AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

ABO-Group Environment NV

Annual Report Apr 26, 2019

3901_10-k_2019-04-26_d799e6a0-9a22-4fce-9fa9-8202effacd05.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

ABO-Group Environment Jaarverslag 2018

Inhoudstafel

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering

van ABO-Group Environment NV 7
1. Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven 9
Geconsolideerde resultatenrekening 9
Geconsolideerde balans 11
Geconsolideerde kasstroomtabel 11
Vooruitzichten 2019 12
Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven 12
3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt 13
Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap 13
Risico's verbonden aan de Vennootschap 15
Financiële risico's 15
4.
Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV 17
Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 17
6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden 17
Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek 17
Gegevens over het bestaan van bijkantoren 17
9. Verantwoording in toepassing van artikel 96,6° Wetboek van Vennootschappen 18
10. Gebruik van financiële instrumenten 18
11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur 18
11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering 19
11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid W 2 mei 2007) 21
11.3. Raad van bestuur 24
11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur 25
11.5. Management en dagelijks bestuur 26
11.6. Genderquotum 27
11.7. Remuneratieverslag 27
11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 523 wetboek van vennootschappen 29
11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 524 wetboek van vennootschappen 31
12. Ontslagen en benoemingen 31
13. Verklaring door de verantwoordelijke personen 31
Geconsolideerde resultatenrekening 34
Geconsolideerd totaal resultaat
Geconsolideerde balans 36
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 38
Geconsolideerde kasstroomtabel 39
Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten 41
1. Bedrijfsinformatie 41
2. Presentatiebasis 41
2.1. Voornaamste boekhoudprincipes 42
2.2. Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn 51
2.3. Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen 53
2.4. Bedrijfscombinaties 54
2.5. Goodwill 54
2.6. Immateriële vaste activa 55
2.7. Materiële vaste activa 56
2.8. Geassocieerde ondernemingen 57
2.9. Handels- en overige kortlopende activa 57
2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten 58
2.11. Eigen vermogen 58
2.12. Financiële schulden 60
2.13.
2.14.
Voorzieningen 61
Overige kortlopende schulden 65
2.15. Reële waarde 65
2.16. Segmentinformatie 67
2.17. Omzet 69
2.18. Overige bedrijfsopbrengsten 70
2.19. Overige bedrijfskosten 70
2.20. Personeelsbeloningen 71
2.21. Financiële kosten 71
2.22. Financiële opbrengsten 71
2.23. Belastingen 72
2.24. Winst per aandeel 73
2.25. Niet-voortgezette activiteiten 74
2.26. Mogelijke verplichtingen 74
2.27. Verbintenissen 74
2.28. Risico's 75
2.29. Relaties met verbonden partijen 77
2.30. Vergoeding van de commissaris 78
2.31. Gebeurtenissen na balansdatum 78
2.32. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten 78
Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment 79

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van ABO-Group Environment NV

Groepsstructuur per 31 december 2018

8BLADZIJDE * E20 NV

100,00%

Geachte aandeelhouders,

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2018 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.

De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen samengevoegd.

In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.

ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochter-vennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. ABO Holding NV is juridisch dochtervennootschap van ABO-GROUP Environment NV, boekhoudkundig wordt zij voor de geconsolideerde jaarrekening evenwel aanzien als de moedervennootschap.

De consolidatiekring zag er op 31 december 2018 uit als volgt: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda Environment NV, Enviromania BVBA en Translab NV), Nederland (ABO Beheer BV, ABO Milieuconsult BV, Geomet Vastgoed BV, Geomet BV, Geosonda BV, Sialtech BV) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, SCI NicERG), ABO Research BVBA en Thenergo Nederland BV.

1. Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven

Geconsolideerde resultatenrekening

Organische groei van 5,5% in geotechniek

Over 2018 stabiliseerde de omzet van ABO-GROUP op 44,4 miljoen euro. Onderliggend werd evenwel een zeer degelijke organische groei van 5,5% gerealiseerd in de geotechnische afdelingen. Geotechniek werd reeds in 2017 strategisch aangeduid als de groeimotor van de groep voor de komende jaren. Daarnaast kon ook de afdeling asbest een zeer mooie prestatie neerzetten, met een groei van 18%. Alhoewel nog steeds beperkt in de totale omzet (6%), mag ook hier verdere groei verwacht worden. In de afdeling "Bodem en Milieu" was er een lichte terugval, enerzijds door het minder gebruik maken van externe capaciteit, anderzijds door een iets lagere productiviteit. Door (tijdelijke) uitval van machines en personeel kon immers een deel van het voorziene werkvolume niet binnen het boekjaar gerealiseerd worden.

2017
in € 000
2018
in € 000
Verandering
in € 000
Verandering
in %
%
van omzet
Geotechniek 20.500 21.624 1.124 5,48% 48,7%
Bodem & Milieu 19.822 19.394 -427 -2,16% 43,7%
Asbest & Energie 2.124 2.518 393 18,54% 5,7%
Overige 1.681 856 -825 -49,07% 1,9%
Omzet 44.127 44.393 266 0,60% 100%

Geotechniek als groeimotor voor de groep

Geotechniek vormt met 49% van de omzet de grootste activiteit van de groep. Er wordt actief geïnvesteerd om de kruisbestuiving tussen de verschillende geotechnische afdelingen (veldwerk en advies) optimaal te kunnen benutten. De uitwisseling van kennis en materieel tussen de landen wordt aangemoedigd. Er worden contacten gelegd met internationale klanten, om hen aldus een soortgelijke kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden in verschillende markten. Geïnspireerd door de kennis en ervaring uit Frankrijk, werden inmiddels ook in België geotechnische labo-activiteiten opgestart.

Dubbelcijferige groei in Nederland, lichte groei in België, stabilisatie na een jaar van sterke groei in Frankrijk

In Nederland behaalt de groep een dubbelcijferige omzetgroei. Het momentum is nog steeds heel positief, doch de sterkte van de groei neemt langzaam af. Voornaamste oorzaken van de vertraging lijken te liggen in het niet tijdig kunnen invullen van de vraag naar materiaal en gekwalificeerd personeel. In Frankrijk werd de groep geconfronteerd met enerzijds het wegvallen van de omzet uit "Le Grand Paris", anderzijds met moeilijkheden in de planning ten gevolge van tal van protestacties en sociale onrust. Deze stabilisatie volgt evenwel na een voorgaand jaar van zeer uitgesproken groei (+16% in 2017). In België groeiden de asbest laboactiviteiten (Translab) en het geotechnisch veldwerk (Geosonda) zeer sterk. Het wegvallen van het grote, internationale contract in Uganda (1,1 miljoen omzet in 2017), dat geen vervolg kreeg in 2018, verklaart de daling in het segment internationaal.

2017
In € 000
2018
In € 000
Verandering
In € 000
Verandering
In %
% van
Omzet
Frankrijk 19.205 18.868 -337 -1,75% 42,5%
België 15.152 15.437 285 1,88% 34,8%
Nederland 8.380 9.272 892 10,64% 20,9%
Internationaal 1.390 815 -575 -41,37% 1,8%
Omzet 44.127 44.393 266 0,60% 100%

Operationele winstgevendheid beïnvloed door interne en externe factoren

Gegeven de groeiambitie van de groep, werden gedurende 2018 heel wat nieuwe personeelsleden aangeworven (netto +13 FTE, van 351 naar 364 werknemers). Deze extra capaciteit kon evenwel niet worden vertaald naar bijkomende omzet en toegevoegde waarde. De verklaring zit hoofdzakelijk in het niet kunnen halen van een optimale planning, enerzijds door interne factoren (stilstand van machines, personeelswissels, langdurige ziektes, …), anderzijds door externe elementen (voornamelijk de sociale onrust in Frankrijk). De hogere bezoldigingen (+8%, van 18,8 naar 20,3 miljoen euro) hebben daardoor een rechtstreekse weerslag op de operationele winst.

De operationele winst voor afschrijvingen komt uit op 4,04 mio euro (0,38 euro/aandeel), een daling met 26%. De Nederlandse activiteiten leverden een aanzienlijk hogere bijdrage (+389k euro), evenwel was er een stevige terugval in België (ABO / E20) en Frankrijk (ERG Géotechnique). Het uitblijven van nieuwe opdrachten in de internationale afdeling, zorgde bijkomend voor een terugval.

De afschrijvingen nemen toe van 2,47 mio naar 2,67 mio euro als gevolg van de verdere investeringen in materiële vaste activa. In 2018 werd in totaal voor 3,7 miljoen euro aan nieuwe activa aangekocht. De voorbije jaren heeft de groep aanzienlijk geïnvesteerd, zowel in uitbreiding van zijn machinepark, als in uitbreiding van zijn boortechnieken. In 2018 werd o.a. een sonisch boortoestel aangekocht voor de Belgische markt. In Nederland werd vooral binnen de afdeling geotechniek resoluut gekozen voor uitbreiding en vervanging. Naar aanvoelen van de groepsdirectie is het machinepark op heden van uitstekende kwaliteit en kan voldaan worden aan zo goed als elke mogelijke marktvraag. In België werd daarnaast geïnvesteerd in het opstarten van een geotechnisch labo.

Stabiele bedrijfsopbrengsten, met hogere bedrijfskosten (+1,6 mio euro) resulteren in een lager bedrijfsresultaat. De operationele winst daalt bijgevolg van 3 naar 1,4 mio euro.

Het financieel resultaat verbetert aanzienlijk, grotendeels door het wegvallen van wisselkoers-verliezen op de dollar. Het minderheidsbelang in Esher werd verkocht, waardoor het aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen wegvalt. De lagere winst voor belastingen resulteert in aanzienlijk lagere belastingen. Daarenboven werd in 2017 n.a.v. het zomerakkoord een éénmalige, uitzonderlijke last van 844k euro geboekt.

De nettowinst daalt van 1,1 mio euro naar 0,6 mio euro (0,05 euro per aandeel). Het totaal resultaat (deel van de groep) neemt evenwel toe met 31% van 1,18 naar 1,55 mio euro. De actualisatie van de waarde van het vastgoed in Frankrijk, alsook van de Franse pensioenverplichtingen, verlopen immers niet via resultatenrekening, doch rechtstreeks via het eigen vermogen van de groep.

Geconsolideerde balans

Het balanstotaal groeit aan van 40,8 naar 42,9 mio euro. Aan actiefzijde zijn de voornaamste wijzigingen de toename van de materiële vaste activa (als gevolg van het investeringsprogramma) en de omzetting van handelsvorderingen naar liquide middelen. Aan passiefzijde zorgt de herwaardering van de gebouwen in Frankrijk voor een aanzienlijke stijging van de niet-gerealiseerde resultaten. De financiële schulden nemen toe, hoofdzakelijk door leasing van nieuw materieel.

Het totaal eigen vermogen neemt toe van 13,7 mio euro tot 15,1 mio euro, wat een eigen vermogensratio van 35,2% oplevert (33,6% in 2017). De netto financiële schuld is toegenomen tot een bedrag van 8,7 mio euro (t.o.v. 7,9 mio euro in 2017). De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) daalt van 63% naar 61,7%, wat meer dan voldoende ruimte laat voor verdere acquisitieve groei.

