Annual Report • Apr 25, 2016
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
ABO-Group Environment is een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0477.032.538 (RPR Gent)
| Voorwoord | 4 |
|---|---|
| Groepsvoorstelling Groepsstructuur Vestigingen Waar we in geloven |
5 7 8 9 |
| Verslag raad van bestuur | 11 |
| Verklaring inzake deugdelijk bestuur Remuneratieverslag Verklaring door de verantwoordelijke personen |
19 27 29 |
| Highlights 2015 | 32 |
| Het aandeel ABO-Group | 45 |
| Duurzaamheid | 47 |
| De sector | 49 |
| Risicobeheer | 51 |
| Mens en organisatie |
53 |
| Onderzoek & ontwikkeling | 55 |
| Doelstellingen 2016 | 58 |
| Geconsolideerde Jaarrekening |
|
| Geconsolideerde resultatenrekening | 61 |
| Geconsolideerd totaal resultaat | 62 |
| Geconsolideerde balans | 63 |
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 65 |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 66 |
| Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten |
68 |
| Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening | 108 |
Met trots stel ik het jaarverslag over 2015 voor. Dit was voor mij een bijzonder jaar, gezien het twintig jaar geleden allemaal begon. Eind oktober 1995 werd ABO NV opgericht nadat in Vlaanderen, als één van de eerste regio's in Europa, het bodemsaneringsdecreet bekrachtigd werd. ABO bouwde doorheen de voorbije twintig jaar een marktleiderschap uit op het vlak van bodemonderzoek en -sanering.
Met een groeiend team van medewerkers ontwikkelde ABO zich tot een multidisciplinair studiebureau van experten in verschillende niches binnen de milieusector. Naast de autonome groei werd tevens ingezet op nieuwe bedrijfsactiviteiten en overnames, die stapsgewijs geïntegreerd werden.
Dit resulteerde in een groep van bedrijven met een geografische diversifiëring en een brede waaier van activiteiten op vlak van advies, staalname en metingen. Via Ecorem, E20, Geosonda, ABO-ERG, Translab en Sialtech bouwden we onze businesslijnen verder uit met geotechniek, milieu, afval en energie.
ABO-Group is ontstaan door, en groeit mee met, de diverse milieuwetgevingen en -reglementeringen in Europa. We wensen de komende jaren de ingeslagen weg verder te bewandelen en blijven werken aan onze groei, waarbij de focus zowel op onze drie thuislanden (België, Nederland en Frankrijk) als op de internationale markt ligt.
Als duurzaam en klantgericht bedrijf blijven we trouw aan onze drie kernwaarden: Ambition, Best Practices en Open-minded. Deze waarden vormen de basis van onze identiteit en zijn de motor van ons dagelijks functioneren.
Van bij de start hebben we als pionier een verschil gemaakt en dat willen we blijven doen. In maart 2014 realiseerden we een unieke beursintroductie via de omgekeerde overname van Thenergo. Zo namen we een engagement op groei.
In 2015 realiseerden we een stijging van de totale bedrijfsopbrengsten van 10,7% ten opzichte van de vooropgestelde 10%.
Nu de eerste 20 jaar zijn afgelegd, kijken we met enthousiasme vooruit naar de uitdagingen die ons te wachten staan. Om voorop te blijven in de markt investeren we daarom continu in expertise en nieuwe diensten. Zo werden de laatste jaren nieuwe activiteiten opgestart zoals BREEAM, ARCHEOLOGIE, ENERGIECOACHING en asbest. Onze medewerkers, die ik uitdrukkelijk wens te bedanken voor hun inzet, vormen hierbij onze belangrijkste troef en samen zetten we ons iedere dag opnieuw in om blijvend te vernieuwen en te groeien.
In 2016 willen we graag samen met u uw uitdagingen, ambities en projecten verder waarmaken. Onze zichtbaarheid en notoriëteit versterken we door de deelname aan een aantal gerenommeerde beurzen in onze drie thuislanden. Zo waren we in maart aanwezig op de beurs MIPIM in Cannes, en hopen we u eind mei te mogen verwelkomen op onze stand op Realty in Brussel, of begin november in Goes op de beurs Contacta. Daar heffen we samen het glas op (minstens) de komende twintig jaar.
De bedrijfsactiviteiten van ABO-Group situeren zich binnen vijf businesslijnen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval. Binnen deze businesslijnen biedt de Groep zowel Consultancy als Testing & Monitoring activiteiten aan. In Frankrijk domineert geotechniek, maar is de Groep ook actief op vlak van milieu en bodem. In Nederland is ABO in dezelfde drie businesslijnen actief. In België is ABO-Group actief in alle vijf de businesslijnen.
De afdeling bodem voert alle types bodemonderzoeken uit op alle mogelijke terreinen. Van eenvoudige verkennende onderzoeken tot de meest complexe studies met alle soorten verontreinigingen en alle types ondergronden, in combinatie met grondwaterstudies. De bodemstudies worden onder andere uitgevoerd in het kader van overdrachten, periodieke verplichtingen of bij een stopzetting van activiteiten.
Nadat de onderzoeken de vastgestelde bodemverontreiniging in de grond en in het grondwater in kaart gebracht hebben, wordt de juiste, best beschikbare technologie vooropgesteld om de nodige saneringsmaatregelen te nemen en een meerwaarde te realiseren voor het te saneren terrein. Naast het bodemonderzoek vormt ook de begeleiding van de werven een belangrijke afdeling binnen de bodemafdeling. In overleg met de opdrachtgever worden bestekken opgesteld en worden aannemers aangeschreven en geselecteerd op basis van de eisen van de opdrachtgever. De Groep staat in voor zowel de werfopvolging als voor de oplevering van de werken.
Naast bodemstudies ter karakterisering van verontreinigingen, voert de afdeling bodem ook studies uit in het kader van grondverzet waarbij de bouwheer geadviseerd wordt in het bekomen van de noodzakelijke bodemkwaliteiten. In het kader van
onderhoudsbaggerwerken worden eveneens de kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van de sedimenten onderzocht.
ABO-Group startte ook archeologiegerelateerde activiteiten op.
ABO-Group biedt expertise aan voor diverse milieuprojecten binnen en buiten Europa en dit voor verschillende sectoren. Een eerste domein is het duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen en grondstoffen, met inbegrip van grondwater, olie en gas. Een tweede domein betreft toegepast onderzoek inzake terrestrische en mariene ecosystemen.
Gedetailleerde inventarisaties maken vaak deel uit van milieu-impactstudies voor grote infrastructuurprojecten. De Groep heeft ervaring in het uitvoeren van studies in diverse regio's en klimaatzones, gaande van arctische gebieden tot tropische regenwouden. Samen met openbare besturen en private eigenaars wordt gezocht naar de meest optimale oplossing om ecologie, landbouw, urbanisatie en recreatie met elkaar te verweven.
Integraal waterbeheer vormt een derde pijler in het milieudienstenpakket, zowel op bekkenniveau als op microniveau voor bouwprojecten, waar adviezen verstrekt worden over waterinfiltratie en waterbuffering. In het kader van openbare werken of industriële activiteiten worden specifieke milieustudies uitgevoerd en wordt het volledige vergunningstraject opgevolgd.
ABO-Group biedt ook milieucoördinatie en andere duurzaamheidsaudits aan. Onze deskundigen hebben een goede juridisch-administratieve en technische kennis om inzake ruimtelijke planning en mobiliteit de juiste adviezen te verstrekken. Ten slotte is de Groep ook actief in multidisciplinaire stadsontwikkelingsprojecten en Brownfields. Die zijn veelal gekoppeld aan haveninfrastructuurwerken.
Geotechniek is het onderzoek van de bodem, dat als doel heeft de draagkracht van de ondergrond in kaart te brengen teneinde te kunnen bouwen in en op de grond.
Deze activiteit vormt één van de speerpunten van ABO-Group, waarbij een grote expertise werd verworven in zowel harde rotsbodems (o.a. Frankrijk) als in zachte gronden in België en Nederland. Diverse veldwerkploegen en experten zijn dagelijks actief met de uitvoering van grondmechanische terreinproeven en de advisering van funderingstechnieken en grondmechanica. Hiertoe beschikt de afdeling geotechniek over een eigen machinepark, gaande van kleine demontabele apparaten tot grote sondeer- en boormachines. Ook worden in eigen beheer hoogstaande onderzoekstechnieken toegepast zoals pressiometer- en dilatometerproeven.
Verder is er een sterk raakvlak tussen het onderzoek van de bodem op zijn draagkracht en het onderzoek van de bodem in het kader van milieuvervuiling. Voor grotere en complexe projecten dienen vaak beide aspecten bekeken te worden, waarbij het steeds een voordeel is deze simultaan aan te pakken.
De Groep biedt ook zijn diensten aan op vlak van energie-efficiëntie en in het onderzoek naar nieuwe energiebronnen.
Voor energie-efficiëntie focust ABO-Group zich op energiestudies, -audits en energiezorg. Voor de industrie verzorgt de Groep energiecoachingtrajecten, energieactieplannen, audits/energiescans voor kmo's en grote ondernemingen. Binnen het residentiële luik voert ABO-Group energiescans en -studies uit, waarbij de klant een volledige doorlichting van zijn gebouwen mag verwachten, met als doel kostenbesparingen te realiseren. Verder voert de afdeling energie onderzoek uit naar de optimalisatie/renovatie en de kwaliteitswaarborging van HVAC-installaties en de mogelijke inzet van hernieuwbare energie.
ABO-Group is ook gefocust op energieopwekking en energiestockage in mariene milieus waaronder de opwekking van energie uit zeestromingen, of de buffering van energie vanuit grote waterbassins in artificiële atols. In het kader van globale klimaatadaptatie en klimaatmitigatie voert ABO-Group studies uit naar de optimalisatie van verbranding van afvalstoffen en biomassa. Ten slotte wordt ondersteuning geboden aan openbare besturen en beleidsmakers in het maken van keuzes voor duurzame investeringen.
Binnen de businesslijn afval werkt ABO-Group niet enkel mee aan projecten inzake huishoudelijke afvalstromen, maar wordt eveneens gezocht naar duurzame oplossingen voor bouw- en sloopafval, alsook voor gevaarlijk afval, zoals mijnafval en asbest. In België en West-Europa wordt vooral geparticipeerd in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën of managementsystemen, die vervolgens kunnen geëxporteerd worden naar Oost-Europa en andere continenten.
ABO-Group treedt op als consultant en ingenieursbureau in de volledige afvalketen, gaande van de ophaling, de optimalisatie van scheidingstechnieken, de milieuvriendelijke en economisch rendabele verwerking en recyclage en de veilige berging. Ook worden de andere units van een geïntegreerd afvalverwerkingscentrum ontworpen, zoals de waterzuiveringsinstallatie en de stortgasbehandeling.
De afdeling afval is daarenboven actief in levenscyclusanalyse van materialen en Enhanced Landfill Mining en beschikt daartoe over consultants met ervaring in beleidsondersteuning en Capacity Building inzake hergebruik, compostering, recyclage, enz. De afdeling afval werkt in dit verband vaak voor internationale financiële instellingen.
ABO-Group beschikt ten slotte over experten inzake asbestinventarisatie en -sanering. Ook de laboratoriumanalyses op asbestmineralen worden aangeboden. Internationaal is er is vooral een groeiende vraag naar financieel haalbare sleutel-op-de-deuroplossingen.
Laatste wijziging: 24/12/2015
(3) Actief aangehouden voor verkoop
Nieuw in 2015: Montpellier (F)
Binnen alle bedrijven en binnen alle businesslijnen van ABO-Group streven we vandaag naar één gemeenschappelijke cultuur en identiteit. Die identiteit wordt samengevat in drie grote kernwaarden die tegelijk onze drijfveren zijn: Ambition, Best Practices en Open-minded.
We ondernemen voor en met al onze aandeelhouders, klanten, partners, medewerkers,… Samen hebben we de ambitie om verder uit te groeien tot dé referentie in elk van onze markten, vakgebieden en niches. Om een maximale meerwaarde te betekenen voor al deze betrokkenen leggen we de focus op een voortdurende ontwikkeling en grotere diversificatie van onze diensten en activiteiten binnen en buiten Europa. Onze medewerkers worden gestimuleerd om creatieve oplossingen te zoeken. Om dit te realiseren is de ontwikkeling van onze medewerkers essentieel. Daarom trachten we hen de nodige middelen aan te reiken om zich te ontplooien in de organisatie en zo ook hun ambities waar te maken.
© Thijs van der Steen/ Richard van der Helm, ABO-Milieuconsult B.V.
Binnen elk project dat wordt aangevat gaan we actief op zoek naar kwaliteit en duurzame oplossingen. Hierbij houden we rekening met de zorg voor de mens, de veiligheid en het milieu. Zo wordt een win-win voor alle partijen nagestreefd. De projecten worden efficiënt en resultaatgericht aangepakt met een To The Pointmentaliteit. Zo kan de gewenste kwaliteit binnen de gewenste termijn geleverd worden. In onze sector is het heel belangrijk te werken volgens de vooropgestelde wetten, decreten en reglementen. We zorgen er dus voor dat toegepast worden.
Iedereen is gelijkwaardig. We stimuleren een constructieve samenwerking en betrokkenheid op alle niveaus en binnen de verschillende businesslijnen. Medewerkers en klanten worden met respect en integriteit behandeld. We geloven in onze medewerkers. Wederzijds vertrouwen zorgt voor een positieve energie. Hierbij hoort een transparante, eerlijke en open interne communicatie zodat onze medewerkers deze positieve mentaliteit kunnen overbrengen naar onze klanten.
Geachte aandeelhouders,
In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en hebben wij de eer u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2015 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor te leggen.
De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden, in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen, samengevoegd. In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.
ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochtervennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. Al is ABO Holding NV wettelijk de dochtervennootschap, toch wordt zij boekhoudkundig gezien aangemerkt als de moedervennootschap. Thenergo wordt verwerkt als dochteronderneming.
De consolidatiekring zag er op 31 december 2015 als volgt uit: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda NV), Nederland (ABO Beheer B.V., ABO Milieuconsult B.V., Goorbergh Geotechniek B.V., Sialtech B.V.) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, ERG Lab, SCI NicERG), Thenergo Operations BVBA, Thenergo Invest B.V. en Thenergo Nederland B.V.
In 2015 kon ABO-Group proeven van het prille economische herstel in voornamelijk België en Nederland. De Franse markt kende weinig animo. De groep kon evenwel in elk van zijn thuislanden een degelijke omzetgroei realiseren. De totale bedrijfsopbrengsten stegen met 10,7% van € 29,9 mln. naar € 33,1 mln. De omzet steeg met 9% tot € 31,6 mln. Hiervan is 6% organisch (ten opzichte van de eigen doelstelling van 5%); 3% groei is toe te wijzen aan acquisitieve groei in Nederland. Ondanks blijvende druk op de prijzen, nam algemeen de vraag toe. De sterkste groei werd opgetekend bij Geosonda België, in geotechniek Nederland en bij de energieafdeling E20. Ook de adviesactiviteiten in België (ABO) gingen stevig vooruit, voornamelijk door het uitbreiden van het productaanbod richting archeologie en BREEAM.
De omzetverdeling over de 3 thuismarkten ziet er als volgt uit:
| 2014 | 2015 | Wijziging | Groei | |
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | in % | |||
| Frankrijk | 15.862 | 16.545 | +683 | +4,3% |
| België | 12.084 | 12.935 | +851 | +7,0% |
| Nederland | 1.069 | 2.140 | +1.071 | +100% |
| Totale omzet | 29.015 | 31.620 | +2.605 | +9,0% |
Zowel in 2014 als in 2015, werd de operationele winstgevendheid van de groep sterk beïnvloed door éénmalige elementen. In 2014 zorgde de beursnotering voor K€ 291 aan uitzonderlijke kosten. In 2015 worden de cijfers gekleurd door enerzijds een éénmalige provisie voor een juridisch geschil met een negatieve impact van K€ 520, anderzijds door een overige bedrijfsopbrengst van K€ 360 op de herwaardering van het bestaande belang in Sialtech (toepassing van IFRS 3). De onderliggende evolutie kan aldus beter bekeken worden zonder rekening te houden in beide boekjaren met deze éénmalige elementen, vandaar het gebruik van REBITDA als graadmeter.
De REBITDA komt tot stand op basis van dezelfde berekeningswijze als de EBITDA. Concreet komt het erop neer dat de elementen die niet-terugkerend geacht worden (uitzonderlijke maatregelen bijvoorbeeld) van de EBITDA afgetrokken worden.
| 2014 | 2015 | Veran dering |
+/- | |
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | in % | |||
| REBITDA | 2.177 | 2.195 | 18 | +0,8 |
| Afschrijvingen | 1.544 | 1.713 | 169 | +10,9 |
| Operationele winst | 342 | 323 | -19 | -5,6 |
| Financieel resultaat | -136 | -160 | -24 | -17,6 |
| Winst voor belastingen uit voortgezette activiteiten |
206 | 163 | -43 | -20,9 |
| Nettowinst uit voortgezette activiteiten |
38 | 162 | 124 | +326,3 |
| Nettowinst | 199 | 148 | -51 | -25,6 |
De recurrente kasstroom van de groep (REBITDA) kwam uit op € 2,2 mln. (€ 0,21/aandeel), een lichte toename met 0,8%. Ook in 2015 werd volop ingezet op uitbouw van het dienstenpakket van de groep, waardoor werd ingeboet op marge. Geografisch werd verder uitgebreid met de opstart van een kantoor in Montpellier. Daarnaast kon het wegvallen van exportsteun in de internationale afdeling niet tijdig worden opgevangen met nieuwe contracten. De negatieve impact van deze externe factoren kan worden ingeschat op K€ 600. De Lead Time (= de periode tussen offerte en het effectief winnen van een contract) is in dit type van projecten vrij lang, waardoor plots schakelen geen evidente keuze is.
ABO-Group plukt evenwel stilaan de vruchten van tal van nieuwe initiatieven die de voorbije jaren werden gelanceerd. Het productpallet werd stelselmatig uitgebouwd, zodat klanten voor steeds meer zaken bij ABO terecht kunnen. De geïntegreerde aanpak levert de klant, naast een prijsvoordeel, vooral ook tijdswinst op in de uitvoering van zijn project. ABO-Group heeft de voorbije jaren in zijn veldwerkafdelingen continu geïnvesteerd in de uitbouw van zijn machinepark. De jaar-op-jaar toename van de afschrijvingen met 10,9% tot € 1,7 mln. is hiervan het bewijs. Dit garandeert de klant een kwalitatieve uitvoering, alsook een multifunctionele inzetbaarheid en flexibiliteit in boortechniek.
De operationele winst (inclusief de invloed van de aanzienlijke, niet recurrente genoemde elementen) blijft jaar op jaar nagenoeg stabiel (K€ 323 versus K€ 342). De nettowinst uit voortgezette activiteiten stijgt aanzienlijk van K€ 38 naar K€ 162.
