AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Ackermans & van Haaren NV

Annual Report Mar 31, 2021

3903_10-k_2021-03-31_a0c61b17-9628-4ec6-b234-15ab0489987e.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

JAARVERSLAG 2020

Ackermans & van Haaren NV

2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70

Begijnenvest 113

[email protected] www.avh.be

JAAR-VERSLAG 2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

20 mei 2021 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2021

23 november 2021 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2021

25 mei 2021 ...................................................... Algemene vergadering 31 augustus 2021 ..................................... Halfjaarresultaten 2021

FINANCIËLE KALENDER

JAAR-VERSLAG 2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

• Woord van de voorzitters 14
• Jaarverslag over de enkelvoudige jaarrekening 18
• Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening 20
• Verklaring inzake deugdelijk bestuur 25
• Remuneratieverslag 35
• Duurzaamheidsverslag 44
• Dagelijkse leiding en medewerkers 72
• DEME 78
• CFE 82
• Rent-A-Port 86
• Green Offshore 87
• Delen Private Bank 92
• Bank J.Van Breda & C° 95
• Extensa 100
• Leasinvest 103
• Anima 106

108

116

ENERGY & RESOURCES

• SIPEF 110
• Verdant Bioscience 114
• Sagar Cements 115

GROWTH CAPITAL

• Agidens 120
• AXE Investments 121
• Biolectric Group 122
• Biotalys 123
• Euro Media Group 124
• HealthQuad 125
• Indigo Diabetes 126
• Manuchar 127
• Mediahuis128
• Medikabazaar 129
• MRM Health 130
• OMP 131
• OncoDNA132
• Telemond Groep133
• Turbo's Hoet Groep134

FINANCIEEL VERSLAG

• Inhoud 139
• Geconsolideerde jaarrekening 140
• Enkelvoudige jaarrekening 222
• Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal 228
• Lexicon 230
• Kerncijfers 2020Bijlage

Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek.

Dit verslag bevat:

• het gecombineerde enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV,

• een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkomstig artikel 3:17 WVV, en

• de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening.

De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV, samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.

Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité, m.n. Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen, dat, voor zover hen bekend:

a) de jaarrekeningen vervat in dit verslag, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;

b) het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres:

Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]

MISSIE

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld.

ACKERMANS & VAN HAAREN

  • is een onafhankelijke, gediversifieerde groep opgericht in 1876,
  • genoteerd op Euronext Brussels (BEL20) sinds 1984 en stevig familiaal verankerd,
  • geleid door een ervaren, multidisciplinair team,
  • die met haar eigen middelen investeert,
  • in een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische langetermijndeelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen.

  • Wij maken duidelijke afspraken met onze deelnemingen rond strategische, operationele en financiële doelstellingen;
  • vanuit onze langetermijnstrategie zijn wij bereid, via kapitaalverhogingen, strategische projecten van onze deelnemingen te helpen financieren;
  • onze deelnemingen blijven verantwoordelijk voor hun eigen financiële positie;
  • wij streven naar een jaarlijkse, recurrente groei van de resultaten van elke deelneming en van de groep in haar geheel.

PROACTIEF AANDEELHOUDER ('active ownership')

  • Wij kunnen bogen op een succesvol track record van partnerships met families, co-aandeelhouders en managementteams;
  • wij investeren zowel in meerderheids- als minderheidsbelangen, op basis van evenwichtige aandeelhoudersafspraken;
  • onze ervaren investment managers nemen actief deel aan de beleidsorganen van de deelnemingen, eventueel bijgestaan door externe consultants en/of onafhankelijke bestuurders;
  • wij zijn een genetwerkte organisatie, gebaseerd op diversiteit van persoonlijkheden en achtergronden en met een permanente uitwisseling van ervaringen tussen de groepsondernemingen;
  • wij onderhouden een permanente dialoog met het management van de deelnemingen en worden graag betrokken bij:
    • selectie van het topmanagement,
    • definitie van langetermijnstrategie,
    • actieve ondersteuning van strategische projecten (M&A, internationalisering, innovatie en operationele verbeteringen).

  • Wij hebben een ESG-beleid ontwikkeld op basis van UN Sustainable Development Goals en UN PRI-richtlijnen en passen dit toe binnen de groep en op onze eigen investeringsbeslissingen;
  • wij hebben aandacht voor duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van onze deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij;
  • onze investeringsfilosofie is gebaseerd op transparante rapportering en communicatie, duidelijke afspraken inzake deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek in combinatie met een strikte financiële discipline en gezonde balansen;
  • met onze investeringen gericht op maatschappelijke trends zoals klimaatverandering, vermindering van broeikasgassen (o.m. via hernieuwbare energieprojecten), duurzame voedselketen, groei en vergrijzing van de bevolking en digitalisering wensen wij bij te dragen tot een duurzamere wereld.

7

  • Wij zijn een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn toonaangevende bedrijven wil uitbouwen;
  • wij creëren aandeelhouderswaarde op lange termijn dankzij een recurrente stijging van het geconsolideerd eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn;
  • wij focussen op een recurrente groei van de activiteiten, op langetermijngroei van de operationele cashflow en het eigen vermogen van de deelnemingen, niet op een absolute rendementsdoelstelling of op een kortetermijnmaximalisatie van het dividend.

2020 IN EEN OOGOPSLAG

"Ik ben buitengewoon trots op de veerkracht die onze 22.331 collega's in het geheel van de groep AvH in de onzekere en volatiele tijden van de COVID-crisis hebben getoond. De AvH-groep realiseert in 2020 een zeer solide nettowinst van 230 miljoen euro.

Ondersteund door de forse prestaties van hun portfolio's hebben zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° een uiterst sterke instroom van nieuwe activa onder beheer gerealiseerd, die een recordniveau van meer dan 54 miljard euro bereikten einde 2020. Vanuit een krachtig engagement naar meer hernieuwbare energiebronnen en de vergroening van de wereldeconomie verhoogde DEME haar orderboek naar een recordniveau van meer dan 4,5 miljard euro.

Wij blijven investeren in de versterking van onze portefeuille en in een duurzamere en meer digitale wereld, zoals blijkt uit onze recente investeringen in OMP, Verdant Bioscience, Medikabazaar en Indigo Diabetes."

Jan Suykens, CEO - Voorzitter van het executief comité

  • Ackermans & van Haaren realiseert over het volledige boekjaar 2020 een nettowinst van 229,8 miljoen euro. Indien meer/minderwaarden buiten beschouwing worden gelaten, daalt de nettowinst, in een door de coronapandemie geteisterd jaar 2020, slechts met 20% van 282,0 miljoen euro (2019) naar 226,7 miljoen euro (2020).
  • In 'Marine Engineering & Contracting' verstoorde de pandemie de normale gang van zaken op werven in binnen- en buitenland. Dit heeft geresulteerd in een lagere activiteit en rentabiliteit bij zowel DEME als CFE.
  • Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº hebben allebei een recordresultaat neergezet en met de sterke aangroei van de vermogens onder beheer de basis gelegd voor verdere groei.
  • De resultaten in 'Real Estate & Senior Care' konden zich herstellen na een moeizaam eerste halfjaar.
  • Dankzij stijgende marktprijzen voor palmolie (SIPEF) en cement (Sagar Cements), verbeterden in 'Energy & Resources' de resultaten duidelijk.
  • De deelnemingen in het 'Growth Capital'-segment hielden over het algemeen goed stand. De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waarde-ontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief).
  • Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt een verhoging van het dividend voorgesteld tot 2,35 euro per aandeel.

Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel groep)

(€ mio) 2020 2019
Marine Engineering & Contracting 46,7 91,9
Private Banking 141,3 127,3
Real Estate & Senior Care 32,7 50,2
Energy & Resources 6,8 -1,5
Bijdrage van de kernsectoren 227,5 267,9
Growth Capital 12,7 17,6
AvH & subholdings -13,5 -3,5
Netto meer/minderwaarden 3,1 112,9
Geconsolideerd nettoresultaat 229,8 394,9
Kerncijfers geconsolideerde balans
(€ mio) 2020 2019
Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) 3.562,0 3.456,1
Nettothesaurie van AvH 68,0 267,4

Economische voetafdruk van de AvH-groep

(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2020, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel.

MARKANTE FEITEN 2020

MARKANTE FEITEN 2021

JANUARI

• DEME en Van Laere: contract voor project Rechteroever van Oosterweelverbinding

MAART

• SIPEF: principeakkoord over verkoop van PT Melania (in 2 stappen) voor USD 36 mio

NOVEMBER

• AvH: participatie in OMP (AvH 20%) • DEME: groot contract voor Abu Qir in Egypte

7

JULI

  • • AvH: participaties in Indigo Diabetes (AvH 9%) en in HealthQuad II (AvH 22%)
  • • Delen Private Bank: opening nieuwe kantoren in Waregem en Brasschaat

SEPTEMBER

9

  • • CFE: contract voor duurzaam project ZIN in Brussel
  • • Extensa: verkoop van Bijou op Cloche d'Or

8

AUGUSTUS

  • • Leasinvest: start werken houten kantoorgebouw Monteco
  • • DEME: contract voor offshore windpark Dogger Bank (3,6 GW)

DECEMBER

• SIPEF: stijging van de marktprijs van ruwe palmolie (> 1.000 USD/T CIF R'dam), maar ook invoering van nieuwe heffing op palmproducten in Indonesië

11

2020

JAAR-VERSLAG 2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

WOORD VAN DE VOORZITTERS

Geachte aandeelhouders,

2020 was een uitzonderlijk jaar, waarin de COVID-19 pandemie de wereld heeft verrast, de wereldeconomie tijdelijk heeft onderbroken en onze samenleving danig heeft ontwricht.

De geglobaliseerde wereldeconomie heeft ons doen beseffen hoe afhankelijk we van elkaar zijn en tevens hoe kwetsbaar we zijn.

Wij hebben allemaal moeten leren omgaan met het coronavirus, wat een enorm aanpassingsvermogen heeft gevraagd en nog steeds vergt.

Tegelijk toont deze pandemie hoe weerbaar onze samenleving is en hoe snel we ons kunnen aanpassen aan noodsituaties.

Dat de farma-industrie erin geslaagd is op enkele maanden tijd verschillende vaccins te ontwikkelen, toont de vooruitgang van de medische en biotechnologische wetenschap, en moet ons hoopvol stemmen.

Digitale communicatie heeft onze samenleving en onze ondernemingen toegelaten te blijven functioneren en heeft in zekere mate geleid tot efficiëntiewinsten.

Het doet ons beseffen dat we moeten investeren in een meer inclusieve samenleving, met inbegrip van de toegang voor iedereen tot digitale communicatiemiddelen.

Tegelijk hebben de ondernemingen die daartoe georganiseerd waren, en geïnvesteerd hadden in digitale platformen en dienstverlening naar hun klanten, kunnen profiteren van deze digitale versnelling.

De wereldwijde lockdownmaatregelen tijdens de eerste jaarhelft van 2020 en de opeenvolgende restrictieve maatregelen in verschillende landen over verschillende continenten hebben natuurlijk een belangrijke impact gehad op de wereldeconomie. Volgens de laatste 'World Economic Outlook' van het IMF is de wereldeconomie in 2020 gekrompen met 3,5%, gaande van -3,4% in de VS en -7,2% in de eurozone tot -10% in het VK. De Belgische economie kromp volgens het jaarrapport van de NBB met 6,2%.

De lockdownmaatregelen hebben geleid tot onderbroken logistieke ketens, reisbeperkingen die op hun beurt een vertraging hebben veroorzaakt in commerciële relaties of uitvoering van contracten, evenals tot een grote volatiliteit op de financiële en valutamarkten.

Tegen deze achtergrond mogen we heel dankbaar zijn voor de weerbaarheid die onze 22.331 collega's getoond hebben in het voorbije jaar.

Jan Suykens

De bemanning op de schepen van DEME die langer dan normaal hebben moeten doorwerken omdat restricties niet toelieten hen af te lossen, onze bancaire medewerkers die van de ene op de andere dag hun klantenrelaties virtueel moesten contacteren en geruststellen, de vele collega's die zich in de productie en op de werven continu moesten aanpassen, ... het zorgpersoneel van Anima dat in de vuurlinie stond, en vooral tijdens de eerste lockdown met weinig beschermingsmiddelen elke dag zich inzette voor de gezondheid en het welzijn van onze residenten.

Tijdens deze crisis is ook gebleken dat onze gezonde balansen, beperkte schuldgraad en voldoende cashreserves of beschikbare kredietlijnen onze managementteams hebben toegelaten zich tenvolle te focussen op hun operationele uitdagingen.

We zijn dan ook fier dat we in zulke omstandigheden een geconsolideerd nettoresultaat hebben kunnen realiseren van bijna 230 miljoen euro.

Dit vergelijkt zich met een recordresultaat van 395 miljoen euro in 2019. Als we abstractie maken van de gerealiseerde meerwaarden (in 2020 en vnl. op de verkoop van Residalya in 2019), daalde het resultaat slechts met 20% van 282,0 miljoen euro in 2019 naar 226,7 miljoen euro in 2020.

Hierbij moeten we bovendien rekening houden met de COVID-gerelateerde kosten, vooral in onze aannemingsactiviteiten bij DEME en CFE en in het vastgoed bij Leasinvest en Extensa, die een impact hadden van ongeveer 95 miljoen euro op het geconsolideerd nettoresultaat.

DEME realiseerde in 2020 een geconsolideerde omzet van 2.196 miljoen euro t.o.v. 2.622 miljoen euro in 2019. Ongeveer 300 miljoen euro van deze daling is toe te schrijven aan de impact van de coronacrisis.

DEME realiseerde in 2020 een EBITDA van 369,5 miljoen euro (16,8% van de omzet), een EBIT van 64,3 miljoen euro en een nettoresultaat van 50,4 miljoen euro.

" HET AvH-MODEL HEEFT IN 2020 OPNIEUW HAAR DEUGDELIJKHEID EN HAAR WEERBAARHEID GETOOND."

De totale impact van de pandemie, van de daling van de olie- en gasprijzen en van het ongeluk van de Orion wordt geraamd op 100 miljoen euro (EBIT), en wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de meerwaarde op de verkoop van het 12,5%-belang in Merkur Offshore in mei 2020 (64 miljoen euro).

De terugval van de activiteitsgraad en de vertraging in de oplevering van de Spartacus en de Orion hebben de investeringen beperkt tot 201,6 miljoen euro, waardoor de netto financiële schuld beperkt bleef tot 489 miljoen euro.

Het orderboek van DEME steeg in 2020 tot een recordniveau van 4.500 miljoen euro (3.750 miljoen euro per einde 2019), o.m. dankzij het grootste bagger- en

Luc Bertrand

WOORD VAN DE VOORZITTERS

landwinningscontract (in termen van baggervolume) ooit voor de Egyptische haven van Abu Qir.

Dankzij continue investeringen in de uitbreiding van haar vloot en technologische innovatie is DEME geëvolueerd van een zuivere 'baggeraar' naar een gediversifieerde 'marine engineering'-groep. Het marktleiderschap dat DEME heeft uitgebouwd in de engineering en bouw van offshore windparken zal in een verder globaliserende markt nog worden versterkt, o.m. dankzij partnerships in Taiwan en Japan.

Daarenboven wordt via DEME Concessions ingezet op de ontwikkeling van 'groene waterstof', zowel in België als vanuit de havenconcessie in Duqm (Oman).

DEME zal in 2021 verder investeren in de technologische ontwikkeling en hoopt dat een beheerskader kan uitgewerkt worden voor een ecologisch verantwoorde ontginning van de grote reserves aan minerale grondstoffen op de zeebodem.

Gebaseerd op het goed gevulde orderboek, verwacht DEME een hogere activiteitsgraad, en derhalve een groei van de omzet en operationele cashflow.

CFE heeft in haar aannemingsactiviteiten ook de gevolgen ondervonden van de COVID-19 crisis, hetgeen de daling van de omzet met 9% verklaart, en ook het operationele resultaat met meer dan 20 miljoen euro heeft geïmpacteerd.

Mede dankzij de hogere bijdrage van de vastgoedontwikkelingsactiviteiten van BPI, in het bijzonder in Polen, steeg het nettoresultaat van CFE (exclusief DEME) uiteindelijk tot 17,7 miljoen euro (2019: 12,0 miljoen euro).

Het orderboek steeg met 8% tot een recordniveau van 1.493 miljoen euro.

De sterkhouders in de AvH-groep waren duidelijk onze banken, Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°, die samen 141,3 miljoen euro (+11%) bijdroegen tot het geconsolideerde groepsresultaat.

Dankzij de langetermijnvertrouwensrelaties met hun klanten, de digitale ondersteuning en een goed portefeuilleresultaat, groeide het vermogen dat deze klanten toevertrouwden aan beide banken tot een nieuw recordniveau van 54,1 miljard euro per 31 december 2020 (+4% t.o.v. 51,9 miljard euro per 31 december 2019).

De aandacht van onze bancaire collega's tijdens deze crisisperiode is in eerste instantie gegaan naar het geruststellen van onze klanten door een permanente dialoog, en tegelijk zorg te dragen voor een goede bescherming van de toevertrouwde vermogens (gewogen gemiddelde performantie van de portefeuilles in 2020: 5,8%).

De bruto inflow bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº bedroeg gezamenlijk meer dan 3,6 miljard euro.

84% van vermogens (zijnde 94% van het aantal klanten) bij Delen Private Bank wordt beheerd op basis van discretionaire vermogensmandaten.

De belangrijke inflows, de recurrente inkomsten (83% commissie-inkomsten) en de zeer kostenefficiënte organisatie (cost-income ratio van 42% bij Delen Private Bank in België, en 56% bij Bank J.Van Breda & C°), leidden tot een stijging van de gecombineerde winst van de banken tot 180 miljoen euro (vs 163 miljoen euro over 2019).

Bank J.Van Breda & C° is haar doelgroepcliënteel ook tijdens de crisis blijven steunen met een groei van de kredietportefeuille met 3% tot 5,4 miljard euro.

De effectieve kredietverliezen bleven beperkt tot 0,02%, maar voorzichtigheidshalve werd een COVID-gerelateerde 'expected credit loss' voorziening opgezet resulterend in een totale voorziening van 0,10%.

Het gecombineerde eigen vermogen van de banken bedraagt 1.562 miljoen euro, hetgeen een Common Equity Tier1-ratio van 21,7% vertegenwoordigt.

Samen met een leverage ratio van 13,3% (t.o.v. reglementair minimum van 3%) toont dit de enorme soliditeit van onze bancaire balansen.

Aldus hebben Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° opnieuw hun sterke complementariteit in de verf gezet, en hebben ze bewezen een consistente 'outperformer' te zijn in het Europese private banking landschap.

Uitgaande van deze gestegen AUM's, maar natuurlijk afhankelijk van de evolutie van de financiële markten, verwachten we ook van onze banken alweer een stijging van hun bijdrage tot het AvH-groepsresultaat.

Ook de vastgoedontwikkelingsactiviteiten hebben geleden onder de lockdownmaatregelen, enerzijds door de stillegging van de werven en de residentiële verkopen en anderzijds door huurdervingen in vooral het retail segment. Niettemin hebben Leasinvest en Extensa toch 29,2 miljoen euro bijgedragen tot het groepsresultaat.

Onze 1.553 collega's bij Anima hebben dagelijks de gevolgen van de COVID-19 gezondheidscrisis moeten ondergaan. Vooral tijdens de eerste lockdown in het voorjaar 2020 hebben zij in moeilijke omstandigheden en vaak zonder de nodige beschermingsmaatregelen het beste van zichzelf gegeven om hun residenten te steunen, te helpen en te verzorgen. Wij willen hier zeer expliciet hulde brengen aan de inzet van onze medewerkers.

De hele markt van woonzorgcentra heeft sterk geleden onder de COVID-19 crisis, die geleid heeft tot een tijdelijke opnamestop en extra kosten om het virus te beteugelen en de residenten en personeel te beschermen.

Anima had eind 2020 2.539 bedden in exploitatie, verspreid over 23 zorgcentra waarvan 9 in Vlaanderen, 7 in Brussel en 7 in Wallonië.

SIPEF kon in 2020 terug aanknopen met nettowinst (14,1 miljoen USD vs -8,0 miljoen USD over 2019) dankzij een stijging van de totale productie van duurzame palmolie met 5,4% en een hogere palmolieprijs (+26% tot gemiddeld 715 USD).

De investeringsprogramma's voor de expansie van het areaal in Zuid-Sumatra worden gestaag verdergezet, evenwel met inachtname van de evolutie van de schuldpositie.

De investering van AvH (42%), naast SIPEF (38%), in Verdant Bioscience heeft tot doel F1-hybride palmoliezaden te ontwikkelen die een belangrijke rendementsverbetering per hectare moeten helpen realiseren.

SIPEF verwacht dankzij een sterke markt en goede productieverwachtingen een verbetering van haar resultaten te realiseren, en dit niettegenstaande de onverwacht excessieve overheidsheffingen op Indonesische palmolieleveringen, die einde 2020 werden ingevoerd.

De meeste deelnemingen van onze 'Growth Capital'-portefeuille hebben redelijk goed standgehouden tijdens dit crisisjaar.

De verminderde bijdrage is het gevolg van het verlies van EMG (impact coronacrisis op de event- en sportactiviteiten) en een mark-to-market impact binnen de beleggingsportefeuille van AvH.

Agidens, Telemond, Turbo's Hoet Groep en Manuchar hielden goed stand.

De evolutie van Mediahuis is noemenswaardig. Met de overname van NDC in Nederland en Saint-Paul in Luxemburg is Mediahuis thans in 5 landen actief, waarbij de Nederlandse markt nu 45,5% van de omzet vertegenwoordigt. Mediahuis kon ten volle profiteren van de digitale versnelling met een stijging van hun digitale abonnementen met gemiddeld 11%.

Intussen blijft AvH verder investeren in de versterking van haar deelnemingen in bestaande participaties (35 miljoen euro) en door nieuwe investeringen in haar Growth Capital-portefeuille. Er werd 73 miljoen euro geïnvesteerd o.m. in

  • MRM Health (17%, onderzoek en ontwikkeling van innovatieve therapieën op basis van het menselijk microbioom),
  • Indigo Diabetes (9%, ontwikkeling van een onzichtbare multibiomarkersensor voor mensen met diabetes), en
  • OMP (20%, supply chain planning software voor bedrijven die end-to-end zicht willen hebben op hun aanvoerketen).

AvH positioneert zich als een duurzame investeringsmaatschappij.

Met haar recente investeringsfocus naar hernieuwbare energie, een duurzamere landbouw en voedselketen, de impact van de vergrijzing van de bevolking en de opportuniteiten geboden door de versnelde digitalisering van diensten en processen, draagt AvH actief bij tot een meer duurzame wereld en de evolutie naar een koolstofarme economie.

Met onze investeringsstrategie willen we blijven inspelen op deze langetermijntrends, en beogen we dat elke onderneming in onze groep een beleid uitstippelt waarbij ze actief bijdraagt aan de realisatie van enkele specifieke UN Sustainable Development Goals.

86% van onze ondernemingen (gemeten naar het globale aandeel in het geconsolideerd eigen vermogen) heeft reeds hun beleid rond de voor hen relevante SDGs geformaliseerd.

AvH heeft in 2020 ook de UN Principles of Responsible Investment ondertekend om zo haar ESG-aanpak nog meer te formaliseren.

Aldus wil AvH een verantwoordelijke investeerder zijn waar mens, milieu en maatschappij centraal staan.

Het AvH-model heeft in 2020 opnieuw haar deugdelijkheid en haar weerbaarheid getoond.

Een duidelijke strategie, sterke teams en gezonde balansen doen ons hoopvol naar de toekomst kijken.

In deze context stelt de raad van bestuur aan de algemene vergadering voor het dividend licht te verhogen van bruto 2,32 euro per aandeel naar 2,35 euro per aandeel.

Wij willen onze medewerkers nogmaals oprecht danken voor hun inzet en hun veerkracht in dit uitzonderlijk jaar 2020.

De gezondheidscrisis, en de volatiliteit en onzekerheid die ze met zich brengt, is nog niet voorbij.

Het vraagt nog een groot doorzettingsvermogen totdat de bevolkingen voldoende zullen gevaccineerd zijn.

Het 'nieuwe normaal' biedt echter ook vele opportuniteiten en wij zijn overtuigd dat onze groep goed gepositioneerd is om versterkt uit deze crisis te komen.

24 maart 2021

Luc Bertrand, Voorzitter van de raad van bestuur Jan Suykens, Voorzitter van het executief comité

JAARVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR

Geachte aandeelhouder,

Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2020 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV.

I. ENKELVOUDIGE JAARREKENING

1. Kapitaal en aandeelhoudershap

Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 47.750 opties toegekend in 2020. De per 31 december 2020 toegekende en nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 304.750 aandelen Ackermans & van Haaren (0,91%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).

2. Activiteiten

Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2020, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10).

3. Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening

3.1 Financiële toestand per 31 december 2020

De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.

Het balanstotaal bedraagt eind 2020 2.039 miljoen euro, een daling met 114 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (2019: 2.153 miljoen euro). De activa bestaan uit 9 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 52 miljoen euro geldbeleggingen, 5 miljoen euro liquiditeiten en 1.907 miljoen euro financiële vaste

activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden het boeken van het tussentijds dividend van 77 miljoen euro, het over het boekjaar 2020 voorgestelde dividend van maximaal 79 miljoen euro en de winst van het boekjaar van 10 miljoen euro tot een eigen vermogen van 1.920 miljoen euro (2019: 2.066 miljoen euro). In 2020 bestonden de financiële schulden op korte termijn voornamelijk uit uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper). Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2020 145.357 eigen aandelen in en verkocht er 163.668. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux die op 1 juli 2013 in voege trad.

3.2 Bestemming van het resultaat

De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:

Over te dragen winst 1.690.571.595
Winstpremie voor werknemers(3) 248.000
Tantièmes 605.000
- Dividend over 2020(2) 78.717.724
- Tussentijds dividend(1) 76.812.736
Vergoeding van het kapitaal
Toevoeging aan de beschikbare reserves 0
Toevoeging aan de onbeschikbare reserves 5.503.910
Toevoeging aan de wettelijke reserve 0
Totaal te bestemmen 1.852.458.965
Winst van het boekjaar 10.320.702
Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.842.138.264

(1) Op 31 maart 2020 heeft AvH meegedeeld het eerder geformuleerde dividendvoorstel over het boekjaar 2019 terug in te trekken in het licht van de onzekerheid die de toen sterk om zich heen grijpende coronapandemie veroorzaakte. Op 9 november 2020 heeft een Buitengewone Algemene Vergadering beslist om alsnog een dividend uit te keren in 2020, onder de vorm van een tussentijds dividend van 2,32 euro per aandeel. Rekening houdend met de eigen aandelen die niet dividendgerechtigd zijn, werd aldus 76.812.736 euro uitgekeerd op 16 november 2020.

  • (2) Aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 mei 2021 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,35 euro per aandeel goed te keuren. Dat komt overeen met een maximale uitkering van 78.717.724 euro.
  • (3) Winstdeelname ten gunste van werknemers van Ackermans & van Haaren overeenkomstig de bepalingen van het winstpremieplan goedgekeurd door de raad van bestuur van 21 februari 2020.

De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,35 euro bruto per aandeel. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 1,645 euro per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van Ackermans & van Haaren, op 26 mei 2021 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt 78.717.724 euro. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 31 mei 2021. Na deze bestemming, rekening houdend met het maximale voorgestelde totaalbedrag van de dividenden, bedraagt het eigen vermogen 1.919.737.289 euro en is het als volgt samengesteld:

Kapitaal
Geplaatst 2.295.278
Uitgiftepremies 111.612.041
Reserves
Wettelijke reserve 248.081
Onbeschikbare reserves 38.538.957
Belastingvrije reserves 0
Beschikbare reserves 76.471.338
Overgedragen winst 1.690.571.595
Totaal 1.919.737.289

3.3 Vooruitzichten

De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.

4. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar

Hiervoor wordt verwezen naar II.4 en II.7 op pag. 25.

5. Onderzoek en ontwikkeling

De vennootschap organiseert op regelmatige tijdstippen kennisuitwisseling tussen de deelnemingen.

6. Financiële instrumenten

Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen indekken. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2020 had Ackermans & van Haaren geen dergelijke instrumenten uitstaan.

7. Mededelingen

7.1 Toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

In 2020 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenregeling van artikel 7:96 WVV.

7.2 Bijkomende vergoeding commissaris

Overeenkomstig artikel 3:65, §3 WVV wordt meegedeeld dat een vergoeding werd betaald van 5.650 euro (excl. btw) aan EY Tax Consultants voor fiscale adviezen.

7.3 Inkoop of vervreemding van eigen aandelen

Op 9 november 2020 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. Ackermans & van Haaren kocht in de loop van 2020 145.357 eigen aandelen in en verkocht er 163.668. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (toelichting 22).

Per 31 december 2020 is de situatie als volgt:

Aantal eigen aandelen 350.217 (1,05%)
Fractiewaarde per aandeel 0,07 euro
Gemiddelde prijs per aandeel 109,94 euro
Totale investeringswaarde 38.504.204 euro

7.4 Mededeling op grond van de wet op de openbare overnamebiedingen

Op 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.

7.5 Beschermingsconstructies

De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennisgegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering wordt ontvangen, d.i. 9 november 2023.

De raad van bestuur is tevens gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 25 november 2023), aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.

II. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

1. Risico's en onzekerheden

Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen). Inzake niet-financiële risico's wordt tevens verwezen naar het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (pag. 44).

Het executief comité van Ackermans & van Haaren is o.m. verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's.

Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.

• Risico's op het niveau van Ackermans & van Haaren

Strategisch risico

Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan geopolitieke en macro-economische omstandigheden en wordt beïnvloed door de toenemende concurrentie, o.a. met de private equity-markt die steeds internationaler wordt.

De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van voormelde omstandigheden. Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.

Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.

Risico gerelateerd aan de beursnotering

Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.

De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.

Liquiditeitsrisico

Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen financiering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van 'AvH & subholdings' zijn op 31 december 2020 beperkt tot 31,0 miljoen euro, met name door AvH uitgegeven commercial paper.

Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro) van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.

Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2020 gerespecteerd, met uitzondering van Biolectric, dat in constructieve dialoog is met haar huisbankier om de structuur van haar financieringen beter te laten aansluiten bij de ontwikkeling van de activiteiten van het bedrijf en het gewijzigde business model.

• Risico's op het niveau van de participaties

Marine Engineering & Contracting

De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: (i) het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; (ii) de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; (iii) de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; (iv) het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; (v) de evolutie van het reglementair kader; (vi) en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. DEME is, zowel als eisende als verwerende partij, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor voorzieningen aangelegd in de rekeningen. Binnen nieuwe markten, zoals de ontwikkeling van concessies voor windmolenparken, worden de bedrijven geconfronteerd met een wijzigend reglementair kader, de technologische evoluties en het vermogen om deze grootschalige projecten te financieren. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de aanbestedingsfase.

De bouw- en baggersector is onderhevig aan conjuncturele bewegingen, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam, Tsjaad en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste factoren van risicomanagement.

DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, kunnen worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de USD en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt.

Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures opgesteld teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren.

Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds 2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.

Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale unsecured financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Dat was ook per eind 2020 het geval.

DEME volgt haar procedures ter vermijding van fraude- en integriteitsrisico's verder op en stelt die desgevallend bij. DEME hanteert een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures'). Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. De procedures inzake de samenwerking met derde partijen werden conform de vorige jaren ook in 2020 verder aangescherpt en de werking van de interne audit werd in 2020 eveneens versterkt.

Zoals bekend, voert het Parket sinds 2016 een onderzoek naar vermeende onregelmatigheden bij de toekenning van een contract aan Mordraga, een dochtervennootschap van DEME, inzake de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in 2014 en 2015. Het betrokken contract werd door een Russische private aannemingsgroep aan Mordraga gegund in het kader van een onderhandse aanbesteding. Het Parket heeft eind december 2020 enkele vennootschappen en personeelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. Zowel DEME, Dredging International als één personeelslid hebben uitvoerige bijkomende onderzoeksmaatregelen gevorderd bij de bevoegde onderzoeksrechter omdat zij van oordeel zijn dat belangrijke elementen à décharge verder onderzocht dienen te worden. De zitting van de raadkamer werd 'sine die' uitgesteld. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure.

Private Banking

Zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.

Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank J.Van Breda & C° al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.

Het fraude- en compliancerisico heeft altijd prioritaire aandacht gekregen bij Delen Private Bank. De bank investeert in verdere digitalisering van het cliëntenacceptatiebeleid, o.m. via de ontwikkeling van Delen Family Services.

Bank J.Van Breda & C° voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.

Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt gedeeltelijk beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn gemilderd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting, ten opzichte van de 7% minderheidsaandeelhouders van JM Finn.

Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke Core Tier1 eigen vermogen-ratio's.

Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank J.Van Breda & C° de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).

Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank J.Van Breda & Cº en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen systematisch worden geliquideerd, zodat de bank niet aan een marktrisico wordt onderworpen. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.

Real Estate & Senior Care

Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en geleverde diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad, zowel van het vastgoed als van de diensten, en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima is de kwalitatieve zorg voor de residenten een belangrijk element. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de operationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen.

De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan sterke cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). Zo volgen vastgoedontwikkelingsactiviteiten voor kantoorgebouwen meer de klassieke conjunctuurcyclus, terwijl de residentiële activiteiten eerder rechtstreeks reageren op de conjunctuur, het vertrouwen en het renteniveau. Extensa Group concentreert zich voornamelijk op België en Luxemburg. De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren (bv. residentieel, logistiek, kantoren, retail) leidt tot een beperking van dit risico.

Het wisselkoersrisico is eerder beperkt omdat zo goed als alle activiteiten zich in de eurozone bevinden.

Extensa Group en Leasinvest beschikken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor hun commercial paper-programma om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt.

Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest heeft op 20 november 2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. In 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest bedroeg eind 2020 3,4 jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019). Extensa heeft een obligatielening van 30 miljoen euro op vervaldag in 2020 geherfinancierd door een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. De bankschulden namen toe in functie van de Tour & Taxis-bouwprojecten (Gare Maritime en Parking Gare Maritime).

Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.

Energy & Resources

De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Singapore en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, Verdant Bioscience in Indonesië, SIPEF in o.m. Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans

als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.

De geproduceerde volumes en dus gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden ook beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad.

Of de groep er daarnaast in slaagt om de beoogde bijkomende expansie te realiseren, hangt af van de verwerving van nieuwe concessieovereenkomsten voor agronomisch geschikte gronden, die passen in de duurzaamheidspolitiek aan economisch verantwoorde voorwaarden.

Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie, palmpitolie en rubber; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit).

SIPEF heeft de strategie om enkel duurzame palmolie en andere duurzame producten te produceren. Het kunnen naleven van de duurzaamheidsvoorschriften en in bredere context de perceptie van deze producten in de markt, wordt door SIPEF nauwgezet opgevolgd.

De consolidatiekring werd in 2020 uitgebreid met de nieuwe 42%-deelneming in Verdant Bioscience. Verdant Bioscience is een biotechnologiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van hoogproductieve F1-hybride zaden van oliepalm. Aangezien de resultaten van deze ontwikkeling pas over enkele jaren zullen bekend worden, wordt de activiteit van Verdant Bioscience gekenmerkt door een hoger risicoprofiel. De mede-aandeelhouders van Verdant Bioscience zijn, naast een groep wetenschappers, SIPEF ten belope van 38% en de Indonesische beursgenoteerde plantagegroep DSN (10%), die allebei over jarenlange ervaring beschikken bij de productie van palmolie.