2017
In € 000
2018
In € 000
Kasstroom uit operaties 1.751 3.291
Operationele kasstroom 4.555 3.251
Werkkapitaalaanpassingen -2.804 40
Kasstroom uit investeringen -522 -2.352
Kasstroom uit financiering -698 331
Cash 1/1 2.994 3.525
Cash 31/12 3.525 4.795

Geconsolideerde kasstroomtabel

De netto kasstroom uit operationele activiteiten verbetert sterk, van 1,75 naar 3,3 mio euro, ondanks een daling van de operationele kasstroom van 4,56 mio euro naar 3,25 mio euro (-28,6%). Door een intensieve opvolging van het werkkapitaal konden de openstaande handelsvorderingen aanzienlijk worden verlaagd.

De groep investeerde 2,35 mio euro cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa. Daarnaast werd 1,25 mio euro via financiële leasing geïnvesteerd. Er werden hoofdzakelijk nieuwe machines aangekocht, in lijn met de strategie om een zeer kwalitatief en uitgebreid aanbod in huis te hebben qua boortechnieken.

De kasstroom uit financiering was licht positief; nieuwe financieringen balanceerden de stroom aan terugbetalingen.

In sommatie nemen de liquide middelen van de groep toe van 3,5 naar 4,8 mio euro.

Vooruitzichten 2019

Stopzetting van verlieslatende internationale milieu- en afvaldivisie

Sinds 2014 heeft de groep onder zijn merknaam "Ecorem" getracht om internationale orders aan te trekken voor milieu- en afvaladvies. De lange beslissingstermijnen en de onvoorspelbaarheid in het winnen van orders heeft de voorbije jaren gezorgd voor een zeer volatiele evolutie van zowel omzet als resultaat. Het besef dat er aanzienlijke bijkomende financiële inspanningen nodig waren, alsook het recurrent verlieslatend karakter van deze afdeling, hebben het management ervan overtuigd deze afdeling af te stoten. Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds verkocht. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).

ABO-Group blijft volop actief op de internationale markt met geotechniek, bodem, asbest, energie, archeologie en asbest.

Ingebruikname van nieuwe, duurzame kantoren te Marseille

Op 8 april werden de nieuwe kantoren te Marseille / Vitrolles in gebruik genomen. Het betreft een duurzaam gebouw, dat als voorbeeld en referentie voor de groep zal kunnen gebruikt worden. Daarnaast heeft het een zeer strategische ligging, op wandelafstand van de luchthaven van Marignane en dichtbij trein en TGV. De investeringskost bedraagt 2,8 miljoen euro en zal volledig bancair gefinancierd worden (crédit-bail). Op jaarbasis zal de ingebruikname een besparing van meer dan 150.000 euro aan huurlasten opleveren.

Doelstelling van 50 mio omzet met dubbelcijferige EBITDA-marge

ABO-Group wil haar milieu- en energieadvies, monitoring- en testingactiviteiten verder uitbouwen in België, Nederland en Frankrijk. De groep herbevestigt haar strategie en positionering als een Europese speler met internationale ambities. ABO-Group zet in op interne, organische groei, door aanwerving van experts voor het opzetten en uitbouwen van nieuwe activiteiten. In 2018 werden diverse nieuwe activiteiten gelanceerd (asbest in Nederland, geotechnisch labo in België), alsook nieuwe kantoren opgestart (Roeselare). We voorzien dat deze initiatieven in 2019 de omzet en de winstgevendheid zullen ondersteunen.

Daarnaast kijkt de groep verder uit om haar positie in de thuislanden te versterken via acquisitie. In 2018 werd een bijkomend aandelenbelang van 9,3% gekocht in Sialtech. De groep zal in 2019 actief de overnamemarkt blijven opvolgen en een aantal opportuniteiten trachten te verzilveren. In elk van de thuislanden zijn tal van dossiers lopende, zonder dat evenwel enige garantie op een effectieve transactie kan gegeven worden.

De groep houdt vast aan haar doelstelling om dubbelcijferig te groeien, door een mix van organische en acquisitieve groei. Voor 2019 betekent dit een doelstelling van 50 mio euro omzet, met een voorziene operationele marge voor afschrijvingen boven de 10%.

2. Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven

ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2018 een omzet van k€ 676 gerealiseerd (k€ 638 in 2017, +6%). De bedrijfskosten en afschrijvingen namen beperkt toe, waardoor de bedrijfswinst licht kon stijgen van k€ 162 naar k€ 169. Het boekjaar sluit af met een winst van 162k euro. Een verlies van 146,95 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -146,78 miljoen euro. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 (cfr. pagina 79).

3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt

De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.

In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.

Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap

Risico's verbonden aan de regelgeving

De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, asbest-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan het verminderen of wegvallen van overheidssteun

Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van klanten uit de publieke sector

De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten.

Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de projectportefeuille

De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.

Risico's verbonden aan overnames of investeringen

Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.

Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen, dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.

De overnameprijs kan aanzienlijk hoger liggen dan de geïdentificeerde netto-activa van de overgenomen vennootschap ("goodwill"). Jaarlijks wordt de erkende goodwill geëvalueerd in functie van de resultaatsontwikkeling en voorziene kasstroomgeneratie. Deze test kan mogelijks leiden tot het geheel of gedeeltelijk moeten opnemen van een bijzondere afschrijving op goodwill en aldus een negatieve impact hebben op de financiële situatie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan desinvesteringen

Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan aansprakelijkheden

Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken.

Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan lopende gerechtelijke procedures

De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. Per 31 december 2018 heeft de Groep k€ 164 aan voorzieningen aangelegd. Mocht deze inschatting niet correct blijken te zijn, kan dit leiden tot een ongunstige invloed op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de Vennootschap

Risico's verbonden aan het personeel

De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;
  • het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.

Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de IT-systemen

Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Financiële risico's

Risico's verbonden aan debiteuren

Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer. De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:

in € 000 Totaal Niet vervallen Vervallen
< 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2018 16.512 13.122 1.479 853 317 741
Op 31 december 2017 17.913 12.666 3.196 969 404 678

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 575 op 31 december 2018 (k€ 660 op 31 december 2017) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de liquiditeit

De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

Risico's verbonden aan een financiële of bancaire tegenpartij

De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.

Risico's verbonden aan de stijgende rentevoeten

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€44.

Risico's verbonden met de schuldgraad van de Vennootschap en haar financiële convenanten

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 62% eind 2018 (63% eind 2017). Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:

  • Een groot deel van de operationele kasstroom dient te worden gebruikt om interest- en kapitaalaflossingen te betalen. Hierdoor heeft de Vennootschap minder liquide middelen beschikbaar om onder meer haar werkkapitaal te financieren, investeringen te doen, overnames, investeringen of partnerships aan te gaan.
  • De Vennootschap heeft minder ruimte om mogelijks een dividend uit te keren aan haar Aandeelhouders;
  • De Vennootschap is kwetsbaarder voor verslechterde economische of industriële omstandigheden; en
  • De mogelijkheid voor de Vennootschap om financiering te verkrijgen in de toekomst wordt beperkt.
  • De schuldgraad van de Vennootschap kan zorgen voor het moeten naleven van restrictieve financiële convenanten. Restrictieve convenanten beperken de financiële en operationele flexibiliteit van de Vennootschap wat een negatieve impact kan hebben op de financiële toestand van de Vennootschap.

Risico's verbonden met de beoordeling van belastingverplichtingen

De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

4. Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV

De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.

5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden

Sinds 2014 heeft de groep onder zijn merknaam "Ecorem" getracht om internationale orders aan te trekken voor milieu- en afvaladvies. De lange beslissingstermijnen en de hoge onvoorspelbaarheid over het winnen van orders hebben de voorbije jaren gezorgd voor een zeer volatiele evolutie van omzet en resultaat. Het besef dat er aanzienlijke bijkomende financiële inspanningen nodig waren, alsook het recurrent verlieslatend karakter van deze afdeling, hebben het management ervan overtuigd deze afdeling af te stoten. Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds verkocht. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).

Behoudens bovenstaande, hebben er zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2018 geen andere vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.

6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden

Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.

7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek

ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.

8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren

ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.

9. Verantwoording in toepassing van artikel 96,6° Wetboek van Vennootschappen

Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de Raad van Bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.

10. Gebruik van financiële instrumenten

De Vennootschap heeft eind 2018 geen afgeleide financiële instrumenten.

11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2018.

Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 23 april 2019 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).

De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:

A. Samenstelling van het Auditcomité

Bijlage C, 5.2./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een auditcomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Auditcomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat ABO-Group slechts een beperkt aantal bestuurders telt en het Charter inzake deugdelijk bestuur een minimale samenstelling voor het auditcomité van 3 bestuurders voorziet. De Raad en het auditcomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Auditcomité.

B. Aantal vergaderingen van het Auditcomité

Bijlage C, 5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het Auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is. De Raad nam deze beslissing omwille van

  • I. de beperkte omvang van de Vennootschap;
  • II. het feit dat de Vennootschap overeenkomstig de wetgeving slechts tweemaal per jaar financiële cijfers extern communiceert;
  • III. tijdens de vergaderingen van de Raad, die aan een hogere frequentie bijeenkomt, de voltallige Raad van de financiële toestand van de Vennootschap kennis krijgt en er geen verschil is tussen de samenstelling van het Auditcomité en de Raad.

C. Samenstelling van het Remuneratiecomité

Bijlage E, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratiecomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Remuneratiecomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat Frank De Palmenaer meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.

De Raad en het Remuneratiecomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Remuneratiecomité.

11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering

Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:

  • het bereiken van de doelstellingen van de onderneming
  • de betrouwbaarheid van de financiële en niet financiële informatie
  • de naleving van wetten en regels.

Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.

Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.

ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.

De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:

  • omgeving voor interne controle
  • risicoanalyse
  • controle activiteiten
  • informatie en communicatie
  • toezicht en monitoring.

11.1.1. Controleomgeving

Organisatie van de interne controle

Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www. abo-group.eu).

ABO-Group heeft een externe compliance officer aangesteld (Dhr. Johan Reybroeck, als vertegenwoordiger van Special Projects on Support BVBA).

Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.

Bedrijfsethiek

De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.

11.1.2. Risicoanalyse

ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.

11.1.3. Controle-activiteiten

Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.

11.1.4. Informatie & communicatie

Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden onder het punt "Voornaamste boekhoudprincipes").

De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel te Gent. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.

11.1.5. Toezicht en monitoring

Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de rapportering, het evalueren van de risicofactoren en de desbetreffende actieplannen.

