Annual Report • Mar 26, 2021
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
Geïntegreerd jaarverslag 2020
| Over ons | 3 |
|---|---|
| Business groups | 4 |
| Umicore in een oogopslag | 5 |
| Horizon 2020 | 6 |
| Wereldtrends | 8 |
| Grote uitdagingen aanpakken | 9 |
| Bedrijfsmodel | 10 |
| Terugblik door de CEO en voorzitter | 13 |
| Relaties met belanghebbenden | 16 |
| Pleidooi voor impact | 21 |
| Materialiteit | 22 |
| Teruggeven aan de maatschappij | 25 |
| Umicore's reactie op COVID-19 | 26 |
|---|---|
| Economische prestaties | 29 |
| Waardeketen en maatschappij | 39 |
| Eco-efficiëntie | 45 |
| Onderzoek, ontwikkeling & innovatie | 49 |
| Aantrekkelijke werkplek | 55 |
| Raad van toezicht | 61 |
| Directieraad | 66 |
| Senior management | 70 |
| Algemene managementaanpak | 72 |
| Risico's effectief beheren | 76 |
| Verklaring deugdelijk bestuur, G1-G13 | 87 |
| Economische toelichtingen | 102 |
|---|---|
| Financiële toelichtingen, F1-F41 | 109 |
| Verklaringen waardeketen, V1-V5 | 188 |
| Milieuverklaringen, E1-E8 | 195 |
| Sociale verklaringen, S1-S9 | 206 |
| Over dit verslag | 219 |
| GRI index | 220 |
| Betrouwbaarheidsverklaringen | 223 |
| Referenties en voornaamste linken | 229 |
| Kerncijfers | 230 |
Foto op de voorpagina: Reda Malakauskaité, Peter Verholen en Steven Van Hout werken in het solidstatebatterij team
Umicore's geïntegreerd jaarverslag biedt een volledig en geïntegreerd beeld van onze economische, financiële, milieu-, waardeketen- en sociale prestaties voor 2020. Dit verslag is in overeenstemming met de GRI Standards: Core option.
Bekijk alle items in dit verslag online, op: ANNUALREPORT.UMICORE.COM
Umicore bekleedt een unieke positie in materialen voor schone mobiliteit en in recyclage. Wij bieden oplossingen voor schone mobiliteit voor alle soorten platformen, en recycleren die materialen wanneer ze het einde van hun nuttige levensduur bereiken.
Dit kringloopmodel, op basis van onze expertise in metallurgie, chemie en materiaalkunde, onderscheidt ons sterk op de markt en blijft de hoeksteen van onze werking en de ontwikkeling van onze strategie.
Wij leveren autokatalysatoren voor de reiniging van de uitlaatgassen van verbrandingsmotoren van personenwagens en zware bedrijfsvoertuigen van alle brandstoftypes, naast materialen voor herlaadbare batterijen en autokatalysatoren voor hybride, plug-in hybride en volledig elektrische voertuigen. Wij maken ook katalysatoren voor voertuigen met brandstofcellen en voor statische of industriële toepassingen.
Umicore heeft een van de meest geavanceerde fabrieken voor de recyclage van edele metalen ter wereld. In het geheel van onze activiteiten recupereren wij 28 verschillende edele metalen en nonferrometalen uit industrieel afval, elektronisch schroot, batterijen, auto- en industriële katalysatoren, brandstofcellen en nog meer. Wij leveren bovendien recyclagediensten aan klanten, om hun efficiëntie te maximaliseren. De gerecycleerde materialen worden omgezet in zuivere metalen of nieuwe producten.
Wij ontwikkelen aangepaste materialen en verzekeren dat de processen rekening houden met de gezondheid en de veiligheid, de recycleerbaarheid, de kostenbesparing, de afvalbeperking en de energie-efficiëntie, zowel in onze eigen fabrieken als in het geheel van de waardeketen.
We geloven dat ons succes samenhangt met het evenwicht dat we bereiken tussen de economische, de ecologische en de sociale impact van onze activiteiten.
Onze geïntegreerde duurzaamheidsbenadering houdt meer in dan de beperking van de impact van onze industriële werking: ons engagement voor een ethische en verantwoordelijke bevoorrading onderscheidt ons van onze concurrenten.
Umicore streeft naar een positieve impact met producten en diensten die de levenskwaliteit verbeteren: de schadelijke uitstoot van voertuigen beperken, gebruikte metalen een nieuw leven geven en de auto's van de toekomst aandrijven.
| LEIDERSCHAP VERSTERKEN |
LEIDERSCHAP VERSTERKEN |
DE WINST VERDUBBELEN |
DUURZAME BEVOORRADING |
DUURZAME PRODUCTEN EN DIENSTEN |
|
|---|---|---|---|---|---|
| WAAROM DIT BELANGRIJK IS |
Om Umicore te doen bloeien in een context van versnellende globale megatrends als strenge uitstootbeperkingen, de overstap op elektrisch transport en de grondstoffenschaarste. |
Om het toekomstige succes en de duurzaamheid van Umicore te verzekeren door consistent in O&O te investeren om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en op de markt te brengen, en de capaciteit op te drijven om aan de groeiende marktvraag naar producten en diensten van Umicore te voldoen. |
Om Umicore beter te focussen op haar ambitieuze groei-initiatieven in schone mobiliteitsmaterialen en recycling. |
Om een ecologische en ethische bevoorrading in relatief schaarse grondstoffen te verzekeren, met het oog op duurzaam succes en een duurzame groei. |
Om producten en diensten te ontwikkelen die duurzame waarde creëren voor onze klanten en voor de maatschappij, en om de bevoorradingszekerheid te bevorderen. |
| KEY PERFORMANCE INDICATORS |
INKOMSTEN VAN DE GROEP JAARLIJKS GROEIPERCENTAGE 2015-20 +4,3% |
DOEL BEREIKT IN 2018 AANGEPASTE EBIT VOOR DE GROEP (€m) 600 500 244 400 300 514 200 100 0 '18'14 2020 RECORD AANGEPASTE EBIT € 536m 37% ROCE 15%+ DOEL 42% Gestage ROCE stijging tot 2018; gemiddeld aangewend kapitaal bijna verdubbeld tijdens Horizon 2020 21% |
DOEL BEREIKT IN 2019 AANGEPASTE EBIT BIJDRAGE (%) 34% 37% 42% 2015 21% 33% De 2020 aangepaste EBIT bijdrage per 33% segment biedt geen 34% representatief beeld, 2019 gezien de aanzienlijke COVID-19 impact op de automobielindustrie en het anticyclische 33% karakter van Recycling |
VOLLEDIG IN LIJN MET DE DUE DILIGENCE-RICHTLIJN VAN DE OESO VOOR VERANTWOORDELIJKE BEVOORRADINGSKETENS 33% VOOR MINERALEN UIT CONFLICT- EN HOOGRISICOGEBIEDEN |
77% VAN DE TOTALE INKOMSTEN UIT SCHONE MOBILITEIT & RECYCLAGE HET GROOTSTE DEEL VAN DE OVERIGE INKOMSTEN IS GERELATEERD AAN OPLOSSINGEN ZOALS HET VERBETEREN VAN DE CONNECTIVITEIT OF DE VERMINDERING VAN ENERGIEGEBRUIK. |
| ONZE DOELSTELLINGEN |
ECO-EFFICIËNTIE | AANTREKKELIJKE WERKPLEK | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EFFICIËNTE OPERATIES | GEZONDHEID | VEILIGHEID | BETROKKENHEID VAN DE MEDEWERKERS |
|||||
| WAAROM DIT BELANGRIJK IS |
Om duurzaamheid tot een onweerlegbaar concurrentievoordeel voor Umicore te maken. |
Om een veilige werkplek te bieden en ons personeel een veiligheidscultuur mee te geven. |
Om blootstellingsrisico's te monitoren, te beheren en onze mensen ertegen te beschermen. |
Om te verzekeren dat Umicore in alle regio's waar wij actief zijn een aantrekkelijke werkgever is. |
ONZE WEZENLIJKE THEMA'S EN DE BETROKKENHEID VAN BELANGHEBBENDEN De Horizon 2020-strategie |
|||
| KEY PERFORMANCE INDICATORS |
ENERGIEVERBRUIK -17% vs benchmark 2015, aangepast voor de intensiteit |
AANTAL ONGEVALLEN 49 |
MEETWAARDEN DIE DE NORMEN OVERSCHRIJDEN 1,6% gebaseerd op interne streefwaarden |
WERKNEMERS 10.859 RETENTIEGRAAD 96% |
focust sterk op de wezenlijk belangrijke thema's voor Umicore in de volgende jaren: economische prestaties, waardeketen en maatschappij, eco-efficiëntie en een aantrekkelijke werkplek. Umicore hanteert een gelokaliseerde benadering van de betrokkenheid van belanghebbenden en beheert de relaties met die belanghebbenden in lijn met onze gedecentraliseerde aanpak van het beheer van de units. |
|||
De wetgeving op de uitstoot van auto's wordt steeds strenger en de roep van het publiek om schone lucht klinkt luider en luider. In Europa en Azië ontwikkelen de wetgevers een beleid voor schone mobiliteit om de emissie van SOx, NOx en CO2 te beperken. Ze verstrakken de uitstootnormen om de industrie aan te sporen tot de ontwikkeling van innovatieve systemen voor de emissiecontrole, zoals katalysatoren en katalytische filters.
De transportsector is de snelst groeiende bron van broeikasgassen, met het wegvervoer als belangrijkste factor. Geëlektrificeerd transport is essentieel om de ambities van minder uitstoot en schonere lucht waar te maken, dankzij de combinatie van energiezuinige systemen en hernieuwbare energiebronnen. Wereldwijd zien we steeds meer stimuleringsmaatregelen voor elektrische voertuigen.
Opkomende technologieën, zoals de steeds krachtigere herlaadbare batterijen die de milieu-impact op de samenleving verminderen, scheppen een groeiende behoefte aan speciale en edele metalen. De ontginning van metalen uit primaire bronnen heeft aanzienlijke effecten op het milieu, zoals een hoge ecologische voetafdruk. Gemakkelijk te ontginnen ertsen worden schaarser, ertslagen minder rijk.
toonaangevend producent van katalysatoren en katalytische filters voor uitstootbeperkende systemen van personenwagens, zware bedrijfsvoertuigen en terreinvoertuigen. Onze katalysatoren en roetfilters zetten vervuilende uitstoot om in ongevaarlijke gassen en vangen het fijnstof op. Zo kunnen onze klanten de huidige en toekomstige milieunormen naleven. Onze producten verhinderden ondertussen de uitstoot van honderden miljoenen ton schadelijke stoffen in de lucht.
We zetten ons in om milieuvriendelijke technologieën te leveren die efficiënt grondstoffengebruik en meer duurzaamheid in de industriële bevoorradingsketen mogelijk maken.
zijn een toonaangevend producent van kathodematerialen voor lithium-ionbatterijen, die cruciaal zijn in het bepalen van het vermogen en de energiedensiteit van herlaadbare batterijen en in het maximaliseren van het rijbereik van elektrische voertuigen. Onze nikkel-mangaan-kobalt of NMC-kathodematerialen zijn een gevestigde waarde in de sector. Om aan de groeiende marktvraag te voldoen, investeerden wij tussen 2017 en 2019 aanzienlijk om onze productie van NMC-kathodematerialen verder op te drijven.
Wij leveren oplossingen voor een schonere en meer veerkrachtige toekomst.
Onze fabriek in Hoboken is het grootste en meest complexe recyclagecentrum voor edele metalen ter wereld. We verwerken er ruim 200 soorten grondstoffen – van industrieel en mijnafval tot materialen aan het einde van hun levensduur zoals elektronisch schroot en afgedankte herlaadbare batterijen – en herwinnen meer dan 20 verschillende metalen. Als onderdeel van ons geslotenkringloopmodel recycleren de meeste van onze business units industrieel afval van onze klanten. We verhogen onze capaciteit om aan die stijgende vraag te voldoen.
Wij bevorderen ecologische en ethische toelevering en vergroten de bevoorradingszekerheid.
Overal waar we actief zijn wil Umicore een voorkeurswerkgever zijn en vrouwen toegang geven tot leidersposities. Als groeiend bedrijf zijn we aanwezig op markten over de hele wereld. We ontvingen Top Employer-status voor onze sites in Europa en Azië. We denken dat dat zo is omdat we streven naar een omgeving met oog voor samenwerking, zinvol werk en mogelijkheden voor loopbaantrajecten en ontwikkeling. Onze werknemers hebben gemiddeld 10 dienstjaren op de teller en in de hele Groep hebben we een retentiegraad van meer dan 94%.
We delen dezelfde waarden, we respecteren elkaar en we werken allemaal samen aan materialen voor een beter leven.
Bedrijfsmodel
Wij zetten metalen om in functionele materialen en recycleren ze om nieuwe materialen te maken.
Onze producten bieden een oplossing voor schonere lucht en toenemende elektrische mobiliteit, terwijl we afvalmetalen naar grondstoffen omzetten.
Met onze ethische bevoorrading en ons kringloopmodel onderscheiden we ons van onze concurrenten.
Wij zetten metalen om in functionele materialen die onze klanten gebruiken in hun consumenten- of industriële producten. Onze katalysatormaterialen leveren oplossingen voor schone lucht en gezondheid, onze batterijmaterialen verbeteren het bereik en de prestaties van elektrische voertuigen en de autonomie van draagbare elektronica. Onze materialen worden ook gebruikt in moederborden van computers, en in de glasvezeloptiek en satellieten die u geconnecteerd houden.
We passen onze expertise in metallurgie, chemie, engineering en materiaalkunde op metalen toe en vullen die aan met onze knowhow van producten, processen en de markt. Dat leidt tot oplossingen waarmee onze klanten betere, meer geavanceerde en veiligere producten kunnen ontwikkelen.
Metalen lenen zich uitstekend voor de duurzame productie van materialen, omdat ze oneindig gerecycleerd kunnen worden zonder hun chemische of fysische eigenschappen te verliezen. Het is een van de grondbeginselen van ons bedrijfsmodel. Veel van onze metalen komen uit recyclage via ons kringloopmodel – productieschroot en resten van klanten en andere industrieën – of zijn materialen aan het einde van hun levensduur.
Onze recyclageactiviteiten kunnen 28 verschillende metalen herwinnen. Onze fabriek voor edele metalen in Hoboken, België, recycleert en raffineert de meeste complexe materialen en recupereert een breed gamma aan metalen. Met ons charter voor duurzame aankopen en ons beleidskader voor kobalt kopen wij onze overige metaalvoorraden aan bij duurzame en ethisch gecontroleerde, primaire bronnen.
Vele factoren - van de bevoorrading van grondstoffen tot het behoud van talent ondersteunen ons bedrijfsmodel. Wij beheren onze middelen en relaties voor de lange termijn.
Met hun expertise en inzet dragen onze collega's bij aan Umicore. Vaardigheden in metallurgie, chemie, engineering en materiaalkunde zijn van kritiek belang in onze belangrijkste groeidomeinen: recyclage en materialen voor schone mobiliteit.
We groeien in Azië en Europa en dat vereist een grotere focus op het aantrekken van talent voor posities van productieoperator, ingenieurs en onderzoekswetenschappers tot commerciële en administratieve functies.
Technologie is de kern van ons succes. Wij zetten ons in voor innovatie en weten dat onderzoek en ontwikkeling (O&O) essentieel zijn voor onze door innovatie gedreven groei. Wij ontwikkelen een groot deel van onze technologie dankzij de resultaten van Umicore's O&O en investeren 6% van onze inkomsten in O&O. Umicore ontwikkelt ook technologie in samenwerking met industriële en academische partners en we beschermen ons intellectuele eigendom met octrooien.
Onze activiteiten worden uitgevoerd in recyclage-fabrieken, gespecialiseerde productiefaciliteiten voor chemie en materialen, kantoren en onderzoekscentra in 30 landen. Ze liggen vaak dicht bij onze klanten, om beter samen te werken en aan hun specifieke productvereisten te voldoen. Wij streven naar uitmuntendheid in de milieu- en sociale prestaties van al onze activiteiten.
Wij zoeken naar oplossingen om de impact van metaalemissies te verminderen, de efficiëntie van materialen en energie te verbeteren en een veilige en gezonde werkomgeving te creëren. Operationele uitmuntendheid is zowel belangrijk voor onze bedrijfscontinuïteit en voor Umicore's concurrentievoordeel.
Inputmaterialen zoals brandstoffen en chemische producten zijn essentieel voor onze werking en kopen we aan volgens ons charter voor duurzame aankopen. In de meeste landen waar wij werken, en gelet op de specifieke aard van onze activiteiten, is de keuze van energiebevoorrading beperkt. Daarom focussen we op maximale efficiëntie van energie en hulpmaterialen.
Investeren in Umicore is investeren in de productie van materialen voor een beter leven – onze missie – en een ondersteuning van onze strategie. Umicore heeft een bewezen staat van dienst in de financiering van strategische groei-initiatieven met kasstromen gegenereerd door onze eigen activiteiten. Wij houden onze schuldenlast op een redelijk niveau zodat wij onze aantrekkelijke 'investment grade'-kredietstatus te allen tijde behouden.
Onze ambitie is om materialen voor een beter leven te maken.
Umicore-producten zitten in toepassingen die het dagelijkse leven aangenamer maken en bijdragen tot een schonere, efficiëntere wereld. Wij werken nauw samen met onze klanten om materialen of processen te ontwikkelen met oog voor veiligheid en gezondheid, recycleerbaarheid, kostefficiëntie, afvalvermindering en energieefficiëntie, zowel in onze eigen fabrieken als in de waardeketen.
Wij zoeken continu naar innovatieve oplossingen voor onze klanten om daarmee in te spelen op de behoeften van een snel veranderende en meer veeleisende wereld.
Umicore zet zich in voor de principes van duurzame ontwikkeling. We streven naar uitmuntendheid in onze ecologische en sociale impact en naar een gezonde en veilige werkomgeving. We bieden oplossingen voor wereldwijde uitdagingen: onze recyclage richt zich op de toenemende schaarste aan grondstoffen en de vermindering van industrieel afval en uitstoot. Onze katalysatoren helpen luchtverontreiniging verminderen en onze herlaadbare batterijmaterialen maken elektrisch vervoer tot een realiteit. Umicore biedt hoogwaardige tewerkstelling met competitieve lonen, opleidings- en ontwikkelingskansen en loopbaanvooruitzichten op lange termijn.
Elke vestiging spant zich in om een lokale voorkeurswerkgever te zijn. Umicore steunt het principe van collectieve arbeidsovereenkomsten en ondertekende het Global Framework Agreement on Sustainable Development van de IndustriALL Global Union.
Umicore streeft naar een rendement op aangewend kapitaal van meer dan 15%. Een van de doelstellingen van onze Horizon 2020 strategie is de verdubbeling van de winst, vooral door groei in recyclage en materialen voor schone mobiliteit. Organische groei blijft het eerste doel maar wij overwegen ook overnames als ze in onze strategie passen en een meerwaarde voor onze aandeelhouders kunnen inhouden.
Ons kringloopmodel schept economische, sociale en ecologische waarde voor al onze belanghebbenden.
MARC GRYNBERG EN THOMAS LEYSEN OVER 2020, HET BEREIKEN VAN HORIZON 2020 EN DE VOORUITZICHTEN VOOR UMICORE
Virtuele meeting tussen Marc Grynberg en Thomas Leysen
De pandemie die in 2020 plots uitbrak, heeft uitdagingen met zich meegebracht voor onze leef- en werkomgeving. Onze eerste prioriteit was het welzijn van onze werknemers en de gemeenschappen waarin we actief zijn.
We willen de werknemers van Umicore bedanken voor hun positieve instelling, solidariteit en kracht tijdens de pandemie.
We willen ook onze dank betuigen aan al het medisch personeel en de medewerkers van Umicore die onder moeilijke omstandigheden hard hebben gewerkt om in de eerste plaats onze veiligheid te garanderen en om onze activiteiten draaiende te houden.
Het is een enorme uitdaging geweest en we hebben grote inspanningen moeten leveren om deze periode door te komen.
Ondanks de ernstige verstoring door de COVID-19-pandemie heeft Umicore in 2020 haar sterkste financiële prestatie ooit neergezet. Dat hebben we te danken aan de verdiensten van onze strategie en de topprestaties van Recycling, gestimuleerd door een uitzonderlijk prijsklimaat voor platinagroepmetalen en de veerkracht van onze bedrijfsactiviteiten in het algemeen. Het geeft ook blijk van de wendbaarheid en het engagement van onze teams om zich aan te passen aan uitdagende omstandigheden en onze klanten toegewijd te blijven bedienen.
De inkomsten voor het volledige jaar daalden met 4% tot € 3,2 miljard, terwijl de aangepaste EBITDA met 7% steeg tot € 804 miljoen en de aangepaste EBIT met 5% tot € 536 miljoen. Zo overtroffen we de Horizon 2020-doelstelling om onze inkomsten te verdubbelen op vijf jaar tijd. Het rendement op aangewend kapitaal bedroeg 12,1% en ligt ruim boven onze vermogenskosten, ondanks aanhoudende groei-investeringen.
Umicore zette in de eerste helft van 2020 een stevige prestatie neer, met een sterk resultaat bij Recycling dat de impact van de terugval in de autosector op de resultaten van Catalysis en Energy & Surface Technologies kon compenseren. De tweede jaarhelft werd gekenmerkt door een sterke geleidelijke verbetering van de inkomsten en de winst van de Groep dankzij een mooi herstel bij Catalysis en aanhoudend sterke operationele prestaties en stijgende metaalprijzen bij Recycling. Umicore reageerde op de COVID-19-pandemie door onder meer in de lente enkele fabrieken tijdelijk te sluiten terwijl bepaalde projecten en ontwikkelings- en kwalificatieprogramma's vertraging opliepen als gevolg van door de overheid opgelegde lockdownmaatregelen of reisbeperkingen. Het overgrote deel van de activiteiten kon echter het hele jaar gewoon doorgaan. Terwijl we ambitieuze groeiprogramma's nastreven,
hebben we onze activiteiten verder gestroomlijnd door de sluiting van fabrieken in de VS in Tulsa (Automotive Catalysts) en Wickliffe (Cobalt & Specialty Materials). Als gevolg daarvan daalde onze personeelsbezetting met 2,7% tot 10.859 medewerkers aanhet einde van 2020.
De inkomsten bij Catalysis daalden, maar minder hard dan de wereldwijde automarkt dankzij Umicore's sterke marktpositie op het gebied van benzinetechnologieën voor lichte voertuigen, vooral in China en Europa, en betere verkoopresultaten voor zware dieseltoepassingen en brandstofcelkatalysatoren. De inkomsten bij Energy & Surface Technologies weerspiegelden de impact van de pandemie en de gedaalde verkoop van kathodematerialen voor hoogwaardige draagbare elektronica en toepassingen voor energieopslag. De verkoop van kathodematerialen voor EVbatterijen steeg in gelijke tred met de vraag naar EV-batterijen. Recycling presteerde uitstekend dankzij hoge metaalprijzen, een hoge activiteitsgraad ondanks de COVID-19-pandemie en gunstige handelsvoorwaarden.
De investeringen in strategische groeiprojecten werden in 2020 voortgezet met investeringsuitgaven voor een totaal van € 403 miljoen, tegenover € 553 miljoen in 2019. Die daling weerspiegelt onze beslissing kort na het begin van de COVID-19 uitbraak om bepaalde investeringsprojecten uit te stellen tot er meer duidelijkheid kwam over de marktvooruitzichten, met uitzondering van projecten rond veiligheid, gezondheid en milieu en strategische groeiprogramma's die niet werden uitgesteld. Door de voortgezette investeringen in de greenfieldfabriek voor Rechargeable Battery Materials in Polen vertegenwoordigde Energy & Surface Technologies bijna twee derde van de investeringsuitgaven van de Groep.
Onze activiteiten genereerden een kasstroom ten belope van € 603 miljoen, tegenover € 549 miljoen in 2019, zodat Umicore haar ambitieuze groeiprogramma's kon blijven financieren. We hebben een sterke balans met een netto financiële schuld van € 1.414 miljoen op 31 december 2020, wat overeenkomt met 1,76 keer de aangepaste EBITDA en dus lager ligt dan de ratio
van 1,92 eind 2019. In de eerste jaarhelft diversifieerden we onze financieringsbronnen verder door de aanbieding van een converteerbare obligatie van € 500 miljoen die in 2025 vervalt af te ronden en door een lening van € 125 miljoen op 8 jaar af te sluiten bij de Europese Investeringsbank.
Een van de ambities van onze Horizon 2020-strategie was om van duurzaamheid een groter concurrentievoordeel te maken. In 2020 kreeg Umicore een Platinum-score van EcoVadis, wat betekent dat we bij de beste 1% van onze sector horen in het wereldwijde EcoVadis-netwerk met meer dan 65.000 beoordeelde bedrijven.
Onze veiligheidscijfers vertoonden in 2020 een bemoedigende verbetering in vergelijking met voorgaande jaren. Door de pandemie zijn we meer aandacht gaan besteden aan details en we zijn ervan overtuigd dat dat een positieve invloed heeft gehad op de veiligheid. In december gebeurde er echter een dodelijk ongeval in de Cobalt & Specialty Materials-vestiging van Umicore in Subic, op de Filippijnen. Uit die tragische gebeurtenis blijkt dat we ons doel om een werkomgeving zonder ongevallen te worden zeker nog niet bereikt hebben, ook niet in vestigingen met een uitstekend veiligheidsverleden: Subic had al meer dan 13 jaar geen enkel ongeval met werkverlet gehad. In totaal registreerde de Groep 49 ongevallen met werkverlet in 2020, tegenover 90 in 2019.
Onze inspanningen om van Umicore een aantrekkelijke werkplek te maken waren in 2020 vooral gericht op onze aanpak van de COVID-19-pandemie, waarbij de bescherming van de gezondheid van onze werknemers de grootste prioriteit had. We hebben strenge hygiëne- en andere voorzorgsmaatregelen ingevoerd, eerst in onze vestigingen in Azië die als eerste werden getroffen. De maatregelen werden daarna snel verscherpt in alle Umicorevestigingen wereldwijd, om het risico op overdracht binnen de organisatie te verminderen, onze werknemers gezond te houden en hen een veilige werkplek te bieden. Umicore bezorgde alle medewerkers wereldwijd thuis chirurgische maskers voor privégebruik toen die niet beschikbaar waren op de vrije markt.
We zien een geleidelijke toename van vrouwen in management- en niet-managementfuncties, hoewel we hierin onze Horizon 2020 diversiteitsdoelstellingen niet hebben gehaald. Ons engagement voor meer genderdiversiteit op alle managementniveaus blijft ongewijzigd en we hebben onze rekruteringsprogramma's daaraan aangepast. In 2020 werden 30% meer vrouwen aangeworven in managementfuncties.
Wat het milieuprofiel van onze activiteiten betreft, blijven we ons richten op een beperking van de impact van onze productieactiviteiten. Sinds enkele decennia worden de bloedwaarden van kinderen die in de buurt van de Umicorerecyclagefabriek in Hoboken wonen tweemaal per jaar door de overheid gecontroleerd. In juli 2020 werd onverwacht een plotse stijging van het loodgehalte in het bloed van de kinderen vastgesteld. Die verhoogde waarden werden veroorzaakt door een combinatie van externe factoren, zoals de uitzonderlijke weersomstandigheden en de verhoogde blootstelling van kinderen die maanden thuis doorbrachten door de COVID-19-lockdown. Umicore nam meer dan alleen de nodige maatregelen om terug te keren naar de positieve trend van de laatste jaren. Hoewel het onderzoek naar de basisoorzaak geen belangrijke bron van looduitstoot in de fabriek aantoonde, besliste Umicore om de huizen kopen die het dichtst bij de fabriek liggen en zo een groene zone aan te leggen die de afstand tussen de woonwijk en de site zal vergroten. Umicore streeft naar een structurele en duurzame oplossing voor deze historische kwestie. Een voorziening van € 50 miljoen werd ingeboekt om de kosten te dekken voor de aanleg van die groene zone.
Onze eco-efficiëntie wordt afgemeten aan onze Horizon 2020 doelstelling om even goed als of beter te presteren dan in 2015, met waarden die zijn aangepast aan het activiteitenniveau. De impact van onze activiteiten daalde aanzienlijk: de metaalemissies naar water en lucht liggen respectievelijk 59% en 67% lager dan de niveaus van 2015. Het energieverbruik was in absolute waarden iets hoger dan in 2019, maar aangepast aan het activiteitenniveau van 2015 daalde het energieverbruik met 17% als gevolg van aanzienlijke efficiëntieverbeteringen.
activiteiten blijkt uit het feit dat onze inputmix voor meer dan 60% bestaat uit secundaire grondstoffen en materialen aan het einde van hun levensduur. De nodige grondstoffenbevoorrading voor katalysatoren, brandstofcellen en batterijen kan in de toekomst alleen in stand worden gehouden als we de kringloop sluiten en de schaarse metalen die in die producten worden gebruikt terugwinnen na het einde van hun levensduur. Het niet-aflatend streven van Umicore naar een ethische grondstoffenbevoorrading is de motor van onze duurzame grondstoffenaankoop. Umicore is nog steeds de eerste producent van kathodematerialen die gecertificeerde materialen van schone en ethische oorsprong aanbiedt aan haar klanten.
Onze samenwerking met de Global Battery Alliance, die Umicore in 2017 mee oprichtte, wordt voortgezet. Naast het initiatief voor een batterijpaspoort om klanten betrouwbare informatie en gegevens over de duurzaamheid van een batterij te verstrekken ontwikkelt de Alliance met de Cobalt Action Partnership een norm voor verantwoorde artisanale mijnbouw om de sociaaleconomische risico's van de kobaltmijnbouw in de Democratische Republiek Congo (DRC) aan te pakken en een einde te maken aan kinderarbeid. In 2020 heeft de Alliance een samenwerkingsfonds opgericht voor de preventie van kinderarbeid in mijnbouwgemeenschappen, zodat kobaltmijngemeenschappen in de DRC sterker staan en de onderliggende oorzaken van kinderarbeid aanpakken. Het fonds wordt beheerd en geprogrammeerd door UNICEF en werkt samen met plaatselijke overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties in de DRC. Umicore is trots als eerste te hebben bijgedragen aan het fonds.
Veel van de oorzaken van de turbulentie in 2020, waaronder de impact van COVID-19 en de gevolgen daarvan voor de industrie, vooral in de automobielsector, blijven onopgelost en beperken de zichtbaarheid. Umicore slaagde er dankzij haar wendbaarheid in zich aan te passen aan de uitdagingen die de pandemie met zich meebracht. We namen maatregelen om de gezondheid van de werknemers en de kasstromen te beschermen en de liquiditeit te versterken, en we herevalueerden onze productievoetafdruk
en de boekwaarde van bepaalde activa. We zijn ervan overtuigd dat die stappen onze positie in een onzekere omgeving hebben versterkt en we zullen wendbaar blijven ten opzichte van de evoluerende marktdynamiek.
We worden meer dan ooit in de richting van schone mobiliteit gestuwd, nu verschillende regeringen groene herstelmaatregelen en stimulansen voor schonere mobiliteit in hun crisisherstelpakketten hebben opgenomen, zoals in Europa en China. In die context kozen we ervoor onze ambitieuze groeistrategie voor kathodematerialen voor elektrische voertuigen voort te zetten en boekten we grote vooruitgang met de bouw van onze greenfieldfabriek in het Poolse Nysa. Die zal na de ingebruikname tegen het einde van de eerste helft van 2021 de eerste kathodematerialenfabriek op industriële schaal in Europa zal zijn.
Bovendien zetten we onze groeiplannen voor brandstofcelkatalysatoren voor automobieltoepassingen voort en breiden we de productie van katalysatoren voor lichte en zware voertuigen in China uit om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar onze technologieën naarmate de emissienormen strenger blijven worden. Om grondstoffenschaarste het hoofd te bieden, blijft Umicore investeren in verbeterde milieu- en veiligheidsprestaties van de recyclagefabriek in Hoboken.
Technologische innovatie blijft cruciaal voor ons succes en de uitgaven voor O&O stegen in 2020 met 6% tot € 223 miljoen, ter waarde van 7% van onze inkomsten. Het grootste deel van die stijging was het gevolg van hogere O&O-uitgaven voor nieuwe product- en procestechnologieën bij Rechargeable Battery Materials.
De wereldeconomie toont tekenen van herstel na de grote terugval door de COVID-19-pandemie. Er blijft echter veel onzekerheid
over de evolutie van de pandemie en het hersteltempo in de verschillende regio's. Tegen die achtergrond en in de veronderstelling dat COVID-19 geen bijkomende materiële of langdurige verstoringen van de economie of van Umicore's activiteiten zal veroorzaken, verwacht Umicore in 2021 een aanzienlijke groei van de inkomsten te kunnen boeken in alle businessgroepen.
Umicore heeft alles in huis om het uitstekend te blijven doen: getalenteerde teams, veelbelovende innovaties in de pijplijn, in hoge mate ondersteunende megatrends en de financiële middelen om onze ambities te financieren. Op basis van al die factoren vinden wij het een goed moment om na te denken over het volgende hoofdstuk van ons succesverhaal en ons voor te bereiden op de opvolging van de CEO. De raad van toezicht zal de nodige tijd nemen om een opvolger te vinden die zal voortbouwen op die sterke basis en Umicore naar de volgende ontwikkelingsfase leiden. Marc zal de raad ten gepaste tijde bijstaan om een vlotte overgang te verzekeren.
Dit jaarverslag verduidelijkt de toegevoegde waarde die Umicore voor de samenleving vormt nu we ons voorbereiden op een nieuwe strategische fase vanaf 2021. Tegelijk is dit ons eerste verslag waarmee we overstappen naar een 'digital first'-communicatie.
We willen nogmaals al onze belanghebbenden bedanken voor hun bijdrage aan onze resultaten tijdens een unieke situatie in 2020, en in het bijzonder aan alle medewerkers van Umicore voor hun positieve instelling en hun snelle, vastberaden en doeltreffende reacties op de COVID-19-dreiging.
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
Umicore is een beursgenoteerde onderneming. In die hoedanigheid onderhouden we relaties met een aantal partijen die belang hebben bij de manier waarop we zaken doen. De relatie die we zo opbouwen met die belanghebbenden heeft een rechtstreekse invloed op ons succes.
De relaties met belanghebbenden zijn bij Umicore gebaseerd op een lokale benadering, waarbij alle sites hun respectieve belanghebbenden moeten identificeren en geschikte manieren dienen te ontwikkelen om hen bij hun activiteiten te betrekken. In vele gevallen, zoals in de dialoog met klanten en leveranciers, worden de relaties met belanghebbenden op de eerste plaats door de business units zelf beheerd, in overeenstemming met de gedecentraliseerde wijze van ons unit management.
De directieraad verzamelt op diverse manieren feedback van de belanghebbenden, gaande van directe feedback door bezoeken aan klanten, leveranciers, werknemers en investeerders tot informatie die wordt aangeleverd door de business units, afdelingen of vertegenwoordigers van de werknemers tijdens hun gebruikelijke briefings aan het senior management. Andere vormen van feedback omvatten bijvoorbeeld de resultaten van de periodieke personeelsenquête.
De Horizon 2020-strategie legt een sterke focus op wat van essentieel belang is voor Umicore in de komende jaren. Die strategie omvat een specifieke aanpak van belanghebbenden die beschreven wordt in het volgende hoofdstuk bij de materialiteitsanalyse.
Umicore is een actief lid van verschillende sectorverenigingen, waar we met beleidsmakers in dialoog gaan en om bij te dragen aan een beter begrip van sectorgerelateerde kwesties. Die verenigingen zijn bovendien belangrijke platformen om mee te werken aan bredere acties voor duurzame ontwikkeling op sectorniveau. Op een minder formeel niveau wordt dikwijls een beroep gedaan op de leden van ons senior management of ze zijn zelf kandidaat om deel te nemen aan publieke vergaderingen waar onze strategie of duurzaamheidsaanpak wordt besproken. Die evenementen bieden kansen om in contact te komen met leidende figuren uit de zakenwereld, academici en de burgerbevolking.
Hieronder beschrijven we onze belangrijkste belangengroepen. Ze werden zeer algemeen geclassificeerd aan de hand van algemene categorieën van belanghebbenden die voor de meeste industriële organisaties gelden. De beschrijving geeft meer inzicht in de aard van de transacties tussen de belanghebbenden en Umicore en in de manier waarop de dialoog verloopt.
De materialen van Umicore worden gebruikt in tal van oplossingen voor een schonere lucht en meer e-mobiliteit. Umicore's unieke kringloopmodel zet afvalmetalen om in grondstoffen. Omdat we de voorkeurspartner van onze klanten willen zijn, werken we nauw met hen samen om metaalgerelateerde materialen te ontwikkelen, te produceren en te recycleren voor de oplossingen die de klant nodig heeft.
Wij maken vooruitstrevende producten voor onze klanten in functie van hun specifieke noden op het vlak van prestaties, milieueisen en duurzame bevoorrading. Dat omvat bovendien oplossingen op maat wanneer nodig. Bovenop die klantgerichte aanpak werken we nauw samen in alle regio's, zodat we een duurzaam en zeker aanbod van hoogwaardige producten en diensten kunnen garanderen. Umicore heeft een internationale klantenbasis en heeft de capaciteit om klanten te ondersteunen in zowel de groei- als gevestigde markten. Onze grote investeringen in O&O zorgen voor geavanceerde en efficiënte productie- en procestechnologieën waardoor onze klanten kunnen voldoen aan de strengste duurzaamheidseisen en -ambities.
De continue interactie met klanten wordt door de business units beheerd. Bovenop dit nauwe contact met de klant maken alle business units gebruik van een terugkoppelingsproces om hun klantentevredenheid periodiek te meten.
83 Landen met Umicore-klanten Umicore stelt wereldwijd 10.859 mensen tewerk. Omdat onze werknemers cruciaal zijn voor ons succes, investeren we aanzienlijk in onze status als aantrekkelijke werkgever in alle regio's waar we actief zijn. In 2020 betaalde Umicore in totaal € 798 miljoen in lonen en andere personeelsvoordelen aan de werknemers van de volledig geconsolideerde ondernemingen. De sociale lasten bedroegen in totaal € 97 miljoen.
Umicore wil haar werknemers niet alleen competitieve loon- en arbeidsvoorwaarden, maar ook professionele opleidingen aanbieden. Van de werknemers wordt verwacht dat ze de principes en de beleidslijnen van de Umicore Way en de gedragscode van Umicore naleven. We stimuleren een open dialoog en organiseren daarom elke drie jaar een personeelsenquête. Waar vereist, respecteert Umicore het principe van de collectieve onderhandeling. Umicore ondertekende een duurzaam ontwikkelingsakkoord met de internationale vakbond IndustriALL over de wereldwijde uitvoering van haar beleid inzake mensenrechten, gelijke kansen, arbeidsvoorwaarden, ethisch gedrag en bescherming van het milieu. Dit akkoord laat vakbonden toe constructief deel te nemen aan het nastreven van die doelstellingen. Een gemeenschappelijk controlecomité, dat uit beide partijen bestaat, ziet toe op de implementatie van dit ontwikkelingsakkoord.
In het bedrijf communiceert Umicore via intranet en nieuwsbrieven van Umicore en van de business units. Het bedrijfsbrede learning management platform 'My Campus' omvat ook een sociaal samenwerkingstool dat het delen van kennis binnen de onderneming bevordert.
€798m In lonen en andere vergoedingen
LEVERANCIERS
Via tewerkstelling draagt Umicore bij tot de welvaart in de regio's waar ze actief is. Ook de manier waarop die welvaart gecreëerd wordt, is belangrijk. Umicore kan haar activiteiten enkel blijven ontplooien als de samenleving dit toelaat. Om die steun te behouden, werken wij zoveel mogelijk op een manier die duurzame ontwikkeling bevordert. Dat gaat verder dan de wettelijke grenzen die aan alle bedrijven worden opgelegd. We bepalen onze eigen normen voor de hele Groep en gaan daarin vaak veel verder dan wettelijk vereist in de sectoren waar we actief zijn. Naast onze inzet voor een duurzame bedrijfsvoering ontwikkelen we ook bewust materialen die de levenskwaliteit verhogen en inspelen op bepaalde kritische milieu- en maatschappelijke veranderingen.
Contact met de gemeenschappen waarin wij werken is de meest directe manier waarop Umicore met de samenleving kan interageren. Een open en transparante dialoog met die gemeenschappen maakt integraal deel uit van onze verbintenis met onze belanghebbenden. Soms vragen bepaalde maatschappelijke groeperingen (zoals niet-gouvernementele organisaties) ook inspraak in onze activiteiten en bedrijfsvoering. Umicore waardeert die belangstelling en tracht op een open en constructieve manier met die groepen in dialoog te treden.
Umicore schenkt op site- en groepsniveau vrijwillige bijdragen aan een aantal goede doelen, in lijn met een intern beleid en richtlijnen. Op groepsniveau beheren we die inspanningen via het Group donations comité dat bevoegd is voor de contacten met maatschappelijke organisaties en de grootte van samenwerkingsverbanden. Meer informatie over die initiatieven in 2020 vindt u bij Teruggeven aan de maatschappij.
Umicore beschikt over 3 business groups op 5 continenten. Zij hebben grondstoffen nodig voor de aanmaak van hun producten, maar ook energie, transport en andere diensten. Wereldwijd werkt Umicore met meer dan 18.000 leveranciers uit 90 landen. Die leveranciers plukken de vruchten van onze aanwezigheid als klant: in 2020 betaalde Umicore leveranciers € 18,7 miljard (inclusief de metaalinhoud van grondstoffen).
Umicore onderhoudt permanent contact met haar leveranciers om technische specificaties te bepalen en om wederzijds aanvaardbare voorwaarden voor een langdurige samenwerking te bespreken, waaronder snelle en ononderbroken levering van materialen en diensten. De business units zijn verantwoordelijk voor de aankoop van grondstoffen. De afdeling Purchasing & Transportation staat in voor transport, energie en andere bevoorradingsnoden van de Groep.
Onze aanpak staat beschreven in ons charter voor duurzame aankopen. Dit charter wordt aangevuld met specifieke benaderingen of frameworks voor een aantal kritische grondstoffen.
Onze Horizon 2020-strategie bevat een doelstelling voor duurzame bevoorrading die voortbouwt op de ervaring opgedaan bij onze eerdere doelstelling voor duurzame aankopen. Meer informatie hierover vindt u bij Waardeketen en maatschappij.
€18.719m Betaald aan leveranciers wereldwijd
€1,5m Aan goede doelen geschonken (exclusief werknemers vrijgemaakte tijd)
AANDEELHOUDERS & INVESTEERDERS
investeerders. In 2020 trof de COVID-19 pandemie mensen, samenleving en industrie wereldwijd en verstoorde de meeste eindmarkten van Umicore, de automobielmarkt in het bijzonder. De macroeconomische onzekerheid had een aanzienlijke weerslag op de financiële markten en veroorzaakte een buitengewone volatiliteit op de beurzen. Umicore bracht regelmatig verslag uit aan de financiële gemeenschap over haar reactie op de COVID-19 uitbraak en de impact van de pandemie op haar activiteiten, prestaties en vooruitzichten. Naast de publicatie van persberichten en het jaarverslag, communiceerde Umicore in 2020 met investeerders tijdens virtuele roadshows in Noord-Amerika, Europa en Azië en tijdens virtuele conferenties, webcasts, conference calls en de jaarlijkse algemene aandeelhoudersvergadering. De onderwerpen betroffen de beschrijving van de impact van COVID-19 op Umicore en haar reactie daarop, de vooruitgang in de ambities van Umicore in Horizon 2020, de liquiditeitspositie en financiering, de vergoeding van de aandeelhouders, de investeringsplannen en de vooruitzichten. Umicore heeft eind 2020 een aanzienlijke hoeveelheid vrij verhandelbare aandelen ('free float') en een brede basis van internationale aandeelhouders uit – vooral – Europa en Noord-Amerika. Het overzicht van de aandeelhouders die 3% of meer van de stemrechten hebben, de aanbevelingen van de analisten en informatie over de consensus is beschikbaar op onze website onder "Share Information". 22 beurshuizen publiceren analyserapporten over Umicore en weerspiegelen zo de sterke interesse van investeerders wereldwijd in Umicore's equity story en groei-opportuniteiten. Umicore verstrekt informatie over haar prestaties op financieel vlak alsook op vlak van milieu, maatschappij en goed beheer ('ESG') en we informeren onze investeerders hierover op regelmatige basis.
Umicore deelt tijdige en nauwkeurige bedrijfsinformatie met haar verschillende aandeelhouders en
Umicore investeert in verschillende bedrijfsactiviteiten waarover ze geen volledige managementcontrole heeft. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Umicore een belangrijke invloed maar geen controle heeft op het financiële en operationele beleid. Meestal bezit Umicore er 20% tot 50% van de stemrechten, terwijl bij joint ventures het eigendom en de controle meestal fiftyfifty zijn verdeeld. Via een dergelijke bundeling van krachten versnellen we technologische ontwikkelingen of krijgen we toegang tot specifieke markten.
We hebben effectieve managementcontrole in twee van de vier geassocieerde ondernemingen of joint ventures. Waar we geen managementcontrole hebben, kunnen we het management sturen en de ontwikkeling van activiteiten opvolgen door een vertegenwoordiging in de raad van bestuur. Hoewel we onze eigen beleidskeuzes en procedures niet kunnen opleggen aan een geassocieerde onderneming of joint ventures waar we geen meerderheid van de stemrechten hebben, maken we wel duidelijk dat we verwachten dat hun bedrijfsvoering gebeurt in overeenstemming met de Umicore Way.
Umicore beschermt eender welke intellectuele eigendom die ze deelt met geassocieerde ondernemingen en joint-venturepartners. Een volledige lijst van onze geassocieerde ondernemingen en joint-venturebedrijven vindt u in toelichting.
4 Geassocieerde ondernemingen
16 Management roadshows
In 2020 heeft Umicore de technologische fundamenten van de materiaaloplossingen geïntroduceerd. Umicore coördineert en bevordert een reeks interacties in de landen en regio's waar we operationeel actief zijn. Wij richten ons op beleidsontwikkeling ter ondersteuning van de invoering van schone mobiliteit en de wereldwijde energietransitie om de impact op het klimaat te verminderen. We dragen bij tot een beter begrip en een snellere implementatie van circulaire economiemodellen in de toepassingen gelinkt aan de activiteiten van Umicore. Voortdurende innovatie is cruciaal om onze producten en diensten te verbeteren en daarom nemen we deel aan (inter)nationale programma's en initiatieven die technologische routekaarten op langere termijn ontwikkelen – als basis voor gezamenlijke financieringsmogelijkheden. Als gevolg daarvan werd Umicore goedgekeurd als partner in het eerste 'Belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang voor batterijen' of IPCEI dat begin 2020 startte. Een deel van de innovatie- en opschalingsactiviteiten voor batterijmaterialen en batterijrecyclage in België, Duitsland en Polen zal gefinancierd worden door de nationale overheden. Umicore kent de gevoeligheid bij standpuntinname over zaken van openbaar belang en heeft richtlijnen opgesteld om dit – via de sectorverenigingen waarvan we deel uitmaken – op een verantwoorde manier te doen. Goed onderbouwde wetenschap en feiten vormen de basis van de meningen en standpunten die we innemen. Umicore betaalde € 79 miljoen aan belastingen op haar activiteiten in 2020 en samen met onze werknemers € 97 miljoen aan sociale bijdragen. Umicore gaat regelmatig partnerschappen aan met openbare instellingen zoals universiteiten om onderzoeksprojecten te bevorderen en soms worden partnerschappen en onderzoeksubsidies gesloten met overheidsorganisaties. Het beleid van Umicore sluit schenkingen aan politieke partijen of organisaties uit.
€79m Belastingen betaald op onze
activiteiten in 2020
A3M (L'Alliance des Minerais, Minéraux et Métaux); Agoria (Belgian multi-sector federation for the technology industry); American European Community Association (AECA); Bebat; Belgian Indian Chamber of Commerce and Industry (BICC&I); Belgian industrial Research and Development (BiR&D); Belgium-Japan Association & Chamber of Commerce (BJA); Eurometaux (European Non-Ferrous Metals Association); European Industrial Research Management Association (EIRMA); European Round Table of Industrialists (ERT); ETION; Federation of Belgian Industrial Energy Consumers (FEBELIEC); Flemish Aerospace Group (FLAG); Flemish Network of Enterprises (Voka); Flanders-China Chamber of Commerce (FCCC); Global Legislators for a Balanced Environment (GloBE EU); Metalle pro Klima (WirtschaftsVereinigung Metalle); TransAtlantic Business Council (TABC); Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO); Vlaamse Technische Kring (VTK); World Economic Forum (WEF).
Associacao dos Fabricantes de Equipamentos para Controle de Emissoes Veiculares da América do Sul (AFEEVAS); Association for Emissions Control by Catalyst (AECC); Catalyst Manufacturers Association, Japan (CMAJ); Committee of Vehicle Emission Control in China (CVEC); Emission Controls Manufacturers Association, India (ECMA); European Precious Metals Association (EPMF); Hydrogen Council; Hydrogen Europe; Manufacturers of Emission Controls Association (MECA); Verband der Automobilindustrie (VDA); Verband der Chemischen Industrie e.V. (VCI).
Battery Europe Partnerhip Association (BEPA); Cobalt Institute; Cobalt REACH consortium; Deutsche Gesellschaft für Galvano- und Oberflaechentechnik (DGO); Energy Materials Industrial Research Initiative (EMIRI); European Association for Battery, Hybrid and Fuel Cell Electric Vehicles (AVERE); Nickel Institute; Nickel REACH consortium.
European Battery Recycling Association (EBRA); European Electronics Recyclers Association (EERA); European Precious Metals Federation; Fachvereinigung Edelmetalle (German Precious Metals Association); Global Battery Alliance (GBA); International Platinum Group Metals Association (IPA); International Precious Metals Institute; Minor Metals Trade Association; Responsible Jewellery Council (RJC); The European Association of Advanced Rechargeable Batteries (RECHARGE); The International Platinum Group Metals Association (IPA); The London Bullion Market Association (LBMA); The London Platinum and Palladium Market (LPPM); Vereniging Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI).
We concentreren ons op de ondersteuning van schone mobiliteit voor de wereldwijde transitie naar een kleinere impact op het klimaat. Daarnaast dragen we bij tot een beter begrip en een snellere implementatie van circulaire-economie-modellen die verband houden met de activiteiten van Umicore.
We nemen ook deel aan (inter)nationale programma's en initiatieven die technologische roadmaps op langere termijn ontwikkelen.
We baseren ons op goed ontwikkelde wetenschap en feiten voor de meningen en standpunten die wij innemen.
In september 2017 lanceerde het World Economic Forum de Global Battery Alliance (GBA). Die internationale publiek-private samenwerking verenigt meer dan 40 organisaties wereldwijd die een duurzame waardeketen voor batterijen tot stand willen brengen en de energie- en transportsystemen koolstofvrij willen maken. Umicore is voorzitter van de raad van bestuur. Als deel van dit initiatief zetten wij ons- samen met onze partners- in om kinderarbeid bij kobaltwinning te voorkomen en ervoor te zorgen dat gezinnen voor hun levensonderhoud niet enkel van kobalt afhangen. Daarnaast hebben we bijgedragen aan een nieuwe WEF-werkgroep, het Circular Car Initiative die zich vooral richt op beleidsaanbevelingen om een circulair economie model voor batterijen in de toekomst levensvatbaar te maken.
Dat omvat ook een marktstudie voor hergebruik van batterijen en materiaalpaspoorten en is gericht op design-for-recycling-concepten in de toekomstige bedrijfsmodellen voor auto's en vervoer.
De bezorgdheid over de luchtkwaliteit neemt verder toe en de wetgeving die de impact van transport met verbrandingsmotoren tot een minimum beperkt, wordt steeds strenger. Als producent van cruciale onderdelen van katalytische systemen voor uitstootbeperking is Umicore lid van diverse wereldwijde sectorverenigingen. Daarmee willen wij, in nauwe samenwerking met autoproducenten, een aanzienlijke bijdrage leveren aan het ultraschone transport van de toekomst, ondersteund door de meest geavanceerde technieken voor uitstootbeperking. We werken ook samen met autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de impact van maritiem transport op de luchtkwaliteit en willen de emissiezuivering van schepen en vaartuigen verder opvoeren.
Om sneller te kunnen overstappen naar een koolstofarme maatschappij moet de kostprijs van technologieën voor schone mobiliteit en schone energie naar beneden. Elektrificatie van het transport en verwarmingsprocessen in de industrie met behulp van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen zijn van cruciaal belang om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te verwezenlijken. Geavanceerde materialen maken een groot deel van die kost uit en zijn cruciaal om een koolstofarme samenleving mogelijk te maken. Het traject van die geavanceerde materialen – van het laboratorium naar de markt – is lang, riskant en kapitaalintensief. Daardoor verwelkomt de industrie initiatieven om het risico te delen en het Europese industriële leiderschap te ondersteunen. Het EMIRI (Energy Materials Industrial Research Initiative), dat Umicore samen met andere industriële en onderzoeksorganisaties in 2012 oprichtte, probeert het bewustzijn over de rol van geavanceerde materialen in het dagelijkse leven en in de Europese economie te bevorderen en pleit voor meer innovatiesteun op EU-niveau. Umicore heeft ook actief deelgenomen aan en steun verleend aan de oprichting van de European Battery alliance (sinds 2017) en de Battery European Partnership Association (BEPA), de publiekprivate entiteit die de Europese Commissie zal ondersteunen bij het definiëren van de technologische routekaarten en de onderzoeksen innovatieprioriteiten die in de periode 2021-2027 moeten worden gefinancierd (in het kader van het Horizon Europe-programma).
De Europese Unie streeft naar de invoering van een circulaire economie. Umicore, een voorloper in dit domein met ons gesloten-kringloopmodel, neemt deel aan tal van conferenties en werkgroepen van experts. Wij benadrukken in het bijzonder de verbanden tussen de kringloopeconomie en een verantwoorde toelevering, een efficiënt beheer van grondstoffen en afval, en recyclage van hoge kwaliteit. We promoten elektrische mobiliteit als een van de wegen naar een Europese kringloopeconomie.
Onze strategie Vision 2015 was gebaseerd op bestaande competenties, marktposities en onze lange expertise in metallurgie, materiaalwetenschap, toepassingsknowhow en recyclage en combineerde dat met ons kringloop-bedrijfsmodel. Dat biedt sterke groeikansen in schone lucht, schone energie, voertuigelektrificatie en de aanpak van grondstoffenschaarste.
Horizon 2020, dat in 2015 werd gelanceerd, staat voor continuïteit in Umicore's strategische keuzes van het voorbije decennium, en bepaalt toekomstige economische, ecologische, waardeketen gerelateerde en sociale uitdagingen. De definitie van ecologische, waardeketen gerelateerde en sociale doelstellingen van de Horizon 2020-strategie resulteerde in een materialiteitsbeoordeling van de domeinen waarmee duurzaamheid kan worden omgezet in concurrentievoordelen.
In 2014-15 onderzocht het directiecomité vier megatrends die Umicore's groeiambities ondersteunen. Drie trends bleken van toenemend belang: grondstoffenschaarste, behoefte aan schone lucht en elektrificatie van voertuigen (zie pagina 10-11 voor informatie). In de fotovoltaïsche sector, de vierde megatrend, was het landschap gewijzigd: door een combinatie van economische en technologische keuzes was de markt voor de hoogkwalitatieve Umicore-oplossingen verslechterd. Daarom besloot het directiecomité de groeiambities van Horizon 2020 te richten op schone lucht (autokatalysatoren), voertuigelektrificatie (materialen voor herlaadbare batterijen) en efficiënt grondstoffengebruik, waarbij edel- en speciale metalen in ons kringloop-bedrijfsmodel worden gerecycleerd. Die activiteiten zijn essentieel voor onze ambitie de winst van Umicore in 2020 te verdubbelen.
Op het vlak van de duurzaamheidsprestaties kon Vision 2015 positieve resultaten voorleggen. De duurzaamheidsprestaties van Vision 2015 vertonen een positief beeld. Qua CO2 uitstoot,metaalemissies in water en lucht waren de verbeteringen aanzienlijk, zelfs beter dan de doelstellingen.
Ook de personeelsontwikkeling en de relaties met belanghebbenden toonden vooruitgang. Sinds 2015 krijgen bijna alle medewerkers een jaarlijks evaluatie- en ontwikkelingsplan en hun blootstellingsniveaus aan diverse metalen werden verder gereduceerd. Onze personeelsenquête van 2018 bevestigt that we verschillende doelen van Horizon-2020 bereikten.
In duurzame aankoop hebben we onze reputatie als pionier verstevigd via ons charter voor duurzame inkoop en de certificering van het conflictvrije karakter van onze smelters.
Alleen qua veiligheid waren de prestaties onvoldoende. Onze doelstelling in 2015 was een ongevalvrije onderneming. Hoewel onze veiligheidsprestaties zijn verbeterd, is dat niet gelukt.
De uitdaging voor Horizon 2020 is de geboekte vooruitgang te handhaven, te blijven focussen op aspecten als veiligheid, waar we onze doelstellingen niet konden waarmaken, en doelstellingen te formuleren waarmee Umicore haar concurrentiepositie verbetert:
SUCCESSEN HANDHAVEN in koolstof- en metaalemissies, voorkeurswerkgever en relaties met belanghebbenden. We definiëren voor die thema's geen nieuwe doelstellingen, maar blijven de impact en prestaties meten en rapporteren, indien vanuit materieel oogpunt relevant.
DE VERBETERING van veiligheid en blootstelling op het werk: streven naar nul ongevallen en nul overschrijdingen.
DE CONCURRENTIEVOORSPRONG VEILIGSTELLEN door duurzame bevoorrading. Dankzij het charter voor duurzame aankopen staat Umicore bekend om haar ethische bevoorrading. Die aanpak past bij de waarden en ethiek van Umicore, maar heeft een kostprijs die de klanten slechts geleidelijk accepteren. Met Horizon 2020 wil Umicore die duurzame bevoorrading inzetten als concurrentievoordeel.
Met activiteiten rond schone lucht, elektrificatie van voertuigen en recyclage als belangrijkste hefbomen voor Umicore's groei hebben we andere onderwerpen gezocht die van materieel belang zijn voor onze business units en belangrijkste belanghebbenden(p. 16).
Naast de eerste lijst van materiële thema's op basis van de lessen uit Vision 2015 zijn er andere potentiële ontwerpen vastgesteld dankzij de directe feedback van belanghebbenden, zoals de bevindingen van de jaarlijkse interne risicobeoordeling, de resultaten van de personeelsenquête 2014 onder alle werknemers, de gegevens uit de implementatie van de APS-tool (Assessment of Product and services Sustainability) van Umicore tussen 2012 en 2015 en rechtstreekse vragen van klanten aan Umicore of de business units.
Op bedrijfsniveau hebben we vervolgens bij klanten en bedrijven uit onze peergroep relevante zaken gescreend, naast potentieel relevante thema's vanuit internationale bedrijfsgroepen, onderzoeksgroepen en media.
Alle thema's die dit materialiteitsonderzoek hebben opgeleverd werden gebruikt om een concept-materialiteitsmatrix op te stellen. Een projectteam beoordeelde de relevantie van die onderwerpen voor Umicore en besprak ze met EHS (Environment, Health and Safety) en HR (Human Resources). De voorlopige matrix met ongeveer 65 onderwerpen werd ter verfijning voorgelegd aan de managementteams van de business units.
Op basis van de feedback werd een herziene versie van de materialiteitsmatrix voor de Umicore Groep samengesteld met thema's uit het hoogste kwartiel. Die 25 thema's vormden de basis van de materialiteitstest. Ze werden gemakshalve in vijf referentiecategorieën verdeeld: bevoorrading, producten, operationele uitmuntendheid, personeelszaken, gezondheid en veiligheid.
De lijst van relevante onderwerpen werd vervolgens getest met een online enquête onder 48 belanghebbenden – investeerders, klanten en werknemers – die de thema's rangschikten.
De resultaten van de twee eerste fasen bepaalden de reikwijdte van de doelstellingen voor Horizon 2020, die zijn ondergebracht in vier hoofdthema's. Drie thema's van Vision 2015 zijn gehandhaafd: economische prestaties, eco-efficiëntie en aantrekkelijke werkplek. Relaties met belanghebbenden werd vervangen door waardeketen en maatschappij. Zo benadrukken we onze ambitie van een meer holistische kijk op de aanwezigheid van Umicore in, en haar impact op de algemene waardeketen. Dit is de belangrijkste focus van Umicore tot 2020.
Bij het definiëren van de doelstellingen met betrekking tot milieu, waardeketen en maatschappij van Horizon 2020 vond met het management van alle business units een gestructureerde dialoog plaats om die sociale en milieuthema's te bepalen die een groter concurrentievoordeel kunnen opleveren. Omwille van afstemming met de externe verwachtingen hielden we ook een online enquête onder belanghebbenden. In februari 2016 werden de doelstellingen door het directiecomité besproken en goedgekeurd.
We identificeerden ook enkele thema's die Umicore en belanghebbenden voor het management belangrijk vinden en die deel moeten blijven uitmaken van het verslag, ook al behoren ze niet tot een specifieke doelstelling van Horizon 2020, bijvoorbeeld de CO2 -uitstoot. In onze evaluatie van Vision 2015 constateerden we dat het absolute niveau van onze CO2 -uitstoot afhankelijk is van de energiemix van de landen waar we actief zijn, wat het streven naar een specifieke doelstelling inzake CO2 -uitstootvermindering belemmert. Daarom willen we liever energie-, operationele en materiaalefficiëntie. Omdat veel belanghebbenden verwachten dat Umicore rapporteert over de CO2 -uitstoot blijven we die gegevens in het verslag opnemen.
De matrix en de vertaling in specifieke milieu-, waardeketenen sociale doelstellingen werden in februari 2016 goedgekeurd door het directiecomité. De economische doelstellingen en de groeiambities werden al in 2015 gevalideerd. Wij geloven dan ook dat de doelstellingen van Horizon 2020 en de informatie die we in dit document rapporteren de externe vereisten en onze eigen interne behoeften evenwichtig weerspiegelen en een adequate beoordeling van onze prestaties mogelijk maken.
De strategische doelstellingen die bij deze materialiteitsbeoordeling horen, vindt u op de volgende pagina.
Na de evaluatie van 2020 bevestigde de directieraad dat operationele uitmuntendheid, bevoorrading, producten, personeelszaken en veiligheid de materiële thema's van Umicore blijven. Wij blijven onze doelstellingen van Horizon 2020 en de bijbehorende materialiteit nastreven bij het bepalen van de inhoud en de informatie in het verslag.
Ter voorbereiding van de volgende strategische cyclus heeft Umicore in 2020 de materialiteit herzien. De bevindingen zullen worden meegenomen in de rapportering van 2021.
Kinderen in Kolwezi, Democratische Republiek Congo
In die context steunt Umicore verscheidene goede doelen financieel én door tijd en talent beschikbaar te stellen. Umicore kanaliseert middelen voor sponsoring en schenkingen en verwacht dat elke business unit een jaarlijks budget voor schenkingen uittrekt, gebaseerd op een intern raamwerk dat stabiele verbintenissen op langere termijn bevordert, los van de ruimere economische omgeving.
Umicore gelooft dat we, door onze sites aan te sporen tot lokale sponsoring en schenkingen, een positief verschil kunnen maken in de gemeenschappen waarin we werken, bovenop de rechtstreekse voordelen van banen en lokale belastingen. De steun van Umicore omvat bijdragen in natura en het vrijmaken van personeel om aan
gemeenschapsprojecten te werken. De sites bepalen de specifieke focus van hun eigen initiatieven, maar de algemene focus ligt op de ondersteuning en promotie van een sterk sociaal weefsel in de gemeenschap rond de site, met voorrang voor educatieve initiatieven. Op groepsniveau ligt de nadruk op projecten met een internationaal bereik. We geven de voorkeur aan initiatieven met een duidelijke educatieve component en een band met duurzame ontwikkeling (maatschappelijk, ecologisch en/of technisch).
Kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen is een van de belangrijkste doelstellingen van UNICEF. Umicore werkt al sinds 2011 samen met UNICEF in twee onderwijsprojecten voor kinderen in India en Madagaskar. Ondanks indrukwekkende verwezenlijkingen en onvermoeibare inzet moet er nog veel gebeuren om te verzekeren dat alle kinderen in beide landen toegang krijgen tot kwaliteitsvol onderwijs. UNICEF verricht opmerkelijk werk op het terrein in samenwerking met de lokale overheden. Ons partnerschap leidt tot zeer concrete acties, zoals de bouw van vier klaslokalen per jaar voor scholen in Madagaskar, waarvan meer dan duizend jongens en meisjes profiteren, en de ontwikkeling van een actieplan om de positie van jonge meisjes in India te versterken en een eind maken aan kindhuwelijken.
Umicore is bovendien een stichtend lid van Entrepreneurs for Entrepreneurs/Ondernemers voor Ondernemers, dat schenkers uit de bedrijfswereld in contact brengt met goede doelen die ondernemerschap in ontwikkelingslanden stimuleren. Zo ondersteunden Umicore en Ondernemers voor Ondernemers in de loop der jaren initiatieven in onder andere Bolivië, Cambodja, Congo, Ecuador, Haïti, Mali en Togo. Umicore wil ook overal waar nodig meewerken aan noodhulp bij rampen. In 2020 Umicore ondersteunde het Rode Kruis om de slachtoffers van de bosbranden in Australië te helpen en Artsen zonder Grenzen om mensen te helpen die het geweld in Ethiopië ontvluchten.
In 2020 was Umicore ook mede-initiatiefnemer en eerste donateur van het Fonds ter Preventie van Kinderarbeid in Mijngemeenschappen - een samenwerking in het kader van de Global Battery Alliance. Dit fonds wil het probleem van kinderarbeid in de kobaltmijnen van de DRC aanpakken door de gemeenschappen te versterken en de onderliggende oorzaken van het probleem aan te pakken. Via een multisectoraal interventiepakket zullen de door het Fonds gesteunde projecten bijdragen tot het verlichten van armoede, het versterken van sociale diensten voor kinderen, het ondersteunen van verantwoorde productie en consumptie en het weghalen van kinderen uit de mijnen.
In 2020 schonk Umicore ook beademingsmachines aan ziekenhuizen en ondersteunde ziekenhuizen, rusthuizen en thuisverpleegsters met chirurgische maskers en schoonmaakmiddelen in hun strijd tegen COVID-19.
Al die gezamenlijke inspanningen overal ter wereld ondersteunen onze ambitie om een verantwoordelijke onderneming te zijn en aan de maatschappij terug te geven.
Registratiepunt bij Umicore Hoboken
Luttele weken nadat COVID-19 voor het eerst opdook in China verspreidde de pandemie zich over de hele wereld, tot in de verste uithoeken en gemeenschappen. Het werd iedereen snel duidelijk dat COVID-19 erger was dan een jaarlijks terugkerend griepje en dat de gevolgen ernstig konden zijn.
Nog voor COVID-19 officieel werd uitgeroepen als een pandemie was Umicore al in actie geschoten met verregaande maatregelen om haar medewerkers te beschermen en de productie te blijven verzekeren. Het was op dat ogenblik onmogelijk te voorspellen hoe de pandemie verder zou evolueren.
In die uitzonderlijke en zeer moeilijke omstandigheden was de gezondheid en veiligheid van onze medewerkers wereldwijd altijd de topprioriteit van Umicore. Vanaf eind januari 2020 voerden we
strenge hygiëne- en andere voorzorgsmaatregelen in. Dat gebeurde eerst in onze vestigingen in Azië waar de pandemie eerst toesloeg.
De hygiënische maatregelen, individueel en op de werkplek, werden echter al snel verscherpt in alle Umicore-vestigingen wereldwijd om het risico op besmetting binnen onze onderneming te verminderen, onze medewerkers gezond te houden en hen een veilige werkplek te bieden. Omdat besmettingen ook konden plaatsvinden in openbare ruimtes bezorgde Umicore al haar medewerkers thuis chirurgische maskers voor privégebruik toen die niet beschikbaar waren op de vrije markt.
De directieraad en een special opgerichte werkgroep van zorgverleners vergaderde wekelijks om de COVID-19-situatie in alle regio's ter wereld te bespreken en alle plaatselijke maatregelen te evalueren. Zelfs wanneer de nationale maatregelen minder streng waren, hield Umicore vast aan haar strikte bedrijfsbeleid om werknemers gezond en veilig te houden en de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
Umicore moest in de mate van het mogelijke ook maatregelen nemen om de impact van COVID-19 op haar activiteiten te beperken. Umicore hield vestigingen open om activiteiten en producten te kunnen leveren die noodzakelijk zijn voor de bescherming van essentiële belangen en behoeften van de bevolking.
Omdat onze producten worden gebruikt in cruciale toepassingen was het van het grootste belang dat onze productie kon blijven draaien. Zo zijn onze metalen essentieel in de medische sector. Zonder onze edele en andere non-ferrometalen kunnen geen hoogtechnologische producten worden gemaakt voor de
gezondheidszorg, waaronder kankerbehandelingen, de behandeling van hartritmestoornissen, pijntherapie en de productie van beademingsapparatuur, katheters en geneesmiddelen.
Umicore levert ook materialen voor de vroegtijdige opsporing en monitoring van het coronavirus. Screening is vaak gebaseerd op optische componenten die via infrarood thermische beeldvorming plaatsen controleren waar zich grote groepen mensen bevinden, zoals luchthavens en treinstations. Die vormt een extra bron van informatie wanneer mensen mogelijk geen symptomen vertonen.
Als gevolg van de wijdverspreide stillegging van assemblagelijnen bij onze klanten in de autosector moest ook Umicore 10 van haar 16 fabrieken voor autokatalysatoren tijdelijk sluiten. De verstoringen in onze productievestigingen door de pandemie waren stuk voor stuk het gevolg van die verstoorde toeleveringsketen en onze vestigingen konden allemaal snel weer aan de slag. Geen enkele andere productievestiging wereldwijd werd tijdens de pandemie stilgelegd.
Onze werknemers gaven blijk van een enorme veerkracht in een moeilijke situatie die alle aspecten van hun leven trof. Dankzij hun vastberadenheid, flexibiliteit en harde werk bleef onze werkomgeving veilig en gezond. Onze werknemers pasten zich niet alleen aan de zeer uitdagende omstandigheden aan om de bedrijfscontinuïteit te verzekeren, velen van hen zetten zich ook vrijwillig in voor een aantal liefdadigheidsinitiatieven en doneerden voedsel, mondmaskers, geld en spullen voor kinderen.
COVID-19 27
Samenvoeging van de Tessella-technologie™ met volledige optische assemblages
Het is in elke fase van de pandemie van cruciaal belang om de verspreiding van het virus te beperken door het vroegtijdig op te sporen. Eén methode voor snelle opsporing is screening met warmtebeeldcamera's op dichtbevolkte plaatsen zoals luchthavens, ziekenhuizen, bedrijven en scholen.
Warmtebeeldcamera's kunnen temperaturen tot op 0,3°C nauwkeurig meten en kunnen een verhoogde lichaamstemperatuur detecteren die op koorts zou kunnen wijzen. Hoewel dit niet noodzakelijk een bewijs is voor COVID-19 en iemand die besmet is met het coronavirus ook niet altijd een hogere lichaamstemperatuur heeft, is het toch een uitstekend mechanisme om wijdverspreide uitbraken te helpen indijken.
Van februari 2020 tot de zomer zag Umicore's Infrared Optics team een drastische toename van de vraag naar haar optica. Wereldwijd werden meer dan 150.0000 optica verkocht voor gebruik in thermische camera's die verhoogde lichaamstemperatuur detecteren. Het team kon de plotse piek in de vraag opvangen omdat Umicore grotendeels verticaal geïntegreerd is (vertrekkend van metalen) en dus in mindere mate afhankelijk is van externe leveranciers. Daarnaast werden de activiteitsniveaus in moeilijke omstandigheden verhoogd (zoals de invoering van hygiënische regels en hoger 'preventief' absenteïsme). Met de nieuwe en kostenefficiënte waferoptiek met TessellaTM technologie ondersteunde Umicore haar klanten om snel betaalbare en performante systemen snel op de markt te brengen.
Umicore mikt met haar innovatiestrategie op een robuuste bedrijfsgroei in de komende jaren. Om haar capaciteiten op het gebied van innovatie ten volle te benutten en verder uit te breiden, heeft Umicore een nieuwe eenheid opgericht onder de naam New Business Incubator (NBI). NBI is opgebouwd als een startup die de steun van een wereldwijd bedrijf en een organisatie geniet. NBI heeft een horizon op lange termijn en is wendbaar in het beheer van Umicore's innovatieprojecten. UMICORE.COM/STORIES
Onze sterke positie en ons uniek aanbod in schone mobiliteitsmaterialen en recyclageprocessen bevestigen.
Minstens verdubbeling van de recurrente EBIT vergeleken met 2014 en exclusief de stopgezette activiteiten.
DE WINST VERDUBBELEN
HET PORTFOLIO WEER IN EVENWICHT BRENGEN
Zorgen voor een meer evenwichtige verdeling van de inkomsten tussen de drie businesssegmenten.
1 regelgevende en wettelijke context
4 Cyberbeveiliging
6 Metaalprijs en -beschikbaarheid
5 Markt
2 Duurzame en ethische bevoorrading
3 Technologie en substitutie
Umicore Integrated Annual Report 2020 Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
Miljoen euro
Miljoen euro
%
We hebben de drie belangrijkste prestatie-indicatoren geselecteerd om het succes te meten van onze ambitieuze Horizon 2020 groeistrategie evenals de geboekte voortgang naar onze langere termijn objectieven en doelstellingen:
Ondanks ernstig verstoorde eindmarkten door de COVID-19 pandemie zette Umicore haar beste financiële prestatie ooit neer, bevorderd door een uitzonderlijke prijsomgeving voor de platinagroep metalen (PGM). Dit toont Umicore's veerkracht en de verdiensten van haar strategie, die berust op de complementariteit van haar activiteiten.
Na goede prestaties in de eerste helft van 2020, met een sterk resultaat in Recycling dat de impact van de terugval in de autosector op de resultaten van Catalysis en Energy & Surface Technologies kon compenseren, werd de tweede helft van het jaar gekenmerkt door een sterke sequentiële verbetering van de inkomsten en de winst van de Groep dankzij aanhoudend sterke operationele prestaties en stijgende metaalprijzen in Recycling en een sterke groei in Catalysis.
Umicore's winst en winstgevendheid bereikten nieuwe recordhoogten met voor het volledige jaar een aangepaste EBIT van € 536 miljoen (een stijging met 5% ten opzichte van het voorgaande jaar) en een aangepaste EBITDA van € 804 miljoen (een stijging met 7% ten opzichte van het voorgaande jaar). De 2020 ROCE voor de Groep was 12,1% (een daling ten opzichte van 12,6% in 2019), als gevolg van een lagere ROCE in Catalysis en in Energy & Surface Technologies.
De inkomsten in Catalysis daalden, echter minder hard dan de wereldwijde automarkt dankzij Umicore's sterke marktpositie op het gebied van benzinetechnologieën voor personenwagens, vooral in China en Europa, en hogere verkoop van zware dieseltoepassingen en brandstofcelkatalysatoren. De aangepaste EBIT daalde sterker dan de inkomsten voor het volledige jaar als gevolg van de aanzienlijke impact van de pandemie in de eerste helft van het jaar.
De inkomsten in Energy & Surface Technologies weerspiegelden de impact van de pandemie en de slechtere verkoop van kathodematerialen voor hoogwaardige draagbare elektronica en toepassingen voor energieopslag. De daling van de aangepaste EBIT was groter, als gevolg van een aanzienlijk negatief operationeel hefboomeffect en de impact van een ongunstig prijsklimaat voor kathodematerialen door de grote overcapaciteit van de sector in China.
Recycling verdubbelde haar aangepaste EBIT ten opzichte van het voorgaande jaar dankzij een sterke groei in alle business units als gevolg van hoge metaalprijzen, een hoog activiteitsniveau ondanks de COVID-19-crisis en gunstige handelsvoorwaarden.
AANGEPASTE EBIT
RENDEMENT OP AANGEWEND KAPITAAL (ROCE)
De inkomsten van Catalysis daalden met 7% op jaarbasis tot € 1.364 miljoen, tegen de achtergrond van een 18% inkrimping van de wereldwijde automarkt. De inkomsten van Umicore werden veel minder hard getroffen dan de wereldwijde automarkt dankzij haar sterke marktpositie op het gebied van benzinetechnologieën voor personenwagens, vooral in China en Europa. De inkomsten werden verder ondersteund door de toegenomen verkoop van Umicore's katalysatoren voor zware dieseltoepassingen en brandstofcelkatalysatoren.
daling met 17% op jaarbasis als gevolg van het aanzienlijk negatief operationeel hefboomeffect in de eerste helft van 2020 door de impact van de COVID-19-pandemie op de autosector. In de tweede jaarhelft steeg de aangepaste EBIT aanzienlijk, zowel sequentieel als in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, aangedreven door een sterke inhaalbeweging op het vlak van volumes in Automotive Catalysts en besparingen op de productiekosten en de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten (VAA). Over het volledige jaar bedroeg de aangepaste EBITDA € 234 miljoen, een daling met 11%. De ROCE nam af naar 9,6% (van 13,6% in 2019) als gevolg van de combinatie van een lager rendement en een hoger werkkapitaal. De stijgende PGM prijzen, voornamelijk in de tweede jaarhelft, veroorzaakten een toename van de behoefte aan werkkapitaal in de business group.
De wereldwijde auto-industrie werd zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie en daalde met 18% over het volledige jaar, met een duidelijk contrast tussen de eerste en de tweede helft van het jaar.
In de eerste helft van 2020 moesten autoproducenten hun productiefabrieken stilleggen en hun toonzalen in verschillende belangrijke regio's sluiten als gevolg van door de overheid opgelegde lockdowns. De wereldwijde vraag naar auto's begon in de tweede helft van 2020 weer aan te trekken, zij het met grote verschillen tussen de regio's wat betreft timing, snelheid en mate van het herstel. Na een inkrimping van 35% op jaarbasis in de eerste jaarhelft nam de autoproductie in de tweede jaarhelft sequentieel
met meer dan 40% toe (ten opzichte van de tweede helft van 2019 was er wel een daling van 2%), met China als duidelijke drijvende kracht achter het wereldwijde herstel. Andere belangrijke markten trokken later en langzamer aan en lieten voor de tweede helft van het jaar nog steeds een negatieve groei optekenen.
Tegen deze uiterst moeilijke achtergrond lagen de inkomsten en de aangepaste EBIT voor Automotive Catalysts slechts licht onder het niveau van het voorgaande jaar dankzij de enorme veerkracht waarvan de business unit blijk gaf. Ze profiteerde onevenredig veel van het sterke marktherstel in de tweede jaarhelft en presteerde beter dan de automarkt, zowel qua volumes als qua inkomsten, dankzij haar sterke positie op de Chinese en de Europese markt voor benzinewagens. Naast het positief operationeel hefboomeffect dankzij het sterke herstel van de verkoop werd de winst ondersteund door kostenbesparingen als gevolg van recente aanpassingen van de voetafdruk en initiatieven voor operationele uitmuntendheid in de productie en VAA.
In China, waar de autoproductie over het hele jaar met 5% daalde, stegen de inkomsten van Umicore aanzienlijk dankzij de blootstelling van Umicore aan de toenemende penetratie van benzineplatformen met directe injectie die deeltjesfilters vereisen volgens de China 6-emissienormen. In Europa daalden de verkoopvolumes en inkomsten minder dan de automarkt dankzij Umicore's sterke marktpositie in technologieën voor benzinekatalysatoren. In Noord-Amerika lagen de verkoopresultaten iets lager dan de markt als gevolg van een ongunstige klantenmix, terwijl de volumes in Zuid-Amerika beter waren dan de prestaties van de sterk inkrimpende automarkt. De inkomsten van Umicore in Japan en Korea evolueerden in overeenstemming met de algemene markt. In Zuidoost-Azië lagen de volumes en inkomsten aanzienlijk hoger dan de markt dankzij de stijging van het marktaandeel in India, waar Umicore in aanmerking komt voor nieuwe platformen die voldoen aan de Bharat 6-regelgeving.
De sterke economische inkrimping en de lagere industriële productie als gevolg van COVID-19 hadden ook een aanzienlijk en langduriger effect op het marktsegment voor zware dieselwagens in 2020, behalve in China. Ondanks die uitdagende context stegen de volumes en inkomsten van Umicore in dat marktsegment, vooral dankzij een sterke vraag in de tweede jaarhelft naar haar China V-technologieën en een gunstige klantenmix.
Umicore's activiteit van stationaire katalysatoren werd aanzienlijk beïnvloed door de verstoringen veroorzaakt door COVID-19, in het bijzonder in de eindmarkten energie, chemie en olieraffinage waar meerdere grote projecten werden uitgesteld.