Growth Capital

Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.

De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.

Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.

Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

2. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).

Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2020 bedraagt

16.229 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 6% ten opzichte van 2019 (15.301 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank J.Van Breda & C° heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.

Het eigen vermogen (deel groep) per eind 2020 bedroeg 3.562 miljoen euro, een stijging met 106 miljoen euro ten opzichte van 2019 (3.456 miljoen euro). In november 2020 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel, wat resulteerde in een daling van het eigen vermogen met 76,8 miljoen euro.

Ackermans & van Haaren heeft in 2020 ingezet op de uitbouw van haar kernparticipaties en op de investering in enkele nieuwe activiteiten, m.n. OMP, Verdant Bioscience, Indigo Diabetes, Biotalys, MRM Health en HealthQuad II.

De bijdrage van de kernsectoren tot de groepswinst bedroeg in 2020 227,5 miljoen euro (2019: 267,9 miljoen euro).

De consolidatiekring onderging in 2020 een aantal wijzigingen, die worden toegelicht in toelichting 2.

Eind 2020 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 68,0 miljoen euro, tegenover 267,4 miljoen euro eind 2019. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat deze positie uit korte termijnschulden onder de vorm van commercial paper van 31,0 miljoen euro, geldbeleggingen voor 51,2 miljoen euro en eigen aandelen.

Een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep is weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag (pag. 74) van het jaarverslag.

Marine Engineering & Contracting

In 'Marine Engineering & Contracting' verstoorde de pandemie de normale gang van zaken op werven in binnen- en buitenland. Dit heeft geresulteerd in een lagere activiteit en rentabiliteit bij zowel DEME als CFE.

Private Banking

Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº hebben allebei een recordresultaat neergezet en met de sterke aangroei van de vermogens onder beheer de basis gelegd voor verdere groei.

Real Estate & Senior Care

De resultaten in 'Real Estate & Senior Care' konden zich herstellen na een moeizaam eerste halfjaar.

Energy & Resources

Dankzij stijgende marktprijzen voor palmolie (SIPEF) en cement (Sagar Cements), verbeterden in 'Energy & Resources' de resultaten duidelijk.

AvH & Growth Capital

De deelnemingen in het 'Growth Capital'-segment hielden over het algemeen goed stand. De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waarde-ontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief).

3. Impact COVID-19

De COVID-19 pandemie heeft in 2020 de normale gang van zaken in samenlevingen wereldwijd verstoord en een negatieve impact gehad op grote delen van de economie. Op 31 maart 2020 heeft AvH reeds gewaarschuwd voor de gevolgen daarvan op haar vooruitzichten voor de rest van het boekjaar.

Inmiddels lijkt deze gezondheidscrisis in de meeste landen waar de groep actief is enigszins onder controle, al blijft waakzaamheid zeker geboden.

De afgelopen maanden hebben de relevantie van de investeringsstrategie van de groep aangetoond: de gediversifieerde portefeuille van AvH, met een beperkt aantal belangen in goed gepositioneerde bedrijven, heeft toch behoorlijk weerstand kunnen bieden in deze uitzonderlijke omstandigheden. Over het volledige boekjaar heeft AvH een nettowinst gerealiseerd (deel groep) van 229,8 miljoen euro.

De effecten van deze pandemie op de groep werden voornamelijk in de volgende domeinen gesitueerd.

• Thesaurie

AvH heeft het jaar 2020 beëindigd met een positieve nettothesauriepositie van 68 miljoen euro. Daarnaast beschikt de groep over in totaal 280 miljoen euro aan bevestigde kredietlijnen die onmiddellijk kunnen worden getrokken. Daarmee beschikt de groep over een interventiecapaciteit van ongeveer 0,35 miljard euro, zelfs zonder bijkomende financieringsbronnen in te zetten.

AvH heeft ook bij haar deelnemingen steeds de nadruk gelegd op het belang van een conservatieve balansstructuur. Dit heeft in 2020 opnieuw zijn deugdelijkheid bewezen. Samen met ondersteuningsmaatregelen die door diverse overheden werden genomen, heeft dit ervoor gezorgd dat AvH doorheen de hele groep slechts bij één participatie (Euro Media Group) financieel is bijgesprongen en dat voor een relatief beperkt bedrag van 4,1 miljoen euro.

Een aantal deelnemingen van AvH doen beroep op bankkredieten die in bepaalde gevallen voorzien zijn van specifieke covenants. Op 31 december 2020 werden slechts in één van de bedrijven van de groep (Biolectric) de covenants niet gerespecteerd. Het gaat hierbij om een relatief klein bedrag en met de huisbankier van het bedrijf zijn constructieve gesprekken aan de gang om de financieringsstructuur aan te passen aan het zich wijzigende businessmodel van Biolectric.

• Operationeel resultaat

In 2020 werden in de meeste landen waar de groep actief is één of andere vorm van 'lockdown' afgekondigd.

Dit heeft voor belangrijke logistieke complicaties gezorgd voor onze participaties actief in 'Marine Engineering & Contracting', voornamelijk als gevolg van extra kosten, van logisitieke complicaties, van vertragingen op werken in uitvoering en van de daaruit voortvloeiende productiviteitsverliezen. DEME schat de direct door COVID-19 veroorzaakte extra kosten op 32,6 miljoen euro, waarvan 8,8 miljoen euro kon worden gecompenseerd door besparingen en steunmaatregelen waarop in diverse landen een beroep kon worden gedaan. Naast de rechtstreekse gevolgen, leidde de COVID-19 crisis evenwel ook tot effecten op wisselkoersen, op petroleumprijzen en tot een vertraging bij het binnenhalen van nieuwe orders. DEME schat de globale negatieve impact van het niet kunnen realiseren van de vooropgestelde omzet (inclusief de kosten die daaruit voortvloeien als gevolg van stillig en onderbezetting van de vloot), van de hierboven reeds vermelde extra kosten en van het ongeval met Orion op het operationeel resultaat op ongeveer 100 miljoen euro.

In de Contracting-activiteiten van CFE heeft COVID-19 in H1 2020 gezorgd voor vertragingen op werven, wat een negatieve impact had op de resultaten van de werven en bovendien heeft geleid tot een onderdekking van de algemene kosten. Net zoals bij DEME, wordt het resultaat op onderhanden werk erkend a rato van de voortgang van de werken. Wanneer een project verlieslatend wordt ingeschat, wordt dit resultaat boekhoudkundig onmiddellijk ten laste genomen van het resultaat van de periode waarin deze inschatting wordt gemaakt, ook met betrekking tot omzet die pas in toekomstige periodes zal worden gerealiseerd. In de tweede jaarhelft heeft CFE een duidelijk herstel gerapporteerd van haar operationele resultaten.

CFE kon in haar verschillende activiteiten beroep doen op diverse steunmaatregelen, waaronder economische werkloosheid, zodat de impact op het bedrijfsresultaat op ongeveer 20 miljoen euro (negatief) wordt geschat.

De turbulentie die de gezondheidscrisis ook op de financiële markten heeft veroorzaakt, heeft uiteindelijk geen negatieve impact gehad op de operationele resultaten van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. Niettegenstaande de vele uitdagingen waarvoor het coronavirus ook heeft gezorgd op het vlak van de praktische organisatie van beide instellingen, is de bijdrage van het 'Private Banking'-segment tot het groepsresultaat in vergelijking tot vorig jaar zelfs met 14,0 miljoen euro gestegen en het bevestigt daarmee zijn positie van voornaamste bijdrager tot het groepsresultaat. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor netto 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9.

Zoals dit het geval was in het 'Marine Engineering en Contracting'-segment, heeft de periode van quarantaine de voortgang op de ontwikkelingsprojecten in België en Luxemburg in het segment 'Real Estate & Senior Care' vertraagd, zonder evenwel het winstpotentieel op langere termijn aan te tasten. Leasinvest heeft in totaal voor 4,2 miljoen euro minder huuropbrengsten geboekt. Bij Anima hebben de 1.600 medewerkers in uiterst moeilijke omstandigheden al het mogelijke gedaan om de dienstverlening aan de bewoners van haar woonzorgcentra, assistentiewoningen en centra voor herstelverblijf te garanderen. Het is duidelijk dat de uitzonderlijke omstandigheden een bijzondere druk op de mensen, de bewoners en de organisatie van Anima hebben gelegd en dat dit negatief heeft ingewerkt op de rentabiliteit van Anima op de korte termijn. Een aantal sites van Anima zijn niet gespaard gebleven van de uitbraak van het virus. Bovenop het menselijke leed, schat Anima de financiële impact van deze crisis op 6,5 miljoen euro, veroorzaakt door extra kosten, minder opbrengsten door het stoppen van een aantal dienstverleningen en door de lagere bezettingsgraden, in het bijzonder in de 4 nieuwbouwresidenties die in het afgelopen jaar in gebruik werden genomen en die in deze omstandigheden minder dan voorzien nieuwe residenten konden aantrekken. Deze negatieve impacten werden ten belope van 4,6 miljoen euro gecompenseerd door steunmaatregelen die werden verstrekt door de drie regionale overheden.

Bij SIPEF werden de operaties in 2020 nagenoeg niet verstoord door de COVID-19 pandemie. SIPEF realiseerde een stijging met 5,4% van haar productie van (duurzame) palmolie, maar werd wel onrechtstreeks negatief beïnvloed door de scherpe prijsdaling van palmolie die zich in de loop van het eerste semester heeft voorgedaan. De laatste maanden van 2020 herstelde de marktprijs van palmolie wel sterk. Bij Sagar Cements in India, werd de capaciteitsbezetting negatief beïnvloed door de pandemie. De impact op de resultaten werd evenwel gecompenseerd door betere marktprijzen.

In het segment 'Growth Capital' verschillen de impacten afhankelijk van de sectoren waarin de bedrijven actief zijn. Het is duidelijk dat de activiteit van Euro Media Group, dat een belangrijke leverancier is van audiovisuele diensten aan grote events (Olympische Spelen, Europees Kampioenschap voetbal, Eurovisie Songfestival) en aan een aantal prominente sportcompetities (voetbal, rugby, cricket, golf,...), die voor het overgrote deel werden stilgelegd vanaf maart 2020 om maar met mondjesmaat terug op gang te komen tegen het einde van het eerste semester, met meer dan 40% onder de verwachtingen is gebleven. In die bijzondere omstandigheden, hebben de grootste aandeelhouders van EMG, waaronder AvH Growth Capital voor 4,1 miljoen euro, samen met de bankiers van EMG en de Franse overheidsbank BPI, gezorgd voor een financieel overbruggingspakket om deze moeilijke periode te overbruggen. Sinds juni 2020 trekken de volumes overigens maand na maand terug aan.

Ook andere bedrijven uit het 'Growth Capital'-segment van AvH hebben de gevolgen gedragen van de COVID-19 crisis, zonder dat dit evenwel heeft geleid tot noemenswaardige verliesresultaten in 2020.

• Waardeverminderingen en reële waardeschommelingen

De COVID-19 pandemie heeft hopelijk een uitzonderlijk karakter en mag zeker niet zonder meer worden geëxtrapoleerd naar de toekomst. AvH is nagegaan of bijzondere waardeverminderingen dienden te worden doorgevoerd op activa op/bij deelnemingen waar sprake was van bijzondere 'impairment'-indicatoren.

Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden wel negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de fair value-benadering (level 1 in de fair value hiërarchie). Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn te brengen met de martkwaarde op 31 december 2020. Doorheen het jaar zijn deze waardeschommelingen veel groter geweest.

Leasinvest is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van AvH.

Leasinvest heeft een negatieve waarde-aanpassing doorgevoerd van 25,5 miljoen euro op de Knauf shoppingcentra in Luxemburg. De coronapandemie zorgt voor grote onzekerheid wegens het continue risico op een verplichte sluiting van de niet-essentiële winkels door de overheid, in combinatie met een eventuele sluiting van de grenzen. Deel van de groep AvH heeft dit een effect van -7,7 miljoen euro.

• Verwachte kredietverliezen (ECL)

De toezichthouders van de financiële sector, waaronder EBA, ECB en ESMA, hebben richtlijnen uitgevaardigd m.b.t. de toepassing van het concept van verwachte kredietverliezen conform boekhoudnorm IFRS 9 ('Financiële instrumenten') in de cijfers 2020. De belangrijkste blootstelling situeert zich uiteraard op het niveau van het segment 'Private Banking'. Daarbij valt op dat zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° door hun conservatieve en coherente kredietpolitiek eerder beperkt geïmpacteerd zijn. Bij Delen Private Bank dienden geen provisies te worden genomen op de (beperkte) kredietportefeuille. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor het volledige jaar voor 1,0 miljoen euro provisies aangelegd voor specifieke kredietverliezen. Wel werd bijkomend voor 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9.

Huurkortingen die uitzonderlijk worden toegekend in tijden van economische crisis, zoals de crisis in verband met de COVID-19 pandemie en de daarmee samenhangende lockdown, worden in overeenstemming met IFRS 9 ('impairment loss') verwerkt als een vermindering van de inkomsten.

Binnen de groep zijn er geen andere materiële 'expected credit losses' te rapporteren.

• Inschatting van totaal effect

Alle bedrijven van de groep AvH hebben hun inschatting gemaakt van de financiële impact van de COVID-19 pandemie op hun operationeel resultaat. Zoals hierboven beschreven, wordt dit negatief beïnvloed door extra kosten (eventueel gecompenseerd door steunmaatregelen), door waardeverminderingen (inclusief 'fair value correcties') en door provisies voor kredietverliezen. Maar ook kosten van stillig/ stilstand en onderdekking van materiaal, net zoals het niet kunnen realiseren van vooropgestelde omzet en de marge daarop, werken negatief uit op de resultaten van 2020. De impact van deze laatste elementen zijn weliswaar eerder een inschatting, want minder objectief vast te stellen.

AvH schat dat al deze effecten gecombineerd het nettoresultaat (deel van de groep) voor het volledige jaar 2020 negatief hebben beïnvloed voor een bedrag in de orde van grootte van 95 miljoen euro. In dit cijfer wordt geen rekening gehouden met indirecte gevolgen van de pandemie, zoals bijvoorbeeld het stijgen of dalen van financiële markten (behalve voor die activa die deel uitmaken van de portefeuille), evolutie van gronstoffenprijzen en dergelijke.

4. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar

In januari tekenden DEME en Van Laere een contract voor het project Rechteroever van de Oosterweelverbinding. Begin maart kondigde SIPEF aan een principeakkoord te hebben getekend voor de verkoop van PT Melania, actief in rubber.

5. Onderzoek en ontwikkeling

Bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen de DEME-teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn de studie-afdelingen van CFE betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Bioscience zijn Ackermans & van Haaren en SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van zaden van hoogrenderende oliepalmen. Zowel Bank J.Van Breda & Cº als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd. De recent verworven participaties Biolectric, Biotalys, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health en OMP zijn innovatieve bedrijven in hun domein. Hun voortdurende aandacht voor technologische vernieuwing draagt bij tot een verbetering van hun competitieve positie op korte en middellange termijn.

6. Financiële instrumenten

Binnen de groep (o.a. DEME, Rent-A-Port, Bank J.Van Breda & C°, Leasinvest) wordt een voorzichtig beleid gevoerd inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Rent-A-Port, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond Groep, Sagar Cements, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

7. Vooruitzichten 2021

Na een eerste jaarhelft 2020 waarin de hele samenleving werd geconfronteerd met de schok van de coronapandemie, herstelde de economische activiteit zich enigszins vanaf het derde trimester. Dat Ackermans & van Haaren een dergelijk turbulent jaar 2020 toch kan afsluiten met een winst van 230 miljoen euro illustreert de veerkracht en degelijkheid van het AvH-model.

De focus op een beperkt aantal kernparticipaties die toonaangevend zijn in hun sector, aangevuld met een reeks jongere, doch beloftevolle deelnemingen zal ook in 2021 behouden blijven. Het sterke orderboek van DEME, vermogens onder beheer in het Private Banking-segment op recordniveau en de goede positionering van de meeste andere bedrijven in de groep, laten de raad van bestuur toe het jaar 2021 dan ook met vertrouwen tegemoet te zien. Behoudens onvoorziene ontwikkelingen, gaat de raad van bestuur voor 2021 uit van een groei van de nettowinst van de groep.

III. VERKLARING INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR

1. Algemeen

Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), die kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). De Commissie heeft op 9 mei 2019 een nieuwe (derde) versie van de Code bekendgemaakt, die deze van 12 maart 2009 vervangt, en die op 1 januari 2020 in werking is getreden.

Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het 'Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.

  • Op 18 april 2006 werd het Charter in overeenstemming gebracht met verschillende Koninklijke Besluiten genomen in uitvoering van de Europese regels inzake marktmisbruik.
  • Op 15 januari 2008 heeft de raad van bestuur artikel 3.2.2 (b) van het Charter aangepast ter verduidelijking van de procedure inzake onderzoek naar onregelmatigheden.
  • Op 12 januari 2010 werd het Charter aangepast aan de Code 2009 en aan de nieuwe wettelijke onafhankelijkheidscriteria.
  • Op 4 oktober 2011 heeft de raad van bestuur beraadslaagd over de aanpassing van het Charter aan de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen. De raad van bestuur heeft bij die gelegenheid tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpt door de invoering van een verbod op 'short selling' en speculatieve handel in aandelen.
  • Op 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
  • Op 24 februari 2017 werd het Charter in overeenstemming gebracht met de Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren.
  • Op 25 februari 2019 heeft de raad van bestuur de leeftijdsgrens versoepeld.
  • Op 19 november 2020 heeft de raad van bestuur het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de Code 2020.

Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be).

Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 3:6, §2 en 3:32, §1, tweede lid, 7° WVV. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').

2. Raad van bestuur

2.1 Samenstelling

LUC BERTRAND

(°1951, Belg)

Voorzitter van de raad van bestuur Uitvoerend bestuurder (1985-2016) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)

Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar hij financieel directeur werd in 1986 en voorzitter van het executief comité was van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder van Delen Private Bank, JM Finn, Bank J.Van Breda & Cº en Verdant Bioscience. Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors, lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals Museum Mayer van den Bergh en Europalia, lid van de 'board of trustees' van Guberna en lid van de algemene raad van Instituut voor Tropische Geneeskunde.

Einde mandaat 2021

ALEXIA BERTRAND (°1979, Belg)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013)

Alexia Bertrand behaalde het diploma van licentiaat in de rechten (Université Catholique de Louvain - 2002) en een master of laws (Harvard Law School - 2005). Ze zetelt sinds mei 2019 in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Zij was van 2012 tot 2019 als adviseur verbonden aan het kabinet van de Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken en werd op 1 oktober 2015 benoemd tot kabinetschef algemeen beleid. Ze geeft periodiek opleidingen in onderhandelingstechnieken. Van 2002 tot 2012 was ze actief als advocate, gespecialiseerd in financieel- en vennootschapsrecht (bij Clifford Chance en vervolgens Linklaters). Ze was tijdens een deel van die periode assistente aan de rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Einde mandaat 2021

MARION DEBRUYNE BV(1)

vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)

Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna.

auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité

Einde mandaat 2024

(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.

JACQUES DELEN (°1949, Belg)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)

Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van de beursgenoteerde plantagegroep SIPEF en van Bank J.Van Breda & Cº. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016.

Einde mandaat 2022

PIERRE MACHARIS

(°1962, Belg)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2004) Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011)

Pierre Macharis studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in automatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van VPK Packaging Group. Hij is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven en bestuurder bij Sioen Industries.

Einde mandaat 2024

JULIEN PESTIAUX

(°1979, Belg)

Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2011)

Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde eveneens een master in engineering management (Cornell University - VS). Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's. Hij geeft nu leiding aan een team dat voor de Europese Commissie een model ontwikkelt dat het potentieel van de EU-lidstaten beoordeelt om het energieverbruik en de broeikasgassen op middellange tot lange termijn te verminderen. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.

Einde mandaat 2023

THIERRY VAN BAREN

(°1967, Fransman / Nederlander)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006)

Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief als marketingconsultant bij o.m. TBWA Belgium, BDDP Belgium, Ammirati Puris Lintas en Ogilvy Brussels.

Einde mandaat 2022

FREDERIC VAN HAAREN

(°1960, Belg)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993)

Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen bevoegd voor openbare werken, milieu en groen en begraafplaatsen. Hij is tevens actief als bestuurder bij Belfimas, voorzitter van Consultatiebureau voor het Jonge Kind (Kapellen) en van Bosgroepen Antwerpen Noord en lid van de commissie milieu bij Intercommunale Igean.

Einde mandaat 2021

PIERRE WILLAERT (°1959, Belg)

Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998) Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004)

Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco, tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in videobewaking.

Einde mandaat 2024

MENLO PARK BV(2)

vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018)

Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in riskmanagement (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Oetker-Gruppe).

Einde mandaat 2022

(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.

De mandaten van Alexia Bertrand, Luc Bertrand en Frederic van Haaren verstrijken op de gewone algemene vergadering van 25 mei 2021. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om (i) de mandaten van Alexia Bertrand en Frederic van Haaren te hernieuwen voor een periode van 4 jaar, en (ii) het mandaat van Luc Bertrand te hernieuwen voor een periode van twee jaar. Ofschoon Luc Bertrand de leeftijdsgrens van 70 jaar reeds heeft overschreden, is de raad van oordeel dat hij met zijn kennis en ervaring een uitzonderlijke toegevoegde waarde kan blijven bieden aan de beraadslagingen van de raad van bestuur.

2.2 Onafhankelijke bestuurders

  • Marion Debruyne
  • Julien Pestiaux
  • Victoria Vandeputte

Marion Debruyne, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Code.

2.3 Overige bestuurders

  • Alexia Bertrand
  • Luc Bertrand
  • Thierry van Baren
  • Jacques Delen
  • Pierre Macharis
  • Frederic van Haaren
  • Pierre Willaert

Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, die met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks

en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

2.4 Activiteitenverslag

De raad van bestuur heeft in 2020 o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.

Verschillende investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, zoals de deelname aan de kapitaalverhogingen van Biotalys, Indigo Diabetes en MRM Health, de overname van een belang in OMP en in Verdant Bioscience, de verstrekking van aandeelhoudersleningen aan Rent-A-Port en Financière EMG en van een lening aan scheepswerf IHC Merwede.

Voorts heeft de raad van bestuur uitgebreid aandacht besteed aan de strategie 2020-2021, de impact van de COVID-19-crisis op de groep (m.i.v. het uitstel van de jaarlijkse dividenduitkering naar het najaar), de oprichting van het AvH Solidarity Fund, het thema dubbel stemrecht, de voorbereiding van de bijzondere en buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020, het winstpremieplan voor de bedienden, de herziening van het Corporate Governance Charter en de opvolging van het hangende gerechtelijk onderzoek bij DEME.

De raad van bestuur heeft in 2020 het management van DEME uitgenodigd voor presentaties zowel over concrete investeringen als de strategie van de groep.

Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.8 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter.

De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 25 maart 2020. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité. Daarbij werd opgemerkt dat de COVID-19-crisis AvH dwingt haar strategie opnieuw tegen het licht te houden en nog duidelijker te definiëren in welke regio's, sectoren en duurzame activiteiten de groep op lange termijn actief wenst te zijn en/of te blijven.

Aanwezigheden
Luc Bertrand 8/8
Alexia Bertrand 8/8
Marion Debruyne 7/8
Jacques Delen 8/8
Pierre Macharis 7/8
Julien Pestiaux 8/8
Thierry van Baren 8/8
Victoria Vandeputte 8/8
Frederic van Haaren 8/8
Pierre Willaert 8/8

Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.

2.5 Gedragsregels inzake belangenconflicten

De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het WVV) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.10 en 4.7). In 2020 dienden geen beslissingen te worden genomen die aanleiding gaven tot toepassing van dit beleid.

2.6 Gedragsregels inzake financiële transacties

De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 6). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.

3. Auditcomité

3.1 Samenstelling

Pierre Willaert
Niet-uitvoerend bestuurder
Voorzitter
Marion Debruyne
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Julien Pestiaux
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:

Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.

Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion Debruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna.

Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (VS). De nadruk van de master in engineering management lag op financiële en economische analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de 'Johnson Graduate School of Management' van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C° waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.

3.2 Activiteitenverslag

Het auditcomité van 31 januari 2020 was gewijd aan ESG en de duurzaamheidsrapportering in het jaarverslag.

Op 19 februari en 21 augustus 2020 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.

Het auditcomité van 18 maart 2020 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2019 en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Er werd voorts ook aandacht besteed aan de verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag.

Op het auditcomité van 21 augustus 2020 werd speciale aandacht gegeven aan de naleving van de onafhankelijkheidsregels waaraan de commissaris onderhevig is. Op 14 december 2020 heeft het auditcomité aandacht besteed aan de ESG-rapportering, beraadslaagd over de interne audit en controle, ICT en personeelsbeleid, de buitenbalansverplichtingen en het auditplan (m.i.v. materialiteitsdrempels) van de commissaris.

Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.

4. Remuneratiecomité

4.1 Samenstelling

Pierre Macharis
Niet-uitvoerend bestuurder
Voorzitter
Julien Pestiaux
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder
Victoria Vandeputte
Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder

4.2 Activiteitenverslag

Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 25 maart 2020 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 20 november 2019 en heeft samen met de CEO de conclusies overlopen van de feedbackgesprekken met de leden van het executief comité.

Op de vergadering van 19 november 2020 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2021, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om de zitpenning voor de bestuurders, voor deelname aan de vergaderingen van de raad van bestuur, het audit- en remuneratiecomité, te handhaven op 2.500 euro voor het boekjaar 2020.

5. Benoemingscomité

De raad van bestuur heeft op 14 januari en 21 februari 2020 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 25 mei 2020 voor te stellen (i) het mandaat van Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne, als onafhankelijk bestuurder te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, (ii) de mandaten van Pierre Macharis en Pierre Willaert te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, en (iii) het mandaat van Jacques Delen te hernieuwen voor een termijn van 2 jaar.

6. Executief comité

6.1 Samenstelling

De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.

JAN SUYKENS (°1960, Belg)

Voorzitter van het executief comité Lid van het executief comité

Jan Suykens is licentiaat in de toegepaste economische wetenschappen (UFSIA - 1982) en behaalde aansluitend een MBA (Columbia University - 1984). Hij werkte een aantal jaren bij de Generale Bank in Corporate & Investment Banking.

Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren

TOM BAMELIS (°1966, Belg)

CFO en lid van het executief comité

Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en nadien bij Groupe Bruxelles Lambert.

Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren

JOHN-ERIC BERTRAND (°1977, Belg)

John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2001) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.

Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren

PIET BEVERNAGE (°1968, Belg)

Secretaris-generaal en lid van het executief comité

Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&Aafdeling van Loeff Claeys Verbeke.

Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren

ANDRÉ-XAVIER COOREMAN

(°1964, Belg)

Lid van het executief comité

André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).

Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren

PIET DEJONGHE (°1966, Belg)

Lid van het executief comité

Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke en actief als consultant bij Boston Consulting Group.

Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren

KOEN JANSSEN (°1970, Belg)

Lid van het executief comité

Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.

Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren

6.2 Activiteitenverslag

De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de statuten van de vennootschap aangepast aan de relevante bepalingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bij die gelegenheid werd tevens uitdrukkelijk geopteerd voor een monistische bestuursstructuur en werd de mogelijkheid bevestigd om rond de CEO een comité op te richten waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken.

Daarbij weze opgemerkt dat de raad van bestuur op zijn vergadering van 6 oktober 2020 heeft beslist het dagelijks bestuur vanaf die datum uitsluitend toe te kennen aan de CEO. Het executief comité, nieuwe stijl, is in essentie belast met de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.

Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité veel aandacht besteed aan de economische impact van de COVID-19-crisis op de groep en de gezondheid van de medewerkers. Daarnaast heeft het comité, zoals gebruikelijk, in hoofdzaak de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.

7. Diversiteitsbeleid

Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de slagkracht en innovatieve cultuur van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.

Op niveau van de raad van bestuur komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.

De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 mannelijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2020 waren 4 bestuurders 50 jaar of jonger (40%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (60%).

Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Alle leden van het executief comité werden, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.

Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2020 heeft Ackermans & van Haaren twee associate investment managers aangeworven in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar en met uiteenlopende achtergronden (Business Engineering en Biochemistry) ter versterking van het multidisciplinaire team.

Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door een marktconform vergoedingsbeleid.

Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag.

8. Interne en externe audit

8.1 Externe audit

De commissaris van de vennootschap is EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 2022.

In 2020 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 62.500 euro (excl. btw). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald van 5.650 euro (excl. btw) aan EY Tax Consultants voor fiscale adviezen. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan EY door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 62.500 euro) bedroeg 1.180.294 euro.

8.2 Interne audit

De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.

8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening

De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ... ) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ... ). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze.

Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden.

Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd, zodat een strikte opvolging mogelijk is.

De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.

8.3.1 Controleomgeving

De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:

a. Integriteit en ethiek

De familiale waarden die aan de basis liggen van de historische ontwikkeling van de groep trachten we te vertalen in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in het zogeheten 'Vademecum' (dit zijn interne bedrijfsrichtlijnen), zodat deze voor alle medewerkers duidelijk zijn en door hen kunnen worden uitgedragen.

Teneinde het belang van ethisch en verantwoord ondernemen te benadrukken en duurzame groei in de groep te bevorderen, heeft de raad van bestuur op 19 maart 2018 bovendien een integriteitscode goedgekeurd. De integriteitscode kan geraadpleegd worden op de website en zal op regelmatige basis worden herzien en verbeterd.

b. Bekwaamheden

Een andere hoeksteen van het beleid van Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt uitgediept. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité, waar wordt gestreefd naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.

c. Bestuursorgaan / auditcomité

De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de interne en externe audit.

d. Organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in het 'Vademecum'.

8.3.2 Risicobeheersproces

De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.

Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.

Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.

Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.

Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.

8.3.3 Controle-activiteiten

Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.

Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.

Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.

Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde rapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.

Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.

Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.

8.3.4 Informatie en communicatie

Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden (whistle-blowing).

8.3.5 Sturing

Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.

9. Aandeelhoudersstructuur

9.1 Aandeelhoudersstructuur

Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.

9.2 Kruisparticipaties

Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2020 350.217 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan.

9.3 Schematische voorstelling

De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2020, kan als volgt worden voorgesteld:

9.4 Referentieaandeelhouder

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.

10. Comply or explain

Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code (zoals deze van toepassing was in 2020):

• Samenstelling benoemingscomité

Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.w

IV. REMUNERATIEVERSLAG

Remuneratiebeleid 2021-2024

1. Inleiding

Ingevolge de Wet van 28 april 2020(1) (de Wet) zijn genoteerde vennootschappen voortaan verplicht:

  • (i) vierjaarlijks een remuneratiebeleid ter goedkeuring voor te leggen aan de aandeelhouders en dit voor de eerste maal op de jaarvergadering van 25 mei 2021, en
  • (ii) nog meer transparantie te bieden in hun remuneratieverslag dat deel uitmaakt van het jaarverslag - over de vergoeding van hun leidinggevenden.

Een en ander zou moeten bijdragen tot effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid, wat op zijn beurt dan weer zou moeten bijdragen tot de versterking van het deugdelijk bestuur van genoteerde vennootschappen. De Europese regelgever beoogde met deze grotere aandeelhoudersbetrokkenheid eveneens bij te dragen tot de verbetering van financiële maar ook niet-financiële prestaties van vennootschappen zoals de ecologische, sociale en governancefactoren (ESG).

2. Remuneratiebeleid

2.1 Strategie • Lange termijn • Duurzaamheid

Met haar missie 'Your partner for sustainable growth', wil AvH de voorkeurpartner zijn van familiebedrijven en management teams en met hen co-investeren op lange termijn met de ambitie hen tot marktleiders te laten groeien die duurzame oplossingen voor de grote globale uitdagingen ontwikkelen.

AvH streeft naar een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische lange termijn deelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen.

AvH is een netwerkorganisatie, waarbij de diversiteit aan achtergronden en de continue ontwikkeling van haar medewerkers staat voor een waarde toevoegende ondersteuning aan de managementteams van de deelnemingen.

AvH is een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn haar ondernemingen wil uitbouwen.

AvH ambieert voor haar deelnemingen geen absolute rendementsdoelstelling, doch focust op een recurrente groei van de activiteiten, cashflow-generatie en eigen vermogen. AvH verkiest langetermijn groei boven een korte termijn maximalisatie van het dividend en ambieert aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren via een recurrente stijging van haar geconsolideerd netto eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn.

AvH past voor de hele groep, en ook haar investeringsbeslissingen, een ESG-kader toe uitgaande van de UN Sustainable Develpment Goals en de UN PRI richtlijnen en promoot een duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van haar deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij.

De investeringsfilosofie is gebaseerd op een transparante rapportering en communicatie, duidelijke afspraken qua deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek, en een strikte financiële discipline en gezonde balansen.

AvH wil ook als investeringsmaatschappij bijdragen tot een meer duurzame wereld en inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, hernieuwbare energie, duurzame voedselketen, vergrijzing en bevolkingsgroei en digitalizering.

In lijn met haar missie 'Your partner for sustainable growth', tracht de groep met haar remuneratiebeleid niet alleen duurzaamheid en langetermijndenken te bevorderen maar zich ook te richten op het samen behalen van doelen en het waarmaken van een duurzaam groei-engagement t.a.v. de aandeelhouders. Door een belangrijk deel van de vergoeding van de leden van het executief comité van AvH afhankelijk te stellen van deze langetermijnobjectieven en duurzaamheidsparameters tracht AvH met het voorgestelde remuneratiebeleid in belangrijke mate bij te dragen tot de verwezenlijking van de bedrijfsstrategie.

AvH wenst getalenteerde mensen aan te trekken én te behouden om de kwaliteit van de begeleiding die AvH, als actieve aandeelhouder, aan haar participaties wenst te verlenen, te kunnen blijven garanderen.

In de remuneratiecomités van de participaties worden kaders voor deugdelijk reward-beleid ontwikkeld.

Voor de positionering van AvH inzake totale financiële vergoeding benchmarkt AvH zichzelf met andere relevante bedrijven. AvH wenst haar CEO en leden van het executief comité, alsook alle andere functies op vlak van totale vergoeding te positioneren boven de mediaan. AvH neemt tweejaarlijks deel aan een benchmarkoefening om haar relatieve positie te evalueren.

AvH is een sterk genetwerkte omgeving en zet in op betrokkenheid en op het samen behalen van succes. In het remuneratiebeleid wordt er dan ook resoluut voor geopteerd om géén individuele doelstelling te hanteren.

Evaluatiegesprekken focussen op persoonlijke ontwikkeling en individuele bijdrage tot de bedrijfsstrategie zonder een mathematische link naar korte of langetermijnvergoedingen.

2.2 Toepassingsgebied

De raad van bestuur van AvH telt 10 leden, haar executief comité 7 leden.

AvH en AvH Growth Capital tellen in totaal 36 medewerkers, die samen concreet vormgeven aan voormelde strategie.

Het voorgestelde remuneratiebeleid geldt voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 en is, overeenkomstig artikel 7:89/1 WVV, van toepassing op de 10 bestuurders, de personen belast met het dagelijks bestuur, in casu de CEO, en de andere personen belast met de leiding van de vennootschap, in casu de 6 overige leden van het executief comité.

2.3 Remuneratiecomité

Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité.