Het totaal eigen vermogen stijgt van € 10,4 mln. tot € 11,1 mln., enerzijds door de winst van het boekjaar, anderzijds door de erkenning van een groter minderheidsbelang, ten gevolge van de uitgevoerde acquisitie. De netto financiële schuld bedroeg € 4,2 mln., wat een schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de Groep) oplevert van 40%.
| 2014 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Kasstroom uit operaties | 1.604 | 2.093 |
| Operationele kasstroom | 1.645 | 1.778 |
| Werkkapitaalaanpassingen | -41 | 315 |
| Kasstroom uit investeringen | 237 | -1.148 |
| Kasstroom uit financiering | -865 | -1.879 |
| Cash 1/1 | 2.457 | 3.433 |
| Cash 31/12 | 3.433 | 2.499 |
De kasstroom uit operaties nam toe van € 1,6 mln. naar € 2,1 mln. De operationele kasstroom steeg met 8%. De aanpassingen van het werkkapitaal leverden een positieve bijdrage op, ondanks de groei van de vennootschap, wat op een verhoogde discipline qua werkkapitaal wijst. De Groep investeerde, in lijn met zijn strategie, aanzienlijk in verwerving van nieuwe materiële vaste activa (machines) voor een bedrag van € 1,1 mln. De financiële schuldpositie werd stevig afgebouwd (€ -1,9 mln.). Per saldo komt de cashpositie van de groep uit op € 2,5 mln.
ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 een omzet van € 0,4 mln. gerealiseerd. Het boekjaar sluit af met een winst van K€ 158. Een verlies van € -147.457.730 werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg € -147.298.370. Het eigen vermogen bedraagt € 25,8 mln. De vennootschap heeft geen financiële schulden.
De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer. In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.
De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, afval-, milieu-, water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich dan ook in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten. Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van zijn huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Ook deze projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.
Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, Joint Ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's. Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van
zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een Due Diligence-onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat de door de Vennootschap of een derde uitgevoerde Due Diligence-onderzoeken met betrekking tot de deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen dient ook met het daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.
Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.
Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machines.
Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.
De Groep heeft een aantal geschillen eigen aan haar activiteiten en waarvoor geen voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. De twee belangrijkste lopende geschillen worden hieronder nader omschreven.
ABO NV werd in een rechtszaak over de niet tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop als tussenkomende partij opgeroepen. In eerste aanleg werd de Vennootschap verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van K€ 595 plus rente, waarvan 85% is toegewezen aan de Vennootschap. De Vennootschap is van oordeel dat haar geen schuld treft, gezien haar adviezen enkel een middelenverbintenis inhouden, geen resultaatsverbintenis. Er werd dan ook geen voorziening aangelegd.
ABO Holding NV werd gedagvaard in een procedure voor vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Gezien de betrokken deelneming evenwel midden 2013 werd verkocht, en bijgevolg ABO Holding sindsdiengeen mandaat als bestuurder meer had, ziet de vennootschap geen reden tot aanleg van een voorziening.
De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
- het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;
het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT-systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand of de resultaten van de Vennootschap.
Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en Tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
| Totaal | Niet vervallen | < 30 dagen | 31-60 dagen | 61-90 dagen | >91 dagen | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | |||||||
| 31 december 2015 | 12.614 | 9.224 | 1.251 | 567 | 191 | 1.381 | |
| 31 december 2014 | 13.225 | 7.463 | 2.048 | 1.342 | 575 | 1.797 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 561 op 31 december 2015 (K€ 568 op 31 december 2014) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen steeds langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend(e) kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De volgende tabellen geven een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Op 31 december 2015 | ||||
| Financiële schulden | 4.975 | 1.874 | - | 6.849 |
| Handelsschulden | 4.412 | - | - | 4.412 |
| Overige schulden | 245 | - | - | 245 |
| Totaal | 9.632 | 1.874 | - | 11.506 |
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Op 31 december 2014 | ||||
| Financiële schulden | 5.005 | 2.205 | - | 7.210 |
| Handelsschulden | 4.230 | - | - | 4.230 |
| Overige schulden | 197 | - | - | 197 |
| Totaal | 9.432 | 2.205 | - | 11.637 |
De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (Hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of Material Adverse Change Clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.
Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich verder voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 26.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 40% eind 2015 (36% eind 2014).
Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:
De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat van K€ 158 integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.
Sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2015 deden zich geen vermeldenswaardige gebeurtenissen voor.
Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.
ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches. Zie ook p. 55.
ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.
Niettegenstaande uit de enkelvoudige balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de raad van bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel enkelvoudig als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap rendabel (statutaire winsten in 2014 en 2015) en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.
De Vennootschap heeft eind 2015 geen afgeleide financiële instrumenten.
De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2015. Voor de algemene werking van de raad van bestuur, van de comités van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid, wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de raad van bestuur op 14 april 2016 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).
De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:
Bijlage C, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratiecomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Frank De Palmenaer tot lid van het remuneratiecomité te benoemen, ondanks het feit dat hij ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat hij meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.
De Raad en het remuneratiecomité zullen erop toezien dat de afspraken, die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van dit Charter ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het remuneratiecomité.
Bijlage C.5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is.
De Raad nam deze beslissing omwille van
Bijlage C.5.2./29 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het auditcomité op zijn minst twee maal per jaar een ontmoeting heeft met de externe auditor. De Raad besliste dat een frequentie van één maal per jaar voldoende is.
De Raad nam deze beslissing omwille van
Principe 7.17 van de Corporate Governance Code bepaalt dat op advies van het remuneratiecomité de raad van bestuur het contract goedkeurt voor de aanstelling van de CEO, met daarin de criteria die bij het bepalen van een variabele remuneratie in aanmerking worden genomen, alsook specifieke bepalingen betreffende een vervroegde beëindiging van het contract. De Vennootschap heeft tot nog toe geen contract met de gedelegeerd bestuurder afgesloten. Er zijn geen afspraken en er is geen betaling van een variabele vergoeding. Er zijn geen afspraken omtrent een vervroegde beëindiging van zijn mandaat.
Het internecontrolesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:
Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.
Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de raad van bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.
ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.
De COSO-methode draait rond vijf componenten:
Het auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).
ABO-Group heeft een Compliance Officer aangesteld, namelijk Belster BVBA, met vaste vertegenwoordiger C. Beliën.
Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.
De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.
ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het uitvoerend comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt zoals weergegeven onder Toelichting 3 - Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen.
Een belangrijk gegeven inzake de controleactiviteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.
Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (die in het jaarverslag gepubliceerd worden onder Toelichting 3).
De geconsolideerde boekhouding gebeurt centraal vanuit de hoofdzetel. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.
Het toezicht wordt uitgeoefend door de raad van bestuur, door middel van het auditcomité door een toezicht op de kwartaalrapportering, het evalueren van de risicofactoren en desbetreffende actieplannen.
Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:
| Datum | Transactie | Aantal nieuw uitgegeven aandelen |
Prijs per aandeel |
Bedrag kapitaal verhoging |
Kapitaal | Totaal aantal aandelen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 20/02/2002 | Oprichting | 1.000 | € 100,00 | € 100.000,00 | € 100.000,00 | 1.000 |
| 20/08/2002 | Kapitaalverhoging in geld | 1.500 | € 100,00 | € 150.000,00 | € 250.000,00 | 2.500 |
| 5/02/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 1.065 | € 100,00 | € 106.500,00 | € 365.500,00 | 3.565 |
| 23/05/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 1.490 | € 100,00 | € 149.000,00 | € 505.500,00 | 5.055 |
| 29/08/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 3.000 | € 100,00 | € 300.000,00 | € 805.500,00 | 8.055 |
| 21/12/2005 | Incorporatie van schulden | 8.754 | € 100,00 | € 875.400,00 | € 1.680.900,00 | 16.809 |
| 24/02/2006 | Kapitaalverhoging in geld | 27.694 | € 78,65 | € 2.178.050,00 | € 3.858.950,00 | 44.503 |
| 23/04/2007 | Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 | 0 | € 0,00 | € 0,00 | € 3.858.950,00 | 4.450,300 |
| 22/05/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 666.080 | € 8,45 | € 5.628.376,00 | € 9.487.326,00 | 5.116,380 |
| 22/05/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 592.175 | € 8,45 | € 5.003.878,75 | € 14.491.204,75 | 5.708,555 |
| 18/06/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 7.691.849 | € 8,45 | € 64.996.124,05 | € 79.487.328,80 | 13.400,404 |
| 24/09/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 1.727.862 | € 9,26 | € 16.000.002,12 | € 95.487.330,92 | 15.128,266 |
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 556 | € 8,81 | € 4.900.000,00 | € 100.387.330,92 | 15.684,266 |
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 473.984 | € 9,00 | € 4.265.856,00 | € 104.653.186,92 | 16.158,250 |
| 27/02/2008 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 125.376 | € 9,00 | € 1.128.384,00 | € 105.781.570,92 | 16.283,626 |
| 27/05/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 952.381 | € 10,50 | € 10.000.000,00 | € 115.781.570,92 | 17.236,007 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 1.943.844 | € 9,26 | € 17.999.998,82 | € 128.839.195,69 | 19.179,851 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 97.143 | € 10,50 | € 1.020.000,00 | € 129.491.746,44 | 19.276,994 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 357.143 | € 5,60 | € 2.000.000,00 | € 131.491.746,44 | 19,634,137 |
| 26/06/2009 | Uitoefening converteerbare obligaties | 1.023.034 | € 2,46 | € 2.512.945,21 | € 134.004.691,65 | 20.657.171 |
| 11/03/2010 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 658.333 | € 2,04 | € 1.342.999,32 | € 136.347.690,97 | 21.315.504 |
| 11/03/2010 | Uitoefening converteerbare obligaties | 705.084 | € 2,04 | € 1.438.371,40 | € 136.786.062,37 | 22.020.588 |
| 4/02/2011 | Uitoefening converteerbare obligaties | 6.613.043 | € 0,46 | € 3.042.000,00 | € 139.828.062,37 | 28.633.631 |
| 27/03/2014 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 2.613.550.000 | € 0,01 | € 26.135.500,00 | € 165.963.562,37 | 2.642.183.631 |
| 15/09/2014 | Samenvoeging bestaande aandelen /250 | 0 | € 0,00 | € 0,00 | € 165.963.562,37 | 10.568.734 |
| 19/12/2014 | Kapitaalverhoging in geld | 1 | € 527.012,11 | € 527.012,11 | € 166.490.574,48 | 10.568.735 |
Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.
Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.
De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.
Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen. De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.
De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen
negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.
De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:
Deze bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze bevoegdheid kan, één of meermaals, worden hernieuwd overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen. In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van vennootschappen.
Aan de raad van bestuur is uitdrukkelijk machtiging verleend om, in geval van een openbaar overnamebod op alle aandelen van de vennootschap, het kapitaal van de vennootschap te verhogen mits inachtneming van de voorwaarden bepaald in artikel 607 van het Wetboek van vennootschappen. Deze machtiging is verleend voor een periode van drie (3) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea.
De raad van bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de aankoop door de vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.
Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen.
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.
Bij beslissing door de buitengewone algemene vergadering van 28 mei 2014, heeft de raad van bestuur de machtiging verkregen om - mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen -, voor rekening van de vennootschap, eigen aandelen te verwerven, wanneer dergelijke verwerving noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap te voorkomen. Deze machtiging is geldig voor drie (3) jaar te rekenen vanaf de dag van de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014.
Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod. De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorzien de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.
Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in zijn bezit te hebben.
Op 31 december 2015 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.
Daarnaast ontving de Vennootschap in de loop van 2015 Transactiemeldingen van bedrijfsleiders voor het verkopen van in totaal 61.536 aandelen.
ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.
Gerard Van Acker (voorzitter)
Frank De Palmenaer (gedelegeerd bestuurder)
Jan Gesquière (bestuurder)
Ivo Van Vaerenbergh (bestuurder)
Voorzitter Gerard Van Acker BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens lid van het auditcomité en voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité
Bestuurders Frank De Palmenaer (2) van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens lid van het remuneratie- en benoemingscomité
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh van 6 mei 2009 t.e.m. 31 mei 2017 Eveneens lid van het auditcomité
Jadel BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratie- en benoemingscomité
(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder
De raad van bestuur heeft tien maal vergaderd in 2015. Alle bestuurders waren op deze tien vergaderingen aanwezig. De raad van bestuur behandelde in 2015 onder meer de volgende onderwerpen:
De raad van bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:
De raad van bestuur heeft een auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het auditcomité is als volgt samengesteld:
Jadel BVBA werd benoemd tot voorzitter van het auditcomité.
De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.
Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de raad van bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.
Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de voorzitter van het auditcomité, Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesqière, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.
Het comité vergaderde tweemaal voltallig in 2015.
Er werd speciale aandacht besteed aan:
Na elke vergadering rapporteerde het auditcomité, via zijn voorzitter, aan de raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de raad van bestuur.
De voorzitter van het comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de raad van bestuur over de werking van het auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de raad van bestuur.
De raad van bestuur heeft een benoemings- en remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:
Gerard Van Acker BVBA werd benoemd tot voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité.
De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het benoemings- en remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.
De meerderheid van het benoemings- en remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het uitvoerend comité.
Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2015 viermaal voltallig samengekomen.
De voorzitter van het comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de raad van bestuur over de werking van het auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de raad van bestuur.
De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het benoemings- en remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de raad van bestuur.
De huidige gedelegeerd bestuurder, Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 27 maart 2014.
Het uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W.Venn.
De leden van het uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de raad van bestuur. Het uitvoerend comité komt regelmatig (een tiental keer per jaar) samen.
Het uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de raad van bestuur aan hem zou delegeren.
Het uitvoerend comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:
| Frank De Palmenaer | Gedelegeerd bestuurder |
|---|---|
| Johan Reybroeck | CFO |
| François Mayeux | CEO ABO-ERG |
In 2015 behoorde Karen Mestdagh eveneens tot het uitvoerend comité. Zij heeft in februari 2016 haar mandaat ter beschikking gesteld.
Het vennootschapsadres voor alle leden van het uitvoerend comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).
ABO-Group zal in het kader van het opnemen van vrouwen, met de vereiste competenties conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO-Group, in de raad van bestuur aan de wettelijke gestelde regels en termijnen voldoen en daartoe ten gepaste tijd de zoektocht opstarten.
De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité wordt vastgelegd door de raad van bestuur.
De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2015 door de raad van bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2015 door de raad van bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.
De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit volgende elementen:
een vaste vergoeding
voor de voorzitter van € 5.000 per trimester
voor de leden van € 1.500 per vergadering
een zitpenning per vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité van € 1.000 per vergadering.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.
De gedelegeerd bestuurder ontvangt geen vaste vergoeding, maar wel als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen (ABO Holding, ABO Beheer en ABO-ERG Holding).
De remuneratie van het uitvoerend management bestaat uit een vaste vergoeding.
Het uitvoerend management geniet van een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig, maar ontvangt geen lange termijn cash-incentive plannen. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met aandelen en/of aandelenopties.
Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Voor de volgende jaren wordt actief gekeken naar de intensivering van het uitvoerend management, door middel van een aandelen- of optieplan. Voor het overige worden geen materiële aanpassingen aan het remuneratiebeleid verwacht.
| In EUR | Vaste vergoeding | Zitpen ningen |
Totaal 2015 |
|
|---|---|---|---|---|
| Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker (*) | niet-uitvoerend | € 20.000 | € 20.500 | € 40.500 |
| Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh |
niet-uitvoerend | € 6.000 | € 16.500 | € 22.500 |
| Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière | niet-uitvoerend | € 6.000 | € 21.500 | € 27.500 |
| Frank De Palmenaer | uitvoerend | nvt | nvt | nvt |
* Voorzitter van de Raad van Bestuur
De uitvoerende managers, ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.
De gedelegeerd bestuurder Frank De Palmenaer ontving in 2015 een vergoeding van € 124.817,52 en een terugbetaling van onkosten van € 8.400.
| Vaste remuneratie | € 488.428 |
|---|---|
| Variabele remuneratie | - |
| Totaal | € 488.428 |
| Pensioen | € 48.997 |
| Andere voordelen | voertuig |
| hopsitalisatieverzekering |
Het niveau en de structuur van de remuneratie van de andere leden van het uitvoerend comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.
De leden van het uitvoerend comité ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.
Er werden in 2015 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandeeloptieplannen en warrantplannen.
Met de gedelegeerd bestuurder werden geen vertrekvergoedingen overeengekomen. De andere leden van het uitvoerend management hebben het statuut van werknemer en zijn onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijnen- en vergoedingen.
De commissaris EY ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2015 het bedrag van € 67.500.
In de loop van 2015 werden door de commissaris en aan de commissaris gelieerde partijen € 11.725 gefactureerd voor andere controleopdrachten.
Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap.
De notulen van de raad van bestuur van 19 oktober 2015 vermelden:
"Frank De Palmenaer meldt dat, indien de Raad later in de vergadering een beslissing zou nemen over een overeenkomst tot lening van aandelen waarbij hijzelf de uitlener is en de Vennootschap de ontlener, er een belangenconflict kan ontstaan, waardoor de regeling van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen dient gevolgd te worden.
Deze lening van aandelen maakt het de Vennootschap mogelijk de aankoop van aandelen van Energy to Zero Consult te voldoen. De alternatieve oplossing, namelijk door de creatie van nieuwe aandelen met een kapitaalverhoging door inbreng in natura, zou de keuze zijn voor een veel duurdere oplossing. Bij een kapitaalverhoging dient namelijk rekening te worden gehouden met de kosten van een commissarisverslag, oproeping voor een algemene vergadering, notaris, publicatie… Deze kosten kunnen geraamd worden op minstens € 15.000. Een lening van aandelen zal veel goedkoper zijn.
De impact voor de vennootschap houdt rekening enerzijds met voorgaande kosten en anderzijds met de waarde van de aandelen in de aankoop van de aandelen Energy to Zero Consult, namelijk € 51.333,33."
Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 524 wetboek van vennootschappen omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.
Tijdens het boekjaar 2015 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten.
Gent, 25 april 2016
Voor de raad van bestuur, Voorzitter Gedelegeerd bestuurder Gerard Van Acker BVBA, de heer Frank De Palmenaer vert. de heer Gerard Van Acker
30
31
In 2015 breidde de afdeling archeologie gevoelig uit. Verwacht wordt dat deze activiteit de komende jaren gevoelig aan belang zal winnen en dit ten gevolge van wijzigingen in de regelgeving voor het bekomen van een bouwvergunning in Vlaanderen. Verder wordt een grote synergie verwacht met bestaande activiteiten waaronder de uitvoering van technische verslagen voor grondverzet, sonderingen in kader van geotechnische adviesverlening, of de opmaak van een omgevingsvergunning.
Tussen 26 oktober en 5 november 2015 werd door ABO NV een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de geplande consolidatie- en restauratiewerken op de voormalige priorijsite van Groenendaal in Hoeilaart (Vlaams-Brabant). Het voormalige Augustijnerklooster werd opgericht in de veertiende eeuw en werd definitief opgegeven na de Franse Revolutie in 1793.
Tijdens dit onderzoek kwamen de goed bewaarde resten aan het licht van de afgebroken en opgevulde pandgang van het gesloten kloosterhof en de funderingsresten van de gesloopte gedeelten van de voormalige kloosterkerk zoals het oostkoor met abscis en een zijkapel.
