Annual Report • Apr 23, 2021
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Building the foundations for a healthy future



Ons doel om een gezonde en veilige leefomgeving te creëren, is relevanter geworden dan ooit. We starten van een zeer gezonde en zelfs versterkte basis.


Elk bedrijf binnen onze drie thuislanden, België, Nederland en Frankrijk, opereert onder de noemer ABO-Group Environment, met behoudt van zijn eigen expertise, identiteit, authenticiteit en waarden. Deze onafhankelijkheid zorgt voor flexibiliteit. De vliegende start van 2020 werd vanaf midden maart overschaduwd door COVID-19. Ons management team en onze medewerkers hebben een grote wendbaarheid aan de dag gelegd en zijn vrijwel meteen overgeschakeld op thuiswerk.
Verder wisten we de impact van COVID ook te beperken dankzij onze aanwezigheid binnen drie thuislanden. Elk van deze landen hanteerde een verschillende aanpak betreffende het virus. Interne synergiën zorgden ervoor dat onze activiteiten maximaal konden doorgaan. De corona-impact heeft dubbele effecten gehad. Enerzijds werden aan het begin van de crisis enkele geotechnische opdrachten volledig stilgelegd en anderzijds dienden andere opdrachten dan weer versneld gerealiseerd te worden.
Nog meer dan voorheen is ABO-Group klaar om haar groeipad versneld verder richting budgetplan naar 100 miljoen euro omzet over 5 jaar. Een klein deel van deze groei zal gerealiseerd worden via acquisitieve groei en overnames van bedrijven, het merendeel via organische groei vanuit onze activiteiten. Verder blijven de onderliggende maatschappelijke en structurele trends, zoals duurzaam bouwen, gezond leven, climate change, de uitbouw van infrastructuur,… uitermate gunstig voor alle onderdelen van de ABO-Group. Corona heeft de aandacht op deze maatschappelijke problemen verder versneld en vergroot.
Ons doel om een gezonde en veilige leefomgeving te creëren, is dan ook relevanter geworden dan ooit. We starten van een zeer gezonde en zelfs versterkte basis.
Frank De Palmenaer CEO ABO-Group Environment
| 1. Commentaar bij de Geconsolideerde Jaarrekening ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de | |
|---|---|
| resultaten en van de positie van de groep te geven | 9 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 9 |
| Geconsolideerde balans | 11 |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 11 |
| Vooruitzichten | 12 |
| 2. Commentaar bij de Statutaire Jaarrekening van ABO-GROUP Environment NV teneinde een getrouw overzicht | |
| van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven | 13 |
| 3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt | 14 |
| Risico's verbonden aan de activiteiten van de vennootschap | 14 |
| Risico's verbonden aan de vennootschap | 16 |
| Financiële risico's | 17 |
| 4. Bestemming van het resultaat van ABO-GROUP Environment NV | 20 |
| 5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden | 20 |
| 6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen | |
| beïnvloeden | 20 |
| 7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek | 20 |
| 8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren | 20 |
| 9. Verantwoording in toepassing van artikel 3:6 §1 6° WVV | 21 |
| 10. Gebruik van financiële instrumenten | 21 |
| 11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur | 21 |
| 11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering |
22 |
| 11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB | |
| 14 november 2007 en art. 14, vierde lid, Wet van 2 mei 2007) | 24 |
| 11.3. Raad van bestuur | 26 |
| 11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur | 28 |
| 11.5. Management en dagelijks bestuur | 29 |
| 11.6. Genderquotum | 30 |
| 11.7. Remuneratieverslag | 31 |
| 11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:96 WVV | 33 |
| 11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 7:97 WVV | 33 |
| 12. Ontslagen en benoemingen | 33 |
| 13. Verklaring door de verantwoordelijke personen | 34 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 36 |
|---|---|
| Geconsolideerd totaal resultaat | 37 |
| Geconsolideerde balans | 38 |
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 40 |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 41 |
| Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten | 43 |
| 1. Bedrijfsinformatie | 43 |
| 2. Presentatiebasis | |
| 2.1. Voornaamste boekhoudprincipes 2.2. Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn 2.3. Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen 2.4. Bedrijfscombinaties 2.5. Goodwill 2.6. Immateriële vaste activa 2.7. Materiële vaste activa 2.8. Geassocieerde ondernemingen 2.9. Handels- en overige kortlopende activa 2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten 2.11. Eigen vermogen 2.12. Financiële schulden 2.13. Voorzieningen 2.14. Overige kortlopende schulden 2.15. Reële waarde 2.16. Segmentinfo 2.17. Omzet 2.18. Overige bedrijfsopbrengsten 2.19. Overige bedrijfskosten 2.20. Diensten en diverse goederen 2.21. Personeelsbeloningen 2.22. Financiële kosten 2.23. Financiële Opbrengsten 2.24. Belastingen |
44 57 58 61 62 63 64 65 66 67 70 71 75 76 79 81 82 83 84 85 |
| 2.25. Winst per aandeel 2.26. Mogelijke verplichtingen 2.27. Verbintenissen 2.28. Risico's |
87 88 |
| 2.29. Relaties met verbonden partijen | 90 |
| 2.30. Vergoeding van de commissaris | 91 |
| 2.31. Gebeurtenis na balansdatum | |
| 2.32. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten | 92 |
| 3. Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment | 93 |
| Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening | 95 |