In het bijzonder zal het remuneratiecomité:

  • aanbevelingen doen aan de raad van bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid voor de bestuurders en de leden van het executief comité en de hieruit voortvloeiende voorstellen tot besluit van de algemene vergadering;
  • aanbevelingen doen met betrekking tot de individuele vergoeding van bestuurders en leden van het executief comité (m.i.v. bonussen, lang termijn-incentiveprogramma's zoals aandelenopties en andere financiële instrumenten en vertrekvergoedingen) en eventuele hieruit voortvloeiende voorstellen tot besluit van de algemene vergadering;
  • de prestaties van de leden van het executief comité evalueren en dit, behalve

(1) De Wet van 28 april 2020 houdt de omzetting in naar Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft. Deze Richtlijn moest uiterlijk op 10 juni 2019 zijn omgezet in nationaal recht.

voor wat de prestaties van de voorzitter van het executief comité betreft, in overleg met deze laatste;

  • de verwezenlijking van de strategie van de vennootschap door het executief comité evalueren op basis van de overeengekomen prestatiemaatstaven en -doelstellingen;
  • het remuneratieverslag voorbereiden dat door de raad van bestuur wordt opgenomen in de Verklaring van Deugdelijk Bestuur; en
  • het remuneratieverslag toelichten op de gewone algemene vergadering.

Het remuneratiecomité bepaalt zelf de frequentie van zijn vergaderingen, maar vergadert ten minste twee keer per jaar.

Tijdens vergaderingen waarop de individuele vergoeding van een lid van het remuneratiecomité wordt besproken, mag de betrokkene aanwezig zijn, maar mag hij niet optreden als voorzitter van de vergadering en onthoudt die zich van enige feedback ten aanzien van de eigen persoon.

2.4 Vergoedingscomponenten

(i) Raad van bestuur

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité met andere relevante ondernemingen. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

Niet-uitvoerende bestuurders dienen een deel van hun vergoeding, m.n. minstens tienduizend euro (€ 10.000), te beleggen in aandelen van de vennootschap, tenzij zij reeds, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang bezitten in de Vennootschap van dergelijke waarde. Deze aandelen dienen gedurende minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende bestuurder de raad van bestuur verlaat, te worden aangehouden en minstens drie jaar na de verwerving ervan.

(ii) Executief comité

De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vijf componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding (STI of short term incentive), (iii) aandelenopties (LTI of long term incentive), (iv) een groeps- en hospitalisatieverzekering, en (v) overige voordelen.

De leden van het executief comité houden ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan en beschikken over een termijn van 5 jaar vanaf hun benoeming om deze positie op te bouwen.

(a) Vaste vergoeding

De vaste vergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, evolueert naar een gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden. Eventuele verhogingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratiecomité en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.

(b) Variabele vergoeding (STI - short term incentive)

De STI wordt initieel berekend als een promille van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) en wordt vervolgens afhankelijk gesteld van financiële en niet-financiële criteria. De concrete invulling ervan, net als eventuele éénmalige bonussen, wordt discretionair vastgesteld door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité.

(1) Het aandeel van de aangeboden aandelenopties is berekend op basis van de Black&Scholes methode.

De financiële doelstelling bedraagt 80% van de totale STI. Dit cash incentive plan is gebaseerd op lange termijn ambities. Alhoewel deze STI is gebaseerd op een promille van het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt.

De niet-financiële doelstelling bedraagt 20% van de totale STI en omvat meetbare doelstellingen die fundamenteel bijdragen tot het ESG-beleid van AvH. De KPIs zijn de KPIs die worden gehanteerd in het duurzaamheidsverslag. AvH wenst op alle 'Core KPIs' positief te evolueren op jaarbasis. Progressie staat centraal. Het remuneratiecomité zal deze doelstelling jaarlijks evalueren op haar relevantie en desgevallend aangepaste doelstellingen ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur.

(c) Variabele vergoeding (LTI - long term incentive)

Het aandelenoptieplan heeft als doel de begunstigden ervan te vergoeden voor hun bijdrage aan de waardecreatie op lange termijn.

De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze vergoedingscomponent is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.

De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van AvH, worden toegekend hebben volgende kenmerken:

  • Aanbod: medio januari.
  • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van het laagste van (i) de slotkoers van het aandeel voorafgaand aan de datum van het aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod.
  • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod.

De toegekende aantallen kunnen jaarlijks discretionair door de raad van bestuur worden herzien, op voorstel van het remuneratiecomité.

(d) Verzekeringen en overige voordelen

AvH voorziet een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering.

Aan iedereen wordt ook een smartphone en een laptop en/of tablet computer aangeboden.

Daarnaast heeft AvH een mobiliteit & flexibiliteitsbeleid waarbij per definitie elektrische wagens worden aangeboden, maar ook fietsen en telewerk.

Om het welzijn te bevorderen, worden ook fitness- en yogalessen georganiseerd, zowel op kantoor als virtueel.

(e) Relatief aandeel van de verschillende vergoedingscomponenten

Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité ligt niet vooraf vast omdat een aantal componenten gelinkt zijn aan variabele elementen, m.n. de geconsolideerde resultaten van de groep en de aandelenkoers. Op basis van de praktijk van de voorbije drie jaar geven de volgende vorken een goede indicatie van de verhouding(1):

  • Vaste vergoeding: 45-55%
  • Bonus: 20-35%
  • Aandelenopties: 10-20%
  • Groeps- en hospitalisatieverzekering: 7-10%
  • Bedrijfswagen en smartphone: 1%

Deze componenten worden jaarlijks, doorgaans op een vergadering in november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (b.v. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.

2.5 Contractuele voorwaarden

De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit.

De overeenkomsten bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur.

De CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.

De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan voor bepaalde leden van het executief comité oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap.

2.6 Medewerkers

De normen die gehanteerd worden voor het bepalen van het remuneratiebeleid van de leden van het executief comité worden eveneens toegepast op de andere medewerkers:

  • inzetten op elementen van lange termijn (aandelenopties, groeps- en hospitalisatieverzekering en een identiek benefits-beleid);
  • positioneren van de totale vergoeding boven de mediaan in de markt;
  • collectief delen in succes (winstpremie).

2.7 Wijzigingen

Het remuneratiebeleid 2021-2024 is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van de CHCO, het executief comité, het remuneratiecomité, de raad van bestuur en externe deskundigen.

De raad van bestuur zal dit remuneratiebeleid ter goedkeuring voorleggen aan de jaarvergadering van 25 mei 2021 en kijkt uit naar een constructieve dialoog hierover met de aandeelhouders.

Na afloop van de jaarvergadering, zal het remuneratiecomité de standpunten vertolkt door de aandeelhouders meenemen in een evaluatie van het remuneratiebeleid en eventuele bijsturingen voorbereiden en ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur.

Toepassing remuneratiebeleid in 2020

1. Inleiding

Dit remuneratieverslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV, zoals vorig jaar gewijzigd bij Wet van 28 april 2020 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Europese Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van de aandeelhouders betreft, en houdende diverse bepalingen inzake vennootschappen en verenigingen (Remuneratieverslag).

Het Remuneratieverslag bevat een aantal nieuwe elementen in vergelijking met de verslagen over de voorgaande boekjaren. Deze hebben hoofdzakelijk betrekking op de beschrijving van de relatie tussen de vergoeding van de bestuurders en de leden van het executief comité enerzijds en de strategie en de resultaten van de vennootschap anderzijds, meer details over de verschillende componenten en de ontwikkeling van hun vergoeding, de evolutie van de gemiddelde vergoeding van de medewerkers en de loonspanning tussen management en medewerkers.

De raad van bestuur heeft zich bij de opstelling van het Remuneratieverslag tevens geïnspireerd op:

  • Principe 7 van de Belgische Corporate Governance Code 2020 inzake de remuneratie van bestuurders en de leden van het uitvoerend management van genoteerde vennootschappen (Code 2020), en
  • (het ontwerp) 'Guidelines on the standardised presentation of the remuneration report under Directive 2007/36/EC, as amended by Directive (EU) 2017/828, as regards the encouragement of long-term shareholder engagement', opgesteld door de Europese Commissie (Richtlijn).

De raad van bestuur heeft de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en de Code 2020 (beide op 1 januari 2020) en voormelde Wet van 28 april 2020, aangegrepen om het bestuursmodel van de vennootschap opnieuw tegen het licht te houden. De raad van bestuur houdt vast aan een monistische bestuursstructuur, waarbij de raad bevoegd is en blijft om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. Anderzijds heeft de raad van bestuur op 6 oktober 2020 beslist het dagelijks bestuur van de vennootschap voortaan enkel te delegeren aan de CEO. Het executief comité, waarvan de CEO deel uitmaakt, blijft evenwel verantwoordelijk voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. Eén van de gevolgen van deze wijziging is dat de vergoeding van de leden van het executief comité, de CEO uitgezonderd, over het boekjaar 2021 niet meer individueel bekend zal worden gemaakt in het Remuneratieverslag.

Het remuneratiecomité heeft, conform artikel 7:89/1 WVV, tevens werk gemaakt van de voorbereiding van een nieuw remuneratiebeleid, dat op 25 mei 2021 ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de algemene vergadering. Het nieuwe remuneratiebeleid, dat integraal is opgenomen in het jaarverslag (vanaf pag. 35), zal van toepassing zijn op de boekjaren 2021 tot en met 2024. Het Remuneratieverslag geeft een overzicht van het bestaande remuneratiebeleid zoals toegepast in boekjaar 2020.

Het voorbije jaar werd gedomineerd door de COVID-19 crisis, die uiteraard ook een impact had op de activiteiten en resultaten van de groep. Het geconsolideerd nettoresultaat over boekjaar 2020 daalde met 41,8% t.o.v. het voorgaande boekjaar. Er werden over 2020 in, tegenstelling met over 2019, geen uitzonderlijke premies betaald. Deze twee factoren vertalen zich dan ook in een daling van de variabele cash bonus op 1 jaar van de leden van het executief comité (-52,4%). Gedurende het hele jaar 2020 ging bijzondere aandacht naar de opvolging van de participaties en de manier waarop deze weerstand boden aan de coronapandemie. AvH verhoogde haar aandeel in de beursgenoteerde deelnemingen CFE, SIPEF en Sagar Cements en werd 20%-aandeelhouder in OM Partners. Bovendien werden een reeks nieuwe investeringen gerealiseerd in technologiegedreven, jonge ondernemingen zoals Verdant Bioscience, Biotalys, MRM Health, Indigo Diabetes en de HealthQuad-fondsen in India. In totaal werd over het volledige boekjaar 133 miljoen euro geïnvesteerd. Voorts heeft de vennootschap op 9 november 2020 alsnog een tussentijds dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders, t.b.v. 76,8 miljoen euro (bruto), en onderstreepte ze daarmee haar vertrouwen in de weerbaarheid van het langetermijninvesteringsbeleid.

Tijdens het voorbije boekjaar werden de vergoedingen van de leden van het executief comité en van de investment managers gebenchmarked. Op basis van het rapport werd de vaste vergoeding van enkele leden van het executief comité voor 2021 opgetrokken en werd de variabele vergoeding van de investment managers gelinkt aan de resultaten van de groep.

De vergoeding van de leden van de raad van bestuur blijft ongewijzigd.

2. Remuneratieprocedure

Het remuneratiecomité heeft op 24 maart 2021 het ontwerp van remuneratieverslag, dat een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.

Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 19 november 2020. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 7:91, tweede lid WVV, de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.

Het comité heeft tijdens de vergadering van 19 november 2020 beslist om de promille van de variabele vergoeding van de leden van het executief comité en het aantal aan te bieden aandelenopties niet te wijzigen t.a.v. het vorige boekjaar.

Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2020 te handhaven op hetzelfde niveau als 2019.

3. Raad van bestuur

De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Gelet op het feit dat de vergoeding, tantièmes en zitpenningen, niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité. De door de raad van bestuur voorgestelde aanpassingen, zoals geadviseerd door het remuneratiecomité, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 27 maart 2013 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, die m.b.t. de boekjaren 2011 en 2012 gelijk was gebleven, vanaf boekjaar 2013 als volgt aan te passen:

  • Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur: 60.000 euro
  • Basisvergoeding voor de bestuurders: 30.000 euro
  • Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité: 2.500 euro
  • Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité: 10.000 euro
  • Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité: 5.000 euro
  • Zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur of het audit- of remuneratiecomité: 2.500 euro

Dit voorstel werd goedgekeurd door de gewone algemene vergadering van 27 mei 2013.

Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste en indexeerbare vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016. Voor de volledigheid wordt tevens opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2020 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2020, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank t.b.v. 250.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2020 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF

(€) Zitpenningen(1)
Naam Voorzitter raad
van bestuur
Bestuurder Voorzitter
auditcomité
Lid
auditcomité
Lid remuneratie
comité
Raad van
bestuur
Comités Totale
vergoeding
Luc Bertrand 60.000 20.000 80.000
Alexia Bertrand 30.000 20.000 50.000
Marion Debruyne 30.000 5.000 17.500 12.500 65.000
Jacques Delen 30.000 20.000 50.000
Pierre Macharis 30.000 2.500 17.500 5.000 55.000
Julien Pestiaux 30.000 5.000 2.500 20.000 17.500 75.000
Thierry van Baren 30.000 20.000 50.000
Victoria Vandeputte 30.000 2.500 20.000 5.000 57.500
Frederic van Haaren 30.000 20.000 50.000
Pierre Willaert 30.000 10.000 20.000 12.500 72.500

(1) Er wordt een zitpenning van 2.500 euro toegekend per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité en/of het remuneratiecomité. In 2020 hebben er 8 raden van bestuur plaatsgevonden, 5 auditcomités en 2 remuneratiecomités.

heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2020.

Alle bestuurders hebben verklaard ten belope van minstens 10.000 euro te hebben belegd in aandelen van de vennootschap.

Tabel 1 geeft per bestuurder de vergoeding weer waarop zij recht hebben voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2020. Deze vergoeding zal worden betaald, na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering, gepland op 25 mei 2021.

4. Executief comité

4.1 Totale vergoeding

De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit de volgende 5 componenten:

  • (i) een vaste vergoeding,
  • (ii) een variabele vergoeding (in geld) gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat,
  • (iii) aandelenopties,
  • (iv) een groepsverzekering, en
  • (v) andere voordelen.

Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.

De vaste vergoeding van de leden van het executief comité evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en van de marktontwikkelingen.

De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van een objectief meetbaar prestatiecriterium nl het geconsolideerd nettoresultaat over een periode van één boekjaar. Er is geen langetermijncashincentiveplan. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na vaststelling door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar (d.i. eind maart). Alhoewel deze STI is gebaseerd op het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt.

De groepsverzekering is van het type 'vaste bijdrage' en dekt de volgende risico's: aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen. Zowel de vennootschap als het betrokken lid van het executief comité dragen bij tot de vorming van een reserve.

Onder de andere voordelen, vallen de traditionele voordelen van alle aard, zoals bedrijfswagen, smartphone en tablet computer, en een hospitalisatieverzekering. De bijdragen tot de hospitalisatieverzekering worden integraal gedragen door de vennootschap.

De aandelenopties komen aan bod onder 4.2.

De leden van het executief comité hebben verklaard dat zij ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aanhouden.

Tabel 2 geeft per lid van het executief comité de vergoeding weer die zij ontvingen voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2020, met dien verstande dat de gegevens met betrekking tot Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe en Koen Janssen, voor boekjaren volgend op 2020 niet meer individueel gerapporteerd zullen worden.

De reden hiervoor is dat de raad van bestuur op 6 oktober 2020 heeft beslist de delegatie van het dagelijks bestuur aan het executief comité te beëindigen en dit te delegeren aan de CEO, met dien verstande dat het executief comité, waarvan

Tabel 2: Individuele vergoeding van de CEO en van de overige leden van het executief comité

(€) Vaste vergoeding Variabele vergoeding Groepsverzekering Verhouding
Naam Basis
Voordelen
Aandelen
vergoeding
alle aard(1)
Eén jaar
opties(2)
(vaste bijdrage
ten laste van
de vennootschap)
Hospitalisatie
verzekering
Totale
vergoeding
vaste en variabele
vergoeding op
totale vergoeding
Jan Suykens (CEO) 705.596 5.993 556.732 104.860 896 1.374.077 52%/41%
Tom Bamelis 393.120 5.127 231.971 112.150 50.363 752 793.703 50%/43%
John-Eric Bertrand 312.476 3.250 162.380 112.150 50.562 773 641.591 49%/43%
Piet Bevernage 393.120 6.080 231.971 50.604 827 682.602 58%/34%
André-Xavier
Cooreman
352.804 3.109 162.380 112.150 55.844 1.098 687.385 52%/40%
Piet Dejonghe 432.480 6.536 371.154 113.775 1.125 925.070 47%/40%
Koen Janssen 342.716 4.439 162.380 51.083 955 561.573 62%/29%

(1) Voordelen alle aard: bedrijfswagen, smartphone en tablet computer.

(2) De marktwaarde van de in 2020 aangeboden & aanvaarde aandelenopties werd berekend op basis van de Black & Scholes-methode.

de CEO deel uitmaakt, verantwoordelijk blijft voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. Eén van de gevolgen van deze wijziging is dat de vergoeding van de leden van het executief comité, de CEO uitgezonderd, m.b.t. de periode na oktober 2020 niet meer individueel bekend moet worden gemaakt in het Remuneratieverslag.

4.2 Aandelenopties

De jaarlijkse toekenning van aandelenopties geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan leden van het executief comité worden geincentiveerd. Het aandelenoptieplan werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.

De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De vennootschap biedt aan de begunstigden geen instrumenten aan ter afdekking van de risico's verbonden aan de aandelenopties.

De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan worden toegekend, hebben volgende kenmerken:

  • Aanbod: medio januari.
  • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van het laagste van (i) de slotkoers van het aandeel voorafgaand aan de datum van het aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod.
  • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod.

Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3 (zie pag. 41):

  • Openingsbalans: aantal opties waarover de begunstigde beschikt op 1 januari 2020 en dat nog niet werd uitgeoefend in 2020
  • Aantal aangeboden opties: aantal opties dat aangeboden en aanvaard is in 2020
  • Waarde onderliggende aandelen op datum aanbod: uitoefenprijs van de opties op datum van het aanbod
  • Aantal verworven opties: aantal opties dat in de loop van 2020 werd verworven (ingevolge het verstrijken van de 'vesting'-periode)
  • Waarde onderliggende aandelen op datum verwerving: waarde van het onderliggende aandeel op datum van verwerving van de opties (d.i. na het verstrijken

van de 'vesting'-periode) waarbij we als waarde de uitoefenprijs van de opties gehanteerd in 2020 nemen (A)

  • Waarde onderliggende aandelen aan originele uitoefenprijs: aantal verworven opties in 2020 maal hun uitoefenprijs van 2016 (B)
  • Potentiële meerwaarde op datum verwerving: A-B
  • Eindbalans: openingsbalans + het aantal aangeboden en aanvaarde opties in 2020 - het aantal uitgeoefende opties in 2020

5. Vertrekvergoedingen en terugvorderingsrechten

De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur.

De CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeenkomst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden.

De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn die varieert tussen 18 maanden en 24 maanden.

De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

Tijdens het afgelopen boekjaar diende geen toepassing te worden gemaakt van vertrekvergoedingen of terugvorderingsrechten.

6. Afwijkingen van het remuneratiebeleid

Tijdens het afgelopen boekjaar werd niet afgeweken van het toen geldende remuneratiebeleid.

Tabel 3

(€) Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan Informatie m.b.t. boekjaar 2020
Openings
balans
In de loop van het jaar
Eind
balans
Naam Datum aanbod Datum verwerving Uitoefenperiode Uitoefenprijs Opties op 1 januari Aantal aangeboden
en aanvaarde opties
aandelen op datum aanbod
Waarde onderliggende
Aantal verworven opties Waarde onderliggende
aandelen op datum
verwerving
aandelen aan uitoefenprijs
Waarde onderliggende
Meerwaarde op datum
van verwerving
(is de start van 01,01,2020 + aange
boden en aanvaard - uitgeoefend)
Opties op 31/12/2020
Jan Suykens (CEO) 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 48.500 0(1) 0,00 8.000 1.128.720 1.047.600 81.120 43.000
Tom Bamelis (CFO) 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 28.000 5.000 705.450 5.000 705.450 654.750 50.700 33.000
John-Eric Bertrand 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 24.000 5.000 705.450 4.000 564.360 523.800 40.560 28.000
Piet Bevernage 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 32.000 0(2) 0 5.000 705.450 654.750 50.700 28.000
André-Xavier
Cooreman
13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 24.000 5.000 705.450 5.000 705.450 654.750 50.700 29.000
Piet Dejonghe 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 33.500 0(3) 0 846.540 785.700 60.840 25.500
Koen Janssen 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 141,09 34.000 0(4) 5.000 705.450 654.750 50.700 28.000

(1) Tijdens 2020 werden 8.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (2) Tijdens 2020 werden 5.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (3) Tijdens 2020 werden 6.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard. (4) Tijdens 2020 werden 6.000 aandelenopties aangeboden, die niet werden aanvaard.

Aantal uitgeoefende
aandelenopties
Uitoefenprijs Datum van uitoefening
Tom Bamelis - - -
John-Eric Bertrand 1.000 € 61,71 17/12/2020
Piet Bevernage 2.000
2.000
€ 56,11
€ 61,71
07/04/2020
10/12/2020
André-Xavier Cooreman - - -
Piet Dejonghe 4.000
4.000
€ 66,05
€ 61,71
31/12/2020
31/12/2020
Koen Janssen 2.000
4.000
€ 66,05
€ 61,71
03/12/2020
08/12/2020
Jan Suykens 5.500 € 66,05 23/11/2020

Tijdens 2020 vervielen geen (niet-uitgeoefende) aandelenopties aangehouden door de leden van het executief comité.

Belangrijkste bepalingen van het aandelenoptieplan In de loop van het jaar
Datum
aanbod
Datum
verwerving
Uitoefenperiode Uitoefenprijs Aantal
aangeboden en
aanvaarde opties
Waarde opties
op datum
van aanbod
Jan Suykens (CEO) 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 0 0
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 8.000 € 199.360
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 8.000 € 218.560
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 8.000 € 205.600
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 8.000 € 221.760
Tom Bamelis (CFO) 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 5.000 € 112.150
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 5.000 € 124.600
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 5.000 € 136.600
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 5.000 € 128.500
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 5.000 € 138.600
John-Eric Bertrand 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 5.000 € 112.150
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 5.000 € 124.600
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 5.000 € 136.600
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 4.000 € 102.800
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 4.000 € 110.880
Piet Bevernage 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 0 0
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 5.000 € 124.600
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 5.000 € 136.600
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 5.000 € 128.500
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 5.000 € 138.600
André-Xavier Cooreman 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 5.000 € 112.150
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 5.000 € 124.600
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 5.000 € 136.600
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 5.000 € 128.500
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 5.000 € 138.600
Piet Dejonghe 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 0 0
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 6.000 € 149.520
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 6.000 € 163.920
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 5.500 € 141.350
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 0 0
Koen Janssen 13/01/2020 1/01/2024 12/01/2028 € 141,09 0 0
13/01/2019 1/01/2023 13/01/2027 € 132,52 5.000 € 124.600
12/01/2018 1/01/2022 11/01/2026 € 148,64 5.000 € 136.600
13/01/2017 1/01/2021 12/01/2025 € 128,30 5.000 € 128.500
4/01/2016 1/01/2020 3/01/2024 € 130,95 5.000 € 138.600

Tabel 5: Aandelenopties 2016-2020 (Aantal aangeboden en aanvaarde opties berekend op basis van de Black & Scholes-methode)

7. Evolutie van de remuneratie en van de prestaties van de vennootschap

7.1 Jaarlijkse verandering in de remuneratie

De basisvergoedingen van de bestuurders bleven in 2020 ongewijzigd. De totale vaste vergoeding van de leden van het executief comité steeg in 2020 met 0,80% in lijn met de gezondheidsindex. Hun variabele cashbonus op 1 jaar daalde met 52,4% als gevolg van de daling van het geconsolideerd nettoresultaat dat onder druk stond ingevolge de COVID-19 crisis. Er werden over 2020, in tegenstelling tot 2019, geen uitzonderlijke premies betaald.

Tabel 6 geeft de procentuele evolutie weer van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en eigen vermogen.

7.2 Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties van de vennootschap

Zoals hoger vermeld is een belangrijk deel van de vergoeding (m.n. de variabele vergoeding en de aandelenopties) van de leden van het executief comité afhankelijk, enerzijds van de evolutie van het geconsolideerd nettoresultaat en anderzijds van de ontwikkeling van de beurskoers. Beide parameters onwikkelden als volgt in 2020 t.o.v. 2019:

  • Geconsolideerd nettoresultaat: -41,8%
  • Beurskoers: -12,0%

Er werd over 2020 geen variabele vergoeding betaald, berekend op andere dan financiële parameters.

7.3 Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van de bedienden

Per 31 december 2020 stelde de vennootschap 21 bedienden te werk. Hun gemiddelde vaste brutovergoeding (excl. werkgeversbijdragen) werd in 2020 geïndexeerd t.b.v. 0,80%. Hun gemiddelde variabele vergoeding kende in 2020 een stijging van 18%. Voor bedienden hanteert AvH een gecategoriseerd winstpremieplan in het kader waarvan de raad van bestuur jaarlijks al dan niet beslist om een deel van de winst uit te keren aan de bedienden. De twee criteria voor categorisering zijn functie en anciënniteit. De maximale verhouding tussen hoogste en laagste winstpremie bedraagt 1 op 10 (van 3.000 tot 30.000 euro). De raad van bestuur beslist jaarlijks over de toepassing van een winstpremieplan en de modaliteiten daarvan. Voor 2020 werd beslist dezelfde paramters te hanteren als voor 2019. De stijging van 18% hangt samen met een promotie en anciënniteitstoename.

Tabel 7 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en eigen vermogen.

7.4 Loonspanning

De ratio tussen het gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité enerzijds en van de bedienden van de vennootschap anderzijds bedraagt 1 op 5,2 op basis van volgende gegevens:

  • Gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité: 418.902 euro
  • Gemiddelde van de vaste vergoeding (bruto jaarsalaris) van de bedienden van Ackermans & van Haaren: 80.577 euro.

De ratio tussen de vaste vergoeding van de CEO en het laagste bediendeloon bedraagt 1 op 15.

Tabel 6: Evolutie van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité

(€) 2016 2017 2018 2019 2020
Vaste vergoeding 344.554 358.210 (+3,9%) 374.039 (+4,4%) 415.570 (+11,1%) 418.902 (+0,8%)
Variabele vergoeding(1) 366.550 490.323 (+33,8%) 478.672 (-2,4%) 702.384 (+46,7%) 316.477 (-54,9%)
Geconsolideerd nettoresultaat(2) 224.237k 302.530k (+34,9%) 289.639k (-4,2%) 394.900k (+36,3%) 229.791k (-41,8%)
Geconsolideerd eigen vermogen(2) 2.783.083k 2.972.208k (+6,8%) 3.176.447k (+6,9%) 3.456.109k (+8,8%) 3.562.038k (+3,1%)

Tabel 7: Evolutie van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden

(€) 2016 2017 2018 2019 2020
Vaste vergoeding 74.281 71.670 (-3,5%) 69.400 (-3,2%) 74.109 (+6,8%) 80.577 (+8,7%)
Variabele vergoeding(3) 5.943 7.245 (+2,2%) 9.511 (+31,2%) 9.908 (+4,2%) 11.809 (+19,1%)
Geconsolideerd nettoresultaat(2) 224.237k 302.530k (+34,9%) 289.639k (-4,2%) 394.900k (+36,3%) 229.791k (-41,8%)
Geconsolideerd eigen vermogen(2) 2.783.083k 2.972.208k (+6,8%) 3.176.447k (+6,9%) 3.456.109k (+8,8%) 3.562.038k (+3,1%)

(1) Onder 'Variabele vergoeding' wordt begrepen het gemiddelde van de variabele cashbonus op 1 jaar + de aangeboden en aanvaarde opties van dat jaar berekend op basis van de Black & Scholes-methode. (2) Deel groep.

(3) De 'Variabele vergoeding' omvat hier enkel de winstpremie. De opties die aan sommige bedienden werden aangeboden, werden in deze berekening uitgesloten.

V. VERKLARING INZAKE NIET-FINANCIËLE INFORMATIE

Overeenkomstig artikel 3:32, §2 WVV dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.

Namens de raad van bestuur, 24 maart 2021

Luc Bertrand - Voorzitter van de raad van bestuur

DUURZAAM-HEIDSVERSLAG (ESG)

Deze verklaring inzake niet-financiële informatie(1) van Ackermans & van Haaren ('AvH') heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2020.

Ackermans & van Haaren: een duurzame investeringsmaatschappij

vanuit een focus op ESG-thema's ... op een gestructureerde manier. Gericht op langetermijntrends … • Verantwoord aandeelhouderschap • Bedrijfsethiek • Deugdelijk bestuur • Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit VERGRIJZING GEZONDHEID & WELZIJN DUURZAAM VOEDSEL KLIMAAT-VERANDERING

AANDACHT VOOR MAATSCHAPPIJ

AvH Solidarity Fund

(1) Overeenkomstig artikel 3:32 WVV

"AvH POSITIONEERT ZICH ALS LANGE-TERMIJNPARTNER OM PERFORMANTE MARKTLEIDERS UIT TE BOUWEN EN BIJ TE DRAGEN TOT EEN MEER DUUR-ZAME WERELD."

LUC BERTRAND, Voorzitter van de raad van bestuur

IT'S ALL ABOUT PEOPLE

Aandacht voor personeel. 3 awards als goede werkgever in 2020: DEME, Bank J.Van Breda & C°, Mediahuis.

"WE ZIJN ONDER DE INDRUK VAN DE VEERKRACHT DIE DE 22.331 MEDEWERKERS VAN DE AvH-GROEP IN 2020 TOONDEN. DIT TOONT AAN DAT WE INZAKE ESG DE JUISTE KLEMTONEN LEGDEN."

JAN SUYKENS, CEO - Voorzitter van het executief comité

Ackermans & van Haaren: aandeelhouder van duurzame participaties

In dit hoofdstuk worden de activiteiten van de AvH-groep in 2020 op het vlak van duurzaamheid (inclusief de evolutie van ESG-gerelateerde prestatie-indicatoren (KPIs)) toegelicht.

In het eerste deel van dit hoofdstuk worden de activiteiten op het vlak van ESG (Environment, Social, Governance) van 'AvH als investeringsmaatschappij' in 2020 overlopen. Hierbij komen bedrijfsethiek en deugdelijk bestuur, solvabiliteit en langetermijnbeleid, talentbeheer, innovatie, risicobeheer, rapportering en verantwoord investeringsbeleid (SDGs 3, 8, 9 en 16) aan bod.

Het tweede deel gaat dieper in op de rol van 'AvH als verantwoord aandeelhouder'. AvH beschouwt dat als haar belangrijkste hefboom in het kader van haar ESG-beleid. Hier komt de impact van het ESG-beleid van AvH op de omgeving, alsook van de omgeving op de AvH-groep (dubbel impact analyse), het meest tot uiting. De belangrijkste participaties van AvH op ESG-vlak lichten er de ESG-aspecten van hun activiteiten toe die een materiële impact kunnen hebben op AvH als groep, zowel vanuit een risicoperspectief, als vanuit een opportuniteitenbenadering.

Het derde deel licht het ESG-beleid van AvH kort toe, onder meer met betrekking tot de diverse wettelijk voorgeschreven thema's, en de gehanteerde methodologie in lijn met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (UN SDGs) en de door de VN voorgeschreven Principles of Responsible Investment (UN PRI). Inzake governance en risicorapportering wordt tevens verwezen naar de hoofdstukken 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur' en 'Geconsolideerde jaarrekening' in het 'Jaarverslag van de raad van bestuur'. Alle informatie is terug te vinden op de website van AvH onder de rubriek Duurzaamheid (www.avh.be/nl/sustainability).

1. ESG-ACTIVITEITEN BIJ AVH IN 2020

• Algemeen

In 2020 werd het in 2019 vernieuwde ESG-beleid verder uitgerold, in lijn met de onderstaande ESG-materialiteitsmatrix die AvH hanteerde.

Door het investeringsteam, de ESG-werkgroep en -stuurgroep werden 744 werkuren gespendeerd aan ESG-gerelateerde thema's, bovenop de tijd die de ESG-teams in de deelnemingen besteedden. De focus lag hierbij op het uitbouwen van de rapportering en het opvolgen ervan, het geven en volgen van training, het uitwerken van KPIs en doelstellingen voor materiële ESG-onderwerpen en de ondersteuning van de deelnemingen. Er werd bewust gekozen voor een aanpak door interne medewerkers, zodat het ESG-denken maximaal ingebed wordt in de diverse processen. Wel werd beroep gedaan op externe consultants om de vereiste kennis te verdiepen. Dit alles weerspiegelt de aandacht die ESG kreeg binnen AvH.

10 workshops met de 8 belangrijkste participaties van AvH vanuit ESG-oogpunt (DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & Cº , SIPEF, Extensa, Leasinvest, Anima) toonden een sterke betrokkenheid van de deelnemingen en van het investeringsteam van AvH. Diverse andere deelnemingen waren eveneens actief op het vlak van ESG en wisselden hun ervaringen uit met AvH. Hieruit blijkt een steeds grotere aandacht binnen de groep voor een gestructureerde aanpak van ESG, die zo goed mogelijk moet aansluiten bij de gevolgde operationele strategieën. De COVID-19 crisis heeft het bewustzijn voor deze thema's nog versterkt.

In 2020 was er door de COVID-19 crisis in de interactie met de deelnemingen meer dan gemiddeld aandacht voor hun financiële situatie en hun human resources-aspecten. Het structureren van een innovatiebeleid, alsook de compliance-aanpak inzake bedrijfsethiek kregen daarnaast veel aandacht. Ze zijn dan ook essentieel voor een duurzaam beleid op lange termijn. De nieuwe rapporteringstool vergde een grote inspanning. Tevens werd de basis gelegd voor een formele ESG-rapportering naar aanleiding van nieuwe investeringen.

AvH werd in 2020 formeel lid van het UN PRI initiatief, het raamwerk van de Verenigde Naties dat werkt aan een duurzamer financieel systeem. De principes van UN PRI werden reeds in het lopende jaar toegepast en zullen gaandeweg opgenomen worden in voortgangsrapporten. Naar rating agentschappen toe werd een actiever communicatiebeleid gevoerd.

De aandacht voor specifieke ESG-noden werd ingepast in het investeringsbeleid van AvH, dat is gericht op duurzaamheid. Dit blijkt ook uit de in 2020 gerealiseerde investeringen in Biotalys, Indigo Diabetes, HealthQuad II, Medikabazaar, MRM Health, OncoDNA en Verdant Bioscience.

• Milieu

De zorg voor het milieu op de hoofdzetel van AvH is vooral als rolmodel voor de groep belangrijk. De daar uitgeoefende activiteiten hebben immers slechts een beperkte impact op het milieu. Als gevolg van de in 2019 uitgevoerde studie over de CO2 -voetafdruk (totale uitstoot van 629 ton CO2 -equivalenten) werden in het afgelopen boekjaar de geïdentificeerde maatregelen geïmplementeerd. Dit slaat op het gradueel vergroenen van het wagenpark en het beperken van verplaatsingen via videoconferencing en thuiswerken, die in een aangepast arbeidsreglement verwerkt werden. Tijdens de coronapandemie bleken deze beleidskeuzes de juiste, waardoor snel geschakeld kon worden.

Door AvH Solidarity Fund gesteunde projecten

AvH bestudeert als investeerder actief sectoren zoals duurzame landbouw, duurzame voeding en 'cleantech'. Zo investeerde AvH in 2020 onder meer in Biotalys, dat biologische gewasbeschermingsmiddelen ontwikkelt, en in Verdant Bioscience, dat zaden ontwikkelt die het rendement van palmolieplantages significant kunnen verhogen, waardoor de druk op de natuur op termijn zal verminderen.

