AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Ackermans & van Haaren NV

Annual Report Mar 29, 2019

3903_10-k_2019-03-29_93ec5fe2-612d-4a2d-b1e8-a4a0df4a9c55.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Jaarverslag 2018

Jaarverslag 2018

Ackermans & van Haaren NV

2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70

Begijnenvest 113

[email protected] www.avh.be

23 mei 2019 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2019

22 november 2019 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2019

27 mei 2019 ...................................................... Algemene vergadering 30 augustus 2019 ..................................... Halfjaarresultaten 2019

Financiële kalender

28 februari 2020 ......................................... Jaarresultaten 2019

Marine Engineering & Contracting

Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Dit verslag bevat:

  • het gecombineerde enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, opgesteld overeenkomstig artikel 119, laatste lid W.Venn.,
  • een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkomstig artikel 105 W.Venn.,
  • en de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening.

De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W.Venn., samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.

Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité (namelijk Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen) dat, voor zover hen bekend:

  • a) de jaarrekeningen vervat in dit verslag, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • b) het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:

Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]

Real Estate & Senior Care

Private Banking

Energy & Resources

Growth Capital

• Missie 6
• 2018 in een oogopslag 8
• Woord van de voorzitters 14
• Jaarverslag over de
enkelvoudige jaarrekening 18
• Jaarverslag over de
geconsolideerde jaarrekening 20
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur 24
• Remuneratieverslag 35
• Verklaring van
niet-financiële informatie 38
• Maatschappelijk verantwoord
ondernemen 56
• Dagelijkse leiding en controle 66
Marine
& Cont
DEME 72
CFE 76
Rent-A-Port 80
Green Offshore 81
Delen Private Bank 84
Bank J.Van Breda & C° 88
Extensa 94
Leasinvest Real Estate 97
Anima Care 100
HPA 102
SIPEF 106
Sagar Cements 109
Agidens 114
AXE Investments 115
Euro Media Group 116
Manuchar117
Mediahuis118
OncoDNA119
Telemond 120
Turbo's Hoet Groep 121
• Financiële staten 123
• Inhoudstafel 125
• Geconsolideerde jaarrekening 126
• Enkelvoudige jaarrekening 203
• Algemene gegevens betreffende
de vennootschap en het kapitaal 208
• Lexicon 210

Partners for sustainable growth

Onze missie is aandeelhouderswaarde creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties met internationaal groeipotentieel.

Langetermijnperspectief

  • Duidelijke afspraken met participaties rond doelstellingen.
  • Verantwoordelijkheid van de participaties voor hun eigen financiële positie.
  • Streven naar jaarlijkse groei van de resultaten van elke deelneming en van de groep in haar geheel.
  • Focus op groeibedrijven in een internationale context.

Positionering van Ackermans & van Haaren

  • Een onafhankelijke gediversifieerde groep.
  • Geleid door een ervaren, multidisciplinair managementteam.
  • Een gezonde financiële structuur ter ondersteuning van de groeiambities van de participaties.

Partners

  • Ackermans & van Haaren is zelf een partnership van bij haar oorsprong.
  • Succesvol track record van partnerships met families, co-aandeelhouders en managementteams als basis voor verdere groei.

Sustainable

  • Ontwikkeling en groei van de activiteiten op een duurzame wijze, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
  • Transparante rapportering en communicatie, met oog voor financiële evenwichten en discipline.
  • Focus op recurrente resultaten en een gestaag groeiend dividend op lange termijn.

Proactieve aandeelhouder

  • Betrokken bij selectie van topmanagement en definitie van langetermijnstrategie.
  • Permanente dialoog met management.
  • Opvolging van en controle op strategische focus, operationele en financiële discipline.
  • Actieve steun aan het management voor specifieke operationele en strategische projecten.

Growth

  • Een groep van ondernemers die via internationalisatie en innovatie op een recurrente wijze haar ondernemingen wil uitbouwen.
  • Focus op 'operational excellence' en de capaciteit om een recurrente, rendabele groei op lange termijn te verwezenlijken.

"Als de familiale geschiedenis van Ackermans & van Haaren ons één les heeft geleerd, dan is het de overtuiging dat waardecreatie op lange termijn nauw samenhangt met een focus op duurzame groei, vertrekkend vanuit een financieel gezonde balans, in samenwerking met partners die dezelfde visie delen."

2018 in een oogopslag

  • DEME en CFE realiseren beide een mooie omzetgroei. In combinatie met een meerwaarde die Rent-A-Port heeft gerealiseerd in Vietnam en de eerste bijdrage vanuit de deelneming in het offshore windpark Rentel (via Green Offshore) vertaalt zich dit ook in een stijging met 27,5 miljoen euro van de contributie van 'Marine Engineering & Contracting' tot 118,1 miljoen euro.
  • SIPEF en Sagar Cements realiseerden in 2018 allebei een flinke stijging van hun producties. Deze volstaan evenwel niet om de prijsdalingen in 2018 van palmolie (SIPEF) en cement in India (Sagar) op te vangen, hetgeen de daling van de winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verklaart.

• De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen

  • Niettegenstaande de onrust op de financiële markten in het vierde trimester van 2018, hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & Co commercieel uitstekend gepresteerd. Beide banken dragen in het segment 'Private Banking' gezamenlijk 121,3 miljoen euro bij tot het groepsresultaat van 2018 (2017: 113,9 miljoen euro).
  • De verkoop door de Franse rusthuisgroep HPA van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd, draagt 21,3 miljoen euro bij tot de jaarwinst van AvH en verklaart

"Ackermans & van Haaren heeft in 2018 volop ingezet op de verdere uitbouw van haar kernsectoren. Dat de resultaatsbijdrage van deze deelnemingen stijgt met 35,4 miljoen euro (+13%) tot een recordniveau van 312,4 miljoen euro, stemt dan ook tot tevredenheid."

Jan Suykens, CEO - Voorzitter van het executief comité

euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren.

De daling van de bijdrage afkomstig van niet-recurrente elementen en het ontbreken van de herwaarderingsmeerwaarde die in 2017 moest worden uit-

waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.

gedrukt (19,8 miljoen euro, m.b.t. SIPEF) verklaart waarom het groepsresultaat (289,6 miljoen euro) uiteindelijk lager uitvalt dan de 302,5 miljoen euro van 2017.

Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel groep)

(€ mio) 2018 2017
Marine Engineering & Contracting 118,1 90,6
Private Banking 121,3 113,9
Real Estate & Senior Care 65,3 54,3
Energy & Resources 7,7 18,2
Bijdrage van de kernsectoren 312,4 277,0
Growth Capital -6,9 -1,3
AvH & subholdings -13,7 -10,6
Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen -2,2 17,6
Resultaat voor herwaarderingsmeerwaarden 289,6 282,7
Herwaarderingsmeerwaarden - 19,8
Geconsolideerd nettoresultaat 289,6 302,5
Kerncijfers geconsolideerde balans
(€ mio) 2018 2017
Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) 3.176,5 2.972,2
Nettothesaurie van AvH & subholdings 102,9 80,2

Economische voetafdruk van de AvH-groep

Rest van de wereld

Real Estate & Senior Care

(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2018, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel.

Markante feiten 2018

Partners for sustainable growth

Woord van de voorzitters

14 Partners for sustainable growth

Luc Bertrand en Jan Suykens

Dames en heren aandeelhouders,

Onze groep heeft in 2018 opnieuw goed standgehouden in een heel volatiele en onzekere wereld, waarin economische groeiprognoses negatief werden bijgesteld. In deze context acht de ECB het noodzakelijk om een laag rentebeleid te handhaven. Ook de politieke agenda van de grootmachten weegt op de perspectieven van de wereldhandel, en het spook van een handelsoorlog tussen Oost en West is nog steeds niet verdreven.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de financiële markten lijden onder deze

onzekerheden en onduidelijke perspectieven. De grote indexen kenden een sterke daling in het laatste kwartaal van het jaar. De BEL20 begon het jaar op 3.980, daalde tot een dieptepunt van 3.165 op 27 december 2018 en eindigde het jaar op 3.244. De FTSE20 startte op 7.724, om na het dieptepunt van 6.584 op 27 december terug licht te stijgen tot 6.728

Luc Bertrand en Jan Suykens

de voorzitters

Woord van

"De kernparticipaties van de AvH-groep hebben solide resultaten gerealiseerd over 2018."

dan 30 miljoen euro.

Luc Bertrand en Jan Suykens

van de portefeuille, maar de uitstap uit Distriplus woog op de groep voor meer De desinvesteringen brachten 82,9 miljoen euro cash op. Daartegenover investeerde AvH in 2018 voor 85,7 miljoen euro in de versterking van haar portefeuille, o.m. 25,2 miljoen euro in de kapitaalverhoging van LRE, 7,4 miljoen euro in de verhoging van haar deelneming in SIPEF (tot 31,59%), 7,5 miljoen euro in de financiering van

op jaareinde. Ook de MSCI Global Index toonde een gelijkaardige trend, van 520 met een dieptepunt van 445 in de laatste week van december vooraleer te eindigen op 455.

De focus van Ackermans & van Haaren op de versterking van haar kernsectoren vertaalt zich in een mooie stijging van het 'courant' resultaat, gemeten aan de nettobijdrage van de kernparticipaties, tot 312,4 miljoen euro d.w.z. een stijging van 13% t.o.v. 2017 (277,0 miljoen euro). Deze stijging wordt gerealiseerd in de 3 kernsectoren:

  • Marine Engineering & Contracting: +30% tot 118 miljoen euro (2017: 91 miljoen euro)
  • Private Banking: +6,5% tot 121 miljoen euro (2017: 114 miljoen euro)
  • Real Estate & Senior Care: +20% tot 65 miljoen euro (2017: 54 miljoen euro)

Alleen het segment 'Energy & Resources' kende een daling tot 8 miljoen euro (2017: 18 miljoen euro), hoofdzakelijk te wijten aan de daling van de marktprijzen van palmolie in de wereld en cement in India, niettegenstaande de onderliggende productievolumestijgingen.

Green Offshore (in het kader van de windparken Rentel en SeaMade) en 28 miljoen euro als derde en laatste schijf in het kader van de verwerving van het minderheidsbelang van 26% van NPM Capital in Sofinim. Per einde boekjaar werd bovendien nog 7,4 miljoen euro betaald voor een belang van 2,45% in EVS.

Dat het nettoresultaat over 2018 licht lager ligt (289,6 miljoen euro) t.o.v. 2017 (302,5 miljoen euro) is hoofdzakelijk te verklaren door 2 elementen. In 2017 boekte SIPEF een niet-recurrente winst ingevolge een verplichte herwaardering onder IFRS t.b.v. 19,8 miljoen euro (deel AvH). In 2018 werden er weliswaar nog 14,8 miljoen euro meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van onze deelnemingen in Atenor en BDM-Asco in het kader van een verdere stroomlijning

Aldus bedroeg de netto cash per einde 2018 bijna 103 miljoen euro. De financiële capaciteit van de groep is evenwel een multiple van deze cash op de balans. Enerzijds heeft AvH geen netto financiële schulden en wel belangrijke kredietlijnen ter beschikking, anderzijds kan een normale rotatie binnen de Growth Capital-portefeuille en een grotere focus binnen de kernparticipaties nog substantiële cashreserves genereren, zoals de verkoop van de deelneming in HPA - aangekondigd medio maart 2019 - bewijst.

AvH wenst deze middelen op een voorzichtige wijze te investeren, enerzijds ter versterking van haar kernparticipaties (zoals in het verleden reeds is gebeurd, bv. bij CFE/DEME, Leasinvest Real Estate, SIPEF en Anima Care), en anderzijds door pro-actief nieuwe investeringsopportuniteiten op te sporen in het verlengde van de bestaande kennis, ervaring en netwerken van deze kernsectoren. Zo wordt er actief geprospecteerd in de brede sectoren van cleantech, fintech, medtech en food & agtech.

Met Biolectric (AvH 60%) werd in februari 2019 een eerste investering gerealiseerd in het kader van voornoemde investeringsstrategie. Biolectric, opgericht in 2011, is marktleider in het segment van de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (< 100 kW). Het methaangas uit mest wordt omgezet in bruikbare energie (elektriciteit en warmte), waardoor de uitstoot van schadelijke broeikasgassen wordt vermeden. Biolectric's activiteit draagt zo bij tot een klimaatefficiënte landbouwproductie en sluit perfect aan bij AvH's missie 'Partners for sustainable growth'.

Het geconsolideerd eigen vermogen van de groep steeg alweer met bijna 10% tot 3.176,5 miljoen euro (+9,3% inclusief dividend).

Het AvH-model heeft over de laatste 10 jaar zijn nut bewezen en een track record gebouwd. Over de periode 2009-2018 verdubbelde het geconsolideerd eigen vermogen van 1.595 miljoen euro tot 3.176 miljoen euro. De courante winst, gemeten aan de bijdrage van de kernsectoren, verdrievoudigde van 105 miljoen euro tot 312 miljoen euro. Dit courant resultaat werd in 2009 nog voor 47% door 'Marine Engineering & Contracting', voor 43% door 'Private Banking', en slechts voor 10% door de resterende activa gegenereerd. Het resultaat kende niet alleen een gestage groei over deze periode, maar de kwaliteit van de in 2018 gegenereerde winst is bovendien verbeterd en versterkt aangezien nu elk segment substantieel bijdraagt:

Aandeel eigen vermogen Aandeel courant resultaat
Marine Engineering &
Contracting
33% 38%
Private Banking 36% 39%
Andere segmenten 31% 23%

De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor het dividend te verhogen met 5,5% tot 2,32 euro per aandeel, hetzij een totaal bedrag van 77.712.817 euro.

DEME realiseerde in 2018 een stijging van haar omzet met 12,3% tot 2.645,8 miljoen euro (2017: 2.356,0 miljoen euro), met een stabiele EBITDA van 458,9 miljoen euro (2017: 455,5 miljoen euro) en een stabiel nettoresultaat van 155,6 miljoen euro (2017: 155,1 miljoen euro). De offshore activiteiten van DEME (Geosea, Tideway, A2Sea) leverden alweer een sterke bijdrage met een aandeel van 46% in de totale omzet.

De verbetering van de operationele marge in de tweede jaarhelft t.o.v. de eerste jaarhelft, om globaal te eindigen op 17,3% van de omzet, heeft zowel in negatieve (1H) als positieve (2H) zin te maken met de laattijdige oplevering van het kabelinstallatieschip Living Stone en het zelfvarende hefvaartuig Apollo. Het toont aan dat DEME drie jaar geleden de juiste investeringsbeslissingen heeft gemaakt in functie van de verwachte orderboek- en omzetevolutie.

Samen met de per einde 2019/begin 2020 verwachte oplevering van de Bonny River, de Spartacus en de Orion verklaart dit de stijging van de netto schuldpositie tot 556 miljoen euro per einde 2018, hetgeen nog steeds maar 1,2 x EBITDA bedraagt. Het geconsolideerd eigen vermogen van DEME is intussen per einde 2018 gestegen tot 1.401 miljoen euro.

Inclusief de nog niet definitief bevestigde orders bedraagt het orderboek per einde 2018 ongeveer 4.700 miljoen euro. Het aandeel van de offshore windprojecten blijft belangrijk, evenals de maritieme civiele bouwprojecten binnen DIMCO (voornamelijk in de Benelux), maar ook de traditionele baggermarkt kent een voorzichtige heropleving.

Luc Vandenbulcke zal als nieuwe CEO van DEME de gevoerde strategie van innovatie en diversificatie via een versterkte organisatie verder ontwikkelen, terwijl Alain Bernard zich zal toeleggen op de toekomst van DEME Concessions en het potentieel van 'deep sea harvesting' via GSR. Wij geloven dat op deze manier DEME nog sterker gepositioneerd zal zijn om de uitdagingen en opportuniteiten van een steeds globaler, complexer en meer gediversifieerd 'marine engineering'-bedrijf aan te pakken.

CFE realiseerde in 2018 een stijging (+40%) van haar omzet tot 994,9 miljoen euro, mede dankzij de integratie van Van Laere, en realiseerde een nettowinst van 17,9 miljoen euro. Daar waar 2017 nog beïnvloed was door uitzonderlijke winsten, realiseerde de Contracting- (15,2 miljoen euro) en Vastgoedontwikkelingspoot (9,3 miljoen euro) een gezonde operationele marge, ondanks de negatieve impact van de afbouw van de activiteiten in Tunesië. Alle onderdelen van CFE realiseerden een positieve bijdrage tot dit resultaat en droegen bij tot de stijging van het orderboek van CFE Contracting tot 1.320 miljoen euro.

CFE heeft in de loop van de tweede jaarhelft 2018 een betaling voor een tegenwaarde van 7,5 miljoen euro ontvangen op haar vordering op Tsjaad, en blijft hoopvol voor een globale oplossing met de Afreximbank.

Rent-A-Port verhoogde haar bijdrage tot het groepsresultaat, dankzij een meerwaarde gerealiseerd n.a.v. de intrede van Tepco in het elektriciteitsdistributiefiliaal in Haiphong. Begin 2019 kochten AvH en CFE de oprichters van Rent-A-Port uit zodat ze nu samen 100% van Rent-A-Port aanhouden.

Green Offshore kende een positieve bijdrage dankzij de opstart van het Rentel-windpark voor de Belgische kust.

Zowel Delen Private Bank als Bank J. Van Breda & C° kenden het tweede beste jaar ooit qua inflows. Door de daling van de aandelenmarkten in het vierde kwartaal 2018 vertaalt deze sterke commerciële prestatie zich per 31 december 2018 niet in de totale activa in beheer. Deze bedroegen 27.673 miljoen euro bij Delen Private Bank (29.410 miljoen euro per einde 2017), 9.563 miljoen euro bij JM Finn (10.475 miljoen euro per einde 2017) en 476 miljoen euro bij Oyens & Van Eeghen (660 miljoen euro per einde 2017).

De betere prestatie van de financiële markten heeft per einde februari 2019 toegelaten een groot deel van de mindere prestaties van de fondsen in te lopen.

De volumes bij Bank J.Van Breda & C° hebben in 2018 iets beter standgehouden. Deposito's stegen met 7% tot 4,9 miljard euro en de kredietportefeuille steeg met 6% tot 4,8 miljard euro. De buitenbalansbeleggingen kenden (inclusief markteffect) toch nog een lichte stijging met 2% tot 9,4 miljard euro.

De klanten van Bank J.Van Breda & C° vertegenwoordigen ongeveer 20% van de totale activa in beheer bij Delen Private Bank, en zijn jaarlijks goed voor 30 à 40% van de inflows. Dankzij het netwerk van Bank J.Van Breda & C° maar ook dankzij de eigen strategie van opening van lokale kantoren (Leuven en Knokke in 2018), realiseert Delen Private Bank nu bijna twee derde van haar inflows uit de regionale kantoren buiten Brussel en Antwerpen. De eigen commerciële dynamiek van Delen Private Bank, en de synergieën met Bank J.Van Breda & C° versterken continu de posities van beide banken als vermogensbeheerder en -begeleider op de Belgische markt.

Globaal genomen vertegenwoordigen Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° een toevertrouwd vermogen van meer dan 45 miljard euro, waarvan meer dan 35 miljard euro in België.

Delen Private Bank realiseerde in 2018 een geconsolideerde nettowinst van 112,4 miljoen euro. Niettegenstaande de belangrijke investeringen in de commerciële strategie met de opening van nieuwe kantoren, bleef de cost-income ratio van Delen Private Bank (excl. JM Finn en Oyens & Van Eeghen) op een uiterst competitieve 44%. Met een eigen vermogen van 742,9 miljoen euro en een Core Tier1-kapitaalratio van 30,9% blijft de groep sterk gekapitaliseerd.

Dankzij de sterke commerciële groei, en niettegenstaande de aanhoudend lage rente een negatieve impact heeft op de netto rente-inkomsten, kan Bank J.Van Breda & C° haar totale opbrengsten toch nog laten stijgen tot 143,8 miljoen euro. Mede dankzij eenmalige belastingseffecten steeg de nettowinst tot 42,2 miljoen euro. Met een solide Core Tier1-kapitaalratio van 13,6% en vooral een uiterst conservatieve leverageratio van 8,6% beschikt Bank J.Van Breda & C° over een sterke en liquide balans, geheel ten behoeve van haar doelgroepklanten.

Ook de sector 'Real Estate & Senior Care' kende alweer een stijging van haar bijdrage tot het groepsresultaat met 20% tot 65,3 miljoen euro. Deze stijging is voor 21 miljoen euro te danken aan de meerwaarde die HPA heeft kunnen realiseren op de verkoop van het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra. Ook Anima Care verkocht in de loop van de tweede jaarhelft 2018 de muren van één van haar residenties.

Extensa leverde een bijdrage op hoog niveau met een nettoresultaat van 27,2 miljoen euro (29,9 miljoen euro in 2017). In 2018 kwam de bijdrage hoofdzakelijk van de ontwikkelingssite Cloche d'Or in Luxemburg met de oplevering van een kantoorgebouw voor Alter Domus einde 2018, en Deloitte begin 2019. Ook de residentiële ontwikkelingen op de site blijven zeer succesvol verlopen. Op de site van Tour & Taxis was het in 2018 wachten op de vergunningen voor de ontwikkeling van de Gare Maritime en de achterliggende residentiële zone. Dankzij de in november 2018 bekomen bouwvergunning kan nu in 2019/2020 deze nieuwe ontwikkelingsfase van start gaan.

Leasinvest Real Estate zag in 2018 de reële waarde van haar vastgoedportefeuille stijgen tot 1.037 miljoen euro. Daarbij werden de posities in Luxemburg (54% van de portefeuille) en Oostenrijk (10%) versterkt, en werd met Hangar 26/27 een eerste project op de Antwerpse kantoormarkt verworven. Dankzij een kapitaalverhoging t.b.v. 84 miljoen euro, waarop AvH voor haar volledig procentueel belang heeft ingeschreven, daalde de schuldgraad tot een meer aanvaardbaar niveau van 53,5%.

Anima Care exploiteert per einde december 2018 2.097 bedden gespreid over 21 zorgresidenties (9 in Vlaanderen, 8 in Brussel en 4 in Wallonië), en realiseert daarmee een omzet van 84 miljoen euro. Anima Care bouwt momenteel 4 gloednieuwe woonzorgcentra die in 2019 in exploitatie zullen worden genomen, nl. in Vorst, Anderlecht, Zoutleeuw en Bilzen.

HPA exploiteert per einde december 2018 2.647 bedden over 35 residenties verspreid over heel Frankrijk (buiten Parijs), en realiseert daarmee een omzet van 120 miljoen euro. HPA heeft momenteel uitbreidings- of relocatieprojecten voor een 7-tal sites in voorbereiding of realisatie. Op 14 maart 2019 heeft AvH aangekondigd dat zij een akkoord heeft gesloten met de Franse rusthuisgroep DomusVi m.b.t. de overname van HPA.

Zowel Anima Care als HPA zetten in op een kwalitatieve zorg voor hun residenten en zijn het bewijs dat een privé-uitbater in deze sector kwaliteitszorg én rentabiliteit kan combineren dankzij het langetermijnperspectief en een voorzichtige financiering.

SIPEF realiseerde in 2018 een stijging van haar totale palmolieproductie met 6,3% tot 351.757 ton. De daling van de palmolieprijs op de wereldmarkt (gemiddeld 598 USD/ton in 2018 tegenover 715 USD/ton in 2017) heeft natuurlijk een substantiële impact gehad op de omzet (-14% tot 275 miljoen USD) en het nettoresultaat (30 miljoen USD).

SIPEF blijft haar nieuw verworven plantages op Musi Rawas en Dendymarker verder aanplanten zoals voorzien. Aldus bedraagt het totaal per einde 2018 aangeplante areaal reeds 80.540 hectare.

AvH heeft van de marktomstandigheden gebruik gemaakt om haar participatie licht te verhogen tot 31,59%. AvH blijft geloven in het potentieel van duurzame palmolie als de meest efficiënte plantaardige olie voor de Aziatische bevolking. SIPEF is en wil 100% RSPO-conform blijven, zowel in haar bestaande als nieuw aan te planten plantages.

Ook bij Sagar Cements heeft de omzetstijging (+17%) niet geleid tot een stijging van het resultaat omwille van de lokale marktprijzen. In het kader van de geplande productie-uitbreiding tot 8,25 miljoen ton per jaar, heeft Sagar begin 2019 besloten tot een kapitaalverhoging. AvH zal voor bijna 14 miljoen euro hieraan deelnemen, waardoor het belangenpercentage van AvH zal stijgen tot 21,85%.

De bijdrage van het segment 'AvH & Growth Capital' is volledig vertekend door het verlies dat geboekt werd n.a.v. de exit uit Distriplus, die voor 30,7 miljoen euro heeft gewogen op het groepsresultaat.

Mediahuis, Euro Media Group, Turbo's Hoet Groep en Telemond konden hun resultaten verbeteren. Agidens leed onder de verliezen op één project, en ook Manuchar tekende een verlies op omwille van de geplande sluiting van een mijnbouwactiviteit in Mexico.

De beoogde stroomlijning van de portefeuille heeft in 2018 geleid tot verkoop van de deelnemingen in Atenor en BDM-Asco, hetgeen gezamenlijk een cashopbrengst genereerde van 43,7 miljoen euro, en een meerwaarde van 14,8 miljoen euro.

De strategie van de groep blijft gericht op 'focus & diversificatie': focus op het versterken van de recurrente duurzame winstgroei van onze kernsectoren en een gezonde diversificatie naar nieuwe groei-opportuniteiten.

Mede dankzij de versterking van het investeringsteam en de ruime financiële middelen waarover de groep beschikt, zien we de toekomst van AvH dan ook met vertrouwen tegemoet.

Wij wensen alle medewerkers van de groep, zowel op de Begijnenvest als de 22.700 medewerkers wereldwijd in de groepsmaatschappijen, te danken voor hun continue inzet tot de succesvolle en duurzame ontwikkeling van Ackermans & van Haaren.

21 maart 2019

Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur

Jan Suykens Voorzitter van het executief comité

Jaarverslag van de raad van bestuur

Geachte aandeelhouder,

Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2018 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 119 W.Venn.

I Enkelvoudige jaarrekening

1. Kapitaal en aandeelhouderschap

Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 46.000 opties toegekend in 2018. De per 31 december 2018 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 334.000 aandelen Ackermans & van Haaren (0,01%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).

2. Activiteiten

Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2018, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10).

3. Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening

3.1 Financiële toestand per 31 december 2018

De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving. Het balanstotaal bedraagt eind 2018 2.010 miljoen euro, een daling ten opzichte van vorig jaar (2017: 2.735 miljoen euro). De activa bestaan uit 10 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 49 miljoen euro geldbeleggingen en 1.917 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden het boeken van het dividend van 78 miljoen euro en de winst van het boekjaar van 63 miljoen euro per saldo tot een eigen vermogen van 1.853 miljoen euro (2017: 1.869 miljoen euro). In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met latente meerwaarden die in de portefeuille van Ackermans & van Haaren en groepsvennootschappen aanwezig zijn. In 2018 bestonden de financiële schulden op korte termijn voornamelijk uit de uitgifte van thesauriebewijzen of commercial paper. Dochtervennootschap AvH Coordination Center werd in de tweede jaarhelft ontbonden, waardoor de interne groepsschulden aanzienlijk daalden. De overige schulden bevatten reeds de aan de gewone algemene vergadering voorgestelde winstverdeling over het boekjaar 2018. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2018 304.867 eigen aandelen in en verkocht er 323.709. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die op 1 juli 2013 in voege trad.

3.2 Bestemming van het resultaat

De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:

Over te dragen winst 1.638.361.099
Winstpremie voor werknemers(1) 151.416
Tantièmes 587.500
Vergoeding van het kapitaal 77.712.817
Toevoeging aan de beschikbare reserves 0
Toevoeging aan de onbeschikbare reserves 615.385
Toevoeging aan de wettelijke reserve 0
Totaal te bestemmen 1.717.428.218
Winst van het boekjaar 62.580.337
Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.654.847.881

(1) Winstdeelname ten gunste van werknemers zonder participatie in het kapitaal van AvH, cfr bepalingen van het zomerakkoord.

De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,32 euro bruto per aandeel. Na inhouding van roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 1,624 euro per aandeel. Indien de gewone algemene vergadering dit voorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 5 juni 2019. Na deze bestemming bedraagt het eigen vermogen 1.853.043.264 euro en is het als volgt samengesteld:

Kapitaal
Geplaatst 2.295.278
Uitgiftepremies 111.612.041
Reserves
Wettelijke reserve 248.081
Onbeschikbare reserves 35.280.304
Belastingvrije reserves 0
Beschikbare reserves 65.246.462
Overgedragen winst 1.638.361.099
Totaal 1.853.043.264

3.3 Vooruitzichten

De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.

4. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar

Sinds de afsluiting van het boekjaar 2018 hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, uitgezonderd deze vermeld in II.3 hierna.

5. Onderzoek en ontwikkeling

De vennootschap heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling ondernomen.

6. Financiële instrumenten

Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2018 had Ackermans & van Haaren, noch enige andere integraal geconsolideerde deelneming binnen het segment 'AvH & Growth Capital', dergelijke instrumenten uitstaan.

7. Mededelingen

7.1 Toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen

In 2018 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenregeling van artikel 523 W.Venn.

7.2 Bijkomende vergoeding commissaris

Overeenkomstig artikel 134, §§2 en 4 W.Venn. delen wij u mee dat er bijkomende vergoedingen werden betaald van 1.900 euro (excl. btw) voor een opleiding inzake niet-financiële verslaggeving en van 10.000 euro (excl. btw) voor diverse werkzaamheden aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, en van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen.

7.3 Inkoop of vervreemding van eigen aandelen

Op 13 november 2017 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2018 304.867 eigen aandelen in en verkocht er 323.709. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (pag. 191-192).

Rekening houdend met de verkoop van 323.709 eigen aandelen is de situatie per 31 december 2018 als volgt:

Aantal eigen aandelen 343.415 (1,03%)
Fractiewaarde per aandeel 0,07 euro
Gemiddelde prijs per aandeel 102,63 euro
Totale investeringswaarde 35.245.551 euro

7.4 Mededeling op grond van de wet op de openbare overnamebiedingen

Bij brief van 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.

7.5 Beschermingsconstructies

De buitengewone algemene vergadering heeft op 13 november 2017 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 W.Venn.

De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering plaatsvindt, d.i. 13 november 2020.

De raad van bestuur is tevens gemachtigd gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 13 december 2020) om aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.

II Geconsolideerde jaarrekening

1. Risico's en onzekerheden

Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen).

Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's. Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.

Risico's op het niveau van Ackermans & van Haaren

Strategisch risico

Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. De verwezenlijking van de doelstelling kan negatief worden beïnvloed door moeilijkheden bij het identificeren of financieren van transacties of bij de overname, integratie of verkoop van deelnemingen.

De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van deze macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.

Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle, die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.

Risico gerelateerd aan de beursnotering

Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.

De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hogervermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn en de daaraan verbonden speculatie kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.

Liquiditeitsrisico

Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positie zonder netto financiële schulden. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen schuldfinanciering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van 'AvH & subholdings' zijn op 31 december 2018 beperkt tot 24,0 miljoen euro, met name door AvH uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper-programma).

Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, en die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.

Risico's op het niveau van de participaties

Marine Engineering & Contracting

De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; de evolutie van het reglementair kader; en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. Binnen nieuwe markten zoals de ontwikkeling van concessies voor windmolenparken worden de bedrijven geconfronteerd met een nog niet gestabiliseerd reglementair kader, de technologische evoluties en het vermogen om deze grootschalige projecten te financieren. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de tenderfase.

De bouw- en baggersector is typisch onderhevig aan conjuncturele bewegingen. De markt van grote traditionele infrastructuurbaggerwerken kan sterke cyclische schommelingen ondergaan, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam, Tsjaad en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.

DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Hoewel Rent-A-Port vooral actief is in landen buiten de eurozone, wordt het vooral aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.

Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures opgesteld teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Het orderboek van CFE in Afrika is sterk verminderd. Begin 2018 had de groep CFE in Tsjaad uitstaande vorderingen van 60 miljoen euro, waarop in H2 2018 een tegenwaarde van 7,5 miljoen euro werd betaald. Het innen van deze vordering betekent ook in 2019 een belangrijke uitdaging. CFE stelt samen met de lokale overheid alles in het werk om een financiering te vinden teneinde de betaling van de vorderingen mogelijk te maken. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.

Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale unsecured financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere bronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven van 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Conform de uitgiftemodaliteiten heeft DEME de lening op 14 februari 2019 volledig terugbetaald.

DEME heeft ook in 2018 haar procedures ter vermijding van fraude en integriteitsrisico's verder aangescherpt, o.m. door de toekenning van dienstverleningscontracten te onderwerpen aan een verstrengde controle van de ultieme begunstigden. Voorts wordt werk gemaakt van een centralisering op het hoofdkantoor van de wereldwijde financiële betalingen in de groep. Tot slot werd ook de interne auditfunctie opnieuw tegen het licht gehouden.

DEME verleent haar volledige medewerking aan een gerechtelijk onderzoek naar de omstandigheden bij de toekenning van een inmiddels uitgevoerd contract. In de huidige omstandigheden kan niet betrouwbaar worden ingeschat welke financiële impact dit zal hebben op DEME.

Private Banking

Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.

Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.

Het fraude- en compliancerisico wordt van heel dichtbij opgevolgd en is onder controle.

Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.

Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt momenteel beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende ongeveer 10% in JM Finn. Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke Core Tier1 eigen vermogen ratio's.

Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).

Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank J.Van Breda & Co en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen geliquideerd worden, zodat de bank niet aan een marktrisico onderworpen wordt. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.

Real Estate & Senior Care

Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima Care en HPA is de kwalitatieve zorg voor de residenten een belangrijk element. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de operationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen.

De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten eerder rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group concentreert zich voornamelijk op België en Luxemburg. De beperkte resterende blootstelling op Turkije, Roemenië en Slowakije werd in 2018 verder afgebouwd. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (bv. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt tot een beperking van dit risico.

Het wisselkoersrisico is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden.

Extensa Group en Leasinvest Real Estate beschikken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-up lijnen is het financieringsrisico ingedekt.

Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken en anderzijds door de vervaldata van de kredietfaciliteiten te diversifiëren op lange termijn. In 2017 heeft Extensa Group een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering wordt afgebouwd. Bij Leasinvest Real Estate werd het aanspreken van diverse financieringsbronnen in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. Bij Anima Care wordt de expansie via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe zorgcentra enerzijds gefinancierd via volstorting van het toegestane kapitaal en anderzijds door externe financiering. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-upfase. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé worden gefinancierd met leningen op lange termijn, van 15 tot 25 jaar.

Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.

Energy & Resources

De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, SIPEF in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.

De geproduceerde volumes en dus gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden ook beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad.

Of de groep er daarnaast in slaagt om de beoogde bijkomende expansie te realiseren, hangt af van de verwerving van nieuwe concessieovereenkomsten voor agronomisch geschikte gronden, die passen in de duurzaamheidspolitiek aan economisch verantwoorde voorwaarden.

Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie, palmpitolie en rubber; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit).

SIPEF heeft de strategie om enkel duurzame palmolie en ander producten te produceren. Het kunnen naleven van de duurzaamheidsvoorschriften en in bredere context de perceptie van deze producten in de markt, wordt door SIPEF nauwgezet opgevolgd.

Growth Capital

Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.

De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.

Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.

Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

2. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).

Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2018 bedraagt 14.165 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 5,2% ten opzichte van 2017 (13.469 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.

Het eigen vermogen (deel groep) per einde 2018 bedroeg 3.176 miljoen euro, een stijging met 204 miljoen euro ten opzichte van 2017 (2.972 miljoen euro). In juni 2018 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,20 euro per aandeel, wat voor een daling van het eigen vermogen met 74 miljoen euro heeft gezorgd.

Ackermans & van Haaren heeft in 2018 ingezet op de uitbouw van haar kernparticipaties. Hun bijdrage tot de groepswinst liep in 2018 op tot 312,4 miljoen euro (2017: 277,0 miljoen euro). De daling van de bijdrage afkomstig van niet-recurrente elementen en het ontbreken van de herwaarderingsmeerwaarde die in 2017 moest worden uitgedrukt (19,8 miljoen euro, m.b.t. SIPEF) verklaart waarom het groepsresultaat (289,6 miljoen euro) uiteindelijk lager uitvalt dan de 302,5 miljoen euro van 2017.

De consolidatiekring onderging in 2018 een aantal wijzigingen, die worden toegelicht op pag 153. De belangrijkste kringwijzigingen vloeien voort uit de verkoop van de deelnemingen in Atenor, BDM-Asco en Distriplus.

Eind 2018 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 102,9 miljoen euro, tegenover 80,2 miljoen euro eind 2017. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat de thesaurie onder meer uit geldbeleggingen voor 37,2 miljoen euro, eigen aandelen en kortetermijnschulden.

Een (economische) opsplitsing en een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep zijn weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag (pag. 68) van het jaarverslag.

Marine Engineering & Contracting

DEME en CFE realiseren beide een mooie omzetgroei. In combinatie met een meerwaarde die Rent-A-Port heeft gerealiseerd in Vietnam en de eerste bijdrage vanuit de deelneming in het offshore windpark Rentel (via Green Offshore) vertaalt zich dit ook in een stijging met 27,5 miljoen euro van de contributie van 'Marine Engineering & Contracting' tot 118,1 miljoen euro.

Private Banking

Niettegenstaande de onrust op de financiële markten in het vierde trimester van 2018, hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & Cº commercieel uitstekend gepresteerd. Beide banken dragen in het segment 'Private Banking' gezamenlijk 121,3 miljoen euro bij tot het groepsresultaat van 2018 (2017: 113,9 miljoen euro).

Real Estate & Senior Care

De verkoop door de Franse rusthuisgroep HPA van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd, draagt 21,3 miljoen euro bij tot de jaarwinst van AvH en verklaart waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.

Energy & Resources

SIPEF en Sagar Cements realiseerden in 2018 allebei een flinke stijging van hun producties. Deze volstaan evenwel niet om de prijsdalingen in 2018 van palmolie (SIPEF) en cement in India (Sagar) op te vangen, hetgeen de daling van de winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verklaart.

AvH & Growth Capital

De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren.

3. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar

Op 1 maart 2019 heeft Sofinim (AvH 100%) een belang verworven van 60% in Biolectric, naast CEO en oprichter Philippe Jans.

Op 14 maart 2019 heeft AvH aangekondigd dat zij, samen met CEO en oprichter Hervé Hardy, alsook bepaalde leden van het management, een akkoord heeft gesloten met de Franse rusthuisgroep DomusVi m.b.t. de overname van HPA (Residalya en P&S Expansion). Deze transactie zal naar alle waarschijnlijkheid worden afgesloten in het tweede kwartaal van 2019 en zal, onder voorbehoud van goedkeuring door de Franse mededingingsautoriteiten, AvH een totale meerwaarde opleveren van 105 miljoen euro.

4. Onderzoek en ontwikkeling

Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen bij DEME de teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn bij CFE de studie-afdelingen betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Biosciences is SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van hoogrenderende oliepalmen. In juni 2018 werd de nieuwe Bank de Kremer voorgesteld met een innovatieve app die particulieren in staat stelt hun vermogen, roerend en onroerend, in kaart te brengen. De volledig intern ontwikkelde app kon rekenen op innovatiesteun van de overheid. Zowel Bank J.Van Breda & Co als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd.

5. Financiële instrumenten

Binnen de groep (o.a. Bank J.Van Breda & C°, Leasinvest Real Estate, DEME, Extensa) wordt gestreefd naar een voorzichtig beleid inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

6. Vooruitzichten 2019

Ackermans & van Haaren streeft ernaar om haar portefeuille ook in 2019 verder te ontwikkelen, zowel door het versterken van bestaande deelnemingen als door nieuwe investeringen. De groep beschikt daarvoor over ruime financiële middelen, die desgevallend nog kunnen worden aangevuld vanuit verkopen van activa.

In combinatie met de goede positionering van de kernparticipaties van de groep en het vooruitzicht op een meerwaarde bij de realisatie van de verkoop van HPA, ziet de raad van bestuur de resultaten van het jaar 2019 dan ook met vertrouwen tegemoet.

III Verklaring inzake deugdelijk bestuur

1. Algemeen

Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), zoals bekendgemaakt op 12 maart 2009. De Code kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www. corporategovernancecommittee.be).

Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het 'Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.

  • Op 18 april 2006 werd het Charter in overeenstemming gebracht met verschillende Koninklijke Besluiten genomen in uitvoering van de Europese regels inzake marktmisbruik.
  • Op 15 januari 2008 heeft de raad van bestuur artikel 3.2.2 (b) van het Charter aangepast ter verduidelijking van de procedure inzake onderzoek naar onregelmatigheden.
  • Op 12 januari 2010 werd het Charter aangepast aan de nieuwe Code en aan de nieuwe onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn.
  • Op 4 oktober 2011, heeft de raad van bestuur beraadslaagd over de aanpassing van het Charter aan de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van geno-

teerde vennootschappen. De raad van bestuur heeft bij die gelegenheid tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpt door de invoering van een verbod op 'short selling' en speculatieve handel in aandelen.

  • Op 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
  • Op 24 februari 2017 werd het Charter in overeenstemming gebracht met de Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.
  • Op 25 februari 2019 heeft de raad van bestuur de regel inzake de leeftijdsgrens versoepeld (meer info op pag. 27).

Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be).

Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 96, §2 en 119, tweede lid, 7° W.Venn (beide zoals gewijzigd door de Wet van 3 september 2017). In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').

2. Raad van bestuur

auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité

2.1 Samenstelling

Luc Bertrand (°1951, Belg)
Voorzitter van de raad van bestuur
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1985)

Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij actief bij Ackermans & van Haaren, waar hij voorzitter was van het executief comité van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co . Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors en lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals KU Leuven, Voka, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Museum Mayer van den Bergh en Europalia.

Einde mandaat 2021

Alexia Bertrand (°1979, Belg)
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013)

Alexia Bertrand behaalde het diploma van licentiaat in de rechten (Université Catholique de Louvain - 2002) en een master of laws (Harvard Law School - 2005). Zij werkt sinds 2012 als adviseur op het kabinet van de Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken en werd op 1 oktober 2015 benoemd tot kabinetschef algemeen beleid. Ze geeft periodiek opleidingen in onderhandelingstechnieken. Van 2002 tot 2012 was ze actief als advocate, gespecialiseerd in financieel- en vennootschapsrecht (bij Clifford Chance en vervolgens Linklaters). Ze was tijdens een deel van die periode assistente aan de rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Einde mandaat 2021

Marion Debruyne bvba(1)

vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)

Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VSA. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna.

Einde mandaat 2020

(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne bvba, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.

Jacques Delen (°1949, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)

Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van de beursgenoteerde plantagegroep SIPEF en van Bank J.Van Breda & Cº. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016.

Einde mandaat 2020

Pierre Macharis (°1962, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2004) Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011)

Pierre Macharis studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in automatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van VPK Packaging Group. Hij is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven en bestuurder bij Sioen Industries.

Einde mandaat 2020

Julien Pestiaux (°1979, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2011)

Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde eveneens een master in engineering management (Cornell University - Verenigde Staten). Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's. Hij geeft nu leiding aan een team dat voor de Europese Commissie een model ontwikkelt dat het potentieel van de EU-lidstaten beoordeelt om het energieverbruik en de broeikasgassen op de middellange tot lange termijn te verminderen. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.

Einde mandaat 2019

Thierry van Baren (°1967, Fransman / Nederlander) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006)

Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief als marketing consultant bij o.m. TBWA Belgium, BDDP Belgium, Ammirati Puris Lintas en Ogilvy Brussels.

Einde mandaat 2022

Menlo Park bvba(2)

vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018)

Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in risk management (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Oetker-Gruppe).

Einde mandaat 2022

(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park bvba, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.

Frederic van Haaren (°1960, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993)

Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen. Hij is tevens actief als bestuurder van verschillende vennootschappen en verenigingen: bestuurder bij water-link, voorzitter van Consultatiebureau voor het Jonge Kind (Kapellen), van Basisschool Zonnekind (Kalmthout) en van Bosgroepen Antwerpen Noord en lid van de politieraad van de politiezone Noord.

Einde mandaat 2021

Pierre Willaert (°1959, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998)

Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004)

Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot, en lid van het auditcomité, van Bank Puilaetco tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in videobewaking.

Einde mandaat 2020

Het mandaat van Julien Pestiaux verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om zijn mandaat als onafhankelijk bestuurder te hernieuwen voor een periode van 4 jaar.

Voorts wordt erop gewezen dat de raad van bestuur op 25 februari 2019 heeft besloten de leeftijdsgrens voor bestuurders, thans vastgesteld op 70 jaar, te versoepelen in die zin dat de raad van bestuur op gemotiveerde wijze kan besluiten af te wijken van de leeftijdsgrens door (i) de betrokken bestuurder toe te laten zijn of haar lopend mandaat te voleindigen, en/of (ii) de betrokken bestuurder voor te dragen voor herbenoeming. Op diezelfde vergadering heeft de raad van bestuur beslist de heer Jacques Delen toe te laten zijn lopend mandaat, dat verstrijkt in 2020, te voleindigen en dit gelet op zijn ruime ervaring en kennis van onder meer de bancaire sector.

2.2 Onafhankelijke bestuurders

  • Marion Debruyne
  • Julien Pestiaux
  • Victoria Vandeputte

Marion Debruyne, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn.

2.3 Overige bestuurders

  • Alexia Bertrand
  • Luc Bertrand
  • Jacques Delen
  • Pierre Macharis
  • Thierry van Baren
  • Frederic van Haaren
  • Pierre Willaert

Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

2.4 Activiteitenverslag

De raad van bestuur heeft in 2018 o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.

Verschillende (des)investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, zoals o.m. de deelname aan de kapitaalverhogingen van Leasinvest Real Estate, Sagar Cements en Green Offshore, de overname van Biolectric en de verkoop van de deelnemingen in BDM en Asco, Atenor Group, Henschel Engineering en Distriplus.

De raad van bestuur heeft twee vergaderingen gewijd aan de opvolging van het strategisch beleid van de groep en heeft tijdens de laatste week van november een bezoek gebracht aan de plantages van SIPEF in Noord-Sumatra en aan de werken van DEME in Singapore.

Op de vergadering van 19 maart 2018 heeft de raad van bestuur een integriteitscode goedgekeurd. Deze code kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be). De raad van bestuur heeft tevens aandacht besteed aan de verstrenging van de compliance procedures bij DEME.

De raad van bestuur heeft voorts het management van Bank J.Van Breda & C°, Extensa Group, Leasinvest Real Estate, Rent-A-Port en Manuchar uitgenodigd voor een presentatie over de algemene stand van zaken van de betrokken onderneming en/of toelichting bij een concrete investering of project.

Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.7 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter.

De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 19 maart 2018. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité.

Aanwezigheden
Luc Bertrand 8/8
Alexia Bertrand 8/8
Marion Debruyne 7/8
Jacques Delen 8/8
Valérie Jurgens 2/4
Pierre Macharis 6/8
Julien Pestiaux 8/8
Thierry van Baren 8/8
Victoria Vandeputte 3/4
Frederic van Haaren 8/8
Pierre Willaert 8/8

Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.

2.5 Gedragsregels inzake belangenconflicten

De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het W.Venn.) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.9 en 4.7). In 2018 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.

2.6 Gedragsregels inzake financiële transacties

De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 5). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.

3. Auditcomité

3.1 Samenstelling

Pierre Willaert
Niet-uitvoerend bestuurder
Voorzitter
Marion Debruyne
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
(in opvolging van Thierry van Baren)
Julien Pestiaux
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:

Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.

Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VSA. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion Debruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna.

Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (Verenigde Staten). De nadruk van de Master in engineering management lag op financiële en economische analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de 'Johnson Graduate School of Management' van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C° waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.

3.2 Activiteitenverslag

Op 21 februari en 24 augustus 2018 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.

Het auditcomité van 16 maart 2018 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2017, de toetsing van de 'éénop-één'-regel m.b.t. de niet-auditdiensten geleverd door Ernst & Young en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Voor het eerst werd ook aandacht besteed aan de nieuwe verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag.

Op 17 december 2018 heeft het auditcomité beraadslaagd over de interne audit en controle o.m. op het vlak van ICT, de buitenbalansverplichtingen, IFRS 16 en de rotatieplicht van de bedrijfsrevisoren.

Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.

4. Remuneratiecomité

4.1 Samenstelling

Pierre Macharis
Niet-uitvoerend bestuurder
Voorzitter
Julien Pestiaux
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Victoria Vandeputte,
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
(in opvolging van Thierry van Baren)

4.2 Activiteitenverslag

Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 19 maart 2018 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2017.

Op de vergadering van 20 november 2018 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur, mede op basis van een benchmarking van de vergoedingen met de markt: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2019, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om de zitpenning voor de bestuurders, voor deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur, het audit- en remuneratiecomité, te handhaven op 2.500 euro voor het boekjaar 2018.

5. Benoemingscomité

De raad van bestuur heeft op 23 februari en 19 maart 2018 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 28 mei 2018 voor te stellen het mandaat van Thierry van Baren te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar en Victoria Vandeputte te benoemen tot onafhankelijk bestuurder eveneens voor een termijn van 4 jaar. Het voorstel tot benoeming van Victoria Vandeputte volgde op de beslissing van Valérie Jurgens in februari 2018 om op de jaarvergadering van 2018 vervroegd ontslag te nemen als bestuurder.

6. Executief comité

6.1 Samenstelling

De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.

Jan Suykens (°1960, Belg)

Voorzitter van het executief comité (sinds 2016)

Jan Suykens is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA - 1982) en behaalde aansluitend een MBA (Columbia University -1984). Hij werkte een aantal jaren bij de Generale Bank in Corporate & Investment Banking.

Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren

Tom Bamelis (°1966, Belg) CFO en lid van het executief comité

Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en Groupe Bruxelles Lambert.

Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren

John-Eric Bertrand (°1977, Belg) Lid van het executief comité

John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2001) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.

Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren

Piet Bevernage (°1968, Belg) Secretaris-generaal en lid van het executief comité

Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&A-afdeling van Loeff Claeys Verbeke.

Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren

André-Xavier Cooreman (°1964, Belg) Lid van het executief comité

André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).

Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren

Piet Dejonghe (°1966, Belg) Lid van het executief comité

Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke en actief als consultant bij Boston Consulting Group.

Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren

Koen Janssen (°1970, Belg) Lid van het executief comité

Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.

Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren

6.2 Activiteitenverslag

Het executief comité is o.m. verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Ackermans & van Haaren en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.

Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), desinvesteringen goedgekeurd, de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.

7. Diversiteitsbeleid

Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de performantie en innovatieve kracht van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.

Op niveau van de raad van bestuur, komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.

De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 mannelijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2018 waren 4 bestuurders 50 jaar of jonger (40%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (60%).

Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Tot op heden werden alle leden van het executief comité, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.

Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2018 heeft Ackermans & van Haaren vier nieuwe medewerkers aangeworven, drie vrouwen en één man in de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar, met uiteenlopende professionele ervaring (administratieve ondersteuning, boekhouding en investment management), ter versterking van het multidisciplinaire team.

Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door het aanbod van een marktconform vergoedingsbeleid.

Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar de verklaring inzake niet-financiële informatie.

8. Interne en externe audit

8.1 Externe audit

De commissaris van de vennootschap is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2016 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019.

In 2018 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 62.320 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen, van 1.900 euro (excl. btw) voor een opleiding inzake niet-financiële informatie en van 10.000 euro (excl. btw) voor diverse werkzaamheden aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan Ernst & Young door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 62.320 euro) bedroeg 1.471.385 euro.

8.2 Interne audit

De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.

8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening

De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze. Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden hierop voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd zodat een strikte opvolging mogelijk is.

De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.

8.3.1 Controleomgeving

De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:

a. Integriteit en ethiek

De familiale waarden die aan de basis liggen van het succes van de groep trachten we te vertalen in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen', zodat deze voor iedereen duidelijk zijn, en worden uitgedragen door het ganse personeel.

b. Bekwaamheden

Een andere hoeksteen van het beleid bij Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt aangescherpt. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité waar gestreefd wordt naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.

c. Bestuursorgaan / auditcomité

De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de interne en externe audit.

d. Organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen'.

8.3.2 Risicobeheersproces

De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.

Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.

Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.

Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.

Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.

8.3.3 Controle-activiteiten

Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van de financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.

Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware op groepsniveau worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.

Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.

Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde groepsrapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.

Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.

Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.

8.3.4 Informatie en communicatie

Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden.

8.3.5 Sturing

Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.

9. Aandeelhoudersstructuur

9.1 Aandeelhoudersstructuur

Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.

9.2 Kruisparticipaties

Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2018 343.415 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan.

9.3 Schematische voorstelling

De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2018, kan als volgt worden voorgesteld:

9.4 Referentieaandeelhouder

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.

10. Comply or explain

Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code:

• Samenstelling benoemingscomité

Overeenkomstig bepaling 5.3./1 van Bijlage D van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.

IV Remuneratieverslag

1. Procedure ter ontwikkeling van een remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau

In 2018 heeft de vennootschap de volgende procedure gevolgd ter ontwikkeling van haar remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau van de niet-uitvoerende bestuurders en de leden van het executief comité.

1.1 Remuneratiebeleid

Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 19 maart 2018 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.

Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2017. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 520ter, tweede lid W.Venn., de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.

Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2018 te handhaven op hetzelfde niveau als 2017.

1.2 Remuneratieniveau

De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten (infra, 2.1). Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité.

De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

2. Toepassing van het remuneratiebeleid op de leden van het executief comité in 2018

2.1 Principes

De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding (in geld) gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat, (iii) aandelenopties, (iv) een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering, en (v) een bedrijfswagen en smartphone.

De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.

De vaste vergoeding van de leden van het executief comité (wedde, groeps- en hospitalisatieverzekering, bedrijfswagen) evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en ervaring en van marktontwikkelingen.

De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria gemeten over een periode van één boekjaar en is met name afhankelijk van het geconsolideerd nettoresultaat. Er is geen langetermijncashincentiveplan. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na goedkeuring door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar.

De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze component van de vergoeding is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.

2.2 Relatief belang van elke component van de remuneratie

Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité was in 2018 als volgt:

Vaste vergoeding 42,7%
Bonus 39,1%
Aandelenopties 9,9%
Groeps- en hospitalisatieverzekering 7,7%
Bedrijfswagen en smartphone 0,6%

2.3 Kenmerken van de aandelenopties

De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van Ackermans & van Haaren, worden toegekend hebben volgende kenmerken:

  • Aanbod: medio januari.
  • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van het laagste van (i) de slotkoers van het aandeel voorafgaand aan de datum van het aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod.
  • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod.

2.4 Wijzigingen in het remuneratiebeleid

Het remuneratiebeleid onderging in 2018, in vergelijking met 2017, geen belangrijke wijzigingen.

2.5 Remuneratiebeleid voor de komende twee boekjaren (2019-2020)

De raad van bestuur verwacht in het lopende en het eerstkomende boekjaar het remuneratiebeleid niet ingrijpend te zullen aanpassen.

2.6 Vergoeding van de CEO

Het brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen, die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2018 aan de CEO werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:

Statuut zelfstandige
Vaste vergoeding € 600.000
Variabele vergoeding € 700.807
Aandelenopties (belastbare basis) € 124.858
Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie
verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap)
€ 104.683
Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) € 6.246

2.7 Vergoeding van de andere leden van het executief comité

Het globale brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2018 aan de overige leden van het executief comité werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:

Statuut zelfstandige
Vaste vergoeding € 2.018.275
Variabele vergoeding € 1.694.417
Aandelenopties (belastbare basis) € 483.823
Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie
verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap)
€ 369.816
Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) € 29.325

2.8 Opties uitgeoefend door en toegekend aan de leden van het executief comité in 2018

(i) Uitgeoefend in 2018

In 2018 hebben 2 leden van het executief comité in totaal 6.000 opties uitgeoefend.

Naam Aantal Uitoefenprijs Jaar
toekenning
Piet Bevernage 2.000 € 60,81 2011
Piet Dejonghe 4.000 € 60,81 2011

(ii) Toegekend in 2018

Vervaldatum 11 januari 2026
Uitoefenprijs € 148,64
Jan Suykens 8.000
Piet Dejonghe 6.000
Tom Bamelis 5.000
Piet Bevernage 5.000
André-Xavier Cooreman 5.000
Koen Janssen 5.000
John-Eric Bertrand 5.000
Totaal 39.000

2.9 Belangrijkste contractvoorwaarden

De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. Geen enkele overeenkomst werd gesloten na 1 juli 2009, uitgezonderd de overeenkomsten die op, respectievelijk, 17 april 2012, 27 juni 2014 en 3 juli 2015 met Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand werden gesloten betreffende hun mandaat als lid van het executief comité, waarvan zij sinds, respectievelijk, 1 april 2012, 1 juli 2014 en 1 juli 2015 deel uitmaken.

De huidige voorzitter van het executief comité kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.

De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap, uitgezonderd voor Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand, wiens overeenkomsten van zelfstandige dienstverlening dateren van na de inwerkingtreding van artikel 554, vierde lid W.Venn. (m.n. op 3 mei 2010), dat beperkingen invoerde betreffende de duur van opzegtermijnen:

  • 18 maanden bij opzegging vóór 50ste verjaardag,
  • 20 maanden bij opzegging tussen 50ste en 52ste verjaardag,
  • 22 maanden bij opzegging tussen 52ste en 54ste verjaardag,
  • 24 maanden bij opzegging na 54ste verjaardag.

De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

3. Vergoeding van de (niet-)uitvoerende bestuurders

Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 27 maart 2013 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2011 en 2012 gelijk was gebleven, vanaf boekjaar 2013 als volgt aan te passen:

Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur € 60.000
Basisvergoeding voor de bestuurders € 30.000
Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité € 2.500
Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité € 10.000
Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité € 5.000
Zitpenning per deelname aan een vergadering van
de raad van bestuur of het audit- of remuneratiecomité
€ 2.500

Dit voorstel werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 27 mei 2013. Tijdens voormelde vergadering heeft de voorzitter verduidelijkt dat het bedrag van 2.500 euro voor de zitpenningen gelezen dient te worden als een maximumbedrag. De raad van bestuur heeft beslist de toepassing van deze verhoging gefaseerd in te voeren, a rato van 800 euro voor 2013, 1.600 euro voor 2014 en 2.500 euro voor 2015 en de daaropvolgende jaren.

Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016.

Iedere bestuurder ontving in 2018 een tantième (over het boekjaar 2017).

De bedragen van de individuele vergoeding en andere voordelen die door Ackermans & van Haaren aan de bestuurders werden toegekend in 2019 (over het boekjaar 2018) kunnen als volgt worden samengevat:

Tantièmes Zitpenningen
Alexia Bertrand € 30.000 € 20.000
Luc Bertrand € 60.000 € 20.000
Marion Debruyne € 30.000 € 22.500
Jacques Delen € 30.000 € 20.000
Valérie Jurgens € 15.000 € 5.000
Pierre Macharis € 32.500 € 20.000
Julien Pestiaux € 37.500 € 35.000
Thierry van Baren € 37.500 € 30.000
Victoria Vandeputte € 15.000 € 7.500
Frederic van Haaren € 30.000 € 20.000
Pierre Willaert € 40.000 € 30.000
Totaal € 357.500 € 230.000

Gelet op het feit dat de bedragen van de vergoedingen, tantièmes en zitpenningen niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2018 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2018, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank en als zaakvoerder van Delen Investments t.b.v. 356.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2018 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2018.

V Verklaring inzake niet-financiële informatie

Krachtens artikel 119, §2 W.Venn., zoals ingevoerd door de Wet van 3 september 2017, dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.

Namens de raad van bestuur, 21 maart 2019

Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur

Verklaring van niet-financiële informatie

Deze verklaring van niet-financiële informatie (de 'Verklaring') werd opgesteld overeenkomstig artikel 119, §2 W.Venn. en heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2018.

1. Toepassingsgebied

Ackermans & van Haaren is wettelijk gehouden om deze Verklaring op te stellen op geconsolideerd niveau.

Aannemingsmaatschappij CFE (inclusief DEME) is onderworpen aan dezelfde wettelijke verplichting en heeft, overeenkomstig artikel 119, §2, 3° W.Venn., een afzonderlijke verklaring inzake niet-financiële informatie opgesteld die kan geconsulteerd worden via www.cfe.be (consulteerbaar vanaf 29 maart 2019).

Bijgevolg bevat deze Verklaring de relevante niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren zelf en de hierna volgende integraal geconsolideerde dochtervennootschappen:

  • Agidens International NV
  • Anima Care NV
  • Bank J.Van Breda & C° NV
  • Extensa Group NV
  • Leasinvest Real Estate Comm.VA
  • Rent-A-Port NV

Binnen de Ackermans & van Haaren-groep voldoen ook SIPEF en Delen Private Bank aan de wettelijke criteria. Hun respectievelijke verklaring inzake nietfinanciële informatie zal als onderdeel van het jaarverslag consulteerbaar zijn via volgende weblinks:

  • SIPEF: www.sipef.com (consulteerbaar vanaf 30 april 2019)
  • Delen Private Bank: www.delen.be (consulteerbaar vanaf juni 2019).

2. Internationaal erkend referentiemodel

Deze Verklaring is geïnspireerd op bepaalde onderdelen van de GRI Sustainability Reporting Standards 2016, zoals uitgevaardigd door de Global Sustainability Standards Board in het bijzonder deze die raken aan de vijf wettelijk voorgeschreven domeinen. Zo wordt gestreefd naar het hanteren van uniforme prestatie-indicatoren ('KPI's') over de verschillende vennootschappen, actief in diverse sectoren, heen. Een referentietabel met verwijzing naar de toegepaste GRI-standaarden is opgenomen op de pagina hiernaast.

Daarnaast hanteren bepaalde vennootschappen specifieke referentiemodellen waarnaar in de afzonderlijke overzichten wordt verwezen.

3. Activiteiten - niet-financiële risicofactoren

Ackermans & van Haaren investeert in duurzame ondernemingen met een internationaal groeipotentieel. De focus ligt, zowel bij de verdere uitbouw en actieve opvolging van de bestaande portefeuille als bij de analyse van nieuwe investeringen, op ondernemingen die oplossingen bieden voor maatschappelijke uitdagingen op lange termijn, zoals o.m. de bevolkingsgroei en de nood aan duurzame (tropische) landbouw, de vergrijzing en de vraag naar kwalitatieve zorg en duurzame vermogensopbouw en -bescherming, de klimaatopwarming en het belang van hernieuwbare energie. Voor een meer gedetailleerde toelichting, onder meer m.b.t. het verband tussen de activiteiten van de bestaande deelnemingen en de maatschappelijke uitdagingen, wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' op pag. 56 van het jaarverslag. De specifieke activiteiten van de integraal geconsolideerde deelnemingen worden samengevat in de afzonderlijke overzichten en worden verder toegelicht in het 'Activiteitenverslag' vanaf pag. 68 van het jaarverslag.

Als actieve deelnemer aan de globale economie wordt de groep blootgesteld aan globale niet-financiële risico's zoals klimaatverandering. Afhankelijk van de locatie en de aard van de activiteiten, kan klimaatverandering, evenals de eventuele daaraan gekoppelde beleidsmaatregelen, een impact hebben op de productiecapaciteit, het welzijn van de werknemers, de kost van bedrijfsvoering (grondstoffen, energie, verzekering, heffingen), zowel op korte als lange termijn. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn zelf verantwoordelijk voor de identificatie en, waar nodig, de beheersing van dergelijke risico's en de integratie ervan in hun investeringsbeleid en strategie met dien verstande dat Ackermans & van Haaren hierbij betrokken wordt door haar vertegenwoordiging in de raden van bestuur en auditcomités en er vanuit haar langetermijnvisie op toeziet dat de bedrijfsmodellen en -strategiëen zich aanpassen aan veranderende omstandigheden.

Als zogenaamde 'active owner' is Ackermans & van Haaren vertegenwoordigd in de raden van bestuur en de adviserende comités van haar deelnemingen en ziet zij er o.m. op toe dat de deelnemingen een duurzaam groeibeleid voeren waarin rekening wordt gehouden met de wettelijke vereisten, maatschappelijke trends en risico's inzake milieu, sociale en personeelsaangelegenheden, mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping.

Deelnemingen die actief zijn in landen met een hoger risicoprofiel voor schendingen van mensenrechten of, in het algemeen, andere praktijken en wetgeving inzake werkomstandigheden, evenals landen met een hogere score op de corruptieperceptie-index moeten blijk geven van een verhoogde waakzaamheid - eventuele inbreuken hebben immers een negatieve weerslag op de reputatie en geloofwaardigheid van het bedrijf en de groep en schaden daarmee haar langetermijngroeipotentieel. Ackermans & van Haaren verwacht dat haar deelnemingen een verantwoordelijk en ethisch bedrijfsbeleid voeren en moedigt deelnemingen met een verhoogde blootstelling aan een proactief beleid te voeren en concrete gedragscodes en compliance programma's uit te werken, voldoende opleidingen te voorzien en de naleving strikt op te volgen.

In het kader van nieuwe investeringen voert Ackermans & van Haaren traditioneel een due diligence onderzoek uit waarbij wordt nagegaan of de doelwitvennootschap de wet- en regelgeving inzake o.m. milieu, personeelsaangelegenheden en het verbod op omkoping en corruptie heeft nageleefd.

Het menselijk kapitaal is voor de Ackermans & van Haaren-groep een essentieel actief: het aantrekken van succesvolle nieuwe investeringen en de recurrente duurzame groei van de bestaande investeringen is in belangrijke mate afhankelijk van de expertise, de reputatie, het netwerk en de motivatie van het multidisciplinaire team op holdingniveau en de sleutelpersonen bij de participaties, evenals van de beschikbaarheid van gekwalificeerde medewerkers. Het vertrek van belangrijke medewerkers kan bijgevolg een negatieve impact hebben. Dit risico wordt in belangrijke mate beheerst door het creëren van de best mogelijke werkomgeving op holdingniveau, de actieve opvolging via de raden van bestuur van de participaties van personeelsaangelegenheden en de permanente dialoog met de sleutelpersonen van de participaties in het licht van een gemeenschappelijke visie en strategie. Ackermans & van Haaren hecht, als onderdeel van deugdelijk bestuur, bovendien veel belang aan collegiale besluitvorming en transparante dialoog: dit beperkt ook de impact van het vertrek van belangrijke medewerkers.

GRI Disclosure

GRI General Disclosures Commentaar Pagina
102-1 Naam van de onderneming Ackermans & van Haaren NV 208-209
102-2 Beschrijving van de activiteiten, voornaamste
merken, producten en diensten
68-121
102-3 Locatie van de hoofdzetel 208-209
102-5 Aandeelhoudersstructuur en rechtsvorm 34, 208-209
102-6 Overzicht van markten (geografisch, sectoren) 9
102-7 Schaal van de organisatie, ondermeer aantal
werknemers, omzet en kapitalisatie
9, Kerncijfers
102-8 Overzicht medewerkers (ondermeer qua
geslacht, statuut en type contract)
Verklaring
102-9 Toeleveringsketen Op niveau van Ackermans & van Haaren betreft dit voornamelijk diensten
en producten voor de hoofdzetel in Antwerpen en consultancy diensten
voor de (des)investeringen.
102-10 Materiële wijzigingen aan de organisatie en
toeleveringsketen
Er zijn geen materiële wijzigingen op niveau van Ackermans & van Haaren.
102-14 Verklaring over de relevantie van
duurzaamheid
14-17
102-15 Beschrijving risicofactoren 20-22, Verklaring
102-16 Beschrijving van waarden en gedragsnormen Zie ook de Integriteitscode zoals beschikbaar op de website. 6-7
102-18
en volgende
Deugdelijk bestuur De wettelijk vereiste informatie werd opgenomen in de verklaring inzake
deugdelijk bestuur en het remuneratieverslag.
24-37
102-40
en volgende
Stakeholder engagement Er werd geen analyse uitgevoerd inzake stakeholders.
102-45
en volgende
Rapporteringspraktijk • Overzicht van de perimeter is opgenomen in de Verklaring.
• HPA NV werd niet opgenomen.
• De inhoud, periodiciteit en het revisoraal nazicht van de Verklaring is
afgestemd op de wettelijke vereisten terzake.
24-37
404-1 Opleiding 38-55
405-1 Diversiteit 38-55

4. Ackermans & van Haaren

4.1 Beleidsdocumenten

Teneinde het belang van ethisch en verantwoord ondernemen te benadrukken en duurzame groei in de groep te bevorderen, heeft de raad van bestuur op 19 maart 2018 de Integriteitscode goedgekeurd. Deze Integriteitscode steunt op de waarden die aan de grondslag liggen van de familiale bedrijfsgeschiedenis van Ackermans & van Haaren en is tevens geïnspireerd op de tien sleutelprincipes van het 'UN Global Compact'. Deze code, die tevens consulteerbaar is op onze website, is in de eerste plaats van toepassing op de bestuurders en medewerkers van Ackermans & van Haaren. Tegelijkertijd wenst Ackermans & van Haaren als actieve aandeelhouder haar deelnemingen aan te moedigen een eigen code goed te keuren en interne procedures uit te werken die de naleving van deze bepalingen kunnen waarborgen.

De personeelsrelaties in de schoot van Ackermans & van Haaren worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 januari 2014, Interne bedrijfsrichtlijnen van 1 januari 2015 en het Corporate Governance Charter van 25 februari 2019.

4.2 Beleidsdoelstellingen

Tijdens het boekjaar 2018 heeft Ackermans & van Haaren stappen genomen met het oog op de realisatie van de doelstellingen zoals opgenomen in haar eerste niet-financiële verklaring met betrekking tot het boekjaar 2017 zoals hieronder toegelicht. Het is nog steeds het streven om deze doelstellingen tegen eind 2020 te realiseren op niveau van Ackermans & van Haaren en op het niveau van de voormelde integraal geconsolideerde deelnemingen waarover zij exclusieve controle uitoefent.

Doelstelling Gerealiseerde stappen in
boekjaar 2018
Deugdelijk bestuur
• Adviserende comités: oprichting
van minstens een audit- en een
remuneratiecomité in de schoot
van elke deelneming.
• Oprichting van auditcomité bij
Anima Care
Ecologische voetafdruk
• Uitvoering van een studie met
het oog op de opmeting van de eco
logische voetafdruk per deelneming.
• Uitwerking van maatregelen om de
gemeten voetafdruk structureel te
verminderen.
• Eerste meting ecologische voetafdruk
op niveau van Ackermans & van
Haaren en Bank J.Van Breda & Co
• Agidens behaalde niveau 5 op de
CO2
-Prestatieladder
Mensenrechten
• Uitvoering van een risico-analyse
inzake de naleving van de mensen
rechten door elke deelneming.
• Uitwerking van maatregelen om de
naleving van de mensenrechten te
bevorderen.

broeikasgassen van de Antwerpse hoofdzetel in kaart. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen drie toepassingsgebieden:

  • Scope 1: rechtstreekse uitstoot gerelateerd aan verbruik van fossiele brandstoffen (benzine en diesel voor het wagenpark, gasverwarming) en lekken in koelinstallaties
  • Scope 2: onrechtstreekse uitstoot gelinkt aan energie (elektriciteit, warmtenet en koeling)
  • Scope 3: onrechtstreekse uitstoot gelinkt aan de activiteiten van AvH (woon-werkverkeer, zakenreizen, afval, inkomende materialen).

