Annual Report • Mar 29, 2019
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer







Jaarverslag 2018
Ackermans & van Haaren NV
2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70
Begijnenvest 113
[email protected] www.avh.be
23 mei 2019 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2019
22 november 2019 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2019
27 mei 2019 ...................................................... Algemene vergadering 30 augustus 2019 ..................................... Halfjaarresultaten 2019
Financiële kalender
28 februari 2020 ......................................... Jaarresultaten 2019


Marine Engineering & Contracting
Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Dit verslag bevat:
De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W.Venn., samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité (namelijk Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen) dat, voor zover hen bekend:
Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:
Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]


Real Estate & Senior Care
Private Banking

Energy & Resources

Growth Capital
| • Missie 6 |
|---|
| • 2018 in een oogopslag 8 |
| • Woord van de voorzitters 14 | |
|---|---|
| • Jaarverslag over de | |
| enkelvoudige jaarrekening 18 | |
| • Jaarverslag over de | |
| geconsolideerde jaarrekening 20 | |
| • Verklaring inzake deugdelijk bestuur 24 | |
| • Remuneratieverslag 35 | |
| • Verklaring van | |
| niet-financiële informatie 38 | |
| • Maatschappelijk verantwoord | |
| ondernemen 56 | |
| • Dagelijkse leiding en controle 66 |
| Marine |
|---|
| & Cont |
| DEME 72 | |
|---|---|
| CFE 76 | |
| Rent-A-Port 80 | |
| Green Offshore 81 |
| Delen Private Bank 84 | |
|---|---|
| Bank J.Van Breda & C° 88 |
| Extensa 94 | |
|---|---|
| Leasinvest Real Estate 97 | |
| Anima Care 100 | |
| HPA 102 |
| SIPEF 106 | |
|---|---|
| Sagar Cements 109 |
| Agidens 114 | |
|---|---|
| AXE Investments 115 | |
| Euro Media Group 116 | |
| Manuchar117 | |
| Mediahuis118 | |
| OncoDNA119 | |
| Telemond 120 | |
| Turbo's Hoet Groep 121 |
| • Financiële staten 123 | |
|---|---|
| • Inhoudstafel 125 | |
| • Geconsolideerde jaarrekening 126 | |
| • Enkelvoudige jaarrekening 203 | |
| • Algemene gegevens betreffende | |
| de vennootschap en het kapitaal 208 | |
| • Lexicon 210 | |

Onze missie is aandeelhouderswaarde creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties met internationaal groeipotentieel.
"Als de familiale geschiedenis van Ackermans & van Haaren ons één les heeft geleerd, dan is het de overtuiging dat waardecreatie op lange termijn nauw samenhangt met een focus op duurzame groei, vertrekkend vanuit een financieel gezonde balans, in samenwerking met partners die dezelfde visie delen."
• De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen
"Ackermans & van Haaren heeft in 2018 volop ingezet op de verdere uitbouw van haar kernsectoren. Dat de resultaatsbijdrage van deze deelnemingen stijgt met 35,4 miljoen euro (+13%) tot een recordniveau van 312,4 miljoen euro, stemt dan ook tot tevredenheid."
Jan Suykens, CEO - Voorzitter van het executief comité
euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren.
De daling van de bijdrage afkomstig van niet-recurrente elementen en het ontbreken van de herwaarderingsmeerwaarde die in 2017 moest worden uit-
waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.
gedrukt (19,8 miljoen euro, m.b.t. SIPEF) verklaart waarom het groepsresultaat (289,6 miljoen euro) uiteindelijk lager uitvalt dan de 302,5 miljoen euro van 2017.
| (€ mio) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 118,1 | 90,6 |
| Private Banking | 121,3 | 113,9 |
| Real Estate & Senior Care | 65,3 | 54,3 |
| Energy & Resources | 7,7 | 18,2 |
| Bijdrage van de kernsectoren | 312,4 | 277,0 |
| Growth Capital | -6,9 | -1,3 |
| AvH & subholdings | -13,7 | -10,6 |
| Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen | -2,2 | 17,6 |
| Resultaat voor herwaarderingsmeerwaarden | 289,6 | 282,7 |
| Herwaarderingsmeerwaarden | - | 19,8 |
| Geconsolideerd nettoresultaat | 289,6 | 302,5 |
| Kerncijfers geconsolideerde balans | |||
|---|---|---|---|
| (€ mio) | 2018 | 2017 | |
| Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) | 3.176,5 | 2.972,2 | |
| Nettothesaurie van AvH & subholdings | 102,9 | 80,2 |


Rest van de wereld
Real Estate & Senior Care
(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2018, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel.


Partners for sustainable growth

14 Partners for sustainable growth
Luc Bertrand en Jan Suykens

Onze groep heeft in 2018 opnieuw goed standgehouden in een heel volatiele en onzekere wereld, waarin economische groeiprognoses negatief werden bijgesteld. In deze context acht de ECB het noodzakelijk om een laag rentebeleid te handhaven. Ook de politieke agenda van de grootmachten weegt op de perspectieven van de wereldhandel, en het spook van een handelsoorlog tussen Oost en West is nog steeds niet verdreven.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de financiële markten lijden onder deze
onzekerheden en onduidelijke perspectieven. De grote indexen kenden een sterke daling in het laatste kwartaal van het jaar. De BEL20 begon het jaar op 3.980, daalde tot een dieptepunt van 3.165 op 27 december 2018 en eindigde het jaar op 3.244. De FTSE20 startte op 7.724, om na het dieptepunt van 6.584 op 27 december terug licht te stijgen tot 6.728
Luc Bertrand en Jan Suykens
de voorzitters
Woord van
"De kernparticipaties van de AvH-groep hebben solide resultaten gerealiseerd over 2018."
dan 30 miljoen euro.
Luc Bertrand en Jan Suykens
van de portefeuille, maar de uitstap uit Distriplus woog op de groep voor meer De desinvesteringen brachten 82,9 miljoen euro cash op. Daartegenover investeerde AvH in 2018 voor 85,7 miljoen euro in de versterking van haar portefeuille, o.m. 25,2 miljoen euro in de kapitaalverhoging van LRE, 7,4 miljoen euro in de verhoging van haar deelneming in SIPEF (tot 31,59%), 7,5 miljoen euro in de financiering van
op jaareinde. Ook de MSCI Global Index toonde een gelijkaardige trend, van 520 met een dieptepunt van 445 in de laatste week van december vooraleer te eindigen op 455.
De focus van Ackermans & van Haaren op de versterking van haar kernsectoren vertaalt zich in een mooie stijging van het 'courant' resultaat, gemeten aan de nettobijdrage van de kernparticipaties, tot 312,4 miljoen euro d.w.z. een stijging van 13% t.o.v. 2017 (277,0 miljoen euro). Deze stijging wordt gerealiseerd in de 3 kernsectoren:
Alleen het segment 'Energy & Resources' kende een daling tot 8 miljoen euro (2017: 18 miljoen euro), hoofdzakelijk te wijten aan de daling van de marktprijzen van palmolie in de wereld en cement in India, niettegenstaande de onderliggende productievolumestijgingen.
Green Offshore (in het kader van de windparken Rentel en SeaMade) en 28 miljoen euro als derde en laatste schijf in het kader van de verwerving van het minderheidsbelang van 26% van NPM Capital in Sofinim. Per einde boekjaar werd bovendien nog 7,4 miljoen euro betaald voor een belang van 2,45% in EVS.
Dat het nettoresultaat over 2018 licht lager ligt (289,6 miljoen euro) t.o.v. 2017 (302,5 miljoen euro) is hoofdzakelijk te verklaren door 2 elementen. In 2017 boekte SIPEF een niet-recurrente winst ingevolge een verplichte herwaardering onder IFRS t.b.v. 19,8 miljoen euro (deel AvH). In 2018 werden er weliswaar nog 14,8 miljoen euro meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van onze deelnemingen in Atenor en BDM-Asco in het kader van een verdere stroomlijning
Aldus bedroeg de netto cash per einde 2018 bijna 103 miljoen euro. De financiële capaciteit van de groep is evenwel een multiple van deze cash op de balans. Enerzijds heeft AvH geen netto financiële schulden en wel belangrijke kredietlijnen ter beschikking, anderzijds kan een normale rotatie binnen de Growth Capital-portefeuille en een grotere focus binnen de kernparticipaties nog substantiële cashreserves genereren, zoals de verkoop van de deelneming in HPA - aangekondigd medio maart 2019 - bewijst.
AvH wenst deze middelen op een voorzichtige wijze te investeren, enerzijds ter versterking van haar kernparticipaties (zoals in het verleden reeds is gebeurd, bv. bij CFE/DEME, Leasinvest Real Estate, SIPEF en Anima Care), en anderzijds door pro-actief nieuwe investeringsopportuniteiten op te sporen in het verlengde van de bestaande kennis, ervaring en netwerken van deze kernsectoren. Zo wordt er actief geprospecteerd in de brede sectoren van cleantech, fintech, medtech en food & agtech.
Met Biolectric (AvH 60%) werd in februari 2019 een eerste investering gerealiseerd in het kader van voornoemde investeringsstrategie. Biolectric, opgericht in 2011, is marktleider in het segment van de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (< 100 kW). Het methaangas uit mest wordt omgezet in bruikbare energie (elektriciteit en warmte), waardoor de uitstoot van schadelijke broeikasgassen wordt vermeden. Biolectric's activiteit draagt zo bij tot een klimaatefficiënte landbouwproductie en sluit perfect aan bij AvH's missie 'Partners for sustainable growth'.
Het geconsolideerd eigen vermogen van de groep steeg alweer met bijna 10% tot 3.176,5 miljoen euro (+9,3% inclusief dividend).
Het AvH-model heeft over de laatste 10 jaar zijn nut bewezen en een track record gebouwd. Over de periode 2009-2018 verdubbelde het geconsolideerd eigen vermogen van 1.595 miljoen euro tot 3.176 miljoen euro. De courante winst, gemeten aan de bijdrage van de kernsectoren, verdrievoudigde van 105 miljoen euro tot 312 miljoen euro. Dit courant resultaat werd in 2009 nog voor 47% door 'Marine Engineering & Contracting', voor 43% door 'Private Banking', en slechts voor 10% door de resterende activa gegenereerd. Het resultaat kende niet alleen een gestage groei over deze periode, maar de kwaliteit van de in 2018 gegenereerde winst is bovendien verbeterd en versterkt aangezien nu elk segment substantieel bijdraagt:
| Aandeel eigen vermogen | Aandeel courant resultaat | |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
33% | 38% |
| Private Banking | 36% | 39% |
| Andere segmenten | 31% | 23% |
De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor het dividend te verhogen met 5,5% tot 2,32 euro per aandeel, hetzij een totaal bedrag van 77.712.817 euro.
DEME realiseerde in 2018 een stijging van haar omzet met 12,3% tot 2.645,8 miljoen euro (2017: 2.356,0 miljoen euro), met een stabiele EBITDA van 458,9 miljoen euro (2017: 455,5 miljoen euro) en een stabiel nettoresultaat van 155,6 miljoen euro (2017: 155,1 miljoen euro). De offshore activiteiten van DEME (Geosea, Tideway, A2Sea) leverden alweer een sterke bijdrage met een aandeel van 46% in de totale omzet.
De verbetering van de operationele marge in de tweede jaarhelft t.o.v. de eerste jaarhelft, om globaal te eindigen op 17,3% van de omzet, heeft zowel in negatieve (1H) als positieve (2H) zin te maken met de laattijdige oplevering van het kabelinstallatieschip Living Stone en het zelfvarende hefvaartuig Apollo. Het toont aan dat DEME drie jaar geleden de juiste investeringsbeslissingen heeft gemaakt in functie van de verwachte orderboek- en omzetevolutie.
Samen met de per einde 2019/begin 2020 verwachte oplevering van de Bonny River, de Spartacus en de Orion verklaart dit de stijging van de netto schuldpositie tot 556 miljoen euro per einde 2018, hetgeen nog steeds maar 1,2 x EBITDA bedraagt. Het geconsolideerd eigen vermogen van DEME is intussen per einde 2018 gestegen tot 1.401 miljoen euro.
Inclusief de nog niet definitief bevestigde orders bedraagt het orderboek per einde 2018 ongeveer 4.700 miljoen euro. Het aandeel van de offshore windprojecten blijft belangrijk, evenals de maritieme civiele bouwprojecten binnen DIMCO (voornamelijk in de Benelux), maar ook de traditionele baggermarkt kent een voorzichtige heropleving.
Luc Vandenbulcke zal als nieuwe CEO van DEME de gevoerde strategie van innovatie en diversificatie via een versterkte organisatie verder ontwikkelen, terwijl Alain Bernard zich zal toeleggen op de toekomst van DEME Concessions en het potentieel van 'deep sea harvesting' via GSR. Wij geloven dat op deze manier DEME nog sterker gepositioneerd zal zijn om de uitdagingen en opportuniteiten van een steeds globaler, complexer en meer gediversifieerd 'marine engineering'-bedrijf aan te pakken.
CFE realiseerde in 2018 een stijging (+40%) van haar omzet tot 994,9 miljoen euro, mede dankzij de integratie van Van Laere, en realiseerde een nettowinst van 17,9 miljoen euro. Daar waar 2017 nog beïnvloed was door uitzonderlijke winsten, realiseerde de Contracting- (15,2 miljoen euro) en Vastgoedontwikkelingspoot (9,3 miljoen euro) een gezonde operationele marge, ondanks de negatieve impact van de afbouw van de activiteiten in Tunesië. Alle onderdelen van CFE realiseerden een positieve bijdrage tot dit resultaat en droegen bij tot de stijging van het orderboek van CFE Contracting tot 1.320 miljoen euro.
CFE heeft in de loop van de tweede jaarhelft 2018 een betaling voor een tegenwaarde van 7,5 miljoen euro ontvangen op haar vordering op Tsjaad, en blijft hoopvol voor een globale oplossing met de Afreximbank.
Rent-A-Port verhoogde haar bijdrage tot het groepsresultaat, dankzij een meerwaarde gerealiseerd n.a.v. de intrede van Tepco in het elektriciteitsdistributiefiliaal in Haiphong. Begin 2019 kochten AvH en CFE de oprichters van Rent-A-Port uit zodat ze nu samen 100% van Rent-A-Port aanhouden.
Green Offshore kende een positieve bijdrage dankzij de opstart van het Rentel-windpark voor de Belgische kust.
Zowel Delen Private Bank als Bank J. Van Breda & C° kenden het tweede beste jaar ooit qua inflows. Door de daling van de aandelenmarkten in het vierde kwartaal 2018 vertaalt deze sterke commerciële prestatie zich per 31 december 2018 niet in de totale activa in beheer. Deze bedroegen 27.673 miljoen euro bij Delen Private Bank (29.410 miljoen euro per einde 2017), 9.563 miljoen euro bij JM Finn (10.475 miljoen euro per einde 2017) en 476 miljoen euro bij Oyens & Van Eeghen (660 miljoen euro per einde 2017).
De betere prestatie van de financiële markten heeft per einde februari 2019 toegelaten een groot deel van de mindere prestaties van de fondsen in te lopen.
De volumes bij Bank J.Van Breda & C° hebben in 2018 iets beter standgehouden. Deposito's stegen met 7% tot 4,9 miljard euro en de kredietportefeuille steeg met 6% tot 4,8 miljard euro. De buitenbalansbeleggingen kenden (inclusief markteffect) toch nog een lichte stijging met 2% tot 9,4 miljard euro.
De klanten van Bank J.Van Breda & C° vertegenwoordigen ongeveer 20% van de totale activa in beheer bij Delen Private Bank, en zijn jaarlijks goed voor 30 à 40% van de inflows. Dankzij het netwerk van Bank J.Van Breda & C° maar ook dankzij de eigen strategie van opening van lokale kantoren (Leuven en Knokke in 2018), realiseert Delen Private Bank nu bijna twee derde van haar inflows uit de regionale kantoren buiten Brussel en Antwerpen. De eigen commerciële dynamiek van Delen Private Bank, en de synergieën met Bank J.Van Breda & C° versterken continu de posities van beide banken als vermogensbeheerder en -begeleider op de Belgische markt.
Globaal genomen vertegenwoordigen Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° een toevertrouwd vermogen van meer dan 45 miljard euro, waarvan meer dan 35 miljard euro in België.
Delen Private Bank realiseerde in 2018 een geconsolideerde nettowinst van 112,4 miljoen euro. Niettegenstaande de belangrijke investeringen in de commerciële strategie met de opening van nieuwe kantoren, bleef de cost-income ratio van Delen Private Bank (excl. JM Finn en Oyens & Van Eeghen) op een uiterst competitieve 44%. Met een eigen vermogen van 742,9 miljoen euro en een Core Tier1-kapitaalratio van 30,9% blijft de groep sterk gekapitaliseerd.
Dankzij de sterke commerciële groei, en niettegenstaande de aanhoudend lage rente een negatieve impact heeft op de netto rente-inkomsten, kan Bank J.Van Breda & C° haar totale opbrengsten toch nog laten stijgen tot 143,8 miljoen euro. Mede dankzij eenmalige belastingseffecten steeg de nettowinst tot 42,2 miljoen euro. Met een solide Core Tier1-kapitaalratio van 13,6% en vooral een uiterst conservatieve leverageratio van 8,6% beschikt Bank J.Van Breda & C° over een sterke en liquide balans, geheel ten behoeve van haar doelgroepklanten.
Ook de sector 'Real Estate & Senior Care' kende alweer een stijging van haar bijdrage tot het groepsresultaat met 20% tot 65,3 miljoen euro. Deze stijging is voor 21 miljoen euro te danken aan de meerwaarde die HPA heeft kunnen realiseren op de verkoop van het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra. Ook Anima Care verkocht in de loop van de tweede jaarhelft 2018 de muren van één van haar residenties.
Extensa leverde een bijdrage op hoog niveau met een nettoresultaat van 27,2 miljoen euro (29,9 miljoen euro in 2017). In 2018 kwam de bijdrage hoofdzakelijk van de ontwikkelingssite Cloche d'Or in Luxemburg met de oplevering van een kantoorgebouw voor Alter Domus einde 2018, en Deloitte begin 2019. Ook de residentiële ontwikkelingen op de site blijven zeer succesvol verlopen. Op de site van Tour & Taxis was het in 2018 wachten op de vergunningen voor de ontwikkeling van de Gare Maritime en de achterliggende residentiële zone. Dankzij de in november 2018 bekomen bouwvergunning kan nu in 2019/2020 deze nieuwe ontwikkelingsfase van start gaan.
Leasinvest Real Estate zag in 2018 de reële waarde van haar vastgoedportefeuille stijgen tot 1.037 miljoen euro. Daarbij werden de posities in Luxemburg (54% van de portefeuille) en Oostenrijk (10%) versterkt, en werd met Hangar 26/27 een eerste project op de Antwerpse kantoormarkt verworven. Dankzij een kapitaalverhoging t.b.v. 84 miljoen euro, waarop AvH voor haar volledig procentueel belang heeft ingeschreven, daalde de schuldgraad tot een meer aanvaardbaar niveau van 53,5%.
Anima Care exploiteert per einde december 2018 2.097 bedden gespreid over 21 zorgresidenties (9 in Vlaanderen, 8 in Brussel en 4 in Wallonië), en realiseert daarmee een omzet van 84 miljoen euro. Anima Care bouwt momenteel 4 gloednieuwe woonzorgcentra die in 2019 in exploitatie zullen worden genomen, nl. in Vorst, Anderlecht, Zoutleeuw en Bilzen.
HPA exploiteert per einde december 2018 2.647 bedden over 35 residenties verspreid over heel Frankrijk (buiten Parijs), en realiseert daarmee een omzet van 120 miljoen euro. HPA heeft momenteel uitbreidings- of relocatieprojecten voor een 7-tal sites in voorbereiding of realisatie. Op 14 maart 2019 heeft AvH aangekondigd dat zij een akkoord heeft gesloten met de Franse rusthuisgroep DomusVi m.b.t. de overname van HPA.
Zowel Anima Care als HPA zetten in op een kwalitatieve zorg voor hun residenten en zijn het bewijs dat een privé-uitbater in deze sector kwaliteitszorg én rentabiliteit kan combineren dankzij het langetermijnperspectief en een voorzichtige financiering.
SIPEF realiseerde in 2018 een stijging van haar totale palmolieproductie met 6,3% tot 351.757 ton. De daling van de palmolieprijs op de wereldmarkt (gemiddeld 598 USD/ton in 2018 tegenover 715 USD/ton in 2017) heeft natuurlijk een substantiële impact gehad op de omzet (-14% tot 275 miljoen USD) en het nettoresultaat (30 miljoen USD).
SIPEF blijft haar nieuw verworven plantages op Musi Rawas en Dendymarker verder aanplanten zoals voorzien. Aldus bedraagt het totaal per einde 2018 aangeplante areaal reeds 80.540 hectare.
AvH heeft van de marktomstandigheden gebruik gemaakt om haar participatie licht te verhogen tot 31,59%. AvH blijft geloven in het potentieel van duurzame palmolie als de meest efficiënte plantaardige olie voor de Aziatische bevolking. SIPEF is en wil 100% RSPO-conform blijven, zowel in haar bestaande als nieuw aan te planten plantages.
Ook bij Sagar Cements heeft de omzetstijging (+17%) niet geleid tot een stijging van het resultaat omwille van de lokale marktprijzen. In het kader van de geplande productie-uitbreiding tot 8,25 miljoen ton per jaar, heeft Sagar begin 2019 besloten tot een kapitaalverhoging. AvH zal voor bijna 14 miljoen euro hieraan deelnemen, waardoor het belangenpercentage van AvH zal stijgen tot 21,85%.
De bijdrage van het segment 'AvH & Growth Capital' is volledig vertekend door het verlies dat geboekt werd n.a.v. de exit uit Distriplus, die voor 30,7 miljoen euro heeft gewogen op het groepsresultaat.
Mediahuis, Euro Media Group, Turbo's Hoet Groep en Telemond konden hun resultaten verbeteren. Agidens leed onder de verliezen op één project, en ook Manuchar tekende een verlies op omwille van de geplande sluiting van een mijnbouwactiviteit in Mexico.
De beoogde stroomlijning van de portefeuille heeft in 2018 geleid tot verkoop van de deelnemingen in Atenor en BDM-Asco, hetgeen gezamenlijk een cashopbrengst genereerde van 43,7 miljoen euro, en een meerwaarde van 14,8 miljoen euro.
De strategie van de groep blijft gericht op 'focus & diversificatie': focus op het versterken van de recurrente duurzame winstgroei van onze kernsectoren en een gezonde diversificatie naar nieuwe groei-opportuniteiten.
Mede dankzij de versterking van het investeringsteam en de ruime financiële middelen waarover de groep beschikt, zien we de toekomst van AvH dan ook met vertrouwen tegemoet.
Wij wensen alle medewerkers van de groep, zowel op de Begijnenvest als de 22.700 medewerkers wereldwijd in de groepsmaatschappijen, te danken voor hun continue inzet tot de succesvolle en duurzame ontwikkeling van Ackermans & van Haaren.
21 maart 2019
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Jan Suykens Voorzitter van het executief comité
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2018 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 119 W.Venn.
Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 46.000 opties toegekend in 2018. De per 31 december 2018 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 334.000 aandelen Ackermans & van Haaren (0,01%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2018, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10).
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving. Het balanstotaal bedraagt eind 2018 2.010 miljoen euro, een daling ten opzichte van vorig jaar (2017: 2.735 miljoen euro). De activa bestaan uit 10 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 49 miljoen euro geldbeleggingen en 1.917 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden het boeken van het dividend van 78 miljoen euro en de winst van het boekjaar van 63 miljoen euro per saldo tot een eigen vermogen van 1.853 miljoen euro (2017: 1.869 miljoen euro). In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met latente meerwaarden die in de portefeuille van Ackermans & van Haaren en groepsvennootschappen aanwezig zijn. In 2018 bestonden de financiële schulden op korte termijn voornamelijk uit de uitgifte van thesauriebewijzen of commercial paper. Dochtervennootschap AvH Coordination Center werd in de tweede jaarhelft ontbonden, waardoor de interne groepsschulden aanzienlijk daalden. De overige schulden bevatten reeds de aan de gewone algemene vergadering voorgestelde winstverdeling over het boekjaar 2018. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2018 304.867 eigen aandelen in en verkocht er 323.709. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die op 1 juli 2013 in voege trad.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:
| Over te dragen winst | 1.638.361.099 |
|---|---|
| Winstpremie voor werknemers(1) | 151.416 |
| Tantièmes | 587.500 |
| Vergoeding van het kapitaal | 77.712.817 |
| Toevoeging aan de beschikbare reserves | 0 |
| Toevoeging aan de onbeschikbare reserves | 615.385 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 |
| Totaal te bestemmen | 1.717.428.218 |
| Winst van het boekjaar | 62.580.337 |
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.654.847.881 |
(1) Winstdeelname ten gunste van werknemers zonder participatie in het kapitaal van AvH, cfr bepalingen van het zomerakkoord.
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,32 euro bruto per aandeel. Na inhouding van roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 1,624 euro per aandeel. Indien de gewone algemene vergadering dit voorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 5 juni 2019. Na deze bestemming bedraagt het eigen vermogen 1.853.043.264 euro en is het als volgt samengesteld:
| Kapitaal | |
|---|---|
| Geplaatst | 2.295.278 |
| Uitgiftepremies | 111.612.041 |
| Reserves | |
| Wettelijke reserve | 248.081 |
| Onbeschikbare reserves | 35.280.304 |
| Belastingvrije reserves | 0 |
| Beschikbare reserves | 65.246.462 |
| Overgedragen winst | 1.638.361.099 |
| Totaal | 1.853.043.264 |
De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.
Sinds de afsluiting van het boekjaar 2018 hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, uitgezonderd deze vermeld in II.3 hierna.
De vennootschap heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling ondernomen.
Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2018 had Ackermans & van Haaren, noch enige andere integraal geconsolideerde deelneming binnen het segment 'AvH & Growth Capital', dergelijke instrumenten uitstaan.
In 2018 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenregeling van artikel 523 W.Venn.
Overeenkomstig artikel 134, §§2 en 4 W.Venn. delen wij u mee dat er bijkomende vergoedingen werden betaald van 1.900 euro (excl. btw) voor een opleiding inzake niet-financiële verslaggeving en van 10.000 euro (excl. btw) voor diverse werkzaamheden aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, en van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen.
Op 13 november 2017 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2018 304.867 eigen aandelen in en verkocht er 323.709. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (pag. 191-192).
| Aantal eigen aandelen | 343.415 (1,03%) |
|---|---|
| Fractiewaarde per aandeel | 0,07 euro |
| Gemiddelde prijs per aandeel | 102,63 euro |
| Totale investeringswaarde | 35.245.551 euro |
Bij brief van 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
De buitengewone algemene vergadering heeft op 13 november 2017 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 W.Venn.
De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering plaatsvindt, d.i. 13 november 2020.
De raad van bestuur is tevens gemachtigd gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 13 december 2020) om aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen).
Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's. Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. De verwezenlijking van de doelstelling kan negatief worden beïnvloed door moeilijkheden bij het identificeren of financieren van transacties of bij de overname, integratie of verkoop van deelnemingen.
De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van deze macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.
Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle, die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.
Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.
De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hogervermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn en de daaraan verbonden speculatie kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positie zonder netto financiële schulden. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen schuldfinanciering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van 'AvH & subholdings' zijn op 31 december 2018 beperkt tot 24,0 miljoen euro, met name door AvH uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper-programma).
Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, en die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; de evolutie van het reglementair kader; en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. Binnen nieuwe markten zoals de ontwikkeling van concessies voor windmolenparken worden de bedrijven geconfronteerd met een nog niet gestabiliseerd reglementair kader, de technologische evoluties en het vermogen om deze grootschalige projecten te financieren. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de tenderfase.
De bouw- en baggersector is typisch onderhevig aan conjuncturele bewegingen. De markt van grote traditionele infrastructuurbaggerwerken kan sterke cyclische schommelingen ondergaan, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam, Tsjaad en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.
DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Hoewel Rent-A-Port vooral actief is in landen buiten de eurozone, wordt het vooral aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.
Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures opgesteld teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Het orderboek van CFE in Afrika is sterk verminderd. Begin 2018 had de groep CFE in Tsjaad uitstaande vorderingen van 60 miljoen euro, waarop in H2 2018 een tegenwaarde van 7,5 miljoen euro werd betaald. Het innen van deze vordering betekent ook in 2019 een belangrijke uitdaging. CFE stelt samen met de lokale overheid alles in het werk om een financiering te vinden teneinde de betaling van de vorderingen mogelijk te maken. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale unsecured financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere bronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven van 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Conform de uitgiftemodaliteiten heeft DEME de lening op 14 februari 2019 volledig terugbetaald.
DEME heeft ook in 2018 haar procedures ter vermijding van fraude en integriteitsrisico's verder aangescherpt, o.m. door de toekenning van dienstverleningscontracten te onderwerpen aan een verstrengde controle van de ultieme begunstigden. Voorts wordt werk gemaakt van een centralisering op het hoofdkantoor van de wereldwijde financiële betalingen in de groep. Tot slot werd ook de interne auditfunctie opnieuw tegen het licht gehouden.
DEME verleent haar volledige medewerking aan een gerechtelijk onderzoek naar de omstandigheden bij de toekenning van een inmiddels uitgevoerd contract. In de huidige omstandigheden kan niet betrouwbaar worden ingeschat welke financiële impact dit zal hebben op DEME.
Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.
Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.
Het fraude- en compliancerisico wordt van heel dichtbij opgevolgd en is onder controle.
Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.
Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt momenteel beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende ongeveer 10% in JM Finn. Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke Core Tier1 eigen vermogen ratio's.
Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).
Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank J.Van Breda & Co en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen geliquideerd worden, zodat de bank niet aan een marktrisico onderworpen wordt. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.
Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima Care en HPA is de kwalitatieve zorg voor de residenten een belangrijk element. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de operationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen.
De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten eerder rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group concentreert zich voornamelijk op België en Luxemburg. De beperkte resterende blootstelling op Turkije, Roemenië en Slowakije werd in 2018 verder afgebouwd. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (bv. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt tot een beperking van dit risico.
Het wisselkoersrisico is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden.
Extensa Group en Leasinvest Real Estate beschikken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-up lijnen is het financieringsrisico ingedekt.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken en anderzijds door de vervaldata van de kredietfaciliteiten te diversifiëren op lange termijn. In 2017 heeft Extensa Group een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering wordt afgebouwd. Bij Leasinvest Real Estate werd het aanspreken van diverse financieringsbronnen in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. Bij Anima Care wordt de expansie via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe zorgcentra enerzijds gefinancierd via volstorting van het toegestane kapitaal en anderzijds door externe financiering. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-upfase. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé worden gefinancierd met leningen op lange termijn, van 15 tot 25 jaar.
Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.
De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, SIPEF in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.
De geproduceerde volumes en dus gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden ook beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad.
Of de groep er daarnaast in slaagt om de beoogde bijkomende expansie te realiseren, hangt af van de verwerving van nieuwe concessieovereenkomsten voor agronomisch geschikte gronden, die passen in de duurzaamheidspolitiek aan economisch verantwoorde voorwaarden.
Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie, palmpitolie en rubber; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit).
SIPEF heeft de strategie om enkel duurzame palmolie en ander producten te produceren. Het kunnen naleven van de duurzaamheidsvoorschriften en in bredere context de perceptie van deze producten in de markt, wordt door SIPEF nauwgezet opgevolgd.
Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.
De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.
Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.
Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).
Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2018 bedraagt 14.165 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 5,2% ten opzichte van 2017 (13.469 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.
Het eigen vermogen (deel groep) per einde 2018 bedroeg 3.176 miljoen euro, een stijging met 204 miljoen euro ten opzichte van 2017 (2.972 miljoen euro). In juni 2018 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,20 euro per aandeel, wat voor een daling van het eigen vermogen met 74 miljoen euro heeft gezorgd.
Ackermans & van Haaren heeft in 2018 ingezet op de uitbouw van haar kernparticipaties. Hun bijdrage tot de groepswinst liep in 2018 op tot 312,4 miljoen euro (2017: 277,0 miljoen euro). De daling van de bijdrage afkomstig van niet-recurrente elementen en het ontbreken van de herwaarderingsmeerwaarde die in 2017 moest worden uitgedrukt (19,8 miljoen euro, m.b.t. SIPEF) verklaart waarom het groepsresultaat (289,6 miljoen euro) uiteindelijk lager uitvalt dan de 302,5 miljoen euro van 2017.
De consolidatiekring onderging in 2018 een aantal wijzigingen, die worden toegelicht op pag 153. De belangrijkste kringwijzigingen vloeien voort uit de verkoop van de deelnemingen in Atenor, BDM-Asco en Distriplus.
Eind 2018 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 102,9 miljoen euro, tegenover 80,2 miljoen euro eind 2017. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat de thesaurie onder meer uit geldbeleggingen voor 37,2 miljoen euro, eigen aandelen en kortetermijnschulden.
Een (economische) opsplitsing en een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep zijn weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag (pag. 68) van het jaarverslag.
DEME en CFE realiseren beide een mooie omzetgroei. In combinatie met een meerwaarde die Rent-A-Port heeft gerealiseerd in Vietnam en de eerste bijdrage vanuit de deelneming in het offshore windpark Rentel (via Green Offshore) vertaalt zich dit ook in een stijging met 27,5 miljoen euro van de contributie van 'Marine Engineering & Contracting' tot 118,1 miljoen euro.
Niettegenstaande de onrust op de financiële markten in het vierde trimester van 2018, hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & Cº commercieel uitstekend gepresteerd. Beide banken dragen in het segment 'Private Banking' gezamenlijk 121,3 miljoen euro bij tot het groepsresultaat van 2018 (2017: 113,9 miljoen euro).
De verkoop door de Franse rusthuisgroep HPA van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd, draagt 21,3 miljoen euro bij tot de jaarwinst van AvH en verklaart waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.
SIPEF en Sagar Cements realiseerden in 2018 allebei een flinke stijging van hun producties. Deze volstaan evenwel niet om de prijsdalingen in 2018 van palmolie (SIPEF) en cement in India (Sagar) op te vangen, hetgeen de daling van de winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verklaart.
De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren.
Op 1 maart 2019 heeft Sofinim (AvH 100%) een belang verworven van 60% in Biolectric, naast CEO en oprichter Philippe Jans.
Op 14 maart 2019 heeft AvH aangekondigd dat zij, samen met CEO en oprichter Hervé Hardy, alsook bepaalde leden van het management, een akkoord heeft gesloten met de Franse rusthuisgroep DomusVi m.b.t. de overname van HPA (Residalya en P&S Expansion). Deze transactie zal naar alle waarschijnlijkheid worden afgesloten in het tweede kwartaal van 2019 en zal, onder voorbehoud van goedkeuring door de Franse mededingingsautoriteiten, AvH een totale meerwaarde opleveren van 105 miljoen euro.
Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen bij DEME de teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn bij CFE de studie-afdelingen betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Biosciences is SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van hoogrenderende oliepalmen. In juni 2018 werd de nieuwe Bank de Kremer voorgesteld met een innovatieve app die particulieren in staat stelt hun vermogen, roerend en onroerend, in kaart te brengen. De volledig intern ontwikkelde app kon rekenen op innovatiesteun van de overheid. Zowel Bank J.Van Breda & Co als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd.
Binnen de groep (o.a. Bank J.Van Breda & C°, Leasinvest Real Estate, DEME, Extensa) wordt gestreefd naar een voorzichtig beleid inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Ackermans & van Haaren streeft ernaar om haar portefeuille ook in 2019 verder te ontwikkelen, zowel door het versterken van bestaande deelnemingen als door nieuwe investeringen. De groep beschikt daarvoor over ruime financiële middelen, die desgevallend nog kunnen worden aangevuld vanuit verkopen van activa.
In combinatie met de goede positionering van de kernparticipaties van de groep en het vooruitzicht op een meerwaarde bij de realisatie van de verkoop van HPA, ziet de raad van bestuur de resultaten van het jaar 2019 dan ook met vertrouwen tegemoet.
Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), zoals bekendgemaakt op 12 maart 2009. De Code kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www. corporategovernancecommittee.be).
Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het 'Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.
teerde vennootschappen. De raad van bestuur heeft bij die gelegenheid tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpt door de invoering van een verbod op 'short selling' en speculatieve handel in aandelen.
Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 96, §2 en 119, tweede lid, 7° W.Venn (beide zoals gewijzigd door de Wet van 3 september 2017). In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').

auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité

| Luc Bertrand (°1951, Belg) | |
|---|---|
| Voorzitter van de raad van bestuur | |
| Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1985) |
Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij actief bij Ackermans & van Haaren, waar hij voorzitter was van het executief comité van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co . Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors en lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals KU Leuven, Voka, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Museum Mayer van den Bergh en Europalia.
Einde mandaat 2021
| Alexia Bertrand (°1979, Belg) | |
|---|---|
| Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013) |
Alexia Bertrand behaalde het diploma van licentiaat in de rechten (Université Catholique de Louvain - 2002) en een master of laws (Harvard Law School - 2005). Zij werkt sinds 2012 als adviseur op het kabinet van de Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken en werd op 1 oktober 2015 benoemd tot kabinetschef algemeen beleid. Ze geeft periodiek opleidingen in onderhandelingstechnieken. Van 2002 tot 2012 was ze actief als advocate, gespecialiseerd in financieel- en vennootschapsrecht (bij Clifford Chance en vervolgens Linklaters). Ze was tijdens een deel van die periode assistente aan de rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Einde mandaat 2021
vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)
Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VSA. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna.
Einde mandaat 2020
(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne bvba, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.
Jacques Delen (°1949, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)
Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van de beursgenoteerde plantagegroep SIPEF en van Bank J.Van Breda & Cº. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016.
Einde mandaat 2020
Pierre Macharis (°1962, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2004) Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011)
Pierre Macharis studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in automatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van VPK Packaging Group. Hij is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven en bestuurder bij Sioen Industries.
Einde mandaat 2020

Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde eveneens een master in engineering management (Cornell University - Verenigde Staten). Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's. Hij geeft nu leiding aan een team dat voor de Europese Commissie een model ontwikkelt dat het potentieel van de EU-lidstaten beoordeelt om het energieverbruik en de broeikasgassen op de middellange tot lange termijn te verminderen. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.
Einde mandaat 2019
Thierry van Baren (°1967, Fransman / Nederlander) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006)
Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief als marketing consultant bij o.m. TBWA Belgium, BDDP Belgium, Ammirati Puris Lintas en Ogilvy Brussels.
Einde mandaat 2022
vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018)
Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in risk management (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Oetker-Gruppe).
(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park bvba, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.
Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen. Hij is tevens actief als bestuurder van verschillende vennootschappen en verenigingen: bestuurder bij water-link, voorzitter van Consultatiebureau voor het Jonge Kind (Kapellen), van Basisschool Zonnekind (Kalmthout) en van Bosgroepen Antwerpen Noord en lid van de politieraad van de politiezone Noord.
Einde mandaat 2021
Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004)
Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot, en lid van het auditcomité, van Bank Puilaetco tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in videobewaking.
Einde mandaat 2020
Het mandaat van Julien Pestiaux verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om zijn mandaat als onafhankelijk bestuurder te hernieuwen voor een periode van 4 jaar.
Voorts wordt erop gewezen dat de raad van bestuur op 25 februari 2019 heeft besloten de leeftijdsgrens voor bestuurders, thans vastgesteld op 70 jaar, te versoepelen in die zin dat de raad van bestuur op gemotiveerde wijze kan besluiten af te wijken van de leeftijdsgrens door (i) de betrokken bestuurder toe te laten zijn of haar lopend mandaat te voleindigen, en/of (ii) de betrokken bestuurder voor te dragen voor herbenoeming. Op diezelfde vergadering heeft de raad van bestuur beslist de heer Jacques Delen toe te laten zijn lopend mandaat, dat verstrijkt in 2020, te voleindigen en dit gelet op zijn ruime ervaring en kennis van onder meer de bancaire sector.
Marion Debruyne, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

De raad van bestuur heeft in 2018 o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.
Verschillende (des)investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, zoals o.m. de deelname aan de kapitaalverhogingen van Leasinvest Real Estate, Sagar Cements en Green Offshore, de overname van Biolectric en de verkoop van de deelnemingen in BDM en Asco, Atenor Group, Henschel Engineering en Distriplus.
De raad van bestuur heeft twee vergaderingen gewijd aan de opvolging van het strategisch beleid van de groep en heeft tijdens de laatste week van november een bezoek gebracht aan de plantages van SIPEF in Noord-Sumatra en aan de werken van DEME in Singapore.
Op de vergadering van 19 maart 2018 heeft de raad van bestuur een integriteitscode goedgekeurd. Deze code kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be). De raad van bestuur heeft tevens aandacht besteed aan de verstrenging van de compliance procedures bij DEME.
De raad van bestuur heeft voorts het management van Bank J.Van Breda & C°, Extensa Group, Leasinvest Real Estate, Rent-A-Port en Manuchar uitgenodigd voor een presentatie over de algemene stand van zaken van de betrokken onderneming en/of toelichting bij een concrete investering of project.
Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.7 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter.
De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 19 maart 2018. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité.
| Aanwezigheden | |
|---|---|
| Luc Bertrand | 8/8 |
| Alexia Bertrand | 8/8 |
| Marion Debruyne | 7/8 |
| Jacques Delen | 8/8 |
| Valérie Jurgens | 2/4 |
| Pierre Macharis | 6/8 |
| Julien Pestiaux | 8/8 |
| Thierry van Baren | 8/8 |
| Victoria Vandeputte | 3/4 |
| Frederic van Haaren | 8/8 |
| Pierre Willaert | 8/8 |
Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het W.Venn.) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.9 en 4.7). In 2018 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 5). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
| Pierre Willaert Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Marion Debruyne Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (in opvolging van Thierry van Baren) |
|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:
Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.
Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VSA. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion Debruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna.
Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (Verenigde Staten). De nadruk van de Master in engineering management lag op financiële en economische analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de 'Johnson Graduate School of Management' van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C° waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.

Op 21 februari en 24 augustus 2018 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.
Het auditcomité van 16 maart 2018 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2017, de toetsing van de 'éénop-één'-regel m.b.t. de niet-auditdiensten geleverd door Ernst & Young en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Voor het eerst werd ook aandacht besteed aan de nieuwe verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag.
Op 17 december 2018 heeft het auditcomité beraadslaagd over de interne audit en controle o.m. op het vlak van ICT, de buitenbalansverplichtingen, IFRS 16 en de rotatieplicht van de bedrijfsrevisoren.
Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.
| Pierre Macharis Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Victoria Vandeputte, Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (in opvolging van Thierry van Baren) |

Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 19 maart 2018 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2017.
Op de vergadering van 20 november 2018 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur, mede op basis van een benchmarking van de vergoedingen met de markt: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2019, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om de zitpenning voor de bestuurders, voor deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur, het audit- en remuneratiecomité, te handhaven op 2.500 euro voor het boekjaar 2018.
De raad van bestuur heeft op 23 februari en 19 maart 2018 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 28 mei 2018 voor te stellen het mandaat van Thierry van Baren te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar en Victoria Vandeputte te benoemen tot onafhankelijk bestuurder eveneens voor een termijn van 4 jaar. Het voorstel tot benoeming van Victoria Vandeputte volgde op de beslissing van Valérie Jurgens in februari 2018 om op de jaarvergadering van 2018 vervroegd ontslag te nemen als bestuurder.
De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.
Voorzitter van het executief comité (sinds 2016)
Jan Suykens is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA - 1982) en behaalde aansluitend een MBA (Columbia University -1984). Hij werkte een aantal jaren bij de Generale Bank in Corporate & Investment Banking.
Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren
Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en Groupe Bruxelles Lambert.
Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren
John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2001) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.
Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren
Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&A-afdeling van Loeff Claeys Verbeke.
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).
Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren
Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke en actief als consultant bij Boston Consulting Group.
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
Koen Janssen (°1970, Belg) Lid van het executief comité
Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.
Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren


Het executief comité is o.m. verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Ackermans & van Haaren en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.
Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), desinvesteringen goedgekeurd, de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.
Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de performantie en innovatieve kracht van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.
Op niveau van de raad van bestuur, komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.
De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 mannelijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2018 waren 4 bestuurders 50 jaar of jonger (40%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (60%).
Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Tot op heden werden alle leden van het executief comité, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.
Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2018 heeft Ackermans & van Haaren vier nieuwe medewerkers aangeworven, drie vrouwen en één man in de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar, met uiteenlopende professionele ervaring (administratieve ondersteuning, boekhouding en investment management), ter versterking van het multidisciplinaire team.
Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door het aanbod van een marktconform vergoedingsbeleid.
Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar de verklaring inzake niet-financiële informatie.
De commissaris van de vennootschap is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2016 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019.
In 2018 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 62.320 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen, van 1.900 euro (excl. btw) voor een opleiding inzake niet-financiële informatie en van 10.000 euro (excl. btw) voor diverse werkzaamheden aan Ernst & Young Bedrijfsrevisoren. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan Ernst & Young door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 62.320 euro) bedroeg 1.471.385 euro.
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening
De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze. Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden hierop voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd zodat een strikte opvolging mogelijk is.
De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.
De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:
De familiale waarden die aan de basis liggen van het succes van de groep trachten we te vertalen in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen', zodat deze voor iedereen duidelijk zijn, en worden uitgedragen door het ganse personeel.
Een andere hoeksteen van het beleid bij Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt aangescherpt. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité waar gestreefd wordt naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.
De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de interne en externe audit.
Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen'.
De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.
Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.
Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.
Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.
Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.
Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van de financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.
Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware op groepsniveau worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.
Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.
Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde groepsrapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.
Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.
Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.
Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden.
Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.
Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.
Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2018 343.415 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan.
De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2018, kan als volgt worden voorgesteld:

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code:
• Samenstelling benoemingscomité
Overeenkomstig bepaling 5.3./1 van Bijlage D van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.
In 2018 heeft de vennootschap de volgende procedure gevolgd ter ontwikkeling van haar remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau van de niet-uitvoerende bestuurders en de leden van het executief comité.
Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 19 maart 2018 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.
Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2017. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 520ter, tweede lid W.Venn., de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.
Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2018 te handhaven op hetzelfde niveau als 2017.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten (infra, 2.1). Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité.
De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding (in geld) gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat, (iii) aandelenopties, (iv) een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering, en (v) een bedrijfswagen en smartphone.
De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De vaste vergoeding van de leden van het executief comité (wedde, groeps- en hospitalisatieverzekering, bedrijfswagen) evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en ervaring en van marktontwikkelingen.
De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria gemeten over een periode van één boekjaar en is met name afhankelijk van het geconsolideerd nettoresultaat. Er is geen langetermijncashincentiveplan. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na goedkeuring door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar.
De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze component van de vergoeding is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité was in 2018 als volgt:
| Vaste vergoeding | 42,7% |
|---|---|
| Bonus | 39,1% |
| Aandelenopties | 9,9% |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 7,7% |
| Bedrijfswagen en smartphone | 0,6% |
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van Ackermans & van Haaren, worden toegekend hebben volgende kenmerken:
Het remuneratiebeleid onderging in 2018, in vergelijking met 2017, geen belangrijke wijzigingen.
De raad van bestuur verwacht in het lopende en het eerstkomende boekjaar het remuneratiebeleid niet ingrijpend te zullen aanpassen.
Het brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen, die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2018 aan de CEO werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:
| Statuut | zelfstandige |
|---|---|
| Vaste vergoeding | € 600.000 |
| Variabele vergoeding | € 700.807 |
| Aandelenopties (belastbare basis) | € 124.858 |
| Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap) |
€ 104.683 |
| Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) | € 6.246 |
Het globale brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2018 aan de overige leden van het executief comité werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:
| Statuut | zelfstandige |
|---|---|
| Vaste vergoeding | € 2.018.275 |
| Variabele vergoeding | € 1.694.417 |
| Aandelenopties (belastbare basis) | € 483.823 |
| Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap) |
€ 369.816 |
| Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) | € 29.325 |
2.8 Opties uitgeoefend door en toegekend aan de leden van het executief comité in 2018
In 2018 hebben 2 leden van het executief comité in totaal 6.000 opties uitgeoefend.
| Naam | Aantal | Uitoefenprijs | Jaar toekenning |
|---|---|---|---|
| Piet Bevernage | 2.000 | € 60,81 | 2011 |
| Piet Dejonghe | 4.000 | € 60,81 | 2011 |
| Vervaldatum | 11 januari 2026 |
|---|---|
| Uitoefenprijs | € 148,64 |
| Jan Suykens | 8.000 |
| Piet Dejonghe | 6.000 |
| Tom Bamelis | 5.000 |
| Piet Bevernage | 5.000 |
| André-Xavier Cooreman | 5.000 |
| Koen Janssen | 5.000 |
| John-Eric Bertrand | 5.000 |
| Totaal | 39.000 |
De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. Geen enkele overeenkomst werd gesloten na 1 juli 2009, uitgezonderd de overeenkomsten die op, respectievelijk, 17 april 2012, 27 juni 2014 en 3 juli 2015 met Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand werden gesloten betreffende hun mandaat als lid van het executief comité, waarvan zij sinds, respectievelijk, 1 april 2012, 1 juli 2014 en 1 juli 2015 deel uitmaken.
De huidige voorzitter van het executief comité kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.
De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap, uitgezonderd voor Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand, wiens overeenkomsten van zelfstandige dienstverlening dateren van na de inwerkingtreding van artikel 554, vierde lid W.Venn. (m.n. op 3 mei 2010), dat beperkingen invoerde betreffende de duur van opzegtermijnen:
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 27 maart 2013 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2011 en 2012 gelijk was gebleven, vanaf boekjaar 2013 als volgt aan te passen:
| Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur | € 60.000 |
|---|---|
| Basisvergoeding voor de bestuurders | € 30.000 |
| Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité | € 2.500 |
| Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité | € 10.000 |
| Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité | € 5.000 |
| Zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur of het audit- of remuneratiecomité |
€ 2.500 |
Dit voorstel werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 27 mei 2013. Tijdens voormelde vergadering heeft de voorzitter verduidelijkt dat het bedrag van 2.500 euro voor de zitpenningen gelezen dient te worden als een maximumbedrag. De raad van bestuur heeft beslist de toepassing van deze verhoging gefaseerd in te voeren, a rato van 800 euro voor 2013, 1.600 euro voor 2014 en 2.500 euro voor 2015 en de daaropvolgende jaren.
Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016.
Iedere bestuurder ontving in 2018 een tantième (over het boekjaar 2017).
De bedragen van de individuele vergoeding en andere voordelen die door Ackermans & van Haaren aan de bestuurders werden toegekend in 2019 (over het boekjaar 2018) kunnen als volgt worden samengevat:
| Tantièmes | Zitpenningen | |
|---|---|---|
| Alexia Bertrand | € 30.000 | € 20.000 |
| Luc Bertrand | € 60.000 | € 20.000 |
| Marion Debruyne | € 30.000 | € 22.500 |
| Jacques Delen | € 30.000 | € 20.000 |
| Valérie Jurgens | € 15.000 | € 5.000 |
| Pierre Macharis | € 32.500 | € 20.000 |
| Julien Pestiaux | € 37.500 | € 35.000 |
| Thierry van Baren | € 37.500 | € 30.000 |
| Victoria Vandeputte | € 15.000 | € 7.500 |
| Frederic van Haaren | € 30.000 | € 20.000 |
| Pierre Willaert | € 40.000 | € 30.000 |
| Totaal | € 357.500 | € 230.000 |
Gelet op het feit dat de bedragen van de vergoedingen, tantièmes en zitpenningen niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2018 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2018, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank en als zaakvoerder van Delen Investments t.b.v. 356.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2018 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2018.
Krachtens artikel 119, §2 W.Venn., zoals ingevoerd door de Wet van 3 september 2017, dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Namens de raad van bestuur, 21 maart 2019
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Deze verklaring van niet-financiële informatie (de 'Verklaring') werd opgesteld overeenkomstig artikel 119, §2 W.Venn. en heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2018.
Ackermans & van Haaren is wettelijk gehouden om deze Verklaring op te stellen op geconsolideerd niveau.
Aannemingsmaatschappij CFE (inclusief DEME) is onderworpen aan dezelfde wettelijke verplichting en heeft, overeenkomstig artikel 119, §2, 3° W.Venn., een afzonderlijke verklaring inzake niet-financiële informatie opgesteld die kan geconsulteerd worden via www.cfe.be (consulteerbaar vanaf 29 maart 2019).
Bijgevolg bevat deze Verklaring de relevante niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren zelf en de hierna volgende integraal geconsolideerde dochtervennootschappen:
Binnen de Ackermans & van Haaren-groep voldoen ook SIPEF en Delen Private Bank aan de wettelijke criteria. Hun respectievelijke verklaring inzake nietfinanciële informatie zal als onderdeel van het jaarverslag consulteerbaar zijn via volgende weblinks:
Deze Verklaring is geïnspireerd op bepaalde onderdelen van de GRI Sustainability Reporting Standards 2016, zoals uitgevaardigd door de Global Sustainability Standards Board in het bijzonder deze die raken aan de vijf wettelijk voorgeschreven domeinen. Zo wordt gestreefd naar het hanteren van uniforme prestatie-indicatoren ('KPI's') over de verschillende vennootschappen, actief in diverse sectoren, heen. Een referentietabel met verwijzing naar de toegepaste GRI-standaarden is opgenomen op de pagina hiernaast.
Daarnaast hanteren bepaalde vennootschappen specifieke referentiemodellen waarnaar in de afzonderlijke overzichten wordt verwezen.
Ackermans & van Haaren investeert in duurzame ondernemingen met een internationaal groeipotentieel. De focus ligt, zowel bij de verdere uitbouw en actieve opvolging van de bestaande portefeuille als bij de analyse van nieuwe investeringen, op ondernemingen die oplossingen bieden voor maatschappelijke uitdagingen op lange termijn, zoals o.m. de bevolkingsgroei en de nood aan duurzame (tropische) landbouw, de vergrijzing en de vraag naar kwalitatieve zorg en duurzame vermogensopbouw en -bescherming, de klimaatopwarming en het belang van hernieuwbare energie. Voor een meer gedetailleerde toelichting, onder meer m.b.t. het verband tussen de activiteiten van de bestaande deelnemingen en de maatschappelijke uitdagingen, wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' op pag. 56 van het jaarverslag. De specifieke activiteiten van de integraal geconsolideerde deelnemingen worden samengevat in de afzonderlijke overzichten en worden verder toegelicht in het 'Activiteitenverslag' vanaf pag. 68 van het jaarverslag.
Als actieve deelnemer aan de globale economie wordt de groep blootgesteld aan globale niet-financiële risico's zoals klimaatverandering. Afhankelijk van de locatie en de aard van de activiteiten, kan klimaatverandering, evenals de eventuele daaraan gekoppelde beleidsmaatregelen, een impact hebben op de productiecapaciteit, het welzijn van de werknemers, de kost van bedrijfsvoering (grondstoffen, energie, verzekering, heffingen), zowel op korte als lange termijn. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn zelf verantwoordelijk voor de identificatie en, waar nodig, de beheersing van dergelijke risico's en de integratie ervan in hun investeringsbeleid en strategie met dien verstande dat Ackermans & van Haaren hierbij betrokken wordt door haar vertegenwoordiging in de raden van bestuur en auditcomités en er vanuit haar langetermijnvisie op toeziet dat de bedrijfsmodellen en -strategiëen zich aanpassen aan veranderende omstandigheden.
Als zogenaamde 'active owner' is Ackermans & van Haaren vertegenwoordigd in de raden van bestuur en de adviserende comités van haar deelnemingen en ziet zij er o.m. op toe dat de deelnemingen een duurzaam groeibeleid voeren waarin rekening wordt gehouden met de wettelijke vereisten, maatschappelijke trends en risico's inzake milieu, sociale en personeelsaangelegenheden, mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping.
Deelnemingen die actief zijn in landen met een hoger risicoprofiel voor schendingen van mensenrechten of, in het algemeen, andere praktijken en wetgeving inzake werkomstandigheden, evenals landen met een hogere score op de corruptieperceptie-index moeten blijk geven van een verhoogde waakzaamheid - eventuele inbreuken hebben immers een negatieve weerslag op de reputatie en geloofwaardigheid van het bedrijf en de groep en schaden daarmee haar langetermijngroeipotentieel. Ackermans & van Haaren verwacht dat haar deelnemingen een verantwoordelijk en ethisch bedrijfsbeleid voeren en moedigt deelnemingen met een verhoogde blootstelling aan een proactief beleid te voeren en concrete gedragscodes en compliance programma's uit te werken, voldoende opleidingen te voorzien en de naleving strikt op te volgen.
In het kader van nieuwe investeringen voert Ackermans & van Haaren traditioneel een due diligence onderzoek uit waarbij wordt nagegaan of de doelwitvennootschap de wet- en regelgeving inzake o.m. milieu, personeelsaangelegenheden en het verbod op omkoping en corruptie heeft nageleefd.
Het menselijk kapitaal is voor de Ackermans & van Haaren-groep een essentieel actief: het aantrekken van succesvolle nieuwe investeringen en de recurrente duurzame groei van de bestaande investeringen is in belangrijke mate afhankelijk van de expertise, de reputatie, het netwerk en de motivatie van het multidisciplinaire team op holdingniveau en de sleutelpersonen bij de participaties, evenals van de beschikbaarheid van gekwalificeerde medewerkers. Het vertrek van belangrijke medewerkers kan bijgevolg een negatieve impact hebben. Dit risico wordt in belangrijke mate beheerst door het creëren van de best mogelijke werkomgeving op holdingniveau, de actieve opvolging via de raden van bestuur van de participaties van personeelsaangelegenheden en de permanente dialoog met de sleutelpersonen van de participaties in het licht van een gemeenschappelijke visie en strategie. Ackermans & van Haaren hecht, als onderdeel van deugdelijk bestuur, bovendien veel belang aan collegiale besluitvorming en transparante dialoog: dit beperkt ook de impact van het vertrek van belangrijke medewerkers.
| GRI General Disclosures | Commentaar | Pagina | |
|---|---|---|---|
| 102-1 | Naam van de onderneming | Ackermans & van Haaren NV | 208-209 |
| 102-2 | Beschrijving van de activiteiten, voornaamste merken, producten en diensten |
68-121 | |
| 102-3 | Locatie van de hoofdzetel | 208-209 | |
| 102-5 | Aandeelhoudersstructuur en rechtsvorm | 34, 208-209 | |
| 102-6 | Overzicht van markten (geografisch, sectoren) | 9 | |
| 102-7 | Schaal van de organisatie, ondermeer aantal werknemers, omzet en kapitalisatie |
9, Kerncijfers | |
| 102-8 | Overzicht medewerkers (ondermeer qua geslacht, statuut en type contract) |
Verklaring | |
| 102-9 | Toeleveringsketen | Op niveau van Ackermans & van Haaren betreft dit voornamelijk diensten en producten voor de hoofdzetel in Antwerpen en consultancy diensten voor de (des)investeringen. |
|
| 102-10 | Materiële wijzigingen aan de organisatie en toeleveringsketen |
Er zijn geen materiële wijzigingen op niveau van Ackermans & van Haaren. | |
| 102-14 | Verklaring over de relevantie van duurzaamheid |
14-17 | |
| 102-15 | Beschrijving risicofactoren | 20-22, Verklaring | |
| 102-16 | Beschrijving van waarden en gedragsnormen | Zie ook de Integriteitscode zoals beschikbaar op de website. | 6-7 |
| 102-18 en volgende |
Deugdelijk bestuur | De wettelijk vereiste informatie werd opgenomen in de verklaring inzake deugdelijk bestuur en het remuneratieverslag. |
24-37 |
| 102-40 en volgende |
Stakeholder engagement | Er werd geen analyse uitgevoerd inzake stakeholders. | |
| 102-45 en volgende |
Rapporteringspraktijk | • Overzicht van de perimeter is opgenomen in de Verklaring. • HPA NV werd niet opgenomen. • De inhoud, periodiciteit en het revisoraal nazicht van de Verklaring is afgestemd op de wettelijke vereisten terzake. |
24-37 |
| 404-1 | Opleiding | 38-55 | |
| 405-1 | Diversiteit | 38-55 | |
Teneinde het belang van ethisch en verantwoord ondernemen te benadrukken en duurzame groei in de groep te bevorderen, heeft de raad van bestuur op 19 maart 2018 de Integriteitscode goedgekeurd. Deze Integriteitscode steunt op de waarden die aan de grondslag liggen van de familiale bedrijfsgeschiedenis van Ackermans & van Haaren en is tevens geïnspireerd op de tien sleutelprincipes van het 'UN Global Compact'. Deze code, die tevens consulteerbaar is op onze website, is in de eerste plaats van toepassing op de bestuurders en medewerkers van Ackermans & van Haaren. Tegelijkertijd wenst Ackermans & van Haaren als actieve aandeelhouder haar deelnemingen aan te moedigen een eigen code goed te keuren en interne procedures uit te werken die de naleving van deze bepalingen kunnen waarborgen.
De personeelsrelaties in de schoot van Ackermans & van Haaren worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 januari 2014, Interne bedrijfsrichtlijnen van 1 januari 2015 en het Corporate Governance Charter van 25 februari 2019.
Tijdens het boekjaar 2018 heeft Ackermans & van Haaren stappen genomen met het oog op de realisatie van de doelstellingen zoals opgenomen in haar eerste niet-financiële verklaring met betrekking tot het boekjaar 2017 zoals hieronder toegelicht. Het is nog steeds het streven om deze doelstellingen tegen eind 2020 te realiseren op niveau van Ackermans & van Haaren en op het niveau van de voormelde integraal geconsolideerde deelnemingen waarover zij exclusieve controle uitoefent.
| Doelstelling | Gerealiseerde stappen in boekjaar 2018 |
|---|---|
| Deugdelijk bestuur • Adviserende comités: oprichting van minstens een audit- en een remuneratiecomité in de schoot van elke deelneming. |
• Oprichting van auditcomité bij Anima Care |
| Ecologische voetafdruk • Uitvoering van een studie met het oog op de opmeting van de eco logische voetafdruk per deelneming. • Uitwerking van maatregelen om de gemeten voetafdruk structureel te verminderen. |
• Eerste meting ecologische voetafdruk op niveau van Ackermans & van Haaren en Bank J.Van Breda & Co • Agidens behaalde niveau 5 op de CO2 -Prestatieladder |
| Mensenrechten • Uitvoering van een risico-analyse inzake de naleving van de mensen rechten door elke deelneming. • Uitwerking van maatregelen om de naleving van de mensenrechten te bevorderen. |
broeikasgassen van de Antwerpse hoofdzetel in kaart. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen drie toepassingsgebieden:
Deze analyse focust op 'klimaatverandering': het eindresultaat is een globaal overzicht van de verschillende 'impacten' in CO2 -equivalenten (de verschillende broeikasgassen worden geconverteerd op basis van een gemiddelde klimaatopwarmingsimpact over 100 jaar).
Uit het resultaat van de nulmeting per 31 december 2018 blijkt dat de totale uitstoot van de Antwerpse hoofdzetel 943 ton CO2 -equivalenten bedraagt wat overeenkomt met ongeveer 30 ton CO2 -equivalent per medewerker. De belangrijkste deelposten die bijdragen tot deze voetafdruk zijn de volgende:

De activiteiten op de hoofdzetel hebben een beperkte impact op het milieu. Niettemin streeft Ackermans & van Haaren ernaar een voorbeeldfunctie te vervullen en de negatieve impact zoveel mogelijk te beperken door het invoeren van maatregelen om het papiergebruik te beperken en energie te besparen.
Ackermans & van Haaren heeft voor de eerste maal haar CO2 -voetafdruk laten meten door een externe gespecialiseerde dienstverlener op basis van de beschikbare gegevens per 31 december 2018. Deze analyse brengt de rechtstreekse uitstoot van Tijdens het boekjaar 2019 zal een 'eco-comité' deze resultaten verder analyseren, concrete voorstellen uitwerken om de ecologische voetafdruk op holdingniveau te verminderen (bovenop de initatieven zoals gerapporteerd in de Verklaring over boekjaar 2017) en te compenseren, evenals de gegevensverzameling opvolgen voor vervolgmetingen van de ecologische voetafdruk.
Als werkgever streeft Ackermans & van Haaren ernaar haar medewerkers de best mogelijke werkomgeving aan te bieden waarin ethisch en respectvol handelen centraal staat.
Per 31 december 2018 telt Ackermans & van Haaren 32 medewerkers. In 2018 heeft Ackermans & van Haaren vier nieuwe medewerkers aangeworven, drie vrouwen en een man. Twee medewerkers bereikten de wettelijke pensioenleeftijd. Geen van de medewerkers van Ackermans & van Haaren was langdurig ziek in 2018.
Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Er werd opnieuw ingezet op de algemene ontwikkeling en ontplooiing van de medewerkers (door opleidingen en evaluatiemomenten) en hun algemene welzijn (gezonde lunch, vers fruit, fitness, etc.).




