljard euro (+12%) en de cliëntendeposito's 5,9 miljard euro (+9%). De totale kredietportefeuille steeg gecontroleerd tot 5,4 miljard euro (+3%).
Het geconsolideerd bankproduct nam met 9% toe tot 163 miljoen euro. Gerealiseerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsinstrumenten bedroegen minder dan 1% van het totale bankproduct, dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is.
Het renteresultaat steeg met 4%, mede dankzij deze gestegen volumes en de deelname aan het TLTRO III, een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten. Dit is een sterk resultaat in tijden van lage rentes, hoge competitieve druk op de rentemarge en rekening houdend met de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement. Dankzij de groei in buitenbalansbeleggingen van de cliënten groeiden de fee-inkomsten met 12%.
De totale bedrijfslasten bleven stabiel (91,5 miljoen euro) dankzij lagere kosten (bijvoorbeeld voor marketing en events) als gevolg van de coronacrisis. Deze compenseren de toename van de bankenheffing (+11%) en toekomstgerichte investeringen. Bank J.Van Breda & C° blijft immers investeren in commerciële slagkracht, in de vernieuwing en upgrade van kantoren, alsook in haar IT-platform om volop in te spelen op opportuniteiten die de digitalisering biedt. De toename van het bankproduct bij gelijkblijvende kosten resulteert in een cost-income ratio die verbetert van 61% naar 56%. Bank J.Van Breda & C° behoort hiermee tot de meer performante Belgische banken.
De bank speelde proactief in op de vragen om betalingsuitstel voor professionele en hypothecaire leningen, zodat de ondernemers en vrije beroepen konden focussen op het beheren van de crisis en de heropstart van hun activiteiten. Er werd tijdelijk kapitaaluitstel verleend op bijna 10% van het kredietobligo. De waardeverminderingen op kredieten bleven beperkt tot 1,0 miljoen euro of slechts 0,02% van de gemiddelde kredietportefeuille. Inclusief de provisie voor mogelijke toekomstige kredietverliezen (ECL), stijgen de waardeverminderingen tot 0,10% van de gemiddelde kredietportefeuille als gevolg van de extra IFRS 9-voorzieningen.
De impact van de crisis op lange termijn is nog onzeker. Hoewel er door corona tot nu toe geen grote verliezen op specifieke kredietdossiers werden geboekt, is 4,5 miljoen euro bijkomende provisie aangelegd voor mogelijke toekomstige kredietverliezen (Expected Credit Losses of ECL), zoals reeds aangehaald in de voorgaande paragraaf.
Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt de bank steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedragen resp. 171% en 140%, ruim boven de vereiste ondergrens van 100%. De CET1-ratio bedraagt 14,7%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de internationale markten.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Bankproduct | 162.681 | 149.564 | 143.759 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
48.295 | 43.362 | 42.165 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
620.249 | 573.343 | 549.800 |
| Balanstotaal | 7.211.370 | 6.380.896 | 5.820.019 |
| Totaal belegd door cliënten |
17.855.170 | 16.066.871 | 14.268.673 |
| Kredietportefeuille | 5.414.654 | 5.232.650 | 4.797.177 |
| Waardevermindering op kredieten |
0,10% | 0,03% | 0,05% |
| Cost-income ratio | 56,3% | 61,3% | 61,0% |
| Return on equity | 8,1% | 7,7% | 7,7% |
| CET1-ratio | 14,7% | 13,1% | 13,6% |
| Solvabiliteitsratio (RAR) | 15,7% | 14,2% | 15,0% |
| Personeel | 502 | 486 | 464 |
Op de vraag "In welke mate zou u Bank J.Van Breda & C° aanraden bij andere ondernemers of vrije beroepen?" gaf 65% van de cliënten in 2020 op een tienpuntenschaal een score van 9 of 10 ('promoters'). 30% gaf 7 of 8 ('passives') en 5% een score van 6 of minder ('detractors'). De bank behaalde hierdoor een zeer mooie Net Promoter Score (NPS) van 60 (promoters minus detractors). Dit is een van de beste cijfers in de Belgische banksector.
Behalve een hoge cliëntentevredenheid geniet Bank J.Van Breda & C° ook een hoge personeelstevredenheid. Uit de enquête 'Great Place to Work' van november 2019 bleek dat 95% van haar medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. De bank werd op basis van deze deelname in maart 2020 genomineerd als 'Beste werkgever'.
Het eigen vermogen (deel groep) stijgt van 573 miljoen euro (2019) naar 620 miljoen euro (2020). De groei van het eigen vermogen maakt het mogelijk het ritme van de commerciële expansie verder te zetten zonder in te boeten op de gezonde hefboom, die de belangrijkste bescherming van de depositohouders is. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (leverage- of hefboomratio) bedroeg 8,2%, een veelvoud van de vereiste 3% die bindend wordt vanaf juni 2021.
• Bank J.Van Breda & C°
In 2020 werd de lijn van gestage commerciële groei doorgetrokken. In een zeer bijzonder jaar waarbij ook de beurzen zwaar gereageerd hebben op de coronacrisis, is het totaal toevertrouwd vermogen van ondernemers en vrije beroepen met 1,8 miljard euro gestegen tot 17,5 miljard euro.
Ondanks een context van lage rentevergoedingen groeiden de cliëntendeposito's met 550 miljoen euro (+11%) tot een totaal volume van 5,7 miljard euro. Deze groei kan nagenoeg volledig worden toegeschreven aan de zichttegoeden en spaarrekeningen.
De buitenbalansbeleggingen groeiden met 1,3 miljard euro (+ 12%) tot 11,8 miljard euro. Hiervan is 7,5 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer.
Ondanks de hevige concurrentie en deels geholpen door kapitaaluitstel (uitgestelde aflossingen) als gevolg van de coronacrisis, groeide het volume kredieten aan ondernemers en vrije beroepen met 166 miljoen euro (+4%) tot een volume van 4,8 miljard euro.
2020 was een bijzonder uitdagend jaar voor de automobielsector. De concessiehouders werden geconfronteerd met 8 weken verplichte sluiting in maart en april en 4 weken in november. Dit liet zich voelen in de evolutie van de inschrijvingen van nieuwe wagens op de Belgische markt (21,6% minder personenwagens en 12,2% minder bestelwagens). Toch zette Van Breda Car Finance een sterke commerciële prestatie neer. Het productievolume steeg met 2% en de portefeuille groeide met 8% tot 495 miljoen euro.

Bank J.Van Breda & C° - Genk Bank J.Van Breda & C° - Oudenaarde
De uitbraak van het coronavirus begin 2020 maakt dat deze resultaten werden neergezet in een zeer uitdagende economische context. Voor de meeste landen zal de uitbraak van het virus dit jaar de grootste economische schok veroorzaken in de naoorlogse periode. Deze ongeziene krimp in economische activiteit, in combinatie met snel oplopende begrotingstekorten en ongeziene maatregelen door zowel overheden als centrale banken, zullen in 2021 en de jaren nadien blijven zorgen voor veel onzekerheid. Een einde van het lagerenteklimaat lijkt nog niet in zicht. Nieuwe virusuitbraken kunnen een pril economisch herstel snel fnuiken en ook nieuwe (geo)politieke spanningen kunnen opnieuw opduiken.
De blijvende druk op de rentemarges, de hoge bankenheffingen, de noodzakelijke investeringen in de toekomst en een mogelijke toename van kredietverliezen als gevolg van de coronacrisis drukken op de winstgroei. Maar Bank J.Van Breda & C° blijft zeer goed gewapend voor de toekomst.
Het handelsfonds, de reputatie, de positionering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.

Bank J.Van Breda & C° kiest ervoor om haar economisch, sociaal en ecologisch engagement systematisch en expliciet te integreren in haar bedrijfsbeleid. De Sustainable Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties zorgen hierbij voor een mondiaal kader. Vanuit haar specialisatie voor ondernemers en vrije beroepen ondersteunt de bank vooral de volgende drie doelstellingen: 'SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn', 'SDG 8 Waardig Werk en Economische Groei' en 'SDG 16 Vrede, Veiligheid en Sterke Publieke Diensten'.


De resultaten in 'Real Estate & Senior Care' konden zich in de tweede jaarhelft herstellen na een moeizaam eerste halfjaar.
| Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH | |||
|---|---|---|---|
| (€ miljoen) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Extensa Group | 25,9 | 29,5 | 27,2 |
| Leasinvest | 3,3 | 15,7 | 11,9 |
| Anima | 3,4 | 5,0 | 4,7 |
| HPA/Residalya | - | - | 21,5(1) |
| Totaal | 32,7 | 50,2 | 65,3 |
(1) Incl. 21,3 miljoen euro gerealiseerd op de verkoop van vastgoed

Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op projecten voor gemengd gebruik in België en het Groothertogdom Luxemburg.

Het beursgenoteerde Leasinvest beheert kwalitatieve en goedgelegen kantoren en winkelcentra in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk.

Anima focust op het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België.
Deelnemingspercentage AvH: 100%

Kris Verhellen
Laurent Jacquemart Peter De Durpel
Ward Van Gorp
Extensa is een vastgoedontwikkelaar die zich vooral richt op projecten met gemengde bestemming in België en het Groothertogdom Luxemburg.
Extensa realiseerde over het boekjaar 2020 een nettowinst van 25,9 miljoen euro. De daling tegenover vorige jaren (29,5 miljoen euro in 2019) is grotendeels toe te schrijven aan de impact van het COVID-19 virus op de exploitatie- en ontwikkelingsactiviteiten van Extensa.
De opschorting gedurende één maand, gevolgd door een geleidelijke heropstart van de bouwactiviteiten in België en Luxemburg in het tweede kwartaal, zorgden voor een lagere winsterkenning op de projecten in aanbouw ('percentage of completion'). Behoudens de beperkt hogere financieringskost, gaat het slechts om een verschuiving van de voorziene winsten naar het volgende boekjaar. Daarentegen leidde de annulatie van beurzen, evenementen en conferenties wel tot een reëel verlies van inkomsten ten opzichte van vorige jaren.
De verkoop van residentiële projecten bleef zeer bevredigend, niettegenstaande de opgelegde beperkingen en het feit dat de administratieve afhandeling in het algemeen meer tijd vergde. De markt van kantoren kende eerder een stagnatie, nu veel bedrijven hun toekomstige behoeften opnieuw evalueren als gevolg van de toename van het thuiswerk.

Extensa - Gare Maritime - Brussel beheerder.
De nettobijdrage (na belastingen, maar voor algemene kosten van Extensa) van de projecten op de site Tour & Taxis in Brussel bedroegen 3,9 miljoen euro en van de projecten op de site Cloche d'Or in Luxemburg 25,5 miljoen euro.
Het balanstotaal evolueerde van 551,1 miljoen euro eind 2019 naar 598,4 miljoen euro eind 2020, voornamelijk als gevolg van investeringen in Tour & Taxis. De erfgoedgebouwen op de site van Tour & Taxis zijn strategische activa in beheer en vertegenwoordigen eind 2020 een geschatte marktwaarde van 271,9 miljoen euro. Het totale eigen vermogen van de groep steeg van 217,7 miljoen euro (2019) naar 243,6 miljoen euro (2020).
• Tour & Taxis
De effectieve verhuis van verschillende huurders naar de Gare Maritime werd uitgesteld omwille van de verplichting tot thuiswerken in de eerste helft van 2020. Ondertussen hebben Publicis Groupe, BSH, Spaces, Collibra en Universal Music hun lokalen in gebruik genomen. De verdere invulling van de ruimte met gemengde bestemming op de benedenverdieping (horecazaken, themawinkels, cultuur en amusement) werd vertraagd door de lockdownmaatregelen. De commercialisering ging evenwel verder, met het oog op een opening in het derde kwartaal van 2021. Eind 2020 werd een langetermijnovereenkomst afgesloten met Bruxelles Formation (Brussels Gewest) met betrekking tot kantoren en opleidingslokalen van in totaal 7.900 m².
De eerste fase van 'Park Lane' is in volle aanbouw. De nieuwe ondergrondse parkeergarage (908 auto's) werd in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik genomen en Anima ging van start met de bouw van een woonzorgcentrum (197 bedden). Van de 319 appartementen (in 6 gebouwen) waren er eind 2020 meer dan 200 op plan verkocht. De bouwvergunning voor fase 2 (350 appartementen) werd aangevraagd en de start van de verkoop is voorzien voor het derde kwartaal van 2021.
Alle appartementen in het project Riva (139 units) waren reeds verkocht in 2019 en werden opgeleverd in het eerste kwartaal van 2020. De nieuwe brug Suzan Daniel is in aanbouw (door Beliris) en zal in het najaar van 2021 in gebruik genomen worden, waardoor ook de gelijkvloerse commerciële ruimtes van Riva gevaloriseerd zullen worden. Een deel van deze ruimtes werd reeds verkocht of verhuurd, onder andere aan een supermarkt, een verdeler van elektrische auto's en een vastgoed-
" DE DALING VAN HET NETTO-RESULTAAT IS GROTENDEELS TOE TE SCHRIJVEN AAN DE IMPACT VAN HET COVID-19 VIRUS OP DE EXPLOITATIE-EN ONTWIKKELINGS-ACTIVITEITEN VAN EXTENSA."
KRIS VERHELLEN,
CEO
Extensa - Gare Maritime - Brussel

Extensa - Tour & Taxis (artist impression) Extensa - Cloche d'Or
De 'Sheds' realiseerden in januari en februari 2020 nog de voorziene omzet, maar werden vanaf maart geconfronteerd met de annulatie van quasi alle activiteiten. Hetzelfde geldt voor Maison de la Poste, dat nochtans op beperkte schaal kleinere bijeenkomsten kon blijven organiseren in de ruime zalen.
Het laatste van in totaal 909 appartementen in îlot A werd opgeleverd in de loop van 2020, waarmee dit project volledig is beëindigd. De 151 appartementen in het nieuwe residentiële complex îlot D-Sud werden quasi volledig op plan verkocht en de bouw ervan loopt zoals voorzien.
Het bijzondere kantoorgebouw Bijou (6.021 m²), dat op eigen risico werd ontwikkeld, kon voor 100% worden verhuurd en daarna verkocht aan een institutionele investeerder. Daarnaast zijn nog vier kantoorgebouwen voor een totaal van circa 24.000 m² in aanbouw. Een kantoorgebouw van 4.259 m² is voorverhuurd aan International Workspace Group, die het zal exploiteren onder de merknaam 'Spaces'. De projectvennootschap werd reeds op plan verkocht aan internationale investeerders. De nieuwe hoofdzetel van Banca Intesa Sanpaolo (10.830 m²) is in aanbouw en zal in 2021 worden opgeleverd. Twee andere kantoorgebouwen zullen na 2021 worden opgeleverd.
Voor diverse verkavelingsprojecten lopen stedenbouwkundige procedures of administratieve beroepen, waarin gedurende het boekjaar geen formele beslissingen werden genomen.
| Extensa Group NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Bijdrage Tour & Taxis | 3.855 | 6.586 | 1.585 |
| Bijdrage Cloche d'Or | 25.517 | 26.018 | 34.392 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
25.913 | 29.475 | 27.238 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
243.633 | 217.654 | 190.859 |
| Netto financiële positie | -232.090 | -189.386 | -114.345 |
| Balanstotaal | 598.425 | 551.081 | 441.795 |

De maatregelen ter bestrijding van de pandemie zullen ook in 2021 de resultaten van sommige activiteiten nog nadelig beïnvloeden. Voor zover de lopende kantooren residentiële projecten in normale omstandigheden kunnen worden verdergezet, verwacht Extensa in 2021 opnieuw goede resultaten.


Deelnemingspercentage AvH: 30%

Tim Rens
Michel Van Geyte
Leasinvest Real Estate (Leasinvest) is een genoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) met een gediversifieerde portefeuille van duurzame gebouwen op toplocaties in België (kantoren) en Luxemburg (kantoren en retail) en retailparken in Oostenrijk die haar defensief karakter bewezen heeft.
Het boekjaar 2020 was een jaar van nooit geziene uitdagingen. De coronapandemie heeft het resultaat van Leasinvest beïnvloed, zowel op het vlak van de huurinkomsten als op het vlak van herwaarderingsresultaten op vastgoed en op de participatie in Retail Estates.
De verschillende lockdowns, met daaraan gekoppeld verplichte winkelsluitingen in de drie landen waarin Leasinvest actief is, hebben ertoe geleid dat verscheidene huurders uit het retailsegment betalingsuitstel en/of tijdelijke huurverminderingen gevraagd hebben. Dit heeft geleid tot een omzetverlies van 4,2 miljoen euro, waarvan 2,5 miljoen euro reeds definitief toegekend is en het saldo als provisie op de omzet werd opgenomen, aangezien de onderhandelingen met diverse huurders nog aan de gang waren. Leasinvest verkiest om elke individuele situatie van de huurders in kwestie apart te bekijken, wat resulteert in maatoplossingen.
De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedroeg 1.141 miljoen euro eind 2020. Inclusief de participatie in Retail Estates bereikte deze reële waarde per einde 2020 1.221 miljoen euro.
De EPRA-winst (voorheen netto courant resultaat) bedroeg op eind december 2020 35,6 miljoen euro (6,01 euro per aandeel) wat een daling betekent van 12% per aandeel ten opzichte van eind december 2019 (4,9 miljoen euro of 0,82 euro per aandeel). Het nettoresultaat bedroeg 7,7 miljoen euro, tegenover 49,9 miljoen euro in 2019. De grote daling is voornamelijk te wijten aan de waardevermindering (-33,5 miljoen euro) op de participatie in Retail Estates, die conform de IFRS-normen aan de beurskoers op balansdatum geboekt werd. Daarnaast werden ook een aantal effectieve indekkingsinstrumenten vervroegd afgelost, waardoor een negatief bedrag van 20,3 miljoen euro aan niet-gerealiseerde resultaten door de resultatenrekening werd gerecycleerd. Beide negatieve effecten werden deels gecompenseerd door een positief portefeuilleresultaat (31,5 miljoen euro), al werd ook een belangrijke waardevermindering (25 miljoen euro) geboekt op de Knauf shoppingcentra in Luxemburg.
Op het einde van het boekjaar 2020 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 487,2 miljoen euro (2019: 492,6 miljoen euro). Het netto-actief per aandeel exclusief de invloed van de reële waarde aanpassingen op financiële instrumenten en uitgestelde belastingen (EPRA) bedroeg 91,3 euro eind 2020 in vergelijking met 93,4 euro eind 2019. Het netto-actief per aandeel op basis van de reële waarde bedroeg eind 2020 82,2 euro (2019: 83,1 euro). Gegeven de slotkoers van het aandeel Leasinvest op 31 december 2020 van 77,80 euro, resulteerde dit in een discount van 15%.
Met de diversificatie naar Luxemburg (sinds 2006) en Oostenrijk (eind 2016) blijft Leasinvest zich verder ontwikkelen buiten België in landen met een AAA-rating, een gezonde economie met weinig werkloosheid en een hoog BNP per capita, die groei optekenen.
2020 was een bijzonder jaar en 2021 zal voor Leasinvest een schakeljaar worden om de COVID-19 crisis verder het hoofd te bieden en de groep nog weerbaarder te maken voor de toekomst.
Tijdens het boekjaar 2020 werden geen acquisities gerealiseerd, maar enkele niet-strategische activa werden gedesinvesteerd, met een meerwaarde van 2,2 miljoen euro. Er werd wel verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van strategische activa binnen de bestaande portefeuille.
Leasinvest: Vastgoedportefeuille (% op basis van de reële waarde)


de uitbreiding is voorzien in Q1 2022. Deze werken omvatten een breder com mercieel aanbod, een nieuw horecaconcept en een zone voor activiteiten en ontspanning voor families. Tevens werd hier de grootste Delhaize supermarkt in de Belux geopend.
Gedurende 2020 konden opnieuw verschillende verhuringen (nieuwe, uitbreidingen en verlengingen) gerealiseerd worden in Luxemburg, België en Oostenrijk.
2020 was eveneens het jaar voor de uitrol van de duurzaamheidsstrategie van Leasinvest waarover apart gerapporteerd zal worden in het CSR-rapport dat be schikbaar is op www.leasinvest.be.
" DE GEDIVERSIFIEERDE PORTEFEUILLE VAN LEASINVEST VAN DUURZAME GEBOUWEN IN BELGIË, LUXEMBURG EN OOSTENRIJK HEEFT HAAR DEFENSIEVE STERKTE GETOOND."
MICHEL VAN GEYTE, CEO

Leasinvest - Knauf Shopping Center - Pommerloch Leasinvest - Moonar (artist impression)
De coronapandemie houdt de markten waar Leasinvest actief is nog steeds in haar greep.
In België blijft de horeca tot nader order gesloten, waardoor er zeker een impact zal zijn op de huurinkomsten van vooral het gelijkvloers van het Koninklijk Pakhuis op de Tour & Taxis-site.
In Luxemburg blijft de horeca tot nader order eveneens gesloten. De niet-essentiële winkels zijn sinds 11 januari 2021 weer geopend. De grenzen blijven tot nader order geopend, al zijn voor Belgen die buiten een cirkel van 20 km van de Luxemburgse grens wonen wel beperkingen van kracht om de grens te overschrijden, en dit tot minstens 1 maart 2021.
In Oostenrijk waren de niet-essentiële winkels en de horeca gesloten van 26 december 2020 tot 7 februari 2021. Vanaf 8 februari 2021 zijn de niet-essentiële winkels weer open, maar de horeca blijft er tot nader order gesloten. Aangezien de Oostenrijkse wet voorziet in een recht om als huurder af te zien van huurbetalingen in een periode van een door de overheid opgelegde lockdown, zal ook hier ongetwijfeld een negatieve impact op de huurinkomsten uit volgen voor 2021.
Daarnaast werden in 2020 enkele niet-strategische gebouwen verkocht, die in 2021 bijgevolg geen huurinkomsten zullen opleveren. Daartegenover staat dan wel een significante daling van de financieringskosten wegens de vervroegde aflossing van een aantal derivaten in december 2020. Daarenboven zijn er een heel aantal gebouwen in (her)ontwikkeling, die pas na 2021 zullen bijdragen tot de huurinkomsten.
| Leasinvest Real Estate Comm. VA | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
7.683 | 49.900 | 38.194 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
487.211 | 492.577 | 475.811 |
| Vastgoedportefeuille (reële waarde) |
1.141.190 | 1.110.249 | 1.037.083 |
| Huurrendement (%) | 5,63 | 5,84 | 6,45 |
| Bezettingsgraad (%) | 91,62 | 90,46 | 94,26 |
| Per aandeel (in €): | |||
| Netto-actief waarde | 82,2 | 83,1 | 80,3 |
| Slotkoers | 77,8 | 113,0 | 87,40 |
| Brutodividend | 5,25 | 5,25 | 5,10 |
Niettegenstaande de gezonde, gediversifieerde portefeuille en het herontwikkelingspotentieel van bepaalde sites, verplichten de huidige corona-omstandigheden ons tot voorzichtigheid qua financiële vooruitzichten. Het lijkt in deze context weinig waarschijnlijk dat het dividend over het boekjaar 2021, betaalbaar in mei 2022, nog op het niveau van 5,25 euro per aandeel zal kunnen behouden worden.

Leasinvest heeft in 2020 de consultant Bopro aangesteld om de vennootschap bij te staan in het implementeren van haar duurzaamheidsbeleid. Het strategisch plan omvat het uitwerken van de tools, het bepalen van de KPIs en het definiëren van de objectieven. Binnen het duurzaamheidsbeleid werden dan ook volgende Sustainability Development Goals geselecteerd: betaalbare en propere energie, duurzame steden en communities, verantwoordelijke consumptie en productie, inzet voor het klimaat en vrede, gerechtigheid en sterke instellingen.
Hieruit blijkt dat Leasinvest de grootste impact heeft op het niveau van haar gebouwenportefeuille. Een van de belangrijkste assessment tools hiervoor is BREEAM-certificering (breeam.org). Op heden betreft dit:
Het uiteindelijke doel is de waarde van de vastgoedportefeuille duurzaam te verhogen, dankzij meer en stabielere kasstromen.
Deelnemingspercentage AvH: 93%

Olivier Fassin
Frank Foucart
Luc Devolder
Ingrid Van de Maele
Jeroen Versnick
ANIMA
Anima (voorheen Anima Care) legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de seniorenhuisvesting en -zorg. In residentiële ouderenzorg investeert Anima zowel in de uitbating als in het vastgoed.
Johan Crijns
Anima heeft 2.539 bedden in exploitatie per 31 december 2020, waarvan 2.150 rusthuisbedden, 130 bedden herstelverblijf en 259 assistentiewoningen, verspreid over 23 zorgcentra (9 in Vlaanderen, 7 in Brussel, 7 in Wallonië).
De resultaten van Anima werden in 2020 sterk beïnvloed door de coronacrisis. De gederfde inkomsten omwille van de lagere bezetting in vergelijking met 2019 en de extra kosten om het coronavirus te beteugelen werden voor een belangrijk deel wel gecompenseerd door bijkomende subsidies. De opnamestop in de eerste coronagolf, de angst om in woonzorgcentra met het virus besmet te raken, de leegstand bij de concurrerende woonzorgcentra en het groot aantal overlijdens bij de 75-plussers in het algemeen, zorgden ervoor dat de bezettingsgraad van de 4 nieuwe zorgcentra, die in het laatste kwartaal van 2019 en begin 2020 in gebruik werden genomen, slechts moeizaam verbeterde.
Anima realiseerde in 2020 een omzet van 95,8 miljoen euro. De stijging is voornamelijk te danken aan de woonzorgcentra Villa 34 en Le Rossignol, die in 2019 enkel in het laatste kwartaal bijdroegen tot de geconsolideerde resultaten, en aan het woonzorgcentrum Les Trois Arbres, dat op 1 juli 2020 werd overgenomen. De bijdrage die werd verwacht van de 4 recente nieuwbouwprojecten bleef als gevolg
van deze coronacrisis beneden het budget. De EBITDA bedroeg 20,7 miljoen euro (2019: 19,5 miljoen euro). Door de bijkomende afschrijvingen en financiële kosten als gevolg van de nieuwbouwprojecten daalde de winst van het boekjaar van 5,4 miljoen euro in 2019 naar 3,7 miljoen euro in 2020.
Het eigen vermogen van de groep is gestegen van 65,0 miljoen euro per eind 2019 tot 68,7 miljoen euro per eind 2020.
In 2020 heeft Anima 11,5 miljoen euro geïnvesteerd, waarvan de meerderheid in haar nieuwbouwprojecten. Deze investeringen vertaalden zich in een stijging van de netto financiële schulden (incl. IFRS 16 Leases) van 140,3 miljoen euro per 31 december 2019 naar 151,4 miljoen euro per 31 december 2020 en van het balanstotaal van 244,7 miljoen euro tot 264,3 miljoen euro.
Het eerste kwartaal van 2020 diende zich veelbelovend aan met de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum Nuance te Vorst (121 bedden) en de toestemming om het nieuwe woonzorgcentrum Kristallijn te Bilzen te laten groeien (van 57 bedden naar 106 bedden).
23 13 16 15 20 1 22 7 21 14 8 9 6 12 2 3 19 17 4 5 18 1. De Toekomst - Aalst 2. Alegria - Anderlecht 3. Edelweiss - Anderlecht 4. La Roseraie - Anderlecht 5. Home Scheut - Anderlecht 6. Château d'Awans - Awans 7. Kruyenberg - Berlare 8. Kristallijn - Bilzen 9. Les Comtes de Méan - Blegny 10. Le Rossignol - Braine-l'Alleud 11. Villa 34 - Braine-l'Alleud 12. Duneroze - Wenduine 13. Au Privilège - Haut-Ittre 14. Aquamarijn - Kasterlee 15. Atrium - Kraainem 16. Résidence St. James - La Hulpe 17. Arcade - Sint-Lambrechts-Woluwe 18. Neerveld - Sint-Lambrechts-Woluwe 19. Nuance - Vorst 20. Zevenbronnen - Walshoutem 21. Zonnesteen - Zemst 22. Ravelijn - Zoutleeuw 23. Les Trois Arbres - Mellet
In 2020 werd het leven en werken in de woonzorgcentra bemoeilijkt door de COVID-19 pandemie. AvH wil hierbij oprecht hulde brengen aan alle medewerkers in de woonzorgcentra van Anima. Zij hebben in vaak uitzonderlijk moeilijke omstandigheden het beste van zichzelf gegeven om hun residenten te steunen, te helpen en te verzorgen. Helaas hebben zij niet elk woonzorgcentrum kunnen behoeden voor de gevolgen van het COVID-19 virus. Onze gedachten gaan hier dan ook naar alle medewerkers, residenten en hun families die met de crisis werden geconfronteerd.

Anima
Door de uitbraak van de coronacrisis konden de ambities voor 2020 echter niet worden waargemaakt. Sommige zorgcentra van Anima zijn gespaard gebleven van uitbraken met het coronavirus. In andere zorgcentra waar het virus wel wist toe te slaan, zijn jammer genoeg ook extra overlijdens te betreuren.
Anima heeft tijdens de crisis alles in het werk gesteld om via extra mensen en middelen de lokale teams en de bewoners maximaal te ondersteunen en te beschermen. De medewerkers hebben het beste van zichzelf gegeven om in deze crisis de kwaliteit van de dienstverlening te blijven garanderen.
Niet alleen de oversterfte te wijten aan COVID-19 maar ook de opnamestop in de eerste lockdown, de isolatie van de bewoners en de angst om in een woonzorgcentrum besmet te raken resulteerden in een belangrijke terugval van de bezetting in de bestaande woonzorgcentra en centra voor herstelverblijf en zorgden voor een aanzienlijke vertraging in de ramp-up van de recentste nieuwbouwprojecten.
Ook tijdens de coronacrisis heeft Anima de ontwikkeling van de groep voortgezet.
De operationele activiteiten in de eerste helft van 2021 zullen nog volop worden beheerst door de COVID-19 crisis. Dankzij de vaccinaties is er hoop dat het tij daarna snel mag keren. Het zal echter de nodige tijd vragen om de bezetting op het beoogde niveau te kunnen herstellen.
| Anima NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 95.819 | 89.276 | 84.290 |
| EBITDA | 20.739 | 19.459 | 16.211 |
| EBIT | 9.474 | 10.579 | 9.719 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 3.711 | 5.382 | 5.060 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 68.699 | 64.981 | 59.518 |
| Netto financiële positie | -151.448 | -140.337 | -99.127 |
| Balanstotaal | 264.347 | 244.723 | 204.258 |
| Personeel | 1.553 | 1.511 | 1.416 |
Naast de nieuwbouwprojecten op de sites Tour & Taxis te Brussel en Parc de l'Alliance te Braine-l'Alleud, waarvan de bouwwerken in 2020 zijn gestart, bereidt Anima nog een nieuwbouw in Oudenaarde (64 rusthuisbedden en een 20-tal assistentiewoningen) en een nieuw zorgcentrum in Putte (98 rusthuisbedden en een 15-tal assistentiewoningen) voor.
Tevens wordt een uitbreidingsproject voorbereid voor het woonzorgcentrum Atrium te Kraainem waarbij de capaciteit van 44 naar 67 rusthuisbedden zal worden verhoogd.
Ook in 2021 zal Anima verder inzetten op haar ontwikkeling als kwaliteitsvolle en professionele groep, waar tevreden medewerkers met het hart op de juiste plaats zich dag in dag uit inzetten om de bewoners gelukkig te maken door hen met goede zorg te omringen en hen een warme thuis te bieden. Om haar missie kracht bij te zetten heeft Anima Care ervoor gekozen haar naam te wijzigen naar Anima met als slogan "Wij zien u graag gelukkig".



Green Offshore
Dankzij stijgende marktprijzen voor palmolie (SIPEF) en cement (Sagar Cements), verbeterden in 'Energy & Resources' de resultaten duidelijk.
| (€ miljoen) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| SIPEF | 4,3 | -2,3 | 7,8 |
| Verdant Bioscience | -0,6 | - | - |
| Sagar Cements | 3,1 | 0,8 | -0,1 |

SIPEF richt zich op gecertificeerde duurzame productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk palmolie.
Biotechonderneming Verdant Bioscience ontwikkelt F1-hybride palmoliezaden, met een verhoging van rendement als voornaamste kenmerk.
Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde producent van cement.
Deelnemingspercentage AvH: 35%

François Van Hoydonck Charles De Wulf
Thomas Hildenbrand Johan Nelis
Robbert Kessels
De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF produceert duurzame, gecertificeerde tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten.
SIPEF is ervan overtuigd dat palmolie, als meest productieve en efficiënte plantaardige olie, een onmisbaar deel uitmaakt van een gebalanceerde voedselvoorziening van een steeds groeiende en rijkere wereldbevolking. Haar doel is om een betrouwbare partner te zijn voor haar klanten, leveranciers, werknemers en andere belanghebbenden bij de productie en verkoop van duurzame palmproducten.
SIPEF's focus, als tropische landbouwonderneming, blijft liggen op de productie en verkoop van palmproducten: ruwe palmolie, palmpitolie en palmpitten. Dit blijft SIPEF doen in het kader van gecertificeerde goederenstromen, opgenomen in de RSPO en de 'International Sustainability and Carbon Certification' (ISCC), respectievelijk voor gebruik in de voedingssector en voor de productie van groene energie. Deze controles gelden ook voor de andere producten (rubber, thee en bananen), die allen worden gecertificeerd, met volledige traceerbaarheid van de grondstoffen, die worden geproduceerd met respect voor de mens en de natuur.
In de voorbije jaren heeft SIPEF met haar eigen 'Sustainable Plantation Policy', die voortdurend wordt aangescherpt, een belangrijke stap voorwaarts gezet in de 'No Deforestation, No Peat, No Exploitation' beweging. Dit om te garanderen dat de palmolie die SIPEF op de markt brengt niet alleen gecertificeerd is, maar ook naar expansie toe geen schade heeft berokkend aan mens noch omgeving.
SIPEF realiseerde in 2020 een stijging van haar totale productie van RSPO-conforme, gecertificeerde 'segregated' duurzame palmolie met 5,4% tot 329.284 ton, tegenover 312.514 ton in 2019.
Ondanks COVID-19 zijn alle productie-eenheden van de groep operationeel gebleven, zonder verlies van volume of rendement. De palmolieproductie in Indonesië was nagenoeg stabiel (+0,7%). In Noord-Sumatra bleef het herstel van volumes als gevolg van de droogte van vorig jaar beperkt, terwijl in de expansieregio's in Zuid-Sumatra de productiegroei zich wel fors doorzette. De door de vulkaanuitbarstingen van vorig jaar getroffen plantages van Hargy Oil Palms herstelden zich, waardoor SIPEF's totale palmolieproductie in Papoea-Nieuw-Guinea met 14,9% toenam.
De gemiddelde wereldmarktprijs voor ruwe palmolie (CPO) bedroeg in 2020 715 USD per ton CIF Rotterdam, 26% hoger dan in 2019. De combinatie van de grotere productievolumes en een hogere wereldmarktprijs voor CPO leidde tot een stijging van de omzet van palmolie met 12,6%. In 2020 viel de omzet van rubber daarentegen sterk terug met 14,2%, steeg de omzet van thee met 15,5% en bleef de omzet van de bananenteelt nagenoeg onveranderd. De totale omzet steeg hierdoor naar 274,0 miljoen USD (+10,4% tegenover 2019).
De vaste exportheffing die Indonesië sinds januari 2020 terug invoerde, had voor het ganse jaar 2020 een totale impact van ongeveer 74 USD per ton. Dankzij de sterk herstelde palmolieprijzen tijdens de tweede jaarhelft steeg het nettoresultaat over het volledig jaar 2020 tot 14,1 miljoen USD, tegenover een verlies van 8,0 miljoen USD in 2019.
• Palmolie
Na een jaar met extreme weerseffecten in 2019, waren de klimatologische omstandigheden zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-Guinea duidelijk veel gunstiger in 2020 en kon SIPEF uitkijken naar een genormaliseerd groeipatroon in de meeste van haar plantages, met goed gespreide neerslagvolumes over het jaar. De nasleep van de droogte van 2019 had nog zijn verwachte effect op de productie van het derde trimester, maar bleef in de oudere plantages nog langer dan verwacht aanhouden in het vierde kwartaal.
" SIPEF REALISEERDE IN 2020 EEN STIJGING VAN HAAR TOTALE PRODUCTIE VAN GECERTIFICEERDE DUURZAME PALMOLIE MET 5,4% TOT 329.284 TON."
FRANÇOIS VAN HOYDONCK, CEO

SIPEF - Jonge palmplant
Alle jaarproductievolumes waren stijgend, met uitzondering van de mature plantages van de Tolan Tiga-groep in Noord-Sumatra. De gemiddelde gewichten van de vruchten bleven hier, vooral bij de oudere palmen, beneden de verwachtingen, waardoor een daling van 11,6% werd genoteerd voor het vierde kwartaal. Het jaarvolume van geproduceerde palmolie daalde met 4,5% tegenover 2019. Zowel de jongere UMW/TUM-plantages in Noord-Sumatra, als de in heraanplant verkerende Agro Muko-plantages in de provincie Bengkulu sloten het jaar daarentegen af met een lichte stijging tegenover 2019. De jong mature aanplanten in Zuid-Sumatra hebben hun gestage groei verdergezet met een jaarvolumestijging van 10,9% en zullen ook in de volgende jaren de belangrijkste groeifactor inzake volumes worden van de SIPEF-groep.
In 2020 produceerde SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea in totaal 479.406 ton verse vruchtentrossen ('Fresh Fruit Bunches' - FFB), waarvan 269.616 ton afkomstig van eigen plantages en 209.790 ton van lokale boeren. Dat vertegenwoordigde een productiestijging van 8,9% ten opzichte van 2019. Deze toename is hoofdzakelijk te danken aan het herstel van de in 2019 door de vulkaanuitbarstingen getroffen zones en een milder regenseizoen in de Hargy- en Navo-plantages, dat begon in januari 2020 en slechts tot eind februari liep, terwijl het normaal blijft regenen tot eind april. Samen met een betere regeling van de oogstrondes had dit een positieve impact op de oogst en op de kwaliteit van de FFB's. De rest van het jaar noteerde Hargy Oil Palms een gemiddelde regenval, met uitzondering van de ongewoon droge maand december, waardoor het regenseizoen van 2021 later begon dan gewoonlijk.
Een zeer belangrijk aandeel van de productie (44%) bij Hargy Oil Palms resulteert uit de verwerking van vruchten van de lokale boeren die allen gecertificeerd zijn

SIPEF - Verwerking palmvruchten

SIPEF - Volwassen palmen
voor RSPO, net zoals de SIPEF-plantages en -fabrieken. De eigen plantages zorgden voor een groei van 11,0% tegenover vorig jaar en de productie voortvloeiend uit de vruchten van lokale boeren steeg zelfs met 20,2%, omdat deze arealen in 2019 minder waren aangetast door de vulkaanuitbarstingen.
De drie opeenvolgende uitbarstingen in juni, augustus en oktober 2019 hadden immers een zeer belangrijke invloed. Ongeveer 45% van de arealen heeft geleden onder de neerdalende assen en steenslag. De 3.000 hectare die werden aangetast herstellen zich geleidelijk, maar de focus ligt nu vooral op de sanering van de plantages, terwijl de herneming van de productie zich eerder vanaf 2022 zal laten gevoelen. Er worden geen blijvende effecten verwacht, van zodra de palmen opnieuw voldoende bladeren zullen hebben gevormd.
Door de reisbeperkingen gerelateerd aan COVID-19 liepen een aantal geplande industriële investeringsprojecten, zoals de noodzakelijke uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van de Dendymarker-palmoliefabriek en de opstart van een hoog-calorische 'biocoal'-fabriek voor pellets vervaardigd van palmvezels, vertraging op. De investeringsprogramma's met betrekking tot de expansie in Zuid-Sumatra in Indonesië, werden in 2020 evenwel gestaag verdergezet. De gecultiveerde hectaren in Musi Rawas groeiden aan met 1.811 hectare tot een totale oppervlakte van 14.014 hectare. Er werden tevens in totaal reeds 5.207 hectare herplant in de nabijgelegen Dendymarker-plantage.
Door deze recente verwezenlijkingen is in de SIPEF-groep per eind 2020 een totaal van 83.685 hectare beplant en bedraagt de 'supply base' (inclusief omliggende boeren) meer dan 100.000 hectare, voor levering aan 9 palmolieverwerkingsfabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
Ook in 2020 zijn rubber-, thee- en bananenplantages deel blijven uitmaken van de tropische landbouwactiviteiten van de groep, zij het met wisselend succes wat hun bijdrage tot de resultaten betreft.
De rubbermarkten bleven vooral in de eerste jaarhelft kampen met lage prijzen. Het tijdelijke COVID-19-effect op de grondstoffenprijzen heeft zich ook op de vraag naar natuurlijke rubber laten voelen. Maar al snel werden vanaf juni aantrekkende prijzen genoteerd, die ervoor hebben gezorgd dat in de tweede jaarhelft de verliezen van het eerste semester niet werden uitgediept. Door de lage rendementen en het resultaat van de impact van de Pestalotiopsis-schimmel, bleef de brutomarge van natuurlijke rubber echter voor een derde jaar op rij negatief.
De theedivisie had ook te kampen met een overaanbod op de Keniaanse markten, waardoor het ganse jaar een veel te lage prijs werd geboden voor de hoogwaardige, hand geplukte Javaanse thee van de Cibuni-plantage. Ondanks een goed productievolume, werd het jaar toch met een negatieve bijdrage afgesloten. SIPEF werkt aan een optimalisatie van de kosten om tegemoet te komen aan de lage verkoopprijzen, die ook in 2021 blijven aanhouden.
Na een grondige aanpassing van de managementstructuur in 2018, blijft de productie en export van bananen uit Ivoorkust een zeer gelijkmatige bijdrage leveren aan de brutomarge van de groep, ondanks het feit dat er in 2020 een licht dalend productievolume met 5,2% genoteerd werd tegenover 2019. Dit laatste was het resultaat van een normalisatie van de herplantingen in de nieuwste plantages. De goede exportkwaliteit, gecombineerd met hoogwaardige verpakkingsnormen, geeft SIPEF de toegang tot een nichemarkt die via jaarcontracten een stabiel rendement blijven garanderen.
De langetermijnverwachtingen voor palmolie blijven algemeen zeer gunstig. Dat is gebaseerd op het gegeven van een groeiende wereldpopulatie, vooral in landen van het zuidelijk halfrond, waar de bevolking de stijgende consumptie van palmolie als basisingrediënt voor hun voeding vanzelfsprekend vindt. Deze plantaardige olie verwerft wereldwijd – met uitzondering van Europa - een steeds groter aandeel in de voedings- en biobrandstoffensector. Dat komt onder meer door zijn efficiënte industriële verwerking en zijn lage kostprijs in vergelijking met andere plantaardige oliën. De oppervlakte aan landbouwgronden wordt steeds maar schaarser. Palmolie heeft een rendement per hectare dat vijf tot tienmaal groter is dan alle andere plantaardige oliën en dit rendement zal door efficiëntieverbeteringen steeds maar toenemen.
De kortetermijnverwachtingen zijn zeer goed. Door de lage prijzen van de voorbije twee jaar was er wereldwijd veel minder bemest dan gebruikelijk door de 'smallholders', die toch iets minder dan de helft van de wereldproductie vertegenwoordigen. Dit heeft zijn gevolgen gehad voor de huidige productievolumes en deze voor het volgende jaar. Ook de algemene groei in beplante hectaren is door ecologische maatregelen nog zeer beperkt. Daarnaast is de vraag naar palmolie, mede door de stijgende overheidsmandaten voor biobrandstoffen in Indonesië en Maleisië, voldoende sterk om de gecumuleerde voorraden te laten afnemen tot niveaus ongekend gedurende de laatste 12 jaar. Dat heeft zich vertaald in sterke prijzen voor palmolie in 2020, met uitzondering van de korte terugval gerelateerd aan de coronacrisis. Er wordt verwacht dat deze sterke prijzen zich op de wereldmarkt zullen handhaven in de volgende twee jaar.
De buitensporige overheidsheffingen op Indonesische palmolieleveringen die eind 2020 plots werden ingevoerd, toppen evenwel het winstpotentieel van de groep op haar Indonesische producties af. Dankzij de sterke markt en goede productieverwachtingen verwacht SIPEF een verbetering van haar resultaten in 2021.
| (USD 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 274.027 | 248.310 | 275.270 |
| EBITDA | 73.682 | 47.225 | 88.811(1) |
| EBIT | 30.778 | 4.940 | 50.065(1) |
| Nettoresultaat (deel groep) |
14.122 | -8.004 | 30.089 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
638.688 | 628.686 | 644.509 |
| Netto financiële positie | -151.165 | -164.623 | -121.443 |
| Balanstotaal | 946.641 | 943.125 | 938.368 |
(1) Inclusief meerwaarde (USD 7,4 mio) op verkoop BDM-Asco

SIPEF - Palmvruchten



Brian Dyer
Juan-Carlos Martinez
Brian Forster Stephen Nelson
Verdant Bioscience (VBS) is een biotechonderneming die in 2013 werd opgericht met als voornaamste doelstelling het ontwikkelen van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen.
Van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen wordt een aanzienlijk potentieel inzake rendements- en productiviteitsverbetering in de wereldwijde palmoliesector verwacht. Een verhoging van het rendement per oppervlakte-eenheid wordt aanzien als de enige reële oplossing voor de toenemende wereldvraag naar plantaardige olie zonder toename van het geplante areaal. Dit zou het risico van verder verlies van regenwoud en biologische diversiteit kunnen wegnemen. Palmolie is nu al de plantaardige olie met de hoogste opbrengst ter wereld, maar heeft toch het fysiologische potentieel om het rendement per hectare nog minstens te verdubbelen.
De operationele entiteit van VBS, PT Timbang Deli Indonesia, bleef in 2020 conventionele oliepalmzaden voor de Indonesische markt produceren en verkopen, hoewel verkoop en marketing bemoeilijkt werden ten gevolge van de pandemie. VBS is de eerste Indonesische zaadproducent die semi-gekloonde zaden op de markt brengt, op basis van klonen die via een weefselkweekproces zijn geproduceerd als vrouwelijke zaaipalmen. Via deze productie kan VBS in commerciële hoeveelheden, geselecteerde elitekruisingen, onder de merknaam Verdant Select, produceren.
Ondanks de uitdagingen van het werken tijdens een pandemie heeft het F1-hybride-programma goede vooruitgang geboekt. Kandidaat F1-hybride-kruisingen werden in de kwekerij geplant met het oog op uitplanting in het veld in 2021. Het verdere testen van nieuwe F1-hybride-kruisingen zal worden voortgezet met moederplanten van verschillende genetische achtergronden. Ook werden er successen geboekt bij het verhogen van de frequentie van de kruisingen met F1-hybride-moederplanten met welbepaalde genetische achtergronden.
VBS werkt samen met o.a. SIPEF om commerciële variëteiten van kandidaatoliepalmen te testen op haar plantages op Sumatra. De agronomen en medewerkers van Verdant geven ook aanbevelingen om het potentieel van de SIPEF-plantages te verwezenlijken, voornamelijk door de opbrengst per hectare te verhogen.
In 2020 verwierf AvH een participatie van 42% in VBS, wat een investering vertegenwoordigde van 7 miljoen USD. Voor AvH is deze aankoop een strategische investering in het verlengde van haar 34,68%-belang in SIPEF. SIPEF zelf bezit een 38%-deelneming in VBS.

Verdant Bioscience

Sreekanth Reddy
Prasad Kolluru
Deelnemingspercentage AvH: 22%
Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement met hoofdkantoor in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh, in het zuiden van India, hebben een totale capaciteit van 5,75 miljoen ton cement per jaar.
Nog voor het begin van een van de strengste lockdowns ter wereld, eind maart 2020, werd India met structurele uitdagingen geconfronteerd, zoals een kredietcrisis, lage privé-investeringen, een zwak verbruik en een grimmige situatie op de arbeidsmarkt. In deze context verwachtte het IMF in 2020 een daling van het Indiase bbp met 8% en in 2021 een terugkeer van de groei met een stijging met 11,5%. De cementindustrie werd bovendien zwaar getroffen door de lockdown en de bijhorende vertraging in de bouwsector. In april 2020 kwam de sector bijna tot stilstand (-85% tegenover april 2019). Daarna herstelde hij zich geleidelijk aan en keerde hij in oktober 2020 terug naar een pre-COVID-niveau, dankzij een sterke vraag op het platteland (na een goede moesson) en een herstel van de infrastructuuractiviteiten.
Ondanks de pandemie boekte Sagar in 2020 een zeer sterk resultaat. De omzet steeg slechts licht met 2% (in INR), van 12,4 miljard INR in 2019 naar 12,6 miljard INR (141 miljoen euro) in 2020. De EBITDA nam in dezelfde periode evenwel toe met 70% (in INR), van 2,1 miljard INR naar 3,5 miljard INR (39 miljoen euro). Deze verbeterde rentabiliteit was te danken aan een gunstige prijsomgeving in combinatie met inspanningen met betrekking tot kostenrationalisering, zoals een verbetering van de energie-efficiëntie, een stijgend gebruik van alternatieve brandstoffen en een beperking van de gemiddelde transportafstanden.
| Sagar Cements LTD | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2018 | ||
| € 1.000 | INR (mio) | INR (mio) | INR (mio) | |
| Omzet | 140.804 | 12.572 | 12.374 | 11.466 |
| EBITDA | 39.110 | 3.492 | 2.052 | 1.302 |
| EBIT | 29.938 | 2.673 | 1.303 | 677 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
15.384 | 1.374 | 441 | -4 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
143.107 | 12.128 | 9.480 | 7.704 |
| Netto financiële positie |
-67.174 | -5.693 | -4.683 | -5.366 |
| Balanstotaal | 271.758 | 23.032 | 18.711 | 17.507 |
Sagar zette ook haar expansieprojecten verder in Madhya Pradesh (fabriek voor de productie van 1 miljoen ton cement) en Orissa (vermalingseenheid met een capaciteit van 1,5 miljoen ton). Deze twee fabrieken zullen naar verwachting in de tweede helft van 2021 operationeel zijn. Dit past in de strategie van Sagar Cements gericht op een capaciteitsuitbreiding naar 10 miljoen ton tegen 2025 en een verdere expansie van haar marktbereik in regio's met een groot groeipotentieel.

