Annual Report • Mar 30, 2018
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Dit verslag bevat:
De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W.Venn., samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité (namelijk Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen) dat, voor zover hen bekend:
Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:
Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]
| 2017 in een oogopslag 8 | |
|---|---|
| Markante feiten 2017 10 | |
| Jaarverslag 13 | |
| Woord van de voorzitters 14 | |
| Jaarverslag over de enkelvoudige jaarrekening 18 | |
| Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening 20 | |
| Verklaring inzake deugdelijk bestuur 29 | |
| Remuneratieverslag 39 | |
| Verklaring van niet-financiële informatie 42 | |
| Maatschappelijk verantwoord ondernemen 54 | |
| Dagelijkse leiding en controle 60 | |
| DEME 66 | |
|---|---|
| CFE 70 | |
| A.A. Van Laere 73 | |
| Rent-A-Port 74 | |
| Green Offshore 75 |
| Delen Private Bank 78 | |
|---|---|
| Bank J.Van Breda & C° 82 | |
| BDM-Asco 85 |
| Extensa 88 | |
|---|---|
| Leasinvest Real Estate 91 | |
| Anima Care 94 | |
| HPA 96 |
| SIPEF 100 | |
|---|---|
| Sagar Cements 103 | |
| Oriental Quarries & Mines 104 | |
| NMP 105 |
| Lexicon 121 | |
|---|---|
| Financiële staten 123 | |
| Inhoudstafel 125 | |
| Geconsolideerde jaarrekening 126 | |
| Enkelvoudige jaarrekening 193 | |
| Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal 198 |
Onze missie is aandeelhouderswaarde creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties met internationaal groeipotentieel.
Ackermans & van Haaren - Antwerpen
Alle deelnemingen actief in 'Real Estate & Senior Care' evenaren of verhogen in 2017 hun resultaat. Met een gezamenlijke bijdrage van 54,3 miljoen euro tot de groepswinst overtreffen ze hun sterke prestatie van 2016.
De winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verdubbelt bijna, onder impuls vooral van SIPEF, dat in 2017 flink betere producties realiseert die - in combinatie met een betere verkoopprijs voor palmolie - de basis vormen voor een stijgend operationeel resultaat. De geslaagde uitbreiding van haar plantages gaf ook aanleiding tot het uitdrukken van een (niet-recurrente) herwaarderingsmeerwaarde, waarin het deel van AvH 19,8 miljoen euro bedraagt.
Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep)
| (€ mio) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 90,6 | 105,2 |
| Private Banking | 113,9 | 98,5 |
| Real Estate & Senior Care | 54,3 | 46,2 |
| Energy & Resources | 18,2 | 9,2 |
| Bijdrage van de kernsectoren | 277,0 | 259,1 |
| Growth Capital | -1,3 | 2,7 |
| AvH & subholdings | -10,6 | -10,8 |
| Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen | 17,6 | -26,8 |
| Resultaat voor herwaarderingsmeerwaarden | 282,7 | 224,2 |
| Herwaarderingsmeerwaarden | 19,8 | - |
| Geconsolideerd nettoresultaat | 302,5 | 224,2 |
Kerncijfers geconsolideerde balans
| (€ mio) | 31.12.2017 | 31.12.2016 |
|---|---|---|
| Eigen vermogen (deel van de groep - voor winstverdeling) | 2.972,2 | 2.783,1 |
| Nettothesaurie van AvH & subholdings | 80,2 | 68,3 |
Marine Engineering & Contracting
Private Banking
Real Estate & Senior Care
Energy & Resources AvH & Growth Capital België Europa
Rest van de wereld
(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2017, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel
Sipef - Jonge palmen
DEME - Scheldt River
• Zowel Anima Care (+389 bedden) als Residalya (+158 bedden) bouwen hun netwerk verder uit.
• Verkoop Herman Teirlinck-gebouw (Tour & Taxis) en succesvolle commercialisatie Cloche d'Or (Luxemburg) vormen de basis van een sterke nettowinst (29,9 miljoen euro).
Geconsolideerd meer dan 40 miljard euro vermogens
• 'Real Estate & Senior Care' en 'Energy & Resources' vertegenwoordigen samen meer dan 26% van de bijdrage van de kernsectoren (2016: 21%, 2015: 17%).
CFE (contracting en real estate) turnaround bevestigd
Partners for sustainable growth
Dames en heren aandeelhouders,
De wereldeconomie werd in 2017 gekenmerkt door zeer uiteenlopende feiten en emoties. In de VS leidde de verkiezing van Trump enerzijds tot enige euforie op de beurzen en anderzijds tot wereldwijde vrees voor protectionistische gevolgen van de 'America First' politiek. In Europa heerst er enerzijds onzekerheid over de timing en de gevolgen van de Brexit-stemming en anderzijds hoop op grondige economische hervormingen dankzij o.m. de verkiezing van Emmanuel Macron tot Franse president. Terwijl het IMF haar groeiprognoses positief bijstelt (VSA: 2,7%, Europa: 2,2%) neemt het aantal geopolitieke conflicten of broeihaarden toe.
Tegen deze 'volatiele' achtergrond hebben de kernparticipaties van de AvH-groep solide resultaten gerealiseerd over 2017. Het geconsolideerd nettoresultaat (deel AvH) bedraagt 302,5 miljoen euro, wat een stijging vertegenwoordigt van 35% tegenover 2016 (224,2 miljoen euro). Dit is nog net geen recordresultaat, aangezien in 2006 een netto geconsolideerd resultaat van 307,6 miljoen euro werd behaald, weliswaar dankzij een uitzonderlijke meerwaarde van 150 miljoen euro op de verkoop van Quick Restaurants.
In 2017 vloeit dit groepsresultaat voor 91,5% (277 miljoen euro) voort uit de recurrente bijdrage van de 4 kernsectoren. Dit vertegenwoordigt op zichzelf een groei van 7% t.o.v. 2016 (259 miljoen euro). Deze solide groei is het resultaat van een sterke bijdrage van al deze kernsectoren, waarbij de sterkste groei (+15,6%) en de sterkste bijdrage (41%, of 113,9 miljoen euro) komt van ons 'Private Banking' segment met Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co .
Waar in 2015 de sectoren 'Marine Engineering' en 'Private Banking' nog 83% vertegenwoordigden van dit 'recurrent' groepsresultaat, is dit over 2017 gedaald tot 74%, en dit niettegenstaande hun eigen goede resultaten. De belangrijkste verklaring ligt in de gestegen bijdrage van de winsten uit 'Real Estate & Senior Care' over 2017, goed voor 54,3 miljoen euro, en de gestegen bijdrage - mede dankzij ons gestegen aandelenpercentage van SIPEF (15,9 miljoen euro).
De resultaten over 2017 zijn dus niet alleen in absolute termen zeer goed, maar kwalitatief misschien wel de beste ooit dankzij het recurrent karakter van de winst en een evenwichtige spreiding binnen alle kernsectoren.
Het geconsolideerd nettoresultaat werd ook beïnvloed door 2 uitzonderlijke elementen. Enerzijds waren er netto meerwaarden en waardeverminderingen ten belope van 17,6 miljoen euro, bestaande uit meerwaarden uit de verkoop van onze participaties in Groupe Ogeda (13,9 miljoen euro)
en NMP (21,2 miljoen euro). Deze werden deels gecompenseerd (t.b.v. 18 miljoen euro) door uitzonderlijke waardeverminderingen. Het deel van AvH in een herwaarderingsmeerwaarde die SIPEF moest uitdrukken als gevolg van het verwerven van de exclusieve controle over PT Agro Muko leverde bovendien een herwaarderingsmeerwaarde op van 19,8 miljoen euro.
De uitzonderlijke resultaten zijn de reflectie van de strategische prioriteiten die AvH zich gesteld heeft. AvH wil zich nog meer focussen op een beperkter aantal strategische deelnemingen met recurrent groeipotentieel op lange termijn. In dit kader past de strategische en financiële steun die AvH heeft gegeven aan SIPEF in het kader van de acquisities van Agro Muko en Dendymarker, en die t.b.v. 97,1 miljoen USD gefinancierd werd via een kapitaalverhoging. AvH investeerde ongeveer 40 miljoen euro bijkomend in SIPEF en trok haar deelnemingspercentage op tot 30,25%.
In dit kader past tevens de verkoop van A.A. Van Laere aan CFE en de verkoop van NMP aan het Havenbedrijf Antwerpen. Bovendien werd in december ook een akkoord bereikt over de verkoop van BDM-Asco aan de Amerikaanse verzekeringsgroep The Navigators Group. Deze transactie zal pas in 2018 bijdragen tot het resultaat. Eveneens in 2017 werd onze deelneming (3%) in Ogeda samen met alle andere aandeelhouders verkocht aan de Japanse groep Astellas, werd een princiepsakkoord bereikt over de verkoop van Transpalux en wordt OQM voortaan als 'bestemd voor verkoop' aangehouden. Aldus vereenvoudigt de groepsstructuur van AvH aanzienlijk door de eliminatie van deze lijnen.
De nettocashpositie van AvH bedraagt per 31 december 2017 80,2 miljoen euro.
De raad van bestuur stelt aan de algemene vergadering voor het dividend te verhogen in lijn met de verhoging van het recurrente resultaat, met 8% tot 2,20 euro per aandeel, hetzij een totaal bedrag van 73.693.188 euro.
DEME realiseerde in 2017 een omzetgroei van 20% tot 2.365,7 miljoen euro (2016: 1.978,2 miljoen euro) met een stabiele EBITDA van 456,2 miljoen euro (2016: 450,1 miljoen euro) en een stabiel nettoresultaat van 155,1 miljoen euro (2016: 155,3 miljoen euro). Niettegenstaande een investeringsprogramma voor 8 nieuwe schepen (capex in 2017 van 614 miljoen euro) bleef de nettoschuldpositie met 296,2 miljoen euro op een zeer behoorlijk niveau.
Deze gunstige ontwikkeling is het resultaat van een strategische beslissing 15 jaar geleden om te geloven en te investeren in het potentieel van offshore wind voor de marine engineering business. GeoSea realiseerde in 2017 een omzet van meer dan 1 miljard euro. DEME wenst haar leidende marktpositie in deze markt te bestendigen door blijvend te investeren in nieuwe schepen (hefeiland Apollo, kabellegschip LivingStone, next generation installatieschip Orion met een liftcapaciteit van 5.000 ton) en door de acquisitie van A2SEA, de specialist op het vlak van de installatie van offshore windturbines.
DEME gelooft sterk in het potentieel van marine engineering en heeft in dit kader 72,5% verworven in G-tec, een geotechnisch en geologisch onderzoeksspecialist.
Inclusief de nog niet definitief bevestigde orders bedraagt het orderboek een historisch niveau van 5.264 miljoen euro, met een sterk gediversifieerd karakter van baggerwerken, offshore maritieme werken en 'natte' burgerlijke bouw.
CFE realiseerde in 2017 een omzet van 710,5 miljoen euro en een nettowinst van 23,9 miljoen euro. Deze nettowinst werd positief beïnvloed door de oplevering van het Kons-project in Luxemburg en de verkoop van het 50%-belang in het Oosteroever-project in Oostende aan onze partner.
Alle onderdelen van CFE realiseerden een positieve bijdrage tot dit resultaat en konden een stijging noteren van hun orderboek. CFE bevestigt hiermee de geslaagde turnaround van haar organisatie en haar activiteiten.
Dit heeft CFE ertoe aangezet de overname te overwegen van A.A. Van Laere. Van Laere heeft weliswaar een teleurstellend jaar 2017 achter de rug, met 4 belangrijke verlieswerven, maar met een nieuw management en een sterk orderboek zal A.A. Van Laere een nieuwe start kunnen nemen onder de vleugels van CFE.
Rent-A-Port had nog weinig beschikbare grondreserves en kende derhalve een zwakker 2017. De geplande investeringen in nieuwe dijkeninfrastructuur moet haar toelaten een nieuwe zone aan te bieden aan nieuwe klanten.
Delen Private Bank beheert per eind 2017 een vermogen van 29.410 miljoen euro. Deze groei realiseert zich vrij evenwichtig tussen de zetels van Antwerpen, Brussel en de regionale zetels van Rumbeke, Gent, Hasselt en Luik. Het succes van deze regionale aanwezigheid heeft Delen Private Bank ertoe aangezet om ook kantoren te openen in Leuven, Namen, Knokke en Geel-Westerlo. De focus op discretionair vermogensbeheer vertaalt zich in een aandeel van 81% in termen van AuM en 92% in termen van aantal rekeningen.
JM Finn beheert in het Verenigd Koninkrijk voor 9.294 miljoen £ aan particuliere vermogens die nu reeds voor 74% discretionair beheerd worden. Oyens & Van Eeghen focust zich nu volledig op haar particulier cliënteel, dat 660 miljoen euro toevertrouwd heeft.
Delen Private Bank realiseerde in 2017 een geconsolideerde nettowinst van 105,8 miljoen euro. Met een eigen vermogen van 678,8 miljoen euro en een Core Tier1-kapitaalratio van 29,3% is de bank zeer sterk gekapitaliseerd.
Ook Bank J.Van Breda & Co kende een sterk commercieel jaar. De door cliënten belegde vermogens groeiden met 10% tot 13.743 miljoen euro (2016: 12.449 miljoen euro), waarvan klantendeposito's +8% en buitenbalansproducten +12%. Hiervan is 5,5 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in vermogensbeheer.
Bank J.Van Breda & Co blijft ook haar doelgroepklanten met gepaste kredietverlening (+7%) ondersteunen. Niettegenstaande de lage rente-omgeving een negatieve impact heeft op de rente-inkomsten kon Bank J.Van Breda & Co haar totale opbrengsten toch laten stijgen tot 141,4 miljoen euro (134 miljoen euro in 2016) en de nettowinst tot 39,1 miljoen euro (2016: 37,7 miljoen euro).
Met een eigen vermogen van 538,7 miljoen euro en een Core Tier1-kapitaalratio van 14,2% is ook Bank J.Van Breda & Co een solide gekapitaliseerde bank. Bovendien gebruikt Bank J.Van Breda & Co haar balans alleen ten behoeve van haar cliënteel, is haar kredietactiviteit volledig lokaal en volledig gefinancierd met lokale deposito's. Met een leverage ratio van 8,9% heeft Bank J.Van Breda & Co ook een zeer gezonde balans.
Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co kenden een recordjaar, zowel qua inflow van nieuwe vermogens als qua resultaat. De toevertrouwde vermogens bedragen gezamenlijk 47.796 miljoen euro, waarvan 43.230 miljoen euro buitenbalansbeleggingen en 4.566 miljoen euro deposito's.
Ook de sector 'Real Estate & Senior Care' realiseerde opnieuw een stijgende contributie tot het AvH groepsresultaat (54,3 miljoen euro t.o.v. 46,2 miljoen euro in 2016).
Leasinvest Real Estate concentreert zich voortaan op 2 activaklassen
(retail en kantoren) en 3 landen (Luxemburg, België, Oostenrijk) met een strategie van actief beheer en gerichte acquisities. Dankzij enkele meerwaarden en de integratie van een nieuwe investering in Luxemburg (Lux Airport) steeg de bijdrage tot 14,9 miljoen euro.
Extensa evenaarde haar resultaat van 2016 met een bijdrage van 29,9 miljoen euro dankzij de oplevering van het Herman Teirlinck-gebouw voor de Vlaamse Administratie op Tour & Taxis, en de goede voortgang van de bouwwerken op de site van Cloche d'Or. Extensa hoopt nu snel de bouwvergunningen te bekomen voor de verdere ontwikkeling van de Gare Maritime en de residentiële zone op Tour & Taxis. De commercialisering van de Gare Maritime kondigt zich zeer beloftevol aan.
In de sector van de ouderenzorg exploiteert Anima Care nu 2.010 rusthuisbedden over 20 residenties, en Residalya 2.597 bedden gespreid over 34 residenties over heel Frankrijk. Dankzij de dagelijkse toewijding van 1.365 personeelsleden in België en 1.605 personeelsleden in Frankrijk realiseren de beide groepen nu al een gezamenlijke operationele cashflow (voor huurlasten, EBITDAR) van 41,5 miljoen euro en een nettoresultaat van 11,9 miljoen euro (deel AvH: 9,5 miljoen euro). Sinds de start van deze activiteit in 2009 heeft AvH inmiddels reeds voor ongeveer 100 miljoen euro geïnvesteerd in deze sector en voor 278,5 miljoen euro aan bancaire schulden opgenomen in de financiering van het vastgoed en de inrichting.
Zowel Anima Care als Residalya hebben een strategie waarbij zij als exploitant de voorkeur hebben ook het vastgoed van haar residenties in eigendom te houden. Hierin schuilt natuurlijk ook een belangrijke latente meerwaarde.
Misschien wel de belangrijkste gebeurtenis van 2017 heeft zich gerealiseerd op het niveau van SIPEF. SIPEF investeerde bijna 200 miljoen USD in de verhoging van haar participatie in Agro Muko en de acquisitie van de Dendymarker-plantage. Deze transacties werden deels gefinancierd via een kapitaalverhoging t.b.v. 97,1 miljoen USD en extra schulden t.b.v. het saldo. De deelneming van AvH in SIPEF bedraagt thans 30,25%.
Met deze acquisities is het areaal gestegen van 55.125 ha tot 71.865 ha, en indien de nieuwe aanplantingen tot volle vrucht zullen gekomen zijn zal 84.326 ha in exploitatie zijn.
Dankzij sterke productiecijfes (+11,2%) en een vrij stabiele palmolieprijs realiseerde SIPEF een omzet van 321,6 miljoen USD en een sterke vrije cashflow, die de nettoschuldpositie kon beperken tot ongeveer 83,7 miljoen USD (t.o.v. 45,1 miljoen USD in 2016).
NMP kende een jaar in lijn met de verwachtingen. Wij zijn verheugd dat wij NMP met het Havenbedrijf Antwerpen een strategische partner hebben kunnen aanreiken die een nieuwe dynamiek kan geven aan het bedrijf.
Binnen het segment 'AvH & Growth Capital' leverden de bijdragen van de deelnemingen globaal een klein verlies op (-1,3 miljoen euro).
De positieve evoluties bij Mediahuis, Telemond en Turbo's Hoet Groep werden tenietgedaan door de moeilijke gang van zaken bij Distriplus, die geleid heeft tot uitzonderlijke waardeverminderingen, en de opstartproblemen van de Somin-mijn in Mexico bij Manuchar. Hierbij dienen we toch in het bijzonder de transformatie te vermelden bij Corelio/Mediahuis die dankzij de overname van de Telegraaf Media Groep een tweede thuismarkt heeft gecreëerd in Nederland, naast de leidende rol die ze blijft vervullen op de Belgische markt.
De stroomlijning van de 'Growth Capital'-portefeuille schept ruimte bij AvH om zich te interesseren in nieuwe investeringsopportuniteiten waarbij ze zich als 'Partners for sustainable growth' wil positioneren van familiale groepen.
Wij zijn van mening dat de kernparticipaties goed gepositioneerd zijn voor het jaar 2018.
Wij wensen alle medewerkers van de groep, zowel op de Begijnenvest als in de groepsmaatschappijen, te danken voor hun inzet en bijdrage tot de succesvolle ontwikkeling van AvH.
19 maart 2018
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Jan Suykens Voorzitter van het executief comité
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2017 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 119 W.Venn.
Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 46.000 opties toegekend in 2017. De per 31 december 2017 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 311.000 aandelen Ackermans & van Haaren (0,93%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2017, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 15) en naar de Markante feiten (pag. 10).
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving. Het balanstotaal bedraagt eind 2017 2.735 miljoen euro, een stijging ten opzichte van vorig jaar (2016: 2.537 miljoen euro). De activa bestaan uit 10 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 49 miljoen euro geldbeleggingen en 2.618 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden het boeken van het dividend van 74 miljoen euro en de winst van het boekjaar van 263 miljoen euro per saldo tot een eigen vermogen van 1.869 miljoen euro (2016: 1.680 miljoen euro). In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met latente meerwaarden die in de portefeuille van Ackermans & van Haaren en groepsvennootschappen aanwezig zijn. In 2017 bestonden de financiële schulden op korte termijn voor het overgrote deel uit financiële schulden aangegaan ten opzichte van AvH Coordination Center, een vennootschap die integraal deel uitmaakt van de groep en die de rol van interne bank van de groep vervult. De overige schulden bevatten reeds de aan de gewone algemene vergadering voorgestelde winstverdeling over het boekjaar 2017. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2017 191.338 eigen aandelen in en verkocht er 183.359. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die op 1 juli 2013 in voege trad.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.484.102.972 |
|---|---|
| Winst van het boekjaar | 263.484.342 |
| Totaal te bestemmen | 1.747.587.313 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 |
| Toevoeging aan de onbeschikbare reserves | 18.456.244 |
| Toevoeging aan de beschikbare reserves | 0 |
| Vergoeding van het kapitaal | 73.693.189 |
| Tantièmes | 590.000 |
| Over te dragen winst | 1.654.847.881 |
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,20 euro bruto per aandeel. Na inhouding van roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 1,54 euro per aandeel. Indien de gewone algemene vergadering dit voorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 1 juni 2018. Na deze bestemming bedraagt het eigen vermogen 1.868.914.660 euro en is het als volgt samengesteld:
| Kapitaal | |
|---|---|
| Geplaatst | 2.295.278 |
| Uitgiftepremies | 111.612.041 |
| Reserves | |
| Wettelijke reserve | 248.081 |
| Onbeschikbare reserves | 36.996.517 |
| Belastingvrije reserves | 0 |
| Beschikbare reserves | 62.914.863 |
| Overgedragen winst | 1.654.847.881 |
| Totaal | 1.868.914.660 |
De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.
Sinds de afsluiting van het boekjaar 2017 hebben er zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, uitgezonderd deze vermeld in II.3 hierna.
De vennootschap heeft geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling ondernomen.
Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2017 had Ackermans & van Haaren, noch enige andere integraal geconsolideerde deelneming binnen het segment 'AvH & Growth Capital', dergelijke instrumenten uitstaan.
7.1 Toepassing van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen
In 2017 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenregeling van artikel 523 W.Venn.
Overeenkomstig artikel 134, §§2 en 4 W.Venn. delen wij u mee dat er een bijkomende vergoeding werd betaald van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen.
Op 13 november 2017 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen welbepaalde koersvorken en dit gedurende een periode van 5 jaar. Tijdens het boekjaar 2017 heeft Ackermans & van Haaren 191.338 eigen aandelen ingekocht zowel met het oog op de indekking van haar verbintenissen in het kader van het aandelenoptieplan (71.000 aandelen) als in het kader van haar liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (pag. 181-182).
| Aantal eigen aandelen | 362.257 (1,08%) |
|---|---|
| Fractiewaarde per aandeel | 0,07 |
| Gemiddelde prijs per aandeel | 102,03 |
| Totale investeringswaarde | 36.961.764 |
Bij brief van 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
De buitengewone algemene vergadering heeft op 13 november 2017 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 W.Venn.
De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering plaatsvindt, d.i. 13 november 2020.
De raad van bestuur is tevens gemachtigd gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 13 december 2020) om aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen).
Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's. Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. De verwezenlijking van de doelstelling kan negatief worden beïnvloed door moeilijkheden bij het identificeren of financieren van transacties of bij de overname, integratie of verkoop van deelnemingen.
De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van deze macro-economische, politieke en sociale omstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op lange termijn waardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.
Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle, die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.
Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.
De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn en de daaraan verbonden speculatie kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positie zonder netto financiële schulden. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen schuldfinanciering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van 'AvH & subholdings' komen hoofdzakelijk overeen met de door Ackermans & van Haaren uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper-programma).
Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, en die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; de evolutie van het reglementair kader; en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. Binnen nieuwe markten zoals de ontwikkeling van concessies voor windmolenparken worden de bedrijven geconfronteerd met een nog niet gestabiliseerd reglementair kader, de technologische evoluties en het vermogen om deze grootschalige projecten te financieren. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME, CFE en A.A. Van Laere volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de tenderfase.
De bouw- en baggersector is typisch onderhevig aan conjuncturele bewegingen. De markt van grote traditionele infrastructuurbaggerwerken kan sterke cyclische schommelingen ondergaan, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port actief zijn in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam, Tsjaad en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering, persoonlijke relaties en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.
DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Hoewel Rent-A-Port vooral actief is in landen buiten de eurozone, wordt het vooral aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.
Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures opgesteld teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Het orderboek van CFE in Afrika is sterk verminderd. Eind 2017 had de groep CFE in Tsjaad nog een nettovordering van ongeveer 60 miljoen euro op de staat. Het innen van deze vordering betekent ook in 2018 een belangrijke uitdaging. CFE stelt samen met de lokale overheid alles in het werk om een financiering te vinden teneinde de betaling van de vorderingen mogelijk te maken. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale unsecured financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere bronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven van 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Conform de uitgiftemodaliteiten zal DEME geen tussentijdse terugbetalingen verrichten van de hoofdsom, doch alles terugbetalen op de eindvervaldag in 2019.
Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.
Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen bij Bank J.Van Breda & C°. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.
Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.
Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt momenteel beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende ongeveer 20% in JM Finn.
Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke Core Tier1 eigen vermogen ratio's.
Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).
Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank J.Van Breda & Co en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen geliquideerd worden, zodat de bank niet aan een marktrisico onderworpen wordt. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.
Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Tenslotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima Care en HPA is de kwalitatieve zorg voor de residenten een belangrijk element. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de operationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen.
De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten eerder rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group concentreert zich voornamelijk op België en Luxemburg met een beperkte resterende blootstelling op Turkije, Roemenië en Slowakije en is daardoor ook onderhevig aan de plaatselijke conjunctuur. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (bv. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt tot een beperking van dit risico.
Het wisselkoersrisico is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden, met uitzondering van de beperkte activiteiten van Extensa in Turkije (risico gelinkt aan de Turkse Lira) en in Roemenië (risico gelinkt aan de RON).
Extensa Group en LRE beschikken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en backuplijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en backuplijnen is het financieringsrisico ingedekt.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken en anderzijds door de vervaldata van de kredietfaciliteiten te diversifiëren op lange termijn. Extensa Group heeft begin 2015, met het oog op de overname van het resterend belang van 50% in de T&T-groep, een krediet opgenomen ten belope van 75 miljoen euro. Met de opbrengsten van de verkoop van het Koninklijk Pakhuis in 2015 en van het Herman Teirlinck-gebouw in 2017 is dit krediet inmiddels volledig terugbetaald. In 2017 heeft Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering wordt afgebouwd. Bij Leasinvest Real Estate werd het aanspreken van diverse financieringsbronnen in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. Bij Anima Care wordt de expansie via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe zorgcentra enerzijds gefinancierd via volstorting van het toegestane kapitaal en anderzijds door externe financiering. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de startup fase. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé worden gefinancierd met leningen op lange termijn, van 15 tot 25 jaar.
Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.
De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements en Oriental Quarries & Mines in India, SIPEF in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.
De geproduceerde volumes en dus gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden ook beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad.
Of de groep er daarnaast in slaagt om de beoogde bijkomende expansie te realiseren, hangt af van de verwerving van nieuwe concessieovereenkomsten voor agronomisch geschikte gronden, die passen in de duurzaamheidspolitiek aan economisch verantwoorde voorwaarden.
Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie, palmpitolie en rubber; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit).
Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.
De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties, voornamelijk bij de meer cyclische of consumentgebonden bedrijven. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.
Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.
Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond, Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).
Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2017 bedraagt 13.469 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 4,6% ten opzichte van 2016 (12.875 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & Co heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.
Het eigen vermogen (deel groep) per einde 2017 bedroeg 2.972 miljoen euro, een stijging met 189 miljoen euro ten opzichte van 2016 (2.783 miljoen euro). In juni 2017 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,04 euro per aandeel, wat voor een daling van het eigen vermogen met 68,3 miljoen euro heeft gezorgd.
Ackermans & van Haaren heeft in 2017 ingezet op de uitbouw van haar kernparticipaties: hun bijdrage tot de groepswinst liep in 2017 op tot 277,0 miljoen euro (2016: 259,1 miljoen euro).
De verkopen van de deelnemingen in NMP (75%) en in Ogeda (3%) leverden respectievelijk 21,2 miljoen euro en 13,9 miljoen euro meerwaarde op. Daar staat een minderwaarde van 6,7 miljoen euro tegenover die werd geboekt op de exit uit het kapitaal van Financière Flo/Groupe Flo, net zoals bepaalde waardeverminderingen naar aanleiding van de transfert van de deelnemingen in Oriental Quarries and Mines en Transpalux naar 'bestemd voor verkoop' en bijzondere waardeverminderingen op een goodwill op een groepsmaatschappij en op een financiering van een andere. Dit alles levert per saldo een positieve bijdrage van meer/minderwaarden en waardeverminderingen in 2017 van 17,6 miljoen euro.
DEME - Innovation - Merkur
In 2016 zag Ackermans & van Haaren zich nog verplicht om aanzienlijke waardeverminderingen te nemen en voorzieningen aan te leggen op haar deelnemingen in Groupe Flo en CKT Offshore, waardoor per saldo netto meer/ minderwaarden en waardeverminderingen op -26,8 miljoen euro uitkwam.
Als gevolg van het verwerven van de exclusieve controle over de PT Agro Muko-plantage op Sumatra, was SIPEF verplicht om haar historische deelneming te herwaarderen. Het aandeel van Ackermans & van Haaren in deze herwaarderingsmeerwaarde, die in de geconsolideerde resultaten van SIPEF 75,2 miljoen USD oplevert, bedraagt 19,8 miljoen euro.
De consolidatiekring onderging in 2017 een aantal wijzigingen. De deelneming in NMP werd verkocht aan Havenbedrijf Antwerpen (meerwaarde 21,2 miljoen euro) en ook de participatie in A.A. Van Laere werd verkocht (aan CFE Contracting, zonder meer/minderwaarde in consolidatie). De deelnemingen in BDM-Asco en Transpalux werden overgebracht naar 'bestemd voor verkoop', aangezien voor beide participaties in 2017 overeenstemming werd bereikt met kopers over de verkoop hiervan, waarvan de realisatie evenwel nog is onderworpen aan bepaalde voorwaarden. Ook de 50%-deelneming in Oriental Quarries & Mines werd op jaareinde naar deze categorie overgebracht, aangezien zij niet langer tot de strategische deelnemingen van de groep behoort. AvH investeerde bijkomend 40,4 miljoen euro in de versterking van haar deelneming in SIPEF die op jaareinde 2017 30,25% bedroeg. Ook in HPA werd bijkomend geïnvesteerd door de inbreng (in HPA) van de extra aandelen Patrimoine & Sante die voortkwamen uit de ruil van de laatste schijf aandelen Holding Groupe Duval. Ook de leden van het Residalya-management hebben hun belangen in Patrimoine & Santé ingebracht, waardoor het deelnemingspercentage van de groep in HPA steeg (van 70,86% tot 71,72%).
Eind 2017 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 80,2 miljoen euro, tegenover 68,3 miljoen euro eind 2016. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat de thesaurie onder meer uit geldbeleggingen (inclusief eigen aandelen) voor 75,5 miljoen euro en uit kortetermijnschulden.
Een (economische) opsplitsing van de resultaten over de verschillende activiteitspolen van de groep is weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' van het jaarverslag.
DEME (AvH 60,4%) realiseerde in 2017 een mooie stijging van de (economische) omzet tot 2.365,7 miljoen euro tegenover 1.978,2 miljoen euro in 2016. Voor het eerst werd hiervan meer dan 1 miljard euro gerealiseerd door GeoSea (DEME 100%). Deze gunstige ontwikkeling is het resultaat van de strategische beslissing van DEME vele jaren geleden om volop in te zetten op de ontwikkeling van offshore windenergie. Deze keuze en de jarenlange volgehouden investeringen in mensen en materieel liggen aan de basis van de sterke marktpositie die GeoSea heeft verworven. De diversificatie van de omzet van DEME, dat naast baggeren en offshore wind ook actief is in milieu-activiteiten, in het winnen van zand en grind op zee als bouwmaterialen, in natte burgerlijke bouw en in concessies, heeft de tijdelijke terugval in de traditionele baggeractiviteit kunnen compenseren.
Ondanks de gewijzigde activiteitenmix heeft DEME een EBITDA gerealiseerd van 456,2 miljoen euro. Deze EBITDA-marge van 19,3% is geheel in lijn met het historisch gemiddelde van 16-20%. Het nettoresultaat van 155,1 miljoen euro evenaart dat van 2016.
Naast de onderhoudswerkzaamheden in België, Duitsland en Afrika situeerden de grootste werven op het vlak van baggeractiviteit zich in Singapore (uitbreiding van Jurong eiland/ JIWE en aanleg van de eerste fase van Tuas container terminal) en in de haven van Port Louis (Mauritius). DEME was ook opnieuw actief aan het Panamakanaal voor het verbreden en verdiepen van het toegangskanaal aan de Atlantische zijde. Daarnaast kende GeoSea een heel sterke activiteit in 2017 met onder meer de installatie van 42 monopiles voor het Rentel-windpark en ook op de offshore windparken Horns Rev (Denemarken), Merkur en Hohe See (beide in Duitsland) en Galloper in het Verenigd Koninkrijk.
Er werden ook in 2017 heel wat belangrijke contracten binnengehaald:
CFE - AZ Sint-Maarten - Mechelen
Eind 2017 bedroeg het orderboek van DEME 3.520 miljoen euro, tegenover 3.800 miljoen euro eind 2016. Verschillende contracten (voor een totale waarde van 1.744 miljoen euro) werden echter nog niet in dit orderboek opgenomen in afwachting van hun 'financial close' of het behalen van definitieve vergunningen:
In januari 2018 werd bovendien het contract getekend voor het verdiepen en onderhoudsbaggeren van het Canal Martín García in Uruguay en Argentinië (in joint venture, totale waarde 100 miljoen euro).
DEME heeft in 2017 voor een totaal bedrag van 614,2 miljoen euro geïnvesteerd, waarvan 447 miljoen euro in de uitbreiding en vernieuwing van de vloot. De hopper-dredger Minerva (capaciteit 3.500 m³) en het baggerschip Scheldt River (hopperinhoud 8.400 m³) werden in 2017 gedoopt en in gebruik genomen. Beide zijn 'dual fuel' schepen en kunnen ook door LNG worden aangedreven. Dit vermindert de uitstoot van zwavel, NOx en atmosferische deeltjes. Daarnaast zijn nog 6 nieuwe tuigen in aanbouw om in gebruik te worden genomen in 2018-2020. De laatste 2 nieuwe schepen die DEME begin 2017 besteld heeft, vertegenwoordigen een totale waarde van 500 miljoen euro: Spartacus, de krachtigste en meest vooruitstrevende snijkopzuiger (44.180 kW) ter wereld, en Orion, een offshore kraanschip (44.180 kW) met dynamische positionering en een hijsvermogen van 5.000 ton.
Eind augustus heeft GeoSea de overname van A2SEA, een toonaangevende speler op het vlak van de installatie van offshore windturbines, met succes afgerond. Met A2SEA komen 160 hoogopgeleide medewerkers de rangen van DEME versterken en worden 2 hoogtechnologische installatieschepen, Sea Installer en Sea Challenger (bouwjaren 2012 en 2014) aan de vloot toegevoegd.
Per 30 juni 2017 bedroeg het orderboek van A2SEA 141 miljoen euro. De transactie vertegenwoordigt een investering van 167 miljoen euro.
Begin november heeft GeoSea ook 72,5% van G-tec verworven, een Belgisch bedrijf gespecialiseerd in offshore geotechnisch en geologisch onderzoek en in diepzee engineering services. Tenslotte heeft GeoSea eind december een samenwerkingsovereenkomst getekend met CSBC Corporation voor de ontwikkeling van offshore windenergie in Taiwan.
Ook na de intense investeringen in 2017 in het vernieuwen en uitbreiden van de vloot en in de acquisitie van A2SEA, bleef de nettoschuldpositie beperkt tot 296,2 miljoen euro (2016: 154,6 miljoen euro).
Voor CFE (AvH 60,4%) was 2017 een goed jaar: zowel CFE Contracting als de pool Vastgoedontwikkeling realiseerden een sterke stijging van hun bijdrage tot het groepsresultaat. Ook het hoge niveau van het orderboek bewijst dat CFE op het juiste spoor zit. De nieuwe organisatie, die autonomie en synergie verenigt, heeft in 2017 haar relevantie meer dan ooit bewezen. CFE (excl. DEME) realiseerde een nettowinst van 23,9 miljoen euro, tegenover 13,0 miljoen euro in 2016.
Bij CFE Contracting daalde de omzet in 2017 tot 717,6 miljoen euro (2016: 770,5 miljoen euro). Deze verwachte daling is voornamelijk het gevolg van een vertraging in de opstart van enkele belangrijke werven in België en van de moeilijke sociaal-economische omstandigheden in Tunesië. Internationaal kenden vooral de activiteiten in Polen een sterke groei. Het orderboek van CFE Contracting per eind 2017 steeg significant tot 1.229,7 miljoen euro (+44,6% of +15,1% bij gelijke perimeter). Dit is enerzijds het gevolg van nieuwe opdrachten in het segment Bouw in Brussel en Polen en in het segment Rail & Utility Networks. Anderzijds leidt de acquisitie van A.A. Van Laere tot een toename van het orderboek met 241,8 miljoen euro. CFE Contracting realiseerde een nettoresultaat van 15,4 miljoen euro, tegenover 10,4 miljoen euro in 2016.
Door deze acquisitie van A.A. Van Laere zullen beide bouwgroepen, die onder hun bestaande merknamen blijven opereren, optimaal kunnen samenwerken in België en wordt de marktpositie van CFE Contracting versterkt. De geconsolideerde resultaten van A.A. Van Laere zullen vanaf 1 januari 2018 opgenomen worden in de cijfers van CFE. In december heeft CFE eveneens José Coghe-Werbrouck, gespecialiseerd in spoorwerken, overgenomen. Ondanks deze acquisities van A.A. Van Laere (17,1 miljoen euro) en Coghe (7,7 miljoen euro) is de netto financiële positie van CFE nagenoeg stabiel gebleven (-64,2 miljoen euro).
Binnen de pool Vastgoedontwikkeling werkte BPI o.a. aan de projecten Solvay (Elsene), Erasmus Garden (Anderlecht), Les Hauts Prés (Ukkel), Voltaire (Schaarbeek) en Renaissance (Luik) in België, Fussban (Differdange) en Kiem in Luxemburg en Vilda Park (Poznan) in Polen. Eind december 2017 bedroeg het vastgoedbestand 133 miljoen euro (2016: 130 miljoen euro). Het nettoresultaat van deze pool steeg van 1,4 miljoen euro eind 2016 tot 22,3 miljoen euro eind 2017, dankzij de meerwaarden op de verkoop van de participatie in de projecten Oosteroever in Oostende en Kons in Luxemburg.
Bij de pool Holding en Niet-Overgedragen Activiteiten verloopt het project voor het waterzuiveringsstation in Brussel-Zuid naar verwachting. Dit is één van de laatste projecten in het kader van de afbouw van deze activiteiten. In 2016 realiseerde CFE in dit segment aanzienlijke meerwaarden op de verkoop van 2 concessievennootschappen.
Het operationeel beheer en het onderhoud van het Grand Hôtel in N'Djamena werden in juni 2017 overgedragen aan de hoteluitbater aangeduid door de overheid van Tsjaad. De vorderingen op Tsjaad bleven ongewijzigd tegenover eind december 2016.
Algemene Aannemingen Van Laere sloot een moeilijk jaar 2017 af met een nettoverlies van 16,8 miljoen euro. A.A. Van Laere had te kampen met vertragingen en tegenvallende operationele resultaten op 4 belangrijke werven. Van Laere's parkingactiviteiten (Alfa Park en Parkeren Roeselare) werden succesvol verkocht.
AvH heeft eind december 2017 haar 100%-deelneming in A.A. Van Laere verkocht aan CFE Contracting. De verkoopprijs (na een dividend van 7,8 miljoen euro) bedroeg 17,1 miljoen euro, wat overeenkomt met het gecorrigeerd eigen vermogen. De leiding over A.A. Van Laere is sinds 1 augustus 2017 overgenomen door Manu Coppens, tevens lid van het executief comité van CFE Contracting.
De activiteiten van Rent-A-Port (AvH 72,2%) in Vietnam waren, net als in voorgaande jaren, winstgevend. Omdat er minder terreinen beschikbaar waren, konden er echter minder worden verkocht. Daarnaast werd het resultaat van Rent-A-Port (-6,0 miljoen euro) ook beïnvloed door wisselkoersverliezen en door kosten voor de ontwikkeling van nieuwe projecten inzake hernieuwbare energie.
De infrastructuur in de industriële zone in Dinh Vu (Vietnam) is grotendeels ontwikkeld. Reeds meer dan 60 industriële klanten maken op recurrente basis gebruik van de nutsvoorzieningen. Rent-A-Port heeft belangrijke posities voor de ontwikkeling van bijkomende naburige industriële zones verworven.
Bij Green Offshore (AvH 80,2%) zijn de offshore werkzaamheden voor Rentel (12,5% direct en indirect, 309 MW) tijdens 2017 volgens plan verlopen. De eerste stroom zal naar verwachting medio 2018 in het Belgische net worden geïnjecteerd. In oktober 2017 heeft de federale regering een aangepast wetgevend kader goedgekeurd, dat van toepassing zal zijn op de offshore windparken Seastar en Mermaid. Naar alle verwachting zal dit toelaten om deze parken (samen goed voor ongeveer 500 MW) op korte termijn verder te ontwikkelen.
De vermogens onder beheer van Delen Private Bank (AvH 78,75%) bereikten op het einde van 2017 geconsolideerd een recordniveau van 40.545 miljoen euro (eind 2016: 37.770 miljoen euro).
Deze sterke groei (+7,4%) is het resultaat van de positieve impact van de waardeontwikkeling van de vermogens onder beheer en van de grootste bruto-inflow ooit, van zowel bestaande als van nieuwe particuliere klanten. Alle kantoren leverden hiertoe een belangrijke bijdrage. De strategie om stelselmatig nieuwe kantoren te openen in regio's waar intussen een bepaalde kritische aanwezigheid is ontstaan, loont. Ook bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn steeg het beheerd vermogen van 8.331 miljoen £ tot 9.294 miljoen £ door een positieve impact van de waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt in GBP) en van een netto-instroom van vermogens. De gunstige ontwikkeling werd gedempt door de koersevolutie van het Britse pond ten opzichte van de euro (-3,5%). Het aandeel van de vermogens in discretionair beheer steeg tot 81% bij Delen Private Bank (ofwel 92% van de klantenrekeningen) en tot 74% bij JM Finn.
De brutobedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank stegen geconsolideerd in 2017 met 17% tot 366,9 miljoen euro. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan het hoger niveau aan activa in beheer. De cost-income ratio daalde tot een zeer competitief 53,7% (slechts 42,5% bij Delen Private Bank, 83,7% bij JM Finn). Deze ratio is sterk verbeterd ten opzichte van 2016 (57,8%) doordat de toename van de inkomsten minder dan proportioneel aanleiding gaf tot een stijging van kosten. Deze uitgaven voor de aanhoudende ontwikkeling op het gebied van IT, het aanwerven van personeel, stijgende loonkosten in het VK en marketing zijn een rechtstreeks gevolg van de groeiende activiteit.
De nettowinst nam in 2017 toe tot 105,8 miljoen euro (tegenover 87,9 miljoen euro in 2016), inclusief de bijdrage van JM Finn van 7,1 miljoen euro.
Het geconsolideerd eigen vermogen van Delen Private Bank bedroeg 678,8 miljoen euro op 31 december 2017 (tegenover 621,2 miljoen euro eind 2016). De Core Tier1-kapitaalratio van 29,3% ligt ruim boven het sectorgemiddelde.
In 2017 heeft Bank J.Van Breda & C° (AvH 78,75%) opnieuw sterke commerciële prestaties neergezet. Het door cliënten belegd vermogen steeg met 1,3 miljard euro (+10%) tot ruim 13,7 miljard euro, waarvan 4,6 miljard euro cliëntendeposito's (+8%) en 9,2 miljard euro (+12%) buitenbalansproducten. Hiervan is 5,4 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in vermogensbeheer. De totale kredietportefeuille steeg met 7% tot ruim 4,5 miljard euro. De waardeverminderingen op kredieten bleven beperkt tot 0,04% van de gemiddelde kredietportefeuille of 1,7 miljoen euro. De netto fee-inkomsten bedragen vandaag bijna 40% van de totale bedrijfsopbrengsten, in een omgeving waar de rente-opbrengsten sinds enkele jaren onder druk staan omwille van de te vlakke yieldcurve.
De kosten stegen met 5% tot 83,6 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van de toekomstgerichte investeringen in commerciële slagkracht. Dankzij een hoge efficiëntie daalde de cost-income ratio verder van 59,4% in 2016 naar 59,1% in 2017.
De geconsolideerde nettowinst bedroeg 39,1 miljoen euro (+4% in vergelijking met 2016). Dit is een goede prestatie gezien de conservatieve beleggingspolitiek van de bank en de aanhoudend lage interestvoeten.
Anima Care - Vorst (artist impression) Extensa - Tour & Taxis - Brussel Leefmilieu en Herman Teirlinck
Het eigen vermogen (deel van de groep) steeg van 518,3 miljoen euro eind 2016 naar 538,7 miljoen euro. Deze groei maakt het mogelijk de commerciële groei verder te zetten zonder in te boeten op een gezonde hefboom, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (leverage of hefboomratio) bedroeg 8,9%, een veelvoud van de 3% zoals voorgesteld onder Basel III. De Core Tier1-kapitaalratio bedroeg 14,2%.
Eind december 2017 hebben AvH en SIPEF, elk 50% aandeelhouder van BDM-Asco, een akkoord bereikt met de op Nasdaq genoteerde Amerikaanse verzekeraar The Navigators Group, Inc. over de verkoop van BDM-Asco. De overnameprijs voor 100% van de aandelen werd vastgesteld op 35 miljoen euro. AvH zal bij het afronden van de transactie, wat in H1 2018 verwacht wordt, voor haar deel een meerwaarde van ongeveer 6 miljoen euro realiseren. De sanering van de afgelopen jaren in de portefeuille van BDM-Asco wierp haar vruchten af in 2017. De groep realiseerde een excellent resultaat dat vooral gesteund is op goede technische resultaten in alle takken.
Leasinvest Real Estate (LRE, AvH 30,0%) sloot 2017 duidelijk beter af dan vorig jaar met een nettoresultaat (deel groep) van 47,5 miljoen euro (2016: 29,4 miljoen euro), voornamelijk dankzij belangrijke meerwaarden op de gebouwenportefeuille. LRE heeft beslist zich te focussen op twee activaklassen (retail en kantoren) en drie landen (België, Luxemburg en Oostenrijk).
Begin mei heeft LRE voor 35 miljoen euro 100% van de aandelen van de vennootschap Mercator Sàrl verworven, eigenaar van een kantoorgebouw in de stad Luxemburg. Begin oktober werd de Zwitserse retailportefeuille (drie winkels) volledig verkocht voor 41,8 miljoen euro. Midden oktober werden twee belangrijke retailparken in Wenen (Oostenrijk) verworven voor een bedrag van 56,2 miljoen euro. Tenslotte werden in H2 2017 4 logistieke panden verkocht voor een totaal bedrag van 72 miljoen euro.
Eind 2017 bedroeg de reële waarde ('fair value') van de geconsolideerde vastgoedportefeuille, inclusief de projectontwikkelingen, 903,0 miljoen euro (tegenover 859,9 miljoen euro per eind 2016).
De totale bezettingsgraad bleef hoog: 94,80%. De lichte daling in vergelijking met einde 2016 (96,77%) wordt vooral verklaard door de herontwikkeling van het kantoorgebouw Montoyer 63 en door de verkoop in de loop van 2017 van de volledig verhuurde logistieke gebouwen en van de eigendommen in Zwitserland. Na bijkomende investeringen in vastgoedcertificaten Lux Airport heeft LRE haar belang hierin uitgebreid tot meer dan twee derde van de uitstaande certificaten, waardoor de inkomsten hiervan (1,3 miljoen euro) ook als huuropbrengst werden meegenomen, naast een eenmalige meerwaarde van 8,1 miljoen euro die in de rekeningen van 2017 werd uitgedrukt.
Het huurrendement is gedaald van 6,78% per einde 2016 naar 6,44% op jaareinde 2017. De huurinkomsten zijn licht gestegen tot 56,9 miljoen euro in vergelijking tot vorig jaar (56,6 miljoen euro). Het verlies aan huurinkomsten dat volgt uit de verkoop van verschillende panden in 2017, werd meer dan gecompenseerd door de aankoop van 2 nieuwe panden in Oostenrijk, door een stijging van de bezettingsgraad op verschillende gebouwen in portefeuille (vnl Mercator en Riverside) en de opname van de coupon van de certificaten Lux Airport als huurinkomst. Op het jaareinde 2017 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 382 miljoen euro (2016: 356 miljoen euro). De schuldgraad is gedaald tot 57,1% (2016: 58,0%).
Extensa Group (AvH 100%) evenaart in 2017 met een nettowinst van 29,9 miljoen euro het goede resultaat van 2016 (30,4 miljoen euro).
Het speciale bestemmingsplan voor de volledige Tour & Taxis-site in Brussel werd in juni 2017 goedgekeurd en schept een duidelijk juridisch kader voor de verdere ontwikkeling van 270.000 m² woningen, retail en kantoren. Het kantoorgebouw Herman Teirlinck werd in september officieel in gebruik genomen als het nieuwe Vlaams Administratief Centrum. In november voltooide Extensa de verkoop van de projectonderneming die eigenaar is van het gebouw aan Baloise Group. Extensa heeft met de opbrengst van deze verkoop het saldo afbetaald van het overbruggingskrediet van 75 miljoen euro dat het begin 2015 had genomen om haar aandeel in Tour & Taxis met 50% te verhogen. Eind 2017 waren zo goed als alle 115 wooneenheden van de residentie Gloria, het eerste appartementsgebouw op de Tour & Taxis-site, verkocht. De renovatie van de bestaande structuur van de 'Gare Maritime' is gestart en zal in het tweede kwartaal van 2018 voltooid zijn. De commercialisatie van de kantoorruimtes verloopt zeer voorspoedig. Op het terrein aan de Willebroekkaai startte Extensa met groot commercieel succes het Riva-project met 139 appartementen met zicht op het kanaal en het Koninklijk Entrepot.
In Luxemburg overtreft de verkoop van appartementen op Cloche d'Or alle verwachtingen. Eind 2017 waren 803 wooneenheden verkocht. De bouwwerken voor de hoofdkantoren van Alter Domus (10.500 m²) en Deloitte Luxembourg (30.000 m²) gaan verder. De oplevering is voorzien voor het derde kwartaal van 2018. In december 2017 begonnen exclusieve onderhandelingen met Ethias en Integrale over de verkoop van het project Deloitte.
Anima Care (AvH 92,5%) kende in 2017 een sterke groei van haar activiteiten met een omzetstijging tot 75,2 miljoen euro (56,4 miljoen euro in 2016). Dit is voornamelijk te danken aan de recente acquisities van 6 woonzorgcentra:
Extensa - Cloche d'Or
La Roseraie (72 bedden) en Edelweiss (67 bedden) te Anderlecht, Arcade (57 bedden), Eden (38 bedden) en Neerveld (100 bedden) te Sint-Lambrechts-Woluwe en Atrium (47 bedden) te Kraainem. De impact van deze overnames werd nog versterkt door de bijdrage voor een volledig jaar van Le Birmingham en Duneroze, 2 residenties die vanaf het vierde kwartaal van 2016 opgenomen werden in de resultaten. Daarnaast werden ook de 22 assistentiewoningen in de uitbreidingsnieuwbouw te Blegny in gebruik genomen.
De EBITDAR nam toe tot 16,1 miljoen euro (2016: 14,0 miljoen euro). De winst van 2017 bedroeg 4,8 miljoen euro (2016: 3,9 miljoen euro).
Anima Care exploiteert per 31 december 2017 2.010 bedden: 1.728 rusthuisbedden, 77 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen, verspreid over 20 zorgcentra (8 in Vlaanderen, 8 in Brussel, 4 in Wallonië).
Begin 2018 heeft Anima Care de exploitatie overgenomen van WZC Ark van Noé, gelegen te Bilzen. Ark van Noé exploiteert 57 bedden die tegen medio 2019 zullen worden overgebracht naar een nieuwbouwproject.
Begin 2017 werden de laatste 21,8% die AvH nog aanhield in Holding Groupe Duval omgeruild tegen aandelen Patrimoine & Santé. Deze aandelen werden in 2017 ingebracht bij HPA, wiens participatie in Patrimoine & Santé daardoor steeg tot 100%. HPA (AvH 71,7%) realiseerde in 2017 een omzet van 114,1 miljoen euro, een stijging met 8% in vergelijking met 2016. Deze evolutie is te danken aan de integratie van de twee residenties die in 2017 werden verworven (Résidence de Pyla sur Mer (Gironde) met 60 bedden en Villa Thalia (Chalon-sur-Saône) met 95 bedden) en aan de opname van de crèche en het rusthuis van Laval voor het volledige jaar. De EBITDAR steeg tot 25,4 miljoen euro en het nettoresultaat tot 7,1 miljoen euro (2016: 2,9 miljoen euro). De nettowinst van 2017 werd voor 4,2 miljoen euro beïnvloed door een positief belastingeffect. De bezettingsgraad kende in het boekjaar 2017 een lichte terugval tot 96,6%, als gevolg van de seizoensgriep in het begin van 2017. Eind 2017 telt het netwerk van HPA 2.597 bedden, verspreid over 34 residenties.
SIPEF (AvH 30,3%) presteerde zeer sterk in 2017. De jaarproductie van palmolie steeg met liefst 11,2% tot 330.958 ton, tegenover een eerder zwak productiejaar 2016 (297.705 ton). Na drie sterke kwartalen was het laatste trimester ook in 2017 weer de periode met de hoogste productievolumes van het jaar. In de volgroeide plantages in Noord-Sumatra en Bengkulu bleef de algemeen stijgende tendens aanhouden tot jaareinde, maar in Q4 2017 was de groei minder uitgesproken in de Indonesische plantages, en zelfs licht dalend in Papoea-Nieuw-Guinea.
De marktprijzen voor palmolie genoten van een stijging in de eerste jaarhelft en bleven vervolgens relatief constant in het tweede semester. De palmoliemarkt kende in december echter een flinke uitverkoop door de toenemende voorraden, waardoor de prijs van palmolie het jaar afsloot op USD 660 per ton. Hogere gerealiseerde verkoopprijzen voor palmolie, lagere eenheidskostprijzen en het effect van de volledige consolidatie van PT Agro Muko resulteerden in een significante stijging (+61,7%) van het nettoresultaat. Dit bedroeg, voor de herwaarderingsmeerwaarde op PT Agro Muko, 64,5 miljoen USD. De verwerving van controle van PT Agro Muko resulteerde in een eenmalige IFRS-herwaarderingsmeerwaarde van 75,2 miljoen USD, zodat het netto IFRS-resultaat voor 2017 139,7 miljoen USD bedroeg (2016: 39,9 miljoen USD).
In 2017 heeft SIPEF de exclusieve controle (telkens 95%) verworven over PT Agro Muko, voor een bedrag van 144,1 miljoen USD, en over PT Dendymarker Indah Lestari in Zuid-Sumatra, voor een bedrag van 52,8 miljoen USD. Deze transacties werden gefinancierd door een combinatie van een kapitaalverhoging van 97,1 miljoen USD met behoud van voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders, een lange termijn financiering van 50,0 miljoen USD en de vrije kasstroom. AvH heeft ingeschreven op 629.268 nieuwe gewone aandelen, waardoor haar participatie in SIPEF thans 30,25% bedraagt.
De recente verwervingen in Agro Muko en Dendymarker en de expansie in Musi Rawas verhogen de geplante arealen (aandeel van de groep) in 2017 met 16.740 hectaren (30,4%) tot een totaal van 71.865 geplante hectaren.
Sagar Cements (AvH 17,6%) verhoogde haar omzet in 2017 met 27%, van 7.690 miljoen INR in 2016 naar 9.773 miljoen INR in 2017. Deze stijging was gedeeltelijk te danken aan uitbreidingen van de capaciteit van de vestiging in Mattampally (van 2,75 miljoen ton naar 3,0 miljoen ton) en van de maalinstallatie in Vizag (van 0,18 miljoen ton naar 0,3 miljoen ton), die de totale capaciteit van Sagar op 4,3 miljoen ton hebben gebracht. De omzetgroei werd ook bevorderd door een hogere gemiddelde capaciteitsbezetting (van 54% in 2016 naar 57% in 2017) en een bescheiden stijging van de marktprijzen. De EBITDA-marge lag in 2017 iets onder het niveau van 2016 (14,8% versus 15,8%), voornamelijk als gevolg van de sterke stijging van de steenkoolprijs (+25%). Het nettoresultaat bedroeg 2,5 miljoen euro (2016: 2,9 miljoen euro).
Voor Oriental Quarries & Mines (AvH 50,0%) was 2017 een uitdagend jaar, vooral vanwege een reeks wijzigingen in de regelgeving in India. Terwijl de uitdagende markt en de regelgeving leidden tot een tijdelijke sluiting van de vestigingen in Mau en Bilaua, bleef de groeve in Bidadi heel het jaar actief, maar met lagere volumes en prijzen. Bijgevolg realiseerde OQM een omzet van 318 miljoen INR (4,2 miljoen euro) in 2017, een daling met 53% tegenover 2016, en een negatief nettoresultaat van 35 miljoen INR (0,5 miljoen euro). AvH beschouwt deze deelneming niet langer als een kernparticipatie en heeft
SIPEF - Het oogsten van palmtrossen Agidens - Automatisering van laadarmen bij Oiltanking Stolthaven Antwerpen
ze na waardevermindering per jaareinde 2017 overgebracht naar 'bestemd voor verkoop'.
Eind december 2017 verkocht AvH haar participatie (75%) in Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP) aan Havenbedrijf Antwerpen. Hierdoor wordt de aanwezigheid van deze voor België en Vlaanderen economisch belangrijke (petro)chemische sector in de haven verder verstevigd. De verkoop leverde AvH (inclusief dividend) een bedrag van 45,4 miljoen euro op en een meerwaarde van ongeveer 21 miljoen euro. Dit vertegenwoordigt een cumulatief rendement (IRR) van 11,4% sinds de verwerving van de deelneming in 1994.
Het resultaat van NMP over het boekjaar 2017 lag in de lijn van de verwachtingen. Het was hoger dan de afgelopen jaren door de verkoop van een filiaal begin januari 2017 en bedroeg 3,7 miljoen euro (2016: 2,5 miljoen euro).
De resultaten van de participaties in 'Growth Capital' worden in detail besproken vanaf pag. 106.
In de eerste jaarhelft verkocht Ackermans & van Haaren haar deelneming in Ogeda met een meerwaarde van 13,9 miljoen euro en trok het zich volledig terug uit het kapitaal van Financière Flo/Groupe Flo, met een minderwaarde van 6,7 miljoen euro tot gevolg. Kort voor jaareinde 2017 verkocht Ackermans & van Haaren haar 75%-participatie in NMP aan Havenbedrijf Antwerpen, met een meerwaarde van 21,2 miljoen euro.
Het saldo van deze post bestaat hoofdzakelijk uit de overboeking van de deelnemingen in Oriental Quarries & Mines en Transpalux naar 'bestemd voor verkoop' en uit overige bijzondere waardeverminderingen.
Begin maart 2018 heeft Sofinim (AvH 100%) een overeenkomst gesloten m.b.t. de verkoop van haar belang van 10,53% in Atenor aan de overige referentie aandeelhouders, bestaande uit Stéphan Sonneville (CEO), 3D, Luxempart en Alva. De transactie zal plaats vinden aan 45 euro per aandeel. Dit zal AvH een totale opbrengst opleveren van 26,7 miljoen euro en een meerwaarde van 8,7 miljoen euro.
Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen bij DEME de teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn bij CFE en A.A. Van Laere de studie-afdelingen betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Biosciences is SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van hoogrenderende oliepalmen.
Binnen de groep (o.a. Bank J.Van Breda & C°, Leasinvest Real Estate, DEME, Extensa) wordt gestreefd naar een voorzichtig beleid inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond groep, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
De raad van bestuur is van mening dat de kernparticipaties van Ackermans & van Haaren goed gepositioneerd zijn voor het jaar 2018:
Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), zoals bekendgemaakt op 12 maart 2009. De Code kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www. corporategovernancecommittee.be).
Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het 'Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.
december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen. De raad van bestuur heeft bij die gelegenheid tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpt door de invoering van een verbod op 'short selling' en speculatieve handel in aandelen.
Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 96, §2 en 119, tweede lid, 7° W.Venn (beide zoals gewijzigd door de Wet van 3 september 2017). In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe.
Raad van bestuur - van links naar rechts: boven: Julien Pestiaux, Marion Debruyne, Thierry van Baren, Luc Bertrand, Pierre Macharis onder: Frederic van Haaren, Valérie Jurgens, Jacques Delen, Alexia Bertrand, Pierre Willaert
| Luc Bertrand (°1951, Belg) | |
|---|---|
| Voorzitter van de raad van bestuur | |
| Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1985) | Einde mandaat 2021 |
• Handelsingenieur (KU Leuven - 1974).
| Jacques Delen (°1949, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992) |
Einde mandaat 2020 | |
|---|---|---|
| Alexia Bertrand (°1979, Belgische) | |
|---|---|
| Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013) | Einde mandaat 2021 |
| Marion Debruyne bvba(1), | |
|---|---|
| vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belgische) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016) |
Einde mandaat 2020 |
Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011) Einde mandaat 2020
• Licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986); Industrieel ingenieur in automatisering (1983).
| Thierry van Baren (°1967, Fransman / Nederlander) | |
|---|---|
| Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006) | Einde mandaat 2018 |
Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993) Einde mandaat 2021
| Pierre Willaert (°1959, Belg) | |
|---|---|
| Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998) | |
| Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004) | Einde mandaat 2020 |
Het mandaat van Thierry van Baren verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 28 mei 2018. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om zijn mandaat te hernieuwen voor een periode van 4 jaar.
Marion Debruyne, Valérie Jurgens, Julien Pestiaux en Thierry van Baren (tot de jaarvergadering in 2018) beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria van artikel 526ter W.Venn.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.
De raad van bestuur heeft in 2017 o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.
Verschillende (des)investeringsdossiers werden in de loop van 2017 besproken, zoals o.m. de deelname aan de kapitaalverhoging van SIPEF, de overname van Telegraaf Media Groep door Mediahuis, de financiering van de Vietnamese activiteiten van Rent-A-Port en de verkoop van de deelnemingen in BDM-Asco, NMP, Ogeda, de parkingactiviteiten van A.A. Van Laere en A.A. Van Laere zelf.
De raad van bestuur heeft twee vergaderingen gewijd aan de opvolging van het strategisch beleid van de groep.
De raad van bestuur heeft voorts in 2017 het management van Bank J.Van Breda & C°, DEME, CFE Contracting, Anima Care, Residalya, Distriplus en Manuchar uitgenodigd voor een presentatie over de algemene stand van zaken van de betrokken onderneming en/of toelichting bij een concrete investering.
Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.7 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter.
De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 29 maart 2017. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité.
Op 28 augustus 2017 vond de vierjaarlijkse evaluatie van de raad van bestuur plaats met de ondersteuning van Guberna. De raad van bestuur wenst, meer nog dan in het verleden, te focussen op de definitie van strategische beleidslijnen en de opvolging van de implementatie daarvan. Daarbij wenst hij tevens aandacht te blijven hebben voor thema's als digitale innovatie, internationalisering, nieuwe investeringen, successieplanning en permanente vorming.
Valérie Jurgens heeft niet kunnen deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur van 16 januari en 13 juni 2017. Marion Debruyne en Pierre Macharis waren verhinderd om deel te nemen aan de vergadering van 24 februari 2017. Pierre Willaert was verhinderd om deel te nemen aan de vergadering van 13 juni 2017.
Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het W.Venn.) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.9 en 4.7). In 2017 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 5). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
| Voorzitter | Pierre Willaert Niet-uitvoerend bestuurder |
|---|---|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Thierry van Baren Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:
• Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA), waarvan hij nog steeds lid is. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement institutioneel beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.
Gelet op het feit dat het onafhankelijk karakter van het bestuursmandaat van Thierry van Baren verstrijkt op de jaarvergadering van 28 mei 2018, zal de raad van bestuur na de jaarvergadering de samenstelling van het auditcomité evalueren en aanpassen in het licht van de toepasselijke regelgeving.
Op 22 februari en 24 augustus 2017 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.
Het auditcomité van 15 maart 2017 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2016, de toetsing van de 'één-op-één'-regel m.b.t. de niet-auditdiensten geleverd door Ernst & Young en een analyse van de buitenbalansverplichtingen.
Op 27 november 2017 heeft het auditcomité beraadslaagd over de interne audit en controle op het vlak van HR en ICT, de buitenbalansverplichtingen, IFRS 9 en 15, BEPS (base erosion and profit shifting) en de verslagen van enkele operationele dochtervennootschappen.
Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.
| Voorzitter | Pierre Macharis Niet-uitvoerend bestuurder |
|---|---|
| Thierry van Baren Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Gelet op het feit dat Thierry van Baren niet langer zal kwalificeren als onafhankelijk bestuurder, zal de raad van bestuur na de jaarvergadering van 28 mei 2018 de samenstelling van het remuneratiecomité evalueren en aanpassen in het licht van de toepasselijke regelgeving.
Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 29 maart 2017 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 18 november 2016.