Zelfstandige medewerkers Bedienden Arbeiders


Een van Ackermans & van Haaren's voornaamste uitdagingen is niet zozeer het aantrekken van talentvolle medewerkers als wel het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Antwerpen op elk ogenblik van de dag vlot te bereiken. In dat kader kunnen de medewerkers sinds december 2018 gebruik maken van bijkomende kantoorruimte in Merelbeke (Gent).
Ackermans & van Haaren tracht tevens bij te dragen tot een meer menswaardige samenleving via haar mecenaatsbeleid. Voor meer informatie over het beleid en de ondersteunde projecten verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Ackermans & van Haaren onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Ackermans & van Haaren. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Integriteitscode. Om corruptie en omkoping op niveau van Ackermans & van Haaren te vermijden wordt, wat de uitgaande betalingen betreft, er steeds op toegezien dat de persoon die de betaling uitvoert een andere persoon is dan deze die tot de betaling heeft beslist. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit door de group controller. Er waren op dit vlak in 2018 geen inbreuken te melden.
Het Corporate Governance Charter voorziet tevens in een klokkenluidersregeling waarbij de medewerkers van Ackermans & van Haaren mogelijke financiële onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden kunnen melden aan de voorzitters van de raad van bestuur en/of het auditcomité.
De Agidens-groep levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie vanuit België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten.
Bij de uitvoering van deze activiteiten wordt erop toegezien dat dit gebeurt overeenkomstig de hoogste ethische normen. De Business Code of Conduct van Agidens stelt heldere richtlijnen ten aanzien van het hanteren van deze normen. Daardoor is Agidens in staat om niet alleen haar integriteit te waarborgen en op een verantwoorde manier zaken te blijven doen, maar ook om ethisch zakendoen voorop te stellen in relatie tot klanten en leveranciers, om alle werknemers met respect te behandelen en om haar verantwoordelijkheden op het gebied van gezondheid, veiligheid en het milieu ernstig te nemen.
De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen specifiek aan bod in de Business Code of Conduct van 25 februari 2016, de Supplier Code of Conduct en de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.
De personeelsrelaties binnen de Agidens-groep worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 juli 2016, het Agidens Bedrijfsboek Deel Welzijn van november 2016, de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.
Jaarlijks legt het management van Agidens 'RPQHS²' doelstellingen vast om de efficiëntie van het Quality Management Systeem te verhogen en de verbondenheid met de strategische initiatieven en de actuele business context te waarborgen, waarbij R staat voor 'Result', PQH voor 'Process, Quality and Human Resources' en de S² voor 'Safety & Sustainability'.
Voor 2019 werden doelstellingen opgenomen om de 'natural attrition' te brengen tot onder de 8% en om op vlak van 'Safety & Sustainability' een frequentiegraad (Fg) van maximaal 9 te behalen, het veiligheidsplan te actualiseren met een proactieve opvolging maar ook minstens 1 event per kwartaal te organiseren om duurzaamheid te promoten en te ondersteunen.
De doelstelling voor 2018 -om minstens niveau 5 te behalen op de CO2 -Prestatieladder- werd behaald. Dit is een managementsysteem dat bedrijven aanzet om de CO2 -uitstoot in kaart te brengen en te verminderen. De processen en resultaten worden geverifieerd door een erkende onafhankelijke instantie. Met het behalen van een Niveau 5-certificering (het hoogste niveau) toont Agidens dat het één van de koplopers is op het gebied van duurzaam ondernemen.
Agidens heeft tevens een SMETA (SEDEX Members Ethical Trade Audit)-certificering. SMETA is een norm om ethisch handelen te waarborgen. Het SMETA-systeem is gericht op de evaluatie van 4 grote pijlers: arbeidersrechten, bedrijfsethiek, milieukwesties en gezondheid/veiligheid. Agidens ontving, na een gedetailleerde audit in december 2017, het certificaat '4 Pillar requirements' met een geldigheid van 3 jaar op 27 augustus 2018. Agidens zal de aanbevelingen in het auditrapport ter harte nemen en wenst tegen ten laatste de volgende audit in 2021 de doelstellingen daaromtrent te realiseren.
Agidens draagt verantwoord ondernemen uit in al haar activiteiten op het vlak van milieubeleid.
Agidens legt hierbij het accent op:
aankoop, logistieke diensten.
Voor verdere toelichting wordt verwezen naar bovenstaande inzake de certificering op de CO2 -Prestatieladder en naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Agidens hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk. De veiligheid en de gezondheid van elk personeelslid is van vitaal belang voor het succesvol beleid van Agidens.
De totale Agidens-groep bestaat op 31 december 2018 uit circa 600 medewerkers, waarvan 517 payroll medewerkers (ten opzichte van 478 payroll medewerkers per 31 december 2017). Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding van de payroll medewerkers wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017.






Het absenteïsme bleef stabiel tijdens 2018 op 3%. Er wordt nog steeds sterk ingezet op training zowel binnen de divisies als binnen de ondersteunende divisies.
Inzake opvolging van welzijn beschikt Agidens nog steeds over de verschillende preventiediensten en meldpunten zoals beschreven in de Verklaring over boekjaar 2017. Een van de grote uitdagingen, na de start van de werken aan de Oosterweelverbinding, is het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Zwijndrecht op een vlotte manier te bereiken. Daarom werd geopteerd voor een satellietkantoor in Brasschaat (geopend in maart 2018) om op die manier tegemoet te komen aan de personeelsleden die in het noorden van Antwerpen wonen. Daarnaast worden ook glijdende uren en thuiswerk gestimuleerd.
In april 2018 werd de Intuo app geïmplementeerd binnen Agidens. De bedoeling van deze interactieve app is een barometer te creëren op teamniveau om tijdig de noden binnen een team op te merken. Het uiteindelijke doel is om op die manier het psychosociaal welzijn van werknemers te monitoren en proactiever problemen in de organisatie te identificeren.
Agidens streeft naar een open, constructieve dialoog met lokale overheden, sociale partners en alle andere groepen die bij de activiteiten betrokken zijn. Waar mogelijk steunt Agidens lokale initiatieven op sociaal, cultureel en economisch vlak. Zo werden o.a. volgende initiatieven gesteund tijdens 2018: Ava & Trix vzw, KWF Kankerbestrijding en Special Olympics.
Agidens onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Agidens. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Business Code of Conduct en in de Supplier Code of Conduct. In 2018 werd een transparant klokkenluidersysteem ingevoerd voor het melden van ongewenst gedrag, waaronder fraude (corruptie en omkoping).
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en is voornamelijk actief in seniorenhuisvesting en -zorg. Anima Care investeert zowel in de uitbating als in het vastgoed.
Per 31 december 2018 heeft Anima Care 2.097 bedden in uitbating, waarvan 1.785 rusthuisbedden, 107 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen verspreid over 21 zorgcentra (waarvan 9 in Vlaanderen, 8 in Brussel en 4 in Wallonië).
Anima Care kiest resoluut voor kwaliteit en stelt de bewoner centraal. Zij combineert een aangename leefomgeving met een kwaliteitsvolle dienstverlening. Anima Care besteedt veel aandacht aan de constante verbetering van haar werkmethodes en operationele systemen alsook aan de selectie, begeleiding en ontwikkeling van haar medewerker. Zij brengen immers de kwaliteitsvisie en de waarden van Anima Care dag na dag in de praktijk.
Er wordt met elke bewoner een verblijfsovereenkomst afgesloten waarin de fundamentele waarden van Anima Care worden vertaald. Deze fundamentele waarden worden hernomen in het reglement van inwendige orde en in het leefproject dat voor elk zorgcentrum wordt opgesteld.
De personeelsrelaties worden geregeld door het Arbeidsreglement. Anima Care ziet erop toe dat de fundamentele waarden en gedragscodes die in het Arbeidsreglement vervat zitten bij diverse gelegenheden worden benadrukt en in de praktijk worden toegepast. De onthaalbrochure voor nieuwe medewerkers en de leidraad voor de periodieke evaluaties werden in de loop van 2018 herwerkt zodat de waarden en gedragscodes hierin nog beter aan bod komen.
Anima Care sluit zich als deelneming van AvH aan bij de wens om voormelde doelstellingen inzake deugdelijk bestuur, ecologische voetafdruk en mensenrechten te realiseren tegen eind 2020.
In 2018 werd een auditcomité opgericht binnen de schoot van de raad van bestuur.
Anima Care probeert de impact van haar activiteiten op het milieu zo beperkt mogelijk te houden.
Bij de realisatie en het beheer van de nieuwbouwprojecten wordt veel aandacht besteed aan energiezuinigheid en ecologie en wordt bewust geïnvesteerd in alternatieve energievormen (fotovoltaïsche cellen, warmtekrachtkoppeling), waterzuiveringsinstallaties en optimale gebouwenbeheerssystemen. Voor een meer gedetailleerde toelichting wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Ook in de bestaande gebouwen wordt geïnvesteerd in energiezuinige oplossingen: ledverlichting, vervanging van oude verwarmingsketels, de installatie van thermostatische kranen op de verwarmingstoestellen, de verbetering van de zonnewering, …. De hierboven vermelde investeringen worden aangevuld met gerichte acties om het milieubewustzijn van de medewerkers te verbeteren en de impact van de dagelijkse werking op het milieu te beperken, zoals verder toegelicht in het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Anima Care hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.
Anima Care telde op 31 december 2018 1.460 medewerkers (ten opzichte van 1.319 medewerkers op 31 december 2017).
Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Het absenteïsme bleef nagenoeg stabiel tijdens 2018.






Het zorgpersoneel wordt voortdurend gecoacht en krijgt geregeld bijscholing. Zij krijgen ook kwalitatieve arbeidsmiddelen ter beschikking zodat zij bij de uitvoering van hun opdrachten zo min mogelijk fysiek worden belast.
Binnen Anima Care worden de personeelswelzijnsindicatoren nauwgezet opgevolgd door de operationeel verantwoordelijken.
Voor een toelichting inzake de lokale verankering van Anima Care wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Anima Care heeft in de regio's waarin zij actief is, diverse samenwerkingsakkoorden afgesloten met de lokale zorgactoren. Waar mogelijk en zinvol, biedt Anima Care ook zelf bijkomende diensten aan, aanvullend op de residentiële zorg, aan via thuisverpleging, dagverzorgingscentra en lokale dienstencentra. Deze ondersteunende diensten zijn vooral gericht op de zorgbehoevende bewoners in de buurt van de zorgcentra en stellen deze mensen in staat om langer zelfstandig te wonen.
Anima Care onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Anima Care wil verantwoord ondernemen in de zorgsector waarbij het respect voor de medemens centraal staat.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Anima Care. Voor alle beslissingen en betalingen wordt het vierogenprincipe consequent toegepast. Onderhandelingen met leveranciers worden op groepsniveau gevoerd: zo krijgen de verantwoordelijken van de zorgcentra een vast kader aangereikt waarbinnen zij bestellingen kunnen plaatsen.
Ondernemers zijn de motor van onze economie. Vrije beroepen garanderen gezondheidszorg, rechtszekerheid en financiële transparantie. Samen leveren zij een cruciale bijdrage tot onze welvaart en ons welzijn.
Bank J.Van Breda & C° positioneert zich als dé referentiebank voor familiale ondernemers en vrije beroepen, zowel privé als professioneel, hun leven lang. Ze begeleidt cliënten bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen op basis van een totaalaanpak die start bij de professionele activiteit als motor voor het privévermogen met het oog op het opbouwen van een financiële buffer voor de steeds langer wordende periode van professionele inactiviteit na pensionering.
Bank J.Van Breda & C° hanteert een conservatief beleid inzake kredietverstrekking en focust op gezonde kredietverlening in het belang van de cliënt op basis van een kritische beoordeling van elke kredietaanvraag gevolgd door een analyse van veilige, voor de cliënt haalbare kredietvormen. De terugbetalingscapaciteit van de cliënt, zijn professionele bekwaamheid en de mogelijkheid om zelf iets op te bouwen, staan hierbij voorop.
Door de specifieke focus qua doelgroepcliënten en de Belgische regelgeving terzake wordt kredietverlening bij volgende 'risico'-situaties uitgesloten:
De bank verstrekt geen kredieten aan bedrijven actief in wapenproductie, tabaksindustrie of kernenergie. KMO's die actief zijn in de financiering van speelautomaten zijn eveneens expliciet uitgesloten.
Bank J.Van Breda & C° beheert geen eigen beleggingsfondsen. Zusterbedrijf Delen Private Bank is gespecialiseerd in vermogensbeheer en verzorgt ook de samenstelling van de beleggingsfondsen die door Bank J.Van Breda & C° worden gecommercialiseerd. Hiervoor wordt samengewerkt met fondsbeheerder Capfi Delen Asset Management (Cadelam), dochtervennootschap van Delen Private Bank. Verantwoord investeren staat daarbij voorop, rekening houdend met de door de Verenigde Naties ondersteunde 'Principles of Responsible Investment' en met uitsluitingslijsten gepubliceerd door organisaties die een referentie zijn in maatschappelijk verantwoord investeren, zoals het Noorse Staatsfonds. Voor verdere toelichting hieromtrent wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
De personeelsrelaties van Bank J.Van Breda & C° en haar divisies worden geregeld door het arbeidsreglement. Specifieke gedragscodes werden opgesteld voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management).
Naast voormelde beleidspunten inzake milieu bij kredietverlening en investeringsfondsen, is er ook een breed draagvlak om de ecologische voetafdruk in de relaties met de cliënten en op ondernemingsniveau te beperken. Een werkgroep 'Eco' treedt hiervoor op als voortrekker en onderzoekt welke maatregelen nodig zijn om van de bank een CO2 -neutraal bedrijf te maken.
In 2018 werd een eerste 'carbon footprint'-studie opgemaakt om de impact van de bank op het klimaat te meten en zoveel mogelijk te reduceren. Deze dient als aanzet om een langetermijnvisie te ontwikkelen om klimaatneutraal te worden. Via een concreet actieplan engageert de bank zich haar eigen emissies met minstens 25% te reduceren tegen 2025. Dat kan via maatregelen op het vlak van energieverbruik, bedrijfsvoertuigen, koelgassen, woon-werkverkeer, papiergebruik, afval e.d., gecombineerd met compensatie door investeringen in klimaatprojecten. Vanaf 2019-2020 wil de bank haar realisaties meten aan de hand van kerncijfers (KPI's) die worden uitgezet om de reductiedoelstellingen te realiseren.
Naast de initiatieven die opgelijst werden in de verklaring over het boekjaar 2017 werden recent volgende initiatieven gestart:
Per 31 december 2018 had Bank J.Van Breda & C° 468 medewerkers (ten opzichte van 471 medewerkers op 31 december 2017).
Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. Het absenteïsme bleef nagenoeg stabiel tijdens 2018.





0
3.000
6.000
Bank J.Van Breda & C° gelooft dat de deontologie en de ethische waarden van haar personeel bepalend zijn voor de manier waarop de bank in contact treedt met haar cliënten en leveranciers. Uit cultuur- en waardenonderzoek kwamen eerlijkheid, verantwoordelijkheidszin en enthousiasme als kernwaarden naar voor. Deze bedrijfscultuur ligt aan de basis van het succes van Bank J.Van Breda & C° en wil de bank daarom koesteren.
2018 2017
De bank weert elke vorm van discriminatie op basis van ras, geloof, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. Ze staat open voor alle mensen met talent en een positieve levenshouding.
Gelukkige mensen stralen een positieve kracht uit, ook in hun werk, en zeker in hun contact met de cliënt. Daarom stimuleert de bank als werkgever mensen om te werken in hun talentzone en biedt ze een kader dat zorgt voor groei en ontwikkeling. Dit wordt 2-jaarlijks getoetst door deelname aan de internationale interne bevraging die georganiseerd wordt door 'Great place to work' i.s.m. Vlerick Management School. In 2018 werd de bank gecertifieerd als 'Great place to work'.
Een divers samengestelde raad van bestuur heeft aandacht voor verschillen in achtergrond, geslacht en professionele vaardigheden die relevant zijn voor Bank J.Van Breda & C°. Het remuneratie- en benoemingscomité beoordeelt kandidaten hiervoor op hun verdiensten en hanteert hierbij objectieve criteria. Per 31 december 2018 beantwoordt de samenstelling van de raad van bestuur en het directiecomité aan de streefdoelen inzake vertegenwoordiging van het ondervertegenwoordigde geslacht binnen deze organen.
De bank investeert tevens in het algemeen welzijn en promoot een gezonde levenshouding door onder meer te voorzien in fitnessruimte of financiële steun voor een sportabonnement, gezonde voeding, en het voorzien van flexibele werkomstandigheden met het oog op een goed evenwicht tussen werk en privé.
Om juiste financiële keuzes te maken, dienen cliënten een goed inzicht te hebben van hun mogelijkheden. Niet elke cliënt beschikt echter over voldoende financiële basiskennis, zelfs al genoot hij of zij universitaire studies. Daarom worden regelmatig voordrachten gegeven om o.a. artsen en apothekers in opleiding wegwijs te maken in de financiële wereld. Bank de Kremer lanceerde in 2018 een gratis app die anoniem voor iedereen beschikbaar is en die helpt om overzicht en inzicht te krijgen met het oog op het opbouwen van een financiële buffer voor de steeds langer wordende periode van professionele inactiviteit na pensionering.
Voor het mecenaat wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen'.
Bank J.Van Breda & C° onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar divisies eenzelfde engagement.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Bank J.Van Breda & C°. Het belang dat de bank hecht aan het vermijden van belangenconflicten staat beschreven in de deontologische codes voor de personeelsleden, de leden van het directiecomité en de leden van de raad van bestuur.
Naast wat is opgenomen in het Arbeidsreglement gelden specifieke gedragscodes om belangenconflicten te vermijden voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management). Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot volgende domeinen: witwaspreventie, voorkomingsbeleid fiscale mechanismen, transacties in financiële instrumenten, handel met voorwetenschap, koersmanipulatie, wetgeving op de privacy, discretieplicht, deontologische codes en dergelijke.
Om de kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren en om corruptie en omkoping te vermijden, behoren interne controlemaatregelen tot de standaarden. Een voorbeeld hiervan is de functiescheiding van bevoegdheden tussen o.a. betalingsopdrachten en betalingen. Ook het vierogenprincipe is zoveel mogelijk geïntegreerd in automatische processen.
Jaarlijks wordt een verklaring van mensen met inkoopverantwoordelijkheid opgesteld. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit. Er waren op dit vlak in 2018 geen inbreuken te melden. De werking van de controlemaatregelen wordt ondersteund door een controlestructuur die gebaseerd is op de samenwerking tussen 3 verdedigingslijnen (3LoD - Three lines of defense).
Extensa Group is een projectontwikkelaar die sinds haar oprichting in 1910 bijzondere aandacht heeft voor gebiedsontwikkeling en stadsuitbreiding. De sites 'Tour & Taxis' in Brussel en 'Cloche d'Or' in Luxemburg passen aldus perfect binnen deze strategische positionering. In principe worden de realisaties na oplevering verkocht aan eindgebruikers of beleggers, maar Extensa Group kan gebouwen ook aanhouden als investering en deze zelf actief beheren. Extensa Group is zelf gevestigd op de Tour & Taxis-site.
De uitbreiding en de reconversie van stedelijke gebieden betekenen ingrijpende wijzigingen voor mens en milieu. Extensa is zich dan ook bewust van de grote verantwoordelijkheid die hiermee gepaard gaat en heeft bijzondere aandacht voor de waarde op lange termijn van de realisaties. Deze ambitie gaat veel verder dan het naleven van de wettelijke vereisten of het gebruiken van een holle woordenschat. Er wordt steeds gezocht naar de meest effectieve, toekomstgerichte oplossingen, voor alle aspecten van onze projecten die een impact hebben op de leefomgeving van gebruikers, omwonenden en van de natuur.
De renovatie en herbestemming van de 'Gare Maritime' van Tour & Taxis illustreert deze aanpak:
Maar ook op niveau van de volledige sites worden zowel in Tour & Taxis als in Cloche d'Or bijzondere inspanningen gedaan, o.a. op het vlak van de bescherming van de oorspronkelijke flora, het herstellen van natuurlijke waterlopen, de aanleg van groenzones en ecologische doorgangen.
De inspanningen van Extensa in dit kader blijken tevens uit de behaalde duurzaamheidscertificering voor het door haar ontwikkeld vastgoed: Brussel Leefmilieu (BREEAM 'Excellent' zowel in Design Phase als Post Construction), Herman Teirlinck (classificatiesysteem 4* overeenkomstig het Handboek Duurzame Kantoorgebouwen van de Vlaamse Overheid, qua niveau vergelijkbaar met BREEAM 'Excellent'), Alter Domus en Deloitte in Luxemburg (BREEAM 'Very Good' zowel in Design Phase als Post Construction).
Voor de Gare Maritime is het objectief om BREEAM 'Excellent Renovation' voor de renovatie van de bestaande structuur te behalen en BREEAM 'Excellent New Built' voor het nieuwbouwvolume. Het certificeringsproces is in uitvoering.
Gegeven de omvang en diversiteit van de nieuwe stadswijk Tour & Taxis, heeft Extensa een unieke positie en dus ook verantwoordelijkheid om actief mee te werken aan een toekomstgerichte benadering van mobiliteit. In samenwerking met klanten en diverse externe partners worden alternatieve modi gepromoot en aangeboden, zoals carpooling & deelwagens, het verminderen van het autoverkeer in balans met een beter aanbod aan openbaar vervoer, het aanmoedigen van wandelen en fietsen. Extensa is daarom ook partner van diverse overheden bij de aanleg van infrastructuur en openbare voorzieningen.
Extensa steunt op het initiatief en het talent van alle medewerkers en heeft de facto een vooruitstrevend gender- en diversiteitsbeleid. De bedrijfscultuur is gericht op het stimuleren van creativiteit en vindingrijkheid van haar medewerkers. Kwaliteit van dienstverlening aan externe en interne klanten is een constant aandachtspunt. In dit kader werkt Extensa verder aan een professioneel kader op basis waarvan de voordelen van nieuwe werkmethodes gericht op innovatie en creativiteit gecombineerd kunnen blijven met operationele excellentie.
Per 31 december 2018 telt Extensa 33 medewerkers (ten opzichte van 23 medewerkers per 31 december 2017)(1). Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Met de aanwerving van 10 medewerksters in 2018 werd het gender-evenwicht hersteld. Extensa doet ook een beroep op diverse tijdelijke medewerkers in functie van specifieke projecten of behoeftes.
(1) Uitgezonderd consultants die werkzaam zijn op specifieke ad-hoc projecten





Extensa organiseert een jaarlijkse studie- en teambuildingreis voor alle medewerkers, alsook verschillende sociale gelegenheden gedurende het jaar. Bijscholing en deelname aan seminaries worden aangemoedigd.
Extensa steunt diverse sociale en culturele initiatieven op basis van een policy die richtlijnen vastlegt inzake de objectieven en de waarden die gerespecteerd dienen te worden. Ook wordt vastgoed in beheer gratis of tegen zeer gunstige voorwaarden ter beschikking gesteld van caritatieve organisaties (Cruyff Court in Sint-Jans-Molenbeek, Human Rights Watch, Special Olympics Belgium, L'Ecole du Cirque, TYN, Bright Future, Parckfarm, ... ). Een andere vorm van sociaal engagement is de implicatie van medewerkers in de werking van bepaalde organisaties (be.Face, BFFS, …).
Extensa onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar aannemers hier eveneens in regel mee zijn. Ze neemt dit mee in haar beleidsdoelen voor de volgende jaren.
Ethisch ondernemen is één van de basiswaarden van Extensa. Voor zover deze betrekking heeft op haar activiteiten en doel, sluit ze zich aan bij de Integriteitscode van AvH. Het vierogenprincipe wordt voor alle betalingen consequent toegepast.
Leasinvest Real Estate (LRE) is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, die beursgenoteerd is. LRE investeert in hoogkwalitatieve en goedgelegen shopping centers, winkels en kantoren in het Groothertogdom Luxemburg (54%), België (36%) en Oostenrijk (10%). Naast het beheer van haar bestaande vastgoedportefeuille, volgt Leasinvest Real Estate ook (her)ontwikkelingsprojecten op.
Leasinvest Real Estate is er zich van bewust dat haar ecologische voetafdruk kan verminderen door het continu streven naar het energie-efficiënter en dus -zuiniger maken van de gebouwen in portefeuille, waarbij het duurzaamheidsaspect primeert bij grondige renovaties.
BREEAM is een internationaal duurzaamheidskeurmerk en de standaard voor het optimaal realiseren (nieuwbouw) of renoveren (gebouwen in gebruik) en exploiteren van duurzame gebouwen met een minimale milieu-impact, gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde duurzaamheidsmetrieken en -indices die een hele reeks milieugerelateerde kwesties omvat, zoals de evaluatie van het energie- en watergebruik, de impact op gezondheid en welzijn, vervuiling, transport, materialen, afval, ecologie en managementprocessen. Gebouwen worden door het Britse BRE instituut (Building Research Establishment) beoordeeld en gecertificeerd op een schaal van 'Pass', 'Good', 'Very Good', 'Excellent' en 'Outstanding' aan de hand van auditrapporten opgesteld door onafhankelijke, erkende beoordelers.
In België bekwam LRE de volgende BREEAM-scores voor de hierna opgesomde kantoorgebouwen:
Voor een meer gedetailleerd overzicht van bijkomende milieubewuste investeringen (onder meer in zonnepanelen en laadpalen) wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Daarnaast vertaalt het milieubewustzijn zich binnen de vennootschap in o.m. het enkel nog digitaal bewaren van documenten (tenzij originelen ten absolute titel dienen bijgehouden te worden) en door het promoten van conference calls i.p.v. het voorzien van vergaderingen die verplaatsingen vergen.
Leasinvest Real Estate hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk. In haar personeelsbeleid staan waarden als respect, transparantie en integriteit, ondernemingszin en collegialiteit centraal.
Het totale personeelsbestand van LRE-groep (inclusief de payroll van LREM, de statutaire zaakvoerder die eigenlijk buiten de consolidatieperimeter van LRE valt) bedraagt 31 personen op 31 december 2018 (ten opzichte van 31 personen op 31 december 2017).
Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017.






Aangezien er zeer veel belang wordt gehecht aan opleidingen, nemen de personeelsleden geregeld deel aan seminaries en cursussen allerhande. Vaak zijn deze gerelateerd aan vastgoed, maar het betreft evenzeer fiscale, boekhoudkundige of HR-gerichte onderwerpen.
Op kwartaalbasis worden ontmoetingen georganiseerd voor het voltallige personeel, inclusief het personeel dat voor LRE in het buitenland werkt. Vaak wordt dit op een locatie buiten de kantoren georganiseerd, zodat de personeelsleden elkaar ook beter leren kennen buiten de werkomgeving.
In 2018 werd tevens een HR-enquête bij het personeel uitgevoerd, met het oog op het optimaliseren van het personeelsbeleid voor de werknemers actief in België, Luxemburg en Oostenrijk. In 2019 wordt op grond hiervan een HR-plan uitgewerkt teneinde de interne communicatie en de efficiëntie te verbeteren.
Om tegemoet te komen aan het toenemende mobiliteitsprobleem, biedt LRE haar personeel de mogelijkheid om op diverse locaties te werken, in het kader van de voorziene co-working spaces. Daarnaast worden ook glijdende uren en thuiswerk gestimuleerd, waar mogelijk.
Voor een beschrijving van de initiatieven van LRE wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' van het jaarverslag.
Leasinvest Real Estate onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers in binnen- en buitenland eenzelfde engagement.
Ethisch ondernemerschap is een basiswaarde voor LRE. LRE neemt de nodige maatregelen om corruptie of omkoping door medewerkers van de groep te voorkomen. Ondanks het feit dat LRE een kleine organisatie is, wordt het vierogenprincipe maximaal toegepast. Daarenboven is LRE ook wettelijk verplicht een compliance officer aan te stellen, met onder meer de verantwoordelijkheid om na te gaan of de toepasselijke regelgeving effectief nageleefd wordt.
Een tweede controle wordt uitgevoerd door de interne auditor, die LRE door haar GVV-statuut wettelijk verplicht is aan te duiden. In samenspraak met het auditcomité van LRE en met de CFO wordt een driejarenplan uitgewerkt en gevolgd, zodat op rotatiebasis alle kritieke bedrijfsprocessen ten gepaste tijde aan een 'externe' interne audit onderworpen worden. De 'externe' interne auditor rapporteert zijn bevindingen rechtstreeks aan het auditcomité, teneinde een kwalitatieve en onafhankelijke rapportering te garanderen. In 2018 werd geen inbreuk gerapporteerd.
De Rent-A-Port-groep is een multinationaal engineering- en investeringsbedrijf, wereldwijd gespecialiseerd in de ontwikkeling van haveninfrastructuren en industriële zones, met hoofdkantoor in het historisch centrum van Antwerpen. Rent-A-Port biedt diensten variërend van consultancy en volledig projectbeheer tot (co-)investeringen in havenprojecten en industriële zones in Oman en Qatar.
Voor de verslaggeving van niet-financiële informatie van Rent-A-Port werden de vennootschappen van de groep opgenomen die integraal geconsolideerd worden.
Rent-A-Port investeert in ondernemingen met een duurzaam en internationaal groeipotentieel.
De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen aan bod in 'awareness programs' en in de individuele arbeidscontracten van de personeelsleden van de (buitenlandse) deelnemingen.
De personeelsrelaties in de schoot van Rent-A-Port worden beheerst door het beleidsdocument Arbeidsreglement (voor bedienden) en interne bedrijfsrichtlijnen. Het is de intentie van Rent-A-Port om beide documenten te herzien tegen medio 2019, samen met het uitwerken van een Business Code of Conduct.
De beleidsdoelstellingen van Rent-A-Port met betrekking tot milieuaangelegenheden zijn vooral van belang voor de projecten in Vietnam en Oman. Gezien de activiteit van de vennootschappen die opgenomen zijn in deze verslaggeving (in hoofdzaak participatievennootschappen) en gezien het eerder beperkt aantal werknemers is de impact van Rent-A-Port op het milieu eerder beperkt. De activiteiten hebben zowel positieve als negatieve sociale- en milieueffecten.
Voornamelijk de woon-werkverplaatsingen, frequente professionele (buitenlandse) reizen en kantoorgebonden energiekosten hebben een negatieve impact. Hoge reiskosten zijn eigen aan de activiteiten van Rent-A-Port. Toch hoopt het bedrijf deze kosten te reduceren door het invoeren van een nieuwe travel policy, video conferencing, data sharing via cloud-toepassing, en web-based management reporting. Verder tracht Rent-A-Port in de mate van het mogelijke het wagenpark milieuvriendelijker te maken, alsook de werknemers aan te moedigen om duurzamere mobiliteit te overwegen (fiets, openbaar vervoer,…).
In Oman worden op lokaal niveau tevens verscheidene initiatieven voor bescherming van de oceaan en haar fauna (Oil Spilling Initiative, initiatieven m.b.t. walvisbehoud, etc.) ondernomen en gesteund.
Het management probeert erop toe te zien dat de werknemers in een gezonde en veilige omgeving kunnen blijven werken. Rent-A-Port wil op middellange termijn meer betrokken zijn bij sociale en duurzaamheidsprojecten en haar ecologische voetafdruk formeel in kaart brengen.
Rent-A-Port hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.
Per 31 december 2018 telt Rent-A-Port 13 medewerkers (ten opzichte van 14 medewerkers per 31 december 2017). Alle werknemers voeren uitsluitend intellectuele diensten uit en zijn voltijds tewerkgesteld. Voor de specifieke prestatie-indicatoren inzake diversiteit, aard van tewerkstelling en opleiding wordt verwezen naar onderstaande tabel. Er zijn geen significante wijzigingen ten opzichte van de situatie per 31 december 2017. In 2018 was zowel de frequentie als de duur van de afwezigheden opnieuw zeer laag.
Rent-A-Port moedigt haar werknemers aan om hun volledige potentieel te ontwikkelen en unieke talenten te gebruiken. Daartoe wordt sterk ingezet op training in het bijzonder op management- en operationeel niveau (bijvoorbeeld inzake hernieuwbare energie, business development en marketing). Gezien het groeikarakter van het bedrijf heeft het management van Rent-A-Port in 2018 een doorgedreven managementopleiding gevolgd omtrent strategische bedrijfsontwikkeling.
Daarnaast investeert de organisatie in het algemeen welzijn (o.a. wekelijks vers fruit, flexibele uren, mogelijkheid tot thuiswerk, eigen kantoren, etc.) van haar medewerkers.






Rent-A-Port draagt waar mogelijk haar steentje bij op sociaal, cultureel en economisch vlak en steunt organisaties zoals Apostolatus vzw, Les Plus Beaux Villages de Wallonie, Belgian-Vietnamese Alliance, Guinee en Europe, Hanoi International Women's Club, etc.
Via de projecten in Vietnam en Oman ondersteunt Rent-A-Port initiatieven zoals o.a. weeshuizen, scholen en lokale gemeenschappen (Vietnam) en verschillende Awareness Programs, Skills Development Programs voor de lokale bevolking, Duqm Woman's Association, etc. (Oman).
Rent-A-Port onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement. Het is tevens haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten. Ditzelfde geldt ook voor de buitenlandse deelnemingen. Tegelijk wil Rent-A-Port minstens één werknemer zich laten bijscholen in het mensenrechtenbeleid- en procedures, zodat die samen met de interne jurist kan optreden als Compliance Officer om het risico op schending te verkleinen.
Rent-A-Port hecht veel belang aan ethisch ondernemen. Voor zover deze betrekking heeft op de activiteit en het doel van Rent-A-Port, sluit de Rent-A-Port-groep zich aan bij de Integriteitscode van Ackermans & van Haaren.
In het Arbeidsreglement en recente arbeidscontracten van de groepsvennootschappen is een anti-corruptie- en anti-omkopingclausule opgenomen. Op korte termijn wil het bedrijf deze verder uitwerken en formaliseren.
Met haar baseline 'Partners for sustainable growth' onderstreept Ackermans & van Haaren haar ambitie om de groep op een duurzame wijze te laten groeien, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
Duurzaamheid is voor Ackermans & van Haaren geen modewoord. De groep investeert sinds jaar en dag in ondernemingen die op innovatieve wijze bijdragen tot oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatopwarming, energietransitie, vrijwaren van internationale vrije handel, vergrijzing en vermogensbescherming.
Niet alleen als aandeelhouder, maar ook als onderneming in het maatschappelijk verkeer en als werkgever, rechtstreeks en onrechtstreeks, van meer dan 20.000 medewerkers, is Ackermans & van Haaren zich bewust van de noodzaak tot continue verbetering van haar sociale relaties, economische prestaties en ecologische voetafdruk. Wij zijn ervan overtuigd dat focus op duurzame groei bijdraagt tot gemotiveerde medewerkers, innovatieve producten en diensten en, uiteindelijk, tot betere financiële resultaten.
Duurzaam gedrag is ons inziens gestoeld op naleving van de wet- en regelgeving, ethisch gedrag en de incorporatie van aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen in investeringsbeslissingen.
Deze duurzaamheidsmentaliteit wordt niet alleen door AvH aan haar participaties gepromoot maar ook door de participaties zelf krachtig bevorderd. De aangehaalde voorbeelden geven een aantal belangrijke realisaties weer. Meer details zijn terug te vinden in de jaarverslagen van de respectievelijke bedrijven. Daarnaast wordt er in detail gerapporteerd over (i) milieu, (ii) sociale en personeelsaangelegenheden, (iii) mensenrechten en (iv) bestrijding van corruptie en omkoping in het hoofdstuk 'Verklaring van niet-financiële informatie'.
In 2016 introduceerde AvH haar baseline 'Partners for sustainable growth'. Deze baseline legt de nadruk op een duurzame ontwikkeling en groei van de groep, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
De wereld ondergaat immers een exponentiële transformatie: de huidige geopolitieke instabiliteit, de klimaatverandering, de schaarste aan land en natuurlijke grondstoffen, de bevolkingsgroei en de megasteden, de hoge levensverwachting, de technologische disruptie... AvH en haar participaties houden rekening met deze uitdagingen die de wereld confronteren en veranderen ze in opportuniteiten. Dit zorgt voor een permanente aandacht en een steeds groter wordende bewustwording rond deze thema's.
Als investeringsmaatschappij houdt AvH rekening met de uitdagingen in de maatschappij. Bij investeringen wordt nagegaan of deze duurzaam zijn: brengen ze een verbetering voor mens of milieu en zijn ze ethisch verantwoord? AvH integreert trouwens ook zo veel als mogelijk de globale trends, zoals de opwarming van de aarde en de vergrijzing van de populatie in haar investeringspolitiek.
Zodra AvH in een bedrijf investeert, wordt verwacht dat het blijvend inzet op innovatie en op de uitbouw van activiteiten met respect voor mens, milieu en maatschappij. Het sterk geloof in een langdurend partnership geeft de participaties de tijd om ook rond dit thema een langetermijnstrategie op te zetten en te implementeren. Duurzaamheid en een kortetermijnstrategie gaan immers niet samen. Innovatie, zowel op technologisch vlak als op het vlak van de aangeboden diensten en producten, vraagt immers tijd en kan niet van vandaag op morgen ingevoerd worden.
Een ander thema is hernieuwbare energie, dat de laatste jaren steeds belangrijker geworden is in de strategie van de groep. Een groot aantal participaties heeft investeringen en uitbreidingen gedaan op het vlak van hernieuwbare energie, energiebesparingen of co-generatie. Bovendien integreert het merendeel van de participaties milieuvriendelijke initiatieven in hun bestaande activiteiten en dagelijkse werking. Zowel AvH als dochterbedrijf DEME investeren in hernieuwbare offshore windparken.

CFE - Solidariteitsproject Erasmus

Rentel offshore windpark

Delen Private Bank - Thomas Detry en Thomas Pieters

Bank J.Van Breda & Co - Artsen zonder Vakantie

DEME - Nodulecollector Patania II

Extensa - Tour & Taxis - Obelisk voor Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Als bedrijf wil DEME haar expertise en middelen inzetten om een duurzame toekomst te helpen verwezenlijken. DEME biedt oplossingen voor wereldwijde uitdagingen, zoals de stijgende zeespiegel, toenemende bevolkingsgroei, het helpen verminderen van de CO2 -uitstoot, de schaarste aan minerale grondstoffen en bodem- en waterverontreiniging. DEME onderneemt ook actie om de impact van de eigen activiteiten te minimaliseren.
Als eerste bedrijf ter wereld bracht DEME baggerschepen met 'dual fuel'-motoren in de vaart om de CO2 -uitstoot terug te dringen. Alle nieuwe schepen in de vloot worden ook uitgerust met andere milieuvriendelijke toepassingen, zoals zonnepanelen of warmterecuperatie. Door een doorgedreven QHSE risk management-programma brengt DEME alle milieuaspecten van de eigen operaties in kaart om de impact op het milieu te beperken.
Als baggerbedrijf is DEME wereldwijd betrokken bij talrijke projecten die bijdragen aan de verdere economische ontwikkeling van een land of regio. Zo bouwde DEME een nieuwe haventerminal in Sierra Leone en werd de luchthaven verder uitgebreid aan de Sunshine Coast in Australië. Om de toenemende bevolkingsgroei het hoofd te bieden, wordt vandaag land gewonnen in onder meer Nederland en Nigeria.
DEME is intussen een wereldleider in de offshore energiemarkt en helpt klanten en overheden hun ambities voor hernieuwbare energie waar te maken. Hierbij is DEME niet enkel een specialist in het bouwen van offshore windparken, maar levert het ook financiële middelen om hernieuwbare energieprojecten te financieren. Zo heeft DEME een concessie in de Belgische windparken Rentel en SeaMade. Het bedrijf past ook nieuwe technieken toe om de kosten van de bouw van een windpark verder te drukken. In 2018 kwam het innovatieve kabellegschip 'Living Stone' in de vaart dat met een revolutionair kabellegsysteem de onderzeese kabels voor windparken sneller en efficiënter kan installeren. Zo worden de kosten aanzienlijk verminderd.
Gezien de toenemende schaarste aan ruimte wordt de herontwikkeling van brownfield-terreinen alsmaar belangrijker. De milieutak van DEME blaast nieuw leven in zwaar vervuilde sites, zoals bijvoorbeeld op de terreinen van een staalproducent in Italië of op Blue Gate in Antwerpen.
In samenwerking met de International Seabed Authority bestudeert DEME de mogelijkheid om minerale grondstoffen te winnen op de zeebodem. Volgend op een eerste succesvolle expeditie in 2017 gaat DEME dit jaar een nieuwe onderzoeksfase in met een tweede expeditie, waarbij de bodemtestrobot 'Patania II' de zeebodem op meer dan 4.000 meter diepte zal verkennen.
DEME streeft doorlopend naar de verbetering van haar prestaties op het vlak van veiligheid. De groep voert op driemaandelijkse basis een HIPO (High Potential) analyse uit, die alle incidenten of zorgwekkende ontwikkelingen aan het licht brengt. Daarnaast is een Werkgroep Veiligheid samengesteld, die systematisch alle vaartuigen van de vloot bezoekt om de nieuwe veiligheidsprocedures uit te leggen en de bemanning op te leiden. Voor de bewustmaking van haar medewerkers heeft DEME het veiligheidsprogramma CHILD (Colleagues Help Injuries to Leave DEME) ontwikkeld en een Veiligheidscharter gelanceerd.
In 2018 ging DEME in zee met Mercy Ships, een humanitaire organisatie die met het grootste private ziekenhuisschip ter wereld naar Afrikaanse landen vaart om gratis operaties, medische behandelingen en opleidingen voor dokters aan te bieden. Het is het grootste partnership in de geschiedenis van DEME4Life. Daarnaast ondersteunt DEME verschillende initiatieven op andere continenten waar het bedrijf werkzaam is, zoals in Indië en Vietnam.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en in het duurzaamheidsrapport (vanaf midden 2019) van DEME, die geraadpleegd kunnen worden op www.deme.be.
De groep CFE voert reeds vele jaren een beleid van duurzame ontwikkeling. Zowel in de pool Contracting als in Vastgoedontwikkeling komt de wil om te bouwen aan een duurzame toekomst tot uiting, zowel in de maatregelen die werden genomen met betrekking tot de dagelijkse activiteiten als bij de realisatie van vastgoed- en bouwprojecten.
Om dagelijks bij te dragen aan het behoud van het milieu werden er afspraken gemaakt door de verantwoordelijken van de verschillende entiteiten. Deze worden zowel toegepast in de kantoren als op de werven. Ze omvatten onder meer de vermindering van het energieverbruik, de opvang en het gebruik van regenwater en de beperking, de sortering en de behandeling van afval. Er wordt ook gestreefd naar een groenere mobiliteit door het invoeren van een homeworking policy, het werken in satellietkantoren en videoconferencing. Daarnaast wordt de zachte mobiliteit nog meer gestimuleerd: een abonnement op het openbaar vervoer, een elektrische fiets en 'cash for car' worden ter beschikking gesteld aan de werknemers van CFE.
De medewerkers en medewerksters van de groep CFE zijn de grootste troef. Diversiteit en gelijke kansen, ongeacht hun nationaliteit of afkomst, zijn diep geworteld in het personeelsbeleid van de groep. De waarden zoals het respect voor anderen, samenwerking en transparantie, motivatie, betrouwbaarheid, integriteit, klantgerichtheid (kwaliteit, flexibiliteit), professionaliteit en veiligheid op het werk worden dan ook sterk uitgedragen door iedere entiteit van de groep. Veiligheid is meer dan ooit een prioritaire waarde. Ook in 2018 werd er een Safety Day georganiseerd binnen CFE Contracting en BPI. Tijdens deze dag werd het werk een dag lang neergelegd en werden alle medewerkers zeer concreet aangespoord om zich bewust te worden van het belang van de veiligheid alsook het verbeteren van het gedrag op de werf. Daarnaast werd er ook veel aandacht geschonken aan het welzijn op de werkvloer met onder meer initiatieven gericht op ergonomie zowel op kantoor als op de werf, het verminderen van stress en het voorkomen van burn-out.
Naast het coachen van nieuwe medewerkers bieden de verschillende entiteiten hun werknemers een breed scala aan opleidingen: leiderschap en coaching, communicatie, financiën, projectbeheer en onderaannemers, onderhandelingstechnieken met leveranciers, juridische aspecten, administratie, computerbeveiliging, boekhouding, efficiëntieverbetering…
Het delen van kennis tussen de entiteiten heeft het gebruik van interne vaardigheden tevens bevorderd. Digitalisering speelt een grote rol in de mogelijkheden om informatie tussen collega's te communiceren. Innovatie betreft niet alleen technieken, machines, gereedschappen en materialen, maar ook wereldwijde project- en werfbeheersprocessen, zoals 'lean management' en BIM (Building Information Modeling), die zorgen voor optimale efficiëntie. Al deze aspecten worden meegenomen in de verschillende trainingen omtrent digitale technologieën.
Ten slotte is het belang van de menselijke factor ook de steun voor solidariteitsprojecten. Zestig kinderen uit Brusselse kansarme buurten brachten een hele dag door op de Erasmus-werf. Via verschillende workshops konden ze een werf ontdekken in volle constructie, alsook kennismaken met de verschillende beroepen uit de bouwsector. Een zeer positieve ervaring zowel voor klein als groot!

Meer informatie is beschikbaar in het jaarverslag van CFE, dat geraadpleegd kan worden op www.cfe.be.
Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken in België en draagt zo in belangrijke mate bij aan de 20/20/20 klimaatdoelstellingen en de toekomstige energievoorziening. Een recent voorbeeld is SeaMade, dat instaat voor de gelijktijdige ontwikkeling van de Mermaid en Seastar offshore windparken.
SeaMade wordt het grootste windmolenpark dat ooit werd gefinancierd en gebouwd in België. Het SeaMade-project zal bestaan uit 58 SGRE (Siemens Gamesa Renewable Energy) windturbines, met een rotor diameter van 167 meter, op monopile funderingen en twee offshore hoogspanningsstations die op ELIA's offshore aansluitingsplatform (Modular Offshore Grid) zullen aansluiten. Hierdoor worden jaarlijks 485.000 gezinnen van groene stroom voorzien en een CO2 -uitstoot vermeden van meer dan 500.000 ton. De verwachting is dat de windturbines vanaf 2020 groene stroom kunnen produceren.
SeaMade zal bijdragen tot de overgang naar een schonere energiemix en tot het behalen van de bindende doelstelling om tegen 2020 13% van onze energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen. De helft van de hernieuwbare energieproductie zal afkomstig zijn van offshore windenergie. Bijna een kwart van de benodigde offshore energieproductie zal afkomstig zijn van het SeaMade-project.
Delen is allesbehalve een doorsnee private bank. De rode draad doorheen de tachtigjarige geschiedenis van de familiaal verankerde onderneming wordt gevormd door menselijkheid en duurzaamheid. Het succes vloeit rechtstreeks voort uit het Delen-DNA: basiswaarden zoals integriteit, transparantie en continuïteit staan centraal in alle aspecten van de interne werking én in elke vorm van dienstverlening ten aanzien van het cliënteel. Trouw aan deze integere basis wordt continu gestreefd naar wat ze Verantwoord Vermogensbeheer noemen: een inherent menselijke ondernemingsfilosofie én een consequent verantwoord investeringsbeleid.
Opgericht in 1936 door André Delen als wisselagent, onder leiding van de tweede generatie ontpopt tot beursvennootschap en uitgegroeid tot vooraanstaand onafhankelijk vermogensbeheerder, heeft Delen Private Bank een mooi groeitraject afgelegd. Gevormd door het familiale karakter en versterkt door waarden als continuïteit, transparantie en voorzichtigheid, is het Delen-DNA in de financiële wereld uniek. Vertrouwen, essentieel in de branche, wordt niet zomaar verdiend. In elke relatie - met cliënteel, medewerkers én de bredere maatschappelijke omgeving - is integriteit van cruciaal belang.
Bij Delen Private Bank is verantwoord investeren meer dan een modewoord. In het verlengde van haar engagement als investeerder onderschrijft Delen Private Bank de UN Principles for Responsible Investment, het raamwerk van de Verenigde Naties binnen het welke gewerkt wordt aan een duurzamer globaal financieel systeem. Het portefeuillebeheer vormt, samen met o.m. patrimoniaal advies, een van de hoekstenen van de professionele expertise. Het vermogensbeheer beantwoordt aan de huisfilosofie van gezond verstand, bescherming en evenwichtige groei. Er wordt geïnvesteerd, niet gespeculeerd. Het verantwoord investeringsbeleid is van toepassing op alle huisfondsen en zorgt voor een verantwoorde portefeuille-invulling in vier stappen: uitsluiting, engagement, integratie en impact.
Delen Private Bank draagt de zorg voor het klimaat en de samenleving een warm hart toe. De inspanningen om haar ecologische voetafdruk te verminderen en om de samenleving te ondersteunen spelen zich af op verschillende fronten:
• Digitalisering en reductie van papierverbruik
Delen Private Bank houdt van Belgische kunst, en deelt die liefde graag met haar klanten. Daarom sponsort de bank al 13 jaar lang de wereldwijd vermaarde kunst- en antiekbeurs BRAFA, evenals de interieurbeurs Biënnale Interieur. De heer Filips De Ferm (voormalig directielid van Delen Private Bank) en de familie Delen, met name het moeder-dochterduo Marie-Alix en Anne-Sophie Delen, zijn de grote bezielers achter deze partnerships.
Delen Private Bank zet zich verder ook graag in voor lokale goede doelen en sponsort jaarlijks verschillende verenigingen en sporters.

Meer informatie over verantwoord vermogensbeheer is beschikbaar in het jaarverslag van Delen Private Bank en op de website www.delen.be/nl/onze-aanpak/verantwoord-vermogensbeheer.
Een klassieke bank verschilt van elk ander bedrijf doordat ze een beroep doet op het spaargeld van de gemeenschap waarin ze actief is. Maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt dus in de eerste plaats in dat ze dit doet op een veilige manier, zonder buitensporige risico's. Ze mag de deposito's van haar cliënten op geen enkel moment in gevaar brengen. In essentie zet een bank immers cliëntendeposito's om in kredieten. Het spaargeld dat ze vooral aantrekt op korte termijn leent ze op haar beurt uit via diverse kredietvormen, vnl. op langere termijn. Dankzij die transformatierol stimuleert een klassieke bank de economie, wat zorgt voor welvaart en welzijn.
De aangetrokken spaardeposito's zijn gespreid in een portefeuille met kredieten aan ondernemers en vrije beroepen (84%) en in een veilige liquiditeitsbuffer (16%). De bank belegt voor eigen rekening uitsluitend in cash bij de Europese Centrale Bank (ECB) en in een gespreide beleggingsportefeuille die hoofdzakelijk uit overheidsobligaties bestaat. Op 31/12/2018 bestond slechts 2,9% van de liquiditeitsbuffer uit andere effecten. Dit betreft vnl. bedrijfsobligaties die voorafgaandelijk gescreend worden op basis van de blacklist van Ethix. De bank heeft een conservatief investeringsbeleid voor haar portefeuille en speculeert niet via derivaten of andere complexe financiële instrumenten. Bank J.Van Breda & C° doet slechts sporadisch een beroep op interbancaire deposito's.
Ondanks de financieel-economische crisis en de onrust op de financiële markten blijft Bank J.Van Breda & C° een veilige haven. Door voorzichtig beleid is het eigen vermogen op geen enkel moment aangetast door de crisis. De bank heeft ook nooit staatssteun gekregen. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio) bedraagt 8,6%. Dit is een veelvoud van de 3% die de regelgever de komende maanden wil invoeren via de Capital Requirements Regulation 2 (CRR2) en één van de hoogste in de Belgische banksector.
Bank J.Van Breda & C° heeft de voorbije 25 jaar nooit verlies geleden en kan bogen op een rendabele langetermijnvisie. Dit bewijst dat ze duurzaamheid én rendabiliteit combineert door de economische cycli heen. Het is een groeibedrijf met een continu traject op lange termijn, zonder extremen. De rendabiliteit was nooit kunstmatig hoog en kende ook nooit een extreme terugval.
Het resultaat van de bank is overwegend cliëntgedreven. Ze werkt met middelen van ondernemers en vrije beroepen voor ondernemers en vrije beroepen. KMO's vormen het economisch weefsel van ons land. Vrije beroepen vervullen een cruciale rol voor gezondheid en dienstverlening. Door hun verscheidenheid en zelfstandigheid zorgen ze voor een brede risicospreiding. Hierdoor is de kans dat het falen van een groot krediet een bres slaat in de buffers van de bank uitgesloten.
Bank J.Van Breda & C° geniet een onberispelijke reputatie en wenst deze te bestendigen. Permanente aandacht voor integriteit en discretie vormt de rode draad in alle activiteiten. Ook voor haar cliënten stelt de bank voorzichtigheid en evenwicht voorop. Dit komt o.a. tot uiting in genuanceerd beleggingsadvies (met oog voor spreiding, langetermijnplanning en beleggingen in kwaliteitswaarden), een gedegen antwoord op kredietaanvragen (met het accent op de kwaliteit van de bedrijfsleiding, de terugbetalingscapaciteit en het eigen vermogen) en hoge standaarden i.v.m. juridisch en fiscaal correct handelen.
Bank J.Van Breda & C° heeft enkel activiteiten in België en is lokaal verankerd. In 2018 werden 8,9 miljoen euro bankentaksen en 11,5 miljoen euro belastingen betaald, tegenover een nettowinst van 42,2 miljoen euro.
Bank J.Van Breda & C° geeft als mecenas structurele steun aan goede doelen. De bank gaat dagelijks om met succesvolle ondernemers en vrije beroepen, maar weet dat succes niet vanzelfsprekend is. Daarom steunt zij 2 initiatieven waarmee haar cliënten zich nauw verbonden voelen. Deze organisaties zijn niet zo bekend bij het grote publiek en hebben het moeilijker om aan middelen te geraken.
Bovenop deze structurele sponsoring ondersteunt de bank spontane initiatieven waar personeelsleden zich samen voor engageren (bv. Moeders voor Moeders, Iridium Kankernetwerk, Kindertehuis Dageraad, Kinderfonds de Tondeldoos, Opvangtehuis De hagewinde, Rettsyndroom Vereniging).

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Bank J.Van Breda & Co , dat geraadpleegd kan worden op www.bankvanbreda.be/publicaties/financiële-informatie.
Het ambitieuze reconversieproject van de site Tour & Taxis in het hart van Brussel is gebaseerd op de herwaardering en economisch duurzame transformatie van het uitzonderlijk architecturaal patrimonium, aangevuld met nieuw stedelijk weefsel. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van de publiek toegankelijke ruimten, zoals het nieuwe stadspark, de wegen en de pleinen. De aanleg van het park is evolutief en maakt gebruik van de natuurlijke inwerking van specifieke beplanting op de kwaliteit van de bodem. De ateliers en volkstuinen van Parckfarm (een door vrijwilligers beheerd lokaal project op de terreinen eigendom van Extensa) hebben de wind in de zeilen.
In 2014 verhuisde Leefmilieu Brussel (de overheidsdienst voor milieu en energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) naar Tour & Taxis, in een gebouw van 16.750 m2 , goed voor 600 werkposten. De kantoren voldoen aan passiefnormen op maat van het instituut: een efficiënte isolatie, een uitstekende luchtdichtheid, een 96% lager gasverbruik, 700 m² fotovoltaïsche panelen die 88.000 kWh groene stroom produceren. Sinds juli 2017 verzamelt de Vlaamse Overheid een groot deel van haar diensten in het Herman Teirlinckgebouw (48.000 m² voor meer dan 2.000 werkposten). Het gebouw voldoet zowel aan de hoogste duurzaamheidsscore van Vlaanderen als aan de passiefnorm van het Brussels Gewest. Het energiebeheer en de klimaatregeling benutten geavanceerde ecologische technieken: warmteproductie met geothermie, betonkernkoeling, hergebruik van het regenwater en opwekking van elektriciteit met zonnepanelen.
De renovatie van de historische structuur van het oude goederenstation 'Gare Maritime' nadert haar voltooiing. De monumentale structuur in staal kon worden bewaard en gerenoveerd. Zelfs het houten onderdak uit 1910 werd gereinigd en hergebruikt. De nieuwe constructies binnenin zullen aansluiten op de oude structuur, waardoor het geheel zal voldoen aan de recentste milieunormen. Het klimaat in de gebouwen zal op basis van geothermie worden geconditioneerd. De zonlichttoetreding van de grote raampartijen zal worden geregeld via een innovatief gradueel verduisterend glas, een wereldpremière op deze schaal. De binnenvolumes in gelamineerd hout genereren niet alleen minder CO2 -uitstoot bij de bouw, maar zijn tevens op termijn volledig te demonteren en te hergebruiken. In het gebouw zijn ook meer dan 3.000 m² tuinen en aanplantingen voorzien.
Een project als Tour & Taxis impliceert verscheidene bouwactiviteiten. Om de milieu-impact van het transport te beperken, wordt de uitgegraven grond in samenwerking met de Haven van Brussel per boot afgevoerd. Op initiatief van Extensa wordt het overtollige regenwater van de site rechtstreeks naar het kanaal geleid, om het Brusselse rioleringsnet niet te overbelasten in geval van stortregens.
Op maatschappelijk vlak werkt Extensa samen met de Stad Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de definiëring en implementatie van een programma voor collectieve uitrustingen voor Tour & Taxis. In dat verband wordt de integratie van faciliteiten ten behoeve van jonge gezinnen, opleidingen voor volwassenen en medische dienstverlening onderzocht.
In juni 2018 organiseerde Extensa, in samenwerking met de Stad Brussel, een nationale wedstrijd om de bestaande en toekomstige straten en pleinen van de site namen te geven. Het werd een succes, zowel dankzij het enthousiasme van de deelnemers als de kwaliteit van de voorstellen: ongeveer 900 deelnemers en meer dan 1.400 inzendingen. De nieuwe straatnamen verwijzen naar de geschiedenis van de site, de 'Belgische levenskunst' en voorbeeldfiguren voor de wijk.
In december 2018, ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, creëerde het Brussels Gewest een monumentale obelisk in het park van Tour & Taxis.
Cloche d'Or, een project dat Extensa in samenwerking met Promobe in Luxemburg ontwikkelt, werd door de Deutsche Gesellschaft für Nachhaltiges Bauen (DGNB - Duitse agentschap voor duurzaam bouwen) beoordeeld met een gouden precertificaat.Cloche d'Or haalde een resultaat van 84% voor haar kwaliteiten op verschillende vlakken: ecologisch, economisch, socio-cultureel en functioneel, technisch en procesmatig. De woningen en andere gebouwen van het project garanderen veel comfort, betere energieprestaties en hoge bouwkwaliteit.
Extensa ondersteunt diverse organisaties met sociale objectieven, meestal door ruimtes gratis ter beschikking te stellen of door belangrijke kortingen te schenken. Voorbeelden zijn de Circusschool van Brussel, Human Rights Watch, Talented Youth Network, en Play4peace.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Extensa, dat geraadpleegd kan worden op www.extensa.eu.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen maakt een essentieel onderdeel uit van het dagelijks beheer van Leasinvest Real Estate. LRE is er zich van bewust dat haar activiteiten als vastgoedinvesteerder een wezenlijke impact hebben op de leefomgeving en dat zij op een belangrijke manier kan bijdragen aan duurzaamheid indien zij bewuster omgaat met natuurlijke grondstoffen, de vermindering van het energieverbruik en de afvalproductie.
Sinds de globale duurzaamheidsaudit in 2010 gebruikt Leasinvest Real Estate een duidelijk stappenplan om duurzamer te opereren. LRE heeft geopteerd voor een inclusieve en oplossinggedreven aanpak op basis van een doorgedreven samenwerking met klanten (huurders) en leveranciers. Per gebouw wordt naar die specifieke ingrepen gezocht die de grootste impact hebben.
Omdat de investeringen van Leasinvest Real Estate als beursgenoteerde onderneming in de eerste plaats verantwoord dienen te zijn vanuit het standpunt van het financieel rendement voor de aandeelhouder, worden bepaalde gebouwen geselecteerd voor een (gedeeltelijke) herontwikkeling, binnen de grenzen van de economische rendabiliteit.

Mediahuis

Kamianomobiel

Anima Care

Agidens

SIPEF - Biogasgenerator


Naast de aankoop van energie die is opgewekt d.m.v. hernieuwbare energiebronnen of die afkomstig is van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties en het reduceren en monitoren van het elektriciteitsverbruik, zet Leasinvest Real Estate zich ook al gedurende meerdere jaren ten volle in op de eigen productie via zonnepanelen. Zo zijn er op de daken van het Koninklijk Pakhuis (Tour & Taxis) en van het Frun® retailpark in Asten zonnepaneelinstallaties actief. In 2018 werden er ook zonnepanelen geïnstalleerd bij The Crescent Anderlecht, het Gewerbepark Stadlau in Oostenrijk en Treesquare in Brussel.
In 2018 werden laadpalen voor elektrische voertuigen geïnstalleerd op de parkings van Motstraat Mechelen en The Crescent Anderlecht. In Motstraat Mechelen werden ook stopcontacten voor elektrische fietsen voorzien in het fietsenhotel, dat ook douchevoorzieningen en afsluitbare drooglockers biedt.
In 2018 werd Synaptiq Building gekoppeld aan het Building Management System van The Crescent Anderlecht. Deze software voor 'smart buildings' stuurt automatisch de koeling of verwarming aan op basis van smart data (zoals weersvoorspellingen en sensoren). Dit zorgt voor een verbeterd comfort voor de huurders en voor een belangrijke besparing op de energieconsumptie en -kost. Sinds 2012 worden stelselmatig intelligente elektriciteitsmeters geïnstalleerd in Riverside Business Park en The Crescent, beide in Anderlecht. Verbruikspieken kunnen op die manier gedetecteerd worden en als basis dienen voor correctieve maatregelen met energiebesparing tot gevolg.
Het nieuwe kantoorgebouw Montoyer 63 te Brussel werd voorzien van een geothermie-installatie, die zorgt voor een energie-uitwisseling tussen de bodem en de technische gebouwinstallaties. Deze eigen energieproductie moet ervoor zorgen dat de energieconsumptie van het gebouw zeer beperkt blijft. Dit gebouw kon hierdoor o.a. als passief gecertificeerd worden.
De BREEAM-certificering blijft een belangrijke maatstaf:
Sponsoring van culturele instellingen zoals de Stichting Conservatorium Antwerpen, het openlucht-beeldenmuseum Middelheim/Middelheim Promotors vzw en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen bewijzen Leasinvest Real Estate's betrokkenheid in de sociale en culturele samenleving. In 2018 heeft LRE ook deelgenomen aan de Warmste Week met een actie in de Mot Mechelen, in samenwerking met de huurders en cateraar Insieme t.v.v. de Koning Boudewijnstichting.