ABO heeft zich in 2015 verder gespecialiseerd binnen de markt van duurzaam bouwadvies en BREEAM. Niet alleen werden diverse nieuwe projecten opgestart, ook het team van erkende Assessors werd verder uitgebouwd. ABO is door BRE erkend als assessor voor het uitvoeren van audits voor alle type gebouwen (BREAAM New Construction, BREAAM In-use en BREEAM Communities). Op basis van deze expertise kan ABO onder meer projectontwikkelaars, bouwheren, architecten en ruimtelijke planners begeleiden in het verduurzamen van een gebouw en adviseren in de te nemen maatregelen.
*BREEAM is een monitoringsinstrument waarmee u de duurzaamheidsprestatie van bouwwerken kan monitoren. Het instrument beoordeelt de gebouweigenschappen én het beheer en gebruik ervan. Met de indicatieve scores kunnen partijen de operationele kosten van een gebouw terugbrengen en de duurzaamheidprestaties verbeteren. Hiermee verandert de marktwaarde aanzienlijk en behoudt het pand een goede positie in het gehele aanbod.
Dochteronderneming Ecorem is door de Europese Commissie erkend als expert voor de volgende thema's:
Als gevolg van deze laatste erkenning, voerde Ecorem tijdens de maanden oktober tot december 2015, in opdracht van het Europees Parlement, een audit uit van hun geldende EMAS-systeem, specifiek voor het onderdeel afvalbeheer, voor de parlementaire sites in Brussel, Luxemburg en Straatsburg.
De interne organisatie van het Europees Parlement stelt als doel om zijn afvalsysteem continu te verbeteren, om zo de afvalberg te doen verminderen en recyclage maximaal mogelijk te maken. Hiertoe werden twee doelen vastgelegd:
De interne coördinatie van het afvalbeheer gebeurt door het Afvalcomité van de EMAS Unit. Ter evaluatie van deze doelen, en met het oog op het vastleggen van nieuwe objectieven, werd de expertise van Ecorem aangewend.
Op basis van interviews en bezoeken ter plaatse werd een overzicht opgesteld van elementen binnen het afvalbeheer die verbetering vragen. Ook werden aanbevelingen gedaan tot harmonisatie van het afvalsysteem op de verschillende sites van het Europees Parlement. Gezien de voorbeeldfunctie van het Europees Parlement voor andere grote instellingen, is het van belang een correct en vooruitstrevend afvalbeleid in de praktijk te implementeren.
Het afvalsysteem op de sites werd bekeken als een Black Box, met aan de inputzijde de aanvoer van materialen en aan de outputzijde de afvoer van afval. Hiertussen kan het interne afvalbeheerssysteem binnen het parlement geplaatst worden, met maatregelen die impact hebben op de input- en outputzijde. Dergelijke maatregelen kunnen zijn: de implementatie van Green Public Procurement, de controle van de afvalverwerking opdat deze gebeurt volgens de principes van de Ladder van Lansink, enz.
De resultaten van deze studie zullen aangewend worden om een nieuw actieprogramma op te stellen voor de komende jaren. De ervaring van de experten van Ecorem die ingezet werden op deze en andere onderzoeksprojecten, kan een grote meerwaarde creëren voor gelijkaardige studies binnen de organisatie van andere, grote instellingen.
De huidige asbestverwerkingstechniek in Vlaanderen bestaat erin om het asbesthoudend afval (niet-hechtgebonden na cementering) onder specifieke voorwaarden te storten op stortplaatsen die gevaarlijk afval mogen accepteren. Volgens de huidige trends in het bergen van afval zal de beschikbare stortcapaciteit binnen enkele jaren moeten worden uitgebreid. Dit gaat ten koste van onze beschikbare ruimte. Bovendien schuiven we met het storten het asbestafvalprobleem, de potentiële risico's en de beheerskosten enkel maar door naar toekomstige generaties. In functie van een circulaire economie wil OVAM binnen een duurzaam materiaal- én ruimtegebruik ook voor asbestafval inzetten op het realiseren van materiaalkringlopen, in het bijzonder verankerd binnen de realisatie van een versneld asbestafbouwbeleid tot een asbestveilig Vlaanderen tegen 2040.
Verschillende Europese en niet-Europese landen investeren in onderzoek naar technieken, of passen reeds varianten toe, waarbij de vezelstructuur van asbest vernietigd wordt op basis van mechanische, thermische of chemische principes, of zelfs een combinatie van deze principes. Door de vezelstructuur te vernietigen, wordt het materiaal inert en bruikbaar als asbestvrije, secundaire grondstof, zodat het niet moet worden gestort. Ecorem voerde, in opdracht van OVAM, een State Of The Art-studie uit om het potentieel van deze technieken te onderzoeken en de implementeerbaarheid in Vlaanderen en België te kunnen inschatten.
Zodra BBT-verwerkingstechnieken als volwaardig alternatief beschikbaar zijn, kan ingezameld asbestafval rechtstreeks verwerkt worden tot nieuwe grondstof en kan potentieel ook het al gestorte asbestafval volgens het concept van Enhanced Landfill Mining (ELFM) ontgonnen en verwerkt worden.
Deze visie werd in 2015 op verschillende internationale conferenties uitgedragen. Zo werd onze studie gepubliceerd in het kader van het Enhanced Landfill Mining Conference in Athens en het ISWA Congres in Antwerpen in september 2015. Verder was Ecorem spreker op het ELFM III Symposium te Lissabon, waar een presentatie werd gegeven over de link tussen ELFM en het asbestbeleid in Vlaanderen.
Het is de strategie van Ecorem om verder in te zetten op deze innovatieve visie op circulaire economie, zowel in Vlaanderen als op Europees en internationaal vlak.
In toenemende mate vinden er grensoverschrijdende transporten plaats van schone- en verontreinigde grond. Voor de transporten van België naar Nederland dienen de grondstromen gekeurd te worden conform de Nederlandse normen. Het Nederlandse dochterbedrijf ABO-Milieuconsult B.V. voorziet een groeiend aantal Belgische opdrachtgevers van deze informatie. In totaal is er in 2015 meer dan 350.000 m3 grond getoetst en voorzien van een certificaat voor transport van België naar Nederland.
Voor het Vlaamse bedrijf Vervoeruitbating Frans Ceulemans & Co NV heeft ABO Milieuconsult B.V. in 2015 de jaarlijkse controle op de productie van de klei in de ontginningsput te Schelle uitgevoerd. Dit in het kader van het productcertificaat BRL 9335-2 van genoemd bedrijf en afzet op de Nederlandse markt van de klei, met name bij dijkverhogingen. Daarbij is zowel op de klei een milieu-hygiënische keuring conform BRL SIKB 1000, protocol 1001, als een civieltechnische keuring in het kader van de BRL 9335, protocol 9335-9, uitgevoerd. Hierbij werd de erosieklasse van de klei bepaald.
In opdracht van Hens NV heeft ABO-Milieuconsult B.V. een tiental partijkeuringen uitgevoerd om de uitgegraven grond, ten behoeve van de ondertunneling van de R11, te keuren en te voorzien van een Nederlands certificaat.
De ondertunneling van de R11 is nodig opdat de luchthaven van Antwerpen zou kunnen voldoen aan de internationale veiligheidsvoorschriften. De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie schrijft voor dat luchthavens in het verlengde van hun start- en landingsbanen een obstakelvrije veiligheidszone moeten hebben. Daar kunnen vliegtuigen in noodsituaties tot stilstand komen. De aanwezigheid van de Krijgsbaan vlak achter de start- en landingsbaan stond zo'n veiligheidszone in de weg. Door de baan ter hoogte van de luchthaven in een tunnel te brengen, komt de nodige ruimte vrij. De veiligheidszone op het tunneldak wordt een omheinde graszone die zich uitstrekt tot Fort III in Borsbeek.
De tunnel, met aansluitend een af- en toerit in een open sleuf, is 420 meter lang. Dat is de afstand tussen de verkeerslichten die nu het verkeer tegenhouden wanneer een vliegtuig landt of opstijgt.
Na het succes van de eerstelijns energiescans bij KMO's, startte dochterbedrijf E20 vanaf begin september 2015 een nieuw project in opdracht van het Agentschap Ondernemen. Het initiatief, genaamd Klimaatzorg en -advies voor toeristische logies en attracties, kortweg KOALA, is gericht op energiebesparing bij toeristische bedrijven en logies. In totaal zal E20, onder voorbehoud, een dertigtal bedrijven doorlichten en begeleiden in het beheren en optimaliseren van hun energieverbruik. -uitstoot van hun onderneming te verlagen. Ondernemers kunnen terecht bij enkele erkende energieadviesbureaus voor een gratis energiescan en implementatieadvies bij de energiebesparende Klimaatvriendelijk = slimme keuze
Gelijkaardig aan de energiescans bij KMO's worden de bedrijven in een eerste fase doorgelicht aan de hand van een energiescan. Hierbij worden de verschillende energiebesparende opportuniteiten in kaart gebracht. Om de slagkracht van het project te vergroten, kan er ook een opvolgingsfase volgen. Op basis van de energiescan bepaalt het bedrijf zelf welke opportuniteiten er al dan niet weerhouden worden in deze opvolgingsfase. Daarna wordt, aan de hand van de weerhouden opportuniteiten, een op maat gemaakt implementatieadvies opgesteld. Het doel van dit advies is een optimaal investeringstraject uit te stippelen. De rol van E20 in deze fase is van begeleidende aard. Afhankelijk van de gestelde opportuniteit kan er bijvoorbeeld contact opgenomen worden met fabrikanten, offertes opgevraagd worden en detailberekeningen van installaties gebeuren. Energie is een belangrijke kost in veel toeristische ondernemingen. Investeringen in energie-efficiëntie komen dus niet alleen het milieu, maar ook de concurrentiekracht van de onderneming ten goede. De trend naar een kleinere ecologische voetafdruk in de toerismesector is al langer ingezet. Ondernemers mogen dus niet langer wachten en moeten zorgen voor een klimaatvriendelijke uitstraling van hun onderneming, die aan de wensen van hun klanten voldoet. In eerste instantie zal het energieadviesbureau een
In de initiële energiescan zal de energiebesparing vertaald worden in termen van economische haalbaarheid (TVT, IRR en ROI), primaire energiebesparing en CO2-reductie. Voor het bepalen van de verschillende maatregelen wordt er enerzijds gekeken naar de besparingsmogelijkheden gerelateerd aan de directe emissie (HVAC, wagenparken, koeling, etc.) en aan de indirect emissie (uitstoot gelinkt aan aangekochte elektriciteit, warmte of stroom). De maatregelen die uiteindelijk opgenomen worden in de energiescan, zullen sterk outputgericht zijn. Dit houdt in dat de nadruk ligt op de praktische haalbaarheid van de maatregelen, om zo de uitvoeringskans te vergroten. Zoals vermeld, richt KOALA zich enkel op uitbaters van toeristische bedrijven en logies. Meer bepaald betreft het jeugdherbergen, hotels, vakantieparken, meetinglocaties (MICE) en attractieparken. energiescan uitvoeren om het energieverbruik van de onderneming in kaart te brengen. Op basis van deze resultaten worden verbetervoorstellen aangereikt om de broeikasgasuitstoot te verminderen. Indien er voldoende besparingspotentieel aanwezig is, kan de ondernemer bovendien een traject volgen om de voorgestelde energiemaatregelen maximaal te implementeren. Ook dit implementatieadvies is volledig gratis. We willen immers verder gaan dan de evidente quick-wins en ondernemers begeleiden naar grondige energierenovaties.
De bedrijven dienen te voldoen aan volgende voorwaarden:
Het begeleidingstraject kadert in het Vlaams Klimaatbeleidsplan en is een initiatief van Toerisme Vlaanderen en Agentschap Ondernemen in samenwerking met het Departement voor Leefmilieu, Natuur en Energie.
Een dergelijke scan start met een gepland plaatsbezoek, waarbij een audit/doorlichting van de woning ter plekke plaatsvindt, zowel wat gebouwschil als installaties betreft, gevolgd door het aanreiken van enkele energiebesparende maatregelen en interessante tips tot het reduceren van het energieverbruik.
Deze informatie wordt in een rapport voor de klant gegoten, alsook doorgestuurd naar de desbetreffende netbeheerders. Daaruit kan een begeleidingstraject type 1 en mogelijk type 2 volgen. Een type 1-traject omvat het effectief uitvoeren van enkele energiebesparende ingrepen, zoals het plaatsen van radiatorfolie, het ontluchten van de kranen, maar ook het actief begeleiden tot veranderen van energieleverancier. Een begeleidingstraject type 2 omvat het coördineren van meer ingrijpende maatregelen, zoals het plaatsen van dakisolatie, het vervangen van schrijnwerk en andere.
Voor de ontwikkeling van het nieuwe Saeftinghedok in Beveren werd dochterbedrijf Geosonda door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen gevraagd om het grondmechanisch onderzoek uit te voeren voor de studie van de nieuwe kaaimuren.
Om onder meer duidelijkheid te verschaffen over de samenstelling van de bodem en de weerstand dienen bij het grondmechanisch onderzoek een honderdtal elektrische sonderingen uitgevoerd te worden tot ongeveer veertig meter diep. Deze diepte is voornamelijk noodzakelijk om de aanzet van de tertiaire Boomse klei in kaart te brengen. Er zullen ook laboproeven uitgevoerd worden om het onderzoek te vervolledigen.
Naast het grondmechanisch onderzoek dient ook een archeologisch vooronderzoek en een milieuhygienisch onderzoek te gebeuren. Ook voor deze onderzoeken zal Geosonda meewerken aan de terreinproeven zoals CPT's, machinale en manuele boringen.
Dochteronderneming Goorbergh Geotechniek B.V. in Breda is expert op het vlak van de uitvoering van kleinschalige geotechnische werken waarbij tijdsdruk en werkruimte altijd weer de uitdagingen vormen.
Natuurlijk ogen de grotere klussen bij Goorbergh Geotechniek in veel gevallen meer spectaculair maar de uitdagingen binnen de uitvoering van de kleinere werken hebben onderhuids een diepe impact op de organisatorische kwaliteiten van een onderneming.
En juist daar ligt de adrenaline voor de werknemers van Goorbergh Geotechniek B.V.. Kwaliteit, snelheid en adequaat reageren op de wensen van de klant dragen wij hoog in het vaandel. Er moeten 'meters' worden gemaakt om het werk uit te voeren en het nodige rendement te behalen. Investeringen gebeuren allemaal van uit het oogpunt van kwaliteit.
De organisatie loopt met een minimale bezetting goed gesmeerd en flexibel door de grote hoeveelheid van deze kleinschalige werken heen. En juist die intensiteit bij Goorbergh Geotechniek maakt het het waard om extra te worden uitgelicht.
Veelal moeten kleinschalige werken onder tijdsdruk worden uitgevoerd. Dat impliceert dat de planning hierin cruciaal is. En bij een strakke planning hoort een enthousiaste en even strakke uitvoering. Dat samenspel is bij Goorbergh Geotechniek tot in de puntjes geregeld.
De uitdagingen buiten variëren per locatie en worden in een vroeg stadium al vastgesteld. Maar ook 'verrassingen' worden soepel getackeld. De sonderingen, veelal voor particuliere uitbreiding-, renovatie- of nieuwbouw van woningen of kantoorlocaties, worden ingemeten met behulp van GPS-systemen voor terugvindbaarheid. De tot in detail uitgewerkte rapportages worden binnen twee werkdagen aan de klant overhandigd opdat er geen stagnatie bij hen ontstaat bij hun voortgang der werken.
In het afgelopen jaar 2015 zijn er bij Goorbergh Geotechniek, naast de grotere werken, zo'n 1.200 sonderingen uitgevoerd binnen dit soort 'kleinschalig' werk. "Kwaliteit op een vierkante meter".
Het project 'Le Grand Paris' voorziet 175 km nieuwe spoorlijnen, 275 bruggen en tunnels en 37 nieuwe stations in een brede ring rond Parijs. Van de 175 km onderzocht de Franse dochteronderneming ABO-ERG tussen 2012 en 2015 de geologische ondergrond van de zuidkant, of zo'n 60 kilometer. Dat onderzoek moest uitmaken waar de sporen en de stations mogen komen.
verkenningsonderzoeken hadden als doel om de aannemer geologische en geotechnische gegevens te leveren en om bepaalde onzekerheden weg te nemen.
De belangrijkste doelen van het project waren:
Tot de uitgevoerde werken behoren onder meer kernboringen, destructieve onderzoeken, pressiometerproeven, laboproeven, oppompingen en dilatometerproeven.
ABO-ERG voerde meer dan 500 geotechnische sonderingen uit op drie jaar tijd.
In het kader van de studies voor de versteviging van de viaducten van la Maglia en Lavina in Breil-sur-Roya (F) heeft de Franse dochteronderneming ABO-ERG op vraag van de SNCF een geotechnisch onderzoek en een geotechnische diagnosestudie uitgevoerd. Date de réalisation : Juin 2015 à Sept. 2015 Montant HT : Env. 280 000 € HYDROGEOLOGIQUE DES TERRAINS D'ASSISE DES CULEES DE DEUX PONTS-RAILS PONTS-RAILS SUR LA MAGLIA ET SUR LA LAVINA COMPRENANT DE FORTES CONTRAINTES D'EXECUTION
Beide viaducten vertonen sinds enkele jaren zware barsten. Het doel van deze sonderingen was het verzamelen van geologische, geotechnische en hydrogeologische gegevens van de onderliggende gronden van de steunvlakken (bruggenhoofden en pijlers), en om de aanwezigheid van eventuele gedecomprimeerde horizonten te bepalen. Er werd aan ABO-ERG ook gevraagd om een geotechnische diagnose op te stellen van de oorzaak van de geconstateerde breuken en om oplossingen voor versteviging te bieden. Lieu de réalisation : BREIL SUR ROYA (06) Type de mission selon norme NFP 94-500 : Diagnostic géotechnique Travaux réalisés : Sondages carottés, destructifs et pressiométriques, essais Lugeon, diagraphies (gamma-ray, gamma-gamma), tomographie sismique inter-forage Date de réalisation : Juin 2015 à Sept. 2015 Montant HT : Env. 280 000 € Lieu de réalisation : BREIL SUR ROYA (06) Type de mission selon Travaux réalisés : Sondages carottés, destructifs et pressiométriques, essais Lugeon, diagraphies REALISATION D'INVESTIGATIONS GEOTECHNIQUES EN MILIEU FERROVIAIRE ET Dans le cadre des études de confortement des viaducs de la Maglia et de Lavina sur la commune de BREIL SUR ROYA (06), ERG a réalisé pour le compte de la
De sonderingswerken hadden als bijzonderheid dat ze sterke uitvoeringsbeperkingen hadden, aangezien de sonderingen 's nachts werden uitgevoerd op de spoorwegen, waardoor het nodig was om kranen en helikopters in te schakelen om aan bepaalde sonderingsterreinen te geraken. REALISATION D'INVESTIGATIONS GEOTECHNIQUES EN MILIEU FERROVIAIRE ET COMPRENANT DE FORTES CONTRAINTES D'EXECUTION confortement. formations est à l'origine des désordres.