De inkomsten en winst van Precious Metals Chemistry daalden in vergelijking met het voorgaande jaar ondanks de sterkere vraag naar Umicore's brandstofcelkatalysatoren in Korea. De business unit werd in de eerste helft van het jaar getroffen door de ernstige inkrimping van de automobielindustrie en de daarmee gepaard gaande gevolgen voor de vraag naar haar anorganische chemicaliën. De vraag naar Umicore's homogene katalysatoren voor farmaceutische en fijn chemische toepassingen bleef stabiel.
Tegen de achtergrond van een toenemende vraag naar Umicore's geavanceerde katalysatoren voor protonuitwisselingsmembraan (PEM)-brandstofcellen en om die activiteit in staat te stellen haar groeistrategie te vervolgen, heeft Umicore beslist om deze activiteit onder te brengen in een nieuwe business unit Fuel Cells & Stationary Catalysts binnen de businessgroep Catalysis. Deze nieuwe business unit omvat sinds 1 januari 2021 zowel Umicore's activiteiten in brandstofcelkatalysatoren, die daarvoor deel uitmaakten van de business unit Precious Metals Chemistry, als Umicore's activiteiten in stationaire katalysatoren, die voordien tot de business unit Automotive Catalysts behoorden. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de rapportering op het niveau van de business groep Catalysis. De nieuwe business unit zal voortbouwen op een sterke technologieportefeuille om wereldwijd te groeien in zowel PEM-brandstofcellen als stationaire katalyse.
Meer informatie hierover in ons verhaal over Umicore's brandstofcelkatalysatoren(p. 37).
In 2020 bedroegen de inkomsten bij Energy & Surface Technologies € 1.045 miljoen, een daling met -15% ten opzichte van 2019, onder invloed van de negatieve impact van de pandemie op verschillende eindmarkten en als gevolg van een sterk gedaalde verkoop van kathodematerialen voor hoogwaardige draagbare elektronica en toepassingen voor energieopslag. Na een sterke inkrimping van de wereldwijde EV-markt in de eerste jaarhelft stegen de verkoopvolumes van Umicore voor kathodematerialen voor elektrische voertuigen in de tweede jaarhelft, zowel sequentieel als op jaarbasis. De integratie van de eind 2019 overgenomen activiteiten in kobaltraffinage en kathodeprecursoren in Finland hielp ook om de daling van de inkomsten van de business groep over het hele jaar te beperken.
Zoals verwacht en in lijn met de vooruitzichten bedroeg de aangepaste EBIT € 75 miljoen, 59% onder het niveau van 2019. De combinatie van de onderbenutte capaciteit in Umicore's nieuwe ('greenfield') fabriek voor kathodematerialen in China enerzijds en de hogere vaste kosten door de recent voltooide en lopende uitbreidingen anderzijds resulteerde in een aanzienlijk negatief operationeel hefboomeffect. Bovendien woog het ongunstige prijsklimaat in China door aanzienlijke overcapaciteit zwaar op de marges. De aangepaste EBITDA bedroeg € 186 miljoen, een daling met 31% op jaarbasis. De ROCE in 2020 weerspiegelde daarenboven ook de hogere investeringen in Rechargeable Battery Materials en bedroeg 3,4% (ten opzichte van 9,1% in 2019).
De inkomsten en volumes bij Rechargeable Battery Materials daalden ten opzichte van 2019 omdat de hogere verkoop van NMCkathodematerialen voor elektrische voertuigen meer dan teniet werd gedaan door de lagere verkoop van hoogenergetische LCOkathodematerialen voor hoogwaardige draagbare elektronica en de gedaalde vraag naar NMC-kathodematerialen voor toepassingen voor energieopslag.
De wereldwijde EV-markt werd in de eerste helft van het jaar zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie en veerde in de tweede helft van het jaar weer op, vooral dankzij een sterke groei van elektrische voertuigen in Europa en, later in het jaar en in mindere mate, door de stijgende verkoop van elektrische voertuigen in China. Voor het volledige jaar 2020 steeg de verkoop van elektrische voertuigen met 50% tot 3,4 miljoen voertuigen. Dat vertaalde zich in een afzetmarkt voor producenten van kathodematerialen van ongeveer 137 GWh, dat wil zeggen een groei van 17% op jaarbasis.
Over het hele jaar stegen Umicore's verkoopvolumes voor kathodematerialen, bestemd voor elektrische voertuigen, minder dan de vraag naar batterijen in GWh, omdat de kathodematerialensector, met inbegrip van Umicore, niet onmiddellijk kon profiteren van de heropleving van de vraag naar batterijen in de tweede jaarhelft omwille van grote voorraden in de toeleveringsketen. Die grote voorraden waren tegen het einde van het jaar grotendeels opgebruikt. Dit voorraadeffect buiten beschouwing gelaten, stegen de verkoopvolumes van Umicore ruwweg gelijklopend met de vraag naar EV-batterijen. Zoals verwacht stegen de verkoopvolumes van Umicore voor kathodematerialen voor elektrische voertuigen in de tweede
In China bleef de vraag naar batterijen voor elektrische voertuigen
jaarhelft, zowel sequentieel als op jaarbasis.
klein tot de zomer, waarna ze in de tweede jaarhelft positief werd, weliswaar in vergelijking met een slechte tweede jaarhelft in 2019. Na jaren van sterke groei op jaarbasis, met als hoogtepunt een vraag in 2018 die meer dan verdubbeld was en als gevolg daarvan enorme uitbreidingen van de capaciteit in de batterijmaterialenwaardeketen, bleef in 2019 en 2020 de vraag naar kathodematerialen voor elektrische voertuigen achter op de verwachte groei. Die vertraging heeft geleid tot een aanzienlijke overcapaciteit en druk op het prijsklimaat. Umicore is niet immuun voor dat effect en haar prestaties in de regio werden ook beïnvloed door de onderbenutte capaciteit van haar Chinese nieuwe ('greenfield') fabriek voor kathodematerialen.
in 2020 sterk gestegen, vooral in de tweede helft van het jaar, en verdubbeld ten opzichte van 2019. Die groei werd gestimuleerd door nieuwe modellen die door OEM's op de markt werden gebracht om te voldoen aan de strengere CO2 -richtlijn die in 2020 van kracht werd, door lokale stimulansen voor kopers van elektrische wagens in verschillende landen als onderdeel van hun herstelplannen en door milieuvriendelijkere keuzes van consumenten bij de aankoop van een nieuwe auto. Umicore's verkoop van kathodematerialen in de regio steeg overeenkomstig de markttrend. Umicore gebruikt momenteel haar capaciteit in Korea om die groei op te vangen, in afwachting van de start van de commerciële productie in haar nieuwe ('greenfield') fabriek in het Poolse Nysa. De fabriek in Nysa wordt de eerste industriële fabriek voor de productie van kathodematerialen in Europa en de bouw ervan vordert goed. De ingebruikname is voorzien voor het einde van de eerste jaarhelft van 2021. Eens de productielijnen de klantenkwalificaties hebben doorlopen, worden de eerste commerciële productievolumes verwacht in het vierde kwartaal van 2021. De volumes worden dan maximaal opgevoerd in 2022.
Hoewel de verspreiding van de productiecapaciteit over drie verschillende locaties (Korea, China en Europa) hogere kapitaalinvesteringen en werkingskosten met zich meebrengt dan bij de meeste concurrenten, is Umicore ervan overtuigd dat haar aanwezigheid in verschillende belangrijke markten op termijn een groot concurrentievoordeel zal blijken, omdat batterij- en autoproducenten steeds meer lokaal geproduceerde onderdelen voor elektrische wagens nodig zullen hebben om hun CO2 -voetafdruk te verkleinen.
We worden meer dan ooit in de richting van elektrische mobiliteit gestuwd, onder meer door regelgevende initiatieven in verschillende regio's om de luchtkwaliteit te beschermen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Europa heeft onlangs opnieuw haar ambitie bevestigd om naar een mobiliteit zonder uitstoot te streven en blijft zich engageren voor steeds strengere doelstellingen voor de CO2 -uitstoot. De ambities en engagementen van de EU voor een schonere toekomst impliceren voor de komende jaren een snelle groei in GWh van de vraag naar batterijen. In China heeft het ministerie van Industrie en Informatietechnologie een verlenging van het NEV-subsidieplan aangekondigd van 2020 tot eind 2022. Het bevestigde ook het engagement op lange termijn om een vooropgestelde penetratiegraad van 20% NEVs in 2025 en
50% in 2035 te bereiken. Hoewel het nog even zal duren voor de huidige overcapaciteit in China volledig is opgebruikt, zullen die doelstellingen de komende jaren de elektrificatie stimuleren.
Hoewel de vraag naar kobalt- en nikkelchemicaliën en de activiteitsniveaus in de distributieactiviteiten zich in de tweede helft van het jaar geleidelijk herstelden, kon dit het volumeverlies in de eerste helft van 2020 niet compenseren. De bestellingen voor werktuigmaterialen daalden aanzienlijk op jaarbasis als gevolg van de verminderde activiteit in de bouw en industriële sectoren gedurende het hele jaar. De verminderde vraag naar kobalt- en nikkelchemicaliën leidde ook tot een lagere verwerkte hoeveelheid volumes en bijdrage van de raffinage- en recyclageactiviteiten. De inkomsten uit carboxylaten bleven stabiel in vergelijking met het voorgaande jaar.
In het kader van de voortdurende evaluatie van haar wereldwijde productievoetafdruk kondigde Umicore in september haar beslissing aan om de kobaltraffinage- en -transformatieactiviteiten in het Finse Kokkola en het Amerikaanse Nashville te consolideren met het oog op synergiën en een sterkere concurrentiepositie van de unit. De overdracht van de activiteiten ligt op schema en zal naar verwachting midden 2023 worden afgerond. Eerder dit jaar sloot de business unit haar kobalt-, nikkel- en reniumraffinage- en -recyclagefabriek in Wickliffe, Ohio.
De inkomsten van Electroplating lagen iets hoger dan vorig jaar, vooral door de grotere vraag naar geavanceerde edelmetaalelektrolyten voor gebruik in draagbare elektronica. Dit compenseerde ruimschoots het effect van de lagere vraag naar componenten op basis van edelmetalen en onedele metalen ten gevolge van de COVID-gerelateerde vertraging in de juwelen- en industriële eindmarkten.
De business unit Electroplating kreeg op 1 januari 2021 de nieuwe naam Metal Deposition Solutions. Naast de activiteiten die in het verleden al deel uitmaakten van Electroplating omvat de nieuwe business unit ook de activiteit Thin Film Products, die voordien deel uitmaakte van de business unit Electro-Optic Materials en die verdampingsmaterialen en sputtertrefplaten voor de microelektronica- en optieksectoren produceert, met activiteiten in Liechtenstein en Taiwan. Het doel van de overdracht is om activiteiten te combineren die gelijkaardige toepassingen en klanten in de elektronica- en halfgeleidersectoren bedienen.
De inkomsten van Electro-Optic Materials daalden in vergelijking met het voorgaande jaar. Dat was vooral te wijten aan de lagere vraag naar hoogzuivere chemicaliën gebruikt in optische vezels door de vertraagde uitrol van 5G. De inkomsten stegen voor zowel substraten als afgewerkte optica dankzij de succesvolle lancering van innovatieve nieuwe producten en diensten.
De business groep Recycling heeft in 2020 een recordprestatie neergezet, met een stijging van de inkomsten met 23% tot € 836 miljoen en een quasi-verdubbeling van de aangepaste EBIT tot € 362 miljoen. Deze geweldige prestatie kwam voort uit een sterke groei in alle business units, gedreven door hoge metaalprijzen, een hoog activiteitsniveau ondanks de COVID-19 crisis en gunstige verkoopsvoorwaarden. De aangepaste EBITDA bedroeg € 425 miljoen, een stijging met 70% ten opzichte van 2019. Deze recordwinst resulteerde in een ROCE van 72% (ten opzichte van 39,3% in 2019)
De inkomsten van Precious Metals Refining stegen aanzienlijk ten opzichte van het voorgaande jaar en de aangepaste EBIT meer dan verdubbelde voornamelijk dankzij hogere ontvangen metaalprijzen, vooral voor metalen uit de platinagroep en in mindere mate een ondersteunende bevoorradingsomgeving en hogere verwerkte volumes.
metaalprijzen. De gemiddelde ontvangen metaalprijzen lagen voor de meeste edelmetalen en metalen uit de platinagroep ver boven het niveau van het voorgaande jaar, in het bijzonder voor rodium. In een context van een krap aanbod en een groeiende vraag vanuit de automobielsector als gevolg van steeds strengere uitstootnormen steeg de rodiumprijs fel ten opzichte van de reeds hoge niveaus die het eind 2019 al bereikte. De business unit profiteerde ook, zij het in mindere mate, van de prijsstijgingen van goud, platina en palladium, omdat ze eerder al een aanzienlijk deel van haar blootstelling aan die metalen had ingedekt.
De algemene bevoorrading van industriële bijproducten bleef gunstig over de periode, ondanks de tijdelijke stillegging van bepaalde mijnbouwactiviteiten omwille van COVID-19. Ook het aanbod van materialen aan het einde van hun levensduur bleef groot en de fabriek in Hoboken profiteerde van een ruime instroom van zeer complexe gebruikte autokatalysatoren. De business unit bleef haar unieke recyclagetechnologie inzetten om dergelijke uiterst complexe materialen efficiënt te verwerken. De verwerkte volumes waren in 2020 hoger dan in 2019 als gevolg van de
procesverbeteringen die in 2019 werden doorgevoerd en die in dat jaar een langer dan gebruikelijke stillegging vereisten. De grotere verwerkte volumes, in combinatie met de waardevolle mix, ondersteunden verder de prestaties van de fabriek in Hoboken.
In het kader van haar streven naar een voortdurende verbetering van de robuustheid van de activiteiten in Hoboken en van de algemene veiligheidsprestaties van de fabriek, werd een meerjarig investeringsprogramma opgestart waarin brandpreventie en noodplanning de prioriteit krijgen. Tegelijkertijd zet Umicore de uitvoering van het investeringsprogramma voor een verdere daling van de uitstoot voort.
De inkomsten van Jewelry & Industrial Metals stegen in vergelijking met het voorgaande jaar. Het effect van de lagere vraag uit de juwelen- en de industriële sector werd gecompenseerd door een aanzienlijke stijging van bestellingen voor beleggingsproducten op basis van edelmetalen en door een sterke vraag naar speciale platinamaterialen. De inkomsten en marges van de business unit werden verder ondersteund door een grotere bijdrage van de raffinage- en recyclageactiviteiten, die profiteerden van een robuuste vraag en een gunstig metaalprijsklimaat, met name voor goud.
FINANCIËLE RESULTATEN EN BELASTINGEN
De netto financiële kosten bedroegen € 104 miljoen, een stijging ten opzichte van € 83 miljoen het voorgaande jaar als gevolg van hogere netto interestkosten door een hogere gemiddelde financiële schuld evenals vergoedingen en kosten verbonden aan de uitgifte van nieuwe schuldinstrumenten. Deze hogere kosten werden deels gecompenseerd door lagere wisselkoerskosten en lagere discontokosten verbonden aan voorzieningen. De aangepaste belastingen voor de periode bedroegen € 103 miljoen, in lijn met het voorgaande jaar ondanks aanzienlijke veranderingen in de onderliggende regionale spreiding van het resultaat. Zowel de aangepaste belastbare basis als de effectieve belastingsvoet van de Groep bleven stabiel. Deze laatste bedroeg 24,2%, ten opzichte van 24,7% het voorgaande jaar. De belastingseffecten op de EBIT-aanpassingen in aanmerking nemend, bedroegen de netto-belastingen € 59 miljoen. Het totale bedrag uitbetaald aan belastingen over de periode bedroeg € 79 miljoen, wat lager is dan dezelfde periode vorig jaar.
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten, inclusief veranderingen in het netto werkkapitaal, bedroegen € 603 miljoen ten opzichte van € 549 miljoen vorig jaar. Na aftrek van de € 436 miljoen aan investeringen en gekapitaliseerde ontwikkelingsuitgaven komt dit neer op een vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten van € 167 miljoen, ten opzichte van een negatieve vrije kasstroom van - € 39 miljoen in 2019, wat de veerkracht van de Groep's kasstromen in een uitdagende marktcontext aantoont. De aangepaste EBITDA bedroeg € 804 miljoen ten opzichte van € 753 miljoen vorig jaar, wat neerkomt op een aangepaste EBITDA marge van 24,6%, een stijging ten opzichte van 22,1% in 2019 gedreven door een sterke prestatie van Recycling. Het netto werkkapitaal van de Groep steeg met € 104 miljoen ten opzichte van eind 2019. Dit weerspiegelt een stijging van de behoefte aan werkkapitaal in de Catalysis business group en, in mindere mate, in Recycling, door een sterke stijging in de edelmetaalprijzen op jaarbasis, in het bijzonder voor de platinagroep metalen. Energy & Surface
Technologies noteerde een daling van de behoefte aan werkkapitaal in vergelijking met het voorgaande jaar als gevolg van lagere verkoopvolumes en metaalprijzen. De investeringen bedroegen € 403 miljoen ten opzichte van € 553 miljoen het voorgaande jaar. Deze daling vloeit voort uit de beslissing, genomen bij aanvang van de COVID-19 uitbraak, om geselecteerde investeringsprojecten uit te stellen, met uitzondering van investeringen die betrekking hebben op veiligheid en de bedrijfscontinuïteit ('license to operate'), tot er meer duidelijkheid is over de marktvooruitzichten. De voortgezette investeringen in Rechargeable Battery Materials' greenfield-fabriek in Polen in aanmerking nemend, nam de business group Energy & Surface Technologies bijna twee derde van de Groep's investeringen voor haar rekening. De investeringen in dit strategische project zullen worden verdergezet in 2021. De gekapitaliseerde ontwikkelingskosten bedroegen € 32 miljoen in vergelijking met € 35 miljoen vorig jaar. De netto cash uitgaven gerelateerd aan de uitoefening van opties, de aankoop van eigen aandelen om optieplannen in te dekken en de toekenning van aandelen bedroegen € 27 miljoen, wat een lichte daling inhoudt ten opzichte van het voorgaande jaar.
De netto financiële schuld op 31 december 2020 bedroeg € 1.414 miljoen, een lichte daling van € 1.443 miljoen op het einde van 2019. Dit komt overeen met een 1.76x aangepaste EBITDA wat lager is dan de ratio van 1.92x eind 2019. In de eerste helft van het jaar diversifieerde Umicore haar financieringsbronnen verder met de plaatsing van een converteerbare obligatie van € 500 miljoen met een looptijd tot 2025 en het afsluiten van een lening van € 125 miljoen op 8 jaar met de Europese Investeringsbank. Voordien had Umicore reeds, in het licht van de COVID-19 uitbraak, haar niet-opgenomen vastgelegde bankfaciliteiten opgetrokken om voldoende liquide middelen om haar strategie verder te zetten, te verzekeren. Het vermogen van de Groep bedroeg € 2.557 miljoen op het einde van het jaar, inclusief de waarde van de conversierechten van de converteerbare obligatie, wat neerkomt op een netto schuldgraad (nettoschuld / nettoschuld + eigen vermogen) van 35,0% (in vergelijking met 35,2% eind 2019).
Aanpassingen hadden een negatief effect van € 237 miljoen op de EBIT in 2020, waarvan € 72 miljoen reeds geboekt werd in de eerste jaarhelft.
Van dit totale bedrag nam Energy & Surface Technologies € 112 miljoen voor rekening. Deze laatste omvat € 56 miljoen kosten verbonden aan de herstructureringsinitiatieven genomen in Cobalt & Specialty Materials, een waardevermindering van € 34 miljoen voortvloeiend uit de herwaardering van permanent vaste kobaltvoorraden in dezelfde business unit en een waardevermindering van € 15 miljoen in Rechargeable Battery Materials als gevolg van de herconfiguratie van een site in Korea.
Catalysis noteerde € 57 miljoen kosten, waarvan € 55 miljoen reeds geboekt werd in de eerste jaarhelft en voornamelijk verbonden is aan de consolidatie van de productie van autokatalysatoren in Noord-Amerika en waardeverminderingen zoals geselecteerde gekapitaliseerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten.
In Recycling werd een kost van € 51 miljoen geboekt, inclusief een voorziening van € 50 miljoen voor de kosten verbonden aan de intentie om huizen dicht bij de fabriek in Hoboken te kopen en een groene zone te creëren. Deze kosten omvatten de geschatte aankoopwaarde van de huizen (op basis van waardering door derden) die afgebroken zouden worden en een schatting van de afbraak -en landschapswerken. Het overleg met de gemeenteraad en de bewoners hierover is gaande en zou kunnen resulteren in verdere aanpassingen in deze kostenraming.
Tot slot, omvatten de aanpassingen aan de EBIT ook € 14 miljoen kosten verbonden aan de herstructurering en waardeverminderingen op materiële vaste activa en goodwill in Element Six Abrasives, een joint-venture waarin Umicore een belang van 40% heeft. Van de totale EBIT aanpassingen is € 147 miljoen niet cash van aard. Kosten verbonden aan herstructureringen bedroegen € 128 miljoen, kosten verbonden aan milieu € 56 miljoen en specifieke waardeverminderingen op activa € 45 miljoen. Na belastingen bedroegen de aanpassingen aan het netto Groepsresultaat - € 192 miljoen.
In de loop van 2020 en begin 2021, sloot Umicore bijkomende termijncontracten af, waarbij een aanzienlijk deel van haar structurele blootstelling aan de prijzen van bepaalde edelmetalen werd ingedekt en zo de visibiliteit op de winst verhoogt. Voor 2020 en 2021 werd ongeveer twee derde van de verwachte blootstelling aan goud en palladium ingedekt en iets minder dan de helft van de verwachte blootstelling aan zilver. Daarenboven dekte Umicore voor 2021 ook reeds bijna een derde van haar verwachte blootstelling aan platina in. Ondanks het ontbreken van een liquide markt met indekkingsinstrumenten voor rodium, sloot Umicore de afgelopen maanden termijncontracten af waarbij ze de minderheid van haar verwachte blootstelling aan rodium in 2022 en 2023 indekte.
| 2020 | |
|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen per 31 december | 246.400.000 |
| waarvan aandelen in eigen bezit | 5.733.685 |
| waarvan uitstaande aandelen | 240.666.315 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 240.589.550 |
| Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen | 1.183.525 |
| Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen 241.773.075 |
Investeren in Umicore betekent investeren in de productie van materialen voor een beter leven - onze missie - en een ondersteuning van onze groeistrategie. We beschikken over een gezonde kapitaalstructuur met voldoende financïele ruimte om onze groeistrategie uit te voeren terwijl we tegelijkertijd het equivalent van een "investment grade"-kredietstatus (een aantrekkelijke kredietwaardigheid) behouden.
De aandelen van Umicore zijn genoteerd op de Euronext-beurs. Het totale aantal volgestorte uitstaande aandelen en stemrechten bedraagt 246.400.000. In de loop van 2020 werden geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenopties met hieraan verbonden intekeningsrechten. Tijdens het jaar werden 1.024.435 aandelen gebruikt in het kader van uitgeoefende aandelenopties en 66.430 van de eigen aandelen toegekend. In de loop van 2020, verwierf Umicore 1.200.000 eigen aandelen. Op 31 december 2020 had Umicore 5.733.685 aandelen in eigen bezit, of 2,33% van alle uitstaande aandelen van de Groep. Umicore shares are listed on the Euronext stock exchange.
Umicore streeft ernaar waarde te creëren voor haar belanghebbenden. Er is geen vaste uitkeringsratio. De raad van toezicht zal een bruto jaarlijks dividend van € 0,75 per aandeel voorstellen voor het volledige jaar 2020. Dit ten opzichte van een volledig dividend van € 0,375 per aandeel dat uitbetaald werd voor het financiële jaar 2019. Gezien het interim-dividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van de goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een bruto bedrag van € 0,50 per aandeel betaald worden. De raad van toezicht heeft beslist dat vanaf 2021, het interim dividend een vast bedrag zal zijn van € 0.25 per aandeel. Umicore's dividendenbeleid van een stabiel tot stijgend dividend blijft ongewijzigd.
In de periode van 2015 tot 2020 presteerde Umicore aanzienlijk beter dan de Stoxx Europe 600 Chemicals index met een prestatie van de koers van het aandeel van 140,2% ten opzichte van 60,6% voor de index. De overeenstemmende jaarlijkse prestatie van de koers van het aandeel bedroeg 15,7% over de vijfjarige periode.
| EURONEXT | BEL20; Euronext 100 |
|---|---|
| ECPI | EMU Ethical Equity; Euro ESG Equity; World ESG Equity |
| FTSE RUSSELL | FTSE4GOOD; FTSE Environmental Opportunities 100 |
| ISS OEKOM | PRIME ESG Rating |
| MSCI | ACWI Sustainable Impact Index, ACWI Low Carbon Target, Belgium IMI Index, EMU ESG Enhanced Focus Index, Global Pollution Prevention Index, World ESG Leaders Index, AAA ESG Rating (Leader) |
| SOLACTIVE | Solactive Europe Corporate Social Responsibility Index |
| STOXX | STOXX Europe 600; STOXX Europe Mid 200 |
| SUSTAINALYTICS | 29.1 (Low Risk) |
| VIGEO EIRIS | Benelux 20; Eurozone 120 |
Voor meer informatie, ga naar: UMICORE.COM/INVESTORS
Open brandstofcelstapel met protonuitwisselingsmembraankatalysator van Umicore
Overal ter wereld verandert de manier waarop met energie wordt omgegaan: er wordt afgestapt van fossiele brandstoffen en overgestapt op duurzamere energieoplossingen, onder meer voor een schonere mobiliteit. Umicore levert hoogtechnologische, schone oplossingen voor alle voertuigtypes, inclusief kathodematerialen voor lithium-ionbatterijen voor elektromobiliteit en elektrokatalysatoren voor brandstofcelvoertuigen. Een brandstofcel lijkt op een batterij omdat ze elektriciteit opwekt via een elektrochemische reactie en een anode en een kathode heeft. Brandstofcellen raken echter niet uitgeput en moeten niet worden opgeladen. Het grootste verschil tussen een batterij en een brandstofcel is dat een batterij energie opslaat, terwijl een brandstofcel energie opwekt. Een brandstofcel zet haar energiebron (de 'brandstof') zoals waterstof om in elektriciteit door middel van de reactie met een oxidatiemiddel, zuurstof uit de lucht. Dat betekent dat een brandstofcel onbeperkt kan blijven werken zolang lucht en brandstof worden toegevoerd. Het geheel van brandstofcelcomponenten wordt een stack genoemd en vormt de
energieopwekkingseenheid van een brandstofcelsysteem. Meestal werken in een systeem batterijen en brandstofcellen samen, waarbij een batterij de elektriciteit opslaat die wordt gegenereerd door een brandstofcel en de totale energie-output bestaat uit de gecombineerde output van de twee energiebronnen.
Met de overstap naar een schonere mobiliteit en de maturiteit die de technologie nu heeft bereikt, winnen brandstofcelaandrijvingen aan belang in de trend naar elektrische voertuigen. Sinds 2019 noteert Umicore een sterke groei van de vraag naar brandstofcelkatalysatoren voor de transportsector. Om de snelle groei van onze automobielklanten te ondersteunen, hebben we een nieuwe en veelbelovende business unit voor brandstofcel- en stationaire katalysatoren opgericht. We zijn klaar om onze productie op te voeren. Omdat Umicore 30 jaar ervaring opbouwde in de ontwikkeling van katalysatoren voor protonuitwisselingsmembraanbrandstofcellen (PEM), voor zowel anode- als kathode-elektrodetoepassingen, zijn onze concurrerende producten een onmisbaar onderdeel geworden van de commerciële stackplatformen die vandaag al op de weg gebruikt worden. We zijn aanwezig in de meeste ontwikkelingsplatformen van de grootste autoproducenten, en onze O&O-centra en industriële productieactiviteiten in Duitsland en Zuid-Korea zijn uitstekend geplaatst om onze klanten in de autosector wereldwijd te bedienen. We hebben onze productiecapaciteit in Zuid-Korea, dicht bij het technologieontwikkelingscentrum van Umicore in de buurt van Seoel, uitgebreid om de groei van Hyundai Motors Group te ondersteunen. Ook onze andere klanten in de autosector zullen we ondersteunen met eventuele verdere uitbreidingen om aan de toekomstige groeiende vraag te voldoen.
De brandstofcelmateriaaloplossingen van Umicore kunnen ook worden gebruikt voor waterelektrolyse, de schoonste productie van koolstofarme waterstof. Wij delen de visie dat bij het koolstofvrij maken van de energie-, mobiliteits- en industriële systemen een belangrijke rol zal worden weggelegd voor schone waterstof. Waterstoftechnologieën moeten dringend worden opgeschaald om concurrerend te worden voor tal van toepassingen en tegen 2050 hun volledig potentieel te bereiken. Ze zijn cruciaal om de klimaatverandering te beperken en tegelijk economische waarde en enorm veel werkgelegenheid te creëren. Umicore sluit bovendien de kringloop voor brandstofcellen door de recyclage van materialen aan het einde van hun levensduur en productieafval in onze Precious Metals Refining-activiteiten. We zijn een wereldmarktleider op het vlak van milieu-efficiënte recyclage van complexe afvalstromen die edele en andere non-ferrometalen bevatten. Bij Umicore kunnen we na de terugwinning van edele metalen die schaarse metalen opnieuw omzetten in geavanceerde materialen voor nieuwe brandstofceltechnologie.
Overal ter wereld zijn er nu al brandstofcelauto's in gebruik, maar hun aantallen zijn nog beperkt. Als de tankinfrastructuur voldoende wordt ontwikkeld, zullen in de toekomst veel meer brandstofcelvoertuigen op de markt worden gebracht. Elektrische bussen en energie-intensieve zware toepassingen zoals vrachtwagens zullen sterk afhankelijk zijn van brandstofceltechnologie. In de aanloop naar 2050 zullen elektrische voertuigen met brandstofcellen de langeafstands- en middelzware toepassingen domineren.
Het is duidelijk dat brandstofcellen een rol zullen spelen in de motoren energiemix als een van de verschillende technologieën die nodig zijn om de koolstofuitstoot tot nul te herleiden. Ze combineren het beste van twee werelden door de milieuvoordelen van batterijaandrijving te koppelen aan het rijbereik en de tanktijd van verbrandingsmotoren. De brandstofcelkatalysatoren van Umicore zijn dan ook een complementaire technologie die duidelijk past in onze unieke technologieportefeuille met een volledig gamma aan materialen voor schone mobiliteit. Voor Umicore's producten en diensten, ga naar: UMICORE.COM/INDUSTRIES
In november won Jens Le Comte, collega van Cobalt & Specialty Materials in Brugge, de Prebes Award voor zijn eindwerk om de graad "Preventie-adviseur niveau 3" te behalen. Prebes, een Belgische non-profitorganisatie gericht op gezondheid, preventie en het milieu, beloont ieder jaar een aantal eindwerken die een bijdrage leveren aan het verbeteren of stimuleren van welzijn op het werk. Jens verdiende de award voor zijn eindwerk over blussen met CO2 . UMICORE.COM/STORIES
PAGE HEADING 19
Prestatie 38
Bij Umicore ligt het respect voor mensenrechten vast in de Umicore Way. Het is de hoeksteen van alles wat we bij Umicore doen en het weerspiegelt de waarden van ons bedrijf. Alle medewerkers van Umicore verbinden zich ertoe die waarden als volgt hoog te houden:
Ons succes hangt af van ons vermogen een ecologische en ethische bevoorrading in schaarse grondstoffen te verzekeren. Onze producten en diensten moeten een duurzame waarde voor onze klanten en de maatschappij creëren.
Umicore's Horizon 2020-doelstellingen weerspiegelen een proactieve visie op onze rol in de totale waardeketen.
Stroomopwaarts legden we meer nadruk op het beheer van onze behoeften bij de bevoorrading van belangrijke grondstoffen. We willen ervoor zorgen dat onze inspanningen inzake ethische bevoorrading ons een concurrentievoordeel opleveren.
Stroomafwaarts hebben we een sterk portfolio van producten en diensten die onze klanten en de maatschappij specifieke voordelen op het gebied van duurzaamheid bieden. Met onze lange en toenemende ervaring in ethische bevoorrading en duurzaam beheer van ruwe grondstoffen ijveren we voor betere praktijken.
Umicore en IndustriALL Global Union verlengden in 2019 de globale raamovereenkomst voor duurzame ontwikkeling met 4 jaar. Dit herbevestigt onze inspanningen op het vlak van duurzame ontwikkeling en omvat economische, ecologische en sociale
doelstellingen. Het omvat onder meer mensenrechten, inclusief collectieve onderhandelingen en gelijke kansen, veilige en gezonde werkomstandigheden, het milieu, de bevoorradingsketen en digitale transformatie. Alle partijen zeggen toe om de constructieve dialoog die in 2007 startte verder te zetten en een succesvolle invoering van de overeenkomst te helpen bewerkstelligen.
Om te verzekeren dat al onze activiteiten in lijn liggen met de Umicore Way voerden we beleidslijnen in, zoals de gedragscode, het beleid voor mensenrechten en het charter voor duurzame aankopen. Umicore staat volledig achter de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. We eerbiedigen de fundamentele mensenrechten en respecteren die in al onze activiteiten over de hele wereld. Dit geldt voor alle medewerkers van Umicore, al onze dochterondernemingen en joint ventures waarover wij operationele controle hebben en alle onderaannemers die op onze sites werken.
Ons succes is gebaseerd op een professionele vertrouwensrelatie met medewerkers, handelspartners, aandeelhouders, overheidsinstanties en het publiek. Die principes zijn vastgelegd in de gedragscode, ons kader voor ethisch gedrag en naleving van de wet, met inbegrip van bestrijding van corruptie en omkoping. Het omvat ook klokkenluidersprocedures (via het noodnummer Integriteit) en ondersteunt onze inzet voor gelijke kansen en diversiteit. Alle medewerkers hebben toegang tot de gedragscode en de Umicore Way en dienen ze na te leven.
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
Umicore wil een leider zijn in het maken en leveren van oplossingen die op materiaal gebaseerd zijn en die fundamentele verbeteringen in levenskwaliteit mogelijk maken.
Als wereldwijde materiaaltechnologie- en recyclagegroep kopen en recycleren wij mineralen en metalen voor gebruik in uiteenlopende producten en technologieën. Wij hebben grondstoffen, transport, energie en andere goederen en diensten nodig om onze activiteiten uit te voeren. Duurzame bevoorrading is cruciaal voor onze Horizon 2020-ambities om duurzaamheid om te zetten in een concurrentievoordeel.
Met ons charter voor duurzame aankoop beperken wij de risico's in de bevoorradingsketen, met inbegrip van mensenrechten. Het charter beschrijft onze inspanningen op het vlak van eerlijke handel, transparantie en communicatie, gezondheid en veiligheid, en onze inspanningen om, waar mogelijk, kleinere en lokale leveranciers te betrekken in onze aankoopprocessen, zodat wij de lokale economieën waarin we werken, ondersteunen.
Wij zijn vastbesloten om een ethische en duurzame manier een concurrentievoordeel veilig te stellen bij onze grondstoffenaanpak. We willen voorkomen dat edele metalen en mineralen worden misbruikt voor de financiering van gewapende conflicten, schending van de mensenrechten, het gebruik van dwang- of kinderarbeid, of ondersteuning van corruptie en witwaspraktijken. Daarom zorgen we dat de aankoop van conflictmineralen steeds in overeenstemming is met de waarden van Umicore. Dat doen we via ons beleid Responsible supply chain of minerals from affected and high-risk areas (verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen van mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden), dat we op de huidige richtlijnen van de OESO baseerden.
Umicore blijft ervoor zorgen dat onze activiteiten met betrekking tot goud- en silverproductie als conflictvrij zijn gecertificeerd en dat onze kobalt, platina, palladium en rodium op verantwoorde wijze worden gewonnen. Onze klanten vragen steeds vaker om dergelijke garanties en wij leveren hen de nodige documentatie om de conflictvrije status van onze producten aan te tonen. De sites van Umicore ondergaan audits en certificering door de London Bullion Market Association (LBMA), de Responsible Jewellery Council (RJC) en de Responsible Minerals Initiative (RMI). Zie Toelichting V2(p. 189) voor meer informatie over al onze accreditaties.
We verwachten van onze leveranciers dat zij integer zaken doen, principes van duurzame bevoorrading stimuleren, lokale milieuwetten naleven en de internationale mensenrechten op hun eigen sites en die van hun eigen leveranciers respecteren, door onder meer kinder- en dwangarbeid af te schaffen en discriminatie te elimineren.
In totaal hebben wij wereldwijd meer dan 18.000 leveranciers, die wij in 2020 meer dan 18,7 miljard euro betaalden (inclusief de metaalinhoud van grondstoffen). Onze aankoop en bevoorradingsteams beheren wereldwijd bevoorradingsprocessen voor energie en andere goederen en diensten (die 10% van onze uitgaven vertegenwoordigen), terwijl onze business units metaalhoudende grondstoffen rechtstreeks aankopen (goed voor 90% van onze uitgaven).
In 2020 evalueerde EcoVadis onze indirecte aankopen.
Umicore's Responsible global supply chain of minerals from conflict-affected and high-risk areas is beschikbaar op: UMICORE.COM/RESPONSIBLESUPPLYCHAIN-POLICY
Umicore is al ruim een eeuw een wereldleider in kobaltproducten die in talloze toepassingen worden gebruikt, van gereedschap tot herlaadbare batterijen voor elektrische auto's. Een deel van de kobaltertsreserves ligt in risicogebieden, waar onethische praktijken ontstaan, zoals dwangarbeid, ongezonde en onveilige omstandigheden, kinderarbeid en corruptie.
Een duurzame kobaltbevoorrading betekent voor ons dat we bij de aankoop van materialen rekening houden met de economische, ecologische en sociale prestaties van onze leveranciers, en met de sociale en ecologische impact van bevoorrading. Voor de aankoop van kobalt implementeerden wij een baanbrekend kader voor duurzame aankoop voor kobalt (Sustainable Procurement Framework for Cobalt) en verkregen wij als eerste externe validatie voor onze aanpak op dit gebied.
Een van de duurzaamheidsaspecten van de bevoorradingsketen voor batterijen omvat de omstandigheden waarin grondstoffen worden gewonnen en verwerkt. Umicore is zich bewust van de duurzaamheidsrisico's bij het winnen van kobalt, vooral in de Democratische Republiek Congo. Bij artisanale en kleinschalige mijnbouwactiviteiten spelen vaak kwesties als schending van de mensenrechten, kinderarbeid, ongezonde en onveilige werkomstandigheden. In 2004 besliste Umicore om bij haar bevoorrading niet langer kobalt uit die artisanale en kleinschalige mijnbouw te halen.
Umicore is het eerste bedrijf ter wereld dat een kader voor duurzame aankoop voor kobalt introduceerde en externe validatie kreeg voor de aanpak van ethische bevoorrading. Met dat kader beperken we het risico op een verband tussen kobalt in onze bevoorradingsketen, en dus die van onze klanten, en schending van mensenrechten of onethische bedrijfsvoering. Dankzij die specifieke aanpak, die wij in 2004 introduceerden, kon het kader verder ontwikkelen en pakken we nu ook specifieke risico's aan rond onethische mijnbouwpraktijken, zoals kinderarbeid en ongezonde en onveilige werkomstandigheden. Regelmatige,
onafhankelijke audits zorgen ervoor dat onze bevoorrading conform de beleidslijnen blijft.
We voeren gedetailleerd onderzoek en risicobeoordelingen van onze leveranciers uit om ervoor te zorgen dat de materialen in onze bevoorradingsketen traceerbaar zijn. Dit omvat bezoeken aan fabrieken, doorlichtingsrichtlijnen en -procedures en, waar nodig, de ontwikkeling van verbeteringsprogramma's. In 2020 voerden we opnieuw due diligence-activiteiten uit voor alle aangekochte kobaltmaterialen voor herlaadbare batterijen, gereedschap, katalysatoren en diverse andere toepassingen. In 2019, testte Umicore een nieuw auditprotocol voor locaties door een onafhankelijke partij bij onze grootste kobaltleverancier, met het plan om dit vanaf 2020 uit te rollen naar andere leveranciers. Ten gevolge van de COVID-19 pandemie was de invoering van onze nieuwe audit voor derden niet mogelijk. Umicore heeft al wel de maatregelen gevolgd die tijdens de audit van vorig jaar werden genomen.
Umicore heeft in 2020 voor het zesde jaar op rij van PwC, als derde partij, de verzekering gekregen dat onze kobaltaankopen verlopen volgens de voorwaarden die in het kader werden vastgelegd. Het aandeel kobalt van gerecycleerde oorsprong, dat ook in het kader van het garantieproces is geëvalueerd, is gedaald tot 4% in 2020, tegenover 9% in 2019, deels als gevolg van de impact van COVID-19 op de beschikbaarheid van kobalthoudende industriële bijproducten en materialen op het einde van de levenscyclus voor recyclage.
Het Due Diligence Compliance Report for Cobalt Procurement van 2020, en van voorgaande jaren zijn online beschikbaar.
Umicore ondersteunt ook de ontwikkeling van traceerbaarheidsprojecten binnen de sector. In 2019 introduceerde het Cobalt Institute het Cobalt Industry Responsible Assessment Framework (CIRAF). Dit beheerskader versterkt de positie van kobaltproducenten en -aankopers bij de beoordeling, beperking en rapportering van risico's bij verantwoorde productie en aankoop in hun activiteiten en bevoorradingsketen. Umicore rapporteert over onze bevoorradingsketen via het CIRAF, dat we mee ontwikkelden.
In 2020 werd de aanpak van de bevoorradingsketen van Umicore afgestemd op de vereisten van niveau 3 van de CIRAF, een verbetering ten opzichte van niveau 2 in 2019. Het nalevingsrapport voor 2020 is online beschikbaar.
In de Battery Alliance ondersteunt Umicore verder de ontwikkeling van een batterijpaspoort. Dit paspoort moet duidelijkheid bieden over de oorsprong, de transformatie, het gebruik en het einde van de levensduur van grondstoffen. In het paspoort wordt de oorsprong van batterijmaterialen tijdens hun volledige levensduur via een internationaal digitaal platform geregistreerd en bewaakt, zodat onaanvaardbare sociale of ecologische praktijken uitgeroeid worden en niet-duurzame materialen van de markt gehaald worden.
Umicore's kader voor duurzame aankoop van kobalt is in het Engels beschikbaar op
In 2020 kwam 77% van de inkomsten van de Groep uit activiteiten die producten of diensten leveren die rechtstreeks aan schone mobiliteit en aan recyclage zijn gekoppeld, tegenover 75% in 2019, en een stijging van 18% ten opzichte van 2016, toen we startten met de opvolging van inkomsten op die manier. Een groot deel van de materialen en diensten van de overige 23% aan inkomsten beantwoorden aan specifieke maatschappelijke behoeften, zoals verbeterde connectiviteit (materialen voor hoogwaardig glas, displays) of een lager energieverbruik (materialen voor gebruik in energie-efficiënte verlichting, zoals leds).
Onze focus ligt daarbij vooral op activiteiten die oplossingen bieden rond schone mobiliteit en grondstoffenschaarste.
Umicore speelt een pioniersrol in de bevordering van een duurzame waardeketen voor batterijen en was het eerste bedrijf dat haar klanten batterijmaterialen leverde van een gecertificeerde duurzame en ethische oorsprong. Wij zijn er sterk van overtuigd dat meer transparantie in de waardeketen de duurzaamheid van de batterij-industrie zal vergroten. Daarom heeft Umicore zich aangesloten bij Glencore, ERG en CMOC in het Re|Source-consortium. Re|Source ontwikkelt een blockchain-platform voor de hele sector om de oorsprong van de grondstoffen te traceren en ze te volgen doorheen de hele waardeketen van batterijen.
Om een duurzame voorkeursleverancier te zijn, werken wij rechtstreeks met onze klanten samen om aan hun milieueisen te voldoen en maken wij onze eigen prestaties en ambities bekend. De voorbije jaren hebben sommige klanten gekozen voor een beoordeling door een derde partij van duurzame leveranciers. Voor deze klanten rapporteert Umicore aan CDP (zie reacties: CDP). Umicore heeft de emissies sinds 1999 volledig opgevolgd en erover gerapporteerd. In 2010 werden de reductiedoelstellingen opgenomen in onze strategische aanpak. We slaagden erin onze uitstoot sterker te verminderen dan onze doelstellingen toen, en in het kader van Horizon 2020 zetten we ons in voor een voortdurende verbetering van onze milieuprestaties, zelfs als we blijven groeien.
In 2020 ontving Umicore van EcoVadis de Platinum Medal in Corporate Social Responsibility, waarmee we tot de beste 1% van onze sector behoren in het wereldwijde EcoVadis-netwerk van meer dan 65.000 beoordeelde bedrijven.
Om onze duurzaamheidsdoelstelling om te zetten in een groter concurrentievoordeel is het essentieel dat we goed begrijpen welke impact onze producten hebben op de wereld, zodat we dit kunnen gebruiken om de voetafdruk van onze producten en diensten te verkleinen. Bij Umicore werken de business units samen met de afdeling EHS aan life cycle assessments (LCA): zij bepalen de impact van producten en diensten doorheen de hele levenscyclus op het milieu en leggen een referentiewaarde vast waartegen verbeteringen kunnen worden gemeten. We delen wat we leren en werken mee aan projecten van diverse
verenigingen, zoals het Nickel Institute, de International Platinum Association en het Cobalt Institute. We voeren op permanente basis LCA's uit voor onze materialen. Aan de hand van die gegevens kan Umicore een unieke combinatie van materiaalchemie, energiemix en gerecycleerd materiaal gebruiken om zo een lagere impact op het milieu en mobiliteit met een lager CO2 -gehalte te bekomen. Umicore blijft selectieve producten en diensten met specifieke duurzaamheidsvoordelen ontwikkelen om aan de groeiende duurzaamheidsvereisten van onze klanten te voldoen.
Voor innovatieve toepassingen zoals cleantech en hoogtechnologische halfgeleiders biedt germanium een enorm potentieel. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het metaal een centrale plaats inneemt in onze circulaire ambities. Zo hebben we de laatste 5 jaar grote stappen gezet richting 100% duurzaam germanium. Germanium dat gewonnen wordt bij zinkproductie heeft een voetafdruk die 85% kleiner is dan germanium dat voortkomt uit steenkool. Bij gerecycled germanium is het verschil zelfs 95%. Hoe we er vandaag voorstaan? Zowat 50% van het germanium dat Umicore gebruikt, is gerecycled, terwijl ruim twee derde van de andere helft uit industriële bijproducten komt, en niet steenkool. We werken ook samen met bedrijven van over heel de wereld om innovatieve methodes te ontwikkelen voor de recuperatie van germanium uit productieprocessen en afvalstromen.
Voor meer informatie over Umicore's aanpak van Germanium, zie Wij nemen het voortouw in de winning en recyclage van duurzaam germanium.(p. 53)
Bekijk onze producten en diensten op: UMICORE.COM/INDUSTRIES
Umicore's virtuele beursstand
Elk jaar neemt Umicore deel aan meer dan 60 handelsbeurzen, waar we onze klanten en potentiële klanten persoonlijk ontmoeten en met hen praten. Als gevolg van COVID-19 werden bijna alle beurzen uitgesteld, geannuleerd of vervangen door virtuele evenementen.
Hoewel onze commerciële teams nog steeds de voorkeur geven aan live-evenementen waar er interactie met de klant mogelijk is, beseften we al snel dat we de kans om deel te nemen aan virtuele handelsbeurzen niet konden laten liggen. Group Communications begon met de ontwikkeling van een nieuw concept van virtuele standen die kunnen worden aangepast aan de verschillende
business units. Al snel verscheen een eerste project: de e-scrap conferentie, een belangrijke vakbeurs over elektronisch afval. Als wereldspeler op het vlak van recyclage en elektrisch schroot, was Precious Metals Refining (PMR) niet alleen één van de exposanten, maar ook de enige met een virtuele stand. Over pioniers gesproken!
Omdat de beslissing om de e-scrap conferentie om te vormen tot een virtueel evenement laat werd gecommuniceerd, werd het een race tegen de klok om onze allereerste virtuele stand op tijd klaar te krijgen. Werner Appel, hoofd van Exhibitions & Events: "Een team van mensen uit de Verenigde Staten, Duitsland, Brazilië en België heeft heel hard gewerkt om de eerste virtuele beursstand van PMR net op tijd klaar te krijgen. Ik ben er trots op dat we al onze business units dit platform kunnen bieden om hun activiteiten virtueel voor te stellen en te interageren met hun klanten".
Tijdens de tweedaagse conferentie over e-schroot werkte een heel team letterlijk achter het scherm. Lies Geunens, Junior Supply Manager Recyclables bij PMR was een van hen. " We waren het enige bedrijf met een aangepaste virtuele stand die volledig in lijn was met de look en feel van onze beursstand op fysieke evenementen. Het feit dat we daar stonden met een virtuele stand toont aan wat een innovatief bedrijf Umicore is. " Bezoek één van onze virtuele beursstanden op: VIRTUAL-BOOTH-U.COM
In het kader van het Umicore-klimaatactieprogramma, dat sinds 2019 bestaat, daagden we onze medewerkers uit om vernieuwende ideeën in te dienen die onze ecologische voetafdruk op alle mogelijke vlakken verkleinen, van kleine aanpassingen op kantoor tot verantwoorde zakenreizen wereldwijd. Er kwam massaal reactie op de oproep. In Duitsland bijvoorbeeld werden meer dan 50 ideeën ingediend, waarvan er momenteel 31 zijn geïmplementeerd. In China werden meer dan 100 ideeën ingediend waarvan er 84 zullen worden uitgevoerd. UMICORE.COM/STORIES
Waarde verhogen door efficiënt gebruik van metalen, energie en andere stoffen.
1 Regelgevende en wettelijke context
8 Klimaat en milieu
3 Technologie en substitutie
Umicore Integrated Annual Report 2020 Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
-59% METAALUITSTOOT NAAR WATER VS. 2015
SECUNDAIRE EN EINDELEVENSDUURMATERIALEN IN DE BEVOORRADINGSMIX
Als onderdeel van onze inzet voor duurzaamheid houden we rekening met de milieu-impact van onze activiteiten. We willen onze milieuprestaties steeds verbeteren. We voeren risicobeheerstrategieën in die gebaseerd zijn op betrouwbare gegevens en degelijke wetenschap. We werken actief aan het beheer en de sanering van risico's door activiteiten uit het verleden. We stimuleren een verantwoord ontwerp, (her)gebruik, recyclage en verwijdering van onze producten.
We meten ons succes aan ons vermogen om duurzaamheid in een concurrentievoordeel om te zetten en onze energie- en materiaalefficiëntie te verbeteren tegenover ons referentiejaar 2015.
Dat omvat onder meer bijproducten uit andere non-ferroindustrieën, afgedankte consumptiegoederen en industriële producten en e-schroot. Ons -efficiëntieproceseco omvat de maximalisering van zowel de fysieke recyclage van materialen als de daaruit verkregen inkomsten, met minimale milieubelasting en totale kosten. We herwinnen en verkopen edel-, speciale, secundaire en basismetalen. Ons kringloopbedrijfsmodel maximaliseert het hergebruik van grondstoffen.
Onze strategie bestaat uit het aanpakken van de toenemende wereldwijde grondstoffenschaarsteen het bereiken van materiaalefficiëntie. Tijdens het streven naar onze Horizon 2020-doelstelling hebben we consequent meer dan de helft van onze materialen uit niet-primaire bronnen gehaald. 64% van de materialen die we gebruikten kwam in 2020 van producten aan het einde van hun levensduur of was van secundaire oorsprong, terwijl 34% van primaire oorsprong was.
In onze Horizon 2020-strategie kozen we energie-efficiëntie en de beperking van metaalemissies als cruciale prestatie-indicatoren voor eco-efficiëntie. We werken aan initiatieven voor eco-efficiëntie om een sterke waarde en een concurrentievoordeel te genereren, onze ecologische voetafdruk te verlagen en de aanvaarding van onze activiteiten te verbeteren. We vinden ook dat doorlopende monitoring, controle en rapportering van onze prestaties met betrekking tot andere milieuaspecten even belangrijk zijn. Onze Horizon 2020-benadering voor voortdurende verbetering resulteerde in een verbeterde efficiëntie en een beperking van onze impact.
Umicore geeft prioriteit aan O&O ter ondersteuning van onze Horizon 2020-ambities door een focus op de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor materialen en processen. Ons vermogen om een pijplijn te creëren voor die innovaties en oplossingen is een belangrijk onderdeel van onze langetermijnprestaties op het gebied van eco-efficiëntie.
RESULTAAT VERMINDERING METAALUITSTOOT NAAR WATER
RESULTAAT VERMINDERING METAALUITSTOOT NAAR LUCHT
Wij produceren materialen voor herlaadbare batterijen voor elektrische voertuigen en katalysatoren om de uitstoot van transport en de industrie te beperken. Met onze kringlooprecyclage van metalen en producten aan het einde van hun levensduur beschermen we natuurlijke hulpbronnen. In onze eigen activiteiten streven we naar een verdere verbetering van de energie-efficiëntie tegenover de niveaus van 2015.
We blijven ons energieverbruik op alle sites verder monitoren en reguleren. We moedigen sites met een groter verbruik extra aan om energie-efficiënte projecten te ontwikkelen en verplichten ze hierover te rapporteren. Meerdere Umicore-vestigingen implementeerden de ISO 50001-energie-efficiëntienorm. De twee grootste sites in België maken al sinds 2004 deel uit van het energie-efficiëntieconvenant met de Vlaamse regering.
In 2020 waren 26 vestigingen verantwoordelijk voor 95% van het energieverbruik van de Groep. Doorheen het jaar voerden we op die sites in totaal 38 energie-efficiëntieprojecten in. Tegen het einde van 2020 verminderde Umicore haar energieverbruik met 17% in vergelijking met het referentiejaar 2015, met een aanpassing voor de grotere productie. Dat resultaat danken we aan de combinatie van een verbeterde productiviteit en de voortdurende implementatie van energie-efficiëntieprojecten. In de afgelopen vijf jaar werden 189 efficiëntieprojecten geïmplementeerd, waarvan het gros betrekking had op warmte, HVAC, verlichting en procesefficiëntie.
Als we kijken naar onze koolstofuitstoot, zien we een daling van 7% ten opzichte van 2019. In 2020 bouwden we een salpeterzuurfabriek op onze site in Hoboken, waar we ook zwavelzuur produceren. Stikstofoxide, een bijproduct van de productie van zwavelzuur dat ook wel lachgas wordt genoemd, is een broeikasgas dat
ongeveer 300 keer meer invloed heeft op de opwarming van de aarde dan kooldioxide (CO2 ). Door het stikstofoxide dat vrijkomt tijdens de productie op te vangen en om te zetten in salpeterzuur vermijden we dat er stikstofoxide wordt vrijgegeven in de lucht. Zo verminderen we onze koolstofvoetafdruk met bijna 40.000 ton CO2/jaar en maken we van afval een grondstof – een pijler van het Umicore-bedrijfsmodel. In vergelijking met de start van onze Horizon 2020-strategie is onze koolstofuitstoot met 3% gestegen. In die periode heeft Umicore haar operationele voetafdruk uitgebreid en de productielijnen opgedreven, en bleven we ondertussen voortdurend onze processen verbeteren. U vindt meer informatie bij toelichting E3(p. 199).
In het kader van ons engagement voor een duurzame werking begonnen we de afgelopen jaren te onderzoeken hoe groot het aandeel hernieuwbare energie is in onze aangekochte energiemix. 2019 was het eerste jaar waarin we bij onze sites systematisch informatie verzamelden over de aangekochte elektriciteit uit wind-, zonne- en/of biomassa-energie en het resultaat konden rapporteren. In 2020 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in Umicore's aangekochte energiemix 15%. U vindt meer informatie bij toelichting E4(p. 200).
Hoewel het in sommige regio's waar we het meest actief zijn een uitdaging kan zijn om het aandeel hernieuwbare energie in onze aangekochte energiemix zelf te bepalen, streeft Umicore actief naar een verhoging van dat aandeel.
We controleren de impact van metaalemissies op het milieu – water en lucht – en nemen initiatieven om die te verminderen. Elk uitgestoten metaal heeft een specifiek potentieel toxiciteitsniveau voor het milieu en de volksgezondheid. Daarom richten we ons op het verminderen van de impact van onze uitstoot. Het doel voor Horizon 2020 was om de impact van metaalemissies te verminderen ondanks groeiende productievolumes. Hoewel de monitoring op alle sites wordt voortgezet, concentreren we de rapportering vooral op de 10 of minder sites die bijdragen aan 95% van de emissies, uitgedrukt in de mate van impact. In 2020 is de
impact van de metaalemissies naar de lucht met 67% gedaald tegenover 2015, vooral dankzij verdere inspanningen om de filtratieen procesefficiëntie te verbeteren. In vergelijking met 2015 en bij aanpassing naar het activiteitenniveau daalde de impact van de metaalemissies naar water in 2020 met 59%. U vindt meer informatie bij toelichting E2(p. 196).
Umicore is een wereldwijd bedrijf met een internationale voetafdruk. Met onze producten en diensten bevinden we ons in een uitzonderlijke positie om in te spelen op wereldwijde megatrends, zoals de behoefte aan schonere lucht en een verantwoordelijk beheer van hulpbronnen. In onze procesontwerpen staan milieuprestaties en veiligheid centraal.
Umicore blijft geavanceerde technologieën voor emissiecontrole en batterijmaterialen leveren en ijvert voor meer technologieën voor schone energie en schone mobiliteit. We benadrukken ook het verband tussen de kringloopeconomie en verantwoordelijke bevoorrading, efficiënt beheer van hulpbronnen en afval en recyclage van hoge kwaliteit. We willen duurzaamheid omzetten in een groter concurrentievoordeel via ons unieke bedrijfsmodel en onze inzet voor een ethische en verantwoordelijke bevoorrading.
Door onze inzet voor duurzaamheid houden we rekening met de milieu-impact van onze activiteiten terwijl we groeien en onze capaciteit uitbreiden. Bij onze keuze om nieuwe sites te bouwen of bestaande sites uit te breiden houden we rekening met een groot aantal factoren.
Zo selecteerden we onze nieuwe site in het Poolse Nysa omdat die dicht bij onze Europese klanten ligt (minder impact van het transport van onze producten), er geschoold technisch personeel is en er koolstofarme elektriciteit voorradig is. De vestiging in Nysa zal wind-, waterkracht- en fotovoltaïsche energie gebruiken.
Een actief beheer en de sanering van risico's door activiteiten in het verleden maken integraal deel uit van de Umicore Way. Ons proactieve programma voor de evaluatie en, waar nodig, sanering van bodem- en grondwatervervuiling boekt elk jaar verdere vooruitgang. Meer info vindt u in toelichting E7(p. 203).
De voorgestelde groene zone bij Umicore Hoboken
De Umicore-site in Hoboken is een van de grootste raffinaderijen van edelmetalen ter wereld en biedt recyclage- en raffinagediensten voor edelmetaalhoudende materialen zoals bijproducten van de industrie, elektronisch schroot en gebruikte industriële en autokatalysatoren. Sinds enkele decennia worden de bloedwaarden van kinderen die in de buurt van de fabriek wonen tweemaal per jaar door de overheden gecontroleerd. In juli 2020 vertoonden de metingen van kinderen die in de buurt van de Umicorerecyclagefabriek in Hoboken wonen verhoogde loodgehaltes in hun bloed na verschillende jaren van gestage dalingen en een historisch laag gehalte in 2019. Hoewel het onderzoek naar de hoofdoorzaak geen belangrijke rechtstreekse bron van looduitstoot in de fabriek aan het licht bracht, is Umicore zich ervan bewust dat de risico's in verband met lood te allen tijde goed moeten worden beheerd. Er zijn verschillende acties ondernomen om diffuse emissies te verminderen en te zorgen dat de lokale gemeenschap en de industrie op duurzame wijze naast elkaar kunnen bestaan.
Lees het volledige artikel op UMICORE.COM/STORIES
Luchtfoto van Umicore Olen
Van 1922 tot het einde van de jaren 1970 produceerden de voorgangers van Umicore radium- en uraniumproducten in Olen, België. Tot in de jaren 1960 was radium de enige behandeling tegen kanker. Uraniumoxide werd gebruikt in brandstofstaven voor kerncentrales. Sinds de jaren '70 is er geen radium- of uraniumproductie meer op de site van Olen. Alle gebouwen en installaties waar radioactief materiaal werd verwerkt, zijn ontmanteld. De opslagplaats voor reststoffen is gesaneerd om eventuele nadelige gevolgen voor werknemers, omwonenden of het milieu uit te sluiten.
Sommige laagradioactieve residu's van deze vroegere activiteiten blijven over en worden opgeslagen in de Umicore-site in Olen met behulp van de best beschikbare technieken en in overleg met de autoriteiten. Deze residuen kunnen op geen enkele manier vergeleken worden met het radioactieve afval van kerncentrales. Het afval van kerncentrales is categorie C-afval (volgens de classificatie van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie),
dat sterk radioactief is en een aanzienlijke hoeveelheid warmte produceert. Dergelijk afval moet worden begraven op een diepte van enkele honderden meters. De residuen die aanwezig zijn op de site van Umicore (hoofdzakelijk residuen van categorie A en een kleine hoeveelheid residuen van categorie B) hebben een zeer lage radioactiviteit en worden opgeslagen volgens de richtlijnen van de bevoegde federale agentschappen.
In Olen beschikt Umicore over ultramoderne opslagfaciliteiten voor industriële residuen waarvan slechts een kleine fractie licht besmet is. Er is op de site een speciale faciliteit - gebouwd in de jaren 80 voor de opslag van licht radioactief materiaal. Er worden regelmatig strenge inspecties uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten.
Hoewel een studie uit de jaren '90 - die vandaag nog steeds van toepassing is - stelde dat "er momenteel geen gevaar is voor de volksgezondheid en het leefmilieu", heeft Umicore naar een langetermijnoplossing gezocht om de veiligheid bij de opslag van het historische radioactieve afval te maximaliseren. Umicore heeft de terreinen buiten de fabriek gesaneerd om de bestaande omstandigheden blijvend te verbeteren en op lange termijn een doeltreffende bescherming te bieden aan mens en milieu. Wij blijven met de autoriteiten samenwerken voor toezicht en langetermijnoplossingen.
Umicore heeft een controleprogramma opgezet met een externe stralingsdeskundige en een periodieke rapportering aan de autoriteiten. Dit programma omvat visuele inspectie om de integriteit van de externe grasbedekking te verzekeren, metingen van radonemissies, stabiliteitsmetingen en monitoring van de grondwaterkwaliteit. De regering heeft bevestigd dat er geen risico's zijn voor de gezondheid van werknemers, omwonenden of het milieu.
"Er is geen gevaar voor de volksgezondheid." -- FANC, Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
HET ERFGOED VAN DE UMICORE-VESTIGING IN OLEN
Sinds 2009 werken de federale en gewestelijke agentschappen (FANC, NIRAS en OVAM) samen met Umicore om een langetermijnoplossing te vinden voor de opslag van historisch radioactief afval. Begin 2020 publiceerde de federale regering via het FANC en NIRAS een visiedocument waarin een definitieve opslagbestemming voor het afval wordt voorgesteld om voor eens en voor altijd af te rekenen met de historische radioactieve erfenis op de site van Olen. Umicore staat volledig achter de voorgestelde aanpak en werkt samen met de autoriteiten aan de planning van de volgende stappen in deze belangrijke stap voorwaarts naar een duurzame en overeengekomen oplossing op lange termijn voor de radioactieve erfenis van Olen. Werkgroepen bestaande uit vertegenwoordigers van OVAM, NIRAS, FANC en Umicore worden gevormd om dit programma vorm te geven.
Hoewel er momenteel geen verdere actie nodig is, is de voortdurende proactieve en constructieve samenwerking tussen het FANC, de gemeente Olen en Umicore publiekelijk bevestigd door de buren en door de lokale autoriteiten.
"We hebben altijd een open dialoog gehad met Umicore over radioactiviteit." -- Seppe Bouquillon, burgemeester van Olen, België
De burgemeester van Olen gelooft de deskundigen van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en Umicore wanneer zij zeggen dat er geen onmiddellijk gevaar is voor de volksgezondheid en het milieu*. (Bron: Belga)
\* Burgemeester van Olen: 'Steeds open overleg gehad met Umicore over radioactiviteit' - België - Knack
Als materiaaltechnologiebedrijf hangt ons toekomstig succes af van ons vermogen om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en op de markt te brengen. We willen beantwoorden aan de behoeften van een snel veranderende wereld en zoeken voortdurend naar nieuwe oplossingen voor onze klanten. Met ons onderzoek en ontwikkeling (O&O) willen we een aantal van de grootste maatschappelijke uitdagingen wereldwijd aanpakken op het gebied van schone mobiliteit, schone lucht, grondstoffenschaarste en duurzaamheid.
We prioriteerden onze O&O-programma's zo dat ze onze ambities op korte en lange termijn ondersteunen, met een focus op de ontwikkeling van materiaaloplossingen met een kringloopmodel. We investeren continu in onderzoek om te voldoen aan de groeiende vraag naar materialen voor schone mobiliteit en kwalitatieve recyclage van edelen andere waardevolle metalen. Naast onze belangrijkste strategische domeinen verkennen we nieuwe ontwikkelingen in aangrenzende en nieuwe markten op basis van onze expertisedomeinen.
Van productie- en procestechnologie tot uitgebreide kennis van metallurgie en materiaalwetenschap – een groot deel van onze technologie vindt zijn oorsprong in de resultaten van O&O. Umicore ontwikkelt bovendien ook technologie in samenwerking met industriële en academische partners en beschermt waar nodig haar intellectuele eigendom met octrooien. In 2020 werden 63 octrooiaanvragen ingediend.
Umicore blijft investeren in O&O en trekt internationaal wetenschappelijk talent aan om de volgende generatie van duurzame producten en procestechnologieën voor onze klanten te ontwikkelen.
Onze O&O-medewerkers hebben 35 nationaliteiten, werken op 15 locaties en in 2020 was 1 op de 4 een vrouw.
In de afgelopen vijf jaar stegen onze investeringen in O&O met 40%. In 2020 investeerde Umicore € 223 miljoen in O&O, 6% meer dan in 2019, grotendeels voor de ontwikkeling van product- en procestechnologieën voor materialen voor herlaadbare batterijen, nieuwe groeiactiviteiten en competentieontwikkeling. De O&O-uitgaven vormen 7% van de inkomsten en de gekapitaliseerde ontwikkelingskosten waren goed voor € 32 miljoen euro.
Miljoen euro
De trend van schone mobiliteit met emissievrije ambities van 'well to wheel', leidt naar een combinatie van elektrische en hybride voertuigen, brandstofcelvoertuigen en CO2 neutrale verbrandingsmotoren.
Umicore bekleedt een unieke positie in de markt van materialen voor schone mobiliteit bij alle aandrijvingstechnologieën. We zijn een van de drie wereldleiders in emissiebeperkende katalysatoren voor verbrandingsmotoren en toonaangevend leverancier van materialen voor herlaadbare batterijen die in elektrische voertuigen worden gebruikt en van katalysatoren voor brandstofceltoepassingen.
De wetgeving vereist steeds vaker dat benzinewagens worden uitgerust met roetfilters. Wij richten ons vooral op kosteneffectieve verbeterde katalysatortechnologieën voor voertuigen met benzineen dieselmotoren om aan de toenemende strengere voorschriften te voldoen. Umicore werkt bij deeltjesfilters voor benzinemotoren aan het optimaliseren van de verdeling van katalytisch materiaal in de poriën van de filter, zodat een optimaal evenwicht tussen tegendruk, filterefficiëntie en chemische reactiviteit ontstaat.
Als reactie op COVID-19 hebben herstelprojecten over de hele wereld de invoering van duurzame technologieën, zoals elektrische voertuigen, versneld. De sleutel tot het drukken van de totale kosten voor eigenaars van elektrische wagens en het verbeteren van de milieuvoetafdruk van hun batterijen ligt bij een verhoogde energiedensiteit. Naarmate auto's op batterijen steeds gangbaarder worden, ontstaan er verschillende gebruikerssegmenten, elk met hun eigen behoeften qua kosten en prestaties. Dat biedt mogelijkheden voor materiaaloplossingen op maat. Onderzoekprogramma's voor kathode- en anodematerialen met nieuwe samenstellingen, of voor batterijen met een hogere
spanning, komen tegemoet aan die toekomstige behoeften. Om synchronisatie met de marktvraag te verzekeren, wordt dit soort innovatie vaak uitgevoerd in nauwe samenwerking met onze externe partners die monsters van onze producten van de volgende generatie testen.
De elektrokatalysatoren van Umicore spelen een cruciale rol in protonuitwisselingsmembraanbrandstofcellen die worden gebruikt in stationaire en mobiliteitstoepassingen in de wereldwijde transitie naar nulemissie. Ons aanbod brandstofcelkatalysatoren omvat alle relevante technologieën voor toepassingen met zowel anodeals kathode-elektroden. Umicore's O&O verbetert de robuustheid van de brandstofcel onder kritieke werkomstandigheden met behulp van platina en platinalegering op koolstofkatalysatoren en speciale beschermende additieven om de prestatievereisten in autotoepassingen te halen.
Umicore is 's werelds toonaangevendste recyclagebedrijf van complexe afvalstromen met edel- en andere waardevolle metalen, onder meer uit batterijen, elektronica en katalysatoren. Met ons kringloopbedrijfsmodel blijven we ons ook in de nabije toekomst onderscheiden. De recyclage van Umicore is niet alleen de hoeksteen van de duurzame ontwikkeling in verschillende sectoren, maar met de toelevering van metaalproducten en recyclage onder één dak is Umicore ook de partner bij uitstek voor het beheer van metalen doorheen de hele kringloop, met een betrouwbare bevoorrading en financiële optimalisatie van zowel het werkkapitaal als de blootstelling aan de metaalprijzen in de waardeketen.
De innovatieprojecten voor recyclage volgen de trends in de sector op de voet. In 2020 hadden we bij de recyclage van batterijen niet alleen aandacht voor het recyclageproces, maar ook voor de veiligheid en ergonomie van de activiteiten en hoe die kunnen worden ondersteund door automatisering en robotisering. We begonnen uit te tekenen hoe de stadsmijn van de toekomst eruit kan zien en hoe dat nieuwe flowsheets kan inspireren.
Digitalisering en Industry 4.0 zijn krachtige tools om in tal van domeinen waarde te creëren. Er werden drie initiatieven opgestart om die efficiënt in de hele groep uit te bouwen: ten eerste digitaliseringsrollen en de overeenkomstige opleidingsprogramma's bepalen; ten tweede Umicore-standaardtools invoeren voor bepaalde bedrijfsprocessen, zoals financiële planning, aankoop of de opslag en selfserviceanalyse van operationele gegevens; ten derde een centraal team oprichten dat de businessunits begeleidt bij het opstellen en implementeren van stappenplannen voor de digitalisering. Dergelijke stappenplannen zijn erop gericht waarde te ontsluiten via projecten die een heel spectrum van mogelijkheden bestrijken, van operationele uitmuntendheid en een proactief beheer van onze EHS-prestaties tot een radicaal nieuwe O&Owerkwijze.
Om de economie tegen 2050 klimaatneutraal te maken, moeten we steeds meer gebruikmaken van oplossingen voor schone mobiliteit en hernieuwbare energiebronnen voor elektriciteit aanspreken, zoals waterstof en andere alternatieve koolstofvrije brandstoffen (zoals bijvoorbeeld synthetische brandstoffen, e-brandstoffen en biobrandstoffen). Het uiteindelijke doel: schone, emissievrije en afvalvrije steden. Die evolutie naar afvalvrije stromen zal nog meer de nadruk leggen op een kringloopeconomie bij de aanpak van de grondstoffenschaarste in alle 'slimme' sectoren (zoals mobiliteit, IoT en Industry 5.0).
Door het streven om de industrie koolstofvrij te maken, zal een waterstofeconomie ontstaan met nieuwe opportuniteiten voor innovatie op het gebied van katalyse. Voortbouwend op onze expertise in brandstofceltechnologieën voor stationaire en mobiele toepassingen heeft Umicore haar ontwikkelingsinspanningen op het vlak van anode- en kathodekatalysatoren voor de groene productie van waterstof opgedreven.
Waardecreatie door innovatie gaat verder dan O&O. De businessunit New Business Incubation die in 2019 werd opgericht, groeide in 2020 uit tot de eenheid waarin onze langetermijnonderzoeksprojecten en interne initiatieven, zoals batterijrecyclage, anodes uit siliconencomposiet of oplossingen voor chemische metaalafzetting, worden klaargestoomd om op een termijn van 5 tot 10 jaar uit te groeien tot mature activiteiten.
We versterken continu onze interne competentie-expertise in metallurgie, chemie en materiaalwetenschap en blijven tegelijk ons extern samenwerkingsnetwerk uitbreiden. Ondanks de reisbeperkingen in 2020 bleef Umicore zich inzetten voor open innovatie; een specifiek team faciliteert de samenwerking met tientallen onderzoeksinstellingen, start-ups en universiteiten wereldwijd. Toekomstplanning is meer dan ooit van cruciaal belang dus hebben we een team voor strategische inzichten en analyse samengesteld om een samenhangende visie op toekomstscenario's te ontwikkelen.
Vaak dragen meerdere innovatiedisciplines bij tot het resultaat. Zo hielpen de Umicore-teams voor open innovatie en digitalisering bijvoorbeeld bij het opzetten van de samenwerking met een externe partner voor robotiseringsexpertise voor de recyclage van batterijen. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen Umicore, Imec en andere partners voor de ontwikkeling van een nieuwe sensor voor ruwe industriële omgevingen.
Een wereldwijde, steeds diversere Umicore-gemeenschap van meer dan 1.300 wetenschappers werkt samen met klanten en academische en technologische instellingen om onze vaardigheden aan te scherpen, de kwaliteit van onze producten te verbeteren, onze processen te ontwikkelen, de ontwikkeling te versnellen, de kosten te verlagen, de veiligheid te verbeteren en onze impact op het milieu te verminderen.
We benutten onze topexpertise en ontwikkelen die tot effectieve bouwstenen van onze innovatiemotor. De belangrijkste bouwstenen zijn:
Al die domeinen ontwikkelen zich snel, waardoor kansen ontstaan om onze technologie te verbeteren. We volgen, testen en ontwikkelen die wetenschappelijke en technologische trends en integreren ze in onze ontwikkelingsactiviteiten.
Door een beter begrip van thermodynamica, kinetica en complexe elementinteracties versnelt onze ontwikkeling en kunnen we buitensporig experimentele of pilootvalideringen vermijden. We werken samen met wereldwijde consortia om methodes te ontwikkelen en verfijnen die toepasbaar zijn op de verschillende metallurgische stromen van Umicore.
Vooruitgang op het gebied van modellering levert inzichten op voor de verbetering van materialen en het begrip en de voorspelling van prestaties. Oppervlaktetechniek is belangrijk geworden voor de optimalisering van de productprestaties, als aanvulling op onze expertise op het vlak van materiaalsynthese en colloïdchemie. Een grotere beschikbaarheid en opgedreven ontwikkeling en inzet van nauwkeurige analytische methoden zorgen voor operationele efficiëntie en versnellen zowel ons innovatieproces als onze leersnelheid.
Computationele wetenschap en gegevenswetenschap zijn essentieel in alle fasen van het innovatieproces en spelen een steeds grotere rol bij het optimaliseren van onze workflows. De verwerking van natuurlijke taal bij markt- en technologieintelligentie, beeld- en patroonherkenning, machinaal leren enz. maken van de computationele wetenschap ons snelst groeiende expertisegebied.
Innovatie en onderscheid in technologie blijven essentieel voor onze toekomstige groei. De toekomstgerichte aanpak van Umicore wordt gevoed door onze groeiende expertise. De combinatie van gedetailleerde modellering en toenemende verbeteringen van geïntegreerde procesgegevens, bijgestaan door kunstmatige intelligentie, versnelt het begrip en de verbetering van processen. Onze ambitie is een uitbreiding van onze samenwerkingsprogramma's gericht op het meten en begrijpen van de werking van materialen zodat we steeds betere producten kunnen ontwerpen.
"We gebruiken de kracht van technologie, innovatie en gegevens om mensen te helpen beter te leven en om onze impact op de planeet te verkleinen"
-- An Steegen, CTO
Germaniumhoudend productieschroot van glasvezelkabels
Het is ons permanente streven om van duurzaamheid een competitief voordeel te maken.
Voor hoogtechnologische innovaties zijn de unieke kenmerken van germanium waardevol voor een hele reeks toepassingen. Bovendien is de halfgeleider door de overheidsinstanties van de Europese Unie en de Verenigde Staten erkend als een kritieke grondstof. Zo wordt germanium bijvoorbeeld gebruikt in optische-vezelkabels die nodig zijn voor 5G-connectiviteit, in zonnecellen die satellieten en Marsrovers van stroom voorzien, en in hoogtechnologische halfgeleiders.
Omdat germanium in elementaire toestand niet voorkomt in de natuur, wordt het voornamelijk gewonnen uit de verbranding van steenkool of uit het productieproces van zink, waarbij het als bijproduct vrijkomt. Maar cruciaal voor Umicore als leverancier van duurzame grondstoffen:germanium kan ook gerecycleerd worden.
Onderzoek heeft aangetoond dat de CO2 -voetafdruk van germanium uit zinkproductie 85% kleiner is dan van germanium dat gewonnen wordt uit steenkool. De voetafdruk van gerecycleerd germanium is zelfs 95% kleiner. Duurzaam germanium is dan ook een belangrijk focuspunt binnen onze circulaire inspanningen.
We hebben al grote vooruitgang geboekt in onze zoektocht naar 100% duurzaam germanium, waardoor we de sectorbenchmark voor onze eigen activiteiten erg hoog kunnen zetten. Tussen 2015 en 2020 drong Umicore haar voorraad van germanium uit steenkool zelfs met 50% terug. Vandaag is 50% van het germanium dat Umicore gebruikt, gerecycleerd. Meer dan twee derde van het overige gedeelte wordt gewonnen uit industriële bijproducten. Dankzij die inspanningen worden we wereldwijd beschouwd als de meest duurzame producent van germanium.
Via partnerships heeft Umicore al tal van mijlpalen bereikt. Zo hebben we onder meer:
Naast de identificatie en ontwikkeling van nieuwe manieren voor duurzame germaniumwinning hebben die resultaten ook geleid tot diepgaande, duurzame en impactvolle relaties met onze klanten en partners. De talrijke positieve resultaten daarvan zijn bovendien voordelig voor beiden kanten. Zo biedt het financiële voordelen voor elke partij in de toeleveringsketen, is er een sterkere globale focus op germanium als circulaire grondstof, zijn de industriële processen milieuvriendelijker en nog veel meer.
Bij Umicore vinden we het onze verantwoordelijkheid om ons als industriële wereldspeler te engageren voor een gezondere planeet voor iedereen. We zijn trots op wat we bereikt hebben in samenwerking met onze partners en kijken ernaar uit om de germaniumcirkel verder te sluiten via innovatieve en multidisciplinaire projecten.
Bekijk onze producten en diensten op UMICORE.COM/INDUSTRIES
De volgende generatie vernieuwers zal een belangrijke rol spelen voor een onderneming met een sterke focus op technologie, zoals Umicore.. Wetenschappelijke interesse stimuleren en jongeren uitdagen om na te denken over innovatie zijn belangrijke schakels in het bouwen aan een duurzame toekomst. Wetenschap, technologie, engineering en wiskunde (STEM) geven leerlingen de instrumenten om die toekomst op te bouwen. UMICORE.COM/STORIES Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
behouden
Umicore Integrated Annual Report 2020
21,7% Vrouwen bij Umicore
Wij meten ons succes aan ons vermogen om een veilige werkplek te bieden, een veiligheidscultuur tot stand te brengen bij ons personeel, ons personeel te beschermen tegen blootstellingsrisico's, te verzekeren dat we in alle regio's waar wij actief zijn een voorkeurswerkgever zijn en talent te beheren als motor voor onze gewenste groei.
Wij zijn trots op onze positie als pionier en wereldleider in materiaaltechnologie en duurzaamheid maar beseffen dat we – in een disruptieve sector als de onze – moeten blijven innoveren. We moeten onszelf uitdagen en groeien, als onderneming en als werkgever.
We streven naar een omgeving waarin al onze werknemers succesvol kunnen zijn, die innovatie aanmoedigt, open bloeit dankzij samenwerking, bijdragen beloont en elke medewerker de kans geeft om zich te ontwikkelen.
De verschillende ambities en interesses van onze collega's en nieuwkomers verrijken Umicore met nieuwe perspectieven en nieuwe manieren om samen te werken. Zo vergroten we ons concurrentievoordeel.