Op de vergadering van 20 november 2017 heeft het comité de hierna volgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2018, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om de zitpenning voor de bestuurders, voor deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur, het audit- en remuneratiecomité, te handhaven op 2.500 euro voor het boekjaar 2017.
De raad van bestuur heeft op 29 maart 2017 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 22 mei 2017 voor te stellen de mandaten van Alexia Bertrand, Luc Bertrand en Frederic van Haaren te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar.
De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.
Jan Suykens (°1960, Belg) Voorzitter van het executief comité
Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren
• Handelsingenieur (KU Leuven - 1988);
Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren
Lid van het executief comité
Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren
Secretaris-generaal en lid van het executief comité
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren
Executief comité - van links naar rechts: Koen Janssen, Jan Suykens, John-Eric Bertrand, André-Xavier Cooreman, Piet Bevernage, Tom Bamelis, Piet Dejonghe
Het executief comité is o.m. verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Ackermans & van Haaren en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.
Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), desinvesteringen goedgekeurd, de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.
Ackermans & van Haaren is overtuigd van de positieve invloed die uitgaat van een diversiteitsgedreven personeelsbeleid op de performantie en innovatieve kracht van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.
Op niveau van de raad van bestuur, komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.
De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 mannelijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2017 waren 5 bestuurders 50 jaar of jonger (50%) en 5 bestuurders ouder dan 50 jaar (50%).
Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur er op toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund en gedragen wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om jonge talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Tot op heden werden alle leden van het executief comité benoemd uit het interne team van Ackermans & van Haaren op basis van hun persoonlijke merites.
Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2017 heeft Ackermans & van Haaren twee nieuwe medewerkers aangeworven, één man en één vrouw, beide jonger dan 35 jaar, met respectievelijk een financiële en juridische achtergrond, ter versterking van het multidisciplinaire team. Voor verdere informatie over het diversiteitsbeleid wordt verwezen naar de verklaring inzake niet-financiële informatie.
Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door het aanbod van een marktconform vergoedingsbeleid.
De commissaris van de vennootschap is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV-BA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2016 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019.
In 2017 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 56.100 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 5.100 euro (excl. btw) aan Ernst & Young Tax Consultants voor fiscale adviezen. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan Ernst & Young door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 56.100 euro) bedroeg 1.559.178 euro.
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening
De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze. Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden hierop voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd zodat een strikte opvolging mogelijk is.
De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.
De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:
De familiale waarden die aan de basis liggen van het succes van de groep vertalen zich vandaag in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden worden uitgedragen door het management, maar worden tevens expliciet opgenomen in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen' zodat deze voor iedereen duidelijk zijn.
Een andere hoeksteen van het beleid bij Ackermans & van Haaren is het samenwerken in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt aangescherpt. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité waar ernaar gestreefd wordt dat de achtergrond en ervaring van de leden complementair is.
De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk omschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer, de werking van de interne en externe audit.
Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk omschreven in de 'Interne bedrijfsrichtlijnen'.
De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.
Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de 'investment managers' van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.
Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.
Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.
Tenslotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.
Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van de financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.
Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware op groepsniveau worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.
Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.
Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde groepsrapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.
Tenslotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.
Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.
In het Charter wordt bepaald dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/ of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden.
Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.
Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.
Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2017 362.257 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan.
De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2017, kan als volgt worden voorgesteld:
Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code:
• Samenstelling benoemingscomité
Overeenkomstig bepaling 5.3./1 van Bijlage D van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.
In 2017 heeft de vennootschap de volgende procedure gevolgd ter ontwikkeling van haar remuneratiebeleid en tot vaststelling van het remuneratieniveau van de niet-uitvoerende bestuurders en de leden van het executief comité.
Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 29 maart 2017 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 96, §3 W.Venn. een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake Deugdelijk Bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.
Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 18 november 2016. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 520ter, tweede lid W.Venn., de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.
Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2017 te handhaven op hetzelfde niveau als 2016.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten (infra, 2.1). Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (vb. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité.
De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding, m.n. een cashbonus gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat, (iii) aandelenopties, (iv) een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering, en (v) een bedrijfswagen en smartphone.
De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse cashbonus) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De vaste vergoeding van de leden van het executief comité (wedde, groeps- en hospitalisatieverzekering, bedrijfswagen) evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en ervaring en van marktontwikkelingen.
De bonus die wordt toegekend aan de leden van het executief comité is afhankelijk van vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria gemeten over een periode van één boekjaar en is met name afhankelijk van het geconsolideerd nettoresultaat. Er is geen langetermijncashincentiveplan. De bonus wordt betaald in geld, na goedkeuring door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar.
De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze component van de vergoeding is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité was in 2017 als volgt:
| Vaste vergoeding | 41,91% |
|---|---|
| Bonus | 41,25% |
| Aandelenopties | 8,44% |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 7,83% |
| Bedrijfswagen en smartphone | 0,57% |
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van Ackermans & van Haaren, worden toegekend hebben volgende kenmerken:
Het remuneratiebeleid onderging in 2017, in vergelijking met 2016, geen belangrijke wijzigingen.
De raad van bestuur verwacht in het lopende en het eerstkomende boekjaar het remuneratiebeleid niet ingrijpend te zullen aanpassen.
Het brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen, die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2017 aan de CEO werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:
| Statuut | zelfstandige |
|---|---|
| Vaste vergoeding | € 526.320 |
| Variabele vergoeding | € 731.410 |
| Aandelenopties (belastbare basis) | € 107.772 |
| Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap) |
€ 103.968 |
| Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) | € 5.111 |
Het globale brutobedrag van de remuneratie en andere voordelen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door Ackermans & van Haaren of haar dochtervennootschappen in 2017 aan de overige leden van het executief comité werden toegekend, kan als volgt worden uitgesplitst:
| Statuut | zelfstandige |
|---|---|
| Vaste vergoeding | € 1.981.152 |
| Variabele vergoeding | € 1.737.099 |
| Aandelenopties (belastbare basis) | € 397.409 |
| Groepsverzekering (type 'vaste bijdrage') en hospitalisatie verzekering (bijdragen gestort door de vennootschap) |
€ 364.581 |
| Voordelen in natura (bedrijfswagen en smartphone) | € 29.269 |
In 2017 hebben 5 leden van het executief comité in totaal 36.000 opties uitgeoefend.
| Naam | Aantal | Uitoefenprijs | Jaar toekenning |
|---|---|---|---|
| Tom Bamelis | 4.000 | 56,11 | 2012 |
| Tom Bamelis | 4.000 | 61,71 | 2013 |
| John-Eric Bertrand | 2.000 | 56,11 | 2012 |
| John-Eric Bertrand | 1.000 | 61,71 | 2013 |
| Koen Janssen | 2.500 | 56,11 | 2012 |
| Jan Suykens | 5.500 | 62,12 | 2007 |
| Jan Suykens | 5.500 | 60,81 | 2011 |
| Jan Suykens | 5.500 | 56,11 | 2012 |
| André-Xavier Cooreman | 2.000 | 61,71 | 2013 |
| André-Xavier Cooreman | 2.000 | 60,81 | 2011 |
| André-Xavier Cooreman | 2.000 | 62,12 | 2007 |
| Vervaldatum | 13 januari 2025 |
|---|---|
| Uitoefenprijs | € 128,30 |
| Jan Suykens | 8.000 |
| Piet Dejonghe | 5.500 |
| Tom Bamelis | 5.000 |
| Piet Bevernage | 5.000 |
| André-Xavier Cooreman | 5.000 |
| Koen Janssen | 5.000 |
| John-Eric Bertrand | 4.000 |
| Totaal | 37.500 |
De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. Geen enkele overeenkomst werd gesloten na 1 juli 2009, uitgezonderd de overeenkomsten die op, respectievelijk, 17 april 2012, 27 juni 2014 en 3 juli 2015 met Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand werden gesloten betreffende hun mandaat als lid van het executief comité, waarvan zij sinds, respectievelijk, 1 april 2012, 1 juli 2014 en 1 juli 2015 deel uitmaken.
De huidige voorzitter van het executief comité kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.
De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap, uitgezonderd voor Koen Janssen, André-Xavier Cooreman en John-Eric Bertrand, wiens overeenkomsten van zelfstandige dienstverlening dateren van na de inwerkingtreding van artikel 554, vierde lid W.Venn. (m.n. op 3 mei 2010), dat beperkingen invoerde betreffende de duur van opzegtermijnen:
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 27 maart 2013 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2011 en 2012 gelijk was gebleven, vanaf boekjaar 2013 als volgt aan te passen:
| Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur | € 60.000 |
|---|---|
| Basisvergoeding voor de bestuurders | € 30.000 |
| Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité |
€ 2.500 |
| Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité |
€ 10.000 |
| Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité | € 5.000 |
| Zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur of het audit- of remuneratiecomité |
€ 2.500 |
Dit voorstel werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 27 mei 2013. Tijdens voormelde vergadering heeft de voorzitter verduidelijkt dat het bedrag van 2.500 euro voor de zitpenningen gelezen dient te worden als een maximumbedrag. De raad van bestuur heeft beslist de toepassing van deze verhoging gefaseerd in te voeren, a rato van 800 euro voor 2013, 1.600 euro voor 2014 en 2.500 euro voor 2015 en de daaropvolgende jaren.
Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & Co en Atenor (wat deze laatste betreft, tot de jaarvergadering van 2018), heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016.
Iedere bestuurder ontving in 2017 een tantième (over het boekjaar 2016).
De bedragen van de individuele vergoeding en andere voordelen die door Ackermans & van Haaren aan de bestuurders werden toegekend in 2017 kunnen als volgt worden samengevat:
| Tantièmes | Zitpenningen | |
|---|---|---|
| Alexia Bertrand | € 30.000 | € 20.000 |
| Luc Bertrand | € 60.000 | € 20.000 |
| Marion Debruyne bvba | € 30.000 | € 17.500 |
| Jacques Delen | € 30.000 | € 20.000 |
| Valérie Jurgens | € 30.000 | € 15.000 |
| Pierre Macharis | € 32.500 | € 22.500 |
| Julien Pestiaux | € 37.500 | € 35.000 |
| Thierry van Baren | € 37.500 | € 35.000 |
| Frederic van Haaren | € 30.000 | € 20.000 |
| Pierre Willaert | € 40.000 | € 27.500 |
| Totaal | € 357.500 | € 232.500 |
Gelet op het feit dat de bedragen van de vergoedingen, tantièmes en zitpenningen niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2017 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2017, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank en als zaakvoerder van Delen Investments t.b.v. 356.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2017 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2017.
Krachtens artikel 119, §2 W.Venn., zoals ingevoerd door de Wet van 3 september 2017, dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Namens de raad van bestuur, 19 maart 2018
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Deze verklaring van niet-financiële informatie (de 'Verklaring') werd opgesteld overeenkomstig artikel 119, §2 W.Venn., zoals recent ingevoerd door de Wet van 3 september 2017 betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote vennootschappen en groepen.
| Gevoerd beleid |
Resultaten van het gevoerde beleid |
Voornaamste risico's en beheersing van deze risico's |
Niet-financiële prestatie indicatoren |
|
|---|---|---|---|---|
| Milieu | ✔ | ✔ | ✔ | ✔ |
| Sociale en personeelsaangelegenheden | ✔ | ✔ | ✔ | ✔ |
| Eerbieding van de mensenrechten | ✔ | ✔ | ✔ | ✔ |
| Bestrijding van corruptie en omkoping | ✔ | ✔ | ✔ | ✔ |
Ackermans & van Haaren is wettelijk gehouden om deze Verklaring op te stellen op geconsolideerd niveau.
Aannemingsmaatschappij CFE (inclusief DEME) en SIPEF zijn beide eveneens organisaties van openbaar belang die, elk op 31 december 2017 op geconsolideerde basis, een gemiddeld personeelsbestand kenden van 500 werknemers of meer. Zij zijn bijgevolg onderworpen aan dezelfde wettelijke verplichting en hebben, zoals vereist door artikel 119, §2, 3° W.Venn., een afzonderlijke verklaring inzake niet-financiële informatie opgesteld die kan geconsulteerd worden via volgende weblinks:
Bijgevolg bevat deze Verklaring de beschikbare niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren zelf en de hierna volgende integraal geconsolideerde dochtervennootschappen:
De eventueel ontbrekende elementen van de niet-financiële rapportering (inclusief met betrekking tot HPA) zullen worden verzameld in de loop van 2018 en verwerkt worden in de Verklaring van boekjaar 2018.
Binnen de Ackermans & van Haaren-groep voldoet ook Delen Private Bank aan de wettelijke criteria. Haar verklaring inzake niet-financiële informatie zal deel uitmaken van het jaarverslag dat consulteerbaar is vanaf juni 2018 op www. delen.be.
Deze Verklaring is geïnspireerd op bepaalde onderdelen van de GRI Sustainability Reporting Standards 2016, zoals uitgevaardigd door de Global Sustainability Standards Board (www.globalreporting.org/standards), maar werd niet opgesteld conform de richtlijnen van dit model. Er restte na de bekendmaking van de Wet van 3 september 2017 te weinig tijd om deze Verklaring volledig conform voormeld model (of een ander internationaal erkend referentiemodel) op te stellen. Het is uiteraard de bedoeling om op dit vlak elk jaar wezenlijke vooruitgang te boeken.
Daarnaast hanteren bepaalde vennootschappen sectorspecifieke referentiemodellen waarnaar in de afzonderlijke overzichten wordt verwezen.
Ackermans & van Haaren investeert in ondernemingen met een duurzaam en internationaal groeipotentieel. De focus ligt op ondernemingen die oplossingen bieden voor maatschappelijke uitdagingen op lange termijn, zoals o.m. de bevolkingsgroei, vergrijzing, vermogensopbouw- en bescherming, klimaatopwarming en energietransitie.
Het verband tussen de activiteiten van de deelnemingen en de maatschappelijke uitdagingen kan als volgt worden geïllustreerd:
In het kader van nieuwe investeringen voert Ackermans & van Haaren traditioneel een due diligence of boekenonderzoek uit waarbij wordt nagegaan of de doelwitvennootschap de wet- en regelgeving inzake o.m. milieu, personeelsaangelegenheden en het verbod op omkoping en corruptie heeft nageleefd.
Als zogenaamde 'active owner', is Ackermans & van Haaren vertegenwoordigd in de raden van bestuur en de adviserende comités van haar deelnemingen en ziet zij er o.m. op toe dat de deelnemingen een duurzaam groeibeleid voeren waarin rekening wordt gehouden met de wettelijke vereisten en maatschappelijke trends inzake milieu, sociale en personeelsaangelegenheden, mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping.
De thema's mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen aan bod in de nieuwe Integriteitscode die de raad van bestuur op 19 maart 2018 heeft goedgekeurd (http://nl.avh.be/ackermans-van-haaren.aspx). Deze Integriteitscode steunt op de waarden die aan de grondslag liggen van de familiale bedrijfsgeschiedenis van Ackermans & van Haaren en is tevens geïnspireerd op de tien sleutelprincipes van het 'UN Global Compact'.
De personeelsrelaties in de schoot van Ackermans & van Haaren worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 januari 2014, Interne bedrijfsrichtlijnen van 1 januari 2015 en het Corporate Governance Charter van 24 februari 2017.
Ackermans & van Haaren wenst tegen eind 2020 de hierna volgende doelstellingen te realiseren, zowel op niveau van AvH als op het niveau van hogervermelde integraal geconsolideerde deelnemingen waarover zij exclusieve controle uitoefent:
• Adviserende comités: oprichting van minstens een audit- en een remuneratiecomité in de schoot van elke deelneming.
Ackermans & van Haaren telt 29 medewerkers die quasi uitsluitend intellectuele diensten leveren. De impact van hun activiteiten op het milieu is hoofdzakelijk het gevolg van (i) woon-werk verplaatsingen, (ii) andere professionele verplaatsingen en (iii) kantoorgebonden kosten (energie).
In 2017 heeft Ackermans & van Haaren in dit verband volgende kosten gedragen (telkens inclusief btw):
| Elektriciteit (197.030 kWh) | € 26.890 |
|---|---|
| Aardgas (495.926 kWh) | € 14.176 |
| Water (811 m3 ) |
€ 3.775 |
| Buitenlandse verplaatsingen (vliegtuig en trein) | € 103.331 |
| Benzine (23.756 liter) | € 31.212 |
| Diesel (33.951 liter) | € 39.716 |
Het elektriciteitsverbruik is sinds 2014 met 17% gedaald. De oorsprong van de verbruikte elektriciteit is als volgt:
Zonder haar ecologische voetafdruk reeds formeel in kaart te hebben gebracht, tracht Ackermans & van Haaren op meerdere manieren haar impact op het milieu te milderen: (i) in 2017 werd besloten enkel bedrijfswagens met dieselmotor aan te schaffen die beantwoorden aan de strengste Euro-normen, (ii) in de mate van het mogelijke worden vergaderingen die verplaatsingen vergen, vervangen door conference calls of skype meetings, (iii) geprinte documenten ruimen steeds vaker plaats voor digitale documenten. De tweewekelijkse vergaderingen van het executief comité worden sinds 6 december 2017 'papierloos' gehouden.
Ackermans & van Haaren hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.
Ackermans & van Haaren telt 29 medewerkers:
In 2017 heeft Ackermans & van Haaren twee nieuwe medewerkers aangeworven, één man en één vrouw. Eén medewerkster maakte de overstap naar één van de deelnemingen.
In 2017 heeft het personeel deelgenomen aan verschillende (interne en externe) seminaries en vormingssessies over uiteenlopende onderwerpen als interviewtechnieken, nieuwe fiscale, vennootschapsrechtelijke en financiële wetgeving en sectorspecifieke onderwerpen.
Het personeel maakt gebruik van individuele kantoorruimten waarin geconcentreerd kan worden gewerkt. Er staat een fitnessruimte met douchefaciliteiten ter beschikking. Tweemaal per week wordt vers fruit geleverd en tweemaal per maand wordt een gezonde lunch aangeboden. Geen van de medewerkers van Ackermans & van Haaren was langdurig ziek in 2017. Op 2 februari 2018 vond een routinecontrole plaats door de sociale inspectie die geen noemenswaardige inbreuken aan het licht heeft gebracht.
Eén van Ackermans & van Haaren's voornaamste uitdagingen is niet zozeer het aantrekken van talentvolle medewerkers als wel het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Antwerpen op elk ogenblik van de dag vlot te bereiken. In dat kader wordt nagedacht over formules van flexibele uren en/ of thuiswerk.
Voor dit luik van de Verklaring verwijzen wij naar het hoofdstuk 'Maatschappelijk verantwoord ondernemen' op pag. 54 van het jaarverslag.
In 2017 heeft Ackermans & van Haaren in het kader van haar mecenaatsbeleid circa 250.000 euro besteed aan allerhande wetenschappelijke en socio-culturele projecten. Via haar mecenaatsbeleid tracht AvH bij te dragen tot een meer menswaardige samenleving.
Ackermans & van Haaren onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement.
Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Ackermans & van Haaren. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Integriteitscode (http://nl.avh.be/ackermans-van-haaren.aspx). Om corruptie en omkoping op niveau van Ackermans & van Haaren te vermijden wordt, wat de uitgaande betalingen betreft, er steeds op toegezien dat de persoon die de betaling uitvoert een andere persoon is dan deze die tot de betaling heeft beslist. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit door de group controller. Er waren op dit vlak in 2017 geen inbreuken te melden.
De Agidens-groep levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie vanuit België, Nederland, Frankrijk en Zwitserland.
De Agidens-groep is samengesteld uit vier vennootschappen. Agidens International NV is naast holdingvennootschap tevens de vennootschap waar de centrale diensten (Finance, IT, Secretariaat, Legal, HR, Aankoop, Quality) zijn gevestigd die werkzaam zijn voor de hele Agidens-groep. De operationele activiteiten van de Agidens-groep zijn ondergebracht in drie dochtervennootschappen Agidens Life Sciences NV, Agidens Process Automation NV en Agidens Infra Automation NV. Het is van primordiaal belang dat deze activiteiten worden uitgevoerd in overeenstemming met de hoogste ethische normen.
De Business Code of Conduct van Agidens stelt heldere richtlijnen ten aanzien van het hanteren van deze normen. Daardoor is Agidens in staat om niet alleen haar integriteit te waarborgen en op een verantwoorde manier zaken te blijven doen, maar ook om ethisch zakendoen voorop te stellen in relatie tot klanten en leveranciers, om alle werknemers met respect te behandelen en om haar verantwoordelijkheden op het gebied van gezondheid, veiligheid en het milieu ernstig te nemen.
De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen specifiek aan bod in de Business Code of Conduct van 25 februari 2016, de Supplier Code of Conduct en de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.
De personeelsrelaties binnen de Agidens-groep worden beheerst door volgende beleidsdocumenten: Arbeidsreglement (voor bedienden) van 1 juli 2016, het Agidens Bedrijfsboek Deel Welzijn van november 2016, de Directieverklaring veiligheid, milieu en welzijn.
Jaarlijks legt het management van Agidens 'RPQHS²' doelstellingen vast om de efficiëntie van het Quality Management Systeem te verhogen en de verbondenheid met de strategische initiatieven en de actuele business context te waarborgen, waarbij R staat voor 'Result', PQH voor 'Process, Quality and Human Resources' en de S² voor 'Safety & Sustainability'.
Voor 2018 werden doelstellingen opgenomen om de 'natural attrition' te brengen tot onder de 8% en om op vlak van 'Safety & Sustainability' niet alleen minstens level 5 te behalen op de CO2 Prestatieladder, een frequentiegraad (Fg) van maximaal 9 maar ook minstens 1 event per kwartaal te organiseren om duurzaamheid te promoten en te ondersteunen.
Agidens heeft tevens ook een SMETA (SEDEX Members Ethical Trade Audit) certificering. SMETA is een norm om ethisch handelen te waarborgen. Agidens ontving, na een gedetailleerde audit, het certificaat met een geldigheid van 3 jaar op 16 juni 2014. In december 2017 werd opnieuw een SMETA-audit uitgevoerd aangaande arbeidsnormen, gezondheid en veiligheid, milieu en zakelijke ethiek. Verwacht wordt dat het certificaat zal verlengd worden.
Agidens zal de aanbevelingen in het audit rapport ter harte nemen en wenst tegen ten laatste de volgende audit in 2021 de doelstellingen daaromtrent te realiseren.
• Invoeren van een transparant 'klokkenluidersysteem' voor het melden van ongewenst gedrag, met de nadruk op gevallen van fraude (corruptie en omkoping). • Opleiden personeel wiens functie een hoger risico inhoudt op fraude (corruptie en omkoping) zoals sales, aankoop, logistieke diensten.
Agidens draagt verantwoord ondernemen uit in al haar activiteiten op het vlak van milieubeleid.
Agidens legt hierbij het accent op:
Hierbij wordt de geldende milieuwetgeving als startpunt genomen. Er werden tot op heden nog geen inbreuken vastgesteld op de geldende milieuwetgeving.
In 2016 heeft Agidens in dit verband volgende verbruiken geregistreerd:
De cijfers voor 2017 zullen deel uitmaken van de certificering op de CO2 Prestatieladder.
Agidens moedigt verder ook duurzame mobiliteit aan zoals fietsen naar het werk (bike-to-work), openbaar vervoer, een milieuvriendelijker wagenpark en carpooling.
Agidens hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk. De veiligheid en de gezondheid van elk personeelslid is van vitaal belang voor het succesvol beleid van Agidens.
De totale Agidens groep bestaat op 30 september 2017 uit 475 medewerkers:
Agidens beschikt over:
Eén van de grote uitdagingen, na de start van de werken aan de Oosterweelverbinding, is het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Zwijndrecht op een vlotte manier te bereiken. Daarom werd geopteerd voor een satellietkantoor in Brasschaat (opening maart 2018) om op die manier tegemoet te komen aan de personeelsleden die in het noorden van Antwerpen wonen. Daarnaast worden ook glijdende uren en thuiswerk gestimuleerd.
Verder zal vanaf april 2018 een tool geïmplementeerd worden binnen Agidens waarbij een aantal vragen op een interactieve manier in de organisatie worden geduwd (via de Intuo app). De bedoeling van deze app is een barometer te creëren op teamniveau om tijdig de noden binnen een team op te merken. Het uiteindelijke doel is om op die manier proactiever problemen in de organisatie te identificeren.
Agidens streeft naar een open, constructieve dialoog met lokale overheden, sociale partners en alle andere groepen die bij de activiteiten betrokken zijn. Waar mogelijk steunt Agidens lokale initiatieven op sociaal, cultureel en economisch vlak.
Zo werden o.a. volgende initiatieven gesteund tijdens het afgelopen jaar:
Agidens onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement.
Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Agidens. De elementaire regels in dat verband werden opgenomen in de Business Code of Conduct en in de Supplier Code of Conduct.
Er waren op dit vlak in 2017 geen inbreuken te melden.
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust daarbij meer bepaald op seniorenhuisvesting en -zorg. Per 31 december 2017 baatte Anima Care 1.728 rusthuisbedden, 77 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen uit verspreid over 20 zorgcentra (waarvan 8 in Vlaanderen, 8 in Brussel en 4 in Wallonië).
Anima Care kiest resoluut voor kwaliteit en stelt de bewoner centraal. Zij combineert een aangename leefomgeving met een kwaliteitsvolle dienstverlening. Anima Care besteedt veel aandacht aan kwaliteitsmetingen, constante verbetering van haar werkmethodes en operationele systemen alsook aan de selectie, begeleiding en ontwikkeling van haar medewerkers die de kwaliteitsvisie en de waarden van Anima Care dag na dag omzetten in de praktijk.
De fundamentele waarden van Anima Care zijn vertaald in de verblijfsovereenkomst die wordt afgesloten met elke bewoner, evenals in het reglement van inwendige orde dat van toepassing is in elk zorgcentrum. Deze kernwaarden worden ook neergeschreven in een leefproject.
Elke medewerker wordt in kennis gesteld van het arbeidsreglement dat de personeelsrelaties beheerst.
Anima Care sluit zich als deelneming van AvH aan bij de wens om voormelde doelstellingen inzake deugdelijk bestuur, ecologische voetafdruk en mensenrechten te realiseren tegen eind 2020.
De impact van de activiteiten van Anima Care op het milieu zijn hoofdzakelijk het gevolg van (i) de uitbating van haar zorgcentra en (ii) de woon-werk verplaatsingen en andere professionele verplaatsingen van haar personeel. Er wordt geprobeerd deze impact op het milieu zo beperkt mogelijk te houden.
Zo heeft Anima Care bij haar nieuwbouwprojecten en verbouwingen van bestaande zorgcentra heel veel aandacht voor energiezuinigheid en voor ecologie. De (ver)nieuw(d)e gebouwen halen hoge isolatiewaarden en verschillende onder hen beschikken over een installatie voor het gebruik van een alternatieve energievorm (zonnepanelen, warmtekrachtkoppeling,…). De nieuwe gebouwen zijn ook uitgerust met een gebouwbeheerssysteem waardoor functies zoals verwarming, koeling en zonnewering optimaal worden aangestuurd. In vergelijking met de bestaande gebouwen van een vergelijkbare grootte binnen het vastgoedpark van Anima Care laten de nieuwe gebouwen een tot de helft gereduceerd energieverbruik optekenen. Voor de sanitaire installaties wordt zoveel mogelijk regenwater gebruikt. Ook voor de technische installaties van de zorgcentra worden steevast de beste en zuinigste technologieën toegepast. In alle zorgcentra wordt het afval zorgvuldig gesorteerd en door een gespecialiseerd bedrijf opgehaald.
Daarnaast tracht Anima Care ook op meerdere andere manieren haar impact op het milieu te milderen: (i) vergaderingen die verplaatsingen vergen, worden vaak vervangen door conference calls, (ii) in principe worden documenten enkel nog digitaal bewaard tenzij een origineel exemplaar dient bijgehouden te worden en (iii) bij de aankoop van nieuwe wagens wordt rekening gehouden met de impact op het milieu (door bijvoorbeeld te opteren voor wagens met een lage CO² uitstoot).
Anima Care hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.
Het zorgpersoneel wordt voortdurend gecoacht en krijgt geregeld bijscholing. Zij krijgen ook kwalitatieve arbeidsmiddelen ter beschikking zodat zij bij de uitvoering van hun opdrachten zo min mogelijk fysiek worden belast.
Binnen Anima Care worden de personeelswelzijnsindicatoren nauwgezet opgevolgd door de operationeel verantwoordelijken.
Anima Care maakt er een erezaak van dat haar zorgcentra een gezellige en comfortabele thuis zijn voor de residenten en tegelijkertijd ook fungeren als een plek voor ontmoetingen met hun familie en vrienden. De zorgcentra beschikken elk over een ruime cafetaria waardoor de residenten makkelijk hun sociale banden kunnen onderhouden. Ook bezoekers zijn welkom. In elk zorgcentrum heerst een echte 'open huis'-cultuur.
In een aantal sites biedt Anima Care ook thuisverplegingsdiensten aan hetgeen de mensen in staat stelt om langer zelfstandig te wonen. Anima Care baat in haar zorgcentrum te Aalst ook een lokaal dienstencentrum uit waar de buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten en een aantal diensten ter beschikking staan (zoals warme maaltijden, kapper, pedicure).
Anima Care onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement.
Anima Care wil verantwoord ondernemen in de zorgsector waarbij het respect voor de medemens centraal staat.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Anima Care. Voor alle beslissingen en betalingen wordt het vierogenprincipe consequent toegepast. Er zijn sinds de oprichting van Anima Care geen gevallen van corruptie of omkoping geweest.
Ondernemers zijn de motor van onze economie. Vrije beroepen garanderen gezondheidszorg, rechtszekerheid en financiële transparantie. Samen leveren zij een cruciale bijdrage tot onze welvaart en ons welzijn.
Bank J.Van Breda & C° positioneert zich als dé referentiebank voor familiale ondernemers en vrije beroepen, zowel privé als professioneel, hun leven lang. Ze begeleidt cliënten bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen op basis van een totaalaanpak die start bij de professionele activiteit als motor voor het privévermogen met het oog op het opbouwen van een financiële buffer voor de steeds langer wordende periode van professionele inactiviteit na pensionering.
Bank J.Van Breda & C° hanteert een conservatief beleid inzake kredietverstrekking en focust op gezonde kredietverlening in het belang van de cliënt op basis van een kritische beoordeling van elke kredietaanvraag gevolgd door een analyse van veilige, voor de cliënt haalbare kredietvormen. De terugbetalingscapaciteit van de cliënt, zijn professionele bekwaamheid en de mogelijkheid om zelf iets op te bouwen, staan hierbij voorop.
Door de specifieke focus qua doelgroepcliënten en de Belgische regelgeving terzake wordt kredietverlening bij volgende 'risico'-situaties uitgesloten:
De bank verstrekt geen kredieten aan bedrijven actief in wapenproductie of kernenergie. KMO's die in België actief zijn in de financiering van speelautomaten zijn eveneens expliciet uitgesloten.
Bank J.Van Breda & C° beheert geen eigen beleggingsfondsen. Zusterbedrijf Delen Private Bank is gespecialiseerd in vermogensbeheer en verzorgt ook de samenstelling van de beleggingsfondsen die door Bank J.Van Breda & C° worden gecommercialiseerd. Hiervoor wordt samengewerkt met fondsbeheerder Capfi Delen Asset Management (Cadelam), dochtervennootschap van Delen Private Bank. Verantwoord investeren staat daarbij voorop, rekening houdend met de door de Verenigde Naties ondersteunde 'Principles of Responsible Investment' en met uitsluitingslijsten gepubliceerd door organisaties die een referentie zijn in maatschappelijk verantwoord investeren, zoals het Noorse Staatsfonds.
De personeelsrelaties van Bank J.Van Breda & C° en haar divisies worden geregeld door het arbeidsreglement. Specifieke gedragscodes werden opgesteld voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management).
Naast voormelde beleidspunten inzake milieu bij kredietverlening en investeringsfondsen, is er ook een breed draagvlak om de ecologische voetstap in de relaties met de cliënten en op ondernemingsniveau te beperken. Een werkgroep 'Eco' treedt hiervoor op als voortrekker. Recente initiatieven zijn o.a.
Bank J.Van Breda & C° gelooft dat de deontologie en de ethische waarden van haar personeel bepalend zijn voor de manier waarop de bank in contact treedt met haar cliënten en leveranciers. Uit cultuur- en waardenonderzoek kwamen volgende 3 kernwaarden naar voor: eerlijkheid, verantwoordelijkheidszin en enthousiasme. Deze bedrijfscultuur ligt aan de basis van het succes van Bank J.Van Breda & C° en wil de bank daarom koesteren.
De bank weert elke vorm van discriminatie op basis van ras, geloof, geslacht, seksuele voorkeur of afkomst. Ze staat open voor alle mensen met talent en een positieve levenshouding.
Gelukkige mensen stralen een positieve kracht uit, ook in hun werk, en zeker in hun contact met de cliënt. Daarom stimuleert de bank als werkgever mensen om te werken in hun talentzone en biedt ze een kader dat zorgt voor groei en ontwikkeling.
Om dit te toetsen neemt de bank om de 2 jaar mee aan de internationale interne bevraging die georganiseerd wordt door 'Great place to work' i.s.m. Vlerick Management School. Dit houdt een spiegel voor die helpt om zwakke punten in het personeelsbeleid bij te sturen en de troeven nog te versterken.
Bank J.Van Breda & C° werd in 2006, 2010 en 2012 genomineerd als 'Beste werkgever'. In 2018 werd ze gecertifieerd als 'Great place to work'. Op de stelling 'Algemeen gesproken kan ik zeggen dat dit een heel goede organisatie is om voor te werken' antwoordde 94% van de werknemers in 2017 positief.
Een divers samengestelde raad van bestuur heeft aandacht voor verschillen in achtergrond, geslacht en professionele vaardigheden die relevant zijn voor Bank J.Van Breda & C°.
Het remuneratie- en benoemingscomité beoordeelt kandidaten hiervoor op hun verdiensten en hanteert hierbij objectieve criteria. Op basis van het huidige aantal bestuurders wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van het ondervertegenwoordigde geslacht binnen de raad van bestuur van 2 personen (9 mannen en 2 vrouwen op 1/1/2018) en binnen het directiecomité van 1 persoon (3 mannen en 1 vrouw op 1/1/2018).
Als het aantal bestuurders van het ondervertegenwoordigde geslacht kleiner zou zijn dan deze doelstelling, dan streeft de raad van bestuur ernaar deze doelstelling opnieuw te bereiken binnen een periode van 3 jaar.
Mensen zijn niet gemaakt om een hele dag op kantoor te zitten. Daarom promoot de bank beweging en een gezonde levenshouding.
In 2006 verhuisde het hoofdkantoor van Bank J.Van Breda & C° naar het voormalige goederenstation Antwerpen-Zuid op de Ledeganckkaai aan de Schelde. Deze site was ooit de draaischijf van de Antwerpse haven maar werd in 1998 door de Belgische spoorwegen verlaten. Het gebouw met zijn monumentale lokettenzaal werd in 1996 geklasseerd als monument maar geraakte toch in verval.
Door het een nieuwe bestemming te geven, is dit historisch-maritiem erfgoed gered voor de volgende generaties. Met steun van het Vlaams gewest, de stad en de provincie Antwerpen werden alle historische onderdelen in hun oorspronkelijke staat hersteld. Sindsdien werden er duizenden cliënten en belangstellenden ontvangen. Stadsgidsen hebben vrije toegang tot de voormalige lokettenzaal en de tuin. Regelmatig wordt deelgenomen aan Open Monumenten- of Open Architectuurdag. Dat biedt de mogelijkheid om iets terug te doen voor de gemeenschap die bij de realisatie van dit project geholpen heeft.
Om juiste financiële keuzes te maken, dienen cliënten een goed inzicht te hebben van hun mogelijkheden. Niet elke cliënt beschikt echter over voldoende financiële basiskennis, zelfs al genoot hij of zij universitaire studies. Daarom worden regelmatig voordrachten gegeven om o.a. artsen en apothekers in opleiding wegwijs te maken in de financiële wereld.
Bank J.Van Breda & Co gaat dagelijks om met succesvolle ondernemers en vrije beroepen, maar weet dat succes niet vanzelfsprekend is. Daarom steunt zij 2 initiatieven waarmee haar cliënten zich nauw verbonden voelen. Deze organisaties zijn niet zo bekend bij het grote publiek en hebben het moeilijker om aan middelen te geraken.
Bovenop deze structurele sponsoring ondersteunt de bank spontane initiatieven waar personeelsleden zich samen voor engageren (bv. 'Warm Noord', 'Kom op tegen kanker').
Bank J.Van Breda & C° onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar divisies eenzelfde engagement.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Bank J.Van Breda & C°. Het belang dat de bank hecht aan het vermijden van belangenconflicten staat beschreven in de deontologische codes voor de personeelsleden, de leden van het directiecomité en de leden van de raad van bestuur.
Naast wat is opgenomen in het arbeidsreglement gelden specifieke gedragscodes om belangenconflicten te vermijden voor de afdelingen Kredietonderzoek, Betalingsverkeer en ALM (Assets & Liability Management). Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot volgende domeinen: witwaspreventie, voorkomingsbeleid fiscale mechanismen, transacties in financiële instrumenten, handel met voorkennis, koersmanipulatie, wetgeving op de privacy, discretieplicht, deontologische codes en dergelijke.
Om de kwaliteit van de dienstverlening te verzekeren én om corruptie en omkoping te vermijden, behoren interne controlemaatregelen tot de standaarden. Een voorbeeld hiervan is de functiescheiding van bevoegdheden tussen o.a. betalingsopdrachten en betalingen. Ook het 'vierogenprincipe' is zoveel mogelijk geïntegreerd in automatische processen.
Jaarlijks wordt een verklaring van mensen met inkoopverantwoordelijkheid opgesteld. De toepassing van deze regel maakt het voorwerp uit van de jaarlijkse interne audit. Er waren op dit vlak in 2017 geen inbreuken te melden.
De werking van de controlemaatregelen wordt ondersteund door een controlestructuur die gebaseerd is op de samenwerking tussen 3 verdedigingslijnen (3LoD - Three lines of defense).
Extensa is als vastgoedontwikkelaar voornamelijk actief in België en het Groot-Hertogdom Luxemburg, met een focus op de uitbreiding van steden, bijvoorbeeld Tour & Taxis in Brussel en Cloche d'Or in Luxemburg. Haar projecten zijn daarom vaak 'gemengd' en bieden een evenwichtige mix van wonen, werken en ontspannen. Extensa focust op duurzame groei en ambieert een trendsetter te zijn inzake milieu en sociale en personeelsaangelegenheden.
Bewust van de grote impact die de projecten van Extensa op hun omgeving kunnen hebben, is Extensa doordrongen van de noodzaak om op verantwoorde manier met de natuurlijke rijkdommen om te gaan en steeds een evenwicht te zoeken tussen de behoeften van de mens en de weerbaarheid van natuur.
Dit streven vertaalt zich onder meer in de ontwikkeling van energiezuinige projecten, via de modernste beschikbare technologieën, in een voorkeur voor lokaal gemaakte materialen en een aan- en afvoer ervan bij voorkeur via waterwegen, en in een investering in de lokale opwekking van hernieuwbare energie (geothermie, windenergie, zonne-energie).
Op de voormalige spoorwegterreinen Tour & Taxis te Brussel heeft Extensa een nieuw evolutief park van 9 ha aangelegd, waarvan een deel dienst doet als stormbekken. Extensa ondersteunt ook de initiatieven van derden. Het collectief Parckfarm organiseert activiteiten voor omwonenden, zoals het houden van kippen, broodbakken en het kweken van groenten en fruit. De bijenkorven van BeeOdiversity en de door Extensa aangelegde wilde bloemenweides dragen bij tot het herstel van de binnenstedelijke biodiversiteit. In de kelders van het Openbaar Pakhuis kweekt Permafungi oesterzwammen op koffiedik dat dagelijks met een bakfiets bij omliggende koffiebars wordt opgehaald, alsook witloof op hydrocultuur.
Als beheerder van de site Tour & Taxis, werkt Extensa actief mee aan het mobiliteitsbeleid van meer dan vijftig bedrijven. Ze neemt tal van initiatieven om een grotere variatie van vervoersmodi ingang te doen vinden (shuttle naar het openbaar vervoer, faciliteiten voor fietsers, parkeerbeleid, deelwagens, thuiswerk).
Het bedenken en het uitwerken van projecten vergt creativiteit en originaliteit. Extensa gelooft dat diversiteit bij haar medewerkers (naar leeftijd, geslacht, taal, cultuur, achtergrond) die ambities ten goede komt. Momenteel telt Extensa 34 medewerkers:
In 2017 heeft Extensa 10 nieuwe medewerkers aangeworven, 7 vrouwen en 3 mannen.
Extensa wil ook zorg dragen voor haar medewerkers. Een paar keer per week wordt er vers fruit geleverd. Medewerkers kunnen ook gratis deelnemen aan culturele evenementen op de site Tour & Taxis. Geen van de medewerkers was in 2017 langdurig ziek als gevolg van een overbelasting op het werk. Een van Extensa's uitdagingen is het kantoor voor de medewerkers bereikbaar te maken via ecologische alternatieven zoals het openbaar vervoer en de fiets.
De personeelsrelaties worden beheerst door het Arbeidsreglement (voor bedienden) en de Interne bedrijfsrichtlijnen. Beide documenten worden op dit moment gereviseerd.
Op basis van haar jarenlange ervaring met de ontwikkeling van buurten en wijken, weet Extensa dat een groot vastgoedproject slechts kan slagen wanneer het project maatschappelijk is geïntegreerd in het breder stedelijk weefsel.
Extensa ondersteunt diverse organisaties met sociale objectieven, punctueel of permanent, meestal door lokalen ter beschikking te stellen. Zo onder meer L'Ecole du Cirque de Bruxelles, Human Rights Watch, Special Olympics Belgium, vzw Joséphine en Talented Youth Network vzw. Extensa organiseert bloedinzamelingen met het Rode Kruis en heeft bewust gekozen voor het schoonmaakbedrijf Manus vzw dat werknemers begeleidt bij hun overstap van een job in de sociale economie naar een job buiten de sociale economie.
Extensa is een drijvende kracht achter Bright Future dat bedrijfsleiders toelaat studenten uit een kansarme omgeving te coachen. Kris Verhellen richtte Bright Future op in 2006. Het platform Be.Face beheert het. Een aantal grote Belgische bedrijven, waaronder AvH, steunt het project.
Extensa onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers eenzelfde engagement. Het is haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers hier eveneens in regel mee zijn. Ze neemt dit mee in haar beleidsdoelen voor de volgende jaren. In de keuze van een leverancier of dienstverlener, zowel voor kleine benodigdheden als projecten, wenst ze de nodige due diligence uit te voeren, waarin onder meer wordt nagegaan of die rechtstreeks of onrechtstreeks de mensenrechten naleven.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Extensa. Ze sluit zich aan bij de Integriteitscode van AvH(1). Om corruptie en omkoping te vermijden, ziet Extensa er steeds op toe dat de persoon die uitgaande betalingen uitvoert een andere persoon is dan de persoon die tot de betaling heeft beslist. Een betaling vereist ook steeds de samenwerking van de hoofdboekhouder en een leidinggevende aan wie een financieel mandaat is toegekend voor de uitvoering van de betaling.
(1) Voor zover deze betrekking heeft op de activiteit en het doel van Extensa.
Leasinvest Real Estate (LRE) is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap met een focus op retail en kantoorgebouwen in Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk.
Leasinvest Real Estate is er zich van bewust dat haar ecologische voetafdruk kan verminderen indien de onderneming opteert voor duurzamer leven en bewuster omgaan met energie, water, elektriciteit en afval.
Er is een continu streven naar het energie-efficiënter maken van de gebouwen in portefeuille, waarbij het duurzaamheidsaspect vooraan staat bij grondige renovaties. Zo wordt er ook tegemoet gekomen aan de vraag van (potentiële) huurders om duurzame gebouwen ter beschikking te stellen.
In de vastgoedwereld is een BREEAM-certificatie de meest gebruikte maatstaf om te bepalen in welke mate een gebouw milieu-efficiënt is.
• Kantoorgebouw Monnet: BREEAM 'Refurbishment Excellent' verwacht o.b.v. dossier ingediend in februari 2016.
Leasinvest Real Estate hecht veel belang aan een divers personeelbestand en welzijn op het werk. Het totale personeelsbestand van LRE-groep (inclusief de payroll van LREM, de statutaire zaakvoerder die eigenlijk buiten de consolidatieperimeter van LRE valt) bedraagt 31 personen op 31 december 2017.
De gemiddelde leeftijd van de werknemers is 46 jaar.
In de loop van 2017 verlieten 5 personen de LRE-groep: 3 mannen en 2 vrouwen. Anderzijds werden ook 5 nieuwe mensen aangeworven, toevallig allemaal mannen. Sinds 1 maart 2018 is er nog een vrouw aangeworven.
Aangezien er zeer veel belang wordt gehecht aan opleidingen en levenslang leren, nemen de personeelsleden geregeld deel aan opleidingen en cursussen allerhande. Vaak zijn deze gerelateerd aan vastgoed, maar het betreft evenzeer fiscale, boekhoudkundige of HR-gerichte onderwerpen.
Op kwartaalbasis worden ontmoetingen georganiseerd voor het voltallige personeel, inclusief de mensen die voor LRE in het buitenland werken. Vaak wordt dit op een locatie buiten de kantoren georganiseerd, zodat de personeelsleden elkaar ook beter leren kennen buiten de werkomgeving.
Naar sociale verantwoordelijkheid neemt Leasinvest Real Estate ook meerdere initiatieven. Zo heeft LRE een langdurig sponsoring partnership afgesloten met de de Stichting Conservatorium Antwerpen, het openlucht-beeldenmuseum Middelheim/Middelheim Promotors vzw en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Elk jaar worden nieuwe opportuniteiten geëvalueerd en nieuwe initiatieven opgestart. In 2017 was dit Les Echos du Quartier.
Leasinvest Real Estate onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers in binnen- en buitenland eenzelfde engagement.
Leasinvest Real Estate neemt de nodige maatregelen om te voorkomen dat corruptie of omkoping zou worden gepleegd door medewerkers van de groep. Ondanks het feit dat LRE een kleine organisatie is, wordt het vierogenprincipe maximaal toegepast, ook al brengt dit soms een minder efficiënte werking met zich mee. Daarenboven is LRE ook wettelijk verplicht een compliance officer aan te stellen. Eén van diens verantwoordelijkheden is om na te gaan of de toepasselijke regelgeving ook effectief gevolgd wordt door de betrokken personen en organisaties.
Een tweede controle wordt uitgevoerd door de interne auditor, die LRE door haar GVV-statuut wettelijk verplicht is aan te duiden. Gegeven de beperkte omvang van de organisatie bij LRE, werd een 'externe' interne auditor aangesteld, namelijk BDO Bedrijfsrevisoren. In samenspraak met het auditcomité van LRE en met de CFO wordt een driejarenplan uitgewerkt en gevolgd, zodat op rotatiebasis alle kritieke bedrijfsprocessen ten gepaste tijde aan een 'externe' interne audit onderworpen worden. De 'externe' interne auditor rapporteert zijn bevindingen rechtstreeks aan het auditcomité, ten einde een kwalitatieve en onafhankelijke rapportering te garanderen. In 2017 werd door de verschillende instanties geen enkele inbreuk gerapporteerd.
In dit onderdeel komt de niet-financiële informatie aan bod van de hierna volgende vennootschappen: Rent-A-Port NV, International Port Engineering & Management (IPEM) NV, Infra Asia Consultancy & Project Management NV, Consortium Antwerp Port NV, Consortium Antwerp Port Industrial Port Land NV en Rent-A-Port Green Energy NV.
Rent-A-Port ontwikkelt samen met partners greenfield-projecten voor de aanleg van havens en daarmee verbonden industriezones. In deze context zorgt Rent-A-Port ook voor het beheer van de bijhorende nutsvoorzieningen.
Rent-A-Port investeert in ondernemingen met een duurzaam en internationaal groeipotentieel.
In het kader van nieuwe investeringen en projecten voert Rent-A-Port traditioneel een due diligence of boekenonderzoek uit waarbij wordt nagegaan of de doelwitvennootschap de wet- en regelgeving inzake o.m. milieu, personeelsaangelegenheden en het verbod op omkoping en corruptie heeft nageleefd.
De thema's milieu, mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping komen aan bod in 'awareness programs' en in de individuele arbeidscontracten van de personeelsleden van de (buitenlandse) deelnemingen.
De personeelsrelaties in de schoot van Rent-A-Port worden beheerst door het beleidsdocument Arbeidsreglement (voor bedienden). Het is de intentie om een Corporate Governance Charter uit te werken in de loop van 2018.
Rent-A-Port sluit zich als deelneming van AvH aan bij de wens om voormelde doelstellingen inzake deugdelijk bestuur, ecologische voetafdruk en mensenrechten te realiseren tegen eind 2020.
Per 31 december 2017 telt Rent-A-Port 14 medewerkers die quasi uitsluitend intellectuele diensten leveren. De impact van hun activiteiten op het milieu is hoofdzakelijk het gevolg van (i) woon-werk verplaatsingen, (ii) andere professionele verplaatsingen en (iii) kantoorgebonden kosten (energie).
| Elektriciteit (vanaf 1/4/2017 circa 8.950 kWh) | € 2.804 |
|---|---|
| Buitenlandse verplaatsingen (vliegtuig en trein) | € 342.363 |
| Benzine & diesel | € 1.690 |
Zonder haar ecologische voetafdruk reeds formeel in kaart te hebben gebracht, tracht Rent-A-Port op meerdere manieren haar impact op het milieu te milderen: (i) in de mate van het mogelijke worden vergadering die verplaatsingen vergen vervangen door conference calls of skype meetings, (ii) geprinte documenten ruimen steeds vaker plaats voor digitale documenten.
Rent-A-Port hecht veel belang aan een divers personeelsbestand en welzijn op het werk.
In 2017 heeft het personeel deelgenomen aan verschillende seminaries en vormingssessies over uiteenlopende onderwerpen, zoals nieuwe fiscale, vennootschapsrechtelijke en financiële wetgeving.
Het personeel maakt gebruik van individuele kantoorruimten waarin geconcentreerd kan worden gewerkt. Eénmaal per week wordt vers fruit geleverd. Geen van de medewerkers van Rent-A-Port was langdurig ziek in 2017.
In 2017 vond een routinecontrole plaats door de sociale inspectie die geen noemenswaardige inbreuken aan het licht heeft gebracht.
Eén van Rent-A-Port's voornaamste uitdagingen is niet zozeer het aantrekken van talentvolle medewerkers als wel het mobiliteitsprobleem. Het wordt steeds moeilijker om Antwerpen op elk ogenblik van de dag vlot te bereiken. In dat kader wordt nagedacht over formules van flexibele uren en/of thuiswerk.
In 2017 heeft Rent-A-Port in het kader van haar mecenaatsbeleid circa 12.000 euro besteed aan allerhande wetenschappelijke en socio-culturele projecten (cfr. Filharmonie van Vlaanderen, Les Plus Beaux Villages de Wallonie, Belgian-Vietnamese Alliance BVA). Via haar mecenaatsbeleid tracht Rent-A-Port bij te dragen tot een meer menswaardige samenleving.
Ook de deelnemingen van Rent-A-Port steunen diverse initiatieven:
Rent-A-Port onderschrijft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en verlangt van haar medewerkers alsook van haar deelnemingen eenzelfde engagement.
Het is tevens haar ambitie om na te gaan of haar leveranciers eveneens in regel zijn met voormelde rechten. Ditzelfde geldt ook voor de buitenlandse deelnemingen.
Ethisch ondernemerschap is één van de basiswaarden van Rent-A-Port. Om corruptie en omkoping op niveau van Rent-A-Port te vermijden wordt, wat de uitgaande betalingen betreft, er steeds op toegezien dat de persoon die de betaling uitvoert een andere persoon is dan deze die tot de betaling heeft beslist.
De Arbeidsreglementen en recente arbeidscontracten van de deelnemingen bevatten specifieke anti-corruptie en anti-omkoping clausules. Daarnaast worden awareness programma's opgezet op het niveau van de deelnemingen.
Met haar baseline 'Partners for sustainable growth' bevestigt Ackermans & van Haaren haar ambitie om de activiteiten binnen de groep op een duurzame wijze te ontwikkelen en te laten groeien, met respect voor mens en maatschappij.
Dit hoofdstuk beschrijft hoe Ackermans & van Haaren en haar belangrijkste participaties tegenover duurzaamheid staan en hoe dit in de activiteiten geïntegreerd is. De aangehaalde voorbeelden geven enkel een aantal belangrijke maatregelen weer. Een uitgebreid overzicht en meer details zijn terug te vinden in de jaarverslagen van de respectievelijke bedrijven. Daarnaast wordt er in detail gerapporteerd over (i) milieu, (ii) sociale en personeelsaangelegenheden, (iii) mensenrechten en (iv) bestrijding van corruptie en omkoping in het hoofdstuk 'Verklaring van niet-financiële informatie'.
In 2016 introduceerde AvH haar baseline 'Partners for sustainable growth'. Deze baseline ambieert ontwikkeling en groei van de activiteiten op een duurzame wijze, met respect voor mens en maatschappij. Deze duurzame mentaliteit wordt niet enkel opgelegd vanuit AvH naar haar participaties, maar wordt ook vanuit de participaties zelf sterk gestimuleerd. Deze wisselwerking zorgt voor een permanente aandacht en steeds groter wordende bewustwording rond deze problematiek.
Als investeringsmaatschappij houdt AvH rekening met de uitdagingen in de maatschappij. Bij investeringen wordt nagegaan of deze duurzaam zijn: brengen ze een verbetering voor mens of milieu en zijn ze ethisch verantwoord? In haar investeringspolitiek houdt AvH ook rekening met de globale trends, zoals de opwarming van de aarde en de vergrijzing van de populatie.
Zodra AvH in een bedrijf investeert, wordt verwacht dat het blijvend inzet op innovatie en op de uitbouw van activiteiten met respect voor mens en maatschappij. Het sterk geloof in een langdurende relatie geeft de participaties de tijd om ook rond dit thema een langetermijnstrategie op te zetten en te implementeren. Duurzaamheid en een kortetermijnstrategie gaan immers niet samen. Innovatie, zowel op technologisch vlak als op het vlak van de aangeboden diensten en producten, vraagt immers tijd en kan niet van vandaag op morgen ingevoerd worden. De toekomst zal moeten uitwijzen hoe groot de maatschappelijke bijdrage van AvH is.
Een mooi voorbeeld is hernieuwbare energie, dat de laatste jaren een steeds belangrijker element geworden is in de strategie van de groep. Een groot aantal participaties heeft investeringen en uitbreidingen gedaan op het vlak van hernieuwbare energie, energiebesparingen of co-generatie. Bovendien integreert het merendeel van de participaties milieuvriendelijke initiatieven in hun bestaande activiteiten en dagelijkse werking. Een voorbeeld hiervan is de fotovoltaïsche installatie van 1,25 MW en een systeem voor warmterecuperatie van 6 MW dat Sagar Cements in gebruik nam in de vestiging in Mattampally.
DEME - De 'knollenverzamelaar' Patania DEME - Bouw van een golfbreker als bescherming tegen stijgende zeespiegel in Benin
DEME - De Minerva is het eerste baggerschip ter wereld dat op LNG kan werken
Daarnaast begon Sagar ook met de bouw van een eigen thermische elektriciteitscentrale van 18 MW, die naar verwacht begin 2019 in bedrijf zal worden genomen.
DEME richt zich op het bieden van duurzame oplossingen voor de wereldwijde uitdagingen waar we allemaal mee te maken hebben. Het gaat hierbij onder meer om de stijgende zeespiegel, bodem- en waterverontreiniging, toenemende bevolkingsgroei, schaarste van minerale grondstoffen en toenemende CO2 -uitstoot.
Veel van DEME's waarden en duurzame doelstellingen zijn afgestemd op de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Geïnspireerd door deze doelstellingen heeft DEME zich in oktober 2016 geëngageerd voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van het Belgisch Charter.
DEME biedt duurzame, gespecialiseerde oplossingen in de wereldwijde bagger-, waterbouwkundige en milieusectoren. DEME speelt een leidende rol in het creëren van betaalbare en betrouwbare hernieuwbare energie voor iedereen, door middel van vele initiatieven in de groene en blauwe energiesector.
De groep pakt de schaarste aan mineralen aan door het potentieel van duurzame diepzeewinning van mineralen te onderzoeken. Global Sea Mineral Resources heeft in 2017 de eerste expeditie op zee uitgevoerd met de hoogtechnologische testrobot 'Patania'. De 'Tracked Soil Testing Device' werd getest op een waterdiepte van 4.500 m in de Stille Oceaan waarbij er basismetingen en stalen verzameld werden uit de diepzee. Die expeditie duurde 45 dagen. Dit is volledig in lijn met de duurzaamheidsdoelstelling van de Verenigde Naties om de oceanen veilig te stellen en het gebruik van mariene bronnen op lange termijn te bekijken. DEME werkt rond dit thema samen in een innovatief partnership met de International Seabed Authority.
De gespecialiseerde milieubedrijven voeren complexe bodemsaneringsprojecten uit, waarbij ze historisch vervuilde locaties schoonmaken zodat ze volledig kunnen worden vernieuwd voor woningen, bedrijven en recreatief gebruik. In andere projecten bouwen ze innovatieve kustinfrastructuur om de toename van extreme weersomstandigheden het hoofd te bieden en zo de groeiende kustgemeenschappen in de wereld te beschermen.
Deze duurzame doelstellingen zijn niet alleen breed gedragen, maar ook ingebed in de cultuur van DEME. Ze inspireren de innovaties binnen het bedrijf zelf en in projecten over de hele wereld. Zo is DEME bijvoorbeeld gestart met een ambitieus investeringsprogramma voor de vloot, waarbij alle nieuwe schepen voorzien zijn van de meest geavanceerde uitrusting, niet alleen technisch, maar ook uit milieuoogpunt. Ze zijn uitgerust met zonnepanelen, warmteterugwinning en 'dual fuel' motoren die op aardgas en dieselolie kunnen draaien. Dit vermindert de uitstoot van zwavel, NOx en atmosferische deeltjes. De nieuw gebouwde hopper-dredger Minerva (capaciteit 3.500 m³) en het baggerschip Scheldt River (hopperinhoud 8.400 m³) werden in 2017 gedoopt en in gebruik genomen. Deze baggerschepen zijn de eerste ter wereld die puur op LNG kunnen werken.
Ook op de projectlocaties zet DEME innovatieve technieken in om ervoor te zorgen dat het duurzame ontwikkelingen zijn. Dit werd onlangs nog duidelijk in Qatar toen DEME's dochteronderneming, de Middle East Dredging Company (MEDCO), bagger- en landaanwinningswerken voor Hamad Port uitvoerde. In het kader van een milieuproject werden zeegrassen, mangrovebomen en koralen zorgvuldig verplaatst om ze te beschermen tegen de gevolgen van het havenontwikkelingsproject.
DEME maakt ook deel uit van een proefproject om te testen of milieuvriendelijke riffen de kust kunnen beschermen tegen erosie en zware stormen. In 2017 werden de eerste buffers geïnstalleerd in de buurt van De Panne. Eén buffer bestaat uit zeewier geplant op grote textielmatten die aan de zeebodem worden vastgebonden. In een tweede is een rif van mosselen te vinden, terwijl een derde methode gebruik maakt van buiswormen.
CFE - Het hoofdkantoor van AXA behaalde BREEAM Excellent en het duurzaamheidscertificaat Passief 2015 Extensa - Het park op de Tour & Taxis-site
Met DEME4Life draagt het bedrijf actief bij tot de realisatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Het stimuleert sterke partnerships met liefdadigheidsinstellingen en niet-gouvernementele organisaties, gericht op het verbeteren van de leefomstandigheden in de gemeenschappen waar DEME werkt.
De groep CFE voert al vele jaren een beleid van duurzame ontwikkeling. Haar vereisten op dit vlak worden steeds strenger, zowel op het vlak van de bouw als de gerelateerde activiteiten. De verworven vaardigheden op het vlak van duurzaam bouwen stellen CFE niet alleen in staat om te voldoen aan de huidige energie- en milieuverwachtingen, maar ook om vooruit te lopen op de toekomstige verwachtingen en regelgeving.
De belangrijkste elementen voor een duurzame toekomst zijn het gebruik van natuurlijke materialen en energiezuinige gebouwen. Veel projecten getuigen ook dit jaar weer van deze knowhow. Enkele voorbeelden hiervan zijn het nieuwe hoofdkantoor van AXA in Brussel (duurzaamheidscertificaat Passief 2015, bijna energie-neutraal, BREEAM Excellent certificaat), het Ernest 11-project in Luik (het eerste energiezuinige project in de regio Luik) en Erasmus Gardens in Brussel (bekroond met 'Best Sustainable Real Estate Project' in België). Daarnaast start BPI ook een duurzaam studentenhuisvestingsproject, de Woodskot, waarvan de structuur gemaakt is van hout.
Ook op het vlak van speciale technologie wordt er veel aandacht besteed aan duurzaamheid, zoals in de airconditionings- en verwarmingssystemen waarmee gebouwen in aanbouw of renovatie uitgerust worden. Ook be.maintenance is steeds meer actief in passieve gebouwen. Zij beperkt het energieverbruik door de parameters van regelsystemen te optimaliseren. Daarnaast worden de klanten bewust gemaakt van de beste praktijken en van de voordelen van technologische vooruitgang met betrekking tot het verminderen van het energieverbruik.
Sommige activiteiten van de groep zijn ook inherent milieuvriendelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden binnen Rail Infra & Utility Networks, die bijdragen aan een beleid van minder vervuilende mobiliteit, of werkzaamheden op het gebied van waterzuivering en elektriciteitsproductie in windmolenparken.
Aandacht voor milieubescherming komt ook tot uiting in het dagelijks leven op kantoor en op de werven. Dit gebeurt op vele manieren, waaronder afvalsortering en -behandeling, vermindering van energieverbruik, toenemende digitalisering voor minder papierverbruik en stroomlijning van reizen. In het laatste opzicht worden de mogelijkheden voor werken vanop een hub en thuiswerken bestudeerd. Sommige dochterondernemingen hebben dit ook al in de praktijk gebracht.
Andere initiatieven omvatten de ontwikkeling van minder energie-intensieve containers op de bouwwerven, een gids voor goede milieupraktijken met de implementatie van prestatie-indicatoren. BENELMAT van haar kant heeft in haar gebouwen in Gembloux een uiterst efficiënte isolatie, verwarming en ventilatie met warmte- en lichtrecuperatie geïnstalleerd, wat haar de bewondering en lof van de Waalse Gewestelijke Adviesdienst voor Energie opleverde.
De duurzame ontwikkeling van een 'sustainable community' op de Tour & Taxis-site in Brussel is één van de paradepaardjes van Extensa. Niet alleen wordt er gestreefd naar een herontwikkeling van de historische gebouwen in combinatie met een lagere milieubelasting van elk gebouw op het domein. Er is ook ruime aandacht voor de aanleg van een groene long en de ontwikkeling van openbare ruimten om deze ter beschikking te stellen van de gemeenschap.
Of het nu gaat om nieuwbouw of verbouwing van de historische gebouwen, Extensa streeft ernaar een voorloper te zijn op het vlak van energie. De grote daken zijn daarom bedekt met panelen die elektrische energie produceren. Ook de 2 passieve kantoorgebouwen (Herman Teirlinck en Brussel Leefmilieu) zijn hier mooie voorbeelden van.
Het Herman Teirlinck-gebouw huisvest sinds juli 2017 het Vlaams Administratief Centrum. Het gebouw voldoet zowel aan de hoogste duurzaamheidsscore van de Vlaamse Regering als aan de passieve norm van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit komt vooral door de grote en compacte vorm, waardoor het een diep gebouw is met veel natuurlijk licht. De binnentuinen werken bovendien als groene longen, en zijn een klimaatbuffer tussen het wisselende buitenklimaat en het stabiele binnenklimaat. Dit geeft een positieve invloed op exploitatielasten, energiekosten en een hoog klimaatcomfort. Daarnaast werd er gekozen voor bouwkundige maatregelen met een positieve impact op het milieu, zoals hoge isolatie en luchtdichtheid, beperking van het glasoppervlak, bakstenen gevels en gerecycleerde materialen. Tot slot worden de meest duurzame en geavanceerde technische installaties ingezet voor energie- en klimaatbeheersing, zoals warmteopwekking via geothermie, betonkernkoeling, regenwateropvang en elektriciteitsopwekking met zonnepanelen.
Het ecologisch en bijzonder energie-efficiënt kantoorgebouw van de milieuen energieadministratie (Brussel Leefmilieu) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd al eind 2014 in gebruik genomen. Met een oppervlakte van 16.750 m² is dit één van de grootste kantoorgebouwen in Europa die aan de passiefnorm beantwoorden. Zo wordt dankzij een doorgedreven isolatie en een uitstekende luchtdichtheid tot 96% minder gas verbruikt dan in het oude gebouw, produceren de 700 m² fotovoltaïsche panelen bijna 88.000 kWh groene stroom per jaar en wordt het gezuiverde afvalwater en gerecupereerde regenwater gebruikt voor de behoeften inzake niet-drinkbaar water. Daar-
Leasinvest Real Estate - Zonnepanelen op het dak van het Frun® retailpark - Asten - Oostenrijk
naast werden diverse bouwtechnische ingrepen geïnstalleerd zoals automatische zonwering, geothermie, warmtepomp, ventilatiesysteem met dubbele luchtstroom gekoppeld aan een warmtewisselaar. Tenslotte werd er gekozen voor materialen van lokale oorsprong met een milieulabel en voor gerecycleerd meubilair. Dit gebouw herbergt bovendien een informatie- en tentoonstellingscentrum rond alle mogelijke milieuthema's en is een trefpunt voor iedereen die geïnteresseerd is in de milieuproblematiek.