Dit project liet ABO-ERG toe om zijn knowhow bij te schaven over het uitvoeren van complexe geotechnische onderzoeken. accéder à certaines zones de sondages.
De aandelen van ABO-Group zijn genoteerd op de beurs van Euronext Brussel met het symbool ABO en met de ISIN-code BE0974278104. Aan het einde van het jaar waren er in totaal 10.568.735 aandelen.
In tegenstelling tot het jaar 2014, waarin de bovenstaande titel "(R)evolutie in 2014" was, is het aandeel ABO-Group in 2015 in rustiger vaarwater verzeild.
De omgekeerde overname van Thenergo door ABO-Group, de omgekeerde aandelensplitsing en de kapitaalverhoging met uitgifte van één aandeel waren in 2014 in het oog springende transacties. Deze soort noodzakelijke herstructureringen waren niet meer nodig in 2015.
Het aantal ABO-Group-aandelen bleef in 2015 ongewijzigd, namelijk 10.568.735.
Er werden in de loop van 2015 geen transparantieverklaringen betreffende het aandeelhoudersschap en de drempeloverschrijding door de aandeelhouders aan FSMA overgemaakt.
De enige geldende kennisgeving op 31/12/2015 is deze van de heer Frank De Palmenaer, voormalig hoofdaandeelhouder van ABO Holding. Hij meldde op 27 maart 2014 een drempeloverschrijding omdat hij in ruil voor de inbreng van aandelen ABO Holding 2.444.420.898 aandelen van ABO-Group verwierf, wat in verhouding tot het toenmalig totaal aantal aandelen van 2.642.183.631, 92,52% van de aandelen vertegenwoordigt. In september 2014 is er een omgekeerde aandelensplitsing gekomen (splitsingsverhouding: 250/1), zodat de 2.444.420.898 aandelen van 27 maart 2014 vanaf september 2014 overeenstemmen met 9.777.683 aandelen van de in totaal 10.568.734 aandelen. Later in 2014 kwam er nog de kapitaalverhoging met één aandeel, zodat het totaal op 10.568.735 aandelen komt.
Daarnaast verrichte de heer Frank De Palmenaer in de loop van 2015 Transactiemeldingen van bedrijfsleiders, namelijk voor de verkoop van in totaal 61.536 aandelen.
Zoals hiernaast werd uiteengezet heeft het aandeel van ABO-Group in 2014 een volledige transformatie doorgemaakt en is in dat jaar het totaal aantal aandelen meermaals fors gewijzigd. De evolutie van de beurskoers is daardoor uiteraard sterk beïnvloed. Bij het lezen van onderstaande tabel, dient bijgevolg ook de transformatie van het aandeel in 2014 in ogenschouw te worden genomen.
| € | Slotkoers 31/12 | Laagste koers v/h jaar |
Hoogste koers v/h jaar |
Aantal aandelen 31/12 |
Beurskapitalisatie 31/12 |
|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 7,50 | 7,49 | 10,00 | 16.158.250 | 121.186.875 |
| 2008 | 3,32 | 3,32 | 11,80 | 19.634.137 | 65.185.335 |
| 2009 | 2,06 | 1,76 | 3,60 | 20.657.171 | 42.553.772 |
| 2010 | 0,83 | 0,31 | 2,34 | 28.633.631 | 23.765.914 |
| 2011 | 0,30 | 0,20 | 1,06 | 28.633.631 | 8.590.089 |
| 2012 | 0,26 | 0,19 | 0,41 | 28.633.631 | 7.444.744 |
| 2013 | 0,18 | 0,17 | 0,30 | 28.633.631 | 5.154.054 |
| 2014 | 5,62 | 0,16 | 41,30 | 10.568.735 | 59.406.859 |
| 2015 | 3,54 | 2,01 | 6,2 | 10.568.735 | 37.413.322 |
ABO-Group stelt in haar strategie een groei van de vennootschap voorop, zowel met interne groei, als door overnames. In dat strategisch kader heeft de raad van bestuur de intentie in de nabije toekomst aan de algemene vergadering van aandeelhouders geen voorstel tot uitkering van een dividend voor te leggen.
Algemene aandeelhoudersvergadering 2016 25 mei 2016 Publicatie halfjaarcijfers 2016 30 september 2016 Publicatie jaarresultaten 2016 31 maart 2017
ABO-Group heeft de ambitie om de komende jaren gecontroleerd te blijven groeien tot een professionele groep die toonaangevend is op gebied van duurzaamheid. Onze duurzame benadering draagt bij aan onze geloofwaardigheid als vooraanstaand studie - en consultancybureau. Onze innovatiekracht biedt een meerwaarde voor onze klanten en werknemers. ABO-Group focust zich op duurzaam ondernemen op verschillende domeinen van haar dagelijkse activiteiten en in haar interne organisatie. Een hoger bedrijfsrendement nastreven, de kansen benutten voor een beter milieu en meer welzijn van de medewerkers en de maatschappij zijn belangrijke thema's die onze nodige aandacht krijgen.
Zo werden in 2015 de samenwerkingsverbanden en synergiën van de dochterondernemingen binnen de ABO-Group versterkt. De focus op teamspirit, rekening houdend met de eigenheid van elk bedrijf, maakt ABO-Group creatiever en sterker tegenover de concurrentie. In deze snel evoluerende omgeving wordt ook van bedrijven gevraagd zich scherper en flexibeler op te stellen. Een nieuw organisatorisch plan, dat wijzigingen brengt in zowel de werking van de Corporate Office als van de onderliggende operationele bedrijven wordt in de toekomst verder uitgerold.
Verder willen we graag onze werknemers de nodige groeikansen en goede werkomstandigheden bieden. Opleidingen zijn een instrument om onze medewerkers en ons bedrijf te laten groeien. Het lopende ESF-project helpt ons om een aantrekkelijke werkomgeving te creëren en vormt de basis van een succesvolle onderneming.
Investeren in duurzame en kwalitatieve jobs en investeren in opleiding en levenslang leren is trouwens één van de belangrijkste prioriteiten van het ESF-programma. Wij streven ernaar om werknemers te hebben met een job die hen motiveert, voldoende leermogelijkheden biedt en hun werk-privé-balans in evenwicht houdt.
Duurzaam omspringen met energie is heel belangrijk. Daarom hebben we met kleine en grote aanpassingen gefocust op een meer duurzame instelling en het comfort van onze medewerkers. Ook in ons aankoopbeleid dragen we duurzaamheid hoog in het vaandel.
We zijn ervan overtuigd dat wij hiermee de basis leggen voor een sterkere, en door mensen gedreven organisatie, gesteund door onze bedrijfswaarden : Ambition - Best Practices - Open-minded. Samen werken we aan een zuinige, onafhankelijke, duurzame en zowel medewerkers- als klantgerichte toekomst.
Op mondiaal en Europees vlak zijn globalisering, verstedelijking, mobiliteit en klimaatverandering Trending Topics die een brede impact hebben op de samenleving en haar actoren.
De implementatie van nieuwe regulering in combinatie met het voorzichtige Europese economisch herstel leiden tot positieve ontwikkelingen die, naar onze inschatting op middellange termijn, een duidelijke koerswijziging zullen teweegbrengen. De houding van Europa in het mondiale milieu debat zal mede gevormd worden door de houding van de betrokken lidstaten. De voor ABO-Group van toepassing zijnde Belgische, Franse en Nederlandse regulering zal, naarmate het draagvlak en de budgettaire ruimte dit toelaat, naar verwachting verder gunstig ontwikkelen.
Ook vanuit de samenleving groeit de bewustwording, verbreedt het draagvlak en ontstaan er alternatieve denkpistes en oplossingen voor de brede milieuproblematiek.
Daarnaast vragen klanten reeds jaren naar oplossingen die rekening houden met het milieu. De veranderende omgeving en stijgende bewustwording zal leiden tot een verbreding van de marktvraag en een verdere integratie van het milieu aspect in de bedrijfsvoering.
Bovenstaande elementen spelen rechtstreeks in op het productpallet van ABO-Group. Onder invloed van de marktveranderingen en maatschappelijke evolutie worden nieuwe werkmethoden en inzichten ontwikkeld die vertaald worden in haalbare concepten voor onze klanten.
Op mondiaal vlak wegen de milieutrends zwaarder door gezien de sterke bevolkingsgroei een multiplicator effect heeft. Daarnaast zijn er grote internationale fondsen beschikbaar (Wereldbank, EU, Asian Development Bank, …) die de ontwikkeling van internationale projecten structureel ondersteunen. Door de ondersteuning van gouvernementele organisaties worden eveneens grote milieuvereisten gesteld aan de ontwikkeling van de projecten.
In een internationale context speelt ook Urban Environment, met toepassingen voor Clean Technology en Waste Management, een belangrijke rol. De kwalitatieve Belgische knowhow is uitermate geschikt als exportproduct en wordt vandaag onder meer toegepast in projecten in Zuidoost- en
Centraal-Azië (Cambodja, Bangladesh), Azerbeidjan, etc.. Het beheer van de afvalstromen in snelgroeiende regio's vormt een potentieel risico voor de levenskwaliteit van de lokale bevolking en zet druk op de sterke economische groei. Door de implementatie van onder andere innovatieve scheidingstechnieken en waterzuiveringsinstallaties groeit de milieuinfrastructuur mee met de stijgende welvaart.
Dat de markt niet stilstaat wordt verder onderstreept door de fusies en overnames die de sector zag in 2015. Onder impuls van potentiële synergievoordelen en het lage rentebeleid is er reeds enkele jaren een consolidatiegolf aan de gang. Zowel mondiaal, Europees als nationaal zijn bedrijven op zoek naar waardecreatie via overnames. ABO-Group stelt zich eveneens op als koper in de markt en bekijkt op regelmatige basis nieuwe dossiers.
De nauwe aansluiting van de activiteiten van ABO-Group op de nationale en internationale trends leidt tot een strategisch sterk gepositioneerde onderneming die inspeelt op de marktontwikkelingen op zowel korte als lange termijn. In een concurrentiële markt versterkt ABO-Group haar marktaandeel daarenboven door in te spelen op nichemarkten zoals archeologisch onderzoek en asbestmetingen. Deze sluiten nauw aan bij de volgende kernactiviteiten:
ABO-Group is Belgisch marktleider in bodemonderzoek. De sector wordt gedreven door een regulerend kader dat op regionaal niveau van toepassing is voor particulieren, bedrijven en overheidsinstanties die in aanraking komen met de ontwikkeling van vastgoed, infrastructuur en/of bodemsanering.
Geotechnisch onderzoek is rechtstreeks verbonden aan de bouwsector, gaande van residentieel vastgoed over industriebouw tot grote infrastructuurwerken. ABO-Group beschikt hier over een sterke marktpositie aangezien dit nauw aansluit bij de bodemactiviteiten.
Via milieudienstverlening is ABO-Group een belangrijk aanspreekpunt in de groeiende markt voor milieu-advies en begeleiding bij grootschalige projecten. ABO-Group is hierbij actief in binnen- en buitenland en richt zich via dochtervennootschap Ecorem eveneens op de groeiende markt voor grote milieu projecten in Zuidoost-Azië.
De markt voor energiedienstverlening is jong en groeit elk jaar. De toegevoegde waarde van dalende energiekosten in combinatie met strengere reglementering leidt tot een toename in de ontwikkeling van energie besparende projecten en de vraag naar duurzame oplossingen voor opslag van energie.
Advies omtrent integraal afvalmanagement is een ideaal exportproduct dat ABO-Group ontwikkelt op de internationale markt in regio's die hier minder ervaring in hebben. De vraag naar dit type diensten wordt gedreven door de verhoogde milieubewustwording in snelgroeiende economieën.
ABO-Group behoudt België, Frankrijk en Nederland als thuismarkt en speelt direct in op de groeiende wereldwijde markt voor milieu dienstverlening. De verschillende regio's hebben elk hun eigen kenmerken.
De Belgische markt kent een hoge mate van maturiteit, aandacht voor innovatie en een sterk milieubewustzijn. ABO-Group verwacht de gestage groei in de markt voor bodemonderzoek en milieu-advies te kunnen verderzetten. Voor het overige wordt een sterke groei verwacht in energie, geotechniek en niche-activiteiten.
De Franse geotechnische markt kent al sinds enkele jaren een gestage groei. De in 2014 gerealiseerde groei werd verder versterkt in 2015. Het groeiritme in 2016 is afhankelijk van de macro economische situatie en evolutie van infrastructuurprojecten in Frankrijk. Gelet op het beperkte economisch herstel gaat ABO-Group uit van een lage ééncijferige groei. ABO-ERG zal haar reputatie en kwaliteitstabel verder in de markt zetten voor het winnen van nieuwe opdrachten.
Het herstel van de markt einde 2014 heeft zich verder doorgezet over 2015. De duidelijke opleving in de bouwsector heeft een significant positieve impact gehad op de activiteiten. Onder voorbehoud van macro-economische schommelingen ziet de evolutie van de Nederlandse markt er gunstig uit voor 2016.
Ondersteund door de ontwikkeling van grote milieu-infrastructuurprojecten vertoont de internationale markt voor milieuadvies een sterk groeipotentieel in de komende jaren. ABO-Group verwacht bijgevolg een stijging van haar buitenlandse activiteiten. 2015 was een investeringsjaar gericht op het realiseren van significante resultaten in de volgende jaren. Naast de bestaande Aziatische markten werd doelgericht in nieuwe regio's geprospecteerd, in het bijzonder in Afrika en in Latijns-Amerika, waar een grote nood is aan oplossingen in het kader van klimaataanpassing. Ook de Oost-Europese landen zijn terug attractiever geworden, in het bijzonder voor toepassingen van circulaire economie.
51
Risicobeheer is een proces dat wordt bewerkstelligd door het bestuur van de organisatie, de directie en het management, de kwaliteitsverantwoordelijken en andere medewerkers. Risicomanagement wordt toegepast bij het formuleren van de visie en strategie binnen de Groep. Hierbij houden we de focus om potentiële gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de organisatie nauwgezet te identificeren. We streven ernaar risico's te managen zodat deze binnen de acceptatie criteria vallen opdat een redelijke zekerheid kan geboden worden ten aanzien van de te behalen organisatiedoelstellingen.
Operationele en financiële risico's zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden en worden nauwgezet opgevolgd in de dagelijkse bedrijfsvoering.
Het aan het licht brengen van risico's wordt sterk ondersteund vanuit de kwaliteitsprocedures en processen. Bij ABO beschikken we over diverse erkenningen en certificeringen (ISO 9001:2008, BRL's, VCA, MASE-UIC, LNE,…) in de landen en de marktgebieden waarin we actief zijn. Ons beleid hierin steunt net zoals onze activiteitsdomeinen op vijf pijlers : wettelijk kader, veiligheidsregels, betrokkenheid, communicatie en voortdurend leren.
Al onze interventies steunen op een grondige kennis van de van toepassing zijnde wetgeving en veiligheidsvoorschriften. Het is de overtuiging dat slechts op een veilige en deontologisch verantwoorde wijze kan worden gewerkt, mits het respecteren van alle relevante wettelijke richtlijnen en reglementeringen dienaangaande. Via gerichte opleidingen, kwaliteitsaudits, correctieve en preventieve acties wordt de organisatie operationeel bijgestuurd om telkenmale risico's op fouten te minimaliseren. Zo voeren we audit- en meetcampagnes die ons toelaten om onze beschermende maatregelen en risico-evaluaties te verfijnen en onze processen bij te sturen.
Onze medewerkers worden hierbij gekenmerkt door Ownership en betrokkenheid. Zij engageren zich tot de klant, de relatie en het team om de afgesproken doelstellingen na te streven. Een pragmatische aanpak, gestoeld op een duurzaam karakter met respect voor kwaliteits-en veiligheidsvoorschriften, is de brede filosofie waarin onze medewerkers voortdurend evolueren. Op een constructieve wijze en door middel van een open en transparante communicatie beogen we een optimalisatie van onze werking in een steeds veranderende omgeving.
Binnen onze thuislanden zijn we sterk actief als lid van diverse beroepsorganisaties en verenigingen en willen we ook hier voortdurend leren, kennis delen en maatschappelijk en economische risico's bediscussiëren. Zo participeren we in Frankrijk in het veiligheidscomité van de Union Syndicale Geotechnique (USG). Inzake chemische risico's, nemen we deel aan de nationale denktank beroepsonderwijs met betrekking tot gezondheid en veiligheid. In Nederland zijn we actief betrokken in de Nederlandse regelgeving als lid van het VKB (Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer) en als voorzitter van de sectie metingen binnen het SIKB (het SIKB is opgezet om continu en structureel de richtlijnen van het bodembeheer in Nederland te verbeteren). Verder zijn we lid van de NEN sub-commissieveldwerk. Binnen België nemen we actief deel aan diverse beroepsorganisaties, zijnde VEB (Vereniging van Erkende Bodemsaneringsdeskundigen), VOBAS (een platform voor en door bodemdeskundigen), VMX (beroepsvereniging voor alle milieuprofessionals), Vlamex (een Vlaamse milieu-gerelateerde sectorfederatie die inzet op de uitbouw en EXport van onze Vlaamse Milieu-Expertise), Fedexsol (Fédération des Experts en Etudes de pollution des Sols de Bruxelles et de Wallonie) en zijn we lid van diverse sector- en kennisinstellingen.
Het bestuur, de directie en het management van de Groep is er zich terdege van bewust dat het bereiken van een toonaangevende positie enkel kan gerealiseerd worden als de organisatie elke dag leert uit haar ervaringen. Risicobeheer maakt hierbij een belangrijk onderdeel uit van het welzijn van de organisatie en haar stakeholders. Er wordt blijvend gewerkt om de attitude te inspireren om op een gestructureerde manier risico's te identificeren, te evalueren en door er pro-actief mee om te gaan, ze beter te beheersen en te integreren in de besluitvormingsprocessen van onze organisatie.
We vatten onze unieke bedrijfscultuur samen in drie kernwaarden (Ambition, Best Practices en Open-minded) en willen deze levendig houden door ze steeds opnieuw aan de medewerkers mee te geven onder de vorm van drie waardegebonden competenties: betrouwbaarheid of consequent en correct handelen, samenwerken en klantgerichtheid. Aan de hand van die drijfveren streven we er verder ook naar jong talent aan te trekken, aan te werven en te ontwikkelen. We bieden hen de mogelijkheid innovatieve technieken en methoden te leren en samen te werken met experten en ingenieurs in de lokale Belgische en internationale markten.
Onze leidinggevenden houden de waarden op de werkvloer levendig. De medewerkers binnen het team worden gestimuleerd om zichzelf te sturen en verder te groeien. Dit is eveneens belangrijk voor de motivatie en het plezier dat de medewerkers vinden in hun job en in de organisatie. Jaarlijks worden de waardegebonden competenties individueel besproken met de leidinggevende, dit verhoogt de betrokkenheid van elke medewerker en maakt teams krachtiger, wat verder een positieve invloed betekent voor de resultaten binnen de organisatie en de Groep. De nieuwe groepswaarden liggen aan de basis van een degelijk HR-beleid. Het is niet gemakkelijk om deze ontwikkeling in cijfers om te zetten, het wordt gedragen door de uitstraling van het team, de organisatie en de hele groep. Elke dag wordt verder gewerkt aan een uniform en gestructureerd HR-beleid.