Umicore heeft een internationaal profiel en is overal actief, met 10.859 werknemers in 47 productiesites, 15 centra voor onderzoek en ontwikkeling en de ondersteunende kantoren, waaronder ons hoofdkantoor in Brussel.
Bij het ontwerp van onze Horizon 2020-strategie hielden we rekening met toekomstige trends die impact hebben op Umicore, de arbeidsmarkt en de verwachtingen van de samenleving. Onze doelstellingen zijn gericht op veiligheid en gezondheid, talentbeheer, diversiteit en inzetbaarheid – aspecten die de grootste impact zullen hebben op het bereiken van de Horizon 2020 doelstellingen.
Ondanks de concurrentie op de markten maken we grote vorderingen in talentbeheer, diversiteit en werknemersbetrokkenheid. Wij werken verder aan onze langetermijndoelstellingen om ongevallen met werkverlet en beroepsziekten te elimineren en zoeken nieuwe manieren om de betrokkenheid van de collega's te vergroten door het welzijn en de veiligheid op de werkplek te bevorderen.
49 Ongevallen met werkverlet
83% Rapporterende sites zonder ongevallen met werkverlet
1,6% Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd'
In 2020 waren onze algemene veiligheidsresultaten opnieuw teleurstellend, hoewel 83% van de rapporterende sites geen enkel ongeval met werkverlet kende. In december 2020 vond een dodelijk ongeval plaats in de site Cobalt & Specialty Materials van Umicore in Subic, de Filippijnen. Deze tragische gebeurtenis toont eens te meer aan dat de weg om van Umicore een werkomgeving zonder ongevallen te maken nog lang niet voltooid is, zelfs niet in vestigingen met een uitstekende staat van dienst op het vlak van veiligheid, zoals Subic dat al meer dan 13 jaar zonder ongevallen met werkverlet werkte. Umicore registreerde 49 ongevallen met werkverlet in 2020, tegenover 90 in 2019. De frequentiegraad bedroeg 2,52 (4,60 in 2019) en de ernstgraad 0,47 (0,20 in 2019).
In het verleden hebben we gemeld dat er een duidelijke behoefte is aan gedrags- en mentaliteitsverandering om een echte veiligheidscultuur te installeren. Hoewel de afwezigheid op de werkvloer als gevolg van de COVID-pandemie geen invloed had op de ongevallen met werkverlet, hebben we vastgesteld dat de gezondheidsvoorzorgen voor de pandemie de veiligheidscultuur bij Umicore hebben verbeterd. Het gevoel van urgentie in het licht van de crisis, de doelgerichte zorg voor elkaar, in combinatie met een communicatiestijl op de werkvloer die gericht was op veiligheidscoaching,resulteerden in betere veiligheidsprestaties. Het engagement van Umicore voor veiligheid is onwrikbaar en die resultaten bevestigden dat het aanpakken van culturele veranderingen op het vlak van veiligheid de juiste weg is om een aantrekkelijke werkplek te creëren.
In 2020 spitsten we de activiteiten rond procesveiligheid op de uitvoering van risicobeoordelingen toe. Aan het einde van het jaar kreeg meer dan 70% van de productieprocessen specifiek gëevalueerd op de procesgevaren en -risico's volgens de normen van Umicore. Een gedetailleerde planning ter voltooiing van de overblijvende evaluaties de volgende jaren geeft voorrang aan processen met een hoog risicoprofiel.
Umicore vervolgt haar intern HAZOP-leadertrainingsprogramma om de kennis over procesveiligheid te vergroten en te verzekeren.
Umicore levert continu inspanningen om beroepsziekten te elimineren en welzijn op het werk te bevorderen. De belangrijkste gezondheidsrisico's op het werk hebben te maken met blootstelling aan gevaarlijke stoffen en fysieke gevaren (vooral lawaai).
Alle medewerkers die op de werkplek mogelijk worden blootgesteld aan een van deze metalen (arseen, cadmium, kobalt, indium, nikkel, lood en platinazouten) of andere metalen worden opgevolgd in ons bedrijfsgezondheidsprogramma. De Horizon 2020-doelstelling is het aantal individuele metingen boven interne streefwaarden voor beroepsmatige blootstelling tot nul herleiden. Hoewel overschrijdingen van meetwaarden niet noodzakelijk wijzen op risico's voor de betrokkene zijn ze belangrijke indicatoren voor korte of langdurige blootstelling. We gebruiken ze dan ook als basis voor verdere verbeteringen op specifieke sites.
In 2020 namen we in totaal 7.406 biologische stalen af bij werknemers die op het werk werden blootgesteld aan ten minste een van de voorgenoemde metalen (behalve platinazouten). 122 metingen toonden een overschrijding van de interne streefwaarde, wat de totale overschrijdingsgraad op 1,6% brengt, een daling ten opzichte van 1,8% in 2018 en van 3,2% in het begin van de Horizon 2020 strategische cyclus. Een bedrijfsarts controleert regelmatig alle werknemers die beroepsmatig aan metalen worden blootgesteld.
N°
VRIJWILLIG VERTREK PER REGIO
Talentbeheer impliceert het aantrekken en behouden van de juiste mensen op alle niveaus van de organisatie en in een brede waaier van functies, met inbegrip van machineoperatoren, laboratoriumanalisten, kantoorpersoneel en productie-ingenieurs. Onze belangrijkste drijfveren hierbij zijn gekoppeld aan de groeiambities van Horizon 2020 in de sectoren en regio's waar wij actief zijn.
Het aantal werknemers in de integraal geconsolideerde ondernemingen daalde van 11.152 eind 2019 tot 10.859 eind 2020. Die daling is het gevolg van onder meer de fabriekssluitingen in Tulsa (Automotive Catalysts) en Wickliffe (Cobalt & Specialty Materials) in de VS.
Umicore kan leiders van een hoog niveau aantrekken, ontwikkelen en behouden door hen aantrekkelijke en uitdagende leiderschapsposities aan te bieden.
In 2020 heeft Umicore, aansluitend op de resultaten van de talentbeoordeling van het voorgaande jaar, mentoringprogramma's met gerichte ontwikkelingsprogramma's voor opkomend talent en voor jong toptalent ingevoerd. Die programma's zorgen voor de ontwikkeling van brede profielen en bieden multifunctionele ontwikkelingskansen.
In 2020, is onze algemene retentiegraad toegenomen tot 96%, een stijging tegenover 94% in 2019.
Er blijven grote regionale verschillen, met het hoogste percentage vrijwillige vertrekkers in Azië-Pacific van 9,25%, een verbetering ten opzichte van 11,87% in 2019.
Umicore biedt haar managers in alle regio's eenzelfde opleidingscurriculum aan en bevordert loopbaanontwikkeling met een interne online vacaturetool wat interne mobiliteit verhoogt. Opleiding bij Umicore combineert traditionele klassikale modules met e-learning en praktische opleidingen.
In 2020 bedroeg het gemiddelde aantal opleidingsuren per werknemer 36 uur, een daling tegenover 49 uur in 2019, voornamelijk als gevolg van COVID-19. Door de pandemie werden de opleidingen anders georganiseerd: in kleinere groepen en met respect voor de sociale afstand, waar persoonlijke aanwezigheid mogelijk was, en via onlinesessies. Sommige opleidingen werden uitgesteld of geannuleerd. In 2020 waren er minder opleidingsuren voor managers (27 uur) dan voor andere werknemers (39 uur).
GEMIDDELD AANTAL TRAININGSUREN PER MEDEWERKER Uren / medewerker
Umicore tracht zo veel mogelijk voordeel te halen uit diversiteit, bijvoorbeeld op het vlak van geslacht, cultuur en etniciteit. Bij Umicore zijn we ervan overtuigd dat meer diversiteit in de managementteams de kwaliteit van het beslissingsproces ten goede komt.
Umicore heeft een groepsbeleid voor diversiteit ontwikkeld om een inclusieve werkcultuur te ondersteunen die gelijke kansen biedt en leidt tot een hoog niveau van engagement bij alle werknemers, ongeacht hun achtergrond. Diversiteit omvat geslacht, godsdienst, ras, nationale of etnische afkomst, culturele achtergrond, sociale groep, beperking, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, leeftijd en politieke overtuiging.
We streven vooral naar een bredere culturele vertegenwoordiging in onze managementteams. Gezien het feit dat 60% van onze inkomsten buiten Europa wordt gegenereerd en onze groeiende mondiale voetafdruk, besloten we actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat niet-Europeanen beter vertegenwoordigd zijn in ons topmanagement. Momenteel wordt 20% van de hoogste managementfuncties bij Umicore ingevuld door niet-Europeanen, een stijging tegenover 18,5% in 2019 en 16,7% in 2016. Onze inspanningen worden voortgezet, omdat een beter evenwicht in dit opzicht ons in staat zal stellen zakelijke beslissingen te nemen die beter zijn afgestemd op de markten die wij bedienen.
Net zoals in 2019, heeft Umicore in 2020 werknemers van 74 nationaliteiten in 2020.
Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd op hogere managementniveaus bij Umicore. Hoewel dit gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan het feit dat chemiebedrijven doorgaans minder vrouwen aantrekken, kunnen de loopbaanvooruitzichten voor getalenteerde vrouwen binnen Umicore nog worden verbeterd. In 2020 was slechts 21,6% van de Umicore-werknemers vrouw, een lichte stijging ten opzichte van 2019. Dit wordt toegeschreven aan de aard van industriële activiteiten, waar kandidaten meestal mannen zijn. Desondanks blijven we streven naar een inclusieve en diverse werkplek.
Onze algemene focus blijft liggen op het aanwerven en ontwikkelen van vrouwelijke managers. In 2020 was 30% van de aangeworven managers vrouw. Het aantal vrouwen in managementfuncties is langzaam toegenomen van 18,65% in 2010 tot 23% in 2020. Het aantal totale managers is in 2020 opnieuw gegroeid, wat leidt tot een licht dalend aandeel vrouwen in die functies van 23,1% in 2019 tot 23% in 2020, ondanks onze aanwervingsinspanningen.
Het percentage vrouwen in het senior management daalde lichtjes van 10,9%% in 2019 naar 10,7% in 2020, waardoor onze algemene ambitie van 15% tegen 2020 niet behaald wordt. Wij blijven ons inzetten voor een grotere vertegenwoordiging van vrouwen in het senior management en zullen ernaar streven dit doel zo spoedig mogelijk te bereiken.
In de dynamische wereld van vandaag zijn digitale vaardigheden en een houding gericht op samenwerking, transparantie en zelforganiserend leren essentieel. Als digitale hulpmiddelen correct worden gebruikt, kunnen ze efficiëntie, productiviteit en innovatie stimuleren. Maar het volstaat niet om middelen en training aan te bieden. De moeilijkste maar ook belangrijkste stap is het veranderen van vertrouwde denkpatronen. Medewerkers moeten buiten hun comfortzone stappen, hun successen én fouten delen, nieuwe benaderingen uitproberen, netwerken binnen regio's en afdelingen, initiatief nemen. Dat kan alleen in de juiste omgeving.
Met het Digital Workplace-project, dat wereldwijd werd gelanceerd in december 2019, wilde Umicore de efficiëntie, productiviteit en innovatie van onze werknemers verbeteren door een optimaal gebruik van digitale tools. De visie van die digitale werkplek bestaat erin iedereen bij Umicore de kans te geven om op dagelijkse basis van eender waar ter wereld samen te werken en ervaringen en kennis te delen via een wereldwijd netwerk.
Bij de lancering eind 2019 konden we niet vermoeden dat de timing van Umicore's digitale werkplek zo goed zou uitkomen, gezien de gevolgen van COVID-19 een paar maanden later. Toen de eerste golf van de pandemie toesloeg, gebruikten Umicore-medewerkers de digitale tools al enkele weken. Digitale vergaderingen en gesprekken hoorden al bij de dagelijkse routine en samenwerken aan projectdocumenten werd steeds gebruikelijker.
Toen de COVID-19-pandemie fysiek vergaderen onmogelijk maakte en velen van ons van thuis uit moesten werken, waren Umicoremedewerkers al vertrouwd met de digitale tools en moesten ze nauwelijks hun werkwijze aanpassen om onze activiteiten draaiende te houden en in contact te blijven met hun collega's, bijna zoals gewoonlijk. Wie ondersteuning nodig had, kon een beroep doen op ambassadeurs of 'digitale helden' die persoonlijke hulp boden bij het oplossen van technische problemen. We organiseerden ook een reeks specifieke trainingssessies over de digitale werkplek met onderwerpen als werken op afstand, efficiënt online vergaderen, bestanden delen en virtueel leiderschap.
Terwijl de onzekerheid rond COVID-19 en de daarbij horende veiligheidsmaatregelen doorheen heel 2020 aanhielden, gingen veel Umicore-werknemers op zoek naar innovatieve oplossingen voor hun dagelijkse uitdagingen. Die vonden ze in de digitale werkplek. Audits werden bijvoorbeeld op afstand uitgevoerd, open vergaderingen (waar gewoonlijk iemand persoonlijk informatie deelt met een groot publiek) werden met succes vervangen door virtuele open vergaderingen, er werd een digitaal onthaalprogramma opgezet om nieuwe werknemers die tijdens de pandemie in dienst traden virtueel te verwelkomen. Om de band tussen collega's te bewaren, werden virtuele sociale evenementen georganiseerd, zoals verjaardagsfeestjes. Op operationeel vlak konden dankzij slimme brillen productiesystemen worden geïnstalleerd in enkele van onze fabrieken.
Te midden van de vele uitdagingen van 2020 heeft onze digitale werkplek ons in staat gesteld om toch verbonden te blijven met en betrokken bij onze wereldwijde gemeenschap van collega's.
Saskia Bodvin, Thomas Morias, Kris Tolpe in het pyrometallurgisch lab, Olen
Wij streven ernaar om een omgeving voor samenwerking en een cultuur van ideeën delen te creëren, expertise en loopbanen te ontwikkelen, samen te werken aan technologieën die de toekomstige generaties ten goede zullen komen en nieuwe normen te stellen in een van de meest dynamische en disruptieve sectoren van de wereld.
In onze geavanceerde productieprocessen zetten technische operators, productiesupervisors en ingenieurs hun knowhow en ideeën in ten voordele van toekomstige generaties. Onze ondersteunende teams spelen een cruciale groei in de bevordering van de groei van het bedrijf door te verzekeren dat onze beslissingen commercieel haalbaar zijn, door onze reputatie te versterken, door nieuwe klantenrelaties te ontwikkelen of de juiste mensen te vinden die kunnen voortbouwen op wat wij al bereikt hebben.
Umicore's managers werken aan even boeiende als uitdagende projecten. Onze O&O-experts ontwikkelen technologieën voor de uitdagingen van onder meer schone mobiliteit en grondstoffenschaarste.
Het Junior Management Programme (JUMP) wordt aangeboden aan een selecte groep van junior managers. Het volgt een 'twin-coaching' model: twee deelnemers uit verschillende regio's en business units maar van dezelfde functiefamilie worden samengebracht om het internationale denken te ontwikkelen, beste praktijken over te nemen en andere business units te leren kennen.
Leading for Excellence (L4E) wordt aangeboden aan een geselecteerde groep managers in de regio Azië/Pacific, om de prestaties in de regio te bevorderen door de samenwerking en het engagement tussen sites te stimuleren en de leiderschapsvaardigheden aan te scherpen.
Entrepreneurs for Tomorrow (E4T) wordt aangeboden aan een geselecteerde groep middle tot senior managers, om een bedrijfscultuur met uiterst competente managers te ontwikkelen en de functieoverschrijdende integratie binnen Umicore te bevorderen.
Het Strategic Leadership Programme wordt in samenwerking met INSEAD georganiseerd en aangeboden aan een geselecteerde groep van senior managers. De deelnemers verkennen de economische 'macro-omgeving', werken in Azië en maken kennis met de uitdagingen van het creëren van een agile strategie en een uitgelijnde organisatie, en de ontwikkeling van hun persoonlijke leiderschapsstijl.
Mensen werken langer voor ze met pensioen gaan, vooral in Europa. Umicore wil verzekeren dat mensen die tot een eind in de zestig aan het werk blijven gepast, motiverend en lonend werk krijgen en hun vaardigheden en kennis kunnen overdragen aan jongere collega's. Dat gebeurt door middel van opleidingen, het op peil houden van de mentale flexibiliteit om nieuwe taken uit te voeren, de aanpak van het evenwicht tussen werk en privéleven en het leveren van ondersteuning in de overgang naar het pensioen.
Van links naar rechts, voorste rij: Mark Garrett, Laurent Raets, Liat Ben-Zur, Mario Armero. Tweede rij: Ines Kolmsee, Thomas Leysen, Marc Grynberg (op uitnodiging van de Raad), Géraldine Nolens. 3e rij: Marc Van Sande, Françoise Chombar, Eric Meurice, Koenraad Debackere Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
VOORZITTER
Belg, 60
10 mei 2000 (benoeming Voorzitter: 19 november 2008)
Rechten – KU Leuven, België
Thomas Leysen is voorzitter van Umicore sinds november 2008. Daarvóór was hij gedelegeerd bestuurder van Umicore sinds 2000. Tijdens dit mandaat transformeerde hij het voormalige Union Minière, een non-ferrobedrijf, tot de internationale materiaaltechnologiegroep Umicore. Hij vervoegde de groep in 1993 als lid van het directiecomité en leidde achtereenvolgens verschillende industriële afdelingen.
Voorzitter, Mediahuis, een Europese krantengroep - Voorzitter, Koning Boudewijnstichting, België - Lid van de Raad van Toezicht, Royal DSM
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2021
VOORZITTER SINDS 19 november 2008
19 november 2008
NIET-UITVOEREND LID
Spaans, 62
OPLEIDING
Rechten - Universidad Complutense de Madrid, Spanje
De heer Armero begon zijn professionele carrière bij het advocatenkantoor Armero en trad later in dienst bij AT&T Spanje. Van 1992 tot 1999 was hij Secretaris Generaal bij General Electric Plastics Spanje. In september 1999 werd hij benoemd tot Voorzitter van General Electric Plastics Spanje, een functie die hij bekleedde tot 2001, toen hij werd benoemd tot Voorzitter en CEO van General Electric Spanje en Portugal, als eindverantwoordelijke voor alle divisies van de Groep in Iberia. In maart 2008 verliet hij GE om CEO te worden van Corporación Llorente, een gediversifieerde industriële groep in familiebezit. Daarna vervoegde hij Ezentis als Executive Chairman. Van 2012 tot 2020 was de heer Armero de Executive Vice President van de ANFAC, de Spaanse vereniging van autofabrikanten.
Adviseur van Global Infrastructure Partners - Voorzitter van ENSO - Onafhankelijk bestuurder van Bankinter Consumer Finance - Lid van de CEDE Foundation (Spanish Confederation of Executives) - Bestuurslid van de niet lucratieve vereniging Junior Achievement
9 december 2020
Gewone algemene vergadering van 2023
ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Amerikaanse, 44
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 25 april 2017
Elektrotechniek – UC Davis, VS - Business Administration – UCLA Anderson, VS
Liat Ben-Zur is Corporate Vice-President for Modern Life and Devices Product Marketing Management bij Microsoft sinds september 2018. Voordat ze Microsoft vervoegde, was ze SVP en Digital Technology Leader bij Royal Philips, waar zij sinds 2014 verantwoordelijk was voor het aansturen van de connectiviteit en digitale strategie. Voordien werkte ze in verschillende leidinggevende posities bij Qualcomm, een Amerikaans bedrijf voor draadloze telecommunicatie, en was ze mede-oprichter en voorzitster van de AllSeen Alliance, een consortium voor een open source, gemeenschappelijke taal voor het Internet of Things.
EINDE MANDAAT
-
Gewone algemene vergadering van 2023
FRANÇOISE CHOMBAR
ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Belgische, 58
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 26 april 2016
Master Toegepaste Taalkunde Nederlands, Engels en Spaans, Universiteit Gent, België
Françoise Chombar is medeoprichtster, Chief Executive Officer en bestuurder van Melexis, een fabrikant van slimme halfgeleiderssensoren en -aandrijvingen voor automobiel-, industriële en duurzame consumentenen gezondheidstoepassingen. Voordien werkte ze als planningsverantwoordelijke bij Elmos GmbH en als operations manager en bestuurder bij verschillende bedrijven van de Elex-groep. Françoise was gedurende 17 jaar mentor van het Belgische vrouwennetwerk Sofia. Ze pleit voor meer STEM en genderevenwicht, waarvoor ze in 2019 het Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap ontving. In 2012 kreeg ze de titel van Ere-ambassadrice voor Toegepaste Taalkunde aan de Universiteit Gent. In 2018 kreeg ze de titel van Science Fellow van de VUB, Universiteit van Brussel.
CEO en bestuurder Melexis NV, België - Voorzitter Vlaams STEMplatform, een onafhankelijke groep die de Vlaamse Overheid adviseert - Onafhankelijk bestuurder, Soitec S.A., Frankrijk
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2022
LID VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITE SINDS 26 april 2018
KOENRAAD DEBACKERE ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Belg, 59
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 26 april 2018
Ingenieurswetenschappen – Universiteit Gent, België - Management – Universiteit Gent, België - Management – MIT Sloan School of Management, VS
Prof. Dr. Ir. Koenraad Debackere is verbonden aan de KU Leuven sinds 1995, waar hij Technologie & Innovatie Management en beleid doceert. Hij heeft talrijke prijzen gewonnen voor zijn onderzoek. In 2010 won hij een Francqui-leerstoel in economie en business. Van 2005 tot september 2020 was hij algemeen beheerder en lid van de raad van bestuur van de KU Leuven.
Voorzitter en niet-uitvoerend bestuurder, voorzitter nominatiecomité, voorzitter remuneratiecomité KBC Group NV, België
Lid van de Universiteitsraad, RWTH Universiteit Aken, Duitsland
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2021
LID VAN HET BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITE SINDS 9 december 2020
LID VAN HET AUDITCOMITE SINDS 26 april 2018
MARK GARRETT
ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Australiër, Zwitser, 58
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 28 april 2015
Economie – University of Melbourne, Australië - Applied Information Systems – Royal Melbourne Institute of Technology, Australië
Mark Garrett is sinds augustus 2018 Chief Executive Officer bij Marquard & Bahls AG, een leider in onafhankelijke energietoevoer, handel en logistiek, gebaseerd in Hamburg. Vóór zijn mandaat bij Marquard & Bahls AG was hij sinds 2007 Chief Executive Officer bij Borealis AG, in Oostenrijk. Voordien had hij een uitgebreide loopbaan in de chemische industrie opgebouwd en werkte hij bij bedrijven zoals Ciba-Geigy en DuPont.
CEO, Voorzitter van de uitvoerende raad, Marquard & Bahls AG, Duitsland - Niet-uitvoerend Voorzitter, raad van bestuur Axalta Coating Systems Ltd., VS - Niet-uitvoerend Voorzitter, Raad van Bestuur, OMV AG
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2021
LID VAN HET NOMINATIE- EN REMUNERATIECOMITE SINDS 29 juli 2017
INES KOLMSEE
ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Duitse, 50
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 26 april 2011
Process & Energy Engineering – Technische Universiteit van Berlijn, Duitsland - Industrial Engineering – Ecole nationale supérieure des Mines de Saint-Etienne, Frankrijk - Business Administration – INSEAD Business School, Frankrijk
Ines Kolmsee was Chief Executive Officer van Services & Solutions bij Aperam van oktober 2017 tot september 2020. Voordien was ze CEO bij SKW Stahl-Metallurgie Group, een specialty chemicals bedrijf dat wereldwijd actief is. Ines was COO en CTO bij EWE AG, een Duits nutsbedrijf, en CFO bij Arques Industries AG.
-
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2023
LID VAN HET AUDITCOMITE SINDS 26 april 2011
VOORZITTER VAN HET AUDITCOMITE SINDS 28 april 2015
ERIC MEURICE ONAFHANKELIJK, NIET-UITVOEREND LID
Fransman,64
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 28 april 2015
Economie – Sorbonne, Frankrijk - Mechanical Engineering – École Centrale Paris, Frankrijk - Business Administration – Stanford Graduate School of Business, VS
Eric Meurice was voorheen Voorzitter en Chief Executive Officer van het Nederlandse ASML Holding, eeN grote leverancier van geavanceerde technologiesystemen voor de halfgeleiderindustrie. Hij was voordien als EVP verantwoordelijk voor de TV Divisie van Thomson Multimedia en bekleedde senior posities in verschillende technologiegroepen zoals Intel, ITT en Dell Computers.
Niet-uitvoerend bestuurder, Global Blue Group S.A., Zwitserland - Niet-uitvoerend bestuurder, IPG Photonics Corp, VS - Nietuitvoerend voorzitter, raad van bestuur, Soitec S.A., Frankrijk
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2021 LAURENT RAETS
NIET-UITVOEREND LID
Belg, 41
DATUM BENOEMING TOT DE RAAD VAN TOEZICHT 25 april 2019
Handelsingenieur – Solvay Brussels School of Economics & Management, België
Laurent Raets vervoegde Groep Brussel Lambert (GBL) in 2006 en werd Deputy Head of Investments in 2016. Hij begon zijn loopbaan in 2002 als M&A consultant bij Deloitte Corporate Finance waar hij betrokken was bij aankoop en verkoopmandaten, due diligence en waarderingsopdrachten.
EXTERNE BENOEMINGEN
Censor van de raad van bestuur van Imerys S.A., Frankrijk
EINDE MANDAAT Gewone algemene vergadering van 2022
LID VAN HET AUDITCOMITE SINDS 25 april 2019
ADVISEUR VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
Voormalig EVP Energy & Surface Technologies
Belg, 69
Doctor in de fysica – Universiteit Antwerpen - Master of Business Administration – Antwerp Management School
Marc Van Sande werd benoemd tot Executive Vice-President Energy & Surface Technologies in juni 2010, nadat hij CTO was van 2005 tot 2010 en EVP Advanced Materials van 1999 tot 2005. Marc vervoegde Umicore in 1980 en bekleedde diverse functies in de research-, marketing- en productiediensten. Hij was ook verantwoordelijk voor de business group Energy & Surface Technologies en voor China.
SECRETARIS VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
Belgische, 49
(see Directieraad)
KAREL VINCK
ERE-VOORZITTER
Belg
De raad van toezicht kan bogen op een brede, cumulatieve ervaring in de sectoren automobiel, elektronica, chemie, metalen, energie en financiën, evenals in de academische wereld en de wetenschap.
In de schoot van de raad van toezicht zetelen zowel leden met ervaring in de publieke en private sector, als leden die vertrouwd zijn met de verschillende regio's waar Umicore actief is.
De raad van toezicht kan bogen op een sterke collectieve ervaring in het leiden van industriële activiteiten en telt 8 actieve of voormalige CEO's.
De raad van toezicht heeft ook collectieve ervaring in disciplines die specifiek relevant zijn voor de niet-financiële Horizon 2020-doelstellingen van Umicore, zoals veiligheid en gezondheid, talent aantrekken en behouden en duurzaamheid van de toeleveringsketen.
LEES MEER OVER DEUGDELIJK BESTUUR(p. 87)
Van links naar rechts bovenaan: Marc Grynsberg, An Steegen, Ralph Kiessling Van links naar rechts onderaan: Denis Goffaux, Filip Platteeuw, Géraldine Nolens, Stephan Csoma Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
CHIEF EXECUTIVE OFFICER
Belg, 55
Handelsingenieur – Solvay Brussels School of Economics & Management, België
Marc Grynberg werd benoemd tot gedelegeerd bestuurder van Umicore in november 2008, nadat hij aan het hoofd stond van Umicore's Automotive Catalysts business unit van 2006 tot 2008 en de Chief Financial Officer (CFO) van Umicore was van 2000 tot 2006. Hij vervoegde Umicore in 1996 als Group Controller. Voordien werkte Marc bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
CHIEF FINANCIAL OFFICER
Belg, 48
Toegepaste economische wetenschappen – Universiteit Gent, België - Financieel management – Vlerick Management School, België
Filip Platteeuw werd benoemd tot Chief Financial Officer in november 2012. Hij vervoegde Umicore in 2004 en was VP Corporate Development van 2010 tot 2012 en speelde een belangrijke rol bij het stroomlijnen van de bedrijfsportefeuille, inclusief de desinvestering van de koper- en zinksmeltactiviteiten. Voordat hij bij Umicore kwam, werkte Filip voor KBC Bank, waar hij posities bekleedde in corporate banking, equity research en investment banking.
CHIEF TECHNOLOGY OFFICER
Belgische, 50
Doctor in Materiaalkunde en Electrotechniek– KU Leuven, België - Financieel management – Vlerick Management School, België
An Steegen vervoegde Umicore en is benoemd tot Chief Technology Officer in oktober 2018 nadat ze Executive Vice- President Semiconductor Technology en System R&D was bij imec, een leider in onderzoek met een focus in nano-elektronica en digitale technologie-innovatie. Voordat An bij imec startte in 2010, werkte ze in het Semiconductor Research & Development Center van IBM in Fishkill, VS. In de laatste jaren bij IBM was ze verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de bulk CMOS-technologie.
EXECUTIVE VICE-PRESIDENT, CHIEF COUNSEL
Belgische, 49
Master of Laws – University of Chicago Law School, VS - European Economic Law – Julius Maximilians Universität Würzburg, Duitsland - Rechten – KU Leuven, België
Géraldine Nolens is benoemd tot Chief Counsel voor de Groep in 2009 en vervoegde het directieraad in 2015. Ze startte haar carrière bij het internationale advocatenkantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton voor ze in 2001 Suez (nu Engie) vervoegde, waar ze Electrabels Chief Legal Officer werd voor Zuid-Europa, Frankrijk en de nieuwe Europese markten. Tijdens haar loopbaan werkte en woonde ze in de VS, Duitsland, Italië en België.
EXECUTIVE VICE-PRESIDENT ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES
Belg, 53
Mining Engineering – Université de Liège, België
Denis is benoemd tot Executive Vice-President Energy & Surface Technologies in 2018. Vanaf 1 april 2021 wordt hij Executive Vice-President Recycling, nadat hij eerder Chief Technology Officer was van 2010 tot september 2018 en EVP voor Precious Metals Refining van 2015 tot 2018.
Voordien vervulde hij opeenvolgende functies in business lines en country management in China en Japan. Denis startte zijn loopbaan bij Umicore bij Research & Development in Olen, daarna ging hij naar de voormalige business unit Cobalt & Energy Products.
EXECUTIVE VICE-PRESIDENT RECYCLING
Belg, 56
Economie – UC Louvain, België - Mandarijn chinees – Fudan University Shanghai, China
Stephan Csoma is benoemd tot Executive Vice-President Recycling in 2015, nadat hij EVP was van het voormalige Performance Materials van 2012 tot 2015, SVP Government Affairs van 2009 tot 2012 en SVP South America van 2005 tot 2009.
Stephan vervoegde Umicore in 1992 en richtte Umicore's eerste industriële activiteit in China op in het midden van de jaren '90 en leidde daarna de business unit Zinc Chemicals. Stephan heeft besloten om op 1 april 2021een stap terug te zetten.
EXECUTIVE VICE-PRESIDENT CATALYSIS
Duits, 55
Doctor Chemical Engineering – University of Erlangen, Duitsland
Ralph Kiessling werd op 1 maart 2021 benoemd tot Executive Vice-President Energy & Surface Technologies. Daarvoor was hij sinds 1 februari 2019 Executive Vice-President Catalysis, nadat hij als Senior Vice-President Operations voor Automotive Catalysts werkte sinds 2015. Hij vervulde eerder opeenvolgende managementfuncties in procestechnologie, productie en business controlling, waaronder 5 jaar in China. In 2012 verhuisde hij naar India, waar hij de autokatalysatorfabriek van Umicore bouwde. Voordat hij bij Umicore kwam, bekleedde Ralph vanaf 1995 managementposities in de Degussa-groep.
EXECUTIVE VICE PRESIDENT CATALYSIS (sinds 1 maart 2021)
Belg, 43
Handelswetenschappen – Vlekho Brussel, België
Hij vervoegde Umicore in 2004 als controller voor Cobalt & Specialty Materials en, na opeenvolgende missies in Korea en België in financiën, grondstoffenbevoorrading, bedrijfsontwikkeling en raffinage-activiteiten, werd hij benoemd tot Senior Vice-President voor 'Cobalt & Specialty Materials and Supply' begin 2020.
LEES MEER OVER ALGEMENE MANAGEMENTAANPAK(p. 72)
Vanaf 26 maart, 2021
MARC GRYNBERG CHIEF EXECUTIVE OFFICER
AN STEEGEN CHIEF TECHNOLOGY OFFICER Corporate Research & Development
FILIP PLATTEEUW CHIEF FINANCIAL OFFICER
Finance
GÉRALDINE NOLENS EXECUTIVE VICE-PRESIDENT
Chief Counsel
DENIS GOFFAUX EXECUTIVE VICE-PRESIDENT
Recycling Vanaf 1 april, 2021
Energy & Surface Technologies Vanaf 1 maart, 2021
BART SAP EXECUTIVE VICE-PRESIDENT
Catalysis Vanaf 1 maart, 2021
Recycling tot 1 maart, 2021
CELINE VAN HAUTE SVP Human Resources
EVELIEN GOOVAERTS VP Group Communications & Investor Relations
KURT VANDEPUTTE SVP Government Affairs
SVP Corporate
Research & Development LOTHAR MUSSMANN SVP NBI - Catalysis & Connectivity, & IP
THOMAS JANSSEUNE SVP NBI - Battery Materials
& Recycling, & Digitalization WANNES PEFEROEN SVP Electro-Optic Materials
PATRICK VERMEULEN SVP Information Systems ALAIN BYL
VP Group Treasurer FLAVIA LEONE VP Group Tax
PIERRE VAN DE BRUAENE SVP Environment,
MARK CAFFAREY President Umicore USA SYBOLT BROUWER VP Purchasing & Transport
GEERT BENS VP Strategic Projects
JENS BLECHSCHMIDT Head of Internal Audit
CARSTEN GERLEMAN SVP Umicore South America
IGNACE DE RUIJTER SVP CSM
KRISTL MATTON Corporate Security
Health & Safety
BERNHARD FUCHS SVP Precious Metals Management & UMS
FRANK STREIGNART SVP RBM Operations
WILFRIED MÜLLER SVP Product Management
JUNDONG LU SVP RBM Sales
JOHAN RAMHARTER SVP Precious
FRANZ-JOSEF KRON SVP Jewelry & Industrial Metals
JÖRG VON RODEN SVP AC Global Sales & Marketing STEPHANIE DAM VP AC Operations
DAVID FONG SVP Umicore
Greater China
ATSUYA HANAZAWA President Umicore Japan
JOAKIM REIMER THOGERSEN VP Fuel Cells & Stationary Catalysis GEERT OLBRECHTS VP AC Research & Technology
ERIK BRIJS VP Control & IT
ENRICO CISCO VP Control & IT
LAWRENCE LI VP AC China
VP RBM Process
STEPHAN JANIS VP Supply & Refining
JENSEN VERHELLE VP Precious Metals Chemistry
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
De Umicore Way is de hoeksteen van alles wat we bij Umicore doen. Wij denken dat materialen een cruciaal element zijn ter bevordering van de vooruitgang van de mensheid, dat ze centraal staan in het leven van nu en ook in de toekomst voor welvaart zullen zorgen. Wij denken dat metaalgerelateerde materialen een essentiële rol kunnen spelen, omdat ze efficiënt en tot in het oneindige gerecycleerd kunnen worden en de basis van duurzame producten en diensten vormen. Wij willen dat Umicore toonaangevend is in de levering en creatie van materiaalgebaseerde oplossingen en bijdraagt aan fundamentele verbeteringen van de levenskwaliteit. De overkoepelende principes van onze missie "Materialen voor een beter leven" zijn:
We hechten waarde aan openheid, respect, innovatie, teamwork en toewijding. Ze zijn cruciaal voor ons succes.
We erkennen dat we naast onze inzet voor financieel succes ook rekening moeten houden met de bredere economische, ecologische en sociale impact van onze activiteiten.
We streven ernaar een voorkeurswerkgever te zijn van zowel huidige als potentiële werknemers
Onze reputatie is zeer waardevol, waar we ook actief zijn. Het wordt bepaald door hoe we handelen. We vermijden elke actie die onze reputatie in gevaar zou kunnen brengen.
De Umicore Way wordt aangevuld met gedetailleerde bedrijfscodes, zoals:
De Umicore Way beschrijft onze waarden, de manier waarop wij onze strategische doelstellingen nastreven en onze algemene inzet voor duurzame ontwikkelingsprincipes. De economische groeiambities van onze strategie Horizon 2020 zijn gekoppeld aan de megatrends van grondstoffenschaarste, schone lucht en elektrische voertuigen. Onze sociale en milieudoelstellingen vallen uiteen in drie thema's: Aantrekkelijke werkplek, Eco-efficiëntie en Waardeketen en maatschappij. Die doelstellingen weerspiegelen onze operationele uitmuntendheid en de aspecten van onze producten en diensten die wij verder kunnen verbeteren om duurzaamheid in een groter concurrentievoordeel te transformeren. De in dit hoofdstuk beschreven ondersteunende componenten van Horizon 2020 (zie Materialiteit(p. 22)), zoals beleid,
verantwoordelijkheden en evaluatie, garanderen een nauwlettend toezicht op onze economische, ecologische en sociale prestaties.
De eindverantwoordelijkheid voor alle aspecten van de Umicore-activiteiten ligt bij het directiecomité. De brede duurzaamheidsaanpak wordt gestuurd door een interdepartementaal team met vertegenwoordigers van Milieu, Gezondheid en veiligheid (EHS), Personeelszaken (HR), Financiën en Aankoop en transport. Dit team moet de ontwikkeling en goedkeuring van de duurzaamheidsdoelstellingen regelen en het begeleidt business units bij hun inspanningen een bijdrage te leveren. Op het niveau van de business group vallen de economische/financiële, ecologische en sociale prestaties onder de verantwoordelijkheid van de Executive Vice-President van de entiteit. Op het niveau van de business units is het hoofd van de unit hiervoor verantwoordelijk. Op siteniveau is de sitemanager verantwoordelijk voor de economische, sociale en ecologische prestaties van de site.
Corporate EHS en Corporate HR hebben gedetailleerde technische begeleidingsnota's opgesteld voor de business units en de sites, om een gezamenlijk begrip van de concepten, definities, rollen en verantwoordelijkheden te verzekeren. Elk jaar worden regelmatig workshops en vergaderingen georganiseerd op verschillende niveaus van de organisatie om best practices uit te wisselen.
Jaarlijks meten we via KPI's, die in een gegevensbeheersysteem van de Groep worden opgenomen, of we onze doelstellingen hebben gerealiseerd. De gegevens worden op relevant entiteitsniveau verzameld en gerapporteerd: site, business unit of business group. Ook worden voor Umicore relevante en belangrijke sociale en ecologische prestatie-indicatoren gemeten en gerapporteerd. Corporate EHS, Corporate HR en Corporate Finance bundelen de
prestaties van de business units op groepsniveau en beoordelen of Umicore de doelstellingen van Horizon 2020 heeft gerealiseerd. De sociale en ecologische prestaties en de verwezenlijking van onze doelstellingen worden intern geverifieerd. Ook gebruikt Umicore ter controle van sociale en ecologische data een assurance provider. Sinds 2011 is dat PricewaterhouseCoopers (PwC), die de volledigheid en betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens en de robuustheid van het geassocieerde gegevensbeheersysteem evalueert. Zo nodig worden prestatieindicatoren en rapportageprocessen na elke assurance cycle bijgewerkt, als onderdeel van een continu verbeterproces.
Met de geldigheidsanalyse van de voor de strategie Vision 2015 van Umicore relevante megatrends als uitgangspunt hebben wij specifieke groeidomeinen geïdentificeerd waarin Umicore kan bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke en milieuproblemen. Die groeidomeinen vormen de basis van de strategie Horizon 2020, waarmee Umicore naar verwachting haar aangepaste EBIT tussen 2014 en 2020 kan verdubbelen.
Umicore wil conform onze strategie Horizon 2020 economische waarde genereren via bestaande activiteiten en eventuele overnames of organische groei-initiatieven. Dit impliceert het genereren van rendement op ingezet kapitaal (aangepaste bedrijfswinst vóór belastingen / gemiddeld ingezet kapitaal voor de periode) groter dan de algemene kapitaalkosten vóór belastingen. Die kapitaalkosten kunnen variëren volgens ons risicoprofiel en de toestand van de obligatie- en aandelenmarkten in de wereld. Onze strategie Horizon 2020 mikt op een rendement op ingezet kapitaal (ROCE) voor de Groep van meer dan 15%. Investeringen worden individueel beoordeeld: overnames moeten tijdens hun integratie al snel winstgevend zijn en na korte tijd moet hun waarde stijgen.
Dergelijke criteria bestaan voor organische investeringen, maar streven naar groei op langere termijn vereist een langetermijnvisie op de verwachte opbrengsten. Bij operationele prestaties ligt de nadruk op het ROCE. We werken met edele en andere zeldzame metalen en dat leidt tot een relatief hoge werkkapitaalintensiteit. Het management wordt dus gestimuleerd om de prestaties te optimaliseren, vanuit het oogpunt van zowel winst als minimalisering van ingezet kapitaal.
Umicore streeft middels een krachtige strategie naar waardeschepping voor zijn aandeelhouders en heeft een solide staat van dienst in de realisatie van strategische doelstellingen. Het is onze bedoeling dat de bestaande activiteiten groeien, terwijl we dankzij innovatieve technologieën sterke leidersposities behouden of vestigen. Het aandeelhoudersrendement hangt af van de koers van het Umicore-aandeel, met daarbij de uitbetaling van dividenden.
Umicore wil haar business veiligstellen via een gezond financieel management en een sterke balans. We hebben geen vast doel voor onze schuldenlast, maar willen altijd een "investment grade"-status behouden. We streven ook naar een gezond evenwicht tussen korte en langere termijnschuld en tussen schuld aan vaste en variabele rentevoeten. Dankzij die benadering, gekoppeld aan een sterke kasstroomgeneratie, kunnen we het overgrote deel van onze groei-initiatieven zelf financieren.
Bij een materiaaltechnologiegroep als de onze hangen het toekomstige succes en de duurzaamheid af van ons vermogen innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en met succes te vermarkten. We investeren voortdurend in onderzoek en ontwikkeling (O&O) en besteden daaraan jaarlijks gemiddeld 5% tot 7% van de inkomsten.
In het kader van haar Horizon 2020-strategie wil Umicore marktleidersposities behouden in recyclage en materialen voor schone mobiliteit. Onze activiteiten, de fabricage van producten voor uiterst specifieke toepassingen, impliceren dat de aanwezigheid in een land of regio geen significant onderdeel vormt van de economie van dat land of die regio. We zijn wereldwijd actief, met 50 productiesites in 33 landen.
Onze visie, waarden en organisatorische principes als beschreven in de Umicore Way bepalen de aanpak van het financieel en economisch management. Er zijn specifieke interne beleidslijnen ontwikkeld voor de wijze waarop het bedrijf specifieke financiële en economische aspecten benadert, zoals: dividend, financiering en investering, verrekenprijzen, kredietbeheer, hedging, investeringsuitgaven en fusies en overnames.
De Chief Executive Officer is verantwoordelijk voor de algemene economische en financiële prestaties van Umicore en elke Executive Vice-President voor de financiële prestaties van zijn/haar business group. De Chief Technology Officer en zijn/haar organisatie houden toezicht op de technologieportfolio van de Groep en de algemene O&O-activiteiten. Binnen de business units is het hoofd van de unit verantwoordelijk voor de operationele en financiële prestaties. De Chief Financial Officer houdt algemeen toezicht op de financiële en economische prestaties van Umicore, met ondersteuning van een Corporate Finance-team met specifieke expertisecentra voor aspecten zoals belastingen, liquiditeitsbeheer, boekhouding en controle en de interne controleomgeving. Binnen de business units zijn de financiële controleurs verantwoordelijk voor beheer van de financiële en rapporteringsaspecten van de business unit.
De relatie tussen leveranciers en klanten is essentieel voor de totstandkoming van financiële en economische waarde en speelt een sleutelrol in de promotie van sociale en ecologische best practices. De Umicore Way behandelt ook de relaties met onze verschillende belanghebbenden.
De doelstellingen voor de waardeketen en maatschappij dekken de aanwezigheid van Umicore en onze impact upstream bij de leveranciers en downstream met de bijdrage van onze producten en diensten aan een beter leven. Zie voor de prestatiebeoordeling van die materiële onderwerpen het hoofdstuk Waardeketen en maatschappij(p. 39). Hoewel de doelstellingen van Umicore voor de waardeketen en de maatschappij bijzondere aandacht krijgen tot 2020, vinden we het even belangrijk om de relatie van onze organisatie met alle andere belanghebbenden voortdurend te volgen, controleren en rapporteren.
Informatie over onze groepen van belanghebbenden is opgenomen in de sectie Relaties met belanghebbenden(p. 16). Daarnaast rapporteren we over de volgende onderwerpen in de sectie Waardeketen(p. 188) van dit verslag:
De volgende specifieke managementaanpak geldt voor zowel materiële onderwerpen als onderliggende prestatie-indicatoren.
Onze benadering van de betrokkenheid van belanghebbenden resulteert uit de visie, waarden en organisatorische principes van De Umicore Way. We hebben specifieke charters/ beleidslijnen ontwikkeld om elementen van deze benadering
te kaderen, zoals het charter voor duurzame aankopen, het beleid inzake conflictmineralen, het beleid inzake mensenrechten en arbeidsomstandigheden en het beleid inzake externe communicatie.
Onze aanwezigheid en impact, zowel upstream als downstream, is gebaseerd op een bedrijfsspecifieke aanpak, waarbij alle business units hun respectievelijke leveranciers, klanten en belanghebbenden moeten identificeren en banden met hen moeten ontwikkelen. Daarnaast komt een team met leden uit verschillende afdelingen, waaronder Corporate EHS, Corporate HR, Groepscommunicatie, Corporate Finance en Aankoop en transport regelmatig samen om de algemene verwachtingen van de belanghebbenden in kaart te brengen en, wanneer nodig, een dialoog te voeren met interne of externe belanghebbenden.
Het thema waardeketen en maatschappij focust op de potentiële impact op de maatschappij van onze activiteiten, producten en diensten. In de rapportering worden alle entiteiten in aanmerking genomen. Hoewel we in de eerste plaats focussen op onze activiteiten die rechtstreeks verband houden met schone mobiliteit en recyclage, worden andere op leveranciers, klanten of de maatschappij gerichte initiatieven gevolgd en gepast gerapporteerd, hetzij via communicatie zoals dit jaarverslag, hetzij via andere specifieke communicatiekanalen.
In de Umicore Way legt Umicore zich vast op het continu verbeteren van de milieuprestaties. Als materiaaltechnologiebedrijf gelden energie-efficiëntie en vermindering van metaalemissies als kerndoelen van onze strategie Horizon 2020. Die doelstellingen vertegenwoordigen de belangrijkste milieuaspecten van ons bedrijf alsook de aspecten die het belangrijkst zijn voor onze verschillende belanghebbenden (zie Materialiteit(p. 22)). De prestatiebeoordeling van de energie-efficiëntie wordt gerapporteerd in hoofdstuk Ecoefficiëntie(p. 45).
Hoewel de milieudoelstellingen van Umicore tot 2020 focussen op energie-efficiëntie en de vermindering van de metaalemissies, vinden we het even belangrijk om de prestaties van onze organisatie inzake andere milieuaspecten doorlopend te volgen, controleren en rapporteren. We doen dat met de meetinstrumenten die al in onze Algemene managementaanpak worden beschreven. Aan de hand van die indicatoren kunnen we nagaan hoe goed we voortbouwen op de resultaten van Vision 2015 op milieugebied. Die onderliggende prestatie-indicatoren worden gedetailleerd beschreven in de Milieuverklaringen(p. 195) en omvatten:
De volgende specifieke managementaanpak geldt voor zowel materiële onderwerpen als onderliggende prestatie-indicatoren.
Onze aanpak van milieubeheer resulteert uit de visie, waarden en organisatorische principes van de Umicore Way. Een interne EHSbegeleidingsnota voor de Groep beschrijft gedetailleerd de manier van meten en rapporteren voor elke relevante milieu-indicator. In de periode 2011-2015 werd in de hele Groep een specifiek intern beleid inzake energie-efficiëntie geïmplementeerd, resulterend in een sterk bewustzijn en een grote inzet binnen de sites en de business units om naar een continue verbetering van de energieefficiëntie te streven. Daarnaast heeft Umicore alle initiatieven van de business units voor een versterking van het recyclingpotentieel aangemoedigd. Wereldwijd beperkt de recycling van metalen de
milieu-impact van de verwerving en transformatie van metalen in producten.
Het directiecomité is verantwoordelijk voor milieuprestaties en aansprakelijk voor de impact van Umicore. In het directiecomité is de Chief Counsel Executive Vice-President voor Milieu, Gezondheid en Veiligheid, Bedrijfsbeveiliging en Interne Audit verantwoordelijk voor de milieuaspecten, met steun van de Senior Vice-President Milieu, Gezondheid en Veiligheid. De Executive Vice-Presidents staan in voor de algemene milieuprestaties van hun business group. Op het niveau business units is het hoofd verantwoordelijk voor de algemene milieuprestaties. De algemeen directeur van elke site heeft een soortgelijke verantwoordelijkheid op siteniveau.
De energie-efficiëntie en de onderliggende prestatie-indicatoren helpen om onze milieu-impact te verlagen, bijvoorbeeld dankzij een verwachte beperking van onze koolstofvoetafdruk en metaalemissies in lucht en water.
Zoals aangegeven in de Umicore Way willen we een aantrekkelijke werkgever zijn voor zowel huidige als potentiële werknemers en handelen en werken volgens maatschappelijke verwachtingen. In het kader van onze strategie Horizon 2020 zijn drie sociale doelstellingen vastgesteld: het aantal ongevallen met werkverlet tot nul reduceren, de blootstelling aan bepaalde metalen op het werk verder beperken en onze diversiteit, het aantrekken en behouden van talent en de inzetbaarheid vergroten. We hebben ook doelstellingen met betrekking tot op onze bredere sociale impact, zie daarvoor onze Managementaanpak voor waardeketen en maatschappij verder in dit hoofdstuk. Die doelstellingen werden in de materialiteitsanalyse door zowel interne als externe belanghebbenden als materiële onderwerpen gedefinieerd. Talentbeheer is cruciaal om de gewenste groei van ons bedrijf te
realiseren. Het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent op competitieve arbeidsmarkten ondersteunt de business units in hun groeiplannen. Bovendien zijn we ervan overtuigd dat de vergroting van de diversiteit van ons personeelsbestand niet alleen in lijn ligt met maatschappelijke verwachtingen, maar ook bijdraagt aan onze kansen op succes. In de context van een verouderende bevolking en de noodzaak van langer doorwerken voeren wij ook programma's in om de inzetbaarheid van onze werknemers te vergroten. Zie voor de prestatiebeoordeling van deze materiële onderwerpen, waaronder nul ongevallen en de beperking van de blootstelling op het werk, de sectie Aantrekkelijke werkplek(p. 55).
Hoewel de sociale doelstellingen van Umicore tot 2020 bijzondere aandacht krijgen, vinden wij het even belangrijk om de sociale prestaties van onze organisatie in andere domeinen te volgen, controleren en rapporteren. We doen dat met de meetinstrumenten die we al in onze Algemene managementaanpak hebben beschreven. Die onderliggende prestatie-indicatoren worden uiteengezet in de sectie Sociale verklaringen(p. 206) en omvatten:
De volgende specifieke managementaanpak geldt voor zowel materiële onderwerpen als onderliggende prestatie-indicatoren.
Onze aanpak van de sociale aspecten resulteert uit de visie, waarden en organisatorische principes van De Umicore Way. Een interne begeleidingsnota over de sociale rapportering voor de Groep vormt een uitgebreide leidraad voor de meting en rapportering van sociale prestaties. We hebben specifieke interne beleidslijnen ontwikkeld om bepaalde elementen van onze benadering van het
sociaal bestuur te kaderen, waaronder Veiligheid, Mensenrechten, Arbeidsomstandigheden en Opleiding en Ontwikkeling. Daarnaast heeft Umicore een Global Framework Agreement on Sustainable Development gesloten met internationale vakbonden.
De verantwoordelijkheid voor de sociale prestaties en impact van Umicore ligt bij het directiecomité. In het directiecomité is de CEO verantwoordelijk voor het toezicht op de HR-zaken van Umicore, met ondersteuning van de Senior Vice-President Personeelszaken. De Executive Vice-Presidents staan in voor de sociale aspecten van hun segment. Op het niveau van de business units staat het hoofd voor de algemene sociale prestaties. De algemeen directeur van elke site heeft een soortgelijke verantwoordelijkheid op het niveau van de site. Er bestaat een regionale HR-organisatie die de sociale aspecten op regionaal en nationaal niveau beheert en de business units structurele ondersteuning biedt voor alle aspecten van het HR-management.
De sociale prestaties en de onderliggende prestatie-indicatoren hebben rechtstreeks invloed op het Umicore-personeel (meer betrokkenheid en welzijn op alle niveaus en de juiste vaardigheden aantrekken en behouden).
M. Ko en Y. Kang op Cheonan
Elke business unit werkt in een omgeving met specifieke groeiverwachtingen en wisselende markt- en technologische onzekerheden die onze strategische doelstellingen kunnen beïnvloeden. Daarom dienen de business units als eerste de risico's en opportuniteiten te herkennen.
Elke business unit is eveneens verantwoordelijk voor de inperking van de eigen risico's. Risicobeperkende maatregelen worden systematisch gerapporteerd in overeenstemming met de respectieve strategische doelstellingen en vastgestelde risico's.
Verder zijn specifieke corporate afdelingen verantwoordelijk voor het beheer en de inperking van bepaalde risico's onder toezicht van de directieraad. Deze risico's betreffen domeinen op groepsniveau en overstijgen de bevoegdheid van de individuele business units. Ze omvatten onder meer milieurisico's en financiële risico's.
Binnen Umicore gebruiken we interne controlemechanismen om het management een redelijke garantie te bieden dat we onze doelstellingen kunnen halen. Hieronder vallen:
Umicore heeft het COSO-kader voor risicobeheer op het niveau van de onderneming aangenomen en de verschillende controlecomponenten binnen de organisatie en processen aangepast. De Umicore Way en de gedragscode vormen de hoekstenen van onze interne controle: samen met het concept van management op basis van doelstellingen en een duidelijke definiëring van rollen en verantwoordelijkheden, bepalen zij het werkkader voor het bedrijf.
De business units ontwikkelden specifieke interne controlemechanismen voor hun eigen operationele niveau. Ze worden ondersteund door ondersteunende diensten (shared operational functions) en corporate afdelingen, die advies geven en controles uitvoeren voor activiteiten binnen de hele organisatie. Zij liggen aan de basis van specifieke richtlijnen, procedures en charters voor aspecten als bevoorradingsbeheer, human resources, informatiesystemen, milieu, gezondheid en veiligheid, juridische zaken, bedrijfsveiligheid en onderzoek en ontwikkeling.
Umicore gebruikt een systeem van minimale interne controlevereisten (MICR), specifiek bedoeld om financiële risico's te beperken en de betrouwbaarheid van de financiële rapportering te verhogen. Het MICR-kader van Umicore verplicht alle entiteiten van de Groep om een uniforme set van interne controles in 12 processen uit te voeren.
Er wordt binnen het kader voor interne controles specifiek gelet op de scheiding van functies en een duidelijke definiëring van rollen en verantwoordelijkheden. MICR-naleving wordt gecontroleerd via zelfevaluaties die door het senior management worden afgetekend. De resultaten worden aan het directieraad en het auditcomité gerapporteerd.
Van de 12 controlecycli zijn in de loop van 2020 twee cycli (Procure To Pay, IT-beheer) beoordeeld door de 99 controle-eenheden die momenteel binnen het bereik vallen. Risicobeoordelingen en acties die door het plaatselijke management zijn ondernomen ter beperking van mogelijke zwakke punten in interne controles die bij eerdere evaluaties werden vastgesteld, worden continu opgevolgd. De afdeling interne audit beoordeelt de nalevingsevaluaties tijdens haar missies.
Het doel van ons risicobeheersysteem is de onderneming in staat te stellen risico's op een proactieve en dynamische manier te herkennen en ze zoveel mogelijk te beheren of tot een aanvaardbaar niveau te herleiden.
VOORNAAMSTE RISICO'S & OPPORTUNITEITEN
Legende: Stijging geen verandering
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
Umicore krijgt te maken met veranderingen in de regelgeving in de landen en regio's waar we actief zijn. De activiteiten van Umicore kunnen voordeel halen uit bepaalde trends in regelgeving, vooral wat betreft de strengere emissienormen voor voertuigen, koolstofarme mobiliteit, elektrificatie en de verplichte recyclage van producten aan het einde van hun levensduur.
Bepaalde regelgeving, zoals milieu- of productgerelateerde wetten, kan operationele uitdagingen, hogere kosten en mogelijk oneerlijke concurrentie met zich meebrengen.
Gegevensbescherming, intellectuele eigendom en de bescherming van intellectuele eigendom hebben een impact op technologiebedrijven.
Wereldwijd kunnen wijzigingen in bestaande productgerelateerde wetgeving en de invoering van nieuwe wetgeving impact op ons bedrijf hebben. Hoewel de Europese REACH-reglementering nog steeds het meest relevant is voor Umicore, wint de Koreaanse REACH-reglementering aan belang. Meer informatie hierover vindt u in de Verklaringen, zie nota E8(p. 205).
Het streven naar schone mobiliteit is groter dan ooit, nu verschillende regeringen groene herstelmaatregelen en stimulansen voor schonere mobiliteit in hun crisisherstelpakketten hebben opgenomen, met name in Europa en China, en er in verschillende regio's regelgevingsinitiatieven zijn genomen om de luchtkwaliteit te beschermen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Europa heeft onlangs opnieuw de ambitie bevestigd om mobiliteit met nulemissie te verwezenlijken en blijft zich inzetten voor steeds strengere CO2 -emissiedoelstellingen. In China kondigde het ministerie van Industrie en Informatietechnologie een verlenging aan van het subsidieplan voor voertuigen op nieuwe energie (NEV) van 2020 tot eind 2022. Het land bevestigde ook zijn langetermijnverbintenis om een beoogde penetratiegraad van 20% NEV's in 2025 en 50% tegen 2035 te bereiken, wat de elektrificatie de komende jaren waarschijnlijk zal stimuleren.
Geopolitieke omstandigheden, handel en invoerrechten blijven ook een rol spelen in de internationale activiteiten van Umicore.
Umicore verzorgt voortdurend trainingen over de reglementaire vereisten om de naleving van de toepasselijke wetgeving te verzekeren.
Met het oog op een continue naleving van de milieuwetgeving op al onze industriële sites, werkt Umicore met een gerenommeerd auditprogramma voor de EHS-conformiteit. De onderneming controleert voortdurend de wijzigingen van de wettelijke voorwaarden op de plaatsen waar we actief zijn. Meer informatie vindt u in de Verklaringen, toelichting E8(p. 205).
Umicore blijft een actieve rol spelen bij het informeren van wetgevende instanties over diverse technologieën voor emissiecontrole voor voertuigen met diesel- en benzinemotoren, zodat zij weloverwogen beslissingen kunnen nemen over toekomstige emissie- en testnormen.
We zorgen ervoor dat onze producten vrij kunnen worden gebruikt en we beheren onze portfolio van patenten proactief.
Voor de naleving van handelsregels volgt Umicore internationale handelsvoorwaarden op en reageert waar nodig.
Umicore volgt alle gewijzigde interpretaties en richtlijnen op die onze REACH-invoeringsstrategie kunnen beïnvloeden. In 2020 dienden we door nieuwe bedrijfsontwikkelingen 27 extra stoffen voor REACH-registratie in. In het kader van het regelmatige onderhoud werden 76 REACH-dossiers geüpdatet. In 2020 diende Umicore in Korea twee registraties in voor prioritaire chemische stoffen.
Umicore heeft bepaalde metalen en metaalhoudende grondstoffen nodig om haar producten te vervaardigen en haar recyclageactiviteiten te voeden. Sommige van die grondstoffen zijn relatief schaars, wat om zeer specifieke bevoorradingsstrategieën vraagt. Het is belangrijk voor het succes en de verdere groei van ons bedrijf dat we over voldoende voorraden van die grondstoffen beschikken.
Sommige metalen zijn afkomstig uit regio's met maatschappelijke problemen. De handel in edelmetalen en mineralen kan worden misbruikt om gewapende conflicten te financieren, mensenrechten te schenden, dwang- of kinderarbeid te gebruiken of corruptie en witwaspraktijken te steunen. We zorgen ervoor dat de aankoop van mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden in overeenstemming gebeurt met de waarden van Umicore en tegelijk een voordeel voor onze klanten oplevert.
Bestaande en toekomstige wetten die een verantwoorde bevoorrading van conflictmineralen (tin, tantaal, wolfraam en goud) willen bevorderen, zorgen voor een grotere publieke belangstelling voor de omstandigheden rond de bevoorrading van conflictmineralen.
COVID-19 en de maatregelen die worden genomen om de besmetting in te dammen, zouden gevolgen kunnen hebben voor de beschikbaarheid van materialen en in het algemeen voor de bevoorradingsketen.
Er werden slechts beperkte en tijdelijke gevolgen van COVID-19 voor de bevoorradingsketen van Umicore gemeld.
Umicore heeft beleidslijnen en maatregelen ingevoerd met betrekking tot mensenrechten, het recht van werknemers om zich te organiseren, collectieve onderhandelingen, gelijke kansen en niet-discriminatie, het verbod op kinderarbeid en dwangarbeid, in overeenstemming met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Die afspraken worden ondersteund door een algemene raamovereenkomst voor duurzame ontwikkeling met IndustriALL Global Union die in 2019 werd verlengd.
Naast bestaande beleidslijnen en charters, zoals onze gedragscode, ons beleid voor mensenrechten en het charter voor duurzame aankopen, voert Umicore een specifiek beleid rond "Verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen voor mineralen uit conflicten hoogrisicogebieden".
In 2020 verkreeg Umicore opnieuw de validatie van een onafhankelijke derde partij voor de toepassing van het Sustainable Procurement Framework for Cobalt, dat afgestemd is op de due-diligencerichtlijn van de OESO voor verantwoorde bevoorradingsketens voor mineralen uit conflicten hoogrisicogebieden. Umicore blijft ervoor zorgen dat haar productieactiviteiten als conflictvrij gecertificeerd worden, onder meer met certificaten voor verantwoorde bevoorrading van sites en specifieke metalen van de LBMA en RJC. U vindt meer informatie onder zie toelichting V3(p. 191).
Umicore blijft de eerste producent van kathodematerialen die klanten gecertificeerde materialen met een schone, ethische herkomst aanbiedt.
In 2020 behaalde Umicore de EcoVadis-rating 'Platinum', waarmee de groep tot de beste 1% van zijn sector behoort.
We gebruiken onze jarenlange en toenemende ervaring in duurzame bevoorrading om meer verantwoorde praktijken binnen de sector te stimuleren. U vindt meer informatie over die belangenbehartiging onder Betrokkenheid van belanghebbenden, zie Pleidooi voor impact(p. 21).
Umicore is een materiaaltechnologiegroep met een sterke focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen. De keuze en ontwikkeling van die technologieën voor bestaande en nieuwe markten vormt zowel de grootste opportuniteit als het grootste risico voor Umicore.
De optimale verhouding tussen kosten en prestaties voor materialen is een prioriteit voor Umicore en onze klanten. Als de klanten die ideale verhouding niet kunnen bereiken met onze producten, bestaat altijd het risico dat ze op zoek gaan naar alternatieve materialen voor hun producten. Dat is vooral het geval bij bedrijven die materialen met dure metalen produceren (vooral die met een historisch instabiele prijsstelling).
CONTEXTWIJZIGINGEN
Trends in materialen voor herlaadbare batterijen voor de autoindustrie onderstrepen dat NMC-materialen met een toenemend nikkelgehalte alsook een matig nikkelgehalte en laag kobaltgehalte de favoriete technologieën zijn voor klanten in de elektrische voertuigen van vandaag en morgen. Naast de focus op hoogwaardige batterijmaterialen worden nieuwe processen ontwikkeld om de kosten en de impact op het milieu binnen de
Bij emissiecontrole voor auto's hebben regelgevingsdiscussies de noodzaak versterkt voor een breed aanbod van technologieën voor zowel benzine- als dieseltoepassingen. Die technologieën moeten
worden geoptimaliseerd wat prestaties en kosten betreft.
volledige waardeketen voor batterijen te beperken.
Elk jaar bepaalt de directieraad innovatieprojecten die essentieel zijn om onze groeiambities op korte en lange termijn waar te maken en die product- en procesontwikkelingen omvatten. Deze technologieën worden van nabij opgevolgd door het management om ervoor te zorgen dat nieuwe en innovatieve producten tijdig op de markt worden gebracht.
Onze investeringen in onderzoek en ontwikkeling leverden de afgelopen jaren veel successen op en creëerden ruimte om de positionering van het onderzoek en de ontwikkeling uit te breiden tot aangrenzende en nieuwe markten binnen het specialisatiedomein van Umicore. In 2020 vertegenwoordigden de totale uitgaven 7% van de inkomsten. Het programma 'Innovation Fit for Future', dat zich toespitst op de best practices inzake innovatieuitmuntendheid, beschermt het technologische leiderschap en de toekomstige groei van Umicore.
Umicore neemt patenten op disruptieve technologieën. In 2020 registreerde Umicore 63 nieuwe patentfamilies.
Meer informatie vindt u onder Onderzoek, ontwikkeling & innovatie(p. 49).
De productiesites en diensten van Umicore zijn sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van IT-diensten.
Niet-beschikbaarheid van diensten, verstoringen van de bevoorradingsketens of onderbrekingen van onze productiesites ten gevolge van cyberaanvallen kunnen een grote impact hebben op onze klanten. Als de geheimhouding van intellectuele eigendom in gevaar komt, kan dat ons concurrentievoordeel negatief beïnvloeden. Niet-gemachtigde wijzigingen in onze financiële gegevens zouden de correcte rapportering aan onze aandeelhouders in gevaar kunnen brengen.
CONTEXTWIJZIGINGEN
Cyberaanvallen kunnen zeer gericht en geavanceerd zijn. Het groeiende dreigingsniveau en de grotere digitale aanwezigheid leiden tot een toename van de cyberaanvallen. In de media werd uitvoerig geschreven over een aantal industriële bedrijven waarvan de productie enkele weken stilviel als gevolg van een cyberaanval. Bovendien is door het toegenomen gebruik van een digitale werkomgeving (ter plaatse en thuis) de rol van de IT-diensten om naadloze toegang te verlenen tot alle bedrijfsmiddelen en de veiligheid van de informatie te verzekeren, belangrijker dan ooit.
Umicore blijft haar informatiebeveiliging en de cyberveerkracht van haar IT-landschap regelmatig beoordelen en verbeteren om het hoofd te bieden aan de evoluerende bedreigingen.
Er wordt een veiligheids-roadmap geïmplementeerd die projecten omvat ter voorbereiding van een ISO27001/2-certificatie, evenals initiatieven om de hele Groep meer bewust te maken van het belang van informatie- en cyberbeveiliging. Er worden veiligheidsevaluaties door experts van derden uitgevoerd en het corporate cyberveiligheidsteam wordt versterkt. Umicore verhoogt haar investeringen in veiligheidsgerelateerde IT-systemen en -toepassingen zoals back-upprocessen, virus- en toegangsbescherming en authentificatie- en coderingstools. ITbeveiligingscontroles worden uitgebreid en getest als onderdeel van het externe auditproces van Umicore.
De toestand van de cyberbeveiliging wordt halfjaarlijks gerapporteerd aan de directieraad en wordt opgevolgd door het auditcomité.
De belangrijkste sectoren waarvoor Umicore werkt zijn de auto-industrie (materialen voor schone mobiliteit, recyclage), consumentenelektronica (materialen voor herlaadbare batterijen, recyclage, coating- en galvaniseringsoplossingen) en de ontginning en raffinage van non-ferrometalen (recyclage). Umicore is gevoelig voor elke aanzienlijke groei of internationale daling van de activiteitsniveaus en voor marktverstoringen in deze sectoren.
In 2020 werd de wereldwijde auto-industrie zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie, met een groot contrast tussen de eerste en de tweede helft van het jaar.
In de eerste helft van 2020 moesten autofabrikanten hun productievestigingen en hun concessies in verschillende belangrijke regio's sluiten als gevolg van de door de overheid opgelegde lockdowns . In de tweede helft van 2020 begon de wereldwijde vraag naar auto's weer aan te trekken, zij het met verschillen tussen de regio's wat betreft timing, snelheid en intensiteit van het herstel.
De autoproductie steeg in de tweede helft van 2020 geleidelijk met meer dan 40% (maar daalde met 2% ten opzichte van de tweede helft van 2019), waarbij China de duidelijke drijvende kracht achter het wereldwijde herstel was. Andere belangrijke markten trokken later en geleidelijker aan en lieten voor de tweede helft van het jaar nog steeds een negatieve groei optekenen.
De sterke economische inkrimping en de lagere industriële productie als gevolg van COVID-19 hadden in 2020 ook een
aanzienlijk en langduriger effect op het marktsegment van de zware dieselvoertuigen, behalve in China.
De wereldwijde EV-markt werd in de eerste helft van het jaar zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie en veerde in de tweede helft van het jaar weer op, vooral door de sterke groei van de EV's in Europa en, later in het jaar en in mindere mate, door de stijgende verkoop van EV's in China.
In China bleef de vraag naar batterijen voor EV's gering tot de zomer en was er een herstel in de tweede helft van het jaar, zij het in vergelijking met een sombere tweede jaarhelft in 2019. De vraag naar kathodematerialen voor EV's bleef onder de verwachte groei in 2019 en 2020, wat leidde tot een aanzienlijke overcapaciteit en tot druk op de prijsomgeving.
In Europa kreeg de vraag naar batterijen voor EV's in 2020 een sterke impuls, vooral in de tweede jaarhelft, goed voor een verdubbeling ten opzichte van 2019. Deze groei werd gestimuleerd door nieuwe modellen die door autofabrikanten werden gelanceerd om te voldoen aan de strengere CO2 -richtlijn, door lokale stimulansen voor kopers van een EV in verschillende landen in het kader van hun herstelplannen, en door milieuvriendelijkere keuzes van consumenten bij de aankoop van een nieuwe auto.
De groeivertraging van de vraag naar consumentenelektronica hield aan, samen met een afgenomen vraag naar NMCkathodematerialen die worden gebruikt in toepassingen voor energieopslag.
Op het vlak van recyclage blijft ons proces uniek, ondersteund door hoge metaalprijzen en hoge activiteitsniveaus met gunstige handelsvoorwaarden in 2020, ondanks de COVID-19-pandemie. De
algemene toelevering van industriële bijproducten bleef gunstig tijdens die periode, ondanks de tijdelijke stillegging van bepaalde ontginningsactiviteiten als gevolg van COVID-19. Ook het aanbod van materialen die het einde van hun levensduur hebben bereikt, bleef hoog.
Umicore maakt haar groeistrategie waar wat betreft materialen voor schone mobiliteit en recyclage. Ondanks de ernstige verstoring van haar eindmarkten door de COVID-19-pandemie zette Umicore haar sterkste financiële prestatie ooit neer, gestimuleerd door uitzonderlijk hoge metaalprijzen. Dit benadrukt de veerkracht van Umicore en de verdiensten van de Horizon 2020-strategie die voortbouwt op de complementariteit van onze activiteiten. Na solide prestaties in de eerste helft van 2020, met een sterk resultaat in Recycling dat de impact van de terugval in de autoindustrie compenseerde, werd de tweede jaarhelft gekenmerkt door een sterke sequentiële verbetering van de inkomsten en het resultaat. Dit is dankzij de aanhoudend robuuste operationele prestaties en hoge metaalprijzen, en een stevige groei in Catalysis, dankzij de sterke marktpositie van Umicore in benzinetechnologieën voor lichte bedrijfsvoertuigen, vooral in China en Europa, en een hogere verkoop van katalysatoren voor zware dieselvoertuigen en brandstofcellen. Umicore zou onevenredig moeten blijven profiteren van de versnelde penetratie van elektrische mobiliteit, gezien onze brede portfolio van materiaaltechnologieën die gecertificeerd zijn voor de strengste automobielvereisten en onze productiecapaciteit op industriële schaal. Meer informatie vindt u onder Economische prestaties(p. 29).
De inkomsten van Umicore zijn onderhevig aan risico's door de prijs van de metalen die we verwerken of recycleren. Deze risico's hebben vooral betrekking op de impact van metaalprijzen op de overtollige metalen die worden gerecycleerd uit materialen die voor recyclage worden aangeleverd. Het gaat hierbij vooral om platina, palladium, rodium, goud, zilver en verschillende basis- en speciale metalen. Voor sommige op termijnmarkten genoteerde metalen schermt Umicore een deel van de rechtstreekse blootstelling af door een deel van de termijnprijsrisico's in te dekken.
Umicore loopt ook risico's met betrekking tot de transactieprijzen van metalen. De meeste op metaal gebaseerde transacties gebruiken de internationale metaalmarkt als referentie. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen die het koopt, aan de klant doorrekenen als onderdeel van de voor het product aangerekende prijs. Maar als gevolg van de tijd die verstrijkt tussen de verwerking van de aangekochte grondstoffen in producten en de verkoop van de producten, leidt de volatiliteit van de referentieprijs van het metaal tot verschillen tussen de prijs die voor het metaal in de grondstoffen is betaald en de ontvangen prijs. Hierdoor bestaat er een transactionele blootstelling aan mogelijke prijsschommelingen tussen het ogenblik waarop de grondstoffen werden gekocht (wanneer het metaal wordt 'ingeprijsd') en het ogenblik waarop de producten worden verkocht (wanneer het metaal wordt 'uitgeprijsd'). De Groep dekt het transactierisico zo veel mogelijk af, voornamelijk via termijncontracten.
U vindt meer informatie over structurele risico's en transactieen voorraadrisico's in verband met de metaalprijzen onder nota F3(p. 127).
De door Umicore geproduceerde materialen bevatten edelmetalen of schaarse metalen die gedeeltelijk afkomstig zijn van interne recyclageactiviteiten en, voor het overige, van primaire metaalproducenten. Het vermogen van Umicore om de vereiste hoeveelheid van dergelijke metalen aan te kopen, is bepalend voor haar vermogen om de materialen te produceren die door de klanten werden besteld.
De prijzen van edelmetalen stegen in 2020 verder en bereikten historisch hoge niveaus voor edelmetalen en platinagroepmetalen PGM's. Vooral de prijs van rodium steeg aanzienlijk in de tweede helft van het jaar, in een context van krap aanbod en een grote vraag van de auto-industrie.
De vraag naar kobalthoudende producten was gemengd in 2020 en werd in de eerste helft van het jaar zwaar getroffen door de COVID-19-pandemie, maar vertoonde de eerste tekenen van herstel in de tweede helft van het jaar. De kobaltprijs bleef stabiel in de loop van het jaar.
In de loop van 2020 en in het begin van 2021 sloot Umicore aanvullende termijncontracten af ter afdekking van een aanzienlijk deel van haar structurele prijsblootstelling voor bepaalde edelmetalen in 2021, 2022 en 2023. Zo werd de voorspelbaarheid van de inkomsten verhoogd. Voor 2021 en 2022 is ongeveer 2/3 van het verwachte goud- en palladiumrisico en iets minder dan de helft van het verwachte zilverrisico ingedekt. Bovendien werd bijna 1/3 van de verwachte blootstelling aan platina voor 2021 ingedekt. Ondanks de afwezigheid van een liquide termijnmarkt heeft Umicore termijncontracten afgesloten om een minderheid van haar verwachte blootstelling aan rodium voor 2022 en 2023 af te dekken.
Umicore verhoogt voortdurend de productie van edel- en schaarse metalen uit haar recyclagecapaciteit, waardoor de onderneming in een aanzienlijk deel van haar metaalbehoeften kan voorzien. Bovendien onderhoudt de Groep nauwe commerciële relaties met vooraanstaande producenten van primaire metalen. Die metalen worden aangekocht op basis van jaarlijkse of 'evergreen' contracten.
Het aantrekken en behouden van bekwame mensen is belangrijk voor Umicore om onze strategische ambities waar te maken en de deskundigheid, kennis en capaciteiten binnen onze onderneming verder uit te breiden. Als we daar niet in zouden slagen, lopen we het risico dat we onze doelstellingen niet halen.
De 'Horizon 2020'-strategie was gebaseerd op groei voor Umicore, en dan vooral in Azië, waar de arbeidsmarkt zeer competitief en veranderlijk is. De uitdaging voor Umicore bestaat erin om op voldoende grote schaal en in het juiste tempo talent in de regio aan te trekken en te behouden.
CONTEXTWIJZIGINGEN
In 2020 heeft de COVID-19-pandemie wereldwijd ernstige gevolgen
gehad voor mensen, samenleving en bedrijfsleven.
Als reactie op de uitbraak van COVID-19 heeft Umicore haar bedrijfscontinuïteitsplannen gelanceerd en voorzorgsmaatregelen genomen om haar mensen gezond te houden en de veiligheid op de werkplaats te verzekeren. Umicore paste haar productiecapaciteit waar nodig snel aan en zette een deel van haar medewerkers op tijdelijke werkloosheid. Toen alle productievestigingen hun activiteiten hervatten, konden de meeste tijdelijk werkloze medewerkers weer aan de slag. In administratieve functies werd overgegaan tot thuiswerken. Umicore in haar vestigingen voerden overal ter wereld ook strikte hygiëne- en andere voorzorgsmaatregelen in. We leverden aan alle werknemers overal ter wereld chirurgische maskers op hun privéadres, voor privégebruik, op een moment dat die op de vrije markt niet beschikbaar waren. Een speciale taskforce blijft wereldwijd toezicht houden op de activiteiten van de onderneming met het oog op de bescherming van de gezondheid van de werknemers.
Om in die COVID-19-context aan de aanwervingsbehoeften te blijven voldoen, schakelden wij waar mogelijk op virtuele aanwerving en virtuele onboarding. Operatoren werden gerekruteerd en aangeworven met inachtneming van de strengste veiligheidsen gezondheidsmaatregelen.
Umicore voorzag in permanente veiligheidsopleidingen, zowel virtueel als in kleine groepen, om de gezondheidsmaatregelen na te leven. Andere opleidingen, onder meer rond leiderschap en ontwikkeling, liepen vertraging op toen het aanbod werd aangepast aan digitale oplevering in een virtuele context, maar gingen wel door in de tweede helft van 2020.
De impact op klimaat en milieu heeft vooral betrekking op onze bevoorrading van primaire grondstoffen of hun ontginning door onze leveranciers. Eenvoudig te ontginnen ertsafzettingen worden steeds schaarser en ertslagen worden minder rijk. Veel speciale metalen die nodig zijn voor nieuwe, milieuvriendelijke technologieën kunnen slechts als nevenproduct van andere metalen worden verkregen. De behandeling van complexe materialen uit bovengrondse bronnen, zoals industriële residu's en materialen aan het einde van hun levensduur, wordt steeds belangrijker.
De klimaatverandering veroorzaakt extreme natuurverschijnselen, chronische afwijkingen in de gemiddelde temperaturen en in neerslagpatronen, en stijgende zeespiegels. Dit kan een impact hebben op onze sites en onze bevoorradingsketen.
De steeds strengere reglementering van energiegebruik en emissies kan tot hogere bedrijfskosten leiden.
Onze exploitatievergunning is gebaseerd op het beheer van de impact van onze activiteiten in de gemeenschappen waar we actief zijn. Onze historische industriële activiteit moet actief worden beheerd en gesaneerd.
CONTEXTWIJZIGINGEN
De burgermaatschappij en de politiek eisen steeds vaker dat bedrijven een actieve rol spelen in de bestrijding van de klimaatverandering. In de context van COVID-19 is de aandacht voor milieu- en klimaatgerelateerde prestaties van de privésector en de industrie toegenomen, net als de aandacht voor de ontwikkeling
De voortdurende transitie naar een koolstofarmere economie blijft Umicore kansen bieden om processen uit te breiden en te ontwikkelen op manieren die de klimaatverandering en de
DOOR UMICORE GENOMEN MAATREGELEN Umicore speelt een belangrijke rol in de transitie naar een koolstofarme toekomst. Dat doen we met materialen die inspelen op mondiale trends van schone lucht en e-mobiliteit, terwijl ons
Onze fabriek in Hoboken is het grootste en meest complexe recyclagecentrum van edelmetalen ter wereld. Ze verwerkt ruim 200 soorten grondstoffen en recupereert meer dan 20 verschillende metalen. Wij zorgen ervoor dat een groot deel van onze metalen uit secundaire bronnen komt, zoals productieresten, residu's en materialen aan het einde van hun levensduur. We kunnen ook residu's en bijproducten van klanten recycleren, zodat zij hun materiaalefficiëntie kunnen optimaliseren en de herwonnen materialen in nieuwe producten worden omgezet. In totaal herwinnen we 28 metalen uit onze gesloten kringloopactiviteiten en we blijven onze processen aanpassen om nieuwe en meer complexe producten aan het einde van hun levensduur te
milieurisico's kunnen beperken of aanpakken.
gesloten kringloopmodel grondstoffen vrijwaart.
van 'groen herstel'.
recycleren. Met haar hoog rendement blijft ons recyclageproces een drijvende kracht in grondstoffenefficiëntie en draagt ze bij aan de circulaire economie.