*Als gevolg van enkele acquisities werd deze groepsstructuur na 1 januari 2021 gewijzigd. Raadpleeg de website voor de meest recente versie (www.abo-group.eu)
In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2020 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.
De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden in overeenstemming met artikel 3:32 §1, laatste lid, Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna afgekort als "WVV") samengevoegd.
In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.
De consolidatiekring zag er op 31 december 2020 als volgt uit:
Over 2020 stijgt de omzet van ABO-GROUP met 3% van 48 naar 49,4 miljoen euro. De traditionele sterkhouder, geotechniek, bleef mooi op koers met een groei van 4%. Geotechniek is inmiddels goed voor 54,3% van de groepsomzet. De afdeling Bodem & Milieu, inclusief de afdeling "Asbest en Energie", kende een lichte groei van 1,3% tot 22,5 miljoen euro, of omgerekend 45,5% van de groepsomzet. Ondanks het feit dat Corona wel degelijk een invloed had op tal van onze activiteiten, komen we als groep dus ongeschonden uit deze crisis.
De COVID-19 pandemie heeft gedurende het boekjaar de drie landen waar de groep actief is op een verschillende manier geïmpacteerd. De harde lockdown vanaf midden maart in België en Frankrijk had een aanzienlijk negatief effect op de veldwerkactiviteiten, gezien werven tijdelijk niet toegankelijk waren. In Nederland was er een meer gematigde aanpak, waardoor het activiteitsniveau goed op peil kon worden gehouden. Vanaf eind mei normaliseerde de operationele werking terug. De tweede golf, vanaf midden oktober, veroorzaakte in het algemeen minder negatieve effecten dan de eerste golf. Evenwel was de vergelijkingsbasis jaar-op-jaar voor het tweede halfjaar een stuk hoger, gezien ABO in de tweede jaarhelft van 2019 een vrij sterke prestatie neerzette.
| 2019 in € 000 |
2020 in € 000 |
Verandering in € 000 |
Verandering in % |
% van omzet |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Geotechniek | 25.765 | 26.798 | 1.033 | 4,0% | 54,3% |
| Bodem & Milieu | 22.167 | 22.448 | 281 | 1,3% | 45,5% |
| Overige | 83 | 106 | 23 | 27,5% | 0,2% |
| Omzet | 48.015 | 49.352 | 1.337 | 2,8% | 100% |
Frankrijk is goed voor afgerond 49% van de groepsomzet. De groei van 6,3% wordt er gedreven door ERG Environnement, dat in Q4 2020 zijn beste kwartaal ooit realiseerde. Geotechniek kon de daling van de eerste jaarhelft zo goed als volledig goedmaken in de tweede jaarhelft. Het geofysisch onderzoek, onder de merknaam ABO-Innogeo, kon met tal van mooie projecten zijn omzet met meer dan 30% laten aantrekken, hetgeen het bewijs vormt van een succesvolle integratie na overname.
ABO-GROUP realiseerde in België een zeer sterke groei in geotechniek. Dit ligt volledig in lijn met de strategie om geotechniek aanzienlijk verder uit te bouwen, en dit als adviesbureau, als veldwerkbedrijf (Geosonda) en als labo (Translab). ABO NV blijft het one-stop-shop principe maximaal promoten. Bouwheren, projectontwikkelaars en architecten kunnen voor al hun ondersteunende milieu- en geotechnisch gerelateerde studies bij één partij terecht, een uniek concept. Het gamma wordt nu bijkomend uitgebreid met energie-advies, in de meest ruime zin, gaande van BREEAM, over energie-audits, tot studies voor het verminderen van energieverbruik en CO2-uitstoot van gebouwen en industriële processen.
Nederland blijft hangen op 10 miljoen omzet, 20% van het groepstotaal. Na een zeer sterk eerste halfjaar, vielen de activiteiten in Nederland na de zomer lichtjes terug, alhoewel ze algemeen op een goed bezettingsniveau bleven. Vooral advies, zowel richting bouw als richting bodem, kende een zwakkere omzetontwikkeling. ABO blijft uitkijken voor bijkomende aanwerving van experts om de organische groei te stimuleren.
| 2019 in € 000 |
2020 in € 000 |
Verandering in € 000 |
Verandering in % |
% van Omzet |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Frankrijk | 22.641 | 24.071 | 1.430 | 6,3% | 48,8% |
| België | 15.271 | 15.354 | 83 | 0,5% | 31,1% |
| Nederland | 10.061 | 9.927 | -134 | -1,3% | 20,1% |
| Internationaal | 42 | 0 | -42 | -100,0% | 0,0% |
| Omzet | 48.015 | 49.352 | 1.337 | 2,8% | 100% |
De operationele winst voor afschrijvingen komt uit op 7,5 mio euro (0,71 euro/aandeel), een toename van 86k euro. ABO is er aldus in geslaagd om, ondanks de corona-impact in een aantal van de operationele activiteiten, als groep éénzelfde EBITDA-marge (15%) te realiseren, een prestatie om fier op te zijn.
Op het niveau van het bedrijfsresultaat (3 miljoen euro), zien we jaar-op-jaar een stabiele bijdrage van België, een licht hogere bijdrage van de Franse activiteiten (+125k euro) en een daling (-230k euro) in Nederland. Deze daling is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de milieukundige staalnames. Deze afdeling had zwaar te lijden door corona, gezien tal van internationale klanten hun werven noodgedwongen enkele weken tot zelfs maanden hadden opgeschoven. Dit tijdelijk tekort aan werk was niet op te vangen, gezien er in Nederland geen systeem van technische of economische werkloosheid toepasbaar was.
De afschrijvingen nemen licht toe van 4,27 mio naar 4,45 mio euro. De groep is het voorbije jaar blijven investeren in het op punt houden van zijn machinepark, alsook werden er een aantal uitbreidingsinvesteringen uitgevoerd ter ondersteuning van de uitbouw van geotechniek in België en Frankrijk.
Het financieel resultaat verbetert licht, ondanks een bruto toegenomen niveau van schulden.
De winst voor belastingen blijft op eenzelfde niveau. In Frankijk was er een gunstige invloed ten bedrage van 270k euro door ontvangst van een belastingkrediet ("CIR"), toegekend op basis van gedane inspanningen op vlak van onderzoek en ontwikkeling.
De nettowinst stijgt met 17% van 1,8 mio euro naar 2,1 mio euro (0,20 euro per aandeel).
Het totaal resultaat (deel van de groep) neemt toe van 1,6 naar 2,3 mio euro (+38,6%). De actualisatie van de Franse pensioenverplichtingen verloopt rechtstreeks via het eigen vermogen van de groep en had, door de neerwaartse aanpassing van de actualisatievoet, een negatieve impact van netto 64k euro. De herwaardering van een bedrijfspand zorgde voor een netto positieve bijdrage van 191k euro.
Het balanstotaal groeit aan van 49,6 naar 57 mio euro. Aan actiefzijde is de voornaamste wijziging de toename van de liquide middelen met 9,3 miljoen euro. Deze aanzienlijke stijging vindt zijn oorsprong in een hoge operationele kasstroom, in combinatie met de ontvangen corona-leningen van de Franse overheid ("PGE") ten belope van 4,34 miljoen euro. Ook aan passiefzijde komen deze leningen tot uitdrukking in de kortlopende financiële schulden.
Het totaal eigen vermogen neemt toe van 16,7 tot 19 miljoen euro. De eigen vermogensratio bedraagt 33,3% (33,8% in 2019). Dankzij een hoge operationele kasstroom, kon de netto financiële schuld sterk worden afgebouwd van 12,4 naar 7,4 miljoen euro, een daling met 40%. De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) daalt hierdoor van 81% naar 42%. De solvabiliteit, berekend als de ratio netto financiële schulden ten opzichte van het operationeel resultaat voor afschrijvingen, komt uit op een zeer comfortabele 1,0 (ten opzichte van 1,7 eind 2019). Dit toont alvast heel duidelijk aan dat de groep beschikt over een zeer gezonde balans en er financiële ruimte is om acquisitief te groeien.
| 2019 in € 000 |
2020 in € 000 |
|
|---|---|---|
| Kasstroom uit operaties | 6.366 | 8.689 |
| Operationele kasstroom | 6.498 | 6.912 |
| Werkkapitaalaanpassingen | -132 | 1.777 |
| Kasstroom uit investeringen | -2.401 | -2.177 |
| Kasstroom uit financiering | -3.017 | 2.766 |
| Cash 1/1 | 4.795 | 5.743 |
| Cash 31/12 | 5.743 | 15.021 |
De netto kasstroom uit operationele activiteiten neemt toe van 6,4 naar 8,7 mio euro (+36%), gedreven door een zeer positieve bijdrage van intensief werkkapitaalmanagement, zowel aan klantenzijde, als aan leverancierszijde.
De groep investeerde in totaal 2,2 mio euro cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa. Daarnaast werd bijkomend 1 mio euro via financiële leasing (non cash) geïnvesteerd.
De beschikbare vrije kasstroom van 6,5 miljoen euro werd aangevuld met een positieve kasstroom uit financiering ten bedrag van 2,8 miljoen euro. Per saldo verstevigt de cashpositie van 5,7 naar 15 miljoen euro.
Het jaar 2021 is gestart op een goede en gezonde basis, met voldoende werk op de plank. Sinds de start van het jaar kon de groep daarenboven bijkomend tal van nieuwe opdrachten winnen. Dit zorgt voor een goede visibiliteit en vertrouwen in de terugkeer naar groei.
We starten het jaar in een organisatorisch meer gestroomlijnde versie. Tijdens de coronaperiode heeft ABO immers niet stilgezeten, maar van de gelegenheid gebruik gemaakt om de groepsstructuur verder te optimaliseren. Het elimineren van ABO Holding NV eind december 2020 zorgt ervoor dat nu zowel de Franse, de Belgische als de Nederlandse activiteiten rechtstreeks worden aangehouden via ABO-GROUP. De energie-activiteit wordt vanaf 1/01/21 overgenomen door ABO NV, waardoor een volledig geïntegreerd energie-advies kan worden afgegeven. Midden januari 2021 heeft de groep een bijkomend belang van 12,8% in Enviromania aangekocht. Tot slot heeft de groep het 32,7% minderheidsbelang van Henk Nijmeijers in Sialtech BV aangekocht. Zoals aangekondigd, zal Dhr. Nijmeijers een meer overkoepelende rol opnemen voor het uitbouwen van de veldwerkactiviteiten.
Daarnaast kon de groep de voorbije maanden in Frankrijk een interessante reeks van acquisities doen. Begin januari werd GEO+ Environnement overgenomen, een vennootschap gespecialiseerd in milieu-advies, vergunningstrajecten en mijnbouw. Tevens volgde de uitbreiding van ABO-Innogeo met de overname van het handelsfonds van het in Mornac gevestigde Subgeo. Tot slot vervoegt vanaf 1 februari 2021 Geosonic France de groep. Geosonic France is een gespecialiseerde boorfirma, met focus op sonisch boren. Verwacht mag worden dat deze drie overnames in 2021 samen voor 5 miljoen euro extra omzet zullen zorgen.
De groep blijft in contact met een aantal interessante targets, die de productportefeuille van de groep aanzienlijk verder kunnen versterken. De groep acht het waarschijnlijk dat bijkomende aankondigingen zullen volgen.
Bestuur en operationele directies hebben samen het groeipad voor de volgende jaren in een plan vastgelegd. Streefdoel is om tegen uiterlijk eind 2025 de omzetkaap van 100 miljoen euro te behalen. Het grootste deel hiervan kan op organische wijze bereikt worden. Evenwel staat de groep open om sommige segmenten versneld uit te bouwen via acquisitieve groei. ABO gaat voor technisch marktleiderschap, waarbij de groep zal uitgroeien van 350 tot 700 FTE en dit vanuit een uitgebreid kantorennetwerk, verspreid over zijn 3 thuislanden.
Ter verbetering van de liquiditeit van het aandeel ABO-GROUP op Euronext Brussel, heeft het bestuur beslist om Degroof Petercam Asset Management (DPAM) aan te stellen als permanente liquidity provider. Het contract zal in principe ingaan op 6 april 2021 en heeft een aanvankelijke, verlengbare duur van 1 jaar. De activiteit verloopt volledig conform de regels van Euronext voor liquiditeitsverschaffers. Tegelijk zal het aandeel terug worden overgeheveld van het systeem van dubbele fixing naar de continumarkt. Het bestuur is ervan overtuigd dat deze stappen de liquiditeit zullen doen toenemen en dat indirect hierdoor de faire waarde van het aandeel versneld naar boven zal komen.
Frankrijk is eind 2020 goed voor 49% van de groepsomzet. Gegeven de recente acquisities en de te voorziene organische groei, mag aangenomen worden dat het gewicht van de Franse activiteiten verder aanzienlijk zal toenemen, of toch minstens meer dan de helft van de groepsomzet zal uitmaken. Ter verhoging van de visibiliteit van het merk "ABO" in de Franse markt, acht de raad van bestuur het opportuun een tweede notering op Euronext Parijs aan te vragen. Gegeven de bestaande notering in Brussel, dient een doorlooptijd van een kleine 30 werkdagen te worden voorzien. Mits goedkeuring van de noteringscommissie, zal de notering in Parijs dus kunnen aanvatten in mei. Het orderboek wordt gedeeld tussen Brussel en Parijs, de liquiditeit zal aldus niet negatief beïnvloed worden.
ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 een omzet van k€ 1,11 mio euro gerealiseerd (k€ 778 in 2019, +43%). Door de overname van het handelsfonds van ABO Holding NV, biedt de vennootschap sinds 1/10/2020 een veel ruimer pallet aan van overkoepelende diensten (IT, HR, finance, M&A, marketing & communicatie, QHSE, …). Daarnaast bekleedt de vennootschap een centrale rol in het aankoop- en investeringsbeleid, alsook in de financiering van de gehele groep. In lijn met dit hoger activiteitsniveau, namen ook de bedrijfskosten en de afschrijvingen toe. De bedrijfswinst daalt van k€ 186 naar k€ 160. De centrale rol in financiering van de gehele groep is duidelijk zichtbaar in de gestegen financiële opbrengsten en kosten. De vereffening van ABO Holding NV per 24/12/2020 zorgt voor een eenmalige, uitzonderlijke opbrengst van 4,8 miljoen euro. Door de vereffening werd immers elk van de financiële participaties geherwaardeerd op basis van een conservatief businessplan. Het boekjaar sluit af met een statutaire winst van 4,95 mio euro. Een verlies van 146,58 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -141,63 miljoen euro.
Het statutair eigen vermogen bedraagt 31,5 mio euro op een balanstotaal van 38,5 mio euro. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 (cfr. pagina 94).
De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.
In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt gesproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.
De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, asbest-, afval-, milieu-/wateren geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten. Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.
Het is waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.
Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen, dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.
De overnameprijs kan aanzienlijk hoger liggen dan de geïdentificeerde netto-activa van de overgenomen vennootschap ("goodwill"). Jaarlijks wordt de erkende goodwill geëvalueerd in functie van de resultaatsontwikkeling en voorziene kasstroomgeneratie. Deze test kan mogelijks leiden tot het geheel of gedeeltelijk moeten opnemen van een bijzondere afschrijving op goodwill en aldus een negatieve impact hebben op de financiële situatie en resultaten van de Vennootschap.
Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.
Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken. Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.
De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden, onder andere omdat gerekend wordt op tussenkomst van een verzekering. Mocht deze inschatting niet correct blijken te zijn, kan dit leiden tot een ongunstige invloed op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.
De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken, wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie en resultaten van de Vennootschap.
Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systemen en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. In een verder digitaliserende wereld, duiken steeds vaker malafide praktijken op, zoals phishing, hacking, deepfake, … De Vennootschap is zich ter dege bewust van deze risico's en tracht zich hier maximaal tegen te beschermen, doch kan geen garantie geven dat het steeds bestand zal zijn tegen de intellectuele "creativiteit" van hackers. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.
Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
| Vervallen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Totaal | Niet vervallen | < 30 d | 31-60 d | 61-90 d | > 91 d |
| Op 31 december 2020 | 14.998 | 12.101 | 1.627 | 593 | 298 | 379 |
| Op 31 december 2019 | 16.677 | 12.597 | 2.073 | 826 | 451 | 730 |
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€420 op 31 december 2020 (k€473 op 31 december 2019) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen ter financiering van het werkkapitaal. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost met k€47.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 42% eind 2020 (81% eind 2019).
Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:
De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.
Sinds eind februari 2020 verspreidt COVID-19, het coronavirus dat voor het eerst in december 2019 in Wuhan, China, geïdentificeerd werd, zich over de drie landen waar de Vennootschap actief is. In reactie om verspreiding van het virus te stoppen, hebben de beleidsverantwoordelijken wereldwijd beslist om tal van activiteiten volledig te sluiten, het reizen te beperken tot essentiële verplaatsingen en thuiswerk maximaal te verplichten. Deze beperkingen zorgen voor een stevige verstoring van de volledige economie en verhinderen een normale bedrijfsvoering. Deze wereldwijde gezondheidscrisis kan zware macroeconomische implicaties met zich meebrengen, gaande van een recessie, tot mogelijks een langdurige depressie, indien we de limiterende maatregelen (te) lang moeten aanhouden.
Ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers, heeft de Vennootschap maximaal thuiswerk ingevoerd, alsook diegene die op de werven actief zijn, geïnformeerd over de toe te passen "social distancing"-maatregelen. Evenwel is de Vennootschap afhankelijk van zijn klanten en of deze al dan niet zelf actief zijn, om toegang te verkrijgen tot werven. De Vennootschap past technische werkloosheid toe waar mogelijk en nodig, om aldus de kostenzijde maximaal te beperken op momenten dat de omzet onder druk staat. Afhankelijk van de duur van de maatregelen, zal de impact groter zijn. De Vennootschap gaat op heden evenwel nog steeds uit van het verschuiven van projecten in de tijd, niet van annulaties. De impact van deze pandemie op de liquiditeit en de solvabiliteit van onze klanten, kunnen op termijn ook de Vennootschap schaden. Voor het uitvoeren van zijn activiteiten is de Vennootschap afhankelijk van een aantal belangrijke leveranciers. Verstoring van de aanvoerlijn en/of de uitwisseling met deze leveranciers (bvb. labo's), zal het omzetpotentieel van de Vennootschap qua advies beperken.
Op datum van dit verslag, is het nog steeds onmogelijk om de duur en de volledige impact van de corona-pandemie te voorzien. Over het boekjaar 2020 was de impact voor de Vennootschap in het algemeen uiteindelijk vrij beperkt. Dit sluit niet uit dat sommige van de operationele activiteiten wel degelijk flink geraakt werden in omzet en winstgevendheid. De Vennootschap hoopt dat het volledig vaccineren van de bevolking tot een terugkeer naar een normale wereld kan leiden. In afwachting blijft het moeilijk om een degelijke inschatting te maken. Er blijft een mogelijkheid voor een wezenlijk negatieve impact op de activiteiten, financiële positie, cash flow, liquiditeit en resultaten van de Vennootschap.
De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.
Het effect van nieuwe golven en mogelijke lockdowns door de impact van het coronavirus, werd hiervoor reeds beschreven bij "Risico's".
Daarnaast realiseerde de groep volgende gebeurtenissen na balansdatum:
Begin januari heeft de groep alle aandelen van de vennootschap GEO+ Environnement overgenomen. Midden januari heeft de groep een belang van 12,8% van een minderheidsaandeelhouder van Enviromania BV aangekocht. Eind februari heeft de groep alle aandelen die het nog niet bezat in Sialtech BV (32,7%) verworven. Tevens eind februari heeft de groep alle aandelen van GEOSONIC France verworven.
Daarnaast heeft de groep een aantal maatregelen aangekondigd om de liquiditeit van het aandeel ABO-GROUP op Euronext Brussel te verhogen:
Behoudens bovenstaande, hebben er zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2020 geen andere vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.
Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.
ABO en al zijn werknemers, in elk van de operationele vennootschappen en in elk van de landen, investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.
ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.
Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de Raad van Bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De omgekeerde overname in 2014 door de Venootschap (toen nog Thenergo NV) van ABO Holding en gelieerde venootschappen, heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.
De Vennootschap heeft eind 2020 geen afgeleide financiële instrumenten.
De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2020 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2020.
Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 20 april 2021 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).
De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:
In afwijking op principe 7.6 van de Code, ontvangen de niet-uitvoerend bestuurders geen deel van hun remuneratie in de vorm van aandelen van de Vennootschap. Een dergelijke toekenning vereist een verdere analyse van de praktische gevolgen ervan, zowel voor de onderneming als voor de leden van de Raad.
In afwijking op principe 7.9 van de Code, heeft de raad geen minimumdrempel bepaald van aandelen die moeten aangehouden worden door de leden van het uitvoerend management. Het remuneratiepakket voor de leden van het uitvoerend management is voldoende uitgebalanceerd met verschillende componenten om de leden van het uitvoerend management aan te zetten tot een strategie van duurzame, winstgevende groei.
Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:
het bereiken van de doelstellingen van de onderneming de betrouwbaarheid van de financiële en niet financiële informatie de naleving van wetten en regels
Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.
Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.
ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en nietregeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.
De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:
Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).
ABO-Group heeft een externe Compliance Officer aangesteld (Dhr. Johan Reybroeck, als vaste vertegenwoordiger van Special Projects on Support BV).
Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.
De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld, alsook een Gedragscode, waarin de verwachtingen staan ten aanzien van het leiderschap van de vennootschap, alsook ten aanzien van de werknemers in termen van verantwoordelijkheid en ethisch gedrag. Jaarlijks wordt de naleving van deze Gedragscode geëvalueerd door de Raad van Bestuur, op aangeven van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.
Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.
Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRSwaarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden onder het punt "Voornaamste boekhoudprincipes").
De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel te Gent. De consolidatie wordt gedaan in een gespecialiseerd softwarepakket (Cognos). Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.
Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de rapportering, het evalueren van de risicofactoren en de desbetreffende actieplannen.
Het kapitaal van de Vennootschap bedraagt € 166.490.574,48, vertegenwoordigd door 10.568.735 gewone aandelen. Het kapitaal is sinds de reverse takeover van ABO Holding als volgt geëvolueerd:
| Datum | Transactie | Aantal nieuw uitgegeven aandelen |
Prijs per aandeel |
Bedrag kapitaal verhoging |
Kapitaal | Totaal aantal aandelen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vanaf oprichting tot 26/03/2014 |
- | - | - | - | € 139.828.062,37 | 28.633.631 |
| 27/03/2014 | Kapitaalverh. inbreng in natura |
2.613.550.000 | € 0,01 | € 26.135.500,00 | € 165.963.562,37 | 2.642.183.631 |
| 15/09/2014 | Samenvoeging bestaande aandelen /250 |
0 | € 0,00 | € 0,00 | € 165.963.562,37 | 10.568.734 |
| 19/12/2014 | Kapitaalverh. in geld |
1 | € 527.012,11 | € 527.012,11 | € 166.490.574,48 | 10.568.735 |
Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.
Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.
De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.
Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 7:153 van het WVV.
De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.
Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.
Enkel de algemene vergadering is bevoegd het kapitaal te verhogen.
De Vennootschap heeft geen machtiging tot verwerven en/of vervreemden van zijn eigen aandelen.
Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.
De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.
Op 20 april 2021 ontving de Vennootschap een kennisgeving van de heer Frank De Palmenaer, waarbij hij een belang meldde van 9.508.557 stemrechten, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 10.568.735, een belang van 89,97% van de stemrechten vertegenwoordigt.
ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten.
Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.
| Voorzitter | Jadel BV (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021 |
Lid van het Auditcomité |
|---|---|---|
| Bestuurder | Paul Decraemer BV (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021 |
Voorzitter van het Auditcomité en lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Bestuurder | Katleen De Stobbeleir BV (1) met als vaste vertegenwoordiger mevrouw Katleen De Stobbeleir van 29 mei 2019 t.e.m. 26 mei 2021 |
Lid van het Auditcomité en voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Gedelegeerd Bestuurder |
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021 |
Lid van het Benoemings en Remuneratiecomité |
(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder
De Raad van Bestuur bestaat uit vier leden. Drie van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze drie bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 7:87 van het WVV, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.
Onder leiding van de Voorzitter evalueren de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.