• Sociaal

Binnen AvH werd eind 2019 een aanzet geleverd met het oog op een vernieuwde aanpak van het rekruterings-, retentie-, trainings- en evaluatiebeleid. Tijdens het afgelopen boekjaar werden diverse procedures en de daarvoor vereiste 'tools' uitgewerkt. Zo werd voor een groot aantal medewerkers een 360°-feedbackprogramma met bijhorende actieplannen uitgerold, werd er gewerkt rond leiderschap en een complementair investeringsteam. Er werden uitgebreidere feedback-, evaluatie- en ontwikkelingsprocessen ingevoerd. Het investeringsteam, waarbij ook finance, legal en HR-expertise gerekend worden, trok twee extra medewerkers aan met diverse profielen. Tot slot werden er mentoring- en onboardingprocessen voorzien voor de nieuwe medewerkers.

AvH streeft ernaar te beschikken over teams met diverse vaardigheden en ervaring, om zo de belangrijkste functies binnen de participaties te kunnen bijstaan. Een laag verloop zorgt ervoor dat de medewerkers maximaal de waarden van AvH uitdragen. In 2020 verliet niemand het team en bedroeg de senioriteit van het investeringsteam gemiddeld 19,8 jaar. In 2020 werden door alle AvH medewerkers 1.397 uren aan training (2,35% van de totale algemene kosten) gespendeerd, wat het belang ervan voor AvH aantoont.

De getoonde KPIs beogen de gerealiseerde evoluties dienaangaande op te volgen en worden ook gedeeld via een aantal interne rapporteringsprocessen en met de raad van bestuur en het remuneratiecomité van AvH.

Daarnaast werd de ondersteuning aan de deelnemingen inzake human resources, in de eerste plaats gericht op talentbeheer, verder uitgebouwd. Hiertoe werden in 2020 drie workshops georganiseerd, waaraan gemiddeld 13 participaties deel-

Van links naar rechts:

    1. Animal Assisted Projects 8. Limmerik
    1. ArmenTeKort
    1. Coaching for Heroes
    1. Eureka
  • Goods to Give 7. Kamiano

    1. Family Justice Center 12. Recht-Op
      1. SOS Kinderdorpen
        1. Tejo
  • Lucia Antwerpen 10. Mucovereniging 11. PSC Open Huis

    1. Togo Debout
    1. Tutti Fratelli
    1. Villa Clementina
    1. Voedselbank Antwerpen Mechelen Turnhout

namen. Volgende thema's kwamen hierbij aan bod: 'future proof performance & reward', HR & digitalisering en technologie en ethiek. Aangezien de investeringsmanagers van AvH aan deze initiatieven deelnemen, kunnen zij deze aspecten in de deelnemingen opvolgen via de raden van bestuur en/of remuneratiecomités waar zij lid van zijn.

In dit turbulente jaar 2020 kwamen deze processen goed van pas. Het bewaken van verbondenheid tussen collega's en met de groep was een permanente zorg. Via het netwerk van HR-verantwoordelijken van de groepsmaatschappijen werden, tijdens de eerste lockdown zelfs wekelijks, ervaringen uitgewisseld. Tijdens deze sessies werd bijvoorbeeld aandacht besteed aan vaardigheden, persoonlijkheden, motivatie, mentale gezondheid, thuiswerk en ervaringen van medewerkers. Ook de CEO's wisselden onderling, samen met het executief comité, hun ervaringen uit over hoe in dergelijke situaties een organisatie veerkrachtig en verbonden te houden, en voor zichzelf te zorgen. Hierbij viel op dat vele deelnemingen ook hun klanten en leveranciers hierin betrokken, om duurzame samenwerkingen te bestendigen en elkaar te ondersteunen. Vele organisaties voerden hun interne communicatie sterk op. Tijdens een workshop met de managementteams van alle deelnemingen werd de aanpak van de COVID-19 uitdagingen toegelicht door Professor Baron Peter Piot, en het beleid van de groep toegelicht door Jan Suykens, CEO van AvH. Ook intern bij AvH werd op digitale wijze actief en collectief informatie uitgewisseld tussen de medewerkers. Aldus droeg de crisis ook op een positieve wijze bij tot een aantal nieuwe werkprocessen.

AvH positioneert zich als een partner voor duurzame groei doorheen de economische cycli. De aandacht voor solvabiliteit - met een nettocashpositie op holdingniveau -, een verantwoord gebruik van kredieten en financiële discipline, stelden de groep in staat haar deelnemingen waar nodig te ondersteunen tijdens deze crisis, met dien verstande dat dit tot nu toe slechts bij één deelneming diende te gebeuren. De solvabiliteit van de deelnemingen stelde bovendien hun werknemers, klanten en leveranciers snel gerust. Dit bood talrijke opportuniteiten om de relaties met hen te versterken.

Daarnaast speelde AvH in op opportuniteiten, zowel via haar deelnemingen als voor eigen rekening. In de sector van de gezondheidszorg vertaalde zich dat in (verdere) investeringen in HealthQuad II, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health en OncoDNA.

AvH zette zich in 2020 opnieuw in voor een menswaardige samenleving (SDG 11 Duurzame Steden en Gemeenschappen). Op initiatief van het executief comité werd het 'AvH Solidarity Fund' opgericht om acute noden naar aanleiding van COVID-19 te ondersteunen op het vlak van (kans)armoede, fysieke en psychische gezondheidszorg en onderwijs. Het executief comité van AvH leverde op vrijwillige basis een deel van zijn nettoloon in. De medewerkers van AvH en de andere groepsvennootschappen konden hierbij aansluiten. AvH verdrievoudigde de ingezamelde fondsen, waardoor er een bedrag van 755.000 euro werd samengebracht. Hiervan werd reeds 375.000 euro aan 22 initiatieven uitgekeerd.

Daarnaast ondersteunde AvH via haar structureel mecenaatsbeleid in 2020 voor 464.000 euro (exclusief de inspanning op dat vlak via de deelnemingen) 26 projecten op het vlak van cultuur, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding of mensenrechten.

• Governance

In het 'Jaarverslag van de raad van bestuur' komen het deugdelijk bestuur van AvH en de aanpak inzake het gevoerde risicobeleid aan bod. Dit deel gaat in op de andere ESG-aspecten van governance bij AvH, of de wijze waarop AvH die bij de deelnemingen opvolgt.

In 2020 volgde het investeringsteam van AvH een training over het ESG-beleid en de daarbij horende processen, waaronder bijvoorbeeld een formele rapportering over ESG due diligences conform de UN PRI aanpak. Hierbij komen onderwerpen zoals cybersecurity, talentbeheer, compliance en duurzaam gezondheidsbeleid aan bod.

Ackermans & van Haaren

IT'S ALL ABOUT PEOPLE

• De opleiding, persoonlijke ontwikkeling en de successieplanning voor alle AvH-medewerkers krijgen permanente aandacht. Er wordt heel wat training voorzien.

2020
Totaal aantal medewerkers 36
Kosten voor training (% algemene kosten) 392.474 euro (2,35%)

Split man/vrouw

19 17
Man
Vrouw

• AvH streeft naar een evenwichtig samengesteld investeringsteam(1), zodat het de activiteiten van de participaties financieel, inhoudelijk en strategisch goed kan opvolgen.

2020 2019 Doel
Gemiddeld aantal
jaren relevante
ervaring per persoon
19,8 jaar 19,6 jaar > 10 jaar
Verloop werknemers(2) 1,0% 1,0% < 10%
Performance review 100% 90%

Verhouding diploma's

43% 24% 21% 12%
Economisch
Juridisch
Andere Wetenschappelijk

Verhouding man/vrouw

15 7
Man
Vrouw
(1) 22 medewerkers
(2) Excl. intragroep en pensionering, over 3 jaar

FOCUS OP DUURZAME GROEI

• AvH streeft naar langetermijnwaardecreatie voor alle stakeholders.

2020 2019 Doel
Pro forma groepsomzet 5,0 miljard
euro
5,6 miljard
euro
Bijdrage kernsectoren(1) 227 miljoen
euro
268 miljoen
euro
Waardecreatie 9,4%(2) 9,8%(2) > 7,3%(3)
Nettocash(1) 68 miljoen
euro
267 miljoen
euro
Positief
Pro forma personeel 22.331 21.522

(1) Zie Kerncijfers in bijlage voor cijfers over 10 jaar

Resultaat voor herwaarderingsmeerwaarden

(2) Aangroei eigen vermogen verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2010-2020, 2009-2019) (3) Aangroei BEL20 index verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2010-2020)

  • -
  • Real Estate & Senior Care
  • Private Banking AvH & Growth Capital
  • AvH focust op innovatie. De groep beoogt dat het gevoerde innovatiebeleid jaarlijks geëvalueerd wordt op de raad van bestuur van de deelnemingen.
2020 2019 Doel
Innovatiebeleid jaarlijks
op agenda RvB(1)
72% 72% > 80%(1)

(1) Uitgedrukt in % in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH

PARTNERSHIPS EN ACTIEF ESG-AANDEELHOUDERSCHAP

  • AvH ondersteunt haar participaties vanuit een langetermijnvisie, waardoor de bedrijven hun groeipotentieel kunnen realiseren.
  • AvH streeft een aantal doelstellingen na:
    • het jaarlijks door de raad van bestuur bespreken van het gevoerde ESGen HR-beleid, met de gepaste actieplannen,
    • het bestaan van audit- en/of risicocomités en remuneratiecomités, met vertegenwoordiging van AvH,
  • risicobeheerssystemen aangepast aan de sectorspecifieke omstandigheden, en met toepasselijke corporate governance- of integriteitscodes, die volgende domeinen beslaan:
    • anticorruptiebeleid en -procedures,
    • een beleid inzake mensenrechten,
    • 'compliance'-beleid en aangepaste processen (vb. voor de banken inzake antiwitwaspraktijken, Ken uw klant - KYC).
2020 2019 Doel(1)
ESG-beleid 86% 85% > 80%
Corporate
governance-beleid
85% 78% > 80%
Integriteitscode (inclusief
Verklaring mensenrechten)
85% 79% > 80%
Audit- en/of risicocomité
(met aanwezigheid AvH)
94% 90% > 80%
Remuneratiecomité 88% > 80%
Cybersecurity op agenda RvB 71% -

(1) Uitgedrukt in % van in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH

"VAN WAARDEN NAAR WAARDE. FOCUS OP MENSEN, HUN TALENT, AMBITIE EN ENERGIE IS ONZE BELANGRIJKSTE HEFBOOM OM WAARDE TE CREËREN VOOR ONZE AANDEELHOUDERS EN DE MAATSCHAPPIJ."

HILDE HAEMS, Chief Human Capital Officer

Deze aanpak werd bij alle nieuwe investeringsbeslissingen sinds de tweede jaarhelft formeel gehanteerd. De investeringsmanagers werden tevens betrokken bij de diverse ESG-werkvergaderingen met de deelnemingen waarvan zij de opvolging verzekeren.

In het afgelopen boekjaar werd veel aandacht besteed aan het verfijnen en het uitrollen van het ESG-rapporteringsproces, in lijn met de methodiek van UN PRI. Deze processen moeten AvH in staat stellen bij de deelnemingen de materiële risico's en opportuniteiten inzake ESG te identificeren en het gevoerde beleid, de gehanteerde doelstellingen en de concrete actieplannen te evalueren aan de hand van prestatie-indicatoren (KPIs). De resultaten van deze vernieuwde ESG-rapporteringscyclus werden in 2020 of begin 2021 door raden van bestuur van de participaties besproken en goedgekeurd en dit zal opgenomen worden in de jaarlijkse processen. Het is de bedoeling dat zij in de toekomst tevens in de bevoegde auditcomités besproken worden. Het initiatief werd positief onthaald door de 8 bedrijven die momenteel actief begeleid worden inzake ESG. Bijgevolg werden verdere stappen gezet in het opzetten van een coherent en consistent rapporteringsproces dat bijdraagt tot de prioritisering van de actieprogramma's.

De evolutie van het aantal deelnemingen (uitgedrukt als percentage van het geconsolideerd eigen vermogen) met een ESG-beleid, wordt in de bijhorende KPI uitgedrukt. In 2020 werden de hierbij gehanteerde charters en codes tevens met de betrokken deelnemingen besproken, en waar nodig werden een aantal stappen tot verfijning gezet.

Peter Piot, Jan Suykens en André-Xavier Cooreman op het digitale AvH Event (beeld van de regiekamer van Videohouse)

Inzake compliance met betrekking tot de integriteitscode van AvH, waren er in 2020 geen inbreuken. Inzake cybersecurity werd de monitoring versterkt en werden een aantal softwarematige aanpassingen doorgevoerd. De medewerkers worden regelmatig gewezen op de te nemen beveiligingsmaatregelen.

AvH hecht veel belang aan innovatie. De groep vraagt aan de deelnemingen jaarlijks hun innovatiebeleid samen met hun raad van bestuur te evalueren, zodat strategie en innovatie op elkaar afgestemd blijven, zoals blijkt uit de gerapporteerde KPIs. Om de deelnemingen hierin te ondersteunen, werd in 2020 een cyclus van workshops georganiseerd rond het identificeren en uitwerken van initiatieven inzake vernieuwende product/marktcombinaties. Aan 5 workshops namen 15 deelnemingen en gemiddeld 29 personen deel, inclusief de investeringsmanagers van AvH. De 45 door AvH georganiseerde workshops in 2020 inzake ESG, HR, innovatie, legal en finance waar gemiddeld 14 personen aan deelnamen voor een totaal van 1.209 uren, beogen de bestaande werkprocessen bij de deelnemingen te verbeteren aan de hand van de ervaringen van andere deelnemingen en externe sprekers.

Om de langetermijndoelstellingen van het gevoerde ESG-beleid te ondersteunen, werd n.a.v. de herziening van het Corporate Governance Charter beslist dat de leden van het executief comité vanaf 2021 in 1.000 aandelen van AvH moeten investeren, en deze moeten aanhouden gedurende hun hele mandaat. Van de leden van de raad van bestuur wordt vanaf 2021 verwacht dat zij 10.000 euro in aandelen van AvH investeren en aanhouden.

• Ambities 2021

AvH wenst in 2021 het gevoerde ESG-beleid verder te zetten: a) Inhoudelijk via

  • initiatieven inzake menselijk kapitaal (individueel en als team), zowel bij AvH als bij de deelnemingen,
  • het aanreiken van sturingsprocessen voor innovatie en cybersecurity,
  • het hernieuwen van de rondvraag om de materialiteitsmatrix van AvH te toetsen aan de verwachtingen van de stakeholders,
  • het verhogen van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH met een gestructureerde ESG-aanpak,
  • het versterken van de ervaringsuitwisselingen tussen de deelnemingen.
  • b) Inzake ESG-methodologie van de deelnemingen via
  • een verhoogde focus in hun materialiteitsmatrixen op de belangrijkste hefbomen, met de EU-taxonomie als invalshoek, en een groter aantal metingen van de CO2 -uitstoot (waar mogelijk met een 'science-based target'-benadering),
  • het op punt stellen van KPIs om de voortgang beter op te volgen.
  • c) Inzake communicatie via
  • het verder uitdiepen van de contacten met externe stakeholders en rating agencies, om beter in te spelen op de vragen die daar leven.

Daarnaast blijft het ook in 2021 de ambitie van AvH via haar bestaande participaties of nieuwe initiatieven verder te investeren in oplossingen voor de klimaatuitdagingen, zoals de transitie naar groene energie, de ontwikkeling van waterstof, het meer duurzaam maken van de bedrijfsactiviteiten of de investeringen in duurzamere gebouwen.

Luc Bertrand te gast op de DEME Tonight Show, het virtuele kerstfeest van DEME Piet Dejonghe op werfbezoek bij MOBIX (CFE)

2. ESG-ACTIVITEITEN BIJ DE BELANGRIJKE DEELNEMINGEN VAN AVH IN 2020

De grootste ESG-gerelateerde impact van of op de AvH-groep met betrekking tot de bestaande investeringsmix vindt plaats op het niveau van de deelnemingen. Onderstaande tabel toont de materiële ESG-aspecten, zowel qua risico's als qua opportuniteiten, bij de deelnemingen die op het vlak van ESG materieel zijn voor AvH. Hierbij wordt gefocust op aspecten die impact hebben op de omgeving, en vice versa (dubbel impact analyse).

Op de volgende pagina's wordt per deelneming aangegeven welke acties ze hebben

ondernomen in het afgelopen boekjaar met focus op de voor hen en AvH materiële aspecten, hoe dit moet gekaderd worden in hun beleid, welke doelstellingen ze hierbij nastreven en via welke actieplannen ze dit willen realiseren. De geboekte vooruitgang wordt, waar mogelijk, aan de hand van KPIs aangegeven. Er is meer informatie over hun ESG-beleid beschikbaar in het activiteitenverslag van het jaarverslag, dan wel in de verslagen of op de websites van de respectievelijke bedrijven.

Als actieve aandeelhouder neemt AvH via haar vertegenwoordiging in de raad van bestuur van die deelnemingen deel aan de formulering en toepassing van hun strategisch beleid, samen met het management en de andere aandeelhouders. Met haar multidisciplinair team biedt AvH bovendien ondersteuning op het vlak van ESG-gerelateerde thema's.

Impact van de materiële ESG-aspecten van de deelnemingen op AvH

Milieu Sociaal
(incl. mensenrechten)
Governance
(incl. anticorruptie)
AvH als verantwoord aandeelhouder
DEME Klimaat en energie Gezondheid en welzijn Bedrijfsethiek
Innovatie
CFE n.m. n.m. Deugdelijk bestuur
Delen Private Bank n.m. n.m. Vermogensbescherming
Bedrijfsethiek
Bescherming van privacy en data
Verantwoord investeringsbeleid
Bank J.Van Breda & C° n.m. n.m. Veilige haven
Bedrijfsethiek
Bescherming van privacy en data
SIPEF n.m. n.m. n.m.
Extensa, Leasinvest, Anima n.m. n.m. n.m.
Overige participaties n.m. n.m. n.m.

n.m. (niet materieel): geen materieel ESG-aspect op niveau van AvH, gemeten naar de impact op het geconsolideerd eigen vermogen en nettoresultaat van AvH en rekening houdend met het deelnemingspercentage van AvH in de participatie

Meer details zijn beschikbaar in het activiteitenverslag van dit jaarverslag en in de ESG-verslaggeving van de deelnemingen.

Anima - Zorg voor mens en maatschappij

Bank J.Van Breda & C° - Well-being CFE, Extensa - Duurzaam bouwen

DEME - Investeren in hernieuwbare energie

SIPEF - Opleiding van medewerkers

DEME

In 2019 ontwikkelde DEME een materialiteitsmatrix om prioriteiten te identificeren op basis van hun belang voor zowel externe als interne belanghebbenden als van hun impact op de resultaten van DEME. Deze matrix ontstond als onderdeel van een breed gedragen intern consultatietraject met als resultaat een tweedimensionale duurzaamheidsstrategie met 8 sleutelthema's, zoals hieronder weergegeven.

EXPLORE SUSTAINABLE
BUSINESS SOLUTIONS
EXCEL IN OUR OPERATIONS

De EXPLORE-dimensie focust op het ontwikkelen van een portfolio van activiteiten en diensten die substantieel, direct en expliciet bijdragen aan SDGs. De EXCEL-dimensie beoogt een efficiënte, kosteneffectieve en duurzame uitvoering van haar projecten. DEME onderschrijft de UN Agenda 2030 en gebruikt de methodiek van de SDGs als kader voor haar beleid.

In 2020 werkte DEME haar duurzaamheidsstrategie verder uit met operationele programma's die de 8 sleutelthema's en de daaraan gekoppelde langetermijnambities concreet invullen. De voor DEME prioritaire thema's klimaat en energie, innovatie, bedrijfsethiek, gezondheid en welzijn (SDGs 3, 7, 8, 13, 16) werden ook als materieel op het niveau van AvH weerhouden. DEME beschouwt bovendien de volgende ESG-factoren als materieel op haar niveau: biodiversiteit en ecosystemen (inclusief waterkwaliteit), afval- en grondstoffenbeheer, talentmanagement en partnerships. Informatie m.b.t. de ESG-aspecten die minder materieel zijn op het niveau van AvH kan teruggevonden worden in het activiteitenverslag en/of het duurzaamheidsverslag van DEME.

• Hoogtepunten 2020

Tijdens de COVID-19 crisis toonde DEME zich in 2020 heel veerkrachtig. Het leverde belangrijke inspanningen om de voortzetting van haar activiteiten te verzekeren, het welzijn van de medewerkers steeds op de eerste plaats te zetten, maar vond in deze uitzonderlijke omstandigheden toch nog de tijd voor heel wat innovatie-initiatieven.

Ondanks de COVID-19 crisis konden wereldwijd zo goed als alle projecten worden voortgezet. Een speciaal opgericht team coördineerde en faciliteerde het wisselen van de bemanningen, o.a. via het omleiden van 5 operationele schepen en het charteren van 10 vliegtuigen. Efficiënte testings in combinatie met prequarantaine-periodes garandeerden veilige arbeidsomstandigheden voor zowel bemanning als projectteams.

• Milieu

DEME draagt al lang in belangrijke mate bij tot de productie van hernieuwbare energie, waarbij het op creatieve manieren met partners nieuwe technologieën, zoals waterstof, bestudeert. DEME wenst de uitstoot van broeikasgassen van haar vloot zodanig te verminderen dat het in 2050 een klimaatneutraal bedrijf wordt. Het draagt tenslotte actief bij tot het minder milieubelastend maken van bepaalde activiteiten of situaties, bijvoorbeeld via initiatieven inzake GSR en de sanering van vervuilde gebieden en water.

Het bouwen van offshore windparken, een markt waar DEME een vooraanstaande positie inneemt, draagt aanzienlijk bij tot de noodzakelijke klimaatmitigatie en de transitie naar hernieuwbare energie. In 2020 droeg DEME bij aan de bouw van offshore projecten, voor een totaal van 1.477 MW. Met de installatie in januari

DEME

Verdeling van omzet naar activiteit in 2020

(1) Broeikasgasemissies: DEME volgt het Greenhouse Gas Protocol (ISO14064).

2021 van de 2.386ste windturbine, sinds het jaar 2000, heeft DEME nu turbines geïnstalleerd op 46 verschillende windparkprojecten in Europa en China.

DEME werkt ook samen met publieke en private partners aan andere vormen van duurzame energie zoals de productie, opslag en het transport van groene waterstof via verschillende 'renewables to hydrogen'-initiatieven. HYPORT® Oostende, dat in januari 2020 gelanceerd werd, heeft het ambitieuze doel in 2025 een groene waterstoffabriek te doen draaien. In Duqm (Oman) wil DEME Concessions een groen energiepark alsook een groene waterstoffabriek ontwikkelen die groene waterstof en/of derivaten (zoals groene methanol of ammoniak) wil leveren aan internationale klanten en die wil bjidragen aan een koolstofarmere regionale chemische industrie. Het PosHYdon offshore waterstof pilootproject integreert dan weer drie offshore energiesystemen (wind, gas en waterstof), op een volledig geëlektrificeerde productieplatform in het Nederlandse deel van de Noordzee.

Daarnaast werkt DEME aan de vermindering van de impact van projecten op de omgeving. Specifieke emissiereductieprogramma's focussen op het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen en van polluenten, zodat de lokale luchtkwaliteit verbetert.

FOCUS OP
DUURZAME GROEI
BEDRIJFSETHIEK
EN INNOVATIE
2020 2019 2020 2019
Frequentiegraad
ongevallen(1)
0,19 0,24 Aantal goedgekeurde
innovatie-initiatieven
18 11
Ernstgraad
ongevallen(2)
0,04 0,01 Aantal goedgekeurde groene
initiatieven
128 105
Permanente evaluatie
compliance processen
(1) Aantal ongevallen met arbeidsongeschiktheid (wereldwijd) x 200.000, gedeeld door het aantal
werkuren.
% werknemers 97% 88%

DEME wil de uitstoot van broeikasgassen met 40% verminderen tegen 2030, in vergelijking met het door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) vastgelegde referentiejaar 2008, met als doel in 2050 een klimaatneutraal bedrijf te zijn. Meer dan 90% van DEME's broeikasgasemissies vloeit voort uit het brandstofverbruik van de schepen. Via een meerjareninvesteringsplan voorziet DEME nieuwe schepen van de meest geavanceerde technologie voor brandstofbesparing en het gebruik van emissiearme brandstoffen zoals LNG en biodiesel en is het betrokken bij diverse initiatieven rond toekomstige groene brandstoffen zoals groene methanol en groene waterstof. De energie-efficiëntie van de bestaande vloot wordt voortdurend verhoogd, bijvoorbeeld door het omzetten van warmte van afvalgassen in elektrische energie, door procesoptimalisaties en door een betere productiviteit. Met dit doel zette DEME in 2020 in op een betere registratie van energiedata, een geïntegreerde datastructuur en nieuwe monitoringtools. Daarnaast lanceerde DEME's filiaal de Vries en van de Wiel samen met GMB en Heijmans in 2020 het 'Emissieloos Netwerk Infra', om specifiek voor materieel gebruikt in de infrastructuursector de energietransitie met 4 jaar te versnellen, zodat er al in 2026 zou kunnen worden gebouwd met emissievrij materieel.

Vermeldenswaard zijn ook de inspanningen om de impact van (onderwater)geluid en troebel water op de omgeving en op het leven onder water te beperken via specifieke programma's. De verwerving in 2020 van SPT, dat gespecialiseerd is in verankeringstechnieken voor vlottende windturbines, zal ook bijdragen tot minder impact op de onderzeese bodem. Via dochter Global Sea Mineral Resources (GSR) verricht DEME baanbrekend werk om bepaalde grondstoffen te vinden op de oceaanbodem met respect voor de fauna en flora, waardoor deze grondstoffen met minder milieuschade dan veroorzaakt door de huidige ontginningsmethodes op de markt zouden kunnen worden gebracht. Via de sanering van vervuilde gronden, waar het filiaal DEC ook internationaal actief is, draagt DEME ook haar steentje bij tot het remediëren van historische verontreinigingen.

• Sociaal

DEME is een belangrijke werkgever met 4.976 personeelsleden. Het gedraagt zich hierbij als een goede werkgever, met aandacht voor het sociale en fysieke welzijn van alle medewerkers, ongeacht of ze al dan niet werknemers zijn. Het zorgt er tevens voor dat deze medewerkers over de nodige kennis en integriteit beschikken om hun taak goed waar te nemen.

DEME moet soms in heel uitdagende omstandigheden werken. Een veilige en gezonde werkplaats voor alle betrokkenen vormt dan een continu aandachtspunt. De gevolgde veiligheidsstandaard ligt heel hoog, zodat er zich geen ongevallen voordoen op de schepen of andere werkplekken. Dit wordt continu opgevolgd via proactieve en reactieve KPIs. Elke potentieel gevaarlijke situatie wordt geanalyseerd om de risico's op aanvaardbare niveaus te houden. Op elke vergadering van het managementteam en de raad van bestuur worden deze veiligheidsparameters opgevolgd. Het behalen van de doelstellingen m.b.t. veiligheid werd verankerd in het bonusbeleid.

Door de COVID-19 crisis werd in 2020 extra ingezet op de mentale gezondheid en het welzijn van alle medewerkers, o.a. met een specifiek online-programma rond veerkracht en mentale gezondheid, een 'employee assistance'-programma voor bemanningen en hun families en diverse initiatieven rond sociale cohesie. Net als in voorgaande jaren ging veel aandacht naar het aanwerven, opleiden en behouden van het personeel. In 2020 werd DEME tijdens de Randstad Awards voor het tweede jaar op rij en de derde keer in 4 jaar tijd verkozen tot meest aantrekkelijke werkgever van België. DEME staat in de top drie van het klassement inzake financiële gezondheid, werksfeer, reputatie en het gebruik van nieuwe technologieën.

DEME heeft ook veel aandacht voor de lokale gemeenschappen in de landen waar het activiteiten ontwikkelt en draagt er bij tot diverse sociale projecten.

• Governance

Inzake innovatie hanteert DEME een focus op intern ondernemerschap, wat tegelijkertijd belangrijk is voor haar 'employer branding'. Dit wordt versterkt door een gezamenlijke waardecreatie via 'multi-stakeholder'-partnerschappen. Via de innovatiecluster 'De Blauwe Cluster' werkt DEME in 2020 verder aan duurzame groei op zee, samen met partners via diverse projecten. Het MARCOS-project onderzoekt het potentieel van grootschalige offshore aquacultuur. DP4@Sea wil een methodologie ontwikkelen om de uitdagingen en oplossingen van mariene multifunctionele landschapsinfrastructuur in kaart te brengen. Het eerste Coastbusters project won in oktober 2020 de Blue Innovation Award. Coastbusters 2 wil mariene biodegradeerbare en duurzame materialen als bouwstenen voor kustverdediging onderzoeken. DEME zette in 2020 sterk in op internationale samenwerking, o.a. via de European Clean Hydrogen Alliance en het Global Plastic Action Partnership van het World Economic Forum. DEME ontwikkelt samen met universiteiten en technologieleveranciers hoogtechnologische oplossingen voor het verwijderen van plastic in rivieren, havens en kustgebieden, met in 2020 een proefproject in Temse. Hierbij wordt gebruik gemaakt van artificial intelligence (herkenning van objecten) en virtual reality voor het bedienen van materieel en het (op termijn) autonoom besturen van vaartuigen (de Marine Litter Hunter) die elektrisch en CO2 -neutraal aangedreven vaart.

Het intern ondernemerschap werd in 2020 ondersteund met verschillende innovatieprogramma's. In 2020 werd daarbij gefocust op twee specifieke duurzaamheidsuitdagingen: enerzijds klimaat en energie (SDGs 7 & 13) en anderzijds afval- en materialenbeheer (SDG 12). Doorheen het innovatieproces wordt duurzaamheid meegenomen in de evaluatiecriteria, zodat ze elkaar versterken.

DEME is vaak actief in landen met een hoger risicoprofiel qua bedrijfsethiek. Dit vereist een verhoogde waakzaamheid. De doelstelling is steeds op integere wijze zaken te doen, en proactief corruptie of omkoping, in welke vorm dan ook, te voorkomen. Met betrekking tot het lopende onderzoek naar aanleiding van de huiszoeking die in maart 2018 plaatsvond in DEME's kantoren in Zwijndrecht, wordt verwezen naar de risicofactoren op pag. 21 van dit jaarverslag.

DEME zet ook actief in op het respecteren en beschermen van arbeids- en mensenrechten in haar activiteiten. Met dit doel hanteert DEME een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures').

Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. In 2020 bedroeg het deelnemingspercentage 97% (exclusief de bemanningsleden die een aan COVID-19 aangepaste aanpak kregen). De procedures inzake de samenwerking met derde partijen werden conform de vorige jaren ook in 2020 nog verder aangescherpt. De werking van de interne audit werd in 2020 verder versterkt.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag van DEME en op de website www.deme-group.com/sustainability.

CFE (EXCLUSIEF DEME)

Dit hoofdstuk behandelt de activiteiten van CFE Contracting (CFEC) en BPI: de activiteiten van de groep CFE in de onshore bouw en de vastgoedontwikkeling, met uitsluiting van die van de groep DEME.

In de loop van 2019 hebben CFE Contracting en BPI een gestructureerd beleid rond de ESG-thema's gedefinieerd. Na een grondig onderzoek bij de stakeholders, met inbegrip van het personeel, werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) 3, 4, 7, 8, 11, 12, 13, 16 en 17 als richtsnoeren gekozen. Deze materialiteitsoefening heeft een heldere en duurzame visie opgeleverd, alsook prioritaire doelstellingen en de basis voor een actieplan en voor 'key performance indicators'. Dit alles werd in 2019 door de raad van bestuur gevalideerd. CFEC en BPI hebben van het jaar 2020 gebruikgemaakt om een concreet actieplan en een effectief systeem voor de monitoring van KPIs in te voeren. Zo heeft elk filiaal zich de duurzaamheidconcepten eigen kunnen maken om ze in de dagelijkse werking op te nemen. Als volgende stap zullen al de partners in de bouwprojecten nog meer betrokken worden bij CFE's duurzame benadering, zodat ze samen een sterke impact zullen hebben op de wereld van morgen. De twee divisies hebben een duidelijke wil om de duurzame aspecten te benadrukken, zowel in de bouwprocessen als in de projecten.

De coronapandemie heeft de relevantie bevestigd van de gekozen prioriteiten en in het bijzonder van de versnelde digitalisering en de focus op operationele uitmuntendheid. In 2020 werden de KPIs verfijnd en werd een dashboard van niet-financiële indicatoren ingevoerd. In verscheidene proefprojecten worden de meest complexe thema's, zoals het materiaaltransport en de circulariteit, van nabij gevolgd. Elke indicator verzekert een regelmatige monitoring van de gekozen prioritaire doelstellingen. Op het vlak van de concrete acties waren er verscheidene grootschalige, duurzame projecten, zoals ZIN en het gebruik van consolidatiecentra voor de logistiek, maar lag de nadruk vooral op de interne communicatie en de bewustmaking van de teams rond duurzaamheid. Die acties zullen in 2021 worden voortgezet via actieplannen in de verschillende entiteiten van de groep.

CFEC is toegetreden tot de Belgian Alliance for Climate Action (BACA). Het onderschrijft daarmee het initiatief 'Science Based Targets'. Deze aanpak zal het mogelijk maken om duurzame doelstellingen te valideren die beantwoorden aan de ambities van de akkoorden van Parijs.

Op basis van de materialiteitsanalyse op het niveau van de groep AvH en de prioritaire thema's van CFE werd alleen 'Corporate Governance', dat deel uitmaakt van de SDG 16, als materieel gekozen op het niveau van AvH.

Op het niveau van CFEC en BPI worden de volgende ESG-factoren als materieel beschouwd: de optimalisatie van het vervoer van materialen en afval, de beperking van afval en verpakkingen, gezondheid en veiligheid, correcte arbeidsvoorwaarden voor iedereen, talentbeheer en innovatie.

• Milieu

De twee divisies zijn zich bewust van de impact van hun activiteiten op het milieu. Het vervoer van personen en materialen heeft een weerslag op de mobiliteit en veroorzaakt ook een directe CO2 -uitstoot. De vermindering van de behoefte aan transport en een geavanceerd afvalbeleid kunnen helpen om die impact te verkleinen. De op de verschillende bouwplaatsen toegepaste 'lean' bouwprocessen dragen daar eveneens toe bij.

Zo hebben in 2020 verscheidene bouwplaatsen in België en Luxemburg hun logistiek herzien door met consolidatiecentra te werken. Deze logistieke hubs verminderen het aantal vrachtwagens voor de bevoorrading van de bouwplaatsen in aanzienlijke mate en maken bovendien de leveringsplanning betrouwbaarder. In Brussel worden ook alternatieve leveringswijzen gebruikt, zoals de levering via de waterweg. Dat heeft een onmiddellijke impact op de CO2 -uitstoot.

CFE

DEUGDELIJK BESTUUR

Overzicht corporate governance charters/codes

CFE CFE Contracting BPI
Corporate
Governance Charter
Risicoprocedures n.a.(1) (2)
Anti-corruptiecode n.a.(1)

(1) Overgedragen aan CFE Contracting en BPI (2) Interne richtlijnen op het vlak van financiële transacties

2020 2019
-equivalent(1)
GHG in kton CO2
17,7 17,8
waarvan scope 1 15,8 14,8
waarvan scope 2 1,9 3,1
Frequentiegraad ongevallen(2) 26,12 13,72
Ernstgraad ongevallen(3) 0,61 0,44
Aantal uren training per VTE 14 18

(1) Broeikasgasemissies: CFE volgt het Greenhouse Gas Protocol.