Extensa heeft op de Tour & Taxis-site ook een evolutief park van 9 ha gebouwd met 232 duurzame bomen en 2.479 snelgroeiende bomen. Dit maakt het mogelijk om bewoners ruimte te bieden voor ontspanning, vrije tijd en ontmoeting. Een mooi voorbeeld is Parckfarm, een gemeenschapsproject beheerd door lokale vrijwilligers. Zij organiseren workshops en veggie-brunches tijdens het weekend en beheren een kleine dierenboerderij en een stedelijke groentetuin. Dankzij dergelijke initiatieven is dit een echte ontmoetingsplaats geworden voor de wijk. Het is dan ook een prachtig ecologisch en sociaal project.
Dit park maakt deel uit van de globale ontwikkeling van de kanaalzone. Op termijn zal een netwerk van parken Belgica met het Bockstaelplein verbinden tot aan het kanaal en het Saincteletteplein via de Tour & Taxis-site. Het zal het grootste stadspark zijn dat sinds Leopold II in het centrum van Brussel werd aangelegd.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen maakt integraal deel uit van het dagelijks beheer van Leasinvest Real Estate en is een onderdeel van haar voortdurend streven naar kwaliteit. LRE is er zich van bewust dat haar ecologische voetafdruk kan verminderen indien de onderneming opteert voor duurzamer leven en bewuster omgaan met energie, water, elektriciteit en afval. In 2010 werd er een globale duurzaamheidsaudit uitgevoerd, in opdracht van LRE, om te definiëren op welke gebieden de onderneming duurzamer kon opereren. Binnen deze integrale aanpak is duidelijk gebleken dat LRE de grootste impact heeft op het leefmilieu door gericht in te grijpen op haar gebouwenportefeuille.
LRE heeft geopteerd voor een inclusieve en oplossing-gedreven richting die werd vertaald naar een duidelijk stappenplan.
Het unieke van een dergelijke aanpak is dat die gebaseerd is op een doorgedreven samenwerking met klanten (huurders) en leveranciers, en dus verder gaat dan enkel de initiatieven die uitgaan van de onderneming zelf. Er wordt per gebouw naar die specifieke ingrepen gezocht die de grootste impact hebben, in tegenstelling tot het nemen van algemene maatregelen (oplossing-gedreven). Deze procedures zijn operationeel sinds 2012.
Hieronder worden een aantal concrete acties weergegeven.
Het dak van het Frun® retailpark in Asten, dat in 2016 werd verworven, werd uitgerust met zonnepanelen om de duurzaamheid van het park te optimaliseren. Hierdoor wordt jaarlijks op de site meer dan 0,500 GWh groene stroom geproduceerd met een reductie van de CO² -uitstoot van 400 ton tot gevolg. Ook op het dak van het Koninklijk Pakhuis (Tour & Taxis) is een zonnepaneelinstallatie actief. In 2018 zullen er ook op het dak van The Crescent Anderlecht zonnepanelen geïnstalleerd worden. Daarnaast werd een plan opgestart om op de parkings van Motstraat Mechelen en The Crescent Anderlecht laadpalen voor elektrische voertuigen te installeren in 2018.
SIPEF - EFB-vezel wordt vermengd met afvalwater in een beluchte composteerbunker (Bukit Maradja)
Er werden intelligente elektriciteitsmeters in de gebouwen van de Belgische vastgoedportefeuille geïnstalleerd bij Riverside Business Park en The Crescent, beide in Anderlecht. Het voordeel van dit type meters is dat ze op afstand kunnen worden ingelezen, met verwerking van de resultaten, en dat ze als basis dienen voor de verdeling van de elektriciteit onder de huurders. Zowel de eigenaar als de huurder heeft op die manier een real-time zicht op het elektriciteitsverbruik en kan hieruit de nodige conclusies trekken. Verbruikspieken kunnen aldus gedetecteerd worden en als basis dienen voor correctieve maatregelen met energiebesparing tot gevolg.
Een aantal kantoorgebouwen heeft intussen ook een BREEAM-certificering behaald:
SIPEF exploiteert haar plantages op een lange termijn en duurzame basis, waarbij ze met alle betrokken belanghebbenden moet samenwerken. SIPEF is van mening dat het bedrijf moet worden geleid op een duurzame basis, op ecologisch, sociaal en economisch gebied. Dit dient te gebeuren in nauwe relatie met klanten, maatschappelijke en milieugerelateerde niet-gouvernementele organisaties (NGO's), producenten, onderzoekers en andere geïnteresseerde belanghebbenden. Het doel is de toepassing van verantwoorde en duurzame normen in de industrie te bevorderen.
In de palmoliesector is de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' (RSPO) het meest relevante voorbeeld van stakeholders die samen een wereldwijde standaard vastleggen. SIPEF is daarom 100% toegewijd aan de RSPO-principes en criteria en streeft ernaar deze te overtreffen. SIPEF's thee en bananen zijn gecertificeerd op basis van de Rainforest Alliance-regeling. Aangezien er geen certificeringssysteem voor rubber beschikbaar is, heeft SIPEF zelf aan Rainforest Alliance gevraagd om haar activiteiten te controleren aan de hand van hun criteria, volledig in overeenstemming met de normen van het Sustainable Agriculture Network.
Om de certificeringsnormen te overtreffen, werd de 'SIPEF Responsible Plantation Policy' ingevoerd. Deze is van toepassing op al de verschillende plantageactiviteiten en wordt jaarlijks bijgestuurd. Het wordt beschouwd als de ruggengraat van haar huidig ondernemingsbeleid.
In 2017 verkocht SIPEF 99% van haar palmolie, palmpitolie en palmpitten in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens van RSPO en ISCC (International Sustainability and Carbon Certification) voor gebruik in de voedingssector of de productie van groene energie. SIPEF zal blijven streven naar volledige opname in gecertificeerde fysieke toeleveringsketens voor al haar producten.
Een mooi voorbeeld van een succesvolle duurzame innovatie op het vlak van productieprocessen is het opwekken van elektriciteit uit het methaangas uit het palmafval. In 2017 leverde de verwerking van 1.424.531 ton verse vruchtentrossen in de 9 palmoliefabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea naar schatting 1.160.235 m³ 'Palm Oil Mill Effluent' (POME) en 313.398 ton lege vruchtentrossen (EFB) op. Van oudsher worden deze als afvalproducten beschouwd, met zeer weinig tot geen waarde. Om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen heeft SIPEF zwaar geïnvesteerd in methaanopvanginstallaties (Clean Development Mechanism) in 5 van deze palmoliefabrieken. Deze installaties beschikken over de mogelijkheid om het methaan te verbranden in een biogasgenerator, stoomketel of via open fakkel. Zo produceert de Muko Muko palmoliefabriek ondertussen elektriciteit vanuit biogas met methaan (CH4) als een belangrijke gasfractie uit de POME. 2017 was het eerste jaar dat SIPEF dergelijke elektriciteit verkocht aan Perusahan Listrik Negara (PLN) in de provincie Bengkulu, de leverancier van overheidselektriciteit in Indonesië. Op 31 december 2017 had de Muko Muko biogasinstallatie 1.307.220 kWh elektriciteit naar PLN uitgevoerd.
SIPEF - Detail van een anaerobic reactor en gas cleaner bij Agro Muko De Ecce Homo tentoonstelling in de kantoren van AvH
Daarnaast werd ook geïnvesteerd in de composteerinstallatie in de palmoliefabriek van Bukit Maradja. Eind 2016 werd deze in gebruik genomen, waarbij de eerste partij compost in januari 2017 aan de fabriek werd geleverd. In de plantages wordt compost gebruikt als bodemverbeteraar om het gebruik van anorganische meststoffen te verminderen. De bunkercomposteringsinstallatie is ontworpen om 100% van de EFB en POME te gebruiken voor de productie van een nutriëntenrijke organische meststof. Verwacht wordt dat de compost tot 60% van de anorganische meststof die op de plantage van Bukit Maradja wordt gebruikt, zal vervangen.
Kunst, onderzoek en ondernemerschap gaan in Antwerpen al hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Dat is niet zo verwonderlijk want ze hebben heel wat met mekaar gemeen. Bedrijven en ondernemers evenals galerijen, musea, kunstenaars en wetenschappers hebben een grote toegevoegde waarde voor de samenleving.
Daarom steunt Ackermans & van Haaren sinds vele decennia projecten van wetenschappelijke en sociaal-culturele aard, die idealiter een band vertonen met de Antwerpse regio. Indien zinvol en mogelijk beoogt AvH daarbij samen met de partners een duurzame relatie op te bouwen. Duurzaamheid en samenwerking zit immers sterk verweven in het DNA van de groep!
In 2017 sprong vooral de samenwerking met Galerie Geukens & De Vil, stad Antwerpen en Bank J.Van Breda & Co rond het kunstproject ECCE HOMO in het oog. 'Ecce Homo. Zie de mens' was een ambitieuze en succesvolle tentoonstelling die 63 Belgische – of in België werkende - kunstenaars samen bracht rond het universele thema van de mens. Hun werken werden getoond op negen verschillende locaties in de Antwerpse binnenstad. Bij Ackermans & van Haaren werden portretten (Babylon babies) getoond van Marie-Jo Lafontaine.
In totaal heeft Ackermans & van Haaren in 2017 ongeveer 250.000 euro besteed ter ondersteuning van verschillende instellingen, organisaties en projecten, waaronder:
Voorzitter Jan Suykens
Leden Tom Bamelis John-Eric Bertrand Piet Bevernage André-Xavier Cooreman Piet Dejonghe Koen Janssen
(Samen met de leden van het executief comité)
Marc De Pauw Matthias De Raeymaeker An Herremans Philip Heylen Jens Van Nieuwenborgh
Tom Bamelis Financieel directeur Hilde Delabie Group controller Bart De Leeuw Group controller Marc De Groote Accountant Bart Bressinck Accountant Jean-Claude Janssens Treasurer
Gilles Huyghebaert Group controller (sinds 1 december 2017) Katia Waegemans Communication & information manager
Piet Bevernage Secretaris-generaal Nele Govaert Legal counsel (sinds 1 december 2017) Sofie Beernaert Legal counsel (tot 30 oktober 2017)
Michaëla Goelen Office manager Robin Muller Onthaal Filip Portael IT Garry Suy Conciërge Petra Van de Velde Management assistant
Patricia Bielen Management assistant Chantal Dille Management assistant Sarah Franssens Management assistant Sonja Goossens Personeelsadministratie Lydie Makiadi Management assistant Brigitte Stockman Management assistant
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers & Wim Van Gasse
Met dank aan de Red Star Line te Antwerpen voor de boeiende tentoonstelling.
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| DEME | 94,5 | 93,9 | 121,6 |
| CFE | 17,4 | 7,2 | -13,4 |
| A.A. Van Laere | -16,8 | -2,5 | 2,1 |
| Rent-A-Port | -4,3 | 6,9 | 1,0 |
| Green Offshore | -0,2 | -0,3 | -2,0 |
| Totaal | 90,6 | 105,2 | 109,2 |
DEME evenaart haar goed resultaat van 2016 en CFE bevestigt met een mooie winstgroei. De teleurstellende resultaten bij A.A. Van Laere en een minder jaar bij Rent-A-Port verklaren waarom de bijdrage vanuit 'Marine Engineering & Contracting' daalt in vergelijking tot vorig jaar.
| Rent-A-Port | |
|---|---|
| 72% | Rent-A-Port ontwikkelt havenprojecten op basis van haar havengerelateerde en logistieke know how en ervaring. |
| Green Offshore |
Green Offshore bezit minderheidsbelangen in 80% offshore windparken.
Deelnemingspercentage AvH: 60%
DEME is één van de grootste waterbouwbedrijven ter wereld. Vanuit haar kernactiviteiten, baggerwerken en civiele werken op het water, heeft de groep complementaire activiteiten ontwikkeld 'offshore', op het gebied van hernieuwbare energie, olie en gas, alsook op het gebied van grond- en slibsanering en het winnen van aggregaten en mineralen.
DEME realiseerde in 2017 een mooie stijging van de (economische) omzet tot 2.365,7 miljoen euro tegenover 1.978,2 miljoen euro in 2016. Voor het eerst werd hiervan meer dan 1 miljard euro gerealiseerd in hernieuwbare offshore wind. Deze gunstige ontwikkeling is het resultaat van de strategische beslissing van DEME vele jaren geleden om volop in te zetten op de ontwikkeling van offshore windenergie. Deze keuze en de jarenlange volgehouden investeringen in mensen en materieel liggen aan de basis van de sterke marktpositie die GeoSea (DEME 100%) heeft verworven. De diversificatie van de omzet van DEME, dat naast baggeren en offshore wind ook actief is in milieu-activiteiten, in het winnen van zand en grind op zee als bouwmaterialen, in natte burgerlijke bouw en in concessies, heeft de tijdelijke terugval in de traditionele baggeractiviteit kunnen compenseren.
Ondanks de gewijzigde activiteitenmix heeft DEME een EBITDA gerealiseerd van 456,2 miljoen euro. Deze EBITDA-marge van 19,3% is geheel in lijn met het historisch gemiddelde van 16-20%. Het nettoresultaat van 155,1 miljoen euro was nagenoeg gelijk aan dat van 2016.
Het vlootinvesteringsprogramma van DEME is er in de eerste plaats op gericht de efficiëntie verder te verhogen, zowel op het gebied van productiviteit als van milieuprestaties. Zo werd de vloot in het voorbije jaar uitgebreid met de 'Minerva' en de 'Scheldt River'. Beide sleephopperzuigers zorgden voor een wereldprimeur, want ze zijn als eerste in hun categorie uitgerust met 'dual fuel' motoren en kunnen ook door LNG worden aangedreven. Dit vermindert de uitstoot van zwavel, NOx en fijn stof.
Daarnaast zijn nog zes nieuwe tuigen in aanbouw om in gebruik te worden genomen in 2018-2020. Met de 'Bonny River' (15.016 m³) investeert DEME in een nieuwe generatie sleephopperzuigers. In 2018 wordt de vloot ook uitgebreid met het multipurpose baggerschip 'Living Stone', dat gespecialiseerd is in o.a. de aanleg van onderzeese kabels, en het zelfvarende
hefvaartuig 'Apollo'. Bij Scaldis zal in 2018 ook het zelfvarende kraanschip 'Gulliver' (4.000 ton) in gebruik worden genomen.
In september 2017 werd de eerste staalplaat gesneden voor de 'Spartacus' (44.180 kW), waarmee het officiële startschot werd gegeven voor de bouw van deze megacutterzuiger. De 'Orion', een andere mastodont waarin DEME momenteel investeert, zal vooral worden ingezet voor de offshore windmarkt. Het 216,5 m lange offshore installatieschip is voorzien van een kraan met een buitengewone hijscapaciteit van 5.000 ton.
Verdeling van economische omzet naar regio Verdeling van economische omzet naar activiteit
rijk, verzorgde in 2017 de baggerwerken en de strandophoging in het kader van het Dawlish Warren Beach Management Scheme. Daarnaast werd de 'Reynaert' ingezet voor enkele cruciale baggerwerken in het toegangskanaal en de binnenhaven van Portsmouth. Ook in Barcelona (Spanje), Livorno (Italië) en Napels (Italië) was DEME actief in havenprojecten.
In Turkije heeft DEME de funderingen gebaggerd voor de Çanakkale-brug, de grootste hangende brug in de wereld.
De containerterminal van het grootschalige havenproject Tuas Terminal Phase 1 in Singapore begint intussen duidelijk vorm te krijgen. Tot en met december 2017 werden reeds 143 van de 222 caissons te water gelaten voor de bouw van de toekomstige kaaimuur. Intussen is ook al 33,7 miljoen m3 van het 70 miljoen m3 grote platform gevuld. In augustus 2017 sleepte DIAP een belangrijk Design & Build-contract in de wacht voor een landwinningsproject om het eiland Jurong met 35 ha uit te breiden. De werken voor het Jurong Island Westward Extension-project, zitten op schema en zullen naar verwachting worden afgerond in 2018. 2017 stond ook in het teken van de twintigste verjaardag van het Lower Ok Tedi-project in Papoea-Nieuw-Guinea. Het project omvat de verwijdering van mogelijk verontreinigde sedimenten in de rivier.
In september 2017 werd de haven van Hamad in Qatar officieel ingehuldigd. DEME's dochtermaatschappij, Middle East Dredging Company (MEDCO), verzorgde hiervoor bijna drie jaar lang de bagger- en landwinningswerken. MEDCO haalde in augustus 2017 ook het contract binnen voor de herontwik-
keling van de oude haven in Doha.
In Nigeria ging DEME verder met de onderhoudsbaggerwerken in het kanaal voor de LNG-terminal in Bonny en in de havens van Onne en Harcourt. De derde fase van de landwinningswerken voor Eko Atlantic is inmiddels met succes afgerond en DEME is klaar voor de vierde
fase. In april 2017 werden ook de voornaamste baggerwerken in de Lagos Deep Offshore Base afgerond. De bagger- en landwinningswerken voor het eiland Elegushi in de lagune van Lagos gingen van start en zullen worden afgerond in 2018. Er werden ook onderhoudsbaggerwerken uitgevoerd in de haven van Conakry en in het containergedeelte van Kamsar in opdracht van Guinea Alumina Corporation. Verder werden begin 2017 in de haven van Kamsar de baggerwerken afgerond voor de uitbreiding van de mineralenkaai van de Compagnie des Bauxites de Guinée.
In 2017 was DEME ook actief in Dubai (La Mer Jumeirah Open Beach), Panama (toegangskanaal aan de Atlantische zijde), Brazilië (haven van Santos, baai van Sepetiba), Sierra Leone (haventerminal in Freetown), Ghana (uitbreiding van
Innovation - Merkur
In België ging DEME verder met de uitvoering van enkele langlopende contracten voor onderhoudsbaggerwerken in de belangrijkste nationale waterwegen en op de Noordzee. Begin 2017 werd een vierjarig contract in de wacht gesleept voor onderhoudsbaggerwerken en de behandeling van gecontamineerde sedimenten in het kanaal Gent-Terneuzen. Later op het jaar stond DEME
in voor de suppletie van zand in Bredene en de ophoging van het strand in Nieuwpoort. DEME verzorgde tot slot ook de baggerwerken, trenching en backfilling voor de kabels van het offshore windpark Rentel (309 MW) in de Belgische Noordzee.
"Voor het eerst werd meer dan 1 miljard euro omzet gerealiseerd in hernieuwbare offshore wind."
In Nederland vernieuwde de Vries & van de Wiel samen met DEME Infra Marine Contractors (DIMCO) de waterkering in de Nederrijn en de Lek. Een onderhoudsbaggerprogramma voor rivieren in het westen van Nederland werd aangevuld met de uitdieping en verbreding van de Maas en de ontwikkeling van Kooyhaven in de haven van Den Helder.
In Frankrijk haalde Société de Dragage International (SDI) een contract binnen voor onderhoudsbaggerwerken in de havens van Boulogne-sur-Mer en Calais, de Gironde en het toegangskanaal voor de haven van Gravelines. SDI verzorgde ook de uitdieping van de Seine ter hoogte van Courval-Duclair en werkte mee aan de bouw van een zwarelastterminal in de haven van Brest.
de Tema-haven, elektriciteitscentrale van Kpone), Congo (Congo-rivier), Benin (kustlijn van Cotonou), Liberia (vrijhaven van Monrovia), Indië (zeehaven van Kakinada, commerciële haven van Kamarajar, civiele haven van Karwar, haven van Dhamra), La Réunion (Nouvelle Route du Littoral), de Malediven (lagune van Emboodhoo, Rah Falhu Huraa en Hulhumalé) en Mauritius (Port Louis). Er werden tot slot ook nieuwe contracten toegekend voor de havens van Able Seaton, Harwich en Felixstowe (Verenigd Koninkrijk), Soyo (Angola) en Yuzhny (Oekraïne).
In augustus 2017 voltooide GeoSea de overname van A2SEA, de marktleider in het transport en de installatie van offshore windturbines. De sterke orderportefeuille en ervaring in installatie en onderhoud van turbines vormt een mooie aanvulling op de activiteiten van GeoSea dat voornamelijk gespecialiseerd is in funderingen en EPCI-contracten. GeoSea werd ook hoofdaandeelhouder (72,5%) van G-tec, een Belgische contractor die gespecialiseerd is in offshore geotechnisch en geologisch siteonderzoek en diepzee-engineering. G-tec bezit het unieke offshore geotechnisch onderzoeksschip 'Omalius'.
GeoSea voltooide in 2017 met succes de installatie van de funderingen voor de offshore windparken Race Bank en Galloper in het Verenigd Koninkrijk. Er gingen in 2017 een aantal grote projecten van start voor offshore windparken: Hornsea Project One (VK, 174 funderingen), Merkur (Duitsland, 396 MW), Rentel (Belgische Noordzee, 309 MW) en Horns Rev 3 (Denemarken, 406,7 MW). Daarnaast sleepte GeoSea verschillende contracten in de wacht, waaronder
Tideway - Flintstone - Installatie van kabels voor Rentel
Triton Knoll (860 MW, 90 windturbinegeneratoren), Moray East (ca. 100 windturbinefunderingen, 3 offshore platformen en funderingen voor substations), Hohe See (497 MW, 71 turbinefunderingen) en Albatros (112 MW). In afwachting van hun financial close werden Triton Knoll en Moray East nog niet in het orderboek opgenomen. Hohe See en Albatros gingen reeds van start in 2017.
DEME en COSCO Shipping bundelden hun krachten in een joint venture om offshore windenergie te ontwikkelen in China. In december 2017 werd de eerste turbine geïnstalleerd in het Binhai H2 offshore windpark voor CDNE. Het project omvat de installatie van 60 turbines met een totale capaciteit van 400 MW. GeoSea sloot ook een samenwerkingsakkoord voor de Taiwanese offshore windmarkt af met CSBC Corporation, de grootste scheepswerf in Taiwan. In een volgende stap zullen GeoSea en CSBC een joint venture oprichten voor het transport en de installatie van de funderingen en windturbines voor deze windparken. Afhankelijk van de goedkeuring van de regelgevende instanties zal de joint venture medio 2018 worden opgericht in Tapei.
Eversea haalde een contract binnen voor het ontmantelen van zeven satellietplatformen in de Noordzee.
Tideway haalde als lid van een joint venture alle pre-trenching- en backfillingwerken binnen voor de offshore gasfaciliteiten van Aramco Hasbah in Saudi-Arabië. Er werden contracten afgesloten voor het Moheshkali-project in Bangladesh (drijvende LNG-terminal), voor het Leviathan-project in Israël en voor de Modular Offshore Grid van Elia in de Noordzee (inclusief levering, installatie en onderhoud van de onderzeese elektriciteitskabels). Tideway sleepte ook alle inter-arraykabelwerken in de wacht voor het Merkur offshore windpark, naast de kabelinstallatie, de pre-trenching, de backfilling en de plaatsing van breuksteen voor Hornsea One, 's werelds grootste offshore windpark. In 2017 installeerde Tideway alle inter-arraykabels en de exportkabel voor het Rentel offshore windpark en voltooide het de werken aan de elektriciteitscentrale van Burullus in Egypte. Er werd ook gestart met de plaatsing van breuksteen om de kabels van de Caithness-Moray-interconnectie in Schotland te beschermen.
DEME Blue Energy (DBE) is marktleider op het vlak van de ontwikkeling van blauwe energie en legt de focus op energieprojecten die gebruikmaken van de golven en getijden. DEME Concessions verwierf een minderheidsaandeel in Tidal Power Scotland Limited (TPSL), een Schotse ontwikkelaar die met het
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (1) | (2) | (1) | (2) | (1) | (2) | |
| Omzet | 2.356.014 | 2.365.678 | 1.978.250 | 1.978.194 | 2.286.124 | 2.351.020 |
| EBITDA | 455.522 | 456.209 | 447.389 | 450.145 | 489.215 | 558.389 |
| EBIT | 230.506 | 222.623 | 226.956 | 217.584 | 269.211 | 318.364 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 155.055 | 155.055 | 155.334 | 155.334 | 199.196 | 199.196 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 1.321.842 | 1.321.842 | 1.220.638 | 1.220.638 | 1.132.860 | 1.132.860 |
| Netto financiële positie | -285.657 | -296.203 | -151.215 | -154.639 | -269.465 | -266.747 |
| Balanstotaal | 3.521.237 | 3.572.399 | 3.288.676 | 3.312.389 | 3.149.769 | 3.233.452 |
| Orderboek (€ mio) | 3.520 | 3.800 | 3.185 | |||
| Capex (€ mio) | 614 | 195 | 373 | |||
| Personeel | 4.488 | 4.284 | 4.186 |
(1) Als gevolg van de introductie van de gewijzigde boekhoudstandaarden IFRS10/IFRS11 worden deelnemingen waarover DEME de gezamenlijke controle uitoefent met ingang van 1/1/2014 opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
(2) In deze opstelling worden de deelnemingen waarover DEME een gezamenlijke controle uitoefent nog proportioneel geïntegreerd. Dit is dus niet conform de nieuwe boekhoudnormen IFRS10 en IFRS11, maar geeft wel een vollediger beeld van de operaties en activa/passiva van deze deelnemingen. In de vermogensmutatie zoals toegepast onder (1) is de contributie van de deelnemingen samengevat op 1 enkele lijn in de balans en in de resultatenrekening.
MeyGen-project 's werelds eerste getijdencentrale met aansluiting op het elektriciteitsnet onder zijn vleugels heeft. De vier zwaartekrachtfunderingen voor Fase 1A (1,5 MW per fundering) werden eind 2016 geïnstalleerd en zijn intussen volledig operationeel. Aangezien de Britse overheid geen groen licht gaf voor een afzonderlijk steunmechanisme voor energieprojecten op basis van golven en getijden, werd Fase 1B MeyGen uitgesteld. Naast het minderheidsbelang in TPSL werkt DBE ook mee aan het West Islay Tidal Energy Park (30 MW) in Schotland en Fair Head Tidal Energy Park in Noord-Ierland (100 MW).
Combined Marine Terminal Operations Worldwide (CTOW) sleepte een contractverlenging in de wacht voor de LNG-terminal van Bonny Island om twee nieuwe ASD-sleepboten (60 ton) te exploiteren voor Nigeria LNG (NLNG). Na de toekenning van een tweede contract door NLNG werd de vloot in november 2017 uitgebreid met de CTOW Eli, een pilootmodel van de Stan Tender 1905. In Onne (Nigeria) zette CTOW haar sleepactiviteiten naar de containerterminal in de haven verder. In 2018 zullen nog twee gloednieuwe sleepboten de vloot in Bonny versterken.
Op de olie- en gasmarkt installeerde Scaldis het onbemande gasplatform L13-FI voor NAM en verzorgde het de uitdienststelling van het Horne & Wren-platform en drie Perenco-gasplatformen. In het segment van offshore hernieuwbare energie haalde Scaldis een contract binnen voor het transport en de installatie van het Rampion-substation voor EON. WPD deed tot slot een beroep op Scaldis voor de installatie van het eerste substation met boutbevestiging voor het Nordergründe offshore windpark.
DIMCO sleepte een contract in de wacht voor de Rijnlandroute. COMOL5, de joint venture waarvan DIMCO deel uitmaakt, neemt de heraanleg van het verkeersknooppunt in Leiden-West voor haar rekening, naast de aanleg van de 4 km lange N434, inclusief een geboorde tunnel van 2,2 km.
De Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie gunde het contract voor het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de Nieuwe Sluis in Terneuzen aan Sassevaart, een andere joint venture waarvan DIMCO deel uitmaakt.
Rijkswaterstaat gunde het project A24 Blankenburgverbinding ter waarde van 1 miljard euro aan BAAK Blankenburg-Verbinding, een joint venture waarvan DEME deel uitmaakt. Dit project omvat het ontwerp, de bouw, de financiering en het onderhoud van de bestaande en de nieuwe infrastructuur (inclusief een verzonken tunnel) gedurende een periode van twintig jaar.
DIMCO voltooide ook met succes de werken aan de Offshore Terminal in Rotterdam en ging door met de opwaardering van de sluis en de waterkering in de Lek.
Het was een druk jaar voor DEME Building Materials (DBM). De aggregateninstallatie heropende haar deuren in Amsterdam en DBM voegde een derde vaartuig toe aan haar vloot. De 'Mellina', oorspronkelijk een sleephopperzuiger, werd omgebouwd tot een grindhopperzuiger met een capaciteit van 5.000 ton. Er werd inmiddels een groot contract gegund voor de toelevering van grind voor de nieuwe IJmuiden-sluis in Amsterdam.
Global Sea Mineral Resources (GSR) is goed op weg om 's werelds eerste knollenverzamelaar voor nodules met trackingsysteem te ontwikkelen. De bodemtestrobot 'Patania' werd in een eerste fase met succes getest aan land, om te garanderen dat het systeem klaar was voor de eerste offshore expeditie in mei. Die expeditie nam 45 dagen in beslag en vond midden in de Stille Zuidzee plaats. Intussen wordt al volop gewerkt aan een opvolger voor de knollenverzamelaar, de 'Patania 2'.
DEME Environmental Contractors (DEC) werkte in 2017 mee aan verschillende grote projecten in België. Samen met een joint venturepartner ruimde DEC negen voormalige Eandis-sites op in Vlaanderen. DEC verzorgde ook de herbestemming en herontwikkeling in het kader van Blue Gate Antwerp, waarbij een site van 63 ha wordt omgevormd tot een toplocatie voor ecologische innovatie. In Gent voltooide DEC de herbestemming van de terreinen van een voormalige gasfabriek, waar binnenkort een chemische cluster wordt opgericht onder de naam 'Dockland'. Verder werd in Gent de eerste herbestemmingsfase van het prestigieuze project 'Nieuwe Dokken' succesvol afgerond. Internationaal verzorgde DEC de herbestemming van een voormalige raffinaderij in Valløy nabij Tønsberg (Noorwegen) en van een 100 ha grote cokessite nabij Chesterfield (Verenigd Koninkrijk). Het Nederlandse de Vries & van de Wiel voerde herbestemmingsprojecten uit in Amsterdam, Haarlem, Den Helder en omgeving.
De Ecoterres-recyclingcentra voor grond en sedimenten deden het goed in het voorbije jaar. De Belgische faciliteiten verwerkten meer dan 250.000 ton verontreinigde grond en sedimenten, naast 150.000 ton in Frankrijk.
Purazur bouwde op haar beurt een nieuwe waterzuiveringsinstallatie voor Indaver. Het project omvatte zowel het ontwerp als de bouw en de ingebruikname van de nieuwe faciliteit. Purazur bouwt momenteel ook een nieuwe waterzuiveringsinstallatie voor chemiereus Borealis.
DEME Concessions heeft een aandeel van 12,5% in Merkur, een offshore windpark van 396 MW in Duitsland. Een consortium van vijf partners, waaronder DEME Concessions, bracht een totaal vermogen in van ongeveer 500 miljoen euro. Het Rentel-project wordt het vijfde offshore windproject in de Belgische Noordzee. De totale investering bedraagt 1,1 miljard euro. Samen met de andere aandeelhouders van Otary heeft DEME ook een belang in de concessies voor de Belgische windparken Seastar (246 MW) en Mermaid (266 MW). De Franse energieregulator nam naast enkele andere bedrijven ook DEME Concessions op in de preselectie voor de ontwikkeling van een offshore windpark met een capaciteit van 750 MW in de buurt van Duinkerke. De aanbesteding zal naar verwachting worden uitgeschreven in de eerste helft van 2018.
DEME Concessions is als investeerder ook betrokken bij het project van de Blankenburgverbinding (zie boven).
Op basis van het goed gevulde orderboek verwacht DEME in 2018 een omzet van meer dan 2,5 miljard euro te realiseren, waarop een EBITDA-marge wordt verwacht binnen de historische vork van 16%-20%.
Eerste rij van links naar rechts: Steven Poppe, Eric Tancré, Philip Hermans, Els Verbraecken, Tom Lenaerts, Alain Bernard, Christel Goetschalckx, Pierre Potvliege, Martin Ockier(†), Theo Van De Kerckhove
Tweede rij van links naar rechts: Bernard Paquot, Pierre Catteau, Wim Biesemans, Hans Casier, Dirk Poppe, Hugo Bouvy, Lucas Bols, Bart Verboomen, Luc Vandenbulcke
www.deme-group.com
Deelnemingspercentage AvH: 60%
CFE is een op Euronext Brussels genoteerde Belgische industriële groep met drie onderscheiden vakgebieden: 'Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra-activiteiten', 'Contracting', dat de activiteiten bouw, multitechnieken en rail omvat, en tenslotte 'Vastgoedontwikkeling'.
CFE
Voor CFE was 2017 een goed jaar: zowel CFE Contracting als de pool Vastgoedontwikkeling noteerden een sterke stijging van hun bijdrage tot het groepsresultaat. Ook het hoge niveau van het orderboek (incl. 241,8 miljoen euro van het overgenomen A.A. Van Laere) bewijst dat CFE op het juiste spoor zit. CFE (excl. DEME) realiseerde een nettowinst van 23,9 miljoen euro, tegenover 13,0 miljoen euro in 2016.
De nieuwe organisatie, die autonomie en synergie verenigt, heeft in 2017 haar
relevantie meer dan ooit bewezen. Het activiteitenverslag van de pool 'Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra-activiteiten' is terug te vinden op pag. 66 tot 69 van dit jaarverslag.
Contracting
Bij CFE Contracting daalde de omzet
in 2017 tot 717,6 miljoen euro. Deze verwachte daling is voornamelijk het gevolg van een vertraging in de opstart van enkele belangrijke werven in België en van de moeilijke sociaal-economische omstandigheden in Tunesië. Internationaal kenden vooral de activiteiten in Polen een sterke groei. Het orderboek van CFE Contracting per eind 2017 steeg significant tot 1.229,7 miljoen euro (+44,6% of +15,1% bij gelijke perimeter). Dit is enerzijds het gevolg van nieuwe opdrachten in het segment Bouw in Brussel en Polen en in het segment Rail & Utility Networks.
Bovendien werd de pool eind 2017 verder versterkt door de acquisitie van A.A.
Van Laere. Door deze transactie zullen beide bouwgroepen, die onder hun bestaande merknamen blijven opereren, optimaal kunnen samenwerken in België. Het activiteitenverslag van A.A. Van Laere over 2017 is terug te vinden op pag. 73 van dit jaarverslag. Vanaf 2018 zullen de resultaten van A.A. Van Laere opgenomen worden
in de cijfers van CFE.
"De nieuwe organisatie, die autonomie en synergie verenigt, heeft in 2017 haar relevantie meer dan ooit bewezen."
CFE NV (inclusief DEME) (€ 1.000) 2017 2016 2015 Omzet 3.066.525 2.797.085 3.239.406 EBITDA 500.734 465.863 504.925 EBIT 267.157 227.570 228.905 Nettoresultaat (deel groep) 180.442 168.411 174.961 Eigen vermogen (deel groep) 1.641.904 1.521.559 1.423.277 Netto financiële positie -351.909 -213.051 -322.719 Balanstotaal 4.646.893 4.328.219 4.302.159 Orderboek (€ mio) 4.851 4.757 4.160 Personeel 8.689 7.752 8.160
we projecten in Gierle, Brussel en Brugge. BPC, de entiteit die door de fusie van CFE Brabant en BPC Brabant is ontstaan, heeft onder meer het CHIREC-ziekenhuis aan Delta opgeleverd en de zetel van AXA Belgium voltooid. BPC werkte verder aan de lopende projecten en heeft een tiental nieuwe werven opgestart. Hierdoor bevestigt BPC zich als leider in de constructie van gebouwen in Brussel. In 2017 fuseerden de entiteiten Leloup Entreprise Générale en Amart onder het merk Amart, dat verscheidene werven heeft opgeleverd. Het orderboek zou de activiteit in 2018 met 50% moeten doen toenemen. BPC Wallonie zag haar activiteit echter tijdelijk dalen, als gevolg van het uitstel van projecten naar 2018.
Marine Engineering & Contracting 71
In het Groothertogdom Luxemburg behoudt CLE haar hoge activiteitsniveau van 2016, met de oplevering van verscheidene grote bouwprojecten zoals de Galerie Kons en de school Aloyse Kayser. Het startte ook twee nieuwe projecten in de burgerlijke bouwkunde. In Polen ziet CFE Polska haar omzet en marges opnieuw stijgen en kennen de opdrachten voor internationale klanten een mooie groei. In Tunesië heeft CTE twee contracten met Siemens en het Ministère de l'équipement gesloten. De vooruitzichten blijven daar echter voorzichtig, gelet op de conjunctuur van het land.
Groep Terryn kende een mooie groei in de sector van de oplossingen met gelamineerd hout. Dankzij een aanzienlijke stijging van haar orderboek voor al haar activiteiten, gaat ze 2018 positief tegemoet.
In 2017 werd een cluster 'Electro VMA' gevormd, met VMA, VMA West, Vanderhoydoncks, Nizet en verscheidene internationale entiteiten. De cluster heeft een groot gedeelte van zijn omzet gerealiseerd met installaties in het domein van de gezondheid en van kantoren in België en in het Groothertogdom Luxemburg. De afdeling 'Automotive' heeft belangrijke automatiseringsprojecten uitgevoerd voor onder meer Audi in Vorst en Volvo in Gent en Charleston (Amerika). Alles samen was 2017 een goed jaar. Ook de vooruitzich-
| (€ miljoen) | Omzet | Nettoresultaat(1) | Orderboek | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Bouw | 499,8 | 548,5 | 978,8(2) | 648,7 | ||
| Multitechnieken | 155,3 | 159,2 | 152,6 | 143,4 | ||
| Spoorinfra | 62,5 | 62,8 | 98,3 | 58,4 | ||
| Contracting | 717,6 | 770,5 | 15,4 | 10,4 | 1.229,7 | 850,5 |
| Vastgoedontwikkeling | 10,9 | 12,1 | 22,3 | 1,4 | 133(3) | 130(2) |
| Holding, niet-overgedragen activiteiten en eliminaties |
-18,1 | 36,3 | -13,7 | 1,2 | ||
| Totaal | 710,5 | 818,9 | 23,9 | 13,0 |
(1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (45%) en Green Offshore (50%) tot CFE.
(2) Inclusief orderboek A.A. Van Laere (€ 241,8 mio)
(3) Het vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.
Pall Life Sciences - Hoegaarden
In mei 2017 werd de toenadering tussen MBG en Atro Bouw afgerond. De activiteiten worden verdergezet onder de naam MBG. Alle scholen van het programma 'Scholen van Morgen' werden opgeleverd. De werf van AZ Sint-Maarten (Mechelen) is goed gevorderd, net als die van de Antwerp Management School (Antwerpen). 2018 ziet er veelbelovend uit, dankzij verscheidene nieu-
Remacom - Haacht CFE - Oosteroever - Oostende
ten voor 2018 zijn gunstig. In de activiteit HVAC was het eerste semester van 2017 moeilijk voor Druart. Begin 2018 werd het mooie project Rive Gauche in Charleroi opgeleverd. 2018 zou vruchtbaarder moeten zijn, gelet op het grote aantal orders. Op de markt van het technische onderhoud en diensten heeft be.Maintenance haar positie in België verder versterkt door de uitbreiding van haar portefeuille 'maintenance' voor het programma 'Scholen van Morgen'.
Voor de activiteit 'sein' hebben ENGEMA en Louis Stevens & Co verschillende projecten uitgevoerd en werden de voorbereidende werken voor het ETCS niveau 2 project op het Belgische spoornet opgestart. De activiteit 'bovenleiding' kende een goed jaar met verscheidene projecten voor Infrabel en Tuc Rail. Met de acquisitie van Coghe op het jaareinde, wordt de activiteit 'track' aanzienlijk versterkt. Door het materieelpark van Remacom te combineren met dat van Coghe, is CFE voortaan in staat geïntegreerde oplossingen aan te bieden aan haar klanten. In 2017 bundelden ETEC en ENGEMA Lignes hun krachten in één bedrijf om de 'utilities' activiteiten te centraliseren. Deze activiteit kende een goed gevuld jaar door onder meer de uitbreiding van de hoogspanningslijn die de Belgische windmolenparken verbindt met het netwerk te Dudzele en de installatie van de definitieve verlichting van het door UNESCO geklasseerde Belfort van Mons.
Van links naar rechts: Raymund Trost, Frédéric Claes, Piet Dejonghe, Renaud Bentégeat, Gabriel Marijsse, Fabien De Jonge, Jacques Lefèvre, Yves Weyts
BPI verzamelt de vastgoedactiviteiten van de groep in België, het Groothertogdom Luxemburg en Polen. Gelet op de sterke ontwikkeling van haar opdrachten in de afgelopen jaren, heeft ze haar organisatie en haar visuele identiteit vernieuwd om de uitdagingen van een zeer competitieve markt nog beter aan te gaan.
In België heeft BPI onder meer de commercialisering van de projecten Solvay in Elsene, Erasmus Garden in Anderlecht en Les Hauts Prés in Ukkel voortgezet of voltooid. De verkoop van de participatie in het project Oosteroever in Oostende heeft de vastgoedresultaten van de groep versterkt.
In het Groothertogdom heeft BPI Luxembourg onder meer het project Kons opgeleverd, de laatste eenheden van het project Bettembourg gecommercialiseerd, de commercialisering van het project Kiem op het plateau van de Kirchberg voltooid en het beheer en de commercialisering van het project Glesener in de stad Luxemburg verzekerd.
In Polen heeft BPI Polska met groot commercieel succes de laatste fase van het project Four Oceans in Gdansk afgerond en werkt het verder aan de bouw van de projecten Bulwary Ksiazece in Wroclaw en Wola Libre in Warschau. BPI Polska houdt ook een participatie van 90% aan in twee nieuwe projecten in Poznan en Warschau.
Het operationeel beheer en het onderhoud van het Grand Hôtel in N'Djamena werden in juni 2017 overgedragen aan de hoteluitbater aangeduid door de overheid van Tsjaad. De vorderingen op Tsjaad bleven ongewijzigd tegenover eind december 2016.
De groep CFE zal haar omzet in 2018 aanzienlijk zien groeien, gelet op de goed gevulde orderboeken zowel bij DEME als bij Contracting.
Deelnemingspercentage AvH: 100% (contributie tot resultaat) 60% (balans per 31.12.2017)
A.A. Van Laere is als aannemer actief op grotere, duurzame en innovatieve projecten in burgerlijke bouwkunde, industriebouw, kantoren, zorgsector, scholenbouw en residentiële projecten.
A.A. Van Laere kende in 2017 een moeilijk jaar, met een 30% lagere geconsolideerde omzet van 137 miljoen euro. Enkele werven bleken zwaar verlieslatend, onder meer door de leercurve die gepaard ging met nieuwe contractvormen. De omzetgroei van de laatste jaren zette de organisatie tevens zwaar onder druk. In 2017 werd daarom gekozen voor een lager activiteitenniveau, samen met de blijvende focus op operational excellence onder leiding van de midden 2017 aangetreden CEO. Het integratietraject met de groep CFE vergde ook heel wat aandacht. De parkingactiviteiten werden succesvol verkocht, zodat er tijd vrij kwam voor de core business.
Bij Algemene Aannemingen Van Laere was het Herman Teirlinck-gebouw in Brussel de belangrijkste werf inzake kantoorbouw. 2.600 Vlaamse ambtenaren konden in 2017 dit 66.500 m² grote passiefkantoorgebouw betrekken. Daarnaast werden ook het Design & Build-project Imalso voor de Vlaamse Overheid en het Passport-project voor Codic opgeleverd. Voor Leasinvest Real Estate werd verder gewerkt aan de kantoorprojecten Square de Meeus en Montoyer. In de zorgsector waren er de woonzorgcentra voor Cofinimmo en Anima Care.
Grote appartementenprojecten werden opgeleverd voor Extensa en Bouygues Immobilier. Het segment van de parkings blijft belangrijk, met de bouw van een ondergrondse parking te Mechelen en onder de Gedempte Zuiderdokken te Antwerpen. Voor de distributiesector werd een distributiecentrum in Marche opgeleverd, en een ander in Turnhout voor Aldi opgestart.
Een consortium bestaande uit A.A. Van Laere, DEME en de BAM-groep kreeg daarnaast de opdracht voor het sluizencomplex in Terneuzen toegewezen. Een
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 136.637 | 194.986 | 170.491 |
| EBITDA | -21.193 | -920 | 5.893 |
| EBIT | -23.575 | -3.399 | 3.258 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -16.756 | -2.466 | 2.084 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 8.895 | 36.199 | 39.277 |
| Netto financiële positie | 6.910 | 15.378 | 17.851 |
| Balanstotaal | 75.254 | 114.790 | 104.775 |
| Personeel | 440 | 462 | 465 |
andere tender voor de eerste fase van de 'Oosterweelverbinding Antwerpen' bleek niet succesvol, terwijl de tenderkosten wel zwaar doorwogen. In het laatste kwartaal werden vier residentiële projecten aan A.A. Van Laere toegekend door zowel nieuwe als recurrente klanten.
Groupe Thiran realiseerde een 4% lagere omzet in vergelijking met 2016 in een concurrentiële markt. Ook bij Thiran zorgde een verlieswerf voor een zwak resultaat. Thiran blijft een gevestigde waarde in de ziekenhuissector, en wordt er gewaardeerd voor haar kwalitatieve uitvoering.
Als aannemingsbedrijf voor restauratiewerken is Arthur Vandendorpe sterk afhankelijk van publieke werken in een competitieve markt. De vooropgestelde omzetgroei werd niet gerealiseerd waardoor het verlies groter bleek dan verwacht. In 2018 zal het bedrijf de eerste vruchten kunnen plukken van de versterking van het personeelsbestand.
AvH heeft eind december 2017 haar 100%-deelneming in A.A. Van Laere verkocht aan CFE Contracting. De verkoopprijs (na een dividend van 7,8 miljoen euro) bedroeg 17,1 miljoen euro, wat overeenkomt met het gecorrigeerd eigen vermogen. De acquisitie van A.A. Van Laere leidt bovendien tot een toename van het orderboek van CFE Contracting met 241,8 miljoen euro. De integratie in de CFE-bouwgroep zal voor heel wat samenwerkingsopportuniteiten zorgen, zowel commercieel als op het vlak van bouwtechnieken en -processen.
Van links naar rechts: Natalie Verheyden, Rudi De Winter, Johan Vanhaleweyk, Manu Coppens
www.vanlaere.be
Deelnemingspercentage AvH: 72%
Rent-A-Port ontwikkelt samen met partners greenfield-projecten voor de aanleg van havens en daarmee verbonden industriezones. In deze context zorgt Rent-A-Port ook voor het beheer van de bijhorende nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, afvalophaling en afvalwaterzuivering).
De activiteiten van Rent-A-Port in Vietnam waren, net als in voorgaande jaren, winstgevend. Omdat er minder terreinen beschikbaar waren, konden er echter minder worden verkocht. Daarnaast werd het resultaat van Rent-A-Port (-6,0 miljoen euro) ook beïnvloed door wisselkoersverliezen en door kosten voor de ontwikkeling van nieuwe projecten inzake hernieuwbare energie.
De infrastructuur in de industriële zone in Dinh Vu (Vietnam) is reeds grotendeels ontwikkeld. Reeds meer dan 60 industriële klanten maken op recurrente basis gebruik van de nutsvoorzieningen. Daarnaast heeft Rent-A-Port belangrijke posities voor de ontwikkeling van bijkomende naburige industriële zones verworven. Rent-A-Port is goed gepositioneerd om het beheer toevertrouwd te krijgen van meer dan 4.000 ha aan industriële gronden. Deze zijn allen gelegen in de buurt van de nieuwe haven van Lach Huyen, de enige diepzeehaven (-14 m) in Noord-Vietnam. De afwerking van een dijk in Nam Dinh Vu ('Deep C-II Concessie') leidt tot een versnelde oplevering van nieuwe industrieterreinen. Rent-A-Port heeft in december 2017 het volledige aandeel van de Belgische Maatschappij voor Internationale Investeringen (BMI) overgenomen.
In Oman en Qatar is de infrastructuur nog onvoldoende uitgebouwd om een kritische massa aan klanten te kunnen bedienen. De infrastructuurwerken aan de haven van Duqm (Noord en Zuid) in Oman vorderen echter goed. Een afwerking van de haven wordt verwacht tegen 2020. Vanaf dan zou de haven ook rendabel moeten worden en zouden er voldoende industriële klanten moeten zijn om de nutsvoorzieningen verder uit te bouwen.
In Qatar loopt het contract met betrekking tot de cement-losinstallatie in Messaieed verder tot midden 2018. Omwille van de boycot van Qatar door de buurlanden werd de gunning aan Rent-A-Port van het 5-jarig contract voor uitbating van de Gabbro Terminal in Messaieed spijtig genoeg ingetrokken.
Van links naar rechts: Frank Wouters, Valentijn Maussen, Lieven Durt, Reggy Vermeulen
www.rentaport.be
Dinh Vu - Vietnam
Het havenproject in Nederland zal in 2018 beëindigd worden. De 3 privé-partners (waaronder Rent-A-Port) zullen in april 2018 hun aandeel in dit project verkopen.
Rent-A-Port Green Energy heeft intussen een aantal concrete initiatieven opgestart in Oman, België en Vietnam. De ontwikkelingskosten die hiermee gepaard gingen, werden reeds in de cijfers opgenomen.
Rent-A-Port verwacht de komende jaren verder te groeien dankzij de mature en rendabele projecten in Vietnam en dankzij de verdere uitbouw van projecten in Oman, België en Qatar die op vandaag nog niet winstgevendheid zijn.
| Rent-A-Port NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 4.459 | 4.309 | 4.386 |
| EBITDA | -4.234 | -2.334 | -2.040 |
| EBIT | -4.659 | -2.373 | -2.073 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -5.991 | 4.423 | 2.599 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 36.508 | 45.788 | 41.551 |
| Netto financiële positie | -12.334 | -7.620 | -9.372 |
| Balanstotaal | 55.023 | 61.664 | 60.045 |
Deelnemingspercentage AvH: 80%
Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.
Rentel
Green Offshore bezit deelnemingen in offshore windparken in België: Rentel (12,5% direct en indirect), Otary (12,5%) en de nog te ontwikkelen offshore windprojecten Seastar en Mermaid.
Rentel is een offshore windconcessie in de Belgische Noordzee. Het windpark ligt op ongeveer 40 km van Oostende en zal 42 windturbines van 7,35 MW tellen. Het zal met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW hernieuw-
| Green Offshore NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 0 | 0 | 37 |
| EBITDA | -13 | -182 | -321 |
| EBIT | -13 | -184 | -354 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 127 | -342 | -375 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 16.627 | 5.001 | 4.342 |
| Netto financiële positie | -18.430 | -27.103 | 0 |
| Balanstotaal | 35.607 | 32.694 | 7.197 |
bare energie leveren aan ongeveer 285.000 gezinnen. Met hun piekhoogte van 183 m worden de windturbines de hoogste die tot nu toe in de Belgische Noordzee geïnstalleerd zijn. Ze zullen worden geleverd en onderhouden door Siemens en zullen met directe aandrijving werken. In dit geval is de rotor rechtstreeks met de generator verbonden (zonder tandwielkast).
Rentel heeft de 'financial close' bereikt in het vierde kwartaal van 2016. De offshore werkzaamheden zijn tijdens het afgelopen jaar 2017 volgens plan verlopen. De eerste stroom zal naar verwachting medio 2018 in het Belgische net worden geïnjecteerd. Eind 2018 zou het windpark volledig operationeel moeten zijn. Het project Rentel zal dan bijdragen aan de leidersrol van België in offshore windenergie en aan de realisatie van de Belgische klimaatdoelstellingen voor 2020.
In september 2017 hebben AvH en CFE elk voor hun 50%-aandeel ingeschreven op een kapitaalverhoging van Green Offshore voor 11,5 miljoen euro.
In oktober 2017 heeft de federale regering een aangepast wetgevend kader goedgekeurd dat van toepassing zal zijn op de offshore windparken Seastar en Mermaid. Naar alle verwachting zal dit toelaten om de parken Mermaid en Seastar, die samen een capaciteit van ongeveer 500 MW vertegenwoordigen, op korte termijn verder te ontwikkelen.
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Finaxis | -0,9 | -1,0 | -0,8 |
| Delen Private Bank | 83,3 | 69,2 | 72,8 |
| Bank J.Van Breda & Co | 30,8 | 29,7 | 31,9 |
| BDM-Asco | 0,7 | 0,6 | 0,1 |
| Totaal | 113,9 | 98,5 | 104,0 |
'Private Banking' realiseert een recordjaar. Zowel inzake beheerde vermogens als op het vlak van nettowinst, bereikt Delen Private Bank nieuwe recordhoogtes. Ook Bank J.Van Breda & Co slaagt erin om haar winst licht te verbeteren in een nochtans uitdagende marktomgeving.
79%
50%
Delen Private Bank legt zich toe op vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor een ruim cliënteel van particulieren.
De verzekeringsgroep BDM-Asco richt zich via makelaars op maritieme en industriële verzekeringen.
Deelnemingspercentage AvH: 79%
Delen Private Bank legt zich toe op vermogensbeheer en patrimoniaal advies voor een ruim cliënteel van particulieren. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde zowel in België (Delen Private Bank) als in Nederland (Oyens & Van Eeghen) en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn). De groep beheerde eind 2017 in totaal 40.545 miljoen euro.
De vermogens onder beheer door de groep Delen Private Bank bereikten op het einde van 2017 geconsolideerd een recordniveau van 40.545 miljoen euro (eind 2016: 37.770 miljoen euro).
De sterke groei bij Delen Private Bank, waar het beheerd vermogen is gestegen van 27.383 miljoen euro (2016) tot 29.410 miljoen euro (2017), is het resultaat van de positieve impact van de waardeontwikkeling van de vermogens onder beheer en van de organische nettogroei aan recordtempo, van zowel bestaande als van nieuwe particuliere klanten. Alle Belgische vestigingen dragen bij tot deze constante netto-instroom van vermogens. Dit getuigt van het vertrouwen dat het cliënteel in Delen Private Bank stelt en bevestigt haar vooraanstaande positie in het discretionair beheer van vermogens in België. De instroom van kapitalen was doorheen het ganse jaar 2017 sterk en bijna uitsluitend in discretionair vermogensbeheer. Hierdoor is het aandeel van de tegoeden in discretionair beheer bij Delen Private Bank gestegen van 76% (eind 2016) naar 81% (eind 2017). De voorzichtige beleggingsstrategie blijft haar toegevoegde waarde bewijzen. Delen Private Bank realiseerde in 2017 voor haar klanten betere rendementen dan het sectorgemiddelde (met gelijkaardig risicoprofiel).
Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 81,0%) steeg het beheerd vermogen van 9.730 miljoen euro (8.331 miljoen £) eind 2016 tot 10.475 miljoen euro (9.294 miljoen £) eind 2017. Deze stijging wordt verklaard door een positieve impact van de waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt
in GBP) en van een netto-instroom van vermogens. De gunstige ontwikkeling werd gedempt door de koersevolutie van het Britse pond ten opzichte van de euro (-3,5%).
Delen Private Bank - Luik
Delen Private Bank - Brussel
Op 31 december 2017 bedroegen de activa onder beheer voor particulieren en stichtingen bij Oyens & Van Eeghen 660 miljoen euro (eind 2016: 657 miljoen euro).
De brutobedrijfsopbrengsten van de groep Delen Private Bank stegen met 17,2% in 2017 tot 366,9 miljoen euro, waarvan het aandeel van JM Finn en Oyens & Van Eeghen 82,7 miljoen euro bedroeg. Deze stijging is voornamelijk toe
te schrijven aan het hoger niveau aan activa in beheer. De bedrijfskosten stegen met 7,7% (11,4% exclusief JM Finn en Oyens & Van Eeghen). De toename van de kosten bij Delen Private Bank voor de aanhoudende ontwikkeling op het gebied van IT en het aanwerven van commercieel personeel is een rechtstreeks gevolg van de groeiende activiteit. Bij JM Finn is de
"Delen Private Bank realiseerde in 2017 voor haar klanten betere rendementen dan het sectorgemiddelde (met gelijkaardig risicoprofiel)."
van 2,7 miljoen euro; in 2016: 5,6 miljoen euro). De bijdrage van Oyens & Van Eeghen tot het nettoresultaat van de groep was licht negatief als gevolg van herstructureringskosten en de afbouw van dienstverlening aan institutionele investeerders.
Private Banking 79
Het geconsolideerd eigen vermogen van de groep Delen Private Bank bedroeg 678,8 miljoen euro op 31 december 2017, tegenover 621,2 miljoen euro op 31 december 2016. Dit bedrag houdt reeds rekening met de verkoopoptie van het JM Finn-management om de resterende aandelen (gewaardeerd aan 27,5 miljoen euro) na verloop van tijd aan de groep Delen Private Bank te verkopen. Het nuttig eigen vermogen van de groep (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 238,3 miljoen euro, waarvan 49,8 miljoen euro cliënteel van JM Finn en 7,1 miljoen euro cliënteel van Oyens & Van Eeghen) bedroeg 368,4 miljoen euro op het einde van het jaar (vergeleken met 377,3 miljoen euro eind 2016). De groep Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Bazel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De Core Tier1-kapitaalratio van 29,3% ligt ruim boven het sectorgemiddelde en houdt rekening met de langetermijnverplichting om JM Finn minderheidsaandeelhouders uit te kopen. Delen Private Bank beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden blijven conservatief belegd bij de Nationale Bank van België, in kwaliteitsvol overheidspapier (geen PIIGS exposure), bij kwaliteitsbanken op korte termijn of in kwaliteitsvolle kortetermijnverplichtingen van blue-chip bedrijven. De impact van de Bazel III-regelgeving is voor Delen Private Bank gering, vermits het kapitaal van de groep uitsluitend uit Core Tier1-kapitaal bestaat, de portefeuille conservatief is belegd en de ratio's van de groep nu reeds ruimschoots de huidige en toekomstige vereisten overtreffen. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 16,3%, een zeer bevredigend cijfer.
Delen Private Bank (B, Lux, CH)
Delen Private Bank paste in 2017 haar traditionele investeringsprincipes toe om het vermogen van haar cliënteel, binnen de grenzen van hun risicoprofiel, te laten profiteren van de opportuniteiten in de
toename van de kosten in lokale munt te verklaren door hogere personeelskosten en een stijging van de uitgaven voor marketing en IT. De cost-income ratio daalde tot een zeer competitief 53,7% (slechts 42,5% bij Delen Private Bank, 83,7% bij JM Finn). Deze ratio is sterk verbeterd ten opzichte van 2016 (57,8%) doordat de toename van de inkomsten minder dan proportioneel aanleiding gaf tot een stijging van kosten. Eind 2017 telde de groep 676 personeelsleden (VTE), waarvan 360 bij Delen Private Bank, 298 bij JM Finn en 18 bij Oyens & Van Eeghen.
De nettowinst nam in 2017 toe tot 105,8 miljoen euro (tegenover 87,9 miljoen euro in 2016). De bijdrage van JM Finn tot het nettoresultaat van de groep was 7,1 miljoen euro (na afschrijvingslast cliënteel en 19% minderheidsbelangen markten. In de context van een goede economische conjunctuur met goede prestaties van de beurzen wereldwijd, lage inflatie in ontwikkelde landen en een sterke Europese munt, boekte Delen Private Bank zeer behoorlijke resultaten en werden de risico's steeds beperkt gehouden.
In 2017 zette Delen Private Bank haar strategie voort om de kwaliteit en de efficiëntie van het vermogensbeheer te optimaliseren door te blijven streven naar een steeds groter aandeel beheermandaten. Op het einde van 2017 werden 81% (23.704 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel beheerrekeningen 92%. Dit vertegenwoordigt nu meer dan 24.600 beheermandaten. Delen Private Bank belegde voor haar klanten in zeer gespreide aandelenportefeuilles, met de klemtoon op Europa. Bij de obligaties bleef de looptijd kort (minder dan een jaar) om zich te wapenen tegen het risico van rentestijgingen. Op valutavlak resulteerde de diversificatie buiten de eurozone in een negatieve bijdrage. Het obligatiegedeelte van de portefeuilles bleef voornamelijk belegd in kortetermijnbeleggingen in sterke landen en bedrijven, met een dynamischere bijdrage dankzij investeringen in eeuwigdurende obligaties. In 2017 wierp dit beleid zijn vruchten af en droegen alle activaklassen bij tot het resultaat.
Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische private banking markt, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Meer dan drie vierde van de netto-instroom van kapitalen komt via de kantoren buiten de hoofdzetel in Antwerpen. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2017 werden kantoren geopend in Namen, Leuven en in de regio Kempen en werden de kantoren in West-Vlaanderen uitgebreid. De medewerkers in Antwerpen zijn verhuisd naar een tijdelijke locatie, zodat de uitbreidings- en renovatiewerken aan de
hoofdzetel kunnen beginnen. Verdere investeringen zijn gepland in Leuven. In Knokke zal Delen Private Bank een nieuw kantoor openen en in Brussel en Gent zijn uitbreidingen gepland.
Bank J.Van Breda & C° droeg via haar kantoren opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat van Delen Private Bank. Op 31 december 2017 beheerde Delen Private Bank 5.474 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgt Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (1.023 miljoen euro). Op die manier vertegenwoordigt Bank J.Van Breda & C° ongeveer 22% van het totaal beheerd vermogen bij Delen Private Bank.
Bij JM Finn evolueerden de klantenportefeuilles, met gemiddeld een sterkere weging in aandelen, erg positief. Na een volatiele periode in de aanloop naar de brexit-stemming in 2016, heeft de Londense aandelenmarkt resoluut
Delen Private Bank - Brussel Delen Private Bank - Gent Delen Private Bank - Antwerpen
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Brutobedrijfsopbrengsten | 366.912 | 313.071 | 314.094 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 105.836 | 87.877 | 92.417 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 678.792 | 621.204 | 582.554 |
| Beheerd vermogen van cliënteel | 40.544.926 | 37.769.779 | 36.884.917 |
| Cost-income ratio | 53,7% | 57,8% | 54,9% |
| Return on equity | 16,3% | 14,6% | 16,8% |
| Core Tier1-kapitaalratio(2) | 29,3% | 30,9% | 26,0% |
| Personeel (VTE) | 676 | 657 | 641 |
(1) In 2017 zijn alle operationele activiteiten die nog direct onder Delen Investments Comm. VA stonden, overgebracht onder Delen Private Bank waardoor de perimeter van activiteit van Delen Investments Comm. VA en Delen Private Bank, haar enige participatie, dezelfde zijn. Financiële gegevens die gebruikt worden zijn geconsolideerde gegevens voor Delen Investments Comm. VA die overeenkomen met deze perimeter zowel in 2017 als historisch.
(2) Core Tier1 = solvabiliteitsratio
gekozen voor een opwaartse tendens die in 2017 is verdergezet. De verzwakking van het Britse pond heeft ook gezorgd voor een additionele bijdrage van buitenlandse aandelen. Dankzij het talent van haar vermogensbeheerders en de sterke markten in het Verenigd Koninkrijk, was JM Finn in 2017 in staat om mooie resultaten voor haar klanten te realiseren.
De aankoop van 73,49% van de Londense vermogensbeheerder JM Finn in 2011 was een belangrijke stap voor de groep Delen Private Bank. In 2016 en 2017 kocht Delen Private Bank 7,5% van de minderheidsaandelen om zo het directe aandeelhouderschap te verhogen tot 81,0%. Eind 2017 had JM Finn 10.475 miljoen euro (9.294 miljoen £) aan toevertrouwde activa, waarvan 74% in discretionair beheer. De groei in toevertrouwde activa en in het aandeel discretionair beheer bevestigt dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshore vermogensbeheermarkt in combinatie met de gedrevenheid en de ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Engelse vermogensbeheermarkt.
Op operationeel vlak was 2017 opnieuw een druk jaar voor JM Finn dankzij een sterke interactie met haar klanten op kantoor of tijdens evenementen, belangrijke initiatieven om te voldoen aan de verstrengde MiFID II compliance omgeving, het verhogen van de efficiëntie van de organisatie en het verder uitdiepen van de samenwerking met Delen Private Bank. De klemtoon is gelegd op het verhogen van de commerciële activiteit, o.a. door het verder uitrollen van de nieuwe vermogensplanningsactiviteit en door de ingebruikname van nieuwe CRM-software. Het directiecomité van JM Finn blijft ervoor zorgen dat de strategische initiatieven en prioriteiten geleidelijk succesvol geïmplementeerd worden om zo de succesvolle groeistrategie gepaard te laten gaan met een noodzakelijke winstverbetering.
Delen Private Bank nam in 2015 alle aandelen over van Oyens & Van Eeghen, één van Nederlands oudste onafhankelijke financiële instellingen, opgericht in 1797. Delen Private Bank versterkte daarmee haar aanwezigheid in de Benelux. Eind 2017 had Oyens & Van Eeghen 660 miljoen euro aan toevertrouwde activa voor particuliere klanten, waarvan 87% in discretionair beheer. Oyens & Van Eeghen heeft zich in de afgelopen jaren steeds meer en succesvol toegespitst op het segment van gespecialiseerd vermogensbeheer en fiduciaire advisering van particulieren en stichtingen. Oyens & Van Eeghen biedt een kwaliteitsvol platform om in de Nederlandse onshore vermogensbeheermarkt het Delen-model uit te bouwen.