11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid W 2 mei 2007)

11.2.1. Het kapitaal en de aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:

Datum Transactie Aantal
nieuw
uitgegeven
aandelen
Prijs per
aandeel
Bedrag
kapitaal
verhoging
Kapitaal Totaal
aantal
aandelen
20/02/2002 Oprichting 1.000 € 100,00 € 100.000,00 € 100.000,00 1.000
20/08/2002 Kapitaalverhoging in geld 1.500 € 100,00 € 150.000,00 € 250.000,00 2.500
5/02/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.065 € 100,00 € 106.500,00 € 365.500,00 3.565
23/05/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.490 € 100,00 € 149.000,00 € 505.500,00 5.055
29/08/2003 Kapitaalverhoging in geld 3.000 € 100,00 € 300.000,00 € 805.500,00 8.055
21/12/2005 Incorporatie van schulden 8.754 € 100,00 € 875.400,00 € 1.680.900,00 16.809
24/02/2006 Kapitaalverhoging in geld 27.694 € 78,65 € 2.178.050,00 € 3.858.950,00 44.503
23/04/2007 Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 0 € 0,00 € 0,00 € 3.858.950,00 4.450.300
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 666.080 € 8,45 € 5.628.376,00 € 9.487.326,00 5.116.380
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 592.175 € 8,45 € 5.003.878,75 € 14.491.204,75 5.708.555
18/06/2007 Kapitaalverhoging in geld 7.691.849 € 8,45 € 64.996.124,05 € 79.487.328,80 13.400.404
24/09/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 1.727.862 € 9,26 € 16.000.002,12 € 95.487.330,92 15.128.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 556 € 8,81 € 4.900.000,00 € 100.387.330,92 15.684.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 473.984 € 9,00 € 4.265.856,00 € 104.653.186,92 16.158.250
27/02/2008 Kapitaalverhoging inbreng in natura 125.376 € 9,00 € 1.128.384,00 € 105.781.570,92 16.283.626
27/05/2008 Kapitaalverhoging in geld 952.381 € 10,50 € 10.000.000,00 € 115.781.570,92 17.236.007
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 1.943.844 € 9,26 € 17.999.998,82 € 128.839.195,69 19.179.851
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 97.143 € 10,50 € 1.020.000,00 € 129.491.746,44 19.276.994
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 357.143 € 5,60 € 2.000.000,00 € 131.491.746,44 19.634.137
26/06/2009 Uitoefening converteerbare obligaties 1.023.034 € 2,46 € 2.512.945,21 € 134.004.691,65 20.657.171
11/03/2010 Kapitaalverhoging inbreng in natura 658.333 € 2,04 € 1.342.999,32 € 136.347.690,97 21.315.504
11/03/2010 Uitoefening converteerbare obligaties 705.084 € 2,04 € 1.438.371,40 € 136.786.062,37 22.020.588
4/02/2011 Uitoefening converteerbare obligaties 6.613.043 € 0,46 € 3.042.000,00 € 139.828.062,37 28.633.631
27/03/2014 Kapitaalverhoging inbreng in natura 2.613.550.000 € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631
15/09/2014 Samenvoeging bestaande aandelen /250 0 € 0,00 € 0,00 € 165.963.562,37 10.568.734
19/12/2014 Kapitaalverhoging in geld 1 € 527.012,11 € 527.012,11 € 166.490.574,48 10.568.735

Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.

Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.

11.2.2. Benoeming en bevoegdheid van het bestuursorgaan

De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.

11.2.3. Statutenwijziging

Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen.

De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.

Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.

11.2.4. Toegestaan kapitaal

De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37).

De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.

De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:

  • hetzij door nieuwe inbrengen in geld of in natura, met inbegrip van een eventuele onbeschikbare uitgiftepremie, waarvan de raad van bestuur het bedrag vastlegt, tegen uitgifte van nieuwe aandelen met de rechten eraan verbonden zoals bepaald door de raad van Bestuur;
  • hetzij door incorporatie van reserves, zelfs onbeschikbare, of van uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen.

In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van vennootschappen.

De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van vennootschappen.

De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea. De raad van

bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).

De bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Gezien deze gepubliceerd werd op 17 juli 2014, komt aldus de bevoegdheid te vervallen op 17 juli 2019.

De raad van bestuur is van plan om op de buitengewone algemene vergadering van 29 mei 2019 aan de aandeelhouders een hernieuwing van deze bevoegdheid te vragen. Hiertoe werd een bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld, overeenkomstig artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen.

11.2.5. Verwerving en vervreemding van eigen aandelen

De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de aankoop door de vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.

Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen. Gezien de machtiging komt te vervallen op 17 juli 2019, is de raad van bestuur van plan om aan de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders voorzien op 29 mei 2019 een nieuwe toelating voor een periode van 3 jaar ter goedkeuring voor te leggen.

De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.

11.2.6. Controlewijziging na een openbaar overnamebod

Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.

De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

11.2.7. Transparantieverklaringen

De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven deze in zijn bezit te hebben.

Op 31 december 2018 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.

ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.

11.3. Raad van bestuur

11.3.1. Samenstelling van de Raad van Bestuur

Voorzitter Jadel BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de
heer Jan Gesquière
van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021
Lid van het Auditcomité en
Lid van het Benoemings- en
Remuneratiecomité
Bestuurder Paul Decraemer BVBA (1) met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer
van 30 mei 2018 t.e.m. 29 mei 2019
Voorzitter van het Auditcomité en
van het Benoemings- en
Remuneratiecomité
Gedelegeerd
Bestuurder
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV (2)
met als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer
van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021
Lid van het Auditcomité en van het
Benoemings- en Remuneratiecomité

(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder

De Raad van Bestuur bestaat uit drie leden. Twee van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze twee bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.

Onder leiding van de Voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.

11.3.2. Activiteiten van de Raad van Bestuur tijdens het voorbije boekjaar

De Raad van Bestuur heeft 7 maal vergaderd in 2018. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig.

De Raad van Bestuur behandelde in 2018 onder meer de volgende onderwerpen:

  • de statutaire en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag
  • oproeping en agenda van de algemene vergadering
  • periodieke opvolging van de operationele vennootschappen ten opzichte van budget
  • het businessplan en de langetermijnstrategie (Visie 2022)
  • de verslaggeving van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité
  • de halfjaarcijfers
  • de organisatiestructuur
  • installatie van de nieuwe raad / benoeming van de leden van de comités

  • desinvesterings- en overnamedossiers
  • operationele uitvoering en bewaking van kwaliteit
  • contacten met externe financiers (banken) en potentiële partners
  • fiscale positie van de groep
  • compliance
  • transacties met verbonden partijen
  • hangende betwistingen / juridische dossiers
  • personeelsorganisatie en functionele wijzigingen
  • het budget 2019

11.3.3. Evaluatie van de Raad

De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:

  • beoordelen hoe de Raad werkt
  • nagaan of de behandelde onderwerpen grondig worden voorbereid
  • de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder beoordelen
  • de actuele samenstelling van de Raad nagaan in het licht van de gewenste samenstelling.

11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur

11.4.1. Auditcomité

Samenstelling van het Auditcomité

De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het Auditcomité is als volgt samengesteld:

  • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • Paul Decraemer BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, met als vaste vertegenwoordiger Frank De Palmenaer

Paul Decraemer BVBA werd benoemd tot voorzitter van het Auditcomité.

De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van de leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.

Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Paul Decraemer BVBA, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Paul Decraemer, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.

Vergaderingen van het Auditcomité

Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2018.

Er werd speciale aandacht besteed aan:

  • financiële en operationele rapportering
  • risicoanalyse van de activiteiten
  • halfjaar- en jaarresultaten met rapportering van de commissaris
  • juridische geschillen
  • relatie en transacties met verbonden partijen
  • kwaliteitscontrole / kwaliteitsborging
  • het auditplan
  • toepassing IFRS 16

Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Auditcomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.4.2. Benoemings- & Remuneratiecomité

Samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité

De Raad van bestuur heeft een Benoemings- en Remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:

  • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • Paul Decraemer BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, met als vaste vertegenwoordiger Frank De Palmenaer

Paul Decraemer BVBA werd benoemd tot voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité.

De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.

Vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité

Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2018 tweemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Benoemings- & Remuneratiecomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.5. Management en dagelijks bestuur

De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur

van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 30 mei 2018.

Het Uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W.Venn.

De leden van het Uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend comité komt regelmatig samen.

Het Uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.

Het Uitvoerend Comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:

Naam Functie
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV
Dhr. Frank De Palmenaer
Gedelegeerd bestuurder
Special Projects on Support BVBA
Dhr. Johan Reybroeck
CFO / Compliance Officer
Dhr. Sébastien Gori CEO ABO-ERG

Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).

Eind 2018 legde Dhr. François Mayeux zijn mandaat als lid van het Uitvoerend Comité en als mandataris van de Franse bedrijven van de groep neer, volgend op zijn verzoek tot pensionering. De raad wenst Dhr. Mayeux uitdrukkelijk te bedanken voor de jarenlange inzet en de uitbouw van ABO-ERG tot een erkend, kwaliteitsvol, geotechnisch ingenieursbureau.

11.6. Genderquotum

De Groep voert tot op heden geen actief diversiteitsbeleid ter invulling van zijn raad van bestuur en management. De Groep tracht steeds een correcte en competente invulling te geven, los van leeftijd of geslacht.

Overeenkomstig de wet van 28 juli 2011 over de aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen, dient ten minste één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. ABO-Group dient hiertoe minstens één vrouw, die beschikt over de vereiste competenties, conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO-Group, op te nemen in de Raad van bestuur. Aan de algemene vergadering van 29 mei 2019 zal hiertoe de voordracht gebeuren van BVBA Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi, RPR 0568.911.730, vertegenwoordigd door Mevrouw Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi.

11.7. Remuneratieverslag

11.7.1. Procedure voor het ontwikkelen van een remuneratiebeleid en vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en de uitvoerende managers

De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur. De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2018 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2018 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

11.7.2. Remuneratiebeleid

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding van € 5.000 per trimester. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.

De gedelegeerd bestuurder ontvangt een vaste vergoeding als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen. De remuneratie van het uitvoerend management als dienstverlener bestaat uit een vaste dagvergoeding. De remuneratie van het uitvoerend management als personeelslid bestaat uit een vaste vergoeding, een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met lange termijn cash-incentive plannen, noch met aandelen en/of aandelenopties.

Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

11.7.3. Bezoldigingen en andere vergoedingen aan bestuurders

In EUR Vaste vergoeding Zitpenningen Totaal 2018
Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger
de heer Jan Gesquière (*)
Niet-uitvoerend € 14.167 € 8.500 € 22.667
Paul Decraemer BVBA met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer
Niet-uitvoerend € 11.666,67 - € 11.666,67
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV
met als vaste vertegenwoordiger de heer
Frank De Palmenaer
Uitvoerend n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh &
Co NV met als vaste vertegenwoordiger
de heer Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend € 3.000 € 6.000 € 9.000
Gerard Van Acker BVBA met als vaste
vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker
Niet-uitvoerend € 8.334 € 8.000 € 16.334

* Voorzitter van de Raad van Bestuur

11.7.4. Evaluatiecriteria voor de vergoeding van de uitvoerende managers,

gebaseerd op prestaties

De uitvoerende managers ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.

11.7.5. Remuneratie van de gedelegeerd bestuurder

De gedelegeerd bestuurder ontving in 2018 een totale vergoeding van k€ 227.

In k Euro

Vaste remuneratie k€ 155
Variabele remuneratie -
Pensioen k€ 2
Andere (*) k€ 70

* De Franse operationele dochters van de Groep hebben k€ 70 storting uitgevoerd ten gunste van het "Institut pour la preservation du l'Antouas", een stichting gecontrolleerd door de heer Frank De Palmenaer.

11.7.6. Remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management

In k Euro
Vaste remuneratie k€ 363
Variabele remuneratie k€ 123
Pensioen k€ 34
Andere voordelen (dienstverband) Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.

De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.

11.7.7. Aandelen toegekend aan het uitvoerend management

Er werden in 2018 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.

11.7.8. Vertrekvergoedingen

De overeenkomst voor managementdiensten met Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV kan eenzijdig beëindigd worden, ten vroegste vanaf 1 augustus 2019, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 22.500 euro. De overeenkomst voor managementdiensten met Special Projects On Support BVBA kan eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 36.000 euro. De CEO van ABO-ERG heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijnen- en vergoedingen.