Onze internationale voetafdruk en onze verschillende productielocaties beperken onze blootstelling aan fysieke risico's. Nieuwe sites worden gekozen op basis van nabijheid tot klanten, toegang tot opgeleid personeel, goede logistiek, infrastructuur en groene energie.
Umicore voert op alle producten en diensten doorlopend levensduuranalyses uit om het inzicht in de milieuprestaties te verscherpen, via de juiste keuze van chemie, energiemix en grondstoffen, met inbegrip van gerecycleerde materialen. Voor de nieuwe batterijproductiefabriek in Polen blijft Umicore zich inspannen om elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te halen.
We zorgen ervoor dat onze huidige activiteiten aan de strengste milieunormen voor lucht en water voldoen. Elk jaar werken we aan de verbetering van onze energie-efficiëntie en onze ecologische voetafdruk, ondanks onze groei en verhoogde productie. Meer informatie vindt u onder de Milieuverklaringen(p. 195) .
Umicore beheert haar historische erfenis op milieugebied en zorgt voor voldoende financiële middelen, die twee keer per jaar worden getoetst. Meer informatie vindt u onder de toelichtingen E7(p. 203) en F29(p. 167).
In 2020 zette Umicore haar strategische voorbereidingswerk inzake klimaat- en milieu-impact voort.
G6 RELEVANTE INFORMATIE IN GEVAL VAN
Tijdens het boekjaar 2020 was Umicore (eveneens de "Vennootschap") onderworpen aan de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de "CG Code 2020"), die in werking trad op 1 januari 2020.
De Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige versie van de CG Code 2020 kunnen geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance ( www.corporategovernancecommittee.be).
Ingevolge de inwerkingtreding van de CG Code 2020 heeft de raad van toezicht van de Vennootschap op 30 juli 2020 een nieuw corporate governance charter (het "CG Charter") goedgekeurd. Het CG Charter werd verder door de raad van toezicht gewijzigd op 9 december 2020. Het geeft een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur van de Vennootschap en de beleidslijnen en procedures van de Umicore groep. Het CG Charter is beschikbaar op de website van Umicore ( https://www.umicore.com/storage/group/2020-07-30-cg-charter-en.pdf) of kan op verzoek verkregen worden bij het Group Communications departement van Umicore.
Umicore heeft haar beleidsverklaring, waarden en organisatorische basisfilosofie uiteengezet in een document met de titel "UmicoreThe Way". Dit document licht toe hoe Umicore haar relaties met haar klanten, aandeelhouders, werknemers en de samenleving ziet. Het wordt verder aangevuld door gedetailleerde interne codes en beleidslijnen, waarvan de Gedragscode (zie G9) de belangrijkste is.
Wat de organisatiefilosofie betreft, opteert Umicore voor een decentralisatie en een ruime autonomie voor alle business units. De business units zijn op hun beurt dan weer verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage tot de waardecreatie voor de groep en voor het vasthouden aan de strategische oriëntaties, de beleidslijnen, de normen en de duurzaamheidbenadering van de groep.
In deze context heerst bij Umicore de overtuiging dat een goede corporate governance structuur een noodzakelijke voorwaarde is voor haar succes op lange termijn. Dit veronderstelt een doelmatig besluitvormingsproces dat steunt op een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden. Hierdoor wordt een optimaal evenwicht betracht tussen een cultuur van ondernemerschap op het niveau van de business units enerzijds en doeltreffende sturing- en toezichtprocessen anderzijds. Het CG Charter gaat dieper in op de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders, de raad van toezicht, de CEO en de directieraad, alsook de specifieke rol van het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité. Dit overzicht bevat informatie over onderwerpen van deugdelijk bestuur die hoofdzakelijk betrekking hebben op het boekjaar 2020.
De vennootschapsstructuur van de Vennootschap onderging een belangrijke wijziging in 2020 als gevolg van de aanpassing van de statuten aan het nieuwe Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het "WVV") en de hiermee gepaard gaande invoering van een echte duale bestuursstructuur, zoals goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 30 april 2020.
Vóór de voormelde buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 was de raad van bestuur het hoogste beslissingsorgaan van Umicore, behalve voor die materies die op grond van het oude Wetboek van vennootschappen of de statuten van Umicore voorbehouden waren aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Door de invoering van de door het WVV voorziene duale bestuursstructuur bij besluit van de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 is de directieraad nu bevoegd voor alle materies die niet door het WVV of de statuten van de Vennootschap aan de raad van toezicht of de algemene vergadering zijn voorbehouden.
De raad van toezicht is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van de Umicore, evenals voor alle materies die door het WVV uitdrukkelijk zijn voorbehouden aan de raad van bestuur in een monistische bestuursstructuur. Hij benoemt en ontslaat de CEO en de andere leden van de directieraad, en hij oefent ook toezicht uit op de directieraad. De raad van toezicht wordt bijgestaan door een auditcomité en een benoemings- en remuneratiecomité.
Het dagelijks bestuur van Umicore is toevertrouwd aan de CEO, die ook voorzitter is van de directieraad.
De directieraad is, onder de leiding van de CEO, verantwoordelijk voor het voorstellen van de algemene strategie van de Vennootschap van de Umicore groep aan de raad van toezicht, evenals voor het operationele management van de Vennootschap en de Umicore groep. Hij staat ook in voor het screenen van de verschillende risico's en opportuniteiten waarmee Umicore op korte, middellange en lange termijn geconfronteerd kan worden (zie hoofdstuk Risicobeheer) en zorgt voor de aanwezigheid van systemen om die te beheren. De directieraad is collegiaal verantwoordelijk voor het bepalen en toepassen van de strategie voor duurzame ontwikkeling van Umicore.
Umicore is georganiseerd in business groups die op hun beurt bestaan uit business units met gemeenschappelijke kenmerken inzake producten, technologieën en afzetmarkten. Sommige business units zijn verder onderverdeeld in marktgerichte business lines. Als ondersteunende structuur op het niveau van de groep beschikt Umicore over regionale managementplatformen in China, Zuid-Amerika, Japan en Noord-Amerika. De hoofdzetel van Umicore is gevestigd in België. Die zetel biedt een aantal
algemene en ondersteunende functies op het gebied van juridische zaken, financiën, human resources, fiscale aangelegenheden, interne audit, externe relaties en relaties met de beleggers.
Op 31 december 2020 waren er 246.400.000 Umicore-aandelen in omloop.
De identiteit van de aandeelhouders die per 31 december 2020 een belang van 3% of meer hadden aangegeven, kan geraadpleegd worden in de rubriek "beknopte jaarrekening van de moederonderneming" (Financial statements)
Eveneens op 31 december 2020 bezat Umicore 5.733.685 eigen aandelen, hetzij 2,33% van het kapitaal. Verdere informatie over de door de aandeelhouders aan Umicore verleende machtiging om eigen aandelen in te kopen, alsook de stand van zaken inzake deze inkopen kan geraadpleegd worden in het CG Charter en op de website van Umicore.
Tijdens het jaar werden 1.024.435 eigen aandelen gebruikt in de context van de uitoefening van aandelenopties voor het personeel en werden 66.430 aandelen gebruikt voor toekenningen van aandelen, waarvan 10.000 aan de leden van de raad van toezicht, 52.000 aan de leden van de directieraad en 4.430 in het kader van de partiële omzetting in aandelen van de bonus van een lid van de directieraad.
Umicore streeft naar de uitbetaling van een stabiel of geleidelijk stijgend dividend, behoudens uitzonderlijke omstandigheden.
In 2020 heeft Umicore een brutodividend uitgekeerd van € 0,375 per aandeel voor het boekjaar 2019. Dit is een daling met € 0,375 in vergelijking tot het brutodividend dat in 2019 werd uitgekeerd voor het boekjaar 2018.
In juli 2020 heeft de raad van toezicht beslist tot de uitkering van een bruto interimdividend van € 0,25 per aandeel, dat op 25 augustus 2020 werd uitgekeerd.
Op 30 april 2020 werden de (gewone, bijzondere en buitengewone) algemene vergaderingen van aandeelhouders gehouden met aangepaste, restrictieve modaliteiten van deelneming, overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom
en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie. Daardoor konden de aandeelhouders niet fysiek deelnemen aan deze vergaderingen, doch slechts via een stembrief of volmacht. De algemene vergaderingen konden wel via een live (of uitgestelde) webcast gevolgd worden.
Op de gewone algemene vergadering werden de besluiten goedgekeurd betreffende de jaarrekening, de bestemming van het resultaat alsook de kwijting voor de bestuurders en de commissaris voor hun respectieve mandaten in 2019. Op dezelfde algemene vergadering werd de heer Mario Armero tot nieuwe bestuurder1 benoemd, voor een termijn van 3 jaar. Verder werden de mandaten van mevrouw Ines Kolmsee en mevrouw Liat Ben-Zur als onafhankelijke bestuurders2 voor 3 jaar hernieuwd. De jaarvergadering keurde ook de vergoeding van de raad van bestuur3 3 voor 2020 goed. De gedetailleerde vergoeding die in 2020 aan de leden van de raad van bestuur/toezicht werd betaald, kan geraadpleegd worden in het remuneratieverslag.
Tijdens de bijzondere algemene vergadering werd een clausule van controlewijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 556 van het oude Wetboek van vennootschappen.
Tenslotte keurde de buitengewone algemene vergadering verschillende wijzigingen aan de statuten goed met het oog op de aanpassing van deze laatste aan de bepalingen van het WVV en de invoering van een duale bestuursstructuur. Dezelfde buitengewone algemene vergadering heeft tevens alle leden van de vroegere raad van bestuur, met uitzondering van de CEO, benoemd tot leden van de raad van toezicht4 .
Zoals eerder vermeld, heeft de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 de invoering van een duale bestuursstructuur, zoals voorzien in het WVV, in de Vennootschap goedgekeurd. Hierdoor werd de vroegere raad van bestuur vanaf die datum vervangen door een raad van toezicht. Alle leden van de oude raad van bestuur, met uitzondering van de CEO, werden eveneens op die datum benoemd tot leden van de raad van toezicht.
Alle verwijzingen in dit hoofdstuk naar de raad van toezicht dienen gelezen te worden als verwijzingen naar de vroegere raad van bestuur, voor zover zij betrekking hebben op gebeurtenissen die vóór de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 plaatsvonden.
1 D.w.z. lid van de raad van toezicht na de buitengewone algemene vergadering gehouden op 30 april 2020.
2 D.w.z. onafhankelijke leden van de raad van toezicht na de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020.
3 Raad van toezicht na de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020.
4 Overeenkomstig artikel 7:107 van het WVV kan de CEO, als lid van de directieraad, niet tevens lid zijn van de raad van toezicht.
De raad van toezicht, waarvan de leden worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders met een eenvoudige meerderheid van stemmen zonder aanwezigheidsvereiste, moet uit minstens 6 leden bestaan. De leden van de raad van toezicht mogen niet langer dan 4 jaar zetelen. In de praktijk worden ze verkozen voor een hernieuwbare periode van 3 jaar. Een lid van de raad van toezicht kan niet tegelijkertijd lid van de directieraad zijn.
Leden van de raad van toezicht kunnen op elk moment worden ontslagen door de algemene vergadering, die beslist met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Er is geen aanwezigheidsquorum voor het ontslag van leden van de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft het recht om leden van de raad van toezicht te coöpteren wanneer een plaats vrijkomt. De eerstvolgende algemene vergadering moet dan beslissen over de definitieve benoeming van het gecoöpteerde lid. Het nieuwe lid vervolledigt de termijn van zijn of haar voorganger.
Op 31 december 2020 bestond de raad van toezicht uit 9 leden. Op dezelfde datum telde de raad van toezicht zes onafhankelijke leden zoals bedoeld in bepaling 3.5 van de CG Code 2020.
Eveneens op 31 december 2020 telde de raad van toezicht 3 vrouwen en waren 6 nationaliteiten in zijn schoot vertegenwoordigd. De geschetste diversiteit komt ook tot uiting op het vlak van de opleidingen/diploma's van de leden van de raad van toezicht waaronder de volgende: ingenieur, rechten, economie, financiën en toegepaste taalkunde. De gecumuleerde sectorale ervaringen van de leden van de raad van toezicht dekken ook een brede waaier waaronder de volgende sectoren: auto-industrie, elektronica, chemie, metaal, energie, financiën en academische/wetenschappelijke sector. De raad van toezicht telt leden met ervaring in de privé sector evenals leden die vertrouwd zijn met de publieke sector; verder zijn er ook leden die ervaring hebben in de verschillende regio's waar Umicore actief is. De raad van toezicht als geheel bezit een flinke dosis ervaring voor het voeren van industriële activiteiten; hij telt 8 actieve of voormalige CEO's. De raad van toezicht biedt tenslotte ook een collectieve ervaring op gebieden die rechtstreeks verband houden met de niet-financiële doelstellingen van Horizon 2020, zoals gezondheid en veiligheid, het aantrekken en behouden van talenten en verduurzaming van de bevoorradingsketen.
De samenstelling van de raad van toezicht onderging de volgende wijzigingen in 2020:
aandeelhouders de dato 30 april 2020, niet benoemd tot lid van de raad van toezicht door dezelfde buitengewone algemene vergadering.
Verder werden de mandaten van mevrouw Ines Kolmsee en mevrouw Liat Ben-Zur als onafhankelijke bestuurders (en dus als onafhankelijke leden van de raad van toezicht) op 30 april 2020 hernieuwd voor een duur van drie jaar.
Tenslotte werd de heer Koenraad Debackere op 30 juli 2020 benoemd tot vice-voorzitter van de raad van toezicht.
De raad van toezicht heeft elf gewone vergaderingen gehouden in 2020. Tien van deze vergaderingen vonden plaats via een videoconferentie omwille van de covid-19 pandemie. De raad van toezicht nam ook twee keer beslissingen bij eenparig schriftelijk besluit.
Onder meer de volgende onderwerpen werden door de raad van toezicht behandeld in 2020:
De raad van toezicht evalueert minstens om de drie jaar zijn eigen prestaties en zijn interactie met de CEO en de directieraad, alsook zijn omvang, samenstelling en werking en dat van de comités binnen de raad van toezicht.
De laatste evaluatie vond plaats in 2020 en omvatte onder meer een voorafgaande feedbackronde en een diepgaande discussie tijdens een vergadering van de raad van toezicht in juli 2020.
De samenstelling van het auditcomité en de kwalificaties van zijn leden voldoen integraal aan de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van de CG Code 2020.
Het auditcomité bestaat uit drie leden van de raad van toezicht, van wie er twee onafhankelijk zijn. Het wordt voorgezeten door mevrouw Ines Kolmsee.
De samenstelling van het auditcomité bleef ongewijzigd in 2020.
Alle leden van het auditcomité hebben een ruime ervaring op het gebied van boekhouding en audit, zoals uit hun curriculum blijkt.
Het auditcomité heeft vier vergaderingen gehouden in 2020, waarvan drie via videoconferentie. Naast de financiële rekeningen van 2019 en deze van het eerste halfjaar van 2020, werden diverse verslagen en onderwerpen in de schoot van het comité behandeld en besproken, in verband met interne audit, financiële rapportering, risicobeheer, evenals cybersecurity en de opvolging van de commissaris, alsook andere audit-gerelateerde onderwerpen. Het interne auditplan voor 2021 werd goedgekeurd. Het auditcomité vergaderde met de commissaris van de groep en keurde de door deze laatste geleverde niet-audit diensten goed na evaluatie. De leden van het auditcomité hadden ook ad hoc besprekingen met het senior management.
De samenstelling van het nominatie- en remuneratiecomité voldoet integraal aan de vereisten van artikel 7:100 van het WVV en van de CG Code 2020.
Op 31 december 2020 bestond het benoemings- en remuneratiecomité uit vijf leden van de raad van toezicht, van wie er drie onafhankelijk zijn. Het comité wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van toezicht.
De samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité onderging de volgende wijzigingen in 2020:
Het benoemings- en remuneratiecomité heeft vijf vergaderingen gehouden in 2020, waarvan drie via videoconferentie. Tijdens dezelfde periode besprak het comité het remuneratiebeleid voor de leden van de raad van toezicht, de leden van de comités van de raad van toezicht en die van de directieraad, evenals de regels van de aandelen- en optieplannen die in 2020 werden aangeboden. Het comité besprak ook de opvolgingsplanning op het niveau van de raad van toezicht en de directieraad.
De buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 keurde de invoering van een duale bestuursstructuur, zoals voorzien in het WVV, in de Vennootschap goed. Hierdoor werd het vroegere directiecomité vanaf die datum vervangen door een directieraad. Alle zeven leden van het oude directiecomité, inclusief de CEO, werden benoemd tot leden van de directieraad.
Alle verwijzingen in dit hoofdstuk naar de directieraad dienen gelezen te worden als verwijzingen naar het vroegere directiecomité, voor zover zij betrekking hebben op gebeurtenissen die vóór de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020 plaatsvonden.
De directieraad is samengesteld uit minstens vier leden. Hij wordt voorgezeten door de CEO. Alle leden van de directieraad, inclusief de CEO, worden benoemd door de raad van toezicht, op aanbeveling van het benoemings- en remuneratiecomité.
De samenstelling van de directieraad bleef ongewijzigd in 2020.
Op 31 december 2020 bestond de directieraad uit 7 leden, inclusief de CEO.
De directieraad neemt regelmatig de eigen prestaties onder de loep. De evaluatie zal ook besproken worden in het benoemings- en remuneratiecomité en voorgelegd worden aan de raad van toezicht.
De laatste evaluatie van de prestaties van de CEO en de andere leden van de directieraad vond plaats op 6 februari 2020.
De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op voor de overdracht van aandelen of andere effecten.
Er zijn de Vennootschap tevens geen beperkingen bekend die door de wet worden opgelegd, behalve in het kader van de wetgeving inzake marktmisbruik en van de lock-up verplichtingen die het WVV oplegt met betrekking tot sommige toekenningen van aandelen.
De opties op Umicore-aandelen die aan de CEO, de leden van de directieraad en aangewezen Umicore-werknemers werden toegekend in uitvoering van diverse Umicore-incentiveringprogramma's mogen niet onder levenden worden overgedragen.
Er zijn geen houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten.
De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op betreffende de uitoefening van stemrecht door de aandeelhouders, op voorwaarde dat de betrokken aandeelhouders tot de algemene vergadering werden toegelaten en hun rechten niet werden geschorst. De toelatingsvoorwaarden met betrekking tot de algemene vergaderingen worden beschreven in artikel 20 van de statuten. Artikel 7 van de statuten bepaalt dat indien een aandeel het voorwerp uitmaakt van concurrerende rechten, de uitoefening van de eraan verbonden rechten geschorst is tot één enkele persoon is aangewezen als eigenaar van het aandeel tegenover de Vennootschap.
Voor zover de raad van toezicht bekend, waren geen van de aan Umicore aandelen verbonden stemrechten wettelijk geschorst op 31 december 2020, behalve deze met betrekking tot de 5.733.685 aandelen die op deze datum eigendom waren van de Vennootschap zelf (Artikel 7:217 §1 van het WVV).
Umicore heeft geen dergelijke aandelenplannen uitgegeven.
Voor zover de raad van toezicht bekend, zijn er geen aandeelhoudersovereenkomsten die kunnen leiden tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten.
Behalve voor kapitaalverhogingen waartoe door de raad van toezicht kan worden beslist binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, is alleen een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd om de statuten van de Vennootschap te wijzigen. Een algemene vergadering mag alleen beslissen over statutenwijzigingen (zoals kapitaalverhogingen of -verminderingen, fusies, splitsingen en ontbindingen) wanneer minstens 50% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Als dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen die zal beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde deel van het kapitaal. In principe worden statutenwijzigingen enkel aangenomen als ze 75% van de stemmen hebben verkregen. Het WVV voorziet strengere meerderheidsvereisten in specifieke gevallen, zoals de wijziging van het voorwerp of de vorm van de vennootschap.
De statuten van de Vennootschap werden één keer gewijzigd in 2020, ingevolgde de besluiten van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders gehouden op 30 april 2020 waarbij zij werden aangepast aan de bepalingen van het WVV (met inbegrip van de invoering van een duale bestuursstructuur).
Het kapitaal van de Vennootschap kan worden verhoogd op basis een beslissing van de raad van toezicht, binnen de grenzen van het toegestane kapitaal. Hiervoor moet uitdrukkelijk toestemming worden verleend door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders; deze machtiging is beperkt in tijd en omvang. Zij is ook onderworpen aan specifieke beperkingen op het vlak van rechtvaardiging en doeleinden.
De buitengewone algemene vergadering de dato 26 april 2018 (besluiten gepubliceerd op 29 mei 2018) heeft de machtiging tot toegestaan kapitaal hernieuwd. De raad van toezicht5 is bevoegd om het kapitaal in één of meer keren te verhogen met een maximumbedrag van € 55.000.000. Deze bevoegdheid zal vervallen op 28 mei 2023, maar kan worden hernieuwd.
Op datum van 31 december 2020 had de raad van toezicht éénmaal gebruik gemaakt van zijn bevoegdheden onder het toegestane kapitaal, naar aanleiding van de uitgifte, op 15 juni 2020, van niet-achtergestelde, niet-gewaarborgde converteerbare obligaties met een looptijd tot 2025 voor een totaal bedrag in hoofdsom van € 500.000.000. Deze converteerbare obligaties hebben een zero-coupon en de initiële conversieprijs bedraagt € 55,32 per aandeel. In het kader van de uitgifte van deze converteerbare obligaties heeft de raad van toezicht beslist om het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders overeenkomstig de artikelen 7;191 juncto 7:198 van het WVV op te heffen. Luidens de voorwaarden van de converteerbare obligaties kunnen de obligaties geconverteerd worden in bestaande en/of nieuwe aandelen; in het geval van nieuwe aandelen zullen deze worden uitgegeven in het kader
1 De machtiging werd oorspronkelijk aan de oude raad van bestuur verleend, maar deze bevoegdheid is automatisch naar de raad van toezicht doorgetrokken naar aanleiding van de invoering van de duale bestuursstructuur bij besluit van de buitengewone algemene vergadering de dato 30 april 2020.
van het toegestane kapitaal. Voormelde voorwaarden voorzien ook specifieke gevallen van vervroegde terugbetaling op initiatief van de Vennootschap en/of de obligatiehouders.
Het exacte aan te rekenen bedrag op het hogervermelde maximumbedrag van € 55.000.000 zal in voorkomend geval pas kunnen berekend worden bij effectieve (gehele of gedeeltelijke) conversie van de converteerbare obligaties in nieuwe aandelen.
Krachtens besluiten van de buitengewone algemene vergadering de dato 26 april 2018 is de Vennootschap gemachtigd om eigen aandelen in te kopen op een gereglementeerde markt binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, tegen een prijs per aandeel van € 4 tot € 100 tot en met 31 mei 2022. Deze machtiging werd ook aan de rechtstreekse dochterondernemingen van de Vennootschap verleend. In 2020 heeft de Vennootschap 1.200.000 eigen aandelen ingekocht in uitvoering van deze machtiging.
Alle senior vice-presidents van de Umicore groep hebben recht op een compensatie ten bedrage van 36 maanden basisloon in geval van ontslag binnen de twaalf maanden na een overname van de Vennootschap. Voor de leden van de directieraad verwijzen wij naar het (Remuneratieverslag(p. 94)).
Op 6 februari 2020, voorafgaand aan de bespreking of het nemen van eender welke beslissing in dat verband, heeft Marc Grynberg, toen nog lid van de vroegere raad van bestuur, verklaard dat hij een rechtstreeks tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard had bij de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur in verband met zijn evaluatie en zijn bezoldiging (inclusief de toekenning van aandelen en opties). In overeenstemming met artikel 523 van het oude Wetboek van vennootschappen nam Marc Grynberg niet deel aan de beraadslaging door de raad van bestuur en nam hij evenmin deel aan de stemming.
Voormelde beslissingen hadden (zullen) de volgende vermogensrechtelijke gevolgen (hebben):
De CEO ontving een vaste bezoldiging van € 720.000 in 2020. Eveneens in 2020 ontving hij een bruto variabele vergoeding van € 87.500 als niet-uitgesteld deel van zijn variabele vergoeding voor het referentiejaar 2019.
1 Respectievelijk de raad van bestuur en het directiecomité tot de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020.
Verder ontving hij in 2020 een bruto bedrag van € 256.500 als uitgesteld deel van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2017 op basis van (1) het toepasselijke rentabiliteitscriterium van de Umicore groep over drie jaar, met name de gemiddelde winstmarge op het geïnvesteerde kapitaal ("return on capital employed" of ROCE) voor de referentiejaren 2017, 2018 en 2019 (d.w.z. 14,4% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 69%) en (2) de gemiddelde EBIT-groei over drie jaar voor dezelfde referentiejaren 2017, 2018 en 2019 vermenigvuldigd met 2 (d.w.z. 13,2% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 26%).
De ROCE-waarden zijn vastgelegd tussen minimum 7,5% (= uitbetaling van 0%) en maximum 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de doelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. De impact van de EBIT-groei wordt berekend door het gemiddelde percentage van de EBIT-groei over de referentiejaren te vermenigvuldigen met 2. Het criterium van de EBIT-groei wordt alleen toegepast indien het gemiddelde samengestelde percentage van de aangepaste EBIT-groei minstens 10% bedraagt.
De vermogensrechtelijke gevolgen hiervan voor Umicore behelzen: ofwel, 1) zolang Umicore beslist de aandelen die ze momenteel in portefeuille heeft, te behouden: de financierings- en opportuniteitskosten met betrekking tot het aanhouden van deze aandelen tot de levering van de aandelen, respectievelijk de uitoefening van de opties, ofwel, 2) indien Umicore op een latere datum beslist om deze aandelen te verkopen: het verschil op datum van uitoefening van de opties, tussen de uitoefenprijs van de opties en de marktwaarde van de aandelen die Umicore op die dag zou moeten aankopen.
In 2020 vonden er geen specifieke transacties of contractuele verbintenissen plaats tussen een lid van de raad van toezicht of de directieraad6 enerzijds en Umicore of één van haar verbonden ondernemingen anderzijds.
De gewone algemene vergadering van 30 april 2020 heeft het mandaat als commissaris van PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BV hernieuwd voor een periode van 3 jaar. De commissaris wordt vertegenwoordigd door de heer Kurt Cappoen.
De criteria van onafhankelijkheid die Umicore hanteert voor haar commissaris zijn weergegeven in een document dat kan worden aangevraagd bij Umicore.
Umicore hanteert een Gedragscode voor al haar medewerkers, vertegenwoordigers en de leden van de raad van toezicht en van de directieraad. Deze Gedragscode is fundamenteel voor de creatie en het behoud van een vertrouwens- en professionele relatie met haar voornaamste stakeholders, namelijk haar personeelsleden, haar handelspartners, haar aandeelhouders, de overheid en het publiek.
De belangrijkste doelstelling van de Gedragscode van Umicore is ervoor te zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore op een ethische manier handelen, in overeenstemming met de wetten en reglementen, en met de normen die Umicore vastlegt op basis van haar huidige en toekomstige beleidslijnen, richtlijnen en regels. De Gedragscode bevat een afzonderlijk hoofdstuk over klachten en uitingen van bezorgdheid van de kant van de werknemers, alsook over de bescherming van klokkenluiders.
De Gedragscode is gepubliceerd als Bijlage 6 van het CG Charter.
Het door Umicore gevoerde beleid inzake marktmisbruik met inbegrip van handel met voorkennis is uiteengezet in de Umicore Dealing Code, die kan geraadpleegd worden onder Bijlage 7 van het CG Charter.
Tijdens het boekjaar 2020 waren de corporate governance systemen en procedures van Umicore in overeenstemming met de CG Code 2020, op één uitzondering na, met name met betrekking tot de toekenning van stock opties aan de CEO. Zoals uiteengezet in het remuneratiebeleid, dat op 30 april 2020 door de algemene vergadering van aandeelhouders werd goedgekeurd, worden de aan de CEO toegekende stock opties onmiddellijk als verworven beschouwd, zoals contractueel overeengekomen. Dit is een afwijking van bepaling 7.11 van de CG Code 2020. Hoewel deze stock opties onmiddellijk verworven zijn, kunnen zij echter pas na drie jaar uitgeoefend worden, in overeenstemming met voormelde bepaling 7.11.
Op 6 februari 2020 legde het benoemings- en remuneratiecomité het remuneratiebeleid (het 'Beleid') ter bespreking en goedkeuring voor aan de raad van toezicht. Het Beleid beschrijft de vergoedingsprincipes voor de leden van de raad van toezicht en de directieraad1 van Umicore en is sinds 1 januari 2020 van
1 Respectievelijk raad van bestuur en directiecomité voor de periode tussen 1 januari 2020 en 30 april 2020.
kracht. Het beleid werd goedgekeurd op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van Umicore op 30 april 2020 met 82,07% van de uitgebrachte stemmen (zonder rekening te houden met de onthoudingen, zoals voorzien door de Belgische vennootschapswetgeving). Het beleid is beschikbaar op de website van Umicore:
https://www.umicore.com/en/investors/governance/documents/remuneration-policy/
De vergoeding van de leden van de raad van toezicht is in overeenstemming met het remuneratiebeleid en is ongewijzigd sinds vorig jaar, met uitzondering van een kleine aanpassing van de aanvullende aanwezigheidsvergoeding voor leden van de raad van toezicht die buiten België wonen. Die aanvullende aanwezigheidsvergoeding is vanaf 2020 ook van toepassing op vergaderingen van het comité indien de leden die persoonlijk bijwoonden en niet gecombineerd werden met een vergadering van de raad van toezicht.
Elke verwijzing in dit remuneratieverslag naar de raad van toezicht of de directieraad van Umicore moet gelezen worden als een verwijzing naar respectievelijk de raad van bestuur en het directiecomité van Umicore wanneer het gaat om gebeurtenissen of omstandigheden die zich hebben voorgedaan vóór de buitengewone algemene vergadering van 30 april 2020, zoals vermeld in het bovenstaande overzicht van het deugdelijk bestuur.
Alle componenten van de vergoeding voor de leden van de raad van toezicht voor het betreffende jaar worden in de onderstaande tabel beschreven:
| in (€) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam Mandaat |
Start datum |
Eind datum |
Vaste Vergoeding |
Aanwezigheidsvergoeding Aandelen (1)1 |
Aantal bijgewoonde vergaderingen Online/In persoon |
Andere (Auto) |
Totaal | |
| LEYSEN T. | 217.385 | |||||||
| Voorzitter raad van toezicht |
19-11-2008 | 60.000 | 74.660 | 55.000 | 10 / 1 | 2.725 | ||
| Voorzitter van het benoemings en bezoldingscomité |
19-11-2008 | 25.000 | 4 / 1 | |||||
| ARMERO M. | 63.548 | |||||||
| Lid van de raad van toezicht |
30-4-2020 | 18.074 | 24.974 | 17.500 | 7 / 0 | |||
| Lid van het benoemings en bezoldingscomité |
9-12-2020 | 3.000 | 1 / 0 | |||||
| BEN-ZUR L. | 76.830 | |||||||
| Lid van de raad van toezicht |
25-4-2017 | 27.000 | 37.330 | 12.500 | 5 / 0 | |||
| CHOMBAR F. | 99.330 | |||||||
| Lid van de raad van toezicht |
26-4-2016 | 27.000 | 37.330 | 20.000 | 7 / 1 | |||
| Lid van het benoemings |
26-4-2018 | |||||||
| en bezoldingscomité | 15.000 | 4 / 1 | ||||||
| DEBACKERE K. | 109.330 | |||||||
| Lid van de raad van toezicht |
26-4-2018 | 27.000 | 37.330 | 25.000 | 9 / 1 | |||
| Lid van het auditcomité |
26-4-2018 | 5.000 | 12.000 | 3 / 1 | ||||
| Lid van het benoemings en bezoldingscomité |
9-12-2020 | 3.000 | 1 / 0 |
| in (€) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| GARRETT M. | 106.330 | |||||
| Lid van de raad van toezicht |
28-4-2015 | 27.000 | 37.330 | 26.000 | 9 / 1 | |
| Lid van het benoemings |
25-4-2017 | |||||
| en bezoldingscomité | 16.000 | 4 / 1 | ||||
| KOLMSEE I. | 120.330 | |||||
| Lid van de raad | 26-4-2011 | |||||
| van toezicht | 27.000 | 37.330 | 26.000 | 9 / 1 | ||
| Voorzitter van | 28-4-2015 | |||||
| het auditcomité | 10.000 | 20.000 | 3 / 1 | |||
| LAMARCHE G. | 32.282 | |||||
| Lid van de raad | 25-4-2017 30-4-2020 | |||||
| van toezicht | 8.926 | 12.356 | 11.000 | 3 / 1 | ||
| MEURICE E. | 87.830 | |||||
| Lid van de raad | 28-5-2015 | |||||
| van toezicht | 27.000 | 37.330 | 23.500 | 8 / 1 | ||
| RAETS L. | 108.830 | |||||
| Lid van de raad | 25-4-2019 | |||||
| van toezicht | 27.000 | 37.330 | 27.500 | 10 / 1 | ||
| Lid van | 25-4-2019 | |||||
| het auditcomité | 5.000 | 12.000 | 3 / 1 |
1 De toegekende aandelen hebben betrekking op de diensten geleverd in het betreffende jaar. De aandelen werden toegekend op 15 mei 2020 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 37,33, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op 14 mei 2020 (de waarde van het aandeel is vastgesteld op de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of op de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is).
De vergoeding van de CEO en de andere leden van de directieraad is op 6 februari 2020 door de raad van toezicht geëvalueerd, op basis van aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité na een vergelijkend onderzoek onder BEL20-bedrijven en Europese vergelijkbare bedrijven.
In de vergoeding van de CEO en de andere leden van de directieraad waren in 2020 de volgende componenten opgenomen: vaste vergoeding, variabele vergoeding, op aandelen gebaseerde vergoeding, pensioenplannen en andere voordelen.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht op 6 februari 2020 om de vaste vergoeding voor de CEO vanaf 1 januari 2020 vast te stellen op € 720.000 en de potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding van € 700.000 te behouden voor het betreffende jaar. Voor 2020 werden 140.000 aandelenopties toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan.
Verder besloot de raad op 10 februari 2021 om 10.000 Umicore-aandelen toe te kennen voor geleverde diensten in het betreffende jaar. Voor de toegekende aandelen geldt een lock-up periode van drie jaar doch zonder vervalbepalingen.
Alle componenten van de vergoeding voor de CEO voor het betreffende jaar worden in de onderstaande tabel beschreven.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht op 6 februari 2020 om de vaste vergoeding voor elk lid van de directieraad vanaf 1 januari 2020 vast te stellen op € 440.000 en de potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding van € 380.000 te behouden voor het betreffende jaar. Voor 2020 werden 30.000 aandelenopties per persoon toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan. De heer Goffaux heeft 10.000 extra aandelenopties ontvangen naar aanleiding van zijn buitenlandse werkzaamheden in Zuid-Korea.
Verder besloot de raad van toezicht op 10 februari 2021 om 7.000 Umicore-aandelen per persoon toe te kennen voor geleverde diensten in het betreffende jaar. Voor de toegekende aandelen geldt een lock-up periode van drie jaar doch zonder vervalbepalingen.
Alle componenten van de vergoeding voor de leden van de directieraad voor het betreffende jaar worden in de onderstaande tabel beschreven.
| in (€) | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam Positie |
Mandaat Startdatum |
Vaste Vergoeding |
Niet-uitgestelde Variabele 50% |
Uitgestelde Variabele 50% |
Aandelen | Aandelenopties | Pensioen | Andere | Totaal | Ratio vast |
Ratio variabel |
| Einddatum | (1)1 | (2)2 | (3)3 | (4)4 | (5)5 | (6)6 | (7)7 | (8)8 | (9)9 | ||
| Grynberg M. | 19/11/2008 | 720.000 | 315.000 | 159.300 | 470.800 | 904.400 | 214.677 | 54.332 | 2.838.509 | 83% | 17% |
| CEO | |||||||||||
| Csoma S. | 01/11/2012 | 440.000 | 190.000 | 88.500 | 329.560 | 193.800 | 128.089 | 40.447 | 1.410.396 | 80% | 20% |
| EVP | |||||||||||
| Goffaux D. | 01/07/2010 | 440.000 | 95.000 | 88.500 | 334.273 | 258.400 | 128.196 | 162.352 | 1.506.721 | 88% | 12% |
| EVP | |||||||||||
| Kiessling R. | 01/02/2019 | 440.000 | 190.000 | 0 | 329.627 | 193.800 | 91.872 | 23.306 | 1.268.605 | 85% | 15% |
| EVP | |||||||||||
| Nolens G. | 01/07/2015 | 440.000 | 190.000 | 88.500 | 329.560 | 193.800 | 131.857 | 16.517 | 1.390.234 | 80% | 20% |
| EVP | |||||||||||
| Platteeuw F. | 01/11/2012 | 440.000 | 190.000 | 88.500 | 329.560 | 193.800 | 132.421 | 23.823 | 1.398.104 | 80% | 20% |
| CFO | |||||||||||
| Steegen A. | 01/10/2018 | 440.000 | 190.000 | 22.125 | 329.560 | 193.800 | 91.872 | 21.922 | 1.289.279 | 84% | 16% |
| EVP | |||||||||||
| Reymondet P. | 01/08/2003 | - | - | 88.500 | - - |
- | - | 88.500 | 0% | 100% | |
| EVP | 31/01/2019 | ||||||||||
| Van Sande M. | 01/09/1998 | - | - | 22.125 | - - |
- | - | 22.125 | 0% | 100% | |
| EVP | 31/03/2018 |
1 De vaste vergoeding omvat de vaste remuneraties van Umicore-entiteiten.
2 Het niet-uitgestelde variabele deel is vastgesteld in overeenstemming met het remuneratiebeleid en heeft betrekking op het betreffende jaar 2020, met een cash uitbetaling in 2021.
3 Het uitgestelde variabele deel heeft betrekking op het referentiejaar 2018 en houdt voor de jaren 2018-2019-2020 rekening met een gemiddelde ROCE van 13,4%, wat resulteert in een uitbetaling van 59% van het uitgestelde doel voor 2018 en een samengesteld gemiddeld EBIT-groeipercentage van 9,4%, wat lager is dan de drempel van 10% en bijgevolg niet leidt tot een bijkomende variabele betaling. De cash uitbetaling vond plaats in 2021.
4 De toegekende aandelen hebben betrekking op de diensten geleverd in het betreffende jaar 2020. De aandelen werden toegekend op 11 februari 2021 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 47,08, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum, of de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is. Voor belastingdoeleinden in Duitsland en Zuid-Korea werden de aandelen gewaardeerd op respectievelijk € 47,09 (laagste beurskoers van de aandelen op de leveringsdatum) en € 48,00 (de slotkoers van de aandelen op de leveringsdatum).
5 De toegekende aandelenopties hebben betrekking op de diensten geleverd in het betreffende jaar 2020. De aandelenopties werden toegekend op 10 februari 2020 en werden gewaardeerd tegen een notionele waarde van € 6,46 per optie volgens de formule van Black & Scholes. Zie tabel G13.4 voor alle aandelenoptietransacties in de loop van het betreffende jaar.
6 Omvat bijdragen voor pensioenplannen met vaste bijdragen en met vaste prestaties (service cost/pensioenkost).
7 Omvat de representatievergoeding, het voordeel in natura bedrijfswagen, verzekeringsvoordelen en bijkomende voordelen voor de heer Goffaux D. omwille van zijn buitenlandse werkzaamheden in Zuid-Korea (huisvesting, mobiliteitspremie, ziekteverzekering).
8 (1)+(4)+(5)+(6)+(7)/Totale remuneratie
9 (2)+(3)/Totale remuneratie
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de jaarlijkse wijziging van de vergoeding van de CEO, de andere leden van de directieraad (in totaal), de mandaten binnen de raad van toezicht en de comités, de gemiddelde personeelsremuneratie op basis van een voltijds equivalent en de prestaties van de onderneming. Onvolledige remuneratiejaren als gevolg van een begin of einde van het mandaat in de loop van het referentiejaar zijn aangepast aan een jaarbasis. Het aantal aandelen in de tabel vertegenwoordigt voor alle jaren het aantal aandelen, rekening houdend met de aandelensplitsing van 16 oktober 2017.
De gemiddelde personeelsremuneratie heeft betrekking op Umicore (België), overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen.
| Jaarlijkse verandering | 2016 vs 2015 |
2017 vs 2016 |
2018 vs 2017 |
2019 vs 2018 |
2020 vs 2019 |
Opmerkingen | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Remuneratie directieraad |
Remuneratiecomponent | ||||||
| Vast | 0,0% | 3,0% | 2,9% | 0,0% | 2,9% | ||
| Variabel | 2,8% | 27,0% | -24,8% | -5,6% | 37,9% | ||
| CEO | Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | -3,8% | 0,0% | |
| Aantal aandelenopties |
0,0% | 0,0% | 0,0% | -6,7% | 0,0% | ||
| Pensioen + andere | -42,8% | 4,8% | 1,1% | 8,2% | 13,0% | ||
| Vast | 0,1% | 2,5% | 3,3% | 0,4% | 4,5% | ||
| Variabel | 7,0% | 31,1% | -28,0% | 18,3% | 10,6% | ||
| Leden van de directieraad |
Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | -5,4% | 0,0% | |
| (excl. CEO) | Aantal aandelenopties |
0,0% | 0,0% | 0,0% | -14,3% | 5,6% | (1)1 |
| Pensioen + andere | -2,1% | -7,4% | -2,3% | 1,9% | 13,8% | (2)2 | |
| REMUNERATIE RAAD VAN TOEZICHT |
Remuneratiecomponent | ||||||
| Vast | 0,0% | 0,0% | 50,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Voorzitter raad van toezicht |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Vast | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Voorzitter auditcomité |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| Aantal aandelen | - | - | - | - | - |
| Jaarlijkse verandering | 2016 vs 2015 |
2017 vs 2016 |
2018 vs 2017 |
2019 vs 2018 |
2020 vs 2019 |
Opmerkingen | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Vast | - | - | - | - | - | ||
| Voorzitter benoemings |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| en bezoldingscomité | Aantal aandelen | - | - | - | - | - | |
| Vast | 0,0% | 35,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Lid raad van toezicht |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Vast | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
| Lid auditcomité |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
| Vast | - | - | - | - | - | ||
| Lid benoemings en bezoldingscomité |
Aanwezigheidsvergoeding/ vergadering |
0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
| Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
| DE GEMIDDELDE WERKNEMERS REMUNERATIE, UITGEDRUKT IN VOLTIJDSE EQUIVALENTEN | |||||||
| % wijziging ten opzichte van het voorgaande jaar |
2,5% | 5,1% | 3,6% | 3,7% | 2,7% | ||
| PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
| ROCE | 13,7% | 14,6% | 15,1% | 15,4% | 12,6% | 12,1% | |
| EBIT M€ | 330 | 351 | 410 | 514 | 509 | 536 | |
| % ROCE wijziging ten opzichte van het voorgaande jaar |
6,6% | 3,4% | 2,0% | -18,2% | -4,0% | ||
| % EBIT wijziging ten opzichte van het voorgaande jaar |
1 De stijging versus 2019 heeft betrekking op de extra aandelenopties die werden toegekend aan dhr. Goffaux D. naar aanleiding van zijn | 6,4% | 16,8% | 25,4% | -1,0% | 5,4% |
buitenlandse werkzaamheden in Zuid-Korea.
2 De stijging versus 2019 heeft betrekking op de voordelen toegekend aan dhr. Goffaux D. voor zijn buitenlandse werkzaamheden voor het hele boekjaar (mobiliteitspremie, huisvesting, ziektekostenverzekering).
De ratio tussen het hoogste en laagste loonniveau bij Umicore (België) was in 2020 gelijk aan 62.
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal in de loop van het boekjaar toegekende, uitgeoefende en vervallen aandelenopties, en van de voornaamste bepalingen van de uitstaande aandelenoptieplannen.
| Transacties van aandelenopties in 2020 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam Positie |
Opties Toegekend |
Opties Uitgeoefend |
Opties Vervallen |
|||
| Grynberg M. | ISOP 2020 | 140.000 | ISOP 2014 | 150.000 | 0 | |
| CEO | ISOP 2015 | 75.000 | ||||
| Csoma S. | ISOP 2020 | 30.000 | 0 | |||
| EVP | ||||||
| Goffaux D. | ISOP 2020 | 40.000 | ISOP 2015 | 7.500 | 0 | |
| EVP | ||||||
| Kiessling R. | ISOP 2020 | 30.000 | ISOP 2015 | 9.000 | 0 | |
| EVP | ISOP 2016 | 9.000 | ||||
| Nolens G. | ISOP 2020 | 30.000 | 0 | |||
| EVP | ||||||
| Platteeuw F. | ISOP 2020 | 30.000 | ISOP 2015 | 15.000 | 0 | |
| CFO | ISOP 2016 | 5.000 | ||||
| Steegen A. | ISOP 2020 | 30.000 | 0 | |||
| EVP | ||||||
| BELANGRIJKSTE KARAKTERISTIEKEN VAN DE OPENSTAANDE AANDELENOPTIEPLANNEN | ||||||
| ISOP PLAN | Datum toekenning |
Uitoefenprijs * 1 |
Uitoefenperiode Start - Einde |
|||
| 2020 | 10/02/2020 | 42,050 | 10/02/2023 - 09/02/2027 | |||
| 2019 | 11/02/2019 | 34,080 | 01/03/2022 - 10/02/2026 | |||
| 2018 | 09/02/2018 | 40,900 | 01/03/2021 - 08/02/2025 | |||
| 2017 | 13/02/2017 | 25,500 | 01/03/2020 - 12/02/2024 | |||
| 2016 | 05/02/2016 | 16,632 | 01/03/2019 - 04/02/2023 | |||
| 2015 | 09/02/2015 | 17,289 | 01/03/2018 - 08/02/2022 | |||
| 2014 | 10/02/2014 | 16,143 | 01/03/2017 - 09/02/2021 |
1 De uitoefenprijzen houden rekening met de aandelensplitsing van 16 oktober 2017
Op de FSMA-website staan alle gegevens voor alle uitgeoefende opties en andere aandeel gerelateerde transacties.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aandelen dat in 2020 aan de CEO en de andere leden van de directieraad werd toegekend voor de in 2019 geleverde diensten. De aandelen werden toegekend op 10 februari 2020 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 42,05, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op 7 februari 2020 (de waarde van het aandeel is vastgesteld op de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of op de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is). Voor belastingdoeleinden in Duitsland en Zuid-Korea werden de aandelen gewaardeerd op respectievelijk € 41,41 en € 43,75. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar tot en met 9 februari 2023 zonder vervalbepalingen.
De heer Goffaux D. besloot een deel van zijn variabele cashvergoeding te ontvangen in Umicoreaandelen, met als resultaat 4.430 bijkomende aandelen die op 2 maart 2020 werden toegekend en tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 37,77 werden gewaardeerd, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op 28 februari 2020 (de waarde van het aandeel is vastgesteld op de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is). Voor belastingdoeleinden in Zuid-Korea werden de aandelen gewaardeerd op € 38,26. Voor die aandelen geldt een lock-up periode van twee jaar tot en met 1 maart 2022.
| Naam Positie |
Aantal aandelen ontvangen in 2020 |
Opmerking | |
|---|---|---|---|
| Grynberg M. | 10.000 | ||
| CEO | |||
| Csoma S. | 7.000 | ||
| EVP | |||
| Goffaux D. | 11.430 | ||
| EVP | |||
| Kiessling R. | 6.417 | Pro rata de diensttijd in 2019 |
|
| EVP | vanaf 01/02/2019 | ||
| Nolens G. | 7.000 | ||
| EVP | |||
| Platteeuw F. | 7.000 | ||
| CFO | |||
| Reymondet P. | 583 | Pro rata de diensttijd in 2019 |
|
| EVP | tot 31/01/2019 | ||
| Steegen A. | 7.000 | ||
| EVP |
Overeenkomstig het Beleid is de CEO verplicht om binnen drie jaar na de benoemingsdatum minimaal 30.000 Umicore-aandelen op te bouwen en te bewaren tijdens het dienstverband. Die vereiste geldt ook voor de andere leden van de directieraad, met een minimum van 15.000 aandelen.
Op 31 december 2020 bereikten de CEO en de andere leden van de directieraad die minimale vereisten voor het bezit van aandelen, met uitzondering van de heer Kiessling R. en mevrouw Steegen A. die beiden nog in de periode van drie jaar zitten om het vereiste minimum op te bouwen.
De leden van de directieraad bezitten op 31 december 2020 gezamenlijk een totaal aantal van 1.144.097 aandelen.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aandelen dat in 2020 aan de leden van de raad van toezicht werd toegekend voor de in 2020 geleverde diensten. De aandelen werden toegekend op 15 mei 2020 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 37,77, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op 14 mei 2020 (de waarde van het aandeel is vastgesteld op de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of op de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is). De aandelen moeten worden behouden tot minimaal één jaar nadat het lid de raad van toezicht verlaat en minimaal drie jaar na het moment van toekenning.
| Naam Mandaat in de raad van toezicht |
Aantal aandelen ontvangen in 2020 |
Opmerking |
|---|---|---|
| Leysen T. | 2.000 | |
| Voorzitter | ||
| Armero M. | 669 | Pro rata de diensttijd in 2020 |
| Lid | vanaf 30/04/2020 | |
| Ben-Zur L. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Chombar F. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Debackere K. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Garrett M. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Kolmsee I. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Lamarche G. | 331 | Pro rata de diensttijd in 2020 |
| Lid | vanaf 30/04/2020 | |
| Meurice E. | 1.000 | |
| Lid | ||
| Raets L. | 1.000 | |
| Lid |
De leden van de raad van toezicht bezitten op 31 december 2020 gezamenlijk een totaal aantal van 960.387 aandelen.
Het remuneratieverslag voor 2019 is goedgekeurd met 81% van de stemmen voor.
Op basis van een evaluatie van de totale vergoeding van de leden van de raad van toezicht en van elk element van de vergoeding kwam het benoemings- en remuneratiecomité op 5 februari 2021 tot de conclusie dat de vergoeding marktconform is.
Op 5 februari 2021 evalueerde het benoemings- en remuneratiecomité de vergoeding van de CEO op basis van een vergelijkend onderzoek van Europese vergelijkbare bedrijven en BEL20-ondernemingen.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht van 10 februari 2021 om de vaste vergoeding en de potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding te behouden. Voor 2021 werden 80.000 aandelenopties toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan.
De bovenstaande wijzigingen zijn in overeenstemming met het remuneratiebeleid.
Op 5 februari 2021 evalueerde het benoemings- en remuneratiecomité de vergoeding van de andere leden van de directieraad op basis van een vergelijkend onderzoek van Europese vergelijkbare bedrijven en BEL20-ondernemingen.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht op 10 februari 2021 om de jaarlijkse vaste vergoeding te behouden op € 440.000, maar om vanaf het uitvoeringsjaar 2021 de potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding te verhogen van € 380.000 naar € 400.000. Het aantal aandelenopties voor 2021 toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan werd behouden.
De bovenstaande wijzigingen zijn in overeenstemming met het remuneratiebeleid.
Energy and Surface Technologies 106
VERDELING VAN DE ECONOMISCHE MEERWAARDE 108
| Toelichting | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 11.086 | 12.277 | 13.717 | 17.485 | 20,710 | |
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 2.667 | 2.916 | 3.271 | 3.361 | 3,239 | |
| Aangepaste EBITDA | F9 | 527 | 599 | 720 | 753 | 804 |
| Aangepaste EBIT | F9 | 351 | 410 | 514 | 509 | 536 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen |
F9 | 18 | 30 | 5 | 11 | 8 |
| EBIT aanpassingen | F9 | (110) | (46) | (14) | (30) | (237) |
| Totale EBIT | F9 | 232 | 343 | 500 | 479 | 299 |
| Aangepaste EBIT marge | 12.5 | 13.1 | 15.5 | 14.8 | 16,3 | |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) |
F31 | 14.6 | 15.1 | 15.4 | 12.6 | 12,1 |
| Aangepaste belastingsgraad | F13 | 25 | 25.7 | 24.4 | 24.7 | 24,2 |
| Aangepast nettoresultaat, aandeel van de Groep |
F9 | 233 | 267 | 326 | 312 | 322 |
| Nettoresultaat, aandeel van de Groep |
F9 | 131 | 212 | 317 | 288 | 131 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten F9 | 156 | 175 | 196 | 211 | 223 | |
| Investeringen | F34 | 287 | 365 | 478 | 553 | 403 |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór financieringsoperaties |
F34 | 141.9 | (381) | (604) | (271) | 99 |
| Totaal der activa, einde periode | 4,146 | 5,116 | 6,053 | 7,023 | 8,341 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode |
F24 | 1,790 | 1,803 | 2,609 | 2,593 | 2,557 |
| Geconsolideerde netto financiële schuld, einde periode |
298,3 | |||||
| Schuldratio, einde periode | 296 | 840 | 861 | 1,443 | 1,414 | |
| Nettoschuld / aangepaste EBITDA van de voorbije 12 maanden |
13,8 | 31,1 | 24,4 | 35,2 | 35.0 | |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 0.56x | 1.40x | 1.19x | 1.92x | 1.76x | |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 2397 | 3.003 | 3.802 | 4.442 | 4,457 | |
| 2399 | 2710 | 3.344 | 4.048 | 4,451 |
| Toelichting | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aangepaste winst per aandeel volgens basisberekening F39 |
1.07 | 1.22 | 1.36 | 1.30 | 1,34 | |
| Winst per aandeel volgens basisberekening F39 |
0.60 | 0.97 | 1.33 | 1.20 | 0,54 | |
| Winst per aandeel na verwateringseffect |
F39 | 0.60 | 0.96 | 1.31 | 1.19 | 0,54 |
| Bruto dividend voor het jaar |
0.65 | 0.70 | 0.75 | 0.375 | 0,75 | |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór financieringsoperaties, basisberekening |
F34 | 0.65 | (1.74) | (2.53) | (1.13) | 0,41 |
| Totaal der activa, einde periode |
18.96 | 23.31 | 25.11 | 29.17 | 34,66 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode |
8.18 | 8.21 | 10.83 | 10.77 | 10,63 | |
| Koers van het aandeel | ||||||
| Hoogste | 29.36 | 39.88 | 53.14 | 43.85 | 47,49 | |
| Laagste | 16.19 | 24.28 | 34.17 | 25.11 | 29,76 | |
| Gemiddeld | 23.89 | 31.45 | 45.01 | 34.24 | 39,02 | |
| Slotkoers | 27.08 | 39.46 | 34.86 | 43.36 | 39,29 |
Miljoen euro
0
Miljoen euro
Miljoen euro tenzij anders vermeld
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 2.779 | 3.091 | 3.311 | 4.539 | 5.917 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 1.163 | 1.253 | 1.360 | 1.460 | 1.364 |
| Aangepaste EBITDA | 203 | 224 | 237 | 264 | 234 |
| Aangepaste EBIT | 152 | 165 | 168 | 185 | 154 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 9,2 | 0,4 | 0 | 0 | 0 |
| Totale EBIT | 126 | 161 | 162 | 185 | 96 |
| Aangepaste EBIT marge | 12,3 | 13,2 | 12,4 | 12,7 | 11,3 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 102 | 120 | 135 | 147 | 139 |
| Investeringen | 46 | 45 | 79 | 104 | 64 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 911 | 1.150 | 1.265 | 1.537 | 1.727 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 918 | 1.014 | 1.200 | 1.358 | 1.596 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) |
16,6 | 16,3 | 14 | 13,6 | 9,6 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig |
|||||
| geconsolideerde ondernemingen) | 2.464 | 2.952 | 3.070 | 3.190 | 3.073 |
| Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) |
177 | - | - | - | - |
Miljoen euro
RENDEMENT OP AANGEWEND KAPITAAL (ROCE)
Miljoen euro
Miljoen euro tenzij anders vermeld
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 1.469 | 2.392 | 3.650 | 2.938 | 2.811 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 610 | 894 | 1.289 | 1.225 | 1.045 |
| Aangepaste EBITDA | 132 | 198 | 323 | 271 | 186 |
| Aangepaste EBIT | 82 | 141 | 257 | 183 | 75 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 1,0 | 10,5 | 0,9 | 5 | 5 |
| Totale EBIT | 74 | 110 | 251 | 154 | (36.2) |
| Aangepaste EBIT marge | 13,2 | 14,6 | 19,8 | 14,5 | 6,7 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 20 | 30 | 39 | 46 | 58 |
| Investeringen | 144 | 225 | 316 | 348 | 252 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 752 | 1.206 | 1.769 | 2.324 | 2.133 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 695 | 978 | 1.469 | 2.014 | 2.209 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) |
11,7 | 14,4 | 17,5 | 9,1 | 3,4 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) |
2.357 | 2.716 | 3.447 | 3.997 | 3.761 |
| Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) |
847 | 917 | 782 | 751 | 727 |
Miljoen euro
Miljoen euro
%
20 30 39 46 58 2016 2017 2018 2019 2020 0 50 100
RENDEMENT OP AANGEWEND KAPITAAL (ROCE)
Miljoen euro
Miljoen euro
Miljoen euro tenzij anders vermeld
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 6.886 | 7.327 | 7.625 | 11.320 | 13.904 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 641 | 650 | 626 | 681 | 836 |
| Aangepaste EBITDA | 187 | 189 | 195 | 250 | 425 |
| Aangepaste EBIT | 125 | 128 | 135 | 188 | 362 |
| Totale EBIT | 115 | 121 | 126 | 190 | 311 |
| Aangepaste EBIT marge | 19,5 | 19,7 | 21,5 | 27,6 | 43,3 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 23 | 19 | 15 | 8 | 10 |
| Investeringen | 72 | 79 | 68 | 82 | 72 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 498 | 474 | 546 | 405 | 447 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 474 | 495 | 483 | 479 | 502 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) |
26,3 | 25,8 | 27,9 | 39,3 | 72 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) |
3.170 | 3.092 | 2.832 | 2.849 | 2.769 |
Miljoen euro
%
Miljoen euro
Miljoen euro
AANGEPASTE EBIT
Het grootste deel van het totale inkomen van Umicore voor het metaalgedeelte van grondstoffen (deze kost wordt meestal doorgerekend aan de klant). Na aftrek van andere grondstofkosten, energiekosten en afschrijvingen bedroeg de economische meerwaarde voor verdere verdeling € 1,13 biljoen.
Het grootste deel (€ 798 miljoen) werd verdeeld onder de werknemers. Het grootste deel van werknemersvoordelen was in de vorm van lonen. De rest omvatte nationale sociale zekerheidsbijdragen, pensioenen en andere voordelen.
Netto-interesten aan crediteuren bedroegen € 57 miljoen en de belastingen aan de overheden en autoriteiten waar we actief zijn, bedroegen in het totaal € 79 miljoen. De winst die aan de minderheidsaandeelhouders werd uitgekeerd, bedroeg € 7,8 miljoen.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders op de algemene vergadering in april 2021, zal de raad van toezicht een bruto jaarlijks dividend van € 0,75 per aandeel voorstellen. Dit ten opzichte van een volledig dividend van € 0,375 per aandeel dat uitbetaald werd voor het financiële jaar 2019. Gezien het interim-dividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van de goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een bruto bedrag van € 0,50 per aandeel betaald worden. Dit is conform het beleid van Umicore om een stabiel of geleidelijk groeiend dividend te betalen.
In 2020 besteedde Umicore € 1,5 miljoen aan donaties voor goede doelen.
Miljoen euro
| eenheid | 2020 | |
|---|---|---|
| Directe economische waarden (inclusief bijdrage van geassocieerde ondernemingen) | 20.785,4 | |
| Verbruikte grond- en hulpstoffen (uitgezonderd water, gas & elektriciteit) | MILJOEN € | 18.719,6 |
| Water-, gas- & elektriciteitskosten | MILJOEN € | 99,7 |
| Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen | MILJOEN € | 362,5 |
| Andere kosten (netto) | MILJOEN € | 532,8 |
| Directe economische waarden die zijn gegenereerd | MILJOEN € | 1.131,9 |
| Totale belastingen | MILJOEN € | 78,5 |
| Schuldeisers | MILJOEN € | 57,9 |
| Minderheidsbelangen | MILJOEN € | 4,8 |
| Aandeelhouders (enkel dividenden) | MILJOEN € | 60,2 |
| Ingehouden door het bedrijf | MILJOEN € | 130,5 |
| Donaties | MILJOEN € | 1,5 |
| Bezoldingen & voordelen | MILJOEN € | 798,5 |
| GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING | 110 | |
|---|---|---|
| GECONSOLIDEERD OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN | 111 | |
| NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | ||
| GECONSOLIDEERDE BALANS | 112 | |
| GECONSOLIDEERDE STAAT VAN MUTATIES IN HET | 113 | |
| EIGEN VERMOGEN | ||
| GECONSOLIDEERDE KASSTROMENTABEL | 114 | |
| Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening | 115 | |
| F1 | VOORSTELLINGSBASIS | 115 |
| F2 | WAARDERINGSREGELS | 115 |
| F3 | BEHEER VAN FINANCIËLE RISICO'S | 127 |
| F4 | BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE INSCHATTINGEN | 131 |
| EN BEOORDELINGEN | ||
| F5 | GROEPSONDERNEMINGEN | 133 |
| F6 | WAARDERING VREEMDE DEVIEZEN | 134 |
| F7 | SEGMENTINFORMATIE | 135 |
| F8 | BEDRIJFSACQUISITIES | 139 |
| F9 | BEDRIJFSRESULTAAT | 140 |
| F10 | BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN | 143 |
| F11 | NETTO FINANCIËLE KOST | 144 |
| F12 | OPBRENGSTEN VAN ANDERE FINANCIËLE ACTIVA | 144 | |
|---|---|---|---|
| 111 | F13 | BELASTINGEN | 145 |
| F14 | IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (UITGEZONDERD GOODWILL) | 146 | |
| F15 | GOODWILL | 147 | |
| 113 | F16 | MATERIËLE VASTE ACTIVA | 148 |
| F17 | DEELNEMINGEN OPGENOMEN VOLGENS | 150 | |
| DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE | |||
| F18 | FINANCIËLE ACTIVA AAN REËLE WAARDE | 151 | |
| OPGENOMEN VIA NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN EN | |||
| TOEGEKENDE LENINGEN | |||
| F19 | VOORRADEN | 151 | |
| 131 | F20 | HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN | 152 |
| F21 | BELASTINGACTIVA EN -PASSIVA | 154 | |
| F22 | KAS EN KASEQUIVALENTEN | 155 | |
| F23 | VALUTA OMREKENINGSVERSCHILLEN EN ANDERE RESERVES |
156 | |
| F24 | FINANCIËLE SCHULDEN | 157 | |
| F25 | HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 159 | |
| F26 | LIQUIDITEIT VAN DE FINANCIËLE SCHULDEN | 160 | |
| F27 | VOORZIENINGEN VOOR PERSONEELSVOORDELEN | 162 | |
| F28 | AANDELENOPTIEPLANNEN TOEGEKEND DOOR | 167 | |
|---|---|---|---|
| DE ONDERNEMING | |||
| F29 | VOORZIENINGEN LEEFMILIEU | 167 | |
| F30 | VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO'S EN KOSTEN | 168 | |
| F31 | AANGEWEND KAPITAAL | 169 | |
| 150 | F32 | FINANCIËLE INSTRUMENTEN PER CATEGORIE | 171 |
| F33 | REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE | 176 | |
| 151 | INSTRUMENTEN (DERIVATEN) | ||
| F34 | TOELICHTING BIJ DE KASSTROMENTABEL | 180 | |
| F35 | RECHTEN EN VERPLICHTINGEN NIET OP DE BALANS | 181 | |
| F36 | VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN | 182 | |
| F37 | VERBONDEN PARTIJEN | 182 | |
| F38 | GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM | 183 | |
| F39 | WINST PER AANDEEL | 183 | |
| F40 | IFRS- ONTWIKKELINGEN | 183 | |
| F41 | AUDIT VERGOEDING | 184 | |
| BEKNOPTE JAARREKENING VAN DE MOEDERONDERNEMING |
185 | ||
| VERKLARING OVER VERANTWOORDELIJKHEID VAN | 187 | ||
| HET MANAGEMENT |
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | F9 | 17.485.080 | 20.710.116 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | F9 | 121.078 | 80.602 |
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 17.606.158 | 20.790.718 | |
| Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | F9 | (15.639.139) | (18.819.323) |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | F10 | (775.919) | (798.481) |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | F9 | (307.567) | (362.497) |
| Andere bedrijfskosten | F9 | (413.795) | (506.587) |
| BEDRIJFSKOSTEN | (17.136.420) (20.486.887) | ||
| Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa | F12 | 706 | 761 |
| BEDRIJFSRESULTAAT | 470.444 | 304.592 | |
| Financiële baten | F11 | 4.808 | 4.044 |
| Andere financiële lasten | F11 | (56.427) | (77.801) |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | F11 | (31.618) | (30.445) |
| Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens | |||
| de vermogensmutatiemethode | F17 | 8.705 | (5.332) |
| RESULTAAT UIT DE GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTING | 395.912 | 195.058 | |
| Belastingen op het resultaat | F13 | (96.692) | (59.131) |
| RESULTAAT UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN | 299.220 | 135.928 | |
| Resultaat van de periode | 299.220 | 135.927 | |
| waarvan minderheidsbelangen | 11.429 | 5.397 | |
| waarvan aandeel van de Groep | 287.791 | 130.530 |
| (EUR) | |||
|---|---|---|---|
| Winst per aandeel uit bedrijfsactiviteiten, basisberekening | F39 | 1,20 | 0,54 |
| Winst per aandeel na verwatering uit bedrijfsactiviteiten | F39 | 1,19 | 0,54 |
| Betaald dividend per aandeel | 0,75 | 0,25 |
Op de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2020 werd het voorstel om het dividend van 2019 te verlagen tot € 0,375 per aandeel goedgekeurd. Dit bedrag is gelijk aan het interimdividend van 2019, reeds uitbetaald in de tweede helft van 2019. Hierdoor was er geen dividend uitbetaling in de eerste helft van 2020. De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van € 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van € 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van € 0,50 per aandeel worden uitbetaald.
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 299.220 | 135.927 | |
| Elementen die niet naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden |
|||
| Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters |
(71.921) | (25.198) | |
| Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
19.869 | 7.258 | |
| Elementen die naderhand naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden |
|||
| Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
(9) | (4.193) | |
| Bewegingen in kasstroomafdekkingsreserves | (27.958) | 17.321 | |
| Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
8.897 | (3.456) | |
| Bewegingen in herwerkingen van omrekeningsverschillen | 9.444 | (122.258) | |
| NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN UIT VOORTGEZETTE BEDRIJFSACTIVITEITEN |
F23 | (61.678) | (130.525) |
| GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN VOOR DE PERIODE | 237.541 | 5.402 | |
| waarvan aandeel van de Groep | 225.312 | 2.952 | |
| waarvan minderheidsbelangen | 12.230 | 2.450 |
De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkings-reserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van € 3,5 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van € 7,3 miljoen.
| (EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.810.228 | 2.895.694 | |
| Immateriële vaste activa | F14, F15 | 370.859 | 346.888 |
| Materiële vaste activa | F16 | 2.094.672 | 2.163.661 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
F17 | 150.642 | 139.839 |
| Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
F18 | 10.897 | 8.352 |
| Leningen | F18 | 2.192 | 3.252 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 12.038 | 11.765 |
| Uitgestelde belastingactiva | F21 | 168.927 | 221.938 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 4.213.162 | 5.445.199 | |
| Leningen | F18 | 2 | 80 |
| Voorraden | F19 | 2.462.330 | 2.718.092 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 1.433.659 | 1.677.167 |
| Terug te vorderen belastingen | F21 | 45.447 | 39.553 |
| Kas en kasequivalenten | F22 | 271.724 | 1.010.307 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 7.023.390 | 8.340.893 |
| (EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|
| EIGEN VERMOGEN | 2.660.464 | 2.621.856 | |
| Eigen vermogen van de groep | 2.593.474 | 2.557.182 | |
| Kapitaal en uitgifttepremies | 1.384.273 | 1.384.273 | |
| Overgedragen resultaten en reserves | 1.678.355 | 1.749.655 | |
| Omrekeningsverschillen en overige reserves | F23 | (284.453) | (367.825) |
| Eigen aandelen | (184.701) | (208.921) | |
| Minderheidsbelangen | 66.998 | 64.674 | |
| SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR | 1.686.801 | 2.359.901 | |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen | F27 | 392.651 | 426.356 |
| Financiële schulden | F24 | 1.151.083 | 1.705.154 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 24.120 | 23.505 |
| Latente belastingpassiva | F21 | 11.461 | 22.846 |
| Voorzieningen | F29, F30 | 107.487 | 182.040 |
| SCHULDEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | 2.676.124 | 3.359.136 | |
| Financiële schulden | F24 | 564.063 | 719.177 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 1.916.348 | 2.418.929 |
| Te betalen belastingen | F21 | 131.483 | 160.734 |
| Voorzieningen | F29, F30 | 64.230 | 60.296 |
| TOTAAL DER PASSIVA | 7.023.390 | 8.340.893 |
| Omrekeningsverschillen & | Totaal voortgezette bedrijfs | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Kapitaal & uitgifte-premies | Reserves | overige reserves | Eigen aandelen | Minderheidsbelangen | activiteiten |
| Balans bij het begin van 2019 | 1.384.273 | 1.610.882 | (227.644) | (158.103) | 49.927 | 2.659.336 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | - | (34.110) | - | - | 544 | (33.566) |
| AANGEPASTE BALANS BIJ HET BEGIN VAN 2019 | 1.384.273 | 1.576.772 | (227.644) | (158.103) | 50.471 | 2.625.770 |
| Resultaat van de periode | - | 287.791 | - | - | 11.428 | 299.220 |
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | - | - | (62.480) | - | 802 | (61.678) |
| GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN VAN DE PERIODE |
- | 287.791 | (62.480) | - | 12.231 | 237.543 |
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
- | - | 8.211 | - | - | 8.211 |
| Kapitaalverhoging | - | - | - | - | 15.541 | 15.541 |
| Dividenden | - | (186.394) | - | - | (11.246) | (197.640) |
| Overboekingen | - | 179 | (2.540) | 2.361 | - | - |
| Wijzigingen eigen aandelen | - | - | - | (28.959) | - | (28.959) |
| BALANS OP HET EINDE VAN 2019 | 1.384.273 | 1.678.348 | (284.453) | (184.701) | 66.997 | 2.660.464 |
| Resultaat van de periode | - | 130.530 | - | - | 5.397 | 135.927 |
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | - | - | (127.578) | - | (2.947) | (130.525) |
| GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN VAN DE PERIODE |
- | 130.530 | (127.578) | - | 2.450 | 5.402 |
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
- | - | 10.108 | - | - | 10.108 |
| Converteerbare obligatie - conversierechten* | - | - | 37.743 | - | - | 37.743 |
| Kapitaalverhoging | - | - | - | - | 27 | 27 |
| Dividenden | - | (60.141) | - | - | (4.800) | (64.941) |
| Overboekingen | - | 917 | (3.645) | 2.727 | - | - |
| Wijzigingen eigen aandelen | - | - | - | (26.947) | - | (26.947) |
| BALANS OP HET EINDE VAN 2020 | 1.384.273 | 1.749.655 | (367.825) | (208.921) | 64.674 | 2.621.856 |
De wettelijke reserve van € 55,0 miljoen, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep bestond op 31 december 2020 uit 246.400.000 aandelen zonder nominale waarde.
* De conversierechten, verbonden aan de in juni uitgegeven obligatie van EUR 500 miljoen, werden gewaardeerd aan EUR 37,7 miljoen rekening houdend met transactiekosten en uitgestelde belastingen. Deze waarde zal, conform IFRS regelgeving, niet worden geherwaardeerd doorheen de looptijd, noch bij de uitoefening ervan noch op vervaldag.
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 299.220 | 135.927 | |
| Aanpassing voor resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
(8.705) | 5.332 | |
| Aanpassing voor niet-kastransacties | F34 | 207.302 | 449.023 |
| Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen |
F34 | 129.568 | 116.051 |
| Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal | F34 | (78.441) | (103.756) |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 548.946 | 602.576 | |
| Ontvangen dividenden | 11.454 | 2.026 | |
| Belastingen betaald in de loop van het boekjaar | (86.661) | (78.955) | |
| Ontvangen subsidies | 5.444 | 2.673 | |
| NETTO OPERATIONELE KASSTROMEN | F34 | 479.182 | 528.320 |
| Verwerving van materiële vaste activa | F16 | (529.487) | (391.475) |
| Verwerving van immateriële vaste activa | F14 | (58.362) | (44.060) |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen |
F8 | (188.138) | (156) |
| Verwerving van financiële vaste activa | F18 | (2.375) | (1.633) |
| Nieuwe toegekende leningen | F18 | (126) | (752) |
| SUBTOTAAL VAN DE VERWERVINGEN | (778.489) | (438.076) | |
| Afstand van materiële vaste activa | 11.777 | 1.475 | |
| Afstand van immateriële vaste activa | 9.329 | 6.619 | |
| Afstand van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen |
910 | 518 | |
| Aflossing van leningen | F18 | 6.442 | 0 |
| SUBTOTAAL VAN DE OVERDRACHTEN | 28.457 | 8.613 | |
| TOENAME / AFNAME VAN DE INVESTERINGSTHESAURIE | F34 | (750.032) | (429.463) |
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Kapitaalwijziging minderheden | 15.541 | 27 | |
| Verkoop (aankoop) van eigen aandelen | (28.959) | (26.947) | |
| Wijziging in leaseverplichting | F24 | (16.536) | (19.801) |
| Ontvangen interesten | 4.608 | 3.392 | |
| Betaalde interesten | (44.158) | (59.689) | |
| Nieuwe leningen en aflossingen | F24 | 517.106 | 806.036 |
| Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders | (186.387) | (60.141) | |
| Dividenden uitgekeerd aan de minderheidsaandeelhouders | (11.246) | (4.800) | |
| TOENAME / AFNAME VAN DE FINANCIERINGSTHESAURIE | F34 | 249.969 | 638.076 |
| Invloed van de wisselkoers | 2.997 | 25.465 | |
| TOENAME / AFNAME VAN DE KAS- EN KASEQUIVALENTEN | (17.884) | 762.399 | |
| Nettokas en kas equivalenten bij het begin van het boekjaar uit | |||
| voortgezette bedrijfsactiviteiten | F22 | 257.114 | 239.230 |
| Netto kas en kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit | |||
| voortgezette bedrijfsactiviteiten | F22 | 239.230 | 1.001.630 |
| waarvan kas en kasequivalenten | 271.724 | 1.010.307 | |
| waarvan krediet op bankrekeningen | (32.493) | (8.678) |
De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2020 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 3:33 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en opgenomenop de pagina's Over ons(p. 3) tot Verklaring over verantwoordelijkheid van het management(p. 187), werd voor publicatie goedgekeurd door de raad van toezicht van 12 maart 2021. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond op het dichtste duizendtal, en werd opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.
Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.
Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.
De Groep past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.
Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.
Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.
Alle verrichtingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep. De lijnen "andere bedrijfsopbrengsten" en "overige financiële inkomsten" van de resultatenrekening bevatten, afhankelijk van de aard van de onderliggende transacties, wisselkoersverschillen door het omrekenen van verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep naar een functionele munteenheid. Deze munteenheid kan verschillen van de euro naar gelang de entiteit en regio.
IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifieert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties tussen entiteiten binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10
(geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.
Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto-activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.
In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle en in het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te erkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum
of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag als "aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen" in de resultatenrekening.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep voor enkel het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
De groep past IFRS 11 toe voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te erkennen.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto-investering van de Groep in de joint ventures), erkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures.
Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.
Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.
Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole aan en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden de klanten een gesloten kringloop. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De installaties kunnen 20 van deze metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.
Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives en Ieqsa wordt ook opgenomen in Corporate. De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de raad van toezicht en aan de directieraad.
De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan toegewezen kunnen worden.
De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn, wordt een 'kost-plus' mechanisme toegepast.
De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.
Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep één dochteronderneming in Argentinië die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie. Echter, in het licht van de materialiteit binnen de groep, werd het niet aanzien als significant om IAS 29 toe te passen.
Functionele munt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld in EUR, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
• activa en passiva aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank;
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder 'Omrekeningsverschillen'.
Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.
Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.
Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.
Om zich tegen bepaalde valutarisico's in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.
De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.
Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.
Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.
Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd.
Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.
Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevenscycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de
levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.
Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.
| jaar | |
|---|---|
| Terreinen | Niet afschrijfbaar |
| Gebouwen | |
| - Industriële gebouwen | 20 |
| - Aanpassingen aan gebouwen | 10 |
| - Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria |
40 |
| - Onroerend goed | 40 |
| Installaties, machines en uitrustingen: | 10 |
| - Ovens | 7 |
| - Kleinere uitrustingen | 5 |
| Meubilair en materieel: | |
| - Rollend materieel | 5 |
| - Mobiel materieel voor intern transport |
7 |
| - Informaticamaterieel | 3 - 5 |
| - Meubilair en kantoormaterieel | 5 - 10 |
Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.
Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder 'Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode', samen met de investering zelf.
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill
volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige bijzondere waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze bijzondere waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.
Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.
Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:
• de immateriële activa zullen aanleiding geven tot toekomstige economische voordelen, of met andere woorden, het marktpotentieel duidelijk is aangetoond;
• de kosten met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden.
Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.
In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een officieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen. Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering
of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.
Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:
• Concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming; met een minimum van 5% (standaard op vijf jaar basis).
Ingeval van een earn out component, wordt een nieuwe berekening voorzien, wat leidt tot een aanpassing in de waarde van het actief en wordt de depreciatie ook aangepast.
Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.
IFRS 16 legt de principes vast voor de erkenning, waardering, voorstelling en toelichting van leases en vereist dat de leasenemer alle leaseovereenkomsten verwerkt volgens één enkel balansmodel, vergelijkbaar met de verwerking van financiële leaseovereenkomsten volgens IAS 17. Op de ingangsdatum van een leaseovereenkomst dienen leasenemers een leaseschuld (d.w.z. een verplichting tot leasebetalingen) en een gebruiksrecht te erkennen (d.w.z. het recht om het onderliggende actief gedurende de leaseperiode te mogen gebruiken). De leaseschulden worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende toekomstige leasebetalingen (zie toelichting F24). Het gebruiksrecht wordt afgeschreven over de leaseperiode (zie toelichting F16). Rentelasten worden erkend op de leaseverplichting (zie toelichting F11). De leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij het optreden van bepaalde gebeurtenissen (bijvoorbeeld een wijziging in de leaseperiode of een wijziging in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een index wijziging). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden doorgaans gezien als een aanpassing van het gebruiksrecht.
De Groep past de vrijstellingen van lease erkenning toe voor kortlopende leaseovereenkomsten en leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft. De Groep opteert, per klasse van onderliggend actief, om de niet-lease onderdelen niet te splitsen van de lease onderdelen van het contract en waardeert bijgevolg alle lease en niet-lease onderdelen als één enkel leasecontract.
De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt nog steeds gerapporteerd onder 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen' aangezien deze niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 16 vallen.
Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als reserves van financiële vaste activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in nietgerealiseerde resultaten.
Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft. Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Alle bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.
Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.
Voorraden worden opgesplitst in:
2.Verbruiksgoederen (brutowaarde)
Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs. Deze kostprijs bevat de directe aankoopprijs of de productiekost en de bijhorende toegewezen vaste kosten.
Basisproducten (brutowaarde) zijn meestal metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen. De meeste van deze voorraden volgen de metaalboekhoudregels van Umicore en worden ingedeeld in twee voorraadcategorieën die hun specifieke aard en zakelijk gebruik weerspiegelen: de permanente metaalvoorraden en de commercieel beschikbare metaalvoorraden. De laatstgenoemde voorraden worden onderworpen aan een actief en systematisch indekkingsproces om de gevolgen van de marktprijs schommelingen op de financiële prestaties van de groep tot een minimum te beperken. De permanente metaalvoorraden daarentegen worden doorgaans niet ingedekt. Naast deze categorieën bestaan nog voorraden van andere basisproducten. Deze worden gebruikt in het fabricageproces om de verhandelbare basisproducten te verkrijgen. Ook deze voorraden worden gewoonlijk niet ingedekt. Meer details over de indekkingsmechanismen zijn te vinden in toelichting F3.