Deze analyse focust op 'klimaatverandering': het eindresultaat is een globaal overzicht van de verschillende 'impacten' in CO2 -equivalenten (de verschillende broeikasgassen worden geconverteerd op basis van een gemiddelde klimaatopwarmingsimpact over 100 jaar).

Uit het resultaat van de nulmeting per 31 december 2018 blijkt dat de totale uitstoot van de Antwerpse hoofdzetel 943 ton CO2 -equivalenten bedraagt wat overeenkomt met ongeveer 30 ton CO2 -equivalent per medewerker. De belangrijkste deelposten die bijdragen tot deze voetafdruk zijn de volgende:

  • zakenreizen (in het bijzonder vliegreizen): 59%
  • wagenpark: 21%
  • verbruik aardgas / elektriciteit: 17%

4.3 Milieu

De activiteiten op de hoofdzetel hebben een beperkte impact op het milieu. Niettemin streeft Ackermans & van Haaren ernaar een voorbeeldfunctie te vervullen en de negatieve impact zoveel mogelijk te beperken door het invoeren van maatregelen om het papiergebruik te beperken en energie te besparen.

Ackermans & van Haaren heeft voor de eerste maal haar CO2 -voetafdruk laten meten door een externe gespecialiseerde dienstverlener op basis van de beschikbare gegevens per 31 december 2018. Deze analyse brengt de rechtstreekse uitstoot van Tijdens het boekjaar 2019 zal een 'eco-comité' deze resultaten verder analyseren, concrete voorstellen uitwerken om de ecologische voetafdruk op holdingniveau te verminderen (bovenop de initatieven zoals gerapporteerd in de Verklaring over boekjaar 2017) en te compenseren, evenals de gegevensverzameling opvolgen voor vervolgmetingen van de ecologische voetafdruk.

4.4 Personeelsaangelegenheden

Als werkgever streeft Ackermans & van Haaren ernaar haar medewerkers de best mogelijke werkomgeving aan te bieden waarin ethisch en respectvol handelen centraal staat.

Per 31 december 2018 telt Ackermans & van Haaren 32 medewerkers. In 2018 heeft Ackermans & van Haaren vier nieuwe medewerkers aangeworven, drie vrouwen en een man. Twee medewerkers bereikten de wettelijke pensioenleeftijd. Geen van de medewerkers van Ackermans & van Haaren was langdurig ziek in 2018.

Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Er werd opnieuw ingezet op de algemene ontwikkeling en ontplooiing van de medewerkers (door opleidingen en evaluatiemomenten) en hun algemene welzijn (gezonde lunch, vers fruit, fitness, etc.).

Zelfstandige medewerkers Bedienden Arbeiders

Een van Ackermans & van Haaren's voornaamste uitdagingen is niet zozeer het aantrekken van talentvolle medewerkers als wel het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Antwerpen op elk ogenblik van de dag vlot te bereiken. In dat kader kunnen de medewerkers sinds december 2018 gebruik maken van bijkomende kantoorruimte in Merelbeke (Gent).

4.5 Sociale aangelegenheden

Ackermans & van Haaren tracht tevens bij te dragen tot een meer menswaardige samenleving via haar mecenaatsbeleid. Voor meer informatie over het beleid en de ondersteunde projecten verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

4.6 Mensenrechten

Ackermans & van Haaren onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.

4.7 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Ackermans & van Haaren. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Integriteitscode. Om corruptie en omkoping op niveau van Ackermans & van Haaren te vermijden wordt, wat de uitgaande betalingen betreft, er steeds op toegezien dat de persoon die de betaling uitvoert een andere persoon is dan deze die tot de betaling heeft beslist. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit door de group controller. Er waren op dit vlak in 2018 geen inbreuken te melden.

Het Corporate Governance Charter voorziet tevens in een klokkenluidersregeling waarbij de medewerkers van Ackermans & van Haaren mogelijke financiële onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden kunnen melden aan de voorzitters van de raad van bestuur en/of het auditcomité.

5. Agidens

5.1 Activiteiten

De Agidens-groep levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie vanuit België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten.

Bij de uitvoering van deze activiteiten wordt erop toegezien dat dit gebeurt overeenkomstig de hoogste ethische normen. De Business Code of Conduct van Agidens stelt heldere richtlijnen ten aanzien van het hanteren van deze normen. Daardoor is Agidens in staat om niet alleen haar integriteit te waarborgen en op een verantwoorde manier zaken te blijven doen, maar ook om ethisch zakendoen voorop te stellen in relatie tot klanten en leveranciers, om alle werknemers met respect te behandelen en om haar verantwoordelijkheden op het gebied van gezondheid, veiligheid en het milieu ernstig te nemen.

5.2 Beleidsdocumenten

De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen specifiek aan bod in de Business Code of Conduct van 25 februari 2016, de Supplier Code of Conduct en de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.

De personeelsrelaties binnen de Agidens-groep worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 juli 2016, het Agidens Bedrijfsboek Deel Welzijn van november 2016, de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.

5.3 Beleidsdoelstellingen

Jaarlijks legt het management van Agidens 'RPQHS²' doelstellingen vast om de efficiëntie van het Quality Management Systeem te verhogen en de verbondenheid met de strategische initiatieven en de actuele business context te waarborgen, waarbij R staat voor 'Result', PQH voor 'Process, Quality and Human Resources' en de S² voor 'Safety & Sustainability'.

Voor 2019 werden doelstellingen opgenomen om de 'natural attrition' te brengen tot onder de 8% en om op vlak van 'Safety & Sustainability' een frequentiegraad (Fg) van maximaal 9 te behalen, het veiligheidsplan te actualiseren met een proactieve opvolging maar ook minstens 1 event per kwartaal te organiseren om duurzaamheid te promoten en te ondersteunen.

De doelstelling voor 2018 -om minstens niveau 5 te behalen op de CO2 -Prestatieladder- werd behaald. Dit is een managementsysteem dat bedrijven aanzet om de CO2 -uitstoot in kaart te brengen en te verminderen. De processen en resultaten worden geverifieerd door een erkende onafhankelijke instantie. Met het behalen van een Niveau 5-certificering (het hoogste niveau) toont Agidens dat het één van de koplopers is op het gebied van duurzaam ondernemen.

Agidens heeft tevens een SMETA (SEDEX Members Ethical Trade Audit)-certificering. SMETA is een norm om ethisch handelen te waarborgen. Het SMETA-systeem is gericht op de evaluatie van 4 grote pijlers: arbeidersrechten, bedrijfsethiek, milieukwesties en gezondheid/veiligheid. Agidens ontving, na een gedetailleerde audit in december 2017, het certificaat '4 Pillar requirements' met een geldigheid van 3 jaar op 27 augustus 2018. Agidens zal de aanbevelingen in het auditrapport ter harte nemen en wenst tegen ten laatste de volgende audit in 2021 de doelstellingen daaromtrent te realiseren.

Doelstelling Gerealiseerde stappen in boekjaar 2018 Milieu/Energie - Ecologische voetafdruk • Behalen van de certificering op de CO2 - Prestatieladder aan de hand van een carbon footprint. • Uitwerking van emissiereductiedoelstellingen en -maatregelen om de gemeten voetafdruk structureel te verminderen. • Agidens ziet haar inspanningen inzake duurzaam beleid beloond met het behalen van een Niveau 5 certificaat op de CO2 -Prestatieladder. • Concrete actiepunten voor het behalen van deze doelstelling zijn de reductie van de eigen CO2 -uitstoot vanuit het wagenpark en een verlaging van het elektriciteitsverbruik in de kantoren. Het jaarlijks in kaart brengen van een CO2 -voetafdruk biedt Agidens de kans om haar uitstoot te monitoren en efficiënte maatregelen te nemen om CO2 -emissies te reduceren en de bedrijfsvoering te verduurzamen. Agidens beoogt dankzij deze inspanningen de CO2 -uitstoot (gerelateerd aan omzet) in 2021 met 10% te verminderen ten opzichte van 2016. Mensenrechten • Het identificeren van de stakeholders en het benadrukken van belangrijke issues met betrekking tot mensenrechten. • Het inschatten en meten van de directe, indirecte en potentiële impact op de stakeholders. Bestrijding van corruptie en omkoping • Invoeren van een transparant 'klokkenluidersysteem' voor het melden van ongewenst gedrag, met de nadruk op gevallen van fraude (corruptie en omkoping). • Opleiden personeel wiens functie een hoger risico inhoudt op fraude (corruptie en omkoping) zoals sales, • In 2018 werd een transparant 'klokkenluidersysteem' ingevoerd voor het melden van ongewenst gedrag, waaronder fraude (corruptie en omkoping).

5.4 Milieu

Agidens draagt verantwoord ondernemen uit in al haar activiteiten op het vlak van milieubeleid.

Agidens legt hierbij het accent op:

aankoop, logistieke diensten.

  • Het meenemen van de milieu-impact als beslissingscriterium bij investeringen en aankoop.
  • Het beperken van de ecologische impact van de verplaatsingen van het personeel door het aanmoedigen van duurzame mobiliteit.
  • Minimaliseren en sorteren van afval.
  • Beperken van energieverbruik in de bedrijfsgebouwen.
  • Beperken van de milieu-impact in de activiteiten bij de klant.
  • Proactief milieu-advies verlenen aan de klant over diens activiteiten.

Voor verdere toelichting wordt verwezen naar bovenstaande inzake de certificering op de CO2 -Prestatieladder en naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

5.5 Personeelsaangelegenheden

Agidens hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk. De veiligheid en de gezondheid van elk personeelslid is van vitaal belang voor het succesvol beleid van Agidens.

De totale Agidens-groep bestaat op 31 december 2018 uit circa 600 medewerkers, waarvan 517 payroll medewerkers (ten opzichte van 478 payroll medewerkers per 31 december 2017). Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding van de payroll medewerkers wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017.

Het absenteïsme bleef stabiel tijdens 2018 op 3%. Er wordt nog steeds sterk ingezet op training zowel binnen de divisies als binnen de ondersteunende divisies.

Inzake opvolging van welzijn beschikt Agidens nog steeds over de verschillende preventiediensten en meldpunten zoals beschreven in de Verklaring over boekjaar 2017. Een van de grote uitdagingen, na de start van de werken aan de Oosterweelverbinding, is het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Zwijndrecht op een vlotte manier te bereiken. Daarom werd geopteerd voor een satellietkantoor in Brasschaat (geopend in maart 2018) om op die manier tegemoet te komen aan de personeelsleden die in het noorden van Antwerpen wonen. Daarnaast worden ook glijdende uren en thuiswerk gestimuleerd.

In april 2018 werd de Intuo app geïmplementeerd binnen Agidens. De bedoeling van deze interactieve app is een barometer te creëren op teamniveau om tijdig de noden binnen een team op te merken. Het uiteindelijke doel is om op die manier het psychosociaal welzijn van werknemers te monitoren en proactiever problemen in de organisatie te identificeren.

5.6 Sociale aangelegenheden

Agidens streeft naar een open, constructieve dialoog met lokale overheden, sociale partners en alle andere groepen die bij de activiteiten betrokken zijn. Waar mogelijk steunt Agidens lokale initiatieven op sociaal, cultureel en economisch vlak. Zo werden o.a. volgende initiatieven gesteund tijdens 2018: Ava & Trix vzw, KWF Kankerbestrijding en Special Olympics.

5.7 Mensenrechten

Agidens onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.

5.8 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Agidens. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Business Code of Conduct en in de Supplier Code of Conduct. In 2018 werd een transparant klokkenluidersysteem ingevoerd voor het melden van ongewenst gedrag, waaronder fraude (corruptie en omkoping).

6. Anima Care

6.1 Activiteit

Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en is voornamelijk actief in seniorenhuisvesting en -zorg. Anima Care investeert zowel in de uitbating als in het vastgoed.

Per 31 december 2018 heeft Anima Care 2.097 bedden in uitbating, waarvan 1.785 rusthuisbedden, 107 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen verspreid over 21 zorgcentra (waarvan 9 in Vlaanderen, 8 in Brussel en 4 in Wallonië).

Anima Care kiest resoluut voor kwaliteit en stelt de bewoner centraal. Zij combineert een aangename leefomgeving met een kwaliteitsvolle dienstverlening. Anima Care besteedt veel aandacht aan de constante verbetering van haar werkmethodes en operationele systemen alsook aan de selectie, begeleiding en ontwikkeling van haar medewerker. Zij brengen immers de kwaliteitsvisie en de waarden van Anima Care dag na dag in de praktijk.

6.2 Beleidsdocumenten

Er wordt met elke bewoner een verblijfsovereenkomst afgesloten waarin de fundamentele waarden van Anima Care worden vertaald. Deze fundamentele waarden worden hernomen in het reglement van inwendige orde en in het leefproject dat voor elk zorgcentrum wordt opgesteld.

De personeelsrelaties worden geregeld door het Arbeidsreglement. Anima Care ziet erop toe dat de fundamentele waarden en gedragscodes die in het Arbeidsreglement vervat zitten bij diverse gelegenheden worden benadrukt en in de praktijk worden toegepast. De onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers en de leidraad voor de periodieke evaluaties werden in de loop van 2018 herwerkt zodat de waarden en gedragscodes hierin nog beter aan bod komen.

6.3 Beleidsdoelstellingen

Anima Care sluit zich als deelneming van AvH aan bij de wens om voormelde doelstellingen inzake deugdelijk bestuur, ecologische voetafdruk en mensenrechten te realiseren tegen eind 2020.

In 2018 werd een auditcomité opgericht binnen de schoot van de raad van bestuur.

6.4 Milieu

Anima Care probeert de impact van haar activiteiten op het milieu zo beperkt mogelijk te houden.

Bij de realisatie en het beheer van de nieuwbouwprojecten wordt veel aandacht besteed aan energiezuinigheid en ecologie en wordt bewust geïnvesteerd in alternatieve energievormen (fotovoltaïsche cellen, warmtekrachtkoppeling), waterzuiveringsinstallaties en optimale gebouwenbeheerssystemen. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

Ook in de bestaande gebouwen wordt geïnvesteerd in energiezuinige oplossingen: ledverlichting, vervanging van oude verwarmingsketels, de installatie van thermostatische kranen op de verwarmingstoestellen, de verbetering van de zonnewering, …. De hierboven vermelde investeringen worden aangevuld met gerichte acties om het milieubewustzijn van de medewerkers te verbeteren en de impact van de dagelijkse werking op het milieu te beperken, zoals verder toegelicht in het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

6.5 Personeelsaangelegenheden

Anima Care hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.

Anima Care telde op 31 december 2018 1.460 medewerkers (ten opzichte van 1.319 medewerkers op 31 december 2017).

Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Het absenteïsme bleef nagenoeg stabiel tijdens 2018.

Het zorgpersoneel wordt voortdurend gecoacht en krijgt geregeld bijscholing. Zij krijgen ook kwalitatieve arbeidsmiddelen ter beschikking zodat zij bij de uitvoering van hun opdrachten zo min mogelijk fysiek worden belast.

Binnen Anima Care worden de personeelswelzijnsindicatoren nauwgezet opgevolgd door de operationeel verantwoordelijken.

6.6 Sociale aangelegenheden

Voor een toelichting inzake de lokale verankering van Anima Care wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

Anima Care heeft in de regio's waarin zij actief is, diverse samenwerkingsakkoorden afgesloten met de lokale zorgactoren. Waar mogelijk en zinvol, biedt Anima Care ook zelf bijkomende diensten aan, aanvullend op de residentiële zorg, aan via thuisverpleging, dagverzorgingscentra en lokale dienstencentra. Deze ondersteunende diensten zijn vooral gericht op de zorgbehoevende bewoners in de buurt van de zorgcentra en stellen deze mensen in staat om langer zelfstandig te wonen.

6.7 Mensenrechten

Anima Care onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Anima Care wil verantwoord ondernemen in de zorgsector waarbij het respect voor de medemens centraal staat.

6.8 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Anima Care. Voor alle beslissingen en betalingen wordt het vierogenprincipe consequent toegepast. Onderhandelingen met leveranciers worden op groepsniveau gevoerd: zo krijgen de verantwoordelijken van de zorgcentra een vast kader aangereikt waarbinnen zij bestellingen kunnen plaatsen.

7. Bank J.Van Breda & C°

7.1 Activiteit en algemeen beleid

Facilitator van economisch en sociaal weefsel

Ondernemers zijn de motor van onze economie. Vrije beroepen garanderen gezondheidszorg, rechtszekerheid en financiële transparantie. Samen leveren zij een cruciale bijdrage tot onze welvaart en ons welzijn.

Bank J.Van Breda & C° positioneert zich als dé referentiebank voor familiale ondernemers en vrije beroepen, zowel privé als professioneel, hun leven lang. Ze begeleidt cliënten bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen op basis van een totaalaanpak die start bij de professionele activiteit als motor voor het privévermogen met het oog op het opbouwen van een financiële buffer voor de steeds langer wordende periode van professionele inactiviteit na pensionering.

Duurzame kredietverlening

Bank J.Van Breda & C° hanteert een conservatief beleid inzake kredietverstrekking en focust op gezonde kredietverlening in het belang van de cliënt op basis van een kritische beoordeling van elke kredietaanvraag gevolgd door een analyse van veilige, voor de cliënt haalbare kredietvormen. De terugbetalingscapaciteit van de cliënt, zijn professionele bekwaamheid en de mogelijkheid om zelf iets op te bouwen, staan hierbij voorop.

Door de specifieke focus qua doelgroepcliënten en de Belgische regelgeving terzake wordt kredietverlening bij volgende 'risico'-situaties uitgesloten:

  • schendingen van mensen- en arbeidsrechten,
  • productie van fossiele brandstoffen, zoals steenkool, olie en gas of van onconventionele olie- en gaswinning, zoals teerzanden en schaliegas,
  • schending van volksgezondheid en leefmilieu, zoals vergiftiging grondwater, industriële activiteiten in beschermde natuurgebieden.

De bank verstrekt geen kredieten aan bedrijven actief in wapenproductie, tabaksindustrie of kernenergie. KMO's die actief zijn in de financiering van speelautomaten zijn eveneens expliciet uitgesloten.

Aandelenfondsen en vermogensbeheer met verantwoorde investeringen

Bank J.Van Breda & C° beheert geen eigen beleggingsfondsen. Zusterbedrijf Delen Private Bank is gespecialiseerd in vermogensbeheer en verzorgt ook de samenstelling van de beleggingsfondsen die door Bank J.Van Breda & C° worden gecommercialiseerd. Hiervoor wordt samengewerkt met fondsbeheerder Capfi Delen Asset Management (Cadelam), dochtervennootschap van Delen Private Bank. Verantwoord investeren staat daarbij voorop, rekening houdend met de door de Verenigde Naties ondersteunde 'Principles of Responsible Investment' en met uitsluitingslijsten gepubliceerd door organisaties die een referentie zijn in maatschappelijk verantwoord investeren, zoals het Noorse Staatsfonds. Voor verdere toelichting hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

7.2 Beleidsdocumenten

De personeelsrelaties van Bank J.Van Breda & C° en haar divisies worden geregeld door het arbeidsreglement. Specifieke gedragscodes werden opgesteld voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management).

7.3 Milieu

Naast voormelde beleidspunten inzake milieu bij kredietverlening en investeringsfondsen, is er ook een breed draagvlak om de ecologische voetafdruk in de relaties met de cliënten en op ondernemingsniveau te beperken. Een werkgroep 'Eco' treedt hiervoor op als voortrekker en onderzoekt welke maatregelen nodig zijn om van de bank een CO2 -neutraal bedrijf te maken.

In 2018 werd een eerste 'carbon footprint'-studie opgemaakt om de impact van de bank op het klimaat te meten en zoveel mogelijk te reduceren. Deze dient als aanzet om een langetermijnvisie te ontwikkelen om klimaatneutraal te worden. Via een concreet actieplan engageert de bank zich haar eigen emissies met minstens 25% te reduceren tegen 2025. Dat kan via maatregelen op het vlak van energieverbruik, bedrijfsvoertuigen, koelgassen, woon-werkverkeer, papiergebruik, afval e.d., gecombineerd met compensatie door investeringen in klimaatprojecten. Vanaf 2019-2020 wil de bank haar realisaties meten aan de hand van kerncijfers (KPI's) die worden uitgezet om de reductiedoelstellingen te realiseren.

Naast de initiatieven die opgelijst werden in de verklaring over het boekjaar 2017 werden recent volgende initiatieven gestart:

  • De overschakeling naar groene stroom die door de toepasselijke wetgeving voor 100% beschouwd wordt als elektriciteit opgewekt via hernieuwbare energiebronnen of afkomstig is uit kwalitatieve warmtekrachtinstallaties;
  • Op het vlak van mobiliteit wordt er ingezet op gedragsverandering door het stimuleren van een evenwichtige combinatie van flexwerk op de zetel en in lokale kantoren met thuiswerk en videoconference.

7.4 Personeelsaangelegenheden

Per 31 december 2018 had Bank J.Van Breda & C° 468 medewerkers (ten opzichte van 471 medewerkers op 31 december 2017).

Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Het absenteïsme bleef nagenoeg stabiel tijdens 2018.

Waardegedreven bedrijfscultuur

0

3.000

6.000

Bank J.Van Breda & C° gelooft dat de deontologie en de ethische waarden van haar personeel bepalend zijn voor de manier waarop de bank in contact treedt met haar cliënten en leveranciers. Uit cultuur- en waardenonderzoek kwamen eerlijkheid, verantwoordelijkheidszin en enthousiasme als kernwaarden naar voor. Deze bedrijfscultuur ligt aan de basis van het succes van Bank J.Van Breda & C° en wil de bank daarom koesteren.

2018 2017

De bank weert elke vorm van discriminatie op basis van ras, geloof, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. Ze staat open voor alle mensen met talent en een positieve levenshouding.

Great place to work

Gelukkige mensen stralen een positieve kracht uit, ook in hun werk, en zeker in hun contact met de cliënt. Daarom stimuleert de bank als werkgever mensen om te werken in hun talentzone en biedt ze een kader dat zorgt voor groei en ontwikkeling. Dit wordt 2-jaarlijks getoetst door deelname aan de internationale interne bevraging die georganiseerd wordt door 'Great place to work' i.s.m. Vlerick Management School. In 2018 werd de bank gecertifieerd als 'Great place to work'.

Genderdiversiteit

Een divers samengestelde raad van bestuur heeft aandacht voor verschillen in achtergrond, geslacht en professionele vaardigheden die relevant zijn voor Bank J.Van Breda & C°. Het remuneratie- en benoemingscomité beoordeelt kandidaten hiervoor op hun verdiensten en hanteert hierbij objectieve criteria. Per 31 december 2018 beantwoordt de samenstelling van de raad van bestuur en het directiecomité aan de streefdoelen inzake vertegenwoordiging van het ondervertegenwoordigde geslacht binnen deze organen.

Oog voor gezondheid

De bank investeert tevens in het algemeen welzijn en promoot een gezonde levenshouding door onder meer te voorzien in fitnessruimte of financiële steun voor een sportabonnement, gezonde voeding, en het voorzien van flexibele werkomstandigheden met het oog op een goed evenwicht tussen werk en privé.

7.5 Sociale aangelegenheden

Om juiste financiële keuzes te maken, dienen cliënten een goed inzicht te hebben van hun mogelijkheden. Niet elke cliënt beschikt echter over voldoende financiële basiskennis, zelfs al genoot hij of zij universitaire studies. Daarom worden regelmatig voordrachten gegeven om o.a. artsen en apothekers in opleiding wegwijs te maken in de financiële wereld. Bank de Kremer lanceerde in 2018 een gratis app die anoniem voor iedereen beschikbaar is en die helpt om overzicht en inzicht te krijgen met het oog op het opbouwen van een financiële buffer voor de steeds langer wordende periode van professionele inactiviteit na pensionering.

Voor het mecenaat wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen'.

7.6 Mensenrechten

Bank J.Van Breda & C° onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar divisies eenzelfde engagement.

7.7 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Bank J.Van Breda & C°. Het belang dat de bank hecht aan het vermijden van belangenconflicten staat beschreven in de deontologische codes voor de personeelsleden, de leden van het directiecomité en de leden van de raad van bestuur.

Naast wat is opgenomen in het Arbeidsreglement gelden specifieke gedragscodes om belangenconflicten te vermijden voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management). Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot volgende domeinen: witwaspreventie, voorkomingsbeleid fiscale mechanismen, transacties in financiële instrumenten, handel met voorwetenschap, koersmanipulatie, wetgeving op de privacy, discretieplicht, deontologische codes en dergelijke.

Om de kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren en om corruptie en omkoping te vermijden, behoren interne controlemaatregelen tot de standaarden. Een voorbeeld hiervan is de functiescheiding van bevoegdheden tussen o.a. betalingsopdrachten en betalingen. Ook het vierogenprincipe is zoveel mogelijk geïntegreerd in automatische processen.

Jaarlijks wordt een verklaring van mensen met inkoopverantwoordelijkheid opgesteld. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit. Er waren op dit vlak in 2018 geen inbreuken te melden. De werking van de controlemaatregelen wordt ondersteund door een controlestructuur die gebaseerd is op de samenwerking tussen 3 verdedigingslijnen (3LoD - Three lines of defense).

    1. De verantwoordelijkheid voor het beheer van risico's (waaronder corruptie en omkoping) is in eerste instantie duidelijk toegewezen aan de operationele afdelingen.
    1. De tweede lijn (risk management en compliance) adviseert en bewaakt of deze verantwoordelijkheid wordt opgenomen.
    1. Een onafhankelijke derde lijn (interne audit) beoordeelt objectief of er verdere mogelijkheden tot procesverbetering zijn.

8. Extensa Group

8.1 Activiteit

Extensa Group is een projectontwikkelaar die sinds haar oprichting in 1910 bijzondere aandacht heeft voor gebiedsontwikkeling en stadsuitbreiding. De sites 'Tour & Taxis' in Brussel en 'Cloche d'Or' in Luxemburg passen aldus perfect binnen deze strategische positionering. In principe worden de realisaties na oplevering verkocht aan eindgebruikers of beleggers, maar Extensa Group kan gebouwen ook aanhouden als investering en deze zelf actief beheren. Extensa Group is zelf gevestigd op de Tour & Taxis-site.

8.2 Milieu

De uitbreiding en de reconversie van stedelijke gebieden betekenen ingrijpende wijzigingen voor mens en milieu. Extensa is zich dan ook bewust van de grote verantwoordelijkheid die hiermee gepaard gaat en heeft bijzondere aandacht voor de waarde op lange termijn van de realisaties. Deze ambitie gaat veel verder dan het naleven van de wettelijke vereisten of het gebruiken van een holle woordenschat. Er wordt steeds gezocht naar de meest effectieve, toekomstgerichte oplossingen, voor alle aspecten van onze projecten die een impact hebben op de leefomgeving van gebruikers, omwonenden en van de natuur.

De renovatie en herbestemming van de 'Gare Maritime' van Tour & Taxis illustreert deze aanpak:

  • Hernieuwbare energie: Fotovoltaïsche panelen en geothermie (met boringen tot 140 meter diepte) zullen voorzien in het overgrote deel van de energiebehoefte van deze overdekte wijk.
  • Constructie circulariteit en innovatie: De kwalitatieve natuurlijke materialen zoals blauwe hardsteen en porfier kasseien worden herwerkt en hergebruikt. Dynamisch getinte beglazing maakt zonnewering aan de buitenkant overbodig. Innoverende constructies in hout zorgen voor een sterk gereduceerde CO2 -uitstoot tijdens de bouw en garanderen op lange termijn een integraal hergebruik van de materialen.
  • Logistiek: Bij voorkeur worden bouwmaterialen aan- en afgevoerd via binnenschepen op het nabijgelegen kanaal. Een lokale logistieke hub moet het traject van grote vrachtwagens verkorten en de kleine leveringen efficiënter maken, met minder transport en hinder voor de gebruikers.
  • Regenwaterbeheer: Het regenwater wordt opgevangen en opgeslagen in bufferbekkens (1.380 m3 ) om gebruikt te worden voor het spoelen van sanitair, irrigatie van binnentuinen en voeding van vijvers. Eventueel overschot wordt rechtstreeks in het kanaal afgevoerd zonder belasting van het openbaar rioleringsstelsel.

Maar ook op niveau van de volledige sites worden zowel in Tour & Taxis als in Cloche d'Or bijzondere inspanningen gedaan, o.a. op het vlak van de bescherming van de oorspronkelijke flora, het herstellen van natuurlijke waterlopen, de aanleg van groenzones en ecologische doorgangen.

De inspanningen van Extensa in dit kader blijken tevens uit de behaalde duurzaamheidscertificering voor het door haar ontwikkeld vastgoed: Brussel Leefmilieu (BREEAM 'Excellent' zowel in Design Phase als Post Construction), Herman Teirlinck (classificatiesysteem 4* overeenkomstig het Handboek Duurzame Kantoorgebouwen van de Vlaamse Overheid, qua niveau vergelijkbaar met BREEAM 'Excellent'), Alter Domus en Deloitte in Luxemburg (BREEAM 'Very Good' zowel in Design Phase als Post Construction).

Voor de Gare Maritime is het objectief om BREEAM 'Excellent Renovation' voor de renovatie van de bestaande structuur te behalen en BREEAM 'Excellent New Built' voor het nieuwbouwvolume. Het certificeringsproces is in uitvoering.

Gegeven de omvang en diversiteit van de nieuwe stadswijk Tour & Taxis, heeft Extensa een unieke positie en dus ook verantwoordelijkheid om actief mee te werken aan een toekomstgerichte benadering van mobiliteit. In samenwerking met klanten en diverse externe partners worden alternatieve modi gepromoot en aangeboden, zoals carpooling & deelwagens, het verminderen van het autoverkeer in balans met een beter aanbod aan openbaar vervoer, het aanmoedigen van wandelen en fietsen. Extensa is daarom ook partner van diverse overheden bij de aanleg van infrastructuur en openbare voorzieningen.

8.3 Personeelsaangelegenheden

Extensa steunt op het initiatief en het talent van alle medewerkers en heeft de facto een vooruitstrevend gender- en diversiteitsbeleid. De bedrijfscultuur is gericht op het stimuleren van creativiteit en vindingrijkheid van haar medewerkers. Kwaliteit van dienstverlening aan externe en interne klanten is een constant aandachtspunt. In dit kader werkt Extensa verder aan een professioneel kader op basis waarvan de voordelen van nieuwe werkmethodes gericht op innovatie en creativiteit gecombineerd kunnen blijven met operationele excellentie.

Per 31 december 2018 telt Extensa 33 medewerkers (ten opzichte van 23 medewerkers per 31 december 2017)(1). Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Met de aanwerving van 10 medewerksters in 2018 werd het gender-evenwicht hersteld. Extensa doet ook een beroep op diverse tijdelijke medewerkers in functie van specifieke projecten of behoeftes.

(1) Uitgezonderd consultants die werkzaam zijn op specifieke ad-hoc projecten

Extensa organiseert een jaarlijkse studie- en teambuildingreis voor alle medewerkers, alsook verschillende sociale gelegenheden gedurende het jaar. Bijscholing en deelname aan seminaries worden aangemoedigd.

8.4 Sociale aangelegenheden

Extensa steunt diverse sociale en culturele initiatieven op basis van een policy die richtlijnen vastlegt inzake de objectieven en de waarden die gerespecteerd dienen te worden. Ook wordt vastgoed in beheer gratis of tegen zeer gunstige voorwaarden ter beschikking gesteld van caritatieve organisaties (Cruyff Court in Sint-Jans-Molenbeek, Human Rights Watch, Special Olympics Belgium, L'Ecole du Cirque, TYN, Bright Future, Parckfarm, ... ). Een andere vorm van sociaal engagement is de implicatie van medewerkers in de werking van bepaalde organisaties (be.Face, BFFS, …).

8.5 Mensenrechten

Extensa onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar aannemers hier eveneens in regel mee zijn. Ze neemt dit mee in haar beleidsdoelen voor de volgende jaren.

8.6 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemen is één van de basiswaarden van Extensa. Voor zover deze betrekking heeft op haar activiteiten en doel, sluit ze zich aan bij de Integriteitscode van AvH. Het vierogenprincipe wordt voor alle betalingen consequent toegepast.

9. Leasinvest Real Estate

9.1 Activiteit

Leasinvest Real Estate (LRE) is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, die beursgenoteerd is. LRE investeert in hoogkwalitatieve en goedgelegen shopping centers, winkels en kantoren in het Groothertogdom Luxemburg (54%), België (36%) en Oostenrijk (10%). Naast het beheer van haar bestaande vastgoedportefeuille, volgt Leasinvest Real Estate ook (her)ontwikkelingsprojecten op.

9.2 Milieu

Leasinvest Real Estate is er zich van bewust dat haar ecologische voetafdruk kan verminderen door het continu streven naar het energie-efficiënter en dus -zuiniger maken van de gebouwen in portefeuille, waarbij het duurzaamheidsaspect primeert bij grondige renovaties.

BREEAM is een internationaal duurzaamheidskeurmerk en de standaard voor het optimaal realiseren (nieuwbouw) of renoveren (gebouwen in gebruik) en exploiteren van duurzame gebouwen met een minimale milieu-impact, gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde duurzaamheidsmetrieken en -indices die een hele reeks milieugerelateerde kwesties omvat, zoals de evaluatie van het energie- en watergebruik, de impact op gezondheid en welzijn, vervuiling, transport, materialen, afval, ecologie en managementprocessen. Gebouwen worden door het Britse BRE instituut (Building Research Establishment) beoordeeld en gecertificeerd op een schaal van 'Pass', 'Good', 'Very Good', 'Excellent' en 'Outstanding' aan de hand van auditrapporten opgesteld door onafhankelijke, erkende beoordelers.

In België bekwam LRE de volgende BREEAM-scores voor de hierna opgesomde kantoorgebouwen:

  • The Crescent Anderlecht: BREEAM In-Use score 'Excellent' (2015)
  • Motstraat Mechelen: BREEAM In-Use, score 'Good' (2013)
  • Treesquare: objectief is BREEAM 'Excellent' (2018).
  • Montoyer 63: objectief is BREEAM 'Excellent' (2018), te bevestigen nadat de inrichtingswerken van de huurder zijn afgewerkt in 2019 en het gebouw effectief in gebruik is genomen. Een BREEAM interim 'design stage' met rating 'Excellent' werd reeds behaald in 2017.

Voor een meer gedetailleerd overzicht van bijkomende milieubewuste investeringen (onder meer in zonnepanelen en laadpalen) wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

Daarnaast vertaalt het milieubewustzijn zich binnen de vennootschap in o.m. het enkel nog digitaal bewaren van documenten (tenzij originelen ten absolute titel dienen bijgehouden te worden) en door het promoten van conference calls i.p.v. het voorzien van vergaderingen die verplaatsingen vergen.

9.3 Personeelsaangelegenheden

Leasinvest Real Estate hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk. In haar personeelsbeleid staan waarden als respect, transparantie en integriteit, ondernemingszin en collegialiteit centraal.

Het totale personeelsbestand van LRE-groep (inclusief de payroll van LREM, de statutaire zaakvoerder die eigenlijk buiten de consolidatieperimeter van LRE valt) bedraagt 31 personen op 31 december 2018 (ten opzichte van 31 personen op 31 december 2017).

Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017.

Aangezien er zeer veel belang wordt gehecht aan opleidingen, nemen de personeelsleden geregeld deel aan seminaries en cursussen allerhande. Vaak zijn deze gerelateerd aan vastgoed, maar het betreft evenzeer fiscale, boekhoudkundige of HR-gerichte onderwerpen.

Op kwartaalbasis worden ontmoetingen georganiseerd voor het voltallige personeel, inclusief het personeel dat voor LRE in het buitenland werkt. Vaak wordt dit op een locatie buiten de kantoren georganiseerd, zodat de personeelsleden elkaar ook beter leren kennen buiten de werkomgeving.

In 2018 werd tevens een HR-enquête bij het personeel uitgevoerd, met het oog op het optimaliseren van het personeelsbeleid voor de werknemers actief in België, Luxemburg en Oostenrijk. In 2019 wordt op grond hiervan een HR-plan uitgewerkt teneinde de interne communicatie en de efficiëntie te verbeteren.

Om tegemoet te komen aan het toenemende mobiliteitsprobleem, biedt LRE haar personeel de mogelijkheid om op diverse locaties te werken, in het kader van de voorziene co-working spaces. Daarnaast worden ook glijdende uren en thuiswerk gestimuleerd, waar mogelijk.

9.4 Sociale aangelegenheden

Voor een beschrijving van de initiatieven van LRE wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.

9.5 Mensenrechten

Leasinvest Real Estate onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers in binnen- en buitenland eenzelfde engagement.

9.6 Bestrijding van corruptie en omkoping

Ethisch ondernemerschap is een basiswaarde voor LRE. LRE neemt de nodige maatregelen om corruptie of omkoping door medewerkers van de groep te voorkomen. Ondanks het feit dat LRE een kleine organisatie is, wordt het vierogenprincipe maximaal toegepast. Daarenboven is LRE ook wettelijk verplicht een compliance officer aan te stellen, met onder meer de verantwoordelijkheid om na te gaan of de toepasselijke regelgeving effectief nageleefd wordt.

Een tweede controle wordt uitgevoerd door de interne auditor, die LRE door haar GVV-statuut wettelijk verplicht is aan te duiden. In samenspraak met het auditcomité van LRE en met de CFO wordt een driejarenplan uitgewerkt en gevolgd, zodat op rotatiebasis alle kritieke bedrijfsprocessen ten gepaste tijde aan een 'externe' interne audit onderworpen worden. De 'externe' interne auditor rapporteert zijn bevindingen rechtstreeks aan het auditcomité, teneinde een kwalitatieve en onafhankelijke rapportering te garanderen. In 2018 werd geen inbreuk gerapporteerd.

10. Rent-A-Port

10.1 Activiteit

De Rent-A-Port-groep is een multinationaal engineering- en investeringsbedrijf, wereldwijd gespecialiseerd in de ontwikkeling van haveninfrastructuren en industriële zones, met hoofdkantoor in het historisch centrum van Antwerpen. Rent-A-Port biedt diensten variërend van consultancy en volledig projectbeheer tot (co-)investeringen in havenprojecten en industriële zones in Oman en Qatar.

Voor de verslaggeving van niet-financiële informatie van Rent-A-Port werden de vennootschappen van de groep opgenomen die integraal geconsolideerd worden.

Rent-A-Port investeert in ondernemingen met een duurzaam en internationaal groeipotentieel.

  • Rent-A-Port Green Energy focust op de ontwikkeling van (groene) energieproductie en -opslag en draagt bij tot de transitie naar hernieuwbare energie.
  • De andere bedrijven (behorende tot de Rent-A-Port-groep) investeren in havens en industriële zones, genereren diverse klanten en werkgelegenheid en dragen aldus bij aan een stijgende welvaart en wereldhandel waarin coöperatief en duurzaam ondernemen centraal staat.

10.2 Beleidsdocumenten

De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen aan bod in 'awareness programs' en in de individuele arbeidscontracten van de personeelsleden van de (buitenlandse) deelnemingen.

De personeelsrelaties in de schoot van Rent-A-Port worden beheerst door het beleidsdocument Arbeidsreglement (voor bedienden) en interne bedrijfsrichtlijnen. Het is de intentie van Rent-A-Port om beide documenten te herzien tegen medio 2019, samen met het uitwerken van een Business Code of Conduct.

10.3 Milieu

De beleidsdoelstellingen van Rent-A-Port met betrekking tot milieuaangelegenheden zijn vooral van belang voor de projecten in Vietnam en Oman. Gezien de activiteit van de vennootschappen die opgenomen zijn in deze verslaggeving (in hoofdzaak participatievennootschappen) en gezien het eerder beperkt aantal werknemers is de impact van Rent-A-Port op het milieu eerder beperkt. De activiteiten hebben zowel positieve als negatieve sociale- en milieueffecten.

Voornamelijk de woon-werkverplaatsingen, frequente professionele (buitenlandse) reizen en kantoorgebonden energiekosten hebben een negatieve impact. Hoge reiskosten zijn eigen aan de activiteiten van Rent-A-Port. Toch hoopt het bedrijf deze kosten te reduceren door het invoeren van een nieuwe travel policy, video conferencing, data sharing via cloud-toepassing, en web-based management reporting. Verder tracht Rent-A-Port in de mate van het mogelijke het wagenpark milieuvriendelijker te maken, alsook de werknemers aan te moedigen om duurzamere mobiliteit te overwegen (fiets, openbaar vervoer,…).

In Oman worden op lokaal niveau tevens verscheidene initiatieven voor bescherming van de oceaan en haar fauna (Oil Spilling Initiative, initiatieven m.b.t. walvisbehoud, etc.) ondernomen en gesteund.

Het management probeert erop toe te zien dat de werknemers in een gezonde en veilige omgeving kunnen blijven werken. Rent-A-Port wil op middellange termijn meer betrokken zijn bij sociale en duurzaamheidsprojecten en haar ecologische voetafdruk formeel in kaart brengen.

10.4 Personeelsaangelegenheden

Rent-A-Port hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.

Per 31 december 2018 telt Rent-A-Port 13 medewerkers (ten opzichte van 14 medewerkers per 31 december 2017). Alle werknemers voeren uitsluitend intellectuele diensten uit en zijn voltijds tewerkgesteld. Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. In 2018 was zowel de frequentie als de duur van de afwezigheden opnieuw zeer laag.

Rent-A-Port moedigt haar werknemers aan om hun volledige potentieel te ontwikkelen en unieke talenten te gebruiken. Daartoe wordt sterk ingezet op training in het bijzonder op management- en operationeel niveau (bijvoorbeeld inzake hernieuwbare energie, business development en marketing). Gezien het groeikarakter van het bedrijf heeft het management van Rent-A-Port in 2018 een doorgedreven managementopleiding gevolgd omtrent strategische bedrijfsontwikkeling.

Daarnaast investeert de organisatie in het algemeen welzijn (o.a. wekelijks vers fruit, flexibele uren, mogelijkheid tot thuiswerk, eigen kantoren, etc.) van haar medewerkers.

10.5 Sociale aangelegenheden

Rent-A-Port draagt waar mogelijk haar steentje bij op sociaal, cultureel en economisch vlak en steunt organisaties zoals Apostolatus vzw, Les Plus Beaux Villages de Wallonie, Belgian-Vietnamese Alliance, Guinee en Europe, Hanoi International Women's Club, etc.

Via de projecten in Vietnam en Oman ondersteunt Rent-A-Port initiatieven zoals o.a. weeshuizen, scholen en lokale gemeenschappen (Vietnam) en verschillende Awareness Programs, Skills Development Programs voor de lokale bevolking, Duqm Woman's Association, etc. (Oman).

10.6 Mensenrechten

Rent-A-Port onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement. Het is tevens haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten. Ditzelfde geldt ook voor de buitenlandse deelnemingen. Tegelijk wil Rent-A-Port minstens één werknemer zich laten bijscholen in het mensenrechtenbeleid- en procedures, zodat die samen met de interne jurist kan optreden als Compliance Officer om het risico op schending te verkleinen.

10.7 Bestrijding van corruptie en omkoping

Rent-A-Port hecht veel belang aan ethisch ondernemen. Voor zover deze betrekking heeft op de activiteit en het doel van Rent-A-Port, sluit de Rent-A-Port-groep zich aan bij de Integriteitscode van Ackermans & van Haaren.

In het Arbeidsreglement en recente arbeidscontracten van de groepsvennootschappen is een anti-corruptie- en anti-omkopingclausule opgenomen. Op korte termijn wil het bedrijf deze verder uitwerken en formaliseren.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Met haar baseline 'Partners for sustainable growth' onderstreept Ackermans & van Haaren haar ambitie om de groep op een duurzame wijze te laten groeien, met respect voor mens, milieu en maatschappij.

Duurzaamheid is voor Ackermans & van Haaren geen modewoord. De groep investeert sinds jaar en dag in ondernemingen die op innovatieve wijze bijdragen tot oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatopwarming, energietransitie, vrijwaren van internationale vrije handel, vergrijzing en vermogensbescherming.

Niet alleen als aandeelhouder, maar ook als onderneming in het maatschappelijk verkeer en als werkgever, rechtstreeks en onrechtstreeks, van meer dan 20.000 medewerkers, is Ackermans & van Haaren zich bewust van de noodzaak tot continue verbetering van haar sociale relaties, economische prestaties en ecologische voetafdruk. Wij zijn ervan overtuigd dat focus op duurzame groei bijdraagt tot gemotiveerde medewerkers, innovatieve producten en diensten en, uiteindelijk, tot betere financiële resultaten.

Duurzaam gedrag is ons inziens gestoeld op naleving van de wet- en regelgeving, ethisch gedrag en de incorporatie van aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen in investeringsbeslissingen.

Deze duurzaamheidsmentaliteit wordt niet alleen door AvH aan haar participaties gepromoot maar ook door de participaties zelf krachtig bevorderd. De aangehaalde voorbeelden geven een aantal belangrijke realisaties weer. Meer details zijn terug te vinden in de jaarverslagen van de respectievelijke bedrijven. Daarnaast wordt er in detail gerapporteerd over (i) milieu, (ii) sociale en personeelsaangelegenheden, (iii) mensenrechten en (iv) bestrijding van corruptie en omkoping in het hoofdstuk 'Verklaring van niet-financiële informatie'.

Partners for sustainable growth

In 2016 introduceerde AvH haar baseline 'Partners for sustainable growth'. Deze baseline legt de nadruk op een duurzame ontwikkeling en groei van de groep, met respect voor mens, milieu en maatschappij.

De wereld ondergaat immers een exponentiële transformatie: de huidige geopolitieke instabiliteit, de klimaatverandering, de schaarste aan land en natuurlijke grondstoffen, de bevolkingsgroei en de megasteden, de hoge levensverwachting, de technologische disruptie... AvH en haar participaties houden rekening met deze uitdagingen die de wereld confronteren en veranderen ze in opportuniteiten. Dit zorgt voor een permanente aandacht en een steeds groter wordende bewustwording rond deze thema's.

Als investeringsmaatschappij houdt AvH rekening met de uitdagingen in de maatschappij. Bij investeringen wordt nagegaan of deze duurzaam zijn: brengen ze een verbetering voor mens of milieu en zijn ze ethisch verantwoord? AvH integreert trouwens ook zo veel als mogelijk de globale trends, zoals de opwarming van de aarde en de vergrijzing van de populatie in haar investeringspolitiek.

Zodra AvH in een bedrijf investeert, wordt verwacht dat het blijvend inzet op innovatie en op de uitbouw van activiteiten met respect voor mens, milieu en maatschappij. Het sterk geloof in een langdurend partnership geeft de participaties de tijd om ook rond dit thema een langetermijnstrategie op te zetten en te implementeren. Duurzaamheid en een kortetermijnstrategie gaan immers niet samen. Innovatie, zowel op technologisch vlak als op het vlak van de aangeboden diensten en producten, vraagt immers tijd en kan niet van vandaag op morgen ingevoerd worden.

Een ander thema is hernieuwbare energie, dat de laatste jaren steeds belangrijker geworden is in de strategie van de groep. Een groot aantal participaties heeft investeringen en uitbreidingen gedaan op het vlak van hernieuwbare energie, energiebesparingen of co-generatie. Bovendien integreert het merendeel van de participaties milieuvriendelijke initiatieven in hun bestaande activiteiten en dagelijkse werking. Zowel AvH als dochterbedrijf DEME investeren in hernieuwbare offshore windparken.

CFE - Solidariteitsproject Erasmus

Rentel offshore windpark

Delen Private Bank - Thomas Detry en Thomas Pieters

Bank J.Van Breda & Co - Artsen zonder Vakantie

DEME - Nodulecollector Patania II

Extensa - Tour & Taxis - Obelisk voor Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

DEME

Als bedrijf wil DEME haar expertise en middelen inzetten om een duurzame toekomst te helpen verwezenlijken. DEME biedt oplossingen voor wereldwijde uitdagingen, zoals de stijgende zeespiegel, toenemende bevolkingsgroei, het helpen verminderen van de CO2 -uitstoot, de schaarste aan minerale grondstoffen en bodem- en waterverontreiniging. DEME onderneemt ook actie om de impact van de eigen activiteiten te minimaliseren.

Als eerste bedrijf ter wereld bracht DEME baggerschepen met 'dual fuel'-motoren in de vaart om de CO2 -uitstoot terug te dringen. Alle nieuwe schepen in de vloot worden ook uitgerust met andere milieuvriendelijke toepassingen, zoals zonnepanelen of warmterecuperatie. Door een doorgedreven QHSE risk management-programma brengt DEME alle milieuaspecten van de eigen operaties in kaart om de impact op het milieu te beperken.

Als baggerbedrijf is DEME wereldwijd betrokken bij talrijke projecten die bijdragen aan de verdere economische ontwikkeling van een land of regio. Zo bouwde DEME een nieuwe haventerminal in Sierra Leone en werd de luchthaven verder uitgebreid aan de Sunshine Coast in Australië. Om de toenemende bevolkingsgroei het hoofd te bieden, wordt vandaag land gewonnen in onder meer Nederland en Nigeria.

DEME is intussen een wereldleider in de offshore energiemarkt en helpt klanten en overheden hun ambities voor hernieuwbare energie waar te maken. Hierbij is DEME niet enkel een specialist in het bouwen van offshore windparken, maar levert het ook financiële middelen om hernieuwbare energieprojecten te financieren. Zo heeft DEME een concessie in de Belgische windparken Rentel en SeaMade. Het bedrijf past ook nieuwe technieken toe om de kosten van de bouw van een windpark verder te drukken. In 2018 kwam het innovatieve kabellegschip 'Living Stone' in de vaart dat met een revolutionair kabellegsysteem de onderzeese kabels voor windparken sneller en efficiënter kan installeren. Zo worden de kosten aanzienlijk verminderd.

Gezien de toenemende schaarste aan ruimte wordt de herontwikkeling van brownfield-terreinen alsmaar belangrijker. De milieutak van DEME blaast nieuw leven in zwaar vervuilde sites, zoals bijvoorbeeld op de terreinen van een staalproducent in Italië of op Blue Gate in Antwerpen.

In samenwerking met de International Seabed Authority bestudeert DEME de mogelijkheid om minerale grondstoffen te winnen op de zeebodem. Volgend op een eerste succesvolle expeditie in 2017 gaat DEME dit jaar een nieuwe onderzoeksfase in met een tweede expeditie, waarbij de bodemtestrobot 'Patania II' de zeebodem op meer dan 4.000 meter diepte zal verkennen.

DEME streeft doorlopend naar de verbetering van haar prestaties op het vlak van veiligheid. De groep voert op driemaandelijkse basis een HIPO (High Potential) analyse uit, die alle incidenten of zorgwekkende ontwikkelingen aan het licht brengt. Daarnaast is een Werkgroep Veiligheid samengesteld, die systematisch alle vaartuigen van de vloot bezoekt om de nieuwe veiligheidsprocedures uit te leggen en de bemanning op te leiden. Voor de bewustmaking van haar medewerkers heeft DEME het veiligheidsprogramma CHILD (Colleagues Help Injuries to Leave DEME) ontwikkeld en een Veiligheidscharter gelanceerd.

In 2018 ging DEME in zee met Mercy Ships, een humanitaire organisatie die met het grootste private ziekenhuisschip ter wereld naar Afrikaanse landen vaart om gratis operaties, medische behandelingen en opleidingen voor dokters aan te bieden. Het is het grootste partnership in de geschiedenis van DEME4Life. Daarnaast ondersteunt DEME verschillende initiatieven op andere continenten waar het bedrijf werkzaam is, zoals in Indië en Vietnam.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en in het duurzaamheidsrapport (vanaf midden 2019) van DEME, die geraadpleegd kunnen worden op www.deme.be.

CFE

De groep CFE voert reeds vele jaren een beleid van duurzame ontwikkeling. Zowel in de pool Contracting als in Vastgoedontwikkeling komt de wil om te bouwen aan een duurzame toekomst tot uiting, zowel in de maatregelen die werden genomen met betrekking tot de dagelijkse activiteiten als bij de realisatie van vastgoed- en bouwprojecten.

Om dagelijks bij te dragen aan het behoud van het milieu werden er afspraken gemaakt door de verantwoordelijken van de verschillende entiteiten. Deze worden zowel toegepast in de kantoren als op de werven. Ze omvatten onder meer de vermindering van het energieverbruik, de opvang en het gebruik van regenwater en de beperking, de sortering en de behandeling van afval. Er wordt ook gestreefd naar een groenere mobiliteit door het invoeren van een homeworking policy, het werken in satellietkantoren en videoconferencing. Daarnaast wordt de zachte mobiliteit nog meer gestimuleerd: een abonnement op het openbaar vervoer, een elektrische fiets en 'cash for car' worden ter beschikking gesteld aan de werknemers van CFE.

De medewerkers en medewerksters van de groep CFE zijn de grootste troef. Diversiteit en gelijke kansen, ongeacht hun nationaliteit of afkomst, zijn diep geworteld in het personeelsbeleid van de groep. De waarden zoals het respect voor anderen, samenwerking en transparantie, motivatie, betrouwbaarheid, integriteit, klantgerichtheid (kwaliteit, flexibiliteit), professionaliteit en veiligheid op het werk worden dan ook sterk uitgedragen door iedere entiteit van de groep. Veiligheid is meer dan ooit een prioritaire waarde. Ook in 2018 werd er een Safety Day georganiseerd binnen CFE Contracting en BPI. Tijdens deze dag werd het werk een dag lang neergelegd en werden alle medewerkers zeer concreet aangespoord om zich bewust te worden van het belang van de veiligheid alsook het verbeteren van het gedrag op de werf. Daarnaast werd er ook veel aandacht geschonken aan het welzijn op de werkvloer met onder meer initiatieven gericht op ergonomie zowel op kantoor als op de werf, het verminderen van stress en het voorkomen van burn-out.

Naast het coachen van nieuwe medewerkers bieden de verschillende entiteiten hun werknemers een breed scala aan opleidingen: leiderschap en coaching, communicatie, financiën, projectbeheer en onderaannemers, onderhandelingstechnieken met leveranciers, juridische aspecten, administratie, computerbeveiliging, boekhouding, efficiëntieverbetering…

Het delen van kennis tussen de entiteiten heeft het gebruik van interne vaardigheden tevens bevorderd. Digitalisering speelt een grote rol in de mogelijkheden om informatie tussen collega's te communiceren. Innovatie betreft niet alleen technieken, machines, gereedschappen en materialen, maar ook wereldwijde project- en werfbeheersprocessen, zoals 'lean management' en BIM (Building Information Modeling), die zorgen voor optimale efficiëntie. Al deze aspecten worden meegenomen in de verschillende trainingen omtrent digitale technologieën.

Ten slotte is het belang van de menselijke factor ook de steun voor solidariteitsprojecten. Zestig kinderen uit Brusselse kansarme buurten brachten een hele dag door op de Erasmus-werf. Via verschillende workshops konden ze een werf ontdekken in volle constructie, alsook kennismaken met de verschillende beroepen uit de bouwsector. Een zeer positieve ervaring zowel voor klein als groot!

Meer informatie is beschikbaar in het jaarverslag van CFE, dat geraadpleegd kan worden op www.cfe.be.

Green Offshore

Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken in België en draagt zo in belangrijke mate bij aan de 20/20/20 klimaatdoelstellingen en de toekomstige energievoorziening. Een recent voorbeeld is SeaMade, dat instaat voor de gelijktijdige ontwikkeling van de Mermaid en Seastar offshore windparken.

SeaMade wordt het grootste windmolenpark dat ooit werd gefinancierd en gebouwd in België. Het SeaMade-project zal bestaan uit 58 SGRE (Siemens Gamesa Renewable Energy) windturbines, met een rotor diameter van 167 meter, op monopile funderingen en twee offshore hoogspanningsstations die op ELIA's offshore aansluitingsplatform (Modular Offshore Grid) zullen aansluiten. Hierdoor worden jaarlijks 485.000 gezinnen van groene stroom voorzien en een CO2 -uitstoot vermeden van meer dan 500.000 ton. De verwachting is dat de windturbines vanaf 2020 groene stroom kunnen produceren.

SeaMade zal bijdragen tot de overgang naar een schonere energiemix en tot het behalen van de bindende doelstelling om tegen 2020 13% van onze energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen. De helft van de hernieuwbare energieproductie zal afkomstig zijn van offshore windenergie. Bijna een kwart van de benodigde offshore energieproductie zal afkomstig zijn van het SeaMade-project.

Delen Private Bank

Delen is allesbehalve een doorsnee private bank. De rode draad doorheen de tachtigjarige geschiedenis van de familiaal verankerde onderneming wordt gevormd door menselijkheid en duurzaamheid. Het succes vloeit rechtstreeks voort uit het Delen-DNA: basiswaarden zoals integriteit, transparantie en continuïteit staan centraal in alle aspecten van de interne werking én in elke vorm van dienstverlening ten aanzien van het cliënteel. Trouw aan deze integere basis wordt continu gestreefd naar wat ze Verantwoord Vermogensbeheer noemen: een inherent menselijke ondernemingsfilosofie én een consequent verantwoord investeringsbeleid.

Opgericht in 1936 door André Delen als wisselagent, onder leiding van de tweede generatie ontpopt tot beursvennootschap en uitgegroeid tot vooraanstaand onafhankelijk vermogensbeheerder, heeft Delen Private Bank een mooi groeitraject afgelegd. Gevormd door het familiale karakter en versterkt door waarden als continuïteit, transparantie en voorzichtigheid, is het Delen-DNA in de financiële wereld uniek. Vertrouwen, essentieel in de branche, wordt niet zomaar verdiend. In elke relatie - met cliënteel, medewerkers én de bredere maatschappelijke omgeving - is integriteit van cruciaal belang.

Bij Delen Private Bank is verantwoord investeren meer dan een modewoord. In het verlengde van haar engagement als investeerder onderschrijft Delen Private Bank de UN Principles for Responsible Investment, het raamwerk van de Verenigde Naties binnen het welke gewerkt wordt aan een duurzamer globaal financieel systeem. Het portefeuillebeheer vormt, samen met o.m. patrimoniaal advies, een van de hoekstenen van de professionele expertise. Het vermogensbeheer beantwoordt aan de huisfilosofie van gezond verstand, bescherming en evenwichtige groei. Er wordt geïnvesteerd, niet gespeculeerd. Het verantwoord investeringsbeleid is van toepassing op alle huisfondsen en zorgt voor een verantwoorde portefeuille-invulling in vier stappen: uitsluiting, engagement, integratie en impact.

  • Uitsluiting: Bedrijven actief bij de productie van controversiële wapens, evenals bedrijven die zich schuldig maken aan het schenden van mens, milieu- of maatschappij-gerelateerde basisnormen worden uitgesloten uit het investeringsuniversum.
  • Engagement: In samenwerking met een externe partner wordt gezorgd voor een continue dialoog met het management van bedrijven waarin wél geïnvesteerd wordt. Zo wordt hun duurzaamheidsbeleid verbeterd en wordt samen geschreven aan een positief toekomstverhaal.
  • Integratie: Niet-financiële (ESG) parameters zijn van toenemend belang in het beleggingsproces. Gespecialiseerde gegevens maken het mogelijk om ESG-risico's in acht te nemen bij zowel de investeringsselectie als bij de portefeuillemonitoring.
  • Impact: Met een focus op inherent duurzame sectoren en bedrijven, wordt expertise opgebouwd in het selecteren van investeringen die naast financieel rendement ook resulteren in een niet-financiële impact op mens, milieu en maatschappij.

Delen Private Bank draagt de zorg voor het klimaat en de samenleving een warm hart toe. De inspanningen om haar ecologische voetafdruk te verminderen en om de samenleving te ondersteunen spelen zich af op verschillende fronten:

• Digitalisering en reductie van papierverbruik

  • Ecologisch verantwoorde verbouwingswerken en bescherming van het Belgische erfgoed
  • Investeringen in Belgische kunst en ondersteuning van sociale projecten

Delen Private Bank houdt van Belgische kunst, en deelt die liefde graag met haar klanten. Daarom sponsort de bank al 13 jaar lang de wereldwijd vermaarde kunst- en antiekbeurs BRAFA, evenals de interieurbeurs Biënnale Interieur. De heer Filips De Ferm (voormalig directielid van Delen Private Bank) en de familie Delen, met name het moeder-dochterduo Marie-Alix en Anne-Sophie Delen, zijn de grote bezielers achter deze partnerships.

Delen Private Bank zet zich verder ook graag in voor lokale goede doelen en sponsort jaarlijks verschillende verenigingen en sporters.

Meer informatie over verantwoord vermogensbeheer is beschikbaar in het jaarverslag van Delen Private Bank en op de website www.delen.be/nl/onze-aanpak/verantwoord-vermogensbeheer.

Bank J.Van Breda & C°

Een klassieke bank verschilt van elk ander bedrijf doordat ze een beroep doet op het spaargeld van de gemeenschap waarin ze actief is. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt dus in de eerste plaats in dat ze dit doet op een veilige manier, zonder buitensporige risico's. Ze mag de deposito's van haar cliënten op geen enkel moment in gevaar brengen. In essentie zet een bank immers cliëntendeposito's om in kredieten. Het spaargeld dat ze vooral aantrekt op korte termijn leent ze op haar beurt uit via diverse kredietvormen, vnl. op langere termijn. Dankzij die transformatierol stimuleert een klassieke bank de economie, wat zorgt voor welvaart en welzijn.

De aangetrokken spaardeposito's zijn gespreid in een portefeuille met kredieten aan ondernemers en vrije beroepen (84%) en in een veilige liquiditeitsbuffer (16%). De bank belegt voor eigen rekening uitsluitend in cash bij de Europese Centrale Bank (ECB) en in een gespreide beleggingsportefeuille die hoofdzakelijk uit overheidsobligaties bestaat. Op 31/12/2018 bestond slechts 2,9% van de liquiditeitsbuffer uit andere effecten. Dit betreft vnl. bedrijfsobligaties die voorafgaandelijk gescreend worden op basis van de blacklist van Ethix. De bank heeft een conservatief investeringsbeleid voor haar portefeuille en speculeert niet via derivaten of andere complexe financiële instrumenten. Bank J.Van Breda & C° doet slechts sporadisch een beroep op interbancaire deposito's.

Ondanks de financieel-economische crisis en de onrust op de financiële markten blijft Bank J.Van Breda & C° een veilige haven. Door voorzichtig beleid is het eigen vermogen op geen enkel moment aangetast door de crisis. De bank heeft ook nooit staatssteun gekregen. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio) bedraagt 8,6%. Dit is een veelvoud van de 3% die de regelgever de komende maanden wil invoeren via de Capital Requirements Regulation 2 (CRR2) en één van de hoogste in de Belgische banksector.

Bank J.Van Breda & C° heeft de voorbije 25 jaar nooit verlies geleden en kan bogen op een rendabele langetermijnvisie. Dit bewijst dat ze duurzaamheid én rendabiliteit combineert door de economische cycli heen. Het is een groeibedrijf met een continu traject op lange termijn, zonder extremen. De rendabiliteit was nooit kunstmatig hoog en kende ook nooit een extreme terugval.

Het resultaat van de bank is overwegend cliëntgedreven. Ze werkt met middelen van ondernemers en vrije beroepen voor ondernemers en vrije beroepen. KMO's vormen het economisch weefsel van ons land. Vrije beroepen vervullen een cruciale rol voor gezondheid en dienstverlening. Door hun verscheidenheid en zelfstandigheid zorgen ze voor een brede risicospreiding. Hierdoor is de kans dat het falen van een groot krediet een bres slaat in de buffers van de bank uitgesloten.

Bank J.Van Breda & C° geniet een onberispelijke reputatie en wenst deze te bestendigen. Permanente aandacht voor integriteit en discretie vormt de rode draad in alle activiteiten. Ook voor haar cliënten stelt de bank voorzichtigheid en evenwicht voorop. Dit komt o.a. tot uiting in genuanceerd beleggingsadvies (met oog voor spreiding, langetermijnplanning en beleggingen in kwaliteitswaarden), een gedegen antwoord op kredietaanvragen (met het accent op de kwaliteit van de bedrijfsleiding, de terugbetalingscapaciteit en het eigen vermogen) en hoge standaarden i.v.m. juridisch en fiscaal correct handelen.

Bank J.Van Breda & C° heeft enkel activiteiten in België en is lokaal verankerd. In 2018 werden 8,9 miljoen euro bankentaksen en 11,5 miljoen euro belastingen betaald, tegenover een nettowinst van 42,2 miljoen euro.

Bank J.Van Breda & C° geeft als mecenas structurele steun aan goede doelen. De bank gaat dagelijks om met succesvolle ondernemers en vrije beroepen, maar weet dat succes niet vanzelfsprekend is. Daarom steunt zij 2 initiatieven waarmee haar cliënten zich nauw verbonden voelen. Deze organisaties zijn niet zo bekend bij het grote publiek en hebben het moeilijker om aan middelen te geraken.

  • 'Ondernemers zonder Grenzen' is een organisatie die via herbebossing het oprukken van de woestijn tegengaat en de welvaart verbetert in de Sahel-gordel. De bank is structurele sponsor sinds 2015.
  • 'Artsen zonder Vakantie' faciliteert jaarlijks zo'n 400 artsen en verpleegkundigen die tijdens hun vakantie twee tot drie weken patiënten in Afrikaanse ziekenhuizen behandelen en lokale zorgverleners opleiden en bijscholen. De bank sponsort AzV sinds 2009.

Bovenop deze structurele sponsoring ondersteunt de bank spontane initiatieven waar personeelsleden zich samen voor engageren (bv. Moeders voor Moeders, Iridium Kankernetwerk, Kindertehuis Dageraad, Kinderfonds de Tondeldoos, Opvangtehuis De hagewinde, Rettsyndroom Vereniging).

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Bank J.Van Breda & Co , dat geraadpleegd kan worden op www.bankvanbreda.be/publicaties/financiële-informatie.

Extensa Group

Het ambitieuze reconversieproject van de site Tour & Taxis in het hart van Brussel is gebaseerd op de herwaardering en economisch duurzame transformatie van het uitzonderlijk architecturaal patrimonium, aangevuld met nieuw stedelijk weefsel. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van de publiek toegankelijke ruimten, zoals het nieuwe stadspark, de wegen en de pleinen. De aanleg van het park is evolutief en maakt gebruik van de natuurlijke inwerking van specifieke beplanting op de kwaliteit van de bodem. De ateliers en volkstuinen van Parckfarm (een door vrijwilligers beheerd lokaal project op de terreinen eigendom van Extensa) hebben de wind in de zeilen.

In 2014 verhuisde Leefmilieu Brussel (de overheidsdienst voor milieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) naar Tour & Taxis, in een gebouw van 16.750 m2 , goed voor 600 werkposten. De kantoren voldoen aan passiefnormen op maat van het instituut: een efficiënte isolatie, een uitstekende luchtdichtheid, een 96% lager gasverbruik, 700 m² fotovoltaïsche panelen die 88.000 kWh groene stroom produceren. Sinds juli 2017 verzamelt de Vlaamse Overheid een groot deel van haar diensten in het Herman Teirlinckgebouw (48.000 m² voor meer dan 2.000 werkposten). Het gebouw voldoet zowel aan de hoogste duurzaamheidsscore van Vlaanderen als aan de passiefnorm van het Brussels Gewest. Het energiebeheer en de klimaatregeling benutten geavanceerde ecologische technieken: warmteproductie met geothermie, betonkernkoeling, hergebruik van het regenwater en opwekking van elektriciteit met zonnepanelen.

De renovatie van de historische structuur van het oude goederenstation 'Gare Maritime' nadert haar voltooiing. De monumentale structuur in staal kon worden bewaard en gerenoveerd. Zelfs het houten onderdak uit 1910 werd gereinigd en hergebruikt. De nieuwe constructies binnenin zullen aansluiten op de oude structuur, waardoor het geheel zal voldoen aan de recentste milieunormen. Het klimaat in de gebouwen zal op basis van geothermie worden geconditioneerd. De zonlichttoetreding van de grote raampartijen zal worden geregeld via een innovatief gradueel verduisterend glas, een wereldpremière op deze schaal. De binnenvolumes in gelamineerd hout genereren niet alleen minder CO2 -uitstoot bij de bouw, maar zijn tevens op termijn volledig te demonteren en te hergebruiken. In het gebouw zijn ook meer dan 3.000 m² tuinen en aanplantingen voorzien.

Een project als Tour & Taxis impliceert verscheidene bouwactiviteiten. Om de milieu-impact van het transport te beperken, wordt de uitgegraven grond in samenwerking met de Haven van Brussel per boot afgevoerd. Op initiatief van Extensa wordt het overtollige regenwater van de site rechtstreeks naar het kanaal geleid, om het Brusselse rioleringsnet niet te overbelasten in geval van stortregens.

Op maatschappelijk vlak werkt Extensa samen met de Stad Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de definiëring en implementatie van een programma voor collectieve uitrustingen voor Tour & Taxis. In dat verband wordt de integratie van faciliteiten ten behoeve van jonge gezinnen, opleidingen voor volwassenen en medische dienstverlening onderzocht.

In juni 2018 organiseerde Extensa, in samenwerking met de Stad Brussel, een nationale wedstrijd om de bestaande en toekomstige straten en pleinen van de site namen te geven. Het werd een succes, zowel dankzij het enthousiasme van de deelnemers als de kwaliteit van de voorstellen: ongeveer 900 deelnemers en meer dan 1.400 inzendingen. De nieuwe straatnamen verwijzen naar de geschiedenis van de site, de 'Belgische levenskunst' en voorbeeldfiguren voor de wijk.

In december 2018, ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, creëerde het Brussels Gewest een monumentale obelisk in het park van Tour & Taxis.

Cloche d'Or, een project dat Extensa in samenwerking met Promobe in Luxemburg ontwikkelt, werd door de Deutsche Gesellschaft für Nachhaltiges Bauen (DGNB - Duitse agentschap voor duurzaam bouwen) beoordeeld met een gouden precertificaat.Cloche d'Or haalde een resultaat van 84% voor haar kwaliteiten op verschillende vlakken: ecologisch, economisch, socio-cultureel en functioneel, technisch en procesmatig. De woningen en andere gebouwen van het project garanderen veel comfort, betere energieprestaties en hoge bouwkwaliteit.

Extensa ondersteunt diverse organisaties met sociale objectieven, meestal door ruimtes gratis ter beschikking te stellen of door belangrijke kortingen te schenken. Voorbeelden zijn de Circusschool van Brussel, Human Rights Watch, Talented Youth Network, en Play4peace.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Extensa, dat geraadpleegd kan worden op www.extensa.eu.

Leasinvest Real Estate

Maatschappelijk verantwoord ondernemen maakt een essentieel onderdeel uit van het dagelijks beheer van Leasinvest Real Estate. LRE is er zich van bewust dat haar activiteiten als vastgoedinvesteerder een wezenlijke impact hebben op de leefomgeving en dat zij op een belangrijke manier kan bijdragen aan duurzaamheid indien zij bewuster omgaat met natuurlijke grondstoffen, de vermindering van het energieverbruik en de afvalproductie.