Jan Gesquière - Ondernemende generalist - Helicopterview - No nonsens, hands on Frank De Palmenaer
- Visionair - Ondernemer - Multidisciplinaire duizendpoot
- Leergierig - Onderzoeker in hart en nieren - Energiek
Gericht op trend en technologieën aangaande duurzaamheid, gezondheid en voeding
De Raad van Bestuur heeft 8 maal vergaderd in 2020. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig.
De Raad van Bestuur behandelde in 2020 onder meer de volgende onderwerpen:
De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:
De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het Auditcomité is als volgt samengesteld:
De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn nietuitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.
Conform artikel 7:99 van het WVV verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Paul Decraemer, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.
Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2020.
Er werd specifiek aandacht besteed aan:
Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.
De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.
De Raad van bestuur heeft een Benoemings- en Remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:
De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2020 tweemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.
De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.
De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 30 mei 2018.
Het Uitvoerend Comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directieraad in de zin van artikel 7:104 WVV.
De leden van het Uitvoerend Comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend Comité komt regelmatig samen.
Het Uitvoerend Comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en nietfinanciële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.
Het Uitvoerend Comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:
| Naam | Functie |
|---|---|
| Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV Dhr. Frank De Palmenaer |
Gedelegeerd bestuurder |
| Special Projects on Support BV Dhr. Johan Reybroeck |
CFO / Compliance Officer |
| Dhr. Sébastien Gori | CEO ABO-ERG |
Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) in België.

Frank De Palmenaer Gedelegeerd bestuurder

Johan Reybroeck CFO / Compliance Officer

Sébastien Gori CEO ABO-ERG
Overeenkomstig de wet van 28 juli 2011 over de aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen, dient ten minste één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. ABO-Group voldoet aan deze voorwaarde.
De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur.
De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2020 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2020 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.
De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding van € 5.000 per trimester. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.
De gedelegeerd bestuurder ontvangt een vaste vergoeding als bestuurder bij een aantal vennootschappen. De remuneratie van het uitvoerend management als dienstverlener bestaat uit een vaste dagvergoeding. De remuneratie van het uitvoerend management als personeelslid bestaat uit een vaste vergoeding, een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met lange termijn cash-incentive plannen, noch met aandelen en/of aandelenopties.
Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
| In EUR | Vaste vergoeding |
Totaal 2020 | |
|---|---|---|---|
| Jadel BV met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière (*) |
Niet uitvoerend |
€ 20.000 | € 20.000 |
| Paul Decraemer BV met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer |
Niet uitvoerend |
€ 20.000 | € 20.000 |
| Katleen De Stobbeleir BV met als vaste vertegenwoordiger mevrouw Katleen De Stobbeleir |
Niet uitvoerend |
€ 20.000 | € 20.000 |
| Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer |
Uitvoerend | n.v.t. | n.v.t. |
* Voorzitter van de Raad van Bestuur
De uitvoerende managers ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.
De gedelegeerd bestuurder ontving in 2020 een totale vergoeding van k€ 294.
| In k Euro | |
|---|---|
| Vaste remuneratie | k€ 160 |
| Variabele remuneratie | - |
| Kostenvergoeding | k€ 4 |
| Andere | k€ 130 |
| In k Euro | |
|---|---|
| Vaste remuneratie | k€ 300 |
| Variabele remuneratie | k€ 20 |
| Pensioen | k€ 18 |
| Andere voordelen (dienstverband) | Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering |
Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.
De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.
Er werden in 2020 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.
Er zijn geen vertrekvergoedingen verschuldigd ten opzichte van de niet-uitvoerend bestuurders.
De overeenkomst voor managementdiensten met Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV kan eenzijdig beëindigd worden mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 22.500 euro. De overeenkomst voor managementdiensten met Special Projects On Support BV kan eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 36.000 euro. De CEO van ABO-ERG heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijn en opzegvergoeding.
De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2020 het bedrag van € 162.765.
Overeenkomstig artikel 7:96 WVV dient de Raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de Raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap. In 2020 werd geen beroep gedaan op toepassing van deze procedure.
Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 7:97 WVV omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.
Tijdens het boekjaar 2020 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten.
Op de Algemene Vergadering komen dit jaar de mandaten van alle bestuurders te vervallen.
Het bestuur stelt voor om, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité, over te gaan tot hernieuwing van volgende mandaten:
Daarnaast stelt het bestuur, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité, voor om volgende kandidaten voor te dragen voor een bestuursmandaat :
Tot slot stelt het bestuur, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité, voor om:
EY Bedrijfsrevisoren BV, met maatschappelijke zetel te De Kleetlaan 2, 1831 Diegem en geregistreerd onder nummer 0446.334.711, rechtsgeldig vertegenwoordigd door BV Paul Eelen, met als vaste vertegenwoordiger Paul Eelen, te benoemen tot commissaris van de Vennootschap voor een termijn van 3 jaar, tot de gewone algemene vergadering van 2024, die de jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2023 zal goedkeuren. De jaarlijkse bezoldiging van de commissaris bedraagt EUR 35.300 voor het boekjaar 2021 (exclusief BTW), wordt jaarlijks geïndexeerd en omvat de controle van de statutaire jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.
Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2020.
De ondergetekenden verklaren dat:
Gent, 20 april 2021,
Voor de Raad van bestuur,
De Voorzitter, De Gedelegeerd Bestuurder,
Jadel BV, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vert. de heer Jan Gesquière vert. door de heer Frank De Palmenaer