Een individuele of gewogen gemiddelde waardering wordt toegepast op de initiële kostprijs waardering per voorraadcategorie, aangevuld met de volgende principes inzake reële waarde:
● Overige basisproducten: Op de overige basisproducten worden de LOCOM-principes (laagste van kostprijs of netto realiseerbare waarde, d.w.z. de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren) en de "traag roterende"-voorraadprincipes toegepast. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.
Verbruiksgoederen (brutowaarde) zijn producten die niet rechtstreeks in het fabricageproces worden gebruikt (bijvoorbeeld: verpakkingsmateriaal). Zij worden gewaardeerd volgens de methode van gewogen gemiddelde kostprijs en zijn onderworpen aan LOCOM. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.
Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen zijn alle bijzondere waardeverminderingen of afschrijvingen van basisproducten en verbruiksgoederen.
Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de 'winstname volgende vordering van de werken'.
Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle waardeverminderingen worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.
Handelsvorderingen voor dewelke de risico's en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.
Handels- en overige vorderingen zijn onderworpen aan een nieuwe methode van bijzondere waardeverminderingen, genoemd 'verwachte kredietverlies' model (ECL), dat het verwachte kredietverlies op uitstaande vorderingen meet gebaseerd op gezamenlijke kredietrisico karakteristieken. Umicore heeft een matrix ontwikkeld rekening houdend met scores van klanten en sectoren, ouderdomsbalansen, macro-economische en regionale factoren en patronen van historische verliezen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief
dat het metaal vertegenwoordigt die de groep gaat verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.
Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Kredieten op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.
Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.
De recupereerbare waarde is de netto verkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren. Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.
Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische netto boekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.
A. Inkoop van eigen aandelen: Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare netto transactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als 'Eigen aandelen'. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.
B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.
C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.
In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.
Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:
Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.
Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten.
De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:
Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaatsvindt. Wanneer de verplichting productie gerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.
Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico's op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.
Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.
De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma's en programma's voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma's worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.
De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de 'te bereiken doel'-plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.
Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de 'projected unit credit method') en vertegenwoordigt het netto saldo van de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingenen en de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.
De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening volgens IAS 19 (herzien).
De herberekeningen als gevolg van wijzigingen in de geschatte actuariële parameters worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze zich voordoen en worden vermeld in het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.
In België moeten, in overeenstemming met de Belgische wetgeving rond pensioenplannen (de zogenaamde "Wet Vandenbroucke"), alle Belgische plannen met 'vaste bijdrage' waarvoor het wettelijk gegarandeerd minimumrendement van toepassing is worden gezien onder IFRS als 'te bereiken doel' plannen. De verplichtingen en kosten van deze regelingen worden berekend volgens de 'projected unit credit method'.
In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdragen die extern gefinancierd worden via de "Pensionskasse Degussa" (PKD) of het steunfonds "Unterstützungskasse Degussa (RUK). De PKD- en RUK-plannen verzekeren de inflatie en de gegarandeerde renteaanpassingen van de uitkeringen. In de afgelopen jaren is er, als gevolg van de lage rente, een tekortkomingsrisico in de zelffinanciering bij de PKD en RUK om deze aanpassingen te verzekeren. In geval van dergelijke tekorten zouden de PKD en het RUK een beroep kunnen doen op Umicore om de vereiste extra financiering bij te dragen. Om die reden worden de PKD- en RUK-plannen onder IFRS erkend als plannen met toegezegde pensioenverplichtingen. Het management heeft een vereenvoudigde 'beste inschatting' methode toegepast om het risico op tekorten te berekenen en heeft dit als een bijkomende verplichting erkend.
De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma's kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma's, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.
De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen
Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als 'reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen'. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar 'overgedragen resultaten'.
De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.
Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.
Vanaf 2019 bevat de financiële schuld ook de leaseschulden volgens IFRS 16 (zie toelichting F2.23.1).
De converteerbare obligatie wordt beschouwd als een samengesteld instrument. Het bevat een vreemd vermogens- en een eigen vermogenscomponent. Dit instrument is converteerbaar in aandelen naar gelang de optie van de houder. Elke component wordt derhalve afzonderlijk geboekt. De vreemd vermogenscomponent wordt bepaald door de reële waarde te bepalen van de kasstromen zonder de eigen vermogenscomponent. De rest wordt aan het eigen vermogen toegerekend. De eigen vermogenscomponent wordt niet geherwaardeerd, noch bij conversie, noch op de vervaldag. Tot slot is de converteerbare obligatie een nulcouponinstrument.
Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal aan te kopen of te verkopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt dat de Groep heeft toegezegd te verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug aan te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handelsen overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.
De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.
De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingwetten.
Belastingvoorzieningen worden aangelegd wanneer de precieze impact van de belastingwetgeving en regelgeving rond verschuldigde belastingen met betrekking tot de winst die in die jurisdictie ontstaat onduidelijk is. Dit zou kunnen leiden tot een belastingaanpassing in de vorm van een toekomstige geldstroom naar een belastingautoriteit of een daaruit voortvloeiende aanpassing van een uitgestelde belastingvordering. Onzekere belastingposities worden periodiek beoordeeld door de interpretatie van IFRIC 23 te volgen en de onzekerheden afzonderlijk of gezamenlijk te bekijken, op basis van de benadering die de beste vooruitzichten biedt voor de oplossing van de onzekerheden met de
belastingautoriteiten. Er wordt aangenomen dat de belastingautoriteit de positie zal onderzoeken (indien gerechtigd) en volledig op de hoogte is van alle relevante informatie en dat de belastingautoriteit een 'Uncertain Taks Position' of 'UTP' zal opnemen aan de hand van ofwel het meest waarschijnlijke bedrag ofwel de verwachte waarde, afhankelijk van de beste voorspelling voor elke 'UTP'. Tevens houdt de beste voorspelling rekening met de waarschijnlijkheid dat een aanpassing gerealiseerd wordt bij het onderzoek. De inschattingen en beoordelingen met betrekking tot onzekere belastingposities worden herbeoordeeld indien de feiten en omstandigheden gewijzigd zijn waarop deze inschattingen en beoordelingen zijn gebaseerd, of als gevolg van nieuwe informatie die een impact hebben op de oorspronkelijke beoordelingen. Bij de waardering van de onzekere belastingposities houdt de Groep rekening met de verjaringstermijnen die in elk rechtsgebied van toepassing zijn en bovendien worden interesten en boetes opgenomen in de beoordeling.
Latente belastingen worden berekend volgens de 'liability method', op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fiscale waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.
Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.
Ondanks de complexiteit van de verschillende processen binnen elke business unit, zijn de performantieverplichtingen vrij eenduidig, namelijk:
Umicore heeft nauwgezet de performantieverplichtingen geanalyseerd en heeft besloten dat voor Catalysis de opbrengst wordt erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant. Ondanks de op maat gemaakte producten beheerst de klant niet het productieproces noch heeft de groep recht op een vervroegde betaling voor de werkelijke levering van de goederen. De controle wordt dan ook pas overgedragen in lijn met de gebruikelijke leveringsafspraken (Incoterms) en de aanvaarding van de goederen door de klant bij levering.
Voor verkoop binnen Recycling, zal de opbrengst erkend worden op dat moment wanneer de controle over de geraffineerde producten of metaal terug in de handen van de klant is (raffinage) of terug bij de klanten is (verkoop van metaal, inclusief metaalwinsten) bij de levering.
Voor verkoop binnen Energy and Surface Technologies, wordt de opbrengst erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant in lijn met de levering volgens de geldende leverafspraken (Incoterms).
Sommige contracten bevatten commerciële kortingen maar de frequentie hiervan is laag en de ordegrootte niet materieel. Indien van toepassing, worden deze erkend in dezelfde periode van de verkoop. Er werden geen bijkomende waarborgovereenkomsten verkocht aan klanten boven de wettelijke verplichtingen en deze worden bijgevolg dan ook niet erkend als afzonderlijke performantieverplichting.
De transactieprijs die geïdentificeerd wordt in het contract wordt aldus volledig toegekend aan de performantieverplichting. Er zijn geen significante contracten waarin de groep een performantieverplichting heeft gerealiseerd waarvoor nog geen aanrekening plaatsvond of waarbij anderzijds een som ontvangen werd waarvoor nog geen performantieverplichting werd vervuld. De opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten wordt verder beschreven in toelichtingen F7 en F9.
De analyse in het kader van verliezen door bijzondere waardeverminderingen wordt voorgesteld in het verwachte kredietverlies model, zoals gedetailleerd toegelicht in F20.
Er worden geen opbrengsten geboekt met betrekking tot het verkoopgedeelte of grondstofkosten met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn gecontracteerd.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico's te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum. De ingedekte items (fysieke verplichtingen en commerciële voorraad voornamelijk) worden volgens de economische indekkingspolitiek van Umicore initieel gewaardeerd aan reële waarde.
Waar mogelijk documenteert Umicore de boekhoudkundige verwerking van indekkingsinstrumenten volgens de criteria van IFRS 9. De onderste laag of netto positie benadering voor de reële waarde indekking van groepen van gesloten portefeuilles van deviezenrisico en metaalrisico worden toegepast. Onder de onderste laag benadering worden de onderste lagen gedefinieerd die een nominale waarde aan blootstelling weergeven die historisch aanwezig was op constante en continue basis. Deze laag is verder opgesplitst in kleinere rekeneenheden, sublagen, die zijn aangewezen als afgedekte items. De sublagen zijn vervolgens afgedekt door indekkingsinstrumenten die aangewezen zijn als afdekkingsmultiples van dergelijke sublagen.
Onder de netto positie benadering wordt afdekking toegepast op basis van een groep items met compenserende risicoposities waarbij de netto positie wordt afgedekt door een indekkingsinstrument.
In beide benaderingen betreft het gesloten afgedekte portefeuilles waarin items niet kunnen toegevoegd, verwijderd of vervangen worden zonder elke wijziging te beschouwen als een overgang naar een nieuwe portefeuille. In beide benaderingen bestrijken de blootstellingen een groep van balans en buitenbalans deviezen en metaalposities, die zich manifesteren als handelsvorderingen, voorraden en aankoopverplichtingen of handelsschulden en handelsverplichtingen die blootgesteld zijn aan de variabiliteit van buitenlandse deviezen en metaalprijzen.
In de afwezigheid van het behalen van de IFRS 9 gebaseerde onderste laag criteria of de netto positie criteria voor gesloten portefeuilles of in de afwezigheid van marktderivaten en dus het verkrijgen van reële waarde indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9, worden de ingedekte items gehouden aan kostprijs en worden ze onderworpen aan IAS 37 principes. In de praktijk betekent dit dat Umicore alle oorspronkelijk geboekte materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde
compenseert met voorzieningen voor verlieslatende contracten en de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde herclassificeert onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten.
Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder indekkingsinstrumenten voor kasstromen. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroom-indekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.
Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden indekkingsinstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen, onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
In afwezigheid van het verkrijgen van indekkingsboekhouding bij de creatie in overeenstemming met de IFRS 9-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de indekkingselementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen.
Uitvoerende contracten ('basiscontract') bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten hebben als gevolg dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IFRS 9 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt.
Aanpassingen aan het resultaat hebben betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa gerelateerd aan herstructureringsmaatregelen en andere kosten of opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve vestigingen.
Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico's die al dan niet financieel van aard zijn maar die de financiële prestaties van de Groep kunnen beïnvloeden. Financiële risico's omvatten veranderingen van metaalprijzen, wisselkoersen, bepaalde markt-gedefinieerde commerciële voorwaarden, rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico's. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico's in te dekken met financiële indekkings- en verzekeringsinstrumenten.
Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico's.
De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië). Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.
Een groot deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, gelinkt aan de recyclage en raffinage activiteiten.
Een toenemend aandeel van dit structurele risico vloeit voort uit niet-metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Deze toename is vooral te wijten aan de versnelde groei van de batterijmaterialen activiteiten in Azië.
Naast de blootstelling aan de USD ten opzichte van de EUR is er ook een structurele en stijgende gevoeligheid van zowel de EUR als de USD tegenover enkele andere deviezen zoals de Koreaanse Won (KRW), Chinese Yuan (CNY), Canadese Dollar (CAD), Zuid-Afrikaanse Rand (ZAR) en Braziliaanse Real (BRL).
Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.
In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.
Op het einde van 2020, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn aan niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitivieit voor o.a. de volgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, USD/CNY, EUR/CNY, EUR/ZAR en USD/CAD.
Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico's, voornamelijk via termijncontracten.
In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel.
Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta's ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk USD, BRL, KRW, CNY en ZAR. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen indekkingen op ad hoc basis wel afgesloten worden.
Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.
Om de indekkingseffectiviteit te bepalen van het structureel en transactioneel risico, hanteert Umicore een vergelijking van de kritische termen tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument op basis van onder meer de hoeveelheid en de vervaldag. De indekkingsratio bedraagt 100% waarbij de oorzaken van niet-effectiviteit kunnen voortkomen uit een verschil in vervaldag tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument of een wijziging in de risicopositie.
Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico's. Die risico's vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.
In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten tegenover metaalkoersen in het bijzonder belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren (en omgekeerd geldt hetzelfde). Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit (en omgekeerd geldt hetzelfde). Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten. Tot slot kunnen aanhoudend hoge metaalprijzen in sommige gevallen andere risico's vergroten, zoals het risico op substitutie of het risico op verstoringen van de bevoorradingsketen.
Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. In de loop van 2020 en begin 2021 sloot Umicore bijkomende termijncontracten af, waardoor een aanzienlijk deel van haar structurele toekomstige prijsblootstelling voor bepaalde edele metalen werd ingedekt en de zichtbaarheid op de inkomsten toeneemt. Voor 2021 en 2022 is ongeveer twee derde van de verwachte blootstelling aan goud en palladium en iets minder dan de helft voor zilver reeds ingedekt. Bovendien is bijna een derde van de verwachte blootstelling aan platina voor 2021 ingedekt. Ondanks de afwezigheid van een liquide termijnmarkt heeft Umicore de voorbije maanden termijncontracten afgesloten om een minderheid van de verwachte blootstelling aan rhodium voor 2022 en 2023 in te dekken. Tot slot heeft Umicore ook het grootste deel van de verwachte blootstelling aan lood voor 2021 en 2022 ingedekt.
In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op aangekochte en verkochte metalen.De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken marktreferenties van derden zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).
Het beleid van de Groep bestaat erin om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.
In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en
engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit van dergelijke indekkingen kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekte element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel .
De versnelde groei van de batterij materiaal activiteiten heeft de afgelopen jaren substantieel gezorgd voor een toenemende blootstelling aan de specifieke betrokken metalen, zoals kobalt en nikkel. Toegenomen volumes, kwetsbaarheid aan de bijhorende prijsschommelingen en in geval van sommige metalen zoals kobalt, het gebrek aan een liquide papier forward markt, leiden tot toegenomen metaal risico's. Voor kobalt streeft het Umicore transactioneel indekkingsbeleid ernaar zoveel mogelijk de fixatie van de aankoopprijs en de verkoopprijs op elkaar af te stemmen. Deze fysieke 'back-to-back' laat toe om de transactionele risico's voor kobalt in een volatiele markt te beperken.
Het economische beleid van de Groep inzake transactionele metaalindekking schrijft voor dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde initieel worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, zowel de indekkingsinstrumenten als de ingedekte elementen. Waar mogelijk gebeurt dit volgens de IFRS 9 indekkingsboekhoudregels. Wanneer IFRS 9 niet toegepast of verkregen kan worden dan compenseert Umicore alle materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde met voorzieningen voor verlieslatende contracten en herclassificeert de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde onder deze voorzieningen voor verlieslatende contracten.
De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico's op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.
Renterisico's vloeien voort uit veranderingen in de heersende marktrente, die kunnen leiden tot enerzijds veranderingen in de reële waarde van schuldinstrumenten met een vaste rentevoet en anderzijds in de rentebetalingen van schuldinstrumenten met een variabele rentevoet. Dit risico wordt beheerd door het schuldprofiel van de Groep op regelmatige basis te evalueren en door renteswaps af te sluiten. Eind december 2020 bedroeg de bruto financiële schuld van de Groep € 2.424 miljoen, waarvan € 1.609 miljoen met een vaste rentevoet. Op het einde van de periode zijn er uitstaande rentevoetswaps voor een totaal van € 40 miljoen, met vervaldag eind 2023.
Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel. Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore is een aantal kredietverzekeringscontracten aangegaan met verschillende verzekeraars. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing en beschermt de verzekerde activiteiten tegen insolventie, politieke en commerciële risico's met een individualiseerbare vrijstelling van 5% per factuur en voorziet een maximale schadeloosstelling per regio of land. Umicore heeft bepaald dat in een bepaald aantal gevallen waar de kosten van een kredietverzekering niet in verhouding staan tot het te verzekeren risico, geen beroep zal worden gedaan op een dergelijke globale kredietverzekeringsdekking. Voor die ondernemingen die gekenmerkt worden door een aanzienlijke klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe relatie met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten voor een bepaalde periode worden opgezet. Er dient te worden opgemerkt dat sommige omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door het segment Recycling, een beperkt kredietrisico hebben aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen voor de levering. Umicore kan bepaalde kredietrisico's verder beperken door verdiscontering van schuldvorderingen zonder verhaal of, vooral in China, door verdiscontering van bankwissels zonder verhaal. Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico's moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen. In overeenstemming met IFRS 9 worden bijzondere waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen op vorderingen berekend en erkend, hierbij wordt een vereenvoudigde aanpak toegepast.
Liquiditeitsrisico heeft betrekking op het vermogen om schulden af te lossen en te herfinancieren (met inbegrip van uitgegeven obligaties) en om activiteiten te financieren. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door voldoende financieringsbronnen aan te houden, door te zorgen voor voldoende diversificatie van die financieringsbronnen, door de looptijdprofielen van financiële activa en passiva zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen en door de looptijden van financieringsbronnen te spreiden. Financieringsbronnen omvatten o.a. operationele kasstromen, vastgelegde en niet-vastgelegde bankfaciliteiten met inbegrip van Chinese banklijnen, metaal leaselijnen, uitgifte van handelspapier en onderhandse schuldplaatsingen op lange termijn.
De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de belastingwetgeving en -regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden. Op basis van de bovenstaande belastingrisico's heeft het management een gedetailleerde analyse uitgevoerd van onzekere belastingposities wat heeft geleid tot het erkennen van provisies in lijn met IFRIC 23.
In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.
Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.
De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de 'hefboomratio' en de ratio van de netto financiële schuld ten opzichte van de aangepaste bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.
In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore ('investment grade'). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.
Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico's, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft o.a. technologische risico's, bevoorradingsrisico's, risico van productsubstitutie bij klanten, risico's met betrekking tot de bevoorradingszekerheid (zoals voor bepaalde kritische metalen), operationele risico's verbonden aan kritieke productie-installaties, risico's verbonden aan de beschikbaarheid van informatiesystemen en cyberveiligheid, risico's verbonden aan juridische geschillen en procedures, risico's verbonden aan de bijzondere waardevermindering van activa als gevolg van een wijziging in de onderliggende zakelijke context & vooruitzichten van de activa, etc. In sommige gevallen bestaat er een rechtstreeks verband tussen de financiële en operationele risico's. Zo kan een potentieel continuïteitsrisico voor bepaalde kritieke grondstoffen of metalen ten gevolge van plotse of extreme fysieke bevoorradingsschaarste de financiële risico's, en in het bijzonder de metaalprijsrisico's, aanzienlijk vergroten. In het verleden vertoonden bepaalde metalen, zoals bijvoorbeeld rhodium of kobalt, een hoge prijsvolatiliteit door krapte op de bevoorradingsmarkt. We verwijzen naar de pagina's Risicobeheer en interne controle(p. 76) over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico's en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico's benadert.
Umicore verwacht geen materiële directe financiële impact van de Brexit.
De uitbraak van COVID-19 in 2020 resulteerde in hogere financiële risico's voor Umicore. Als reactie op de dalende volumes in bepaalde bedrijfssegmenten, werd de realiseerbare waarde van sommige individuele vaste activa (materiële vaste activa, intellectuele eigendom en geactiveerde ontwikkelingskosten) binnen deze segmenten geëvalueerd en werden bijzondere waardeverminderingen op deze individuele activa geboekt. Bovendien heeft Umicore haar productiecapaciteit geëvalueerd, wat geleid heeft tot een aantal herstructureringsmaatregelen. We verwijzen naar het deel Aanpassingen in toelichting F9 voor meer details. COVID-19 bracht ook potentieel hogere liquiditeits- en kredietrisico's met zich mee die de Groep in 2020 doeltreffend heeft beheerd. De financieringsbronnen van Umicore werden uitgebreid en verder gediversifieerd, we verwijzen naar toelichting F24 Financiële schuld voor meer details. Kredietrisico's werden van nabij opgevolgd en de Groep werd in 2020 niet geconfronteerd met belangrijke kredietverliezen, we verwijzen naar toelichting F20 Handels- en overige vorderingen voor meer details. Aangezien de COVID-19 pandemie tot in 2021 voortduurt, blijven de daaraan verbonden risico's relevant.
De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.
Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:
Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.
De Groep toetst de boekwaarde van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen telkens wanneer bepaalde externe of interne gebeurtenissen een mogelijk risico op bijzondere waardeverminderingen voor een dergelijke eenheid suggereren. De Groep toetst jaarlijks de goodwill van zijn kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde op een structurele manier de realiseerbare waarde overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde, overeenkomstig de waarderingsregel. Deze bedrijfswaarde wordt berekend door verdiscontering van gerelateerde toekomstige vrije kasstromen (DCF-model) om hun contante waarde te berekenen. Deze berekeningen vereisen het gebruik van ramingen en veronderstellingen, zoals discontovoeten, wisselkoersen, grondstofprijzen, toekomstige kapitaalbehoeften en toekomstige bedrijfsresultaten. Interne ramingen van de toekomstige bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op een analyse waarbij een combinatie van factoren wordt gemaakt,
waaronder: prognoses van de marktgroei, ramingen van het marktaandeel, het concurrentielandschap, de prijszetting en de kostenevolutie. Dergelijke analyse combineert zowel intern gegenereerde ramingen als gegevens uit externe bronnen.
Op 31 december 2020 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep € 156,0 miljoen (€ 156,7 miljoen in 2019). Zie toelichting F15 Goodwill voor meer details over de jaarlijkse toetsing bijzondere waardevermindering van goodwill.
Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schattingen van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie,de studiekosten en specifiek met betrekking tot de Hoboken Green Zone, de aankoopkosten van huizen. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2020 was de waarde van de provisies voor sanering € 108,2 miljoen (€ 58,0 miljoen in 2019. We verwijzen naar toelichting F29 Voorzieningen leefmilieu voor meer details.
Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een 'te bereiken doel', worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een 'te bereiken doel' is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringsvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2020 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van € 426,4 miljoen (€ 392,6 miljoen in 2019).
Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.
Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota's waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.
Zoals vermeld onder toelichting 2.21.1 en 3.2.2, is het beleid van Umicore om maximaal het transactionele metaal risico in te dekken, met toepassing van IFRS 9 gebaseerde reële waarde indekkingsboekhouding voor zover er een markt voor afgeleide producten beschikbaar is. Bij afwezigheid van deze markt voor afgeleide producten of bij afwezigheid van het bekomen van reële waarde indekkingsboekhouding worden de ingedekte items aan kost behouden en zijn deze onderworpen aan IAS 37 principes, in het bijzonder de verlieslatende contracten beoordeling.
De beslissingen over de voorziening voor verlieslatende contracten met het oog op een maximale replicatie van de reële waardering volgens IFRS 9 op de transactionele metaalposities van Umicore zijn enerzijds gebaseerd op een inschatting van de mate waarin een derde partij zich ertoe verbindt zijn contractuele verplichtingen tegenover Umicore na te komen (in het geval de metaalprijs bij afsluiting aanzienlijk hoger (lager) zou zijn dan de contractueel vastgelegde metaalprijs in het geval van aankopen (verkopen) door Umicore) en anderzijds op de verbintenis van Umicore om aan de contractuele transactionele metaalverplichtingen te voldoen.
Zowel in 2019 als in 2020 heeft de marktvolatiliteit in de kobaltprijs en in 2020 ook in de nikkelprijs tot dergelijke risicobeoordelingen geleid.
Het bedrag van dergelijke verlieslatende contractuele voorzieningen bedroeg € 20,0 miljoen eind 2020 (€ 24,1 miljoen eind 2019).
In het kader van de snelle groei van Umicore batterij materialen voor transport toepassingen, groeit de blootstelling van de Groep aan de automobiel industrie. Deze industrie heeft een traditie van waarborgen terugroepakkoorden, verbonden aan mogelijke kwaliteitsredenen van het product (ongeacht of een wettelijke verplichting bestaat). In het kader hiervan zet Umicore in 2020 het gebruik van een in 2018 geïntroduceerd voorzieningsmodel verder.
Op 31 December 2020 bedroeg het nominaal bedrag van de voorzieningen voor overige risico's en kosten € 80,1 miljoen (€80 ,7 miljoen in 2019).
4.6 VOORZIENINGEN VOOR DE ONZEKERHEID OVER DE BEHANDELING VAN DE INKOMSTENBELASTING Zoals vermeld in toelichting F2.19, maakt Umicore een gedetailleerde inschatting van alle belastingonzekerheden binnen de Groep volgens IFRIC 23. Bij de waardering van de onzekere
belastingposities heeft de Groep rekening gehouden met de verjaringstermijn, rekening houdend met de belastingwetgeving en -reglementering die van toepassing is in het overeenstemmende land, wat resulteert in een marge van drie tot zeven jaar. De afwikkeling van de door de Groep ingenomen belastingposities kan veel tijd in beslag nemen en in sommige gevallen is de uitkomst moeilijk te voorspellen. De gemaakte inschattingen weerspiegelen de gevallen waarin de Groep betrokken is bij routine belastingcontroles, potentiële belastingrisico's heeft geïdentificeerd in verband met verrekenprijzen of betrokken is bij besprekingen met de belastingautoriteiten. De raming van de belastingschuld en de belastinglasten omvat de overeenkomstige boetes en verwijlintresten. De meeste onzekere belastingposities worden gewaardeerd op basis van de verwachte waarde, die bestaat uit de som van gewogen uitkomsten van een reeks mogelijke waarschijnlijke uitkomsten, maar voor een beperkt aantal onzekere belastingposities wordt ook het meest waarschijnlijke bedrag gehanteerd. De voorziening van de groep voor onzekere fiscale behandelingen was per december 2020 € 114,9 miljoen (2019: € 91,4 miljoen), wat resulteert in een toename van die verplichtingen met € 23,5 miljoen. Deze voorziening werd in de geconsolideerde balans geboekt onder Te betalen inkomstenbelasting. De beweging doorheen het jaar komt overeen met de herwaardering en doorrekening van bestaande onzekere belastingposities, de terugname van onzekere belastingposities op basis van ondernomen matigende acties en het verstrijken van de verjaringstermijn en de opname van nieuwe onzekere belastingposities.
Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:
| % deelneming in % deelneming in | |||
|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | ||
| Voortgezette activiteiten | |||
| Argentinië | Umicore Argentina S.A. | 100,00 | 100,00 |
| Australië | Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Oostenrijk | Oegussa GmbH | 91,29 | 91,29 |
| België | Todini (BE 0834.075.185) | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Financial Services (BE 0428.179.081) | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625) | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984) | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Holding Belgium (BE 0731.571.921) | 100,00 | 100,00 |
| Brazilië | Coimpa Industrial Ltda | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Brasil Ltda | 100,00 | 100,00 |
| - | Clarex | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda | 60,00 | 60,00 |
| - | Umicore Catalisadores Ltda. | 100,00 | 100,00 |
| Canada | Umicore Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Autocat Canada Corp. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Precious Metals Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
| China | Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Autocat (China) Co. Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Changxin Surface Technology (Jiangmen) Co., Ltd. | 80,00 | 80,00 |
| - | Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd. | 90,00 | 90,00 |
| - | Umicore Shokubai (China) Co Ltd | 60,00 | 60,00 |
| - | Umicore Platinum Engineered Materials (Suzhou) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Catalyst (China) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Denemarken | Umicore Denmark ApS | 100,00 | 100,00 |
| Finland | Umicore Finland OY | 100,00 | 100,00 |
| % deelneming in % deelneming in | |||
|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | ||
| Frankrijk | Umicore France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore IR Glass S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Autocat France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Specialty Powders France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Marketing Services France | 100,00 | 100,00 |
| - | Todini France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| Duitsland | Umicore AG & Co. KG (*) | 100,00 | 100,00 |
| - | Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG | 91,21 | 91,21 |
| - | Umicore Galvanotechnik GmbH | 91,21 | 91,21 |
| - | Todini Deutschland GmbH | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Shokubai Germany GmbH | 60,00 | 60,00 |
| Italië | Todini and CO. S.P.A. | 100,00 | 100,00 |
| Indië | Umicore Autocat India Pvt LTD | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore India Private Limited | 100,00 | 100,00 |
| - | Todini Metals and Chemicals India Private Limited | 70,00 | 70,00 |
| Japan | Umicore Japan KK | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Shokubai Japan Co Ltd | 60,00 | 60,00 |
| Zuid-Korea | Umicore Korea Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Ordeg Co.,Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Liechtenstein | Umicore Thin Film Products AG | 100,00 | 100,00 |
| Luxemburg | Umicore International | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Autocat Luxembourg | 100,00 | 100,00 |
| Mexico | Todini Atlántica S.A. de C.V. | 70,00 | 70,00 |
| Nederland | Schöne Edelmetaal BV | 91,21 | 91,21 |
| Filippijnen | Umicore Specialty Chemicals Subic Inc. | 78,20 | 78,20 |
| Polen | Umicore Autocat Poland sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
| - | Todini Europe sp. z o.o. | 70,00 | 70,00 |
| - | Umicore Poland Sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
| % deelneming in % deelneming in | |
|---|---|
| --------------------------------- | -- |
| 2019 | 2020 | ||
|---|---|---|---|
| Portugal | Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda | 100,00 | 100,00 |
| Zuid-Afrika | Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd. | 65,00 | 65,00 |
| Spanje | Todini Quimica Ibérica, S.L. | 100,00 | 100,00 |
| Zweden | Umicore Autocat Sweden AB | 100,00 | 100,00 |
| Zwitserland | Allgemeine Suisse SA | 91,21 | 91,21 |
| Taiwan | Umicore Thin Film Products Taiwan Co Ltd | 100,00 | 100,00 |
| Thailand | Umicore Precious Metals Thailand Ltd. | 91,21 | 91,21 |
| - | Umicore Autocat (Thailand) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Shokubai (Thailand) Co., Ltd. | 60,00 | 60,00 |
| Verenigd Koninkrijk | Umicore Coating Services Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Marketing Services UK Ltd | 100,00 | 100,00 |
| VS | Umicore USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Autocat USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Precious Metals NJ LLC | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Precious Metals USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Optical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Shokubai USA Inc | 60,00 | 60,00 |
| - | Palm Commodities International | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Electrical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Specialty Materials Recycling, LLC. | 100,00 | 100,00 |
| - | Umicore Catalyst USA, LLC | 100,00 | 100,00 |
(*) Umicore AG & Co. KG, geregistreerd in Hanau, Duitsland, is vrijgesteld van de verplichting om een jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening en een management- en groepsmanagementrapport voor te bereiden, auditen en publiceren in overeenstemming met sectie 264b en 291 van de Duitse handelswet.
Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (€) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Verenigd Koninkrijk) die de Amerikaanse dollar gebruikt.
| Slotkoers | Gemiddelde koers | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | ||
| Amerikaanse dollar | USD | 1,123 | 1,227 | 1,119 | 1,142 |
| Britse pond | GBP | 0,851 | 0,899 | 0,878 | 0,890 |
| Canadese dollar | CAD | 1,460 | 1,563 | 1,485 | 1,530 |
| Zwitserse frank | CHF | 1,085 | 1,080 | 1,112 | 1,071 |
| Japanse yen | JPY | 121,940 | 126,490 | 122,006 | 121,846 |
| Braziliaanse real | BRL | 4,528 | 6,377 | 4,416 | 5,889 |
| Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 15,777 | 18,022 | 16,176 | 18,765 |
| Chinese yuan | CNY | 7,821 | 8,023 | 7,735 | 7,875 |
| Thailandese Baht | THB | 33,415 | 36,727 | 34,757 | 35,708 |
| Zuid-Koreaanse won (100) | KRW | 12,963 | 13,360 | 13,053 | 13,456 |
| (EUR duizend) | Toelichting | Catalysis Energy & Surface Technologies | Recycling Corporate & Niet toegewezen | Eliminaties | Totaal voortgezette activiteiten |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 4.539.213 | 2.938.485 | 11.319.935 | 58.778 | (1.371.330) | 17.485.081 | |
| Externe omzet | 4.444.620 | 2.877.280 | 10.104.403 | 58.778 | - | 17.485.081 | |
| Omzet tussen segmenten | 94.593 | 61.205 | 1.215.532 | - | (1.371.330) | - | |
| Totale inkomsten (zonder metaal) | 1.459.902 | 1.225.408 | 680.981 | - | (5.667) | 3.360.624 | |
| Externe inkomsten | 1.458.227 | 1.225.242 | 677.155 | - | - | 3.360.624 | |
| Inkomsten tussen segmenten | 1.675 | 166 | 3.826 | - | (5.667) | - | |
| Bedrijfsresultaat | F9 | 184.884 | 149.065 | 190.086 | (53.588) | - | 470.447 |
| Aangepaste | 185.270 | 177.164 | 188.069 | (52.371) | - | 498.131 | |
| Aanpassingen | (386) | (28.099) | 2.017 | (1.217) | - | (27.684) | |
| Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F9 | - | 5.382 | - | 3.323 | - | 8.705 |
| Aangepaste | - | 5.382 | - | 5.407 | - | 10.789 | |
| Aanpassingen | - | - | - | (2.084) | - | (2.084) | |
| EBIT | F9 | 184.884 | 154.447 | 190.086 | (50.265) | - | 479.152 |
| Aangepaste | 185.270 | 182.546 | 188.069 | (46.964) | - | 508.920 | |
| Aanpassingen | (386) | (28.099) | 2.017 | (3.301) | - | (29.768) | |
| Afschrijvingen | F9 | 78.507 | 88.300 | 62.313 | 14.918 | - | 244.038 |
| Aangepaste | 78.507 | 88.300 | 62.313 | 14.918 | - | 244.038 | |
| EBITDA | F9 | 263.390 | 242.747 | 252.399 | (35.346) | - | 723.190 |
| Aangepaste | 263.776 | 270.846 | 250.382 | (32.045) | - | 752.959 | |
| Geconsolideerd totaal der activa | 2.747.773 | 3.781.786 | 1.345.517 | 808.926 | (1.660.612) | 7.023.390 | |
| Segmentactiva | 2.747.773 | 3.747.271 | 1.345.517 | 692.799 | (1.660.612) | 6.872.748 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | - | 34.515 | - | 116.127 | - | 150.642 | |
| Geconsolideerd totaal der passiva | 1.254.284 | 1.435.241 | 947.340 | 2.386.672 | (1.660.612) | 4.362.925 | |
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar | F31 | 1.264.885 | 1.769.135 | 546.396 | 221.997 | - | 3.802.413 |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 1.314.779 | 1.982.482 | 481.776 | 195.514 | - | 3.974.551 |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 1.536.950 | 2.323.770 | 405.422 | 175.849 | - | 4.441.991 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester | F31 | 1.289.832 | 1.875.809 | 514.086 | 208.756 | - | 3.888.482 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester | F31 | 1.425.864 | 2.153.126 | 443.599 | 185.682 | - | 4.208.271 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar | F31 | 1.357.848 | 2.014.467 | 478.842 | 197.219 | - | 4.048.377 |
| ROCE | F31 | 13,64% | 9,06% | 39,28% | -23,81% | 0,00% | 12,57% |
| Investeringen | F34 | 103.960 | 348.217 | 82.023 | 18.990 | - | 553.189 |
| Totaal O&O | F9 | 146.624 | 45.619 | 8.313 | 9.989 | - | 210.546 |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 132.011 | 30.687 | 8.313 | 4.875 | - | 175.885 |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa | F34 | 14.614 | 14.933 | - | 5.114 | - | 34.660 |
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
| (EUR duizend) | Toelichting | Catalysis Energy & Surface Technologies | Recycling Corporate & Niet toegewezen | Eliminaties | Totaal voortgezette activiteiten |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 5.916.870 | 2.811.050 | 13.903.640 | 25.676 | (1.947.120) | 20.710.116 | |
| Externe omzet | 5.783.840 | 2.750.410 | 12.150.190 | 25.676 | - | 20.710.116 | |
| Omzet tussen segmenten | 133.030 | 60.640 | 1.753.450 | - | (1.947.120) | - | |
| Totale inkomsten (zonder metaal) | 1.364.210 | 1.045.040 | 836.000 | - | (6.530) | 3.238.720 | |
| Externe inkomsten | 1.362.640 | 1.044.940 | 831.140 | - | - | 3.238.720 | |
| Inkomsten tussen segmenten | 1.570 | 100 | 4.860 | - | (6.530) | - | |
| Bedrijfsresultaat | F9 | 96.338 | (41.118) | 310.900 | (61.528) | - | 304.592 |
| Aangepaste | 153.688 | 70.422 | 361.815 | (57.894) | - | 528.030 | |
| Aanpassingen | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (3.634) | - | (223.438) | |
| Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F9 | - | 4.874 | - | (10.206) | - | (5.332) |
| Aangepaste | - | 4.874 | - | 3.457 | - | 8.331 | |
| Aanpassingen | - | - | - | (13.663) | - | (13.663) | |
| EBIT | F9 | 96.338 | (36.244) | 310.900 | (71.734) | - | 299.260 |
| Aangepaste | 153.688 | 75.295 | 361.815 | (54.437) | - | 536.361 | |
| Aanpassingen | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (17.297) | - | (237.101) | |
| Afschrijvingen | F9 | 80.496 | 110.457 | 62.949 | 14.040 | - | 267.941 |
| Aangepaste | 80.496 | 110.457 | 62.949 | 14.040 | - | 267.941 | |
| EBITDA | F9 | 176.834 | 74.213 | 373.849 | (57.694) | - | 567.201 |
| Aangepaste | 234.184 | 185.752 | 424.764 | (40.397) | - | 804.302 | |
| Geconsolideerd totaal der activa | 3.447.098 | 3.376.191 | 1.643.894 | 1.568.336 | (1.694.627) | 8.340.892 | |
| Segmentactiva | 3.447.098 | 3.337.762 | 1.643.894 | 1.466.927 | (1.694.627) | 8.201.054 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | - | 38.429 | - | 101.410 | - | 139.839 | |
| Geconsolideerd totaal der passiva | 1.814.687 | 1.260.177 | 1.215.316 | 3.123.485 | (1.694.627) | 5.719.038 | |
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar | F31 | 1.536.950 | 2.323.770 | 405.422 | 175.849 | - | 4.441.991 |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 1.560.188 | 2.189.523 | 578.205 | 124.696 | - | 4.452.611 |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 1.727.443 | 2.133.138 | 446.861 | 149.138 | - | 4.456.580 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester | F31 | 1.548.569 | 2.256.646 | 491.813 | 150.273 | - | 4.447.301 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester | F31 | 1.643.815 | 2.161.330 | 512.533 | 136.917 | - | 4.454.596 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar | F31 | 1.596.192 | 2.208.988 | 502.173 | 143.595 | - | 4.450.948 |
| ROCE | F31 | 9,63% | 3,41% | 72,05% | -37,91% | 0,00% | 12,05% |
| Investeringen | F34 | 63.798 | 251.688 | 71.577 | 16.105 | - | 403.169 |
| Totaal O&O | F9 | 138.742 | 58.269 | 10.186 | 15.766 | - | 222.964 |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 125.275 | 43.636 | 10.186 | 11.499 | - | 190.596 |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa | F34 | 13.468 | 14.633 | - | 4.267 | - | 32.368 |
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
22.7
2.5 Afrika | 4.2
Azïe-Oceanië |
De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het 'arm's length'-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden 'cost plus'- mechanismen gebruikt. Transacties tussen entiteiten binnen de groep worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten (zonder metaalwaarde) van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een netto cijfer weer te geven.
Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van de groep vertegenwoordigt.
Umicore heeft bepaald dat segmenten het accurate niveau van detail zijn om de productverkopen op te splitsen aangezien de onderliggende handel, competenties en technologieën maar ook de karakteristieken van toepassingen en producten en de klantenportfolio's binnen ieder individueel segment zeer gelijkaardig zijn. Bovendien zou het verkrijgen van informatie op een meer opgesplitst niveau leiden tot buitensporige kosten en inspanningen vergeleken met de toevoegde waarde voor de externe lezer van de geconsolideerde jaarrekening.
De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:
In 2020 bestaat het segment uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de toepassingen van brandstofcellen, farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie.
Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Electroplating en Rechargeable Battery Materials. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie
en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden onze klanten een gesloten kringloopservice. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.
Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewelry & Industrial Metals en Precious Metals Management. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De Recycling activiteiten zijn in staat om ongeveer 20 van deze metalen te herwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives en Ieqsa is hier ook inbegrepen.
In de geografische segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de aangepaste EBIT/operationeel resultaat. Zoals geïllustreerd in bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het aangepaste operationeel resultaat en het totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door de aanpassingen waarvoor de definities worden weergegeven in het glossarium.
Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.
Aan het einde van November 2019, kon Umicore de overname van de kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten van Freeport Cobalt in Kokkola, Finland afronden. Vanaf 1 december 2019 werd een voorlopige openingsbalans opgesteld, die echter nog onderhevig was aan aanpassingen in de daaropvolgende 11 maanden. Volgend op de finale openingsbalans van eind november 2019, weerspiegelt de netto waarde van de aangekochte activa een totaal van € 226,6 miljoen (€ 227,3 miljoen in 2019). Dit resulteert in een goodwill van € 16,0 miljoen (€ 14,5 miljoen in 2019). De belangrijkste zaken van de balans die werden aangepast sinds 2019 zijn Materiële vaste activa (zie toelichting F16), 'Voorraden', "Kas", 'Voorzieningen leefmilieu" (zie toelichting F29) en "Handelsschulden". Deze worden weerspiegeld onder de lijnen 'Bedrijfsacquisitie' van de betreffende toelichtingen.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Verkopen | 17.336.517 | 20.565.648 |
| Diensten | 148.564 | 144.468 |
| Omzet | 17.485.081 | 20.710.116 |
| Doorfactureren van kosten aan derden | 39.283 | 42.654 |
| Operationele subsidies | 10.262 | 19.865 |
| Royalty en licentie-inkomsten | 9.003 | 6.168 |
| Inkomsten uit emissierechten | 5.468 | 5.207 |
| Uitkeringen van verzekeringen | 27.025 | 21.580 |
| Diverse interesten en boetes voor laattijdige betalingen | 1.209 | 1.167 |
| Winst op vervreemding van activa | 9.744 | 2.647 |
| Omrekeningsverschillen op interco eliminaties | 9.578 | (25.567) |
| Fiscale stimuleringsmaatregelen | 1.645 | 4.247 |
| Overige | 7.862 | 2.633 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 121.078 | 80.602 |
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 17.606.159 | 20.790.718 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | (15.639.139) | (18.819.323) |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (775.919) | (798.481) |
| Afschrijvingen op vaste activa | (244.038) | (267.941) |
| Waardeverinderingen op vaste activa | (23.602) | (87.543) |
| Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren | (39.926) | (7.013) |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (307.567) | (362.497) |
| Diensten en uitbestede raffinage en productiekosten | (404.292) | (370.526) |
| Royalties, licenties, consultancy en commissies | (41.347) | (41.606) |
| Belastingen andere dan winstbelastingen | (20.769) | (19.332) |
| Voorzieningen (toename/bestedingen en terugnemingen) | 54.871 | (74.128) |
| Minwaarden bij de realisatie van activa | (2.258) | (996) |
| Andere bedrijfskosten | (413.795) | (506.588) |
| BEDRIJFSKOSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (17.136.420) | (20.486.888) |
Omzet verwijst naar omzet uit contracten aangegaan met klanten zoals in IFRS 15. De verdere opsplitsing wordt uitgewerkt in toelichting F7. Zoals beschreven in de boekhoudprincipes 2.20, zullen de opbrengsten uit contracten met klanten worden erkend op een bepaald moment. De toename van de omzet in 2020 is voornamelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten. Er werden enkele herindelingen gedaan tussen diensten en verkoop van 2019 om in overeenstemming te zijn met de herindelingen die in 2020 werden uitgevoerd.
De lijn 'Andere bedrijfsopbrengsten' van de resultatenrekening bevat de valuta omrekeningsverschillen ten gevolge van transacties tussen entiteiten binnen de groep die omgerekend moeten worden van de transactionele munteenheid naar de functionele munteenheid die verschillend kan zijn van euro voor enkele entiteiten en regio's. De effecten van deze valuta omrekeningsverschillen op eliminaties tussen entiteiten binnen de groep schommelden substantieel dit jaar, voornamelijk als gevolg van de variatie van de USD ten opzichte van de EUR.
De toename van gebruikte grondstoffen en vebruiksgoederen is tevens hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Gebruikte grond- en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor € 99,7 miljoen in 2020 (€ 100,2 miljoen in 2019) wat betreft de voortgezette activiteiten.
De bijzondere waardeverminderingen op vaste activa zijn toegenomen in vergelijking met 2019. Deze bijzondere waardeverminderingen zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren binnen Catalysis. Bij Catalysis omvatten ze tevens enkele bijzondere waardeverminderingen op specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten.
De lijn met voorzieningen bevat de wijzigingen in voorzieningen voor het leefmilieu en in voorzieningen voor andere schulden en kosten waarvan de details worden gegeven in toelichtingen F29 en F30.
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' | 175.885 | 190.596 | |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa | F14 | 34.660 | 32.368 |
| TOTALE O&O-UITGAVEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
210.546 | 222.964 |
De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de voortgezette activiteiten bedroegen in 2020 € 223,0 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (€ 210,6 miljoen in 2019). Het deel van de O&O-uitgaven die rechtstreeks in de operationele kosten werden opgenomen beloopt € 190,6 miljoen in 2020 (€ 175,9 miljoen in 2019).
| 2019 | 2020 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Toelichting | Totaal | Aangepast | Aanpassingen | Total | Aangepast | Aanpassingen |
| Omzet | 17.485.080 | 17.485.080 | - | 20.710.116 | 20.710.116 | - | |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 121.078 | 118.217 | 2.861 | 80.602 | 79.494 | 1.108 | |
| Bedrijfsopbrengsten | 17.606.158 | 17.603.297 | 2.861 | 20.790.718 | 20.789.611 | 1.108 | |
| Gebruikte grond- en hulpstoffen | (15.639.139) | (15.639.139) | - | (18.819.323) | (18.781.872) | (37.451) | |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (775.919) | (775.701) | (218) | (798.481) | (798.131) | (350) | |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (307.567) | (283.690) | (23.877) | (362.496) | (274.435) | (88.062) | |
| waarvan afschrijvingen | (244.038) | (244.038) | - | (267.941) | (267.941) | - | |
| Andere bedrijfskosten | (413.795) | (407.708) | (6.087) | (506.587) | (407.485) | (99.102) | |
| Bedrijfskosten | (17.136.420) | (17.106.238) | (30.182) | (20.486.887) | (20.261.923) | (224.964) | |
| Opbrengsten van andere financiële activa | 706 | 1.069 | (363) | 761 | 342 | 419 | |
| Bedrijfsresultaat | 470.444 | 498.129 | (27.684) | 304.592 | 528.030 | (223.438) | |
| Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
8.705 | 10.789 | (2.084) | (5.332) | 8.331 | (13.663) | |
| EBIT | 479.152 | 508.920 | (29.768) | 299.260 | 536.361 | (237.101) | |
| EBITDA | 723.190 | 752.959 | (29.768) | 567.201 | 804.302 | (237.101) | |
| Financiële kost | F11 | (83.238) | (83.238) | - | (104.202) | (104.202) | - |
| Belastingen op het resultaat | F13 | (96.692) | (102.538) | 5.846 | (59.131) | (102.729) | 43.598 |
| Nettoresultaat | 299.219 | 323.142 | (23.923) | 135.927 | 329.430 | (193.503) | |
| waarvan minderheidsbelangen | 11.428 | 11.428 | - | 5.397 | 7.023 | (1.626) | |
| waarvan aandeel van de Groep | 287.791 | 311.714 | (23.923) | 130.530 | 322.407 | (191.877) |
| 2019 | 2020 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Energy & Surface |
Corporate & niet |
Energy & Surface |
Corporate & niet |
|||||||
| (EUR duizend) | Totaal | Catalysis | Technologies | Recycling | toegewezen | Totaal | Catalysis | Technologies | Recycling | toegewezen |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 2.861 | - | - | 48 | 2.813 | 1.108 | - | 1.108 | - | - |
| Bedrijfsopbrengsten | 2.861 | - | - | 48 | 2.813 | 1.108 | - | 1.108 | - | - |
| Gebruikte grond- en hulpstoffen | - | - | - | - | - | (37.451) | - | (37.451) | - | - |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (218) | - | - | (218) | - | (350) | - | (350) | - | - |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (23.877) | (386) | (24.217) | 726 | - | (88.062) | (36.565) | (51.161) | 27 | (362) |
| Andere bedrijfskosten | (6.087) | - | (3.882) | 1.461 | (3.666) | (99.102) | (20.785) | (23.781) | (50.942) | (3.594) |
| Bedrijfskosten | (30.182) | (386) | (28.099) | 1.969 | (3.666) | (224.964) | (57.350) | (112.743) | (50.915) | (3.957) |
| Opbrengsten van andere financiële activa | (363) | - | - | - | (363) | 419 | - | 96 | - | 322 |
| Bedrijfsresultaat | (27.684) | (386) | (28.099) | 2.017 | (1.217) | (223.438) | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (3.634) |
| Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
(2.084) | - | - | - | (2.084) | (13.663) | - | - | - | (13.663) |
| EBIT | (29.768) | (386) | (28.099) | 2.017 | (3.301) | (237.101) | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (17.297) |
| Gerelateerd aan herstructureringen | (26.414) | (386) | (28.099) | 2.017 | 54 | (128.190) | (22.702) | (99.960) | - | (5.528) |
| Gerelateerd aan leefmilieu | (907) | - | - | - | (907) | (55.788) | - | - | (50.915) | (4.873) |
| Gerelateerd aan waardeverminderingen van activa | - | - | - | - | - | (45.303) | (28.628) | (8.219) | - | (8.456) |
| Overige | (2.447) | - | - | - | (2.447) | (7.820) | (6.020) | (3.360) | - | 1.560 |
Aanpassingen hadden een negatieve impact van € 237 miljoen op de EBIT in 2020 waarvan € 72 miljoen werd erkend in de eerste jaarhelft. € 112 miljoen was gerelateerd aan Energy & Surface Technologies. Deze laatste omvat € 56 miljoen aan kosten gerelateerd aan de herstructureringsinitiatieven in Cobalt & Specialty Materials, een bijzondere waardevermindering van € 34 miljoen gerelateerd aan de aanpassing van de permante kobalt voorraden in deze business unit en een bijzondere waardevermindering van € 15 miljoen in Rechargeable Battery Materials vanwege een herconfiguratie in Korea. Catalysis was verantwoordelijk voor € 57 miljoen van de kosten waarvan € 55 miljoen reeds werd erkend in de eerste jaarhelft, voornamelijk gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren en enkele bijzondere waardeverminderingen waaronder specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. In Recycling werd een kost van € 51 miljoen in rekening gebracht, waarvan een voorziening van € 50 miljoen om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en voor de aanleg van een groene zone. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming. Tot slot omvatten de aanpassingen van de EBIT ook € 14 miljoen aan kosten die gerelateerd zijn aan herstructureringen
en bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa en goodwill van Element Six Abrasives, een joint venture waarin Umicore een aandeel van 40% heeft. Van de totale aanpassingen heeft € 147 miljoen geen impact op de kasstromen. Herstructureringsgerelateerde kosten vertegenwoordigen € 128 miljoen van het totaal, zaken die verband houden met leefmilieu € 56 miljoen en specifieke bijzondere waardeverminderingen van activa € 45 miljoen. Na belastingen bedragen de aanpassingen aan de netto groepsinkomsten - € 192 miljoen.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | (576.097) | (589.707) |
| Overige personeelskosten | (40.318) | (50.594) |
| Tijdelijk personeel | (10.781) | (7.607) |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (8.211) | (10.108) |
| Bezoldigingen | (635.407) | (658.016) |
| Werknemersbijdragen | (102.364) | (97.698) |
| Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen | (36.692) | (21.438) |
| Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage | (11.805) | (10.299) |
| Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere | (4.120) | (4.381) |
| Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden | (3.974) | (3.486) |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen) |
18.444 | (3.164) |
| Pensioenen en andere personeelsvorrdelen | (38.147) | (42.768) |
| BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN, UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
(775.919) | (798.481) |
| 2019 | 2020 | |
|---|---|---|
| Kaderleden | 1.934 | 2.009 |
| Niet-kaderleden | 8.852 | 8.997 |
| Totaal van voortgezette activiteiten | 10.786 | 11.006 |
| (EUR duizend) | Notes | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Vergunings datum | 11-02-2019 | 10-02-2020 | |
| Aandeel prijs op vergunings datum (Belgie & Andere) |
F28 | 34,08 | 42,05 |
| Aandeel prijs op vergunings datum (Frankrijk) |
F28 | 36,78 | NA |
| Aantal toegekende aandelenopties | F28 | 1.221.000 | 1.168.375 |
| Waarderingsmodel | Present Economic Value | ||
| Veronderstelde volatiliteit (% pa) | 25,00 | 25,00 | |
| Risicovrije interestvoet (% pa) | (0,370) | (0,620) | |
| Verhoging dividend (% pa) | 10,00 | 10,00 | |
| Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (%pa) |
NA | NA | |
| Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa) |
7,50 | 7,50 | |
| Minimale winstdrempel (% pa) | 15,00 | 15,00 | |
| Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel |
100,00 | 100,00 | |
| Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR) |
5,09 | 6,46 | |
| TOTALE REËLE WAARDE VAN DE TOEGEKENDE OPTIES |
6.211 | 7.548 | |
| 52.000 aandelen aan 42,05 EUR | - | 2.187 | |
| 10.000 aandelen aan 37,33 EUR | - | 373 | |
| 43.700 aandelen aan 34,08 EUR | 1.489 | - | |
| 7.400 aandelen aan 33,30 EUR | 246 | - | |
| 10.000 aandelen aan 26,43 EUR | 264 | - | |
| TOTAAL REËLE WAARDE VAN DE TOEGEKENDE AANDELEN |
2.000 | 2.560 | |
| OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN | 8.211 | 10.108 |
De Groep heeft gedurende het lopende jaar een kost van € 10,1 miljoen op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.
Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het 'Present Economic Value'-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Voor de berekening van de
waarde van de optie gebaseerd op het "Lattice" model werden wekelijkse stappen geïntroduceerd zodat de nadruk ligt op volatiliteit op weekbasis. De waargenomen volatiliteit berekend over een periode van 5 jaar resulteerde ongeveer in 25% ondanks een recente stijging. Bijgevolg werd de assumptie omtrent volatitliteit op 25% behouden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.
Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2020 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een kost van € 2,6 miljoen voor de voortgezette activiteiten.
De plannen met vaste bijdrage van de Groep worden in sommige landen zoals de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland rechtstreeks erkend in de resultatenrekening op de lijn "Bijdragen aan plannen met vaste bijdrage".
De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Interestbaten | 4.585 | 3.749 |
| Interestlasten | (45.627) | (61.659) |
| Actualisatie van voorzieningen | (5.942) | (3.146) |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | (31.618) | (30.445) |
| Andere financiële baten | 222 | 295 |
| Andere financiële lasten | (4.858) | (12.996) |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (83.238) | (104.202) |
De netto-interestlasten in 2020 bedroegen € 57,9 miljoen, in lijn met de toename van de gemiddelde financiële schuld en vergoedingen en kosten gerelateerd aan de uitgave van nieuwe schuldinstumenten. De netto-interestlast bevat € 0,8 miljoen interest dat gerelateerd is aan de leases onder IFRS 16 en € 5,2 miljoen als fictieve interestcomponent van de converteerbare obligatie. Deze hogere nettointerestlasten werden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere wisselskoerskosten en lagere kosten voor actualisatie.
De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en in beperktere mate op de milieuvoorzieningen. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringsvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. Het merendeel van die actualisatieresultaten in 2020 werden geboekt in Duitsland en in mindere mate in België.
Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. In 2020 valt het wisselkoersresultaat voornamelijk te verklaren door de kost van forward punten in indekkingsinstrumenten en door de impact van de metaalprijsfixaties. Andere financiële baten omvatten de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie toelichting F33). Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van financiële participaties | 547 | 517 |
| Ontvangen dividenden | 133 | 230 |
| Interesten van financiële activa | 26 | 14 |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 706 | 761 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Inkomstenbelasting | ||
| Opgenomen in de resultatenrekening | ||
| Belastingen op het resultaat | (113.229) | (115.672) |
| Uitgestelde belastingkost (opbrengst) | 16.537 | 56.542 |
| TOTALE BELASTINGEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (96.692) | (59.131) |
| VERBAND TUSSEN DE BELASTINGSKOST (OPBRENGST) EN HET BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT |
||
| Bedrijfsresultaat | 470.444 | 304.592 |
| Netto financiële kosten | (83.238) | (104.202) |
| Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties | 387.206 | 200.390 |
| Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%) | 24,81 | 25,48 |
| BELASTINGEN BEREKEND AAN DE GEWOGEN GEMIDDELDE THEORETISCHE BELASTINGSVOET UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
(96.076) | (51.055) |
| Aanpassingen : | ||
| Verworpen uitgaven | (4.276) | (4.383) |
| Vrijgestelde inkomsten | 4.797 | 3.457 |
| Dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen | (1.596) | (267) |
| Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief | - | 37 |
| Fiscale stimuleringsmaatregelen en belastingvrijstellingen | 15.758 | 14.563 |
| Belastingen berekend op andere basis | (1.377) | (1.657) |
| Aanwending van voordien niet geboekte fiscale verliezen | 1.443 | 4.349 |
| Waardevermindering van fiscale uitgestelde activa | (3.817) | 6.050 |
| Verandering in toepasbare aanslagvoet | 3.720 | (31) |
| Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling) |
585 | 958 |
| Niet imputeerbare buitenlandse voorheffingen | (11.552) | (12.003) |
| Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar | (114) | 988 |
| Overige (inclusief IFRIC 23) | (4.187) | (20.135) |
| BELASTINGSKOST VOOR HET JAAR AAN HET WERKELIJKE BELASTINGSTARIEF |
(96.692) | (59.129) |
De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 24,8% in 2019 naar 25,5% in 2020 voor de voortgezette activiteiten. De invloed van de aanpassingen buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve aangepaste belastingtarief voor 2020 24,2%. Dit is een daling vergeleken met de 24,7% in 2019.
| Andere immateriële | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Geactiveerde ontwikkelingskosten Concessies, octrooien, licenties, enz. | Software | CO2-emissierechten | vaste activa | Totaal | |
| Begin van het vorige boekjaar | ||||||
| Brutowaarde | 131.273 | 107.319 | 140.054 | 11.106 | 60.584 | 450.336 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (83.920) | (37.639) | (114.124) | - | (19.839) | (255.522) |
| Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar | 47.353 | 69.680 | 25.930 | 11.106 | 40.745 | 194.814 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | - | - | - | - | 8.223 | 8.223 |
| . Toevoegingen | 34.660 | 1.495 | 1.115 | 4.925 | 16.167 | 58.362 |
| . Verkopen | - | (6.483) | - | - | - | (6.483) |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(11.129) | (9.878) | (9.464) | - | (5.742) | (36.214) |
| . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(2.771) | - | (497) | - | - | (3.268) |
| . Emissierechten | - | - | - | 3.184 | - | 3.184 |
| . Omrekeningsverschillen | 282 | 5 | 82 | (2) | 251 | 619 |
| . Andere wijzigingen | (14.627) | (90) | 9.783 | (0) | (150) | (5.085) |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 53.768 | 54.730 | 26.949 | 19.213 | 59.494 | 214.154 |
| Brutowaarde | 151.880 | 101.229 | 149.792 | 19.213 | 85.216 | 507.329 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (98.113) | (46.499) | (122.842) | - | (25.721) | (293.176) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 53.768 | 54.730 | 26.949 | 19.213 | 59.494 | 214.154 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 82 | 40 | - | (23) | 98 |
| . Toevoegingen | 13.784 | 50 | 5.404 | - | 24.821 | 44.060 |
| . Verkopen | - | (2.336) | (3) | (4.009) | (217) | (6.564) |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(12.708) | (9.334) | (8.267) | - | (4.901) | (35.209) |
| . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(17.299) | (8.529) | (1.485) | - | - | (27.313) |
| . Emissierechten | - | - | - | 697 | - | 697 |
| . Omrekeningsverschillen | (450) | (6) | (346) | (3) | (908) | (1.712) |
| . Andere wijzigingen | 1.422 | 50 | 4.401 | (0) | (3.186) | 2.687 |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 38.517 | 34.707 | 26.694 | 15.898 | 75.081 | 190.897 |
| Brutowaarde | 157.704 | 98.840 | 150.989 | 15.898 | 103.637 | 527.068 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (119.187) | (64.134) | (124.295) | - | (28.556) | (336.172) |
| NETTOBOEKWAARDE UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 38.517 | 34.707 | 26.694 | 15.898 | 75.081 | 190.897 |
De lijn 'Toevoegingen' met € 44,1 miljoen bevat voor het grootste deel geactiveerde interne ontwikkelingskosten ten belope van € 32,4 miljoen (zie toelichting F9), waarvan € 18,6 miljoen wordt getoond onder de categorie 'Andere immateriële vaste activa' als 'Immateriële activa onder constructie'. De 'Toevoegingen' omvatten tevens de geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen voor ongeveer € 10,3 miljoen. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de aanpassingen aan de openingsbalans in Finland (zie toelichting F8). Bijzondere waardeverminderingen werden voornamelijk geboekt bij Catalysis en zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. De lijn 'Andere wijzigingen' bevat vooral de overboekingen tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa en in mindere mate de overboeking van materiële
activa. De 'andere immateriële vaste activa' bevatten de immateriële activa in uitvoering ten belope van € 53,9 miljoen (voornamelijk geactiveerde ontwikkelingskosten en in mindere mate informaticasystemen) maar ook de ondernemingsportefeuille en het klantenbestand verkregen door bedrijfsacquisities ter waarde van € 20,6 miljoen.
Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|
| Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar | ||
| Brutowaarde | 158.457 | 169.915 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (15.966) | (13.210) |
| NETTOBOEKWAARDE BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 142.491 | 156.705 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | 14.549 | 1.499 |
| . Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(1.422) | - |
| . Omrekeningsverschillen | 1.087 | (2.214) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 156.705 | 155.990 |
| Brutowaarde | 169.915 | 165.627 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (13.210) | (9.637) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTEN ACTIVITEITEN |
156.705 | 155.990 |
Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.
De wijziging van de periode houdt voornamelijk verband met de laatste aanpassing van de goodwill in Finland volgend op de finalisering van de evaluatie van de openingsbalans (toelichting F8).
De goodwill in ieder van de segmenten is als volgt:
| Energy & Surface |
||||
|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Catalysis | Technologies | Recycling | Totaal |
| 31/12/2019 | 50.037 | 88.357 | 18.311 | 156.705 |
| 31/12/2020 | 49.999 | 87.737 | 18.254 | 155.990 |
Jaarlijks evalueert het management of de goodwill aan enige bijzondere waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. Dergelijke testen worden uitgevoerd op het niveau van kasstroomgenererende eenheden, hetgeen kan variëren van een hele business unit tot een individuele fabriek maar nooit een heel segment. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een 'discounted cash-flow'-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken, gevolgd door een projectie op langetermijn. Voor macro-economische en externe parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de marktvoorwaarden gehanteerd die gelden op het moment van het uitvoeren van de test. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar tenzij een normalisatie gepast wordt geacht. De testen voor bijzondere waardeverminderingen van goodwill in 2020 wijzen op voldoende marge in de respectievelijke kasstroomgenererende eenheden en bijgevolg werden er geen bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt. De testen voor bijzondere waardeverminderingen in 2020 hanteren een gemiddelde aanslagvoet van 25,0% (onveranderd tegenover 2019) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 7% die neerwaarts werd herzien tegenover de 8,5% die werd gebruikt in 2019 en de voorgaande jaren om de lagere gewogen financieringskost van de Groep te reflecteren, onder andere gedreven door de daling van de marktinterest in de afgelopen jaren. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2019). Inflatiecijfers werden gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instituten zoals de NBB of ECB.
| Installaties, | Vaste activa | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Terreinen en gebouwen |
machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
in aanbouw en voorafbetalingen |
Totaal |
| Begin van het vorige boekjaar zonder leasing | ||||||
| Brutowaarde | 973.873 | 2.090.262 | 226.496 | 14.678 | 388.791 | 3.694.100 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (491.424) | (1.431.137) | (158.858) | (13.715) | - | (2.095.133) |
| NETTOBOEKWAARDE BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR ZONDER LEASING | 482.450 | 659.125 | 67.638 | 964 | 388.791 | 1.598.967 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | 31.638 | 75.142 | 517 | - | 20.426 | 127.724 |
| . Toevoegingen | 16.393 | 36.164 | 9.535 | 69 | 467.326 | 529.487 |
| . Verkopen | (1.509) | (2.772) | (419) | (10) | (2.369) | (7.079) |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (37.030) | (135.690) | (18.086) | (228) | - | (191.035) |
| . Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (2.454) | (16.169) | (289) | - | - | (18.911) |
| . Omrekeningsverschillen | 1.642 | 944 | 71 | 12 | (1.844) | 825 |
| . Andere wijzigingen | 168.212 | 231.710 | 16.534 | 314 | (410.962) | 5.809 |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR ZONDER LEASING | 659.342 | 848.457 | 75.500 | 1.120 | 461.368 | 2.045.788 |
| Begin van het boekjaar zonder leasing | ||||||
| Brutowaarde | 1.189.490 | 2.402.378 | 242.362 | 15.070 | 461.369 | 4.310.669 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (530.148) | (1.553.922) | (166.862) | (13.950) | - | (2.264.881) |
| NETTOBOEKWAARDE BEGIN VAN HET BOEKJAAR ZONDER LEASING | 659.343 | 848.457 | 75.500 | 1.120 | 461.369 | 2.045.788 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | 3.510 | (798) | 548 | - | 876 | 4.136 |
| . Toevoegingen | 20.663 | 32.588 | 7.852 | 364 | 330.009 | 391.475 |
| . Verkopen | (10) | (938) | (176) | (20) | (134) | (1.278) |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (43.501) | (148.434) | (19.154) | (194) | - | (211.282) |
| . Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (15.053) | (44.416) | (654) | (312) | - | (60.435) |
| . Omrekeningsverschillen | (18.017) | (20.505) | (2.321) | (54) | (16.266) | (57.164) |
| . Andere wijzigingen | 88.832 | 154.714 | 20.807 | - | (267.820) | (3.466) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR ZONDER LEASING | 695.767 | 820.668 | 82.403 | 903 | 508.033 | 2.107.775 |
| Brutowaarde | 1.242.294 | 2.478.662 | 260.590 | 23.522 | 508.033 | 4.513.101 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (546.526) | (1.657.994) | (178.187) | (22.619) | - | (2.405.326) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN ZONDER LEASING | 695.767 | 820.668 | 82.403 | 903 | 508.033 | 2.107.775 |
| Terreinen | Installaties, machines |
Meubilair en | Overige materiële | Vaste activa in aanbouw |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | en gebouwen | en uitrusting | rollend materieel | vaste activa | en voorafbetalingen | Totaal |
| Brutowaarde | 3.300 | 43 | 31 | - | - | 3.374 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (399) | (20) | (31) | - | - | (450) |
| NETTOBOEKWAARDE BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR VOOR LEASING | 2.901 | 23 | - | - | - | 2.924 |
| . Wijzigingen in boekhoudkundige regels | 25.788 | 77 | 11.396 | - | - | 37.262 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | 2.681 | - | - | 500 | - | 3.181 |
| . Toevoegingen | 15.466 | 21 | 6.780 | - | - | 22.266 |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (11.063) | (44) | (5.722) | - | - | (16.829) |
| . Omrekeningsverschillen | 72 | 0 | 8 | - | - | 80 |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR VOOR LEASING | 35.845 | 77 | 12.462 | 500 | - | 48.884 |
| Leasing aan het begin van het boekjaar | ||||||
| Brutowaarde | 47.341 | 135 | 18.175 | 500 | - | 66.152 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (11.496) | (58) | (5.713) | - | - | (17.268) |
| NETTOBOEKWAARDE BEGIN VAN HET BOEKJAAR VOOR LEASING | 35.845 | 77 | 12.462 | 500 | - | 48.884 |
| . Toevoegingen | 17.901 | 1.034 | 8.578 | 144 | - | 27.657 |
| . Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (12.726) | (724) | (6.765) | (142) | - | (20.357) |
| . Omrekeningsverschillen | (1.133) | (10) | (99) | (0) | - | (1.242) |
| . Overboekingen | 979 | (35) | - | - | - | 944 |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR VOOR LEASING | 40.866 | 342 | 14.176 | 502 | - | 55.886 |
| Brutowaarde | 67.193 | 1.055 | 24.865 | 637 | - | 93.750 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (26.327) | (713) | (10.689) | (135) | - | (37.864) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR VOOR LEASING | 40.865 | 342 | 14.176 | 502 | - | 55.886 |
| Materiële vaste activa inclusief leasing | ||||||
| Brutowaarde | 1.309.486 | 2.479.718 | 285.456 | 24.159 | 508.033 | 4.606.851 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (572.854) | (1.658.707) | (188.876) | (22.754) | - | (2.443.190) |
| NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORGEZETTE ACTIVITEITEN INCLUSIEF LEASING | 736.633 | 821.010 | 96.580 | 1.405 | 508.033 | 2.163.661 |
De afname in investeringsuitgaven (lijn 'Toevoegingen') vergeleken met 2019 reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen, was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de opeenvolgende wijzigingen in de openingsbalans van de verworven kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten in Kokkola aan het einde van december 2019 (Finland) (zie toelichting F8). De wijzigingen in boekhoudprincipes in 2019 zijn gerelateerd aan de introductie van IFRS 16. Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en bij Catalysis aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren. De lijn 'Andere wijzigingen' bevat voornamelijk de overboekingen van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa en in mindere mate de overboeking naar immateriële activa.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.
De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:
| Land | Functionele waarderings munt |
Deelnemings percentage 2019 |
Deelnemings percentage 2020 |
|
|---|---|---|---|---|
| Voortgezette activiteiten | ||||
| Geassocieerde ondernemingen | ||||
| IEQSA | Peru | PEN | 40,00 | 40,00 |
| Ganzhou Yi Hao Umicore Industries | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
| Element Six Abrasives | Verenigd Koninkrijk |
USD | 40,22 | 40,22 |
| Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de eigen vermogen methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor omrekeningsverschillen.
Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 1,7% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming in dewelke Umicore 40,22% van de aandelen heeft. Element Six is een synthetische diamant materialengroep, die onderdeel uitmaakt van de 'De Beers' groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zuid-Afrika. Element Six Abrasives is op basis van hun aangepaste resultaten een winstgevende groep die positieve kasstromen genereert. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voortkomen uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Aanpassingen en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore (zie toelichting F36 voor een geval dat nog lopende is en geklasseerd kan worden als een voorwaardelijke verplichting bij Element Six Abrasives en toelichting F9 voor aanpassingen).
| (EUR duizend) | Nettoboekwaarde | Goodwill | Totaal |
|---|---|---|---|
| Begin van het boekjaar | 104.653 | 45.989 | 150.642 |
| . Resultaat van het boekjaar | (5.332) | - | (5.332) |
| . Dividenden | (1.796) | - | (1.796) |
| . Bewegingen in overige reserves | 1.536 | - | 1.536 |
| . Omrekeningsverschillen | (4.379) | (833) | (5.210) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
94.683 | 45.156 | 139.839 |
Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen en joint-ventures zou het volgende geweest zijn:
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|
| Activa | 231.747 | 214.719 |
| Schulden | 108.620 | 101.894 |
| Omzet | 251.313 | 195.889 |
| Nettoresultaat | 8.705 | (5.332) |
In de bovenstaande tabel zijn er geen activa of passiva meer gelinkt aan joint-ventures.
| (EUR duizend) | Financiële activa aan reële waarde via NGR |
Leningen toegekend op lange termijn |
|---|---|---|
| Financiële vaste activa | ||
| BEGIN VAN HET VORIGE BOOKJAAR | 8.028 | 2.627 |
| . Toename | 2.375 | 126 |
| . Afname | - | (114) |
| . Omrekeningsverschillen | 3 | 72 |
| . Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen |
(9) | - |
| . Andere wijzigingen | 500 | (520) |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 10.897 | 2.192 |
| . Toename | 1.633 | 753 |
| . Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa') |
2 | - |
| . Omrekeningsverschillen | (45) | (79) |
| . Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen |
(4.193) | - |
| . Andere wijzigingen | 59 | 386 |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 8.352 | 3.252 |
| FINANCIËLE VLOTTENDE ACTIVA | ||
| . Toename | - | 92 |
| . Afname | - | (1) |
| . Omrekeningsverschillen | - | (12) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | - | 80 |
De toename en reële waarde erkend in eigen vermogen van de financiële activa in reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten zijn gerelateerd aan bewegingen in niet-geconsolideerde entiteiten. De nieuw toegekende leningen zijn gerelateerd aan de converteerbare leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten.
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|
| Analyse van de voorraden | ||
| Basisproducten, brutowaarde | 2.469.632 | 2.706.918 |
| Permanent metaal voorraden (niet gedekt) | 862.215 | 775.213 |
| Metaal voorraden beschikbaar voor verkoop (gedekt) | 1.176.095 | 1.477.096 |
| Andere basis produkten voorraden (niet gedekt) | 431.322 | 454.609 |
| Verbruiksgoederen, brutowaarde | 87.030 | 102.163 |
| Waardeverminderingen | (101.960) | (105.715) |
| Betaalde voorschotten | 6.173 | 7.222 |
| Bestellingen in uitvoering | 1.454 | 7.503 |
| TOTAAL VOORRADEN | 2.462.330 | 2.718.092 |
| * in uitvoering van dekkings instrumenten - zie nota F2.21.1 en F3.2.2 |
De waarde van de voorraden is toegenomen met € 255,8 miljoen vergeleken met december 2019. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door hogere metaalprijzen die de waarde van de commercieel beschikbare voorraden beïnvloeden. De daling in permanente metaalvoorraden is voornamelijk gerelateerd aan de rationalisering van de permanente kobaltvoorraden in het kader van de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials. De rationalisering resulteerde in een bijzondere waardevermindering van € 34 miljoen die ondergebracht werd bij de aanpassingen. De totale bruto boekwaarde van Umicore's permante metaalvoorraden op 31 december 2020 zou € 3.008 miljoen bedragen gerekend aan marktprijzen van 31 december (€ 2.135 miljoen eind december 2019).
In lijn met de boekhoudprincipes die betrekking hebben op de permanente metaalvoorraden (zie toelichting F2.9), werden de permanente metaalvoorraden geacht een onbeperkte levensduur te hebben (dit betekent dat er geen afschrijvingen worden genomen) en zijn ze onderhevig aan Umicore's jaarlijkse toetsing van eventuele bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheden die deze voorraden op de balans hebben. Toepassing van de LOCOM-principes op de permanente metaalvoorraden op 31 december 2020 zou aanleiding hebben gegeven tot een non-cash bijzondere waardevermindering van € 110,5 miljoen voor de Groep.
De wijziging in voorraden die in de resultatenrekening is opgenomen onder Grondstoffen en Verbruiksgoederen is een positief bedrag van € 378 miljoen (hetgeen de kasbewegingen op de voorraadbalansen weergeeft).
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.
| (EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|
| Op meer dan één jaar | |||
| Garanties en deposito's | 8.893 | 8.370 | |
| Overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 1.972 | 2.574 | |
| Personeelsvoordelen | 1.173 | 820 | |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 12.038 | 11.764 | |
| Op ten hoogste één jaar | |||
| Handelsvorderingen (bruto) | 1.171.835 | 1.366.686 | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.983) | (22.319) | |
| Overige vorderingen (bruto) | 180.336 | 177.008 | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | (207) | |
| Te ontvangen interesten | 156 | 495 | |
| Reële waarde van te vorderen financiële instrumenten voor kasstroomafdekking |
F33 | 19.699 | 45.091 |
| Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële |
|||
| waarde indekking | F33 | 47.495 | 23.442 |
| Overlopende rekeningen | 37.327 | 86.973 | |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 1.433.658 | 1.677.167 |
Vergeleken met 31 december 2020 zijn de handelsvorderingen substantieel toegenomen, gedreven door een aanzienlijke toename bij Catalysis ten gevolge van hogere metaalprijzen.
| Vervallen tussen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Totaal Niet vervallen | 0-30 dagen | 30-60 dagen | 60-90 dagen | > 90 dagen | |
| Uitstaande balans van beginboekjaar |
||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto |
1.131.666 | 928.369 | 160.856 | 22.261 | 5.549 | 14.632 |
| Overige | ||||||
| vorderingen (bruto) | 180.336 | 179.925 | 595 | (340) | - | 157 |
| Verwachte verliezen | 12.794 | 5.431 | 901 | 17 | 1.497 | 4.948 |
| Verwachte Verliespercentage |
0,98% | 0,49% | 0,56% | 0,08% | 26,98% | 33,46% |
| Uitstaande balans van het boekjaar |
||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto |
1.328.476 | 1.161.303 | 137.088 | 21.569 | 4.384 | 4.131 |
| Overige vorderingen (bruto) |
177.007 | 176.020 | (0) | - | 223 | 765 |
| Verwachte verliezen | 14.888 | 9.412 | 1.291 | 334 | 240 | 3.611 |
| Verwachte Verliespercentage |
0,99% | 0,70% | 0,94% | 1,55% | 5,21% | 73,75% |
| (EUR duizend) | Handelsvorderingen (bruto) |
Overige vorderingen (bruto) |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Begin van het vorige boekjaar | (22.577) | (247) | (22.824) |
| . Waardeverminderingen erkend in resultaat |
(9.373) | - | (9.373) |
| . Terugneming waardevermindering | 9.705 | 39 | 9.744 |
| . Afboeken waardevermindering met de brutowaarde |
83 | - | 83 |
| . Andere wijzigingen | (850) | (0) | (850) |
| . Omrekeningsverschillen | 30 | 1 | 31 |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | (22.983) | (207) | (23.190) |
| BEGIN VAN HET BOEKJAAR | (22.983) | (207) | (23.190) |
| . Waardeverminderingen erkend in resultaat |
(3.943) | 342 | (3.602) |
| . Terugneming waardevermindering | 4.328 | - | 4.328 |
| . Afboeken waardevermindering met de brutowaarde |
48 | - | 48 |
| . Andere wijzigingen | (408) | (346) | (755) |
| . Omrekeningsverschillen | 639 | 5 | 644 |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
(22.320) | (207) | (22.526) |
De groep past de IFRS 9 vereenvoudigde standaard toe om de verwachte kredietverliezen te meten via een methode die gebruik maakt van een verwacht opgelopen verlies tijdens de levensduur van alle handelsvorderingen. Om de verwachte kredietverliezen te meten, worden de handelsvorderingen gegroepeerd gebaseerd op hun gedeeld kredietrisico en het aantal verlopen dagen. De verwachte verliesratio's zijn gebaseerd op historische betalingsprofielen en het overeenkomstige kredietverlies. De historische kredietverliezen worden aangepast om huidige en voorspelde informatie over macroeconomische factoren mee te nemen die een effect kunnen hebben op de betaalmogelijkheden van de klanten. De groep heeft macro-economische factoren, waarschijnlijkheid van faillissement en het verlies ingeval van faillissement gedefinieerd als meest relevante factoren en past bijgevolg de historische verliesratio's aan gebaseerd op de verwachte wijzigingen in deze factoren.
In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. In 2020 waren er twee kredietverzekeringspolissen met twee verschillende verzekeraars. Eind 2020 waren op groepsniveau € 355 miljoen uitstaande facturen gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling opliep tot 95% met een maximale limiet per regio of land. De andere polis dekte € 272 miljoen handelsfacturen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van
€ 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van € 70 miljoen in geval van niet-betaling ten belope van 90%. De groep heeft haar kredietrisico tevens beheerd door facturen 'non-recourse' te verkopen (en bijgevolg ook af te boeken) aan financiële instanties (€ 301 miljoen eind 2020 vergeleken met € 213 miljoen eind 2019), gedeeltelijk gedekt door de hierboven vermelde kredietverzekeringspolissen.