De deelnemingen in het 'Growth Capital'-segment hielden over het algemeen goed stand. De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief ).
| (€ miljoen) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Bijdrage van de deelnemingen | 12,7 | 17,6 | -6,9 |
| AvH & subholdings | -13,5 | -3,5 | -13,7 |
| Netto meer/minderwaarden | 3,1 | 112,9 | -2,2 |

117
(1) Inclusief via AXE Investments - (2) Inclusief via HealthQuad - (3) Fully diluted
AvH stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal en duurzaam groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan die van typische 'private equity'-verschaffers. Het gediversifieerd karakter van deze investeringen en de gezonde balansstructuren die hierbij gehanteerd worden, zorgen voor een spreiding van de economische en financiële risico's.
Het selectief investeringsbeleid houdt rekening met een aantal globale trends, een duurzaam groeipotentieel en realistische businessplannen op lange termijn. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de kwaliteit van het managementteam, talentontwikkeling, operationele verbeteringen, innovatie en andere ESG-aspecten zoals respect voor milieu, mens en maatschappij. Door het aantal participaties te beperken, kan het AvH-team een diepgaand inzicht opbouwen en met kennis van zaken de strategie mee vorm geven. Via workshops delen groepsmaatschappijen 'best practices'.
In een jaar van grote economische disruptie met implicaties die weinigen begin 2020 konden vermoeden, bewees het AvH-model zijn sterkte. De focus op sterke bedrijfsculturen met aandacht voor het welzijn van de medewerkers werd duidelijk zichtbaar door de grote veerkracht die de participaties vertoonden en het feit dat slechts één deelneming een beperkte financiële steun van AvH nodig had. De zware economische achteruitgang leidde aanvankelijk tot een sterke terugval van de Europese M&A-markt. Deze hernam evenwel al op het einde van het jaar. Hierbij lag de klemtoon steeds meer op hoogtechnologische bedrijven, in lijn met de trend van de vorige jaren, en op bedrijven actief in de gezondheidszorg. Dit wordt ondersteund door de versnelde nood aan digitalisering, maar ook door de lage renteomgeving die meer ruimte biedt voor 'venture capital'. De langdurige lage rente drijft ook de waarderingen op, wat tot selectiviteit noopt. Private equity-fondsen stapelen steeds meer ongebruikte kapitalen op – wereldwijd ruim meer dan 1 triljoen USD -, aangezien zij nog een redelijk perspectief op rendement bieden. Op de publieke markten is sprake van een grote volatiliteit en een aantal klassieke bedrijven verlaten de beurs. Duurzaamheid krijgt steeds meer aandacht in de investeringsanalyses.
In private equity zien vele portfoliobedrijven steeds meer het nut in van sterke aandeelhouders, die naast een financiële inbreng ook actieve steun en netwerken aanbieden. De interactie tussen sterke investeringsteams en actieve raden van bestuur, die samen een klankbord bieden aan managementteams, is een succesfactor waar ook AvH continu op inzet.
AvH heeft opnieuw een actief investeringsjaar achter de rug. Er werden heel wat dossiers bestudeerd. Zo werden er participaties genomen of werd er bijkomend geïnvesteerd in 'venture capital'-bedrijven actief in de gezondheidszorg (Biotalys, Indigo Diabetes, MRM Health en OncoDNA), met sterke R&D-activiteiten die nog jaren belangrijke ontwikkelingskosten zullen vereisen. Er werd ook bijkomend ingezet op investeringen in de snelgroeiende sector van (digitale) gezondheidszorg in
India door ook in het tweede investeringsfonds van HealthQuad de rol van ankerinvesteerder op te nemen. Naar jaareinde toe werd er een belangrijke participatie genomen in OMP, een sterk groeiend softwarebedrijf wereldwijd actief in supply chain planning.
Ondanks COVID-19 kon de bijdrage van Growth Capital aan de resultaten van AvH zich goed handhaven.
Mediahuis zette een bijzonder sterk resultaat neer in een moeilijke sector, met een aantal eenmalige meevallers, maar ook herstructureringskosten en kosten verbonden aan een aantal acquisities onder meer in Luxemburg en Nederland. Deze verklaarden tevens de stijging van de omzet. Bij heel wat participaties drukte de COVID-19 context soms in belangrijke mate de omzet, maar konden zij door specifieke maatregelen de daling van de winst behoorlijk goed beperken. Dit was het geval bij Manuchar, Turbo's Hoet Groep, Agidens en de Telemond-groep. Euro Media Group werd niet alleen geconfronteerd met het wegvallen van de meeste grote events zoals de Olympische Spelen of voetbaltornooien, maar ook de grote reguliere sportcompetities werden tijdelijk gestopt, waardoor het verlies heel sterk opliep. Biolectric maakte ook nog een beperkt verlies, wat evenwel vooral te maken had met een vernieuwde commerciële aanpak. OncoDNA bleef verder investeren in de ontwikkeling van haar producten, en verwief daarnaast de controle over het beursgenoteerde IntegraGen om haar dienstenaanbod te kunnen verbreden.
AvH verkocht begin 2020 haar 50%-deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de mede-aandeelhouder, wat een meerwaarde opleverde van net geen 3 miljoen euro.
De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief). De beleggingsportefeuille van AvH, die deels uit fondsen bestaat beheerd door Delen Private Bank en financiële activa, wordt op afsluitdatum gewaardeerd aan marktwaarde. Voor het volledige jaar 2020 resulteerde de aanpassing aan marktwaarde hiervan in een waardevermindering van 1,7 miljoen euro.
" WE BLIJVEN INVESTEREN IN DE VERSTERKING VAN ONZE PORTEFEUILLE EN IN EEN DUURZAMERE EN MEER DIGITALE WERELD."
JAN SUYKENS, Voorzitter executief comité Deelnemingspercentage AvH: 86%

Steven Peeters
Arnoud den Hoedt
Hedwig Maes
Ken Watzeels
Pieter Tilkens
Agidens levert als onafhankelijke systeemintegrator advies, engineering en geautomatiseerde oplossingen voor industriële processen. De groep telt ongeveer 650 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de VS.
Ondanks moeilijke marktomstandigheden en een wissel van CEO noteerde Agidens in 2020 een sterke 'order intake' (92 miljoen euro), in lijn met het recordjaar 2019. Dit was het resultaat van een gefocuste strategie, waarbij Agidens inzette op winstgevende groei via innovatieve oplossingen en op het uitbreiden naar nieuwe markten, in combinatie met de expertise en flexibiliteit van haar medewerkers. Agidens sloot 2020 af met de hoogste EBITDA van de laatste 4 jaren ten belope van 7,4 miljoen euro (een toename met 17% ten opzichte van 2019).
Life Sciences realiseerde een sterke omzetgroei (+22%), mede dankzij haar bijdrage in de automatisering van productie-installaties voor het COVID-19 vaccin. Daarnaast verstevigde Agidens haar marktpositie in Zwitserland door de succesvolle implementatie van een belangrijk automatiseringsproject bij een farmaceutische multinational.
Oil & Gas bouwde haar marktpositie verder uit met nieuwe projecten bij bestaande en nieuwe klanten. De modulaire en innovatieve 'packaged solutions' voor Terminal Management Systemen maken van Agidens een belangrijke internationale partner op het vlak van digitale transformatie inzake procesautomatisering.
Infra zag in 2020 enerzijds een vertraging in de besluitvorming voor investeringen voor nieuwe projecten en anderzijds een toename van aanbestedingen voor het upgraden van bestaande installaties. Dit zal in 2021 leiden tot een omzetgroei, met nieuwe raamcontracten voor automatiseringsplatformen voor sluizen in Vlaanderen.

Agidens
Food & Beverages en Fine Chemicals tekenden een omzetgroei op van 15% en dit dankzij een toenemende vraag naar verdere digitalisering om de productiviteit te verbeteren. De strategische focus en het aanbod in MES (Manufacturing Execution Systems) met bijhorende diensten verbeterden zowel de marktpositie als de winstgevendheid.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 91.688 | 92.875 | 82.550 |
| EBITDA | 7.363 | 6.297 | -2.996 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
1.299 | 1.326 | -6.180 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
17.583 | 16.548 | 15.557 |
| Netto financiële positie | -11.873 | -16.021 | -4.690 |

Deelnemingspercentage AvH: 48%

Saskia Lapere
Christian Leysen
Veerle Peeters
AXE Investments is een investeringsmaatschappij met participaties in de IT-groep Xylos en in Agidens. Daarnaast bezit AXE Investments een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.
De resultaten van de participatie in Xylos en de huurinkomsten van het Ahlers-gebouw bepaalden samen het jaarresultaat van AXE Investments.
Xylos is in het Belgisch ICT-landschap een toonaangevend bedrijf dat focust op de digitale transformatie van haar klanten. Xylos biedt hiervoor oplossingen rond 'change management', de digitale werkplek en samenwerkingsplatformen, Intelligent Cloud en ICT-infrastructuur.
In 2020 lag de focus op 'user adoption', nog meer dan anders een differentiator voor Xylos. Het kon haar klanten op IT-technisch gebied ondersteunen bij de noodzakelijke snelle transitie naar digitale werkplekken en tegelijkertijd ook de tools en trainingen aanbieden om hun medewerkers efficiënt te laten werken in deze nieuwe omgeving. Daarbij speelt Xylos ook in op de meest recente trends m.b.t. 'learning' en 'user adoption'. Een voorbeeld is de Teams Escape Room App: een eenvoudig te implementeren hands-on spel waarin medewerkers op een interactieve manier leren om Microsoft Teams efficiënt te gebruiken.
Het software en Internet-of-Things-bedrijf Bagaar maakt ook deel uit van de Xylos-groep. Bagaar begeleidt en ondersteunt haar klanten van A tot Z bij hun digitale transformatie: van strategisch advies op maat tot de creatie en uitwerking van nieuwe online tools en digitale platformen en producten.
De Xylos-groep telt 250 medewerkers en heeft vestigingen in Brussel, Antwerpen, Herentals en Gent.
| AXE Investments NV(1) | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 568 | 630 | 634 |
| EBITDA | 168 | 122 | 183 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
-434 | -68 | 226 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
14.407 | 14.841 | 14.909 |
| Netto financiële positie | 4.470 | 4.463 | 4.073 |
(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments. www.axe-investments.com

Digital workplace

Deelnemingspercentage AvH: 60%

Laurens De Vos
Philippe Jans
Hans Degrande
Els Van Brussel
Klaas Vanhee
Biolectric is marktleider in de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (11 tot 74 kW) bestemd voor melkvee- en varkenshouderijen en waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaerobe vergisting wordt methaangas uit mest en slib omgezet in duurzame elektriciteit en warmte en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden.
Biolectric sloot het uitdagende jaar 2020 af met 89 nieuwe bestellingen van biogasinstallaties, waarvan circa 70% vanuit Frankrijk en Nederland. De groep noteerde een toenemende interesse voor haar meest performante type 74 kW installaties. Dit betekent voor het tweede jaar op rij een stijging van meer dan 50% (56 units in 2019 en 36 units in 2018). Ondanks de beperkingen op internationale verplaatsingen, werden 52 installaties geplaatst in diverse landen, waarvan 9 met behoud van eigendom in België en Nederland. Hiermee komt de opgebouwde actiefwaarde van deze nieuwe activiteit op 1,4 miljoen euro. In 2020 werd een omzet gerealiseerd van 8,6 miljoen euro, eveneens ongeveer 50% meer dan in 2019.
Biolectric introduceerde in 2020 ook enkele innovaties die de kwaliteit en continuïteit van de installaties bevorderen, zoals een schuimbreker en een automatisch olievulsysteem.
In 2020 steeg de rechtstreekse verkoop via het eigen verkoopsteam fors. Terwijl in 2019 nog 59% van het aantal units werd verkocht via partners, is dit in 2020 gedaald tot 36%. Dit is zowel het gevolg van de strategische keuze om meer in te zetten op eigen verkoopsteams, als van de grotere impact van COVID-19 op de verkopen via partners. Door de forse toename van rechtstreekse verkopen kon de onderneming evenwel perfect op haar ambitieuze doelstelling voor 2020 landen. Deze verschuiving resulteert weliswaar in een langere verkoopcyclus, doch heeft als voordeel dat de onderneming een groter deel van de marge voor zich kan houden
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Omzet | 8.588 | 5.830 |
| EBITDA | 199 | 75 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -125 | -127 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 9.774 | 9.902 |

Biolectric
en genereert meer zekerheid en een betere zichtbaarheid op het orderboek. Door deze verlengde verkoopcyclus zullen de aanzienlijke investeringen in de verkooporganisatie pas extra omzet genereren na 12 tot 18 maanden. Biolectric leed om die reden een beperkt verlies in 2020 (-0,1 miljoen euro).
• De wereldwijde veestapel is verantwoordelijk voor zowat 10% van alle broeikasgassen. Een oplossing voor de uitstoot van methaangas, een broeikasgas dat 28 (en volgens sommige bronnen zelfs 34) keer schadelijker is dan CO2 , zal dus een enorme impact hebben op de beheersing van de klimaatopwarming. Biolectric kan hiertoe in belangrijke mate bijdragen. Een gemiddelde Belgische boerderij kan immers dankzij de installatie van één vergister 270 ton CO2 -equivalenten aan methaanuitstoot vermijden, wat overeenkomt met de jaarlijkse uitstoot van 150 auto's. De oplossing van Biolectric creëert zo een win-winsituatie voor landbouw en milieu.

122 Your partner for sustainable growth
Deelnemingspercentage AvH: 13% (niet-geconsolideerd)

Luc Maertens
Mark Chadwick
Biotalys, een in 2013 opgerichte spin-off van VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), is een snelgroeiend gewas- en voedselbeschermingsbedrijf. Het beschikt over een baanbrekend technologieplatform voor de ontwikkeling van effectieve en veilige producten met nieuwe actiemechanismen voor de bestrijding van belangrijke gewasplagen en ziekten in de volledige voedselketen.
Diego Angelo
Patrice Sellès
Ondanks de COVID-19 crisis kon Biotalys in 2020 enkele belangrijke doelstellingen verwezenlijken.
In maart haalde het bedrijf bijkomend 10 miljoen euro op, waardoor het totaal verzamelde kapitaal in de 'Series C'-ronde eindigde op 45 miljoen euro. De financieringsronde werd gesteund door de huidige aandeelhouders, waaronder AvH, en door de Amerikaanse investeerder Novalis LifeSciences.
Het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) kende twee onderzoeksbeurzen toe, voor een totaal bedrag van 2,7 miljoen euro. Een van de beurzen wordt aangewend voor de ontwikkeling van kostenefficiënte microbiële celfabrieken voor de industriële productie van de biologische gewasbeschermingsmiddelen van Biotalys. De andere gaat naar de ontwikkeling van op proteïnen gebaseerde bactericides voor de bestrijding van planten- en fruitziekten.
Het hooggekwalificeerde onderzoeksteam van Biotalys bleef vooruitgang boeken in de pijplijn van bijkomende biologische bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte, bacteriële ziekten en schimmels.
Na de succesvolle voltooiing van grootschalige veldproeven en regelgevingsstudies, diende Biotalys in december 2020 haar eerste op proteïnen gebaseerde biologische gewasbeschermingsmiddel, Evoca™, ter goedkeuring in bij het Environmental Protection Agency (EPA) in de VS. Evoca bestrijdt ziekten zoals Botrytis cinerea en poedermeeldauw en ligt op schema om eind 2022 in geselecteerde regio's op de Amerikaanse markt te worden gebracht als kritieke test.
Het bedrijf is onderscheiden met aantal sectorbekroningen, zoals de 'Crop Protection Solution of the Year' en de 'Overall Food Quality Solution of the Year'. Het is ook uitgeroepen tot Tracxn #CropTech Startup 2020.
Biotalys beschikt over voldoende financiële middelen om haar doelstellingen voor 2021 te realiseren en werkt actief aan de voorbereiding van de volgende financieringsronde om haar toekomstige groei te steunen.
AvH wenst actief bij te dragen tot de langetermijnontwikkeling van Biotalys als voorloper op de markt van milieuvriendelijke en duurzame gewasbescherming.

Mike Stepan
Hilde Revets
Wim Ottevaere
Biotalys

Deelnemingspercentage AvH: 23%

Pauline

Xavier

Timo
Bevan

Francois-Xavier Quenin

Stéphane Vermersch
Patrick
François-Charles
Euro Media Group (EMG) is een toonaangevende wereldwijde speler op het vlak van uitzenddiensten en mediaoplossingen voor live sportwedstrijden, entertainment en evenementen. Het is actief in 10 landen: Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Italië, Luxemburg, de VS en Australië.
Terwijl de wereldwijde COVID-19 pandemie een grote uitdaging was voor de hele sector, heeft EMG veel veerkracht getoond, nieuwe workflows bedacht en haar innovatie op het vlak van afstandstechnologieën versneld. Tijdens de eerste lockdown bouwde EMG UK haar eerste 'Remote Operation Centre' (ROC) in slechts 4 weken tijd. Het vergrootte bovendien haar concurrentievoordeel met diPloy, een geavanceerd 'IP flypack' dat momenteel geen equivalent op de markt heeft, zodat EMG nu de leider is in IP-uitzendtechnologie. EMG positioneerde zich als een belangrijke speler in de post-COVID-wereld waarin virtuele evenementen ongetwijfeld veel couranter zullen worden. Het bedrijf verwierf grote contracten met internationale instellingen, waarbij het haar troeven zoals studio's en haar expertise in 'augmented reality' kon maximaliseren. De pandemie dwong verscheidene entertainmentproducties, die traditioneel buiten de markten van EMG werden opgenomen, om te verhuizen, wat nieuwe opportuniteiten schiep voor de studio's van EMG (Benelux, Italië, Duitsland). In 2020 zette EMG ook haar 'buy & build'-strategie verder met de overname van Infront Studios in Italië. Het breidde haar dienstenaanbod uit en versterkte de banden met Infront voor de uitzending van skiwedstrijden.
EMG werd in 2020 sterk geraakt door het uitbreken van de COVID-19 crisis. Niet alleen grote sportevenementen, zoals het Europees Kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen werden geannuleerd of uitgesteld, maar ook nagenoeg alle grote reguliere sportcompetities en andere live events werden tijdelijk stopgezet. Om de gevolgen van de daling (met een derde) van de omzet te compenseren werd een financieringspakket van 40 miljoen euro gemobiliseerd met de steun van de Franse
| Financière EMG | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 240.850 | 337.541 | 306.644 |
| EBITDA | 13.806 | 53.848 | 55.431 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
-44.690 | -9.636 | 838 |
| Eigen vermogen (deel groep)(1) |
82.081 | 104.240 | 103.364 |
| Netto financiële positie (zonder converteerbare obligaties) |
-147.687 | -149.373 | -68.001 |
(1) € 125,4 mio converteerbare obligaties, uitgegeven door Financière EMG ten gunste van aandeelhouders van Financière EMG, zijn opgenomen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie (2019: € 100,5 mio, 2018: € 92,9 mio).

Euro Media Group
overheid, de bankenpool van EMG en ook van de aandeelhouders van EMG. AvH Growth Capital heeft een deelneming van 22,5% en droeg voor 4,1 miljoen euro bij tot deze financiering.
EMG boekte op een omzet van 240,9 miljoen euro een nettoverlies van 44,7 miljoen euro, waarvan 7,1 miljoen euro te wijten is aan goodwill impairments en 10,0 miljoen euro interestlasten op converteerbare obligaties die in Q1 2021 werden omgezet in kapitaal. Belangrijke evenementen zoals Euro 2020 of de Olympische Spelen zijn evenwel niet geannuleerd maar uitgesteld tot 2021, zodat EMG betere vooruitzichten heeft.

Deelnemingspercentage AvH: HealthQuad I Fund: 36% (niet-geconsolideerd) HealthQuad II Fund: 22% (niet-geconsolideerd)

Pinak Shrikhande
Sunil Thakur
Manish Jha
Charles-Antoine Janssen
HEALTHQUAD
HealthQuad is een Indisch 'venture & growth capital'-fonds dat zich richt op de snelgroeiende Indische gezondheidssector.
De Indische gezondheidszorgsector is de afgelopen 10 jaar met dubbele cijfers gegroeid en zal naar verwachting verder groeien met 12% per jaar tot 340 miljard USD in 2025. De groei wordt gedreven door de behoefte aan een adequate medische infrastructuur in het kader van de groeiende bevolking in India, de stijgende inkomensniveaus en de verbeterde toegang tot de ziektekostenverzekering.
Sinds 2017 is AvH aandeelhouder en lid van het investeringscomité van het Health-Quad I-fonds, dat participeert in 7 bedrijven in de Indische gezondheidszorgsector, waaronder Medikabazaar (AvH 10%). Het fonds investeert in groeibedrijven die het potentieel hebben om dankzij unieke en innovatieve oplossingen bij te dragen aan het efficiënter, toegankelijker en kwalitatiever maken van de Indische gezondheidszorgsector. Enkele focussegmenten zijn gespecialiseerde ziekenhuizen, medische apparatuur en technologie, IT/software en hieraan verbonden dienstverlening. Gegeven de medische achtergrond en expertise van het management en haar uitgebreid netwerk, voegt HealthQuad operationele en strategische waarde toe aan haar participaties. Het HealthQuad I-fonds werd inmiddels volledig geïnvesteerd.
In juli 2020 heeft HealthQuad de eerste closing van haar tweede fonds succesvol voltooid met meer dan 68 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. AvH heeft de rol van ankerinvesteerder in HealthQuad II opgenomen.
Naast AvH, dat ook de ankerinvesteerder was in het eerste fonds van HealthQuad, wordt het tweede fonds ondersteund door Teachers Insurance and Annuity Association of America (TIAA), het Indische SIDBI, Swedfund en Merck & Co. Inc. AvH heeft 15 miljoen USD uitgetrokken voor HealthQuad II. Dit bedrag zal geïnvesteerd worden over een periode van 4 jaar. In lijn met haar actieve investeringsstrategie zal AvH vertegenwoordigd zijn in het investeringscomité en de beheerraad van HealthQuad II, en streeft ernaar om samen met het fonds te co-investeren in enkele beloftevolle portefeuillebedrijven.

HealthQuad

Danaë Delbeke
Indigo Diabetes is een hoogtechnologische scale-up met de missie het leven van miljoenen mensen met diabetes te verlichten met haar innovatieve medische technologie.
Indigo Diabetes ontwikkelt een technologieplatform om continu glucose en andere bloedwaarden te meten aan de hand van een chipsensor die onzichtbaar onder de huid geplaatst wordt. De sensor zal op de achtergrond ongemerkt de gezondheidstoestand monitoren als een extra zintuig en van zich laten horen indien het de foute kant op gaat. De gepatenteerde technologie die aan de basis ligt van Indigo's innovatieve toepassing is een on-chip miniatuur optische sensor. Dit is 's werelds kleinste spectrometer en kan onderhuids worden ingebracht.
Indigo Diabetes werd eind 2016 opgericht als spin-off uit de Universiteit Gent en imec, samen wereldwijd de bakermat voor geïntegreerde fotonica. Het bedrijf ontwikkelde met een razende snelheid de technologie van 'paper-concept' tot 'pre-clinical prototypes'. 2020 was een mijlpaaljaar voor Indigo Diabetes. Voor het eerst wereldwijd werd met Indigo's onzichtbare sensor continu, in-vivo en real time glucose, ketonen en lactaat gemeten in een pre-klinische opstelling. Deze mijlpaal vormde het startschot om de klinische voorbereidingen op te starten met als doel de eerste klinische testen in 2021 uit te voeren.
Naast de beloftevolle pre-klinische resultaten, vormde het succesvol afsluiten van een 'Series B'-investeringsronde van meer dan 38 miljoen euro een tweede mijlpaal voor Indigo Diabetes in 2020. AvH heeft aangekondigd 6 miljoen euro, gefaseerd in functie van te realiseren mijlpalen, te investeren in Indigo Diabetes, in het kader van deze kapitaalronde en verwierf hiermee een participatie van 9,1% (na verwatering). Deze investeringsronde zal toelaten de sensor verder te ontwikkelen tot een commercialiseerbaar product en de nodige klinische studies uit te rollen in Europa en de VS.

Deelnemingspercentage AvH: 30%
Manuchar is actief in de distributie van (voornamelijk) droge bulkchemicaliën, met een focus op opkomende landen. Steunend op haar sterke lokale aanwezigheid,

Anthony Maas Bart Troubleyn
Stefan Van Loock Van den Eynde
Stephan
maritieme volumes en een solide backoffice, is het ook actief in internationale handel ('back-to-back') van staal, plastics, papier en enkele andere commodities.
Manuchar zette in een zeer uitdagend jaar uitstekende resultaten neer en toonde haar grote veerkracht en flexibiliteit.
De stillegging van fabrieken van leveranciers, de verstoring van het laden en lossen in de havens en van de binnenlandse logistiek zette de toeleveringsketen zwaar onder druk. Dit leidde tot een daling van volumes en zeer volatiele prijzen op verschillende eindmarkten in 2020. Rekening houdend met deze factoren slaagde Manuchar er toch in essentiële leveringen uit te voeren zodat haar klanten operationeel konden blijven, dankzij een optimalisatie van het voorraadbeheer, de calamiteitenplanning, en zonder de gezondheid van de werknemers in het gedrang te brengen. Zo bevestigde Manuchar haar reputatie als voorkeursdistributeur en logistieke partner in opkomende markten.
De fundamenten van de 'home care'-markten en in het bijzonder de detergenten bleven sterk. Bovendien kon de groep haar activiteit in de chemische distributie blijven uitbreiden naar andere eindmarkten, waaronder die van de kunstmeststoffen, de mijnbouw, de mens- en dierenvoeding.
Ondanks de sanitaire crisis boekte Manuchar uitstekende resultaten. Alle landen met lokale distributie in opkomende markten leverden een nettowinstbijdrage. De rentabiliteit van de niet-chemische internationale handelsactiviteit nam toe dankzij de stijgende verkoop van staalproducten, cement en plastics. Hoewel de omzet met 1,3% daalde als gevolg van lagere grondstofprijzen, verbeterde Manuchar haar marges en paste het een strakke kostencontrole toe, wat leidde tot een nettowinst

Manuchar - Brazilië
van 24 miljoen USD. Bovendien kon Manuchar haar balans en solvabiliteit beduidend verbeteren en de netto financiële schuld met 109 miljoen USD afbouwen.
In lijn met haar strategie, investeerde Manuchar in een nieuwe havenconcessie in Bao Long (Vietnam), met de mogelijkheid om ongeveer 34.000 m² magazijnen en een kade met capaciteit voor 5 lichters te bouwen. Manuchar beschikt momenteel over een totale opslagcapaciteit van 465.000 m², waarvan 239.000 m² in eigendom of in concessie.
| Manuchar NV | |||
|---|---|---|---|
| (USD 1.000 - BGAAP) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 1.497.853 | 1.518.033 | 1.691.121 |
| EBITDA | 80.249 | 76.755 | 79.389 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
23.620 | 28.484 | -10.609 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
113.068 | 99.382 | 68.450 |
| Netto financiële positie | -238.078 | -347.151 | -464.176 |

Deelnemingspercentage AvH: 13%


Martine Vandezande
Koen Verwee Steurbaut



Rien van Beemen
Marc Vangeel
Paul Verwilt
Mediahuis is een van de leidende mediagroepen in België, Nederland, Ierland en Luxemburg. De nationale en regionale nieuwstitels van Mediahuis voorzien dagelijks meer dan 10 miljoen lezers van nieuws, zowel online als via de gedrukte krant.
2020 was ook voor Mediahuis een bijzonder jaar. Waar de gevolgen van de COVID-19 pandemie een aanzienlijke negatieve impact hadden op de inkomsten uit de advertentiemarkt, zette Mediahuis ijzersterke resultaten neer wat de lezersmarkt betreft. De Mediahuis nieuwssites en -apps werden meer dan ooit bezocht en de gemiddelde leesduur van de artikels lag nooit eerder zo hoog. De lezer wist de sterke en onafhankelijke journalistiek van Mediahuis te waarderen en was ook bereid hiervoor te betalen. Gedreven door een bijzonder sterke groei in digitale abonnementen zag Mediahuis het totale aantal abonnees in België, Nederland, Luxemburg en Ierland boven de 1,7 miljoen uitstijgen.
2020 was ook het jaar van de verdere geografische uitbreiding. Zo betekende de overname van Luxemburgs grootste mediagroep Saint-Paul Luxembourg (o.a. Luxemburger Wort en Luxembourg Times) en de Noord-Nederlandse NDC mediagroep (o.a. Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad) voor Mediahuis een versterking van haar positie als vooraanstaand mediaspeler in de Benelux en Ierland. Tegelijkertijd werd de Mediahuis-portfolio verder geoptimaliseerd en zorgde de groep voor extra focus. Zo verkocht Mediahuis haar participaties in Keesing Media Group en in het Belgische Mass Transit Media (Metro). Via haar participatie in Audiopresse stapte Mediahuis uit het kapitaal van RTL België. In de Ierse markt nam Mediahuis afscheid van de krant Irish Daily Star.
Mediahuis zette in 2020 ook nieuwe stappen in haar diversificatiestrategie, gericht op het verbreden van het ontwikkelingspotentieel van de groep. Met de investering in de Nederlandse 'scale-up' Lepaya, specialist in het aanbieden van 'blended soft skill' trainingen, trad Mediahuis toe tot de markt van de 'education technology'. In de Belgische markt gingen Mediahuis, Telenet/SBS, Proximus/Skynet en Pebble Media een uniek partnership aan door samen een nationale reclameregie te creëren. De nieuwe regie is gepland om van start te gaan in het voorjaar van 2021.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 990.527 | 857.942 | 819.176 |
| EBITDA | 172.010 | 82.064 | 86.114 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
58.592 | 14.723 | 28.301 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
378.525 | 324.568 | 311.475 |
| Netto financiële positie | -228.139 | -277.897 | -161.627 |

Mediahuis
Mediahuis behaalde in 2020 haar sterkste resultaat ooit, waarbij de groep een omzet realiseerde van 990,5 miljoen euro en een nettoresultaat van 58,6 miljoen euro (2019: 14,7 miljoen euro).
• Mediahuis timmert de laatste jaren aan de weg op het gebied van duurzaamheid en wil hierin een voorloper worden. Dat gebeurt aan de hand van drie duurzaamheidspijlers: een sterke en onafhankelijke journalistiek die een positieve impact heeft op mens en maatschappij, het ontwikkelen van talent met versterkte aandacht voor diversiteit en het verkleinen van de ecologische voetafdruk met als doel te evolueren naar een klimaatneutrale en tegen 2035 zelfs klimaatpositieve onderneming.


Manoj Mani
Vivek Tiwari
Ketan
Jitesh Mathur Sanjeet Singh
Medikabazaar is het baanbrekende en grootste Indiase b2b-platform voor medische benodigdheden, van geavanceerde medische apparatuur tot medische benodigdheden, met inbegrip van farmaceutische, niet-farmaceutische en dentale producten.
Het in Mumbai gevestigde bedrijf werd in 2015 opgericht door Vivek Tiwari en Ketan Malkan, met als doel de kloof tussen zorgverleners en productleveranciers te overbruggen. Het richt zich op de belangrijkste knelpunten van de Indiase medische sector: betaalbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en bewustwording.
In 2020 heeft Medikabazaar veel vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van VIZI, haar SaaS-product met AI/ML ('Artificial Intelligence/Machine Learning') en de eerste voorspellende tool voor inventarisbeheer die lagere aankoopkosten mogelijk maakt. Een ander belangrijk initiatief was de lancering van VPO ('Value Procurement Organisation'). VPO helpt de partnerziekenhuizen om een exclusieve aankoopregeling met Medikabazaar te treffen waarin de onderneming de verantwoordelijkheid voor alle aankoopbehoeften voor de gezondheidszorg overneemt, met een significante operationele efficiëntie en kostenbesparing. Dit wekt veel belangstelling bij de klanten, waaronder enkele vooraanstaande grote en middelgrote ziekenhuizen. Andere innovaties zijn Medikabazaar Freedom, dat flexibele financieringsopties aanbiedt en een specifieke 'online portal' voor dentale producten.
Medikabazaar zette haar sterke en consistente groeitraject in 2020 voort, met een stijging van de bruto-inkomsten van 43 miljoen USD in 2019 naar 114 miljoen USD in 2020. Medikabazaar heeft in de loop van 2020 een EBITDA break-even punt bereikt.

Medikabazaar


Ludo Haazen
Sam Possemiers
Nigel Horscroft
Christiane Verhaegen
MRM HEALTH
MRM Health is een biotechbedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van innovatieve therapieën op basis van gezonde bacteriën in de darm. Vertrekkende van een nieuwe technologie die toelaat om combinaties van specifieke darmbacteriën te optimaliseren en te produceren, ontwikkelt MRM Health geneesmiddelen rond ontstekingsziekten, neurologische aandoeningen en stofwisselingsziekten.
MRM Health werd begin 2020 opgericht door de Gentse microbioomexpert MRM Technologies, in samenwerking met het onderzoeksinstituut VIB. Hierbij werd 14,25 miljoen euro kapitaal opgehaald, waaronder een investering van 4 miljoen euro door AvH. Bovendien werd in 2020 een eerste strategische samenwerking afgesloten met DuPont Nutrition Biosciences rond de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen stofwisselingsziekten.
De darm wordt bevolkt door een grote populatie van bacteriën (het microbioom). In de afgelopen jaren heeft onderzoek aangetoond dat dit darmmicrobioom een belangrijke regulatorfunctie heeft in het lichaam en dat verstoringen sterk geassocieerd zijn met lokale ziekten in de darm, waaronder inflammatoire darmaandoeningen (IBD), maar ook met aandoeningen in de rest van het lichaam zoals artritis, obesitas en zelfs de ziekte van Parkinson.
MRM Health combineert een aantal innovatieve technologieën bij het ontwikkelen van de microbiële therapeutica. Dit omvat het meest geavanceerde labotoestel dat de spijsvertering en het darmmicrobioom in het labo kan nabootsen (SHIME®). MRM Health heeft ook toegang tot de uitgebreide microbioomexpertise van prof. Jeroen Raes (VIB-KU Leuven) en de knowhow in ontstekingsziekten van prof. Dirk Elewaut (VIB-UGent).
Het bedrijf heeft in 2020 het meest geavanceerde interne programma MH002 voorbereid om in 2021 de eerste keer in patiënten te testen. MH002, een kandidaat geneesmiddel voor inflammatoire darmaandoeningen zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, is een geoptimaliseerd consortium van 6 specifieke bacteriën. MRM Health heeft daarnaast verder gewerkt aan de lopende programma's rond spondyloartritis (reumatische ziekten), de ziekte van Parkinson, stofwisselingsziekten en de ontwikkeling van bepaalde probiotica.

MRM Health

Deelnemingspercentage AvH: 20%


OMP is een leidinggevende onderneming in de snelgroeiende digitale markt van 'supply chain planning' (SCP). OMP implementeert haar toonaangevende Unison Planning™ wereldwijd, onder meer bij Fortune 500-bedrijven.
OMP, opgericht in 1985, telt meer dan 750 werknemers van meer dan 35 nationaliteiten en vestigingen in meer dan 10 landen. OMP staat bekend voor haar sectorkennis en geïntegreerde oplossing. OMP werd in mei 2019 bevestigd als 'Leader' in de 'Magic Quadrant for Sales and Operations Planning Systems of Differentiation' van Gartner, een erkenning die ze al meerdere jaren krijgt.
OMP is een sterk groeiende groep die doorheen het jaar 2019 een omzet van iets meer dan 85 miljoen euro realiseerde. Haar 2019 EBITDA eindigde uiteindelijk op 22,7 miljoen euro, of 26,5%. De groep is conservatief gefinancierd en beschikte eind 2019 over een netto financiële cashpositie van 29,4 miljoen euro en een eigen vermogen van 51,4 miljoen euro.
Aanvankelijk leek de COVID-19 crisis in 2020 het groeiverhaal van OMP te vertragen door de reisbeperkingen. OMP slaagde er evenwel snel in de meeste activiteiten vanop afstand uit te voeren, tot en met het opleveren van projecten. Globaal opererende bedrijven in de chemie-, life sciences- of consumentengoederensectoren herstartten hun projecten of versnelden ze, omdat het nu nog belangrijker is om een goed overzicht te hebben over de volledige logistieke keten. Andere klanten, uit meer traditionele sectoren zoals de metaalnijverheid en de verpakkingsindustrie, reageerden voorzichtiger. Maar ook zij bleven investeren in digital supply chain planning. Bovendien werden nieuwe belangrijke klanten aangetrokken, zelfs al waren er geen traditionele conferenties of beurzen. Dit toont aan dat OMP wendbaar is en flexibel reageert op de nieuwe situatie.
Ondanks al deze uitdagingen werden de pre-COVID-19 doelstellingen overtroffen. Dat was mogelijk door veel aandacht te besteden aan het welbevinden van de medewerkers, die op een totaal andere manier moesten leren omgaan met klanten en met de interne teamwerking. In 2020 bleef OMP verder actief personeel aanwerven en investeren in productontwikkeling. In Brazilië werd een filiaal geopend. Ook in 2021 zal OMP sterk blijven investeren in cloudsoftware en mensen. Het zal sterk inzetten op verdere internationale groei in deze erg veranderlijke en digitale wereld, die onder meer als gevolg van de COVID-19 crisis te maken krijgt met veel onzekerheden in de toeleveringsketens.
AvH heeft in november 2020 een belang van 20% in OMP verworven en werd zo een strategische langetermijninvesteerder, naast de stichters, het management en medewerkers, in deze toonaangevende, wereldwijde speler op het vlak van supply chain planning.

OMP

Deelnemingspercentage AvH: 10% (niet-geconsolideerd)


Martin
Swinnen
Flamant
OncoDNA is actief in theranostica en genomica met een erkende expertise in precisieoncologie. Het bedrijf biedt uitgebreide multiomics analysesoftware aan voor kankerbiomarkers (DNA, RNA en proteïnen) op vaste en liquide biopsieën, naast diensten voor NGS-gegevensinterpretatie, voor oncologen, onderzoeksinstellingen en biofarmaceutische bedrijven overal ter wereld.
OncoDNA heeft in een uitdagend jaar de veerkracht van haar businessmodel bewezen en opnieuw een solide groei gerealiseerd. Na onderhandelingen in de eerste helft van het jaar verwierf het in 2020 in een vriendelijk overnamebod 65,15% van het Franse beursgenoteerde IntegraGen. Zo ontstond een Europese leider in de genomica die toegang biedt tot geavanceerde sequeneringsdiensten.
Om de bovenvermelde diensten met succes te kunnen verstrekken, heeft OncoDNA zich gefocust op het versterken van haar regulatoire conformiteit. Dit resulteerde in de voltooiing van de softwaredocumentatie en de fusie van de platformen OncoSHARE en OncoKDM. Tot slot werd het project voor de migratie naar de cloud gestart, vertrekkend van de ervaring van IntegraGen in dit domein.
Op het vlak van nieuwe producten staat OncoDNA op het punt om de validatie te voltooien van de nieuwe genetische test OncoDeep V7, die compatibel zal zijn met alle sequencers die momenteel in de laboratoria worden gebruikt.
Wat de geografische expansie betreft, zal het in januari 2021 aangekondigde akkoord met HalioDX in Richmond, Virginia (VS) OncoDNA rechtstreeks toegang geven tot een US CLIA gecertificeerd laboratorium. Dit is een belangrijke stap om een wereldwijde servicepartner voor de biofarmabedrijven te worden.
Enkele van de belangrijkste in 2020 gestarte projecten zijn de studie BALLETT (Belgian Approach for Local Laboratory Extensive Tumor Testing), die de tool OncoKDM zal gebruiken voor de evaluatie van de sequenering van grote genenpanels vergeleken met de momenteel terugbetaalde sequeneringsbenaderingen, naast een akkoord met het Dana Farber Cancer Institute (DFCI) in Boston voor het gebruik van de in de cloud gebaseerde MERCURY™-software. Die software wordt toegepast in hun analyse- en rapportageproces voor uit tumoren verkregen sequentiëringsdata.
OncoDNA werd onderscheiden met de Technology Fast 50 Biotech Award 2020 van Deloitte.

OncoDNA
• OncoDNA meent dat elke kanker anders is en de oncologen dus over de beste klinische besluitvormingstools moeten beschikken. Zo kunnen ze hun patiënten de beste medicatie voorschrijven, de evolutie van de kanker beter volgen en nagaan hoe de ziekte op de behandeling reageert.

Deelnemingspercentage AvH: 50%

Müller



Christopher Maas
Alicja Ozimek Tobias
Thorsten Peterman
Dieter Schneider
Grego Peters
Telemond Groep is een producent van hoogwaardige staalconstructies en modules voor de hijs-, auto- en maritiem-civiele sector.
Telemond Groep boekte in 2020 een sterk resultaat, ondanks zeer uitdagende marktomstandigheden en een daling van de geconsolideerde omzet met 15% naar 84 miljoen euro. De groep werd door de COVID-19 pandemie met een algemene terugval van de vraag op haar eindmarkten geconfronteerd en met beduidende verstoringen van haar toeleveringsketens. Dit leidde tot de tijdelijke sluiting van de fabrieken van klanten in haar segmenten voor auto's en mobiele kranen.
Telemond, dat telescoop- en roosterstructuren voor de kraanindustrie levert, zag haar markt met 25% krimpen als gevolg van de vertraagde activiteit in de bouwsector en de zwakke vraag in de VS, een van de grootste markten voor kranen ter wereld. Dit bracht een van de belangrijkste fabrikanten van mobiele kranen ertoe Chapter 11 aan te vragen. Toch kon Telemond haar marktpositie verdedigen door haar personeelsbestand te verkleinen en haar kostenstructuur verder te stroomlijnen. De fusie in 2019 van de twee bedrijven van de groep die voor de kraansector werken, Teleskop en Montel, leverde eveneens synergieën op. De aanhoudende focus op procesoptimalisatie en automatisering van Telemond en de in de loop van het jaar gerealiseerde kostenverlagingen zullen haar positie als een van de wereldleiders in haar sector versterken.
Henschel Engineering Automotive, een eersterangsleverancier van neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen, werd eveneens zwaar getroffen door de crisis, met in totaal 8 weken sluitingen van autofabrieken in de zomer. De gestroomlijnde kostenstructuur van het bedrijf en het herstel van de verkoop naar ongeveer 80% van de pre-coronavolumes tegen het eind van het

Telemond
jaar leverden Henschel positieve marges op. Henschel focuste in het voorbije jaar op de uitbreiding van haar productaanbod en van haar geografische voetafdruk. Het bedrijf versterkte ook haar verkoop- en R&D-teams om klaar te zijn voor de verkoop van meer innovatieve oplossingen.
Teleyard, de offshoredivisie van de groep, bleef haar organisatie versterken in de aanloop naar de expansie van haar activiteiten naar andere markten. Het bedrijf voerde met succes een eerste contract op de offshore windmarkt uit, een segment met groot potentieel, vooral in Polen, de thuismarkt van Teleyard.
| Telemond Groep | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 84.050 | 98.575 | 92.327 |
| EBITDA | 9.973 | 12.665 | 9.195 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
6.074 | 8.194 | 4.075 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
54.451 | 55.735 | 52.994 |
| Netto financiële positie | -3.516 | -9.792 | -15.415 |
• Telemond heeft in moeilijke marktomstandigheden een grote veerkracht en flexibiliteit aan de dag gelegd. Gelet op de wereldtrend naar hernieuwbare energie en grootschalige infrastructuurinvesteringen is de groep uitstekend geplaatst voor bijkomende duurzame groei.

Deelnemingspercentage AvH: 50%


Piet Wauters
Kristof Derudder Gheorghe Chita
Filip Matthijs


Peter Tytgadt

Sergei Tarasiuk
Serge Van Hulle
Bart Dobbels
Georgi Zagorov
Turbo's Hoet Groep (TH) is een toonaangevende Europese vrachtwagendealer en leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Daarnaast is TH ook een van de belangrijkste Europese distributeurs van turbo's voor de aftermarket.
TH Trucks is met 61 vestigingen in 8 landen één van de belangrijkste Daf-dealers wereldwijd en ook dealer van onder meer Iveco, Ford Trucks, Nissan, Fiat Professional, Isuzu, Fuso, Kögel en diverse andere trailermerken. TH Lease is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen en biedt deze diensten ook aan in de andere landen waar TH actief is. TH Turbos is een belangrijke Europese distributeur van Turbo's voor de aftermarket voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen, met eigen vestigingen in 7 landen.
2020 werd zwaar getekend door de COVID-19 pandemie. De Europese vrachtwagenmarkt (+16T) viel met 28% terug, van 325.000 verkochte voertuigen in 2019 tot 233.000 voertuigen. De Oost-Europese markt kende een sterkere terugval dan de West-Europese. Ook TH ontsnapte niet aan de impact van deze algemene macro-economische evolutie en tekende een omzetdaling van 26% op. Een zeer strikt kostenbeleid, onmiddellijk ingevoerd bij de eerste lockdowns en deels mogelijk gemaakt door specifieke overheidssteunmaatregelen, zorgde dat de daling van de EBITDA beperkt werd tot 10%. Wisselkoersverliezen ten belope van 2,8 miljoen euro hadden echter een bijkomende negatieve impact op het nettoresultaat, dat afsloot op 7,2 miljoen euro. De netto financiële schuldpositie werd dankzij een verscherpte focus op werkkapitaal en lagere investeringen met 30 miljoen euro afgebouwd. TH is aldus echt trots op de neergezette resultaten, die eens te meer de weerbaarheid van de groep tijdens crisisperiodes aantonen.
Voor 2021 wordt door de constructeurs een heropleving van de Europese markt (+16T) verwacht naar een niveau van 250.000 à 280.000 voertuigen (+7% à 20%), waardoor TH verwacht haar strategie van duurzame groei in 2021 te kunnen verderzetten.
| Turbo's Hoet Groep NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000 - BGAAP) | 2020 | 2019 | 2018 |
| Omzet | 447.935 | 602.016 | 532.647 |
| EBITDA | 29.049 | 32.423 | 30.837 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 7.178 | 9.951 | 10.136 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
118.363 | 116.476 | 107.154 |
| Netto financiële positie | -106.319 | -136.338 | -117.468 |