Oyens & Van Eeghen mocht ook genieten van de aantrekkende economische groei en het stimulerende monetaire beleid op de aandelenmarkten. De strategie om aandelen te kopen in cyclische sectoren die na een moeilijke periode relatief ondergewaardeerd zijn, heeft eveneens positief bijgedragen tot het beleggingsresultaat. De looptijden van het obligatiegedeelte van de portefeuilles zijn kort, zoals bij Delen Private Bank. Samen met een doeltreffende selectie van kredietrisico leverden de korte looptijden een mooie bijdrage voor de obligatieportefeuilles. Dankzij overleg met het beheerteam van Delen Private Bank en de overdracht van geconsolideerde verantwoordelijkheid inzake obligatiebeleggingen naar medewerkers van Oyens & Van Eeghen groeien de beleggingsstrategieën in Nederland en België verder naar elkaar toe.
Op operationeel vlak was 2017 een jaar met belangrijke ontwikkelingen voor Oyens & Van Eeghen. De nieuwe directie heeft de fakkel overgenomen in de loop van 2017 en op het einde van het jaar is de dienstverlening aan grote institutionele klanten teruggeschroefd. Het team dat verantwoordelijk was voor deze activiteit is vertrokken om deze activiteit elders verder te zetten. De expertise, in het bijzonder op gebied van beveks, en de IT-systemen door Delen Private Bank in België ontwikkeld, dragen in zeer belangrijke mate bij tot een verbetering van de dienstverlening en efficiëntieverhoging in Nederland. Hierdoor is Oyens & Van Eeghen in staat een groter publiek van particuliere klanten te dienen vanuit haar kantoren in Amsterdam en Den Bosch. Bovendien blijft Oyens & Van Eeghen verder op zoek naar talentvolle commerciële medewerkers om de groei te begeleiden en te versnellen.
Delen Private Bank blijft vasthouden aan haar voorzichtige beleggingsfilosofie en is overtuigd dat deze aanpak het verschil zal blijven maken op lange termijn. Delen Private Bank (België, Luxemburg en Zwitserland), JM Finn (Verenigd Koninkrijk) en Oyens & Van Eeghen (Nederland) zullen zich verder inzetten om nieuwe kapitalen aan te trekken, met een focus op regio's waar de naambekendheid in de lift zit. Delen Private Bank gaat 2018 in met een gezonde dosis voorzichtig optimisme als gevolg van de gunstige conjunctuurvooruitzichten. Niettemin nopen de hoge waarderingsniveaus van aandelen tot enige voorzichtigheid, want de markten zijn kwetsbaar voor een rentestijging en geopolitieke spanningen. Delen Private Bank zal trachten de nieuwe marktomstandigheden zo goed mogelijk te benutten, en de evoluties op de voet te volgen om het vermogen van haar klanten op lange termijn te beschermen en te laten renderen.
Delen Private Bank van links naar rechts: Paul De Winter, Alexandre Delen, Eric Lechien, Arnaud van Doosselaere, René Havaux
www.delen.be
JM Finn - van links naar rechts: boven: Simon Temple-Pedersen, Gregory Swolfs, Hugo Bedford, Eric Lechien onder: Charles Beck, Sarah Soar, Steven Sussman, Paul Dyas
Oyens & Van Eeghen van links naar rechts: Frederik Kalff, Vanessa Geudens, Frederik Baert
Deelnemingspercentage AvH: 79%
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. ABK bank positioneert zich als vermogensbegeleider voor particulieren. Van Breda Car Finance biedt autofinancieringen en financiële autoleasing aan via de autodistributeurs.
In 2017 heeft Bank J.Van Breda & C° opnieuw sterke commerciële prestaties neergezet. De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening aan cliënten) zijn met 10% gestegen, van 16,7 miljard euro eind 2016 naar 18,3 miljard euro eind 2017.
Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 539 miljoen euro, met een rendement op eigen vermogen (ROE) van 7,4%. De geconsolideerde nettowinst bedroeg 39,1 miljoen euro (+4%in vergelijking met 2016). Dit is een goede prestatie gezien de conservatieve beleggingspolitiek van de bank en de aanhoudend lage interestvoeten.
Het geconsolideerd bankproduct nam met 6% toe tot 141 miljoen euro. Gerealiseerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsinstrumenten bedragen minder dan 3% van het totale bankproduct, dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is.
Het renteresultaat daalde met 2%, ondanks de groei in deposito's (+8%) en kredieten (+7%). Dit is een gevolg van een vlakke rentecurve, de druk op de ren-
temarge en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement. De nettofee-inkomsten groeiden met 16%, dankzij 12% groei in de buitenbalansproducten van de cliënten.
Het investeringstraject van de afgelopen jaren werd onverminderd voortgezet. Het volledig geïntegreerd eigen IT-platform positioneert Bank J.Van Breda & Co uitstekend om volop in te spelen op de opportuniteiten van de digitalisering. De bank blijft ook investeren in nieuwe kantoren en in commerciële slagkracht.
De kosten stegen met 5% tot 83,6 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van deze toekomstgerichte investeringen in commerciële slagkracht. Dankzij een hoge efficiëntie daalde de cost-income ratio verder van 59,4% in 2016 naar 59,1% in 2017.
Het door cliënten belegd vermogen steeg met 1,3 miljard euro of 10% tot ruim 13,7 miljard euro. Dit bevestigt het vertrouwen van de cliënten in hun bank. De totale kredietportefeuille steeg met 7% tot ruim 4,5 miljard euro.
Bank J.Van Breda & C° In 2017 werd de lijn van gestage commerciële groei doorgetrokken. Dankzij een totale aangroei van 1,3 miljard euro (+11%) bedroeg het totaal belegd vermogen van ondernemers en vrije beroepen 13,4 miljard euro. Ondanks een context van lage rentevergoedingen groeiden de cliëntendepo-
gen. Dankzij haar strategie van vermogensbegeleiding heeft Bank J.Van Breda & C° ook een belangrijk volume termijnrekeningen op lange termijn. Ondanks de lage rentestand bleef de afvloei hiervan beperkt.
De buitenbalansproducten groeiden met 1 miljard euro (+12%) tot 9,1 miljard euro. Hiervan is 5,4 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in vermogensbeheer.
sito's met 325 miljoen euro (+8%) tot een totaal volume van 4,3 miljard euro. De groei kan nagenoeg volledig worden toegeschreven aan de zichtrekenin-
Mede dankzij de betere conjunctuur en ondanks de hevige concurrentie groeide het volume kredieten aan ondernemers en vrije beroepen met 274 miljoen euro (+7%) tot een volume van 4,1 miljard euro.
Als gevolg van een fusie met Bank J.Van Breda & C° op 17/11/2017 is ABK bank
Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt Bank J.Van Breda & Co steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedroegen resp. 143% en 121%. Dit is ruim boven de vereiste ondergrens
"In 2017 werd de lijn van gestage commerciële groei bij Bank J.Van Breda & Co doorgetrokken." nu een divisie van Bank J.Van Breda & C°. Sinds de overname in 2011, herpositioneerde ABK bank zich als vermogensbegeleider voor particulieren. ABK bank begeleidt haar cliënten met een langetermijnvisie in de opbouw, het beheer en de bescherming van vermogen. Daarbij blijft ABK bank trouw aan de traditie van eenvoudige en transparante producten.
van 100%. De Core Tier1-kapitaalratio bedroeg 14,2%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de internationale markten.
Het eigen vermogen (deel van de groep) steeg van 518 miljoen euro naar 539 miljoen euro. Deze groei van het eigen vermogen maakt het mogelijk de commerciële groei verder te zetten zonder in te boeten op een gezonde hefboom, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (leverage of hefboomratio) bedroeg 8,9%. Dit is een veelvoud van de 3% die de toezichthouder ten vroegste tegen 2018 wil invoeren onder Basel III.
ABK bank presteerde commercieel sterk in het aantrekken van nieuwe klanten met beleggingen. De externe profilering van de bank werd versterkt door de sponsoring van de Belgian Bullets, het succesvolle Belgische dames-bobsleeteam. Het contract loopt t.e.m. de Olympische Winterspelen in 2018.
Eind 2017 werd door de cliënten 358 miljoen euro vermogen toevertrouwd (+4%). Binnen de cliëntendeposito's is er nog een afvloei van niet-doelgroepcliënten, maar deze wordt meer dan gecompenseerd door de toename van buitenbalansproducten van doelgroepcliënten. Deze toename situeert zich zowel bij het vermogensbeheer en de fondsen van Delen Private Bank als bij de beleggingsverzekeringen. De kredietportefeuille daalde met 16,6 miljoen euro tot 108 miljoen euro. Deze daling is bijna volledig te wijten aan de daling van de kredieten in de ondernemingssfeer, wat sinds de overname niet langer de strategische focus is.
De waardeverminderingen op kredieten bleven beperkt tot 0,04% van de gemiddelde kredietportefeuille of 1,7 miljoen euro. Dit voorzichtige beleid heeft echter geenszins een rem gezet op de kredietproductie zodat de geconsolideerde kredietportefeuille groeide met 7%.
Bank J.Van Breda & Co Damesbobsleeteam Belgian Bullets, gesponsord door ABK bank - Antwerpen
Bank J.Van Breda & Co NV
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bankproduct | 141.380 | 133.964 | 133.872 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 39.081 | 37.736 | 40.479 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 538.718 | 518.257 | 501.633 |
| Balanstotaal | 5.424.639 | 4.992.240 | 4.717.833 |
| Totaal belegd door cliënten | 13.742.754 | 12.448.468 | 11.134.393 |
| Kredietportefeuille | 4.528.679 | 4.223.318 | 3.932.237 |
| Waardevermindering op kredieten | 0,04% | 0,01% | 0,01% |
| Cost-income ratio | 59,1% | 59,4% | 55,6% |
| Return on equity | 7,4% | 7,4% | 8,3% |
| Core Tier1-kapitaalratio | 14,2% | 14,8% | 14,5% |
| Solvabiliteitsratio (RAR) | 14,9% | 15,8% | 15,9% |
| Personeel | 471 | 471 | 465 |
Ondanks alle investeringen en de ontwikkeling van meer commerciële slagkracht daalden de kosten met 6%.
le. Dit alles maakt dat Van Breda Car Finance ook in 2017 een sterk resultaat neerzette.
In een licht groeiende automarkt (+1,3% in aantal inschrijvingen van nieuwe personenvoertuigen) zette Van Breda Car Finance een sterke commerciële prestatie neer. Het nieuwe productievolume steeg in 2017 met 20%. De portefeuille groeide met 15% tot 367 miljoen euro. Door de verdere stijging van het aandeel 'financiële leasing' in het totale productievolume nam de rentemarge toe. De waardeverminderingen op kredieten namen toe, maar bleven op een
Van links naar rechts: Véronique Léonard, Dirk Wouters, Vic Pourbaix, Marc Wijnants
De sterke financiële resultaten van 2017 werden ondersteund door het goede beursklimaat en een heropleving van het optimisme onder Europese consumenten en ondernemers. De Europese economie geniet momenteel van een breed gedragen positief momentum waardoor, in navolging van de Federal Reserve (Amerikaanse centrale bank), ook de Europese Centrale Bank (ECB) wil starten met het verstrakken van haar beleid. Deze ommekeer kan echter met de nodige nervositeit gepaard gaan. Bovendien mag niet vergeten worden dat de huidige herstelcyclus ondertussen de op één na langste van het moderne economische tijdperk is.
laag niveau. Ze bedroegen slechts 0,14% van de gemiddelde kredietportefeuil-
De blijvende druk op de rentemarges, de hoge bankenheffingen en de noodzakelijke investeringen in de toekomst drukken op de winstgroei. Bank J.Van Breda & C° blijft echter goed gewapend voor de toekomst in elk van de 3 activiteitsdomeinen.
Het handelsfonds, de reputatie, de positionering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.
Bestemd voor verkoop
Deelnemingspercentage AvH: 50%
De verzekeringsgroep BDM-Asco richt zich via makelaars voornamelijk op maritieme en industriële verzekeringen. BDM is een onderschrijvingsagent, die voor rekening van de verzekeraar Asco en van een aantal belangrijke internationale verzekeraars risicodekkingen aanbiedt in nichemarkten.
De volgehouden saneringsacties van de laatste jaren (voornamelijk in Marine en Auto) hebben tot zeer goede technische resultaten geleid in alle verzekeringstakken van de portefeuille van BDM-Asco. In 2017 groeide de portefeuille bovendien terug aan.
Zo steeg het premie-inkomen in Cargo en Hull met 4% t.o.v. 2016, ondanks een nog steeds zeer competitieve markt. De 'Property & Casualty'-portefeuille groeide in 2017 met 2%. De sterke groei in de nichetakken, zoals Engineering en BOAR Handel & Particulieren, werd enigszins getemperd door een bewuste vermindering van het aandeel op meer volatiele activiteiten. Het globaal premievolume steeg van 53 miljoen euro eind 2016 naar 54 miljoen euro eind 2017.
De Asco brutopremies stegen met 1% in 'Property & Casualty', maar daalden met 22% in Marine als gevolg van de beperking van het aandeel in premies dat door Asco zelf werd onderschreven. Deze aanpak wierp zijn vruchten af op het vlak van technische resultaten, waardoor Asco eind 2017 een nog beter technisch resultaat afleverde dan eind 2016.
Samen met goed gecontroleerde overheadkosten en ondanks wat mindere beleggingsresultaten (in lijn met de performantie van de financiële markten) resulteerde dit in een geconsolideerd resultaat na belastingen van 3,6 miljoen euro eind 2017, t.o.v. 1,1 miljoen euro eind 2016.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| ASCO | |||
| Brutopremies | 26.714 | 27.794 | 32.175 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 3.634 | 1.145 | 248 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 15.350 | 11.782 | 10.614 |
| BDM | |||
| Geïnde premies | 53.949 | 52.685 | 53.631 |
| Bedrijfsopbrengsten | 5.930 | 5.989 | 6.155 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -538 | 47 | 72 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 4.728 | 5.266 | 5.177 |
| Personeel (BDM-Asco) | 61 | 50 | 55 |
In 2017 heeft Asco 100% van de Luxemburgse herverzekeraar Canal Re (voordien een dochterbedrijf van Nationale Maatschappij der Pijpleidingen) verworven. Canal Re werd vanaf 2017 ingeschakeld in de herverzekeringsstructuur van Asco.
Op 18 december 2017 hebben AvH en SIPEF, beiden voor 50% aandeelhouders van verzekeringsgroep BDM-Asco, aangekondigd 100% van de BDM-Asco aandelen te verkopen aan het beursgenoteerde The Navigators Group, Inc. Deze transactie is nog onderworpen aan de goedkeuring van de betreffende toezichthouders. The Navigators Group is een internationale verzekeringsholding, gespecialiseerd in niche-verzekeringen, met activiteiten in de VSA, het VK, het Europees vasteland en Azië. Na de acquisitie van BDM-Asco zal het een centrale rol spelen in de uitbouw van de groei van The Navigators Group in Europa.
BDM-Asco
Van links naar rechts: Bart Dewulf, Michel de Lophem, Wilfried Van Gompel, Hugo De Cupere, Sofie Lins, Luc De Backer, Jos Gielen
www.bdmantwerp.be - www.ascocontinentale.be
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Extensa Group | 29,9 | 30,4 | 31,0 |
| Leasinvest Real Estate | 14,9 | 10,1 | 9,9 |
| Anima Care | 4,4 | 3,6 | 1,1 |
| HPA | 5,1 | 2,1 | 1,6 |
| Holding Groupe Duval | - | - | -8,0 |
| Totaal | 54,3 | 46,2 | 35,6 |
Alle deelnemingen actief in 'Real Estate & Senior Care' evenaren of verhogen in 2017 hun resultaat. Met een gezamenlijke bijdrage van 54,3 miljoen euro tot de groepswinst overtreffen ze hun sterke prestatie van 2016.
Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op residentiële en gemengde projecten in België en het Groothertogdom Luxemburg.
30%
Het beursgenoteerde LRE beheert vastgoed in retail en kantoren in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk.
93%
Anima Care focust op het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België.
72%
HPA is actief in de seniorenhuisvesting in Frankrijk en overkoepelt de activiteiten van Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé (vastgoed).
Deelnemingspercentage AvH: 100%
Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op grootschalige binnenstedelijke projecten in België en het Groothertogdom Luxemburg.
Extensa Group evenaarde in het boekjaar 2017 met een nettowinst van 29,9 miljoen euro het goede resultaat van 2016 (30,4 miljoen euro).
De brutobijdrage van Tour & Taxis bedroeg 16,8 miljoen euro. Dit resultaat vloeit voort uit de verhuur en het beheer van eigendommen (zoals de Sheds, Hôtel de la Poste, parkings, evenementen), de verkoop van appartementen in de residentie Gloria en de bijdrage van het project VAC De Meander (Herman Teirlinck-gebouw), dat aan de huurder op lange termijn (de Vlaamse Regering) werd opgeleverd en aan Baloise Group werd verkocht.
In Luxemburg leverde Cloche d'Or een brutobijdrage op van 27,2 miljoen euro uit twee kantoorprojecten in aanbouw en de verkoop van appartementen.
Het balanstotaal daalde van 653 miljoen euro eind 2016 naar 412 miljoen euro eind 2017, voornamelijk wegens de verkoop van de aandelen in VAC De Meander. Het eigen vermogen daalde van 242 miljoen euro eind 2016 naar 164 miljoen euro. Extensa heeft in 2017 haar 29,3%-belang in Leasinvest Real Estate verkocht aan AvH en vervolgens een dividend uitgekeerd van 156,8 miljoen euro, wat de significante daling van het eigen vermogen van Extensa verklaart.
Tour & Taxis - Brussel Leefmilieu en Herman Teirlinck - Brussel
Stadsontwikkelingsprojecten
Het speciale bestemmingsplan voor de volledige Tour & Taxis-site in Brussel werd in juni 2017 goedgekeurd en schept een duidelijk juridisch kader voor de verdere ontwikkeling.
Het kantoorgebouw Herman Teirlinck (bruto 48.096 m²) werd in augustus 2017 aan de Vlaamse Regering opgeleverd. Dit energie-efficiënte gebouw is volledig operationeel als het nieuwe Vlaams Administratief
Centrum in Brussel. In november 2017 voltooide Extensa de verkoop van de projectonderneming aan Baloise Group. De brutobijdrage wordt verwerkt volgens het voltooiingspercentage van het gebouw (2015-2017) en bedroeg 10,9 miljoen euro in 2017. Extensa heeft met de opbrengst van deze verkoop het saldo afbetaald van het overbruggingskrediet van 75 miljoen euro dat het begin 2015 had genomen om haar aandeel in Tour & Taxis met 50% te verhogen.
De 115 appartementen van de residentie Gloria, het eerste appartementsgebouw op de Tour & Taxis-site, werden in het eerste kwartaal van 2017 opgeleverd. Eind 2017 waren alle wooneenheden verkocht, op één na (een modelappartement).
De bouwvergunning voor de rest van de residentiële buurt en voor de 'Gare Maritime' is nog in behandeling en wordt in 2018 verwacht.
De renovatie van de bestaande structuur van de 'Gare Maritime' is gestart en zal in het tweede kwartaal van 2018 voltooid zijn. Dit vroegere goederenstation (40.000 m²) wordt het nieuwe middelpunt van de Tour & Taxis-site en combineert werkruimte, themawinkels en een food court. Enkele van de omliggende gebouwen (de Quai, 'De Gevaarlijke Producten') werden ook gerenoveerd en worden vooral gebruikt voor evenementen. Eind 2017 was ongeveer 40% van de kantoorruimte van de 'Gare Maritime' het voorwerp van ondertekende intentiebrieven van toekomstige huurders.
Op het terrein aan de Willebroekkaai startte Extensa het Riva-project met 139 appartementen met zicht op het kanaal en het Koninklijk Pakhuis. Eind 2017 waren voldoende reserveringen ondertekend om met de bouw te beginnen. De bouw van de nieuwe Picardbrug door Beliris zal in het tweede kwartaal van 2018 beginnen.
Cloche d'Or - Luxemburg Cloche d'Or - Deloitte kantoorgebouwen - Luxemburg (artist impression)
Het 'Groeningen'-project in Kontich (650 huizen en appartementen) werd door de gemeente goedgekeurd maar is het voorwerp van beroepsprocedures door derden. In Wallonië gaan de planningprocedures voor de projecten in Waver,
In het kader van het Cloche d'Or-project heeft Grossfeld PAP (Extensa 50%) aankoopopties op zeer goed gelegen terreinen in het zuiden van de stad Luxemburg. De aanleg van de twee nieuwe boulevards door de stad Luxemburg en de Luxemburgse staat vordert volgens plan. Delen van de nieuwe wegen zijn al geopend voor het publiek.
De verkoop op plan van de appartementen begon in oktober 2014. Eind 2017 waren 803 wooneenheden verkocht, wat de verwachtingen overtreft. De bouwwerken gaan verder en de marges worden verwerkt volgens hun vooruitgang.
De bouwwerken voor de hoofdkantoren van Alter Domus (10.500 m²) en
Deloitte Luxembourg (30.000 m²) evolueren ook volgens plan. De oplevering is nog altijd voorzien voor het derde kwartaal van 2018. In december 2017 begonnen exclusieve onderhandelingen met Ethias en Integrale over de verkoop van het project Deloitte.
Verscheidene nieuwbouwprojecten doorlopen de administratieve procedures om uitvoerbare vergunningen te verkrijgen. In Vlaanderen omvat de portefeuille projecten in Edegem, Schilde, Wuustwezel, Kapellen, Brasschaat, Zoutleeuw, Roeselare en Leuven.
"Extensa Group evenaart
Terhulpen en Tubeke verder.
in 2017 met een nettowinst van 29,9 miljoen euro het goede resultaat van 2016." Alle appartementen van het binnenstedelijke project 'De Munt' in Roeselare (Extensa 50%) zijn opgeleverd, maar zijn nog niet volledig verkocht.
In Trnava, Slowakije, blijft Top Development (Extensa 50%) haar retailpark
(7.730 m²) beheren en overweegt het de verkoop van haar energienet in 2018. Bijkomende verkopen of ontwikkelingen van de beschikbare terreinen worden onderzocht.
In december 2017 werd Extensa na jaren procederen de volledige eigenaar van de grondposities in Roemenië (die voordien in een 50% joint venture werden gehouden), zodat de ontwikkeling kan vorderen.
Voor de grondpositie in de Topkapi-buurt (Zeytinburnu) in Istanboel wordt met de overheid onderhandeld over het ontwikkelingsproject (ongeveer 250 appartementen). Een bouwvergunning wordt in 2018 verwacht.
Eind 2017 bleven naast de erfgoedgebouwen op de Tour & Taxis-site nog 4 andere gebouwen in portefeuille, met een totale boekwaarde van 11 miljoen euro. Een van deze laatste gebouwen zal in het eerste kwartaal van 2018 worden verkocht. De andere blijven volledig verhuurd.
De lopende projecten op Tour & Taxis en Cloche d'Or zullen ook in 2018 en de daaropvolgende jaren de resultaten ondersteunen.
Tour & Taxis - Riva & Picardbrug - Brussel (artist impression) Tour & Taxis - Gare Maritime - Picard - Brussel (artist impression)
| Extensa Group NV: Balans | |||
|---|---|---|---|
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Participatie in Leasinvest Real Estate (LRE) | 0,0 | 104,3(1) | 106,1(1) |
| Tour & Taxis | 215,4 | 359,8 | 240,0 |
| Cloche d'Or | 77,4 | 80,3 | 91,1 |
| Andere posities | 48,5 | 58,3 | 58,2 |
| Cash & equivalent | 28,4 | 32,9 | 38,3 |
| Andere activa | 42,3 | 18,2 | 25,4 |
| Totaal actief | 412,0 | 653,8 | 559,1 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 163,6 | 242,4 | 205,2 |
| Minderheidsbelangen | 20,1 | 5,7 | 8,4 |
| Financiële schuld(2) | 129,8 | 293,0 | 266,1 |
| Andere passiva | 98,5 | 112,7 | 79,4 |
| Totaal passief | 412,0 | 653,8 | 559,1 |
(1) Aantal aandelen 1.444.754 (29,3%); aandelen via AvH: 37.211 (2) Netto financiële schuld: € 100,3 mio (2017), € 260,1 mio (2016), € 227,9 mio (2015)
Van links naar rechts: Filip Dumalin, Laurent Jacquemart, Kris Verhellen, Peter De Durpel, Ward Van Gorp
Deelnemingspercentage AvH: 30%
Leasinvest Real Estate (LRE) is een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap en focust op retail en kantoren in drie landen (Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk).
Mercator - Luxemburg
De verbetering van de economische conjunctuur in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk hield aan in 2017. Met de diversificatie naar Luxemburg (sinds 2006) en Oostenrijk (eind 2016) ontwikkelt LRE zich buiten België naar landen met een AAA-rating, een gezonde economie met weinig werkloosheid en een hoog BNP per capita, die een gestage groei kennen.
LRE: Vastgoedportefeuille (% op basis van de reële waarde)
zen om maar in 2 activa klassen aanwezig te zijn en het grootste deel van de logistieke portefeuille te verkopen. Deze bijgestelde focus zal resulteren in een efficiëntere organisatie, een verbeterde kostenstructuur en kwaliteit van de bestaande portefeuille.
In het Groothertogdom Luxemburg is LRE één van de belangrijkste buitenlandse vastgoedinvesteerders. In deze markt werden in 2017 ongeveer evenveel verhuringen van kantoren gerealiseerd als in 2016 nl. 213.000 m². De leegstandsgraad bleef er laag met 4,4%. De verhuringen van retail waren vergelijkbaar met 2016. In Bel-
"Leasinvest Real Estate heeft beslist te focussen op twee activaklassen (retail en kantoren) en 3 landen (Luxemburg, België en Oostenrijk)."
('fair value') van de geconsolideerde vastgoedportefeuille, inclusief de projectontwikkelingen, 903,0 miljoen euro (tegenover 859,9 miljoen euro per eind 2016).
gië noteerde de kantorenmarkt een verbetering van de verhuurvolumes met 8% tot 785.000 m² t.o.v. 2016. De 'prime rent' huurprijzen stegen en de leegstand daalde verder tot 8,2%. Het verhuurvolume in de retailmarkt evolueerde daarentegen negatief met een daling van 9,5% tot 345.000 m². In Oostenrijk zit de retailmarkt in een transformatiefase, waarbij de modernisering van grotere retailparken/clusters een succes kent. Door de groeiende bevolking in en rond Wenen is er een gestage groei in de retailverhuur.
De strategie van Leasinvest Real Estate kende in 2017 een zeer belangrijke wending. Wegens het gebrek aan interessante bijkomende investeringen in Zwitserland werd er beslist om de vrijgekomen middelen uit de verkoop van de Zwitserse portefeuille te heralloceren in Oostenrijk. Verder werd er gekomet einde 2016 (96,77%) wordt vooral verklaard door de herontwikkeling van het kantoorgebouw Montoyer 63 en door de verkoop in de loop van 2017 van de volledig verhuurde logistieke gebouwen en van de eigendommen in Zwitserland. Na bijkomende investeringen in vastgoedcertificaten Lux Airport heeft LRE haar belang hierin uitgebreid tot meer dan twee derde van de uitstaande certificaten, waardoor de inkomsten hiervan (1,3 miljoen euro) ook als huuropbrengst werden meegenomen, naast een eenmalige meerwaarde van 8,1 miljoen euro die in de rekeningen van 2017 werd uitgedrukt.
De totale bezettingsgraad bleef hoog: 94,80%. De lichte daling in vergelijking
Het huurrendement is gedaald van 6,78% per einde 2016 naar 6,44% op jaareinde 2017. De huurinkomsten zijn licht gestegen tot 56,9 miljoen euro in
Hornbach - Oostenrijk
Stadlau - Oostenrijk
vergelijking tot vorig jaar (56,6 miljoen euro). Het verlies aan huurinkomsten dat volgt uit de verkoop van verschillende panden in 2017, werd meer dan gecompenseerd door de aankoop van 2 nieuwe panden in Oostenrijk, door een stijging van de bezettingsgraad op verschillende gebouwen in portefeuille (vnl Mercator en Riverside) en de opname van de coupon van de certificaten Lux Airport als huurinkomst.
Op het jaareinde 2017 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 382 miljoen euro (2016: 356 miljoen euro). Het geherwaardeerde netto-actief bedroeg 77,4 euro per aandeel op basis van de reële waarde van het vastgoed (72,2 euro per eind 2016) en 81,1 euro op basis van de investeringswaarde (75,6 euro per eind 2016). De financiële schulden bleven stabiel op 540 miljoen euro. De schuldgraad (berekend volgens K.B. 13.07.14) is gedaald tot 57,1% (58,0% per eind 2016). Het balanstotaal bedroeg 999 miljoen euro op het einde van het boekjaar (2016: 988 miljoen euro).
LRE sloot haar boekjaar 2017 duidelijk beter af dan vorig jaar met een hoger nettoresultaat (deel groep) van 47,5 miljoen euro (29,4 miljoen euro per eind
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Nettoresultaat (deel groep) | 47.545 | 29.436 | 30.618 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 382.206 | 356.407 | 362.405 |
| Vastgoedportefeuille (reële waarde) | 902.994 | 859.931 | 869.361 |
| Huurrendement (%) | 6,44 | 6,78 | 6,88 |
| Bezettingsgraad (%) | 94,80 | 96,77 | 95,80 |
| Per aandeel (in €): | |||
| Netto-actief waarde | 77,40 | 72,20 | 73,40 |
| Slotkoers | 96,00 | 105,50 | 93,09 |
| Brutodividend | 5,00 | 4,90 | 4,70 |
Lux Airport - Luxemburg
2016), hetzij 9,63 euro per aandeel (5,96 euro per eind 2016). Dit is voornamelijk te danken aan belangrijke meerwaarden op de gebouwenportefeuille.
De koers van het LRE-aandeel schommelde in 2017 tussen 93,99 euro en 107,95 euro. De slotkoers op het einde van het jaar bedroeg 96,00 euro. Het brutodividend per aandeel over het boekjaar 2017 zal 5,00 euro bedragen, wat een brutodividendrendement (op basis van de slotkoers) oplevert van 5,2% (boekjaar 2016: 4,6%).
Begin januari werden de afbraak- en constructiewerken opgestart voor het kantoorgebouw Montoyer 63, gelegen op de Montoyerstraat te Brussel. De voorlopige oplevering ervan wordt verwacht tegen eind 2018.
Begin mei verwierf Leasinvest Real Estate het kantoorgebouw Mercator gelegen aan de Route d'Arlon in stad Luxemburg. Dit was bij de overname maar voor 42% bezet, maar werd tegen eind 2017 100% verhuurd.
Eind juni werd het semi-industrieel gebouw Vierwinden te Nossegem verkocht voor een verkoopprijs van 2 miljoen euro.
Eind september werden de verbouwingswerken van de eerste fase in het Boomerang Retail Park Strassen (Luxemburg) succesvol beëindigd. De zittende huurders hadden hun huurcontracten verlengd. Voor de tweede fase werd de bouwvergunning verkregen eind 2017. De werken zullen aanvangen in 2018.
Gedurende 2017 werden verschillende verhuringen gerealiseerd in Luxemburg, België en Oostenrijk.
Jean-Louis Appelmans zal eind mei 2018 met pensioen gaan, na bijna 19 jaar als CEO van Leasinvest Real Estate. Hij zal opgevolgd worden door Michel Van Geyte, huidig CIO en co-CEO.
Voor 2018 verwacht Leasinvest Real Estate huurinkomsten in lijn met 2017. De financieringskosten zullen dalen, mede door een herstructurering in de derivatenportefeuille. Behoudens uitzonderlijke en onverwachte gebeurtenissen, zou dit ertoe moeten leiden dat het dividend minstens op hetzelfde niveau gehandhaafd kan worden.
Van links naar rechts: Jean-Louis Appelmans, Michel Van Geyte
www.leasinvest.be
Deelnemingspercentage AvH: 93%
Anima Care legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de residentiële ouderenzorg. Anima Care investeert zowel in de uitbating als in het vastgoed.
Anima Care exploiteert per 31 december 2017 2.010 bedden: 1.728 rusthuisbedden, 77 bedden herstelverblijf en 205 assistentiewoningen, verspreid over 20 zorgcentra (8 in Vlaanderen, 8 in Brussel, 4 in Wallonië).
Anima Care realiseerde in 2017 een omzet van 75,2 miljoen euro. De omzetstijging met 18,8 miljoen euro t.o.v. 2016 is voornamelijk te danken aan de recente acquisities. De impact van de 6 overnames die in 2017 werden gerealiseerd werd nog versterkt door de bijdrage voor een volledig jaar van Le Birmingham en Duneroze. Deze 2 residenties, samen goed voor 260 bedden, werden vanaf het vierde kwartaal van 2016 meegenomen in de resultaten.
De EBITDAR nam toe tot 16,1 miljoen euro (2016: 14,0 miljoen euro). De nettowinst van 2017 bedroeg 4,8 miljoen euro (2016: 3,9 miljoen euro).
Het eigen vermogen van de groep is gestegen van 46,6 miljoen euro per eind 2016 tot 54,3 miljoen euro per eind 2017. In 2017 werd het kapitaal voor 2,0 miljoen euro bijkomend volgestort. Eind 2017 blijft er nog 4,7 miljoen euro aan kapitaal te volstorten.
De netto financiële schulden namen toe van 72,7 miljoen euro per eind 2016 naar 85,2 miljoen euro per eind 2017. De toename van de nettoschuldpositie
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 75.182 | 56.438 | 46.981 |
| EBITDA | 14.281 | 13.094 | 8.890 |
| EBIT | 6.232 | 8.392 | 4.539 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 4.799 | 3.939 | 1.075 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 54.295 | 46.645 | 40.039 |
| Netto financiële positie | -85.247 | -72.705 | -69.242 |
| Balanstotaal | 172.929 | 151.902 | 140.180 |
| Personeel | 1.365 | 1.119 | 824 |
Eden - Vorst (artist impression)
is voornamelijk toe te schrijven aan de financiering van de overnames van de 6 woonzorgcentra die in 2017 werden verworven en van de diverse bouwprojecten die in 2017 werden opgestart. De recente overnames en de investeringen in de nieuwbouwprojecten vertalen zich in een stijging van het balanstotaal van 151,9 miljoen euro per eind 2016 tot 172,9 miljoen euro per eind 2017.
Anima Care kende in 2017 een sterke groei van haar activiteiten. Via acquisities nam het aantal zorgcentra toe van 14 naar 20 en steeg het aantal rusthuisbedden in uitbating van 1.347 per eind 2016 naar 1.728.
De 22 assistentiewoningen in de uitbreidingsnieuwbouw te Blegny werden in juli in gebruik genomen.
Daarnaast werden in de loop van 2017 verschillende bouwprojecten opgestart. • De nieuwbouw op de site Erasmus Gardens te Anderlecht zal een capaciteit hebben van 159 rusthuisbedden, aangevuld met 34 assistentiewoningen. Het gebouw zal in het voorjaar van 2019 in gebruik worden genomen.
In januari 2018 heeft Anima Care het woonzorgcentrum Ark van Noé, met 57 rusthuisbedden in uitbating, te Grote-Spouwen (Bilzen) overgenomen. Anima Care neemt eveneens het nieuwbouwproject met een capaciteit van 99 woongelegenheden in het centrum van Grote-Spouwen over. De verhuis van Ark van Noé naar de nieuwbouw is gepland voor medio 2019.
In 2018 zal Anima Care haar focus vooral leggen op de integratie en de verbetering van de operationele processen van de recente acquisities en op de opvolging van de diverse bouwprojecten.
Verschillende projecten zijn in voorbereiding, o.a. verbouwingswerken te Awans en een nieuwbouw op de site van Tour & Taxis.
Anima Care heeft de ambitie om verder te blijven groeien via overnames, via nieuwbouwprojecten en via de uitbreiding van haar dienstenpakket. Schaalvergroting is immers de belangrijkste bouwsteen om de toekomstige winstgevendheid verder te verbeteren. Anima Care zet resoluut in op kwaliteit. Via de ontwikkeling en integratie van performante systemen en processen werkt Anima Care constant aan de verbetering van haar operationele werking. Anima Care combineert een optimale dienstverlening met investeringen in kwaliteitsvol vastgoed en is met haar 100% Belgische verankering een unieke zorgverstrekker in de Belgische markt.
Van links naar rechts: boven: Peter Rasschaert, Jeroen Versnick, Luc Devolder onder: Johan Crijns, Ingrid Van de Maele
www.animacare.be
HPA HPA beheert via haar dochterondernemingen Residalya (exploitatie) en Patrimoine & Santé (vastgoed) een netwerk van 34 rusthuizen in Frankrijk, met een capaciteit van 2.597 bedden en een kinderdagverblijf met 50 plaatsen. Deelnemingspercentage AvH: 72%
Residalya ontwikkelt sinds meer dan 10 jaar een zeer kwaliteitsvol aanbod dat gebaseerd is op een goede samenwerking tussen haar werknemers, haar bewoners en de overheden die het beleid rond residentiële ouderenzorg bepalen. Patrimoine & Santé is de eigenaar van een belangrijk deel van het door Residalya uitgebate vastgoed.
Le Clos Rousset
trimoine & Santé in handen.
2017 werd gekenmerkt door de voltooiing van de herstructurering van het aandeelhouderschap van HPA. Conform de akkoorden met Eric Duval werd begin 2017 de 21,8% die AvH nog aanhield in Holding Groupe Duval omgeruild tegen aandelen van Patrimoine & Santé. Deze werden vervolgens ingebracht in HPA. HPA heeft aldus op het einde van het boekjaar 2017 100% van de aandelen van Residalya en van Pa-
| (€ 1.000) | 2017(1) | 2016(1) | 2015(2) |
|---|---|---|---|
| Omzet | 114.114 | 105.578 | 91.576 |
| EBITDA | 21.471 | 20.169 | 6.369 |
| EBIT | 9.047 | 3.703 | 2.868 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 7.051 | 2.936 | 1.875 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 80.076 | 61.062 | 25.604 |
| Netto financiële positie | -193.314 | -182.297 | -22.238 |
| Balanstotaal | 352.658 | 337.224 | 96.267 |
| Personeel | 1.608 | 1.547 | 1.445 |
Résidence Valois
In vergelijking met 2016 kende de bezettingsgraad in 2017 een lichte terugval tot 96,6%. De voornaamste oorzaak was de wintergriep begin 2017, die enerzijds HPA's residenten zwaar heeft getroffen maar anderzijds ook de ouderenbevolking in het algemeen. Hierdoor was er een vertraging merkbaar in de instroom van nieuwe bewoners.
Residalya realiseerde in 2017 een omzet van 114,1 miljoen euro, een stijging met 8,1% in vergelijking met 2016. Deze evolutie is te danken aan een uitbreiding van de perimeter met twee nieuwe residenties en de verdere integratie van de crèche en het rusthuis van Laval dat nu voor het volledige jaar mee opgenomen wordt na verhoging van de participatie medio 2016. De omzetstijging is tevens het resultaat van de continue commerciële inspanningen die geleverd worden ondanks een minder gunstige marktcontext en een zeer concurrentiële omgeving.
De EBITDAR bedroeg 25,4 miljoen euro, een stijging met 9,0% ten opzichte van 2016. De EBITDA eindigde op 21,5 miljoen euro. HPA is eigenaar van bijna 80% van haar vastgoedactiva. De nettowinst van 2017 werd voor 4,2 miljoen euro beïnvloed door een positief belastingeffect.
De nettoschuld, die voornamelijk uit vastgoedschulden bestaat, steeg met 11,0 miljoen euro als gevolg van overnames en uitbreidingswerken tijdens het boekjaar.
Het netwerk werd in 2017 uitgebreid met de verwerving van twee nieuwe residenties (gebouwen en exploitatie). Résidence Pyla sur Mer (Gironde) heeft een capaciteit van 60 bedden en zal in de komende twee jaar uitgebreid worden naar 83 bedden. Dit zal het mogelijk maken het huidige gebouw te moderniseren en de omvangrijke grondoppervlakte die samen met de residentie werd verworven te valoriseren. Villa Thalia (Chalon-sur-Saône) heeft een capaciteit van 95 bedden en vervolledigt de aanwezigheid van HPA in Bourgogne-Franche-Comté. Ook voor deze residentie zijn renovatie- en uitbreidingswerken gepland die in 2020 voltooid zouden moeten zijn. Deze moeten toelaten een differentiërend en performant woon- en zorgaanbod te bieden in een gebied met een hoogbejaarde bevolking.
Real Estate & Senior Care 97
Tegelijkertijd verlopen de uitbreidingen en nieuwbouwactiviteiten op het bestaande vastgoed in lijn met de voorziene planning. In Besançon wordt de huidige exploitatie uitgebreid met 14 rusthuisbedden en 25 appartementen voor zelfstandig wonen. De oplevering wordt in het voorjaar van 2018 verwacht. Nadien volgt een gedeeltelijke opfrissing van het bestaande gebouw.
Residalya en Patrimoine & Santé hebben ook verscheidene nieuwbouwprojecten in de steigers staan met als doel bestaande exploitaties te verhuizen naar vastgoed dat meer beantwoordt aan de hoge kwaliteitsstandaard. In Taillan Médoc worden twee bestaande residenties (Clos Caychac en Aloha) samengebracht op één locatie, die een capaciteit zal hebben van 80 rusthuisbedden en 24 appartementen van zelfstandig wonen. Deze zullen in het voorjaar van 2019 klaar zijn. Daarnaast wordt ook gewerkt aan de verplaatsing van Villa Charlotte - Ain naar Oyonnax en de verplaatsing van de residenties Le Rivage en Ambroise Paré naar een andere locatie in Lyon.
Uit operationeel oogpunt zal het boekjaar 2018 gericht zijn op het optimaliseren van de bezettingsgraad, alsook van de gemiddelde dagprijs, mits behoud van competitiviteit.
De opening van een Résidence Autonomie (appartementen voor zelfstandig wonen) in Besançon zal de positionering van dit nieuw type voorziening in de onmiddellijke nabijheid van de door Residalya beheerde rusthuizen bevestigen. In 2018 worden ook de renovatiewerken voortgezet van Demeure du Bois Ardent (Manche), de residenties Les Cinq Sens (Gard) en La Lande Saint-Martin (Loire Atlantique). De nieuwbouw in Taillan (Gironde), Oyonnax (Ain) en Tourde-Salvagny (Rhône) wordt versneld.
Residalya blijft nieuwe uitbreidingsopportuniteiten van haar netwerk bestuderen, onder meer de integratie van sociale residenties zonder winstoogmerk door middel van beheersmandaten en de aankoop/bouw van exploitatievastgoed. Het is de bedoeling om zowel haar imago als sociaal operator te versterken als verdere synergieën te bewerkstelligen.
Van links naar rechts: Frédéric Hoepffner, Marie-José Le Roy Raynal, Hervé Hardy, Christophe Fabre
www.residalya.fr
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| SIPEF(1) | 15,9 | 10,0 | 4,6 |
| Sagar Cements | 0,4 | 0,4 | 1,2 |
| Oriental Quarries & Mines | -0,2 | -3,1 | 0,0 |
| Nationale Maatschappij der Pijpleidingen | 2,1 | 1,9 | 1,6 |
| Totaal | 18,2 | 9,2 | 7,4 |
(1) Exclusief € 19,8 mio niet-recurrente herwaarderingsmeerwaarde, n.a.v. de overname van PT Agro Muko
De winstbijdrage vanuit 'Energy & Resources' verdubbelt bijna, onder impuls vooral van SIPEF, dat in 2017 flink betere producties realiseert die - in combinatie met een betere verkoopprijs voor palmolie - de basis vormen voor een stijgend operationeel resultaat. De geslaagde uitbreiding van haar plantages leidden ook tot het uitdrukken van een (nietrecurrente) herwaarderingsmeerwaarde, waarin het deel van AvH 19,8 miljoen euro bedraagt.
OQM
50%
18%
30%
SIPEF is een agro-industriële groep gespecialiseerd in tropische landbouw, met een focus op palmolie en rubber in het Verre Oosten.
Het beursgenoteerde Indische bedrijf Sagar Cements produceert een ruim assortiment van cement.
Oriental Quarries & Mines ontgint en produceert aggregaten in India, zowel bestemd voor de wegenbouw als voor de productie van beton.
Deelnemingspercentage AvH: 30%
De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF is direct geïnvesteerd in tropische landbouw, voornamelijk in de productie van duurzame ruwe palmolie in Zuid-Oost-Azië.
De kernactiviteiten van de groep bevinden zich historisch op het eiland Sumatra in Indonesië, waar gespreid over diverse locaties een totaal van 55.686 hectaren aangeplant zijn met oliepalmen en 6.425 hectaren met rubberbomen, ondersteund door 6 palmolie extractie-units en 3 rubberfabrieken. In het gebergte nabij Bandung op het eiland Java bevindt zich Cibuni, een hoogwaardige theeplantage met 1.752 beplante hectaren en een bijhorende fabriek voor de productie van zwarte thee. De Indonesische activiteiten zijn veruit het belangrijkst voor de groep en vertegenwoordigen 61,8% van de brutobedrijfswinst.
Sinds de jaren '70 werd ook een tweede, weliswaar kleinere, plantageactiviteit in oliepalmen ontwikkeld in Papoea-Nieuw-Guinea. De oliepalmplantages werden gestaag uitgebreid tot een vestiging met 13.621 hectaren oliepalmen en 3 fabrieken. Door de verwerking van de oogsten van de omliggende boeren (ongeveer eenzelfde oppervlakte), zijn deze palmolieactiviteiten verantwoordelijk voor 34,3% van de brutobedrijfswinst.
De focus van het bedrijf is dus volledig gericht op Zuid-Oost-Azië. Van de historisch belangrijkere belangen in Afrikaanse landbouwondernemingen zijn enkel nog de vanuit Ivoorkust rendabele productie van bananen en tropische bloemen voor de Europese exportmarkt behouden. Dankzij een totale oppervlakte van 732 beplante hectaren vertegenwoordigde dit 3,2% van de brutobedrijfswinst van 2017.
Productie(1) en beplante oppervlakten
| Productie (ton)(1) | Oppervlakte (ha) |
|---|---|
| 330.958 | 69.307 |
| 8.179 | 6.425 |
| 2.402 | 1.752 |
| 29.772 | 690 |
(1) Eigen + uitbesteed
SIPEF kende operationeel een zeer goed jaar. In vergelijking met het relatief zwakke productiejaar 2016, dat werd geteisterd door het uitgesteld El Niño droogte-effect van 2015, steeg de palmolieproductie in de SIPEF groep met 11,2%. Met uitzondering van het vierde kwartaal, noteerde SIPEF recordoogsten in de meeste van de palmolieactiviteiten in Sumatra en in Papoea-Nieuw-Guinea. Door stijgende verkoopprijzen voor palmolie en rubber in het eerste kwartaal van het jaar en licht dalende kostprijzen, steeg de jaaromzet van de groep met 20,5% en de brutobedrijfswinst
met 63,3%. Hierdoor bedroeg het bedrijfsresultaat 90,3 miljoen USD tegenover 47,5 miljoen USD vorig jaar.
Aangezien de langetermijninvesteringen in de landbouwsector voornamelijk met eigen vermogen worden gefinancierd, zijn de interestlasten zeer beperkt. Na een effectieve belastinglast van 26,7%, bleef er een nettoresultaat (deel groep) van 64,5 miljoen USD, een stijging met 61,7% tegenover het resultaat van 39,9 miljoen USD vorig jaar. Door de verwerving van de controle op PT Agro Muko werd conform IFRS 3 een eenmalige meerwaarde van 79,3 miljoen USD opgenomen door de herwaardering van de oorspronkelijke deelneming in deze onderneming, zodat het finale nettoresultaat, deel groep, 139,7 miljoen USD bedroeg.
De eerste drie kwartalen van het jaar waren uitzonderlijk productief, zodat de palmolieproductie per eind september met 16,5% gestegen was tegenover de, door het El Niño-effect aangetaste, lagere producties van 2016. In het vierde kwartaal was de groei iets minder uitgesproken in de Indonesische plantages en zelfs licht dalend in Papoea-Nieuw-Guinea. Hierdoor steeg de totale jaarproductie nog 11,2%. De algemeen stijgende tendens werd vooral waargenomen in de volgroeide plantages van Noord-Sumatra (+13,8%) en in mindere mate in de relatief jonge aanplanten in UMW/TUM (+6,5%). De in herplanting verkerende Agro Muko plantages nabij Bengkulu bleven op het niveau van 2016 (+0,5%). De relatief jonge aanplanten in de expansiezones van Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea kwamen tot grotere maturiteit. De gunstige weersomstandigheden zorgden ervoor dat de jaarproductie van de eigen plantages steeg met 18,6% en deze van de oudere aanplanten van omliggende boeren met 14,2%.
In dezelfde regio werd begin augustus ook de overname afgerond van 95% van de aandelen van PT Dendymarker, voor de prijs van 53,1 miljoen USD. Dendymarker is eigenaar van 6.562 voorbereide/geplante hectaren oliepalmen met een potentieel om uit te breiden tot 9.000 hectaren, alsook 2.781 hectaren omliggende boeren en een palmoliefabriek die tot 25 ton/uur kan verwerken. Deze acquisitie geeft SIPEF de vereiste schaalgrootte om op korte termijn een volledige business unit uit te bouwen in Zuid-Sumatra, waar palmolieplantages nog in volle ontwikkeling zijn.
In het eerste trimester heeft SIPEF ook de verwerving van een bijkomende 47,71% van PT Agro Muko in Bengkulu in Indonesië afgerond met de betaling van 144,1 miljoen USD. Hierdoor verhoogde het belang van SIPEF naar 95% en werd exclusieve controle verworven. Zo werden eveneens 9.366 hectaren
bijgevoegd aan de hectaren, aandeel van de groep.
Deze transacties zijn in de eerste jaarhelft gefinancierd door de combinatie van een succesvolle kapitaalverhoging van 97,1 miljoen USD met behoud van voorkeurrecht voor de bestaande aandeelhouders en van een langetermijnbankfinanciering. Dankzij de uitbreiding in Musi Rawas en deze beide acquisities,
heeft SIPEF het geplante areaal (deel groep) in één jaar met 30,4% verhoogd, om het van 55.125 hectaren naar 71.865 hectaren te brengen. Het verder voltooien van de potentiële uitbreiding op de verworven concessies zal SIPEF naar ongeveer 85.000 geplante hectaren (deel groep) brengen. Verdere ontwikkelingsmogelijkheden worden onderzocht om de 100.000 geplante hectaren in de volgende 5 jaar te overschrijden. Bij elke uitbreiding van activiteiten blijven de duurzaamheidsaspecten in het kader van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) certificatie een eerste vereiste.
De jaarlijks door de lokale overheden opgelegde verhogingen van de werknemersvergoedingen werden volledig gecompenseerd door lagere prijzen voor meststoffen en olieproducten. Door de hogere productievolumes en de stabiele lokale munten tegenover de USD, bleven de in USD uitgedrukte eenheidsproductiekostprijzen dan ook goed onder controle.
De vers geoogste palmtrossen worden op de vrachtwagen geladen
Bij de aanvang van het jaar zorgden lagere voorraadvolumes voor spanning op de palmoliemarkten, waardoor de prijzen in het eerste kwartaal, vooral voor de nabije posities, het niveau boven 800 USD/ton haalden. Door de aangekondigde recordoogsten van sojabonen in Zuid-Amerika en in Noord-Amerika in de tweede jaar-
"Dankzij de uitbreiding in Musi Rawas en de acquisities van PT Agro Muko en Dendymarker heeft SIPEF het geplante areaal met 30,4% verhoogd, tot 71.865 hectaren."
helft, daalde de markt in de volgende drie kwartalen opnieuw naar prijzen die tussen 650 tot 700 USD/ton bleven. De gemiddelde marktprijs voor 2017 bedroeg 685 USD/ton. SIPEF heeft die sterke vraag van het eerste kwartaal aangegrepen om grotere volumes in de markt te plaatsen. Hierdoor verbeterde de brutobedrijfswinst voor palmolie met 63,9%.
De markten van natuurlijke rubber kenden hetzelfde prijsverloop. Ook hier werden in het eerste kwartaal de brutobedrijfswinsten in belangrijke mate vastgelegd voor de rest van het jaar, omdat de marktprijzen in de tweede jaarhelft geen positieve marges toelieten.
De door SIPEF in Indonesië geproduceerde zwarte thee is vergelijkbaar met de kwaliteit van Kenyaanse thee, waar, door een scherpe daling van de lokale productie, de basis werd gelegd voor betere prijzen voor de Cibuni thee gedu-
Zicht over de Cibuni-theeplantage, gelegen in Java in Indonesië Oogster die pas gekapte trossen palmvruchten vervoert
Het nieuwe productiejaar is voor Indonesische palmolie gestart onder een gunstig gesternte, met stijgende volumes voor de meeste plantages, terwijl de activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea de gebruikelijke effecten van het regenseizoen ondergaan. De algemene verwachtingen voor dit jaar blijven echter positief. Alles wijst er voorlopig op dat een totale jaarproductiestijging van 9% in palmolie voor de SIPEF-groep haalbaar is.
De recent sterke, maar volatiele aardoliemarkt is een ondersteunende factor voor de consumptie van palmolie en de prijsverwachtingen voor het eerste semester zijn stabiel. Er werd dan ook van deze recente marktevoluties gebruik gemaakt om een aantal volumes in de markt te plaatsen die moeten toelaten om goede prijzen voor de eerste jaarhelft 2018 te verzekeren. De aangekondigde recordoogsten van sojabonen in Zuid- en Noord-Amerika in de rest van het jaar wegen voorlopig op de prijsvooruitzichten voor het tweede semester. Door aanhoudend lagere prijzen is de verwachte bijdrage van rubber in de bedrijfswinsten beperkt, terwijl van thee en bananen een stabiele bijdrage kan verwacht worden. Het uiteindelijke recurrente resultaat van SIPEF zal in belangrijke mate bepaald worden door het bereiken van de verwachte productiegroei, het niveau van de marktprijzen voor de rest van het jaar, het behoud van de huidige exporttaksheffingen in Indonesië en de evolutie van de kostprijzen. Ondanks verplichte verhogingen van de arbeiderslonen worden de kostprijzen nog steeds gunstig beïnvloed door de aanhoudend zwakke noteringen van de lokale munten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea tegenover de rapporteringsmunt USD.
| (USD 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 321.641 | 266.962 | 225.935 |
| EBITDA | 125.909(1) | 76.587 | 49.586 |
| EBIT | 90.261(1) | 47.479 | 21.447 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 139.663(2) | 39.874 | 18.708 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 634.636 | 448.063 | 415.429 |
| Netto financiële positie | -83.697 | -45.061 | -50.521 |
| Balanstotaal | 907.008 | 615.332 | 579.032 |
(1) Exclusief USD 75,2 mio herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko
(2) Inclusief USD 75,2 mio herwaarderingsmeerwaarde acquisitie PT Agro Muko
Van links naar rechts: Robbert Kessels, Charles De Wulf, François Van Hoydonck, Johan Nelis, Thomas Hildenbrand
Deelnemingspercentage AvH: 18%
Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement en is gevestigd in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh, in het zuiden van India, hebben een totale cementcapaciteit van 4,3 miljoen ton per jaar.
Met een groei van het bbp met bijna 7% bleef India in 2017 één van de snelst groeiende economieën van de wereld. In de afgelopen jaren is de groei in de bouwsector (2-3% per jaar) wel achtergebleven op de groei van het bbp. Dit was het gevolg van vertragingen bij grote infrastructuurprojecten en de uitdagingen van de demonetisering van de Indiase bankbiljetten. In de voorbije maanden is de groei in de bouwsector echter versneld en deze trend zal naar verwachting aanhouden. Er zijn twee belangrijke drijvende krachten: (i) de groeiende en verstedelijkende bevolking van India, met tegen 2025 100 miljoen meer mensen in stedelijke gebieden en (ii) de grootschalige overheidsuitgaven voor infrastructuur, met in 2018 een budget van 50 miljard euro voor infrastructuurontwikkeling en een investering van 10 miljard euro in de overheidsprogramma's voor 'slimme steden' en 'huisvesting voor iedereen' in de volgende vijf jaar.
De thuisregio van Sagar, het zuiden van India, wordt sinds vele jaren met een overcapaciteit in de cementproductie geconfronteerd. In 2017 was dat niet anders, maar toch steeg de capaciteitsbezetting in de regio van 47% naar 49%. Aangezien de stijging van de vraag de groei van de capaciteit in de volgende jaren zal overtreffen, verwacht men een verdere verbetering van de capaciteitsbezetting naar 61% in 2021.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 132.132 | 103.613 | 105.341 |
| EBITDA | 19.581 | 16.377 | 19.689 |
| EBIT | 12.512 | 10.057 | 15.849 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 2.482 | 2.913 | 6.415 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 105.346 | 80.510 | 75.581 |
| Netto financiële positie | -59.412 | -64.206 | -60.229 |
| Balanstotaal | 218.002 | 191.740 | 176.554 |
| Wisselkoers INR/€ | |||
| P&L | 73,96 | 74,22 | 71,43 |
| Balans | 73,53 | 71,55 | 72,12 |
Sagar Cements
Sagar Cements verhoogde haar omzet in 2017 met 27%, van 7.690 miljoen INR (103,6 miljoen euro) in 2016 naar 9.773 miljoen INR (132,1 miljoen euro) in 2017. Deze stijging was gedeeltelijk te danken aan uitbreidingen van de capaciteit van de vestiging in Mattampally (van 2,75 miljoen ton naar 3,0 miljoen ton) en van de maalinstallatie in Vizag (van 0,18 miljoen ton naar 0,30 miljoen ton), die de totale capaciteit van Sagar op 4,3 miljoen ton hebben gebracht. De omzetgroei werd ook bevorderd door een hogere gemiddelde capaciteitsbezetting (van 54% in 2016 naar 57% in 2017) en een bescheiden stijging van de marktprijzen. De EBITDA-marge lag in 2017 iets onder het niveau van 2016 (14,8% versus 15,8%), voornamelijk als gevolg van de sterke stijging van de steenkoolprijs (+25%).
Sagar Cements blijft investeren in energie-efficiënte maatregelen om haar afhankelijkheid van steenkool en elektriciteit van het nationale net verder te verlagen. In 2017 nam Sagar een fotovoltaïsche installatie van 1,25 MW en een systeem voor warmterecuperatie van 6 MW in bedrijf in de vestiging in Mattampally. Het begon ook met de bouw van een eigen thermische elektriciteitscentrale van 18 MW, die naar verwachting begin 2019 in bedrijf zal worden genomen.
Deelnemingspercentage AvH: 50% Bestemd voor verkoop
Oriental Quarries & Mines (OQM), een joint venture in India van AvH en Oriental Structural Engineers, is actief in de ontginning en productie van aggregaten voor de bouw van wegen, bestratingen, vliegvelden, spoorwegen, racecircuits en gebouwen, en voor de productie van gebruiksklaar beton.
Eind 2017 baatte OQM drie groeven uit: in Mau en Bilaua (in de regio Gwalior in het noorden van India) en in Bidadi (zuidelijk India). De aggregaten uit de groeven van OQM in het noorden van India worden gebruikt voor grote infrastructuurwerken zoals snelwegen, spoorwegen en racecircuits. De groeve in Bidadi focust voornamelijk op de markt van gebruiksklaar beton en vastgoedprojecten. De producten van OQM worden op de markt gebracht onder de merknaam 'Oriental Aggregates'.
2017 was een uitdagend jaar voor OQM, vooral vanwege een reeks wijzigingen in de regelgeving in India. De beslissing van de regering om een landelijke belasting op goederen en diensten in te voeren, leidde in 2017 tot een beduidende en onmiddellijke vertraging van de infrastructuursector. In het laatste kwartaal is de situatie verbeterd en men verwacht dat de impact op lange termijn positief zal zijn. Daarnaast heeft de in november 2016 ingevoerde demonetisering, samen met een herziening van de vastgoedreglementering, tot een uitstel van veel vastgoedinvesteringen in de privésector geleid.
Dit had een grote impact op de vraag naar aggregaten in heel het land. Terwijl de uitdagende markt en de regelgeving leidden tot een tijdelijke sluiting van de vestigingen van OQM in Mau en Bilaua, bleef de groeve in Bidadi heel het jaar actief, maar met lagere volumes en prijzen. Bijgevolg realiseerde OQM een omzet van 318 miljoen INR (4,3 miljoen euro) in 2017, een daling met 53% tegenover 2016, en een negatief nettoresultaat van 35 miljoen INR (-0,5 miljoen euro).
OQM
AvH beschouwt deze deelneming niet langer als een kernparticipatie en heeft ze na waardevermindering per jaareinde 2017 overgebracht naar 'bestemd voor verkoop'.
Van links naar rechts: Sandeep Aiyappa, Manoj Mishra, Parijat Mondal, Sunil Sharma
www.orientalaggregates.com
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 4.305 | 9.496 | 6.230 |
| EBITDA | -101 | 374 | 500 |
| EBIT | -513 | -64 | -84 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -472 | -44 | -34 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 7.103 | 7.824 | 7.770 |
| Netto financiële positie | 1.238 | 2.072 | 1.705 |
| Balanstotaal | 8.368 | 9.335 | 9.455 |
| Wisselkoers INR/€ | |||
| P&L | 73,96 | 74,22 | 71,43 |
| Balans | 73,53 | 71,55 | 72,12 |
Verkocht in 2017
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (NMP), oorspronkelijk opgericht door de Belgische Staat, is gespecialiseerd in de realisatie en het beheer van pijpleidingen voor het vervoer van industriële gassen en van producten voor de petrochemische industrie.
NMP
Pijpleidingen vormen strategische, betrouwbare, veilige en milieuvriendelijke aanvoerlijnen voor de petrochemie en zijn onontbeerlijk voor haar verankering in België. Als beheerder van een pijpleidingennetwerk van 700 km draagt NMP hiertoe bij. Om het beheer op de meest optimale manier te kunnen uitvoeren, maakt NMP gebruik van een omvangrijk veiligheidsbeheerssysteem en een geografisch informatiesysteem. De nodige acties werden opgestart om het veiligheidsbeheerssysteem volledig conform te stellen met de herziene veiligheidswetgeving in verband met het transport per pijpleiding van gassen en andere producten, die in juli 2017 van kracht is geworden.
Nitraco (joint venture tussen NMP en Praxair) heeft in 2017 bijkomende uitbreidingen van het bestaande stikstofnetwerk in het Antwerps havengebied en een uitbreiding van het bestaande zuurstofnetwerk in het Antwerps havengebied naar TRA (Total Raffinaderij Antwerpen) in dienst genomen.
Daarnaast werd de constructie van de nieuwe propyleenleiding tussen de site van Oiltanking Antwerp Gas Terminal en de site van Nippon Shokubai Europe te Zwijndrecht in 2017 afgerond. De ingebruikname ervan is gepland voor midden 2018.
Het resultaat over het boekjaar 2017 lag in de lijn van de verwachtingen. Het was hoger dan de afgelopen jaren omwille van de verkoop van een filiaal begin januari 2017.
Eind december 2017 verkocht AvH haar participatie (75%) in NMP aan Havenbedrijf Antwerpen. Hierdoor wordt de aanwezigheid van deze voor België en Vlaanderen economisch belangrijke (petro)chemische sector in de haven verder verstevigd. De verkoop leverde AvH (inclusief dividend voorafgaand aan de verkoop) een bedrag van 45,4 miljoen euro op en een meerwaarde van ongeveer 21 miljoen euro. Dit vertegenwoordigt een cumulatief rendement (IRR) van 11,4% sinds de verwerving van de deelneming in 1994.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 13.156 | 13.539 | 13.739 |
| EBITDA | 5.490 | 4.905 | 5.088 |
| EBIT | 3.569 | 2.994 | 2.872 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 3.732 | 2.545 | 2.129 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 15.504 | 30.012 | 28.899 |
| Netto financiële positie | 2.637 | 20.909 | 19.577 |
| Balanstotaal | 23.971 | 42.898 | 43.328 |
| Personeel | 4 | 4 | 5 |
Van links naar rechts: Gert Van de Weghe, Guy De Schrijver
106 Partners for sustainable growth
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Bijdrage van de deelnemingen | -1,3 | 2,7 | 8,9 |
| AvH & subholdings | -10,6 | -10,8 | -9,8 |
| Netto meer/minderwaarden en waardeverminderingen |
17,6 | -26,8 | 5,2 |
| Totaal | 5,7 | -34,9 | 4,3 |
De bijdrage van 'AvH & Growth Capital' tot het groepsresultaat valt beperkt uit. AvH blijft in 2018 actief uitkijken naar nieuwe investeringsopportuniteiten.
| Agidens(1) | 86% |
|---|---|
| Atenor | 11% |
| Axe Investments | 48% |
| Distriplus | 50% |
| Euro Media Group | 22% |
| Manuchar | 30% |
| Mediahuis | 13% |
| OncoDNA(2) | 15% |
| Telemond | 50% |
| Turbo's Hoet Groep | 50% |
| Bestemd Transpalux voor verkoop |
45% |
(1) Inclusief via Axe Investments
(2) Niet geconsolideerd
Op enkele uitzonderingen na konden alle participaties in 2017 hun resultaten handhaven of verbeteren in vergelijking met 2016. Distriplus vormde hierop de grootste uitzondering, vooral als gevolg van een belangrijke goodwill afschrijving in een moeilijke economische context. In mindere mate kenden ook Agidens en Manuchar, dat nog kampte met opstartverliezen in een investeringsproject, zwakkere cijfers. In het kader van de verkoop van Groupe Flo werd het resterende belang verder afgeboekt.