(2) Aantal ongevallen met een handicap x 1 miljoen, gedeeld door het aantal gewerkte uren. (3) Aantal kalenderdagen afwezigheid x 1000, gedeeld door het aantal werkuren.

Een andere aanpak om de CO2 -uitstoot te beperken, is de vermindering van het energieverbruik van zowel de gebouwen als de bouwplaatsinstallaties. Via haar filiaal VEMAS levert CFEC ESCO-diensten (energiebesparende activiteiten) met gegarandeerde energieprestaties aan de klanten die dat wensen. Deze expertise wordt ook bij de inrichting van de bouwplaatsen gebruikt, met een monitoring van het elektriciteits- en waterverbruik die hun optimalisatie mogelijk maakt. CFEC is trouwens ook actief in het meerjarenproject Luwa voor de installatie van ledverlichting langs de Waalse autowegen, een project dat veel zal bijdragen aan een ingrijpende daling van het elektriciteitsverbruik.

Volgens studies is materiaalkeuze een doorslaggevende, maar indirecte factor in de analyse van de CO2 -kosten van een gebouw. Het werken met gerecycleerde of hergebruikte materialen is eveneens een oplossing voor de vermindering van de koolstofvoetafdruk. Ook de keuze van meer duurzame materialen draagt daar toe bij. CFEC en BPI hebben daarom begin 2020 hun knowhow gebundeld om de joint venture Woodshapers op te richten. De beheersing van de materialen (en in het bijzonder van hout) en van bouwtechnieken voor een geoptimaliseerde structuur staan samen met een geïntegreerde projectvisie centraal in de duurzame benadering van Woodshapers.

Met haar drie filialen Van Laere, BPC en VMA heeft CFEC het project ZIN in de Brusselse Noordwijk opgestart. Dit innoverende project van meer dan 110.000 m² legt de nadruk op circulariteit. De circulaire benadering begint met het behoud van 65% van de bestaande WTC-torens, wat de hoeveelheid sloopafval en het gebruik van

ZIN - Brussel Brussels Construction Consolidation Center

nieuwe bouwmaterialen beperkt. Dit is het eerste project in België dat de circulariteitsprincipes op deze schaal toepast. Concreet zal in totaal 95% van het materiaal worden bewaard, hergebruikt of gerecycleerd en zal 95% van de nieuwe materialen voor de kantoren C2C ('Cradle to Cradle') gecertificeerd zijn.

• Sociaal

De mens staat centraal in de bouwprocessen van CFE. CFE is een belangrijke werkgever, zowel direct (3.137 werknemers) als indirect via de verschillende onderaannemers en leveranciers. In 2020 heeft CFEC een campagne voor 'employer branding' gelanceerd die het concept 'Framily' (family & friends) dat haar kenmerkt in de verf zette. De filialen op mensenmaat en de soliditeit van de groep maken samen met haar vele vormen van synergie de kracht en de bijzonderheid uit van CFEC. Het respect voor de medemens beperkt zich niet tot haar eigen werknemers, maar geldt ook voor het personeel van de onderaannemers en leveranciers. Deze filosofie is opgenomen in een integriteitscode die de eerbied voor de rechten van de mens omvat. In deze optiek verlopen de procedures voor de selectie van en de interactie met de onderaannemers schriftelijk. In 2020 werd geen enkele schending van de mensenrechten vastgesteld.

CFE wenst ook de nodige aandacht te schenken aan de veiligheid en de gezondheid op de werkplek. De ernst en de frequentie van arbeidsongevallen krijgen in elke raad van bestuur een bijzondere aandacht. CFE presteert in dit domein beter dan de Belgische sector in zijn geheel. Dat belet niet dat CFEC haar score elk jaar wil verbeteren. In dat opzicht is het beleid voor sensibilisering, voor opleiding en voor preventie een belangrijk instrument. Ook de 'lean' methode draagt eraan bij. De bouwplaatsen worden regelmatig bezocht om de naleving van de procedures te controleren.

• Governance

Een Corporate Governance Charter met concrete en begrijpelijke procedures moet de grootst mogelijke impact op de werking garanderen. Deze procedures dragen bij tot een coherente en consistente ondernemingscultuur. In 2019 werd het Corporate Governance Charter van CFE (beschikbaar op de website www.cfe.be/nl/corporate-governance) en van CFEC aangepast. De charters beschrijven onder meer de taakverdeling tussen de raad van bestuur, de directie en de verschillende comités. CFEC heeft dit jaar haar inspanningen verdubbeld om haar operationele personeel op te leiden in de kennis en het begrip van de sociale wetgeving. Zo ontvingen meer dan 450 operationele medewerkers van de verschillende filialen een opleiding 'Best Practices: contract management & social law' om een goed begrip van de toepasselijke reglementering inzake contracten en sociale wetten te verzekeren.

De cel interne audit onderwerpt elke entiteit regelmatig aan een analyse van de risico's en de procedures. De interne audit is een onafhankelijke functie met als belangrijkste opdracht de ondersteuning en begeleiding van het management voor een betere beheersing van de risico's. De interne audit rapporteert functioneel aan het auditcomité van CFE, legt jaarlijks het auditplan voor, de belangrijkste resultaten van de uitgevoerde audits en een follow-up van de actieplannen. Indien nodig kan hij bijkomende opdrachten uitvoeren. In 2020 onderzocht de interne audit vooral de principes van het goede beheer van de projecten. De andere thema's van de interne audits waren de scheiding van de machten in de ERP-systemen, de archivering, de ondertekeningsbevoegdheid in de betaalsoftware en de toepassing van GDPR. Daarnaast werd bij MOBIX een algemene analyse van het interne controlesysteem uitgevoerd. Het resultaat van de audits wordt voorgelegd aan zowel de leden van het auditcomité van CFE als aan het uitvoerend comité van CFEC, om met hen de laatste corrigerende maatregelen overeen te komen.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag van CFE en op de website www.cfe.be.

DELEN PRIVATE BANK

Bij Delen Private Bank(1) was 2020 een intens jaar inzake duurzaamheid. Het verantwoord investeringsbeleid, de voorbije jaren verbreed en verdiept, werd het afgelopen jaar verder versterkt. Het streven naar verantwoord vermogensbeheer vertrekt vanuit een verantwoordelijkheidszin, een duurzame beleggingsvisie die het mogelijk maakt mee te bouwen aan een betere, groenere en menselijkere samenleving. Het houdt ook financieel steek. In de loop van de COVID-19 crisis, met grote turbulenties op de markten, werd meer dan ooit duidelijk dat verantwoord investeren investeringsrisico's vermindert, de participatie in toekomstgerichte bedrijven versterkt en zo perspectief biedt op een evenwichtig rendement.

Als lid van UN PRI zet Delen Private Bank zich daarom consequent in om haar investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken. De jaarlijkse evaluatie door UN PRI vormt een belangrijke KPI, waarbij de beoordeling A+ voor strategie en beleid, bevestigd werd in 2020 en Delen Private Bank aanmoedigt om verder te gaan op de ingeslagen weg.

Waar advies wordt verstrekt, beoogt Delen Private Bank te inspireren via haar beleid van verantwoord vermogensbeheer. Bij JM Finn, waar advies naast gedecentraliseerd discretionair beheer nog heel belangrijk is, speelt Delen Private Bank een voortrekkersrol, maar geraakt deze aanpak trager ingeburgerd.

Het ESG-beleid van Delen Private Bank, dat naast de kernactiviteit van vermogensbeheer ook de andere facetten van de bank behelst, houdt rekening met de UN SDGs waar Delen een belangrijke invloed op kan uitoefenen. Hierbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan SDG 8, 12, 13 en 16. Naast het verantwoord investeringsbeleid, krijgen vermogensbescherming, bedrijfsethiek en de bescherming van privacy en data - allen gekoppeld aan SDG 16 - prioritaire aandacht vanuit AvH aangezien ze ook materieel zijn op dat niveau. Bijkomend werd klantentevredenheid opgenomen als belangrijke ESG-factor.

Bovendien kwam de innovatieve mindset van Delen Private Bank sterk naar boven tijdens de COVID-19 crisis. Een snelle shift naar de nieuwe digitale wereld is noodzakelijk gebleken in 2020, zowel binnen Delen Private Bank als naar de klanten toe. Het personeel heeft vanaf dag 1 haar werkzaamheden kwaliteitsvol kunnen voortzetten vanuit hun thuiskantoren.

Een volledige beschrijving van het ESG-beleid, dat op 23 maart 2021 besproken en goedgekeurd werd op de raad van bestuur, en de duurzame aanpak kan teruggevonden worden op www.delen.be/nl/over-ons/duurzaamheidsbeleid.

• Milieu

De rechtstreekse milieu-impact beperkt zich grotendeels tot die van de kantoren en de mobiliteit van de medewerkers. De impact van haar investeringsbeleid wordt door Delen Private Bank beschouwd als een onrechtstreekse, maar veel krachtigere opportuniteit om bij te dragen tot de realisatie van een duurzame impact op het bedrijfsleven, en tot de strijd tegen klimaatverandering. Zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse milieu-impact wordt sinds 2019 gekwantificeerd en opgevolgd. Deze inzichten stellen Delen Private Bank in staat om het beleid verder te optimaliseren en om bepaalde targets te stellen zodat de milieu-impact zo klein mogelijk kan gehouden worden.

• Sociaal

De ontwikkeling en het welzijn van haar personeel betekenen voor Delen Private Bank een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico's te mitigeren. De bank besteedt derhalve veel aandacht aan het ontwikkelen van haar menselijk kapitaal, het welzijn van haar werknemers en diversiteit. Ook tijdens de uitbraak van de COVID-19 crisis kregen de werknemers prioritaire aandacht en werden ze begeleid en ondersteund om de shift naar thuiswerk te faciliteren op een veilige en comfortabele wijze.

Het beschermen van het opgebouwde vermogen van het cliënteel blijft van prioritair belang voor Delen Private Bank en leidt tot een sterke klanttevredenheid. In navolging van de klanttevredenheidsenquête in 2019 (met een Net Promoter Score van 43) zal in 2021 een nieuwe rondvraag uitgevoerd worden. De sterke communicatieve en gecoördineerde aanpak van de COVID-19 crisis in 2020 werd sterk op prijs gesteld door de klanten en vertaalde zich in positieve netto-inflow en positieve rendementen op jaareinde omdat de klanten niet in paniek verkochten.

Gezien de uitdagingen die gesteld worden door de uitbraak van COVID-19 besliste Delen Private Bank in 2020 het budget voor goede doelen en sponsorships te verhogen en extra steun te bieden aan organisaties die zich inzetten tegen de bestrijding van COVID-19.

(1) De impact en bijdrage van de Engelse dochtervennootschap JM Finn op het vlak van het ESG-beleid wordt in deze bijdrage buiten beschouwing gelaten gezien hun specifieke lokale gebruiken en activiteiten.

Data privacy en veiligheid in Delen App Vermogensbescherming prioriteit bij klanten

Delen Private Bank

DUURZAAM BELEGGEN

Milieu

2020 2019
GHG in kton CO2
-equivalent(1)
1,8 2,3
waarvan scope 1 1,1 1,4
waarvan scope 2 0,3 0,3
waarvan scope 3(2) 0,4 0,5

Personeel en kernratio's

2020 2019
Net Promoter Score(5) n.a. 43
Gemiddelde jaarlijkse personeelsgroei
over 5 jaar (in VTE)
26,8 24,4
CET1-ratio 40,5% 36,7%
Hefboomratio 32,4% 25,4%

Vermogens onder beheer

2020 2019
Fondsen met opvolging
verantwoord investeren
(miljard euro)
29,5 26,7
Engagement scope(3) 71% 70%
Gemiddelde ESG-rating eigen fondsen(4) 19,7 22,2

(1) Enkel België.

(2) Upstream van scope 1 en 2, woon-werkverkeer, zakenreizen en papier

(3) Verhouding van het aantal bedrijven waarmee een engagementprocedure loopt, op het totale aantal bedrijven in portefeuille. Het engagementprogramma legt de bank prioriteiten op naargelang de urgentie van bepaalde thema's, de openheid van het bedrijf in kwestie en de mogelijke

impact van een bepaalde engagementactie. (4) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score beter is en minder risico. Een score van 40 wordt als een laag risico beschouwd.

(5) Tweejaarlijkse meting.

Internationale erkenning

UN PRI is het wereldwijde netwerk dat binnen de VN een duurzamer financieel systeem nastreeft. Delen Private Bank en haar 100%-dochterbedrijf fondsenbeheerder Cadelam onderschrijven deze principes, en zetten zich al jaren in om het investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken. Dat is niet vrijblijvend. Jaarlijks rapporteert Delen Private Bank uitvoerig aan UN PRI over de inspanningen inzake verantwoord investeren, gebaseerd op uitsluiting, engagement en integratie. Na een grondige evaluatie kreeg Delen Private Bank in 2020 opnieuw de maximale A+ score voor de module 'Strategie & beleid'. Dit resultaat is een mooie bekroning van het geleverde werk en moedigt Delen Private Bank aan om verder te gaan op de ingeslagen weg.

Ook het collaboratieve aspect van UN PRI is niet te onderschatten: binnen de financiële sector kunnen investeerders van elkaar leren en samenwerken om maatschappelijke problemen resoluut aan te pakken. Zo maakt Delen Private Bank deel uit van ClimateAction100+. Zij sporen 's werelds belangrijkste broeikasgasemittenten aan om maatregelen te nemen tegen de klimaatverandering en om de energietransitie te versnellen.

• Governance

Zowel 'vermogensbescherming', 'bedrijfsethiek' als 'data privacy en veiligheid' vormen de hoekstenen van het beleid van Delen Private Bank, dat daarin gesteund wordt door AvH. Ze krijgen een continue aandacht van de raad van bestuur en de diverse comités.

Vermogensbescherming is een prioriteit voor haar cliënteel. Delen Private Bank streeft ernaar de klantentegoeden te beleggen als een dynamische, goede huisvader. Naast de bestaande gedegen financiële analyse, worden ook niet-financiële (duurzaamheids-)parameters geïntegreerd in het beheerproces. De dagelijkse implementatie van het verantwoord investeringsbeleid, dat de voorbije 5 jaar werd verbreed en verdiept, verzekert een langetermijndenken en risicobeperking.

Naast haar focus op duurzaam en verantwoord beleggen, realiseert Delen Private Bank dit ook via haar solvabiliteits- en liquiditeitsbuffers en via een eenvoudig bedrijfsmodel met een conservatief risicobeleid. AvH waakt hierover als aandeelhouder via de raad van bestuur en via het audit- en risicocomité. Deze aanpak garandeert een zeer sterke solvabiliteitsratio en bijgevolg een grote financiële stabiliteit.

Bedrijfsethiek is bijzonder relevant voor een bank. Financiële instellingen spelen immers een sleutelrol in het economisch weefsel van een land en bij de vermogensopbouw en -bescherming van individuen. Derhalve zijn zij onderworpen aan een streng wetgevend kader, wat bijdraagt aan de realisatie van SDG 16. Vanuit haar kernwaarden (familiaal en persoonlijk, integer en eerlijk, doordacht en behoedzaam, vertrouwd en duurzaam, transparant en efficiënt) heeft Delen Private Bank een overkoepelend integriteitsbeleid opgesteld dat alle medewerkers geacht worden naar de geest en de letter te respecteren en dat sterk aansluit bij de vereisten van de wetgever.

Bescherming van data en privacy krijgt aanzienlijke aandacht binnen de bank, tegen de achtergrond van wereldwijd toenemende cybercriminaliteit. Delen Private Bank investeert sterk in haar eigen IT-systemen en ondersteunende diensten om de wettelijke verplichtingen te kunnen naleven en de bescherming van data en privacy te garanderen. Zo is er een specifieke afdeling 'Information Security' opgericht, die verantwoordelijk is voor de opvolging van deze materie en voor opleidingen.

Meer informatie over verantwoord vermogensbeheer is beschikbaar in het jaarverslag (vanaf Q2 2021) van Delen Private Bank en op de website www.delen.be/nl/over-ons/duurzaamheidsbeleid.

BANK J.VAN BREDA & C°

Een veilige haven verschaffen, bedrijfsethiek en bescherming van data en privacy zijn prioritair voor Bank J.Van Breda & Cº. Daarnaast besteedt Bank J.Van Breda & Cº bijzondere aandacht aan vermogensopbouw en -bescherming, respect voor wetten en regelgeving en cliëntentevredenheid. De raad van bestuur bevestigde het ESG-beleid op 17 december 2020. Een volledige beschrijving hiervan vindt u in het jaarverslag op www.bankvanbreda.be/nl-be/financiële-informatie.

• Hoogtepunten 2020

Voor een bank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen, is de coronacrisis een belangrijke reality check. Beide doelgroepen van de bank stonden plots in het oog van de storm. De bank bevestigde haar rol als veilige haven en koos ervoor om dicht bij de klant te staan. Faillissementspreventie stond hierbij voorop. Aan klanten met bedrijfs- of woningkredieten werd soepel betalingsuitstel voor kapitaal toegekend. Voor individuele dossiers werden alternatieven bekeken.

De gezondheidscrisis ging gepaard met schokgolven op de beurs. Dankzij patrimoniaal advies en het oog op de lange termijn werd vermeden dat paniekverkopen het pensioendoel van de klanten in gevaar zouden brengen. Klanten apprecieerden deze opvolging en het financieel advies, wat weerspiegeld werd in een stijgende tevredenheid en Net Promoter Score (van +55 naar +60). Dit was enkel mogelijk doordat het personeel zich flexibel opstelde en snel overschakelde naar thuiswerk en overleg via videogesprekken.

Via 'Coaching for heroes' sponsorde Bank J.Van Breda & C° gratis coachinggesprekken voor zorgverleners die een weerslag ondervonden van de langgerekte crisis. Via 'Cheer for champions' steunde de bank diverse initiatieven in ziekenhuizen.

• Milieu

De rechtstreekse milieu-impact van Bank J.Van Breda & C° beperkt zich tot de mobiliteit van haar medewerkers en de kantoren. De bank engageerde zich om tegen 2025 haar emissies met minstens 25% te reduceren en gecertifieerd klimaatneutraal te zijn. De bank streeft ook naar een 'paperless' omgeving en leverde in 2020 76% van alle documenten digitaal af aan haar cliënten.

De indirecte impact van het beleid van financiële instellingen, zowel via kredietverlening als via beleggingen, biedt een veel grotere opportuniteit om bij te dragen tot een duurzame wereld. Het verantwoord vermogensbeheer van Delen Private Bank en de huisfondsen van Bank J.Van Breda & Cº illustreren dit. Voortaan wordt ook de EPC-waarde in rekening gebracht bij de analyse van nieuwe vastgoedkredieten.

De bank onderschrijft de principes en de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en analyseert hoe ze via haar beleggings- en kredietstrategie de uitrol van de Europese Green Deal kan helpen realiseren.

• Sociaal

Bank J.Van Breda & C° ziet de gezondheid en het welzijn van haar personeel als een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico's te beperken. De bank besteedt veel aandacht aan het aantrekken van nieuw talent, de ontwikkeling van financiële expertise en het stimuleren van diversiteit. De bank beschikt over een uitstekend team en werd in maart 2020 door 'Great Place to Work' i.s.m. Vlerick Management School genomineerd als beste werkgever, met een speciale vermelding voor 'well-being'. De belangrijkste scores uit deze enquête vindt u als KPI in het jaarverslag van de bank.

Deze inspanningen laten toe om goed te waken over de financiële gezondheid op lange termijn van de klanten, waar vaak complexe professionele en private vraagstukken spelen. Gezondheid en welzijn vormen drijfveren voor een belangrijke doelgroep van de bank, met name de medische vrije beroepen. Door de financiële

Bank J.Van Breda & C°

VEILIGE HAVEN

Milieu

2020 2019
CO2
-uitstoot (in kton CO2
)
n.a. 2,5

Vermogens onder beheer

2020 2019
Gemiddelde ESG rating portefeuilles
bij Delen Private Bank(2)
19,7 22,2

(1) CO2 -logic: tweejaarlijkse meting.

(2) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score beter is en minder risico. Een score van 40 wordt als een laag risico beschouwd.

(3) Great Place to Work: tweejaarlijkse meting

BEDRIJFSETHIEK EN BESCHERMING VAN PRIVACY EN DATA

Personeel en kernratio's

2020 2019
Dagen opleiding en vorming per VTE 3,5 4,1
Positieve antwoorden
op stelling 'Algemeen gesproken
kan ik zeggen dat dit een heel goede
organisatie is om voor te werken'(3)
95% n.a.
Net Promoter Score 60 55
CET1-ratio 14,7% 13,1%
Hefboomratio 8,2% 8,5%

gemoedsrust die Bank J.Van Breda & C° hen aanreikt, kunnen zij zich focussen op hun maatschappelijke kerntaken.

Inzake mensenrechten weert de bank elke vorm van discriminatie. De bank onderschrijft de 10 principes van de UN Global Compact i.v.m. mensenrechten, arbeid, milieu en anticorruptie.

• Governance

Onder 'Veilige haven' verstaat Bank J.Van Breda & C° het bewaken van de financiële stabiliteit van de bank en in ruimere zin van het Belgisch economisch weefsel. Dit kadert in SDG 8, die focust op werkgelegenheid, innovatie en economische groei. De bank draagt hiertoe bij via 5,4 miljard euro kredieten aan Belgische KMO's en gezinnen, waardoor ze ondernemers en vrije beroepen de mogelijkheden bieden om hun activiteiten te ontplooien. De bank staat zo ten dienste van de economie en de maatschappij en bevordert de bescherming van welzijn en welvaart.

Financiële stabiliteit vertaalt zich in een zeer hoge solvabiliteit en hefboomratio, een laag percentage kredietverliezen en onafhankelijkheid van de financiële markten voor de financiering van de kredietportefeuille. Dit vloeit voort uit een gezond bedrijfsmodel gebaseerd op een lage risicobereidheid, waarover AvH waakt als aandeelhouder. Via de raad van bestuur legt AvH de 'risico-appetijt' vast, waarover gewaakt wordt via een risicocomité. AvH wenst de correlatie met de evoluties in de financiële markten laag te houden, zoals o.a. tijdens de financiële crisis in 2008 gebleken is.

Het beleid en de opvolging inzake 'integriteit en ethiek' en 'bescherming van data en privacy', loopt grotendeels gelijk met Delen Private Bank, zoals beschreven in de sectie hierboven.

werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap

gelijke kansen, aandacht voor man-vrouw-gelijkwaardigheid, evenwicht tussen

gelijke kansen, aandacht voor man-vrouw-gelijkwaardigheid, evenwicht tussen

17 18

17 18

17 18

17 18

werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap

werk en privé, flexibiliteit, bereikbaarheid, enz.) Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap

Openheid voor diversiteit, zowel bij cliënten als personeel Mecenaat, sociaal engagement en goed nabuurschap

Correcte belastingbetaler, Belgische verankering 4 Van Breda The Square: digitale netwerkingevents voor klanten

Eigen ecologische voetafdruk beperken

van klachten

12

3

5

Social 13

Verantwoorde beleggingen met oog ESG-criteria en respect voor mensenrechten Verantwoorde kredieten met oog voor faillissementspreventie en ESG-criteria Veilig betalingsverkeer 6 7 8 Specifiek met betrekking tot Bank J.Van Breda & C° kunnen bijkomend volgende elementen vermeld worden:

Hoge cliëntentevredenheid dankzij cliëntgerichtheid, kennis van hun leefwereld, gespecialiseerd advies, persoonlijk en proactief, vlotte bereikbaarheid, leren

  • Respect voor wetten en regelgeving naar de letter en de geest, preventie van omkoping, witwassen, fraude en corruptie Eenvoud en transparantie in organisatie, producten, prijszetting en communicatie 9 • De bank zet in op een goed evenwicht tussen een persoonlijke relatie en digitale ondersteuning.
  • Extern: belang voor stakeholders(cliënten, aandeelhouders AvH, leveranciers, publieke Innovatieve ingesteldheid met juiste mix tussen persoonlijk en digitaal 10 11 7 • Het beloningsbeleid bevat een beperkte variabele component, in overeenstemming met de beoogde duurzame groei en de langetermijnbelangen van de cliënten.
  • Environment • De bank werkt volledig 'cashless' en is een pionier in digitaal bankieren met handtekening op afstand, zonder papier.

Vermogensopbouw en -bescherming voor cliënten over generaties heen, met evenwicht tussen risico en rendement, met behoud van de levensstandaard

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Bank J.Van Breda & Co en op de website www.bankvanbreda.be/nl-be/financiële-informatie.

10

Jaarverslag 2020 63

opinie, toezichtshouders, analisten, samenleving)

Impact < 1 mio op resultaat op jaarbasis

18

Hoog

Intern: belang voor Bank Van Breda

8

14

12 4 17

1 2 3 5 9 13

11 15 16

6

10

(personeel, directiecomité, raad van bestuur)

1 mio Impact > 5 mio

Laag Hoog

SIPEF

SIPEF is een beursgenoteerde agro-industriële groep actief in tropische landbouw, voornamelijk in de productie van duurzame, gecertificeerde ruwe palmolie in Zuidoost-Azië.

Duurzaamheid vormt een essentieel aspect van het bedrijfsmodel van SIPEF. Het beheren van plantages is onlosmakelijk verbonden met respect voor de planeet en mensen. SIPEF verbindt zich ertoe op een veilige, verantwoorde en duurzame wijze plantages aan te leggen en te beheren, met de focus op 'best practices'. De groep creëert bovendien rechtstreeks en onrechtstreeks belangrijke werkgelegenheid en welvaart in vaak afgelegen gebieden. Zo draagt SIPEF bij tot de realisatie van verscheidene SDGs.

Het duurzame aspect van haar activiteiten wordt weerspiegeld door de 33 certificaties die SIPEF in de loop der jaren behaald heeft. De meest belangrijke normen waarvan deze certificaten deel uitmaken, zijn de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO), International Sustainability and Carbon Certification (ISCC), Indonesian Sustainable Palm Oil (ISPO) voor palmolie, Rainforest Alliance voor rubber en thee, Fairtrade en Global Good Agricultural Practices (GLOBALG.A.P.) voor bananen.

Alle palmolie die door SIPEF wordt geproduceerd, voldoet aan de duurzaamheidsnormen van RSPO. De klanten betalen een premie boven op de marktprijs voor deze gecertificeerde producten. Het verlies van een bepaalde certificering zou de reputatie van SIPEF aanzienlijk kunnen schaden en kunnen leiden tot omzetverlies.

SIPEF is overtuigd dat palmolie een essentieel onderdeel van een gebalanceerd dieet vormt en zal blijven voor een groeiende wereldbevolking. Dat komt onder meer door het zeer productieve en efficiënte karakter van deze plantaardige olie, waarvan de kostprijs ecologisch en economisch lager is dan andere plantaardige oliën zoals hieronder aangegeven. Duurzame en efficiënte productie met respect voor de schaarse landbouwgrond en voor de omgeving maakt van SIPEF een betrouwbare partner qua productie en verkoop van duurzame palmproducten.

Het ESG-beleid van SIPEF is verwoord in haar Responsible Plantations Policy (RPP) die elk jaar geëvalueerd wordt door de raad van bestuur. Op 21 september 2020 besliste de raad van bestuur om de RPP aan te vullen met een Responsible Purchasing Policy (RPUP) die zich toespitst op de herkomst van de grondstoffen. Sinds 2019 publiceert de vennootschap jaarlijks een uitgebreid duurzaamheidsverslag (voorheen om de twee jaar), raadpleegbaar op www.sipef.com/hq/sustainability/sustainability-reports. Het geeft een breed overzicht van alle ESG-aspecten verbonden aan de activiteiten van SIPEF, inclusief de toegepaste zorgvuldigheidsprocedures, de resultaten van het gevoerde beleid, de voornaamste risico's en KPIs.

Voor SIPEF werd geen enkel punt van materieel belang op het niveau van AvH geïdentificeerd, rekening houdend met het belang dat AvH in SIPEF aanhoudt (34,68%). Dit neemt niet weg dat AvH veel belang hecht aan SIPEF's ESG-beleid van duurzame teelt. In een sector die zeer belangrijk is voor de voedselvoorziening ondersteunt AvH SIPEF omdat het bedrijf streeft naar een 'best in class' beheer inzake duurzaamheid en het efficiënt gebruik maakt van landbouwgronden. SIPEF stelt onder meer de volgende materiële ESG-targets voorop: certificatie, zero-ontbossing, zero-bosbranden, vermindering van uitstoot van broeikasgassen, correcte arbeidsvoorwaarden, ontwikkeling van lokale gemeenschappen en traceerbaarheid. Zowel in 2019 als in 2020 behaalde SIPEF een 100% score op het vlak van zero-ontbossing en zero-bosbranden, wat wil zeggen dat de groep deze technieken in 2019 en 2020 nooit heeft gehanteerd.

• Milieu

In de media staat de palmoliesector vaak in een slecht daglicht, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen duurzame palmolie en de minder duurzame teelten. Recent zijn er evenwel steeds meer positieve geluiden, zeker met betrekking tot de palmolieproducenten die zich wel houden aan een beleid gericht op duurzaamheid. Certificaties zoals RSPO zijn dan ook bijzonder belangrijk, aangezien deze de duurzame rol die SIPEF vervult, bevestigen. Zo is het bedrijf een voortrekker in de strijd tegen ontbossing ('SDG 15 Leven op het Land') en ging het daaromtrent sinds 2014 belangrijke verplichtingen aan.

Inzake 'SDG 12 Verantwoorde Consumptie en Productie' staat SIPEF in voor een volledige traceerbaarheid van al haar producten en grondstoffen. Dit beleid met betrekking tot de verantwoorde herkomst van alle grondstoffen werd op 21 september 2020 nogmaals bevestigd door de raad van bestuur van SIPEF in de Responsible Purchasing Policy (RPUP), in aanvulling op de reeds bestaande RPP.

In 2020 startte SIPEF een procedure op om op uniforme wijze voor alle bedrijven in de groep de uitstoot van broeikasgassen (GHG, 'SDG 13 Klimaatactie') te berekenen, onder begeleiding van een externe consultant. Op die manier werd de basis vastgelegd voor de toekomstige vermindering van broeikasgassen. In de afgelopen jaren nam de groep bovendien reeds diverse maatregelen om deze te verlagen. Voorbeelden zijn de bouw van een composteringsfaciliteit voor restproducten van palmolie, van een waterkrachtcentrale voor eigen gebruik en van biogasfabrieken om elektriciteit op te wekken voor fabrieken, huisvesting en het publieke elektriciteitsnet. Daarnaast heeft de raad van bestuur van SIPEF in 2008 het SBI-project (SIPEF Biodiversity Indonesia-project) gelanceerd om 12.656 hectare 'primary forest' (een natuurreservaat dat fungeert als buffer voor het Kerinci Seblat National Park) te beschermen en dus ook de biodiversiteit en absorptie van CO2 te stimuleren.

In 2019 werd gestart met de bouw van een 'biocoal production facility' in Indonesië die operationeel werd begin 2021. Hierbij worden lege fruittrossen verwerkt tot biomassa met hoge calorische waarde bestemd voor energieopwekking. Hierdoor draagt SIPEF bij tot hernieuwbare energie. De groep heeft de afgelopen jaren eveneens zwaar geïnvesteerd in brandpreventie, -bestrijding en risicomonitoring in samenwerking met de lokale overheden en gemeenschappen.

De activiteiten van SIPEF zijn onderhevig aan de weersomstandigheden. De klimaatverandering heeft derhalve een grote impact op de productie van palmolie. De geografische ligging van de plantages, soms gelegen in vulkanische gebieden, vormen een ander belangrijk risico.

• Sociaal

SIPEF stelt meer dan 21.000 mensen te werk in vaak sterk afgelegen gebieden. Hierdoor draagt het substantieel bij tot welvaart in die streken. SIPEF besteedt dan ook veel aandacht aan de arbeidsvoorwaarden. SIPEF beoogt alle werknemers op een faire manier te behandelen, met respect voor de mensenrechten, in lijn met de lokale en internationale wetgeving ter zake zoals de 'International Labour Organization Declaration of Fundamental Principles and Rights at Work'. Het ter beschikking stellen van een goede schoolinfrastructuur of medische faciliteiten zijn hier voorbeelden van. Daarnaast wordt veel aandacht geschonken aan een goede samenwerking met de lokale gemeenschappen. SIPEF neemt bijvoorbeeld in regio's van Papoea-Nieuw-Guinea belangrijke taken op zich inzake medische zorg, scholing en weginfrastructuur. SIPEF heeft eveneens in 2020 een bijkomend programma opgezet in Indonesië, in navolging van het bestaande programma in Papoea-Nieuw-Guinea, om de lokale boeren van de groep te begeleiden bij het verkrijgen van de RSPO-certificatie.

• Governance

De raad van bestuur besteedt veel aandacht aan het behoud van de verschillende certificaties en de rapporteringsprocessen ter zake. Er bestaat een sterk uitgewerkte klachtenprocedure ten behoeve van de diverse stakeholders, die consulteerbaar is op de website van SIPEF (www.sipef.com/hq/sustainability/grievances-sipef-group). In de raad van bestuur zetelt minstens één bestuurder met specifieke ESG-expertise.

(*) Met inbegrip van het verhinderen van Kinderarbeid, Gelijke Behandeling en het Welzijn van de Werknemers

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag (vanaf 29 april 2021) van SIPEF en op de website www.sipef.com/hq/ sustainability/sustainable-approach.

EXTENSA

Extensa ontwikkelt gemengde vastgoedprojecten, waarbij het een maximale toepassing van de principes van circulaire economie beoogt, een harmonieuze integratie in het lokale stedelijk weefsel en het gebruik van innovatieve technologieën en processen. Haar voornaamste projecten zijn gelegen in België (de site van Tour & Taxis) en in Luxemburg (de site Cloche d'Or).

In 2020 werd het gevoerde ESG-beleid verder uitgewerkt op basis van een analyse van de SDGs van de Verenigde Naties. De hele organisatie werd hierbij betrokken, en de voortgang werd besproken door de raad van bestuur. In de interne bedrijfsvoering wordt bijzondere aandacht besteed aan energie- en afvalbeheer, gezondheid, sociale betrokkenheid, gendergelijkheid en participatief en transparant management. Uit de materialiteitsmatrix blijkt dat acties op het niveau van vastgoedprojecten (bijvoorbeeld inzake CO2 ) een veel grotere impact hebben dan deze uitgevoerd op het vlak van de interne bedrijfsvoering. Derhalve wordt in dit hoofdstuk voornamelijk over de vastgoedprojecten gerapporteerd. Vanaf 2021 zal de verdere formalisering en het systematisch verzamelen van data Extensa toelaten deze impact te meten en actieplannen continu te verbeteren.

• Milieu

Extensa zet voor haar vastgoedprojecten maximaal in op hernieuwbare energie, circulair bouwen en een verantwoord water-, materiaal- en afvalbeheer.