Turbo's Hoet Groep


YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH
De geconsolideerde jaarrekening van AvH is opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2020, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
| • Resultatenrekening 140 | |
|---|---|
| • Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten141 | |
| • Balans 142 | |
| • Kasstroomoverzicht 144 | |
| 1. | IFRS waarderingsregels 146 | |
|---|---|---|
| 2. | Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen 152 | |
| 3. | Geassocieerde deelnemingen 157 | |
| 4. | Bedrijfsacquisities en -verkopen 159 | |
| 5. | Activa en passiva bestemd voor verkoop159 | |
| 6. | Segmentinformatie 160 | |
| 7. | Immateriële vaste activa174 | |
| 8. | Goodwill 175 | |
| 9. | Materiële vaste activa 176 | |
| 10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde 177 | ||
| 11. Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast180 | ||
| 12. Financiële activa 181 | ||
| 13. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten 188 | ||
| 14. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden 190 | ||
| 15. Minderheidsbelangen 191 | ||
| 16. Leasing 193 | ||
| 17. Voorzieningen 194 | ||
| 18. Financiële schulden195 | ||
| 19. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 197 | ||
| 20. Financiële instrumenten 198 | ||
| 21. Belastingen 201 | ||
| 22. Aandelenoptieplannen 202 | ||
| 23. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 203 | ||
| 24. Tewerkstelling204 | ||
| 25. Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk205 | ||
| 26. Pensioenverplichtingen 205 | ||
| 27. Verbonden partijen 207 | ||
| 28. Winst per aandeel 209 | ||
| 29. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden 209 | ||
| 30. Belangrijke feiten na balansdatum210 | ||
| 31. Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening211 | ||
| • Enkelvoudige jaarrekening 222 | |
|---|---|
| • Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening 226 |
| (€ 1.000) | Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.910.250 | 4.270.398 | |
| Verrichting van diensten | 95.880 | 89.270 | |
| Vastgoedopbrengsten | 10 | 226.468 | 218.778 |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 102.803 | 101.513 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 77.857 | 69.723 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 14 | 3.264.108 | 3.695.290 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 143.134 | 95.824 | |
| Exploitatielasten (-) | -3.773.047 | -3.974.839 | |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | 25 | -2.532.009 | -2.764.828 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -22.710 | -24.597 | |
| Personeelslasten (-) | 24 | -816.589 | -809.938 |
| Afschrijvingen (-) | -350.772 | -342.950 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -9.592 | -27.225 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -39.797 | -39.818 | |
| Voorzieningen | 17 | -1.579 | 34.516 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | -3.805 | 23.531 | |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 12 | -35.201 | 18.182 |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 31.396 | 5.348 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 90.666 | 121.899 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 12.172 | 6.379 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 2.211 | -308 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 75.837 | 113.216 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 446 | 2.613 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 224.063 | 440.989 | |
| Financieel resultaat | -73.718 | -19.386 | |
| Renteopbrengsten | 13.737 | 20.708 | |
| Rentelasten (-) | 18 | -39.576 | -35.333 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -16.698 | 2.969 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -31.182 | -7.730 | |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 20 | -5.242 | -5.370 |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 179.253 | 154.952 |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 4.442 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 324.356 | 575.627 | |
| Winstbelastingen | 21 | -46.742 | -61.756 |
| Uitgestelde belastingen | 44.693 | 12.537 | |
| Belastingen | -91.435 | -74.292 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 277.614 | 513.871 | |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 277.614 | 513.871 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 15 | 47.823 | 118.971 |
| Aandeel van de groep | 229.791 | 394.900 | |
| Winst per aandeel (€) | 2019 | |
|---|---|---|
| 1. Gewone winst (verlies) per aandeel | ||
| 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 6,93 | 11,92 |
| 1.2. Uit de voortgezette activiteiten | 6,93 | 11,92 |
| 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel | ||
| 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 6,93 | 11,89 |
| 2.2. Uit de voortgezette activiteiten | 6,93 | 11,89 |
De presentatie van de resultatenrekening werd beperkt herzien om beter in lijn te brengen met de IFRS-taxonomie (in het kader van de xbrl-tagging). In Toelichting 31 Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening vindt u een volledige reconciliatie. De gewijzigde presentatie heeft geen impact op de nettowinst, noch wijzigt ze fundamenteel de structuur van de resultatenrekening. We verwijzen naar de Toelichting 6 Segmentinformatie voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.
STAAT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN
Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes
Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes
Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.
Als gevolg van de toepassing sinds 2018 van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa sinds die datum balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Leasinvest Real Estate en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de marktinterestvoeten is de marktwaarde van deze indekkingen
tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.
(€ 1.000) Toelichting 2020 2019 Winst (verlies) van het boekjaar 277.614 513.871 Aandeel van het minderheidsbelang 15 47.823 118.971 Aandeel van de groep 229.791 394.900
Niet-gerealiseerde resultaten -44.382 -51.862
Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 12 5.333 3.446 Belastingen 21 -1.330 -1.019
Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve 20 6.543 -55.846 Belastingen 21 1.241 7.413
Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen -50.418 7.088
Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 12 7 -292 Belastingen 21 -2 86
Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen 26 -7.510 -16.756 Belastingen 21 1.754 4.019
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 233.232 462.009 Aandeel van het minderheidsbelang 15 51.741 97.392 Aandeel van de groep 181.491 364.618
4.003 2.426
7.783 -48.434
5 -205
-5.756 -12.737
negatief geëvolueerd en is de niet-gerealiseerde minderwaarde op de indekkingen in 2020 verder toegenomen. Dat er toch een positieve netto-wijziging van 7,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) wordt genoteerd, vloeit voort uit beëindigen van een deel van haar indekkingen door Leasinvest Real Estate. Dat heeft tot gevolg dat het verlies op die indekkingsinstrumenten van 20,3 miljoen euro ten laste van de resultatenrekening van het jaar 2020 werd gebracht. Indien die indekkingen niet verbroken waren geweest, zou de (negatieve) evolutie van de marktwaarde daarvan in de niet-gerealiseerde resultaten zijn verwerkt.
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2020 is de waarde van de euro gestegen in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in negatieve omrekeningsverschillen van 50,4 miljoen
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de
euro (inclusief aandeel van derden).
niet-gerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Winst (verlies) van het boekjaar | |||
| Aandeel van het minderheidsbelang | 15 | 277.614 47.823 |
513.871 118.971 |
| Aandeel van de groep | 229.791 | 394.900 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -44.382 | -51.862 | |
| Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) Belastingen |
12 21 |
5.333 -1.330 |
3.446 -1.019 |
| 4.003 | 2.426 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve | 20 | 6.543 | -55.846 |
| Belastingen | 21 | 1.241 | 7.413 |
| 7.783 | -48.434 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen | -50.418 | 7.088 | |
| Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 12 | 7 | -292 |
| Belastingen | 21 | -2 | 86 |
| 5 | -205 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | 26 | -7.510 | -16.756 |
| Belastingen | 21 | 1.754 | 4.019 |
| -5.756 | -12.737 | ||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 233.232 | 462.009 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 15 | 51.741 | 97.392 |
| Aandeel van de groep | 181.491 | 364.618 |
Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.
Als gevolg van de toepassing sinds 2018 van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa sinds die datum balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Leasinvest Real Estate en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de marktinterestvoeten is de marktwaarde van deze indekkingen negatief geëvolueerd en is de niet-gerealiseerde minderwaarde op de indekkingen in 2020 verder toegenomen. Dat er toch een positieve netto-wijziging van 7,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) wordt genoteerd, vloeit voort uit beëindigen van een deel van haar indekkingen door Leasinvest Real Estate. Dat heeft tot gevolg dat het verlies op die indekkingsinstrumenten van 20,3 miljoen euro ten laste van de resultatenrekening van het jaar 2020 werd gebracht. Indien die indekkingen niet verbroken waren geweest, zou de (negatieve) evolutie van de marktwaarde daarvan in de niet-gerealiseerde resultaten zijn verwerkt.
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2020 is de waarde van de euro gestegen in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in negatieve omrekeningsverschillen van 50,4 miljoen euro (inclusief aandeel van derden).
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 10.952.870 | 10.478.704 | |
| Immateriële vaste activa | 7 | 147.762 | 126.902 |
| Goodwill | 8 | 325.937 | 331.550 |
| Materiële vaste activa | 9 | 2.825.552 | 2.909.167 |
| Terreinen en gebouwen | 415.415 | 403.032 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.835.423 | 1.899.461 | |
| Meubilair en rollend materieel | 53.525 | 53.457 | |
| Overige materiële vaste activa | 4.736 | 5.245 | |
| Activa in aanbouw | 516.454 | 547.971 | |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 1.414.057 | 1.336.093 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 1.456.070 | 1.202.477 |
| Financiële vaste activa | 12 | 260.413 | 287.576 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 131.391 | 154.418 | |
| Vorderingen en borgtochten | 129.022 | 133.158 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 20 | 3.279 | 1.213 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 21 | 140.439 | 111.004 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar | 13 | 4.379.362 | 4.172.722 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 4.327.706 | 4.134.167 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 51.656 | 38.555 | |
| II. Vlottende activa | |||
| 5.274.000 | 4.782.119 | ||
| Voorraden | 14 | 382.451 | 423.429 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 14 | 400.034 | 328.441 |
| Geldbeleggingen | 12 | 546.322 | 476.513 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 51.155 | 55.717 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 474.991 | 420.628 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 173 | 168 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 20.003 | 0 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 20 | 8.399 | 911 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 12 | 765.168 | 909.138 |
| Handelsvorderingen | 616.808 | 744.679 | |
| Overige vorderingen | 148.361 | 164.458 | |
| Terug te vorderen belastingen | 21 | 34.554 | 25.927 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar | 13 | 2.242.735 | 1.694.553 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 163.712 | 141.306 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 1.086.948 | 1.098.483 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 269 | 44 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 991.806 | 454.720 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 842.408 | 887.985 | |
| Overlopende rekeningen | 51.930 | 35.221 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 5 | 1.874 | 40.724 |
| Totaal der activa | 16.228.744 | 15.301.547 | |
De presentatie van de geconsolideerde balans werd herzien om ze beter in lijn te brengen met de IFRS-taxonomie (in het kader van de xbrl-tagging) en met de balanspresentatie van bepaalde filialen (vnl. Bank J.Van Breda & C°). Het betreft enkel herclasseringen/groeperingen zonder impact op het balanstotaal. In Toelichting 31 Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening is een volledige reconciliatie opgenomen.
De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen in de Toelichting 6. Segmentinformatie. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale
consolidatie van Bank J.Van Breda & C° (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank J.Van Breda & C° draagt 7.211,4 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 16.228,7 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is zoals blijkt uit de Common Equity Tier 1-ratio van 14,7%, zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank J.Van Breda & C° in de geconsolideerde balans samengevat.
BALANS - EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
(€ 1.000) Toelichting 2020 2019 I. Totaal eigen vermogen 4.782.169 4.681.834 Eigen vermogen - deel groep 3.562.038 3.456.109 Geplaatst kapitaal 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 2.295 2.295 Agio 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 3.592.273 3.439.322 Herwaarderingsreserves -112.772 -64.472 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 6.614 3.469 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 45 41 Afdekkingsreserve -46.080 -43.889 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -27.236 -23.019 Omrekeningsverschillen -46.115 -1.074 Ingekochte eigen aandelen (-) 22 -31.370 -32.648 Minderheidsbelang 15 1.220.131 1.225.725 II. Langlopende verplichtingen 3.414.785 3.100.095 Voorzieningen 17 46.175 45.541 Pensioenverplichtingen 26 83.250 75.990 Uitgestelde belastingverplichtingen 21 159.777 164.694 Financiële schulden 18 1.869.486 1.906.344 Leningen van banken 1.395.608 1.466.076 Obligatieleningen 241.934 204.152 Achtergestelde leningen 44.680 37.422 Leasingschulden 138.093 151.984 Overige financiële schulden 49.170 46.710 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 97.324 96.874 Overige schulden 52.713 31.429 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 1.106.061 779.224 Banken - deposito's van kredietinstellingen 298.417 0 Banken - deposito's van klanten 767.701 739.301 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 39.943 39.923 III. Kortlopende verplichtingen 8.031.790 7.519.619 Voorzieningen 17 38.083 37.701 Pensioenverplichtingen 26 342 331 Financiële schulden 18 689.864 625.560 Leningen van banken 319.771 279.208 Obligatieleningen 0 49.969 Achtergestelde leningen 20.974 13.216 Leasingschulden 33.939 42.707 Overige financiële schulden 315.181 240.460 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 8.914 10.563 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 14 309.192 295.849 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.454.021 1.452.872 Handelsschulden 1.092.826 1.140.174 Ontvangen vooruitbetalingen 60.643 40.426 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 207.031 197.967 Overige schulden 93.521 74.306 Te betalen belastingen 21 94.895 59.441 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 5.378.292 4.936.693 Banken - deposito's van kredietinstellingen 28.875 27.825 Banken - deposito's van klanten 5.139.401 4.667.248 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 210.016 241.620 Overlopende rekeningen 58.187 100.608 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 5 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 16.228.744 15.301.547
| (€ 1.000) | Toelichting | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 4.782.169 | 4.681.834 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 3.562.038 | 3.456.109 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |
| Agio Geconsolideerde reserves |
111.612 | 111.612 | |
| Herwaarderingsreserves | 3.592.273 | 3.439.322 | |
| -112.772 | -64.472 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 6.614 | 3.469 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 45 | 41 | |
| Afdekkingsreserve | -46.080 | -43.889 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -27.236 | -23.019 | |
| Omrekeningsverschillen | -46.115 | -1.074 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 22 | -31.370 | -32.648 |
| Minderheidsbelang | 15 | 1.220.131 | 1.225.725 |
| II. Langlopende verplichtingen | 3.414.785 | 3.100.095 | |
| Voorzieningen | 17 | 46.175 | 45.541 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 83.250 | 75.990 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 21 | 159.777 | 164.694 |
| Financiële schulden | 18 | 1.869.486 | 1.906.344 |
| Leningen van banken | 1.395.608 | 1.466.076 | |
| Obligatieleningen | 241.934 | 204.152 | |
| Achtergestelde leningen | 44.680 | 37.422 | |
| Leasingschulden | 138.093 | 151.984 | |
| Overige financiële schulden | 49.170 | 46.710 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 20 | 97.324 | 96.874 |
| Overige schulden | 52.713 | 31.429 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 19 | 1.106.061 | 779.224 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 298.417 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 767.701 | 739.301 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 39.943 | 39.923 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 8.031.790 | 7.519.619 | |
| Voorzieningen | 17 | 38.083 | 37.701 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 342 | 331 |
| Financiële schulden | 18 | 689.864 | 625.560 |
| Leningen van banken | 319.771 | 279.208 | |
| Obligatieleningen | 0 | 49.969 | |
| Achtergestelde leningen | 20.974 | 13.216 | |
| Leasingschulden | 33.939 | 42.707 | |
| Overige financiële schulden | |||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 315.181 | 240.460 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 20 | 8.914 | 10.563 |
| 14 | 309.192 | 295.849 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.454.021 | 1.452.872 | |
| Handelsschulden | 1.092.826 | 1.140.174 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 60.643 | 40.426 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 207.031 | 197.967 | |
| Overige schulden | 93.521 | 74.306 | |
| Te betalen belastingen | 21 | 94.895 | 59.441 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 19 | 5.378.292 | 4.936.693 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 28.875 | 27.825 | |
| Banken - deposito's van klanten | 5.139.401 | 4.667.248 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 210.016 | 241.620 | |
| Overlopende rekeningen | 58.187 | 100.608 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 5 | 0 | 0 |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 16.228.744 | 15.301.547 |
| (€ 1.000) 2020 2019 I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 887.985 513.588 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 224.063 440.989 Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen -90.666 -121.899 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 38.042 62.192 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 4.442 Winstbelastingen (betaald) -70.441 -69.274 Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen 350.772 342.950 Bijzondere waardeverminderingen 9.652 28.628 Aandelenoptieplannen -2.566 -144 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 3.805 -23.531 (Afname) toename van voorzieningen 2.142 -35.823 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 3.711 -2.425 Cashflow 468.514 626.104 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 118.570 -41.361 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 68.001 -123.584 Afname (toename) van vorderingen 97.678 211.038 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) -746.754 -530.741 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -85.915 -95.940 Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) 769.629 507.257 Afname (toename) overige 15.931 -9.392 Operationele cashflow 587.084 584.743 Investeringen -780.577 -1.040.894 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -236.598 -503.154 Investering in vastgoedbeleggingen -46.388 -212.713 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -240.476 -76.049 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 2.274 38.212 Nieuwe leningen toegestaan -15.849 -22.315 Verwerving van geldbeleggingen -243.539 -264.875 Desinvesteringen 385.295 625.524 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 21.071 14.456 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 35.404 42.350 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 141.357 202.698 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 -26.483 Terugbetaalde leningen 10.240 96.889 Overdracht van geldbeleggingen 177.223 295.615 Investeringscashflow -395.282 -415.370 Financiële operaties Dividenden 7.838 6.547 Ontvangen interesten 11.654 18.708 Betaalde interesten -39.313 -43.749 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -54.864 -11.095 Afname (toename) van eigen aandelen -1.635 -6.108 (Afname) toename van financiële schulden -23.515 389.404 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties -17.830 -7.478 Winstverdeling -76.813 -76.741 Dividenden uitgekeerd aan derden -36.234 -65.960 Financieringscashflow -230.712 203.529 II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten -38.910 372.902 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -6.667 1.496 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 842.408 887.985 |
||
|---|---|---|
MUTATIEOVERZICHT VAN HET GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN
Geconsolideerde
reserves
Obligaties -
Fair value through
OCI (FVOCI)
Aandelen -
Fair value through
OCI (FVOCI)
Beginsaldo, 1 januari 2019 113.907 3.124.841 1.568 228 -13.528 -14.997 -7.462 -28.112 3.176.446 1.181.549 4.357.994 Winst 394.900 394.900 118.971 513.871 Niet-gerealiseerde resultaten 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 -30.282 -21.580 -51.862
gerealiseerde resultaten 0 394.900 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 0 364.618 97.392 462.009 Uitkering dividend -76.741 -76.741 -65.960 -142.702
aandelen -4.537 -4.537 -4.537
datiekring / Belangen %) -3.678 -3.678 12.745 9.067 Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834
Afdekkingsreserves
Actuariële winsten
(verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Omrekeningsverschillen
Ingekochte eigen
aandelen
Eigen vermogen - deel
groep
Minderheids
belang
Totaal eigen vermogen
Aandelenkapitaal &
Aandelenkapitaal &
Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de
In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend
AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening
"Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".
agio
Geconsolideerde
reserves
Obligaties -
Fair value through
OCI (FVOCI)
Aandelen -
Fair value through
OCI (FVOCI)
Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834 Impact wijzigingen IFRS 0 0 Beginsaldo, 1 januari 2020 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834 Winst 229.791 229.791 47.823 277.614 Niet-gerealiseerde resultaten 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 -48.300 3.918 -44.382
gerealiseerde resultaten 0 229.791 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 0 181.491 51.741 233.232 Uitkering dividend -76.813 -76.813 -36.234 -113.047
aandelen 1.278 1.278 1.278
datiekring / Belangen %) -27 -27 -21.100 -21.128 Eindsaldo, 31 december 2020 113.907 3.592.273 6.614 45 -46.080 -27.236 -46.115 -31.370 3.562.038 1.220.131 4.782.169
Afdekkingsreserves
Actuariële winsten
(verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Omrekeningsverschillen
Ingekochte eigen
aandelen
van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.
De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH (vnl. het hoger belang in CFE). Voor
Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer
meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.
aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Algemene gegevens betreffende het kapitaal
informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
Eigen vermogen - deel
groep
Minderheids
belang
Totaal eigen vermogen
agio
(€ 1.000)
Totaal gerealiseerde en niet-
Verrichtingen met ingekochte eigen
Andere (vnl. wijzigingen consoli-
Totaal gerealiseerde en niet-
Verrichtingen met ingekochte eigen
uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.
eigen aandelen.
Andere (vnl. wijzigingen consoli-
(€ 1.000)
| (€ 1.000) | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
Fair value through Obligaties - OCI (FVOCI) |
Fair value through OCI (FVOCI) Aandelen - |
Afdekkingsreserves | (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekeningsverschillen | Ingekochte eigen aandelen |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen | |
| Beginsaldo, 1 januari 2019 | 113.907 | 3.124.841 | 1.568 | 228 | -13.528 | -14.997 | -7.462 | -28.112 | 3.176.446 | 1.181.549 | 4.357.994 |
| Winst | 394.900 | 394.900 | 118.971 | 513.871 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 1.901 | -187 | -30.360 | -8.023 | 6.388 | -30.282 | -21.580 | -51.862 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 394.900 | 1.901 | -187 | -30.360 | -8.023 | 6.388 | 0 | 364.618 | 97.392 | 462.009 |
| Uitkering dividend | -76.741 | -76.741 | -65.960 | -142.702 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-4.537 | -4.537 | -4.537 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
-3.678 | -3.678 | 12.745 | 9.067 | |||||||
| Eindsaldo, 31 december 2019 | 113.907 | 3.439.322 | 3.469 | 41 | -43.889 | -23.019 | -1.074 | -32.648 | 3.456.109 | 1.225.725 | 4.681.834 |
| (€ 1.000) | |||||||||||
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
Fair value through OCI (FVOCI) Obligaties - |
Fair value through OCI (FVOCI) Aandelen - |
Afdekkingsreserves | (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekeningsverschillen | Ingekochte eigen aandelen |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen | |
| Eindsaldo, 31 december 2019 | 113.907 | 3.439.322 | 3.469 | 41 | -43.889 | -23.019 | -1.074 | -32.648 | 3.456.109 | 1.225.725 | 4.681.834 |
| Impact wijzigingen IFRS | 0 | 0 | |||||||||
| Beginsaldo, 1 januari 2020 | 113.907 | 3.439.322 | 3.469 | 41 | -43.889 | -23.019 | -1.074 | -32.648 | 3.456.109 | 1.225.725 | 4.681.834 |
| Winst | 229.791 | 229.791 | 47.823 | 277.614 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 3.145 | 4 | -2.191 | -4.217 | -45.041 | -48.300 | 3.918 | -44.382 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 229.791 | 3.145 | 4 | -2.191 | -4.217 | -45.041 | 0 | 181.491 | 51.741 | 233.232 |
| Uitkering dividend | -76.813 | -76.813 | -36.234 | -113.047 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
1.278 | 1.278 | 1.278 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
-27 | -27 | -21.100 | -21.128 |
Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de "Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".
In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.
AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.
De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH (vnl. het hoger belang in CFE). Voor meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.
Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2020, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2020 toegepast.
De toepassing van de nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties heeft geen significante impact op de financiële staten van de groep. De wijziging aan IFRS 16 Leases werd niet toegepast.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen, worden schattingen verricht en assumpties geformuleerd die een invloed hebben op de bedragen opgenomen in die jaarrekening, met name wat betreft:
Deze schattingen gaan ervan uit dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten gewaarborgd is en worden gemaakt op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie. De schattingen kunnen herzien worden wanneer de omstandigheden waarop ze gebaseerd zijn evolueren of wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt. De actuele resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS-waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en 8. Leasing
actief dient te omvatten.
rekenen.
oefenen.
8.1 Administratieve verwerking door de leasinggever
Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het
Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te
In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, alsmede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasingnemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 vervangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de
Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te
De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook
De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van
In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep
leaseovereenkomsten van korte duur, d.w.z. overeenkomsten met een looptijd
leaseovereenkomsten waarbij het onderliggende actief een lage waarde heeft;
De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het
De leasebetalingen worden gedisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. Indien die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat doorgaans het geval is voor leaseovereenkomsten in de groep, heeft de leasingnemer op basis van een beoordeling zijn marginale rentevoet bepaald, zijnde de rentevoet die de individuele leasingnemer zou betalen om het bedrag te lenen dat nodig is voor het verkrijgen van het actief in een vergelijkbare economische omgeving, met dezelfde bepalingen, zekerheid en
Bij het bepalen van de leaseperiode houdt het management rekening met alle feiten die een impact hebben op het al dan niet uitoefenen van een verlengingsoptie (of het niet uitoefenen van een beëindigingsoptie). Verlengingsopties (of perioden na beëindigingsopties) worden alleen in de
ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:
aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.
8.2 Administratieve verwerking door de leasingnemer
juridische vorm van een leaseovereenkomst'.
leaseovereenkomsten in te schatten.
van minder dan één jaar;
immateriële vaste activa.
voorwaarden.
gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:
Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde
Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis
De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa
Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over
7. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het
De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de
resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
zijn bedrijfswaarde.
deelneming op het moment van de overname.
waardevermindering voordoen.
waardeverminderingen.
levenscyclus van het schip.
activering justifieert.
beschikbaar zijn voor gebruik.
de gebruiksduur van het actief.
actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
6. Materiële vaste activa
geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
5. Goodwill
3.2 Gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere medeaandeelhouders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.
Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.
Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.
Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt:
Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde.
Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische levenscyclus van het schip.
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
8.1 Administratieve verwerking door de leasinggever
Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het actief dient te omvatten.
Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te rekenen.
8.2 Administratieve verwerking door de leasingnemer
In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, alsmede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasingnemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 vervangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst'.
Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.
De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van leaseovereenkomsten in te schatten.
In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:
De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:
leaseperiode opgenomen als het redelijk zeker is dat de leaseovereenkomst zal worden verlengd (of niet zal worden beëindigd).
De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik, als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is.
Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit.
De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest). Er wordt ook nagegaan hoe deze kasstromen kaderen binnen het business model van de repectievelijke entiteit.
Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:
Bij verkoop worden de gecumuleerde waardeveranderingen overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.
iii. gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL): schuldinstrumenten waarvoor de SPPI-test faalt en/of die niet worden aangehouden onder een HTC of HTC&S-model moeten verplicht op deze manier worden gewaardeerd.
de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn,
PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door
'Loss Given Default' (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGD bedrag wordt bekomen uit de 'exposure at default' en de in pand genomen
'Survival Probability' is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De 'Survival Probability' wordt berekend aan de hand van: - de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere
de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge
'Effective Interest Rate' (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verliezen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractuele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet
Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:
een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest-
het toestaan door de Bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de
het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering
voor obligaties, het wegvallen van een actieve markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte
objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis vastgesteld worden, of die wijzen op een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep, of op nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners. Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde
De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte
11. Voorraden / onderhanden projecten in opdracht
worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding
ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille.
van volledig vervroegde terugbetaling.
wordt de meest recente 'fixing' gebruikt.
belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener;
van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen;
van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
en/of kapitaalaflossingen;
ontlener zou toestaan;
toekomstige kasstromen).
van derden
12. Kapitaal en reserves
het kapitaal gebracht.
zal gaan;
waarborgen.
default, en
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen,
10.6 Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa
Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte
schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van
Stage 1: performante activa, waarvoor op het moment van eerste opname een '1 year expected credit loss' wordt aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen
Stage 2: 'underperforming' activa waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt aangelegd zodra een significante stijging in kredietrisico wordt
Stage 3: voor niet-performante activa wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare
Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor
in mindering van de bruto boekwaarde van financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. leasingvorderingen); als een voorziening in niet-gerealiseerde resultaten (OCI) voor schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van
als een voorziening onder de verplichtingen voor engagementen uit
De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische
Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2
Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de
Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen
verplichtingen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten. bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden
voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling;
worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor: financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs;
waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten; vorderingen uit financiële leaseovereenkomsten;
de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
vastgesteld sinds de eerste opname;
verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:
waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten;
leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.
verwachtingen mee in rekening te nemen.
plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.
voorzienbare toekomst.
en volgende modelparameters:
waarde.
10.5 Kas en kasequivalenten
Los van deze beoordelingen kan er bij aanvang onherroepelijk voor gekozen worden om het financieel actief op te nemen aan FVPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.
Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).
Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).
Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de Groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.
10.3 Classificatie en waardering van financiële verplichtingen
Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:
De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IFRS 9, met uitzondering van macro hedge accounting waarvoor IAS 39 toegepast wordt.
De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:
Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:
De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.
Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.
Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.
Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:
Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:
Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding
tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.
Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.
Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.
Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien de impact van materieel belang is.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen, overdraagbare fiscale verliezen en belastingskredieten.
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:
Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.
toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in
Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat
Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling
Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of
De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten
2.Private Banking met Delen Private Bank, één van de grootste onafhankelijke privé-vermogensbeheerders in België en vermogensbeheerder JM Finn in het VK en Bank J.Van Breda & C°, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen
3.Real Estate & Senior Care met Leasinvest Real Estate, een beursgenoteerde vastgoedvennootschap, Extensa Group, een belangrijke gronden- en vastgoedontwikkelaar en Anima Care, actief in de zorg- en gezondheidssector.
Energy & Resources, SIPEF, een agro-industriële groep in tropische landbouw,
AvH & Growth Capital met AvH Growth Capital en GIB en hun
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt
het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.
wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.
19. Beëindigde bedrijfsactiviteiten
20. Gebeurtenissen na balansdatum
reële waarde minus de verkoopkosten).
belangrijke impact kunnen hebben.
21. Winst per aandeel
22. Segmentinformatie
Rent-A-Port en Green Offshore.
Verdant Bioscience en Sagar Cements.
in overeenstemming met IFRS 8.
respectievelijke Growth Capital participaties.
in België.
en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
overeenstemming is met de huidige praktijk.
te ontvangen is vastgesteld.
Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.
Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een
De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna
Het identificeren van de afzonderlijke prestatieverplichtingen in een
Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen
Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar
De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs
Toewijzing van de transactieprijs aan prestatieverplichtingen in
De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een
Vervulling van de prestatieverplichtingen en erkenning van de
Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor
Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend
Methode voor de meting van de vervulling van de
Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van
Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De
Bepaling van de transactieprijs van het contract
afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.
volgens de 'percentage of completion'-methode.
derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.
prestatieverplichtingen en de erkenning van opbrengst
resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.
contractverplichting opgenomen.
beschreven criteria.
contract met een klant
worden toegerekend.
moet worden opgenomen.
contracten met klanten
reeds verrichte prestaties.
opbrengst
Andere
is.
De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 (Revised) te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.
De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen. De kosten van de te bereiken doel-pensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doelpensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.
Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.
Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen.
De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.
Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.
Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar is.
De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.
De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.
Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties.
Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode.
Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.
Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.
Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.
Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.
De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten).
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.
Naam van de dochteronderneming Ondernemings-
Real Estate & Senior Care (vervolg)
(1)
(2)
(2)
Leasinvest Real Estate Management
T&T Property Management
Leasinvest Real Estate
Les 3 Arbres (3) nummer Maatsch. zetel Belangen %
0436.323.915 België 30,01% 30,01% 69,99% 69,99%
0466.164.776 België 100,00% 100,00% Anima (voorheen Anima Care) 0469.969.453 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Care Vlaanderen 0698.940.725 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Gilman 0870.238.171 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Engagement 0462.433.147 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Gui 0455.218.624 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Care Wallonië 0428.283.308 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Huize Philemon & Baucis 0462.432.652 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Cura 0480.262.143 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Glamar 0430.378.904 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zorgcentrum Lucia 0818.244.092 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Parc des Princes 0431.555.572 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence St. James 0428.096.434 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Château d'Awans 0427.620.342 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Home Scheut 0458.643.516 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Birmingham 0428.227.284 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zandsteen 0664.573.823 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Les Résidences de l'Eden 0455.832.197 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Arcade 0835.637.281 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% La Roseraie 0466.582.668 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Patrium 0675.568.178 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Elenchus Invest 0478.953.930 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Edelweiss 0439.605.582 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Neerveld 0427.883.628 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Villa 34 0432.423.822 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Rossignol 0432.049.381 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Immo Markant 0537.654.073 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
0435.646.893 België 92,50% 7,50%
(1) T&T Property Management werd opgericht in het kader van beheer van de Tour&Taxis site in Brussel. (2) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar
verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE. (3) In H2 2020 nam Anima (voorheen Anima Care) het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.
Implant 0434.171.208 België 100,00% 100,00% RFD 0405.767.232 België 100,00% 100,00% RFD CEE Venture Capital 801.966.607 Nederland 100,00% 100,00% Project T&T 0476.392.437 België 100,00% 100,00% T&T Openbaar Pakhuis 0863.093.924 België 100,00% 100,00% T&T Parking 0863.091.251 België 100,00% 100,00%
0628.634.927 België 100,00% T&T Tréfonds 0807.286.854 België 100,00% 100,00% T&T Services 0628.634.927 België 100,00% 100,00% T&T Douanehotel 0406.211.155 België 100,00% 100,00% T&T Food Experience 0473.705.438 België 100,00% 100,00% Beekbaarimmo 19.992.223.718 Luxemburg 100,00% 100,00% Vilvolease 0456.964.525 België 100,00% 100,00%
2020
Belangen % 2019
Minderheidsbelangen % 2020
Minderheidsbelangen % 2019
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Belangen % 2019 |
Minderheids belangen % 2020 |
Minderheids belangen % 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE (1)(2) |
0400.464.795 | België | 62,10% | 60,91% | 37,90% | 39,09% |
| DEME (1)(2) |
0400.473.705 | België | 62,10% | 60,91% | 37,90% | 39,09% |
| Rent-A-Port (2) |
0885.565.854 | België | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% |
| International Port Engineering and Management (IPEM) | 0441.086.318 | België | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% |
| Infra Asia Consultancy and Project Management | 0891.321.320 | België | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% |
| Rent-A-Port Green Energy | 0648.717.687 | België | 54,04% | 53,64% | 45,96% | 46,36% |
| IPEM Holdings | Cyprus | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% | |
| Port Management Development | Cyprus | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% | |
| Infra Asia Consultancy | Hongkong | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% | |
| OK SPM FTZ Enterprise | Nigeria | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% | |
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) (3) |
||||||
| IPEM Reclamation | Cyprus | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Rent-A-Port Reclamation | Hongkong | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Infra Asia Investment Green Utilities | Hongkong | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Infra Asia Investment HK | Hongkong | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Warehousing Workshop Worldwide | Hongkong | 44,80% | 43,46% | 55,20% | 56,54% | |
| Deep C Blue (Hong Kong) | Hongkong | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| IPEM Vietnam | Hongkong | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Dinh Vu Industrial Zone jsc | Vietnam | 40,72% | 39,71% | 59,28% | 60,29% | |
| Hong Duc Industrial Zone jsc | Vietnam | 50,40% | 48,93% | 49,60% | 51,07% | |
| Hai Phong Industrial Park jsc | Vietnam | 50,09% | 48,61% | 49,91% | 51,39% | |
| DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc) (4) |
Vietnam | 48,93% | 51,07% | |||
| Deep C Blue Hai Phong Company | Vietnam | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| DC Red Hai Phong (ex-Hai Phong Warehousing WW) | Vietnam | 44,80% | 43,46% | 55,20% | 56,54% | |
| Deep C Management | Vietnam | 49,78% | 48,29% | 50,22% | 51,71% | |
| Green Offshore (2) |
0832.273.757 | België | 81,05% | 80,46% | 18,95% | 19,54% |
| Private Banking | ||||||
| Bank J.Van Breda & C° | 0404.055.577 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| Beherman Vehicle Supply | 0473.162.535 | België | 63,00% | 63,00% | 37,00% | 37,00% |
| Van Breda Immo Consult | 0726.963.530 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| FinAx (5) |
0718.694.279 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Real Estate & Senior Care | ||||||
| Extensa Group | 0425.459.618 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa | 0466.333.240 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Development | 0446.953.135 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Invest I (6) |
0753.977.139 | België | 100,00% | |||
| Extensa Romania | J40.24053.2007 | Roemenië | 100,00% | 100,00% | ||
| Gare Maritime | 0696.803.359 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Grossfeld Developments (7) |
2012.2448.267 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
(1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE. (2) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME (62,10%), Rent-A-Port (81,05%) en Green Offshore (81,05%). (3) Rent-A-Port verhoogde haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (4) Na de verkoop van 50% van de aandelen is DC Russia, een vennootschap die in Vietnam terreinen ontwikkelt, opgenomen in de rubriek 'Gemeenschappelijke dochterondernemingen'. (5) AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. (6) Extensa Invest I is een in augustus 2020 opgerichte FIIS/GVBF (Fonds d'Investissement Immobilier Spécialisé/Gespecialiseerd VastgoedBeleggingsFonds). (7) Op grond van de aandeelhoudersovereenkomst heeft Extensa economisch slechts recht op 50% van de resultaten van deze vennootschap.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Belangen % 2019 |
Minderheids belangen % 2020 |
Minderheids belangen % 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | ||||||
| Implant | 0434.171.208 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| RFD | 0405.767.232 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| RFD CEE Venture Capital | 801.966.607 | Nederland | 100,00% | 100,00% | ||
| Project T&T | 0476.392.437 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Openbaar Pakhuis | 0863.093.924 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Parking | 0863.091.251 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Property Management (1) |
0628.634.927 | België | 100,00% | |||
| T&T Tréfonds | 0807.286.854 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Services | 0628.634.927 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Douanehotel | 0406.211.155 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Food Experience | 0473.705.438 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Beekbaarimmo | 19.992.223.718 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Vilvolease | 0456.964.525 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Leasinvest Real Estate (2) |
0436.323.915 | België | 30,01% | 30,01% | 69,99% | 69,99% |
| Leasinvest Real Estate Management (2) |
0466.164.776 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Anima (voorheen Anima Care) | 0469.969.453 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Anima Care Vlaanderen | 0698.940.725 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Gilman | 0870.238.171 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Engagement | 0462.433.147 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Le Gui | 0455.218.624 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Anima Care Wallonië | 0428.283.308 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Huize Philemon & Baucis | 0462.432.652 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Anima Cura | 0480.262.143 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Glamar | 0430.378.904 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Zorgcentrum Lucia | 0818.244.092 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Résidence Parc des Princes | 0431.555.572 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Résidence St. James | 0428.096.434 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Château d'Awans | 0427.620.342 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Home Scheut | 0458.643.516 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Le Birmingham | 0428.227.284 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Zandsteen | 0664.573.823 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Les Résidences de l'Eden | 0455.832.197 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Résidence Arcade | 0835.637.281 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| La Roseraie | 0466.582.668 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Patrium | 0675.568.178 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Elenchus Invest | 0478.953.930 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Résidence Edelweiss | 0439.605.582 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Résidence Neerveld | 0427.883.628 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Villa 34 | 0432.423.822 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Le Rossignol | 0432.049.381 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Immo Markant | 0537.654.073 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% |
| Les 3 Arbres (3) |
0435.646.893 | België | 92,50% | 7,50% |
(1) T&T Property Management werd opgericht in het kader van beheer van de Tour&Taxis site in Brussel. (2) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE. (3) In H2 2020 nam Anima (voorheen Anima Care) het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Belangen % 2019 |
Minderheids belangen % 2020 |
Minderheids belangen % 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Energy & Resources | ||||||
| AvH Resources India | U74300DL2001 PTC111685 |
India | 100,00% | 100,00% | ||
| AvH & Growth Capital | ||||||
| AvH Growth Capital (ex-Sofinim) | 0434.330.168 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Sofinim Luxemburg | 2003.2218.661 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Agidens International | 0468.070.629 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Life Sciences | 0411.592.279 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Infra Automation | 0630.982.030 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Proces Automation | 0465.624.744 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Proces Automation BV | 005469272B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Life Sciences BV | 850983411B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Infra Automation BV | 856220024B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens Inc | 32.067.705.379 | Usa | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens SAS | 10.813.818.424 | Frankrijk | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens GmbH | 76301 | Duitsland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Agidens AG | 539301 | Zwitserland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Argus Technologies | 0844.260.284 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Baarbeek Immo | 651.662.133 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% |
| Biolectric Group | 0422.609.402 | België | 60,00% | 60,00% | 40,00% | 40,00% |
| Biolectric | 0879.126.440 | België | 60,00% | 60,00% | 40,00% | 40,00% |
| Biolectric Ltd | Uk | 60,00% | 60,00% | 40,00% | 40,00% | |
| Subholdings AvH | ||||||
| Anfima | 0426.265.213 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Brinvest | 0431.697.411 | België | 100,00% | 99,99% | 0,01% | |
| Profimolux | 1992.2213.650 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2020
nummer Maatsch. zetel Belangen %
2020
Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 13.082 9 421 -71 Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 7.256 197 421 -126 Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,89% 25,11% 5.643 5.136 12.771 -362 Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,89% 25,11% 4.865 2.678 7.072 1.873
Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 40,53% 9,47% 1.616 1.941 3 -42 Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,53% 9,47% 32.047 31.912 14 16
S Channel Management Limited (in vereffening) Cyprus 40,53% 9,47% 0 0 0 3
CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 4.448 6.997 30 7 CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 8.288 2.043 355 -305 Grossfeld PAP SICAV-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 109.058 110.634 890 40.384 Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 50,00% 56.358 57.381 179 717
0749.614.317 België 24,32% 5,68% 4.650 2.911 0 -102
0453.076.211 België 78,75% 2.053.679 1.113.402 412.422 131.387
2019.2481.814 Luxemburg 45,00% 30.748 19.467 0 -18
0404.491.285 België 34,68% 946.641 307.953 274.027 14.122
Singapore 42,00% 33.451 19.747 1.319 -2.645
2020.2460.950 Luxemburg 50,00% 33.338 13.015 0 -15
2020.2460.985 Luxemburg 50,00% 21.720 16.681 0 -16
2020.2460.969 Luxemburg 50,00% 63.022 37.854 0 -16 Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 3.393 5.232 0 -399
Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.325 1.271 666 188 Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 586.079 473.011 1.497.853 23.620 Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 334.822 216.459 447.935 7.178
GIB 0404.869.783 België 50,00% 91 52.813 0 -310 (1) Als gevolg van de verkoop van 50% van de aandelen in DC Russia (voorheen integraal geconsolideerd) en Bac Tien Phong Industrial Zone (vooheen Activa bestemd voor verkoop) zijn deze twee vennootschappen, die in Vietnam terreinen ontwikkelen, opgenomen onder de Gemeenschappelijke dochterondernemingen. (2) Via de oprichting van de vennootschap ESTOR-LUX hebben Rent-A-Port Green Energy, S.R.I.W. Environnement, SOCOFE en SOPAER de krachten gebundeld om een grootschalig batterijpark op te richten. Het project zou operationeel moeten zijn in 2021. (3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle. (4) Extensa heeft 4 kantoorgebouwen in aanbouw op de Cloche d'Or site in Luxemburg ingebracht in afzonderlijke dochtervennootschappen, rechtstreeks aangehouden door Grossfeld PAP SICAV-
RAIF. (5) Extensa verkocht in 2020 haar 50%-belang in Top Development (in Trnava, Slovakia) aan de locale partners. (6) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2020 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van
32,33% tot 34,68%. (7) Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS),
0893.552.617 België 50,00% 78.134 23.684 84.050 6.074
Minderheidsbelangen % 2020
Vietnam 24,89% 25,11% 19.969 2.105 0 -426
Vietnam 24,89% 25,11% 35.639 1.183 0 -941
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet Netto-
resultaat
(€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings-
(1)
(1)
35 899 140 Slowakije
Marine Engineering & Contracting
Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port)
DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc)
(3)
(4)
(5)
Verdant Bioscience (USD 1.000)
AvH & Growth Capital
(6)
(7)
gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven. (8) In 2020 werden de vennootschappen Telemond Holding en Telehold gefuseerd.
Real Estate & Senior Care
Bac Tien Phong Industrial Zone
Rent-A-Port
ESTOR-LUX (2)
Private Banking Delen Private Bank
Extensa Group
NEIF 3 Kockelscheuer
Top Development
Telemond (8)
Subholdings AvH
Energy & Resources SIPEF (USD 1.000)
Darwin I (4)
Darwin II (4)
Banca II (4)
Naam van de dochteronderneming Ondernemings-
AvH Resources India U74300DL2001
Energy & Resources
AvH & Growth Capital
Subholdings AvH
nummer Maatsch. zetel Belangen %
Agidens International 0468.070.629 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Life Sciences 0411.592.279 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Infra Automation 0630.982.030 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Proces Automation 0465.624.744 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Proces Automation BV 005469272B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Life Sciences BV 850983411B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Infra Automation BV 856220024B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Inc 32.067.705.379 Usa 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens SAS 10.813.818.424 Frankrijk 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens GmbH 76301 Duitsland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens AG 539301 Zwitserland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Argus Technologies 0844.260.284 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Baarbeek Immo 651.662.133 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Biolectric Group 0422.609.402 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00% Biolectric 0879.126.440 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00% Biolectric Ltd Uk 60,00% 60,00% 40,00% 40,00%
Brinvest 0431.697.411 België 100,00% 99,99% 0,01%
AvH Growth Capital (ex-Sofinim) 0434.330.168 België 100,00% 100,00% Sofinim Luxemburg 2003.2218.661 Luxemburg 100,00% 100,00%
Anfima 0426.265.213 België 100,00% 100,00%
Profimolux 1992.2213.650 Luxemburg 100,00% 100,00%
2020
PTC111685 India 100,00% 100,00%
Belangen % 2019
Minderheidsbelangen % 2020
Minderheidsbelangen % 2019
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Minderheids belangen % 2020 |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) | ||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 24,89% | 25,11% | 13.082 | 9 | 421 | -71 | |
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 24,89% | 25,11% | 7.256 | 197 | 421 | -126 | |
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 5.643 | 5.136 | 12.771 | -362 | |
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 4.865 | 2.678 | 7.072 | 1.873 | |
| DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc) (1) |
Vietnam | 24,89% | 25,11% | 19.969 | 2.105 | 0 | -426 | |
| Bac Tien Phong Industrial Zone (1) |
Vietnam | 24,89% | 25,11% | 35.639 | 1.183 | 0 | -941 | |
| Rent-A-Port Utilities | 0846.410.221 | België | 40,53% | 9,47% | 1.616 | 1.941 | 3 | -42 |
| Infra Asia Investment Fund | 0648.714.620 | België | 40,53% | 9,47% | 32.047 | 31.912 | 14 | 16 |
| ESTOR-LUX (2) |
0749.614.317 | België | 24,32% | 5,68% | 4.650 | 2.911 | 0 | -102 |
| S Channel Management Limited (in vereffening) | Cyprus | 40,53% | 9,47% | 0 | 0 | 0 | 3 | |
| Private Banking | ||||||||
| Delen Private Bank (3) |
0453.076.211 | België | 78,75% | 2.053.679 | 1.113.402 | 412.422 | 131.387 | |
| Real Estate & Senior Care | ||||||||
| Extensa Group | ||||||||
| CBS Development | 0831.191.317 | België | 50,00% | 4.448 | 6.997 | 30 | 7 | |
| CBS-Invest | 0879.569.868 | België | 50,00% | 8.288 | 2.043 | 355 | -305 | |
| Grossfeld PAP SICAV-RAIF | 2005.2205.809 | Luxemburg | 50,00% | 109.058 | 110.634 | 890 | 40.384 | |
| Grossfeld Immobilière | 2001.2234.458 | Luxemburg | 50,00% | 56.358 | 57.381 | 179 | 717 | |
| NEIF 3 Kockelscheuer (4) |
2019.2481.814 | Luxemburg | 45,00% | 30.748 | 19.467 | 0 | -18 | |
| Darwin I (4) |
2020.2460.950 | Luxemburg | 50,00% | 33.338 | 13.015 | 0 | -15 | |
| Darwin II (4) |
2020.2460.985 | Luxemburg | 50,00% | 21.720 | 16.681 | 0 | -16 | |
| Banca II (4) |
2020.2460.969 | Luxemburg | 50,00% | 63.022 | 37.854 | 0 | -16 | |
| Les Jardins de Oisquercq | 0899.580.572 | België | 50,00% | 3.393 | 5.232 | 0 | -399 | |
| Top Development (5) |
35 899 140 | Slowakije | ||||||
| Energy & Resources | ||||||||
| SIPEF (USD 1.000) (6) |
0404.491.285 | België | 34,68% | 946.641 | 307.953 | 274.027 | 14.122 | |
| Verdant Bioscience (USD 1.000) (7) |
Singapore | 42,00% | 33.451 | 19.747 | 1.319 | -2.645 | ||
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 3.325 | 1.271 | 666 | 188 | |
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 586.079 | 473.011 | 1.497.853 | 23.620 | |
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | 334.822 | 216.459 | 447.935 | 7.178 | |
| Telemond (8) |
0893.552.617 | België | 50,00% | 78.134 | 23.684 | 84.050 | 6.074 | |
| Subholdings AvH | ||||||||
| GIB | 0404.869.783 | België | 50,00% | 91 | 52.813 | 0 | -310 |
(1) Als gevolg van de verkoop van 50% van de aandelen in DC Russia (voorheen integraal geconsolideerd) en Bac Tien Phong Industrial Zone (vooheen Activa bestemd voor verkoop) zijn deze twee
vennootschappen, die in Vietnam terreinen ontwikkelen, opgenomen onder de Gemeenschappelijke dochterondernemingen. (2) Via de oprichting van de vennootschap ESTOR-LUX hebben Rent-A-Port Green Energy, S.R.I.W. Environnement, SOCOFE en SOPAER de krachten gebundeld om een grootschalig batterijpark op te
richten. Het project zou operationeel moeten zijn in 2021. (3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere
meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle. (4) Extensa heeft 4 kantoorgebouwen in aanbouw op de Cloche d'Or site in Luxemburg ingebracht in afzonderlijke dochtervennootschappen, rechtstreeks aangehouden door Grossfeld PAP SICAV-
RAIF. (5) Extensa verkocht in 2020 haar 50%-belang in Top Development (in Trnava, Slovakia) aan de locale partners. (6) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2020 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van
32,33% tot 34,68%. (7) Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS),
gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven. (8) In 2020 werden de vennootschappen Telemond Holding en Telehold gefuseerd.
TOELICHTING 3: GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN
(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
Marine Engineering & Contracting
(1)(2)
deelneming
Green Offshore
Private Banking Bank J.Van Breda & C°
Energy & Resources
Sagar Cements (INR million)
AvH & Growth Capital
(5)
(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.
Verwijzend naar het organogram (pagina 75) worden de deelnemingen in Biotalys (13%), Indigo Diabetes (9%), Medikabazaar (10%), MRM Health (17%) en OncoDNA (10%), wegens het aangehouden belangenpercentage niet
AvH & Growth Capital
deelneming
Agidens International
Mediahuis (4)
OM Partners
(3)
1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020
nummer Maatsch. zetel Belangen %
2020
Rentel 0700.246.364 België 10,13% 2,37% 1.007.559 943.473 152.870 59.923 SeaMade 0543.401.324 België 7,09% 1,66% 1.378.017 1.367.578 49.488 44.529 Otary RS 0833.507.538 België 10,13% 2,37% 83.747 2.839 11.208 33.933 Otary BIS 0842.251.889 België 10,13% 2,37% 53.869 157 0 -12
Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.253 4.036 11.504 5
Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.520 113 568 -434 Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 390.090 433.425 240.850 -44.690
Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland 43,12% 852 852 504 0 SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland 17,25% 946 592 4.197 354
(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. (2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade, bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%. (3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH. Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%. (4) Eind 2020 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,51%. (5) AvH heeft in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software.
Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.
Ondernemings-
Bio Cap Invest (31-12-2019) 0719 433 261 België 40,00%
Nivelinvest (31-12-2019) 0430.636.943 België 25,00%
Pribinvest (31-12-2019) 0107957 Luxemburg 78,75%
Transpalux 0582.011.409 Frankrijk 45,02%
2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020
nummer Maatsch. zetel Belangen %
2020
Basis voor uitsluiting
(1)
(1)
(1)
(2)
Totaal activa
II Fund (22%) omwille van hun typische fondsenstructuur.
Totaal verplichtingen
geconsolideerd maar opgenomen onder de Financiële vaste activa (zie Toelichting 12). Ditzelfde geldt voor de belangen in HealthQuad I Fund (36%) en HealthQuad
Omzet Netto-
843 0 0 -7
64.492 53.337 551 2.860
4.371 980 0 -46
19.878 13.949 26.402 562
resultaat
439.849.666 België 13,51% 1.122.745 744.220 990.527 58.592
(31-12-2019) 428.328.442 België 20,01% 89.073 37.722 85.673 14.192
Minderheidsbelangen % 2020
81PLC002887 India 21,85% 23.032 22.916 12.572 1.374
Totaal activa
Totaal verplichtingen
Omzet Netto-
resultaat
Ondernemings-
L26942AP19
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2019 |
Minderheids belang % 2019 |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) | ||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 24,22% | 25,78% | 14.275 | 41 | 0 | -99 | |
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 24,22% | 25,78% | 15.888 | 213 | 0 | -212 | |
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 24,22% | 25,78% | 3.712 | 4.042 | 9.294 | -513 | |
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 24,22% | 25,78% | 3.791 | 1.324 | 4.837 | 1.631 | |
| Rent-A-Port Utilities | 0846.410.221 | België | 40,23% | 9,77% | 1.712 | 1.949 | 0 | 5 |