Sinds de globale duurzaamheidsaudit in 2010 gebruikt Leasinvest Real Estate een duidelijk stappenplan om duurzamer te opereren. LRE heeft geopteerd voor een inclusieve en oplossinggedreven aanpak op basis van een doorgedreven samenwerking met klanten (huurders) en leveranciers. Per gebouw wordt naar die specifieke ingrepen gezocht die de grootste impact hebben.

Omdat de investeringen van Leasinvest Real Estate als beursgenoteerde onderneming in de eerste plaats verantwoord dienen te zijn vanuit het standpunt van het financieel rendement voor de aandeelhouder, worden bepaalde gebouwen geselecteerd voor een (gedeeltelijke) herontwikkeling, binnen de grenzen van de economische rendabiliteit.

Mediahuis

Kamianomobiel

Anima Care

Agidens

SIPEF - Biogasgenerator

Naast de aankoop van energie die is opgewekt d.m.v. hernieuwbare energiebronnen of die afkomstig is van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties en het reduceren en monitoren van het elektriciteitsverbruik, zet Leasinvest Real Estate zich ook al gedurende meerdere jaren ten volle in op de eigen productie via zonnepanelen. Zo zijn er op de daken van het Koninklijk Pakhuis (Tour & Taxis) en van het Frun® retailpark in Asten zonnepaneelinstallaties actief. In 2018 werden er ook zonnepanelen geïnstalleerd bij The Crescent Anderlecht, het Gewerbepark Stadlau in Oostenrijk en Treesquare in Brussel.

In 2018 werden laadpalen voor elektrische voertuigen geïnstalleerd op de parkings van Motstraat Mechelen en The Crescent Anderlecht. In Motstraat Mechelen werden ook stopcontacten voor elektrische fietsen voorzien in het fietsenhotel, dat ook douchevoorzieningen en afsluitbare drooglockers biedt.

In 2018 werd Synaptiq Building gekoppeld aan het Building Management System van The Crescent Anderlecht. Deze software voor 'smart buildings' stuurt automatisch de koeling of verwarming aan op basis van smart data (zoals weersvoorspellingen en sensoren). Dit zorgt voor een verbeterd comfort voor de huurders en voor een belangrijke besparing op de energieconsumptie en -kost. Sinds 2012 worden stelselmatig intelligente elektriciteitsmeters geïnstalleerd in Riverside Business Park en The Crescent, beide in Anderlecht. Verbruikspieken kunnen op die manier gedetecteerd worden en als basis dienen voor correctieve maatregelen met energiebesparing tot gevolg.

Het nieuwe kantoorgebouw Montoyer 63 te Brussel werd voorzien van een geothermie-installatie, die zorgt voor een energie-uitwisseling tussen de bodem en de technische gebouwinstallaties. Deze eigen energieproductie moet ervoor zorgen dat de energieconsumptie van het gebouw zeer beperkt blijft. Dit gebouw kon hierdoor o.a. als passief gecertificeerd worden.

De BREEAM-certificering blijft een belangrijke maatstaf:

  • Kantoorgebouw The Crescent Anderlecht: BREEAM In-Use (2015), score Excellent.
  • Kantoorgebouw Motstraat Mechelen: uitvoering BREEAM In-Use (2013), score Good.
  • Kantoorgebouw Treesquare: objectief is BREEAM Excellent (2018).
  • Kantoorgebouw Montoyer 63: objectief is BREEAM Excellent (2018), te bevestigen nadat de inrichtingswerken van de huurder zijn afgewerkt in 2019 en het gebouw effectief in gebruik is genomen. Een BREEAM interim Design Stage met rating Excellent werd reeds behaald in 2017.
  • Kantoorgebouw Monnet (Luxemburg): BREEAM Refurbishment Excellent verwacht o.b.v. dossier ingediend in februari 2016.

Sponsoring van culturele instellingen zoals de Stichting Conservatorium Antwerpen, het openlucht-beeldenmuseum Middelheim/Middelheim Promotors vzw en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen bewijzen Leasinvest Real Estate's betrokkenheid in de sociale en culturele samenleving. In 2018 heeft LRE ook deelgenomen aan de Warmste Week met een actie in de Mot Mechelen, in samenwerking met de huurders en cateraar Insieme t.v.v. de Koning Boudewijnstichting.

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Leasinvest Real Estate, dat geraadpleegd kan worden op www.leasinvest.be.

Anima Care

Anima Care staat voor bezielde, gepassioneerde zorg voor het leven. Haar missie bestaat erin om verantwoord te ondernemen in de zorgsector. Haar aanpak staat borg voor een aangenaam en verzorgd verblijf, waar kwaliteit van wonen en zorg centraal staat. Nadat een inwoner is ingeschreven, maakt Anima Care bijvoorbeeld een grondige analyse van zijn situatie, met veel aandacht voor psychosociale aspecten. Zo kunnen ze van in het begin goed inspelen op de noden en verwachtingen, ook van de familie, betreffende bijvoorbeeld het stimuleren van de autonomie van de bejaarde.

De medewerkers van Anima Care geven dag in dag uit het beste van zichzelf in het belang van de bewoners. Zij vertalen de fundamentele waarden van Anima Care in de praktijk. Anima Care besteedt dan ook veel aandacht aan de selectie en vorming van haar personeel. Geslacht, geaardheid of afkomst zijn hierbij niet van tel, zolang de medewerker over de nodige competenties beschikt en dezelfde waarden en normen deelt. Anima Care hecht veel belang aan het welzijn van haar medewerkers. Zij gaat met hen in dialoog, zorgt voor coaching en bijscholing en investeert in kwalitatieve en innovatieve hulpmiddelen zodat de medewerkers hun opdrachten zo goed mogelijk en met zo min mogelijke fysieke belasting kunnen uitvoeren.

Anima Care speelt een actieve, socio-economische rol in de lokale gemeenschappen waarin haar zorgcentra zich bevinden. De zorgcentra van Anima Care bieden niet alleen een warme en comfortabele thuis aan hun residenten en een aangename werkplek aan haar medewerkers. Deze zijn ook een ontmoetingsplaats voor familie en vrienden van de bewoners en streven een 'open huis'-cultuur na waarbij buurtbewoners, verenigingen en lokale handelaars worden betrokken bij de activiteiten van het zorgcentrum.

Anima Care is in de meeste gevallen zelf eigenaar en soms ook ontwikkelaar van de gebouwen waarin zij haar zorgcentra uitbaat. Anima Care streeft ernaar om de impact van de ontwikkeling en uitbating van haar zorgcentra op het milieu zo beperkt mogelijk te houden. Bij de realisatie van haar nieuwbouwprojecten implementeert ze milieuvriendelijke, energiezuinige en economisch verantwoorde oplossingen (zoals warmtekrachtkoppeling, fotovoltaïsche cellen en waterzuiveringsinstallaties). Anima Care heeft reeds vier zorgcentra zelf gebouwd. In 2019 zal zij vier nieuwe zorgcentra (te Anderlecht, te Vorst, te Bilzen en te Zoutleeuw) in gebruik nemen. Deze worden allemaal uitgerust met fotovoltaïsche zonnepanelen. De nieuwe gebouwen worden sterk geïsoleerd en tegelijkertijd wordt oververhitting van de gebouwen vermeden. De leefruimtes worden aangesloten op een warmtepomp, wat zorgt voor een gezellige warmte in de winter en een aangename verkoeling in de zomer. Waar mogelijk wordt voor de sanitaire installaties gebruik gemaakt van regenwater. Alle gebouwen die Anima Care zelf heeft opgetrokken, zijn voorzien van een gebouwenbeheersysteem. Met dit systeem worden het elektriciteitsverbruik, de verwarming, de koeling, de zonnewering en andere technische installaties optimaal aangestuurd.

In de dagdagelijkse werking wordt het milieubewustzijn gestimuleerd. Anima Care biedt haar medewerkers fietsvergoedingen en abonnementen voor het gebruik van het openbaar vervoer aan. Verplaatsingen voor vergaderingen worden waar mogelijk beperkt en vervangen door conference calls. Bij de aankoop van bedrijfswagens wordt geopteerd voor wagens met een lage CO2 -uitstoot. Verspilling van voedsel, materiaal, producten of overbodige kleurenkopieën wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Het afval wordt steevast gesorteerd en door gespecialiseerde firma's opgehaald. De zorgdossiers worden elektronisch bijgehouden. Documenten worden indien mogelijk enkel elektronisch bewaard.

SIPEF

De uitbating van plantages gebeurt voor SIPEF steeds op een lange termijn en op een duurzame basis, zowel op ecologisch, sociaal als economisch gebied. Hierbij is de samenwerking met alle betrokken belanghebbenden primordiaal. Dit gebeurt daarom in nauwe relatie met klanten, maatschappelijke en milieugerelateerde niet-gouvernementele organisaties (NGO's), producenten, onderzoekers en andere geïnteresseerde belanghebbenden. Het doel is de toepassing van verantwoorde en duurzame normen in de industrie te bevorderen.

In de palmoliesector is de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' (RSPO) het meest relevante voorbeeld van stakeholders die samen een wereldwijde standaard vastleggen. SIPEF is daarom 100% toegewijd aan de RSPO-principes en -criteria en streeft ernaar deze te overtreffen. SIPEF's thee-, rubber- en bananenactiviteiten zijn gecertificeerd op basis van de Rainforest Alliance-certificering, volgens de normen van het Sustainable Agriculture Network.

Om de certificeringsnormen te overtreffen, werd de SIPEF Responsible Plantation Policy ingevoerd. Deze is van toepassing op al de verschillende plantageactiviteiten en wordt jaarlijks bijgestuurd. Het wordt beschouwd als de ruggengraat van haar huidig ondernemingsbeleid.

SIPEF zal blijven streven naar volledige opname in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens voor al haar producten. In 2018 verkocht SIPEF 92% van haar palmolie, palmpitolie en palmpitten in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens van RSPO en ISCC (International Sustainability and Carbon Certification) voor gebruik in de voedingssector of de productie van groene energie.

De groep verwerkt ook verse vruchtentrossen van 3.700 kleinschalige landbouwers, die 14.037 hectare palmen beheren in Papoea-Nieuw-Guinea en technische ondersteuning krijgen van het landbouwadviesteam van SIPEF. Onder invloed van de lokale wetgeving ontstaan ook in Indonesië gemeenschappen van kleinschalige producenten. Vanuit het lange termijn samenwerkingsaspect heeft SIPEF een belangrijk sociaal engagement ontwikkeld met deze omliggende gemeenschappen. Hierbij is een mecenaat ontstaan dat zorgt voor de bouw van scholen, medische verzorgingsinstellingen en projecten voor verbetering van het lokale wegennet om de toegankelijkheid van deze gemeenschappen te verhogen.

Een praktische toepassing van de materiële aspecten van duurzaamheid is het opwekken van elektriciteit uit het methaangas uit het palmafval. In 2018 leverde de verwerking van 1.506.043 verse vruchtentrossen in de 9 palmoliefabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea naar schatting 1.205.000 m³ 'Palm Oil Mill Effluent' (POME) en 331.000 ton lege vruchtentrossen (EFB) op. De toegevoegde waarde van beide nevenproducten was in het verleden zeer beperkt, maar om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen heeft SIPEF aanzienlijk geïnvesteerd in methaanopvanginstallaties (Clean Development Mechanism) in 5 van deze palmoliefabrieken. Deze installaties beschikken over de mogelijkheid om het methaan te verbranden in een biogasgenerator, stoomketel of via open fakkel. Zo produceert de Mukomuko palmoliefabriek ondertussen elektriciteit vanuit biogas met methaan (CH4) als een belangrijke gasfractie uit de POME. Sinds 2017 verkoopt SIPEF dergelijke elektriciteit aan Perusahan Listrik Negara (PLN) in de provincie Bengkulu, de leverancier van overheidselektriciteit in Indonesië. Tijdens 2018 had de Mukomuko biogasinstallatie en de stoomturbines 4.332.203 kWh elektriciteit naar PLN uitgevoerd.

Daarnaast werd ook geïnvesteerd in de composteerinstallatie in de palmoliefabriek van Bukit Maradja. Eind 2016 werd deze in gebruik genomen en sindsdien levert de installatie jaarlijks 17.787 ton compost op, die in de nabijgelegen plantage wordt gebruikt als bodemverbeteraar. De bunkercomposteringsinstallatie gebruikt ondertussen 100% van de EFB en POME voor de productie van een nutriëntenrijke organische meststof, die op korte termijn de meerderheid van de anorganische meststof die op de plantage van Bukit Maradja wordt gebruikt, zal vervangen.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar op de website www.sipef.com/sustainability, in het jaarverslag en in het duurzaamheidsverslag van SIPEF.

Sagar Cements

Sagar Cements blijft investeren in energie-efficiënte maatregelen om haar afhankelijkheid van steenkool en elektriciteit van het nationale net verder te verlagen. In 2017 nam Sagar een fotovoltaïsche installatie van 1,25 MW en een systeem voor warmterecuperatie van 6 MW in bedrijf in de vestiging in Mattampally. Deze laatste werd in 2018 uitgebreid naar 8,8 MW. Het begon ook met de bouw van een eigen thermische elektriciteitscentrale van 18 MW, die naar verwachting in 2019 in bedrijf zal worden genomen. Tevens beschikt Sagar over twee eigen waterkrachtcentrales met een totale capaciteit van 8,3 MW.

Agidens

Agidens staat voor Agile, Confidence en Sustainability. Duurzaamheid is een thema dat verweven zit in de volledige Agidens bedrijfsvoering, zowel voor de eigen processen als die van haar klanten. Als process- en automatisatiepartner draagt Agidens zijn steentje bij in de verantwoordelijkheid om deze processen niet enkel betrouwbaarder en veiliger te maken, maar ook duurzamer. Automatisatie stelt bedrijven in staat om meer te doen met minder: minder grondstoffen, minder energieverbruik en minder verspilling.

Een team van energie-experten helpt klanten bij de optimalisatie van hun energiebeheer aan de hand van energieaudits en -oplossingen. De overname van Argus Technologies, een cloud-based SaaS energiemonitoring platform, bevestigt Agidens' ambitie om een premium partner te zijn op het vlak van energie, duurzaamheid en systeemintegratie.

Het Agidens Innovation Eco System wordt ingezet ter ondersteuning van de strategische visie en staat het bedrijf toe om op een duurzame manier in te spelen op toekomstige trends. Het schept een kader om maatschappelijke, ecologische en economische uitdagingen aan te gaan.

Voorts investeert het bedrijf in maatregelen om haar eigen carbon footprint te verlagen. Zo kreeg het een niveau 5 certificering op de SKAO/CO² Prestatieladder voor België en Nederland. Concrete actiepunten zijn hierbij de reductie van de eigen CO2 -uitstoot vanuit de fleet en een verlaging van het elektriciteitsverbruik in de kantoren. Agidens beoogt dankzij deze inspanningen de CO2 -uitstoot (gerelateerd aan omzet) in 2021 met 10% te verminderen ten opzichte van 2016.

Duurzaamheid en mobiliteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Agidens lanceerde verschillende initiatieven ter verduurzaming van haar eigen mobiliteitsbeleid. Zo opende het een satellietkantoor in Brasschaat en kunnen alle Belgische medewerkers intekenen op een fietsplan. Voorts loopt er een Eco-driving pilootprogramma waaruit tips volgen voor een duurzamere rijstijl en wordt ingezet op een ecologische fleetselectie. Als erkenning en ondersteuning voor deze initiatieven ontving Agidens in 2018 een toelage van het Vlaams Pendelfonds.

Meer informatie over duurzaam ondernemen bij Agidens is beschikbaar op de website www.agidens.be/MVO.

Mediahuis

Mediahuis draagt actief bij aan een eerlijke en duurzame samenleving. Door op verantwoorde wijze uit te blinken in haar kernactiviteit m.n. 'het brengen van onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek', levert het bedrijf een cruciale en positieve bijdrage voor mens en maatschappij. Naast aandacht voor betrouwbare nieuwsgaring, zet Mediahuis in op respect voor het milieu en gelijke kansen voor iedereen.

Inzake milieuzorg situeren de inspanningen van Mediahuis zich vooral in het grafisch productieproces. Alle kranten van Mediahuis worden op 100% gerecycleerd FSC-gecertificeerd papier gedrukt. Het label van Forest Stewardship Council wordt enkel uitgereikt aan duurzaam beheerde bossen. Daarnaast streven de drukkerijen ernaar om niet alleen het FSC-label te mogen dragen, maar ook het PEFC-label (Programme for the Endorsement of Forest Certification). Uiteraard wordt ook volop voortgewerkt aan de instandhouding van het ISO 14001-certificaat, dat een systematische aanpak van alle milieuaspecten garandeert met aandacht voor het bestaande wettelijke kader. Bijzonder is dat ook de redacties gecertificeerd zijn: zij respecteren niet alleen de intern geldende procedures, maar dragen de ecologische boodschap ook uit naar de lezer. Naast de inspanningen inzake het productieproces van haar kranten, steunt Mediahuis actief het burgerinitiatief 'Klimaatmandaat' dat aan Belgische politici het mandaat geeft om een ambitieus klimaatbeleid te voeren en zo de doelstelling van CO2 -neutraliteit tegen 2050 te behalen.

Vanuit de overtuiging dat iedereen in de samenleving recht heeft op gelijke kansen steunt Mediahuis op structurele wijze De Genereuzen en Kom op tegen Kanker. De Genereuzen is een beweging die concreet werk maakt van inclusie en inzet op het 'samen' leven, wonen en werken van mensen mét en zonder beperking. Mediahuis engageert zich via De Genereuzen om concreet mee te bouwen aan een samenleving waar iedereen er echt bij hoort en inclusie de norm is. Mediahuis steunt Kom op tegen Kanker, onder meer door jaarlijks met tientallen medewerkers deel te nemen aan de 1.000 km.

Daarnaast zetten ook de nieuwsmerken van Mediahuis in alle onafhankelijkheid hun schouders onder diverse sociale initiatieven. Voorbeelden zijn o.a. Pink Ribbon en de Special Olympics maar ook de jaarlijks weerkerende Standaard Solidariteitsprijs.

Meer informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Mediahuis is beschikbaar op de website www.mediahuis.be/bedrijfsinfo/ maatschappelijk-verantwoord-ondernemen.

OncoDNA

OncoDNA streeft ernaar om kankerpatiënten te helpen. In de Europese Unie worden jaarlijks ongeveer 2,4 miljoen nieuwe gevallen van kanker vastgesteld. Er zijn momenteel bijna 21 miljoen kankerpatiënten in Europa, en kanker is een van de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en sterfte in de wereld.

OncoDNA helpt bij de besluitvorming met betrekking tot de behandeling van patiënten met gevorderde (metastatische) kanker. Een gepersonaliseerde behandeling is belangrijk aangezien elke kanker verschillend is per patiënt. OncoDNA helpt de oncoloog om de beste medicamenteuze behandeling te kiezen en om de evolutie van de kanker, en met name of de ziekte al dan niet op de behandeling reageert, beter op te volgen.

OncoDNA is betrokken bij verschillende grote wetenschappelijke projecten zoals Aurora, een onderzoeksprogramma in metastatische borstkanker. Aurora wordt gerund door BIG, de Breast International Group, met hoofdzetel in Brussel. OncoDNA zal voor deze studie testen uitvoeren voor meer dan 1.000 metastatische borstkankerpatiënten uit meer dan 80 ziekenhuizen uit heel Europa.

Meer informatie over de projecten van OncoDNA is beschikbaar op de website www.oncodna.com.

Turbo's Hoet Groep

De transportsector zet de vooruitgang op vlak van efficiëntie en duurzaamheid onvermoeid verder. De constructeurs waarvan TH Groep officiële verdeler is, streven stuk voor stuk naar een lagere emissie per gereden kilometer. De laatste tien jaar is bij DAF het gemiddeld brandstofverbruik, en daarmee de uitstoot van CO2 van een truck voor de lange afstand, met zo'n 14% teruggebracht. Tegelijkertijd wordt aan de strenge Euro 6-emissie-eisen voldaan met 95% minder emissies van stikstofoxiden en roetdeeltjes dan pakweg twintig jaar geleden. Om de lagere emissie en een lager brandstofverbruik te garanderen, biedt TH Groep rijopleidingen aan, zodat de chauffeur zijn voertuig optimaal leert besturen. Als een van de grootste dealers voor zware vrachtwagens in Europa zorgt TH Groep zo voor een blijvende mentaliteitswijziging over de Europese landsgrenzen heen. Die mentaliteitswijziging trekt TH Groep resoluut door in haar vestigingen met constante investeringen in modernisering. Zo werd onlangs de vestiging in Anderlecht voorzien van zonnepanelen en produceert de groep in totaal 1 MW, het equivalent voor zo'n 600 huishoudens.

Voor TH Groep betekent duurzaamheid ook met respect omgaan met de mens en zijn samenleving. Binnen de groep krijgt elke medewerker op elk niveau de mogelijkheid om opleidingen te volgen om zo op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen binnen zijn domein. Maar het reikt verder dan dit. Investeren doet de groep ook in lokale verenigingen om zo de samenleving algemeen te ondersteunen. Zo krijgen sportverenigingen en culturele verenigingen de mogelijkheden om zich verder te ontplooien.

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Turbo's Hoet Groep.

AvH mecenaat

Kunst, onderzoek en ondernemerschap gaan in Antwerpen al hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Dat is niet zo verwonderlijk want ze hebben heel wat met mekaar gemeen. Bedrijven en ondernemers evenals galerijen, musea, kunstenaars en wetenschappers hebben een grote toegevoegde waarde voor de samenleving.

Daarom steunt Ackermans & van Haaren sinds vele decennia projecten van wetenschappelijke en sociaal-culturele aard, die idealiter een band vertonen met de Antwerpse regio. Indien zinvol en mogelijk beoogt AvH daarbij samen met de partners een duurzame relatie op te bouwen. Duurzaamheid en samenwerking zit immers sterk verweven in het DNA van de groep!

In 2018 heeft AvH de voor het Middelheimmuseum onmisbare steun kunnen verlenen om het werk 'Diamond Shaped Room with Yellow Light, 1986' van de Amerikaanse kunstenaar Bruce Nauman te verwerven. Nauman heeft een onuitwisbare impact op de manier waarop kunst vandaag gemaakt en beleefd wordt. Het museum beschouwt de aanwinst dan ook als essentieel voor haar positionering en ambitie: de vinger aan de pols van internationale artistieke topkwaliteit, goed omkaderd, om voor een breed publiek een inspirerende ontmoetingsplaats te bieden. Die focus en aanpak wordt weerspiegeld in deze samenwerking, en passen uitstekend bij het DNA van AVH: het inzetten op een nauwkeurig geselecteerde, strategische deelname, met een langetermijnvisie op groei.

Mercy Ships is een internationale liefdadigheidsorganisatie die hoop en genezing brengt aan de allerarmsten die geen toegang hebben tot gezondheidszorg. Om dit waar te maken zet Mercy Ships ziekenhuisschepen in voor de westkust van Afrika. Samen met DEME heeft AvH zich in 2018 geëngageerd om samen met de vele vrijwilligers van Mercy Ships, zieke mensen een nieuwe toekomst te geven zodat ze niet langer worden uitgesloten van hun gemeenschap.

Sant'Egidio gebruikt de steun van AvH voor de werking van 'Laudato Si', een socio-ecologisch project dat werkt aan de activering van daklozen en (kans)armen van Kamiano, met daarenboven een focus op duurzaamheid en gemeenschapsopbouw op de Antwerpse wijk Linkeroever.

In totaal heeft Ackermans & van Haaren in 2018 ongeveer 400.000 euro besteed ter ondersteuning van verschillende instellingen, organisaties en projecten.

Dagelijkse leiding & controle

Bart Bressinck Accountant

Gilles Huyghebaert Group controller

Jean-Claude Janssens

Treasurer

Garry Suy Onderhoudsman

Brigitte Stockman Management assistant

Filip Portael IT consultant

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers & Wim Van Gasse

Petra Van de Velde Management assistant

Ackermans & van Haaren

Marine Engineering & Contracting

DEME en CFE realiseren beide een mooie omzetgroei. In combinatie met een meerwaarde die Rent-A-Port heeft gerealiseerd in Vietnam en de eerste bijdrage vanuit de deelneming in het offshore windpark Rentel (via Green Offshore) vertaalt zich dit ook in een stijging met 27,5 miljoen euro van de contributie van 'Marine Engineering & Contracting' tot 118,1 miljoen euro.

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
(€ miljoen) 2018 2017 2016
DEME 92,8 94,5 93,9
CFE 17,3 17,4 7,2
Rent-A-Port 5,3 -4,3 6,9
Green Offshore 2,7 -0,2 -0,3
Van Laere - -16,8 -2,5
Totaal 118,1 90,6 105,2

Rent-A-Port ontwikkelt havenprojecten op basis van haar havengerelateerde en logistieke knowhow en ervaring.

Green Offshore bezit minderheidsbelangen in offshore windparken.

Van links naar rechts: Luc Vandenbulcke, Hugo Bouvy, Philip Hermans, Eric Tancré, Theo Van De Kerckhove, Els Verbraecken

Deelnemingspercentage AvH: 60%

DEME is één van de grootste waterbouwbedrijven ter wereld. Vanuit haar kernactiviteiten, baggerwerken en civiele werken op het water, heeft de groep complementaire activiteiten ontwikkeld 'offshore', op het gebied van hernieuwbare energie, olie en gas, alsook op het gebied van gronden slibsanering en het winnen van aggregaten en mineralen.

Financieel overzicht 2018

DEME realiseerde in 2018 een stijging van de omzet met 12,3%, tot 2.645,8 miljoen euro (2017: 2.356,0 miljoen euro). Net als in 2017 leverden de activiteiten van de DEME-filialen GeoSea, Tideway, A2Sea en EverSea, die sinds begin 2019 gegroepeerd worden in een nieuwe structuur DEME Offshore, hieraan een substantiële bijdrage.

Het geheel van de activiteiten ten dienste van offshore hernieuwbare energie (ook inclusief baggerwerken, steenstortingen, ...) vertegenwoordigen in totaal 1.216,6 miljoen euro (46% van de totale groepsomzet van DEME), in vergelijking tot 1.138,9 miljoen euro in 2017. Maar ook de omzet in traditionele baggerwerken steeg in vergelijking tot het vorig jaar met 61,0 miljoen euro tot 882,2 miljoen euro (+7,4%). DEME realiseerde een omzet van 163,4 miljoen euro in haar milieu-activiteiten, een stijging met 11,1 miljoen euro ten opzichte van het jaar voordien.

DEME realiseerde een lichte stijging van haar EBITDA tot 458,9 miljoen (2017: 455,5 miljoen euro), wat een EBITDA-marge op omzet oplevert van 17,3%. De impact op de winstgevendheid van de laattijdige oplevering van het kabelinstallatieschip 'Living Stone' en het zelfvarende hefvaartuig 'Apollo' in de eerste jaarhelft werd in de tweede jaarhelft ruimschoots gecompenseerd. Door hogere afschrijvingen als gevolg van verschillende nieuwe schepen daalde het operationeel resultaat. Het nettoresultaat bleef ongeveer stabiel op 155,6 miljoen euro (2017: 155,1 miljoen euro).

Het orderboek van DEME steeg met 13,9% tot 4.010 miljoen euro, tegenover 3.520 miljoen euro eind 2017.

Vlootinvesteringsprogramma

2018 werd gekenmerkt door DEME's streven om haar vloot constant te verbeteren op het vlak van productiviteit en van milieuprestaties om zo haar ervaring en innovatieve oplossingen toe te passen op talloze bagger-, offshore energie-, inframarineen milieuprojecten. DEME heeft in 2018 in totaal 441,3 miljoen euro geïnvesteerd in uitvoering van haar ambitieus vlootinvesteringsprogramma, voornamelijk voor de Orion, Spartacus, Living Stone en Apollo.

DEME is het milieuvriendelijkste bedrijf onder haar branchegenoten. De meeste nieuwe schepen zijn uitgerust met 'dual fuel'-motoren, die zowel op LNG als op diesel kunnen varen. De twee nieuwe hoppers, 'Minerva' (capaciteit van 3.500 m3 ) en 'Scheldt River' (capaciteit van 8.400 m3 ) zijn de eerste baggerschepen die uitgerust zijn met dergelijke 'dual fuel'-motoren. Ze werden onmiddellijk ingezet: de 'Minerva' in Uruguay en de 'Scheldt River' in Duitsland. In aansluiting op dit succes heeft DEME een nieuw schip 'Meuse River' in de steigers, met hetzelfde innovatieve ontwerp als de 'Scheldt River'.

Verdeling van omzet naar regio en activiteit

De grote cutterzuiger (Cutter Suction Dredger of CSD) 'Spartacus', die te water gelaten werd in de Royal IHC-scheepswerf in Nederland, onderstreept dat innovatie centraal staat bij DEME. Met een totale geïnstalleerde capaciteit van 44.180 kW is 'Spartacus' een klasse apart en de krachtigste en milieuvriendelijkste CSD die ooit gebouwd werd. De vier hoofdmotoren kunnen draaien op LNG, op scheepsdiesel en op zware olie.

Binnenkort wordt ook de 'Bonny River', een sleephopperzuiger van de nieuwste generatie met een capaciteit van 15.000 m3 , bij DEME opgeleverd. Dit innovatieve schip kan baggeren in zeer harde bodems en in water dat meer dan 100 meter diep is.

Een ander zeer gespecialiseerd schip is de compacte 'Blanew', een elektrisch aangedreven cutterzuiger, die specifiek ontworpen werd voor baggerwerken in jacht-

havens, kanalen en meren. 'Blanew' werd in 2018 in gebruik genomen en is al druk aan het werk in verschillende Belgische havens.

Met een spectaculaire ceremonie werd 'Orion', het grote offshore installatieschip van de nieuwe generatie van DEME, in november 2018 met succes te water gelaten in de COSCO Qidong-scheepswerf in China. 'Orion' combineert op een onge-

"De innovatieve schepen van DEME hebben in 2018 allerlei uitdagende projecten uitgevoerd in alle uithoeken van de wereld."

Luc Vandenbulcke, CEO

ëvenaarde manier een uitzonderlijk hoge transport- en laadcapaciteit, een indrukwekkend hefvermogen en groene technologie. Met een kraan van 5.000 ton voldoet het schip aan de toekomstige eisen van de klanten en speelt het in op de tendens naar turbines met een grotere capaciteit en grotere windmolenparken.

Het DP3-schip 'Living Stone', een van de meest geavanceerde multifunctionele schepen ter wereld, werd in gebruik genomen in 2018. 'Living Stone' heeft een uniek systeem voor kabelinstallatie aan boord, met twee kabeldraaischijven van 5.000 ton die zich onder het hoofddek bevinden. Bovendien werd een systeem ontworpen waarbij de 'Living Stone' een kabel kan plaatsen terwijl de tweede volledig voorbereid wordt op het dek. Dit beperkt de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de kabels, wat tot een aanzienlijke tijds- en kostenbesparing leidt voor de offshore windindustrie.

Het nieuwe zelfvarende DP2-hefeiland 'Apollo' ontmantelde een platform in de Nederlandse sector van de Noordzee. Dit installatieschip heeft bijzonder lange vakwerkpoten, waardoor het schip in water met een diepte tot 65 meter kan heffen. 'Apollo' zal gebruikt worden in de offshore energiesector en vooral ingezet worden in de olie- en gassector, waar het schip zich zal toespitsen op de plaatsing en ontmanteling van platformvoorzieningen.

Operationeel overzicht 2018

Bagger- en landwinningsprojecten over de hele wereld

Marine Engineering & Contracting 73

Taranto - Italië

De innovatieve, nieuwe en bestaande, schepen van DEME hebben in 2018 allerlei uitdagende projecten uitgevoerd in alle uithoeken van de wereld.

In Azië heeft DEME verder gewerkt aan een van de grootste landwinningsprojecten ooit. Dredging International Asia Pacific Pte Ltd (DIAP) en joint venturepartner Daelim Industrial uit Zuid-Korea hadden op het einde van het jaar meer dan 80% van fase 1 van de Tuas Terminal (TTP1) voltooid. Dit project werd oorspronkelijk in 2015 gegund door de maritieme en havenautoriteit van Singapore. De bouw van de laatste van in totaal 221 caissons, die de toekomstige kademuur zullen vormen, werd zelfs vier maanden eerder dan gepland afgerond. DIAP is goed op weg om het project tegen eind 2020 af te werken.

Ondertussen voerde Dredging International Australia met succes het Sunshine Coast Airport Expansion Project uit in Australië. Dit project omvatte bagger- en landwin-

DEME NV

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 2.645.780 2.356.014 1.978.250
EBITDA 458.905 455.522 447.389
EBIT 196.012 230.506 226.956
Nettoresultaat (deel groep) 155.570 155.055 155.334
Eigen vermogen (deel groep) 1.401.403 1.321.842 1.220.638
Netto financiële positie -555.777 -285.657 -151.215
Balanstotaal 3.820.722 3.521.237 3.288.676
Orderboek (€ mio) 4.010 3.520 3.800
Capex (€ mio) 441 609 179
Personeel 4.937 4.440 4.232

ningswerken, die de basis vormen voor een nieuwe start- en landingsbaan van ongeveer 2.450 meter.

In Afrika voerde DEME kustbeschermingswerken uit langs de kustlijn van Cotonou in Benin. De werkzaamheden gingen het hele jaar door en zullen ook in 2019 nog verdergaan. In deze werken zijn zandsuppleties met een totaal volume van 1 miljoen m3 , oeverbekledingswerken en de aanleg van een krib inbegrepen.

Daarnaast werd het eerste project van DEME in Sierra Leone met succes afgerond in maart 2018. Het consortium waarvan DEME deel uitmaakte, werkte aan de uitbreiding van de Freetown Terminal, die door de Franse groep Bolloré Transport & Logistics geëxploiteerd wordt. Het project omvatte de bouw van een kademuur van 270 meter, waardoor de terminal grotere schepen kan ontvangen.

Dichter bij haar thuisbasis was DEME erg actief in een aantal projecten langs de belangrijkste rivieren van Noord-Europa. In België werkte DEME aan een aantal langdurige overeenkomsten voor onderhoudsbaggerwerken op de belangrijkste waterlopen en de Noordzee. Zo voerde de sleephopperzuiger 'Pallieter' verschillende onderhoudsbaggerwerken uit op de Schelde en langs de toegangskanalen tot de sluizen van de haven van Antwerpen.

Na de succesvolle uitvoering van de verdiepingswerken in het deel van de Seine tussen Courval en Duclair in Frankrijk, richtte Société de Dragage International (SDI) zich op de laatste fase van dit project. SDI is sinds 2012 bezig met de verdieping van de Seine en heeft de vier belangrijkste fases van dit uitdagende project, dat uitgevoerd wordt namens de Grand Port Maritime van Rouen, verwezenlijkt.

Op de Elbe heeft Nordsee Nassbagger- und Tiefbau, de Duitse dochtermaatschappij van DEME, in 2017 een contract voor onderhoudsbaggerwerken van twee jaar binnengehaald voor de Elbe. Dit werd nog met een jaar verlengd en loopt nu tot 2020.

DEME zal in een joint venture de bouw en de baggerwerken voor de modernisering van de Świnoujście-Szczecin-vaargeul in Polen ontwerpen en uitvoeren. De vaargeul heeft momenteel een diepte van 10,5 meter en zal uitgediept worden tot 12,5 meter. Hierdoor kan de haven van Szczecin schepen met een grotere diepgang ontvangen en haar concurrentiepositie in de Baltische Zee handhaven.

Voor de Nouvelle Route du Littoral in La Réunion heeft SDI baggerwerken, de grindbedinstallatie en opvulwerkzaamheden uitgevoerd voor 48 met ballast verzwaarde funderingen van het viaduct van 5.400 meter.

In een joint venture voert DEME verdiepings- en onderhoudswerken uit aan het Canal Martín García in Uruguay en Argentinië. Het hoofddoel van het baggerprogramma is het kanaal te verdiepen en vervolgens een diepte van ongeveer 10,4 meter te handhaven.

Eind 2018 had DEME het baggergedeelte van fase 2 van het Seabird-project in India zo goed als voltooid. Uiteindelijk zal ongeveer 10 miljoen m3 aan materialen gebaggerd zijn. Als deze geschikt zijn, worden ze ook hergebruikt.

In Nederland gingen drie megaprojecten van start: de Rijnlandroute, Nieuwe Sluis Terneuzen en de Blankenburgverbinding. Naast de mariene infrastructuurwerken die uitgevoerd zullen worden door DEME Infra Marine Contractors (DIMCO) omvatten de projecten ook belangrijke bagger- en grondwerken.

DEME levert al het zand, meer dan 1 miljoen m3 , voor het Rijnlandroute-project. Voor Nieuwe Sluis Terneuzen zullen droge grond- en baggerwerken uitgevoerd worden. Er moet een duizelingwekkende 9 miljoen m3 aan materialen gebaggerd worden. Naar verwachting zal het ontwerp- en bouwproject lopen tot 2022.

De 'financial close' voor de prestigieuze A24 Blankenburgverbinding werd bereikt in oktober. Rijkswaterstaat (het directoraat-generaal voor openbare werken en waterbeheer van Nederland) gunde het publiek-private samenwerkingsproject 'A24 Blankenburgverbinding' van 1 miljard euro aan het BAAK-consortium (DEME Concessions Infrastructure, Ballast Nedam en Macquarie Capital). De bagger- en opvulwerken vertegenwoordigen ongeveer 1 miljoen m3 en de droge grondwerken ongeveer 2 miljoen m3 . Het contract omvat het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud gedurende 20 jaar.

Nog in Nederland voert de Vries & van de Wiel in een joint venture een landwinningsproject van 145 hectare uit met als doel een nieuw eiland te vormen, 'Strandeiland IJburg'. Dit zal een nieuwe woonwijk worden in Amsterdam. In de tweede helft van het jaar leverde de Vries & van de Wiel meer dan 1 miljoen m3 zand voor het project.

Sterke groei in offshore wind

Offshore was DEME even druk bezig, dankzij het toenemende aantal hernieuwbare energieprojecten.

Het offshore windmolenpark van Rentel met een capaciteit van 309 MW, dat zich in de Belgische Noordzee bevindt, werd vroeger dan oorspronkelijk voorzien volledig in gebruik genomen en produceert volgens de verwachtingen. Rentel was een echt groepsproject. Het onderstation van 1.200 ton werd geplaatst door de 'Rambiz', het kraanschip voor zwaar hijswerk van Scaldis. Daarna voltooide het hefeiland 'Innovation' met succes de plaatsing van de monopijlerfunderingen en overgangsstukken. De infield- en exportkabels en de turbines werden door DEME geplaatst. Met hun piekhoogte van 183 meter zijn dit de grootste windturbines tot dusver in de Belgische Noordzee.

In de zomer voltooide 'Innovation', het hefeiland van DEME, met succes de plaatsing van 20 'suction bucket jackets' aan het offshore windmolenpark Borkum Riffgrund 2 in Duitsland. De 'suction bucket jackets' wogen elk 950 ton en hadden een hoogte van 58 meter. DEME is nu een van de weinige bedrijven met uitvoerige knowhow op het vlak van de plaatsing van dergelijke 'suction bucket jackets'.

DEME werkte in 2018 ook aan het grootste windmolenpark ter wereld, namelijk Hornsea Project One van Ørsted. Helemaal aan het einde van het jaar werd er een eerste en belangrijke bouwmijlpaal bereikt met de voltooiing van de plaatsing van de exportkabel. Met een totale lengte van 467 km, ruwweg de afstand van Amsterdam tot Hamburg, is het de langste offshore AC-kabel voor windenergie die ooit geplaatst werd. Wanneer de 174 turbines van Hornsea Project One in 2020 volledig operationeel zijn, zullen ze genoeg schone elektriciteit genereren voor ruim één miljoen gezinnen. Het gigantische windmolenpark was het eerste project voor het nieuwe multifunctionele schip 'Living Stone'.

Stevige prestaties in olie en gas

Naast de offshore windactiviteiten liet DEME sterke prestaties optekenen in de olieen gasmarkt, gedreven door nieuwe contractgunningen en een solide projectuitvoering.

Een belangrijk contract werd gegund door TransCanada voor een 700 km lange onderzeese gaspijplijn, die de VS met Mexico verbindt. Er werd zo'n 200.000 ton steen geplaatst om de pijplijn van 42 duim te stabiliseren. Er werd ook een eerste contract afgesloten in Bangladesh voor de drijvende LNG-terminal van Moheshkhali. Dit zal de eerste terminal van het land zijn voor de invoer van LNG. DEME is ook de hoofdaannemer voor de steenstorting en de bouw van aanlandingen in het Baltic Gas Interconnector-project, dat de gasnetwerken van Finland en Estland met elkaar verbindt. Er werden ook olie- en gasprojecten uitgevoerd in het Midden-Oosten en Zuid-Afrika.

Sanering van vervuilde terreinen

De gespecialiseerde milieubedrijven van DEME - DEME Environmental Contractors (DEC), de Vries & van de Wiel en Ecoterres - hebben een proactieve rol in de sourcing en ontwikkeling van potentiële saneringsprojecten, samen met hun ontwikkelingspartners.

In het Blue Gate-project (66 hectare) in Antwerpen is DEC als hoofdaannemer verantwoordelijk voor alle sanerings- en infrastructuurwerken. In Italië zijn de werken gestart voor een belangrijk saneringsproject aan de staalfabriek van ILVA in Taranto. Hier worden drie kanalen gebaggerd en wordt het gebaggerde materiaal ontwaterd met behulp van een intern ontworpen grondreinigingsinstallatie. De saneringswerkzaamheden aan het Esso Norge-project, een vroegere raffinaderij in de buurt van Tønsberg in Noorwegen, gingen het hele jaar door.

Baarland Tewaterlating Scheldt River

Global Sea Mineral Resources in voorbereiding voor volgende offshore campagne

Global Sea Mineral Resources (GSR), DEME's specialist inzake diepzee-ontginning, stelde in september 2018 het innovatieve preprototype 'Patania II' voor. In 2019 zal de nodulecollector een eerste expeditie ondernemen in de GSR- en BGR (Duits)-exploratiegebieden in het oostelijke deel van de Clarion Clipperton-zone in de centrale Stille Oceaan.

GSR werkt hiervoor samen met de Universiteit Gent. Samen zullen zij de in-situ milieu-impact van de 'Patania II' monitoren door opnieuw cruciale ontwerpgegevens te verzamelen. GSR kan dan haar technologie verder herontwerpen om haar efficiëntie te verbeteren en haar impact tot een minimum te beperken. Een internationaal consortium van wetenschappers van het 'EU Joint Programming Initiative for Healthy and Productive Seas and Oceans' zal bovendien onafhankelijk en transparant verslag uitbrengen van bijkomende milieumetingen. Alle informatie met betrekking tot het milieu zal openbaar beschikbaar zijn.

Vooruitzichten 2019

Voor 2019 verwacht DEME een omzet te realiseren van ongeveer dezelfde omvang als die van 2018. Het effect van nieuwe schepen die gedurende een volledig jaar in de vloot meewerken, wordt immers verwacht gecompenseerd te worden door het gepland groot onderhoud van het belangrijk installatieschip 'Innovation'. De operationele marge (EBITDA) wordt in 2019 opnieuw verwacht binnen de historische vork van 16% tot 20% te blijven over het volledige jaar.

www.deme-group.com

Van links naar rechts: Piet Dejonghe, Frédéric Claes, Manu Coppens, Fabien De Jonge, Jacques Lefèvre, Raymund Trost, Yves Weyts

Deelnemingspercentage AvH: 60%

CFE is een op Euronext Brussels genoteerde Belgische industriële groep met drie onderscheiden vakgebieden: Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra-activiteiten; Contracting, dat de activiteiten bouw, multitechnieken en rail & utilities omvat; en ten slotte Vastgoedontwikkeling.

Financieel overzicht 2018

CFE kende een gezonde groei in 2018. Dankzij de verschillende opdrachten die in de 3 polen werden verworven, was er het voorbije jaar een hogere activiteitsgraad waardoor CFE een opmerkelijke omzetstijging heeft gerealiseerd. CFE (excl. DEME) realiseerde een omzet die piekt op 994,9 miljoen euro (inclusief 139,8 miljoen euro omzet afkomstig van de eind 2017 verworven groep Van Laere), tegenover 710,5 miljoen euro in 2017.

CFE Contracting realiseerde in 2018 een omzet van 934,6 miljoen euro (2017: 717,6 miljoen euro) en kende, zoals in 2017, een hoge activiteit in België, in Luxemburg en in Polen. Alhoewel een aantal entiteiten van de divisie Bouw in België een lichte terugval van hun orderboek noteerden tegenover 31 december 2017, nam het orderboek van CFE Contracting toe tot 1.320,3 miljoen euro, vooral in Vlaanderen en in mindere mate in Luxemburg. CFE Contracting realiseerde een nettoresultaat van 15,2 miljoen euro, tegenover 15,4 miljoen euro in 2017.

Binnen de pool Vastgoedontwikkeling bedroeg het vastgoedbestand van BPI 139 miljoen euro per eind december 2018 (2017: 133 miljoen euro). Het nettoresultaat van deze pool was in 2017 positief vertekend door de meerwaarde op de verkoop van de projecten Kons en Oosteroever. Tot de winst van 2018 van 9,3 miljoen euro (2017: 22,3 miljoen euro) hebben in het bijzonder bijgedragen: de ontwikkelingsprojecten Ernest The Park (Brussel), Kiem (Luxemburg), Erasmus Gardens (Anderlecht) en 2 opgeleverde projecten in Polen, waar winst slechts op het eind van het project kan worden erkend.

De niet-gefilialiseerde activiteiten van CFE vallen in omzet verder terug tot 27 miljoen euro (voor eliminaties). De enige vermeldenswaardige werf die nog aan de gang is, betreft de bouw van het nieuw waterzuiveringsstation Brussel Zuid, waarvan in 2018 de tweede fase naar tevredenheid van de klant kon worden opgeleverd binnen de voorziene termijn. De volledige oplevering zal pas in 2020 plaatsvinden.

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 3.640.627 3.066.525 2.797.085
EBITDA 487.960 500.734 465.863
EBIT 213.075 267.157 227.570
Nettoresultaat (deel groep) 171.530 180.442 168.411
Eigen vermogen (deel groep) 1.720.878 1.641.904 1.521.559
Netto financiële positie -648.322 -351.909 -213.051
Balanstotaal 4.948.951 4.646.893 4.328.219
Orderboek (€ mio) 5.386 4.851 4.757
Personeel 8.598 8.689 7.752

CFE NV (inclusief DEME)

CFE heeft in de loop van H2 2018 voor de tegenwaarde van 7,5 miljoen euro betalingen ontvangen op haar openstaande vorderingen op de overheid van Tsjaad van 60 miljoen euro. De modaliteiten van een herfinancieringsvoorstel van de vorderingen die verband houden met het Grand Hotel werden officieel goedgekeurd door de overheid van Tsjaad. Ze wachten nu op validatie door de raad van bestuur van de Afreximbank.

Operationeel overzicht 2018

Contracting

CFE Contracting presteerde, zoals in 2017, uitstekend zowel in België en in Luxemburg als in Polen. De verdere integratie van Van Laere en haar filialen in de groep CFE vorderde, zoals verwacht, positief.

2018 was voor MBG een druk jaar door de uitvoering van verschillende grote projecten zoals de bouw, in tijdelijke handelsvennootschap, van de complexe werf ZNA Cadix in het noorden van Antwerpen, de oplevering van het AZ Sint-Maarten (Mechelen) en de tijdige oplevering van de Antwerp Management School bij de start van het nieuwe academiejaar. Ook de renovatie van de buitenschil en binnenvo-

lumes van de Gare Maritime op de Brusselse site Tour & Taxis vorderen goed. De resultaten bij Van Laere herstelden, dankzij onder meer het zorgvuldiger uitkiezen van de te volgen dossiers, het optimaliseren van de voorbereidingsfase bij aanvang van een project en het verbeteren van het contractmanagement. Door deze maatregelen nam de omzet toe, verbeterden de resultaten en wordt een gezond orderboek genoteerd voor 2019. De nieuwe managementstructuur had tevens een positieve impact bij

Arthur Vandendorpe, gespecialiseerd in restauratie en renovatie.

"CFE kan verder blijven groeien als een betrouwbare partner die haar gediversifieerde klanten totaaloplossingen aanreikt."

Piet Dejonghe, CEO

In Brussel bevestigde BPC zich als leider in de constructie van gebouwen dankzij onder meer een sterke stijging van haar activiteit tegenover 2017 alsook haar goede positie op grote projecten. Om nog beter te kunnen inspelen op de uitdagingen van morgen, werd begin 2019 de beslissing genomen om Amart en BPC samen te voegen. Deze integratie zal verder uitgewerkt worden in het eerste semester waardoor deze nieuwe organisatie een nog grotere speler zal worden op de Brusselse markt. De daling van de activiteit van BPC Wallonië in 2017, werd in 2018 meer dan goed gemaakt. Dankzij het verwerven van de DBFM-opdracht 'Shape 2020' met onder meer de bouw van 600 wooneenheden voor de militairen van de NAVO nabij Bergen, biedt de toekomst mooie perspectieven.

Marine Engineering & Contracting 77

In het Groothertogdom Luxemburg kende CLE een sterke activiteit mede door de oplevering van verscheidene grote bouwprojecten zoals de scholencampus Vauban voor de Ecole Lycée Français in Luxemburg stad, de brug langsheen de A13 nabij Dudelange en het gemengd project Glesener voor BPI Luxemburg. Voor 2019 zal CLE zich verder richten op 2 nieuwe activiteiten, meer bepaald wegeninfrastructuur en houtbouw in samenwerking met LTS.

De Poolse economie en de bouwsector kenden een sterke groei in 2018 waardoor de omzet alsook de marges van CFE Polska sterk stegen. 2019 ziet er veelbelovend uit dankzij een goed gevuld orderboek met onder meer de opstart van een tweede pretpark 'Mayaland' voor Studio 100. Anderzijds werd het Tunesische filiaal CTE

geconfronteerd met moeilijke marktomstandigheden en een sociaal-economisch klimaat die de resultaten aantasten en voor 6 miljoen euro op het resultaat van 2018 wegen.

Laminated Timber Solutions (LTS) zette zich in 2018 actief in op de verdere ontwikkeling van haar portefeuille, met vooral de focus op de industrie- en projectmarkt. Daarnaast werden de drie entiteiten Korlam/Lamcol/Buildinx onder één merknaam gebracht. Er werd tevens een werkgroep

Vauban - Luxemburg

'Wood Works' opgestart binnen Contracting en Vastgoed om zo het product CLT (kruisgelaagdhout) nog meer te kunnen promoten op de klassieke gebouwenmarkt.

CFE (exclusief DEME): Verdeling per pool

(€ miljoen) Omzet Nettoresultaat Orderboek
2018 2017 2018 2017 2018 2017
Bouw 692,5 499,8 1.069,1 978,8(2)
Multitechnieken 170,6 155,3 168,4 152,6
Spoorinfra 71,5 62,5 82,8 98,3
Contracting 934,6 717,6 15,2 15,4 1.320,3 1.229,7
Vastgoedontwikkeling 94,7 10,9 9,3 22,3 139(3) 133(3)
Holding, niet-overgedragen activiteiten en
eliminaties(1)
-34,4 -18,1 -6,6 -13,7
Totaal 994,9 710,5 17,9 23,9

(1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (45%) en Green Offshore (50%) tot CFE.

(2) Inclusief orderboek A.A. Van Laere (€ 241,8 mio)

(3) Het vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.

Clinique du MontLégia - Luik Tivoli - Brussel Nike - Ham

Binnen de cluster VMA werd een belangrijke stap gezet door alle elektriciteits- en automatiseringsactiviteiten samen te voegen met de HVAC-activiteiten. Door de entiteit Druart onder te brengen in deze cluster, is VMA voortaan in staat een totaaloplossing aan te bieden aan al haar klanten. Daarnaast werd er ook ingezet op lokale aanwezigheid in de verschillende regio's, wat eveneens de acquisitie verklaart van een Antwerps bedrijf. Met deze nieuwe geïntegreerde structuur zijn de vooruitzichten voor 2019 gunstig. Binnen de afdeling 'Automotive' is het van belang om de mondiale markttendensen binnen de snel veranderende automobielsector kort op te volgen en waar nodig de klanten internationaal te volgen. Op de markt van het technische onderhoud en installaties kende be.Maintenance een sterke groei, zowel in omzetcijfer als klantenportefeuille. Mede door de nauwe samenwerking met de verschillende entiteiten binnen Contracting zal be.Maintenance haar positie verder kunnen versterken.

De cluster MOBIX positioneerde zich als een globale multidisciplinaire aannemer voor de aanleg van sporen, signalisatie en bovenleidingen. De groep is met zes vestigingen in heel België actief en levert diensten aan openbare nutsbedrijven, zoals de installatie van glasvezelnetten, de montage van hoogspanningslijnen, het onderhoud van de openbare verlichting en de installatie van branddetectiesystemen en bewakingssystemen. De activiteit 'Track' noteerde zeer bevredigende resultaten. De raamcontracten bij ORES en de toewijzing (in consortium) van de PPS 'Plan Lumière 4.0.', de modernisering van de verlichting langsheen de autosnelwegen in het Waals Gewest, zorgen voor een goed gevuld orderboek voor de volgende jaren.

Vastgoedontwikkeling

De voorbije twee jaar onderging de vastgoedontwikkelaar BPI een ingrijpende organisatiewijziging teneinde sneller te kunnen reageren op een markt die veel competitiever is geworden en waarvan de trends en verwachtingen zeer snel evolueren. In het verlengde van de succesvolle commercialisering van de residentiële projecten Ernest The Park in Elsene, Erasmus Gardens te Anderlecht en Voltaire in Schaarbeek, www.cfe.be

werden nog andere projecten zoals Park West in Brussel, Zen Factory in Lot-Beersel en Grand Poste te Luik gelanceerd.

In het Groothertogdom werkte BPI Luxembourg verder aan de projecten Kiem (Kirchberg-plateau) en Fussban in Differdange, met een oplevering voorzien in de loop van 2019, en verkreeg het de bouwvergunningen voor haar project Livingstone aan de Route d'Esch in Luxemburg stad.

Ten slotte leverde BPI Polska in 2018 twee grote projecten op: Immo Wola in Warschau en de eerste fase van Bulwary Kasiazece in Wroclaw. Daarnaast werden er nieuwe grondposities verworven in Gdansk waar BPI een complex met 239 appartementen (project Sadowa) zal bouwen en in Warschau (district Wola), waar het een gemengd residentieel en commercieel complex van 10.000 m² bovengronds zal bouwen (project Ostroroga). Voor dit laatste project werden intussen de bouwvergunningen verkregen en werd de commercialisering en de bouw opgestart.

Vooruitzichten 2019

De omzet van de pool Contracting zou in 2019 stabiel moeten blijven terwijl het bedrijfsresultaat licht zou moeten toenemen. Het bedrijfsresultaat van de pool Vastgoedontwikkeling zou in 2019 het niveau van 2018 moeten benaderen.

Van links naar rechts: Frank Wouters, Lieven Durt, Valentijn Maussen, Reggy Vermeulen

Deelnemingspercentage AvH: 72%

Rent-A-Port

Rent-A-Port ontwikkelt samen met partners greenfield-projecten voor de aanleg van havens en daarmee verbonden industriezones. In deze context zorgt Rent-A-Port ook voor het beheer van de bijhorende nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, afvalophaling en afvalwaterzuivering).

De operationele activiteiten van Rent-A-Port situeerden zich, net als in voorgaande jaren, voornamelijk in Vietnam. Door de grotere beschikbaarheid van terreinen sinds de tweede jaarhelft, konden er dit jaar weer meer worden verkocht vergeleken met 2017. De infrastructuur in de eerste industriële zone, Dinh Vu Industrial Zone, is reeds grotendeels ontwikkeld. Reeds meer dan 60 industriële klanten maken op recurrente basis gebruik van de nutsvoorzieningen. Rent-A-Port heeft ook belangrijke posities verworven met betrekking tot de ontwikkeling van bijkomende naburige industriële zones. Rent-A-Port heeft zich vandaag aldus gepositioneerd om het beheer toevertrouwd te krijgen van meer dan 3.000 hectare aan industriële gronden. Deze zijn alle gelegen in de buurt van de nieuwe haven van Lach Huyen, de enige diepzeehaven (-14 meter) in Noord-Vietnam. De afwerking van een dijk in Nam Dinh Vu ('Deep C-II Concessie') leidt tot een versnelde oplevering van nieuwe industrieterreinen sedert medio 2018.

Eind 2018 is de vennootschap Deep C Green Energy, die instaat voor de elektriciteitsdistributie op Dinh Vu Industrial Zone, voor 50% verkocht aan TEPCO, met een aanzienlijke meerwaarde voor gevolg.

In Oman is de infrastructuur nog onvoldoende uitgebouwd om een kritische massa aan klanten te kunnen bedienen. De infrastructuurwerken aan de haven van Duqm

Rent-A-Port NV

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 3.180 4.459 4.309
EBITDA -2.338 -4.234 -2.334
EBIT -2.403 -4.659 -2.373
Nettoresultaat (deel groep) 7.371 -5.991 4.423
Eigen vermogen (deel groep) 44.394 36.508 45.788
Netto financiële positie -15.316 -12.334 -7.620
Balanstotaal 66.287 55.023 61.664

Rent-A-Port

(Noord en Zuid) vorderen echter goed, waardoor de afwerking van de haven wordt verwacht tegen 2020. Vanaf dan zou de haven ook rendabel moeten worden en zouden er voldoende industriële klanten moeten zijn om de nutsvoorzieningen verder uit te bouwen.

Ook het havenproject in Nederland (Zuiderzeehaven) is in 2018 beëindigd. De 3 privé-partners (waaronder Rent-A-Port) hebben hun aandeel in dit project verkocht aan de lokale publieke partner.

Rent-A-Port verwacht de komende jaren verder te groeien dankzij de mature en rendabele projecten in Vietnam, alsook dankzij de verdere uitbouw van projecten in Oman, die op vandaag nog niet winstgevend zijn.

Begin 2019 hebben AvH en CFE elk bijkomend 5% van het kapitaal van Rent-A-Port overgekocht van de mede-oprichters, waardoor zij nu samen 100% van het kapitaal van deze vennootschap bezitten. Het transitief deelnemingspercentage van AvH in Rent-A-Port zal daardoor toenemen tot 80,2%.

Van links naar rechts: Nathalie Oosterlinck, Geert Dewaele, Christophe De Winter, Mathias Verkest

Deelnemingspercentage AvH: 80%

Green Offshore

Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.

Green Offshore - Rentel

Green Offshore bezit (rechtstreeks en onrechtstreeks) deelnemingen in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%).

Het windpark Rentel ligt op ongeveer 40 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Het zal met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW hernieuwbare energie leveren aan ongeveer 300.000 gezinnen. Met hun tiphoogte van 180,5 meter zijn deze Siemens windturbines de hoogste die tot nu toe in de Belgische Noordzee geïnstalleerd zijn.

De bouwactiviteiten aan dit offshore windenergiepark werden in 2018 met succes afgerond. Zoals verwacht, werd de eerste hernieuwbare stroom uit dit windpark medio 2018 in het Belgische net geïnjecteerd. Eind 2018 was Rentel volledig operationeel als Belgische elektriciteitscentrale (309 MW) op zee.

Dankzij een aangepast wetgevend kader dat eind 2017 door de federale regering werd goedgekeurd, kon de ontwikkeling van de offshore windparken Mermaid en Seastar versneld worden. In de loop van 2018 werden Mermaid en Seastar samengevoegd onder SeaMade NV. In december 2018 heeft SeaMade haar 'financial close' bereikt.

SeaMade zal 58 windturbines bouwen met een totale capaciteit van 487 MW en wordt zo het grootste offshore windmolenpark in België. Het zal via twee offshore substations verbonden zijn met het Elia Modular Offshore Grid. De 8,4 MW turbines zullen door Siemens Gamesa geleverd en onderhouden worden. Ze hebben een tiphoogte van 190 meter en een rotordiameter van 167 meter, meer dan de spanwijdte van twee Airbussen 380. De start van de offshore werkzaamheden is voorzien in de zomer van 2019. Beide windparken zouden operationeel moeten zijn voor eind 2020. Ze zullen geëxploiteerd en onderhouden worden vanuit het logistieke centrum Otary in de haven van Oostende.

Rentel en SeaMade staan in voor een totale capaciteit van net geen 800 MW, goed voor een productie van ongeveer 2,9 TWh op jaarbasis. Dit is een aanzienlijk aandeel van de totale jaarlijkse verwachte offshore productie van ca. 8 TWh, hetgeen niet alleen 10% vertegenwoordigt van de totale elektriciteitsconsumptie in België, maar ook 50% van de bindende doelstelling om tegen 2020 13% van de energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen.

Rentel en SeaMade zullen samen hernieuwbare energie leveren aan 700.000 huishoudens, wat een reductie van 1.200.000 ton CO2-uitstoot op jaarbasis mogelijk maakt.

Via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE, heeft AvH een participatie (transitief) van 10,03% in Rentel en van 7,02% in SeaMade.

Green Offshore NV

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 3 0 0
EBITDA -4 -13 -182
EBIT -4 -13 -184
Nettoresultaat (deel groep) 3.352 127 -342
Eigen vermogen (deel groep) 19.890 16.627 5.001
Netto financiële positie -33.374 -18.430 -27.103
Balanstotaal 55.762 35.607 32.694

Private Banking

Niettegenstaande de onrust op de financiële markten in het vierde trimester van 2018, hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & Co commercieel uitstekend gepresteerd. Beide banken dragen in het segment 'Private Banking' gezamenlijk 121,3 miljoen euro bij tot het groepsresultaat van 2018 (2017: 113,9 miljoen euro).

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
-- -- -- -- ---------------------------------------------------- --
(€ miljoen) 2018 2017 2016
FinAx/Finaxis -0,4 -0,9 -1,0
Delen Private Bank 88,5 83,3 69,2
Bank J.Van Breda & C° 33,2 30,8 29,7
BDM-Asco - 0,7 0,6
Totaal 121,3 113,9 98,5

Bank J.Van Breda & C°

Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor een ruim cliënteel van particulieren.

Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.

De gecombineerde door het cliënteel toevertrouwde vermogens van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº bedroegen 45,4 miljard euro per 31 december 2018, tegenover 47,8 miljard euro per 31 december 2017. Deze daling met 5% is volledig toe te schrijven aan de negatieve ontwikkeling van de financiële markten in Q4 2018.

Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°.

Van links naar rechts: Paul De Winter, Alexandre Delen, Jacques Delen, René Havaux, Eric Lechien, Arnaud van Doosselaere

Deelnemingspercentage AvH: 79%

Delen Private Bank

Delen Private Bank legt zich toe op het beheren en plannen van het vermogen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde in België (Delen Private Bank), Nederland (Oyens & Van Eeghen) en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).

Financieel overzicht 2018

Vooraanstaande positie in discretionair beheer

De vermogens onder beheer door de groep Delen Private Bank bereikten op het einde van 2018 geconsolideerd een niveau van 37.713 miljoen euro (2017: 40.545 miljoen euro).

Bij Delen Private Bank bedroeg het beheerd vermogen 27.673 miljoen euro op het einde van 2018 (2017: 29.410 miljoen euro). Ondanks een organische netto-aangroei van het beheerd vermogen van zowel bestaande als nieuwe particuliere klanten daalde het beheerd vermogen als gevolg van de daling van de koersen op de aandelenmarkten, in het bijzonder tijdens het vierde kwartaal van 2018. Ook tijdens dit moeilijke beursklimaat bleef de instroom van kapitalen naar Delen Private Bank in 2018 nochtans aanzienlijk. In de eerste jaarhelft was deze instroom zelfs op recordniveau. Het betrof bijna uitsluitend discretionair vermogensbeheer. Alle Belgische vestigingen droegen bij tot deze constante netto-instroom van vermogens, weliswaar met een steeds groter aandeel van de regionale zetels. Dit getuigt van het vertrouwen dat de klanten in Delen Private Bank stellen, en het bevestigt de vooraanstaande positie van de bank in het discretionair beheer van vermogens in België.

Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 90,7%) bereikte het beheerd vermogen 9.563 miljoen euro (8.555 miljoen Britse pond) eind 2018 (2017: 10.475 miljoen euro, 9.294 miljoen Britse pond). Ook hier lag de oorzaak van de daling voornamelijk in de negatieve waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt in Britse pond). De koersevolutie van het Britse pond ten opzichte van de euro (-0,8%) droeg eveneens bij tot deze daling.

Op 31 december 2018 bedroegen de activa onder beheer voor particulieren en stichtingen bij Oyens & Van Eeghen 476 miljoen euro (2017: 660 miljoen euro). Deze daling is het gevolg van de negatieve waardeontwikkeling van de vermogens in beheer en de afbouw van de dienstverlening aan grote institutionele klanten. Oyens & Van Eeghen realiseerde wel een organische nettogroei van vermogens onder beheer van bestaande en nieuwe particuliere klanten.

Stijging van het nettoresultaat

Aangezien de daling van de beheerde vermogens zich slechts in het vierde kwartaal voordeed, stegen de geconsolideerde brutobedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank in 2018 met 4,7% tot 384,3 miljoen euro. De bedrijfskosten stegen met 8,2% (11,9% exclusief JM Finn en Oyens & Van Eeghen).

De groei van Delen Private Bank brengt kosten met zich mee. Met name de kosten voor IT en commercieel personeel zijn toegenomen. Het tempo van de aanwervingen en kostenstijging vertraagde wel in de laatste maanden van het jaar. Bij JM Finn is de toename van de kosten in lokale munt te verklaren door hogere personeelskosten en een stijging van de uitgaven voor marketing en IT. De cost-income ratio steeg licht tegenover 2017 en bedroeg 55,27% (44,70% bij Delen Private Bank, 85,43% bij JM Finn), een mooi cijfer vergeleken met de concurrenten. Eind 2018 telde de groep 709 personeelsleden (VTE),

Delen Private Bank: Geconsolideerd beheerd vermogen

Delen Private Bank - Antwerpen Delen Private Bank - Namen

Delen Private Bank - Gent

na verloop van tijd de resterende aandelen aan Delen Private Bank te verkopen. Het nuttig eigen vermogen van de groep (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 234,3 miljoen euro, waarvan 48,9 miljoen euro cliënteel van JM Finn en 7,0 miljoen euro cliënteel van Oyens & Van Eeghen) bedroeg 450,5 miljoen euro op het einde van

waarvan 391 bij Delen Private Bank, 300 bij JM Finn en 18 bij Oyens & Van Eeghen.

De nettowinst nam in 2018 toe tot 112,4 miljoen euro (tegenover 105,8 miljoen euro in 2017). De bijdrage van JM Finn tot het nettoresultaat van de groep was 7,3 miljoen euro (na afschrijvingslast cliënteel en 9% minderheidsbelangen van 1,7 miljoen euro; in 2017: 7,1

"Ook tijdens dit moeilijke beursklimaat bleef de instroom van kapitalen naar Delen Private Bank in 2018 aanzienlijk."

Paul De Winter, CEO

miljoen euro). De bijdrage van Oyens & Van Eeghen was licht negatief als gevolg van herstructureringskosten en de afbouw van de dienstverlening aan institutionele investeerders.

Het geconsolideerd eigen vermogen van Delen Private Bank bedroeg 742,9 miljoen euro op 31 december 2018, tegenover 678,8 miljoen euro op 31 december 2017. Dit bedrag houdt reeds rekening met de verkoopoptie van het JM Finn-management om

het jaar (vergeleken met 386,4 miljoen euro eind 2017). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De Core Tier1-kapitaalratio van 30,9% ligt ruim boven het sectorgemiddelde en houdt rekening met de langetermijnverplichting om JM Finn-minderheidsaandeelhouders uit te kopen. Delen Private Bank beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden blijven conservatief belegd bij de Nationale Bank van België, in kwaliteitsvol overheidspapier, bij kwaliteitsbanken op korte termijn of in kwaliteitsvolle kortetermijnverplichtingen van

Delen Private Bank(1)

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Brutobedrijfsopbrengsten 384.262 366.912 313.071
Nettoresultaat (deel groep) 112.390 105.836 87.877
Eigen vermogen (deel groep) 742.927 678.792 621.204
Beheerd vermogen van cliënteel 37.712.549 40.544.926 37.769.779
Cost-income ratio 55,3% 53,7% 57,8%
Return on equity 15,8% 16,3% 14,6%
Core Tier1-kapitaalratio(2) 30,9% 29,3% 30,9%
Personeel (VTE) 709 676 657

(1) Eind september 2018 is Delen Investments ontbonden en sindsdien valt haar historische perimeter samen met die van Delen Private Bank. De financiële gegevens m.b.t. 2018 zijn geconsolideerde gegevens voor Delen Private Bank, m.b.t. 2017 en vorige jaren betreft het Delen Investments Comm. VA.

(2) Core Tier1 = solvabiliteitsratio

blue-chip bedrijven. De impact van de Basel III-regelgeving is voor Delen Private Bank gering, vermits het kapitaal van de groep uitsluitend uit Core Tier1-kapitaal bestaat, de portefeuille conservatief is belegd en de ratio's van de groep nu reeds ruimschoots de huidige en toekomstige vereisten overtreffen. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 15,8%, een zeer bevredigend cijfer.

René Havaux volgt vanaf 31 maart 2019 Paul De Winter op als voorzitter van het directiecomité van Delen Private Bank. Samen met Jacques Delen en Paul De Winter, ligt ook René Havaux mee aan de basis van de succesvolle strategie van discretionair vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor hoofdzakelijk privé-cliënteel.

Operationeel overzicht 2018 per activiteit

Delen Private Bank (BE, LU, CH)

Delen Private Bank hield in 2018 vast aan haar traditionele investeringsprincipes: het vermogen van haar klanten doordacht en alert beheren, diversifiëren en risico's spreiden, binnen de grenzen van hun risicoprofiel. Dat bleek in het jaar 2018 een bijzonder moeilijke opgave. De beurzen waren nerveus en wispelturig, en schenen meer oog te hebben voor de geopolitieke ontwikkelingen dan voor het fundamenteel economische plaatje.

In 2018 zette Delen Private Bank haar strategie voort om de kwaliteit en de efficiëntie van het vermogensbeheer te optimaliseren door te blijven streven naar een steeds groter aandeel beheermandaten. Op het einde van 2018 werden 82% (22.711 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel beheerrekeningen 93%. Dit vertegenwoordigt nu meer dan 26.500 beheermandaten. Delen Private Bank belegde voor haar klanten in zeer gespreide aandelenportefeuilles, met de klemtoon op Europa. Bij de obligaties bleef de looptijd kort (minder dan een jaar) om zich te wapenen tegen het risico van rentestijgingen. Op valutavlak resulteerde de diversificatie buiten de eurozone in een positieve bijdrage. Het obligatiegedeelte van de portefeuilles bleef voornamelijk belegd in kortetermijnbeleggingen in sterke landen en bedrijven, met meer dynamische investeringen in eeuwigdurende obligaties. De correctie op de beurzen was verspreid over alle activa (aandelen, obligaties, grondstoffen, ...). In die context bood zelfs een behoedzame, gediversifieerde beleggingsstrategie niet voldoende bescherming. De portefeuilles van de klanten lieten een verlies optekenen, zij het minder uitgesproken dan vele referentie-indexen.

Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van private banking, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Meer dan drie vierde van de netto-instroom van kapitalen komt via de kantoren buiten de hoofdzetel in Antwerpen. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2018 werden nieuwe kantoren geopend in Leuven en Knokke. De uitbreidings- en renovatiewerken aan de hoofdzetel in Antwerpen vorderen zoals verwacht. In Waterloo zal Delen Private Bank een nieuw kantoor openen in 2019.

Bank J.Van Breda & C° droeg via haar kantoren opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat van Delen Private Bank. Op 31 december 2018 beheerde Delen Private Bank 5.553 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgt Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (1.086 miljoen euro). Op die manier vertegenwoordigt Bank J.Van Breda & C° ongeveer 24% van het totaal beheerd vermogen bij Delen Private Bank.

JM Finn (VK)

De Londense aandelenmarkt zette een groot deel van het jaar een goede prestatie neer, maar volgde tegen eind 2018 toch ook de neerwaartse trend. De verzwakking van het Britse pond als gevolg van de brexitchaos zorgde deels dat de portefeuilles met buitenlandse aandelen iets meer overeind bleven.

De aankoop van 73,5% van de Londense vermogensbeheerder JM Finn in 2011 was een belangrijke stap voor Delen Private Bank. In 2016, 2017 en 2018 kocht Delen Private Bank 17,2% van de minderheidsaandelen om zo het directe aandeelhouderschap te verhogen tot 90,7%. Eind 2018 had JM Finn 9.563 miljoen euro (8.555 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 80% in discretionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aandeel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshore vermogensbeheermarkt in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt.

Op operationeel vlak was 2018 opnieuw een druk jaar voor JM Finn dankzij een sterke interactie met haar klanten op kantoor of tijdens evenementen, belangrijke initiatieven om te voldoen aan de verstrengde MiFID II compliance omgeving, het verhogen van de efficiëntie van de organisatie en het verder uitdiepen van de samenwerking met Delen Private Bank. De klemtoon werd gelegd op het verhogen van de commerciële activiteit, o.a. door het verder uitrollen van de nieuwe vermogensplanningsactiviteit en door verhoogd gebruik van CRM-software. Het directiecomité van JM Finn kijkt erop toe dat de strategische initiatieven en prioriteiten geleidelijk en op een succesvolle wijze worden geïmplementeerd, om zo de succesvolle groeistrategie te combineren met een noodzakelijke winstverbetering op termijn.

Oyens & Van Eeghen (NL)

Delen Private Bank nam in 2015 alle aandelen over van Oyens & Van Eeghen, één van Nederlands oudste onafhankelijke financiële instellingen, opgericht in 1797. Delen Private Bank versterkte daarmee haar aanwezigheid in de Benelux. Eind 2018 had Oyens & Van Eeghen 476 miljoen euro aan toevertrouwde activa voor particuliere klanten, waarvan 87% in discretionair beheer. Oyens & Van Eeghen heeft zich in de afgelopen jaren steeds meer en succesvol toegespitst op het segment van gespecialiseerd vermogensbeheer en biedt een kwaliteitsvol platform om in de Nederlandse onshore vermogensbeheermarkt het Delen-model uit te bouwen.

Oyens & Van Eeghen was ook onderhevig aan de volatiele marktomstandigheden. De strategie van wereldwijde spreiding en actieve asset allocatie in de portefeuilles bood enige bescherming. De looptijden van het obligatiegedeelte van de portefeuilles waren kort, zoals bij Delen Private Bank. Dankzij overleg met het beheerteam van Delen Private Bank en de overdracht van geconsolideerde verantwoordelijkheid inzake obligatiebeleggingen naar medewerkers van Oyens & Van Eeghen groeiden de beleggingsstrategieën in Nederland en België verder naar elkaar toe.

Op operationeel vlak was 2018 een jaar met belangrijke ontwikkelingen voor Oyens & Van Eeghen. De nieuwe directie die de fakkel overnam in de loop van 2017, focust de organisatie op discretionair vermogensbeheer voor particuliere klanten. De dienstverlening aan institutionele klanten is teruggeschroefd en nieuwe commerciële medewerkers werden aangeworven voor de verdere uitbouw van de dienstverlening aan particuliere klanten in Amsterdam en Limburg. De expertise, in het bijzonder op gebied van beveks, en de IT-systemen door Delen Private Bank in België ontwikkeld, dragen in zeer belangrijke mate bij tot een verbetering van de dienstverlening en efficiëntieverhoging in Nederland. Hierdoor is Oyens & Van Eeghen in staat een groter publiek van particuliere klanten te bedienen vanuit haar kantoren in Amsterdam en Den Bosch. In 2019 zal Oyens & Van Eeghen nieuwe kantoren openen in Valkenburg en Heerenveen.

Delen Private Bank - Brussel

Delen Private Bank - Knokke

Delen Private Bank - Gent Delen Private Bank - Leuven

Vooruitzichten 2019

Delen Private Bank blijft vasthouden aan haar voorzichtige beleggingsfilosofie en is overtuigd dat deze aanpak het verschil zal blijven maken op lange termijn. Het jaar 2018 was een woelig en moeilijk jaar. Delen Private Bank focust zich op het doordacht beheren van de portefeuilles van haar klanten met de nodige diversificatie en risicospreiding, en neemt tegelijk een alerte houding aan om opportuniteiten op lange termijn verstandig te benutten. Delen Private Bank, JM Finn en Oyens & Van Eeghen zetten zich ook verder in om nieuwe kapitalen aan te trekken, met een focus op regio's waar de naambekendheid in de lift zit.

www.delen.be

Van links naar rechts: Dirk Wouters, Véronique Léonard, Vic Pourbaix, Marc Wijnants

Deelnemingspercentage AvH: 79%

Bank J.Van Breda & Co

Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Via Bank de Kremer maakt ze vermogensbegeleiding toegankelijk voor iedereen. Van Breda Car Finance biedt autofinancieringen en financiële autoleasing aan via de autodistributeurs.

Financieel overzicht 2018

In 2018 zette Bank J.Van Breda & C° een recordresultaat neer. De geconsolideerde nettowinst steeg met 8% tot 42,2 miljoen euro (39,1 miljoen euro in 2017). Dit resultaat is een gevolg van sterke commerciële prestaties en dit zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance. Met de lancering van Bank de Kremer werd een nieuw initiatief in de markt gezet, dat focust op vermogensbegeleiding van particulieren en een antwoord biedt op een duidelijke behoefte aan overzicht en inzicht in het huidig en toekomstig vermogen.

De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening) zijn in 2018 met 4% gestegen tot 19,1 miljard euro.

Door de lage rente en de nauwe rentemarge was de sterke volumegroei onvoldoende om de kostengroei te compenseren. Het resultaat voor belastingen daalde hierdoor met 7%. Dankzij een lagere vennootschapsbelasting steeg het resultaat na belastingen met 8%.

Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 550 miljoen euro, waarbij een rendement op eigen vermogen (ROE) werd gerealiseerd van bijna 8%.

Stijging van commerciële volumes

Het door cliënten belegd vermogen groeide met 527 miljoen euro (+4%) tot 14,3 miljard euro, waarvan 9,4 miljard euro buitenbalansproducten en 4,9 miljard euro cliëntendeposito's. Dit bevestigt het vertrouwen van de cliënten in de bank. De totale kredietportefeuille steeg met 6% tot net geen 4,8 miljard euro.

Het geconsolideerd bankproduct nam met 2% toe tot 144 miljoen euro. Gereali-

seerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsinstrumenten bedroegen minder dan 1% van het totale bankproduct dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is.

Het renteresultaat stagneerde ondanks de groei in deposito's (+7%) en kredieten (+6%). Dit is een gevolg van de lage rentes, de druk op de rentemarge en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement.

Dankzij de groei in buitenbalansproducten van de cliënten groeiden de ontvangen fee-inkomsten met 10%.

De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 0,05% van de gemiddelde kredietportefeuille of 2,4 miljoen euro. Dit voorzichtige beleid heeft echter geenszins een rem gezet op de kredietproductie, zodat de kredietportefeuille geconsolideerd groeide met 6%.

Het investeringstraject van de afgelopen jaren werd onverminderd voortgezet. Het volledig geïntegreerd eigen IT-platform positioneert de bank uitstekend om volop in te spelen op de opportuniteiten die de digitalisering

Bank J.Van Breda & C°: Door cliënten belegd vermogen

biedt. Bank J.Van Breda & Co investeert ook consequent verder in nieuwe kantoren en in commerciële slagkracht.

De kosten stegen met 5% tot 88 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van toekomstgerichte investeringen in commerciële slagkracht, IT en de lancering van Bank de Kremer. Hoewel de cost-income ratio van 59% tot 61% stijgt, behoort Bank J.Van Breda & C° tot de meer performante Belgische banken.

Sterke liquiditeit en solvabiliteit

Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt Bank J.Van Breda & C° steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedroegen resp. 146% en 124%, ruim boven de vereiste ondergrens van 100%. De CET1-ratio bedroeg 13,6%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van

externe financiering op de internationale markten.

Het eigen vermogen (deel groep) steeg van 539 miljoen euro naar 550 miljoen euro. De groei van het eigen vermogen maakt het mogelijk het ritme van de commerciële groei verder te zetten zonder in te boeten op een gezonde hefboom, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen

"Bank J.Van Breda & Co heeft in 2018 sterke financiële resultaten neergezet in een uitdagende economische context."

Dirk Wouters, CEO

op activa (leverage of hefboomratio) bedroeg 8,6%, een veelvoud van de vereiste 3% onder Basel III.

Operationeel overzicht 2018 per activiteit

Bank J.Van Breda & C°

In 2018 werd de lijn van gestage commerciële groei doorgetrokken. Ondanks een negatief beursklimaat groeide het totaal toevertrouwd vermogen van ondernemers en vrije beroepen met 0,5 miljard euro naar 13,8 miljard euro.

Ondanks een context van lage rentevergoedingen stegen de cliëntendeposito's met 0,3 miljard euro (+7%) tot een totaal volume van 4,5 miljard euro. De groei is nagenoeg volledig afkomstig van zichtrekeningen.

In een moeilijk beursklimaat zijn de buitenbalansproducten toch gegroeid met 0,2 miljard euro (+2%) tot 9,3 miljard euro. Hiervan is 5,6 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer.

Mede dankzij de betere conjunctuur en ondanks de hevige concurrentie groeide het volume kredieten aan ondernemers en vrije beroepen met 0,2 miljard euro (+6%) tot 4,3 miljard euro.

Bank de Kremer

In juni 2018 lanceerde Bank de Kremer een app om vermogensbegeleiding toegankelijk te ma-

ken voor iedereen. Deze divisie van Bank J.Van Breda & C° helpt haar klanten bij de opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. De kennis en ervaring

Bank J.Van Breda & Co NV

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Bankproduct 143.759 141.380 133.964
Nettoresultaat (deel groep) 42.165 39.081 37.736
Eigen vermogen (deel groep) 549.800 538.718 518.257
Balanstotaal 5.820.019 5.424.639 4.992.240
Totaal belegd door cliënten 14.268.673 13.742.754 12.448.468
Kredietportefeuille 4.797.177 4.528.679 4.223.318
Waardevermindering op kredieten 0,05% 0,04% 0,01%
Cost-income ratio 61,0% 59,1% 59,4%
Return on equity 7,7% 7,4% 7,4%
Core Tier1-kapitaalratio 13,6% 14,2% 14,8%
Solvabiliteitsratio (RAR) 15,0% 14,9% 15,8%
Personeel 464 471 471

van Bank J.Van Breda & C° en het goede huisvaderschap van Delen Private Bank vormen de solide basis van Bank de Kremer.

Bank de Kremer wil een antwoord bieden op de duidelijke behoefte van de Belg naar overzicht en inzicht in zijn financiële situatie, zowel nu als op pensioenleeftijd. Daarom lanceerde Bank de Kremer een gratis, volledig vrijblijvende en anonieme app waarmee zowel klanten als niet-klanten hun vermogen in kaart kunnen brengen. Dit inzicht laat toe slimme financiële keuzes te maken en, samen met Bank de Kremer, een strategie te bepalen om het vermogen te optimaliseren.

De lancering van Bank de Kremer ging gepaard met een grote communicatiecampagne in twee fasen (een eerste bij de lancering in juni, een tweede in het najaar 2018) zowel op tv, radio als in printmedia en werd ondersteund door een belangrijk online advertising en social medialuik.

Van Breda Car Finance

Als divisie van Bank J.Van Breda & C° is Van Breda Car Finance in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Heel de organisatie is toegespitst op snelle kredietoplossingen voor personenwagens via een eigen website.

Terwijl de automarkt stagneert (+0,56% in aantal inschrijvingen van nieuwe personenvoertuigen) zet Van Breda Car Finance in 2018 een sterke commerciële prestatie neer. Het nieuwe productievolume stijgt met 6%. De portefeuille groeit met 12% tot 413 miljoen euro.

Vooruitzichten 2019

Bank J.Van Breda & C° heeft in 2018 sterke financiële resultaten neergezet in een uitdagende economische context, waarbij het beursklimaat in het vierde kwartaal aanzienlijk verslechterde. Het renteklimaat blijft ook in 2019 ongunstig.

Bank J.Van Breda & C° blijft goed gewapend voor de toekomst in elk van haar 3 activiteitsdomeinen.

  • De hoge cliëntentevredenheid zorgt voor trouwe cliënten en enthousiaste ambassadeurs die nieuwe cliënten aantrekken.
  • De commerciële slagkracht en positionering moeten het mogelijk maken het toevertrouwd vermogen verder te doen groeien. De impact van deze groei op het operationeel resultaat zal mee afhangen van de evolutie van de rentemarge en de concurrentiële omgeving.
  • De concurrentie in de markt van autofinancieringen en leasing zal wellicht aanhouden, de consolidatiebeweging in de autodistributie zet zich voort en de evolutie van de autoverkoop is onzeker. Van Breda Car Finance heeft echter een goede reputatie en een solide band met haar partners om de marktpositie te handhaven.
  • Bank J.Van Breda & Cº blijft verder investeren in haar toekomst en versterkt zowel haar commerciële slagkracht als haar efficiëntie. Nieuwe initiatieven op het vlak van digitalisering, waaronder de app voor vermogensbegeleiding van Bank de Kremer, zullen hierin een cruciale rol blijven spelen. Met een modern en geïntegreerd IT-platform heeft de bank een sterke uitgangspositie.
  • De bank blijft kostenbewust en streeft naar een hoge efficiëntie.
  • De afgelopen jaren waren de afschrijvingen op de kredietportefeuille beperkt. De conservatieve politiek zou ook in de toekomst moeten bijdragen tot het beperken van de kredietverliezen.

Het handelsfonds, de reputatie, de positionering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.

Bank de Kremer app Bank J.Van Breda & C°

Bank J.Van Breda & C° - Antwerpen

Bank J.Van Breda & C° - Antwerpen

Tevreden medewerkers, tevreden cliënten

In een verzadigde markt is mond-tot-mondreclame vandaag cruciaal. Daarom hecht de bank zoveel belang aan de Net Promotor Score (NPS) bij cliënten. Op de vraag "In welke mate zou u Bank J.Van Breda & Co aanraden bij andere ondernemers of vrije beroepen?" geeft 57% op een tienpuntenschaal een score van 9 of 10 ('promotors'), 36% geeft 7 of 8 ('passives') en 7% een score van 6 of minder ('detractors'). 37% geeft een 10 op 10! De strenge berekeningswijze van de NPS resulteert in een zeer mooie score van 50 (promotors minus detractors). Dit is een van de beste cijfers in de Belgische banksector.

Behalve een hoge cliëntentevredenheid geniet Bank J.Van Breda & C° ook een hoge werknemerstevredenheid. Uit de enquête 'Great Place to Work' van 2017 bleek dat 94% van haar medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. Diverse initiatieven werden verder uitgebouwd of opgestart in co-creatie en met hoge betrokkenheid van de medewerkers, om de samenwerking, de cohesie en het welzijn van eenieder verder te versterken. Eind 2019 doet de bank opnieuw mee met deze bevraging.

Real Estate & Senior Care

De verkoop door de Franse rusthuisgroep HPA van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd, draagt 21,3 miljoen euro bij tot de jaarwinst van AvH en verklaart waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.

(€ miljoen) 2018 2017 2016
Extensa Group 27,2 29,9 30,4
Leasinvest Real Estate 11,9 14,9 10,1
Anima Care 4,7 4,4 3,6
HPA 21,5 5,1 2,1

Extensa Group

Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op residentiële en gemengde projecten in België en het Groothertogdom Luxemburg.

marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België.

HPA is actief in de seniorenhuisvesting in Frankrijk en overkoepelt de activiteiten van Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé (vastgoed).

Van links naar rechts: Kris Verhellen, Peter De Durpel, Filip Dumalin, Laurent Jacquemart, Ward Van Gorp

Deelnemingspercentage AvH: 100%

Extensa Group

Extensa is een vastgoedontwikkelaar die zich vooral richt op projecten met gemengde bestemming in België en het Groothertogdom Luxemburg.

Financieel overzicht 2018

Het nettoresultaat van Extensa Group over 2018 handhaafde zich op hoog niveau: 27,2 miljoen euro in 2018 tegenover 29,9 miljoen euro in 2017.

Tour & Taxis genereerde een brutobijdrage van 1,6 miljoen euro, voornamelijk uit het beheer van activa (het Openbaar Pakhuis, Hôtel de la Poste, parking, evenementen en diensten) aangezien de bouwwerken voor nieuwe projecten pas in de loop van 2018 van start gingen. De in aanbouw zijnde ondergrondse parkeergarage voor 900 auto's en de gerenoveerde bovenste verdiepingen van Hôtel de la Poste zullen vanaf 2019 bijdragen aan de resultaten.

In Luxemburg droeg het Cloche d'Or-project (Extensa 50%) 34,4 miljoen euro bij tot de nettowinst, afkomstig van de verkoop van appartementen en twee kantoorprojecten.

Het balanstotaal steeg licht van 412,0 miljoen euro eind 2017 naar 441,8 miljoen euro eind 2018, voornamelijk als gevolg van bijkomende investeringen in Tour & Taxis. Het totale eigen vermogen steeg van 163,6 miljoen euro naar 190,9 miljoen euro.

Operationeel overzicht 2018

Stedelijke ontwikkelingsprojecten

Tour & Taxis

In november 2018 werd de bouwvergunning voor de Gare Maritime op de Tour & Taxis-site in Brussel afgeleverd. Inmiddels verloopt de renovatie van het oude treinstation volgens plan. De bouw van de 10 houten modules is van start gegaan, en de planning en commercialisering van dit project van 50.000 m² worden voortgezet. Ongeveer 50% van de kantoorruimte is voorverhuurd. De ruimte met gemengde bestemming op de benedenverdieping (horecazaken, themawinkels, cultuur en entertainment) wordt in 2020 geopend.

"De lopende kantoor- en woonprojecten zouden de resultaten van 2019 verder moeten ondersteunen."

Kris Verhellen, CEO

Er werden bouwvergunningen afgeleverd voor een ondergrondse parkeergarage (900 auto's) en verschillende residentiële gebouwen (waaronder een woonzorgcentrum met ongeveer 200 bedden en 250 appartementen) gelegen naast de Gare Maritime. De werken aan de parkeergarage zijn van start gegaan.

De bouwwerken en verkoop van het Riva-project, met 139 appartementen die uitkijken op het kanaal

en de Entrepôt Royal, loopt goed. Eind 2018 waren er nog maar 10 eenheden te koop. De bouwwerken zijn bijna halverwege. Beliris is begonnen met de voorbereidende afbraakwerken voor de bouw van de nieuwe Picardbrug, die in 2020 moet worden geopend. De Brusselse regering besliste in december 2018 om een nieuwe tramlijn te bestuderen die het metrostation Belgica verbindt met het Noordstation, langs Tour & Taxis en over deze nieuwe Picard-brug.

Terwijl de balzaal en foyer op de benedenverdieping van het Hôtel de la Poste in gebruik bleven, zijn de bovenste verdiepingen in hun oude glorie hersteld. Er is een

Tour & Taxis - Gare Maritime en Hôtel de la Poste - Brussel

privébioscoop, vergader- en conferentiezalen, een bar en een restaurant. Vanaf het tweede kwartaal 2019 wordt het vergadercentrum in gebruik genomen.

Extensa heeft een bouwvergunning aangevraagd om het voormalige douanegebouw Hôtel des Douanes op de site om te bouwen tot een hotel met 100 kamers. De start van de werken is gepland voor 2020 en de opening van het hotel voor 2022.

Cloche d'Or

Op de Cloche d'Or-stie in Luxemburg werd 97% van het woonproject 'ilôt A', bestaande uit 909 appartementen, inmiddels verkocht. De bouw is aan de gang en de marges worden opgenomen naar rato van de voortgang van de werken. De oplevering van de laatste appartementen is gepland voor 2020. Ondertussen is de voorverkoop van een nieuw woonproject 'ilôt D', 162 eenheden in fase 1, met succes van start gegaan.

Het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw (10.000 m²) werd in oktober 2018 verkocht aan internationale investeerders. Het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte Luxemburg werd in januari 2019 opgeleverd en verkocht aan de investeerders Ethias en Integrale.

Verschillende andere kantoorprojecten zijn in ontwikkeling. Het gebouw 'Bijou' (6.021 m²) is in aanbouw terwijl de onderhandelingen met kandidaat-huurders nog lopen. Een kantoorgebouw van 4.261 m² is voorverhuurd aan de International Workspace Group, die het zal exploiteren onder de merknaam 'Spaces'. De Italiaanse bank Intesa Sanpaolo heeft zich verbonden tot de verwerving van haar nieuwe hoofdkantoor in Luxemburg (10.829 m²), dat in 2021 moet worden opgeleverd.

Extensa Group NV

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Bijdrage Tour & Taxis 1.585 16.789 27.104
Bijdrage Cloche d'Or 34.392 27.218 11.712
Nettoresultaat (deel groep) 27.238 29.920 30.383
Eigen vermogen (deel groep) 190.859 163.606 242.446
Netto financiële positie -114.345 -100.352 -260.134
Balanstotaal 441.795 411.968 653.818

Tour & Taxis - Riva & Picardbrug (artist impression)

Tour & Taxis - Brussel Tour & Taxis - Gare Maritime (artist impression)

Andere ontwikkelingen

Diverse ontwikkelingsprojecten doorlopen momenteel de administratieve procedures voor uitvoerbare bouwvergunningen. Het project 'Groeningen' in Kontich (650 huizen en appartementen) werd door de autoriteiten goedgekeurd, maar de uitvoering ervan is afhankelijk van de uitkomst van juridische stappen door derden. Verschillende kleinere grondposities zijn verkocht.

In Trnava, Slowakije, heeft Top Development (Extensa 50%) zijn energienet in 2018 verkocht en overweegt het de verkoop van het retailpark (7.730 m²). Verschillende kleinere percelen van de grondbank zijn in de loop van het jaar verkocht.

In december 2018 werd één van de twee resterende grondposities in Roemenië verkocht.

De bouwvergunning voor de grondpositie in het Topkapi-gebied (Zeytinburnu) van Istanboel is afgeleverd.

Vastgoedinvesteringen

De erfgoedgebouwen op de site van Tour & Taxis zijn strategisch in het licht van de verdere ontwikkeling van de site. Naast de resterende te ontwikkelen grondposities bestaat de globale positie uit de gebouwen in exploitatie (Openbaar Pakhuis, parking, ...) en de projecten in ontwikkeling. Als gevolg van verkopen van activa is de boekwaarde van de andere posities van Extensa (buiten Cloche d'Or en Tour & Taxis) gedaald met 10 miljoen euro tot 38 miljoen euro.

Vooruitzichten 2019

De lopende kantoor- en woonprojecten zouden de resultaten van 2019 verder moeten ondersteunen.

Van links naar rechts: Michel Van Geyte, Tim Rens

Deelnemingspercentage AvH: 30%

Leasinvest Real Estate

Leasinvest Real Estate (LRE) is een genoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) en focust op retail en kantoren in drie landen (Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk).

In 2018 heeft Leasinvest Real Estate zich met een kapitaalverhoging van 84 miljoen euro gewapend om de verdere groei te financieren. De reële waarde van de vastgoedportefeuille heeft voor het eerst de kaap van 1 miljard euro overschreden dankzij belangrijke acquisities in het Groothertogdom Luxemburg en in België, die zullen bijdragen tot hogere huurinkomsten in 2019.

De economische conjunctuur in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk bleef op niveau in 2018. Met de diversificatie naar Luxemburg (sinds 2006) en Oostenrijk (eind 2016) ontwikkelt LRE zich buiten België naar landen met een AAA-rating, een gezonde economie met weinig werkloosheid en een hoog BNP per capita, die groei optekenen.

In het Groothertogdom Luxemburg is LRE één van de belangrijkste buitenlandse vastgoedinvesteerders. In deze markt werd in 2018 opnieuw een sterke huuropname geregistreerd in de kantorenmarkt. De vooruitzichten voor 2019 zijn eveneens positief, wat ook reeds bleek uit de nieuwe huurovereenkomsten en huurverlengingen die LRE in 2018 kon afsluiten. De economie van Luxemburg is nog steeds zeer gezond en blijft een voorsprong houden op de eurozone. De leegstandsgraad is er opnieuw gedaald, tot 3,8%. In de retailmarkt brengen nieuw opgeleverde projecten zowel een nieuwe dynamiek als uitdagingen.

In België werd in de Brusselse kantorenmarkt een opname opgetekend van 367.000 m², hetzij 8% minder dan vorig jaar. Belangrijker is echter dat de kantorenmarkt vooral gekenmerkt wordt door het succes van co-working-concepten, die nu 20% van de totale take-up vertegenwoordigen. Bovendien kon de Brusselse kantorenmarkt profiteren van een belangrijke

tot 7,98%, het laagste niveau in 17 jaar.

"De reële waarde van de portefeuille heeft voor het eerst de kaap van 1 miljard euro overschreden."

Michel Van Geyte, CEO

toename van de huurprijzen voor nieuwe duurzame gebouwen in de Leopoldswijk die nu gemiddeld 315 euro/m²/jaar bedragen - waar LRE ondertussen eigenaar is van 3 gebouwen. De leegstandsgraad is in de loop van het vierde kwartaal zelfs gedaald

In Oostenrijk zit de retailmarkt in een overgangsfase, waarbij de modernisering van grotere retailparken/clusters een succes kent. Door de groeiende bevolking in en rond Wenen is er een gestage groei in de retailverhuur.

De in 2017 verfijnde strategie van Leasinvest Real Estate om te focussen op 3 landen (Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk) en 2 activaklassen (kantoren en retail) werd in 2018 verder uitgerold. Dankzij de succesvolle kapitaalverhoging van 4 oktober 2018, ten belope van 84 miljoen euro, werd de investeringscapaciteit in belangrijke mate versterkt. Hierna werden reeds 3 belangrijke acquisities gerealiseerd.

Financieel overzicht 2018

Eind 2018 overschreed de reële waarde ('fair value') van de geconsolideerde vastgoedportefeuille, inclusief projectontwikkelingen, voor het eerst de grens van 1 miljard euro (tegenover 903,0 miljoen euro per eind 2017). Inclusief de participatie in GVV Retail Estates NV bereikte de reële waarde per einde 2018 1,1 miljard euro.

Het huurrendement bedroeg 6,45% eind 2018 tegenover 6,44% eind 2017. De huurinkomsten zijn licht afgenomen tot 56,2 miljoen euro (2017: 56,9 miljoen

euro) wegens de verkoop van de Zwitserse portefeuille en 5 logistieke panden in België in de loop van 2017, die niet volledig gecompenseerd werd door huurinkomsten uit de in 2017 verworven panden in Luxemburg en Oostenrijk. Bovendien vonden de meeste acquisities van gebouwen in 2018 pas plaats in de tweede jaarhelft, waardoor zij slechts beperkt aan de resultaten 2018 hebben bijgedragen. Belangrijker is dat 'like-for-like'

(constante portefeuille) de huurinkomsten wel stijgen met 1,7 miljoen euro.

De kapitaalverhoging van 4 oktober 2018 ten belope van 84 miljoen euro had een positieve impact op het eigen vermogen en op de schuldgraad. Op jaareinde 2018 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 476 miljoen euro (2017: 382 miljoen euro).

Leasinvest Real Estate Comm. VA

(€ 1.000) 2018 2017 2016
Nettoresultaat (deel groep) 38.194 47.545 29.436
Eigen vermogen (deel groep) 475.811 382.206 356.407
Vastgoedportefeuille (reële waarde) 1.037.083 902.994 859.931
Huurrendement (%) 6,45 6,44 6,78
Bezettingsgraad (%) 94,26 94,80 96,77
Per aandeel (in €):
Netto-actief waarde 80,30 77,40 72,20
Slotkoers 87,40 96,00 105,50
Brutodividend 5,10 5,00 4,90

Het geherwaardeerde netto-actief bedroeg 80,3 euro per aandeel op basis van de reële waarde van het vastgoed (77,4 euro per eind 2017). De financiële schulden namen toe tot 595 miljoen euro (eind 2017: 540 miljoen euro). De schuldgraad (berekend volgens K.B. 13.07.14) is gedaald tot 53,5% (57,1% per eind 2017). Het balanstotaal bedroeg 1.156 miljoen euro op het einde van het boekjaar (2017: 999 miljoen euro).

De EPRA-winst (voorheen netto courant resultaat) eind 2018 bedroeg 31,3 miljoen euro (hetzij 6,03 euro per aandeel), in vergelijking met 27,5 miljoen euro (hetzij 5,57 euro per aandeel) eind 2017. Leasinvest Real Estate sloot 2018 af met een nettoresultaat (deel groep) van 38,2 miljoen euro t.o.v. 47,5 miljoen euro eind 2017. Deze daling is voornamelijk te verklaren door een lager herwaarderingsresultaat op het vastgoed, dat in 2017 enkele eenmalige positieve effecten bevatte.

De koers van het LRE-aandeel schommelde in 2018 tussen 82,6 euro en 99,7 euro. De slotkoers op het einde van het jaar bedroeg 87,4 euro. Het brutodividend per aandeel over het boekjaar 2018 zal 5,10 euro bedragen, wat een brutodividendrendement (op basis van de slotkoers) oplevert van 5,8% (boekjaar 2017: 5,2%).

Operationeel overzicht 2018

In het voorjaar van 2018 werd de herontwikkeling Treesquare opgeleverd, een duurzaam gebouw in de Leopoldswijk van Brussel. Dit gebouw kon gerenommeerde huurders aantrekken en heeft op heden een bezettingsgraad van 82%. Verdere negotiaties zijn lopende, waardoor verwacht wordt dat dit gebouw binnenkort volledig verhuurd zal zijn.

Het kantoorgebouw Montoyer 63 werd eind september 2018 voorlopig opgeleverd aan het Europees Parlement. De voorlopige oplevering betekent de start van de 21-jarige vruchtgebruikperiode. Dit gebouw werd op maat gebouwd, conform het lastenboek van het Europees Parlement, om er een trainingcenter te realiseren op wandelafstand van het Parlement. Het Europees Parlement voert op heden nog inrichtingswerken uit zodat het gebouw in het voorjaar van 2019 operationeel zal zijn.

In de loop van 2018 konden verschillende nieuwe overeenkomsten worden afgesloten voor het business center The Crescent in het gebouw Motstraat Mechelen. The Crescent is een co-working & business center concept dat reeds jaren geleden in Anderlecht door Leasinvest Real Estate werd ontwikkeld. De nadruk ligt er op community, professionele ondersteuning en kwaliteitsservice. De co-working ruimte 'De Mot' is hierop geïnspireerd en geniet veel bijval bij de huurders in het gebouw en andere gebruikers. De totale bezettingsgraad bedroeg bijgevolg 92% eind 2018.

Op 15 oktober 2018 werd voor een bedrag van 11,4 miljoen euro 100% van de aandelen in de vennootschap NEIF Montoyer SPRL verworven van het fonds Next Estate Income Fund ('NEIF'), beheerd door BNP Paribas REIM Luxemburg. Deze vennootschap is houdster van een erfpacht met een resterende duurtijd van 94 jaar op het kantoorgebouw Montoyer 14, gelegen op de hoek van de Montoyer- en de Nijverheidsstraat te Brussel. Dit is het derde gebouw dat Leasinvest Real Estate bezit

LRE: Vastgoedportefeuille (% op basis van de reële waarde)

De Mot - Mechelen

EBBC Business Park - Luxemburg Knauf Shopping Center Schmiede - Luxemburg Treesquare - Brussel

in de Brusselse Leopoldswijk. Ook dit pand zal volledig heropgebouwd worden als een duurzaam AAA-gebouw.

Op 19 december 2018 heeft Leasinvest Real Estate, via haar 100% dochteronderneming Leasinvest Immo Lux, voor 64,1 miljoen euro 2 bijkomende kantoorgebouwen verworven in het EBBC Business Park vlakbij de luchthaven van Luxemburg. Leasinvest Real Estate was daar reeds eigenaar van 1 gebouw en indirect via haar participatie in de vastgoedcertificaten 'Lux Airport' van 2 andere gebouwen.

Ten slotte heeft Leasinvest Real Estate op 28 december 2018 voor 22,6 miljoen euro het iconisch gebouw Hangar 26/27 verworven op het Eilandje te Antwerpen, met onmiddellijk zicht op de Schelde en op het MAS (Museum aan de Stroom). Dit gebouw heeft een oppervlakte van 9.370 m² en ondergaat momenteel een graduele renovatie. Deze is reeds voor meer dan de helft afgerond en zal voortgezet worden door Leasinvest Real Estate. Het gebouw heeft een ontwikkelingspotentieel van nog eens 9.000 m², dat in aanmerking komt voor retail- en kantoorbestemming.

Gedurende 2018 werden verschillende verhuringen (nieuwe, uitbreidingen en verlengingen) gerealiseerd in Luxemburg, België en Oostenrijk.

Vooruitzichten 2019

Leasinvest Real Estate verwacht, onder voorbehoud van uitzonderlijke omstandigheden, dat de huurinkomsten in 2019 hoger zullen liggen dan in 2018, terwijl de financiële kosten verwacht worden op een vergelijkbaar niveau te blijven met 2018.

Van links naar rechts: Johan Crijns, Ingrid Van de Maele, Jeroen Versnick

Deelnemingspercentage AvH: 93%

Anima Care

Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de residentiële ouderenzorg. Anima Care investeert zowel in de uitbating als in het vastgoed.

Anima Care heeft per 31 december 2018 2.097 bedden in uitbating: 1.785 rusthuisbedden, 107 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen, verspreid over 21 zorgcentra (9 in Vlaanderen, 8 in Brussel, 4 in Wallonië).

Financieel overzicht 2018

Anima Care realiseerde in 2018 een omzet van 84,3 miljoen euro. De toename met 9,1 miljoen euro (+12%) t.o.v. 2017 was zowel te danken aan een verbetering van de omzet van de bestaande residenties, als aan een uitbreiding van de perimeter in vergelijking met vorig jaar. De impact van de tijdelijke capaciteitsvermindering te Aalst en Berlare als gevolg van de uitbreidings- en verbouwingswerken werd gecompenseerd door betere resultaten in de andere sites. De EBITDAR nam toe tot 18,3 miljoen euro (2017: 16,1 miljoen euro), en de nettowinst tot 5,1 miljoen euro in 2018 (2017: 4,8 miljoen euro).

Het eigen vermogen van de groep is gestegen van 54,3 miljoen euro per eind 2017 tot 59,5 miljoen euro per eind 2018.

In 2018 heeft Anima Care 20,8 miljoen euro geïnvesteerd in haar nieuwbouwprojecten. De investeringen in de bouwprojecten vertalen zich in een stijging van de netto financiële schulden van 85,2 miljoen euro per 31 december 2017 naar 99,1 miljoen euro per 31 december 2018 en in een toename van het balanstotaal tot 204,3 miljoen euro per eind 2018.

Operationeel overzicht 2018

In 2018 werd intensief geïnvesteerd in de ontwikkeling van kwaliteitsvol vastgoed.

  • Begin 2018 verwierf Anima Care het woonzorgcentrum Ark van Noé met 57 rusthuisbedden in exploitatie te Grote-Spouwen (Bilzen).
  • De uitbreidingsnieuwbouw met 30 bedden herstelverblijf te Aalst werd in oktober 2018 in gebruik genomen.
  • In het woonzorgcentrum Kruyenberg te Berlare worden grondige verbouwingswerken uitgevoerd. De verbouwingen zullen in de eerste helft van 2019 worden afgerond.
  • In oktober 2018 kreeg Anima Care de langverwachte bouwvergunning voor de

    1. Duneroze Wenduine
    1. Kruyenberg Berlare
    1. De Toekomst Aalst
    1. Home Scheut Anderlecht
    1. Au Privilège Haut-Ittre
    1. Le Birmingham -
  • Sint-Jans-Molenbeek
    1. Zonnesteen Zemst
    1. Parc des Princes Oudergem
    1. Résidence St. James La Hulpe
    1. Aquamarijn Kasterlee
    1. Zevenbronnen Walshoutem
    1. Philemon & Baucis Zoutleeuw
    1. Château d'Awans Awans
    1. Les Comtes de Méan Blegny
    1. Eden Sint-Lambrechts-Woluwe
    1. Arcade Sint-Lambrechts-Woluwe
    1. La Roseraie Anderlecht
    1. Neerveld Sint-Lambrechts-Woluwe
    1. Edelweiss Anderlecht
    1. Atrium Kraainem
    1. Ark van Noé Bilzen
Anima Care NV
(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 84.290 75.182 56.438
EBITDAR 18.256 16.104 13.982
EBITDA 16.211 14.281 13.094
EBIT 9.719 6.232 8.392
Nettoresultaat (deel groep) 5.060 4.799 3.939
Eigen vermogen (deel groep) 59.518 54.295 46.645
Netto financiële positie -99.127 -85.247 -72.705
Balanstotaal 204.258 172.929 151.902
Personeel 1.416 1.365 1.119

Aquamarijn - Kasterlee Anima Care

ontwikkeling van een zorgcentrum met een capaciteit van 197 rusthuisbedden en voor de bouw van 80 assistentiewoningen op de site Tour & Taxis te Brussel. De bouwwerken zullen medio 2019 worden aangevat, na de realisatie van een ondergrondse parking.

• Anima Care tekende in het najaar van 2018 een overeenkomst met AG Real Estate en AXA voor de bouw van een nieuw zorgcentrum op de site Parc de l'Alliance te Braine-l'Alleud. Het nieuwe zorgcentrum zal een 150-tal bejaarden huisvesten.

4 nieuwbouwprojecten zullen in de loop van 2019 in gebruik worden genomen.

  • Het nieuwe zorgcentrum op de site Erasmus Gardens te Anderlecht zal een capaciteit hebben van 159 rusthuisbedden, aangevuld met 34 assistentiewoningen. Het gebouw zal medio 2019 worden opgeleverd.
  • In Zoutleeuw wordt een zorgcentrum met 43 rusthuisbedden, 30 bedden herstelverblijf en 20 assistentiewoningen gebouwd. Deze nieuwbouw zal in de zomer van 2019 in gebruik worden genomen.
  • Het nieuwe rusthuis in aanbouw te Vorst zal 121 rusthuisbedden tellen. Deze nieuwbouw wordt samen met Care Property Invest gerealiseerd en zal eind 2019 de deuren openen.
  • Anima Care nam samen met de exploitatie van Ark van Noé ook de bouw van een nieuw woonzorgcentrum met een capaciteit van 106 bedden in het centrum van Grote-Spouwen (Bilzen) over. De residenten en het personeel van Ark van Noé zullen in de zomer van 2019 naar de nieuwbouw verhuizen.

Eind oktober werd het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg verkocht aan Baltisse. Anima Care heeft dit gebouw onmiddellijk voor een periode van 25 jaar teruggehuurd. Deze transactie, die slechts beperkte impact heeft op de resultaten van 2018 aangezien de gerealiseerde meerwaarde van 7,5 miljoen euro over 25 jaar gespreid zal worden erkend, heeft Anima Care wel de bevestiging geleverd van de significante latente meerwaarde die op haar vastgoedpatrimonium rust. Deze transactie laat in ieder geval toe om de lopende projecten van Anima Care te financieren zonder beroep te moeten doen op verdere kapitaalinjecties vanwege de aandeelhouders.

Vooruitzichten 2019

Zonder rekening te houden met eventuele bijkomende overnames zal Anima Care eind 2019, na de oplevering van de nieuwbouwprojecten te Anderlecht, Vorst, Zoutleeuw en Bilzen, 2.315 bedden uitbaten, waarvan 1.919 rusthuisbedden, 137 bedden herstelverblijf en 259 assistentiewoningen, verspreid over 20 sites.

Naast de nieuwbouwprojecten zal Anima Care zich in 2019 vooral toeleggen op de uitbouw en de verbetering van haar huidige zorgcentra en op de voorbereiding van de ontwikkelingsprojecten op de sites van Tour & Taxis te Brussel en Parc de l'Alliance in Braine-l'Alleud.

Anima Care zal verder blijven groeien via overnames, via de ontwikkeling van nieuwe zorgcentra en via de uitbreiding en verruiming van haar capaciteit en dienstenpakket in de bestaande zorgcentra. Schaalvergroting en een uitstekende dienstverlening zijn essentieel om de toekomstige winstgevendheid verder te verbeteren. Anima Care kiest resoluut voor kwaliteit en werkt continu aan de optimalisatie van haar operationele werking. Anima Care combineert een optimale dienstverlening met investeringen in kwaliteitsvol vastgoed en is met haar 100% Belgische verankering een unieke zorgverstrekker in de Belgische markt.

Van links naar rechts: Hervé Hardy, Christophe Fabre, Frédéric Hoepffner, Marie-José Le Roy Raynal

Deelnemingspercentage AvH: 72%

HPA beheert via haar dochterondernemingen Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé Expansion (vastgoed) een netwerk van 35 rusthuizen in Frankrijk, met een capaciteit van 2.647 bedden en een kinderdagverblijf met 50 plaatsen.

Residalya ontwikkelt sinds meer dan 10 jaar een zeer kwaliteitsvol aanbod dat gebaseerd is op een goede samenwerking tussen haar werknemers, haar bewoners en de overheden die het beleid rond residentiële ouderenzorg bepalen. Patrimoine & Santé was tot 2018 eigenaar van het grootste deel van het door Residalya uitgebate vastgoed. Begin juli 2018 heeft HPA echter het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra verkocht aan de Franse vastgoedgroep Icade Santé. HPA's dochtervennootschap Residalya blijft huurder en uitbater van deze woonzorgcentra. De transactie waardeert de betrokken activa op 189 miljoen euro en levert AvH een meerwaarde (deel groep) op van 21,3 miljoen euro. De resterende vastgoedvennootschappen werden ondergebracht in een nieuw opgerichte vennootschap genaamd Patrimoine & Santé Expansion, een dochtervennootschap van HPA.

Financieel overzicht 2018

In vergelijking met 2017 kende de bezettingsgraad in 2018 een terugval tot 95,2%, als gevolg van een groter aantal sterfgevallen wegens de wintergriep begin 2018, en deels als gevolg van de verhoogde gemiddelde leeftijd waarop residenten een woonzorgcentrum binnentreden. Dit gaat vaak gepaard met een hogere zorgbehoefte, waardoor de gemiddelde verblijfsduur van residenten over de afgelopen jaren steeds is afgenomen. De hele markt had te kampen met een dergelijke lagere bezettingsgraad, wat het concurrentieel klimaat ook verder verhardde doorheen het jaar.

HPA realiseerde in 2018 een omzet van 120,3 miljoen euro, een stijging met 5% in vergelijking met 2017. Deze evolutie is te danken aan een uitbreiding van de perimeter met één nieuwe residentie (Château Vacquey) en de continue commerciële inspanningen. De EBITDAR steeg tot 57,9 miljoen euro (inclusief de meerwaarde gerealiseerd op de verkoop van vastgoed). Het nettoresultaat bedroeg 30,0 miljoen euro (2017: 7,1 miljoen euro).

    1. Les Terrasses de la Scarpe
    1. Les Portes de Champagne
    1. Résidence Ducale
    1. Les Jardins de Creney
    1. Résidence d'Automne
    1. Résidence Valmy
    1. Résidence Granvelle
    1. Villa Charlotte
    1. Résidence Marguerite
    1. Résidence Le Rivage
    1. Résidence Ambroise Paré
    1. Les Rives d'Allier
    1. Le Clos Rousset
    1. Le Grand Jardin
    1. Les Séolanes
    1. Les Maisons de Marie
    1. La Carrairade
    1. Les Portes de Nîmes
    1. Les Cinq Sens 20. Le Clos Caychac 21. Résidence Aloha 22. Le Mont des Landes 23. La Chenaie 24. Le Jardin des Loges 25. Les Jardins de Saintonge 26. Le Littoral 27. Les Portes du Jardin
    1. La Lande Saint-Martin
    1. CIGMA de Laval
    1. Le Clos Saint-Vincent
    1. Résidence Valois 32. La Demeure du Bois Ardent
    1. Le Pyla sur Mer
    1. Villa Thalia
    1. Château Vacquey
HPA NV
(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 120.284 114.114 105.578
EBITDAR 57.911 25.437 23.346
EBITDA 49.117 21.471 20.169
EBIT 36.050 9.047 3.703
Nettoresultaat (deel groep) 29.960 7.051 2.936
Eigen vermogen (deel groep) 80.029 80.076 61.062
Netto financiële positie -77.353 -193.314 -182.297
Balanstotaal 240.085 352.658 337.224
Personeel 1.607 1.608 1.547

Résidence Valois Le Grand Jardin

De nettoschuld, die voornamelijk uit vastgoedschulden bestaat, daalde met 116 miljoen euro tot 77,4 miljoen euro op jaareinde 2018, voornamelijk ten gevolge van de vastgoedverkoop, deels gecompenseerd door de gerealiseerde overname en uitbreidingswerken tijdens het boekjaar. Op niveau van het eigen vermogen, werd in Q4 2018 een kapitaalvermindering doorgevoerd ten belope van 30 miljoen euro.

Operationeel overzicht 2018

Het netwerk werd in 2018 uitgebreid met de acquisitie van één nieuwe residentie, Château Vacquey, een woonzorgcentrum gelokaliseerd in de Gironde. Hierbij werd HPA enkel eigenaar van het gebouw, dat gehuurd wordt door een externe vzw. Residalya ondersteunt deze laatste bij de exploitatie van de 50 bedden. Deze operatie kan gezien worden als een eerste diversificatie naar het not-for-profit segment binnen de ouderenzorg.

Tegelijkertijd verlopen de uitbreidingen op het bestaande vastgoed en de nieuwbouwactiviteiten in lijn met de voorziene planning. In Besançon werd de huidige exploitatie uitgebreid met 15 rusthuisbedden en 25 appartementen voor zelfstandig wonen. De werken werden voltooid met een gedeeltelijke opfrissing van het bestaande gebouw. Het nieuwbouwproject Le Taillan-Médoc, dat de samenvoeging beoogt van twee bestaande residenties, met een capaciteit van 80 bedden en 24 appartementen zelfstandig wonen werd aangevat. Ook wat betreft Villa Thalia zijn de renovatiewerken opgestart. Daarnaast wordt gewerkt aan de uitbreiding in Pyla sur Mer en de verplaatsing van Villa Charlotte - Ain naar Oyonnax en de verplaatsing van de residenties Le Rivage en Ambroise Paré naar een andere locatie in Lyon.

Vooruitzichten 2019

Uit operationeel oogpunt zal het boekjaar 2019 voor de bestaande exploitaties gericht zijn op het optimaliseren van de bezettingsgraad en van de gemiddelde ligdagprijs, mits behoud van competitiviteit. Daarnaast ligt de focus op een goede oplevering van de opgestarte en in de steigers staande uitbreidings-, renovatie- en nieuwbouwprojecten.

www.residalya.fr

Energy & Resources

SIPEF en Sagar Cements realiseerden in 2018 allebei een flinke stijging van hun producties. Deze volstaan evenwel niet om de prijsdalingen in 2018 van palmolie (SIPEF) en cement in India (Sagar) op te vangen, hetgeen de daling van de winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verklaart.

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH

(€ miljoen) 2018 2017 2016
SIPEF 7,8 15,9(1) 10,0
Sagar Cements -0,1 0,4 0,4
Oriental Quarries & Mines - -0,2 -3,1
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen - 2,1 1,9
Totaal 7,7 18,2 9,2

(1) Exclusief € 19,8 mio niet-recurrente herwaarderingsmeerwaarde, n.a.v. de overname van PT Agro Muko

en Papoea-Nieuw-Guinea.

Sagar Cements

Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde producent van cement met een totale productiecapaciteit van 5,75 miljoen ton cement en 2,0 miljoen ton klinker per jaar.

Van links naar rechts: François Van Hoydonck, Charles De Wulf, Thomas Hildenbrand, Robbert Kessels, Johan Nelis

Deelnemingspercentage AvH: 32%

SIPEF

De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF produceert duurzame en traceerbare palmolie die gecertificeerd is volgens de voorschriften van RSPO. De andere producten van SIPEF (rubber, bananen en thee) zijn gecertificeerd door The Rainforest Alliance.

AvH heeft door aankopen van aandelen op de beurs haar deelneming verhoogd van 30,25% in het begin van 2018, tot 31,59% op jaareinde.

De kernactiviteiten van SIPEF bevinden zich historisch op het eiland Sumatra in Indonesië, waar gespreid over diverse locaties een totaal van 58.035 hectare aangeplant zijn met oliepalmen en 6.275 hectare met rubberbomen, ondersteund door 6 palmolie extractie-units en 3 rubberfabrieken. In het gebergte nabij Bandung op het eiland Java bevindt zich Cibuni, een hoogwaardige theeplantage met 1.763 beplante hectare en een bijhorende fabriek voor de productie van zwarte thee. De Indonesische activiteiten zijn veruit het belangrijkst voor de groep en vertegenwoordigen 60,8% van de brutobedrijfswinst.

Sinds de jaren '70 werd ook een tweede, weliswaar kleinere, plantageactiviteit in oliepalmen ontwikkeld in Papoea-Nieuw-Guinea. De oliepalmplantages werden gestaag uitgebreid tot een vestiging met 13.687 hectare oliepalmen en 3 fabrieken. Door de verwerking van de oogsten van ongeveer eenzelfde oppervlakte oliepalmen behorend aan omliggende boeren, zijn deze palmolieactiviteiten verantwoordelijk voor 34,1% van de brutobedrijfswinst.

De focus van SIPEF is dus volledig gericht op Zuid-Oost-Azië. Van de historische Afrikaanse belangen blijft enkel nog de productie van bananen en tropische bloemen

SIPEF: Productie

(Ton)(1) 2018 2017
351.757 330.958
7.982 8.179
2.422 2.402
27.788 29.772

in Ivoorkust over, bestemd voor de Europese exportmarkt, op een totale oppervlakte van 780 beplante hectare. Deze vertegenwoordigt 3,9% van de brutobedrijfswinst van 2018.

Financieel overzicht 2018

Het jaar 2018 werd gekenmerkt door beduidend hogere palmolieproducties met een stijging van 6,3% tegenover de productievolumes van 2017. Voor het eerst werd de kaap van 350.000 ton overschreden. De eigen productie kwam uit op 290.441 ton, een stijging met 6,7%. Nochtans bleef de productie in het vierde kwartaal een heel stuk onder de verwachtingen, als gevolg van overvloedige regenval in Sumatra. Dat heeft voor gevolg dat SIPEF de eerder aangekondigde verhoging van de producties met 9% niet realiseerde.

Door hoge voorraden van plantaardige oliën in de markten en de onzekerheid die werd veroorzaakt door geopolitieke spanningen, daalde de palmolieprijs in de tweede jaarhelft tot een laagtepunt van 460 USD per ton.

Door de hogere volumes die verkocht werden aan substantieel lagere prijzen daalde de omzet van palmolie met 13,7%. Ook de andere producten (rubber, bananen en thee) kenden een daling van de omzet. De depreciatie van de lokale munten heeft wel toegelaten om de productiekosten onder controle te houden. Het nettoresultaat, voor de meerwaarde op de verkoop van BDM-Asco, bedroeg 22,7 miljoen USD tegenover 64,5 miljoen USD in 2017. Inclusief deze meerwaarde van 7,4 miljoen USD was het nettoresultaat 30,1 miljoen USD.

Operationeel overzicht 2018

SIPEF noteerde goede palmolieproducties gedurende de eerste drie kwartalen van het jaar, met een volumestijging van 8,6% op de eigen plantages. In het vierde kwartaal was overvloedige regenval in Sumatra de voornaamste reden voor lager dan verwachte oogsten, waardoor het jaar alsnog werd afgesloten met een volumegroei van 6,7% op de eigen plantages. Deze groei was het gevolg van goede prestaties van de volgroeide 'oude' plantages in Noord-Sumatra en van de in herplanting verkerende plantages van PT Agro Muko in Bengkulu, waar de volumes respectievelijk stegen met 5,9% en 5,4%. Er werd ook een gestage groei genoteerd van 4,9% voor de rendementen van de jonge oliepalmarealen in de uitbreidingsprojecten van de PT Umbul

Jonge palmen

Mas Wisesa plantagegroep in Noord-Sumatra, die inmiddels volledig afgerond zijn. De eerste olievolumes uit Zuid-Sumatra, na de verwerving van Dendymarker en de verwerking van de vruchten van het Musi Rawas-project in de Dendymarker-fabriek, waren ook een welkome aanvulling.

De relatief jonge aanplanten in de expansiezones van Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea kwamen tot grotere maturiteit. Ondanks de ongunstige weersomstandigheden in het eerste kwartaal van het jaar, zorgden deze ervoor dat de jaarproductie van de eigen plantages er steeg met 4,1%, terwijl de volumes van de oudere aanplanten van de omliggende boeren constant bleven.

De verhoging van de importtaksen op palmolie in India was de eerste van een reeks elementen die de vraag naar palmolie in 2018 bleef drukken. De handelsoorlog tussen China en de VS en de grote oogsten van sojabonen en raapzaad in de belangrijkste productiegebieden waren de voornaamste stoorzenders. De prijsondersteunende factoren, zoals de 20% verplichte bijmenging van palmolie in Indonesië en het prijsvoordeel van biodiesel ten opzichte van ruwe olieprijzen, werden door de markt onvoldoende in aanmerking genomen. Samen met de impact van de grote voor-

"Het jaar 2018 werd gekenmerkt door beduidend hogere palmolieproducties met een stijging van 6,3% tegenover de productievolumes van 2017."

François Van Hoydonck, CEO

raden leidde dit tot een gemiddelde marktprijs die 117 USD per ton of 16,3% lager uitviel dan in 2017.

van de lokale munten tegenover de USD. Hierdoor werden ongeveer stabiele eenheidsproductiekostprijzen genoteerd over het jaar.

SIPEF's uitbreidingsplannen blijven volledig geconcentreerd op de ontwikkeling van bijkomende oliepalmplantages in Zuid-Sumatra in Indonesië. De 4 eerder verworven concessies werden in 2018 nog uitgebreid met 3 nieuwe concessies, alle geconcentreerd in de regio Musi Rawas. Er wordt verwacht om het totale uitbreidingsproject in een tijdspanne van 5 jaar op een totaal van 22.805 hectare jonge oliepalmen te brengen. Per eind 2018 kon er door de bijkomende compensatie van 2.257 hectare reeds een totaal van 15.540 hectare landbouwgronden verzekerd worden voor ontwikkeling, waarvan 10.653 hectare zijn beplant of voorbereid voor aanplanting.

Dit is een netto stijging met 1.428 hectare tegenover einde 2017.

Ook met de verwerving van 95% van de oliepalmplantage PT Dendymarker in augustus 2017 werd een belangrijke stap voorwaarts gezet in het bestendigen van SIPEF's aanwezigheid in Zuid-Sumatra. Samen met Musi Rawas zal dit leiden tot de uitbouw van een nieuwe business unit van meer dan 32.000 geplante hectare. Van de 8.986 in Dendymarker verworven hectare zijn er in 2018 reeds 956 hectare herplant. De overige beplante zones werden onderworpen aan een

grondige onderhoudsbeurt, zodat het oogsten vergemakkelijkt wordt, totdat zij ook zullen herplant worden in de volgende 4 jaar. De bijhorende extractiefabriek draait op volle capaciteit en verwerkt alle vruchten van de SIPEF-plantages in Zuid-Sumatra, waarvoor reeds een verdubbeling van de verwerkingscapaciteit is gepland voor 2020.

De hogere prijzen voor meststoffen en olieproducten en de stijging van de loonkosten werden volledig gecompenseerd door de hogere productievolumes en de depreciatie

SIPEF NV

(USD 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 275.270 321.641 266.962
EBITDA 88.811(1) 125.909(2) 76.587
EBIT 50.065(1) 90.261(2) 47.479
Nettoresultaat (deel groep) 30.089 139.663(3) 39.874
Eigen vermogen (deel groep) 644.509 634.636 448.063
Netto financiële positie -121.443 -83.697 -45.061
Balanstotaal 938.368 907.008 615.332

(1) Inclusief meerwaarde (USD 7,4 mio) op verkoop BDM-Asco

(2) Exclusief USD 79,3 mio (deel groep: USD 75,2 mio) herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko

(3) Inclusief USD 75,2 mio herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko

Bunga Tanjung palmoliefabriek (Indonesië) Plantage met mature palmen

Dankzij de continue uitbreiding in Zuid-Sumatra, heeft SIPEF het geplante areaal in het voorbije jaar naar 80.540 hectare gebracht. Het verder voltooien van de potentiële uitbreiding op de verworven concessies zal SIPEF naar 94.265 geplante hectare (deel groep) brengen tegen 2023. Verdere ontwikkelingsmogelijkheden worden onderzocht om de kaap van 100.000 geplante hectare in de volgende 5 jaar te overschrijden. Bij elke uitbreiding van activiteiten blijven de duurzaamheidsaspecten in het kader van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO)-certificatie een eerste vereiste, net zoals het onder controle houden van de schuldgraad van de SIPEFgroep.

Vooruitzichten 2019

Het nieuwe productiejaar kende voorlopig een vrij moeilijke aanvang, met tot 10% lagere volumes in de meeste van de Indonesische activiteiten en met een zeer turbulente start van het regenseizoen in Papoea-Nieuw-Guinea. De groep herstelt ook nog van de hoge neerslag van het vierde kwartaal in 2018, maar verwacht geleidelijk stijgende volumes in de volgende maanden. Er zijn geen structurele redenen om aan te nemen dat het verwachte productievolume van 380.000 ton palmolie (+8,0% t.o.v. 2018) niet zal kunnen worden bereikt.

Voor de evolutie van de palmolieprijzen is het belangrijk om te zien hoe snel de hoge voorraden in de volgende maanden afgebouwd kunnen worden, ermee rekening

Palmvruchten

houdend dat maar een zeer beperkte aanbodstijging van palmolie wordt verwacht in 2019. Door de groei van de verplichte bijmenging van biodiesel in Indonesië, Maleisië, Brazilië en in de VS, zal de vraag naar plantaardige oliën het aanbod overstijgen, zodat in principe algemeen stijgende prijzen mogen verwacht worden in het komende jaar. Deze evolutie kan echter in belangrijke mate beïnvloed worden door o.a. de fluctuaties van de petroleumprijzen en door de evolutie van de handelsoorlog tussen China en de VS.

Als gevolg van aanhoudend lagere prijzen zal de verwachte bijdrage van rubber in de bedrijfswinsten ondermaats zijn, terwijl van thee en bananen een stabiele positieve bijdrage verwacht worden. Het uiteindelijke recurrente resultaat van SIPEF zal in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei, de marktprijzen voor de rest van het jaar, het behoud van de huidige, verlaagde, exporttaksheffingen in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen, die, ondanks verplichte verhogingen van de arbeiderslonen, nog steeds gunstig worden beïnvloed door de aanhoudend zwakke noteringen van de lokale munten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea tegenover de rapporteringsmunt USD.

Van links naar rechts: Sreekanth Reddy, Prasad Kolluru

Deelnemingspercentage AvH: 18%

Sagar Cements

Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement met hoofdkantoor in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh, in het zuiden van India, hebben een totale capaciteit van 5,75 miljoen ton cement per jaar.

Met een BBP dat meer dan 7% toegenomen is, bleef India een van de snelst groeiende economieën ter wereld in 2018, ondanks de uitdagingen die de stijgende rentevoeten, hoge aardolieprijzen en valutavolatiliteit met zich meebrachten. De groei in de bouwsector versnelde tot 9%, in tegenstelling tot de laatste jaren (2 à 3% per jaar). Deze trend zal aanhouden vanwege: (i) de groeiende en almaar stedelijkere bevolking van India, met nog eens 100 miljoen extra mensen in stedelijke gebieden tegen 2025, en (ii) grote overheidsuitgaven voor infrastructuurontwikkeling en voor de 'slimme steden' en 'huisvesting' in de volgende vijf jaar. Als percentage van het BBP bedraagt het infrastructuurbestand van India op dit moment 58%, tegenover een mondiaal gemiddelde van 71%. Dit onderstreept de nood aan voortdurende investeringen in infrastructuur.

De cementindustrie werd in 2018 nog altijd geconfronteerd met een overcapaciteit, die nog verergerd werd door een stijging van de productiekosten en lage marktprijzen. Verwacht wordt dat de stijging van de vraag in de eerstkomende jaren hoger zal zijn dan de capaciteitsverhoging, zodat de capaciteitsbenutting tegen 2021 zou moeten verbeteren van 63% naar 69%. Het cementverbruik per inwoner is in India gestegen van 18 kg in 1961 tot 220 kg in 2018, maar blijft nog ver beneden het

Sagar Cements LTD
(€ 1.000) 2018 2017 2016
Omzet 142.169 132.132 103.613
EBITDA 16.138 19.581 16.377
EBIT 8.392 12.512 10.057
Nettoresultaat (deel groep) -52 2.482 2.913
Eigen vermogen (deel groep) 96.299 105.346 80.510
Netto financiële positie -67.069 -59.412 -64.206
Balanstotaal 218.835 218.002 191.740
Wisselkoers INR/€
P&L 80,65 73,96 74,22
Balans 80,00 73,53 71,55

mondiale gemiddelde van 580 kg, wat op een aanzienlijk groeipotentieel wijst.

Sagar Cements heeft haar omzet met meer dan 17% (in INR) verhoogd, van 9,8 miljard INR (132 miljoen euro) in 2017 tot 11,5 miljard INR (142 miljoen euro) in 2018. Deze omzetstijging is te danken aan de capaciteitsuitbreiding van de maalinstallatie in Vizag (van 0,3 miljoen ton naar 1,5 miljoen ton) en aan de verhoging van de capaciteitsbezetting.

Sagar Cements

Sagar kon weliswaar de negatieve impact van historisch lage verkoopprijzen slechts gedeeltelijk compenseren door het handhaven van stabiele kosten/ton. Dit werd mogelijk gemaakt door verdere maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie, waaronder de ingebruikname van een 6 MW warmterecuperatiesysteem en de verdere vermindering van de gemiddelde transportafstanden tot 285 km na de overname van de BMM- en Vizag-centrales. Het nettoresultaat bedroeg -0,1 miljoen euro (2017: 2,5 miljoen euro).

In januari 2019 kondigde Sagar haar plannen aan om haar cementproductiecapaciteit verder uit te breiden tot 8,25 miljoen ton per jaar, door de bouw van een 1,5 miljoen ton maalstation in Oost-India (Orissa) en een 1 miljoen ton cementfabriek in Centraal-India (Madya Pradesh). Deze uitbreiding zal gefinancierd worden door een combinatie van schulden en een preferentiële toekenning van converteerbare warrants voor een bedrag van 2,26 miljard INR (28 miljoen euro). Dit past in de strategie van Sagar Cements om haar capaciteit tegen 2025 te verhogen tot 10 miljoen ton en haar marktbereik verder uit te breiden naar regio's met een sterk groeipotentieel. AvH zal deelnemen aan de preferentiële toewijzing op 50/50-basis, samen met de Reddy familie, waardoor het belang van AvH na afloop van de operatie zal verhogen tot 21,85%. Dit vertegenwoordigt een bijkomende investering van 14 miljoen euro.

AvH & Growth Capital

De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren. De positieve evoluties bij andere participaties komen hierdoor minder tot uiting, maar zijn wel hoopgevend voor een globaal beter resultaat in 2019.

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
(€ miljoen) 2018 2017 2016
Bijdrage van de deelnemingen -6,9 -1,3 2,7
AvH & subholdings -13,7 -10,6 -10,8
Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen -2,2 17,6 -26,8
Totaal -22,8 5,7 -34,9

(1) Inclusief via AXE Investments - (2) Niet geconsolideerd - fully diluted

AvH & Growth Capital

AvH blijft een selectief investeringsbeleid hanteren dat rekening houdt met langetermijntrends qua duurzaam groeipotentieel. Waarderingen moeten een realistisch businessplan op lange termijn weerspiegelen. Door het aantal participaties te beperken, kan binnen het team een diepgaande kennis van de markten waarin de participaties actief zijn, opgebouwd worden. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de kwaliteit van het managementteam en talentontwikkeling, operationele verbeteringen, innovatie, de ontwikkeling van de omzet, en een gezonde balansstructuur. Zo kan AvH met kennis van zaken de te volgen strategie en daaraan gekoppelde organisatie in de participaties mee vorm geven. Daarnaast worden 'best practices' gedeeld met de andere groepsmaatschappijen via workshops georganiseerd door AvH.

De Europese M&A-markt wordt gekenmerkt door een hoog volume aan transacties, weliswaar met een zware terugval in de tweede jaarhelft. Vooral private equity-fondsen blijven zwaar investeren, dankzij goedkope bedrijfskredieten en de omvang van de opgehaalde kapitalen. De waarderingen blijven hoog en dit lijkt op korte termijn niet te veranderen. Institutionele investeerders blijven hun allocatie aan private equity verhogen. Ook de door venture capital aangetrokken kapitalen bleven stijgen, vooral voor bedrijven die reeds een 'proof of concept' hebben. Hun voorkeur gaat hierbij naar ICT, biotech en gezondheidszorg. Daarnaast was er een kleiner aantal exits, waarbij vooral verkocht wordt aan andere private equity-fondsen.

In die omstandigheden heeft AvH heel wat dossiers bestudeerd. Vervolginvesteringen vonden plaats in Distriplus, in OncoDNA, en in het Indische fonds Healthquad dat gericht is op de gezondheidszorg. AvH betaalde ook de laatste schijf van 28 miljoen euro in het kader van de overname van het minderheidsbelang in Sofinim in 2016. De participaties in Atenor en Distriplus werden afgestoten.

Bijdrage van de deelnemingen

Mediahuis zette in een nochtans moeilijke mediamarkt een sterk resultaat neer, onder meer dankzij een succesvolle integratie van de Nederlandse Telegraaf Media Groep (TMG). Turbo's Hoet Groep kon de groei van de laatste jaren aanhouden en de resultaten nog verbeteren dankzij hun volgehouden engagement in Oost-Europa. Bij Telemond werpt de versterking van het management vruchten af en evolueerden de resultaten verder in positieve zin dankzij de belangrijke omzetverhoging. Euro Media Group kon terug aanknopen met winst. OncoDNA verfijnde verder het bedrijfsmodel en versterkte haar kapitaalsbasis begin 2019.

Bij Agidens werden de resultaten daarentegen zwaar negatief beïnvloed door een project in een nieuwe product/marktcombinatie. Bij Manuchar raakten de goede cijfers in de kernactiviteiten trading en distributie ondergesneeuwd door een belangrijke waardevermindering op een inmiddels stilgelegde productie van sodiumsulfaat in Mexico. Distriplus had ook in 2018 te kampen met een aanhoudend moeilijke marktomgeving. AvH en CNP kwamen tot de conclusie dat zij niet langer de beste aandeelhouders waren voor dit bedrijf en hebben het overgelaten aan de Franse beursgenoteerde groep Bogart.

Mediahuis

Telemond Groep

Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen

Begin maart 2018 heeft AvH een overeenkomst gesloten m.b.t. de verkoop van haar belang van 10,53% in Atenor aan de overige referentie-aandeelhouders, bestaande uit Stéphan Sonneville, 3D, Luxempart en Alva. De transactie werd in Q2 2018 afgerond aan 45 euro per aandeel. Dit leverde AvH een totale opbrengst op van 26,7 miljoen euro en een meerwaarde van 8,7 miljoen euro.

In juni 2018 hebben AvH en SIPEF de verkoop afgerond, die reeds einde 2017 was aangekondigd, van de verzekeringsgroep BDM-Asco aan het Amerikaanse beursgenoteerde The Navigators Group, Inc. AvH realiseerde op de verkoop van haar belang een meerwaarde van 6,1 miljoen euro.

In oktober 2018 heeft Sofinim haar 50%-participatie in Distriplus, eigenaar van de merken Di en Planet Parfum, aan Groupe Jacques Bogart verkocht. Deze Franse groep noteert op de beurs van Parijs en is gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en verkoop van parfums en luxe cosmetica. Inclusief de negatieve resultaatsbijdrage over de eerste 9 maanden van het jaar (-12,9 miljoen euro) heeft Distriplus voor 30,7 miljoen euro gewogen op de groepsresultaten van 2018.

AvH & subholdings

De resultaatsbijdrage van AvH & subholdings is traditioneel negatief, aangezien de opbrengsten van de participaties in de respectievelijke segmenten worden gerapporteerd.

Deze bijdrage bestaat dan ook voornamelijk uit algemene kosten (werkingskosten), financiële resultaten en desgevallend meer/minderwaarden op de beleggingsportefeuille en resultaten afkomstig van niet-geconsolideerde deelnemingen.

De verhoging van de negatieve bijdrage in 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van de sinds 2018 nieuwe boekhoudstandaard IFRS 9, waardoor (niet-gerealiseerde) waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille via de winst- en verliesrekening moeten worden erkend. De beleggingsportefeuille van AvH bestaat overwegend uit beleggingsfondsen, die in Q4 2018 een negatieve ontwikkeling kenden van hun marktwaarde.

Eind 2018 heeft AvH voor 7,4 miljoen euro een deelneming verworven van 2,45% in het beursgenoteerde EVS, een marktleider in live-videotechnologie voor televisie-uitzendingen.

Van links naar rechts: Geert Stienen, Marc Bocxstael, Arnoud den Hoedt, Jo Janssens, Steven Peeters, Pieter Tilkens

Deelnemingspercentage AvH: 86%

Agidens levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie. De groep telt ongeveer 600 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk en Zwitserland.

Agidens realiseerde in 2018 een stijging van de omzet met 16% tot 82,6 miljoen euro en een nettoresultaat van -5,0 miljoen euro (2017: -0,4 miljoen euro). 2018 was een heel uitdagend jaar, vanwege de grote impact van één verlieslatend project in Nederland dat in 2019 zal opgeleverd worden. Het orderboek blijft goed gevuld en bedroeg ongeveer 50 miljoen euro eind 2018.

Het langetermijnplan '20/20 Vision' werd in 2018 geconcretiseerd door het sterk inzetten op productinnovatie, recurrente activiteiten en het aanboren van nieuwe markten en klanten in West-Europa. Dit vormt een stevige basis om in 2019 de rendabiliteit te verhogen. De productinnovatiestrategie kende een verdere ontplooiing met de introductie van de producten iWorld, Atalk en Ahop en met de overname van Argus Technologies, dat een 'cloud-based' SaaS energiemonitoringplatform aanbiedt.