Het in 2020 opgeleverde project 'Gare Maritime' te Brussel is inzake de toepassing van deze principes internationaal een voorbeeldproject. Dit historisch en monumentaal treinstation werd omgevormd tot een nieuwe gemengde wijk met hergebruik van alle oorspronkelijke materialen. De bijkomende constructies zijn in hout ('cross laminated timber' - CLT), wat een besparing van 3.500 ton CO2 -uitstoot betekent in vergelijking met gebruik van beton. Dankzij het gebruik van geothermie worden geen fossiele brandstoffen aangewend voor de verwarming, noch de koeling. Met 17.000 m² fotovoltaïsche dakpanelen is dit gebouw de grootste 'zonnefabriek' van het Brussels Gewest, goed voor jaarlijks meer dan 3.000 MWh groene stroom, wat het gemiddeld jaarlijks verbruik van circa 850 gezinnen vertegenwoordigt. 1.300 m³ regenwater kan worden opgeslagen voor hergebruik.

Zowel Tour & Taxis als Cloche d'Or omvatten nieuw aan te leggen publieke parken. In Cloche d'Or werd bovendien een ecoduct gebouwd en de natuurlijke loop van een beek hersteld.

• Sociaal

Extensa realiseert stedelijke uitbreiding en reconversieprojecten in samenwerking met de overheden, met het oog op het creëren van kwalitatieve, inclusieve en levendige buurten. Dit vertaalt zich in een bijzondere aandacht voor stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit, ondersteuning van het lokaal socio-economisch weefsel alsook het faciliteren van duurzame vervoersmodi. De verstrengeling van de nieuwe wijken met de bestaande omgeving is een langdurig proces van samenwerking met lokale overheden, organisaties en gemeenschappen.

Dit concretiseert zich onder meer in:

  • samenwerking met de overheid bij de selectie van de ontwerpers, de invulling van uitrustingen van collectief belang en de realisatie van de stadsvernieuwingscontracten,
  • het realiseren van betaalbare woningen,
  • het participeren in infrastructuurprojecten (bijvoorbeeld de Suzan Daniel brug over het Kanaal in Brussel en de weginfrastructuur van de Cloche d'Or wijk in Luxemburg),
  • het ondersteunen van lokale kunst- en cultuurverenigingen en initiatieven voor jeugdwerking en sport in de buurt (bijvoorbeeld in Brussel de Circusschool en vzw SWISH ter promotie van basketbal voor de jeugd),
  • het ondersteunen van ondernemerschap in de sociale en circulaire economie (bijvoorbeeld Permafunghi met duurzame productie van oesterzwammen in de kelders van Tour & Taxis).

Extensa nam in 2020 haar verantwoordelijkheid naar de wijk op, door een gebouw

ter beschikking te stellen van Artsen Zonder Grenzen als COVID-19 triagecentrum voor daklozen.

• Governance

De relaties van Extensa met overheden, leveranciers en klanten zijn onderworpen aan strikte regels, met het oog op het vermijden van belangenvermenging, corruptie en misbruik. De vergoeding en voordelen van de medewerkers houden rekening met de positie die ze ten opzichte van deze partijen innemen. Een punctuele betaalpolitiek, het respecteren van engagementen ongeacht de vorm daarvan, het nastreven van compromis boven juridische procedures en het spontaan naleven van fiscale en sociale verplichtingen zijn inherent aan de bedrijfscultuur. Extensa is transparant in haar rapportering naar haar 'stakeholders', evenals wat betreft de zakelijke objectieven die worden nagestreefd. In 2021 zullen procedures, waar nodig, verder in codes worden geformaliseerd.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar (vanaf Q2 2021) op de website www.extensa.eu.

LEASINVEST

Duurzaamheid is een van de pijlers van de strategie van Leasinvest. Als vastgoedinvesteerder streeft Leasinvest naar een degelijk rendement en goede relaties met alle 'stakeholders', dankzij een duurzame ontwikkeling van vastgoed in Luxemburg, België en Oostenrijk. Het objectief is te groeien door de waarde van de portefeuille duurzaam te verhogen en in te spelen op trends om tegemoet te komen aan de noden van de eindgebruikers.

Hiervoor staat een externe consultant de 'Sustainability'-werkgroep bij in het identificeren en uitrollen van het duurzaamheidsbeleid. In 2020 werd de materialiteitsmatrix herwerkt, waarbij voor elk vastgoedproject de grootste impact en het grootste verbeteringspotentieel in kaart werd gebracht. Volgende SDGs werden geselecteerd: 'SDG 7 Betaalbare en Propere Energie', 'SDG 11 Duurzame Steden en Gemeenschappen', 'SDG 12 Verantwoordelijke Consumptie en Productie', 'SDG 13 Inzet voor het Klimaat' en 'SDG 16 Vrede, Gerechtigheid en Sterke Instellingen'.

In 2021 wil Leasinvest de objectieven, de bijhorende KPIs en ondersteunende tools die beantwoorden aan deze analyse, verder uitwerken.

• Milieu

Als vastgoedinvesteerder kan Leasinvest een grote impact op de CO2 -emissies van gebouwen hebben. Door te investeren in duurzame gebouwen en bestaande gebouwen duurzaam te renoveren kunnen het energieverbruik en de CO2 -emissie verlaagd worden. Dit wordt momenteel in kaart gebracht met 'checklists' voor de duurzaamheidsscore van de gebouwen. In 2021 zullen concrete objectieven worden vooropgesteld voor het verlagen van de uitstoot.

Daarnaast focust Leasinvest op circulair bouwen door het beperken van afval, het stimuleren van materialenhergebruik en de keuze voor natuurlijke en hernieuwbare materialen. Leasinvest blijft inzetten op BREEAM-certificering als leidraad voor haar duurzaamheidsbarometer. Het heeft de ambitie alle gebouwen in eigendom te onderwerpen aan een BREEAM-beoordeling.

Het energiebeleveringscontract 2020-2021 werd op een globale basis herbekeken, waarbij de energie die aangekocht werd, 100% afkomstig is van hernieuwbare bronnen, aan een prijs die 5% lager is dan de gemiddelde marktprijs.

In 2020 werden ook diverse concrete en gebouwspecifieke initiatieven genomen om de duurzaamheid van de vastgoedportefeuille te verbeteren.

België

  • Diverse sites werden uitgerust met laadpunten voor elektrische auto's.
  • Brixton Business Park Retail: 8 laadpunten voor elektrische wagens en een uitvoeringsdossier om 815kWp aan zonnepanelen te plaatsen.
  • Hangar 26/27: Leasinvest participeert in de stuurgroep omtrent Urban Mobility and Energy, dit in nauw overleg met onderzoeksinstellingen KU Leuven en VITO en het BREEAM ambitieniveau voor de ontwikkeling werd vastgelegd op Excellent.

Laadpunten voor auto's en fietsen

Monteco - Brussel

  • Monteco: het BREEAM ambitieniveau voor de ontwikkeling werd vastgelegd op Excellent en er is de wil om Monteco als hoogtechnologisch gebouw uit te werken, dit zowel naar comfort als naar gebruik (Smart technologies).
  • Motstraat Mechelen: er wordt een uitvoeringsdossier opgemaakt om 207kWp aan zonnepanelen te plaatsen en DeltaQ is gestart met het slim aansturen van de binnenklimaatregeling op basis van weersvoorspellingen, dit om het energieverbruik met 15% te laten dalen.
  • The Crescent Brussel: het inschakelen van DeltaQ heeft in het tweede jaar geleid tot 24,1% minder CO2 -uitstoot en een opwaardering van het regelsysteem voor HVAC-toepassingen (finaal in 2021).
  • Tour & Taxis Koninklijk Pakhuis: opwaardering van het regelsysteem voor HVAC toepassingen, met energie recuperatie via 'by-pass ventilatie'.

Groothertogdom Luxemburg

  • Diverse gebouwen zijn het voorbije jaar BREEAM-in USE gecertificeerd of gehercertificeerd en DeltaQ werd ingeschakeld bij een aantal gebouwen teneinde het energieverbruik te optimaliseren.
  • EEBC: grondige facelift van de gebouwen met meer groenzone en duurzame materialen en belangrijke verbetering van de energieprestatie.
  • Shoppingcenter Knauf Schmiede: maximale aandacht voor duurzame technieken (LED-verlichting, koelmachine met lage GWP-index, warmterecuperatie,…).

Oostenrijk

  • Hornbach Stadlau: opstart van een project voor zonnepanelen en laadinfrastructuur voor elektrische wagens.
  • • Sociaal

De initiatieven van Leasinvest op sociaal vlak betreffen voornamelijk het HR-beleid en sponsoring initiatieven. Het HR-beleid legt naast respect en waardering voor alle medewerkers eveneens de nadruk op welzijn. Inzake sponsoring steunt Leasinvest reeds jarenlang de Stichting Conservatorium Antwerpen en het Middelheim museum. Daarnaast worden elk jaar nieuwe relevante initiatieven genomen, zoals de bijdrage aan het AvH Solidarity Fund in 2020.

• Governance

Het Corporate Governance-beleid van Leasinvest is vervat in het Corporate Governance Charter. Daarnaast beschikt Leasinvest over een 'code of conduct'. Leasinvest wil met deze aanpak, die uitgaat van co-creatie en dialoog met alle belanghebbenden, een ontvankelijke, inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus garanderen.

Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het duurzaamheidsverslag van Leasinvest en op de website www.leasinvest.be.

ANIMA

Anima heeft in 2020 verder gestalte gegeven aan haar ESG-beleid en verschillende initiatieven gelanceerd.

Binnen Anima wordt volop gewerkt om klaar te zijn voor de uitdagingen van de toekomst. Anima's focus ligt op het leveren van de beste kwaliteit van zorg en van huisvesting voor haar bewoners. Om dit te kunnen realiseren, lanceerde ze reeds in 2019 een eigen kwaliteitsmanagementprogramma.

• Milieu

Anima investeert in een energiezuinig en ecologisch vastgoedpark. De bedoeling is hierbij de milieu-impact van de activiteiten zo beperkt mogelijk te houden, maar ook ervoor te zorgen dat het vastgoed op lange termijn haar waarde behoudt.

Voor de Vlaamse woonzorgcentra geldt de verplichting om over een periode van 10 jaar (2021-2031) 22% minder CO2 uit te stoten. In dat kader heeft Anima in 2020 een klimaatvisieplan opgesteld. Er worden momenteel energie-audits uitgevoerd om te kijken op welke manier deze doelstelling het best kan worden gerealiseerd. Daarnaast wordt met de leveranciers bekeken hoe de ecologische voetafdruk van de bevoorradingsketen van en naar de woonzorgcentra van Anima kan gereduceerd worden.

• Sociaal

Anima kiest voor medewerkers die dag in dag uit het beste van zichzelf geven in het belang van de bewoners. Anima hecht dan ook veel belang aan het welzijn

van haar medewerkers waarbij dialoog, coaching, frequente bijscholing en het beschikken over kwalitatieve en innovatieve hulpmiddelen centraal staan. Het vinden van voldoende zorgpersoneel is een uitdaging, in het bijzonder in gebieden waar de vraag naar zorgpersoneel het aanbod overtreft. Zeker in COVID-19 tijden, waar het personeel bijzonder op de proef werd gesteld, heeft hun welzijn bijzondere aandacht gekregen.

Om haar engagement op het vlak van het aanbieden van een fijne werkplek te onderstrepen, heeft Anima besloten deel te nemen aan de 'Great Place to Work'-actie. In februari 2020 werd de eerste rondvraag hieromtrent georganiseerd onder het personeel. Deze resultaten werden grondig geanalyseerd en waar nodig werden actieplannen per site uitgewerkt.

Anima besteedt zeer veel aandacht aan het bewaren van goede relaties met haar diverse stakeholders.

• Governance

Anima heeft een professionele bedrijfsorganisatie met de nodige rapporterings- en controlemechanismen waarbij ook de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving nauwgezet wordt opgevolgd. Anima heeft in 2020 een code van goed bestuur uitgewerkt. In deze code herneemt Anima de basisprincipes van haar bedrijfsorganisatie met o.m. de procedures voor interne verslaggeving, auditfunctie, controle- en beveiligingsmaatregelen. De code van goed bestuur is te consulteren op de website van Anima.

l
L

Meer informatie over duurzaamheid bij Anima is beschikbaar op de website www.animagroup.be.

Anima's nieuwe slogan: 'We zien u graag gelukkig' Bezielde en gepassioneerde zorg voor de bewoners

Start van COVID-19 vaccinatieprogramma

OVERIGE PARTICIPATIES

Ook bij de overige deelnemingen werden er diverse initiatieven genomen inzake ESG. Die worden in het activiteitenverslag bij de diverse participaties besproken. Bij alle deelnemingen wordt door de betrokken investeringsmanagers dezelfde aanpak toegepast als bij de 8 voormelde deelnemingen.

Vermeldenswaard zijn in elk geval de 'best in class'-benadering van cementproducent Sagar Cements in India; de nauwe samenwerking met constructeurs die focussen op lager brandstofverbruik en emissies en die alternatieve 'propere' aandrijflijnen (vb. elektriciteit, waterstof) ontwikkelen en de rijopleidingen terzake bij Turbo's Hoet Groep; het lidmaatschap van Mediahuis aan de Belgian Alliance for Climate Action (BACA) en de diverse initiatieven om de vrijheid van pers te waarborgen en de strijd tegen valse berichten ('fake news'); de Niveau 5-certificatie op de CO2 -Prestatieladder bij Agidens dat tevens als leverancier mee de productielijnen voor vaccins hielp opbouwen; de innovatie rond 'remote' technologie die reiskilometers uitspaart bij Euro Media Group; de CO2 -neutrale hoofdzetel van Manuchar en het 'COVID Combat Collaboration Platform' dat Medikabazaar lanceerde.

Daarnaast zijn er diverse initiatieven inzake het bewerkstelligen van een positieve impact op de maatschappij, zorg voor menselijk kapitaal, het verminderen van de milieu-impact van de productieprocessen en het omgaan met data security en privacy.

Naast deze specifieke ESG-initiatieven zijn verschillende deelnemingen van de groep door de aard van hun activiteit actief op diverse aspecten van duurzaamheid. Voorbeelden zijn Rent-A-Port (offshore windparken), Verdant Bioscience (ontwikkeling van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen), Biolectric (biogasinstallaties voor het omzetten van methaangas uit mest en slib in duurzame elektriciteit), Biotalys (ontwikkeling van technologie voor gewas- en voedselbescherming), HealthQuad (investeringen in Indische gezondheidssector), Indigo Diabetes (onzichtbare sensor voor het monitoren van de gezondheidstoestand van mensen met diabetes), Medikabazaar (b2b-platform voor medische benodigdheden in India), MRM Health (ontwikkeling van innovatieve technologieën op basis van gezonde bacteriën in de darm) en OncoDNA (theranostica en genomica met expertise in precisieoncologie).

3. ESG-BELEID VAN AVH

"ONS ESG-BELEID LEVERDE IN 2020 DE STRUCTUUR OM IN 2021 NOG BETER TE METEN HOE DUURZAAM ONZE DEELNEMINGEN ZIJN."

ANDRÉ-XAVIER COOREMAN,

Lid van het executief comité Verantwoordelijk voor het ESG-beleid

Als gediversifieerde investeringsmaatschappij hanteert AvH een bedrijfsmodel van duurzame groei, zoals geïllustreerd in haar baseline 'Your partner for sustainable growth'. De bedrijfswaarden zijn langetermijnvisie, ondernemingszin, integriteit, partnership, duurzaamheid, respect, onafhankelijkheid en teamwork, met aandacht voor een sterke competitieve positie en rentabiliteit op lange termijn. Deze waarden weerspiegelen de aandacht voor het brede spectrum van ESG, en focussen niet enkel op milieu. Dit hoofdstuk vormt een samenvatting van het ESG-beleid van AvH, waarvan op de website van AvH een meer gedetailleerde versie beschikbaar is (www.avh.be/nl/sustainability). De missie en waarden van AvH worden meer uitvoerig beschreven op pag. 6 en 7 van het jaarverslag.

Op basis van de in 2019 uitgevoerde materialiteitsanalyse heeft AvH 4 thema's weerhouden die het ESG-beleid van de groep op lange termijn bepalen: verantwoord aandeelhouderschap, bedrijfsethiek, deugdelijk bestuur, solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit.

Vanuit haar beleidsvisie focust AvH op 4 SDGs:

'SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn': goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers,

'SDG 8 Waardig Werk en Economische Groei': financieel duurzame bedrijfsmodellen en strategieën,

'SDG 9 Industrie, Innovatie en Infrastructuur': een duurzaam beleid ondersteund door permanente innovatie,

'SDG 16 Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten': prioritaire aandachtspunten rond bedrijfsethiek (inclusief het beleid ter voorkoming van corruptie), deugdelijk bestuur en verantwoord aandeelhouderschap.

• Verantwoord aandeelhouderschap

Als duurzame investeerder voert AvH een actief (des)investeringsbeleid, waarbij ESG-aspecten steeds deel uitmaken van het evaluatie- en beslissingsproces. Indien AvH in een bepaalde sector actief wil worden of blijven, hanteert AvH een 'best in class'-benadering.

AvH beschouwt haar rol als verantwoord aandeelhouder als één van haar belangrijkste hefbomen in het kader van haar ESG-beleid. Elke deelneming voert haar eigen ESG-beleid, terwijl AvH handelt als partner en vraagt om rekening te houden met relevante ESG-aspecten. Als langetermijninvesteerder waakt AvH over de gevoerde strategie, waarin rekening wordt gehouden met wettelijke vereisten, maatschappelijke trends en efficiënte processen. Zo wordt rekening gehouden met de kenmerken van de sector waarin de onderneming actief is.

Over de periode 2019-2022 wordt het toepassingsgebied van het ESG-beleid stelselmatig uitgebreid. Hierbij wordt gestreefd naar een volwaardig ESG-beleid tegen 2022 bij de 8 belangrijkste deelnemingen op ESG-vlak. De overige deelnemingen worden aangemoedigd en ondersteund om in 2022 ook dat niveau te bereiken.

• Bedrijfsethiek

AvH streeft ernaar haar medewerkers een goede werkomgeving aan te bieden, waarin ethisch en respectvol handelen centraal staat. Bedrijfsethiek wordt als prioritair en materieel beschouwd. Dit betekent respect voor mens en maatschappij, voor de wetgeving en het reglementair kader en voor integer handelen.

Deze filosofie is terug te vinden in de Integriteitscode van AvH (www.avh.be/nl/ about/leadership-and-governance/corporate-documents), die geïnspireerd is op de 10 sleutelprincipes van het 'UN Global Compact'. De integriteitscode behandelt belangrijke topics zoals het anti-omkoop- en anticorruptiebeleid, het antidiscriminatiebeleid en de 'freedom of association' via het onderschrijven van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De groep beveelt eenzelfde engagement aan bij haar medewerkers en deelnemingen. AvH beoogt een klimaat van openheid en transparantie te creëren waarin elke medewerker zich gelijk en met waardigheid en respect behandeld voelt. Ook alle deelnemingen worden geacht dergelijke richtlijnen uit te vaardigen en toe te passen.

• Deugdelijk bestuur

Het hoofdstuk 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur' van het jaarverslag bevat een volledige beschrijving van de corporate governance-processen. AvH past haar charters en codes regelmatig aan in functie van maatschappelijke ontwikkelingen en wetswijzigingen en ziet toe op de naleving daarvan.

Het Corporate Governance Charter van AvH (www.avh.be/nl/about/leadership-and-governance/corporate-documents) behandelt de materie van het minimaliseren van 'conflicts of interest' en voorziet tevens in een klokkenluidersregeling. Om misbruik te vermijden met betrekking tot uitgaande betalingen, op niveau van AvH, is de persoon die de betaling uitvoert steeds een andere persoon dan deze die tot de betaling beslist. Dit maakt het voorwerp uit van een jaarlijkse interne audit.

Gelet op de gedecentraliseerde aansturing is AvH in principe altijd vertegenwoordigd in de raden van bestuur en in de audit- of strategische comités van haar deelnemingen. Dit proces wordt overkoepeld door de raad van bestuur op groepsniveau, die via geëigende processen en comités het geheel overschouwt.

• Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit

Zowel AvH als haar 'stakeholders' beschouwen het bewaken van de solvabiliteit, een verantwoord gebruik van kredieten en financiële discipline gericht op de winstgevendheid op lange termijn als een hoge prioriteit. Deze strategie stelt AvH in staat in tijden van laagconjunctuur of financiële crisis zelfstandig over haar lot te beslissen en onafhankelijk te blijven en maakt een anticyclisch beleid, gericht op waardecreatie, mogelijk. Het bewaken van een gezonde financiële structuur vereist een transparante financiële rapportering en opvolging. In dit kader krijgt risicomanagement de nodige aandacht. Om die reden worden in het activiteitenverslag van elke participatie steeds het eigen vermogen en de netto financiële schuld gerapporteerd.

4. ESG-METHODOLOGIE VAN AVH

Een werkgroep onder leiding van André-Xavier Cooreman, lid van het executief comité, volgt het ESG-beleid van de AvH-groep op. De werkgroep, waarin zowel investment managers, finance, legal, communicatie als HR vertegenwoordigd zijn, staat in regelmatig contact met de deelnemingen. Zij rapporteren aan een ESG-stuurgroep waar drie andere leden van het executief comité in zetelen, waaronder de CEO, Jan Suykens. Na bespreking in het executief comité wordt het gevoerde ESG-beleid jaarlijks gerapporteerd aan het auditcomité en de raad van bestuur van AvH. Dit stuk betreft een samenvatting van de gehanteerde methodologie bij AvH. Op de website van AvH is een meer gedetailleerde versie van de ESG-methodologie beschikbaar (www.avh.be/nl/sustainability).

• Materialiteitsanalyse

AvH voerde in 2019 een analyse uit om haar materiële ESG-risico's en -opportuniteiten in kaart te brengen. Hiervoor werd inspiratie gehaald uit de lijsten van GRI (Global Reporting Initiative) en uit de door de wetgeving vermelde aandachtspunten, met name milieu, personeels- en sociale aangelegenheden, mensenrechten en bestrijding van corruptie. Daarnaast werd een ruime kring van 'stakeholders' bevraagd.

AvH beschouwt een element als materieel indien (i) het een wezenlijke positieve of negatieve impact kan hebben op het eigen vermogen of de nettowinst van de groep over een horizon van 5 à 10 jaar, en (ii) een aandeelhouder of 'stakeholder' van AvH verwacht dat het management er veel aandacht aan besteedt. Op basis van deze analyse werd de materialiteitsmatrix van AvH als investeringsmaatschappij opgesteld (zie pag. 46). Deze inschatting gebeurde vanuit een algemene sectorbenadering voor vennootschappen met een gelijkaardig profiel als AvH en niet vanuit een bedrijfsspecifiek standpunt. De materialiteitsmatrix geeft enkel potentiële risico's en opportuniteiten, zodat deze aspecten de nodige aandacht krijgen in het gevoerde risicobeheer. Het helpt AvH te focussen op de relevante, materiële onderwerpen voor de sector. Het betreft niet noodzakelijk de door AvH werkelijk gelopen risico's of opportuniteiten. Dit inzicht voor de belanghebbenden zal voortvloeien uit de rapportering door AvH inzake het gevoerde beleid.

De materialiteitsmatrix bepaalt het ESG-beleid van de groep op langere termijn. Deze wordt niet verwacht substantieel te wijzigen op jaarlijkse basis.

De identificatie en opvolging van materiële ESG-risico's en -opportuniteiten voor de deelnemingen gebeurt op het niveau van de deelnemingen zelf.

Gezien het belang dat bepaalde ESG-risico's kunnen hebben, zowel op het niveau van AvH als van de deelnemingen, worden deze eveneens in het hoofdstuk inzake risico's en onzekerheden (vanaf pag. 20 van het jaarverslag) vermeld.

• Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs)

AvH hanteert het internationaal erkend referentiemodel 'Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen' (Sustainable Development Goals, SDGs) van de Verenigde Naties voor haar duurzaamheidsrapportering. Hiermee wil AvH haar bijdrage leveren aan een aantal doelstellingen die wereldwijd als prioritair aangepakt moeten worden. Bewust wordt ervoor gekozen te werken op de belangrijkste SDGs waar AvH of het betrokken bedrijf een verschil kan maken, en die tevens materieel zijn voor AvH of haar deelnemingen. Dit neemt niet weg dat de andere SDGs ook aandacht krijgen. De SDGs worden tevens gelinkt aan de GRI-methodologie.

De deelnemingen worden eveneens gevraagd hun eigen materialiteitsanalyse te linken aan SDGs.

• Opvolging van het ESG-beleid via UN PRI

De ESG-samenwerking tussen AvH en de deelnemingen speelt zich op twee niveaus af. Naast de relatie tussen de deelneming en AvH als haar aandeelhouder, werken deelnemingen van de groep ook onderling samen rond dit thema.

Om de ESG-aspecten in haar relaties met de deelnemingen procesmatig te ondersteunen, laat AvH zich sinds 2019 inspireren door de Principles for Responsible Investment (UN PRI), het raamwerk van de Verenigde Naties dat werkt aan een duurzamer financieel systeem. In 2020 onderschreef AvH formeel de principes van UN PRI. Een eerste extern rapport daarover zal uiterlijk over het boekjaar 2022 gepubliceerd worden.

• ESG-rapportering

Perimeter

AvH analyseert als verantwoord aandeelhouder haar deelnemingen op basis van diverse parameters met een potentieel materiële ESG-impact voor AvH. Voorbeelden hiervan zijn de relatieve investeringswaarde van een deelneming in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH, haar al dan niet karakter van OOB (Organisatie van Openbaar Belang) of een bijzondere aandacht van 'stakeholders' voor een bepaalde problematiek of deelneming vanuit ESG-perspectief.

Op basis van deze analyse worden DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C° en SIPEF als materieel voor AvH beschouwd. Hun ESG-beleid (inclusief materialiteitsmatrix, ESG-risico's en -opportuniteiten), KPIs en objectieven krijgen dus een grotere aandacht van AvH. Anima, Extensa en Leasinvest worden sinds 2020 mee in deze opvolging betrokken om geleidelijk aan ook deze filosofie te hanteren. Jaarlijks wordt opgevolgd welk percentage van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH een specifiek ESG-beleid heeft.

De ESG-perimeter, bestaande uit de voormelde 8 deelnemingen, wijkt af van de boekhoudkundige consolidatieperimeter gehanteerd door AvH. Sommige deelnemingen worden immers niet integraal geconsolideerd (Delen Private Bank, SIPEF). Anderzijds wordt er over de integraal geconsolideerde deelnemingen van AvH (Agidens, Biolectric, Green Offshore en Rent-A-Port) niet specifiek gerapporteerd, aangezien ze niet materieel worden geacht vanuit ESG-perspectief. Deze en andere deelnemingen zullen desgevallend in het activiteitenverslag de voor hen materiële ESG-topics behandelen.

In de groep zijn CFE, Delen Private Bank en SIPEF tevens gehouden om zelf een verklaring op te stellen overeenkomstig artikel 3:32 WVV. Hun afzonderlijke verklaringen kunnen geraadpleegd worden via hun websites (www.cfe.be, www.delen.be, www.sipef.com).

Gerapporteerde cijfers

Door de diversiteit van de groepsactiviteiten is het niet zinvol overkoepelende actieplannen op basis van geaggregeerde cijfers uit te werken, noch om geaggregeerde cijfers op groepsniveau te rapporteren. Het blijft wel de ambitie om dit in de toekomst te doen.

Wettelijke criteria

Binnen de cluster Sociaal komt de aandacht voor de mensenrechten aan bod. De cluster Governance omvat het beleid omtrent corruptiebestrijding.

• Lexicon

Achteraan het jaarverslag is een ESG-gerelateerde woordenlijst met definities van de gehanteerde afkortingen en termen opgenomen.

DAGELIJKSE LEIDING EN MEDEWERKERS

GROEPS-DIENSTEN

zaken

GROEPS-DIENSTEN

GROEPS-DIENSTEN

ICT en Office management

Administratie

Commissaris: EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers & Wim Van Gasse

ACTIVITEITEN-VERSLAG 2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

ACKERMANS & VAN HAAREN

(1) Incl. participatie via AXE Investments

(2) Incl. participatie via HealthQuad

(3) Fully diluted

OncoDNA(3) 10%

MRM Health 17%

Medikabazaar(2)(3) 10%

Green Offshore

76 DEME

MARINE ENGINEERING & CONTRACTING

In 'Marine Engineering & Contracting' verstoorde de pandemie de normale gang van zaken op werven in binnen- en buitenland. Dit heeft geresulteerd in een lagere activiteit en rentabiliteit bij zowel DEME als CFE. Het herstel in het tweede semester was nochtans krachtig en zowel DEME als CFE hebben 2020 afgesloten met orderboeken op recordniveau.

(€ miljoen) 2020 2019 2018
DEME 28,6 73,9 92,8
CFE 7,8 13,5 17,3
Rent-A-Port 1,0 0,5 5,3
Green Offshore 9,3 4,0 2,7

nam.

Rent-A-Port ontwikkelt havengerelateerde industriezones rond de haven van Haiphong in VietGreen Offshore investeert in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken Rentel en SeaMade.

77

De Belgische bagger- en milieugroep DEME is een van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouwbedrijven ter wereld.

CFE is een beursgenoteerde Belgische industriële bouwgroep actief in baggerwerken, milieu, offshore en infra (DEME), in contracting en in vastgoedontwikkeling.

Deelnemingspercentage AvH: 62%

Luc Vandenbulcke

Hugo Bouvy

Philip Hermans

Eric Tancré

Els Verbraecken

DEME

DEME is wereldleider in gespecialiseerde domeinen van baggerwerken, oplossingen voor de offshore energie-industrie, infra- en milieuwerken. Het bedrijf heeft meer dan 140 jaar ervaring en is een koploper in innovatie.

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

DEME realiseerde in 2020 een geconsolideerde omzet van 2.195,8 miljoen euro, tegenover 2.622,0 miljoen euro in 2019. Een belangrijk deel van deze daling, geschat op ongeveer 300 miljoen euro, is toe te schrijven aan de gezondheidscrisis en de impact daarvan op de economie (vb. olie- en gassector).

De traditionele baggeractiviteit van DEME had het meest te lijden onder de impact van de pandemie, o.a. door logistieke complicaties en vertragingen bij het opstarten en uitvoeren van werven. De omzet daalde met 19% tot 877 miljoen euro. De omzet van DEME Offshore daalde met 18% tot 934,6 miljoen euro. In de offshore-activiteiten werd voornamelijk het Moray East-project zwaar getroffen door de onbeschikbaarheid van het installatieschip Orion. Enkel DEME Infra, het DEME-dochterbedrijf dat zich toelegt op grote infrastructuurwerken, is ten opzichte van vorig jaar in omzet gegroeid, tot 208,8 miljoen euro.

DEME realiseerde in 2020 een EBITDA van 369,5 miljoen euro, 16,8% van de omzet en in lijn met 2019 (16,7%). De gezondheidscrisis heeft de activiteiten van DEME in 2020 zwaar getroffen. De sluiting van de grenzen, de reisbeperkingen en de vermindering of zelfs schorsing van luchtverbindingen vormden ongeziene logistieke uitdagingen en zorgden voor aanzienlijke extra kosten. Bovendien hebben lokale maatregelen zoals lockdowns, quarantaines en sociale afstandsmaatregelen geleid

Offshore Capital dredging Maintenance dredging Infra Environmental Overige Europa Asia Pacific Afrika Midden-Oosten & India Amerika Activiteit Regio 82% 2% 7% 3% 43% 3% 29% 11% 9% 5% 6%

tot een lagere productiviteit en tot vertragingen bij de uitvoering. Tenslotte heeft dit ook geleid tot vertragingen bij de gunning en het opstarten van verscheidene projecten. De totale impact van de pandemie, van de daling van olie- en gasprijzen en van het ongeluk met de Orion wordt geraamd op 100 miljoen euro (EBIT) in 2020. Dit wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd door de meerwaarde op de verkoop van het 12,5%-belang in Merkur Offshore in mei 2020 (63,9 miljoen euro). Over het volledige boekjaar bedroeg het nettoresultaat 50,4 miljoen euro, tegenover 125,0 miljoen euro in 2019.

Het orderboek van DEME steeg in 2020 aldus met 20% tot 4.500 miljoen euro, tegenover 3.750 miljoen euro eind 2019. In dit orderboek zijn, in afwachting van het bereiken van de financial close, de volgende contracten nog niet opgenomen: Arcadis Ost offshore windpark en Courseulles-sur-Mer, evenmin als de projecten voor de offshore windparken Hai Long en Zhong Neng in Taiwan (contractwaarde in totaal meer dan 1 miljard euro; status preferred bidder) en de projecten Rechteroever van de Oosterweelverbinding en Hinckley Point in het VK, die pas begin 2021 werden toegekend.

VLOOTINVESTERINGSPROGRAMMA

Het meerjarige investeringsprogramma in de vloot van DEME werd in 2020 voortgezet met de komst van twee nieuwe sleephopperzuigers 'Meuse River' en 'River Thames'. 'Meuse River', een zusterschip van de baanbrekende dual fuel sleephopperzuiger 'Scheldt River', vertrok onmiddellijk naar een eerste project in de Poolzee en werd ook in Duitsland ingezet voor de verdieping en verbreding van de Elbe.

'Spartacus', de krachtigste snijkopzuiger ter wereld, zal volgens de verwachtingen in de eerste jaarhelft van 2021 worden opgeleverd. 'Spartacus' vertegenwoordigt de volgende stap in termen van productiesnelheid, pompvermogen, waterdiepte en onovertroffen werkbaarheid. Dit is bovendien de eerste snijkopzuiger die op LNG kan werken.

CSBC-DEME Wind Engineering (CDWE) in Taiwan investeert in een gespecialiseerd DP3 installatieschip voor zwaar hijswerk, 'Green Jade'. Dit is de grootste overzeese investering van DEME. 'Green Jade' wordt in Taiwan gebouwd en zal een ongeëvenaarde combinatie bieden van buitengewone transport- en laadcapaciteit, indrukwekkende hijshoogten en groene technologie. De oplevering wordt verwacht in het vierde kwartaal van 2022.

In mei 2020, nog voor het nieuwe offshore installatieschip 'Orion' werd geleverd aan DEME, gebeurde een ongeval met de kraanhaak tijdens laadtesten. Als gevolg van de vertraging in de levering van het schip aan DEME werden schepen van derde partijen gecharterd om de aangenomen projecten tijdig uit te voeren.

Verdeling van omzet

" HET ORDER-BOEK STEEG IN 2020 MET 20% TOT 4.500 MILJOEN EURO."

LUC VANDENBULCKE, CEO

Om de offshore windindustrie een volledig dienstenpakket te kunnen aanbieden, van installatie tot onderhoud, bouwt DEME haar eerste servicevaartuig voor onderhoudstechnici. Het schip heeft al een langetermijncontract voor het onderhoud van de offshore windparken Rentel en Mermaid & Seastar (beter bekend als SeaMade) in België.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

• Dredging

Eind 2020 won DEME het grootste contract in haar geschiedenis (in termen van volume) voor baggerwerken en landwinning voor de haven van Abu Qir in Egypte. Dit is het eerste project waar de revolutionaire snijkopzuiger 'Spartacus' zal worden ingezet. Daarnaast verwierf DEME verscheidene contracten voor havenontwikkelingen in Italië en Portugal, terwijl in Ghana een nieuw contract werd getekend voor de ontwikkeling van de haven van Elmina om deze voor grotere schepen toegankelijk te maken.