De Europese M&A-markt handhaafde zich in 2017 qua volumes en dealflow op de hoge niveaus van 2016, maar vertraagde op het einde van het jaar. Enerzijds speelden hier de mogelijke wijzigingen in het rentebeleid van de diverse centrale banken, met op de achtergrond de vraag of de waarderingen al niet te hoog zijn opgelopen. Anderzijds was er de wijzigende interesse van industriële groepen voor acquisities na de M&A hoogdagen van 2015 en 2016. Eenzelfde beeld vertoonde zich in de Europese private equity-markten. Het aandeel 'secondaries' en 'tertiaries' nam toe bij de succesvolle bedrijven, gekoppeld aan een hoog beroep op schuldfinanciering aan steeds aantrekkelijkere kredietvoorwaarden. Daarnaast houdt de toename aan van middelen aangetrokken door start-ups met innovatieve ideeën en businessmodellen, tevens ondersteund door de lage rentevoeten. Dit slaat vooral op bedrijven actief in IT zoals Big data, Artificial Intelligence (AI) en Internet of Things (IoT). Institutionele beleggers alloceerden nog steeds meer middelen aan private equity. Hierdoor beginnen de door private equity opgehaalde middelen het niveau van 2007 te naderen. Investeerders worden aangetrokken door de rendementen in deze activaklasse en het gebrek aan volwaardige alternatieven. Er blijft dus veel geld beschikbaar voor acquisities, waardoor de waarderingsparameters op de hoge niveaus van 2016 gehandhaafd bleven. Dit noopt AvH tot een voorzichtig investeringsbeleid.
Macro-economisch merkt men een groeiend vertrouwen en een bereidheid tot investeren, bijvoorbeeld in vernieuwde bedrijfsmodellen die inspelen op het digitale, mits er zich geen grote politieke of financiële disrupties voordoen. De gevolgen van de financiële crisis en de besparingen bij de overheid, zeker in België, blijven wel wegen op het consumentensentiment.
De focus van AvH blijft liggen op een selectief investeringsbeleid, waar de groeivooruitzichten op lange termijn en waarderingen dit verantwoorden. Dit gebeurt
in combinatie met voortdurende operationele verbeteringen in de participaties, het vergroten van hun marktaandeel of het vinden van nieuwe markten. Hierbij wordt gewaakt over de balansstructuur, zonder overmatig gebruik van de schuldenhefboom. De groep focust op een beperkt aantal participaties, waar diepgaande kennis van hun markten wordt ontwikkeld, in nauw overleg met de bedrijfsleiding. Via workshops en verbetertrajecten wordt dieper ingegaan op managementthema's die hen aanbelangen. Zo kan AvH met kennis van zaken de te volgen strategie en daaraan gekoppelde organisatie mee vorm geven. De gehanteerde investeringshorizon is hierbij langer dan gebruikelijk.
In de eerste jaarhelft 2017 verkocht AvH haar deelneming in Ogeda met een meerwaarde van 13,9 miljoen euro en trok het zich volledig terug uit het kapitaal van Financière Flo/Groupe Flo, met een minderwaarde van 6,7 miljoen euro tot gevolg.
Kort voor jaareinde 2017 verkocht AvH haar 75% participatie in NMP aan het Havenbedrijf Antwerpen, met een meerwaarde van 21,2 miljoen euro.
Het saldo van de post 'netto meer/ minderwaarden en waardeverminderingen' bestaat hoofdzakelijk uit
de overboeking van de deelnemingen in Oriental Quarries & Mines en Transpalux naar 'bestemd voor verkoop' en uit overige bijzondere waardeverminderingen.
Indien wordt genormaliseerd voor het effect van de goodwill afschrijving bij Distriplus, komt de betere prestatie van de andere participaties in 2017 beter tot uiting.
AvH betaalde in 2017 een tweede schijf van 28 miljoen euro, in het kader van de overname van het minderheidsbelang in Sofinim in 2016. Hiervan blijft enkel nog de laatste schijf van 28 miljoen euro verschuldigd in 2018.
Bijdrage van de deelnemingen
Atenor - dankzij belangrijke vastgoedverkopen in Centraal-Europa -, Axe Investments - dat een belangrijke meerwaarde boekte op een participatie -, Corelio en Turbo's Hoet Groep - beiden dankzij recurrente resultaten -, boekten allen
betere resultaten dan in 2016. De groei van Mediahuis, waar Corelio de controlerende aandeelhouder is, valt zeker ook te vermelden, dankzij de overname van TMG in Nederland. Telemond en Transpalux konden hun resultaten handhaven. De resultaten bij Distriplus leden onder een moeilijke retailomgeving, terwijl de groep zowel in e-commerce als in de vernieuwing van haar winkelconcepten blijft investeren. Euro Media Group kon
het verlies beperken in een jaar zonder grote sportevenementen. Het zwakke resultaat van Manuchar heeft dan weer vooral te maken met de opstartverliezen van een nieuwe productiefaciliteit.
De meeste participaties bleven investeren in de verdere uitbouw en vernieuwing van hun distributiekanalen en faciliteiten, of zoals bij Mediahuis in acquisities of online initiatieven. De ommezwaai qua marktpositionering bij Telemond lijkt bevestigd te worden, terwijl Agidens daar ook aan de weg timmert. Dit is des te meer het geval bij OncoDNA dat verder haar bedrijfsmodel vorm geeft via diverse nieuwe toepassingen en service-modellen.
De investeringen in Growth Capital-participaties bleven in 2017 beperkt tot 0,8 miljoen euro (2016: 6,7 miljoen euro).
"De focus van AvH blijft liggen op een selectief investeringsbeleid, waar de groeivooruitzichten op lange termijn en waarderingen dit verantwoorden."
Deelnemingspercentage AvH: 86%
Agidens levert advies, automatisering en onderhoudsdiensten voor vijf focusmarkten: Life Sciences, Tank Terminals, Food & Beverage, Infrastructuur en Chemie. De groep telt nu ongeveer 550 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk en Zwitserland.
2017 is vanuit financieel standpunt een uitdagend jaar geworden voor Agidens. Door het verschuiven in de tijd van een aantal projecten en additionele investeringen in de afwerking van enkele innovatieve producten was het niet mogelijk om de vooropgestelde winstgevendheid van 2017 te behalen. Het orderboek blijft goed gevuld en bedroeg ongeveer 50 miljoen euro eind 2017.
De ontplooiing van het strategisch vijfjarenplan '20/20 Vision' heeft weliswaar zijn verdere uitwerking gekend en geleid tot een aantal nieuwe opportuniteiten zoals de intentie om wereldwijd als geprefereerde automatiseringspartner voor enkele grote spelers binnen de Oil & Gas-sector te opereren en het ontgrendelen van de Nederlandse en Waalse markt voor natte infrastructuur.
In 2017 finaliseerde Agidens de ontwikkeling van haar producten Aline en Axcel binnen het segment Tank Terminals (Oil & Gas). Door middel van een open innovatie traject met enkele partners werd een modulair Terminal Management System ontwikkeld. Dit optimaliseert de dagelijkse werking van een tank terminal en stelt de klanten in staat om wereldwijd eenzelfde zienswijze en opvolging te hanteren. De tank terminal business unit versterkte in 2017 haar prominente marktpositie in de ZARAG-regio (het gebied tussen Zeebrugge, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Gent). Er werden ook eerste stappen naar enkele andere belangrijke hubs, zoals Houston en Singapore, gezet.
Het Food-segment kon dankzij een sterke strategische focus op bepaalde niches en een goede operationele projectuitvoering een verhoogde rendabiliteit optekenen onder moeilijke marktomstandigheden. Zowel in België als in Nederland is Agidens er in geslaagd haar klantenportfolio nog sterk uit te breiden.
Ook de activiteiten in de (fijn)chemische industrie tekenden een mooie rendabele groei op.
Van links naar rechts: Steven Peeters, Arnoud den Hoedt, Geert Stienen, Marc Bocxstael, Pieter Tilkens, Jo Janssens
www.agidens.com
Automatisering van laadarmen bij Oiltanking Stolthaven Antwerpen
De divisie Life Sciences zette, bouwend op de solide fundamenten van haar key accountmanagement en diepe industriekennis, haar expansie in West-Europa verder. Ze wordt aanzien als 'preferred supplier' door een aantal grote farmaceutische multinationals. De nieuwe vestiging in Frankrijk werd succesvol uitgebouwd. Daarnaast slaagde de divisie erin zich in de niche van thermische validatie verder te specialiseren en het marktaandeel te vergroten. Hierdoor beroepen een toenemend aantal ziekenhuizen in Vlaanderen zich op Agidens.
De marktpenetratie van de divisie Infra Automation breidde zich uit van Vlaanderen naar Wallonië en Nederland. Naast de succesvolle opstart van het project Beatrixsluis, werd de organisatie in Nederland versterkt om de markt voor middelgrote en grote natte infrastructuur-kunstwerken nog beter te bedienen.
Agidens verwacht vanaf 2018 opnieuw aan te knopen met winstgevende groei, dankzij een duidelijk strategisch plan, focus en een stijgende vraag naar automatisering.
| Agidens NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 71.255 | 75.026 | 61.930 |
| EBITDA | 1.938 | 4.557 | 62.898 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -413 | 1.588 | 58.504 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 21.480 | 22.564 | 88.074 |
| Netto financiële positie | 3.969 | 2.613 | 71.100(1) |
(1) Inclusief impact verkoop Handling Automation
Deelnemingspercentage AvH: 11%
Atenor is een beursgenoteerde vennootschap actief in vastgoedpromotie. De groep investeert in grootschalige vastgoedprojecten die beantwoorden aan strenge criteria inzake ligging, economische efficiëntie en respect voor het milieu.
Bords de Seine (artist impression) Business Campus - Boekarest
Atenor heeft het boekjaar 2017 afgesloten met een positief nettoresultaat van 22,2 miljoen euro. Voor het vijfde opeenvolgende jaar wordt een resultaat in stijgende lijn getoond.
Het resultaat voor 2017 was voornamelijk het gevolg van de verkoop van 3 gebouwen in het project Vaci Greens te Boedapest. Daarnaast heeft Atenor ook nog kunnen genieten van de huurinkomsten van deze gebouwen, voorafgaand aan de verkoop ervan. Ook de huurinkomsten van de kantoorgebouwen in het HBC-project in Boekarest, die thans volledig verhuurd zijn, hebben tot de resultaten bijgedragen. Bijna 75% van de resultaten van het voorbije boekjaar zijn aldus afkomstig van de projecten in Centraal-Europa.
Zoals tijdens het vorig boekjaar, heeft Atenor ook in 2017 verder gewerkt aan de bouw en de commercialisering van meerdere residentiële projecten. De gegenereerde marges op de verkochte entiteiten werden in resultaat genomen volgens het ritme van de bouw ervan.
| Atenor NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 220.430 | 156.830 | 116.748 |
| EBITDA | 35.648 | 35.853 | 34.612 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 22.179 | 20.375 | 19.958 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 146.717 | 136.654 | 126.799 |
| Netto financiële positie | -328.999 -305.077 | -339.342 |
Op strategisch vlak richt Atenor zich meer en meer op het buitenland. Diverse nieuwe projecten werden verworven in het Groothertogdom Luxemburg, in Boedapest en in Boekarest. In de Parijse regio werd een eerste investering gerealiseerd. Ook blijft de groep een belangrijke speler op de Brusselse markt, onder meer in de Europese wijk.
Rekening houdende met de onzekerheden die inherent zijn aan de ontwikkeling van immobiliën, snijdt Atenor het jaar 2018 met voorzichtigheid aan. De groep is er evenwel van overtuigd dat de verdere internationale diversificatie voordelen zal bieden.
Van links naar rechts: Sidney D. Bens, William Lerinckx, Stéphan Sonneville, Laurent Collier
www.atenor.be
Deelnemingspercentage AvH: 48%
De investeringsmaatschappij Axe Investments is een joint venture van Anacom (gecontroleerd door Christian Leysen) en Ackermans & van Haaren.
Ahlers-gebouw
Axe Investments heeft als investeringsmaatschappij participaties in het IT-bedrijf Xylos en in Agidens. Daarnaast bezit Axe Investments een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen. In de loop van 2017 werd de participatie in het energiebedrijf REstore verkocht.
Xylos is in het Belgisch IT-landschap een toonaangevend bedrijf dat focust op de digitale transformatie van haar klanten. Het biedt hiervoor oplossingen rond change management, de digitale werkplek, de Intelligent Cloud, mobile apps en samenwerkingsplatformen. Tot de Xylos-groep behoren de merken INIA (Unified Communications), Neo (digitaal leren) en IntoApps (Mobile Apps). In 2017 werd Xylos ook aandeelhouder van het Internet of Things bedrijf BA-GAAR. De Xylos-groep telt 250 medewerkers en heeft vestigingen in Brussel, Antwerpen en Herentals.
Axe Investments participeerde sinds 2012 in REstore, een Europees energie-technologiebedrijf gespecialiseerd in geautomatiseerde vraagsturing voor elektriciteit. In november 2017 werd REstore overgenomen door het Britse energiebedrijf Centrica. Bij deze transactie verkocht ook Axe Investments haar participatie, waarbij een meerwaarde van 1,4 miljoen euro werd gerealiseerd.
De bezetting van het vastgoed van Axe Investments was goed.
De meerwaarde op de REstore-participatie bepaalde, samen met de resultaten van de participaties en de huurinkomsten van het Ahlers-gebouw, het jaarresultaat van Axe Investments.
| Axe Investments NV(1) | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 697 | 718 | 614 |
| EBITDA | 183 | 159 | 184 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 1.887 | 14.898(2) | 402 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 15.031 | 13.144 | 15.582 |
| Netto financiële positie | 3.733 | 2.237 | 4.920 |
(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van Axe Investments. (2) Inclusief dividenduitkering door Agidens. In de geconsolideerde rekeningen
van AvH wordt dit dividend geëlimineerd, aangezien Agidens integraal wordt geconsolideerd.
Van links naar rechts: Christian Leysen, Veerle Peeters, Saskia Lapere
www.axe-investments.com
Deelnemingspercentage AvH: 50%
Distriplus is met de merknamen Planet Parfum en Di actief als retailer in de 'beauty & care'-sector met 200 winkelpunten in België en Luxemburg.
2017 bleek een moeilijk jaar voor de retailsector. De impact van online shopping vertaalde zich in een daling van het aantal klanten in fysieke winkelketens. Het wordt steeds belangrijker voor retailers in hun winkelpunten een extra toegevoegde waarde te leveren die de klant online niet vindt, maar die wel goed aansluit bij de online aanwezigheid.
Ook voor Planet Parfum en Di was 2017 een moeilijk jaar, met een terugloop van het aantal klanten bij gelijke perimeter. Hierdoor daalde de totale omzet in 2017 met 4,8%. Het aantal winkelpunten voor Planet Parfum daalde van 82 naar 81 en voor Di van 121 naar 119, ondanks het feit dat Planet Parfum winkelpunten
in Rive Gauche (Charleroi) en Brussel Noordstation opende, en Di in Rive Gauche (Charleroi), Sprimont en Saint-Georges-sur-Meuse.
Om in te spelen op een hogere beleving van de klanten, was 2017 een jaar van significante investeringen. Planet Parfum investeerde bijzonder sterk in de renovatie van haar winkelpark, waarbij meer dan de helft van haar winkelpark volledig werd gerenoveerd over een periode van 15 maanden. Hierbij lag de focus op een betere service aan de klant. Daarnaast werd nog meer ingezet op de opleiding van de teams met gebruik van e-learning systemen. 42 schoonheidsinstituten werden vernieuwd en het private label Close Brussels werd met een breder assortiment aan producten geherlanceerd.
Di evolueert reeds jaren naar een echte beautywinkel, en differentieert zich aldus van een klassieke drogisterij. Het assortiment wordt gespecialiseerder, om in te spelen op de nieuwste beautytrends. In 2017 lanceerde Di haar nieuwe
| Distriplus NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 193.878 | 203.841 | 203.226 |
| EBITDA | 5.725 | 7.523 | 8.399 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -24.523 | -2.394 | -13.127 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 26.340 | 50.862 | 53.256 |
| Netto financiële positie | -41.799 | -44.491 | -50.556 |
Di Planet Parfum
logo en nieuwe slogan 'All About Beauty'. Dit ging gepaard met een grondige opfrissing van alle winkelpunten, met aandacht voor differentiatie, service en beleving. Ook het assortiment werd herzien, waarbij nog meer geopteerd werd voor differentiatie en een duidelijke selectie van de meest relevante beautyproducten. Midden 2018 zullen alle winkels de nieuwe look uitstralen. Tenslotte beschikt Di nu ook over een e-commerce verkoopskanaal, met de lancering van haar e-shop op www.di.be. De ambitie is om de beautyhub van België te worden.
Het nettoresultaat van Distriplus werd zwaar vertekend door een bijzondere waardevermindering op de goodwill van 19,5 miljoen euro. De belangrijke investeringen van 2017, die inspelen op een hogere beleving van de klanten, bevestigen evenwel het geloof van de keten in de vernieuwde marktpositionering.
Van links naar rechts: Catherine Brewaeys, Helen Willems, Barbara Sindic, Matthias De Raeymaeker, Veerle Hoebrechs, Tanguy De Ripainsel
www.planetparfum.com www.di.be
Deelnemingspercentage AvH: 22%
Euro Media Group (EMG) is een leidende speler op de markt voor audiovisuele technische faciliteiten in Europa en is aanwezig in acht landen: Frankrijk, België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Zwitserland. EMG treedt op als full-serviceprovider in haar markten.
EMG beschikt over een groot aantal mobiele productiefaciliteiten en studio's, maar biedt ook verschillende gespecialiseerde diensten aan zoals oplossingen voor externe productie, radiofrequentieoplossingen, slow motion en andere gespecialiseerde cameradiensten. EMG biedt daarnaast verschillende digitale oplossingen, waaronder tweedeschermapplicaties, grafische oplossingen en OTT-diensten.
2017 was een belangrijk en structurerend jaar voor EMG. De EBITDA van 55,0 miljoen euro was in lijn met 2016 (55,1 miljoen euro), een jaar waarin de groep profiteerde van haar zeer sterke aanwezigheid op Euro 2016 en de Olympische Zomerspelen in Brazilië. Het was daarentegen 44% hoger dan in 2015 (38,1 miljoen euro), het vorige jaar zonder grote internationale sportevenementen.
Deze evolutie is te verklaren door verschillende factoren. In 2017 stootte EMG haar studioactiviteiten in Frankrijk af in het kader van een verdere focus op de reorganisatie en winstgevendheid van de Franse activiteiten. In Frankrijk bleef EMG sterk gefocust op sport- en live-evenementen, terwijl de groep in andere landen al haar diensten bleef aanbieden. Daarnaast zette EMG in 2017 haar externe-groeistrategie voort met 4 overnames. Deze werden gerealiseerd in verschillende landen en marktsegmenten, met DB Video in België en Luxemburg (gericht op institutionele, zakelijke en live-evenementen), EBD in Italië en TV Data in België (beide gericht op grafische diensten) en OnRewind in Frankrijk (gericht op OTT-oplossingen). De overname van de bedrijven met 'graphics' en OTT-diensten heeft het digitale dienstenaanbod van EMG verder versterkt en aangevuld. Nederland, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk lieten in 2017 groeicijfers optekenen in competitieve lokale markten. België bleef sterke financiële resultaten neerzetten. In 2017 richtte EMG in België een nieuwe structuur op, van waaruit een deel van de apparatuurverhuur aan de groepsmaatschappijen en de investeringen wordt gecentraliseerd. EMG streeft ernaar deze centrale activiteit verder uit te breiden om de bezettingsgraad van
Van links naar rechts: Patrick van den Berg, François-Charles Bideaux
www.euromediagroup.com
haar apparatuur te verhogen, met name door sterker te focussen op sportevenementen buiten de landsgrenzen van de groep en tegelijkertijd de totale behoefte aan investeringsuitgaven te optimaliseren.
Het nettoverlies van 4,4 miljoen euro in 2017 omvat 7,1 miljoen euro rentelasten op converteerbare obligaties. Exclusief deze rentelasten op converteerbare obligaties realiseerde de groep een positief nettoresultaat van 2,8 miljoen euro. Dat is het eerste dergelijk positieve nettoresultaat sinds 2009 in een jaar zonder grote internationale sportevenementen en onderstreept de positieve trend van EMG in 2017.
EMG blijft zich focussen op sport- en live-evenementen, de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd dienstenaanbod en het maximaliseren van de toegevoegde waarde van niet-sport- en niet-live-activiteiten. In 2017 richtte EMG zich ook op meer gecentraliseerd beheer van haar gespecialiseerde diensten (RF en gespecialiseerde camera's) en digitale diensten.
In februari 2018 kondigde EMG haar nieuwe managementstructuur met twee CEO's aan: Patrick van den Berg, die in 2017 interim-CEO en CFO was, wordt mede-CEO naast François-Charles Bideaux, die in het verleden bij Canal+, HBS en TF1 heeft gewerkt en begin 2018 is overgestapt naar EMG.
Voor 2018 verwacht EMG sterke resultaten, o.a. dankzij een belangrijke aanwezigheid op verschillende internationale sportevenementen waaronder de Olympische Winterspelen, het WK voetbal en de Aziatische Spelen. EMG zal ook profiteren van het feit dat de overnames van 2017 het hele jaar 2018 zullen bijdragen aan het resultaat. Daarnaast zal EMG haar strategie verder uitvoeren met focus op zowel autonome als externe groeimogelijkheden.
| Financière EMG | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 | |||
| Omzet | 303.501 | 318.638 | 294.000 | |||
| EBITDA | 55.006 | 55.098 | 38.094 | |||
| Nettoresultaat (deel groep) | -4.363 | -4.431 | -18.803 | |||
| Eigen vermogen (deel groep)(1) | 96.663 | 94.643 | 96.143 | |||
| Netto financiële positie (zonder converteerbare obligaties) |
-70.957 | -61.494 | -66.262 |
(1) € 85,8 mio converteerbare obligaties, uitgegeven door Financière EMG ten gunste van de aandeelhouders van Financière EMG, zijn inbegrepen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie (2016: € 78,7 mio, 2015: € 72,2 mio).
Deelnemingspercentage AvH: 30%
Manuchar is actief in de aan- en verkoop van een brede waaier van grondstoffen met een bijzondere focus op chemicaliën en staal. Verder biedt Manuchar toegevoegde waarde in de logistiek (zowel maritiem als inland), de distributie alsook de financiering van die producten. Manuchar focust op groeimarkten en is met meer dan 2.000 medewerkers actief in meer dan 40 landen, vooral in Latijns-Amerika, Afrika en Azië.
In het chemiesegment combineert Manuchar haar handelsactiviteiten in 'emerging markets' met logistieke dienstverlening en distributie. Het richt zich voornamelijk op chemicaliën voor poederdetergenten, Home & Personal Care, Mining, Oil & Gas en ook op meststoffen. Het resultaat werd in belangrijke mate negatief beïnvloed door opstartverliezen in
Manuchar
haar natriumsulfaat productievestiging in Mexico.
De historische kernactiviteiten als trading van staal en trading en distributie van chemicaliën leverden een relatief goede prestatie, ondanks een moeilijke start in 2017. Voor beide activiteiten tekende zich een verbetering af naar het einde van het jaar toe. Hierdoor lag de rentabiliteit van deze twee activiteiten in de tweede jaarhelft in lijn met de gemiddelde gerealiseerde rentabiliteit over 2016. Manuchar stelde in 2017 haar strategie scherp en wil nog meer focussen op de ontwikkeling van trading, logistiek en distributie in dry bulkchemicaliën (natriumsulfaat, natriumcarbonaat).
Manuchar zet haar strategie voort om de controle te behouden en kosten te beheersen doorheen de waardeketen via eigen magazijnen. In 2017 werd geïnvesteerd in bijkomende opslagcapaciteit in Vietnam en Brazilië en werd een nieuw filiaal in Pakistan geopend. Dit ondersteunt een geografische groei en de daarmee gepaard gaande stijgende vraag naar deze producten.
| (USD 1.000, BGAAP) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.399.848 1.224.059 | 1.327.884 | |
| EBITDA | 55.480 | 61.318 | 62.347 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 176 | 10.697 | 9.156 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 82.510 | 88.399 | 83.675 |
| Netto financiële positie | -375.430 | -308.254 | -341.374 |
De productiefaciliteit voor natriumsulfaat in Mexico die eind 2016 operationeel werd, realiseerde in 2017 een toenemende productie. Manuchar neemt een belangrijk deel van de Chinese export voor haar rekening. Manuchar wil tegemoetkomen aan de groeiende vraag op de wereldmarkt, met name naar Zuid-Amerikaanse bronnen. Tegelijk wil ze nog beter de kwaliteit bewaken van ontginning tot aflevering bij de klant. De productieprocessen dienden in 2017 nog op punt te worden gesteld. Dit woog op het resultaat.
Manuchar is goed gepositioneerd om haar klanten vanuit verschillende werelddelen te bevoorraden.
www.manuchar.com
Deelnemingspercentage AvH: 13%
Mediahuis is met toonaangevende nieuwsmerken als onder meer De Standaard, Het Nieuwsblad, NRC Handelsblad en De Telegraaf één van de leidende multimediagroepen in België en Nederland.
2017 was een bijzonder jaar voor Mediahuis waarin de groep uitgroeide tot een toonaangevend multimediaal bedrijf in zowel België als Nederland. Met nieuwsmerken als De Standaard, Het Nieuwsblad/De Gentenaar, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg is Mediahuis goed voor een dagelijkse verkoop van zo'n 516.000 kranten in België. In Nederland zorgen nieuwsmerken als NRC Handelsblad, nrc.next, De Telegraaf, Noordhollands Dagblad en De Limburger voor een dagelijkse verkoop van 1.215.000 kranten.
De resterende belangen van Corelio en Concentra in Media Groep Limburg, de drukkerijen van Printing Partners, de huis-aan-huisbladengroep Rondom, de regionale tv-zenders (ATV, TV Limburg, TV Oost, ROB TV), Vlaanderen Eén (Nostalgie noord) en de participaties in Metro, De Vijver Media, Nostalgie SA (Nostalgie zuid) en Flanders Classics, werden finaal ingebracht binnen Mediahuis.
Met de overname van Telegraaf Media Groep (TMG) en de inbreng van VP Exploitatie als derde aandeelhouder zette Mediahuis een grote stap in de ingeslagen groeistrategie. De uitdrukkelijke keuze voor een focus op de kernactiviteiten van TMG, resulteerde in de verkoop van de aandelen in Keesing Media Group, weliswaar met behoud van een indirect minderheidsbelang van 30%. Het toekomstplan dat TMG in het najaar bekend maakte met als doel om op korte termijn een gezond EBITDA-niveau te bereiken, moet resulteren in een omzetgroei uit digitale proposities en een marktconforme omzetontwikkeling binnen zowel de consumenten- als advertentiemarkt. Net voor het jaareinde werd een akkoord bereikt voor de verkoop van het 23%-belang van TMG in Talpa Radio Holding B.V. aan Talpa en tegelijkertijd de verkoop van het 29,16%-belang van Talpa in TMG aan Mediahuis. Hierdoor beschikte Mediahuis eind 2017 over 95,04% van de aandelen in TMG en kwam de beursexit in het vizier.
Naast een doorgedreven focus op de verdere digitale transformatie zette Mediahuis ook in op een verbreding van haar aanbod. Zo ook binnen de arbeidsmarkt waar de groep een strategische samenwerking aanging met Jellow, een online matchingplatform voor freelancers. Daarnaast zorgde Mediahuis voor een kapitaalinjectie in Wayne Parker Kent (WPK), een van de snelst groeiende digitale contentbedrijven in Nederland met als USP het bereiken van zeer specifieke doelgroepen. Voor de Belgische markt resulteerde deze strategische samenwerking met WPK in een joint venture. Mid 2017 kende de Vlaamse Regering een licentie voor een nieuw stadsradionetwerk toe aan SBS. De generalistische muziekradiozender zal in 2018 worden uitgebouwd samen met Nostalgie (noord).
Ondanks een verdere daling van de losse krantenverkoop en een nationale advertentiemarkt onder druk omwille van de toenemende internationale digitale concurrentie, realiseerde Mediahuis in 2017 een geconsolideerde omzet van 631,4 miljoen euro, een EBITDA van 56,2 miljoen euro en een nettoresultaat van 14,8 miljoen euro (2016: 18,2 miljoen euro). Hierin werden 17,1 miljoen euro niet-recurrente kosten verwerkt.
Door de opeenvolgende overnames (TMG) en inbrengen (door resp. Corelio en Concentra) heeft AvH vandaag een participatie van 49,9% in Mediacore, de controlerende aandeelhouder (52,3%) in Corelio. Corelio heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,2%.
Een focus op sterke merken, krachtenbundeling en digitale transformatie vormen ook in 2018 de rode draad in de strategie van Mediahuis.
Van links naar rechts: Bruno de Cartier, Paul Verwilt, Kristiaan De Beukelaer, Geert Steurbaut, Gert Ysebaert
www.mediahuis.be
| Mediahuis NV | ||
|---|---|---|
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 |
| Omzet | 631.439 | 430.310 |
| EBITDA | 56.159 | 57.366 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 14.826 | 18.242 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 281.512 | 53.024 |
| Netto financiële positie | -163.972 | -121.789 |
Deelnemingspercentage AvH: 15%
OncoDNA helpt bij de besluitvorming met betrekking tot de behandeling van patiënten met gevorderde (metastatische) kanker. Een gepersonaliseerde behandeling is belangrijk aangezien elke kanker verschillend is per patiënt. OncoDNA helpt de oncoloog om de beste medicamenteuze behandeling te kiezen en om de evolutie van de kanker, en met name of de ziekte al dan niet op de behandeling reageert, beter op te volgen.
OncoDNA
Sinds AvH in 2016 aandeelhouder werd, is het team van OncoDNA gegroeid van een twintigtal naar ongeveer 65 medewerkers. OncoDNA werkt samen met meer dan 3.000 oncologen en een honderdtal instellingen in meer dan 50 landen.
In 2017 lanceerde OncoDNA officieel haar IT-oplossing OncoKDM, een SaaS (Software as a Service)-oplossing. Laboratoria overal ter wereld kunnen KDM (Knowledge Driven Medicine) gebruiken om hun gegevens naar het platform van OncoKDM te sturen, met het oog op een interpretatie op afstand en de aanmaak van een gedetailleerd rapport voor hun oncologen. Dit rapport wordt gedeeld op OncoSHARE, het innoverende platform voor communicatie, delen en netwerken met meer dan 14.000 gebruikers (oncologen, patiënten en verwanten van de patiënten). Met de steun van het Waalse Gewest heeft OncoDNA het ambitieuze project Moncodaneum gelanceerd. Wereldwijd zullen 20 grote centra voor kankerbestrijding verbonden worden met OncoKDM, zodat ze toegang krijgen tot de databanken en de expertise van OncoDNA. Verscheidene belangrijke samenwerkingen werden al of worden weldra geconcretiseerd.
In 2017 heeft OncoDNA ook twee nieuwe analyses op de markt gebracht, OncoSTRAT&GO en OncoSELECT. De eerste maakt de analyse van tumoren mogelijk op basis van een biopsie van de primaire tumor of van een metastase, en ook vertrekkend van het bloed. De tweede is een uitsluitend op het bloed gebaseerde analyseoplossing voor longkanker, borstkanker en dikkedarmkanker, die aangeeft of de patiënt voor bepaalde behandelingen in aanmerking komt.
2017 werd vooral gekenmerkt door de eerste verkenningen door verschillende verzekeraars op wereldvlak, die de terugbetaling van de analyses van OncoDNA mogelijk beginnen te maken. Dit begin van terugbetaling is te danken aan lopende klinische demonstratiestudies (ARCHE-project, met de steun van het Waalse Gewest), maar ook aan publicaties en vooral aan de feedback van oncologen die het nut van deze benadering inzien. In 2017 werden ook de eerste samenwerkingen met belangrijke farmaceutische actoren gestart.
In 2018 ligt de focus op de erkenning van de analyses van OncoDNA voor hun terugbetaling door de verzekeringen, de ziekenfondsen of de sociale zekerheid. Een andere belangrijke ontwikkelingsprioriteit is de uitrol van OncoKDM in de grote kankercentra.
Van links naar rechts: Jean-Pol Detiffe, Gregori Ghitti, Michelle Meijer, Pierre Flamant, Jean-Francois Laes
www.oncodna.com
Deelnemingspercentage AvH: 50%
Telemond Groep is een producent van hoogwaardige staalconstructies en modules voor de hijs-, automobielen maritiem-civiele sector. De 4 productiesites van de groep zijn in Polen gevestigd.
Fabrikanten en operators van kranen en OEM's in de autosector zijn belangrijke klanten van Telemond. In het maritieme segment werkt Telemond voor de sectoren baggerwerken, olie en gas en hernieuwbare energie.
In 2017 kende de hijssector na twee erg moeilijke jaren een nieuwe groei. De globale investeringsuitgaven nemen toe. Vooral de Europese Unie toonde vanaf het tweede kwartaal een sterke groei. Telemond kon in 2016 en 2017 haar marktaandeel bij haar traditionele klantenbasis aanzienlijk uitbreiden. De groep verwacht in 2018 een recordomzet in dit segment en ziet sterke indicaties dat deze trend in 2019 zal aanhouden.
Henschel Engineering Automotive, dat laadbakken met neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken produceert voor lichte bedrijfsvoertuigen zoals de Crafter, de T6 en de Sprinter, kende een moeilijke aanloopfase voor een nieuwe productlijn voor VW. De omzet steeg met 30% en zal naar verwachting in 2018 opnieuw met 20% groeien. Hoewel het resultaat van de entiteit te lijden had onder een uitdagende productimplementatiefase, zijn de vooruitzichten voor de toekomstige ontwikkeling uitstekend. De basis werd hiervoor in 2017 gelegd.
De omzet in het maritieme segment, dat Telemond in 2014 begon te ontwikkelen, groeide ondanks een moeilijke marktsituatie met meer dan 20%. De activiteitsdomeinen en de klantenbasis werden uitgebreid. Dankzij hogere infrastructuurinvesteringen en het herstel van de olie- en gassector werden vanaf het derde kwartaal beduidend meer orders ontvangen. Voor 2018 en 2019 verwacht men een aanzienlijke groei in de sector van de hernieuwbare energie.
Van links naar rechts: Tobias Müller, Martin Kirschbaum, Christopher Maas, Dieter Schneider, Alicja Ozimek
www.telemond.be
| Telemond, Telehold, Henschel(1) | ||
|---|---|---|
| --------------------------------- | -- | -- |
| (€ 1.000, IFRS) | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 75.814 | 69.006 | 69.869 |
| EBITDA | 6.846 | 6.592 | 1.724 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 2.474 | 2.176 | -2.623 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 52.246 | 47.405 | 47.225 |
| Netto financiële positie | -13.752 | -13.623 | -17.781 |
Deelnemingspercentage AvH: 50%
Turbo's Hoet Groep (TH) met hoofdkwartier in Hooglede (Roeselare) is actief in de verkoop, het onderhoud en de leasing van vrachtwagens. Daarnaast verdeelt TH onderdelen en turbo's voor vrachtwagens, trailers en personenwagens. De groep is aanwezig met eigen vestigingen in België, Frankrijk, Nederland, Rusland, Wit-Rusland, Bulgarije, Roemenië, Polen en Oekraïne.
TH Trucks (dealerships, verkoop en onderhoud van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) heeft 37 vestigingen in 5 landen, België (12), Rusland (11), Frankrijk (9), Bulgarije (4) en Wit-Rusland (1) en is één van de grootste DAF-dealers wereldwijd. Daarnaast is TH Trucks ook dealer van onder meer Iveco, Nissan, Fiat Professional, Kögel en diverse andere merken. 400 mechaniekers staan elke dag ter beschikking van klanten.
TH Lease (verhuur op lange en korte termijn van vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers) is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Ook in de andere landen wordt deze dienstverlening aangeboden aan de klanten. Het TH-Lease park bestaat uit meer dan 4.100 eenheden.
TH Parts (België, Frankrijk, Nederland, Rusland, Bulgarije, Polen, Wit-Rusland, Oekraïne) is een belangrijke Europese speler voor onderdelen voor vrachtwagens, lichte commerciële voertuigen en trailers. Meer dan 200 specialisten begeleiden de klanten naar de juiste keuze van onderdelen. De uitgebreide voorraden garanderen een vlotte beschikbaarheid. Daarnaast kunnen klanten er ook terecht voor herstellingen.
TH Turbos is wereldwijd één van de grootste distributeurs van turbo's voor de 'aftermarket'. De eigen vestigingen in 8 landen (België, Frankrijk, Nederland, Rusland, Bulgarije, Roemenië, Polen, Oekraïne) beschikken over een uitgebreide voorraad voor turbo's voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen. Daarnaast zorgen de technische bijstand, herstellingen en uitstekende garantievoorwaarden voor een onberispelijke klantenservice.
Nieuwe garage te Sofia - Bulgarije
De inschrijvingen van zware vrachtwagens in de EU stegen in 2017 met 0,5%. TH Groep realiseerde in 2017 een omzetstijging van 19% ten opzichte van 2016. De EBITDA steeg met 7% tot 27,8 miljoen euro en het nettoresultaat bedroeg 9,7 miljoen euro (+4%). In 2017 werd in Sofia (Bulgarije) een nieuwbouwgarage in gebruik genomen en werden nieuwe verdeelpunten geopend in Frankrijk (Duinkerke en St-Quentin) en Rusland (Chelyabinsk en St-Petersburg).
In 2018 is de opening voorzien van nieuwbouw servicedealerships in Aalst (België) en Le Havre (Frankrijk).
| Turbo's Hoet Groep NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000, BGAAP) | 2017 | 2016 | 2015 |
| Omzet | 467.665 | 393.046 | 350.573 |
| EBITDA | 27.837 | 25.863 | 21.366 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 9.677 | 9.279 | 8.425 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 102.599 | 97.565 | 86.885 |
| Netto financiële positie | -106.440 | -94.413 | -85.291 |
Van links naar rechts: Serge Van Hulle, Peter Tytgadt, Filip Matthijs, Bart Dobbels, Kristof Derudder, Piet Wauters
www.th-group.eu
Deelnemingspercentage AvH: 45%
Bestemd voor verkoop
Transpalux, met hoofdzetel in Gennevilliers (nabij Parijs) is de voornaamste aanbieder van audiovisuele facilitaire diensten ten behoeve van de productie van films en fictie in Frankrijk. Sinds 2015 exploiteert Transpalux het gerenommeerde studiocomplex van Bry-sur-Marne.
Transpalux dat zich sinds de verzelfstandiging in 2014 uit Euro Media Group, onder leiding van Didier Diaz, succesvol heeft geherpositioneerd als de voornaamste aanbieder van audiovisuele facilitaire diensten ten behoeve van filmen fictieproductie in Frankrijk, kende een succesvol jaar 2017. Na 9 maanden bedroeg de omzet 22,7 miljoen euro, waarop een nettowinst van 0,7 miljoen euro werd gerealiseerd.
AvH bereikte in december 2017 een akkoord over de verkoop van haar deelneming in Transpalux aan de Franse meerderheidsaandeelhouder. De realisatie van deze transactie is nog onderworpen aan bepaalde opschortende voorwaarden, die verwacht worden in H1 2018 vervuld te worden.
Op grond hiervan heeft AvH in haar geconsolideerde rekeningen van eind 2017 deze deelneming overgeboekt naar 'bestemd voor verkoop' en gewaardeerd aan de vooropgestelde realisatiewaarde.
Van links naar rechts: Didier Diaz, Thierry Masurel
www.transpalux.com
| (€ 1.000, French GAAP) | 2017(1) | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|---|
| Omzet | 22.650 | 29.695 | 24.570 | |
| EBITDA | 2.485 | 3.517 | 2.966 | |
| Nettoresultaat (deel groep) | 726 | 1.368 | -100 | |
| Eigen vermogen (deel groep) | 9.315 | 8.590 | 7.104 | |
| Netto financiële positie | -4.828 | -3.011 | -3.554 | |
| (1) 9 maanden |
• Economische omzet DEME: Als gevolg van de introductie van de gewijzigde boekhoudstandaarden IFRS10/IFRS11 worden deelnemingen waarover DEME de gezamenlijke controle uitoefent met ingang van 1 januari 2015 opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. In de economische omzet worden de deelnemingen waarover DEME een gezamenlijke controle uitoefent nog proportioneel geïntegreerd. Dit is dus niet conform de nieuwe boekhoudnormen IFRS10 en IFRS11, maar geeft wel een vollediger beeld van de operaties en activa/passiva van deze deelnemingen.
• Huurrendement op basis van reële waarde: Voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking genomen, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop.
Partners for sustainable growth
| Geconsolideerde jaarrekening126 | |
|---|---|
| Resultatenrekening 126 | |
| Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 127 | |
| Balans 128 | |
| Kasstroomoverzicht 130 | |
| Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen 131 |
| 1. | Waarderingsregels 132 | |
|---|---|---|
| 2. | Dochterondernemingen en gemeenschappelijke | |
| dochterondernemingen 137 | ||
| 3. | Geassocieerde deelnemingen 143 | |
| 4. | Bedrijfsacquisities en -verkopen 146 | |
| 5. | Segmentinformatie 147 | |
| 6. | Immateriële vaste activa 159 | |
| 7. | Goodwill 160 | |
| 8. | Materiële vaste activa 160 | |
| 9. | Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde 162 | |
| 10. Ondernemingen waarop de vermogens | ||
| mutatiemethode is toegepast163 | ||
| 11. Financiële activa 164 |
| 12. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten 170 | |
|---|---|
| 13. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden 171 | |
| 14. Minderheidsbelangen 172 | |
| 15. Leasing 174 | |
| 16. Voorzieningen 174 | |
| 17. Financiële schulden 175 | |
| 18. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 176 | |
| 19. Financiële instrumenten 178 | |
| 20. Belastingen 180 | |
| 21. Aandelenoptieplannen 181 | |
| 22. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 182 | |
| 23. Tewerkstelling 183 | |
| 24. Pensioenverplichtingen 183 | |
| 25. Verbonden partijen 185 | |
| 26. Winst per aandeel 187 | |
| 27. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden 187 | |
| Verslag van de commissaris 188 | |
| Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening 197 | ||
|---|---|---|
De geconsolideerde jaarrekening van AvH is opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2017, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.950.575 | 3.649.117 | |
| Verrichting van diensten | 206.973 | 179.897 | |
| Leasingopbrengsten | 8.974 | 8.546 | |
| Vastgoedopbrengsten | 227.897 | 179.314 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 97.563 | 106.615 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 55.637 | 48.011 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.262.584 | 3.020.241 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 90.948 | 106.493 | |
| Overige exploitatiebaten | 14.484 | 9.782 | |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 7.301 | 317 | |
| Dividenden | 6.864 | 9.292 | |
| Overheidssubsidies | 0 | 121 | |
| Overige exploitatiebaten | 318 | 52 | |
| Exploitatielasten (-) | -3.654.866 | -3.347.785 | |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -2.005.126 | -1.769.842 | |
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | 22.932 | 25.780 | |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -25.869 | -32.544 | |
| Personeelslasten (-) | 23 | -765.902 | -717.569 |
| Afschrijvingen (-) | -269.315 | -262.910 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | -12.724 | -30.230 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -587.750 | -552.702 | |
| Voorzieningen | -11.113 | -7.766 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 31.960 | 40.587 | |
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 19 | 0 | 0 |
| Vastgoedbeleggingen | 9 | 31.960 | 40.587 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 83.841 | 17.635 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 10.868 | 3.514 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | -2.798 | 3.584 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 73.181 | 9.350 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 2.591 | 1.188 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 425.993 | 369.337 | |
| Financieringsopbrengsten | 55.645 | 31.433 | |
| Renteopbrengsten | 10.830 | 11.423 | |
| Diverse financiële opbrengsten | 44.815 | 20.010 | |
| Financieringslasten (-) | -112.836 | -90.491 | |
| Rentelasten (-) | -42.237 | -49.546 | |
| Diverse financiële lasten (-) | -70.599 | -40.946 | |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 19 | 633 | 122 |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 10 | 140.859 | 108.660 |
| Overige niet-exploitatiebaten | 2.385 | 1.785 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 512.680 | 420.847 | |
| Winstbelastingen | 20 | -57.022 | -54.794 |
| Uitgestelde belastingen | 16.082 | 13.146 | |
| Belastingen | -73.104 | -67.940 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 455.657 | 366.053 | |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 455.657 | 366.053 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de groep |
153.128 302.530 |
141.816 224.237 |
|
| Winst per aandeel (€) | |||
| 1. Gewone winst (verlies) per aandeel | |||
| 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 9,13 | 6,77 | |
| 1.2. Uit de voortgezette activiteiten | 9,13 | 6,77 | |
| 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel | |||
| 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 9,09 | 6,74 | |
| 2.2. Uit de voortgezette activiteiten | 9,09 | 6,74 |
(1) We verwijzen naar de segmentinformatie op pagina 147 t.e.m.158 voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) van het boekjaar | 455.657 | 366.053 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 153.128 | 141.816 |
| Aandeel van de groep | 302.530 | 224.237 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -30.691 | -24.305 |
| Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: effecten beschikbaar voor verkoop | -15.984 | -3.711 |
| Belastingen | 1.662 | 267 |
| -14.321 | -3.444 | |
| Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve | 21.561 | -5.325 |
| Belastingen | -1.962 | -1.378 |
| 19.599 | -6.702 | |
| Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen | -30.190 | -1.622 |
| Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -2.835 | -19.333 |
| Belastingen | -2.944 | 6.796 |
| -5.778 | -12.536 | |
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 424.966 | 341.748 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 151.834 | 127.414 |
| Aandeel van de groep | 273.132 | 214.335 |
De herwaarderingsreserve die ontstaat door op afsluitingsdatum effecten die nog in portefeuille zijn, doch beschikbaar voor verkoop, boekhoudkundig aan marktwaarde te herwaarderen, is ten opzichte van vorig jaar met 14,3 miljoen euro gedaald.
Deze evolutie wordt verklaard door meerdere elementen. Zo heeft Leasinvest Real Estate, als gevolg van het vergroten van haar deelneming in Lux Airport, deze deelneming voortaan opgenomen in haar consolidatiekring. Deze effecten Lux Airport maken daarom, net zomin als de 7,1 miljoen euro herwaarderingsreserve die daarop betrekking had per einde 2016, geen deel meer uit van de effecten beschikbaar voor verkoop. Ook Mediahuis heeft bij het opstellen van haar geconsolideerde balans na de verwerving van Telegraaf Media Groep een aantal activa geherklasseerd. Voorts wijzigt deze reserve ook als gevolg van de verkoop van effecten waarbij de latente meer/minderwaarde effectief wordt gerealiseerd en als gevolg van waardeschommelingen van de effecten in portefeuille op de afsluitingsdatum.
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Over het algemeen is de waarde-ontwikkeling van deze indekkingsinstrumenten positief geweest in 2017, waardoor een deel van de vroeger via deze post verwerkte negatieve waarde-aanpassingen werden teruggenomen (o.a. bij Leasinvest Real Estate en DEME).
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van deelnemingen die in vreemde munten rapporteren. In 2017 is de waarde van de euro toegenomen ten opzichte van de meeste deviezen (USD, GBP, INR,…), wat zich vertaalt in negatieve omrekeningsverschillen mbt Sipef, DEME, Rent-A-Port en Manuchar.
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de nietgerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 9.255.476 | 8.523.262 | |
| Immateriële vaste activa | 6 | 179.567 | 166.832 |
| Goodwill | 7 | 349.523 | 342.539 |
| Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen |
8 | 2.572.877 479.686 |
2.134.639 475.433 |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.615.815 | 1.488.867 | |
| Meubilair en rollend materieel | 28.822 | 31.411 | |
| Overige materiële vaste activa | 4.713 | 4.364 | |
| Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | 443.558 | 134.301 | |
| Operationele leasing - als leasinggever (IAS 17) | 283 | 263 | |
| Vastgoedbeleggingen | 9 | 945.488 | 1.010.754 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 10 | 1.240.746 | 1.153.300 |
| Financiële vaste activa | 11 | 267.186 | 289.146 |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 102.335 | 113.043 | |
| Vorderingen en borgtochten | 164.851 | 176.103 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 19 | 5.649 | 3.576 |
| Vorderingen op meer dan één jaar | 11 | 177.109 | 160.669 |
| Handelsvorderingen | 6.958 | 4.230 | |
| Vorderingen uit financiële lease | 15 | 160.765 | 129.272 |
| Overige vorderingen | 9.386 | 27.167 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 20 | 109.219 | 134.236 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar | 12 | 3.408.112 | 3.127.572 |
| II. Vlottende activa | 4.192.378 | 4.247.159 | |
| Voorraden | 13 | 329.400 | 250.265 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 13 | 74.292 | 112.074 |
| Geldbeleggingen | 467.882 | 621.408 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 11 | 467.879 | 621.405 |
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 19 | 4.553 | 3.551 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 11 | 1.321.413 | 1.405.260 |
| Handelsvorderingen | 1.066.152 | 1.166.164 | |
| Vorderingen uit financiële lease | 15 | 55.139 | 47.850 |
| Overige vorderingen | 200.122 | 191.245 | |
| Terug te vorderen belastingen | 20 | 19.030 | 24.429 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar | 12 | 1.304.957 | 1.041.064 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 88.863 | 74.156 | |
| Banken - leningen en vorderingen (exclusief leasing) | 908.056 | 931.915 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 308.038 | 34.993 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 637.027 | 754.315 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 35.152 | 156.773 | |
| Liquide middelen | 601.875 | 597.542 | |
| Overlopende rekeningen | 33.824 | 34.793 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 9-10 | 21.159 | 104.637 |
| Totaal der activa | 13.469.013 | 12.875.059 |
De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen op de pagina's 150-151 van dit rapport. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank J.Van Breda & C° draagt 5.425 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 13.469 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is met een Core Tier 1-ratio van 14,2% zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank J.Van Breda & C° in de geconsolideerde balans samengevat.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2017 | 2016 |
|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 4.195.272 | 3.916.348 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 2.972.208 | 2.783.083 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 2.905.611 | 2.682.090 | |
| Herwaarderingsreserves | -17.482 | 11.915 | |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 23.579 | 31.145 | |
| Afdekkingsreserve | -10.204 | -18.635 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -15.083 | -11.569 | |
| Omrekeningsverschillen | -15.774 | 10.974 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 21 | -29.828 | -24.830 |
| Minderheidsbelang | 14 | 1.223.064 | 1.133.265 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.477.286 | 2.675.375 | |
| Voorzieningen | 16 | 86.381 | 105.989 |
| Pensioenverplichtingen | 24 | 58.134 | 56.021 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 20 | 212.268 | 256.685 |
| Financiële schulden | 17 | 1.388.177 | 1.413.303 |
| Leningen van banken | 877.470 | 892.811 | |
| Obligatieleningen | 435.327 | 434.049 | |
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 3.344 | |
| Financiële lease-overeenkomsten | 66.147 | 79.446 | |
| Overige financiële schulden | 3.880 | 3.654 | |
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 19 | 50.397 | 84.352 |
| Overige schulden | 26.761 | 54.346 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 18 | 655.168 | 704.680 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 607.368 | 647.175 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 0 | |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 47.800 | 57.505 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 6.796.455 | 6.277.332 | |
| Voorzieningen | 16 | 59.166 | 37.865 |
| Pensioenverplichtingen | 24 | 289 | 214 |
| Financiële schulden | 17 | 499.467 | 560.632 |
| Leningen van banken | 163.833 | 299.610 | |
| Obligatieleningen | 99.959 | 0 | |
| Financiële lease-overeenkomsten | 15.230 | 52.202 | |
| Overige financiële schulden | 220.445 | 208.819 | |
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 19 | 8.405 | 25.147 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 13 | 235.704 | 222.816 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.641.461 | 1.573.372 | |
| Handelsschulden | 1.352.745 | 1.270.310 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.505 | 3.814 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 186.022 | 183.864 | |
| Overige schulden | 100.189 | 115.384 | |
| Te betalen belastingen | 20 | 64.691 | 51.989 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 18 | 4.191.182 | 3.727.271 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.458 | 24.422 | |
| Banken - deposito's van klanten | 3.898.145 | 3.532.914 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schulden | 253.114 | 161.693 | |
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 12.465 | 8.242 | |
| Overlopende rekeningen | 96.089 | 78.027 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | |||
| 0 | 6.004 | ||
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 13.469.013 | 12.875.059 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 754.315 | 704.987 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 425.993 | 369.337 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen | -83.841 | -25.102 |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 62.392 | 65.608 |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 2.385 | 1.785 |
| Winstbelastingen | -47.135 | -65.173 |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | ||
| Afschrijvingen | 269.315 | 262.910 |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen | 12.881 | 30.171 |
| Aandelenoptieplannen | 1.915 | -1.618 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | -31.960 | -40.587 |
| (Afname) toename van voorzieningen | 11.226 | 1.342 |
| (Afname) toename van latente belastingen | -16.082 | -13.146 |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 4.186 | 1.391 |
| Cashflow | 611.275 | 586.920 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -62.693 | 71.291 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -31.726 | 115.994 |
| Afname (toename) van vorderingen | 93.961 | -37.227 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | -553.537 | -265.930 |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 9.621 | 7.038 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) | 419.257 | 261.979 |
| Afname (toename) overige | -268 | -10.563 |
| Operationele cashflow | 548.583 | 658.211 |
| Investeringen | -1.165.097 | -1.168.089 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -491.841 | -217.138 |
| Investering in vastgoedbeleggingen | -126.121 | -114.766 |
| Verwerving van financiële vaste activa | -304.012 | -222.562 |
| Nieuwe leningen toegestaan | -27.820 | -81.695 |
| Verwerving van geldbeleggingen | -215.302 | -531.929 |
| Desinvesteringen | 724.102 | 701.601 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 20.459 | 9.275 |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 113.502 | 66.146 |
| Overdracht van financiële vaste activa | 214.987 | 51.563 |
| Terugbetaalde leningen | 13.344 | 35.527 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 361.809 | 539.090 |
| Investeringscashflow | -440.994 | -466.488 |
| Financiële operaties | ||
| Ontvangen interesten | 10.820 | 11.142 |
| Betaalde interesten | -47.945 | -57.421 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -24.519 | -20.366 |
| Afname (toename) van eigen aandelen | -6.993 | -801 |
| (Afname) toename van financiële schulden | -9.743 | 53.279 |
| Winstverdeling | -67.638 | -64.980 |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -56.548 | -64.717 |
| Financieringscashflow | -202.566 | -143.863 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -94.978 | 47.859 |
| Wijziging consolidatiekring of -methode | -21.890 | 1.814 |
| Kapitaalverhogingen (deel derden) | 150 | 275 |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | -570 | -620 |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 637.027 | 754.315 |
Op pagina 153 van dit verslag is een opsplitsing opgenomen van dit kasstroomoverzicht per segment.
| (€ 1.000) | Herwaarderingsreserves | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
beschikbaar voor verkoop Effecten |
Afdekkings- reserves |
(verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekenings verschillen |
eigen aandelen Ingekochte |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
eigen vermogen Totaal |
|
| Beginsaldo, 1 januari 2016 | 113.907 | 2.496.006 | 32.153 | -17.821 | -3.912 | 11.397 | -24.392 | 2.607.339 | 1.208.273 | 3.815.612 |
| Winst | 224.237 | 224.237 | 141.816 | 366.053 | ||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -1.007 | -814 | -7.658 | -423 | -9.902 | -14.402 | -24.305 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 224.237 | -1.007 | -814 | -7.658 | -423 | 0 | 214.335 | 127.414 | 341.748 |
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -64.980 | -64.980 | -64.717 | -129.696 | ||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen | -438 | -438 | -438 | |||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring / Belangen %) |
26.827 | 26.827 | -137.705 | -110.878 | ||||||
| Eindsaldo, 31 december 2016 | 113.907 | 2.682.090 | 31.145 | -18.635 | -11.569 | 10.974 | -24.830 | 2.783.083 | 1.133.265 | 3.916.348 |
| (€ 1.000) | Herwaarderingsreserves | |||||||||
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
beschikbaar voor verkoop Effecten |
Afdekkings- reserves |
(verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekenings verschillen |
eigen aandelen Ingekochte |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
eigen vermogen Totaal |
|
| Beginsaldo, 1 januari 2017 | 113.907 | 2.682.090 | 31.145 | -18.635 | -11.569 | 10.974 | -24.830 | 2.783.083 | 1.133.265 | 3.916.348 |
| Winst | 302.530 | 302.530 | 153.128 | 455.657 | ||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -7.566 | 8.431 | -3.514 | -26.748 | -29.397 | -1.294 | -30.691 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
0 | 302.530 | -7.566 | 8.431 | -3.514 | -26.748 | 0 | 273.132 | 151.834 | 424.966 |
| Uitkering dividend vorig boekjaar | -67.638 | -67.638 | -56.548 | -124.186 | ||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen | -4.998 | -4.998 | -4.998 | |||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring / Belangen %) |
-11.371 | -11.371 | -5.487 | -16.858 |
De toelichting bij de herwaarderingsreserves die, conform de IFRS-regels, rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt, is opgenomen op pagina 127 van dit verslag.
Op 31 mei 2017 heeft AvH een dividend uitgekeerd van 2,04 euro per aandeel.
AvH heeft in 2017 71.000 eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 66.000 aandelen AvH. Op 31 december 2017 heeft AvH in totaal opties toegekend op 311.000 aandelen AvH. Ter indekking van deze en toekomstige optieverplichtingen, bezit AvH op diezelfde datum 357.000 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2017 ook 120.338 aandelen AvH gekocht en 117.359 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 2.979 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 2.979 aandelen brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 5.257.
De Post "Andere" in het mutatieoverzicht bevatten o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar pagina 198 voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
Eind 2017 beschikte AvH (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 80,2 miljoen euro, tegenover 68,3 miljoen euro eind 2016. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat de thesaurie onder meer uit geldbeleggingen (incl. eigen aandelen) voor 75,5 miljoen euro en uit korte termijnschulden onder de vorm van commercial paper van 45,0 miljoen euro. We verwijzen naar pagina 154 voor meer details omtrent de netto cash positie van AvH (inclusief Sofinim en subholdings).
Naast de commercial paper-programma's, die AvH de mogelijkheid bieden om in totaal voor 250 miljoen euro commercial paper uit te geven, beschikt AvH per 31/12/2017 over bevestigde kredietlijnen gespreid over verschillende banken voor een bedrag van 280 miljoen euro. AvH hanteert als regel dat geen verbintenissen worden aangegaan of zekerheden worden verstrekt voor verplichtingen van de deelnemingen. Het omgekeerde is trouwens evenmin het geval. Hiervan kan slechts in bijzondere gevallen worden afgeweken.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2017, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
De toegepaste grondslagen van de financiële verslaggeving zijn consistent met die van het voorgaande boekjaar, met uitzondering van de volgende nieuwe en gewijzigde IFRS-standaarden en IFRIC-interpretaties die van toepassing zijn per 1 januari 2017:
Behalve de wijzigingen in IAS 7 Kasstroomoverzicht, heeft de toepassing van deze wijzigingen aan de andere bestaande standaarden geen impact gehad op deze of op voorgaande periode en het is ook niet waarschijnlijk dat dit een impact zal hebben op toekomstige periodes.
De wijzing in IAS 7 vereist bijkomende toelichting over de veranderingen in verplichtingen die voortvloeien uit financieringsactiviteiten, met inbegrip van zowel veranderingen die voortvloeien uit kasstromen als niet-kaswijzigingen (zoals wisselkoerswinsten of -verliezen, wijzigingen in de consolidatiekring) (zie pag. 152).
Bepaalde nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden werden gepubliceerd door de IASB maar waren nog niet verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2017, en werden niet vervroegd toegepast. AvH is van plan deze standaarden en interpretaties toe te passen wanneer ze van kracht worden.
De definitieve versie van IFRS 9 Financiële instrumenten vervangt IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering, alsmede alle voorgaande versies van IFRS 9. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van het project met betrekking tot de verantwoording van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, verwachte kredietverliezen en hedge accounting.
AvH zal gebruik maken van de mogelijkheid om de vergelijkende gegevens niet te herwerken. Hierdoor zal de impact bij aanvang voor zowel de classificatie en waardering van financiële instrumenten als de bepaling van verwachte verliezen voor kredietrisico's worden toegepast in de openingsbalans per 1/1/2018, zonder aanpassing van de vorige periodes.
IFRS 9 voorziet 3 categorieën voor de classificatie van financiële activa, die verwijzen naar de manier waarop de activa gewaardeerd worden: geamortiseerde kostprijs, reële waarde opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (fair value through other comprehensive income) en reële waarde opgenomen in de resultatenrekening (fair value through profit & loss). De IAS 39-categorieën effecten aangehouden tot einde looptijd, leningen en vorderingen en effecten beschikbaar voor verkoop houden op te bestaan.
De nieuwe classificatie van financiële activa en verplichtingen aan geamortiseerde kostprijs gebeurt in 2 stappen:
AvH heeft bovenstaande criteria getoetst en besluit dat er inzake classificatie en waardering van financiële verplichtingen en financiële activa geen impact is op de openingsbalans per 1/1/2018. De organisatie, processen en governance worden aangepast opdat de formele beoordelingen en de review in een going concern kunnen worden uitgevoerd.
Behalve bij Bank J.Van Breda & C° zullen de reële waardeschommelingen in de portefeuille "effecten beschikbaar voor verkoop" vanaf 1 januari 2018 opgenomen worden in de resultatenrekening. Bijgevolg zal er (binnen het eigen vermogen) een herclassering van de latente meerwaarden naar de geconsolideerde reserves plaats vinden in de openingsbalans van 22,0 miljoen eur (deel groep). Daarna zal voor elke nieuwe acquisitie de classificatie (waardeschommelingen via resultatenrekening of via het niet-gerealiseerde resultaat) beslist worden per instrument.
Met de invoering van IFRS 9 wordt overgestapt van een 'incurred loss' model naar een 'expected loss' model voor wat betreft de bijzondere waardeverminderingen. Onder IFRS 9 dient een voorziening te worden aangelegd voor verwachte verliezen bij aanvang van het contract.
Bank J.Van Breda & C° heeft een model ontwikkeld voor de berekening van 'excpected credit loss'. De kredietportefeuille wordt onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
De kredietverliezen voor stage 1 en 2 worden berekend op basis van een intern ontwikkeld model in lijn met de bepalingen van IFRS 9. Gezien de kwaliteit van de kredietportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° blijft de impact op het openings eigen vermogen beperkt tot -3,3 miljoen euro (voor belangen van derden). Delen Private Bank kent een minimale impact van -0,1 miljoen euro (voor belangen van derden).
Voor de andere participaties van de groep AvH is er geen materiële impact te verwachten bij de eerste toepassing van IFRS 9 – verwachte kredietverliezen.
De nieuwe principes voor de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) zullen geen impact hebben.
In IFRS 15 wordt een vijfstappenmodel voor de verantwoording van omzet uit contracten met klanten geïntroduceerd. Onder IFRS 15 worden opbrengsten in hoofde van overdracht van goederen of diensten verantwoord tegen de vergoeding waarop de onderneming verwacht recht te hebben. De nieuwe standaard vervangt alle bestaande IFRS-vereisten voor opbrengsterkenning.
AvH heeft de nieuwe standaard ingevoerd op 1.1.2018 en opteerde voor de gewijzigde retrospectieve methode, wat betekent dat de openingsbalans van het eigen vermogen per 1 januari 2018 wordt aangepast zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Volgens deze benadering wordt IFRS 15 toegepast op contracten die op de datum van eerste toepassing nog niet zijn afgerond en deze contracten worden herwerkt alsof IFRS 15 altijd van toepassing was.
Uit de analyseoefening bij DEME blijkt dat bepaalde contracten (EPCI) identificeerbare afzonderlijke prestatieverplichtingen bevatten, nl. verplichtingen mbt aankoopen installatieactiviteiten. Deze type-contracten werden tot heden in IAS 11 als één enkel contract beschouwd, maar volgens IFRS 15 zullen de verschillende prestatieverplichtingen elk apart aanleiding geven tot omzeterkenning. De impact van deze herwerking zal het openings eigen vermogen per 1 januari 2018 doen dalen met 15,6 miljoen euro (voor belangen van derden). Bij de andere participaties was er geen materiële impact vast te stellen.
IFRS 16 Leases: deze nieuwe standaard bepaalt de opname, waardering en informatieverstrekking met betrekking tot leasing contracten (1/1/2019) en vervangt IAS 17. Als gevolg hiervan komen alle lease- en huurverplichtingen (zoals huurcontracten met betrekking tot vastgoed) op de balans. Hiervan moet de impact nog worden bepaald.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH NV, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere mede-aandeelhouders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.
Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.
Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs ge-
waardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.
Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt:
Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill en op voor verkoop beschikbare financiële activa, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
(groepsvennootschap draagt substantieel alle eigendomsrisico's en -baten)
Bij de aanvang van de leaseperiode worden de activa en verplichtingen in de balans opgenomen aan reële waarde van het geleased actief of indien lager, de contante waarde van de minimale leasebetalingen, zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. De disconteringsvoet gebruikt bij de berekening van de contante waarde van de minimale leasebetalingen is de impliciete rentevoet van de lease overeenkomst, zo die kan worden bepaald. In het andere geval dient de marginale rentevoet van de leasingnemer worden gebruikt.
(voordelen en risico's blijven substantieel bij de leasinggever)
De leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
De financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen onder de lange en korte termijnvorderingen aan de huidige waarde van de toekomstige leasingbetalingen en de al dan niet gegarandeerde residuwaarde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen, berekend aan de impliciete rentevoet.
Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het resultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan een contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.