11.7.9. Vergoeding commissaris

De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2018 het bedrag van € 157.166,13.

11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 523 wetboek van vennootschappen

Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de Raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de Raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap. In 2018 werd één keer beroep gedaan op toepassing van deze procedure.

Raad van bestuur van 20 december 2018

De raad van bestuur van de Vennootschap is op 20 december 2018 samengekomen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Alle bestuurders hebben aan de vergadering van de raad van bestuur deelgenomen. Door ondertekening van deze notulen doen de bestuurders elk individueel afstand van de termijnen en formaliteiten van bijeenroeping van deze vergadering en erkennen zij de geldigheid ervan. De vergadering werd geopend om 17u30 onder het voorzitterschap van Jan Gesquière.

1. Inleidende uiteenzetting

De voorzitter van de raad van bestuur zet uiteen hetgeen volgt:

De raad van bestuur werd bijeengeroepen met volgende punten op de agenda:

  • Huurovereenkomst Maaltecenter ABO Holding
  • Huurovereenkomst Maaltecenter ABO-GROUP
  • Overdracht licenties Microsoft server vanuit Palladion BVBA

2. Bespreking en beslissingen

A. Toelichting door de heer Frank De Palmenaer met betrekking tot het mogelijks belangenconflict overeenkomstig artikel 523, §1 van het Wetboek van vennootschappen

Voorafgaand aan de deliberatie over de agenda informeert de heer Frank De Palmenaer de overige leden van de raad van bestuur dat hij een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat potentieel strijdig is met dat van de Vennootschap. Het belangenconflict spruit voort uit het feit dat hij de tegenpartij is bij elk van deze overeenkomsten (respectievelijk als verhuurder en als verkoper van de licenties).

De heer Frank De Palmenaer verklaart dat hij de commissaris van de Vennootschap, op de hoogte heeft gebracht van voormeld strijdig belang, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 1 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.

Na deze toelichting verlaat de heer Frank De Palmenaer de vergadering en neemt dus niet deel aan de beraadslagingen van de raad van bestuur, noch aan de stemming in dat verband, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 3 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.

B. Beraadslaging door de raad van bestuur

De raad van bestuur bespreekt de beide voorliggende huurovereenkomsten. De raad stelt vast dat de voorgestelde huurvoorwaarden marktconform zijn voor soortgelijke oppervlaktes in eenzelfde omgeving. Het is in het belang van de groep om de centrale diensten dicht bij de operationele activiteiten in Gent te kunnen houden. De huurovereenkomsten gaan in vanaf januari 2018 en hebben de volgende vermogensrechterlijke gevolgen:

  • huurcontract ABO Holding NV: maandelijkse huurkost van 1.795 euro x 36 maanden (minimale huurperiode) of een totaalkost van 64.620,00 euro
  • huurcontract ABO-GROUP Environment NV: maandelijkse huurkost van 1.364,95 euro x 36 maanden (minimale huurperiode) of een totaalkost van 49.138,20 euro

De raad bespreekt daaropvolgend de aankoop van de Microsoft server licenties van Palladion BVBA. De licenties werden aanvankelijk via deze vennootschap aangekocht, gezien deze kaderden in een groepsaankoop voor zowel de ABO vennootschappen als de vennootschappen van Groep De Palmenaer. Het lijkt evenwel wenselijk en aangewezen om de licenties toe te kunnen wijzen / te laten verwerven door de vennootschap die er effectief gebruikt van maakt. Gegeven het feit dat ABO reeds vanaf de aankoop effectief gebruik kon maken van deze licenties, stemt de raad in met een overdracht aan de aanvankelijke aankoopprijs zijnde 61.565,41 euro exclusief BTW.

De raad van bestuur stelt na beraadslaging unaniem vast dat de voorgestelde beslissing in het belang zijn van de Vennootschap.

Gelet op bovenstaande uiteenzetting, is de raad van bestuur van oordeel dat de Vennootschap geen negatieve vermogensrechtelijke gevolgen zal ondervinden aan de voorgenomen verrichtingen.

C. Toelichting met betrekking tot de mogelijke toepassing van het artikel 524, §1 van het Wetboek van vennootschappen en beraadslaging door de raad van bestuur

De voormelde transacties vallen onder het toepassingsgebied van artikel 524, §1, 1° van het Wetboek van Vennootschappen. De transacties worden immers voltrokken tussen de Vennootschap, als genoteerde vennootschap, en enerzijds Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, anderzijds Palladion BVBA, die verbonden zijn met de Vennootschap overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, gezien de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap, met name de heer Frank De Palmenaer, eveneens controle uitoefent over de beide voornoemde vennootschappen.

Elk van de transacties valt evenwel onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, lid 3, 2° van het Wetboek van vennootschappen dat bepaalt dat indien de verrichting minder dan één procent van het netto-actief van de vennootschap vertegenwoordigt, zoals dat blijkt uit de geconsolideerde jaarrekening, dit artikel niet van toepassing is. De raad van bestuur stelt bijgevolg vast dat de procedure van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen niet moet worden toegepast.

D. Besluit

De raad van bestuur beslist vervolgens unaniem om beide huurovereenkomsten, alsook de overdracht van de serverlicenties, goed te keuren. De agenda beëindigd zijnde, wordt de vergadering opgeheven om 18u.

11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 524 wetboek van vennootschappen

Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 524 wetboek van vennootschappen omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.

Tijdens het boekjaar 2018 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten. De overdracht van serverlicenties, alsook de huurovereenkomsten voor het Maaltecenter, vielen immers onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, 1° van het wetboek van vennootschappen. Hierdoor diende de procedure van artikel 524 niet te worden toegepast.

12. Ontslagen en benoemingen

Op de Algemene Vergadering komt dit jaar het mandaat van bestuurder Paul Decraemer BVBA te vervallen.

Het bestuur stelt voor om, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité:

  • Het mandaat van Paul Decraemer BVBA, vertegenwoordigd door Dhr. Paul Decraemer, te verlengen voor een periode van 1 jaar
  • BVBA Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi, RPR 0568.911.730, vertegenwoordigd door Mevrouw Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi, te benoemen als bestuurder van de Vennootschap voor een periode van 1 jaar (t.e.m. de gewone algemene vergadering over het boekjaar 2019)

13. Verklaring door de verantwoordelijke personen

Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2018.

De ondergetekenden verklaren dat:

  • de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • het rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2018 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Gent, 23 april 2019,

Voor de Raad van bestuur,

de Voorzitter, de Gedelegeerd Bestuurder,

Jadel BVBA, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vert. de heer Jan Gesquière vert. door Dhr. Frank De Palmenaer

Geconsolideerde Jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2018 en 2017

Geconsolideerde resultatenrekening

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2018 2017
Omzet 2.17 44 393 44 127
Overige bedrijfsopbrengsten 2.18 1 039 1 266
Totaal bedrijfsopbrengsten 45 432 45 393
Aankopen -5 031 -5 787
Diensten en diverse goederen -15 458 -14 580
Personeelsbeloningen 2.20 -20 276 -18 831
Afschrijvingen -2 663 -2 471
Overige bedrijfskosten 2.19 -628 -741
Operationele winst 1 376 2 983
Financiële kosten 2.21 -447 -542
Financiële opbrengsten 2.22 17 27
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 2.8 28
Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen 946 2 496
Belastingen 2.23 -393 -1 501
Netto winst voor voortgezette activiteiten 553 995
Winst voor stopgezette activiteiten na belastingen 2.25 98
Netto winst 553 1 093
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 545 1 027
minderheidsbelangen 8 66
Winst per aandeel voor de aandeelhouders
Gewoon en verwaterd 2.24 0,05 0,10
Winst per aandeel voor de aandeelhouders uit voortgezette activiteiten
Gewoon en verwaterd 2.24 0,05 0,09
(Verlies) Winst per aandeel uit niet-voortgezette activiteiten
Gewoon en verwaterd 2.24 0,01

Geconsolideerd totaal resultaat

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2018 2017
Netto winst 553 1 093
Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst-en verliesrekening
Herwaardering gebouwen 2.11 1 253
Impact belastingen -324 176
Verandering reële waarde financiële activa met reële
waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten
2.11 -46 -17
Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verlies
rekening
Actuariële verliezen 2.13 165 18
Impact belastingen -41 -5
Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen 1 007 172
Totaal resultaat na belastingen 1 560 1 265
Totaal resultaat toewijsbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 1 552 1 187
minderheidsbelangen 8 78

Geconsolideerde balans

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2018 2017
Vaste activa
Goodwill 2.5 844 844
Immateriële vaste activa 2.6 1 670 1 817
Materiële vaste activa 2.7 15 887 13 408
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 2.8 136
Uitgestelde belastingvorderingen 2.23 889 1 011
Verandering reële waarde financiële activa met
reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten
35 71
Overige financiële activa 646 647
Totaal vaste activa 19 971 17 934
Kortlopende activa
Voorraad 676 538
Handelsvorderingen 2.9 16 512 17 913
Overige kortlopende activa 2.9 974 891
Liquide middelen en kasequivalenten 2.1 4 795 3 525
Totaal kortlopende activa 22 957 22 867
Totaal activa 42 928 40 801
Toelichting Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Totaal eigen vermogen
Kapitaal 2.11 4 857 4 857
Geconsolideerde reserves 2.11 6 708 6 074
Niet-gerealiseerde resultaten 2.11 2 509 1 591
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep 14 074 12 522
Minderheidsbelang 2.11 1 050 1 203
Totaal eigen vermogen 15 124 13 725
Langlopende schulden
Financiële schulden 2.12 5 085 4 290
Uitgestelde belastingschulden 2.23 1 382 1 114
Voorzieningen 2.13 688 854
Totaal langlopende schulden 7 155 6 258
Kortlopende schulden
Financiële schulden 2.12 8 392 7 134
Handelsschulden 5 730 6 596
Belastingschulden 652 789
Overige kortlopende schulden 2.14 5 875 6 299
Totaal kortlopende schulden 20 649 20 818
Totaal eigen vermogen en schulden 42 928 40 801

Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
in 000€ Toelichting Kapitaal Geconsolideerde
reserves
Niet
gerealiseerde
resultaten
Totaal Minderheids
belang
Totaal
eigen
vermogen
Op 1 januari 2017 4 857 4 958 1 516 11 331 979 12 310
Netto winst 1 027 1 027 66 1 093
Niet-gerealiseerde resultaten 160 160 12 172
Totaal Resultaat 1 027 160 1 187 78 1 265
Aankoop Enviromania en Translab 2.11 177 177
Kapitaalverhoging in Enviromania en Translab 2.11 4 4 -4
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 85 -85
Dividend aan minderheidsbelang -27 -27
Op 31 december 2017 4 857 6 074 1 591 12 522 1 203 13 725
Netto winst 545 545 8 553
Niet-gerealiseerde resultaten 1 007 1 007 1 007
Totaal Resultaat 545 1 007 1 552 8 1 560
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 89 -89
Dividend aan minderheidsbelang 2.11 -34 -34
Aankoop minderheidsbelang Sialtech 2.11 -127 -127
Op 31 december 2018 4 857 6 708 2 509 14 074 1 050 15 124