In België lopen de contracten voor onderhoudsbaggerwerken op de grote waterwegen en langs de kust door tot in januari 2022. DEME heeft de eerste campagne van het project 'Sea Channel' in de Poolzee met succes uitgevoerd. Acht grote sleephopperzuigers werden ingezet om de toegangsgeul van de haven van Sabetta te baggeren, waar een fabriek voor vloeibaar aardgas wordt gebouwd. In Duitsland werd verdergewerkt aan de verdieping en verbreding van de Elbe, waarbij DEME verantwoordelijk is voor het baggeren, het transport en de verplaatsing van ongeveer 32 miljoen m³ materiaal. De baggerwerken voor het moderniseringsproject van de vaargeul Świnoujście-Szczecin in Polen zijn in 2020 van start gegaan. Hoewel het grootste deel van de mobilisatie op het hoogtepunt van de pandemie plaatsvond, ligt het project goed op schema.

In een heel afgelegen project en in volle pandemie voltooide DEME met succes de ophoging van moerasland tussen Bonny en Bodo in Nigeria, waar een nieuwe weg wordt aangelegd. Eind 2020 waren alle waterbouwwerken voor de Tuas Terminal Phase 1 (TTP1), een megaproject in Singapore, voltooid en resteerden alleen de grondwerken voor de landwinning. Begin 2020 werd een groot project in de haven van Rio Grande in Brazilië afgerond en aan de klant opgeleverd. Op het eind van het jaar legde DEME ook de laatste hand aan een onderhoudscampagne in de toegangsgeul van de haven van Buenaventura in Colombia.

• Offshore

In Duitsland heeft DEME het EPCI-contract verworven voor de funderingen van het offshore windpark Arcadis Ost 1 en voor de installatie van 'collars' in het windpark Kaskasi. Er werd ook een nieuw contract getekend voor het project DolWin6, waar DEME het transport en de installatie zal verzekeren van het offshore gedeelte van de gelijkstroomkabel die van de Duitse offshore windparken door de Waddenzee zal lopen. In het VK verwierf DEME een belangrijk EPCI-contract voor de 'interarray'-kabels van de windparken Dogger Bank A en Dogger Bank B, de twee eerste fasen van het 3,6 GW windpark Dogger Bank, het grootste offshore windpark in ontwikkeling. Dit contract is ook historisch voor de sector, want het is het grootste 'inter-array'-project ooit. DEME verwierf ook een contract voor verscheidene steenstortcampagnes voor de 1.400 MW hoogspanningsgelijkstroomverbinding tussen de Britse en de Deense transmissiesystemen.

De bouw van SeaMade, het grootste Belgische offshore windpark, werd in 16 maanden met succes voltooid. Dit is een buitengewoon indrukwekkende realisatie, te meer omdat het grootste deel van het werk in volle pandemie werd uitgevoerd. DEME plaatste er met 'Apollo' 58 Siemens Gamesa 8,4 MW turbines, installeerde de funderingen, de 'inter-array'-kabels, twee offshore substations en de exportkabels en voerde de steenstortwerken uit.

Een belangrijke mijlpaal in de bouw van het offshore windpark Saint-Nazaire werd bereikt toen DEME met succes en op schema de op maat gemaakte XL onderzeese boor opleverde. Saint-Nazaire is het eerste commerciële offshore windpark dat in Frankrijk wordt gebouwd. DEME zal in 2021 de boor inzetten voor de installatie van 73 funderingen, een primeur voor de offshore windsector. Op het windpark East Anglia ONE was de installatie van turbines met twee schepen een groot succes. Ondanks moeilijke weersomstandigheden en de uitdagingen van de pandemie werden 102 7 MW turbines vlot geïnstalleerd. In Nederland werd de installatie van 94 funderingen en turbines van het windpark Borssele 1&2 voltooid. Tegen het eind van het jaar waren 103 jackets van het Schotse Moray East offshore windpark geïnstalleerd. De kraan van het offshore installatieschip 'Orion', dat dit project had moeten uitvoeren, liep zware beschadiging op nog voor het schip aan DEME kon

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 2.195.828 2.621.965 2.645.780
EBITDA 369.458 437.011 458.905
EBIT 64.281 141.146 196.012
Nettoresultaat
(deel groep)
50.410 125.041 155.570
Eigen vermogen
(deel groep)
1.467.492 1.435.482 1.401.403
Netto financiële positie -489.030 -708.453 -555.777
Balanstotaal 3.941.494 3.944.779 3.820.722
Orderboek (€ mio) 4.500 3.750 4.010
Capex (€ mio) 202 435 441
Personeel 4.976 5.089 4.937

worden geleverd. Ondanks deze tegenslag kon DEME vrij snel een schip van een derde partij charteren en verliepen de werken volgens plan. De offshore werken voor Hornsea Two, dat het grootste windpark ter wereld zal worden, gingen ook van start. In totaal zullen 165 monopijlers en overgangsstukken worden geïnstalleerd als voorbereiding voor de 8,4 MW turbines van het park.

In de zomer werd de laatste grote steenstortcampagne voltooid voor het project North Sea Link, een interconnector tussen Noorwegen en het VK. In Taiwan werd een eerste steenstortproject voor een gaspijpleiding uitgevoerd. In december werden verscheidene grote projecten rond het Noors Continentaal Plat in opdracht van Equinor voltooid. DEME rondde ook met succes de bagger- en vulwerken af voor een 130 km lange offshore pijpleiding in Nam Con Son in Vietnam.

• Infra

In juni verwierf DEME een belangrijk contract voor de Oosterweelverbinding, die de Antwerpse ring zal voltooien. DEME zal als lid van een consortium, in opdracht van projectontwikkelaar Lantis, de Scheldetunnel bouwen.

De joint venture Femern Link Contractors, waarvan DEME deel uitmaakt, heeft groen licht gekregen voor het project van de Fehmarnbelt Fixed Link. Na de voltooiing zal deze langst afgezonken auto- en spoortunnel ter wereld (18 km) Denemarken met Duitsland verbinden. Dit historische project, een van de grootste Europese infrastructuurwerken tot op heden, zal bijna 10 jaar in beslag nemen. Het is voor de Infra-activiteit van DEME een nieuwe opportuniteit om haar expertise in afgezonken tunnels in te zetten.

In Nederland werden drie megaprojecten voortgezet: de RijnlandRoute, de Nieuwe Sluis Terneuzen en de Blankenburgverbinding. Naast de inframarinewerken omvatten de projecten ook grootschalige bagger- en grondwerken. Deze indrukwekkende infrastructuurprojecten illustreren hoe de kernactiviteiten van DEME elkaar ondersteunen en versterken en werk voor elkaar genereren. Hun gecombineerde kracht verzekert het succes van complexe projecten.

• Environmental

In België werden de grootschalige saneringswerken bij Blue Gate, Fort Filips en BP Hoboken voortgezet. Ook het project van het kanaal Condé-Pommerœul liep verder, een belangrijk contract van Voies Navigables de France. Dit meerjarenproject zal uitmonden in de heropening van een sectie van 6 km van het kanaal tussen de Belgische grens en de stad Condé in het noorden van Frankrijk.

DEME verwierf in een joint venture een contract voor de milieusanering van de voormalige site van Renault in Vilvoorde en de site van BASF in Feluy. Het haalde ook een groot contract binnen voor de sanering van de voormalige site van ExxonMobil in Bowling, bij Glasgow (Schotland), met een Early Contractor Involvement (ECI) overeenkomst. Dit contract volgde kort na de succesvolle voltooiing van een 4 jaar durend saneringsproject voor ExxonMobil in het Noorse Tønsberg.

Om het groeiende probleem van de riviervervuiling aan te pakken, heeft DEME een innovatief project gestart voor de inzet van een afvalverzamelaar op de Schelde in België. Het project combineert 'artificial intelligence', 'virtual reality' en autonoom varen om drijvend afval te detecteren en op te vangen. Gelet op haar enorme expertise in milieusanering is het logisch dat DEME haar knowhow gebruikt om samen te werken aan oplossingen voor de plasticsoep.

• GSR

In 2020 voltooide GSR twee belangrijke evaluaties van haar technologie voor de verzameling van mineralen op de zeebodem, in de aanloop naar een nieuwe expeditie naar de CCZ (Clarion Clipperton Zone) in april 2021. GSR legt de laatste hand aan een verkennend rapport dat de basis zal vormen van een onderzoeksprogram-

DEME - Elbe - Duitsland DEME - Terneuzen - Nederland

ma om een referentiemeeting voor de biodiversiteit in het exploratiegebied vast te stellen. Die studies zullen de impact van het verzamelen van nodules op de werking van het ecosysteem onderzoeken. Ze zullen ook het pad effenen voor een volledige milieu-impactbeoordeling, een cruciale stap voor de aanvraag bij de International Seabed Authority (ISA) van een vergunning om commerciële activiteiten te starten.

• Concessions

DEME verkocht haar aandeel van 12,5% in het 396 MW offshore windpark Merkur. De transactie werd begin december 2019 ondertekend en de 'financial close' vond plaats in het tweede kwartaal van 2020.

DEME wil een voorloper zijn op de waterstofmarkt en is in verscheidene internationale samenwerkingen voor groene waterstof gestapt om te verzekeren dat het in de voorhoede van de ontwikkelingen blijft. Er werden verscheidene exclusieve partnerschappen gesloten voor de ontwikkeling van groene waterstoffabrieken op industriële schaal, een in Oman (HYPORT® Duqm) en een in België (HYPORT® Oostende). Duqm is de ideale locatie voor zonne-energie, die optimaal met een goede bron van windenergie kan worden gecombineerd. Duqm zou in essentie een producent en een exporteur van waterstof worden.

HYPORT® Oostende wordt de eerste fabriek in de EU die vloeibare waterstof zal produceren uit hernieuwbare energiebronnen. De combinatie van hernieuwbare energie met de productie van groene waterstof past volledig in de duurzaamheidsdoelstellingen van DEME.

COVID-19

In een jaar zonder voorgaande moesten veel medewerkers van DEME als gevolg van de verschillende lockdowns en reisbeperkingen veel langer dan verwacht op schepen en projecten overal ter wereld blijven. Ongeveer 1.200 bemanningsleden zagen hun verblijf aan boord verlengd worden. DEME charterde meer dan 10 vliegtuigen om mensen naar huis te brengen. Verscheidene schepen werden omgeleid om de bemanning te wisselen en projecten te kunnen voortzetten. Daarnaast werden speciale teams opgericht om repatriëringen en de wisseling van bemanningen te organiseren. In deze uitdagende periode werd de gezondheid en veiligheid van medewerkers steeds vooropgesteld.

DEME pakte niet alleen de praktische logistieke problemen aan, maar zag ook in dat de pandemie potentieel een grote impact op de geestelijke gezondheid kon hebben. Verscheidene initiatieven rond welzijn en mentale gezondheid werden georganiseerd. Ook familieleden konden rekenen op bijstand van DEME.

VOORUITZICHTEN 2021

Ook al wordt, zeker in de eerste maanden van 2021, nog enige negatieve impact van de coronapandemie verwacht, toch zou DEME - gesteund door haar record orderboek en dankzij de opstart van enkele grote projecten - in 2021 een hogere omzet en nettowinst moeten kunnen realiseren.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

GEEN
ARSADEDE
1184931
ELEK
HONCER
ત્ત્વ
GOEDE GEZONOHEJD
C BI WELZEN
-W/C
4 KNELLITETS AND CHORITATIS GENDERGELLINED
5
0
SCHOON NATER
O EN SESTINE
EETAALBARE EN
DELECANE
BHERSTE
1
-(6)
100
8 BEARDS WEEK
130033
17
POSTS I
9
BONDER
PERSTERCELLER
8
(1)000 (1000)
10 788100000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000
œ
I
V
D
œ
DURING
1
STEDEN EN
GEMEENSCELERPERA
ABA
12 consumera
EN ESCOUCILE
B
13 MILLERSEIR 14 HET KATER 15 million 16 STERRE PLEURE
BENSTER
110.2
PARTNERSCHAP OM
11
DOGLSTERLINGEN
TE BERENDEM
8
  • Om een duurzame waardecreatie te stimuleren, blijft DEME zichzelf uitdagen om duurzamere oplossingen in de portfolio te ontwikkelen en haar activiteiten milieuvriendelijker te maken.
  • DEME heeft haar cruciale duurzaamheidsthema's geïdentificeerd die de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties bevorderen en waarop DEME een economische, ecologische of maatschappelijke impact heeft: klimaat en energie, natuurkapitaal, duurzame innovatie, beheer van afval en hulpbronnen, veiligheid, gezondheid en welzijn, diversiteit en opportuniteit, ethisch zakendoen en lokale gemeenschappen.
  • Meer informatie is te vinden in het Duurzaamheidsrapport 2020 van DEME.

www.deme-group.com

Deelnemingspercentage AvH: 62%

Hodac

Coppens

Piet Dejonghe

De Jonge

Jacques Lefèvre

Raymund Trost

Valerie Van Brabant

Yves Weyts

CFE

CFE is een op Euronext Brussels genoteerde Belgische industriële groep, die in drie verschillende sectoren actief is: Baggerwerken, Milieu, Offshore en Infra (DEME); Contracting, dat de activiteiten bouw, multitechnieken en rail/utilities omvat, en ten slotte Vastgoedontwikkeling (BPI).

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

Ondanks een sterk door de coronapandemie getekende economische context, is de groep CFE erin geslaagd het jaar 2020 met een globaal positieve balans af te sluiten. De resultaten voor het boekjaar blijven bevredigend, ook al werden ze gedeeltelijk door de neveneffecten van de pandemie beïnvloed. Alle medewerkers van de groep hebben een onvermoeibare inzet en creativiteit getoond, die in het tweede semester een herstel van de omzet en van het bedrijfsresultaat mogelijk hebben gemaakt, terwijl het orderboek goed gevuld bleef.

Dankzij de groei van de activiteiten van BPI (Vastgoedontwikkeling) en Spoorinfra (MOBIX) is de omzet van CFE (exclusief DEME) in 2020 zelfs gestegen tot 1.026,2 miljoen euro (2019: 1.002,8 miljoen euro).

Bij CFE Contracting daalde de omzet met 9% tot 911,9 miljoen euro (2019: 998,7 miljoen euro). Het effect van de COVID-19 pandemie op de omzet wordt geraamd op ongeveer 90 miljoen euro, waarvan 70 miljoen euro in de eerste helft van het jaar, en op iets minder dan 20 miljoen euro op het operationeel resultaat (EBIT). Het nettoresultaat van CFE Contracting kwam uit op 5,5 miljoen euro, tegenover 9,5 miljoen euro in 2019. Het orderboek van CFE Contracting eindigde daarentegen

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 3.221.958 3.624.722 3.640.627
EBITDA 414.715 451.224 487.960
EBIT 87.253 143.615 213.075
Nettoresultaat
(deel groep)
64.020 133.424 171.530
Eigen vermogen
(deel groep)
1.787.113 1.748.703 1.720.878
Netto financiële positie -601.429 -798.061 -648.322
Balanstotaal 5.137.483 5.112.632 4.948.951
Orderboek (€ mio) 6.049 5.183 5.386
Personeel 8.113 8.244 8.598

op een recordniveau van 1.493 miljoen euro, een stijging met 8% tegenover eind 2019.

De activiteiten van de pool Vastgoedontwikkeling (BPI) kenden een aanzienlijke groei, meer bepaald in Polen, waar in 2020 4 residentiële vastgoedprojecten zijn opgeleverd. Het vastgoedbestand bedroeg eind 2020 192 miljoen euro, een stijging van 34% ten opzichte van 2019. BPI ontwikkelt momenteel 545.000 m² (deel groep) op een veertigtal projecten, waarvan 69.000 m² in aanbouw is. Het nettoresultaat van BPI steeg met 14% tot 13,2 miljoen euro (2019: 11,6 miljoen euro), voornamelijk dankzij de oplevering van de hierboven vermelde Poolse projecten, de verkoop van drie kantoorgebouwen in Luxemburg en de marges geboekt op de vooruitgang van de projecten.

Bij de niet-gefilialiseerde activiteiten van CFE beperkte de activiteit zich voornamelijk tot het voortzetten van de bouw van het waterzuiveringsstation Brussel-Zuid.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

• Contracting

In België en Luxemburg had de eerste lockdownperiode, van maart tot mei, directe gevolgen voor de activiteit van Contracting. De meeste bouwplaatsen moesten immers worden stilgelegd, zodat ook verscheidene contracten werden opgeschort. Toch hebben de inzet van de teams en de efficiënte steun van human resources en IT een dynamisch herstel mogelijk gemaakt. Hier heeft de versnelling van de digitalisatieprocessen een essentiële rol gespeeld. In enkele weken tijd werden aanpassingsmaatregelen genomen, zodat de bouwplaatsen tegen hun normale tempo konden worden hervat. In de tweede jaarhelft bleven de gevolgen van de pandemie beperkt en was de activiteit identiek aan die van 2019. In Polen zijn de gevolgen van de pandemie beperkt. De activiteit is er min of meer op een normaal niveau gebleven, wat heeft geholpen om de resultaten te stabiliseren. Uiteindelijk is de omzet van CFE Contracting licht gedaald tegenover 2019, maar is het orderboek toegenomen tot ongeveer 1.500 miljoen euro.

2020 werd gekenmerkt door grote behaalde of verdergezette projecten. Voor BPC is dit onder meer de bouw van het nieuwe Justitiepaleis van Namen. Het gebouw van 16.000 m² op de voormalige site van de 'Casernes Leopold' zal onder meer 14 rechtszalen voorzien. Voltooide projecten met een bijzondere focus op duurzaamheid zijn o.a. Jardins de la Chasse, een passief residentieel gebouw en een nieuw administratief centrum voor de gemeente Etterbeek, en het kantoorgebouw Quartz in Brussel, dat de BREEAM Excellent certificering heeft ontvangen. Om de

CFE - Gare Maritime - Brussel

" DE POSITIEVE 2020 RESULTATEN VAN CFE GETUIGEN VAN HET AANPASSINGS-VERMOGEN VAN ALLE MEDEWERKERS."

PIET DEJONGHE, CEO

ziekenhuissector in staat te stellen de eerste golf van het coronavirus in optimale omstandigheden op te vangen, hebben de teams van de bouwplaats van het CHC MontLégia in Luik de middelen niet gespaard om de oplevering te versnellen. Sinds eind december 2020 beschikt Infrabel dankzij BPC over haar eerste spoorwegschool, de Infrabel Academy, waar het personeel zal worden opgeleid in uiterst realistische omstandigheden, aangepast aan hun specifieke behoeften.

Bij MBG verdient het monumentale project Gare Maritime op de site van Tour & Taxis in Brussel een vermelding. Het betreft de met verscheidene prijzen bekroonde transformatie van een voormalig goederenstation in een modern, duurzaam gebouw met geothermie voor de verwarming en de klimaatregeling, zonnepanelen op het dak en aan de zuidelijke gevel, een systeem voor het hergebruik van regenwater en een dynamische beglazing die zich aan de bezonning aanpast. Het project, dat tot grote tevredenheid van de klant werd opgeleverd, werd uitgevoerd in samenwerking met andere entiteiten van de CFE-groep, VEMAS en VMA. VEMAS levert volledig geïntegreerde oplossingen omtrent de energieprestatie gedurende de levenscyclus van gebouwen.

De bouwplaats van 2020 is ontegensprekelijk het project ZIN in Brussel waar de entiteiten Van Laere, BPC en VMA samenwerken. De Vlaamse overheid gunde deze ambitieuze herontwikkeling van het huidige WTC 1 en 2 in de Brusselse Noordwijk aan de vastgoedontwikkelaar Befimmo, die op haar beurt CFE Contracting contracteerde. Van Laere en BPC verzorgen samen de bouw, terwijl VMA instaat voor de multitechnieken en het intelligente beheer van het gebouw. Voor het eerst in België zullen de circulaire principes op een bouwplaats van deze omvang in de praktijk worden gebracht. De bestaande torens zullen voor 65% worden behouden om het afval van de ontmanteling tot een minimum te beperken en minder nieuwe materialen in de constructie te gebruiken. In totaal zal 95% van de materialen worden behouden, hergebruikt of gerecycleerd.

In Luxemburg werd het jaar 2020 bij CLE gekenmerkt door de lancering van houtbouw, samen met Wood Shapers en meer bepaald op de bouwplaatsen Wooden en Le Domaine des Vignes. Dit laatste project omvat de bouw van 57 appartementen en 17 huizen in houtbouw. Andere opmerkelijke projecten zijn de opstart van de bouwplaats Omnia in de Belval-wijk en de Aurea-toren in Differdange, een echt pilootproject voor de Bouw 2.0. In Polen heeft CFE Polska verscheidene projecten opgeleverd, waaronder Riverview, een prestigieus wooncomplex in het oude centrum van Gdansk met 282 appartementen, dat de Leed Gold duurzaamheidscertificering heeft ontvangen. De groei van de logistieke sector in het voorbije jaar, dankzij onder meer de beduidende toename van e-commerce, heeft CFE Polska in staat gesteld haar positie als industrieel aannemer nog te versterken. In het verlengde van de geslaagde samenwerking met Momentum Capital en de opening van het eerste Plopsa-pretpark in Kownaty, vatte CFE Polska eind 2020 de werken aan voor de bouw van een tweede soortgelijk pretpark in Warschau.

MOBIX startte op 1 augustus een groot massificatieproject in Denderleeuw voor rekening van Infrabel, een primeur voor België. De teams van de Business Units Spoor, Bovenleiding en Signalisatie hebben de krachten gebundeld voor de uitvoering van een geslaagd en gigantisch onderhoudsproject en dit over een zeer korte tijdspanne. Ondanks de hittegolf en de gezondheidsmaatregelen, werd dit project in 23 dagen voltooid, met een 24/7 rotatie, om de treinreizigers zo weinig mogelijk te hinderen. 9 km bovenleidingen en 17.500 ton ballast later, bewijzen de synergie tussen de verschillende Business Units en hun onberispelijke coördinatie de kwaliteit van de knowhow van MOBIX. Daarnaast maakt MOBIX deel uit van het consortium LuWa, dat de verlichting langsheen het Waalse autowegennet moderniseert. Dit is een zeer grootschalig project dat een beroep doet op nieuwe technologieën om oplossingen aan te brengen die zowel innovatief als duurzaam zijn en die de basis leggen voor de mobiliteit van de toekomst. De ontwikkeling van dit project, dat in totaal meer dan 20 jaar zal bestrijken, startte in november 2019 en vorderde gestaag in 2020.

VMA heeft zich in de voorbije jaren op 4 segmenten gefocust: Building Technologies, Automotive, PMT (Processing & Manufacturing Technologies) en Infrastructure. Met deze volledige 'product as a service' oplossingen levert VMA een antwoord op maat van de specifieke behoeften van elk segment. Vooral de Business Unit 'Building Energy Solutions' kende een sterke groei met de entiteit VEMAS, die referenties als de Gare Maritime in Brussel en het WZC Huize De Pauw in Sint-Katelijne-Waver kan voorleggen.

Duurzaamheid staat niet alleen centraal bij de groep CFE, maar maakt voortaan ook deel uit van haar DNA. Er zijn zeer concrete voorbeelden op een groot aantal bouwplaatsen, in het bijzonder Gare Maritime en Tivoli Green City, projecten die met hun groene ambities in de prijzen vielen. Het project Wooden in Leudelange voor de nieuwe zetel van Baloise Assurances (de eerste realisatie van Wood Shapers, een joint venture van BPI en CFE Contracting die zich volledig op houtbouw toelegt), is daar ook een voorbeeld van, net als Park West in Brussel. Voor dit laatste project werd een innoverende logistieke benadering gekozen: de materialen worden op een site aan het kanaal geleverd en vervolgens just-in-time en in de juiste hoeveelheden naar de bouwplaats gebracht. Dat beperkt zowel de behoefte aan vervoer als de hoeveelheid afval.

• Vastgoedontwikkeling

Stopzetting van de commercialisering van appartementen, vertraging in het verkrijgen van bouwvergunningen en tijdens de bouwfase zelf ... ook voor BPI Real Estate leidde de pandemie tot hinder bij de ontwikkeling van de verschillende projecten. Toch blijft de balans voor 2020 meer dan bevredigend en werden de resultaten van 2019 zelfs ruim overtroffen.

(€ miljoen) Omzet Nettoresultaat Orderboek Eigen vermogen
2020 2019 2020 2019 2020 2019 2020 2019
Bouw 634,8 733,5 1.058,7 1.016,8
Multitechnieken 164,9 179,6 251,1 188,5
Spoorinfra 112,2 85,6 182,8 180,2
Contracting 911,9 998,7 5,5 9,5 1.492,6 1.385,5 78,4 76,3
Vastgoedontwikkeling 131,1 59,1 13,2 11,6 192,0 143,0 85,5 83,7
Holding, niet-overgedragen activiteiten
en eliminaties(1)
-16,8 -55,0 -1,0 -9,1 -68,6 -75,2
Totaal 1.026,2 1.002,8 17,7 12,0 95,3 84,8

CFE (exclusief DEME): Verdeling per pool

(1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (50%) en Green Offshore (50%) tot CFE

CFE - Jardins de la Chasse - Brussel CFE - BPI - Le Domaine des Vignes - Luxemburg

Polen heeft dit jaar een niet te verwaarlozen rol gespeeld in het succes van BPI Real Estate. Met de oplevering van 4 projecten slaat het alle records. De toekomstperspectieven blijven daarbij niet achterwege. In Poznań heeft BPI Real Estate de grootste acquisitie van haar Poolse geschiedenis gerealiseerd. Het betreft een voormalige kazerne van 5,5 hectare in het hart van de stad, in een van de meest prestigieuze wijken. Het project zal in samenwerking met Revive worden ontwikkeld en omvat de bouw van meer dan 1.000 wooneenheden, 24.000 m² kantoren en commerciële ruimten. Dit type project zal met zijn combinatie van woningen, handelszaken en kantoren een sterke stempel drukken op Poznań, maar ook op BPI Real Estate Polska, waarvan het de meest ambitieuze realisatie tot op heden wordt.

Twee belangrijke projecten in Luxemburg hebben eveneens veel bijgedragen tot de uitstekende resultaten van BPI. Het eerste is Le Domaine des Vignes, in samenwerking met CLE, waarvan de oplevering in 2022 zal beginnen. 54 van de 57 appartementen van de eerste fase hebben al een koper gevonden. Het tweede is de acquisitie van een deel van het portfolio van de Luxemburgse aannemer-ontwikkelaar Soludec. De transactie, die in de zomer van 2020 werd afgerond, heeft betrekking op 4 sites, waarvan er twee al zijn doorverkocht, en een verwerving van een aankoopoptie op 100% van de aandelen van een SPV. Die laatste is de eigenaar van een grondpositie aan de rand van het Kirchbergplateau waar op termijn, in partnership, 22.430 m² hoogstaande residentiële wooneenheden zullen worden gebouwd. België is eveneens goed vertegenwoordigd en staat in voor meer dan de helft van de jaaromzet. Een van de mooiste realisaties is Brouck'R, de herontwikkeling van de voormalige site van de verzekeraar Allianz op het De Brouckèreplein in Brussel. Het omvat een viersterrenhotel, studentenwoningen, handelszaken, kantoren en woningen, rond een binnenplein met groene gevels en een tuin. Dit project van 41.000 m², gedragen door de visie van de Deense architect Jacob Jurek van het bureau Henning Larsen, is het resultaat van een diepgaande denkoefening over de stedelijke integratie en de milieu-impact die volledig inspeelt op de visie van de Stad Brussel op de herontwikkeling van het centrum rond de nieuwe autovrije zone.

Twee andere woonprojecten in Oudergem, Pure en Serenity Valley, illustreren samen met de renovatie/reconstructie van een kantoorgebouw in het hart van de Brusselse Europese wijk een benadering waarin duurzaamheid een steeds grotere rol speelt.

VOORUITZICHTEN 2021

CFE Contracting verwacht een stijging van haar omzet en haar nettoresultaat in 2021. Bij gebrek aan oplevering van projecten in Polen in 2021, hetgeen voor die markt bepalend is voor de resultaatserkenning, en vanwege de vertraging in het verkrijgen van bouwvergunningen in Brussel, wordt een daling van het nettoresultaat van BPI in 2021 verwacht, al zou dit wel op een hoog niveau moeten blijven.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

GOEDE GEZONDING
C
EN MELZUM
- M/C
KANI (1) 13-
CHERVILLS
INVARDIC WEEK
EN ECONOMISCHE
EFFORE
INDUSTRIE
Issociate Bi
ISTRASTROCTJOB
ONCELLINONEDO
VERM SDEREN
VERSTHOODIE
P
0062,00718
EN PERCECIT
IQUARAGACTIC
16
LEVEN OF
15
PETIAND
WREDE, FUSITIE EN
10
STERKE PUBLICERS
ATISCOTT
  • CFE Contracting en BPI Real Estate baseren zich op de 17 'Sustainable Development Goals' (SDG) van de VN om hun eigen doelstellingen te verduidelijken, zowel met betrekking tot de maatregelen die verband houden met de dagelijkse activiteiten als met de realisatie van de vastgoed- en bouwprojecten.
  • CFE Contracting is in 2020 toegetreden tot de Belgian Alliance for Climate Action en onderschrijft het Science Based Targets-initiatief. Die aanpak zal het mogelijk maken om duurzame doelstellingen te valideren, als antwoord op de ambities van de akkoorden van Parijs: de bescherming van de veiligheid en de gezondheid in ruime zin van alle werknemers, de optimalisatie van het vervoer van materialen en afval, de beperking van afval en van de verpakkingen van materialen, de garantie van degelijke arbeidsvoorwaarden voor alle werknemers, de bevordering van de aantrekkelijkheid, retentie en opleiding van menselijk talent, de invoering van een degelijke governance en het stimuleren van innovatie op alle niveaus van de productieketen.
  • De coronacrisis heeft de relevantie van deze prioritaire doelstellingen bevestigd. In het bijzonder de versnelde digitalisering en de focus op operationele uitmuntendheid zijn onmisbaar gebleken om het werk op de bouwplaatsen, in de kantoren of op afstand gaande te houden.
  • In deze moeilijke periode werd de solidariteit niet opzij gezet. Integendeel. CFE heeft meer dan ooit haar maatschappelijke verantwoordelijkheden opgenomen, onder meer door haar steun aan de organisatie Medical Equipment for Belgium, die de toegang van de Belgische ziekenhuizen tot onmisbaar medisch materieel faciliteert.
  • CFE blijft zichzelf opnieuw uitvinden en wil een motor van verandering zijn en de noodzakelijke evolutie naar een duurzame samenleving concreet maken. De sectoren van de bouw en het vastgoed vertegenwoordigen ongeveer 40% van de uitstoot en het afval op wereldschaal. De beperking van die koolstofimpact vereist een revolutie in haar manier van denken en in haar aanpak van het beroep. Het ontwerp, het materiaalgebruik, de realisatie, de impact op de omgeving en op de medewerkers... CFE werkt op al die facetten en geeft voorrang aan een collaboratieve benadering om een paradigmawijziging naar een nieuwe generatie gebouwen tot stand te brengen.

www.cfe.be

Deelnemingspercentage AvH: 81%

Ruben

Steve Theunissen

Bruno Jaspaert Baeckelandt

RENT-A-PORT

Rent-A-Port is gespecialiseerd in de ontwikkeling van havengerelateerde industriële zones en havenprojecten, voornamelijk in Vietnam.

• Vietnam

Rent-A-Port kon in 2020 de groeiverwachtingen grotendeels inlossen en dit ondanks de bijkomende uitdagingen die COVID-19 stelde m.b.t. de commercialisatie. Met de steun van haar aandeelhouders en lokale partners, werden de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam) door dochterbedrijf IAI versneld ontwikkeld. De verkopen stegen substantieel van 33 hectare (2019) naar 89 hectare en het orderboek voor 2021 werd stevig gevuld. Rent-A-Port verwacht dan ook een verdere stijging van de verkopen in 2021.

De meer dan 3.000 hectare aan industriële gronden in beheer van DEEP C Industrial Zones bevinden zich naast de nieuwe diepzeehaven van Lach Huyen, nabij de stad Haiphong. Hierdoor is import en export van producten op een kostefficiënte manier mogelijk. De Zone is bovendien via snelwegen rechtstreeks verbonden met China en Hanoi. De zones worden continu voorzien van elektriciteit dankzij de aansluiting op het nationale en regionale net en er is een stabiele watervoorziening van onbehandeld en behandeld water. De eigen ISO (9001 en 14001) gecertificeerde afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt geëxploiteerd door zusterbedrijf DEEP C Blue.

Als gevolg hiervan wordt een aanzienlijke toename van de verkoop van grond verwacht voor de komende jaren. Deep C blijft bovendien haar diensten uitbreiden door het aanbieden van kant-en-klare magazijnen, een betrouwbaar telecommunicatienetwerk, een groeiende energiehub, volledig waterafvalbeheer, brandbestrijdingscapaciteiten en parkbeheerdiensten op een strategische investeringslocatie in Noord-Vietnam.

• Green Energy

In november 2020 kondigde Rent-A-Port Green Energy (Rent-A-Port 66,7%) de start aan van de bouw van een eerste batterij-energieopslagsysteem (10 MW/20 MWh) in Bastenaken, dat tegen midden 2021 klaar moet zijn. Voor dit project ontwikkelen Rent-A-Port Green Energy en haar partners een batterijopslagsysteem om in te spelen op de behoefte aan flexibele oplossingen bij het aanbieden van energie op de markt.

Rent-A-Port - Deep C Industrial Zones - Vietnam

Rent-A-Port NV(1)
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 72.706 32.828 3.180
EBITDA 16.894 6.416 -2.338
EBIT 14.248 4.063 -2.403
Nettoresultaat
(deel groep)
1.174 2.172 7.371
Eigen vermogen
(deel groep)
60.154 64.401 44.394
Netto financiële positie -66.106 -42.874 -15.316
Balanstotaal 248.279 238.618 66.287
(1) IAI vanaf 2019 integraal geconsolideerd www.rentaport.be

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • In Vietnam stimuleert Rent-A-Port haar klanten in de industriële zones om zelf te investeren in de opwekking van hernieuwbare energie (vnl. zonnepanelen) of om de daken van hun gebouwen ter beschikking te stellen voor het plaatsen van zonnepanelen.
  • Voorts probeert Rent-A-Port maximaal internationale standaarden te hanteren bij de aanleg en uitbating van de infrastructuur (zoals waterzuivering en pijpleidingen) in de industriële zones.
  • Deze industriële zones creëren veel lokale werkgelegenheid en dragen aldus bij aan een stijgende welvaart.

Deelnemingspercentage AvH: 81%

GREEN OFFSHORE

Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.

Green Offshore investeert in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%), evenals een deelname in de overkoepelende vennootschap Otary (12,5%).

Het windpark Rentel ligt op ongeveer 34 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW levert Rentel hernieuwbare energie aan ongeveer 300.000 gezinnen. Tijdens het voorbije jaar 2020 produceerde het windpark meer dan 1,1 TWh aan groene energie.

Het windpark SeaMade omvat de concessiezones Mermaid en Seastar in de Belgische Noordzee, respectievelijk op 50 km en 38 km van Oostende. SeaMade is goed voor 58 windturbines van 8,4 MW. In 2020 werden de bouwwerkzaamheden afgerond: het plaatsen van twee offshore transformatorplatformen die verbonden werden met het Elia Modular Offshore Grid via 2.220kV exportkabels, het leggen van 70 km 33kV infieldkabels tussen de turbines en het installeren van alle windturbines. Met een totale capaciteit van 487 MW is SeaMade het grootste offshore windturbinepark in België. SeaMade produceerde in 2020 al meer dan 0,5 TWh aan groene energie.

Otary wordt hierdoor de grootste offshore windenergieproducent in de Belgische Noordzee met een totaal geïnstalleerd vermogen van 796 MW. België staat wereldwijd op de vierde plaats qua totale capaciteit aan offshore wind (2.262 MW). Beide windparken zullen door Otary geëxploiteerd en onderhouden worden vanuit de haven van Oostende.