De Tank Terminals business unit versterkte in 2018 haar prominente marktpositie in de ZARAG-regio (het gebied tussen Zeebrugge, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Gent). Er werd bovendien een vestiging geopend in Houston, een van de 4 wereldwijde hubs in de tank terminal industrie. De commercialisatie van het modulaire Terminal Management System Aline en Axcel kenden hun eerste successen.

Het Food-segment kon voor een derde jaar op rij een verhoogde rendabiliteit optekenen onder moeilijke marktomstandigheden. Zowel in België als in Nederland is Agidens er in geslaagd haar klantenportfolio nog sterk uit te breiden. Ook de activiteiten in de (fijn)chemische industrie tekenden een mooie rendabele groei op.

Agidens NV
(€ 1.000, IFRS) 2018 2017 2016
Omzet 82.550 71.255 75.026
EBITDA -1.828 1.938 4.557
Nettoresultaat (deel groep) -5.012 -413 1.588
Eigen vermogen (deel groep) 16.725 21.480 22.564
Netto financiële positie -4.690 3.969 2.613

Agidens - Ahop drooghopinstallatie Agidens - Hoofdzetel in Antwerpen

De divisie Life Sciences zette haar expansie in West-Europa verder. Het versterken van de verkoopafdeling in Zwitserland leidde tot een betere klantendiversificatie en bijkomende synergieën met de andere divisies. Agidens Life Sciences wordt aanzien als 'preferred supplier' door een aantal grote farmaceutische multinationals. Daarnaast slaagde de divisie erin zich in de niche van thermische- en clean room validatie verder te specialiseren.

De divisie Infra Automation kende daarentegen een uitdagend jaar waarbij de resultaten volledig overschaduwd werden door een groot en verlieslatend project in Nederland. Deze divisie heeft wel een succesvolle marktdekking in België en Nederland. De toenemende vraag, waaronder ook in de Waalse markt, geeft uitzicht op een sterke en uitdagende groei.

Agidens verwacht om het verlieslatende project in Nederland conform het eisenpakket correct en tijdig op te leveren in 2019 en opnieuw aan te knopen met winstgevende groei dankzij een duidelijk strategisch plan, focus en een stijgende vraag naar automatisering.

Van links naar rechts: Christian Leysen, Saskia Lapere, Veerle Peeters

Deelnemingspercentage AvH: 48%

AXE Investments

De investeringsmaatschappij AXE Investments is een joint venture van Anacom (gecontroleerd door Christian Leysen) en Ackermans & van Haaren.

AXE Investments heeft als investeringsmaatschappij participaties in de IT-groep Xylos (40,60%) en in Agidens (26,62%, zie hiernaast). Daarnaast bezit AXE Investments een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.

Xylos is in het Belgisch IT-landschap een toonaangevend bedrijf dat focust op de digitale transformatie van haar klanten. Het biedt hiervoor oplossingen rond change management, de digitale werkplek, de Intelligent Cloud, mobile apps en samenwerkingsplatformen. Tot de Xylos-groep behoren de merken INIA (Unified Communications), Neo (digitaal leren) en IntoApps (Mobile Apps).

Xylos is ook aandeelhouder van het Internet of Things-bedrijf Bagaar, dat in 2018 Productize overnam, het Internet of Things agency. Door deze overname kan Bagaar haar klanten van A tot Z begeleiden en ondersteunen bij hun digitale transformatie: van strategisch advies op maat tot de uitwerking van nieuwe (digitale) producten en diensten.

De Xylos-groep telt 250 medewerkers en heeft vestigingen in Brussel, Antwerpen, Herentals en Gent. De bijdrage van Xylos wordt in de rekeningen van AXE Investments via vermogensmutatie verwerkt.

De resultaten van de participatie in Xylos en de huurinkomsten van het Ahlersgebouw bepaalden samen het jaarresultaat van AXE Investments.

AXE Investments - Ahlers-gebouw in Antwerpen

AXE Investments NV(1)

(€ 1.000, IFRS) 2018 2017 2016
Omzet 634 697 718
EBITDA 183 183 159
Nettoresultaat (deel groep) 226 1.887 14.898(2)
Eigen vermogen (deel groep) 14.909 15.031 13.144
Netto financiële positie 4.073 3.733 2.237

(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments. (2) Inclusief dividenduitkering door Agidens. In de geconsolideerde rekeningen van AvH wordt dit dividend geëlimineerd, aangezien Agidens integraal wordt geconsolideerd.

Van links naar rechts: Patrick van den Berg, François-Charles Bideaux

Deelnemingspercentage AvH: 23%

Euro Media Group

Euro Media Group (EMG) is een leidende speler op de markt voor audiovisuele technische faciliteiten in Europa en is aanwezig in acht landen.

EMG beschikt over een groot aantal mobiele productiefaciliteiten en studio's, maar biedt ook verschillende gespecialiseerde diensten aan zoals oplossingen voor externe productie, radiofrequentieoplossingen, slow motion en andere gespecialiseerde cameradiensten. EMG biedt daarnaast verschillende digitale oplossingen, waaronder tweedeschermapplicaties, grafische oplossingen en OTT-diensten. EMG blijft zich focussen op sport- en live-evenementen, de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd dienstenaanbod en het maximaliseren van de toegevoegde waarde van niet-sport- en niet-live-activiteiten.

In februari 2018 kondigde EMG haar nieuwe co-CEO managementstructuur aan, met François-Charles Bideaux, die in het verleden bij Canal+, HBS en TF1 heeft gewerkt, en Patrick van den Berg, die in 2017 interim-CEO en CFO was. Tijdens 2018 werd ook het managementteam op groepsniveau verder versterkt.

2018 was een zeer druk jaar voor EMG. Dit resulteerde in een EBITDA van 55,4 miljoen euro, licht hoger dan in 2017 (55,0 miljoen euro). Het operationeel resultaat (EBIT) verbeterde significant van 9,2 miljoen euro in 2017 tot 16,3 miljoen euro in 2018. De sterke bijdrage van de internationale sportevenementen in 2018, waaronder de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea en de Wereldbeker Voetbal in Rusland, hebben het lager niveau van (co)productievolumes in Italië gecompenseerd. Naast deze grote internationale sportevenementen heeft EMG ook technische faci-

Financière EMG

(€ 1.000, IFRS) 2018 2017 2016
Omzet 306.644 304.220 318.638
EBITDA 55.431 54.979 55.098
Nettoresultaat (deel groep) 838 -4.566 -4.432
Eigen vermogen (deel groep)(1) 103.364 96.460 94.643
Netto financiële positie (zonder
converteerbare obligaties)
-68.001 -70.957 -61.494

(1) € 92,9 mio converteerbare obligaties, uitgegeven door Financière EMG ten gunste van aandeelhouders van Financière EMG, zijn opgenomen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie (2018: € 92,9 mio, 2017: € 85,8 mio, 2016: € 78,7 mio).

liteiten voorzien voor andere bekende internationale evenementen, zoals de Ryder Cup in Frankrijk, de Asian Games in Jakarta en het Koninklijk Huwelijk in het Verenigd Koninkrijk, en tegelijkertijd haar sterke lokale, recurrente activiteiten en klanten onderhouden. De activiteiten in België (waaronder Videohouse en DB Video), het VK en Nederland blijven een belangrijke bijdrage leveren aan het operationeel resultaat van EMG. Na het afstoten van de Franse studioactiviteiten in 2017 en

Euro Media Group

dankzij een voortdurende focus op het stroomlijnen van de Franse activiteiten, was EMG bijna break-even in Frankrijk in 2018.

In 2018 richtte EMG een partnerschap op met SimplyLive, ter ondersteuning van haar strategie rond de groeiende markt van de 'simplified' productie. In Nederland heeft EMG de overname van Quadia Online Video afgerond en zo haar dienstenportfolio uitgebreid naar de zakelijke videomarkt.

EMG realiseerde in 2018 een positief nettoresultaat van 0,8 miljoen euro (2017: -4,6 miljoen euro), inclusief 7,6 miljoen euro rentekosten op converteerbare obligaties. Exclusief deze non-cash rentekosten realiseerde de groep een positief nettoresultaat van 8,4 miljoen euro (2017: 2,8 miljoen euro), een sterke stijging gedreven door de toename van het operationeel resultaat (EBIT).

Op 14 februari 2019 kondigde EMG de overname van Telegenic in het Verenigd Koninkrijk aan. Telegenic beheert een vloot van HD en UHD 'outside' zendwagens waarmee ze diensten levert aan Britse en internationale klanten, en is ook actief in de VS. De overname van Telegenic maakt deel uit van de strategie van EMG om haar activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, in Europa en daarbuiten uit te breiden en zal EMG in staat stellen haar aanwezigheid op internationale sportevenementen te vergroten door gebruik te maken van haar groeiende vloot van uitzendfaciliteiten.

Van links naar rechts: Bovenste rij: Philippe Huybrechs, Dirk Aerts, Sofie Beernaert, Barry Collard Middenste rij: Bart De Schutter, Ben De Voecht, Marc Jacobs, Anthony Maas Onderste rij: Bart Troubleyn, Stephan Van den Eynde, Stefan Van Loock

Deelnemingspercentage AvH: 30%

Manuchar

Manuchar handelt in en verdeelt verschillende basisproducten (waaronder chemicaliën, staal, plastics en papier) en is voornamelijk actief in opkomende landen ('emerging markets').

Manuchar

Manuchar beperkt zich voor staal, plastics en papier voornamelijk tot aan- en verkoopactiviteiten inclusief maritiem transport. In het chemiesegment biedt de groep een ruimere dienstverlening door de combinatie van haar handels- en maritieme activiteiten met lokale logistieke dienstverlening tot aan de productie-eenheden van de klant ('Just in Time') en distributie in de belangrijkste steden van de opkomende landen. Zij richt zich in dit segment voornamelijk op chemicaliën voor poederdetergenten (natriumsulfaat en natriumcarbonaat), Home & Personal Care, Mining, Oil & Gas en ook op meststoffen.

Het jaar 2018 werd afgesloten met een negatief resultaat als gevolg van operationele verliezen en aanzienlijke waardeverminderingen (in totaal 28,8 miljoen USD) op de productievestiging van natriumsulfaat in Mexico, die eind 2016 operationeel werd. Manuchar neemt een belangrijk deel van de Chinese export voor haar rekening en wilde tegemoetkomen aan de groeiende vraag op de wereldmarkt naar producten van Amerikaanse oorsprong. De productie werd echter in mei 2018 stopgezet en de resterende boekwaarde werd naar geschatte realisatiewaarde teruggebracht.

De kernactiviteiten van de groep hebben echter een sterk jaar achter de rug. Naast de verkoop van chemicaliën hebben vooral de trading van staal, plastics en papier daartoe bijgedragen. De lokale leveringen alsmede de distributie van chemicaliën kenden een sterke groei zowel in termen van omzet als EBITDA.

Manuchar zet haar strategie voort en wil nog meer focussen op de ontwikkeling van trading, logistiek en distributie in droge bulkchemicaliën en meststoffen en op een verdere optimalisatie van de kostenstructuur, onder andere door de verwerving van eigen lokale infrastructuur op strategische locaties. Ook in 2018 werd geïnvesteerd in bijkomende opslagcapaciteit in Brazilië, Zuid-Afrika, Ivoorkust en Peru. Er werden tevens nieuwe filialen geopend in Pakistan, Brazilië en Peru. Manuchar blijft op die manier goed gepositioneerd om haar klanten vanuit verschillende werelddelen te bevoorraden.

Manuchar NV

(USD 1.000, BGAAP) 2018 2017 2016
Omzet 1.691.121 1.399.848 1.224.059
EBITDA 79.389 55.480 61.318
Nettoresultaat (deel groep) -10.609 176 10.697
Eigen vermogen (deel groep) 68.450 82.510 88.399
Netto financiële positie -464.176 -375.430 -308.254

Van links naar rechts: Gert Ysebaert, Kristiaan De Beukelaer, Paul Verwilt

Deelnemingspercentage AvH: 13%

Mediahuis

Mediahuis is een van de leidende mediagroepen in België en Nederland. Met 14 nieuwstitels in haar portfolio realiseert de groep een dagelijkse verkoop van 1,4 miljoen kranten en een digitaal bereik van 3,2 miljoen unieke bezoekers per dag.

De nieuwsmerken De Standaard, Het Nieuwsblad/De Gentenaar, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg en Metro bereiken maandelijks meer dan 3,5 miljoen lezers in België. In Nederland zorgen nieuwsmerken als NRC Handelsblad, nrc.next, De Telegraaf, Noordhollands Dagblad en De Limburger voor een maandelijks bereik van meer dan 8,2 miljoen Nederlanders.

Begin 2018 kondigde Mediahuis de beëindiging van de beursnotering van Telegraaf Media Groep (TMG) aan. Het bedrijf kwam voor 100% in handen van Mediahuis. De realisatie van de toekomstplannen, die inzetten op een betere performance in zowel de consumenten- als de advertentiemarkt met een duidelijke focus op digitale groei, verloopt zoals voorzien. Hierdoor leverde TMG reeds in 2018 een significante bijdrage aan de groei van het resultaat van de groep.

Mediahuis zette grote stappen op het vlak van de digitale transformatie. Zo werden de digitale proposities van haar nieuwsmedia en 'classifieds' business richting de consument én adverteerder verder ontwikkeld. Met de investering in Wayne Parker Kent (WPK), een van de snelst groeiende digitale mediabedrijven, weet Mediahuis bovendien haar digitale positionering verder te versterken. De closing van deze transactie, waarbij Mediahuis 100% van de aandelen van WPK verwerft, vond plaats in het eerste kwartaal van 2019.

Tegelijkertijd wist Mediahuis haar positie binnen de 'classifieds'-markt te vergroten door op de Belgische markt Zimmo en Hebbes samen te brengen tot één vastgoedplatform: Zimmo. Deze krachtenbundeling maakt van Mediahuis afgetekend de tweede grootste partij op de immo-zoekertjesmarkt.

Mediahuis NV

(€ 1.000, IFRS) 2018 2017 2016
Omzet 819.176 641.542 430.310
EBITDA 86.114 65.105 57.366
Nettoresultaat (deel groep) 28.301 14.948 18.242
Eigen vermogen (deel groep) 311.475 281.703 53.024
Netto financiële positie -161.627 -163.972 -121.789

Gazet van Antwerpen De Telegraaf

Op audiovisueel vlak sloot Mediahuis een overeenkomst met Telenet voor de verkoop van haar 30%-participatie in De Vijver Media, het bedrijf achter de zenders VIER, VIJF en ZES en het productiehuis Woestijnvis. De goedkeuring van deze transactie door de Belgische mededingingsautoriteit wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2019. Met de lancering van de nieuwe radiozender NRJ, eveneens een samenwerking met De Vijver Media, versterkte Mediahuis haar positie in de Vlaamse radiomarkt.

Mediahuis heeft in 2018 haar positie in de Belgisch-Nederlandse markt opnieuw verbeterd. Het sterke resultaat van vooral TMG, in combinatie met een efficiënte kostenbeheersing binnen de ganse groep, liggen aan de basis van een stijging van de omzet tot 819 miljoen euro (+28%) en van de REBITDA tot 91 miljoen euro (+26%). Hierdoor kon de impact van de stijgende kosten (papier, personeel) de dalende advertentie-inkomsten in print en van de daling van de inkomsten uit de losse krantenverkoop worden weggewerkt. De nettoschuldpositie van de groep bleef ongeveer constant op -162 miljoen euro, niettegenstaande significante investeringen op alle niveaus binnen de groep.

Algemeen kan worden gesteld dat de verbreding van haar portfolio, o.a. door acquisities in Nederland, heeft geleid tot een betere financiële veerkracht voor Mediahuis waardoor de groep stevig staat voor de toekomst. Ook in 2019 blijft Mediahuis onverminderd inzetten op de verdere digitale transformatie van haar huidige portfolio.

Van links naar rechts: Jean-Pol Detiffe, Pierre Flamant, Gregori Ghitti, Jean-Francois Laes, Michelle Meijer

Deelnemingspercentage AvH: 15%

OncoDNA

OncoDNA helpt bij de besluitvorming met betrekking tot de behandeling van patiënten met gevorderde (metastatische) kanker. Een gepersonaliseerde behandeling is belangrijk aangezien elke kanker verschillend is per patiënt.

OncoDNA

OncoDNA helpt de oncoloog om de beste medicamenteuze behandeling te kiezen en om de evolutie van de kanker, en met name of de ziekte al dan niet op de behandeling reageert, beter op te volgen.

Het jaar 2018 werd gekenmerkt door een toenemende aanvaarding van de oplossingen voor precisiegeneeskunde van OncoDNA en door de eerste terugbetalingen door privéverzekeraars in het buitenland en een eerste ziekenfonds in België. Dit begin van terugbetaling is te danken aan lopende klinische studies (project ARCHE, met de steun van het Waalse Gewest), maar ook aan publicaties en vooral aan de positieve feedback van de oncologen. De met belangrijke farmaceutische actoren gestarte eerste samenwerkingen werden met succes voortgezet.

2018 was ook het jaar van een wijziging van de strategie van OncoDNA, die erop gericht is om de aanvaarding te versnellen door niet langer uitsluitend diagnostische tests te leveren maar ook een dienst voor de algoritmische interpretatie op afstand voor de keuze van de behandeling, via een SaaS-oplossing die OncoKDM heet. Laboratoria overal ter wereld kunnen KDM (Knowledge Driven Medicine) gebruiken om hun gegevens naar het platform van OncoKDM te sturen met het oog op hun interpretatie en de aanmaak van een gedetailleerd rapport voor hun oncologen. Dit rapport wordt gedeeld op OncoSHARE, het innoverende platform voor communicatie, delen en netwerken met meer dan 14.000 gebruikers (oncologen, patiënten en verwanten van de patiënten).

In 2018, het eerste jaar van de uitrol, hebben een vijftiental grote Europese centra voor kankerbestrijding OncoKDM getest, met name op het vlak van de algoritmen en de klinische interpretatie, door hun gegevens over moeilijke gevallen naar het platform te sturen.

In 2019 zal de nadruk liggen op een snellere uitrol van het OncoKDM-platform om de database van kankerpatiënten beduidend uit te breiden. Het is de ambitie om eind 2021 100.000 patiënten met de keuze van de behandeling te helpen en hun klinische follow-up-gegevens te verzamelen.

Van links naar rechts: Christopher Maas, Martin Kirschbaum, Tobias Müller, Alicja Ozimek, Grego Peters, Dieter Schneider

Deelnemingspercentage AvH: 50%

Telemond Groep

Telemond is een toonaangevende producent van roosterstructuren en telescopische kranen voor de zware hijsindustrie. Het telt grote kraanfabrikanten en fleet operators onder zijn klanten. Het autosegment van Telemond produceert laadbakken met neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen zoals de Crafter, de T6 en de Sprinter.

Telemond Groep

In 2018 steeg de omzet van Telemond Groep met 22%, dankzij een sterke marktgroei en een verdere diversificatie van de producten. Telemond verwacht dat de forse groei in 2019 zal aanhouden, gesteund door een orderboek van meer dan 100 miljoen euro.

Dankzij bestellingen en een omzet van recordniveau in de hijssector zijn de filialen Teleskop en Montel in het voorbije jaar wereldleiders geworden in hun marktsegment. Innovaties in de lasprocessen en een verdere expansie van het aanbod zullen de marktpositie van deze twee ondernemingen nog versterken.

Teleyard, de entiteit die zich eerder op de maritieme sector richt, groeide in 2018 met 25%. Het bedrijf kon haar winstgevendheid aanzienlijk verbeteren, ondanks moeilijke marktomstandigheden in de olie- en gassector. Het verwacht in 2019 opnieuw een tweecijferige omzetgroei te bereiken, gedreven door de verkoop in de sectoren van de hernieuwbare energie en de grootschalige infrastructuur.

Henschel Engineering Automotive heeft de lancering van de nieuwe Crafter-productlijn afgerond en gestabiliseerd, na een moeilijke start in 2018. De omzet van het bedrijf kende in 2018 een forse groei, zowel in de OEM-sector als voor de producten die onder het merk 'Henschel' op de markt worden gebracht, dankzij een sterke groei in de bouwsector en de expansie van de productportfolio.

Telemond is ervan overtuigd goed geplaatst te zijn om in 2019 in al haar segmenten een duurzame en rendabele groei te realiseren.

Telemond, Telehold, Henschel(1)
--------------------------------- --
(€ 1.000, IFRS) 2018 2017 2016
Omzet 92.327 75.814 69.006
EBITDA 9.195 6.846 6.592
Nettoresultaat (deel groep) 4.075 2.474 2.176
Eigen vermogen (deel groep) 52.994 52.246 47.405
Netto financiële positie -15.415 -13.752 -13.623

(1) Consortiumconsolidatie

Van links naar rechts: Piet Wauters, Kristof Derudder, Bart Dobbels, Filip Matthijs, Peter Tytgadt, Serge Van Hulle

Deelnemingspercentage AvH: 50%

Turbo's Hoet Groep

Als een van de belangrijkste vrachtwagendistributeurs in Europa ligt de focus van Turbo's Hoet Groep (TH) voornamelijk op de verkoop, het onderhoud en op financieringsoplossingen voor vrachtwagens, trailers en lichte commerciële voertuigen. Daarnaast is de groep ook een van de belangrijkste distributeurs voor turbo's in de Europese aftermarket.

Turbo's Hoet Groep

TH Trucks (dealerships, verkoop en onderhoud van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) heeft 38 vestigingen in 6 landen (België (12), Rusland (11), Frankrijk (9), Bulgarije (4), Luxemburg (1) en Wit-Rusland (1)) en is een van de belangrijkste DAF-dealers wereldwijd. TH Trucks werd door Ford Trucks aangesteld als importeur en exclusief dealer voor de volledige Russische markt. Daarnaast is TH Trucks ook dealer van onder meer Iveco, Dongfeng, Nissan, Fiat Professional, Fuso, Kögel en diverse andere trailermerken.

TH Lease (verhuur op lange en korte termijn van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Ook in de andere landen waar de groep actief is, wordt deze dienstverlening aangeboden. Het TH Lease-park bestaat uit meer dan 4.500 eenheden.

TH Parts is een belangrijke Europese speler voor onderdelen voor vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers. Circa 300 specialisten begeleiden de klanten naar de juiste keuze van onderdelen. Daarnaast kunnen klanten er ook terecht voor herstellingen.

TH Turbos is wereldwijd een van de grootste distributeurs van turbo's voor de 'aftermarket'. De eigen vestigingen in 8 landen beschikken over een uitgebreide voorraad

voor turbo's voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen. Daarnaast zorgen de technische bijstand, herstellingen en uitstekende garantievoorwaarden voor een onberispelijke klantenservice. TH Turbos beschikt over eigen ateliers in België, Bulgarije en Roemenië.

TH Groep slaagde er in 2018 in haar duurzame internationale groei-ambities opnieuw kracht bij te zetten. De groep werd importeur voor Ford Trucks in Rusland, opende een nieuw servicepunt in Erembodegem (België) en bekwam een nieuw (Iveco) dealercontract in Luxemburg. TH Trucks Bulgarije werd door DAF verkozen als beste internationale dealer van 2018.

De Europese vrachtwagenmarkt steeg in 2018 met circa 3% tot 320.000 voertuigen. Dankzij haar volgehouden inspanningen en aanwezigheid in Oost-Europa (Bulgarije, Rusland, Wit-Rusland, Roemenië) realiseerde Turbo's Hoet Groep voor het derde jaar op rij een belangrijke groei van de omzet tot 532,6 miljoen euro (+14%). Niettegenstaande een ongunstige ontwikkeling van wisselkoersen in Q4 2018, werd toch een nettowinst gerealiseerd van 10,1 miljoen euro (2017: 9,7 miljoen euro).

TH Groep blijft ambitieus voortwerken aan de uitbouw van haar netwerk. In Minsk (Wit-Rusland/TH Trucks) is een nieuw vrachtwagen-dealerpunt in aanbouw. Hiervoor zal TH Groep haar Russisch netwerk verder uitbouwen en in 2018 werden aanzienlijke kosten gemaakt ter voorbereiding van het opstarten (in H2 2018) van deze nieuwe activiteit. Ook in Le Havre (Frankrijk/TH Trucks) en Sofia (Bulgarije/TH Turbo's) zullen eerstdaags nieuwbouwprojecten worden aangevat. TH Groep staat open voor gerichte expansie van haar activiteiten.

Turbo's Hoet Groep NV
(€ 1.000, BGAAP) 2018 2017 2016
Omzet 532.647 467.665 393.046
EBITDA 30.837 27.837 25.863
Nettoresultaat (deel groep) 10.136 9.677 9.279
Eigen vermogen (deel groep) 107.154 102.599 97.565
Netto financiële positie -117.468 -106.440 -94.413

Partners for sustainable growth

Partners for sustainable growth

Inhoudstafel

Geconsolideerde jaarrekening.............126

Resultatenrekening 126
Staat van gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten127
Balans 128
Kasstroomoverzicht 130
Mutatieoverzicht van het
geconsolideerd eigen vermogen 131

Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening ...........................................................132

1. Waarderingsregels 132
2. Herziene openingsbalans per 1/1/2018
conform IFRS 9 & IFRS 15 140
3. Dochterondernemingen en gemeen
schappelijke dochterondernemingen 145
4. Geassocieerde deelnemingen 150
5. Bedrijfsacquisities en -verkopen 152
6. Segmentinformatie 153
7. Immateriële vaste activa 165
8. Goodwill 166
9. Materiële vaste activa 166
10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd
aan reële waarde 168
11. Ondernemingen waarop de vermogens
mutatiemethode is toegepast170
12. Financiële activa 171
13. Banken - vorderingen op
kredietinstellingen & cliënten 178
14. Voorraden en onderhanden projecten
in opdracht van derden 180
15. Minderheidsbelangen 181
16. Leasing 183
17. Voorzieningen 184
18. Financiële schulden185
19. Banken - schulden aan krediet
instellingen, cliënten & obligaties 186
20. Financiële instrumenten 188
21. Belastingen 190
22. Aandelenoptieplannen 191
23. Niet in de balans opgenomen
rechten en verplichtingen 192
24. Tewerkstelling193
25. Pensioenverplichtingen 193
26. Verbonden partijen 195
27. Winst per aandeel 197
28. Voorgestelde en uitgekeerde
dividenden 197
29. Belangrijke feiten na balansdatum197
Verslag van de commissaris 198
Enkelvoudige jaarrekening203
Commentaren bij de enkelvoudige
jaarrekening 208

Resultatenrekening

(€ 1.000) Toelichting 2018 2017
Bedrijfsopbrengsten 4.458.181 3.950.575
Verrichting van diensten 207.745 206.973
Leasingopbrengsten 10.239 8.974
Vastgoedopbrengsten 316.576 227.897
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 95.126 97.563
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 61.224 55.637
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.626.080 3.262.584
Overige bedrijfsopbrengsten 141.192 90.948
Overige exploitatiebaten 14.290 14.484
Rente op vorderingen financiële vaste activa 7.858 7.301
Dividenden 5.677 6.864
Overheidssubsidies 0 0
Overige exploitatiebaten 754 318
Exploitatielasten (-) -4.127.873 -3.654.866
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) -2.272.906 -2.005.126
Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) -16.488 22.932
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -24.841 -25.869
Personeelslasten (-) 24 -842.070 -765.902
Afschrijvingen (-) -297.044 -269.315
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) -40.533 -12.724
Overige exploitatielasten (-) -658.139 -587.750
Voorzieningen 24.149 -11.113
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 3.704 31.960
Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 20 2.974 0
Vastgoedbeleggingen 10 730 31.960
Winst (verlies) op de overdracht van activa 50.421 83.841
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 7.510 10.868
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 -2.798
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 42.168 73.181
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 743 2.591
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 398.723 425.993
Financieringsopbrengsten 59.867 55.645
Renteopbrengsten 10.414 10.830
Diverse financiële opbrengsten 49.454 44.815
Financieringslasten (-) -99.305 -112.836
Rentelasten (-) -36.295 -42.237
Diverse financiële lasten (-) -63.010 -70.599
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 20 114 633
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 153.853 140.859
Overige niet-exploitatiebaten 716 2.385
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 513.968 512.680
Winstbelastingen 21 -72.195 -57.022
Uitgestelde belastingen 6.452 16.082
Belastingen -78.647 -73.104
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
441.773 455.657
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 441.773 455.657
Aandeel van het minderheidsbelang 152.134 153.128
Aandeel van de groep 289.639 302.530
Winst per aandeel (€)
1. Gewone winst (verlies) per aandeel
1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 8,74 9,13
1.2. Uit de voortgezette activiteiten 8,74 9,13
2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel
2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 8,71 9,09
2.2. Uit de voortgezette activiteiten 8,71 9,09

(1) We verwijzen naar de segmentinformatie op pagina 153 t.e.m.164 voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten. Voor de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans.

Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten

441.773
152.134
289.639
455.657
153.128
302.530
1.904 -30.691
-15.984
1.662
-14.321
44
-13
31
-7.396 21.561
603 -1.962
-6.793 19.599
8.816 -30.190
-156
-156
-2.835
-2.944
6 -5.778
-604
610
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 443.677 424.966
Aandeel van het minderheidsbelang 149.061 151.834
Aandeel van de groep 294.615 273.132

Voor de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans.

Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat 2018 van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de segmentrapportering op pagina 154 van dit rapport.

Als gevolg van de toepassing van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten", zoals die wordt toegelicht op pagina 140 van dit verslag, zijn financiële activa met ingang van 2018 balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening en niet langer in de niet-gerealiseerde resultaten. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.

Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsin-

strumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Over de hele groep genomen is de totale niet-gerealiseerde minderwaarde op indekkingen van hoofdzakelijk interestvoeten en wisselkoersen in 2018 toegenomen met 6,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden).

Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2018 is de waarde van de euro eerder gedaald in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in positieve omrekeningsverschillen van 8,8 miljoen euro.

Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de nietgerealiseerde resultaten verwerkt.

Activa

(€ 1.000) Toelichting 2018 2017
I. Vaste activa 9.768.821 9.255.476
Immateriële vaste activa 7 176.802 179.567
Goodwill 8 339.738 349.523
Materiële vaste activa 9 2.711.097 2.572.877
Terreinen en gebouwen 348.592 479.686
Installaties, machines en uitrusting 1.865.980 1.615.815
Meubilair en rollend materieel 29.372 28.822
Overige materiële vaste activa 4.518 4.713
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 462.635 443.558
Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17) 0 283
Vastgoedbeleggingen 10 1.137.531 945.488
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 1.184.765 1.240.746
Financiële vaste activa 12 296.467 267.186
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 102.335
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 113.526
Vorderingen en borgtochten 182.941 164.851
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 2.000 5.649
Vorderingen op meer dan één jaar 12 185.495 177.109
Handelsvorderingen 0 6.958
Vorderingen uit financiële lease 16 178.971 160.765
Overige vorderingen 6.524 9.386
Uitgestelde belastingvorderingen 21 108.297 109.219
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar 13 3.626.628 3.408.112
II. Vlottende activa 4.371.576 4.192.378
Voorraden 14 332.385 329.400
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 14 85.755 74.292
Geldbeleggingen 494.420 467.882
Voor verkoop beschikbare financiële activa 12 467.879
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) 3
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 37.291
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 456.813
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 316
Financiële activa - at amortised cost 0
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 451 4.553
Vorderingen op ten hoogste één jaar 12 1.449.334 1.321.413
Handelsvorderingen 1.138.482 1.066.152
Vorderingen uit financiële lease 16 64.367 55.139
Overige vorderingen 246.485 200.122
Terug te vorderen belastingen 21 29.516 19.030
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar 13 1.424.040 1.304.957
Banken - interbancaire vorderingen 127.693 88.863
Banken - leningen en vorderingen (exclusief leasing) 936.664 908.056
Banken - tegoeden centrale banken 359.683 308.038
Geldmiddelen en kasequivalenten 513.588 637.027
Termijndeposito's tot drie maand 56.661 35.152
Liquide middelen 456.927 601.875
Overlopende rekeningen 42.088 33.824
III. Activa bestemd voor verkoop 10 25.067 21.159
Totaal der activa 14.165.464 13.469.013

Voor de impact van de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans voor meer details.

De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen op de pagina's 156-157 van dit rapport. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank J.Van Breda & C° draagt 5.820,0 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 14.165,5 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is met een Core Tier 1-ratio van 13,6% zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank J.Van Breda & C° in de geconsolideerde balans samengevat.

Eigen vermogen en verplichtingen

(€ 1.000) Toelichting 2018 2017
I. Totaal eigen vermogen 4.357.996 4.195.272
Eigen vermogen - deel groep 3.176.447 2.972.208
Geplaatst kapitaal 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 2.295 2.295
Agio 111.612 111.612
Geconsolideerde reserves 3.124.841 2.905.611
Herwaarderingsreserves -34.190 -17.482
Effecten beschikbaar voor verkoop 23.579
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 1.569
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 228
Afdekkingsreserve -13.529 -10.204
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -14.996 -15.083
Omrekeningsverschillen -7.462 -15.774
Ingekochte eigen aandelen (-) 22 -28.111 -29.828
Minderheidsbelang 15 1.181.549 1.223.064
II. Langlopende verplichtingen 2.435.214 2.477.286
Voorzieningen 17 80.048 86.381
Pensioenverplichtingen 25 62.904 58.134
Uitgestelde belastingverplichtingen 21 191.983 212.268
Financiële schulden 18 1.340.204 1.388.177
Leningen van banken 1.120.304 877.470
Obligatieleningen 143.356 435.327
Achtergestelde leningen 18.916 5.354
Financiële lease-overeenkomsten 53.927 66.147
Overige financiële schulden 3.700 3.880
Langlopende afdekkingsinstrumenten 20 59.203 50.397
Overige schulden 32.543 26.761
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 668.329 655.168
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0
Banken - deposito's van klanten 594.294 607.368
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 0
Banken - achtergestelde verplichtingen 74.035 47.800
III. Kortlopende verplichtingen 7.372.201 6.796.455
Voorzieningen 17 50.760 59.166
Pensioenverplichtingen 25 358 289
Financiële schulden 18 672.919 499.467
Leningen van banken 214.864 163.833
Obligatieleningen 275.826 99.959
Achtergestelde leningen 4.580 0
Financiële lease-overeenkomsten 9.924 15.230
Overige financiële schulden 167.724 220.445
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 20 12.569 8.405
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 14 224.540 235.704
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.734.272 1.641.461
Handelsschulden 1.487.232 1.352.745
Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 2.505
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 189.210 186.022
Overige schulden 56.559 100.189
Te betalen belastingen
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
21
19
56.212
4.551.832
64.691
4.191.182
Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.634 27.458
Banken - deposito's van klanten 4.232.779 3.898.145
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schulden 275.208 253.114
Banken - achtergestelde verplichtingen 16.211 12.465
Overlopende rekeningen 68.739 96.089
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 54 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 14.165.464 13.469.013

Kasstroomoverzicht (indirecte methode)

(€ 1.000) 2018 2017
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 637.027 754.315
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 398.723 425.993
Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen -50.421 -83.841
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 67.565 62.392
Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 716 2.385
Winstbelastingen -78.111 -47.135
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen 297.044 269.315
Bijzondere waardeverminderingsverliezen 40.661 12.881
Aandelenoptieplannen -362 1.915
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -3.704 -31.960
(Afname) toename van voorzieningen -21.268 11.226
(Afname) toename van latente belastingen -6.452 -16.082
Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -2.091 4.186
Cashflow 642.299 611.275
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal -213.822 -62.693
Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten -58.347 -31.726
Afname (toename) van vorderingen -308.384 93.961
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) -336.488 -553.537
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) 96.120 9.621
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) 379.047 419.257
Afname (toename) overige 14.230 -268
Operationele cashflow 428.478 548.583
Investeringen -1.103.222 -1.165.097
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -505.916 -491.841
Investering in vastgoedbeleggingen -182.707 -126.121
Verwerving van financiële vaste activa 19.842 -304.012
Nieuwe leningen toegestaan -54.112 -27.820
Verwerving van geldbeleggingen -380.329 -215.302
Desinvesteringen 538.011 724.102
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 16.027 20.459
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 3.500 113.502
Overdracht van financiële vaste activa 159.945 214.987
Terugbetaalde leningen 9.241 13.344
Overdracht van geldbeleggingen 349.297 361.809
Investeringscashflow -565.211 -440.994
Financiële operaties
Ontvangen interesten 10.412 10.820
Betaalde interesten -40.343 -47.945
Diverse financiële opbrengsten (lasten) -12.852 -24.519
Afname (toename) van eigen aandelen 768 -6.993
(Afname) toename van financiële schulden 158.592 -9.743
Winstverdeling -73.019 -67.638
Dividenden uitgekeerd aan derden -76.820 -56.548
Financieringscashflow -33.262 -202.566
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten -169.995 -94.978
Wijziging consolidatiekring of -methode -2.794 -21.890
Kapitaalsvermindering HPA (deel derden) -8.483 0
Kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate (deel derden) 58.767 150
Kosten kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate in min van eigen vermogen -1.644 0
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 709 -570
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 513.588 637.027

De eerste toepassing IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten heeft geen impact op het kasstroomoverzicht. Op pagina 159 van dit verslag is een opsplitsing opgenomen van dit kasstroomoverzicht per segment.

Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen

(€ 1.000) Herwaarderingsreserves
Aandelenkapitaal
& agio
Geconsolideerde
reserves
beschikbaar
voor verkoop
Effecten
Afdekkings-
reserves
(verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Actuariële winsten
Omrekenings
verschillen
eigen aandelen
Ingekochte
Eigen vermogen -
deel groep
Minderheids
belang
eigen vermogen
Totaal
Beginsaldo, 1 januari 2017 113.907 2.682.090 31.145 -18.635 -11.569 10.974 -24.830 2.783.083 1.133.265 3.916.348
Winst 302.530 302.530 153.128 455.657
Niet-gerealiseerde resultaten -7.566 8.431 -3.514 -26.748 -29.397 -1.294 -30.691
Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
0 302.530 -7.566 8.431 -3.514 -26.748 0 273.132 151.834 424.966
Uitkering dividend vorig boekjaar -67.638 -67.638 -56.548 -124.186
Verrichtingen met ingekochte
eigen aandelen
-4.998 -4.998 -4.998
Andere (vnl. wijzigingen consoli
datiekring / Belangen %)
-11.371 -11.371 -5.487 -16.858
Eindsaldo, 31 december 2017 113.907 2.905.611 23.579 -10.204 -15.083 -15.774 -29.828 2.972.208 1.223.064 4.195.272
(€ 1.000) Herwaarderingsreserves
Aandelenkapitaal
& agio
Geconsolideerde
reserves
beschikbaar
voor verkoop
Effecten
Fair value through
Obligaties -
OCI (FVOCI)
Fair value through
Aandelen -
OCI (FVOCI)
Afdekkings-
reserves
(verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Actuariële winsten
Omrekenings
verschillen
eigen aandelen
Ingekochte
Eigen vermogen -
deel groep
Minderheids
belang
eigen vermogen
Totaal
Eindsaldo, 31 december 2017 113.907 2.905.611 23.579 -10.204 -15.083 -15.774 -29.828 2.972.208 1.223.064 4.195.272
Impact IFRS 9 -
Classificatie & waardering
21.684 -23.579 1.544 351 0 0 0
Impact IFRS 9 -
Expected Credit loss
-9.866 -9.866 -5.458 -15.324
Impact IFRS 15 - Opbrengsten
uit contracten met klanten
-9.392 -9.392 -6.158 -15.550
Beginsaldo, 1 januari 2018 113.907 2.908.037 0 1.544 351 -10.204 -15.083 -15.774 -29.828 2.952.951 1.211.448 4.164.398
Winst 289.639 289.639 152.134 441.773
Niet-gerealiseerde resultaten 24 -123 -3.325 87 8.312 4.976 -3.072 1.904
Totaal gerealiseerde en
niet-gerealiseerde resultaten
0 289.639 0 24 -123 -3.325 87 8.312 0 294.615 149.061 443.677
Uitkering dividend vorig boekjaar -73.019 -73.019 -76.820 -149.839
Verrichtingen met ingekochte
eigen aandelen
1.716 1.716 1.716
Andere (vnl. wijzigingen consoli
datiekring / Belangen %)
184 184 -102.141 -101.957

Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar pagina 127 van dit rapport. De impact van de gewijzigde boekhoudregels op het geconsolideerde eigen vermogen wordt toegelicht in Toelichting 2 Herziene openingsbalans op pagina 140 van dit verslag.

Op 1 juni 2018 heeft AvH een dividend uitgekeerd van 2,20 euro per aandeel.

AvH heeft in 2018 geen eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 23.000 aandelen AvH. Op 31 december 2018 zijn in totaal opties toegekend op 334.000 aandelen AvH. Ter indekking van die verplichting bezit AvH op diezelfde datum precies 334.000 eigen aandelen.

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2018 ook 304.867 aandelen AvH gekocht en 300.709 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 4.158 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 4.158 aandelen in 2018 brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 9.415.

De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit voort uit de kapitaalsverhoging bij Leasinvest Real Estate (70%-deelname door derden), de kapitaalsvermindering bij HPA (28% uitgekeerd aan derden) en de vereenvoudiging van de structuur van de Finaxis-groep (geen uitdrukking meer van minderheidsbelangen op Delen Private Bank). Voor deze laatste component verwijzen we naar de toelichting in de rubriek 6. Segmentrapportering op pagina 153.

Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

Geplaatst kapitaal

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar pagina 208 voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.

Toelichting 1: IFRS waarderingsregels

Conformiteitsverklaring

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2018, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.

Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegepast per 1 januari 2018 Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2018 toegepast.

  • Wijzigingen in IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen Classificatie en waardering van op aandelen gebaseerde betalingstransacties, van toepassing per 1 januari 2018
  • IFRS 9 Financiële instrumenten, van toepassing per 1 januari 2018
  • IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten, van toepassing per 1 januari 2018
  • Wijzigingen in IAS 40 Vastgoedbeleggingen overdrachten van vastgoedbeleggingen, van toepassing per 1 januari 2018
  • IFRIC 22 Vreemde valutatransacties en voorafgaande vergoedingen, van toepassing per 1 januari 2018
  • Jaarlijkse verbetering cyclus 2014-2016, van toepassing per 1 januari 2018

IFRS 9 Financiële instrumenten

De definitieve versie van IFRS 9 Financiële instrumenten vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering, alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van het project met betrekking tot de verantwoording van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, verwachte kredietverliezen en hedge accounting.

AvH heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de vergelijkende gegevens niet te herwerken. Hierdoor werd de impact bij aanvang voor zowel de classificatie en waardering van financiële instrumenten als de bepaling van verwachte verliezen voor kredietrisico's verwerkt in de openingsbalans per 1/1/2018, zonder aanpassing van de vorige periodes. De vorige periodes zijn verwerkt conform IAS 39.

(I) Classificatie en waardering:

IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: geamortiseerde kostprijs, reële waarde opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (fair value through other comprehensive income) en reële waarde opgenomen in de resultatenrekening (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën effecten aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen en effecten beschikbaar voor verkoop houden op te bestaan.

De nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs gebeurt in 2 stappen:

  • De 'business model'-test bepaalt hoe een portefeuille wordt beheerd in zijn geheel.
  • De 'Solely Payment of Principal and Interest (SPPI)'-test bepaalt wat de karakteristieken van de contractueel bepaalde cash flows zijn.

Behalve bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank worden de reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er in de openingsbalans (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats van 21,7 miljoen euro (deel groep). Daarna wordt voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist per instrument.

(II) Verwachte kredietverliezen (expected loss model):

Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract.

Bank J.Van Breda & C° heeft een model ontwikkeld voor de berekening van 'expected credit loss'. De kredietportefeuille wordt onderverdeeld in 3 niveaus (stages):

  • Stage 1: performante kredieten, waarvoor initieel een '1 jaar expected credit loss' wordt berekend: voor alle financiële activa wordt bij aanvang een voorziening voor verwachte kredietverliezen aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betalen.
  • Stage 2: ondermaats presterende kredieten waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt berekend: zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastgesteld, wordt een voorziening voor kredietverliezen aangelegd over de verwachte levensduur van het financieel actief
  • Stage 3: voor niet-performante kredieten blijven de waardeverminderingen individueel berekend.

De kredietverliezen voor stage 1 en 2 worden berekend op basis van een intern ontwikkeld model in lijn met de bepalingen van IFRS 9. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° blijft de impact op het openings eigen vermogen beperkt tot -3,3 miljoen euro (voor belangen van derden). Delen Private Bank kent een minimale impact van -0,1 miljoen euro (voor belangen van derden). In Toelichting 2 op pagina 143-144 wordt de uitwerking van IFRS 9 bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank nog meer in detail toegelicht.

In toepassing van IFRS 9, werd in de openingsbalans van CFE een waardevermindering van 12 miljoen euro geboekt op de openstaande vorderingen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii. De toepassing van dit waarderingsmodel op vorderingen van CFE op de overheid van Tsjaad heeft tot een herwerking geleid van het eigen vermogen in de openingsbalans per 1 januari 2018 ten belope van 12 miljoen euro.

Bij de andere participaties van de groep AvH had de eerste toepassing van IFRS 9 – verwachte kredietverliezen geen materiële impact.

(III) Hedge accounting:

De nieuwe principes voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) zullen geen significante impact hebben.

IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten

In IFRS 15 wordt een vijfstappenmodel voor de verantwoording van omzet uit contracten met klanten geïntroduceerd. Onder IFRS 15 worden opbrengsten in hoofde van overdracht van goederen of diensten verantwoord tegen de vergoeding waarop de onderneming verwacht recht te hebben. De nieuwe standaard vervangt alle bestaande IFRSvereisten voor opbrengsterkenning.

AvH heeft de nieuwe standaard ingevoerd op 1/1/2018 en opteerde voor de gewijzigde retrospectieve methode, wat betekent dat de openingsbalans van het eigen vermogen per 1 januari 2018 wordt aangepast zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Volgens deze benadering wordt IFRS 15 toegepast op contracten die op de datum van eerste toepassing nog niet zijn afgerond en deze contracten worden herwerkt alsof IFRS 15 altijd van toepassing was.

Uit de analyse bij DEME blijkt dat bepaalde contracten (EPCI) identificeerbare afzonderlijke prestatieverplichtingen bevatten, nl. verplichtingen mbt aankoop- en installatieactiviteiten. Deze type-contracten werden eind 2017 in IAS 11 als één enkel contract beschouwd, maar volgens IFRS 15 geven de verschillende prestatieverplichtingen elk apart aanleiding tot omzeterkenning. De impact van deze herwerking deed het openings eigen vermogen per 1 januari 2018 dalen met 15,6 miljoen euro (voor belangen van derden). Bij de andere participaties was er geen materiële impact vast te stellen.

We verwijzen naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans per 1/1/2018 voor meer details.

Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties van toepassing na 2018

Bepaalde nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden werden gepubliceerd door de IASB maar waren nog niet verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2018, en werden niet vervroegd toegepast. AvH is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen wanneer ze van kracht worden.

  • IFRS 16 Leases, van toepassing per 1 januari 2019
  • Wijzigingen in IFRS 9 Financiële instrumenten kenmerken van vervroegde terugbetaling met negatieve compensatie, van toepassing per 1 januari 2019
  • IFRIC 23 Onzekerheid over fiscale behandelingen van inkomsten, van toepassing per 1 januari 2019
  • Wijzigingen in IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures - lange termijnbelangen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures, van toepassing per 1 januari 2019 (1)
  • Wijzigingen in IAS 19 Personeelsbeloningen wijzigingen, inperking of afwikkeling van een plan, van toepassing per 1 januari 2019 (1)
  • Wijzigingen in IFRS 3 Bedrijfscombinaties definitie van een business, van toepassing per 1 januari 2020 (1)
  • Wijzigingen in IAS 1 Presentatie van de jaarrekening en IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten - definitie van materieel, van toepassing per 1 januari 2020 (1)
  • Jaarlijkse verbeteringen cyclus 2015 2017, van toepassing per 1 januari 2019 (1)

IFRS 16 Leases :

Deze nieuwe standaard bepaalt de opname, waardering en informatieverstrekking met betrekking tot leasing contracten (1/1/2019) en vervangt IAS 17. Als gevolg hiervan komen alle lease- en huurverplichtingen (zoals huurcontracten met betrekking tot vastgoed) op de balans.

Onder de nieuwe standaard worden een actief (het recht om het geleasde goed te gebruiken) en een financiële verplichting om huur te betalen opgenomen. De enige uitzonderingen hierop zijn kortlopende en laagwaardige huurcontracten. De groep heeft het afgelopen jaar alle lease-overeenkomsten van de groep herzien in het licht van de nieuwe norm IFRS 16.

De groep zal de vereenvoudigde overgangsbenadering toepassen, waarbij het cumulatieve effect van de eerste toepassing van de norm in aanmerking wordt genomen per 1 januari 2019 en, bijgevolg, worden de vergelijkende cijfers (boekjaar 2018) niet herwerkt.

In overeenstemming met IFRS 16 C8(b) ii, heeft de Groep ervoor gekozen om het gebruiksrecht van het actief te waarderen tegen een bedrag gelijk aan de leaseverplichting, aangepast met het bedrag van vooruitbetaalde of lopende leasebetalingen met betrekking tot die lease die onmiddellijk vóór de datum van eerste toepassing in de balans zijn opgenomen. Aangezien de Groep het gebruiksrecht van de activa heeft opgenomen voor een bedrag gelijk aan de leaseverplichtingen zal er geen materiële impact op het openings-eigen vermogen zijn.

Op de overgangsdatum (1 januari 2019) verwacht de Groep een bijkomende leaseverplichting uit te drukken van ongeveer 127 miljoen euro.

Het verschil tussen de operationele leasingschulden die worden vermeld in toelichting 16 en de inschatting van de leaseverplichting conform de eerste toepassing van IFRS 16 wordt hoofdzakelijk verklaard door het verdisconteringseffect. De gemiddelde verdisconteringsvoeten liggen tussen de 1,7% en 3,5%.

Consolidatieprincipes

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH NV, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.

1. Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.

De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.

2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen

Gemeenschappelijke dochterondernemingen

Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere mede-aandeelhouders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatiemethode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.

Geassocieerde deelnemingen

Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.

Vermogensmutatiemethode

Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.

Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.

Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.

Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.

Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.

Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.

De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt:

  • Erkenningen en exploitatievergunningen die verworven zijn op het moment van overname worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde.
  • Uitvoerbare bouwvergunningen die verworven zijn op het moment van overname worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de mogelijke netto-capaciteitsuitbreiding.
  • Deze erkenningen en voorafgaande vergunningen worden opgenomen onder de rubriek immateriële vaste activa. Het bedrag dat toegewezen wordt aan uitvoerbare bouwvergunningen wordt afgeschreven over een periode van 33 jaar. Indien er een erfpacht afgesloten wordt, dan is de afschrijvingsduur gelijk aan de duur van de erfpacht. De afschrijving start zodra de bouw voorlopig opgeleverd en uitgebaat wordt. Exploitatievergunningen worden niet afgeschreven daar zij in principe een onbeperkte levensduur hebben.
  • Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde.

Goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.

Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.

Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.

Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.

Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.

Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.

Leasing en soortgelijke rechten - vastgoedbeleggingen

  1. De groepsvennootschap is leasingnemer

Financiële leasing

(groepsvennootschap draagt substantieel alle eigendomsrisico's en -baten)

Bij de aanvang van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen in de balans opgenomen aan reële waarde van het geleased actief of indien lager, de contante waarde van de minimale leasebetalingen, zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. De disconteringsvoet gebruikt bij de berekening van de contante waarde van de minimale leasebetalingen is de impliciete rentevoet van de lease-overeenkomst, zo die kan worden bepaald. In het andere geval dient de marginale rentevoet van de leasingnemer worden gebruikt.

Operationele leasing

(voordelen en risico's blijven substantieel bij de leasinggever)

De leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.

2. De groepsvennootschap treedt op als leasinggever

Financiële leasing

De financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen onder de lange en korte termijnvorderingen aan de huidige waarde van de toekomstige leasingbetalingen en de al dan niet gegarandeerde residuwaarde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen, berekend aan de impliciete rentevoet.

Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het resultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan een contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.

Operationele leasing

De operationele leasings betreffen leasings die niet kwalificeren als een financiële leasing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen operationele leasings die o.b.v. IAS 17 aan kostprijs worden gewaardeerd en operationele leasings die als een vastgoedbelegging worden beschouwd en die o.b.v. IAS 40.33 aan marktwaarde worden gewaardeerd, waardoor de waardeschommelingen in de resultatenrekening zullen opgenomen worden.

Het onderscheid tussen beide soorten hangt af van de berekeningswijze van de optie. Indien de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde dan zal het contract als een vastgoedbelegging gekwalificeerd worden. In alle andere gevallen worden deze contracten beschouwd als operationele leasings conform IAS 17.

  1. Vastgoedbeleggingen - verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen

De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).

De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.

Financiële instrumenten

  1. Opname op en verwijdering van de balans

• Financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als de Groep partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden verwerkt op de afwikkelingsdatum.

• Een financieel actief wordt van de balans verwijderd wanneer de contractuele rechten op de kasstromen ervan aflopen of die rechten worden overgedragen en de Groep ook alle bijhorende risico's en voordelen van eigendom van het financieel actief overdraagt. • Een financiële verplichting wordt van de balans verwijderd wanneer de contractueel

vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, of afloopt.

2. Classificatie en waardering van financiële activa

Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is. Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de netto-activa van een andere entiteit.

Classificatie en waardering van schuldinstrumenten (specifiek van toepassing bij de banken)

Voor schuldinstrumenten moeten twee zaken beoordeeld worden:

• de beoordeling van het business model gebeurt voor elke groep van financiële activa die op dezelfde manier beheerd worden voor wat betreft het genereren van kasstromen:

  • held-to-collect (HTC): door de contractuele kasstromen te ontvangen over de looptijd van de activa;
  • held-to-collect & sell (HTC&S): door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als door de financiële activa zelf regelmatig te verkopen;
  • andere: bijvoorbeeld trading.

• de beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest).

Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:

i) gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (AC): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC-model.

Bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving ervan. Vervolgens wordt de effectieve rentemethode toegepast waarbij het verschil tussen de waardering bij eerste opname en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening wordt geboekt op basis van de effectieve rentevoet.

ii) gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPItest en aangehouden worden in een HTC&S-model.

Bij verkoop worden de gecumuleerde waardeveranderingen overgeboekt naar de winsten verliesrekening.

iii) gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL): schuldinstrumenten waarvoor de SPPI-test faalt en/of die niet worden aangehouden onder een HTC of HTC&S-model moeten verplicht op deze manier worden gewaardeerd.

Los van deze beoordelingen kan de bank er bij aanvang onherroepelijk voor kiezen om het financieel actief op te nemen aan FVTPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.

Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).

Classificatie en waardering van eigenvermogensinstrumenten

Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).

Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.

3. Classificatie en waardering van financiële verplichtingen

Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:

  • gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVTPL):
    • wanneer de financiële verplichting wordt aangehouden voor handelsdoeleinden;
    • wanneer de groep kiest voor deze methode (fair value option, specifiek Bank J.Van Breda & C°)
  • gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, verminderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte ervan.

4. Afgeleide instrumenten

De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.

Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.

De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IAS 39 Hedge accounting.

Kasstroom-indekkingen

De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.

Reële-waarde-indekkingen

Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waardeof kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

5. Kas en kasequivalenten

Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.

6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa

Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:

  • financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs;
  • schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten;
  • vorderingen uit financiële leaseovereenkomsten;
  • verplichtingen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.
  • bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
    • Stage 1: performante activa, waarvoor op het moment van eerste opname een '1 year expected credit loss' wordt aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling;
    • Stage 2: 'underperforming' activa waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt aangelegd zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastgesteld sinds de eerste opname;
    • Stage 3: voor niet-performante activa wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:

  • in mindering van de bruto boekwaarde van financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. leasingvorderingen);
  • als een voorziening in niet-gerealiseerde resultaten (OCI) voor schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten;
  • als een voorziening onder de verplichtingen voor engagementen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.

De staging bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.

Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun investment grade rating categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.

Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.

Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:

• PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille.

  • 'Loss given default' (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGD bedrag wordt bekomen uit de 'exposure at default' en de in pand genomen waarborgen.
  • 'Survival Probability' is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De 'Survival Probality' wordt berekend aan de hand van:
  • de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere default, en
  • de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge van volledig vervroegde terugbetaling.
  • 'Effective Interest Rate' (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verliezen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractuele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet wordt de meest recente 'fixing' gebruikt.

Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Daarbij baseert de Bank zich op een van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:

  • belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener;
  • een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest- en/ of kapitaalaflossingen;
  • het toestaan door de Bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de ontlener zou toestaan;
  • het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan;
  • voor obligaties, het wegvallen van een actieve markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen;
  • objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis vastgesteld worden, of die wijzen op een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep, of op nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners.

Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:

  • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en
  • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige kasstromen).

Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt de verwachte recuperatie bepaald op basis van het gedekt gedeelte. Voor dubieuze vorderingen is de waardevermindering gelijk aan 100% van het ongedekt gedeelte. Voor kredieten in de hoogste risicocategorie is de waardevermindering gelijk aan een percentage van het ongedekt risico.

Voorraden / onderhanden projecten in opdracht van derden

Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.

Kapitaal en reserves

Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.

Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.

Omrekeningsverschillen

Enkelvoudige jaarrekeningen

Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.

Geconsolideerde rekeningen

Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.

Voorzieningen

Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.

Herstructurering

Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.

Garanties

Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.

Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen

Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien impact van materieel belang.

Belastingen

De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen en overdraagbare fiscale verliezen.

Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:

  • behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst;
  • behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden.

Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.

Personeelsbeloningen

De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.

Pensioenplannen

Plannen met vaste bijdrage ('Defined Contribution Plans')

Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.

Te bereiken doel plannen ('Defined Benefit Plans')

De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen waarvoor bijdragen worden betaald aan een afzonderlijk beheerd fonds. De kosten van de te bereiken doelpensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.

Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.

De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.

Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doel-pensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.

Personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogeninstrumenten

Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.

De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.

Erkenning van opbrengsten (IFRS 15)

De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.

Erkenning van opbrengsten

Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.

Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.

Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen. De opbrengsten worden erkend tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding.

De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.

Het identificeren van de afzonderlijke prestatieverplichtingen in een contract met een klant

Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.

Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract identificeerbaar is.

Bepaling van de opbrengsten van contracten

De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.

Toewijzing van de transactieprijs aan prestatieverplichtingen in contracten met klanten

De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in de divisie Baggerwerken Milieu, waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.

Vervulling van de prestatieverplichtingen en erkenning van de opbrengst

Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar

klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion'-methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties. Voor de EPCIcontracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode

Methode voor de meting van de vervulling van de prestatieverplichtingen en de erkenning van opbrengst

Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen

Andere

Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.

Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.

Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld.

Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.

IFRS 15 had geen invloed op de klantcontracten van de banken.

Beëindigde bedrijfsactiviteiten

De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten).

Gebeurtenissen na balansdatum

Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.

Winst per aandeel

De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.

Segmentinformatie

AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:

    1. Marine Engineering & Contracting met DEME, één van de grootste baggerbedrijven ter wereld, CFE, een bouwgroep met hoofdkantoor in België, Rent-A-Port en Green Offshore.
    1. Private Banking met Delen Private Bank, één van de grootste onafhankelijke privévermogensbeheerders in België en vermogensbeheerder JM Finn in het VK en Bank J.Van Breda & C°, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen in België.
    1. Real Estate & Senior Care met Leasinvest Real Estate, een beursgenoteerde vastgoedvennootschap, Extensa Group, een belangrijke gronden- en vastgoedontwikkelaar en Anima Care en HPA (Residalya en Patrimoine & Santé Expansion), beiden actief in de zorg- en gezondheidssector.
    1. Energy & Resources, SIPEF, een agro-industriële groep in tropische landbouw, en Sagar Cements.
    1. AvH & Growth Capital met Sofinim en GIB en hun respectievelijke Growth Capital participaties.

De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.

Toelichting 2: herziene openingsbalans (1/1/2018) conform IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met cliënten

IFRS 9 Financiële instrumenten

De definitieve versie van IFRS 9 Financiële instrumenten vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering, alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van het project met betrekking tot de verantwoording van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, verwachte kredietverliezen en hedge accounting.

AvH heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de vergelijkende gegevens niet te herwerken. Hierdoor werd de impact bij aanvang voor zowel de classificatie en waardering van financiële instrumenten als de bepaling van verwachte verliezen voor kredietrisico's verwerkt in de openingsbalans per 1/1/2018, zonder aanpassing van de vorige periodes.

(I) Classificatie en waardering:

IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: geamortiseerde kostprijs, reële waarde opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (fair value through other comprehensive income) en reële waarde opgenomen in de resultatenrekening (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën effecten aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen en effecten beschikbaar voor verkoop houden op te bestaan.

De nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs gebeurt in 2 stappen:

  • De 'business model' test bepaalt hoe een portefeuille wordt beheerd in zijn geheel.
  • De 'Solely Payment of Principal and Interest (SPPI)' test bepaalt wat de karakteristieken van de contractueel bepaalde cash flows zijn.

Behalve bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank worden de reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er in de openingsbalans (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats van 21,7 miljoen euro (deel groep). Daarna wordt voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist per instrument.

(II) Verwachte kredietverliezen (expected loss model):

Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract.

Bank J.Van Breda & C° heeft een model ontwikkeld voor de berekening van 'excpected credit loss'. De kredietportefeuille wordt onderverdeeld in 3 niveaus (stages):

  • Stage 1: performante kredieten, waarvoor initieel een '1 jaar expected credit loss' wordt berekend: voor alle financiële activa wordt bij aanvang een voorziening voor verwachte kredietverliezen aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betalen.
  • Stage 2: ondermaats presterende kredieten waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt berekend: zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastgesteld, wordt een voorziening voor kredietverliezen aangelegd over de verwachte levensduur van het financieel actief
  • Stage 3: voor niet-performante kredieten blijven de waardeverminderingen individueel berekend.

De kredietverliezen voor stage 1 en 2 worden berekend op basis van een intern ontwikkeld model in lijn met de bepalingen van IFRS 9. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° blijft de impact op het openings eigen vermogen beperkt tot -3,3 miljoen euro (voor belangen van derden). Delen Private Bank kent een minimale impact van -0,1 miljoen euro (voor belangen van derden).

Op pagina 143-144 wordt de uitwerking van IFRS 9 bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank nog meer in detail toegelicht.

In toepassing van IFRS 9, werd in de openingsbalans van CFE een waardevermindering van 12 miljoen euro geboekt op de openstaande vorderingen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii. De toepassing van dit waarderingsmodel op vorderingen van CFE op de overheid van Tsjaad heeft tot een herwerking geleid van het eigen vermogen in de openingsbalans per 1 januari 2018 ten belope van 12 miljoen euro.

Bij de andere participaties van de groep AvH had de eerste toepassing van IFRS 9 – verwachte kredietverliezen geen materiële impact.

(III) Hedge accounting:

De nieuwe principes voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) zullen geen betekenisvolle impact hebben.

IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten

In IFRS 15 wordt een vijfstappenmodel voor de verantwoording van omzet uit contracten met klanten geïntroduceerd. Onder IFRS 15 worden opbrengsten in hoofde van overdracht van goederen of diensten verantwoord tegen de vergoeding waarop de onderneming verwacht recht te hebben. De nieuwe standaard vervangt alle bestaande IFRSvereisten voor opbrengsterkenning.

AvH heeft de nieuwe standaard ingevoerd op 01/01/2018 en opteerde voor de gewijzigde retrospectieve methode, wat betekent dat de openingsbalans van het eigen vermogen per 1 januari 2018 wordt aangepast zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Volgens deze benadering wordt IFRS 15 toegepast op contracten die op de datum van eerste toepassing nog niet zijn afgerond en deze contracten worden herwerkt alsof IFRS 15 altijd van toepassing was.

Uit de analyse bij DEME blijkt dat bepaalde contracten (EPCI) identificeerbare afzonderlijke prestatieverplichtingen bevatten, nl. verplichtingen mbt aankoop- en installatieactiviteiten. Deze type-contracten werden eind 2017 in IAS 11 als één enkel contract beschouwd, maar volgens IFRS 15 geven de verschillende prestatieverplichtingen elk apart aanleiding tot omzeterkenning. De impact van deze herwerking deed het openings eigen vermogen per 1 januari 2018 dalen met 15,6 miljoen euro (voor belangen van derden). Bij de andere participaties was er geen materiële impact vast te stellen.

Toelichting 2: herziene openingsbalans : Activa - impact IFRS 9 en IFRS 15

(€ 1.000) 31-12-2017 IFRS 9
Classificatie &
waardering
IFRS 9
Expected Credit loss
'Private Banking'
IFRS 9
Expected Credit loss
'Other Segments'
IFRS 15
Opbrengsten uit
contracten met klanten
Openingsbalans
(1-1-2018)
I. Vaste activa 9.255.476 0 -2.819 0 0 9.252.657
Immateriële vaste activa 179.567 179.567
Goodwill 349.523 349.523
Materiële vaste activa 2.572.877 2.572.877
Terreinen en gebouwen 479.686 479.686
Installaties, machines en uitrusting 1.615.815 1.615.815
Meubilair en rollend materieel 28.822 28.822
Overige materiële vaste activa 4.713 4.713
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 443.558 443.558
Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17) 283 283
Vastgoedbeleggingen 945.488 945.488
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1.240.746 0 -61 0 0 1.240.685
Financiële vaste activa 267.186 0 0 0 0 267.186
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 102.335 -102.335 0
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 102.335 102.335
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) 0
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI
(FVOCI - no recycling)
0
Financiële activa - at amortised cost 0
Vorderingen en borgtochten 164.851 164.851
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 5.649 5.649
Vorderingen op meer dan één jaar 177.109 0 -544 0 0 176.565
Handelsvorderingen 6.958 6.958
Vorderingen uit financiële lease 160.765 -544 160.221
Overige vorderingen 9.386 9.386
Uitgestelde belastingvorderingen 109.219 0 1.088 0 0 110.307
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten
op meer dan één jaar
3.408.112 0 -3.302 0 0 3.404.810
II. Vlottende activa 4.192.378 0 -32 -12.000 0 4.180.346
Voorraden 329.400 329.400
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden
projecten
74.292 74.292
Geldbeleggingen 467.882 0 -32 0 0 467.850
Voor verkoop beschikbare financiële activa 467.879 -467.879 0
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) 3 -3 0
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 40.170 40.170
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) 427.139 -32 427.107
Financiële activa : aandelen - FV through OCI (FVOCI - no recycling) 573 573
Financiële activa - at amortised cost 0
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 4.553 4.553
Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.321.413 0 0 -12.000 0 1.309.413
Handelsvorderingen 1.066.152 -12.000 1.054.152
Vorderingen uit financiële lease 55.139 55.139
Overige vorderingen 200.122 200.122
Terug te vorderen belastingen 19.030 19.030
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten
op ten hoogste één jaar
1.304.957 1.304.957
Banken - interbancaire vorderingen 88.863 88.863
Banken - leningen & vorderingen (exclusief leasing)
Banken - tegoeden Centrale banken
908.056
308.038
908.056
308.038
Geldmiddelen en kasequivalenten 637.027 637.027
Termijndeposito's tot drie maand 35.152 35.152
Liquide middelen 601.875 601.875
Overlopende rekeningen 33.824 33.824
III. Activa bestemd voor verkoop 21.159 21.159
Totaal der activa 13.469.013 0 -2.851 -12.000 0 13.454.162

Toelichting 2: herziene openingsbalans : Eigen vermogen en verplichtingen - impact IFRS 9 en IFRS 15

(€ 1.000) 31-12-2017 IFRS 9
Classificatie &
waardering
IFRS 9
Expected Credit loss
'Private Banking'
IFRS 9
Expected Credit loss
'Other Segments'
IFRS 15
Opbrengsten uit
contracten met klanten
Openingsbalans
(1-1-2018)
I. Totaal eigen vermogen
Eigen vermogen - deel groep 4.195.272
2.972.208
0
0
-3.324
-2.618
-12.000
-7.248
-15.550
-9.392
4.164.398
2.952.951
Geplaatst kapitaal 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 2.295 2.295
Agio 111.612 111.612
Geconsolideerde reserves 2.905.611 21.684 -2.618 -7.248 -9.392 2.908.037
Herwaarderingsreserves -17.482 -21.684 0 0 0 -39.166
Effecten beschikbaar voor verkoop 23.579 -23.579 0
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) 1.544 1.544
Financiële activa : aandelen - FV through OCI (FVOCI - no recycling) 351 351
Afdekkingsreserve -10.204 -10.204
Actuariële winsten(verliezen) DBP -15.083 -15.083
Omrekeningsverschillen -15.774 -15.774
Ingekochte eigen aandelen (-) -29.828 -29.828
Minderheidsbelang 1.223.064 0 -706 -4.752 -6.158 1.211.448
II. Langlopende verplichtingen 2.477.286 0 473 0 -3.077 2.474.682
Voorzieningen 86.381 0 473 0 0 86.854
Pensioenverplichtingen 58.134 58.134
Uitgestelde belastingverplichtingen 212.268 0 0 0 -3.077 209.191
Financiële schulden 1.388.177 1.388.177
Leningen van banken 877.470 877.470
Obligatieleningen 435.327 435.327
Achtergestelde leningen 5.354 5.354
Financiële lease-overeenkomsten
Overige financiële schulden
66.147
3.880
66.147
3.880
Langlopende afdekkingsinstrumenten 50.397 50.397
Overige schulden 26.761 26.761
Banken - schulden aan kredietinstellingen,
cliënten & obligaties 655.168 655.168
Banken - LT deposito's van kredietinstellingen 0 0
Banken - LT deposito's van klanten 607.368 607.368
Banken - in schuldbew belichaamde LT schuld 0 0
Banken - LT achtergestelde verplichtingen 47.800 47.800
III. Kortlopende verplichtingen 6.796.455 0 0 0 18.627 6.815.082
Voorzieningen 59.166 59.166
Pensioenverplichtingen 289 289
Financiële schulden 499.467 499.467
Leningen van banken 163.833 163.833
Obligatieleningen 99.959 99.959
Financiële lease-overeenkomsten 15.230 15.230
Overige financiële schulden 220.445 220.445
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 8.405 8.405
Bedragen verschuldigd aan klanten voor
onderhanden projecten
235.704 235.704
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.641.461 0 0 0 18.627 1.660.088
Handelsschulden 1.352.745 18.627 1.371.371
Ontvangen vooruitbetalingen 2.505 2.505
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 186.022 186.022
Overige schulden 100.189 100.189
Te betalen belastingen 64.691 64.691
Banken - schulden aan kredietinstellingen,
cliënten & obligaties 4.191.182 4.191.182
Banken -KT deposito's van kredietinstellingen 27.458 27.458
Banken - KT deposito's van klanten 3.898.145 3.898.145
Banken - in schuldbew belichaamde KT schuld 253.114 253.114
Banken - KT achtergestelde verplichtingen 12.465 12.465
Overlopende rekeningen 96.089 96.089
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0
Totaal van het eigen vermogen
en de verplichtingen 13.469.013 0 -2.851 -12.000 0 13.454.162

Toelichting 2: bijkomende toelichting – IFRS 9

IFRS 9 – Bank J.Van breda & C°

1.1 Classificatie en waardering

IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: amortised cost, FVOCI (fair value through other comprehensive income) en FVPL (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën held to maturity, loans & receivables en available for sale houden op te bestaan.