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Leasinvest Real Estate, dat geraadpleegd kan worden op www.leasinvest.be.
Anima Care staat voor bezielde, gepassioneerde zorg voor het leven. Haar missie bestaat erin om verantwoord te ondernemen in de zorgsector. Haar aanpak staat borg voor een aangenaam en verzorgd verblijf, waar kwaliteit van wonen en zorg centraal staat. Nadat een inwoner is ingeschreven, maakt Anima Care bijvoorbeeld een grondige analyse van zijn situatie, met veel aandacht voor psychosociale aspecten. Zo kunnen ze van in het begin goed inspelen op de noden en verwachtingen, ook van de familie, betreffende bijvoorbeeld het stimuleren van de autonomie van de bejaarde.
De medewerkers van Anima Care geven dag in dag uit het beste van zichzelf in het belang van de bewoners. Zij vertalen de fundamentele waarden van Anima Care in de praktijk. Anima Care besteedt dan ook veel aandacht aan de selectie en vorming van haar personeel. Geslacht, geaardheid of afkomst zijn hierbij niet van tel, zolang de medewerker over de nodige competenties beschikt en dezelfde waarden en normen deelt. Anima Care hecht veel belang aan het welzijn van haar medewerkers. Zij gaat met hen in dialoog, zorgt voor coaching en bijscholing en investeert in kwalitatieve en innovatieve hulpmiddelen zodat de medewerkers hun opdrachten zo goed mogelijk en met zo min mogelijke fysieke belasting kunnen uitvoeren.
Anima Care speelt een actieve, socio-economische rol in de lokale gemeenschappen waarin haar zorgcentra zich bevinden. De zorgcentra van Anima Care bieden niet alleen een warme en comfortabele thuis aan hun residenten en een aangename werkplek aan haar medewerkers. Deze zijn ook een ontmoetingsplaats voor familie en vrienden van de bewoners en streven een 'open huis'-cultuur na waarbij buurtbewoners, verenigingen en lokale handelaars worden betrokken bij de activiteiten van het zorgcentrum.
Anima Care is in de meeste gevallen zelf eigenaar en soms ook ontwikkelaar van de gebouwen waarin zij haar zorgcentra uitbaat. Anima Care streeft ernaar om de impact van de ontwikkeling en uitbating van haar zorgcentra op het milieu zo beperkt mogelijk te houden. Bij de realisatie van haar nieuwbouwprojecten implementeert ze milieuvriendelijke, energiezuinige en economisch verantwoorde oplossingen (zoals warmtekrachtkoppeling, fotovoltaïsche cellen en waterzuiveringsinstallaties). Anima Care heeft reeds vier zorgcentra zelf gebouwd. In 2019 zal zij vier nieuwe zorgcentra (te Anderlecht, te Vorst, te Bilzen en te Zoutleeuw) in gebruik nemen. Deze worden allemaal uitgerust met fotovoltaïsche zonnepanelen. De nieuwe gebouwen worden sterk geïsoleerd en tegelijkertijd wordt oververhitting van de gebouwen vermeden. De leefruimtes worden aangesloten op een warmtepomp, wat zorgt voor een gezellige warmte in de winter en een aangename verkoeling in de zomer. Waar mogelijk wordt voor de sanitaire installaties gebruik gemaakt van regenwater. Alle gebouwen die Anima Care zelf heeft opgetrokken, zijn voorzien van een gebouwenbeheersysteem. Met dit systeem worden het elektriciteitsverbruik, de verwarming, de koeling, de zonnewering en andere technische installaties optimaal aangestuurd.
In de dagdagelijkse werking wordt het milieubewustzijn gestimuleerd. Anima Care biedt haar medewerkers fietsvergoedingen en abonnementen voor het gebruik van het openbaar vervoer aan. Verplaatsingen voor vergaderingen worden waar mogelijk beperkt en vervangen door conference calls. Bij de aankoop van bedrijfswagens wordt geopteerd voor wagens met een lage CO2 -uitstoot. Verspilling van voedsel, materiaal, producten of overbodige kleurenkopieën wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Het afval wordt steevast gesorteerd en door gespecialiseerde firma's opgehaald. De zorgdossiers worden elektronisch bijgehouden. Documenten worden indien mogelijk enkel elektronisch bewaard.
De uitbating van plantages gebeurt voor SIPEF steeds op een lange termijn en op een duurzame basis, zowel op ecologisch, sociaal als economisch gebied. Hierbij is de samenwerking met alle betrokken belanghebbenden primordiaal. Dit gebeurt daarom in nauwe relatie met klanten, maatschappelijke en milieugerelateerde niet-gouvernementele organisaties (NGO's), producenten, onderzoekers en andere geïnteresseerde belanghebbenden. Het doel is de toepassing van verantwoorde en duurzame normen in de industrie te bevorderen.
In de palmoliesector is de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' (RSPO) het meest relevante voorbeeld van stakeholders die samen een wereldwijde standaard vastleggen. SIPEF is daarom 100% toegewijd aan de RSPO-principes en -criteria en streeft ernaar deze te overtreffen. SIPEF's thee-, rubber- en bananenactiviteiten zijn gecertificeerd op basis van de Rainforest Alliance-certificering, volgens de normen van het Sustainable Agriculture Network.
Om de certificeringsnormen te overtreffen, werd de SIPEF Responsible Plantation Policy ingevoerd. Deze is van toepassing op al de verschillende plantageactiviteiten en wordt jaarlijks bijgestuurd. Het wordt beschouwd als de ruggengraat van haar huidig ondernemingsbeleid.
SIPEF zal blijven streven naar volledige opname in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens voor al haar producten. In 2018 verkocht SIPEF 92% van haar palmolie, palmpitolie en palmpitten in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens van RSPO en ISCC (International Sustainability and Carbon Certification) voor gebruik in de voedingssector of de productie van groene energie.
De groep verwerkt ook verse vruchtentrossen van 3.700 kleinschalige landbouwers, die 14.037 hectare palmen beheren in Papoea-Nieuw-Guinea en technische ondersteuning krijgen van het landbouwadviesteam van SIPEF. Onder invloed van de lokale wetgeving ontstaan ook in Indonesië gemeenschappen van kleinschalige producenten. Vanuit het lange termijn samenwerkingsaspect heeft SIPEF een belangrijk sociaal engagement ontwikkeld met deze omliggende gemeenschappen. Hierbij is een mecenaat ontstaan dat zorgt voor de bouw van scholen, medische verzorgingsinstellingen en projecten voor verbetering van het lokale wegennet om de toegankelijkheid van deze gemeenschappen te verhogen.
Een praktische toepassing van de materiële aspecten van duurzaamheid is het opwekken van elektriciteit uit het methaangas uit het palmafval. In 2018 leverde de verwerking van 1.506.043 verse vruchtentrossen in de 9 palmoliefabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea naar schatting 1.205.000 m³ 'Palm Oil Mill Effluent' (POME) en 331.000 ton lege vruchtentrossen (EFB) op. De toegevoegde waarde van beide nevenproducten was in het verleden zeer beperkt, maar om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen heeft SIPEF aanzienlijk geïnvesteerd in methaanopvanginstallaties (Clean Development Mechanism) in 5 van deze palmoliefabrieken. Deze installaties beschikken over de mogelijkheid om het methaan te verbranden in een biogasgenerator, stoomketel of via open fakkel. Zo produceert de Mukomuko palmoliefabriek ondertussen elektriciteit vanuit biogas met methaan (CH4) als een belangrijke gasfractie uit de POME. Sinds 2017 verkoopt SIPEF dergelijke elektriciteit aan Perusahan Listrik Negara (PLN) in de provincie Bengkulu, de leverancier van overheidselektriciteit in Indonesië. Tijdens 2018 had de Mukomuko biogasinstallatie en de stoomturbines 4.332.203 kWh elektriciteit naar PLN uitgevoerd.
Daarnaast werd ook geïnvesteerd in de composteerinstallatie in de palmoliefabriek van Bukit Maradja. Eind 2016 werd deze in gebruik genomen en sindsdien levert de installatie jaarlijks 17.787 ton compost op, die in de nabijgelegen plantage wordt gebruikt als bodemverbeteraar. De bunkercomposteringsinstallatie gebruikt ondertussen 100% van de EFB en POME voor de productie van een nutriëntenrijke organische meststof, die op korte termijn de meerderheid van de anorganische meststof die op de plantage van Bukit Maradja wordt gebruikt, zal vervangen.
Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar op de website www.sipef.com/sustainability, in het jaarverslag en in het duurzaamheidsverslag van SIPEF.
Sagar Cements blijft investeren in energie-efficiënte maatregelen om haar afhankelijkheid van steenkool en elektriciteit van het nationale net verder te verlagen. In 2017 nam Sagar een fotovoltaïsche installatie van 1,25 MW en een systeem voor warmterecuperatie van 6 MW in bedrijf in de vestiging in Mattampally. Deze laatste werd in 2018 uitgebreid naar 8,8 MW. Het begon ook met de bouw van een eigen thermische elektriciteitscentrale van 18 MW, die naar verwachting in 2019 in bedrijf zal worden genomen. Tevens beschikt Sagar over twee eigen waterkrachtcentrales met een totale capaciteit van 8,3 MW.
Agidens staat voor Agile, Confidence en Sustainability. Duurzaamheid is een thema dat verweven zit in de volledige Agidens bedrijfsvoering, zowel voor de eigen processen als die van haar klanten. Als process- en automatisatiepartner draagt Agidens zijn steentje bij in de verantwoordelijkheid om deze processen niet enkel betrouwbaarder en veiliger te maken, maar ook duurzamer. Automatisatie stelt bedrijven in staat om meer te doen met minder: minder grondstoffen, minder energieverbruik en minder verspilling.
Een team van energie-experten helpt klanten bij de optimalisatie van hun energiebeheer aan de hand van energieaudits en -oplossingen. De overname van Argus Technologies, een cloud-based SaaS energiemonitoring platform, bevestigt Agidens' ambitie om een premium partner te zijn op het vlak van energie, duurzaamheid en systeemintegratie.
Het Agidens Innovation Eco System wordt ingezet ter ondersteuning van de strategische visie en staat het bedrijf toe om op een duurzame manier in te spelen op toekomstige trends. Het schept een kader om maatschappelijke, ecologische en economische uitdagingen aan te gaan.
Voorts investeert het bedrijf in maatregelen om haar eigen carbon footprint te verlagen. Zo kreeg het een niveau 5 certificering op de SKAO/CO² Prestatieladder voor België en Nederland. Concrete actiepunten zijn hierbij de reductie van de eigen CO2 -uitstoot vanuit de fleet en een verlaging van het elektriciteitsverbruik in de kantoren. Agidens beoogt dankzij deze inspanningen de CO2 -uitstoot (gerelateerd aan omzet) in 2021 met 10% te verminderen ten opzichte van 2016.
Duurzaamheid en mobiliteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Agidens lanceerde verschillende initiatieven ter verduurzaming van haar eigen mobiliteitsbeleid. Zo opende het een satellietkantoor in Brasschaat en kunnen alle Belgische medewerkers intekenen op een fietsplan. Voorts loopt er een Eco-driving pilootprogramma waaruit tips volgen voor een duurzamere rijstijl en wordt ingezet op een ecologische fleetselectie. Als erkenning en ondersteuning voor deze initiatieven ontving Agidens in 2018 een toelage van het Vlaams Pendelfonds.

Meer informatie over duurzaam ondernemen bij Agidens is beschikbaar op de website www.agidens.be/MVO.
Mediahuis draagt actief bij aan een eerlijke en duurzame samenleving. Door op verantwoorde wijze uit te blinken in haar kernactiviteit m.n. 'het brengen van onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek', levert het bedrijf een cruciale en positieve bijdrage voor mens en maatschappij. Naast aandacht voor betrouwbare nieuwsgaring, zet Mediahuis in op respect voor het milieu en gelijke kansen voor iedereen.
Inzake milieuzorg situeren de inspanningen van Mediahuis zich vooral in het grafisch productieproces. Alle kranten van Mediahuis worden op 100% gerecycleerd FSC-gecertificeerd papier gedrukt. Het label van Forest Stewardship Council wordt enkel uitgereikt aan duurzaam beheerde bossen. Daarnaast streven de drukkerijen ernaar om niet alleen het FSC-label te mogen dragen, maar ook het PEFC-label (Programme for the Endorsement of Forest Certification). Uiteraard wordt ook volop voortgewerkt aan de instandhouding van het ISO 14001-certificaat, dat een systematische aanpak van alle milieuaspecten garandeert met aandacht voor het bestaande wettelijke kader. Bijzonder is dat ook de redacties gecertificeerd zijn: zij respecteren niet alleen de intern geldende procedures, maar dragen de ecologische boodschap ook uit naar de lezer. Naast de inspanningen inzake het productieproces van haar kranten, steunt Mediahuis actief het burgerinitiatief 'Klimaatmandaat' dat aan Belgische politici het mandaat geeft om een ambitieus klimaatbeleid te voeren en zo de doelstelling van CO2 -neutraliteit tegen 2050 te behalen.
Vanuit de overtuiging dat iedereen in de samenleving recht heeft op gelijke kansen steunt Mediahuis op structurele wijze De Genereuzen en Kom op tegen Kanker. De Genereuzen is een beweging die concreet werk maakt van inclusie en inzet op het 'samen' leven, wonen en werken van mensen mét en zonder beperking. Mediahuis engageert zich via De Genereuzen om concreet mee te bouwen aan een samenleving waar iedereen er echt bij hoort en inclusie de norm is. Mediahuis steunt Kom op tegen Kanker, onder meer door jaarlijks met tientallen medewerkers deel te nemen aan de 1.000 km.
Daarnaast zetten ook de nieuwsmerken van Mediahuis in alle onafhankelijkheid hun schouders onder diverse sociale initiatieven. Voorbeelden zijn o.a. Pink Ribbon en de Special Olympics maar ook de jaarlijks weerkerende Standaard Solidariteitsprijs.

Meer informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Mediahuis is beschikbaar op de website www.mediahuis.be/bedrijfsinfo/ maatschappelijk-verantwoord-ondernemen.
OncoDNA streeft ernaar om kankerpatiënten te helpen. In de Europese Unie worden jaarlijks ongeveer 2,4 miljoen nieuwe gevallen van kanker vastgesteld. Er zijn momenteel bijna 21 miljoen kankerpatiënten in Europa, en kanker is een van de belangrijkste oorzaken van morbiditeit en sterfte in de wereld.
OncoDNA helpt bij de besluitvorming met betrekking tot de behandeling van patiënten met gevorderde (metastatische) kanker. Een gepersonaliseerde behandeling is belangrijk aangezien elke kanker verschillend is per patiënt. OncoDNA helpt de oncoloog om de beste medicamenteuze behandeling te kiezen en om de evolutie van de kanker, en met name of de ziekte al dan niet op de behandeling reageert, beter op te volgen.
OncoDNA is betrokken bij verschillende grote wetenschappelijke projecten zoals Aurora, een onderzoeksprogramma in metastatische borstkanker. Aurora wordt gerund door BIG, de Breast International Group, met hoofdzetel in Brussel. OncoDNA zal voor deze studie testen uitvoeren voor meer dan 1.000 metastatische borstkankerpatiënten uit meer dan 80 ziekenhuizen uit heel Europa.

Meer informatie over de projecten van OncoDNA is beschikbaar op de website www.oncodna.com.
De transportsector zet de vooruitgang op vlak van efficiëntie en duurzaamheid onvermoeid verder. De constructeurs waarvan TH Groep officiële verdeler is, streven stuk voor stuk naar een lagere emissie per gereden kilometer. De laatste tien jaar is bij DAF het gemiddeld brandstofverbruik, en daarmee de uitstoot van CO2 van een truck voor de lange afstand, met zo'n 14% teruggebracht. Tegelijkertijd wordt aan de strenge Euro 6-emissie-eisen voldaan met 95% minder emissies van stikstofoxiden en roetdeeltjes dan pakweg twintig jaar geleden. Om de lagere emissie en een lager brandstofverbruik te garanderen, biedt TH Groep rijopleidingen aan, zodat de chauffeur zijn voertuig optimaal leert besturen. Als een van de grootste dealers voor zware vrachtwagens in Europa zorgt TH Groep zo voor een blijvende mentaliteitswijziging over de Europese landsgrenzen heen. Die mentaliteitswijziging trekt TH Groep resoluut door in haar vestigingen met constante investeringen in modernisering. Zo werd onlangs de vestiging in Anderlecht voorzien van zonnepanelen en produceert de groep in totaal 1 MW, het equivalent voor zo'n 600 huishoudens.
Voor TH Groep betekent duurzaamheid ook met respect omgaan met de mens en zijn samenleving. Binnen de groep krijgt elke medewerker op elk niveau de mogelijkheid om opleidingen te volgen om zo op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen binnen zijn domein. Maar het reikt verder dan dit. Investeren doet de groep ook in lokale verenigingen om zo de samenleving algemeen te ondersteunen. Zo krijgen sportverenigingen en culturele verenigingen de mogelijkheden om zich verder te ontplooien.

Meer informatie over maatschappelijk ondernemen is beschikbaar in het jaarverslag van Turbo's Hoet Groep.
Kunst, onderzoek en ondernemerschap gaan in Antwerpen al hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Dat is niet zo verwonderlijk want ze hebben heel wat met mekaar gemeen. Bedrijven en ondernemers evenals galerijen, musea, kunstenaars en wetenschappers hebben een grote toegevoegde waarde voor de samenleving.
Daarom steunt Ackermans & van Haaren sinds vele decennia projecten van wetenschappelijke en sociaal-culturele aard, die idealiter een band vertonen met de Antwerpse regio. Indien zinvol en mogelijk beoogt AvH daarbij samen met de partners een duurzame relatie op te bouwen. Duurzaamheid en samenwerking zit immers sterk verweven in het DNA van de groep!
In 2018 heeft AvH de voor het Middelheimmuseum onmisbare steun kunnen verlenen om het werk 'Diamond Shaped Room with Yellow Light, 1986' van de Amerikaanse kunstenaar Bruce Nauman te verwerven. Nauman heeft een onuitwisbare impact op de manier waarop kunst vandaag gemaakt en beleefd wordt. Het museum beschouwt de aanwinst dan ook als essentieel voor haar positionering en ambitie: de vinger aan de pols van internationale artistieke topkwaliteit, goed omkaderd, om voor een breed publiek een inspirerende ontmoetingsplaats te bieden. Die focus en aanpak wordt weerspiegeld in deze samenwerking, en passen uitstekend bij het DNA van AVH: het inzetten op een nauwkeurig geselecteerde, strategische deelname, met een langetermijnvisie op groei.
Mercy Ships is een internationale liefdadigheidsorganisatie die hoop en genezing brengt aan de allerarmsten die geen toegang hebben tot gezondheidszorg. Om dit waar te maken zet Mercy Ships ziekenhuisschepen in voor de westkust van Afrika. Samen met DEME heeft AvH zich in 2018 geëngageerd om samen met de vele vrijwilligers van Mercy Ships, zieke mensen een nieuwe toekomst te geven zodat ze niet langer worden uitgesloten van hun gemeenschap.
Sant'Egidio gebruikt de steun van AvH voor de werking van 'Laudato Si', een socio-ecologisch project dat werkt aan de activering van daklozen en (kans)armen van Kamiano, met daarenboven een focus op duurzaamheid en gemeenschapsopbouw op de Antwerpse wijk Linkeroever.
In totaal heeft Ackermans & van Haaren in 2018 ongeveer 400.000 euro besteed ter ondersteuning van verschillende instellingen, organisaties en projecten.


Bart Bressinck Accountant

Gilles Huyghebaert Group controller
Jean-Claude Janssens
Treasurer

Garry Suy Onderhoudsman
Brigitte Stockman Management assistant
Filip Portael IT consultant
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers & Wim Van Gasse
Petra Van de Velde Management assistant


DEME en CFE realiseren beide een mooie omzetgroei. In combinatie met een meerwaarde die Rent-A-Port heeft gerealiseerd in Vietnam en de eerste bijdrage vanuit de deelneming in het offshore windpark Rentel (via Green Offshore) vertaalt zich dit ook in een stijging met 27,5 miljoen euro van de contributie van 'Marine Engineering & Contracting' tot 118,1 miljoen euro.
| Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH | |||
|---|---|---|---|
| (€ miljoen) | 2018 | 2017 | 2016 |
| DEME | 92,8 | 94,5 | 93,9 |
| CFE | 17,3 | 17,4 | 7,2 |
| Rent-A-Port | 5,3 | -4,3 | 6,9 |
| Green Offshore | 2,7 | -0,2 | -0,3 |
| Van Laere | - | -16,8 | -2,5 |
| Totaal | 118,1 | 90,6 | 105,2 |


Rent-A-Port ontwikkelt havenprojecten op basis van haar havengerelateerde en logistieke knowhow en ervaring.

Green Offshore bezit minderheidsbelangen in offshore windparken.


Van links naar rechts: Luc Vandenbulcke, Hugo Bouvy, Philip Hermans, Eric Tancré, Theo Van De Kerckhove, Els Verbraecken
Deelnemingspercentage AvH: 60%

DEME is één van de grootste waterbouwbedrijven ter wereld. Vanuit haar kernactiviteiten, baggerwerken en civiele werken op het water, heeft de groep complementaire activiteiten ontwikkeld 'offshore', op het gebied van hernieuwbare energie, olie en gas, alsook op het gebied van gronden slibsanering en het winnen van aggregaten en mineralen.
DEME realiseerde in 2018 een stijging van de omzet met 12,3%, tot 2.645,8 miljoen euro (2017: 2.356,0 miljoen euro). Net als in 2017 leverden de activiteiten van de DEME-filialen GeoSea, Tideway, A2Sea en EverSea, die sinds begin 2019 gegroepeerd worden in een nieuwe structuur DEME Offshore, hieraan een substantiële bijdrage.
Het geheel van de activiteiten ten dienste van offshore hernieuwbare energie (ook inclusief baggerwerken, steenstortingen, ...) vertegenwoordigen in totaal 1.216,6 miljoen euro (46% van de totale groepsomzet van DEME), in vergelijking tot 1.138,9 miljoen euro in 2017. Maar ook de omzet in traditionele baggerwerken steeg in vergelijking tot het vorig jaar met 61,0 miljoen euro tot 882,2 miljoen euro (+7,4%). DEME realiseerde een omzet van 163,4 miljoen euro in haar milieu-activiteiten, een stijging met 11,1 miljoen euro ten opzichte van het jaar voordien.
DEME realiseerde een lichte stijging van haar EBITDA tot 458,9 miljoen (2017: 455,5 miljoen euro), wat een EBITDA-marge op omzet oplevert van 17,3%. De impact op de winstgevendheid van de laattijdige oplevering van het kabelinstallatieschip 'Living Stone' en het zelfvarende hefvaartuig 'Apollo' in de eerste jaarhelft werd in de tweede jaarhelft ruimschoots gecompenseerd. Door hogere afschrijvingen als gevolg van verschillende nieuwe schepen daalde het operationeel resultaat. Het nettoresultaat bleef ongeveer stabiel op 155,6 miljoen euro (2017: 155,1 miljoen euro).
Het orderboek van DEME steeg met 13,9% tot 4.010 miljoen euro, tegenover 3.520 miljoen euro eind 2017.
2018 werd gekenmerkt door DEME's streven om haar vloot constant te verbeteren op het vlak van productiviteit en van milieuprestaties om zo haar ervaring en innovatieve oplossingen toe te passen op talloze bagger-, offshore energie-, inframarineen milieuprojecten. DEME heeft in 2018 in totaal 441,3 miljoen euro geïnvesteerd in uitvoering van haar ambitieus vlootinvesteringsprogramma, voornamelijk voor de Orion, Spartacus, Living Stone en Apollo.
DEME is het milieuvriendelijkste bedrijf onder haar branchegenoten. De meeste nieuwe schepen zijn uitgerust met 'dual fuel'-motoren, die zowel op LNG als op diesel kunnen varen. De twee nieuwe hoppers, 'Minerva' (capaciteit van 3.500 m3 ) en 'Scheldt River' (capaciteit van 8.400 m3 ) zijn de eerste baggerschepen die uitgerust zijn met dergelijke 'dual fuel'-motoren. Ze werden onmiddellijk ingezet: de 'Minerva' in Uruguay en de 'Scheldt River' in Duitsland. In aansluiting op dit succes heeft DEME een nieuw schip 'Meuse River' in de steigers, met hetzelfde innovatieve ontwerp als de 'Scheldt River'.

De grote cutterzuiger (Cutter Suction Dredger of CSD) 'Spartacus', die te water gelaten werd in de Royal IHC-scheepswerf in Nederland, onderstreept dat innovatie centraal staat bij DEME. Met een totale geïnstalleerde capaciteit van 44.180 kW is 'Spartacus' een klasse apart en de krachtigste en milieuvriendelijkste CSD die ooit gebouwd werd. De vier hoofdmotoren kunnen draaien op LNG, op scheepsdiesel en op zware olie.
Binnenkort wordt ook de 'Bonny River', een sleephopperzuiger van de nieuwste generatie met een capaciteit van 15.000 m3 , bij DEME opgeleverd. Dit innovatieve schip kan baggeren in zeer harde bodems en in water dat meer dan 100 meter diep is.
Een ander zeer gespecialiseerd schip is de compacte 'Blanew', een elektrisch aangedreven cutterzuiger, die specifiek ontworpen werd voor baggerwerken in jacht-
havens, kanalen en meren. 'Blanew' werd in 2018 in gebruik genomen en is al druk aan het werk in verschillende Belgische havens.
Met een spectaculaire ceremonie werd 'Orion', het grote offshore installatieschip van de nieuwe generatie van DEME, in november 2018 met succes te water gelaten in de COSCO Qidong-scheepswerf in China. 'Orion' combineert op een onge-
"De innovatieve schepen van DEME hebben in 2018 allerlei uitdagende projecten uitgevoerd in alle uithoeken van de wereld."
Luc Vandenbulcke, CEO
ëvenaarde manier een uitzonderlijk hoge transport- en laadcapaciteit, een indrukwekkend hefvermogen en groene technologie. Met een kraan van 5.000 ton voldoet het schip aan de toekomstige eisen van de klanten en speelt het in op de tendens naar turbines met een grotere capaciteit en grotere windmolenparken.
Het DP3-schip 'Living Stone', een van de meest geavanceerde multifunctionele schepen ter wereld, werd in gebruik genomen in 2018. 'Living Stone' heeft een uniek systeem voor kabelinstallatie aan boord, met twee kabeldraaischijven van 5.000 ton die zich onder het hoofddek bevinden. Bovendien werd een systeem ontworpen waarbij de 'Living Stone' een kabel kan plaatsen terwijl de tweede volledig voorbereid wordt op het dek. Dit beperkt de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de kabels, wat tot een aanzienlijke tijds- en kostenbesparing leidt voor de offshore windindustrie.
Het nieuwe zelfvarende DP2-hefeiland 'Apollo' ontmantelde een platform in de Nederlandse sector van de Noordzee. Dit installatieschip heeft bijzonder lange vakwerkpoten, waardoor het schip in water met een diepte tot 65 meter kan heffen. 'Apollo' zal gebruikt worden in de offshore energiesector en vooral ingezet worden in de olie- en gassector, waar het schip zich zal toespitsen op de plaatsing en ontmanteling van platformvoorzieningen.
Marine Engineering & Contracting 73
Taranto - Italië
De innovatieve, nieuwe en bestaande, schepen van DEME hebben in 2018 allerlei uitdagende projecten uitgevoerd in alle uithoeken van de wereld.
In Azië heeft DEME verder gewerkt aan een van de grootste landwinningsprojecten ooit. Dredging International Asia Pacific Pte Ltd (DIAP) en joint venturepartner Daelim Industrial uit Zuid-Korea hadden op het einde van het jaar meer dan 80% van fase 1 van de Tuas Terminal (TTP1) voltooid. Dit project werd oorspronkelijk in 2015 gegund door de maritieme en havenautoriteit van Singapore. De bouw van de laatste van in totaal 221 caissons, die de toekomstige kademuur zullen vormen, werd zelfs vier maanden eerder dan gepland afgerond. DIAP is goed op weg om het project tegen eind 2020 af te werken.
Ondertussen voerde Dredging International Australia met succes het Sunshine Coast Airport Expansion Project uit in Australië. Dit project omvatte bagger- en landwin-
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 2.645.780 | 2.356.014 | 1.978.250 |
| EBITDA | 458.905 | 455.522 | 447.389 |
| EBIT | 196.012 | 230.506 | 226.956 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 155.570 | 155.055 | 155.334 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 1.401.403 | 1.321.842 | 1.220.638 |
| Netto financiële positie | -555.777 | -285.657 | -151.215 |
| Balanstotaal | 3.820.722 | 3.521.237 | 3.288.676 |
| Orderboek (€ mio) | 4.010 | 3.520 | 3.800 |
| Capex (€ mio) | 441 | 609 | 179 |
| Personeel | 4.937 | 4.440 | 4.232 |
ningswerken, die de basis vormen voor een nieuwe start- en landingsbaan van ongeveer 2.450 meter.
In Afrika voerde DEME kustbeschermingswerken uit langs de kustlijn van Cotonou in Benin. De werkzaamheden gingen het hele jaar door en zullen ook in 2019 nog verdergaan. In deze werken zijn zandsuppleties met een totaal volume van 1 miljoen m3 , oeverbekledingswerken en de aanleg van een krib inbegrepen.
Daarnaast werd het eerste project van DEME in Sierra Leone met succes afgerond in maart 2018. Het consortium waarvan DEME deel uitmaakte, werkte aan de uitbreiding van de Freetown Terminal, die door de Franse groep Bolloré Transport & Logistics geëxploiteerd wordt. Het project omvatte de bouw van een kademuur van 270 meter, waardoor de terminal grotere schepen kan ontvangen.
Dichter bij haar thuisbasis was DEME erg actief in een aantal projecten langs de belangrijkste rivieren van Noord-Europa. In België werkte DEME aan een aantal langdurige overeenkomsten voor onderhoudsbaggerwerken op de belangrijkste waterlopen en de Noordzee. Zo voerde de sleephopperzuiger 'Pallieter' verschillende onderhoudsbaggerwerken uit op de Schelde en langs de toegangskanalen tot de sluizen van de haven van Antwerpen.
Na de succesvolle uitvoering van de verdiepingswerken in het deel van de Seine tussen Courval en Duclair in Frankrijk, richtte Société de Dragage International (SDI) zich op de laatste fase van dit project. SDI is sinds 2012 bezig met de verdieping van de Seine en heeft de vier belangrijkste fases van dit uitdagende project, dat uitgevoerd wordt namens de Grand Port Maritime van Rouen, verwezenlijkt.
Op de Elbe heeft Nordsee Nassbagger- und Tiefbau, de Duitse dochtermaatschappij van DEME, in 2017 een contract voor onderhoudsbaggerwerken van twee jaar binnengehaald voor de Elbe. Dit werd nog met een jaar verlengd en loopt nu tot 2020.
DEME zal in een joint venture de bouw en de baggerwerken voor de modernisering van de Świnoujście-Szczecin-vaargeul in Polen ontwerpen en uitvoeren. De vaargeul heeft momenteel een diepte van 10,5 meter en zal uitgediept worden tot 12,5 meter. Hierdoor kan de haven van Szczecin schepen met een grotere diepgang ontvangen en haar concurrentiepositie in de Baltische Zee handhaven.
Voor de Nouvelle Route du Littoral in La Réunion heeft SDI baggerwerken, de grindbedinstallatie en opvulwerkzaamheden uitgevoerd voor 48 met ballast verzwaarde funderingen van het viaduct van 5.400 meter.
In een joint venture voert DEME verdiepings- en onderhoudswerken uit aan het Canal Martín García in Uruguay en Argentinië. Het hoofddoel van het baggerprogramma is het kanaal te verdiepen en vervolgens een diepte van ongeveer 10,4 meter te handhaven.
Eind 2018 had DEME het baggergedeelte van fase 2 van het Seabird-project in India zo goed als voltooid. Uiteindelijk zal ongeveer 10 miljoen m3 aan materialen gebaggerd zijn. Als deze geschikt zijn, worden ze ook hergebruikt.
In Nederland gingen drie megaprojecten van start: de Rijnlandroute, Nieuwe Sluis Terneuzen en de Blankenburgverbinding. Naast de mariene infrastructuurwerken die uitgevoerd zullen worden door DEME Infra Marine Contractors (DIMCO) omvatten de projecten ook belangrijke bagger- en grondwerken.
DEME levert al het zand, meer dan 1 miljoen m3 , voor het Rijnlandroute-project. Voor Nieuwe Sluis Terneuzen zullen droge grond- en baggerwerken uitgevoerd worden. Er moet een duizelingwekkende 9 miljoen m3 aan materialen gebaggerd worden. Naar verwachting zal het ontwerp- en bouwproject lopen tot 2022.
De 'financial close' voor de prestigieuze A24 Blankenburgverbinding werd bereikt in oktober. Rijkswaterstaat (het directoraat-generaal voor openbare werken en waterbeheer van Nederland) gunde het publiek-private samenwerkingsproject 'A24 Blankenburgverbinding' van 1 miljard euro aan het BAAK-consortium (DEME Concessions Infrastructure, Ballast Nedam en Macquarie Capital). De bagger- en opvulwerken vertegenwoordigen ongeveer 1 miljoen m3 en de droge grondwerken ongeveer 2 miljoen m3 . Het contract omvat het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud gedurende 20 jaar.
Nog in Nederland voert de Vries & van de Wiel in een joint venture een landwinningsproject van 145 hectare uit met als doel een nieuw eiland te vormen, 'Strandeiland IJburg'. Dit zal een nieuwe woonwijk worden in Amsterdam. In de tweede helft van het jaar leverde de Vries & van de Wiel meer dan 1 miljoen m3 zand voor het project.
Offshore was DEME even druk bezig, dankzij het toenemende aantal hernieuwbare energieprojecten.
Het offshore windmolenpark van Rentel met een capaciteit van 309 MW, dat zich in de Belgische Noordzee bevindt, werd vroeger dan oorspronkelijk voorzien volledig in gebruik genomen en produceert volgens de verwachtingen. Rentel was een echt groepsproject. Het onderstation van 1.200 ton werd geplaatst door de 'Rambiz', het kraanschip voor zwaar hijswerk van Scaldis. Daarna voltooide het hefeiland 'Innovation' met succes de plaatsing van de monopijlerfunderingen en overgangsstukken. De infield- en exportkabels en de turbines werden door DEME geplaatst. Met hun piekhoogte van 183 meter zijn dit de grootste windturbines tot dusver in de Belgische Noordzee.

In de zomer voltooide 'Innovation', het hefeiland van DEME, met succes de plaatsing van 20 'suction bucket jackets' aan het offshore windmolenpark Borkum Riffgrund 2 in Duitsland. De 'suction bucket jackets' wogen elk 950 ton en hadden een hoogte van 58 meter. DEME is nu een van de weinige bedrijven met uitvoerige knowhow op het vlak van de plaatsing van dergelijke 'suction bucket jackets'.
DEME werkte in 2018 ook aan het grootste windmolenpark ter wereld, namelijk Hornsea Project One van Ørsted. Helemaal aan het einde van het jaar werd er een eerste en belangrijke bouwmijlpaal bereikt met de voltooiing van de plaatsing van de exportkabel. Met een totale lengte van 467 km, ruwweg de afstand van Amsterdam tot Hamburg, is het de langste offshore AC-kabel voor windenergie die ooit geplaatst werd. Wanneer de 174 turbines van Hornsea Project One in 2020 volledig operationeel zijn, zullen ze genoeg schone elektriciteit genereren voor ruim één miljoen gezinnen. Het gigantische windmolenpark was het eerste project voor het nieuwe multifunctionele schip 'Living Stone'.
Naast de offshore windactiviteiten liet DEME sterke prestaties optekenen in de olieen gasmarkt, gedreven door nieuwe contractgunningen en een solide projectuitvoering.
Een belangrijk contract werd gegund door TransCanada voor een 700 km lange onderzeese gaspijplijn, die de VS met Mexico verbindt. Er werd zo'n 200.000 ton steen geplaatst om de pijplijn van 42 duim te stabiliseren. Er werd ook een eerste contract afgesloten in Bangladesh voor de drijvende LNG-terminal van Moheshkhali. Dit zal de eerste terminal van het land zijn voor de invoer van LNG. DEME is ook de hoofdaannemer voor de steenstorting en de bouw van aanlandingen in het Baltic Gas Interconnector-project, dat de gasnetwerken van Finland en Estland met elkaar verbindt. Er werden ook olie- en gasprojecten uitgevoerd in het Midden-Oosten en Zuid-Afrika.
De gespecialiseerde milieubedrijven van DEME - DEME Environmental Contractors (DEC), de Vries & van de Wiel en Ecoterres - hebben een proactieve rol in de sourcing en ontwikkeling van potentiële saneringsprojecten, samen met hun ontwikkelingspartners.
In het Blue Gate-project (66 hectare) in Antwerpen is DEC als hoofdaannemer verantwoordelijk voor alle sanerings- en infrastructuurwerken. In Italië zijn de werken gestart voor een belangrijk saneringsproject aan de staalfabriek van ILVA in Taranto. Hier worden drie kanalen gebaggerd en wordt het gebaggerde materiaal ontwaterd met behulp van een intern ontworpen grondreinigingsinstallatie. De saneringswerkzaamheden aan het Esso Norge-project, een vroegere raffinaderij in de buurt van Tønsberg in Noorwegen, gingen het hele jaar door.

Baarland Tewaterlating Scheldt River
Global Sea Mineral Resources (GSR), DEME's specialist inzake diepzee-ontginning, stelde in september 2018 het innovatieve preprototype 'Patania II' voor. In 2019 zal de nodulecollector een eerste expeditie ondernemen in de GSR- en BGR (Duits)-exploratiegebieden in het oostelijke deel van de Clarion Clipperton-zone in de centrale Stille Oceaan.
GSR werkt hiervoor samen met de Universiteit Gent. Samen zullen zij de in-situ milieu-impact van de 'Patania II' monitoren door opnieuw cruciale ontwerpgegevens te verzamelen. GSR kan dan haar technologie verder herontwerpen om haar efficiëntie te verbeteren en haar impact tot een minimum te beperken. Een internationaal consortium van wetenschappers van het 'EU Joint Programming Initiative for Healthy and Productive Seas and Oceans' zal bovendien onafhankelijk en transparant verslag uitbrengen van bijkomende milieumetingen. Alle informatie met betrekking tot het milieu zal openbaar beschikbaar zijn.
Voor 2019 verwacht DEME een omzet te realiseren van ongeveer dezelfde omvang als die van 2018. Het effect van nieuwe schepen die gedurende een volledig jaar in de vloot meewerken, wordt immers verwacht gecompenseerd te worden door het gepland groot onderhoud van het belangrijk installatieschip 'Innovation'. De operationele marge (EBITDA) wordt in 2019 opnieuw verwacht binnen de historische vork van 16% tot 20% te blijven over het volledige jaar.

www.deme-group.com

Van links naar rechts: Piet Dejonghe, Frédéric Claes, Manu Coppens, Fabien De Jonge, Jacques Lefèvre, Raymund Trost, Yves Weyts
Deelnemingspercentage AvH: 60%

CFE is een op Euronext Brussels genoteerde Belgische industriële groep met drie onderscheiden vakgebieden: Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra-activiteiten; Contracting, dat de activiteiten bouw, multitechnieken en rail & utilities omvat; en ten slotte Vastgoedontwikkeling.
CFE kende een gezonde groei in 2018. Dankzij de verschillende opdrachten die in de 3 polen werden verworven, was er het voorbije jaar een hogere activiteitsgraad waardoor CFE een opmerkelijke omzetstijging heeft gerealiseerd. CFE (excl. DEME) realiseerde een omzet die piekt op 994,9 miljoen euro (inclusief 139,8 miljoen euro omzet afkomstig van de eind 2017 verworven groep Van Laere), tegenover 710,5 miljoen euro in 2017.
CFE Contracting realiseerde in 2018 een omzet van 934,6 miljoen euro (2017: 717,6 miljoen euro) en kende, zoals in 2017, een hoge activiteit in België, in Luxemburg en in Polen. Alhoewel een aantal entiteiten van de divisie Bouw in België een lichte terugval van hun orderboek noteerden tegenover 31 december 2017, nam het orderboek van CFE Contracting toe tot 1.320,3 miljoen euro, vooral in Vlaanderen en in mindere mate in Luxemburg. CFE Contracting realiseerde een nettoresultaat van 15,2 miljoen euro, tegenover 15,4 miljoen euro in 2017.
Binnen de pool Vastgoedontwikkeling bedroeg het vastgoedbestand van BPI 139 miljoen euro per eind december 2018 (2017: 133 miljoen euro). Het nettoresultaat van deze pool was in 2017 positief vertekend door de meerwaarde op de verkoop van de projecten Kons en Oosteroever. Tot de winst van 2018 van 9,3 miljoen euro (2017: 22,3 miljoen euro) hebben in het bijzonder bijgedragen: de ontwikkelingsprojecten Ernest The Park (Brussel), Kiem (Luxemburg), Erasmus Gardens (Anderlecht) en 2 opgeleverde projecten in Polen, waar winst slechts op het eind van het project kan worden erkend.
De niet-gefilialiseerde activiteiten van CFE vallen in omzet verder terug tot 27 miljoen euro (voor eliminaties). De enige vermeldenswaardige werf die nog aan de gang is, betreft de bouw van het nieuw waterzuiveringsstation Brussel Zuid, waarvan in 2018 de tweede fase naar tevredenheid van de klant kon worden opgeleverd binnen de voorziene termijn. De volledige oplevering zal pas in 2020 plaatsvinden.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3.640.627 | 3.066.525 | 2.797.085 |
| EBITDA | 487.960 | 500.734 | 465.863 |
| EBIT | 213.075 | 267.157 | 227.570 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 171.530 | 180.442 | 168.411 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 1.720.878 | 1.641.904 | 1.521.559 |
| Netto financiële positie | -648.322 | -351.909 | -213.051 |
| Balanstotaal | 4.948.951 | 4.646.893 | 4.328.219 |
| Orderboek (€ mio) | 5.386 | 4.851 | 4.757 |
| Personeel | 8.598 | 8.689 | 7.752 |
CFE heeft in de loop van H2 2018 voor de tegenwaarde van 7,5 miljoen euro betalingen ontvangen op haar openstaande vorderingen op de overheid van Tsjaad van 60 miljoen euro. De modaliteiten van een herfinancieringsvoorstel van de vorderingen die verband houden met het Grand Hotel werden officieel goedgekeurd door de overheid van Tsjaad. Ze wachten nu op validatie door de raad van bestuur van de Afreximbank.
CFE Contracting presteerde, zoals in 2017, uitstekend zowel in België en in Luxemburg als in Polen. De verdere integratie van Van Laere en haar filialen in de groep CFE vorderde, zoals verwacht, positief.
2018 was voor MBG een druk jaar door de uitvoering van verschillende grote projecten zoals de bouw, in tijdelijke handelsvennootschap, van de complexe werf ZNA Cadix in het noorden van Antwerpen, de oplevering van het AZ Sint-Maarten (Mechelen) en de tijdige oplevering van de Antwerp Management School bij de start van het nieuwe academiejaar. Ook de renovatie van de buitenschil en binnenvo-
lumes van de Gare Maritime op de Brusselse site Tour & Taxis vorderen goed. De resultaten bij Van Laere herstelden, dankzij onder meer het zorgvuldiger uitkiezen van de te volgen dossiers, het optimaliseren van de voorbereidingsfase bij aanvang van een project en het verbeteren van het contractmanagement. Door deze maatregelen nam de omzet toe, verbeterden de resultaten en wordt een gezond orderboek genoteerd voor 2019. De nieuwe managementstructuur had tevens een positieve impact bij
Arthur Vandendorpe, gespecialiseerd in restauratie en renovatie.
"CFE kan verder blijven groeien als een betrouwbare partner die haar gediversifieerde klanten totaaloplossingen aanreikt."
Piet Dejonghe, CEO
In Brussel bevestigde BPC zich als leider in de constructie van gebouwen dankzij onder meer een sterke stijging van haar activiteit tegenover 2017 alsook haar goede positie op grote projecten. Om nog beter te kunnen inspelen op de uitdagingen van morgen, werd begin 2019 de beslissing genomen om Amart en BPC samen te voegen. Deze integratie zal verder uitgewerkt worden in het eerste semester waardoor deze nieuwe organisatie een nog grotere speler zal worden op de Brusselse markt. De daling van de activiteit van BPC Wallonië in 2017, werd in 2018 meer dan goed gemaakt. Dankzij het verwerven van de DBFM-opdracht 'Shape 2020' met onder meer de bouw van 600 wooneenheden voor de militairen van de NAVO nabij Bergen, biedt de toekomst mooie perspectieven.
Marine Engineering & Contracting 77
In het Groothertogdom Luxemburg kende CLE een sterke activiteit mede door de oplevering van verscheidene grote bouwprojecten zoals de scholencampus Vauban voor de Ecole Lycée Français in Luxemburg stad, de brug langsheen de A13 nabij Dudelange en het gemengd project Glesener voor BPI Luxemburg. Voor 2019 zal CLE zich verder richten op 2 nieuwe activiteiten, meer bepaald wegeninfrastructuur en houtbouw in samenwerking met LTS.
De Poolse economie en de bouwsector kenden een sterke groei in 2018 waardoor de omzet alsook de marges van CFE Polska sterk stegen. 2019 ziet er veelbelovend uit dankzij een goed gevuld orderboek met onder meer de opstart van een tweede pretpark 'Mayaland' voor Studio 100. Anderzijds werd het Tunesische filiaal CTE
geconfronteerd met moeilijke marktomstandigheden en een sociaal-economisch klimaat die de resultaten aantasten en voor 6 miljoen euro op het resultaat van 2018 wegen.
Laminated Timber Solutions (LTS) zette zich in 2018 actief in op de verdere ontwikkeling van haar portefeuille, met vooral de focus op de industrie- en projectmarkt. Daarnaast werden de drie entiteiten Korlam/Lamcol/Buildinx onder één merknaam gebracht. Er werd tevens een werkgroep
Vauban - Luxemburg
'Wood Works' opgestart binnen Contracting en Vastgoed om zo het product CLT (kruisgelaagdhout) nog meer te kunnen promoten op de klassieke gebouwenmarkt.
| (€ miljoen) | Omzet | Nettoresultaat | Orderboek | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| Bouw | 692,5 | 499,8 | 1.069,1 | 978,8(2) | ||
| Multitechnieken | 170,6 | 155,3 | 168,4 | 152,6 | ||
| Spoorinfra | 71,5 | 62,5 | 82,8 | 98,3 | ||
| Contracting | 934,6 | 717,6 | 15,2 | 15,4 | 1.320,3 | 1.229,7 |
| Vastgoedontwikkeling | 94,7 | 10,9 | 9,3 | 22,3 | 139(3) | 133(3) |
| Holding, niet-overgedragen activiteiten en eliminaties(1) |
-34,4 | -18,1 | -6,6 | -13,7 | ||
| Totaal | 994,9 | 710,5 | 17,9 | 23,9 |
(1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (45%) en Green Offshore (50%) tot CFE.
(2) Inclusief orderboek A.A. Van Laere (€ 241,8 mio)
(3) Het vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.

Clinique du MontLégia - Luik Tivoli - Brussel Nike - Ham
Binnen de cluster VMA werd een belangrijke stap gezet door alle elektriciteits- en automatiseringsactiviteiten samen te voegen met de HVAC-activiteiten. Door de entiteit Druart onder te brengen in deze cluster, is VMA voortaan in staat een totaaloplossing aan te bieden aan al haar klanten. Daarnaast werd er ook ingezet op lokale aanwezigheid in de verschillende regio's, wat eveneens de acquisitie verklaart van een Antwerps bedrijf. Met deze nieuwe geïntegreerde structuur zijn de vooruitzichten voor 2019 gunstig. Binnen de afdeling 'Automotive' is het van belang om de mondiale markttendensen binnen de snel veranderende automobielsector kort op te volgen en waar nodig de klanten internationaal te volgen. Op de markt van het technische onderhoud en installaties kende be.Maintenance een sterke groei, zowel in omzetcijfer als klantenportefeuille. Mede door de nauwe samenwerking met de verschillende entiteiten binnen Contracting zal be.Maintenance haar positie verder kunnen versterken.
De cluster MOBIX positioneerde zich als een globale multidisciplinaire aannemer voor de aanleg van sporen, signalisatie en bovenleidingen. De groep is met zes vestigingen in heel België actief en levert diensten aan openbare nutsbedrijven, zoals de installatie van glasvezelnetten, de montage van hoogspanningslijnen, het onderhoud van de openbare verlichting en de installatie van branddetectiesystemen en bewakingssystemen. De activiteit 'Track' noteerde zeer bevredigende resultaten. De raamcontracten bij ORES en de toewijzing (in consortium) van de PPS 'Plan Lumière 4.0.', de modernisering van de verlichting langsheen de autosnelwegen in het Waals Gewest, zorgen voor een goed gevuld orderboek voor de volgende jaren.
De voorbije twee jaar onderging de vastgoedontwikkelaar BPI een ingrijpende organisatiewijziging teneinde sneller te kunnen reageren op een markt die veel competitiever is geworden en waarvan de trends en verwachtingen zeer snel evolueren. In het verlengde van de succesvolle commercialisering van de residentiële projecten Ernest The Park in Elsene, Erasmus Gardens te Anderlecht en Voltaire in Schaarbeek, www.cfe.be


werden nog andere projecten zoals Park West in Brussel, Zen Factory in Lot-Beersel en Grand Poste te Luik gelanceerd.
In het Groothertogdom werkte BPI Luxembourg verder aan de projecten Kiem (Kirchberg-plateau) en Fussban in Differdange, met een oplevering voorzien in de loop van 2019, en verkreeg het de bouwvergunningen voor haar project Livingstone aan de Route d'Esch in Luxemburg stad.
Ten slotte leverde BPI Polska in 2018 twee grote projecten op: Immo Wola in Warschau en de eerste fase van Bulwary Kasiazece in Wroclaw. Daarnaast werden er nieuwe grondposities verworven in Gdansk waar BPI een complex met 239 appartementen (project Sadowa) zal bouwen en in Warschau (district Wola), waar het een gemengd residentieel en commercieel complex van 10.000 m² bovengronds zal bouwen (project Ostroroga). Voor dit laatste project werden intussen de bouwvergunningen verkregen en werd de commercialisering en de bouw opgestart.
De omzet van de pool Contracting zou in 2019 stabiel moeten blijven terwijl het bedrijfsresultaat licht zou moeten toenemen. Het bedrijfsresultaat van de pool Vastgoedontwikkeling zou in 2019 het niveau van 2018 moeten benaderen.



Van links naar rechts: Frank Wouters, Lieven Durt, Valentijn Maussen, Reggy Vermeulen
Deelnemingspercentage AvH: 72%
Rent-A-Port ontwikkelt samen met partners greenfield-projecten voor de aanleg van havens en daarmee verbonden industriezones. In deze context zorgt Rent-A-Port ook voor het beheer van de bijhorende nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, afvalophaling en afvalwaterzuivering).
De operationele activiteiten van Rent-A-Port situeerden zich, net als in voorgaande jaren, voornamelijk in Vietnam. Door de grotere beschikbaarheid van terreinen sinds de tweede jaarhelft, konden er dit jaar weer meer worden verkocht vergeleken met 2017. De infrastructuur in de eerste industriële zone, Dinh Vu Industrial Zone, is reeds grotendeels ontwikkeld. Reeds meer dan 60 industriële klanten maken op recurrente basis gebruik van de nutsvoorzieningen. Rent-A-Port heeft ook belangrijke posities verworven met betrekking tot de ontwikkeling van bijkomende naburige industriële zones. Rent-A-Port heeft zich vandaag aldus gepositioneerd om het beheer toevertrouwd te krijgen van meer dan 3.000 hectare aan industriële gronden. Deze zijn alle gelegen in de buurt van de nieuwe haven van Lach Huyen, de enige diepzeehaven (-14 meter) in Noord-Vietnam. De afwerking van een dijk in Nam Dinh Vu ('Deep C-II Concessie') leidt tot een versnelde oplevering van nieuwe industrieterreinen sedert medio 2018.
Eind 2018 is de vennootschap Deep C Green Energy, die instaat voor de elektriciteitsdistributie op Dinh Vu Industrial Zone, voor 50% verkocht aan TEPCO, met een aanzienlijke meerwaarde voor gevolg.
In Oman is de infrastructuur nog onvoldoende uitgebouwd om een kritische massa aan klanten te kunnen bedienen. De infrastructuurwerken aan de haven van Duqm
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3.180 | 4.459 | 4.309 |
| EBITDA | -2.338 | -4.234 | -2.334 |
| EBIT | -2.403 | -4.659 | -2.373 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 7.371 | -5.991 | 4.423 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 44.394 | 36.508 | 45.788 |
| Netto financiële positie | -15.316 | -12.334 | -7.620 |
| Balanstotaal | 66.287 | 55.023 | 61.664 |

Rent-A-Port
(Noord en Zuid) vorderen echter goed, waardoor de afwerking van de haven wordt verwacht tegen 2020. Vanaf dan zou de haven ook rendabel moeten worden en zouden er voldoende industriële klanten moeten zijn om de nutsvoorzieningen verder uit te bouwen.
Ook het havenproject in Nederland (Zuiderzeehaven) is in 2018 beëindigd. De 3 privé-partners (waaronder Rent-A-Port) hebben hun aandeel in dit project verkocht aan de lokale publieke partner.
Rent-A-Port verwacht de komende jaren verder te groeien dankzij de mature en rendabele projecten in Vietnam, alsook dankzij de verdere uitbouw van projecten in Oman, die op vandaag nog niet winstgevend zijn.
Begin 2019 hebben AvH en CFE elk bijkomend 5% van het kapitaal van Rent-A-Port overgekocht van de mede-oprichters, waardoor zij nu samen 100% van het kapitaal van deze vennootschap bezitten. Het transitief deelnemingspercentage van AvH in Rent-A-Port zal daardoor toenemen tot 80,2%.

Van links naar rechts: Nathalie Oosterlinck, Geert Dewaele, Christophe De Winter, Mathias Verkest

Deelnemingspercentage AvH: 80%
Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.


Green Offshore - Rentel
Green Offshore bezit (rechtstreeks en onrechtstreeks) deelnemingen in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%).
Het windpark Rentel ligt op ongeveer 40 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Het zal met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW hernieuwbare energie leveren aan ongeveer 300.000 gezinnen. Met hun tiphoogte van 180,5 meter zijn deze Siemens windturbines de hoogste die tot nu toe in de Belgische Noordzee geïnstalleerd zijn.
De bouwactiviteiten aan dit offshore windenergiepark werden in 2018 met succes afgerond. Zoals verwacht, werd de eerste hernieuwbare stroom uit dit windpark medio 2018 in het Belgische net geïnjecteerd. Eind 2018 was Rentel volledig operationeel als Belgische elektriciteitscentrale (309 MW) op zee.
Dankzij een aangepast wetgevend kader dat eind 2017 door de federale regering werd goedgekeurd, kon de ontwikkeling van de offshore windparken Mermaid en Seastar versneld worden. In de loop van 2018 werden Mermaid en Seastar samengevoegd onder SeaMade NV. In december 2018 heeft SeaMade haar 'financial close' bereikt.
SeaMade zal 58 windturbines bouwen met een totale capaciteit van 487 MW en wordt zo het grootste offshore windmolenpark in België. Het zal via twee offshore substations verbonden zijn met het Elia Modular Offshore Grid. De 8,4 MW turbines zullen door Siemens Gamesa geleverd en onderhouden worden. Ze hebben een tiphoogte van 190 meter en een rotordiameter van 167 meter, meer dan de spanwijdte van twee Airbussen 380. De start van de offshore werkzaamheden is voorzien in de zomer van 2019. Beide windparken zouden operationeel moeten zijn voor eind 2020. Ze zullen geëxploiteerd en onderhouden worden vanuit het logistieke centrum Otary in de haven van Oostende.
Rentel en SeaMade staan in voor een totale capaciteit van net geen 800 MW, goed voor een productie van ongeveer 2,9 TWh op jaarbasis. Dit is een aanzienlijk aandeel van de totale jaarlijkse verwachte offshore productie van ca. 8 TWh, hetgeen niet alleen 10% vertegenwoordigt van de totale elektriciteitsconsumptie in België, maar ook 50% van de bindende doelstelling om tegen 2020 13% van de energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen.
Rentel en SeaMade zullen samen hernieuwbare energie leveren aan 700.000 huishoudens, wat een reductie van 1.200.000 ton CO2-uitstoot op jaarbasis mogelijk maakt.
Via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE, heeft AvH een participatie (transitief) van 10,03% in Rentel en van 7,02% in SeaMade.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3 | 0 | 0 |
| EBITDA | -4 | -13 | -182 |
| EBIT | -4 | -13 | -184 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 3.352 | 127 | -342 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 19.890 | 16.627 | 5.001 |
| Netto financiële positie | -33.374 | -18.430 | -27.103 |
| Balanstotaal | 55.762 | 35.607 | 32.694 |
Niettegenstaande de onrust op de financiële markten in het vierde trimester van 2018, hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & Co commercieel uitstekend gepresteerd. Beide banken dragen in het segment 'Private Banking' gezamenlijk 121,3 miljoen euro bij tot het groepsresultaat van 2018 (2017: 113,9 miljoen euro).
| Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| -- | -- | -- | -- | ---------------------------------------------------- | -- |
| (€ miljoen) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| FinAx/Finaxis | -0,4 | -0,9 | -1,0 |
| Delen Private Bank | 88,5 | 83,3 | 69,2 |
| Bank J.Van Breda & C° | 33,2 | 30,8 | 29,7 |
| BDM-Asco | - | 0,7 | 0,6 |
| Totaal | 121,3 | 113,9 | 98,5 |

Bank J.Van Breda & C°
Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor een ruim cliënteel van particulieren.
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.
De gecombineerde door het cliënteel toevertrouwde vermogens van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº bedroegen 45,4 miljard euro per 31 december 2018, tegenover 47,8 miljard euro per 31 december 2017. Deze daling met 5% is volledig toe te schrijven aan de negatieve ontwikkeling van de financiële markten in Q4 2018.
Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°.


Van links naar rechts: Paul De Winter, Alexandre Delen, Jacques Delen, René Havaux, Eric Lechien, Arnaud van Doosselaere
Deelnemingspercentage AvH: 79%
Delen Private Bank legt zich toe op het beheren en plannen van het vermogen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde in België (Delen Private Bank), Nederland (Oyens & Van Eeghen) en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).
De vermogens onder beheer door de groep Delen Private Bank bereikten op het einde van 2018 geconsolideerd een niveau van 37.713 miljoen euro (2017: 40.545 miljoen euro).
Bij Delen Private Bank bedroeg het beheerd vermogen 27.673 miljoen euro op het einde van 2018 (2017: 29.410 miljoen euro). Ondanks een organische netto-aangroei van het beheerd vermogen van zowel bestaande als nieuwe particuliere klanten daalde het beheerd vermogen als gevolg van de daling van de koersen op de aandelenmarkten, in het bijzonder tijdens het vierde kwartaal van 2018. Ook tijdens dit moeilijke beursklimaat bleef de instroom van kapitalen naar Delen Private Bank in 2018 nochtans aanzienlijk. In de eerste jaarhelft was deze instroom zelfs op recordniveau. Het betrof bijna uitsluitend discretionair vermogensbeheer. Alle Belgische vestigingen droegen bij tot deze constante netto-instroom van vermogens, weliswaar met een steeds groter aandeel van de regionale zetels. Dit getuigt van het vertrouwen dat de klanten in Delen Private Bank stellen, en het bevestigt de vooraanstaande positie van de bank in het discretionair beheer van vermogens in België.
Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 90,7%) bereikte het beheerd vermogen 9.563 miljoen euro (8.555 miljoen Britse pond) eind 2018 (2017: 10.475 miljoen euro, 9.294 miljoen Britse pond). Ook hier lag de oorzaak van de daling voornamelijk in de negatieve waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt in Britse pond). De koersevolutie van het Britse pond ten opzichte van de euro (-0,8%) droeg eveneens bij tot deze daling.
Op 31 december 2018 bedroegen de activa onder beheer voor particulieren en stichtingen bij Oyens & Van Eeghen 476 miljoen euro (2017: 660 miljoen euro). Deze daling is het gevolg van de negatieve waardeontwikkeling van de vermogens in beheer en de afbouw van de dienstverlening aan grote institutionele klanten. Oyens & Van Eeghen realiseerde wel een organische nettogroei van vermogens onder beheer van bestaande en nieuwe particuliere klanten.
Stijging van het nettoresultaat
Aangezien de daling van de beheerde vermogens zich slechts in het vierde kwartaal voordeed, stegen de geconsolideerde brutobedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank in 2018 met 4,7% tot 384,3 miljoen euro. De bedrijfskosten stegen met 8,2% (11,9% exclusief JM Finn en Oyens & Van Eeghen).
De groei van Delen Private Bank brengt kosten met zich mee. Met name de kosten voor IT en commercieel personeel zijn toegenomen. Het tempo van de aanwervingen en kostenstijging vertraagde wel in de laatste maanden van het jaar. Bij JM Finn is de toename van de kosten in lokale munt te verklaren door hogere personeelskosten en een stijging van de uitgaven voor marketing en IT. De cost-income ratio steeg licht tegenover 2017 en bedroeg 55,27% (44,70% bij Delen Private Bank, 85,43% bij JM Finn), een mooi cijfer vergeleken met de concurrenten. Eind 2018 telde de groep 709 personeelsleden (VTE),


Delen Private Bank - Antwerpen Delen Private Bank - Namen

Delen Private Bank - Gent

na verloop van tijd de resterende aandelen aan Delen Private Bank te verkopen. Het nuttig eigen vermogen van de groep (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 234,3 miljoen euro, waarvan 48,9 miljoen euro cliënteel van JM Finn en 7,0 miljoen euro cliënteel van Oyens & Van Eeghen) bedroeg 450,5 miljoen euro op het einde van
waarvan 391 bij Delen Private Bank, 300 bij JM Finn en 18 bij Oyens & Van Eeghen.
De nettowinst nam in 2018 toe tot 112,4 miljoen euro (tegenover 105,8 miljoen euro in 2017). De bijdrage van JM Finn tot het nettoresultaat van de groep was 7,3 miljoen euro (na afschrijvingslast cliënteel en 9% minderheidsbelangen van 1,7 miljoen euro; in 2017: 7,1
"Ook tijdens dit moeilijke beursklimaat bleef de instroom van kapitalen naar Delen Private Bank in 2018 aanzienlijk."
Paul De Winter, CEO
miljoen euro). De bijdrage van Oyens & Van Eeghen was licht negatief als gevolg van herstructureringskosten en de afbouw van de dienstverlening aan institutionele investeerders.
Het geconsolideerd eigen vermogen van Delen Private Bank bedroeg 742,9 miljoen euro op 31 december 2018, tegenover 678,8 miljoen euro op 31 december 2017. Dit bedrag houdt reeds rekening met de verkoopoptie van het JM Finn-management om
het jaar (vergeleken met 386,4 miljoen euro eind 2017). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De Core Tier1-kapitaalratio van 30,9% ligt ruim boven het sectorgemiddelde en houdt rekening met de langetermijnverplichting om JM Finn-minderheidsaandeelhouders uit te kopen. Delen Private Bank beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden blijven conservatief belegd bij de Nationale Bank van België, in kwaliteitsvol overheidspapier, bij kwaliteitsbanken op korte termijn of in kwaliteitsvolle kortetermijnverplichtingen van
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Brutobedrijfsopbrengsten | 384.262 | 366.912 | 313.071 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 112.390 | 105.836 | 87.877 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 742.927 | 678.792 | 621.204 |
| Beheerd vermogen van cliënteel | 37.712.549 | 40.544.926 | 37.769.779 |
| Cost-income ratio | 55,3% | 53,7% | 57,8% |
| Return on equity | 15,8% | 16,3% | 14,6% |
| Core Tier1-kapitaalratio(2) | 30,9% | 29,3% | 30,9% |
| Personeel (VTE) | 709 | 676 | 657 |
(1) Eind september 2018 is Delen Investments ontbonden en sindsdien valt haar historische perimeter samen met die van Delen Private Bank. De financiële gegevens m.b.t. 2018 zijn geconsolideerde gegevens voor Delen Private Bank, m.b.t. 2017 en vorige jaren betreft het Delen Investments Comm. VA.
(2) Core Tier1 = solvabiliteitsratio
blue-chip bedrijven. De impact van de Basel III-regelgeving is voor Delen Private Bank gering, vermits het kapitaal van de groep uitsluitend uit Core Tier1-kapitaal bestaat, de portefeuille conservatief is belegd en de ratio's van de groep nu reeds ruimschoots de huidige en toekomstige vereisten overtreffen. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 15,8%, een zeer bevredigend cijfer.
René Havaux volgt vanaf 31 maart 2019 Paul De Winter op als voorzitter van het directiecomité van Delen Private Bank. Samen met Jacques Delen en Paul De Winter, ligt ook René Havaux mee aan de basis van de succesvolle strategie van discretionair vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor hoofdzakelijk privé-cliënteel.
Delen Private Bank hield in 2018 vast aan haar traditionele investeringsprincipes: het vermogen van haar klanten doordacht en alert beheren, diversifiëren en risico's spreiden, binnen de grenzen van hun risicoprofiel. Dat bleek in het jaar 2018 een bijzonder moeilijke opgave. De beurzen waren nerveus en wispelturig, en schenen meer oog te hebben voor de geopolitieke ontwikkelingen dan voor het fundamenteel economische plaatje.
In 2018 zette Delen Private Bank haar strategie voort om de kwaliteit en de efficiëntie van het vermogensbeheer te optimaliseren door te blijven streven naar een steeds groter aandeel beheermandaten. Op het einde van 2018 werden 82% (22.711 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel beheerrekeningen 93%. Dit vertegenwoordigt nu meer dan 26.500 beheermandaten. Delen Private Bank belegde voor haar klanten in zeer gespreide aandelenportefeuilles, met de klemtoon op Europa. Bij de obligaties bleef de looptijd kort (minder dan een jaar) om zich te wapenen tegen het risico van rentestijgingen. Op valutavlak resulteerde de diversificatie buiten de eurozone in een positieve bijdrage. Het obligatiegedeelte van de portefeuilles bleef voornamelijk belegd in kortetermijnbeleggingen in sterke landen en bedrijven, met meer dynamische investeringen in eeuwigdurende obligaties. De correctie op de beurzen was verspreid over alle activa (aandelen, obligaties, grondstoffen, ...). In die context bood zelfs een behoedzame, gediversifieerde beleggingsstrategie niet voldoende bescherming. De portefeuilles van de klanten lieten een verlies optekenen, zij het minder uitgesproken dan vele referentie-indexen.
Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van private banking, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Meer dan drie vierde van de netto-instroom van kapitalen komt via de kantoren buiten de hoofdzetel in Antwerpen. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2018 werden nieuwe kantoren geopend in Leuven en Knokke. De uitbreidings- en renovatiewerken aan de hoofdzetel in Antwerpen vorderen zoals verwacht. In Waterloo zal Delen Private Bank een nieuw kantoor openen in 2019.
Bank J.Van Breda & C° droeg via haar kantoren opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat van Delen Private Bank. Op 31 december 2018 beheerde Delen Private Bank 5.553 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgt Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (1.086 miljoen euro). Op die manier vertegenwoordigt Bank J.Van Breda & C° ongeveer 24% van het totaal beheerd vermogen bij Delen Private Bank.
De Londense aandelenmarkt zette een groot deel van het jaar een goede prestatie neer, maar volgde tegen eind 2018 toch ook de neerwaartse trend. De verzwakking van het Britse pond als gevolg van de brexitchaos zorgde deels dat de portefeuilles met buitenlandse aandelen iets meer overeind bleven.
De aankoop van 73,5% van de Londense vermogensbeheerder JM Finn in 2011 was een belangrijke stap voor Delen Private Bank. In 2016, 2017 en 2018 kocht Delen Private Bank 17,2% van de minderheidsaandelen om zo het directe aandeelhouderschap te verhogen tot 90,7%. Eind 2018 had JM Finn 9.563 miljoen euro (8.555 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 80% in discretionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aandeel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshore vermogensbeheermarkt in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt.
Op operationeel vlak was 2018 opnieuw een druk jaar voor JM Finn dankzij een sterke interactie met haar klanten op kantoor of tijdens evenementen, belangrijke initiatieven om te voldoen aan de verstrengde MiFID II compliance omgeving, het verhogen van de efficiëntie van de organisatie en het verder uitdiepen van de samenwerking met Delen Private Bank. De klemtoon werd gelegd op het verhogen van de commerciële activiteit, o.a. door het verder uitrollen van de nieuwe vermogensplanningsactiviteit en door verhoogd gebruik van CRM-software. Het directiecomité van JM Finn kijkt erop toe dat de strategische initiatieven en prioriteiten geleidelijk en op een succesvolle wijze worden geïmplementeerd, om zo de succesvolle groeistrategie te combineren met een noodzakelijke winstverbetering op termijn.