Facts & Figures
De Groep telt vandaag 309 medewerkers. Ten opzichte van 2013 behoudt ABO-Group een lichte groei in personeel, wat valt af te lezen op bovenstaande grafiek. In de toekomst blijven we ons focussen op groei, conform onze doelstellingen. Zoals weergegeven op onderstaande taartdiagram, bestaat het totale aantal medewerkers van de groep uit 65% mannen en 35% vrouwen. De Groep streeft naar een zo gezond mogelijk genderevenwicht.
In 2015 werden opnieuw heel wat degelijke ingenieursprofielen aangeworven, wat er voor zorgt dat ABO-Group groeit in omvang en kwaliteit. Vandaag is zo'n 85% van onze medewerkers in alle vestigingen zowel in België, Frankrijk en Nederland in het bezit van een universitair of hoger professioneel diploma hoofdzakelijk met specialiteit ingenieurswetenschappen.
Begin 2015 hebben we het project rond mensgericht ondernemen "HR Quality project", dat goedgekeurd werd in 2013 door ESF (het Europese Sociale Fonds), succesvol kunnen afronden. Het project had als doel de medewerkerstevredenheid te verhogen. Onze HR-consultant werkte, en werkt nog steeds, in samenwerking met alle lagen van de organisatie, procedures en Tools uit omtrent diverse thema's om te komen tot een meer gestructureerd en efficiënter HR-beleid. Uiteraard worden op vandaag deze procedures en Tools nog steeds actief gehanteerd en geoptimaliseerd.
De Groep wil er voor zorgen dat de doelen en noden van de medewerkers en de Groep met haar verschillende organisaties zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, want als de medewerkers groeien en zich ontwikkelen en de teams sterker worden dan groeit de organisatie en ook de Groep. Gedurende het nieuwe Learning & Developmentproject dat goedgekeurd werd door ESF midden 2015 leggen we de focus steeds meer op het verder ontwikkelen van de competenties van onze medewerkers. Competenties zijn de vaardigheden, de attitudes en de kennis die elke medewerker binnen de groep nodig heeft om zijn of haar job succesvol uit te oefenen. We willen hen dan ook graag aanmoedigen om hun competenties en talenten maximaal te ontdekken en te ontwikkelen.
We zijn er tevens van overtuigd dat de term "levenslang leren" in het kader van onze strategie steeds noodzakelijker wordt en dat het een reële meerwaarde kan betekenen voor het dagelijkse functioneren van de organisatie maar zeker ook van de medewerkers individueel.
ABO-Group is actief in O&O-projecten (onderzoek en ontwikkeling) en dit binnen de verschillende businessactiviteiten. De Groep wil naar buiten komen als een innovator in diverse vakgebieden. Hieronder volgt een korte toelichting van enkele belangrijke O&O-projecten uit 2015.
Binnen de O&O-afdeling van ABO wordt vooral gefocust op ontwikkeling van nieuwe technologieën voor bodemonderzoek en bodemsanering. Daarnaast worden ook onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten uitgevoerd of voorbereid gerelateerd aan de andere activiteiten van ABO, onder meer rond waterbodem en afvalverwerking.
Zo werd in samenwerking met Dekonta, een Tsjechische partner, een onderzoeksvoorstel uitgewerkt voor de ontwikkeling van een innovatieve saneringstechniek voor slecht doorlatende bodems, gebaseerd op Hydraulic Fracturing. Het onderzoeksvoorstel werd in september 2015 ingediend bij Eurostars, een Europees subsidieprogramma. In januari 2016 werd de evaluatie ontvangen; het project van ABO haalde de op één na hoogste score van de +/-300 ingediende projectvoorstellen, tevens de hoogste ranking ooit voor een project met een Vlaamse deelnemer. Een bedrag van circa € 250.000 werd toegekend en het project zal van start gaan op 1 maart 2016.
Een ander belangrijk O&O-project is de ontwikkeling van MIP-in, een innovatieve saneringstechniek die gebruik maakt van hoge resolutie karakteriseringstechnologie om de
toediening van reactieve producten in de ondergrond veel efficiënter te kunnen uitvoeren. Deze technologie werd voor het eerst uitgewerkt en getest in een Europees Zevende Kader project, ongeveer 6 jaar geleden; samen met enkele internationale partners werd nadien een vervolgtraject opgestart. In 2015 werd binnen dit kader een eerste grootschalige test uitgevoerd met de MIP-in technologie, op een site te Gent, met een zeer veelbelovend resultaat. Momenteel wordt bekeken hoe de technologie naar een commerciële toepassing kan gebracht worden in Vlaanderen en eventueel de rest van Europa.
Archeo CPTE (voluit: Cone Penetration Test Electric) is een sondeeronderzoek waarbij slechts een minimale ingreep in de bodem nodig is en maakt deel uit van het archeologisch vooronderzoek. Het doel van een archeo CPTE is om grote oppervlakten te karteren en om op die manier het paleolandschap te reconstrueren. De resultaten ervan zorgen voor de afbakening van potentieel archeologische zones voor verder verkennend booronderzoek.
Bij dit onderzoek wordt op zoek gegaan naar gradiënten in het landschap, zandruggen, veengebieden en meer, waar mogelijke menselijke occupatie kan verwacht worden. Het gaat hierbij doorgaans om archeologie die wegens alluviale afzettingen en sedimentatie diep onder het huidig loopvlak begraven ligt en niet kan onderzocht worden via traditionele opgravingsmethodes.
In het kader van een IWT-mandaat (Innovatie door Wetenschap en Technologie) wordt er in samenwerking met de universiteit van Gent een methode ontwikkeld om de bodemkarakteristieken via sonderingen te registreren. Naast het meten van de weerstand en de wrijving worden er optische conussen getest om beelden te verkrijgen van de bodemopbouw. Dit zorgt op zijn beurt voor een snellere screening van de stratigrafie waardoor archeologische sites snel kunnen opgespoord worden.
In het verleden werden bepaalde waardevolle archeologische sites te laat ontdekt, de inzet van sondeeronderzoek in de archeologie moet een oplossing bieden om de destructie van toekomstige sites te voorkomen.
Onzorgvuldig omgaan met afvalstoffen betekent een verspilling van energie en grondstoffen. Het voorkomen van afval is daarom prioritair. Afval dat niet kan voorkomen worden, moet maximaal worden gerecycleerd. Storten van afval is de allerlaatste optie. Het afvalbeleid moet instaan voor het stimuleren van duurzame oplossingen inzake de afvalproblematiek. Ecorem is actief betrokken bij industrieel onderzoek naar mogelijke verwerkingstechnieken en hergebruiksmogelijkheden van afvalstoffen.
Het beheer van vaste afvalstoffen is een grote uitdaging in stedelijke gebieden over de gehele wereld, maar voornamelijk in de snel groeiende steden en gemeenten binnen de verscheidene ontwikkelingslanden. Ten gevolge van de economische groei, de bevolkingstoename, verstedelijking en industrialisatie neemt de afvalproductie in deze steden exponentieel toe met de productie van enorme volumes afval tot gevolg. Het opzetten van een duurzaam afvalbeleid en afvalsysteem is een uitdaging, zo ook in de hoofdstad van Cambodja, Phnom Penh. In de voorgestelde studie werd de haalbaarheid geëvalueerd van een aantal technische en financiële scenario's om het afvalprobleem op een zo efficiënt mogelijke wijze op te lossen.
Er werd onderzocht met welke milieuvriendelijke technologieën en expertise een duurzame oplossing kan geboden worden inzake de ophaling, sortering, compactie, compostering, secundaire grondstoffen, energierecuperatie, methaancaptatie, enz. Bovendien werd voorzien in de nodige Capacity Building en beleids- of institutionele aanbevelingen om over te kunnen gaan tot een efficiënte implementatie. Hiertoe werd de huidige infrastructuur geëvalueerd waarna verschillende scenario's uitgebreid werden geanalyseerd. Extra aandacht werd gegeven aan de mogelijkheid voor de bouw en installatie van een geïntegreerde afvalverwerkingssite.
Terwijl de geürbaniseerde zones vaak lijden onder een gebrek aan natuurlijke ruimte en fragmentatie van habitats, is de verbetering van de kwaliteit van de stadsomgeving faciliteiten een prioriteit geworden voor de politiek. In dat opzicht moeten er opnieuw sterke banden gesmeed worden in de verstedelijkte gebieden tussen de stad en de natuur. Die banden situeren zich op het ecologische niveau, op landbouwniveau en op menselijk niveau.
Het is in deze context dat het project LIFE+ SeineCityPark is geboren: het heeft als doel te tonen hoe de socio-economische ontwikkeling van een verstedelijkt gebied van 1700 ha kan gecombineerd worden met de verbetering van de omstandigheden van het lokale leefmilieu door de creatie van een groene stadsinfrastructuur.
Het project SeineCityPark, dat Europese gesubsidieerd wordt, is onderdeel van het LIFE+project "Politiek en beheer inzake mileuaangelegenheden". De partners Conseil Général des Yvelines, la Communauté d'Agglomeration 2 Rives de Seine en le Port autonome de Paris, beogen een duurzame socio-economische ontwikkeling van een ecologische stadsinfrastructuur door ecologisch verantwoorde projecten binnen het verstedelijkt gebied en ingesloten door de Boucle du Chanteloup in Frankrijk.
Het grondgebied van de Boucle de Chanteloup heeft grote veranderingen ondergaan de afgelopen 50 jaar, gaande van, in essentie, landbouwgebied naar een meer stedelijke status. Met het bouwen van collectieve woningen wil men de aantrekkingskracht herwaarderen en de leefomstandigheden van de inwoners verbeteren. In die context staat het project de ontwikkeling van een ecologisch kader toe voor de mensen tussen de Seine en verschillende in de Boucle du Chanteloup ingesloten gebieden (Parc du Peuple de l'herbe, Nouvelle Centralité, Coeur Vert), met het doel de verscheidene open ruimtes opnieuw met elkaar te verbinden als overgangszones tussen de open ruimtes en de verstedelijkte gebieden.
Er worden innoverende oplossingen onderzocht zoals fytoremediatie voor de natuurlijke zuivering van de bodem, die geleden heeft onder menselijke en industriële activiteiten. Dit met het oog op het herstellen van het ecologisch evenwicht en de landschappen binnen de lus. Die acties zullen parallel gevoerd worden met het in voege treden van een programma dat strijdt tegen invasieve soorten (voornamelijk Japanse duizendknoop, valse acacia en waterteunisbloem) om, in een eerste fase, hun verspreidingsgebied te verminderen en daarna hun uitroeiing op lange termijn te onderzoeken.
57
ABO-Group is de voorbije jaren uitgegroeid vanuit opgerichte en overgenomen onafhankelijke bedrijven tot een gespecialiseerde groep in vijf businesslijnen en in drie thuislanden. Opdrachten worden op een evenwichtige wijze uitgevoerd zowel voor de overheid als voor de private sector. Doorgaans ondersteund door wettelijke verplichte onderzoeken en nood aan Consultancy heeft deze groei zich in de thuislanden bevestigd. Met deze strategie heeft de Groep een unieke positie in de markt ingenomen waarbij niet enkel Consultancy maar ook Testing & Monitoring binnen dezelfde groep worden uitgevoerd. Dit geeft een grotere betrouwbaarheid naar de opdrachtgever toe. Op deze wijze kunnen de medewerkers van de Vennootschap, die nagenoeg allemaal vast in dienst zijn, uitgroeien tot gespecialiseerde consultants in hun respectieve vakken en niches. De onafhankelijkheid van de Groep vormt voor de klant een grote troef.
ABO-Group behoudt de doelstellingen die vorig jaar werden uitgesproken, en maakt hierbij het onderscheid tussen een aantal algemene en een aantal specifieke doelstellingen.
Er worden twee algemene doelstellingen onderscheiden:
59
| Geconsolideerde resultatenrekening | 61 | |
|---|---|---|
| Geconsolideerd totaal resultaat | 62 | |
| Geconsolideerde balans | 63 | |
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 65 | |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 66 | |
| Toelichting | bij de geconsolideerde financiële staten |
68 |
| 1. | Bedrijfsinformatie | 68 |
| 2. | Presentatiebasis | 68 |
| 3. | Voornaamste boekhoudprincipes | 69 |
| 4. | Bedrijfscombinaties | 79 |
| 5. | Goodwill | 83 |
| 6. | Immateriële vaste activa | 83 |
| 7. | Materiële vaste activa | 84 |
| 8. | Geassocieerde ondernemingen | 85 |
| 9. | Handelsvorderingen en andere kortlopende activa | 85 |
| 10. | Geldmiddelen en kasequivalenten | 86 |
| 11. | Eigen vermogen | 87 |
| 12. | Financiële schulden | 90 |
| 13. | Voorzieningen | 91 |
| 14. | Overige kortlopende schulden | 94 |
| 15. | Reële waarde | 94 |
| 16. | Segmentinformatie | 96 |
| 17. | Overige bedrijfsopbrengsten | 98 |
| 18. | Overige bedrijfskosten | 98 |
| 19. | Personeelsbeloningen | 98 |
| 20. | Financiële kosten | 99 |
| 21. | Financiële opbrengsten | 99 |
| 22. | Belastingen | 99 |
| 23. | Winst per aandeel | 100 |
| 24. | Niet-voortgezette activiteiten | 101 |
| 25 | Mogelijke verplichtingen | 102 |
| 26. | Verbintenissen | 102 |
| 27. | Risico's | 103 |
| 28. | Relaties met verbonden partijen | 104 |
| 29. | Vergoeding commissaris | 105 |
| 30. | Gebeurtenissen na balansdatum | 105 |
| 31. | Overzicht van de geconsolideerde entiteiten | 106 |
| 32. | Enkelvoudige jaarrekening ABO-Group Environment NV | 107 |
| Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening | 108 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | |
| In € 000 | |||
| Omzet | 31.620 | 29.015 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 17 | 1.523 | 932 |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 33.143 | 29.947 | |
| Aankopen | -3.634 | -2.992 | |
| Diensten en diverse goederen | -10.601 | -10.319 | |
| Personeelsbeloningen | 19 | -15.710 | -13.987 |
| Afschrijvingen | -1.713 | -1.544 | |
| Overige bedrijfskosten | 18 | -1.162 | -763 |
| Operationele winst | 323 | 342 | |
| Financiële kosten | 20 | -312 | -274 |
| Financiële opbrengsten | 21 | 61 | 103 |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 91 | 35 | |
| Winst voor belastingen uit voortgezette activiteiten | 163 | 206 | |
| Belastingen | 22 | -1 | -168 |
| Netto winst uit voortgezette activiteiten | 162 | 38 | |
| Winst uit stopgezette activiteiten, na belastingen | 24 | -14 | 161 |
| Netto winst | 148 | 199 | |
| Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de | |||
| aandeelhouders van ABO-Group | 149 | 219 | |
| minderheidsbelangen | -1 | -20 | |
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders | |||
| Gewoon en verwaterd | 23 | € 0,01 | € 0,02 |
| Winst per aandeel (voortgezette activiteiten) | |||
| Gewoon en verwaterd | 23 | € 0,02 | € 0,00 |
| Winst per aandeel (niet-voortgezette activiteiten) | |||
| Gewoon en verwaterd | 23 | € 0,00 | € 0,02 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | ||||
| Netto winst | 148 | 199 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten transfereerbaar naar de resultatenrekening | ||||
| Herwaardering van gebouwen | 11 | 183 | 0 | |
| Impact belastingen | -62 | 0 | ||
| Verandering reële waarde voor verkoop beschikbare financiële activa | 11 | 40 | 22 | |
| Impact belastingen | 0 | -7 | ||
| Niet-transfereerbaar naar de resultatenrekening | ||||
| Actuariële verliezen | 13 | 11 | -158 | |
| Impact belastingen | -4 | 52 | ||
| Niet in winst of verlies opgenomen resultaten, na belastingen | 168 | -91 | ||
| Totaal resultaat, na belastingen | 316 | 108 | ||
| Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de | ||||
| aandeelhouders van ABO-Group | 316 | 128 | ||
| minderheidsbelangen | 0 | -20 | ||
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | |
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Vaste activa | |||
| Goodwill | 5 | 154 | 154 |
| Immateriële vaste activa | 6 | 322 | 89 |
| Materiële vaste activa | 7 | 10.759 | 9.310 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 8 | 84 | 183 |
| Uitgestelde belastingsvorderingen | 22 | 2.000 | 1.648 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 15 | 175 | 134 |
| Overige financiële activa | 336 | 267 | |
| 13.830 | 11.785 | ||
| Kortlopende activa | |||
| Voorraad | 418 | 275 | |
| Handelsvorderingen | 9 | 12.053 | 12.657 |
| Overige kortlopende activa | 9 | 2.571 | 1.364 |
| Liquide middelen en kasequivalenten | 10 | 2.405 | 3.327 |
| 17.447 | 17.623 | ||
| Activa bestemd voor verkoop | 24 | 1.259 | 1.271 |
| Totaal activa | 32.536 | 30.679 | |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | ||||
| Eigen vermogen en schulden | ||||
| Netto eigen vermogen | ||||
| Kapitaal | 11 | 4.857 | 4.857 | |
| Geconsolideerde reserves | 11 | 4.032 | 3.773 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 11 | 1.676 | 1.694 | |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep | 10.565 | 10.324 | ||
| Minderheidsbelang | 11 | 551 | 107 | |
| Totaal eigen vermogen | 11.116 | 10.431 | ||
| Langlopende schulden | ||||
| Financiële schulden | 12 | 1.675 | 2.022 | |
| Uitgestelde belastingschulden | 22 | 1.262 | 921 | |
| Voorzieningen | 13 | 1.108 | 481 | |
| 4.045 | 3.424 | |||
| Kortlopende schulden | ||||
| Financiële schulden | 12 | 4.956 | 5.030 | |
| Handelsschulden | 4.412 | 4.230 | ||
| Belastingschulden | 143 | 85 | ||
| Overige kortlopende schulden | 14 | 6.568 | 6.180 | |
| 16.079 | 15.525 | |||
| Schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop | 24 | 1.296 | 1.299 | |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 32.536 | 30.679 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Kapitaal | Geconso lideerde reserves |
Niet-gerea liseerde resultaten |
Totaal | Minder heidsbe lang |
Totaal eigen vermogen |
|
| In € 000 | |||||||
| Op 1 januari 2014 | 2.818 | 3.469 | 1.870 | 8.157 | 127 | 8.284 | |
| Netto winst | 219 | 219 | -20 | 199 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -91 | -91 | -91 | ||||
| Totaal resultaat | 0 | 219 | -91 | 128 | -20 | 108 | |
| Omgekeerde acquisitie Thenergo | 4 | 1.524 | 1.524 | 1.524 | |||
| Kapitaalverhoding in geld | 11 | 526 | 526 | 526 | |||
| Direct toewijsbare kosten kapitaalverhoging | 11 | -11 | -11 | -11 | |||
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa | 6 | 85 | -85 | 0 | 0 | ||
| Op 31 december 2014 | 4.857 | 3.773 | 1.694 | 10.324 | 107 | 10.431 | |
| Netto winst | 149 | 149 | -1 | 148 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 167 | 167 | 1 | 168 | |||
| Totaal resultaat | 0 | 149 | 167 | 316 | 0 | 316 | |
| Verkoop 25% in Ecorem | 11 | 0 | 93 | -100 | -7 | 8 | 1 |
| Aankoop minderheidsbelang E20 | 11 | 0 | -68 | 0 | -68 | -107 | -175 |
| Aankoop Sialtech (minderheidsbelang) | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 543 | 543 |
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa | 6 | 0 | 85 | -85 | 0 | 0 | 0 |
| Op 31 december 2015 | 4.857 | 4.032 | 1.676 | 10.565 | 551 | 11.116 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | ||||
| Operationele activiteiten | ||||
| Netto winst | 148 | 199 | ||
| Niet-kaskosten en operationele aanpassingen | ||||
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | 7 | 1.678 | 1.407 | |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | 6 | 59 | 69 | |
| Meerwaarde op herwaardering NCI | 4 | -361 | 0 | |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa | 7 | -187 | -4 | |
| Beweging in de provisies | 13 | 471 | -46 | |
| Beweging in de waardeverminderingen op klanten | 9 | 26 | 20 | |
| Financiële opbrengsten | 21 | -61 | -93 | |
| Financiële kosten | 20 | 314 | 274 | |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 8 | -91 | -35 | |
| Uitgestelde belastingopbrengst | 22 | -301 | -48 | |
| Belastingskost | 22 | 302 | 216 | |
| Overige | 0 | 2 | ||
| Aanpassingen van het werkkapitaal | ||||
| Afname (toename) in de overige financiële activa, handelsvorderingen en overige kortlopende activa |
363 | -900 | ||
| Afname (toename) van de voorraad | -37 | 24 | ||
| Toename (afname) van de handelsschulden en overige schulden | -11 | 835 | ||
| 2.312 | 1.920 | |||
| Ontvangen interesten | 39 | 44 | ||
| Betaalde belastingen | -258 | -360 | ||
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 2.093 | 1.604 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | ||||
| Investeringsactiviteiten | ||||
| Investeringen in materiële vaste activa | 7 | -1.054 | -774 | |
| Investeringen in immateriële vaste activa | 6 | -10 | -13 | |
| Verkoop van materiële vaste activa | 7 | 356 | 27 | |
| Acquisitie van minderheidsbelang | 11 | -175 | 0 | |
| Acquisitie van dochteronderneming | 4 | -196 | 585 | |
| Verkoop aan minderheidsbelang | 11 | 1 | 0 | |
| Verkoop van Joint Venture | 24 | 0 | 462 | |
| Lening toegekend aan geassocieerde onderneming | 8 | -70 | 0 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 8 | 0 | -50 | |
| Netto kasstroom uit (gebruikt in) investeringsactiviteiten | -1.148 | 237 | ||
| Financieringsactiviteiten | ||||
| Ontvangsten uit leningen | 12 | 1.878 | 3.159 | |
| Terugbetalingen van leningen | 12 | -2.806 | -3.730 | |
| Terugbetalingen van leasingschulden | 12 | -670 | -585 | |
| Kapitaalverhoging in geldmiddelen | 11 | 0 | 527 | |
| Direct toewijsbare kosten kapitaalverhoging | 11 | 0 | -11 | |
| Betaalde interest | -163 | -259 | ||
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -118 | 34 | ||
| Netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | -1.879 | -865 | ||
| Netto (afname) toename van de geldmiddelen en kasequivalenten | -934 | 976 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar | 10 | 3.433 | 2.457 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar | 10 | 2.499 | 3.433 | |
| Overige niet-kastransacties | ||||
| Financiële leasing | 7 | -471 | -417 | |
| Geldmiddelen aangeboden voor verkoop | 10 | 94 | 106 |
ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is actief op vlak van Consultancy en Testing & Monitoring diensten binnen de volgende domeinen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.