38BLADZIJDE

Geconsolideerde kasstroomtabel

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2018 2017
Netto winst 553 1 093
Niet kaskosten en operationele aanpassingen
Afschrijvingen van materiële vaste activa 2.7 2 419 2 245
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 2.6 244 226
Meerwaarde op herwaardering van bestaand belang
ingevolge controleverwerving
2.4 -12
Meerwaarde verkoop van materiële vaste activa 2.7 -135 -98
Meerwaarde op verkoop van financiële vaste activa -114
Beweging in de provisies 2.13 -11 -319
Beweging in de waardeverminderingen op klanten 2.9 13 -68
Financiële opbrengsten 2.22 -17 -27
Financiële kosten 2.21 446 542
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 2.8 28 -28
Uitgestelde belastingkost 2.23 24 543
Belastingkost 2.23 369 957
Aanpassingen van het werkkapitaal
Afname (toename) in de overige financiële vaste activa,
handelsvorderingen en overige kortlopende activa
1 356 -2 942
toename van de voorraad -138 -69
(afname) toename van de handelsschulden en overige schulden -1 178 207
3 973 2 136
Ontvangen interesten 7 20
Betaalde belastingen -689 -405
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 3 291 1 751

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2018 2017
Investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa 2.7 -2 424 -635
Investeringen in immateriële vaste activa 2.6 -98 -43
Verkoop van materiële vaste activa 2.7 170 206
Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving geldmiddelen 2.4 104
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 2.8 -110
Verkoop van dochteronderneming 2.25 -44
Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten -2 352 -522
Financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit leningen 2.12 4 310 4 906
Terugbetalingen van leningen 2.12 -2 509 -4 104
Terugbetalingen van leasingschulden 2.12 -1 000 -938
Betaalde interesten -231 -271
Overige financiële opbrengsten (kosten) -205 -264
Dividendbetaling aan minderheidsbelang -34 -27
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten 331 -698
Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten 1 270 531
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar 2.10 3 525 2 994
Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar 2.10 4 795 3 525
Overige niet-kastransacties
Financiële leasing 2.12 -1 255 -2 118

40BLADZIJDE

Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten

1. Bedrijfsinformatie

ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een adviesbureau voor bouw, milieu en energie. ABO-Group biedt consultancy en testing en monitoring diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies voor milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2018 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').

Op de Raad van Bestuur van 23 april 2019 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.

2. Presentatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en de financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.

De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.

Wijziging van boekhoudprincipes

De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2018:

IFRS 9 Financiële Instrumenten

In juli 2014 heeft de IASB de finale versie van IFRS 9 Financiële instrumentsn, of IFRS 9, uitgebracht welke IAS 39 Financiële instrumenten: erkenning en waardering en alle andere vorige versies van IFRS 9 vervangt. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van de boekhoudkundige verwerking van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, bijzondere waardevermindering en boekhoudkundige verwerking van derivaten. IFRS 9 is van toepassing voor jaren welke starten op of na 1 januari 2018, waarbij vervroegde toepassing mogelijk is. Behalve voor boekhoudkundige verwerking van derivaten, is de retro-actieve toepassing verplicht, maar het verstrekken van vergelijkende informatie is optioneel. Voor boekhoudkundige verwerking van derivaten worden de vereisten prospectief toegepast, met een beperkt aantal uitzonderingen.

IFRS 9 vereist om de verwachte kredietverliezen op leningen en handelsvorderingen te boeken, ofwel op een 12-maanden basis of op de verwachte levensduur van deze vorderingen. ABO zal de vereenvoudigde methode toepassen en de verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen boeken.

De nieuwe standaard werd toegepast vanaf 1 January 2018 en heeft geen significante impact gehad op het eigen vermogen en de resultaten van de Groep.

IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten

IFRS 15 specifieert wanneer en hoe een onderneming omzet kan erkennen en legt ook een aantal verplichtingen op om bijkomende details en informatie mee te geven aan de gebruikers van de jaarrekening. De standaard is gebaseerd op het volgende 5 stappen tellend model dat van toepassing is op alle contracten met klanten:

  • Identificeer de contracten met de klant
  • Identificeer de prestatie-verplichtingen in het contract
  • Bepaal de transactie-prijs
  • Alloceer de transactie-prijs aan de diverse prestatie-verplichtingen in het contract
  • Erken omzet wanneer de entiteit voldaan heeft aan een prestatie-verplichting

IFRS 15 werd gepubliceerd in mei 2014 als vervanger van IAS 11 Constructie contracten, IAS 18 Omzet, IF-RIC 13 Klantgetrouwheidsprogramma's, IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed, IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten en SIC 31 Omzet Ruil transacties inzake reclame diensten. De relevante omzetstromen zijn de volgende:

  • Omzet uit consultancy;
  • Omzet uit testing en monitoring;
  • Omzet uit overige producten en diensten.

IFRS 15 werd toegepast vanaf 1 januari 2018 en heeft geen significante impact gehad op de Groep.

De overige IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2018 zijn:

  • Aanpassing van IAS 40 Overdracht van vastgoedbeleggingen
  • Aanpassing van IFRS 2 Classificatie en waardering van op aandelen gebaseerde betalingen
  • Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS 2014-2016 cyclus: Wijzigingen aan IFRS 1, IFRS 12 en IAS 28
  • IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen

De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

2.1. Voornaamste boekhoudprincipes

2.1.1. Consolidatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.31.

Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als de Groep:

  • Zeggenschap heeft over de onderneming (zoals vanuit bestaande rechten welke de Groep de mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de onderneming te sturen);
  • Onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming; en
  • De mogelijkheid heeft om haar zeggenschap te gebruiken over de onderneming om de rendementen te beïnvloeden.

Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.

Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.

2.1.2. Bedrijfscombinaties en goodwill

De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.

De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.

Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.

Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.

Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.

2.1.3. Belangen in geassocieerde ondernemingen

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.

Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.

Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.

Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde

deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.

Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.

Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.

2.1.4. Vreemde valuta

Functionele en rapporteringsvaluta

De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.

Transacties in vreemde valuta

Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.

2.1.5. Erkenning van opbrengsten

De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen op basis van het volgende 5-stappen model:

    1. Identificeer de contracten met de klant
    1. Identificeer de prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Bepaal de transactie-prijs
    1. Alloceer de transactie-prijs aan de diverse prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Erken omzet wanneer de entiteit voldaan heeft aan een prestatie-verplichting

Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:

Consultancy

Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.

Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.

Bij vaste prijs wordt de omzet verworven over de prestatieperiode en bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

Testing en monitoring

Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.

Overige verkopen van goederen en diensten

Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.

Interestopbrengsten

Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Dividenden

Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.

2.1.6. Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.

De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.

Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.

De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.

2.1.7. Immateriële activa andere dan goodwill

Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.

Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.

Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.

Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.

De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

  • Software: 3 jaar;
  • Klantenportefeuilles: 10 jaar;

2.1.8. Materiële vaste activa

De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde. Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.

Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op het geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.

Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en

vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.

De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.

De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:

  • Terreinen: niet afgeschreven
  • Gebouwen: 30-33 jaar;
  • Inrichting van gebouwen: 10 jaar;
  • Technische uitrusting: 3-10 jaar;
  • Computermateriaal: 3-5 jaar;
  • Kantooruitrusting: 5 jaar;
  • Wagens: 4-5 jaar;

De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.

2.1.9. Leasing

Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:

Financiële leasing

Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.

De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.

Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.

Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.

Operationele leasing

Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.

2.1.10. Bijzondere afschrijvingen voor niet-financiële activa

Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kasstroomverdisconterings model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.

Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.

2.1.11. Financiële activa

Reële waarde van de financiële instrumenten

De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:

  • Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");
  • Voor handelsvorderingen, handelsschulden, andere kortlopende activa en passiva is hun reële waarde ongeveer gelijk aan hun boekwaarde rekening houdend met hun korte looptijd;
  • Voor geldmiddelen en kasequivalenten vormen de boekwaarden opgenomen in de balans een benadering van hun reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd;

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële activa

Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten of als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft momenteel geen financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening. De classificatie van het financieel actief op het moment van boeking is afhankelijk van de karakteristieken van de contractuele kasstromen van het financieel actief en het business model van het Groep om deze financiële activa te beheren. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.

De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, waarborgen en investeringen in een beleggingsfonds.

Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.

Criteria voor de waardering van financiële activa

• Financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten:

Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop worden de gecumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten getransfereerd naar het operationeel resultaat.

• Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs:

Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winsten verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de levensduur ECL.

De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.

2.1.12. Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.

2.1.13. Handels- en overige vorderingen inclusief contract activa

Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.

Een contract activa is het recht op een vergoeding in ruil voor de levering van goederen of diensten aan de klant. De Groep boekt een contract activa wanneer de goederen of diensten geleverd worden aan de klant en dit voordat de goederen of dienst gefactureerd worden. De contract activa bevatten zowel op te maken facturen alsook contracten in uitvoering welke gewaardeerd worden op basis van de staat van uitvoering. We verwijzen ook naar de boekhoudprincipes met betrekking tot de omzet.

2.1.14. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

2.1.15. Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

2.1.16. Personeelsvergoedingen

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.

Toegezegde-bijdrage regelingen

De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben. De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.

Toegezegde-pensioenregeling

De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.

De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.

Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.

De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.

De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.

De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).

De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.

2.1.17. Financiële verplichtingen

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen

Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effective rentemethode. De Groep heeft geen financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.

Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen. De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.

Compensatie

Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.

2.1.18. Handelsschulden en overige schulden

Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.

2.2. Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn

De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.

  • IFRS 16 Lease-overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019);
  • IFRIC 23 Onzekerheid over de fiscale behandeling van inkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019);
  • IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassingen aan IAS 28: lange termijn deelnemingen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019);
  • Verbeteringen aan IFRS 2015-2017 cyclus (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassing van IAS 19: Planwijzigingen, inperkingen en afwikkelingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassingen aan IFRS 9: kenmerken van vervroegde terugbetalingen met negatieve compensatie (toepasbaar voor alle boekjaren vanaf 1 januari 2019);
  • Aanpassing van de referenties naar het Conceptueel kader in IFRS standaarden (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassingen van IFRS 3: Bedrijfscombinaties (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassingen van IAS 1 en IAS 8: Definitie van materieel (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • IFRS 14 Uitgestelde rekeningen in verband met prijsregulering (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016, maar nog niet goedgekeurd door de Europese Unie)
  • Aanpassing van IFRS 10 en IAS 28 Verkoop of inbreng van activa tussen een investeerder en de geassocieerde deelneming of joint venture (ingangsdatum voor onbepaalde duur uitgesteld, en daarom is ook de goedkeuring binnen de Europese Unie uitgesteld).

De Groep is van oordeel dat bovenstaande toepassing van standaarden en interpretaties geen significante impact zal hebben op de financiële positie en de resultaten van de Groep, met uitzondering van IFRS 16 Lease-overeenkomsten.

IFRS 16 Lease overeenkomsten

IFRS 16 'Leaseovereenkomsten' is van toepassing vanaf 1 januari 2019.

IFRS 16 vervangt de bestaande lease-boekhoudprincipes (IAS 17 Leases, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een lease-overeenkomst bevat, SIC-15 Operationele leases- Incentives en SIC 27 Beoordeling van de inhoud van wettelijke leases).

De Groep heeft de geschatte impact van de initiële toepassing van IFRS 16 op de Geconsolideerde Jaarrekening onderstaand beschreven.