De operationele leasings betreffen leasings die niet kwalificeren als een financiële leasing. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen operationele leasings die o.b.v. IAS 17 aan kostprijs worden gewaardeerd en operationele leasings die als een vastgoedbelegging worden beschouwd en die o.b.v. IAS 40.33 aan marktwaarde worden gewaardeerd, waardoor de waardeschommelingen in de resultatenrekening zullen opgenomen worden.
Het onderscheid tussen beide soorten hangt af van de berekeningswijze van de optie. Indien de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde dan zal het contract als een vastgoedbelegging gekwalificeerd worden. In alle andere gevallen worden deze contracten beschouwd als operationele leasings conform IAS 17.
De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
Voor verkoop beschikbare aandelen en effecten worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden in de 'staat van de niet-gerealiseerde resultaten' gerapporteerd, tot verkoop of bijzondere waardevermindering, waarbij de gecumuleerde herwaardering in de resultatenrekening wordt opgenomen. Wanneer de reële waarde van een financieel actief niet betrouwbaar kan worden bepaald, wordt het gewaardeerd aan kostprijs.
Wanneer een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' is erkend en er objectieve duiding van bijzondere waardevermindering aanwezig is, worden de cumulatieve verliezen die voorheen rechtstreeks in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' werden gerapporteerd, in de resultatenrekening verwerkt.
De reële waardeschommelingen van de 'financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via resultaat' worden in de resultatenrekening verwerkt.
De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.
Op het niveau van AvH en subholdings worden de (voornamelijk intrest)risico's wel centraal beheerd door het AvH Coordination Center. Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
Financiële schulden en vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve-rentemethode.
Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde, verminderd met eventuele waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact; winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst respectievelijk kost in resultaat genomen.
Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.
Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.
Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien impact van materieel belang.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen en overdraagbare fiscale verliezen.
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:
Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.
De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.
De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen waarvoor bijdragen worden betaald aan een afzonderlijk beheerd fonds. De kosten van de te bereiken doelpensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doel-pensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten).
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Belangen % 2016 |
Minderheids belangen % |
Minderheids belangen % |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | |||||
| Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE (1) | 0400.464.795 | België | 60,40% | 60,40% | 39,60% | 39,60% |
| DEME (1) | 0400.473.705 | België | 60,40% | 60,40% | 39,60% | 39,60% |
| Algemene Aannemingen Van Laere (2) | 0405.073.285 | België | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| Anmeco | 0458.438.826 | België | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| Groupe Thiran | 0425.342.624 | België | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| TPH Van Laere | 43.434.858.544 | Frankrijk | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| Vandendorpe | 0417.029.625 | België | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| Wefima | 0424.903.055 | België | 60,40% | 100,00% | 39,60% | |
| Alfa Park (3) | 0834.392.218 | België | 100,00% | |||
| Galiliège (3) | 0550.717.104 | België | 49,00% | 51,00% | ||
| Rent-A-Port | 0885.565.854 | België | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% |
| International Port Engineering and Management (IPEM) | 0441.086.318 | België | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% |
| Infra Asia Consultancy and Project Management | 0891.321.320 | België | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% |
| Rent-A-Port Green Energy | 0832.273.757 | België | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% |
| IPEM Holdings | Cyprus | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% | |
| Port Management Development | Cyprus | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% | |
| Infra Asia Consultancy Ltd. | Hong Kong | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% | |
| Rent-A-Port Reclamation | Hong Kong | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% | |
| OK SPM FTZ Enterprise | Nigeria | 72,18% | 72,18% | 27,82% | 27,82% | |
| Société d'Investissement Portuaire de Guinée | Guinée | 50,53% | 50,53% | 49,47% | 49,47% | |
| Green Offshore | 0832.273.757 | België | 80,20% | 80,20% | 19,80% | 19,80% |
| Private Banking | ||||||
| Bank J.Van Breda & C° | 0404.055.577 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| ABK bank (fusie met Bank J.Van Breda & C°) | 0404.456.841 | België | 78,74% | 21,26% | ||
| Beherman Vehicle Supply | 0473.162.535 | België | 63,00% | 63,00% | 37,00% | 37,00% |
| Finaxis | 0462.955.363 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| Real Estate & Senior Care | ||||||
| Extensa Group (4) | 0425.459.618 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa | 0466.333.240 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Development | 0446.953.135 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Istanbul | 566454 / 514036 | Turkije | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Luxemburg (fusie met Extensa Group) (4) | 1999.2229.988 | Luxemburg | 100,00% | |||
| Extensa Participations I (fusie met Extensa Group) (4) | 2004.2421.120 | Luxemburg | 100,00% | |||
| Extensa Participations II (fusie met Extensa Group) (4) | 2004.2421.090 | Luxemburg | 100,00% | |||
| Extensa Participations III (fusie met Extensa Group) (4) | 2012.2447.996 | Luxemburg | 100,00% | |||
| Extensa Romania | J40.24053.2007 | Roemenië | 100,00% | 100,00% | ||
| Extensa Slovakia (5) | 36.281.441 | Slowakije | 100,00% | |||
| Grossfeld Developments (6) | 2012.2448.267 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Grossfeld Immobilière | 2001.2234.458 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Grossfeld Participations (fusie met Extensa Group) (4) | 2012.2447.856 | Luxemburg | 100,00% | |||
| Implant | 0434.171.208 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Leasinvest Real Estate Management (7) | 0466.164.776 | België | 100,00% | |||
| RFD RFD CEE Venture Capital |
0405.767.232 801.966.607 |
België Nederland |
100,00% 100,00% |
100,00% 100,00% |
||
| Project T&T | 0476.392.437 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Openbaar Pakhuis T&T Parking |
0863.093.924 0863.091.251 |
België België |
100,00% 100,00% |
100,00% 100,00% |
||
| T&T Tréfonds | 0807.286.854 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Services | 0628.634.927 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| T&T Douanehotel | 0406.211.155 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Beekbaarimmo | 19.992.223.718 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| UPO Invest | 0473.705.438 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| VAC De Meander (9) | 0628.888.216 | België | 100,00% | |||
| Vilvolease | 0456.964.525 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Leasinvest Real Estate (7) (8) | 0436.323.915 | België | 30,01% | 30,01% | 69,99% | 69,99% |
| Leasinvest Real Estate Management (7) (8) | 0466.164.776 | België | 100,00% |
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemingsnummer | Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Belangen % 2016 |
Minderheids belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2016 |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | |||||||||||
| Anima Care (10) | 0469.969.453 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Gilman | 0870.238.171 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Vera | 0452.357.718 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Engagement | 0462.433.147 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Le Gui | 0455.218.624 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Care Wallonië (ex-Au Privilège) | 0428.283.308 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Huize Philemon & Baucis | 0462.432.652 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Anima Cura | 0480.262.143 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Glamar | 0430.378.904 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Zorgcentrum Lucia | 0818.244.092 | België | 92,50% | 61,67% | 7,50% | 38,33% | |||||
| Résidence Parc des Princes | 0431.555.572 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Résidence St. James | 0428.096.434 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Château d'Awans | 0427.620.342 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Home Scheut | 0458.643.516 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Le Birmingham | 0428.227.284 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Duneroze | 0536.809.777 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Zandsteen | 0664.573.823 | België | 92,50% | 92,50% | 7,50% | 7,50% | |||||
| Les Résidences de l'Eden | 0455.832.197 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Résidence Arcade | 0835.637.281 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| La Roseraie | 0466.582.668 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Patrium | 0675.568.178 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Elenchus Invest | 0478.953.930 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Résidence Edelweiss | 0439.605.582 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| Résidence Neerveld | 0427.883.628 | België | 92,50% | 7,50% | |||||||
| HPA (11) | 0818.090.674 | België | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| Exploitatie / Vastgoed rusthuizen (11) | |||||||||||
| Residalya / Patrimoine & Santé | 480.081.397 | 484.065.586 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Real Estate / P&S Real Estate | 480.081.819 | 487.599.102 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Inova | 450.720.883 | Frankrijk | 36,01% | 35,57% | 63,99% | 64,43% | |||||
| La Chenaie / Saint Ciers Invest | 343.356.028 | 491.430.781 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Le Jardin Des Loges / Bonnet Invest | 394.806.541 | 485.191.951 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Le Mont Des Landes / Saint Savest | 401.600.481 | 491.485.371 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Les Alysés / Troyes Invest | 527.799.811 | 503.163.123 | Frankrijk | 71,72% | 69,04% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 30,96% | 29,14% | 47,78% |
| Les Portes De Champagne | 338.568.389 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| Les Portes De Nimes / Poulx Invest | 423.582.055 | 491.006.300 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Les Portes Du Jardin / Tonnay Invest | 481.193.027 | 479.843.146 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Bésançon / Chazal Invest | 509.668.950 | 505.407.221 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya BL | 534.425.574 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| Residalya Courchelettes / Courchelettes Invest | 531.354.801 | 510.895.162 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Dijon / Dijon Invest | 522.014.059 | 510.800.824 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Garons / Garons Invest | 534.425.608 | 808.415.368 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Haute Goulaine / Goulaine Invest | 492.700.885 | 495.191.918 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Le Lavandou / Grand Batailler Invest | 534.860.036 | 510.895.337 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Le Rove / Marseille Le Rove Invest | 490.173.614 | 499.376.457 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Les Rives D'Allier / Pont Du Château Invest |
491.818.779 | 492.578.505 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Orléans / Orléans Invest | 534.476.536 | 519.062.228 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Résidence Automne / Champs Invest | 501.535.371 | 534.103.262 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Séolanes / Seolanes Invest | 501.479.638 | 387.965.502 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya St. Marcel / Saint Marcel Invest | 531.418.564 | 522.169.861 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Villers Semeuse / Villers Semeuse invest |
527.736.441 | 510.800.808 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Residalya Projet 7 | 815.347.711 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| Résidence Du Littoral / Saint Augustinvest | 482 162 542 | 491.430.575 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Résidence Marguerite | 950.537.233 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| Sogécom | 343.296.760 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% | |||||
| SRG / Saint Genis Invest | 398.710.921 | 394.584.742 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Villa Charlotte | 390.719.193 | Frankrijk | 71,72% | 70,86% | 28,28% | 29,14% |
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Belangen % 2016 |
Minderheids belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2016 |
|||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | |||||||||||
| La Demeure Du Bois Ardent / Turquoise | 399.793.173 | 394.597.488 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Sérénalto | 344.503.545 | Frankrijk | 43,03% | 42,52% | 56,97% | 57,48% | |||||
| Ambroise Paré / Paradin | 395.190.226 | 395.190.374 | Frankrijk | 40,88% | 43,03% | 40,39% | 42,52% | 59,12% | 56,97% | 59,61% | 57,48% |
| Cigma Holding / Cidevim | 789.479.185 | 478 101 025 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Cigma De Laval / Cigma du Tertre | 527.946.131 | 511 972 721 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Crèche du Tertre / Cigma du Tertre | 528.379.001 | 511 972 721 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 70,86% | 52,22% | 28,28% | 28,28% | 29,14% | 47,78% |
| Villa Thalia / CMSR | 348.210.196 | 322.409.442 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | ||||
| Résidence Le Pyla / Saphir | 424.416.212 | 433.702.467 | Frankrijk | 71,72% | 71,72% | 28,28% | 28,28% | ||||
| Saint Lo Développement | 815.376.124 | Frankrijk | 71,72% | 28,28% | |||||||
| Taillan Invest | 820.126.902 | Frankrijk | 71,72% | 28,28% | |||||||
| Salvagny Invest | 824.058.184 | Frankrijk | 71,72% | 28,28% | |||||||
| Energy & Resources Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (12) |
0418.190.556 | België | 75,00% | 25,00% | |||||||
| Quinten Matsys | 0424.256.125 | België | 75,00% | 25,00% | |||||||
| Canal-Re | 2008 2214 764 | Luxemburg | 75,00% | 25,00% | |||||||
| U74300DL2001 | |||||||||||
| AvH Resources India | PTC111685 | India | 100,00% | 100,00% | |||||||
| AvH & Growth Capital | |||||||||||
| Sofinim | 0434.330.168 | België | 100,00% | 100,00% | |||||||
| Sofinim Luxemburg | 2003.2218.661 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | |||||||
| Agidens International | 0468.070.629 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Life Sciences | 0411.592.279 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Infra Automation | 0630.982.030 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Proces Automation | 0465.624.744 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Proces Automation BV | 005469272B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Life Sciences BV | 850983411B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Infra Automation BV | 856220024B01 | Nederland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens Inc | USA | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | ||||||
| Agidens SAS | 10.813.818.424 | Frankrijk | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens GmbH | 76301 | Duitsland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Agidens AG | 539301 | Zwitserland | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Baarbeek Immo | 651.662.133 | België | 86,25% | 86,25% | 13,75% | 13,75% | |||||
| Subholdings AvH | |||||||||||
| Anfima | 0426.265.213 | België | 100,00% | 100,00% | |||||||
| AvH Coordination Center | 0429.810.463 | België | 99,99% | 99,99% | 0,01% | 0,01% | |||||
| Brinvest | 0431.697.411 | België | 99,99% | 99,99% | 0,01% | 0,01% | |||||
| Profimolux | 1992.2213.650 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
(1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE.
(2) Eind 2017 werden de activiteiten van de groep A.A. Van Laere verkocht aan CFE Contracting.
(3) In het kader van een strategische herpositionering verkocht A.A. Van Laere in april haar parkeerfiliaal Alfa Park aan het Franse Effia.
(4) De Belgische en Luxemburgse groepsstructuur van Extensa werd vereenvoudigd via een grensoverschrijdende fusie waarbij de Luxemburgse activiteiten gehouden worden door Extensa Group.
(5) De Slovaakse holding Extensa Slovakia werd in juni 2017 verkocht.
(6) Op grond van de aandeelhoudersovereenkomst heeft Extensa economisch slechts recht op 50% van de resultaten van deze vennootschap.
(7) Op 31 maart 2017 heeft AvH zowel het 29,3%-belang in Leasinvest Real Estate als het 100%-belang in haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management van Extensa overgenomen. Aangezien AvH 100% bezit van Extensa, blijft het geconsolideerd deelnemingspercentage van AvH in Leasinvest Real Estate ongewijzigd op 30,01%.
(8) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE.
(9) In november werd de verkoop van de vennootschap die het Herman Teirlinckgebouw ontwikkelt (VAC De Meander) verkocht aan Baloise Group.
(10) Gespreid over 2017 realiseerde Anima Care de acquisitie van 6 woonzorgcentra: La Roseraie (72 bedden) en Edelweiss (67 bedden) te Anderlecht, Arcade (57 bedden), Eden (38 bedden) en Neerveld (100 bedden) te Sint-Lambrechts-Woluwe en Atrium (47 bedden) te Kraainem.
(11) De 21,80% participatie van AvH in Holding Groupe Duval, die eind 2016 werd gerapporteerd als bestemd voor verkoop, werd conform de daarover gemaakte afspraken, in januari 2017 omgeruild tegen 23,5% in het kapitaal van Patrimoine & Santé. In de loop van 2017 werden deze aandelen Patrimoine & Santé, samen met die gehouden door leden van het management van Residalya ingebracht in HPA, zodat op 31 december 2017, HPA 100% van het kapitaal van zowel Patrimoine & Santé als Residalya aanhoudt. Het deelne mingspercentage van AvH in HPA is als gevolg van deze inbrengen verder gestegen naar 71,7%.
(12) Eind december 2017 heeft AvH haar deelneming van 75% in de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen verkocht aan het Havenbedrijf Antwerpen.
| (€ 1.000) Naam van |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2017 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| de dochteronderneming | ||||||||
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Algemene Aannemingen Van Laere | ||||||||
| Parkeren Roeselare (1) | 0821.582.377 | België | ||||||
| Parkeren Asse (1) | 0836.630.641 | België | ||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Consortium Antwerp Port | 0817.114.340 | België | 43,31% | 16,69% | 4.217 | 1.522 | 1.498 | -46 |
| Rent-A-Port Utilities | 0846.410.221 | België | 36,09% | 13,91% | 2.487 | 2.594 | 1.079 | 175 |
| C.A.P. Industrial Port Land | 0556.724.768 | België | 36,09% | 13,91% | 1.341 | 3 | 0 | -10 |
| Infra Asia Investment Fund | 648.714.620 | België | 36,09% | 13,91% | 32.076 | 31.991 | -2 | 14 |
| S Channel Management Limited | Cyprus | 36,09% | 13,91% | 0 | 82 | 0 | -9 | |
| Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000) (2) | Vietnam | 43,32% | 16,70% | 138.319 | 51.397 | 22.306 | 447 | |
| Rent-A-Port Gulf for Operation and Maintenance WLL (2) | Qatar | 35,37% | 13,63% | 484 | 442 | 249 | 20 | |
| Private Banking | ||||||||
| Asco (3) | 0404.454.168 | België | ||||||
| BDM (3) | 0404.458.128 | België | ||||||
| Delen Investments cva (4) | 0423.804.777 | België | 78,75% | 21,25% | 2.601.077 | 1.922.285 | 366.912 | 105.836 |
| Real Estate & Senior Care | ||||||||
| Extensa Group | ||||||||
| CBS Development | 0831.191.317 | België | 50,00% | 21.098 | 19.311 | 0 | -1.048 | |
| CBS-Invest | 0879.569.868 | België | 50,00% | 18.701 | 11.624 | 1.417 | -283 | |
| Delo 1 (5) | 2016.2450.523 | Luxemburg | 50,00% | 134.247 | 100.553 | 0 | 23.393 | |
| Alto 1 (5) | 2016.2450.590 | Luxemburg | 50,00% | 40.504 | 32.874 | 0 | 5.339 | |
| DPI | 0890.090.410 | België | 50,00% | 1.782 | 951 | 15 | 8 | |
| Exparom I (6) | 343.081.70 | Nederland | ||||||
| CR Arcade (6) | J02.2231.18236250 | Roemenië | ||||||
| Exparom II (6) | 343.081.66 | Nederland | ||||||
| SC Axor Europe (6) | J40.9671.21765278 | Roemenië | ||||||
| Grossfeld PAP | 2005.2205.809 | Luxemburg | 50,00% | 58.445 | 60.186 | 5.342 | -433 | |
| Les Jardins d'Oisquercq | 0899.580.572 | België | 50,00% | 2.866 | 3.758 | 14 | -273 | |
| Immobilière Du Cerf | 0822.485.467 | België | 33,33% | 508 | -88 | 0 | -67 | |
| Top Development | 35 899 140 | Slowakije | 50,00% | 6.493 | 1.961 | 1.843 | -2.277 | |
| TMT Energy (filiaal Top Developm.) | 47 474 238 | Slowakije | 50,00% | 1.838 | 1.817 | 2.658 | 152 | |
| TMT RWP (filiaal Top Developm.) | 47 144 513 | Slowakije | 50,00% | 6.563 | 5.388 | 905 | -697 | |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sipef (7) (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 30,25% | 907.008 | 272.372 | 321.641 | 139.663 | |
| Nationale Maatschappij der Pijpleidingen (8) | ||||||||
| Napro | 0437.272.139 | België | ||||||
| Nitraco | 0450.334.376 | België | ||||||
| Oriental Quarries & Mines (9) | U10100DL2008PTC181650 | India | ||||||
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 3.319 | 1.385 | 708 | 200 | |
| Distriplus | 0890.091.202 | België | 50,00% | 155.546 | 129.206 | 193.878 | -24.523 | |
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 617.610 | 535.101 | 1.399.848 | 176 | |
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | 302.195 | 199.595 | 467.665 | 9.677 | |
| Telemond Consortium (10) | België | 50,00% | 74.944 | 22.698 | 75.814 | 2.474 | ||
| Subholdings AvH | ||||||||
| GIB nv | 0404.869.783 | België | 50,00% | 3.717 | 55.691 | 0 | -13.676 |
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2016 |
Minderheids belangen % 2016 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Algemene Aannemingen Van Laere | ||||||||
| Parkeren Roeselare | 0821.582.377 | België | 50,00% | 8.850 | 8.385 | 1.810 | 71 | |
| Parkeren Asse | 0836.630.641 | België | 50,00% | 159 | 77 | 434 | 76 | |
| Rent-A-Port | ||||||||
| Consortium Antwerp Port | 0817.114.340 | België | 43,31% | 16,69% | 4.010 | 1.168 | 1.538 | 11 |
| Rent-A-Port Utilities | 0846.410.221 | België | 36,09% | 13,91% | 2.194 | 2.476 | 0 | -291 |
| C.A.P. Industrial Port Land | 0556.724.768 | België | 36,09% | 13,91% | 1.351 | 3 | 0 | -9 |
| Infra Asia Investment Fund | 648.714.620 | België | 36,09% | 13,91% | 32.278 | 32.208 | 890 | 9 |
| S Channel Management Limited | Cyprus | 36,09% | 13,91% | 0 | 74 | 0 | -7 | |
| Infra Asia Investment - subconsolidatie (Dinh Vu) (USD 1.000) | Vietnam | 40,46% | 15,60% | 158.475 | 80.986 | 40.870 | 9.023 | |
| Private Banking | ||||||||
| Asco | 0404.454.168 | België | 50,00% | 66.390 | 54.609 | 27.794 | 1.145 | |
| BDM | 0404.458.128 | België | 50,00% | 20.214 | 14.947 | 52.685 | 47 | |
| Delen Investments cva | 0423.804.777 | België | 78,75% | 21,25% | 2.181.343 | 1.560.139 | 313.071 | 87.877 |
| Real Estate & Senior Care | ||||||||
| Extensa Group | ||||||||
| CBS Development | 0831.191.317 | België | 50,00% | 29.134 | 26.298 | 355 | -540 | |
| CBS-Invest | 0879.569.868 | België | 50,00% | 20.004 | 12.644 | 635 | 114 | |
| Delo 1 | 2016.2450.523 | Luxemburg | 50,00% | 79.452 | 69.152 | 0 | 10.288 | |
| Alto 1 | 2016.2450.590 | Luxemburg | 50,00% | 22.494 | 20.204 | 0 | 2.278 | |
| DPI | 0890.090.410 | België | 50,00% | 1.639 | 817 | 50 | 33 | |
| Exparom I | 343.081.70 | Nederland | 50,00% | 13.076 | 14.695 | 0 | -465 | |
| CR Arcade | J02.2231.18236250 | Roemenië | 50,00% | 11.366 | 6.417 | 0 | -68 | |
| Exparom II | 343.081.66 | Nederland | 50,00% | 5.127 | 5.694 | 0 | -250 | |
| SC Axor Europe | J40.9671.21765278 | Roemenië | 50,00% | 8.171 | 9.778 | 0 | -23 | |
| Grossfeld PAP | 2005.2205.809 | Luxemburg | 50,00% | 48.288 | 49.596 | 1.619 | 876 | |
| Les Jardins d'Oisquercq | 0899.580.572 | België | 50,00% | 2.696 | 3.314 | 16 | -237 | |
| Immobilière Du Cerf | 0822.485.467 | België | 33,33% | 577 | -87 | 0 | -55 | |
| Top Development | 35 899 140 | Slowakije | 50,00% | 12.292 | 2.613 | 1.529 | -168 | |
| TMT Energy (filiaal Top Developm.) | 47 474 238 | Slowakije | 50,00% | 1.840 | 1.972 | 2.487 | 244 | |
| TMT RWP (filiaal Top Developm.) | 47 144 513 | Slowakije | 50,00% | 12.292 | 2.613 | 1.529 | -168 | |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sipef (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 27,83% | 615.332 | 167.269 | 266.962 | 39.874 | |
| Nationale Maatschappij der Pijpleidingen | ||||||||
| Napro | 0437.272.139 | België | 37,50% | 12,50% | 590 | 181 | 211 | 134 |
| Nitraco | 0450.334.376 | België | 37,50% | 12,50% | 31.051 | 29.200 | 2.112 | 229 |
| Oriental Quarries & Mines (INR miljoen) | U10100DL2008PTC181650 | India | 50,00% | 693 | 136 | 676 | -3 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 3.658 | 1.473 | 741 | 746 | |
| Distriplus | 0890.091.202 | België | 50,00% | 174.653 | 123.791 | 203.841 | -2.394 | |
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 565.900 | 477.501 | 1.224.059 | 10.697 | |
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | 277.040 | 179.475 | 393.046 | 9.279 | |
| Telemond Consortium | België | 50,00% | 71.882 | 24.477 | 69.006 | 2.176 | ||
| Subholdings AvH | ||||||||
| GIB nv | 0404.869.783 | België | 50,00% | 16.800 | 55.098 | 0 | -62.419 |
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings- nummer | Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Subholdings AvH | ||||||||
| BOS | 0422.609.402 | België | 100,00% | (1) | 249 | 1 | 0 | -5 |
| Pribinvest | 2005.2209.421 | Luxemburg | 78,75% | (1) | 4.543 | 960 | 0 | 2.951 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Minderheids belangen % 2017 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Algemene Aannemingen Van Laere (1) | ||||||||
| Lighthouse Parkings | 0875.441.034 | België | ||||||
| Rent-A-Port | ||||||||
| Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 18 | 0 | 0 | 0 | |
| Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 11.656 | 4.411 | 0 | 0 | |
| Port of Duqm (OMR 1.000) | Oman | 21,65% | 8,35% | 27.259 | 23.584 | 18.702 | -173 | |
| Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) | Oman | 25,23% | 9,72% | 6.037 | 584 | 902 | 438 | |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Finauto | 0464.646.232 | België | 39,38% | 10,63% | 1.637 | 1.375 | 1.280 | 1 |
| Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij | 0418.759.886 | België | 39,38% | 10,63% | 1.348 | 411 | 1.437 | 687 |
| Financieringsmaatschappij Definco | 0415.155.644 | België | 39,38% | 10,63% | 274 | 0 | 45 | 24 |
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 5.871 | 4.664 | 11.064 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR miljoen) (2) |
L26942AP 1981PLC002887 |
India | 17,57% | 16.030 | 8.284 | 9.773 | 184 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Atenor | 0403.209.303 | België | 10,53% | 593.180 | 446.464 | 220.430 | 22.179 | |
| Axe Investments | 0419.822.730 | België | 48,34% | 15.124 | 93 | 697 | 1.887 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,24% | 311.014 | 300.164 | 303.501 | -4.363 | |
| Mediahuis (3) | 439.849.666 | België | 13,24% | 927.448 | 645.936 | 631.439 | 14.826 | |
| Transpalux (4) | 582.011.409 | Frankrijk | ||||||
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62058630 | Nederland | 43,12% | 94 | 94 | 279 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65067096 | Nederland | 17,25% | 604 | 604 | 1.011 | 0 |
(1) Eind 2017 werden de activiteiten van de groep A.A. Van Laere verkocht aan CFE Contracting.
(2) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH. De deelneming van AvH in Sagar Cements is gedaald van 19,91% naar 17,57% als gevolg van een kapitaalsverhoging waarop werd ingetekend door institutionele investeerders, nadat het deelnemingspercentage eind 2016 eerst was gestegen door in te tekenen op een ander luik van de kapitaalsverhoging.
(3) Door de opeenvolgende overnames (TMG) en inbrengen (door resp. Corelio en Concentra) heeft AvH vandaag een participatie van 49,9% in Mediacore, de controlerende aandeelhouder (52,3%) in Corelio. Corelio heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,2%.
(4) AvH bereikte in december 2017 een akkoord over de verkoop van haar deelneming in Transpalux aan de Franse meerderheidsaandeelhouder. De realisatie van deze transactie is nog onderworpen aan bepaalde opschortende voorwaarden, die verwacht worden in H1 2018 vervuld te worden. Op grond hiervan heeft AvH in haar geconsolideerde rekeningen van eind 2017 deze deelneming overgeboekt naar 'bestemd voor verkoop' en gewaardeerd aan de vooropgestelde realisatiewaarde.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2017 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Nivelinvest | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | 63.443 | 55.732 | 555 | -2 |
| OncoDNA (31-12-2016) | 0501.631.837 | België | 15,00% | (1) | 5.206 | 2.951 | (2) | -1.996 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs).
(2) Niet van Toepassing.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2016 |
Minderheids belangen % 2016 |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||||
| Algemene Aannemingen Van Laere | ||||||||
| Lighthouse Parkings | 0875.441.034 | België | 33,33% | 871 | 5 | 554 | -117 | |
| Rent-A-Port | ||||||||
| Ontwikkelingsmaatschappij Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 11.554 | 4.310 | 1.463 | 1.408 | |
| Zuiderzeehaven | Nederland | 12,03% | 4,64% | 18 | 0 | 84 | 0 | |
| Port of Duqm (OMR 1.000) | Oman | 21,65% | 8,35% | 34.429 | 30.070 | 9.143 | -176 | |
| Duqm Industrial Land Company (OMR 1.000) | Oman | 25,23% | 9,72% | 7.910 | 2.186 | 177 | 24 | |
| Private Banking | ||||||||
| Bank J.Van Breda & C° | ||||||||
| Finauto | 0464.646.232 | België | 39,38% | 10,63% | 1.711 | 1.450 | 1.304 | 1 |
| Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij | 0418.759.886 | België | 39,38% | 10,63% | 863 | 252 | 899 | 360 |
| Financieringsmaatschappij Definco | 0415.155.644 | België | 39,38% | 10,63% | 310 | 3 | 98 | 57 |
| Informatica J.Van Breda & C° | 0427.908.174 | België | 31,50% | 8,50% | 7.604 | 6.402 | 9.985 | 5 |
| Energy & Resources | ||||||||
| Sagar Cements (INR miljoen) |
L26942AP 1981PLC002887 |
India | 19,91% | 13.719 | 7.743 | 7.690 | 216 | |
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Atenor | 0403.209.303 | België | 10,53% | 686.090 | 549.436 | 156.830 | 20.375 | |
| Axe Investments | 0419.822.730 | België | 48,34% | 13.335 | 191 | 718 | 14.898 | |
| Corelio | 0415.969.454 | België | 26,13% | 424.492 | 349.890 | 513.078 | 13.904 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,24% | 289.864 | 273.948 | 318.638 | -4.431 | |
| MediaCore | 0428.604.297 | België | 49,99% | 35.557 | 7.966 | 0 | 3.135 | |
| Transpalux | 582.011.409 | Frankrijk | 45,02% | 23.464 | 14.874 | 29.695 | 1.368 | |
| Agidens International | ||||||||
| Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) | 62058630 | Nederland | 43,12% | 168 | 167 | 140 | 0 | |
| SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) | 65067096 | Nederland | 17,25% | 479 | 479 | 463 | 0 |
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2016 |
Reden van niet-opname in consolidatie |
Totaal activa |
Totaal verplicht ingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | ||||||||
| Nivelinvest | 0430.636.943 | België | 25,00% | (1) | 62.305 | 54.591 | 626 | -690 |
| OncoDNA (31-12-2015) | 0501.631.837 | België | 15,00% | (1) | 2.532 | 1.959 | (2) | -420 |
(1) Investering van te verwaarlozen betekenis.
(2) Niet van toepassing.
| (€ 1.000) | A2SEA | GTEC & Coghe | Senior Care | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 166.073 | 25.202 | 33.522 | 224.797 |
| Vlottende activa | 51.958 | 11.999 | 8.277 | 72.234 |
| Totaal activa | 218.031 | 37.201 | 41.798 | 297.030 |
| Eigen vermogen - deel groep | 204.698 | 3.500 | 30.959 | 239.157 |
| Minderheidsbelang | -699 | 0 | -699 | |
| Langlopende verplichtingen | 15.660 | 2.465 | 18.125 | |
| Kortlopende verplichtingen | 13.333 | 18.740 | 8.374 | 40.448 |
| Totaal van het eigen vermogen en verplichtingen | 218.031 | 37.201 | 41.798 | 297.030 |
| Totale activa | 218.031 | 37.201 | 41.798 | 297.030 |
| Totale verplichtingen | -13.333 | -34.400 | -10.839 | -58.572 |
| Netto actief (100%) | 204.698 | 2.801 | 30.959 | 238.458 |
| Niet-overgenomen minderheidsbelangen | 0 | 699 | 0 | 699 |
| Netto actief (deel groep) | 204.698 | 3.500 | 30.959 | 239.157 |
| Goodwill (na allocatie) | 9.760 | 4.510 | 14.270 | |
| Aankoopprijs | 204.698 | 13.260 | 35.469 | 253.427 |
| Liquide middelen van de overgenomen ondernemingen | -37.891 | -3.639 | -2.678 | -44.209 |
| Cash flow statement | 166.807 | 9.621 | 32.791 | 209.218 |
Eind augustus heeft GeoSea (100% filiaal van DEME) de overname van A2SEA, een toonaangevende speler op het vlak van de installatie van offshore windturbines, met succes afgerond. Met A2SEA komen 160 hoogopgeleide medewerkers de rangen van DEME versterken en werden 2 hoogtechnologische installatieschepen, Sea Installer en Sea Challenger (bouwjaren 2012 en 2014) aan de vloot toegevoegd. De transactie vertegenwoordigt een netto-investering van 167 miljoen euro.
Begin november heeft GeoSea ook 72,5% van G-tec verworven, een Belgisch bedrijf gespecialiseerd in offshore geotechnisch en geologisch onderzoek en in diepzee engineering services. De transactie vertegenwoordigt een investering van 5,6 miljoen euro.
Voor beide overnames is de waardering van de activa/passiva aan reële waarde (o.m. de 2 schepen van A2Sea) nog niet finaal en bijgevolg is de purchase price allocation voorlopig.
In december heeft CFE José Coghe-Werbrouck, gespecialiseerd in spoorwerken, overgenomen voor een bedrag van 7,7 miljoen euro. Na allocatie van de overnameprijs aan o.m. materiële activa (gespecialiseerde tuigen) bedraagt de goodwill 2,4 miljoen euro.
De bedrijfsacquisities in de Senior Care-activiteit voor een totaal netto-bedrag van 32,8 miljoen euro zijn toe te wijzen aan Anima Care en HPA.
Gespreid over 2017 realiseerde Anima Care de acquisitie van 6 woonzorgcentra: La Roseraie (72 bedden) en Edelweiss (67 bedden) te Anderlecht, Arcade (57 bedden), Eden (38 bedden) en Neerveld (100 bedden) te Sint-Lambrechts-Woluwe en Atrium (47 bedden) te Kraainem.
HPA heeft begin 2017 twee overnames afgerond : de residentie Pyla sur Mer (60 bedden, uit te breiden tot 83 bedden) en de residentie Villa Thalia (95 bedden). In beide gevallen werden zowel de exploitaties als het vastgoed verworven.
Na allocatie van de overnameprijs aan immateriële en materiële activa bedraagt de goodwill 4,5 miljoen euro.
AvH heeft in H1 2017 haar deelnemingspercentage in Sipef verhoogd van 27,83% per einde 2016 tot 30,25%. Deze verhoging werd gerealiseerd door de aankoop van 80.000 aandelen ter beurze in Q1 2017 (stijging van de participatie tot 28,72%) en door het intekenen op nieuwe aandelen Sipef die werden uitgegeven in het kader van de publieke uitgifte met behoud van voorkeurrecht (toename tot 30,25%). AvH heeft in deze publieke kapitaalverhoging (door het uitoefenen van haar eigen inschrijvingsrechten Sipef en van inschrijvingsrechten die ter beurze werden gekocht) 629.268 nieuwe aandelen Sipef verworven. Het nieuwe deelnemingspercentage van 30,25% werd toegepast op de resultatenrekening vanaf 1 juli 2017.
De 21,80% participatie van AvH in Holding Groupe Duval, die eind 2016 werd gerapporteerd als bestemd voor verkoop, werd conform de daarover gemaakte afspraken, in januari 2017 omgeruild tegen 23,5% in het kapitaal van Patrimoine & Santé. In de loop van 2017 werden deze aandelen Patrimoine & Santé, samen met die gehouden door leden van het management van Residalya ingebracht in HPA, zodat op 31 december 2017, HPA 100% van het kapitaal van zowel Patrimoine & Santé als Residalya aanhoudt. Het deelnemingspercentage van AvH in HPA is als gevolg van deze inbrengen verder gestegen naar 71,7%.
De deelneming van AvH in Sagar Cements is gedaald van 19,91% naar 17,57% als gevolg van een kapitaalsverhoging waarop werd ingetekend door institutionele investeerders, nadat het deelnemingspercentage eind 2016 eerst was gestegen door in te tekenen op een ander luik van de kapitaalsverhoging.
GIB (AvH 50%) heeft in Q2 2017 haar volledige participatie in Financière Flo (de controle-aandeelhouder van het beursgenoteerde Groupe Flo) overgedragen aan Groupe Bertrand, die de nieuwe controle-aandeelhouder is geworden van Groupe Flo. De deelneming in Financière Flo was per einde 2016 reeds opgenomen als bestemd voor verkoop.
Op 31 maart 2017 heeft AvH de deelnemingen in Leasinvest Real Estate en in Leasinvest Real Estate Management overgenomen van Extensa. Aangezien Extensa een 100%-deelneming is van AvH, wijzigt dit niets aan het deelnemingspercentage van de groep in deze vennootschappen.
In december 2017 heeft AvH haar 100%-deelneming in A.A. Van Laere verkocht aan CFE. Aangezien deze transactie de verkoop betreft aan een integraal geconsolideerde deelneming, is daarop geen resultaat opgenomen in de geconsolideerde rekeningen 2017 van AvH. De resultaten 2017 van A.A. Van Laere zijn nog volledig verwerkt (aan het deelnemingspercentage van 100% ) tot en met einde december 2017. Met ingang van 1 januari 2018 zullen de rekeningen van A.A. Van Laere via CFE opgenomen worden in de consolidatie van AvH, doch aan het nieuwe deelnemingspercentage (60,4%).
In december 2017 hebben AvH en Sipef aangekondigd een overeenkomst te hebben gesloten met de Amerikaanse verzekeraar the Navigators Group Inc over de verkoop van 100% van het kapitaal van BDM-Asco. De realisatie van die transactie is nog onderworpen aan een reeks opschortende voorwaarden, waaronder de goedkeuring door de Nationale Bank Van België. In afwachting daarvan, is de deelneming in BDM-Asco in de rekeningen per 31/12/2017 overgeboekt naar "bestemd voor verkoop", op basis van de boekwaarde van de deelneming per einde 2017. In de resultatenrekening zijn de bijdragen van BDM-Asco tot het groepsresultaat nog voor een volledig jaar opgenomen.
Eind december 2017 heeft AvH haar deelneming van 75% in de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen verkocht aan het Havenbedrijf Antwerpen voor een bedrag van 45,4 miljoen, inclusief dividend. Deze deelneming maakt bijgevolg op jaareinde 2017 geen deel meer uit van de consolidatiekring.
OQM (50%) maakt per jaareinde 2017 niet langer deel uit van de consolidatiekring als gevolg van de beslissing van AvH om aan te sturen op een exit uit deze deelneming. De participatie werd dan ook na waardevermindering overgebracht naar "bestemd voor verkoop".
DEME (integrale consolidatie 60,40%), CFE (integrale consolidatie 60,40%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 72,18%), Green Offshore (integrale consolidatie 80,20%) en A.A. Van Laere (integrale consolidatie 100%, vanaf 31 december 2017 60,40% via CFE)
Segment 2
Delen Investments CVA (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank J.Van Breda & C° (integrale consolidatie 78,75%), Finaxis (integrale consolidatie 78,75%) en BDM-Asco (overgeboekt naar bestemd voor verkoop per einde 2017)
Segment 3
Extensa (integrale consolidatie 100%), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30%), Leasinvest Real Estate Management (integrale consolidatie 100%), Anima Care (integrale consolidatie 92,5%) en HPA (integrale consolidatie 71,7%). HPA is de structuur die 100% bezit van Residalya (exploitatie van rusthuizen) en 100% van Patrimoine & Santé (dat vastgoed bezit dat door Residalya wordt geëxploiteerd). Zowel Residalya als Patrimoine & Santé worden door HPA integraal geconsolideerd.
Segment 4
Sipef (vermogensmutatiemethode 30,3%), NMP (integrale consolidatie 75% tot aan verkoop eind december 2017), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%), Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 17,6%) en Oriental Quarries & Mines (overgeboekt naar bestemd voor verkoop op jaareinde 2017).
Segment 5
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.279.471 | 163.256 | 420.694 | 13.197 | 76.362 | -2.405 | 3.950.575 |
| Verrichting van diensten | 4.459 | 189.296 | 13.156 | 2.324 | -2.262 | 206.973 | |
| Leasingopbrengsten | 7.407 | 1.567 | 8.974 | ||||
| Vastgoedopbrengsten | 10.900 | 216.997 | 227.897 | ||||
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 97.563 | 97.563 | |||||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 55.637 | 55.637 | |||||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten | 3.191.328 | 71.255 | 3.262.584 | ||||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 72.783 | 2.649 | 12.834 | 41 | 2.783 | -143 | 90.948 |
| Overige exploitatiebaten | 7.093 | 2.637 | 3.405 | -3 | 1.622 | -271 | 14.484 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 7.093 | 134 | 275 | -201 | 7.301 | ||
| Dividenden | 1 | 2.637 | 3.271 | -3 | 959 | 6.864 | |
| Overheidssubsidies | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 388 | -70 | 318 | ||||
| Exploitatielasten (-) | -3.083.651 | -111.323 | -344.696 | -9.987 | -107.684 | 2.475 | -3.654.866 |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -1.818.638 | -148.606 | -6.411 | -31.471 | -2.005.126 | ||
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | 13.306 | 9.466 | 161 | 22.932 | |||
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -25.869 | -25.869 | |||||
| Personeelslasten (-) | -574.152 | -43.981 | -111.674 | -1.059 | -35.035 | -765.902 | |
| Afschrijvingen (-) | -240.747 | -5.248 | -18.644 | -1.920 | -2.755 | -269.315 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | 9.734 | -1.660 | -2.398 | -18.400 | -12.724 | ||
| Overige exploitatielasten (-) | -462.909 | -33.581 | -73.013 | -596 | -20.125 | 2.475 | -587.750 |
| Voorzieningen | -10.245 | -984 | 173 | -57 | -11.113 | ||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 31.960 | 0 | 0 | 0 | 31.960 |
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 0 | ||||||
| Vastgoedbeleggingen | 31.960 | 31.960 | |||||
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 47.657 | 1.484 | -2.758 | 355 | 37.103 | 0 | 83.841 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 10.845 | 3 | 20 | 10.868 | |||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | -2.798 | -2.798 | |||||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 36.812 | 2 | 23 | 352 | 35.992 | 73.181 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 1.483 | 17 | 1.090 | 2.591 | |||
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 250.570 | 56.054 | 108.605 | 3.562 | 7.403 | -201 | 425.993 |
| Financieringsopbrengsten | 51.106 | 13 | 3.615 | 13 | 1.660 | -762 | 55.645 |
| Renteopbrengsten | 7.906 | 13 | 2.664 | 9 | 1.000 | -762 | 10.830 |
| Diverse financiële opbrengsten | 43.199 | 951 | 4 | 661 | 0 | 44.815 | |
| Financieringslasten (-) | -83.653 | 0 | -27.867 | -88 | -2.190 | 963 | -112.836 |
| Rentelasten (-) | -25.198 | -17.469 | -88 | -446 | 963 | -42.237 | |
| Diverse financiële lasten (-) | -58.456 | -10.399 | -1.744 | 0 | -70.599 | ||
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -85 | 718 | 0 | 0 | 633 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
-13.639 | 106.921 | 10.979 | 37.560 | -962 | 140.859 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 1.231 | 1.154 | 0 | 0 | 0 | 2.385 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 205.614 | 164.057 | 96.050 | 41.047 | 5.911 | 0 | 512.680 |
| Winstbelastingen | -45.067 | -19.526 | 8.689 | -1.035 | -83 | 0 | -57.022 |
| Uitgestelde belastingen | 5.112 | -3.281 | 13.882 | -10 | 379 | 16.082 | |
| Belastingen | -50.179 | -16.245 | -5.194 | -1.024 | -462 | -73.104 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
160.547 | 144.531 | 104.739 | 40.013 | 5.828 | 0 | 455.657 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 160.547 | 144.531 | 104.739 | 40.013 | 5.828 | 0 | 455.657 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 69.959 | 30.608 | 50.392 | 2.087 | 82 | 153.128 | |
| Aandeel van de groep | 90.588 | 113.923 | 54.347 | 37.925 | 5.746 | 302.530 | |
De geconsolideerde bedrijfsopbrengsten zijn in 2017 met 301,5 miljoen euro (+8,3%) gestegen ten opzichte van vorig jaar en bedragen 3.950,6 miljoen euro. Deze stijging komt voornamelijk voor rekening van DEME (+ 389,6 miljoen euro), dat groeide dankzij de sterk toegenomen activiteiten van Geosea in de aanleg van nieuwe offshore windparken, van Anima Care en Residalya die hun omzet met 27,3 miljoen euro vergrootten dankzij 8 extra woonzorgcentra die werden opgenomen in hun netwerk en de sterke verkopen van vastgoed, voornamelijk in Luxemburg op het project Cloche d'Or. De bedrijfsopbrengsten bij CFE (zonder DEME) liepen daarentegen terug met 105,7 miljoen euro als gevolg van een lagere omzet in de bouw en het uitlopen van niet-strategische internationale activiteiten.
De evolutie van de exploitatielasten moet voor de meeste posten in relatie worden gezien met de evolutie van de bedrijfsopbrengsten.
Ten laste van de geconsolideerde resultatenrekening 2017 werden bijzondere waardeverminderingen geboekt van 12,7 miljoen euro (2016 : 30,2 miljoen euro). In het segment "AvH & Growth Capital" houden deze voor 6,7 miljoen euro verband met de exit uit Financière Flo (Groupe Flo) in H1 2017 en hebben voor het overige betrekking op de deelnemingen in Oriental Quarries & Mines en Transpalux, die beide zijn overgeboekt naar bestemd voor verkoop op jaareinde 2017, en op vorderingen en goodwill binnen de groep. Anima Care boekte bijzondere waardeverminderingen van 2,2 miljoen euro op meerdere activa van beperkte omvang. CFE kon daarentegen terugnames optekenen op eerder geboekte waardeverminderingen na de inning van in voorgaande jaren afgewaardeerde vorderingen, maar legde ook nieuwe voorzieningen aan. Bank J.Van Breda & C° boekte in 2017 voor 1,7 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op haar kredietportefeuille (2016 : 0,8 miljoen euro), wat uiterst beperkt blijft (4bps) in het licht van de totale omvang van de kredietportefeuille.
De winst op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening viel met 32,0 miljoen euro lager uit dan in 2016 (40,6 miljoen euro) en heeft, net zoals vorig jaar, enkel betrekking op bepaalde vastgoedactiva van LRE en van Extensa die op basis van reële waarde worden opgenomen. 8,0 miljoen euro van deze winst heeft trouwens betrekking op het vastgoed van Lux Airport, dat tot en met 30/9/2017 niet in de consolidatiekring was opgenomen, doch waarop wel reeds een niet-gerealiseerde meerwaarde was uitgedrukt in de 'staat van de niet-gerealiseerde resultaten', in het geconsolideerd eigen vermogen (zie pag. 127).
DEME kon 8,2 miljoen euro meerwaarde realiseren o.a. op de verkoop van een grond in Gent en de verkoop van een schip. LRE realiseerde daarentegen per saldo een beperkte minderwaarde op het afstoten van enkele niet-strategische activa.
De gerealiseerde meerwaarden op financiële vaste activa in "Marine Engineering & Contracting" worden verklaard door de verkoop door CFE van vennootschappen die vastgoedontwikkelingsprojecten droegen in Oostende (Oosteroever) en in Luxemburg (Kons). In "AvH & Growth Capital" worden o.a. de meerwaarden op de verkoop van de 3,0%-deelneming in Ogeda en op de verkoop van de 75%-participatie in Nationale Maatschappij der Pijpleidingen gerapporteerd.
De netto-interestlast bleef ook in 2017 beperkt en viel trouwens lager uit dan in 2016, mede dankzij een verlaging van de financieringskost bij DEME. De evolutie van diverse financiële opbrengsten moet samen met diverse financiële kosten worden bekeken. Per saldo neemt de kost 4,8 miljoen euro toe, hoofdzakelijk als gevolg van wisselkoersverschillen.
De bijdrage van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast, is gestegen met 32,2 miljoen euro tot 140,9 miljoen euro. Dit weerspiegelt onder meer de gunstige resultaatsontwikkeling bij o.a. Delen Investments en Sipef (inclusief een niet-recurrente herwaarderingsmeerwaarde). "Marine Engineering & Contracting" levert een negatieve bijdrage tot deze post als gevolg van verliezen bij enkele deelnemingen waarover DEME niet de exclusieve controle bezit (waaronder Medco in Qatar en enkele concessie-vennootschappen). Extensa ontwikkelt 2 projecten op de Cloche d'Or-site in een gezamenlijke structuur met een partner. De deelnemingen die via vermogensmutatie worden opgenomen in "AvH & Growth Capital" leveren per saldo een beperkt negatieve bijdrage, als gevolg van een negatieve verliesbijdrage van Distriplus (AvH 50%) van 12,3 miljoen euro dat bijna 20 miljoen euro goodwill afschreef.
De belastingkost neemt licht toe in 2017 tot 57,0 miljoen euro. Aangezien de bijdrage vanuit de vermogensmutaties van 140,9 miljoen euro netto (dus na belastingen) op één lijn wordt verwerkt, geeft deze belastingkost geen correct beeld van de totale door de groepsvennootschappen betaalde belastingen. Indien de belastingskost wordt berekend op het resultaat exclusief de winst via vermogensmutaties en exclusief gerealiseerde meerwaarden op deelnemingen, dan bedraagt de belastingkost procentueel 19,1%.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
|
| I. Vaste activa | 2.839.219 | 4.410.084 | 1.565.916 | 204.048 | 242.594 | -6.385 | 9.255.476 |
| Immateriële vaste activa | 91.363 | 2.930 | 84.670 | 605 | 179.567 | ||
| Goodwill Materiële vaste activa |
186.821 2.126.568 |
134.247 41.578 |
28.455 378.527 |
26.204 | 349.523 2.572.877 |
||
| Vastgoedbeleggingen | 945.488 | 945.488 | |||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 154.177 | 679.973 | 28.204 | 204.048 | 174.344 | 1.240.746 | |
| Financiële vaste activa | 167.868 | 818 | 75.144 | 29.740 | -6.385 | 267.186 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 18.003 | 74.550 | 9.781 | 102.335 | |||
| Vorderingen en borgtochten | 149.865 | 818 | 594 | 19.959 | -6.385 | 164.851 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 921 | 3.662 | 1.066 | 5.649 | |||
| Vorderingen op meer dan één jaar | 7.737 | 138.029 | 23.024 | 8.319 | 177.109 | ||
| Handelsvorderingen | 2.418 | 4.540 | 6.958 | ||||
| Vorderingen uit financiële lease | 138.029 | 22.736 | 160.765 | ||||
| Overige vorderingen | 5.320 | 288 | 3.779 | 9.386 | |||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 103.763 | 735 | 1.338 | 3.382 | 109.219 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
3.408.112 | 3.408.112 | |||||
| II. Vlottende activa | 1.843.121 | 1.828.829 | 371.492 | 424 | 169.859 | -21.347 | 4.192.378 |
| Voorraden | 148.260 | 180.744 | 396 | 329.400 | |||
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 46.077 | 20.359 | 7.856 | 74.292 | |||
| Geldbeleggingen | 3 | 427.712 | 153 | 40.013 | 467.882 | ||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 427.712 | 153 | 40.013 | 467.879 | |||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | |||||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 4.154 | 399 | 4.553 | ||||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.082.719 | 84.743 | 114.901 | 59.907 | -20.857 | 1.321.413 | |
| Handelsvorderingen | 1.007.332 | 46.560 | 14.750 | -2.490 | 1.066.152 | ||
| Vorderingen uit financiële lease | 54.568 | 571 | 55.139 | ||||
| Overige vorderingen | 75.387 | 30.175 | 67.770 | 45.156 | -18.367 | 200.122 | |
| Terug te vorderen belastingen | 13.783 | 4.411 | 22 | 813 | 19.030 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.304.957 | 1.304.957 | |||||
| Banken - interbancaire vorderingen | 88.863 | 88.863 | |||||
| Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) | 908.056 | 908.056 | |||||
| Banken - tegoeden centrale banken | 308.038 | 308.038 | |||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 524.994 | 3.762 | 48.930 | 402 | 58.939 | 637.027 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 35.107 | 1 | 3 | 41 | 35.152 | ||
| Liquide middelen | 489.887 | 3.761 | 48.927 | 402 | 58.898 | 601.875 | |
| Overlopende rekeningen | 23.131 | 7.256 | 1.993 | 1.935 | -491 | 33.824 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 11.686 | 3.613 | 5.860 | 21.159 | |||
| Totaal der activa | 4.682.340 | 6.250.598 | 1.941.021 | 204.472 | 418.314 | -27.732 | 13.469.013 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet |
Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2017 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.449.186 | 535.490 | 404.068 | 59.422 | 661.099 | -2.262 | 4.107.003 |
| Overige landen binnen Europa | 39.925 | 309 | 3.792 | 18.897 | 69.074 | 131.997 | |
| Landen buiten Europa | 727.242 | 45.911 | 351.175 | 1.124.328 | |||
| Totaal | 3.216.352 | 535.800 | 407.860 | 124.230 | 1.081.349 | -2.262 | 5.363.329 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 137 t.e.m. 145 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Totaal | ||
| Engineering & | Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital | Eliminaties tussen | 2017 | |
| Contracting | segmenten | ||||||
| I. Totaal eigen vermogen | 1.626.817 | 1.351.777 | 707.868 | 204.466 | 304.344 | 4.195.272 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 981.360 | 1.095.291 | 389.692 | 204.466 | 301.400 | 2.972.208 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |||||
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |||||
| Agio | 111.612 | 111.612 | |||||
| Geconsolideerde reserves | 1.006.643 | 1.093.851 | 387.336 | 202.778 | 215.003 | 2.905.611 | |
| Herwaarderingsreserves | -25.283 | 1.439 | 2.356 | 1.688 | 2.317 | -17.482 | |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 1.860 | 8.804 | 12.916 | 23.579 | |||
| Afdekkingsreserve | -743 | -183 | -9.302 | 20 | 4 | -10.204 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen | -15.262 | 33 | -21 | -644 | 810 | -15.083 | |
| Omrekeningsverschillen | -9.278 | -271 | 2.876 | 2.312 | -11.412 | -15.774 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -29.828 | -29.828 | |||||
| Minderheidsbelang | 645.457 | 256.487 | 318.176 | 2.944 | 1.223.064 | ||
| II. Langlopende verplichtingen | |||||||
| 928.196 | 684.166 | 867.427 | 3.882 | -6.385 | 2.477.286 | ||
| Voorzieningen | 76.843 | 4.572 | 3.545 | 1.421 | 86.381 | ||
| Pensioenverplichtingen | 53.149 | 3.995 | 790 | 200 | 58.134 | ||
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 129.641 | 704 | 80.410 | 1.513 | 212.268 | ||
| Financiële schulden | 656.857 | 737.232 | 474 | -6.385 | 1.388.177 | ||
| Leningen van banken | 366.402 | 511.068 | 877.470 | ||||
| Obligatieleningen | 231.378 | 203.948 | 435.327 | ||||
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 5.354 | |||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 45.427 | 20.247 | 474 | 66.147 | |||
| Overige financiële schulden | 8.296 | 1.969 | -6.385 | 3.880 | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 7.209 | 8.572 | 34.616 | 50.397 | |||
| Overige schulden | 4.497 | 11.155 | 10.834 | 274 | 26.761 | ||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 655.168 | 655.168 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | ||||||
| Banken - deposito's van klanten | 607.368 | 607.368 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | ||||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 47.800 | 47.800 | |||||
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.127.327 | 4.214.655 | 365.726 | 7 | 110.087 | -21.347 | 6.796.455 |
| Voorzieningen | 59.047 | 12 | 108 | 59.166 | |||
| Pensioenverplichtingen | 289 | 289 | |||||
| Financiële schulden | 235.162 | 223.352 | 51.560 | -10.607 | 499.467 | ||
| Leningen van banken | 116.042 | 47.791 | 163.833 | ||||
| Obligatieleningen | 99.959 | 99.959 | |||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 7.921 | 2.342 | 4.967 | 15.230 | |||
| Overige financiële schulden | 11.241 | 173.218 | 46.593 | -10.607 | 220.445 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 7.445 | 800 | 160 | 8.405 | |||
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 224.657 | 11.047 | 235.704 | ||||
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.491.839 | 13.252 | 100.206 | 3 | 46.411 | -10.250 | 1.641.461 |
| Handelsschulden | 1.277.741 | 10 | 68.028 | 3 | 8.177 | -1.213 | 1.352.745 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.505 | 2.505 | |||||
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 152.612 | 8.177 | 17.565 | 7.669 | 186.022 | ||
| Overige schulden | 61.487 | 5.065 | 12.108 | 30.565 | -9.036 | 100.189 | |
| Te betalen belastingen | 42.538 | 3.437 | 18.429 | 4 | 283 | 64.691 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.191.182 | 4.191.182 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 27.458 | 27.458 | |||||
| Banken - deposito's van klanten | 3.898.145 | 3.898.145 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 253.114 | 253.114 | |||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 12.465 | 12.465 | |||||
| Overlopende rekeningen | 66.639 | 5.683 | 23.472 | 786 | -491 | 96.089 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | ||||||
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 4.682.340 | 6.250.598 | 1.941.021 | 204.472 | 418.314 | -27.732 | 13.469.013 |
Het balanstotaal van AvH is ook in 2017 verder aangegroeid en bereikt 13.469,0 miljoen euro op jaareinde 2017, een stijging met 594 miljoen euro ten opzichte van einde 2016. Deze aangroei situeert zich voornamelijk (491,1 miljoen euro) in het segment "Private Banking". De succesvolle commerciële ontwikkeling van Bank J.Van Breda & C° heeft zich immers balansmatig vertaald in een stijging van haar leningen en vorderingen (aan de activazijde) en van de ontvangen deposito's (passiva). In het algemeen dient trouwens te worden gewezen op het grote gewicht dat de integraal geconsolideerde rekeningen van Bank J.Van Breda & C°, die omwille van haar specifieke (bank)activiteit een aanzienlijk groter balanstotaal heeft dan de andere activiteiten van de Groep en een verschillende balansstructuur, vertegenwoordigen in die van AvH. Van het geconsolideerde balanstotaal van 13.469,0 miljoen euro, wordt er 5.424,6 miljoen euro aangebracht door Bank J.Van Breda & C°. Een aantal posten uit die balans worden trouwens samengevat op afzonderlijke lijnen om ze duidelijk te kunnen onderscheiden van de andere.
In "Real Estate & Senior Care" hebben zowel Anima Care in België als Residalya in Frankrijk hun capaciteit verhoogd : Anima Care verwierf in de loop van 2017 6 nieuwe woonzorgcentra en Residalya 2. Deze expansie weerspiegelt zich in een stijging van immateriële vaste activa, meer bepaald van het aantal "bedden" in exploitatie en van bijkomende vergunningen.
De materiële vaste activa zijn met 438,2 miljoen euro gestegen tot 2.572,9 miljoen euro. DEME heeft in 2017 maar liefst 441,6 miljoen euro geïnvesteerd in het uitbouwen, vernieuwen en operationeel houden van haar vloot. DEME's dochterbedrijf GeoSea versterkte bovendien haar aanwezigheid in de sector van offshore windenergie door de overname van het Deense A2Sea, waardoor het ook twee relatief nieuwe tuigen toevoegde aan haar vloot. Maar ook de investeringen in de woonzorgcentra van Anima Care en Residalya zorgen voor een toename (netto, na afschrijvingen) van de materiele vaste activa. Als gevolg van de verkoop door AvH van haar deelneming in de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen bestaat nagenoeg de volledige bijdrage tot de geconsolideerde balans vanuit "Energy & Resources" voortaan uit ondernemingen opgenomen volgens vermogensmutatie.
De vastgoedbeleggingen bestaan op jaareinde 2017 voor 885,1 miljoen euro uit de vastgoedportefeuille (exclusief de leasings) van Leasinvest Real Estate en voor het saldo uit vastgoedactiva (vnl de diverse gebouwen in exploitatie op de site Tour & Taxis) van Extensa. In 2017 verkocht Extensa het kantoorgebouw "Herman Teirlinck", eveneens gelegen op Tour & Taxis, aan een institutionele belegger.
Het totaal van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast stijgt met 87,4 miljoen euro tot 1.240,7 miljoen euro en weerspiegelt de aangroei van het eigen vermogen van deze deelnemingen, naast het effect van bijkomende investeringen (bijvoorbeeld het verhogen van de deelneming in Sipef) of desinvesteringen door AvH.
De niet-geconsolideerde participaties bestaan voornamelijk uit de deelnemingen van Green Offshore in de offshore wind-vennootschappen Rentel en Otary, uit de participatie van Leasinvest Real Estate in Retail Estates en uit enkele kleinere, nietgeconsolideerde deelnemingen van AvH, waaronder Koffie Rombouts (8 %) en Onco DNA (15%).
Bij Extensa werden in 2017 de gronden van Tour&Taxis waarvoor nog geen concrete projecten zijn opgestart, opgenomen onder de voorraad. Omwille van vergelijkbaarheid werd dit ook in de 2016-balans van AvH zo verwerkt (herclassering vanuit rubriek 'onderhanden projecten' naar 'voorraad' ten belope van 135 miljoen euro).
De sterke commerciële ontwikkeling van Bank J.Van Breda & C° uit zich in een stijging van de kredietverlening, voornamelijk op de lange termijn. De huidige lage interestopbrengsten op geldbeleggingen met een laag risicoprofiel verklaren waarom Bank J.Van Breda & C° in vergelijking tot vorig jaar meer liquiditeiten aanhoudt bij de Nationale Bank van België, eerder dan ze te beleggen in overheidsobligaties.
De activa bestemd voor verkoop bestaan op jaareinde 2017, naast een beperkt bedrag aan vastgoed van Extensa en Anima Care, hoofdzakelijk uit de deelnemingen in BDM-Asco en Transpalux, waarover nog in 2017 verkoopovereenkomsten werden vastgelegd.
Voor de toelichtingen bij de evolutie van het geconsolideerde eigen vermogen van AvH wordt verwezen naar pagina 131 van dit verslag.
Niettegenstaande de belangrijke investeringen doorheen de groepsbedrijven van AvH, zijn in vergelijking tot de situatie per einde 2016, de financiële schulden (kortlopend en langlopend samengeteld) met 86,3 miljoen euro gedaald. De daling situeert zich met name in het segment "Real Estate & Senior Care" bij Extensa , waar de verkopen van het kantoorgebouw Herman Teirlinck op de site van Tour & Taxis, maar ook van andere ontwikkelingen in België en Luxemburg groter uitvallen dan de nieuwe investeringen. Aangezien een 100 miljoen euro obligatielening, uitgegeven door CFE in 2012, in de loop van 2018 vervalt, is deze schuld overgeboekt naar de korte termijn. Extensa heeft zich in 2017 in de markt gefinancierd door de uitgifte van een obligatielening van 75 miljoen euro op meer dan 1 jaar en ook BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE, heeft obligaties uitgegeven op middellange termijn voor een bedrag van 30 miljoen euro.
In de overige schulden, heeft AvH in september 2017 de voorlaatste schijf van € 28 mio betaald van de uitgestelde betaling in verband met de aankoop in 2016 van het minderheidsbelang van 26% in Sofinim.