De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2015 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep'). Naar aanleiding van de omgekeerde overname van Thenergo NV op 27 maart 2014 is de rapporteringsentiteit gewijzigd van ABO Holding NV naar ABO-Group Environment NV (het vroegere Thenergo NV). We verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie.
Op de raad van bestuur van 14 april 2016 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.
De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De raad van bestuur heeft over het boekjaar 2014 geoordeeld dat de toepassing van IFRS 13 "Reële waarde" en specifiek paragraaf 77, die stelt dat een beurskoers de meest betrouwbare basis is voor de reële waarde en gebruikt moet worden zonder enige aanpassing, significant misleidend zou zijn en zou conflicteren met de vereiste in IAS 1 paragraaf 15 die stelt dat een jaarrekening een getrouw beeld moet geven van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit. Meer informatie is weergegeven in toelichting 4.
De raad van bestuur is van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit.
De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen die van toepassing zijn op 1 januari 2015:
De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 31.
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, die de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd totdat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan wordt de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overnamegerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.
De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis. Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.
Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.
Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang over anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elke van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.
Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode.
De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De Goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.
Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.
Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.
Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.
Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen als alle volgende voorwaarden vervuld zijn:
Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:
Consultancycontracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.
Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.
Bij vaste prijs wordt de omzet bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.
Omzet voor de "Testing & Monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.
Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.
Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.
Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.
De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.
Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de "liability"-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.
Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.
Immateriële activa omvatten voornamelijk software en externe kosten met betrekking tot het bekomen van het ISO-certificaat en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.
Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.
Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen ontwikkelingsuitgaven.
De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.
Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
| - | Software: | 3 jaar; |
|---|---|---|
| - | ISO certificaat: | 3-5 jaar; |
| - | Klantenportefeuilles: | 10 jaar. |
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering.
De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.
De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde.
Een herwaarderingsmeerwaarde is geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.
Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.
Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, wordt het oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van het nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:
| - | Terreinen: | niet afgeschreven |
|---|---|---|
| - | Gebouwen: | 30-33 jaar; |
| - | Inrichting van gebouwen: | 10 jaar; |
| - | Technische uitrusting: | 3-10 jaar; |
| - | Computermateriaal: | 3-5 jaar; |
| - | Kantooruitrusting: | 5 jaar; |
| - | Wagens: | 4-5 jaar. |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Leasingoperaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:
Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.
De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie "financiële leasing" ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.
Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.
Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.
Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroomgenererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het verdisconteringscashflow model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste
assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet. Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:
Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als voor verkoop beschikbare financiële activa of als leningen en vorderingen. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.
De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, leningen en vorderingen.
Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.
Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.
De Groep onderzoekt op iedere balansdatum of financiële activa of het geheel van financiële activa objectieve indicaties van bijzondere waardevermindering vertonen. Als de boekhoudkundige waarde van de financiële activa hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
De waardeverminderingen op vorderingen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep niet in staat zal zijn alle verschuldigde bedragen te innen, op basis van geïndividualiseerde criteria of op basis van statistieken en de analyse van de ouderdomsbalans
In geval van waardeverminderingen die te wijten zijn aan kredietverliezen, wordt de waardevermindering teruggenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep in staat zal zijn de financiële activa te innen, op basis van verschillende indicaties zoals de oplevering van waarborgen, een succesvolle kapitaalverhoging bij de schuldenaar, enz.
De waardevermindering wordt ook teruggenomen wanneer het actief definitief verkocht, ontvangen of daarentegen niet terugvorderbaar is. Op dat moment worden de definitieve opbrengsten/(kosten) geboekt in de resultaatrekening.
Bij "voor verkoop beschikbare" financiële activa zijn objectieve indicaties een belangrijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering tegenover zijn kostprijs. Het gecumuleerde verlies (verschil tussen aanschaffingswaarde en huidige reële waarde) min reeds vroeger geboekte bijzondere waardeverminderingen wordt geboekt in de operationele resultaten waarbij het gedeelte in de niet-gerealiseerde resultaten wordt tegengeboekt. Een toename van de reële waarde na de bijzondere waardevermindering worden geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten.
Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.
Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.
De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegd-pensioenregeling.
De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben.
Onder de Belgische toegezegde-bijdrage plannen waren werkgevers door de wet van 28 april 2003 verplicht een minimum rendement te garanderen op werkgeversbijdragen (3,25%) en werknemersbijdragen (3,75%). Volgens wet van 18 december 2015 worden deze vaste rendementen opgegeven ten voordele van een nieuw variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Dit percentage wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.
Tot eind december 2015 heeft de Groep deze plannen boekhoudkundig verwerkt door een verplichting te boeken in de balans welke de som is van de positieve verschillen, bepaald op basis van de individuele participanten in de plannen, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de huidige rendementen op afsluitingsdatum. Vanaf het boekjaar 2016 zullen deze Belgische toegezegde-bijdrageplannen geclassificeerd en verwerkt worden als toegezegde-pensioenplannen.
Enkel de dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling.
Een toegezegde-pensioenregeling is een andere pensioenregeling dan de toegezegde-bijdragenregeling (zie hierboven) die het bedrag van de beloningen vastlegt die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris. De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.
De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.
De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).
De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.
Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.
Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde met veranderingen van de reële waarde via de resultatenrekening, leningen of als derivaten gewaardeerd als een effectief afdekkingsinstrument.
Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.
Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen.
De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden, leningen en derivaten.
(a) Leningen Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidige contractuele of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.
De standaarden die nog niet van toepassing zijn op datum van haar geconsolideerde jaarrekening van de groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.
Het management verwacht niet dat de toepassing van bovenstaande IFRS standaarden, interpretaties en wijzigingen een belangrijke impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening.
Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.
Beoordelingen, schattingen en assumpties gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan Goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.
Er werden eind 2015 en 2014 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de Goodwill.
De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 5.
De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden waartegen de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt K€ 2.035 op 31 december 2015 (2014: K€ 1.744). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 22.
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.
De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in december 2015. De waardering van de gebouwen in Nederland en Frankrijk is gebeurd respectievelijk op 1 januari 2012 en 5 mei 2014. Het management heeft geen indicaties dat de boekwaarde van de gebouwen in Nederland en Frankrijk materieel afwijken van hun reële waarde. De impact van de waardering van de gebouwen in België bedraagt een verhoging van de boekwaarde van K€ 183. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt K€ 5.436 op 31 december 2015 (2014: K€ 5.435).
Onder de Belgische toegezegde-bijdrage plannen waren werkgevers door de wet van 28 april 2003 verplicht een minimum rendement te garanderen op werkgeversbijdragen (3,25%) en werknemersbijdragen (3,75%). Volgens wet van 18 december 2015 worden deze vaste rendementen opgegeven ten voordele van een nieuw variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Dit percentage wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.
De Groep heeft geoordeeld op tot 31 december 2015 deze plannen boekhoudkundig te verwerken door een verplichting te boeken in de balans welke de som is van de positieve verschillen, bepaald op basis van de individuele participanten in de plannen, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de huidige rendementen op afsluitingsdatum.
Vanaf het boekjaar 2016 zullen deze Belgische toegezegde-bijdrageplannen geclassificeerd en verwerkt worden als toegezegde-pensioenplannen.
De Groep bepaalt en wijst de aankoopprijs van het aangekochte bedrijf toe aan de verworven activa en verplichtingen op datum van de bedrijfscombinatie. Het toewijzen vereist dat de Groep belangrijke schattingen en assumpties maakt, waaronder:
Bovendien beoordeelt de Groep of, bij een bedrijfscombinatie waarbij minder dan 100% van de stemrechten verworven worden, of ze controle heeft. De Groep heeft deze beoordeling uitgevoerd voor de acquisitie van 17,5% van de aandelen in Sialtech. Meer detail over de schattingen en beoordeling van controle is weergegeven in toelichting 4.
De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 13 en 25.
De Groep heeft op 8 september 2015 17,5% van het kapitaal (en de stemrechten) in Sialtech B.V. (verder "Sialtech") gekocht van de geassocieerde onderneming Nijmeijers Beheer B.V. (verder "Nijmeijers") voor een bedrag van K€ 197. Sialtech is een belangrijke speler in Nederland met betrekking tot milieukundig veldwerk en grondboringen. De Groep had al een indirect belang van 49% in Sialtech via de geassocieerde onderneming Nijmeijers. De activiteiten van Sialtech passen volledig binnen de activiteiten van de Groep en zullen opgenomen worden in het operationele segment "Nederland".
Rekening houdend met het indirect belang, het directe belang van 17,5% van de stemrechten, de aandeelhoudersovereenkomst met datum 8 september 2015 en de te nemen stappen naar een splitsing van Nijmeijers op korte termijn, heeft de Groep geoordeeld dat ze controle heeft over Sialtech.
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Boekwaarde | Reële waarde aanpassingen |
Reële waarde |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | - | 282 | 282 |
| Materiële vaste activa | 827 | 761 | 1.588 |
| Voorraden | 106 | - | 106 |
| Handelsvorderingen | 519 | - | 519 |
| Kas & kasequivalenten | 1 | - | 1 |
| Overige activa | 472 | - | 472 |
| 1.925 | 1.043 | 2.968 | |
| Schulden | |||
| Uitgestelde belastingen | - | 208 | 208 |
| Financiële leningen op lange termijn | 268 | - | 268 |
| Financiële schulden op korte termijn | 438 | - | 438 |
| Handelsschulden | 375 | - | 375 |
| Belastingschulden | - | 30 | 30 |
| Overige schulden | 359 | - | 359 |
| 1.440 | 238 | 1.678 | |
| Totaal geïdentificeerde activa en schulden | 485 | 805 | 1.290 |
| Bestaande participatie aan reële waarde | (550) | ||
| Minderheidsbelang derden | (543) | ||
| Goodwill | - | ||
| Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen | 197 |
De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€196 negatief.
De Groep had via de geassocieerde onderneming Nijmeijers een indirect belang van 49% met een boekwaarde van K€ 189 op 31 augustus 2015. De reële waarde van deze participatie werd bepaald op K€ 550 welke aanleiding gaf tot een meerwaarde van K€ 361 die geboekt werd in overige bedrijfsopbrengsten. De reële waarde van de participatie werd bepaald rekening houdend met de waardering van Sialtech, zoals gebruikt bij de onderhandelingen tussen de twee partijen en welke de basis was tot het bepalen van de aankoopprijs voor de 17,5% aandelen in Sialtech. Deze waardering wordt als niveau 3 gedefinieerd in de reële waarde hiërarchie.
Het minderheidsbelang van Nijmeijers in Sialtech bedraagt K€543 en werd bepaald als 42,10% van de totale reële waarde van de overgenomen activa en schulden van Sialtech.
De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de Relief-From-Royalty-methode en bedraagt K€ 282. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van K€ 1.588 heeft voornamelijk betrekking op boor- installaties en materialen en werden gewaardeerd op basis van een rapport van een onafhankelijk expert (Troostwijk).
De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt K€ 519 die overeenkomen met hun boekwaarde.
De transactie gaf geen aanleiding tot het boeken van een Goodwill. Sialtech zal voornamelijk zelfstandig opereren in de toekomst met als gevolg dat er geen belangrijke te realiseren synergieën zijn op de korte termijn.
Vanaf de datum van acquisitie heeft Sialtech K€ 948 bijgedragen aan de omzet en K€ 5 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2015, dan zou de bijdrage aan de omzet K€ 3.208 en aan de nettowinst K€ 152 geweest zijn.
De Groep heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijbehorende dochtervennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. Alhoewel ABO Holding wettelijk de dochtervennootschap is, wordt zij boekhoudkundig gezien dus aangemerkt als de moedervennootschap. Thenergo wordt verwerkt als de dochteronderneming.
Als gevolg van de omgekeerde overname is de rapporteringsentiteit gewijzigd van ABO Holding NV naar ABO-Group Environment NV (nieuwe naam van Thenergo NV en verder genoemd "ABO-Group").
De geconsolideerde jaarrekening van ABO-Group vertrekt van de jaarrekening van ABO Holding NV (de wettelijke dochter maar boekhoudkundige overnemer), en bestaat uit:
Thenergo NV was een beursgenoteerde entiteit waarbij de continuïteit van de onderneming niet meer verzekerd was. De voornaamste activiteit van Thenergo NV was de uitbating van de biomassacentrale Biocogen op de terreinen van VPK Packaging Group.
De overname door de Groep van Thenergo kaderde voornamelijk in de mogelijkheid voor ABO om een beursnotering te krijgen en toegang te krijgen tot de kapitaalmarkt.
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Activa & verplichtingen van Thenergo NV |
|
|---|---|
| In € 000 | |
| Activa | |
| Vaste activa | 1.287 |
| Investeringen in joint ventures | 462 |
| Uitgestelde belastingvordering | 1.325 |
| Kortlopende activa | 624 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 585 |
| 4.283 | |
| Verplichtingen | |
| Langlopende verplichtingen | -100 |
| Kortlopende verplichtingen | -2.659 |
| -2.759 | |
| Totaal netto geïdentificeerde activa en verplichtingen | 1.524 |
| Goodwill | 0 |
| Reële waarde van de vergoeding (in aandelen) | 1.524 |
De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€ 585 positief (wat overeenkomt met de geldmiddelen en kasequivalenten van Thenergo NV op datum van de acquisitie).
De aandeelhouders van de Groep hebben alle 1.646 aandelen van ABO Holding NV ingebracht in Thenergo NV in ruil voor 2.489.800.000 nieuw uitgegeven aandelen in Thenergo NV. Voorafgaand aan de inbreng van de aandelen van ABO Holding NV heeft de bestaande aandeelhouder PMV een vordering voor een bedrag van € 1.237.500 geruild voor 123.750.000 nieuwe aandelen in Thenergo NV. Aldus bezitten de vroegere aandeelhouders van Thenergo na de omgekeerde overname 5,77% van de gecombineerde entiteit (of 152.383.631 aandelen).
De reële waarde van de vergoeding die door ABO Holding werd betaald voor de overname van Thenergo is gebaseerd op het aantal aandelen dat ABO Holding had moeten uitgeven om de eigenaars van Thenergo hetzelfde percentage aandelen in de samengevoegde entiteit te geven die resulteert uit de omgekeerde overname. In dit geval zijn dit dus (1.646 aandelen/94,23%) *5,77% = 101 aandelen. Echter, vermits de aandelen van ABO Holding niet genoteerd zijn in tegenstelling tot de aandelen van Thenergo, moet de waarde van de geruilde aandelen van Thenergo gebruikt worden, namelijk 5,77% * 2.652.183.631 totaal aantal aandelen Thenergo na de omgekeerde overname = 152.383.631 aandelen.