| Infra Asia Investment Fund | 0648.714.620 | België | 40,23% | 9,77% | 32.176 | 32.057 | 8 | 18 |
| S Channel Management Limited | Cyprus | 40,23% | 9,77% | 0 | 3 | 0 | 87 | |
| Private Banking | ||||||||
| Delen Private Bank | 0453.076.211 | België | 78,75% | 2.427.506 | 1.617.881 | 388.642 | 118.609 | |
| Real Estate & Senior Care | ||||||||
| Extensa Group | ||||||||
| CBS Development | 0831.191.317 | België | 50,00% | 7.223 | 9.779 | 0 | -2.306 | |
| CBS-Invest | 0879.569.868 | België | 50,00% | 9.941 | 3.392 | 0 | -485 | |
| Grossfeld PAP SICAF-RAIF | 2005.2205.809 | Luxemburg | 50,00% | 215.384 | 201.103 | 246 | 16.377 | |
| Grossfeld Immobilière | 2001.2234.458 | Luxemburg | 50,00% | 11.104 | 12.762 | 613 | 46 | |
| Les Jardins de Oisquercq | 0899.580.572 | België | 50,00% | 3.251 | 4.805 | 0 | -355 | |
| Top Development | 35 899 140 | Slowakije | 50,00% | 7.041 | 326 | 486 | 2.447 | |
| Energy & Resources | ||||||||
| SIPEF (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 32,33% | 943.125 | 314.439 | 248.311 | -8.004 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 3.315 | 1.250 | 760 | 259 | |
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 638.584 | 539.202 | 1.518.033 | 28.484 | |
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | 356.006 | 239.540 | 602.016 | 9.951 | |
| Telemond Consortium | België | 50,00% | 79.155 | 23.420 | 98.575 | 8.194 | ||
| Subholdings AvH | ||||||||
| GIB | 0404.869.783 | België | 50,00% | 131 | 52.543 | 0 | -195 |
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Minderheids belangen % 2020 |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Green Offshore (1)(2) |
||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,13% | 2,37% | 1.007.559 | 943.473 | 152.870 | 59.923 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,09% | 1,66% | 1.378.017 | 1.367.578 | 49.488 | 44.529 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,13% | 2,37% | 83.747 | 2.839 | 11.208 | 33.933 |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,13% | 2,37% | 53.869 | 157 | 0 | -12 |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 5.253 | 4.036 | 11.504 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR million) (3) |
L26942AP19 81PLC002887 |
India | 21,85% | 23.032 | 22.916 | 12.572 | 1.374 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | 14.520 | 113 | 568 | -434 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,51% | 390.090 | 433.425 | 240.850 | -44.690 | |
| Mediahuis (4) |
439.849.666 | België | 13,51% | 1.122.745 | 744.220 | 990.527 | 58.592 | |
| OM Partners (31-12-2019) (5) |
428.328.442 | België | 20,01% | 89.073 | 37.722 | 85.673 | 14.192 | |
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62.058.630 | Nederland | 43,12% | 852 | 852 | 504 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65.067.096 | Nederland | 17,25% | 946 | 592 | 4.197 | 354 |
(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. (2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel
is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade,
bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%. (3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH. Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor
verhoogde haar belang tot 21,85%. (4) Eind 2020 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in
Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,51%. (5) AvH heeft in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software. Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2020 |
Basis voor uitsluiting |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Bio Cap Invest (31-12-2019) | 0719 433 261 | België | 40,00% | (1) | 843 | 0 | 0 | -7 |
| Nivelinvest (31-12-2019) | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | 64.492 | 53.337 | 551 | 2.860 |
| Pribinvest (31-12-2019) | 0107957 | Luxemburg | 78,75% | (1) | 4.371 | 980 | 0 | -46 |
| Transpalux | 0582.011.409 | Frankrijk | 45,02% | (2) | 19.878 | 13.949 | 26.402 | 562 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.
Verwijzend naar het organogram (pagina 75) worden de deelnemingen in Biotalys (13%), Indigo Diabetes (9%), Medikabazaar (10%), MRM Health (17%) en OncoDNA (10%), wegens het aangehouden belangenpercentage niet geconsolideerd maar opgenomen onder de Financiële vaste activa (zie Toelichting 12). Ditzelfde geldt voor de belangen in HealthQuad I Fund (36%) en HealthQuad II Fund (22%) omwille van hun typische fondsenstructuur.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2019 |
Minderheids belangen % 2019 |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Green Offshore | ||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,06% | 2,44% | 1.048.753 | 965.360 | 140.326 | 38.982 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,04% | 1,71% | 699.826 | 710.535 | 0 | -48 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,06% | 2,44% | 81.750 | 2.355 | 9.921 | 12.485 |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,06% | 2,44% | 53.876 | 152 | 0 | 0 |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 4.662 | 3.445 | 11.683 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR million) | L26942AP19 81PLC002887 |
India | 19,86% | 18.711 | 9.231 | 12.374 | 442 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | 14.950 | 110 | 630 | -68 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,51% | 358.289 | 354.545 | 337.541 | -9.636 | |
| Mediahuis | 439.849.666 | België | 13,51% | 1.101.907 | 777.339 | 857.942 | 14.723 | |
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62.058.630 | Nederland | 43,12% | 320 | 320 | 343 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65.067.096 | Nederland | 17,25% | 608 | 608 | 1.029 | 0 |
TOELICHTING 4: BEDRIJFSACQUISITIES & -VERKOPEN
Al deze vennootschappen worden integraal geconsolideerd.
(€ 1.000) SPT Offshore Goodwill en immateriële vaste activa 19.252 Materiële vaste activa 5.361 Voorraad 0 Liquide middelen 1.878 Overige activa 3.968 Totaal der activa 30.459 Eigen vermogen (deel groep) 22.136 Minderheidsbelang 0 Financiële schulden op lange en korte termijn 1.038 Overige schulden 7.285 Totaal eigen vermogen en verplichtingen 30.459
Totaal activa 30.459 Totaal verplichtingen -8.323 Minderheidsbelangen 0 Netto actief (100%) 22.136 Aankoopprijs 22.136
van de geïdentificeerde activa en passiva wordt hieronder gegeven:
De beoordeling van alle identificeerbare activa en passiva, verworven door deze acquisitie, heeft plaats gevonden op datum van 30 juni 2020. De marktwaarde
De aankoopprijs bestaat enerzijds uit een bedrag van 18,2 miljoen euro, betaalbaar op datum van de afwikkeling van de transactie, alsook uit een earnoutverplichting die geschat werd op 3,9 miljoen euro, afhankelijk van de te behalen resultaten in 2020 en 2021. Rekening houdend met de omvang van de verworven
De SPT Offshore vennootschappen hebben voor 12,8 miljoen euro bijgedragen aan
In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie
operationeel wordt gebruikt. De verkoop in 2020 van deze activa heeft het saldo
We verwijzen naar Toelichting 6. Segmentinformatie voor meer uitleg over deze
van 'Activa bestemd tot verkoop' herleid tot 1,9 miljoen euro.
netto-activa, is er geen toe te wijzen goodwill.
de geconsolideerde omzet 2020 van DEME.
Henegouwen) over.
transacties.
Op 30 oktober 2020, heeft DEME Offshore Holding NV, dochter van DEME, 100% van de aandelen verworven van de vennootschap SPT Offshore Holding BV. Deze vennootschap houdt, op haar beurt, 100% van de aandelen aan van volgende vennootschappen : SPT Equipment BV, SPT Offshore BV, SPT Offshore UK Ltd, SPT
De volgende methodes werden weerhouden om de marktwaarde te bepalen van
immateriële vaste activa : de marktwaarde werd naar best vermogen ingeschat door DEME en betreft de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile" technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. Deze immateriële activa worden op 10 jaar
overige activa en passiva : de marktwaarde is gebaseerd op de waarde aan dewelke deze activa of passiva kunnen worden overgedragen naar derde
De activa bestemd voor verkoop bedroegen eind 2019 40,7 miljoen euro en bestonden uit de 12,5%-deelneming van DEME in het Duitse offshore windpark Merkur, de deelneming van Rent-A-Port in een projectvennootschap die (een deel van de) terreinen ontwikkelt in Vietnam en een eigendom van Anima die niet meer
TOELICHTING 5: ACTIVA EN PASSIVA BESTEMD VOOR VERKOOP
de verworven identificeerbare activa en passiva:
afgeschreven.
2. Bedrijfsverkopen
Er vonden geen belangrijke bedrijfsverkopen plaats in 2020.
partijen.
Offshore SDN Bhd, Seatec Holding BV en Seatec Subsea Systems BV.
1. Bedrijfsacquisities
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2019 |
Basis voor uitsluiting |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Nivelinvest (31-12-2018) | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | 61.565 | 53.271 | 861 | 583 |
| Pribinvest (31-12-2018) | 0107957 | Luxemburg | 78,75% | (1) | 4.409 | 972 | 0 | -146 |
| Transpalux | 0582.011.409 | Frankrijk | 45,02% | (2) | 18.729 | 13.343 | 33.390 | 1.048 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.
Op 30 oktober 2020, heeft DEME Offshore Holding NV, dochter van DEME, 100% van de aandelen verworven van de vennootschap SPT Offshore Holding BV. Deze vennootschap houdt, op haar beurt, 100% van de aandelen aan van volgende vennootschappen : SPT Equipment BV, SPT Offshore BV, SPT Offshore UK Ltd, SPT Offshore SDN Bhd, Seatec Holding BV en Seatec Subsea Systems BV.
Al deze vennootschappen worden integraal geconsolideerd.
De beoordeling van alle identificeerbare activa en passiva, verworven door deze acquisitie, heeft plaats gevonden op datum van 30 juni 2020. De marktwaarde van de geïdentificeerde activa en passiva wordt hieronder gegeven:
| (€ 1.000) | SPT Offshore |
|---|---|
| Goodwill en immateriële vaste activa | 19.252 |
| Materiële vaste activa | 5.361 |
| Voorraad | 0 |
| Liquide middelen | 1.878 |
| Overige activa | 3.968 |
| Totaal der activa | 30.459 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 22.136 |
| Minderheidsbelang | 0 |
| Financiële schulden op lange en korte termijn | 1.038 |
| Overige schulden | 7.285 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 30.459 |
| Totaal activa | 30.459 |
| Totaal verplichtingen | -8.323 |
| Minderheidsbelangen | 0 |
| Netto actief (100%) | 22.136 |
| Aankoopprijs | 22.136 |
De volgende methodes werden weerhouden om de marktwaarde te bepalen van de verworven identificeerbare activa en passiva:
De aankoopprijs bestaat enerzijds uit een bedrag van 18,2 miljoen euro, betaalbaar op datum van de afwikkeling van de transactie, alsook uit een earnoutverplichting die geschat werd op 3,9 miljoen euro, afhankelijk van de te behalen resultaten in 2020 en 2021. Rekening houdend met de omvang van de verworven netto-activa, is er geen toe te wijzen goodwill.
De SPT Offshore vennootschappen hebben voor 12,8 miljoen euro bijgedragen aan de geconsolideerde omzet 2020 van DEME.
In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.
Er vonden geen belangrijke bedrijfsverkopen plaats in 2020.
De activa bestemd voor verkoop bedroegen eind 2019 40,7 miljoen euro en bestonden uit de 12,5%-deelneming van DEME in het Duitse offshore windpark Merkur, de deelneming van Rent-A-Port in een projectvennootschap die (een deel van de) terreinen ontwikkelt in Vietnam en een eigendom van Anima die niet meer operationeel wordt gebruikt. De verkoop in 2020 van deze activa heeft het saldo van 'Activa bestemd tot verkoop' herleid tot 1,9 miljoen euro.
We verwijzen naar Toelichting 6. Segmentinformatie voor meer uitleg over deze transacties.
DEME (integrale consolidatie 62,10%), CFE (integrale consolidatie 62,10%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 81,05%) en Green Offshore (integrale consolidatie 81,05%).
De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME (62,10%), Rent-A-Port (81,05%) en Green Offshore (81,05%).
Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank J.Van Breda & C° (integrale consolidatie 78,75%) en FinAx (integrale consolidatie 100%).
Extensa (integrale consolidatie 100%), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30%), Leasinvest Real Estate Management (integrale consolidatie 100%) en Anima (integrale consolidatie 92,5%, voorheen Anima Care).
SIPEF (vermogensmutatiemethode 34,68%), Verdant Bioscience Pte (vermogensmutatiemethode 42%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 21,85%).
De deelneming van AvH in SIPEF is in het eerste semester van 2020 verhoogd van 32,33% tot 34,68%.
Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS), gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven, wat een investering vertegenwoordigde van 7 miljoen USD. Verdant Bioscience droeg met ingang van H2 2020 bij tot de geconsolideerde resultaten van de AvH-groep.
Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%.
AvH India Resources bezit geen andere deelnemingen dan in Sagar Cements.
AvH, AvH Growth Capital (ex-Sofinim) & subholdings (integrale consolidatie 100%)
TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – RESULTATENREKENING 2020
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Engineering &
Bedrijfsopbrengsten 3.413.486 184.440 207.424 9 106.945 -2.056 3.910.250 Verrichting van diensten 0 0 95.819 0 1.966 -1.906 95.880 Vastgoedopbrengsten 131.105 0 95.363 0 0 226.468 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 102.803 0 0 0 102.803 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 77.857 0 0 0 77.857 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.163.831 0 0 0 100.277 3.264.108 Overige bedrijfsopbrengsten 118.550 3.780 16.242 9 4.702 -150 143.134 Exploitatielasten (-) -3.394.235 -119.974 -142.824 -96 -118.756 2.839 -3.773.047 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.391.094 -25.452 -50.848 -96 -67.358 2.839 -2.532.009 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -22.710 0 0 0 -22.710 Personeelslasten (-) -652.373 -47.396 -71.731 0 -45.089 -816.589 Afschrijvingen (-) -326.888 -7.054 -11.511 0 -5.319 -350.772 Bijzondere waardeverminderingen (-) -1.397 -5.488 -2.613 0 -94 -9.592 Overige exploitatielasten (-) -21.597 -10.884 -6.684 0 -631 0 -39.797 Voorzieningen -887 -990 563 0 -264 -1.579
resultatenrekening 0 0 -2.116 0 -1.689 0 -3.805 Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 -33.513 0 -1.689 -35.201 Vastgoedbeleggingen 0 0 31.396 0 0 31.396 Winst (verlies) op de overdracht van activa 83.941 -18 3.170 0 3.573 0 90.666 Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 12.023 0 143 0 5 12.172 Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 2.211 0 0 2.211 Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 71.918 0 816 0 3.103 75.837 Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 0 -18 0 0 464 446 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063 Financieel resultaat -41.646 -8 -33.580 -35 2.333 -783 -73.718 Renteopbrengsten 7.712 0 5.183 0 1.926 -1.084 13.737 Rentelasten (-) -24.109 -7 -15.956 0 -588 1.084 -39.576 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten -16.485 0 -90 -34 -89 -16.698 Overige financiële opbrengsten (kosten) -8.765 0 -22.716 -1 1.083 -783 -31.182
via resultatenrekening 0 136 -5.378 0 0 -5.242
vermogensmutatie is toegepast 37.229 103.469 20.165 7.045 11.345 179.253 Overige niet-exploitatiebaten 0 0 0 0 0 0 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 98.775 168.045 46.861 6.923 3.752 0 324.356 Winstbelastingen -24.051 -17.270 -4.104 0 -1.317 0 -46.742 Uitgestelde belastingen 35.462 1.461 7.527 0 243 44.693 Belastingen -59.512 -18.731 -11.632 0 -1.560 -91.435
bedrijfsactiviteiten 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614
beëindigd 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) van het boekjaar 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614 Aandeel van het minderheidsbelang 28.033 9.461 10.094 107 128 47.823 Aandeel van de groep 46.691 141.315 32.662 6.817 2.306 229.791
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Contracting Capital segmenten
Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020
In "Growth Capital" heeft AvH in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software. Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.
Daarnaast investeerde de groep in een aantal jongere (niet-geconsolideerde), beloftevolle bedrijven : in Belgïe was dit het geval in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys, Onco DNA, maar ook in India werd bijkomend geïnvesteerd in o.a. het nieuwe HealthQuad II-fonds, waarvan AvH een ankerinvesteerder is, en daarmee indirect in Medikabazaar.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth |
Eliminaties tussen |
Totaal 2020 |
|
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| Bedrijfsopbrengsten | 3.413.486 | 184.440 | 207.424 | 9 | 106.945 | -2.056 | 3.910.250 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 95.819 | 0 | 1.966 | -1.906 | 95.880 |
| Vastgoedopbrengsten | 131.105 | 0 | 95.363 | 0 | 0 | 226.468 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 102.803 | 0 | 0 | 0 | 102.803 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 77.857 | 0 | 0 | 0 | 77.857 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.163.831 | 0 | 0 | 0 | 100.277 | 3.264.108 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 118.550 | 3.780 | 16.242 | 9 | 4.702 | -150 | 143.134 |
| Exploitatielasten (-) | -3.394.235 | -119.974 | -142.824 | -96 | -118.756 | 2.839 | -3.773.047 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -2.391.094 | -25.452 | -50.848 | -96 | -67.358 | 2.839 | -2.532.009 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -22.710 | 0 | 0 | 0 | -22.710 | |
| Personeelslasten (-) | -652.373 | -47.396 | -71.731 | 0 | -45.089 | -816.589 | |
| Afschrijvingen (-) | -326.888 | -7.054 | -11.511 | 0 | -5.319 | -350.772 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -1.397 | -5.488 | -2.613 | 0 | -94 | -9.592 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -21.597 | -10.884 | -6.684 | 0 | -631 | 0 | -39.797 |
| Voorzieningen | -887 | -990 | 563 | 0 | -264 | -1.579 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | -2.116 | 0 | -1.689 | 0 | -3.805 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | -33.513 | 0 | -1.689 | -35.201 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 31.396 | 0 | 0 | 31.396 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 83.941 | -18 | 3.170 | 0 | 3.573 | 0 | 90.666 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 12.023 | 0 | 143 | 0 | 5 | 12.172 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 2.211 | 0 | 0 | 2.211 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 71.918 | 0 | 816 | 0 | 3.103 | 75.837 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 0 | -18 | 0 | 0 | 464 | 446 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 103.192 | 64.448 | 65.654 | -87 | -9.927 | 783 | 224.063 |
| Financieel resultaat | -41.646 | -8 | -33.580 | -35 | 2.333 | -783 | -73.718 |
| Renteopbrengsten | 7.712 | 0 | 5.183 | 0 | 1.926 | -1.084 | 13.737 |
| Rentelasten (-) | -24.109 | -7 | -15.956 | 0 | -588 | 1.084 | -39.576 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -16.485 | 0 | -90 | -34 | -89 | -16.698 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -8.765 | 0 | -22.716 | -1 | 1.083 | -783 | -31.182 |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 136 | -5.378 | 0 | 0 | -5.242 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
37.229 | 103.469 | 20.165 | 7.045 | 11.345 | 179.253 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 98.775 | 168.045 | 46.861 | 6.923 | 3.752 | 0 | 324.356 |
| Winstbelastingen | -24.051 | -17.270 | -4.104 | 0 | -1.317 | 0 | -46.742 |
| Uitgestelde belastingen | 35.462 | 1.461 | 7.527 | 0 | 243 | 44.693 | |
| Belastingen | -59.512 | -18.731 | -11.632 | 0 | -1.560 | -91.435 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
|||||||
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden | 74.724 | 150.775 | 42.757 | 6.923 | 2.434 | 0 | 277.614 |
| beëindigd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 74.724 | 150.775 | 42.757 | 6.923 | 2.434 | 0 | 277.614 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 28.033 | 9.461 | 10.094 | 107 | 128 | 47.823 | |
| Aandeel van de groep | 46.691 | 141.315 | 32.662 | 6.817 | 2.306 | 229.791 | |
In de loop van 2020 is de samenstelling van de consolidatiekring van AvH slechts beperkt gewijzigd (cfr toelichting 6 van dit rapport), zodat de vergelijking van de resultatenrekening van dit boekjaar met het vorige niet betekenisvol door kringwijzigingen wordt bemoeilijkt.
AvH realiseert in het jaar 2020 totale bedrijfsopbrengsten van 3.910,3 miljoen euro, wat 360,1 miljoen euro (-8,4%) lager uitvalt dan het jaar voordien. In een door de coronapandemie getekend jaar 2020, realiseert Bank J.Van Breda & C° nochtans een mooie stijging (+5,5%) van haar rente-opbrengsten en commissies en stijgen ook de bedrijfsopbrengsten binnen "Growth Capital". Dit is evenwel onvoldoende om de omzetdaling in "Marine Engineering & Contracting" en in "Real Estate & Senior Care" te compenseren.
De opbrengsten uit onderhanden projecten dalen zowel bij DEME als bij CFE. De daling bedraagt 426,3 miljoen euro bij DEME (-16,3%) en situeert zich zowel in het baggersegment als bij DEME Offshore. Net zoals dit ook bij de bouwactiviteiten van CFE (-50,9 miljoen euro, een daling met 5,4%) het geval was, heeft de coronapandemie gezorgd voor het tijdelijk stopzetten, vertragen van projecten in uitvoering of tot een verlies aan productiviteit. Rent-A-Port kon daarentegen duidelijk meer havengebonden terreinen in Vietnam verkopen dan vorig jaar, wat aan de basis lag van een omzetstijging van 39,9 miljoen euro.
Ook CFE realiseert in 2020 wel een duidelijke stijging van haar opbrengsten uit vastgoedontwikkeling, die oplopen tot 131,1 miljoen euro (+72,0 miljoen euro), wat vooral te danken is aan de oplevering van een aantal vastgoedprojecten in Polen.
De overige bedrijfsopbrengsten bevatten in "Marine Engineering & Contracting" vanuit DEME voor o.a. 10,0 miljoen euro ontvangen compensatie voor verlate oplevering van cutterzuiger Spartacus en een 10,2 miljoen euro opbrengst uit een gewonnen arbitrage mbt een project uit het verleden. Bij CFE bedragen de overige bedrijfsopbrengsten 55,2 miljoen euro en die hebben betrekking op ontvangen huuropbrengsten, doorrekeningen en andere vergoedingen.
Ondanks de impact van de coronapandemie die weegt op de bezettingsgraad van de woonzorgcentra van Anima, stijgen de bedrijfsopbrengsten tot 95,8 miljoen euro (+7,4%) dankzij een verdere groei van het netwerk tot 2.539 plaatsen (+186 eenheden), verspreid over 23 residenties in België. De vastgoedopbrengsten in "Real Estate & Senior Care" daalden daarentegen met 64,3 miljoen euro. 3,7 miljoen euro van deze daling wordt verklaard door lagere huuropbrengsten bij Leasinvest Real Estate, het saldo door lagere opbrengsten bij Extensa uit exploitatie en de verkoop van vastgoed.
Tegenover 360,1 miljoen euro lagere bedrijfsopbrengsten, daalden de exploitatielasten met 201,8 miljoen euro (-5,1%). Deze daling is het sterkst bij de kosten voor grond- en hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk. Personeelskosten en Afschrijvingen namen globaal over de hele groep beschouwd zelfs licht toe in vergelijking tot vorig jaar.
In het segment "Private Banking" namen de exploitatielasten bij Bank J.Van Breda & C° weliswaar toe met 2,0 miljoen euro, wat uitsluitend toe te schrijven was aan de stijging met 4,1 miljoen euro van de bijzondere waardeverminderingen tot 5,5 miljoen euro in 2020. Zonder deze bijzondere waardeverminderingen zouden de exploitatiekosten van de bank zelfs zijn gedaald, wat haar sterke kostendiscipline illustreert. De cost-income ratio van Bank J.Van Breda & C° komt over het jaar 2020 immers uit op 56,3%, tegenover 61,3% in 2019.
Bij Anima zorgde de eerder aangehaalde capaciteitsuitbreiding ook voor een toename van het personeelsbestand en bijgevolg ook van de personeelskosten.
Het lagere activiteitsniveau bij DEME en CFE heeft logischerwijze ook tot lagere exploitatielasten geleid, voornamelijk inzake grond- en hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk.
De totale afschrijvingslast steeg verder door tot 350,8 miljoen euro (+2,3%). Bij DEME namen de afschrijvingen, ondanks versnelde afschrijvingen van 15,6 miljoen euro op enkele specifieke tuigen en de toevoeging aan de vloot in de loop van 2020 van de nieuwe hoppers Meuse River en Thames River en van de bakken Bengel en Deugniet, per saldo met slechts 4,3 miljoen euro toe tot 300,2 miljoen euro.
toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)-winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Or-
De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit
vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%.
site, waarin Extensa 50% aanhoudt.
De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal
groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).
Bijzondere waardeverminderingen bevatten voor 5,5 miljoen euro waardeverminderingen geboekt door Bank J Van Breda : 1,0 miljoen euro daarvan hebben betrekking op specifieke kredietdossiers, 4,5 miljoen euro is een algemene provisie voor toekomstige, vandaag nog niet vastgestelde, risico's op kredieten, in lijn met IFRS 9. Leasinvest Real Estate boekte voor 2,0 miljoen euro waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. DEME en Anima voerden bijzondere waardeverminderingen door op consolidatiegoodwill ten belope van respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro.
De opname van activa/passiva aan reële waarde heeft in 2020 geconsolideerd een verlies opgeleverd van 3,8 miljoen euro, in vergelijking tot een winst van 23,5 miljoen euro in 2019. De verklaring hiervoor ligt voornamelijk bij Leasinvest Real Estate. De waardering van haar 10,7% deelneming in Retail Estates op basis van de beurskoers per jaareinde 2020 van 59,1 euro zadelde Leasinvest Real Estate enerzijds op met een verlies van 33,5 miljoen euro. Anderzijds erkende Leasinvest Real Estate voor 29,3 miljoen euro aan positieve niet-gerealiseerde portefeuilleresultaten, die in grote mate voortkomen uit de inbreng van haar Luxemburgse activiteiten in afzonderlijke dochtervennootschappen die aan de gewone Luxemburgse vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Het saldo van de positieve evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen komt voor rekening van Extensa op de site van Tour & Taxis.
Ook in 2020 heeft AvH met 90,7 miljoen euro een aanzienlijk bedrag aan meerwaarden gerealiseerd, ook al blijft dit duidelijk lager dan het recordjaar 2019 waarin met name de meerwaarde op de verkoop van Residalya voor 105,7 miljoen euro een belangrijk aandeel had. De meerwaarden in 2020 hebben hoofdzakelijk betrekking op de verkoop door DEME van haar 12,5%-belang in het Duitse offshore windpark Merkur (63,9 miljoen euro) en voor 11,2 miljoen euro op de verkoop van oude schepen en materiaal, waaronder een kleine hopper (Orwell) en cutter (Dijle). De overige meerwaarden op de verkoop van financieel vaste activa betreffen 6,3 miljoen euro meerwaarde bij CFE op de verkoop van vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aangehouden en 3,0 miljoen euro op de verkoop door AvH, begin 2020, van haar 50% deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de medeaandeelhouder.
De netto-interestlasten over 2020 stegen met 11,2 miljoen euro tot 25,8 miljoen euro. Deze stijging komt volledig voor rekening van het segment "Marine Engineering & Contracting". Met rentelasten die slechts beperkt zijn toegenomen, is de stijging voornamelijk te verklaren door verminderde intrestopbrengsten die voornamelijk het gevolg zijn van terugbetaalde financieringen verstrekt aan offshore windprojecten. DEME heeft haar netto-schuldpositie in 2020 wel met 219,4 miljoen euro afgebouwd tot 489,0 miljoen euro op jaareinde 2020. DEME heeft 2020 dan ook afgesloten met een bijzonder sterke liquiditeitspositie.
In vergelijking tot 2019 heeft de depreciatie van de meeste deviezen ten opzichte van de euro wisselkoersverliezen opgeleverd van 16,7 miljoen euro, daar waar in 2019 nog een wisselkoerswinst werd gerealiseerd van 3,0 miljoen euro.
De aanzienlijke stijging van de overige financiële kosten tot 31,2 miljoen euro wordt nagenoeg volledig verklaard door het verlies van 20,3 miljoen euro dat Leasinvest Real Estate heeft geleden op het verbreken van een deel van haar interestindekkingen. Dit zou, ceteris paribus, wel moeten leiden tot een daling van de financieringskost van Leasinvest Real Estate in de komende jaren. De aanpassing aan reële waarde van de indekkingsinstrumenten die Leasinvest Real Estate nog wel heeft behouden, leverde een niet-gerealiseerd verlies op van 5,4 miljoen euro in 2020.
Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)-winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).
De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Orsite, waarin Extensa 50% aanhoudt.
De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2020 | |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| I. Vaste activa | 3.278.940 | 5.311.972 | 1.794.612 | 242.598 | 344.631 | -19.883 | 10.952.870 |
| Immateriële vaste activa | 115.359 | 1.092 | 31.199 | 0 | 112 | 147.762 | |
| Goodwill | 172.127 | 134.247 | 7.836 | 0 | 11.727 | 325.937 | |
| Materiële vaste activa | 2.530.484 | 51.725 | 211.848 | 0 | 31.495 | 2.825.552 | |
| Terreinen en gebouwen | 154.867 | 43.863 | 195.081 | 0 | 21.604 | 415.415 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.826.029 | 2.001 | 4.888 | 0 | 2.505 | 1.835.423 | |
| Meubilair en rollend materieel | 39.529 | 3.564 | 4.367 | 0 | 6.064 | 53.525 | |
| Overige materiële vaste activa | 263 | 690 | 3.274 | 0 | 509 | 4.736 | |
| Activa in aanbouw | 509.797 | 1.607 | 4.238 | 0 | 812 | 516.454 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 1.414.057 | 0 | 0 | 1.414.057 | |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 221.680 | 740.957 | 31.447 | 242.598 | 219.388 | 1.456.070 | |
| Financiële vaste activa | 108.731 | 1.631 | 90.440 | 0 | 79.493 | -19.883 | 260.413 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 6.682 | 0 | 79.863 | 0 | 44.845 | 131.391 | |
| Vorderingen en borgtochten | 102.049 | 1.631 | 10.577 | 0 | 34.648 | -19.883 | 129.022 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 3.222 | 23 | 33 | 0 | 0 | 3.279 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 127.335 | 2.935 | 7.752 | 0 | 2.417 | 140.439 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
0 | 4.379.362 | 0 | 0 | 0 | 4.379.362 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 4.327.706 | 0 | 0 | 0 | 4.327.706 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 51.656 | 0 | 0 | 0 | 51.656 | |
| II. Vlottende activa | 2.061.320 | 2.771.230 | 311.528 | 400 | 134.031 | -4.509 | 5.274.000 |
| Voorraden | 268.621 | 0 | 112.589 | 0 | 1.241 | 382.451 | |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 309.201 | 0 | 82.266 | 0 | 8.567 | 400.034 | |
| Geldbeleggingen | 3 | 495.167 | 0 | 0 | 51.152 | 546.322 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 3 | 0 | 0 | 0 | 51.152 | 51.155 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 474.991 | 0 | 0 | 0 | 474.991 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 173 | 0 | 0 | 0 | 173 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 20.003 | 0 | 0 | 0 | 20.003 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 7.831 | 568 | 0 | 0 | 0 | 8.399 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 631.881 | 4.243 | 74.575 | 31 | 58.744 | -4.306 | 765.168 |
| Handelsvorderingen | 566.962 | 44 | 24.589 | 0 | 26.369 | -1.156 | 616.808 |
| Overige vorderingen | 64.919 | 4.199 | 49.987 | 31 | 32.376 | -3.150 | 148.361 |
| Terug te vorderen belastingen | 31.082 | 7 | 2.846 | 0 | 619 | 34.554 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
0 | 2.242.735 | 0 | 0 | 0 | 2.242.735 | |
| Banken - interbancaire vorderingen | 0 | 163.712 | 0 | 0 | 0 | 163.712 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 1.086.948 | 0 | 0 | 0 | 1.086.948 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 269 | 0 | 0 | 0 | 269 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 0 | 991.806 | 0 | 0 | 0 | 991.806 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 778.444 | 17.670 | 34.372 | 370 | 11.552 | 842.408 | |
| Overlopende rekeningen | 34.258 | 10.839 | 4.880 | 0 | 2.156 | -203 | 51.930 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 1.675 | 0 | 199 | 0 | 0 | 1.874 | |
| Totaal der activa | 5.341.935 | 8.083.202 | 2.106.339 | 242.998 | 478.662 | -24.392 | 16.228.744 |
TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2020
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Engineering &
I. Totaal eigen vermogen 1.853.790 1.482.597 810.871 242.991 391.919 4.782.169 Eigen vermogen - deel groep 1.127.078 1.352.094 454.284 242.991 385.592 3.562.038 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.211.989 1.347.724 460.848 250.265 321.447 3.592.273 Herwaarderingsreserves -84.911 4.371 -6.564 -7.274 -18.393 -112.772 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 6.614 0 0 0 6.614 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 45 0 0 0 45 Afdekkingsreserve -38.881 0 -6.804 -391 -4 -46.080 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -25.948 -2.289 0 -1.305 2.306 -27.236 Omrekeningsverschillen -20.082 1 240 -5.578 -20.696 -46.115 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -31.370 -31.370 Minderheidsbelang 726.712 130.503 356.588 0 6.328 1.220.131 II. Langlopende verplichtingen 1.263.655 1.190.170 969.928 0 10.914 -19.883 3.414.785 Voorzieningen 31.179 11.997 2.209 0 790 46.175 Pensioenverplichtingen 76.686 6.017 32 0 516 83.250 Uitgestelde belastingverplichtingen 97.417 0 60.877 0 1.483 159.777 Financiële schulden 1.015.773 3.226 862.584 0 7.785 -19.883 1.869.486 Leningen van banken 758.435 0 632.460 0 4.713 1.395.608 Obligatieleningen 58.151 0 183.783 0 0 241.934 Achtergestelde leningen 44.677 0 0 0 4 44.680 Leasingschulden 87.449 3.226 44.350 0 3.068 138.093 Overige financiële schulden 67.062 0 1.992 0 0 -19.883 49.170 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 10.095 53.015 34.213 0 0 97.324 Overige schulden 32.506 9.854 10.012 0 341 52.713 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 1.106.061 0 0 0 1.106.061 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 298.417 0 0 0 298.417 Banken - deposito's van klanten 0 767.701 0 0 0 767.701 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.943 0 0 0 39.943 III. Kortlopende verplichtingen 2.224.491 5.410.434 325.540 7 75.828 -4.509 8.031.790 Voorzieningen 31.602 44 6.217 0 220 38.083 Pensioenverplichtingen 0 342 0 0 0 342 Financiële schulden 424.300 5.218 221.234 0 42.262 -3.150 689.864 Leningen van banken 213.566 0 96.955 0 9.250 319.771 Obligatieleningen 0 0 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 20.967 0 0 0 7 20.974 Leasingschulden 27.556 2.068 2.308 0 2.007 33.939 Overige financiële schulden 162.211 3.150 121.971 0 30.998 -3.150 315.181 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.750 1.164 0 0 0 8.914 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 301.202 0 0 0 7.990 309.192 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.341.450 19.464 71.010 4 23.250 -1.156 1.454.021 Handelsschulden 1.032.361 29 48.702 3 12.887 -1.156 1.092.826 Ontvangen vooruitbetalingen 60.582 0 61 0 0 60.643 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 177.090 10.201 10.098 0 9.642 207.031 Overige schulden 71.418 9.234 12.148 0 720 93.521 Te betalen belastingen 82.456 1.099 9.952 3 1.385 94.895 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 5.378.292 0 0 0 5.378.292 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 28.875 0 0 0 28.875 Banken - deposito's van klanten 0 5.139.401 0 0 0 5.139.401 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 210.016 0 0 0 210.016 Overlopende rekeningen 35.731 4.811 17.126 0 722 -203 58.187 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Contracting Capital segmenten
Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - | Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal |
| proforma omzet | Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2020 |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.229.480 | 437.017 | 191.183 | 32.446 | 504.246 | -1.906 | 3.392.467 |
| Overige landen binnen Europa | 602.209 | 66.774 | 758 | 63.458 | 733.199 | ||
| Landen buiten Europa | 463.247 | 80.959 | 374.922 | 919.128 | |||
| Totaal | 3.294.936 | 503.792 | 191.183 | 114.163 | 942.627 | -1.906 | 5.044.794 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2020 | |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| I. Totaal eigen vermogen | 1.853.790 | 1.482.597 | 810.871 | 242.991 | 391.919 | 4.782.169 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.127.078 | 1.352.094 | 454.284 | 242.991 | 385.592 | 3.562.038 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.211.989 | 1.347.724 | 460.848 | 250.265 | 321.447 | 3.592.273 | |
| Herwaarderingsreserves | -84.911 | 4.371 | -6.564 | -7.274 | -18.393 | -112.772 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 6.614 | 0 | 0 | 0 | 6.614 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 45 | 0 | 0 | 0 | 45 | |
| Afdekkingsreserve | -38.881 | 0 | -6.804 | -391 | -4 | -46.080 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -25.948 | -2.289 | 0 | -1.305 | 2.306 | -27.236 | |
| Omrekeningsverschillen | -20.082 | 1 | 240 | -5.578 | -20.696 | -46.115 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -31.370 | -31.370 | |
| Minderheidsbelang | 726.712 | 130.503 | 356.588 | 0 | 6.328 | 1.220.131 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.263.655 | 1.190.170 | 969.928 | 0 | 10.914 | -19.883 | 3.414.785 |
| Voorzieningen | 31.179 | 11.997 | 2.209 | 0 | 790 | 46.175 | |
| Pensioenverplichtingen | 76.686 | 6.017 | 32 | 0 | 516 | 83.250 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 97.417 | 0 | 60.877 | 0 | 1.483 | 159.777 | |
| Financiële schulden | 1.015.773 | 3.226 | 862.584 | 0 | 7.785 | -19.883 | 1.869.486 |
| Leningen van banken | 758.435 | 0 | 632.460 | 0 | 4.713 | 1.395.608 | |
| Obligatieleningen | 58.151 | 0 | 183.783 | 0 | 0 | 241.934 | |
| Achtergestelde leningen | 44.677 | 0 | 0 | 0 | 4 | 44.680 | |
| Leasingschulden | |||||||
| Overige financiële schulden | 87.449 | 3.226 | 44.350 | 0 | 3.068 | 138.093 | |
| 67.062 | 0 | 1.992 | 0 | 0 | -19.883 | 49.170 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 10.095 | 53.015 | 34.213 | 0 | 0 | 97.324 | |
| Overige schulden | 32.506 | 9.854 | 10.012 | 0 | 341 | 52.713 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 1.106.061 | 0 | 0 | 0 | 1.106.061 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 298.417 | 0 | 0 | 0 | 298.417 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 767.701 | 0 | 0 | 0 | 767.701 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 39.943 | 0 | 0 | 0 | 39.943 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.224.491 | 5.410.434 | 325.540 | 7 | 75.828 | -4.509 | 8.031.790 |
| Voorzieningen | 31.602 | 44 | 6.217 | 0 | 220 | 38.083 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 342 | 0 | 0 | 0 | 342 | |
| Financiële schulden | 424.300 | 5.218 | 221.234 | 0 | 42.262 | -3.150 | 689.864 |
| Leningen van banken | 213.566 | 0 | 96.955 | 0 | 9.250 | 319.771 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Achtergestelde leningen | 20.967 | 0 | 0 | 0 | 7 | 20.974 | |
| Leasingschulden | 27.556 | 2.068 | 2.308 | 0 | 2.007 | 33.939 | |
| Overige financiële schulden | 162.211 | 3.150 | 121.971 | 0 | 30.998 | -3.150 | 315.181 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 7.750 | 1.164 | 0 | 0 | 0 | 8.914 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 301.202 | 0 | 0 | 0 | 7.990 | 309.192 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.341.450 | 19.464 | 71.010 | 4 | 23.250 | -1.156 | 1.454.021 |
| Handelsschulden | 1.032.361 | 29 | 48.702 | 3 | 12.887 | -1.156 | 1.092.826 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 60.582 | 0 | 61 | 0 | 0 | 60.643 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 177.090 | 10.201 | 10.098 | 0 | 9.642 | 207.031 | |
| Overige schulden | 71.418 | 9.234 | 12.148 | 0 | 720 | 93.521 | |
| Te betalen belastingen | 82.456 | 1.099 | 9.952 | 3 | 1.385 | 94.895 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 5.378.292 | 0 | 0 | 0 | 5.378.292 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | |||||||
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 28.875 | 0 | 0 | 0 | 28.875 | |
| 0 | 5.139.401 | 0 | 0 | 0 | 5.139.401 | ||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 210.016 | 0 | 0 | 0 | 210.016 | |
| Overlopende rekeningen | 35.731 | 4.811 | 17.126 | 0 | 722 | -203 | 58.187 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 5.341.935 | 8.083.202 | 2.106.339 | 242.998 | 478.662 | -24.392 | 16.228.744 |
Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is ook in 2020 verder aangegroeid. Het komt op 31 december 2020 uit op 16.228,7 miljoen euro, een stijging met 927,2 miljoen euro (+6%) ten opzichte van de balans op jaareinde 2019. Deze toename komt vooral voor rekening van de segmenten "Real Estate & Senior Care"(+60,4 miljoen euro) en Private Banking (+932,8 miljoen euro).
Zoals dit ook reeds werd opgemerkt bij voorgaande rapporteringen, heeft de integrale consolidatie van de 78,75%-deelneming in Bank J.Van Breda & C° een aanzienlijke impact op zowel de hoogte van de totale balans, als op de samenstelling ervan. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank J.Van Breda & C° immers een in verhouding tot de andere vennootschappen uit de groep zeer groot balanstotaal : de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° alleen draagt reeds 7.211 miljoen euro (44%) bij tot het balanstotaal van de groep AvH. Bovendien heeft Bank J.Van Breda & C° als bank een specifieke balansstructuur, aangepast aan en opgebouwd in functie van haar activiteiten. Hoewel Bank J.Van Breda & C° tot de best gekapitaliseerde bankinstellingen in België behoort, heeft ze toch duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige deelnemingen van de groep AvH. Om het inzicht in de geconsolideerde balans te vergemakkelijken, worden een aantal posten uit de balans van Bank J.Van Breda & C° gegroepeerd op afzonderlijke lijnen.
Ook in het coronajaar 2020 is Bank J.Van Breda & C° kredieten blijven verstrekken aan haar clienteel van zelfstandigen en vrije beroepers. De totale kredietportefeuille groeide zelfs met 182,0 miljoen euro (+3,5%) aan tot 5.414,7 miljoen euro op jaareinde 2020. Deze kredieten aan clienteel worden meer dan volledig gefinancierd door deposito's die Bank J.Van Breda & C° van haar clienteel heeft ontvangen en die op korte en op langere termijn samen een bedrag vertegenwoordigen van 5.907,1 miljoen euro.
Inclusief de deelname aan het TLTRO III, een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, is de aangroei van ontvangen liquiditeiten zelfs nog groter. Aan de actiefzijde van de balans, resulteert dit in een stijging van de tegoeden bij centrale banken tot 991,8 miljoen euro (+537,1 miljoen euro) en van de beleggingsportefeuille van de bank tot 495,2 miljoen euro (+74,4 miljoen euro).
De immateriële vaste activa zijn in 2020 met 20,9 miljoen euro gestegen tot 147,8 miljoen euro. Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit de acquisitie door DEME van het Nederlandse SPT Offshore, waarbij een deel van de waarde werd toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile"-technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. DEME en Anima hebben in 2020 beperkte bijzondere waardeverminderingen op goodwill doorgevoerd, van respectievelijk 5 miljoen euro en 0,6 miljoen euro, en die daalt daardoor tot 325,9 miljoen euro.
De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand per einde 2019. DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit dan de geboekte afschrijvingen. Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine L'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.
De stijging van de "ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast" tot 1.456,1 miljoen euro wordt verklaard door de resultaten die worden gerealiseerd in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is o.m het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook in het Growth Capital gedeelte van de AvH-portefeuille zijn er verschillende deelnemingen die volgens vermogensmutatie worden verwerkt. Einde 2020 is trouwens de nieuwe deelneming van 20% in OM Partners ook opgenomen in deze rubriek.
TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2020
Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Financiële operaties
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063
desinvesteringen -83.941 18 -3.170 0 -3.573 -90.666 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 33.692 0 972 293 3.085 38.042 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 0 0 0 0 0 Winstbelastingen (betaald) -38.518 -18.731 -11.632 0 -1.560 -70.441
Afschrijvingen 326.888 7.054 11.511 0 5.319 350.772 Bijzondere waardeverminderingen 1.397 5.548 2.613 0 94 9.652 Aandelenoptieplannen 0 -3.600 8 0 1.026 -2.566
resultatenrekening 0 0 2.116 0 1.689 3.805 (Afname) toename van voorzieningen 1.641 438 -201 0 264 2.142 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 2.073 1.736 -253 0 155 3.711 Cashflow 346.422 56.911 67.618 207 -3.427 783 468.514 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 122.575 16.868 -8.648 -26 -16.118 3.918 118.570 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 82.174 0 -17.793 0 3.619 68.001 Afname (toename) van vorderingen 99.472 -145 13.836 -20 -19.383 3.918 97.678 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -746.754 0 0 0 -746.754 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -79.757 -3.343 -2.156 -6 -654 -85.915
(banken) 0 769.629 0 0 0 769.629 Afname (toename) overige 20.686 -2.519 -2.536 0 300 15.931 Operationele cashflow 468.997 73.779 58.970 181 -19.545 4.701 587.084 Investeringen -374.310 -247.496 -61.699 -22.203 -78.957 4.088 -780.577 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -215.955 -3.810 -12.906 0 -3.928 -236.598 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -46.388 0 0 -46.388 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -144.739 0 -2.786 -22.203 -70.749 -240.476 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 1.878 0 396 0 0 2.274 Nieuwe leningen toegestaan -15.494 -309 -15 0 -4.118 4.088 -15.849 Verwerving van geldbeleggingen 0 -243.377 0 0 -162 -243.539 Desinvesteringen 162.625 171.964 39.007 0 12.015 -315 385.295 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 20.664 0 399 0 7 21.071 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 35.404 0 0 35.404 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 131.727 0 3.197 0 6.433 141.357 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 0 0 0 0 Terugbetaalde leningen 10.234 0 7 0 315 -315 10.240 Overdracht van geldbeleggingen 0 171.964 0 0 5.259 177.223 Investeringscashflow -211.685 -75.532 -22.692 -22.203 -66.942 3.773 -395.282
Dividenden 124 880 5.946 0 889 7.838 Ontvangen interesten 7.712 0 3.099 0 1.926 -1.084 11.654 Betaalde interesten -23.791 -62 -15.956 0 -588 1.084 -39.313 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -25.399 0 -28.753 -35 106 -783 -54.864 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -1.635 -1.635 (Afname) toename van financiële schulden -72.452 444 41.130 0 15.054 -7.691 -23.515 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 801 0 0 0 -18.631 -17.830 Winstverdeling 0 0 0 0 -76.813 -76.813 Dividenden uitgekeerd intragroep -4.150 0 -12.343 0 16.493 0 Dividenden uitgekeerd aan derden 0 -108 -36.126 0 0 -36.234 Financieringscashflow -117.155 1.153 -43.004 -35 -63.198 -8.474 -230.712
kasequivalenten 140.157 -599 -6.726 -22.057 -149.685 0 -38.910 Transfert tussen segmenten 0 0 0 22.271 -22.271 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -6.684 0 90 -65 -9 -6.667 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 778.444 17.670 34.372 370 11.552 0 842.408
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Capital tussen 2020
Engineering Banking Senior Care Resources Growth
Contracting segmenten
De daling van de Financiële vaste activa (aandelen – fair value through P&L) in het segment "Real Estate & Senior Care" wordt veroorzaakt door de daling van de marktwaarde (beurskoers) van de aandelen Retail Estates die in het bezit zijn van Leasinvest Real Estate. De toename bij "AvH & Growth Capital" wordt hoofdzakelijk verklaard door bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys en de Indische Healthquad fondsen I en II.
De gedaalde omzet over het jaar 2020 in het segment "Marine engineering & Contracting" laat zich merken in het totaal openstaand bedrag van vorderingen en bedragen verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten. Een duidelijke stijging van de verschuldigde bedragen voor onderhanden projecten is wel op te merken bij "Real Estate & Senior Care" en vloeit voort uit de ontwikkelingsactiviteit van Extensa op haar sites in Brussel (Gare Maritime en nieuwe residentiële zone op Tour & Taxis) en Luxemburg. In de overige segmenten zijn op deze rubrieken geen grote wijzigingen te melden.
Geldmiddelen en kasequivalenten zijn met 45,6 miljoen euro afgenomen in 2020. Zij bedragen wel nog steeds een comfortabele 842,4 miljoen euro. De daling situeert zich voornamelijk in het segment "AvH & Growth Capital" als gevolg van de in de loop van 2020 gerealiseerde investeringen en de uitkering van een dividend door AvH in 2020, in een jaar waarin AvH zelf aanzienlijk minder dividenden ontving van haar participaties (omwille van corona en van het verbod op dividenduitkeringen door banken opgelegd door de ECB/NBB). Bij DEME is de netto financiële schuld in 2020 gedaald en zijn de liquiditeiten op jaareinde 2020 gestegen in vergelijking tot het jaar voordien.
De evolutie van het eigen vermogen wordt toegelicht in Toelichting Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen.
Voorzieningen op lange termijn blijven per saldo ongeveer ongewijzigd (46,2 miljoen euro). Dit bedrag bestaat uit voorzieningen die op het niveau van de deelnemingen werden aangelegd, uit voorzieningen voor bepaalde deelnemingen waarvan de vermogensmutatiewaarde negatief is geworden en, ook nog uit een voorziening van 15 miljoen euro voor voorwaardelijke verplichtingen die overblijven van de overname van de controle over CFE in 2013 door AvH. Hierop werd in de loop van 2020 trouwens voor 1 miljoen euro teruggenomen, na het uitdoven van het onderliggende risico.
De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4 miljoen euro op einde 2020).
Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en AvH : 31 miljoen euro).
| Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal Growth Engineering Banking Senior Care Resources tussen 2020 Capital Contracting segmenten I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063 Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit -83.941 18 -3.170 0 -3.573 -90.666 desinvesteringen Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 33.692 0 972 293 3.085 38.042 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 0 0 0 0 0 Winstbelastingen (betaald) -38.518 -18.731 -11.632 0 -1.560 -70.441 Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen 326.888 7.054 11.511 0 5.319 350.772 Bijzondere waardeverminderingen 1.397 5.548 2.613 0 94 9.652 Aandelenoptieplannen 0 -3.600 8 0 1.026 -2.566 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via 0 0 2.116 0 1.689 3.805 resultatenrekening (Afname) toename van voorzieningen 1.641 438 -201 0 264 2.142 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 2.073 1.736 -253 0 155 3.711 Cashflow 346.422 56.911 67.618 207 -3.427 783 468.514 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 122.575 16.868 -8.648 -26 -16.118 3.918 118.570 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 82.174 0 -17.793 0 3.619 68.001 Afname (toename) van vorderingen 99.472 -145 13.836 -20 -19.383 3.918 97.678 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -746.754 0 0 0 -746.754 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -79.757 -3.343 -2.156 -6 -654 -85.915 Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 769.629 0 0 0 769.629 (banken) Afname (toename) overige 20.686 -2.519 -2.536 0 300 15.931 Operationele cashflow 468.997 73.779 58.970 181 -19.545 4.701 587.084 Investeringen -374.310 -247.496 -61.699 -22.203 -78.957 4.088 -780.577 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -215.955 -3.810 -12.906 0 -3.928 -236.598 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -46.388 0 0 -46.388 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -144.739 0 -2.786 -22.203 -70.749 -240.476 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 1.878 0 396 0 0 2.274 Nieuwe leningen toegestaan -15.494 -309 -15 0 -4.118 4.088 -15.849 Verwerving van geldbeleggingen 0 -243.377 0 0 -162 -243.539 Desinvesteringen 162.625 171.964 39.007 0 12.015 -315 385.295 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 20.664 0 399 0 7 21.071 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 35.404 0 0 35.404 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 131.727 0 3.197 0 6.433 141.357 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 0 0 0 0 Terugbetaalde leningen 10.234 0 7 0 315 -315 10.240 Overdracht van geldbeleggingen 0 171.964 0 0 5.259 177.223 Investeringscashflow -211.685 -75.532 -22.692 -22.203 -66.942 3.773 -395.282 Financiële operaties Dividenden 124 880 5.946 0 889 7.838 Ontvangen interesten 7.712 0 3.099 0 1.926 -1.084 11.654 Betaalde interesten -23.791 -62 -15.956 0 -588 1.084 -39.313 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -25.399 0 -28.753 -35 106 -783 -54.864 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -1.635 -1.635 (Afname) toename van financiële schulden -72.452 444 41.130 0 15.054 -7.691 -23.515 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 801 0 0 0 -18.631 -17.830 Winstverdeling 0 0 0 0 -76.813 -76.813 Dividenden uitgekeerd intragroep -4.150 0 -12.343 0 16.493 0 Dividenden uitgekeerd aan derden 0 -108 -36.126 0 0 -36.234 Financieringscashflow -117.155 1.153 -43.004 -35 -63.198 -8.474 -230.712 II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten 140.157 -599 -6.726 -22.057 -149.685 0 -38.910 Transfert tussen segmenten 0 0 0 22.271 -22.271 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -6.684 0 90 -65 -9 -6.667 |
(€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 778.444 | 17.670 | 34.372 | 370 | 11.552 | 0 | 842.408 |
De cashflow van AvH (geconsolideerd) komt uit op 468,5 miljoen euro. Dat is een daling met 157,6 miljoen euro in vergelijking tot het jaar 2019 (-25,2%).
De daling van de winst uit de bedrijfsactiviteit was in verhouding zelfs nog groter, want die nam met 216,9 miljoen euro (-49%) af tot 224,1 miljoen euro in 2020. Ze was voelbaar in alle segmenten van AvH, uitgezonderd in "Private Banking", dat in 2020 een recordresultaat liet optekenen. Dat de cashflow uiteindelijk minder daalde dan de terugloop van de winst uit de bedrijfsactiviteit is nagenoeg volledig te danken aan het groter aandeel van niet-geldelijke posten in het bedrijfsresultaat van 2020.
De winst op de overdracht van activa, die in dit kasstroomoverzicht vanuit de cashflow wordt overgeheveld naar de investeringscashflow, viel met 90,7 miljoen euro beperkter uit dan in 2019. De belangrijkste componenten hiervan in 2020 waren de meerwaarden die DEME realiseerde op haar exit uit het Duitse offshore windpark Merkur (63,9 miljoen euro) en op de verkoop van materiële vaste activa (incl een aantal kleinere tuigen) van 11,2 miljoen euro. CFE realiseerde meerwaarden van 6,3 miljoen euro op de verkoop van enkele deelnemingen (vastgoedontwikkelingsvennootschappen) en nog een beperkt bedrag op de realisatie van diverse andere vaste activa. In het vastgoedsegment realiseerde Leasinvest Real Estate 2,2 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van het gebouw van Rijksarchief Brugge, van een eigendom gelegen in Luxemburg (Route d'Esch) en van een unit op het Brixton Business Park in Zaventem. In het segment "AvH & Growth Capital" betreft de overboeking voornamelijk de meerwaarde gerealiseerd bij de verkoop van 50% in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de mede-aandeelhouder.
In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8 miljoen euro).
Bij de aanpassingen voor niet-geldelijke posten, blijft de post afschrijvingen de belangrijkste. De totale afschrijvingslast viel in 2020 met 350,8 miljoen euro licht hoger uit dan het jaar voordien. De stijging situeert zich voornamelijk bij DEME omwille van de toevoeging aan de vloot van enkele nieuwe schepen en de versnelde afschrijving van enkele minder strategische eenheden. Bij Anima nam de afschrijvingslast eveneens toe als gevolg van de ingebruikname in de laatste maanden van 2019 en begin 2020 van 4 nieuw gebouwde woonzorgcentra.
Bijzondere waardeverminderingen worden eveneens verwijderd uit de cash flow, aangezien dit geen realisaties betreft, doch uitsluitend boekhoudkundige aanpassingen van de waarde van de desbetreffende activa. In verhouding tot vorig boekjaar, bleef het bedrag aan bijzondere waardeverminderingen beperkt tot 9,7 miljoen euro. De grootste post hierin heeft betrekking op 1,0 miljoen euro waardeverminderingen die Bank J.Van Breda & C° heeft verwerkt voor specifieke kredietverliezen, aangevuld met een algemene provisie voor toekomstige, momenteel nog niet gekende, kredietverliezen ten belope van 4,5 miljoen euro. Leasinvest Real Estate bracht in totaal voor 2,0 miljoen euro verliezen op handelsvorderingen in rekening, hoofdzakelijk in verband met corona. DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten op specifieke filialen.
De correctie voor resultaten die het gevolg zijn van aanpassingen aan reële waarde (IFRS 9) bedraagt voor 2020 3,8 miljoen euro (verlies). Met uitzondering van 1,7 miljoen euro negatieve waardecorrecties op geldbeleggingen en financiële vaste activa van AvH, vindt het volledige bedrag zijn oorsprong in het segment "Real Estate & Senior Care". Daar worden aanzienlijke positieve waardeaanpassingen (o.a 29,3 miljoen euro positieve waardeschommelingen op vastgoedactiva van Leasinvest en 6,2 miljoen euro positieve herwaardering van het gebouw van de Gare Maritime van Extensa op de Tour & Taxis-site in Brussel) meer dan gecompenseerd door de waardeverminderingen op de aandelen Retail Estates (33,5 miljoen euro) in de portefeuille van Leasinvest Real Estate en op andere vastgoedactiva van Extensa. Aangezien dit uitsluitend boekhoudkundige, niet gerealiseerde waarde-aanpassingen betreft, worden ze in dit kasstroomoverzicht geneutraliseerd.
Ondanks moeilijke marktomstandigheden gedurende een groot deel van het jaar 2020 werd ook voor 385,3 miljoen euro gedesinvesteerd (213,3 miljoen euro zonder de geldbeleggingen van Bank J.Van Breda & C° mee te rekenen), tegenover 625,5 miljoen euro het jaar voordien. In 2020 waren de grootste overdrachten van financiële vaste activa de verkoop door DEME van haar 12,5% belang in het Duitse offshore windpark Merkur voor 89,8 miljoen euro, de verkoop door CFE van deelnemingen in verschillende vastgoedontwikkelingen en de verkoop door Rent-A-Port van een deel van de deelneming in 2 vennootschappen die in Vietnam terreinen ontwikkelen. De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de reeds eerder vermelde verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park. AvH verkocht in 2020 haar 50%-deelneming in Oriental De toename van de opgenomen financieringen, alsook het wegvallen van een aantal interestopbrengsten, verklaart de beperkte stijging van de (netto) betaalde interesten. De stijging van de diverse financiële lasten wordt deels verklaard door toegenomen negatieve wisselkoersverschillen, maar ook door het verbreken door Leasinvest Real Estate van bepaalde interestindekkingen wat een
Transacties in eigen aandelen leverden in 2020 een negatieve cashflow op van
Door aankopen op de Beurs van aandelen CFE, een investering in een controleparticipatie, voor een bedrag van 18,6 miljoen euro, verhoogde AvH
De dividenden uitgekeerd aan derden werden betaald aan de minderheidsaandeelhouders van Leasinvest Real Estate voor 21,8 miljoen euro en voor 14,3 miljoen euro aan de co-aandeelhouder van Extensa in haar
verlies van 20,3 miljoen euro heeft opgeleverd.
haar deelnemingspercentage in CFE tot 62,1%.
ontwikkelingen op de Cloche d'Or site in Luxemburg.
1,6 miljoen euro.
€ Miljoen 2020 2019 2018 2017 2016 Eigen aandelen 39,6 40,8 34,7 35,5 29,0
(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen
In de financieringscashflow vertegenwoordigt het dividend dat Leasinvest Real Estate heeft ontvangen van Retail Estates de grootste component in de
Financiële schulden (31-12-2019) 2.531.904 Beweging in Cashflow statement -23.515
Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2016-2020(1)
Evolutie financiële schulden (cash & non-cash)
Quarries & Mines.
dividenden.
(€ 1.000)
Overige bewegingen :
Overige beleggingen
aandelen daarop afgestemd.
In 2020 bevatte het bedrijfsresultaat slechts een beperkt bedrag (2,1 miljoen euro) aan aangelegde voorzieningen en andere niet-kaskosten (3,7 miljoen euro).
In 2020 verminderde het bedrijfskapitaal met 118,6 miljoen euro, in tegenstelling tot een aangroei met 41,4 miljoen euro het jaar voordien. Deze aanzienlijke vrijval van werkkapitaal situeert zich voornamelijk in "Marine Engineering & Contracting" en ligt in lijn met de lagere omzet en activiteitsgraad bij zowel DEME als CFE Contracting als gevolg van de corona-pandemie. In de andere segmenten valt de variatie in werkkapitaal eerder beperkt uit. Dankzij dit lagere beslag van het werkkapitaal op kasmiddelen van de groep in 2020, komt de totale operationele cashflow nagenoeg onveranderd en zelfs licht hoger uit in 2020 (587,1 miljoen euro) dan vorig jaar (584,7 miljoen euro).
In reactie op het uitbreken van de coronapandemie hebben een aantal deelnemingen de timing van hun investeringen herbekeken. Bovendien werd DEME in 2020 geconfronteerd met belangrijke vertragingen van de scheepswerven bij de bouw van 2 belangrijke schepen, meer bepaald de mega-cutter Spartacus en het grote installatieschip Orion. Het is de verwachting dat Spartacus in H1 2021 zal worden opgeleverd en Orion wellicht pas rond het einde 2021 of begin 2022. Daardoor verschoof ook een deel van de in 2020 voorziene investeringen naar een latere periode. In totaal investeerde de groep 236,6 miljoen euro in immateriële en materiële vaste activa, met het zwaartepunt daarvan traditioneel in "Marine Engineering & Contracting".
De 46,4 miljoen euro investeringen in vastgoedbeleggingen van 2020 hebben betrekking op 17,6 miljoen euro bijkomende investeringen door Extensa op de site van Tour & Taxis te Brussel, vooral in de Gare Maritime en in de Parking Maritime. Leasinvest Real Estate besteedde 28,8 miljoen euro aan bijkomende investeringen in haar vastgoed.
Via acquisities investeerde de groep in het afgelopen jaar 2020 in totaal voor maar liefst 240,5 miljoen euro in financiële vaste activa. DEME nam in het tweede halfjaar van 2020 de controle over het Nederlandse SPT Offshore voor 18,2 miljoen euro en CFE verwierf voor 57,6 miljoen euro 2 vennootschappen waarin vastgoedprojecten worden ontwikkeld. Nog in "Marine Engineering & Contracting" investeerde DEME o.a. 30,3 miljoen euro in de nieuwe joint-venture vennootschap CDWE in Taiwan die actief zal worden op diverse Taiwanese offshore windprojecten en er momenteel een installatieschip bouwt, investeerde CFE voor 14,7 miljoen euro in diverse vastgoedontwikkelingsvennootschappen en schreef Rent-A-Port voor 14,9 miljoen euro in op kapitaalsverhogingen van vennootschappen die in partnership haventerreinen ontwikkelen in Vietnam. AvH investeerde in totaal 22,3 miljoen euro bijkomend in het segment "Energy & Resources". Het deelnemingspercentage in SIPEF werd met 2,35% verhoogd tot 34,68% door aankopen van aandelen SIPEF op de Beurs. Ook verwierf AvH een rechtstreekse deelneming van 42% in Verdant BioScience en werden extra aandelen Sagar Cements verworven door de omzetting van warrants.
In "Growth Capital" heeft AvH in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners, een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain software. Daarnaast investeerde de groep in totaal voor 14,5 miljoen euro in een aantal jonge, beloftevolle bedrijven : in Belgïe was dit het geval in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys, Onco DNA, maar ook in India werd bijkomend geïnvesteerd in o.a. het nieuwe HealthQuad II-fonds, waarvan AvH een anchor investor is, en daarmee indirect in Medikabazaar.
De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda &C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen die kaderen in het ALM-beleid van de bank.
Ondanks moeilijke marktomstandigheden gedurende een groot deel van het jaar 2020 werd ook voor 385,3 miljoen euro gedesinvesteerd (213,3 miljoen euro zonder de geldbeleggingen van Bank J.Van Breda & C° mee te rekenen), tegenover 625,5 miljoen euro het jaar voordien. In 2020 waren de grootste overdrachten van financiële vaste activa de verkoop door DEME van haar 12,5% belang in het Duitse offshore windpark Merkur voor 89,8 miljoen euro, de verkoop door CFE van deelnemingen in verschillende vastgoedontwikkelingen en de verkoop door Rent-A-Port van een deel van de deelneming in 2 vennootschappen die in Vietnam terreinen ontwikkelen. De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de reeds eerder vermelde verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park. AvH verkocht in 2020 haar 50%-deelneming in Oriental Quarries & Mines.
In de financieringscashflow vertegenwoordigt het dividend dat Leasinvest Real Estate heeft ontvangen van Retail Estates de grootste component in de dividenden.
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Financiële schulden (31-12-2019) | 2.531.904 |
| Beweging in Cashflow statement | -23.515 |
| Overige bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | 9.195 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | 6.629 |
| - IFRS 16 Leases | 37.000 |
| - Wisselkoers-effecten | -1.862 |
| - Overige | 0 |
| Financiële schulden (31-12-2020) | 2.559.350 |
De toename van de opgenomen financieringen, alsook het wegvallen van een aantal interestopbrengsten, verklaart de beperkte stijging van de (netto) betaalde interesten. De stijging van de diverse financiële lasten wordt deels verklaard door toegenomen negatieve wisselkoersverschillen, maar ook door het verbreken door Leasinvest Real Estate van bepaalde interestindekkingen wat een verlies van 20,3 miljoen euro heeft opgeleverd.
Transacties in eigen aandelen leverden in 2020 een negatieve cashflow op van 1,6 miljoen euro.
Door aankopen op de Beurs van aandelen CFE, een investering in een controleparticipatie, voor een bedrag van 18,6 miljoen euro, verhoogde AvH haar deelnemingspercentage in CFE tot 62,1%.
De dividenden uitgekeerd aan derden werden betaald aan de minderheidsaandeelhouders van Leasinvest Real Estate voor 21,8 miljoen euro en voor 14,3 miljoen euro aan de co-aandeelhouder van Extensa in haar ontwikkelingen op de Cloche d'Or site in Luxemburg.
| € Miljoen | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen aandelen | 39,6 | 40,8 | 34,7 | 35,5 | 29,0 |
| Overige beleggingen | |||||
| - Portefeuille aandelen | 51,2 | 55,7 | 37,2 | 40,0 | 39,0 |
| - Termijndeposito's | 0,0 | 155,9 | 23,9 | 1,3 | 26,2 |
| Liquide middelen | 8,1 | 27,0 | 31,2 | 49,7 | 5,3 |
| Financiële schulden ('commercial paper') | -31,0 | -12,0 | -24,0 | -46,2 | -31,2 |
| Nettothesauriepositie | 68,0 | 267,4 | 102,9 | 80,2 | 68,3 |
(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering |
Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| & Contracting |
Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen segmenten |
2019 | |
| Capital | |||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 3.731.484 | 172.944 | 264.448 | 33 | 103.520 | -2.032 | 4.270.398 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 89.221 | 0 | 1.931 | -1.883 | 89.270 |
| Vastgoedopbrengsten | 59.065 | 0 | 159.712 | 0 | 0 | 218.778 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 101.513 | 0 | 0 | 0 | 101.513 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 69.723 | 0 | 0 | 0 | 69.723 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.596.586 | 0 | 0 | 0 | 98.705 | 3.695.290 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 75.834 | 1.708 | 15.514 | 33 | 2.884 | -149 | 95.824 |
| Exploitatielasten (-) | -3.577.267 | -117.942 | -164.630 | -166 | -117.641 | 2.808 | -3.974.839 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -2.590.300 | -27.261 | -78.820 | -166 | -71.088 | 2.808 | -2.764.828 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -24.597 | 0 | 0 | 0 | -24.597 | |
| Personeelslasten (-) | -655.795 | -45.512 | -66.811 | 0 | -41.820 | -809.938 | |
| Afschrijvingen (-) | -320.853 | -7.708 | -9.587 | 0 | -4.802 | -342.950 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -25.629 | -1.365 | -145 | 0 | -86 | -27.225 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -19.662 | -9.785 | -9.848 | 0 | -524 | 0 | -39.818 |
| Voorzieningen | 34.971 | -1.714 | 580 | 0 | 679 | 34.516 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 15.491 | 0 | 8.040 | 0 | 23.531 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | 10.143 | 0 | 8.040 | 18.182 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 5.348 | 0 | 0 | 5.348 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 7.400 | 738 | 49 | 0 | 113.711 | 0 | 121.899 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 6.135 | 294 | -45 | 0 | -5 | 6.379 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -308 | 0 | 0 | -308 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 729 | 0 | 403 | 0 | 112.083 | 113.216 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 536 | 444 | 0 | 0 | 1.633 | 2.613 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 161.618 | 55.740 | 115.358 | -133 | 107.630 | 776 | 440.989 |
| Financieel resultaat | -11.059 | 461 | -10.051 | 2 | 2.037 | -776 | -19.386 |
| Renteopbrengsten | 15.495 | 12 | 4.896 | 0 | 1.666 | -1.361 | 20.708 |