Specifiek in China verlaagt Umicore het kredietrisico door het verdisconteren (en bijgevolg ook afboeken) van bankwissels dat het 'non-recourse' ontvangt van zijn klanten (€ 245 miljoen eind 2020 egenover € 185 miljoen eind 2019).
Ten slotte functioneren sommige van onze entiteiten zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan interne kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden onderzocht en goedgekeurd door het management.
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|
| Belastingactiva en -passiva | ||
| Belastingvorderingen van het jaar | 45.447 | 39.553 |
| Uitgestelde belastingactiva | 168.927 | 221.938 |
| Belastingschulden van het jaar | (131.483) | (160.734) |
| Uitgestelde belastingpassiva | (11.461) | (22.846) |
| Activa | Schulden | Netto | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 |
| Per einde van het vorige boekjaar | 132.855 | 168.927 | (6.225) | (11.461) | 126.630 | 157.466 |
| Wijzigingen in boekhoudkundige regels | (39) | - | - | - | (39) | - |
| Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening |
15.207 | 59.688 | 1.330 | (3.146) | 16.537 | 56.542 |
| Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen |
21.502 | (12.208) | 7.276 | 3.632 | 28.778 | (8.576) |
| Aankoop door bedrijfsacquisities | - | - | (14.972) | (359) | (14.972) | (359) |
| Omrekeningsverschillen | 142 | (6.199) | (152) | 218 | (10) | (5.981) |
| Overboekingen | (1.201) | 11.722 | 1.201 | (11.722) | - | - |
| Andere wijzigingen | 461 | 8 | 81 | (8) | 542 | - |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
168.927 | 221.938 | (11.461) | (22.846) 157.466 | 199.092 |
| Activa | Schulden | Netto | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 |
| Uitgestelde belastingen voor elk type van tijdelijke verschillen |
||||||
| Immateriële vaste activa | 16.412 | 22.144 | (17.894) | (11.043) | (1.482) | 11.101 |
| Goodwill van volledige geconsolideerde participaties |
- | - | (561) | (514) | (561) | (514) |
| Materiële vaste activa | 11.554 | 11.506 | (33.516) | (29.644) | (21.962) | (18.138) |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar |
1.087 | 1.371 | (31) | (181) | 1.056 | 1.190 |
| Voorraden | 72.552 | 41.534 | (37.403) | (33.159) | 35.149 | 8.375 |
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar |
8.424 | 8.212 | (11.930) | (25.600) | (3.506) | (17.388) |
| Eigen vermogen | - | - | (4.032) | (6.148) | (4.032) | (6.148) |
| Financiële schulden op lange termijn en overige schulden |
9.109 | 11.688 | (5.172) | (18.023) | 3.937 | (6.335) |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn |
81.392 | 89.764 | (8.245) | (8.267) | 73.147 | 81.497 |
| Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn | 12.697 | 26.150 | (384) | (378) | 12.313 | 25.772 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op lange termijn |
9.480 | 12.968 | (463) | (583) | 9.017 | 12.385 |
| Financiële schulden op korte termijn | 539 | 40 | (344) | (1.080) | 195 | (1.040) |
| Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn | 2.323 | 1.969 | - | - | 2.323 | 1.969 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op korte termijn |
9.079 | 9.952 | (8) | (8) | 9.071 | 9.944 |
| Handels- en overige schulden | 36.431 | 67.076 | (5.262) | (1.309) | 31.169 | 65.767 |
| TOTALE UITGESTELDE BELASTINGEN VOOR TIJDELIJKE VERSCHILLEN |
271.079 | 304.374 (125.245) (135.937) 145.834 | 168.437 | |||
| Over te dragen verliezen | 56.598 | 70.257 | - | - | 56.598 | 70.257 |
| Investeringsaftrek | 1.156 | 867 | - | - | 1.156 | 867 |
| Overige | 5.002 | 3.389 | - | - | 5.002 | 3.389 |
| Niet-geboekte uitgestelde belastingen | (51.124) | (43.858) | - | - | (51.124) | (43.858) |
| TOTAAL BELASTINGACTIVA/-PASSIVA | 282.711 | 335.029 (125.245) (135.937) 157.466 | 199.092 | |||
| Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde juridische entiteit |
(113.784) (113.091) | 113.784 | 113.091 | - | ||
| NETTOBEDRAG | 168.927 | 221.938 | (11.461) | (22.846) 157.466 | 199.092 | |
| 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | |||
| (EUR duizend) | Basis | Basis | Belasting | Belasting | ||
| Bedrag aan aftrekbare tijdelijke verschillen, fiscale verliezen en belastingkredieten waarvoor geen belastingsactiva werden geboekt |
||||||
| Vervaldatum zonder tijdslimiet | 187.883 | 158.635 | 51.124 | 43.858 |
De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in 'componenten van niet-gerealiseerde resultaten'.
De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in 'componenten van niet-gerealiseerde resultaten' zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen 'Handels - en overige vorderingen' (negatieve impact van € 6,1 miljoen), 'Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn' (positieve impact van € 8,0 miljoen), langetermijn financiële schuld (negatieve impact van € 12,6 miljoen) en 'Handels- en overige schulden' (positieve impact van € 2,8 miljoen).
Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.
Niet-geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van € 43,9 miljoen komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (€ 39,6 miljoen).
In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva op belastingvrije reserves van de Belgische vennootschappen geboekt, die potentieel € 37,5 miljoen zouden kunnen bedragen, gezien het management verwacht dat deze belastingpassiva niet zullen worden gerealiseerd in de nabije toekomst.
Eind december 2020 bevatte de kortetermijnschuld voor inkomstenbelastingen van € 160,7 miljoen (2019: € 131,5 miljoen) onzekere belasting posities ten belope van € 114,9 miljoen (€ 91,4 miljoen in 2019).
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|
| Kas en kasequivalenten | ||
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 25.524 | 373.904 |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 7 | 5 |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 246.192 | 636.397 |
| TOTAAL KAS EN KASEQUIVALENTEN | 271.724 | 1.010.307 |
| Krediet op bankrekeningen | 32.493 | 8.678 |
| NETTO KAS EN KASEQUIVALENTEN ZOALS IN DE KASSTROMENTABEL UIT | ||
| VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 239.231 | 1.001.629 |
Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.
Management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een gepast bedrag aan contractueel vastgelegde en niet-vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten.
Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, probeert de Groep de flexibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen te behouden.Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.
De toename van de deposito's is voornamelijk het gevolg van de ontvangen contanten in het kader van de uitgave van de converteerbare obligatie (€ 500 miljoen nominaal).
Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:
| (EUR duizend) | Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen |
Financiële activa aan reële waarde via NGR reserves |
Kasstroom indekkings reserves - Grondstoffen |
Kasstroom indekkings reserves - Valuta's |
Kasstroom indekkings reserves - rentevoeten instrumenten |
Latente belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen |
Personeels voordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters |
Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
Omrekenings verschillen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin van het vorige boekjaar | - | 1.150 | (3.925) | 3.411 | (586) | 58.663 | (226.884) | 31.600 | (91.073) | (227.644) |
| Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | - | (129) | (28.728) | 1.937 | (101) | 28.587 | (70.605) | 8.211 | - | (60.828) |
| Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen | - | - | (1.212) | 174 | - | (145) | - | - | - | (1.183) |
| Transfer van/naar overgedragen resultaten | - | - | - | - | - | - | - | (2.540) | - | (2.540) |
| Andere wijzigingen | - | 120 | - | - | - | - | - | - | - | 120 |
| Omrekeningsverschillen | - | - | - | (29) | - | (11) | (539) | - | 8.200 | 7.621 |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | - | 1.141 | (33.865) | 5.493 | (687) | 87.094 | (298.028) | 37.271 | (82.873) | (284.454) |
| Begin van het vorige boekjaar | - | 1.141 | (33.865) | 5.493 | (687) | 87.094 | (298.028) | 37.271 | (82.873) | (284.454) |
| Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | 50.324 | (4.198) | (20.951) | 7.972 | (84) | (513) | (27.632) | 10.108 | - | 15.026 |
| Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen | - | - | 27.054 | 2.707 | - | (8.057) | - | - | - | 21.704 |
| Transfer van/naar overgedragen resultaten | - | - | - | - | - | - | - | (2.737) | - | (2.737) |
| Andere wijzigingen | - | - | - | - | - | 868 | (1.775) | - | - | (908) |
| Omrekeningsverschillen | - | 5 | 74 | 549 | - | (204) | 2.403 | - | (119.284) | (116.457) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 50.324 | (3.052) | (27.688) | 16.721 | (771) | 79.187 | (325.033) | 44.642 | (202.157) | (367.826) |
De nettoverliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (€ 13,1 miljoen) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (€ 29,8 miljoen) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die zijn vervallen tijdens het jaar. De totale impact die geleden werd bij het vervallen van kasstroomindekkingscontracten tijdens het jaar bedraagt een verlies van € 54,8 miljoen dat opgenomen werd in de resultatenrekening. Dit bedrag bevat de vermelde nettoverliezen die werden afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (€ 29,8 miljoen) en de veranderingen in reële waarde tijdens het jaar op vervallen bestaande kasstroomindekkingscontracten en op nieuw gecontracteerde instrumenten tijdens het jaar (€ 25,0 miljoen).
Nieuwe netto herberekeningen op basis van gewijzigde actuariële assumpties op de 'te bereiken doel'-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor € -27,6 miljoen. De toekenning van het optieplan van 2020 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van € 10,1 miljoen (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). € 2,7 miljoen werd getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelenopties en plannen voor gratis aandelen.
De conversierechten die deel uitmaken van de converteerbare obligatie van € 500 miljoen die werd uitgegeven op 23 juni 2020, werden gewaardeerd op € 50,3 miljoen netto van transactiekosten en werden opgenomen in het eigen vermogen (zie toelichting F2.17).
| (EUR duizend) | Bankleningen op lange termijn |
Lease leningen |
Overige langetermijn leningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Op meer dan één jaar | ||||
| BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 705.004 | 3.843 | 708.846 | |
| . Wijzigingen in boekhoudkundige regels | - | 37.262 | - | 37.262 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 3.181 | - | 3.181 |
| . Toename | 400.579 | 22.266 | 6 | 422.851 |
| . Afname | - | (16.536) | (291) | (16.827) |
| . Omrekeningsverschillen | 37 | 89 | - | 126 |
| . Overboekingen | (4.354) | 1 | (4.353) | |
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 1.101.266 | 46.262 | 3.555 | 1.151.083 |
| . Toename | 125.000 | 27.657 | 494.360 | 647.017 |
| . Afname | - | (19.801) | (304) | (20.105) |
| . Omrekeningsverschillen | (146) | (1.251) | 5 | (1.392) |
| . Overboekingen | (21.120) | - | (4) | (21.124) |
| .Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen | - | - | (50.324) | (50.324) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
1.205.000 | 52.865 | 447.289 | 1.705.154 |
| Op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | ||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 3.545 | - | 154 | 3.700 |
| . Toename/afname | (12.151) | - | 0 | (12.151) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 21.790 | - | 158 | 21.948 |
|---|---|---|---|---|
| . Overboekingen | 30.922 | - | 4 | 30.926 |
| . Omrekeningsverschillen | (526) | - | (0) | (526) |
| (EUR duizend) | Bankleningen op korte termijn |
Krediet op bank rekeningen |
Kortetermijn lening: commercial paper |
Overige leningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Op ten hoogste een jaar | |||||
| PER EINDE VAN HET VORIGE BOEKJAAR | 244.933 | 32.493 | 282.936 | - | 560.363 |
| . Toename/afname | 346.873 | (22.392) | (148.654) | 914 | 176.742 |
| . Overboekingen | (9.802) | - | - | - | (9.802) |
| . Omrekeningsverschillen | (27.738) | (1.424) | - | (910) | (30.072) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
554.266 | 8.678 | 134.282 | 4 | 697.230 |
De netto financiële schuld op 31 december 2020 bedroeg € 1.414,0 miljoen, een lichte daling ten opzichte van € 1.443,4 miljoen bij de start van het jaar.
Op 15 juni 2020 hebben Umicore en de Europese Investeringsbank (EIB) een akkoord gesloten over een lening van € 125 miljoen (reële waarde van € 126 miljoen). De opbrengsten van de lening, die een looptijd heeft van 8 jaar, zullen een deel van Umicore's investering in de kathodematerialenfabriek in Nysa, Polen financieren. Wanneer deze klaar is, zal de greenfield fabriek toeleveren aan de Europese activiteiten van Umicore's wereldwijde klanten in batterijcellen en de automobielsector.
Op 16 juni 2020 heeft Umicore bevoorrechte niet-verzekerde converteerbare obligaties ('de obligaties') uitgegeven met een looptijd van 5 jaar voor een nominaal bedrag van € 500 miljoen. De netto opbrengsten zullen gebruikt worden voor algemene bedrijfsaangelegenheden en om Umicore's strategische ontwikkelingen omtrent schone mobiliteit en recyclage te financieren. Tenzij ze eerder worden geconverteerd, afgelost of teruggekocht en geannuleerd, zal 100% van het nominale bedrag van de obligaties worden terugbetaald op 23 juni 2025. Bij aanvang heeft Umicore bepaald dat de obligaties voldoen aan de IFRS definitie van samengestelde financiële instrumenten. Het eigen vermogen gedeelte van de converteerbare obligatie, dat de optie vertegenwoordigt om het instrument om te zetten in gewone aandelen, bedraagt op het moment van uitgifte € 50,3 miljoen (netto van de transactiekosten).
De transactiekosten gerelateerd aan de uitgifte van de obligaties werden ondergebracht bij de schulden en componenten van het eigen vermogen van het instrument in verhouding met de toewijzing van de inkomsten.
De reële waarde van de financiële schuldencomponent van de converteerbare obligatie bedroeg € 444,1 miljoen op 31 december 2020.
Op 2 oktober 2020 ontving Umicore bevestiging van Banque de France, zoals voorzien door art. D.213-2 van de "Code monétaire et financier" van de Franse wet, dat de voorwaarden zoals beschreven in de financiële documentatie van haar NEU handelspapier (niet langer dan 1 jaar looptijd) en NEU schuldpapier op middellange termijn (maximale looptijd van 3 jaar), ieder voor een maximaal bedrag van € 600 miljoen, voldoen aan de vereisten van de wet.
Op 31 december 2020 was er een uitstaand bedrag van € 45 miljoen op het NEU CP programma en er was geen uitstaand bedrag op het NEU MTN programma.
Er was een uitstaand bedrag van € 89,75 miljoen op het programma voor Belgisch handelspapier (van de € 600 miljoen die beschikbaar is in het programma).
De financiële schuld omvat de VS private schuldplaatsing die werd uitgegeven in 2019 (€ 390 miljoen; reële waarde van € 431,8 miljoen) en in 2017 (€ 360 miljoen; reële waarde € 394,0 miljoen) en tevens de Schuldschein die werd uitgegeven in 2017 (€ 330 miljoen; reële waarde € 342,2 miljoen).
Op 31 december 2020 waren er geen uitstaande voorschotten onder de € 300 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken met vervaldag in oktober 2022 en geen uitstaande voorschotten onder de € 495 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken vervallend in april 2025.
De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken en de langetermijn schuldplaatsingen verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2020 noch in vorige jaren.
De langetermijnleningen bevatten vooral schuldinstrumenten in EUR. De gemiddelde interestvoet op de gemiddelde brutoschuld bedroeg 1,91% voor het volledige jaar 2020 (2,11% voor het volledige jaar 2019).
De lijn 'nieuwe leningen en aflossingen' in de geconsolideerde kasstroomtabel bevat geen bewegingen op bank overdrafts en valuta omrekeningsverschillen.
De netto 'hefboomratio' op het einde van 2020 van 35,0% (35,2% in 2019) en de verhouding netto financiële schuld/EBITDA van 1,76x (vergeleken met 1,92x eind 2019) positioneren de Groep goed binnen haar vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur.
| (EUR duizend) | Interest type | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Bruto Financiële schulden vorige jaar | |||||
| Leasing schuld | - | 38.087 | 8.174 | 46.262 | |
| Kredietinstellingen | Vast/ Vlottende |
281.126 | 24.820 | - | 305.946 |
| Commercial Papers | Vlottende | 282.936 | - | - | 282.936 |
| Schuldschein | Vast/ Vlottende |
- | 287.000 | 43.000 | 330.000 |
| US Private Placement | Vast | - | - | 750.000 | 750.000 |
| TOTAAL | 564.062 | 349.907 | 801.174 | 1.715.144 |
| (EUR duizend) | Interest type | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Bruto Financiële schulden jaar | |||||
| Leasing schuld | - | 40.478 | 12.387 | 52.865 | |
| Kredietinstellingen | Vast/ Vlottende |
584.895 | 3.190 | - | 588.085 |
| Commercial Papers | Vlottende | 134.282 | - | - | 134.282 |
| Schuldschein | Vast/ Vlottende |
- | 287.000 | 43.000 | 330.000 |
| US Private Placement | Vast | - | - | 750.000 | 750.000 |
| EIB lening | Vast | - | - | 125.000 | 125.000 |
| Convertibel lening | Vast | - | 444.100 | - | 444.100 |
| TOTAAL | 719.177 | 774.768 | 930.387 | 2.424.332 |
| (EUR duizend) | EUR | Overige munten | Totaal |
|---|---|---|---|
| Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar) |
|||
| Bankleningen | 1.205.000 | 21.790 | 1.226.790 |
| Overige leningen | 447.445 | 2 | 447.447 |
| FINANCIËLE SCHULDEN OP LANGE TERMIJN (INCLUSIEF DIE DIE VERVALLEN BINNEN HET JAAR) |
1.652.445 | 21.792 | 1.674.237 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 1.151.083 | 1.705.154 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 3.700 | 21.948 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 560.363 | 697.230 |
| Kas en kasequivalenten | (271.724) | (1.010.307) |
| NETTO FINANCIËLE SCHULDEN | 1.443.422 | 1.414.024 |
| Bankleningen op korte termijn | 23,8% |
|---|---|
| Bankleningen op lange termijn | 49,7% |
| Commercial paper | 5,5% |
| Krediet op bankrekeningen | 0,4% |
| Lease-leningen | 2,2% |
| Converteerbare obligatie | 18,3% |
| Andere bankfaciliteiten | 0,1% |
| (EUR miljoen) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Netto financiële schuld | 1.443,4 | 1.414,0 |
| Eigen Vermogen | 2.660,5 | 2.621,9 |
| Totaal | 4.103,9 | 4.035,9 |
| Hefboomratio (%) | 35,2 | 35,0 |
Eind 2020 omvatten de handelsschulden gecontracteerde metalen die teruggekocht moesten worden voor een bedrag van € 230 miljoen (vergeleken met € 206 miljoen eind 2019).
De belastingschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.
| (EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|
| Op meer dan één jaar | |||
| Handelsschulden | 2.579 | - | |
| Overige schulden | 5.520 | 5.682 | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies |
16.021 | 17.823 | |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 24.120 | 23.505 | |
| Op ten hoogste één jaar | |||
| Handelsschulden | 1.466.140 | 1.896.099 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering |
15.448 | 32.180 | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat |
26.190 | 38.317 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten |
125.252 | 135.835 | |
| Overige schulden | 56.399 | 39.733 | |
| Verschuldigde dividenden | 11.657 | 11.618 | |
| Te betalen interesten | 7.856 | 9.109 | |
| Reële waarde van verschuldigde financiële instrumenten voor kasstroomindekking |
F33 | 48.829 | 57.957 |
| Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële |
|||
| waarde indekking | F33 | 18.670 | 38.296 |
| Overlopende rekeningen | 139.907 | 159.784 | |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 1.916.348 | 2.418.928 |
Vergeleken met 31 december 2019 zijn de handelsschulden toegenomen, voornamelijk gedreven door een substantiële toename bij Catalysis, als gevolg van hogere metaalprijzen. Handelsschulden omvatten bankwissels die door Umicore werden uitgegeven in China. Bankwissels zijn een gebruikelijk betaalmiddel in China en genieten vaak de voorkeur van leveranciers vanwege hun overdraagbaarheid, hun gebruik als financieringswaarborg of hun mogelijkheid om geactualiseerd te worden. Eind 2020 had Umicore € 280 miljoen aan bankwissels uitgegeven in China (vergeleken met € 196 miljoen eind 2019).
| Verklaringen | 160 | |
|---|---|---|
| -------------- | ----- | -- |
| Contractuele vervaldag | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| Financiële schulden | 153.186 | 192.344 | 218.525 | 349.908 | 801.174 | 1.715.137 |
| OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | 153.186 | 192.344 | 218.525 | - | - | 564.055 |
| Bankleningen op korte termijn | 130.764 | 56.370 | 57.799 | - | - | 244.933 |
| Krediet op bankrekeningen | 21.188 | - | 11.305 | - | - | 32.493 |
| Kortetermijnlening: commercial paper | - | 134.155 | 148.781 | - | - | 282.936 |
| Overige leningen | (7) | - | 0 | - | - | (7) |
| Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
1.229 | 1.793 | 523 | - | - | 3.545 |
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
13 | 26 | 116 | - | - | 154 |
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | - | - | - | 349.908 | 801.174 | 1.151.082 |
| Bankleningen op meer dan één jaar | - | - | - | 308.267 | 793.000 | 1.101.267 |
| Leasing schuld | - | - | - | 38.087 | 8.174 | 46.261 |
| Overige leningen op meer dan één jaar | - | - | - | 3.554 | - | 3.555 |
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 1.343.059 | 323.292 | 231.717 | 29.510 | 12.891 | 1.940.469 |
| OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | 1.343.059 | 323.292 | 231.717 | 18.281 | - | 1.916.349 |
| Handelsschulden | 1.113.438 | 216.335 | 136.367 | - | - | 1.466.140 |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering |
5.092 | 8.720 | 1.636 | - | - | 15.448 |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat |
22.491 | 3.700 | (0) | - | - | 26.190 |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten |
43.063 | 26.409 | 55.780 | - | - | 125.252 |
| Overige schulden | 25.106 | 16.656 | 14.638 | - | - | 56.400 |
| Verschuldigde dividenden | 11.657 | - | - | - | - | 11.657 |
| Te betalen interesten | 6.165 | 1.390 | 300 | - | - | 7.856 |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking |
399 | 9.372 | 20.778 | 18.281 | - | 48.829 |
| Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
8.198 | 8.252 | 2.219 | - | - | 18.670 |
| Overlopende rekeningen | 107.450 | 32.457 | 0 | - | - | 139.907 |
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | - | - | - | 11.229 | 12.891 | 24.120 |
| Handelsschulden | - | - | - | - | 2.579 | 2.579 |
| Overige schulden | - | - | - | 1.192 | 4.328 | 5.520 |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | - | - | - | 10.037 | 5.984 | 16.021 |
| Contractuele vervaldag | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR thousand) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| Financiële schulden | 274.765 | 90.870 | 353.542 | 774.766 | 930.387 | 2.424.330 |
| Op ten hoogste één jaar | 274.765 | 90.870 | 353.542 | - | - | 719.177 |
| Bankleningen op korte termijn | 231.384 | 55.590 | 267.293 | - | - | 554.266 |
| Krediet op bankrekeningen | 8.678 | - | - | - | - | 8.678 |
| Kortetermijnlening: commercial paper | 25.000 | 35.250 | 74.032 | - | - | 134.282 |
| Overige leningen | - | 4 | - | - | - | 4 |
| Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
9.691 | - | 12.099 | - | - | 21.790 |
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen |
13 | 26 | 119 | - | - | 158 |
| Op meer dan één jaar | - | - | - | 774.766 | 930.387 | 1.705.153 |
| Bankleningen op meer dan één jaar | - | - | - | 287.000 | 918.000 | 1.205.000 |
| Leasing schuld | - | - | - | 40.478 | 12.387 | 52.865 |
| Overige leningen op meer dan één jaar | - | - | - | 447.288 | 0 | 447.288 |
| Handels- en overige schulden | 1.377.057 | 362.626 | 659.330 | 32.008 | 11.409 | 2.442.430 |
| Op ten hoogste één jaar | 1.377.057 | 362.626 | 659.330 | 19.912 | - | 2.418.925 |
| Handelsschulden | 1.105.279 | 246.622 | 544.198 | - | - | 1.896.099 |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering |
13.586 | 18.199 | 395 | - | - | 32.180 |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat |
35.188 | 2.591 | 539 | - | - | 38.317 |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten |
38.663 | 41.765 | 55.407 | - | - | 135.835 |
| Overige schulden | 28.760 | 4.627 | 6.346 | - | - | 39.733 |
| Verschuldigde dividenden | 11.618 | - | - | - | - | 11.618 |
| Te betalen interesten | 6.960 | 1.653 | 496 | - | - | 9.109 |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking |
471 | 9.324 | 28.631 | 19.527 | - | 57.953 |
| Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
16.119 | 17.902 | 3.890 | 385 | - | 38.296 |
| Overlopende rekeningen | 120.413 | 19.943 | 19.428 | - | - | 159.784 |
| Op meer dan één jaar | - | - | - | 12.096 | 11.409 | 23.505 |
| Overige schulden | - | - | - | 1.182 | 4.500 | 5.682 |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | - | - | - | 10.914 | 6.909 | 17.823 |
De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een 'te bereiken doel', voornamelijk met betrekking tot de Belgische en Duitse activiteiten.
| (EUR duizend) | Vergoedingen na uitdiensttreding - pensioenen en aanverwante |
Vergoedingen na uitdienst treding - overige |
Vergoedingen loopbaan beëindiging - brugpensioenen en aanverwante |
Andere langetermijn personeels vergoedingen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 347.160 | 3.806 | 26.546 | 15.137 | 392.650 |
| . Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
27.668 | (106) | 6.157 | 1.335 | 35.054 |
| . Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
(63) | - | - | (7) | (70) |
| . Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
(25.943) | (170) | (4.985) | (723) | (31.820) |
| . Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten') |
3.175 | 9 | 23 | 110 | 3.317 |
| . Omrekeningsverschillen | (72) | (282) | (444) | (24) | (822) |
| . Overboekingen | 747 | (467) | (210) | (26) | 44 |
| . Opgenomen in niet gerealiseerde resultaten |
28.162 | (159) | (0) | 0 | 28.004 |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
380.834 | 2.633 | 27.087 | 15.802 | 426.356 |
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | Bewegingen 2020 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|
| België | 67.478 | 28.095 | 95.573 |
| Duitsland | 297.653 | 3.090 | 300.743 |
| SUBTOTAAL | 365.131 | 31.185 | 396.316 |
| Overige entiteiten | 27.519 | 2.522 | 30.040 |
| TOTAAL UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 392.650 | 33.707 | 426.356 |
Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer.
De vergoedingen loopbaanbeëindiging bevatten hoofdzakelijk Belgische plannen voor vervroegd pensioen en enkele ontslagvergoedingen in Korea. Andere langetermijnvoordelen omvatten voornamelijk jubileumpremies in België en Duitsland.
De lijnen 'Toename', 'Terugnemingen' en 'Bestedingen' van de voorzieningen voor personeelsvoordelen kunnen in verband worden gebracht met de lijn 'Voorzieningen voor personeelsvoordelen' van toelichting F10. Het bedrag opgenomen in het niet-gerealiseerde resultaat vloeit voornamelijk voort uit een daling van de verdisconteringsvoeten van de pensioenplannen. De samenhang tussen toelichting F23 en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is voorzien in onderstaande tabel.
De plannen met 'vaste bijdrage' van de Groep in sommige landen als de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland zijn niet omvat in deze toelichting gezien deze bedragen direct worden opgenomen in de resultatenrekening onder de lijn 'Bijdragen tot pensioenplannen met vaste bijdrage' (zie toelichting F10).
De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.
Umicore's 'te bereiken doel'-pensioenplannen voor de 2 belangrijkste landen zijn als volgt:
Umicore-bedrijven in België hanteren 'te bereiken doel'-plannen die pensioen- of langetermijnpersoneelsvoordelen geven welke afhankelijk zijn van het salaris en leeftijd of anciënniteit. Deze pensioen- en langetermijnvoordeelplannen vertegenwoordigen verplichtingen verbonden aan het 'te bereiken doel'-plan van € 314,0 miljoen en activa van € 218,5 miljoen. Ze voorzien in een forfaitaire of maandelijkse betaling bij pensionering of vervroegde pensionering en voordelen in geval van het bereiken van een aantal jaren dienst of in geval van overlijden of onbekwaamheid voorafgaand aan het pensioen.
De netto voorzieningen voor pensioenen van € 95,5 miljoen kunnen onderverdeeld worden in 'te bereiken doel'-plannen voor na de uitdiensttreding (€ 67,2 miljoen waarvan € 172,9 miljoen de verplichtingen en € 105,7 miljoen is gerelateerd aan de activa van de plannen), plannen voor vergoedingen bij loopbaanbeëindiging (€ 6,3 miljoen van de verplichting is niet gefinancierd), jubileumpremies (€ 3,5 miljoen, niet-gefinancierd) en plannen met vaste bijdrage voor na de uitdiensttreding en bonus spaarplannen met gegarandeerd rendement en bijgevolg behandeld als 'te bereiken doel'-plannen (€ 18,6 miljoen waarvan € 131,3 miljoen de verplichting is en € 112,7 miljoen gerelateerd is aan de activa van de plannen).
De plannen voor na uitdiensttreding worden extern gefinancierd door ofwel verzekeringsmaatschappijen of onafhankelijke instellingen die pensioenplannen beheren ("IORP"). Voor de IORP worden de noodzakelijke deugdelijk bestuursprocessen inzake risicobeheer toegepast. Eén van de risicomaatregelen is om regelmatig een 'Continuïteitstest' uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid geanalyseerd worden inzake risico- en rendementprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van investeringsprincipes en de financieringspolitiek worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.
De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classificatie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa.
De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefinancierde pensioenplannen van het type 'te bereiken doel', die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemiddelde uiteindelijke salaris, uitgezonderd de uitgestelde compensatieplannen. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op jaarlijks omgezet salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De plannen voor na uitdiensttreding vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'- plannen van € 308,3 miljoen en activa van € 7,6 miljoen.
De netto provisies voor pensioenen van € 300,7 miljoen bevatten voornamelijk de 'te bereiken doel'-pensioenplannen van Degussa, waaronder het bijdrage plan waar de aanpassingen van de doelen aan inflatie en interestvoet gegarandeerd zijn (€ 224,1 miljoen), de gesloten en open compensatieplannen (€ 62,0 miljoen), een plan voor de jubileumpremies (€ 7,0 miljoen) en andere vergoedingen voor bij loopbaanbeëindiging (€ 7,8 miljoen).
Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefinancierde plannen. Een minderheid wordt gefinancierd door gewaarborgde herverzekeringscontracten.
Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers.
De belangrijkste risico's met betrekking tot de 'te bereiken doel'-plannen zijn:
• De volatiliteit van de activa: de plankosten worden aan de hand van een verdisconteringsvoet berekend, die refereert naar rendementen van bedrijfsobligaties. Indien de planactiva onder dit rendement presteren, zal dit een tekort creëren.
• Wijzigingen in het rendement van obligaties: een vermindering in het rendement van bedrijfsobligaties zal de planverplichtingen doen stijgen, hoewel dit gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door een stijging van de waarde van de obligaties van het plan.
• Salarisrisico: het merendeel van de verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'-plannen worden berekend met referentie aan de toekomstige salarissen van de planleden. Hoger dan verwachte salarisverhogingen van planleden zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.
• Risico van levensduur: alle pensioenplannen, met uitzondering van het uitgestelde compensatieplan vanaf 2014, voorzien lijfrenten die het risico van de levensduur met zich meebrengen, d.w.z. het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de verlenging van de levensverwachting. Het bedrijf hanteert cijfers van de levensverwachtingen die afhangen van het geboortejaar om dit risico in de pensioenverplichtingen te omvatten.
• Risico van uitgaande kasstroom: bij overlijden voor pensionering en door de te verschaffen voordelen bij werkonbekwaamheid is er een risico van uitgaande kasstroom voorafgaand aan de pensionering.
• Wetgevingsrisico: indien de wet inzake de pensioenvoordelen wijzigt, kan dit leiden tot een wijziging in de verplichtingen.
Er zijn bijkomende risico's in Duitsland:
• In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdrage die gefinancierd worden door 'Pensionskasse Degussa' (PKD) of het ondersteuningsfonds 'Unterstützungskasse Degussa' (RUK). Met betrekking tot de vereiste aanpassingen van de pensioenen betaald door deze plannen, bestaat er een risico dat deze aanpassingen niet volledig gedragen zullen kunnen worden door de PKD of RUK en bijgevolg kunnen resulteren in bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichtingen. Dit deel van de PKD en RUK plannen wordt bijgevolg beschouwd als 'te bereiken doel'-plan en het risico van de bijkomende verplichting, waarvan verwacht wordt dat het er zal zijn tot eind 2023, werd opgenomen in de verplichtingen voor 'te bereiken doel'-plannen en wordt jaarlijks herzien (bijkomende verplichting van € 5,1 miljoen voor PKD en € 0,9 miljoen voor RUK aan het einde van 2020).
• Het afgesloten uitgesteld compensatieplan voorziet een gegarandeerde interestvoet van 6,0% p.a. Dit doet het risico voor pensioenkosten stijgen bovenop het herleide salaris. Het plan werd op 31 december 2013 afgesloten en door een nieuw plan vervangen zonder aanzienlijk risico in dat opzicht.
Enkele risico's hebben louter betrekking op België:
• Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde 'Wet Vandenbroucke'), moeten alle Belgische plannen met 'vaste bijdrage' onder IFRS beschouwd worden als 'te bereiken doel'-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met 'vaste bijdrage', de werkgever een minimumrendement van 3,75% moet garanderen op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% en is het van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing.
Vanwege dit minimumrendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimale voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten en een plan dat gefinancierd wordt door IORP. De 'te bereiken doel' verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere 'te bereiken doel' plannen. De 'Project Unit Credit' (PUC) methodologie is gebruikt.
De totale 'te bereiken doel' verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot € 131,3 miljoen op het einde van december 2020 en activa ten belope van € 112,7 miljoen.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Wijziging in de verplichtingen voor personeelsvoordelen | ||
| Verplichting bij het begin van het boekjaar | 549.052 | 651.685 |
| Kosten van diensten geleverd in het jaar | 32.958 | 34.591 |
| Interestkosten | 9.908 | 6.246 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 946 | 905 |
| Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografische veronderstellingen |
1.133 | 1.556 |
| Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de financiële veronderstellingen |
81.769 | 29.185 |
| Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen | 3.032 | 2.942 |
| Uitbetaalde voordelen | (24.272) | (26.873) |
| Betaalde onkosten | (3.773) | (1.819) |
| Combinaties | 74 | 157 |
| Omrekeningsverschillen | 858 | (1.353) |
| VERPLICHTING PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 651.685 | 697.222 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
| Veranderingen in de planactiva | ||
| Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar | 216.101 | 259.952 |
| Verwacht rendement op de planactiva | 3.740 | 2.349 |
| Actuariële verliezen en winsten | 17.138 | 5.398 |
| Bijdragen van de werkgever | 49.291 | 32.473 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 946 | 905 |
| Uitkeringen van het plan/bedrijf | (24.272) | (26.873) |
| Betaalde onkosten | (3.823) | (1.870) |
| Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) |
87 | (76) |
| Omrekeningsverschillen | 744 | (568) |
| REËLE WAARDE VAN DE PLANACTIVA PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 259.952 | 271.690 |
De pensioenplannen in België, Korea, Liechtenstein en Japan zijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Bedragen opgenomen in de balans | ||
| Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 651.685 | 697.222 |
| Reële waarde van de planactiva van de fondsen | 259.952 | 271.690 |
| TEKORT/OVERSCHOT VAN GEFINANCIERDE PLANNEN | 391.733 | 425.532 |
| NETTO PASSIVA/ACTIVA | 391.733 | 425.532 |
| Componenten van de pensioenkost | ||
| Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode | ||
| Kosten van diensttijd van het jaar | 32.958 | 34.591 |
| Interestkost | 9.908 | 6.246 |
| Interestbaten van planactiva | (3.740) | (2.349) |
| Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen | (1.890) | 277 |
| Administratieve kosten en belastingen | 51 | 51 |
| TOTALE PENSIOENKOST OPGENOMEN IN DE WINST/VERLIES REKENING | 37.287 | 38.816 |
| Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | ||
| Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar | 199.949 | 270.082 |
| Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar | 70.882 | 28.004 |
| Minderheidsbelangen | (772) | 37 |
| Andere wijzigingen | - | 1.775 |
| Omrekeningsverschillen | 23 | (69) |
| TOTAAL OPGENOMEN IN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN DOOR GECONSOLIDEERDE ONDERNEMINGEN |
270.082 | 299.829 |
| Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 27.944 | 25.202 |
| TOTAAL OPGENOMEN IN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN | 298.026 | 325.030 |
| Herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F23 | ||
| (zonder minderheidsbelangen) | (70.605) | (27.632) |
| Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen) | (539) | 2.403 |
| Herwaarderingen gerelateerd aan minderheidsbelangen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat (inclusief omrekeningsverschillen) |
(776) | 32 |
| TOTAAL AAN HERWAARDERINGEN OPGENOMEN IN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT | (71.921) | (25.198) |
| Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen) | 539 | (2.403) |
| Omrekeningsverschillen gerelateerd aan minderheidsbelangen | 4 | 5 |
| Herwaarderingen gerelateerd aan geassocieerde ondernemingen. | 496 | (409) |
| TOTAAL AAN HERWAARDERINGEN OPGENOMEN IN NIET-GEREALISEERD RESULTAAT ZOALS | ||
| IN TOELICHTING F27 | (70.882) | (28.004) |
| Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten) | ||
| Effect van wijzigingen in de demografische veronderstellingen | 1.070 | 1.433 |
| Effect van wijzigingen in de financiële veronderstellingen | 80.772 | 29.124 |
| Effect van ervaringsaanpassingen | 5.859 | 2.677 |
| Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten) | (17.015) | (5.230) |
TOTAAL HERWAARDERINGEN IN DE COMPONENTEN VAN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN 70.686 28.004
De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering op plannen andere dan voordeelplannen voor na uitdiensttreding worden geboekt onder de financiële kosten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek 'bezoldigingen en personeelsvoordelen'.
Herberekeningen van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringsvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.
| 2019 | 2020 | |
|---|---|---|
| VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | ||
| Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar |
||
| Actualisatievoet (%) | 0,95 | 0,78 |
| Percentage van salarisverhogingen (%) | 2,60 | 2,55 |
| Percentage van de inflatie (%) | 1,78 | 1,75 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,30 | 1,30 |
| Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost | ||
| Actualisatievoet (%) | 1,85 | 0,95 |
| Verwachte toename van salarissen (%) | 2,85 | 2,60 |
| Percentage van de inflatie (%) | 1,78 | 1,78 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,36 | 1,30 |
| 2020 | |||
|---|---|---|---|
| Reële waarde van alle planactiva |
Reële waarde van planactiva met beurskoers |
||
| Planactiva | |||
| Kas en kasequivalenten | 25.629 | 25.624 | |
| aandeleninstrumenten | 37.215 | 37.204 | |
| Schuldinstrumenten | 104.902 | 104.786 | |
| Onroerend goed | 6.083 | 6.078 | |
| Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen | 92.047 | 79.106 | |
| Overige | 5.814 | 4.542 | |
| TOTAAL PLANACTIVA | 271.690 | 257.340 |
De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio's. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.
Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito's. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.
2020 Sensitiviteit +0,25% Sensitiviteit -0,25%
| Op 31 december | |
|---|---|
| -- | ---------------- |
| (EUR duizend) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Huidige waarde van de verplichting | 521.153 | 552.021 | 549.052 | 651.685 | 697.222 |
| Reële waarde planactiva | 183.246 | 209.774 | 216.101 | 259.952 | 271.690 |
| TEKORT/OVERSCHOT VAN PLANNEN | 337.907 | 342.247 | 332.951 | 391.733 | 425.532 |
| Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen |
(16.036) | (5.286) | 4.410 | (17.138) | (5.398) |
| Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen |
14.861 | 4.611 | 5.967 | 3.032 | 2.942 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet |
||
|---|---|---|
| Huidige waarde van de verplichting | 658.818 | 709.792 |
| Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten | 14,18 | 15,63 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op inflatiepercentage |
||
| Huidige waarde van de verplichting | 672.805 | 642.411 |
| Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage |
||
| Huidige waarde van de verplichting | 691.403 | 670.934 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
| AANSLUITING BALANS | ||
| Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar | 332.951 | 391.734 |
| Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar | 37.287 | 38.816 |
| Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar |
70.686 | 28.004 |
| Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar | (37.964) | (20.633) |
| Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar | (11.327) | (11.840) |
| Bedragen geboekt voor combinaties | (13) | 233 |
| Omrekeningsverschillen | 114 | (785) |
| BALANS VERPLICHTINGEN/ACTIVA OP HET JAAREINDE | 391.734 | 425.529 |
| Voorziening voor personeelsvoordelen op lange termijn passiva | 392.651 | 426.356 |
| Personeelsvoordelen oplange termijn activa (nota F20) | (744) | (820) |
| Diverse | (173) | (7) |
| NETTO PERSONEELSVERPLICHTINGEN OP BALANS | 391.734 | 425.529 |
| (EUR duizend) | 2020 |
|---|---|
| VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN | |
| Verwachte bijdragen van de werkgever | 34.132 |
| Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen | |
| Jaar 1 | 31.359 |
| Jaar 2 | 25.960 |
| Jaar 3 | 25.600 |
| Jaar 4 | 20.150 |
| Jaar 5 | 29.209 |
| De volgende 5 jaren | 160.840 |
| Plan | Vervaldatum | UITOEFENING | Uitoefenprijs (EUR) (de uitoefensprijs kan hoger zijn in bepaalde landen) |
Aantal opties dat nog uitgeoefend moet worden |
|---|---|---|---|---|
| ISOP 2014 | 10/02/2021 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 16,14 | 101.750 |
| 15,80 | 3.000 | |||
| 16,49 | 7.875 | |||
| 112.625 | ||||
| ISOP 2015 | 09/02/2022 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 17,29 | 344.315 |
| 18,90 | 10.000 | |||
| 19,50 | 24.750 | |||
| 379.065 | ||||
| ISOP 2016 | 04/02/2023 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 16,63 | 720.750 |
| 720.750 | ||||
| ISOP 2017 | 13/02/2024 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 25,50 | 977.000 |
| 27,04 | 23.750 | |||
| 1.000.750 | ||||
| ISOP 2018 | 08/02/2025 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 40,90 | 1.182.625 |
| 1.182.625 | ||||
| ISOP 2019 | 10/02/2026 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 34,08 | 1.216.000 |
| 36,78 | 5.000 | |||
| 1.221.000 | ||||
| ISOP 2020 | 09/02/2027 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 42,05 | 1.168.375 |
| 1.168.375 | ||||
| TOTAL | 5.785.190 |
ISOP verwijst naar 'Incentive Stock Option Plan' (wereldwijd plan voor kaderleden).
Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum, vervallen automatisch.
| 2019 | 2020 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefensprijs |
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefensprijs |
||
| UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR | |||||
| Uitstaande begin van het boekjaar | 5.356.854 | 24,14 | 5.641.250 | 27,42 | |
| Toegekend tijdens boekjaar | 1.221.000 | 34,09 | 1.168.375 | 42,05 | |
| Uitgeoefend tijdens het boekjaar | 936.604 | 17,37 | 1.024.435 | 18,25 | |
| UITSTAANDE EINDE BOEKJAAR | 5.641.250 | 27,42 | 5.785.190 | 32,00 | |
| Uitoefenbaar einde boekjaar | 5.641.250 | 27,42 | 5.785.190 | 32,00 |
De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot januari 2025.
De details betreffende de berekening van de netto boekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder toelichting F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.
| (EUR duizend) | Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel |
Overige voorzieningen voor leefmilieu |
Totaal |
|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 57.992 | 10.089 | 68.081 |
| . Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 2.079 | 2.079 |
| . Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
54.479 | 7.703 | 62.182 |
| . Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
(353) | (197) | (550) |
| . Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
(1.777) | (6.501) | (8.278) |
| . Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten') |
53 | - | 53 |
| . Omrekeningsverschillen | (2.156) | - | (2.156) |
| . Andere wijzigingen | (0) | (38) | (38) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
108.238 | 13.136 | 121.374 |
| waarvan : - op meer dan één jaar | 105.093 | 7.165 | 112.258 |
| waarvan : - op ten hoogste één jaar | 3.145 | 5.971 | 9.116 |
Voorzieningen voor wettelijke en feitelijke verplichtingen met betrekking tot leefmilieu zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen stegen met € 53,3 miljoen, waarbij bijkomende voorzieningen hoger zijn dan de gebruiken en terugnemingen van bestaande voorzieningen.
De bedrijfsacquisities zijn gerelateerd aan de opeenvolgende correcties van de openingsbalans in Finland in de loop van 2020 (toelichting F8).
De nieuwe provisies voor bodem en grondwater remediëring zijn voornamelijk gelinkt aan nieuwe provisies die werden genomen in België voor de sites in Hoboken en Olen. Bij Recycling werd een kost van € 50,9 miljoen in rekening gebracht, bestaande uit € 50,0 miljoen voorziening om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om de huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en om een groene zone aan te leggen. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming.
Het merendeel van de provisies voor bodem en grondwater remediëring in 2020 hebben betrekking op de realisatie van site remediëringsprogramma's in Frankrijk, in de VS en in België.
Begin 2020 heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) richtlijnen opgesteld voor de permanente sanering en opslag van historisch radioactief materiaal gerelateerd aan Umicore's site in Olen, België. Er werden gezamenlijke werkgroepen opgericht, inclusief overheidsagentschappen zoals NIRAS/ONDRAF, OVAM, FANC en Umicore om een plan uit te werken waarin de verschillende stappen worden beschreven die nodig zijn om tot een oplossing voor permanente oplsag te komen. Deze oefening zal een bijstelling omvatten van de toekomstig geschatte sanerings- en opslagkosten en specifieke bestaande milieuvoorzieningen, van zodra de technische aspecten zijn bepaald. Momenteel wordt verwacht dat het ontwikkelen en implementeren van dit gedetailleerde plan meerdere jaren in beslag zal nemen. In de tussentijd zal Umicore de situatie blijven monitoren om te garanderen dat uit deze overblijfselen geen risico's voortvloeien, noch voor de werknemers op de site, noch voor de omwonende bevolking.
De beweging in de overige voorzieningen leefmilieu hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.
Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten voor niet-recurrente elementen zullen gebeuren binnen de tien jaar.
| (EUR duizend) | Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie |
Voorzieningen voor geschillen |
Voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot IFRS 9 |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 22.945 | 3.288 | 24.105 | 53.293 | 103.631 |
| . Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
39.590 | - | - | 24.819 | 64.409 |
| . Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
(3.111) | - | (2.650) | (16.552) | (22.313) |
| . Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') |
(9.888) | (569) | (528) | (9.190) | (20.175) |
| . Omrekeningsverschillen | (2.100) | (32) | (964) | (1.489) | (4.585) |
| . Overboekingen | (6.581) | - | - | 6.572 | (9) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
40.856 | 2.686 | 19.963 | 57.454 | 120.958 |
| waarvan : - op meer dan één jaar | 29.154 | 945 | - | 39.683 | 69.782 |
| waarvan : - op ten hoogste één jaar | 11.703 | 1.741 | 19.963 | 17.773 | 51.180 |
Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen en andere risico's en kosten zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
Voorzieningen zijn in het totaal met € 17,3 miljoen gestegen.
De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden aangelegd voor de herstructureringsinitiatieven in België, in de VS, en in Frankrijk voor € 9,4 miljoen. Tevens werd € 14,7 miljoen geboekt bij Rechargeable Battery Materials in verband met de herconfiguratie van een site in Korea en € 13,9 miljoen in Catalysis gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren.
De aanwending van de reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen hebben betrekking op de uitvoering van reeds aangekondigde herstructureringen in de VS en in Duitsland.
De voorzieningen voor geschillen zijn exclusief de belastingsvoorzieningen gerelateerd aan IFRIC 23 aangezien deze geboekt worden onder de lijn 'Schulden voor winstbelasting'.
De voorzieningen voor verlieslatende contracten gerelateerd aan IFRS 9 houden verband met de introductie van IFRS 9 voor reële waarde indekking. Het beleid van de Groep omtrent transactionele metaalindekking bepaalt dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde aanvankelijk worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, indekkingsinstrumenten en ingedekte zaken. Waar mogelijk, gebeurt dit volgens IFRS 9 criteria rond de indekkingsboekhouding. Wanneer IFRS 9 indekkingsboekhouding niet toegepast kan worden, compenseert Umicore volgens IAS 37 principes iedere beduidend positieve aanpassing naar reële marktwaarde onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten (zie ook toelichtingen F2.21.1, F3.2.2 en F4.5). De wijzigingen van de provisies voor aan IFRS 9 gerelateerde verlieslatende contracten resulteerden in een netto daling van € 4,1 miljoen.
De overige voorzieningen voor risico's en kosten omvatten andere voorzieningen voor verlieslatende contracten ten belope van € 12,7 miljoen (netto toename van € 9,5 miljoen vergeleken met 2019) en voorzieningen voor risico's met betrekking tot garanties en het terugroepen van producten omwille van niet-adequate kwaliteit voor een bedrag van € 32,8 miljoen (netto daling van € 10,3 miljoen vergeleken met 2019). Deze zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan risico's in verband met toepassingen voor de eindmarkten in de automobielsector bij Catalysis en Energy & Surface Technologies (voor deze laatste verwijzend naar het specifieke provisioneringsmodel dat in 2018 geïntroduceerd werd).
Er is geen betrouwbare analyse mogelijk met betrekking tot de verwachte timing van de cash uitstromen gelinkt aan het niet-recurrente deel van de provisie voor andere verplichtingen en kosten.
| (EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 30/06/2020 | 31/12/2020 |
|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | F14,F15 | 370.859 | 345.630 | 346.888 |
| Materiële vaste activa | F16 | 2.094.672 | 2.082.292 | 2.163.661 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
F17 | 150.642 | 144.233 | 139.839 |
| Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
F18 | 10.897 | 10.480 | 8.352 |
| Voorraden | F19 | 2.462.330 | 2.516.570 | 2.718.092 |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen) |
F20 | 10.865 | 9.815 | 10.945 |
| Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar |
1.405.810 | 1.281.869 | 1.611.461 | |
| Terug te vorderen belastingen | 45.447 | 39.076 | 39.553 | |
| ACTIVA OPGENOMEN IN HET AANGEWEND KAPITAAL | 6.551.521 | 6.429.964 | 7.038.790 | |
| Handels- en overige schulden op meer dan één jaar | F25 | 24.120 | 21.246 | 23.505 |
| Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar |
1.867.518 | 1.807.704 | 2.360.975 | |
| Omrekeningsverschillen | F23 | (82.870) | (154.151) | (202.148) |
| Voorzieningen op meer dan een jaar | F29,F30 | 107.487 | 106.666 | 182.040 |
| Voorzieningen op ten hoogste een jaar | F29,F30 | 64.230 | 50.721 | 60.296 |
| Te betalen belastingen | 131.483 | 147.874 | 160.734 | |
| PASSIVA OPGENOMEN IN HET AANGEWEND KAPITAAL | 2.111.969 | 1.980.060 | 2.585.401 | |
| Aangewend kapitaal | 4.439.552 | 4.449.904 | 4.453.389 | |
| Eliminaties | 2.439 | 2.707 | 3.191 | |
| AANGEWEND KAPITAAL ZOALS GEPUBLICEERD | 4.441.991 | 4.452.611 | 4.456.580 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum |
4.208.271 | 4.454.596 | ||
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar | 4.048.377 | 4.450.948 | ||
| Aangepaste EBIT | F9 | 508.920 | 536.361 | |
| ROCE | 12,57% | 12,05% |
De aangepaste kortetermijnhandelsvorderingen opgenomen in 'Aangewend Kapitaal' bevatten niet de 'margin calls' (€ 20,6 miljoen eind 2020) noch de geboekte winsten op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (€ 45,1 miljoen in 2020). De aangepaste kortetermijnhandelsschulden opgenomen in 'Aangewend Kapitaal' bevatten niet de verliezen op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (58,0 miljoen eind 2020). Het gemiddeld aangewend kapitaal voor de halve jaren wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.
| Boekwaarde | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) |
Cash flow indekkingsboekhouding |
Leningen, handels vorderingen en schulden |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
| ACTIVA | ||||||
| FINANCIËLE ACTIVA AAN REËLE WAARDE VERWERKT VIA GEREALISEERDE EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN |
10.897 | - | - | - | 10.897 | |
| Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen |
1 | 10.897 | - | - | - | 10.897 |
| LENINGEN TOEGEKEND | 2.192 | - | - | 2.192 | - | |
| Leningen toegekend | 2.192 | - | - | 2.192 | - | |
| HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN | 1.445.696 | 47.495 | 19.699 | 1.378.502 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 8.893 | - | - | 8.893 | - | |
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 1.972 | - | - | 1.972 | - | |
| Personeelsvoordelen | 1.173 | - | - | 1.173 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 1.171.835 | - | - | 1.171.835 | - | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.983) | - | - | (22.983) | - | |
| Overige vorderingen (bruto) | 180.336 | - | - | 180.336 | - | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | - | - | (207) | - | |
| Te ontvangen interesten | 2 | 156 | - | - | 156 | - |
| Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 19.699 | - | 19.699 | - | - |
| Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
47.495 | 47.495 | - | - | - | |
| Overlopende rekeningen | 37.327 | - | - | 37.327 | - | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | 271.723 | - | - | 271.723 | - | |
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 25.524 | - | - | 25.524 | - | |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 7 | - | - | 7 | - | |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 246.192 | - | - | 246.192 | - | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 1.730.508 | 47.495 | 19.699 | 1.652.417 | 10.897 |
| (EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) |
Cash flow indekkingsboekhouding |
Leningen, handels vorderingen en schulden |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Passiva | ||||||
| FINANCIËLE SCHULDEN | 1.753.145 | - | - | 1.715.146 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 1.139.266 | - | - | 1.101.266 | - | |
| Leasing leningen | 46.262 | - | - | 46.262 | - | |
| Overige leningen | 3.555 | - | - | 3.555 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen | 248.478 | - | - | 248.478 | - | |
| Krediet op bankrekeningen | 32.493 | - | - | 32.493 | - | |
| Commercial paper | 282.936 | - | - | 282.936 | - | |
| Overige leningen | 155 | - | - | 155 | - | |
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 1.940.468 | 18.670 | 48.829 | 1.872.969 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 2.579 | - | - | 2.579 | - | |
| Overige schulden | 5.520 | - | - | 5.520 | - | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 16.021 | - | - | 16.021 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 1.466.140 | - | - | 1.466.140 | - | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 15.448 | - | - | 15.448 | - | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 26.190 | - | - | 26.190 | - | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 125.252 | - | - | 125.252 | - | |
| Overige schulden | 56.399 | - | - | 56.399 | - | |
| Verschuldigde dividenden | 11.657 | - | - | 11.657 | - | |
| Te betalen interesten | 7.856 | - | - | 7.856 | - | |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 48.829 | - | 48.829 | - | - |
| Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
2 | 18.670 | 18.670 | - | - | - |
| Overlopende rekeningen | 139.907 | - | - | 139.907 | - | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) | 3.693.613 | 18.670 | 48.829 | 3.588.115 | - | |
| (*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten. |
| Boekwaarde | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) |
Cash flow indekkingsboekhouding |
Leningen, handels vorderingen en schulden |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
| Activa | ||||||
| FINANCIËLE ACTIVA AAN REËLE WAARDE VERWERKT VIA GEREALISEERDE EN NIET GEREALISEERDE RESULTATEN |
8.352 | - | - | - | 8.352 | |
| Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen |
1 | 8.352 | - | - | - | 8.352 |
| LENINGEN TOEGEKEND | 3.332 | - | - | 3.332 | - | |
| Leningen toegekend | 3.332 | - | - | 3.332 | - | |
| HANDELS- EN OVERIGE VORDERINGEN | 1.688.931 | 23.442 | 45.091 | 1.620.398 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 8.370 | - | - | 8.370 | - | |
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 2.574 | - | - | 2.574 | - | |
| Personeelsvoordelen | 820 | - | - | 820 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 1.366.686 | - | - | 1.366.686 | - | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.319) | - | - | (22.319) | - | |
| Overige vorderingen (bruto) | 177.008 | - | - | 177.008 | - | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | - | - | (207) | - | |
| Te ontvangen interesten | 495 | - | - | 495 | - | |
| Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 45.091 | - | 45.091 | - | - |
| Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
2 | 23.442 | 23.442 | - | - | - |
| Overlopende rekeningen | 86.973 | - | - | 86.973 | - | |
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | 1.010.306 | - | - | 1.010.306 | - | |
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 373.904 | - | - | 373.904 | - | |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 5 | - | - | 5 | - | |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 636.397 | - | - | 636.397 | - | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 2.710.921 | 23.442 | 45.091 | 2.634.036 | 8.352 |
| (EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) |
Cash flow indekkingsboekhouding |
Leningen, handels vorderingen en schulden |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Passiva | ||||||
| FINANCIËLE SCHULDEN | 2.495.431 | - | - | 2.424.331 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 1.276.100 | - | - | 1.205.000 | - | |
| Leasing leningen | 52.865 | - | - | 52.865 | - | |
| Overige leningen | 447.289 | - | - | 447.289 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen | 576.056 | - | - | 576.056 | - | |
| Krediet op bankrekeningen | 8.678 | - | - | 8.678 | - | |
| Commercial paper | 134.282 | - | - | 134.282 | - | |
| Overige leningen | 162 | - | - | 162 | - | |
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 2.442.433 | 38.296 | 57.957 | 2.346.180 | - | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Overige schulden | 5.682 | - | - | 5.682 | - | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 17.823 | - | - | 17.823 | - | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 1.896.099 | - | - | 1.896.099 | - | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 32.180 | - | - | 32.180 | - | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 38.317 | - | - | 38.317 | - | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 135.835 | - | - | 135.835 | - | |
| Overige schulden | 39.733 | - | - | 39.733 | - | |
| Verschuldigde dividenden | 11.618 | - | - | 11.618 | - | |
| Te betalen interesten | 9.109 | - | - | 9.109 | - | |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 57.957 | - | 57.957 | - | - |
| Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking |
2 | 38.296 | 38.296 | - | - | - |
| Overlopende rekeningen | 159.784 | - | - | 159.784 | - | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) | 4.937.864 | 38.296 | 57.957 | 4.770.511 | - | |
| (*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten. |
De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergegeven behalve de langlopende bank- en andere leningen waarvan de boekwaarde verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24). De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. De meest gebruikte techniek is de geactualiseerde kasstromen analyse waarbij
de heersende marktomstandigheden op het einde van het boekjaar gebruikt worden. De reële waarde van rentevoetswaps, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers-,metaal- en energiecontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel-, metaal- en energiekoersen op het einde van het boekjaar te nemen. De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen marktrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is
voor de groep voor gelijkaardige financiële instrumenten. Door van de nominale waarde van de handelsvorderingen en -schulden de desbetreffende bijzondere waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.
De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassingen naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:
Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.
Niveau 2: Waardering gebaseerd op waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.
Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.
Binnen de Groep zijn de financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerd resultaat gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal, energie en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.
Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou € 18,2 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou € 3,0 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/ dalen. De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou € 7,9 miljoen hoger/lager zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten zou € 32,3 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten zou € 3,6 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 11,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 16,1 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 0,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou € 1,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 4,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou € 4,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 3,8 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 4,2 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 9,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 10,6 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 5,4 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de BRL en zou € 6,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de BRL.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 2,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CAD en zou € 2,5 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CAD.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 56,3 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 68,8 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 11,6 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 14,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou € 18,9 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 23,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 36,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 44,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de CNY zou € 29,8 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 36,4 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 18,1 miljoen hoger zijn als de CNY 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 22,1 miljoen lager zijn als de CNY 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 12,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou € 14,6 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de PLN zou € 12,3 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou € 15,0 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 7,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de HKD en zou € 9,4 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de HKD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 9,6 miljoen lager zijn indien de KRW 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 7,9 miljoen hoger zijn als de KRW 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de KRW zou € 10,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou € 12,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico's in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoet-swaps met erkende makelaars en banken.
| Nominaal of contractueel bedrag |
Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 186.117 | 131.855 | (41.403) | (49.786) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (76.930) | (86.877) | 7.538 | 22.099 |
| Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 319.897 | 641.320 | (829) | 12.606 |
| Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht | (64.264) | (79.688) | 6.250 | 2.986 |
| Forward rentevoet swapscontracten | 40.000 | 40.000 | (687) | (771) |
| TOTAAL REËLE WAARDE-IMPACT (INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN) |
(29.130) | (12.866) | ||
| Erkend in handels- en overige vorderingen | 19.699 | 45.091 | ||
| Erkend in handels- en overige schulden | (48.829) | (57.957) | ||
| Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde ondernemingen en joint ventures) |
72 | 1.114 | ||
| TOTAAL | (29.058) | (11.752) |
De principes en de documentatie over de ingedekte risico's alsook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van financiële risico's .
De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).
De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van voornamelijk de volgende goederen: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico's op elektriciteit, gas en stookolie en voor nikkel.
De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet voor zowel de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR ten opzichte van de ZAR en CNY.
De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.
In die omstandigheden waar documentatie voor indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9 niet beschikbaar is, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2019, noch in 2020.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen bij jaarafsluiting. De totale reële waarde van financiële instrumenten voor kasstroomindekking had een negatieve impact op de reële waarde reserves in eigen vermogen aan het einde van 2020. Deze negatieve impact is het meest significant voor verkochte goederen, terwijl aangekochte goederen en forward contracten voor wisselskoersen deze negatieve impact deels compenseren. De meerderheid van deze indekkingsinstrumenten heeft een vervaldag binnen de twee jaar.
| Nominaal of contractueel bedrag |
Reële waarde | |||
|---|---|---|---|---|
| (EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 389.955 | 303.729 | 28.666 | (19.549) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (390.761) | (33.687) | (937) | 1.891 |
| Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 1.346.766 | 1.532.188 | 2.818 | 5.342 |
| Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht | (613.466) | (536.554) | (1.723) | (2.539) |
| TOTAAL REËLE WAARDE-IMPACT (INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN) |
28.824 | (14.854) | ||
| Erkend in handels- en overige vorderingen | 47.495 | 23.442 | ||
| Erkend in handels- en overige schulden | (18.670) | (38.296) | ||
| TOTAAL | 28.824 | (14.854) |
De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van financiële risico's. Onder Umicore's indekkingsbeleid worden financiële
instrumenten voor het indekken van wisselkoersen en grondstoffen gebruikt voor het beschermen van de reële waarden van de onderliggende ingedekte zaken (activa, schulden en vaste verplichtingen) en worden aan reële waarde opgenomen op de balansdatum. Umicore mag indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 (zie toelichting F2.21.1) toepassen voor het indekken van de reële waarde van haar blootstelling aan wisselkoersen. Voor de indekking van de reële waarde van haar blootstelling aan grondstoffen mag Umicore geen indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 toepassen. Daarom worden financiële instrumenten voor indekking van grondstoffen gewaardeerd aan reële waarde alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Echter, dergelijke instrumenten worden gebruikt om bestaande transacties in te dekken, die worden beschouwd als ingedekte zaken onder Umicore's beleid voor transactioneel indekkingsrisico (voornamelijk voorraden en vaste verplichtingen) en bijgevolg zijn deze instrumenten voor het indekken van grondstoffen, die bijgehouden worden ter verhandeling, niet speculatief van aard. De boekhoudkundige behandeling van ingedekte zaken zonder IFRS 9 indekkingsboekhouding wordt verder beschreven in toelichting F30 'Voorzieningen voor overige risico's en kosten'.
De reële waarden worden rechtstreeks opgenomen in de resultatenrekening onder 'Andere bedrijfsopbrengsten' voor de instrumenten gerelateerd aan grondstoffen en onder 'Netto financiële kosten' voor de valuta-gerelateerde instrumenten.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen. De erkenning van de bewegingen van de reële waarde van financiële instrumenten in geval van reële waarde indekking heeft een negatieve impact op de bedrijfsinkomsten aan het einde van 2020. Het overgrote deel van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten is niet materieel aangezien de marktprijs niet significant afwijkt van de contractprijzen. Enkel voor verkochte goederen is de reële waarde materieel. Deze hebben betrekking op metaal indekkingsinstrumenten waarvan het merendeel een vervaldag heeft binnen het volgende jaar. Echter, rekening houdend met het voornemen van de Groepsregels voor transactionele indekking, is de netto impact op de bedrijfsopbrengsten van de reële waarde van indekkingsinstrumenten en ingedekte elementen neutraal. De verkoopstermijnovereenkomsten dienen voornamelijk om de volgende metalen in te dekken: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De aankoopstermijncontracten dienen voornamelijk om goud, zilver, nikkel, lood en koper in te dekken. De termijncontracten voor deviezen dekken zowel de USD in tegenover EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR tegenover CNY, ZAR, CAD, CHF, JPY, THB, DKK en PLN.
| Contractuele vervaldag - nominaal bedrag | Contractuele vervaldag - reële waarde | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 3 maand tot 1 | 3 maand tot 1 | |||||||||
| (EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | jaar | 1 - 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 - 3 maand | jaar | 1 - 5 jaar | Totaal |
| ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | ||||||||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 1.099 | 2.078 | 9.231 | 2.286 | 14.694 | 119 | 245 | 1.002 | 25 | 1.391 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | - | - | - | 64.264 | 64.264 | - | - | - | 9.764 | 9.764 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 49.076 | 59.043 | 131.159 | - | 239.279 | 8.620 | 10.327 | 14.812 | - | 33.760 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 16.865 | 270.499 | - | - | 287.364 | 233 | 7.370 | - | - | 7.603 |
| Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 3.828 | 7.480 | 33.933 | 67.372 | 112.613 | 77 | 153 | 680 | 1.383 | 2.294 |
| Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH) | - | - | - | 64.264 | 64.264 | - | - | - | 6.250 | 6.250 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 621.600 | 85.064 | 170.640 | - | 877.304 | 3.608 | 760 | 1.053 | - | 5.421 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 244.968 | 9.171 | 593 | - | 254.732 | 567 | 140 | 4 | - | 711 |
| PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | ||||||||||
| Renterisico | ||||||||||
| Rentevoetswaps | - | - | - | 40.000 | 40.000 | - | - | - | (687) | (687) |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | - | 26.944 | 53.907 | 90.572 | 171.423 | - | (8.634) | (16.467) | (17.694) | (42.795) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | - | - | 10.372 | 2.295 | 12.667 | - | - | (2.125) | (101) | (2.226) |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 20.221 | 82.057 | 48.397 | - | 150.676 | (372) | (3.303) | (1.418) | - | (5.094) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 45.294 | 38.073 | 20.030 | - | 103.397 | (4.700) | (3.849) | 9 | - | (8.540) |
| Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 15.419 | 30.481 | 125.662 | 35.723 | 207.284 | (399) | (738) | (2.186) | 200 | (3.123) |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 313.853 | 145.539 | 10.071 | - | 469.462 | (1.543) | (949) | (110) | - | (2.603) |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 237.483 | 22.170 | 98.779 | 301 | 358.733 | (1.582) | (151) | (701) | (0) | (2.434) |
| Contractuele vervaldag - nominaal bedrag | Contractuele vervaldag - reële waarde | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 3 maand tot 1 | 3 maand tot 1 | |||||||||
| (EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | jaar | 1 - 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 - 3 maand | jaar | 1 - 5 jaar | Totaal |
| Activa instrumenten | ||||||||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | - | 249 | 661 | 743 | 1.653 | - | 6 | 7 | (4) | 9 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 2.719 | 5.547 | 35.851 | 42.760 | 86.877 | 1.007 | 2.081 | 10.155 | 8.855 | 22.099 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 15.741 | 14.752 | - | - | 30.493 | 1.151 | 780 | - | - | 1.931 |
| Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 32.269 | 55.116 | 260.213 | 204.150 | 551.748 | 1.452 | 2.436 | 11.856 | 4.254 | 19.997 |
| Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH) | 3.336 | 6.807 | 28.824 | 33.226 | 72.194 | 103 | 210 | 1.042 | 1.632 | 2.986 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 594.604 | 522.845 | 173.820 | - | 1.291.269 | 6.530 | 5.360 | 5.008 | - | 16.897 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 98.242 | 10.145 | 1.786 | 630 | 110.803 | 4.478 | 124 | 4 | 8 | 4.614 |
| Passiva instrumenten | ||||||||||
| Renterisico | ||||||||||
| Rentevoetswaps | - | - | - | 40.000 | 40.000 | - | - | - | (771) | (771) |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 288 | 15.247 | 46.867 | 67.800 | 130.202 | (13) | (8.268) | (24.383) | (17.131) | (49.795) |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 44.004 | 162.083 | 97.642 | - | 303.729 | (6.675) | (11.827) | (1.047) | - | (19.549) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 3.195 | - | - | - | 3.195 | (40) | - | - | - | (40) |
| Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 3.148 | 8.156 | 34.112 | 39.750 | 85.167 | (458) | (927) | (4.381) | (1.626) | (7.391) |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 92.962 | 56.711 | 91.247 | - | 240.920 | (7.111) | (3.228) | (1.216) | - | (11.555) |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 211.408 | 144.148 | 51.452 | 18.743 | 425.751 | (2.293) | (2.847) | (1.628) | (385) | (7.153) |
De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investeringsen de financieringsactiviteiten van de betreffende periode. Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast.
Het nettoresultaat werd aangepast voor:
• de impact van operaties die geen kasuitgaven inhouden zoals voorzieningen, bijzondere
waardeverminderingen, waardering aan marktwaarde, enz., evenals de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal;
• elementen van de opbrengsten en kosten verbonden aan de investerings- en
de financieringskasstromen.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Aanpassing voor niet-kastransacties | ||
| Afschrijvingen | 244.038 | 267.941 |
| (Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen | 23.602 | 87.543 |
| Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen | (38.277) | 464 |
| Koersverschillen op leningen langetermijnleningen | (1.946) | (4.169) |
| Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 39.926 | 7.012 |
| Afschrijving van kapitaalsubsidies | (904) | (199) |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 8.211 | 10.108 |
| Wijziging in voorzieningen | (67.349) | 80.323 |
| TOTAAL | 207.302 | 449.023 |
| Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen |
||
| Belastingen van de periode | 96.691 | 59.131 |
| Interestkosten (-opbrengsten) | 41.042 | 57.910 |
| (Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa | (8.033) | (760) |
| Opbrengsten uit dividenden | (133) | (230) |
| TOTAAL | 129.568 | 116.051 |
| Wijzigingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal | ||
| Voorraden | (154.236) | (255.762) |
| Handels- en overige vorderingen | (271.357) | (237.694) |
| Handels- en overige schulden | 383.700 | 531.216 |
| ZOALS IN DE GECONSOLIDEERDE BALANS | (41.893) | 37.760 |
| Transacties zonder impact op kasstromen (*) | (10.329) | 17.742 |
| Elders gepubliceerde transacties (**) | (79.639) | (37.822) |
| Impact van bedrijsfacquisities | 56.050 | (3.136) |
| Omrekeningsverschillen | (2.630) | (118.300) |
| ZOALS IN DE GECONSOLIDEERDE KASSTROMENTABEL | (78.441) | (103.756) |
(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en bijzondere waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.
(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.
| (EUR duizend) | Netto kas en kasequivalenten |
Leningen (zonder krediet op bankrekeningen) |
Netto financiële schulden |
|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 239.231 | 1.682.653 | 1.443.422 |
| Kassstromen van de periode | 762.398 | 733.001 | (29.397) |
| PER EINDE VAN HET BOEKJAAR | 1.001.629 | 2.415.654 | 1.414.025 |
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen € 528,3 miljoen. De netto werkkapitaalbehoeften voor voortgezette activiteiten stegen met € 103,8 miljoen in 2020 ten opzichte van 2019. Deze stijging weerspiegelt een uitgesproken stijging bij Catalysis en in mindere mate bij Recycling door op jaarbasis sterke prijsstijgingen van edelmetalen, in het bijzonder PGM prijzen. Energy & Surface Technologies rapporteerde op jaarbasis een daling van de werkkapitaalbehoeften ten gevolge van gematigde verkoopvolumes en metaalprijzen.
De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten voor voorgezette activiteiten daalden met € 320,6 miljoen in 2020. De investeringen voor de voortgezette activiteiten bedroegen € 403,2 miljoen als de geactiveerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). Deze afname in investeringsuitgaven reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. Geactiveerde ontwikkelingskosten bedroegen € 32 miljoen vergeleken met €35 miljoen in 2019.
De kasstroom gegenereerd in financieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de netto stijging van de schuldgraad (€ 806,0 miljoen). De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral gelinkt aan de aankoop en het gebruik van eigen aandelen om opties uit te oefenen (€ 26,9 miljoen), de betaling van dividenden (€ 65,0 miljoen) en de betaling van interesten (€ 56,3 miljoen) en de terugbetaling van de lease schuld (€ 19,8 miljoen).
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Verwerving van materiële vaste activa | 529.487 | 391.475 |
| Verwerving van immateriële vaste activa | 58.362 | 44.060 |
| VERWERVING VAN VASTE ACTIVA | 587.849 | 435.535 |
| O&O-investeringen | 34.660 | 32.368 |
| INVESTERING UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 553.189 | 403.168 |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep | 24.802 | 30.999 |
| Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden | 10.903 | 6.940 |
| Ontvangen zekerheden | 130.005 | 68.596 |
| Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico | ||
| van de Groep | 515.254 | 1.513.704 |
| Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa | 567 | 288 |
| Commerciële engagementen voor aangekochte te | ||
| ontvangen basismaterialen | 679.569 | 701.475 |
| Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen | 1.213.465 | 1.667.126 |
| Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep | 3.635.638 | 4.930.583 |
| Diverse rechten en verbintenissen | 567 | 288 |
| TOTAAL | 6.210.203 | 8.919.711 |
Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.
Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.
Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.
Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.
De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de filialen. Een klein deel van de ontvangen zekerheden heeft betrekking op huurgaranties.
Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en hun reële waarde is gelijkwaardig aan de netto boekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.
Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico's dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasede voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.
Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.
Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden. Het houdt ook in mindere mate enkele niet-metaal operationele leases in, die niet onderhevig zijn aan de regels van IFRS 16 omwille van hun lagere waarde of kortere termijn.
De Groep leaset metaal (goud, zilver, platina en palladium) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2020 was het netto saldo van deze leaseschuld € 846 miljoen tegenover € 1.088 miljoen op het einde van 2019. Deze daling is vooral te wijten aan de lagere volumes die de hogere metaalprijzen compenseren. Zoals uitgelegd in toelichting F2.7, zijn deze metaal leases niet onderhevig aan de
Zoals eerder aangegeven, heeft de Groep een lopende zaak die kan beschouwd worden als een voorwaardelijke verplichting volgens de definitie van IFRS. Een dochteronderneming van Element Six Abrasives heeft kennis genomen van een lokaal belastingonderzoek ten belope van € 25 miljoen, een bedrag dat nog verhoogd moet worden met statutaire interesten die op 31 december 2020 werden ingeschat op € 12,5 miljoen. Hierop volgend, heeft Element Six Abrasives beroep gedaan op externe raadgeving en een beroep ingediend waarmee ze formeel het resultaat van dit onderzoek betwist. Bijgevolg werd dit bij Element Six Abrasives erkend als een voorwaardelijke verplichting. Umicore behoudt haar 40,22% aandeel in Element Six Abrasives en neemt de onderneming op volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep is onderhevig aan een aantal claims en wettelijke verplichtingen die samenhangen met de normale gang van zakendoen. Het management gelooft niet dat zulke claims een materiële negatieve impact zullen hebben op de financiële toestand van Umicore.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
| Bedrijfsopbrengsten | 109.636 | 100.444 |
| Bedrijfskosten | (208.746) | (148.888) |
| Ontvangen dividenden | (11.321) | (1.796) |
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
| Openstaande posten met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 24.457 | 32.685 |
Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar 34.855 38.779
De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen en aankopen van goederen en diensten.
Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Raad van toezicht | ||
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | 897 | 1.022 |
| Vast gedeelte | 296 | 296 |
| Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen) |
334 | 373 |
| Waarden van de toegekende aandelen | 264 | 350 |
| Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter | 2 | 3 |
Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de raad van toezicht toegekend.
| (EUR duizend) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Directieraad | ||
| Vergoedingen en andere voordelen | 11.565 | 7.522 |
| Kortetermijnpersoneelsvoordelen | 5.072 | 1.496 |
| Personeelsvoordelen na uitdiensttreding | 1.002 | 1.052 |
| Andere langetermijnvoordelen | 1.773 | 492 |
| Aandelengebaseerde betalingen | 3.718 | 4.483 |
De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de raad van toezicht en het directieraad en verschillen van de informatie vervat in het remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.
In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het remuneratieverslag.
In verband met de op aandelen gebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelen gebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2020 voor diensten gepresteerd in 2019. Het remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2021 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar 2020.
De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van de variabele vergoedingen gerelateerd aan de individuele prestaties van 2020, die zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op balansdatum. Het remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen met betrekking tot het referentiejaar 2020.
De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van de variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2020, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2023 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het remuneratieverslag van 2022.
De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van € 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van € 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van € 0,50 per aandeel worden uitbetaald.
Op 11 februari 2021 heeft de raad van toezicht aangekondigd dat het proces zal starten om een opvolger te vinden voor Marc Grynberg, Gedelegeerd Bestuurder.
| (EUR) | 2019 | 2020 |
|---|---|---|
| Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening | 1,2 | 0,54 |
| Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect | 1,19 | 0,54 |
| Aangepaste winst per aandeel - basisrekening | 1,3 | 1,34 |
De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
| (EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep |
F9 | ||
| Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 287.791 | 130.530 | |
| aangepaste geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep |
F9 | 311.714 | 322.407 |
De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
| 2019 | 2020 | |
|---|---|---|
| Aantal uitgegeven aandelen per 31 december | 246.400.000 | 246.400.000 |
| waarvan aandelen in eigen bezit | 5.624.550 | 5.733.685 |
| waarvan uitstaande aandelen | 240.775.450 | 240.666.315 |
| GEWOGEN GEMIDDELD AANTAL UITSTAANDE AANDELEN | 240.558.659 | 240.589.550 |
| Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen | 1.354.110 | 1.183.525 |
| Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 241.912.769 | 241.773.075 |
Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.
In 2020 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 1.024.435 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 66.430 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2020 heeft Umicore 1.200.000 eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2020 bezat Umicore 5.733.685 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,33% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.
Er werden geen nieuwe standaarden, amendementen en interpretaties van standaarden gepubliceerd, die voor het eerst verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 met een substantiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
In geval er substantiële ontwikkelingen waren, zouden deze vastgelegd worden in de sectie met boekhoudprincipes.
Voor alle andere nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2020, heeft het management geen indicaties dat dit een materiële impact zal hebben op de financiële rapportering van de Groep.
De globale audit vergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg € 2,9 miljoen, inclusief een bedrag van € 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (€ 0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en € 1,2 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (€ 0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (€ 1,0 miljoen).
De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.