Delen Private Bank nam in 2015 alle aandelen over van Oyens & Van Eeghen, één van Nederlands oudste onafhankelijke financiële instellingen, opgericht in 1797. Delen Private Bank versterkte daarmee haar aanwezigheid in de Benelux. Eind 2018 had Oyens & Van Eeghen 476 miljoen euro aan toevertrouwde activa voor particuliere klanten, waarvan 87% in discretionair beheer. Oyens & Van Eeghen heeft zich in de afgelopen jaren steeds meer en succesvol toegespitst op het segment van gespecialiseerd vermogensbeheer en biedt een kwaliteitsvol platform om in de Nederlandse onshore vermogensbeheermarkt het Delen-model uit te bouwen.
Oyens & Van Eeghen was ook onderhevig aan de volatiele marktomstandigheden. De strategie van wereldwijde spreiding en actieve asset allocatie in de portefeuilles bood enige bescherming. De looptijden van het obligatiegedeelte van de portefeuilles waren kort, zoals bij Delen Private Bank. Dankzij overleg met het beheerteam van Delen Private Bank en de overdracht van geconsolideerde verantwoordelijkheid inzake obligatiebeleggingen naar medewerkers van Oyens & Van Eeghen groeiden de beleggingsstrategieën in Nederland en België verder naar elkaar toe.
Op operationeel vlak was 2018 een jaar met belangrijke ontwikkelingen voor Oyens & Van Eeghen. De nieuwe directie die de fakkel overnam in de loop van 2017, focust de organisatie op discretionair vermogensbeheer voor particuliere klanten. De dienstverlening aan institutionele klanten is teruggeschroefd en nieuwe commerciële medewerkers werden aangeworven voor de verdere uitbouw van de dienstverlening aan particuliere klanten in Amsterdam en Limburg. De expertise, in het bijzonder op gebied van beveks, en de IT-systemen door Delen Private Bank in België ontwikkeld, dragen in zeer belangrijke mate bij tot een verbetering van de dienstverlening en efficiëntieverhoging in Nederland. Hierdoor is Oyens & Van Eeghen in staat een groter publiek van particuliere klanten te bedienen vanuit haar kantoren in Amsterdam en Den Bosch. In 2019 zal Oyens & Van Eeghen nieuwe kantoren openen in Valkenburg en Heerenveen.

Delen Private Bank - Brussel

Delen Private Bank - Knokke

Delen Private Bank - Gent Delen Private Bank - Leuven
Delen Private Bank blijft vasthouden aan haar voorzichtige beleggingsfilosofie en is overtuigd dat deze aanpak het verschil zal blijven maken op lange termijn. Het jaar 2018 was een woelig en moeilijk jaar. Delen Private Bank focust zich op het doordacht beheren van de portefeuilles van haar klanten met de nodige diversificatie en risicospreiding, en neemt tegelijk een alerte houding aan om opportuniteiten op lange termijn verstandig te benutten. Delen Private Bank, JM Finn en Oyens & Van Eeghen zetten zich ook verder in om nieuwe kapitalen aan te trekken, met een focus op regio's waar de naambekendheid in de lift zit.

www.delen.be

Van links naar rechts: Dirk Wouters, Véronique Léonard, Vic Pourbaix, Marc Wijnants
Deelnemingspercentage AvH: 79%
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Via Bank de Kremer maakt ze vermogensbegeleiding toegankelijk voor iedereen. Van Breda Car Finance biedt autofinancieringen en financiële autoleasing aan via de autodistributeurs.
In 2018 zette Bank J.Van Breda & C° een recordresultaat neer. De geconsolideerde nettowinst steeg met 8% tot 42,2 miljoen euro (39,1 miljoen euro in 2017). Dit resultaat is een gevolg van sterke commerciële prestaties en dit zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance. Met de lancering van Bank de Kremer werd een nieuw initiatief in de markt gezet, dat focust op vermogensbegeleiding van particulieren en een antwoord biedt op een duidelijke behoefte aan overzicht en inzicht in het huidig en toekomstig vermogen.
De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening) zijn in 2018 met 4% gestegen tot 19,1 miljard euro.
Door de lage rente en de nauwe rentemarge was de sterke volumegroei onvoldoende om de kostengroei te compenseren. Het resultaat voor belastingen daalde hierdoor met 7%. Dankzij een lagere vennootschapsbelasting steeg het resultaat na belastingen met 8%.
Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 550 miljoen euro, waarbij een rendement op eigen vermogen (ROE) werd gerealiseerd van bijna 8%.
Het door cliënten belegd vermogen groeide met 527 miljoen euro (+4%) tot 14,3 miljard euro, waarvan 9,4 miljard euro buitenbalansproducten en 4,9 miljard euro cliëntendeposito's. Dit bevestigt het vertrouwen van de cliënten in de bank. De totale kredietportefeuille steeg met 6% tot net geen 4,8 miljard euro.
Het geconsolideerd bankproduct nam met 2% toe tot 144 miljoen euro. Gereali-
seerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsinstrumenten bedroegen minder dan 1% van het totale bankproduct dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is.
Het renteresultaat stagneerde ondanks de groei in deposito's (+7%) en kredieten (+6%). Dit is een gevolg van de lage rentes, de druk op de rentemarge en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement.
Dankzij de groei in buitenbalansproducten van de cliënten groeiden de ontvangen fee-inkomsten met 10%.
De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 0,05% van de gemiddelde kredietportefeuille of 2,4 miljoen euro. Dit voorzichtige beleid heeft echter geenszins een rem gezet op de kredietproductie, zodat de kredietportefeuille geconsolideerd groeide met 6%.
Het investeringstraject van de afgelopen jaren werd onverminderd voortgezet. Het volledig geïntegreerd eigen IT-platform positioneert de bank uitstekend om volop in te spelen op de opportuniteiten die de digitalisering

biedt. Bank J.Van Breda & Co investeert ook consequent verder in nieuwe kantoren en in commerciële slagkracht.
De kosten stegen met 5% tot 88 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van toekomstgerichte investeringen in commerciële slagkracht, IT en de lancering van Bank de Kremer. Hoewel de cost-income ratio van 59% tot 61% stijgt, behoort Bank J.Van Breda & C° tot de meer performante Belgische banken.
Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt Bank J.Van Breda & C° steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedroegen resp. 146% en 124%, ruim boven de vereiste ondergrens van 100%. De CET1-ratio bedroeg 13,6%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van
externe financiering op de internationale markten.
Het eigen vermogen (deel groep) steeg van 539 miljoen euro naar 550 miljoen euro. De groei van het eigen vermogen maakt het mogelijk het ritme van de commerciële groei verder te zetten zonder in te boeten op een gezonde hefboom, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen
"Bank J.Van Breda & Co heeft in 2018 sterke financiële resultaten neergezet in een uitdagende economische context."
Dirk Wouters, CEO
op activa (leverage of hefboomratio) bedroeg 8,6%, een veelvoud van de vereiste 3% onder Basel III.
In 2018 werd de lijn van gestage commerciële groei doorgetrokken. Ondanks een negatief beursklimaat groeide het totaal toevertrouwd vermogen van ondernemers en vrije beroepen met 0,5 miljard euro naar 13,8 miljard euro.
Ondanks een context van lage rentevergoedingen stegen de cliëntendeposito's met 0,3 miljard euro (+7%) tot een totaal volume van 4,5 miljard euro. De groei is nagenoeg volledig afkomstig van zichtrekeningen.
In een moeilijk beursklimaat zijn de buitenbalansproducten toch gegroeid met 0,2 miljard euro (+2%) tot 9,3 miljard euro. Hiervan is 5,6 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer.
Mede dankzij de betere conjunctuur en ondanks de hevige concurrentie groeide het volume kredieten aan ondernemers en vrije beroepen met 0,2 miljard euro (+6%) tot 4,3 miljard euro.
In juni 2018 lanceerde Bank de Kremer een app om vermogensbegeleiding toegankelijk te ma-
ken voor iedereen. Deze divisie van Bank J.Van Breda & C° helpt haar klanten bij de opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. De kennis en ervaring
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Bankproduct | 143.759 | 141.380 | 133.964 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 42.165 | 39.081 | 37.736 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 549.800 | 538.718 | 518.257 |
| Balanstotaal | 5.820.019 | 5.424.639 | 4.992.240 |
| Totaal belegd door cliënten | 14.268.673 | 13.742.754 | 12.448.468 |
| Kredietportefeuille | 4.797.177 | 4.528.679 | 4.223.318 |
| Waardevermindering op kredieten | 0,05% | 0,04% | 0,01% |
| Cost-income ratio | 61,0% | 59,1% | 59,4% |
| Return on equity | 7,7% | 7,4% | 7,4% |
| Core Tier1-kapitaalratio | 13,6% | 14,2% | 14,8% |
| Solvabiliteitsratio (RAR) | 15,0% | 14,9% | 15,8% |
| Personeel | 464 | 471 | 471 |
van Bank J.Van Breda & C° en het goede huisvaderschap van Delen Private Bank vormen de solide basis van Bank de Kremer.
Bank de Kremer wil een antwoord bieden op de duidelijke behoefte van de Belg naar overzicht en inzicht in zijn financiële situatie, zowel nu als op pensioenleeftijd. Daarom lanceerde Bank de Kremer een gratis, volledig vrijblijvende en anonieme app waarmee zowel klanten als niet-klanten hun vermogen in kaart kunnen brengen. Dit inzicht laat toe slimme financiële keuzes te maken en, samen met Bank de Kremer, een strategie te bepalen om het vermogen te optimaliseren.
De lancering van Bank de Kremer ging gepaard met een grote communicatiecampagne in twee fasen (een eerste bij de lancering in juni, een tweede in het najaar 2018) zowel op tv, radio als in printmedia en werd ondersteund door een belangrijk online advertising en social medialuik.
Als divisie van Bank J.Van Breda & C° is Van Breda Car Finance in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Heel de organisatie is toegespitst op snelle kredietoplossingen voor personenwagens via een eigen website.
Terwijl de automarkt stagneert (+0,56% in aantal inschrijvingen van nieuwe personenvoertuigen) zet Van Breda Car Finance in 2018 een sterke commerciële prestatie neer. Het nieuwe productievolume stijgt met 6%. De portefeuille groeit met 12% tot 413 miljoen euro.
Bank J.Van Breda & C° heeft in 2018 sterke financiële resultaten neergezet in een uitdagende economische context, waarbij het beursklimaat in het vierde kwartaal aanzienlijk verslechterde. Het renteklimaat blijft ook in 2019 ongunstig.
Bank J.Van Breda & C° blijft goed gewapend voor de toekomst in elk van haar 3 activiteitsdomeinen.
Het handelsfonds, de reputatie, de positionering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.


Bank de Kremer app Bank J.Van Breda & C°

Bank J.Van Breda & C° - Antwerpen

Bank J.Van Breda & C° - Antwerpen

In een verzadigde markt is mond-tot-mondreclame vandaag cruciaal. Daarom hecht de bank zoveel belang aan de Net Promotor Score (NPS) bij cliënten. Op de vraag "In welke mate zou u Bank J.Van Breda & Co aanraden bij andere ondernemers of vrije beroepen?" geeft 57% op een tienpuntenschaal een score van 9 of 10 ('promotors'), 36% geeft 7 of 8 ('passives') en 7% een score van 6 of minder ('detractors'). 37% geeft een 10 op 10! De strenge berekeningswijze van de NPS resulteert in een zeer mooie score van 50 (promotors minus detractors). Dit is een van de beste cijfers in de Belgische banksector.
Behalve een hoge cliëntentevredenheid geniet Bank J.Van Breda & C° ook een hoge werknemerstevredenheid. Uit de enquête 'Great Place to Work' van 2017 bleek dat 94% van haar medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. Diverse initiatieven werden verder uitgebouwd of opgestart in co-creatie en met hoge betrokkenheid van de medewerkers, om de samenwerking, de cohesie en het welzijn van eenieder verder te versterken. Eind 2019 doet de bank opnieuw mee met deze bevraging.
De verkoop door de Franse rusthuisgroep HPA van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd, draagt 21,3 miljoen euro bij tot de jaarwinst van AvH en verklaart waarom de bijdrage vanuit 'Real Estate & Senior Care' het sterke resultaat van 2017 nog overtreft.
| (€ miljoen) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Extensa Group | 27,2 | 29,9 | 30,4 |
| Leasinvest Real Estate | 11,9 | 14,9 | 10,1 |
| Anima Care | 4,7 | 4,4 | 3,6 |
| HPA | 21,5 | 5,1 | 2,1 |

Extensa Group
Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op residentiële en gemengde projecten in België en het Groothertogdom Luxemburg.


marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België.

HPA is actief in de seniorenhuisvesting in Frankrijk en overkoepelt de activiteiten van Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé (vastgoed).


Van links naar rechts: Kris Verhellen, Peter De Durpel, Filip Dumalin, Laurent Jacquemart, Ward Van Gorp
Deelnemingspercentage AvH: 100%
Extensa is een vastgoedontwikkelaar die zich vooral richt op projecten met gemengde bestemming in België en het Groothertogdom Luxemburg.
Het nettoresultaat van Extensa Group over 2018 handhaafde zich op hoog niveau: 27,2 miljoen euro in 2018 tegenover 29,9 miljoen euro in 2017.
Tour & Taxis genereerde een brutobijdrage van 1,6 miljoen euro, voornamelijk uit het beheer van activa (het Openbaar Pakhuis, Hôtel de la Poste, parking, evenementen en diensten) aangezien de bouwwerken voor nieuwe projecten pas in de loop van 2018 van start gingen. De in aanbouw zijnde ondergrondse parkeergarage voor 900 auto's en de gerenoveerde bovenste verdiepingen van Hôtel de la Poste zullen vanaf 2019 bijdragen aan de resultaten.
In Luxemburg droeg het Cloche d'Or-project (Extensa 50%) 34,4 miljoen euro bij tot de nettowinst, afkomstig van de verkoop van appartementen en twee kantoorprojecten.
Het balanstotaal steeg licht van 412,0 miljoen euro eind 2017 naar 441,8 miljoen euro eind 2018, voornamelijk als gevolg van bijkomende investeringen in Tour & Taxis. Het totale eigen vermogen steeg van 163,6 miljoen euro naar 190,9 miljoen euro.
In november 2018 werd de bouwvergunning voor de Gare Maritime op de Tour & Taxis-site in Brussel afgeleverd. Inmiddels verloopt de renovatie van het oude treinstation volgens plan. De bouw van de 10 houten modules is van start gegaan, en de planning en commercialisering van dit project van 50.000 m² worden voortgezet. Ongeveer 50% van de kantoorruimte is voorverhuurd. De ruimte met gemengde bestemming op de benedenverdieping (horecazaken, themawinkels, cultuur en entertainment) wordt in 2020 geopend.
"De lopende kantoor- en woonprojecten zouden de resultaten van 2019 verder moeten ondersteunen."
Kris Verhellen, CEO
Er werden bouwvergunningen afgeleverd voor een ondergrondse parkeergarage (900 auto's) en verschillende residentiële gebouwen (waaronder een woonzorgcentrum met ongeveer 200 bedden en 250 appartementen) gelegen naast de Gare Maritime. De werken aan de parkeergarage zijn van start gegaan.
De bouwwerken en verkoop van het Riva-project, met 139 appartementen die uitkijken op het kanaal
en de Entrepôt Royal, loopt goed. Eind 2018 waren er nog maar 10 eenheden te koop. De bouwwerken zijn bijna halverwege. Beliris is begonnen met de voorbereidende afbraakwerken voor de bouw van de nieuwe Picardbrug, die in 2020 moet worden geopend. De Brusselse regering besliste in december 2018 om een nieuwe tramlijn te bestuderen die het metrostation Belgica verbindt met het Noordstation, langs Tour & Taxis en over deze nieuwe Picard-brug.
Terwijl de balzaal en foyer op de benedenverdieping van het Hôtel de la Poste in gebruik bleven, zijn de bovenste verdiepingen in hun oude glorie hersteld. Er is een

Tour & Taxis - Gare Maritime en Hôtel de la Poste - Brussel
privébioscoop, vergader- en conferentiezalen, een bar en een restaurant. Vanaf het tweede kwartaal 2019 wordt het vergadercentrum in gebruik genomen.
Extensa heeft een bouwvergunning aangevraagd om het voormalige douanegebouw Hôtel des Douanes op de site om te bouwen tot een hotel met 100 kamers. De start van de werken is gepland voor 2020 en de opening van het hotel voor 2022.
Op de Cloche d'Or-stie in Luxemburg werd 97% van het woonproject 'ilôt A', bestaande uit 909 appartementen, inmiddels verkocht. De bouw is aan de gang en de marges worden opgenomen naar rato van de voortgang van de werken. De oplevering van de laatste appartementen is gepland voor 2020. Ondertussen is de voorverkoop van een nieuw woonproject 'ilôt D', 162 eenheden in fase 1, met succes van start gegaan.
Het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw (10.000 m²) werd in oktober 2018 verkocht aan internationale investeerders. Het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte Luxemburg werd in januari 2019 opgeleverd en verkocht aan de investeerders Ethias en Integrale.
Verschillende andere kantoorprojecten zijn in ontwikkeling. Het gebouw 'Bijou' (6.021 m²) is in aanbouw terwijl de onderhandelingen met kandidaat-huurders nog lopen. Een kantoorgebouw van 4.261 m² is voorverhuurd aan de International Workspace Group, die het zal exploiteren onder de merknaam 'Spaces'. De Italiaanse bank Intesa Sanpaolo heeft zich verbonden tot de verwerving van haar nieuwe hoofdkantoor in Luxemburg (10.829 m²), dat in 2021 moet worden opgeleverd.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Bijdrage Tour & Taxis | 1.585 | 16.789 | 27.104 |
| Bijdrage Cloche d'Or | 34.392 | 27.218 | 11.712 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 27.238 | 29.920 | 30.383 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 190.859 | 163.606 | 242.446 |
| Netto financiële positie | -114.345 | -100.352 | -260.134 |
| Balanstotaal | 441.795 | 411.968 | 653.818 |


Tour & Taxis - Riva & Picardbrug (artist impression)

Tour & Taxis - Brussel Tour & Taxis - Gare Maritime (artist impression)
Diverse ontwikkelingsprojecten doorlopen momenteel de administratieve procedures voor uitvoerbare bouwvergunningen. Het project 'Groeningen' in Kontich (650 huizen en appartementen) werd door de autoriteiten goedgekeurd, maar de uitvoering ervan is afhankelijk van de uitkomst van juridische stappen door derden. Verschillende kleinere grondposities zijn verkocht.
In Trnava, Slowakije, heeft Top Development (Extensa 50%) zijn energienet in 2018 verkocht en overweegt het de verkoop van het retailpark (7.730 m²). Verschillende kleinere percelen van de grondbank zijn in de loop van het jaar verkocht.
In december 2018 werd één van de twee resterende grondposities in Roemenië verkocht.
De bouwvergunning voor de grondpositie in het Topkapi-gebied (Zeytinburnu) van Istanboel is afgeleverd.
De erfgoedgebouwen op de site van Tour & Taxis zijn strategisch in het licht van de verdere ontwikkeling van de site. Naast de resterende te ontwikkelen grondposities bestaat de globale positie uit de gebouwen in exploitatie (Openbaar Pakhuis, parking, ...) en de projecten in ontwikkeling. Als gevolg van verkopen van activa is de boekwaarde van de andere posities van Extensa (buiten Cloche d'Or en Tour & Taxis) gedaald met 10 miljoen euro tot 38 miljoen euro.
De lopende kantoor- en woonprojecten zouden de resultaten van 2019 verder moeten ondersteunen.

Van links naar rechts: Michel Van Geyte, Tim Rens

Deelnemingspercentage AvH: 30%
Leasinvest Real Estate (LRE) is een genoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) en focust op retail en kantoren in drie landen (Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk).
In 2018 heeft Leasinvest Real Estate zich met een kapitaalverhoging van 84 miljoen euro gewapend om de verdere groei te financieren. De reële waarde van de vastgoedportefeuille heeft voor het eerst de kaap van 1 miljard euro overschreden dankzij belangrijke acquisities in het Groothertogdom Luxemburg en in België, die zullen bijdragen tot hogere huurinkomsten in 2019.
De economische conjunctuur in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk bleef op niveau in 2018. Met de diversificatie naar Luxemburg (sinds 2006) en Oostenrijk (eind 2016) ontwikkelt LRE zich buiten België naar landen met een AAA-rating, een gezonde economie met weinig werkloosheid en een hoog BNP per capita, die groei optekenen.
In het Groothertogdom Luxemburg is LRE één van de belangrijkste buitenlandse vastgoedinvesteerders. In deze markt werd in 2018 opnieuw een sterke huuropname geregistreerd in de kantorenmarkt. De vooruitzichten voor 2019 zijn eveneens positief, wat ook reeds bleek uit de nieuwe huurovereenkomsten en huurverlengingen die LRE in 2018 kon afsluiten. De economie van Luxemburg is nog steeds zeer gezond en blijft een voorsprong houden op de eurozone. De leegstandsgraad is er opnieuw gedaald, tot 3,8%. In de retailmarkt brengen nieuw opgeleverde projecten zowel een nieuwe dynamiek als uitdagingen.
In België werd in de Brusselse kantorenmarkt een opname opgetekend van 367.000 m², hetzij 8% minder dan vorig jaar. Belangrijker is echter dat de kantorenmarkt vooral gekenmerkt wordt door het succes van co-working-concepten, die nu 20% van de totale take-up vertegenwoordigen. Bovendien kon de Brusselse kantorenmarkt profiteren van een belangrijke
tot 7,98%, het laagste niveau in 17 jaar.
"De reële waarde van de portefeuille heeft voor het eerst de kaap van 1 miljard euro overschreden."
Michel Van Geyte, CEO
toename van de huurprijzen voor nieuwe duurzame gebouwen in de Leopoldswijk die nu gemiddeld 315 euro/m²/jaar bedragen - waar LRE ondertussen eigenaar is van 3 gebouwen. De leegstandsgraad is in de loop van het vierde kwartaal zelfs gedaald
In Oostenrijk zit de retailmarkt in een overgangsfase, waarbij de modernisering van grotere retailparken/clusters een succes kent. Door de groeiende bevolking in en rond Wenen is er een gestage groei in de retailverhuur.
De in 2017 verfijnde strategie van Leasinvest Real Estate om te focussen op 3 landen (Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk) en 2 activaklassen (kantoren en retail) werd in 2018 verder uitgerold. Dankzij de succesvolle kapitaalverhoging van 4 oktober 2018, ten belope van 84 miljoen euro, werd de investeringscapaciteit in belangrijke mate versterkt. Hierna werden reeds 3 belangrijke acquisities gerealiseerd.
Eind 2018 overschreed de reële waarde ('fair value') van de geconsolideerde vastgoedportefeuille, inclusief projectontwikkelingen, voor het eerst de grens van 1 miljard euro (tegenover 903,0 miljoen euro per eind 2017). Inclusief de participatie in GVV Retail Estates NV bereikte de reële waarde per einde 2018 1,1 miljard euro.
Het huurrendement bedroeg 6,45% eind 2018 tegenover 6,44% eind 2017. De huurinkomsten zijn licht afgenomen tot 56,2 miljoen euro (2017: 56,9 miljoen
euro) wegens de verkoop van de Zwitserse portefeuille en 5 logistieke panden in België in de loop van 2017, die niet volledig gecompenseerd werd door huurinkomsten uit de in 2017 verworven panden in Luxemburg en Oostenrijk. Bovendien vonden de meeste acquisities van gebouwen in 2018 pas plaats in de tweede jaarhelft, waardoor zij slechts beperkt aan de resultaten 2018 hebben bijgedragen. Belangrijker is dat 'like-for-like'
(constante portefeuille) de huurinkomsten wel stijgen met 1,7 miljoen euro.
De kapitaalverhoging van 4 oktober 2018 ten belope van 84 miljoen euro had een positieve impact op het eigen vermogen en op de schuldgraad. Op jaareinde 2018 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 476 miljoen euro (2017: 382 miljoen euro).
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (deel groep) | 38.194 | 47.545 | 29.436 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 475.811 | 382.206 | 356.407 |
| Vastgoedportefeuille (reële waarde) | 1.037.083 | 902.994 | 859.931 |
| Huurrendement (%) | 6,45 | 6,44 | 6,78 |
| Bezettingsgraad (%) | 94,26 | 94,80 | 96,77 |
| Per aandeel (in €): | |||
| Netto-actief waarde | 80,30 | 77,40 | 72,20 |
| Slotkoers | 87,40 | 96,00 | 105,50 |
| Brutodividend | 5,10 | 5,00 | 4,90 |
Het geherwaardeerde netto-actief bedroeg 80,3 euro per aandeel op basis van de reële waarde van het vastgoed (77,4 euro per eind 2017). De financiële schulden namen toe tot 595 miljoen euro (eind 2017: 540 miljoen euro). De schuldgraad (berekend volgens K.B. 13.07.14) is gedaald tot 53,5% (57,1% per eind 2017). Het balanstotaal bedroeg 1.156 miljoen euro op het einde van het boekjaar (2017: 999 miljoen euro).
De EPRA-winst (voorheen netto courant resultaat) eind 2018 bedroeg 31,3 miljoen euro (hetzij 6,03 euro per aandeel), in vergelijking met 27,5 miljoen euro (hetzij 5,57 euro per aandeel) eind 2017. Leasinvest Real Estate sloot 2018 af met een nettoresultaat (deel groep) van 38,2 miljoen euro t.o.v. 47,5 miljoen euro eind 2017. Deze daling is voornamelijk te verklaren door een lager herwaarderingsresultaat op het vastgoed, dat in 2017 enkele eenmalige positieve effecten bevatte.
De koers van het LRE-aandeel schommelde in 2018 tussen 82,6 euro en 99,7 euro. De slotkoers op het einde van het jaar bedroeg 87,4 euro. Het brutodividend per aandeel over het boekjaar 2018 zal 5,10 euro bedragen, wat een brutodividendrendement (op basis van de slotkoers) oplevert van 5,8% (boekjaar 2017: 5,2%).
In het voorjaar van 2018 werd de herontwikkeling Treesquare opgeleverd, een duurzaam gebouw in de Leopoldswijk van Brussel. Dit gebouw kon gerenommeerde huurders aantrekken en heeft op heden een bezettingsgraad van 82%. Verdere negotiaties zijn lopende, waardoor verwacht wordt dat dit gebouw binnenkort volledig verhuurd zal zijn.
Het kantoorgebouw Montoyer 63 werd eind september 2018 voorlopig opgeleverd aan het Europees Parlement. De voorlopige oplevering betekent de start van de 21-jarige vruchtgebruikperiode. Dit gebouw werd op maat gebouwd, conform het lastenboek van het Europees Parlement, om er een trainingcenter te realiseren op wandelafstand van het Parlement. Het Europees Parlement voert op heden nog inrichtingswerken uit zodat het gebouw in het voorjaar van 2019 operationeel zal zijn.
In de loop van 2018 konden verschillende nieuwe overeenkomsten worden afgesloten voor het business center The Crescent in het gebouw Motstraat Mechelen. The Crescent is een co-working & business center concept dat reeds jaren geleden in Anderlecht door Leasinvest Real Estate werd ontwikkeld. De nadruk ligt er op community, professionele ondersteuning en kwaliteitsservice. De co-working ruimte 'De Mot' is hierop geïnspireerd en geniet veel bijval bij de huurders in het gebouw en andere gebruikers. De totale bezettingsgraad bedroeg bijgevolg 92% eind 2018.
Op 15 oktober 2018 werd voor een bedrag van 11,4 miljoen euro 100% van de aandelen in de vennootschap NEIF Montoyer SPRL verworven van het fonds Next Estate Income Fund ('NEIF'), beheerd door BNP Paribas REIM Luxemburg. Deze vennootschap is houdster van een erfpacht met een resterende duurtijd van 94 jaar op het kantoorgebouw Montoyer 14, gelegen op de hoek van de Montoyer- en de Nijverheidsstraat te Brussel. Dit is het derde gebouw dat Leasinvest Real Estate bezit




De Mot - Mechelen

EBBC Business Park - Luxemburg Knauf Shopping Center Schmiede - Luxemburg Treesquare - Brussel
in de Brusselse Leopoldswijk. Ook dit pand zal volledig heropgebouwd worden als een duurzaam AAA-gebouw.
Op 19 december 2018 heeft Leasinvest Real Estate, via haar 100% dochteronderneming Leasinvest Immo Lux, voor 64,1 miljoen euro 2 bijkomende kantoorgebouwen verworven in het EBBC Business Park vlakbij de luchthaven van Luxemburg. Leasinvest Real Estate was daar reeds eigenaar van 1 gebouw en indirect via haar participatie in de vastgoedcertificaten 'Lux Airport' van 2 andere gebouwen.
Ten slotte heeft Leasinvest Real Estate op 28 december 2018 voor 22,6 miljoen euro het iconisch gebouw Hangar 26/27 verworven op het Eilandje te Antwerpen, met onmiddellijk zicht op de Schelde en op het MAS (Museum aan de Stroom). Dit gebouw heeft een oppervlakte van 9.370 m² en ondergaat momenteel een graduele renovatie. Deze is reeds voor meer dan de helft afgerond en zal voortgezet worden door Leasinvest Real Estate. Het gebouw heeft een ontwikkelingspotentieel van nog eens 9.000 m², dat in aanmerking komt voor retail- en kantoorbestemming.
Gedurende 2018 werden verschillende verhuringen (nieuwe, uitbreidingen en verlengingen) gerealiseerd in Luxemburg, België en Oostenrijk.
Leasinvest Real Estate verwacht, onder voorbehoud van uitzonderlijke omstandigheden, dat de huurinkomsten in 2019 hoger zullen liggen dan in 2018, terwijl de financiële kosten verwacht worden op een vergelijkbaar niveau te blijven met 2018.



Van links naar rechts: Johan Crijns, Ingrid Van de Maele, Jeroen Versnick
Deelnemingspercentage AvH: 93%
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de residentiële ouderenzorg. Anima Care investeert zowel in de uitbating als in het vastgoed.
Anima Care heeft per 31 december 2018 2.097 bedden in uitbating: 1.785 rusthuisbedden, 107 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen, verspreid over 21 zorgcentra (9 in Vlaanderen, 8 in Brussel, 4 in Wallonië).
Anima Care realiseerde in 2018 een omzet van 84,3 miljoen euro. De toename met 9,1 miljoen euro (+12%) t.o.v. 2017 was zowel te danken aan een verbetering van de omzet van de bestaande residenties, als aan een uitbreiding van de perimeter in vergelijking met vorig jaar. De impact van de tijdelijke capaciteitsvermindering te Aalst en Berlare als gevolg van de uitbreidings- en verbouwingswerken werd gecompenseerd door betere resultaten in de andere sites. De EBITDAR nam toe tot 18,3 miljoen euro (2017: 16,1 miljoen euro), en de nettowinst tot 5,1 miljoen euro in 2018 (2017: 4,8 miljoen euro).
Het eigen vermogen van de groep is gestegen van 54,3 miljoen euro per eind 2017 tot 59,5 miljoen euro per eind 2018.
In 2018 heeft Anima Care 20,8 miljoen euro geïnvesteerd in haar nieuwbouwprojecten. De investeringen in de bouwprojecten vertalen zich in een stijging van de netto financiële schulden van 85,2 miljoen euro per 31 december 2017 naar 99,1 miljoen euro per 31 december 2018 en in een toename van het balanstotaal tot 204,3 miljoen euro per eind 2018.
In 2018 werd intensief geïnvesteerd in de ontwikkeling van kwaliteitsvol vastgoed.

| Anima Care NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
| Omzet | 84.290 | 75.182 | 56.438 |
| EBITDAR | 18.256 | 16.104 | 13.982 |
| EBITDA | 16.211 | 14.281 | 13.094 |
| EBIT | 9.719 | 6.232 | 8.392 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 5.060 | 4.799 | 3.939 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 59.518 | 54.295 | 46.645 |
| Netto financiële positie | -99.127 | -85.247 | -72.705 |
| Balanstotaal | 204.258 | 172.929 | 151.902 |
| Personeel | 1.416 | 1.365 | 1.119 |


Aquamarijn - Kasterlee Anima Care
ontwikkeling van een zorgcentrum met een capaciteit van 197 rusthuisbedden en voor de bouw van 80 assistentiewoningen op de site Tour & Taxis te Brussel. De bouwwerken zullen medio 2019 worden aangevat, na de realisatie van een ondergrondse parking.
• Anima Care tekende in het najaar van 2018 een overeenkomst met AG Real Estate en AXA voor de bouw van een nieuw zorgcentrum op de site Parc de l'Alliance te Braine-l'Alleud. Het nieuwe zorgcentrum zal een 150-tal bejaarden huisvesten.
4 nieuwbouwprojecten zullen in de loop van 2019 in gebruik worden genomen.
Eind oktober werd het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg verkocht aan Baltisse. Anima Care heeft dit gebouw onmiddellijk voor een periode van 25 jaar teruggehuurd. Deze transactie, die slechts beperkte impact heeft op de resultaten van 2018 aangezien de gerealiseerde meerwaarde van 7,5 miljoen euro over 25 jaar gespreid zal worden erkend, heeft Anima Care wel de bevestiging geleverd van de significante latente meerwaarde die op haar vastgoedpatrimonium rust. Deze transactie laat in ieder geval toe om de lopende projecten van Anima Care te financieren zonder beroep te moeten doen op verdere kapitaalinjecties vanwege de aandeelhouders.
Zonder rekening te houden met eventuele bijkomende overnames zal Anima Care eind 2019, na de oplevering van de nieuwbouwprojecten te Anderlecht, Vorst, Zoutleeuw en Bilzen, 2.315 bedden uitbaten, waarvan 1.919 rusthuisbedden, 137 bedden herstelverblijf en 259 assistentiewoningen, verspreid over 20 sites.
Naast de nieuwbouwprojecten zal Anima Care zich in 2019 vooral toeleggen op de uitbouw en de verbetering van haar huidige zorgcentra en op de voorbereiding van de ontwikkelingsprojecten op de sites van Tour & Taxis te Brussel en Parc de l'Alliance in Braine-l'Alleud.
Anima Care zal verder blijven groeien via overnames, via de ontwikkeling van nieuwe zorgcentra en via de uitbreiding en verruiming van haar capaciteit en dienstenpakket in de bestaande zorgcentra. Schaalvergroting en een uitstekende dienstverlening zijn essentieel om de toekomstige winstgevendheid verder te verbeteren. Anima Care kiest resoluut voor kwaliteit en werkt continu aan de optimalisatie van haar operationele werking. Anima Care combineert een optimale dienstverlening met investeringen in kwaliteitsvol vastgoed en is met haar 100% Belgische verankering een unieke zorgverstrekker in de Belgische markt.


Van links naar rechts: Hervé Hardy, Christophe Fabre, Frédéric Hoepffner, Marie-José Le Roy Raynal
Deelnemingspercentage AvH: 72%

HPA beheert via haar dochterondernemingen Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé Expansion (vastgoed) een netwerk van 35 rusthuizen in Frankrijk, met een capaciteit van 2.647 bedden en een kinderdagverblijf met 50 plaatsen.
Residalya ontwikkelt sinds meer dan 10 jaar een zeer kwaliteitsvol aanbod dat gebaseerd is op een goede samenwerking tussen haar werknemers, haar bewoners en de overheden die het beleid rond residentiële ouderenzorg bepalen. Patrimoine & Santé was tot 2018 eigenaar van het grootste deel van het door Residalya uitgebate vastgoed. Begin juli 2018 heeft HPA echter het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra verkocht aan de Franse vastgoedgroep Icade Santé. HPA's dochtervennootschap Residalya blijft huurder en uitbater van deze woonzorgcentra. De transactie waardeert de betrokken activa op 189 miljoen euro en levert AvH een meerwaarde (deel groep) op van 21,3 miljoen euro. De resterende vastgoedvennootschappen werden ondergebracht in een nieuw opgerichte vennootschap genaamd Patrimoine & Santé Expansion, een dochtervennootschap van HPA.
In vergelijking met 2017 kende de bezettingsgraad in 2018 een terugval tot 95,2%, als gevolg van een groter aantal sterfgevallen wegens de wintergriep begin 2018, en deels als gevolg van de verhoogde gemiddelde leeftijd waarop residenten een woonzorgcentrum binnentreden. Dit gaat vaak gepaard met een hogere zorgbehoefte, waardoor de gemiddelde verblijfsduur van residenten over de afgelopen jaren steeds is afgenomen. De hele markt had te kampen met een dergelijke lagere bezettingsgraad, wat het concurrentieel klimaat ook verder verhardde doorheen het jaar.
HPA realiseerde in 2018 een omzet van 120,3 miljoen euro, een stijging met 5% in vergelijking met 2017. Deze evolutie is te danken aan een uitbreiding van de perimeter met één nieuwe residentie (Château Vacquey) en de continue commerciële inspanningen. De EBITDAR steeg tot 57,9 miljoen euro (inclusief de meerwaarde gerealiseerd op de verkoop van vastgoed). Het nettoresultaat bedroeg 30,0 miljoen euro (2017: 7,1 miljoen euro).

| HPA NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
| Omzet | 120.284 | 114.114 | 105.578 |
| EBITDAR | 57.911 | 25.437 | 23.346 |
| EBITDA | 49.117 | 21.471 | 20.169 |
| EBIT | 36.050 | 9.047 | 3.703 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 29.960 | 7.051 | 2.936 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 80.029 | 80.076 | 61.062 |
| Netto financiële positie | -77.353 | -193.314 | -182.297 |
| Balanstotaal | 240.085 | 352.658 | 337.224 |
| Personeel | 1.607 | 1.608 | 1.547 |

Résidence Valois Le Grand Jardin
De nettoschuld, die voornamelijk uit vastgoedschulden bestaat, daalde met 116 miljoen euro tot 77,4 miljoen euro op jaareinde 2018, voornamelijk ten gevolge van de vastgoedverkoop, deels gecompenseerd door de gerealiseerde overname en uitbreidingswerken tijdens het boekjaar. Op niveau van het eigen vermogen, werd in Q4 2018 een kapitaalvermindering doorgevoerd ten belope van 30 miljoen euro.
Het netwerk werd in 2018 uitgebreid met de acquisitie van één nieuwe residentie, Château Vacquey, een woonzorgcentrum gelokaliseerd in de Gironde. Hierbij werd HPA enkel eigenaar van het gebouw, dat gehuurd wordt door een externe vzw. Residalya ondersteunt deze laatste bij de exploitatie van de 50 bedden. Deze operatie kan gezien worden als een eerste diversificatie naar het not-for-profit segment binnen de ouderenzorg.
Tegelijkertijd verlopen de uitbreidingen op het bestaande vastgoed en de nieuwbouwactiviteiten in lijn met de voorziene planning. In Besançon werd de huidige exploitatie uitgebreid met 15 rusthuisbedden en 25 appartementen voor zelfstandig wonen. De werken werden voltooid met een gedeeltelijke opfrissing van het bestaande gebouw. Het nieuwbouwproject Le Taillan-Médoc, dat de samenvoeging beoogt van twee bestaande residenties, met een capaciteit van 80 bedden en 24 appartementen zelfstandig wonen werd aangevat. Ook wat betreft Villa Thalia zijn de renovatiewerken opgestart. Daarnaast wordt gewerkt aan de uitbreiding in Pyla sur Mer en de verplaatsing van Villa Charlotte - Ain naar Oyonnax en de verplaatsing van de residenties Le Rivage en Ambroise Paré naar een andere locatie in Lyon.

Uit operationeel oogpunt zal het boekjaar 2019 voor de bestaande exploitaties gericht zijn op het optimaliseren van de bezettingsgraad en van de gemiddelde ligdagprijs, mits behoud van competitiviteit. Daarnaast ligt de focus op een goede oplevering van de opgestarte en in de steigers staande uitbreidings-, renovatie- en nieuwbouwprojecten.

www.residalya.fr
SIPEF en Sagar Cements realiseerden in 2018 allebei een flinke stijging van hun producties. Deze volstaan evenwel niet om de prijsdalingen in 2018 van palmolie (SIPEF) en cement in India (Sagar) op te vangen, hetgeen de daling van de winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verklaart.
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| SIPEF | 7,8 | 15,9(1) | 10,0 |
| Sagar Cements | -0,1 | 0,4 | 0,4 |
| Oriental Quarries & Mines | - | -0,2 | -3,1 |
| Nationale Maatschappij der Pijpleidingen | - | 2,1 | 1,9 |
| Totaal | 7,7 | 18,2 | 9,2 |
(1) Exclusief € 19,8 mio niet-recurrente herwaarderingsmeerwaarde, n.a.v. de overname van PT Agro Muko

en Papoea-Nieuw-Guinea.

Sagar Cements
Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde producent van cement met een totale productiecapaciteit van 5,75 miljoen ton cement en 2,0 miljoen ton klinker per jaar.


Van links naar rechts: François Van Hoydonck, Charles De Wulf, Thomas Hildenbrand, Robbert Kessels, Johan Nelis
Deelnemingspercentage AvH: 32%
De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF produceert duurzame en traceerbare palmolie die gecertificeerd is volgens de voorschriften van RSPO. De andere producten van SIPEF (rubber, bananen en thee) zijn gecertificeerd door The Rainforest Alliance.
AvH heeft door aankopen van aandelen op de beurs haar deelneming verhoogd van 30,25% in het begin van 2018, tot 31,59% op jaareinde.
De kernactiviteiten van SIPEF bevinden zich historisch op het eiland Sumatra in Indonesië, waar gespreid over diverse locaties een totaal van 58.035 hectare aangeplant zijn met oliepalmen en 6.275 hectare met rubberbomen, ondersteund door 6 palmolie extractie-units en 3 rubberfabrieken. In het gebergte nabij Bandung op het eiland Java bevindt zich Cibuni, een hoogwaardige theeplantage met 1.763 beplante hectare en een bijhorende fabriek voor de productie van zwarte thee. De Indonesische activiteiten zijn veruit het belangrijkst voor de groep en vertegenwoordigen 60,8% van de brutobedrijfswinst.
Sinds de jaren '70 werd ook een tweede, weliswaar kleinere, plantageactiviteit in oliepalmen ontwikkeld in Papoea-Nieuw-Guinea. De oliepalmplantages werden gestaag uitgebreid tot een vestiging met 13.687 hectare oliepalmen en 3 fabrieken. Door de verwerking van de oogsten van ongeveer eenzelfde oppervlakte oliepalmen behorend aan omliggende boeren, zijn deze palmolieactiviteiten verantwoordelijk voor 34,1% van de brutobedrijfswinst.
De focus van SIPEF is dus volledig gericht op Zuid-Oost-Azië. Van de historische Afrikaanse belangen blijft enkel nog de productie van bananen en tropische bloemen
SIPEF: Productie
| (Ton)(1) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| 351.757 | 330.958 | |
| 7.982 | 8.179 | |
| 2.422 | 2.402 | |
| 27.788 | 29.772 |
in Ivoorkust over, bestemd voor de Europese exportmarkt, op een totale oppervlakte van 780 beplante hectare. Deze vertegenwoordigt 3,9% van de brutobedrijfswinst van 2018.
Het jaar 2018 werd gekenmerkt door beduidend hogere palmolieproducties met een stijging van 6,3% tegenover de productievolumes van 2017. Voor het eerst werd de kaap van 350.000 ton overschreden. De eigen productie kwam uit op 290.441 ton, een stijging met 6,7%. Nochtans bleef de productie in het vierde kwartaal een heel stuk onder de verwachtingen, als gevolg van overvloedige regenval in Sumatra. Dat heeft voor gevolg dat SIPEF de eerder aangekondigde verhoging van de producties met 9% niet realiseerde.
Door hoge voorraden van plantaardige oliën in de markten en de onzekerheid die werd veroorzaakt door geopolitieke spanningen, daalde de palmolieprijs in de tweede jaarhelft tot een laagtepunt van 460 USD per ton.
Door de hogere volumes die verkocht werden aan substantieel lagere prijzen daalde de omzet van palmolie met 13,7%. Ook de andere producten (rubber, bananen en thee) kenden een daling van de omzet. De depreciatie van de lokale munten heeft wel toegelaten om de productiekosten onder controle te houden. Het nettoresultaat, voor de meerwaarde op de verkoop van BDM-Asco, bedroeg 22,7 miljoen USD tegenover 64,5 miljoen USD in 2017. Inclusief deze meerwaarde van 7,4 miljoen USD was het nettoresultaat 30,1 miljoen USD.
SIPEF noteerde goede palmolieproducties gedurende de eerste drie kwartalen van het jaar, met een volumestijging van 8,6% op de eigen plantages. In het vierde kwartaal was overvloedige regenval in Sumatra de voornaamste reden voor lager dan verwachte oogsten, waardoor het jaar alsnog werd afgesloten met een volumegroei van 6,7% op de eigen plantages. Deze groei was het gevolg van goede prestaties van de volgroeide 'oude' plantages in Noord-Sumatra en van de in herplanting verkerende plantages van PT Agro Muko in Bengkulu, waar de volumes respectievelijk stegen met 5,9% en 5,4%. Er werd ook een gestage groei genoteerd van 4,9% voor de rendementen van de jonge oliepalmarealen in de uitbreidingsprojecten van de PT Umbul

Jonge palmen
Mas Wisesa plantagegroep in Noord-Sumatra, die inmiddels volledig afgerond zijn. De eerste olievolumes uit Zuid-Sumatra, na de verwerving van Dendymarker en de verwerking van de vruchten van het Musi Rawas-project in de Dendymarker-fabriek, waren ook een welkome aanvulling.
De relatief jonge aanplanten in de expansiezones van Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea kwamen tot grotere maturiteit. Ondanks de ongunstige weersomstandigheden in het eerste kwartaal van het jaar, zorgden deze ervoor dat de jaarproductie van de eigen plantages er steeg met 4,1%, terwijl de volumes van de oudere aanplanten van de omliggende boeren constant bleven.
De verhoging van de importtaksen op palmolie in India was de eerste van een reeks elementen die de vraag naar palmolie in 2018 bleef drukken. De handelsoorlog tussen China en de VS en de grote oogsten van sojabonen en raapzaad in de belangrijkste productiegebieden waren de voornaamste stoorzenders. De prijsondersteunende factoren, zoals de 20% verplichte bijmenging van palmolie in Indonesië en het prijsvoordeel van biodiesel ten opzichte van ruwe olieprijzen, werden door de markt onvoldoende in aanmerking genomen. Samen met de impact van de grote voor-
"Het jaar 2018 werd gekenmerkt door beduidend hogere palmolieproducties met een stijging van 6,3% tegenover de productievolumes van 2017."
François Van Hoydonck, CEO
raden leidde dit tot een gemiddelde marktprijs die 117 USD per ton of 16,3% lager uitviel dan in 2017.
van de lokale munten tegenover de USD. Hierdoor werden ongeveer stabiele eenheidsproductiekostprijzen genoteerd over het jaar.
SIPEF's uitbreidingsplannen blijven volledig geconcentreerd op de ontwikkeling van bijkomende oliepalmplantages in Zuid-Sumatra in Indonesië. De 4 eerder verworven concessies werden in 2018 nog uitgebreid met 3 nieuwe concessies, alle geconcentreerd in de regio Musi Rawas. Er wordt verwacht om het totale uitbreidingsproject in een tijdspanne van 5 jaar op een totaal van 22.805 hectare jonge oliepalmen te brengen. Per eind 2018 kon er door de bijkomende compensatie van 2.257 hectare reeds een totaal van 15.540 hectare landbouwgronden verzekerd worden voor ontwikkeling, waarvan 10.653 hectare zijn beplant of voorbereid voor aanplanting.
Dit is een netto stijging met 1.428 hectare tegenover einde 2017.
Ook met de verwerving van 95% van de oliepalmplantage PT Dendymarker in augustus 2017 werd een belangrijke stap voorwaarts gezet in het bestendigen van SIPEF's aanwezigheid in Zuid-Sumatra. Samen met Musi Rawas zal dit leiden tot de uitbouw van een nieuwe business unit van meer dan 32.000 geplante hectare. Van de 8.986 in Dendymarker verworven hectare zijn er in 2018 reeds 956 hectare herplant. De overige beplante zones werden onderworpen aan een
grondige onderhoudsbeurt, zodat het oogsten vergemakkelijkt wordt, totdat zij ook zullen herplant worden in de volgende 4 jaar. De bijhorende extractiefabriek draait op volle capaciteit en verwerkt alle vruchten van de SIPEF-plantages in Zuid-Sumatra, waarvoor reeds een verdubbeling van de verwerkingscapaciteit is gepland voor 2020.
De hogere prijzen voor meststoffen en olieproducten en de stijging van de loonkosten werden volledig gecompenseerd door de hogere productievolumes en de depreciatie
| (USD 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 275.270 | 321.641 | 266.962 |
| EBITDA | 88.811(1) | 125.909(2) | 76.587 |
| EBIT | 50.065(1) | 90.261(2) | 47.479 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 30.089 | 139.663(3) | 39.874 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 644.509 | 634.636 | 448.063 |
| Netto financiële positie | -121.443 | -83.697 | -45.061 |
| Balanstotaal | 938.368 | 907.008 | 615.332 |
(1) Inclusief meerwaarde (USD 7,4 mio) op verkoop BDM-Asco
(2) Exclusief USD 79,3 mio (deel groep: USD 75,2 mio) herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko
(3) Inclusief USD 75,2 mio herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko

Bunga Tanjung palmoliefabriek (Indonesië) Plantage met mature palmen
Dankzij de continue uitbreiding in Zuid-Sumatra, heeft SIPEF het geplante areaal in het voorbije jaar naar 80.540 hectare gebracht. Het verder voltooien van de potentiële uitbreiding op de verworven concessies zal SIPEF naar 94.265 geplante hectare (deel groep) brengen tegen 2023. Verdere ontwikkelingsmogelijkheden worden onderzocht om de kaap van 100.000 geplante hectare in de volgende 5 jaar te overschrijden. Bij elke uitbreiding van activiteiten blijven de duurzaamheidsaspecten in het kader van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO)-certificatie een eerste vereiste, net zoals het onder controle houden van de schuldgraad van de SIPEFgroep.
Het nieuwe productiejaar kende voorlopig een vrij moeilijke aanvang, met tot 10% lagere volumes in de meeste van de Indonesische activiteiten en met een zeer turbulente start van het regenseizoen in Papoea-Nieuw-Guinea. De groep herstelt ook nog van de hoge neerslag van het vierde kwartaal in 2018, maar verwacht geleidelijk stijgende volumes in de volgende maanden. Er zijn geen structurele redenen om aan te nemen dat het verwachte productievolume van 380.000 ton palmolie (+8,0% t.o.v. 2018) niet zal kunnen worden bereikt.
Voor de evolutie van de palmolieprijzen is het belangrijk om te zien hoe snel de hoge voorraden in de volgende maanden afgebouwd kunnen worden, ermee rekening

Palmvruchten

houdend dat maar een zeer beperkte aanbodstijging van palmolie wordt verwacht in 2019. Door de groei van de verplichte bijmenging van biodiesel in Indonesië, Maleisië, Brazilië en in de VS, zal de vraag naar plantaardige oliën het aanbod overstijgen, zodat in principe algemeen stijgende prijzen mogen verwacht worden in het komende jaar. Deze evolutie kan echter in belangrijke mate beïnvloed worden door o.a. de fluctuaties van de petroleumprijzen en door de evolutie van de handelsoorlog tussen China en de VS.
Als gevolg van aanhoudend lagere prijzen zal de verwachte bijdrage van rubber in de bedrijfswinsten ondermaats zijn, terwijl van thee en bananen een stabiele positieve bijdrage verwacht worden. Het uiteindelijke recurrente resultaat van SIPEF zal in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei, de marktprijzen voor de rest van het jaar, het behoud van de huidige, verlaagde, exporttaksheffingen in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen, die, ondanks verplichte verhogingen van de arbeiderslonen, nog steeds gunstig worden beïnvloed door de aanhoudend zwakke noteringen van de lokale munten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea tegenover de rapporteringsmunt USD.

Van links naar rechts: Sreekanth Reddy, Prasad Kolluru

Deelnemingspercentage AvH: 18%
Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement met hoofdkantoor in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh, in het zuiden van India, hebben een totale capaciteit van 5,75 miljoen ton cement per jaar.
Met een BBP dat meer dan 7% toegenomen is, bleef India een van de snelst groeiende economieën ter wereld in 2018, ondanks de uitdagingen die de stijgende rentevoeten, hoge aardolieprijzen en valutavolatiliteit met zich meebrachten. De groei in de bouwsector versnelde tot 9%, in tegenstelling tot de laatste jaren (2 à 3% per jaar). Deze trend zal aanhouden vanwege: (i) de groeiende en almaar stedelijkere bevolking van India, met nog eens 100 miljoen extra mensen in stedelijke gebieden tegen 2025, en (ii) grote overheidsuitgaven voor infrastructuurontwikkeling en voor de 'slimme steden' en 'huisvesting' in de volgende vijf jaar. Als percentage van het BBP bedraagt het infrastructuurbestand van India op dit moment 58%, tegenover een mondiaal gemiddelde van 71%. Dit onderstreept de nood aan voortdurende investeringen in infrastructuur.
De cementindustrie werd in 2018 nog altijd geconfronteerd met een overcapaciteit, die nog verergerd werd door een stijging van de productiekosten en lage marktprijzen. Verwacht wordt dat de stijging van de vraag in de eerstkomende jaren hoger zal zijn dan de capaciteitsverhoging, zodat de capaciteitsbenutting tegen 2021 zou moeten verbeteren van 63% naar 69%. Het cementverbruik per inwoner is in India gestegen van 18 kg in 1961 tot 220 kg in 2018, maar blijft nog ver beneden het
| Sagar Cements LTD | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | 2016 |
| Omzet | 142.169 | 132.132 | 103.613 |
| EBITDA | 16.138 | 19.581 | 16.377 |
| EBIT | 8.392 | 12.512 | 10.057 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -52 | 2.482 | 2.913 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 96.299 | 105.346 | 80.510 |
| Netto financiële positie | -67.069 | -59.412 | -64.206 |
| Balanstotaal | 218.835 | 218.002 | 191.740 |
| Wisselkoers INR/€ | |||
| P&L | 80,65 | 73,96 | 74,22 |
| Balans | 80,00 | 73,53 | 71,55 |
mondiale gemiddelde van 580 kg, wat op een aanzienlijk groeipotentieel wijst.
Sagar Cements heeft haar omzet met meer dan 17% (in INR) verhoogd, van 9,8 miljard INR (132 miljoen euro) in 2017 tot 11,5 miljard INR (142 miljoen euro) in 2018. Deze omzetstijging is te danken aan de capaciteitsuitbreiding van de maalinstallatie in Vizag (van 0,3 miljoen ton naar 1,5 miljoen ton) en aan de verhoging van de capaciteitsbezetting.

Sagar Cements
Sagar kon weliswaar de negatieve impact van historisch lage verkoopprijzen slechts gedeeltelijk compenseren door het handhaven van stabiele kosten/ton. Dit werd mogelijk gemaakt door verdere maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie, waaronder de ingebruikname van een 6 MW warmterecuperatiesysteem en de verdere vermindering van de gemiddelde transportafstanden tot 285 km na de overname van de BMM- en Vizag-centrales. Het nettoresultaat bedroeg -0,1 miljoen euro (2017: 2,5 miljoen euro).
In januari 2019 kondigde Sagar haar plannen aan om haar cementproductiecapaciteit verder uit te breiden tot 8,25 miljoen ton per jaar, door de bouw van een 1,5 miljoen ton maalstation in Oost-India (Orissa) en een 1 miljoen ton cementfabriek in Centraal-India (Madya Pradesh). Deze uitbreiding zal gefinancierd worden door een combinatie van schulden en een preferentiële toekenning van converteerbare warrants voor een bedrag van 2,26 miljard INR (28 miljoen euro). Dit past in de strategie van Sagar Cements om haar capaciteit tegen 2025 te verhogen tot 10 miljoen ton en haar marktbereik verder uit te breiden naar regio's met een sterk groeipotentieel. AvH zal deelnemen aan de preferentiële toewijzing op 50/50-basis, samen met de Reddy familie, waardoor het belang van AvH na afloop van de operatie zal verhogen tot 21,85%. Dit vertegenwoordigt een bijkomende investering van 14 miljoen euro.

De exit uit Distriplus, afgerond in Q4 2018, heeft in totaal voor 30,7 miljoen euro gewogen op het groepsresultaat 2018 van AvH (-12,9 miljoen euro resultaatsbijdrage t.e.m. Q3 2018 in 'Growth Capital' en 17,8 miljoen euro minderwaarde). De gerealiseerde meerwaarden op o.a. de verkoop van de deelnemingen in Atenor (8,7 miljoen euro) en BDM-Asco (6,1 miljoen euro) hebben dit niet volledig kunnen compenseren. De positieve evoluties bij andere participaties komen hierdoor minder tot uiting, maar zijn wel hoopgevend voor een globaal beter resultaat in 2019.
| Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH | |||
|---|---|---|---|
| (€ miljoen) | 2018 | 2017 | 2016 |
| Bijdrage van de deelnemingen | -6,9 | -1,3 | 2,7 |
| AvH & subholdings | -13,7 | -10,6 | -10,8 |
| Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen | -2,2 | 17,6 | -26,8 |
| Totaal | -22,8 | 5,7 | -34,9 |

(1) Inclusief via AXE Investments - (2) Niet geconsolideerd - fully diluted

AvH blijft een selectief investeringsbeleid hanteren dat rekening houdt met langetermijntrends qua duurzaam groeipotentieel. Waarderingen moeten een realistisch businessplan op lange termijn weerspiegelen. Door het aantal participaties te beperken, kan binnen het team een diepgaande kennis van de markten waarin de participaties actief zijn, opgebouwd worden. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de kwaliteit van het managementteam en talentontwikkeling, operationele verbeteringen, innovatie, de ontwikkeling van de omzet, en een gezonde balansstructuur. Zo kan AvH met kennis van zaken de te volgen strategie en daaraan gekoppelde organisatie in de participaties mee vorm geven. Daarnaast worden 'best practices' gedeeld met de andere groepsmaatschappijen via workshops georganiseerd door AvH.
De Europese M&A-markt wordt gekenmerkt door een hoog volume aan transacties, weliswaar met een zware terugval in de tweede jaarhelft. Vooral private equity-fondsen blijven zwaar investeren, dankzij goedkope bedrijfskredieten en de omvang van de opgehaalde kapitalen. De waarderingen blijven hoog en dit lijkt op korte termijn niet te veranderen. Institutionele investeerders blijven hun allocatie aan private equity verhogen. Ook de door venture capital aangetrokken kapitalen bleven stijgen, vooral voor bedrijven die reeds een 'proof of concept' hebben. Hun voorkeur gaat hierbij naar ICT, biotech en gezondheidszorg. Daarnaast was er een kleiner aantal exits, waarbij vooral verkocht wordt aan andere private equity-fondsen.
In die omstandigheden heeft AvH heel wat dossiers bestudeerd. Vervolginvesteringen vonden plaats in Distriplus, in OncoDNA, en in het Indische fonds Healthquad dat gericht is op de gezondheidszorg. AvH betaalde ook de laatste schijf van 28 miljoen euro in het kader van de overname van het minderheidsbelang in Sofinim in 2016. De participaties in Atenor en Distriplus werden afgestoten.
Mediahuis zette in een nochtans moeilijke mediamarkt een sterk resultaat neer, onder meer dankzij een succesvolle integratie van de Nederlandse Telegraaf Media Groep (TMG). Turbo's Hoet Groep kon de groei van de laatste jaren aanhouden en de resultaten nog verbeteren dankzij hun volgehouden engagement in Oost-Europa. Bij Telemond werpt de versterking van het management vruchten af en evolueerden de resultaten verder in positieve zin dankzij de belangrijke omzetverhoging. Euro Media Group kon terug aanknopen met winst. OncoDNA verfijnde verder het bedrijfsmodel en versterkte haar kapitaalsbasis begin 2019.
Bij Agidens werden de resultaten daarentegen zwaar negatief beïnvloed door een project in een nieuwe product/marktcombinatie. Bij Manuchar raakten de goede cijfers in de kernactiviteiten trading en distributie ondergesneeuwd door een belangrijke waardevermindering op een inmiddels stilgelegde productie van sodiumsulfaat in Mexico. Distriplus had ook in 2018 te kampen met een aanhoudend moeilijke marktomgeving. AvH en CNP kwamen tot de conclusie dat zij niet langer de beste aandeelhouders waren voor dit bedrijf en hebben het overgelaten aan de Franse beursgenoteerde groep Bogart.


Mediahuis

Telemond Groep
Begin maart 2018 heeft AvH een overeenkomst gesloten m.b.t. de verkoop van haar belang van 10,53% in Atenor aan de overige referentie-aandeelhouders, bestaande uit Stéphan Sonneville, 3D, Luxempart en Alva. De transactie werd in Q2 2018 afgerond aan 45 euro per aandeel. Dit leverde AvH een totale opbrengst op van 26,7 miljoen euro en een meerwaarde van 8,7 miljoen euro.
In juni 2018 hebben AvH en SIPEF de verkoop afgerond, die reeds einde 2017 was aangekondigd, van de verzekeringsgroep BDM-Asco aan het Amerikaanse beursgenoteerde The Navigators Group, Inc. AvH realiseerde op de verkoop van haar belang een meerwaarde van 6,1 miljoen euro.
In oktober 2018 heeft Sofinim haar 50%-participatie in Distriplus, eigenaar van de merken Di en Planet Parfum, aan Groupe Jacques Bogart verkocht. Deze Franse groep noteert op de beurs van Parijs en is gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en verkoop van parfums en luxe cosmetica. Inclusief de negatieve resultaatsbijdrage over de eerste 9 maanden van het jaar (-12,9 miljoen euro) heeft Distriplus voor 30,7 miljoen euro gewogen op de groepsresultaten van 2018.
De resultaatsbijdrage van AvH & subholdings is traditioneel negatief, aangezien de opbrengsten van de participaties in de respectievelijke segmenten worden gerapporteerd.
Deze bijdrage bestaat dan ook voornamelijk uit algemene kosten (werkingskosten), financiële resultaten en desgevallend meer/minderwaarden op de beleggingsportefeuille en resultaten afkomstig van niet-geconsolideerde deelnemingen.
De verhoging van de negatieve bijdrage in 2018 is hoofdzakelijk het gevolg van de sinds 2018 nieuwe boekhoudstandaard IFRS 9, waardoor (niet-gerealiseerde) waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille via de winst- en verliesrekening moeten worden erkend. De beleggingsportefeuille van AvH bestaat overwegend uit beleggingsfondsen, die in Q4 2018 een negatieve ontwikkeling kenden van hun marktwaarde.
Eind 2018 heeft AvH voor 7,4 miljoen euro een deelneming verworven van 2,45% in het beursgenoteerde EVS, een marktleider in live-videotechnologie voor televisie-uitzendingen.