| Rentelasten (-) | -22.098 | 0 | -13.974 | 0 | -622 | 1.361 | -35.333 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | 3.066 | 0 | -120 | 3 | 21 | 2.969 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -7.521 | 449 | -853 | -1 | 972 | -776 | -7.730 |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -781 | -4.589 | 0 | 0 | -5.370 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
36.551 | 93.406 | 8.824 | -1.272 | 17.444 | 154.952 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 2.042 | 2.400 | 0 | 0 | 0 | 4.442 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 189.152 | 151.226 | 109.541 | -1.404 | 127.111 | 0 | 575.627 |
| Winstbelastingen | -40.109 | -15.465 | -6.010 | 0 | -171 | 0 | -61.756 |
| Uitgestelde belastingen | 10.735 | 65 | 1.649 | 0 | 88 | 12.537 | |
| Belastingen | -50.844 | -15.530 | -7.659 | 0 | -259 | -74.292 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
|||||||
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden | 149.043 | 135.761 | 103.531 | -1.404 | 126.940 | 0 | 513.871 |
| beëindigd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 149.043 | 135.761 | 103.531 | -1.404 | 126.940 | 0 | 513.871 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 57.128 | 8.422 | 53.340 | 110 | -29 | 118.971 | |
| Aandeel van de groep | 91.915 | 127.339 | 50.192 | -1.514 | 126.969 | 394.900 | |
TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2019
Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Financiële operaties
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 390.746 9.355 62.785 409 50.293 0 513.588 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 161.618 55.740 115.358 -133 107.630 776 440.989
desinvesteringen -7.400 -738 -49 0 -113.711 -121.899 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 12.018 44.525 600 111 4.938 62.192 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 2.042 2.400 0 0 0 4.442 Winstbelastingen (betaald) -45.826 -15.530 -7.659 0 -259 -69.274
Afschrijvingen 320.853 7.708 9.587 0 4.802 342.950 Bijzondere waardeverminderingen 26.827 1.522 193 0 86 28.628 Aandelenoptieplannen 0 -1.398 80 0 1.174 -144
resultatenrekening 0 0 -15.491 0 -8.040 -23.531 (Afname) toename van voorzieningen -36.636 1.000 492 0 -679 -35.823 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -2.146 -1.205 0 0 926 -2.425 Cashflow 431.348 94.024 103.112 -22 -3.133 776 626.104 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 14.384 -40.305 -10.836 0 -1.994 -2.610 -41.361 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten -103.272 0 -13.973 0 -6.339 -123.584 Afname (toename) van vorderingen 215.782 -13.772 14.420 -8 -2.775 -2.610 211.038 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -530.741 0 0 0 -530.741 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -94.578 1.720 -9.629 8 6.540 -95.940
(banken) 0 507.257 0 0 0 507.257 Afname (toename) overige -3.549 -4.769 -1.653 0 579 -9.392 Operationele cashflow 445.732 53.719 92.276 -23 -5.128 -1.834 584.743 Investeringen -467.162 -263.330 -268.447 -12.207 -30.206 458 -1.040.894 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -460.505 -8.324 -32.342 0 -1.984 -503.154 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -212.713 0 0 -212.713 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -27.910 0 -18.028 -12.207 -17.904 -76.049 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 36.652 0 867 0 692 38.212 Nieuwe leningen toegestaan -15.400 -296 -6.232 0 -846 458 -22.315 Verwerving van geldbeleggingen 0 -254.710 0 0 -10.165 -264.875 Desinvesteringen 112.441 294.344 44.660 0 181.806 -7.727 625.524 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 13.889 362 188 0 17 14.456 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 42.350 0 0 42.350 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 1.663 0 28.605 0 172.429 202.698 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 -26.483 0 0 -26.483 Terugbetaalde leningen 96.889 0 0 0 7.727 -7.727 96.889 Overdracht van geldbeleggingen 0 293.982 0 0 1.633 295.615 Investeringscashflow -354.721 31.014 -223.788 -12.207 151.600 -7.269 -415.370
Dividenden 0 450 5.068 0 1.029 6.547 Ontvangen interesten 15.495 12 2.896 0 1.666 -1.361 18.708 Betaalde interesten -30.236 0 -14.252 0 -622 1.361 -43.749 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -4.169 -1 -6.041 2 -109 -776 -11.095 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -6.108 -6.108 (Afname) toename van financiële schulden 226.175 -2.890 163.901 0 -7.661 9.878 389.404 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 6.811 0 0 0 -14.289 -7.478 Winstverdeling 0 0 0 0 -76.741 -76.741 Dividenden uitgekeerd intragroep -36.916 -68.000 -7.949 0 112.865 0 Dividenden uitgekeerd aan derden -26.692 -5.481 -33.787 0 0 -65.960 Financieringscashflow 150.469 -75.910 109.835 2 10.030 9.102 203.529
kasequivalenten 241.479 8.824 -21.676 -12.228 156.503 0 372.902 Transfert tussen segmenten 11.250 0 0 12.030 -23.280 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 1.495 91 -101 9 2 1.496 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Capital tussen 2019
Engineering Banking Senior Care Resources Growth
Contracting segmenten
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2019 | |
| Contracting | Capital | segmenten | |||||
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 390.746 | 9.355 | 62.785 | 409 | 50.293 | 0 | 513.588 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 161.618 | 55.740 | 115.358 | -133 | 107.630 | 776 | 440.989 |
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen |
-7.400 | -738 | -49 | 0 | -113.711 | -121.899 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 12.018 | 44.525 | 600 | 111 | 4.938 | 62.192 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 2.042 | 2.400 | 0 | 0 | 0 | 4.442 | |
| Winstbelastingen (betaald) | -45.826 | -15.530 | -7.659 | 0 | -259 | -69.274 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 320.853 | 7.708 | 9.587 | 0 | 4.802 | 342.950 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | 26.827 | 1.522 | 193 | 0 | 86 | 28.628 | |
| Aandelenoptieplannen | 0 | -1.398 | 80 | 0 | 1.174 | -144 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via | |||||||
| resultatenrekening | 0 | 0 | -15.491 | 0 | -8.040 | -23.531 | |
| (Afname) toename van voorzieningen | -36.636 | 1.000 | 492 | 0 | -679 | -35.823 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -2.146 | -1.205 | 0 | 0 | 926 | -2.425 | |
| Cashflow | 431.348 | 94.024 | 103.112 | -22 | -3.133 | 776 | 626.104 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 14.384 | -40.305 | -10.836 | 0 | -1.994 | -2.610 | -41.361 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -103.272 | 0 | -13.973 | 0 | -6.339 | -123.584 | |
| Afname (toename) van vorderingen | 215.782 | -13.772 | 14.420 | -8 | -2.775 | -2.610 | 211.038 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 0 | -530.741 | 0 | 0 | 0 | -530.741 | |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | -94.578 | 1.720 | -9.629 | 8 | 6.540 | -95.940 | |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) |
0 | 507.257 | 0 | 0 | 0 | 507.257 | |
| Afname (toename) overige | -3.549 | -4.769 | -1.653 | 0 | 579 | -9.392 | |
| Operationele cashflow | 445.732 | 53.719 | 92.276 | -23 | -5.128 | -1.834 | 584.743 |
| Investeringen | -467.162 | -263.330 | -268.447 | -12.207 | -30.206 | 458 | -1.040.894 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -460.505 | -8.324 | -32.342 | 0 | -1.984 | -503.154 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -212.713 | 0 | 0 | -212.713 | |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | -27.910 | 0 | -18.028 | -12.207 | -17.904 | -76.049 | |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 36.652 | 0 | 867 | 0 | 692 | 38.212 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | -15.400 | -296 | -6.232 | 0 | -846 | 458 | -22.315 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 0 | -254.710 | 0 | 0 | -10.165 | -264.875 | |
| Desinvesteringen | 112.441 | 294.344 | 44.660 | 0 | 181.806 | -7.727 | 625.524 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 13.889 | 362 | 188 | 0 | 17 | 14.456 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 42.350 | 0 | 0 | 42.350 | |
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 1.663 | 0 | 28.605 | 0 | 172.429 | 202.698 | |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | 0 | 0 | -26.483 | 0 | 0 | -26.483 | |
| Terugbetaalde leningen | 96.889 | 0 | 0 | 0 | 7.727 | -7.727 | 96.889 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 0 | 293.982 | 0 | 0 | 1.633 | 295.615 | |
| Investeringscashflow | -354.721 | 31.014 | -223.788 | -12.207 | 151.600 | -7.269 | -415.370 |
| Financiële operaties | |||||||
| Dividenden | 0 | 450 | 5.068 | 0 | 1.029 | 6.547 | |
| Ontvangen interesten | 15.495 | 12 | 2.896 | 0 | 1.666 | -1.361 | 18.708 |
| Betaalde interesten | -30.236 | 0 | -14.252 | 0 | -622 | 1.361 | -43.749 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -4.169 | -1 | -6.041 | 2 | -109 | -776 | -11.095 |
| Afname (toename) van eigen aandelen | 0 | 0 | 0 | 0 | -6.108 | -6.108 | |
| (Afname) toename van financiële schulden | 226.175 | -2.890 | 163.901 | 0 | -7.661 | 9.878 | 389.404 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | 6.811 | 0 | 0 | 0 | -14.289 | -7.478 | |
| Winstverdeling | 0 | 0 | 0 | 0 | -76.741 | -76.741 | |
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -36.916 | -68.000 | -7.949 | 0 | 112.865 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -26.692 | -5.481 | -33.787 | 0 | 0 | -65.960 | |
| Financieringscashflow | 150.469 | -75.910 | 109.835 | 2 | 10.030 | 9.102 | 203.529 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en | |||||||
| kasequivalenten | 241.479 | 8.824 | -21.676 | -12.228 | 156.503 | 0 | 372.902 |
| Transfert tussen segmenten | 11.250 | 0 | 0 | 12.030 | -23.280 | 0 | |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 1.495 | 91 | -101 | 9 | 2 | 1.496 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 644.971 | 18.270 | 41.008 | 220 | 183.517 | 0 | 887.985 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2019 | |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| I. Vaste activa | 3.263.140 | 5.003.045 | 1.728.076 | 234.027 | 260.684 | -10.267 | 10.478.704 |
| Immateriële vaste activa | 94.871 | 1.680 | 30.120 | 0 | 231 | 126.902 | |
| Goodwill | 177.127 | 134.247 | 8.449 | 0 | 11.727 | 331.550 | |
| Materiële vaste activa | 2.633.912 | 52.061 | 192.993 | 0 | 30.201 | 2.909.167 | |
| Terreinen en gebouwen | 156.881 | 44.385 | 179.713 | 0 | 22.053 | 403.032 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.892.734 | 2.003 | 3.535 | 0 | 1.189 | 1.899.461 | |
| Meubilair en rollend materieel | 39.821 | 3.458 | 4.000 | 0 | 6.179 | 53.457 | |
| Overige materiële vaste activa | 308 | 1.038 | 3.335 | 0 | 563 | 5.245 | |
| Activa in aanbouw | 544.168 | 1.177 | 2.409 | 0 | 217 | 547.971 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 1.336.093 | 0 | 0 | 1.336.093 | |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 151.821 | 638.067 | 12.495 | 234.027 | 166.067 | 1.202.477 | |
| Financiële vaste activa | 104.960 | 1.323 | 141.493 | 0 | 50.067 | -10.267 | 287.576 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 5.563 | 0 | 113.376 | 0 | 35.479 | 154.418 | |
| Vorderingen en borgtochten | 99.397 | 1.323 | 28.117 | 0 | 14.588 | -10.267 | 133.158 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 0 | 381 | 832 | 0 | 0 | 1.213 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 100.449 | 2.564 | 5.600 | 0 | 2.391 | 111.004 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
0 | 4.172.722 | 0 | 0 | 0 | 4.172.722 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 4.134.167 | 0 | 0 | 0 | 4.134.167 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 38.555 | 0 | 0 | 0 | 38.555 | |
| II. Vlottende activa | 2.014.225 | 2.147.323 | 317.423 | 231 | 309.835 | -6.918 | 4.782.119 |
| Voorraden | 271.046 | 0 | 151.330 | 0 | 1.053 | 423.429 | |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 285.892 | 0 | 31.032 | 0 | 11.517 | 328.441 | |
| Geldbeleggingen | 3 | 420.796 | 0 | 0 | 55.713 | 476.513 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 3 | 0 | 0 | 0 | 55.713 | 55.717 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 420.628 | 0 | 0 | 0 | 420.628 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 168 | 0 | 0 | 0 | 168 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 751 | 160 | 0 | 0 | 0 | 911 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 767.060 | 4.105 | 89.521 | 11 | 54.660 | -6.220 | 909.138 |
| Handelsvorderingen | 692.658 | 100 | 29.293 | 0 | 23.772 | -1.145 | 744.679 |
| Overige vorderingen | 74.402 | 4.005 | 60.227 | 11 | 30.888 | -5.075 | 164.458 |
| Terug te vorderen belastingen | 23.307 | 0 | 1.458 | 0 | 1.163 | 25.927 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
0 | 1.694.553 | 0 | 0 | 0 | 1.694.553 | |
| Banken - interbancaire vorderingen | 0 | 141.306 | 0 | 0 | 0 | 141.306 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 1.098.483 | 0 | 0 | 0 | 1.098.483 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 44 | 0 | 0 | 0 | 44 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 0 | 454.720 | 0 | 0 | 0 | 454.720 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 644.971 | 18.270 | 41.008 | 220 | 183.517 | 887.985 | |
| Overlopende rekeningen | 21.196 | 9.439 | 3.074 | 0 | 2.211 | -698 | 35.221 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 40.280 | 0 | 444 | 0 | 0 | 40.724 | |
| Totaal der activa | 5.317.645 | 7.150.368 | 2.045.942 | 234.258 | 570.519 | -17.185 | 15.301.547 |
TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2019
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Engineering &
I. Totaal eigen vermogen 1.815.178 1.331.613 798.452 234.245 502.346 4.681.834 Eigen vermogen - deel groep 1.086.037 1.211.241 428.478 234.245 496.109 3.456.109 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.148.384 1.206.906 440.443 221.350 422.238 3.439.322 Herwaarderingsreserves -62.348 4.335 -11.965 12.895 -7.388 -64.472 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 3.469 0 0 0 3.469 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 41 0 0 0 41 Afdekkingsreserve -31.693 -9 -12.225 40 -1 -43.889 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -22.592 -1.294 0 -951 1.818 -23.019 Omrekeningsverschillen -8.063 2.129 260 13.806 -9.205 -1.074 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -32.648 -32.648 Minderheidsbelang 729.141 120.372 369.974 0 6.238 1.225.725 II. Langlopende verplichtingen 1.430.129 850.224 816.504 0 13.505 -10.267 3.100.095 Voorzieningen 31.765 10.640 2.485 0 651 45.541 Pensioenverplichtingen 70.269 5.539 40 0 142 75.990 Uitgestelde belastingverplichtingen 105.253 0 57.818 0 1.623 164.694 Financiële schulden 1.202.741 3.231 699.871 0 10.767 -10.267 1.906.344 Leningen van banken 937.911 0 520.465 0 7.701 1.466.076 Obligatieleningen 60.049 0 144.103 0 0 204.152 Achtergestelde leningen 37.414 0 0 0 7 37.422 Leasingschulden 114.131 3.231 31.563 0 3.060 151.984 Overige financiële schulden 53.236 0 3.741 0 0 -10.267 46.710 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 9.251 40.427 47.196 0 0 96.874 Overige schulden 10.850 11.163 9.095 0 322 31.429 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 779.224 0 0 0 779.224 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0 0 0 Banken - deposito's van klanten 0 739.301 0 0 0 739.301 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.923 0 0 0 39.923 III. Kortlopende verplichtingen 2.072.339 4.968.531 430.986 13 54.668 -6.918 7.519.619 Voorzieningen 30.564 22 7.020 0 95 37.701 Pensioenverplichtingen 0 331 0 0 0 331 Financiële schulden 278.743 2.449 327.785 0 21.658 -5.075 625.560 Leningen van banken 199.258 0 72.899 0 7.051 279.208 Obligatieleningen 0 0 49.969 0 0 49.969 Achtergestelde leningen 13.208 0 0 0 7 13.216 Leasingschulden 36.471 2.449 2.006 0 1.781 42.707 Overige financiële schulden 29.805 0 202.911 0 12.819 -5.075 240.460 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 9.356 1.207 0 0 0 10.563 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 291.097 0 0 0 4.752 295.849 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.334.563 21.679 71.078 10 26.688 -1.145 1.452.872 Handelsschulden 1.074.708 46 52.635 10 13.920 -1.145 1.140.174 Ontvangen vooruitbetalingen 39.565 0 10 0 851 40.426 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 170.407 8.432 8.105 0 11.023 197.967 Overige schulden 49.883 13.201 10.328 0 894 74.306 Te betalen belastingen 49.922 1.253 7.320 4 943 59.441 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 4.936.693 0 0 0 4.936.693 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 27.825 0 0 0 27.825 Banken - deposito's van klanten 0 4.667.248 0 0 0 4.667.248 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 241.620 0 0 0 241.620 Overlopende rekeningen 78.093 4.897 17.784 0 532 -698 100.608 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.317.645 7.150.368 2.045.942 234.258 570.519 -17.185 15.301.547
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Contracting Capital segmenten
Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - | Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal |
| proforma omzet | Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2019 |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.810.702 | 554.955 | 248.934 | 27.867 | 583.640 | -1.883 | 4.224.214 |
| Overige landen binnen Europa | 103.813 | 278 | 2.083 | 76.203 | 182.376 | ||
| Landen buiten Europa | 741.136 | 73.033 | 386.014 | 1.200.182 | |||
| Totaal | 3.655.651 | 555.233 | 248.934 | 102.983 | 1.045.856 | -1.883 | 5.606.773 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring, zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering | Banking | Senior Care | Resources | Growth | tussen | 2019 | |
| & Contracting |
Capital | segmenten | |||||
| I. Totaal eigen vermogen | 1.815.178 | 1.331.613 | 798.452 | 234.245 | 502.346 | 4.681.834 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.086.037 | 1.211.241 | 428.478 | 234.245 | 496.109 | 3.456.109 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.148.384 | 1.206.906 | 440.443 | 221.350 | 422.238 | 3.439.322 | |
| Herwaarderingsreserves | -62.348 | 4.335 | -11.965 | 12.895 | -7.388 | -64.472 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 3.469 | 0 | 0 | 0 | 3.469 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 41 | 0 | 0 | 0 | 41 | |
| Afdekkingsreserve | -31.693 | -9 | -12.225 | 40 | -1 | -43.889 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -22.592 | -1.294 | 0 | -951 | 1.818 | -23.019 | |
| Omrekeningsverschillen | -8.063 | 2.129 | 260 | 13.806 | -9.205 | -1.074 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -32.648 | -32.648 | |
| Minderheidsbelang | 729.141 | 120.372 | 369.974 | 0 | 6.238 | 1.225.725 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.430.129 | 850.224 | 816.504 | 0 | 13.505 | -10.267 | 3.100.095 |
| Voorzieningen | 31.765 | 10.640 | 2.485 | 0 | 651 | 45.541 | |
| Pensioenverplichtingen | 70.269 | 5.539 | 40 | 0 | 142 | 75.990 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 105.253 | 0 | 57.818 | 0 | 1.623 | 164.694 | |
| Financiële schulden | 1.202.741 | 3.231 | 699.871 | 0 | 10.767 | -10.267 | 1.906.344 |
| Leningen van banken | 937.911 | 0 | 520.465 | 0 | 7.701 | 1.466.076 | |
| Obligatieleningen | 60.049 | 0 | 144.103 | 0 | 0 | 204.152 | |
| Achtergestelde leningen | 37.414 | 0 | 0 | 0 | 7 | 37.422 | |
| Leasingschulden | 114.131 | 3.231 | 31.563 | 0 | 3.060 | 151.984 | |
| Overige financiële schulden | 53.236 | 0 | 3.741 | 0 | 0 | -10.267 | 46.710 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 9.251 | 40.427 | 47.196 | 0 | 0 | 96.874 | |
| Overige schulden | 10.850 | 11.163 | 9.095 | 0 | 322 | 31.429 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 779.224 | 0 | 0 | 0 | 779.224 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 739.301 | 0 | 0 | 0 | 739.301 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 39.923 | 0 | 0 | 0 | 39.923 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.072.339 | 4.968.531 | 430.986 | 13 | 54.668 | -6.918 | 7.519.619 |
| Voorzieningen | 30.564 | 22 | 7.020 | 0 | 95 | 37.701 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 331 | 0 | 0 | 0 | 331 | |
| Financiële schulden | 278.743 | 2.449 | 327.785 | 0 | 21.658 | -5.075 | 625.560 |
| Leningen van banken | 199.258 | 0 | 72.899 | 0 | 7.051 | 279.208 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 49.969 | 0 | 0 | 49.969 | |
| Achtergestelde leningen | 13.208 | 0 | 0 | 0 | 7 | 13.216 | |
| Leasingschulden | 36.471 | 2.449 | 2.006 | 0 | 1.781 | 42.707 | |
| Overige financiële schulden | 29.805 | 0 | 202.911 | 0 | 12.819 | -5.075 | 240.460 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 9.356 | 1.207 | 0 | 0 | 0 | 10.563 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 291.097 | 0 | 0 | 0 | 4.752 | 295.849 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.334.563 | 21.679 | 71.078 | 10 | 26.688 | -1.145 | 1.452.872 |
| Handelsschulden | 1.074.708 | 46 | 52.635 | 10 | 13.920 | -1.145 | 1.140.174 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 39.565 | 0 | 10 | 0 | 851 | 40.426 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 170.407 | 8.432 | 8.105 | 0 | 11.023 | 197.967 | |
| Overige schulden | 49.883 | 13.201 | 10.328 | 0 | 894 | 74.306 | |
| Te betalen belastingen | 49.922 | 1.253 | 7.320 | 4 | 943 | 59.441 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 4.936.693 | 0 | 0 | 0 | 4.936.693 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 27.825 | 0 | 0 | 0 | 27.825 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 4.667.248 | 0 | 0 | 0 | 4.667.248 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 241.620 | 0 | 0 | 0 | 241.620 | |
| Overlopende rekeningen | 78.093 | 4.897 | 17.784 | 0 | 532 | -698 | 100.608 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 5.317.645 | 7.150.368 | 2.045.942 | 234.258 | 570.519 | -17.185 | 15.301.547 |
| (€ 1.000) | Ontwikke lingskosten |
Concessies, octrooien & licenties |
Goodwill | Software | Overige immateriële vaste activa |
Vooruit betalingen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2019 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 709 | 62.293 | 22.911 | 4.393 | 86.067 | 430 | 176.802 |
| Brutobedrag | 4.546 | 85.852 | 22.911 | 32.220 | 94.627 | 430 | 240.586 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.836 | -23.560 | 0 | -27.827 | -8.561 | 0 | -63.784 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 381 | 1.594 | 1.284 | 2.222 | 291 | 42 | 5.812 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 1 | 3.427 | 35 | 4.469 | 0 | 7.932 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -58.426 | 0 | -1.496 | -7 | -20 | -59.949 |
| Afschrijvingen (-) | -771 | -590 | 0 | -1.926 | -364 | 0 | -3.650 |
| Bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | -6 | 0 | 2 | 92 | 0 | 88 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | -134 | 0 | 248 | 0 | -248 | -134 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 319 | 4.732 | 27.621 | 3.479 | 90.547 | 204 | 126.902 |
| Brutobedrag | 4.920 | 28.710 | 27.621 | 31.527 | 100.406 | 204 | 193.388 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -4.601 | -23.978 | 0 | -28.048 | -9.859 | 0 | -66.486 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2020 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 319 | 4.732 | 27.621 | 3.479 | 90.547 | 204 | 126.902 |
| Brutobedrag | 4.920 | 28.710 | 27.621 | 31.527 | 100.406 | 204 | 193.388 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -4.601 | -23.978 | 0 | -28.048 | -9.859 | 0 | -66.486 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 385 | 3.166 | 0 | 1.008 | 69 | 127 | 4.756 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 19.252 | 1.065 | 0 | 0 | 0 | 20.317 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | -188 | 0 | -2 | 0 | 0 | -191 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -11 | 0 | -11 |
| Afschrijvingen (-) | -663 | -1.746 | 0 | -1.581 | -401 | 0 | -4.390 |
| Bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | -1 | 0 | -49 | -362 | 0 | -412 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | 779 | 0 | 4 | 8 | 0 | 790 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 41 | 25.994 | 28.686 | 2.859 | 89.851 | 331 | 147.762 |
| Brutobedrag | 5.112 | 50.712 | 28.686 | 32.378 | 99.184 | 331 | 216.403 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -5.071 | -24.718 | 0 | -29.519 | -9.333 | 0 | -68.641 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De immateriële vaste activa zijn in 2020 met 20,9 miljoen euro gestegen tot 147,8 miljoen euro. Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit de acquisitie door DEME van het Nederlandse SPT Offshore, waarbij een deel van de waarde werd toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile"-technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties & -verkopen voor meer details.
De immateriële vaste activa bestaan voor een groot deel uit 'trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME. Deze immateriële vaste activa worden niet afgeschreven (oneindige levensduur) en worden mee opgenomen in de jaarlijkse impairment test die AvH uitvoert op de goodwill ontstaan n.a.v. de controleverwerving over DEME (eind 2013, zie Toelichting 8. Goodwill). De overige immateriële vaste activa komen voort uit de acquisities van Anima en uit software-ontwikkelingen bij Bank J.Van Breda & C°.
TOELICHTING 8: GOODWILL
verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties.
resultaten op specifieke filialen.
De goodwill op de acquisities van SPT Offshore (door DEME) en les 3 Arbres (door Anima) werd nagenoeg volledig aan de immateriële vaste activa toegewezen. We
De daling van de goodwill met 5,6 miljoen euro wordt verklaard door de beperkte bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill die DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro na tegenvallende
Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE en Anima. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 230,3 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij
Bewegingen in goodwill
(€ 1.000) 2020 2019
Goodwill, beginsaldo 331.550 339.738 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.660 361.635 Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -18.110 -21.897
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14 13.083 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -21.270 Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -5.536 0 Overige toename (afname) -92 0 Goodwill, eindsaldo 325.937 331.550 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.582 349.590 Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -23.646 -18.110
wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere
Op basis van de bijzondere waardeverminderingstesten boekten DEME en Anima voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten bij
waardevermindering of 'impairment'.
specifieke filialen.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Bewegingen in goodwill | ||
| Goodwill, beginsaldo | 331.550 | 339.738 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 349.660 | 361.635 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -18.110 | -21.897 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 14 | 13.083 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -21.270 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -5.536 | 0 |
| Overige toename (afname) | -92 | 0 |
| Goodwill, eindsaldo | 325.937 | 331.550 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 349.582 | 349.590 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -23.646 | -18.110 |
De goodwill op de acquisities van SPT Offshore (door DEME) en les 3 Arbres (door Anima) werd nagenoeg volledig aan de immateriële vaste activa toegewezen. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties.
De daling van de goodwill met 5,6 miljoen euro wordt verklaard door de beperkte bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill die DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro na tegenvallende resultaten op specifieke filialen.
Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE en Anima. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 230,3 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.
Op basis van de bijzondere waardeverminderingstesten boekten DEME en Anima voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten bij specifieke filialen.
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2019 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 348.592 | 1.865.980 | 29.372 | 4.518 | 462.635 | 2.711.097 |
| Brutobedrag | 481.405 | 3.934.812 | 125.865 | 15.258 | 462.635 | 5.019.975 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -129.313 | -2.068.832 | -95.759 | -10.740 | 0 | -2.304.644 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -3.499 | 0 | -734 | 0 | 0 | -4.234 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 97.534 | 5.311 | 28.603 | 0 | 0 | 131.448 |
| Investeringen | 50.665 | 182.096 | 27.965 | 2.195 | 244.647 | 507.568 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 5.375 | 13.940 | 70 | 134 | 3.338 | 22.856 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -4.788 | -13.382 | -731 | -112 | 6.174 | -12.839 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -83.292 | -1.752 | -10.267 | 0 | -11.308 | -106.618 |
| Afschrijvingen (-) | -29.622 | -286.495 | -21.538 | -1.650 | 0 | -339.305 |
| Bijzondere WV (-) | 0 | 0 | -6 | 0 | 0 | -6 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 117 | -331 | -200 | 35 | 79 | -301 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 19.378 | 134.092 | 187 | -2.334 | -157.594 | -6.271 |
| Overige toename (afname) | -927 | 0 | 4 | 2.459 | 0 | 1.537 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 403.032 | 1.899.461 | 53.457 | 5.245 | 547.971 | 2.909.167 |
| Brutobedrag | 548.677 | 4.126.733 | 140.622 | 15.994 | 547.971 | 5.379.997 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -145.252 | -2.227.272 | -86.424 | -10.749 | 0 | -2.469.698 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -393 | 0 | -741 | 0 | 0 | -1.133 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 115.376 | 51.807 | 36.288 | 203.471 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 17.487 | 8.037 | 20.878 | 46.402 |
De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand River alsook de duwbakken Bengel en de Deugniet aan de vloot toegevoegd. Per 31 december 2020 bedraagt het bevestigde saldo aan activa in aanbouw 129 miljoen euro, dat in de komende jaren zal geïnvesteerd worden, voornamelijk de
Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine
l'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.
Projectontwikkelingen
Activa bestemd
voor verkoop Totaal
Orion en de Spartacus.
gebouwen
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285 Brutobedrag 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285
Investeringen 108.445 107.822 282 216.550 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 -42.847 -42.847 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 -3.276 -3.276 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 5.875 1.881 -2.407 5.348 Overboekingen van (naar) andere posten -28.920 2.827 28.920 2.827 Overige toename (afname) 2.213 -1.582 18 650 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537
Investeringen 27.394 18.995 0 46.388 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -16.118 0 -244 -16.363 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 32.168 -772 0 31.396 Overboekingen van (naar) andere posten 190.160 -184.859 0 5.300 Overige toename (afname) 11.017 -20 0 10.997 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.369.323 44.734 199 1.414.256 Brutobedrag 1.369.323 44.734 199 1.414.256
DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit
Van de tien schepen die in 2015, 2016 en 2018 zijn besteld met een totale waarde van meer dan 1 miljard euro, zijn de Minerva, de Schelde, de Gulliver (in partnership), Apollo, de Living Stone en Bonny River in 2017, 2018 en 2019 opgeleverd. In 2020 werden de sleephopperzuigers Thames River en de Meuse
TOELICHTING 10: VASTGOEDBELEGGINGEN GEWAARDEERD AAN REËLE WAARDE
(€ 1.000) Verhuurde
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar
per einde 2019.
2019
2020
dan de geboekte afschrijvingen.
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2020 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2020 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 403.032 | 1.899.461 | 53.457 | 5.245 | 547.971 | 2.909.167 |
| Brutobedrag | 548.677 | 4.126.733 | 140.622 | 15.994 | 547.971 | 5.379.997 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -145.252 | -2.227.272 | -86.424 | -10.749 | 0 | -2.469.698 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -393 | 0 | -741 | 0 | 0 | -1.133 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 42.742 | 99.315 | 23.931 | 489 | 108.134 | 274.611 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 4.341 | 4.039 | 457 | 0 | 1.071 | 9.908 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -5.198 | -1.685 | -2.447 | -18 | -4.935 | -14.282 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -119 | 0 | 0 | -128 | -247 |
| Afschrijvingen (-) | -33.095 | -288.320 | -23.939 | -1.027 | 0 | -346.382 |
| Bijzondere WV (-) | -24 | 0 | 0 | 0 | 0 | -24 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -1.467 | -4.052 | -209 | -1 | -327 | -6.057 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 5.084 | 126.784 | 2.275 | 49 | -135.334 | -1.141 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 415.415 | 1.835.423 | 53.525 | 4.736 | 516.454 | 2.825.552 |
| Brutobedrag | 592.112 | 4.221.775 | 151.275 | 14.993 | 516.454 | 5.496.608 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -176.280 | -2.386.353 | -97.010 | -10.257 | 0 | -2.669.899 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -417 | 0 | -741 | 0 | 0 | -1.157 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 121.572 | 7.922 | 36.364 | 165.858 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 26.599 | 4.817 | 17.655 | 49.070 | ||
De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand per einde 2019.
DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit dan de geboekte afschrijvingen.
Van de tien schepen die in 2015, 2016 en 2018 zijn besteld met een totale waarde van meer dan 1 miljard euro, zijn de Minerva, de Schelde, de Gulliver (in partnership), Apollo, de Living Stone en Bonny River in 2017, 2018 en 2019 opgeleverd. In 2020 werden de sleephopperzuigers Thames River en de Meuse River alsook de duwbakken Bengel en de Deugniet aan de vloot toegevoegd. Per 31 december 2020 bedraagt het bevestigde saldo aan activa in aanbouw 129 miljoen euro, dat in de komende jaren zal geïnvesteerd worden, voornamelijk de Orion en de Spartacus.
Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine l'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Projectontwik kelingen |
Activa bestemd voor verkoop |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2019 |
||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.037.089 | 100.442 | 19.753 | 1.157.285 |
| Brutobedrag | 1.037.089 | 100.442 | 19.753 | 1.157.285 |
| Investeringen | 108.445 | 107.822 | 282 | 216.550 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | 0 | -42.847 | -42.847 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | -3.276 | -3.276 |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | 5.875 | 1.881 | -2.407 | 5.348 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -28.920 | 2.827 | 28.920 | 2.827 |
| Overige toename (afname) | 2.213 | -1.582 | 18 | 650 |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo Brutobedrag |
1.124.702 | 211.391 | 444 | 1.336.537 |
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2020 |
1.124.702 | 211.391 | 444 | 1.336.537 |
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.124.702 | 211.391 | 444 | 1.336.537 |
| Brutobedrag | 1.124.702 | 211.391 | 444 | 1.336.537 |
| Investeringen | 27.394 | 18.995 | 0 | 46.388 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -16.118 | 0 | -244 | -16.363 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | 32.168 | -772 | 0 | 31.396 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 190.160 | -184.859 | 0 | 5.300 |
| Overige toename (afname) | 11.017 | -20 | 0 | 10.997 |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.369.323 | 44.734 | 199 | 1.414.256 |
| Brutobedrag | 1.369.323 | 44.734 | 199 | 1.414.256 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening | ||
| Verkopen van gronden | 1.464 | 326 |
| Huurinkomsten | 68.742 | 73.530 |
| Overige vastgoedopbrengsten (o.m. promotie-opbrengsten) | 156.263 | 144.922 |
| 226.468 | 218.778 | |
| Kerncijfers - gebouwen in portefeuille LRE (exclusief projectontwikkelingen) | ||
| Huurrendement (%) | 5,63% | 5,84% |
| Bezettingsgraad (%) | 91,62% | 90,46% |
| Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) | 3,85 | 4,28 |
Met een vastgoedportefeuille van 1.141,2 miljoen euro staat Leasinvest Real Estate in voor 81% van deze balanspost. Het saldo is afkomstig van Extensa (272,9 miljoen euro aan vastgoedbeleggingen vnl. op de site Tour & Taxis te Brussel) en een gebouw bestemd voor verkoop vanuit de rusthuizenpoot.
De 46,4 miljoen euro investeringen in vastgoedbeleggingen van 2020 hebben betrekking op 17,6 miljoen euro bijkomende investeringen door Extensa op de site van Tour & Taxis te Brussel, vooral in de Gare Maritime en in de Parking Maritime. Leasinvest Real Estate besteedde 28,8 miljoen euro aan bijkomende investeringen in haar vastgoed.
De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park.
Leasinvest Real Estate erkende voor 29,3 miljoen euro aan positieve nietgerealiseerde portefeuilleresultaten, die in grote mate voortkomen uit de inbreng van haar Luxemburgse activiteiten in afzonderlijke dochtervennootschappen die aan de gewone Luxemburgse vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Het saldo van de positieve evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen komt voor rekening van Extensa op de site van Tour & Taxis.
Waardering van de vastgoedbeleggingen – Leasinvest Real Estate
Leasinvest Real Estate hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:
De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.
Activa klasse
Retail Groothertogdom
Kantoren Groothertogdom
Reële waarde 2020 (€ 1.000)
Luxemburg & België 348.800 350.718 Actualisatie van
Luxemburg 280.120 264.430 Actualisatie van
Kantoren België 259.230 253.688 Actualisatie van
Totaal 1.141.190 1.110.249
Vastgoedbeleggingen Extensa
Waardering van de vastgoedbeleggingen - Extensa
De verhuurde gebouwen van Extensa (Gare Maritime, Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze
Reële waarde 2019 (€ 1.000)
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
Retail Oostenrijk 181.050 179.661 DCF (discounted a) Gemiddelde gewogen geschatte
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
cash flow of b) Gemiddelde gewogen geschatte
de geschatte
Waarderings-
de geschatte
c) Kapitalisatievoet vork c) [5,29% - 7,84%] c) [5,58% - 7,35%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [6,70%] d) [6,66%] e) Resterende looptijd e) 3,65 jaar e) 3,60 jaar f) Aantal m² f) 153 245 m² f) 153 245 m²
cash flow) b) Kapitalisatievoet vork b) [4,97% - 5,90%] b) [4,97% - 5,59%] c) Kapitalisatievoet berekening c) [5,44%] c) [5,35%] terminale waarde na 10j. d) Resterende looptijd d) 5,07 jaar d) 5,60 jaar f) Aantal m² e) 69 533 m² e) 69 533 m²
c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 6,25%] c) [4,95% - 7,50%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [5,36%] d) [6,19%] e) Resterende looptijd e) 2,96 jaar e) 3,20 jaar f) Aantal m² f) 41 306 m² f) 48 059 m²
c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 8,75%] c) [4,10% - 7,70%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [5,46%] d) [5,72%] e) Resterende looptijd e) 5,58 jaar e) 6,74 jaar f) Aantal m² f) 87 590 m² f) 93 564 m²
actualisatie van c) Gemiddelde discontovoet c) 5,61% c) 7,25% kasstromen tegen d) Economische levensduur d) 30 jaar d) 30 jaar discontovoet) e) Resterende looptijd e) 2,38 jaar e) 2,58 jaar f) Aantal m² f) 32 748 m² f) 36 402 m²
Logistiek 71.990 61.752 DCF (discounted a) Vork geschatte huurwaarde a) [4,76 €/m² - 8,14 € /m²] a) [4,88 €/m² - 7,70 € /m²]
(€ 1.000) Land 2020 2019
Evenementen (Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) België 29.870 33.950 Parkings Tour & Taxis België 47.154 21.625
Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) België 7.929 186.949 Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen België 924 1.040 Totaal 272.867 243.564
Kantoren (Gare Maritime) België 186.990
techniek Belangrijkste inputs 31/12/2020 Min-Max
(gewogen gemiddelde)
a) Vork geschatte huurwaarde a) [9,34 €/m² - 18,04 € /m²] a) [9,34 €/m² - 18,46 € /m²]
huurwaarde b) [12,53 € /m²] b) [12,74 € /m²]
huurwaarde a) [11,84 €/m²] a) [11,45 €/m²]
de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde a) [12,49 €/m² - 49,81 € /m²] a) [7,53 €/m² - 49,33 € /m²]
huurwaarde b) [25,60 €/m²] b) [22,89 €/m²]
huurwaarde b) [13,02 €/m²] b) [13,30 €/m²]
huurwaarde b) [6,46 € /m²] b)[6,17 € /m²]
gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte
huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).
a) Vork geschatte huurwaarde a) [8,33 €/m² - 27,52 €/m²] a) [8,27 €/m² - 27,09 €/m²]
31/12/2019 Min-Max (gewogen gemiddelde)
Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.
Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3) die elk met een niveau van observeerbaarheid van de reële waarde overeenkomen:
De vastgoedbeleggingen van Leasinvest Real Estate vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2020 zijn uitgevoerd door externe schatters: Cushman & Wakefield, Stadim (BeLux) en Oerag (Oostenrijk). Deze tabel hieronder geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.
| Reële | Reële | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa klasse | waarde | waarde | Waarderings | Belangrijkste inputs | 31/12/2020 Min-Max | 31/12/2019 Min-Max |
| 2020 | 2019 | techniek | (gewogen gemiddelde) | (gewogen gemiddelde) | ||
| Retail Groothertogdom | (€ 1.000) | (€ 1.000) | 350.718 Actualisatie van | a) Vork geschatte huurwaarde | a) [9,34 €/m² - 18,04 € /m²] | a) [9,34 €/m² - 18,46 € /m²] |
| Luxemburg & België | 348.800 | de geschatte | ||||
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork |
b) [12,53 € /m²] | b) [12,74 € /m²] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | c) [5,29% - 7,84%] | c) [5,58% - 7,35%] | ||||
| e) Resterende looptijd | d) [6,70%] | d) [6,66%] | ||||
| f) Aantal m² | e) 3,65 jaar | e) 3,60 jaar | ||||
| f) 153 245 m² | f) 153 245 m² | |||||
| Retail Oostenrijk | 181.050 | 179.661 DCF (discounted | a) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde |
a) [11,84 €/m²] | a) [11,45 €/m²] | |
| cash flow) | b) Kapitalisatievoet vork | b) [4,97% - 5,90%] | b) [4,97% - 5,59%] | |||
| c) Kapitalisatievoet berekening | c) [5,44%] | c) [5,35%] | ||||
| terminale waarde na 10j. | ||||||
| d) Resterende looptijd | d) 5,07 jaar | d) 5,60 jaar | ||||
| f) Aantal m² | e) 69 533 m² | e) 69 533 m² | ||||
| Kantoren Groothertogdom | 264.430 Actualisatie van | a) [12,49 €/m² - 49,81 € /m²] | a) [7,53 €/m² - 49,33 € /m²] | |||
| Luxemburg | 280.120 | de geschatte | a) Vork geschatte huurwaarde | |||
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde |
b) [25,60 €/m²] | b) [22,89 €/m²] | |||
| c) Kapitalisatievoet vork | c) [3,75% - 6,25%] | c) [4,95% - 7,50%] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | d) [5,36%] | d) [6,19%] | ||||
| e) Resterende looptijd | e) 2,96 jaar | e) 3,20 jaar | ||||
| f) Aantal m² | f) 41 306 m² | f) 48 059 m² | ||||
| 253.688 Actualisatie van | a) Vork geschatte huurwaarde | a) [8,33 €/m² - 27,52 €/m²] | a) [8,27 €/m² - 27,09 €/m²] | |||
| Kantoren België | 259.230 | de geschatte | ||||
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork |
b) [13,02 €/m²] | b) [13,30 €/m²] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | c) [3,75% - 8,75%] | c) [4,10% - 7,70%] | ||||
| e) Resterende looptijd | d) [5,46%] | d) [5,72%] | ||||
| f) Aantal m² | e) 5,58 jaar | e) 6,74 jaar | ||||
| 61.752 DCF (discounted | a) Vork geschatte huurwaarde | f) 87 590 m² | f) 93 564 m² | |||
| Logistiek | 71.990 | cash flow of | b) Gemiddelde gewogen geschatte | a) [4,76 €/m² - 8,14 € /m²] | a) [4,88 €/m² - 7,70 € /m²] | |
| huurwaarde | b) [6,46 € /m²] | b)[6,17 € /m²] | ||||
| actualisatie van | c) Gemiddelde discontovoet | c) 5,61% | c) 7,25% | |||
| kasstromen tegen | d) Economische levensduur | d) 30 jaar | d) 30 jaar | |||
| discontovoet) | e) Resterende looptijd | e) 2,38 jaar | e) 2,58 jaar | |||
| f) Aantal m² | f) 32 748 m² | f) 36 402 m² | ||||
| Totaal | 1.141.190 | 1.110.249 |
De verhuurde gebouwen van Extensa (Gare Maritime, Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).
| (€ 1.000) | Land | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen Extensa | |||
| Evenementen (Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) | België | 29.870 | 33.950 |
| Parkings Tour & Taxis | België | 47.154 | 21.625 |
| Kantoren (Gare Maritime) | België | 186.990 | |
| Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) | België | 7.929 | 186.949 |
| Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen | België | 924 | 1.040 |
| Totaal | 272.867 | 243.564 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||
| Marine Engineering & Contracting | 221.680 | 151.821 |
| Private Banking | 740.957 | 638.067 |
| Real Estate & Senior Care | 31.447 | 12.495 |
| Energy & Resources | 242.598 | 234.027 |
| AvH & Growth Capital | 219.388 | 166.067 |
| Totaal | 1.456.070 | 1.202.477 |
| (€ 1.000) | Vermogens mutatiewaarde |
Goodwill opgenomen in VM-waarde |
Totaal 2020 | Totaal 2019 |
|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo | 1.136.001 | 66.475 | 1.202.477 | 1.184.765 |
| Aanschaffingen | 102.003 | 45.921 | 147.924 | 22.840 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten (-) | -4.953 | 0 | -4.953 | -29.848 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 179.253 | 0 | 179.253 | 154.952 |
| Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -43.066 | 0 | -43.066 | 9.145 |
| Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) | -38.040 | 0 | -38.040 | -62.192 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 21.585 | 0 | 21.585 | -35.813 |
| Overige toename (afname) | -5.105 | -4.006 | -9.111 | -41.372 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo | 1.347.679 | 108.390 | 1.456.070 | 1.202.477 |
De stijging van de "ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast" tot 1.456,1 miljoen euro wordt verklaard door de resultaten die worden gerealiseerd in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is o.m het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook in het Growth Capital gedeelte van de AvH-portefeuille zijn er verschillende deelnemingen die volgens vermogensmutatie worden verwerkt. Einde 2020 is de nieuwe deelneming van 20% in OM Partners ook opgenomen in deze rubriek.
De verkoop van het 12,5%-belang in het Duitse offshore windpark Merkur door DEME, de gedeeltelijke overdracht door Rent-A-Port van een vennootschap die in Vietnam terreinen ontwikkelt en de verkoop van het 50%-deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines door AvH, zijn in dit overzicht niet opgenomen, aangezien deze participaties eind 2019 reeds als "Activa bestemd voor verkoop" werden voorgesteld. We verwijzen naar Toelichting 5. Activa en passiva bestemd voor verkoop.
In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8
Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Telemond (50%), en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (21,9%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Mediahuis (13,5%) en OM Partners (20%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2020 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 158,5 miljoen euro en 37,5 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was
Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen
De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 221,7 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en havengebonden partnerships bij Rent-A-
2020 2019 2020 2019
perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.
volgens de vermogensmutatiemethode
eind 2020 niet het geval.
Port.
(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 182.546 210.135 182.546 210.135 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 474.991 420.628 474.991 420.628 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 173 168 173 168 Financiële activa - at amortised cost 20.003 0 20.003 0
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 129.022 133.158 129.022 133.158 Overige vorderingen 148.361 164.458 148.361 164.458 Handelsvorderingen 616.808 744.679 616.808 744.679 Liquide middelen 842.408 887.985 842.408 887.985 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 7.057.378 6.239.291 6.622.097 5.867.275 Afdekkingsinstrumenten 11.678 2.124 11.678 2.124
De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' wordt hoofdzakelijk verklaard
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de negatieve evolutie in 2020 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (34,7%), Verdant
door wijzigingen in de consolidatiekring bij Rent-A-Port.
volgens de vermogensmutatiemethode
TOELICHTING 12: FINANCIËLE ACTIVA
1. Financiële activa en passiva per categorie
Financiële activa
Vorderingen en liquiditeiten
miljoen euro).
De overdrachten beperkten zich tot o.a. de verkoop door Extensa van haar resterend vastgoedbelang in Slovakije aan haar locale partners en door CFE van een aantal vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aangehouden.
Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto) winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).
De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Orsite, waarin Extensa 50% aanhoudt.
In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8 miljoen euro).
De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' wordt hoofdzakelijk verklaard door wijzigingen in de consolidatiekring bij Rent-A-Port.
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de negatieve evolutie in 2020 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (34,7%), Verdant Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Telemond (50%), en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (21,9%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Mediahuis (13,5%) en OM Partners (20%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2020 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 158,5 miljoen euro en 37,5 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2020 niet het geval.
De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 221,7 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en havengebonden partnerships bij Rent-A-Port.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| Financiële activa | ||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 182.546 | 210.135 | 182.546 | 210.135 |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 474.991 | 420.628 | 474.991 | 420.628 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 173 | 168 | 173 | 168 |
| Financiële activa - at amortised cost | 20.003 | 0 | 20.003 | 0 |
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 129.022 | 133.158 | 129.022 | 133.158 |
| Overige vorderingen | 148.361 | 164.458 | 148.361 | 164.458 |
| Handelsvorderingen | 616.808 | 744.679 | 616.808 | 744.679 |
| Liquide middelen | 842.408 | 887.985 | 842.408 | 887.985 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 7.057.378 | 6.239.291 | 6.622.097 | 5.867.275 |
| Afdekkingsinstrumenten | 11.678 | 2.124 | 11.678 | 2.124 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| Financiële passiva | |||||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | |||||
| Financiële schulden | |||||
| Leningen van banken | 1.722.838 | 1.771.425 | 1.715.379 | 1.745.284 | |
| Obligatieleningen | 244.769 | 255.305 | 241.934 | 254.120 | |
| Achtergestelde leningen | 66.714 | 51.445 | 65.655 | 50.637 | |
| Leasingschulden | 172.129 | 196.643 | 172.031 | 194.692 | |
| Overige financiële schulden | 364.351 | 287.170 | 364.351 | 287.170 | |
| Overige schulden | |||||
| Handelsschulden | 1.092.826 | 1.140.174 | 1.092.826 | 1.140.174 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 60.643 | 40.426 | 60.643 | 40.426 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 207.031 | 197.967 | 207.031 | 197.967 | |
| Overige schulden | 93.521 | 74.306 | 93.521 | 74.306 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.517.445 | 5.751.076 | 6.484.353 | 5.715.917 | |
| Afdekkingsinstrumenten | 106.237 | 107.437 | 106.237 | 107.437 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 136.814 | 45.732 | 176.724 | 33.411 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 474.991 | 420.628 | ||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 173 | 168 | ||||
| Financiële activa - at amortised cost | 20.003 | |||||
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 1.155.432 | 5.901.946 | 596.086 | 5.643.205 | ||
| Afdekkingsinstrumenten | 11.678 | 2.124 | ||||
| Financiële passiva | ||||||
| Financiële schulden | ||||||
| Leningen van banken | 1.722.838 | 1.771.425 | ||||
| Obligatieleningen | 114.005 | 130.764 | 0 | 74.542 | 180.763 | 0 |
| Achtergestelde leningen | 66.714 | 51.445 | ||||
| Leasingschulden | 172.129 | 196.643 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.517.445 | 5.751.076 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 106.237 | 107.437 |
De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten:
In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:
instrumenten wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:
De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door Extensa en BPI, terwijl de private obligatieleningen van Leasinvest Real Estate en Rent-A-Port
ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en
Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.
Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de
Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële
Het kredietrisico bij Anima is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze
AvH & Growth Capital
Eliminations between segments
Totaal 2019
investeringen doorgaans via eigen vermogen.
Energy & Resources
-77.101 0 -1.500 0 -8.784 0 -87.385
beheersdiensten in deze industriële zones.
huurcontracten te verhogen.
risico's.
inkomstenbron.
De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële
Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds
Het kredietirisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting
Private Banking
niet vervallen 620.027 5.428 115.059 11 63.327 -16.487 787.366 76% vervallen < 30 d 35.638 0 2.381 0 5.421 0 43.440 4% vervallen < 60 d 40.179 0 93 0 327 0 40.599 4% vervallen < 120 d 31.356 0 92 0 157 0 31.605 3% vervallen > 120 d 139.257 0 14 0 15 0 139.286 13% Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296 100% % 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -6.215 0 0 0 0 0 -6.215 Overige vorderingen (WV) 0 0 -39 0 -8.711 0 -8.750 Handelsvorderingen (WV) -70.887 0 -1.461 0 -73 0 -72.421
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 99.397 1.323 28.117 0 14.588 -10.267 133.158 Overige vorderingen 74.402 4.005 60.227 11 30.888 -5.075 164.458 Handelsvorderingen 692.658 100 29.293 0 23.772 -1.145 744.679 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296 % 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%
Real Estate & Senior Care
opgenomen zijn onder Niveau 2.
2. Kredietrisico
2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd.
Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)
waarde.
In level 3 vinden we volgende financiële activa:
De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door Extensa en BPI, terwijl de private obligatieleningen van Leasinvest Real Estate en Rent-A-Port opgenomen zijn onder Niveau 2.
De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële waarde.
Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds 2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd.
Het kredietirisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones.
Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.
Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen.
Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.
Het kredietrisico bij Anima is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron.
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminations between segments |
Totaal 2019 | ||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 99.397 | 1.323 | 28.117 | 0 | 14.588 | -10.267 | 133.158 | |
| Overige vorderingen | 74.402 | 4.005 | 60.227 | 11 | 30.888 | -5.075 | 164.458 | |
| Handelsvorderingen | 692.658 | 100 | 29.293 | 0 | 23.772 | -1.145 | 744.679 | |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 866.457 | 5.428 | 117.638 | 11 | 69.248 | -16.487 | 1.042.296 | |
| % | 83% | 1% | 11% | 0% | 7% | -2% | 100% | |
| niet vervallen | 620.027 | 5.428 | 115.059 | 11 | 63.327 | -16.487 | 787.366 | 76% |
| vervallen < 30 d | 35.638 | 0 | 2.381 | 0 | 5.421 | 0 | 43.440 | 4% |
| vervallen < 60 d | 40.179 | 0 | 93 | 0 | 327 | 0 | 40.599 | 4% |
| vervallen < 120 d | 31.356 | 0 | 92 | 0 | 157 | 0 | 31.605 | 3% |
| vervallen > 120 d | 139.257 | 0 | 14 | 0 | 15 | 0 | 139.286 | 13% |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 866.457 | 5.428 | 117.638 | 11 | 69.248 | -16.487 | 1.042.296 100% | |
| % | 83% | 1% | 11% | 0% | 7% | -2% | 100% | |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | ||||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -6.215 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -6.215 | |
| Overige vorderingen (WV) | 0 | 0 | -39 | 0 | -8.711 | 0 | -8.750 | |
| Handelsvorderingen (WV) | -70.887 | 0 | -1.461 | 0 | -73 | 0 | -72.421 | |
| -77.101 | 0 | -1.500 | 0 | -8.784 | 0 | -87.385 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminations between segments |
Totaal 2020 | ||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 102.049 | 1.631 | 10.577 | 0 | 34.648 | -19.883 | 129.022 | |
| Overige vorderingen | 64.919 | 4.199 | 49.987 | 31 | 32.376 | -3.150 | 148.361 | |
| Handelsvorderingen | 566.962 | 44 | 24.589 | 0 | 26.369 | -1.156 | 616.808 | |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 733.930 | 5.874 | 85.153 | 31 | 93.392 | -24.189 | 894.190 | |
| % | 82% | 1% | 10% | 0% | 10% | -3% | 100% | |
| niet vervallen | 580.124 | 5.874 | 77.478 | 31 | 88.690 | -24.189 | 728.008 | 81% |
| vervallen < 30 d | 20.721 | 0 | 5.084 | 0 | 2.846 | 0 | 28.651 | 3% |
| vervallen < 60 d | 43.122 | 0 | 346 | 0 | 1.538 | 0 | 45.006 | 5% |
| vervallen < 120 d | 17.982 | 0 | 525 | 0 | 113 | 0 | 18.620 | 2% |
| vervallen > 120 d | 71.981 | 0 | 1.719 | 0 | 205 | 0 | 73.905 | 8% |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 733.930 | 5.874 | 85.153 | 31 | 93.392 | -24.189 | 894.190 100% | |
| % | 82% | 1% | 10% | 0% | 10% | -3% | 100% | |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | ||||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -7.479 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -7.479 | |
| Overige vorderingen (WV) | 0 | 0 | -41 | 0 | -8.711 | 0 | -8.752 | |
| Handelsvorderingen (WV) | -67.046 | 0 | -1.053 | 0 | -110 | 0 | -68.209 | |
| -74.525 | 0 | -1.094 | 0 | -8.821 | 0 | -84.439 |
Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 14).
De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft.
Het substantieel bedrag aan gecumuleerde waardeverminderingen wordt deels verklaard door de volledig afgewaardeerde vorderingen op de overheid van Tsjaad, in toepassing van IFRS 9. Deze boekhoudkundige verwerking wijzigt de beslissing van CFE niet om de betaling van haar vorderingen te bekomen. De onderhandelingen daaromtrent met de overheid van Tsjaad zijn nog steeds lopende.
De omzet van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, betreft (i) de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones), (ii) de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) en (iii) van onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones :
De regulators van de financiële sector, waaronder de EBA , de ECB , ESMA,... hebben richtlijnen uitgevaardigd mbt de toepassing van het concept van verwachte kredietverliezen conform boekhoudnorm IFRS 9 ("Financiële instrumenten") in de cijfers 2020. De belangrijkste blootstelling situeert zich uiteraard op het niveau van het segment "Private Banking". Daarbij valt op dat zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° door hun conservatieve en coherente kredietpolitiek eerder beperkt geïmpacteerd zijn : Bij Delen Private Bank dienden geen provisies te worden genomen op de (beperkte) kredietportefeuille. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor het volledige jaar voor 1,0 miljoen euro provisies aangelegd voor specifieke kredietverliezen. Wel werd bijkomend voor 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9. Voor meer details omtrent het kredietrisico van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar Toelichting 13.
opbrengsten. Andere belangrijke valuta waarin contracten werden afgesloten zijn: VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Deense Kroon, Taiwanese Dollar, Poolse Zloty, Britse Pond en Russische Roebel. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt op een case-bycase basis beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in en Medikabazaar). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming
Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale
klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.
Vietnamese Dong 28.264 26.517
Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:
Slotkoers Gemiddelde
termijn-investeringen betreffen.
zelf opgevolgd en aangestuurd.
zone.
Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta
Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar
Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is beperkt als gevolg van de afbouw van
Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is
Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële
Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk
De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen
1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde
k
k Australische Dollar 1,59 1,65 Poolse Zloty 4,56 4,44 Britse Pond 0,89 0,88 Russische Roebel 91,46 82,72 CFA Frank 655,96 655,96 Singapore Dollar 1,62 1,57 Egyptische Pond 19,26 18,06 Taiwanese Dollar 34,49 33,59 Indische Rupie 89,29 84,75 Tunesische Dinar 3,29 3,20 Nigeriaanse Naira 484,55 435,36 US Dollar 1,23 1,14
andere valuta dan de euro, in te dekken.
euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.
de activiteiten in Turkije en Roemenië.
deviezenposities heeft.
bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.
heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure.
te beperken.
Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. Het transactionele wisselkoersrisico van DEME komt voort uit commerciële stromen in andere valuta dan de euro. Echter, 67% van DEME's opbrengsten (2019: 66%) betroffen transacties uitgedrukt in euro en vertegenwoordigden dus veruit het grootste deel van de DEME's gerealiseerde opbrengsten. Andere belangrijke valuta waarin contracten werden afgesloten zijn: VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Deense Kroon, Taiwanese Dollar, Poolse Zloty, Britse Pond en Russische Roebel. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt op een case-bycase basis beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in andere valuta dan de euro, in te dekken.
Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken.
Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.
Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is beperkt als gevolg van de afbouw van de activiteiten in Turkije en Roemenië.
Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.
Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.
Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure.
De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen
| 1 euro = x vreemde valuta | Slotkoers | Gemiddelde |
|---|---|---|
| k | ||
en Medikabazaar). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen.
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de eurozone.
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.
Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:
| 1 euro = x vreemde valuta | Slotkoers | Gemiddelde | Slotkoers | Gemiddelde | |
|---|---|---|---|---|---|
| Australische Dollar | 1,59 | k 1,65 |
Poolse Zloty | 4,56 | k 4,44 |
| Britse Pond | 0,89 | 0,88 | Russische Roebel | 91,46 | 82,72 |
| CFA Frank | 655,96 | 655,96 | Singapore Dollar | 1,62 | 1,57 |
| Egyptische Pond | 19,26 | 18,06 | Taiwanese Dollar | 34,49 | 33,59 |
| Indische Rupie | 89,29 | 84,75 | Tunesische Dinar | 3,29 | 3,20 |
| Nigeriaanse Naira | 484,55 | 435,36 | US Dollar | 1,23 | 1,14 |
| Vietnamese Dong | 28.264 | 26.517 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2019 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 113.526 | 457.129 | 37.291 | 0 | 494.420 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
113.526 | 453.374 | 37.291 | 0 | 490.665 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 2.805 | 2.805 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 950 | 950 | |||
| Aanschaffingen | 54.929 | 254.710 | 10.165 | 0 | 264.875 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | -981 | -981 | |||
| Overdrachten (-) | -28.590 | -293.982 | 0 | 0 | -293.982 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -7 | 0 | -112 | 0 | -112 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | 9.809 | 8.373 | 8.373 | ||
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | 3.502 | 3.502 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | 406 | 0 | 0 | 406 |
| Overboeking van (naar) andere posten | 4.750 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | 0 | 12 | 0 | 0 | 12 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 154.418 | 420.796 | 55.717 | 0 | 476.513 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
154.418 | 413.977 | 55.717 | 0 | 469.694 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | 5.857 | 5.857 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 962 | 962 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2020 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 154.418 | 420.796 | 55.717 | 0 | 476.513 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
154.418 | 413.977 | 55.717 | 0 | 469.694 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 5.857 | 5.857 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 962 | 962 | |||
| Aanschaffingen | 15.720 | 130.799 | 162 | 112.578 | 243.539 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | -1.185 | -75 | -1.260 | ||
| Overdrachten (-) | -3.330 | -79.464 | -4.795 | -92.500 | -176.759 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | -35.272 | 70 | 70 | ||
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | 5.390 | 5.390 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -159 | -1.103 | 0 | 0 | -1.103 |
| Overboeking van (naar) andere posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | 0 | -69 | 0 | 0 | -69 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 131.391 | 475.164 | 51.155 | 20.003 | 546.322 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
131.391 | 463.025 | 51.155 | 20.003 | 534.183 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | 11.246 | 11.246 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 893 | 893 |
Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de fair value-benadering (level 1 in de fair value hierarchie).
Financiële vaste activa: Leasinvest Real Estate is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest Real Estate verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest Real Estate en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van te brengen met de martkwaarde op 31/12/2020. Doorheen het jaar zijn deze
De aanschaffingen 'Financiële vaste activa' vonden plaats in het segment "AvH & Growth Capital" met bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM
De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda & C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen
minimum-rating A1 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief
Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de
commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity.
beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
546.322
546.322
restlooptijd
onbepaald 2%
waardeschommelingen veel groter geweest.
die kaderen in het ALM-beleid van de bank.
De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : Aantal aandelen Reële waarde Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° 495.167 Fondsen beheerd door Delen Private Bank 38.099 Ageas 278.284 12.128 Andere 928
Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : Reële waarde Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) 495.167 AvH & Growth Capital 51.152 Real Estate & Senior Care 0 Marine Engineering & Contracting 3 Energy & Resources 0
Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2020 Naar rating Naar
Overheidsobligaties Aaa 38% 2021 13% Overheidsobligaties Aa1 20% 2022 19% Overheidsobligaties Aa2 20% 2023 20% Overheidsobligaties Aa3 12% 2024 12% Overheidsobligaties A1 4% 2025 4% Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere 6% >2026 30%
Health, Biotalys en de Indische HealthQuad fondsen I en II.
Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn
De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset &
Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2020 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een
AvH.
Liability Management (ALM).
J.Van Breda & C°
Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest Real Estate verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest Real Estate en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van AvH.
4. Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L
Financiële activa: at fair value through OCI or through
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
P/L - boekjaar 2019
Actuarieel rendement
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI)
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI)
Financiële activa - te ontvangen intresten
P/L - boekjaar 2020
Actuarieel rendement
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI)
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI)
fair value-benadering (level 1 in de fair value hierarchie).