De reële waarde van Thenergo NV (voor de inbreng van de vordering van PMV) werd door de raad van bestuur bepaald op K€286 (of € 0,01 per aandeel of K€ 286 / 28.633.631) gebaseerd op een onafhankelijk waarderingsrapport opgesteld door Emerio (welke oordeelde dat de reële waarde van Thenergo NV negatief is) en wijkt aldus af van de beurswaarde van Thenergo op datum van 27 maart 2014, namelijk € 0,16 per aandeel of een totale beurswaarde van K€ 4.581 (voor inbreng schuldvordering PMV). Na de inbreng van de vordering van PMV stijgt de reële waarde van Thenergo (berekend op basis van € 0,01 per aandeel) tot K€ 1.524.
De raad van bestuur heeft geoordeeld dat de toepassing van IFRS 13 "Reële waarde" en specifiek paragraaf 77, die stelt dat een beurskoers de meest betrouwbare basis is voor de reële waarde en gebruikt moet worden zonder enige aanpassing, significant misleidend zou zijn en zou conflicteren met de vereiste in IAS 1 paragraaf 15 die stelt dat een jaarrekening een getrouw beeld moet geven van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit.
De raad van bestuur heeft geoordeeld dat de beurskoers van Thenergo niet kon beschouwd worden als de reële waarde van een belang in deze entiteit en heeft dus besloten, teneinde het getrouw beeld te bewerkstelligen, om af te wijken van de vereisten zoals weergegeven in IFRS 13 "Reële waarde". Er werd geoordeeld dat de beurskoers niet representatief was voor de reële waarde van het aandeel omdat de beurskoers volgende informatie niet of onvoldoende heeft geabsorbeerd:
Indien IFRS 3.33 en IFRS 13.77 zou worden toegepast, dan zou de reële waarde van de vergoeding € 24,4 mln. (€ 0.16 *152.383.631 aandelen) en de Goodwill € 24,1 mln. (€ 24,4 mln. - € 0,3 mln.) bedragen wat onmiddellijk aanleiding zou geven tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill van ongeveer € 23 mln. in toepassing van IAS 36 "Bijzondere waardeverminderingen van activa".
De reële waarde van de vergoeding werd daarom berekend als het aantal openstaande gewone aandelen van Thenergo NV, juist voor de omgekeerde overname, namelijk 152.383.631 vermenigvuldigd met de reële waarde van € 0,01 per aandeel Thenergo NV, of een waarde van K€1.524.
Thenergo NV heeft geen openstaande handelsvorderingen.
In 2014 heeft Thenergo vanaf datum van acquisitie K€ 125 bijgedragen aan de omzet en K€ 26 aan het netto verlies van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2014, dan zou de bijdrage aan de omzet K€ 138 en aan het netto verlies K€ 108 geweest zijn.
De Goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.
De Goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| ABO NV (Consulting) | 154 | 154 | |
| Totaal | 154 | 154 |
De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de Goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (Consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (Consulting) maakt deel uit van het operationele segment "België". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerde kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor de komende drie jaar en een residuele waarde vanaf het vierde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 11,8% (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 2%. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2016 houden rekening met een significante verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2015, welke gekenmerkt werd door enkele uitzonderlijke factoren. De realiseerbare waarde werd geschat op € 6,9 mln. wat ongeveer € 3,2 mln. hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenerende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario I | mpact op de realiseerbare waarde |
|---|---|
| Realisatie 75% van de budgetteerde EBITDA | -€ 1,9 mln. |
| Toename vedisconteringsvoet met 1% | -€ 0,8 mln. |
Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering. Op basis van bovenstaande informatie heeft het managment geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving dient geboekt te worden.
De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kunnen als volgt voorgesteld worden:
| Klanten | Software, patenten en licenties |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Op 1 januari 2014 | 41 | 697 | 738 |
| Investeringen | 0 | 13 | 13 |
| Op 31 december 2014 | 41 | 710 | 751 |
| Investeringen | 0 | 10 | 10 |
| Bedrijfscombinatie | 282 | 0 | 282 |
| Op 31 december 2015 | 323 | 720 | 1.043 |
| Afschrijvingen | |||
| Op 1 januari 2014 | -41 | -552 | -593 |
| Toevoeging | 0 | -69 | -69 |
| Op 31 december 2014 | -41 | -621 | -662 |
| Toevoeging | -9 | -50 | -59 |
| Op 31 december 2015 | -50 | -671 | -721 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari 2014 | 0 | 145 | 145 |
| Op 31 december 2014 | 0 | 89 | 89 |
| Op 31 december 2015 | 273 | 49 | 322 |
De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen".
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kunnen als volgt gepresenteerd worden:
| Terreinen | Gebouwen | Instal laties & machines |
Meubilair | Leasing | Overige | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | |||||||
| Aanschaffingswaarde | |||||||
| Op 1 januari 2014 | 1.279 | 4.589 | 3.032 | 3.060 | 3.403 | 393 | 15.756 |
| Investeringen | 0 | 0 | 551 | 352 | 417 | 0 | 1.320 |
| Bedrijfscombinatie | 1.165 | 0 | 0 | 110 | 0 | 0 | 1.275 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | -6 | -49 | -65 | 0 | -120 |
| Transfer naar activa aangehouden voor verkoop | -1.165 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.165 |
| Op 31 december 2014 | 1.279 | 4.589 | 3.577 | 3.473 | 3.755 | 393 | 17.066 |
| Investeringen | 26 | 47 | 448 | 28 | 471 | 505 | 1.525 |
| Bedrijfscombinatie | 0 | 0 | 1.388 | 0 | 0 | 200 | 1.588 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | -213 | -3 | -100 | -134 | -450 |
| Herwaardering | 0 | 183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 183 |
| Op 31 december 2015 | 1.305 | 4.819 | 5.200 | 3.498 | 4.126 | 964 | 19.912 |
| Afschrijvingen | |||||||
| Op 1 januari 2014 | 0 | -251 | -3.074 | -2.769 | 12 | -364 | -6.446 |
| Toevoeging | 0 | -182 | -347 | -362 | -511 | -5 | -1.407 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 6 | 45 | 46 | 0 | 97 |
| Op 31 december 2014 | 0 | -433 | -3.415 | -3.086 | -453 | -369 | -7.756 |
| Toevoeging | 0 | -255 | -785 | -61 | -179 | -398 | -1.678 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 0 | 0 | 63 | 1 | 100 | 117 | 281 |
| Op 31 december 2015 | 0 | -688 | -4.137 | -3.146 | -532 | -650 | -9.153 |
| Netto boekwaarde | |||||||
| Op 31 december 2014 | 1.279 | 4.156 | 162 | 387 | 3.302 | 24 | 9.310 |
| Op 31 december 2015 | 1.305 | 4.131 | 1.063 | 352 | 3.594 | 314 | 10.759 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2015 bedragen K€ 1.525 (2014: K€ 1.320) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing).
Door de bedrijfscombinatie met Sialtech heeft de Groep voornamelijk boorinstallaties en materiaal verkregen met een reële waarde van K€ 1.588. De bedrijfscombinatie in 2014 heeft betrekking op de omgekeerde acquisitie van Thenergo waarbij de groep activa verkregen heeft met een boekwaarde van K€ 1.275 welke voornamelijk bestaat uit een terrein. De investeringen in materiële vaste activa in 2013 bedragen K€ 2.078 en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting. De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van K€ 187 in 2015 (K€ 4 in 2013). Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.
De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België, in mei 2014 voor de gebouwen in Frankrijk en op 1 januari 2012 voor de gebouwen in Nederland. De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2015 en 2014 in Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend van hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen K€ 127 in 2015 (2014: K€ 127). Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde K€ 3.065 bedragen op 31 december 2015 (2014: K€ 2.764).
De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van K€ 1.364 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.
De Groep heeft een deelneming van 49% in Nijmeijers Beheer B.V., een Nederlandse vennootschap welke 82,5% van de aandelen bezit van Sialtech B.V., en 34% in Enviromania BVBA (Translab NV).
Boekwaarde investeringen in geassocieerde ondernemingen:
| 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |||
| In € 000 | ||||
| Translab/ Enviromania | 84 | 58 | ||
| Nijmeijers Beheer B.V. | 0 | 125 | ||
| Totaal | 84 183 |
De samenvattende geconsolideerde financiële informatie van Enviromania is als volgt:
| 31 december 2015 | ||
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Langlopende activa (incl. Goodwill) | 1.427 | |
| Kortlopende activa | 266 | |
| Langlopende schulden | -807 | |
| Kortlopende schulden | -640 | |
| Eigen vermogen | -246 | |
| Aandeel 34% | ||
| Boekwaarde investering geassocieerde onderneming | 84 | |
| Omzet | 648 | |
| Winst van het boekjaar | 77 | |
| Aandeel 34% | ||
| Aandeel in resultaat | 26 |
De Groep heeft eveneens in 2015 een converteerbare lening toegekend van K€ 70 aan Translab NV die converteerbaar is in aandelen van de vennootschap in 2016. De lening is interestdragend. De conversiefactor is vastgelegd op 10% van de aandelen van Translab NV.
De samenvattende financiële informatie van Nijmeijers werd niet weergegeven aangezien deze geassocieerde onderneming niet materieel is. De Groep heeft een vordering van K€ 402 op Nijmeijers. De recupereerbaarheid van dit actief wordt onderbouwd door de waarde van de resterende participatie (82,5%) die Nijmeijers Beheer aanhoudt in Sialtech.
De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| Handelsvorderingen | 12.614 | 13.225 | |
| Geboekte waardeverminderingen | -561 | -568 | |
| Lening aan geassocieerde onderneming | 402 | 0 | |
| Overige kortlopende activa | 2.169 | 1.364 | |
| Totaal | 14.624 | 14.021 |
De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De lening aan een geassocieerde onderneming betreft de lening van de dochteronderneming Sialtech B.V. aan Nijmeijers Beheer B.V. De overige kortlopende activa betreffen voornamelijk vooruitbetalingen op leveranciers, een kantonnering met betrekking tot een juridisch geschil en overgedragen kosten.
Op 31 december 2015 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor het volledige openstaande bedrag van K€ 561 (2014: K€ 568).
De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:
| In € 000 | |
|---|---|
| Op 31 december 2013 | -572 |
| Toevoeging | -472 |
| Terugneming en gebruik | 476 |
| Op 31 december 2014 | -568 |
| Toevoeging | -150 |
| Terugneming en gebruik | 157 |
| Op 31 december 2015 | -561 |
De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| Geldmiddelen | 2.152 | 2.531 | |
| Kasequivalenten | 253 796 |
||
| Totaal | 2.405 3.327 |
De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet.
Reconcilatie van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het kasstroomoverzicht:
| 31 december | ||
|---|---|---|
| 2015 | 2014 | |
| In € 000 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten op de balans | 2.405 | 3.327 |
| Geldmiddelen inbegrepen bij activa aangehouden voor verkoop | 94 | 106 |
| Totaal | 2.499 | 3.433 |
Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2015 en 2014.
Het eigen vermogen is als volgt gewijzigd:
| Totale aantal gewone aandelen | |
|---|---|
| Openstaand op 1 januari 2014 zoals gerapporteerd | 1.646 |
| Herwerking n.a.v. omgekeerde acquisitie op basis van ruilfactor: 1.512.636,695 | 2.489.800.000 |
| plus aantal gewone aandelen Thenergo NV | 152.383.631 |
| Totaal basis Stock Split 1 aandeel voor 250 | 2.642.183.631 |
| Aangepast totaal n.a.v. omgekeerde acquisitie en Stock Split | 10.568.734 |
| Kapitaalverhoging in geldmiddelen | 1 |
| Openstaand op 31 december 2014 | 10.568.735 |
| Openstaand op 31 december 2015 | 10.568.735 |
Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10.568.735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van K€ 4.857 op 31 december 2015 (2014: K€ 4.857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0.46.
Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2015. De wijzigingen in 2014 hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de omgekeerde overname van Thenergo NV.
De wijzigingen in 2014 betreffen het volgende:
Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.
De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt K€ 4 op 31 december 2015 (2014: K€ 4). De overige reserves bedragen K€ 4.028 (2014: K€ 3.769).
De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2015 en 2014.
De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:
| Voor verkoop beschikbare finaciële activa |
Herwaarde ring aan reële waarde gebouwen |
Toegezegde pensioen regeling |
Totaal niet gerealiseerde resultaten |
|
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2013 | 0 | 1.870 | 0 | 1.870 |
| Reële waardeverandering fondsbeleggingen | 22 | 0 | 0 | 22 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves | 0 | -127 | 0 | -127 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling | 0 | 0 | -158 | -158 |
| Impact uitgestelde belastingen | -7 | 42 | 52 | 87 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2014 | 15 | 1.785 | -106 | 1.694 |
| Reële waardeverandering fondsbeleggingen | 40 | 0 | 0 | 40 |
| Herwaardering gebouwen | 0 | 183 | 0 | 183 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves | 0 | -127 | 0 | -127 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling | 0 | 0 | 11 | 11 |
| Impact uitgestelde belastingen | 0 | -20 | -4 | -24 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2015 | 55 | 1.821 | -99 | 1.777 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders | 55 | 1.720 | -99 | 1.676 |
| Toewijsbaar aan het minderheidsbelang | 0 | 101 | 0 | 101 |
Het minderheidsbelang kan als volgt voorgesteld worden:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| E20 | 0 | 107 | |
| Ecorem | 6 | 0 | |
| Sialtech | 545 | ||
| Totaal minderheidsbelang | 551 107 |
Het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat van het boekjaar en de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| E20 | 0 | 107 |
| Ecorem | 6 | 0 |
| Sialtech | 545 | 0 |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in winst van het boekjaar | 551 | 107 |
| Ecorem | 1 | 0 |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in OCI | 1 | 0 |
| Totaal aandeel minderheidsbelang | 0 | -20 |
Het minderheidsbelang in 2015 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België) welke verkocht werd aan een derde partij voor K€ 1 in december 2015 en 42,07% van de aandelen in de nieuwe dochteronderneming Sialtech B.V. (Nederland).
De samengevatte financiële informatie van Sialtech en Ecorem is als volgt:
| Sialtech | Ecorem | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Langlopende activa (incl. Goodwill) | 1.792 | 1.699 |
| Kortlopende activa | 824 | 1.395 |
| Langlopende schulden | -420 | -236 |
| Kortlopende schulden | -900 | -2.651 |
| Eigen vermogen | -1.296 | -207 |
| Aandeel | 42,07% | 25,00% |
| Aandeel in het eigen vermogen van het minderheidsbelang | -545 | -52 |
| Consolidatie-aanpassing | 0 | 45 |
| Boekwaarde minderheidsbelang | -545 | -7 |
| Omzet | 948 | 1.740 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 5 | -631 |
| Winst (verlies) van het boekjaar - sinds minderheidsbelang | 5 | -12 |
| Aandeel | 42,07% | 25% |
| Aandeel in resultaat | 2 | -3 |
| Niet-realiseerbaar resultaat | 0 | 121 |
| Niet-realiseerbaar resultaat - sinds minderheidsbelang | 0 | 2 |
| Aandeel | 42,07% | 25% |
| Aandeel in resultaat | 0 | 1 |
Het minderheidsbelang in 2014 bestaat uit 50% van de aandelen in de dochteronderneming E20, aangehouden door een derde partij, welke aangekocht werd door de Groep in 2015 voor een bedrag van K€ 175.
De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Openstaand op 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| Interestvoet | Vervaldag | 2015 | 2014 | |
| In € 000 | ||||
| Roll-over krediet | Euribor + 1,75% | 2017 | 150 | 350 |
| Businesslening | 4,20% | 2016 | 40 | 112 |
| Investeringskrediet | 1,93% | 2016 | 8 | 57 |
| Investeringskrediet | 1,38% | 2015 | - | 47 |
| Borgstellingskrediet | Euribor + 3,25% | 2017 | 254 | - |
| Lening | Euribor + 3,50% | 2017 | 129 | - |
| Rekening-courant | 6,20% | - | 258 | - |
| Straight Loan | Euribor + 1,50% | - | 1.661 | 1.660 |
| Investeringskrediet | 5,08% | 2019 | 270 | 340 |
| Overige Straight Loans | Euribor + 1,75% | - | 325 | 200 |
| Opticash krediet | Euribor + 1,50% | - | 300 | 300 |
| Opticash krediet | Euribor + 2,50% | - | 200 | 200 |
| Leningen vervaldag 2015 | 3,96% - 5,47% | 2015 | - | 248 |
| Leningen vervaldag 2016 | 1,77% - 3,78% | 2016 | 18 | 225 |
| Leningen vervaldag 2017 en later | 2,67% - 3,97 % | 2017-2018 | 315 | 410 |
| Financiële Leasings | 0,69% - 5,30% | 2016-2018 | 1.586 | 1.756 |
| Leningen eindejaarspremie | 1,77% - 3% | 450 | 534 | |
| Leningen vakantiegeld | 1,85% - 2,95% | 349 | 377 | |
| Overige | 318 | 236 | ||
| Totale financiële schulden | 6.631 | 7.052 | ||
| waarvan kortlopend | 4.956 | 5.030 | ||
| waarvan langlopend | 1.675 | 2.022 |
De leningen hebben geen convenanten op 31 december 2015.
De Straight Loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.
De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.
De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor een geschil en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk.
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) | 500 | 477 | |
| Geschillen | 520 | 0 | |
| Overige | 88 | 4 | |
| Totaal | 1.108 | 481 |
ABO Holding NV werd in juni 2014 door de rechtbank van Koophandel Gent veroordeeld tot betaling van K€ 467 in een rechtszaak over de waardering van aandelen in een inmiddels verkochte deelneming. In afwachting van de beroepsprocedure, werd eind 2014 een som van K€ 509 gekantonneerd. Begin 2016 werd evenwel, volledig tegen de verwachting en tot grote ontgoocheling van de vennootschap, het vonnis in beroep bevestigd. Er werd per 31 december 2015 een provisie van K€ 520 aangelegd. De vennootschap bekijkt welke juridische vervolgstappen ze nog kan nemen.
De overige voorzieningen bedragen K€ 88.
De Groep heeft toegezegde bijdrage pensioenregelingen in België en Nederland. De bijdrage in de toezegde bijdrage pensioenregelingen bedraagt K€ 105 in 2015 (2014: K€ 119).
De verworven wettelijke rechten voor de Belgische pensioenregelingen op 31 december 2015 bedragen K€ 338 terwijl de reële waarde van de activa in het plan K€ 333 bedragen. Het totale individuele deficiet bedraagt K€ 7. Aangezien het bedrag niet materieel is, werd er geen voorziening aangelegd.
Het aantal personeelsleden in het Belgische plan bedraagt 110 op 31 december 2015. De gewogen gemiddelde leeftijd van de deelnemers bedraagt 38 jaar op 31 december 2015.
De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de départ en retraite") toegekend die wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.