Inzake de classificatie en waardering van financiële verplichtingen loopt IFRS 9 in grote mate gelijk met IAS 39.

De nieuwe classificatie onder IFRS 9 is het resultaat van een aantal beoordelingen die Bank J.Van Breda &C° heeft uitgevoerd voor de verschillende groepen financiële instrumenten.

De beoordeling van het business model (BM) gebeurt voor elke groep van rentedragende financiële activa die op dezelfde manier beheerd worden voor wat betreft het genereren van kasstromen:

  • held-to-collect (HTC): door de contractuele kasstromen te ontvangen over de looptijd van de activa;
  • held-to-collect & sell (HTC&S): door zowel contractuele kasstromen te ontvangen als door de financiële activa zelf regelmatig te verkopen;
  • andere: bijvoorbeeld trading.

De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (rentedragende financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest).

Deze test kan bijvoorbeeld falen wanneer de gehanteerde referentierente sterk afwijkt van de renteherzieningsperiode (zoals bij een maandelijkse herprijzing aan een 1-jaars rentevoet), wanneer een buitensporige wederbeleggingsvergoeding voorzien is of wanneer het bedrag of tijdstip van de kasstromen eenzijdig kan gewijzigd worden door een tegenpartij.

De huidige aandelen en fondsen in de beleggingsportefeuille worden niet aangehouden voor handelsdoeleinden. Bank J.Van Breda & C° kiest er bij de eerste toepassing van IFRS 9 voor om deze instrumenten op te nemen in de categorie FVOCI. Bij verkopen worden eventuele gerealiseerde meer-/minwaarden echter niet overgeboekt naar de winst- en verliesrekening (no recycling).

Derivaten worden steeds opgenomen in de categorie FVPL. Een klein deel daarvan betreft termijnwisselverrichtingen aangegaan met klanten en de eventuele indekkingen daarvan bij kredietinstellingen. Het grootste deel betreft renteswaps die aangehouden worden ter indekking van het renterisico van de kredietportefeuille: zij blijven administratief verwerkt worden als reëlewaardeindekkingen onder IAS 39 tot een nieuwe macro hedging standaard wordt ingevoerd.

Onderstaande tabel toont aan dat de nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen geen impact heeft op de openingsbalans per 1/1/2018 van Bank J.Van Breda & C°, op basis van de uitgevoerde beoordelingen (dit is weliswaar zonder de impact van ECL's, zie verder).

1.2 Verwachte kredietverliezen (expected loss model)

Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract. In het algemeen zullen alle financiële activa een voorziening voor kredietverliezen dragen (mits enkele uitzonderingen).

Modellering

De verschillende portefeuilles financiële activa worden onderverdeeld in 3 niveaus (stages):

  • Stage 1-contracten, waarvoor een '1-year expected credit loss' wordt berekend: bij aanvang van het contract wordt een voorziening voor verwachte kredietverliezen aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling.
  • Stage 2-contracten, waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt berekend: zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastgesteld sinds de aanvang van het contract wordt een voorziening voor kredietverliezen aangelegd over de verwachte levensduur van het contract.
  • Stage 3-contracten, dit zijn niet-performante contracten waarvoor waardeverminderingen individueel berekend blijven.

Een waarderingsmodel berekent de kredietverliezen voor stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Voor de niet-performante kredieten in stage 3 (incurred credit loss) wijzigt er niets.

De '1-year expected credit loss' en 'lifetime expected credit loss' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van het aflossingsplan en volgende modelparameters:

  • PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD- modellering is opgezet door middel van migratiematrices op basis van bestaande interne kredietratings.
  • Loss given default (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGDbedrag wordt bekomen uit de 'exposure at default' en de in pand genomen waarborgen.
  • 'Survival Probability' is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De 'Survival Probality' wordt berekend aan de hand van:
    • de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere default, en
    • de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge van volledig vervroegde terugbetaling.
  • De 'Effective Interest Rate' (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verliezen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractuele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet wordt de meest recente 'fixing' gebruikt.

De staging bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.

IFRS 9 voorziet de mogelijkheid een portefeuille met een laag risicoprofiel (bv. obligaties in een liquiditeitsportefeuille) een vrijstelling (low credit risk exemption) toe te kennen. Voor zo een portefeuille is een vereenvoudigde manier om een verhoogd risico te bepalen toegelaten. Dit is echter een uitzonderlijke situatie waarbij op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan.

De modellering van de obligatieportefeuille gebeurt volgens dezelfde principes als deze gehanteerd voor de kredietportefeuille (zoals hierboven beschreven). De PDmodellering is gebaseerd op migratiematrices aangeleverd door ratingbureau DBRS. Voorts passen we voor obligaties de 'low credit risk exemption' toe: zo lang deze obligaties hun investment grade rating categorie behouden, blijven ze in stage 1. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal Bank J.Van Breda & C° één van volgende zaken doen:

  • ofwel wordt de obligatie verkocht
  • ofwel wordt de obligatie in stage 2 geplaatst met bijhorende 'lifetime ECL' boeking.

Kwantitatieve impact op de balans en het eigen vermogen van Bank J.Van Breda & C°

Onderstaande tabellen tonen de totale exposure (binnen- en buitenbalans) en verwachte kredietverliezen voor de 'performing loans' in de krediet-, Van Breda Car Finance- en obligatieportefeuille (exclusief interbancaire exposures, die volgens de modellering geen aanleiding geven tot verwachte kredietverliezen).

(€ 1.000) Totale exposure (binnen-
en buitenbalans)
Geschat
kredietverlies
Kredietportefeuille 4.542.325 3.124
Van Breda Car Finance portefeuille 390.457 1.194
Obligatieportefeuille 417.620 32
Totaal 5.350.403 4.350

Onderstaande tabel deelt de drie bovenstaande portefeuilles in op basis van het aantal dagen achterstal.

(€ 1.000) Totale exposure (binnen-
en buitenbalans)
Geschat
kredietverlies
Zonder achterstal 5.165.683 3.743
1-30 dagen achterstal 167.936 345
31-60 dagen achterstal 15.381 242
61-90 dagen achterstal 1.370 20
Meer dan 90 dagen achterstal 34 1
Totaal 5.350.403 4.350

Op basis van bovenstaande berekeningen bedraagt de netto-impact op het eigen vermogen van de openingsbalans Bank J.Van Breda & C° per 1/1/2018 K€ -3.263 als gevolg van verwachte kredietverliezen op financiële activa (stage 1 & stage 2).

Activa Eigen vermogen
Verwachte kredietverliezen - 4.350 Reserves -3.263
Uitgestelde belastingvordering +1.087
Eigen vermogen gerapporteerd per 31/12/2017 (incl. derden) 538.838
Impact IFRS 9 ECL -3.263
Aangepast eigen vermogen in openingsbalans per 1/1/2018 535.575

IFRS 9 – Delen Private Bank

1.1 Classificatie en waardering

Delen Private Bank heeft bovenstaande criteria getoetst en besluit dat er inzake classificatie en waardering van financiële verplichtingen en financiële activa geen impact is op de openingsbalans per 1/1/2018. De organisatie, processen en governance worden aangepast opdat de formele beoordelingen en de review in een going concern kunnen worden uitgevoerd.

De reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" worden vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats in de openingsbalans van K€ 304. Daarna zal voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist worden per instrument.

1.2 Verwachte kredietverliezen (expected loss model)

Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een "incurred loss" model naar een "expected loss" model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract. De verwachte kredietverliezen (ECL) worden bepaald op individuele basis. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Delen Private Bank is de impact op het openings eigen vermogen zeer beperkt (K€ -61).

  1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen
Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Belangen %
2017
Minderheids
belangen %
2018
Minderheids
belangen %
2017
Marine Engineering & Contracting
CFE (1) (2) 0400.464.795 België 60,45% 60,40% 39,55% 39,60%
DEME (1) (2) 0400.473.705 België 60,45% 60,40% 39,55% 39,60%
Rent-A-Port (2) 0885.565.854 België 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
International Port Engineering and Management (IPEM) 0441.086.318 België 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Infra Asia Consultancy and Project Management 0891.321.320 België 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Rent-A-Port Green Energy 0648.717.687 België 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
IPEM Holdings Cyprus 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Port Management Development Cyprus 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Infra Asia Consultancy Ltd. Hong Kong 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Rent-A-Port Reclamation Hong Kong 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
OK SPM FTZ Enterprise Nigeria 72,20% 72,18% 27,80% 27,82%
Société d'Investissement Portuaire de Guinée Guinée 50,54% 50,53% 49,46% 49,47%
Infra Asia Investment Green Utilities Limited (3) Hong Kong 72,20% 27,80%
Green Offshore (2) 0832.273.757 België 80,22% 80,20% 19,78% 19,80%
Private Banking
Bank J.Van Breda & C° 0404.055.577 België 78,75% 78,75% 21,25% 21,25%
Beherman Vehicle Supply 0473.162.535 België 63,00% 63,00% 37,00% 37,00%
Finaxis (4) 0462.955.363 België 78,75% 21,25%
FinAx (4) 0718.694.279 België 100,00%
Real Estate & Senior Care
Extensa Group 0425.459.618 België 100,00% 100,00%
Extensa 0466.333.240 België 100,00% 100,00%
Extensa Development 0446.953.135 België 100,00% 100,00%
Extensa Istanbul 566454 / 514036 Turkije 100,00% 100,00%
Extensa Romania J40.24053.2007 Roemenië 100,00% 100,00%
Gare Maritime (5) 0696.803.359 België 100,00%
Grossfeld Developments (6) 2012.2448.267 Luxemburg 100,00% 100,00%
Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 100,00% 100,00%
Implant 0434.171.208 België 100,00% 100,00%
RFD 0405.767.232 België 100,00% 100,00%
RFD CEE Venture Capital 801.966.607 Nederland 100,00% 100,00%
Project T&T 0476.392.437 België 100,00% 100,00%
T&T Openbaar Pakhuis 0863.093.924 België 100,00% 100,00%
T&T Parking 0863.091.251 België 100,00% 100,00%
T&T Tréfonds 0807.286.854 België 100,00% 100,00%
T&T Services 0628.634.927 België 100,00% 100,00%
T&T Douanehotel 0406.211.155 België 100,00% 100,00%
Beekbaarimmo 19.992.223.718 Luxemburg 100,00% 100,00%
UPO Invest 0473.705.438 België 100,00% 100,00%
Vilvolease 0456.964.525 België 100,00% 100,00%
Leasinvest Real Estate (7) 0436.323.915 België 30,01% 30,01% 69,99% 69,99%
Leasinvest Real Estate Management (7) 0466.164.776 België 100,00% 100,00%

(1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE.

(2) De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.

(3) Infra Asia Investment Green Utilities Limited : deze nieuw opgerichte vennootschap is nog niet operationeel.

(4) Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. Zie ook de rubriek 6. Segment rapportering (p. 153) voor meer toelichting.

(5) In het kader van de renovatie en (toekomstige) uitbating van de Gare Maritime werd een aparte vennootschap opgericht.

(6) Op grond van de aandeelhoudersovereenkomst heeft Extensa economisch slechts recht op 50% van de resultaten van deze vennootschap.

(7) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE.

1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen (vervolg)

Naam van de dochteronderneming Ondernemingsnummer Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Belangen %
2017
Minderheids
belangen %
2018
Minderheids
belangen %
2017
Real Estate & Senior Care (vervolg)
Anima Care (1) 0469.969.453 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Care Vlaanderen 0698.940.725 België 92,50% 7,50%
Gilman 0870.238.171 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Vera 0452.357.718 België 92,50% 7,50%
Engagement 0462.433.147 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Le Gui 0455.218.624 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Care Wallonië (ex-Au Privilège) 0428.283.308 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Huize Philemon & Baucis 0462.432.652 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Cura 0480.262.143 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Glamar 0430.378.904 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Zorgcentrum Lucia 0818.244.092 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Parc des Princes 0431.555.572 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence St. James 0428.096.434 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Château d'Awans 0427.620.342 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Home Scheut 0458.643.516 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Le Birmingham 0428.227.284 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Duneroze (fusie met Anima Cura) 0536.809.777 België 92,50% 7,50%
Zandsteen 0664.573.823 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Les Résidences de l'Eden 0455.832.197 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Arcade 0835.637.281 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
La Roseraie 0466.582.668 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Patrium 0675.568.178 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Elenchus Invest 0478.953.930 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Edelweiss 0439.605.582 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Neerveld 0427.883.628 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
HPA
(2)
0818.090.674 België 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Exploitatie / Vastgoed rusthuizen
Residalya / Patrimoine & Santé Expansion 480.081.397 834.371.676 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Real Estate / P&S Real Estate 480.081.819 487.599.102 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Inova 450.720.883 Frankrijk 36,01% 36,01% 63,99% 63,99%
La Chenaie / Saint Ciers Invest 343.356.028 491.430.781 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Le Jardin Des Loges / Bonnet Invest 394.806.541 485.191.951 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Le Mont Des Landes / Saint Savest 401.600.481 491.485.371 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Les Alysés / Troyes Invest 527.799.811 503.163.123 Frankrijk 71,72% 69,04% 71,72% 69,04% 28,28% 30,96% 28,28% 30,96%
Les Portes De Champagne 338.568.389 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Les Portes De Nimes / Poulx Invest 423.582.055 491.006.300 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Les Portes Du Jardin / Tonnay Invest 481.193.027 479.843.146 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Bésançon / Chazal Invest 509.668.950 505.407.221 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya BL 534.425.574 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Residalya Courchelettes / Courchelettes Invest 531.354.801 510.895.162 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Dijon / Dijon Invest 522.014.059 510.800.824 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Garons / Garons Invest 534.425.608 808.415.368 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Haute Goulaine / Goulaine Invest 492.700.885 495.191.918 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Le Lavandou / Grand Batailler Invest 534.860.036 510.895.337 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Le Rove / Marseille Le Rove Invest 490.173.614 499.376.457 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Les Rives D'Allier /
Pont Du Château Invest
491.818.779 492.578.505 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Orléans / Orléans Invest 534.476.536 519.062.228 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Résidence Automne / Champs Invest 501.535.371 534.103.262 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Séolanes / Seolanes Invest 501.479.638 387.965.502 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya St. Marcel / Saint Marcel Invest 531.418.564 522.169.861 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Villers Semeuse /
Villers Semeuse invest
527.736.441 510.800.808 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Residalya Projet 7 815.347.711 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Résidence Du Littoral / Saint Augustinvest 482 162 542 491.430.575 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28%
Résidence Marguerite 950.537.233 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Sogécom 343.296.760 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
SRG / Saint Genis Invest 398.710.921 394.584.742 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Villa Charlotte 390.719.193 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28%
  1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen (vervolg)
Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Belangen %
2017
Minderheids
belangen %
2018
Minderheids
belangen %
2017
Real Estate & Senior Care (vervolg)
La Demeure Du Bois Ardent / Turquoise 399.793.173 394.597.488 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Sérénalto 344.503.545 Frankrijk 43,03% 43,03% 56,97% 56,97%
Ambroise Paré / Paradin 395.190.226 395.190.374 Frankrijk 40,88% 43,03% 40,88% 43,03% 59,12% 56,97% 59,12% 56,97%
Cigma Holding / Cidevim 789.479.185 478 101 025 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Cigma De Laval / Cigma du Tertre 527.946.131 511 972 721 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Crèche du Tertre / Cigma du Tertre 528.379.001 511 972 721 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Villa Thalia / CMSR 348.210.196 322.409.442 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Résidence Le Pyla / Saphir 424.416.212 433.702.467 Frankrijk 71,72% 71,72% 71,72% 71,72% 28,28% 28,28% 28,28% 28,28%
Assoc. Château Vacquay / CV Invest (3) 821.435.310 Frankrijk 71,72% 28,28%
Assoc. Château Vacquay / PASA (3) 800.412.025 Frankrijk 71,72% 28,28%
Saint Lo Développement 815.376.124 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Taillan Invest 820.126.902 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Salvagny Invest 824.058.184 Frankrijk 71,72% 71,72% 28,28% 28,28%
Energy & Resources
AvH Resources India U74300DL2001
PTC111685
India 100,00% 100,00%
AvH & Growth Capital
Sofinim 0434.330.168 België 100,00% 100,00%
Sofinim Luxemburg 2003.2218.661 Luxemburg 100,00% 100,00%
Agidens International 0468.070.629 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Life Sciences 0411.592.279 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Infra Automation 0630.982.030 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Proces Automation 0465.624.744 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Proces Automation BV 005469272B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Life Sciences BV 850983411B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Infra Automation BV 856220024B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Inc USA 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens SAS 10.813.818.424 Frankrijk 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens GmbH 76301 Duitsland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens AG 539301 Zwitserland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Argus Technologies (4) 0844.260.284 België 86,25% 13,75%
Baarbeek Immo 0651.662.133 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Subholdings AvH
Anfima 0426.265.213 België 100,00% 100,00%
AvH Coordination Center (vereffend) 0429.810.463 België 99,99% 0,01%
Brinvest 0431.697.411 België 99,99% 99,99% 0,01% 0,01%
Profimolux 1992.2213.650 Luxemburg 100,00% 100,00%

(1) Anima Care verwierf in 2018 het woonzorgcentrum Ark van Noé (Bilzen) en groepeerde een aantal activiteiten in de nieuw opgerichte vennootschap Anima Care Vlaanderen. Anima Vera verdween uit de consolidatiekring als gevolg van de verkoop aan Baltisse van het vastgoed van rusthuis Kruyenberg in Berlare.

(2) Begin juli 2018 heeft HPA het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra verkocht aan de Franse vastgoedgroep Icade Santé. HPA's dochtervennootschap Residalya blijft huurder en uitbater van deze woonzorgcentra. De verkoop werd als volgt gestructureerd : het vastgoed dat geen deel uitmaakte van de verkoop werd ondergebracht in een nieuw opgerichte vennootschap Patrimoine & Santé Expansion. Vervolgens werd de initiële vastgoedvennootschap Patrimoine & Santé (eigenaar van het vastgoed van de 14 woonzorgcentra) verkocht aan Icade Santé.

(3) HPA realiseerde begin 2018 de overname van een residentie in Salleboeuf (Gironde).

(4) De overname van Argus Technologies, dat een 'cloud-based' SaaS energiemonitoring platform aanbiedt, kadert in de productinnovatiestrategie van Agidens.

2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2018

Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port (1)
Consortium Antwerp Port
0817.114.340
België
43,32%
16,68%
3.888
1.052
1.217
41
Rent-A-Port Utilities
0846.410.221
België
36,10%
13,90%
1.805
2.066
0
-154
C.A.P. Industrial Port Land
0556.724.768
België
36,10%
13,90%
1.331
3
0
-10
Infra Asia Investment Fund
648.714.620
België
36,10%
13,90%
32.132
32.032
3
16
S Channel Management Limited
Cyprus
36,10%
13,90%
0
91
0
-8
Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000)
Vietnam
43,33%
16,68%
182.432
103.719
30.380
15.420
Rent-A-Port Gulf for Operation and Maintenance WLL
Qatar
35,38%
13,62%
276
192
434
38
Private Banking
Delen Investments cva (2)
0423.804.777
België
Delen Private Bank (2)
0453.076.211
België
78,75%
3.200.465
2.457.538
384.262
112.390
Real Estate & Senior Care
Extensa Group
CBS Development
0831.191.317
België
50,00%
18.570
18.070
0
-2.038
CBS-Invest
0879.569.868
België
50,00%
16.818
9.783
700
-42
Delo 1 (3)
2016.2450.523
Luxemburg
50,00%
208.785
155.414
0
19.677
Alto 1 (3)
2016.2450.590
Luxemburg
DPI (4)
0890.090.410
België
Grossfeld PAP
2005.2205.809
Luxemburg
50,00%
72.653
74.749
3.032
-354
Les Jardins d'Oisquercq
0899.580.572
België
50,00%
2.999
4.199
8
-273
Immobilière Du Cerf (4)
0822.485.467
België
Top Development
35 899 140
Slowakije
50,00%
6.039
1.617
1.744
2.588
TMT Energy (filiaal Top Development) (4)
47 474 238
Slowakije
TMT RWP (filiaal Top Development)
47 144 513
Slowakije
50,00%
5.982
5.028
818
-221
Energy & Resources
SIPEF (5) (USD 1.000)
0404.491.285
België
31,59%
938.368
293.859
275.270
30.089
AvH & Growth Capital
Amsteldijk Beheer
33.080.456
Nederland
50,00%
3.421
1.214
831
272
Distriplus (6)
0890.091.202
België
Manuchar (USD 1.000)
0407.045.751
België
30,00%
703.887
635.437
1.691.121
-10.609
Turbo's Hoet Groep
0881.774.936
België
50,00%
313.914
206.760
532.647
10.136
Telemond Consortium (7)
België
50,00%
79.261
26.267
92.327
4.075
Subholdings AvH
(€ 1.000)
Naam van
de dochteronderneming
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Minderheids
belangen %
2018
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
GIB nv 0404.869.783 België 50,00% 3.690 55.907 0 -202

(1) De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.

(2) Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. We verwijzen naar de rubriek 6. Segment rapportering (p. 153) voor meer toelichting.

(3) Deze vennootschappen zijn opgericht in het kader van de bouw van de op lange termijn voorverhuurde gebouwen aan Deloitte Luxemburg (Delo 1) en Alter Domus (Alto 1). Het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw werd in oktober 2018 verkocht aan internationale investeerders. Het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte Luxemburg werd in januari 2019 opgeleverd en verkocht.

(4) In Trnava, Slowakije, heeft Top Development (Extensa 50%) zijn energienet in 2018 verkocht. Tevens werd een grondpositie in La Hulpe verkocht.

(5) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2018 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van 30,25% per einde 2017 tot 31,59% op jaareinde 2018.

(6) In oktober heeft Sofinim haar 50%-participatie in Distriplus, eigenaar van de merken Di en Planet Parfum, aan Groupe Jacques Bogart verkocht.

(7) Het consortium bestaat uit de 3 gemeenschappelijke dochterondernemingen Telemond Holding, Telehold & Henschel Engineering.

3. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2017

(€ 1.000)
Naam van
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2017
Minderheids
belangen %
Totaal
activa
Totaal
verplicht
Omzet Netto
resultaat
de dochteronderneming 2017 ingen
Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port
Consortium Antwerp Port 0817.114.340 België 43,31% 16,69% 4.217 1.522 1.498 -46
Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 36,09% 13,91% 2.487 2.594 1.079 175
C.A.P. Industrial Port Land 0556.724.768 België 36,09% 13,91% 1.341 3 0 -10
Infra Asia Investment Fund 648.714.620 België 36,09% 13,91% 32.076 31.991 -2 14
S Channel Management Limited Cyprus 36,09% 13,91% 0 82 0 -9
Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000) Vietnam 43,32% 16,70% 138.319 51.397 22.306 447
Rent-A-Port Gulf for Operation and Maintenance WLL Qatar 35,37% 13,63% 484 442 249 20
Private Banking
Delen Investments cva 0423.804.777 België 78,75% 21,25% 2.601.077 1.922.285 366.912 105.836
Real Estate & Senior Care
Extensa Group
CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 21.098 19.311 0 -1.048
CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 18.701 11.624 1.417 -283
Delo 1 2016.2450.523 Luxemburg 50,00% 134.247 100.553 0 23.393
Alto 1 2016.2450.590 Luxemburg 50,00% 40.504 32.874 0 5.339
DPI 0890.090.410 België 50,00% 1.782 951 15 8
Grossfeld PAP 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 58.445 60.186 5.342 -433
Les Jardins d'Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 2.866 3.758 14 -273
Immobilière Du Cerf 0822.485.467 België 33,33% 508 -88 0 -67
Top Development 35 899 140 Slowakije 50,00% 6.493 1.961 1.843 -2.277
TMT Energy (filiaal Top Development) 47 474 238 Slowakije 50,00% 1.838 1.817 2.658 152
TMT RWP (filiaal Top Development) 47 144 513 Slowakije 50,00% 6.563 5.388 905 -697
Energy & Resources
SIPEF (USD 1.000) 0404.491.285 België 30,25% 907.008 272.372 321.641 139.663
AvH & Growth Capital
Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.319 1.385 708 200
Distriplus 0890.091.202 België 50,00% 155.546 129.206 193.878 -24.523
Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 617.610 535.101 1.399.848 176
Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 302.195 199.595 467.665 9.677
Telemond Consortium België 50,00% 74.944 22.698 75.814 2.474
Subholdings AvH
GIB nv 0404.869.783 België 50,00% 3.717 55.691 0 -13.676

4. Belangrijkste dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen die niet zijn opgenomen in de consolidatiekring

(€ 1.000)
Naam van de dochteronderneming
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Reden van
niet-opname in
consolidatie
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
Subholdings AvH
BOS 0422.609.402 België 100,00% (1) 243 2 0 -4
Pribinvest 2005.2209.421 Luxemburg 78,75% (1) 4.426 989 0 -146

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).

Toelichting 4: geassocieerde deelnemingen

1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2018

(€ 1.000)
Naam van de dochteronderneming
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Minderheids
belangen %
2018
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port
Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven (1) Nederland
Zuiderzeehaven (1) Nederland
Port of Duqm (OMR 1.000) Oman 21,66% 8,34% 44.431 40.838 15.172 -232
Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) Oman 25,23% 9,72% 6.403 191 1.151 540
Green Offshore (2)
Otary RS 0833.507.538 België 10,03% 2,47% 82.631 3.493 13.717 1.055
Rentel 0700.246.364 België 10,03% 2,47% 1.124.555 1.027.345 66.366 25.495
Otary BIS 0842.251.889 België 10,03% 2,47% 53.729 0 0 -26
Private Banking
Bank J.Van Breda & C°
Finauto (fusie met Bank J.Van Breda & C°) 0464.646.232 België
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij
(fusie met Bank J.Van Breda & C°)
0418.759.886 België
Financieringsmaatschappij Definco (vereffend) 0415.155.644 België
Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.756 4.543 10.942 5
Energy & Resources
Sagar Cements
(INR miljoen) (3)
L26942AP
1981PLC002887
India 17,57% 17.507 9.803 11.466 -4
AvH & Growth Capital
Atenor (4) 0403.209.303 België
Axe Investments 0419.822.730 België 48,34% 14.985 76 634 226
Financière EMG (5) 801.720.343 Frankrijk 22,51% 293.476 282.311 306.644 838
Mediahuis (5) (6) 439.849.666 België 13,25% 851.898 540.423 819.176 28.301
Agidens International
Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62058630 Nederland 43,12% 94 94 279 0
SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65067096 Nederland 17,25% 604 604 1.011 0

(1) Rent-A-Port verkocht in 2018 haar participatie in Zuiderzeehaven.

(2) Het offshore windenergiepark van Rentel werd in de 2e jaarhelft operationeel en vervolgens voor het eerst geconsolideerd (alsook de tussenholdings Otary RS en Otary BIS). Via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE, heeft AvH een participatie (transitief) van 10,03% in Rentel en van 7,02% in SeaMade (in aanbouw). Dit percentage houdt geen rekening met de investering van DEME in deze windparken.

(3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH.

(4) Sofinim verkocht in april 2018 haar volledige deelneming (10,53%) in Atenor.

(5) In de loop van het eerste semester 2018 steeg het deelnemingspercentage van AvH in Financière EMG van 22,24% tot 22,51% en in Mediahuis Partners (voorheen Corelio) 26,17% tot 26,21%. Beide evoluties zijn het gevolg van kleine wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur van deze bedrijven, niet van bijkomende rechtstreekse investeringen door AvH.

(6) Door de opeenvolgende overnames (TMG) en inbrengen (door resp. Mediahuis Partners en Concentra) heeft AvH eind 2018 een participatie van 49,9% in Mediacore, de controlerende aandeelhouder (52,4%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,3%.

Toelichting 4: geassocieerde deelnemingen (vervolg)

2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2018

(€ 1.000)
Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2018
Reden van
niet-opname in
consolidatie
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
AvH & Growth Capital
Nivelinvest (verlengd boekjaar) 0430.636.943 België 25,00% (1)
OncoDNA (31-12-2017) 0501.631.837 België 15,00% (1) 5.411 4.507 (2) -3.743

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).

(2) Verkorte schema van de jaarrekening.

3. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2017

(€ 1.000)
Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings- nummer Maatsch.
zetel
Belangen %
2017
Minderheids
belangen %
2017
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port
Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven Nederland 12,03% 4,64% 18 0 0 0
Zuiderzeehaven Nederland 12,03% 4,64% 11.656 4.411 0 0
Port of Duqm (OMR 1.000) Oman 21,65% 8,35% 27.259 23.584 18.702 -173
Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) Oman 25,23% 9,72% 6.037 584 902 438
Private Banking
Bank J.Van Breda & C°
Finauto 0464.646.232 België 39,38% 10,63% 1.637 1.375 1.280 1
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij 0418.759.886 België 39,38% 10,63% 1.348 411 1.437 687
Financieringsmaatschappij Definco 0415.155.644 België 39,38% 10,63% 274 0 45 24
Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.871 4.664 11.064 5
Energy & Resources
Sagar Cements
(INR miljoen)
L26942AP
1981PLC002887
India 17,57% 16.030 8.284 9.773 184
AvH & Growth Capital
Atenor 0403.209.303 België 10,53% 593.180 446.464 220.430 22.179
Axe Investments 0419.822.730 België 48,34% 15.124 93 697 1.887
Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,24% 310.251 299.604 304.220 -4.566
Mediahuis 439.849.666 België 13,24% 929.239 647.536 641.542 14.948
Agidens International
Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62058630 Nederland 43,12% 94 94 279 0
SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65067096 Nederland 17,25% 604 604 1.011 0

4. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast - boekjaar 2017

(€ 1.000)
Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch.
zetel
Belangen %
2017
Reden van
niet-opname in
consolidatie
Totaal
activa
Totaal
verplicht
ingen
Omzet Netto
resultaat
AvH & Growth Capital
Nivelinvest 0430.636.943 België 25,00% (1) 63.443 55.732 555 -2
OncoDNA (31-12-2016) 0501.631.837 België 15,00% (1) 5.206 2.951 (2) -1.996

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis.

(2) Verkorte schema van de jaarrekening.

Toelichting 5: bedrijfscombinaties & -verkopen

1. Finale verwerking A2Sea & G-TEC (2017)

(€ 1.000) 31-12-2017 31-12-2018 Verschil
A2Sea & G-TEC A2Sea & G-TEC
Voorlopige verwerking Finale verwerking
Materiële vaste activa 186.675 190.964 4.289
Liquide middelen 38.945 38.945 0
Overige vaste en vlottende activa & passiva -23.474 -21.560 1.914
Netto actief (100%) 202.146 208.349 6.203
Niet-overgenomen minderheidsbelangen 702 869 167
Netto actief - deel van de groep 202.848 209.218 6.370
Goodwill (na allocatie) 7.410 704 -6.706
Aanschaffingswaarde 210.258 209.922 -336

Op 31 augustus 2017 verwierf GeoSea, een dochteronderneming van DEME, 100% van de aandelen van de integraal geconsolideerde vennootschap A2Sea. In het vierde kwartaal van 2017 verwierf GeoSea tevens 72,5% van de aandelen van de integraal geconsolideerde Belgische vennootschap G-TEC.

Per 31 december 2017 werd de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van beide verworven vennootschappen voorlopig bepaald. In het eerste semester 2018 werd de boekhoudkundige verwerking van de bedrijfscombinaties A2Sea en G-TEC gefinaliseerd en werden de aanpassingen weergegeven in de geconsolideerde financiële staten.

Aangezien de totale netto-impact van het verschil tussen de voorlopige en finale verwerking van de bedrijfscombinatie niet significant is, werden de vergelijkende financiële staten van 2017 niet herwerkt en is het effect opgenomen in de resultatenrekening van 2018.

Als gevolg van de finale verwerking van de bedrijfscombinatie bedroeg het resterende bedrag aan goodwill (0,7 miljoen euro) die vervolgens werd afgewaardeerd.

De volgende waarderingsmethodes werden toegepast :

  • Installaties, machines en uitrusting (voornamelijk de vloot): de reële waarde werd bepaald op basis van een waarderingsrapport van een onafhankelijk expert.
  • Orderboek : de 'multi-period excess earnings'-methode werd gehanteerd.
  • Andere activa en passiva: de reële waarde werd bepaald op basis van de marktwaarde waartegen de activa en passiva kunnen worden overgedragen aan een derde, nietverbonden partij.

2. Bedrijfscombinaties - 2018

(€ 1.000) MEDCO
Materiële vaste activa 79.636
Liquide middelen 72.454
Financiële schulden op lange en korte termijn -35.330
Overige vlottende activa & passiva -95.851
Overige vaste activa & passiva -26.191
Netto actief (deel groep) -5.282
Goodwill 5.282
Aankoopprijs van het bijkomende belang (50,9%) en geherwaardeerd bestaande belang (44,1%) 0

Op 3 september 2018 verwierf DEME bijkomende economische rechten van Middle East Dredging Company QSC "MEDCO", waardoor het belang steeg van 44,1% naar 95%. Als gevolg hiervan is de consolidatiemethode van MEDCO gewijzigd: geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode tot het derde kwartaal van het boekjaar, daarna volledige consolidatie.

Deze overname beantwoordt aan de definitie van een bedrijfscombinatie in overeenstemming met IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, die de toepassing van de "overnamemethode" (purchase price allocation) vereist:

  • 1) Volgens deze methode moet het historisch belang van 44,1% worden geherwaardeerd aan reële waarde door de resultatenrekening. Na de negatieve nettovermogenswaarde (niet geherwaardeerd) op het moment van de transactie, genereert de herwaardering van de historische deelneming een winst van 10,6 miljoen euro.
  • 2) Vervolgens worden de activa van MEDCO in de geconsolideerde rekeningen van DEME op de overnamedatum geherwaardeerd aan reële waarde. Tot slot vloeit de totale goodwill op deze transactie voort uit het verschil tussen de overgedragen vergoeding en de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van MEDCO.

De werkzaamheden om de identificeerbare activa en passiva te waarderen tegen reële waarde werden voltooid binnen een tijdsbestek dat verenigbaar is met die van de jaarlijkse afsluiting. Deze waardering, uitgevoerd volgens de boekhoudkundige methodes van de groep AvH, is definitief op 31 december 2018.

De volgende waarderingsmethoden zijn gebruikt om de reële waarde van de belangrijkste identificeerbare activa en passiva te bepalen :

  • materiële vaste activa (voornamelijk twee cutters Al Mahaar en Al Jarraf): de reële waarde werd bepaald op basis van een waardering uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige;
  • overige activa en passiva: de reële waarde is gebaseerd op de marktwaarde waartegen deze activa of passiva kunnen worden verkocht aan een niet-verbonden derde partij.

Deze transactie heeft niet geleid tot een afwikkeling in cash. Op het einde van de transactie verwierf DEME de geldmiddelen van MEDCO, wat een positieve netto kasstroom van 72,4 miljoen euro.

De herwaardering van het historisch belang genereert een meerwaarde van 10,6 miljoen euro. De totale niet-toegewezen goodwill gegenereerd door de transactie bedraagt 5,3 miljoen euro en werd afgeschreven op 31 december 2018.

Toelichting 6: segmentrapportering

Segment 1

Marine Engineering & Contracting

DEME (integrale consolidatie 60,45%), CFE (integrale consolidatie 60,45%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 72,20%) en Green Offshore (integrale consolidatie 80,22%).

De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.

Segment 2

Private Banking

Delen Investments CVA (vermogensmutatiemethode 78,75% t.e.m. Q3 2018), Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75% vanaf Q4 2018), Bank J.Van Breda & C° (integrale consolidatie 78,75%), Finaxis (integrale consolidatie 78,75% t.e.m. Q3 2018) en FinAx (integrale consolidatie 100% vanaf Q4 2018).

Per 31 december 2018 werd een vereenvoudiging doorgevoerd van de structuur van de Finaxis-groep waarbij:

  • Delen Investments Comm.VA door middel van een fusie is opgeslorpt door Finaxis NV, als gevolg waarvan Finaxis alle vermogensbestanddelen van Delen Investments heeft overgenomen (met inbegrip van de aandelen in Delen Private Bank NV) en Delen Investments ontbonden is; en
  • vervolgens een gemengde splitsing van Finaxis heeft plaatsgevonden, ingevolge dewelke de vermogensbestanddelen van Finaxis (met inbegrip van de aandelen in Bank J.Van Breda & C° NV en Delen Private Bank) toebedeeld zijn aan een nieuw opgerichte vennootschap behorend tot de AvH-groep, FinAx NV (voor 78,75%) en aan een vennootschap van de familie Jacques Delen, Promofi NV (21,25%) en Finaxis ontbonden is. Zowel de fusie als de splitsing werden goedgekeurd met boekhoudkundige retroactiviteit tot 1 oktober 2018, 0u.

Deze interne herstructurering werd doorgevoerd op verzoek van de Nationale Bank van België teneinde een passende toezichtstructuur op Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° te verzekeren.

De interne herstructurering impliceert een wijziging in de aandeelhouderstructuur van beide kredietinstellingen zonder dat de uiteindelijke controlestructuur werd gewijzigd en met vrijwaring van de vooraf bestaande afspraken tussen de beide aandeelhoudersgroepen, met name Ackermans & van Haaren en de familie Jacques Delen. In essentie behoudt de Ackermans & van Haaren-groep een 78,75%-participatie in beide kredietinstellingen, dewelke rechtstreeks wordt aangehouden via een nieuw opgerichte vennootschap, en dit gekoppeld aan afspraken op aandeelhoudersniveau. Deze structuur is gealigneerd op de vooraf bestaande uiteindelijke aandeelhouderstructuur in de kredietinstellingen en de vooraf bestaande contractuele afspraken en controlestructuur tussen Ackermans & van Haaren en de familie Jacques Delen en impliceren dus een voortzetting van de succesvolle samenwerking tussen beide partners.

Ten opzichte van jaareinde 2017 is voor het overige de samenstelling van dit segment ongewijzigd gebleven. In de geconsolideerde balans van 2017 was de participatie in BDM-Asco reeds overgeboekt naar "Activa bestemd voor verkoop"in het licht van de aangekondigde verkoop aan de Amerikaanse verzekeraar Navigators Group, Inc. Deze transactie werd afgerond in H1 2018.

Segment 3

Real Estate & Senior Care

Extensa (integrale consolidatie 100%), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30%), Leasinvest Real Estate Management (integrale consolidatie 100%), Anima Care (integrale consolidatie 92,5%) en HPA (integrale consolidatie 71,7%). HPA is de structuur die 100% bezit van Residalya (exploitatie van rusthuizen) en 100% van Patrimoine & Santé Expansion (dat vastgoed bezit dat door Residalya wordt geëxploiteerd). Zowel Residalya als Patrimoine & Santé Expansion worden door HPA integraal geconsolideerd.

Segment 4

Energy & Resources

SIPEF (vermogensmutatiemethode 31,6%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 17,6%).

De deelneming van AvH in SIPEF is in 2018 licht verhoogd van 30,25% tot 31,59%.

Segment 5

AvH & Growth Capital

  • AvH, Sofinim & subholdings (integrale consolidatie 100%)
  • Integraal geconsolideerde participaties: Agidens (86,2%)
  • Participaties opgenomen volgens vermogensmutatiemethode: Axe Investments (48,3%), Amsteldijk Beheer (50%), Mediahuis Partners (voorheen Corelio) (26,2%), Mediahuis (13,2%), MediaCore (49,9%), Financière EMG (22,5%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Consortium Telemond (50%) en GIB (50%)
  • Niet-geconsolideerde participaties: OncoDNA (15%)

Sofinim (100% AvH) verkocht in april 2018 haar volledige deelneming (10,53%) in Atenor en in oktober 2018 haar 50%-belang in Distriplus.

In de loop van het eerste semester 2018 steeg het deelnemingspercentage van AvH in Financière EMG van 22,24% tot 22,51% en in Mediahuis Partners 26,17% tot 26,21%. Beide evoluties zijn het gevolg van kleine wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur van deze bedrijven, niet van bijkomende rechtstreekse investeringen door AvH.

Toelichting 6: segmentinformatie - resultatenrekening 2018

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2018
Bedrijfsopbrengsten 3.757.557 167.429 448.113 13 87.057 -1.989 4.458.181
Verrichting van diensten 3.180 204.574 1.833 -1.843 207.745
Leasingopbrengsten 8.656 1.583 10.239
Vastgoedopbrengsten 94.696 221.880 316.576
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 95.126 95.126
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 61.224 61.224
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.543.530 82.550 3.626.080
Overige bedrijfsopbrengsten 116.151 2.423 20.076 13 2.674 -146 141.192
Overige exploitatiebaten 7.670 701 4.402 0 2.712 -1.194 14.290
Rente op vorderingen financiële vaste activa 7.619 110 1.254 -1.124 7.858
Dividenden 50 701 4.293 634 5.677
Overheidssubsidies 0
Overige exploitatiebaten 824 -70 754
Exploitatielasten (-) -3.537.890 -116.061 -358.598 -74 -117.308 2.059 -4.127.873
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) -2.078.801 -150.385 -43.720 -2.272.906
Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) -27.361 10.836 38 -16.488
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -24.841 -24.841
Personeelslasten (-) -637.476 -42.857 -124.631 -37.106 -842.070
Afschrijvingen (-) -272.495 -4.446 -17.131 -2.972 -297.044
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) -19.802 -3.011 -4.438 -13.283 -40.533
Overige exploitatielasten (-) -528.755 -37.102 -74.007 -74 -20.261 2.059 -658.139
Voorzieningen 26.799 -3.804 1.158 -4 24.149
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde
via resultatenrekening
0 0 6.285 0 -2.581 0 3.704
Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 5.555 -2.581 2.974
Vastgoedbeleggingen 730 730
Winst (verlies) op de overdracht van activa 7.879 482 30.692 0 11.368 0 50.421
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 7.530 -29 9 7.510
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 349 -27 30.721 11.125 42.168
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 509 234 743
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 235.215 52.551 130.894 -61 -18.752 -1.124 398.723
Financieringsopbrengsten 55.233 8 4.375 0 339 -88 59.867
Renteopbrengsten 7.501 8 2.661 332 -88 10.414
Diverse financiële opbrengsten 47.732 1.714 8 49.454
Financieringslasten (-) -71.945 0 -26.951 -6 -1.616 1.212 -99.305
Rentelasten (-) -20.638 -16.482 -388 1.212 -36.295
Diverse financiële lasten (-) -51.307 -10.469 -6 -1.228 -63.010
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde
via resultatenrekening
0 -10 124 0 0 114
Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop
vermogensmutatie is toegepast
21.910 107.089 18.860 8.040 -2.047 153.853
Overige niet-exploitatiebaten 0 716 0 0 0 716
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 240.413 160.355 127.302 7.973 -22.075 0 513.968
Winstbelastingen -49.769 -11.465 -9.618 0 -1.343 0 -72.195
Uitgestelde belastingen 91 916 5.774 -328 6.452
Belastingen -49.860 -12.381 -15.392 -1.015 -78.647
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
190.644 148.890 117.685 7.973 -23.418 0 441.773
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden
beëindigd 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 190.644 148.890 117.685 7.973 -23.418 0 441.773
Aandeel van het minderheidsbelang 72.563 27.589 52.405 266 -689 152.134
Aandeel van de groep 118.081 121.300 65.279 7.707 -22.729 289.639

Commentaar bij de segmentinformatie resultatenrekening 2018

De geconsolideerde bedrijfsopbrengsten stijgen in 2018 met 507,6 miljoen euro (+12,8 %) tot 4.458,2 miljoen euro in vergelijking tot het vorig boekjaar.

Deze vooruitgang wordt grotendeels gerealiseerd in het segment "Marine Engineering & Contracting" en weerspiegelt de hoge activiteitsgraad bij zowel DEME als CFE. Maar ook de succesvolle verkopen door Extensa van haar residentiële vastgoedontwikkelingen en de verdere expansie van de rusthuisgroepen Anima Care in België en Residalya in Frankrijk dragen bij tot deze omzetstijging, net zoals Agidens (in "AvH & Growth Capital"). In het "Private Banking"-segment stijgen de bedrijfsopbrengsten met 2,6%. Aangezien de deelneming in Delen Private Bank via vermogensmutatie wordt verwerkt, hebben deze opbrengsten (net zoals de daarmee overeenkomende kosten) uitsluitend betrekking op Bank J.Van Breda & C°. Deze is er in 2018 opnieuw in geslaagd om de druk op de interestmarge te compenseren met gestegen commissievergoedingen en meer inkomsten uit auto-financieringen. In het segment "Energy & Resources" worden, na de verkoop van de deelneming in Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP) einde 2017, alle deelnemingen voortaan volgens vermogensmutatie verwerkt.

In lijn met de toegenomen bedrijfsopbrengsten, stijgen ook de exploitatielasten, meer bepaald met 473,0 miljoen euro (+12,9%). Overeenkomstig de evolutie van de bedrijfsopbrengsten, stijgen de kosten in alle segmenten, met uitzondering van Energy & Resources, als gevolg van het eerder vermelde verdwijnen uit de consolidatiekring van de deelneming in NMP.

Ten laste van het bedrijfsresultaat werden in 2018 voor 40,5 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen geboekt. Deze bestaan hoofdzakelijk uit 13,3 miljoen euro bijkomende waardeverminderingen op Distriplus, op netto 8,4 miljoen euro waardeverminderingen bij CFE (waaronder 10 miljoen euro bijkomend 'Expected Credit Loss'), op 6,0 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt door DEME bij de finale verwerking van de aankooprijs van MEDCO, G-Tec en A2Sea en voor 3,0 miljoen euro (incl. 'Expected Credit Loss') op uitstaande financieringen aan klanten van Bank J.Van Breda & C°.

Tegenover de waardeverminderingen vielen ook provisies vrij : 11,4 miljoen euro provisies die door CFE in het verleden werden aangelegd en 15,4 miljoen euro op de door AvH bij de overname van CFE in 2013 geboekte voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's, aangezien de desbetreffende onderliggende risico's inmiddels werden afgebouwd of door CFE zelf werden voorzien.

De winst op de resultatenrekening van activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde blijft in 2018 vnl. beperkt tot de positieve waardeschommeling (beurskoers) op de 1.192.418 aandelen Retail Estates in de portefeuille van Leasinvest Real Estate, de per saldo positieve evolutie van de marktwaarde van vastgoedbeleggingen bij Leasinvest Real Estate en Extensa en tenslotte de negatieve evolutie van de portefeuillebeleggingen bij AvH.

Meer(min)waarden werden in 2018 gerealiseerd o.a. op de verkoop van allerhande materiaal bij DEME en CFE (in totaal 7,5 miljoen euro), ten belope van 29,8 miljoen euro op de verkoop door HPA van een vennootschap die eigenaar is van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden uitgebaat en in het segment "AvH & Growth Capital" voor 11,1 miljoen euro (o.a. 8,7 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van de deelneming in Atenor, 6,1 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van BDM-Asco en 4,5 miljoen euro bijkomend verlies op de verkoop van de 50% participatie in Distriplus in Q4 2018). Het totaal van de "winst (verlies) op de overdracht van activa" komt in 2018 uit op 50,4 miljoen euro. Dat blijft 33,4 miljoen euro onder de gerealiseerde meerwaarden van 2017, die gunstig waren beïnvloed door o.a. meerwaarden op (de vennootschappen die eigenaar waren van) de vastgoedontwikkelingen Kons en Oosteroever bij CFE en op de verkopen van de participaties in NMP en Ogeda.

De lichte daling van de winst uit de bedrijfsactiviteiten in vergelijking tot vorig jaar wordt dan ook meer dan volledig verklaard door de lagere meerwaarden die per saldo in 2018 werden gerealiseerd.

De financieringslasten vallen in 2018 39,4 miljoen euro hoger uit dan de financieringsopbrengsten en vallen per saldo 17,8 miljoen euro minder negatief uit dan in 2017.

Het aandeel van de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmu-

tatie is toegepast bedraagt 153,9 miljoen euro tegenover 140,9 miljoen euro in 2017.

  • "Marine Engineering & Contracting" levert een duidelijk hogere bijdrage in 2018 dankzij de aanzienlijke verbetering van de resultaten van de activiteiten in Vietnam van Rent-A-Port, dankzij de eerste consolidatie van de deelneming in het offshore windpark Rentel door Green Offshore en dankzij positieve bijdragen vanuit DEME en CFE.
  • De bijdrage in "Private Banking" wordt beïnvloed door wijzigingen in de consolidatiekring : BDM-Asco werd in H1 2018 verkocht en draagt dus niet meer bij via vermogensmutatie, maar vooral wordt de deelneming in Delen Private Bank sinds Q4 2018 rechtstreeks aangehouden ten belope van 78,75% i.p.v. via een gezamenlijke structuur Finaxis (die 100% van Delen Private Bank bezat), waarin AvH een deelneming had van 78,75%. Aan het economische deelnemingspercentage in Delen Private Bank is dus niets gewijzigd, evenmin trouwens als aan aard en de overeenkomst van het partnership met de familie Jacques Delen. De bijdrage van de 78,75% wordt sindsdien in de resultatenrekening rechtstreeks verwerkt, i.p.v. zoals in voorgaande periodes (t.e.m. 30-09-2018) aan 100% met een correctie van 21,25% op het niveau van de belangen van derden.
  • De hogere bijdrage tot deze post vanuit "Real Estate & Senior Care" wordt verklaard door de gestegen ontwikkelingsresultaten op de kantoorprojecten Deloitte Luxemburg en Alter Domus op de Cloche d'Or-site in Luxemburg (Extensa 50%).
  • De bijdrage vanuit "Energy en Resources" valt lager uit als gevolg van een daling van de onderliggende resultaten van SIPEF en Sagar, gecombineerd met het verdwijnen van de deelneming in NMP uit dit segment, wegens verkocht. Daarbij dient herinnerd te worden aan het boekhoudkundig effect van de herwaardering die inbegrepen zat in het resultaat 2017 van SIPEF naar aanleiding van het verwerven van de exclusieve controle op Agro Muko. Het aandeel van AvH in deze (uitsluitend boekhoudkundige) herwaardering dat in 2017 was inbegrepen in de bijdrage vanuit vermogensmutatie bedroeg 19,8 miljoen euro.
  • De licht negatieve bijdrage vanuit vermogensmutaties uit "AvH & Growth Capital" wordt verklaard door negatieve bijdragen afkomstig van Manuchar en vooral van Distriplus ten belope van 12,9 miljoen euro over de eerste 9 maanden van 2018, waarna deze participatie werd verkocht en gedeconsolideerd. Daar staan positieve bijdragen tegenover vanuit o.a. Mediahuis (5,4 miljoen euro), Turbo's Hoet Groep (5,0 miljoen euro) en de Telemond-groep (2,2 miljoen euro).

De winstbelasting stijgt in 2018 met 15,2 miljoen euro tot 72,2 miljoen euro. Gecorrigeerd voor de winst die afkomstig is uit de vermogensmutaties, die na belastingen wordt verwerkt, komt dit neer op een belastingkost van 20,0%.

Toelichting 6: segmentinformatie - activa 2018

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2018
I. Vaste activa 3.127.131 4.554.231 1.662.897 221.606 220.361 -17.405 9.768.821
Immateriële vaste activa 89.603 1.528 85.197 475 176.802
Goodwill 177.127 134.247 28.363 339.738
Materiële vaste activa 2.382.353 44.401 257.420 26.923 2.711.097
Vastgoedbeleggingen 1.137.531 1.137.531
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 194.547 585.540 32.765 221.606 150.307 1.184.765
Financiële vaste activa 181.135 1.054 95.159 36.524 -17.405 296.467
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 3.255 91.824 18.447 113.526
Vorderingen en borgtochten 177.880 1.054 3.335 18.077 -17.405 182.941
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 9 1.295 696 2.000
Vorderingen op meer dan één jaar
Handelsvorderingen
2.448 156.875 22.618 3.554 185.495
0
Vorderingen uit financiële lease 156.875 22.096 178.971
Overige vorderingen 2.448 522 3.554 6.524
Uitgestelde belastingvorderingen 99.909 2.663 3.147 2.578 108.297
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten
op meer dan één jaar
3.626.628 3.626.628
II. Vlottende activa 1.875.800 1.992.452 362.626 412 150.736 -10.451 4.371.576
Voorraden 181.451 150.415 519 332.385
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 50.943 26.042 8.770 85.755
Geldbeleggingen 3 457.129 113 37.175 494.420
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 3 113 37.175 37.291
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 456.813 456.813
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 316 316
Financiële activa - at amortised cost 0
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 275 176 451
Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.200.042 93.266 114.678 50.150 -8.801 1.449.334
Handelsvorderingen 1.093.581 30.895 15.123 -1.116 1.138.482
Vorderingen uit financiële lease 63.682 685 64.367
Overige vorderingen 106.461 29.584 83.097 35.028 -7.685 246.485
Terug te vorderen belastingen 24.257 881 3.282 4 1.092 29.516
Banken - vorderingen kredietinstellingen &
cliënten op ten hoogste één jaar
1.424.040 1.424.040
Banken - interbancaire vorderingen 127.693 127.693
Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) 936.664 936.664
Banken - tegoeden centrale banken 359.683 359.683
Geldmiddelen en kasequivalenten 390.746 9.355 62.785 409 50.293 513.588
Termijndeposito's tot drie maand 28.240 1 4.552 23.868 56.661
Liquide middelen 362.506 9.354 58.234 409 26.425 456.927
Overlopende rekeningen 28.083 7.605 5.312 2.738 -1.649 42.088
III. Activa bestemd voor verkoop 19.753 5.314 25.067
Totaal der activa 5.002.931 6.546.683 2.045.277 222.018 376.412 -27.856 14.165.464
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Segmentinformatie -
proforma omzet
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties tussen
segmenten
Totaal
2018
Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.764.016 547.334 427.574 38.024 691.980 -1.843 4.467.086
Overige landen binnen Europa 54.321 215 463 23.484 78.945 157.428
Landen buiten Europa 823.068 0 0 37.260 401.763 1.262.092
Totaal 3.641.406 547.549 428.037 98.769 1.172.688 -1.843 5.886.606

De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

Toelichting 6: segmentinformatie - eigen vermogen en verplichtingen 2018

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2018
I. Totaal eigen vermogen 1.726.910 1.265.115 830.804 222.012 313.154 4.357.996
Eigen vermogen - deel groep 1.044.472 1.149.019 450.091 222.012 310.853 3.176.447
Geplaatst kapitaal 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 2.295 2.295
Agio
Geconsolideerde reserves
1.071.973 1.147.315 457.491 212.576 111.612
235.486
111.612
3.124.841
Herwaarderingsreserves -27.501 1.704 -7.400 9.436 -10.429 -34.190
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 1.569 1.569
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 228 228
Afdekkingsreserve -3.501 -71 -10.281 117 208 -13.529
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen -15.427 -145 -9 -871 1.455 -14.996
Omrekeningsverschillen -8.573 123 2.891 10.190 -12.092 -7.462
Ingekochte eigen aandelen (-) -28.111 -28.111
Minderheidsbelang 682.439 116.096 380.713 2.301 1.181.549
II. Langlopende verplichtingen 962.984 707.047 773.470 9.118 -17.405 2.435.214
Voorzieningen 66.913 8.874 2.836 1.425 80.048
Pensioenverplichtingen 57.553 4.528 823 62.904
Uitgestelde belastingverplichtingen 119.441 70.884 1.657 191.983
Financiële schulden 703.997 647.804 5.808 -17.405 1.340.204
Leningen van banken 598.767 516.311 5.227 1.120.304
Obligatieleningen 29.805 113.552 143.356
Achtergestelde leningen 18.902 14 18.916
Financiële lease-overeenkomsten 37.997 15.363 567 53.927
Overige financiële schulden 18.528 2.578 -17.405 3.700
Langlopende afdekkingsinstrumenten 9.354 14.048 35.801 59.203
Overige schulden 5.725 11.268 15.322 228 32.543
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 668.329 668.329
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0
Banken - deposito's van klanten 594.294 594.294
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0
Banken - achtergestelde verplichtingen 74.035 74.035
III. Kortlopende verplichtingen 2.313.036 4.574.521 440.950 6 54.139 -10.451 7.372.201
Voorzieningen 44.205 18 6.536 50.760
Pensioenverplichtingen 358 358
Financiële schulden 357.997 296.612 25.679 -7.367 672.919
Leningen van banken 137.010 76.480 1.374 214.864
Obligatieleningen 200.137 75.689 275.826
Achtergestelde leningen 4.573 7 4.580
Financiële lease-overeenkomsten 8.325 1.301 299 9.924
Overige financiële schulden 7.952 143.141 23.999 -7.367 167.724
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 10.990 1.546 33 12.569
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 216.222 740 7.579 224.540
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.601.027 13.764 101.105 2 19.490 -1.116 1.734.272
Handelsschulden 1.412.207 15 66.434 2 9.689 -1.116 1.487.232
Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 1.270
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 150.717 9.892 20.221 8.381 189.210
Overige schulden 38.103 3.857 13.180 1.420 56.559
Te betalen belastingen 43.666 75 11.569 4 899 56.212
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.551.832 4.551.832
Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.634 27.634
Banken - deposito's van klanten 4.232.779 4.232.779
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 275.208 275.208
Banken - achtergestelde verplichtingen 16.211 16.211
Overlopende rekeningen 38.930 6.928 24.355 493 -1.967 68.739
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 54 54
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.002.931 6.546.683 2.045.277 222.018 376.412 -27.856 14.165.464

Commentaar bij de segmentinformatie balans 2018

Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is in 2018 verder aangegroeid tot 14.165,5 miljoen euro op 31/12/2018, in vergelijking tot 13.469,0 miljoen euro een jaar voordien.

Zoals reeds gemeld bij voorgaande rapporteringen, heeft de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° (78,75%) een belangrijke impact op zowel de totale omvang van de geconsolideerde balans van AvH, als op de samenstelling ervan. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank J.Van Breda & C° immers een -in verhouding tot de andere vennootschappen uit de groep- zeer groot balanstotaal: de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° alleen maakt reeds 5.820,0 miljoen euro uit op een totale balans van 14.165,5 miljoen euro. Bovendien heeft Bank J.Van Breda & C° als bankinstelling een specifieke balansstructuur gericht op haar activiteiten. Hoewel Bank J.Van Breda & C° tot de best gekapitaliseerde bankinstellingen in België behoort, toch heeft ze duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige participaties van de groep. Een aantal posten uit de balans van Bank J.Van Breda & C° worden gegroepeerd op afzonderlijke lijnen in de geconsolideerde balans van AvH om ze duidelijk te kunnen onderscheiden.

De sterke commerciële dynamiek van Bank J.Van Breda & C°, die zich onder andere uit in een verdere aangroei van zowel de kredietportefeuille (activa) als de ontvangen deposito's (passiva), verklaart trouwens al bijna de helft van de stijging van het balanstotaal van de groep in 2018. Het saldo van de aangroei zit verspreid over verschillende balansposten en illustreert in algemene zin de groei van de activteiten van de groep gedurende het voorbije jaar.

De beperkte daling van de post goodwill (9,8 miljoen euro) vloeit voornamelijk voort uit de definitieve verwerking van de aankoop door DEME van de deelnemingen in A2Sea en G-TEC, allebei transacties die in de balans op jaareinde 2017 nog slechts voorlopig waren verwerkt.

DEME heeft in 2018 met een totaal bedrag van 441,3 miljoen euro opnieuw sterk geïnvesteerd in de modernisering én in de uitbreiding van haar vloot. In 2018 werden o.a. de Apollo en de Livingstone in gebruik genomen en werd volop voortgebouwd aan o.a. de Spartacus en de Orion. Dit bedrag aan investeringen overtreft ruimschoots de geboekte afschrijvingen die op 256,9 miljoen euro uitkwamen. Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO, waardoor deze deelneming integraal wordt geconsolideerd tegenover de verwerking via vermogensmutatie voordien. Daardoor komen de MEDCO schepen, waaronder de cutters Al Mahaar en Al Jarraf, op de balans van DEME (en daarmee van AvH) voor een bedrag van 79,6 miljoen euro.

Niettegenstaande zowel Anima Care als Residalya bijkomend investeerden in hun rusthuizen, dalen de materiële vaste activa in "Real Estate & Senior Care" met 121,1 miljoen euro. Dit wordt verklaard door de verkoop door HPA in Q3 2018 van het vastgoed van 14 sites die door Residalya worden uitgebaat aan Icade Santé, een investeerder gespecialiseerd in zorgvastgoed. Deze transactie, waarin het onderliggende vastgoed werd gewaardeerd aan 189 miljoen euro, leverde HPA een netto-meerwaarde op van 29,8 miljoen euro en deed 148,1 miljoen euro vastgoedactiva uit de balans van HPA verdwijnen.

Gesteund door de 84 miljoen euro verse middelen die door de aandeelhouders werden ingebracht bij de publieke kapitaalsverhoging, investeerde Leasinvest Real Estate in 2018 voor 127,2 miljoen euro in vastgoedactiva, waardoor de portefeuille inclusief 1,6 miljoen euro herwaardering op jaareinde 2018 uitkwam op 1.037,1 miljoen euro (inclusief leasing). De grootste investeringen van 2018 waren de aankoop van 2 kantoorgebouwen in het EBBC-complex in Luxemburg en de gebouwen Hangar 26/27 in Antwerpen en Montoyer 14 in Brussel. Extensa bezit eveneens vastgoedbeleggingen, o.a. verhuurde gebouwen op de site Tour & Taxis te Brussel, voor een totaal bedrag van 133,3 miljoen euro.

De ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast vertegenwoordigen een balanswaarde van 1.184,8 miljoen euro op 31/12/2018. De daling van deze post ten opzichte van het vorig boekjaar wordt hoofdzakelijk verklaard door de vereenvoudiging van de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. De samenwerkingsakkoorden m.b.t. beide banken en de aandeelhoudersakkoorden bleven ongewijzigd en bijgevolg ook de consolidatiemethode. Wel wordt het 78,75%-belang in Delen Private Bank vanaf Q4 2018 rechtstreeks verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.

De stijging van de financiële vaste activa komt in het segment "Marine engineering & contracting" voort uit bijkomende investeringen van DEME en Green Offshore in windenergie-projectvennootschappen (o.a Merkur (D) en Seamade (B)). De stijging van de financiële vaste activa bij Leasinvest Real Estate vloeit voort uit de koersstijging van het aandeel Retail Estates en uit de deelname, ten belope van 12,9 miljoen euro, aan de kapitaalsverhoging van Retail Estates in H1 2018. Eind 2018 verwierf AvH bovendien een deelneming van 2,45% in EVS.

De geldbeleggingen worden met ingang van 2018 opgesplitst in meerdere categorieën, al naargelang de boekhoudkundige verwerking van de eventuele resultaten die daarop zullen worden gerealiseerd. De obligatieportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is ten opzichte van vorig jaar met 29,1 miljoen euro toegenomen, de samenstelling van de beleggingsportefeuille van AvH in "AvH & Growth Capital" is daarentegen nagenoeg ongewijzigd gebleven.

Het KT-gedeelte van de leningen aan clienten is bij Bank J.Van Breda & C° licht afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Er worden daarentegen meer liquiditeiten belegd bij de centrale banken en bij andere kredietinstellingen.

De liquiditeiten bij de overige integraal geconsolideerde deelnemingen blijven op hoog niveau en bedragen 513,6 miljoen euro op 31/12/2018.

De activa bestemd voor verkoop hebben op jaareinde 2018 betrekking op het Kennedy-gebouw in Luxemburg uit de portefeuille van Leasinvest Real Estate en een aantal kleinere eigendommen bij Extensa, Anima Care en HPA. AvH heeft een verkoopsovereenkomst gesloten, die weliswaar nog is voorzien van een opschortende voorwaarde, met betrekking tot haar 45%-deelneming in Transpalux.

De evolutie van het geconsolideerd eigen vermogen wordt toegelicht op pagina 131.

De deposito's (inclusief achtergestelde) ontvangen van het clienteel van Bank J.Van Breda & C° stijgen met 351,7 miljoen euro (+7,7%), met weliswaar een sterkere aangroei van het gedeelte op de korte termijn.

De financiële schulden van de overige integraal geconsolideerde participaties zijn gestegen met 125,5 miljoen euro. Het lange termijn gedeelte van die schuld daalt met 48,0 miljoen euro. Het korte termijn gedeelte stijgt daarentegen 173,5 miljoen euro. Deze evolutie wordt mee verklaard door het naderen van de eindvervaldag van de obligatieleningen van DEME (200 miljoen euro op 14 februari 2019) en van Leasinvest Real Estate (75 miljoen euro op 9 oktober 2019) en hun overboeking naar korte termijn financiële schuld. De stijging van de financiële schulden komt voor 122,8 miljoen euro voor rekening van DEME als gevolg van de aangehouden investeringsinspanningen en de evoluties binnen het werkkapitaal.

De overige schulden op korte termijn zijn gedaald met 43,6 miljoen euro, onder meer dankzij het betalen in september 2018 van de laatste schijf van 28 miljoen euro die nog verschuldigd was aan NPM Capital voor de aankoop in 2016 van diens 26%-minderheidsbelang in Sofinim.

Evolutie financiële schulden (cash & non-cash)

(€ 1.000) 2018
Financiële schulden eind 2017 1.887.644
Beweging in Cashflow statement (p. 159) 158.592
Non-cash bewegingen :
- Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities 35.508
- Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen -82.767
- Wisselkoers-effecten 5
-' Sale & lease back' (Anima Care) 15.537
- Overige -1.397
Financiële schulden eind 2018 2.013.122

Toelichting 6: segmentinformatie - kasstroomoverzicht 2018

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2018
I. Geldmiddelen en kasequivalenten,
openingsbalans 524.994 3.762 48.930 402 58.939 637.027
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 235.215 52.551 130.894 -61 -18.752 -1.124 398.723
Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit
desinvesteringen
-7.879 -482 -30.692 -11.368 -50.421
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 5.825 52.263 1.766 73 7.638 67.565
Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 716 716
Winstbelastingen -55.685 -11.465 -9.618 -1.343 -78.111
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen 272.495 4.446 17.131 2.972 297.044
Bijzondere waardeverminderingsverliezen 19.802 3.148 4.429 13.283 40.661
Aandelenoptieplannen -1.498 163 973 -362
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
resultatenrekening
-6.285 2.581 -3.704
(Afname) toename van voorzieningen -24.250 4.304 -1.126 -196 -21.268
(Afname) toename van latente belastingen -91 -916 -5.774 328 -6.452
Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -3.070 269 -120 830 -2.091
Cashflow 442.363 103.336 100.768 12 -3.054 -1.124 642.299
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal -213.714 10.645 9.511 18 -26.446 6.165 -213.822
Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen
vooruitbetalingen
-64.473 10.631 -4.505 -58.347
Afname (toename) van vorderingen -289.957 -28.245 -1.824 19 5.459 6.165 -308.384
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) -336.488 -336.488
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) 134.724 -2.394 -9.905 -1 -26.304 96.120
Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen, 379.047 379.047
cliënten & obligaties (banken)
Afname (toename) overige 5.993 -1.275 10.608 -1.096 14.230
Operationele cashflow 228.649 113.981 110.279 30 -29.500 5.041 428.478
Investeringen -450.192 -368.096 -239.731 -7.360 -39.780 1.937 -1.103.222
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -453.483 -5.867 -43.084 -3.482 -505.916
Investering in vastgoedbeleggingen -182.707 -182.707
Verwerving van financiële vaste activa 53.965 -289 -12.990 -7.360 -13.485 19.842
Nieuwe leningen toegestaan -50.674 -236 -950 -4.188 1.937 -54.112
Verwerving van geldbeleggingen -361.704 -18.625 -380.329
Desinvesteringen 34.152 330.654 107.664 0 65.541 538.011
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 15.834 155 38 16.027
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 3.500 3.500
Overdracht van financiële vaste activa 9.564 103.477 46.904 159.945
Terugbetaalde leningen 8.755 486 9.241
Overdracht van geldbeleggingen 330.654 45 18.598 349.297
Investeringscashflow -416.039 -37.442 -132.067 -7.360 25.760 1.937 -565.211
Financiële operaties
Ontvangen interesten 7.501 8 2.659 332 -88 10.412
Betaalde interesten -23.934 -17.234 -388 1.212 -40.343
Diverse financiële opbrengsten(lasten) -3.605 -8.196 -6 -1.045 -12.852
Afname (toename) van eigen aandelen 768 768
(Afname) toename van financiële schulden 136.537 50.704 -20.548 -8.102 158.592
Winstverdeling -73.019 -73.019
Dividenden uitgekeerd intragroep -36.695 -55.913 -7.410 100.017 0
Dividenden uitgekeerd aan derden -24.060 -15.161 -37.600 -76.820
Financieringscashflow 55.745 -71.065 -17.076 -6 6.118 -6.977 -33.262
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen
en kasequivalenten
-131.646 5.474 -38.865 -7.336 2.378 -169.995
Transfer tussen segmenten 7.360 -7.360 0
Wijziging consolidatiekring of -methode -3.314 119 401 -2.794
Kapitaalsvermindering HPA (deel derden) -30.000 21.517 -8.483
Kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate (deel derden) 83.961 -25.193 58.767
Kosten kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate in min van eigen vermogen -1.644 -1.644
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 712 2 -17 12 709
III. Geldmiddelen en kasequivalenten,
slotbalans
390.746 9.355 62.785 409 50.293 0 513.588

Commentaar bij de segmentinformatie kastroomoverzicht 2018

De cashflow over het volledige jaar 2018 bedraagt 642,3 miljoen euro, wat 31,0 miljoen euro hoger is dan in 2017. Nochtans ligt de winst uit de bedrijfsactiviteiten, na correctie voor de winst die werd behaald op desinvesteringen, in lijn met vorig jaar en werden voor 31,0 miljoen euro meer winstbelastingen betaald.

De winst afkomstig uit de bedrijfsactiviteiten valt in alle segmenten lager uit dan in 2017, behalve in "Real Estate & Senior Care", dankzij de realisatie van meerwaarden (vooral de 29,8 miljoen euro meerwaarde die HPA heeft gerealiseerd op de verkoop van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd).

De stijging van de cashflow in 2018 wordt dan ook voornamelijk verklaard door de toename van de niet-geldelijke posten die in 2018 in het bedrijfsresultaat zijn opgenomen : 27,7 miljoen euro meer afschrijvingen, 27,8 miljoen euro meer bijzondere waardeverminderingen, 28,3 miljoen euro minder winstbijdrage vanwege activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde en 9,6 miljoen euro minder vrijval van latente belastingen. De voorzieningen evolueerden wel in tegengestelde richting : in 2018 bevat het bedrijfsresultaat voor 21,3 miljoen euro vrijval van voorzieningen, daar waar in 2017 nog bijkomende voorzieningen werden aangelegd voor 11,2 miljoen euro.