Van links naar rechts: Geert Stienen, Marc Bocxstael, Arnoud den Hoedt, Jo Janssens, Steven Peeters, Pieter Tilkens
Deelnemingspercentage AvH: 86%

Agidens levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie. De groep telt ongeveer 600 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk en Zwitserland.
Agidens realiseerde in 2018 een stijging van de omzet met 16% tot 82,6 miljoen euro en een nettoresultaat van -5,0 miljoen euro (2017: -0,4 miljoen euro). 2018 was een heel uitdagend jaar, vanwege de grote impact van één verlieslatend project in Nederland dat in 2019 zal opgeleverd worden. Het orderboek blijft goed gevuld en bedroeg ongeveer 50 miljoen euro eind 2018.
Het langetermijnplan '20/20 Vision' werd in 2018 geconcretiseerd door het sterk inzetten op productinnovatie, recurrente activiteiten en het aanboren van nieuwe markten en klanten in West-Europa. Dit vormt een stevige basis om in 2019 de rendabiliteit te verhogen. De productinnovatiestrategie kende een verdere ontplooiing met de introductie van de producten iWorld, Atalk en Ahop en met de overname van Argus Technologies, dat een 'cloud-based' SaaS energiemonitoringplatform aanbiedt.
De Tank Terminals business unit versterkte in 2018 haar prominente marktpositie in de ZARAG-regio (het gebied tussen Zeebrugge, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Gent). Er werd bovendien een vestiging geopend in Houston, een van de 4 wereldwijde hubs in de tank terminal industrie. De commercialisatie van het modulaire Terminal Management System Aline en Axcel kenden hun eerste successen.
Het Food-segment kon voor een derde jaar op rij een verhoogde rendabiliteit optekenen onder moeilijke marktomstandigheden. Zowel in België als in Nederland is Agidens er in geslaagd haar klantenportfolio nog sterk uit te breiden. Ook de activiteiten in de (fijn)chemische industrie tekenden een mooie rendabele groei op.
| Agidens NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2018 | 2017 | 2016 |
| Omzet | 82.550 | 71.255 | 75.026 |
| EBITDA | -1.828 | 1.938 | 4.557 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -5.012 | -413 | 1.588 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 16.725 | 21.480 | 22.564 |
| Netto financiële positie | -4.690 | 3.969 | 2.613 |


Agidens - Ahop drooghopinstallatie Agidens - Hoofdzetel in Antwerpen
De divisie Life Sciences zette haar expansie in West-Europa verder. Het versterken van de verkoopafdeling in Zwitserland leidde tot een betere klantendiversificatie en bijkomende synergieën met de andere divisies. Agidens Life Sciences wordt aanzien als 'preferred supplier' door een aantal grote farmaceutische multinationals. Daarnaast slaagde de divisie erin zich in de niche van thermische- en clean room validatie verder te specialiseren.
De divisie Infra Automation kende daarentegen een uitdagend jaar waarbij de resultaten volledig overschaduwd werden door een groot en verlieslatend project in Nederland. Deze divisie heeft wel een succesvolle marktdekking in België en Nederland. De toenemende vraag, waaronder ook in de Waalse markt, geeft uitzicht op een sterke en uitdagende groei.
Agidens verwacht om het verlieslatende project in Nederland conform het eisenpakket correct en tijdig op te leveren in 2019 en opnieuw aan te knopen met winstgevende groei dankzij een duidelijk strategisch plan, focus en een stijgende vraag naar automatisering.

Van links naar rechts: Christian Leysen, Saskia Lapere, Veerle Peeters

Deelnemingspercentage AvH: 48%
De investeringsmaatschappij AXE Investments is een joint venture van Anacom (gecontroleerd door Christian Leysen) en Ackermans & van Haaren.
AXE Investments heeft als investeringsmaatschappij participaties in de IT-groep Xylos (40,60%) en in Agidens (26,62%, zie hiernaast). Daarnaast bezit AXE Investments een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.
Xylos is in het Belgisch IT-landschap een toonaangevend bedrijf dat focust op de digitale transformatie van haar klanten. Het biedt hiervoor oplossingen rond change management, de digitale werkplek, de Intelligent Cloud, mobile apps en samenwerkingsplatformen. Tot de Xylos-groep behoren de merken INIA (Unified Communications), Neo (digitaal leren) en IntoApps (Mobile Apps).
Xylos is ook aandeelhouder van het Internet of Things-bedrijf Bagaar, dat in 2018 Productize overnam, het Internet of Things agency. Door deze overname kan Bagaar haar klanten van A tot Z begeleiden en ondersteunen bij hun digitale transformatie: van strategisch advies op maat tot de uitwerking van nieuwe (digitale) producten en diensten.
De Xylos-groep telt 250 medewerkers en heeft vestigingen in Brussel, Antwerpen, Herentals en Gent. De bijdrage van Xylos wordt in de rekeningen van AXE Investments via vermogensmutatie verwerkt.
De resultaten van de participatie in Xylos en de huurinkomsten van het Ahlersgebouw bepaalden samen het jaarresultaat van AXE Investments.

AXE Investments - Ahlers-gebouw in Antwerpen
| (€ 1.000, IFRS) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 634 | 697 | 718 |
| EBITDA | 183 | 183 | 159 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 226 | 1.887 | 14.898(2) |
| Eigen vermogen (deel groep) | 14.909 | 15.031 | 13.144 |
| Netto financiële positie | 4.073 | 3.733 | 2.237 |
(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments. (2) Inclusief dividenduitkering door Agidens. In de geconsolideerde rekeningen van AvH wordt dit dividend geëlimineerd, aangezien Agidens integraal wordt geconsolideerd.


Van links naar rechts: Patrick van den Berg, François-Charles Bideaux
Deelnemingspercentage AvH: 23%
Euro Media Group (EMG) is een leidende speler op de markt voor audiovisuele technische faciliteiten in Europa en is aanwezig in acht landen.
EMG beschikt over een groot aantal mobiele productiefaciliteiten en studio's, maar biedt ook verschillende gespecialiseerde diensten aan zoals oplossingen voor externe productie, radiofrequentieoplossingen, slow motion en andere gespecialiseerde cameradiensten. EMG biedt daarnaast verschillende digitale oplossingen, waaronder tweedeschermapplicaties, grafische oplossingen en OTT-diensten. EMG blijft zich focussen op sport- en live-evenementen, de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd dienstenaanbod en het maximaliseren van de toegevoegde waarde van niet-sport- en niet-live-activiteiten.
In februari 2018 kondigde EMG haar nieuwe co-CEO managementstructuur aan, met François-Charles Bideaux, die in het verleden bij Canal+, HBS en TF1 heeft gewerkt, en Patrick van den Berg, die in 2017 interim-CEO en CFO was. Tijdens 2018 werd ook het managementteam op groepsniveau verder versterkt.
2018 was een zeer druk jaar voor EMG. Dit resulteerde in een EBITDA van 55,4 miljoen euro, licht hoger dan in 2017 (55,0 miljoen euro). Het operationeel resultaat (EBIT) verbeterde significant van 9,2 miljoen euro in 2017 tot 16,3 miljoen euro in 2018. De sterke bijdrage van de internationale sportevenementen in 2018, waaronder de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea en de Wereldbeker Voetbal in Rusland, hebben het lager niveau van (co)productievolumes in Italië gecompenseerd. Naast deze grote internationale sportevenementen heeft EMG ook technische faci-
| (€ 1.000, IFRS) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 306.644 | 304.220 | 318.638 |
| EBITDA | 55.431 | 54.979 | 55.098 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 838 | -4.566 | -4.432 |
| Eigen vermogen (deel groep)(1) | 103.364 | 96.460 | 94.643 |
| Netto financiële positie (zonder converteerbare obligaties) |
-68.001 | -70.957 | -61.494 |
(1) € 92,9 mio converteerbare obligaties, uitgegeven door Financière EMG ten gunste van aandeelhouders van Financière EMG, zijn opgenomen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie (2018: € 92,9 mio, 2017: € 85,8 mio, 2016: € 78,7 mio).
liteiten voorzien voor andere bekende internationale evenementen, zoals de Ryder Cup in Frankrijk, de Asian Games in Jakarta en het Koninklijk Huwelijk in het Verenigd Koninkrijk, en tegelijkertijd haar sterke lokale, recurrente activiteiten en klanten onderhouden. De activiteiten in België (waaronder Videohouse en DB Video), het VK en Nederland blijven een belangrijke bijdrage leveren aan het operationeel resultaat van EMG. Na het afstoten van de Franse studioactiviteiten in 2017 en

Euro Media Group
dankzij een voortdurende focus op het stroomlijnen van de Franse activiteiten, was EMG bijna break-even in Frankrijk in 2018.
In 2018 richtte EMG een partnerschap op met SimplyLive, ter ondersteuning van haar strategie rond de groeiende markt van de 'simplified' productie. In Nederland heeft EMG de overname van Quadia Online Video afgerond en zo haar dienstenportfolio uitgebreid naar de zakelijke videomarkt.
EMG realiseerde in 2018 een positief nettoresultaat van 0,8 miljoen euro (2017: -4,6 miljoen euro), inclusief 7,6 miljoen euro rentekosten op converteerbare obligaties. Exclusief deze non-cash rentekosten realiseerde de groep een positief nettoresultaat van 8,4 miljoen euro (2017: 2,8 miljoen euro), een sterke stijging gedreven door de toename van het operationeel resultaat (EBIT).
Op 14 februari 2019 kondigde EMG de overname van Telegenic in het Verenigd Koninkrijk aan. Telegenic beheert een vloot van HD en UHD 'outside' zendwagens waarmee ze diensten levert aan Britse en internationale klanten, en is ook actief in de VS. De overname van Telegenic maakt deel uit van de strategie van EMG om haar activiteiten in het Verenigd Koninkrijk, in Europa en daarbuiten uit te breiden en zal EMG in staat stellen haar aanwezigheid op internationale sportevenementen te vergroten door gebruik te maken van haar groeiende vloot van uitzendfaciliteiten.

Van links naar rechts: Bovenste rij: Philippe Huybrechs, Dirk Aerts, Sofie Beernaert, Barry Collard Middenste rij: Bart De Schutter, Ben De Voecht, Marc Jacobs, Anthony Maas Onderste rij: Bart Troubleyn, Stephan Van den Eynde, Stefan Van Loock
Deelnemingspercentage AvH: 30%

Manuchar handelt in en verdeelt verschillende basisproducten (waaronder chemicaliën, staal, plastics en papier) en is voornamelijk actief in opkomende landen ('emerging markets').
Manuchar
Manuchar beperkt zich voor staal, plastics en papier voornamelijk tot aan- en verkoopactiviteiten inclusief maritiem transport. In het chemiesegment biedt de groep een ruimere dienstverlening door de combinatie van haar handels- en maritieme activiteiten met lokale logistieke dienstverlening tot aan de productie-eenheden van de klant ('Just in Time') en distributie in de belangrijkste steden van de opkomende landen. Zij richt zich in dit segment voornamelijk op chemicaliën voor poederdetergenten (natriumsulfaat en natriumcarbonaat), Home & Personal Care, Mining, Oil & Gas en ook op meststoffen.
Het jaar 2018 werd afgesloten met een negatief resultaat als gevolg van operationele verliezen en aanzienlijke waardeverminderingen (in totaal 28,8 miljoen USD) op de productievestiging van natriumsulfaat in Mexico, die eind 2016 operationeel werd. Manuchar neemt een belangrijk deel van de Chinese export voor haar rekening en wilde tegemoetkomen aan de groeiende vraag op de wereldmarkt naar producten van Amerikaanse oorsprong. De productie werd echter in mei 2018 stopgezet en de resterende boekwaarde werd naar geschatte realisatiewaarde teruggebracht.
De kernactiviteiten van de groep hebben echter een sterk jaar achter de rug. Naast de verkoop van chemicaliën hebben vooral de trading van staal, plastics en papier daartoe bijgedragen. De lokale leveringen alsmede de distributie van chemicaliën kenden een sterke groei zowel in termen van omzet als EBITDA.


Manuchar zet haar strategie voort en wil nog meer focussen op de ontwikkeling van trading, logistiek en distributie in droge bulkchemicaliën en meststoffen en op een verdere optimalisatie van de kostenstructuur, onder andere door de verwerving van eigen lokale infrastructuur op strategische locaties. Ook in 2018 werd geïnvesteerd in bijkomende opslagcapaciteit in Brazilië, Zuid-Afrika, Ivoorkust en Peru. Er werden tevens nieuwe filialen geopend in Pakistan, Brazilië en Peru. Manuchar blijft op die manier goed gepositioneerd om haar klanten vanuit verschillende werelddelen te bevoorraden.
| (USD 1.000, BGAAP) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.691.121 | 1.399.848 | 1.224.059 |
| EBITDA | 79.389 | 55.480 | 61.318 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -10.609 | 176 | 10.697 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 68.450 | 82.510 | 88.399 |
| Netto financiële positie | -464.176 | -375.430 | -308.254 |

Van links naar rechts: Gert Ysebaert, Kristiaan De Beukelaer, Paul Verwilt
Deelnemingspercentage AvH: 13%
Mediahuis is een van de leidende mediagroepen in België en Nederland. Met 14 nieuwstitels in haar portfolio realiseert de groep een dagelijkse verkoop van 1,4 miljoen kranten en een digitaal bereik van 3,2 miljoen unieke bezoekers per dag.
De nieuwsmerken De Standaard, Het Nieuwsblad/De Gentenaar, Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg en Metro bereiken maandelijks meer dan 3,5 miljoen lezers in België. In Nederland zorgen nieuwsmerken als NRC Handelsblad, nrc.next, De Telegraaf, Noordhollands Dagblad en De Limburger voor een maandelijks bereik van meer dan 8,2 miljoen Nederlanders.
Begin 2018 kondigde Mediahuis de beëindiging van de beursnotering van Telegraaf Media Groep (TMG) aan. Het bedrijf kwam voor 100% in handen van Mediahuis. De realisatie van de toekomstplannen, die inzetten op een betere performance in zowel de consumenten- als de advertentiemarkt met een duidelijke focus op digitale groei, verloopt zoals voorzien. Hierdoor leverde TMG reeds in 2018 een significante bijdrage aan de groei van het resultaat van de groep.
Mediahuis zette grote stappen op het vlak van de digitale transformatie. Zo werden de digitale proposities van haar nieuwsmedia en 'classifieds' business richting de consument én adverteerder verder ontwikkeld. Met de investering in Wayne Parker Kent (WPK), een van de snelst groeiende digitale mediabedrijven, weet Mediahuis bovendien haar digitale positionering verder te versterken. De closing van deze transactie, waarbij Mediahuis 100% van de aandelen van WPK verwerft, vond plaats in het eerste kwartaal van 2019.
Tegelijkertijd wist Mediahuis haar positie binnen de 'classifieds'-markt te vergroten door op de Belgische markt Zimmo en Hebbes samen te brengen tot één vastgoedplatform: Zimmo. Deze krachtenbundeling maakt van Mediahuis afgetekend de tweede grootste partij op de immo-zoekertjesmarkt.
| (€ 1.000, IFRS) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 819.176 | 641.542 | 430.310 |
| EBITDA | 86.114 | 65.105 | 57.366 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 28.301 | 14.948 | 18.242 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 311.475 | 281.703 | 53.024 |
| Netto financiële positie | -161.627 | -163.972 | -121.789 |


Gazet van Antwerpen De Telegraaf
Op audiovisueel vlak sloot Mediahuis een overeenkomst met Telenet voor de verkoop van haar 30%-participatie in De Vijver Media, het bedrijf achter de zenders VIER, VIJF en ZES en het productiehuis Woestijnvis. De goedkeuring van deze transactie door de Belgische mededingingsautoriteit wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2019. Met de lancering van de nieuwe radiozender NRJ, eveneens een samenwerking met De Vijver Media, versterkte Mediahuis haar positie in de Vlaamse radiomarkt.
Mediahuis heeft in 2018 haar positie in de Belgisch-Nederlandse markt opnieuw verbeterd. Het sterke resultaat van vooral TMG, in combinatie met een efficiënte kostenbeheersing binnen de ganse groep, liggen aan de basis van een stijging van de omzet tot 819 miljoen euro (+28%) en van de REBITDA tot 91 miljoen euro (+26%). Hierdoor kon de impact van de stijgende kosten (papier, personeel) de dalende advertentie-inkomsten in print en van de daling van de inkomsten uit de losse krantenverkoop worden weggewerkt. De nettoschuldpositie van de groep bleef ongeveer constant op -162 miljoen euro, niettegenstaande significante investeringen op alle niveaus binnen de groep.
Algemeen kan worden gesteld dat de verbreding van haar portfolio, o.a. door acquisities in Nederland, heeft geleid tot een betere financiële veerkracht voor Mediahuis waardoor de groep stevig staat voor de toekomst. Ook in 2019 blijft Mediahuis onverminderd inzetten op de verdere digitale transformatie van haar huidige portfolio.

Van links naar rechts: Jean-Pol Detiffe, Pierre Flamant, Gregori Ghitti, Jean-Francois Laes, Michelle Meijer

Deelnemingspercentage AvH: 15%
OncoDNA helpt bij de besluitvorming met betrekking tot de behandeling van patiënten met gevorderde (metastatische) kanker. Een gepersonaliseerde behandeling is belangrijk aangezien elke kanker verschillend is per patiënt.


OncoDNA
OncoDNA helpt de oncoloog om de beste medicamenteuze behandeling te kiezen en om de evolutie van de kanker, en met name of de ziekte al dan niet op de behandeling reageert, beter op te volgen.
Het jaar 2018 werd gekenmerkt door een toenemende aanvaarding van de oplossingen voor precisiegeneeskunde van OncoDNA en door de eerste terugbetalingen door privéverzekeraars in het buitenland en een eerste ziekenfonds in België. Dit begin van terugbetaling is te danken aan lopende klinische studies (project ARCHE, met de steun van het Waalse Gewest), maar ook aan publicaties en vooral aan de positieve feedback van de oncologen. De met belangrijke farmaceutische actoren gestarte eerste samenwerkingen werden met succes voortgezet.
2018 was ook het jaar van een wijziging van de strategie van OncoDNA, die erop gericht is om de aanvaarding te versnellen door niet langer uitsluitend diagnostische tests te leveren maar ook een dienst voor de algoritmische interpretatie op afstand voor de keuze van de behandeling, via een SaaS-oplossing die OncoKDM heet. Laboratoria overal ter wereld kunnen KDM (Knowledge Driven Medicine) gebruiken om hun gegevens naar het platform van OncoKDM te sturen met het oog op hun interpretatie en de aanmaak van een gedetailleerd rapport voor hun oncologen. Dit rapport wordt gedeeld op OncoSHARE, het innoverende platform voor communicatie, delen en netwerken met meer dan 14.000 gebruikers (oncologen, patiënten en verwanten van de patiënten).

In 2018, het eerste jaar van de uitrol, hebben een vijftiental grote Europese centra voor kankerbestrijding OncoKDM getest, met name op het vlak van de algoritmen en de klinische interpretatie, door hun gegevens over moeilijke gevallen naar het platform te sturen.
In 2019 zal de nadruk liggen op een snellere uitrol van het OncoKDM-platform om de database van kankerpatiënten beduidend uit te breiden. Het is de ambitie om eind 2021 100.000 patiënten met de keuze van de behandeling te helpen en hun klinische follow-up-gegevens te verzamelen.



Van links naar rechts: Christopher Maas, Martin Kirschbaum, Tobias Müller, Alicja Ozimek, Grego Peters, Dieter Schneider
Deelnemingspercentage AvH: 50%
Telemond is een toonaangevende producent van roosterstructuren en telescopische kranen voor de zware hijsindustrie. Het telt grote kraanfabrikanten en fleet operators onder zijn klanten. Het autosegment van Telemond produceert laadbakken met neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen zoals de Crafter, de T6 en de Sprinter.

Telemond Groep
In 2018 steeg de omzet van Telemond Groep met 22%, dankzij een sterke marktgroei en een verdere diversificatie van de producten. Telemond verwacht dat de forse groei in 2019 zal aanhouden, gesteund door een orderboek van meer dan 100 miljoen euro.
Dankzij bestellingen en een omzet van recordniveau in de hijssector zijn de filialen Teleskop en Montel in het voorbije jaar wereldleiders geworden in hun marktsegment. Innovaties in de lasprocessen en een verdere expansie van het aanbod zullen de marktpositie van deze twee ondernemingen nog versterken.


Teleyard, de entiteit die zich eerder op de maritieme sector richt, groeide in 2018 met 25%. Het bedrijf kon haar winstgevendheid aanzienlijk verbeteren, ondanks moeilijke marktomstandigheden in de olie- en gassector. Het verwacht in 2019 opnieuw een tweecijferige omzetgroei te bereiken, gedreven door de verkoop in de sectoren van de hernieuwbare energie en de grootschalige infrastructuur.
Henschel Engineering Automotive heeft de lancering van de nieuwe Crafter-productlijn afgerond en gestabiliseerd, na een moeilijke start in 2018. De omzet van het bedrijf kende in 2018 een forse groei, zowel in de OEM-sector als voor de producten die onder het merk 'Henschel' op de markt worden gebracht, dankzij een sterke groei in de bouwsector en de expansie van de productportfolio.
Telemond is ervan overtuigd goed geplaatst te zijn om in 2019 in al haar segmenten een duurzame en rendabele groei te realiseren.
| Telemond, Telehold, Henschel(1) | |
|---|---|
| --------------------------------- | -- |
| (€ 1.000, IFRS) | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 92.327 | 75.814 | 69.006 |
| EBITDA | 9.195 | 6.846 | 6.592 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 4.075 | 2.474 | 2.176 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 52.994 | 52.246 | 47.405 |
| Netto financiële positie | -15.415 | -13.752 | -13.623 |
(1) Consortiumconsolidatie

Van links naar rechts: Piet Wauters, Kristof Derudder, Bart Dobbels, Filip Matthijs, Peter Tytgadt, Serge Van Hulle

Deelnemingspercentage AvH: 50%
Als een van de belangrijkste vrachtwagendistributeurs in Europa ligt de focus van Turbo's Hoet Groep (TH) voornamelijk op de verkoop, het onderhoud en op financieringsoplossingen voor vrachtwagens, trailers en lichte commerciële voertuigen. Daarnaast is de groep ook een van de belangrijkste distributeurs voor turbo's in de Europese aftermarket.

Turbo's Hoet Groep
TH Trucks (dealerships, verkoop en onderhoud van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) heeft 38 vestigingen in 6 landen (België (12), Rusland (11), Frankrijk (9), Bulgarije (4), Luxemburg (1) en Wit-Rusland (1)) en is een van de belangrijkste DAF-dealers wereldwijd. TH Trucks werd door Ford Trucks aangesteld als importeur en exclusief dealer voor de volledige Russische markt. Daarnaast is TH Trucks ook dealer van onder meer Iveco, Dongfeng, Nissan, Fiat Professional, Fuso, Kögel en diverse andere trailermerken.
TH Lease (verhuur op lange en korte termijn van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Ook in de andere landen waar de groep actief is, wordt deze dienstverlening aangeboden. Het TH Lease-park bestaat uit meer dan 4.500 eenheden.
TH Parts is een belangrijke Europese speler voor onderdelen voor vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers. Circa 300 specialisten begeleiden de klanten naar de juiste keuze van onderdelen. Daarnaast kunnen klanten er ook terecht voor herstellingen.
TH Turbos is wereldwijd een van de grootste distributeurs van turbo's voor de 'aftermarket'. De eigen vestigingen in 8 landen beschikken over een uitgebreide voorraad

voor turbo's voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen. Daarnaast zorgen de technische bijstand, herstellingen en uitstekende garantievoorwaarden voor een onberispelijke klantenservice. TH Turbos beschikt over eigen ateliers in België, Bulgarije en Roemenië.
TH Groep slaagde er in 2018 in haar duurzame internationale groei-ambities opnieuw kracht bij te zetten. De groep werd importeur voor Ford Trucks in Rusland, opende een nieuw servicepunt in Erembodegem (België) en bekwam een nieuw (Iveco) dealercontract in Luxemburg. TH Trucks Bulgarije werd door DAF verkozen als beste internationale dealer van 2018.
De Europese vrachtwagenmarkt steeg in 2018 met circa 3% tot 320.000 voertuigen. Dankzij haar volgehouden inspanningen en aanwezigheid in Oost-Europa (Bulgarije, Rusland, Wit-Rusland, Roemenië) realiseerde Turbo's Hoet Groep voor het derde jaar op rij een belangrijke groei van de omzet tot 532,6 miljoen euro (+14%). Niettegenstaande een ongunstige ontwikkeling van wisselkoersen in Q4 2018, werd toch een nettowinst gerealiseerd van 10,1 miljoen euro (2017: 9,7 miljoen euro).
TH Groep blijft ambitieus voortwerken aan de uitbouw van haar netwerk. In Minsk (Wit-Rusland/TH Trucks) is een nieuw vrachtwagen-dealerpunt in aanbouw. Hiervoor zal TH Groep haar Russisch netwerk verder uitbouwen en in 2018 werden aanzienlijke kosten gemaakt ter voorbereiding van het opstarten (in H2 2018) van deze nieuwe activiteit. Ook in Le Havre (Frankrijk/TH Trucks) en Sofia (Bulgarije/TH Turbo's) zullen eerstdaags nieuwbouwprojecten worden aangevat. TH Groep staat open voor gerichte expansie van haar activiteiten.
| Turbo's Hoet Groep NV | ||||
|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000, BGAAP) | 2018 | 2017 | 2016 | |
| Omzet | 532.647 | 467.665 | 393.046 | |
| EBITDA | 30.837 | 27.837 | 25.863 | |
| Nettoresultaat (deel groep) | 10.136 | 9.677 | 9.279 | |
| Eigen vermogen (deel groep) | 107.154 | 102.599 | 97.565 | |
| Netto financiële positie | -117.468 | -106.440 | -94.413 |
Partners for sustainable growth