Financiële activa - te ontvangen intresten
Financiële activa - te ontvangen intresten
Financiële activa - te ontvangen intresten
(€ 1.000) Financiële vaste
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 113.526
via FVPL) 113.526
Aanschaffingen 54.929
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0
Overdrachten (-) -28.590
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -7
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) 9.809
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0
Overboeking van (naar) andere posten 4.750
Overige toename (afname) 0
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 154.418
via FVPL) 154.418
(€ 1.000) Financiële vaste
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 154.418
via FVPL) 154.418
Aanschaffingen 15.720
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14
Overdrachten (-) -3.330
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) -35.272
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -159
Overboeking van (naar) andere posten 0
Overige toename (afname) 0
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 131.391
via FVPL) 131.391
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
Financiële activa: at fair value through OCI or through
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
activa - FVPL
activa - FVPL
Geldbeleggingen
Geldbeleggingen
Geldbeleggingen
- at amortised
Geldbeleggingen - Totaal
494.420
490.665
264.875
2.805
950
0
-981
-112
8.373
3.502
0
0
12
476.513
469.694
476.513
469.694
243.539
-1.260
-176.759
5.857
962
0
0
70
0
0
-69
546.322
534.183
11.246
893
5.390
-1.103
Geldbeleggingen - Totaal
5.857
962
406
-293.982
cost
- FVPL
457.129 37.291 0
453.374 37.291 0
254.710 10.165 0
-293.982 0 0
0 0 0
0 -112 0
8.373
406 0 0
0 0 0
12 0 0
Geldbeleggingen
- at amortised
cost
420.796 55.717 0
413.977 55.717 0
Geldbeleggingen
- FVPL
420.796 55.717 0
413.977 55.717 0
130.799 162 112.578
-1.185 -75
-79.464 -4.795 -92.500
0 0 0
0 0 0
70
-1.103 0 0
0 0 0
-69 0 0
475.164 51.155 20.003
463.025 51.155 20.003
Financiële vaste activa: Leasinvest Real Estate is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van
- FVOCI
2.805
950
-981
3.502
5.857
962
5.857
962
5.390
11.246
893
0
Geldbeleggingen
- FVOCI
0
Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn te brengen met de martkwaarde op 31/12/2020. Doorheen het jaar zijn deze waardeschommelingen veel groter geweest.
De aanschaffingen 'Financiële vaste activa' vonden plaats in het segment "AvH & Growth Capital" met bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys en de Indische HealthQuad fondsen I en II.
De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda & C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen die kaderen in het ALM-beleid van de bank.
| De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : | Aantal aandelen | Reële waarde |
|---|---|---|
| Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° | 495.167 | |
| Fondsen beheerd door Delen Private Bank | 38.099 | |
| Ageas | 278.284 | 12.128 |
| Andere | 928 | |
| 546.322 |
De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).
| Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : | Reële waarde |
|---|---|
| Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) | 495.167 |
| AvH & Growth Capital | 51.152 |
| Real Estate & Senior Care | 0 |
| Marine Engineering & Contracting | 3 |
| Energy & Resources | 0 |
| 546.322 |
minimum-rating A1 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity.
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2020 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een
Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
| Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2020 | Naar rating | Naar restlooptijd |
|
|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties Aaa | 38% | 2021 | 13% |
| Overheidsobligaties Aa1 | 20% | 2022 | 19% |
| Overheidsobligaties Aa2 | 20% | 2023 | 20% |
| Overheidsobligaties Aa3 | 12% | 2024 | 12% |
| Overheidsobligaties A1 | 4% | 2025 | 4% |
| Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere | 6% | >2026 | 30% |
| onbepaald | 2% |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| Leningen en vorderingen op klanten | 5.850.021 | 5.604.606 | 5.414.654 | 5.232.649 |
| Wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 51.925 | 38.599 | 51.925 | 38.599 |
| Interbancaire vorderingen | 163.626 | 141.366 | 163.712 | 141.306 |
| Tegoeden bij centrale banken | 991.806 | 454.720 | 991.806 | 454.720 |
| 7.057.378 | 6.239.291 | 6.622.097 | 5.867.274 | |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Leningen en vorderingen op klanten | ||
| Financiële leasing | 249.017 | 236.968 |
| Investeringskredieten en financieringen | 2.534.509 | 2.438.351 |
| Hypothecaire leningen | 2.260.140 | 2.136.819 |
| Werkingskredieten | 380.415 | 411.548 |
| Overige | 23.357 | 39.018 |
| Subtotaal - Bruto leningen en vordering | 5.447.439 | 5.262.704 |
| Voorziening voor Expected Credit Losses/waardeverminderingen | -32.785 | -30.055 |
| Leningen en vorderingen op klanten | 5.414.654 | 5.232.649 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:
De sterke commerciële prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.
De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De divisie Bank de Kremer bank richt zich op particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.
De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°.
Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardevermindering moet worden geboekt.
Begin 2020 werd de wereld geconfronteerd met de uitbraak en de verspreiding van het coronavirus. Dit leidde niet alleen tot een onverwachte gezondheidscrisis, maar heeft ook een significante impact op de mondiale en Belgische economie, ieders privéleven en de professionele activiteit van de klanten. De eerste prioriteit ging naar beschermen, informeren en ondersteunen van de collega's en klanten. Bank J.Van Breda & C° zet in op langetermijnrelaties met klanten en medewerkers, waar het in een crisisperiode de vruchten van plukt. De Bank speelde proactief in op de vragen om betalingsuitstel voor professionele en hypothecaire leningen. Die werden snel en efficiënt verwerkt, zodat de ondernemers en vrije beroepers konden focussen op het beheren van de crisis en de heropstart van hun activiteiten.
2020, om dan naar aanleiding van de verdere coronamaatregelen in Q4 2020
informatie in het staging proces mee in rekening te brengen. 3. Enkele bijkomende sectoren worden nog extra beschouwd als hoog risico, waarvoor extra collectieve staging wordt voorzien. Dit zijn de sectoren die het hardst getroffen zijn door de aanhoudende coronamaatregelen zoals de
horeca, evenementensector, reissector en groot- en kleinhandel.
2 belanden.
Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020
Low risk 1.977.006 0 22.509 124.363 0 2.123.878 Medium risk 2.021.171 0 288.376 183.689 0 2.493.236 High risk 323.910 0 341.639 55.844 0 721.393 Overdue 30.566 0 16.234 6.988 0 53.788
Submitted to write off 0 0 0 0 55.143 55.143 Total 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439
Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2019
Low risk 1.895.345 0 26.126 35.271 0 1.956.742 Medium risk 2.148.778 0 322.879 35.124 0 2.506.781 High risk 350.193 0 321.731 3.885 0 675.809 Overdue 41.480 0 22.978 739 0 65.197
Submitted to write off 0 0 0 0 58.176 58.176 Total 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705
Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2020 Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020
31/12/2019 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705 Impact from collective staging -262.470 262.470 -44.563 44.563 0 0 Recognition 1.286.293 0 141.199 29.802 5.575 1.462.869 Derecognition -761.839 0 -131.446 -2.458 -11.251 -906.994 Repayments -285.879 0 -38.628 -38.505 -6.627 -369.640 Transfers to stage 1 150.869 0 -150.832 0 -38 0 Transfers to stage 2 -203.494 -262.470 204.165 262.470 -672 0 Transfers to stage 3 -6.541 0 -4.323 0 10.864 0 Methodology modifications -81 0 -529 -7 -210 -827 Write offs 0 0 0 0 -674 -674 31/12/2020 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
Kredieten die uitstel van kapitaalsaflossingen kregen toegekend, worden niet automatisch beschouwd als forbearance kredieten. Deze kredieten volgen dezelfde staging logica als hierboven, en zullen op grond van dit betaaluitstel dus niet automatisch in stage 2 belanden. Elk individueel dossier wordt wel van nabij opgevolgd en wanneer de kredietexperten een verhoogd risico vaststellen dan worden deze kredieten alsnog ondergebracht in forbearance. De individueel beoordeelde kredieten met betaaluitstel kunnen dan op deze manier toch in stage
De in 2020 geboekte verwachte kredietverliezen (stage 1, 2 & 3) bedroegen 5,5 miljoen euro (t.o.v. 1,4 miljoen euro in 2019) waarbij extra provisies deels geneutraliseerd werden door het effect van de jaarlijkse review van het ECL-model
De Bank hanteerde de volgende methodiek voor de "staging" van de performing kredieten van stage 1 naar stage 2 om een verhoging van het initiële risico vast te
Interne rating klasse – leningen en vorderingen op cliënten
opnieuw te worden verfijnd.
en enkele grote terugnemingen.
Performing
Non-performing
Performing
Non-performing
stellen (significant increase in credit risk of SICR):
interne rating of een contract in 'forbearance'.
De federale Regering, de Nationale Bank van België en de Belgische financiële sector sloten akkoorden af om bedrijven, zelfstandigen en gezinnen tijdelijk te ondersteunen. De 2 pijlers zijn:
Bank J.Van Breda & C° verleende tijdens 2020 31,9 miljoen euro betalingsuitstel. Het nominaal bedrag van de kredieten waarvoor uitstel is gevraagd bedraagt 441 miljoen euro, waardoor het betalingsuitstel 7% van het totale obligo bedraagt. Per 31/12/2020 verliep 368 miljoen euro van de kredieten met betalingsuitstel (441 miljoen) opnieuw normaal (geen uitstel meer) wat een payment pick up rate impliceert van 83%. De kredieten met kapitaaluitstel bleven tijdens 2020 langer op de balans wat een positief effect had op het renteresultaat. Er werden 49,3 miljoen euro kredieten verstrekt met staatsgarantie waarvan 5,4 miljoen euro reeds volledig afgelost zijn op 31/12/2020. Het uitstaande saldo op 31/12/2020 bedraagt nog 39 miljoen.
De coronacrisis zal zeer waarschijnlijk een grote impact hebben op de kredietverliezen van de banksector in de komende jaren. Hoewel deze verliezen bij de Bank tot nu toe eerder beperkt zijn door de hoge kwaliteit van het clienteel en de overheidsmaatregelen (tijdelijke werkloosheid, moratoria), zijn deze ongunstige toekomstverwachtingen wel in de berekeningen van de ECL van de Bank opgenomen, in lijn met de IFRS9-regelgeving om verwachte kredietverliezen te provisioneren.
In de "Waarderingsregels" (Toelichting 1) wordt de methodologie toegelicht die de Bank in normale omstandigheden toepast om de verwachte kredietverliezen (stage 1 en stage 2) en de impairments (stage 3) te bepalen voor de volledige kredietportefeuille. De huidige ECL methodologie bleek voldoende mogelijkheden te bieden om alle onzekerheden en specificaties naar aanleiding van de COVID-19 crisis adequaat in rekening te brengen. Door gebruik te maken van macro-economische scenario's en het verhoogde risico te capteren in extra stage 2 contracten wordt een zo accuraat mogelijke weergave van de verwachte kredietverliezen opgesteld. De eerste inschatting werd vastgelegd in Q2 2020, om dan naar aanleiding van de verdere coronamaatregelen in Q4 2020 opnieuw te worden verfijnd.
De in 2020 geboekte verwachte kredietverliezen (stage 1, 2 & 3) bedroegen 5,5 miljoen euro (t.o.v. 1,4 miljoen euro in 2019) waarbij extra provisies deels geneutraliseerd werden door het effect van de jaarlijkse review van het ECL-model en enkele grote terugnemingen.
De Bank hanteerde de volgende methodiek voor de "staging" van de performing kredieten van stage 1 naar stage 2 om een verhoging van het initiële risico vast te stellen (significant increase in credit risk of SICR):
In eerste instantie worden de gebruikelijke indicatoren afgetoetst op contractniveau. Het betreft dagen achterstal, een verslechtering van de interne rating of een contract in 'forbearance'.
Kredieten die uitstel van kapitaalsaflossingen kregen toegekend, worden niet automatisch beschouwd als forbearance kredieten. Deze kredieten volgen dezelfde staging logica als hierboven, en zullen op grond van dit betaaluitstel dus niet automatisch in stage 2 belanden. Elk individueel dossier wordt wel van nabij opgevolgd en wanneer de kredietexperten een verhoogd risico vaststellen dan worden deze kredieten alsnog ondergebracht in forbearance. De individueel beoordeelde kredieten met betaaluitstel kunnen dan op deze manier toch in stage 2 belanden.
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 1.977.006 | 0 | 22.509 | 124.363 | 0 | 2.123.878 |
| Medium risk | 2.021.171 | 0 | 288.376 | 183.689 | 0 | 2.493.236 |
| High risk | 323.910 | 0 | 341.639 | 55.844 | 0 | 721.393 |
| Overdue | 30.566 | 0 | 16.234 | 6.988 | 0 | 53.788 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 55.143 | 55.143 |
| Total | 4.352.654 | 0 | 668.757 | 370.884 | 55.143 | 5.447.439 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2019 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 1.895.345 | 0 | 26.126 | 35.271 | 0 | 1.956.742 |
| Medium risk | 2.148.778 | 0 | 322.879 | 35.124 | 0 | 2.506.781 |
| High risk | 350.193 | 0 | 321.731 | 3.885 | 0 | 675.809 |
| Overdue | 41.480 | 0 | 22.978 | 739 | 0 | 65.197 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 58.176 | 58.176 |
| Total | 4.435.796 | 0 | 693.713 | 75.019 | 58.176 | 5.262.705 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2020 | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2019 | 4.435.796 | 0 | 693.713 | 75.019 | 58.176 | 5.262.705 |
| Impact from collective staging | -262.470 | 262.470 | -44.563 | 44.563 | 0 | 0 |
| Recognition | 1.286.293 | 0 | 141.199 | 29.802 | 5.575 | 1.462.869 |
| Derecognition | -761.839 | 0 | -131.446 | -2.458 | -11.251 | -906.994 |
| Repayments | -285.879 | 0 | -38.628 | -38.505 | -6.627 | -369.640 |
| Transfers to stage 1 | 150.869 | 0 | -150.832 | 0 | -38 | 0 |
| Transfers to stage 2 | -203.494 | -262.470 | 204.165 | 262.470 | -672 | 0 |
| Transfers to stage 3 | -6.541 | 0 | -4.323 | 0 | 10.864 | 0 |
| Methodology modifications | -81 | 0 | -529 | -7 | -210 | -827 |
| Write offs | 0 | 0 | 0 | 0 | -674 | -674 |
| 31/12/2020 | 4.352.654 | 0 | 668.757 | 370.884 | 55.143 | 5.447.439 |
| Gecumuleerde waardeverminderingen | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2019 | -2.813 | 0 | -1.968 | -137 | -25.137 | -30.055 |
| Impact from collective staging | 172 | -172 | 176 | -176 | 0 | 0 |
| Recognition | -3.560 | -92 | -1.276 | -34 | -1.807 | -6.769 |
| Derecognition | 1.593 | 57 | 894 | 87 | 2.179 | 4.810 |
| Repayments | 1.231 | 22 | 250 | 19 | 0 | 1.522 |
| Transfers to Stage 1 | -1.726 | -19 | 1.679 | 19 | 47 | 0 |
| Transfers to Stage 2 | 178 | 194 | -195 | -194 | 17 | 0 |
| Transfers to Stage 3 | 26 | 0 | 133 | 0 | -159 | 0 |
| Impact on ECL by Stage Transfer | 1.565 | 15 | -2.167 | -793 | -3.329 | -4.708 |
| Other adjustments to credit risk | -1.556 | -5 | -1.413 | -105 | 1.825 | -1.254 |
| Methodology modifications | -2 | 0 | -24 | 0 | 29 | 3 |
| Model modifications | 344 | 0 | 710 | 0 | 0 | 1.054 |
| Write-offs | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.612 | 2.612 |
| 31/12/2020 | -4.547 | 0 | -3.202 | -1.314 | -23.721 | -32.784 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| I. Voorraden, nettobedrag | 382.451 | 423.429 |
| Bruto-boekwaarde | 384.221 | 424.966 |
| Grond- en hulpstoffen | 88.369 | 74.347 |
| Goederen in bewerking | 50.466 | 47.085 |
| Gereed product | 6.399 | 29.457 |
| Handelsgoederen | 1.320 | 1.115 |
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 237.666 | 272.808 |
| Vooruitbetalingen | 0 | 154 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) | -1.771 | -1.537 |
| Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 298 | -19 |
| Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | -64 | -119 |
| II. Onderhanden projecten in opdracht van derden | ||
| Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto | 90.842 | 32.593 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 400.034 | 328.441 |
| Bedrag verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | -309.192 | -295.849 |
| Onderhanden projecten op afsluitdatum | ||
| Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen | 6.774.948 | 7.091.883 |
| Bedrag van gerealiseerde opbrengsten | -6.684.106 | -7.059.290 |
| Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) | -65.034 | -18.663 |
De vastgoedpromotieprojecten van CFE, de grondenportefeuille van Extensa en de havengebonden ontwikkelingen in Vietnam door Rent-A-Port zijn de voornaamste componenten van de rubriek 'Voorraden'.
Rent-A-Port versnelde in 2020 de ontwikkeling van de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam) en verkocht 89 hectare. CFE leverde in 2020 o.m. een aantal vastgoedprojecten in Polen op. De ontwikkeling door Extensa van de residentiële zone op Tour & Taxis zorgde voor een herclassering van de gerelateerde grondpositie vanuit de voorraad naar 'Onderhanden projecten in opdracht van derden'.
Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Het uitvoeren van onderhanden projecten houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen. TOELICHTING 15: MINDERHEIDSBELANGEN
I. Marine Engineering & Contracting
II. Private Banking
III. Real Estate & Senior Care
IV. AvH & Growth Capital
grotendeels werd uitgekeerd.
Beknopte resultatenrekening – 2020
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
Beknopte resultatenrekening – 2019
(€ 1.000) CFE Bank J. Van
(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369
Aandeel van het minderheidsbelang -2.058 108 1.770
(€ 1.000) Minderheidsbelang % Minderheidsbelang Aandeel minderheids-
CFE - DEME (1) 37,90% 39,09% 684.344 683.826 23.229 54.264 Rent-A-Port (Infra Asia Investments) (1) 18,95% 19,54% 46.015 48.871 2.583 1.878
Bank J.Van Breda & C° (2) 21,25% 21,25% 130.503 120.372 9.461 8.422
Leasinvest Real Estate 69,99% 69,99% 341.015 344.770 5.378 34.927
Agidens 13,75% 13,75% 2.418 2.276 179 22 Overige (3) 15.836 25.610 6.994 19.459 Totaal 1.220.131 1.225.725 47.823 118.971
(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een daling van het minderheidsbelang op het niveau van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Daarenboven verhoogde Rent-A-Port haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie. (3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2019 en in 2020
Omzet 3.221.958 162.681 72.706 61.572 91.688 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 87.253 65.642 14.248 77.697 2.963 Financieel resultaat -34.348 -6.893 -69.534 -559 Winst (verlies) vóór belasting 85.145 65.643 7.272 8.163 2.266 Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299 Op het niveau van de onderneming zelf 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299
Omzet 3.624.722 149.565 32.828 65.280 92.875 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 143.615 56.533 6.220 53.130 2.307 Financieel resultaat -7.722 -3.557 -2.725 -542 Winst (verlies) vóór belasting 169.985 58.935 5.466 50.405 1.766 Winst (verlies) van het boekjaar 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326 Op het niveau van de onderneming zelf 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326
in de AvH-balans belang in winst
2020 2019 2020 2019 2020 2019
Breda & C° Rent-A-Port Leasinvest Real
Breda & C° Rent-A-Port Leasinvest Real
van het boekjaar
Estate Agidens
Estate Agidens
De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE-DEME zullen in de volgende jaren nog een omzet van 3.715 miljoen euro genereren, waarvan 2.384 miljoen euro geraamd in 2021.
De vastgoedpromotieprojecten van Extensa (vnl. Tour&Taxis) zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt.
De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.
| (€ 1.000) | Minderheidsbelang % | Minderheidsbelang in de AvH-balans |
Aandeel minderheids belang in winst van het boekjaar |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | ||
| I. Marine Engineering & Contracting | |||||||
| CFE - DEME (1) | 37,90% | 39,09% | 684.344 | 683.826 | 23.229 | 54.264 | |
| Rent-A-Port (Infra Asia Investments) (1) | 18,95% | 19,54% | 46.015 | 48.871 | 2.583 | 1.878 | |
| II. Private Banking | |||||||
| Bank J.Van Breda & C° (2) | 21,25% | 21,25% | 130.503 | 120.372 | 9.461 | 8.422 | |
| III. Real Estate & Senior Care | |||||||
| Leasinvest Real Estate | 69,99% | 69,99% | 341.015 | 344.770 | 5.378 | 34.927 | |
| IV. AvH & Growth Capital | |||||||
| Agidens | 13,75% | 13,75% | 2.418 | 2.276 | 179 | 22 | |
| Overige (3) | 15.836 | 25.610 | 6.994 | 19.459 | |||
| Totaal | 1.220.131 | 1.225.725 | 47.823 | 118.971 |
(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een daling van het minderheidsbelang op het niveau van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Daarenboven
verhoogde Rent-A-Port haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-
belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie. (3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2019 en in 2020 grotendeels werd uitgekeerd.
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.221.958 | 162.681 | 72.706 | 61.572 | 91.688 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 87.253 | 65.642 | 14.248 | 77.697 | 2.963 |
| Financieel resultaat | -34.348 | -6.893 | -69.534 | -559 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 85.145 | 65.643 | 7.272 | 8.163 | 2.266 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 64.823 | 48.373 | 3.544 | 7.683 | 1.299 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 64.823 | 48.373 | 3.544 | 7.683 | 1.299 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 803 | 78 | 2.369 | ||
| - Aandeel van de groep | 64.020 | 48.295 | 1.174 | 7.683 | 1.299 |
| Op het niveau van AvH (1) | 59.637 | 47.493 | 3.544 | 8.694 | 1.299 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 23.229 | 9.461 | 2.583 | 5.378 | 179 |
| - Aandeel van de groep | 36.408 | 38.032 | 961 | 3.317 | 1.120 |
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.624.722 | 149.565 | 32.828 | 65.280 | 92.875 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 143.615 | 56.533 | 6.220 | 53.130 | 2.307 |
| Financieel resultaat | -7.722 | -3.557 | -2.725 | -542 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 169.985 | 58.935 | 5.466 | 50.405 | 1.766 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 131.366 | 43.470 | 3.942 | 49.900 | 1.326 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 131.366 | 43.470 | 3.942 | 49.900 | 1.326 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.058 | 108 | 1.770 | ||
| - Aandeel van de groep | 133.424 | 43.362 | 2.172 | 49.900 | 1.326 |
| Op het niveau van AvH (1) | 141.686 | 42.570 | 2.327 | 50.666 | 158 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 54.264 | 8.422 | 1.878 | 34.927 | 22 |
| - Aandeel van de groep | 87.422 | 34.148 | 450 | 15.738 | 136 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 39.877 | 51.791 | -1.186 | 25.749 | 1.035 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 64.823 | 48.373 | 3.544 | 7.683 | 1.299 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 803 | 78 | 2.369 | 0 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 64.020 | 48.295 | 1.174 | 7.683 | 1.299 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -24.946 | 3.418 | -4.729 | 18.066 | -264 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 264 | ||||
| - Aandeel van de groep | -25.210 | 3.418 | -4.729 | 18.066 | -264 |
| Op het niveau van AvH | 34.691 | 50.767 | -1.186 | 26.760 | 1.035 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 59.637 | 47.493 | 3.544 | 8.694 | 1.299 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 23.229 | 9.461 | 2.583 | 5.378 | 179 |
| - Aandeel van de groep | 36.408 | 38.032 | 961 | 3.317 | 1.120 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -24.946 | 3.274 | -4.729 | 18.066 | -264 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -9.569 | 696 | -884 | 12.645 | -36 |
| - Aandeel van de groep | -15.377 | 2.578 | -3.846 | 5.421 | -227 |
TOELICHTING 16: LEASING
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2020 een gebruiksrecht van 170,1 miljoen euro en een leaseverplichting van 172,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 68% afkomstig is van
Eind 2020 heeft DEME de lease van het schip 'Victor Horta' versneld terugbetaald. In 2020 nam Anima het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care
De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op
(€ 1.000) 2020 2019
Materiële vaste activa 165.858 203.471 Terreinen en gebouwen 121.572 115.376 Installaties, machines en uitrusting 7.922 51.807 Meubilair en rollend material 36.364 36.288 Vastgoedbeleggingen 4.207 4.231
Totaal - Activa 170.065 207.702
Eigen vermogen – Deel groep -1.967 13.010 Financiële schulden 172.031 194.692 Leasingschulden op LT 138.093 151.984 Leasingschulden op KT 33.939 42.707
Totaal - Passiva 170.065 207.702
(€ 1.000) 2020 2019
Geannuleerde huur 36.273 32.474 Afschrijvingen -34.887 -31.220 Interestlasten -2.902 -2.406
We verwijzen naar :
De door CFE toegepaste discontovoeten werden vastgesteld op 3,5% voor gebouwen, 3,0% voor materieel en 2,0% voor leasingwagens. DEME heeft volgende discontovoeten toegepast: voor korte termijn leasing (tussen 0,95%- 1,70%) en voor de lange termijn leasing (2,16%-3,15%). De discontovoet met betrekking tot de gebouwen van Anima schommelt tussen 0,60% en 2%.
Aanschaffingen van gebruiksrechten doorheen het jaar 2020 bedroegen 49,1
variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde
miljoen euro (Toelichting 9 Materiële vaste activa). Kasstroomoverzicht (Toelichting 6 Segmentinformatie).
gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.
1. Leasinggever
Toelichting 13 voor meer details
2. Leasingnemer
Activa
Passiva
CFE/DEME en 25% van Anima.
Resultatenrekening
Property Invest.
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 86.974 | 47.538 | 2.911 | 43.258 | 991 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 131.366 | 43.470 | 3.942 | 49.900 | 1.326 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.058 | 108 | 1.770 | 0 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 133.424 | 43.362 | 2.172 | 49.900 | 1.326 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -44.392 | 4.068 | -1.031 | -6.642 | -335 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -199 | ||||
| - Aandeel van de groep | -44.193 | 4.068 | -1.031 | -6.642 | -335 |
| Op het niveau van AvH | 97.294 | 43.787 | 1.296 | 44.024 | -177 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 141.686 | 42.570 | 2.327 | 50.666 | 158 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 54.264 | 8.422 | 1.878 | 34.927 | 22 |
| - Aandeel van de groep | 87.422 | 34.148 | 450 | 15.738 | 136 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -44.392 | 1.217 | -1.031 | -6.642 | -335 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -21.453 | 259 | -115 | -4.649 | -46 |
| - Aandeel van de groep | -22.939 | 959 | -916 | -1.993 | -289 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 3.235.546 | 4.436.259 | 86.090 | 1.223.098 | 21.517 |
| Vlottende activa | 1.901.937 | 2.775.111 | 162.189 | 17.449 | 35.729 |
| Langlopende verplichtingen | 1.177.743 | 1.180.316 | 68.028 | 519.135 | 8.426 |
| Kortlopende verplichtingen | 2.154.792 | 5.410.680 | 75.719 | 234.202 | 31.237 |
| Eigen vermogen | 1.804.948 | 620.374 | 104.532 | 487.211 | 17.583 |
| - Deel groep | 1.787.113 | 620.249 | 60.154 | 487.211 | 17.583 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 17.835 | 125 | 44.378 | 0 | |
| Dividend uitgekeerd aan derden | 0 | 0 | 0 | -21.778 | 0 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Rent-A-Port | Leasinvest Real Estate |
Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 3.251.168 | 4.230.268 | 52.741 | 1.226.032 | 21.835 |
| Vlottende activa | 1.861.464 | 2.150.628 | 185.877 | 21.980 | 35.752 |
| Langlopende verplichtingen | 1.347.128 | 839.061 | 72.073 | 492.019 | 8.429 |
| Kortlopende verplichtingen | 2.005.194 | 4.968.337 | 55.791 | 263.417 | 32.610 |
| Eigen vermogen | 1.760.310 | 573.498 | 110.754 | 492.577 | 16.548 |
| - Deel groep | 1.748.703 | 573.343 | 64.401 | 492.577 | 16.548 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 11.607 | 155 | 46.353 | 0 | |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -23.839 | -5.481 | -2.853 | -18.543 | 0 |
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar Toelichting 13 voor meer details
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Materiële vaste activa | 165.858 | 203.471 |
| Terreinen en gebouwen | 121.572 | 115.376 |
| Installaties, machines en uitrusting | 7.922 | 51.807 |
| Meubilair en rollend material | 36.364 | 36.288 |
| Vastgoedbeleggingen | 4.207 | 4.231 |
| Totaal - Activa | 170.065 | 207.702 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen – Deel groep | -1.967 | 13.010 |
| Financiële schulden | 172.031 | 194.692 |
| Leasingschulden op LT | 138.093 | 151.984 |
| Leasingschulden op KT | 33.939 | 42.707 |
| Totaal - Passiva | 170.065 | 207.702 |
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2020 een gebruiksrecht van 170,1 miljoen euro en een leaseverplichting van 172,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 68% afkomstig is van CFE/DEME en 25% van Anima.
Eind 2020 heeft DEME de lease van het schip 'Victor Horta' versneld terugbetaald. In 2020 nam Anima het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest.
De door CFE toegepaste discontovoeten werden vastgesteld op 3,5% voor gebouwen, 3,0% voor materieel en 2,0% voor leasingwagens. DEME heeft volgende discontovoeten toegepast: voor korte termijn leasing (tussen 0,95%- 1,70%) en voor de lange termijn leasing (2,16%-3,15%). De discontovoet met betrekking tot de gebouwen van Anima schommelt tussen 0,60% en 2%.
We verwijzen naar :
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Resultatenrekening | ||
| Geannuleerde huur | 36.273 | 32.474 |
| Afschrijvingen | -34.887 | -31.220 |
| Interestlasten | -2.902 | -2.406 |
De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2019 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 17.570 | 6.917 | 0 | 1.601 | 8.927 | 95.792 | 130.807 |
| Additionele voorzieningen | 2.715 | 1.331 | 0 | 1.264 | 95 | 2.208 | 7.612 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 4 | 0 | 0 | 0 | 200 | 1.466 | 1.670 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 54 | 54 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -2.976 | -576 | 0 | -5.951 | -200 | -19.194 | -28.898 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | -831 | -33 | 0 | 0 | 0 | -13.031 | -13.895 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -252 | 0 | 0 | -28 | -25 | -305 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 26 | 61 | 0 | 0 | 0 | 34 | 121 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -129 | 0 | 0 | 5.477 | 0 | -19.030 | -13.682 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -243 | -243 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 16.380 | 7.447 | 0 | 2.390 | 8.994 | 48.031 | 83.242 |
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2020 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 16.380 | 7.447 | 0 | 2.390 | 8.994 | 48.031 | 83.242 |
| Additionele voorzieningen | 1.757 | 1.279 | 0 | 1.542 | 0 | 2.704 | 7.282 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 389 | 0 | 0 | 0 | 472 | 1.741 | 2.602 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -1.992 | -337 | 0 | -591 | -1.197 | -3.040 | -7.157 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | 0 | -87 | 0 | 0 | 0 | -1.020 | -1.107 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | -571 | 0 | 86 | -485 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -113 | -13 | 0 | -42 | 0 | -218 | -387 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 569 | -430 | 0 | 581 | 0 | -427 | 293 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -26 | -26 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 16.990 | 7.859 | 0 | 3.309 | 8.269 | 47.830 | 84.257 |
De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2019 werd 44,3 miljoen euro (deel Groep 26,8 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2020 werd dit bedrag verder afgebouwd met 1,0 miljoen euro (deel groep 0,6 miljoen euro).
De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen.
De 'Overige voorzieningen' bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve vermogensmutatiewaarden ten belope van 10,8 miljoen euro.
Verschillende deelnemingen van AvH (o.a. DEME, CFE, Agidens...) zijn actief in het uitvoeren van projecten. Dit houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.
TOELICHTING 18: FINANCIËLE SCHULDEN
De financiële schulden komen, behoudens beperkte schuld op niveau van AvH zelf, voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel
De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken
De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:
Tegenover financiële schulden op korte termijn van 689,9 miljoen euro, staan
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2020. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar
CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, commercial paper en de obligatielening van 30 miljoen euro uitgegeven in 2017 door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE (vervaldag eind 2022).
Zowel DEME als CFE beschikken eind 2020 over een aanzienlijke thesauriepositie
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund,
geldmiddelen en kasequivalenten van 842,4 miljoen euro.
schulden op lange termijn te structureren.
(liquide middelen).
I. Financiële schulden
risico wordt behouden.
Liquiditeitsrisico
(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2020 < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2019
Leningen van banken 319.771 1.039.365 356.243 1.715.379 279.208 1.025.469 440.607 1.745.284 Obligatieleningen 0 142.363 99.571 241.934 49.969 104.676 99.475 254.120 Achtergestelde leningen 20.974 43.050 1.630 65.655 13.216 37.422 0 50.637 Leasingschulden 33.939 68.640 69.453 172.031 42.707 93.774 58.211 194.692 Overige financiële schulden 315.181 46.955 2.215 364.351 240.460 44.495 2.215 287.170 Totaal 689.864 1.340.373 529.113 2.559.350 625.560 1.305.836 600.507 2.531.904
(€ 1.000) KT LT Marine Engineering & Contracting 424.300 1.015.773 Private Banking (IFRS 16 leases) 5.218 3.226 Real Estate & Senior Care 221.234 862.584 Energy & Resources 0 0 AvH & Growth Capital 42.262 7.785 Intercompany -3.150 -19.883 Total 689.864 1.869.486
Resterende looptijd
miljoen euro op einde 2020).
AvH : 31 miljoen euro).
rentevoeten.
jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019).
Resterende looptijd
met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4
Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en
een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar. De meeste bank- en aandeelhoudersleningen werden op lange termijn aangegaan tegen vaste
Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest Real Estate heeft op 20/11/2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. Eind 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2020 3,4
Zoals bekend, voert het Parket sinds 2016 een onderzoek naar vermeende onregelmatigheden bij de toekenning van een contract aan Mordraga, een dochtervennootschap van DEME, inzake de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in 2014 en 2015. Het betrokken contract werd door een Russische private aannemingsgroep aan Mordraga gegund in het kader van een onderhandse aanbesteding. Het Parket heeft eind december 2020 enkele vennootschappen en personeelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. Zowel DEME, Dredging International als één personeelslid hebben uitvoerige bijkomende onderzoeksmaatregelen gevorderd bij de bevoegde onderzoeksrechter omdat zij van oordeel zijn dat belangrijke elementen à décharge verder onderzocht dienen te worden. De zitting van de raadkamer werd sine die uitgesteld. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure.
| TOELICHTING 18: | FINANCIËLE SCHULDEN |
|---|---|
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2020 | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd |
Resterende looptijd |
|||||||
| I. Financiële schulden | ||||||||
| Leningen van banken | 319.771 | 1.039.365 | 356.243 | 1.715.379 | 279.208 | 1.025.469 | 440.607 | 1.745.284 |
| Obligatieleningen | 0 | 142.363 | 99.571 | 241.934 | 49.969 | 104.676 | 99.475 | 254.120 |
| Achtergestelde leningen | 20.974 | 43.050 | 1.630 | 65.655 | 13.216 | 37.422 | 0 | 50.637 |
| Leasingschulden | 33.939 | 68.640 | 69.453 | 172.031 | 42.707 | 93.774 | 58.211 | 194.692 |
| Overige financiële schulden | 315.181 | 46.955 | 2.215 | 364.351 | 240.460 | 44.495 | 2.215 | 287.170 |
| Totaal | 689.864 | 1.340.373 | 529.113 | 2.559.350 | 625.560 | 1.305.836 | 600.507 | 2.531.904 |
De financiële schulden komen, behoudens beperkte schuld op niveau van AvH zelf, voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel risico wordt behouden.
De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4 miljoen euro op einde 2020).
Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en AvH : 31 miljoen euro).
De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:
| (€ 1.000) | KT | LT |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 424.300 | 1.015.773 |
| Private Banking (IFRS 16 leases) | 5.218 | 3.226 |
| Real Estate & Senior Care | 221.234 | 862.584 |
| Energy & Resources | 0 | 0 |
| AvH & Growth Capital | 42.262 | 7.785 |
| Intercompany | -3.150 | -19.883 |
| Total | 689.864 | 1.869.486 |
Tegenover financiële schulden op korte termijn van 689,9 miljoen euro, staan geldmiddelen en kasequivalenten van 842,4 miljoen euro.
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2020. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren.
CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, commercial paper en de obligatielening van 30 miljoen euro uitgegeven in 2017 door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE (vervaldag eind 2022).
Zowel DEME als CFE beschikken eind 2020 over een aanzienlijke thesauriepositie (liquide middelen).
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar. De meeste bank- en aandeelhoudersleningen werden op lange termijn aangegaan tegen vaste rentevoeten.
Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest Real Estate heeft op 20/11/2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. Eind 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2020 3,4 jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019).
Extensa heeft een obligatielening van 30 miljoen euro op vervaldag in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. De bankschulden namen toe in functie van de Tour & Taxisbouwprojecten (Gare Maritime en Parking Gare Maritime).
De expansie van Anima via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd vanuit eigen kasmiddelen, externe financiering en eventueel kapitaalsverhoging. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Anima is voor een groot deel eigenaar van haar vastgoed, dat zij desgewenst kan verkopen in functie van haar financieringsnoden.
De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan Agidens, Biolectric Group en AvH & subholdings. De schulden van Agidens betreffen de financiering van het hoofdgebouw, de leaseschulden mbt de wagens en de opname van straight loans in het kader van het werkkapitaalbeheer. De financiële schulden van Biolectric hebben betrekking op de financiering van de hoofdzetel, het werkkapitaal en de biogas-installaties die eigendom blijven van Biolectric om ze uit te baten en de geproduceerde elektriciteit aan de landbouwers te verkopen.
TOELICHTING 19: BANKEN – SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN, CLIËNTEN & OBLIGATIES
(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken 325.163 27.857 327.292 27.825 Schulden aan cliënten 5.929.064 5.427.375 5.907.102 5.406.549 - waarvan achtergesteld 10.676 37.578 9.870 35.827
Schuldcertificaten inclusief obligaties 263.218 295.844 249.959 281.543 - waarvan achtergesteld 53.209 54.338 40.196 40.176
(€ 1.000) 2020 2019
Zichtdeposito's 12.211 10.469 Deposito's met vaste looptijd 16.518 17.329 ECB TLTRO III 298.417 0 Te betalen interesten 146 27 Totaal 327.292 27.825
Zichtdeposito's 3.589.527 3.015.409 Deposito's met vaste looptijd 1.243.990 1.321.850 Speciale deposito's 59.255 49.665 Gereguleerde deposito's 1.004.459 983.799 Achtergestelde certificaten 9.870 35.827 Totaal 5.907.102 5.406.549
Schuldcertificaten 209.763 241.367 Achtergestelde obligatielening 40.196 40.176 Totaal 249.959 281.543
Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 6.484.353 5.715.917
van 300 miljoen euro.
toezichthouder.
en lange termijn.
liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
regelgever legt een limiet op van minimum 100%.
Europese implementatie is voorzien in juni 2021.
Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken
Schulden aan cliënten
Schuldcertificaten inclusief obligaties
Liquiditeitsrisico Bank J.Van Breda & C°
de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.
2020 slechts 3,9% van het balanstotaal.
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 1.281 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2020 bedroeg deze ratio 91%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in
2020 2019 2020 2019
6.517.445 5.751.076 6.484.353 5.715.917
In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren. In 2020 nam de bank deel aan het "Targeted Longer-Term Refinancing Operations"-programma (TLTRO-III), een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, ten belope
In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee
De LCR (Liquidity Coverage Ratio) is een maatstaf voor de liquiditeitspositie onder een acuut stress-scenario gedurende 30 dagen. Hiertoe dienen instellingen over voldoende kwaliteitsvolle liquide middelen te beschikken. De
De NSFR (Net Stable Funding Ratio) zet de beschikbare stabiele financiering af tegenover de vereiste stabiele financiering over een tijdshorizon van 1 jaar. De Basel III-richtlijnen leggen een limiet op van minimum 100% vanaf 2018. De
Eind 2020 bedroegen deze ratio's respectievelijk 171% en 140%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management' kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte
De korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, slaan hoofdzakelijk op het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro), gespreid over verschillende banken, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2020 gerespecteerd, met uitzondering van Biolectric, dat in constructieve dialoog is met haar huisbankier om de structuur van haar financieringen beter te laten aansluiten met haar wijzigende businessmodel.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| II. Schulden (gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
||
| Leningen van banken | 321.955 | 228.310 |
| Obligatieleningen | 28.358 | 30.360 |
| Leasingschulden | 0 | 46 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 |
| Totaal | 350.313 | 258.716 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | |
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | 325.163 | 27.857 | 327.292 | 27.825 |
| Schulden aan cliënten | 5.929.064 | 5.427.375 | 5.907.102 | 5.406.549 |
| - waarvan achtergesteld | 10.676 | 37.578 | 9.870 | 35.827 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | 263.218 | 295.844 | 249.959 | 281.543 |
| - waarvan achtergesteld | 53.209 | 54.338 | 40.196 | 40.176 |
| 6.517.445 | 5.751.076 | 6.484.353 | 5.715.917 | |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | ||
| Zichtdeposito's | 12.211 | 10.469 |
| Deposito's met vaste looptijd | 16.518 | 17.329 |
| ECB TLTRO III | 298.417 | 0 |
| Te betalen interesten | 146 | 27 |
| Totaal | 327.292 | 27.825 |
| Schulden aan cliënten | ||
| Zichtdeposito's | 3.589.527 | 3.015.409 |
| Deposito's met vaste looptijd | 1.243.990 | 1.321.850 |
| Speciale deposito's | 59.255 | 49.665 |
| Gereguleerde deposito's | 1.004.459 | 983.799 |
| Achtergestelde certificaten | 9.870 | 35.827 |
| Totaal | 5.907.102 | 5.406.549 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | ||
| Schuldcertificaten | 209.763 | 241.367 |
| Achtergestelde obligatielening | 40.196 | 40.176 |
| Totaal | 249.959 | 281.543 |
| Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.484.353 | 5.715.917 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 1.281 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2020 bedroeg deze ratio 91%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in 2020 slechts 3,9% van het balanstotaal.
In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren. In 2020 nam de bank deel aan het "Targeted Longer-Term Refinancing Operations"-programma (TLTRO-III), een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, ten belope van 300 miljoen euro.
In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
Eind 2020 bedroegen deze ratio's respectievelijk 171% en 140%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de toezichthouder.
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management' kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.
In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen en werden er interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag gehanteerd.
| (€ 1.000) | < 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2020 | |||||||
| Activa | 1.447.000 | 246.000 | 756.000 | 2.610.000 | 1.458.000 | 559.000 | 37.000 |
| Passiva | -908.000 | -802.000 | -1.940.000 | -1.800.000 | -834.000 | -202.000 | -67.000 |
| Derivaten | -1.000 | -2.000 | -7.000 | -30.000 | -13.000 | -1.000 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 538.000 | -558.000 | -1.191.000 | 780.000 | 611.000 | 356.000 | -30.000 |
| 31/12/2019 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 960.000 | 215.000 | 738.000 | 2.457.000 | 1.332.000 | 569.000 | 42.000 |
| Passiva | -175.000 | -268.000 | -2.119.000 | -3.136.000 | -51.000 | 0 | -51.000 |
| Derivaten | -1.000 | -2.000 | -7.000 | -24.000 | -7.000 | 0 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 784.000 | -55.000 | -1.388.000 | -703.000 | 1.274.000 | 569.000 | -9.000 |
Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.
De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:
van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen met vaste rentevoeten waardoor het renterisico eerder beperkt is. Infra Asia Investment Fund, een 50% deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar en heeft een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.
financiering van een project gebeurt meestal in de vorm van een banklening. In 2017 gaf Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro met vaste rente en met vervaldag in 2020 en 2022. Extensa heeft de obligatielening van 30 miljoen euro die op vervaldag kwam in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. Extensa volgt de kortlopende leningen aan vlottende rentevoeten en de leningen op middellange termijn aan vaste rentevoeten aandachtig. Er staan op jaareinde geen indekkingen van
Anima dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2020 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (31,0 miljoen euro) en de schulden door Agidens en Biolectric betreffende de huur van het hoofdkantoor en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2020 was er geen enkel rente-indekkings-
Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 6,5 miljoen euro (CFE-DEME), 0,8 miljoen euro (Extensa), 0,3 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima), 0,1 miljoen euro (Agidens), 0,1 miljoen euro (Biolectric) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden
Boekwaarde 2020
Notioneel bedrag 2019
6.570 -3.339
-699 -2.468
11.678 2.124 Passiefzijde Passiefzijde
-106.237 -107.437
Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar Toelichting 12. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via
Boekwaarde 2019
met een variabele rentevoet 6% van de totale financiële schuld.
rentevoeten uit.
instrument uitstaand.
terugvinden op het actief.
bedrag 2020
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 5.000 591 15.000 381 Kasstroomindekking 25.696 1.790 0 0 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 130.000 33 180.000 832 Te ontvangen interesten 0 2 Totaal 2.414 1.215
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 805.000 -54.179 820.000 -40.469 Kasstroomindekking 1.151.581 -38.033 1.431.161 -52.944 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 310.000 -10.633 280.000 -6.454 Te ontvangen interesten 0 -855 Totaal -102.845 -100.722
Activa 253.969 8.175 117.519 675 Passiva 373.589 -1.605 226.742 -4.014
Activa 1.088 234 Passiva -1.787 -2.702
Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten 3.279 1.213 Kortlopende afdekkingsinstrumenten 8.399 911
Langlopende afdekkingsinstrumenten -97.324 -96.874 Kortlopende afdekkingsinstrumenten -8.914 -10.563
Sensitivity analyse voor het renterisico
Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2020 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. In december 2020 werd voor een notioneel bedrag van 115 miljoen euro aan effectieve derivaten afgelost, voor een negatieve waarde van 20,3 miljoen euro. Al deze derivaten hadden een strike rate van meer dan 2% en een gemiddelde looptijd van meer dan 5 jaar, waardoor de toekomstige financieringskost significant én duurzaam zal dalen, tot een niveau onder 2%. De hedgeratio daalt hierdoor van 82 naar 70%.
De duration bedraagt 4,58 jaar per einde 2020 (2019: 5,54 jaar).
I. Indekking van het renterisico
II. Indekking van het valutarisico
III. Risico's verbonden aan grondstoffen
Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op in deze Toelichting 20. Financiële
Activa
Passiva
instrumenten.
Extensa maakt actief gebruik van externe leningen om haar vastgoedontwikkelingen in België en Luxemburg te financieren. De externe
(€ 1.000) Notioneel
De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve.
| Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: |
2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Het renteresultaat (winstgevoeligheid) |
6.436 | 552 |
| De Reële waarde van het eigen vermogen (gevoeligheid eigen vermogen) (= BPV) |
-26.156 | -13.751 |
Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur zichtbaar.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2020 | |||||||
| Activa | 1.541.000 | 466.000 | 1.049.000 | 2.718.000 | 992.000 | 301.000 | 43.000 |
| Passiva | -907.000 | -803.000 | -1.935.000 | -1.843.000 | -804.000 | -211.000 | -41.000 |
| Derivaten | 260.000 | 530.000 | -30.000 | -330.000 | -335.000 | -95.000 | 0 |
| Rentegap | 894.000 | 193.000 | -916.000 | 545.000 | -147.000 | -5.000 | 2.000 |
| 31/12/2019 | |||||||
| Activa | 1.063.000 | 434.000 | 1.031.000 | 2.598.000 | 820.000 | 314.000 | 48.000 |
| Passiva | -166.000 | -267.000 | -3.730.000 | -1.567.000 | -10.000 | 0 | -44.000 |
| Derivaten | 280.000 | 530.000 | 0 | -260.000 | -405.000 | -145.000 | 0 |
| Rentegap | 1.177.000 | 697.000 | -2.699.000 | 771.000 | 405.000 | 169.000 | 4.000 |
Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen met vaste rentevoeten waardoor het renterisico eerder beperkt is. Infra Asia Investment Fund, een 50% deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar en heeft een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.
Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2020 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. In december 2020 werd voor een notioneel bedrag van 115 miljoen euro aan effectieve derivaten afgelost, voor een negatieve waarde van 20,3 miljoen euro. Al deze derivaten hadden een strike rate van meer dan 2% en een gemiddelde looptijd van meer dan 5 jaar, waardoor de toekomstige financieringskost significant én duurzaam zal dalen, tot een niveau onder 2%. De hedgeratio daalt hierdoor van 82 naar 70%. De duration bedraagt 4,58 jaar per einde 2020 (2019: 5,54 jaar).
Extensa maakt actief gebruik van externe leningen om haar vastgoedontwikkelingen in België en Luxemburg te financieren. De externe financiering van een project gebeurt meestal in de vorm van een banklening. In 2017 gaf Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro met vaste rente en met vervaldag in 2020 en 2022. Extensa heeft de obligatielening van 30 miljoen euro die op vervaldag kwam in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. Extensa volgt de kortlopende leningen aan vlottende rentevoeten en de leningen op middellange termijn aan vaste rentevoeten aandachtig. Er staan op jaareinde geen indekkingen van rentevoeten uit.
Anima dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2020 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 6% van de totale financiële schuld.
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (31,0 miljoen euro) en de schulden door Agidens en Biolectric betreffende de huur van het hoofdkantoor en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2020 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand.
Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 6,5 miljoen euro (CFE-DEME), 0,8 miljoen euro (Extensa), 0,3 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima), 0,1 miljoen euro (Agidens), 0,1 miljoen euro (Biolectric) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden terugvinden op het actief.
| (€ 1.000) | Notioneel bedrag 2020 |
Boekwaarde 2020 |
Notioneel bedrag 2019 |
Boekwaarde 2019 |
|---|---|---|---|---|
| I. Indekking van het renterisico | ||||
| Activa | ||||
| Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° | 5.000 | 591 | 15.000 | 381 |
| Kasstroomindekking | 25.696 | 1.790 | 0 | 0 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 130.000 | 33 | 180.000 | 832 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 2 | ||
| Totaal | 2.414 | 1.215 | ||
| Passiva | ||||
| Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° | 805.000 | -54.179 | 820.000 | -40.469 |
| Kasstroomindekking | 1.151.581 | -38.033 | 1.431.161 | -52.944 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 310.000 | -10.633 | 280.000 | -6.454 |
| Te ontvangen interesten | 0 | -855 | ||
| Totaal | -102.845 | -100.722 | ||
| II. Indekking van het valutarisico | ||||
| Activa | 253.969 | 8.175 | 117.519 | 675 |
| Passiva | 373.589 | -1.605 | 226.742 | -4.014 |
| 6.570 | -3.339 | |||
| III. Risico's verbonden aan grondstoffen | ||||
| Activa | 1.088 | 234 | ||
| Passiva | -1.787 | -2.702 | ||
| -699 | -2.468 | |||
| Aansluiting met de geconsolideerde balans | Actiefzijde | Actiefzijde | ||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 3.279 | 1.213 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 8.399 | 911 | ||
| 11.678 | 2.124 | |||
| Passiefzijde | Passiefzijde | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | -97.324 | -96.874 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | -8.914 | -10.563 | ||
| -106.237 | -107.437 |
Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op in deze Toelichting 20. Financiële instrumenten.
Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar Toelichting 12. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities interbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan.
De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij DEME:
TOELICHTING 21: BELASTINGEN
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie'
2. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen
3. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten)
4. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief
Actuele belastingen, netto
Uitgestelde belastingen, netto
1. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans
(€ 1.000) Activa 2020 Verplicht. 2020 Netto 2020 Activa 2019 Verplicht. 2019 Netto 2019 Immateriële vaste activa 23 26.068 -26.046 15 26.282 -26.267 Materiële vaste activa 28.365 75.305 -46.940 16.409 71.855 -55.446 Vastgoedbeleggingen 0 25.790 -25.790 0 18.550 -18.550 Geldbeleggingen -2.798 0 -2.798 -1.445 0 -1.445 Personeelsbeloningen 16.129 1.076 15.052 14.776 973 13.803 Voorzieningen 6.336 22.602 -16.266 4.523 18.501 -13.978 Afgeleide financiële instrumenten 3.801 364 3.436 3.185 12 3.174 Werkkapitaal-balansrubrieken 50.829 68.311 -17.482 30.390 84.440 -54.049 Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek 96.147 -1.349 97.497 97.904 -1.164 99.068 Compensatie -58.392 -58.392 0 -54.753 -54.753 0 Totaal 140.439 159.777 -19.338 111.004 164.694 -53.689
(€ 1.000) 2020 2019 Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen 85.631 94.285 Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) 0 0 Totaal 85.631 94.285 (1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode
(€ 1.000) 2020 2019
Belastingen op het resultaat van het boekjaar -101.777 -74.660 Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden 10.342 367 Totaal -91.435 -74.292
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen 44.769 12.900 Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 265 -467 Overige uitgestelde belastingen -341 104 Totaal 44.693 12.537 Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) -46.742 -61.756
(€ 1.000) 2020 2019 Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674 Toepasselijk belastingtarief (%) 25,00% 29,58% Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief -36.276 -124.435 Impact van tarieven in andere rechtsgebieden -8.250 1.035 Impact van niet-belastbare inkomsten 33.085 80.839 Impact van niet-aftrekbare kosten -9.158 -10.856 Impact van fiscale verliezen -23.999 -20.579 Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden -6.733 783 Overige toename (afname) 4.587 11.459 Belasting op basis van het effectief belastingtarief -46.742 -61.756 Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674 Effectief belastingtarief (%) 32,21% 14,68%
belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplich-
tingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | Notionele bedrag |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | TWD Taiwanese Dollar |
EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 18.786 | 86.626 | 10.900 | 126.984 | 0 | 10.672 | 253.968 |
| Termijnverkopen | 91.081 | 0 | 49.754 | 186.794 | 30.770 | 15.190 | 373.589 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | ||||||
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | TWD Taiwanese Dollar |
EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | -157 | 560 | 16 | 0 | 0 | -20 | 399 |
| Termijnverkopen | 2.661 | 0 | 1.417 | 999 | -426 | 1.519 | 6.170 |
Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.
| (€ 1.000) | Activa 2020 | Verplicht. 2020 | Netto 2020 | Activa 2019 | Verplicht. 2019 | Netto 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 23 | 26.068 | -26.046 | 15 | 26.282 | -26.267 |
| Materiële vaste activa | 28.365 | 75.305 | -46.940 | 16.409 | 71.855 | -55.446 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 25.790 | -25.790 | 0 | 18.550 | -18.550 |
| Geldbeleggingen | -2.798 | 0 | -2.798 | -1.445 | 0 | -1.445 |
| Personeelsbeloningen | 16.129 | 1.076 | 15.052 | 14.776 | 973 | 13.803 |
| Voorzieningen | 6.336 | 22.602 | -16.266 | 4.523 | 18.501 | -13.978 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 3.801 | 364 | 3.436 | 3.185 | 12 | 3.174 |
| Werkkapitaal-balansrubrieken | 50.829 | 68.311 | -17.482 | 30.390 | 84.440 | -54.049 |
| Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek | 96.147 | -1.349 | 97.497 | 97.904 | -1.164 | 99.068 |
| Compensatie | -58.392 | -58.392 | 0 | -54.753 | -54.753 | 0 |
| Totaal | 140.439 | 159.777 | -19.338 | 111.004 | 164.694 | -53.689 |
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen | 85.631 | 94.285 |
| Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) | 0 | 0 |
| Totaal | 85.631 | 94.285 |
(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen, netto | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -101.777 | -74.660 |
| Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden | 10.342 | 367 |
| Totaal | -91.435 | -74.292 |
| Uitgestelde belastingen, netto | ||
| Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen | 44.769 | 12.900 |
| Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen | 265 | -467 |
| Overige uitgestelde belastingen | -341 | 104 |
| Totaal | 44.693 | 12.537 |
| Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) | -46.742 | -61.756 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) vóór belasting | 324.356 | 575.627 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -179.253 | -154.952 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 145.103 | 420.674 |
| Toepasselijk belastingtarief (%) | 25,00% | 29,58% |
| Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief | -36.276 | -124.435 |
| Impact van tarieven in andere rechtsgebieden | -8.250 | 1.035 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | 33.085 | 80.839 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | -9.158 | -10.856 |
| Impact van fiscale verliezen | -23.999 | -20.579 |
| Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden | -6.733 | 783 |
| Overige toename (afname) | 4.587 | 11.459 |
| Belasting op basis van het effectief belastingtarief | -46.742 | -61.756 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 324.356 | 575.627 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -179.253 | -154.952 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 145.103 | 420.674 |
| Effectief belastingtarief (%) | 32,21% | 14,68% |
De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%. In 2019 was een aanzienlijk deel van het resultaat afkomstig van gerealiseerde meerwaarden (zoals 105,7 miljoen euro op de verkoop van Residalya) die vrijgesteld zijn van belastingen.
2. Cash settled stock option plans bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2020 bedraagt 12,4 miljoen euro, vervat in de
AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.
liquiditeitsovereenkomst 2020 2019
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten
De buitenbalansverplichtingen van Bank J.Van Breda & C° bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico. Er werden geen hogere opnames in de kredietlijnen tijdens de coronacrisis vastgesteld, het bedrag aan nog niet-
voor een totaal van 105,3 miljoen euro.
opgenomen kredietlijnen is stabiel gebleven.
belope van 255,1 miljoen euro.
overige lange termijnschulden.
3. Eigen aandelen
eigen aandelen.
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de
aandelenoptieplan 2020 2019 Eigen aandelen in het kader van de
TOELICHTING 23: NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als
Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover
1. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, exclusief CFE-DEME
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°)
De persoonlijke zekerheden zijn in 2020 samengesteld uit 86,3 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa en voor 4,2 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 207,2 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de
De zakelijke zekerheden bestaan voor 197,6 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 65,1 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Rent-A-Port. Daarnaast werden voor 335,5 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima in het kader van de financiering van het vastgoed, 4,7 miljoen euro door Agidens en 4,4 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de financiering van hun respectievelijke hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 2,4 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van het
Beginsaldo 363.000 334.000 Beginsaldo 5.528 9.415 Inkoop eigen aandelen 42.750 65.500 Inkoop eigen aandelen 102.607 89.238 Verkoop eigen aandelen -62.000 -36.500 Verkoop eigen aandelen -101.668 -93.125 Eindsaldo 343.750 363.000 Eindsaldo 6.467 5.528
(€ 1.000) 2020 2019
schulden of verplichtingen 297.699 265.435
waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen 609.745 439.619
deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen 0 0 Verplichtingen tot aankoop van vaste activa 105.352 100.719 Verplichtingen tot verkoop van vaste activa 255.134 140.906
winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Eigen aandelen in het kader van het
resultatenrekening.
verkoop van participaties.
windmolenpark SeaMade.
| Jaar van aanbod | Aantal aanvaarde opties |
Aantal uitgeoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Saldo | Uitoefenprijs (euro) | Uitoefentermijn |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 45.000 | -45.000 | 0 | 62,12 | 01/01/2011 - 08/01/2015 + 5Y | |
| 2008 | 46.500 | -40.500 | -2.000 | 4.000 | 66,05 | 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5Y |
| 2009 | 49.500 | -47.500 | -2.000 | 0 | 37,02 | 01/01/2013 - 05/01/2017 |
| 2010 | 49.000 | -47.000 | -2.000 | 0 | 52,05 | 01/01/2014 - 04/01/2018 |
| 2011 | 49.000 | -46.500 | -2.500 | 0 | 60,81 | 01/01/2015 - 04/01/2019 |
| 2012 | 47.000 | -47.000 | 0 | 56,11 | 01/01/2016 - 03/01/2020 | |
| 2013 | 49.500 | -45.500 | 4.000 | 61,71 | 01/01/2017 - 03/01/2021 | |
| 2014 | 49.500 | -5.000 | 44.500 | 82,32 | 01/01/2018 - 02/01/2022 | |
| 2015 | 50.500 | 0 | 50.500 | 100,23 | 01/01/2019 - 05/01/2023 | |
| 2016 | 40.500 | 0 | 40.500 | 130,95 | 01/01/2020 - 03/01/2024 | |
| 2017 | 46.000 | 0 | 46.000 | 128,30 | 01/01/2021 - 12/01/2025 | |
| 2018 | 46.000 | 0 | -500 | 45.500 | 148,64 | 01/01/2022 - 11/01/2026 |
| 2019 | 46.000 | 0 | 46.000 | 132,52 | 01/01/2023 - 14/01/2027 | |
| 2020 | 23.750 | 0 | 23.750 | 141,09 | 01/01/2024 - 03/01/2028 | |
| 637.750 | -324.000 | -9.000 | 304.750 |
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. De vennootschap heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de grenzen bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen.
De totale waarde van de uitstaande opties 2008 tot en met 2020 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 6,7 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning | Beurskoers (€) | Dividendrendement | Volatiliteit | Interestvoet | Verwachte levensduur | Black & Scholes Value (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 66,90 | 1,35% | 22,05% | 4,04% | 5,75 | 21,74 |
| 2008 | 65,85 | 1,75% | 20,24% | 4,34% | 5,90 | 17,78 |
| 2009 | 37,02 | 2,66% | 42,84% | 3,39% | 6,50 | 15,47 |
| 2010 | 52,23 | 2,66% | 34,34% | 3,28% | 7,29 | 16,53 |
| 2011 | 63,80 | 2,26% | 23,42% | 2,82% | 7,22 | 15,77 |
| 2012 | 58,99 | 3,26% | 31,65% | 2,14% | 7,40 | 15,13 |
| 2013 | 63,62 | 3,26% | 25,00% | 1,27% | 7,84 | 11,26 |
| 2014 | 83,69 | 2,27% | 21,00% | 1,78% | 7,79 | 15,35 |
| 2015 | 101,35 | 2,19% | 19,00% | 0,47% | 7,79 | 13,76 |
| 2016 | 131,95 | 1,28% | 23,00% | 0,59% | 7,79 | 27,72 |
| 2017 | 129,40 | 1,40% | 23,00% | 0,34% | 7,79 | 25,70 |
| 2018 | 149,20 | 1,30% | 20,00% | 0,68% | 7,79 | 27,32 |
| 2019 | 135,50 | 1,43% | 20,40% | 0,52% | 7,90 | 24,92 |
| 2020 | 141,80 | 1,77% | 21,00% | -0,01% | 7,90 | 22,43 |
In 2020 werden 23.750 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 141,09 euro per aandeel en werden er 62.000 opties uitgeoefend. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 0,5 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan |
2020 | 2019 | Eigen aandelen in het kader van de |
|---|---|---|---|
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2020 bedraagt 12,4 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.
AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan |
2020 | 2019 | Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst |
2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Beginsaldo | 363.000 | 334.000 | Beginsaldo | 5.528 | 9.415 |
| Inkoop eigen aandelen | 42.750 | 65.500 | Inkoop eigen aandelen | 102.607 | 89.238 |
| Verkoop eigen aandelen | -62.000 | -36.500 | Verkoop eigen aandelen | -101.668 | -93.125 |
| Eindsaldo | 343.750 | 363.000 | Eindsaldo | 6.467 | 5.528 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen |
297.699 | 265.435 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
609.745 | 439.619 |
| Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen |
0 | 0 |
| Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 105.352 | 100.719 |
| Verplichtingen tot verkoop van vaste activa | 255.134 | 140.906 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°) | ||
| - Kredietengagementen | 428.410 | 425.990 |
| - Financiële garanties | 62.943 | 60.344 |
| - Repo transacties + zakelijke zekerheden | 303.426 | 19.863 |
De persoonlijke zekerheden zijn in 2020 samengesteld uit 86,3 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa en voor 4,2 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 207,2 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.
De zakelijke zekerheden bestaan voor 197,6 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 65,1 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Rent-A-Port. Daarnaast werden voor 335,5 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima in het kader van de financiering van het vastgoed, 4,7 miljoen euro door Agidens en 4,4 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de financiering van hun respectievelijke hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 2,4 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van het windmolenpark SeaMade.
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 105,3 miljoen euro.
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 255,1 miljoen euro.
De buitenbalansverplichtingen van Bank J.Van Breda & C° bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico. Er werden geen hogere opnames in de kredietlijnen tijdens de coronacrisis vastgesteld, het bedrag aan nog nietopgenomen kredietlijnen is stabiel gebleven.
Bank J.Van Breda & C° heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: een aantal obligaties uit de beleggingsportefeuille zijn in pand gegeven in het kader van de TLTRO-ontlening bij de ECB en voor het gebruik van de betaalsystemen Bancontact Payconiq.
TOELICHTING 25: GROND- & HULPSTOFFEN, DIENSTEN EN UITBESTEED WERK
Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de
TOELICHTING 26: PENSIOENVERPLICHTINGEN
Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans
1. Te bereiken doel pensioenplannen
1. Bedragen opgenomen in balans
(€ 1.000) 2020 2019 Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen -1.983.486 -2.263.227 Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -25.327 59.431 Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk -523.196 -561.031 Totaal -2.532.009 -2.764.828