  • De aanhoudende investeringen van DEME in de vernieuwing en uitbreiding van haar vloot zorgen voor een stijging met 31,9 miljoen euro van haar afschrijvingslasten.
  • Bovendien werden ten laste van de resultaten 2018 bijzondere waardeverminderingen geboekt voor een totaal bedrag van 40,7 miljoen euro (o.a. 13,3 miljoen euro bijkomende waardevermindering op Distriplus, 8,4 miljoen euro netto waardeverminderingen bij CFE en 6,0 miljoen euro waardeverminderingen van goodwill geboekt door DEME bij de finale verwerking van de aankooprijs van MEDCO, G-Tec en A2Sea).
  • De activa gewaardeerd aan reële waarde leverden een positieve bijdrage bij o.a. Leasinvest Real Estate (vastgoedbeleggingen en de aandelen Retail Estates), in tegenstelling tot de evolutie van de waarde van de portefeuillebeleggingen bij AvH.
  • Ten gunste van het resultaat 2018 werden in totaal voor 21,3 miljoen euro provisies teruggenomen : daarin inbegrepen zit een terugname van 15,4 miljoen euro op de voorwaardelijke verplichtingen die AvH bij de overname van CFE in 2013 had verwerkt. Deze terugname volgt uit het verdwijnen van het onderliggende risico, of als gevolg van het verwerken van voorzieningen in de rekeningen van CFE zelf.

De groei van de activiteiten van vooral DEME leidde tot een 213,8 miljoen euro bijkomende behoefte aan werkkapitaal, zodat de operationele cashflow 120,1 miljoen euro lager uitvalt dan in 2017 en op 428,5 miljoen euro uitkomt. Deze aangroei van het bedrijfskapitaal volgt op een toename die zich ook reeds in 2017 heeft voorgedaan, weliswaar voor 151,1 miljoen euro minder dan in 2018.

Per saldo werd in 2018 doorheen de groep AvH voor 565,2 miljoen euro meer geïnvesteerd dan gedesinvesteerd. In 2017 bedroeg dit saldo 441,0 miljoen euro.

DEME realiseerde in 2018 in totaal voor 441,3 miljoen euro bijkomende investeringen in materiële vaste activa en CFE voor 12,2 miljoen euro. Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO (met een positieve netto cash impact van 72,5 miljoen euro).

Anima Care en HPA spendeerden enerzijds respectievelijk 22,2 miljoen euro en 18,7 mil-

joen euro in de uitbouw van hun netwerk van rusthuizen, maar verkochten anderzijds vennootschappen die eigenaar zijn van het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg van Anima Care (verkocht aan Baltisse) en van 14 residenties die door Residalya worden geëxploiteerd (verkocht aan Icade Santé). Vervolgens keerde HPA hiervan 30 miljoen euro uit aan haar aandeelhouders (via een kapitaalsvermindering).

Leasinvest Real Estate breidde in 2018 haar vastgoedportefeuille uit met de verwerving van 2 kantoorgebouwen in het complex EBBC in Luxemburg, met Hangar 26/27 in Antwerpen, met Montoyer 14 in Brussel en met investeringen in andere projecten die reeds in portefeuille waren op 31/12/2017. Tevens volgde Leasinvest Real Estate voor haar deel de kapitaalsverhoging van Retail Estates, wat een bijkomende investering vertegenwoordigde van 12,9 miljoen euro. Deze investeringen werden gefinancierd via een in Q4 2018 doorgevoerde kapitaalsverhoging van 84 miljoen euro.

Extensa ging ook in 2018 door met investeren op de site van Tour & Taxis : in 2018 waren deze investeringen voornamelijk bestemd voor de aanleg van een nieuwe ondergrondse parking en in de renovatie van de Gare Maritime. Eind 2018 werd het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw op de site van Cloche d'Or in Luxemburg verkocht aan internationale investeerders.

De verwerving van geldbeleggingen moet worden bekeken in combinatie met de overdracht van geldbeleggingen en kaderen binnen de context van het ALM-beleid van Bank J.Van Breda & C°.

De investeringen in het segment "AvH & Growth Capital" hadden, naast de verhoging van de deelneming in SIPEF en ons aandeel in de kapitaalsverhoging bij LRE (transfert tussen segmenten), in de eerste plaats betrekking op het verwerven van een deelneming van 2,45% in EVS tegen jaareinde 2018 en op bijkomende investeringen en/of financieringen van OncoDNA, Healthquad (een Indisch fonds gericht op de gezondheidssector) en Distriplus. In datzelfde segment leverden de verkoop van voornamelijk de deelnemingen in Atenor, BDM-Asco en een bijkomende schijf van 3% van Koffie Rombouts in totaal 46,9 miljoen euro op.

De betaalde interestlasten van de groep daalden netto met 7,2 miljoen euro ten opzichte van het jaar voordien en de netto-interestlasten bleven in 2018 beperkt tot 29,9 miljoen euro. Niettgenstaande de toegenomen netto financiële schuldpositie in "Marine Engineering & Contracting" doorheen het jaar (vooral DEME), daalden de betaalde interesten in dat segment met 6,4 miljoen euro.

Voor de financiering van haar activiteiten en investeringen, deed AvH voor 158,6 miljoen euro beroep op extra financiële schulden. In 2017 had de groep, bij een weliswaar lagere investeringscashflow, nog 9,7 miljoen euro financiële schulden afgebouwd. In lijn met de gunstige ontwikkeling van de resultaten van het jaar 2017 bij de meeste groepsmaatschappijen, werden in 2018 voor 25,6 miljoen euro meer dividenden uitgekeerd buiten de groep door AvH en dochtermaatschappijen. De financieringscashflow resulteerde bijgevolg in een netto uitstroom van 33,3 miljoen euro, tegenover 202,6 miljoen euro in 2017.

De uitkering aan derden van dividenden door groepsmaatschappijen situeert zich hoofdzakelijk bij CFE, Finaxis, Leasinvest Real Estate, HPA en de dochteronderneming van Extensa die het Cloche d'or-residentiële vastgoedproject in Luxemburg ontwikkelt.

De lagere operationele cashflow, gekoppeld aan toegenomen investeringen en een minder negatieve financieringsflow resulteren in een afname met 170,0 miljoen euro van de geldmiddelen en kasequivalenten.

Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2014-2018(1)

€ miljoen 2018 2017 2016 2015 2014
Eigen aandelen 34,7 35,5 29,0 28,4 24,5
Overige beleggingen
- Portefeuille aandelen 37,2 40,0 39,0 41,1 27,2
- Termijndeposito's 23,9 1,3 26,2 33,2 55,9
Liquide middelen 31,2 49,7 5,3 5,6 6,5
Financiële schulden ('commercial paper') -24,0 -46,2 -31,2 -32,0 -92,7
Nettothesauriepositie 102,9 80,2 68,3 76,3 21,3

(1) Bevat de thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.

Toelichting 6: segmentinformatie - resultatenrekening 2017

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2017
Bedrijfsopbrengsten 3.279.471 163.256 420.694 13.197 76.362 -2.405 3.950.575
Verrichting van diensten 4.459 189.296 13.156 2.324 -2.262 206.973
Leasingopbrengsten 7.407 1.567 8.974
Vastgoedopbrengsten 10.900 216.997 227.897
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 97.563 97.563
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 55.637 55.637
Opbrengsten uit onderhanden projecten 3.191.328 71.255 3.262.584
Overige bedrijfsopbrengsten 72.783 2.649 12.834 41 2.783 -143 90.948
Overige exploitatiebaten 7.093 2.637 3.405 -3 1.622 -271 14.484
Rente op vorderingen financiële vaste activa 7.093 134 275 -201 7.301
Dividenden 1 2.637 3.271 -3 959 6.864
Overheidssubsidies 0
Overige exploitatiebaten 388 -70 318
Exploitatielasten (-) -3.083.651 -111.323 -344.696 -9.987 -107.684 2.475 -3.654.866
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) -1.818.638 -148.606 -6.411 -31.471 -2.005.126
Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) 13.306 9.466 161 22.932
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -25.869 -25.869
Personeelslasten (-) -574.152 -43.981 -111.674 -1.059 -35.035 -765.902
Afschrijvingen (-) -240.747 -5.248 -18.644 -1.920 -2.755 -269.315
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) 9.734 -1.660 -2.398 -18.400 -12.724
Overige exploitatielasten (-) -462.909 -33.581 -73.013 -596 -20.125 2.475 -587.750
Voorzieningen -10.245 -984 173 -57 -11.113
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd
aan reële waarde via resultatenrekening
0 0 31.960 0 0 0 31.960
Financiële activa voor handelsdoeleinden 0
Vastgoedbeleggingen 31.960 31.960
Winst (verlies) op de overdracht van activa 47.657 1.484 -2.758 355 37.103 0 83.841
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 10.845 3 20 10.868
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen -2.798 -2.798
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 36.812 2 23 352 35.992 73.181
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 1.483 17 1.090 2.591
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 250.570 56.054 108.605 3.562 7.403 -201 425.993
Financieringsopbrengsten 51.106 13 3.615 13 1.660 -762 55.645
Renteopbrengsten 7.906 13 2.664 9 1.000 -762 10.830
Diverse financiële opbrengsten 43.199 951 4 661 0 44.815
Financieringslasten (-) -83.653 0 -27.867 -88 -2.190 963 -112.836
Rentelasten (-) -25.198 -17.469 -88 -446 963 -42.237
Diverse financiële lasten (-) -58.456 -10.399 -1.744 0 -70.599
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan
reële waarde via resultatenrekening
0 -85 718 0 0 633
Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen
waarop vermogensmutatie is toegepast
-13.639 106.921 10.979 37.560 -962 140.859
Overige niet-exploitatiebaten 1.231 1.154 0 0 0 2.385
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 205.614 164.057 96.050 41.047 5.911 0 512.680
Winstbelastingen -45.067 -19.526 8.689 -1.035 -83 0 -57.022
Uitgestelde belastingen 5.112 -3.281 13.882 -10 379 16.082
Belastingen -50.179 -16.245 -5.194 -1.024 -462 -73.104
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
160.547 144.531 104.739 40.013 5.828 0 455.657
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten
die worden beëindigd
0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 160.547 144.531 104.739 40.013 5.828 0 455.657
Aandeel van het minderheidsbelang 69.959 30.608 50.392 2.087 82 153.128
Aandeel van de groep 90.588 113.923 54.347 37.925 5.746 302.530

Toelichting 6: segmentinformatie - activa 2017

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2017
I. Vaste activa 2.839.219 4.410.084 1.565.916 204.048 242.594 -6.385 9.255.476
Immateriële vaste activa 91.363 2.930 84.670 605 179.567
Goodwill 186.821 134.247 28.455 349.523
Materiële vaste activa 2.126.568 41.578 378.527 26.204 2.572.877
Vastgoedbeleggingen 945.488 945.488
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 154.177 679.973 28.204 204.048 174.344 1.240.746
Financiële vaste activa 167.868 818 75.144 29.740 -6.385 267.186
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 18.003 74.550 9.781 102.335
Vorderingen en borgtochten 149.865 818 594 19.959 -6.385 164.851
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 921 3.662 1.066 5.649
Vorderingen op meer dan één jaar 7.737 138.029 23.024 8.319 177.109
Handelsvorderingen 2.418 4.540 6.958
Vorderingen uit financiële lease 138.029 22.736 160.765
Overige vorderingen 5.320 288 3.779 9.386
Uitgestelde belastingvorderingen 103.763 735 1.338 3.382 109.219
Banken - vorderingen kredietinstellingen &
cliënten op meer dan één jaar
3.408.112 3.408.112
II. Vlottende activa 1.843.121 1.828.829 371.492 424 169.859 -21.347 4.192.378
Voorraden 148.260 180.744 396 329.400
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 46.077 20.359 7.856 74.292
Geldbeleggingen 3 427.712 153 40.013 467.882
Voor verkoop beschikbare financiële activa 427.712 153 40.013 467.879
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) 3 3
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 4.154 399 4.553
Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.082.719 84.743 114.901 59.907 -20.857 1.321.413
Handelsvorderingen 1.007.332 46.560 14.750 -2.490 1.066.152
Vorderingen uit financiële lease 54.568 571 55.139
Overige vorderingen 75.387 30.175 67.770 45.156 -18.367 200.122
Terug te vorderen belastingen 13.783 4.411 22 813 19.030
Banken - vorderingen kredietinstellingen &
cliënten op ten hoogste één jaar
1.304.957 1.304.957
Banken - interbancaire vorderingen 88.863 88.863
Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) 908.056 908.056
Banken - tegoeden centrale banken 308.038 308.038
Geldmiddelen en kasequivalenten 524.994 3.762 48.930 402 58.939 637.027
Termijndeposito's tot drie maand 35.107 1 3 41 35.152
Liquide middelen 489.887 3.761 48.927 402 58.898 601.875
Overlopende rekeningen 23.131 7.256 1.993 1.935 -491 33.824
III. Activa bestemd voor verkoop 11.686 3.613 5.860 21.159
Totaal der activa 4.682.340 6.250.598 1.941.021 204.472 418.314 -27.732 13.469.013
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Segmentinformatie - proforma omzet Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties tussen
segmenten
Totaal
2017
Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.449.186 535.490 404.068 59.422 661.099 -2.262 4.107.003
Overige landen binnen Europa 39.925 309 3.792 18.897 69.074 131.997
Landen buiten Europa 727.242 45.911 351.175 1.124.328
Totaal 3.216.352 535.800 407.860 124.230 1.081.349 -2.262 5.363.329

De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

Toelichting 6: segmentinformatie - eigen vermogen en verplichtingen 2017

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering & Banking Senior Care Resources Growth Capital tussen 2017
Contracting segmenten
I. Totaal eigen vermogen 1.626.817 1.351.777 707.868 204.466 304.344 4.195.272
Eigen vermogen - deel groep 981.360 1.095.291 389.692 204.466 301.400 2.972.208
Geplaatst kapitaal 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 2.295 2.295
Agio 111.612 111.612
Geconsolideerde reserves 1.006.643 1.093.851 387.336 202.778 215.003 2.905.611
Herwaarderingsreserves -25.283 1.439 2.356 1.688 2.317 -17.482
Effecten beschikbaar voor verkoop 1.860 8.804 12.916 23.579
Afdekkingsreserve -743 -183 -9.302 20 4 -10.204
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen -15.262 33 -21 -644 810 -15.083
Omrekeningsverschillen -9.278 -271 2.876 2.312 -11.412 -15.774
Ingekochte eigen aandelen (-) -29.828 -29.828
Minderheidsbelang 645.457 256.487 318.176 2.944 1.223.064
II. Langlopende verplichtingen 928.196 684.166 867.427 3.882 -6.385 2.477.286
Voorzieningen 76.843 4.572 3.545 1.421 86.381
Pensioenverplichtingen 53.149 3.995 790 200 58.134
Uitgestelde belastingverplichtingen 129.641 704 80.410 1.513 212.268
Financiële schulden 656.857 737.232 474 -6.385 1.388.177
Leningen van banken 366.402 511.068 877.470
Obligatieleningen 231.378 203.948 435.327
Achtergestelde leningen 5.354 5.354
Financiële lease-overeenkomsten 45.427 20.247 474 66.147
Overige financiële schulden 8.296 1.969 -6.385 3.880
Langlopende afdekkingsinstrumenten 7.209 8.572 34.616 50.397
Overige schulden 4.497 11.155 10.834 274 26.761
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 655.168 655.168
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0
Banken - deposito's van klanten 607.368 607.368
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0
Banken - achtergestelde verplichtingen 47.800 47.800
III. Kortlopende verplichtingen 2.127.327 4.214.655 365.726 7 110.087 -21.347 6.796.455
Voorzieningen 59.047 12 108 59.166
Pensioenverplichtingen 289 289
Financiële schulden 235.162 223.352 51.560 -10.607 499.467
Leningen van banken 116.042 47.791 163.833
Obligatieleningen 99.959 99.959
Financiële lease-overeenkomsten 7.921 2.342 4.967 15.230
Overige financiële schulden 11.241 173.218 46.593 -10.607 220.445
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 7.445 800 160 8.405
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 224.657 11.047 235.704
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.491.839 13.252 100.206 3 46.411 -10.250 1.641.461
Handelsschulden 1.277.741 10 68.028 3 8.177 -1.213 1.352.745
Ontvangen vooruitbetalingen 2.505 2.505
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 152.612 8.177 17.565 7.669 186.022
Overige schulden 61.487 5.065 12.108 30.565 -9.036 100.189
Te betalen belastingen 42.538 3.437 18.429 4 283 64.691
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.191.182 4.191.182
Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.458 27.458
Banken - deposito's van klanten 3.898.145 3.898.145
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 253.114 253.114
Banken - achtergestelde verplichtingen 12.465 12.465
Overlopende rekeningen 66.639 5.683 23.472 786 -491 96.089
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 4.682.340 6.250.598 1.941.021 204.472 418.314 -27.732 13.469.013

Toelichting 6: segmentinformatie - kasstroomoverzicht 2017

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2017
I. Geldmiddelen en kasequivalenten,
openingsbalans 639.458 5.857 63.191 6.046 39.762 754.315
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 250.570 56.054 108.605 3.562 7.403 -201 425.993
Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit
desinvesteringen
-47.657 -1.484 2.758 -355 -37.103 -83.841
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 7.863 46.594 375 7.561 62.392
Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 1.231 1.154 2.385
Winstbelastingen -35.180 -19.526 8.689 -1.035 -83 -47.135
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen 240.747 5.248 18.644 1.920 2.755 269.315
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
Aandelenoptieplannen
-9.734 1.751
1.057
2.463
57
18.400
801
12.881
1.915
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
resultatenrekening
-31.960 -31.960
(Afname) toename van voorzieningen 9.641 1.615 -87 57 11.226
(Afname) toename van latente belastingen -5.112 3.281 -13.882 10 -379 -16.082
Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -938 5.220 3 2 -101 4.186
Cashflow 411.431 100.964 95.291 4.480 -689 -201 611.275
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 152.296 -179.168 -6.217 22.657 -31.097 -21.163 -62.693
Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen
vooruitbetalingen
-34.321 1.790 805 -31.726
Afname (toename) van vorderingen 158.341 -45.296 -17.233 22.645 1.114 -25.611 93.961
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen &
cliënten (banken)
-553.818 281 -553.537
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) 29.543 3.260 5.071 -294 -32.407 4.448 9.621
Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen,
cliënten & obligaties (banken)
419.257 419.257
Afname (toename) overige -1.267 -2.571 3.874 305 -610 -268
Operationele cashflow 563.727 -78.203 89.074 27.137 -31.787 -21.364 548.583
Investeringen -687.533 -219.797 -204.727 -44.261 -8.779 -1.165.097
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -459.968 -4.531 -21.596 -3.837 -1.909 -491.841
Investering in vastgoedbeleggingen -126.121 -126.121
Verwerving van financiële vaste activa -205.814 -51.286 -40.425 -6.488 -304.012
Nieuwe leningen toegestaan -21.751 -195 -5.724 -150 -27.820
Verwerving van geldbeleggingen
Desinvesteringen
92.430 -215.071
357.989
213.067 10.578 -231
50.039
-215.302
724.102
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 19.402 6 1.001 3 47 20.459
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 1.500 112.002 113.502
Overdracht van financiële vaste activa 58.528 4 97.574 10.574 48.308 214.987
Terugbetaalde leningen 13.001 95 248 13.344
Overdracht van geldbeleggingen 357.979 2.395 1.435 361.809
Investeringscashflow -595.103 138.192 8.340 -33.683 41.260 -440.994
Financiële operaties
Ontvangen interesten 7.878 13 2.681 9 1.000 -762 10.820
Betaalde interesten -30.330 -18.044 -88 -446 963 -47.945
Diverse financiële opbrengsten(lasten) -13.354 -10.140 4 -1.029 -24.519
Afname (toename) van eigen aandelen -6.993 -6.993
(Afname) toename van financiële schulden
Winstverdeling
32.413 -54.150 -1.440 -7.730
-67.638
21.163 -9.743
-67.638
Dividenden uitgekeerd intragroep -43.932 -48.825 -166.544 -13.678 272.979 0
Dividenden uitgekeerd aan derden -21.554 -13.253 -17.073 -4.559 -109 -56.548
Financieringscashflow -68.879 -62.066 -263.269 -19.752 190.035 21.364 -202.566
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen
en kasequivalenten -100.255 -2.078 -165.855 -26.299 199.508 -94.978
Transfer tussen segmenten -11.334 151.218 40.425 -180.309 0
Wijziging consolidatiekring of -methode
Kapitaalverhogingen (deel derden)
-234 -18 -1.894
150
-19.744 -21.890
150
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -2.642 2.120 -25 -22 -570
III. Geldmiddelen en kasequivalenten,
slotbalans
524.994 3.762 48.930 402 58.939 637.027

Toelichting 7: immateriële vaste activa

(€ 1.000) Ontwikke- lingskosten Concessies,
octrooien &
licenties
Goodwill Software Overige
immateriële
activa
Vooruit- betalingen Totaal
Bewegingen in immateriële vaste activa -
boekjaar 2017
Immateriële vaste activa, beginsaldo 5 57.664 15.351 6.233 86.418 1.161 166.832
Brutobedrag 3.347 73.607 17.802 29.056 93.443 1.161 218.416
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -3.342 -15.943 -2.451 -22.822 -7.025 0 -51.584
Investeringen 275 519 910 673 507 605 3.490
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 10.573 6.465 727 6 17.772
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -214 -8 -222
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0
Afschrijvingen (-) -70 -4.333 -3.107 -1.095 -8.604
Bijzondere WV (-) -507 -507
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -12 5 1 -7
Overboekingen van (naar) andere posten 651 9 783 154 -785 812
Overige toename (afname) 1 -1 0
Immateriële vaste activa, eindsaldo 861 64.207 22.726 4.581 86.206 986 179.567
Brutobedrag 4.207 85.814 22.726 30.200 94.992 986 238.925
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -3.346 -21.607 0 -25.618 -8.317 0 -58.889
Geaccumuleerde bijzondere WV (-)
Bewegingen in immateriële vaste activa -
boekjaar 2018
0 0 0 0 -469 0 -469
986
Immateriële vaste activa, beginsaldo
Brutobedrag
861
4.207
64.207
85.814
22.726
22.726
4.581
30.200
86.206
94.992
986 179.567
238.925
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -3.346 -21.607 0 -25.618 -8.317 0 -58.889
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 -469 0 -469
Investeringen 285 1.126 184 809 66 576 3.039
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -9 -3 -3
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -82 -82
Afschrijvingen (-) -573 -3.084 -2.311 -223 -6.191
Bijzondere WV (-) 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -42 -3 -45
Overboekingen van (naar) andere posten 139 176 1.319 19 -1.131 521
Overige toename (afname) -2 -2
Immateriële vaste activa, eindsaldo 709 62.293 22.911 4.393 86.067 430 176.802
Brutobedrag 4.546 85.852 22.911 32.220 94.627 430 240.586
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -3.836 -23.560 0 -27.827 -8.561 0 -63.784
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0

De immateriële vaste activa dalen met 2,8 miljoen euro als gevolg van afschrijvingslasten die de (beperkte) investeringen van 2018 overtreffen.

Deze post bestaat voor een groot deel uit immateriële vaste activa ('trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro) die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME, uit immateriële vaste activa die voortkomen uit de acquisities van voorgaande boekjaren van Anima Care en HPA en uit software-ontwikkelingen bij Bank J.Van Breda & C°.

Toelichting 8: goodwill

(€ 1.000) 2018 2017
Bewegingen in goodwill
Goodwill, beginsaldo 349.523 342.539
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 370.213 361.870
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -20.690 -19.331
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties (1) 5.987 14.270
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -5.987 -4.536
Overige toename (afname) -9.785 -2.750
Goodwill, eindsaldo 339.738 349.523
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 361.634 370.213
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -21.897 -20.690

(1) We verwijzen naar Toelichting 5 Bedrijfsacquisities voor meer details.

De verwerving door middel van bedrijfscombinaties heeft uitsluitend betrekking op overnames door DEME :

  • Op 3 september 2018 verwierf DEME bijkomende economische rechten van Middle East Dredging Company QSC "MEDCO", waardoor het belang steeg van 44,1% naar 95%. De totale niet-toegewezen goodwill gegenereerd door de transactie bedraagt 5,3 miljoen euro en werd afgeschreven op 31 december 2018.
  • De finale boekhoudkundige verwerking A2Sea en G-TEC (bedrijfscominaties uit 2017) gaf aanleiding tot een goodwill van 0,7 miljoen euro die vervolgens afgeschreven werd.

De annulatie van de initiële goodwill van 7,4 miljoen euro op de voorlopige verwerking eind 2017 (A2Sea & G-TEC) zit vervat in de lijn 'overige afname'.

Voor meer duiding omtrent beide operaties verwijzen we naar Toelichting 5. Bedrijfscombinaties.

Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013) en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE, Anima Care en HPA. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 228,8 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015).

Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke cash generating unit (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een discounted cash flow (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.

Wat betreft de verplichte waardeverminderingstest op goodwill werd in één immaterieel geval de gebruikswaarde berekend volgens een DCF methode gebaseerd op redelijke assumpties. In de andere gevallen werd de realiseerbare waarde getoetst aan de reële waarde.

Toelichting 9: materiële vaste activa

Significante investeringen (580,3 miljoen euro, inclusief de impact via bedrijfscombinaties), afschrijvingslasten ten belope van 290,9 miljoen euro en de verkoop door HPA van het vastgoed van 14 residenties (-148,1 miljoen euro), verklaren de evolutie van de materiële vaste activa, die met 138,2 miljoen euro zijn toegenomen tot 2.711,1 miljoen euro.

DEME heeft in 2018 met een totaal bedrag van 441,3 miljoen euro opnieuw sterk geïnvesteerd in de modernisering én in de uitbreiding van haar vloot. In 2018 werden o.a. de Apollo en de Living Stone in gebruik genomen en werd volop voortgebouwd aan o.a. de Spartacus en de Orion. Dit bedrag aan investeringen overtreft ruimschoots de geboekte afschrijvingen die op 256,9 miljoen euro uitkwamen.

Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO, waardoor deze deelneming integraal wordt geconsolideerd tegenover de verwerking via vermogensmutatie voordien. Daardoor komen de MEDCO schepen, waaronder de cutters Al Mahaar en Al Jarraf, op de balans van DEME (en daarmee van AvH) voor een bedrag van 79,6 miljoen euro.

Het saldo op de lijn "verwervingen door middel van bedrijfscombinaties" wordt verklaard door de finale verwerking van A2Sea & G-TEC met 4,3 miljoen euro hogere waardering van de materiële vaste activa.

Anima Care en HPA spendeerden enerzijds respectievelijk 22,2 miljoen euro en 18,7 miljoen euro in de uitbouw van hun netwerk van rusthuizen, maar verkochten anderzijds vennootschappen die eigenaar zijn van het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg van Anima Care (verkocht aan Baltisse) en van 14 residenties die door Residalya worden geëxploiteerd (verkocht aan Icade Santé) :

  • In Q3 2018 ging HPA over tot de verkoop van het vastgoed van 14 sites die door Residalya worden uitgebaat aan Icade Santé, een investeerder gespecialiseerd in zorgvastgoed. Deze transactie, waarin het onderliggende vastgoed werd gewaardeerd aan 189 miljoen euro, leverde HPA een netto-meerwaarde op van 29,8 miljoen euro en deed 148,1 miljoen euro vastgoedactiva uit de balans van HPA verdwijnen.
  • In 2018 heeft Anima Care voor de eerste keer het vastgoed van een goed functionerend rusthuis (Kruyenberg) verkocht ('overdracht') en terug gehuurd voor de lange termijn ('overige toename'). Deze transactie had slechts een beperkte impact op de resultaten van 2018 aangezien de gerealiseerde meerwaarde van 7,5 miljoen euro over 25 jaar gespreid zal worden erkend.
  • Beiden hebben ook een gebouw overgeboekt naar 'bestemd voor verkoop'.

Toelichting 9: materiële vaste activa

(€ 1.000) Terreinen en
gebouwen
Installaties,
machines en
uitrusting
Meubilair
en rollend
materieel
Overige
materiële
vaste activa
Activa in
aanbouw &
vooruitbet.
Operationele
leasing als
leasinggever
(IAS 17)
Totaal
2017
I. Bewegingen in materiële vaste activa -
boekjaar 2017
Materiële vaste activa, beginsaldo 475.433 1.488.867 31.411 4.364 134.301 263 2.134.639
Brutobedrag 599.583 3.213.697 120.799 12.782 134.301 1.381 4.082.542
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -121.663 -1.724.829 -88.652 -8.418 -1.118 -1.944.681
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -2.487 -736 -3.223
Investeringen 13.273 108.266 8.763 1.050 390.732 76 522.161
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 20.360 188.563 825 281 210.028
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -4.123 -4.420 -229 -7 -683 -9.462
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -5.371 -7.462 -136 -4.071 -17.041
Afschrijvingen (-) -21.261 -227.936 -10.454 -1.005 -56 -260.711
Bijzondere WV (-) -220 -220
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -97 -3.217 -364 -81 -3.758
Overboekingen van (naar) andere posten 1.728 73.144 -985 -7 -75.306 -1.426
Overige toename (afname) -36 10 -9 37 -1.334 -1.332
Materiële vaste activa, eindsaldo 479.686 1.615.815 28.822 4.713 443.558 283 2.572.877
Brutobedrag 614.612 3.452.446 128.765 14.547 443.558 1.457 4.655.385
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -132.227 -1.836.631 -99.207 -9.834 -1.174 -2.079.073
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -2.699 -736 -3.435
II. Overige informatie
Financiële leases
Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease 72.701 55.548 3.275 131.525
Materiële vaste activa verworven onder financiële lease 5.103 597 5.700
(€ 1.000) Terreinen
en
gebouwen
Installaties,
machines en
uitrusting
Meubilair
en rollend
materieel
Overige
materiële
vaste activa
Activa in
aanbouw &
vooruitbet.
Operationele
leasing als
leasinggever
(IAS 17)
Totaal
2018
I. Bewegingen in materiële vaste activa -
boekjaar 2018
Materiële vaste activa, beginsaldo 479.686 1.615.815 28.822 4.713 443.558 283 2.572.877
Brutobedrag 614.612 3.452.446 128.765 14.547 443.558 1.457 4.655.385
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -132.227 -1.836.631 -99.207 -9.834 -1.174 -2.079.073
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -2.699 -736 -3.435
Investeringen 16.505 184.661 12.189 959 282.098 496.413
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 83.421 424 83.845
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -7.479 -1.568 -613 -5.725 -15.385
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -143.160 -196 -571 -4.436 -148.364
Afschrijvingen (-) -19.163 -259.221 -11.300 -1.162 -7 -290.853
Bijzondere WV (-) -2.924 -2.924
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -303 856 7 24 -49 534
Overboekingen van (naar) andere posten 7.095 240.721 412 8 -252.884 -227 -4.874
Overige toename (afname) 18.336 1.492 2 19.830
Materiële vaste activa, eindsaldo 348.592 1.865.980 29.372 4.518 462.635 0 2.711.097
Brutobedrag 481.405 3.934.812 125.865 15.258 462.635 5.019.975
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -129.313 -2.068.832 -95.759 -10.740 -2.304.644
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -3.499 0 -734 -4.234
II. Overige informatie
Financiële leases
Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease 26.590 49.416 2.157 78.163
Materiële vaste activa verworven onder financiële lease 75 2.825 711 3.611

Toelichting 10: vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde

(€ 1.000) Verhuurde
gebouwen
Operationele
leasing als
leasinggever -
IAS 40
Project
ontwikkelin- gen
Activa
bestemd voor
verkoop
Totaal
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde -
boekjaar 2017
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 806.432 0 204.322 56.466 1.067.220
Brutobedrag 806.432 0 204.322 56.466 1.067.220
Investeringen 107.464 17.215 1.441 126.121
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 113 113
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -174.849 -117.141 -291.990
Winsten (verliezen) door aanpassing van reële waarde 16.342 19.108 -1.658 33.792
Overboekingen van (naar) andere posten -52.849 64.392 11.543
Overige toename (afname) 2.303 2.303
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 879.691 0 65.796 3.613 949.100
Brutobedrag 879.691 0 65.796 3.613 949.100
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde -
boekjaar 2018
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 879.691 0 65.796 3.613 949.100
Brutobedrag 879.691 0 65.796 3.613 949.100
Investeringen 115.597 67.111 182.707
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -3.613 -3.613
Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde -700 152 1.278 730
Overboekingen van (naar) andere posten 37.206 -32.617 18.489 23.078
Overige toename (afname) 5.296 -14 5.282
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.037.089 0 100.442 19.753 1.157.285
Brutobedrag 1.037.089 0 100.442 19.753 1.157.285
(€ 1.000) Totaal
2018
Totaal
2017
Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening
Verkopen van gronden 5.350 70
Huurinkomsten 61.349 61.912
Overige vastgoedopbrengsten (o.m. promotie-opbrengsten) 249.877 165.915
316.576 227.897
Kerncijfers - gebouwen in portefeuille LRE (exclusief projectontwikkelingen)
Huurrendement (%) 6,45% 6,44%
Bezettingsgraad (%) 94,26% 94,80%
Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) 4,34 4,74

Met een vastgoedportefeuille (exclusief leasing) van 1.019,3 miljoen euro staat Leasinvest Real Estate in voor 88% van deze balanspost. Het saldo is afkomstig van Extensa (133,3 miljoen euro aan vastgoedbeleggingen met o.a. verhuurde gebouwen op de site Tour & Taxis te Brussel) en een tweetal gebouwen bestemd voor verkoop vanuit de rusthuizenpoot.

Gesteund door de 84 miljoen euro verse middelen die door de aandeelhouders werden ingebracht bij de publieke kapitaalsverhoging, investeerde Leasinvest Real Estate (LRE) in 2018 voor 127,2 miljoen euro in vastgoedactiva met als grootste investeringen de aankoop van 2 kantoorgebouwen in het EBBC-complex in Luxemburg en de gebouwen Hangar 26/27 in Antwerpen en Montoyer 14 in Brussel.

Extensa ging ook in 2018 door met investeren op de site van Tour & Taxis : in 2018 waren deze investeringen voornamelijk bestemd voor de aanleg van een nieuwe ondergrondse parking en in de renovatie van de Gare Maritime.

Waardering van de vastgoedbeleggingen

Leasinvest Real Estate hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:

Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten

De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.

• Discounted cash-flow methode

De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.

• Residuele waardering

Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten wor-

den geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.

Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3) die elk met een niveau van observeerbaarheid van de reële waarde overeenkomen:

  • • Niveau 1 waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (niet-aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • • Niveau 2 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen).
  • • Niveau 3 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet-observeerbare gegevens).

De vastgoedbeleggingen vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2018 zijn uitgevoerd door externe schatters (o.a. Cushman & Wakefield, Stadim, de Crombrugghe&Partners en Oerag).

Deze tabel hieronder geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.

Activa klasse Reële
waarde 2018
(€ 1.000)
Reële
waarde 2017
(€ 1.000)
Waarderings
techniek
Belangrijkste inputs 31/12/2018
Min-Max (gwogen
gemiddelde)
31/12/2017
Min-Max (gewogen
gemiddelde)
Retail Groothertogdom
Luxemburg & België
343.076 334.150 Actualisatie van de
geschatte
huuropbrengsten
a) Vork geschatte huurwaarde
b) Gemiddelde gewogen
geschatte huurwaarde
c) Kapitalisatievoet vork
d) Gem. gewogen kap.voet
e) Resterende looptijd
f) Aantal m²
a) [9,34 €/m² - 18,77 € /m²]
b) [12,85 € /m²]
c) [5,70% - 7,02%]
d) [6,59%]
e) 3,74 jaar
f) 153 245 m²
a) [8,35 €/m² - 19,93 € /m²]
b) [13,17 € /m²]
c) [5,60% - 7,15%]
d) [6,22%]
e) 5,50 jaar
f) 153 245 m²
Retail Oostenrijk 106.530 102.650 DCF (discounted
cash flow)
a) Gemiddelde gewogen
geschatte huurwaarde
b) Kapitalisatievoet vork
c) Kapitalisatievoet berekening
terminale waarde na 10j.
d) Resterende looptijd
e) Aantal m²
a) [11,18 €/m²]
b) [4,97% - 5,67%]
c) [5,26%]
d) 6,37 jaar
e) 43 404 m²
a) [9,88 €/m²]
b) [5,02% - 5,72%]
c) [5,36%]
d) 6,00 jaar
e) 42 600 m²
Kantoren Groothertogdom
Luxemburg
241.860 205.350 Actualisatie van de
geschatte
huuropbrengsten
a) Vork geschatte huurwaarde
b) Gemiddelde gewogen
geschatte huurwaarde
c) Kapitalisatievoet vork
d) Gem. gewogen kap.voet
e) Resterende looptijd
f) Aantal m²
a) [11,54 €/m² - 48,25 € /m²]
b) [27,64 €/m²]
c) [5,00% - 8,65%]
d) [6,27%]
e) 3,63 jaar
f) 48 657 m²
a) [23,42 €/m² - 39,99 € /m²]
b) [29,93 €/m²]
c) [5,15% - 8,65%]
d) [6,6%]
e) 2,70 jaar
f) 32 061 m²
Kantoren België 268.467 218.272 Actualisatie van de
geschatte
huuropbrengsten
a) Vork geschatte huurwaarde
b) Gemiddelde gewogen
geschatte huurwaarde
c) Kapitalisatievoet vork
d) Gem. gewogen kap.voet
e) Resterende looptijd
f) Aantal m²
a) [8,42 €/m² - 22,02 €/m²]
b) [10,64 €/m²]
c) [4,10% - 9,35%]
d) [6,05%]
e) 6,71 jaar
f) 130 013 m²
a) [9,77 €/m² - 11,76 €/m²]
b) [10,83 €/m²]
c) [5,60% - 9,00%]
d) [7,22%]
e) 4,50 jaar
f) 113 870 m²
Logistiek 62.100 42.570 DCF (discounted
cash flow of
actualisatie van
kasstromen tegen
discontovoet)
a) Vork geschatte huurwaarde
b) Gemiddelde gewogen
geschatte huurwaarde
c) Gemiddelde discontovoet
d) Economische levensduur
e) Resterende looptijd
f) Aantal m²
a) [4,79 €/m² - 7,64 € /m²]
b)[6,06 € /m²]
c) 7,83%
d) 30 jaar
e) 3,25 jaar
f) 33 979 m²
a) [3,35 €/m² - 16,88 € /m²]
b)[4,82 € /m²]
c) 7,32%
d) 30 jaar
e) 9,65 jaar
f) 26 084 m²
Totaal (1) 1.022.033 902.992

(1) Vastgoedbeleggingen inclusief leasing (Rijksarchief te Brugge - Toelichting 16) doch exclusief activa bestemd voor verkoop.

Waardering van de vastgoedbeleggingen (vervolg)

De verhuurde gebouwen van Extensa (Hôtel de la Poste, Hôtel des Douanes, Openbaar

Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).

(€ 1.000) Land 2018 2017
Vastgoedbeleggingen Extensa
Evenementen (Hôtel de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) België 32.720 27.688
Parkings Tour&Taxis België 21.800 21.800
Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) België 77.615 8.669
Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen België 1.159 2.180
Totaal 133.295 60.336

Toelichting 11: ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast

(€ 1.000) 2018 2017
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
Marine Engineering & Contracting 194.547 154.177
Private Banking 585.540 679.973
Real Estate & Senior Care 32.765 28.204
Energy & Resources 221.606 204.048
AvH & Growth Capital 150.307 174.344
Totaal 1.184.765 1.240.746
(€ 1.000) Vermogens
mutatiewaarde
Goodwill
opgenomen in
VM-waarde
Totaal
2018
Totaal
2017
Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo 1.172.147 68.599 1.240.746 1.153.300
Aanschaffingen 26.494 232 26.726 68.751
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0
Overdrachten (-) -35.211 -3.015 -38.226 -5.164
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -1.304
Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 153.853 153.853 140.859
Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) 0 -4.017
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 4.796 4.796 -24.978
Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) -67.565 -67.565 -62.392
Overboekingen van (naar) andere posten -138.013 -138.013 -12.998
Overige toename (afname) 2.550 -101 2.449 -11.309
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo 1.119.050 65.715 1.184.765 1.240.746

Algemene evolutie

De ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast vertegenwoordigen een balanswaarde van 1.184,8 miljoen euro op 31/12/2018. De daling van deze post ten opzichte van het vorig boekjaar wordt hoofdzakelijk verklaard door de vereenvoudiging van de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in beide banken in plaats van voordien via de gezamenlijke holding Finaxis. De samenwerkingsakkoorden m.b.t. beide banken en de aandeelhoudersakkoorden bleven ongewijzigd en bijgevolg ook de consolidatiemethode. Wel wordt het 78,75%-belang in Delen Private Bank vanaf Q4 2018 rechtstreeks verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.

In 2018 investeerden DEME en Green Offshore bijkomend in windenergie-projectvennootschappen (o.a Merkur (D) en Seamade (B)) en verhoogde AvH haar belang in SIPEF (31,6%). Daartegenover stond de verkoop door AvH van haar belang in Atenor (10,53%) en de verkoop door Extensa van het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw op de site van Cloche d'Or in Luxemburg aan internationale investeerders.

Het aandeel van de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast bedraagt 153,9 miljoen euro tegenover 140,9 miljoen euro in 2017.

  • "Marine Engineering & Contracting" levert een duidelijk hogere bijdrage in 2018 dankzij de aanzienlijke verbetering van de resultaten van de activiteiten in Vietnam van Rent-A-Port, dankzij de eerste consolidatie van de deelneming in het offshore windpark Rentel door Green Offshore en dankzij positieve bijdragen vanuit DEME en CFE.
  • De bijdrage in "Private Banking" wordt beïnvloed door wijzigingen in de consolidatiekring : BDM-Asco werd in H1 2018 verkocht en draagt dus niet meer bij via vermogensmutatie, maar vooral wordt de deelneming in Delen Private Bank sinds Q4 2018 rechtstreeks aangehouden ten belope van 78,75%. De bijdrage van de 78,75% wordt sindsdien in de resultatenrekening rechtstreeks verwerkt, i.p.v. zoals in voorgaande periodes (t.e.m. 30-09-2018) aan 100% met een correctie van 21,25% op het niveau van de belangen van derden.
  • De hogere bijdrage tot deze post vanuit "Real Estate & Senior Care" wordt verklaard door de gestegen ontwikkelingsresultaten op de kantoorprojecten Deloitte Luxemburg en Alter Domus op de Cloche d'Or-site in Luxemburg (Extensa 50%).
  • De bijdrage vanuit "Energy en Resources" valt lager uit als gevolg van een daling van de onderliggende resultaten van SIPEF en Sagar, gecombineerd met het verdwijnen

van de deelneming in NMP uit dit segment, wegens verkocht. Daarbij dient herinnerd te worden aan het boekhoudkundig effect van de herwaardering die inbegrepen was in het resultaat 2017 van SIPEF naar aanleiding van het verwerven van de exclusieve controle op Agro Muko. Het aandeel van AvH in deze (uitsluitend boekhoudkundige) herwaardering dat in 2017 was inbegrepen in de bijdrage vanuit vermogensmutatie bedroeg 19,8 miljoen euro.

• De licht negatieve bijdrage vanuit vermogensmutaties uit "AvH & Growth Capital" wordt verklaard door negatieve bijdragen afkomstig van Manuchar en vooral van Distriplus ten belope van 12,9 miljoen euro over de eerste 9 maanden van 2018, waarna deze participatie werd verkocht en gedeconsolideerd. Daar staan positieve bijdragen tegenover vanuit o.a. Mediahuis (5,4 miljoen euro), Turbo's Hoet Groep (5,0 miljoen euro) en de Telemond-groep (2,2 miljoen euro).

Ook in 2018 overtroffen de winstbijdrages van de participaties ruimschoots de door hen uitgekeerde dividenden. De afname van de waarde van de euro ten opzichte van de vnl. USD vertaalt zich in een positieve wisselkoersimpact ten belope van 4,8 miljoen euro.

De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (31,6%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Consortium Telemond (50%) en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (17,6%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%) en Mediahuis (13,3%), opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar p.153 "Segmentrapportering".

Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2018 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties de volgende beurswaarden vertegenwoordigen van respectievelijk 163,1 miljoen euro en 30,7 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2018 niet het geval.

Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 194,5 miljoen euro. De belangen in C-Power (6,5%), Rentel (18,9%) en GEM/EMW zijn de voornaamste bij DEME alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en de ontwikkeling van de industriezone van Dinh Vu (Vietnam) door Rent-A-Port.

Toelichting 12: financiële activa

1. Financiële activa en passiva per categorie

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2018 2017 2018 2017
Financiële activa
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 570.213 570.213
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) 3 3
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 150.817 150.817
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 456.813 456.813
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 316 316
Financiële activa - at amortised cost 0 0
Vorderingen en liquiditeiten
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 182.941 164.851 182.941 164.851
Vorderingen uit financiële lease 259.573 231.389 243.339 215.904
Overige vorderingen 253.008 209.508 253.008 209.508
Handelsvorderingen 1.138.482 1.073.110 1.138.482 1.073.110
Termijndeposito's tot drie maand 56.661 35.152 56.661 35.152
Liquide middelen 456.927 601.875 456.927 601.875
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 5.367.928 5.030.849 5.050.668 4.713.069
Afdekkingsinstrumenten 2.451 10.202 2.451 10.202
(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2018 2017 2018 2017
Financiële passiva
Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
Financiële schulden
Leningen van banken 1.349.576 1.055.117 1.335.169 1.041.303
Obligatieleningen 419.759 544.537 419.182 535.285
Achtergestelde leningen 23.934 5.354 23.497 5.354
Financiële lease-overeenkomsten 66.585 84.481 63.851 81.377
Overige financiële schulden 171.424 224.325 171.424 224.325
Overige schulden
Handelsschulden 1.487.232 1.352.745 1.487.232 1.352.745
Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 2.505 1.270 2.505
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 189.210 186.022 189.210 186.022
Overige schulden 89.102 126.950 89.102 126.950
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 5.256.744 4.874.548 5.220.161 4.846.350
Afdekkingsinstrumenten 71.772 58.802 71.772 58.802
(€ 1.000) 2018 2017
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Financiële activa
Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 538.264 31.949
Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) 3
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 136.960 13.857
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 456.813
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 316
Financiële activa - at amortised cost
Vorderingen en liquiditeiten
Vorderingen uit financiële lease 259.573 231.389
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 487.511 4.880.417 396.918 4.633.931
Afdekkingsinstrumenten 2.451 10.202
Financiële passiva
Financiële schulden
Leningen van banken 1.349.576 1.055.117
Obligatieleningen 350.761 68.998 490.352 54.185
Achtergestelde leningen 23.934 5.354
Financiële lease-overeenkomsten 66.585 84.481
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 5.256.744 4.874.548
Afdekkingsinstrumenten 71.772 58.802

De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten. Specifiek voor Bank J.Van Breda & C° is de uitwerking hiervan :

• Parameters voor level 1-instrumenten zijn onaangepaste genoteerde prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.

In level 1 vinden we alle financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (tot en met 2017 'voor verkoop beschikbare effecten') met een publieke notering in een actieve markt.

  • Parameters voor level 2-instrumenten zijn genoteerde prijzen voor soortgelijke activa en verplichtingen in actieve markten of gegevens die gebaseerd zijn op of ondersteund worden door waarneembare marktgegevens. Er wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare parameters, zoals onder meer:
    • de actuele waarde van toekomstige kasstromen (discounted cashflow model)
    • de vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument
    • de prijsbepaling door derden, op voorwaarde dat de prijs in de lijn ligt van alternatieve observeerbare parameters.

In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:

  • Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken: omdat deze activa een zeer korte looptijd hebben, wordt de reële waarde gelijkgesteld aan de boekwaarde.
  • Vorderingen op kredietinstellingen en financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde van bovenstaande financiële instrumenten wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:
  • Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges;
  • Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen.
  • Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en ter indekking: ook voor deze instrumenten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van de toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente.
  • Parameters voor level 3-instrumenten zijn niet-waarneembare gegevens voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting. In dit geval wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) met (deels) niet-waarneembare parameters.

In level 3 vinden we volgende financiële activa:

  • Enkele financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (tot en met 2017 'effecten beschikbaar voor verkoop') waarvoor geen publieke notering beschikbaar is.
  • Leningen en voorschotten aan klanten, gewaardeerd tegen geamortiseerde kost-

prijs: de reële waarde hiervan wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:

  • Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges;
  • Er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen en cap-opties;
  • Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen.

(€ 1.000) Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) Renteopbrengsten (lasten) Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) Renteopbrengsten (lasten) 2018 2017 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 16.564 1.869 Financiële activa - Fair value or at amortised cost 1.365 1.146 Overige financiële activa 41.545 59.207 Vorderingen en liquiditeiten 28.511 27.105 Afdekkingsinstrumenten 30 30 Banken - vorderingen kredietsinstellingen & cliënten 93.950 95.664 Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs -36.295 -42.237 Afdekkingsinstrumenten -8.508 -6.115 Banken - schulden aan kredietsinstellingen, cliënten en obligaties -16.333 -19.754

2. Kredietrisico

Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group (de vroegere Nationale Delcrederedienst), in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. Eind 2017 had de groep CFE in Tsjaad nog een nettovordering van ongeveer 60 miljoen euro op de staat. Na de ontvangsten in juli 2018 daalde het bedrag van de openstaande vorderingen met 7,5 miljoen euro. Sedert juli 2018 werden geen nieuwe ontvangsten meer geboekt. De lokaal ontvangen bedragen zijn nog niet in euro omgezet. De algemene voorwaarden voor de herfinanciering van de vorderingen van het Grand Hotel werden formeel goedgekeurd door de overheid van Tsjaad. Ze wachten nog op bekrachtiging door de raad van bestuur van Afreximbank.

Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarbinnen de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd krediet(concentratie) risico. Door zich contractueel voldoende in te dekken, weet de groep dit risico in te perken. Aangezien Rent-A-Port actief is in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, is het ook blootgesteld aan politieke risico's. Een sterk lokaal netwerk is een belangrijke factor van risicomanagement.

Voor de kredietrisico's aangaande de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.

Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen.

Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.

Het kredietrisico bij Anima Care en HPA is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron.

Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig.

In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.

De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door DEME, CFE, Leasinvest Real Estate en Extensa, terwijl de private obligatieleningen van BPI en Leasinvest Real Estate opgenomen zijn onder Niveau 2.

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties
tussen
segmenten
Totaal
2017
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 149.865 818 594 19.959 -6.385 164.851
Vorderingen uit financiële lease 192.597 23.307 215.904
Overige vorderingen 80.707 30.175 68.058 48.935 -18.367 209.508
Handelsvorderingen 1.009.749 46.560 19.290 -2.490 1.073.110
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 1.240.321 223.590 138.520 0 88.184 -27.242 1.663.373
% 75% 13% 8% 0% 5% -1% 100%
niet vervallen 909.362 216.580 123.779 85.501 -27.242 1.307.980 79%
vervallen < 30 d 47.436 4.824 8.769 1.989 63.018 4%
vervallen < 60 d 33.794 1.643 516 398 36.351 2%
vervallen < 120 d 13.422 230 504 163 14.320 1%
vervallen > 120 d 236.306 313 4.952 134 241.705 15%
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 1.240.321 223.590 138.520 0 88.184 -27.242 1.663.373 100%
% 75% 13% 8% 0% 5% -1% 100%
Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -4.819 -5.000 -9.819
Vorderingen uit financiële lease (WV) -3.641 -3.641
Overige vorderingen (WV) -152 -521 -8.711 -9.383
Handelsvorderingen (WV) -15.498 -1.496 -16.994
-20.468 -3.641 -2.017 0 -13.711 0 -39.837
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering &
Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth Capital
Eliminaties tussen
segmenten
Totaal
2018
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 177.880 1.054 3.335 18.077 -17.405 182.941
Vorderingen uit financiële lease 220.557 22.782 243.339
Overige vorderingen 108.909 29.584 83.619 38.581 -7.685 253.008
Handelsvorderingen 1.093.581 30.895 15.123 -1.116 1.138.482
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 1.380.370 251.195 140.631 0 71.781 -26.207 1.817.770
% 76% 14% 8% 0% 4% -2% 100%
niet vervallen 1.053.414 244.024 134.680 69.800 -26.207 1.475.711 81%
vervallen < 30 d 65.934 5.477 2.798 1.288 75.497 4%
vervallen < 60 d 31.796 1.178 959 526 34.459 2%
vervallen < 120 d 96.317 117 988 129 97.550 5%
vervallen > 120 d 132.909 399 1.206 38 134.553 7%
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 1.380.370 251.195 140.631 0 71.781 -26.207 1.817.770 100%
% 76% 14% 8% 0% 4% -2% 100%
Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -4.819 -4.819
Vorderingen uit financiële lease (WV) -4.683 -4.683
Overige vorderingen (WV) -152 -37 -8.711 -8.900
Handelsvorderingen (WV) -44.602 -1.865 -46.467
-49.573 -4.683 -1.902 0 -8.711 0 -64.870

De in 2017 geboekte waardeverminderingen zijn conform IAS 39 (incurred loss) terwijl de waardeverminderingen in 2018 in overeenstemming met IFRS 9 (expected loss) zijn gewaardeerd.

Marine Engineering & Contracting

  • Leningen verstrekt aan deelnemingen betreffen o.m. financieringen toegekend door DEME en Green Offshore aan hun respectievelijke deelnemingen actief in de ontwikkeling/uitbating van de windmolenparken Rentel, Merkur, Seamade en door CFE aan vastgoed-projectvennnootschappen.
  • Overige vorderingen : Terug te vorderen BTW, voorschotten verstrekt door Rent-A-Port aan haar vietnamese activiteiten.
  • De handelvorderingen in dit segment zijn goed voor 96% van de totale handelsvorderingen.

Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, maar die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 14).

CFE heeft in toepassing van de nieuwe boekhoudnorm IFRS 9 – Expected Credit Loss in de openingsbalans per 1-1-2018 een bijzondere waardevermindering verwerkt van 12 miljoen euro mbt Tsjaad en heeft ten laste van de resultatenrekening van 2018 10 miljoen euro bijkomende voorziening voor 'expected credit loss' genomen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii.

Private Banking

• Het kredietrisico van de leasingactiviteit van Bank J.Van Breda & C° wordt behandeld in Toelichting 16 Leasing.

Real Estate & Senior Care

  • De lease-activiteit bestaat uit de lange termijnverhuur door Leasinvest Real Estate van het Rijksarchief te Brugge aan de Regie de Gebouwen en een beperkt aantal vastgoedleasings bij Extensa.
  • De overige vorderingen slaan op de voorschotten die Extensa aan haar vastgoedprojectvennnootschappen verleent.
  • Verwijzend naar bovenstaande beschrijving van het kredietrisicobeheer, zijn zowel bij Leasinvest Real Estate als Extensa de waardeverminderingen op handelsvorderingen beperkt. De toepassing door Leasinvest Real Estate van een vereenvoudigd 'Expected credit loss'-model gaf aanleiding tot het opzetten van een algemene provisie van 4 duizend euro.
  • Bij Anima Care en HPA betalen de meeste residenten via domiciliëring, wat het nietopzetten van een vereenvoudig expected credit loss model rechtvaardigt.

AvH & Growth Capital en Intercompany eliminaties

  • de integrale consolidatie van Agidens
  • financieringen verstrekt door AvH & subholdings aan o.a. Green Offshore in het kader van de ontwikkeling van de windmolenparken Rentel en Seamade worden in de consolidatie geëlimineerd.

3. Wisselkoersrisico

Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. DEME dekt doorgaans deze risico's in door gebruik te maken van financiële hedges en termijncontracten. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken.

Rent-A-Port is vooral actief in landen buiten de euro-zone en wordt vnl. aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.

Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden, met uitzondering van de beperkte activiteiten van Extensa in Turkije (risico gelinkt aan de Turkse Lira) en in Roemenië (risico gelinkt aan de RON).

Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.

Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.

Agidens, wereldwijd aanwezig waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten van de resp. groepsmaatschappij in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten.

De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (17,6% belang in Sagar Cements en in het fonds Healthquad). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijninvesteringen betreffen.

De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone.

Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank en SIPEF, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende 9% in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.

Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro :

Poolse Zloty 4,30 4,26
1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde koers Slotkoers Gemiddelde koers
Australische Dollar 1,62 1,58 Qatarese Rial 4,17 4,30
Britse Pond 0,90 0,89 Roemeense Leu 4,66 4,65
Bulgaarse Lev 1,96 1,96 Russische Roebel 79,37 73,53
CFA Frank 655,96 655,96 Singapore Dollar 1,56 1,59
Hongaarse Forint 320,98 318,89 Tunesische Dinar 3,43 3,11
Indische Rupie 80,00 80,65 Turkse Lire 6,06 5,71
Marokkaanse Dirham 10,94 11,08 US Dollar 1,15 1,18
Nigeriaanse Naira 416,29 425,60 Vietnamese Dong 28.464,57 27.115,75

4. Financiële activa : at fair value through OCI or through P/L

(€ 1.000) Financiële
vaste activa
Geldbeleggingen
Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2017
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 113.043 621.408
Financiële activa - boekwaarde 81.170 598.036
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 31.873 18.598
Financiële activa - te ontvangen intresten 4.775
Aanschaffingen 12.818 215.302
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 2.222
Actuarieel rendement -3.294
Overdrachten (-) -5.826 -361.767
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde 1.612 -431
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -375
Bijzondere WV teruggenomen in de resultatenrekening (+) 9
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -3.253
Overboeking van (naar) andere posten -18.937
Overige toename (afname) -2.315
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 102.335 467.882
Financiële activa - boekwaarde 79.268 449.705
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 23.067 15.717
Financiële activa - te ontvangen intresten 2.460
(€ 1.000) Financiële
vaste activa
Geldbeleggingen
Financiële activa : at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2018
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 102.335 467.882
Financiële activa - boekwaarde (voor verkoop beschikbaar) 79.268 449.705
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 23.067 15.717
Financiële activa - te ontvangen intresten 2.460
Aanschaffingen 22.834 380.329
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
Actuarieel rendement -1.568
Overdrachten (-) -4.041 -349.106
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) 6.077 -3.098
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) 487
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 960
Overboeking van (naar) andere posten -13.688
Overige toename (afname) 9 -1.466
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 113.526 494.420
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) 113.526 490.665
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) 2.805
Financiële activa - te ontvangen intresten 950

De deelname door Leasinvest Real Estate aan de kapitaalsverhoging bij Retail Estates ten belope van 12,9 miljoen euro en de aankoop eind 2018 van een 2,45%-belang in EVS (7,4 miljoen euro) door AvH waren de voornaamste investeringen in niet-geconsolideerde participaties.

De verkoop van vastgoedcertificaten (Axxess Business Park) door Leasinvest Real Estate en van een bijkomende schijf van 3% van Koffie Rombouts door AvH verklaren de desinvesteringen.

De positieve reële waarde-schommeling is nagenoeg volledig toe te schrijven aan het 10%-belang in Retail Estates, dat met een beurswaarde van 91,8 miljoen euro ongeveer 80% uitmaakt van de totale niet-geconsolideerde participaties van AvH.

De post 'overboeking' is het gevolg van de eerste consolidatie van de deelneming in het offshore windpark Rentel door Green Offshore.

De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : Aantal aandelen Reële waarde
Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° 457.129
Fondsen beheerd door Delen Private Bank 25.447
Ageas 278.284 10.937
Andere 908
494.420

De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).

Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : Reële waarde
Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) 457.129
AvH & Growth Capital 37.175
Real Estate & Senior Care 113
Marine Engineering & Contracting 3
Energy & Resources 0
494.420

Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C°

Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2018 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een minimumrating Aa3 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity. De beleggingsportefeuille bevat geen overheidsobligaties van Portugal, Italië, Ierland, Griekenland, Spanje en Turkije.

Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.

Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2018 Naar rating Naar restlooptijd
Overheidsobligaties Aaa 42,5% 2019 15,1%
Overheidsobligaties Aa1 30,7% 2020 21,8%
Overheidsobligaties Aa2 12,6% 2021 10,5%
Overheidsobligaties Aa3 8,5% 2022 14,6%
Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere 5,7% 2023 17,4%
>2024 20,4%
onbepaald 0,2%

Toelichting 13: banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2018 2017 2018 2017
I. Interbancaire vorderingen
Binnenlandse kredietinstellingen 50.397 44.355 50.296 44.338
Buitenlandse kredietinstellingen 77.431 44.525 77.397 44.525
Totaal kredietinstellingen 127.828 88.880 127.693 88.863
II. Leningen en vorderingen op cliënten
Wissels en eigen accepten 0 0 0 0
Investeringskredieten en financieringen 2.446.104 2.367.784 2.262.000 2.176.117
FV aanpassing ingedekte kredieten (FV hedge) 12.085 3.952 12.085 3.952
Hypothecaire leningen 2.019.029 1.863.902 1.887.991 1.739.078
Werkingskredieten 394.151 385.637 392.176 384.371
Overige 9.048 12.656 9.040 12.650
Totaal cliënten 4.880.417 4.633.931 4.563.292 4.316.168
III. Tegoeden centrale banken
Tegoeden bij centrale banken 359.683 308.038 359.683 308.038
Totaal tegoeden bij centrale banken 359.683 308.038 359.683 308.038
Totaal vorderingen op kredietinstellingen & clienten 5.367.928 5.030.849 5.050.668 4.713.069

De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.

De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:

  • kredieten toegekend door Bank J.Van Breda & C° aan familiale ondernemers en vrije beroepen en door de divisie Bank de Kremer aan particulieren en zelfstandigen. De vele ondernemers en vrije beroepen die de voorbije jaren cliënt werden, vertrouwen een steeds groter deel van hun bankzaken aan de bank toe.
  • autofinancieringen verstrekt door de divisie Van Breda Car Finance.

De sterke prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.

Kredietrisico

De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De divisie Bank de Kremer bank richt zich op particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.

De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°.

Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardeverminderingen moet worden geboekt.

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal 2018 Totaal 2017
Individual Collective Individual Collective
Performing
Low risk 1.515.561 27.820 4.611 1.547.992 1.447.552
Medium risk 1.908.896 313.221 12.898 2.235.015 2.101.857
High risk 355.159 321.546 2.090 678.795 676.938
Overdue 34.240 24.487 58.727 48.487
Non-performing
Submitted to write off 42.763 42.763 41.334
Total 3.813.856 0 687.074 19.599 42.763 4.563.292 4.316.168

Interne rating klasse - leningen en vorderingen op cliënten

Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie tijdens het boekjaar 2018

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Individual Collective Individual Collective
01/01/18 3.571.815 5.463 687.451 10.105 41.334 4.316.168
Recognition 1.135.046 148.571 4.384 6.095 1.294.096
Derecognition -608.908 -217 -114.176 -8.680 -731.981
Repayments -248.492 -56.801 -135 -9.289 -314.717
Transfers to stage 1 180.768 -180.600 -168 0
Transfers to stage 2 -209.946 -5.246 211.578 5.246 -1.631 1
Transfers to stage 3 -6.408 -8.736 15.144 0
Modifications -18 -214 -43 -275
31/12/18 3.813.856 0 687.074 19.599 42.763 4.563.292

Gecumuleerde waardeverminderingen - leningen en vorderingen op cliënten, buitenbalans & FVOCI

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Total
Individual Collective Individual Collective leningen
aan Clienten
Financiële leas- ing (p. 183) Totaal
01/01/2018 2.079 5 1.664 58 23.867 27.673 4.186 31.859
Recognition 2.555 6 1.050 1.916 5.527 429 5.956
Derecognition -1.667 -866 -1.787 -4.320 -603 -4.923
Repayments -568 -2 -411 -4 -985 -191 -1.176
Transfers to Stage 1 1.009 -1.000 -8 1 1
Transfers to Stage 2 -143 -9 373 9 -229 1 1
Transfers to Stage 3 -11 -106 118 1 1
Impact ECL by Stage Transfer -746 981 50 2.741 3.026 1.289 4.315
Other credit risk -90 84 -11 -849 -866 -385 -1.251
Modifications -80 -80 -80
Model changes 7 39 46 -42 4
Write-offs -1.233 -1.233 -1.233
Other adjustments 0
31/12/2018 2.425 0 1.808 102 24.456 28.791 4.683 33.474

(1) De beperkte impact van 'Expected credit loss' op de buitenbalans en de beleggingsportefeuille FVOCI van Bank J.Van Breda & C° laat toe om dit mee te integreren in de tabel hierboven.

Waardeverminderingen ten laste van de resultatenrekening 2018 (inclusief financiële leasing)

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Individual Collective Individual Collective
Geldbeleggingen (FVOCI) 3 3
Leningen aan cliënten en Financiële leasing -488 5 -100 -34 -2.365 -2.982
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 2 -18 -10 -5 -31
Totaal -483 5 -118 -44 -2.370 -3.011

Toelichting 14: voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden

(€ 1.000) 2018 2017
I. Voorraden, nettobedrag 332.385 329.400
Bruto-boekwaarde 335.694 334.859
Grond- en hulpstoffen 42.443 41.423
Gereed product 0 0
Handelsgoederen 558 454
Onroerende goederen bestemd voor verkoop 240.132 280.157
Vooruitbetalingen 52.562 12.824
Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) -3.310 -5.458
Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar -1.756 -401
Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar 166 731
II. Onderhanden projecten in opdracht van derden
Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto 175.083 102.003
Bedrag door klanten verschuldigd (inclusief handelsvorderingen) 465.516 290.058
Bedrag aan klanten verschuldigd (inclusief handelsschulden) (-) -290.433 -188.055
Onderhanden projecten op afsluitdatum
Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen 6.558.239 6.105.590
Bedrag van gerealiseerde opbrengsten -6.383.157 -6.003.586
Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) -179.358 -122.064
Ingehouden bedragen (CFE-DEME) 3.320 3.156

De rubriek 'Onroerende goederen bestemd voor verkoop' bestaat voornamelijk uit de grondenportefeuille van Extensa en de vastgoedpromotieprojecten van CFE.

Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE-DEME zullen in de volgende jaren nog een omzet van 2.611 miljoen euro genereren.

De vastgoedpromotieprojecten van Extensa (vnl. Tour&Taxis en Cloche d'Or Luxemburg) zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt.

De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.

Toelichting 15: Minderheidsbelangen

(€ 1.000) Minderheidsbelang % Minderheidsbelang
in de AvH-balans
Aandeel minderheids
belang in winst
van het boekjaar
2018 2017 2018 2017 2018 2017
I. Marine Engineering & Contracting
CFE - DEME (1) 39,55% 39,60% 676.810 642.595 69.849 71.686
II. Private Banking
Finaxis (2) 21,25% 54.517 -252
Bank J.Van Breda & C° 21,25% 21,25% 116.096 81.215 9.055 8.378
Delen Investments (tot 30-09-2018) (2) 21,25% 21,25% 120.755 18.578 24.879
III. Real Estate & Senior Care
Leasinvest Real Estate 69,99% 69,99% 333.035 267.518 26.734 33.278
HPA 28,28% 28,28% 25.648 26.506 7.789 2.347
IV. AvH & Growth Capital
Agidens 13,75% 13,75% 2.300 2.942 -689 -57
Overige (3) 27.659 27.016 20.818 12.868
Totaal 1.181.549 1.223.064 152.134 153.128

(1) Het minderheidsbelang bij CFE – DEME daalt licht als gevolg van de aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (0,05%) op de beurs. Het aandeel van het minderheidsbelang in de winst van het boekjaar is berekend op basis van het minderheidsbelang van 39,60% terwijl voor de balans het minderheidsbelang per 31 december 2018 van 39,55% is gehanteerd.

(2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% belang in Delen Private Bank dat vanaf Q4 2018 rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.

(3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2018 grotendeels werd uitgekeerd.

Beknopte resultatenrekening - 2018

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Omzet 3.640.627 143.759 56.209 120.284 82.550
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 213.075 53.004 43.147 36.066 -4.169
Financieel resultaat -8.488 -4.634 -4.273 -462
Winst (verlies) vóór belasting 218.756 53.724 38.513 31.792 -4.631
Winst (verlies) van het boekjaar 169.207 42.260 38.194 29.278 -5.012
Op het niveau van de onderneming zelf 169.207 42.260 38.194 29.278 -5.012
- Aandeel van het minderheidsbelang -2.323 95 -682
- Aandeel van de groep 171.530 42.165 38.194 29.960 -5.012
Op het niveau van AvH (1) 179.921 42.260 38.606 29.278 -5.012
- Aandeel van het minderheidsbelang 69.849 9.055 26.734 7.789 -689
- Aandeel van de groep 110.072 33.205 11.873 21.489 -4.323

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

Beknopte resultatenrekening - 2017

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Omzet 3.066.525 141.380 366.912 56.892 114.114 71.255
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 267.157 56.128 152.478 60.115 9.047 -160
Financieel resultaat -22.266 -11.963 -5.627 -360
Winst (verlies) vóór belasting 227.181 57.640 152.478 48.152 3.421 -520
Winst (verlies) van het boekjaar 178.751 39.154 108.220 47.545 7.445 -414
Op het niveau van de onderneming zelf 178.751 39.154 108.220 47.545 7.445 -414
- Aandeel van het minderheidsbelang -1.691 73 2.384 395
- Aandeel van de groep 180.442 39.081 105.836 47.545 7.051 -414
Op het niveau van AvH (1) 183.599 39.154 108.220 48.168 7.445 -414
- Aandeel van het minderheidsbelang 71.686 8.378 24.879 33.278 2.347 -57
- Aandeel van de groep 111.913 30.776 83.341 14.889 5.098 -357

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten - 2018

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Op het niveau van de onderneming zelf 164.768 42.265 35.981 28.854 -4.664
Winst (verlies) van het boekjaar 169.207 42.260 38.194 29.278 -5.012
- Aandeel van het minderheidsbelang -2.323 95 0 -682 0
- Aandeel van de groep 171.530 42.165 38.194 29.960 -5.012
Niet-gerealiseerde resultaten -4.439 5 -2.213 -424 348
- Aandeel van het minderheidsbelang -188 0
- Aandeel van de groep -4.251 5 -2.213 -424 348
Op het niveau van AvH 175.482 42.265 36.393 28.854 -4.664
Winst (verlies) van het boekjaar 179.921 42.260 38.606 29.278 -5.012
- Aandeel van het minderheidsbelang 69.849 9.055 26.734 7.789 -689
- Aandeel van de groep 110.072 33.205 11.873 21.489 -4.323
Niet-gerealiseerde resultaten -4.439 5 -2.213 -424 348
- Aandeel van het minderheidsbelang -1.849 1 -1.549 -120 48
- Aandeel van de groep -2.590 4 -664 -304 300

Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten - 2017

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Op het niveau van de onderneming zelf 173.268 36.671 106.570 51.344 7.717 -742
Winst (verlies) van het boekjaar 178.751 39.154 108.220 47.545 7.445 -414
- Aandeel van het minderheidsbelang -1.691 73 2.384 0 395 0
- Aandeel van de groep 180.442 39.081 105.836 47.545 7.051 -414
Niet-gerealiseerde resultaten -5.483 -2.483 -1.650 3.799 272 -328
- Aandeel van het minderheidsbelang 188 0
- Aandeel van de groep -5.671 -2.483 -1.650 3.799 272 -328
Op het niveau van AvH 178.116 36.671 106.570 51.967 7.717 -742
Winst (verlies) van het boekjaar 183.599 39.154 108.220 48.168 7.445 -414
- Aandeel van het minderheidsbelang 71.686 8.378 24.879 33.278 2.347 -57
- Aandeel van de groep 111.913 30.776 83.341 14.889 5.098 -357
Niet-gerealiseerde resultaten -5.483 -2.483 -1.650 3.799 272 -328
- Aandeel van het minderheidsbelang -2.053 -528 -351 2.662 76 -45
- Aandeel van de groep -3.430 -1.955 -1.300 1.138 196 -283

Beknopte balans - 2018

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Vaste activa 3.089.849 3.834.929 1.116.270 189.304 20.188
Vlottende activa 1.859.102 1.985.090 39.837 50.781 27.751
Langlopende verplichtingen 913.562 695.779 385.013 110.496 7.026
Kortlopende verplichtingen 2.300.538 4.574.298 295.283 46.541 24.189
Eigen vermogen 1.734.851 549.942 475.811 83.048 16.725
- Deel groep 1.720.878 549.800 475.811 80.029 16.725
- Minderheidsbelangen 13.973 142 0 3.019
Dividend uitgekeerd aan derden -24.060 -5.815 -17.284 -298 0

Beknopte balans - 2017

(€ 1.000) CFE Bank J.
Van Breda & C°
Delen
Investments
Leasinvest
Real Estate
HPA Agidens
Vaste activa 2.815.451 3.597.084 325.167 979.104 331.884 19.114
Vlottende activa 1.831.442 1.827.555 2.275.910 20.189 20.775 32.779
Langlopende verplichtingen 875.532 672.307 114.475 384.626 225.755 1.820
Kortlopende verplichtingen 2.115.036 4.213.494 1.806.919 232.461 42.964 28.594
Eigen vermogen 1.656.325 538.838 679.683 382.206 83.940 21.480
- Deel groep 1.641.904 538.718 678.792 382.206 80.076 21.480
- Minderheidsbelangen 14.421 120 891 0 3.864
Dividend uitgekeerd aan derden -21.554 -3.729 -9.860 -16.938 -135 -109

Toelichting 16: leasing

(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2018
< 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2017
Resterende looptijd Resterende looptijd
I. Leasinggever - financiële lease
Bruto lease-investeringen 69.965 174.410 32.684 277.059 60.470 155.537 38.101 254.107
Contante waarde van minimale leasebetalingen 62.311 160.199 18.773 241.283 53.411 141.275 19.490 214.176
Onverdiende financieringsbaten 35.776 39.931
Geaccumuleerde waardeverminderingen voor oninbare te vorderen
minimale leasebetalingen
4.028 3.641
Debiteuren leasing 2.056 2.056 1.728 1.728

Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Conform IFRS 9 Financiële instrumenten vindt u hieronder bijkomende informatie omtrent 'Expected credit loss'. Voorts heeft Extensa een beperkt aantal vastgoedleasings in portefeuille en zit de lange termijnverhuur door Leasinvest Real Estate van het Rijksarchief te Brugge aan de Regie de Gebouwen in deze balanspost vervat.