Geconsolideerde jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2020 en 2019
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 |
| Omzet | 2.17 | 49 352 | 48 015 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 2.18 | 607 | 1 236 |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 49 959 | 49 251 | |
| Aankopen van goederen en diensten voor verkoop | -5 163 | -4 540 | |
| Diensten en diverse goederen | 2.20 | -15 009 | -15 732 |
| Personeelsbeloningen | 2.21 | -21 509 | -20 998 |
| Afschrijvingen | -4 453 | -4 266 | |
| Overige bedrijfskosten | 2.19 | - 785 | - 549 |
| Operationele winst | 3 040 | 3 166 | |
| Financiële kosten | 2.22 | - 516 | - 646 |
| Financiële opbrengsten | 2.23 | 13 | 37 |
| Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen | 2 537 | 2 557 | |
| Belastingen | 2.24 | - 443 | - 767 |
| Netto winst voor voortgezette activiteiten | 2 094 | 1 790 | |
| Netto winst | 2 094 | 1 790 | |
| Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de | |||
| aandeelhouders van de moeder | 2 133 | 1 763 | |
| minderheidsbelangen | - 40 | 27 | |
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders | |||
| Gewoon en verwaterd | 2.25 | 0,20 | 0,17 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 |
| Netto winst | 2 094 | 1 790 | |
| Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst-en verliesrekening |
|||
| Verandering reële waarde financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
2.11 | 11 | 7 |
| Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verlies rekening |
|||
| Actuariële (winst)/verliezen | 2.11 | - 89 | - 183 |
| Impact belastingen | 25 | 51 | |
| Herwaardering gebouwen | 2.11 | 225 | − |
| Impact belastingen | - 34 | − | |
| Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen | 138 | - 125 | |
| Totaal resultaat na belastingen | 2 232 | 1 665 | |
| Totaal resultaat toewijsbaar aan de | |||
| Aandeelhouders van de moeder | 2 272 | 1 638 | |
| Minderheidsbelangen | - 40 | 27 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 |
| Vaste activa | |||
| Goodwill | 2.5 | 844 | 844 |
| Immateriële vaste activa | 2.6 | 1 485 | 1 749 |
| Materiële vaste activa | 2.7 | 21 126 | 20 966 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 2.24 | 921 | 1 008 |
| Financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet gerealiseerde resultaten |
42 | 32 | |
| Overige financiële activa | 623 | 629 | |
| Totaal vaste activa | 25 041 | 25 228 | |
| Kortlopende activa | |||
| Voorraad | 941 | 811 | |
| Handelsvorderingen | 2.9 | 15 029 | 16 677 |
| Overige kortlopende activa | 2.9 | 970 | 1 112 |
| Liquide middelen en kasequivalenten | 2.10 | 15 021 | 5 743 |
| Totaal kortlopende activa | 31 961 | 24 343 | |
| Totaal activa | 57 002 | 49 571 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 |
| Totaal eigen vermogen | |||
| Kapitaal | 2.11 | 4 857 | 4 857 |
| Geconsolideerde reserves | 2.11 | 10 540 | 8 216 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 2.11 | 2 265 | 2 318 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep |
17 662 | 15 391 | |
| Minderheidsbelang | 2.11 | 1 317 | 1 357 |
| Totaal eigen vermogen | 18 979 | 16 748 | |
| Langlopende schulden | |||
| Financiële schulden | 2.12 | 7 737 | 8 552 |
| Uitgestelde belastingschulden | 2.24 | 1 222 | 1 362 |
| Voorzieningen | 2.13 | 1 143 | 941 |
| Totaal langlopende schulden | 10 102 | 10 855 | |
| Kortlopende schulden | |||
| Financiële schulden | 2.12 | 14 715 | 9 624 |
| Handelsschulden | 6 698 | 5 008 | |
| Belastingschulden | 657 | 742 | |
| Overige kortlopende schulden | 2.14 | 5 851 | 6 594 |
| Totaal kortlopende schulden | 27 921 | 21 968 | |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 57 002 | 49 571 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | Kapitaal | Geconsolideerde reserves |
Niet gerealiseerde resultaten |
Totaal | Minder heids belang |
Totaal eigen vermogen |
| Op 1 januari 2019 | 4 857 | 6 708 | 2 509 | 14 074 | 1 050 | 15 124 | |
| Netto winst | 1 763 | 1 763 | 27 | 1 790 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten |
- 125 | - 125 | − | - 125 | |||
| Totaal Resultaat | 1 763 | - 125 | 1 638 | 27 | 1 665 | ||
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa |
− | 175 | - 175 | − | − | − | |
| Dividend aan minderheidsbelang |
2.11 | − | − | − | − | - 22 | - 22 |
| Aankoop minderheidsbelang ABO Logistics |
2.4 | − | - 431 | 109 | - 322 | 302 | - 20 |
| Op 31 december 2019 | 4 857 | 8 216 | 2 318 | 15 391 | 1 357 | 16 748 | |
| Netto winst Niet-gerealiseerde resultaten |
2 133 | 138 | 2 133 138 |
- 40 − |
2 094 138 |
||
| Totaal Resultaat | 2 133 | 138 | 2 271 | - 40 | 2 232 | ||
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa |
− | 191 | - 191 | − | − | − | |
| Op 31 december 2020 | 4 857 | 10 540 | 2 265 | 17 662 | 1 317 | 18 979 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 | |
| Netto winst | 2 094 | 1 790 | ||
| Niet kaskosten en operationele aanpassingen | ||||
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | 2.7 | 4 161 | 3 979 | |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | 2.6 | 292 | 286 | |
| Meerwaarde verkoop van materiële vaste activa | 2.7 | - 49 | - 68 | |
| Beweging in de provisies | 2.13 | - 162 | - 91 | |
| Beweging in de waardeverminderingen op klanten | 2.9 | 187 | 14 | |
| Financiële opbrengsten | 2.23 | - 13 | - 37 | |
| Financiële kosten | 2.22 | 516 | 646 | |
| Badwill bij bedrijfscombinaties | 2.4 | − | - 35 | |
| Uitgestelde belastingkost | 2.24 | -61 | - 223 | |
| Belastingkost | 2.24 | 504 | 990 | |
| Overige | − | 2 | ||
| Aanpassingen van het werkkapitaal | ||||
| Afname (toename) in de overige financiële vaste activa, handelsvorderingen en overige kortlopende activa |
1 588 | - 371 | ||
| toename van de voorraad | - 129 | 185 | ||
| (afname) toename van de handelsschulden en overige schulden |
318 | 54 | ||
| Kasstroom uit operationele activiteiten voor interesten en belastingen |
9 246 | 7 121 | ||
| Ontvangen interesten | 2.23 | 12 | 3 | |
| Betaalde belastingen | - 569 | - 758 | ||
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 8 689 | 6 366 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2020 | 2019 |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Investeringen in materiële vaste activa | 2.7 | -2 238 | -2 004 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | 2.6 | -30 | - 54 |
| Verkoop van materiële vaste activa | 2.7 | 91 | 199 |
| Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving geldmiddelen |
2.4 | − | - 532 |
| Aankoop van minderheidsbelangen | − | - 20 | |
| Opbrengst uit financiële activa | − | 10 | |
| Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten | -2 177 | -2 401 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit leningen | 2.12 | 8 113 | 3 310 |
| Terugbetalingen van leningen | 2.12 | -2 963 | -3 603 |
| Terugbetalingen van leasingschulden | 2.12 | -1 868 | -2 057 |
| Betaalde interesten | - 374 | - 389 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | - 141 | - 256 | |
| Dividendbetaling aan minderheidsbelang | - 1 | - 22 | |
| Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 2 766 | -3 017 | |
| Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten | 9 278 | 948 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar |
2.10 | 5 743 | 4 795 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar |
2.10 | 15 021 | 5 743 |
| Overige niet-kastransacties | |||
| Lease verplichtingen | 2.12 | -1 044 | -6 682 |
De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.
ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een gespecialiseerd ingenieursbureau gericht op geotechniek, milieu en bodemsanering. ABO-Group biedt "consultancy" en "testing & monitoring"- diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies voor milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.
De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2020 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').
Op de Raad van Bestuur van 20 april 2021 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en de financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten, die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.
De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2020:
Aanpassing van IFRS 16 – Covid-19 gerelateerde huurconcessies (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juni 2020): Indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, laten deze aanpassingen (als praktisch hulpmiddel) aan huurders toe niet te moeten beoordelen of bepaalde covid-19-gerelateerde huurconcessies 'huuraanpassingen' zijn. In plaats daarvan kunnen huurders, die dit praktisch hulpmiddel toepassen, deze huurconcessies boekhoudkundig verwerken alsof het geen huuraanpassingen zijn.
De groep heeft gebruik gemaakt van bovenstaande aanpassing aan IFRS 16. Zie toelichting 2.12 Financiële schulden voor meer informatie.
Aanpassingen aan IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 – Hervorming referentierentevoeten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020): De wijzigingen bieden een tijdelijke oplossing aan entiteiten die worden blootgesteld aan de gevolgen van de hervorming van de referentierentevoeten.
De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.32.
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle nietgerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.
De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.
Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.
Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.
Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winsten verliesrekening opgenomen.
Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.
Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode.
De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.
Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.
Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.
Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.
Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen op basis van het volgende 5-stappen model:
Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:
Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.
Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.
Bij vaste prijs wordt de omzet verworven over de prestatieperiode en bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.
Testing en monitoring
Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen op het tijdstip waarop de controle wordt overgedragen aan de klant, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.
Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode. Dividenden
Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.
Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.
De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.
Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.
Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
Uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren.
De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.
Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.
Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.
Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.
De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.
Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering.
De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.
De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde.
Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.
Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op het geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.
Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:
| | Terreinen: | niet afgeschreven |
|---|---|---|
| | Gebouwen: | 30-33 jaar; |
| | Inrichting van gebouwen: | 10 jaar; |
| | Technische uitrusting: | 3-10 jaar; |
| | Computermateriaal: | 3-5 jaar; |
| | Kantooruitrusting: | 5 jaar; |
| | Wagens: | 4-5 jaar; |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
De Groep beoordeelt bij aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Dat betekent dat het contract het recht geeft om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te controleren, in ruil voor een vergoeding.
De Groep past een enkele opname- en waarderingsbenadering toe voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde. De Groep neemt leaseverplichtingen op voor de leasebetalingen en recht-op-gebruik activa die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.
De Groep erkent recht-op-gebruik activa op de ingangsdatum van de lease (d.w.z. de onderliggende datum waarop het item beschikbaar is voor gebruik). Recht-op-gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kost van recht-op-gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten en leasebetalingen op of vóór de ingangsdatum verminderd met ontvangen voordelen. Activa voor gebruiksrechten worden lineair afgeschreven over de leaseperiode.
Als de eigendom van het geleasde actief aan het einde van de leaseperiode aan de Groep wordt overgedragen of als de kosten de uitoefening van een aankoopoptie reflecteren, wordt de afschrijving berekend op basis van de geschatte gebruiksduur van het actief. De gebruiksrechten voor activa zijn ook onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen. We verwijzen hiervoor naar de waarderingsregels onder 2.1.10 Bijzondere waarderverminderingen voor niet-financiële activa.
Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verwachte leasebetalingen over de leaseperiode. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen verminderd met eventuele leasevoordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een koers, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan de Groep redelijkerwijs zeker is dat deze zal worden uitgeoefend en betalingen van boetes voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de leaseperiode deze optie om te beëindigen weerspiegelt.
Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een koers worden als kost opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de gebeurtenis of toestand die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.
Bij de berekening van de huidige waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele rentevoet omdat de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van leaseverplichtingen geherwaardeerd bij aanpassingen, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de leasebetalingen (bijvoorbeeld wijzigingen in toekomstige betalingen als gevolg van een wijziging in een index of koers die wordt gebruikt om dergelijke leasebetalingen te bepalen) of een wijziging in de beoordeling van een optie om het onderliggende actief te kopen.
De lease verplichtingen van de Groep worden opgenomen bij de financiële schulden.
De Groep past de vrijstelling voor de erkenning van huurovereenkomsten op korte termijn toe (d.w.z. die leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de ingangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Het past ook de vrijstelling toe van geleasde activa met een lage waarde. Leasebetalingen op korte termijn leases en van activa met een lage waarde worden als kost opgenomen gedurende de leaseperiode.
De groep als leasinggever
De Groep heeft geen contracten waar het als leasinggever optreedt.
Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kasstroomverdisconterings-model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.
Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
Reële waarde van de financiële instrumenten
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:
Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");
Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten of als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft momenteel geen financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening. De classificatie van het financieel actief op het moment van boeking is afhankelijk van de karakteristieken van de contractuele kasstromen van het financieel actief en het business model van het Groep om deze financiële activa te beheren. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.
De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handelsen overige vorderingen, waarborgen en investeringen in een beleggingsfonds.
Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.
De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een
benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de levensduur ECL.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.
Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.