(€ 1.000) 2020 2019
(€ 1.000) 2020 2019 Te bereiken doel plannen -77.355 -69.876 Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) -6.237 -6.445 Totaal pensioenverplichtingen -83.592 -76.321 Totaal pensioenactiva 4.306 3.892
Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen -73.049 -65.984 Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) -368.346 -351.378
Reële waarde van fondsbeleggingen 295.297 285.395
Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal -73.049 -65.984 Verplichtingen (-) -77.355 -69.876 Activa 4.306 3.892
Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo -65.984 -52.659 Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen 0 0 Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878 Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139 Bijdragen van werkgever / werknemer 19.947 17.696 Overige toename (afname) 139 -3 Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo -73.049 -65.984
2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -20.063 -14.548 Rentekosten -2.416 -4.473 Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) 2.036 3.777 Pensioenkosten van verstreken diensttijd 261 366
2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139 Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -13.476 -51.044 Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) 5.877 34.906 Wisselkoersverschillen 17 4 Andere 614 -5
alleen of met partners,…).
werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers,
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | ||
| Goede uitvoering en performance bonds (1) | 1.388.480 | 1.181.738 |
| Biedingen (2) | 18.144 | 15.702 |
| Teruggaven voorschotten (3) | 0 | 840 |
| Garantie-inhouding (4) | 19.724 | 19.415 |
| Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) | 37.561 | 39.005 |
| Andere gegeven verplichtingen - waarvan 55.833 duizend euro corporate garanties bij DEME | 102.199 | 92.070 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) |
18.808 | 28.116 |
| Totaal | 1.584.916 | 1.376.886 |
| Rechten | ||
| Goede uitvoering en perfomance bonds | 435.733 | 603.641 |
| Andere ontvangen engagementen | 4.361 | 3.321 |
| Totaal | 440.094 | 606.962 |
(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij)
zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden. (2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. (3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd. (4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag. (5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer. (6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 18,8 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.
| 2020 | 2019 | |
|---|---|---|
| Bedienden | 7.053 | 6.711 |
| Arbeiders | 4.264 | 4.378 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Bezoldiging en sociale lasten | -792.566 | -789.706 |
| Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) | -22.291 | -16.871 |
| Aandelenoptieplannen | -1.732 | -3.361 |
| Totaal | -816.589 | -809.938 |
De beperkte wijziging in de consolidatiekring verklaart het eerder stabiele personeelsbestand. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 36 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2020 in een oogopslag' (pagina 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.331 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -25.327 Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk -523.196 Totaal -2.532.009 |
59.431 -561.031 -2.764.828 |
|---|---|
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen -1.983.486 |
-2.263.227 |
| (€ 1.000) 2020 |
2019 |
Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers, alleen of met partners,…).
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Te bereiken doel plannen | -77.355 | -69.876 |
| Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) | -6.237 | -6.445 |
| Totaal pensioenverplichtingen | -83.592 | -76.321 |
| Totaal pensioenactiva | 4.306 | 3.892 |
Bank J.Van Breda & C° heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: een aantal obligaties uit de beleggingsportefeuille zijn in pand
Verplichtingen
Rechten
TOELICHTING 24: TEWERKSTELLING
De beperkte wijziging in de consolidatiekring verklaart het eerder stabiele personeelsbestand. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 36 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2020 in een oogopslag' (pagina 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.331 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en
1. Gemiddeld personeelsbestand
2. Personeelkosten
2. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen CFE - DEME
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als
zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden. (2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. (3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd. (4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag. (5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer. (6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 18,8 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.
gegeven in het kader van de TLTRO-ontlening bij de ECB en voor het gebruik van
wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de
overige belangen proportioneel.
2020 2019
de betaalsystemen Bancontact Payconiq.
(€ 1.000) 2020 2019
Goede uitvoering en performance bonds (1) 1.388.480 1.181.738 Biedingen (2) 18.144 15.702 Teruggaven voorschotten (3) 0 840 Garantie-inhouding (4) 19.724 19.415 Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) 37.561 39.005 Andere gegeven verplichtingen - waarvan 55.833 duizend euro corporate garanties bij DEME 102.199 92.070
waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) 18.808 28.116 Totaal 1.584.916 1.376.886
Goede uitvoering en perfomance bonds 435.733 603.641 Andere ontvangen engagementen 4.361 3.321 Totaal 440.094 606.962
(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij)
Bedienden 7.053 6.711 Arbeiders 4.264 4.378
(€ 1.000) 2020 2019 Bezoldiging en sociale lasten -792.566 -789.706 Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) -22.291 -16.871 Aandelenoptieplannen -1.732 -3.361 Totaal -816.589 -809.938
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| 1. Bedragen opgenomen in balans | ||
| Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen | -73.049 | -65.984 |
| Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) | -368.346 | -351.378 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 295.297 | 285.395 |
| Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal | -73.049 | -65.984 |
| Verplichtingen (-) | -77.355 | -69.876 |
| Activa | 4.306 | 3.892 |
| Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans | ||
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo | -65.984 | -52.659 |
| Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen | 0 | 0 |
| Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -20.182 | -14.878 |
| Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -6.969 | -16.139 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 19.947 | 17.696 |
| Overige toename (afname) | 139 | -3 |
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo | -73.049 | -65.984 |
| 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -20.182 | -14.878 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -20.063 | -14.548 |
| Rentekosten | -2.416 | -4.473 |
| Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) | 2.036 | 3.777 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 261 | 366 |
| 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -6.969 | -16.139 |
| Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -13.476 | -51.044 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) | 5.877 | 34.906 |
| Wisselkoersverschillen | 17 | 4 |
| Andere | 614 | -5 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen | ||
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo | -351.378 | -277.659 |
| Toename door middel van bedrijfscombinatie | 0 | 0 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | 0 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -20.063 | -14.547 |
| Rentekosten | -2.416 | -4.473 |
| Bijdragen van de werknemer | -1.213 | -935 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | 17.254 | 13.426 |
| Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto | -13.476 | -51.290 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen | -176 | 127 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen | -8.647 | -45.393 |
| waarvan: ervarings(winsten) verliezen | -4.653 | -6.024 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 364 | 366 |
| Wisselkoersresultaten | 17 | 0 |
| Overige toename (afname) | 2.565 | -16.265 |
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo | -368.346 | -351.378 |
| 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo | 285.395 | 225.000 |
| Toename door middel van bedrijfscombinatie | 0 | 0 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | 0 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten | 5.877 | 34.959 |
| Renteopbrengsten | 2.036 | 3.777 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 21.161 | 18.694 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | -17.254 | -13.490 |
| Wisselkoersresultaten | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | -1.917 | 16.456 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo | 295.297 | 285.395 |
| 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
| Disconteringsvoet | 0,5% | 0,7% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | 3,2% | 2,9% |
| Inflatie | 1,7% | 1,7% |
| Toegepaste sterftetabellen | MR/FR | MR/FR |
| 5. Overige informatie | ||
| Looptijd (in jaren) | 14,00 | 14,65 |
| Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva | 2,79% | 16,32% |
| Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar | 18.894 | 16.503 |
| 6. Gevoeligheidsanalyses | ||
| Verdisconteringsvoet | ||
| Toename met 25 basispunten | -3,6% | -3,3% |
| Afname met 25 basispunten | 3,8% | 3,4% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | ||
| Toename met 25 basispunten | 1,9% | 2,3% |
| Afname met 25 basispunten | -1,8% | -1,9% |
De groep telt zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).
De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor 2017, 2018, 2019 en 2020 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.
De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.
TOELICHTING 27: VERBONDEN PARTIJEN
(€ 1.000) Boekjaar 2020 Boekjaar 2019
Financiële vaste activa 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen en borgtochten: bruto 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen : WV 0 0 0 0 0 0 0 0 Vorderingen 50.602 1.230 0 51.832 63.266 1.232 0 64.498 Handelsvorderingen 938 523 0 1.462 0 0 0 0 Overige vorderingen: bruto 56.394 2.687 0 59.081 69.996 3.213 0 73.209 Overige vorderingen: WV -6.730 -1.981 0 -8.711 -6.730 -1.981 0 -8.711 Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten 7.334 1 0 7.335 2.801 1.072 0 3.873 Overlopende rekeningen - activa 5.406 121 0 5.527 4.154 799 0 4.953 Totaal 63.342 15.616 0 78.958 70.221 17.533 0 87.754
Financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Overige schulden 1.899 150 0 2.049 578 0 0 578 Handelsschulden 1.253 0 0 1.253 578 0 0 578 Overige schulden 646 150 0 796 0 0 0 0
obligaties 149.496 733 0 150.229 148.548 728 0 149.276 Overlopende rekeningen - passiva 2.486 0 0 2.486 1 404 0 405 Totaal 186.189 883 0 187.072 149.127 1.132 0 150.259
Bedrijfsopbrengsten 45.808 710 3 46.521 37.780 380 3 38.163 Verrichting van diensten 2.130 45 3 2.178 9 36 3 48 Vastgoedopbrengsten 131 0 0 131 350 0 0 350 Renteopbrengsten bancaire activiteiten 1 19 0 20 0 0 0 0 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 43.546 1 0 43.547 37.421 24 0 37.445
derden 0 191 0 191 0 286 0 286 Overige bedrijfsopbrengsten 0 454 0 454 0 34 0 34 Exploitatielasten (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Financieel resultaat 693 1.295 0 1.989 3.106 2.314 0 5.420 Renteopbrengsten 3.321 1.295 0 4.616 3.106 2.314 0 5.420 Rentelasten -2.628 0 0 -2.628 0 0 0 0
integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (144,4 miljoen euro) en het termijndeposito (5,1 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van
Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.
Dochter- ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere verbonden partijen TOTAAL 2020 Dochter- ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere
verbonden
partijen
TOTAAL 2019
1. Verbonden partijen, exclusief CFE-DEME
I. Activa jegens verbonden partijen -
II. Verplichtingen jegens verbonden
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en
III. Transacties tussen verbonden partijen
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de
partijen - balans
- resultatenrekening
balans
Jaarlijks wordt daarom een actuariële berekening conform IAS 19R voor de materiële vaste bijdrageplannen uitgevoerd. Voor de niet-materiële vaste bijdrageplannen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2020 ruim voldoende.
Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek 'actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen' in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
| ondernemingen ondernemingen Geassocieerde Geassocieerde deelnemingen deelnemingen TOTAAL 2020 TOTAAL 2019 verbonden verbonden Dochter- Dochter- partijen partijen Andere Andere I. Activa jegens verbonden partijen - balans Financiële vaste activa 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen en borgtochten: bruto 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen : WV 0 0 0 0 0 0 0 0 Vorderingen 50.602 1.230 0 51.832 63.266 1.232 0 64.498 Handelsvorderingen 938 523 0 1.462 0 0 0 0 Overige vorderingen: bruto 56.394 2.687 0 59.081 69.996 3.213 0 73.209 Overige vorderingen: WV -6.730 -1.981 0 -8.711 -6.730 -1.981 0 -8.711 Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten 7.334 1 0 7.335 2.801 1.072 0 3.873 Overlopende rekeningen - activa 5.406 121 0 5.527 4.154 799 0 4.953 Totaal 63.342 15.616 0 78.958 70.221 17.533 0 87.754 II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans Financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Overige schulden 1.899 150 0 2.049 578 0 0 578 Handelsschulden 1.253 0 0 1.253 578 0 0 578 Overige schulden 646 150 0 796 0 0 0 0 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties 149.496 733 0 150.229 148.548 728 0 149.276 Overlopende rekeningen - passiva 2.486 0 0 2.486 1 404 0 405 Totaal 186.189 883 0 187.072 149.127 1.132 0 150.259 III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten 45.808 710 3 46.521 37.780 380 3 38.163 Verrichting van diensten 2.130 45 3 2.178 9 36 3 48 Vastgoedopbrengsten 131 0 0 131 350 0 0 350 Renteopbrengsten bancaire activiteiten 1 19 0 20 0 0 0 0 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 43.546 1 0 43.547 37.421 24 0 37.445 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 0 191 0 191 0 286 0 286 Overige bedrijfsopbrengsten 0 454 0 454 0 34 0 34 Exploitatielasten (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Financieel resultaat 693 1.295 0 1.989 3.106 2.314 0 5.420 Renteopbrengsten 3.321 1.295 0 4.616 3.106 2.314 0 5.420 Rentelasten -2.628 0 0 -2.628 0 0 0 0 |
(€ 1.000) | Boekjaar 2020 | Boekjaar 2019 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (144,4 miljoen euro) en het termijndeposito (5,1 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.
TOELICHTING 28: WINST PER AANDEEL
1. Voortgezette en beëindigde activiteiten
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van
1. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar
Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in:
(€ 1.000)
Dividend op gewone aandelen:
3. Dividend per aandeel (€)
TOELICHTING 29: VOORGESTELDE EN UITGEKEERDE DIVIDENDEN
2. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering van 25 mei 2021
(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.
2. Voortgezette activiteiten
(€ 1.000) 2020 2019 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Winst per aandeel (€) 6,93 11,92 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Impact aandelenopties 43.023 79.304 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236 Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89
(€ 1.000) 2020 2019 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Winst per aandeel (€) 6,93 11,92 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Impact aandelenopties 43.023 79.304 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236 Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89
(€ 1.000) 2020 2019
Bruto 2,3500 2,3200 Netto (roerende voorheffing 30%) 1,6450 1,6240
(1) Dit is het tussentijds dividend dat in november 2020 werd betaald in plaats van het reguliere dividend over het boekjaar 2019 dat in het licht van de corona-pandemie niet werd uitgekeerd.
2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend
Aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 mei 2021 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,35 euro per aandeel goed te keuren.
2020 2019 (1)
uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.
| (€ 1.000) 2020 2019 |
|
|---|---|
| Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME 133.838 |
194.553 |
| Financiële vaste activa 86.576 |
92.177 |
| Handelsvorderingen en andere vorderingen 39.342 |
95.353 |
| Andere vlottende activa 7.920 |
7.023 |
| Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME 38.584 |
46.829 |
| Andere kortlopende verplichtingen 9.269 |
1.303 |
| Handelsschulden en andere schulden 29.315 |
45.526 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME | 320.669 | 453.690 |
| Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten | 337.302 | 478.432 |
| Aankopen en andere operationele lasten | -22.041 | -35.407 |
| Financieringsopbrengsten(lasten) | 5.408 | 10.665 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Vergoeding van de bestuurders | ||
| Tantièmes ten laste van AvH | 598 | 588 |
| Vergoeding van de leden van het executief comité | ||
| Vaste vergoeding | 2.932 | 2.909 |
| Variabele vergoeding | 1.879 | 3.945 |
| Aandelenopties | 336 | 543 |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 484 | 473 |
| Voordeel in natura (bedrijfswagen) | 35 | 36 |
| (€ 1.000) | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2020 | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2019 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| De uitoefening van een mandaat | 63 | 1.058 | 1.121 | 63 | 1.056 | 1.119 |
| Bijzondere opdrachten | 0 | 0 | ||||
| - Andere controle-opdrachten | 0 | 59 | 59 | 0 | 53 | 53 |
| - Belastingadviesopdrachten | 6 | 330 | 335 | 5 | 471 | 476 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 0 | 27 | 27 | 0 | 179 | 179 |
| Totaal | 68 | 1.474 | 1.542 | 68 | 1.759 | 1.827 |
(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 229.791 | 394.900 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.137.532 | 33.140.933 |
| Winst per aandeel (€) | 6,93 | 11,92 |
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 229.791 | 394.900 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.137.532 | 33.140.933 |
| Impact aandelenopties | 43.023 | 79.304 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.180.554 | 33.220.236 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 6,93 | 11,89 |
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 229.791 | 394.900 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.137.532 | 33.140.933 |
| Winst per aandeel (€) | 6,93 | 11,92 |
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 229.791 | 394.900 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.137.532 | 33.140.933 |
| Impact aandelenopties | 43.023 | 79.304 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.180.554 | 33.220.236 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 6,93 | 11,89 |
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.
Aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 mei 2021 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,35 euro per aandeel goed te keuren.
| (€ 1.000) | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in: | ||
| - Tussentijds dividend 2020: 2,32 euro per aandeel (2019: dividend mbt boekjaar 2018 van 2,32 euro per aandeel) | -76.813 | -76.741 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | |
| - Slotdividend 2020: 2,35 euro per aandeel (1) | -78.718 |
(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.
| 2020 | 2019 (1) | |
|---|---|---|
| Bruto | 2,3500 | 2,3200 |
| Netto (roerende voorheffing 30%) | 1,6450 | 1,6240 |
(1) Dit is het tussentijds dividend dat in november 2020 werd betaald in plaats van het reguliere dividend over het boekjaar 2019 dat in het licht van de corona-pandemie niet werd uitgekeerd.
TOELICHTING 31: HERZIENE PRESENTATIE VAN DE BALANS EN RESULTATENREKENING
2020.
I. Vaste activa 10.478.704 0 0 0 10.478.704 Immateriële vaste activa 126.902 0 0 0 126.902 Goodwill 331.550 0 0 0 331.550 Materiële vaste activa 2.909.167 0 0 0 2.909.167 Vastgoedbeleggingen 1.336.093 0 0 0 1.336.093 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1.202.477 0 0 0 1.202.477 Financiële vaste activa 254.824 0 32.753 0 287.576 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 154.418 0 0 0 154.418 Vorderingen en borgtochten 100.406 0 32.753 0 133.158 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 1.213 0 0 0 1.213 Vorderingen op meer dan één jaar 194.739 -161.986 -32.753 0 0 Handelsvorderingen 0 0 0 0 0 Vorderingen uit financiële lease 183.386 -183.386 0 0 0 Overige vorderingen 11.353 21.400 -32.753 0 0 Uitgestelde belastingvorderingen 111.004 0 0 0 111.004
jaar 4.010.736 161.986 0 0 4.172.722 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 4.010.736 123.431 0 0 4.134.167 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 38.555 0 0 38.555 II. Vlottende activa 4.782.119 0 0 0 4.782.119 Voorraden 458.096 0 0 -34.667 423.429 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 99.893 0 0 228.548 328.441 Geldbeleggingen 476.513 0 0 0 476.513 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 911 0 0 0 911 Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.201.722 -98.704 0 -193.881 909.138 Handelsvorderingen 938.560 0 0 -193.881 744.679 Vorderingen uit financiële lease 70.706 -70.706 0 0 0 Overige vorderingen 192.456 -27.998 0 0 164.458 Terug te vorderen belastingen 25.927 0 0 0 25.927
jaar 1.595.849 98.704 0 0 1.694.553 Banken - interbancaire vorderingen 141.306 0 0 0 141.306 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 999.823 98.660 0 0 1.098.483 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 44 0 0 44 Banken - tegoeden centrale banken 454.720 0 0 0 454.720 Geldmiddelen en kasequivalenten 887.985 0 0 0 887.985 Overlopende rekeningen 35.221 0 0 0 35.221 III. Activa bestemd voor verkoop 40.724 0 0 0 40.724 Totaal der activa 15.301.547 0 0 0 15.301.547
(1) De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. (2) De financiële activa werden gebundeld wat de leesbaarheid van de balans ten goede komt. (3) Bovenstaande hergroepering komt voort uit een aligneringsoefening die plaatsgevonden heeft binnen de AvH-groep in het jaar 2020. Het doel van deze oefening was om een uniforme manier van werken te bekomen, waar alle vennootschappen van de groep eenzelfde methodiek hernemen met betrekking tot de presentatie van contractactiva, respectievelijk contractpassiva, conform de
richtlijnen van IFRS 15 'Revenues from customers'. Deze aanpassingen hebben geen impact op eigen vermogen, balanstotaal of resultatenrekening.
Groeperen bancaire rubrieken (1)
leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. Deze aanpassingen hebben geen impact op het balanstotaal en de netto-winst.
Hieronder vindt u de herziene presentatie van de balans en resultatenrekening per 31 december 2019 alsook de openingsbalans per 1 januari 2019. Aangezien de aanpassing in de loop van 2020 werd doorgevoerd, heeft de groep geen analoge reconciliatie van de balans en resultatenrekening opgemaakt per 31 december
Groeperen financiële activa
(2)
Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)
31-12-2019 Herzien
In de presentatie van de balans en de resultatenrekening werden een aantal
de presentatie en de terminologie van de rubrieken beter aan te sluiten met de XBRL-taxonomie, dit in het kader van de ESEF-rapportering die AvH zal
verdere alignering van de presentatie met de "Primary Financial Statements" van Bank J.Van Breda & C° (via een verdere groepering van de typische bancaire balansrubrieken) en de Contractingpoot (CFE-DEME), via doorvoeren van een aantal reclasses. De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één
Herziene presentatie van de geconsolideerde balans per 31-12-2019 - Activa
(€ 1.000) 31-12-2019
toepassen bij de publicatie van het jaarverslag 2021 (in 2022).
herclasseringen doorgevoerd met als doel :
In de presentatie van de balans en de resultatenrekening werden een aantal herclasseringen doorgevoerd met als doel :
leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. Deze aanpassingen hebben geen impact op het balanstotaal en de netto-winst.
Hieronder vindt u de herziene presentatie van de balans en resultatenrekening per 31 december 2019 alsook de openingsbalans per 1 januari 2019. Aangezien de aanpassing in de loop van 2020 werd doorgevoerd, heeft de groep geen analoge reconciliatie van de balans en resultatenrekening opgemaakt per 31 december 2020.
| (€ 1.000) | 31-12-2019 | Groeperen bancaire rubrieken (1) |
Groeperen financiële activa (2) |
Aligneren groeps presentatie IFRS 15 (3) |
31-12-2019 Herzien |
|---|---|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 10.478.704 | 0 | 0 | 0 | 10.478.704 |
| Immateriële vaste activa | 126.902 | 0 | 0 | 0 | 126.902 |
| Goodwill | 331.550 | 0 | 0 | 0 | 331.550 |
| Materiële vaste activa | 2.909.167 | 0 | 0 | 0 | 2.909.167 |
| Vastgoedbeleggingen | 1.336.093 | 0 | 0 | 0 | 1.336.093 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 1.202.477 | 0 | 0 | 0 | 1.202.477 |
| Financiële vaste activa | 254.824 | 0 | 32.753 | 0 | 287.576 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 154.418 | 0 | 0 | 0 | 154.418 |
| Vorderingen en borgtochten | 100.406 | 0 | 32.753 | 0 | 133.158 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 1.213 | 0 | 0 | 0 | 1.213 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 194.739 | -161.986 | -32.753 | 0 | 0 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vorderingen uit financiële lease | 183.386 | -183.386 | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 11.353 | 21.400 | -32.753 | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 111.004 | 0 | 0 | 0 | 111.004 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
4.010.736 | 161.986 | 0 | 0 | 4.172.722 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 4.010.736 | 123.431 | 0 | 0 | 4.134.167 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 38.555 | 0 | 0 | 38.555 |
| II. Vlottende activa | 4.782.119 | 0 | 0 | 0 | 4.782.119 |
| Voorraden | 458.096 | 0 | 0 | -34.667 | 423.429 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 99.893 | 0 | 0 | 228.548 | 328.441 |
| Geldbeleggingen | 476.513 | 0 | 0 | 0 | 476.513 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 911 | 0 | 0 | 0 | 911 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.201.722 | -98.704 | 0 | -193.881 | 909.138 |
| Handelsvorderingen | 938.560 | 0 | 0 | -193.881 | 744.679 |
| Vorderingen uit financiële lease | 70.706 | -70.706 | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 192.456 | -27.998 | 0 | 0 | 164.458 |
| Terug te vorderen belastingen | 25.927 | 0 | 0 | 0 | 25.927 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.595.849 | 98.704 | 0 | 0 | 1.694.553 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 141.306 | 0 | 0 | 0 | 141.306 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 999.823 | 98.660 | 0 | 0 | 1.098.483 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 44 | 0 | 0 | 44 |
| Banken - tegoeden centrale banken | 454.720 | 0 | 0 | 0 | 454.720 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 887.985 | 0 | 0 | 0 | 887.985 |
| Overlopende rekeningen | 35.221 | 0 | 0 | 0 | 35.221 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 40.724 | 0 | 0 | 0 | 40.724 |
| Totaal der activa | 15.301.547 | 0 | 0 | 0 | 15.301.547 |
(1) De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren
in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. (2) De financiële activa werden gebundeld wat de leesbaarheid van de balans ten goede komt. (3) Bovenstaande hergroepering komt voort uit een aligneringsoefening die plaatsgevonden heeft binnen de AvH-groep in het jaar 2020. Het doel van deze oefening was om een uniforme manier van werken te bekomen, waar alle vennootschappen van de groep eenzelfde methodiek hernemen met betrekking tot de presentatie van contractactiva, respectievelijk contractpassiva, conform de richtlijnen van IFRS 15 'Revenues from customers'. Deze aanpassingen hebben geen impact op eigen vermogen, balanstotaal of resultatenrekening.
| (€ 1.000) | 31-12-2019 | Groeperen bancaire rubrieken (1) |
Aligneren groeps presentatie IFRS 15 (3) |
31-12-2019 Herzien |
|---|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 4.681.834 | 0 | 0 | 4.681.834 |
| Eigen vermogen - deel groep | 3.456.109 | 0 | 0 | 3.456.109 |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 0 | 0 | 113.907 |
| Geconsolideerde reserves | 3.439.322 | 0 | 0 | 3.439.322 |
| Herwaarderingsreserves | -64.472 | 0 | 0 | -64.472 |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -32.648 | 0 | 0 | -32.648 |
| Minderheidsbelang | 1.225.725 | 0 | 0 | 1.225.725 |
| II. Langlopende verplichtingen | 3.100.095 | 0 | 0 | 3.100.095 |
| Voorzieningen | 45.541 | 0 | 0 | 45.541 |
| Pensioenverplichtingen | 75.990 | 0 | 0 | 75.990 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 164.694 | 0 | 0 | 164.694 |
| Financiële schulden | 1.906.344 | 0 | 0 | 1.906.344 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 96.874 | 0 | 0 | 96.874 |
| Overige schulden | 31.429 | 0 | 0 | 31.429 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 779.224 | 0 | 0 | 779.224 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Banken - deposito's van klanten | 729.872 | 9.429 | 0 | 739.301 |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 39.923 | 0 | 39.923 |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 49.352 | -49.352 | 0 | 0 |
| III. Kortlopende verplichtingen | 7.519.619 | 0 | 0 | 7.519.619 |
| Voorzieningen | 37.701 | 0 | 0 | 37.701 |
| Pensioenverplichtingen | 331 | 0 | 0 | 331 |
| Financiële schulden | 625.560 | 0 | 0 | 625.560 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 10.563 | 0 | 0 | 10.563 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 169.751 | 0 | 126.098 | 295.849 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.569.197 | 9.773 | -126.098 | 1.452.872 |
| Handelsschulden | 1.305.836 | 0 | -165.662 | 1.140.174 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 861 | 0 | 39.565 | 40.426 |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 197.967 | 0 | 0 | 197.967 |
| Overige schulden | 64.533 | 9.773 | 0 | 74.306 |
| Te betalen belastingen | 59.441 | 0 | 0 | 59.441 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.946.466 | -9.773 | 0 | 4.936.693 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.825 | 0 | 0 | 27.825 |
| Banken - deposito's van klanten | 4.650.623 | 16.625 | 0 | 4.667.248 |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 241.367 | 253 | 0 | 241.620 |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 26.651 | -26.651 | 0 | 0 |
| Overlopende rekeningen | 100.608 | 0 | 0 | 100.608 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 15.301.547 | 0 | 0 | 15.301.547 |
Herziene presentatie van de geconsolideerde resultatenrekening per 31-12-2019
(€ 1.000) 31-12-2019
Bedrijfsopbrengsten 4.270.398 0 0 4.270.398 Verrichting van diensten 89.270 0 0 89.270 Leasingopbrengsten 10.866 -10.866 0 0 Vastgoedopbrengsten 217.181 1.596 0 218.778 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 92.243 9.270 0 101.513 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 69.131 592 0 69.723 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.695.290 0 0 3.695.290 Overige bedrijfsopbrengsten 96.416 -592 0 95.824 Overige exploitatiebaten 6.609 0 -6.609 0 Exploitatielasten (-) -3.974.839 0 0 -3.974.839 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk -2.263.227 9.784 -511.385 -2.764.828 Voorraadwijzigingen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) 59.431 0 -59.431 0 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -24.597 0 0 -24.597 Personeelslasten (-) -809.938 0 0 -809.938 Afschrijvingen (-) -342.950 0 0 -342.950 Bijzondere waardeverminderingen (-) -27.225 0 0 -27.225 Overige exploitatielasten (-) -600.850 -9.784 570.815 -39.818 Voorzieningen 34.516 0 0 34.516 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 23.531 0 0 23.531 Winst (verlies) op de overdracht van activa 121.899 0 0 121.899 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 447.598 0 -6.609 440.989 Financieel resultaat 0 0 -19.386 -19.386 Renteopbrengsten 0 0 20.708 20.708 Rentelasten (-) 0 0 -35.333 -35.333 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 0 0 2.969 2.969 Overige financiële opbrengsten (kosten) 0 0 -7.730 -7.730 Financieringsopbrengsten 45.586 0 -45.586 0 Renteopbrengsten 20.708 0 -20.708 0 Diverse financiële opbrengsten 24.878 0 -24.878 0 Financieringslasten (-) -71.582 0 71.582 0 Rentelasten (-) -35.333 0 35.333 0 Diverse financiële lasten (-) -36.248 0 36.248 0 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -5.370 0 0 -5.370 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 154.952 0 0 154.952 Overige niet-exploitatiebaten 4.442 0 0 4.442 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 575.627 0 0 575.627 Winstbelastingen -61.756 0 0 -61.756 Winst (verlies) van het boekjaar 513.871 0 0 513.871 Aandeel van het minderheidsbelang 118.971 0 0 118.971 Aandeel van de groep 394.900 0 0 394.900
Groeperen bancaire rubrieken (1)
Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)
31-12-2019 Herzien
| Bedrijfsopbrengsten 4.270.398 0 0 4.270.398 Verrichting van diensten 89.270 0 0 89.270 Leasingopbrengsten 10.866 -10.866 0 0 Vastgoedopbrengsten 217.181 1.596 0 218.778 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 92.243 9.270 0 101.513 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 69.131 592 0 69.723 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.695.290 0 0 3.695.290 Overige bedrijfsopbrengsten 96.416 -592 0 95.824 Overige exploitatiebaten 6.609 0 -6.609 0 Exploitatielasten (-) -3.974.839 0 0 -3.974.839 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk -2.263.227 9.784 -511.385 -2.764.828 Voorraadwijzigingen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) 59.431 0 -59.431 0 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -24.597 0 0 -24.597 Personeelslasten (-) -809.938 0 0 -809.938 Afschrijvingen (-) -342.950 0 0 -342.950 Bijzondere waardeverminderingen (-) -27.225 0 0 -27.225 Overige exploitatielasten (-) -600.850 -9.784 570.815 -39.818 Voorzieningen 34.516 0 0 34.516 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 23.531 0 0 23.531 Winst (verlies) op de overdracht van activa 121.899 0 0 121.899 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 447.598 0 -6.609 440.989 Financieel resultaat 0 0 -19.386 -19.386 Renteopbrengsten 0 0 20.708 20.708 Rentelasten (-) 0 0 -35.333 -35.333 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 0 0 2.969 2.969 Overige financiële opbrengsten (kosten) 0 0 -7.730 -7.730 Financieringsopbrengsten 45.586 0 -45.586 0 Renteopbrengsten 20.708 0 -20.708 0 Diverse financiële opbrengsten 24.878 0 -24.878 0 Financieringslasten (-) -71.582 0 71.582 0 Rentelasten (-) -35.333 0 35.333 0 Diverse financiële lasten (-) -36.248 0 36.248 0 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -5.370 0 0 -5.370 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 154.952 0 0 154.952 Overige niet-exploitatiebaten 4.442 0 0 4.442 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 575.627 0 0 575.627 Winstbelastingen -61.756 0 0 -61.756 Winst (verlies) van het boekjaar 513.871 0 0 513.871 Aandeel van het minderheidsbelang 118.971 0 0 118.971 Aandeel van de groep 394.900 0 0 394.900 |
(€ 1.000) | 31-12-2019 | Groeperen bancaire rubrieken (1) |
Aligneren groeps presentatie IFRS 15 (3) |
31-12-2019 Herzien |
|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 01-01-2019 | Groeperen bancaire rubrieken (1) |
Groeperen financiële activa (2) |
Aligneren groeps presentatie IFRS 15 (3) |
01-01-2019 Herzien |
|---|---|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 9.900.270 | 0 | 0 | 0 | 9.900.270 |
| Immateriële vaste activa | 176.802 | 0 | 0 | 0 | 176.802 |
| Goodwill | 339.738 | 0 | 0 | 0 | 339.738 |
| Materiële vaste activa | 2.837.887 | 0 | 0 | 0 | 2.837.887 |
| Vastgoedbeleggingen | 1.142.190 | 0 | 0 | 0 | 1.142.190 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 1.184.765 | 0 | 0 | 0 | 1.184.765 |
| Financiële vaste activa | 296.467 | 0 | 28.620 | 0 | 325.086 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 113.526 | 0 | 0 | 0 | 113.526 |
| Vorderingen en borgtochten | 182.941 | 0 | 28.620 | 0 | 211.561 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 2.000 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 185.495 | -156.875 | -28.620 | 0 | 0 |
| Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vorderingen uit financiële lease | 178.971 | -178.971 | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 6.524 | 22.096 | -28.620 | 0 | 0 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 108.297 | 0 | 0 | 0 | 108.297 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één | 3.626.628 | 156.875 | 0 | 0 | 3.783.503 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 3.626.628 | 144.997 | 0 | 0 | 3.771.625 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 11.878 | 0 | 0 | 11.878 |
| II. Vlottende activa | 4.371.576 | 0 | 0 | 0 | 4.371.576 |
| Voorraden | 332.385 | 0 | 0 | -52.562 | 279.823 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 85.755 | 0 | 0 | 353.001 | 438.756 |
| Geldbeleggingen | 494.420 | 0 | 0 | 0 | 494.420 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 451 | 0 | 0 | 0 | 451 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.449.334 | -89.095 | 0 | -300.439 | 1.059.800 |
| Handelsvorderingen | 1.138.482 | 0 | 0 | -300.439 | 838.043 |
| Vorderingen uit financiële lease | 64.367 | -64.367 | 0 | 0 | 0 |
| Overige vorderingen | 246.485 | -24.728 | 0 | 0 | 221.757 |
| Terug te vorderen belastingen | 29.516 | 0 | 0 | 0 | 29.516 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.424.040 | 89.095 | 0 | 0 | 1.513.135 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 127.693 | 0 | 0 | 0 | 127.693 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 936.664 | 88.888 | 0 | 0 | 1.025.552 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 207 | 0 | 0 | 207 |
| Banken - tegoeden centrale banken | 359.683 | 0 | 0 | 0 | 359.683 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 513.588 | 0 | 0 | 0 | 513.588 |
| Overlopende rekeningen | 42.088 | 0 | 0 | 0 | 42.088 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 25.067 | 0 | 0 | 0 | 25.067 |
| Totaal der activa | 14.296.913 | 0 | 0 | 0 | 14.296.913 |
Herziene presentatie van de geconsolideerde openingsbalans per 01-01-2019 - Passiva
I. Totaal eigen vermogen 4.357.996 0 0 4.357.996 Eigen vermogen - deel groep 3.176.447 0 0 3.176.447 Geplaatst kapitaal 113.907 0 0 113.907 Geconsolideerde reserves 3.124.841 0 0 3.124.841 Herwaarderingsreserves -34.190 0 0 -34.190 Ingekochte eigen aandelen (-) -28.111 0 0 -28.111 Minderheidsbelang 1.181.549 0 0 1.181.549 II. Langlopende verplichtingen 2.541.836 0 0 2.541.836 Voorzieningen 80.048 0 0 80.048 Pensioenverplichtingen 62.904 0 0 62.904 Uitgestelde belastingverplichtingen 191.983 0 0 191.983 Financiële schulden 1.446.826 0 0 1.446.826 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 59.203 0 0 59.203 Overige schulden 32.543 0 0 32.543 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 668.329 0 0 668.329 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0 Banken - deposito's van klanten 594.294 34.132 0 628.426 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.903 0 39.903 Banken - achtergestelde verplichtingen 74.035 -74.035 0 0 III. Kortlopende verplichtingen 7.397.028 0 0 7.397.028 Voorzieningen 50.760 0 0 50.760 Pensioenverplichtingen 358 0 0 358 Financiële schulden 697.746 0 0 697.746 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 12.569 0 0 12.569 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 224.540 0 148.004 372.544 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.734.272 10.874 -148.004 1.597.141 Handelsschulden 1.487.232 0 -243.136 1.244.096 Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 0 95.132 96.402 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 189.210 0 0 189.210 Overige schulden 56.559 10.874 0 67.433 Te betalen belastingen 56.212 0 0 56.212 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.551.832 -10.874 0 4.540.958 Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.634 0 0 27.634 Banken - deposito's van klanten 4.232.779 5.084 0 4.237.863 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 275.208 253 0 275.461 Banken - achtergestelde verplichtingen 16.211 -16.211 0 0 Overlopende rekeningen 68.739 0 0 68.739 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 54 0 0 54 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 14.296.913 0 0 14.296.913
Groeperen bancaire rubrieken (1)
Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)
01-01-2019 Herzien
(€ 1.000) 01-01-2019
| (€ 1.000) | 01-01-2019 | Groeperen bancaire rubrieken (1) |
Aligneren groeps presentatie IFRS 15 (3) |
01-01-2019 Herzien |
|---|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 4.357.996 | 0 | 0 | 4.357.996 |
| Eigen vermogen - deel groep | 3.176.447 | 0 | 0 | 3.176.447 |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 0 | 0 | 113.907 |
| Geconsolideerde reserves | 3.124.841 | 0 | 0 | 3.124.841 |
| Herwaarderingsreserves | -34.190 | 0 | 0 | -34.190 |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -28.111 | 0 | 0 | -28.111 |
| Minderheidsbelang | 1.181.549 | 0 | 0 | 1.181.549 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.541.836 | 0 | 0 | 2.541.836 |
| Voorzieningen | 80.048 | 0 | 0 | 80.048 |
| Pensioenverplichtingen | 62.904 | 0 | 0 | 62.904 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 191.983 | 0 | 0 | 191.983 |
| Financiële schulden | 1.446.826 | 0 | 0 | 1.446.826 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 59.203 | 0 | 0 | 59.203 |
| Overige schulden | 32.543 | 0 | 0 | 32.543 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 668.329 | 0 | 0 | 668.329 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Banken - deposito's van klanten | 594.294 | 34.132 | 0 | 628.426 |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 39.903 | 0 | 39.903 |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 74.035 | -74.035 | 0 | 0 |
| III. Kortlopende verplichtingen | 7.397.028 | 0 | 0 | 7.397.028 |
| Voorzieningen | 50.760 | 0 | 0 | 50.760 |
| Pensioenverplichtingen | 358 | 0 | 0 | 358 |
| Financiële schulden | 697.746 | 0 | 0 | 697.746 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 12.569 | 0 | 0 | 12.569 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 224.540 | 0 | 148.004 | 372.544 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.734.272 | 10.874 | -148.004 | 1.597.141 |
| Handelsschulden | 1.487.232 | 0 | -243.136 | 1.244.096 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 1.270 | 0 | 95.132 | 96.402 |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 189.210 | 0 | 0 | 189.210 |
| Overige schulden | 56.559 | 10.874 | 0 | 67.433 |
| Te betalen belastingen | 56.212 | 0 | 0 | 56.212 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.551.832 | -10.874 | 0 | 4.540.958 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.634 | 0 | 0 | 27.634 |
| Banken - deposito's van klanten | 4.232.779 | 5.084 | 0 | 4.237.863 |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 275.208 | 253 | 0 | 275.461 |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 16.211 | -16.211 | 0 | 0 |
| Overlopende rekeningen | 68.739 | 0 | 0 | 68.739 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 54 | 0 | 0 | 54 |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 14.296.913 | 0 | 0 | 14.296.913 |
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar van het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 27 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 20 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020 omvat, alsook geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 16.228.744.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 229.791.(000).
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International
Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen
Teneinde de adequaatheid van de voorziening voor onzekere belasting posities na te gaan, omvatten onze controlewerkzaamheden een analyse van de geschatte waarschijnlijkheid van het belastingrisico en van de inschatting door het management van de potentiële uitstroom van middelen, evenals een
Betrekken van deskundigen: beroep op belastingspecialisten om de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de inschattingen van het management te beoordelen en om de geschiktheid van deze aannames in het
Inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de verantwoording van (uitgestelde) belasting posities en het ontwerp en de implementatie van de
Beoordeling van de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot (uitgestelde) belastingen in de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.
We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels - belastingen) en
3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting – Real Estate & Senior Care)
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden
Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project. In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum. Wijzigingen
Een steekproef van projectontwikkelingen is getest door de tot op heden gemaakte kosten met betrekking tot terreinen en onderhanden werk te verifiëren en door het percentage van voortschrijding der werken op balansdatum na te rekenen. Een selectie van deze projecten is nagezien aan de hand van een steekproef van kosten die zijn afgestemd met certificaten van externe inspecteurs, de totale verkoopwaarde die met contracten is overeengekomen en de accuraatheid van de erkenningsformule werd nagegaan. Beoordeling van de berekeningen van de netto realisatiewaarden alsook van de redelijkheid en consistentie van de door het management gehanteerde
Evalueren van de financiële prestaties van specifieke projecten ten opzichte van het budget en historische trends, met name om de redelijkheid van de kosten te
niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.
in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
assumptie en modellen.
beoordelen.
kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
beoordeling van onderliggende documentatie.
bijbehorende controles en processen
Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa
Beschrijving van het kernpunt
Verwijzing naar de toelichtingen:
Toelichting 21 (Belastingen).
licht van de lokale fiscale regelgeving te beoordelen.
De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.
Projectanalyse: beoordeling van de belangrijkste en meest complexe ramingen in een steekproefselectie van contracten aan de hand van verscheidene kwantitatieve en kwalitatieve criteria, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van de projecten en beoordeling van de inschattingen die gerelateerd zijn aan deze projecten middels informatie die bekomen werd van het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eerdere projectschattingen en evaluatie van de consistentie hiervan met de
De accurate berekening nagaan van het percentage van de voortschrijding der werken ("percentage of completion") en de daarmee samenhangende erkenning van omzet en marge voor een selectie van projecten nagegaan, inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de erkenning van de kosten voor de voltooiing van het project en het ontwerp en de implementatie van de
Historische vergelijkingen: evalueren van de financiële prestaties van contracten
Werfbezoeken: het bezoeken van werven voor contracten met een hoger risico of een hoge waarde, het observeren van de voortschrijding der werken van individuele projecten en het identificeren van complexe aangelegenheden door
Benchmarking van assumpties: het beoordelen van de positie van de groep met betrekking tot het verwachte resultaat van het contract, reserves, afrekeningen en de invorderbaarheid van vorderingen via overeenstemming met bevestigingen van derden en met betrekking tot onze eigen beoordelingen en
Controle van de klantencorrespondentie: analyse van de correspondentie met klanten over variatie-orders en claims en de afweging of deze informatie in
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in
2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering &
DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op
overeenstemming is met de gemaakte inschattingen van de groep. Inspectie van belangrijke clausules voor een selectie van contracten: identificatie van relevante contractuele mechanismen die van invloed zijn op de (ont)bundeling van contracten en andere, zoals boetes voor vertragingen, bonussen of succesvergoedingen, en beoordeling of deze clausules naar behoren zijn weerspiegeld in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen
schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
ontwikkelingen van het project gedurende het jaar.
ten opzichte van budgetten en historische trends.
bijbehorende controles en processen.
overleg met het personeel ter plaatse.
historische resultaten.
bedragen.
opdracht van derden.
Contracting)
Betrokken onderneming: DEME
Beschrijving van het kernpunt
Verwijzing naar de toelichtingen
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
1. Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten
(Marine Engineering & Contracting)
Betrokken ondernemingen: CFE en DEME
Voor het merendeel van haar contracten erkent de groep opbrengsten en marge a rato van de voortschrijding der werken op basis van het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden in de geschatte totale kosten van het project bij voltooiing. Omzet en marge worden verantwoord op basis van schattingen ten opzichte van de verwachte totale kosten per contract. Reserves kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep die voortvloeien uit elk contract. De opbrengsten uit hoofde van contracten kunnen ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten uit hoofde van het contract met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd.
Vaak gaat het hierbij om een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Er is daarom een hoge mate van risico en het daaraan gekoppelde oordeelsvermogen van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.
De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.
2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering & Contracting)
Betrokken onderneming: DEME
DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.
Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.
Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.
In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum. Wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.
We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 14 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).
4. Waardering van de leningen en vorderingen aan klanten (Private Banking)
Betrokken onderneming: Bank J.Van Breda & C°
De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan klanten bedroeg € 5.415 miljoen op 31 december 2020. Leningen en vorderingen aan klanten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen (€ 32,8 miljoen).
Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.
Bijkomend heeft de COVID-19 pandemie voor additionele onzekerheden gezorgd met betrekking tot de inschatting van de realiseerbare waarde van onderpand en met betrekking tot de laattijdige identificatie van dubieuze leningen en vorderingen op cliënten mede door de lopende steunmaatregelen.
Vanwege de significantie van leningen en vorderingen op cliënten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.
We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 13 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).
5. Waardering van de vastgoedbeleggingen (Real Estate & Senior Care)
Vergelijking van het volume van de derivaten waarvoor "hedge accounting" toegepast wordt met het volume van de schulden tegen een variabele rentevoet geprojecteerd over de komende jaren, dit teneinde eventuele afdekkingsoverschrijdingen te identificeren, die de toepassing van "hedge aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures
Beoordeling van de opdeling van het bestaande cliënteel binnen de groep per kantoor en bespreking van de eventuele wijzigingen ten opzichte van
Beoordeling van de gehanteerde parameters (zoals AuM's en factoren), de methodologie en het gehanteerd model in overeenstemming met IAS 36. Analyse van de opsplitsing van het aangekochte cliënteel per kantoor. Afstemming van de gebruikte factoren in het model met marktdata en aansluiting van de AuM's met de boekhoudkundige inventarissen en de
Sensitiviteitsanalyse op de belangrijkste assumptie, dewelke voornamelijk de
Herberekening van de geboekte afschrijvingen op het cliënteel met een bepaalde
Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere
Communicatie van duidelijke audit instructies aan de component auditors met opgave van de mogelijke audit aandachtspunten, specifieke audit risico's, uit te voeren controlewerkzaamheden volgens te hanteren materialiteitsgrenzen. Gedetailleerd nazicht van de aangeleverde rapporteringsdocumenten door de
Kritische beoordeling van de gehanteerde audit aanpak in overeenstemming met
Bespreking audit aandachtspunten met de lokale auditor en beoordeling de
Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de
Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de
materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
gehanteerde marktwaarde ervan aansluiten met marktgegevens.
"AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
kernpunt van onze controle.
voorgaande periodes.
cost income ratio is.
Geconsolideerde Jaarrekening.
volgende audit procedures uitgevoerd:
de geldende internationale audit standaarden.
aangeleverde bijkomende toelichtingen.
Geconsolideerde Jaarrekening.
de Geconsolideerde Jaarrekening
gebruiksduur.
lokale auditors.
de groep.
uitgevoerd:
Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten
Per 31 December 2020 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows (inclusief de effecten van COVID-19) van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten
Nazicht van de identificatie door het management van de "impairment"
Beoordeling van de door het management gehanteerde methode om te komen tot de marktwaarde van elke investering en gerelateerde goodwill om te
Beoordeling van de redelijkheid van de toekomstige kasstromen opgenomen in de waarderingstest op goodwill aan de hand van de historische resultaten en het beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management, evenals de COVID-19 impact op
Nagaan of de toekomstige cash flows gebaseerd zijn op business plannen die
8. Risico's bij de ondernemingen opgenomen volgens de
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode. Per 31 December 2020 bedraagt de totale waarde € 1.456 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 179 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde
Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het
opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Testen van de mathematische accuraatheid van de waarderingsmodellen. Beoordeling van de sensitiviteitsanalyse voorbereid door het management Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (Waarderingsregels – consolidatieprincipes) en Toelichting 8
verzekeren dat deze conform de geldende IFRS richtlijnen gebeurt. Beoordeling van de redelijkheid van de assumpties gebruikt in management 's inschatting van de realisatiewaarden (desgevallend met hulp van interne
in Toelichting 20 (Financiële instrumenten) bij de jaarrekening.
accounting" in gevaar kunnen brengen.
Beschrijving van het kernpunt
doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
werden goedgekeurd door de raden van bestuur.
(Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening.
vermogensmutatie-methode
Beschrijving van het kernpunt
Jaarrekening van de groep.
7. Goodwill
€ 326 miljoen.
indicatoren.
specialisten).
deze hypotheses.
Betrokken ondernemingen: LRE en Extensa
Per 31 December 2020 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.414 miljoen.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder level 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde" dit aangezien bepaalde parameters, gebruikt voor de waardering ervan, slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..). Daarom beschouwen we waardering van vastgoedbeleggingen als kernpunt van de controle.
De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van interne deskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:
Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
6. Waardering van de derivaten (diverse segmenten)
Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IFRS-normen worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde hetgeen overeenkomt met level 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Vennootschap "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder het eigen vermogen ("Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Het controlerisico ligt in de waardering van deze derivaten en bij de toepassing van de "hedge accounting". Daarom beschouwen we waardering van derivaten als kernpunt van de controle.
Per 31 December 2020 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 326 miljoen.
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows (inclusief de effecten van COVID-19) van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode. Per 31 December 2020 bedraagt de totale waarde € 1.456 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 179 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.
Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening, de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de SDG's (Sustainable Development Goals). Wij spreken ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de SDG's. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Patrick Rottiers - Partner * Wim Van Gasse - Partner *
en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
Andere vermeldingen
Diegem, 26 maart 2021
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris, Vertegenwoordigd door
* Handelend in naam van een BV
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65
Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid
informatie.
Vennootschap.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (voorheen artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen), anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de SDG's (Sustainable Development Goals). Wij spreken ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de SDG's. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 26 maart 2021
EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Partner * Wim Van Gasse - Partner *
* Handelend in naam van een BV
Overeenkomstig artikel 3:17 WVV wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.
BALANS - PASSIVA
B. Niet opgevraagd kapitaal (-)
C. Belastingvrije reserves
Overgedragen verlies (-) VI. Kapitaalsubsidies
Belastingen
Overige risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen
B. Handelsschulden
Kredietinstellingen
Grote herstellings- en onderhoudswerken
C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
III. Herwaarderingsmeerwaarden
(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018 Eigen vermogen (7) 1.919.737 2.065.800 1.853.043 I. Kapitaal 2.295 2.295 2.295 A. Geplaatst kapitaal 2.295 2.295 2.295
II. Uitgiftepremies 111.612 111.612 111.612
IV. Reserves 115.258 109.754 100.775 A. Wettelijke reserve 248 248 248 B. Onbeschikbare reserves 38.539 39.817 35.280 1. Eigen aandelen 38.504 39.783 35.246 2. Andere 35 35 35
D. Beschikbare reserves 76.471 69.689 65.246 V. Overgedragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 0 VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0 0
Schulden 119.608 87.590 156.908 VIII. Schulden op meer dan één jaar 1 2 0 A. Financiële schulden 1 2 0
D. Overige schulden 0 IX. Schulden op ten hoogste één jaar 119.443 87.117 156.741 A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 1 1 0 B. Financiële schulden (8) 36.758 30.107 23.999
Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]
| (€ 1.000) | Nota's | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 1.916.677 | 1.907.604 | 1.926.399 | |
| I. Oprichtingskosten | ||||
| II. Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | |
| III. Materiële vaste activa | (1) | 9.331 | 9.606 | 9.800 |
| A.Terreinen en gebouwen | 6.024 | 6.230 | 6.438 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.450 | 1.418 | 1.307 | |
| D. Leasing en soortgelijke rechten | 2 | 3 | 0 | |
| E. Overige materiële vaste activa | 1.856 | 1.955 | 2.054 | |
| F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | ||||
| IV. Financiële vaste activa | 1.907.346 | 1.897.998 | 1.916.599 | |
| A. Verbonden ondernemingen | (2) | 1.638.098 | 1.650.993 | 1.684.656 |
| 1. Deelnemingen | 1.618.215 | 1.640.726 | 1.667.248 | |
| 2. Vorderingen | 19.883 | 10.267 | 17.409 | |
| B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | (3) | 252.080 | 229.209 | 217.955 |
| 1. Deelnemingen | 252.080 | 229.209 | 217.955 | |
| 2. Vorderingen | 0 | 0 | 0 | |
| C. Andere financiële vaste activa | 17.168 | 17.797 | 13.988 | |
| 1. Aandelen | 17.160 | 17.789 | 13.980 | |
| 2. Vorderingen en borgtochten in contanten | 8 | 8 | 8 | |
| Vlottende activa | 122.669 | 245.786 | 83.553 | |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 10.000 | 0 | 745 | |
| A. Handelsvorderingen | ||||
| B. Overige vorderingen | (4) | 10.000 | 745 | |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| A. Voorraden | ||||
| 1. Grond-en hulpstoffen | ||||
| 2. Goederen in bewerking | ||||
| 3. Gereed product | ||||
| 4. Handelsgoederen | ||||
| 5. Onroerende goederen | ||||
| 6. Vooruitbetalingen | ||||
| B. Bestellingen in uitvoering | ||||
| VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar | 54.585 | 10.808 | 23.819 | |
| A. Handelsvorderingen | 1.199 | 1.239 | 1.206 | |
| B. Overige vorderingen | (5) | 53.386 | 9.569 | 22.613 |
| VIII. Geldbeleggingen | (6) | 51.592 | 210.526 | 48.773 |
| A. Eigen aandelen | 38.504 | 39.777 | 35.100 | |
| B. Overige beleggingen | 13.088 | 170.749 | 13.673 | |
| IX. Liquide middelen | 5.216 | 23.329 | 8.153 | |
| X. Overlopende rekeningen | 1.276 | 1.123 | 2.063 | |
| Totaal der activa | 2.039.346 | 2.153.390 | 2.009.952 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | (7) | 1.919.737 | 2.065.800 | 1.853.043 |
| I. Kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| A. Geplaatst kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| B. Niet opgevraagd kapitaal (-) | ||||
| II. Uitgiftepremies | 111.612 | 111.612 | 111.612 | |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | ||||
| IV. Reserves | 115.258 | 109.754 | 100.775 | |
| A. Wettelijke reserve | 248 | 248 | 248 | |
| B. Onbeschikbare reserves | 38.539 | 39.817 | 35.280 | |
| 1. Eigen aandelen | 38.504 | 39.783 | 35.246 | |
| 2. Andere | 35 | 35 | 35 | |
| C. Belastingvrije reserves | ||||
| D. Beschikbare reserves | 76.471 | 69.689 | 65.246 | |
| V. Overgedragen winst | 1.690.572 | 1.842.138 | 1.638.361 | |
| Overgedragen verlies (-) | ||||
| VI. Kapitaalsubsidies | ||||
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 0 | 0 | 0 | |
| VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Belastingen | ||||
| 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken | ||||
| 4. Overige risico's en kosten | ||||
| B. Uitgestelde belastingen | ||||
| Schulden | 119.608 | 87.590 | 156.908 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | 1 | 2 | 0 | |
| A. Financiële schulden | 1 | 2 | 0 | |
| B. Handelsschulden | ||||
| C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | ||||
| D. Overige schulden | 0 | |||
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 119.443 | 87.117 | 156.741 | |
| A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 1 | 1 | 0 | |
| B. Financiële schulden | (8) | 36.758 | 30.107 | 23.999 |
| 1. Kredietinstellingen | ||||
| 2. Overige leningen | 36.758 | 30.107 | 23.999 | |
| C. Handelsschulden | 225 | 609 | 175 | |
| 1. Leveranciers | 225 | 609 | 175 | |
| E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 2.357 | 4.340 | 2.766 | |
| 1. Belastingen | 127 | 84 | 123 | |
| 2. Bezoldigingen en sociale lasten | 2.230 | 4.256 | 2.643 | |
| F. Overige schulden | (9) | 80.102 | 52.060 | 129.801 |
| X. Overlopende rekeningen | 164 | 471 | 168 | |
| Totaal der passiva | 2.039.346 | 2.153.390 | 2.009.952 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten | ||||
| A. Kosten van schulden | 176 | 284 | 1.372 | |
| B. Andere financiële kosten | 1.041 | 939 | 848 | |
| C. Diensten en diverse goederen | 8.826 | 10.965 | 8.196 | |
| D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 2.279 | 2.036 | 1.779 | |
| E. Diverse lopende kosten | 213 | 204 | 197 | |
| F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa |
651 | 603 | 564 | |
| G. Waardeverminderingen | (10) | 4.540 | 6 | 75.287 |
| 1. Op financiële vaste activa | 1.571 | 0 | 74.625 | |
| 2. Op vlottende activa | 2.969 | 6 | 662 | |
| H. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Minderwaarde bij realisatie | (10) | 7.183 | 11.587 | 2.044 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 0 | 2 | 10 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 4.097 | 9.888 | 914 | |
| 3. Van vlottende activa | 3.086 | 1.697 | 1.119 | |
| J. Uitzonderlijke kosten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Belastingen | 147 | 65 | 9 | |
| L. Winst van het boekjaar | 10.321 | 213.548 | 62.580 | |
| M. Overboeking naar belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen winst van het boekjaar | 10.321 | 213.548 | 62.580 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| A. Te bestemmen winstsaldo | 1.852.459 | 1.851.909 | 1.717.428 | |
| 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 10.321 | 213.548 | 62.580 | |
| 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.842.138 | 1.638.361 | 1.654.848 | |
| Totaal | 1.852.459 | 1.851.909 | 1.717.428 |
RESULTATENREKENING
F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa
K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves
Resultaatverwerking
Opbrengsten
(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 23.572 108.235 122.059 1. Dividenden (11) 22.116 106.460 120.362 2. Interesten 544 787 72 3. Tantièmes 912 988 974 B. Opbrengsten uit vlottende activa 1.878 2.369 1.484 C. Andere financiële opbrengsten 0 1 0 D. Opbrengsten uit geleverde diensten 1.995 1.960 1.209 E. Andere lopende opbrengsten 377 330 318
G. Terugnemingen van waardeverminderingen (10) 7.009 16.359 3.357 1. Op financiële vaste activa 7.003 12.188 3.357 2. Op vlottende activa 6 4.171 0 H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 I. Meerwaarde bij realisatie (12) 196 109.349 24.450 1. Van materiële en immateriële vaste activa 5 11 20 2. Van financiële vaste activa 18 109.212 24.252 3. Van vlottende activa 172 126 177 J. Uitzonderlijke opbrengsten 348 1.633 0
L. Verlies van het boekjaar 0 0 0
N. Te bestemmen verlies van het boekjaar 0 0 0
C. Toevoeging aan het eigen vermogen 5.504 8.980 615 3. Aan de overige reserves 5.504 8.980 615 D. Over te dragen resultaat 1.690.572 1.842.138 1.638.361 1. Over te dragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361 F. Uit te keren winst 156.383 791 78.452 1. Dividenden 155.530 0 77.713 3. Tantièmes 605 598 588 3. Winstpremie voor werknemers 248 193 151 Totaal 1.852.459 1.851.909 1.717.428
| (€ 1.000) | Nota's | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | ||||
| A. Opbrengsten uit financiële vaste activa | 23.572 | 108.235 | 122.059 | |
| 1. Dividenden | (11) | 22.116 | 106.460 | 120.362 |
| 2. Interesten | 544 | 787 | 72 | |
| 3. Tantièmes | 912 | 988 | 974 | |
| B. Opbrengsten uit vlottende activa | 1.878 | 2.369 | 1.484 | |
| C. Andere financiële opbrengsten | 0 | 1 | 0 | |
| D. Opbrengsten uit geleverde diensten | 1.995 | 1.960 | 1.209 | |
| E. Andere lopende opbrengsten | 377 | 330 | 318 | |
| F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa | ||||
| G. Terugnemingen van waardeverminderingen | (10) | 7.009 | 16.359 | 3.357 |
| 1. Op financiële vaste activa | 7.003 | 12.188 | 3.357 | |
| 2. Op vlottende activa | 6 | 4.171 | 0 | |
| H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Meerwaarde bij realisatie | (12) | 196 | 109.349 | 24.450 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 5 | 11 | 20 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 18 | 109.212 | 24.252 | |
| 3. Van vlottende activa | 172 | 126 | 177 | |
| J. Uitzonderlijke opbrengsten | 348 | 1.633 | 0 | |
| K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen | ||||
| L. Verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | 5.504 | 8.980 | 615 | |
| 3. Aan de overige reserves | 5.504 | 8.980 | 615 | |
| D. Over te dragen resultaat | 1.690.572 | 1.842.138 | 1.638.361 | |
| 1. Over te dragen winst | 1.690.572 | 1.842.138 | 1.638.361 | |
| F. Uit te keren winst | 156.383 | 791 | 78.452 | |
| 1. Dividenden | 155.530 | 0 | 77.713 | |
| 3. Tantièmes | 605 | 598 | 588 | |
| 3. Winstpremie voor werknemers | 248 | 193 | 151 | |
| Totaal | 1.852.459 | 1.851.909 | 1.717.428 |
Activa
Anderzijds werd in 2020 het belang in CFE verhoogd (+1,19%) via een aankoop van 301.163 aandelen op de beurs en werd het kapitaal van AvH India Resources verhoogd.
Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements had in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%.
Een nieuwe lening werd toegekend aan Rent-A-Port en een lening aan Green Offshore werd overgeboekt van 'vorderingen op ten hoogste één jaar' naar 'vorderingen op verbonden ondernemingen'.
Kosten