De effectieve impact van het toepassen van de standaard op 1 januari 2019 kan nog wijzigen:

  • De Groep heeft het testen en beoordelen van de controles van haar nieuwe IT-systemen voor de IFRS16-informatie nog niet gefinaliseerd;
  • De nieuwe boekhoudprincipes zijn nog onderhevig aan wijzigingen tot op het moment dat de Groep haar eerste geconsolideerde balans waarin de nieuwe standaard effectief is, presenteert;

IFRS 16 omvat de principes voor de opname, waardering, presentatie en toelichting van leaseovereenkomsten, zowel voor leasinggevers als leasingnemers.

Voor leasinggevers blijven de principes van IAS 17 gelden, waarbij leaseovereenkomsten als financiële of operationele leasing verwerkt worden.

Voor leasingnemers dient één enkel model toegepast te worden op alle leaseovereenkomsten. Een leasingnemer erkent een recht-op-gebruik actief (gebruiksrecht) en leaseverplichting op de balans. In de winst- en verliesrekening dienen de kosten van deze leaseovereenkomsten gepresenteerd te worden als afschrijvingen op de gebruiksrechten en interesten op de leaseverplichtingen.

Er zijn erkenningsuitzonderingen binnen de standaard toegestaan voor korte-termijn leaseovereenkomsten (<12 maanden) en wanneer het betrokken actief een lage waarde heeft.

De aard van de kosten met betrekking tot deze leaseovereenkomsten zal wijzigen omdat de Groep nu een afschrijvingskost zal boeken voor recht-op-gebruik activa en een intrestkost voor leaseverplichtingen. Vroeger erkende de groep operationele leasekosten op een evenredige manier over de looptijd van de lease en erkende enkel activa en verplichtingen voor het tijdsverschil tussen effectieve lease-betalingen en erkende leasekosten. Verder zal de Groep niet langer provisies voor verlieslatende operationele leasecontracten erkennen, maar deze

vervatten in haar leaseverplichting. Op datum van transitie werden er geen verlieslatende operationele leasecontracten geïdentificeerd.

Er wordt geen significante impact verwacht voor de financiële leaseovereenkomsten van de Groep. Op basis van de huidig beschikbare informatie, schat de Groep dat er additionele leaseverplichtingen geboekt zullen worden op 1 januari 2019 voor KEUR 3.118. Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 zullen de diensten en diverse goederen dalen met ongeveer KEUR 1.091 en de afschrijvingen toenemen met KEUR 1.025.

Deze inschatting is op basis van volgende assumpties:

  • De Groep zal gebruik maken van de "modified retrospective approach" waarbij het recht-op-gebruik actief wordt gelijkgesteld aan de leaseverplichting en waarbij er geen aanpassing gebeurt van de vergelijkende cijfers;
  • De Groep zal de praktische toepassing gebruiken om de definitie van een lease over te nemen voor alle contracten voor 1 januari 2019 in overeenstemming met IAS 17 en IFRIC 4;
  • De Groep zal zowel de korte-termijn, als de lage-waarde erkenningsuitzondering toepassen op alle recht-op-gebruik activa.

2.3. Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen

Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.

Beoordelingen, schattingen en assumpties

Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.

Bijzondere afschrijvingen op goodwill

De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.

Er werden eind 2018 en 2017 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de goodwill.

De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 803 op 31 december 2018 (2017: k€ 892). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.23.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.

De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in december 2015. De waardering van de gebouwen is gebeurd op 20/9/2016 (Alphen aan den Rijn, in kader van overname Geomet Vastgoed) en 25/2/2018 (kantoor Breda) voor de gebouwen in Nederland, op 31/12/2018 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de huidige boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 7 022 op 31 december 2018 (2017: k€ 6 023).

Toegezegde pensioenplannen

De Groep heeft de Belgische toegezegde-pensioenplannen (groepsverzekering met wettelijk minimaal rende-

ment) geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.

De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.

Voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.

2.4. Bedrijfscombinaties

Gedurende 2018 vonden er geen bedrijfscombinaties plaats.

De Groep heeft geen wijzigingen gedaan aan de reële waarde van de geïdentificeerde activa en overgenomen schulden en vergoeding voor de overname van alle aandelen van de vennootschap Enviromania en haar dochtervennootschap Translab.

2.5. Goodwill

De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
ABO NV (consulting) 154 154
Translab 690 690
Totaal 844 844

De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting) maken deel uit van het operationele segment "België".

De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het budget, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde op het einde van het vierde jaar.

De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 13,69 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 5,6 welke ongeveer m€ 2,0 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -953
Toename verdisconteringvoet met 1% -315

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO.

De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 10,4 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2019 houdt rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2018 met ongeveer 43% en daarna een jaarlijkse groei van 4%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 4,3 welke ongeveer m€ 3,4 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -1 252
Toename verdisconteringvoet met 1% -685

Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving op deze goodwill dient geboekt te worden.

2.6. Immateriële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kan als volgt voorgesteld worden:

in 000€ Klantenportefeuille Software, patenten en licenties Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2017 1 048 800 1 848
Investeringen 46 46
Bedrijfscombinatie 986 986
Verkopen en buitengebruikstellingen -303 -303
Op 31 december 2017 2 034 543 2 577
Investeringen 98 98
Verkopen en buitengebruikstellingen 6 -6
Op 31 december 2018 2 040 635 2 675
Afschrijvingen
Op 1 januari 2017 -116 -718 -834
Afschrijvingen -196 -30 -226
Verkopen en buitengebruikstellingen 300 300
Op 31 december 2017 -312 -448 -760
Afschrijvingen -201 -44 -245
Op 31 december 2018 -513 -492 -1 005
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2017 932 82 1 014
Op 31 december 2017 1 722 95 1 817
Op 31 december 2018 1 527 143 1 670

De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen". De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 8 jaar.

2.7. Materiële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:

in 000€ Terreinen Gebouwen Installaties
en machines
Meubilair Rollend
materieel
Overige Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2017 1 035 6 313 11 489 3 573 1 260 23 670
Investeringen 10 2 065 27 619 2 721
Bedrijfscombinatie 5 8 9 22
Verkopen en buitengebruikstellingen -115 -10 -223 -348
Transfer -38 342 -209 -1 069 2 234 -1 260
Op 31 december 2017 997 6 670 13 238 2 521 2 639 26 065
Investeringen 4 3 016 168 490 3 678
Verkopen en buitengebruikstellingen -410 -128 -134 -672
Herwaardering 1 254 1 254
Transfer -23 23 3 -3
Op 31 december 2018 974 7 951 15 847 2 558 2 995 30 325
Afschrijvingen
Op 1 januari 2017 -967 -5 531 -3 218 -984 -10 700
Afschrijvingen -326 -1 286 -102 -498 -2 212
Verkopen en buitengebruikstellingen 57 9 189 255
Transfer -351 -33 1 108 -1 708 984
Op 31 december 2017 -1 644 -6 793 -2 203 -2 017 -12 657
Afschrijvingen -259 -1 767 -127 -267 -2 420
Verkopen en buitengebruikstellingen 403 127 109 639
Op 31 december 2018 -1 903 -8 157 -2 203 -2 175 -14 438
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2017 1 035 5 346 5 958 355 276 12 970
Op 31 december 2017 997 5 026 6 445 318 622 13 408
Op 31 december 2018 974 6 048 7 690 355 820 15 887

De investeringen in materiële vaste activa in 2018 bedragen k€ 3 678 (2017: k€ 2 721) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing).

De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 135 in 2018 (2017: k€ 98).

Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België, in december 2018 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland (behalve het gebouw verworven in het kader van de acquisitie van Geomet Vastgoed B.V. welke gewaardeerd werd op datum van acquisitie). De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2018 en 2017 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 127 in 2018 (2017: k€ 127).

Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 5 769 bedragen op 31 december 2018 (2017: k€ 6 072).

Hypotheken en overige zekerheden

De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 2 289 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.

2.8. Geassocieerde ondernemingen

De Groep had een deelneming van 47,6% in Esher BVBA in 2017. Deze deelneming werd terug verkocht aan boekwaarde aan de oorspronkelijke aandeelhouders.

2.9. Handels- en overige kortlopende activa

De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Handelsvorderingen 11 049 13 475
Contract activa 6 038 5 098
Geboekte waardeverminderingen -575 -660
Totaal Handelsvorderingen 16 512 17 913
Overige kortlopende activa 974 891
Totaal Overige kortlopende activa 974 891

De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De contract activa hebben betrekking op nog te facturen prestaties voor contracten met klanten. De contract activa bestaan voornamelijk uit nog te factureren diensten bepaald op basis van een "time & material" contract of een contract met een vaste prijs. De contract activa worden gepresenteerd binnen de handelsvorderingen en bedragen k€ 6 038 eind 2018 (2017: k€ 5 098). Deze contract activa zullen gefactureerd worden in 2019.

Op 31 december 2018 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor een bedrag van k€ 575 (2017: k€ 660).

De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:

in 000€ Waardevermindering
op handelsvorderingen
Op 1 januari 2017 -786
Toevoeging -192
Terugneming en gebruik 318
Op 31 december 2017 -660
Toevoeging -244
Terugneming en gebruik 329
Op 31 december 2018 -575

De vervaldagenbalans wordt weergegeven in toelichting 2.27.

2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2018 2017
Geldmiddelen 4 486 3 158
Kasequivalenten 309 367
Totaal 4 795 3 525

De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet. Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2018 en 2017.

2.11. Eigen vermogen

Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2018 (2017: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.

Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2018 en 2017.

Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.

De raad van bestuur is bevoegd tot juli 2019 om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.

Reserves

De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.

De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2018 (2017: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 6 704 op 31 december 2018 (2017: k€ 6 070).

De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2018 en 2017.

Niet-gerealiseerde resultaten

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:

in 000€ Voor verkoop beschikbare
financiële activa met reële
waardewijzigingen via de
niet-gerealiseerde resultaten
Herwaardering
aan reële
waarde
gebouwen
Toegezegde
pensioen
regeling
Totaal niet
gerealiseerde
resultaten
Niet-gerealiseerde resultaten
op 1 januari 2017
55 1 729 -172 1 612
Reële waarde verandering fondsbeleggingen -17 -17
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
-127 -127
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
18 18
Impact uitgestelde belastingen 218 -5 213
Niet-gerealiseerde resultaten
op 31 december 2017
38 1 820 -159 1 699
Reële waarde verandering fondsbeleggingen -46 -46
Herwaardering gebouwen 1 253 1 253
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
-89 -89
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
165 165
Impact uitgestelde belastingen -324 -41 -365
Niet-gerealiseerde resultaten
op 31 december 2018
-8 2 660 -35 2 617
Toewijsbaar aan de aandeelhouders -8 2 552 -35 2 509
Toewijsbaar aan het minderheidsbelang 108 108

Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Ecorem -284 -195
Sialtech 421 576
Geosonda BV 671 615
Enviromania/Translab 242 207
Totaal minderheidsbelang op balans 1 050 1 203
Ecorem -88 -69
Sialtech 5 41
Geosonda BV 56 63
Enviromania/Translab 35 31
Totaal aandeel minderheidsbelang in winst van het boekjaar 8 66
Ecorem 44
Totaal aandeel minderheidsbelang in niet-gerealiseerde resultaten 44
Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat 8 110

Het minderheidsbelang in 2018 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. In 2018 heeft de Groep een bijkomende belang verkregen in de vennootschap Sialtech BV van 9,33% voor een bedrag van k€ 127. In juli 2017 werd een bijkomend belang verkregen in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV van 21,67% als gevolg van een kapitaalverhoging volledig onderschreven door de Groep voor een bedrag van k€ 330.