Een contract activa is het recht op een vergoeding in ruil voor de levering van goederen of diensten aan de klant. De Groep boekt een contract activa wanneer de goederen of diensten geleverd worden aan de klant en dit voordat de goederen of dienst gefactureerd worden. De contract activa bevatten zowel op te maken facturen alsook contracten in uitvoering welke gewaardeerd worden op basis van de staat van uitvoering. We verwijzen ook naar de boekhoudprincipes met betrekking tot de omzet.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.
De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.
De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben.
De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.
De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.
De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.
Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.
De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegdepensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegdepensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegdepensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegdepensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.
De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegdepensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegdepensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.
De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.
Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.
Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen
Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effective rentemethode. De Groep heeft geen financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.
Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen.
De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.
De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.
De wijzigingen worden niet verwacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.
Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.
Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere waardevermindering voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere waardevermindering uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.
Er werden eind 2020 en 2019 geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op de goodwill.
De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.
De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 598 op 31 december 2020 (2019: k€ 750). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.24.
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.
De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in maart 2020. De reële waarde week echter niet materieel af van de boekwaarde per 31 december 2019. De waardering van de gebouwen in Nederland is gebeurd op eind 2020 voor het gebouw Alphen aan den Rijn en op 25/2/2018 (kantoor Breda) en op 31/12/2018 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de huidige boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 6 583 op 31 december 2020 (2019: k€ 6 656).
De Groep heeft de Belgische toegezegde-pensioenplannen (groepsverzekering met wettelijk minimaal rendement) geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.
De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.
De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.
De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare lease termijn, samen met eventuele periodes gedekt door een optie om de huurovereenkomst te verlengen indien redelijkerwijs zeker is dat deze zal uitgeoefend worden, of door eventuele periodes met een optie om de huurovereenkomst te beëindigen, indien redelijkerwijs zeker is dat deze niet wordt uitgeoefend.
De Groep heeft verschillende lease overeenkomsten met opties voor verlenging en beëindiging. De Groep past beoordelingen toe of het redelijk zeker is of de optie om te verlengen of de huurovereenkomst te beëindigen al dan niet wordt uitgeoefend. Dat wil zeggen, het houdt rekening met alle relevante factoren die daarvoor een economisch motief vormen om de verlenging of beëindiging uit te oefenen. Enkele elementen die daarbij in rekening worden gebracht zijn het al dan niet bestaan van verbeteringswerken aan de activa, het al dan niet strategische belang van de locatie, de initiële duur van de overeenkomst. Na de ingangsdatum beoordeelt de Groep de leasetermijn opnieuw wanneer er een belangrijke gebeurtenis of verandering in omstandigheden is die binnen zijn macht ligt en zijn mogelijkheid om de uitoefening van de optie om te verlengen of te beëindigen beëinvloedt (bijvoorbeeld aanzienlijke verbeteringen of belangrijke aanpassingen aan het geleasde actief). De periodes
gedekt door een optie om te beëindigen worden enkel in rekening gebracht als deel van de lease termijn wanneer het redelijk zeker is dat deze niet uitgeoefend zal worden.
De Groep kan de impliciete interestvoet niet gemakkelijk bepalen, daarom gebruikt zij de incrementele interestvoet om leaseverplichtingen te meten. De incrementele interestvoet is de rentevoet die de Groep zou betalen in een vergelijkbare economische omgeving om via een lening gedurende een vergelijkbare periode en met een vergelijkbare dekking een actief te verkrijgen van een vergelijkbare waarde als het gebruiksrecht.
De incrementele interestvoet weerspiegelt wat de groep 'zou moeten betalen', dewelke een schatting vereist wanneer er geen waarneembare tarieven beschikbaar zijn (zoals voor dochterondernemingen die geen financieringstransacties aangaan) of wanneer deze moeten worden aangepast aan de voorwaarden van de huurovereenkomst (bijvoorbeeld wanneer huurovereenkomsten niet in de functionele valuta van de dochteronderneming zijn). De Groep schat de incrementele interestvoet op basis van waarneembare inputs (zoals marktrentevoeten) indien beschikbaar.
In 2020 vonden geen bedrijfscombinaties plaats.
Op 1 juli 2019 heeft de groep alle aandelen van het Franse INNOGEO SAS verworven voor een bedrag in geld van k€ 760. Door deze overname kan de groep in haar drie thuislanden (België, Nederland en Frankrijk) en internationaal, naast geotechnische studies ook geofysische studies en testen aanbieden.
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Reële | |||
|---|---|---|---|
| waardeaan | |||
| in 000€ | Boekwaarde passingen |
Reële waarde | |
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | 30 | 281 | 311 |
| Materiële vaste activa | 320 | 190 | 510 |
| Overige vaste activa | 10 | − | 10 |
| Voorraden | 31 | − | 31 |
| Handelsvorderingen | 294 | − | 294 |
| Kas en kasequivalenten | 228 | − | 228 |
| Overige kortlopende activa | 57 | − | 57 |
| Totaal activa | 970 | 471 | 1 441 |
| Schulden | |||
| Uitgestelde belastingschulden | − | 131 | 131 |
| Financiële leningen op lange termijn | 248 | − | 248 |
| Financiële leningen op korte termijn | 68 | − | 68 |
| Handelsschulden | 79 | − | 79 |
| Belastingschulden | 2 | − | 2 |
| Overige schulden | 118 | − | 118 |
| Totaal schulden | 515 | 131 | 646 |
| Totaal geïdentificeerde activa en schulden | 455 | 340 | 795 |
| Badwill | - 35 | ||
| Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen | 760 |
De netto kasuitstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 532.
De reële waarde aanpassing van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties en bedraagt k€ 281. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van k€ 190 heeft voornamelijk betrekking op geo-radars.
De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van k€ 35, welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening.
In het jaar van acquisitie (2019) heeft INNOGEO SAS k€ 527 bijgedragen aan de omzet en k€ - 33 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2019, dan zou de bijdrage aan de omzet en nettowinst respectievelijk k€ 972 en k€ -74 geweest zijn.
De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | ||
| ABO NV (consulting) | 154 | 154 | |
| Translab | 690 | 690 | |
| Totaal | 844 | 844 |
De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting) maken deel uit van het operationele segment "België". De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het budget, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde op het einde van het vierde jaar.
De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 7,68 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 13,4 welke ongeveer m€ 9,4 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario | Impact op realiseerbare waarde |
|---|---|
| Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA | -2 336 |
| Toename verdisconteringvoet met 1% | -1 278 |
Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO.
De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 7,68 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2021 houdt rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2020 met ongeveer 540% (in de analyse wordt het eenmalig negatief effect van Covid-19 niet doorgetrokken) en daarna een jaarlijkse groei van 5%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 5,9 welke ongeveer m€ 4,9 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario | Impact op realiseerbare waarde |
|---|---|
| Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA | -1 534 |
| Toename verdisconteringvoet met 1% | - 957 |
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving op deze goodwill dient geboekt te worden.
De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kan als volgt voorgesteld worden:
| Klantenpor | Software, patenten en |
|||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | tefeuille | licenties | Totaal | |
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Op 1 januari 2019 | 2 040 | 635 | 2 675 | |
| Investeringen | 8 | 46 | 54 | |
| Bedrijfscombinatie | 281 | 30 | 311 | |
| Op 31 december 2019 | 2 329 | 711 | 3 040 | |
| Investeringen | 4 | 26 | 30 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | - 2 | - 2 | |
| Op 31 december 2020 | 2 333 | 735 | 3 068 | |
| Afschrijvingen | ||||
| Op 1 januari 2019 | - 513 | - 492 | -1 005 | |
| Afschrijvingen | - 216 | - 70 | - 286 | |
| Op 31 december 2019 | - 729 | - 562 | -1 291 | |
| Afschrijvingen | - 232 | - 60 | - 292 | |
| Op 31 december 2020 | - 961 | - 622 | -1 583 | |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2019 | 1 527 | 143 | 1 670 | |
| Op 31 december 2019 | 1 600 | 149 | 1 749 | |
| Op 31 december 2020 | 1 372 | 113 | 1 485 |
De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen".
De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 6,2 jaar.
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:
| in 000€ | Terreinen Gebouwen | Installaties en machines Meubilair |
Rollend materieel |
Recht op gebruik activa |
Activa in ontwikkeling |
Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||||||
| Op 1 januari 2019 | 974 | 7 951 | 15 847 | 2 558 | 2 995 | − | − | 30 325 |
| Investeringen | − | 4 | 1 442 | 342 | 216 | − | − | 2 004 |
| Bedrijfscombinatie | − | − | 310 | 27 | − | 173 | − | 510 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
− | − | - 482 | - 10 | - 93 | - 335 | − | - 920 |
| Addities in recht-op gebruik activa |
− | − | − | − | − | 6 682 | − | 6 682 |
| Transfer | - 1 | 5 | -6 274 | 1 | -1 666 | 7 935 | − | − |
| Op 31 december 2019 | 973 | 7 960 | 10 843 | 2 918 | 1 452 | 14 455 | − | 38 601 |
| Investeringen | − | 79 | 2 497 | 231 | 266 | − | 64 | 3 138 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
− | − | - 201 | - 10 | - 44 | - 449 | − | - 704 |
| Addities in recht-op gebruik activa |
− | − | − | − | − | 1 044 | − | 1 044 |
| Herwaardering gebouwen |
− | 225 | − | − | − | − | − | 225 |
| Transfer | − | − | 26 | 13 | − | - 25 | - 14 | − |
| Op 31 december 2020 | 973 | 8 264 | 13 165 | 3 152 | 1 674 | 15 024 | 50 | 42 303 |
| Afschrijvingen | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | − | -1 903 | -8 157 | -2 203 | -2 175 | − | − | -14 438 |
| Afschrijvingen | − | - 367 | -1 299 | - 150 | - 105 | -2 058 | − | -3 979 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
− | − | 383 | 8 | 63 | 328 | − | 782 |
| Transfer | − | - 7 | 2 680 | − | 1 174 | -3 847 | − | − |
| Op 31 december 2019 | − | -2 277 | -6 393 | -2 345 | -1 043 | -5 577 | − | -17 635 |
| Afschrijvingen | − | - 377 | -1 483 | - 166 | - 137 | -1 998 | − | -4 161 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen |
− | − | 178 | 7 | 28 | 405 | − | 618 |
| Transfer | − | − | 15 | − | − | - 15 | − | − |
| Op 31 december 2020 | − | -2 654 | -7 683 | -2 504 | -1 152 | -7 185 | − | -21 177 |
| Netto boekwaarde | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | 974 | 6 048 | 7 690 | 355 | 820 | − | − | 15 887 |
| Op 31 december 2019 | 973 | 5 683 | 4 450 | 573 | 409 | 8 878 | − | 20 966 |
| Op 31 december 2020 | 973 | 5 610 | 5 482 | 648 | 522 | 7 839 | 50 | 21 126 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2020 bedragen k€ 3 138 (2019: k€ 2 004), waarvan nog k€ 900 betaalbaar is op het einde van het boekjaar, en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting.
In 2020 werden voor k€ 1 044 aan nieuwe recht-op-gebruik activa erkend. De addities bevinden zich in volgende rubrieken: k€ 380 voor rollend materieel (2019: k€ 267), k€ 384 aan installaties en machines (2019: k€ 480) en k€ 280 aan gebouwen (2019: k€ 2 817).
De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 49 in 2020 (2019: k€ 68).
Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.
De recht-op-gebruik activa bestaan uit volgende rubrieken:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |||
| Gebouwen | 3 830 | 4 192 | ||
| Installaties en machines | 2 756 | 3 288 | ||
| Rollend materieel | 1 253 | 1 398 | ||
| Totaal | 7 839 | 8 878 |
De groep heeft in 2020 in totaal voor k€ 102 (2019: k€ 97) aan huurkosten erkend binnen de rubriek "Diensten en diverse goederen" van de geconsolideerde resultatenrekening die betrekking hebben op korte-termijn leases en activa met lage waarde.
De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België (in maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de gebouwen in België, maar de afwijking van de reële waarde met de boekwaarde op eind 2019 was immaterieel waardoor geen reële waarde aanpassing werd geboekt), in december 2018 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland, behalve het gebouw binnen de Nederlandse entiteit Geomet Vastgoed B.V.: dit gebouw werd per eind 2020 geherwaardeerd (k€ 225 bijkomende opwaardering) op basis van een nieuwe reële waardebepaling op het einde van de rapporteringsperiode. De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2020 en 2019 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 251 in 2020 (2019: k€ 247 ).
Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 3 295 bedragen op 31 december 2020 (2019: k€ 3 342).
De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 1 235 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.
Per 31 december 2020 heeft de Groep geen deelnemingen in geassocieerde ondernemingen.
De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | ||
| Handelsvorderingen | 10 088 | 11 651 | ||
| Contract activa | 5 361 | 5 499 | ||
| Geboekte waardeverminderingen | - 420 | - 473 | ||
| Totaal Handelsvorderingen | 15 029 | 16 677 | ||
| Overige kortlopende activa | 970 | 1 112 | ||
| Totaal Overige kortlopende activa | 970 | 1 112 |
De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De contract activa bestaan voornamelijk uit nog te factureren diensten bepaald op basis van een "time & material" contract of een contract met een vaste prijs. De contract activa worden gepresenteerd binnen de handelsvorderingen en bedragen k€ 5 361 eind 2020 (2019: k€ 5 499). Deze contract activa zullen gefactureerd worden in 2020.
De overige kortlopende activa bestaan voornamelijk uit vooruitbetaalde kosten k€ 412 (2019: k€ 375), terug te vorderen btw en belastingen k€ 246 (2019: k€ 471) en andere overige kortlopende activa k€ 312 (2019: k€ 266).
Op 31 december 2020 bedragen de waardeverminderingen op handelsvorderingen k€ 420 (2019: k€ 473).
De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:
| in 000€ | Waardevermindering op handelsvorderingen |
||
|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | -575 | ||
| Toevoeging | -193 | ||
| Terugneming en gebruik | 295 | ||
| Op 31 december 2019 | -473 | ||
| Toevoeging | -272 | ||
| Terugneming en gebruik | 325 | ||
| Op 31 december 2020 | -420 |
De vervaldagenbalans wordt weergegeven in toelichting 2.28.
De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |||
| Geldmiddelen | 13 832 | 5 092 | ||
| Kasequivalenten | 1 189 | 651 | ||
| Totaal | 15 021 | 5 743 |
De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet. Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2020 en 2019.
Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2020 (2019: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.
Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2020 en 2019.
Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.
Reserves
De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2020 (2019: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 10 536 op 31 december 2020 (2019: k€ 8 212).
De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2020 en 2019.
Niet-gerealiseerde resultaten
De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:
| in 000€ | Financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet gerealiseerde resultaten |
Herwaardering aan reële waarde gebouwen |
Toegezegde pensioen regeling |
Totaal niet gerealiseerd e resultaten |
|---|---|---|---|---|
| Niet-gerealiseerde resultaten op 1 januari 2019 |
- 8 | 2 660 | - 35 | 2 617 |
| Reële waarde verandering fondsbeleggingen |
7 | − | − | 7 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves |
− | - 175 | − | - 175 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling |
− | − | - 183 | - 183 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | − | 51 | 51 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2019 |
- 1 | 2 485 | - 167 | 2 318 |
| Reële waarde verandering fondsbeleggingen |
11 | − | − | 11 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves |
− | - 191 | − | - 191 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling |
− | − | - 89 | - 89 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | − | 25 | 25 |
| Herwaardering gebouwen | − | 225 | − | 225 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | - 34 | − | - 34 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2020 |
10 | 2 485 | - 231 | 2 265 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders | 10 | 2 485 | - 231 | 2 265 |
| Toewijsbaar aan het minderheidsbelang | − | − | − | − |
Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | ||
| Sialtech | 377 | 426 | ||
| Geosonda BV | 703 | 672 | ||
| Enviromania/Translab | 237 | 259 | ||
| Totaal minderheidsbelang op balans | 1 317 | 1 357 | ||
| ABO Logistics | − | - 16 | ||
| Sialtech | - 49 | 26 | ||
| Geosonda BV | 30 | 1 | ||
| Enviromania/Translab | - 21 | 16 | ||
| Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat | - 40 | 27 |
Het minderheidsbelang in 2020 bestaat uit 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. Op 1 maart 2019 heeft de Groep het resterende minderheidsbelang, 25%, van ABO Logistics NV (België) verworven voor een bedrag van k€ 20. Tijdens de eerste 2 maanden van 2019 was nog een verlies van k€ 16 toewijsbaar aan het minderheidsbelang. Het minderheidsbelang in 2019 bestaat uit 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Environmania NV en Translab NV.
De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV en Enviromania/Translab NV is als volgt:
| in 000€ | Sialtech BV | Geosonda BV | Enviromania/ Translab |
|---|---|---|---|
| Langlopende activa (incl. goodwill) | 2 142 | 1 838 | 1 724 |
| Kortlopende activa | 877 | 1 407 | 265 |
| Langlopende schulden | -737 | -930 | -744 |
| Kortlopende schulden | -1 130 | -756 | -320 |
| Eigen vermogen | -1 152 | -1 559 | -925 |
| Aandeel | 33% | 45% | 26% |
| Aandeel in het eigen vermogen van het minderheidsbelang | -377 | -703 | -237 |
| Historische consolidatie-aanpassing | − | − | − |
| Boekwaarde minderheidsbelang | -377 | -703 | -237 |
| Omzet | 3 073 | 2 797 | 1 054 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | -147 | 66 | -82 |
| Aandeel | 32,74% | 45,00% | 25,59% |
| Aandeel in resultaat | -49 | 30 | -21 |
In 2019 werd een dividend aan de minderheidsaandeelhouder van Sialtech BV uitgekeerd van k€ 22.
De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Interestvoet | Vervaldag | 2020 | 2019 | |
| Straight loan | Euribor+1,2%/1,75% | 2021 | 5 696 | 4 591 | |
| Investeringkrediet | 1,75% - 2,26% | 2021 - 2025 | 6 698 | 2 581 | |
| Lease verplichtingen | 0,00% - 4,25% | 2021 - 2031 | 7 442 | 8 312 | |
| Leningen vakantiegeld | 0,60 | % | 2021 | 240 | 352 |
| Leningen vennootschapsbelasting | 0,48 | % | 2021 | 250 | 44 |
| Rekening-courant | 4,25 | % | 2021 | − | 95 |
| Euroflex lening | 3,79 | % | 2032 | 650 | 702 |
| Lening | 5,00 | % | 2021-2023 | 183 | 300 |
| Factoring | 0,85 | % | 2021 | 1 293 | 1 199 |
| Totaal | 22 452 | 18 176 | |||
| waarvan kortlopend | 14 715 | 9 624 | |||
| waarvan langlopend | 7 737 | 8 552 |
In het kader van een financieringsovereenkomst ten bedrage van maximaal 5,1 miljoen euro met Belfius, werd een convenant van netto financiële schuld / EBITDA ingevoegd van maximaal 3,5. Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 komt berekening van deze convenant uit op 1,0.
De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.
De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.
Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:
| in 000€ | Leningen | Lease verplichtingen |
Totale verplichtingen uit financiële activiteiten |
|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2020 | 9 864 | 8 312 | 18 176 |
| Netto kasstromen | 5 150 | -1 868 | 3 282 |
| Nieuwe lease verplichtingen | − | 1 044 | 1 044 |
| Buitengebruikstellingen | − | - 46 | - 46 |
| Overige | - 4 | 1 | - 3 |
| Op 31 december 2020 | 15 010 | 7 442 | 22 452 |
Als gevolg van de COVID-19 pandemie, hebben de Franse entiteiten van de groep een betalingsuitstel gekregen op hun leningen en lease verplichtingen. Voor zowel de leningen en lease verplichtingen werd een betaaluitstel verkregen van zes maanden. Alle verplichtingen werden verlengd met een termijn van zes maanden na hun initiële einddatum. De groep heeft gebruik gemaakt van de aanpassing aan IFRS 16 (Covid-19 gerelateerde huurconsessies). De groep heeft een betalingsuitstel verkregen van in totaal k€ 379 in 2020. De impact op de geconsolideerde resultatenrekening was niet materieel voor 2020.
De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) | 1.001 | 822 | |
| Toegezegde pensioenregeling (België) | 7 | − | |
| Geschillen | 135 | 119 | |
| Totaal | 1.143 | 941 |
ABO NV is betrokken in een aantal juridische procedures. Telkens wordt de vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Ondanks het feit dat de vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), houdt de vennootschap op heden een voorziening aan van in totaal k€ 110. ERG is eveneens betrokken in een aantal juridische procedures waarvoor de vennootschap een voorziening aanhoudt van in totaal k€ 26. In totaal is k€ 135 voorzien in 2020 (k€ 119 in 2019). Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.
De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.
De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| in 000€ | Netto verplichting |
Reële waarde activa |
Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto |
|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | 1 045 | - 511 | 534 |
| Bijdragen | − | - 41 | - 41 |
| Interesten | 17 | - 7 | 10 |
| Prestaties | 135 | − | 135 |
| Uitbetalingen | - 5 | 5 | − |
| Actuariële verliezen | 183 | − | 183 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | − | − |
| Op 31 december 2019 | 1 375 | - 554 | 822 |
| Bijdragen | − | - 42 | - 42 |
| Interesten | 11 | - 5 | 6 |
| Prestaties | 133 | − | 133 |
| Uitbetalingen | − | − | − |
| Actuariële verliezen | 82 | − | 82 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | 2 | 2 |
| Op 31 december 2020 | 1 601 | - 600 | 1 001 |
De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:
| in 000€ | 31 december | Voor het jaar eindigend op | |
|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | ||
| Salarisverhoging | 2,0% | 2,0% | |
| Verdisconteringsvoet | 0,5% | 0,8% |
De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Impact wijziging demografische assumpties | -4 | -2 | |
| Impact wijziging ervaring op netto verplichting | 6 | -8 | |
| Impact wijziging actualisatievoet | -84 | -173 | |
| Rendement op de activa exclusief interesten | -2 | − | |
| Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat | -84 | -183 |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | ||
| Prestaties | 133 | 135 | |
| Interestkost op de verplichting | 11 | 17 | |
| Totaal | 144 | 152 |
De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|
|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |
| Aandelen | 112 | 103 |
| Obligaties | 339 | 313 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 62 | 58 |
| Vastgoed | 79 | 73 |
| Overige | 7 | 7 |
| Totaal | 600 | 554 |
De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:
| in 000€ | 2020 |
|---|---|
| Actualisatievoet: +0,5% | -132 |
| Actualisatievoet: -0,5% | 149 |
De Groep verwacht dat in 2021 de werkgeversbijdrages aan het pensioenplan k€ 161 zullen bedragen.
De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 177 aangesloten werknemers (2019: 162).
De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.
De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| in 000€ | Netto verplichting |
Reële waarde activa |
Verplichting toegezegde pensioen regeling, netto |
|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2019 | 887 | - 887 | − |
| Bijdragen | − | - 58 | - 58 |
| Interesten | 17 | - 17 | − |
| Prestaties | 54 | − | 54 |
| Actuariële verliezen | 8 | - 8 | − |
| Belastingen betaald op bijdragen | - 9 | 9 | − |
| Administratiekosten | − | 4 | 4 |
| Op 1 januari 2020 | 957 | - 957 | − |
| Bijdragen | − | - 56 | - 56 |
| Interesten | 10 | - 11 | - 1 |
| Prestaties | 53 | − | 53 |
| Uitbetalingen | - 5 | 5 | − |
| Actuariële verliezen | 15 | - 10 | 5 |
| Belastingen betaald op bijdragen | - 6 | 6 | − |
| Administratiekosten | − | 6 | 6 |
| Op 31 december 2020 | 1 024 | -1 017 | 7 |
De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 |
| Impact wijziging ervaring op netto verplichting | − | − |
| Impact wijziging actualisatievoet | -5 | 7 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | -7 |
| Belastingimpact | − | − |
| Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat | -5 | − |
De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|
|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |
| Inflatie | 1,70% | 1,70% |
| Verdisconteringsvoet | 0,75% | 1,10% |
| Rendement op activa | 0,75% | 1,10% |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Prestaties | 53 | 54 | |
| Netto interest | -1 | − | |
| Administratiekosten | 6 | 4 | |
| Totaal | 58 | 58 |
De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.
Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting (de impact zou k€ -4 bedragen bij een stijging van de actualisatievoet van 0,25% en k€ 8 bij een daling van de actualtisatievoet met 0,25%).
De Groep verwacht dat in 2021 k€ 58 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.
De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 35 jaar. Het pensioenplan heeft 133 aangesloten actieve werknemers en 402 aangesloten niet-actieve werknemers.
De overige kortlopende schulden bestaan uit:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |||
| Toe te rekenen kosten | 24 | 38 | ||
| Voorafbetalingen | - 521 | - 311 | ||
| Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) | 1 680 | 2 007 | ||
| Kortlopende voorzieningen | 216 | 192 | ||
| Schulden m.b.t. personeel | 4 366 | 4 511 | ||
| Overige | 86 | 157 | ||
| Totaal | 5 851 | 6 594 |
Financiële vaste activa
| Boekwaarde | Fair value | |||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 |
| Financiële vaste activa | ||||
| Financiële vaste activa gewaardeerd aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten |
42 | 32 | 42 | 32 |
| Beleggingsfondsen | 42 | 32 | 42 | 32 |
| Financiële vaste activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
30 794 | 23 528 | 30 794 | 23 528 |
| Handelsvorderingen | 15 029 | 16 677 | 15 029 | 16 677 |
| Overige financiële activa (langlopend) | 623 | 629 | 623 | 629 |
| Overige kortlopende activa | 121 | 479 | 121 | 479 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 15 021 | 5 743 | 15 021 | 5 743 |
| Totaal financiële vaste activa | 30 836 | 23 560 | 30 836 | 23 560 |
De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
Financiële verplichtingen
| Boekwaarde | Fair value | |||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 |
| Financiële verplichtingen | ||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
29 237 | 23 342 | 29 433 | 23 554 |
| Leningen | 22 452 | 18 176 | 22 648 | 18 388 |
| Handelsschulden | 6 698 | 5 008 | 6 698 | 5 008 |
| Overige schulden | 87 | 158 | 87 | 158 |
| Totaal financiële verplichtingen | 29 237 | 23 342 | 29 433 | 23 554 |
| Waarvan langlopend | 7 737 | 8 552 | 7 853 | 8 691 |
| Waarvan kortlopend | 21 500 | 14 790 | 21 580 | 14 863 |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 | |||
|---|---|---|---|---|
| Totaal | niveau 1 | niveau 2 | niveau 3 | |
| Financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
42 | − | − | 42 |
| Financiële schulden: leningen | 22 648 | − | 22 648 | − |
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 | ||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Totaal | niveau 1 | niveau 2 | niveau 3 |
| Financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
32 | − | − | 32 |
| Financiële schulden: leningen | 18 388 | − | 18 388 | − |
De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.
De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:
| in 000€ | |
|---|---|
| Op 1 januari 2019 | 25 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | 7 |
| Op 31 december 2019 | 32 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | 11 |
| Op 31 december 2020 | 42 |
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1 330. In maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de terreinen en gebouwen in België maar de reële waarde week niet materieel af ten opzichte van de boekwaarde eind 2019. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in februari 2018, behalve voor het gebouw binnen de entiteit Geomet Vastgoed B.V.: dit gebouw werd per eind 2020 geherwaardeerd aan k€ 1 235 waardoor een reële waardeaanpassing werd geboekt van k€ 225. Voor Frankrijk dateert de herwaardering van december 2018. De impact van de waardering van de gebouwen in Frankrijk in 2018 was een nietgerealiseerde winst van k€ 1 253. De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.
De niet-gerealiseerde winst in 2020 met betrekking op het Nederlandse gebouw binnen Geomet Vastgoed BV bedroeg k€ 225. In 2019 waren geen additionele herwaarderingen aan reële waarde.
De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:
Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.
De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.
De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring).
De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2020 en 2019:
| in 000€ | België | Frankrijk Nederland | Totaal segmenten |
Aanpassingen en eliminaties |
Totaal geconsolideerd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 |
||||||
| Omzet (derden) | 15 354 | 24 071 | 9 927 | 49 352 | − | 49 352 |
| Omzet (intra-groep) | 725 | 7 | 206 | 938 | - 938 | − |
| Bedrijfresultaat | 915 | 1 674 | 451 | 3 040 | − | 3 040 |
| Interestopbrengsten | 47 | 7 | − | 54 | - 42 | 12 |
| Interestlasten | - 180 | - 54 | - 183 | - 417 | 42 | - 375 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
393 | 1 496 | 205 | 2 094 | − | 2 094 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | − | − | − | − | − | − |
| - afschrijvingen | -1 309 | -1 638 | -1 506 | -4 453 | − | -4 453 |
| Totaal activa | 49 894 | 31 489 | 9 887 | 91 270 | -34 268 | 57 002 |
| Totaal schulden | -13 849 | -19 586 | -7 733 | -41 168 | 3 145 | -38 023 |
| in 000€ | België | Frankrijk Nederland | Totaal segmenten |
Aanpassingen en eliminaties |
Totaal geconsolideerd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 |
||||||
| Omzet (derden) | 15 314 | 22 641 | 10 060 | 48 015 | − | 48 015 |
| Omzet (intra-groep) | 682 | − | 265 | 947 | - 947 | − |
| Bedrijfsresultaat | 933 | 1 548 | 685 | 3 166 | − | 3 166 |
| Interestopbrengsten | 43 | 17 | - 2 | 58 | - 55 | 3 |
| Interestlasten | - 193 | - 56 | - 192 | - 441 | 52 | - 389 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
404 | 986 | 400 | 1 790 | − | 1 790 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | − | − | − | − | − | − |
| - afschrijvingen | -1 414 | -1 433 | -1 419 | -4 266 | − | -4 266 |
| Totaal activa | 32 071 | 24 149 | 9 913 | 66 133 | -16 562 | 49 571 |
| Totaal schulden | -14 644 | -13 430 | -8 155 | -36 229 | 3 406 | -32 823 |
Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).
De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.