De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om een gedeelte van de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| Netto verplichting | Reële waarde activa | Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Op 31 december 2013 | 606 | -253 | 353 |
| Bijdragen | 0 | -52 | -52 |
| Netto interest | 18 | -8 | 10 |
| Prestaties | 49 | 0 | 49 |
| Actuariële verliezen uit wijzigingen financiële assumpties | 158 | 0 | 158 |
| Terugneming en gebruik | -41 | 0 | -41 |
| Op 31 december 2014 | 790 | -313 | 477 |
| Bijdragen | 0 | -42 | -42 |
| Interesten | 14 | -6 | 8 |
| Prestaties | 69 | 0 | 69 |
| Actuariële verliezen uit wijzigingen ervaring | 10 | 0 | 10 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | 0 | -22 | -22 |
| Op 31 december 2015 | 883 | -383 | 500 |
De voornaamste assumpties die gebruikt werden, zijn als volgt:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| Salarisverhoging | 2,0% | 2,0% | |
| Actualisatievoet | 1,8% | 1,8% |
De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Impact wijziging ervaring op netto verplichting | -10 | 0 |
| Impact wijziging actualisatievoet | 0 | -158 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | 21 | 0 |
| Belastingimpact | -4 | 52 |
| Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat | 7 | -106 |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Prestaties | 69 | 49 |
| Interestkost op de verplichting | 8 | 10 |
| Totaal | 77 | 59 |
De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| Aandelen | 66 | 48 | |
| Obligaties | 253 | 221 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 34 | 22 | |
| Vastgoed | 30 | 22 | |
| Overige | 1 | 1 | |
| Totaal | 383 313 |
De Groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:
| 2015 | |
|---|---|
| In € 000 | |
| Actualisatievoet: + 0,5% | -70 |
| Actualisatievoet: - 0,5% | 78 |
De Groep verwacht dat in 2016 K€ 7 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan.
De gewogen gemiddelde duurtijd van het plan tot de pensioenleeftijd is 17 jaar.
Het pensioenplan heeft 115 aangesloten werknemers (2014: 111).
De overige kortlopende schulden bestaan uit:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | ||
| In € 000 | |||
| Toe te rekenen kosten | 166 | 88 | |
| Voorafbetalingen | 15 | 23 | |
| Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) | 1.705 | 2.278 | |
| Kortlopende voorzieningen | 428 | 407 | |
| Schulden m.b.t. personeel | 4.024 | 3.210 | |
| Overige | 230 | 174 | |
| Totaal | 6.568 | 6.180 |
| Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| In € 000 | ||||
| Financiële activa | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 175 | 134 | 175 | 134 |
| Beleggingsfondsen | 175 | 134 | 175 | 134 |
| Leningen en vorderingen | 16.217 | 17.615 | 16.217 | 17.615 |
| Handelsvorderingen | 12.053 | 12.657 | 12.053 | 12.657 |
| Overige financiële activa (langlopend) | 336 | 267 | 336 | 267 |
| Overige kortlopende activa | 1.423 | 1.364 | 1.423 | 1.364 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2.405 | 3.327 | 2.405 | 3.327 |
| Totaal financiële activa | 16.392 | 17.749 | 16.392 | 17.749 |
| Totaal geldmiddelen en kasequivalenten | 2.405 | 3.327 | 2.405 | 3.327 |
De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
| Boekwaarde | Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2015 | 2014 | |
| In € 000 | ||||
| Financiële schulden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | ||||
| Leningen | 6.631 | 7.052 | 6.625 | 7.076 |
| Handelsschulden | 4.412 | 4.230 | 4.412 | 4.230 |
| Overige schulden | 245 | 197 | 245 | 197 |
| Totaal | 11.288 | 11.479 | 11.282 | 11.503 |
| Totaal langlopend | 1.675 | 2.022 | 1.754 | 2.035 |
| Totaal kortlopend | 9.613 | 9.457 | 9.528 | 9.468 |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
• de boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten;
• de financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
| 2015 | |||
|---|---|---|---|
| Totaal | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| In € 000 | |||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | |||
| Beleggingsfondsen | 175 | 175 | |
| Financiële schulden | 6.625 | 6.625 | |
| 2014 | |||
| Totaal | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| In € 000 | |||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | |||
| Beleggingsfondsen | 134 | 134 | |
| Financiële schulden | 7.076 | 7.076 |
De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.
De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:
| Op 31 december 2013 | 115 |
|---|---|
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | 22 |
| Overige | -3 |
| Op 31 december 2014 | 134 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | 40 |
| Overige | 1 |
| Op 31 december 2015 | 175 |
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van K€ 1.330. De terreinen en gebouwen in Nederland en Frankrijk is gebeurd op respectievelijk 1 januari 2012 en 5 mei 2014.
De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.
De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:
Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.
De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "Chief Operating Decision Maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.
De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (Consulting, Testing & Monitoring).
97 Geconsolideerde Jaarrekening
De volgende tabel stelt de segmentrapportering voor elk operationeel segment voor, voor de jaren 2015 en 2014.
| België | Frankrijk | Nederland | Totaal Segmenten |
Aanpas sing en eliminaties |
Geconsoli deerd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2015 | ||||||
| Omzet (derden) | 12.935 | 16.546 | 2.139 | 31.620 | 0 | 31.620 |
| Omzet (intra Groep) | 297 | 30 | 190 | 517 | -517 | 0 |
| Bedrijfsresultaat | -900 | 848 | 375 | 323 | 0 | 323 |
| Interestopbrengsten | 25 | 9 | 5 | 39 | 0 | 39 |
| Interestlasten | -120 | -29 | -14 | -163 | 0 | -163 |
| Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde ondernemingen |
26 | 0 | 65 | 91 | 0 | 91 |
| Netto resultaat voorgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-809 | 560 | 411 | 162 | 0 | 162 |
| Belangrijke niet-kaskosten | ||||||
| - Afschrijvingen | -548 | -943 | -231 | -1.713 | 0 | -1.713 |
| Totaal activa | 14.086 | 16.089 | 2.361 | 32.536 | 0 | 32.536 |
| Totaal schulden | -11.586 | -8.234 | -1.591 | -21.420 | 0 | -21.420 |
| België | Frankrijk | Nederland | Totaal Segmenten |
Aanpas sing en |
Geconsoli deerd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | eliminaties | |||||
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2014 | ||||||
| Omzet (derden) | 12.084 | 15.862 | 1.069 | 29.015 | 0 | 29.015 |
| Omzet (intra Groep) | 7.511 | 18 | 179 | 7.708 | -7.708 | 0 |
| Bedrijfsresultaat | -409 | 753 | -2 | 342 | 0 | 342 |
| Interestopbrengsten | 314 | 12 | 3 | 329 | -226 | 103 |
| Interestlasten | -244 | -38 | -22 | -304 | 30 | -274 |
| Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde ondernemingen |
8 | 27 | 0 | 35 | 0 | 35 |
| Netto resultaat voorgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-299 | 555 | -19 | 237 | -199 | 38 |
| Belangrijke niet-kaskosten | ||||||
| - Afschrijvingen | -528 | -944 | -72 | -1.544 | 0 | -1.544 |
| Totaal activa | 52.769 | 14.924 | 1.461 | 69.154 | -38.475 | 30.679 |
| Totaal schulden | -19.759 | -7.397 | -1.471 | -28.627 | 8.379 | -20.248 |
De presentatie van de segment resulaten zijn gewijzigd in vergelijking met 2014 door het gebruik van een nieuwe consolidatietoepassing. De cijfers van 2015 zijn de contributiecijfers van elk segment waarbij de eliminaties binnen het segment zijn verwerkt. De cijfers van 2014 zijn de totale cijfers van elk segment voor elke eliminatie. De Groep was niet in staat op de cijfers van 2014 op een vergelijkbare wijze voor te stellen.
Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).
De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft één individuele klant in Frankrijk (2014: één in Frankrijk) voor wie de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% (2014: 13%) van de geconsolideerde omzet.
De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Bedrijfssubsidies | 100 | 65 |
| Doorgerekende kosten | 82 | 204 |
| Vrijstelling BV (competitiviteitspact) | 196 | 169 |
| Voordelen in natura | 75 | 72 |
| Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa | 75 | - |
| Vrijval van voorzieningen voor claims | 25 | 44 |
| Terugbetaling van belastingen vorig boekjaar | 38 | 35 |
| Terugname voorzieningen klanten | 56 | 95 |
| Herwaardering participatie Sialtech aan reële waarde | 361 | - |
| Overige | 515 | 248 |
| Totaal | 1.523 | 932 |
De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) | -399 | -233 |
| Minderwaarde realisatie handelsvorderingen | 0 | -142 |
| Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete | -4 | -55 |
| Opboeking van voorzieningen voor geschillen | -440 | -55 |
| Opboeking voorziening klanten | 26 | -70 |
| Overige | -345 | -208 |
| Totaal | -1.162 | -763 |
De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen voor de jaren 2015 en 2014:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Korte-termijn personeelsbeloningen | -10.956 | -9.305 |
| Sociale zekerheid | -3.776 | -3.666 |
| Toegezegde bijdrage pensioenregelingen | -105 | -119 |
| Te bereiken doel pensioenregeling | -77 | -59 |
| Overige personeelskosten | -796 | -838 |
| Totaal | -15.710 | -13.987 |
| Totaal geregistreerde personeelsleden op eind jaar | 288 | 265 |
De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Interesten | -163 | -227 |
| Overige | -149 | -47 |
| Totaal | -312 | -274 |
De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Interesten | 39 | 94 |
| Overige | 22 | 9 |
| Totaal | 61 | 103 |
De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Verwachte belastinglast voor het jaar | -302 | -216 |
| Uitgestelde belastingen | 301 | 48 |
| Totale belastingwinst (last) voor het jaar | -1 | -168 |
De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2015 en 2014 is als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Winst voor belastingen | 163 | 206 |
| Belastingen aan het statutaire tarief van 33,99% | -55 | -70 |
| Verschil in belastingsvoet | 36 | 1 |
| Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren | 0 | 0 |
| Notionele intrestaftrek | 0 | 15 |
| Verworpen uitgaven | -105 | -61 |
| Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd geboekt | 12 | 0 |
| Winst uit reële waardeaanpassing participatie Sialtech | 90 | 0 |
| Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar | -32 | -65 |
| Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen | 46 | 59 |
| Overige | 7 | -47 |
| Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening | -1 | -168 |
De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| In de geconsolideerde balans | In de geconsolideerde resultatenrekening | |||
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2014 | 2014 | ||
| In € 000 | ||||
| Fiscale verliezen | 2.035 | 1.744 | 291 | 112 |
| Immateriële vaste activa | 129 | 176 | -47 | -60 |
| Materiële vaste activa (afschrijvingen) | -122 | -115 | -7 | -7 |
| Leasings | -24 | -27 | 3 | -12 |
| Reële waarde terreinen en gebouwen | -208 | -153 | 7 | 6 |
| Financiële activa | 0 | 23 | -7 | -7 |
| Voorzieningen | 190 | 0 | 190 | |
| Totaal uitgestelde belastingvordering | 2.000 | 1.648 | ||
| Materiële vaste activa | -267 | -132 | 17 | -36 |
| Immateriële vaste activa | -56 | -8 | 8 | -1 |
| Leasings | -243 | -228 | -15 | -13 |
| Reële waarde terreinen en gebouwen | -696 | -733 | 37 | 36 |
| Voorzieningen | 0 | 159 | -159 | 0 |
| Overige | 0 | 21 | -17 | 30 |
| Totaal uitgestelde belastingschuld | -1.262 | -921 | ||
| Totaal uitgestelde belastingskost | 301 | 48 |
De uitgestelde belastingvorderingen en -schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.
De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van K€ 906 per 31 december 2015 (K€ 886 per 31 december 2014) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.
De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van K€ 5.709 per 31 december 2015 (K€ 2.554 per 31 december 2014). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van K€ 94.050 fiscaal overdraagbare verliezen die bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.
Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2015 van K€ 2.035 (K€ 1.744 per 31 december 2014) waarvan K€ 1.265 (2014: K€ 1.325) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.
De totale gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel is 10.568 (2014: 10.425) (in 000 tallen).
Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel. De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.
De Groep heeft beslist om ofwel haar 100% deelneming in de dochtervennootschap Binergy Meer BVBA te verkopen of om het terrein te verkopen. De dochteronderneming Binergy Meer BVBA bevat hoofdzakelijk een terrein welke vergund is voor het bouwen van een biomassa energiecentrale en een gerelateerde schuld.
De Groep heeft beslist om de bouw van de biomasse energiecentrale niet uit te voeren en daarom het terrein of de aandelen te verkopen.
Als gevolg hiervan wordt Binergy Meer BVBA verwerkt als een actief aangehouden voor verkoop. De activa en schulden van Binergy Meer BVBA werden gewaardeerd aan hun boekwaarde, welke het laagste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de boekwaarde. Binergy Meer BVBA is opgenomen in het operationele segment België.
De belangrijke categorieën van de activa en de schulden zijn als volgt:
| 31 december 2015 | 31 december 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Activa | ||
| Vaste activa | ||
| Materiële vaste activa | 1.165 | 1.165 |
| Kortlopende activa | ||
| Liquide middelen en kasequivalenten | 94 | 106 |
| Totaal activa | 1.259 | 1.271 |
| Schulden | ||
| Kortlopende schulden | ||
| Handelsschulden | - | 3 |
| Overige kortlopende schulden | 1.296 | 1.296 |
| Totaal schulden | 1.296 | 1.299 |
De Groep heeft op 31 december 2014 haar 50% deelneming in de joint venture Biocogen verkocht aan een niet-verbonden partij voor een bedrag van K€ 462. De betaling van de verkoopprijs is gebeurd in geld. De verkoop resulteerde in een gerealiseerde meerwaarde van K€43 die het verschil is tussen de verkoopprijs van K€ 462 en de boekwaarde van de investering in Biocogen aan eigen-vermogensmutatie waarde voor een bedrag van K€ 419.
Biocogen was een historische deelneming aangehouden door Thenergo. Biocogen is opgenomen in het operationale segment België.
De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de raad van bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden. De belangrijkste geschillen zijn hieronder toegelicht:
De Groep heeft een aantal operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar.
De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Binnen één jaar | 84 | 271 |
| Tussen één en vijf jaar | 90 | 175 |
| Meer dan vijf jaar | ||
| 174 | 446 | |
| Operationele leasekost | 271 | 441 |
De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark en boortorens. De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:
| 2015 | 2014 | |||
|---|---|---|---|---|
| Minimale Contante waarde leasebetalingen betalingen |
Minimale leasebetalingen |
Contante waarde betalingen |
||
| In € 000 | ||||
| Binnen één jaar | 648 | 592 | 673 | 578 |
| Tussen één en vijf jaar | 1.030 | 995 | 1.212 | 1.178 |
| Meer dan vijf jaar | 0 | 0 | 0 | 0 |
| 1.678 | 1.587 | 1.885 | 1.756 | |
| Min impact verdiscontering | -91 | -129 | ||
| Contante waarde | 1.587 | 1.587 | 1.756 | 1.756 |
De Groep heeft een hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van K€ 900 op 31 december 2015 (2014: K€ 900).
De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten het handelsfonds in pand gegeven aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van K€ 5.690 op 31 december 2015 (2014: K€ 5.565). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van K€ 400 op 31 december 2015 (2014: K€ 400).
De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 mln., afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 mln.). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen. De totale voorziening bedraagt K€ 418 op 31 december 2015 (2014: K€ 397) welke geboekt is onder "overige kortlopende schulden".
De Groep is voornamelijk onderhevig aan liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De volgende tabellen geven een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Op 31 december 2015 | ||||
| Financiële schulden | 4.975 | 1.874 | - | 6.849 |
| Handelsschulden | 4.412 | - | - | 4.412 |
| Overige schulden | 245 | - | - | 245 |
| Totaal | 9.632 | 1.874 | - | 11.506 |
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |
| In € 000 | ||||
| Op 31 december 2014 | ||||
| Financiële schulden | 5.005 | 2.205 | - | 7.210 |
| Handelsschulden | 4.230 | - | - | 4.230 |
| Overige schulden | 197 | - | - | 197 |
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de Straight Loans. Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.
Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 26.
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en Tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen. De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
| Totaal | Niet vervallen | < 30 dagen | 31-60 dagen | 61-90 dagen | >91 dagen | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| 31 december 2015 | 12.614 | 9.224 | 1.251 | 567 | 191 | 1.381 |
| 31 december 2014 | 13.225 | 7.463 | 2.048 | 1.342 | 575 | 1.797 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 561 op 31 december 2015 (K€ 568 op 31 december 2014) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen die meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt 40% eind 2015 (36% eind 2014).
De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Korte-termijn beloningen | 712 | 808 |
| Einde-loopbaan beloningen | 49 | 45 |
| Ontslagvergoedingen | 0 | 50 |
| Totaal | 761 | 903 |
| Verkoop van diensten |
Aankopen van diensten en goederen |
Interest opbrengst |
Interest kost |
Vordering | Schuld | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Aandeelhouders van de Groep | ||||||
| 2015 | 0 | 0 | 0 | -1 | 4 | -87 |
| 2014 | 0 | -1 | 0 | -1 | 4 | -375 |
| Geassocieerde ondernemingen | ||||||
| 2015 | 0 | -14 | 0 | 0 | 523 | -2 |
| 2014 | 5 | -209 | 3 | 0 | 208 | 0 |
| Andere verbonden partijen | ||||||
| 2015 | 55 | -588 | 0 | 0 | 102 | -133 |
| 2014 | 159 | -566 | 0 | 0 | 133 | -209 |
De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:
De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:
Eind 2013 werd een schuldvergelijking overeengekomen tussen de Groep, de aandeelhouder en andere verbonden vennootschappen.
Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.
De vergoeding van de commissaris is als volgt:
| 2015 | 2014 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Vergoeding audit | 68 | 59 |
| Vergoeding audit-gerelateerde diensten | 11 | 43 |
| Totaal | 79 | 102 |
Er zijn geen vermeldenswaardige gebeurtenissen na balansdatum.
De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur aan de algemene aandeelhoudersvergadering en het verslag van de commissaris binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.
Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals hierboven toegelicht een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2015 en 31 december 2014.
Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 25.138 | 24.989 |
| Oprichtingskost en immateriële activa | ||
| Materiële activa | 55 | 82 |
| Financiële activa | 25.083 | 24.907 |
| Vlottende activa | 2.223 | 2.376 |
| Overige activa (looptijd > 1 jaar) | ||
| Overige activa (looptijd < 1 jaar) | 2.223 | 2.376 |
| Totaal activa | 27.361 | 27.365 |
| Eigen vermogen | 25.789 | 25.631 |
| Aandelenkapitaal en uitgiftepremies | 173.083 | 173.083 |
| Reserves | -147.294 | -147.453 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | ||
| Schulden op meer dan één jaar | 0 | 0 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 1.572 | 1.735 |
| Totaal passiva | 27.361 | 27.365 |
Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2015 | 2014 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 457 | 108 |
| Omzet | 350 | 107 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 107 | 1 |
| Bedrijfskosten | 386 | 2.375 |
| Bedrijfsresultaat | 71 | -2.267 |
| Financieel resultaat | -26 | 2.162 |
| Financiële opbrengsten | 7 | 368 |
| Financiële kosten | -33 | -1.794 |
| Uitzonderlijk resultaat | 115 | 452 |
| Resultaat vóór belastingen | 160 | 348 |
| Resultaat | 158 | 348 |
De commissaris EY, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren, verstrekt voor de statutaire jaarrekeningen van ABO-Group Environment NV een oordeel zonder voorbehoud.
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.