Zetel - registratiegegevens
Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen Emailadres : [email protected] Website : https://www.avh.be
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 16 december 2020 onder nummer 20361786.
Onbepaald.
Rechtsvorm, toepasselijk recht
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.
De vennootschap heeft tot voorwerp:
(c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het algemeen;
statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het
De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm,
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis
Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis
WVV.
dochtervennootschappen.
Aard van de aandelen
binnen de grenzen van de wet.
te geven aan de vennootschap.
te stellen van deze regeling.
Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV. De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke
Algemene gegevens betreffende het kapitaal
Geplaatst kapitaal
vermelding van nominale waarde.
Kapitaalverhogingen
Toegestane kapitaal
november 2020.
bepalingen.
november 2020 wordt ontvangen.
NV.
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
ALGEMENE GEGEVENS
Algemene gegevens betreffende de vennootschap en
het kapitaal
0404.616.494
Zetel - registratiegegevens
Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen
RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen
Datum van oprichting, laatste statutenwijziging
van 16 december 2020 onder nummer 20361786.
Duur van de vennootschap
Rechtsvorm, toepasselijk recht
De vennootschap heeft tot voorwerp:
dezen onder alle vormen;
het vlotbrengen van boten en schepen;
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.
Onbepaald.
Voorwerp
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad
(a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan
(b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van waterlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graafwerken en algemene aanneming van constructies, evenals
Emailadres : [email protected] Website : https://www.avh.be
BETREFFENDE DE VENNOOT-
(c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het
(d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer
(e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden,
(f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van
(g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussenkomst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle bestaande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden of verenigingen zonder onderscheid in België of in het
(h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of
(i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft;
(j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de bedrijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan,
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de
kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap
van alle producten van de ontginnings-nijverheid;
alle intellectuele rechten, brevetten en concessies;
onroerende goederen en welkdanige onroerende rechten;
algemeen;
buitenland;
deelnemingen;
activiteiten van een holding.
verwezenlijking daarvan te bevorderen.
uitgeoefend worden.
SCHAP EN HET KAPITAAL
Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV. De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25 november 2020.
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 november 2020 wordt ontvangen.
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het WVV.
De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar dochtervennootschappen.
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap.
Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis te stellen van deze regeling.
waarvan de positieve aspecten van een 'best in class' benadering niet opwegen
FINANCIËLE EN JURIDISCHE TERMINOLOGIE
Cost-income ratio: de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van
Common Equity Tier1-kapitaalratio (CET1): de reglementaire kernkapitaalbuffer aangehouden door banken om eventuele verliezen op te
EBITDA: EBIT vermeerderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen op
ESEF: het 'European Single Electronic Format' is een elektronisch rapporteringsformaat, via dewelke emittenten op de Europese gereguleerde markten hun
Huurrendement op basis van reële waarde: voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking genomen, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop.
Waardecreatie: de gemiddelde groei (CAGR) van het geconsolideerd eigen vermogen (deel groep) inclusief dividenden, gemeten over een bepaalde
Netto financiële positie: geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen
Rendement op eigen vermogen (ROE): het nettoresultaat gedeeld door het
SPV (Special Purpose Vehicle): een vennootschap waarin een project of een
TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations): een ECBinstrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en
Vastgoedbestand: het uitstaand vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.
XBRL: een elektronische taal die speciaal ontwikkeld werd voor de uitwisseling
min korte en lange termijn financiële schulden.
deel van een project geïsoleerd is.
eigen vermogen bij het begin van de beschouwde periode.
WVV: Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
van financiële rapportering over internet.
tijdsperiode.
consumenten.
tegen een belangrijke negatieve ESG-impact.
opbrengsten) van de bankactiviteiten.
jaarverslagen dienen op te maken.
EBIT: bedrijfsresultaat vóór intresten en belastingen.
vangen.
vaste activa.
waarvan de positieve aspecten van een 'best in class' benadering niet opwegen tegen een belangrijke negatieve ESG-impact.


Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon: +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494
• Foto's Ackermans & van Haaren
© Ian Segal
• Concept en realisatie
Mission to Mars nv (www.missiontomars.agency)
De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be
This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.


| 20 mei 2021 Tussentijdse verklaring Q1 2021 | |
|---|---|
| 25 mei 2021 Algemene vergadering | |
| 31 augustus 2021 Halfjaarresultaten 2021 | |
| 23 november 2021 Tussentijdse verklaring Q3 2021 |

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be
YOUR PARTNER
JAAR-
2020
GROWTH
JAARVERSLAG 2020
FOR SUSTAINABLE
VERSLAG
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.