Financiële lease Bank J.Van Breda & C° - interne rating klasse

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal 2018 Totaal 2017
Individual Collective Individual Collective
Performing
Low risk 211.854 211.854 184.571
Medium risk 0 0
High risk 970 970 708
Overdue 5.420 1.231 6.651 6.629
Non-performing
Submitted to write off 1.082 1.082 689
Total 218.244 0 1.231 0 1.082 220.557 192.597

Financiële lease Bank J.Van Breda & C° - evolutie tijdens het boekjaar 2018

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Individual Collective Individual Collective
01/01/18 190.043 0 1.865 0 689 192.597
Recognition 93.326 427 331 94.084
Derecognition -24.830 -529 -243 -25.602
Repayments -37.538 -304 -2.680 -40.522
Transfers to stage 1 664 -648 -16 0
Transfers to stage 2 -796 796 0
Transfers to stage 3 -2.624 -377 3.001 0
Modifications 0
31/12/18 218.244 0 1.231 0 1.082 220.557

Financiële lease Bank J.Van Breda & C° - gecumuleerde waardeverminderingen

(€ 1.000) Stage 1 Stage 2 Stage 3 Totaal
Individual Collective Individual Collective
01/01/2018 440 0 105 0 3.641 4.186
Recognition 337 16 76 429
Derecognition -32 -8 -563 -603
Repayments -176 -15 -191
Transfers to Stage 1 199 -146 -53 0
Transfers to Stage 2 -9 9 0
Transfers to Stage 3 -7 -77 84 0
Impact ECL by Stage Transfer -184 199 1.274 1.289
Other credit risk 45 1 -431 -385
Modifications 0
Model changes -37 -5 -42
Write-offs 0
Other adjustments 0
31/12/2018 576 0 79 0 4.028 4.683

We verwijzen naar Toelichting 13. Banken : vorderingen op kredietinstellingen en cliënten en de tabel (p. 178-179) met de gecumuleerde waardeverminderingen van Bank J.Van Breda & C°, waarin bovenvermelde tabel mbt financiële leasing wordt hernomen. U vindt er tevens de link met de waardeverminderingen ten laste van de resultatenrekening 2018.

(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2018
< 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2017
Resterende looptijd Resterende looptijd
II. Leasingnemer - financiële lease
Minimale leasebetalingen - totaal 11.253 32.493 28.497 72.243 17.323 59.894 18.004 95.221
Minimale leasebetalingen - rente (-) -1.328 -3.660 -3.403 -8.391 -2.093 -10.738 -1.013 -13.844
Contante waarde van de minimale leasebetalingen 9.925 28.833 25.094 63.851 15.230 49.156 16.991 81.377
Uitsplitsing leaseverplichtingen naar activa: Terreinen en gebouwen 24.654 35.092
Installaties, machines en uitrusting 37.623 44.848
Meubilair en rollend materieel 1.575 1.438
(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2018
< 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2017
Resterende looptijd Resterende looptijd
III. Leasingnemer - operationele lease
Toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele
leases
27.126 52.729 53.027 132.882 12.689 15.487 10.326 38.502
Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winst- en
verliesrekening
44.158 15.092

De financiële leasingschulden hebben vnl. betrekking op vaartuigen van DEME (Charlemagne en Victor Horta) en gebouwen bij CFE en Patrimoine & Santé Expansion.

De daling van de financiële leasingschulden vloeit o.m. voort uit de verkoop door HPA van een deel van haar vastgoed.

Toelichting 17: voorzieningen

(€ 1.000) Voorzieningen
voor
garanties
Voorzieningen
voor
gerechtelijke
procedures
Milieu
voorzieningen
Voorzieningen
voor
herstructure
ringen
Voorzienin
gen voor
contractuele
verplichtingen
Overige
voorzieningen
Totaal
Voorzieningen - boekjaar 2017
Voorzieningen, beginsaldo 19.801 14.182 0 3.952 245 105.674 143.854
Additionele voorzieningen 2.255 12.141 395 19.747 34.538
Toename van bestaande voorzieningen 598 1 120 869 1.588
Toename door bedrijfscombinaties 46 779 825
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -6.401 -7.318 -2.847 -12.207 -28.772
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -41 10 -2.351 -2.382
Afname door bedrijfsafsplitsing (-) 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -32 -89 132 11
Overboekingen van (naar) andere posten -126 -1.018 -3.339 -4.483
Overige toename (afname) 369 369
Voorzieningen, eindsaldo 16.423 18.975 0 481 365 109.304 145.547
(€ 1.000) Voorzieningen
voor
garanties
Voorzieningen voor
gerechtelijke
procedures
Milieu
voorzieningen
Voorzieningen
voor
herstructure
ringen
Voorzienin
gen voor
contractuele
verplichtingen
Overige
voorzieningen
Totaal
Voorzieningen - boekjaar 2018
Voorzieningen, beginsaldo 16.423 18.975 0 481 365 109.304 145.547
Additionele voorzieningen 2.521 1.727 27 2.278 623 7.176
Toename van bestaande voorzieningen 43 17 -220 99 720 659
Toename door bedrijfscombinaties 406 406
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -1.800 -9.561 -1.260 -192 -3.346 -16.158
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -68 -173 -15.425 -15.665
Afname door bedrijfsafsplitsing (-) -50 -50
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -88 -139 -87 -313
Overboekingen van (naar) andere posten -2 -3.985 2.573 6.550 3.265 8.401
Overige toename (afname) 473 331 804
Voorzieningen, eindsaldo 17.570 6.917 0 1.601 8.927 95.792 130.807

De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2017 werd 16,0 miljoen euro (deel Groep 9,7 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2018 werd dit bedrag verder afgebouwd met 15,4 miljoen euro (deel groep 9,3 miljoen euro).

De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen.

De 'Overige voorzieningen' bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve vermogensmutatiewaarden ten belope van 25,1 miljoen euro.

Toelichting 18: financiële schulden

(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2018
< 1 jaar 1 jaar <
< 5 jaar
> 5 jaar Totaal
2017
Resterende looptijd Resterende looptijd
I. Financiële schulden
Leningen van banken 214.864 987.221 133.083 1.335.169 163.833 686.887 190.583 1.041.303
Obligatieleningen 275.826 79.325 64.031 419.182 99.959 399.655 35.672 535.285
Achtergestelde leningen 4.580 18.916 0 23.497 0 5.354 0 5.354
Financiële lease-overeenkomsten 9.924 31.085 22.842 63.851 15.230 38.297 27.850 81.377
Overige financiële schulden 167.724 2.058 1.642 171.424 220.445 1.911 1.969 224.325
Totaal 672.919 1.118.606 221.598 2.013.123 499.467 1.132.103 256.074 1.887.644

Liquiditeitsrisico

De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:

KT LT
Marine Engineering & Contracting 357.997 703.997
Real Estate & Senior Care 296.612 647.804
Energy & Resources 0 0
AvH & Growth Capital 25.679 5.808
Intercompany -7.367 -17.405
Totaal 672.919 1.340.204

Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2018. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere financieringsbronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven voor 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Op de vervaldag in februari 2019 heeft DEME deze obligatielening terugbetaald.

Ook CFE is op 21 juni 2012 overgegaan tot de uitgifte van een obligatielening voor een bedrag van 100 miljoen euro. Op vervaldag 21 juni 2018 heeft CFE deze obligatielening van 100 miljoen euro terugbetaald. De herfinanciering gebeurde door middel van bevestigde bilaterale kredietlijnen voor in totaal 160 miljoen euro (vervaldatum 2023), waarvan 130 miljoen euro was opgenomen op 31 december 2018. Op het eind van het boekjaar introduceerde CFE bovendien een Multi-Term Treasury Notes-programma van 50 miljoen euro. De eerste emissies vonden begin 2019 plaats.

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar.

Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Het aanspreken van diverse financieringsbronnen werd reeds in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing door Leasinvest Real Estate van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. De gemiddelde duration van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2018 3,1 jaar (ten opzichte van 3,3 jaar eind 2017).

In 2017 heeft Extensa Group een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering werd afgebouwd.

De expansie van Anima Care via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd via kapitaalverhoging en/of externe financiering. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Residalya beschikt over bilaterale kredietlijnen voor de financiering van exploitaties en investeringen. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé Expansion zijn gefinancierd door middel van lange termijn leningen met looptijden van 15 tot 25 jaar. De netto-financiële schuld van HPA werd meer dan gehalveerd dankzij de verkoop van het vastgoed van 14 residenties aan Icade Santé en niettegenstaande een kapitaalsvermindering met 30 miljoen euro.

De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan de schuld van Agidens betreffende het hoofdgebouw en de korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, hoofdzakelijk het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen, gespreid over verschillende banken, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen.

Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden op 31 december 2018 gerespecteerd.

(€ 1.000) 2018 2017
II. Schulden (of gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of
onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
Leningen van banken 273.123 343.392
Financiële lease-overeenkomsten 0 0
Overige financiële schulden 0 0
Totaal 273.123 343.392

Toelichting 19: banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2018 2017 2018 2017
I. Schulden aan kredietinstellingen
Zichtdeposito's 10.258 9.866 10.258 9.866
Deposito's met vaste looptijd 17.342 17.336 17.317 17.309
Terugkoopovereenkomsten (repo's)
Overige deposito's 243 243
Te betalen interesten 59 40 59 40
Totaal 27.659 27.485 27.634 27.458
II. Schulden aan cliënten
Zichtdeposito's 2.565.151 2.345.161 2.565.151 2.345.161
Deposito's met vaste looptijd 1.340.514 1.334.314 1.322.504 1.311.918
Speciale deposito's 46.529 44.915 46.529 44.915
Gereguleerde deposito's 875.571 778.623 875.571 778.623
Overige deposito's 10.877 15.869 10.874 15.864
Depositogarantiesysteem
Te betalen interesten 6.445 9.032 6.445 9.032
Totaal 4.845.087 4.527.914 4.827.074 4.505.513
III. Schuldcertificaten inclusief obligaties
Schuldcertificaten 275.467 253.324 275.208 253.114
Kasbons
Niet converteerbare obligaties
Te betalen interesten
Totaal 275.467 253.324 275.208 253.114
IV. Achtergestelde verplichtingen
Achtergestelde verplichtingen 107.351 64.675 89.065 59.115
Te betalen interesten 1.180 1.150 1.180 1.150
Totaal 108.531 65.825 90.245 60.265
Totaal schulden aan kredietinstellingen, clienten & obligaties 5.256.744 4.874.548 5.220.161 4.846.350

De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.

Liquiditeitsrisico Bank J.Van Breda & C°

Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 891 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB, en zeer liquide overheidsobligaties.

De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille van klanten en de klantendeposito's. Eind 2018 bedroeg deze ratio 98,6%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt

In de onderstaande tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen.

tot een minimum beperkt en bedraagt in 2018 slechts 5,9% van het balanstotaal. In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren.

In de Basel III-reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee nieuwe liquiditeitsratio's geïntroduceerd:

  • De LCR (Liquidity Coverage Ratio) is een maatstaf voor de liquiditeitspositie onder een acuut stress-scenario gedurende 30 dagen. Hiertoe dienen instellingen over voldoende kwaliteitsvolle liquide middelen te beschikken. De regelgever legt een limiet op van minimum 100%.
  • De NSFR (Net Stable Funding Ratio) zet de beschikbare stabiele financiering af tegenover de vereiste stabiele financiering over een tijdshorizon van 1 jaar. De regelgever legt een limiet op van minimum 100% vanaf 2018. Op dit moment is er echter nog geen Europese implementatie.

Eind 2018 bedroegen deze ratio's respectievelijk 146% en 124%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de toezichthouder.

Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management'-kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.

(€ 1.000) ≤ 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald
31/12/2018
Activa 816.000 173.000 686.000 2.256.000 1.252.000 558.000 46.000
Passiva -230.000 -189.000 -2.114.000 -2.650.000 -56.000 0 -51.000
Derivaten -1.000 -1.000 -6.000 -15.000 8.000 2.000 0
Liquiditeitsgap 585.000 -17.000 -1.434.000 -409.000 1.204.000 560.000 -5.000
31/12/2017
Activa 797.000 170.000 632.000 2.123.000 1.140.000 492.000 37.000
Passiva -218.000 -263.000 -1.913.000 -2.449.000 -23.000 0 -50.000

Derivaten -1.000 -1.000 -5.000 -9.000 8.000 2.000 0 Liquiditeitsgap 578.000 -94.000 -1.286.000 -335.000 1.125.000 494.000 -13.000

Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag.

Toelichting 20: financiële instrumenten

Renterisico Bank J.Van Breda & C°

Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-) inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.

De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:

  • Om de mismatch te corrigeren doet de bank beroep op indekkingsinstrumenten. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (waarbij de vlottende renteverplichtingen worden omgezet naar vaste verplichtingen) en opties (die bijvoorbeeld bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus).
  • (€ 1.000) inkomensgevoeligheid vermogensgevoeligheid Rente-ongevoelige zichtdeposito's 60 maanden Het renteresultaat Rentegevoelige zichtdeposito's 1 dag Semi-rentegevoelige zichtdeposito's 6 maanden 2 jaar De reële waarde van het eigen vermogen Gereglementeerde spaardeposito's 6 maanden 2 jaar

Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de

• De vermogensgevoeligheid is de blootstelling van de economische waarde van de onderneming aan ongunstige rentebewegingen. De inkomensgevoeligheid is de blootstelling van de (rente)inkomsten van de instelling aan diezelfde ongunstige rentebewegingen. De intensiteit ervan komt tot uiting in de duration gap. Hieronder verstaan we het verschil in duration van alle activa en duration van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden.

De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve. Voor de rentegevoeligheid van producten zonder vervaldag worden de assumpties zoals deze worden beschreven door de Nationale Bank van België (NBB) weerhouden. Deze worden periodiek getoetst. De assumpties zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2017.

Alle renterisicolimieten bleven in de loop van 2018 ruimschoots gerespecteerd.

Impact van onmiddellijke stijging van de rent
ecurve met 100 basispunten (1%) op:
2018 2017
(inkomensgevoeligheid) 355 -680
(vermogensgevoeligheid) (= BPV) -17.600 -22.975

mismatchstructuur van de groep zichtbaar.

(€ 1.000) ≤ 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald
31/12/2018
Activa 932.000 422.000 942.000 2.293.000 769.000 375.000 52.000
Passiva -220.000 -188.000 -3.523.000 -1.291.000 -16.000 0 -39.000
Derivaten 280.000 520.000 -20.000 -215.000 -415.000 -150.000 0
Rentegap 992.000 754.000 -2.601.000 787.000 338.000 225.000 13.000
31/12/2017
Activa 908.000 422.000 836.000 2.159.000 693.000 323.000 47.000
Passiva -203.000 -261.000 -3.201.000 -1.167.000 -23.000 0 -42.000
Derivaten 232.000 409.000 -10.000 -185.000 -325.000 -120.000 0

Rentegap 937.000 570.000 -2.375.000 807.000 345.000 203.000 5.000

Renterisico overige integraal geconsolideerde participaties

Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen, waardoor het renterisico per definitie geen materïele impact heeft op de geconsolideerde financiële staten van AvH. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miloen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze bond is terugbetaalbaar op 7 jaar aan een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.

Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2018 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. De vervaldata van de rente-indekkingen situeren zich tussen 2019 en 2027. De duration bedraagt 5,35 jaar per einde 2018 (2017: 5,15 jaar).

De 50% indekkings-politiek van Extensa blijft in 2018 in stand gehouden, o.m. dankzij de obligatielening van 75 miljoen euro die Extensa in 2017 heeft geplaatst.

Anima Care dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2018 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 12% van de totale financiële schuld. De financiële schulden van Residalya zijn grotendeels aan vaste intrestvoeten of ingedekt. De schulden van Patrimoine et Santé Expansion bestaan zowel uit schulden aangegaan of ingedekt tegen een vaste interestvoet als uit schulden aangegaan tegen rentevoeten die zijn gekoppeld aan deze van het "livret A", die wordt vastgelegd door de Franse overheid en een grote stabiliteit vertoont.

De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (24,0 miljoen euro) en de schuld door Agidens aangegaan voor het verwerven van het hoofdkantoor. Per jaareinde 2018 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand.

Sensitivity analyse voor het renterisico

Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 5,2 miljoen euro (CFE-DEME), 0,3 miljoen euro (Extensa), 0,6 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima Care), 0,2 miljoen euro (HPA) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met de impacten die we zouden terugvinden op het actief.

(€ 1.000) Notioneel
bedrag 2018
Boekwaarde
2018
Notioneel
bedrag 2017
Boekwaarde
2017
I. Indekking van het renterisico
Activa
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 50.000 1.281 275.000 3.650
Kasstroomindekking 0 0 0 0
Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 35.000 696 95.000 1.078
Te ontvangen interesten 0 0 0 1
Totaal 1.977 4.729
Passiva
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 760.000 -14.184 353.273 -8.625
Kasstroomindekking 1.229.860 -43.507 1.063.998 -43.115
Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 273.700 -1.638 21.200 -363
Te ontvangen interesten 0 -787 0 -621
Totaal -60.117 -52.724
II. Indekking van het valutarisico
Activa 87.439 474 58.135 5.370
Passiva 291.996 -5.350 211.949 -657
-4.877 4.713
III. Risico's verbonden aan grondstoffen
Activa 0 103
Passiva -6.305 -5.421
-6.305 -5.318
Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde
Langlopende afdekkingsinstrumenten 2.000 5.649
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 451 4.553
2.451 10.202
Passiefzijde Passiefzijde
Langlopende afdekkingsinstrumenten -59.203 -50.397
Kortlopende afdekkingsinstrumenten -12.569 -8.405
-71.772 -58.802

Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op pagina 188.

Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar pagina 175. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities interbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan.

De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij DEME:

(€ 1.000) Notionele bedrag Reële waarde
USD SGD
Singapour
Dollar
AUD Aus
tralische
Dollar
PLN
Poolse
Zloty
Andere Totaal USD SGD
Singapour
Dollar
AUD Aus
tralische
Dollar
PLN
Poolse
Zloty
Andere Totaal
Termijnaankopen 44.551 16.275 12.953 0 7.599 81.378 -41 54 -34 0 -15 -36
Termijnverkopen 169.927 19.682 0 72.293 7.755 269.657 -4.139 -329 0 -4 64 -4.408

Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.

Toelichting 21: belastingen

1. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans

(€ 1.000) Activa 2018 Verplicht. 2018 Netto 2018 Activa 2017 Verplicht. 2017 Netto 2017
Immateriële vaste activa 22 38.982 -38.960 38 39.028 -38.990
Materiële vaste activa 22.675 77.180 -54.505 12.586 109.726 -97.140
Vastgoedbeleggingen 75 18.796 -18.721 22 6.882 -6.860
Geldbeleggingen -766 0 -766 -713 0 -713
Personeelsbeloningen 13.570 709 12.861 11.824 539 11.284
Voorzieningen 4.249 22.260 -18.011 -551 22.616 -23.167
Afgeleide financiële instrumenten 2.752 5 2.747 2.823 423 2.401
Werkkapitaal-balansrubrieken 32.794 82.142 -49.348 43.592 73.926 -30.333
Fiscale verliezen & tax credits / investeringsaftrek 79.828 -1.189 81.018 79.333 -1.136 80.469
Compensatie -46.902 -46.902 0 -39.736 -39.736 0
Totaal 108.297 191.983 -83.685 109.219 212.268 -103.050

De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.

2. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen

(€ 1.000) 2018 2017
Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen 108.207 95.281
Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) 974 11.707
Totaal 109.181 106.988

(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.

3. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten)

(€ 1.000) 2018 2017
Actuele belastingen, netto
Belastingen op het resultaat van het boekjaar -82.384 -73.469
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden 3.736 365
Totaal -78.647 -73.104
Uitgestelde belastingen, netto
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen 6.925 13.861
Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 12 3.448
Overige uitgestelde belastingen -485 -1.227
Totaal 6.452 16.082
Totaal actuele en uitgestelde belastingslasten (-baten) -72.195 -57.022

4. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief

Winst (verlies) vóór belasting 513.968 512.680
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -153.853 -140.859
Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 360.115 371.820
Toepasselijk belastingtarief (%) 29,58% 33,99%
Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief -106.522 -126.382
Impact van tarieven in andere rechtsgebieden 2.737 20.969
Impact van niet-belastbare inkomsten 73.471 68.741
Impact van niet-aftrekbare kosten -36.310 -20.070
Impact van fiscale verliezen -5.230 -16.082
Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden 8.920 -5.311
Overige toename (afname) -9.261 21.113
Belasting op basis van het effectief belastingtarief -72.195 -57.022
Winst (verlies) vóór belasting 513.968 512.680
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -153.853 -140.859
Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 360.115 371.820
Effectief belastingtarief (%) 20,05% 15,34%

De winstbelasting stijgt in 2018 met 15,2 miljoen euro tot 72,2 miljoen euro. Gecorrigeerd voor de winst die afkomstig is uit de vermogensmutaties, die na belastingen wordt verwerkt, komt dit neer op een belastingkost van 20,0%.

De niet-belastbare inkomsten hebben voornamelijk betrekking op (vrijgestelde) meerwaarden en dividenden. Niet-aftrekbare kosten bestaan hoofdzakelijk uit fiscaal nietaftrekbare minderwaarden en waardeverminderingen.

Toelichting 22: aandelenoptieplannen

1. 'Equity settled' optieplan AvH per 31 december 2018

Jaar van aanbod Aantal
toegekende opties
Aantal uit
geoefende opties
Aantal
vervallen opties
Saldo Uitoefenprijs
(euro)
Uitoefentermijn
2007 45.000 -33.500 11.500 62,12 01/01/2011 - 08/01/2015 + 5j
2008 46.500 -10.000 -2.000 34.500 66,05 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5j
2009 49.500 -47.500 -2.000 0 37,02 01/01/2013 - 05/01/2017
2010 49.000 -47.000 -2.000 0 52,05 01/01/2014 - 04/01/2018
2011 49.000 -46.500 -2.500 0 60,81 01/01/2015 - 04/01/2019
2012 47.000 -25.000 22.000 56,11 01/01/2016 - 03/01/2020
2013 49.500 -15.000 34.500 61,71 01/01/2017 - 03/01/2021
2014 49.500 -1.000 48.500 82,32 01/01/2018 - 02/01/2022
2015 50.500 50.500 100,23 01/01/2019 - 05/01/2023
2016 40.500 40.500 130,95 01/01/2020 - 03/01/2024
2017 46.000 46.000 128,30 01/01/2021 - 12/01/2025
2018 46.000 46.000 148,64 01/01/2022 - 11/01/2026
568.000 -225.500 -8.500 334.000

Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren.

Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. De vennootschap heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de grenzen

bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen.

De totale waarde van de uitstaande opties 2007 tot en met 2018 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 6,5 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:

Jaar
toekenning
Beurskoers
(€)
Dividend
rendement
Volatiliteit Interestvoet Verwachte
levensduur
Black & Scholes Value
(€)
2007 66,90 1,35% 22,05% 4,04% 5,75 21,74
2008 65,85 1,75% 20,24% 4,34% 5,90 17,78
2009 37,02 2,66% 42,84% 3,39% 6,50 15,47
2010 52,23 2,66% 34,34% 3,28% 7,29 16,53
2011 63,80 2,26% 23,42% 2,82% 7,22 15,77
2012 58,99 3,26% 31,65% 2,14% 7,40 15,13
2013 63,62 3,26% 25,00% 1,27% 7,84 11,26
2014 83,69 2,27% 21,00% 1,78% 7,79 15,35
2015 101,35 2,19% 19,00% 0,47% 7,79 13,76
2016 131,95 1,28% 23,00% 0,59% 7,79 27,72
2017 129,40 1,40% 23,00% 0,34% 7,79 25,70
2018 149,20 1,30% 20,00% 0,68% 7,79 27,32

In 2018 werden 46.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 148,64 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 1,3 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Voor de indekking van die verplichting had AvH eind 2018 in totaal 334.000 aandelen in portefeuille.

2. 'Cash settled' optieplannen bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH

De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima Care, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en Sofinim (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).

Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.

Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.

De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2018 bedraagt 13,6 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.

3. Eigen aandelen

AvH heeft in 2018 geen eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 23.000 aandelen AvH. Op 31 december 2018 zijn in totaal opties toegekend op 334.000 aandelen AvH. Ter indekking van die verplichting bezit AvH op diezelfde datum precies 334.000 eigen aandelen.

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2018 ook 304.867 aandelen AvH gekocht en 300.709 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 4.158 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 4.158 aandelen in 2018 brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 9.415.

Eigen aandelen in het kader van het
aandelenoptieplan
2018 2017 Eigen aandelen in het kader van de
liquiditeitsovereenkomst
2018 2017
Beginsaldo 357.000 352.000 Beginsaldo 5.257 2.278
Inkoop eigen aandelen 71.000 Inkoop eigen aandelen 304.867 120.338
Verkoop eigen aandelen -23.000 -66.000 Verkoop eigen aandelen -300.709 -117.359
Eindsaldo 334.000 357.000 Eindsaldo 9.415 5.257

Toelichting 23: niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

1. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, exclusief CFE-DEME

(€ 1.000)
2018
2017
Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor
194.951
schulden of verplichtingen
169.516
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa,
459.135
als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
461.285
Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijnopgenomen
0
0
Verplichtingen tot aankoop van vaste activa
133.780
138.150
Verplichtingen tot verkoop van vaste activa
135.058
131.537
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°)
- Kredietengagementen
391.011
420.947
- Financiële garanties
54.726
73.879
- Repo transacties + zakelijke zekerheden
22.850
57.970

De persoonlijke zekerheden zijn in 2018 samengesteld uit 22,0 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa, voor 4,7 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens en 6,3 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingensprojecten van Rent-A-Port. Het saldo van 161,9 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.

De zakelijke zekerheden bestaan voor 63,8 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling. Daarnaast werden voor 304,6 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima Care en 76,8 miljoen euro door HPA (Patrimoine & Santé Expansion) in het kader van

2. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen CFE-DEME

de financiering van het vastgoed en 5,6 miljoen euro door Agidens (aankoop van de hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 8,3 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van de windmolenparken Rentel en Seamade.

De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 133,8 miljoen euro.

De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 135,1 miljoen euro.

(€ 1.000) 2018 2017
Verplichtingen
Goede uitvoering en performance bonds (1) 1.273.793 997.687
Biedingen (2) 13.110 16.902
Teruggaven voorschotten (3) 1.206 2.683
Garantie-inhouding (4) 17.491 12.300
Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) 64.999 51.317
Andere gegeven verplichtingen - waarvan 77.249 duizend euro corporate garanties bij DEME 80.315 87.550
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa,
als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6)
51.319 88.112
Totaal 1.502.233 1.256.551
Rechten
Goede uitvoering en perfomance bonds 512.354 393.592
Andere ontvangen engagementen 3.154 2.515
Totaal 515.508 396.107

(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij) zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden.

(2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen.

(3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd.

(4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag.

(5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer.

(6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 51,3 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.

Toelichting 24: tewerkstelling

1. Gemiddeld personeelsbestand

2018 2017
Bedienden 7.852 7.421
Arbeiders 4.602 4.931

2. Personeelskosten

(€ 1.000) 2018 2017
Bezoldigingen en sociale lasten -824.259 -746.546
Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) -17.160 -16.871
Aandelenoptieplannen -652 -2.484
Totaal -842.070 -765.902

De toename van het personeelsbestand is vooral toe te wijzen aan DEME. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 32 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2018 in een oogopslag' (pag. 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.709 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-

groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

Toelichting 25: pensioenverplichtingen

(€ 1.000) 2018 2017
Te bereiken doel plannen -55.468 -52.309
Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) -7.794 -6.114
Totaal pensioenverplichtingen -63.262 -58.423
Totaal pensioenactiva 2.809 2.253

1. Te bereiken doel pensioenplannen

(€ 1.000) 2018 2017
1. Bedragen opgenomen in balans
Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen -52.659 -50.056
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) -277.659 -264.356
Reële waarde van fondsbeleggingen 225.000 214.300
Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal -52.659 -50.056
Verplichtingen (-) -55.468 -52.309
Activa 2.809 2.253
Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans
Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo -50.056 -48.424
Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen 0 388
Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -13.881 -13.691
Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -478 -2.812
Bijdragen van werkgever / werknemer 14.163 14.455
Overige toename (afname) -2.408 30
Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo -52.659 -50.056
2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -13.881 -13.691
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -13.316 -13.191
Rentekosten -4.296 -3.301
Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) 3.637 2.743
Pensioenkosten van verstreken diensttijd 94 58
2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -478 -2.812
Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -2.113 6.263
Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) 1.102 -8.591
Wisselkoersverschillen -39 0
Andere 572 -484
(€ 1.000) 2018 2017
3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo -264.356 -262.347
Afname door middel van bedrijfsafsplitsing 0 1.493
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -13.316 -13.191
Rentekosten -4.296 -3.301
Bijdragen van de werknemer -892 -956
Betalingen aan begunstigden (-) 18.296 7.058
Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto -2.113 6.263
waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen 0 0
waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen 55 11.835
waarvan: ervarings(winsten) verliezen -2.168 -5.573
Pensioenkosten van verstreken diensttijd 0 -71
Overige toename (afname) -10.983 697
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo -277.659 -264.356
3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo 214.300 213.924
Afname door middel van bedrijfsafsplitsing 0 -1.106
Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten 1.102 -8.591
Renteopbrengsten 3.637 2.743
Bijdragen van werkgever / werknemer 14.715 14.888
Betalingen aan begunstigden (-) -18.296 -6.928
Overige toename (afname) 9.541 -630
Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo 225.000 214.300
4. Voornaamste actuariële veronderstellingen
Disconteringsvoet 1,6% 1,5%
Verwacht percentage van loonsverhogingen 3,2% 2,7%
Inflatie 1,8% 1,8%
Toegepaste sterftetabellen MR/FR MR/FR
5. Overige informatie
Looptijd (in jaren) 14,55 14,99
Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva 2,08% -2,50%
Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar 12.767 12.806
6. Gevoeligheidsanalyses
Verdisconteringsvoet
Toename met 25 basispunten -3,4% -3,3%
Afname met 25 basispunten +4,4% +3,7%
Verwacht percentage van loonsverhogingen
Toename met 25 basispunten +2,3% +2,3%
Afname met 25 basispunten -1,4% -1,8%

Zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen zijn afgesloten binnen AvH. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).

De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor 2017 en 2018 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.

De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.

AvH laat daarom jaarlijks een actuariële berekening conform IAS 19R voor de materiële vaste bijdrageplannen uitvoeren. Voor de niet-materiële vaste bijdrageplannen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2018 ruim voldoende.

Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).

Toelichting 26: verbonden partijen

1. Verbonden partijen, exclusief CFE-DEME

(€ 1.000) Boekjaar 2018
Boekjaar 2017
ondernemingen
Dochter-
Geassocieerde
deelnemingen
Andere verbonden
partijen
TOTAAL 2018 ondernemingen
Dochter-
Geassocieerde
deelnemingen
Andere verbonden
partijen
TOTAAL 2017
I. Activa jegens verbonden partijen - balans
Financiële vaste activa 0 30.654 0 30.654 13.281 18.722 0 32.003
Vorderingen en borgtochten: bruto 30.654 30.654 18.281 18.722 37.003
Vorderingen : WV 0 -5.000 -5.000
Vorderingen 74.000 14.199 0 88.198 68.401 10.894 0 79.295
Handelsvorderingen 486 305 792 603 541 1.144
Overige vorderingen: bruto 80.243 15.874 96.117 74.529 12.333 86.862
Overige vorderingen: WV -6.730 -1.981 -8.711 -6.730 -1.981 -8.711
Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten 4.274 1.403 0 5.677 2.633 1.734 0 4.367
Overlopende rekeningen - activa 3.695 569 0 4.264 3.578 67 0 3.645
Totaal 81.969 46.824 0 128.793 87.893 31.417 0 119.310
II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans
Financiële schulden 0 0 0 0 230 0 0 230
Achtergestelde leningen 0 0
Overige financiële schulden 0 230 230
Overige schulden 314 1.537 0 1.850 296 506 0 802
Handelsschulden 314 140 454 296 296
Overige schulden 1.396 1.396 506 506
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties 124.221 157 0 124.378 125.087 3.324 0 128.411
Overlopende rekeningen - passiva 0 4 0 4 6 37 0 43
Totaal 124.535 1.698 0 126.232 125.619 3.867 0 129.486
III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten 36.774 639 3 37.416 82.545 499 3 83.047
Verrichting van diensten 805 512 3 1.320 1.605 370 3 1.978
Vastgoedopbrengsten 285 285 175 175
Renteopbrengsten bancaire activiteiten 28 28 15 37 52
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 35.684 35.684 31.430 -48 31.382
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 99 99 49.321 140 49.460
Overige bedrijfsopbrengsten 0 0
Overige exploitatiebaten 120 1.896 0 2.016 111 1.874 0 1.985
Rente op vorderingen financiële vaste activa 120 1.866 1.986 74 1.627 1.701
Dividenden 0 0
Overige exploitatiebaten 30 31 38 247 284
Exploitatielasten (-) -13.863 -3.678 0 -17.541 -5.129 -4.491 0 -9.620
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -314 -314
Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) -13.281 -13.281 -5.000 -5.000
Overige exploitatielasten (-) -582 -3.678 -4.260 -129 -4.177 -4.306
Financieringsopbrengsten 2.824 614 0 3.438 3.189 78 0 3.267
Renteopbrengsten 2.824 614 3.438 3.189 78 3.267
Diverse financiële opbrengsten 0 0
Financieringslasten (-) 0 0 0 0 0 0 0 0
Rentelasten 0 0

In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen.

de termijndeposito (4,6 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.

Via de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (120,1 miljoen euro) en De bouwactiviteiten uitgevoerd door Van Laere voor de groep (rubriek 'Opbrengsten uit onderhanden projecten') zitten vanaf 2018 vervat in de volgende rubriek "Transacties met verbonden partijen - CFE-DEME".

2. Transacties met verbonden partijen - CFE - DEME

  • Ackermans & van Haaren (AvH) bezit 15.301.521 aandelen van CFE en is bijgevolg de grootste aandeelhouder van CFE met 60,45% van de aandelen.
  • In het kader van de dienstverleningscontracten die DEME en CFE met AvH hebben afgesloten (in 2001, respectievelijk 2015) werden vergoedingen uitgekeerd ten belope van 1,2 miljoen euro, respectievelijk 0,7 miljoen euro.
  • De transacties met verbonden partijen hebben voornamelijk betrekking op operaties met vennootschappen waarop CFE en DEME een significante invloed uitoefenen of waarin ze een gezamenlijke controle uitoefenen. Deze transacties gebeuren op basis van marktwaarde. Zo heeft CFE in 2018 bouwactiviteiten in opdracht van Extensa (op Tour&Taxis), Leasinvest Real Estate (Treesquare centrum Brussel) en Anima Care (Erasmus Anderlecht) uitgevoerd.
  • De omzet met verbonden partijen kent een significante daling als gevolg van het einde van de werkzaamheden aan de windmolenparken Merkur en Rentel.
(€ 1.000) 2018 2017
Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME 237.937 445.634
Financiële vaste activa 170.380 143.203
Handelsvorderingen en andere vorderingen 50.072 281.761
Andere vlottende activa 17.485 20.670
Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME 37.646 106.555
Andere kortlopende verplichtingen 1.309 3.542
Handelsschulden en andere schulden 36.337 103.013
(€ 1.000) 2018 2017
Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME 354.762 629.089
Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten 369.154 642.173
Aankopen en andere operationele lasten -23.616 -23.441
Financieringsopbrengsten(lasten) 9.224 10.357

3. Vergoedingen

(€ 1.000) 2018 2017
Vergoeding van de bestuurders
Tantièmes ten laste van AvH 590 655
Vergoeding van de leden van het executief comité
Vaste vergoeding 2.618 2.507
Variabele vergoeding 2.395 2.469
Aandelenopties 609 505
Groeps- en hospitalisatieverzekering 474 469
Voordeel in natura (bedrijfswagen) 36 34

4. De commissaris Ernst & Young Bedrijfsrevisoren heeft de volgende bezoldigingen ontvangen voor:

(€ 1.000) AvH Dochter
ondernemingen(1)
Totaal 2018 AvH Dochter
ondernemingen(1)
Totaal 2017
De uitoefening van een mandaat 62 1.258 1.320 56 1.261 1.317
Bijzondere opdrachten
- Andere controle-opdrachten 10 141 151 242 242
- Belastingadviesopdrachten 5 273 278 5 301 306
- Andere opdrachten buiten de revisorale
opdrachten
2 10 12 290 290
Totaal 79 1.683 1.762 61 2.094 2.155

(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

Toelichting 27: winst per aandeel

1. Voortgezette en beëindigde activiteiten

(€ 1.000) 2018 2017
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 289.639 302.530
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.144.068 33.138.637
Winst per aandeel (€) 8,74 9,13
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 289.639 302.530
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.144.068 33.138.637
Impact aandelenopties 96.122 125.089
Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.240.190 33.263.725
Verwaterde winst per aandeel (€) 8,71 9,09

2. Voortgezette activiteiten

(€ 1.000) 2018 2017
Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 289.639 302.530
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.144.068 33.138.637
Winst per aandeel (€) 8,74 9,13
Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 289.639 302.530
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.144.068 33.138.637
Impact aandelenopties 96.122 125.089
Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.240.190 33.263.725
Verwaterde winst per aandeel (€) 8,71 9,09

(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille

Toelichting 28: voorgestelde en uitgekeerde dividenden

1. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar

(€ 1.000) 2018 2017
Dividend op gewone aandelen:
- Slotdividend 2017: 2,20 euro per aandeel (2016: 2,04 euro per aandeel) (1) -73.019 -67.638

2. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering van 27 mei 2019

(€ 1.000)
Dividend op gewone aandelen:
- Slotdividend 2018: 2,32 euro per aandeel (1) -76.916

3. Dividend per aandeel (€)

2018 2017
Bruto 2,3200 2,2000
Netto (roerende voorheffing : 30%) 1,6240 1,5400

(1) Exclusief uitkering van dividend aan eigen aandelen gehouden door AvH & subholdings.

Toelichting 29: Belangrijke feiten na balansdatum

Eind februari 2019 heeft AvH een participatie van 60% genomen in Biolectric, naast de oprichter en CEO Philippe Jans. Biolectric, opgericht in 2011, is marktleider in het segment van de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (< 100 kW) bestemd voor vee- en varkenshouderijen en waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaërobe vergisting wordt het methaangas uit mest omgezet in bruikbare energie (elektriciteit en warmte) en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden. Biolectric's activiteit draagt zo bij tot een klimaatefficiënte landbouwproductie en sluit perfect aan bij AvH's missie 'Partners for Sustainable Growth'.

AvH heeft op 14 maart 2019 een princiepsakkoord bereikt over de verkoop van HPA aan DomusVi. AvH is samen met Hervé Hardy, oprichter en CEO, in exclusieve onderhandelingen getreden met DomusVi over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van HPA, de moedermaatschappij van Residalya. Na informatie-consultatie van de vertegenwoordigers van het personeel van Residalya, zal de transactie, onder voorbehoud van goedkeuring door de Franse mededingingsautoriteiten, naar verwachting gefinaliseerd kunnen worden in het tweede kwartaal van 2019. AvH zal in beginsel bij closing een cashopbrengst genereren van circa 165 miljoen euro en een meerwaarde realiseren thans geraamd op 105 miljoen euro.

Verslag van de commissaris

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2018

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen "de Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2018, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar dat afgesloten werd op 31 december 2018 en de toelichting (alle stukken gezamenlijk "de Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende de overige door de wet en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 23 mei 2016, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan, uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening vastgesteld op 31 december 2018. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 18 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening 2018

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2018, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 14.165.464 (000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 289.639.(000).

Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2018 alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar afgesloten op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.

Kernpunten van de controle

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.

Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

1. Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten (Marine Engineering & Contracting)

Betrokken ondernemingen: CFE en DEME

Beschrijving van het kernpunt

Voor het merendeel van haar contracten erkent de groep opbrengsten en marge à rato van de voortschrijding der werken op basis van het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden in de geschatte totale kosten van het project bij voltooiing. Omzet en marge worden verantwoord op basis van schattingen ten opzichte van de verwachte totale kosten per contract. Reserves kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep die voortvloeien uit elk contract. De opbrengsten uit hoofde van contracten kunnen ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten uit hoofde van het contract met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd.

Vaak gaat het hierbij om een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Er is daarom een hoge mate van risico en het daaraan gekoppelde oordeelsvermogen van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.

De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

  • Projectanalyse: beoordeling van de belangrijkste en meest complexe ramingen in een steekproefselectie van contracten aan de hand van verscheidene kwantitatieve en kwalitatieve criteria, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van het project en beoordeling van de inschattingen die gerelateerd zijn aan deze projecten middels informatie die bekomen werd van het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eerdere projectschattingen en evaluatie van de consistentie hiervan met de ontwikkelingen van het project gedurende het jaar.
  • De accurate berekening nagaan van het percentage van de voortschrijding der werken ("percentage of completion") en de daarmee samenhangende erkenning van omzet en marge voor een selectie van projecten nagegaan, inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de erkenning van de kosten voor de voltooiing van het project en het ontwerp en de implementatie van de bijbehorende controles en processen.
  • Historische vergelijkingen: evalueren van de financiële prestaties van contracten ten opzichte van budgetten en historische trends.
  • Werfbezoeken: het bezoeken van werven voor contracten met een hoger risico of een hoge waarde, het observeren van de voortschrijding der werken van individuele projecten en het identificeren van complexe aangelegenheden door overleg met het personeel ter plaatse.
  • Benchmarking van assumpties: het beoordelen van de positie van de groep met betrekking tot het verwachte resultaat van het contract, reserves, afrekeningen en de invorderbaarheid van vorderingen via overeenstemming met bevestigingen van derden en met betrekking tot eigen beoordelingen en historische resultaten.
  • Controle van de klantencorrespondentie: analyse van de correspondentie met klanten over variatie-orders en claims en de afweging of deze informatie in overeenstemming is met de gemaakte inschattingen van de groep.
  • Inspectie van belangrijke clausules voor een selectie van contracten: identificatie van relevante contractuele mechanismen die van invloed zijn op de (ont)bundeling van contracten en andere, zoals boetes voor vertragingen, bonussen of succesvergoedingen, en beoordeling of deze clausules naar behoren zijn weerspiegeld in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen.

Verwijzing naar de toelichtingen

De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de geconsolideerde jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.

2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering & Contracting)

Betrokken onderneming: DEME

Beschrijving van het kernpunt

DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

  • Teneinde de adequaatheid van de voorziening voor onzekere belasting posities na te gaan, omvatten onze controlewerkzaamheden een analyse van de geschatte waarschijnlijkheid van het belastingrisico en van de inschatting door het management van de potentiële uitstroom van middelen, evenals een beoordeling van onderliggende documentatie.
  • Betrekken van deskundigen: beroep op belastingspecialisten om de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de inschattingen van het management te beoordelen en om de geschiktheid van deze aannames in het licht van de lokale fiscale regelgeving te beoordelen.
  • Inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de verantwoording van (uitge-

stelde) belasting posities en het ontwerp en de implementatie van de bijbehorende controles en processen

• Beoordeling van de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot (uitgestelde) belastingen in de geconsolideerde jaarrekening van de groep.

Verwijzing naar de toelichtingen:

We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelichting 21 (Belastingen).

3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting - Real Estate & Senior Care)

Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa

Beschrijving van het kernpunt

De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening.

Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.

In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum.

Wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

  • Een steekproef van projectontwikkelingen is getest door de tot op heden gemaakte kosten met betrekking tot terreinen en onderhanden werk te verifiëren en door het percentage van voortschrijding der werken op balansdatum na te rekenen. Een selectie van deze projecten is nagezien aan de hand van een steekproef van kosten die zijn afgestemd met certificaten van externe inspecteurs, de totale verkoopwaarde die met contracten is overeengekomen en de accuraatheid van de erkenningsformule werd nagegaan.
  • Beoordeling van de berekeningen van de netto realisatiewaarden alsook van de redelijkheid en consistentie van de door het management gehanteerde assumptie en modellen.
  • Evalueren van de financiële prestaties van specifieke projecten ten opzichte van het budget en historische trends, met name om de redelijkheid van de kosten te beoordelen.

Verwijzing naar de toelichtingen:

We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 14 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).

4. Bijzondere waardeverminderingen voor leningen en vorderingen op cliënten (Private Banking)

Betrokken onderneming: Bank J.Van Breda & C°

Beschrijving van het kernpunt

De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan cliënten bedroeg € 4.797 miljoen op 31 december 2018. Leningen en vorderingen op cliënten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen (€ 33,4 miljoen).

Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.

Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.

Vanwege de significantie van leningen en vorderingen op cliënten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:

  • evaluatie van de opzet en de effectiviteit van interne controles met betrekking tot de waardering van leningen, vorderingen op cliënten en onderpandgegevens, de bepaling van risico ratings en het proces voor de identificatie en beheer van betalingsachterstanden.
  • controleprocedures om portefeuilles met een hoog risico te identificeren. Deze procedures omvatten, onder meer, een evaluatie van de stresstesten zoals uitgevoerd door het management.
  • nakijken van kredietdossiers op steekproefbasis om de invorderbaarheid van de leningen en vorderingen op cliënten te beoordelen. Hierdoor werd de waarschijnlijkheid van de realisatie, de waardering van het onderpand en andere mogelijke bronnen van terugbetaling beoordeeld.
  • evaluatie van de belangrijkste inputvariabelen en aannames voor de modellen voor bijzondere waardevermindering van leningen en voorschotten aan klanten berekend op collectieve basis en test van de rekenkundige nauwkeurigheid van de modellen.
  • vergelijking van de belangrijkste veronderstellingen die door het management zijn gehanteerd, met onze kennis van de relevante industrieën en bedrijfsomgevingen.
  • evaluatie van de toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening op een adequate manier de kredietrisicopositie reflecteerden, inclusief de controles over identificatie en toelichting van leningen met respijt ("forbearance"), de waardering van het onderpand en de sensitiviteitsanalyse van belangrijke veronderstellingen.

Verwijzing naar de toelichtingen:

We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 13 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).

5. Waardering van de vastgoedbeleggingen (Real Estate & Senior Care)

Betrokken ondernemingen: LRE en Extensa

Beschrijving van het kernpunt

Per 31 December 2018 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.138 miljoen.

Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder level 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde" dit aangezien bepaalde parameters, gebruikt voor de waardering ervan, slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..). Daarom beschouwen we waardering van vastgoedbeleggingen als kernpunt van de controle.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van interne deskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:

• Analyse van de objectiviteit, onafhankelijkheid en competentie van de externe deskundigen;

  • Nagaan van de integriteit van de belangrijkste gegevens (contractuele huurprijs, duur van de huurovereenkomsten, ...) die gebruikt worden in hun berekeningen en;
  • en evaluatie van de modellen, evenals de hypotheses en parameters die in hun verslagen zijn gebruikt (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraden, …).

Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.

6. Waardering van de derivaten (diverse segmenten)

Beschrijving van het kernpunt

Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het eigen vermogen en het resultaat. In overeenstemming met de IFRS 9 norm "Financiële instrumenten - opname en waardering" worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde hetgeen overeenkomt met level 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Vennootschap "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder het eigen vermogen ("Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Het controlerisico ligt in de waardering van deze derivaten en bij de toepassing van de "hedge accounting". Daarom beschouwen we waardering van derivaten als kernpunt van de controle.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

  • Vergelijking van de reële waarde van de derivaten met de waarderingen die door de bancaire tegenpartijen werden meegedeeld, evenals de aanpassingen aan de kredietrisicofactoren;
  • Beoordeling van de hypotheses en berekeningen
  • Beoordeling van effectiviteitstests van de externe expert, die door de Vennootschap werd ingezet voor de correcte toepassing van de "hedge accounting".
  • Vergelijking van het volume van de derivaten waarvoor "hedge accounting" toegepast wordt met het volume van de schulden tegen een variabele rentevoet geprojecteerd over de komende jaren, dit teneinde eventuele afdekkingsoverschrijdingen te identificeren, die de toepassing van "hedge accounting" in gevaar kunnen brengen.
  • Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten in toelichting 20 (Financiële instrumenten) bij de jaarrekening.

7. Goodwill

Beschrijving van het kernpunt

Per 31 December 2018 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 340 miljoen.

De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom generende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

  • Nazicht van de identificatie door het management van de "impairment" indicatoren.
  • Beoordeling van de door het management gehanteerde methode om te komen tot de marktwaarde van elke investering, samen met intergroepssaldi en gerelateerde goodwill om te verzekeren dat deze conform de geldende IFRS richtlijnen gebeurt
  • Beoordeling van de redelijkheid van de assumpties gebruikt in management 's inschatting van de realiseerbare waarde (met hulp van interne specialisten)
  • Vergelijking van de operationele cash flow assumpties met historische gegevens en trends
  • Beoordeling van de redelijkheid van de toekomstige kasstromen opgenomen in de waarderingstest op goodwill aan de hand van de historische resultaten en het beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management.
  • Nagaan of de toekomstige cash flows gebaseerd zijn op business plannen die werden goedgekeurd door de raden van bestuur.
  • Testen van de mathematische accuraatheid van het waarderingsmodel.
  • Beoordeling van de sensitiviteitsanalyse van het management
  • Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels – consolidatieprincipes) en toelichting 8 (Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

8. Risico's bij de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

Beschrijving van het kernpunt

De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar geconsolideerde jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2018 bedraagt de totale waarde € 1.185 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 154 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de groep. Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.

De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.

Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel.

Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.

Samenvatting van de uitgevoerde auditprocedures

Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Bank Delen werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:

  • beoordeling van de opdeling van het bestaande cliënteel binnen de groep per kantoor en bespreking van de eventuele wijzigingen ten opzichte van voorgaande periodes.
  • beoordeling van de gehanteerde parameters (zoals AuM's en factoren), de methodologie en het gehanteerd model in overeenstemming met IAS 36.
  • analyse van de opsplitsing van het aangekochte cliënteel per kantoor.
  • afstemming van de gebruikte factoren in het model met marktdata en aansluiting van de AuM's met de boekhoudkundige inventarissen en de gehanteerde marktwaarde ervan aangesloten met marktgegevens.
  • sensitiviteitsanalyse op de belangrijkste assumpties dewelke voornamelijk de cost income ratio is.
  • Herberekening van de geboekte afschrijvingen op het cliënteel met een bepaalde gebruiksduur.
  • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van toelichting 11 (ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:

  • communicatie van duidelijke audit instructies aan de component auditors met opgave van de mogelijke audit aandachtspunten, specifieke audit risico's, uit te voeren controlewerkzaamheden volgens te hanteren materialiteitsgrenzen;
  • gedetailleerd nazicht van de aangeleverde rapporteringsdocumenten door de component auditors;
  • kritische beoordeling van de gehanteerde audit aanpak in overeenstemming met de geldende internationale audit standaarden;
  • bespreking audit aandachtspunten met de component auditor en beoordeling de aangeleverde bijkomende toelichtingen
  • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van toelichting 11 (ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, evenals voor het systeem van interne beheersing dat het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • Het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
  • Het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;
  • Het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • Het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controleinformatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
  • Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze jaarrekening, de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle. Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.

We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen, anderzijds.

In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:

  • 2018 in een oogopslag pagina 8
  • Activiteitenverslag pagina 68
  • Kerncijfers 2018 (bijlage)

een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Verder drukken wij geen enkele zekerheid uit over het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.

De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 119, § 2 van het Wetboek van vennootschappen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie deels gebaseerd de "Global Reporting Initiative ("GRI") Standards". Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de "GRI" standaarden. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap en de Groep. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.

Andere vermeldingen

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Diegem, 28 maart 2019

Ernst & Young Bedrijfsrevisoren CVBA Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Vennoot * Wim Van Gasse - Vennoot *

* Handelend in naam van een BVBA

Enkelvoudige jaarrekening

Overeenkomstig artikel 105 W. Venn. wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W. Venn. samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.

De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.

De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.

Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]

Balans

(€ 1.000) Nota's 2018 2017 2016
Activa
Vaste activa 1.926.399 2.628.386 2.467.325
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa 0 0 1
III. Materiële vaste activa (1) 9.800 10.134 10.598
A.Terreinen en gebouwen 6.438 6.733 7.037
C. Meubilair en rollend materieel 1.307 1.248 1.310
D. Leasing en soortgelijke rechten 0 0 0
E. Overige materiële vaste activa 2.054 2.153 2.252
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste activa 1.916.599 2.618.252 2.456.726
A. Verbonden ondernemingen (2) 1.684.656 2.401.174 2.275.420
1. Deelnemingen 1.667.248 2.394.789 2.269.084
2. Vorderingen 17.409 6.385 6.336
B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (3) 217.955 210.547 174.016
1. Deelnemingen 217.955 210.547 174.016
2. Vorderingen 0 0 0
C. Andere financiële vaste activa 13.988 6.531 7.289
1. Aandelen 13.980 6.524 7.282
2. Vorderingen en borgtochten in contanten 8 8 8
Vlottende activa 83.553 107.041 69.720
V. Vorderingen op meer dan één jaar 745 6.066 2.346
A. Handelsvorderingen
B. Overige vorderingen 745 6.066 2.346
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering
A. Voorraden
1. Grond-en hulpstoffen
2. Goederen in bewerking
3. Gereed product
4. Handelsgoederen
5. Onroerende goederen
6. Vooruitbetalingen
B. Bestellingen in uitvoering
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 23.819 4.304 10.533
A. Handelsvorderingen 1.206 2.073 1.672
B. Overige vorderingen (4) 22.613 2.231 8.861
VIII. Geldbeleggingen (5) 48.773 49.216 52.137
A. Eigen aandelen 35.100 36.954 24.400
B. Overige beleggingen 13.673 12.262 27.737
IX. Liquide middelen 8.153 46.906 4.206
X. Overlopende rekeningen 2.063 549 498

Balans

(€ 1.000) Nota's 2018 2017 2016
Passiva
Eigen vermogen (6) 1.853.043 1.868.915 1.679.714
I. Kapitaal 2.295 2.295 2.295
A. Geplaatst kapitaal 2.295 2.295 2.295
B. Niet opgevraagd kapitaal (-)
II. Uitgiftepremies 111.612 111.612 111.612
III. Herwaarderingsmeerwaarden
IV. Reserves 100.775 100.159 81.703
A. Wettelijke reserve 248 248 248
B. Onbeschikbare reserves 35.280 36.997 24.435
1. Eigen aandelen 35.246 36.962 24.400
2. Andere 35 35 35
C. Belastingvrije reserves
D. Beschikbare reserves 65.246 62.915 57.020
V. Overgedragen winst 1.638.361 1.654.848 1.484.103
Overgedragen verlies (-)
VI. Kapitaalsubsidies
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 0
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0 0
2. Belastingen
3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
4. Overige risico's en kosten
B. Uitgestelde belastingen
Schulden 156.908 866.513 857.331
VIII. Schulden op meer dan één jaar (7) 0 0 28.000
A. Financiële schulden 0 0 0
B. Handelsschulden
C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
D. Overige schulden 0 0 28.000
IX. Schulden op ten hoogste één jaar 156.741 866.255 829.088
A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 0 0 0
B. Financiële schulden (7) 23.999 759.928 728.209
1. Kredietinstellingen
2. Overige leningen 23.999 759.928 728.209
C. Handelsschulden 175 397 442
1. Leveranciers 175 397 442
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 2.766 3.115 2.914
1. Belastingen 123 160 158
2. Bezoldigingen en sociale lasten 2.643 2.955 2.756
F. Overige schulden (8) 129.801 102.815 97.523
X. Overlopende rekeningen 168 258 243
Totaal der passiva 2.009.952 2.735.427 2.537.045

Resultatenrekening

(€ 1.000) Nota's 2018 2017 2016
Kosten
A. Kosten van schulden 1.372 3.010 3.905
B. Andere financiële kosten 848 803 879
C. Diensten en diverse goederen 8.196 8.022 8.006
D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 1.779 1.919 1.876
E. Diverse lopende kosten 197 913 927
F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa
en materiële vaste activa
564 592 695
G. Waardeverminderingen (9) 75.287 13.001 36.118
1. Op financiële vaste activa 74.625 6.186 15.170
2. Op vlottende activa 662 6.815 20.948
H. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
I. Minderwaarde bij realisatie 2.044 3.960 3.195
1. Van materiële en immateriële vaste activa 10 0 0
2. Van financiële vaste activa 914 1.817 2.292
3. Van vlottende activa 1.119 2.143 903
J. Uitzonderlijke kosten 0 0 0
K. Belastingen 9 106 126
L. Winst van het boekjaar 62.580 263.484 322.518
M. Overboeking naar belastingvrije reserves
N. Te bestemmen winst van het boekjaar 62.580 263.484 322.518
Resultaatverwerking
A. Te bestemmen winstsaldo 1.717.428 1.747.587 1.555.079
1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar 62.580 263.484 322.518
2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.654.848 1.484.103 1.232.562
Totaal 1.717.428 1.747.587 1.555.079

Resultatenrekening

(€ 1.000) Nota's 2018 2017 2016
Opbrengsten
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 122.059 263.872 343.761
1. Dividenden (10) 120.362 262.279 342.293
2. Interesten 723 201 120
3. Tantièmes 974 1.392 1.348
B. Opbrengsten uit vlottende activa 1.484 1.647 1.221
C. Andere financiële opbrengsten 0 1 9
D. Opbrengsten uit geleverde diensten 1.209 3.148 2.596
E. Andere lopende opbrengsten 318 364 370
F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en
immateriële vaste activa
G. Terugnemingen van waardeverminderingen 3.357 1.016 261
1. Op financiële vaste activa 3.357 102 62
2. Op vlottende activa 0 914 200
H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
I. Meerwaarde bij realisatie (11) 24.450 25.762 30.028
1. Van immateriële en materiële vaste activa 20 20 23
2. Van financiële vaste activa 24.252 23.041 29.636
3. Van vlottende activa 177 2.701 369
J. Uitzonderlijke opbrengsten 0 0 0
K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
L. Verlies van het boekjaar 0 0 0
M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves
N. Te bestemmen verlies van het boekjaar 0 0 0
Resultaatverwerking
C. Toevoeging aan het eigen vermogen 615 18.456 1.988
3. Aan de overige reserves 615 18.456 1.988
D. Over te dragen resultaat 1.638.361 1.654.848 1.484.103
1. Over te dragen winst 1.638.361 1.654.848 1.484.103
F. Uit te keren winst 78.452 74.283 68.989
1. Vergoeding van het kapitaal 77.713 73.693 68.334
2. Bestuurders of zaakvoerders 588 590 655
3. Winstpremie voor werknemers 151
Totaal 1.717.428 1.747.587 1.555.079

Balans

Activa

    1. Materiële vaste activa: de samenstelling van deze post is grotendeels ongewijzigd gebleven in vergelijking tot de voorgaande jaren: het betreft voornamelijk de gebouwen en inrichting van het vastgoed gelegen in Antwerpen aan de Begijnenvest 113 en aan de Schermersstraat 44, waar de maatschappelijke zetel van AvH gevestigd is. Het gebouw aan de Schermersstraat 42, dat verhuurd wordt aan dochterbedrijf Leasinvest Real Estate is opgenomen onder de 'overige materiële vaste activa".
    1. Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen: de daling van de deelnemingen met 727,5 miljoen euro ten opzichte van 2017 is overwegend het gevolg van vereenvoudigingen van de groepsstructuur.
    2. In de loop van 2018 werd immers AvH Coordination Center, dat rechtstreeks (75%) en onrechtstreeks (Brinvest 25%) volledig eigendom was van AvH, vereffend. Daardoor verdwijnt deze deelneming uit de financiële vaste activa en verdwijnt eveneens de korte termijn financiële schuld (per einde 2017: 714,9 miljoen euro) die AvH had uitstaan ten opzichte van AvH Coordination Center.
    3. 100% dochterbedrijven Brinvest en Sofinim keerden aanzienlijke niet-recurrente dividenden uit, die deels in mindering werden gebracht van de participatiewaarde en deels aanleiding gaven tot waardeverminderingen om de participatiewaarde in overeenstemming te brengen met het onderliggende eigen vermogen.
    4. 100% dochterbedrijf Anfima voerde eveneens een kapitaalsvermindering door na de verkoop in 2017 van haar participatie in Van Laere.
    5. Als mutatie in de operationele deelnemingen zijn de bijhorende investering in Leasinvest Real Estate van 25,2 miljoen euro, de verkoop van de deelnemingen in BDM en Asco en de kapitaalsvermindering van HPA de voornaamste.
    1. Financiële vaste activa Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat: In 2018 werd 7,4 miljoen euro geïnvesteerd in de verhoging van de participatie in SIPEF tot 31,59%. De beweging in de andere financiële vaste activa bestaat uit de inschrijving op de kapitaalsverhoging van EVS voor 2,45%.
    1. De overige vorderingen op ten hoogste één jaar bestaan uit terug te vorderen belastingen, de netto boekwaarde van de financieringen die aan GIB werden verleend en 7,7 miljoen euro lening aan Green Offshore, het vehikel waarlangs AvH en CFE gezamenlijk investeren in de Belgische offshore windparken van Rentel (operationeel) en Seamade (nog in ontwikkeling).
    1. De bewegingen op de post geldbeleggingen vloeien voornamelijk voort uit geboekte waardeverminderingen op de geldbeleggingen en uit de aan- en verkoop van eigen aandelen ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH. De post eigen aandelen bedraagt op jaareinde 35,1 miljoen euro. Als gevolg van bovenvermelde transacties, zowel in uitvoering van het liquiditeitsprogramma als binnen de context van het aandelenoptieplan en de indekking daarvan, heeft AvH in 2018 per saldo 4.158 eigen aandelen gekocht. Voor verdere toelichting bij de bewegingen op de eigen aandelen wordt verwezen naar de toelichting verstrekt op pagina's 191- 192 van dit rapport.

Passiva

    1. Het eigen vermogen van AvH is met 15,9 miljoen eur gedaald in vergelijking tot de toestand per einde 2017 (beide cijfers inclusief de aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorgestelde winstverdeling). Deze daling vloeit voort uit het reeds verwerken van het dividend van 2,32 euro per aandeel, dat zal worden voorgesteld aan de aandeelhouders voor een totaal bedrag van 77,7 miljoen euro. Dat is hoger dan het enkelvoudig resultaat van het boekjaar dat 62,6 miljoen euro bedraagt.
    1. AvH heeft op 31 december 2018 uitsluitend korte termijn financiële schulden onder de vorm van "commercial paper" voor een bedrag van 24,0 miljoen euro. De schulden ten aanzien van dochtervennootschap AvH Coordination Center, dat de geldmiddelen van de groep centraliseert (zie opmerking 2), zijn verdwenen uit de balans nav de ontbinding van deze vennootschap.
    1. Het bedrag aan overige schulden per 31 december 2018 van 129,8 miljoen euro is inclusief de aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorgestelde winstverdeling. Dat dividend stijgt met 5,5% in vergelijking tot einde 2017. In september 2018 werd de laatste schijf betaald van 28 miljoen euro op de verwerving in 2016 van het minderheidsbelang van 26% in Growth Capital-dochter Sofinim.

Resultatenrekening

Kosten

  1. De waardeverminderingen hebben in 2018 voornamelijk betrekking op de deelneming in Sofinim na de uitkering van aanzienlijke dividenden over boekjaren 2017 en 2018, waardoor de boekwaarde in overeenstemming werd gebracht met de waarde van het eigen vermogen van Sofinim.

Opbrengsten

    1. AvH heeft 120,4 miljoen euro dividenden ontvangen van haar rechtstreekse deelnemingen. In 2017 werd nog een uitzonderlijk dividend van Extensa van 156,8 miljoen euro ontvangen en een dividend van 12,4 miljoen euro van Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, een deelneming die einde 2017 werd verkocht.
    1. AvH realiseerde in 2018 meerwaarden op de verkoop van Asco en de ontbinding van AvH Coordination Center.

Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal

Algemene gegevens betreffende de vennootschap

Maatschappelijke zetel

Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen BTW BE 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen

Datum van oprichting, laatste statutenwijziging

De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 13 november 2017, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 13 december 2017 onder nummer 17175234.

Duur van de vennootschap

Onbepaald.

Rechtsvorm, toepasselijk recht

Naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.

Doel van de vennootschap

De vennootschap heeft tot doel:

  • (a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan dezen onder alle vormen;
  • (b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van waterlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graafwerken en algemene aanneming van constructies, evenals het vlotbrengen van boten en schepen;
  • (c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het algemeen;
  • (d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer van alle producten van de ontginnings-nijverheid;
  • (e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden, onroerende goederen en welkdanige onroerende rechten;
  • (f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van alle intellectuele rechten, brevetten en concessies;
  • (g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussenkomst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle bestaande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden of verenigingen zonder onderscheid in België of in het buitenland;
  • (h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of deelnemingen;
  • (i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft;
  • (j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de bedrijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de activiteiten van een holding.

De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.

Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.

De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.

Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap

De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

Geplaatst kapitaal

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.

Kapitaalverhogingen

De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.

Toegestaan kapitaal

Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 13 november 2017 kan de raad van bestuur in de gevallen voorzien in het bijzonder verslag het maatschappelijk kapitaal gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 13 december 2017, in één of meer malen verhogen met een bedrag van maximum 500.000 euro.

De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestaan kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 13 november 2017 plaatsvindt.

De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants of andere roerende waarden al dan niet gehecht aan andere effecten van de vennootschap.

De machtiging omvat de bevoegdheid om over te gaan tot:

  • (i) kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties of van warrants waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten,
  • (ii) kapitaalverhogingen of uitgiften van converteerbare obligaties waarbij het voorkeurrecht van de aandeelhouders is beperkt of uitgesloten ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, en
  • (iii) kapitaalverhogingen die geschieden door omzetting van reserves.

De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

Aard van de aandelen

De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.

De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de naakte eigendom kan schorsen. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars zijn gehouden zich respectievelijk te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap. Ingeval van vruchtgebruik zal de naakte eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd worden door de vruchtgebruiker, behoudens andersluidende overeenkomst tussen partijen.

Aandelen aan toonder

Sinds 1 januari 2008 mag de vennootschap geen aandelen aan toonder meer uitgeven en kunnen de aandelen op naam niet meer worden omgezet in aandelen aan toonder.

De toonderaandelen, die uiterlijk op 31 december 2013 niet waren omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen, zijn sinds 1 januari 2014 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde aandelen.

Deze aandelen werden ingeschreven op een effectenrekening op naam van Ackermans & van Haaren. De rechten verbonden aan deze aandelen (stemrecht, recht op deelneming in de winst, enz.) werden geschorst. Sinds 1 januari 2015 is Ackermans & van Haaren gerechtigd om de aandelen waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt ter beurze te verkopen, na bekendmaking van een bericht in die zin. Ackermans & van Haaren heeft, conform de wettelijke procedure, in de loop van 2015 10.872 aandelen ter beurze verkocht en de opbrengst daarvan in bewaring gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas.

Lexicon

  • • Cost-income ratio: De relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.
  • • Core Tier1-kapitaalratio: Een kapitaalratio van de buffers aangehouden door de banken om eventuele verliezen te kunnen opvangen, gezien vanuit het perspectief van de toezichthouder. Het vermogen van de bank bestaat uit aandelenkapitaal en niet eerder uitgekeerde winsten. Het vermogen is nodig om verliezen op leningen te kunnen opvangen.
  • • EBIT: Bedrijfsresultaat vóór intresten en belastingen.
  • • EBITDA: EBIT vermeerderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa.
  • • EBITDAR: EBITDA vermeerderd met de huurkost.
  • • Huurrendement op basis van reële waarde: Voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking genomen, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop.
  • • Netto financiële positie: Geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen min korte en lange termijn financiële schulden.
  • • REBITDA (Recurring Earnings Before Interest Taxes Depreciation and Amortisation): EBITDA uitgezuiverd voor eventuele niet-recurrente elementen.
  • • Rendement op eigen vermogen (ROE): De relatieve rentabiliteit van de groep, meer bepaald de verhouding van het nettoresultaat op de ingezette eigen middelen.

Contact

Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis.

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494

Foto's Ackermans & van Haaren

© Kioni Papadopoulos

De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be

Ce rapport annuel est également disponible en français. This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.

Concept en realisatie

FBD nv (www.fbd.be)

Financiële kalender

23 mei 2019 Tussentijdse verklaring Q1 2019
27 mei 2019 Algemene vergadering
30 augustus 2019 Halfjaarresultaten 2019
22 november 2019 Tussentijdse verklaring Q3 2019
28 februari 2020 Jaarresultaten 2019

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be

Jaarverslag 2018

Jaar-

verslag

2018

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.