Het minderheidsbelang in 2017 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV, alsook 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV, Ecorem NV en Enviromania/Translab NV is als volgt:

in 000€ Sialtech BV Geosonda BV Ecorem Translab
Langlopende activa (incl. goodwill) 2 156 2 329 1 542 1 574
Kortlopende activa 803 1 524 -1 960 560
Langlopende schulden -848 -1 350 -673
Kortlopende schulden -826 -1 012 -537 -518
Eigen vermogen -1 285 -1 491 955 -943
Aandeel 33% 45% 25% 26%
Aandeel in het eigen vermogen
van het minderheidsbelang
-421 -671 239 -241
Historische consolidatie-aanpassing 45
Boekwaarde minderheidsbelang -421 -671 284 -241
Omzet 3 101 2 673 880 1 247
Winst (verlies) van het boekjaar 15 125 -351 136
Aandeel 32,75% 45,00% 25,00% 25,59%
Aandeel in resultaat 5 56 -88 35

In 2018 werd een dividend aan de minderheidsaandeelhouder van Sialtech BV uitgekeerd van k€ 34.

2.12. Financiële schulden

De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:

in 000€ Interestvoet Vervaldag Voor het jaar eindigend
op 31 december
2018 2017
Straight loan Euribor+1,3%/1,84% 2018 4 763 4 767
Investeringkrediet 5,08% / 1,75% 2019 - 2024 1 615 759
Leningen vervaldag 2018 en later 2,26%-3,75% 2018-2022 555 850
Financiële leasings 0,00% - 3,55% 2018-2025 3 437 3 083
Leningen eindejaarspremie 0,48% 2018 519
Leningen vakantiegeld 0,60% 2018 748 209
Leningen vennootschapsbelasting 0,48% 2018 100
Rekening-courant 4,25% 2018 133 134
Euroflex lening 3,79% 2032 754 806
Lening 5,00% 2021-2023 402 173
Factoring 0,07% 2019 1 070
Overige 24
Totaal 13 477 11 424
waarvan kortlopend 8 392 7 134
waarvan langlopend 5 085 4 290

In het kader van een financieringsovereenkomst ten bedrage van maximaal 5,1 miljoen euro met Belfius, werd een convenant van netto financiële schuld / EBITDA ingevoegd van maximaal 3,5.

De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.

De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet. Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:

in 000€ Leningen Financiële leasings Totale verplichtingen uit
financiële activiteiten
Op 1 januari 2018 8 341 3 083 11 424
Netto kasstromen 1 801 -1 000 801
Nieuwe financiële leasings 1 255 1 255
Overige -3 -3
Op 31 december 2018 10 139 3 338 13 477

2.13. Voorzieningen

De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) 524 679
Geschillen 164 175
Totaal 688 854

Voorziening geschillen

ABO NV is betrokken in een aantal juridische procedures. Telkens wordt de vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Ondanks het feit dat de vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), houdt de vennootschap op heden een voorziening aan van in totaal k€ 110. ERG is eveneens betrokken in een aantal juridische procedures waarvoor de vennootschap een voorziening aanhoudt van in totaal k€ 54. In totaal is k€ 164 voorzien in 2018 (k€ 175 in 2017). Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.

Te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk

De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.

De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

in 000€ Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto Op 1 januari 2017 1 065 -412 653 Bijdragen − -41 -41 Interesten 13 -5 8 Prestaties 93 − 93 Actuariële verliezen -14 − -14 Rendement op de activa exclusief interesten − -4 -4 Op 31 december 2017 1 157 -462 695 Bijdragen − -104 -104 Interesten 15 -6 9 Prestaties 100 − 100 Uitbetalingen -62 62 − Actuariële verliezen -165 − -165 Rendement op de activa exclusief interesten − -1 -1 Op 31 december 2018 1 045 -511 534

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Salarisverhoging 2,0% 2,0%
Verdisconteringsvoet 1,6% 1,3%

De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Impact wijziging demografische assumpties -20
Impact wijziging ervaring op netto verplichting 128 -5
Impact wijziging actualisatievoet 57 19
Rendement op de activa exclusief interesten 1 4
Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat 166 18

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Prestaties 100 93
Interestkost op de verplichting 15 13
Totaal 115 106

De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Aandelen 98 90
Obligaties 310 300
Geldmiddelen en kasequivalenten 43 26
Vastgoed 54 46
Overige 6 1
Totaal 511 462

De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:

in 000€ 2018
Actualisatievoet: +0,5% -86
Actualisatievoet: -0,5% 97

De Groep verwacht dat in 2019 k€ 8 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan. De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 143 aangesloten werknemers (2017: 142).

Te bereiken doel pensioenregeling in België

De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.

De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2017 735 -735
Bijdragen -62 -62
Interesten 15 -15
Prestaties 55 55
Actuariële verliezen 13 -10 3
Belastingen betaald op bijdragen -7 7
Administratiekosten 4 4
Op 1 januari 2018 811 -811
Bijdragen -63 -63
Interesten 15 -15
Prestaties 59 59
Actuariële verliezen 9 -9
Belastingen betaald op bijdragen -7 7
Administratiekosten 4 4
Op 31 december 2018 887 -887

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in 000€ 2018 2017
Inflatie 1,90% 1,90%
Verdisconteringsvoet 1,90% 1,85%
Rendement op activa 1,90% 1,85%

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

in 000€ 2018 2017
Prestaties 58 47
Netto interest -1 -1
Administratiekosten 4 4
Totaal 61 50

De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.

Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting.

De Groep verwacht dat in 2019 k€ 66 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 33 jaar. Het pensioenplan heeft 150 aangesloten actieve werknemers en 350 aangesloten niet-actieve werknemers.

2.14. Overige kortlopende schulden

De overige kortlopende schulden bestaan uit:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Toe te rekenen kosten 59 73
Voorafbetalingen -414 -387
Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) 1 858 1 840
Kortlopende voorzieningen 173 173
Schulden m.b.t. personeel 4 029 4 072
Overige 170 528
Totaal 5 875 6 299

2.15. Reële waarde

Financiële vaste activa

Boekwaarde Fair value
in 000€ 2018 2017 2018 2017
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa gewaardeerd aan
reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten
35 71 35 71
Beleggingsfondsen 35 71 35 71
Financiële vaste activa gewaardeerd
aan geamortiseerde kostprijs
22 102 22 387 22 102 22 387
Handelsvorderingen 16 512 17 913 16 512 17 913
Overige financiële activa (langlopend) 646 647 646 647
Overige kortlopende activa 149 302 149 302
Geldmiddelen en kasequivalenten 4 795 3 525 4 795 3 525
Totaal financiële vaste activa 22 137 22 458 22 137 22 458

De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handelsvorderingen en overige kortlopende activa benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter.
  • De financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten bestaan uitsluitend uit investeringen in beleggingsfondsen. De Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation"). Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 3. De impact op de niet-gerealiseerde resultaten in 2018 was k€ -46 (2017: k€ -17).
  • De reële waarde van de overige financiële activa is niet significant verschillend met de boekwaarde op 31 december 2018 en 2017.
Boekwaarde Fair value
in 000€ 2018 2017 2018 2017
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
aan geamortiseerde kostprijs
19 373 18 549 19 630 18 704
Leningen 13 477 11 424 13 734 11 579
Handelsschulden 5 730 6 596 5 730 6 596
Overige schulden 166 529 166 529
Totaal financiële verplichtingen 19 373 18 549 19 630 18 704
Waarvan langlopend 5 085 4 290 5 225 4 403
Waarvan kortlopend 14 288 14 259 14 405 14 301

Financiële verplichtingen

De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten.
  • De financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.

Reële waarde hiërarchie

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:

  • Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
  • Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden welke niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
in 000€ Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Verandering reële waarde financiële activa
met reële waardewijzigingen via de
niet-gerealiseerde resultaten
35 35
Financiële schulden: leningen 13 734 13 734
Voor het jaar eindigend op 31 december 2017
in 000€ Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Verandering reële waarde financiële activa
met reële waardewijzigingen via de
niet-gerealiseerde resultaten
71 71
Financiële schulden: leningen 11 579 11 579

De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.

De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:

in 000€

Op 1 januari 2017 96
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -17
Kapitaalsvermindering te ontvangen terugbetalingen -8
Op 31 december 2017 71
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -46
Op 31 december 2018 25

Niet-recurrente reële waarde berekeningen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1.330. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in september 2016 en februari 2018 en is voor Frankrijk gebeurd in december 2018. De impact van de waardering van het gebouw in Breda in 2017 is een verlies k€ 49 welke geboekt werd in overige operationele kosten. De impact van de waardering van de gebouwen in Frankrijk in 2018 was een niet-gerealiseerde winst van k€ 1 253. De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.

De niet-gerealiseerde winst van k€ 1.253 vloeit voort uit de mid-range van de waardebepaling zoals bepaald door de erkende vastgoedschatters. Indien de onderste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, daalt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1.044. Indien de bovenste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, stijgt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1.464.

2.16. Segmentinformatie

De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:

  • België
  • Frankrijk
  • Nederland

Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.

De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.

De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring). De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2018 en 2017:

in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
Omzet (derden) 16 252 18 869 9 272 44 393 44 393
Omzet (intra-groep) 595 19 130 744 -744
Bedrijfresultaat 184 486 706 1 376 1 376
Interestopbrengsten 40 31 1 72 -65 7
Interestlasten -128 -29 -140 -297 65 -232
Netto resultaat voortgezette activiteiten
(segment winst en verlies)
-215 330 438 553 553
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen -724 -1 020 -919 -2 663 -2 663
Totaal activa 32 430 17 955 9 587 59 972 -17 044 42 928
Totaal schulden -15 644 -7 840 -8 207 -31 691 3 886 -27 805
in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op 31 december 2017
Omzet (derden) 16 542 19 205 8 380 44 127 44 127
Omzet (intra-groep) 859 4 190 1 053 -1 053
Bedrijfresultaat 1 128 1 372 483 2 983 2 983
Interestopbrengsten 43 44 7 94 -74 20
Interestlasten -186 -14 -145 -345 75 -270
Netto resultaat voortgezette activiteiten
(segment winst en verlies)
-229 985 239 995 995
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen -697 -1 019 -755 -2 471 -2 471
Totaal activa 31 881 17 266 8 957 58 104 -17 303 40 801
Totaal schulden -15 083 -8 284 -7 856 -31 223 4 147 -27 076

Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).

Overige toelichtingen

De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.