Partners for sustainable growth
| Resultatenrekening 126 | |
|---|---|
| Staat van gerealiseerde en | |
| niet-gerealiseerde resultaten127 | |
| Balans 128 | |
| Kasstroomoverzicht 130 | |
| Mutatieoverzicht van het | |
| geconsolideerd eigen vermogen 131 | |
| 1. | Waarderingsregels 132 | |
|---|---|---|
| 2. | Herziene openingsbalans per 1/1/2018 | |
| conform IFRS 9 & IFRS 15 140 | ||
| 3. | Dochterondernemingen en gemeen | |
| schappelijke dochterondernemingen 145 | ||
| 4. | Geassocieerde deelnemingen 150 | |
| 5. | Bedrijfsacquisities en -verkopen 152 | |
| 6. | Segmentinformatie 153 | |
|---|---|---|
| 7. | Immateriële vaste activa 165 | |
| 8. | Goodwill 166 | |
| 9. | Materiële vaste activa 166 | |
| 10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd | ||
| aan reële waarde 168 | ||
| 11. Ondernemingen waarop de vermogens | ||
| mutatiemethode is toegepast170 | ||
| 12. Financiële activa 171 | ||
| 13. Banken - vorderingen op | ||
| kredietinstellingen & cliënten 178 | ||
| 14. Voorraden en onderhanden projecten | ||
| in opdracht van derden 180 | ||
| 15. Minderheidsbelangen 181 | ||
| 16. Leasing 183 | ||
| 17. Voorzieningen 184 | ||
| 18. Financiële schulden185 | ||
| 19. Banken - schulden aan krediet | ||
| instellingen, cliënten & obligaties 186 | ||
| 20. Financiële instrumenten 188 | ||
| 21. Belastingen 190 | ||
| 22. Aandelenoptieplannen 191 | |
|---|---|
| 23. Niet in de balans opgenomen | |
| rechten en verplichtingen 192 | |
| 24. Tewerkstelling193 | |
| 25. Pensioenverplichtingen 193 | |
| 26. Verbonden partijen 195 | |
| 27. Winst per aandeel 197 | |
| 28. Voorgestelde en uitgekeerde | |
| dividenden 197 | |
| 29. Belangrijke feiten na balansdatum197 | |
| Verslag van de commissaris 198 | |
| Enkelvoudige jaarrekening203 | |
| Commentaren bij de enkelvoudige | |
| jaarrekening 208 |
| (€ 1.000) | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 4.458.181 | 3.950.575 | |
| Verrichting van diensten | 207.745 | 206.973 | |
| Leasingopbrengsten | 10.239 | 8.974 | |
| Vastgoedopbrengsten | 316.576 | 227.897 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 95.126 | 97.563 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 61.224 | 55.637 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.626.080 | 3.262.584 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 141.192 | 90.948 | |
| Overige exploitatiebaten | 14.290 | 14.484 | |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 7.858 | 7.301 | |
| Dividenden | 5.677 | 6.864 | |
| Overheidssubsidies | 0 | 0 | |
| Overige exploitatiebaten | 754 | 318 | |
| Exploitatielasten (-) | -4.127.873 | -3.654.866 | |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -2.272.906 | -2.005.126 | |
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | -16.488 | 22.932 | |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -24.841 | -25.869 | |
| Personeelslasten (-) | 24 | -842.070 | -765.902 |
| Afschrijvingen (-) | -297.044 | -269.315 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | -40.533 | -12.724 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -658.139 | -587.750 | |
| Voorzieningen | 24.149 | -11.113 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 3.704 | 31.960 | |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 20 | 2.974 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 730 | 31.960 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 50.421 | 83.841 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 7.510 | 10.868 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | -2.798 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 42.168 | 73.181 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 743 | 2.591 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 398.723 | 425.993 | |
| Financieringsopbrengsten | 59.867 | 55.645 | |
| Renteopbrengsten | 10.414 | 10.830 | |
| Diverse financiële opbrengsten | 49.454 | 44.815 | |
| Financieringslasten (-) | -99.305 | -112.836 | |
| Rentelasten (-) | -36.295 | -42.237 | |
| Diverse financiële lasten (-) | -63.010 | -70.599 | |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 20 | 114 | 633 |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 153.853 | 140.859 |
| Overige niet-exploitatiebaten | 716 | 2.385 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 513.968 | 512.680 | |
| Winstbelastingen | 21 | -72.195 | -57.022 |
| Uitgestelde belastingen | 6.452 | 16.082 | |
| Belastingen | -78.647 | -73.104 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||
| 441.773 | 455.657 | ||
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 441.773 | 455.657 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 152.134 | 153.128 | |
| Aandeel van de groep | 289.639 | 302.530 | |
| Winst per aandeel (€) | |||
| 1. Gewone winst (verlies) per aandeel | |||
| 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 8,74 | 9,13 | |
| 1.2. Uit de voortgezette activiteiten | 8,74 | 9,13 | |
| 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel | |||
| 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 8,71 | 9,09 | |
| 2.2. Uit de voortgezette activiteiten | 8,71 | 9,09 |
(1) We verwijzen naar de segmentinformatie op pagina 153 t.e.m.164 voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten. Voor de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans.
| 441.773 152.134 289.639 |
455.657 153.128 |
|---|---|
| 302.530 | |
| 1.904 | -30.691 |
| -15.984 | |
| 1.662 | |
| -14.321 | |
| 44 | |
| -13 | |
| 31 | |
| -7.396 | 21.561 |
| 603 | -1.962 |
| -6.793 | 19.599 |
| 8.816 | -30.190 |
| -156 | |
| -156 | |
| -2.835 | |
| -2.944 | |
| 6 | -5.778 |
| -604 610 |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 443.677 | 424.966 |
|---|---|---|
| Aandeel van het minderheidsbelang | 149.061 | 151.834 |
| Aandeel van de groep | 294.615 | 273.132 |
Voor de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans.
Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat 2018 van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de segmentrapportering op pagina 154 van dit rapport.
Als gevolg van de toepassing van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten", zoals die wordt toegelicht op pagina 140 van dit verslag, zijn financiële activa met ingang van 2018 balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening en niet langer in de niet-gerealiseerde resultaten. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsin-
strumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Over de hele groep genomen is de totale niet-gerealiseerde minderwaarde op indekkingen van hoofdzakelijk interestvoeten en wisselkoersen in 2018 toegenomen met 6,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden).
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2018 is de waarde van de euro eerder gedaald in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in positieve omrekeningsverschillen van 8,8 miljoen euro.
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de nietgerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 9.768.821 | 9.255.476 | |
| Immateriële vaste activa | 7 | 176.802 | 179.567 |
| Goodwill | 8 | 339.738 | 349.523 |
| Materiële vaste activa | 9 | 2.711.097 | 2.572.877 |
| Terreinen en gebouwen | 348.592 | 479.686 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.865.980 | 1.615.815 | |
| Meubilair en rollend materieel | 29.372 | 28.822 | |
| Overige materiële vaste activa | 4.518 | 4.713 | |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 462.635 | 443.558 | |
| Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17) | 0 | 283 | |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 1.137.531 | 945.488 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 1.184.765 | 1.240.746 |
| Financiële vaste activa | 12 | 296.467 | 267.186 |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 102.335 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 113.526 | ||
| Vorderingen en borgtochten | 182.941 | 164.851 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 20 | 2.000 | 5.649 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 12 | 185.495 | 177.109 |
| Handelsvorderingen | 0 | 6.958 | |
| Vorderingen uit financiële lease | 16 | 178.971 | 160.765 |
| Overige vorderingen | 6.524 | 9.386 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 21 | 108.297 | 109.219 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar | 13 | 3.626.628 | 3.408.112 |
| II. Vlottende activa | 4.371.576 | 4.192.378 | |
| Voorraden | 14 | 332.385 | 329.400 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 14 | 85.755 | 74.292 |
| Geldbeleggingen | 494.420 | 467.882 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 12 | 467.879 | |
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 37.291 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 456.813 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 316 | ||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | ||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 20 | 451 | 4.553 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 12 | 1.449.334 | 1.321.413 |
| Handelsvorderingen | 1.138.482 | 1.066.152 | |
| Vorderingen uit financiële lease | 16 | 64.367 | 55.139 |
| Overige vorderingen | 246.485 | 200.122 | |
| Terug te vorderen belastingen | 21 | 29.516 | 19.030 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar | 13 | 1.424.040 | 1.304.957 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 127.693 | 88.863 | |
| Banken - leningen en vorderingen (exclusief leasing) | 936.664 | 908.056 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 359.683 | 308.038 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 513.588 | 637.027 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 56.661 | 35.152 | |
| Liquide middelen | 456.927 | 601.875 | |
| Overlopende rekeningen | 42.088 | 33.824 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 10 | 25.067 | 21.159 |
| Totaal der activa | 14.165.464 | 13.469.013 |
Voor de impact van de eerste toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten verwijzen we naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans voor meer details.
De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen op de pagina's 156-157 van dit rapport. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank J.Van Breda & C° draagt 5.820,0 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 14.165,5 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is met een Core Tier 1-ratio van 13,6% zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank J.Van Breda & C° in de geconsolideerde balans samengevat.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 4.357.996 | 4.195.272 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 3.176.447 | 2.972.208 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 3.124.841 | 2.905.611 | |
| Herwaarderingsreserves | -34.190 | -17.482 | |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 23.579 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 1.569 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 228 | ||
| Afdekkingsreserve | -13.529 | -10.204 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -14.996 | -15.083 | |
| Omrekeningsverschillen | -7.462 | -15.774 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 22 | -28.111 | -29.828 |
| Minderheidsbelang | 15 | 1.181.549 | 1.223.064 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.435.214 | 2.477.286 | |
| Voorzieningen | 17 | 80.048 | 86.381 |
| Pensioenverplichtingen | 25 | 62.904 | 58.134 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 21 | 191.983 | 212.268 |
| Financiële schulden | 18 | 1.340.204 | 1.388.177 |
| Leningen van banken | 1.120.304 | 877.470 | |
| Obligatieleningen | 143.356 | 435.327 | |
| Achtergestelde leningen | 18.916 | 5.354 | |
| Financiële lease-overeenkomsten | 53.927 | 66.147 | |
| Overige financiële schulden | 3.700 | 3.880 | |
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 20 | 59.203 | 50.397 |
| Overige schulden | 32.543 | 26.761 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 19 | 668.329 | 655.168 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 594.294 | 607.368 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 0 | |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 74.035 | 47.800 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 7.372.201 | 6.796.455 | |
| Voorzieningen | 17 | 50.760 | 59.166 |
| Pensioenverplichtingen | 25 | 358 | 289 |
| Financiële schulden | 18 | 672.919 | 499.467 |
| Leningen van banken | 214.864 | 163.833 | |
| Obligatieleningen | 275.826 | 99.959 | |
| Achtergestelde leningen | 4.580 | 0 | |
| Financiële lease-overeenkomsten | 9.924 | 15.230 | |
| Overige financiële schulden | 167.724 | 220.445 | |
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 20 | 12.569 | 8.405 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 14 | 224.540 | 235.704 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.734.272 | 1.641.461 | |
| Handelsschulden | 1.487.232 | 1.352.745 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 1.270 | 2.505 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 189.210 | 186.022 | |
| Overige schulden | 56.559 | 100.189 | |
| Te betalen belastingen Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties |
21 19 |
56.212 4.551.832 |
64.691 4.191.182 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.634 | 27.458 | |
| Banken - deposito's van klanten | 4.232.779 | 3.898.145 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schulden | 275.208 | 253.114 | |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 16.211 | 12.465 | |
| Overlopende rekeningen | 68.739 | 96.089 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 54 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 14.165.464 | 13.469.013 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 637.027 | 754.315 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 398.723 | 425.993 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen | -50.421 | -83.841 |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 67.565 | 62.392 |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 716 | 2.385 |
| Winstbelastingen | -78.111 | -47.135 |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | ||
| Afschrijvingen | 297.044 | 269.315 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen | 40.661 | 12.881 |
| Aandelenoptieplannen | -362 | 1.915 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | -3.704 | -31.960 |
| (Afname) toename van voorzieningen | -21.268 | 11.226 |
| (Afname) toename van latente belastingen | -6.452 | -16.082 |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -2.091 | 4.186 |
| Cashflow | 642.299 | 611.275 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -213.822 | -62.693 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -58.347 | -31.726 |
| Afname (toename) van vorderingen | -308.384 | 93.961 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | -336.488 | -553.537 |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 96.120 | 9.621 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) | 379.047 | 419.257 |
| Afname (toename) overige | 14.230 | -268 |
| Operationele cashflow | 428.478 | 548.583 |
| Investeringen | -1.103.222 | -1.165.097 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -505.916 | -491.841 |
| Investering in vastgoedbeleggingen | -182.707 | -126.121 |
| Verwerving van financiële vaste activa | 19.842 | -304.012 |
| Nieuwe leningen toegestaan | -54.112 | -27.820 |
| Verwerving van geldbeleggingen | -380.329 | -215.302 |
| Desinvesteringen | 538.011 | 724.102 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 16.027 | 20.459 |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 3.500 | 113.502 |
| Overdracht van financiële vaste activa | 159.945 | 214.987 |
| Terugbetaalde leningen | 9.241 | 13.344 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 349.297 | 361.809 |
| Investeringscashflow | -565.211 | -440.994 |
| Financiële operaties | ||
| Ontvangen interesten | 10.412 | 10.820 |
| Betaalde interesten | -40.343 | -47.945 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -12.852 | -24.519 |
| Afname (toename) van eigen aandelen | 768 | -6.993 |
| (Afname) toename van financiële schulden | 158.592 | -9.743 |
| Winstverdeling | -73.019 | -67.638 |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -76.820 | -56.548 |
| Financieringscashflow | -33.262 | -202.566 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -169.995 | -94.978 |
| Wijziging consolidatiekring of -methode | -2.794 | -21.890 |
| Kapitaalsvermindering HPA (deel derden) | -8.483 | 0 |
| Kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate (deel derden) | 58.767 | 150 |
| Kosten kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate in min van eigen vermogen | -1.644 | 0 |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 709 | -570 |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 513.588 | 637.027 |
De eerste toepassing IFRS 9 Financiële instrumenten en IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten heeft geen impact op het kasstroomoverzicht. Op pagina 159 van dit verslag is een opsplitsing opgenomen van dit kasstroomoverzicht per segment.
| (€ 1.000) | Herwaarderingsreserves | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
beschikbaar voor verkoop Effecten |
Afdekkings- reserves |
(verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekenings verschillen |
eigen aandelen Ingekochte |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
eigen vermogen Totaal |
|||
| Beginsaldo, 1 januari 2017 | 113.907 2.682.090 | 31.145 | -18.635 | -11.569 | 10.974 | -24.830 2.783.083 | 1.133.265 3.916.348 | |||||
| Winst | 302.530 | 302.530 | 153.128 | 455.657 | ||||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -7.566 | 8.431 | -3.514 | -26.748 | -29.397 | -1.294 | -30.691 | |||||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 302.530 | -7.566 | 8.431 | -3.514 | -26.748 | 0 | 273.132 | 151.834 | 424.966 | ||
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -67.638 | -67.638 | -56.548 | -124.186 | ||||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-4.998 | -4.998 | -4.998 | |||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
-11.371 | -11.371 | -5.487 | -16.858 | ||||||||
| Eindsaldo, 31 december 2017 | 113.907 2.905.611 | 23.579 | -10.204 | -15.083 | -15.774 | -29.828 2.972.208 | 1.223.064 4.195.272 | |||||
| (€ 1.000) | Herwaarderingsreserves | |||||||||||
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
beschikbaar voor verkoop Effecten |
Fair value through Obligaties - OCI (FVOCI) |
Fair value through Aandelen - OCI (FVOCI) |
Afdekkings- reserves |
(verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekenings verschillen |
eigen aandelen Ingekochte |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
eigen vermogen Totaal |
|
| Eindsaldo, 31 december 2017 | 113.907 2.905.611 | 23.579 | -10.204 | -15.083 | -15.774 | -29.828 2.972.208 | 1.223.064 4.195.272 | |||||
| Impact IFRS 9 - Classificatie & waardering |
21.684 | -23.579 | 1.544 | 351 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Impact IFRS 9 - Expected Credit loss |
-9.866 | -9.866 | -5.458 | -15.324 | ||||||||
| Impact IFRS 15 - Opbrengsten uit contracten met klanten |
-9.392 | -9.392 | -6.158 | -15.550 | ||||||||
| Beginsaldo, 1 januari 2018 | 113.907 2.908.037 | 0 | 1.544 | 351 | -10.204 | -15.083 | -15.774 | -29.828 2.952.951 | 1.211.448 4.164.398 | |||
| Winst | 289.639 | 289.639 | 152.134 | 441.773 | ||||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 24 | -123 | -3.325 | 87 | 8.312 | 4.976 | -3.072 | 1.904 | ||||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 289.639 | 0 | 24 | -123 | -3.325 | 87 | 8.312 | 0 | 294.615 | 149.061 | 443.677 |
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -73.019 | -73.019 | -76.820 | -149.839 | ||||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
1.716 | 1.716 | 1.716 | |||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
184 | 184 | -102.141 | -101.957 |
Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar pagina 127 van dit rapport. De impact van de gewijzigde boekhoudregels op het geconsolideerde eigen vermogen wordt toegelicht in Toelichting 2 Herziene openingsbalans op pagina 140 van dit verslag.
AvH heeft in 2018 geen eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 23.000 aandelen AvH. Op 31 december 2018 zijn in totaal opties toegekend op 334.000 aandelen AvH. Ter indekking van die verplichting bezit AvH op diezelfde datum precies 334.000 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2018 ook 304.867 aandelen AvH gekocht en 300.709 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 4.158 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 4.158 aandelen in 2018 brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 9.415.
De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit voort uit de kapitaalsverhoging bij Leasinvest Real Estate (70%-deelname door derden), de kapitaalsvermindering bij HPA (28% uitgekeerd aan derden) en de vereenvoudiging van de structuur van de Finaxis-groep (geen uitdrukking meer van minderheidsbelangen op Delen Private Bank). Voor deze laatste component verwijzen we naar de toelichting in de rubriek 6. Segmentrapportering op pagina 153.
Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar pagina 208 voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2018, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties toegepast per 1 januari 2018 Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2018 toegepast.
De definitieve versie van IFRS 9 Financiële instrumenten vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering, alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van het project met betrekking tot de verantwoording van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, verwachte kredietverliezen en hedge accounting.
AvH heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de vergelijkende gegevens niet te herwerken. Hierdoor werd de impact bij aanvang voor zowel de classificatie en waardering van financiële instrumenten als de bepaling van verwachte verliezen voor kredietrisico's verwerkt in de openingsbalans per 1/1/2018, zonder aanpassing van de vorige periodes. De vorige periodes zijn verwerkt conform IAS 39.
IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: geamortiseerde kostprijs, reële waarde opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (fair value through other comprehensive income) en reële waarde opgenomen in de resultatenrekening (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën effecten aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen en effecten beschikbaar voor verkoop houden op te bestaan.
De nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs gebeurt in 2 stappen:
Behalve bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank worden de reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er in de openingsbalans (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats van 21,7 miljoen euro (deel groep). Daarna wordt voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist per instrument.
Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract.
Bank J.Van Breda & C° heeft een model ontwikkeld voor de berekening van 'expected credit loss'. De kredietportefeuille wordt onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
De kredietverliezen voor stage 1 en 2 worden berekend op basis van een intern ontwikkeld model in lijn met de bepalingen van IFRS 9. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° blijft de impact op het openings eigen vermogen beperkt tot -3,3 miljoen euro (voor belangen van derden). Delen Private Bank kent een minimale impact van -0,1 miljoen euro (voor belangen van derden). In Toelichting 2 op pagina 143-144 wordt de uitwerking van IFRS 9 bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank nog meer in detail toegelicht.
In toepassing van IFRS 9, werd in de openingsbalans van CFE een waardevermindering van 12 miljoen euro geboekt op de openstaande vorderingen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii. De toepassing van dit waarderingsmodel op vorderingen van CFE op de overheid van Tsjaad heeft tot een herwerking geleid van het eigen vermogen in de openingsbalans per 1 januari 2018 ten belope van 12 miljoen euro.
Bij de andere participaties van de groep AvH had de eerste toepassing van IFRS 9 – verwachte kredietverliezen geen materiële impact.
De nieuwe principes voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) zullen geen significante impact hebben.
In IFRS 15 wordt een vijfstappenmodel voor de verantwoording van omzet uit contracten met klanten geïntroduceerd. Onder IFRS 15 worden opbrengsten in hoofde van overdracht van goederen of diensten verantwoord tegen de vergoeding waarop de onderneming verwacht recht te hebben. De nieuwe standaard vervangt alle bestaande IFRSvereisten voor opbrengsterkenning.
AvH heeft de nieuwe standaard ingevoerd op 1/1/2018 en opteerde voor de gewijzigde retrospectieve methode, wat betekent dat de openingsbalans van het eigen vermogen per 1 januari 2018 wordt aangepast zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Volgens deze benadering wordt IFRS 15 toegepast op contracten die op de datum van eerste toepassing nog niet zijn afgerond en deze contracten worden herwerkt alsof IFRS 15 altijd van toepassing was.
Uit de analyse bij DEME blijkt dat bepaalde contracten (EPCI) identificeerbare afzonderlijke prestatieverplichtingen bevatten, nl. verplichtingen mbt aankoop- en installatieactiviteiten. Deze type-contracten werden eind 2017 in IAS 11 als één enkel contract beschouwd, maar volgens IFRS 15 geven de verschillende prestatieverplichtingen elk apart aanleiding tot omzeterkenning. De impact van deze herwerking deed het openings eigen vermogen per 1 januari 2018 dalen met 15,6 miljoen euro (voor belangen van derden). Bij de andere participaties was er geen materiële impact vast te stellen.
We verwijzen naar Toelichting 2 Herziene openingsbalans per 1/1/2018 voor meer details.
Bepaalde nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden werden gepubliceerd door de IASB maar waren nog niet verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2018, en werden niet vervroegd toegepast. AvH is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen wanneer ze van kracht worden.
Deze nieuwe standaard bepaalt de opname, waardering en informatieverstrekking met betrekking tot leasing contracten (1/1/2019) en vervangt IAS 17. Als gevolg hiervan komen alle lease- en huurverplichtingen (zoals huurcontracten met betrekking tot vastgoed) op de balans.
Onder de nieuwe standaard worden een actief (het recht om het geleasde goed te gebruiken) en een financiële verplichting om huur te betalen opgenomen. De enige uitzonderingen hierop zijn kortlopende en laagwaardige huurcontracten. De groep heeft het afgelopen jaar alle lease-overeenkomsten van de groep herzien in het licht van de nieuwe norm IFRS 16.
De groep zal de vereenvoudigde overgangsbenadering toepassen, waarbij het cumulatieve effect van de eerste toepassing van de norm in aanmerking wordt genomen per 1 januari 2019 en, bijgevolg, worden de vergelijkende cijfers (boekjaar 2018) niet herwerkt.
In overeenstemming met IFRS 16 C8(b) ii, heeft de Groep ervoor gekozen om het gebruiksrecht van het actief te waarderen tegen een bedrag gelijk aan de leaseverplichting, aangepast met het bedrag van vooruitbetaalde of lopende leasebetalingen met betrekking tot die lease die onmiddellijk vóór de datum van eerste toepassing in de balans zijn opgenomen. Aangezien de Groep het gebruiksrecht van de activa heeft opgenomen voor een bedrag gelijk aan de leaseverplichtingen zal er geen materiële impact op het openings-eigen vermogen zijn.
Op de overgangsdatum (1 januari 2019) verwacht de Groep een bijkomende leaseverplichting uit te drukken van ongeveer 127 miljoen euro.
Het verschil tussen de operationele leasingschulden die worden vermeld in toelichting 16 en de inschatting van de leaseverplichting conform de eerste toepassing van IFRS 16 wordt hoofdzakelijk verklaard door het verdisconteringseffect. De gemiddelde verdisconteringsvoeten liggen tussen de 1,7% en 3,5%.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH NV, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere mede-aandeelhouders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatiemethode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.
Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.
Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.
Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt:
Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
(groepsvennootschap draagt substantieel alle eigendomsrisico's en -baten)
Bij de aanvang van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen in de balans opgenomen aan reële waarde van het geleased actief of indien lager, de contante waarde van de minimale leasebetalingen, zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. De disconteringsvoet gebruikt bij de berekening van de contante waarde van de minimale leasebetalingen is de impliciete rentevoet van de lease-overeenkomst, zo die kan worden bepaald. In het andere geval dient de marginale rentevoet van de leasingnemer worden gebruikt.
(voordelen en risico's blijven substantieel bij de leasinggever)
De leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
De financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen onder de lange en korte termijnvorderingen aan de huidige waarde van de toekomstige leasingbetalingen en de al dan niet gegarandeerde residuwaarde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen, berekend aan de impliciete rentevoet.
Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het resultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan een contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De operationele leasings betreffen leasings die niet kwalificeren als een financiële leasing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen operationele leasings die o.b.v. IAS 17 aan kostprijs worden gewaardeerd en operationele leasings die als een vastgoedbelegging worden beschouwd en die o.b.v. IAS 40.33 aan marktwaarde worden gewaardeerd, waardoor de waardeschommelingen in de resultatenrekening zullen opgenomen worden.
Het onderscheid tussen beide soorten hangt af van de berekeningswijze van de optie. Indien de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde dan zal het contract als een vastgoedbelegging gekwalificeerd worden. In alle andere gevallen worden deze contracten beschouwd als operationele leasings conform IAS 17.
De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
• Financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als de Groep partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden verwerkt op de afwikkelingsdatum.
• Een financieel actief wordt van de balans verwijderd wanneer de contractuele rechten op de kasstromen ervan aflopen of die rechten worden overgedragen en de Groep ook alle bijhorende risico's en voordelen van eigendom van het financieel actief overdraagt. • Een financiële verplichting wordt van de balans verwijderd wanneer de contractueel
vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, of afloopt.
Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is. Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de netto-activa van een andere entiteit.
Voor schuldinstrumenten moeten twee zaken beoordeeld worden:
• de beoordeling van het business model gebeurt voor elke groep van financiële activa die op dezelfde manier beheerd worden voor wat betreft het genereren van kasstromen:
• de beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest).
Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:
i) gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (AC): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC-model.
Bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving ervan. Vervolgens wordt de effectieve rentemethode toegepast waarbij het verschil tussen de waardering bij eerste opname en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening wordt geboekt op basis van de effectieve rentevoet.
Bij verkoop worden de gecumuleerde waardeveranderingen overgeboekt naar de winsten verliesrekening.
iii) gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL): schuldinstrumenten waarvoor de SPPI-test faalt en/of die niet worden aangehouden onder een HTC of HTC&S-model moeten verplicht op deze manier worden gewaardeerd.
Los van deze beoordelingen kan de bank er bij aanvang onherroepelijk voor kiezen om het financieel actief op te nemen aan FVTPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.
Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).
Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).
Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.
Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:
De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IAS 39 Hedge accounting.
De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waardeof kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:
Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:
De staging bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.
Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun investment grade rating categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.
Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.
Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:
• PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille.
Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Daarbij baseert de Bank zich op een van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:
Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:
Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt de verwachte recuperatie bepaald op basis van het gedekt gedeelte. Voor dubieuze vorderingen is de waardevermindering gelijk aan 100% van het ongedekt gedeelte. Voor kredieten in de hoogste risicocategorie is de waardevermindering gelijk aan een percentage van het ongedekt risico.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.
Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.
Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.
Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien impact van materieel belang.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen en overdraagbare fiscale verliezen.
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:
Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.
De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.
De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen waarvoor bijdragen worden betaald aan een afzonderlijk beheerd fonds. De kosten van de te bereiken doelpensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doel-pensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.
Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.
Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen. De opbrengsten worden erkend tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding.
De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.
Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.
Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract identificeerbaar is.
De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.
De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in de divisie Baggerwerken Milieu, waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.
Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar
klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion'-methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties. Voor de EPCIcontracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode
Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen
Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.
Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.
Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld.
Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.
IFRS 15 had geen invloed op de klantcontracten van de banken.
De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten).
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.
De definitieve versie van IFRS 9 Financiële instrumenten vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering, alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van het project met betrekking tot de verantwoording van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, verwachte kredietverliezen en hedge accounting.
AvH heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de vergelijkende gegevens niet te herwerken. Hierdoor werd de impact bij aanvang voor zowel de classificatie en waardering van financiële instrumenten als de bepaling van verwachte verliezen voor kredietrisico's verwerkt in de openingsbalans per 1/1/2018, zonder aanpassing van de vorige periodes.
IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: geamortiseerde kostprijs, reële waarde opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (fair value through other comprehensive income) en reële waarde opgenomen in de resultatenrekening (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën effecten aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen en effecten beschikbaar voor verkoop houden op te bestaan.
De nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs gebeurt in 2 stappen:
Behalve bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank worden de reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er in de openingsbalans (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats van 21,7 miljoen euro (deel groep). Daarna wordt voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist per instrument.
Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract.
Bank J.Van Breda & C° heeft een model ontwikkeld voor de berekening van 'excpected credit loss'. De kredietportefeuille wordt onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
De kredietverliezen voor stage 1 en 2 worden berekend op basis van een intern ontwikkeld model in lijn met de bepalingen van IFRS 9. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° blijft de impact op het openings eigen vermogen beperkt tot -3,3 miljoen euro (voor belangen van derden). Delen Private Bank kent een minimale impact van -0,1 miljoen euro (voor belangen van derden).
Op pagina 143-144 wordt de uitwerking van IFRS 9 bij Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank nog meer in detail toegelicht.
In toepassing van IFRS 9, werd in de openingsbalans van CFE een waardevermindering van 12 miljoen euro geboekt op de openstaande vorderingen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii. De toepassing van dit waarderingsmodel op vorderingen van CFE op de overheid van Tsjaad heeft tot een herwerking geleid van het eigen vermogen in de openingsbalans per 1 januari 2018 ten belope van 12 miljoen euro.
Bij de andere participaties van de groep AvH had de eerste toepassing van IFRS 9 – verwachte kredietverliezen geen materiële impact.
De nieuwe principes voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) zullen geen betekenisvolle impact hebben.
In IFRS 15 wordt een vijfstappenmodel voor de verantwoording van omzet uit contracten met klanten geïntroduceerd. Onder IFRS 15 worden opbrengsten in hoofde van overdracht van goederen of diensten verantwoord tegen de vergoeding waarop de onderneming verwacht recht te hebben. De nieuwe standaard vervangt alle bestaande IFRSvereisten voor opbrengsterkenning.
AvH heeft de nieuwe standaard ingevoerd op 01/01/2018 en opteerde voor de gewijzigde retrospectieve methode, wat betekent dat de openingsbalans van het eigen vermogen per 1 januari 2018 wordt aangepast zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Volgens deze benadering wordt IFRS 15 toegepast op contracten die op de datum van eerste toepassing nog niet zijn afgerond en deze contracten worden herwerkt alsof IFRS 15 altijd van toepassing was.
Uit de analyse bij DEME blijkt dat bepaalde contracten (EPCI) identificeerbare afzonderlijke prestatieverplichtingen bevatten, nl. verplichtingen mbt aankoop- en installatieactiviteiten. Deze type-contracten werden eind 2017 in IAS 11 als één enkel contract beschouwd, maar volgens IFRS 15 geven de verschillende prestatieverplichtingen elk apart aanleiding tot omzeterkenning. De impact van deze herwerking deed het openings eigen vermogen per 1 januari 2018 dalen met 15,6 miljoen euro (voor belangen van derden). Bij de andere participaties was er geen materiële impact vast te stellen.
| (€ 1.000) | 31-12-2017 | IFRS 9 Classificatie & waardering |
IFRS 9 Expected Credit loss 'Private Banking' |
IFRS 9 Expected Credit loss 'Other Segments' |
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten |
Openingsbalans (1-1-2018) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 9.255.476 | 0 | -2.819 | 0 | 0 | 9.252.657 |
| Immateriële vaste activa | 179.567 | 179.567 | ||||
| Goodwill | 349.523 | 349.523 | ||||
| Materiële vaste activa | 2.572.877 | 2.572.877 | ||||
| Terreinen en gebouwen | 479.686 | 479.686 | ||||
| Installaties, machines en uitrusting | 1.615.815 | 1.615.815 | ||||
| Meubilair en rollend materieel | 28.822 | 28.822 | ||||
| Overige materiële vaste activa | 4.713 | 4.713 | ||||
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 443.558 | 443.558 | ||||
| Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17) | 283 | 283 | ||||
| Vastgoedbeleggingen | 945.488 | 945.488 | ||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 1.240.746 | 0 | -61 | 0 | 0 | 1.240.685 |
| Financiële vaste activa | 267.186 | 0 | 0 | 0 | 0 | 267.186 |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 102.335 | -102.335 | 0 | |||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 102.335 | 102.335 | ||||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) | 0 | |||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI - no recycling) |
0 | |||||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | |||||
| Vorderingen en borgtochten | 164.851 | 164.851 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 5.649 | 5.649 | ||||
| Vorderingen op meer dan één jaar | 177.109 | 0 | -544 | 0 | 0 | 176.565 |
| Handelsvorderingen | 6.958 | 6.958 | ||||
| Vorderingen uit financiële lease | 160.765 | -544 | 160.221 | |||
| Overige vorderingen | 9.386 | 9.386 | ||||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 109.219 | 0 | 1.088 | 0 | 0 | 110.307 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
3.408.112 | 0 | -3.302 | 0 | 0 | 3.404.810 |
| II. Vlottende activa | 4.192.378 | 0 | -32 | -12.000 | 0 | 4.180.346 |
| Voorraden | 329.400 | 329.400 | ||||
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten |
74.292 | 74.292 | ||||
| Geldbeleggingen | 467.882 | 0 | -32 | 0 | 0 | 467.850 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 467.879 | -467.879 | 0 | |||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | -3 | 0 | |||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 40.170 | 40.170 | ||||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) | 427.139 | -32 | 427.107 | |||
| Financiële activa : aandelen - FV through OCI (FVOCI - no recycling) | 573 | 573 | ||||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | |||||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 4.553 | 4.553 | ||||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.321.413 | 0 | 0 | -12.000 | 0 | 1.309.413 |
| Handelsvorderingen | 1.066.152 | -12.000 | 1.054.152 | |||
| Vorderingen uit financiële lease | 55.139 | 55.139 | ||||
| Overige vorderingen | 200.122 | 200.122 | ||||
| Terug te vorderen belastingen | 19.030 | 19.030 | ||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.304.957 | 1.304.957 | ||||
| Banken - interbancaire vorderingen | 88.863 | 88.863 | ||||
| Banken - leningen & vorderingen (exclusief leasing) Banken - tegoeden Centrale banken |
908.056 308.038 |
908.056 308.038 |
||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 637.027 | 637.027 | ||||
| Termijndeposito's tot drie maand | 35.152 | 35.152 | ||||
| Liquide middelen | 601.875 | 601.875 | ||||
| Overlopende rekeningen | 33.824 | 33.824 | ||||
| III. Activa bestemd voor verkoop | 21.159 | 21.159 | ||||
| Totaal der activa | 13.469.013 | 0 | -2.851 | -12.000 | 0 | 13.454.162 |
| (€ 1.000) | 31-12-2017 | IFRS 9 Classificatie & waardering |
IFRS 9 Expected Credit loss 'Private Banking' |
IFRS 9 Expected Credit loss 'Other Segments' |
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten |
Openingsbalans (1-1-2018) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | ||||||
| Eigen vermogen - deel groep | 4.195.272 2.972.208 |
0 0 |
-3.324 -2.618 |
-12.000 -7.248 |
-15.550 -9.392 |
4.164.398 2.952.951 |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | ||||
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | ||||
| Agio | 111.612 | 111.612 | ||||
| Geconsolideerde reserves | 2.905.611 | 21.684 | -2.618 | -7.248 | -9.392 | 2.908.037 |
| Herwaarderingsreserves | -17.482 | -21.684 | 0 | 0 | 0 | -39.166 |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 23.579 | -23.579 | 0 | |||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI - recycling) | 1.544 | 1.544 | ||||
| Financiële activa : aandelen - FV through OCI (FVOCI - no recycling) | 351 | 351 | ||||
| Afdekkingsreserve | -10.204 | -10.204 | ||||
| Actuariële winsten(verliezen) DBP | -15.083 | -15.083 | ||||
| Omrekeningsverschillen | -15.774 | -15.774 | ||||
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -29.828 | -29.828 | ||||
| Minderheidsbelang | 1.223.064 | 0 | -706 | -4.752 | -6.158 | 1.211.448 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.477.286 | 0 | 473 | 0 | -3.077 | 2.474.682 |
| Voorzieningen | 86.381 | 0 | 473 | 0 | 0 | 86.854 |
| Pensioenverplichtingen | 58.134 | 58.134 | ||||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 212.268 | 0 | 0 | 0 | -3.077 | 209.191 |
| Financiële schulden | 1.388.177 | 1.388.177 | ||||
| Leningen van banken | 877.470 | 877.470 | ||||
| Obligatieleningen | 435.327 | 435.327 | ||||
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 5.354 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten Overige financiële schulden |
66.147 3.880 |
66.147 3.880 |
||||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 50.397 | 50.397 | ||||
| Overige schulden | 26.761 | 26.761 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, | ||||||
| cliënten & obligaties | 655.168 | 655.168 | ||||
| Banken - LT deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | ||||
| Banken - LT deposito's van klanten | 607.368 | 607.368 | ||||
| Banken - in schuldbew belichaamde LT schuld | 0 | 0 | ||||
| Banken - LT achtergestelde verplichtingen | 47.800 | 47.800 | ||||
| III. Kortlopende verplichtingen | 6.796.455 | 0 | 0 | 0 | 18.627 | 6.815.082 |
| Voorzieningen | 59.166 | 59.166 | ||||
| Pensioenverplichtingen | 289 | 289 | ||||
| Financiële schulden | 499.467 | 499.467 | ||||
| Leningen van banken | 163.833 | 163.833 | ||||
| Obligatieleningen | 99.959 | 99.959 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 15.230 | 15.230 | ||||
| Overige financiële schulden | 220.445 | 220.445 | ||||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 8.405 | 8.405 | ||||
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten |
235.704 | 235.704 | ||||
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.641.461 | 0 | 0 | 0 | 18.627 | 1.660.088 |
| Handelsschulden | 1.352.745 | 18.627 | 1.371.371 | |||
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.505 | 2.505 | ||||
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 186.022 | 186.022 | ||||
| Overige schulden | 100.189 | 100.189 | ||||
| Te betalen belastingen | 64.691 | 64.691 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, | ||||||
| cliënten & obligaties | 4.191.182 | 4.191.182 | ||||
| Banken -KT deposito's van kredietinstellingen | 27.458 | 27.458 | ||||
| Banken - KT deposito's van klanten | 3.898.145 | 3.898.145 | ||||
| Banken - in schuldbew belichaamde KT schuld | 253.114 | 253.114 | ||||
| Banken - KT achtergestelde verplichtingen | 12.465 | 12.465 | ||||
| Overlopende rekeningen | 96.089 | 96.089 | ||||
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | ||||
| Totaal van het eigen vermogen | ||||||
| en de verplichtingen | 13.469.013 | 0 | -2.851 | -12.000 | 0 | 13.454.162 |
IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: amortised cost, FVOCI (fair value through other comprehensive income) en FVPL (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën held to maturity, loans & receivables en available for sale houden op te bestaan.
Inzake de classificatie en waardering van financiële verplichtingen loopt IFRS 9 in grote mate gelijk met IAS 39.
De nieuwe classificatie onder IFRS 9 is het resultaat van een aantal beoordelingen die Bank J.Van Breda &C° heeft uitgevoerd voor de verschillende groepen financiële instrumenten.
De beoordeling van het business model (BM) gebeurt voor elke groep van rentedragende financiële activa die op dezelfde manier beheerd worden voor wat betreft het genereren van kasstromen:
De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (rentedragende financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest).
Deze test kan bijvoorbeeld falen wanneer de gehanteerde referentierente sterk afwijkt van de renteherzieningsperiode (zoals bij een maandelijkse herprijzing aan een 1-jaars rentevoet), wanneer een buitensporige wederbeleggingsvergoeding voorzien is of wanneer het bedrag of tijdstip van de kasstromen eenzijdig kan gewijzigd worden door een tegenpartij.
De huidige aandelen en fondsen in de beleggingsportefeuille worden niet aangehouden voor handelsdoeleinden. Bank J.Van Breda & C° kiest er bij de eerste toepassing van IFRS 9 voor om deze instrumenten op te nemen in de categorie FVOCI. Bij verkopen worden eventuele gerealiseerde meer-/minwaarden echter niet overgeboekt naar de winst- en verliesrekening (no recycling).
Derivaten worden steeds opgenomen in de categorie FVPL. Een klein deel daarvan betreft termijnwisselverrichtingen aangegaan met klanten en de eventuele indekkingen daarvan bij kredietinstellingen. Het grootste deel betreft renteswaps die aangehouden worden ter indekking van het renterisico van de kredietportefeuille: zij blijven administratief verwerkt worden als reëlewaardeindekkingen onder IAS 39 tot een nieuwe macro hedging standaard wordt ingevoerd.
Onderstaande tabel toont aan dat de nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen geen impact heeft op de openingsbalans per 1/1/2018 van Bank J.Van Breda & C°, op basis van de uitgevoerde beoordelingen (dit is weliswaar zonder de impact van ECL's, zie verder).
Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract. In het algemeen zullen alle financiële activa een voorziening voor kredietverliezen dragen (mits enkele uitzonderingen).
De verschillende portefeuilles financiële activa worden onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
Een waarderingsmodel berekent de kredietverliezen voor stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Voor de niet-performante kredieten in stage 3 (incurred credit loss) wijzigt er niets.
De '1-year expected credit loss' en 'lifetime expected credit loss' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van het aflossingsplan en volgende modelparameters:
De staging bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.
IFRS 9 voorziet de mogelijkheid een portefeuille met een laag risicoprofiel (bv. obligaties in een liquiditeitsportefeuille) een vrijstelling (low credit risk exemption) toe te kennen. Voor zo een portefeuille is een vereenvoudigde manier om een verhoogd risico te bepalen toegelaten. Dit is echter een uitzonderlijke situatie waarbij op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan.
De modellering van de obligatieportefeuille gebeurt volgens dezelfde principes als deze gehanteerd voor de kredietportefeuille (zoals hierboven beschreven). De PDmodellering is gebaseerd op migratiematrices aangeleverd door ratingbureau DBRS. Voorts passen we voor obligaties de 'low credit risk exemption' toe: zo lang deze obligaties hun investment grade rating categorie behouden, blijven ze in stage 1. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal Bank J.Van Breda & C° één van volgende zaken doen:
Onderstaande tabellen tonen de totale exposure (binnen- en buitenbalans) en verwachte kredietverliezen voor de 'performing loans' in de krediet-, Van Breda Car Finance- en obligatieportefeuille (exclusief interbancaire exposures, die volgens de modellering geen aanleiding geven tot verwachte kredietverliezen).
| (€ 1.000) | Totale exposure (binnen- en buitenbalans) |
Geschat kredietverlies |
|---|---|---|
| Kredietportefeuille | 4.542.325 | 3.124 |
| Van Breda Car Finance portefeuille | 390.457 | 1.194 |
| Obligatieportefeuille | 417.620 | 32 |
| Totaal | 5.350.403 | 4.350 |
Onderstaande tabel deelt de drie bovenstaande portefeuilles in op basis van het aantal dagen achterstal.
| (€ 1.000) | Totale exposure (binnen- en buitenbalans) |
Geschat kredietverlies |
|---|---|---|
| Zonder achterstal | 5.165.683 | 3.743 |
| 1-30 dagen achterstal | 167.936 | 345 |
| 31-60 dagen achterstal | 15.381 | 242 |
| 61-90 dagen achterstal | 1.370 | 20 |
| Meer dan 90 dagen achterstal | 34 | 1 |
| Totaal | 5.350.403 | 4.350 |
Op basis van bovenstaande berekeningen bedraagt de netto-impact op het eigen vermogen van de openingsbalans Bank J.Van Breda & C° per 1/1/2018 K€ -3.263 als gevolg van verwachte kredietverliezen op financiële activa (stage 1 & stage 2).
| Activa | Eigen vermogen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verwachte kredietverliezen | - 4.350 | Reserves | -3.263 | |||||
| Uitgestelde belastingvordering | +1.087 | |||||||
| Eigen vermogen gerapporteerd per 31/12/2017 (incl. derden) | 538.838 | |||||||
| Impact IFRS 9 ECL | -3.263 | |||||||
| Aangepast eigen vermogen in openingsbalans per 1/1/2018 | 535.575 |
Delen Private Bank heeft bovenstaande criteria getoetst en besluit dat er inzake classificatie en waardering van financiële verplichtingen en financiële activa geen impact is op de openingsbalans per 1/1/2018. De organisatie, processen en governance worden aangepast opdat de formele beoordelingen en de review in een going concern kunnen worden uitgevoerd.
De reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" worden vanaf 1 januari 2018 opgenomen in de resultatenrekening. Bijgevolg vond er (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats in de openingsbalans van K€ 304. Daarna zal voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist worden per instrument.
Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een "incurred loss" model naar een "expected loss" model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract. De verwachte kredietverliezen (ECL) worden bepaald op individuele basis. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Delen Private Bank is de impact op het openings eigen vermogen zeer beperkt (K€ -61).
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2018 |
Minderheids belangen % 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE (1) (2) | 0400.464.795 | België | 60,45% | 60,40% | 39,55% | 39,60% |
| DEME (1) (2) | 0400.473.705 | België | 60,45% | 60,40% | 39,55% | 39,60% |
| Rent-A-Port (2) | 0885.565.854 | België | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% |
| International Port Engineering and Management (IPEM) | 0441.086.318 | België | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% |
| Infra Asia Consultancy and Project Management | 0891.321.320 | België | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% |
| Rent-A-Port Green Energy | 0648.717.687 | België | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% |
| IPEM Holdings | Cyprus | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% | |
| Port Management Development | Cyprus | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% | |
| Infra Asia Consultancy Ltd. | Hong Kong | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% | |
| Rent-A-Port Reclamation | Hong Kong | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% | |
| OK SPM FTZ Enterprise | Nigeria | 72,20% | 72,18% | 27,80% | 27,82% | |
| Société d'Investissement Portuaire de Guinée | Guinée | 50,54% | 50,53% | 49,46% | 49,47% | |
| Infra Asia Investment Green Utilities Limited (3) | Hong Kong | 72,20% | 27,80% | |||
| Green Offshore (2) | 0832.273.757 | België | 80,22% | 80,20% | 19,78% | 19,80% |
| Private Banking | ||||||
| Bank J.Van Breda & C° | 0404.055.577 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| Beherman Vehicle Supply | 0473.162.535 | België | 63,00% | 63,00% | 37,00% | 37,00% |
| Finaxis (4) | 0462.955.363 | België | 78,75% | 21,25% | ||
| FinAx (4) | 0718.694.279 | België | 100,00% | |||
| Real Estate & Senior Care | ||||||
| Extensa Group | 0425.459.618 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa | 0466.333.240 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Development | 0446.953.135 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Istanbul | 566454 / 514036 | Turkije | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Romania | J40.24053.2007 | Roemenië | 100,00% | 100,00% | ||
| Gare Maritime (5) | 0696.803.359 | België | 100,00% | |||
| Grossfeld Developments (6) | 2012.2448.267 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Grossfeld Immobilière | 2001.2234.458 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Implant | 0434.171.208 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| RFD | 0405.767.232 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| RFD CEE Venture Capital | 801.966.607 | Nederland | 100,00% | 100,00% | ||
| Project T&T | 0476.392.437 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Openbaar Pakhuis | 0863.093.924 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Parking | 0863.091.251 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Tréfonds | 0807.286.854 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Services | 0628.634.927 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Douanehotel | 0406.211.155 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Beekbaarimmo | 19.992.223.718 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| UPO Invest | 0473.705.438 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Vilvolease | 0456.964.525 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Leasinvest Real Estate (7) | 0436.323.915 | België | 30,01% | 30,01% | 69,99% | 69,99% |
| Leasinvest Real Estate Management (7) | 0466.164.776 | België | 100,00% | 100,00% |
(1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE.
(2) De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.
(3) Infra Asia Investment Green Utilities Limited : deze nieuw opgerichte vennootschap is nog niet operationeel.
(4) Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. Zie ook de rubriek 6. Segment rapportering (p. 153) voor meer toelichting.
(5) In het kader van de renovatie en (toekomstige) uitbating van de Gare Maritime werd een aparte vennootschap opgericht.
(6) Op grond van de aandeelhoudersovereenkomst heeft Extensa economisch slechts recht op 50% van de resultaten van deze vennootschap.
(7) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemingsnummer | Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2018 |
Minderheids belangen % 2017 |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | |||||||||||
| Anima Care (1) | 0469.969.453 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Care Vlaanderen | 0698.940.725 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Gilman | 0870.238.171 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Vera | 0452.357.718 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Engagement | 0462.433.147 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Le Gui | 0455.218.624 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Care Wallonië (ex-Au Privilège) | 0428.283.308 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Huize Philemon & Baucis | 0462.432.652 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Cura | 0480.262.143 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Glamar | 0430.378.904 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Zorgcentrum Lucia | 0818.244.092 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence Parc des Princes | 0431.555.572 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence St. James | 0428.096.434 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Château d'Awans | 0427.620.342 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Home Scheut | 0458.643.516 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Le Birmingham | 0428.227.284 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Duneroze (fusie met Anima Cura) | 0536.809.777 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Zandsteen | 0664.573.823 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Les Résidences de l'Eden | 0455.832.197 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence Arcade | 0835.637.281 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| La Roseraie | 0466.582.668 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Patrium | 0675.568.178 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Elenchus Invest | 0478.953.930 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence Edelweiss | 0439.605.582 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence Neerveld | 0427.883.628 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| HPA (2) |
0818.090.674 | België | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Exploitatie / Vastgoed rusthuizen | |||||||||||
| Residalya / Patrimoine & Santé Expansion | 480.081.397 | 834.371.676 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Residalya Real Estate / P&S Real Estate | 480.081.819 | 487.599.102 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Inova | 450.720.883 | Frankrijk | 36,01% | 36,01% | 63,99% | 63,99% | |||||
| La Chenaie / Saint Ciers Invest | 343.356.028 | 491.430.781 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Le Jardin Des Loges / Bonnet Invest | 394.806.541 | 485.191.951 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Le Mont Des Landes / Saint Savest | 401.600.481 | 491.485.371 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Les Alysés / Troyes Invest | 527.799.811 | 503.163.123 | Frankrijk | 71,72% | 69,04% | 71,72% | 69,04% | 28,28% | 30,96% | 28,28% | 30,96% |
| Les Portes De Champagne | 338.568.389 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Les Portes De Nimes / Poulx Invest | 423.582.055 | 491.006.300 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Les Portes Du Jardin / Tonnay Invest | 481.193.027 | 479.843.146 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Bésançon / Chazal Invest | 509.668.950 | 505.407.221 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya BL | 534.425.574 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Residalya Courchelettes / Courchelettes Invest | 531.354.801 | 510.895.162 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Dijon / Dijon Invest | 522.014.059 | 510.800.824 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Garons / Garons Invest | 534.425.608 | 808.415.368 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Residalya Haute Goulaine / Goulaine Invest | 492.700.885 | 495.191.918 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Le Lavandou / Grand Batailler Invest | 534.860.036 | 510.895.337 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Le Rove / Marseille Le Rove Invest | 490.173.614 | 499.376.457 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Les Rives D'Allier / Pont Du Château Invest |
491.818.779 | 492.578.505 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Orléans / Orléans Invest | 534.476.536 | 519.062.228 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya Résidence Automne / Champs Invest | 501.535.371 | 534.103.262 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Residalya Séolanes / Seolanes Invest | 501.479.638 | 387.965.502 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Residalya St. Marcel / Saint Marcel Invest | 531.418.564 | 522.169.861 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Residalya Villers Semeuse / Villers Semeuse invest |
527.736.441 | 510.800.808 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Residalya Projet 7 | 815.347.711 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Résidence Du Littoral / Saint Augustinvest | 482 162 542 | 491.430.575 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | ||
| Résidence Marguerite | 950.537.233 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Sogécom | 343.296.760 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| SRG / Saint Genis Invest | 398.710.921 | 394.584.742 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Villa Charlotte | 390.719.193 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | ||||||
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2018 |
Minderheids belangen % 2017 |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | |||||||||||
| La Demeure Du Bois Ardent / Turquoise | 399.793.173 | 394.597.488 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Sérénalto | 344.503.545 | Frankrijk | 43,03% | 43,03% | 56,97% | 56,97% | |||||
| Ambroise Paré / Paradin | 395.190.226 | 395.190.374 | Frankrijk | 40,88% | 43,03% | 40,88% | 43,03% | 59,12% | 56,97% | 59,12% | 56,97% |
| Cigma Holding / Cidevim | 789.479.185 | 478 101 025 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Cigma De Laval / Cigma du Tertre | 527.946.131 | 511 972 721 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Crèche du Tertre / Cigma du Tertre | 528.379.001 | 511 972 721 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Villa Thalia / CMSR | 348.210.196 | 322.409.442 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Résidence Le Pyla / Saphir | 424.416.212 | 433.702.467 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | 28,28% | 28,28% |
| Assoc. Château Vacquay / CV Invest (3) | 821.435.310 | Frankrijk | 71,72% | 28,28% | |||||||
| Assoc. Château Vacquay / PASA (3) | 800.412.025 | Frankrijk | 71,72% | 28,28% | |||||||
| Saint Lo Développement | 815.376.124 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Taillan Invest | 820.126.902 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Salvagny Invest | 824.058.184 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | |||||
| Energy & Resources | |||||||||||
| AvH Resources India | U74300DL2001 PTC111685 |
India | 100,00% | 100,00% | |||||||
| AvH & Growth Capital | |||||||||||
| Sofinim | 0434.330.168 | België | 100,00% | 100,00% | |||||||
| Sofinim Luxemburg | 2003.2218.661 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | |||||||
| Agidens International | 0468.070.629 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Life Sciences | 0411.592.279 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Infra Automation | 0630.982.030 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Proces Automation | 0465.624.744 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Proces Automation BV | 005469272B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Life Sciences BV | 850983411B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Infra Automation BV | 856220024B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Inc | USA | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | ||||||
| Agidens SAS | 10.813.818.424 | Frankrijk | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens GmbH | 76301 | Duitsland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens AG | 539301 | Zwitserland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Argus Technologies (4) | 0844.260.284 | België | 86,25% | 13,75% | |||||||
| Baarbeek Immo | 0651.662.133 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Subholdings AvH | |||||||||||
| Anfima | 0426.265.213 | België | 100,00% | 100,00% | |||||||
| AvH Coordination Center (vereffend) | 0429.810.463 | België | 99,99% | 0,01% | |||||||
| Brinvest | 0431.697.411 | België | 99,99% | 99,99% | 0,01% | 0,01% | |||||
| Profimolux | 1992.2213.650 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
(1) Anima Care verwierf in 2018 het woonzorgcentrum Ark van Noé (Bilzen) en groepeerde een aantal activiteiten in de nieuw opgerichte vennootschap Anima Care Vlaanderen. Anima Vera verdween uit de consolidatiekring als gevolg van de verkoop aan Baltisse van het vastgoed van rusthuis Kruyenberg in Berlare.
(2) Begin juli 2018 heeft HPA het vastgoed van 14 van haar woonzorgcentra verkocht aan de Franse vastgoedgroep Icade Santé. HPA's dochtervennootschap Residalya blijft huurder en uitbater van deze woonzorgcentra. De verkoop werd als volgt gestructureerd : het vastgoed dat geen deel uitmaakte van de verkoop werd ondergebracht in een nieuw opgerichte vennootschap Patrimoine & Santé Expansion. Vervolgens werd de initiële vastgoedvennootschap Patrimoine & Santé (eigenaar van het vastgoed van de 14 woonzorgcentra) verkocht aan Icade Santé.
(3) HPA realiseerde begin 2018 de overname van een residentie in Salleboeuf (Gironde).
(4) De overname van Argus Technologies, dat een 'cloud-based' SaaS energiemonitoring platform aanbiedt, kadert in de productinnovatiestrategie van Agidens.
| Marine Engineering & Contracting Rent-A-Port (1) Consortium Antwerp Port 0817.114.340 België 43,32% 16,68% 3.888 1.052 1.217 41 Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 36,10% 13,90% 1.805 2.066 0 -154 C.A.P. Industrial Port Land 0556.724.768 België 36,10% 13,90% 1.331 3 0 -10 Infra Asia Investment Fund 648.714.620 België 36,10% 13,90% 32.132 32.032 3 16 S Channel Management Limited Cyprus 36,10% 13,90% 0 91 0 -8 Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000) Vietnam 43,33% 16,68% 182.432 103.719 30.380 15.420 Rent-A-Port Gulf for Operation and Maintenance WLL Qatar 35,38% 13,62% 276 192 434 38 Private Banking Delen Investments cva (2) 0423.804.777 België Delen Private Bank (2) 0453.076.211 België 78,75% 3.200.465 2.457.538 384.262 112.390 Real Estate & Senior Care Extensa Group CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 18.570 18.070 0 -2.038 CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 16.818 9.783 700 -42 Delo 1 (3) 2016.2450.523 Luxemburg 50,00% 208.785 155.414 0 19.677 Alto 1 (3) 2016.2450.590 Luxemburg DPI (4) 0890.090.410 België Grossfeld PAP 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 72.653 74.749 3.032 -354 Les Jardins d'Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 2.999 4.199 8 -273 Immobilière Du Cerf (4) 0822.485.467 België Top Development 35 899 140 Slowakije 50,00% 6.039 1.617 1.744 2.588 TMT Energy (filiaal Top Development) (4) 47 474 238 Slowakije TMT RWP (filiaal Top Development) 47 144 513 Slowakije 50,00% 5.982 5.028 818 -221 Energy & Resources SIPEF (5) (USD 1.000) 0404.491.285 België 31,59% 938.368 293.859 275.270 30.089 AvH & Growth Capital Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.421 1.214 831 272 Distriplus (6) 0890.091.202 België Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 703.887 635.437 1.691.121 -10.609 Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 313.914 206.760 532.647 10.136 Telemond Consortium (7) België 50,00% 79.261 26.267 92.327 4.075 Subholdings AvH |
(€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Minderheids belangen % 2018 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| GIB nv | 0404.869.783 | België | 50,00% | 3.690 | 55.907 | 0 | -202 |
(1) De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.
(2) Op verzoek van de Nationale Bank van België werd de structuur van het aandeelhouderschap van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd, zonder de modaliteiten te wijzigen van het partnership tussen Ackermans & van Haaren enerzijds en de familie Delen anderzijds. AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. Promofi (familie Delen) participeert rechtstreeks ten belope van 21,25% in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. We verwijzen naar de rubriek 6. Segment rapportering (p. 153) voor meer toelichting.
(3) Deze vennootschappen zijn opgericht in het kader van de bouw van de op lange termijn voorverhuurde gebouwen aan Deloitte Luxemburg (Delo 1) en Alter Domus (Alto 1). Het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw werd in oktober 2018 verkocht aan internationale investeerders. Het nieuwe hoofdkantoor van Deloitte Luxemburg werd in januari 2019 opgeleverd en verkocht.
(4) In Trnava, Slowakije, heeft Top Development (Extensa 50%) zijn energienet in 2018 verkocht. Tevens werd een grondpositie in La Hulpe verkocht.
(5) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2018 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van 30,25% per einde 2017 tot 31,59% op jaareinde 2018.
(6) In oktober heeft Sofinim haar 50%-participatie in Distriplus, eigenaar van de merken Di en Planet Parfum, aan Groupe Jacques Bogart verkocht.
(7) Het consortium bestaat uit de 3 gemeenschappelijke dochterondernemingen Telemond Holding, Telehold & Henschel Engineering.
| (€ 1.000) Naam van |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % |
Totaal activa |
Totaal verplicht |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| de dochteronderneming | 2017 | ingen | ||||||
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Consortium Antwerp Port | 0817.114.340 | België | 43,31% | 16,69% | 4.217 | 1.522 | 1.498 | -46 |
| Rent-A-Port Utilities | 0846.410.221 | België | 36,09% | 13,91% | 2.487 | 2.594 | 1.079 | 175 |
| C.A.P. Industrial Port Land | 0556.724.768 | België | 36,09% | 13,91% | 1.341 | 3 | 0 | -10 |
| Infra Asia Investment Fund | 648.714.620 | België | 36,09% | 13,91% | 32.076 | 31.991 | -2 | 14 |
| S Channel Management Limited | Cyprus | 36,09% | 13,91% | 0 | 82 | 0 | -9 | |
| Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000) | Vietnam | 43,32% | 16,70% | 138.319 | 51.397 | 22.306 | 447 | |
| Rent-A-Port Gulf for Operation and Maintenance WLL | Qatar | 35,37% | 13,63% | 484 | 442 | 249 | 20 | |
| Private Banking | ||||||||
| Delen Investments cva | 0423.804.777 | België | 78,75% | 21,25% | 2.601.077 | 1.922.285 | 366.912 | 105.836 |
| Real Estate & Senior Care | ||||||||
| Extensa Group | ||||||||
| CBS Development | 0831.191.317 | België | 50,00% | 21.098 | 19.311 | 0 | -1.048 | |
| CBS-Invest | 0879.569.868 | België | 50,00% | 18.701 | 11.624 | 1.417 | -283 | |
| Delo 1 | 2016.2450.523 | Luxemburg | 50,00% | 134.247 | 100.553 | 0 | 23.393 | |
| Alto 1 | 2016.2450.590 | Luxemburg | 50,00% | 40.504 | 32.874 | 0 | 5.339 | |
| DPI | 0890.090.410 | België | 50,00% | 1.782 | 951 | 15 | 8 | |
| Grossfeld PAP | 2005.2205.809 | Luxemburg | 50,00% | 58.445 | 60.186 | 5.342 | -433 | |
| Les Jardins d'Oisquercq | 0899.580.572 | België | 50,00% | 2.866 | 3.758 | 14 | -273 | |
| Immobilière Du Cerf | 0822.485.467 | België | 33,33% | 508 | -88 | 0 | -67 | |
| Top Development | 35 899 140 | Slowakije | 50,00% | 6.493 | 1.961 | 1.843 | -2.277 | |
| TMT Energy (filiaal Top Development) | 47 474 238 | Slowakije | 50,00% | 1.838 | 1.817 | 2.658 | 152 | |
| TMT RWP (filiaal Top Development) | 47 144 513 | Slowakije | 50,00% | 6.563 | 5.388 | 905 | -697 | |
| Energy & Resources | ||||||||
| SIPEF (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 30,25% | 907.008 | 272.372 | 321.641 | 139.663 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 3.319 | 1.385 | 708 | 200 | |
| Distriplus | 0890.091.202 | België | 50,00% | 155.546 | 129.206 | 193.878 | -24.523 | |
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 617.610 | 535.101 | 1.399.848 | 176 | |
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | 302.195 | 199.595 | 467.665 | 9.677 | |
| Telemond Consortium | België | 50,00% | 74.944 | 22.698 | 75.814 | 2.474 | ||
| Subholdings AvH | ||||||||
| GIB nv | 0404.869.783 | België | 50,00% | 3.717 | 55.691 | 0 | -13.676 | |
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Subholdings AvH | ||||||||
| BOS | 0422.609.402 | België | 100,00% | (1) | 243 | 2 | 0 | -4 |
| Pribinvest | 2005.2209.421 | Luxemburg | 78,75% | (1) | 4.426 | 989 | 0 | -146 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Minderheids belangen % 2018 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven (1) | Nederland | |||||||
| Zuiderzeehaven (1) | Nederland | |||||||
| Port of Duqm (OMR 1.000) | Oman | 21,66% | 8,34% | 44.431 | 40.838 | 15.172 | -232 | |
| Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) | Oman | 25,23% | 9,72% | 6.403 | 191 | 1.151 | 540 | |
| Green Offshore (2) | ||||||||
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,03% | 2,47% | 82.631 | 3.493 | 13.717 | 1.055 |
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,03% | 2,47% | 1.124.555 | 1.027.345 | 66.366 | 25.495 |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,03% | 2,47% | 53.729 | 0 | 0 | -26 |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Finauto (fusie met Bank J.Van Breda & C°) | 0464.646.232 | België | ||||||
| Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij (fusie met Bank J.Van Breda & C°) |
0418.759.886 | België | ||||||
| Financieringsmaatschappij Definco (vereffend) | 0415.155.644 | België | ||||||
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 5.756 | 4.543 | 10.942 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR miljoen) (3) |
L26942AP 1981PLC002887 |
India | 17,57% | 17.507 | 9.803 | 11.466 | -4 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Atenor (4) | 0403.209.303 | België | ||||||
| Axe Investments | 0419.822.730 | België | 48,34% | 14.985 | 76 | 634 | 226 | |
| Financière EMG (5) | 801.720.343 | Frankrijk | 22,51% | 293.476 | 282.311 | 306.644 | 838 | |
| Mediahuis (5) (6) | 439.849.666 | België | 13,25% | 851.898 | 540.423 | 819.176 | 28.301 | |
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62058630 | Nederland | 43,12% | 94 | 94 | 279 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65067096 | Nederland | 17,25% | 604 | 604 | 1.011 | 0 |
(1) Rent-A-Port verkocht in 2018 haar participatie in Zuiderzeehaven.
(2) Het offshore windenergiepark van Rentel werd in de 2e jaarhelft operationeel en vervolgens voor het eerst geconsolideerd (alsook de tussenholdings Otary RS en Otary BIS). Via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE, heeft AvH een participatie (transitief) van 10,03% in Rentel en van 7,02% in SeaMade (in aanbouw). Dit percentage houdt geen rekening met de investering van DEME in deze windparken.
(3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH.
(4) Sofinim verkocht in april 2018 haar volledige deelneming (10,53%) in Atenor.
(5) In de loop van het eerste semester 2018 steeg het deelnemingspercentage van AvH in Financière EMG van 22,24% tot 22,51% en in Mediahuis Partners (voorheen Corelio) 26,17% tot 26,21%. Beide evoluties zijn het gevolg van kleine wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur van deze bedrijven, niet van bijkomende rechtstreekse investeringen door AvH.
(6) Door de opeenvolgende overnames (TMG) en inbrengen (door resp. Mediahuis Partners en Concentra) heeft AvH eind 2018 een participatie van 49,9% in Mediacore, de controlerende aandeelhouder (52,4%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,3%.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2018 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Nivelinvest (verlengd boekjaar) | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | ||||
| OncoDNA (31-12-2017) | 0501.631.837 | België | 15,00% | (1) | 5.411 | 4.507 | (2) | -3.743 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).
(2) Verkorte schema van de jaarrekening.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings- nummer | Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2017 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 18 | 0 | 0 | 0 | |
| Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 11.656 | 4.411 | 0 | 0 | |
| Port of Duqm (OMR 1.000) | Oman | 21,65% | 8,35% | 27.259 | 23.584 | 18.702 | -173 | |
| Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) | Oman | 25,23% | 9,72% | 6.037 | 584 | 902 | 438 | |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Finauto | 0464.646.232 | België | 39,38% | 10,63% | 1.637 | 1.375 | 1.280 | 1 |
| Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij | 0418.759.886 | België | 39,38% | 10,63% | 1.348 | 411 | 1.437 | 687 |
| Financieringsmaatschappij Definco | 0415.155.644 | België | 39,38% | 10,63% | 274 | 0 | 45 | 24 |
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 5.871 | 4.664 | 11.064 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR miljoen) |
L26942AP 1981PLC002887 |
India | 17,57% | 16.030 | 8.284 | 9.773 | 184 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Atenor | 0403.209.303 | België | 10,53% | 593.180 | 446.464 | 220.430 | 22.179 | |
| Axe Investments | 0419.822.730 | België | 48,34% | 15.124 | 93 | 697 | 1.887 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,24% | 310.251 | 299.604 | 304.220 | -4.566 | |
| Mediahuis | 439.849.666 | België | 13,24% | 929.239 | 647.536 | 641.542 | 14.948 | |
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62058630 | Nederland | 43,12% | 94 | 94 | 279 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65067096 | Nederland | 17,25% | 604 | 604 | 1.011 | 0 |
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Nivelinvest | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | 63.443 | 55.732 | 555 | -2 |
| OncoDNA (31-12-2016) | 0501.631.837 | België | 15,00% | (1) | 5.206 | 2.951 | (2) | -1.996 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis.
(2) Verkorte schema van de jaarrekening.
| (€ 1.000) | 31-12-2017 | 31-12-2018 | Verschil |
|---|---|---|---|
| A2Sea & G-TEC | A2Sea & G-TEC | ||
| Voorlopige verwerking | Finale verwerking | ||
| Materiële vaste activa | 186.675 | 190.964 | 4.289 |
| Liquide middelen | 38.945 | 38.945 | 0 |
| Overige vaste en vlottende activa & passiva | -23.474 | -21.560 | 1.914 |
| Netto actief (100%) | 202.146 | 208.349 | 6.203 |
| Niet-overgenomen minderheidsbelangen | 702 | 869 | 167 |
| Netto actief - deel van de groep | 202.848 | 209.218 | 6.370 |
| Goodwill (na allocatie) | 7.410 | 704 | -6.706 |
| Aanschaffingswaarde | 210.258 | 209.922 | -336 |
Op 31 augustus 2017 verwierf GeoSea, een dochteronderneming van DEME, 100% van de aandelen van de integraal geconsolideerde vennootschap A2Sea. In het vierde kwartaal van 2017 verwierf GeoSea tevens 72,5% van de aandelen van de integraal geconsolideerde Belgische vennootschap G-TEC.
Per 31 december 2017 werd de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van beide verworven vennootschappen voorlopig bepaald. In het eerste semester 2018 werd de boekhoudkundige verwerking van de bedrijfscombinaties A2Sea en G-TEC gefinaliseerd en werden de aanpassingen weergegeven in de geconsolideerde financiële staten.
Aangezien de totale netto-impact van het verschil tussen de voorlopige en finale verwerking van de bedrijfscombinatie niet significant is, werden de vergelijkende financiële staten van 2017 niet herwerkt en is het effect opgenomen in de resultatenrekening van 2018.
Als gevolg van de finale verwerking van de bedrijfscombinatie bedroeg het resterende bedrag aan goodwill (0,7 miljoen euro) die vervolgens werd afgewaardeerd.
De volgende waarderingsmethodes werden toegepast :
| (€ 1.000) | MEDCO |
|---|---|
| Materiële vaste activa | 79.636 |
| Liquide middelen | 72.454 |
| Financiële schulden op lange en korte termijn | -35.330 |
| Overige vlottende activa & passiva | -95.851 |
| Overige vaste activa & passiva | -26.191 |
| Netto actief (deel groep) | -5.282 |
| Goodwill | 5.282 |
| Aankoopprijs van het bijkomende belang (50,9%) en geherwaardeerd bestaande belang (44,1%) | 0 |
Op 3 september 2018 verwierf DEME bijkomende economische rechten van Middle East Dredging Company QSC "MEDCO", waardoor het belang steeg van 44,1% naar 95%. Als gevolg hiervan is de consolidatiemethode van MEDCO gewijzigd: geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode tot het derde kwartaal van het boekjaar, daarna volledige consolidatie.
Deze overname beantwoordt aan de definitie van een bedrijfscombinatie in overeenstemming met IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, die de toepassing van de "overnamemethode" (purchase price allocation) vereist:
De werkzaamheden om de identificeerbare activa en passiva te waarderen tegen reële waarde werden voltooid binnen een tijdsbestek dat verenigbaar is met die van de jaarlijkse afsluiting. Deze waardering, uitgevoerd volgens de boekhoudkundige methodes van de groep AvH, is definitief op 31 december 2018.
De volgende waarderingsmethoden zijn gebruikt om de reële waarde van de belangrijkste identificeerbare activa en passiva te bepalen :
Deze transactie heeft niet geleid tot een afwikkeling in cash. Op het einde van de transactie verwierf DEME de geldmiddelen van MEDCO, wat een positieve netto kasstroom van 72,4 miljoen euro.
De herwaardering van het historisch belang genereert een meerwaarde van 10,6 miljoen euro. De totale niet-toegewezen goodwill gegenereerd door de transactie bedraagt 5,3 miljoen euro en werd afgeschreven op 31 december 2018.
DEME (integrale consolidatie 60,45%), CFE (integrale consolidatie 60,45%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 72,20%) en Green Offshore (integrale consolidatie 80,22%).
De aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (+0,05%) op de beurs is tevens de verklaring van de lichte verhoging van het deelnemingspercentage in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Deze aandelen zullen vanaf 2019 bijdragen tot het geconsolideerd resultaat.
Delen Investments CVA (vermogensmutatiemethode 78,75% t.e.m. Q3 2018), Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75% vanaf Q4 2018), Bank J.Van Breda & C° (integrale consolidatie 78,75%), Finaxis (integrale consolidatie 78,75% t.e.m. Q3 2018) en FinAx (integrale consolidatie 100% vanaf Q4 2018).
Per 31 december 2018 werd een vereenvoudiging doorgevoerd van de structuur van de Finaxis-groep waarbij:
Deze interne herstructurering werd doorgevoerd op verzoek van de Nationale Bank van België teneinde een passende toezichtstructuur op Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° te verzekeren.
De interne herstructurering impliceert een wijziging in de aandeelhouderstructuur van beide kredietinstellingen zonder dat de uiteindelijke controlestructuur werd gewijzigd en met vrijwaring van de vooraf bestaande afspraken tussen de beide aandeelhoudersgroepen, met name Ackermans & van Haaren en de familie Jacques Delen. In essentie behoudt de Ackermans & van Haaren-groep een 78,75%-participatie in beide kredietinstellingen, dewelke rechtstreeks wordt aangehouden via een nieuw opgerichte vennootschap, en dit gekoppeld aan afspraken op aandeelhoudersniveau. Deze structuur is gealigneerd op de vooraf bestaande uiteindelijke aandeelhouderstructuur in de kredietinstellingen en de vooraf bestaande contractuele afspraken en controlestructuur tussen Ackermans & van Haaren en de familie Jacques Delen en impliceren dus een voortzetting van de succesvolle samenwerking tussen beide partners.
Ten opzichte van jaareinde 2017 is voor het overige de samenstelling van dit segment ongewijzigd gebleven. In de geconsolideerde balans van 2017 was de participatie in BDM-Asco reeds overgeboekt naar "Activa bestemd voor verkoop"in het licht van de aangekondigde verkoop aan de Amerikaanse verzekeraar Navigators Group, Inc. Deze transactie werd afgerond in H1 2018.
Extensa (integrale consolidatie 100%), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30%), Leasinvest Real Estate Management (integrale consolidatie 100%), Anima Care (integrale consolidatie 92,5%) en HPA (integrale consolidatie 71,7%). HPA is de structuur die 100% bezit van Residalya (exploitatie van rusthuizen) en 100% van Patrimoine & Santé Expansion (dat vastgoed bezit dat door Residalya wordt geëxploiteerd). Zowel Residalya als Patrimoine & Santé Expansion worden door HPA integraal geconsolideerd.
SIPEF (vermogensmutatiemethode 31,6%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 17,6%).
De deelneming van AvH in SIPEF is in 2018 licht verhoogd van 30,25% tot 31,59%.
Segment 5
Sofinim (100% AvH) verkocht in april 2018 haar volledige deelneming (10,53%) in Atenor en in oktober 2018 haar 50%-belang in Distriplus.
In de loop van het eerste semester 2018 steeg het deelnemingspercentage van AvH in Financière EMG van 22,24% tot 22,51% en in Mediahuis Partners 26,17% tot 26,21%. Beide evoluties zijn het gevolg van kleine wijzigingen in de aandeelhoudersstructuur van deze bedrijven, niet van bijkomende rechtstreekse investeringen door AvH.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.757.557 | 167.429 | 448.113 | 13 | 87.057 | -1.989 | 4.458.181 |
| Verrichting van diensten | 3.180 | 204.574 | 1.833 | -1.843 | 207.745 | ||
| Leasingopbrengsten | 8.656 | 1.583 | 10.239 | ||||
| Vastgoedopbrengsten | 94.696 | 221.880 | 316.576 | ||||
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 95.126 | 95.126 | |||||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 61.224 | 61.224 | |||||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.543.530 | 82.550 | 3.626.080 | ||||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 116.151 | 2.423 | 20.076 | 13 | 2.674 | -146 | 141.192 |
| Overige exploitatiebaten | 7.670 | 701 | 4.402 | 0 | 2.712 | -1.194 | 14.290 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 7.619 | 110 | 1.254 | -1.124 | 7.858 | ||
| Dividenden | 50 | 701 | 4.293 | 634 | 5.677 | ||
| Overheidssubsidies | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 824 | -70 | 754 | ||||
| Exploitatielasten (-) | -3.537.890 | -116.061 | -358.598 | -74 | -117.308 | 2.059 | -4.127.873 |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -2.078.801 | -150.385 | -43.720 | -2.272.906 | |||
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | -27.361 | 10.836 | 38 | -16.488 | |||
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -24.841 | -24.841 | |||||
| Personeelslasten (-) | -637.476 | -42.857 | -124.631 | -37.106 | -842.070 | ||
| Afschrijvingen (-) | -272.495 | -4.446 | -17.131 | -2.972 | -297.044 | ||
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | -19.802 | -3.011 | -4.438 | -13.283 | -40.533 | ||
| Overige exploitatielasten (-) | -528.755 | -37.102 | -74.007 | -74 | -20.261 | 2.059 | -658.139 |
| Voorzieningen | 26.799 | -3.804 | 1.158 | -4 | 24.149 | ||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 6.285 | 0 | -2.581 | 0 | 3.704 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 5.555 | -2.581 | 2.974 | ||||
| Vastgoedbeleggingen | 730 | 730 | |||||
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 7.879 | 482 | 30.692 | 0 | 11.368 | 0 | 50.421 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 7.530 | -29 | 9 | 7.510 | |||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | ||||||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 349 | -27 | 30.721 | 11.125 | 42.168 | ||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 509 | 234 | 743 | ||||
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 235.215 | 52.551 | 130.894 | -61 | -18.752 | -1.124 | 398.723 |
| Financieringsopbrengsten | 55.233 | 8 | 4.375 | 0 | 339 | -88 | 59.867 |
| Renteopbrengsten | 7.501 | 8 | 2.661 | 332 | -88 | 10.414 | |
| Diverse financiële opbrengsten | 47.732 | 1.714 | 8 | 49.454 | |||
| Financieringslasten (-) | -71.945 | 0 | -26.951 | -6 | -1.616 | 1.212 | -99.305 |
| Rentelasten (-) | -20.638 | -16.482 | -388 | 1.212 | -36.295 | ||
| Diverse financiële lasten (-) | -51.307 | -10.469 | -6 | -1.228 | -63.010 | ||
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -10 | 124 | 0 | 0 | 114 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
21.910 | 107.089 | 18.860 | 8.040 | -2.047 | 153.853 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 716 | 0 | 0 | 0 | 716 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 240.413 | 160.355 | 127.302 | 7.973 | -22.075 | 0 | 513.968 |
| Winstbelastingen | -49.769 | -11.465 | -9.618 | 0 | -1.343 | 0 | -72.195 |
| Uitgestelde belastingen | 91 | 916 | 5.774 | -328 | 6.452 | ||
| Belastingen | -49.860 | -12.381 | -15.392 | -1.015 | -78.647 | ||
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
190.644 | 148.890 | 117.685 | 7.973 | -23.418 | 0 | 441.773 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden | |||||||
| beëindigd | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 190.644 | 148.890 | 117.685 | 7.973 | -23.418 | 0 | 441.773 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 72.563 | 27.589 | 52.405 | 266 | -689 | 152.134 | |
| Aandeel van de groep | 118.081 | 121.300 | 65.279 | 7.707 | -22.729 | 289.639 |
De geconsolideerde bedrijfsopbrengsten stijgen in 2018 met 507,6 miljoen euro (+12,8 %) tot 4.458,2 miljoen euro in vergelijking tot het vorig boekjaar.
Deze vooruitgang wordt grotendeels gerealiseerd in het segment "Marine Engineering & Contracting" en weerspiegelt de hoge activiteitsgraad bij zowel DEME als CFE. Maar ook de succesvolle verkopen door Extensa van haar residentiële vastgoedontwikkelingen en de verdere expansie van de rusthuisgroepen Anima Care in België en Residalya in Frankrijk dragen bij tot deze omzetstijging, net zoals Agidens (in "AvH & Growth Capital"). In het "Private Banking"-segment stijgen de bedrijfsopbrengsten met 2,6%. Aangezien de deelneming in Delen Private Bank via vermogensmutatie wordt verwerkt, hebben deze opbrengsten (net zoals de daarmee overeenkomende kosten) uitsluitend betrekking op Bank J.Van Breda & C°. Deze is er in 2018 opnieuw in geslaagd om de druk op de interestmarge te compenseren met gestegen commissievergoedingen en meer inkomsten uit auto-financieringen. In het segment "Energy & Resources" worden, na de verkoop van de deelneming in Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP) einde 2017, alle deelnemingen voortaan volgens vermogensmutatie verwerkt.
In lijn met de toegenomen bedrijfsopbrengsten, stijgen ook de exploitatielasten, meer bepaald met 473,0 miljoen euro (+12,9%). Overeenkomstig de evolutie van de bedrijfsopbrengsten, stijgen de kosten in alle segmenten, met uitzondering van Energy & Resources, als gevolg van het eerder vermelde verdwijnen uit de consolidatiekring van de deelneming in NMP.
Ten laste van het bedrijfsresultaat werden in 2018 voor 40,5 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen geboekt. Deze bestaan hoofdzakelijk uit 13,3 miljoen euro bijkomende waardeverminderingen op Distriplus, op netto 8,4 miljoen euro waardeverminderingen bij CFE (waaronder 10 miljoen euro bijkomend 'Expected Credit Loss'), op 6,0 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt door DEME bij de finale verwerking van de aankooprijs van MEDCO, G-Tec en A2Sea en voor 3,0 miljoen euro (incl. 'Expected Credit Loss') op uitstaande financieringen aan klanten van Bank J.Van Breda & C°.
Tegenover de waardeverminderingen vielen ook provisies vrij : 11,4 miljoen euro provisies die door CFE in het verleden werden aangelegd en 15,4 miljoen euro op de door AvH bij de overname van CFE in 2013 geboekte voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's, aangezien de desbetreffende onderliggende risico's inmiddels werden afgebouwd of door CFE zelf werden voorzien.
De winst op de resultatenrekening van activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde blijft in 2018 vnl. beperkt tot de positieve waardeschommeling (beurskoers) op de 1.192.418 aandelen Retail Estates in de portefeuille van Leasinvest Real Estate, de per saldo positieve evolutie van de marktwaarde van vastgoedbeleggingen bij Leasinvest Real Estate en Extensa en tenslotte de negatieve evolutie van de portefeuillebeleggingen bij AvH.
Meer(min)waarden werden in 2018 gerealiseerd o.a. op de verkoop van allerhande materiaal bij DEME en CFE (in totaal 7,5 miljoen euro), ten belope van 29,8 miljoen euro op de verkoop door HPA van een vennootschap die eigenaar is van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden uitgebaat en in het segment "AvH & Growth Capital" voor 11,1 miljoen euro (o.a. 8,7 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van de deelneming in Atenor, 6,1 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van BDM-Asco en 4,5 miljoen euro bijkomend verlies op de verkoop van de 50% participatie in Distriplus in Q4 2018). Het totaal van de "winst (verlies) op de overdracht van activa" komt in 2018 uit op 50,4 miljoen euro. Dat blijft 33,4 miljoen euro onder de gerealiseerde meerwaarden van 2017, die gunstig waren beïnvloed door o.a. meerwaarden op (de vennootschappen die eigenaar waren van) de vastgoedontwikkelingen Kons en Oosteroever bij CFE en op de verkopen van de participaties in NMP en Ogeda.
De lichte daling van de winst uit de bedrijfsactiviteiten in vergelijking tot vorig jaar wordt dan ook meer dan volledig verklaard door de lagere meerwaarden die per saldo in 2018 werden gerealiseerd.
De financieringslasten vallen in 2018 39,4 miljoen euro hoger uit dan de financieringsopbrengsten en vallen per saldo 17,8 miljoen euro minder negatief uit dan in 2017.
tatie is toegepast bedraagt 153,9 miljoen euro tegenover 140,9 miljoen euro in 2017.
De winstbelasting stijgt in 2018 met 15,2 miljoen euro tot 72,2 miljoen euro. Gecorrigeerd voor de winst die afkomstig is uit de vermogensmutaties, die na belastingen wordt verwerkt, komt dit neer op een belastingkost van 20,0%.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
|
| I. Vaste activa | 3.127.131 | 4.554.231 | 1.662.897 | 221.606 | 220.361 | -17.405 | 9.768.821 |
| Immateriële vaste activa | 89.603 | 1.528 | 85.197 | 475 | 176.802 | ||
| Goodwill | 177.127 | 134.247 | 28.363 | 339.738 | |||
| Materiële vaste activa | 2.382.353 | 44.401 | 257.420 | 26.923 | 2.711.097 | ||
| Vastgoedbeleggingen | 1.137.531 | 1.137.531 | |||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 194.547 | 585.540 | 32.765 | 221.606 | 150.307 | 1.184.765 | |
| Financiële vaste activa | 181.135 | 1.054 | 95.159 | 36.524 | -17.405 | 296.467 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 3.255 | 91.824 | 18.447 | 113.526 | |||
| Vorderingen en borgtochten | 177.880 | 1.054 | 3.335 | 18.077 | -17.405 | 182.941 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 9 | 1.295 | 696 | 2.000 | |||
| Vorderingen op meer dan één jaar Handelsvorderingen |
2.448 | 156.875 | 22.618 | 3.554 | 185.495 0 |
||
| Vorderingen uit financiële lease | 156.875 | 22.096 | 178.971 | ||||
| Overige vorderingen | 2.448 | 522 | 3.554 | 6.524 | |||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 99.909 | 2.663 | 3.147 | 2.578 | 108.297 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
3.626.628 | 3.626.628 | |||||
| II. Vlottende activa | 1.875.800 | 1.992.452 | 362.626 | 412 | 150.736 | -10.451 | 4.371.576 |
| Voorraden | 181.451 | 150.415 | 519 | 332.385 | |||
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 50.943 | 26.042 | 8.770 | 85.755 | |||
| Geldbeleggingen | 3 | 457.129 | 113 | 37.175 | 494.420 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 3 | 113 | 37.175 | 37.291 | |||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 456.813 | 456.813 | |||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 316 | 316 | |||||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | ||||||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 275 | 176 | 451 | ||||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.200.042 | 93.266 | 114.678 | 50.150 | -8.801 | 1.449.334 | |
| Handelsvorderingen | 1.093.581 | 30.895 | 15.123 | -1.116 | 1.138.482 | ||
| Vorderingen uit financiële lease | 63.682 | 685 | 64.367 | ||||
| Overige vorderingen | 106.461 | 29.584 | 83.097 | 35.028 | -7.685 | 246.485 | |
| Terug te vorderen belastingen | 24.257 | 881 | 3.282 | 4 | 1.092 | 29.516 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.424.040 | 1.424.040 | |||||
| Banken - interbancaire vorderingen | 127.693 | 127.693 | |||||
| Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) | 936.664 | 936.664 | |||||
| Banken - tegoeden centrale banken | 359.683 | 359.683 | |||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 390.746 | 9.355 | 62.785 | 409 | 50.293 | 513.588 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 28.240 | 1 | 4.552 | 23.868 | 56.661 | ||
| Liquide middelen | 362.506 | 9.354 | 58.234 | 409 | 26.425 | 456.927 | |
| Overlopende rekeningen | 28.083 | 7.605 | 5.312 | 2.738 | -1.649 | 42.088 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 19.753 | 5.314 | 25.067 | ||||
| Totaal der activa | 5.002.931 | 6.546.683 | 2.045.277 | 222.018 | 376.412 | -27.856 | 14.165.464 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet |
Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.764.016 | 547.334 | 427.574 | 38.024 | 691.980 | -1.843 | 4.467.086 |
| Overige landen binnen Europa | 54.321 | 215 | 463 | 23.484 | 78.945 | 157.428 | |
| Landen buiten Europa | 823.068 | 0 | 0 | 37.260 | 401.763 | 1.262.092 | |
| Totaal | 3.641.406 | 547.549 | 428.037 | 98.769 | 1.172.688 | -1.843 | 5.886.606 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
|
| I. Totaal eigen vermogen | 1.726.910 | 1.265.115 | 830.804 | 222.012 | 313.154 | 4.357.996 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.044.472 | 1.149.019 | 450.091 | 222.012 | 310.853 | 3.176.447 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |||||
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |||||
| Agio Geconsolideerde reserves |
1.071.973 | 1.147.315 | 457.491 | 212.576 | 111.612 235.486 |
111.612 3.124.841 |
|
| Herwaarderingsreserves | -27.501 | 1.704 | -7.400 | 9.436 | -10.429 | -34.190 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 1.569 | 1.569 | |||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 228 | 228 | |||||
| Afdekkingsreserve | -3.501 | -71 | -10.281 | 117 | 208 | -13.529 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen | -15.427 | -145 | -9 | -871 | 1.455 | -14.996 | |
| Omrekeningsverschillen | -8.573 | 123 | 2.891 | 10.190 | -12.092 | -7.462 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -28.111 | -28.111 | |||||
| Minderheidsbelang | 682.439 | 116.096 | 380.713 | 2.301 | 1.181.549 | ||
| II. Langlopende verplichtingen | 962.984 | 707.047 | 773.470 | 9.118 | -17.405 | 2.435.214 | |
| Voorzieningen | 66.913 | 8.874 | 2.836 | 1.425 | 80.048 | ||
| Pensioenverplichtingen | 57.553 | 4.528 | 823 | 62.904 | |||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 119.441 | 70.884 | 1.657 | 191.983 | |||
| Financiële schulden | 703.997 | 647.804 | 5.808 | -17.405 | 1.340.204 | ||
| Leningen van banken | 598.767 | 516.311 | 5.227 | 1.120.304 | |||
| Obligatieleningen | 29.805 | 113.552 | 143.356 | ||||
| Achtergestelde leningen | 18.902 | 14 | 18.916 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 37.997 | 15.363 | 567 | 53.927 | |||
| Overige financiële schulden | 18.528 | 2.578 | -17.405 | 3.700 | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 9.354 | 14.048 | 35.801 | 59.203 | |||
| Overige schulden | 5.725 | 11.268 | 15.322 | 228 | 32.543 | ||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 668.329 | 668.329 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | ||||||
| Banken - deposito's van klanten | 594.294 | 594.294 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | ||||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 74.035 | 74.035 | |||||
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.313.036 | 4.574.521 | 440.950 | 6 | 54.139 | -10.451 | 7.372.201 |
| Voorzieningen | 44.205 | 18 | 6.536 | 50.760 | |||
| Pensioenverplichtingen | 358 | 358 | |||||
| Financiële schulden | 357.997 | 296.612 | 25.679 | -7.367 | 672.919 | ||
| Leningen van banken | 137.010 | 76.480 | 1.374 | 214.864 | |||
| Obligatieleningen | 200.137 | 75.689 | 275.826 | ||||
| Achtergestelde leningen | 4.573 | 7 | 4.580 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 8.325 | 1.301 | 299 | 9.924 | |||
| Overige financiële schulden | 7.952 | 143.141 | 23.999 | -7.367 | 167.724 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 10.990 | 1.546 | 33 | 12.569 | |||
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 216.222 | 740 | 7.579 | 224.540 | |||
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.601.027 | 13.764 | 101.105 | 2 | 19.490 | -1.116 | 1.734.272 |
| Handelsschulden | 1.412.207 | 15 | 66.434 | 2 | 9.689 | -1.116 | 1.487.232 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 1.270 | 1.270 | |||||
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 150.717 | 9.892 | 20.221 | 8.381 | 189.210 | ||
| Overige schulden | 38.103 | 3.857 | 13.180 | 1.420 | 56.559 | ||
| Te betalen belastingen | 43.666 | 75 | 11.569 | 4 | 899 | 56.212 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.551.832 | 4.551.832 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.634 | 27.634 | |||||
| Banken - deposito's van klanten | 4.232.779 | 4.232.779 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 275.208 | 275.208 | |||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 16.211 | 16.211 | |||||
| Overlopende rekeningen | 38.930 | 6.928 | 24.355 | 493 | -1.967 | 68.739 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 54 | 54 | |||||
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 5.002.931 | 6.546.683 | 2.045.277 | 222.018 | 376.412 | -27.856 | 14.165.464 |
Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is in 2018 verder aangegroeid tot 14.165,5 miljoen euro op 31/12/2018, in vergelijking tot 13.469,0 miljoen euro een jaar voordien.
Zoals reeds gemeld bij voorgaande rapporteringen, heeft de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° (78,75%) een belangrijke impact op zowel de totale omvang van de geconsolideerde balans van AvH, als op de samenstelling ervan. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank J.Van Breda & C° immers een -in verhouding tot de andere vennootschappen uit de groep- zeer groot balanstotaal: de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° alleen maakt reeds 5.820,0 miljoen euro uit op een totale balans van 14.165,5 miljoen euro. Bovendien heeft Bank J.Van Breda & C° als bankinstelling een specifieke balansstructuur gericht op haar activiteiten. Hoewel Bank J.Van Breda & C° tot de best gekapitaliseerde bankinstellingen in België behoort, toch heeft ze duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige participaties van de groep. Een aantal posten uit de balans van Bank J.Van Breda & C° worden gegroepeerd op afzonderlijke lijnen in de geconsolideerde balans van AvH om ze duidelijk te kunnen onderscheiden.
De sterke commerciële dynamiek van Bank J.Van Breda & C°, die zich onder andere uit in een verdere aangroei van zowel de kredietportefeuille (activa) als de ontvangen deposito's (passiva), verklaart trouwens al bijna de helft van de stijging van het balanstotaal van de groep in 2018. Het saldo van de aangroei zit verspreid over verschillende balansposten en illustreert in algemene zin de groei van de activteiten van de groep gedurende het voorbije jaar.
De beperkte daling van de post goodwill (9,8 miljoen euro) vloeit voornamelijk voort uit de definitieve verwerking van de aankoop door DEME van de deelnemingen in A2Sea en G-TEC, allebei transacties die in de balans op jaareinde 2017 nog slechts voorlopig waren verwerkt.
DEME heeft in 2018 met een totaal bedrag van 441,3 miljoen euro opnieuw sterk geïnvesteerd in de modernisering én in de uitbreiding van haar vloot. In 2018 werden o.a. de Apollo en de Livingstone in gebruik genomen en werd volop voortgebouwd aan o.a. de Spartacus en de Orion. Dit bedrag aan investeringen overtreft ruimschoots de geboekte afschrijvingen die op 256,9 miljoen euro uitkwamen. Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO, waardoor deze deelneming integraal wordt geconsolideerd tegenover de verwerking via vermogensmutatie voordien. Daardoor komen de MEDCO schepen, waaronder de cutters Al Mahaar en Al Jarraf, op de balans van DEME (en daarmee van AvH) voor een bedrag van 79,6 miljoen euro.
Niettegenstaande zowel Anima Care als Residalya bijkomend investeerden in hun rusthuizen, dalen de materiële vaste activa in "Real Estate & Senior Care" met 121,1 miljoen euro. Dit wordt verklaard door de verkoop door HPA in Q3 2018 van het vastgoed van 14 sites die door Residalya worden uitgebaat aan Icade Santé, een investeerder gespecialiseerd in zorgvastgoed. Deze transactie, waarin het onderliggende vastgoed werd gewaardeerd aan 189 miljoen euro, leverde HPA een netto-meerwaarde op van 29,8 miljoen euro en deed 148,1 miljoen euro vastgoedactiva uit de balans van HPA verdwijnen.
Gesteund door de 84 miljoen euro verse middelen die door de aandeelhouders werden ingebracht bij de publieke kapitaalsverhoging, investeerde Leasinvest Real Estate in 2018 voor 127,2 miljoen euro in vastgoedactiva, waardoor de portefeuille inclusief 1,6 miljoen euro herwaardering op jaareinde 2018 uitkwam op 1.037,1 miljoen euro (inclusief leasing). De grootste investeringen van 2018 waren de aankoop van 2 kantoorgebouwen in het EBBC-complex in Luxemburg en de gebouwen Hangar 26/27 in Antwerpen en Montoyer 14 in Brussel. Extensa bezit eveneens vastgoedbeleggingen, o.a. verhuurde gebouwen op de site Tour & Taxis te Brussel, voor een totaal bedrag van 133,3 miljoen euro.
De ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast vertegenwoordigen een balanswaarde van 1.184,8 miljoen euro op 31/12/2018. De daling van deze post ten opzichte van het vorig boekjaar wordt hoofdzakelijk verklaard door de vereenvoudiging van de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in beide banken in plaats van voordien via een gezamenlijke holdingstructuur Finaxis. De samenwerkingsakkoorden m.b.t. beide banken en de aandeelhoudersakkoorden bleven ongewijzigd en bijgevolg ook de consolidatiemethode. Wel wordt het 78,75%-belang in Delen Private Bank vanaf Q4 2018 rechtstreeks verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.
De stijging van de financiële vaste activa komt in het segment "Marine engineering & contracting" voort uit bijkomende investeringen van DEME en Green Offshore in windenergie-projectvennootschappen (o.a Merkur (D) en Seamade (B)). De stijging van de financiële vaste activa bij Leasinvest Real Estate vloeit voort uit de koersstijging van het aandeel Retail Estates en uit de deelname, ten belope van 12,9 miljoen euro, aan de kapitaalsverhoging van Retail Estates in H1 2018. Eind 2018 verwierf AvH bovendien een deelneming van 2,45% in EVS.
De geldbeleggingen worden met ingang van 2018 opgesplitst in meerdere categorieën, al naargelang de boekhoudkundige verwerking van de eventuele resultaten die daarop zullen worden gerealiseerd. De obligatieportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is ten opzichte van vorig jaar met 29,1 miljoen euro toegenomen, de samenstelling van de beleggingsportefeuille van AvH in "AvH & Growth Capital" is daarentegen nagenoeg ongewijzigd gebleven.
Het KT-gedeelte van de leningen aan clienten is bij Bank J.Van Breda & C° licht afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Er worden daarentegen meer liquiditeiten belegd bij de centrale banken en bij andere kredietinstellingen.
De liquiditeiten bij de overige integraal geconsolideerde deelnemingen blijven op hoog niveau en bedragen 513,6 miljoen euro op 31/12/2018.
De activa bestemd voor verkoop hebben op jaareinde 2018 betrekking op het Kennedy-gebouw in Luxemburg uit de portefeuille van Leasinvest Real Estate en een aantal kleinere eigendommen bij Extensa, Anima Care en HPA. AvH heeft een verkoopsovereenkomst gesloten, die weliswaar nog is voorzien van een opschortende voorwaarde, met betrekking tot haar 45%-deelneming in Transpalux.
De evolutie van het geconsolideerd eigen vermogen wordt toegelicht op pagina 131.
De deposito's (inclusief achtergestelde) ontvangen van het clienteel van Bank J.Van Breda & C° stijgen met 351,7 miljoen euro (+7,7%), met weliswaar een sterkere aangroei van het gedeelte op de korte termijn.
De financiële schulden van de overige integraal geconsolideerde participaties zijn gestegen met 125,5 miljoen euro. Het lange termijn gedeelte van die schuld daalt met 48,0 miljoen euro. Het korte termijn gedeelte stijgt daarentegen 173,5 miljoen euro. Deze evolutie wordt mee verklaard door het naderen van de eindvervaldag van de obligatieleningen van DEME (200 miljoen euro op 14 februari 2019) en van Leasinvest Real Estate (75 miljoen euro op 9 oktober 2019) en hun overboeking naar korte termijn financiële schuld. De stijging van de financiële schulden komt voor 122,8 miljoen euro voor rekening van DEME als gevolg van de aangehouden investeringsinspanningen en de evoluties binnen het werkkapitaal.
De overige schulden op korte termijn zijn gedaald met 43,6 miljoen euro, onder meer dankzij het betalen in september 2018 van de laatste schijf van 28 miljoen euro die nog verschuldigd was aan NPM Capital voor de aankoop in 2016 van diens 26%-minderheidsbelang in Sofinim.
| (€ 1.000) | 2018 |
|---|---|
| Financiële schulden eind 2017 | 1.887.644 |
| Beweging in Cashflow statement (p. 159) | 158.592 |
| Non-cash bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | 35.508 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | -82.767 |
| - Wisselkoers-effecten | 5 |
| -' Sale & lease back' (Anima Care) | 15.537 |
| - Overige | -1.397 |
| Financiële schulden eind 2018 | 2.013.122 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, | |||||||
| openingsbalans | 524.994 | 3.762 | 48.930 | 402 | 58.939 | 637.027 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 235.215 | 52.551 | 130.894 | -61 | -18.752 | -1.124 | 398.723 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen |
-7.879 | -482 | -30.692 | -11.368 | -50.421 | ||
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 5.825 | 52.263 | 1.766 | 73 | 7.638 | 67.565 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 716 | 716 | |||||
| Winstbelastingen | -55.685 | -11.465 | -9.618 | -1.343 | -78.111 | ||
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 272.495 | 4.446 | 17.131 | 2.972 | 297.044 | ||
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen | 19.802 | 3.148 | 4.429 | 13.283 | 40.661 | ||
| Aandelenoptieplannen | -1.498 | 163 | 973 | -362 | |||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
-6.285 | 2.581 | -3.704 | ||||
| (Afname) toename van voorzieningen | -24.250 | 4.304 | -1.126 | -196 | -21.268 | ||
| (Afname) toename van latente belastingen | -91 | -916 | -5.774 | 328 | -6.452 | ||
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -3.070 | 269 | -120 | 830 | -2.091 | ||
| Cashflow | 442.363 | 103.336 | 100.768 | 12 | -3.054 | -1.124 | 642.299 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -213.714 | 10.645 | 9.511 | 18 | -26.446 | 6.165 | -213.822 |
| Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen |
-64.473 | 10.631 | -4.505 | -58.347 | |||
| Afname (toename) van vorderingen | -289.957 | -28.245 | -1.824 | 19 | 5.459 | 6.165 | -308.384 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | -336.488 | -336.488 | |||||
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 134.724 | -2.394 | -9.905 | -1 | -26.304 | 96.120 | |
| Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen, | 379.047 | 379.047 | |||||
| cliënten & obligaties (banken) | |||||||
| Afname (toename) overige | 5.993 | -1.275 | 10.608 | -1.096 | 14.230 | ||
| Operationele cashflow | 228.649 | 113.981 | 110.279 | 30 | -29.500 | 5.041 | 428.478 |
| Investeringen | -450.192 | -368.096 | -239.731 | -7.360 | -39.780 | 1.937 | -1.103.222 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -453.483 | -5.867 | -43.084 | -3.482 | -505.916 | ||
| Investering in vastgoedbeleggingen | -182.707 | -182.707 | |||||
| Verwerving van financiële vaste activa | 53.965 | -289 | -12.990 | -7.360 | -13.485 | 19.842 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | -50.674 | -236 | -950 | -4.188 | 1.937 | -54.112 | |
| Verwerving van geldbeleggingen | -361.704 | -18.625 | -380.329 | ||||
| Desinvesteringen | 34.152 | 330.654 | 107.664 | 0 | 65.541 | 538.011 | |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 15.834 | 155 | 38 | 16.027 | |||
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 3.500 | 3.500 | |||||
| Overdracht van financiële vaste activa | 9.564 | 103.477 | 46.904 | 159.945 | |||
| Terugbetaalde leningen | 8.755 | 486 | 9.241 | ||||
| Overdracht van geldbeleggingen | 330.654 | 45 | 18.598 | 349.297 | |||
| Investeringscashflow | -416.039 | -37.442 | -132.067 | -7.360 | 25.760 | 1.937 | -565.211 |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen interesten | 7.501 | 8 | 2.659 | 332 | -88 | 10.412 | |
| Betaalde interesten | -23.934 | -17.234 | -388 | 1.212 | -40.343 | ||
| Diverse financiële opbrengsten(lasten) | -3.605 | -8.196 | -6 | -1.045 | -12.852 | ||
| Afname (toename) van eigen aandelen | 768 | 768 | |||||
| (Afname) toename van financiële schulden | 136.537 | 50.704 | -20.548 | -8.102 | 158.592 | ||
| Winstverdeling | -73.019 | -73.019 | |||||
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -36.695 | -55.913 | -7.410 | 100.017 | 0 | ||
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -24.060 | -15.161 | -37.600 | -76.820 | |||
| Financieringscashflow | 55.745 | -71.065 | -17.076 | -6 | 6.118 | -6.977 | -33.262 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
-131.646 | 5.474 | -38.865 | -7.336 | 2.378 | -169.995 | |
| Transfer tussen segmenten | 7.360 | -7.360 | 0 | ||||
| Wijziging consolidatiekring of -methode | -3.314 | 119 | 401 | -2.794 | |||
| Kapitaalsvermindering HPA (deel derden) | -30.000 | 21.517 | -8.483 | ||||
| Kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate (deel derden) | 83.961 | -25.193 | 58.767 | ||||
| Kosten kapitaalsverhoging Leasinvest Real Estate in min van eigen vermogen | -1.644 | -1.644 | |||||
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 712 | 2 | -17 | 12 | 709 | ||
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans |
|||||||
| 390.746 | 9.355 | 62.785 | 409 | 50.293 | 0 | 513.588 |
De cashflow over het volledige jaar 2018 bedraagt 642,3 miljoen euro, wat 31,0 miljoen euro hoger is dan in 2017. Nochtans ligt de winst uit de bedrijfsactiviteiten, na correctie voor de winst die werd behaald op desinvesteringen, in lijn met vorig jaar en werden voor 31,0 miljoen euro meer winstbelastingen betaald.
De winst afkomstig uit de bedrijfsactiviteiten valt in alle segmenten lager uit dan in 2017, behalve in "Real Estate & Senior Care", dankzij de realisatie van meerwaarden (vooral de 29,8 miljoen euro meerwaarde die HPA heeft gerealiseerd op de verkoop van het vastgoed van 14 rusthuizen die door Residalya worden geëxploiteerd).
De stijging van de cashflow in 2018 wordt dan ook voornamelijk verklaard door de toename van de niet-geldelijke posten die in 2018 in het bedrijfsresultaat zijn opgenomen : 27,7 miljoen euro meer afschrijvingen, 27,8 miljoen euro meer bijzondere waardeverminderingen, 28,3 miljoen euro minder winstbijdrage vanwege activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde en 9,6 miljoen euro minder vrijval van latente belastingen. De voorzieningen evolueerden wel in tegengestelde richting : in 2018 bevat het bedrijfsresultaat voor 21,3 miljoen euro vrijval van voorzieningen, daar waar in 2017 nog bijkomende voorzieningen werden aangelegd voor 11,2 miljoen euro.
De groei van de activiteiten van vooral DEME leidde tot een 213,8 miljoen euro bijkomende behoefte aan werkkapitaal, zodat de operationele cashflow 120,1 miljoen euro lager uitvalt dan in 2017 en op 428,5 miljoen euro uitkomt. Deze aangroei van het bedrijfskapitaal volgt op een toename die zich ook reeds in 2017 heeft voorgedaan, weliswaar voor 151,1 miljoen euro minder dan in 2018.
Per saldo werd in 2018 doorheen de groep AvH voor 565,2 miljoen euro meer geïnvesteerd dan gedesinvesteerd. In 2017 bedroeg dit saldo 441,0 miljoen euro.
DEME realiseerde in 2018 in totaal voor 441,3 miljoen euro bijkomende investeringen in materiële vaste activa en CFE voor 12,2 miljoen euro. Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO (met een positieve netto cash impact van 72,5 miljoen euro).
Anima Care en HPA spendeerden enerzijds respectievelijk 22,2 miljoen euro en 18,7 mil-
joen euro in de uitbouw van hun netwerk van rusthuizen, maar verkochten anderzijds vennootschappen die eigenaar zijn van het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg van Anima Care (verkocht aan Baltisse) en van 14 residenties die door Residalya worden geëxploiteerd (verkocht aan Icade Santé). Vervolgens keerde HPA hiervan 30 miljoen euro uit aan haar aandeelhouders (via een kapitaalsvermindering).
Leasinvest Real Estate breidde in 2018 haar vastgoedportefeuille uit met de verwerving van 2 kantoorgebouwen in het complex EBBC in Luxemburg, met Hangar 26/27 in Antwerpen, met Montoyer 14 in Brussel en met investeringen in andere projecten die reeds in portefeuille waren op 31/12/2017. Tevens volgde Leasinvest Real Estate voor haar deel de kapitaalsverhoging van Retail Estates, wat een bijkomende investering vertegenwoordigde van 12,9 miljoen euro. Deze investeringen werden gefinancierd via een in Q4 2018 doorgevoerde kapitaalsverhoging van 84 miljoen euro.
Extensa ging ook in 2018 door met investeren op de site van Tour & Taxis : in 2018 waren deze investeringen voornamelijk bestemd voor de aanleg van een nieuwe ondergrondse parking en in de renovatie van de Gare Maritime. Eind 2018 werd het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw op de site van Cloche d'Or in Luxemburg verkocht aan internationale investeerders.
De verwerving van geldbeleggingen moet worden bekeken in combinatie met de overdracht van geldbeleggingen en kaderen binnen de context van het ALM-beleid van Bank J.Van Breda & C°.
De investeringen in het segment "AvH & Growth Capital" hadden, naast de verhoging van de deelneming in SIPEF en ons aandeel in de kapitaalsverhoging bij LRE (transfert tussen segmenten), in de eerste plaats betrekking op het verwerven van een deelneming van 2,45% in EVS tegen jaareinde 2018 en op bijkomende investeringen en/of financieringen van OncoDNA, Healthquad (een Indisch fonds gericht op de gezondheidssector) en Distriplus. In datzelfde segment leverden de verkoop van voornamelijk de deelnemingen in Atenor, BDM-Asco en een bijkomende schijf van 3% van Koffie Rombouts in totaal 46,9 miljoen euro op.
De betaalde interestlasten van de groep daalden netto met 7,2 miljoen euro ten opzichte van het jaar voordien en de netto-interestlasten bleven in 2018 beperkt tot 29,9 miljoen euro. Niettgenstaande de toegenomen netto financiële schuldpositie in "Marine Engineering & Contracting" doorheen het jaar (vooral DEME), daalden de betaalde interesten in dat segment met 6,4 miljoen euro.
Voor de financiering van haar activiteiten en investeringen, deed AvH voor 158,6 miljoen euro beroep op extra financiële schulden. In 2017 had de groep, bij een weliswaar lagere investeringscashflow, nog 9,7 miljoen euro financiële schulden afgebouwd. In lijn met de gunstige ontwikkeling van de resultaten van het jaar 2017 bij de meeste groepsmaatschappijen, werden in 2018 voor 25,6 miljoen euro meer dividenden uitgekeerd buiten de groep door AvH en dochtermaatschappijen. De financieringscashflow resulteerde bijgevolg in een netto uitstroom van 33,3 miljoen euro, tegenover 202,6 miljoen euro in 2017.
De uitkering aan derden van dividenden door groepsmaatschappijen situeert zich hoofdzakelijk bij CFE, Finaxis, Leasinvest Real Estate, HPA en de dochteronderneming van Extensa die het Cloche d'or-residentiële vastgoedproject in Luxemburg ontwikkelt.
De lagere operationele cashflow, gekoppeld aan toegenomen investeringen en een minder negatieve financieringsflow resulteren in een afname met 170,0 miljoen euro van de geldmiddelen en kasequivalenten.
| € miljoen | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 | 2014 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen aandelen | 34,7 | 35,5 | 29,0 | 28,4 | 24,5 |
| Overige beleggingen | |||||
| - Portefeuille aandelen | 37,2 | 40,0 | 39,0 | 41,1 | 27,2 |
| - Termijndeposito's | 23,9 | 1,3 | 26,2 | 33,2 | 55,9 |
| Liquide middelen | 31,2 | 49,7 | 5,3 | 5,6 | 6,5 |
| Financiële schulden ('commercial paper') | -24,0 | -46,2 | -31,2 | -32,0 | -92,7 |
| Nettothesauriepositie | 102,9 | 80,2 | 68,3 | 76,3 | 21,3 |
(1) Bevat de thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.279.471 | 163.256 | 420.694 | 13.197 | 76.362 | -2.405 | 3.950.575 |
| Verrichting van diensten | 4.459 | 189.296 | 13.156 | 2.324 | -2.262 | 206.973 | |
| Leasingopbrengsten | 7.407 | 1.567 | 8.974 | ||||
| Vastgoedopbrengsten | 10.900 | 216.997 | 227.897 | ||||
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 97.563 | 97.563 | |||||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 55.637 | 55.637 | |||||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten | 3.191.328 | 71.255 | 3.262.584 | ||||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 72.783 | 2.649 | 12.834 | 41 | 2.783 | -143 | 90.948 |
| Overige exploitatiebaten | 7.093 | 2.637 | 3.405 | -3 | 1.622 | -271 | 14.484 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 7.093 | 134 | 275 | -201 | 7.301 | ||
| Dividenden | 1 | 2.637 | 3.271 | -3 | 959 | 6.864 | |
| Overheidssubsidies | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 388 | -70 | 318 | ||||
| Exploitatielasten (-) | -3.083.651 | -111.323 | -344.696 | -9.987 | -107.684 | 2.475 | -3.654.866 |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -1.818.638 | -148.606 | -6.411 | -31.471 | -2.005.126 | ||
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | 13.306 | 9.466 | 161 | 22.932 | |||
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -25.869 | -25.869 | |||||
| Personeelslasten (-) | -574.152 | -43.981 | -111.674 | -1.059 | -35.035 | -765.902 | |
| Afschrijvingen (-) | -240.747 | -5.248 | -18.644 | -1.920 | -2.755 | -269.315 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | 9.734 | -1.660 | -2.398 | -18.400 | -12.724 | ||
| Overige exploitatielasten (-) | -462.909 | -33.581 | -73.013 | -596 | -20.125 | 2.475 | -587.750 |
| Voorzieningen | -10.245 | -984 | 173 | -57 | -11.113 | ||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 31.960 | 0 | 0 | 0 | 31.960 |
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 0 | ||||||
| Vastgoedbeleggingen | 31.960 | 31.960 | |||||
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 47.657 | 1.484 | -2.758 | 355 | 37.103 | 0 | 83.841 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 10.845 | 3 | 20 | 10.868 | |||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | -2.798 | -2.798 | |||||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 36.812 | 2 | 23 | 352 | 35.992 | 73.181 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 1.483 | 17 | 1.090 | 2.591 | |||
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 250.570 | 56.054 | 108.605 | 3.562 | 7.403 | -201 | 425.993 |
| Financieringsopbrengsten | 51.106 | 13 | 3.615 | 13 | 1.660 | -762 | 55.645 |
| Renteopbrengsten | 7.906 | 13 | 2.664 | 9 | 1.000 | -762 | 10.830 |
| Diverse financiële opbrengsten | 43.199 | 951 | 4 | 661 | 0 | 44.815 | |
| Financieringslasten (-) | -83.653 | 0 | -27.867 | -88 | -2.190 | 963 | -112.836 |
| Rentelasten (-) | -25.198 | -17.469 | -88 | -446 | 963 | -42.237 | |
| Diverse financiële lasten (-) | -58.456 | -10.399 | -1.744 | 0 | -70.599 | ||
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -85 | 718 | 0 | 0 | 633 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
-13.639 | 106.921 | 10.979 | 37.560 | -962 | 140.859 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 1.231 | 1.154 | 0 | 0 | 0 | 2.385 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 205.614 | 164.057 | 96.050 | 41.047 | 5.911 | 0 | 512.680 |
| Winstbelastingen | -45.067 | -19.526 | 8.689 | -1.035 | -83 | 0 | -57.022 |
| Uitgestelde belastingen | 5.112 | -3.281 | 13.882 | -10 | 379 | 16.082 | |
| Belastingen | -50.179 | -16.245 | -5.194 | -1.024 | -462 | -73.104 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
160.547 | 144.531 | 104.739 | 40.013 | 5.828 | 0 | 455.657 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 160.547 | 144.531 | 104.739 | 40.013 | 5.828 | 0 | 455.657 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 69.959 | 30.608 | 50.392 | 2.087 | 82 | 153.128 | |
| Aandeel van de groep | 90.588 | 113.923 | 54.347 | 37.925 | 5.746 | 302.530 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
|
| I. Vaste activa | 2.839.219 | 4.410.084 | 1.565.916 | 204.048 | 242.594 | -6.385 | 9.255.476 |
| Immateriële vaste activa | 91.363 | 2.930 | 84.670 | 605 | 179.567 | ||
| Goodwill | 186.821 | 134.247 | 28.455 | 349.523 | |||
| Materiële vaste activa | 2.126.568 | 41.578 | 378.527 | 26.204 | 2.572.877 | ||
| Vastgoedbeleggingen | 945.488 | 945.488 | |||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 154.177 | 679.973 | 28.204 | 204.048 | 174.344 | 1.240.746 | |
| Financiële vaste activa | 167.868 | 818 | 75.144 | 29.740 | -6.385 | 267.186 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 18.003 | 74.550 | 9.781 | 102.335 | |||
| Vorderingen en borgtochten | 149.865 | 818 | 594 | 19.959 | -6.385 | 164.851 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 921 | 3.662 | 1.066 | 5.649 | |||
| Vorderingen op meer dan één jaar | 7.737 | 138.029 | 23.024 | 8.319 | 177.109 | ||
| Handelsvorderingen | 2.418 | 4.540 | 6.958 | ||||
| Vorderingen uit financiële lease | 138.029 | 22.736 | 160.765 | ||||
| Overige vorderingen | 5.320 | 288 | 3.779 | 9.386 | |||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 103.763 | 735 | 1.338 | 3.382 | 109.219 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
3.408.112 | 3.408.112 | |||||
| II. Vlottende activa | 1.843.121 | 1.828.829 | 371.492 | 424 | 169.859 | -21.347 | 4.192.378 |
| Voorraden | 148.260 | 180.744 | 396 | 329.400 | |||
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 46.077 | 20.359 | 7.856 | 74.292 | |||
| Geldbeleggingen | 3 | 427.712 | 153 | 40.013 | 467.882 | ||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 427.712 | 153 | 40.013 | 467.879 | |||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | |||||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 4.154 | 399 | 4.553 | ||||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.082.719 | 84.743 | 114.901 | 59.907 | -20.857 | 1.321.413 | |
| Handelsvorderingen | 1.007.332 | 46.560 | 14.750 | -2.490 | 1.066.152 | ||
| Vorderingen uit financiële lease | 54.568 | 571 | 55.139 | ||||
| Overige vorderingen | 75.387 | 30.175 | 67.770 | 45.156 | -18.367 | 200.122 | |
| Terug te vorderen belastingen | 13.783 | 4.411 | 22 | 813 | 19.030 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.304.957 | 1.304.957 | |||||
| Banken - interbancaire vorderingen | 88.863 | 88.863 | |||||
| Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) | 908.056 | 908.056 | |||||
| Banken - tegoeden centrale banken | 308.038 | 308.038 | |||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 524.994 | 3.762 | 48.930 | 402 | 58.939 | 637.027 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 35.107 | 1 | 3 | 41 | 35.152 | ||
| Liquide middelen | 489.887 | 3.761 | 48.927 | 402 | 58.898 | 601.875 | |
| Overlopende rekeningen | 23.131 | 7.256 | 1.993 | 1.935 | -491 | 33.824 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 11.686 | 3.613 | 5.860 | 21.159 | |||
| Totaal der activa | 4.682.340 | 6.250.598 | 1.941.021 | 204.472 | 418.314 | -27.732 | 13.469.013 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.449.186 | 535.490 | 404.068 | 59.422 | 661.099 | -2.262 | 4.107.003 |
| Overige landen binnen Europa | 39.925 | 309 | 3.792 | 18.897 | 69.074 | 131.997 | |
| Landen buiten Europa | 727.242 | 45.911 | 351.175 | 1.124.328 | |||
| Totaal | 3.216.352 | 535.800 | 407.860 | 124.230 | 1.081.349 | -2.262 | 5.363.329 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering & | Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital | tussen | 2017 | |
| Contracting | segmenten | ||||||
| I. Totaal eigen vermogen | 1.626.817 | 1.351.777 | 707.868 | 204.466 | 304.344 | 4.195.272 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 981.360 | 1.095.291 | 389.692 | 204.466 | 301.400 | 2.972.208 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |||||
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |||||
| Agio | 111.612 | 111.612 | |||||
| Geconsolideerde reserves | 1.006.643 | 1.093.851 | 387.336 | 202.778 | 215.003 | 2.905.611 | |
| Herwaarderingsreserves | -25.283 | 1.439 | 2.356 | 1.688 | 2.317 | -17.482 | |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 1.860 | 8.804 | 12.916 | 23.579 | |||
| Afdekkingsreserve | -743 | -183 | -9.302 | 20 | 4 | -10.204 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen | -15.262 | 33 | -21 | -644 | 810 | -15.083 | |
| Omrekeningsverschillen | -9.278 | -271 | 2.876 | 2.312 | -11.412 | -15.774 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -29.828 | -29.828 | |||||
| Minderheidsbelang | 645.457 | 256.487 | 318.176 | 2.944 | 1.223.064 | ||
| II. Langlopende verplichtingen | 928.196 | 684.166 | 867.427 | 3.882 | -6.385 | 2.477.286 | |
| Voorzieningen | 76.843 | 4.572 | 3.545 | 1.421 | 86.381 | ||
| Pensioenverplichtingen | 53.149 | 3.995 | 790 | 200 | 58.134 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 129.641 | 704 | 80.410 | 1.513 | 212.268 | ||
| Financiële schulden | 656.857 | 737.232 | 474 | -6.385 | 1.388.177 | ||
| Leningen van banken | 366.402 | 511.068 | 877.470 | ||||
| Obligatieleningen | 231.378 | 203.948 | 435.327 | ||||
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 5.354 | |||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 45.427 | 20.247 | 474 | 66.147 | |||
| Overige financiële schulden | 8.296 | 1.969 | -6.385 | 3.880 | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 7.209 | 8.572 | 34.616 | 50.397 | |||
| Overige schulden | 4.497 | 11.155 | 10.834 | 274 | 26.761 | ||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 655.168 | 655.168 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | ||||||
| Banken - deposito's van klanten | 607.368 | 607.368 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | ||||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 47.800 | 47.800 | |||||
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.127.327 | 4.214.655 | 365.726 | 7 | 110.087 | -21.347 | 6.796.455 |
| Voorzieningen | 59.047 | 12 | 108 | 59.166 | |||
| Pensioenverplichtingen | 289 | 289 | |||||
| Financiële schulden | 235.162 | 223.352 | 51.560 | -10.607 | 499.467 | ||
| Leningen van banken | 116.042 | 47.791 | 163.833 | ||||
| Obligatieleningen | 99.959 | 99.959 | |||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 7.921 | 2.342 | 4.967 | 15.230 | |||
| Overige financiële schulden | 11.241 | 173.218 | 46.593 | -10.607 | 220.445 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 7.445 | 800 | 160 | 8.405 | |||
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 224.657 | 11.047 | 235.704 | ||||
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.491.839 | 13.252 | 100.206 | 3 | 46.411 | -10.250 | 1.641.461 |
| Handelsschulden | 1.277.741 | 10 | 68.028 | 3 | 8.177 | -1.213 | 1.352.745 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.505 | 2.505 | |||||
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 152.612 | 8.177 | 17.565 | 7.669 | 186.022 | ||
| Overige schulden | 61.487 | 5.065 | 12.108 | 30.565 | -9.036 | 100.189 | |
| Te betalen belastingen | 42.538 | 3.437 | 18.429 | 4 | 283 | 64.691 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.191.182 | 4.191.182 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.458 | 27.458 | |||||
| Banken - deposito's van klanten | 3.898.145 | 3.898.145 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 253.114 | 253.114 | |||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 12.465 | 12.465 | |||||
| Overlopende rekeningen | 66.639 | 5.683 | 23.472 | 786 | -491 | 96.089 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | ||||||
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 4.682.340 | 6.250.598 | 1.941.021 | 204.472 | 418.314 | -27.732 | 13.469.013 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, | |||||||
| openingsbalans | 639.458 | 5.857 | 63.191 | 6.046 | 39.762 | 754.315 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 250.570 | 56.054 | 108.605 | 3.562 | 7.403 | -201 | 425.993 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen |
-47.657 | -1.484 | 2.758 | -355 | -37.103 | -83.841 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 7.863 | 46.594 | 375 | 7.561 | 62.392 | ||
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 1.231 | 1.154 | 2.385 | ||||
| Winstbelastingen | -35.180 | -19.526 | 8.689 | -1.035 | -83 | -47.135 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 240.747 | 5.248 | 18.644 | 1.920 | 2.755 | 269.315 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen Aandelenoptieplannen |
-9.734 | 1.751 1.057 |
2.463 57 |
18.400 801 |
12.881 1.915 |
||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
-31.960 | -31.960 | |||||
| (Afname) toename van voorzieningen | 9.641 | 1.615 | -87 | 57 | 11.226 | ||
| (Afname) toename van latente belastingen | -5.112 | 3.281 | -13.882 | 10 | -379 | -16.082 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -938 | 5.220 | 3 | 2 | -101 | 4.186 | |
| Cashflow | 411.431 | 100.964 | 95.291 | 4.480 | -689 | -201 | 611.275 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 152.296 | -179.168 | -6.217 | 22.657 | -31.097 | -21.163 | -62.693 |
| Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen |
-34.321 | 1.790 | 805 | -31.726 | |||
| Afname (toename) van vorderingen | 158.341 | -45.296 | -17.233 | 22.645 | 1.114 | -25.611 | 93.961 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) |
-553.818 | 281 | -553.537 | ||||
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 29.543 | 3.260 | 5.071 | -294 | -32.407 | 4.448 | 9.621 |
| Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen, cliënten & obligaties (banken) |
419.257 | 419.257 | |||||
| Afname (toename) overige | -1.267 | -2.571 | 3.874 | 305 | -610 | -268 | |
| Operationele cashflow | 563.727 | -78.203 | 89.074 | 27.137 | -31.787 | -21.364 | 548.583 |
| Investeringen | -687.533 | -219.797 | -204.727 | -44.261 | -8.779 | -1.165.097 | |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -459.968 | -4.531 | -21.596 | -3.837 | -1.909 | -491.841 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | -126.121 | -126.121 | |||||
| Verwerving van financiële vaste activa | -205.814 | -51.286 | -40.425 | -6.488 | -304.012 | ||
| Nieuwe leningen toegestaan | -21.751 | -195 | -5.724 | -150 | -27.820 | ||
| Verwerving van geldbeleggingen Desinvesteringen |
92.430 | -215.071 357.989 |
213.067 | 10.578 | -231 50.039 |
-215.302 724.102 |
|
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 19.402 | 6 | 1.001 | 3 | 47 | 20.459 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 1.500 | 112.002 | 113.502 | ||||
| Overdracht van financiële vaste activa | 58.528 | 4 | 97.574 | 10.574 | 48.308 | 214.987 | |
| Terugbetaalde leningen | 13.001 | 95 | 248 | 13.344 | |||
| Overdracht van geldbeleggingen | 357.979 | 2.395 | 1.435 | 361.809 | |||
| Investeringscashflow | -595.103 | 138.192 | 8.340 | -33.683 | 41.260 | -440.994 | |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen interesten | 7.878 | 13 | 2.681 | 9 | 1.000 | -762 | 10.820 |
| Betaalde interesten | -30.330 | -18.044 | -88 | -446 | 963 | -47.945 | |
| Diverse financiële opbrengsten(lasten) | -13.354 | -10.140 | 4 | -1.029 | -24.519 | ||
| Afname (toename) van eigen aandelen | -6.993 | -6.993 | |||||
| (Afname) toename van financiële schulden Winstverdeling |
32.413 | -54.150 | -1.440 | -7.730 -67.638 |
21.163 | -9.743 -67.638 |
|
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -43.932 | -48.825 | -166.544 | -13.678 | 272.979 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -21.554 | -13.253 | -17.073 | -4.559 | -109 | -56.548 | |
| Financieringscashflow | -68.879 | -62.066 | -263.269 | -19.752 | 190.035 | 21.364 | -202.566 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen | |||||||
| en kasequivalenten | -100.255 | -2.078 | -165.855 | -26.299 | 199.508 | -94.978 | |
| Transfer tussen segmenten | -11.334 | 151.218 | 40.425 | -180.309 | 0 | ||
| Wijziging consolidatiekring of -methode Kapitaalverhogingen (deel derden) |
-234 | -18 | -1.894 150 |
-19.744 | -21.890 150 |
||
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | -2.642 | 2.120 | -25 | -22 | -570 | ||
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans |
524.994 | 3.762 | 48.930 | 402 | 58.939 | 637.027 |
| (€ 1.000) | Ontwikke- lingskosten | Concessies, octrooien & licenties |
Goodwill | Software | Overige immateriële activa |
Vooruit- betalingen | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2017 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 5 | 57.664 | 15.351 | 6.233 | 86.418 | 1.161 | 166.832 |
| Brutobedrag | 3.347 | 73.607 | 17.802 | 29.056 | 93.443 | 1.161 | 218.416 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.342 | -15.943 | -2.451 | -22.822 | -7.025 | 0 | -51.584 |
| Investeringen | 275 | 519 | 910 | 673 | 507 | 605 | 3.490 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 10.573 | 6.465 | 727 | 6 | 17.772 | ||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -214 | -8 | -222 | ||||
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Afschrijvingen (-) | -70 | -4.333 | -3.107 | -1.095 | -8.604 | ||
| Bijzondere WV (-) | -507 | -507 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -12 | 5 | 1 | -7 | |||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 651 | 9 | 783 | 154 | -785 | 812 | |
| Overige toename (afname) | 1 | -1 | 0 | ||||
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 861 | 64.207 | 22.726 | 4.581 | 86.206 | 986 | 179.567 |
| Brutobedrag | 4.207 | 85.814 | 22.726 | 30.200 | 94.992 | 986 | 238.925 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.346 | -21.607 | 0 | -25.618 | -8.317 | 0 | -58.889 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2018 |
0 | 0 | 0 | 0 | -469 | 0 | -469 |
| 986 | |||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo Brutobedrag |
861 4.207 |
64.207 85.814 |
22.726 22.726 |
4.581 30.200 |
86.206 94.992 |
986 | 179.567 238.925 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.346 | -21.607 | 0 | -25.618 | -8.317 | 0 | -58.889 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -469 | 0 | -469 |
| Investeringen | 285 | 1.126 | 184 | 809 | 66 | 576 | 3.039 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | ||||||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -9 | -3 | -3 | ||||
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -82 | -82 | |||||
| Afschrijvingen (-) | -573 | -3.084 | -2.311 | -223 | -6.191 | ||
| Bijzondere WV (-) | 0 | ||||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -42 | -3 | -45 | ||||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 139 | 176 | 1.319 | 19 | -1.131 | 521 | |
| Overige toename (afname) | -2 | -2 | |||||
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 709 | 62.293 | 22.911 | 4.393 | 86.067 | 430 | 176.802 |
| Brutobedrag | 4.546 | 85.852 | 22.911 | 32.220 | 94.627 | 430 | 240.586 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.836 | -23.560 | 0 | -27.827 | -8.561 | 0 | -63.784 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De immateriële vaste activa dalen met 2,8 miljoen euro als gevolg van afschrijvingslasten die de (beperkte) investeringen van 2018 overtreffen.
Deze post bestaat voor een groot deel uit immateriële vaste activa ('trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro) die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME, uit immateriële vaste activa die voortkomen uit de acquisities van voorgaande boekjaren van Anima Care en HPA en uit software-ontwikkelingen bij Bank J.Van Breda & C°.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Bewegingen in goodwill | ||
| Goodwill, beginsaldo | 349.523 | 342.539 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 370.213 | 361.870 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -20.690 | -19.331 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties (1) | 5.987 | 14.270 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -5.987 | -4.536 |
| Overige toename (afname) | -9.785 | -2.750 |
| Goodwill, eindsaldo | 339.738 | 349.523 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 361.634 | 370.213 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -21.897 | -20.690 |
(1) We verwijzen naar Toelichting 5 Bedrijfsacquisities voor meer details.
De verwerving door middel van bedrijfscombinaties heeft uitsluitend betrekking op overnames door DEME :
De annulatie van de initiële goodwill van 7,4 miljoen euro op de voorlopige verwerking eind 2017 (A2Sea & G-TEC) zit vervat in de lijn 'overige afname'.
Voor meer duiding omtrent beide operaties verwijzen we naar Toelichting 5. Bedrijfscombinaties.
Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013) en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE, Anima Care en HPA. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 228,8 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke cash generating unit (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een discounted cash flow (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.
Wat betreft de verplichte waardeverminderingstest op goodwill werd in één immaterieel geval de gebruikswaarde berekend volgens een DCF methode gebaseerd op redelijke assumpties. In de andere gevallen werd de realiseerbare waarde getoetst aan de reële waarde.
Significante investeringen (580,3 miljoen euro, inclusief de impact via bedrijfscombinaties), afschrijvingslasten ten belope van 290,9 miljoen euro en de verkoop door HPA van het vastgoed van 14 residenties (-148,1 miljoen euro), verklaren de evolutie van de materiële vaste activa, die met 138,2 miljoen euro zijn toegenomen tot 2.711,1 miljoen euro.
DEME heeft in 2018 met een totaal bedrag van 441,3 miljoen euro opnieuw sterk geïnvesteerd in de modernisering én in de uitbreiding van haar vloot. In 2018 werden o.a. de Apollo en de Living Stone in gebruik genomen en werd volop voortgebouwd aan o.a. de Spartacus en de Orion. Dit bedrag aan investeringen overtreft ruimschoots de geboekte afschrijvingen die op 256,9 miljoen euro uitkwamen.
Bovendien heeft DEME in H2 2018 de exclusieve controle verworven over haar in Qatar gevestigde dochteronderneming MEDCO, waardoor deze deelneming integraal wordt geconsolideerd tegenover de verwerking via vermogensmutatie voordien. Daardoor komen de MEDCO schepen, waaronder de cutters Al Mahaar en Al Jarraf, op de balans van DEME (en daarmee van AvH) voor een bedrag van 79,6 miljoen euro.
Het saldo op de lijn "verwervingen door middel van bedrijfscombinaties" wordt verklaard door de finale verwerking van A2Sea & G-TEC met 4,3 miljoen euro hogere waardering van de materiële vaste activa.
Anima Care en HPA spendeerden enerzijds respectievelijk 22,2 miljoen euro en 18,7 miljoen euro in de uitbouw van hun netwerk van rusthuizen, maar verkochten anderzijds vennootschappen die eigenaar zijn van het vastgoed van het woonzorgcentrum Kruyenberg van Anima Care (verkocht aan Baltisse) en van 14 residenties die door Residalya worden geëxploiteerd (verkocht aan Icade Santé) :
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17) |
Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2017 |
|||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 475.433 | 1.488.867 | 31.411 | 4.364 | 134.301 | 263 | 2.134.639 |
| Brutobedrag | 599.583 | 3.213.697 | 120.799 | 12.782 | 134.301 | 1.381 | 4.082.542 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -121.663 | -1.724.829 | -88.652 | -8.418 | -1.118 | -1.944.681 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.487 | -736 | -3.223 | ||||
| Investeringen | 13.273 | 108.266 | 8.763 | 1.050 | 390.732 | 76 | 522.161 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 20.360 | 188.563 | 825 | 281 | 210.028 | ||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -4.123 | -4.420 | -229 | -7 | -683 | -9.462 | |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -5.371 | -7.462 | -136 | -4.071 | -17.041 | ||
| Afschrijvingen (-) | -21.261 | -227.936 | -10.454 | -1.005 | -56 | -260.711 | |
| Bijzondere WV (-) | -220 | -220 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -97 | -3.217 | -364 | -81 | -3.758 | ||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 1.728 | 73.144 | -985 | -7 | -75.306 | -1.426 | |
| Overige toename (afname) | -36 | 10 | -9 | 37 | -1.334 | -1.332 | |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 479.686 | 1.615.815 | 28.822 | 4.713 | 443.558 | 283 | 2.572.877 |
| Brutobedrag | 614.612 | 3.452.446 | 128.765 | 14.547 | 443.558 | 1.457 | 4.655.385 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -132.227 | -1.836.631 | -99.207 | -9.834 | -1.174 | -2.079.073 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.699 | -736 | -3.435 | ||||
| II. Overige informatie | |||||||
| Financiële leases | |||||||
| Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease | 72.701 | 55.548 | 3.275 | 131.525 | |||
| Materiële vaste activa verworven onder financiële lease | 5.103 | 597 | 5.700 |
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17) |
Totaal 2018 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2018 |
|||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 479.686 | 1.615.815 | 28.822 | 4.713 | 443.558 | 283 | 2.572.877 |
| Brutobedrag | 614.612 | 3.452.446 | 128.765 | 14.547 | 443.558 | 1.457 | 4.655.385 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -132.227 | -1.836.631 | -99.207 | -9.834 | -1.174 | -2.079.073 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.699 | -736 | -3.435 | ||||
| Investeringen | 16.505 | 184.661 | 12.189 | 959 | 282.098 | 496.413 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 83.421 | 424 | 83.845 | ||||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -7.479 | -1.568 | -613 | -5.725 | -15.385 | ||
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -143.160 | -196 | -571 | -4.436 | -148.364 | ||
| Afschrijvingen (-) | -19.163 | -259.221 | -11.300 | -1.162 | -7 | -290.853 | |
| Bijzondere WV (-) | -2.924 | -2.924 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -303 | 856 | 7 | 24 | -49 | 534 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 7.095 | 240.721 | 412 | 8 | -252.884 | -227 | -4.874 |
| Overige toename (afname) | 18.336 | 1.492 | 2 | 19.830 | |||
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 348.592 | 1.865.980 | 29.372 | 4.518 | 462.635 | 0 | 2.711.097 |
| Brutobedrag | 481.405 | 3.934.812 | 125.865 | 15.258 | 462.635 | 5.019.975 | |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -129.313 | -2.068.832 | -95.759 | -10.740 | -2.304.644 | ||
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -3.499 | 0 | -734 | -4.234 | |||
| II. Overige informatie | |||||||
| Financiële leases | |||||||
| Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease | 26.590 | 49.416 | 2.157 | 78.163 | |||
| Materiële vaste activa verworven onder financiële lease | 75 | 2.825 | 711 | 3.611 |
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Operationele leasing als leasinggever - IAS 40 |
Project ontwikkelin- gen |
Activa bestemd voor verkoop |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2017 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| Brutobedrag | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| Investeringen | 107.464 | 17.215 | 1.441 | 126.121 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 113 | 113 | |||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -174.849 | -117.141 | -291.990 | ||
| Winsten (verliezen) door aanpassing van reële waarde | 16.342 | 19.108 | -1.658 | 33.792 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -52.849 | 64.392 | 11.543 | ||
| Overige toename (afname) | 2.303 | 2.303 | |||
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| Brutobedrag | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2018 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| Brutobedrag | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| Investeringen | 115.597 | 67.111 | 182.707 | ||
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | ||||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -3.613 | -3.613 | |||
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | -700 | 152 | 1.278 | 730 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 37.206 | -32.617 | 18.489 | 23.078 | |
| Overige toename (afname) | 5.296 | -14 | 5.282 | ||
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.037.089 | 0 | 100.442 | 19.753 | 1.157.285 |
| Brutobedrag | 1.037.089 | 0 | 100.442 | 19.753 | 1.157.285 |
| (€ 1.000) | Totaal 2018 |
Totaal 2017 |
|---|---|---|
| Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening | ||
| Verkopen van gronden | 5.350 | 70 |
| Huurinkomsten | 61.349 | 61.912 |
| Overige vastgoedopbrengsten (o.m. promotie-opbrengsten) | 249.877 | 165.915 |
| 316.576 | 227.897 | |
| Kerncijfers - gebouwen in portefeuille LRE (exclusief projectontwikkelingen) | ||
| Huurrendement (%) | 6,45% | 6,44% |
| Bezettingsgraad (%) | 94,26% | 94,80% |
| Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) | 4,34 | 4,74 |
Met een vastgoedportefeuille (exclusief leasing) van 1.019,3 miljoen euro staat Leasinvest Real Estate in voor 88% van deze balanspost. Het saldo is afkomstig van Extensa (133,3 miljoen euro aan vastgoedbeleggingen met o.a. verhuurde gebouwen op de site Tour & Taxis te Brussel) en een tweetal gebouwen bestemd voor verkoop vanuit de rusthuizenpoot.
Gesteund door de 84 miljoen euro verse middelen die door de aandeelhouders werden ingebracht bij de publieke kapitaalsverhoging, investeerde Leasinvest Real Estate (LRE) in 2018 voor 127,2 miljoen euro in vastgoedactiva met als grootste investeringen de aankoop van 2 kantoorgebouwen in het EBBC-complex in Luxemburg en de gebouwen Hangar 26/27 in Antwerpen en Montoyer 14 in Brussel.
Extensa ging ook in 2018 door met investeren op de site van Tour & Taxis : in 2018 waren deze investeringen voornamelijk bestemd voor de aanleg van een nieuwe ondergrondse parking en in de renovatie van de Gare Maritime.
Leasinvest Real Estate hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:
De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.
Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten wor-
den geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.
Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3) die elk met een niveau van observeerbaarheid van de reële waarde overeenkomen:
De vastgoedbeleggingen vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2018 zijn uitgevoerd door externe schatters (o.a. Cushman & Wakefield, Stadim, de Crombrugghe&Partners en Oerag).
Deze tabel hieronder geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.
| Activa klasse | Reële waarde 2018 (€ 1.000) |
Reële waarde 2017 (€ 1.000) |
Waarderings techniek |
Belangrijkste inputs | 31/12/2018 Min-Max (gwogen gemiddelde) |
31/12/2017 Min-Max (gewogen gemiddelde) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Retail Groothertogdom Luxemburg & België |
343.076 | 334.150 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [9,34 €/m² - 18,77 € /m²] b) [12,85 € /m²] c) [5,70% - 7,02%] d) [6,59%] e) 3,74 jaar f) 153 245 m² |
a) [8,35 €/m² - 19,93 € /m²] b) [13,17 € /m²] c) [5,60% - 7,15%] d) [6,22%] e) 5,50 jaar f) 153 245 m² |
| Retail Oostenrijk | 106.530 | 102.650 | DCF (discounted cash flow) |
a) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde b) Kapitalisatievoet vork c) Kapitalisatievoet berekening terminale waarde na 10j. d) Resterende looptijd e) Aantal m² |
a) [11,18 €/m²] b) [4,97% - 5,67%] c) [5,26%] d) 6,37 jaar e) 43 404 m² |
a) [9,88 €/m²] b) [5,02% - 5,72%] c) [5,36%] d) 6,00 jaar e) 42 600 m² |
| Kantoren Groothertogdom Luxemburg |
241.860 | 205.350 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [11,54 €/m² - 48,25 € /m²] b) [27,64 €/m²] c) [5,00% - 8,65%] d) [6,27%] e) 3,63 jaar f) 48 657 m² |
a) [23,42 €/m² - 39,99 € /m²] b) [29,93 €/m²] c) [5,15% - 8,65%] d) [6,6%] e) 2,70 jaar f) 32 061 m² |
| Kantoren België | 268.467 | 218.272 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [8,42 €/m² - 22,02 €/m²] b) [10,64 €/m²] c) [4,10% - 9,35%] d) [6,05%] e) 6,71 jaar f) 130 013 m² |
a) [9,77 €/m² - 11,76 €/m²] b) [10,83 €/m²] c) [5,60% - 9,00%] d) [7,22%] e) 4,50 jaar f) 113 870 m² |
| Logistiek | 62.100 | 42.570 | DCF (discounted cash flow of actualisatie van kasstromen tegen discontovoet) |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Gemiddelde discontovoet d) Economische levensduur e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [4,79 €/m² - 7,64 € /m²] b)[6,06 € /m²] c) 7,83% d) 30 jaar e) 3,25 jaar f) 33 979 m² |
a) [3,35 €/m² - 16,88 € /m²] b)[4,82 € /m²] c) 7,32% d) 30 jaar e) 9,65 jaar f) 26 084 m² |
| Totaal (1) | 1.022.033 | 902.992 |
(1) Vastgoedbeleggingen inclusief leasing (Rijksarchief te Brugge - Toelichting 16) doch exclusief activa bestemd voor verkoop.
De verhuurde gebouwen van Extensa (Hôtel de la Poste, Hôtel des Douanes, Openbaar
Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).
| (€ 1.000) | Land | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| Vastgoedbeleggingen Extensa | |||
| Evenementen (Hôtel de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) | België | 32.720 | 27.688 |
| Parkings Tour&Taxis | België | 21.800 | 21.800 |
| Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) | België | 77.615 | 8.669 |
| Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen | België | 1.159 | 2.180 |
| Totaal | 133.295 | 60.336 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||
| Marine Engineering & Contracting | 194.547 | 154.177 |
| Private Banking | 585.540 | 679.973 |
| Real Estate & Senior Care | 32.765 | 28.204 |
| Energy & Resources | 221.606 | 204.048 |
| AvH & Growth Capital | 150.307 | 174.344 |
| Totaal | 1.184.765 | 1.240.746 |
| (€ 1.000) | Vermogens mutatiewaarde |
Goodwill opgenomen in VM-waarde |
Totaal 2018 |
Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo | 1.172.147 | 68.599 | 1.240.746 | 1.153.300 |
| Aanschaffingen | 26.494 | 232 | 26.726 | 68.751 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | ||
| Overdrachten (-) | -35.211 | -3.015 | -38.226 | -5.164 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -1.304 | ||
| Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 153.853 | 153.853 | 140.859 | |
| Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) | 0 | -4.017 | ||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 4.796 | 4.796 | -24.978 | |
| Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) | -67.565 | -67.565 | -62.392 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -138.013 | -138.013 | -12.998 | |
| Overige toename (afname) | 2.550 | -101 | 2.449 | -11.309 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo | 1.119.050 | 65.715 | 1.184.765 | 1.240.746 |
De ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast vertegenwoordigen een balanswaarde van 1.184,8 miljoen euro op 31/12/2018. De daling van deze post ten opzichte van het vorig boekjaar wordt hoofdzakelijk verklaard door de vereenvoudiging van de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in beide banken in plaats van voordien via de gezamenlijke holding Finaxis. De samenwerkingsakkoorden m.b.t. beide banken en de aandeelhoudersakkoorden bleven ongewijzigd en bijgevolg ook de consolidatiemethode. Wel wordt het 78,75%-belang in Delen Private Bank vanaf Q4 2018 rechtstreeks verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.
In 2018 investeerden DEME en Green Offshore bijkomend in windenergie-projectvennootschappen (o.a Merkur (D) en Seamade (B)) en verhoogde AvH haar belang in SIPEF (31,6%). Daartegenover stond de verkoop door AvH van haar belang in Atenor (10,53%) en de verkoop door Extensa van het aan Alter Domus verhuurde kantoorgebouw op de site van Cloche d'Or in Luxemburg aan internationale investeerders.
van de deelneming in NMP uit dit segment, wegens verkocht. Daarbij dient herinnerd te worden aan het boekhoudkundig effect van de herwaardering die inbegrepen was in het resultaat 2017 van SIPEF naar aanleiding van het verwerven van de exclusieve controle op Agro Muko. Het aandeel van AvH in deze (uitsluitend boekhoudkundige) herwaardering dat in 2017 was inbegrepen in de bijdrage vanuit vermogensmutatie bedroeg 19,8 miljoen euro.
• De licht negatieve bijdrage vanuit vermogensmutaties uit "AvH & Growth Capital" wordt verklaard door negatieve bijdragen afkomstig van Manuchar en vooral van Distriplus ten belope van 12,9 miljoen euro over de eerste 9 maanden van 2018, waarna deze participatie werd verkocht en gedeconsolideerd. Daar staan positieve bijdragen tegenover vanuit o.a. Mediahuis (5,4 miljoen euro), Turbo's Hoet Groep (5,0 miljoen euro) en de Telemond-groep (2,2 miljoen euro).
Ook in 2018 overtroffen de winstbijdrages van de participaties ruimschoots de door hen uitgekeerde dividenden. De afname van de waarde van de euro ten opzichte van de vnl. USD vertaalt zich in een positieve wisselkoersimpact ten belope van 4,8 miljoen euro.
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (31,6%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Consortium Telemond (50%) en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (17,6%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%) en Mediahuis (13,3%), opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar p.153 "Segmentrapportering".
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2018 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties de volgende beurswaarden vertegenwoordigen van respectievelijk 163,1 miljoen euro en 30,7 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2018 niet het geval.
De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 194,5 miljoen euro. De belangen in C-Power (6,5%), Rentel (18,9%) en GEM/EMW zijn de voornaamste bij DEME alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en de ontwikkeling van de industriezone van Dinh Vu (Vietnam) door Rent-A-Port.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| Financiële activa | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 570.213 | 570.213 | ||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 150.817 | 150.817 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 456.813 | 456.813 | ||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 316 | 316 | ||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 0 | ||
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 182.941 | 164.851 | 182.941 | 164.851 |
| Vorderingen uit financiële lease | 259.573 | 231.389 | 243.339 | 215.904 |
| Overige vorderingen | 253.008 | 209.508 | 253.008 | 209.508 |
| Handelsvorderingen | 1.138.482 | 1.073.110 | 1.138.482 | 1.073.110 |
| Termijndeposito's tot drie maand | 56.661 | 35.152 | 56.661 | 35.152 |
| Liquide middelen | 456.927 | 601.875 | 456.927 | 601.875 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 5.367.928 | 5.030.849 | 5.050.668 | 4.713.069 |
| Afdekkingsinstrumenten | 2.451 | 10.202 | 2.451 | 10.202 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | ||
| Financiële passiva | |||||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | |||||
| Financiële schulden | |||||
| Leningen van banken | 1.349.576 | 1.055.117 | 1.335.169 | 1.041.303 | |
| Obligatieleningen | 419.759 | 544.537 | 419.182 | 535.285 | |
| Achtergestelde leningen | 23.934 | 5.354 | 23.497 | 5.354 | |
| Financiële lease-overeenkomsten | 66.585 | 84.481 | 63.851 | 81.377 | |
| Overige financiële schulden | 171.424 | 224.325 | 171.424 | 224.325 | |
| Overige schulden | |||||
| Handelsschulden | 1.487.232 | 1.352.745 | 1.487.232 | 1.352.745 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 1.270 | 2.505 | 1.270 | 2.505 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 189.210 | 186.022 | 189.210 | 186.022 | |
| Overige schulden | 89.102 | 126.950 | 89.102 | 126.950 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 5.256.744 | 4.874.548 | 5.220.161 | 4.846.350 | |
| Afdekkingsinstrumenten | 71.772 | 58.802 | 71.772 | 58.802 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| Financiële activa | ||||||
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 538.264 | 31.949 | ||||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | |||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 136.960 | 13.857 | ||||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 456.813 | |||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 316 | |||||
| Financiële activa - at amortised cost | ||||||
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||||
| Vorderingen uit financiële lease | 259.573 | 231.389 | ||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 487.511 | 4.880.417 | 396.918 | 4.633.931 | ||
| Afdekkingsinstrumenten | 2.451 | 10.202 | ||||
| Financiële passiva | ||||||
| Financiële schulden | ||||||
| Leningen van banken | 1.349.576 | 1.055.117 | ||||
| Obligatieleningen | 350.761 | 68.998 | 490.352 | 54.185 | ||
| Achtergestelde leningen | 23.934 | 5.354 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 66.585 | 84.481 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 5.256.744 | 4.874.548 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 71.772 | 58.802 |
De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten. Specifiek voor Bank J.Van Breda & C° is de uitwerking hiervan :
• Parameters voor level 1-instrumenten zijn onaangepaste genoteerde prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt.
In level 1 vinden we alle financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (tot en met 2017 'voor verkoop beschikbare effecten') met een publieke notering in een actieve markt.
In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:
In level 3 vinden we volgende financiële activa:
prijs: de reële waarde hiervan wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:
(€ 1.000) Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) Renteopbrengsten (lasten) Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) Renteopbrengsten (lasten) 2018 2017 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 16.564 1.869 Financiële activa - Fair value or at amortised cost 1.365 1.146 Overige financiële activa 41.545 59.207 Vorderingen en liquiditeiten 28.511 27.105 Afdekkingsinstrumenten 30 30 Banken - vorderingen kredietsinstellingen & cliënten 93.950 95.664 Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs -36.295 -42.237 Afdekkingsinstrumenten -8.508 -6.115 Banken - schulden aan kredietsinstellingen, cliënten en obligaties -16.333 -19.754
Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group (de vroegere Nationale Delcrederedienst), in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. Eind 2017 had de groep CFE in Tsjaad nog een nettovordering van ongeveer 60 miljoen euro op de staat. Na de ontvangsten in juli 2018 daalde het bedrag van de openstaande vorderingen met 7,5 miljoen euro. Sedert juli 2018 werden geen nieuwe ontvangsten meer geboekt. De lokaal ontvangen bedragen zijn nog niet in euro omgezet. De algemene voorwaarden voor de herfinanciering van de vorderingen van het Grand Hotel werden formeel goedgekeurd door de overheid van Tsjaad. Ze wachten nog op bekrachtiging door de raad van bestuur van Afreximbank.
Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarbinnen de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd krediet(concentratie) risico. Door zich contractueel voldoende in te dekken, weet de groep dit risico in te perken. Aangezien Rent-A-Port actief is in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, is het ook blootgesteld aan politieke risico's. Een sterk lokaal netwerk is een belangrijke factor van risicomanagement.
Voor de kredietrisico's aangaande de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.
Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen.
Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.
Het kredietrisico bij Anima Care en HPA is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron.
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door DEME, CFE, Leasinvest Real Estate en Extensa, terwijl de private obligatieleningen van BPI en Leasinvest Real Estate opgenomen zijn onder Niveau 2.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 149.865 | 818 | 594 | 19.959 | -6.385 | 164.851 | ||
| Vorderingen uit financiële lease | 192.597 | 23.307 | 215.904 | |||||
| Overige vorderingen | 80.707 | 30.175 | 68.058 | 48.935 | -18.367 | 209.508 | ||
| Handelsvorderingen | 1.009.749 | 46.560 | 19.290 | -2.490 | 1.073.110 | |||
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.240.321 | 223.590 | 138.520 | 0 | 88.184 | -27.242 | 1.663.373 | |
| % | 75% | 13% | 8% | 0% | 5% | -1% | 100% | |