De wettelijke reserve van € 55,0 miljoen die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.
| (EUR duizend) | 31/12/2018 | 31/12/2019 | 31/12/2020 | |
|---|---|---|---|---|
| Beknopte balans per 31 december | ||||
| 1. Activa | ||||
| VASTE ACTIVA | 2.121.852 | 2.885.295 | 3.172.625 | |
| I. | Oprichtingskosten | 8.256 | 6.066 | 14.685 |
| II. | Immateriële vaste activa | 114.447 | 114.726 | 99.032 |
| III. | Materiële vaste activa | 425.814 | 467.458 | 452.430 |
| IV. | Financiële vaste activa | 1.573.335 | 2.297.045 | 2.606.478 |
| VLOTTENDE ACTIVA | 1.696.083 | 1.748.153 | 2.060.640 | |
| V. | Vorderingen op meer dan één jaar | 362.679 | 449.366 | 476.214 |
| VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 641.452 | 534.771 | 617.346 |
| VII. | Vorderingen op ten hoogste een jaar | 502.354 | 519.135 | 620.119 |
| VIII. Geldbeleggingen | 158.103 | 184.701 | 290.395 | |
| IX. | Liquide middelen | 3.937 | 2.190 | 4.565 |
| X. | Overlopende rekeningen | 27.558 | 57.990 | 52.001 |
| TOTAAL ACTIVA | 3.817.935 | 4.633.448 | 5.233.265 | |
| 2. Passiva | ||||
| Eigen vermogen | 2.148.879 | 2.268.310 | 2.177.834 | |
| I. | Kapitaal | 550.000 | 550.000 | 550.000 |
| II. | Uitgiftepremies | 848.130 | 848.130 | 848.130 |
| III. | Herwaarderingsmeerwaarden | 91 | 91 | 91 |
| IV. | Reserves | 363.257 | 389.855 | 414.075 |
| V. | Overgedragen resultaat | 152.409 | 262.604 | 267.163 |
| Vbis. Resultaat van de periode | 227.001 | 209.258 | 86.475 | |
| VI. | Kapitaalsubsidies | 7.991 | 8.372 | 11.900 |
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | ||||
| VII.A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 125.326 | 123.600 | 206.053 | |
| SCHULDEN | 1.543.730 | 2.241.539 | 2.849.378 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | 692.996 | 1.082.864 | 1.707.729 | |
| IX. | Schulden op ten hoogste één jaar | 758.721 | 1.076.244 | 1.063.641 |
| X. | Overlopende rekeningen | 92.013 | 82.431 | 78.008 |
| TOTAAL PASSIVA | 3.817.935 | 4.633.449 | 5.233.265 |
| (EUR duizend) | 31/12/2018 | 31/12/2019 | 31/12/2020 | |
|---|---|---|---|---|
| Resultatenrekening | ||||
| I. | Bedrijfsopbrengsten | 2.960.635 | 3.628.486 | 3.489.297 |
| II. | Bedrijfskosten | (2.900.861) | (3.532.944) | (3.494.693) |
| III. | Bedrijfsresultaat | 59.774 | 95.542 | (5.396) |
| IV. | Financiële opbrengsten | 161.063 | 193.305 | 259.275 |
| V. | Financiële kosten | (69.747) | (59.393) | (41.210) |
| VI. | Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening | 151.090 | 229.454 | 212.669 |
| X. | Belastingen op het resultaat | (1.274) | (2.453) | (3.411) |
| XI. | Resultaat van het boekjaar | 149.816 | 227.001 | 209.258 |
| XIII. Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar | 149.816 | 227.001 | 209.258 |
| (EUR duizend) Aantal aandelen |
|||||
|---|---|---|---|---|---|
| Staat van het kapitaal | |||||
| A. | Maatschappelijk kapitaal | ||||
| 1. | Geplaatst kapitaal | ||||
| Per einde van het vorig boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
| Per einde van het boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
| 2. | Samenstelling van het kapitaal | ||||
| 2.1. | Soorten aandelen | ||||
| Gewone aandelen | 550.000 | 246.400.000 | |||
| 2.2. | Aandelen op naam of aan toonder |
||||
| Op naam | 48.472.816 | ||||
| Aan toonder | 197.927.184 | ||||
| E. | Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal | 55.000 |
| (EUR duizend) | 2018 | 2019 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Resultaatverwerking | |||||
| A. | Resultaatverwerking | 568.719 | 641.302 | 588.668 | |
| 1. | Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar | 149.816 | 227.001 | 209.258 | |
| 2. | Overgedragen winst/verlies (-) | 418.903 | 414.301 | 379.410 | |
| C. | Toevoeging aan het eigen vermogen | 7.862 | (81.349) | (26.598) | |
| 2. | Aan de wettelijke reserve | - | (5.000) | - | |
| 3. | Aan de reserve voor eigen aandelen | 7.862 | (76.349) | (26.598) | |
| D. | Over te dragen resultaat (1) | 414.301 | 379.410 | 471.862 | |
| 2. | Over te dragen winst/verlies (-) | 414.301 | 379.410 | 471.862 | |
| F. | Uit te keren winst (1) | (162.280) | (180.543) | (90.208) | |
| 1. | Vergoeding van het kapitaal | ||||
| gewone aandelen | (162.280) | (180.543) | (90.208) | ||
(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2021. Het brutodividend van EUR 0,75 per aandeel blijft ongewijzigd.
| % kapitaal | Aantal aandelen | Bekendmaking | ||
|---|---|---|---|---|
| G. | Aandeelhouderstructuur (1) | |||
| Family Trust Desmarais, Albert Frère and Groupe Bruxelles Lambert S.A. |
18,62 | 45.871.052 | 07/12/2018 | |
| BlackRock Investment Management | 4,95 | 12.193.030 | 08/05/2020 | |
| Baillie Gifford & Co and Baillie Gifford Overseas Ltd. |
6,46 | 15.918.969 | 07/10/2019 | |
| Overige aandeelhouders | 67,65 | 166.683.264 | 31/12/2019 | |
| Eigen aandelen in het bezit van Umicore | 2,33 | 5.733.685 | 31/12/2020 | |
| 100,00 | 246.400.000 | |||
| waarvan free float | 100,00 | 246.400.000 | ||
(1) Op 31 december 2020, 5.785.190 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 5.785.190 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.
Hierbij verklaren wij – voor zover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2020 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
15 maart 2021,
MARC GRYNBERG CHIEF EXECUTIVE OFFICER
V1 TOEPASSINGSGEBIED VAN VERKLARINGEN WAARDEKETEN 189
V3 INDIRECTE AANKOOP 191 V4 PRODUCTEN EN DIENSTEN 192
Het thema waardeketen en maatschappij legt de nadruk op potentiële invloeden op de maatschappij die wij als bedrijf via onze activiteiten, producten en diensten ervaren. In het kader van de rapportering worden alle entiteiten van de Groep in overweging genomen.
Gepaste grondstofvolumes verzekeren is een cruciale factor voor de blijvende levensvatbaarheid van ons product- en dienstenaanbod en voor de verwezenlijking van onze groeidoelstellingen Horizon 2020. De risico's en kansen variëren aanzienlijk van de ene businessunit tot de andere, en daarom hebben we gekozen voor een gedecentraliseerde benadering van het risico- en kansenbeheer. We hebben besloten een competitief voordeel te betrachten in onze toegang tot kritieke grondstoffen en ons vermogen om die grondstoffen op ethische en duurzame wijze te bekomen.
In 2016 vroegen we elke businessunit d.m.v. een proces in drie stappen welke grondstoffen kritiek zijn om de Horizon 2020-doelstellingen te verwezenlijken. Het proces omvatte het volgende:
De criteria bepalen die van toepassing zijn op de grondstoffen eigen aan de activiteit van de businessunit
De grondstoffen bepalen waarvoor de kans op een beperkte toelevering groot is gelet op de gekozen criteria
De impact van het toeleveringsrisico op de Horizon 2020-doelstellingen berekenen
Als input bij deze mapping kregen de businessunits 21 toeleveringscriteria die betrekking hebben op verschillende aspecten van duurzaamheid. We kunnen de criteria rond de volgende thema's samenbrengen:
Aangezien toeleveringsrisico's en -kansen veranderlijk zijn, is de identificatie van de kritieke grondstoffen een dynamisch proces. In 2020 werkten alle businessunits hun mapping bij. Over de looptijd van
Horizon 2020 identificeerde men 11 grondstoffen als kritiek voor de verwezenlijking van de Horizon 2020-doelstellingen. Het type risico's overkoepelt de bovenvermelde hoofdgroepen.
Het is met name belangrijk om acties te bepalen die het risico van onderbreking van de toelevering van kritieke grondstoffen beperken. De risicobeperkende maatregelen kunnen variëren naargelang de materialen en de positie van de businessunit in de markt. Actieplannen en bijzondere risicobeperkende maatregelen moeten in lijn liggen met de gevonden risico's en kansen, en worden bijgevolg geregeld bijgewerkt. De frequentie en het proces van de herziening variëren van de ene businessunit tot de andere, naargelang de specifieke toeleveringsomstandigheden. Risicobeperkende maatregelen naast verantwoord inkopen zijn o.a. due diligence acties, verzekeren dat men kritieke grondstoffen bij verschillende betrouwbare leveranciers kan aankopen, zoeken naar secundaire bronnen voor grondstoffen en de verantwoordelijke status van de grondstoffen verzekeren. Op de volgende pagina's vindt u meer informatie over de risicobeperkende maatregelen voor specifieke kritieke grondstoffen.
Businessunits die 1 van de 4 conflictmineralen aankopen om hun producten te vervaardigen, gebruiken het Conflict Mineral Reporting Template van het Responsible Minerals Initiative voor hun due diligence inzake de aangekochte grondstoffen.
Op 1 januari 2021 werd de verordening inzake conflictmineralen van kracht in de gehele EU. Die wet is qua toepassingsgebied vergelijkbaar met de Dodd Frank Act uit 2012 in de VS. De nieuwe wet is gericht op de beëindiging van de handel in 4 mineralen – tin, tantaal, wolfraam en goud (ook gekend als 3TG) – die soms gewapende conflicten financieren en die gedolven worden in onaanvaardbare omstandigheden en/of d.m.v. dwangarbeid. Het toeleveringsrisicobeheer van Umicore was de afgelopen jaren al geheel in lijn met de bepalingen van deze nieuwe wet.
Naast bestaande beleidslijnen en charters, zoals onze gedragscode, ons beleid voor mensenrechten en het charter voor duurzame aankopen voert Umicore een specifiek beleid voor een verantwoorde wereldwijde bevoorradingsketen voor mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden.
Vandaag gaat verantwoorde mineraalwinning verder dan conflictmineralen. Umicore richt zich waar dat aangewezen is op een certificering voor verantwoorde bevoorrading om zijn beste praktijken te benadrukken en de groeiende aantallen klanten die waarborgen wensen over onze producten de nodige documentatie te verstrekken. Door beste praktijken te delen stroomlijnt en optimaliseert Umicores interne werkgroep 'Metals and Minerals' de inspanningen die nodig zijn voor deze groeiende klantvraag.
London Bullion Market Association (LBMA) beheert het accreditatieproces van alle in de Good Delivery opgenomen raffinaderijen van goud en zilver. De norm Chain of Custody (CoC) van de Responsible Jewelry Council (RJC) is van toepassing op goud en platinagroep metalen (platina, palladium en rodium).
Heel wat klanten gebruiken het Responsible Minerals Initiative om het proces te stroomlijnen en conflictvrije producten te garanderen in complexe toeleveringsketens. Een typisch voorbeeld is de autosector, die een structuur heeft gecreëerd die waarborgt dat alle afzonderlijke elementen van een auto gegarandeerd vrij zijn van conflictmineralen van niet-gecertificeerde afkomst. Die procedure is geen verbod op die materialen (tin, tantaal, wolfraam en goud), maar een proces dat de toeleveringsketen transparant wil maken zodat men conflictvrije mineralen kan inkopen. Andere sectoren zoals de elektronicasector gebruiken dezelfde of vergelijkbare processen.
| LBMA Gold | LBMA Silver | RJC Chain of Custody Recycled gold, platinum, palladium and/or rhodium |
RMI-Conformant Cobalt Refiners |
RMI Conformant Gold smelters and refiners |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Bangkok | X | X | |||
| Hoboken | X | X | X | ||
| Kokkola | X | ||||
| Olen | X | ||||
| Pforzheim | X | X | X | X | |
| Vienna | X | X |
Zowel de accreditatie RJC Chain of Custody als de accreditatie LBMA Good Delivery zorgen dat geaccrediteerde sites in aanmerking komen voor opname in de Responsible Minerals Initiative-conforme smelters en raffinaderijen.
Meer informatie vindt u op:
LBMA.ORG.UK/GOOD-DELIVERY-LIST-REFINERS-GOLD-CURRENT
LBMA.ORG.UK/GOOD-DELIVERY-LIST-REFINERS-SILVER-CURRENT
RESPONSIBLEMINERALSINITIATIVE.ORG/GOLD-REFINERS-LIST
RESPONSIBLEMINERALSINITIATIVE.ORG/RESPONSIBLE-MINERALS-ASSURANCE-PROCESS/SMELTER-REFINER-LISTS/COBALT-REFINERS-LIST/CONFORMANT-COBALT-REFINERS
Umicore gebruikt kobalt in materialen voor oplaadbare batterijen, gereedschap, katalysatoren en diverse andere toepassingen. Het kader voor duurzame kobaltbevoorrading dekt Umicores wereldwijde aankoop van kobalt. Het kader is conform de duediligencerichtlijn van de OESO voor verantwoorde bevoorradingsketens voor mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden. Voor het zesde jaar op een rij verzekerde het onafhankelijke PwC dat Umicores kobaltaankopen in 2020 conform de aankoopkadervoorwaarden gebeurden. Het aandeel kobalt uit recyclage werd tijdens dit verzekeringsproces ook onderzocht en bedroeg 4.1% in 2020. Het nalevingsverslag vermeldt dit cijfer.
Een afzonderlijk comité voor de inkoop van kobalt genaamd het Approval Committee of goedkeuringscomité is verantwoordelijk voor de principes en richtlijnen van het kader en heeft de algemene controle en beslissingsbevoegdheid. Het goedkeuringscomité bevat een lid van het directiecomité van Umicore en van het senior management van Sustainability and Supply.
In mei 2019 werd Umicore Olen de eerste kobaltraffinaderij wereldwijd die aan het Responsible Minerals Initiative voldeed. Umicores nieuw verworven kobaltraffinaderij in Kokkola werd de tweede erkende raffinaderij. De raffinaderijen moeten een jaarlijks certificatieproces ondergaan. Omwille van COVID-19 moest men de audit in 2020 uitstellen, maar beide sites blijven op de lijst van RMI-conforme raffinaderijen. De audit zal plaatsvinden zodra de omstandigheden het toelaten. Zoals hierboven vermeld vond een audit plaats m.b.t. het Sustainable Procurement Framework for Cobalt, dat gelijklopend is met de duediligencerichtlijn van de OESO voor verantwoorde bevoorradingsketens voor mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden. Deze audit dekte de kobaltvoorziening voor Olen en Kokkola.
In 2020 volgde Umicore de risicobeperkende maatregelen op die werden opgelegd naar aanleiding van de externe audit die in 2019 plaatsvond bij een van zijn kobaltleveranciers. Door de COVID-19-pandemie kon men in 2020 geen nieuwe externe audit voeren. Bij onze leveranciers in de DRC volgden we de maatregelen op die werden opgelegd om veilige werkomstandigheden te garanderen m.b.t. de beheersing van de COVID-19-pandemie.
Umicore steunde de ontwikkeling van het Cobalt Industry Responsible Assessment Framework (CIRAF) binnen het Cobalt Institute. Het CIRAF is een beheerkader voor risicobeoordeling en -beperking dat erop gericht is een verantwoorde kobaltproductie en -inkoop te verzekeren. In het kader van het CIRAF moeten risico's m.b.t. de eigen activiteiten en toeleveringsketen worden geanalyseerd. In navolging van de aanbevelingen van het kader voerde Umicore een risicoanalyse uit van zijn 8 kobaltgerelateerde operaties, met aandacht voor de risico's die het CIRAF identificeerde en voor de resultaten van onze eigen materialiteitsanalyse en onze interne beoordeling van het bedrijfsrisico. De materiële risico's voor onze activiteiten zijn (1) lucht-, water- en bodemvervuiling en energie-efficiëntie; (2) gezondheid, veiligheid en werkomstandigheden; (3) conflict en financiële misdrijven; en (4) schending van de mensenrechten. Umicore heeft beleidslijnen en maatregelen ingesteld met het oog op die risicogebieden (zie Managementbenadering). De belangrijke prestatie-indicatoren worden jaarlijks gerapporteerd (zie Milieu- en sociale verklaringen). Wat de 'toeleveringsketen' betreft, ligt de benadering van Umicore in lijn met de niveau 3-vereisten van het CIRAF, komende van niveau 2 in 2019, aangezien alle risico's, ook biodiversiteit en hervestiging, nu gedekt zijn.
Het nalevingsverslag voor 2020, inclusief het CIRAF-rapport, is online beschikbaar.
Umicore zette zijn engagement in de Global Battery Alliance voort en ondersteunde de transitie naar een onafhankelijke entiteit. Via zijn engagement in het Cobalt Action Partnership ondersteunt Umicore een gecoördineerde aanpak voor lokale interventies in de mijnbouwgemeenschappen in de Democratische Republiek Congo.
Umicore nam deel aan het Battery Passport-project van de Global Battery Alliance, dat ernaar streeft een digitaal duurzaamheidsdossier te verstrekken voor batterijen. Samen met talrijke belanghebbenden in de batterijwaardeketen ondersteunde Umicore de ontwikkeling van KPI's die de duurzaamheid van de batterijtoeleveringsketen weerspiegelen (o.a. met betrekking tot milieu en mensenrechten).
Naast zijn blijvende engagement in duurzame kobaltwinning implementeerde Umicore in 2018 due diligence in de toelevering van de andere grondstoffen voor batterijen, d.w.z. nikkel, mangaan en lithium. Die aanpak is rechtstreeks gestoeld op de ervaring met kobalt en volgt de basisstappen van het Sustainable Procurement Framework for Cobalt. Naargelang het geïdentificeerde risico voor deze metalen werden specifieke risicobeperkende maatregelen genomen.
In 2020 bleef Umicore ervoor zorgen dat de productieactiviteiten die betrekking hebben op goud als conflictvrij zijn gecertificeerd. De vestigingen van Umicore in Hoboken en Pforzheim zijn door de London Bullion Market Association (LBMA) gecertificeerd als conflictvrije smelters. De LBMA verstrekt ook certificaten voor verantwoord zilver en de raffinaderijen van Hoboken, Pforzheim en Bangkok zijn door de LBMA geaccrediteerd. De activiteiten op het vlak van Jewelry & Industrial Metals in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertificeerd in het kader van het Chain of Custody-programma voor goud van de Responsible Jewelry Council (RJC).
Sinds 2020 is een LBMA-audit voor naleving van de Responsible Platinum and Palladium Guidance verplicht voor producenten van platen en staven uit platina en palladium die door de London Platinum and Palladium Market (LPPM) zijn geaccrediteerd. Aangezien er op dit moment geen officiële duediligencecertificeringsregel is voor platina- en palladiumpoeder, liet UPMR voor deze edelmetalen
een vrijwillige audit uitvoeren op basis van de vereisten van het LBMA-programma voor verantwoorde bevoorrading. De activiteiten op het vlak van Jewelry & Industrial Metals in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertificeerd in het kader van het Chain of Custody-programma voor gerecycleerd platina, palladium en/of rodium van de Responsible Jewelry Council (RJC).
Terwijl de businessunits de metaalhoudende grondstoffen rechtstreeks aankopen (directe aankoop, zie toelichting V2 voor specifieke acties met betrekking tot duurzame toelevering), nemen Umicores wereldwijde aankoop- en transportteams de energie en andere goederen en diensten voor hun rekening die indirecte aankoop worden genoemd. Hoewel indirecte aankoop in 2020 stabiel bleef in vergelijking met vorig jaar, daalde ze tot ongeveer 5% van de totale uitgaven. De helft van de indirecte aankopen wordt verwerkt door de teams van Procurement & Transportation in België en Duitsland.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens uit 2020 van onze teams van Procurement & Transportation in België, Duitsland en Polen. Daarnaast maakt het lokale aankoopteam in Brazilië gebruik van EcoVadis, een gekend samenwerkingsplatform dat leveranciers duurzaamheidsscores toekent.
Sinds 2017 wordt voor de beoordeling van nieuwe leveranciers systematisch een snelle scan op basis van criteria zoals omvang, geografische locatie en het type geleverd product / geleverde dienst gebruikt. Die tool bepaalt de behoefte aan een beoordeling door EcoVadis. De teams in België en Duitsland implementeerden de tool als eerste, in 2020 gevolgd door het team in Polen. In 2020 werden 484 snelle scans uitgevoerd. Het is de bedoeling om de tool in de toekomst wereldwijd verder uit te rollen naar andere teams.
EcoVadis beoordeelt de prestaties inzake duurzaamheid van specifieke leveranciers.
In 2020 kregen de teams 101 beoordelingsscores, met inbegrip van de aanvragen van de teams van Procurement & Transportation in Brazilië. Sinds de start van onze samenwerking met EcoVadis hebben we in totaal 417 scores ontvangen. Dat aantal weerspiegelt de unieke leveranciers die beoordeeld werden en houdt geen rekening met de regelmatige herbeoordeling van leveranciers.
82% van de beoordeelde leveranciers in 2020 haalde een score van 45 of hoger - leveranciers betrokken bij MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen)
Geen van de scores die we in 2020 ontvingen, wees op een 'hoog risico'.
| 1-24: hoog duurzaamheid risico | 0% |
|---|---|
| 25-44: een aantal basisstappen zijn genomen m.b.t. duurzaamheid | 18% |
| 45-64: gepast duurzaamheidmanagementsysteemen | 52% |
| 65-84: geavanceerde duurzaamheidpraktijken | 30% |
| 85-100: uitmuntende duurzaamheidmanagementsystemen | 0% |
| Group | |
|---|---|
| Leefmilieu | 58,9 |
| Arbeid en mensenrechten | 58,8 |
| Zakelijke integriteit | 52,0 |
| Bevoorradingsketen | 50,1 |
| Totaal | 56,6 |
De algemene score is een gewogen gemiddelde van de 4 thematische scores.
Meer informatie over Umicores relatie met leveranciers vindt u in Relaties met belanghebbenden(p. 16) en inWaardeketen en maatschappij(p. 39).
De Umicore-groep werd door EcoVadis opnieuw geëvalueerd en kreeg zijn eerste platinamedaille voor maatschappelijk verantwoord ondernemen met een score van 73/100. Met dat resultaat zit ons bedrijf bij de beste 1% die EcoVadis evalueert.
Voor de EcoVadis MVO-scorecard van Umicore, zie: ecovadis-scorecard-2020.pdf
De beoordeling in 2020 is een verbetering van Umicores vorige score 'goud' (beste 5% van alle vergelijkbare bedrijven) en geeft blijk van Umicores blijvende inzet en inspanningen voor betere prestaties in alle vier de duurzaamheidsthema's (milieu, arbeids- en mensenrechten, ethiek en duurzame aankoop). EcoVadis beoordeelt Umicore al sinds 2013.
Primaire grondstoffen: zijn materialen die direct verband houden met hun eerste levenscyclus, wat stromen van bijproducten uitsluit
Secundaire grondstoffen: zijn bijproducten van stromen van primaire materialen
Materialen aan het einde van hun levensduur: zijn materialen die minstens hun eerste levenscyclus gehad hebben endie via recyclage zullen worden herwerkt zodat de stof een tweede, derde, ... leven krijgt
Inkomende materialen krijgen standaard de noemer 'primair' als hun oorsprong onbekend is. De verzamelde gegevens worden uitgedrukt in termen van totaal tonnage inkomend materiaal.
In 2020 was 64% van de materialen afkomstig van producten aan het einde van hun levensduur of van secundaire oorsprong, terwijl 36% van primaire oorsprong was, tegenover respectievelijk 60% en 40% in 2019.
Die verhouding is het gevolg van de wereldwijde invloed van COVID-19 op de autosector en de grotere verwerkte volumes in Recycling.
Onze primaire focus in termen van duurzame producten en diensten ligt op het benutten van activiteiten die oplossingen bieden voor de megatrends rond schone mobiliteit en grondstoffenschaarste. Zie voor meer informatie Waardeketen en maatschappij(p. 39).
We ontwikkelden een indicator om onze focus op schone mobiliteit en recyclage te benadrukken.
Businessunits blijven in nauwe samenwerking met klanten specifieke oplossingen ontwikkelen voor de duurzaamheidsaspecten van onze producten en de toepassing ervan. Typische onderwerpen die bij zulke ontwikkelingen aan de orde komen zijn de beperking van de risico's die gepaard gaan met het gebruik van het product, beperking van het productgevaar, en een grotere materiaalefficiëntie bij de levering of het gebruik van onze producten.
Umicore verzekert wereldwijd dat de producten die het op de markt brengt voldoen aan de regelgeving. Wijzigingen in bestaande productgerelateerde wetgeving en de invoering van nieuwe wetgeving kunnen een impact op ons bedrijf hebben. Wat betreft de REACH-verordening en onlangs voorgestelde concepten zoals de Chemical Strategy on Sustainability in de EU houdt Umicore van nabij toezicht op veranderingen van de regelgeving, van de interpretatie en van documentatie met richtlijnen die de strategie voor zijn implementatie van REACH zouden kunnen beïnvloeden. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorverenigingen om een eenduidige aanpak te verzekeren en te zorgen dat zowel regelgevende instanties als bedrijven de specifieke eigenschappen van metalen begrijpen.
Umicore ondersteunt actief het engagement van de metaalsector met ECHA voor de Metals and Inorganics Sectoral Approach (MISA).
Umicore trad in gesprek met de kobaltindustrie voor het beheer van de geharmoniseerde classificatie voor kobaltmetaal van de EU en blijft zich inzetten voor het Annex XV-voorstel tot restrictie van 5 kobaltzouten. Dit proces heeft nog geen finaal resultaat en gaat door in 2021.
In 2020 dienden we door nieuwe bedrijfsontwikkelingen 27 extra stoffen in voor REACH-registratie.
In het kader van regelmatig onderhoud hebben we verder 76 REACH-dossiers bijgewerkt, o.a. om de hoeveelheidsklasse te wijzigen, verzoeken van ECHA te beantwoorden en nieuwe informatie op te nemen.
In Korea is Umicore actief betrokken bij de voorbereiding van de eerste deadline voor REACH-registratie aan het eind van 2021, o.a. voor de hoofdregistrantfuncties. In 2020 diende Umicore in Korea 2 registraties in voor chemische stoffen met prioriteit.
Umicore bereidde zich voor op komende internationale regelgeving zoals voor Turkije en Rusland door preregistraties/kennisgevingen in te dienen. Umicore bereidt tevens de naleving van UK-REACH voor.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op de gegevens van de volledig geconsolideerde bedrijven. De historische cijfers (2016 en eerder) werden niet opnieuw opgenomen.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Geldelijke donaties | € duizend | 1.078,03 | 1.151,46 | 1.287,22 | 1432,68 | 1346,28 |
| Donaties in natura | € duizend | 167,47 | 60,47 | 66,10 | 78,95 | 159,19 |
| Werknemers vrijgemaakte tijd |
€ duizend | 44,17 | 87,40 | 78,34 | 102,02 | 11,74 |
| Totaal donaties | € duizend | 1.289,68 | 1.299,34 | 1.431,66 | 1613,65 | 1517,21 |
Donaties zijn onderverdeeld in donaties in contanten, donaties in natura en vrijgemaakte tijd van werknemers.
Elke business unit wordt geacht een jaarlijks budget toe te wijzen dat voldoende donaties en sponsoring verleent aan programma's die zich inzetten voor de lokale gemeenschappen waar onze sites gevestigd zijn. Bij wijze van richtlijn moet dit budget overeenkomen met een derde van 1% van de gemiddelde jaarlijkse geconsolideerde aangepaste EBIT van de business unit (exclusief geassocieerde bedrijven) over de 3 voorgaande jaren. De meeste donaties van de business units gaan naar goede doelen in de omgeving van hun sites, ter ondersteuning van de lokale gemeenschap.
Op groepsniveau wordt het budget bepaald door de CEO en worden de donaties gecoördineerd en beheerd door een comité dat rapporteert aan de CEO. De donaties van de Groep zijn gericht op projecten met een internationale draagwijdte, waarbij voorrang wordt gegeven aan initiatieven die een duidelijk verband hebben met duurzame ontwikkeling en met een educatieve component.
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid-Amerika | Azië/Oceanië | Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal donaties |
€ duizend | 1.215,05 | 86,34 | 92,19 | 87,50 | 36,13 | 1.517,21 |
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal donaties | € duizend | 202,57 | 244,81 | 297,27 | 772,56 | 1.517,21 |
In 2020 omvatten de donaties van de Groep een aanzienlijke bijdrage aan het Fund for the Prevention of Child Labour in Mining Communities - een samenwerking met de Global Battery Alliance. Andere donaties van de Groep in 2020 gingen naar UNICEF-onderwijsprojecten in Madagaskar en India, naar projecten gecoördineerd door Entrepreneurs for Entrepreneurs in Mali, Ecuador en Bolivia en naar steun aan studentenprojecten voor duurzame mobiliteit.
In 2020 schonk Umicore in totaal 1,5 miljoen euro aan donaties. Dit was iets lager dan het niveau van de donaties in 2019, als gevolg van een verminderd niveau van fondsenwervingsactiviteiten in de lokale gemeenschap in de context van de COVID-19 pandemie. Dit was ook het geval voor
de daling van donaties middels vrijgemaakte tijd van werknemers, gezien burgers gevraagd werd thuis te blijven. De donaties in natura stegen echter, aangezien Umicore beademingsmachines aan ziekenhuizen schonk en ziekenhuizen, rusthuizen en thuisverpleegkundigen ondersteunde met chirurgische maskers en schoonmaakmateriaal in hun strijd tegen COVID-19, alsook voedselmanden voor lokale gemeenschappen.
| E6 | AFVAL | 202 |
|---|---|---|
| E7 | Historische vervuiling | 203 |
| E8 | WETTELIJKE NALEVING EN BEHEERSYSTEEM | 205 |
| eenheid | toelichting | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Metaaluitstoot naar water (volume) kg | E2 | 3.738 | 1.437 | 1.861 | 2.052 | 2.695 | |
| Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) |
E2 | 339.001 | 125.688 | 144.657 | 174.725 | 296.432 | |
| Metaaluitstoot naar lucht (volume) | kg | E2 | 1.761 | 1.829 | 1.564 | 864 | 984 |
| Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) |
E2 | 86.098 | 84.463 | 88.044 | 52.492 | 57.696 | |
| SOx-emissies | ton | E2 | 892 | 661 | 657 | 531 | 389 |
| NOx-emissies | ton | E2 | 365 | 320 | 304 | 280 | 239 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode 1 |
ton | E3 | 662.059 | 633.704 | 767.702 | 791.896 | 732.543 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode1 |
ton | E3 | 735.065 | 663.307 | 785.789 | 815.175 | 747.964 |
| Energieverbruik | terajoule | E4 | 6.737 | 6.532 | 7.458 | 7.476 | 7.591 |
| % | E4 | - | - | - | 14 | 15 | |
| Watergebruik | duizend m3 |
E5 | 4.851 | 4.755 | 5.885 | 6.208 | 7.813 |
| Totale afvalproductie | ton | E7 | 77.625 | 72.804 | 78.778 | 68.317 | 99.434 |
| Gevaarlijk afval | ton | E7 | 59.437 | 55.442 | 58.759 | 47.589 | 78.055 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 3,8 | 4,3 | 5,3 | 7,9 | 5,0 |
| Ongevaarlijk afval | ton | E7 | 18.188 | 17.373 | 20.018 | 20.728 | 21.379 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 57,8 | 58,2 | 62,2 | 59,4 | 64,7 |
| Normoverschrijding | % | E9 | 0,95 | 0,10 | 0,14 | 0,10 | 0,15 |
| Milieuklachten | aantal | E9 | 19 | 34 | 29 | 33 | 80 |
| ISO 14001 gecertificeerde sites | % | E9 | 88 | 92 | 91 | 95 | 96 |
1 De CO2-emissiegegevens voor 2015 zijn een samenvoeging van marktgebaseerde en locatiegebaseerde emissies die onder Scope 2 vallen. Een directe vergelijking met de gegevens voor 2016-2019 is niet mogelijk. Indien dergelijke vergelijking toch zou worden gemaakt, zou de meest zinvolle benadering erin bestaan de marktgebaseerde cijfers voor 2016-2019 te gebruiken. (zie sectie E3 voor meer informatie).
De gegevens voor 2015 omvatten de afgestoten businessunit Zinc Chemicals; de gegevens vanaf 2016 tot 2020 omvatten die niet meer. De gegevens voor 2016 en de voorgaande jaren omvatten de afgestoten businessunit Building Products; de gegevens vanaf 2017 tot 2020 omvatten die niet meer.
De milieukerncijfers omvatten gegevens van geconsolideerde productiesites waar Umicore operationele controle heeft. De volgende sites worden in vergelijking met 2019 niet langer gerapporteerd. Beijing (China; Electro-Optic Materials) en Rheinfelden (Duitsland; Automotive Catalysts). De volgende sites werden in 2020 aan het rapportagegebied inzake milieu toegevoegd: Songdo (Zuid-Korea; Precious
Metals Chemistry) en Kokkola (Finland; Rechargeable Battery Materials).Dat brengt het totale aantal geconsolideerde productiesites dat milieugegevens rapporteert in 2020 op 55, net als in 2019.
Binnen de reikwijdte van Umicores rapporteringskader rapporteren de meeste sites hun milieuprestaties aan het einde van het derde kwartaal, samen met een prognose voor het vierde kwartaal. In januari controleren de sites de voorspelde waarden op grote afwijkingen en waar nodig worden die gegevens gecorrigeerd. In 2020 kreeg deze gegevenscontrole bijzondere aandacht omwille van de mogelijke impact van COVID-19 op de productieomvang gedurende het jaar. De 7 sites met de grootste impact op het milieu in 2020 zijn: Hanau (Duitsland; Catalysis, Recycling), Olen (België; Energy & Surface Technologies, Corporate R&D), Hoboken (België; Recycling), Jiangmen (China; Energy & Surface Technologies), Cheonan Site 1, Cheonan Site 2/3 (beide Korea; Energy & Surface Technologies), en Kokkola (Finland; Energy & Surface Technologies). Met uitzondering van Kokkola rapporteren deze sites hun cijfers voor heel 2020. Vanaf 2021 zal ook Kokkola gegevens van het hele jaar rapporteren. Een gevoeligheidsanalyse van de gegevens voor 2020 over het energieverbruik geeft aan dat de mogelijke afwijking in de milieuprestaties van de Groep minder dan 2% zou bedragen bij een foutmarge van 20% in de voorspelde gegevens.
Merk op dat sommige gegevens die in het jaarverslag 2019 werden gepubliceerd, herberekend werden in het jaarverslag 2020 door verbeterde analyse- en rapporteringsmethoden. Tenzij anders vermeld, omvatten de milieu-KPI's (key performance indicators) voor 2015 de businessunit Zinc Chemicals, die in 2016 werd afgestoten, terwijl de KPI's voor 2016-2020 niet langer rekening houden met Zinc Chemicals. Zo omvatten de milieu-KPI's voor 2015-2016 ook de businessunit Building Products, die in 2017 werd afgestoten, terwijl de KPI's van 2017 tot 2020 geen rekening meer houden met Building Products.
Umicore heeft met Vision 2015 de impact van metaalemissies naar water en naar lucht vanuit puntbronnen verlaagd met respectievelijk 26% en 37%, een grote stap in de richting van een duurzamere werking. We beschouwen de emissieniveaus van 2015 als referentiekader voor een duurzamere werking, die ook het beheer van de emissies naar water en lucht omvat.
Horizon 2020 wilde voortbouwen op de verwezenlijkingen van Vision 2015 door de impact van metaalemissies te beperken ondanks toenemende productievolumes. In de praktijk betekent dat dat we minstens de metaalemissies naar water en lucht wilden handhaven op het impactniveau dat we met Vision 2015 bereikten.
Metaalemissies naar water worden gedefinieerd als de totale hoeveelheid metalen – uitgedrukt in kg/jaar – die na de behandeling van afvalwater in het oppervlaktewater terechtkomen. Als sites gebruikmaken van een externe waterzuiveringsinstallatie, wordt de efficiëntie van die zuivering in aanmerking genomen, voor zover de site ze kent.
Metaalemissies naar lucht – uitgedrukt in kg/jaar – worden gedefinieerd als de totale hoeveelheid metalen die in vaste fractie door alle puntbronnen naar lucht worden uitgestoten. Voor kwik en arseen worden bijkomende stoom- en rookfracties meegerekend.
Voor elk metaal dat naar water en lucht wordt uitgestoten, wordt een impactfactor toegepast voor de berekening van hun verschillende toxiciteits- en ecotoxiciteitsniveaus wanneer ze in het milieu terechtkomen. Hoe hoger de impactfactor, hoe hoger de toxiciteit voor de ontvangende watermassa (voor wateremissies) of voor de menselijke gezondheid (voor luchtemissies).
De impactfactoren voor wateremissies zijn gebaseerd op de voor de REACH-richtlijn gegenereerde wetenschappelijke gegevens (PNEC's, predicted no effect concentrations). Er werd een impactfactor van 1 toegekend aan de antimoon-PNEC van 113 μg/l. De impactfactoren voor emissies naar lucht zijn gebaseerd op de grenswaarden voor beroepsgebonden blootstelling (OEL's, occupational exposure limits) (referentie: American Conference of Industrial and Governmental Hygienists, 2011). Er werd een impactfactor van 1 toegekend aan de zink(oxide)-OEL van 2 mg/m³. Op basis van die referenties werd een impactfactor voor alle relevante metalen berekend. De impact van metaal naar lucht en water wordt uitgedrukt in 'impacteenheden/jaar'.
We hebben de sites geïdentificeerd die minstens 95% hebben bijgedragen in termen van belasting (voor SOx en NOx) of impacteenheden (voor metaalemissies naar water en lucht) van de totale cijfers voor 2015 van de Groep (exclusief de afgestoten businessunit Zinc Chemicals). Voor emissies naar water en lucht werd de gegevensverzameling voor 2020 beperkt tot geïdentificeerde belangrijke sites (10 of minder). Alle andere sites werd verzocht om alleen gegevens in te dienen bij grote stijgingen tegenover de uitgangswaardes voor 2015 voor de site. De verbetering ten opzichte van de niveaus voor 2015 voor metaalemissies naar water en lucht wordt gemeten door de emissies van het huidige rapporteringsjaar (2020) te vergelijken met die van het referentiejaar 2015 met dezelfde reikwijdte van activiteiten als in 2015 voor de belangrijke sites.
Om de verandering in de metaalemissies naar water en lucht ten opzichte van referentiejaar 2015 te berekenen, werd een uitgangswaarde bepaald voor elke site die binnen de reikwijdte valt. De uitgangswaarde werd bepaald door het werkelijke activiteitenniveau van het huidige rapporteringsjaar (2020) te vermenigvuldigen met de emissie-intensiteit van 2015 (zie het onderstaande voorbeeld). De uitgangswaarde voor 2015 wordt dan berekend door alle individuele uitgangswaarden van de sites in de reikwijdte op te tellen. Voorbeelden van activiteitenparameters van sites zijn: geproduceerde hoeveelheid in ton per jaar, machine-uren per jaar, hoeveelheid inputmateriaal in recyclageprocessen in ton per jaar.
In 2015 produceerde site A 20 ton van product X en stootte ze 5 kg aan metaal Y uit (impactfactor van Y = 8 impacteenheden/kg) naar lucht. De metaalemissie-intensiteit bedroeg dus 2 impacteenheden/ton van product X. In 2020 produceerde site A 22 ton van product X en stootte ze 5 kg aan metaal Y uit. De metaalemissie-intensiteit bedroeg dus 1,8 impacteenheden/ton van product X.
De gerapporteerde uitgangswaarde voor 2020 ten opzichte van 2015 is dan: activiteitenniveau van 2020 (22 t) x emissie-intensiteit van 2015 (2 impacteenheden/t) = 44 impacteenheden.
De gemeten 5 kg – gelijk aan 40 impacteenheden – uitgestoten in 2020 vertegenwoordigt dus een daling van 10% vergeleken met wat het cijfer zou zijn geweest onder de bedrijfsomstandigheden van 2015.
De uitgangswaarde van 2015 wordt elk jaar opnieuw berekend (2016-2020). Ze wordt gedefinieerd als de metaalemissies die te verwachten waren op basis van de activiteitenvolumes van het rapporteringsjaar (2020), maar met de metaalemissie-intensiteit van het referentiejaar 2015. De prestaties voor elk jaar worden uitgedrukt als een percentage in vergelijking met de berekende uitgangswaarde voor 2015 van de Groep, die op elk jaar van toepassing is.
De berekening van de metaalemissies naar water en lucht dekt volledig de geconsolideerde activiteiten van de Groep tijdens het rapporteringsjaar (2016-2020) die ook deel uitmaakten van de Groep in 2015. Prestaties worden enkel gerapporteerd voor het geheel van de belangrijke sites voor elke KPI.
SOx - en NOx -emissies worden uitgedrukt in absolute cijfers in ton/jaar.
| uitgangswaarde | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
| Metaaluitstoot naar water | impact eenheid |
352.638 | 339.001 | 125.688 | 131.723 | 152.105 | 143.788 |
| Metaaluitstoot naar lucht | impact eenheid |
121.392 | 86.098 | 84.463 | 87.664 | 51.541 | 40.626 |
De metaalemissies naar water in 2020 in de gedefinieerde reikwijdte bedroegen 143.788 impacteenheden. De metaalemissies naar water in 2015 in de gedefinieerde reikwijdte bedroegen 290.714 impacteenheden. Het metaalemissieniveau voor 2015, aangepast naar ons activiteitenniveau in 2020, zou 352.638 impacteenheden bedragen en laat ons toe om onze vooruitgang op dit vlak te evalueren. In 2020 daalde de impact van metaalemissies naar water voor de gedefinieerde reikwijdte bijgevolg met 59% in vergelijking met 2015.
Die evolutie tussen 2015 en 2020 danken we vooral aan onze fabriek in Hoboken (België, Recycling), waar de verbeterde efficiëntie van het waterzuiveringsstation en de investeringen in verbeteringsprocessen de afgelopen jaren loonden. Ook verbeteringen in de efficiëntie en schaaleffecten – na bijkomende capaciteitsverhoging bij de precursorenproductie op onze Cheonan Site 2/3 (Korea, Energy & Surface Technologies) – droegen bij aan de daling van de emissie-intensiteit in termen van de impact van metaalemissies naar water.
In termen van totale absolute belasting en impact (niet-activiteitengecorrigeerd) voor de Groep in vergelijking met de niveaus van 2019 zijn de metaalemissies naar water in 2020 beduidend gestegen met respectievelijk 31% en 70%. Dat is hoofdzakelijk te wijten aan de toevoeging van de site in Kokkola (Finland; Rechargeable Battery Materials). Hoewel de site ruim binnen de wettelijke afvoerlimieten blijft, leidt de aard van de industriële processen en waterdoorstroming op de site tot een aanzienlijke
stijging van de absolute metaalbelasting en impact voor de Umicore-groep. Aangezien dit het eerste rapportagejaar van de Kokkola-site onder Umicore is, zijn de sitegegevens over de efficiëntie van de afvalwaterbehandeling en de belasting van werkelijk afgevoerd metaal naar het milieu momenteel beperkt. Daarom werd gekozen voor een erg conservatieve benadering en een overschatting van de metaalbelasting en impact van de site in 2020. Men tracht de onderliggende gegevens te verbeteren en tot een realistischere berekening van de metaalemissies naar water op de site te komen; naar verwachting zal dat voor de Kokkola-site vanaf 2021 een lagere metaalbelasting tot gevolg hebben.
De metaalemissies naar lucht in 2020 binnen de gedefinieerde reikwijdte bedroegen 40.626 impacteenheden. De metaalemissies naar lucht in 2015 binnen de gedefinieerde reikwijdte bedroegen 117.918 impacteenheden. Het metaalemissieniveau voor 2015, aangepast naar onze activiteitenniveau in 2020, zou 121.392 impacteenheden bedragen en laat ons toe onze vooruitgang op dit vlak te evalueren. In 2020 daalde de impact van metaalemissies naar lucht bijgevolg met 67% in termen van de impact voor de gedefinieerde reikwijdte.
Die dalingen werden in wisselende mate vastgesteld over de vele sites heen die binnen de reikwijdte liggen en kunnen grotendeels worden toegeschreven aan onze verdere inspanningen ter verbetering van de efficiëntie van luchtfilters en van de algehele procesefficiëntie.
In 2015 leidden infrastructuurwerken aan het dak van de loodraffinaderij tot een verhoogde neerslag van lood in de naburige woonwijk Moretusburg. Uit de biologische controle bleek dat het aantal kinderen met een hogere loodconcentratie in het bloed dan de aanbevolen referentiewaarde van 5 microgram/dl bloed (Center for Disease Control and Prevention, VS) was toegenomen. Die controles worden twee keer per jaar uitgevoerd door de lokale overheid.
Terwijl bij het bloedonderzoek in de lente van 2020 het gemiddelde loodgehalte bij de buurtkinderen naar 6,01 microgram/dl bloed was gestegen, daalde dat gemiddelde bij het onderzoek in het najaar opnieuw naar 4,12 microgram/dl bloed. Een vergelijking van het biologische toezicht in het najaar wijst uit dat nog steeds 26% van de kinderen een loodgehalte in het bloed had dat hoger is dan de referentiewaarde van 5 µg/dl, tegenover 18% in 2019. In nauwe samenwerking met de lokale en regionale overheden zet de site het actieplan voor uitstootverlaging verder zodat het aantal kinderen met een hoger loodgehalte in het bloed dan de referentiewaarde verder daalt.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| SOx-emissies | ton | 892 | 661 | 657 | 531 | 389 |
| NOx-emissies | ton | 365 | 320 | 304 | 280 | 239 |
De SOx -emissies voor de Groep daalden met 27%, van 531 t in 2019 naar 389 t in 2020, vooral door verbeteringen en wijzigingen van de procesopzet in Hoboken (België, Recycling). De NOx -emissies daalden van 280 t in 2019 naar 239 t in 2020, een daling met 15%.
De invoering in 2011 van ons beleid voor energie-efficiëntie en onze koolstofvoetafdruk leverde een vermindering op van 26% in CO2 -equivalente (CO2e-) emissies binnen de in Vision 2015 gedefinieerde reikwijdte, samen met een permanente aandacht voor en voortdurend bewustzijn van de energieefficiëntie op de sites en in de beheerprocessen van de businessunits.
Met Horizon 2020 focust Umicore op verbetering van de energie-efficiëntie. Met die inspanningen verwachten we onze koolstofvoetafdruk verder te verlagen.
Umicore rapporteert zijn absolute CO2e-emissies binnen de reikwijdte zoals vermeld in E1. De absolute CO2e-emissievolumes worden berekend aan de hand van de definitie- en rapporteringsmethodes van het Greenhouse Gas Protocol voor scope 1 en 2 (WBCSD en WRI 2004, en het amendement voor scope 2 voor 2015). Scope 2 omvat voor Umicore niet alleen aangekochte elektriciteit maar ook stoom en perslucht die bij derden worden ingekocht (bv. industrieparken). CO2e omvat de broeikasgassen CO2 , CH4 en N2O voor scope 1 en belangrijke procesemissies. Andere broeikasgassen zijn niet relevant voor de activiteiten van Umicore. De emissies onder scope 2 houden enkel rekening met CO2 .
De berekening van scope 2-emissies voor elke site gebeurt op twee manieren: één keer met behulp van marktgebaseerde CO2 -emissiefactoren en één keer met behulp van locatiegebaseerde CO2 -emissiefactoren. Met marktgebaseerde emissiefactoren kunnen de CO2 -emissies worden berekend op basis van de specifieke contracten die sites met hun energieleveranciers hebben, waarbij rekening wordt gehouden met de relevante energiemix voor die contracten (inclusief groenestroomcertificaten, waar van toepassing). Met locatiegebaseerde CO2 -emissiefactoren kunnen de CO2 -emissies worden berekend op basis van de resterende energiemix in een land/regio (waar die gegevens beschikbaar zijn), dus met uitdrukkelijke uitsluiting van de groenestroomcertificaten die in speciale leveringscontracten door energieproducenten worden verkocht. De totale CO2 -emissies voor de Groep worden vervolgens voorgesteld als twee aparte waarden op basis van dit onderscheid en de cijfers worden afgekort als: CO2e marktgebaseerd en CO2e locatiegebaseerd.
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om om te gaan met vastgestelde afwijkingen in de broeikasgassenrapportering. Umicore past die richtlijnen al toe sinds de rapportering van 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan geraadpleegd worden op de website van de WBCSD.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode |
ton | 662.059 | 633.704 | 767.702 | 791.896 | 732.543 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode |
ton | 735.065 | 663.307 | 785.789 | 815.175 | 747.964 |
De totale marktgebaseerde CO2e-emissies in 2020 bedroegen 732.543 t. De totale locatiegebaseerde CO2e-emissies lagen op 747.964 t. Het verschil tussen die 2 cijfers, 15.421 t, is het gevolg van specifieke energiecontracten met een gunstige energiemix in onze vestigingen. Ze leiden tot een lagere koolstofvoetafdruk dan de resterende energiemix voor het land / de regio waar de site zich bevindt.
De totale marktgebaseerde CO2e-emissies in 2019 bedroegen 791.896 t en de totale locatiegebaseerde CO2e-emissies in 2019 bedroegen 815.175 t.
Wat de marktgebaseerde CO2e-emissies betreft, daalden de emissieniveaus in 2020 met 7% vergeleken met 2019. Dat is in grote mate te danken aan de installatie van een salpeterzuurfabriek in Hoboken (België; Precious Metals Refining), die de directe procesemissies van N2O vermindert. Ook de lagere activiteitsgraad in de business unit Rechargeable Battery Materials resulteerde in een lagere CO2-uitstoot. Ook gewijzigde processen en de overschakeling naar contracten voor groene energie op verschillende sites hebben bijgedragen aan deze tendens. In vergelijking met 2015 zien we een stijging van 3% in de totale marktgebaseerde CO2e-emissies, die het gevolg is van een complex samenspel van talloze factoren over deze 5 jaar, zoals de verwerving en opzet van nieuwe sites, afstotingen van volledige businessunits, veranderingen in procesopzet en productiecapaciteit, en schommelingen in CO2 -emissiefactoren voor aangekochte energie.
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode |
ton | 133.127 | 323.829 | 274.973 | 732.543 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode |
ton | 151.360 | 349.276 | 246.714 | 747.964 |
De gegevens van Umicore-groep omvatten die van het hoofdkantoor in Brussel (België).
Umicore zet zich onder Horizon 2020 in voor een nog efficiënter gebruik van energie in zijn activiteiten. In de praktijk betekent dat dat we de energie-efficiëntie die we als onderdeel van Vision 2015 hebben bereikt nog willen verbeteren.
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om om te gaan met vastgestelde afwijkingen in de broeikasgassen- en energierapportering. Umicore past die richtlijnen al toe sinds de rapportering van 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan geraadpleegd worden op de website van de WBCSD.
Binnen Horizon 2020 wordt meer nadruk gelegd op de sites die het meest bijdragen aan het totale energieverbruik van Umicore, en worden voor die sites bepaalde parameters, zoals activiteitsindicatoren, grondig herzien en indien nodig bijgewerkt. Op al die sites wordt het energieverbruik continu gemonitord en gerapporteerd. De sites met grotere bijdragen worden extra aangemoedigd en verplicht om over hun energie-efficiëntieprojecten te rapporteren.
Uit een analyse van de bijdragen van de sites aan het energieverbruik op groepsniveau bleek dat 26 sites meer dan 95% bijdragen aan het totaal van 2020.
Het doel om het energie-efficiëntieniveau van 2015 te verbeteren wordt gemeten door het energieverbruik van het huidige rapporteringsjaar (2020) te vergelijken met dat van het referentiejaar 2015, met dezelfde reikwijdte voor de activiteiten als in 2015.
Voor het berekenen van de wijziging van het energieverbruik ten opzichte van referentiejaar 2015 werd een uitgangswaarde opgesteld voor elke site die binnen de reikwijdte valt. De uitgangswaarde werd opgesteld door het werkelijke activiteitenniveau van het huidige rapporteringsjaar (2020) te
vermenigvuldigen met de energie-intensiteit van 2015 (zie het voorbeeld hieronder). De uitgangswaarde voor 2015 wordt dan berekend door alle individuele uitgangswaarden van de sites in de reikwijdte op te tellen. Voorbeelden van activiteitenparameters van sites zijn: geproduceerde hoeveelheid in ton per jaar, machine-uren per jaar, hoeveelheid inputmateriaal in recyclageprocessen in ton per jaar.
In 2015 produceerde site A 200 t van product X en verbruikte ze 80.000 GJ, wat resulteert in een energie-intensiteit van 400 GJ/t voor product X. In 2020 produceerde site A 220 t van product X en verbruikte ze 80.000 GJ, wat resulteert in een energie-intensiteit van 364 GJ/t voor product X.
De gerapporteerde uitgangswaarde voor 2020 ten opzichte van 2015 is dan: activiteitenniveau van 2020 (220 t) x energie-intensiteit van 2015 (400 GJ/t) = 88.000 GJ.
Daarom vertegenwoordigt de 80.000 GJ die in 2020 is verbruikt een verbetering van 10% in vergelijking met wat het cijfer zou zijn geweest in de operationele omstandigheden van 2015.
De uitgangswaarde van 2015 wordt elk jaar opnieuw berekend (2016-2020). Ze wordt gedefinieerd als het energieverbruik dat te verwachten was op basis van de activiteitenvolumes van het rapporteringsjaar (2020), maar met de energie-intensiteit van het referentiejaar 2015. De prestaties voor elk jaar worden uitgedrukt als een percentage in vergelijking met de berekende uitgangswaarde voor 2015 van de Groep, die op elk jaar van toepassing is.
De berekening van deze KPI dekt volledig de geconsolideerde activiteiten van de Groep tijdens het rapporteringsjaar (2016-2020) die ook deel uitmaakten van de Groep in 2015. Daarom vallen de sites van de voormalige businessunits Zinc Chemicals en Building Products, en een paar andere individuele sites die niet meer tot Umicore behoren, buiten het rapporteringsbereik van deze KPI. De verschillende sites die sinds 2016 deel van Umicore zijn geworden, zijn evenmin opgenomen in het rapporteringsbereik van de KPI. De gegevens over het energieverbruik omvatten ook ons hoofdkantoor in Brussel (België).
| uitgangswaarde | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
| Energieverbruik | terajoule | 6.900 | 6.241 | 6.082 | 6.183 | 6.138 | 5.697 |
%
Het energieverbruik voor 2020, binnen de gedefinieerde reikwijdte, bedroeg 5.697 TJ. Het energieverbruik voor 2015, binnen de gedefinieerde reikwijdte, bedroeg 5.487 TJ. Het niveau van het energieverbruik voor 2015 aangepast naar het activiteitenniveau van 2020 bedroeg 6.900 TJ en laat ons toe om onze vooruitgang op dit vlak te evalueren. Dat betekent dat we 17% minder energie hebben verbruikt bij vergelijkbare productieniveaus. De energie-efficiëntie verbeterde in 2020 bijgevolg met 17% tegenover het referentiejaar 2015.
Die verbetering is vooral te danken aan schaalvergrotingen bij de lopende capaciteitsverhoging in de Rechargeable Battery Materials-site in Korea. Bijkomende verbeteringen en consolidaties van de efficiëntie in sommige andere sites droegen ook bij tot de globale afname van de energie-intensiteit.
Aansluitend op de vorige duurzaamheidsdoelstellingen zijn er sinds 2006 projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie ingevoerd op de belangrijkste sites. In 2020 waren 26 sites verantwoordelijk voor meer dan 95% van het energieverbruik van de Groep. In 2020 werden op 15 van die sites 38 projecten ter verbetering van de energie-efficiëntie ingevoerd met aanzienlijke energiebesparingen als resultaat.
Het totale energieverbruik in 2020 was 7.591 TJ tegenover 7.476 TJ in 2019, een lichte daling van 2%. Diverse wijzigingen in de productiecapaciteit, activiteitenniveaus en procesopzet leidden tot een netto-evenwicht tussen stijgende en dalende emissies op verschillende sites. In vergelijking met 2015 zien we een daling van 2% in het totale energieverbruik, een gevolg van een complex samenspel van talloze factoren over deze 5 jaar, zoals de verwerving en opzet van nieuwe sites, afstotingen van volledige businessunits, en veranderingen in procesopzet en productiecapaciteit.
In 2020 bedroeg het indirecte energieverbruik uit primaire energiebronnen (aangekochte elektriciteit, stoom en perslucht) voor de productiesites en kantoorgebouwen 3.916 TJ. Het directe energieverbruik uit primaire energiebronnen (brandstof, gasolie, aardgas, lpg, steenkool en cokes) bedroeg 3.675 TJ.
| Energy & Surface |
Umicore | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Energieverbruik | eenheid | Catalysis | Technologies | Recycling | Group |
| terajoule | 1.306 | 3.831 | 2.446 | 7.591 |
Bij Umicore streven we continu naar een lagere impact op het milieu en duurzamere activiteiten. Daarom volgen we het aandeel van duurzame energiebronnen in onze aangekochte energie nauwgezet op. We gebruikten in de vorige jaren al enkele indicatoren voor duurzame energie voor interne evaluaties, maar in 2019 verzamelden we voor het eerst systematisch informatie van onze sites over het percentage duurzame energie in de energiemix bij aangekochte elektriciteit, op basis van de specifieke aankoopovereenkomst die voor elke rapporteringseenheid geldt.
De definitie van duurzame energie in de Greenhouse Gas Protocol Scope 2 Guidance (amendement 2015) hielp ons bij het vastleggen van de reikwijdte van die indicator. Enkel de volgende energiebronnen worden binnen de reikwijdte van de KPI opgenomen: windenergie, zonne-energie, biomassa-energie (inclusief uit bio- en andere natuurlijk geproduceerde gassen), waterkracht (inclusief mariene waterkracht) en geothermische energie.
In 2020 bedroeg het aandeel van duurzame energie in de aangekochte elektriciteit 15%, tegenover 14% in 2019. We blijven deze KPI de komende jaren opvolgen en rapporteren.
Watergebruik wordt gedefinieerd als het totale volume water, uitgedrukt in duizend m³/jaar, afkomstig van leidingwater, grondwaterbronnen, oppervlaktewater en regenwater. Grondwaterwinning voor saneringsdoeleinden en koelwater dat opnieuw afvloeit naar de oorspronkelijke watermassa worden niet meegeteld.
Het totale watergebruik van de Groep steeg van 6.208.000 m³ in 2019 naar 7.813.000 m³ in 2020, een verhoging met 26%. Het gestegen watergebruik is hoofdzakelijk te wijten aan de toevoeging van de site in Kokkola (Finland; Rechargeable Battery Materials).
| Energy & Surface |
Umicore | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| eenheid | Catalysis | Technologies | Recycling | Group | |
| Watergebruik | duizend m3 | 561 | 5.565 | 1.686 | 7.813 |
Afval wordt gedefinieerd als het totale volume gegenereerd afval, uitgedrukt in ton/jaar.
De afvalrecyclagegraad is de verhouding tussen de hoeveelheid afval die door derden wordt gerecupereerd (inclusief afval dat wordt gerecupereerd als energie door verbranding) en de totale hoeveelheid afval.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval op basis van de lokale regelgeving voor de regio waar de rapporterende eenheid zich bevindt.
In 2020 werd in totaal 99.434 ton afval gegenereerd tegenover 68.317 ton in 2019, een stijging met 46%. Die stijging is het gevolg van de toevoeging van de site in Kokkola (Finland; Rechargeable Battery Materials), waar het industriële proces aanzienlijke hoeveelheden procesresidu genereert dat geclassificeerd en afgevoerd wordt als gevaarlijk afval.
Het totale volume gevaarlijk afval steeg van 47.589 ton in 2019 naar 78.055 ton in 2020, een stijging met 64% die het gevolg is van de bovenvermelde toevoeging van de Kokkola-site. De recyclagegraad van gevaarlijk afval is afgenomen van 8% in 2019 naar 5% in 2020.
Het totale volume niet-gevaarlijk afval nam licht toe van 20.728 ton in 2019 naar 21.379 ton in 2020, een toename met 3%. De recyclagegraad van ongevaarlijk afval is toegenomen van 59% in 2019 naar 65% in 2020.
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Totale afvalproductie | ton | 6.332 | 58.427 | 34.675 | 99.434 |
| Gevaarlijk afval | ton | 3.396 | 47.263 | 27.396 | 78.055 |
| waarvan gerecycleerd | % | 21,66% | 1,95% | 8,10% | 4,97% |
| Ongevaarlijk afval | ton | 2.935 | 11.164 | 7.280 | 21.379 |
| waarvan gerecycleerd | % | 50,67% | 48,60% | 95,10% | 64,72% |
De geschiedenis van Umicore gaat ruim 200 jaar terug. Alles begon met het samenbrengen van een aantal mijnbouwbedrijven en smelterijen die zich geleidelijk ontwikkelden tot de huidige materiaaltechnologie- en recyclagegroep Umicore. Halverwege de jaren 90 begon Umicore de resterende mijnen af te stoten als onderdeel van zijn strategische heroriëntatie naar recyclage en naar de productie van materialen die een toegevoegde waarde bieden.
De voorgangers van Umicore werkten binnen de grenzen van de nationale mijnwetgeving en in de context van de milieunormen uit de tijd waarin die mijnen actief waren. Het sluiten van de mijnen en de restitutie van de concessies aan de relevante overheden gebeurde steeds in samenwerking met de bevoegde overheden en lokale belanghebbenden. In dat proces wordt rekening gehouden met de specifieke context van elke site. Voor de industriële smelterijen en raffinage-installaties ontwikkelt Umicore steeds saneringsprojecten in nauw overleg met andere belanghebbenden. Zo vermindert het alle risico's tot een door de overheid bepaald aanvaardbaar niveau.
Actieve betrokkenheid bij het beheer en de sanering van risico's ten gevolge van activiteiten uit het verleden vormt een integraal onderdeel van de Umicore Way. Er werd aanzienlijke vooruitgang geboekt in het proactieve programma voor de evaluatie en, waar nodig, sanering van bodem- en grondwatervervuiling. In de volgende sectie worden de belangrijkste lopende programma's en de in 2020 geboekte vooruitgang getoond. Door de coronapandemie hebben verschillende projecten echter grote vertragingen opgelopen.
De mijnsites in België vormden de basis van onze oudste voorganger, Vieille Montagne. De gelijknamige mijnconcessie werd in 1805 door keizer Napoleon Bonaparte toegekend. Daarna volgden nog vijf bijkomende concessies, allemaal in het oosten van Wallonië. In de jaren 1950 werden de mijnactiviteiten in België stopgezet en werden in nauw overleg met de bevoegde overheden voor alle concessies
uitgebreide rehabilitatiewerken uitgevoerd om de site te beveiligen. Vier concessies werden ondertussen officieel overgedragen aan de regering, de terugname van de andere is in behandeling.
Daarnaast werden in Hoboken, Olen, Balen en Overpelt ruim een eeuw lang non-ferrometalen geproduceerd, wat een impact had op de bodem en het grondwater van de productiesites en hun omgeving. In november 1997 ging Umicore een vrijwillig akkoord aan met het Vlaams gewest om die historische verontreiniging aan te pakken. Op 23 april 2004 ondertekende Umicore een addendum bij het convenant van 1997 met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Vlaamse minister van Leefmilieu. In dat addendum verbond Umicore zich ertoe om de volgende 15 jaar 62 miljoen euro te besteden aan de sanering van de historische vervuiling op vier sites. Twee van die sites – Balen en Overpelt – behoren nu tot Nyrstar, dat Umicore in 2007 afstootte. Daarnaast werken OVAM en Umicore samen om in 10 jaar tijd de historische vervuiling aan te pakken in een omtrek van 9 km rond de site. Beide partijen hebben 15 miljoen euro bijgedragen aan een nieuw saneringsfonds. In 2014 verlengden OVAM en Umicore het programma met nog eens vijf jaar. Het convenant liep af in 2019, maar de saneringswerken op de Umicore-sites zullen zo lang als nodig is worden voortgezet.
In Hoboken groeide de lood- en zilverraffinaderij van 1887 uit tot een grote industriële fabriek voor de extractie van edele metalen uit afval. In de loop der jaren verving Umicore de zwaar vervuilde bovengrond en saneerde het de historische bodemvervuiling in de naburige woonwijk. In 2017 bereikte Umicore met de lokale overheid een overeenkomst om de opslagfaciliteit voor afval op de site uit te breiden. Zo kan de sanering van de bovengrond op de site worden hervat in 2021. In 2021 staat een nieuw systeem voor de sanering van het grondwater gepland. De werken in Hoboken liepen vertraging op door de coronapandemie.
In Olen zorgde voornamelijk de historische productie van koper en kobalt voor vervuiling op en rond de site. De saneringswerken op de Olense site begonnen onmiddellijk na de ondertekening van het convenant. Het in 2007 gestarte programma voor grondwatersanering op de site loopt nog steeds. In 2020 werden verontreinigde grond en begraven afval verder afgegraven op verscheidene plaatsen waar infrastructuurwerken nodig waren.
Van 1922 tot 1980 werd in Olen ook radium en uranium geproduceerd. Het daar geproduceerde radium voor de behandeling van kanker werd aan Nobelprijswinnaar Marie Curie geschonken voor haar eerste experimenten met radioactief materiaal. De fabriek voor de productie van radium werd in de jaren 1970 gesloopt. Het afval van de radiumproductie werd in een bovengrondse opslagfaciliteit bewaard, zoals toen de norm was. Begin 2020 publiceerde het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle een visiedocument voor de definitieve sanering van het radioactieve materiaal dat nog op de site in Olen aanwezig is. Er zijn werkgroepen opgericht met onder meer de NIRAS, OVAM, het FANC en Umicore om een stappenplan op te stellen met de verschillende stappen die moeten worden genomen om tot een definitieve saneringsoplossing te komen. In het kader van deze oefening zullen
de geraamde toekomstige sanerings- en opslagkosten en de specifieke milieuvoorzieningen worden geactualiseerd zodra de technische aspecten zullen zijn bepaald. Omdat het jaren zal duren vooraleer het saneringsproject voltooid is, blijft Umicore intussen de situatie monitoren om te garanderen dat het afval geen risico vormt voor de werknemers op de site of de omwonende bevolking.
De voorgangers van Umicore exploiteerden al mijnen in Frankrijk sinds het midden van de 19de eeuw. De laatste mijnbouwactiviteiten doofden uit op het einde van de jaren 1960 en in het begin van de jaren 1970. Op de voormalige mijnsites, die allemaal in het zuiden van Frankrijk liggen, vonden in de jaren 1990 grootschalige rehabilitatiewerken plaats. Alle voormalige mijnconcessies in Frankrijk werden aan de Franse regering teruggegeven. De laatste teruggave werd per ministerieel besluit bevestigd in 2005.
De mijnbouwactiviteit in Saint-Félix-de-Pallières begon in de 19de eeuw om een bodem te exploiteren die rijk was aan zink en van zink afgeleide metalen. De voormalige mijnconcessie werd in 1971 gesloten en werd volledig conform de toepasselijke wetgeving veilig gemaakt. De concessie werd in 2004 opgeheven nadat de Franse overheid bevestigde dat alle voorgeschreven maatregelen waren uitgevoerd. Ondanks de stopzetting van de mijnbouwactiviteit heeft Umicore het gebied nooit verlaten en monitort het regelmatig de staat van een stortplaats die flotatieresiduen bevat. Die stortplaats is nog steeds eigendom van Umicore. Om de veiligheid en de stabiliteit van de stortplaats op lange termijn te verzekeren, startte Umicore in 2020 omvangrijke herstelwerken, die echter ernstig vertraagd raakten door de coronapandemie. De voorbije jaren vestigden bepaalde belangengroepen de aandacht op de potentiële gevolgen van de vroegere mijnbouwactiviteiten op de gezondheid. Hoewel Umicore ten tijde van de stopzetting van de mijnbouwactiviteiten aan alle bestuurlijke eisen had voldaan, ontving Umicore in 2018 officiële vermaningen dat drie andere gebieden bij Saint-Félix, die geen eigendom van Umicore zijn, moeten worden aangepakt. Umicore heeft daartegen beroep aangetekend, maar stelde desondanks eind november 2019 een haalbaarheidsonderzoek voor om de drie gebieden aan te pakken. Eind 2020 heeft de administratieve rechtbank van Nîmes alle vermaningen nietig verklaard op grond van het feit dat Umicore bij de overdracht van de mijnbouwconcessies aan alle wettelijke voorschriften heeft voldaan. De rechtbank voegde eraan toe dat de staat nu de volledige verantwoordelijkheid draagt.
In Viviez is de vervuiling op en rond de site het resultaat van de in 1855 gestarte historische zinkproductie. Umicore heeft € 40 miljoen geïnvesteerd in een grootschalig saneringsprogramma dat van 2011 tot eind 2016 liep, waarna de postsaneringsverplichtingen werden overgedragen aan een derde partij. Hoewel de bodemvervuiling in Viviez uit verschillende bronnen afkomstig is, sloten Umicore en andere partners zich in 2017 aan bij een vrijwillig programma om de vervuilde gronden in privétuinen rond de site van Viviez aan te pakken. In 2017 en 2018 verzamelde een door de bevoegde overheid samengesteld deskundigenpanel alle gegevens en werkte het gepaste maatregelen uit. Umicore is momenteel bezig met de voorbereiding van de werkzaamheden, die in 2021 worden uitgevoerd.
In 1980 kocht de voorganger van Umicore een verlaten goud- en zilvermijn in Platoro (Colorado) in de Rocky Mountains. Nadat verkennende boringen niets opleverden, werden pogingen om de mijn te exploiteren stopgezet.
De saneringswerken startten in de jaren 1990, met het afdekken van mijnafval en de bouw van een waterzuiveringsinstallatie. Die installatie vangt het zure water op dat constant uit de mijn stroomt en zuivert het. De mijnsite ligt in een recreatief natuurgebied. Umicore blijft de site beheren en het mijnwater zuiveren om aan de strenge milieuvereisten te voldoen. Umicore bouwde in 2018 een nieuwe moderne waterzuiveringsinstallatie om de metaalconcentratie in de waterlozing verder te verminderen en zo het geproduceerde volume slib te beperken. In 2019 ontving Umicore/Union Gold een voorstel voor een nieuwe afvalwatervergunning, inclusief zeer strenge limieten voor arseen, die behaald moeten worden voor 2024. Union Gold tekende onmiddellijk bezwaar aan omdat dergelijke limieten technisch niet haalbaar zijn. De bevoegde overheid accepteerde de argumenten en raadde aan om een minder strenge gewijzigde vergunning aan te vragen. Tegelijkertijd nam Union Gold bijkomende extra reinigingsstappen voor de waterzuiveringsinstallatie in afwachting van de aangepaste vergunning in 2023.
Van 1980 tot 2010 baatte Umicore een fabriek uit voor de productie van kobalt in Maxton (North Carolina). Na de sluiting en afbraak van de fabriek werd bodem- en grondwatervervuiling vastgesteld. Umicore startte samen met de overheid een vrijwillig saneringsprogramma op om het probleem tegen 2033 volledig op te lossen. De uitgebreide grondwatersanering met pompen en zuivering blijkt effectief genoeg te werken om de voorziene einddatum te halen.
In 2003 verwierf Umicore industriële sites in de Braziliaanse steden Americana (SP), Guarulhos (SP) en Manaus (AM). Tijdens het bodem- en grondwateronderzoek dat na de aankoop werd uitgevoerd, werd op de site van Guarulhos grondwaterverontreiniging vastgesteld. Die historische vervuiling dateert van voor de aankoop door Umicore. Umicore trof onmiddellijk maatregelen om de uitbreiding van die vervuiling naar naburige zones te stoppen en installeerde een hydraulische barrière die sinds 2011 volledig operationeel is. Er werden gerichte extractiesystemen geïnstalleerd om de sanering te versnellen. Dankzij de verhuizing van de industriële activiteiten van Guarulhos naar Americana en de gedeeltelijke afbraak van de gebouwen in 2021 zal de kern van de verontreiniging nog beter kunnen worden aangepakt Door de coronapandemie liep de verhuizing naar Americana vertraging op, waardoor ook de afbraak van het gebouw in Guarulhos en de versnelde grondwatersanering vertraging opliepen.
Het normoverschrijdingsniveau is de verhouding tussen het totale aantal overschrijdingen en het totale aantal uitgevoerde metingen van de naleving. Een overschrijding is een monitoringresultaat dat een drempelwaarde overschrijdt die is vastgelegd in een vergunning, in regelgeving of in een andere relevante wettelijke norm.
Het totale aantal metingen is het totale aantal milieu-impactmetingen zoals vereist door de uitbatingsvergunning, milieuvergunning of vergelijkbare norm in de regio waar de rapporterende entiteit actief is. Het totale aantal betekent het aantal metingen vermenigvuldigd met het aantal parameters per meting.
In 2020 werden ongeveer 54.000 milieumetingen uitgevoerd op alle productiesites van Umicore, tegenover ongeveer 49.000 het jaar ervoor. Het aantal metingen dat niet aan de vereisten in de regelgeving of vergunningen voldeed was zeer klein, namelijk 0,15% voor de Groep, tegenover 0,13% in 2019.
Van de 55 geconsolideerde productiesites hebben 53 een ISO 14001-gecertificeerd milieubeheersysteem ingevoerd. Een van de overige 2 sites is een verwerving die sinds 2018 aan de rapportering van Umicore is toegevoegd; voor die site staat in 2021 de invoering van een milieubeheersysteem ingepland. De andere site sloot in de loop van 2020 de deuren en doorliep in de laatste maanden voor de sluiting geen hercertificering. Alle belangrijke sites met een significante milieu-impact beschikken over een ISO 14001-certificering.
In 2020 ontvingen we in totaal 80 milieuklachten, waarvan de meeste betrekking hadden op lawaai- en geurhinder. 44 klachten worden nog onderzocht.
| eenheid | Toelichting 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | S2 | 9.921 | 9.769 | 10.420 | 11.152 | 10.859 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand S2 |
3,45 | 3,86 | 3,13 | 3,31 | 3,19 | |
| Vrouwelijke werknemers | % personeelsbestand S2 |
21,6 | 21,92 | 21,30 | 20,88 | 21,68 | |
| Vrouwelijke managers | % personeelsbestand S2 |
22,11 | 22,37 | 22,98 | 23,13 | 23,06 | |
| Vrouwen bij het senior management | % personeelsbestand S2 |
9,09 | 6,77 | 9,70 | 10,96 | 10,74 | |
| Vrouwelijke managers in operationele functies |
% | S2 | 14,27 | 15,55 | 15,08 | 14,90 | 14,43 |
| Niet-EU-burgers bij het senior management % | S2 | 16,67 | 18,05 | 17,91 | 18,49 | 20,13 | |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/ werknemer |
S3 | 41,49 | 45,33 | 43,10 | 48,73 | 36,33 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand S3 |
96,03 | 98,29 | 96,15 | 94,00 | 93,42 | |
| Vrijwillige vertrekkers | % personeelsbestand S3 |
4,10 | 5,03 | 7,18 | 5,99 | 4,20 | |
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeelsbestand |
S4 | 69,41 | 65,41 | 64,49 | 65,60 | 66,38 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd'1 |
% | S7 | 3,2 | 2,7 | 2,8 | 1,8 | 1,6 |
| Aantal werkgerelateerde aandoeningen | aantal | S7 | 12 | 11 | 12 | 18 | 6 |
| Mensen met platina overgevoeligheid | aantal | S7 | 1 | 1 | 3 | 1 | 1 |
| Dodelijke ongevallen | aantal | S8 | 1 | 0 | 1 | 0 | 1 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | S8 | 59 | 51 | 61 | 90 | 49 |
| Ongevallen met werkverlet contractors | aantal | S8 | 15 | 22 | 21 | 25 | 17 |
| Frequentiegraad ongevallen met werkverlet ongevallen/ | miljoen gewerkte uren |
S8 | 3,3 | 3,0 | 3,4 | 4,6 | 2,5 |
| Ernstgraad ongevallen met werkverlet | verloren dagen/ duizend gewerkte uren |
S8 | 0,6 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | 0,5 |
1 Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten dat de voor relevante gevaarlijke stoffen vastgestelde streefwaarde van Umicore overschrijdt, en het totale aantal monitoringresultaten.
In totaal zijn 86 geconsolideerde sites opgenomen in de hr-gerelateerde toelichtingen bij de sociale rapportering (S2 tot S5). Dat is een daling met 4 sites ten opzichte van 2019 en is te wijten aan 4 sitesluitingen: Beijing (TFP), Wickliffe, Bagnolet, die is verhuisd naar de actieve site in Parijs, en Brentwood, die is verhuisd naar de actieve site in Hertford. De sites rapporteren gegevens over het volledige jaar voor de sociale indicatoren. De voorgestelde indicatoren steunen op de gegevens van de volledig geconsolideerde bedrijven.
| Eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | 9.921 | 9.769 | 10.420 | 11.152 | 10.859 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen |
aantal | 3.196 | 3.360 | 3.180 | 2.976 | 2.460 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 7.778 | 7.628 | 8.201 | 8.823 | 8.505 |
| Vrouwelijke werknemers aantal | 2.143 | 2.141 | 2.219 | 2.329 | 2.354 | |
| Voltijdsequivalent | aantal | 9.716 | 9574 | 10.224 | 10.956 | 10.576 |
| Werknemers < 30 jaar | aantal | 1.620 | 1697 | 1.980 | 2141 | 1.893 |
| Werknemers tussen 30 en 50 jaar |
aantal | 5.605 | 5504 | 5.939 | 6363 | 6.339 |
| Werknemers > 55 jaar | aantal | 2.696 | 2568 | 2.501 | 2648 | 2.627 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand |
3,45 | 3,86 | 3,13 | 3,31 | 3,19 |
| Vrouwelijke werknemers % | personeelsbestand | 21,60 | 21,92 | 21,30 | 20,88 | 21,68 |
| Vrouwelijke managers | % personeelsbestand |
22,11 | 22,37 | 22,98 | 23,13 | 23,06 |
| Vrouwen bij het senior management |
% personeelsbestand |
9,09 | 6,77 | 9,70 | 10,96 | 10,74 |
| Vrouwelijke managers in operationele functies |
% | 14,27 | 15,55 | 15,08 | 14,90 | 14,43 |
| Niet-EU-burgers bij het senior management |
% | 16,67 | 18,05 | 17,91 | 18,49 | 20,13 |
Personeel: Aantal werknemers van Umicore in volledig geconsolideerde bedrijven op de loonlijst op het einde van de periode. Dit aantal omvat deeltijdse en tijdelijke werknemers, maar geen werknemers met een 'slapend' contract, langdurig zieke werknemers en werknemers in onderaanneming.
Tijdelijk contract: Umicore-medewerkers met een tijdelijke overeenkomst die deel uitmaken van het personeel van volledig geconsolideerde bedrijven.
Voltijds equivalent: Het VTE van een werknemer wordt berekend door het feitelijke werkstelsel, de uren en shifts te delen door het werkstelsel, de uren en shifts van een voltijdse werknemer op het eind van de periode in volledig geconsolideerde bedrijven.
Dat geldt voor al wie per uur of per maand wordt betaald, managers en stagiairs op de loonlijst van Umicore op het eind van het gerapporteerde halfjaar, met inbegrip van deeltijdse en tijdelijke werknemers, maar zonder de werknemers met een 'slapend' contract (loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof enz.), langdurig zieke werknemers (landspecifieke duur van de langdurige afwezigheid) en vervroegd gepensioneerden.
Het totaal aantal personeelsleden daalde met 809 medewerkers tot in totaal 13.319. Voor de volledig geconsolideerde bedrijven daalde het aantal personeelsleden met 293 mensen tot 10.859, vooral door een daling in de regio's Azië-Pacific en Noord-Amerika.
Bij de geassocieerde ondernemingen was er een daling met 516 werknemers, vooral door de inkrimping van het personeelsbestand in sites in Duitsland, Ierland, Zuid-Afrika en het Verenigd Koninkrijk bij Element Six.
Het aantal VTE's komt met10.576 (geconsolideerd) zeer dicht bij de gerapporteerde headcount van 10.859. Dit weerspiegelt het feit dat de meeste Umicore-werknemers op voltijdse basis werken.
Het percentage tijdelijke overeenkomsten in de volledig geconsolideerde bedrijven daalde licht tot 3,19% in 2020.
Het percentage vrouwen in het personeelsbestand van de volledig geconsolideerde bedrijven bedroeg 21,68%. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2019.
Hoewel het totale percentage vrouwelijke werknemers vrijwel stabiel is gebleven in vergelijking met 2016, steeg het percentage vrouwelijke managers van 22,11% in 2016 tot 23,06% in 2020. Het percentage vrouwen in het senior management is licht gedaald ten opzichte van 2019. Het percentage is globaal gezien de afgelopen vijf jaar gestegen van 9,09% in 2016 tot 10,74% in 2020. De ambitie om eind 2020 15% vrouwelijke senior managers te hebben, konden we niet waarmaken, maar we blijven ons de komende jaren inzetten om het aantal vrouwen in het senior management te doen toenemen
Om de loopbaanontwikkeling te kunnen opvolgen, hebben we het concept managementfuncties in 'business operations' gedefinieerd. Dat verwijst naar functies in de domeinen operations, sales en algemeen management. Het zijn functies die een instroom van talent vormen voor het senior management. In 2020 vertegenwoordigden die functies in business operations 52% binnen de senior managementgroep. Sinds 2016 monitoren we het aandeel van vrouwelijke managers in functies binnen business operations. In 2020 daalde het percentage vrouwen in die managementgroep licht tot 14,43%, tegenover 14,9% in 2019. Globaal is het licht gestegen ten opzichte van 14,27% in 2016.
Sedert 2016 monitoren we ook het percentage niet-Europese vertegenwoordiging in senior managementfuncties als een diversiteitsindicator. In 2020 steeg dit percentage naar 20,13%, tegenover 18,49% in 2019. Het totale percentage is geleidelijk gestegen in de afgelopen vijf jaar, van 16,67% in 2016 tot 20,13% in 2020.