Ook langs de passiefzijde is de groei van Bank J.Van Breda & C° zichtbaar : de van cliënten en andere banken ontvangen deposito's (en schuldbewijzen) stijgen met 463,9 miljoen euro op korte termijn en dalen met 49,5 miljoen euro op meer dan één jaar, wat per saldo neerkomt op een stijging met 414,4 miljoen euro.
| (€ 1.000) | 2017 |
|---|---|
| Financiële schulden eind 2016 | 1.973.935 |
| Beweging in Cashflow statement (p. 153) | -9.743 |
| Non-cash bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | 18.522 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | -91.420 |
| - Wisselkoers-effecten | -125 |
| - Fair value aanpassingen obligatieleningen | -2.299 |
| - Overige | -1.225 |
| Financiële schulden eind 2017 | 1.887.644 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Totaal | ||
| Engineering & | Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital | Eliminaties tussen | 2017 | |
| Contracting | segmenten | ||||||
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, | |||||||
| openingsbalans | 639.458 | 5.857 | 63.191 | 6.046 | 39.762 | 754.315 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 250.570 | 56.054 | 108.605 | 3.562 | 7.403 | -201 | 425.993 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit | -47.657 | -1.484 | 2.758 | -355 | -37.103 | -83.841 | |
| desinvesteringen | |||||||
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 7.863 | 46.594 | 375 | 7.561 | 62.392 | ||
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 1.231 | 1.154 | 2.385 | ||||
| Winstbelastingen | -35.180 | -19.526 | 8.689 | -1.035 | -83 | -47.135 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 240.747 | 5.248 | 18.644 | 1.920 | 2.755 | 269.315 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen | -9.734 | 1.751 | 2.463 | 18.400 | 12.881 | ||
| Aandelenoptieplannen | 1.057 | 57 | 801 | 1.915 | |||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
-31.960 | -31.960 | |||||
| (Afname) toename van voorzieningen | 9.641 | 1.615 | -87 | 57 | 11.226 | ||
| (Afname) toename van latente belastingen | -5.112 | 3.281 | -13.882 | 10 | -379 | -16.082 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -938 | 5.220 | 3 | 2 | -101 | 4.186 | |
| Cashflow | 411.431 | 100.964 | 95.291 | 4.480 | -689 | -201 | 611.275 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 152.296 | -179.168 | -6.217 | 22.657 | -31.097 | -21.163 | -62.693 |
| Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen |
-34.321 | 1.790 | 805 | -31.726 | |||
| Afname (toename) van vorderingen | 158.341 | -45.296 | -17.233 | 22.645 | 1.114 | -25.611 | 93.961 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | -553.818 | 281 | -553.537 | ||||
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 29.543 | 3.260 | 5.071 | -294 | -32.407 | 4.448 | 9.621 |
| Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen, | |||||||
| cliënten & obligaties (banken) | 419.257 | 419.257 | |||||
| Afname (toename) overige | -1.267 | -2.571 | 3.874 | 305 | -610 | -268 | |
| Operationele cashflow | 563.727 | -78.203 | 89.074 | 27.137 | -31.787 | -21.364 | 548.583 |
| Investeringen | -687.533 | -219.797 | -204.727 | -44.261 | -8.779 | -1.165.097 | |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -459.968 | -4.531 | -21.596 | -3.837 | -1.909 | -491.841 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | -126.121 | -126.121 | |||||
| Verwerving van financiële vaste activa | -205.814 | -51.286 | -40.425 | -6.488 | -304.012 | ||
| Nieuwe leningen toegestaan | -21.751 | -195 | -5.724 | -150 | -27.820 | ||
| Verwerving van geldbeleggingen | -215.071 | -231 | -215.302 | ||||
| Desinvesteringen | 92.430 | 357.989 | 213.067 | 10.578 | 50.039 | 724.102 | |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 19.402 | 6 | 1.001 | 3 | 47 | 20.459 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 1.500 | 112.002 | 113.502 | ||||
| Overdracht van financiële vaste activa | 58.528 | 4 | 97.574 | 10.574 | 48.308 | 214.987 | |
| Terugbetaalde leningen | 13.001 | 95 | 248 | 13.344 | |||
| Overdracht van geldbeleggingen | 357.979 | 2.395 | 1.435 | 361.809 | |||
| Investeringscashflow | -595.103 | 138.192 | 8.340 | -33.683 | 41.260 | -440.994 | |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen interesten | 7.878 | 13 | 2.681 | 9 | 1.000 | -762 | 10.820 |
| Betaalde interesten | -30.330 | -18.044 | -88 | -446 | 963 | -47.945 | |
| Diverse financiële opbrengsten(lasten) | -13.354 | -10.140 | 4 | -1.029 | -24.519 | ||
| Afname (toename) van eigen aandelen | -6.993 | -6.993 | |||||
| (Afname) toename van financiële schulden | 32.413 | -54.150 | -1.440 | -7.730 | 21.163 | -9.743 | |
| Winstverdeling | -67.638 | -67.638 | |||||
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -43.932 | -48.825 | -166.544 | -13.678 | 272.979 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -21.554 | -13.253 | -17.073 | -4.559 | -109 | -56.548 | |
| Financieringscashflow | -68.879 | -62.066 | -263.269 | -19.752 | 190.035 | 21.364 | -202.566 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen | |||||||
| en kasequivalenten | -100.255 | -2.078 | -165.855 | -26.299 | 199.508 | -94.978 | |
| Transfer tussen segmenten | -11.334 | 151.218 | 40.425 | -180.309 | 0 | ||
| Wijziging consolidatiekring of -methode | -234 | -18 | -1.894 | -19.744 | -21.890 | ||
| Kapitaalverhogingen (deel derden) | 150 | 150 | |||||
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | -2.642 | 2.120 | -25 | -22 | -570 | ||
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, | |||||||
| slotbalans | 524.994 | 3.762 | 48.930 | 402 | 58.939 | 637.027 |
De hogere winst uit de bedrijfsactiviteiten (+ 56,7 miljoen euro) die AvH geconsolideerd realiseert in vergelijking tot het jaar 2016, vormt de basis voor een hogere cash-flow (+ 24,4 miljoen euro). Voor de toelichtingen bij de evolutie van de winst uit de bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar de pag 149.
Dat in vergelijking met vorig jaar de toename van de cashflow lager uitvalt dan die van de bedrijfswinst, wordt mede verklaard door het feit dat in "AvH & Growth Capital" in 2017 een substantieel deel van de bedrijfswinst (37,1 miljoen euro) voortkomt uit de verkoop van haar participaties (Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, Ogeda) en dus wordt geherklasseerd naar investeringscashflow. Ook in "Marine Engineering & Contracting" wordt de gestegen bedrijfswinst, meer dan in 2016, verklaard door meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van deelnemingen, meer bepaald de deelnemingen in de vennootschappen die het vastgoed ontwikkelden van de projecten Kons in Luxemburg en Oosteroever in Oostende.
De correctie voor geboekte afschrijvingen komt uit op 269,3 miljoen euro. Dat bedrag ligt hoger dan in 2016 (262,9 miljoen euro), in lijn met de bijkomende investeringen in materiële vaste activa bij DEME, Anima Care en HPA.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen, die resultaatsimpact hebben doch neutraal zijn voor de cash flow, blijven in 2017 per saldo beperkt tot 12,9 miljoen euro (2016 : 30,2 miljoen euro). In 2016 boekte AvH aanzienlijke dergelijke verliezen op de deelnemingen in Groupe Flo en CKT Offshore, die toen beide werden overgeboekt naar bestemd voor verkoop. De exit uit Groupe Flo in H1 2017 leidde tot een bijkomende waardevermindering van 6,7 miljoen euro. In H2 2017 werden waardeverminderingen geboekt op de deelnemingen in Oriental Quarries & Mines en Transpalux (beide overgeboekt naar bestemd voor verkoop in 2017) en op vorderingen en goodwill binnen de groep voor een totaal van 11,7 miljoen euro. De inning van 2 oude vorderingen door CFE, waarvoor in vorige jaren waardeverminderingen waren geboekt, zorgde voor een correctie in omgekeerde richting.
De winst (32,0 miljoen euro) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde situeert zich, net zoals in 2016, volledig in "Real Estate & Senior Care" (Leasinvest Real Estate en in mindere mate Extensa).
De in 2017 goedgekeurde verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting in België en in Frankrijk hebben bijgedragen tot een daling van de latente belastingen.
De (non-cash) evolutie van provisies bevat voor 2 miljoen euro een terugname van provisies voor eventuele verplichtingen die AvH in 2013 had geïdentificeerd bij de controleverwerving over CFE.
Ondanks een 24,4 miljoen euro hogere cashflow, valt de operationele cashflow over 2017 lager uit dan het jaar voordien. Dat heeft alles te maken met een toename van het bedrijfskapitaal met 62,7 miljoen euro in 2017, tegenover een daling met 71,3 miljoen euro in 2016. De grootste verklaring hiervoor ligt in de toename van de door Bank J.Van Breda & C° verleende kredieten, die de aangroei van de deposito's (en schuldbewijzen) overtreft in 2017.
Het hoog investeringsritme van 2016 werd net niet geëvenaard in 2017. Nochtans valt een sterke stijging te noteren van de investeringen bij "Marine Engineering & Contracting", waar de investeringen in de uitbreiding en de vernieuwing van de vloot, maar ook de acquisitie van A2Sea, de investeringen van het jaar naar een recordhoogte stuwen.
Bank J.Van Breda & C° verkocht in 2017 meer geldbeleggingen dan er werden gekocht. In de lage rente-omgeving van 2017, heeft de Bank verkozen om, conform haar conservatief ALM-beleid, meer middelen in deposito te brengen bij de Nationale Bank, eerder dan ze in laagrentend papier te investeren.
AvH heeft in 2017 bijkomende aandelen Sipef gekocht en ook ingeschreven op de publieke kapitaalsverhoging. Per einde 2017 bezit Ackermans & van Haaren 30,25% van de aandelen van Sipef.
De desinvesteringen stijgen in verhouding tot vorig jaar met 22,5 miljoen euro . In vergelijking met vorig jaar is de samenstelling wel vrij verschillend : zo was er in 2017 slechts voor 358,0 miljoen euro overdracht van geldbeleggingen in het kader van het ALM-beleid van Bank J.Van Breda & C° (zie hierboven). De desinvesteringen uit de andere segmenten vallen daarentegen duidelijk hoger uit dan in 2016 : meest opmerkelijke zijn de verkoop van een aantal activa door Leasinvest Real Estate (logisitieke panden, Zwitserland), de verkoop door Extensa van de vennootschap die het kantoorgebouw Herman Teirlinck op de site van Tour & Taxis in portefeuille heeft, net zoals de verkoop door CFE van vennootschappen die vastgoedprojecten dragen. Zoals reeds hierboven gemeld, hebben de 48,3 miljoen euro desinvesteringen in "AvH en Growth Capital" voornamelijk betrekking op de verkopen van de deelnemingen in Nationale Maatschappij der Pijpleidingen en Ogeda.
De financieringscashflow valt 58,7 miljoen euro negatiever uit dan in 2016. De interestkosten dalen nochtans met ongeveer 9,5 miljoen euro. Niettegenstaande de forse investeringen, nemen de financiële schulden licht af. In 2016 werden 53,3 miljoen euro extra financiële schulden opgenomen.
De voornaamste transfers tussen segmenten hebben in 2017 betrekking op de verwerving door AvH van de 30% deelneming in Leasinvest Real Estate (voorheen bij Extensa), op de verwerving van een grotere participatie in Sipef (door AvH) en op de verkoop van A.A. Van Laere aan CFE. De impact van wijzigingen in consolidatiekring hebben betrekking op liquide middelen van verkochte vennootschappen, vnl. NMP en een filiaal van NMP.
| € miljoen | 2017 | 2016 | 2015 | 2014 | 2013 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen aandelen (2) | 35,5 | 29,0 | 28,4 | 24,5 | 21,2 |
| Overige beleggingen | |||||
| - Portefeuille aandelen | 40,0 | 39,0 | 41,1 | 27,2 | 23,6 |
| - Termijndeposito's | 1,3 | 26,2 | 33,2 | 55,9 | 73,3 |
| Liquide middelen | 49,7 | 5,3 | 5,6 | 6,5 | 6,4 |
| Financiële schulden | -46,2 | -31,2 | -32,0 | -92,7 | -127,6 |
| Nettothesauriepositie | 80,2 | 68,3 | 76,3 | 21,3 | -3,1 |
(1) Bevat de thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van Finaxis.
(2) In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.
Eind 2017 beschikte AvH (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 80,2 miljoen euro, tegenover 68,3 miljoen euro eind 2016. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat de thesaurie onder meer uit geldbeleggingen (incl. eigen aandelen) voor 75,5 miljoen euro en uit korte termijnschulden onder de vorm van commercial paper van 45,0 miljoen euro.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2016 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.051.586 | 164.381 | 341.397 | 13.600 | 80.826 | -2.673 | 3.649.117 |
| Verrichting van diensten | 4.290 | 162.016 | 13.539 | 2.585 | -2.533 | 179.897 | |
| Leasingopbrengsten | 6.956 | 1.590 | 8.546 | ||||
| Vastgoedopbrengsten | 12.186 | 167.128 | 179.314 | ||||
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 106.615 | 106.615 | |||||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 48.011 | 48.011 | |||||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten | 2.945.215 | 75.026 | 3.020.241 | ||||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 89.895 | 2.799 | 10.663 | 62 | 3.215 | -140 | 106.493 |
| Overige exploitatiebaten | 3.452 | 1.940 | 3.505 | 3 | 1.265 | -383 | 9.782 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 117 | 61 | 243 | -104 | 317 | ||
| Dividenden | 3.213 | 1.940 | 3.445 | 3 | 691 | 9.292 | |
| Overheidssubsidies | 121 | 121 | |||||
| Overige exploitatiebaten | 332 | -280 | 52 | ||||
| Exploitatielasten (-) | -2.824.699 | -113.145 | -282.660 | -13.784 | -116.448 | 2.953 | -3.347.785 |
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen (-) | -1.630.999 | -102.500 | -36.343 | -1.769.842 | |||
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) | 25.515 | 91 | 175 | 25.780 | |||
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -32.544 | -32.544 | |||||
| Personeelslasten (-) | -552.777 | -39.275 | -91.692 | -689 | -33.137 | -717.569 | |
| Afschrijvingen (-) | -235.293 | -5.586 | -17.456 | -1.911 | -2.664 | -262.910 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | 242 | -795 | -4.527 | -3.090 | -22.059 | -30.230 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -430.449 | -32.289 | -66.359 | -8.095 | -18.463 | 2.953 | -552.702 |
| Voorzieningen | -937 | -2.656 | -216 | -3.957 | -7.766 | ||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
22 | 0 | 40.565 | 0 | 0 | 0 | 40.587 |
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 0 | ||||||
| Vastgoedbeleggingen | 22 | 40.565 | 40.587 | ||||
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 12.842 | 835 | 3.877 | 102 | -21 | 0 | 17.635 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 3.420 | -32 | 102 | 24 | 3.514 | ||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 3.584 | 3.584 | |||||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 9.422 | 325 | -398 | 9.350 | |||
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 835 | 353 | 1.188 | ||||
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 243.202 | 54.011 | 106.685 | -79 | -34.378 | -104 | 369.337 |
| Financieringsopbrengsten | 26.948 | 14 | 3.874 | 20 | 765 | -187 | 31.433 |
| Renteopbrengsten | 8.280 | 14 | 2.801 | 20 | 496 | -187 | 11.423 |
| Diverse financiële opbrengsten | 18.668 | 1.073 | 269 | 20.010 | |||
| Financieringslasten (-) | -63.687 | 0 | -24.995 | -124 | -1.976 | 291 | -90.491 |
| Rentelasten (-) | -33.130 | -16.092 | -111 | -503 | 291 | -49.546 | |
| Diverse financiële lasten (-) | -30.557 | -8.904 | -13 | -1.472 | -40.946 | ||
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -649 | 771 | 0 | 0 | 122 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
1.636 | 88.679 | 5.664 | 10.793 | 1.889 | 108.660 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 1.429 | 356 | 0 | 0 | 1.785 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 208.100 | 143.483 | 92.354 | 10.609 | -33.700 | 0 | 420.847 |
| Winstbelastingen | -30.250 | -18.479 | -4.631 | -645 | -789 | 0 | -54.794 |
| Uitgestelde belastingen | 15.862 | -3.932 | 1.080 | 78 | 58 | 13.146 | |
| Belastingen | -46.112 | -14.547 | -5.710 | -723 | -847 | -67.940 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
177.850 | 125.005 | 87.723 | 9.964 | -34.489 | 0 | 366.053 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 177.850 | 125.005 | 87.723 | 9.964 | -34.489 | 0 | 366.053 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 72.658 | 26.498 | 41.547 | 731 | 382 | 141.816 | |
| Aandeel van de groep | 105.192 | 98.506 | 46.176 | 9.234 | -34.872 | 224.237 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2016 |
|
| I. Vaste activa | 2.456.874 | 4.050.951 | 1.598.499 | 174.483 | 248.792 | -6.336 | 8.523.262 |
| Immateriële vaste activa | 95.516 | 5.179 | 66.136 | 1 | 166.832 | ||
| Goodwill | 177.060 | 134.247 | 31.232 | 342.539 | |||
| Materiële vaste activa | 1.697.794 | 40.054 | 359.876 | 9.231 | 27.683 | 2.134.639 | |
| Vastgoedbeleggingen | 1.010.754 | 1.010.754 | |||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 159.540 | 633.263 | 15.933 | 165.113 | 179.450 | 1.153.300 | |
| Financiële vaste activa | 172.125 | 625 | 88.952 | 33.780 | -6.336 | 289.146 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 16.578 | 3 | 88.237 | 8.225 | 113.043 | ||
| Vorderingen en borgtochten | 155.547 | 622 | 715 | 25.554 | -6.336 | 176.103 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 510 | 1.481 | 1.584 | 3.576 | |||
| Vorderingen op meer dan één jaar | 26.143 | 105.906 | 23.623 | 4.997 | 160.669 | ||
| Handelsvorderingen | 1.884 | 2.346 | 4.230 | ||||
| Vorderingen uit financiële lease | 105.906 | 23.366 | 129.272 | ||||
| Overige vorderingen | 24.259 | 256 | 2.651 | 27.167 | |||
| Uitgestelde belastingvorderingen | 128.184 | 2.624 | 409 | 138 | 2.881 | 134.236 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
3.127.572 | 3.127.572 | |||||
| II. Vlottende activa | 2.013.435 | 1.708.521 | 375.617 | 32.522 | 155.094 | -38.029 | 4.247.159 |
| Voorraden | 96.613 | 153.245 | 407 | 250.265 | |||
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 56.019 | 54.012 | 2.042 | 112.074 | |||
| Geldbeleggingen | 3 | 582.069 | 317 | 39.019 | 621.408 | ||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 582.069 | 317 | 39.019 | 621.405 | |||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | |||||
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 2.324 | 1.227 | 3.551 | ||||
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.174.961 | 71.569 | 98.247 | 26.416 | 71.848 | -37.781 | 1.405.260 |
| Handelsvorderingen | 1.105.991 | 34.373 | 4.781 | 22.583 | -1.563 | 1.166.164 | |
| Vorderingen uit financiële lease | 47.303 | 547 | 47.850 | ||||
| Overige vorderingen | 68.970 | 24.266 | 63.327 | 21.635 | 49.265 | -36.218 | 191.245 |
| Terug te vorderen belastingen | 18.954 | 4.515 | 26 | 933 | 24.429 | ||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
1.041.064 | 1.041.064 | |||||
| Banken - interbancaire vorderingen | 74.156 | 74.156 | |||||
| Banken - leningen en vorderingen (excl. leasing) | 931.915 | 931.915 | |||||
| Banken - tegoeden centrale banken | 34.993 | 34.993 | |||||
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 639.458 | 5.857 | 63.191 | 6.046 | 39.762 | 754.315 | |
| Termijndeposito's tot drie maand | 124.658 | 1 | 4.853 | 27.261 | 156.773 | ||
| Liquide middelen | 514.801 | 5.856 | 58.338 | 6.046 | 12.501 | 597.542 | |
| Overlopende rekeningen | 25.101 | 6.734 | 2.089 | 34 | 1.083 | -248 | 34.793 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 21.416 | 75.191 | 8.031 | 104.637 | |||
| Totaal der activa | 4.491.724 | 5.759.472 | 2.049.307 | 207.005 | 411.917 | -44.366 | 12.875.059 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2016 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.050.245 | 476.627 | 328.144 | 55.329 | 664.451 | -2.533 | 3.572.263 |
| Overige landen binnen Europa | 75.206 | 137 | 2.590 | 10.875 | 40.061 | 128.870 | |
| Landen buiten Europa | 836.184 | 0 | 0 | 39.820 | 323.785 | 1.199.789 | |
| Totaal | 2.961.635 | 476.764 | 330.735 | 106.025 | 1.028.297 | -2.533 | 4.900.923 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 137 t.e.m. 145 gerapporteerde consolidatiekring. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen | Totaal 2016 |
|
| Contracting | segmenten | ||||||
| I. Totaal eigen vermogen | 1.550.265 | 1.277.714 | 633.966 | 194.112 | 260.290 | 3.916.348 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 947.977 | 1.036.961 | 354.349 | 186.609 | 257.186 | 2.783.083 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |||||
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |||||
| Agio | 111.612 | 111.612 | |||||
| Geconsolideerde reserves | 968.111 | 1.032.278 | 354.278 | 167.855 | 159.568 | 2.682.090 | |
| Herwaarderingsreserves | -20.133 | 4.683 | 71 | 18.754 | 8.541 | 11.915 | |
| Effecten beschikbaar voor verkoop | 4.053 | 11.446 | -9 | 15.656 | 31.145 | ||
| Afdekkingsreserve | -4.939 | -337 | -13.282 | -77 | -18.635 | ||
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doelpensioenplannen | -11.878 | -49 | -19 | -664 | 1.041 | -11.569 | |
| Omrekeningsverschillen | -3.317 | 1.016 | 1.926 | 19.427 | -8.079 | 10.974 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | -24.830 | -24.830 | |||||
| Minderheidsbelang | 602.287 | 240.753 | 279.617 | 7.503 | 3.104 | 1.133.265 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.003.847 | 732.951 | 897.578 | 8.354 | 38.981 | -6.336 | 2.675.375 |
| Voorzieningen | 91.968 | 3.588 | 6.297 | 4.135 | 105.989 | ||
| Pensioenverplichtingen | 51.544 | 3.404 | 606 | 407 | 60 | 56.021 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 153.792 | 283 | 97.957 | 2.940 | 1.713 | 256.685 | |
| Financiële schulden | 681.798 | 727.785 | 5.008 | 5.049 | -6.336 | 1.413.303 | |
| Leningen van banken | 315.577 | 572.227 | 5.008 | 892.811 | |||
| Obligatieleningen | 303.537 | 130.512 | 434.049 | ||||
| Achtergestelde leningen | 1.294 | 2.050 | 3.344 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 51.808 | 22.589 | 5.049 | 79.446 | |||
| Overige financiële schulden | 9.583 | 407 | -6.336 | 3.654 | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 18.988 | 14.148 | 51.215 | 84.352 | |||
| Overige schulden | 5.756 | 6.848 | 13.717 | 28.024 | 54.346 | ||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 704.680 | 704.680 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | ||||||
| Banken - deposito's van klanten | 647.175 | 647.175 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | ||||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 57.505 | 57.505 | |||||
| III. Kortlopende verplichtingen | 1.931.608 | 3.748.807 | 517.763 | 4.538 | 112.645 | -38.029 | 6.277.332 |
| Voorzieningen | 37.758 | 34 | 74 | 37.865 | |||
| Pensioenverplichtingen Financiële schulden |
170.021 | 206 | 8 370.673 |
1.440 | 54.715 | -36.218 | 214 560.632 |
| Leningen van banken | 107.246 | 190.924 | 1.440 | 299.610 | |||
| Obligatieleningen | 0 | ||||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 48.122 | 2.583 | 1.498 | 52.202 | |||
| Overige financiële schulden | 14.653 | 177.166 | 53.218 | -36.218 | 208.819 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 23.515 | 1.632 | 25.147 | ||||
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 218.377 | 4.439 | 222.816 | ||||
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.393.472 | 13.511 | 112.534 | 2.839 | 52.578 | -1.563 | 1.573.372 |
| Handelsschulden | 1.200.026 | 4 | 57.964 | 1.568 | 12.311 | -1.563 | 1.270.310 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.638 | 1.176 | 3.814 | ||||
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 149.279 | 7.947 | 17.378 | 95 | 9.165 | 183.864 | |
| Overige schulden | 44.168 | 5.560 | 34.554 | 31.102 | 115.384 | ||
| Te betalen belastingen | 32.885 | 1.070 | 17.509 | 156 | 369 | 51.989 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 3.727.271 | 3.727.271 | |||||
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 24.422 | 24.422 | |||||
| Banken - deposito's van klanten | 3.532.914 | 3.532.914 | |||||
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 161.693 | 161.693 | |||||
| Banken - achtergestelde verplichtingen | 8.242 | 8.242 | |||||
| Overlopende rekeningen | 55.579 | 5.083 | 16.966 | 103 | 544 | -248 | 78.027 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 6.004 | 6.004 | |||||
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 4.491.724 | 5.759.472 | 2.049.307 | 207.005 | 411.917 | -44.366 | 12.875.059 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2016 |
|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, | |||||||
| openingsbalans | 519.386 | 7.292 | 58.691 | 4.984 | 114.633 | 704.987 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 243.202 | 54.011 | 106.685 | -79 | -34.378 | -104 | 369.337 |
| Reclass Winst (verlies) op de overdracht van activa naar cashflow uit desinvesteringen |
-20.309 | -835 | -3.877 | -102 | 21 | -25.102 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 15.205 | 45.477 | 409 | 4.518 | 65.608 | ||
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 1.429 | 356 | 1.785 | ||||
| Winstbelastingen | -40.629 | -18.479 | -4.631 | -645 | -789 | -65.173 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 235.293 | 5.586 | 17.456 | 1.911 | 2.664 | 262.910 | |
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen | -244 | 902 | 4.364 | 3.090 | 22.059 | 30.171 | |
| Aandelenoptieplannen | -20 | -2.567 | 186 | 784 | -1.618 | ||
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
-22 | -40.565 | -40.587 | ||||
| (Afname) toename van voorzieningen | -5.838 | 2.955 | 269 | 3.957 | 1.342 | ||
| (Afname) toename van latente belastingen | -15.862 | 3.932 | -1.080 | -78 | -58 | -13.146 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -1.518 | 3.631 | -139 | 16 | -598 | 1.391 | |
| Cashflow | 409.256 | 96.041 | 79.025 | 4.521 | -1.821 | -104 | 586.920 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 29.221 | -34.342 | 39.265 | 3.346 | 39.332 | -5.531 | 71.291 |
| Afname (toename) van voorraden, onderhanden projecten & ontvangen vooruitbetalingen |
79.790 | 31.103 | 5.101 | 115.994 | |||
| Afname (toename) van vorderingen | 11.503 | -21.115 | -18.105 | 3.447 | -21.111 | 8.154 | -37.227 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) |
-265.930 | -265.930 | |||||
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | -57.528 | -996 | 23.446 | -61 | 55.862 | -13.685 | 7.038 |
| Toename (afname) van schulden aan krediet-instellingen, cliënten & obligaties (banken) |
261.979 | 261.979 | |||||
| Afname (toename) overige | -4.544 | -8.280 | 2.822 | -40 | -521 | -10.563 | |
| Operationele cashflow | 438.477 | 61.699 | 118.290 | 7.867 | 37.511 | -5.634 | 658.211 |
| Investeringen | -299.596 | -537.371 | -206.388 | -4.858 | -119.875 | -1.168.089 | |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -192.042 | -5.313 | -16.992 | -268 | -2.522 | -217.138 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | -114.766 | -114.766 | |||||
| Verwerving van financiële vaste activa | -31.196 | -72.618 | -4.590 | -114.158 | -222.562 | ||
| Nieuwe leningen toegestaan | -76.358 | -262 | -2.012 | -3.062 | -81.695 | ||
| Verwerving van geldbeleggingen | -531.796 | -133 | -531.929 | ||||
| Desinvesteringen | 74.707 | 536.288 | 82.040 | 102 | 8.465 | 701.601 | |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 8.604 | 509 | 102 | 59 | 9.275 | ||
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 1.291 | 64.855 | 66.146 | ||||
| Overdracht van financiële vaste activa Terugbetaalde leningen |
33.551 31.260 |
14.875 767 |
3.137 3.500 |
51.563 35.527 |
|||
| Overdracht van geldbeleggingen | 536.288 | 1.033 | 1.769 | 539.090 | |||
| Investeringscashflow | -224.890 | -1.083 | -124.349 | -4.756 | -111.410 | -466.488 | |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen interesten | 7.999 | 14 | 2.801 | 20 | 496 | -187 | 11.142 |
| Betaalde interesten | -40.610 | -16.487 | -111 | -503 | 291 | -57.421 | |
| Diverse financiële opbrengsten(lasten) | -12.101 | -7.049 | -13 | -1.203 | -20.366 | ||
| Afname (toename) van eigen aandelen | -801 | -801 | |||||
| (Afname) toename van financiële schulden | 12.626 | 43.418 | -1.444 | -6.852 | 5.531 | 53.279 | |
| Winstverdeling | -64.980 | -64.980 | |||||
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -37.295 | -48.825 | -175 | -1.055 | 87.350 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -24.060 | -13.240 | -16.293 | -352 | -10.773 | -64.717 | |
| Financieringscashflow | -93.441 | -62.051 | 6.215 | -2.954 | 2.734 | 5.634 | -143.863 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
120.146 | -1.435 | 156 | 157 | -71.165 | 47.859 | |
| Transfer tussen segmenten | 456 | 2.335 | 922 | -3.713 | 0 | ||
| Wijziging consolidatiekring of -methode | 1.814 | 1.814 | |||||
| Kapitaalverhogingen (deel derden) | 88 | 188 | 275 | ||||
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | -618 | 8 | -18 | 7 | -620 | ||
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans |
639.458 | 5.857 | 63.191 | 6.046 | 39.762 | 754.315 | |
| (€ 1.000) | Ontwikke- lingskosten | Concessies, octrooien & licenties |
Goodwill | Software | Overige immateriële activa |
Vooruit- betalingen | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2016 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 5 | 49.023 | 11.602 | 8.764 | 86.635 | 982 | 157.012 |
| Brutobedrag | 2.060 | 67.692 | 14.053 | 28.401 | 94.354 | 982 | 207.542 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -2.054 | -18.669 | -2.451 | -19.637 | -7.719 | 0 | -50.530 |
| Investeringen | 1.268 | 1.623 | 1.099 | 800 | 500 | 179 | 5.469 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 10.390 | 2.650 | 3 | 13.043 | |||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -26 | -5 | -32 | ||||
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Afschrijvingen (-) | -1.286 | -3.339 | -3.322 | -890 | -8.836 | ||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 17 | -33 | -1 | -1 | -18 | ||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 14 | 179 | 193 | ||||
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 5 | 57.664 | 15.351 | 6.233 | 86.418 | 1.161 | 166.832 |
| Brutobedrag | 3.347 | 73.607 | 17.802 | 29.056 | 93.443 | 1.161 | 218.416 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.342 | -15.943 | -2.451 | -22.822 | -7.025 | 0 | -51.584 |
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2017 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 5 | 57.664 | 15.351 | 6.233 | 86.418 | 1.161 | 166.832 |
| Brutobedrag | 3.347 | 73.607 | 17.802 | 29.056 | 93.443 | 1.161 | 218.416 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.342 | -15.943 | -2.451 | -22.822 | -7.025 | 0 | -51.584 |
| Investeringen | 275 | 519 | 910 | 673 | 507 | 605 | 3.490 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 10.573 | 6.465 | 727 | 6 | 17.772 | ||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -214 | -8 | -222 | ||||
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Afschrijvingen (-) | -70 | -4.333 | -3.107 | -1.095 | -8.604 | ||
| Bijzondere WV (-) | -507 | -507 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -12 | 5 | 1 | -7 | |||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 651 | 9 | 783 | 154 | -785 | 812 | |
| Overige toename (afname) | 1 | -1 | 0 | ||||
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 861 | 64.207 | 22.726 | 4.581 | 86.206 | 986 | 179.567 |
| Brutobedrag | 4.207 | 85.814 | 22.726 | 30.200 | 94.992 | 986 | 238.925 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -3.346 | -21.607 | 0 | -25.618 | -8.317 | 0 | -58.889 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -469 | 0 | -469 |
De groei van de ouderenzorgactiviteit van de groep verklaart opnieuw het grootste deel van de toename van de immateriële vaste activa in 2017 met o.m. de acquisities van Anima Care (6 residenties) en HPA (2 residenties). We verwijzen naar de Toelichting 4 Bedrijfsacquisities.
Voorts bestaat deze post voor een groot deel uit immateriële vaste activa die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME, uit immateriële vaste activa die voortkomen uit de (historische) acquisities van Anima Care en HPA en uit software-ontwikkelingen bij Bank J.Van Breda & C°.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Bewegingen in goodwill | ||
| Goodwill, beginsaldo | 342.539 | 333.882 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 361.870 | 349.075 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -19.331 | -15.193 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties (1) | 14.270 | 12.850 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -4.536 | -4.137 |
| Overige toename (afname) | -2.750 | -55 |
| Goodwill, eindsaldo | 349.523 | 342.539 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 370.213 | 361.870 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -20.690 | -19.331 |
(1) We verwijzen naar Toelichting 4 Bedrijfsacquisities voor meer details.
De bedrijfsacquisities door DEME (G-Tec), CFE (José Coghe-Werbrouck), Anima Care (6 residenties) en HPA (2 residenties) verklaren de toename van de goodwill ten belope van 14,3 miljoen euro.
Anima Care boekte bijzondere waardeverminderingen van 2,2 miljoen euro op meerdere activa van beperkte omvang. Ook de goodwill van AvH op Patrimoine & Santé die niet kon worden toegewezen aan de gebouwen in portefeuille werd afgeschreven (2,3 miljoen euro). De overige afname resulteert uit de purchase price allocation van de in 2016 door HPA overgenomen residentie en crèche Cigma de Laval waarbij de goodwill werd toegewezen aan concessies (immateriële vaste activa).
Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan Finaxis, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013) en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE, A.A. Van Laere, Anima Care en HPA. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Investments van 232,4 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Investments wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke cash generating unit (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (broker reports / beurskoers voor genoteerde ondernemingen). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een discounted cash flow (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een uitzonderlijke waardevermindering of 'impairment'.
De materiële vaste activa zijn met 438,2 miljoen euro gestegen tot 2.572,9 miljoen euro. DEME heeft in 2017 maar liefst 441,6 miljoen euro geïnvesteerd in het uitbouwen, vernieuwen en operationeel houden van haar vloot. DEME's dochterbedrijf GeoSea versterkte bovendien haar aanwezigheid in de sector van offshore windenergie door de overname van het Deense A2Sea, waardoor het ook twee relatief nieuwe tuigen toevoegde aan haar vloot. Maar ook de investeringen in de woonzorgcentra van Anima Care en Residalya zorgen voor een toename (netto, na afschrijvingen) van de materiele vaste activa.
De overdrachten door bedrijfsafsplitsing hebben betrekking op de verkoop van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen en de parkingactiviteiten door A.A. Van Laere.
De materiële vaste activa van de bedrijven uit de "Marine Engineering & Contracting" poot vertegenwoordigen samen ongeveer 83% van de totale materiële vaste activa. De zorgresidenties van Anima Care en van Patrimoine & Santé (samen goed voor 15%), het kantorennet van Bank J.Van Breda & C° en diverse andere bedrijfsgebouwen binnen de groep verklaren het saldo.
Van de acht vaartuigen die in 2015 en 2016 door DEME werden besteld voor een globale waarde van een miljard euro, zijn twee reeds geleverd: de sleephopperzuigers Minerva en Scheldt River. In 2018 verwacht men de oplevering van het multifunctionele vaartuig Living Stone, het zelfvarend hefvaartuig Apollo en het kraanschip Gulliver. De drie laatste vaartuigen – het baggerschip Bonny River, de Smart Mega Cutter Suction Dredger Spartacus en het kraanschip met dynamische positionering Orion – zouden in de loop van de jaren 2019-2020 operationeel moeten zijn.
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17) |
Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2016 |
|||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 231.112 | 1.587.959 | 32.120 | 4.100 | 90.174 | 306 | 1.945.772 |
| Brutobedrag | 334.779 | 3.247.848 | 112.683 | 22.798 | 90.174 | 1.381 | 3.809.663 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -101.180 | -1.659.889 | -79.745 | -18.699 | -1.075 | -1.860.588 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.487 | -817 | -3.304 | ||||
| Investeringen | 19.659 | 110.715 | 9.388 | 837 | 72.895 | 213.494 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 233.548 | 599 | 846 | 1 | 90 | 235.083 | |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -2.567 | -2.864 | -330 | 1 | -11 | -5.770 | |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -1 | -1 | |||||
| Afschrijvingen (-) | -19.680 | -222.762 | -10.693 | -896 | -43 | -254.074 | |
| Bijzondere WV (-) | -2 | -2 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 56 | -764 | -190 | 102 | -797 | ||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 13.270 | 15.985 | 271 | 321 | -28.949 | 898 | |
| Overige toename (afname) | 37 | 37 | |||||
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 475.433 | 1.488.867 | 31.411 | 4.364 | 134.301 | 263 | 2.134.639 |
| Brutobedrag Geaccumuleerde afschrijvingen (-) |
599.583 -121.663 |
3.213.697 -1.724.829 |
120.799 -88.652 |
12.782 -8.418 |
134.301 | 1.381 -1.118 |
4.082.542 -1.944.681 |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.487 | -736 | -3.223 | ||||
| II. Overige informatie | |||||||
| Financiële leases | |||||||
| Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease | 75.747 | 110.573 | 5.486 | 191.806 | |||
| Materiële vaste activa verworven onder financiële lease | 6.462 | 2.021 | 8.483 |
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties, machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Operationele leasing als leasinggever (IAS 17) |
Totaal 2017 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2017 |
|||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 475.433 | 1.488.867 | 31.411 | 4.364 | 134.301 | 263 | 2.134.639 |
| Brutobedrag | 599.583 | 3.213.697 | 120.799 | 12.782 | 134.301 | 1.381 | 4.082.542 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -121.663 | -1.724.829 | -88.652 | -8.418 | -1.118 | -1.944.681 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.487 | -736 | -3.223 | ||||
| Investeringen | 13.273 | 108.266 | 8.763 | 1.050 | 390.732 | 76 | 522.161 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 20.360 | 188.563 | 825 | 281 | 210.028 | ||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -4.123 | -4.420 | -229 | -7 | -683 | -9.462 | |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -5.371 | -7.462 | -136 | -4.071 | -17.041 | ||
| Afschrijvingen (-) | -21.261 | -227.936 | -10.454 | -1.005 | -56 | -260.711 | |
| Bijzondere WV (-) | -220 | -220 | |||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -97 | -3.217 | -364 | -81 | -3.758 | ||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 1.728 | 73.144 | -985 | -7 | -75.306 | -1.426 | |
| Overige toename (afname) | -36 | 10 | -9 | 37 | -1.334 | -1.332 | |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 479.686 | 1.615.815 | 28.822 | 4.713 | 443.558 | 283 | 2.572.877 |
| Brutobedrag | 614.612 | 3.452.446 | 128.765 | 14.547 | 443.558 | 1.457 | 4.655.385 |
| Geaccumuleerde afschrijvingen (-) | -132.227 | -1.836.631 | -99.207 | -9.834 | -1.174 | -2.079.073 | |
| Geaccumuleerde bijzondere WV (-) | -2.699 | -736 | -3.435 | ||||
| II. Overige informatie | |||||||
| Financiële leases | |||||||
| Nettoboekwaarde van MVA onder financiële lease | 72.701 | 55.548 | 3.275 | 131.525 | |||
| Materiële vaste activa verworven onder financiële lease | 5.103 | 597 | 5.700 |
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Operationele leasing als leasinggever - IAS 40 |
Project ontwikkelin- gen |
Activa bestemd voor verkoop |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2016 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 838.390 | 0 | 116.700 | 4.392 | 959.482 |
| Brutobedrag | 838.390 | 0 | 116.700 | 4.392 | 959.482 |
| Investeringen | 42.846 | 84.936 | 455 | 128.237 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | |||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -1.291 | -57.369 | -4.392 | -63.053 | |
| Winsten (verliezen) door aanpassing van reële waarde | -5.332 | 45.575 | 344 | 40.587 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -68.722 | 13.999 | 55.542 | 818 | |
| Overige toename (afname) | 542 | 481 | 125 | 1.148 | |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| Brutobedrag | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2017 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| Brutobedrag | 806.432 | 0 | 204.322 | 56.466 | 1.067.220 |
| Investeringen | 107.464 | 17.215 | 1.441 | 126.121 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 113 | 113 | |||
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -174.849 | -117.141 | -291.990 | ||
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | 16.342 | 19.108 | -1.658 | 33.792 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -52.849 | 64.392 | 11.543 | ||
| Overige toename (afname) | 2.303 | 2.303 | |||
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| Brutobedrag | 879.691 | 0 | 65.796 | 3.613 | 949.100 |
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Operationele leasing als leasinggever - IAS 40 |
Project ontwikkelin gen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| II. Overige informatie | ||||
| Huurinkomsten en operationele kosten 2016 | ||||
| Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen | 61.335 | 61.335 | ||
| Directe operationele kosten (incl. onderhoud & herstellingen) van verhuurde gebouwen | -3.186 | -3.186 | ||
| Directe operationele kosten (incl. onderhoud & herstellingen) van niet-verhuurde gebouwen | -1.080 | -1.080 | ||
| Huurinkomsten en operationele kosten 2017 | ||||
| Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen | 61.912 | 61.912 | ||
| Directe operationele kosten (incl. onderhoud & herstellingen) van verhuurde gebouwen | -3.323 | -3.323 | ||
| Directe operationele kosten (incl. onderhoud & herstellingen) van niet-verhuurde gebouwen | -1.226 | -1.226 | ||
| Aankoopverplichtingen | ||||
| Contractuele verplichtingen tot aankoop vastgoedbeleggingen 2016 | 0 | |||
| Contractuele verplichtingen tot aankoop vastgoedbeleggingen 2017 | 0 |
| (€ 1.000) | Totaal 2017 |
Totaal 2016 |
|---|---|---|
| Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening | ||
| Verkopen van gronden | 70 | 1.920 |
| Huurinkomsten | 61.912 | 61.335 |
| Overige vastgoeddiensten (o.m. promotie-opbrengsten) | 165.915 | 116.059 |
| 227.897 | 179.314 | |
| Kerncijfers - gebouwen in portefeuille (exclusief projectontwikkelingen) | ||
| Contractuele huur | 54.670 | 56.540 |
| Huurrendement (%) | 6,44% | 6,78% |
| Bezettingsgraad (%) | 94,80% | 96,77% |
| Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) | 4,74 | 4,37 |
De vastgoedbeleggingen bestaan op jaareinde 2017 voor 885,1 miljoen euro uit de vastgoedportefeuille (exclusief de leasings) van Leasinvest Real Estate en voor het saldo uit vastgoedactiva (vnl de diverse gebouwen in exploitatie op de site Tour & Taxis) van Extensa.
Als gevolg van de beslissing van LRE om zich te focussen op twee activaklassen (retail en kantoren) en drie landen (Luxemburg, België en Oostenrijk) werden in 2017 diverse investeringen en desinvesteringen gerealiseerd. Begin mei heeft LRE voor 35 miljoen euro 100% van de aandelen van de vennootschap Mercator Sàrl verworven, eigenaar van een kantoorgebouw in de stad Luxemburg. In oktober werd de Zwitserse retailportefeuille (drie winkels) volledig verkocht voor 41,8 miljoen euro maar werden ook twee belangrijke retailparken in Wenen (Oostenrijk) verworven voor een bedrag van 56,2 miljoen euro. Tenslotte heeft LRE in 2017 haar logistieke portefeuille afgebouwd ten belope van 74 miljoen euro. In 2017 verkocht Extensa het kantoorgebouw "Herman Teirlinck", gelegen op Tour & Taxis, aan een institutionele belegger.
De projectontwikkelingen betreffen de kantoorpanden Treesquare en Montoyer 63 die LRE in Brussel ontwikkelt; de activa bestemd voor verkoop een door Extensa verhuurd gebouw in Drogenbos.
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt.
Op basis van schattingsverslagen wordt minstens jaarlijks de reële waarde van verhuurde gebouwen bepaald. We verwijzen naar het jaarverslag van Leasinvest Real Estate voor meer informatie hieromtrent. Ook de bovenvermelde kerncijfers omtrent de verhuurde gebouwen zijn de kerncijfers van Leasinvest Real Estate, aangezien 94% van de verhuurde gebouwen eigendom zijn van LRE.
Operationele leasings waarvan de aankoopoptie rekening houdt met de marktwaarde worden als vastgoedbeleggingen gekwalificeerd. In andere gevallen worden deze contracten als operationele leasing conform IAS 17 beschouwd.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||
| Marine Engineering & Contracting | 154.177 | 159.540 |
| Private Banking | 679.973 | 633.263 |
| Real Estate & Senior Care | 28.204 | 15.933 |
| Energy & Resources | 204.048 | 165.113 |
| AvH & Growth Capital | 174.344 | 179.450 |
| Totaal | 1.240.746 | 1.153.300 |
| (€ 1.000) | Vermogens mutatiewaarde |
Goodwill opgenomen in VM-waarde |
Totaal 2017 |
Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo | 1.066.854 | 86.445 | 1.153.300 | 1.137.248 |
| Aanschaffingen | 65.347 | 3.404 | 68.751 | 34.653 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | ||
| Overdrachten (-) | 5.345 | -10.510 | -5.164 | -13.826 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -1.304 | -1.304 | 0 | |
| Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 140.859 | 140.859 | 108.660 | |
| Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) | -4.017 | -4.017 | -25.156 | |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -24.978 | -24.978 | -4.871 | |
| Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) | -62.392 | -62.392 | -65.608 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -9.000 | -3.998 | -12.998 | -40.240 |
| Overige toename (afname) | -4.567 | -6.742 | -11.309 | 22.439 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast : eindsaldo | 1.172.147 | 68.599 | 1.240.746 | 1.153.300 |
Het totaal van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast stijgt met 87,4 miljoen euro tot 1.240,7 miljoen euro en weerspiegelt de aangroei van het eigen vermogen van deze deelnemingen, naast het effect van bijkomende investeringen (o.m. het verhogen van de deelneming in Sipef) of desinvesteringen door AvH.
AvH heeft haar deelnemingspercentage in Sipef verhoogd via de aankoop van 80.000 aandelen ter beurze en via inschrijving op de publieke kapitaalsverhoging (goed voor een investering van 40,4 miljoen euro). De overige aanschaffingen betreffen de deelname van DEME aan de kapitaalverhogingen in de windprojecten Otary en Seastar en de investering in EMW.
De desinvesteringen in 2017 bleven beperkt tot de verkoop door CFE van vennootschappen mbt vastgoedontwikkelingsprojecten in Oostende (Oosteroever) en in Luxemburg (Kons) en het verdwijnen van de gemeenschappelijke dochterondernemingen Napro en Nitraco als gevolg van de deconsolidatie van NMP.
De winstbijdrage van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast, is gestegen met 32,2 miljoen euro tot 140,9 miljoen euro. Dit weerspiegelt onder meer de gunstige resultaatsontwikkeling bij o.a. Delen Investments en Sipef (inclusief een niet-recurrente herwaarderingsmeerwaarde). "Marine Engineering & Contracting" levert een negatieve bijdrage tot deze post als gevolg van verliezen bij enkele deelnemingen waarover DEME niet de exclusieve controle bezit (waaronder Medco in Qatar en enkele concessie-vennootschappen). Extensa ontwikkelt 2 projecten op de Cloche d'Or-site in een gezamenlijke structuur met een partner. De deelnemingen die via vermogensmutatie worden opgenomen in "AvH & Growth Capital" leveren per saldo een beperkt negatieve bijdrage, als gevolg van een negatieve verliesbijdrage van Distriplus (AvH 50%) van 12,3 miljoen euro dat bijna 20 miljoen euro goodwill afschreef.
Ook in 2017 overtroffen de winstbijdrages van de participaties ruimschoots de door hen uitgekeerde dividenden. De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' bevat o.m. de overdracht naar 'bestemd voor verkoop' van de participaties BDM-Asco, Transpalux en OQM (na waardevermindering).
De toename van de waarde van de euro ten opzichte van de meeste deviezen (USD, GBP, INR) vertaalt zich in een negatieve wisselkoersimpact ten belope van 25,0 miljoen euro.
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Investments (78,75%), Sipef (30,3%), Amsteldijk Beheer (50%), Distriplus (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Consortium Telemond (50%) en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (17,6%), Atenor (10,5%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,2%) en Mediahuis (13,2%), opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar p. 147 "Segmentrapportering".
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in Sipef, Sagar Cements en Atenor op basis van de beurskoers van eind 2017 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties de volgende beurswaarden vertegenwoordigen van respectievelijk 201,0 miljoen euro, 39,6 miljoen euro en 27,9 miljoen euro. Deze beurswaarden overtreffen de boekwaarde van deze participaties in de geconsolideerde balans.
De integrale consolidatie van CFE, DEME en Rent-A-Port geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 154,1 miljoen euro. De belangen in C-Power (6,5%), Rentel (18,9%), Medco (44,1%) en GEM/EMW zijn de voornaamste bij DEME alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en de ontwikkeling van de industriezone van Dinh Vu (Vietnam) door Rent-A-Port.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Financiële activa | ||||
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | ||||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | 3 | 3 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 102.335 | 113.043 | 102.335 | 113.043 |
| Voor verkoop beschikbare geldbeleggingen | 467.879 | 621.405 | 467.879 | 621.405 |
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||
| Vorderingen en borgtochten | 164.851 | 176.103 | 164.851 | 176.103 |
| Vorderingen uit financiële lease | 231.389 | 188.203 | 215.904 | 177.122 |
| Overige vorderingen | 209.508 | 218.412 | 209.508 | 218.412 |
| Handelsvorderingen | 1.073.110 | 1.170.394 | 1.073.110 | 1.170.394 |
| Termijndeposito's tot drie maand | 35.152 | 156.773 | 35.152 | 156.773 |
| Liquide middelen | 601.875 | 597.542 | 601.875 | 597.542 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 5.030.849 | 4.498.663 | 4.713.069 | 4.168.636 |
| Afdekkingsinstrumenten | 10.202 | 7.127 | 10.202 | 7.127 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| Financiële passiva | ||||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | ||||
| Financiële schulden | ||||
| Leningen van banken | 1.055.117 | 1.212.127 | 1.041.303 | 1.192.421 |
| Obligatieleningen | 544.537 | 447.815 | 535.285 | 434.049 |
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 3.500 | 5.354 | 3.344 |
| Financiële lease-overeenkomsten | 84.481 | 136.284 | 81.377 | 131.648 |
| Overige financiële schulden | 224.325 | 212.472 | 224.325 | 212.473 |
| Overige schulden | ||||
| Handelsschulden | 1.352.745 | 1.270.310 | 1.352.745 | 1.270.310 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 2.505 | 3.814 | 2.505 | 3.814 |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 186.022 | 183.864 | 186.022 | 183.864 |
| Overige schulden | 126.950 | 169.730 | 126.950 | 169.730 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.874.548 | 4.474.065 | 4.846.350 | 4.431.951 |
| Afdekkingsinstrumenten | 58.802 | 109.499 | 58.802 | 109.499 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Te ontvangen interesten |
Niveau 1 | Niveau 2 | Te ontvangen interesten |
|
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | ||||||
| Financiële activa behorend tot de handelsportefeuille (trading) | 3 | 3 | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | ||||||
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 73.344 | 28.991 | 70.763 | 42.280 | ||
| Voor verkoop beschikbare geldbeleggingen | 464.920 | 498 | 2.460 | 615.900 | 730 | 4.775 |
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||||
| Vorderingen uit financiële lease | 231.389 | 188.203 | ||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 5.030.849 | 4.498.663 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 10.201 | 1 | 7.126 | 1 | ||
| Financiële passiva | ||||||
| Financiële schulden | ||||||
| Leningen van banken | 1.055.117 | 1.212.127 | ||||
| Obligatieleningen | 490.352 | 54.185 | 393.399 | 54.416 | ||
| Achtergestelde leningen | 5.354 | 3.500 | ||||
| Financiële lease-overeenkomsten | 84.481 | 136.284 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 4.874.548 | 4.474.065 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 58.181 | 621 | 109.040 | 459 |
De reële waarde van de effecten in de beleggingsportefeuille wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door DEME, CFE, BPI, Leasinvest Real Estate en Extensa. Bij de bepaling van de waarde van de vorderingen op (en schulden aan) kredietinstellingen & cliënten van Bank J.Van Breda & C° gelden volgende hypotheses: er wordt rekening gehouden met de commerciële marges bij herprijzing en met een percentage vervroegde aflossingen doch wordt er geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen. Voor de afdekkingsinstrumenten is het de actuele waarde van toekomstige kasstromen rekening houdend met de geldende swaprente en volatiliteit (niveau 2).
| (€ 1.000) | Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) |
Rente opbrengsten (lasten) |
Gerealiseerde meerwaarden (minwaarden) |
Rente opbrengsten (lasten) |
|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | |||
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 16.564 | 1.869 | 1.786 | 4.149 |
| Overige financiële activa | 59.207 | 8.752 | ||
| Vorderingen en liquiditeiten | 27.105 | 20.286 | ||
| Afdekkingsinstrumenten | 30 | 175 | ||
| Banken - vorderingen kredietsinstellingen & cliënten | 95.664 | 102.291 | ||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | -42.237 | -49.546 | ||
| Afdekkingsinstrumenten | -6.115 | -5.040 | ||
| Banken - schulden aan kredietsinstellingen, cliënten en obligaties | -19.754 | -27.504 |
Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group (de vroegere Nationale Delcrederedienst), in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. Het orderboek van CFE in Afrika is sterk verminderd. Eind 2017 had de groep CFE in Tsjaad nog een nettovordering van ongeveer 60 miljoen euro op de staat. Het innen van deze vordering betekent ook in 2018 een belangrijke uitdaging. CFE stelt samen met de lokale overheid alles in het werk om een financiering te vinden teneinde de betaling van de vorderingen mogelijk te maken.
Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarbinnen de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd krediet(concentratie)risico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. Aangezien Rent-A-Port actief is in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, is het ook blootgesteld aan politieke risico's. Ook hier gelden lokale relaties en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.
Voor de kredietrisico's aangaande de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 12.
Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen.
Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.
Het kredietrisico bij Anima Care en HPA is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron.
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
| (€ 1.000) | Niet vervallen |
Vervallen < 30 d |
Vervallen < 60 d |
Vervallen < 120 d |
Vervallen > 120 d |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | ||||||
| Vervaldagenbalans 2016 | ||||||
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 3 | 3 | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 734.448 | 734.448 | ||||
| Vorderingen | 1.742.031 | 1.349.339 | 74.460 | 44.904 | 20.575 | 252.753 |
| Vervaldagenbalans 2017 | ||||||
| Financiële activa voor handelsdoeleinden | 3 | 3 | ||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 570.213 | 570.213 | ||||
| Vorderingen | 1.663.373 | 1.314.710 | 63.018 | 36.351 | 14.320 | 234.975 |
De vervallen vorderingen betreffen hoofdzakelijk de contractingactiviteit van CFE, DEME en A.A. Van Laere alsook de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C°. Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, maar die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE, DEME en A.A. Van Laere zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend.
Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 13).
| (€ 1.000) | Financiële activa voor handelsdoeleinden |
Financiële activa beschikbaar voor verkoop |
Vorderingen |
|---|---|---|---|
| Boekjaar 2016 | |||
| Gecumuleerde waardeverminderingen - beginsaldo | 0 | -71.436 | -53.849 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | -9 | -267 | |
| Bijzondere WV geboekt tijdens het boekjaar | -207 | -5.789 | |
| Bijzondere WV teruggenomen tijdens het boekjaar | 7.623 | ||
| Bijzondere WV uitgeboekt tijdens het boekjaar | 4.475 | 2.533 | |
| Impact wisselkoerswijzigingen | -832 | ||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 5.613 | ||
| Gecumuleerde waardeverminderingen - eindsaldo | 0 | -67.177 | -44.968 |
| Boekjaar 2017 | |||
| Gecumuleerde waardeverminderingen - beginsaldo | 0 | -67.177 | -44.968 |
| Wijzigingen in de consolidatiekring | 0 | -214 | |
| Bijzondere WV geboekt tijdens het boekjaar | -375 | -12.251 | |
| Bijzondere WV teruggenomen tijdens het boekjaar | 0 | 13.276 | |
| Bijzondere WV uitgeboekt tijdens het boekjaar | 5.635 | 5.153 | |
| Impact wisselkoerswijzigingen | 0 | 220 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -125 | -1.051 | |
| Gecumuleerde waardeverminderingen - eindsaldo | 0 | -62.042 | -39.837 |
De financiële activa beschikbaar voor verkoop noteren gecumuleerde waardeverminderingen voor een totaal van 62,0 miljoen euro. Deze zijn o.m. toe te wijzen aan het segment 'AvH & Growth Capital', met als voornaamste de in 2008 geboekte waardevermindering op Ageas (ex-Fortis)-aandelen (44,3 miljoen euro) alsook een aantal oude investeringen die in het verleden werden afgewaardeerd.
De gecumuleerde waardeverminderingen op vorderingen vinden voor ongeveer de helft hun oorsprong in het segment 'Marine Engineering & Contracting'. De inning van een oude vordering door CFE gaf aanleiding tot het verwerken van een terugname van een waardervermindering. In het segment 'AvH & Growth Capital' houden de bijzondere waardeverminderingen voor 6,7 miljoen euro verband met de exit uit Financière Flo (Groupe Flo) en op vorderingen binnen de groep. De uitboeking van waardeverminderingen is grotendeels toe te schrijven aan de afwikkeling van de Roemeense activiteiten van Extensa, waarmee zij de historisch aangelegde waardeverminderingen op haar Roemeense activiteiten kon afbouwen.Tevens bevat deze rubriek waardeverminderingen op de leasingportefeuille van Bank J.Van Breda & C°.
Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. DEME dekt doorgaans deze risico's in door gebruik te maken van financiële hedges en termijncontracten. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken.
Rent-A-Port is vooral actief in landen buiten de euro-zone en wordt vnl. aan de USD blootgesteld aangezien de meeste commerciële contracten in USD worden afgesloten.
Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is eerder beperkt omdat de meeste activiteiten zich in de BeLux bevinden, met uitzondering van de beperkte activiteiten van Extensa in Turkije (risico gelinkt aan de Turkse Lira) en in Roemenië (risico gelinkt aan de RON).
Begin oktober 2017 heeft Leasinvest Real Estate haar Zwitserse gebouwen verkocht. Op het moment van de aankoop in 2014 werden cross currency swaps met een looptijd van 10 jaar aangegaan, waardoor deze op het moment van de verkoop nog een resterende looptijd van ca. 7 jaar hadden. Aangezien er na de verkoop van de Zwitserse gebouwen geen exposure meer is tov de Zwitserse Frank, werden de cross currency swaps vervroegd afgelost. Het resterende wisselkoersrisico op de Zwitserse Frank is zeer beperkt en wordt verwacht in 2018 helemaal te verdwijnen na afwikkeling van de laatste schulden en vorderingen.
Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële muntposities heeft. Agidens, wereldwijd aanwezig waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten van de resp. groepsmaatschappij in eenzelfde munt te laten geschieden (natural hedging). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten.
De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (17,6% belang in Sagar Cements en in het fonds Healthquad). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen.
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone.
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Investments en Sipef, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Het wisselkoersrisico bij Delen Investments beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op de resterende 19% in JM Finn. Bij Sipef wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.
| Poolse Zloty | 4,18 | 4,26 |
|---|---|---|
| 1 euro = x vreemde valuta | Slotkoers | Gemiddelde koers | Slotkoers | Gemiddelde koers | |
|---|---|---|---|---|---|
| Australische Dollar | 1,53 | 1,47 | Qatarese Rial | 4,36 | 4,14 |
| Britse Pond | 0,89 | 0,87 | Roemeense Leu | 4,66 | 4,57 |
| Bulgaarse Lev | 1,96 | 1,96 | Russische Roebel | 69,09 | 66,26 |
| CFA Frank | 655,96 | 655,96 | Singapore Dollar | 1,60 | 1,56 |
| Hongaarse Forint | 310,33 | 309,19 | Tunesische Dinar | 2,94 | 2,73 |
| Indische Rupie | 76,72 | 73,96 | Turkse Lire | 4,55 | 4,12 |
| Marokkaanse Dirham | 11,22 | 10,95 | US Dollar | 1,20 | 1,13 |
| Nigeriaanse Naira | 430,94 | 377,02 | Vietnamese Dong | 27.273,51 | 25.889,61 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa |
Geldbeleggingen |
|---|---|---|
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2016 | ||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: beginsaldo reële waarde | 101.491 | 636.073 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde | 66.440 | 608.041 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 35.051 | 21.388 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - te ontvangen intresten | 6.644 | |
| Aanschaffingen | 16.854 | 531.929 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 1.355 | |
| Actuarieel rendement | -6.234 | |
| Overdrachten (-) | -2.113 | -539.090 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde | -3.179 | -1.808 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -207 | |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 1.055 | |
| Overboeking van (naar) andere posten | -15 | 207 |
| Overige toename (afname) | 4 | -1.874 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: eindsaldo reële waarde | 113.043 | 621.405 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde | 81.170 | 598.033 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 31.873 | 18.598 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - te ontvangen intresten | 4.775 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa |
Geldbeleggingen |
|---|---|---|
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekjaar 2017 | ||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: beginsaldo reële waarde | 113.043 | 621.405 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde | 81.170 | 598.033 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 31.873 | 18.598 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - te ontvangen intresten | 4.775 | |
| Aanschaffingen | 12.818 | 215.302 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 2.222 | |
| Actuarieel rendement | -3.294 | |
| Overdrachten (-) | -5.826 | -361.767 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde | 1.612 | -431 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -375 | |
| Bijzondere WV teruggenomen in de resultatenrekening (+) | 9 | |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -3.253 | |
| Overboeking van (naar) andere posten | -18.937 | |
| Overige toename (afname) | -2.315 | |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: eindsaldo reële waarde | 102.335 | 467.879 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - boekwaarde | 79.268 | 449.702 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 23.067 | 15.717 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa - te ontvangen intresten | 2.460 |
De rubriek 'Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa' bestaat voor 73,3 miljoen euro uit het 10%-belang dat Leasinvest Real Estate aanhoudt in de gereglementeerde vastgoedvennootschap Retail Estates.
In 2017 nam Leasinvest Real Estate deel aan de kapitaalverhoging van Retail Estates en behield aldus haar participatie van iets meer dan 10%. Verder nam Green Offshore opnieuw deel aan de kapitaalverhogingen bij Otary en Seastar, terwijl AvH intekende op het Indische fonds Healthquad.
In de eerste jaarhelft verkocht AvH haar deelneming van 3,0% in Ogeda.
Als gevolg van de bijkomende investering door Leasinvest Real Estate in haar deelneming in Lux Airport wordt deze deelneming voortaan opgenomen in haar consolidatiekring en aldus vervat op de lijn 'Overboeking van (naar) andere posten'.
| De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : | Aantal aandelen | Reële waarde |
|---|---|---|
| Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° | 427.712 | |
| Fondsen beheerd door Delen Private Bank | 27.761 | |
| Ageas | 278.284 | 11.330 |
| Andere | 1.075 | |
| 467.879 |
De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).
| Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : | Reële waarde |
|---|---|
| Private Banking (vnl. Bank J.Van Breda & C°) | 427.712 |
| AvH & Growth Capital | 40.013 |
| Real Estate & Senior Care | 153 |
| Marine Engineering & Contracting | 0 |
| Energy & Resources | 0 |
| 467.879 |
Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C°
Portugal, Italië, Ierland, Griekenland of Spanje.
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2017 92% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een minimumrating Aa3 (Moody's ratingklasse), 7% bedrijfsobligaties (inclusief commercial paper) en minder dan 1% financiële obliHet investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
gaties en aandelen. De beleggingsportefeuille bevat geen overheidsobligaties van
| Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2017 | Naar rating | Naar restlooptijd | |
|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties Aaa | 38,6% | 2018 | 26,3% |
| Overheidsobligaties Aa1 | 24,8% | 2019 | 24,7% |
| Overheidsobligaties Aa2 | 16,0% | 2020 | 15,6% |
| Overheidsobligaties Aa3 | 12,9% | 2021 | 9,0% |
| Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere | 7,7% | 2022 | 11,8% |
| >2023 | 12,5% | ||
| onbepaald | 0,1% |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| I. Interbancaire vorderingen | ||||
| Binnenlandse kredietinstellingen | 44.281 | 36.207 | 44.264 | 36.177 |
| Buitenlandse kredietinstellingen | 44.521 | 37.853 | 44.521 | 37.853 |
| Te ontvangen interesten | 78 | 126 | 78 | 126 |
| Totaal kredietinstellingen | 88.880 | 74.186 | 88.863 | 74.156 |
| II. Leningen en vorderingen op cliënten | ||||
| Wissels en eigen accepten | ||||
| Investeringskredieten en financieringen | 2.364.776 | 2.295.302 | 2.173.109 | 2.092.793 |
| FV aanpassing ingedekte kredieten (FV hedge) | 3.952 | 11.469 | 3.952 | 11.469 |
| Hypothecaire leningen | 1.862.440 | 1.661.081 | 1.737.616 | 1.535.556 |
| Werkingskredieten | 384.168 | 407.839 | 382.902 | 405.880 |
| Overige | 12.602 | 7.752 | 12.596 | 7.748 |
| Te ontvangen interesten | 5.993 | 6.041 | 5.993 | 6.041 |
| Totaal cliënten | 4.633.931 | 4.389.484 | 4.316.168 | 4.059.487 |
| III. Tegoeden centrale banken | ||||
| Tegoeden bij centrale banken | 308.038 | 34.993 | 308.038 | 34.993 |
| Te ontvangen interesten | ||||
| Totaal tegoeden bij centrale banken | 308.038 | 34.993 | 308.038 | 34.993 |
| Totaal vorderingen op kredietinstellingen & clienten | 5.030.849 | 4.498.663 | 4.713.069 | 4.168.636 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:
De sterke prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.
De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De divisie ABK bank richt zich op particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.
De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°.
Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardeverminderingen moet worden geboekt.
| (€ 1.000) | Niet vervallen |
Vervallen < 30 d |
30 d < vervallen < 60 d |
60 d < vervallen < 120 d |
120 d < Vervallen |
Dubieus | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Vervaldagenbalans 2016 | |||||||
| Binnenlandse kredietinstellingen | 36.177 | 36.177 | |||||
| Buitenlandse kredietinstellingen | 37.853 | 37.853 | |||||
| Te ontvangen interesten | 126 | 126 | |||||
| Totaal kredietinstellingen | 74.156 | 74.156 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wissels en eigen accepten | 0 | 0 | |||||
| Investeringskredieten en financieringen | 2.104.262 | 2.048.033 | 35.209 | 6.166 | 2.996 | 612 | 11.246 |
| Hypothecaire leningen | 1.535.556 | 1.517.057 | 11.609 | 3.338 | 1.485 | 266 | 1.801 |
| Werkingskredieten | 405.880 | 399.463 | 3.723 | 163 | 60 | 0 | 2.471 |
| Overige | 7.748 | 7.748 | |||||
| Te ontvangen interesten | 6.041 | 6.041 | |||||
| Totaal cliënten | 4.059.487 | 3.978.342 | 50.541 | 9.667 | 4.541 | 878 | 15.518 |
| Tegoeden centrale banken | 34.993 | 34.993 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| (€ 1.000) | Niet vervallen |
Vervallen < 30 d |
30 d < vervallen < 60 d |
60 d < vervallen < 120 d |
120 d < Vervallen |
Dubieus | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Vervaldagenbalans 2017 | |||||||
| Binnenlandse kredietinstellingen | 44.264 | 44.264 | |||||
| Buitenlandse kredietinstellingen | 44.521 | 44.521 | |||||
| Te ontvangen interesten | 78 | 78 | |||||
| Totaal kredietinstellingen | 88.863 | 88.863 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wissels en eigen accepten | 0 | 0 | |||||
| Investeringskredieten en financieringen | 2.177.061 | 2.138.370 | 19.514 | 5.899 | 1.505 | 544 | 11.229 |
| Hypothecaire leningen | 1.737.616 | 1.717.403 | 8.336 | 7.665 | 828 | 82 | 3.302 |
| Werkingskredieten | 382.902 | 370.669 | 5.909 | 2.384 | 183 | 1.237 | 2.520 |
| Overige | 12.596 | 12.596 | |||||
| Te ontvangen interesten | 5.993 | 5.993 | |||||
| Totaal cliënten | 4.316.168 | 4.245.031 | 33.759 | 15.948 | 2.516 | 1.863 | 17.051 |
| Totaal centrale banken | 308.038 | 308.038 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| I. Voorraden, nettobedrag | 329.400 | 250.265 |
| Bruto-boekwaarde | 334.859 | 253.236 |
| Grond- en hulpstoffen | 41.423 | 59.482 |
| Gereed product | 0 | 0 |
| Handelsgoederen | 454 | 439 |
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 280.157 | 193.315 |
| Vooruitbetalingen | 12.824 | 0 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) | -5.458 | -2.972 |
| Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | -401 | -2.217 |
| Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 731 | 252 |
| II. Onderhanden projecten in opdracht van derden | ||
| Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto | 102.003 | 317.648 |
| Bedrag door klanten verschuldigd (inclusief handelsvorderingen) | 290.058 | 411.851 |
| Bedrag aan klanten verschuldigd (inclusief handelsschulden) (-) | -188.055 | -94.203 |
| Onderhanden projecten op afsluitdatum | ||
| Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen | 6.105.590 | 5.921.917 |
| Bedrag van gerealiseerde opbrengsten | -6.003.586 | -5.604.269 |
| Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) | -122.064 | -122.170 |
| Ingehouden bedragen (CFE-DEME) | 3.156 | 6.100 |
De rubriek 'Onroerende goederen bestemd voor verkoop' bestaat voornamelijk uit de grondenportefeuille van Extensa en de vastgoedpromotieprojecten van CFE. Bij Extensa werden in 2017 de gronden van Tour&Taxis waarvoor nog geen concrete projecten zijn opgestart, opgenomen onder de voorraad. Omwille van vergelijkbaarheid werd dit ook in de 2016-balans van AvH zo verwerkt (herclassering vanuit rubriek 'onderhanden projecten' naar 'voorraad' ten belope van 135 miljoen euro).
Onderhanden projecten van CFE, DEME, A.A. Van Laere en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
De vastgoedpromotieprojecten van Extensa (vnl. Tour&Taxis, Cloche d'Or Luxemburg en Turkije) zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt.
De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.
| (€ 1.000) | Minderheidsbelang % | Minderheidsbelang in de AvH-balans |
Aandeel minderheids belang in winst van het boekjaar |
|||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | |
| I. Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE - DEME | 39,60% | 39,60% | 642.595 | 596.755 | 71.686 | 70.079 |
| II. Private Banking | ||||||
| Finaxis | 21,25% | 21,25% | 54.517 | 54.945 | -252 | -272 |
| Bank J.Van Breda & C° | 21,25% | 21,25% | 81.215 | 77.232 | 8.378 | 8.097 |
| Delen Investments (1) | 21,25% | 21,25% | 120.755 | 108.577 | 24.879 | 20.496 |
| III. Real Estate & Senior Care | ||||||
| Leasinvest Real Estate | 69,99% | 69,99% | 267.518 | 249.376 | 33.278 | 21.470 |
| HPA | 28,28% | 29,14% | 26.506 | 21.070 | 2.347 | 2.412 |
| IV. AvH & Growth Capital | ||||||
| Agidens | 13,75% | 13,75% | 2.942 | 3.104 | -57 | 438 |
| Overige | 27.016 | 22.207 | 12.868 | 19.095 | ||
| Totaal | 1.223.064 | 1.133.265 | 153.128 | 141.816 |
(1) De gezamenlijke controle over Delen Investments resulteert in de opname volgens vermogensmutatie. Niettegenstaande de minderheidsbelangen m.b.t. JM Finn door deze opname volgens de vermogensmutatie-methode niet zichtbaar zijn in de geconsolideerde balans van AvH, worden deze toch in dit overzicht gerapporteerd omwille van de consistentie met de geconsolideerde jaarrekening van Delen Investments.
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.066.525 | 141.380 | 366.912 | 56.892 | 114.114 | 71.255 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 267.157 | 56.128 | 152.478 | 60.115 | 9.047 | -160 |
| Financieel resultaat | -22.266 | -11.963 | -5.627 | -360 | ||
| Winst (verlies) vóór belasting | 227.181 | 57.640 | 152.478 | 48.152 | 3.421 | -520 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -1.691 | 73 | 2.384 | 395 | ||
| - Aandeel van de groep | 180.442 | 39.081 | 105.836 | 47.545 | 7.051 | -414 |
| Op het niveau van AvH (1) | 183.599 | 39.154 | 108.220 | 48.168 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 71.686 | 8.378 | 24.879 | 33.278 | 2.347 | -57 |
| - Aandeel van de groep | 111.913 | 30.776 | 83.341 | 14.889 | 5.098 | -357 |
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 2.797.085 | 133.964 | 313.071 | 56.647 | 105.578 | 75.026 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 227.570 | 53.593 | 118.902 | 43.895 | 3.734 | 2.636 |
| Financieel resultaat | -23.954 | -10.188 | -5.877 | -408 | ||
| Winst (verlies) vóór belasting | 202.832 | 55.232 | 118.902 | 33.707 | -2.143 | 2.228 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 172.252 | 37.815 | 89.695 | 31.118 | 4.493 | 1.588 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 172.252 | 37.815 | 89.695 | 31.118 | 4.493 | 1.588 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 3.841 | 79 | 1.818 | 1.557 | ||
| - Aandeel van de groep | 168.411 | 37.736 | 87.877 | 31.118 | 2.936 | 1.588 |
| Op het niveau van AvH (1) | 171.102 | 37.815 | 89.695 | 31.540 | 4.493 | 1.588 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 70.079 | 8.097 | 20.496 | 21.470 | 2.412 | 438 |
| - Aandeel van de groep | 101.023 | 29.718 | 69.199 | 10.070 | 2.080 | 1.150 |
(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 173.268 | 36.671 | 106.570 | 51.344 | 7.717 | -742 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 178.751 | 39.154 | 108.220 | 47.545 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -1.691 | 73 | 2.384 | 0 | 395 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 180.442 | 39.081 | 105.836 | 47.545 | 7.051 | -414 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -5.483 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 188 | 0 | ||||
| - Aandeel van de groep | -5.671 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| Op het niveau van AvH | 178.116 | 36.671 | 106.570 | 51.967 | 7.717 | -742 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 183.599 | 39.154 | 108.220 | 48.168 | 7.445 | -414 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 71.686 | 8.378 | 24.879 | 33.278 | 2.347 | -57 |
| - Aandeel van de groep | 111.913 | 30.776 | 83.341 | 14.889 | 5.098 | -357 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -5.483 | -2.483 | -1.650 | 3.799 | 272 | -328 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -2.053 | -528 | -351 | 2.662 | 76 | -45 |
| - Aandeel van de groep | -3.430 | -1.955 | -1.300 | 1.138 | 196 | -283 |
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 162.894 | 36.830 | 85.653 | 17.192 | 4.596 | 1.450 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 172.252 | 37.815 | 89.695 | 31.118 | 4.493 | 1.588 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 3.841 | 79 | 1.818 | 0 | 1.557 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 168.411 | 37.736 | 87.877 | 31.118 | 2.936 | 1.588 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -9.358 | -985 | -4.042 | -13.926 | 103 | -138 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -125 | 0 | 0 | 0 | 34 | 0 |
| - Aandeel van de groep | -9.233 | -985 | -4.042 | -13.926 | 70 | -138 |
| Op het niveau van AvH | 161.744 | 36.830 | 85.653 | 18.066 | 4.596 | 1.450 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 171.102 | 37.815 | 89.695 | 31.540 | 4.493 | 1.588 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 70.079 | 8.097 | 20.496 | 21.470 | 2.412 | 438 |
| - Aandeel van de groep | 101.023 | 29.718 | 69.199 | 10.070 | 2.080 | 1.150 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -9.358 | -985 | -4.042 | -13.474 | 103 | -138 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -3.758 | -209 | -859 | -9.431 | 54 | -119 |
| - Aandeel van de groep | -5.600 | -776 | -3.183 | -4.043 | 49 | -19 |
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.815.451 | 3.597.084 | 325.167 | 979.104 | 331.884 | 19.114 |
| Vlottende activa | 1.831.442 | 1.827.555 | 2.275.910 | 20.189 | 20.775 | 32.779 |
| Langlopende verplichtingen | 875.532 | 672.307 | 114.475 | 384.626 | 225.755 | 1.820 |
| Kortlopende verplichtingen | 2.115.036 | 4.213.494 | 1.806.919 | 232.461 | 42.964 | 28.594 |
| Eigen vermogen | 1.656.325 | 538.838 | 679.683 | 382.206 | 83.940 | 21.480 |
| - Deel groep | 1.641.904 | 538.718 | 678.792 | 382.206 | 80.076 | 21.480 |
| - Minderheidsbelangen | 14.421 | 120 | 891 | 0 | 3.864 | |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -21.554 | -3.729 | -9.860 | -16.938 | -135 | -109 |
| CFE | Bank J. Van Breda & C° |
Delen Investments |
Leasinvest Real Estate |
HPA | Agidens | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.400.217 | 3.284.508 | 327.465 | 896.179 | 313.148 | 18.790 |
| Vlottende activa | 1.928.002 | 1.707.732 | 1.853.878 | 92.262 | 24.076 | 34.032 |
| Langlopende verplichtingen | 941.074 | 726.103 | 98.870 | 444.362 | 210.500 | 6.019 |
| Kortlopende verplichtingen | 1.850.668 | 3.747.742 | 1.460.752 | 187.672 | 49.594 | 24.240 |
| Eigen vermogen | 1.536.477 | 518.395 | 621.721 | 356.407 | 77.130 | 22.564 |
| - Deel groep | 1.521.559 | 518.257 | 621.204 | 356.407 | 61.062 | 22.564 |
| - Minderheidsbelangen | 14.918 | 138 | 517 | 0 | 16.068 | |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -24.060 | -4.361 | -9.633 | -16.236 | -56 | -9.212 |
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| I. Leasinggever - financiële lease | ||||||||
| Bruto lease-investeringen | 60.470 | 155.537 | 38.101 | 254.107 | 52.032 | 121.648 | 37.348 | 211.027 |
| Contante waarde van minimale leasebetalingen | 53.411 | 141.275 | 19.490 | 214.176 | 45.822 | 108.858 | 20.414 | 175.095 |
| Onverdiende financieringsbaten | 39.931 | 35.933 | ||||||
| Geaccumuleerde waardeverminderingen voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen |
3.641 | 3.760 | ||||||
| Debiteuren leasing | 1.728 | 1.728 | 2.028 | 2.028 |
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Voorts heeft Extensa een beperkt aantal vastgoedleasings in portefeuille en zit de lange termijnverhuur door Leasinvest Real Estate van het Rijksarchief te Brugge aan de Regie de Gebouwen in deze balanspost vervat.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| II. Leasingnemer - financiële lease | ||||||||
| Minimale leasebetalingen - totaal | 17.323 | 59.894 | 18.004 | 95.221 | 55.247 | 64.547 | 24.058 | 143.851 |
| Minimale leasebetalingen - rente (-) | -2.093 | -10.738 | -1.013 | -13.844 | -3.044 | -7.397 | -1.762 | -12.203 |
| Contante waarde van de minimale leasebetalingen | 15.230 | 49.156 | 16.991 | 81.377 | 52.202 | 57.150 | 22.296 | 131.648 |
| Uitsplitsing leaseverplichtingen naar activa: Terreinen en gebouwen | 35.092 | 38.922 | ||||||
| Installaties, machines en uitrusting | 44.848 | 88.516 | ||||||
| Meubilair en rollend materieel | 1.438 | 4.211 | ||||||
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| III. Leasingnemer - operationele lease | ||||||||
| Toekomstige minimale leasebetalingen onder niet-opzegbare operationele leases |
12.689 | 15.487 | 10.326 | 38.502 | 14.094 | 17.524 | 10.603 | 42.221 |
| Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winst- en verliesrekening |
15.092 | 13.781 |
De financiële leasingschulden hebben vnl. betrekking op vaartuigen van DEME (Charlemagne en Victor Horta) en gebouwen bij CFE, Patrimoine & Santé en Agidens. De significante daling van de financiële leasingschulden vloeit voort uit de aflossing van de financiële lease mbt het vaartuig de Thor.
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure- ringen |
Voorzienin- gen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Voorzieningen - boekjaar 2016 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 14.311 | 10.076 | 99 | 1.582 | 0 | 111.515 | 137.583 |
| Additionele voorzieningen | 4.038 | 102 | 245 | 3.389 | 7.773 | ||
| Toename van bestaande voorzieningen | 3.108 | 1.042 | 8.482 | 7.246 | 19.878 | ||
| Toename door bedrijfscombinaties | 65 | 560 | 48 | 672 | |||
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -1.612 | -583 | -9.499 | -4.322 | -16.017 | ||
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | -710 | -3.156 | -3.865 | ||||
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -62 | -87 | -149 | ||||
| Overboekingen van (naar) andere posten | 20 | 4.191 | -99 | 2.827 | -9.049 | -2.111 | |
| Overige toename (afname) | 89 | 89 | |||||
| Voorzieningen, eindsaldo | 19.801 | 14.182 | 0 | 3.952 | 245 | 105.674 | 143.854 |
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzienin gen voor contractuele verplichtingen |
Overige voorzieningen |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | |||||||
| Voorzieningen - boekjaar 2017 | |||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 19.801 | 14.182 | 0 | 3.952 | 245 | 105.674 | 143.854 |
| Additionele voorzieningen | 2.255 | 12.141 | 395 | 19.747 | 34.538 | ||
| Toename van bestaande voorzieningen | 598 | 1 | 120 | 869 | 1.588 | ||
| Toename door bedrijfscombinaties | 46 | 779 | 825 | ||||
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -6.401 | -7.318 | -2.847 | -12.207 | -28.772 | ||
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) | -41 | 10 | -2.351 | -2.382 | |||
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | ||||||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -32 | -89 | 132 | 11 | |||
| Overboekingen van (naar) andere posten | -126 | -1.018 | -3.339 | -4.483 | |||
| Overige toename (afname) | 369 | 369 | |||||
| Voorzieningen, eindsaldo | 16.423 | 18.975 | 0 | 481 | 365 | 109.304 | 145.547 |
De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2016 werd 14,0 miljoen euro (deel groep 8,5 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2017 werd dit bedrag verder afgebouwd met 2,0 miljoen euro (deel groep 1,2 miljoen euro).
In 2017 heeft AvH een deel van de in 2016 aangelegde voorzieningen voor garanties en verklaringen verstrekt bij de verkoop van deelnemingen en nog te verwachten uitgaven bij afhandeling van geschillen en risico's aangewend. De overige evoluties zijn grotendeels aan CFE toe te wijzen.
De 'Overige voorzieningen' bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve vermogensmutatiewaarden ten belope van 20,5 miljoen euro.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2017 |
< 1 jaar | 1 jaar < < 5 jaar |
> 5 jaar | Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd | Resterende looptijd | |||||||
| I. Financiële schulden | ||||||||
| Leningen van banken | 163.833 | 686.887 | 190.583 | 1.041.303 | 299.610 | 710.537 | 182.274 | 1.192.421 |
| Obligatieleningen | 99.959 | 399.655 | 35.672 | 535.285 | 396.625 | 37.424 | 434.049 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 5.354 | 0 | 5.354 | 3.344 | 3.344 | ||
| Financiële lease-overeenkomsten | 15.230 | 38.297 | 27.850 | 81.377 | 52.202 | 44.869 | 34.577 | 131.648 |
| Overige financiële schulden | 220.445 | 1.911 | 1.969 | 224.325 | 208.819 | 3.246 | 407 | 212.473 |
| Totaal | 499.467 | 1.132.103 | 256.074 | 1.887.644 | 560.632 | 1.158.621 | 254.682 | 1.973.935 |
De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:
| KT | LT | |
|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 235.162 | 656.857 |
| Real Estate & Senior Care | 223.352 | 737.232 |
| Energy & Resources | 0 | 0 |
| AvH & Growth Capital | 51.560 | 474 |
| Intercompany | -10.607 | -6.385 |
| Totaal | 499.467 | 1.388.177 |
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. Om bovendien de financiering te diversifiëren over meerdere financieringsbronnen, heeft DEME in januari 2013 een obligatielening uitgegeven voor 200 miljoen euro. Deze werd geplaatst bij een gediversifieerde groep (voornamelijk privé-)investeerders. Conform de uitgiftemodaliteiten zal DEME geen tussentijdse terugbetalingen verrichten van de hoofdsom, doch alles terugbetalen op de eindvervaldag in 2019. Ook CFE is op 21 juni 2012 overgegaan tot de uitgifte van een obligatielening voor een bedrag van 100 miljoen euro. In 2014 heeft CFE tegen gunstige voorwaarden nieuwe bilaterale kredietlijnen kunnen onderhandelen die toelaten het liquiditeitsrisico te beperken. Ook BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE, heeft in 2017 obligaties uitgegeven op middellange termijn voor een bedrag van 30 miljoen euro.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar.
Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Het aanspreken van diverse financieringsbronnen werd reeds in 2013 geconcretiseerd door de succesvolle plaatsing door Leasinvest Real Estate van een publieke en een private obligatielening voor een bedrag van resp. 75 miljoen euro en 20 miljoen euro en dit voor een looptijd van resp. 6 en 7 jaar. De gemiddelde duration van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2017 3,3 jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2016).
Extensa Group heeft begin 2015, met het oog op de overname van het resterend belang van 50% in de T&T-groep, een krediet opgenomen ten belope van 75 miljoen euro. Met de opbrengsten van de verkoop van het Koninklijk Pakhuis in 2015 en van het Herman Teirlinck-gebouw in 2017 is dit krediet inmiddels volledig terugbetaald. In 2017 heeft Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro geplaatst met vervaldagen in 2020 en 2022, waardoor de afhankelijkheid van bankfinanciering wordt afgebouwd.
De expansie van Anima Care via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd via kapitaalverhoging enerzijds en bijkomend door externe financiering anderzijds. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Residalya heeft in 2016 4 bilaterale kredietlijnen vastgelegd die hebben toegelaten om een deel van haar exploitatieschuld te herfinancieren maar die haar ook laten beschikken over een financieringsmogelijkheid voor investeringen die op korte termijn kan worden aangewend tegen vooraf bepaalde voorwaarden. De vastgoedactiviteiten van Patrimoine & Santé zijn gefinancierd door middel van lange termijn leningen met looptijden van 15 tot 25 jaar.
De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan de leasingschuld van Agidens betreffende het hoofdgebouw en de korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, hoofdzakelijk het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH en AvH-CC beschikken over bevestigde kredietlijnen, gespreid over verschillende banken, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. Bovenop de financiële schulden onder de vorm van commercial paper heeft het segment nog 1,4 miljoen euro schulden ten opzichte van andere groepsbedrijven (het betreft deelnemingen die een deel van hun kasoverschotten in deposito brengen bij AvH Coordination Center). Deze bedragen worden uiteraard geëlimineerd in consolidatie.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden in 2017 gerespecteerd.
| 2017 | 2016 |
|---|---|
| 343.392 | 620.068 |
| 0 | 0 |
| 0 | 28.878 |
| 343.392 | 648.946 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2017 | 2016 | 2017 | 2016 | ||
| I. Schulden aan kredietinstellingen | |||||
| Zichtdeposito's | 9.866 | 9.115 | 9.866 | 9.115 | |
| Deposito's met vaste looptijd | 17.336 | 15.313 | 17.309 | 15.291 | |
| Terugkoopovereenkomsten (repo's) | |||||
| Overige deposito's | 243 | 243 | |||
| Te betalen interesten | 40 | 16 | 40 | 16 | |
| Totaal | 27.485 | 24.444 | 27.458 | 24.422 | |
| II. Schulden aan cliënten | |||||
| Zichtdeposito's | 2.345.161 | 2.020.471 | 2.345.161 | 2.020.471 | |
| Deposito's met vaste looptijd | 1.334.314 | 1.359.837 | 1.311.918 | 1.326.074 | |
| Speciale deposito's | 44.915 | 48.145 | 44.915 | 48.145 | |
| Gereguleerde deposito's | 778.623 | 758.971 | 778.623 | 758.971 | |
| Overige deposito's | 15.869 | 12.613 | 15.864 | 12.611 | |
| Depositogarantiesysteem | |||||
| Te betalen interesten | 9.032 | 13.817 | 9.032 | 13.817 | |
| Totaal | 4.527.914 | 4.213.854 | 4.505.513 | 4.180.089 | |
| III. Schuldcertificaten inclusief obligaties | |||||
| Schuldcertificaten | 253.324 | 161.817 | 253.114 | 161.690 | |
| Kasbons | 3 | 3 | |||
| Niet converteerbare obligaties | |||||
| Te betalen interesten | |||||
| Totaal | 253.324 | 161.820 | 253.114 | 161.693 | |
| IV. Achtergestelde verplichtingen | |||||
| Achtergestelde verplichtingen | 64.675 | 72.700 | 59.115 | 64.500 | |
| Te betalen interesten | 1.150 | 1.247 | 1.150 | 1.247 | |
| Totaal | 65.825 | 73.947 | 60.265 | 65.747 | |
| Totaal schulden aan kredietinstellingen, clienten & obligaties | 4.874.548 | 4.474.065 | 4.846.350 | 4.431.951 |
De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 784 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB, en zeer liquide overheidsobligaties.
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend
In de onderstaande tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen.
de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille van klanten en de klantendeposito's. Eind 2017 bedroeg deze ratio 99,5%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in 2017 slechts 5,2% van het balanstotaal.
In de Basel III-reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee nieuwe liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
Eind 2017 bedroegen deze ratio's respectievelijk 143% en 121%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt, of zal worden in het geval van de NSFR, door de toezichthouder.
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management'-kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2017 | |||||||
| Activa | 797.000 | 170.000 | 632.000 | 2.123.000 | 1.140.000 | 492.000 | 37.000 |
| Passiva | -218.000 | -263.000 | -1.913.000 | -2.449.000 | -23.000 | 0 | -50.000 |
| Derivaten | -1.000 | -1.000 | -5.000 | -9.000 | 8.000 | 2.000 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 578.000 | -94.000 | -1.286.000 | -335.000 | 1.125.000 | 494.000 | -13.000 |
| 31/12/2016 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 531.000 | 236.000 | 677.000 | 2.092.000 | 1.017.000 | 392.000 | 39.000 |
| Passiva | -219.000 | -275.000 | -1.687.000 | -2.245.000 | -66.000 | 0 | -55.000 |
| Derivaten | 0 | -1.000 | -4.000 | -12.000 | 3.000 | 1.000 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 312.000 | -40.000 | -1.014.000 | -165.000 | 954.000 | 393.000 | -16.000 |
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag.
Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.
De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:
| (€ 1.000) | inkomens gevoeligheid |
vermogens gevoeligheid |
ecurve met 100 basispunten (1%) op: |
|---|---|---|---|
| Rente-ongevoelige zichtdeposito's | 60 maanden | Het renteresultaat | |
| Rentegevoelige zichtdeposito's | 1 dag | ||
| Semi-rentegevoelige zichtdeposito's | 6 maanden | 2 jaar | De reële waarde van het eigen vermogen |
| Gereglementeerde spaardeposito's | 6 maanden | 2 jaar |
Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de blootstelling van de (rente)inkomsten van de instelling aan diezelfde ongunstige rentebewegingen. De intensiteit ervan komt tot uiting in de duration gap. Hieronder verstaan we het verschil in duration van alle activa en duration van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden.
De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-pointvalue-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve. Voor de rentegevoeligheid van producten zonder vervaldag worden de assumpties zoals deze worden beschreven door de Nationale Bank van België (NBB) weerhouden. Deze worden periodiek getoetst. De assumpties zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2016.
Alle renterisicolimieten bleven in de loop van 2017 ruimschoots gerespecteerd.
| Impact van onmiddellijke stijging van de rent ecurve met 100 basispunten (1%) op: |
2017 | 2016 |
|---|---|---|
| (inkomensgevoeligheid) | -680 | -964 |
| (vermogensgevoeligheid) (= BPV) | -22.975 | -19.446 |
de mismatchstructuur van de groep zichtbaar.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2017 | |||||||
| Activa | 908.000 | 422.000 | 836.000 | 2.159.000 | 693.000 | 323.000 | 47.000 |
| Passiva | -203.000 | -261.000 | -3.201.000 | -1.167.000 | -23.000 | 0 | -42.000 |
| Derivaten | 232.000 | 409.000 | -10.000 | -185.000 | -325.000 | -120.000 | 0 |
| Rentegap | 937.000 | 570.000 | -2.375.000 | 807.000 | 345.000 | 203.000 | 5.000 |
| 31/12/2016 | |||||||
| Activa | 665.000 | 501.000 | 1.040.000 | 1.945.000 | 561.000 | 227.000 | 42.000 |
| Passiva | -207.000 | -272.000 | -2.847.000 | -1.091.000 | -65.000 | 0 | -40.000 |
| Derivaten | 188.000 | 269.000 | -18.000 | -123.000 | -275.000 | -40.000 | 0 |
Rentegap 646.000 498.000 -1.825.000 731.000 221.000 187.000 2.000
Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen en door aandeelhoudersleningen, waardoor het renterisico per definitie geen materïele impact heeft op de geconsolideerde financiële staten van AvH. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miloen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze bond is terugbetaalbaar op 7 jaar aan een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.
Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2017 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. De vervaldata van de rente-indekkingen situeren zich tussen 2018 en 2027. De duration bedraagt 5,15 jaar per einde 2017 (2016: 6,30 jaar).
De 50% indekkings-politiek van Extensa wordt in 2017 in stand gehouden, o.m. dankzij de obligatielening van 75 miljoen euro die Extensa in 2017 heeft geplaatst.
Anima Care dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2017 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 16% van de totale financiële schuld. De financiële schulden van Residalya zijn voor 83% aan vaste intrestvoeten of ingedekt. De schulden van Patrimoine et Santé bestaan voor 39% uit schulden aangegaan of ingedekt tegen een vaste interestvoet. De resterende 61% zijn aangegaan tegen rentevoeten die zijn gekoppeld aan deze van het "livret a", die wordt vastgelegd door de Franse overheid en een grote stabiliteit vertoont.
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (45,0 miljoen euro) en de leasingschuld van Agidens (met vervaldag 2018). Per jaareinde 2017 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand.
Indien de Euribor met 50 BP zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 4,3 miljoen euro (CFE-DEME), 1,2 miljoen euro (Extensa), 0,4 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima Care), 0,5 miljoen euro (HPA) en 0,2 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met de impacten die we zouden terugvinden op het actief.
| (€ 1.000) Notioneel Boekwaarde Notioneel Boekwaarde bedrag 2017 2017 bedrag 2016 2016 I. Indekking van het renterisico Activa Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 275.000 3.650 60.000 1.420 Kasstroomindekking 0 0 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 95.000 1.078 125.000 1.656 Te ontvangen interesten 0 1 1 Totaal 4.729 3.077 Passiva Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 353.273 -8.625 396.636 -14.029 Kasstroomindekking 1.063.998 -43.115 1.216.489 -64.668 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 21.200 -363 41.200 -694 Te ontvangen interesten 0 -621 -459 Totaal -52.724 -79.850 II. Indekking van het valutarisico Activa 58.135 5.370 84.707 3.331 Passiva 211.949 -657 335.022 -12.163 4.713 -8.831 III. Risico's verbonden aan grondstoffen Activa 103 719 Passiva -5.421 -17.486 -5.318 -16.768 Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten 5.649 3.576 Kortlopende afdekkingsinstrumenten 4.553 3.551 10.202 7.127 Passiefzijde Passiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten -50.397 -84.352 Kortlopende afdekkingsinstrumenten -8.405 -25.147 -58.802 -109.499 |
|||
|---|---|---|---|
Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op pagina 178.
Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar pagina 167. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities interbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan.
De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij DEME:
| (€ 1.000) | Notionele bedrag | Reële waarde | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD | SGD Singapour Dollar |
BRL Brazil- iaanse Reaal |
INR Indische Rupie |
Andere | Totaal | USD | SGD Singapour Dollar |
BRL Braziliaanse Reaal |
INR Indische Rupie |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 31.917 | 6.433 | 0 | 0 | 5.295 | 43.645 | -83 | 0 | 0 | 0 | -11 | -94 |
| Termijnverkopen | 69.859 | 102.003 | 8.432 | 20.549 | 2.961 | 203.804 | 3.170 | 1.639 | -285 | 47 | -33 | 4.538 |
Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.
| (€ 1.000) | Activa 2017 | Verplicht. 2017 | Netto 2017 | Activa 2016 | Verplicht. 2016 | Netto 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 38 | 39.028 | -38.990 | 0 | 44.499 | -44.499 |
| Materiële vaste activa | 12.586 | 109.726 | -97.140 | 12.254 | 136.936 | -124.682 |
| Vastgoedbeleggingen | 22 | 6.882 | -6.860 | 0 | 20.363 | -20.363 |
| Geldbeleggingen | -713 | 0 | -713 | -354 | 1.672 | -2.026 |
| Personeelsbeloningen | 11.824 | 539 | 11.284 | 16.143 | 712 | 15.430 |
| Voorzieningen | -551 | 22.616 | -23.167 | 223 | 37.785 | -37.562 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 2.823 | 423 | 2.401 | 6.227 | -598 | 6.825 |
| Werkkapitaal-balansrubrieken | 43.592 | 73.926 | -30.333 | 58.467 | 68.528 | -10.061 |
| Fiscale verliezen & tax credits / investeringsaftrek | 79.333 | -1.136 | 80.469 | 93.489 | -1.002 | 94.490 |
| Compensatie | -39.736 | -39.736 | 0 | -52.212 | -52.212 | 0 |
| Totaal | 109.219 | 212.268 | -103.050 | 134.236 | 256.685 | -122.448 |
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen | 95.281 | 108.899 |
| Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) | 11.707 | 25.006 |
| Totaal | 106.988 | 133.905 |
(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen, netto | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -73.469 | -70.158 |
| Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden | 365 | 2.218 |
| Totaal | -73.104 | -67.940 |
| Uitgestelde belastingen, netto | ||
| Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen | 13.861 | 13.072 |
| Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen | 3.448 | -91 |
| Overige uitgestelde belastingen | -1.227 | 164 |
| Totaal | 16.082 | 13.146 |
| Totaal actuele en uitgestelde belastingslasten (-baten) | -57.022 | -54.794 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 512.680 | 420.847 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -140.859 | -108.660 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 371.820 | 312.186 |
| Toepasselijk belastingtarief (%) | 33,99% | 33,99% |
| Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief | -126.382 | -106.112 |
| Impact van tarieven in andere rechtsgebieden | 20.969 | 28.573 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | 68.741 | 24.260 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | -20.070 | -19.509 |
| Impact van fiscale verliezen | -16.082 | -6.577 |
| Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden | -5.311 | 4.883 |
| Overige toename (afname) | 21.113 | 19.689 |
| Belasting op basis van het effectief belastingtarief | -57.022 | -54.794 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 512.680 | 420.847 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -140.859 | -108.660 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 371.820 | 312.186 |
| Effectief belastingtarief (%) | 15,34% | 17,55% |
De belastingkost neemt licht toe in 2017 tot 57,0 miljoen euro. Aangezien de bijdrage vanuit de vermogensmutaties van 140,9 miljoen euro netto (dus na belastingen) op één lijn wordt verwerkt, geeft deze belastingkost geen correct beeld van de totale door de groepsvennootschappen betaalde belastingen.
De niet-belastbare inkomsten hebben voornamelijk betrekking op (vrijgestelde) meerwaarden en dividenden.
| Jaar van aanbod | Aantal toegekende opties |
Aantal uit geoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Saldo | Uitoefenprijs (euro) |
Uitoefentermijn |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 45.000 | -33.500 | 11.500 | 62,12 | 01/01/2011 - 08/01/2015 + 5j | |
| 2008 | 46.500 | -10.000 | -2.000 | 34.500 | 66,05 | 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5j |
| 2009 | 49.500 | -47.500 | -2.000 | 0 | 37,02 | 01/01/2013 - 05/01/2017 |
| 2010 | 49.000 | -47.000 | -2.000 | 0 | 52,05 | 01/01/2014 - 04/01/2018 |
| 2011 | 49.000 | -24.500 | -2.500 | 22.000 | 60,81 | 01/01/2015 - 04/01/2019 |
| 2012 | 47.000 | -25.000 | 22.000 | 56,11 | 01/01/2016 - 03/01/2020 | |
| 2013 | 49.500 | -15.000 | 34.500 | 61,71 | 01/01/2017 - 03/01/2021 | |
| 2014 | 49.500 | 49.500 | 82,32 | 01/01/2018 - 02/01/2022 | ||
| 2015 | 50.500 | 50.500 | 100,23 | 01/01/2019 - 05/01/2023 | ||
| 2016 | 40.500 | 40.500 | 130,95 | 01/01/2020 - 03/01/2024 | ||
| 2017 | 46.000 | 46.000 | 128,30 | 01/01/2021 - 12/01/2025 | ||
| 522.000 | -202.500 | -8.500 | 311.000 |
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren.
grenzen bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. De vennootschap heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de De totale waarde van de uitstaande opties 2007 tot en met 2017 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 4,4 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning |
Beurskoers (€) |
Dividend rendement |
Volatiliteit | Interestvoet | Verwachte levensduur |
Black & Scholes Value (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 66,90 | 1,35% | 22,05% | 4,04% | 5,75 | 21,74 |
| 2008 | 65,85 | 1,75% | 20,24% | 4,34% | 5,90 | 17,78 |
| 2009 | 37,02 | 2,66% | 42,84% | 3,39% | 6,50 | 15,47 |
| 2010 | 52,23 | 2,66% | 34,34% | 3,28% | 7,29 | 16,53 |
| 2011 | 63,80 | 2,26% | 23,42% | 2,82% | 7,22 | 15,77 |
| 2012 | 58,99 | 3,26% | 31,65% | 2,14% | 7,40 | 15,13 |
| 2013 | 63,62 | 3,26% | 25,00% | 1,27% | 7,84 | 11,26 |
| 2014 | 83,69 | 2,27% | 21,00% | 1,78% | 7,79 | 15,35 |
| 2015 | 101,35 | 2,19% | 19,00% | 0,47% | 7,79 | 13,76 |
| 2016 | 131,95 | 1,28% | 23,00% | 0,59% | 7,79 | 27,72 |
| 2017 | 129,40 | 1,40% | 23,00% | 0,34% | 7,79 | 25,70 |
In 2017 werden 46.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 128,30 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 1,2 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Voor de indekking van die verplichting en voor opties die begin 2018 werden aangeboden, had AvH eind 2017 in totaal 357.000 aandelen in portefeuille.
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima Care, Agidens, Distriplus en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen Delen Investments, Finaxis, AvH en Sofinim (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2017 bedraagt 13,4 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.
AvH heeft in 2017 71.000 eigen aandelen ingekocht ter indekking van aandelenoptieverplichtingen ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 66.000 aandelen AvH. Op 31 december 2017 heeft AvH in totaal opties toegekend op 311.000 aandelen AvH. Ter indekking van deze en toekomstige optieverplichtingen, bezit AvH op diezelfde datum 357.000 eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2017 ook 120.338 aandelen AvH gekocht en 117.359 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 2.979 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Deze netto-aankoop van 2.979 aandelen brengt het totaal aantal aandelen dat door AvH wordt aangehouden in het kader van dit liquiditeitscontract op 5.257.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan |
2017 | 2016 | Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst |
2017 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Beginsaldo | 352.000 | 357.000 | Beginsaldo | 2.278 | 2.132 |
| Inkoop eigen aandelen | 71.000 | 15.000 | Inkoop eigen aandelen | 120.338 | 341.058 |
| Verkoop eigen aandelen | -66.000 | -20.000 | Verkoop eigen aandelen | -117.359 | -340.912 |
| Eindsaldo | 357.000 | 352.000 | Eindsaldo | 5.257 | 2.278 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen |
169.516 | 275.210 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
461.285 | 563.506 |
| Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijnopgenomen |
0 | 18.615 |
| Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 138.150 | 121.857 |
| Verplichtingen tot verkoop van vaste activa | 131.537 | 204.015 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°) | ||
| - Kredietengagementen | 420.947 | 337.934 |
| - Financiële garanties | 73.879 | 91.900 |
| - Repo transacties + zakelijke zekerheden | 57.970 | 58.657 |
De persoonlijke zekerheden zijn in 2017 samengesteld uit 22,4 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa, voor 5,7 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens en 6,2 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingensprojecten van Rent-A-Port. Het saldo van 135,2 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.
De zakelijke zekerheden bestaan voor 57,5 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling. Daarnaast werden voor 284,9 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima Care en 118,9 miljoen euro door HPA (Patrimoine & Santé) in het kader van de financiering van het vastgoed.
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 138,2 miljoen euro.
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 131,5 miljoen euro.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | ||
| Goede uitvoering en performance bonds (1) | 997.687 | 856.445 |
| Biedingen (2) | 16.902 | 36.175 |
| Teruggaven voorschotten (3) | 2.683 | 16.812 |
| Garantie-inhouding (4) | 12.300 | 16.782 |
| Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) | 51.317 | 82.451 |
| Andere gegeven verplichtingen - waarvan 60.431 corporate garanties bij DEME | 87.550 | 110.869 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) |
88.112 | 152.112 |
| Totaal | 1.256.551 | 1.271.646 |
| Rechten | ||
| Goede uitvoering en perfomance bonds | 393.592 | 145.112 |
| Andere ontvangen engagementen | 2.515 | 2.825 |
| Totaal | 396.107 | 147.937 |
(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij) zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden.
(2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen.
(3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd.
(4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag.
(5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer.
(6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 88,1 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.
| 2017 | 2016 | |
|---|---|---|
| Bedienden | 7.421 | 6.970 |
| Arbeiders | 4.931 | 4.535 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Bezoldigingen en sociale lasten | -746.546 | -708.009 |
| Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) | -16.871 | -8.501 |
| Aandelenoptieplannen | -2.484 | -1.060 |
| Totaal | -765.902 | -717.569 |
De toename van het personeelsbestand is vooral toe te wijzen aan DEME, CFE, Anima Care & HPA. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 29 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2017 in een oogopslag' (pag. 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.749 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de op pag. 137 t.e.m. 145 gerapporteerde consolidatiekring. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Te bereiken doel plannen | -52.309 | -51.075 |
| Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) | -6.114 | -5.159 |
| Totaal pensioenverplichtingen | -58.423 | -56.234 |
| Totaal pensioenactiva | 2.253 | 2.651 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| 1. Bedragen opgenomen in balans | ||
| Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen | -50.056 | -48.424 |
| Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) | -264.356 | -262.347 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 214.300 | 213.924 |
| Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal | -50.056 | -48.424 |
| Verplichtingen (-) | -52.309 | -51.075 |
| Activa | 2.253 | 2.651 |
| Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans | ||
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo | -48.424 | -38.458 |
| Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen | 388 | 0 |
| Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -13.691 | -5.156 |
| Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -2.812 | -18.778 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 14.455 | 13.678 |
| Overige toename (afname) | 30 | 290 |
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo | -50.056 | -48.424 |
| 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -13.691 | -5.156 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -13.191 | -13.244 |
| Rentekosten | -3.301 | -4.241 |
| Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) | 2.743 | 3.551 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 58 | 8.779 |
| 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -2.812 | -18.778 |
| Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 6.263 | -43.813 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) | -8.591 | 24.965 |
| Wisselkoersverschillen | 0 | 0 |
| Andere | -484 | 69 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen | ||
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo | -262.347 | -171.368 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 1.493 | 0 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -13.191 | -13.244 |
| Rentekosten | -3.301 | -4.241 |
| Bijdragen van de werknemer | -956 | -1.281 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | 7.058 | 13.495 |
| Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto | 6.263 | -43.813 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen | 0 | -14.161 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen | 11.835 | -28.194 |
| waarvan: ervarings(winsten) verliezen | -5.573 | -1.458 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | -71 | 11.156 |
| Overige toename (afname) | 697 | -53.051 |
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo | -264.356 | -262.347 |
| 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen | ||
| Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo | 213.924 | 132.909 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | -1.106 | 0 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten | -8.591 | 24.965 |
| Renteopbrengsten | 2.743 | 3.551 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 14.888 | 14.806 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | -6.928 | -13.343 |
| Overige toename (afname) | -630 | 51.036 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo | 214.300 | 213.924 |
| 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
| Disconteringsvoet | 1,5% | 1,3% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | 2,7% | 3,0% |
| Inflatie | 1,8% | 1,8% |
| Toegepaste sterftetabellen | MR/FR | MR/FR |
| 5. Overige informatie | ||
| Looptijd (in jaren) | 14,99 | 15,24 |
| Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva | -2,50% | 14,85% |
| Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar | 12.806 | 12.958 |
| 6. Gevoeligheidsanalyses | ||
| Verdisconteringsvoet | ||
| Toename met 25 basispunten | -3,3% | -3,7% |
| Afname met 25 basispunten | +3,7% | +3,9% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | ||
| Toename met 25 basispunten | +2,3% | +2,2% |
| Afname met 25 basispunten | -1,8% | -1,9% |
Zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen zijn afgesloten binnen AvH. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).
De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor 2016 en 2017 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.
De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.
AvH heeft daarom een actuariële berekening conform IAS 19R voor de materiële vaste bijdrageplannen laten uitvoeren. De eerste opname van deze plannen (1/1/2016) heeft in bovenstaande tabel geleid tot een toename van zowel de brutopensioenverplichting als van de fondsbeleggingen, en wordt voorgesteld op de lijn 'Overige toename (+) / afname (-)'. De eerste opname van de (netto) verplichting werd opgenomen in de staat van de niet-gerealiseerde resultaten.
Voor de niet-materiële vaste bijdrageplannen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2017 ruim voldoende.
Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. Vanaf 2016 worden de fondsbeleggingen gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
Verschillende pensioenregelingen (te bereiken doel plannen) bij CFE/DEME, Belgische en voornamelijk Nederlandse plannen, werden tijdens 2016 beëindigd hetgeen de beweging verklaart in de post 'pensioenkosten van verstreken diensttijd' in 2016.
Het gemiddeld rendement van de pensioenactiva daalt tov 2016 vnl. als gevolg van de invloed van de hogere disconteringsvoet.
De beweging van de nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten wordt naast de wijziging in financiële assumpties (discontovoet, salarisstijging), tevens beïnvloed door de aanpassing van de plannen voor demografische factoren (gestegen levensverwachting, stijging pensioenleeftijd en minder verloop).
| (€ 1.000) | Boekjaar 2017 | Boekjaar 2016 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
Andere verbonden partijen |
TOTAAL 2017 | ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
Andere verbonden partijen |
TOTAAL 2016 | |
| I. Activa jegens verbonden partijen - balans | ||||||||
| Financiële vaste activa | 13.281 | 18.722 | 0 | 32.003 | 21.650 | 17.095 | 0 | 38.745 |
| Vorderingen en borgtochten: bruto | 18.281 | 18.722 | 37.003 | 21.650 | 17.095 | 38.745 | ||
| Vorderingen : WV | -5.000 | -5.000 | 0 | |||||
| Vorderingen | 68.401 | 10.894 | 0 | 79.295 | 80.472 | 15.675 | 700 | 96.847 |
| Handelsvorderingen | 603 | 541 | 1.144 | 2.398 | 228 | 2.626 | ||
| Overige vorderingen: bruto | 74.529 | 12.333 | 86.862 | 83.075 | 15.447 | 700 | 99.221 | |
| Overige vorderingen: WV | -6.730 | -1.981 | -8.711 | -5.000 | -5.000 | |||
| Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten | 2.633 | 1.734 | 0 | 4.367 | 373 | 2.026 | 0 | 2.399 |
| Overlopende rekeningen - activa | 3.578 | 67 | 0 | 3.645 | 3.109 | 73 | 0 | 3.182 |
| Totaal | 87.893 | 31.417 | 0 | 119.310 | 105.605 | 34.869 | 0 | 141.174 |
| II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans | ||||||||
| Financiële schulden | 230 | 0 | 0 | 230 | 235 | 0 | 0 | 235 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | ||||||
| Overige financiële schulden | 230 | 230 | 235 | 235 | ||||
| Overige schulden | 296 | 506 | 0 | 802 | 0 | 567 | 0 | 567 |
| Handelsschulden | 296 | 296 | 0 | |||||
| Overige schulden | 506 | 506 | 567 | 567 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties | 125.087 | 3.324 | 0 | 128.411 | 36.123 | 1.823 | 0 | 37.946 |
| Overlopende rekeningen - passiva | 6 | 37 | 0 | 43 | 0 | 6 | 0 | 6 |
| Totaal | 125.619 | 3.867 | 0 | 129.486 | 36.358 | 2.396 | 0 | 38.754 |
| III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening | ||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 82.545 | 499 | 3 | 83.047 | 68.361 | 774 | 3 | 69.139 |
| Verrichting van diensten | 1.605 | 370 | 3 | 1.978 | 1.260 | 598 | 3 | 1.862 |
| Vastgoedopbrengsten | 175 | 175 | 199 | 199 | ||||
| Renteopbrengsten bancaire activiteiten | 15 | 37 | 52 | 39 | 39 | |||
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 31.430 | -48 | 31.382 | 24.600 | -43 | 24.557 | ||
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 49.321 | 140 | 49.460 | 42.302 | 180 | 42.482 | ||
| Overige bedrijfsopbrengsten | 0 | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 111 | 1.874 | 0 | 1.985 | 144 | 223 | 0 | 367 |
| Rente op vorderingen financiële vaste activa | 74 | 1.627 | 1.701 | 123 | 192 | 315 | ||
| Dividenden | 0 | 0 | ||||||
| Overige exploitatiebaten | 38 | 247 | 284 | 21 | 31 | 52 | ||
| Exploitatielasten (-) | -5.129 | -4.491 | 0 | -9.620 | -250 | -3.704 | 0 | -3.954 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -314 | -314 | -34 | -185 | -219 | |||
| -5.000 | 0 | |||||||
| Bijzondere waardeverminderingsverliezen (-) | -5.000 | |||||||
| Overige exploitatielasten (-) | -129 | -4.177 | -4.306 | -216 | -3.519 | -3.735 | ||
| Financieringsopbrengsten | 3.189 | 78 | 0 | 3.267 | 1.894 | 84 | 0 | 1.978 |
| Renteopbrengsten | 3.189 | 78 | 3.267 | 1.894 | 84 | 1.978 | ||
| Diverse financiële opbrengsten | 0 | 0 | ||||||
| Financieringslasten (-) Rentelasten |
0 | 0 | 0 | 0 0 |
0 | -13 -13 |
0 | -13 -13 |
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, (en in mindere mate) Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen.
vestments via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (120,1 miljoen euro) en de termijndeposito (3,8 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.
Via de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen In-
De bouwactiviteit die A.A. Van Laere uitvoert in opdracht van Extensa (op Tour&Taxis), Leasinvest Real Estate (Square de Meeus/Montoyer 63 centrum Brussel) en Anima Care (Erasmus Anderlecht) zit vervat onder de rubriek "Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden".
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME | 445.634 | 429.373 |
| Financiële vaste activa | 143.203 | 152.629 |
| Handelsvorderingen en andere vorderingen | 281.761 | 249.703 |
| Andere vlottende activa | 20.670 | 27.041 |
| Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME | 106.555 | 83.187 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 3.542 | 4.905 |
| Handelsschulden en andere schulden | 103.013 | 78.282 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME | 629.089 | 219.391 |
| Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten | 642.173 | 229.925 |
| Aankopen en andere operationele lasten | -23.441 | -15.569 |
| Financieringsopbrengsten(lasten) | 10.357 | 5.035 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Vergoeding van de bestuurders | ||
| Tantièmes ten laste van AvH | 655 | 540 |
| Vergoeding van de leden van het executief comité | ||
| Vaste vergoeding | 2.507 | 2.702 |
| Variabele vergoeding | 2.469 | 2.427 |
| Aandelenopties | 505 | 440 |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 469 | 538 |
| Voordeel in natura (bedrijfswagen) | 34 | 43 |
| (€ 1.000) | AvH | Dochter ondernemingen(1) |
Totaal 2017 | AvH | Dochter ondernemingen(1) |
Totaal 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| De uitoefening van een mandaat | 56 | 1.261 | 1.317 | 55 | 1.120 | 1.175 |
| Bijzondere opdrachten | ||||||
| - Andere controle-opdrachten | 242 | 242 | 96 | 96 | ||
| - Belastingadviesopdrachten | 5 | 301 | 306 | 6 | 156 | 162 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten |
290 | 290 | 1 | 206 | 207 | |
| Totaal | 61 | 2.094 | 2.155 | 62 | 1.577 | 1.640 |
(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 302.530 | 224.237 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.138.637 | 33.140.199 |
| Winst per aandeel (€) | 9,13 | 6,77 |
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 302.530 | 224.237 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.138.637 | 33.140.199 |
| Impact aandelenopties | 125.089 | 110.619 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.263.725 | 33.250.818 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 9,09 | 6,74 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 302.530 | 224.237 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.138.637 | 33.140.199 |
| Winst per aandeel (€) | 9,13 | 6,77 |
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 302.530 | 224.237 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.138.637 | 33.140.199 |
| Impact aandelenopties | 125.089 | 110.619 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.263.725 | 33.250.818 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 9,09 | 6,74 |
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | ||
| - Slotdividend 2016: 2,04 euro per aandeel (2015: 1,96 euro per aandeel) (1) | -67.638 | -64.980 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | |
| - Slotdividend 2017: 2,20 euro per aandeel (1) | -72.896 |
| (€ 1.000) | 2017 | 2016 |
|---|---|---|
| Bruto | 2,2000 | 2,0400 |
| Netto (roerende voorheffing : 30%) | 1,5400 | 1,4280 |
(1) Exclusief uitkering van dividend aan eigen aandelen gehouden door AvH & subholdings.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2017
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen "de Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2017, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar dat afgesloten werd op 31 december 2017 en de toelichting (alle stukken gezamenlijk "de Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende de overige door de wet en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 23 mei 2016, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan, uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening vastgesteld op 31 december 2018. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 17 opeenvolgende boekjaren.
Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening 2017
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2017, de geconsolideerde resultatenrekening, de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerde mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 13.469.013.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 302.530.(000).
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2017 alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar afgesloten op die datum, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISA's"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
Betrokken ondernemingen: CFE en DEME
Voor het merendeel van haar contracten erkent de groep opbrengsten en marge à rato van de voortschrijding der werken op basis van het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden in de geschatte totale kosten van het project bij voltooiing. Omzet en marge worden verantwoord op basis van schattingen ten opzichte van de verwachte totale kosten per contract. Reserves kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep die voortvloeien uit elk contract. De opbrengsten uit hoofde van contracten kunnen ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten uit hoofde van het contract met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd. Vaak gaat het hierbij om een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Er is daarom een hoge mate van risico en het daaraan gekoppelde oordeelsvermogen van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (Opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.
De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.
• Projectanalyse: beoordeling van belangrijkste en meest complexe ramingen in een steekproefselectie van contracten aan de hand van verscheidene kwantitatieve en kwalitatieve, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van het project en beoordeling van de inschattingen die gerelateerd zijn aan deze projecten middels informatie die bekomen werd van het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eerdere projectschattingen en evaluatie van de consistentie hiervan met de ontwikkelingen van het project gedurende het jaar.
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de geconsolideerde jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 13 van de geconsolideerde jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.
Betrokken onderneming: DEME
In 2017 verwierf DEME de offshore activiteiten van A2Sea. Deze acquisitie betreft een bedrijfscombinatie overeenkomstig IFRS 3 en dient aldus te worden verwerkt. Per 31 december 2017 heeft de groep de analyse van de reële waarde van de aangekochte activa en passiva nog niet afgewerkt. De transactie werd bijgevolg verwerkt op basis van een voorlopige toewijzing van de aankoopprijs.
We verwijzen naar Toelichting 1 IFRS waarderingsregels (consolidatieprincipes) en toelichting 4 Bedrijfsacquisities en -verkopen.
Betrokken onderneming: DEME
DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelichting 20 (Belastingen).
Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening.
Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.
In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum.
Wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 13 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).
Betrokken onderneming: Bank J.Van Breda & C°
De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan cliënten bedroeg € 4.529 miljoen op 31 december 2017. Leningen en vorderingen op cliënten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen (€ 27,5 miljoen).
Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.
Vanwege de significantie van leningen en vorderingen op cliënten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.
De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 12 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).
Betrokken ondernemingen: LRE en Extensa
Per 31 December 2017 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 945 miljoen.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, de waardewijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. Sommige parameters, gebruikt voor de waardering, zijn slechts beperkt waarneembaar (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..). Daarom beschouwen we waardering van vastgoedbeleggingen als kernpunt van de controle.
De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van interne deskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:
• en evaluatie van de modellen, evenals de hypotheses en parameters die in hun verslagen zijn gebruikt (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraden, …). Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en toelichting 9 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IAS 39 norm "Financiële Instrumenten – opname en waardering" worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde hetgeen overeenkomt met level 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Vennootschap "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder het eigen vermogen ("Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Het controlerisico ligt in de waardering van deze derivaten en bij de toepassing van de "hedge accounting".
Per 31 December 2017 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 349 miljoen.
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom generende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management.
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar geconsolideerde jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2017 bedraagt de totale waarde € 1.241 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 141 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in toelichting 10 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de groep.
Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel.
Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Bank Delen werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:
ponent auditors;
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, evenals voor het systeem van interne beheersing dat het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
• Het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze jaarrekening, de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISA's, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
Verder drukken wij geen redelijke mate van zekerheid uit over het jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 119, § 2 van het Wetboek van vennootschappen, werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie niet gebaseerd op een Europees of internationaal erkend referentiemodel maar heeft aspecten aangenomen van de "Global Reporting Initiative ("GRI") Standards". Bijgevolg spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de "GRI" standaarden. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap en de Groep.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 134 van het Wetboek van vennootschappen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 29 maart 2018
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Vennoot * Wim Van Gasse - Vennoot *
* Handelend in naam van een BVBA
Overeenkomstig artikel 105 W. Venn. wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 98 en 100 W. Venn. samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.
Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]
| (€ 1.000) | Nota's | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|
| Activa | ||||
| Vaste activa | 2.628.386 | 2.467.325 | 2.346.969 | |
| I. Oprichtingskosten | ||||
| II. Immateriële vaste activa | 0 | 1 | 35 | |
| III. Materiële vaste activa | (1) | 10.134 | 10.598 | 10.828 |
| A.Terreinen en gebouwen | 6.733 | 7.037 | 7.372 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.248 | 1.310 | 1.105 | |
| D. Leasing en soortgelijke rechten | 0 | 0 | 0 | |
| E. Overige materiële vaste activa | 2.153 | 2.252 | 2.351 | |
| F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | ||||
| IV. Financiële vaste activa | 2.618.252 | 2.456.726 | 2.336.106 | |
| A. Verbonden ondernemingen | (2) | 2.401.174 | 2.275.420 | 2.152.174 |
| 1. Deelnemingen | 2.394.789 | 2.269.084 | 2.145.391 | |
| 2. Vorderingen | 6.385 | 6.336 | 6.783 | |
| B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | (3) | 210.547 | 174.016 | 176.194 |
| 1. Deelnemingen | 210.547 | 174.016 | 176.194 | |
| 2. Vorderingen | 0 | 0 | 0 | |
| C. Andere financiële vaste activa | 6.531 | 7.289 | 7.738 | |
| 1. Aandelen | 6.524 | 7.282 | 7.731 | |
| 2. Vorderingen en borgtochten in contanten | 8 | 8 | 8 | |
| Vlottende activa | 107.041 | 69.720 | 105.534 | |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 6.066 | 2.346 | 900 | |
| A. Handelsvorderingen | ||||
| B. Overige vorderingen | 6.066 | 2.346 | 900 | |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| A. Voorraden | ||||
| 1. Grond-en hulpstoffen | ||||
| 2. Goederen in bewerking | ||||
| 3. Gereed product | ||||
| 4. Handelsgoederen | ||||
| 5. Onroerende goederen | ||||
| 6. Vooruitbetalingen | ||||
| B. Bestellingen in uitvoering | ||||
| VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar | 4.304 | 10.533 | 28.781 | |
| A. Handelsvorderingen | 2.073 | 1.672 | 3.514 | |
| B. Overige vorderingen | (4) | 2.231 | 8.861 | 25.267 |
| VIII. Geldbeleggingen | (5) | 49.216 | 52.137 | 71.147 |
| A. Eigen aandelen | 36.954 | 24.400 | 23.963 | |
| B. Overige beleggingen | 12.262 | 27.737 | 47.185 | |
| IX. Liquide middelen | 46.906 | 4.206 | 4.131 | |
| X. Overlopende rekeningen Totaal der activa |
549 2.735.427 |
498 2.537.045 |
575 2.452.503 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|
| Passiva | ||||
| Eigen vermogen | (6) | 1.868.915 | 1.679.714 | 1.426.185 |
| I. Kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| A. Geplaatst kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| B. Niet opgevraagd kapitaal (-) | ||||
| II. Uitgiftepremies | 111.612 | 111.612 | 111.612 | |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | ||||
| IV. Reserves | 100.159 | 81.703 | 79.716 | |
| A. Wettelijke reserve | 248 | 248 | 248 | |
| B. Onbeschikbare reserves | 36.997 | 24.435 | 23.997 | |
| 1. Eigen aandelen | 36.962 | 24.400 | 23.963 | |
| 2. Andere | 35 | 35 | 35 | |
| C. Belastingvrije reserves | ||||
| D. Beschikbare reserves | 62.915 | 57.020 | 55.470 | |
| V. Overgedragen winst | 1.654.848 | 1.484.103 | 1.232.562 | |
| Overgedragen verlies (-) | ||||
| VI. Kapitaalsubsidies | ||||
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 0 | 0 | 0 | |
| VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Belastingen | ||||
| 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken | ||||
| 4. Overige risico's en kosten | ||||
| B. Uitgestelde belastingen | ||||
| Schulden | 866.513 | 857.331 | 1.026.318 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | (7) | 0 | 28.000 | 0 |
| A. Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | |
| B. Handelsschulden | ||||
| C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | ||||
| D. Overige schulden | 0 | 28.000 | ||
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 866.255 | 829.088 | 1.025.182 | |
| A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 0 | 0 | |
| B. Financiële schulden | (7) | 759.928 | 728.209 | 954.885 |
| 1. Kredietinstellingen | ||||
| 2. Overige leningen | 759.928 | 728.209 | 954.885 | |
| C. Handelsschulden | 397 | 442 | 430 | |
| 1. Leveranciers | 397 | 442 | 430 | |
| E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 3.115 | 2.914 | 3.150 | |
| 1. Belastingen | 160 | 158 | 191 | |
| 2. Bezoldigingen en sociale lasten | 2.955 | 2.756 | 2.959 | |
| F. Overige schulden | (8) | 102.815 | 97.523 | 66.718 |
| X. Overlopende rekeningen | 258 | 243 | 1.136 | |
| Totaal der passiva | 2.735.427 | 2.537.045 | 2.452.503 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten | ||||
| A. Kosten van schulden | 3.010 | 3.905 | 4.802 | |
| B. Andere financiële kosten | 803 | 879 | 924 | |
| C. Diensten en diverse goederen | 8.022 | 8.006 | 8.842 | |
| D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 1.919 | 1.876 | 2.114 | |
| E. Diverse lopende kosten | 913 | 927 | 766 | |
| F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa |
592 | 695 | 680 | |
| G. Waardeverminderingen | (9) | 13.001 | 36.118 | 6.373 |
| 1. Op financiële vaste activa | 6.186 | 15.170 | 6.373 | |
| 2. Op vlottende activa | 6.815 | 20.948 | 0 | |
| H. Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Minderwaarde bij realisatie | 3.960 | 3.195 | 3.100 | |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Van financiële vaste activa | (10) | 1.817 | 2.292 | 927 |
| 3. Van vlottende activa | 2.143 | 903 | 2.173 | |
| J. Uitzonderlijke kosten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Belastingen | 106 | 126 | 18 | |
| L. Winst van het boekjaar | 263.484 | 322.518 | 67.769 | |
| M. Overboeking naar belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen winst van het boekjaar | 263.484 | 322.518 | 67.769 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| A. Te bestemmen winstsaldo | 1.747.587 | 1.555.079 | 1.306.957 | |
| 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 263.484 | 322.518 | 67.769 | |
| 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.484.103 | 1.232.562 | 1.239.188 | |
| Totaal | 1.747.587 | 1.555.079 | 1.306.957 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2017 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | ||||
| A. Opbrengsten uit financiële vaste activa | 263.872 | 343.761 | 75.476 | |
| 1. Dividenden | (11) | 262.279 | 342.293 | 73.604 |
| 2. Interesten | 201 | 120 | 547 | |
| 3. Tantièmes | 1.392 | 1.348 | 1.326 | |
| B. Opbrengsten uit vlottende activa | 1.647 | 1.221 | 1.339 | |
| C. Andere financiële opbrengsten | 1 | 9 | 4 | |
| D. Opbrengsten uit geleverde diensten | 3.148 | 2.596 | 4.611 | |
| E. Andere lopende opbrengsten | 364 | 370 | 337 | |
| F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa |
||||
| G. Terugnemingen van waardeverminderingen | 1.016 | 261 | 9.691 | |
| 1. Op financiële vaste activa | 102 | 62 | 5.214 | |
| 2. Op vlottende activa | 914 | 200 | 4.477 | |
| H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 4 | |
| I. Meerwaarde bij realisatie | (12) | 25.762 | 30.028 | 3.926 |
| 1. Van immateriële en materiële vaste activa | 20 | 23 | 8 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 23.041 | 29.636 | 3.560 | |
| 3. Van vlottende activa | 2.701 | 369 | 357 | |
| J. Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen | ||||
| L. Verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | 18.456 | 1.988 | 8.202 | |
| 3. Aan de overige reserves | 18.456 | 1.988 | 8.202 | |
| D. Over te dragen resultaat | 1.654.848 | 1.484.103 | 1.232.562 | |
| 1. Over te dragen winst | 1.654.848 | 1.484.103 | 1.232.562 | |
| F. Uit te keren winst | 74.283 | 68.989 | 66.194 | |
| 1. Vergoeding van het kapitaal | 73.693 | 68.334 | 65.654 | |
| 2. Bestuurders of zaakvoerders | 590 | 655 | 540 | |
| Totaal | 1.747.587 | 1.555.079 | 1.306.957 |
Maatschappelijke zetel Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen BTW BE 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 13 november 2017, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 13 december 2017 onder nummer 17175234.
Onbepaald.
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan in de zin van artikel 438 van het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap heeft tot doel:
(c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het algemeen;
(d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer van alle producten van de ontginnings-nijverheid;
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 13 november 2017 kan de raad van bestuur in de gevallen voorzien in het bijzonder verslag het maatschappelijk kapitaal gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf 13 december 2017, in één of meer malen verhogen met een bedrag van maximum 500.000 euro.
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestaan kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de kennisgeving van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap dat haar is kennis gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 13 november 2017 plaatsvindt.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen, door uitgifte van al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties of van warrants of andere roerende waarden al dan niet gehecht aan andere effecten van de vennootschap.
De machtiging omvat de bevoegdheid om over te gaan tot:
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de naakte eigendom kan schorsen. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en de naakte eigenaars zijn gehouden zich respectievelijk te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap. Ingeval van vruchtgebruik zal de naakte eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd worden door de vruchtgebruiker, behoudens andersluidende overeenkomst tussen partijen.
Sinds 1 januari 2008 mag de vennootschap geen aandelen aan toonder meer uitgeven en kunnen de aandelen op naam niet meer worden omgezet in aandelen aan toonder.
De toonderaandelen, die uiterlijk op 31 december 2013 niet waren omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde aandelen, zijn sinds 1 januari 2014 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde aandelen.
Deze aandelen werden ingeschreven op een effectenrekening op naam van Ackermans & van Haaren. De rechten verbonden aan deze aandelen (stemrecht, recht op deelneming in de winst, enz.) werden geschorst. Sinds 1 januari 2015 is Ackermans & van Haaren gerechtigd om de aandelen waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt ter beurze te verkopen, na bekendmaking van een bericht in die zin. Ackermans & van Haaren heeft, conform de wettelijke procedure, in de loop van 2015 10.872 aandelen ter beurze verkocht en de opbrengst daarvan in bewaring gegeven bij de Deposito- en Consignatiekas.
Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494
De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh2017.be.
Ce rapport annuel est également disponible en français. This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.
FBD nv (www.fbd.be)
| 25 mei 2018 | Tussentijdse verklaring Q1 2018 |
|---|---|
| 28 mei 2018 | Algemene vergadering |
| 31 augustus 2018 | Halfjaarresultaten 2018 |
| 23 november 2018 | Tussentijdse verklaring Q3 2018 |
| 28 februari 2019 | Jaarresultaten 2018 |
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.