2.17. Omzet

De omzet kan als volgt gedetailleerd worden per type dienstverlening en per aard, en dit opgesplits per segment:

Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 12 666 3 480 6 509 22 656
Testing and monitoring 3 563 5 772 12 359 21 695
Overige 22 20 42
Totaal 16 251 9 272 18 868 44 393
Per type van de diensten
Bodem 11 764 4 210 3 420 19 394
Geotechniek 1 133 5 042 15 448 21 625
Asbest & energie 2 518 2 518
Overige 836 20 856
Totaal 16 251 9 272 18 868 44 393
Voor het jaar eindigend op 31 december 2017
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 13 589 2 928 6 648 23 165
Testing and monitoring 2 940 5 439 12 557 20 937
Overige 13 13 25
Totaal 16 542 8 380 19 205 44 127
Per type van de diensten
Bodem 11 923 4 390 3 508 19 821
Geotechniek 826 3 977 15 697 20 500
Asbest & energie 2 124 2 124
Overige 1 669 13 1 682
Totaal 16 542 8 380 19 205 44 127

De diensten worden voornamelijk geleverd op basis van "time & material" contracten (consulting) of contracten met een vaste prijs (consulting, testing en monitoring). De "consulting" diensten worden geleverd over een bepaalde tijd welke maandelijks gefactureerd worden of waarbij de vooruitgang wordt door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. De "testing en monitoring" diensten worden geleverd op een bepaald tijdstip, namelijk bij oplevering van het project. Deze diensten zijn meestal van korte duur.

2.18. Overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Bedrijfssubsidies 219 260
Doorgerekende kosten 166 185
Vrijstelling BV (competitiviteitspact) 168 219
Voordelen in natura 102 105
Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa 106 121
Vrijval vervallen handelsschulden 51 70
Terugbetaling verzekeringspremies 8 24
Terugname voorzieningen klanten 77 98
Meerwaarde op herwaardering investeringen 27
Overige 136 157
Herverdeling sociale lasten 6
Totaal 1 039 1 266

2.19. Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) -489 -451
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen -65 -222
Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete -31 -48
Opboeking van voorzieningen voor geschillen 11 203
Minderwaarde vaste activa -28 -89
Overige -26 -134
Totaal -628 -741

2.20. Personeelsbeloningen

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Korte-termijn personeelsbeloningen -14 486 -13 312
Sociale Zekerheid -4 641 -4 361
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen -42 -42
Te bereiken doel pensioenregeling -52 -77
Overige personeelskosten -1 055 -1 039
Totaal -20 276 -18 831
Totaal geregistreerde personeelsleden (FTE) 364 351

De overige personeelskosten bestaan voornamelijk uit forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen k€ 378, maaltijd- en ecocheques k€ 157, arbeidsongevallen-, groeps- en hospitalisatieverzekeringen k€ 121, tijdspaarfonds k€ 116, werkkledij k€ 36, vervoerskosten k€40 en stagevergoedingen k€ 20.

2.21. Financiële kosten

De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Interesten -232 -270
Overige -215 -272
Totaal -447 -542

2.22. Financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2018 2017
Interesten 7 20
Overige 10 7
Totaal 17 27

2.23. Belastingen

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2018 2017
Verwachte belastinglast voor het jaar -349 -957
Uitgestelde belastingen -24 -544
Belastingen over het voorgaande jaar -20
Totale belastingkost -393 -1 501

De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2018 en 2017 is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen 946 2 496
Belastingen aan het statutaire tarief van 29,58% (33,99% in 2017) -280 -848
Verschil in belastingsvoet 61 55
Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren -19
Overige belastingkortingen 56 81
Verworpen uitgaven -71 -112
Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd
geboekt
11
Winst uit reële waarde aanpassing participatie 4
Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar -114 -129
Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen -8 9
Niet belastbare waardevermindering -14
Impact ontvangen dividenden -4 -17
Erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen vorige jaren 285
Vrijgestelde subsidie 29 48
Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen -394
Afboeking uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen -450
Overige -29 -44
Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening -393 -1 501

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Saldo
op 31 december
Wijziging in de resultatenrekening
voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017 2018 2017
Fiscale verliezen 803 892 89 -908
Immateriële vaste activa -40 -8 32 -30
Materiële vaste activa 24 13 -11 2
Voorzieningen 140 114 -26 95
Overige -38 38 7
Totaal uitgestelde belastingvordering 889 1 011
Materiële vaste activa -1 073 -783 290 223
Immateriële vaste activa -290 -331 -41 67
Voorzieningen -19 19
Totaal uitgestelde belastingschuld -1 382 -1 114
Totale uitgestelde belastingskost 390 -544
waarvan opgenomen in de resultatenrekening 24
waarvan opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten 366 -544

De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.

De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 913 per 31 december 2018 (2017: k€ 633) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.

De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 7 941 per 31 december 2018 (2017: k€ 6 802). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 102 649 (2017: k€ 102 880) fiscaal overdraagbare verliezen welke bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken. Deze twee voorafgaande beslissingen worden op heden betwist door de algemene administratie van de bijzondere belastingsinspectie. Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.

De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2018 van k€ 803 (2017: k€ 892) waarvan k€ 419 (2017: k€ 468) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.

2.24. Winst per aandeel

Het totaal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel, gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel, is 10 568 735.

Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.

De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.

2.25. Niet-voortgezette activiteiten

Binergy Meer BVBA

De Groep heeft eind 2017 haar 100% deelneming in Binery Meer BVBA verkocht aan een derde partij voor een bedrag van € 1 waarbij een meerwaarde gerealiseerd werd van k€ 98. De netto cash-flow bedroeg k€ (44). De meerwaarde werd gepresenteerd als winst uit niet-voortgezette activiteiten.

2.26. Mogelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden.

2.27. Verbintenissen

Operationele lease

De Groep heeft een aantal niet-opzegbare operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar. De Groep heeft andere operationele leasings voor onder andere gebouwen welke op korte termijn opzegbaar zijn.

De toekomstige minimum leasingbetalingen voor de niet-opzegbare operationele leasings zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Binnen één jaar 1 096 150
Tussen één en vijf jaar 2 083 328
Meer dan vijf jaar 373
Totaal 3 552 478
Operationele lease kost 1 098 143

Financiële lease

De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark en boortorens. De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:

Op 31 december 2018 Op 31 december 2017
in 000€ Minimale lease
betalingen
Contante
waarde
betalingen
Minimale lease
betalingen
Contante
waarde
betalingen
Binnen een jaar 859 785 845 781
Tussen twee en vijf jaar 2 350 2 237 2 124 1 997
Meer dan vijf jaar 324 316 318 305
Subtotaal 3 533 3 338 3 287 3 083
Min impact verdisconteringen -195 -204
Contante waarde 3 338 3 083

Overige zekerheden

De Groep heeft een bedrag van k€ 1 480 aan gevestigde hypotheken (2017: k€ 1 480). Daarnaast werd een hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van k€ 900 op 31 december 2018 (2017: k€ 900).

De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds gegeven aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van k€ 2 055 op 31 december 2018 (2017: k€ 2 055). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van k€ 400 op 31 december 2018 (2017: k€ 400).

Geschillen

De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.

De totale voorziening bedraagt k€ 164 op 31 december 2018 (2017: k€ 175) welke geboekt is onder "voorzieningen".

2.28. Risico's

De Groep is voornamelijk onderhevig aan marktrisico, liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.

Marktrisico

Tijdens de tweede helft van 2018 heeft de Groep de potentiële impact die de Brexit ('met deal' en 'zonder deal') kan hebben op zijn financiële prestaties en financiële positie ingeschat. Het management verwacht geen significante negatieve impact op de Groep aangezien de Groep slechts zeer beperkte activiteiten heeft met of in het Verenigd Koninkrijk.

Liquiditeitsrisico

De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2018
Financiële schulden 8 392 4 211 874 13 477
Handelsschulden 5 730 5 730
Overige schulden 166 166
Totaal 14 288 4 211 874 19 373
in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2017
Financiële schulden 7 134 3 265 1 025 11 424
Handelsschulden 6 596 6 596
Overige schulden 529 529
Totaal 14 259 3 265 1 025 18 549

Interestrisico

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 44.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:

Vervallen
in 000€ Totaal Niet vervallen < 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2018 16 512 13 122 1 479 853 317 741
Op 31 december 2017 17 913 12 666 3 196 969 404 678

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 575 op 31 december 2018 (2017: k€ 660) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Kapitaal management

Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.

De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2018 62 % (2017: 63 %).

2.29. Relaties met verbonden partijen

De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Korte-termijn beloningen 771 720
Einde-loopbaan beloningen 36 44
Totaal 807 764

De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:

in 000€ Verkoop van
diensten
Aankopen
van
Interestop
brengsten
Interest
kosten
Vordering Schuld
Aandeelhouders van de Groep
2018 1 -3
2017 4 -108
Geassocieerde ondernemingen
2018
2017 54 29
Andere verbonden partijen
2018 18 -533 21 -84
2017 12 -547 79 -280

De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:

  • Verhuur van kantoren aan de Groep door verbonden partijen waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens aandeelhouder is van de verbonden partijen.
  • Gebruik van poetsdiensten en telecomdiensten door de Groep bij verbonden partijen, waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens de aandeelhouder is van de verbonden partijen;
  • Interestdragende aandelenlening met de aandeelhouder van de Groep (2017)

Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.

2.30. Vergoeding van de commissaris

De vergoeding van de commissaris is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2018 2017
Vergoeding audit 157 162
Vergoeding non-audit diensten - 12
Totaal 157 174

2.31. Gebeurtenissen na balansdatum

Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds van Ecorem NV verkocht aan Tractebel Engineering NV. De verkoop omvat de internationale referenties in milieuadvies, een beperkt aantal lopende opdrachten en het personeel. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).

2.32. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten

Dochterondernemingen Land 2018 2017
ABO NV België 100,0% 100,0%
Ecorem NV België 75,0% 75,0%
E20 (Energy To Zero Consult NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda Environment NV (Exequtes Milieu Meetdienst NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda BVBA België 100,0% 100,0%
ABO Beheer BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Milieuconsult BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Holding België 100,0% 100,0%
ERG Holding SA Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Equipement SARL Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Environnement SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG LAB (vereffend) Frankrijk 0,0% 100,0%
SCI NicERG Frankrijk 100,0% 100,0%
Enviromania BVBA België 74,4% 74,4%
Translab Environmental Consult NV België 74,4% 74,4%
Sialtech BV Nederland 67,3% 57,9%
Thenergo NL BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Research BVBA België 100,0% 100,0%
ABO-Group Environment NV België 100,0% 100,0%
ECOREM Baltya Litouwen 75,0% 75,0%
Geosonda BV Nederland 55,0% 55,0%
Geomet BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet Vastgoed BV Nederland 100,0% 100,0%

3. Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment

De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.

Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2018 en 31 december 2017.

Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2018 2017
Vaste activa 26.204 25.805
Oprichtingskost en immateriële activa
Materiële activa 1.121 722
Financiële activa 25.083 25.083
Vlottende activa 5.037 3.214
Overige activa (looptijd > 1 jaar)
Overige activa (looptijd < 1 jaar) 5.037 3.214
Totaal activa 31.240 29.019
Eigen vermogen 26.302 26.140
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies 173.083 173.083
Reserves -146.781 -146.943
Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0
Schulden op meer dan één jaar 573 266
Schulden op ten hoogste één jaar 4.365 2.613
Totaal passiva 31.240 29.019

Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2018 2017
Bedrijfsopbrengsten 676 637
Omzet 676 631
Andere bedrijfsopbrengsten - 6
Bedrijfskosten 507 476
Bedrijfsresultaat 169 162
Financieel resultaat -7 -9
Financiële opbrengsten 60 52
Financiële kosten -67 -61
Resultaat vóór belastingen 162 153
Winst van het boekjaar 162 153

Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde Jaarrekening

BLADZIJDE

-

-

-

-

-

-

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.