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand | aantal | 6.980 | 704 | 964 | 4.049 | 622 | 13.319 |
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | 6.102 | 692 | 607 | 3.223 | 235 | 10.859 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen |
aantal | 878 | 12 | 357 | 826 | 387 | 2.460 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 4.808 | 529 | 454 | 2.567 | 147 | 8.505 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 1.294 | 163 | 153 | 656 | 88 | 2.354 |
| Voltijdsequivalent | aantal | 5.828,05 | 686,33 | 607,00 | 3.219,50 | 235,00 | 10.576 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand |
3,98 | 2,46 | 2,14 | 2,26 | 0,00 | 3,19 |
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand | aantal | 3.073 | 4.488 | 2.769 | 2.989 | 13.319 |
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | 3.073 | 3.761 | 2.769 | 1.256 | 10.859 |
| Personeelsbestand geassocieerde ondernemingen |
aantal | 727 | 1.733 | 2.460 | ||
| Mannelijke werknemers | aantal | 2.428 | 3.002 | 2.321 | 754 | 8.505 |
| Vrouwelijke werknemers aantal | 645 | 759 | 448 | 502 | 2.354 | |
| Voltijdsequivalent | aantal | 3.042,44 | 3.758,97 | 2.707,67 | 1.066,80 | 10.576 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand |
5,79 | 2,29 | 2,06 | 1,99 | 3,19 |
| Productiesites | O&O Technische centra |
Andere sites | Aantal werknemers |
|
|---|---|---|---|---|
| Europa | ||||
| Oostenrijk | 1 | - | - | 142 |
| België | 3 | 1 | 1 | 3.196 |
| Denemarken | 1 | 1 | - | 115 |
| 1 | 1 | - | 266 | |
| Frankrijk | 3 | - | 1 | 257 |
| Duitsland | 4 (1) | 3 | 1 | 1692 (331) |
| Ierland | (1) | - | - | (405) |
| Italië | - | - | 2 | 38 |
| Liechtenstein | 1 | 1 | - | 77 |
| Luxemburg | - | - | 1 | 10 |
| Nederland | - | - | 1 | 8 |
| Polen | 2 | - | 1 | 201 |
| Portugal | - | - | 1 | 6 |
| Rusland | - | - | 1 | 6 |
| Spanje | - | - | 1 | 5 |
| Zweden | 1 | - | (1) | 39 (1) |
| Verenigd Koninkrijk | 1 | (1) | 2 (1) | 44 (141) |
| AZIË/OCEANIË | ||||
| Australië | - | - | 1 | 7 |
| China | 4 (3) | 1 | 5 (1) | 1499 (813) |
| India | 1 | - | 2 | 88 |
| Japan | 2 | 3 | 2 (1) | 181 (9) |
| Filippijnen | 1 | - | - | 89 |
| Zuid-Korea | 3 | 2 | 1 | 1.170 |
| Taiwan | - | - | 2 | 26 |
| Thailand | 2 | - | 1 | 163 |
| Verenigde Arabische Emiraten | - | - | (1) | (4) |
| NOORD-AMERIKA | ||||
| Canada | 3 | - | - | 253 |
| Mexico | - | - | 1 | 1 |
| Verenigde Staten | 7 | 1 | 3 (1) | 438 (12) |
| ZUID-AMERIKA | - | |||
| Argentinië | 1 | - | - | 67 |
| Brazilië | 4 | 1 | - | 540 |
| Peru | (1) | - | - | (357) |
| AFRIKA | ||||
| Zuid-Afrika | 1 (1) | - | 1 | 235 (387) |
| TOTAAL | 47 (7) | 15 (1) | 32 (6) | 10,859 (2,460) |
De cijfers tussen haakjes zijn die voor de dochterondernemingen en joint ventures. Wanneer een site zowel productiefaciliteiten als kantoren heeft (bv. Hanau, Duitsland), wordt die alleen als productievestiging geclassificeerd. Sommige van onze productievestigingen en O&O-/technische centra bevinden zich op dezelfde site, maar worden afzonderlijk geteld.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand |
96,03 | 98,39 | 96,15 | 94,00 | 93,42 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/ werknemer |
41,49 | 45,33 | 43,10 | 48,73 | 36,33 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - mannen |
uren/ werknemer |
42,38 | 46,53 | 44,68 | 48,26 | 37,11 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - vrouwen |
uren/ werknemer |
38,28 | 41,01 | 37,29 | 50,48 | 33,49 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - kaderpersoneel |
uren/ werknemer |
41,03 | 38,54 | 37,59 | 43,01 | 26,98 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer - andere werknemerscategorieën |
uren/ werknemer |
41,52 | 46,44 | 42,94 | 49,51 | 38,62 |
| Vrijwillige vertrekkers - ratio |
% personeelsbestand |
4,10 | 5,03 | 7,18 | 5,99 | 4,2 |
| Vrijwillige vertrekkers - mannen |
aantal | 309 | 404 | 619 | 521 | 372 |
| Vrijwillige vertrekkers - vrouwen |
aantal | 97 | 70 | 110 | 126 | 86 |
Opleidingsuren: Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer voor alle soorten opleidingen (formeel, opleiding op de werkvloer, e-learning enz.) waarvoor het bedrijf ondersteuning biedt en die relevant zijn voor de business unit of het bedrijf. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het totale aantal werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.
Vrijwillige vertrekkers: Aantal werknemers dat het bedrijf uit vrije wil verlaat (exclusief pensionering en afloop van een overeenkomst van bepaalde duur). Dit cijfer heeft betrekking op de werknemers van de
GEMIDDELD AANTAL OPLEIDINGSUREN
PER WERKNEMER
VRIJWILLIGE VERTREKKERS – RATIO
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/ werknemer |
28,94 | 24,20 | 95,80 | 43,26 | 14,83 | 36,33 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand |
91,71 | 94,42 | 100,00 | 94,80 | 98,74 | 93,42 |
| Vrijwillige vertrekkers - ratio | % personeelsbestand |
1,77 | 5,29 | 1,65 | 9,25 | 0,84 | 4,20 |
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer |
uren/ werknemer |
32,73 | 40,11 | 38,45 | 28,32 | 36,33 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben |
% personeelsbestand |
97,84 | 92,43 | 89,10 | 95,40 | 93,42 |
| Vrijwillige vertrekkers - ratio |
% personeelsbestand |
4,22 | 6,72 | 1,73 | 1,76 | 4,20 |
In 2020 daalde het gemiddelde aantal opleidingsuren per werknemer tot 36,33 uur tegenover vorig jaar. In het algemeen werden de opleidingsuren vooral beïnvloed door COVID-19. Waar mogelijk werden de opleidingen anders georganiseerd: in kleinere groepen met inachtneming van de afstandsmaatregelen en online opleidingen. Een deel van de opleidingen werd uitgesteld of geannuleerd. Het aantal opleidingsuren daalde in alle regio's, behalve in de regio Zuid-Amerika, waar het in Brazilië steeg. Dat was voornamelijk te wijten aan een groot aantal opleidingsuren op de werkvloer voor werknemers die in sommige sites werden aangenomen, van functie veranderden of extra verantwoordelijkheden op zich namen. Het aantal uren opleiding op de werkvloer verschilt naargelang de functie, de complexiteit van de processen en de taken. De opleidingsuren voor 'leren op de werkvloer' worden niet in alle vestigingen consistent gevolgd of geregistreerd.
Uit de gegevens blijkt dat managers minder uren opleiding krijgen (26,98 uur) dan andere medewerkers (38,62 uur).
In 2020 had 93,42% van alle werknemers van volledig geconsolideerde bedrijven minstens één keer per jaar een evaluatiegesprek om hun ontwikkeling te bespreken.
Het percentage vrijwillige vertrekkers daalde van 5,99% in 2019 naar 4,20% in 2020. Het percentage daalde in alle regio's, maar we zien nog steeds grote regionale verschillen, met het hoogste percentage vrijwillige vertrekkers in Azië-Pacific (9,25%) en het laagste in Afrika (0,84%). Het hoge percentage vrijwillige vertrekkers in Azië-Pacific is niet uniek voor Umicore en kan worden verklaard door de zeer competitieve en veranderlijke arbeidsmarkt.
Van de 4,20% vrijwillige vertrekkers wereldwijd was 18,78% vrouwelijk, een daling tegenover 19,47% in 2019.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeels bestand |
69,41 | 65,41 | 64,49 | 65,60 | 66,38 |
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid Amerika |
Azië/ Oceanië |
Afrika | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeels bestand |
86,14 | 3,32 | 90,61 | 40,18 | 35,74 | 66,38 |
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeels bestand |
48,29 | 61,18 | 87,69 | 79,22 | 66,38 |
%
In totaal is 66,38% van de Umicore-werknemers lid van een vakbondsorganisatie en/of wordt over hun loonniveau onderhandeld via een collectieve overeenkomst. Regionaal zijn er duidelijke verschillen in de vakbondsvertegenwoordiging: die is het grootst in Zuid-Amerika en Europa en het kleinst in Noord-Amerika.
Umicore ondertekende in 2007 een Akkoord voor Duurzame Ontwikkeling met de Internationale vakbond IndustriALL, dat in 2015 en in 2019 telkens werd hernieuwd voor een periode van vier jaar. In dat akkoord verbindt Umicore zich tot een aantal principes, zoals het verbod op kinder- en dwangarbeid en de erkenning van het recht van zijn werknemers om zich te organiseren en om deel te nemen aan collectieve onderhandelingen.
Alle sites worden jaarlijks intern doorgelicht. Uit die doorlichting bleek dat geen enkele site van Umicore een specifiek risico liep op een inbreuk op een van de principes van dat akkoord.
Umicore heeft sinds 2011 een systematische interne rapportering voor de hele Groep betreffende het niet naleven van de gedragscode. In 2020 werden 35 gevallen gerapporteerd waarbij in totaal 45 werknemers betrokken waren. De genomen maatregelen varieerden van een waarschuwingsbrief tot ontslag.
De Group EHS Guidance Note (hierna "EHS Guidance Note") is het centrale EHS-beheersysteem van Umicore. Het beschrijft de vereisten en verwachtingen op het vlak van milieu, gezondheid en veiligheid voor de hele Groep. Het is gebaseerd op 'The Umicore Way' en biedt de business units en vestigingen een kader om het in de praktijk om te zetten. De structuur van de leidraad is consistent met de beheersystemen ISO 14001 en OHSAS 18001 en verwijst expliciet naar deze kaders. De EHS-leidraad vormt een basis voor het Corporate EHS-auditprogramma dat zich zowel richt op de naleving van de leidraad als op de naleving van de relevante lokale wet- en regelgeving op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. De business units (BU's) en de sites ontwikkelen een duidelijk actieplan voor de geïdentificeerde gebieden die voor verbetering vatbaar zijn en Corporate EHS volgt dit actieplan op om een correcte vooruitgang en tijdige voltooiing te garanderen.
Zoals bepaald in de EHS Guidance Note en in overeenstemming met de gedecentraliseerde organisatie van Umicore:
werkvergunningen en een lock out - tag out programma om werknemers of aannemers te beschermen die rond apparatuur werken tijdens reparatie- of onderhoudswerkzaamheden; enz.
Umicore heeft zich ook geëngageerd tot de gezondheid en veiligheid van de werknemers in het kader van de IndustriALL Global Framework Agreement.
Om het Globaal Kaderakkoord van IndustriALL van Umicore te raadplegen, zie: umicore.com/industriALL
Alle geconsolideerde industriële sites waarover Umicore operationele controle heeft, zijn opgenomen in het toepassingsgebied van de rapportering inzake gezondheid op het werk. In 2020 moesten volgens de interne rapporteringsprocedure van Umicore 56 sites hun gegevens inzake gezondheid op het werk rapporteren.
De informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op Umicore-werknemers. Ze bevat geen gegevens over de gezondheid op het werk bij onderaannemers. Meer informatie over het beleid van
Umicore inzake gezondheid op het werk vindt u in Management Approach(p. 72) en in bovenstaande nota S6.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd'1 |
% | 3,2 | 2,7 | 2,8 | 1,8 | 1,6 |
| Blootstellingsgraad lood (bloed) 2 |
% | 0,5 | 0,5 | 2,0 | 0,9 | 0,6 |
| Blootstellingsgraad arseen (urine) 2 |
% | 2,0 | 1,0 | 1,2 | 0,8 | 0,8 |
| Blootstellingsgraad kobalt (urine) 2 |
% | 9,0 | 6,0 | 5,0 | 3,4 | 2,7 |
| Blootstellingsgraad cadmium (urine) 2 |
% | 1,4 | 0,7 | 0,5 | 0,2 | 0,2 |
| Blootstellingsgraad nikkel (urine) 2 |
% | 2,0 | 1,4 | 2,6 | 1,8 | 2 |
| Blootstellingsgraad indium (bloed) 2 |
% | 11,3 | 14,2 | 2,8 | 1,9 | 1,6 |
| Mensen met platina overgevoeligheid |
aantal | 1 | 1 | 3 | 1 | 1 |
| Mensen met door lawaai veroorzaakt gehoorverlies |
aantal | 4 | 0 | 0 | 5 | 3 |
| Mensen met contactdermatitis |
aantal | 0 | 2 | 3 | 4 | 0 |
| Mensen met beroepsmatige asthma door andere producten |
aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Mensen met musculoskeletale aandoeningen |
aantal | 7 | 8 | 6 | 8 | 1 |
1 Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten dat de voor relevante gevaarlijke stoffen vastgestelde streefwaarde van Umicore overschrijdt, en het totale aantal monitoringresultaten.
2 De blootstellingsratio voor een specifiek metaal wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het aantal werknemers van wie het resultaat van de biologische monitoring de Umicore-streefwaarde voor dat specifieke metaal overschrijdt en het totale aantal werknemers dat aan dat metaal is blootgesteld. De streefwaarden van Umicore zijn gebaseerd op recente, collegiaal getoetste wetenschappelijke gegevens en worden regelmatig opnieuw geëvalueerd in de context van nieuw bewijsmateriaal.
Umicore had zich tot doel gesteld om tegen 2020 de biomarkers voor blootstelling aan de hierna vermelde metalen niet te overschrijden. De volgende drempelwaarden werden gedefinieerd:
Lood: 30 microgram per 100 ml bloed
Kobalt: 15 microgram per gram creatinine
Het aantal beroepsziekten is gelijk aan het aantal werknemers met een tijdens dit rapporteringsjaar voor het eerst gediagnosticeerde beroepsziekte of met werkgerelateerde symptomen.
Hoewel de COVID-19-pandemie enkele campagnes voor biologische monitoring in de eerste jaarhelft heeft vertraagd, werden alle werknemers tegen eind 2020 onderworpen aan een volledig programma zoals vereist door de interne gezondheidsrichtlijnen van Umicore.
In 2020 werden in totaal 7.406 biologische stalen afgenomen bij werknemers die op het werk worden blootgesteld aan een van de hogergenoemde metalen (behalve platinazouten). Het resultaat van 122 metingen lag boven de interne streefwaarde. Dat brengt de totale overschrijdingsgraad op 1,6%, wat vergelijkbaar is met de 1,8% in 2019. Een bedrijfsarts controleert regelmatig alle werknemers die beroepsmatig aan metalen worden blootgesteld overeenkomstig de voorschriften van regelgevende instanties en de interne gezondheidsrichtlijnen van Umicore.
Beroepsgebonden blootstelling aan lood is een potentieel gezondheidsrisico, vooral in de businessgroep Recycling. In totaal werd bij 8 van de 1.385 werknemers met beroepsgebonden blootstelling een hogere waarde dan de streefwaarde van 30 μg/100 ml gemeten. Dat bracht de overschrijdingsgraad voor de blootstelling aan lood op 0,6%, tegenover 0,9% in 2019.
De daling in overschrijdingen is het resultaat van aangehouden verbeterde hygiënemaatregelen op de werkplek in de loodraffinaderij van Hoboken (België, Recycling). De site verbeterde de ventilatiesystemen en instructies en trainingen leidden tot een betere naleving van de eisen inzake persoonlijke beschermingsmiddelen.
Beroepsmatige blootstelling aan arseen is mogelijk in de businessgroepen Energy & Surface Technologies en Recycling. In 2020 hadden 8 medewerkers of 0,8% van de 967 aan arseen blootgestelde werknemers te hoge bloedwaarden, dezelfde overschrijdingsgraad als in 2019.
Alle werknemers met beroepsgebonden blootstelling aan arseen worden onderworpen aan een medisch toezichtprogramma dat hun gezondheidstoestand van nabij volgt.
In totaal zijn 2.034 medewerkers beroepsmatig blootgesteld aan kobalt, voornamelijk in de businessgroep Energy & Surface Technologies. Het aantal werknemers dat de streefwaarde overschreed daalde verder tot 55, wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van 2,7%, een daling tegenover de 3,4% in 2019.
In de businessunit Rechargeable Battery Materials zagen we in 2020 een overschrijdingsgraad van 1,2%, dezelfde als in 2019.
Het aantal overschrijdingen in de businessunit Cobalt & Specialty Materials daalde van 11,1% in 2019 tot 10,5% in 2020.
De sites in Cheonan (Korea, Rechargeable Battery Materials) en Jiangmen (China, Rechargeable Battery Materials) hebben hun uitgebreid 'zero dust'-plan voortgezet. In het laatste kwartaal van 2020 kon de site in Cheonan een nuloverschrijding tijdens de biologische monitoring melden. Dit 'zero dust'-programma focust op verbeteringen van de uitrusting en het gedrag van de werknemers. Concrete maatregelen omvatten bewustmakingsprogramma's, regelmatige campagnes voor industriële hygiëne, uitstekende orde en netheid en een beter onderhoud van kritieke installaties.
De businessunit Cobalt & Specialty Materials blijft zijn stofbestrijdingsprogramma verder ontwikkelen met de nadruk op technische verbeteringen, inkapseling van uitrusting, verbeterde ventilatiesystemen en een strikte toepassing van de procedures voor persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder ademhalingsmaskerpastests voor elke blootgestelde werknemer. Hoewel er de afgelopen jaren vooruitgang is geboekt, blijven de sites in Olen (België, Energy & Surface Technologies), Fort Saskatchewan (Canada, Energy & Surface Technologies) en Grenoble (Frankrijk, Energy & Surface Technologies) de hoogste overschrijdingsgraden melden.
De businessunits Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials hebben voor de aan kobalt blootgestelde werknemers het gezondheidsbeleid voor kobalt van Umicore geïmplementeerd, met biologische monitoring en medisch toezicht. Voor de site in Jiangmen (China, Energy & Surface Technologies) werd medisch personeel aangeworven voor het nieuwe centrum voor gezondheid op het werk en werd een programma voor kobaltgerelateerde gezondheid en hygiëne in overeenstemming met de interne richtlijnen van Umicore en met de Chinese regelgevende voorschriften ingevoerd.
Beroepsgebonden blootstelling aan cadmium vormt een potentieel gezondheidsrisico in de businessgroepen Energy & Surface Technologies en Recycling. Cadmium in de urine is een uitstekende biomarker voor de totale blootstelling. In 2020 waren in totaal 449 werknemers beroepsmatig blootgesteld aan cadmium.
Bij slechts 1 medewerker werd een cadmiumgehalte in urine gemeten dat boven de streefwaarde lag. Het resultaat was een overschrijdingsgraad van 0,2%, precies zoals in 2019.
De businessgroepen Energy & Surface Technologies en Recycling kennen een beroepsgebonden blootstelling aan nikkel. In 2020 ging het in totaal om 2.380 werknemers. In 2020 werd bij 47 van de blootgestelde werknemers de streefwaarde overschreden, wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van 2,0% tegenover 1,8% in 2019.
In de businessunit Rechargeable Battery Materials stegen de overschrijdingen van 0,9% in 2019 tot 2,4% in 2020, voornamelijk door een toegenomen blootstelling in de site in Jiangmen (China, Energy & Surface Technologies). Het aantal overschrijdingen steeg door de grotere productievolumes en een verminderde naleving van het beleid inzake persoonlijke beschermingsmiddelen op de site. De site intensiveert haar opleidingsprogramma's voor nieuwkomers en blijft investeren in technische verbeteringen.
Het aantal overschrijdingen in de businessunit Cobalt & Specialty Materials daalde aanzienlijk van 12,2% in 2019 tot 5,5% in 2020. De sluiting van de site in Wickliffe (VS, Energy & Surface Technologies) heeft in grote mate bijgedragen tot die daling, maar de stofbestrijdingsprogramma's in de sites in Subic (Filippijnen, Energy & Surface Technologies) hebben de trend nog versterkt.
De businessunits Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials hebben voor de aan nikkel blootgestelde werknemers het gezondheidsbeleid voor nikkel van Umicore geïmplementeerd, met biologische monitoring en medisch toezicht. Voor de site in Jiangmen (China, Energy & Surface Technologies) werd medisch personeel aangeworven voor het nieuwe centrum voor gezondheid op het werk en werd een programma voor nikkelgerelateerde gezondheid en hygiëne in overeenstemming met de interne richtlijnen van Umicore en met de Chinese regelgevende voorschriften ingevoerd.
De businessgroep Energy & Surface Technologies kent een blootstelling aan indium. Indium in het plasma is een uitstekende biomarker voor de totale blootstelling.
In 2020 werden 191 werknemers blootgesteld aan indium. Drie werknemers hadden een te hoge waarde voor indium in het plasma op de site in Balzers (Liechtenstein, Energy & Surface Technologies), wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van 1,6% tegenover 1,9% in 2019. Al die werknemers werden in het verleden of momenteel blootgesteld in de werkplaats voor verbindingen. De werkomstandigheden daar zijn verbeterd en er werd een uitgebreid programma voor medisch toezicht geïmplementeerd in overeenstemming met de richtlijnen van Umicore voor gezondheid op het werk.
In de businessgroepen Catalysis en Recycling worden werknemers blootgesteld aan platinazouten.
In 2020 noteerden we 1 nieuwe diagnose van een werknemer met een overgevoeligheid aan platinazouten op de site in Hoboken (België, Recycling). De werknemer is niet langer actief op de werkplek. Alle aan platinazouten blootgestelde werknemers worden opgevolgd via een programma voor gezondheid op het werk in het kader van een gezondheidsrichtlijn van Umicore en worden regelmatig getest op overgevoeligheid voor platinazouten.
In 2020 kreeg 1 werknemer een spier- en skeletaandoening als gevolg van zijn beroep. Drie medewerkers ontwikkelden lawaaidoofheid. Alle betrokkenen worden opgevolgd door een arbeidsgeneesheer.
Umicore had de voorbije jaren te maken met verschillende burn-outgevallen met langdurige afwezigheid tot gevolg, met een impact op het individu én de organisatie. De Umicore-sites in België hebben hun programma voortgezet dat bestaat uit elementaire preventie van burn-out, vroegtijdige herkenning van symptomen en ondersteuning bij casemanagement. Concrete acties omvatten onder meer bewustmakingscampagnes via folders, e-learning, workshops, opleidingen voor supervisors en managers en individuele coaching bij burn-outsymptomen. Vergelijkbare programma's werden geïmplementeerd in Umicore-sites in andere landen, zoals Duitsland.
Tijdens de lockdownperiodes omwille van de pandemie moesten veel kantoormedewerkers gedurende langere periodes van thuis uit werken. Veel sites hebben maatregelen genomen om het welzijn van hun werknemers te waarborgen. Die maatregelen omvatten regelmatige virtuele contacten tussen teamleden, folders op het intranet met tips en tricks om het thuiswerk te organiseren, online sociale evenementen enz.
Voor 2020 zijn 92 geconsolideerde sites, waarvan 58 industriële, opgenomen in de veiligheidsrapportering. In dat cijfer zijn ook commerciële kantoren opgenomen.
Meer informatie over het veiligheidsbeleid van Umicore vindt u in de overeenkomstige sectie van Algemene managementaanpak(p. 72) en in bovenstaande noot S6.
De informatie van Umicore in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op de werknemers van Umicore. Gegevens over de arbeidsveiligheid bij onderaannemers worden afzonderlijk gerapporteerd. Umicore streeft naar een ongevalvrije werkplek.
| eenheid | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Dodelijke ongevallen | aantal | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Dodelijke ongevallen onderaannemers |
aantal | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 |
| Ongevallen met werkverlet |
aantal | 59 | 51 | 61 | 90 | 49 |
| Ongevallen met werkverlet onderaannemers |
aantal | 15 | 22 | 21 | 25 | 17 |
| Frequentiegraad | 3,34 | 3,01 | 3,36 | 4,6 | 2,5 | |
| Aantal verloren kalenderdagen |
aantal | 9.848 | 1.590 | 1.830 | 3.893 | 9.176 |
| Ernstgraad | 0,56 | 0,09 | 0,10 | 0,2 | 0,5 | |
| Registreerbare ongevallen zonder werkverlet |
aantal | 127 | 138 | 158 | 158 | 119 |
| Frequentiegraad RI | 6,78 | 8,15 | 8,70 | 8,07 | 6,13 | |
| Verhouding aantal sites zonder LTA/ totaal aantal rapporterende sites |
% | 84 | 84 | 84 | 83 | 83 |
| OHSAS 18001 gercertifieerde sites |
% | 41,7 | 51,0 | 51,9 | 52,6 | 54,4 |
Werknemer van Umicore: iemand die deel uitmaakt van het totale personeelsbestand van Umicore. Een werknemer van Umicore kan een voltijdse, deeltijdse of tijdelijke werknemer zijn
Onderaannemer: iemand die geen deel uitmaakt van het totale personeelsbestand van Umicore en die diensten verleent aan Umicore op een van zijn sites volgens contractuele voorwaarden
Dodelijk ongeval: een werkgerelateerd ongeval met dodelijke afloop
Ongeval met werkverlet: een werkgerelateerd ongeval waarbij de werknemer niet kan werken gedurende meer dan één ploegendienst
Registreerbaar letsel: een werkgerelateerd letsel dat leidt tot meer dan één eerstehulpbehandeling of tot een aangepast werkprogramma, met uitzondering van ongevallen met werkverlet
Frequentiegraad: aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren
Ernstgraad: aantal verloren kalenderdagen als gevolg van een ongeval met werkverlet per duizend gewerkte uren. Ongevallen op de weg van en naar het werk zijn niet opgenomen in de veiligheidsgegevens
| eenheid | Europa | Noord Amerika |
Zuid-Amerika | Azië/Oceanië | Afrika | Umicore Group |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Ongevallen aantal met |
38 | 4 | 1 | 6 | 0 | 49 |
| werkverlet |
| eenheid | Catalysis | Energy & Surface Technologies |
Recycling | Corporate | Umicore Group |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Dodelijke ongevallen | aantal | 0 | 1 | 0 | 0 | 1 |
| Ongevallen met werkverlet |
aantal | 7 | 8 | 34 | 0 | 49 |
| Verloren kalenderdagen | aantal | 82 | 7.768 | 1.326 | 0 | 9.176 |
Uit een gevoeligheidsanalyse van de veiligheidscijfers bleek dat de lockdownperiodes geen significante verandering veroorzaakten in het aantal blootstellingsuren, een indicator die wordt gebruikt voor de berekening van zowel de frequentie- als de ernstgraad van de Groep.
In 2020 werden 49 ongevallen met werkverlet genoteerd, een daling ten opzichte van de 90 in 2019. Dat resulteerde in een lagere frequentiegraad van 2,52 in vergelijking met 4,62 in 2019.
Alle voldoening die we hadden kunnen putten uit het lagere aantal ongevallen met werkverlet werd tenietgedaan door het dodelijke ongeval op de site in Subic (Filippijnen, Energy & Surface Materials). Een werknemer raakte ernstig gewond bij het besturen van een vorkheftruck. Hij werd naar het ziekenhuis overgebracht voor een spoedoperatie, maar bezweek een week later aan zijn verwondingen. Er werden onmiddellijk maatregelen genomen om dit soort vorkheftruckhantering te voorkomen en er werd een wereldwijde veiligheidswaarschuwing naar alle businessunits gestuurd met duidelijke instructies en termijnen voor de implementatie van een gedetailleerd verbeteringsplan voor aangedreven vorkheftrucks, stationaire machines en apparatuur.
In totaal gingen 9.176 kalenderdagen verloren door ongevallen met werkverlet, inclusief de 7.500 standaard dagen werkverlet na het dodelijke ongeval. Dat vertaalt zich in een ernstgraad van 0,47, meer dan dubbel zo hoog als in 2019.
Er werden 119 registreerbare letsels opgetekend, een daling ten opzichte van de 158 in 2019. De frequentiegraad voor registreerbare letsels bedroeg 6,13 in 2020 tegenover 8,07 in 2019. Er werden 17 ongevallen met werkverlet geregistreerd voor onderaannemers, tegenover 25 in 2019.
In 2020 werkte 83% van de rapporterende sites die doorheen het jaar operationeel waren zonder ongeval met werkverlet. 54,4% van de sites heeft het OHSAS 18001-certificaat (beheersysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk).
38 ongevallen met werkverlet, of 77% van de ongevallen met werkverlet, gebeurden in Europa. 28 daarvan gebeurden op Belgische sites en 6 op Duitse sites. Op de sites in Azië-Pacific werden 6 ongevallen gerapporteerd. Er vonden 4 ongevallen met werkverlet plaats in Noord-Amerikaanse sites en 1 in een Zuid-Amerikaanse site.
Tijdens de eerste jaarhelft (1 januari tot 30 juni) registreerde Umicore slechts 14 ongevallen met werkverlet. We denken dat de COVID-19-pandemie er mogelijk toe heeft geleid dat alle werknemers de omstandigheden op de werkplek nauwlettender in het oog houden om zichzelf en hun collega's te beschermen tegen besmetting op de werkplek. Bovendien heeft een consequente en meer coachende communicatiestijl over de door de sites te nemen gezondheids- en hygiënemaatregelen mogelijk ook bijgedragen tot een groter risicobewustzijn.
In 2020 registreerde de businessgroep Catalysis 7 ongevallen met werkverlet, vergeleken met 11 in 2019. Na een bevraging over de veiligheidscultuur eind 2019 heeft de businessunit Automotive Catalysts in verschillende van zijn sites extra acties geïmplementeerd in verband met veiligheidsgedrag, waaronder risicocompetentieprojecten. Alle productiesites van Automotive Catalysts moeten gecertificeerd zijn volgens het ISO 45001- of het OHSAS 18001-beheersysteem. Op het einde van het jaar was de site in Tsukuba (Japan) meer dan 10 jaar vrij van ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij
werknemers van Umicore en ongevallen met werkverlet bij onderaannemers op de site. De sites in Port Elizabeth (Zuid-Afrika), Himeji (Japan) en Rayong (Thailand) waren 5 jaar vrij van ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij personeel van Umicore en ongevallen met werkverlet bij onderaannemers op de site. Op de sites in Auburn Hills (VS), Karlskoga (Zweden), Shirwal (India) en Tokoname (Japan) werd gedurende meer dan 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels vastgesteld bij Umicore-werknemers, en was er evenmin sprake van een ongeval met werkverlet bij onderaannemers.
De businessgroep Energy & Surface Technologies registreerde 8 ongevallen met werkverlet, tegenover 14 in 2019. De sites hebben hun veiligheidsacties verder opgezet rond 3 hoofdpijlers: 'mensen', 'machines' en 'methoden'. Op het einde van het jaar werden de sites in Dundee (VK) en Tsukuba (Japan) erkend voor hun uitmuntende en aanhoudende veiligheidsprestaties, met meer dan 10 jaar zonder ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij Umicore-werknemers of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers. Balzers (Liechtenstein) werkte meer dan 5 jaar zonder ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers. De sites in Manaus (Brazilië), Hsinchu Hsien (Taiwan), La Vergne en Quapaw (VS) werkten meer dan 3 jaar zonder ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of ongevallen met werkverlet bij onderaannemers.
De businessgroep Recycling noteerde 34 ongevallen met werkverlet, vergeleken met 62 in 2019. De site in Hoboken (België, Recycling) registreerde 27 ongevallen met werkverlet, tegenover 57 in 2019. De sites hebben de implementatie van hun actieplan 'Safety @ Precious Metals Refining' voortgezet onder leiding van een seniormanagementstuurcomité. In 2020 heeft de site, naast andere maatregelen, de veiligheidsobservatierondes door alle managers en supervisors opgevoerd. Op het einde van het jaar hadden de site in Markham (Canada) en de UMS-site in Bangkok (Thailand) 3 jaar lang gewerkt zonder enig ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij personeel van Umicore en zonder ongevallen met werkverlet bij onderaannemers op de site.
Er gebeurden geen ongevallen met werkverlet bij de algemene diensten en corporate offices, met inbegrip van Corporate Research & Development.
Umicore is zijn wereldwijde veiligheidsstrategie en -acties aan het herzien onder leiding van een nieuw aangestelde Group Safety Director.
De activiteiten rond procesveiligheid van de Groep focusten in 2020 op de uitvoering van procesrisicobeoordelingen om ervoor te zorgen dat al onze processen binnen de aanvaardbare risicozone blijven. Tegen het einde van het jaar onderging meer dan 70% van de productieprocessen een specifieke beoordeling van de procesgevaren en -risico's volgens de normen van Umicore, tegenover 60% in 2019. De gedetailleerde tijdlijn voor de voltooiing van de overblijvende beoordelingen in de loop van de volgende jaren werd herzien, waarbij de processen met een hoog risicoprofiel voorrang kregen.
Omwille van de reis- en contactbeperkingen door COVID-19 in 2020 werd er een alternatief auditprogramma op afstand opgezet met audits van de naleving van de procesveiligheid en een kwaliteitsevaluatie van de procesrisicobeoordelingen.
Umicore zette in 2020 zijn opleidingsprogramma voor procesveiligheid voort met online HAZOPleadertrainingssessies en webinars over waterstofveiligheid.
Na een ernstig brandincident in de productiesite in Hoboken is in samenwerking met onafhankelijke brandrisicodeskundigen en de brandverzekeringsmaatschappij een brandinvesteringsplan opgesteld. De site heeft in nauwe samenwerking met de plaatselijke overheden de brandinspecties en de noodplannen geïntensiveerd.
Het jaarverslag van Umicore bevat een uitgebreid en geïntegreerd overzicht van onze economische, financiële, sociale, waardeketengerelateerde en milieuprestaties in 2019.
Dit verslag bestaat uit twee delen: een jaarlijks overzicht van de belangrijkste aspecten van onze prestaties met betrekking tot onze Horizon 2020-strategie, gevolgd door de volledige economische, financiële, waardeketen, sociale, milieu- en bestuursverklaringen en toelichtingen. Alle elementen van het jaarverslag kunnen geraadpleegd worden op annualreport.umicore.com.
Een van de belangrijkste doelstellingen van dit jaarverslag bestaat erin een overzicht te geven van Umicore's geïntegreerde strategische benadering die onze economische, sociale, waardeketengerelateerde en milieudoelstellingen verbindt. Dit verslag verfijnt de benadering van elementen uit het International Integrated Reporting Framework dat door de International Integrated Reporting Council werd ontwikkeld. Dit houdt een uitgebreidere bekendmaking en bespreking in van de materiële factoren die onze activiteiten beïnvloeden en de risico's en opportuniteiten die gepaard gaan met onze Horizon 2020-strategie.
Umicore heeft haar bedrijfsrapportering afgestemd op de niet-financiële rapporteringsvereisten van artikel 3:32, §2 van het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Dit jaarverslag heeft betrekking op onze activiteiten in het boek- en kalenderjaar 2019 en rapporteert over de vooruitgang op weg naar onze Horizon 2020-doelstellingen. Het deel van het verslag met de verklaringen bevat alle doelstellingen en een korte beschrijving van de methodologie die voor alle prestatie-indicatoren werd toegepast. Waar data voorhanden zijn, worden vergelijkende prestatieindicatoren gerapporteerd over een periode van 5 jaar.
De economische reikwijdte van dit verslag omvat alle volledig geconsolideerde activiteiten en de financiële bijdragen van alle geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
De sociale en milieu-elementen van het verslag zijn beperkt tot alle volledig geconsolideerde entiteiten. Elke afwijking van die reikwijdte wordt in het overeenkomstige hoofdstuk of in de toelichting in het verslag uitgelegd.
De economische en financiële gegevens worden verzameld via ons financiële beheer-en consolidatieproces. De milieu- en sociale gegevens worden verzameld via milieu- en sociale datamanagementsystemen en samen met de economische en financiële gegevens geïntegreerd in een centrale rapporteringstool.
Dit verslag werd onafhankelijk gecontroleerd door PwC Bedrijfsrevisoren/Reviseurs d'Entreprises (PwC).
De audit van de financiële informatie door PwC is gebaseerd op de volledige IFRS geconsolideerde financiële rekeningen waarover PwC een goedkeurend oordeel heeft uitgesproken. Deze volledige IFRS geconsolideerde financiële rekeningen en het verslag van de bedrijfsrevisor werden in het verslag opgenomen in de financiële toelichtingen(p. 109) en de Betrouwbaarheidsverklaringen(p. 223). De sociale, waardeketengerelateerde en milieu-informatie in dit document is samengesteld op basis van dezelfde erkennings- en meetprincipes die gebruikt werden voor de sociale(p. 206), waardeketen(p. 188)- en milieuverklaringen(p. 195). Het onafhankelijke auditverslag van PwC over de sociale, over de sociale, waardeketen- en milieuverklaringen vindt u in de Betrouwbaarheidsverlaringen(p. 223).
Dit verslag werd opgesteld volgens de GRI Standards: Core option. Een volledige GRI-index vindt u hier(p. 220). Het GRI (Global Reporting Initiative) is een netwerkgebaseerde organisatie die 's werelds meest gebruikte duurzaamheidsrapporteringskader in het leven riep.
Umicore wil haar rapportering verbeteren met een permanent proces van betrokkenheid van en dialoog met haar belanghebbenden. De belangrijkste sociale elementen van het verslag worden aan de internationale vakbonden voorgelegd tijdens het gezamenlijke monitoringcomité in maart. Het volledige document wordt aan de aandeelhouders gepresenteerd op de jaarlijkse algemene vergadering eind april.
Umicore verbindt zich er ook toe om in de opeenvolgende rapporteringscycli rekening te houden met alle verbeterpunten die de bedrijfsrevisor (PwC) aanbeveelt. Algemene feedback van lezers wordt aangemoedigd in de gedrukte en de online versies van het verslag. De feedback over vorige verslagen werd in acht genomen bij de voorbereiding van dit verslag.
Om uw feedback over dit rapport te geven, ga naar: UMICORE.COM/AR-FEEDBACK
Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
| VERWIJZING NAAR GRI NORMEN |
DISCLOSURE | VERWIJZING NAAR PAGINA IN JAARVERSLAG 2020 |
|---|---|---|
| GRI 102: ALGEMENE INFORMATIEVERSCHAFFING | ||
| ORGANISATIEPROFIEL | ||
| 102-1 | Naam van de organisatie | Omslag |
| 102-2 | Activiteiten, merken, producten en diensten | Over ons(p. 3);Umicore in een oogopslag(p. 5); Bedrijfsmodel(p. 10) |
| 102-3 | Locatie van het hoofdkantoor | Binnenomslag achterkant; achterkant |
| 102-4 | Plaats van handeling | Umicore in een oogopslag(p. 5); Sociale verklaringen: S2(p. 208); |
| 102-5 | Eigendom en rechtsvorm | Binnenomslag achterkant |
| 102-6 | Markten | Over ons(p. 3); Umicore in een oogopslag(p. 5); Economisch overzicht(p. 29) |
| 102-7 | Omvang van de organisatie | Umicore in een oogopslag(p. 5); Sociale verklaringen: S2(p. 208); Financiële toelichtingen: geconsolideerde balans(p. 112) |
| 102-8 | Informatie over werknemers en andere werknemers |
Sociale verklaringen: S2(p. 206) |
| 102-9 | Toeleveringsketen | Waardeketen en maatschappij,(p. 39)Verklaringen waardeketen: V2-V4(p. 189) |
| 102-10 | Significante veranderingen in de organisatie en haar toeleveringsketen |
Economisch overzicht(p. 29), Verklaringen waardeketen: V4(p. 192) |
| 102-11 | Voorzorgsbeginsel of -benadering | Risicobeheer en interne controle(p. 76); Voornaamste risico's & opportuniteiten(p. 78) |
| 102-12 | Externe initiatieven | COSO; OECD Guidelines; ILO Human Rights; SRI, FTSE; PACI; GRI; IIRC |
| 102-13 | Lidmaatschap van verenigingen | Relaties met belanghebbenden(p. 16) |
| STRATEGIE | ||
| 102-14 | Een verklaring van de hoogste besluitvormer van de organisatie |
Terugblik door de CEO en voorzitter(p. 13) |
| 102-15 | Belangrijkste gevolgen, risico's en mogelijkheden |
Voornaamste risico's & opportuniteiten(p. 78) |
| ETHIEK EN INTEGRITEIT | ||
| 102-16 | Waarden, beginselen, normen en gedragsnormen |
The Umicore Way; Gedragscode; Risicobeheer en interne controle(p. 76); Relaties met belanghebbenden(p. 16); Verklaring deugdelijk bestuur: G1,G9(p. 88); Sociale verklaringen: S5(p. 206) |
| 102-17 | Mechanismen voor advies en bezorgdheid over ethische kwesties |
Gedragscode; Sociale verklaringen: S5(p. 212) |
| GOVERNANCE | ||
| 102-18 | Bestuursstructuur | Verklaring deugdelijk bestuur: G2, G4, G5(p. 208); Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-19 | Delegeren van bevoegdheden | Algemene managementaanpak(p. 72) |
|---|---|---|
| 102-20 | Verantwoordelijkheid op directieniveau voor economische, milieu-, en sociale en maatschappelijke onderwerpen |
Directieraad;(p. 66)Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-21 | Raadplegen van belanghebbenden over economische, milieu-, en sociale en maatschappelijke onderwerpen |
Relaties met belanghebbenden(p. 16); Materialiteit(p. 22) |
| 102-22 | Samenstelling van het hoogste bestuurslichaam en zijn comités |
Raad van toezicht;(p. 61)Verklaring deugdelijk bestuur: G2(p. 88) |
| 102-23 | Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan | Raad van toezicht;(p. 61)Verklaring deugdelijk bestuur: G2(p. 88) |
| 102-24 | Benoeming en selectie van het hoogste bestuursorgaan |
Verklaring deugdelijk bestuur: G4(p. 87) |
| 102-25 | Belangenconflicten | Verklaringen deugdelijk bestuur: G7, G9-G11(p. 93); Charter inzake deugdelijk bestuur; Gedragscode |
| 102-26 | De rol van het hoogste bestuursorgaan bij het bepalen van doelstellingen, waarden en strategie |
Verklaring deugdelijk bestuur: G2(p. 88) |
| 102-27 | Collectieve kennis van het hoogste bestuursorgaan |
Verklaring deugdelijk bestuur: G4(p. 89) |
| 102-28 | Evaluatie van de prestaties van het hoogste bestuursorgaan |
Verklaring deugdelijk bestuur: G4(p. 89) |
| 102-29 | vaststellen en beheren van economische, milieu-, en sociale en maatschappelijke effecten |
Relaties met belanghebbenden(p. 16)Materialiteit; (p. 22)Risicobeheer en interne controle(p. 76); Voornaamste risico's & opportuniteiten;(p. 78)Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-30 | Doeltreffendheid van risicobeheersprocessen | Risicobeheer en interne controle(p. 76) |
| 102-31 | Bespreking van economische, milieu-, en sociale en maatschappelijke onderwerpen |
Voornaamste risico's & opportuniteiten;(p. 78); Algemene managementaanpak(p. 72);Verklaring deugdelijk bestuur: G4(p. 89) |
| 102-32 | Rol van het hoogste bestuursorgaan bij duurzaamheidsverslaglegging |
Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-33 | Kritieke punten van zorg meedelen | Relaties met belanghebbenden(p. 16); Verklaringen deugdelijk bestuur: G1, G3, G9, G10, G11;(p. 87)Corporate Governance Charter; Gedragscode |
| 102-34 | Aard en totaal aantal kritische punten van zorg niet gerapporteerd | |
| 102-35 | Beloningsbeleid | Remuneratieverslag(p. 94); Corporate Governance Charter; Gedragscode |
| 102-36 | Proces voor de vaststelling van de bezoldiging | Remuneratieverslag(p. 94); Corporate Governance Charter; Gedragscode |
|---|---|---|
| 102-37 | Betrokkenheid van de belanghebbenden bij de beloning |
Remuneratieverslag(p. 94); Corporate Governance Charter; Gedragscode |
| 102-38 | Jaarlijkse totale vergoedingsratio | niet gerapporteerd |
| 102-39 | Procentuele toename van de jaarlijkse totale vergoedingsratio |
niet gerapporteerd |
| RELATIES MET BELANGHEBBENDEN | ||
| 102-40 | Lijst van groepen belanghebbenden | Relaties met belanghebbenden(p. 16) |
| 102-41 | Collectieve arbeidsovereenkomsten | Sociale verklaringen: S4 |
| 102-42 | Identificeren en selecteren van belanghebbenden |
Relaties met belanghebbenden(p. 16) |
| 102-43 | Benadering van de Relaties met belanghebbenden |
Relaties met belanghebbenden(p. 16) |
| 102-44 | Belangrijkste onderwerpen en punten van zorg Relaties met belanghebbenden(p. 16)Materialiteit;(p. 22) | |
| RAPPORTAGEMETHODE | ||
| 102-45 | Entiteiten opgenomen in de geconsolideerde financiële toelichtingen |
Over ons(p. 3); Umicore in een oogopslag(p. 5); Prestatie(p. 28); Verklaring deugdelijk bestuur: G2(p. 88); Financiële toelichtingen: F5, F17(p. 133) |
| 102-46 | Bepalen van de inhoud van het verslag en de afbakening van het onderwerp |
Materialiteit;(p. 22)Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-47 | Lijst van materiële onderwerpen | Materialiteit;(p. 22)Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 102-48 | Herformulering van informatie | Algemene managementaanpak(p. 72); Milieuverklaringen: E1(p. 196); Sociale verklaringen: S1, S5, S8;(p. 207)Verklaringen waardeketen: V4(p.192); Over dit verslag(p. 219) |
| 102-49 | Wijzigingen in de verslaglegging | Over ons(p. 3);Umicore in een oogopslag(p. 5); Milieuverklaringen: E1, E2, E3;(p. 196)Verklaringen waardeketen: V1, V2, V4(p. 189); Over dit verslag(p. 219) |
| 102-50 | Verslagperiode | Voorzijde omslag; Binnenomslag omslag; Over dit verslag(p. 219) |
| 102-51 | Datum van het meest recente verslag | Jaarverslag website |
| 102-52 | Verslagleggingscyclus | Voorzijde omslag; Binnenomslag omslag; Jaarverslag website |
| 102-53 | Contactpunt voor vragen over het verslag | Binnenomslag achterflap; [email protected] |
| 102-54 | Aanspraken op verslaglegging in overeenstemming met de GRI-normen |
Binnenomslag omslag; Over dit verslag(p. 219) |
| 102-55 | GRI-inhoudsindex | Deze sectie; Over dit verslag(p. 219) |
| 102-56 | Externe assurance | Betrouwbaarheidsverklaringen |
| GRI 103: ALGEMENE MANAGEMENTAANPAK | ||
| 103-1 | Uitleg van het materiaalonderwerp en de afbakening ervan |
Materialiteit(p. 22);Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 103-2 | De Algemene managementaanpak en de onderdelen daarvan |
Algemene managementaanpak(p. 72) |
| 103-3 | Evaluatie van de Algemene managementaanpak |
Algemene managementaanpak(p. 72) |
|---|---|---|
| GRI 201: ECONOMISCHE PRESTATIES | ||
| 201-1 | Directe economische waarde gegenereerd en gedistribueerd |
Umicore in een oogopslag;(p. 5)Relaties met belanghebbenden(p. 16); Verdeling van de economische meerwaarde(p. 108); Financiële toelichtingen: F8, F9, F39(p. 139); Kerncijfers(p. 230) |
| 201-3 | Verplichtingen uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen en andere pensioenregelingen |
Financiële toelichtingen: F27(p. 162) |
| 201-4 | Van de overheid ontvangen financiële steun | Geconsolideerde kasstromentabel(p. 114) |
| GRI 202: MARKTAANWEZIGHEID | ||
| 202-2 | Percentage van het hoger management dat afkomstig is uit de plaatselijke gemeenschap |
Soortgelijke reikwijdte als in de sociale verklaringen: S2(p. 206) |
| GRI 203: INDIRECTE ECONOMISCHE EFFECTEN | ||
| 203-1 | Ondersteunde infrastructuurinvesteringen en diensten |
Relaties met belanghebbenden;(p. 16)Milieuverklaringen: E7;(p. 195)Verklaringen waardeketen: V5(p. 188); Kerncijfers(p. 230) |
| GRI 205: CORRUPTIEBESTRIJDING | ||
| 205-1 | Activiteiten beoordeeld op corruptierisico's | Risicobeheer en interne controle(p. 76) |
| 205-2 | Communicatie en opleiding over anticorruptiebeleid en -procedures |
Alle werknemers krijgen een informele opleiding over de gedragscode wanneer zij in dienst treden van het bedrijf |
| GRI 206: ANTI-CONCURREREND GEDRAG | ||
| 206-1 | Juridische acties wegens concurrentiebeperkend gedrag, antitrust- en monopoliepraktijken |
Financiële toelichtingen: F36(p. 182) |
| GRI 301: MATERIALEN | ||
| 301-2 | Gebruikte gerecycleerde grondstoffen | Umicore in een oogopslag;(p. 5)Verklaringen waardeketen: V4(p. 192) |
| GRI 302: ENERGIE | ||
| 302-1 | Energieverbruik binnen de organisatie | Milieuverklaringen: E4(p. 200) |
| 302-3 | Energie-intensiteit | Milieuverklaringen: E4(p. 200) |
| 302-4 | Vermindering van het energieverbruik | Milieuverklaringen: E4(p. 200) |
| GRI 305: EMISSIES | ||
| 305-1 | Directe broeikasgasemissies, categorie 1 | Milieuverklaringen: E3(p. 199) |
| 305-2 | Indirecte broeikasgasemissies van energie Scope 2 |
Milieuverklaringen: E3(p. 199) |
| 305-7 | Stikstofoxiden NOx, zwaveloxiden SOx, en andere significante luchtemissies |
Milieuverklaringen: E2(p. 196) |
| GRI 308: MILIEUBEOORDELING VAN LEVERANCIERS | GRI 408: KINDERARBEID | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 308-2 | Negatieve milieueffecten in de toeleveringsketen en genomen maatregelen |
Waardeketen en maatschappij,(p. 39)Verklaringen waardeketen: V2-V4(p. 189) |
408-1 | Activiteiten en leveranciers die een aanzienlijk risico lopen op gevallen van kinderarbeid |
Met dit element wordt rekening gehouden in het kader van de doelstelling "Duurzame bevoorrading"; |
||||
| GRI 401: WERKGELEGENHEID | zie Waardeketen en maatschappij, "Verklaringen waardeketen": V2-V4; Zorgen voor duurzame |
||||||||
| 401-1 | Aanwerving van nieuw personeel | Umicore in een oogopslag;(p. 5) Aantrekkelijke werkplek;Sociale verklaringen: S2, S3;(p. 208)Kerncijfers(p. 230) |
kobaltsourcing online casestudy | ||||||
| en personeelsverloop | GRI 409: GEDWONGEN OF VERPLICHTE ARBEID | ||||||||
| GRI 403: GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK | 409-1 | Activiteiten en leveranciers die een aanzienlijk | Met dit element wordt rekening gehouden in het | ||||||
| 403-1 | Systeem voor het beheer van gezondheid en veiligheid op het werk |
Algemene managementaanpak-sociale prestaties(p. 75); Gezondheid en veiligheid;(p. 213)Risicobeheer en interne controle(p. 76);Sociale verklaringen S6, S7, S8, S9(p. 213); Mondiale raamovereenkomst inzake duurzame |
risico lopen op gevallen van gedwongen of verplichte arbeid |
kader van de doelstelling "Duurzame bevoorrading"; zie Waardeketen en maatschappij, "Verklaringen waardeketen": V2-V4; Zorgen voor duurzame kobaltsourcing online casestudy |
|||||
| ontwikkeling; EcoVadis CSR Scorecard | GRI 414: SOCIALE BEOORDELING VAN LEVERANCIERS | ||||||||
| 403-2 | Identificatie van gevaren, risicobeoordeling en onderzoek naar incidenten |
Risicobeheer en interne controle(p. 76)Sociale verklaringen S6 |
414-2 | Negatieve sociale en maatschappelijke effecten in de toeleveringsketen en genomen maatregelen |
Waardeketen en maatschappij,(p. 39)Verklaringen waardeketen: V2-V4(p. 188) |
||||
| 403-3 | Diensten voor gezondheid op het werk | Sociale verklaringen S6(p. 213) | GRI 416: GEZONDHEID EN VEILIGHEID VAN DE KLANT | ||||||
| 403-4 | Participatie, raadpleging en communicatie van werknemers inzake gezondheid en veiligheid op het werk |
Sociale verklaringen S6(p. 213) | 416-1 | Beoordeling van de gezondheids en veiligheidseffecten van product en dienstencategorieën |
Verklaringen waardeketen: V4(p. 192) | ||||
| 403-5 | Opleiding van werknemers inzake gezondheid en veiligheid op het werk |
Gezondheid en veiligheid(p. 213); Talent aantrekken en behouden;(p. 57)Sociale verklaringen S6 S7, S8,S9; (p. 206) |
GRI 417: MARKETING EN ETIKETTERING | ||||||
| 417-1 | Eisen inzake informatie over en etikettering van | Verklaringen waardeketen: V4(p. 192) | |||||||
| 403-6 | Bevordering van de gezondheid | Sociale verklaringen S6(p. 213) | producten en diensten | ||||||
| van werknemers | ANDERE GERAPPORTEERDE BELANGRIJKE ONDERWERPEN | ||||||||
| 403-7 | Preventie en beperking van gevolgen voor gezondheid en veiligheid op het werk die rechtstreeks verband houden met zakelijke relaties |
Charter voor duurzame aankopen Verklaringen waardeketen: V3, V4(p. 188) |
Kritische aard van de grondstoffen | Ter aanvulling op de rapportage over GRI 308: Milieubeoordeling leveranciers en GRI 414: Sociale beoordeling leveranciers. Zie Waardeketen en maatschappij(p. 39), Verklaringen waardeketen: V2 V3(p. 189) |
|||||
| Sociale verklaringen S6(p. 213) | Duurzame producten en diensten | Als aanvulling op de rapportage over GRI 301: Materialen, | |||||||
| 403-8 | Werknemers die onder een beheerssysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk vallen |
Sociale verklaringen S6(p. 213) | zie Waardeketen en maatschappij(p. 39); Verklaringen waardeketen: V4(p. 192) |
||||||
| Blootstellingsuren worden niet gerapporteerd. Het aantal ongevallen met werkverlet voor werknemers en aannemers is relevanter om de doelstelling van nul |
Procesveiligheid | Als aanvulling op de rapportage over GRI 403: Gezondheid & veiligheid zieSociale verklaringen: S8(p. 216) |
|||||||
| 403-9 | Arbeidsgerelateerde verwondingen | ongevallen met werkverlet van Umicore te ondersteunen Aantrekkelijke werkplek(p. 55)Sociale Verklaringen S6, S7(p. 213); Kerncijfers(p. 230) |
Metaalemissies naar lucht en water | Als aanvulling op de rapportage over GRI 305: Emissies, zie Milieuverklaringen: E2(p. 196) |
|||||
| 403-10 | Arbeidsgerelateerde slechte gezondheid | Sociale verklaringen S6 S7, S8,S9(p. 213) | |||||||
| GRI 404: OPLEIDING EN ONDERWIJS | |||||||||
| 404-1 | Gemiddeld aantal uren opleiding per jaar per werknemer |
Aantrekkelijke werkplek(p. 55); Sociale verklaringen: S3(p. 210); Kerncijfers(p. 230) |
|||||||
| 404-2 | Programma's voor de verbetering van de vaardigheden van werknemers en bijstand bij overgang |
Aantrekkelijke werkplek(p. 55); Sociale verklaringen: S3(p. 210); |
|||||||
| 404-3 | Percentage werknemers dat regelmatig wordt beoordeeld op prestaties en loopbaanontwikkeling |
Sociale verklaringen: S3(p. 210) | |||||||
| GRI 405: DIVERSITEIT EN GELIJKE KANSEN | |||||||||
| 405-1 | Diversiteit van bestuursorganen en werknemers Aantrekkelijke werkplek(p. 55); Verklaringen deugdelijk bestuur: G4(p. 89); Sociale verklaringen: S2(p. 208) |
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Umicore (de "Vennootschap") en haar filialen (samen "de Groep"), leggen wij u ons commissarisverslag voor. Dit bevat ons verslag over de geconsolideerde jaarrekening en de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Het vormt één geheel en is ondeelbaar. Wij werden benoemd in onze hoedanigheid van commissaris door de algemene vergadering van 30 april 2020, overeenkomstig het voorstel van de raad van toezicht uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die beraadslaagt over de jaarrekening voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2022. Wij hebben de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap aangevat vóór 1993.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep, die de geconsolideerde balans op 31 december 2020 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstromentabel over het boekjaar afgesloten op die datum, en de toelichting met de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere verklarende toelichtingen. Deze geconsolideerde jaarrekening vertoont een totaal van de geconsolideerde balans van EUR 8.340.893 duizend en een winst van het boekjaar (aandeel van de Groep) van EUR 130.530 duizend. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en de geconsolideerde financiële toestand van de Groep per 31 december 2020, alsook van zijn geconsolideerde resultaten en van zijn geconsolideerde kasstromen over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens de internationale controlestandaarden (ISA's) zoals van toepassing in België. Wij hebben bovendien de door de IAASB goedgekeurde internationale controlestandaarden toegepast die van toepassing zijn op de huidige afsluitdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden op grond van deze standaarden zijn verder beschreven in de sectie "Verantwoordelijkheden van de commissaris voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant
zijn voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Wij hebben van de raad van toezicht en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die naar ons professioneel oordeel het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden zijn behandeld in de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening als geheel en bij het vormen van ons oordeel hierover, en wij verschaffen geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden. Voorziening voor de kosten verbonden aan de intentie om huizen dicht bij de recyclagefabriek in Hoboken (België) te kopen en een groene zone te creëren.
Zoals toegelicht in F29, is een voorziening van EUR 50 miljoen geboekt voor de kosten verbonden aan Umicore's intentie om huizen dicht bij de fabriek in Hoboken te kopen en een groene zone te creëren. Deze kosten omvatten de geschatte aankoopwaarde van de huizen (op basis van waardering door derden) die afgebroken worden en een schatting van de afbraak- en landschapswerken. Het overleg met de gemeenteraad en de bewoners hierover is gaande en zou kunnen resulteren in verdere aanpassingen van deze kostenraming. We zijn van mening dat deze aangelegenheid meest significant was wegens het complexe beoordelingsproces en gezien deze belangrijke inschattingen van het management vereist. Veronderstellingen en inschattingen gebruikt in de waardering van de voorziening voor de groene zone zijn, onder andere, gelinkt aan:
Wijzigingen in veronderstellingen en inschattingen gebruikt in de waardering van deze provisie kan een significante impact hebben op de geconsolideerde balans van de Groep.
Als onderdeel van onze controle hebben we beoordeeld of het proces van management, om de verwachte uitstroom van middelen te bepalen om een groene zone te creëren in Hoboken, in
overeenstemming is met de IAS 37 vereisten. We hebben de juistheid, de waardering en de volledigheid van de voorziening op 31 december 2020 beoordeeld. Deze beoordeling omvat:
Verder hebben de we de toereikendheid van de toelichtingen in F29 in de geconsolideerde jaarrekening afgetoetst.
We beschouwen de inschattingen van het management redelijk en de toelichtingen van de voorzieningen voor leefmilieu als geschikt.
Umicore gebruikt verschillende soorten afgeleide financiële instrumenten als indekkingsinstrumenten voor wisselkoers- en metaalprijsrisico's. Het indekkingsbeleid van het management is gedocumenteerd in interne richtlijnen en dient als grondslag voor deze verrichtingen. Wisselkoers- en metaalprijsrisico's vloeien voornamelijk voort uit verkoop- en aankooptransacties (van meerbepaald metalen). De kasstroomindekkingen (in het jaarverslag ook strategische indekkingsinstrumenten genoemd) voldoen aan de criteria voor de boekhoudkundige verwerking van effectieve indekkingsverrichtingen overeenkomstig IFRS 9; bijgevolg wordt het effectieve deel van de wijzigingen in reële waarde van de onderliggende afgeleide financiële instrumenten rechtstreeks in eigen vermogen opgenomen totdat de onderliggende kasstromen zich voordoen. Op balansdatum werd een cumulatief bedrag van EUR 12,8 miljoen erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen, zoals in toelichting F 33.1 is vermeld. Een deel van de reële-waarde indekkingen (in het jaarverslag ook transactionele indekkingsinstrumenten genoemd), voldoen aan de criteria voor de boekhoudkundige verwerking van effectieve reële-waarde indekkingsverrichtingen overeenkomstig IFRS 9, zoals vermeld in de waarderingsregels in toelichting F2.21.1. De ingedekte positie en het onderliggende indekkingsinstrument worden beiden tegen reële waarde in de resultatenrekening
erkend. Voor een deel van de transactionele indekkingsinstrumenten voor metaalprijsrisico's kan geen boekhoudkundige verwerking van effectieve reële-waarde indekkingsverrichtingen overeenkomstig IFRS 9 worden toegepast. Dit gedeelte bestaat uit fysieke indekkingsrelaties ('back-to-back') zonder dat daar afgeleide instrumenten bij betrokken zijn. Zoals vermeld in toelichting F.2.21.1 wordt een marktvergelijkingsmechanisme ("lower of cost or market") toegepast op de verplichtingen van toekomstige fysieke aankoop- en verkooptransacties met klanten of leveranciers. We zijn van mening dat deze aangelegendheden meest significant waren bij de controle wegens de verregaande complexiteit en het aantal transacties alsook de uitgebreide vereisten inzake boekhoudkundige verwerking en toelichtingen onder IFRS 9.
Als onderdeel van onze controle, en met de hulp van onze interne treasury-experten, hebben we de contractuele en financiële parameters en de boekhoudkundige behandeling, waaronder de effecten op het eigen vermogen en de resultatenrekening, van de verscheidene indekkingsverrichtingen beoordeeld. Samen met deze experten hebben we inzicht verkregen in de interne controlebeheersing betreffende afgeleide financiële instrumenten, waaronder de interne procedures die er binnen Umicore bestaan om de naleving van het indekkingsbeleid te controleren. Voorts hebben we marktgegevens gebruikt voor het evalueren van de methode die toegepast wordt voor het bepalen van de reële waarde van de financiële instrumenten. Daarnaast hebben we bank- en brokerbevestigingen verkregen om de volledigheid van de geboekte indekkingsverrichtingen te controleren en de nauwkeurigheid van de desbetreffende reële waarde te evalueren. Wat betreft de verwachte kasstromen en de beoordeling van de effectiviteit van de indekkingsverrichtingen hebben we voornamelijk de prospectieve testen geëvalueerd. We hebben geverifieerd dat de boekhoudkundige verwerking en de waardering van indekkingsverrichtingen overeenstemmen met de bepalingen onder IFRS 9. Wat de transactionele indekkingsinstrumenten betreft, hebben we een controle uitgevoerd op de juistheid en volledigheid van de ermee samenhangende afgeleide financiële instrumenten via externe bevestigingen. De methode die gebruikt wordt om de reële waarde te bepalen, is door ons geëvalueerd aan de hand van marktgegevens. Bovendien, voor het deel waar geen boekhoudkundige verwerking van effectieve reële-waarde indekkingsverrichtingen kan worden toegepast onder IFRS 9, hebben we steekproefsgewijs een controle uitgevoerd op het marktwaardevergelijkingsmechanisme ("lower of cost or market") dat toegepast wordt op de verplichtingen van toekomstige fysieke verkoop- en aankooptransacties met klanten en leveranciers.
De belangrijke veronderstellingen en de documentatie aangaande de boekhoudkundige verwerking van effectieve indekkingsverrichtingen zijn onderbouwd met beschikbare controle-informatie. De waarderingsmethoden die voor het bepalen van de reële waarde werden toegepast, zijn aanvaardbaar en we beschouwen de toelichtingen in sectie F 33.1 en F 33.2 van de geconsolideerde jaarrekening als geschikt.
Beschrijving van het kernpunt van de controle
De activiteiten van Umicore zijn internationaal heel sterk uitgebouwd. De vennootschap is aanwezig in tal van rechtsgebieden met een verschillende wetgeving en fiscale regelgeving. De respectievelijke belastingautoriteiten zouden zich kritisch kunnen opstellen ten aanzien van verrekenprijzen tussen filialen van Umicore. De verwerking van deze onzekere fiscale posities gaat gepaard met een aanzienlijke mate van inschattingen die het management dient te maken inzake de erkenning van deze onzekere fiscale posities en de passende bepaling van voorzieningen. Verwijzend naar de toelichtingen F 2.19, F 3.6 en F 4.6 heeft het management de onzekere fiscale posities aan een grondige beoordeling onderworpen, wat ertoe geleid heeft dat voor deze onzekerheden een voorziening van EUR 114,9 miljoen werd aangelegd. De boekhoudkundige verwerking van onzekere fiscale posities was het meest significant bij onze controle wegens het complexe beoordelingsproces en de betrokken bedragen van materieel belang zijn in het geheel van de geconsolideerde jaarrekening.
We hebben het proces van Umicore om fiscale onzekerheden te verzamelen van alle juridische entiteiten van de Umicore Groep beoordeeld. Samen met onze fiscaal deskundigen hebben we ook de waarschijnlijkheidsbeoordeling geanalyseerd die Umicore heeft voorbereid voor elke nieuwe en van materieel belang geïdentificeerde onzekerheid. Bovendien hebben we de toegepaste methoden door het management geanalyseerd, zijnde het meest waarschijnlijke bedrag of de verwachte waarde om de belastbare winst (of belastbaar verlies), belastbare basis, ongebruikte belastingverliezen, ongebruikte belastingkredieten en belastingtarieven te bepalen wanneer het niet waarschijnlijk is dat een onzekere belastingpositie in haar volledigheid kan worden behouden. In dit verband hebben we, samen met onze fiscaal deskundigen, de fiscale opinies van de experten gebruikt door het management over de respectievelijke fiscale onzekerheden, geëvalueerd. Bovendien hebben we de consistentie van de fiscale behandeling tussen dochterondernemingen geanalyseerd, gebaseerd op de verworven kennis van Umicore in het verleden. We hebben de volledigheid en juistheid van de belastingen getest, inclusief een evaluatie van controles door de belastingautoriteiten. In het kader van onze controlewerkzaamheden hebben we onder meer correspondentie met de relevante belastingautoriteiten doorgenomen.
Onzekere fiscale posities werden op gepaste wijze in rekening gebracht bij het bepalen van de fiscale provisies in de geconsolideerde jaarrekening, in overeenstemming met de vereisten onder IFRIC 23.
De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals goedgekeurd door de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor de interne beheersing die de raad van toezicht noodzakelijk
acht voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening is de raad van toezicht verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Groep om zijn continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling, tenzij de raad van toezicht het voornemen heeft om de Groep te liquideren of om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen, of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de geconsolideerde jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten, en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISA's is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van deze geconsolideerde jaarrekening, beïnvloeden. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader na dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België. Een wettelijke controle biedt evenwel geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee de raad van toezicht de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door de raad van toezicht gehanteerde continuïteitsveronderstelling worden hieronder beschreven. Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISA's, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de Groep;
Wij communiceren met het auditcomité onder meer over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die wij identificeren gedurende onze controle. Wij verschaffen aan het auditcomité tevens een verklaring dat wij de relevante deontologische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd, en wij communiceren met hen over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en, waar van toepassing, over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Uit de aangelegenheden die met het auditcomité zijn gecommuniceerd bepalen wij die zaken die het meest significant waren bij de controle van de geconsolideerde jaarrekening van de huidige verslagperiode, en die derhalve de kernpunten van onze controle uitmaken. Wij beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
In het kader van onze opdracht en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale controlestandaarden (ISA's), is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag overeenstemt met de geconsolideerde jaarrekening voor hetzelfde boekjaar en is opgesteld overeenkomstig het artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. In de context van onze controle van de geconsolideerde jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, in het bijzonder op basis van de kennis verkregen tijdens de controle, of het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, dienen wij u geen afwijking van materieel belang te melden. De op grond van artikel 3:32, §2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen vereiste niet-financiële informatie werd opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening. De Vennootschap heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op het referentiekader van de Global Reporting Initiative (GRI) Standards. Overeenkomstig artikel 3:80, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen spreken wij ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie is opgesteld in overeenstemming met de Global Reporting Initiative (GRI) Standards zoals opgenomen in het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel11 van de verordening (EU) nr. 537/2014. Sint-Stevens-Woluwe, 22 maart 2021 De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Kurt Cappoen, Bedrijfsrevisor
Dit rapport is opgesteld in overeenstemming met de voorwaarden opgenomen in onze opdrachtbrief gedateerd op 3 juni 2020 (de "Overeenkomst"), waarbij we werden aangesteld om een onafhankelijk limited assurance rapport uit te brengen met betrekking tot duurzame ontwikkeling uiteengezet in de secties Milieuverklaringen, Sociale verklaringen en Waardeketenverklaringen van het geïntegreerde jaarverslag van Umicore en haar dochterondernemingen voor het jaar afgesloten op 31 december 2020 (het "Verslag").
De Raad van Toezicht van Umicore (de "Vennootschap") is verantwoordelijk voor het opstellen en presenteren van de informatie en de gegevens in de secties Milieuverklaringen, Sociale verklaringen en Waardeketenverklaringen van het geïntegreerde jaarverslag 2020 van Umicore en haar dochterondernemingen, alsook voor de verklaring dat het Verslag is opgesteld in overeenstemming met de vereisten van het Global Reporting Initiative (GRI) Standards – Core zoals uiteengezet op pagina's 188 tot 219 (de "Informatie Over Het Object Van Onderzoek"), in overeenstemming met de criteria die in de Jaarverslagsecties Milieuverklaringen, Sociale verklaringen en Waardeketenverklaringen beschreven staan en met de aanbevelingen van GRI Standards (de "Criteria"). Deze verantwoordelijkheid bevat de selectie en toepassing van de meest gepaste methodes om de "Informatie Over Het Object Van Onderzoek" op te stellen, alsook de betrouwbaarheid van de onderliggende informatie en het gebruik van assumpties en schattingen voor de opmaak van individuele toelichtingen inzake duurzaamheid, die redelijk zijn in de gegeven omstandigheden. Bovendien bevat de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht het ontwerpen, het implementeren en het onderhouden van systemen en processen die relevant zijn bij het opstellen van de "Informatie Over Het Object Van Onderzoek", die geen afwijkingen van materieel belang bevatten die het gevolg zijn van fraude of fouten.
Wij hebben de wettelijke bepalingen inzake onafhankelijkheid nageleefd, en meer bepaald de regels opgenomen in de artikelen 12, 13, 14, 16, 20, 28 en 29 van de Belgische Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, evenals de onafhankelijkheids- en overige ethische voorschriften van de Code of Ethics for Professional Accountants zoals uitgevaardigd door het International Ethics Standards Board for Accountants die is gestoeld op de fundamentele principes van integriteit, objectiviteit, professionele competentie en nodige zorgvuldigheid, confidentialiteit en professioneel gedrag. Ons bedrijfsrevisorenkantoor past de International Standard on Quality Control (ISQC) n°1 toe en onderhoudt een uitgebreid systeem van kwaliteitscontrole met inbegrip van gedocumenteerde beleidslijnen en procedures met betrekking tot ethische vereisten, professionele standaarden, en van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire vereisten.
Onze verantwoordelijkheid bestaat erin een onafhankelijke conclusie te formuleren met betrekking tot de "Informatie Over Het Object Van Onderzoek", gebaseerd op de door ons uitgevoerde werkzaamheden en de verkregen onderbouwende informatie. Ons assurance rapport is opgesteld in overeenstemming met de voorwaarden die opgenomen zijn in onze opdrachtbrief. We hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met de International Standard on Assurance Engagements (ISAE) 3000 (Revised) "Assurance Engagements other than Audits or Reviews of Historical Financial Information". Deze standaard schrijft voor dat we voldoen aan de ethische vereisten en dat we de opdracht plannen en uitvoeren om een beperkte mate van zekerheid te verkrijgen of er niets onder onze aandacht is gekomen dat ons doet aannemen dat de informatie over de "Informatie Over Het Object Van Onderzoek" in alle van materieel belang zijnde opzichten niet opgesteld zou zijn overeenkomstig de door de Vennootschap uitgebrachte Criteria. In een limited assurance opdracht hebben de uitgevoerde werkzaamheden een kleinere omvang dan het geval is bij, een reasonable assurance opdracht. Dienovereenkomstig is het niveau van zekerheid verkregen in een limited assurance opdracht lager dan het niveau van zekerheid dat zou worden verkregen indien een reasonable assurance opdracht was uitgevoerd. De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van de door ons toegepaste oordeelsvorming en van de inschatting van het risico op afwijkingen van materieel belang in de verklaringen van de Raad van Toezicht. Het geheel van de door ons uitgevoerde werkzaamheden bestond onder meer uit de volgende procedures:
De omvang van onze werkzaamheden is beperkt tot assurance over de Informatie Over Het Object Van Onderzoek. Onze assurance strekt zich niet uit tot informatie met betrekking tot eerdere perioden of tot enige andere informatie die in het geïntegreerde jaarverslag 2020 van de Vennootschap is opgenomen.
Gebaseerd op onze limited assurance opdracht, is niets onder onze aandacht gekomen dat ons laat vermoeden dat de secties Milieuverklaringen, Sociale verklaringen en Waardeketenverklaringen in pagina's 188 tot 219 van het geïntegreerde jaarverslag 2020 van Umicore en haar dochterondernemingen voor het jaar afgesloten op 31 december 2020, alsook de verklaring van Umicore dat dit rapport voldoet aan de GRI Standards – Core vereisten, niet zijn opgesteld, in alle van materieel belang zijnde opzichten, overeenkomstig de Criteria.
Ons rapport is uitsluitend bedoeld voor gebruik door de Vennootschap, met betrekking tot de secties Milieuverklaringen, Sociale verklaringen en Waardeketenverklaringen van het geïntegreerde jaarverslag 2020 en kan niet gebruikt worden voor andere doeleinden. Wij zijn niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor dit rapport of voor de door ons getrokken conclusies ten aanzien van enige derde partij.
Sint-Stevens-Woluwe, 22 maart 2021 PwC Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Kurt Cappoen, Bedrijfsrevisor
UMICORE www.umicore.com
ANNUAL REPORT annualreport.umicore.com ANNUAL REPORT GLOSSARY annualreport.umicore.com/glossary
THE UMICORE WAY umicore.com/en/about/the-umicore-way CODE OF CONDUCT umicore.com/en/governance/code-of-conduct HORIZON 2020 umicore.com/en/cases/horizon-2020 GLOBAL FRAMEWORK AGREEMENT ON SUSTAINABLE DEVELOPMENT umicore.com/industriALL SUSTAINABLE PROCUREMENT CHARTER umicore.com/sustainableprocurement-charter RESPONSIBLE GLOBAL SUPPLY CHAIN OF MINERALS FROM CONFLICT-AFFECTED AND HIGH-RISK AREAS umicore.com/responsiblesupplychain-policy SUSTAINABLE PROCUREMENT FRAMEWORK FOR COBALT umicore.com/sustainableprocurementcharter-cobalt DUE DILIGENCE COMPLIANCE REPORT COBALT PROCUREMENT umicore.com/sustainable-cobalt CORPORATE GOVERNANCE CHARTER umicore.com/en/governance/corporate-governance-charter
UMICORE CAREERS umicore.com/careers INVESTOR RELATIONS umicore.com/investors SHAREHOLDER RIGHTS umicore.com/en/governance/shareholder-rights UMICORE NEWS umicore.com/en/investors/news-results/press-releases BELGIAN CORPORATE GOVERNANCE COMMITTEE www.corporategovernancecommittee.be
ECOVADIS www.ecovadis.com
FINANCIAL SERVICES AND MARKETS AUTHORITY www.fsma.be
OECD DUE DILIGENCE GUIDANCE FOR RESPONSIBLE SUPPLY CHAINS OF MINERALS FROM CONFLICT-AFFECTED AND HIGH-RISK AREAS www.oecd.org/daf/inv/mne/OECD-Due-Diligence-Guidance-Minerals-Edition3.pdf
RESPONSIBLE MINERALS INITIATIVE, FORMERLY CONFLICT-FREE SOURCING INITIATIVE
www.responsiblemineralsinitiative.org
WBCSD GUIDANCE FOR ACCOUNTING AND REPORTING CORPORATE GHG EMISSIONS IN THE CHEMICAL SECTOR VALUE CHAIN www.wbcsd.org/contentwbc/download/2831/35596
GLOBAL BATTERY ALLIANCE : A VISION FOR A SUSTAINABLE BATTERY VALUE CHAIN IN 2030 umicore.com/globalbatteryalliance-report-2019
LONDON BULLION MARKET ASSOCIATION (LBMA) www.lbma.org.uk/good-delivery-list-refinersgold-current
www.lbma.org.uk/good-delivery-list-refiners-silver-current
RESPONSIBLE JEWELLERY COUNCIL www.responsiblejewellery.com/members/chain-of-custodycertified-entities
ENTREPENEURS FOR ENTREPENEURS ondernemersvoorondernemers.be
| (in miljoen € tenzij anders vermeld) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
|---|---|---|---|---|---|
| Economisch | |||||
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 2.667,5 | 2.915,6 | 3.271 | 3.361 | 3.239 |
| Aangepaste EBIT | 350,7 | 410,3 | 514 | 509 | 536 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 14,6 | 15,1 | 15,4 | 12,6 | 12,1 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 155,9 | 175,2 | 196 | 211 | 223 |
| Investeringen | 287,3 | 365,3 | 478 | 553 | 403 |
| Aangepaste winst per aandeel (in €) | 1,07 | 1,22 | 1,36 | 1,30 | 1,34 |
| Brutodividend (in €/aandeel) | 0,65 | 0,70 | 0,75 | 0,375 | 0,75 |
| Sociaal en milieu | |||||
| Inkomsten gekoppeld aan schone mobiliteit en recyclage (in %) | 65 | 67 | 72 | 75 | 77 |
| Totaal donaties, inclusief werknemers vrijgemaakte tijd (in duizend euro) | 1.290 | 1.299 | 1.432 | 1.614 | 1.467 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode (in ton) | 662.059 | 633.704 | 767.702 | 791.816 | 732.543 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode (in ton) | 735.065 | 663.307 | 785.789 | 815.175 | 747.964 |
| Energieverbruik (in terajoule) | 6.737 | 6.532 | 7.458 | 7.476 | 7.591 |
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) | 9.921 | 9.769 | 10.420 | 11.152 | 10.859 |
| Ongevallen met werkverlet | 59 | 51 | 61 | 90 | 49 |
| Frequentiegraad | 3,34 | 3,01 | 3,36 | 4,60 | 2,50 |
| Ernstgraad | 0,56 | 0,09 | 0,10 | 0,20 | 0,47 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (in %) | 3,2 | 2,7 | 2,8 | 1,8 | 1,60 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | 41,49 | 45,33 | 43,10 | 48,73 | 36,33 |
| Vrijwillige vertrekkers - ratio | 4,10 | 5,03 | 7,18 | 5,99 | 4,20 |
UMICORE.COM/CAREERS Umicore Geïntegreerd jaarverslag 2020
30 JULI 2021 Halfjaarresultaten 2021
BEURSNOTERING Euronext Brussels
Natalia Agüeros-Macario +32 2 227 71 02 [email protected]
Saskia Dheedene +32 2 227 78 38 [email protected]
Céline Van Haute +32 2 227 72 67 [email protected]
Wouter Ghyoot +32 2 227 75 41 [email protected]
Kristl Matton – Baudouin Caeymaex +32 2 227 78 37 – +32 2 227 73 32 [email protected]
(1) Deze data kunnen wijzigen. Wijzigingen van de financiële kalender zijn beschikbaar op de Umicore-website.
Dit jaarverslag is eveneens beschikbaar in het Frans en het Engels.
Umicore Group Communications & Investor Relations Evelien Goovaerts +32 2 227 72 21 [email protected]
FOTOGRAFIE Jean-Michel Byl, Umicore
ANNUALREPORT.UMICORE.COM
Laat ons weten wat u van dit jaarverslag vindt op:
Voor inlichtingen en aanvullende informatie kunt u contact opnemen met
Maatschappelijke zetel
Société anonyme – Naamloze vennootschap Rue du Marais 31 Broekstraat B-1000 Brussels Belgium
Ondernemingsnummer: 0401574852 BTW-nummer: BE 0401 574 852
Téléphone: +32 2 227 71 11
umicore.com
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.