De omzet kan als volgt gedetailleerd worden per type dienstverlening en per aard, en dit opgesplitst per segment:
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2020 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | België | Nederland | Frankrijk | Totaal | |
| Per aard van de diensten | |||||
| Consulting | 11 094 | 4 036 | 8 315 | 23 444 | |
| Testing and monitoring | 4 176 | 5 870 | 15 756 | 25 802 | |
| Overige | 84 | 21 | − | 106 | |
| Totaal | 15 354 | 9 927 | 24 071 | 49 352 | |
| Per type van de diensten | |||||
| Bodem | 11 760 | 4 770 | 4 680 | 21 210 | |
| Geotechniek | 2 271 | 5 136 | 19 391 | 26 798 | |
| Asbest & energie | 1 238 | − | − | 1 238 | |
| Overige | 85 | 21 | − | 106 | |
| Totaal | 15 354 | 9 927 | 24 071 | 49 352 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | België | Nederland | Frankrijk | Totaal | ||
| Per aard van de diensten | ||||||
| Consulting | 11 364 | 3 805 | 7 316 | 22 485 | ||
| Testing and monitoring | 3 930 | 6 235 | 15 325 | 25 490 | ||
| Overige | 20 | 20 | − | 40 | ||
| Totaal | 15 314 | 10 060 | 22 641 | 48 015 | ||
| Per type van de diensten | ||||||
| Bodem | 11 801 | 4 818 | 3 616 | 20 235 | ||
| Geotechniek | 1 519 | 5 222 | 19 025 | 25 766 | ||
| Asbest & energie | 1 932 | − | − | 1 932 | ||
| Overige | 62 | 20 | − | 82 | ||
| Totaal | 15 314 | 10 060 | 22 641 | 48 015 |
De diensten worden voornamelijk geleverd op basis van "time & material" contracten (consulting) of contracten met een vaste prijs (consulting, testing en monitoring). De "consulting" diensten worden geleverd over een bepaalde tijd welke maandelijks gefactureerd worden of waarbij de vooruitgang wordt bepaald door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. De "testing en monitoring" diensten worden geleverd op een bepaald tijdstip, namelijk bij oplevering van het project. Deze diensten zijn meestal van korte duur.
De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Bedrijfssubsidies | 19 | 364 | |
| Doorgerekende kosten | 203 | 208 | |
| Vrijstelling BV (competitiviteitspact) | 103 | 156 | |
| Voordelen in natura | 73 | 93 | |
| Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa | 54 | 74 | |
| Vrijval vervallen handelsschulden | − | 21 | |
| Terugbetaling verzekeringspremies | 9 | 38 | |
| Terugname voorzieningen klanten | 12 | 21 | |
| Meerwaarde op realisatie van financiële vaste activa | − | 60 | |
| Badwill overname Innogeo | − | 35 | |
| Overige | 133 | 165 | |
| Herverdeling sociale lasten | 1 | 1 | |
| Totaal | 607 | 1 236 |
De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 |
| Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) | -528 | -461 |
| Minderwaarde realisatie handelsvorderingen | -257 | -53 |
| Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete | -12 | -26 |
| Opboeking van voorzieningen voor geschillen | 162 | 91 |
| Minderwaarde vaste activa | -5 | -7 |
| Overige | -145 | -93 |
| Totaal | -785 | -549 |
De onderstaande tabel geeft de verschillende componenten van de diensten en diverse goederen weer:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Huurkosten | -1 364 | -1 405 | |
| Onderhoud en herstellingen | -1 555 | -1 602 | |
| Brandstof en aankoop klein materiaal | -2 820 | -2 903 | |
| Verzekeringen | -1 290 | -1 172 | |
| Diensten geleverd door derde partijen | -2 862 | -3 119 | |
| Erelonen | - 806 | - 816 | |
| Verplaatsings- en marketingkosten | -2 273 | -2 258 | |
| Uitzendkrachten | -1 332 | -1 757 | |
| Management en bestuursvergoedingen | - 707 | - 701 | |
| Totaal diensten en diverse goederen | -15 009 | -15 732 |
De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Korte-termijn personeelsbeloningen | -15 491 | -15 154 | |
| Sociale Zekerheid | -4 835 | -4 721 | |
| Toegezegde bijdrage pensioenregelingen | - 35 | - 35 | |
| Te bereiken doel pensioenregeling | - 94 | - 105 | |
| Overige personeelskosten | -1 054 | - 983 | |
| Totaal | -21 509 | -20 998 | |
| Totaal geregistreerde personeelsleden (FTE) | 393 | 367 |
De overige personeelskosten bestaan voornamelijk uit forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen k€ 161, maaltijd- en ecocheques k€ 157, opbouw vakantiegeld en tijdspaarfonds k€ 128, groeps- en hospitalisatieverzekeringen k€ 101, diverse arbeidsgerelateerde verzekeringen k€ 65, werkkledij k€ 54, winstuitkering personeel k€ 166 en abonnementen en vervoerskosten k€ 47.
De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Interesten | -154 | -180 | |
| Rentekosten op huurverplichtingen | -220 | -209 | |
| Overige | -142 | -257 | |
| Totaal | -516 | -646 |
De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | ||
| Interesten | 12 | 3 | |
| Overige | 1 | 34 | |
| Totaal | 13 | 37 |
De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 |
| Verwachte belastinglast voor het jaar | - 814 | -1 010 |
| Uitgestelde belastingen | 61 | 223 |
| Belastingen over het voorgaande jaar | 310 | 20 |
| Totale belastingkost | - 443 | - 767 |
De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2020 en 2019 is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 |
| Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen | 2 537 | 2 557 |
| Belastingen aan het statutaire tarief van 25% (29,58% in 2019) | - 634 | - 756 |
| Verschil in belastingsvoet | - 28 | 69 |
| Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren | 310 | 20 |
| Overige belastingkortingen | 27 | 1 |
| Verworpen uitgaven | - 120 | - 178 |
| Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd geboekt |
55 | 1 |
| Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar |
- 31 | - 22 |
| Impact ontvangen dividenden | - 4 | - 4 |
| Vrijgestelde subsidie | 42 | 74 |
| Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen | - 54 | 25 |
| Overige | - 6 | 3 |
| Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening | - 443 | - 767 |
De aanpassingen belastingen op vorige boekjaren in 2020 hebben voornamelijk betrekking op historische fiscale dossiers met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling in Frankrijk over voorgaande boekjaren waarbij een terugbetaling van k€ 271 werd verkregen.
De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| in 000€ Fiscale verliezen |
2020 | Wijziging in de resultatenrekening voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2019 | ||
| 586 | 750 | 164 | 53 | |
| Immateriële vaste activa | 251 | - 53 | - 304 | 13 |
| Materiële vaste activa | - 184 | 77 | 261 | - 53 |
| Voorzieningen | 303 | 266 | - 14 | - 127 |
| Overige | - 35 | - 32 | 3 | - 6 |
| Totaal uitgestelde belastingvordering | 921 | 1 008 | ||
| Fiscale verliezen | 12 | − | − | − |
| Materiële vaste activa | - 964 | -1 056 | - 126 | - 71 |
| Immateriële vaste activa | - 270 | - 306 | - 36 | - 64 |
| Voorzieningen | − | − | − | - 19 |
| Totaal uitgestelde belastingschuld | -1 222 | -1 362 |
| Totale uitgestelde belastingskost | - 52 | - 274 |
|---|---|---|
| waarvan opgenomen in de resultatenrekening |
- 61 | - 223 |
| waarvan opgenomen in de niet gerealiseerde resultaten |
9 | - 51 |
Tijdens 2019 werd een uitgestelde belastingschuld opgenomen van k€ 131 (zie toelichting 2.4 bedrijfscombinaties voor meer informatie) tijdens de reële waarde-aanpassing op de acquisitie van Innogeo SAS.
De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.
De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 803 per 31 december 2020 (2019: k€ 837) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.
De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 6 712 per 31 december 2020 (2019: k€ 7 102). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 31 928 (2019: k€ 32 076) fiscaal overdraagbare verliezen.
Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2020 van k€ 586 (2019: k€ 750) waarvan k€ 260 (2019: k€ 388) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.
Het totaal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel, gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel, is 10 568 735.
Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.
De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.
De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden.
Voor meer informatie over lease verplichtingen, verwijzen we naar de sectie "Financiële schulden".
De Groep heeft een bedrag van k€ 1 455 aan gevestigde hypotheken (2019: k€ 1 480). Het bestaande hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen (2019: k€ 900), kwam in 2020 vrij te vallen.
De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van k€ 1 125 op 31 december 2020 (2019: k€ 1 125). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van k€ 169 op 31 december 2020 (2019: k€ 169)
De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.
De totale voorziening bedraagt k€ 135 op 31 december 2020 (2019: k€ 119) welke geboekt is onder "voorzieningen".
De Groep is voornamelijk onderhevig aan marktrisico, liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.
Tijdens de tweede helft van 2018 heeft de Groep de potentiële impact die de Brexit ('met deal' en 'zonder deal') kan hebben op zijn financiële prestaties en financiële positie ingeschat. Het management verwacht geen significante negatieve impact op de Groep aangezien de Groep slechts zeer beperkte activiteiten heeft met of in het Verenigd Koninkrijk.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):
| < 1 jaar | 2-5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|
| 12 747 | 2 291 | − | 15 038 |
| 2 059 | 4 038 | 1 525 | 7 622 |
| 6 698 | − | − | 6 698 |
| 87 | − | − | 87 |
| 21 591 | 6 329 | 1 525 | 29 445 |
| < 1 jaar | 2-5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| 7 638 | 2 226 | − | 9 864 |
| 2 048 | 4 560 | 1 841 | 8 449 |
| 5 008 | − | − | 5 008 |
| 158 | − | − | 158 |
| 14 852 | 6 786 | 1 841 | 23 479 |
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.
Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 47.
Kredietrisico verwijst naar het risico waarbij een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
| in 000€ | Niet vervallen | Vervallen | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | < 30 d | 31-60 d | 61-90 d | > 91 d | |||
| Op 31 december 2020 |
14 998 | 12 101 | 1 627 | 593 | 298 | 379 | |
| Op 31 december 2019 |
16 677 | 12 597 | 2 073 | 826 | 451 | 730 |
De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 420 op 31 december 2020 (2019: k€ 473) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2020 42 % (2019: 81 %).
Gedurende het boekjaar 2020 kreeg de groep te maken met de effecten van de verschillende golven van het corona-virus. Tijdens de eerste golf werd in België en Frankrijk door de overheid vanaf midden maart gekozen voor een harde lockdown, waardoor werven gedurende meerdere weken niet toegankelijk waren. Dit had vooral zijn impact op de veldwerkafdelingen, die tijdelijk dienden over te schakelen op werkloosheid. De consultingactiviteiten schakelden volledig over naar thuiswerk en konden een optimale bezetting handhaven. Vanaf mei normaliseerde de operationele werking. De tweede golf vanaf midden oktober had een minder ingrijpend effect, gezien zowel wij, als de meeste van onze klanten, gewoon verder konden werken, mits respect en naleving van de diverse maatregelen. Het omzetverlies in de eerste jaarhelft kon grotendeels worden weggewerkt in het tweede halfjaar, gezien tal van projecten gewoon werden doorgeschoven. Het verlies aan toegevoegde waarde in het eerste halfjaar werd gecompenseerd door lagere werkingskosten (significante daling van kosten voor brandstof, opleiding, beurzen, …). Zowel op Europees, als op nationaal vlak werden in onze thuismarkten aanzienlijke relance-plannen aangekondigd. Het blijft voorlopig afwachten en uitkijken naar de positieve effecten van de vaccinatiecampagnes. ABO verwacht dat het op korte termijn terug zal kunnen aanknopen met organische groei.
De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 2019 | |||
| Korte-termijn beloningen | 674 | 614 | ||
| Einde-loopbaan beloningen | 18 | 13 | ||
| Totaal | 692 | 627 |
De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:
| in 000€ | Verkoop van diensten |
Aankopen van |
Interest opbrengsten |
Interestkosten | Vordering | Schuld |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouders van de Groep |
||||||
| 2020 | − | − | − | − | 1 | − |
| 2019 | − | − | − | − | 1 | -3 |
| Andere verbonden partijen |
||||||
| 2020 | 27 | -576 | − | − | 26 | -86 |
| 2019 | 27 | -614 | − | − | 17 | -53 |
De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:
Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.
De vergoeding van de commissaris is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2020 | 2019 | |
| Vergoeding audit | 163 | 146 | |
| Totaal | 163 | 146 |
Het effect van nieuwe golven en mogelijke lockdowns door de impact van het coronavirus, werd reeds beschreven in toelichting "2.28 - Risico's". Daarnaast realiseerde de groep volgende gebeurtenissen na balansdatum:
Begin januari heeft de groep alle aandelen van de vennootschap GEO+ Environnement overgenomen. Midden januari heeft de groep een belang van 12,8% van een minderheidsaandeelhouder van Enviromania BV aangekocht. Eind februari heeft de groep alle aandelen die het nog niet bezat in Sialtech BV verworven. Tevens eind februari heeft de groep alle aandelen van GEOSONIC France verworven.
De initiële boekhoudkundige verwerking van de bovenvermelde bedrijfscombinaties is nog niet gefinaliseerd aangezien de reële waardebepaling van de geïdentificeerde activa en verplichtingen nog niet werd berekend.
Daarnaast heeft de groep een aantal maatregelen aangekondigd om de liquiditeit van het aandeel te verhogen:
| Dochterondernemingen | Land | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|
| ABO NV | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO Logistics NV | België | 100,0% | 100,0% |
| E20 (Energy To Zero Consult NV) | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda Environment NV | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda BV | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO Holding NV | België | 0,0% | 100,0% |
| ABO-Group Environment NV | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO Research BV | België | 100,0% | 100,0% |
| Enviromania BV | België | 74,4% | 74,4% |
| Translab Environmental Consult NV | België | 74,4% | 74,4% |
| ABO Beheer BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO Milieuconsult BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Geomet BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Geomet Vastgoed BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO-GROUP Nederland BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Sialtech BV | Nederland | 67,3% | 67,3% |
| Geosonda BV | Nederland | 55,0% | 55,0% |
| ERG Holding SA | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Equipement SARL | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Environnement SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| SCI NicERG | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| Innogeo SARL | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ECOREM Baltya | Litouwen | 100,0% | 100,0% |
ABO Holding NV werd geliquideerd per 24/12/2020.
De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.
Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie
het overkoepelende moederbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn nietgeconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2020 en 31 december 2019
| in 000€ | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Vaste Activa | 33.479 | 26.205 |
| Immateriële vaste activa | 875 | |
| Materiële vaste activa | 1.332 | 1.122 |
| Financiële vaste activa | 31.272 | 25.083 |
| Vlottende activa | 5.002 | 6.486 |
| Overige activa (looptijd > 1 jaar) | ||
| Overige activa (looptijd < 1 jaar) | 5.002 | 6.486 |
| Totaal activa | 38.481 | 32.691 |
| Eigen vermogen | 31.457 | 26.504 |
| Aandelenkapitaal en uitgiftepremies | 173.083 | 173.083 |
| Reserves | -141.626 | -146.579 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Schulden op meer dan één jaar | 568 | 377 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 6.456 | 5.809 |
| Totaal passiva | 38.481 | 32.691 |
Verkorte, niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:
Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:
| in 000€ | 2020 | 2019 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 1.114 | 778 |
| Omzet | 1.110 | 778 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 4 | - |
| Bedrijfskosten | 954 | 592 |
| Bedrijfsresultaat | 160 | 186 |
| Financieel resultaat | 4.793 | 16 |
| Financiële opbrengsten | 4.911 | 113 |
| Financiële kosten | -118 | -97 |
| Resultaat voor belastingen | 4.953 | 202 |
| Winst van het boekjaar | 4.953 | 202 |



EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Pauline Van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent
Tel: +32 (0) 9 242 51 11 Fax: +32 (0) 9 242 51 51 ey.com
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van ABO-Group Environment NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2020, de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel van het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 30 mei 2018, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2020. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 6 opeenvolgende boekjaren.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2020 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 57.002 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 2.094 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Besloten vennootschap
Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société

Verslag van de commissaris van 23 april 2021 over de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 (vervolg)
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
De contract activa bedragen € 5.361 duizend op 31 december 2020 (zoals beschreven in Toelichting 2.9 van de Geconsolideerde Jaarrekening) en hebben betrekking op nog te facturen prestaties voor contracten met klanten. Contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases. Omzet uit contracten op basis van "time & material" wordt maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst. Omzet uit contracten met vaste prijs wordt erkend op basis van de vooruitgang van het project. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt. De waardering van contract activa is belangrijk voor onze controle omdat het management diverse veronderstellingen en hypotheses hanteert om de waarde van de contract activa in te schatten conform IFRS 15.
Onze controleprocedures omvatten onder andere het volgende:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

Verslag van de commissaris van 23 april 2021 over de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 (vervolg)
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

Verslag van de commissaris van 23 april 2021 over de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 (vervolg)
ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
Er werden geen bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd zijn, verricht.
• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Gent, 23 april 2021
EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door

Marnix Van Dooren * Partner * Handelend in naam van een BV
21MVD0192

www.abo-group.eu

Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.