| niet vervallen | 909.362 | 216.580 | 123.779 | 85.501 | -27.242 | 1.307.980 | 79% | |
| vervallen < 30 d | 47.436 | 4.824 | 8.769 | 1.989 | 63.018 | 4% | ||
| vervallen < 60 d | 33.794 | 1.643 | 516 | 398 | 36.351 | 2% | ||
| vervallen < 120 d | 13.422 | 230 | 504 | 163 | 14.320 | 1% | ||
| vervallen > 120 d | 236.306 | 313 | 4.952 | 134 | 241.705 | 15% | ||
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.240.321 | 223.590 | 138.520 | 0 | 88.184 | -27.242 | 1.663.373 | 100% |
| % | 75% | 13% | 8% | 0% | 5% | -1% | 100% | |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | ||||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -4.819 | -5.000 | -9.819 | |||||
| Vorderingen uit financiële lease (WV) | -3.641 | -3.641 | ||||||
| Overige vorderingen (WV) | -152 | -521 | -8.711 | -9.383 | ||||
| Handelsvorderingen (WV) | -15.498 | -1.496 | -16.994 | |||||
| -20.468 | -3.641 | -2.017 | 0 | -13.711 | 0 | -39.837 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2018 |
||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 177.880 | 1.054 | 3.335 | 18.077 | -17.405 | 182.941 | ||
| Vorderingen uit financiële lease | 220.557 | 22.782 | 243.339 | |||||
| Overige vorderingen | 108.909 | 29.584 | 83.619 | 38.581 | -7.685 | 253.008 | ||
| Handelsvorderingen | 1.093.581 | 30.895 | 15.123 | -1.116 | 1.138.482 | |||
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.380.370 | 251.195 | 140.631 | 0 | 71.781 | -26.207 | 1.817.770 | |
| % | 76% | 14% | 8% | 0% | 4% | -2% | 100% | |
| niet vervallen | 1.053.414 | 244.024 | 134.680 | 69.800 | -26.207 | 1.475.711 | 81% | |
| vervallen < 30 d | 65.934 | 5.477 | 2.798 | 1.288 | 75.497 | 4% | ||
| vervallen < 60 d | 31.796 | 1.178 | 959 | 526 | 34.459 | 2% | ||
| vervallen < 120 d | 96.317 | 117 | 988 | 129 | 97.550 | 5% | ||
| vervallen > 120 d | 132.909 | 399 | 1.206 | 38 | 134.553 | 7% | ||
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.380.370 | 251.195 | 140.631 | 0 | 71.781 | -26.207 | 1.817.770 | 100% |
| % | 76% | 14% | 8% | 0% | 4% | -2% | 100% | |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | ||||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -4.819 | -4.819 | ||||||
| Vorderingen uit financiële lease (WV) | -4.683 | -4.683 | ||||||
| Overige vorderingen (WV) | -152 | -37 | -8.711 | -8.900 | ||||
| Handelsvorderingen (WV) | -44.602 | -1.865 | -46.467 | |||||
| -49.573 | -4.683 | -1.902 | 0 | -8.711 | 0 | -64.870 |
De in 2017 geboekte waardeverminderingen zijn conform IAS 39 (incurred loss) terwijl de waardeverminderingen in 2018 in overeenstemming met IFRS 9 (expected loss) zijn gewaardeerd.
Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, maar die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 14).
CFE heeft in toepassing van de nieuwe boekhoudnorm IFRS 9 – Expected Credit Loss in de openingsbalans per 1-1-2018 een bijzondere waardevermindering verwerkt van 12 miljoen euro mbt Tsjaad en heeft ten laste van de resultatenrekening van 2018 10 miljoen euro bijkomende voorziening voor 'expected credit loss' genomen. De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. De verliezen worden berekend vertrekkende van het gewogen gemiddelde van de verliezen bij verschillende scenarii.
• Het kredietrisico van de leasingactiviteit van Bank J.Van Breda & C° wordt behandeld in Toelichting 16 Leasing.
Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. DEME dekt doorgaans deze risico's in door gebruik te maken van financiële hedges en termijncontracten. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken.
Rent-A-Port is vooral actief in landen buiten de euro-zone en wordt vnl. aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.
Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden, met uitzondering van de beperkte activiteiten van Extensa in Turkije (risico gelinkt aan de Turkse Lira) en in Roemenië (risico gelinkt aan de RON).
Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.
Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.
Agidens, wereldwijd aanwezig waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten van de resp. groepsmaatschappij in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten.
De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (17,6% belang in Sagar Cements en in het fonds Healthquad). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijninvesteringen betreffen.
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone.
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank en SIPEF, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende 9% in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.
| Poolse Zloty | 4,30 | 4,26 |
|---|---|---|
| 1 euro = x vreemde valuta | Slotkoers | Gemiddelde koers | Slotkoers | Gemiddelde koers | |
|---|---|---|---|---|---|
| Australische Dollar | 1,62 | 1,58 | Qatarese Rial | 4,17 | 4,30 |
| Britse Pond | 0,90 | 0,89 | Roemeense Leu | 4,66 | 4,65 |
| Bulgaarse Lev | 1,96 | 1,96 | Russische Roebel | 79,37 | 73,53 |
| CFA Frank | 655,96 | 655,96 | Singapore Dollar | 1,56 | 1,59 |
| Hongaarse Forint | 320,98 | 318,89 | Tunesische Dinar | 3,43 | 3,11 |
| Indische Rupie | 80,00 | 80,65 | Turkse Lire | 6,06 | 5,71 |
| Marokkaanse Dirham | 10,94 | 11,08 | US Dollar | 1,15 | 1,18 |
| Nigeriaanse Naira | 416,29 | 425,60 | Vietnamese Dong | 28.464,57 | 27.115,75 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa |
Geldbeleggingen |
|---|---|---|
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2017 | ||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 113.043 | 621.408 |
| Financiële activa - boekwaarde | 81.170 | 598.036 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 31.873 | 18.598 |
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 4.775 | |
| Aanschaffingen | 12.818 | 215.302 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 2.222 | |
| Actuarieel rendement | -3.294 | |
| Overdrachten (-) | -5.826 | -361.767 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde | 1.612 | -431 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -375 | |
| Bijzondere WV teruggenomen in de resultatenrekening (+) | 9 | |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -3.253 | |
| Overboeking van (naar) andere posten | -18.937 | |
| Overige toename (afname) | -2.315 | |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 102.335 | 467.882 |
| Financiële activa - boekwaarde | 79.268 | 449.705 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 23.067 | 15.717 |
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 2.460 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa |
Geldbeleggingen |
|---|---|---|
| Financiële activa : at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2018 | ||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 102.335 | 467.882 |
| Financiële activa - boekwaarde (voor verkoop beschikbaar) | 79.268 | 449.705 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 23.067 | 15.717 |
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 2.460 | |
| Aanschaffingen | 22.834 | 380.329 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | ||
| Actuarieel rendement | -1.568 | |
| Overdrachten (-) | -4.041 | -349.106 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | 6.077 | -3.098 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | 487 | |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | ||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 960 | |
| Overboeking van (naar) andere posten | -13.688 | |
| Overige toename (afname) | 9 | -1.466 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 113.526 | 494.420 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) | 113.526 | 490.665 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | 2.805 | |
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 950 |
De deelname door Leasinvest Real Estate aan de kapitaalsverhoging bij Retail Estates ten belope van 12,9 miljoen euro en de aankoop eind 2018 van een 2,45%-belang in EVS (7,4 miljoen euro) door AvH waren de voornaamste investeringen in niet-geconsolideerde participaties.
De verkoop van vastgoedcertificaten (Axxess Business Park) door Leasinvest Real Estate en van een bijkomende schijf van 3% van Koffie Rombouts door AvH verklaren de desinvesteringen.
De positieve reële waarde-schommeling is nagenoeg volledig toe te schrijven aan het 10%-belang in Retail Estates, dat met een beurswaarde van 91,8 miljoen euro ongeveer 80% uitmaakt van de totale niet-geconsolideerde participaties van AvH.
De post 'overboeking' is het gevolg van de eerste consolidatie van de deelneming in het offshore windpark Rentel door Green Offshore.
| De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : | Aantal aandelen | Reële waarde |
|---|---|---|
| Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° | 457.129 | |
| Fondsen beheerd door Delen Private Bank | 25.447 | |
| Ageas | 278.284 | 10.937 |
| Andere | 908 | |
| 494.420 |
De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).
| Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : | Reële waarde |
|---|---|
| Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) | 457.129 |
| AvH & Growth Capital | 37.175 |
| Real Estate & Senior Care | 113 |
| Marine Engineering & Contracting | 3 |
| Energy & Resources | 0 |
| 494.420 |
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2018 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een minimumrating Aa3 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity. De beleggingsportefeuille bevat geen overheidsobligaties van Portugal, Italië, Ierland, Griekenland, Spanje en Turkije.
Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
| Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2018 | Naar rating | Naar restlooptijd | |
|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties Aaa | 42,5% | 2019 | 15,1% |
| Overheidsobligaties Aa1 | 30,7% | 2020 | 21,8% |
| Overheidsobligaties Aa2 | 12,6% | 2021 | 10,5% |
| Overheidsobligaties Aa3 | 8,5% | 2022 | 14,6% |
| Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere | 5,7% | 2023 | 17,4% |
| >2024 | 20,4% | ||
| onbepaald | 0,2% |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| I. Interbancaire vorderingen | ||||
| Binnenlandse kredietinstellingen | 50.397 | 44.355 | 50.296 | 44.338 |
| Buitenlandse kredietinstellingen | 77.431 | 44.525 | 77.397 | 44.525 |
| Totaal kredietinstellingen | 127.828 | 88.880 | 127.693 | 88.863 |
| II. Leningen en vorderingen op cliënten | ||||
| Wissels en eigen accepten | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringskredieten en financieringen | 2.446.104 | 2.367.784 | 2.262.000 | 2.176.117 |
| FV aanpassing ingedekte kredieten (FV hedge) | 12.085 | 3.952 | 12.085 | 3.952 |
| Hypothecaire leningen | 2.019.029 | 1.863.902 | 1.887.991 | 1.739.078 |
| Werkingskredieten | 394.151 | 385.637 | 392.176 | 384.371 |
| Overige | 9.048 | 12.656 | 9.040 | 12.650 |
| Totaal cliënten | 4.880.417 | 4.633.931 | 4.563.292 | 4.316.168 |
| III. Tegoeden centrale banken | ||||
| Tegoeden bij centrale banken | 359.683 | 308.038 | 359.683 | 308.038 |
| Totaal tegoeden bij centrale banken | 359.683 | 308.038 | 359.683 | 308.038 |
| Totaal vorderingen op kredietinstellingen & clienten | 5.367.928 | 5.030.849 | 5.050.668 | 4.713.069 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:
De sterke prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.
De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De divisie Bank de Kremer bank richt zich op particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.
De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°.
Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardeverminderingen moet worden geboekt.
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal 2018 | Totaal 2017 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | ||||
| Performing | |||||||
| Low risk | 1.515.561 | 27.820 | 4.611 | 1.547.992 | 1.447.552 | ||
| Medium risk | 1.908.896 | 313.221 | 12.898 | 2.235.015 | 2.101.857 | ||
| High risk | 355.159 | 321.546 | 2.090 | 678.795 | 676.938 | ||
| Overdue | 34.240 | 24.487 | 58.727 | 48.487 | |||
| Non-performing | |||||||
| Submitted to write off | 42.763 | 42.763 | 41.334 | ||||
| Total | 3.813.856 | 0 | 687.074 | 19.599 | 42.763 | 4.563.292 | 4.316.168 |
Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie tijdens het boekjaar 2018
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | |||
| 01/01/18 | 3.571.815 | 5.463 | 687.451 | 10.105 | 41.334 | 4.316.168 |
| Recognition | 1.135.046 | 148.571 | 4.384 | 6.095 | 1.294.096 | |
| Derecognition | -608.908 | -217 | -114.176 | -8.680 | -731.981 | |
| Repayments | -248.492 | -56.801 | -135 | -9.289 | -314.717 | |
| Transfers to stage 1 | 180.768 | -180.600 | -168 | 0 | ||
| Transfers to stage 2 | -209.946 | -5.246 | 211.578 | 5.246 | -1.631 | 1 |
| Transfers to stage 3 | -6.408 | -8.736 | 15.144 | 0 | ||
| Modifications | -18 | -214 | -43 | -275 | ||
| 31/12/18 | 3.813.856 | 0 | 687.074 | 19.599 | 42.763 | 4.563.292 |
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Total | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | leningen aan Clienten |
Financiële leas- ing (p. 183) | Totaal | ||
| 01/01/2018 | 2.079 | 5 | 1.664 | 58 | 23.867 | 27.673 | 4.186 | 31.859 |
| Recognition | 2.555 | 6 | 1.050 | 1.916 | 5.527 | 429 | 5.956 | |
| Derecognition | -1.667 | -866 | -1.787 | -4.320 | -603 | -4.923 | ||
| Repayments | -568 | -2 | -411 | -4 | -985 | -191 | -1.176 | |
| Transfers to Stage 1 | 1.009 | -1.000 | -8 | 1 | 1 | |||
| Transfers to Stage 2 | -143 | -9 | 373 | 9 | -229 | 1 | 1 | |
| Transfers to Stage 3 | -11 | -106 | 118 | 1 | 1 | |||
| Impact ECL by Stage Transfer | -746 | 981 | 50 | 2.741 | 3.026 | 1.289 | 4.315 | |
| Other credit risk | -90 | 84 | -11 | -849 | -866 | -385 | -1.251 | |
| Modifications | -80 | -80 | -80 | |||||
| Model changes | 7 | 39 | 46 | -42 | 4 | |||
| Write-offs | -1.233 | -1.233 | -1.233 | |||||
| Other adjustments | 0 | |||||||
| 31/12/2018 | 2.425 | 0 | 1.808 | 102 | 24.456 | 28.791 | 4.683 | 33.474 |
(1) De beperkte impact van 'Expected credit loss' op de buitenbalans en de beleggingsportefeuille FVOCI van Bank J.Van Breda & C° laat toe om dit mee te integreren in de tabel hierboven.
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | |||
| Geldbeleggingen (FVOCI) | 3 | 3 | ||||
| Leningen aan cliënten en Financiële leasing | -488 | 5 | -100 | -34 | -2.365 | -2.982 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen | 2 | -18 | -10 | -5 | -31 | |
| Totaal | -483 | 5 | -118 | -44 | -2.370 | -3.011 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| I. Voorraden, nettobedrag | 332.385 | 329.400 |
| Bruto-boekwaarde | 335.694 | 334.859 |
| Grond- en hulpstoffen | 42.443 | 41.423 |
| Gereed product | 0 | 0 |
| Handelsgoederen | 558 | 454 |
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 240.132 | 280.157 |
| Vooruitbetalingen | 52.562 | 12.824 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) | -3.310 | -5.458 |
| Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | -1.756 | -401 |
| Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 166 | 731 |
| II. Onderhanden projecten in opdracht van derden | ||
| Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto | 175.083 | 102.003 |
| Bedrag door klanten verschuldigd (inclusief handelsvorderingen) | 465.516 | 290.058 |
| Bedrag aan klanten verschuldigd (inclusief handelsschulden) (-) | -290.433 | -188.055 |
| Onderhanden projecten op afsluitdatum | ||
| Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen | 6.558.239 | 6.105.590 |
| Bedrag van gerealiseerde opbrengsten | -6.383.157 | -6.003.586 |
| Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) | -179.358 | -122.064 |
| Ingehouden bedragen (CFE-DEME) | 3.320 | 3.156 |
De rubriek 'Onroerende goederen bestemd voor verkoop' bestaat voornamelijk uit de grondenportefeuille van Extensa en de vastgoedpromotieprojecten van CFE.
Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE-DEME zullen in de volgende jaren nog een omzet van 2.611 miljoen euro genereren.
De vastgoedpromotieprojecten van Extensa (vnl. Tour&Taxis en Cloche d'Or Luxemburg) zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt.
De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.
| (€ 1.000) | Minderheidsbelang % | Minderheidsbelang in de AvH-balans |
Aandeel minderheids belang in winst van het boekjaar |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| I. Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE - DEME (1) | 39,55% | 39,60% | 676.810 | 642.595 | 69.849 | 71.686 |
| II. Private Banking | ||||||
| Finaxis (2) | 21,25% | 54.517 | -252 | |||
| Bank J.Van Breda & C° | 21,25% | 21,25% | 116.096 | 81.215 | 9.055 | 8.378 |
| Delen Investments (tot 30-09-2018) (2) | 21,25% | 21,25% | 120.755 | 18.578 | 24.879 | |
| III. Real Estate & Senior Care | ||||||
| Leasinvest Real Estate | 69,99% | 69,99% | 333.035 | 267.518 | 26.734 | 33.278 |
| HPA | 28,28% | 28,28% | 25.648 | 26.506 | 7.789 | 2.347 |
| IV. AvH & Growth Capital | ||||||
| Agidens | 13,75% | 13,75% | 2.300 | 2.942 | -689 | -57 |
| Overige (3) | 27.659 | 27.016 | 20.818 | 12.868 | ||
| Totaal | 1.181.549 | 1.223.064 | 152.134 | 153.128 |
(1) Het minderheidsbelang bij CFE – DEME daalt licht als gevolg van de aankoop eind 2018 van 12.000 aandelen CFE (0,05%) op de beurs. Het aandeel van het minderheidsbelang in de winst van het boekjaar is berekend op basis van het minderheidsbelang van 39,60% terwijl voor de balans het minderheidsbelang per 31 december 2018 van 39,55% is gehanteerd.
(2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% belang in Delen Private Bank dat vanaf Q4 2018 rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie i.p.v. 100% via Finaxis, gecorrigeerd voor een minderheidsbelang van 21,25%.
(3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2018 grotendeels werd uitgekeerd.
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.640.627 | 143.759 | 56.209 | 120.284 | 82.550 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 213.075 | 53.004 | 43.147 | 36.066 | -4.169 | |
| Financieel resultaat | -8.488 | -4.634 | -4.273 | -462 | ||
| Winst (verlies) vóór belasting | 218.756 | 53.724 | 38.513 | 31.792 | -4.631 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 169.207 | 42.260 | 38.194 | 29.278 | -5.012 | |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 169.207 | 42.260 | 38.194 | 29.278 | -5.012 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.323 | 95 | -682 | |||
| - Aandeel van de groep | 171.530 | 42.165 | 38.194 | 29.960 | -5.012 | |
| Op het niveau van AvH (1) | 179.921 | 42.260 | 38.606 | 29.278 | -5.012 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 69.849 | 9.055 | 26.734 | 7.789 | -689 | |
| - Aandeel van de groep | 110.072 | 33.205 | 11.873 | 21.489 | -4.323 |
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.066.525 | 141.380 | 366.912 | 56.892 | 114.114 | 71.255 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 267.157 | 56.128 | 152.478 | 60.115 | 9.047 | -160 |
| Financieel resultaat | -22.266 | -11.963 | -5.627 | -360 | ||
| Winst (verlies) vóór belasting | 227.181 | 57.640 | 152.478 | 48.152 | 3.421 | -520 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -1.691 | 73 | 2.384 | 395 | ||
| - Aandeel van de groep | 180.442 | 39.081 | 105.836 | 47.545 | 7.051 | -414 |
| Op het niveau van AvH (1) | 183.599 | 39.154 | 108.220 | 48.168 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 71.686 | 8.378 | 24.879 | 33.278 | 2.347 | -57 |
| - Aandeel van de groep | 111.913 | 30.776 | 83.341 | 14.889 | 5.098 | -357 |
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 164.768 | 42.265 | 35.981 | 28.854 | -4.664 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 169.207 | 42.260 | 38.194 | 29.278 | -5.012 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.323 | 95 | 0 | -682 | 0 | |
| - Aandeel van de groep | 171.530 | 42.165 | 38.194 | 29.960 | -5.012 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -4.439 | 5 | -2.213 | -424 | 348 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -188 | 0 | ||||
| - Aandeel van de groep | -4.251 | 5 | -2.213 | -424 | 348 | |
| Op het niveau van AvH | 175.482 | 42.265 | 36.393 | 28.854 | -4.664 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 179.921 | 42.260 | 38.606 | 29.278 | -5.012 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 69.849 | 9.055 | 26.734 | 7.789 | -689 | |
| - Aandeel van de groep | 110.072 | 33.205 | 11.873 | 21.489 | -4.323 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -4.439 | 5 | -2.213 | -424 | 348 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -1.849 | 1 | -1.549 | -120 | 48 | |
| - Aandeel van de groep | -2.590 | 4 | -664 | -304 | 300 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 173.268 | 36.671 | 106.570 | 51.344 | 7.717 | -742 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -1.691 | 73 | 2.384 | 0 | 395 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 180.442 | 39.081 | 105.836 | 47.545 | 7.051 | -414 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -5.483 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 188 | 0 | ||||
| - Aandeel van de groep | -5.671 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| Op het niveau van AvH | 178.116 | 36.671 | 106.570 | 51.967 | 7.717 | -742 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 183.599 | 39.154 | 108.220 | 48.168 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 71.686 | 8.378 | 24.879 | 33.278 | 2.347 | -57 |
| - Aandeel van de groep | 111.913 | 30.776 | 83.341 | 14.889 | 5.098 | -357 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -5.483 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.053 | -528 | -351 | 2.662 | 76 | -45 |
| - Aandeel van de groep | -3.430 | -1.955 | -1.300 | 1.138 | 196 | -283 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 3.089.849 | 3.834.929 | 1.116.270 | 189.304 | 20.188 | |
| Vlottende activa | 1.859.102 | 1.985.090 | 39.837 | 50.781 | 27.751 | |
| Langlopende verplichtingen | 913.562 | 695.779 | 385.013 | 110.496 | 7.026 | |
| Kortlopende verplichtingen | 2.300.538 | 4.574.298 | 295.283 | 46.541 | 24.189 | |
| Eigen vermogen | 1.734.851 | 549.942 | 475.811 | 83.048 | 16.725 | |
| - Deel groep | 1.720.878 | 549.800 | 475.811 | 80.029 | 16.725 | |
| - Minderheidsbelangen | 13.973 | 142 | 0 | 3.019 | ||
| Dividend uitgekeerd aan derden | -24.060 | -5.815 | -17.284 | -298 | 0 |
| (€ 1.000) | CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.815.451 | 3.597.084 | 325.167 | 979.104 | 331.884 | 19.114 |
| Vlottende activa | 1.831.442 | 1.827.555 | 2.275.910 | 20.189 | 20.775 | 32.779 |
| Langlopende verplichtingen | 875.532 | 672.307 | 114.475 | 384.626 | 225.755 | 1.820 |
| Kortlopende verplichtingen | 2.115.036 | 4.213.494 | 1.806.919 | 232.461 | 42.964 | 28.594 |
| Eigen vermogen | 1.656.325 | 538.838 | 679.683 | 382.206 | 83.940 | 21.480 |
| - Deel groep | 1.641.904 | 538.718 | 678.792 | 382.206 | 80.076 | 21.480 |
| - Minderheidsbelangen | 14.421 | 120 | 891 | 0 | 3.864 | |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -21.554 | -3.729 | -9.860 | -16.938 | -135 | -109 |
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2018 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| I. Leasinggever - financiële lease | ||||||||
| Bruto lease-investeringen | 69.965 | 174.410 | 32.684 | 277.059 | 60.470 | 155.537 | 38.101 | 254.107 |
| Contante waarde van minimale leasebetalingen | 62.311 | 160.199 | 18.773 | 241.283 | 53.411 | 141.275 | 19.490 | 214.176 |
| Onverdiende financieringsbaten | 35.776 | 39.931 | ||||||
| Geaccumuleerde waardeverminderingen voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen |
4.028 | 3.641 | ||||||
| Debiteuren leasing | 2.056 | 2.056 | 1.728 | 1.728 |
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Conform IFRS 9 Financiële instrumenten vindt u hieronder bijkomende informatie omtrent 'Expected credit loss'. Voorts heeft Extensa een beperkt aantal vastgoedleasings in portefeuille en zit de lange termijnverhuur door Leasinvest Real Estate van het Rijksarchief te Brugge aan de Regie de Gebouwen in deze balanspost vervat.
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal 2018 | Totaal 2017 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | ||||
| Performing | |||||||
| Low risk | 211.854 | 211.854 | 184.571 | ||||
| Medium risk | 0 | 0 | |||||
| High risk | 970 | 970 | 708 | ||||
| Overdue | 5.420 | 1.231 | 6.651 | 6.629 | |||
| Non-performing | |||||||
| Submitted to write off | 1.082 | 1.082 | 689 | ||||
| Total | 218.244 | 0 | 1.231 | 0 | 1.082 | 220.557 | 192.597 |
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | |||
| 01/01/18 | 190.043 | 0 | 1.865 | 0 | 689 | 192.597 |
| Recognition | 93.326 | 427 | 331 | 94.084 | ||
| Derecognition | -24.830 | -529 | -243 | -25.602 | ||
| Repayments | -37.538 | -304 | -2.680 | -40.522 | ||
| Transfers to stage 1 | 664 | -648 | -16 | 0 | ||
| Transfers to stage 2 | -796 | 796 | 0 | |||
| Transfers to stage 3 | -2.624 | -377 | 3.001 | 0 | ||
| Modifications | 0 | |||||
| 31/12/18 | 218.244 | 0 | 1.231 | 0 | 1.082 | 220.557 |
| (€ 1.000) | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Individual | Collective | Individual | Collective | |||
| 01/01/2018 | 440 | 0 | 105 | 0 | 3.641 | 4.186 |
| Recognition | 337 | 16 | 76 | 429 | ||
| Derecognition | -32 | -8 | -563 | -603 | ||
| Repayments | -176 | -15 | -191 | |||
| Transfers to Stage 1 | 199 | -146 | -53 | 0 | ||
| Transfers to Stage 2 | -9 | 9 | 0 | |||
| Transfers to Stage 3 | -7 | -77 | 84 | 0 | ||
| Impact ECL by Stage Transfer | -184 | 199 | 1.274 | 1.289 | ||
| Other credit risk | 45 | 1 | -431 | -385 | ||
| Modifications | 0 | |||||
| Model changes | -37 | -5 | -42 | |||
| Write-offs | 0 | |||||
| Other adjustments | 0 | |||||
| 31/12/2018 | 576 | 0 | 79 | 0 | 4.028 | 4.683 |
We verwijzen naar Toelichting 13. Banken : vorderingen op kredietinstellingen en cliënten en de tabel (p. 178-179) met de gecumuleerde waardeverminderingen van Bank J.Van Breda & C°, waarin bovenvermelde tabel mbt financiële leasing wordt hernomen. U vindt er tevens de link met de waardeverminderingen ten laste van de resultatenrekening 2018.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2018 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| II. Leasingnemer - financiële lease | ||||||||
| Minimale leasebetalingen - totaal | 11.253 | 32.493 | 28.497 | 72.243 | 17.323 | 59.894 | 18.004 | 95.221 |
| Minimale leasebetalingen - rente (-) | -1.328 | -3.660 | -3.403 | -8.391 | -2.093 | -10.738 | -1.013 | -13.844 |
| Contante waarde van de minimale leasebetalingen | 9.925 | 28.833 | 25.094 | 63.851 | 15.230 | 49.156 | 16.991 | 81.377 |
| Uitsplitsing leaseverplichtingen naar activa: Terreinen en gebouwen | 24.654 | 35.092 | ||||||
| Installaties, machines en uitrusting | 37.623 | 44.848 | ||||||
| Meubilair en rollend materieel | 1.575 | 1.438 | ||||||
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2018 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | ||||||||
| III. Leasingnemer - operationele lease | |||||||||
| Toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases |
27.126 | 52.729 | 53.027 | 132.882 | 12.689 | 15.487 | 10.326 | 38.502 | |
| Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
44.158 | 15.092 |
De financiële leasingschulden hebben vnl. betrekking op vaartuigen van DEME (Charlemagne en Victor Horta) en gebouwen bij CFE en Patrimoine & Santé Expansion.
De daling van de financiële leasingschulden vloeit o.m. voort uit de verkoop door HPA van een deel van haar vastgoed.
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzienin gen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Voorzieningen - boekjaar 2017 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 19.801 | 14.182 | 0 | 3.952 | 245 | 105.674 | 143.854 |
| Additionele voorzieningen | 2.255 | 12.141 | 395 | 19.747 | 34.538 | ||
| Toename van bestaande voorzieningen | 598 | 1 | 120 | 869 | 1.588 | ||
| Toename door bedrijfscombinaties | 46 | 779 | 825 | ||||
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -6.401 | -7.318 | -2.847 | -12.207 | -28.772 | ||
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | -41 | 10 | -2.351 | -2.382 | |||
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -32 | -89 | 132 | 11 | |||
| Overboekingen van (naar) andere posten | -126 | -1.018 | -3.339 | -4.483 | |||
| Overige toename (afname) | 369 | 369 | |||||
| Voorzieningen, eindsaldo | 16.423 | 18.975 | 0 | 481 | 365 | 109.304 | 145.547 |
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzienin gen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Voorzieningen - boekjaar 2018 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 16.423 | 18.975 | 0 | 481 | 365 | 109.304 | 145.547 |
| Additionele voorzieningen | 2.521 | 1.727 | 27 | 2.278 | 623 | 7.176 | |
| Toename van bestaande voorzieningen | 43 | 17 | -220 | 99 | 720 | 659 | |
| Toename door bedrijfscombinaties | 406 | 406 | |||||
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -1.800 | -9.561 | -1.260 | -192 | -3.346 | -16.158 | |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | -68 | -173 | -15.425 | -15.665 | |||
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | -50 | -50 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -88 | -139 | -87 | -313 | |||
| Overboekingen van (naar) andere posten | -2 | -3.985 | 2.573 | 6.550 | 3.265 | 8.401 | |
| Overige toename (afname) | 473 | 331 | 804 | ||||
| Voorzieningen, eindsaldo | 17.570 | 6.917 | 0 | 1.601 | 8.927 | 95.792 | 130.807 |
De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2017 werd 16,0 miljoen euro (deel Groep 9,7 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2018 werd dit bedrag verder afgebouwd met 15,4 miljoen euro (deel groep 9,3 miljoen euro).
De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen.
De 'Overige voorzieningen' bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve vermogensmutatiewaarden ten belope van 25,1 miljoen euro.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2018 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| I. Financiële schulden | ||||||||
| Leningen van banken | 214.864 | 987.221 | 133.083 | 1.335.169 | 163.833 | 686.887 | 190.583 | 1.041.303 |
| Obligatieleningen | 275.826 | 79.325 | 64.031 | 419.182 | 99.959 | 399.655 | 35.672 | 535.285 |
| Achtergestelde leningen | 4.580 | 18.916 | 0 | 23.497 | 0 | 5.354 | 0 | 5.354 |
| Financiële lease-overeenkomsten | 9.924 | 31.085 | 22.842 | 63.851 | 15.230 | 38.297 | 27.850 | 81.377 |
| Overige financiële schulden | 167.724 | 2.058 | 1.642 | 171.424 | 220.445 | 1.911 | 1.969 | 224.325 |
| Totaal | 672.919 | 1.118.606 | 221.598 | 2.013.123 | 499.467 | 1.132.103 | 256.074 | 1.887.644 |
De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:
| KT | LT | |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 357.997 | 703.997 |
| Real Estate & Senior Care | 296.612 | 647.804 |
| Energy & Resources | 0 | 0 |
| AvH & Growth Capital | 25.679 | 5.808 |
| Intercompany | -7.367 | -17.405 |
| Totaal | 672.919 | 1.340.204 |
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2018. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere financieringsbronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven voor 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Op de vervaldag in februari 2019 heeft DEME deze obligatielening terugbetaald.
Ook CFE is op 21 juni 2012 overgegaan tot de uitgifte van een obligatielening voor een bedrag van 100 miljoen euro. Op vervaldag 21 juni 2018 heeft CFE deze obligatielening van 100 miljoen euro terugbetaald. De herfinanciering gebeurde door middel van bevestigde bilaterale kredietlijnen voor in totaal 160 miljoen euro (vervaldatum 2023), waarvan 130 miljoen euro was opgenomen op 31 december 2018. Op het eind van het boekjaar introduceerde CFE bovendien een Multi-Term Treasury Notes-programma van 50 miljoen euro. De eerste emissies vonden begin 2019 plaats.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar.
Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Het aanspreken van diverse financieringsbronnen werd reeds in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing door Leasinvest Real Estate van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. De gemiddelde duration van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2018 3,1 jaar (ten opzichte van 3,3 jaar eind 2017).
In 2017 heeft Extensa Group een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering werd afgebouwd.
De expansie van Anima Care via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd via kapitaalverhoging en/of externe financiering. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Residalya beschikt over bilaterale kredietlijnen voor de financiering van exploitaties en investeringen. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé Expansion zijn gefinancierd door middel van lange termijn leningen met looptijden van 15 tot 25 jaar. De netto-financiële schuld van HPA werd meer dan gehalveerd dankzij de verkoop van het vastgoed van 14 residenties aan Icade Santé en niettegenstaande een kapitaalsvermindering met 30 miljoen euro.
De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan de schuld van Agidens betreffende het hoofdgebouw en de korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, hoofdzakelijk het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen, gespreid over verschillende banken, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden op 31 december 2018 gerespecteerd.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| II. Schulden (of gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
||
| Leningen van banken | 273.123 | 343.392 |
| Financiële lease-overeenkomsten | 0 | 0 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 |
| Totaal | 273.123 | 343.392 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | ||
| I. Schulden aan kredietinstellingen | |||||
| Zichtdeposito's | 10.258 | 9.866 | 10.258 | 9.866 | |
| Deposito's met vaste looptijd | 17.342 | 17.336 | 17.317 | 17.309 | |
| Terugkoopovereenkomsten (repo's) | |||||
| Overige deposito's | 243 | 243 | |||
| Te betalen interesten | 59 | 40 | 59 | 40 | |
| Totaal | 27.659 | 27.485 | 27.634 | 27.458 | |
| II. Schulden aan cliënten | |||||
| Zichtdeposito's | 2.565.151 | 2.345.161 | 2.565.151 | 2.345.161 | |
| Deposito's met vaste looptijd | 1.340.514 | 1.334.314 | 1.322.504 | 1.311.918 | |
| Speciale deposito's | 46.529 | 44.915 | 46.529 | 44.915 | |
| Gereguleerde deposito's | 875.571 | 778.623 | 875.571 | 778.623 | |
| Overige deposito's | 10.877 | 15.869 | 10.874 | 15.864 | |
| Depositogarantiesysteem | |||||
| Te betalen interesten | 6.445 | 9.032 | 6.445 | 9.032 | |
| Totaal | 4.845.087 | 4.527.914 | 4.827.074 | 4.505.513 | |
| III. Schuldcertificaten inclusief obligaties | |||||
| Schuldcertificaten | 275.467 | 253.324 | 275.208 | 253.114 | |
| Kasbons | |||||
| Niet converteerbare obligaties | |||||
| Te betalen interesten | |||||
| Totaal | 275.467 | 253.324 | 275.208 | 253.114 | |
| IV. Achtergestelde verplichtingen | |||||
| Achtergestelde verplichtingen | 107.351 | 64.675 | 89.065 | 59.115 | |
| Te betalen interesten | 1.180 | 1.150 | 1.180 | 1.150 | |
| Totaal | 108.531 | 65.825 | 90.245 | 60.265 | |
| Totaal schulden aan kredietinstellingen, clienten & obligaties | 5.256.744 | 4.874.548 | 5.220.161 | 4.846.350 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 891 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB, en zeer liquide overheidsobligaties.
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille van klanten en de klantendeposito's. Eind 2018 bedroeg deze ratio 98,6%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt
In de onderstaande tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen.
tot een minimum beperkt en bedraagt in 2018 slechts 5,9% van het balanstotaal. In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren.
In de Basel III-reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee nieuwe liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
Eind 2018 bedroegen deze ratio's respectievelijk 146% en 124%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de toezichthouder.
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management'-kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2018 | |||||||
| Activa | 816.000 | 173.000 | 686.000 | 2.256.000 | 1.252.000 | 558.000 | 46.000 |
| Passiva | -230.000 | -189.000 | -2.114.000 | -2.650.000 | -56.000 | 0 | -51.000 |
| Derivaten | -1.000 | -1.000 | -6.000 | -15.000 | 8.000 | 2.000 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 585.000 | -17.000 | -1.434.000 | -409.000 | 1.204.000 | 560.000 | -5.000 |
| 31/12/2017 | |||||||
| Activa | 797.000 | 170.000 | 632.000 | 2.123.000 | 1.140.000 | 492.000 | 37.000 |
| Passiva | -218.000 | -263.000 | -1.913.000 | -2.449.000 | -23.000 | 0 | -50.000 |
Derivaten -1.000 -1.000 -5.000 -9.000 8.000 2.000 0 Liquiditeitsgap 578.000 -94.000 -1.286.000 -335.000 1.125.000 494.000 -13.000
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag.
Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-) inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.
De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:
• De vermogensgevoeligheid is de blootstelling van de economische waarde van de onderneming aan ongunstige rentebewegingen. De inkomensgevoeligheid is de blootstelling van de (rente)inkomsten van de instelling aan diezelfde ongunstige rentebewegingen. De intensiteit ervan komt tot uiting in de duration gap. Hieronder verstaan we het verschil in duration van alle activa en duration van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden.
De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve. Voor de rentegevoeligheid van producten zonder vervaldag worden de assumpties zoals deze worden beschreven door de Nationale Bank van België (NBB) weerhouden. Deze worden periodiek getoetst. De assumpties zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2017.
Alle renterisicolimieten bleven in de loop van 2018 ruimschoots gerespecteerd.
| Impact van onmiddellijke stijging van de rent ecurve met 100 basispunten (1%) op: |
2018 | 2017 |
|---|---|---|
| (inkomensgevoeligheid) | 355 | -680 |
| (vermogensgevoeligheid) (= BPV) | -17.600 | -22.975 |
mismatchstructuur van de groep zichtbaar.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2018 | |||||||
| Activa | 932.000 | 422.000 | 942.000 | 2.293.000 | 769.000 | 375.000 | 52.000 |
| Passiva | -220.000 | -188.000 | -3.523.000 | -1.291.000 | -16.000 | 0 | -39.000 |
| Derivaten | 280.000 | 520.000 | -20.000 | -215.000 | -415.000 | -150.000 | 0 |
| Rentegap | 992.000 | 754.000 | -2.601.000 | 787.000 | 338.000 | 225.000 | 13.000 |
| 31/12/2017 | |||||||
| Activa | 908.000 | 422.000 | 836.000 | 2.159.000 | 693.000 | 323.000 | 47.000 |
| Passiva | -203.000 | -261.000 | -3.201.000 | -1.167.000 | -23.000 | 0 | -42.000 |
| Derivaten | 232.000 | 409.000 | -10.000 | -185.000 | -325.000 | -120.000 | 0 |
Rentegap 937.000 570.000 -2.375.000 807.000 345.000 203.000 5.000
Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen, waardoor het renterisico per definitie geen materïele impact heeft op de geconsolideerde financiële staten van AvH. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miloen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze bond is terugbetaalbaar op 7 jaar aan een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.
Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2018 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. De vervaldata van de rente-indekkingen situeren zich tussen 2019 en 2027. De duration bedraagt 5,35 jaar per einde 2018 (2017: 5,15 jaar).
De 50% indekkings-politiek van Extensa blijft in 2018 in stand gehouden, o.m. dankzij de obligatielening van 75 miljoen euro die Extensa in 2017 heeft geplaatst.
Anima Care dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2018 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 12% van de totale financiële schuld. De financiële schulden van Residalya zijn grotendeels aan vaste intrestvoeten of ingedekt. De schulden van Patrimoine et Santé Expansion bestaan zowel uit schulden aangegaan of ingedekt tegen een vaste interestvoet als uit schulden aangegaan tegen rentevoeten die zijn gekoppeld aan deze van het "livret A", die wordt vastgelegd door de Franse overheid en een grote stabiliteit vertoont.
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (24,0 miljoen euro) en de schuld door Agidens aangegaan voor het verwerven van het hoofdkantoor. Per jaareinde 2018 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand.
Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 5,2 miljoen euro (CFE-DEME), 0,3 miljoen euro (Extensa), 0,6 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima Care), 0,2 miljoen euro (HPA) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met de impacten die we zouden terugvinden op het actief.
| (€ 1.000) | Notioneel bedrag 2018 |
Boekwaarde 2018 |
Notioneel bedrag 2017 |
Boekwaarde 2017 |
|---|---|---|---|---|
| I. Indekking van het renterisico | ||||
| Activa | ||||
| Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° | 50.000 | 1.281 | 275.000 | 3.650 |
| Kasstroomindekking | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 35.000 | 696 | 95.000 | 1.078 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Totaal | 1.977 | 4.729 | ||
| Passiva | ||||
| Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° | 760.000 | -14.184 | 353.273 | -8.625 |
| Kasstroomindekking | 1.229.860 | -43.507 | 1.063.998 | -43.115 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 273.700 | -1.638 | 21.200 | -363 |
| Te ontvangen interesten | 0 | -787 | 0 | -621 |
| Totaal | -60.117 | -52.724 | ||
| II. Indekking van het valutarisico | ||||
| Activa | 87.439 | 474 | 58.135 | 5.370 |
| Passiva | 291.996 | -5.350 | 211.949 | -657 |
| -4.877 | 4.713 | |||
| III. Risico's verbonden aan grondstoffen | ||||
| Activa | 0 | 103 | ||
| Passiva | -6.305 | -5.421 | ||
| -6.305 | -5.318 | |||
| Aansluiting met de geconsolideerde balans | Actiefzijde | Actiefzijde | ||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 2.000 | 5.649 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 451 | 4.553 | ||
| 2.451 | 10.202 | |||
| Passiefzijde | Passiefzijde | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | -59.203 | -50.397 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | -12.569 | -8.405 | ||
| -71.772 | -58.802 |
Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op pagina 188.
Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar pagina 175. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities interbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan.
De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij DEME:
| (€ 1.000) | Notionele bedrag | Reële waarde | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD | SGD Singapour Dollar |
AUD Aus tralische Dollar |
PLN Poolse Zloty |
Andere | Totaal | USD | SGD Singapour Dollar |
AUD Aus tralische Dollar |
PLN Poolse Zloty |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 44.551 | 16.275 | 12.953 | 0 | 7.599 | 81.378 | -41 | 54 | -34 | 0 | -15 | -36 |
| Termijnverkopen | 169.927 | 19.682 | 0 | 72.293 | 7.755 | 269.657 | -4.139 | -329 | 0 | -4 | 64 | -4.408 |
Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.
| (€ 1.000) | Activa 2018 | Verplicht. 2018 | Netto 2018 | Activa 2017 | Verplicht. 2017 | Netto 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 22 | 38.982 | -38.960 | 38 | 39.028 | -38.990 |
| Materiële vaste activa | 22.675 | 77.180 | -54.505 | 12.586 | 109.726 | -97.140 |
| Vastgoedbeleggingen | 75 | 18.796 | -18.721 | 22 | 6.882 | -6.860 |
| Geldbeleggingen | -766 | 0 | -766 | -713 | 0 | -713 |
| Personeelsbeloningen | 13.570 | 709 | 12.861 | 11.824 | 539 | 11.284 |
| Voorzieningen | 4.249 | 22.260 | -18.011 | -551 | 22.616 | -23.167 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 2.752 | 5 | 2.747 | 2.823 | 423 | 2.401 |
| Werkkapitaal-balansrubrieken | 32.794 | 82.142 | -49.348 | 43.592 | 73.926 | -30.333 |
| Fiscale verliezen & tax credits / investeringsaftrek | 79.828 | -1.189 | 81.018 | 79.333 | -1.136 | 80.469 |
| Compensatie | -46.902 | -46.902 | 0 | -39.736 | -39.736 | 0 |
| Totaal | 108.297 | 191.983 | -83.685 | 109.219 | 212.268 | -103.050 |
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen | 108.207 | 95.281 |
| Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) | 974 | 11.707 |
| Totaal | 109.181 | 106.988 |
(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen, netto | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -82.384 | -73.469 |
| Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden | 3.736 | 365 |
| Totaal | -78.647 | -73.104 |
| Uitgestelde belastingen, netto | ||
| Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen | 6.925 | 13.861 |
| Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen | 12 | 3.448 |
| Overige uitgestelde belastingen | -485 | -1.227 |
| Totaal | 6.452 | 16.082 |
| Totaal actuele en uitgestelde belastingslasten (-baten) | -72.195 | -57.022 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 513.968 | 512.680 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -153.853 | -140.859 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 360.115 | 371.820 |
| Toepasselijk belastingtarief (%) | 29,58% | 33,99% |
| Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief | -106.522 | -126.382 |
| Impact van tarieven in andere rechtsgebieden | 2.737 | 20.969 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | 73.471 | 68.741 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | -36.310 | -20.070 |
| Impact van fiscale verliezen | -5.230 | -16.082 |
| Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden | 8.920 | -5.311 |
| Overige toename (afname) | -9.261 | 21.113 |
| Belasting op basis van het effectief belastingtarief | -72.195 | -57.022 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 513.968 | 512.680 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -153.853 | -140.859 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 360.115 | 371.820 |
| Effectief belastingtarief (%) | 20,05% | 15,34% |
De winstbelasting stijgt in 2018 met 15,2 miljoen euro tot 72,2 miljoen euro. Gecorrigeerd voor de winst die afkomstig is uit de vermogensmutaties, die na belastingen wordt verwerkt, komt dit neer op een belastingkost van 20,0%.
De niet-belastbare inkomsten hebben voornamelijk betrekking op (vrijgestelde) meerwaarden en dividenden. Niet-aftrekbare kosten bestaan hoofdzakelijk uit fiscaal nietaftrekbare minderwaarden en waardeverminderingen.
| Jaar van aanbod | Aantal toegekende opties |
Aantal uit geoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Saldo | Uitoefenprijs (euro) |
Uitoefentermijn |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 45.000 | -33.500 | 11.500 | 62,12 | 01/01/2011 - 08/01/2015 + 5j | |
| 2008 | 46.500 | -10.000 | -2.000 | 34.500 | 66,05 | 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5j |
| 2009 | 49.500 | -47.500 | -2.000 | 0 | 37,02 | 01/01/2013 - 05/01/2017 |
| 2010 | 49.000 | -47.000 | -2.000 | 0 | 52,05 | 01/01/2014 - 04/01/2018 |
| 2011 | 49.000 | -46.500 | -2.500 | 0 | 60,81 | 01/01/2015 - 04/01/2019 |
| 2012 | 47.000 | -25.000 | 22.000 | 56,11 | 01/01/2016 - 03/01/2020 | |
| 2013 | 49.500 | -15.000 | 34.500 | 61,71 | 01/01/2017 - 03/01/2021 | |
| 2014 | 49.500 | -1.000 | 48.500 | 82,32 | 01/01/2018 - 02/01/2022 | |
| 2015 | 50.500 | 50.500 | 100,23 | 01/01/2019 - 05/01/2023 | ||
| 2016 | 40.500 | 40.500 | 130,95 | 01/01/2020 - 03/01/2024 | ||
| 2017 | 46.000 | 46.000 | 128,30 | 01/01/2021 - 12/01/2025 | ||
| 2018 | 46.000 | 46.000 | 148,64 | 01/01/2022 - 11/01/2026 | ||
| 568.000 | -225.500 | -8.500 | 334.000 |
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. De vennootschap heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de grenzen
bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen.
De totale waarde van de uitstaande opties 2007 tot en met 2018 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 6,5 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning |
Beurskoers (€) |
Dividend rendement |
Volatiliteit | Interestvoet | Verwachte levensduur |
Black & Scholes Value (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 66,90 | 1,35% | 22,05% | 4,04% | 5,75 | 21,74 |
| 2008 | 65,85 | 1,75% | 20,24% | 4,34% | 5,90 | 17,78 |
| 2009 | 37,02 | 2,66% | 42,84% | 3,39% | 6,50 | 15,47 |
| 2010 | 52,23 | 2,66% | 34,34% | 3,28% | 7,29 | 16,53 |
| 2011 | 63,80 | 2,26% | 23,42% | 2,82% | 7,22 | 15,77 |
| 2012 | 58,99 | 3,26% | 31,65% | 2,14% | 7,40 | 15,13 |
| 2013 | 63,62 | 3,26% | 25,00% | 1,27% | 7,84 | 11,26 |
| 2014 | 83,69 | 2,27% | 21,00% | 1,78% | 7,79 | 15,35 |
| 2015 | 101,35 | 2,19% | 19,00% | 0,47% | 7,79 | 13,76 |
| 2016 | 131,95 | 1,28% | 23,00% | 0,59% | 7,79 | 27,72 |
| 2017 | 129,40 | 1,40% | 23,00% | 0,34% | 7,79 | 25,70 |
| 2018 | 149,20 | 1,30% | 20,00% | 0,68% | 7,79 | 27,32 |
In 2018 werden 46.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 148,64 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 1,3 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Voor de indekking van die verplichting had AvH eind 2018 in totaal 334.000 aandelen in portefeuille.
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima Care, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en Sofinim (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2018 bedraagt 13,6 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.
AvH heeft in 2018 geen eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 23.000 aandelen AvH. Op 31 december 2018 zijn in totaal opties toegekend op 334.000 aandelen AvH. Ter indekking van die verplichting bezit AvH op diezelfde datum precies 334.000 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2018 ook 304.867 aandelen AvH gekocht en 300.709 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 4.158 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 4.158 aandelen in 2018 brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 9.415.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan |
2018 | 2017 | Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst |
2018 | 2017 |
|---|---|---|---|---|---|
| Beginsaldo | 357.000 | 352.000 | Beginsaldo | 5.257 | 2.278 |
| Inkoop eigen aandelen | 71.000 | Inkoop eigen aandelen | 304.867 | 120.338 | |
| Verkoop eigen aandelen | -23.000 | -66.000 | Verkoop eigen aandelen | -300.709 | -117.359 |
| Eindsaldo | 334.000 | 357.000 | Eindsaldo | 9.415 | 5.257 |
| (€ 1.000) 2018 |
2017 |
|---|---|
| Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor 194.951 schulden of verplichtingen |
169.516 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, 459.135 als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
461.285 |
| Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijnopgenomen 0 |
0 |
| Verplichtingen tot aankoop van vaste activa 133.780 |
138.150 |
| Verplichtingen tot verkoop van vaste activa 135.058 |
131.537 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°) | |
| - Kredietengagementen 391.011 |
420.947 |
| - Financiële garanties 54.726 |
73.879 |
| - Repo transacties + zakelijke zekerheden 22.850 |
57.970 |
De persoonlijke zekerheden zijn in 2018 samengesteld uit 22,0 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa, voor 4,7 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens en 6,3 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingensprojecten van Rent-A-Port. Het saldo van 161,9 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.
De zakelijke zekerheden bestaan voor 63,8 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling. Daarnaast werden voor 304,6 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima Care en 76,8 miljoen euro door HPA (Patrimoine & Santé Expansion) in het kader van
de financiering van het vastgoed en 5,6 miljoen euro door Agidens (aankoop van de hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 8,3 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van de windmolenparken Rentel en Seamade.
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 133,8 miljoen euro.
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 135,1 miljoen euro.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | ||
| Goede uitvoering en performance bonds (1) | 1.273.793 | 997.687 |
| Biedingen (2) | 13.110 | 16.902 |
| Teruggaven voorschotten (3) | 1.206 | 2.683 |
| Garantie-inhouding (4) | 17.491 | 12.300 |
| Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) | 64.999 | 51.317 |
| Andere gegeven verplichtingen - waarvan 77.249 duizend euro corporate garanties bij DEME | 80.315 | 87.550 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) |
51.319 | 88.112 |
| Totaal | 1.502.233 | 1.256.551 |
| Rechten | ||
| Goede uitvoering en perfomance bonds | 512.354 | 393.592 |
| Andere ontvangen engagementen | 3.154 | 2.515 |
| Totaal | 515.508 | 396.107 |
(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij) zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden.
(2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen.
(3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd.
(4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag.
(5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer.
(6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 51,3 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Bedienden | 7.852 | 7.421 |
| Arbeiders | 4.602 | 4.931 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Bezoldigingen en sociale lasten | -824.259 | -746.546 |
| Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) | -17.160 | -16.871 |
| Aandelenoptieplannen | -652 | -2.484 |
| Totaal | -842.070 | -765.902 |
De toename van het personeelsbestand is vooral toe te wijzen aan DEME. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 32 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2018 in een oogopslag' (pag. 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.709 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-
groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 145 t.e.m. 151 gerapporteerde consolidatiekring. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Te bereiken doel plannen | -55.468 | -52.309 |
| Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) | -7.794 | -6.114 |
| Totaal pensioenverplichtingen | -63.262 | -58.423 |
| Totaal pensioenactiva | 2.809 | 2.253 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| 1. Bedragen opgenomen in balans | ||
| Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen | -52.659 | -50.056 |
| Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) | -277.659 | -264.356 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 225.000 | 214.300 |
| Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal | -52.659 | -50.056 |
| Verplichtingen (-) | -55.468 | -52.309 |
| Activa | 2.809 | 2.253 |
| Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans | ||
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo | -50.056 | -48.424 |
| Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen | 0 | 388 |
| Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -13.881 | -13.691 |
| Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -478 | -2.812 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 14.163 | 14.455 |
| Overige toename (afname) | -2.408 | 30 |
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo | -52.659 | -50.056 |
| 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -13.881 | -13.691 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -13.316 | -13.191 |
| Rentekosten | -4.296 | -3.301 |
| Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) | 3.637 | 2.743 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 94 | 58 |
| 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -478 | -2.812 |
| Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -2.113 | 6.263 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) | 1.102 | -8.591 |
| Wisselkoersverschillen | -39 | 0 |
| Andere | 572 | -484 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen | ||
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo | -264.356 | -262.347 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | 1.493 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -13.316 | -13.191 |
| Rentekosten | -4.296 | -3.301 |
| Bijdragen van de werknemer | -892 | -956 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | 18.296 | 7.058 |
| Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto | -2.113 | 6.263 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen | 0 | 0 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen | 55 | 11.835 |
| waarvan: ervarings(winsten) verliezen | -2.168 | -5.573 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 0 | -71 |
| Overige toename (afname) | -10.983 | 697 |
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo | -277.659 | -264.356 |
| 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo | 214.300 | 213.924 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | -1.106 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten | 1.102 | -8.591 |
| Renteopbrengsten | 3.637 | 2.743 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 14.715 | 14.888 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | -18.296 | -6.928 |
| Overige toename (afname) | 9.541 | -630 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo | 225.000 | 214.300 |
| 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
| Disconteringsvoet | 1,6% | 1,5% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | 3,2% | 2,7% |
| Inflatie | 1,8% | 1,8% |
| Toegepaste sterftetabellen | MR/FR | MR/FR |
| 5. Overige informatie | ||
| Looptijd (in jaren) | 14,55 | 14,99 |
| Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva | 2,08% | -2,50% |
| Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar | 12.767 | 12.806 |
| 6. Gevoeligheidsanalyses | ||
| Verdisconteringsvoet | ||
| Toename met 25 basispunten | -3,4% | -3,3% |
| Afname met 25 basispunten | +4,4% | +3,7% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | ||
| Toename met 25 basispunten | +2,3% | +2,3% |
| Afname met 25 basispunten | -1,4% | -1,8% |
Zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen zijn afgesloten binnen AvH. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).
De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor 2017 en 2018 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.
De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.
AvH laat daarom jaarlijks een actuariële berekening conform IAS 19R voor de materiële vaste bijdrageplannen uitvoeren. Voor de niet-materiële vaste bijdrageplannen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2018 ruim voldoende.
Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
| (€ 1.000) | Boekjaar 2018 Boekjaar 2017 |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
Andere verbonden partijen |
TOTAAL 2018 | ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
Andere verbonden partijen |
TOTAAL 2017 | |
| I. Activa jegens verbonden partijen - balans | ||||||||
| Financiële vaste activa | 0 | 30.654 | 0 | 30.654 | 13.281 | 18.722 | 0 | 32.003 |
| Vorderingen en borgtochten: bruto | 30.654 | 30.654 | 18.281 | 18.722 | 37.003 | |||
| Vorderingen : WV | 0 | -5.000 | -5.000 | |||||
| Vorderingen | 74.000 | 14.199 | 0 | 88.198 | 68.401 | 10.894 | 0 | 79.295 |
| Handelsvorderingen | 486 | 305 | 792 | 603 | 541 | 1.144 | ||
| Overige vorderingen: bruto | 80.243 | 15.874 | 96.117 | 74.529 | 12.333 | 86.862 | ||
| Overige vorderingen: WV | -6.730 | -1.981 | -8.711 | -6.730 | -1.981 | -8.711 | ||
| Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten | 4.274 | 1.403 | 0 | 5.677 | 2.633 | 1.734 | 0 | 4.367 |
| Overlopende rekeningen - activa | 3.695 | 569 | 0 | 4.264 | 3.578 | 67 | 0 | 3.645 |
| Totaal | 81.969 | 46.824 | 0 | 128.793 | 87.893 | 31.417 | 0 | 119.310 |
| II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans | ||||||||
| Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 230 | 0 | 0 | 230 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | ||||||
| Overige financiële schulden | 0 | 230 | 230 | |||||
| Overige schulden | 314 | 1.537 | 0 | 1.850 | 296 | 506 | 0 | 802 |
| Handelsschulden | 314 | 140 | 454 | 296 | 296 | |||
| Overige schulden | 1.396 | 1.396 | 506 | 506 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties | 124.221 | 157 | 0 | 124.378 | 125.087 | 3.324 | 0 | 128.411 |
| Overlopende rekeningen - passiva | 0 | 4 | 0 | 4 | 6 | 37 | 0 | 43 |
| Totaal | 124.535 | 1.698 | 0 | 126.232 | 125.619 | 3.867 | 0 | 129.486 |
| III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening | ||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 36.774 | 639 | 3 | 37.416 | 82.545 | 499 | 3 | 83.047 |
| Verrichting van diensten | 805 | 512 | 3 | 1.320 | 1.605 | 370 | 3 | 1.978 |
| Vastgoedopbrengsten | 285 | 285 | 175 | 175 | ||||
| Renteopbrengsten bancaire activiteiten | 28 | 28 | 15 | 37 | 52 | |||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 35.684 | 35.684 | 31.430 | -48 | 31.382 | |||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 99 | 99 | 49.321 | 140 | 49.460 | |||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 0 | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 120 | 1.896 | 0 | 2.016 | 111 | 1.874 | 0 | 1.985 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 120 | 1.866 | 1.986 | 74 | 1.627 | 1.701 | ||
| Dividenden | 0 | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 30 | 31 | 38 | 247 | 284 | |||
| Exploitatielasten (-) | -13.863 | -3.678 | 0 | -17.541 | -5.129 | -4.491 | 0 | -9.620 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -314 | -314 | |||||
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | -13.281 | -13.281 | -5.000 | -5.000 | ||||
| Overige exploitatielasten (-) | -582 | -3.678 | -4.260 | -129 | -4.177 | -4.306 | ||
| Financieringsopbrengsten | 2.824 | 614 | 0 | 3.438 | 3.189 | 78 | 0 | 3.267 |
| Renteopbrengsten | 2.824 | 614 | 3.438 | 3.189 | 78 | 3.267 | ||
| Diverse financiële opbrengsten | 0 | 0 | ||||||
| Financieringslasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Rentelasten | 0 | 0 |
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen.
de termijndeposito (4,6 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.
Via de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (120,1 miljoen euro) en De bouwactiviteiten uitgevoerd door Van Laere voor de groep (rubriek 'Opbrengsten uit onderhanden projecten') zitten vanaf 2018 vervat in de volgende rubriek "Transacties met verbonden partijen - CFE-DEME".
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME | 237.937 | 445.634 |
| Financiële vaste activa | 170.380 | 143.203 |
| Handelsvorderingen en andere vorderingen | 50.072 | 281.761 |
| Andere vlottende activa | 17.485 | 20.670 |
| Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME | 37.646 | 106.555 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 1.309 | 3.542 |
| Handelsschulden en andere schulden | 36.337 | 103.013 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME | 354.762 | 629.089 |
| Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten | 369.154 | 642.173 |
| Aankopen en andere operationele lasten | -23.616 | -23.441 |
| Financieringsopbrengsten(lasten) | 9.224 | 10.357 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vergoeding van de bestuurders | ||
| Tantièmes ten laste van AvH | 590 | 655 |
| Vergoeding van de leden van het executief comité | ||
| Vaste vergoeding | 2.618 | 2.507 |
| Variabele vergoeding | 2.395 | 2.469 |
| Aandelenopties | 609 | 505 |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 474 | 469 |
| Voordeel in natura (bedrijfswagen) | 36 | 34 |
| (€ 1.000) | AvH | Dochter ondernemingen(1) |
Totaal 2018 | AvH | Dochter ondernemingen(1) |
Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| De uitoefening van een mandaat | 62 | 1.258 | 1.320 | 56 | 1.261 | 1.317 |
| Bijzondere opdrachten | ||||||
| - Andere controle-opdrachten | 10 | 141 | 151 | 242 | 242 | |
| - Belastingadviesopdrachten | 5 | 273 | 278 | 5 | 301 | 306 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten |
2 | 10 | 12 | 290 | 290 | |
| Totaal | 79 | 1.683 | 1.762 | 61 | 2.094 | 2.155 |
(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 289.639 | 302.530 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.144.068 | 33.138.637 |
| Winst per aandeel (€) | 8,74 | 9,13 |
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 289.639 | 302.530 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.144.068 | 33.138.637 |
| Impact aandelenopties | 96.122 | 125.089 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.240.190 | 33.263.725 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 8,71 | 9,09 |
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 289.639 | 302.530 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.144.068 | 33.138.637 |
| Winst per aandeel (€) | 8,74 | 9,13 |
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 289.639 | 302.530 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.144.068 | 33.138.637 |
| Impact aandelenopties | 96.122 | 125.089 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.240.190 | 33.263.725 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 8,71 | 9,09 |
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
| (€ 1.000) | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | ||
| - Slotdividend 2017: 2,20 euro per aandeel (2016: 2,04 euro per aandeel) (1) | -73.019 | -67.638 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | |
| - Slotdividend 2018: 2,32 euro per aandeel (1) | -76.916 |
| 2018 | 2017 | |
|---|---|---|
| Bruto | 2,3200 | 2,2000 |
| Netto (roerende voorheffing : 30%) | 1,6240 | 1,5400 |
(1) Exclusief uitkering van dividend aan eigen aandelen gehouden door AvH & subholdings.
Eind februari 2019 heeft AvH een participatie van 60% genomen in Biolectric, naast de oprichter en CEO Philippe Jans. Biolectric, opgericht in 2011, is marktleider in het segment van de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (< 100 kW) bestemd voor vee- en varkenshouderijen en waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaërobe vergisting wordt het methaangas uit mest omgezet in bruikbare energie (elektriciteit en warmte) en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden. Biolectric's activiteit draagt zo bij tot een klimaatefficiënte landbouwproductie en sluit perfect aan bij AvH's missie 'Partners for Sustainable Growth'.
AvH heeft op 14 maart 2019 een princiepsakkoord bereikt over de verkoop van HPA aan DomusVi. AvH is samen met Hervé Hardy, oprichter en CEO, in exclusieve onderhandelingen getreden met DomusVi over de verkoop van 100% van het aandelenkapitaal van HPA, de moedermaatschappij van Residalya. Na informatie-consultatie van de vertegenwoordigers van het personeel van Residalya, zal de transactie, onder voorbehoud van goedkeuring door de Franse mededingingsautoriteiten, naar verwachting gefinaliseerd kunnen worden in het tweede kwartaal van 2019. AvH zal in beginsel bij closing een cashopbrengst genereren van circa 165 miljoen euro en een meerwaarde realiseren thans geraamd op 105 miljoen euro.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2018
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen "de Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2018, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar dat afgesloten werd op 31 december 2018 en de toelichting (alle stukken gezamenlijk "de Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende de overige door de wet en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 23 mei 2016, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan, uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening vastgesteld op 31 december 2018. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 18 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening 2018
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2018, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 14.165.464 (000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 289.639.(000).
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2018 alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar afgesloten op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Betrokken ondernemingen: CFE en DEME
Voor het merendeel van haar contracten erkent de groep opbrengsten en marge à rato van de voortschrijding der werken op basis van het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden in de geschatte totale kosten van het project bij voltooiing. Omzet en marge worden verantwoord op basis van schattingen ten opzichte van de verwachte totale kosten per contract. Reserves kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep die voortvloeien uit elk contract. De opbrengsten uit hoofde van contracten kunnen ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten uit hoofde van het contract met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd.
Vaak gaat het hierbij om een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Er is daarom een hoge mate van risico en het daaraan gekoppelde oordeelsvermogen van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.
De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de geconsolideerde jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.
Betrokken onderneming: DEME
DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.
stelde) belasting posities en het ontwerp en de implementatie van de bijbehorende controles en processen
• Beoordeling van de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot (uitgestelde) belastingen in de geconsolideerde jaarrekening van de groep.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelichting 21 (Belastingen).
3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting - Real Estate & Senior Care)
Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening.
Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.
In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum.
Wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 14 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).
Betrokken onderneming: Bank J.Van Breda & C°
De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan cliënten bedroeg € 4.797 miljoen op 31 december 2018. Leningen en vorderingen op cliënten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen (€ 33,4 miljoen).
Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.
Vanwege de significantie van leningen en vorderingen op cliënten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.
De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 13 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).
Betrokken ondernemingen: LRE en Extensa
Per 31 December 2018 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.138 miljoen.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder level 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde" dit aangezien bepaalde parameters, gebruikt voor de waardering ervan, slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..). Daarom beschouwen we waardering van vastgoedbeleggingen als kernpunt van de controle.
De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van interne deskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:
• Analyse van de objectiviteit, onafhankelijkheid en competentie van de externe deskundigen;
Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het eigen vermogen en het resultaat. In overeenstemming met de IFRS 9 norm "Financiële instrumenten - opname en waardering" worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde hetgeen overeenkomt met level 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Vennootschap "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder het eigen vermogen ("Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Het controlerisico ligt in de waardering van deze derivaten en bij de toepassing van de "hedge accounting". Daarom beschouwen we waardering van derivaten als kernpunt van de controle.
Per 31 December 2018 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 340 miljoen.
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom generende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar geconsolideerde jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2018 bedraagt de totale waarde € 1.185 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 154 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de groep. Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel.
Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Bank Delen werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, evenals voor het systeem van interne beheersing dat het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle. Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Verder drukken wij geen enkele zekerheid uit over het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 119, § 2 van het Wetboek van vennootschappen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie deels gebaseerd de "Global Reporting Initiative ("GRI") Standards". Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de "GRI" standaarden. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap en de Groep. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 28 maart 2019
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren CVBA Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Vennoot * Wim Van Gasse - Vennoot *
* Handelend in naam van een BVBA
Overeenkomstig artikel 105 W. Venn. wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W. Venn. samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.
Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]
| (€ 1.000) | Nota's | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|
| Activa | ||||
| Vaste activa | 1.926.399 | 2.628.386 | 2.467.325 | |
| I. Oprichtingskosten | ||||
| II. Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 1 | |
| III. Materiële vaste activa | (1) | 9.800 | 10.134 | 10.598 |
| A.Terreinen en gebouwen | 6.438 | 6.733 | 7.037 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.307 | 1.248 | 1.310 | |
| D. Leasing en soortgelijke rechten | 0 | 0 | 0 | |
| E. Overige materiële vaste activa | 2.054 | 2.153 | 2.252 | |
| F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | ||||
| IV. Financiële vaste activa | 1.916.599 | 2.618.252 | 2.456.726 | |
| A. Verbonden ondernemingen | (2) | 1.684.656 | 2.401.174 | 2.275.420 |
| 1. Deelnemingen | 1.667.248 | 2.394.789 | 2.269.084 | |
| 2. Vorderingen | 17.409 | 6.385 | 6.336 | |
| B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | (3) | 217.955 | 210.547 | 174.016 |
| 1. Deelnemingen | 217.955 | 210.547 | 174.016 | |
| 2. Vorderingen | 0 | 0 | 0 | |
| C. Andere financiële vaste activa | 13.988 | 6.531 | 7.289 | |
| 1. Aandelen | 13.980 | 6.524 | 7.282 | |
| 2. Vorderingen en borgtochten in contanten | 8 | 8 | 8 | |
| Vlottende activa | 83.553 | 107.041 | 69.720 | |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 745 | 6.066 | 2.346 | |
| A. Handelsvorderingen | ||||
| B. Overige vorderingen | 745 | 6.066 | 2.346 | |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| A. Voorraden | ||||
| 1. Grond-en hulpstoffen | ||||
| 2. Goederen in bewerking | ||||
| 3. Gereed product | ||||
| 4. Handelsgoederen | ||||
| 5. Onroerende goederen | ||||
| 6. Vooruitbetalingen | ||||
| B. Bestellingen in uitvoering | ||||
| VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar | 23.819 | 4.304 | 10.533 | |
| A. Handelsvorderingen | 1.206 | 2.073 | 1.672 | |
| B. Overige vorderingen | (4) | 22.613 | 2.231 | 8.861 |
| VIII. Geldbeleggingen | (5) | 48.773 | 49.216 | 52.137 |
| A. Eigen aandelen | 35.100 | 36.954 | 24.400 | |
| B. Overige beleggingen | 13.673 | 12.262 | 27.737 | |
| IX. Liquide middelen | 8.153 | 46.906 | 4.206 | |
| X. Overlopende rekeningen | 2.063 | 549 | 498 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|
| Passiva | ||||
| Eigen vermogen | (6) | 1.853.043 | 1.868.915 | 1.679.714 |
| I. Kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| A. Geplaatst kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| B. Niet opgevraagd kapitaal (-) | ||||
| II. Uitgiftepremies | 111.612 | 111.612 | 111.612 | |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | ||||
| IV. Reserves | 100.775 | 100.159 | 81.703 | |
| A. Wettelijke reserve | 248 | 248 | 248 | |
| B. Onbeschikbare reserves | 35.280 | 36.997 | 24.435 | |
| 1. Eigen aandelen | 35.246 | 36.962 | 24.400 | |
| 2. Andere | 35 | 35 | 35 | |
| C. Belastingvrije reserves | ||||
| D. Beschikbare reserves | 65.246 | 62.915 | 57.020 | |
| V. Overgedragen winst | 1.638.361 | 1.654.848 | 1.484.103 | |
| Overgedragen verlies (-) | ||||
| VI. Kapitaalsubsidies | ||||
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 0 | 0 | 0 | |
| VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Belastingen | ||||
| 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken | ||||
| 4. Overige risico's en kosten | ||||
| B. Uitgestelde belastingen | ||||
| Schulden | 156.908 | 866.513 | 857.331 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | (7) | 0 | 0 | 28.000 |
| A. Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | |
| B. Handelsschulden | ||||
| C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | ||||
| D. Overige schulden | 0 | 0 | 28.000 | |
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 156.741 | 866.255 | 829.088 | |
| A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 0 | 0 | |
| B. Financiële schulden | (7) | 23.999 | 759.928 | 728.209 |
| 1. Kredietinstellingen | ||||
| 2. Overige leningen | 23.999 | 759.928 | 728.209 | |
| C. Handelsschulden | 175 | 397 | 442 | |
| 1. Leveranciers | 175 | 397 | 442 | |
| E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 2.766 | 3.115 | 2.914 | |
| 1. Belastingen | 123 | 160 | 158 | |
| 2. Bezoldigingen en sociale lasten | 2.643 | 2.955 | 2.756 | |
| F. Overige schulden | (8) | 129.801 | 102.815 | 97.523 |
| X. Overlopende rekeningen | 168 | 258 | 243 | |
| Totaal der passiva | 2.009.952 | 2.735.427 | 2.537.045 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten | ||||
| A. Kosten van schulden | 1.372 | 3.010 | 3.905 | |
| B. Andere financiële kosten | 848 | 803 | 879 | |
| C. Diensten en diverse goederen | 8.196 | 8.022 | 8.006 | |
| D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 1.779 | 1.919 | 1.876 | |
| E. Diverse lopende kosten | 197 | 913 | 927 | |
| F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa |
564 | 592 | 695 | |
| G. Waardeverminderingen | (9) | 75.287 | 13.001 | 36.118 |
| 1. Op financiële vaste activa | 74.625 | 6.186 | 15.170 | |
| 2. Op vlottende activa | 662 | 6.815 | 20.948 | |
| H. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Minderwaarde bij realisatie | 2.044 | 3.960 | 3.195 | |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 10 | 0 | 0 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 914 | 1.817 | 2.292 | |
| 3. Van vlottende activa | 1.119 | 2.143 | 903 | |
| J. Uitzonderlijke kosten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Belastingen | 9 | 106 | 126 | |
| L. Winst van het boekjaar | 62.580 | 263.484 | 322.518 | |
| M. Overboeking naar belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen winst van het boekjaar | 62.580 | 263.484 | 322.518 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| A. Te bestemmen winstsaldo | 1.717.428 | 1.747.587 | 1.555.079 | |
| 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 62.580 | 263.484 | 322.518 | |
| 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.654.848 | 1.484.103 | 1.232.562 | |
| Totaal | 1.717.428 | 1.747.587 | 1.555.079 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2018 | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | ||||
| A. Opbrengsten uit financiële vaste activa | 122.059 | 263.872 | 343.761 | |
| 1. Dividenden | (10) | 120.362 | 262.279 | 342.293 |
| 2. Interesten | 723 | 201 | 120 | |
| 3. Tantièmes | 974 | 1.392 | 1.348 | |
| B. Opbrengsten uit vlottende activa | 1.484 | 1.647 | 1.221 | |
| C. Andere financiële opbrengsten | 0 | 1 | 9 | |
| D. Opbrengsten uit geleverde diensten | 1.209 | 3.148 | 2.596 | |
| E. Andere lopende opbrengsten | 318 | 364 | 370 | |
| F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa |
||||
| G. Terugnemingen van waardeverminderingen | 3.357 | 1.016 | 261 | |
| 1. Op financiële vaste activa | 3.357 | 102 | 62 | |
| 2. Op vlottende activa | 0 | 914 | 200 | |
| H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Meerwaarde bij realisatie | (11) | 24.450 | 25.762 | 30.028 |
| 1. Van immateriële en materiële vaste activa | 20 | 20 | 23 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 24.252 | 23.041 | 29.636 | |
| 3. Van vlottende activa | 177 | 2.701 | 369 | |
| J. Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen | ||||
| L. Verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | 615 | 18.456 | 1.988 | |
| 3. Aan de overige reserves | 615 | 18.456 | 1.988 | |
| D. Over te dragen resultaat | 1.638.361 | 1.654.848 | 1.484.103 | |
| 1. Over te dragen winst | 1.638.361 | 1.654.848 | 1.484.103 | |
| F. Uit te keren winst | 78.452 | 74.283 | 68.989 | |
| 1. Vergoeding van het kapitaal | 77.713 | 73.693 | 68.334 | |
| 2. Bestuurders of zaakvoerders | 588 | 590 | 655 | |
| 3. Winstpremie voor werknemers | 151 | |||
| Totaal | 1.717.428 | 1.747.587 | 1.555.079 |
Kosten
Maatschappelijke zetel
Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen BTW BE 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen
Datum van oprichting, laatste statutenwijziging
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 13 november 2017, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 13 december 2017 onder nummer 17175234.
Duur van de vennootschap
Onbepaald.
Rechtsvorm, toepasselijk recht
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap heeft tot doel:
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 13 november 2017 kan de raad van bestuur in de gevallen voorzien in het bijzonder verslag het maatschappelijk kapitaal gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 13 december 2017, in één of meer malen verhogen met een bedrag van maximum 500.000 euro.
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestaan kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 13 november 2017 plaatsvindt.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants of andere roerende waarden al dan niet gehecht aan andere effecten van de vennootschap.
De machtiging omvat de bevoegdheid om over te gaan tot:
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de naakte eigendom kan schorsen. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars zijn gehouden zich respectievelijk te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap. Ingeval van vruchtgebruik zal de naakte eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd worden door de vruchtgebruiker, behoudens andersluidende overeenkomst tussen partijen.
Sinds 1 januari 2008 mag de vennootschap geen aandelen aan toonder meer uitgeven en kunnen de aandelen op naam niet meer worden omgezet in aandelen aan toonder.
De toonderaandelen, die uiterlijk op 31 december 2013 niet waren omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen, zijn sinds 1 januari 2014 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde aandelen.
Deze aandelen werden ingeschreven op een effectenrekening op naam van Ackermans & van Haaren. De rechten verbonden aan deze aandelen (stemrecht, recht op deelneming in de winst, enz.) werden geschorst. Sinds 1 januari 2015 is Ackermans & van Haaren gerechtigd om de aandelen waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt ter beurze te verkopen, na bekendmaking van een bericht in die zin. Ackermans & van Haaren heeft, conform de wettelijke procedure, in de loop van 2015 10.872 aandelen ter beurze verkocht en de opbrengst daarvan in bewaring gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas.
Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494
De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be
Ce rapport annuel est également disponible en français. This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.
FBD nv (www.fbd.be)

| 23 mei 2019 Tussentijdse verklaring Q1 2019 | |
|---|---|
| 27 mei 2019 Algemene vergadering | |
| 30 augustus 2019 Halfjaarresultaten 2019 | |
| 22 november 2019 Tussentijdse verklaring Q3 2019 | |
| 28 februari 2020 Jaarresultaten 2019 |

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be
Jaarverslag 2018
Jaar-
verslag
2018
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.