SeaMade - Apollo

(€ 1.000) 2020 2019 2018 Bijdrage Rentel en SeaMade(1) 9.229 3.917 2.555

Green Offshore NV(1)

Nettoresultaat
(deel groep)
11.430 4.926 3.352
Eigen vermogen
(deel groep)
14.749 15.642 19.890
Netto financiële positie -13.916 -11.340 -33.374
Balanstotaal 29.096 29.575 55.762

(1) Deelnemingen in Rentel en SeaMade via vermogensmutatie

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Rentel en SeaMade staan in voor een totale capaciteit van net geen 800 MW, goed voor een productie van ongeveer 2,7 TWh op jaarbasis. Dit is een aanzienlijk aandeel van de totale jaarlijks verwachte offshore productie van ca. 8 TWh. Dit vertegenwoordigt niet alleen 10% van de totale elektriciteitsconsumptie in België, maar ook een substantieel deel van de bindende doelstelling om tegen 2020 13% van de energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen.
  • Rentel en SeaMade zullen samen hernieuwbare energie leveren aan 700.000 huishoudens, wat een reductie van 1.200.000 ton CO2 -uitstoot per jaar mogelijk maakt. De realisatie van SeaMade vormt het voorlopige sluitstuk van de bestaande beschikbare concessiezone voor energie-opwekking uit offshore wind en brengt de totale capaciteit in het Belgisch deel in de Noordzee voorlopig op meer dan 2.200 MW.
  • Green Offshore volgt de ontwikkelingen rond de tweede zone zeer nauw op met oog op een verdere versterking van haar positie in de Belgische offshore markt.

Green Offshore

PRIVATE BANKING

Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº hebben allebei een recordresultaat neergezet en met de sterke aangroei van de vermogens onder beheer de basis gelegd voor verdere groei.

2019 2018
FinAx -0,2 -0,2 -0,4
Delen Private Bank 103,5 93,4 88,5
Bank J.Van Breda & C° 38,0 34,1 33,2

Bank J.Van Breda & C°

Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particulieren.

Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.

PRIVATE BANKING

Om de echte kracht van het economische model van de combinatie Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Co weer te geven, worden hier een aantal gecombineerde kerncijfers gepubliceerd.

Dankzij lange termijn vertrouwensrelaties met hun klanten, groeide het vermogen dat deze klanten toevertrouwen aan Delen Private Bank en aan Bank J.Van Breda & Co tot een nieuw recordniveau van 54,1 miljard euro per 31 december 2020, tegenover 51,9 miljard euro per 31 december 2019 (+4%).

(€ mio) 2020 2019
Delen Private Bank 45.116 43.566
Delen Private Bank 33.771 32.118
Oyens & Van Eeghen
(1)
859 629
JM Finn 11.345 11.448
Bank J.Van Breda & Co
Buitenbalansproducten 11.948 10.651
Cliëntendeposito's 5.907 5.416
AuM bij Delen(1) -8.873 -7.761
Delen en Van Breda gecombineerd
(100%)
54.098 51.872

(1) Reeds inbegrepen in Delen Private Bank AuM

" ZELFS IN MOEILIJKE CORONA-OMSTANDIGHEDEN BEREIKTEN DE VERMOGENS ONDER BEHEER VAN DELEN PRIVATE BANK (GECONSOLIDEERD) EEN RECORDNIVEAU."

RENÉ HAVAUX, CEO Delen Private Bank

" BANK J.VAN BREDA & C° BEHAALT STERKE RESULTATEN IN VOLLE CORONACRISIS DANKZIJ LOYAUTEIT VAN KLANTEN EN MEDEWERKERS."

DIRK WOUTERS,

CEO Bank J.Van Breda & Cº

(€ mio) Delen en Van Breda
gecombineerd (100%)
Delen Private
Bank
Bank
J.Van Breda & C°
2020 2019 2018 2020 2020
Beheerd vermogen (AuM)
Totaal toevertrouwd vermogen 54.098 51.872 45.381 45.116 17.855
Totaal beheerd vermogen (AuM) 48.191 46.455 40.503 45.116 11.948
Bruto inflow beheerd vermogen 3.585 3.234 3.800 3.283 1.447
% discretionair 84%
Rentabiliteit
Bankproduct (bruto) 534 504 496 412 164
Nettoresultaat 180 163 156 131 48
Rendement op eigen vermogen 12,2% 12,1% 12,3% 15,0% 8,1%
Brutovergoedingen en commmissie-inkomsten als %
van bankproduct
83% 82% 82% 99% 48%
Brutovergoedingen en commissie-inkomsten als % van AuM 0,9% 0,9% 1,0% 1,0% 0,7%
Nettorenteinkomsten als % van totale rentedragende activa 1,0% 1,0% 1,0% - 1,2%
Cost-income ratio 54% 56% 55% 54% 56%
Balans
Totaal eigen vermogen (incl. minderheidsbelangen) 1.562 1.384 1.303 940 620
Totaal activa 9.117 8.667 8.911 2.054 7.211
Cliëntendeposito's 5.907 5.416 4.877 - 5.907
Kredieten 5.885 5.656 5.203 470 5.415
Waardeverminderingen op kredieten 0,09% 0,03% 0,06% - 0,10%
waarvan ECL (verwachte kredietverliezen -
Expected Credit Loss)
0,07% 0,01% 0,01% - 0,08%
CET1-ratio 21,7% 19,5% 18,4% 40,5% 14,7%
Hefboomratio 13,3% 12,9% 11,2% 32,4% 8,2%
LCR 249% 327% 334% 614% 171%

Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & Cº gecombineerd (100%)

Deelnemingspercentage AvH: 79%

Matthieu Cornette

Michel Buysschaert

Alexandre Delen

Paul De Winter

Katrin Eyckmans

Bart Menten

Eric Lechien

DELEN PRIVATE BANK

René Havaux

Delen Private Bank legt zich toe op het beheer en de planning van het vermogen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde in België, en heeft een groeiende aanwezigheid in Nederland (Oyens & Van Eeghen) en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

• Vermogens onder beheer op recordniveau

Zelfs in moeilijke corona-omstandigheden bereikten de vermogens onder beheer van Delen Private Bank (incl. JM Finn) een recordniveau van 45.116 miljoen euro op het einde van 2020 (2019: 43.566 miljoen euro).

Bij Delen Private Bank (België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland) bedroeg het beheerd vermogen 33.771 miljoen euro op het einde van 2020 (2019: 32.118 miljoen euro). Daarvan is 859 miljoen euro afkomstig van Oyens & Van Eeghen, het bijkantoor van Delen Private Bank in Nederland (2019: 629 miljoen euro). De stijging is te danken aan de sterke bruto-instroom van vermogens en aan de waardestijging van de onderliggende activa. Beide vaststellingen zijn des te opmerkelijker, gezien de onrust die de coronacrisis teweegbracht bij heel wat beleggers. De mooie cijfers getuigen enerzijds van het volgehouden vertrouwen van de klanten in de bank en anderzijds van de standvastigheid waarmee Cadelam, de fondsenbeheerder van Delen Private Bank, de klanten door de storm heeft geloodst en excellente rendementen heeft gerealiseerd op hun fondsen.

De instroom van kapitalen bij Delen Private Bank - zowel van bestaande als van nieuwe klanten - betrof bijna uitsluitend discretionair vermogensbeheer. Alle Belgische vestigingen droegen bij tot deze instroom, met een steeds groter aandeel van de regionale kantoren. Dit valideert de strategie om nieuwe kantoren te openen. Ook Oyens & Van Eeghen kon rekenen op een sterke instroom, dankzij de commerciële inspanningen en de succesvolle overname in 2019 van Nobel Vermogensbeheer. De integratie van Nobel Vermogensbeheer in Oyens & Van Eeghen werd volbracht in 2020 en verliep uitstekend dankzij de toewijding van het volledige team.

Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 92,8%) bereikte het beheerd vermogen een record van 11.345 miljoen euro (10.200 miljoen Britse pond) eind 2020 (2019: 11.448 miljoen euro, 9.740 miljoen Britse pond). Bij JM Finn was de stijging voornamelijk te danken aan de positieve waardeontwikkeling van de vermogens (uitgedrukt in Britse pond). Deze werd evenwel grotendeels tenietgedaan door de waardedaling van het GBP tegenover de euro.

Stijging van het nettoresultaat

De door Delen Private Bank beheerde vermogens lagen in 2020 hoger dan in 2019. Bovendien slaagden de relatiebeheerders erin om de klanten hun cash te laten investeren in beleggingen met meer rendementspotentieel. Dat resulteerde ook in een betere mix van bedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank: de geconsolideerde brutobedrijfsopbrengsten stegen tot 412,4 miljoen euro (versus 388,6 miljoen euro in 2019).

De kostendiscipline van Delen Private Bank werd ook in 2020 verdergezet. De coronacrisis verminderde weliswaar de marketinguitgaven, maar duwde de IT-investeringen dan weer naar omhoog. Uit solida-

Delen Private Bank: Geconsolideerd beheerd vermogen

DELEN TIJDENS CORONA

De coronacrisis kwam voor iedereen als een complete en onaangename verrassing. Toch betekende het geen omslagpunt voor de bank, eerder een aanleiding om bestaande reflexen binnen de bank te bestendigen of te versnellen:

  • In een handomdraai werkten alle medewerkers van thuis uit, dankzij de onvermoeibare inzet van de IT-ploeg en de flexibiliteit van alle medewerkers.
  • De versnelde digitalisering hielp medewerkers én klanten om in nauw contact te blijven met elkaar, ondanks de fysieke afstand, via digitale events, videogesprekken en nieuwe slimme functies op de Delen app.
  • De klantenportefeuilles waren al robuust en weerbaar gemaakt, reeds voor de crisis zich aandiende (zie ook Operationeel overzicht). Deze voorzichtige strategie, samen met de duurzame beleggingsfilosofie, hebben in belangrijke mate bijgedragen tot goede rendementen van de klantenportefeuilles.

riteit met de samenleving werd ook het budget voor goede doelen gevoelig opgekrikt. Bij JM Finn bleven de kosten nagenoeg stabiel als resultaat van hogere kosten voor IT en personeel en lagere marketingkosten.

De bedrijfskosten voor de hele groep zijn per saldo licht gestegen (stijging van 2,9% exclusief JM Finn). De cost-income ratio daalde tot 53,6% (41,8% bij Delen Private Bank, 86% bij JM Finn), een mooi cijfer in verhouding tot de markt.

De nettowinst van de groep nam in 2020 toe tot 131,4 miljoen euro (tegenover 118,6 miljoen euro in 2019). De bijdrage van JM Finn hierin was 7,8 miljoen euro (2019: 7,8 miljoen euro).

Het geconsolideerd eigen vermogen van Delen Private Bank bedroeg 940,3 miljoen euro op 31 december 2020, tegenover 809,6 miljoen euro op 31 december 2019. Het nuttig eigen vermogen van de groep (rekening houdend met de immateriële vaste activa van 234,4 miljoen euro, waarvan 47 miljoen euro cliënteel van JM Finn en 14,3 miljoen euro cliënteel van Oyens & Van Eeghen en Nobel) bedroeg 603,4 miljoen euro op het einde van het jaar (eind 2019: 566,2 miljoen euro). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De common equity tier1-ratio van 40,5% ligt

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Brutobedrijfs
opbrengsten
412.422 388.642 384.262
Nettoresultaat
(deel groep)
131.387 118.609 112.390
Eigen vermogen
(deel groep)
940.277 809.625 742.927
Beheerd vermogen
van cliënteel
45.116.280 43.564.970 37.712.549
Cost-income ratio 53,6% 55,3% 55,3%
Return on equity 15,0% 15,3% 15,8%
CET1-ratio 40,5% 36,7% 30,9%
Personeel 757 718 709

ruim boven het sectorgemiddelde. Delen Private Bank beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. De cashtegoeden blijven conservatief belegd bij de Nationale Bank van België, in kwaliteitsvol overheidspapier, bij kwaliteitsbanken op korte termijn of in kwaliteitsvolle kortetermijnverplichtingen van blue-chip bedrijven. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 15%, een zeer bevredigend cijfer.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020 PER ACTIVITEIT

• Delen Private Bank (BE, NL, LX, CH)

De missie van Delen Private Bank – de bescherming van en de evenwichtige opbouw van het vermogen van haar klanten – werd door de coronacrisis eens te meer op scherp gesteld. De traditionele investeringsprincipes van de bank en van haar fondsenbeheerder Cadelam bewezen ook in het uitdagende coronajaar hun toegevoegde waarde. Drie zaken zijn daarbij belangrijk: het vermogen van de klanten voorzichtig maar alert beheren, de risico's van de fondsen optimaal spreiden en het investeringsprofiel van de klanten accuraat en regelmatig evalueren.

De beurscrisis in maart 2020 was hevig en liet zich niet voorspellen. Toch bleken de beheerders van Cadelam goed voorbereid. Al in de loop van 2019 hadden ze gaandeweg de fondsen weerbaar gemaakt. Met aandelen van solide en toekomstgerichte bedrijven stelden de beheerders potentieel een aantrekkelijk rendement in het vooruitzicht en met liquide kwaliteitsobligaties legden ze een stevige buffer aan die een mogelijke beurscorrectie zo goed mogelijk kon opvangen. Bij de bedrijvenselectie namen ze ook het respect voor klimaat, mens en goed bestuur in rekening. Cadelam hield het roer tijdens de beursstorm stevig in handen, zonder toe te geven aan verkoopimpulsen. De fondsen konden daardoor profiteren van het snelle beursherstel. Toen duidelijk werd dat de vaccins sneller dan verwacht de wereld zouden 'bevrijden' van het virus, werden de fondsen langzaamaan geherpositioneerd in het voordeel van achtergebleven regio's en sectoren die extra zullen profiteren van de (hopelijk) nakende economische heropleving. Deze strategie leidde tot portefeuillerendementen die aanzienlijk beter waren dan die van de brede markt, zowel voor Delen-klanten als voor klanten van Oyens & Van Eeghen.

Op het einde van 2020 werden in België 84% (28.758 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel 'discretionair beheer'-rekeningen 95%. Dit vertegenwoordigt meer dan 27.130 beheermandaten. Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van private banking, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2020 opende Delen Private Bank een nieuw kantoor in Antwerpen-Noord (Brasschaat) en Waregem. De verbouwingen van het hoofdkantoor in Antwerpen ondervonden hinder van de lockdownmaatregelen. De bank hoopt in 2021 dit kantoor in gebruik te kunnen nemen. Voor 2021 kijkt de bank naar elke opportuniteit die zich aandient. Ook in Nederland wierpen de aangehouden commerciële inspanningen hun vruchten af. De overstap van de klanten van Nobel Vermogensbeheer verliep vlekkeloos.

Bank J.Van Breda & C° droeg opnieuw in belangrijke mate bij tot de aangroei van de beheerde vermogens en vertegenwoordigde ongeveer 27% van het totaal beheerd vermogen. Op 31 december 2020 beheerde Delen Private Bank immers 7.508 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank J.Van Breda & C°. Daarnaast verzorgde Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank J.Van Breda & C° (1.366 miljoen euro).

• JM Finn (VK)

De Britse beurzen kregen het een stuk harder te verduren dan hun Europese tegenhangers, als gevolg van de onzekerheid rond de brexit. In deze moeilijke context wist JM Finn toch mooie rendementen op te tekenen, dankzij de geografische diversificatie van hun portefeuille en hun keuze voor Britse multinationals die wereldwijd actief en dus minder afhankelijk zijn van de Britse economie.

Op operationeel vlak was 2020 ook voor JM Finn een uitzonderlijk jaar. Het team reageerde flexibel op de coronasituatie. Vanuit hun thuiskantoren behielden de beheerders intensief contact met de klanten, met een mooi commercieel resultaat tot gevolg. De automatisering en digitalisering van de laatste jaren werden verder versneld en het aanbod inzake vermogensplanning werd verder uitgebouwd.

JM Finn vat 2021 aan met een nieuw en verjongd managementteam, met verse ambities en vol energie. Hugo Bedford, directielid sinds 2011, wordt CEO en vervangt Steven Sussman die voorzitter wordt van de raad van bestuur. James Edgedale, de uitgaande voorzitter, blijft lid van de raad van bestuur. Dominique May, de huidige CFO, wordt eveneens lid van de raad van bestuur.

Sinds de overname van JM Finn in 2011 verhoogde Delen Private Bank haar deelneming tot 92,8%. Eind 2020 had JM Finn 11.346 miljoen euro (10.200 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 82% in discretionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aandeel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshorevermogensbeheermarkt, in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt.

De impact van de brexit op JM Finn is zeer beperkt: JM Finn is een Britse vermogensbeheerder met Britse klanten en lokale kosten en inkomsten.

VOORUITZICHTEN 2021

Delen Private Bank streeft naar consistentie in haar prestaties. Dat vraagt discipline in haar principes van verantwoord vermogensbeheer: een optimale spreiding inzake regio's, sectoren en bedrijven, een effectief risicobeheer en een duurzame beleggingsfilosofie gericht op de lange termijn. Deze houding bood ook in 2020 al bescherming tegen bijzonder woelige markten, en leverde een mooi rendement op zowel in de neutrale als in de meer dynamische profielen.

De coronacrisis zal ook in 2021 een serieuze weerslag hebben op de wereldwijde economie. Toch geven de grootschalige relancemaatregelen van de overheden en de vaccinatiecampagnes gegronde hoop op een economisch herstel, ergens in de tweede helft van het jaar. Dat maakt de bank voorzichtig optimistisch over de aandelenbeurzen in 2021. De aandelenposities werden dan ook lichtjes verhoogd. Tegelijk blijft de bank alert voor risico's. Geopolitieke en medische ontwikkelingen kunnen voor volatiliteit op de markten zorgen. Maar over de lange termijn bekeken, behalen aandelen als belegging de beste rendementen. Daarom raadt Delen Private Bank haar klanten aan steeds geïnvesteerd te blijven ('buy-and-hold'-strategie).

Naast vermogensbeheer zal Delen Private Bank ook haar aanbod rond vermogensplanning blijven verbeteren. Delen Family Services, de dienstverlening gericht op een overzicht, analyse en planning van het volledige vermogen, wordt verder uitgerold, ook in de Delen app. Voor de meer complexe dossiers staan de juristen en fiscalisten van het team Estate Planning klaar om de klanten met de nodige expertise persoonlijk te begeleiden.

Delen Private Bank, in België en Nederland, en JM Finn zullen zich ook in 2021 verder inzetten om nieuwe kapitalen aan te trekken. Met de sterke aangroei van de beheerde vermogens in 2020 is een basis gelegd voor een verdere stijging van de resultaten in 2021. Naast interne groeimogelijkheden worden overname-opportuniteiten bekeken indien aantrekkelijke partijen met een gelijkaardige strategie het pad kruisen.

Delen Private Bank - Leuven

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

• Delen Private Bank gelooft sterk in het belang van waardecreatie door verantwoord ondernemen. De vijf waarden van de bank – duurzaamheid, behoedzaamheid, efficiëntie, familiale en persoonlijke touch – gebruikt ze als kompas om een duurzame koers te varen. Respect voor ecologie, sociale verantwoordelijkheid en goed bestuur (ESG) vinden weerklank in de dagelijkse bedrijfsvoering van de organisatie (rechtstreekse invloed) en in het verantwoord beleggingsbeleid (onrechtstreekse invloed). Hierbij houdt Delen Private Bank rekening met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (UN-SDGs), waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan SDG 8, 12, 13 en 16.

  • Wat betreft de indirecte impact, werd het verantwoord investeringsbeleid verder versterkt. Een duurzame beleggingsvisie maakt het immers mogelijk om mee te bouwen aan een betere, groenere en menselijkere samenleving en houdt ook financieel steek. In de loop van de COVID-19 crisis, die grote turbulenties op de markten veroorzaakte, werd meer dan ooit duidelijk dat verantwoord investeren risico's vermindert, de participatie in toekomstgerichte bedrijven versterkt en zo perspectief biedt op een evenwichtig rendement.
  • Voor haar directe impact blijft Delen Private Bank sterk inzetten op vermogensbescherming, bedrijfsethiek, dataprivacy en dataveiligheid. Bovendien wordt de rechtstreekse en onrechtstreekse milieu-impact van de bank sinds 2019 opgevolgd en gekwantificeerd. Deze inzichten stellen Delen Private Bank in staat om het beleid verder te optimaliseren en om bepaalde doelen te stellen zodat de bank de milieu-impact zo klein mogelijk kan houden.

www.delen.be

Deelnemingspercentage AvH: 79%

Léonard

Dirk Wouters

Vic Pourbaix Véronique

Marc Wijnants

BANK J.VAN BREDA & C°

Bank J.Van Breda & Co is een gespecialiseerde adviesbank die focust op de begeleiding van haar doelgroepklanten van ondernemers en vrije beroepen bij hun vermogensopbouw.

Begin 2020 leidde de uitbraak en verspreiding van het coronavirus niet alleen tot een onverwachte gezondheidscrisis, maar had ook een significante impact op de mondiale en Belgische economie, ieders privéleven en de professionele activiteit van de cliënten van Bank J.Van Breda & C°. Haar eerste prioriteit ging naar het beschermen, informeren en ondersteunen van collega's en klanten. Dankzij de investeringen in IT en digitalisering van de afgelopen jaren kon de bank haar dienstverlening zonder onderbreking voortzetten. Zowel op de hoofdzetel als vanuit de kantoren gebeurde dit meestal van thuis uit. Videoconferencing werd versneld ingevoerd. De bank bleef zo in nauw contact met haar cliënten en koos ervoor om zo persoonlijk mogelijk met hen te communiceren.

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

Ondanks de coronacrisis zette Bank J.Van Breda & C° in 2020 een recordresultaat neer. De geconsolideerde nettowinst steeg met 11% tot 48,3 miljoen euro (43,4 miljoen euro in 2019). Het brutobedrijfsresultaat (bankproduct - kosten) bedroeg

Bank J.Van Breda & C°: Door cliënten belegd vermogen

71,1 miljoen euro, een toename met 13,2 miljoen euro (+23%) in vergelijking met 2019 dankzij 9% groei in bankproduct en gelijkblijvende kosten. Dit resultaat is een gevolg van sterke commerciële prestaties en groei in commerciële volumes, zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance.

De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening) zijn in 2020 met 9% gestegen tot 23,3 miljard euro.

Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 620 miljoen euro, waarbij een rendement op eigen vermogen (ROE) van 8% werd gerealiseerd.

• Stijging van commerciële volumes

Het door cliënten belegd vermogen steeg met 1,8 miljard euro tot 17,9 miljard euro en bevestigt het vertrouwen van de cliënten in de bank, ook tijdens de coronacrisis.

Hiervan bedroegen de buitenbalansproducten 11,9 miljard euro (+12%) en de cliëntendeposito's 5,9 miljard euro (+9%). De totale kredietportefeuille steeg gecontroleerd tot 5,4 miljard euro (+3%).

Het geconsolideerd bankproduct nam met 9% toe tot 163 miljoen euro. Gerealiseerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsinstrumenten bedroegen minder dan 1% van het totale bankproduct, dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is.

Het renteresultaat steeg met 4%, mede dankzij deze gestegen volumes en de deelname aan het TLTRO III, een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten. Dit is een sterk resultaat in tijden van lage rentes, hoge competitieve druk op de rentemarge en rekening houdend met de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement. Dankzij de groei in buitenbalansbeleggingen van de cliënten groeiden de fee-inkomsten met 12%.

De totale bedrijfslasten bleven stabiel (91,5 miljoen euro) dankzij lagere kosten (bijvoorbeeld voor marketing en events) als gevolg van de coronacrisis. Deze compenseren de toename van de bankenheffing (+11%) en toekomstgerichte investeringen. Bank J.Van Breda & C° blijft immers investeren in commerciële slagkracht, in de vernieuwing en upgrade van kantoren, alsook in haar IT-platform om volop in te spelen op opportuniteiten die de digitalisering biedt. De toename van het bankproduct bij gelijkblijvende kosten resulteert in een cost-income ratio die verbetert van 61% naar 56%. Bank J.Van Breda & C° behoort hiermee tot de meer performante Belgische banken.

• Impact van coronacrisis

De bank speelde proactief in op de vragen om betalingsuitstel voor professionele en hypothecaire leningen, zodat de ondernemers en vrije beroepen konden focussen op het beheren van de crisis en de heropstart van hun activiteiten. Er werd tijdelijk kapitaaluitstel verleend op bijna 10% van het kredietobligo. De waardeverminderingen op kredieten bleven beperkt tot 1,0 miljoen euro of slechts 0,02% van de gemiddelde kredietportefeuille. Inclusief de provisie voor mogelijke toekomstige kredietverliezen (ECL), stijgen de waardeverminderingen tot 0,10% van de gemiddelde kredietportefeuille als gevolg van de extra IFRS 9-voorzieningen.

De impact van de crisis op lange termijn is nog onzeker. Hoewel er door corona tot nu toe geen grote verliezen op specifieke kredietdossiers werden geboekt, is 4,5 miljoen euro bijkomende provisie aangelegd voor mogelijke toekomstige kredietverliezen (Expected Credit Losses of ECL), zoals reeds aangehaald in de voorgaande paragraaf.

• Sterke liquiditeit en solvabiliteit

Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt de bank steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedragen resp. 171% en 140%, ruim boven de vereiste ondergrens van 100%. De CET1-ratio bedraagt 14,7%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de internationale markten.

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Bankproduct 162.681 149.564 143.759
Nettoresultaat
(deel groep)
48.295 43.362 42.165
Eigen vermogen
(deel groep)
620.249 573.343 549.800
Balanstotaal 7.211.370 6.380.896 5.820.019
Totaal belegd
door cliënten
17.855.170 16.066.871 14.268.673
Kredietportefeuille 5.414.654 5.232.650 4.797.177
Waardevermindering
op kredieten
0,10% 0,03% 0,05%
Cost-income ratio 56,3% 61,3% 61,0%
Return on equity 8,1% 7,7% 7,7%
CET1-ratio 14,7% 13,1% 13,6%
Solvabiliteitsratio (RAR) 15,7% 14,2% 15,0%
Personeel 502 486 464

TEVREDEN CLIËNTEN

Op de vraag "In welke mate zou u Bank J.Van Breda & C° aanraden bij andere ondernemers of vrije beroepen?" gaf 65% van de cliënten in 2020 op een tienpuntenschaal een score van 9 of 10 ('promoters'). 30% gaf 7 of 8 ('passives') en 5% een score van 6 of minder ('detractors'). De bank behaalde hierdoor een zeer mooie Net Promoter Score (NPS) van 60 (promoters minus detractors). Dit is een van de beste cijfers in de Belgische banksector.

TEVREDEN MEDEWERKERS

Behalve een hoge cliëntentevredenheid geniet Bank J.Van Breda & C° ook een hoge personeelstevredenheid. Uit de enquête 'Great Place to Work' van november 2019 bleek dat 95% van haar medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. De bank werd op basis van deze deelname in maart 2020 genomineerd als 'Beste werkgever'.

Het eigen vermogen (deel groep) stijgt van 573 miljoen euro (2019) naar 620 miljoen euro (2020). De groei van het eigen vermogen maakt het mogelijk het ritme van de commerciële expansie verder te zetten zonder in te boeten op de gezonde hefboom, die de belangrijkste bescherming van de depositohouders is. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (leverage- of hefboomratio) bedroeg 8,2%, een veelvoud van de vereiste 3% die bindend wordt vanaf juni 2021.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020 PER ACTIVITEIT

• Bank J.Van Breda & C°

In 2020 werd de lijn van gestage commerciële groei doorgetrokken. In een zeer bijzonder jaar waarbij ook de beurzen zwaar gereageerd hebben op de coronacrisis, is het totaal toevertrouwd vermogen van ondernemers en vrije beroepen met 1,8 miljard euro gestegen tot 17,5 miljard euro.

Ondanks een context van lage rentevergoedingen groeiden de cliëntendeposito's met 550 miljoen euro (+11%) tot een totaal volume van 5,7 miljard euro. Deze groei kan nagenoeg volledig worden toegeschreven aan de zichttegoeden en spaarrekeningen.

De buitenbalansbeleggingen groeiden met 1,3 miljard euro (+ 12%) tot 11,8 miljard euro. Hiervan is 7,5 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer.

Ondanks de hevige concurrentie en deels geholpen door kapitaaluitstel (uitgestelde aflossingen) als gevolg van de coronacrisis, groeide het volume kredieten aan ondernemers en vrije beroepen met 166 miljoen euro (+4%) tot een volume van 4,8 miljard euro.

• Van Breda Car Finance

2020 was een bijzonder uitdagend jaar voor de automobielsector. De concessiehouders werden geconfronteerd met 8 weken verplichte sluiting in maart en april en 4 weken in november. Dit liet zich voelen in de evolutie van de inschrijvingen van nieuwe wagens op de Belgische markt (21,6% minder personenwagens en 12,2% minder bestelwagens). Toch zette Van Breda Car Finance een sterke commerciële prestatie neer. Het productievolume steeg met 2% en de portefeuille groeide met 8% tot 495 miljoen euro.

Bank J.Van Breda & C° - Genk Bank J.Van Breda & C° - Oudenaarde

VOORUITZICHTEN 2021

De uitbraak van het coronavirus begin 2020 maakt dat deze resultaten werden neergezet in een zeer uitdagende economische context. Voor de meeste landen zal de uitbraak van het virus dit jaar de grootste economische schok veroorzaken in de naoorlogse periode. Deze ongeziene krimp in economische activiteit, in combinatie met snel oplopende begrotingstekorten en ongeziene maatregelen door zowel overheden als centrale banken, zullen in 2021 en de jaren nadien blijven zorgen voor veel onzekerheid. Een einde van het lagerenteklimaat lijkt nog niet in zicht. Nieuwe virusuitbraken kunnen een pril economisch herstel snel fnuiken en ook nieuwe (geo)politieke spanningen kunnen opnieuw opduiken.

De blijvende druk op de rentemarges, de hoge bankenheffingen, de noodzakelijke investeringen in de toekomst en een mogelijke toename van kredietverliezen als gevolg van de coronacrisis drukken op de winstgroei. Maar Bank J.Van Breda & C° blijft zeer goed gewapend voor de toekomst.

  • Haar hoge cliëntentevredenheid zorgt voor trouwe cliënten en enthousiaste ambassadeurs die nieuwe cliënten aantrekken.
  • De commerciële slagkracht en positionering moeten het mogelijk maken het toevertrouwd vermogen verder te doen groeien. De impact van deze groei op het operationeel resultaat zal mee afhangen van de evolutie van de financiële markten, het renteklimaat en de concurrentiële omgeving. Nieuwe initiatieven op het vlak van digitalisering, waaronder de vermogens@pp voor ondernemers en vrije beroepen zullen een cruciale rol blijven spelen.
  • Van Breda Car Finance investeerde de voorbije jaren sterk in klantenbinding en trok nog meer de kaart van solide, betrouwbare en snelle partner voor de garagehouders. Hierdoor groeiden de volumes ondanks de coronacrisis en wordt verwacht dat ook in 2021 groei kan worden aangehouden. De kernwaarden 'fast, friendly & flexible' waren grote troeven in 2020 en zullen dat in 2021 ook blijven.
  • De bank blijft kostenbewust en streeft naar een hoge efficiëntie.
  • Niettegenstaande Bank J.Van Breda & C° een trackrecord van lage kredietverliezen heeft, zelfs in een economisch turbulente omgeving, kan niet uitgesloten worden dat de kredietverliezen toenemen als gevolg van de coronacrisis. Hoe dan ook zou de conservatieve kredietpolitiek de verliezen ook in de toekomst moeten beperken.

Het handelsfonds, de reputatie, de positionering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

Bank J.Van Breda & C° kiest ervoor om haar economisch, sociaal en ecologisch engagement systematisch en expliciet te integreren in haar bedrijfsbeleid. De Sustainable Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties zorgen hierbij voor een mondiaal kader. Vanuit haar specialisatie voor ondernemers en vrije beroepen ondersteunt de bank vooral de volgende drie doelstellingen: 'SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn', 'SDG 8 Waardig Werk en Economische Groei' en 'SDG 16 Vrede, Veiligheid en Sterke Publieke Diensten'.

  • Duurzaamheid voor een bank betekent in de eerste plaats dat ze solvabel is en dat ze altijd aan haar verplichtingen kan voldoen, zonder een beroep te moeten doen op de samenleving om haar te ondersteunen. De bankencrisis van 2007-2008 was de lakmoesproef. Bank J.Van Breda & C° bleef op ieder moment een 'gezonde bank' en 'veilige haven'. Met een hefboomratio van 8,2% (eigen vermogen / balanstotaal) en slechts 0,02% waardeverminderingen op kredieten staat de bank ook vandaag zeer sterk om haar economische en maatschappelijke rol voluit te vervullen. De bank is niet afhankelijk van de financiële markten voor de financiering van haar kredietportefeuille (91% kredieten vs. cliëntendeposito's).
  • Bank J.Van Breda & C° beschermt het vermogen dat cliënten hebben opgebouwd over een lange termijn - vaak over generaties heen. Zij doet dit door ondernemers en vrije beroepen te helpen om juiste financiële keuzes te maken. Dat is maatschappelijk relevant, want ondernemers zijn de motor van de economie. Vrije beroepen garanderen gezondheidszorg, rechtszekerheid en financiële transparantie. Samen leveren zij een cruciale bijdrage tot onze welvaart en ons welzijn.
  • De personeelstevredenheid (95%) en spontane aanbeveling door cliënten (een Net Promoter Score van >60) zijn al jaren bij de beste in de Belgische financiële sector. Deze mooie uitgangspositie wil de bank minstens behouden, waar mogelijk nog verder versterken. Bovendien besteedt de bank explicieter aandacht aan het bredere maatschappelijke belang van haar activiteiten. ESG-factoren (Environment - Social - Governance) spelen een groeiende rol bij het beleid voor cliëntenaanvaarding, kredietverlening, beleggingen, leverancierskeuze en de beperking van de eigen ecologische voetafdruk van de bank.

www.bankvanbreda.be

REAL ESTATE & SENIOR CARE

De resultaten in 'Real Estate & Senior Care' konden zich in de tweede jaarhelft herstellen na een moeizaam eerste halfjaar.

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
(€ miljoen) 2020 2019 2018
Extensa Group 25,9 29,5 27,2
Leasinvest 3,3 15,7 11,9
Anima 3,4 5,0 4,7
HPA/Residalya - - 21,5(1)
Totaal 32,7 50,2 65,3

(1) Incl. 21,3 miljoen euro gerealiseerd op de verkoop van vastgoed

Extensa Group

Extensa is een vastgoedontwikkelaar met focus op projecten voor gemengd gebruik in België en het Groothertogdom Luxemburg.

Leasinvest

Het beursgenoteerde Leasinvest beheert kwalitatieve en goedgelegen kantoren en winkelcentra in het Groothertogdom Luxemburg, België en Oostenrijk.

Anima

Anima focust op het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België.

Deelnemingspercentage AvH: 100%

Kris Verhellen

Laurent Jacquemart Peter De Durpel

Ward Van Gorp

EXTENSA GROUP

Extensa is een vastgoedontwikkelaar die zich vooral richt op projecten met gemengde bestemming in België en het Groothertogdom Luxemburg.

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

Extensa realiseerde over het boekjaar 2020 een nettowinst van 25,9 miljoen euro. De daling tegenover vorige jaren (29,5 miljoen euro in 2019) is grotendeels toe te schrijven aan de impact van het COVID-19 virus op de exploitatie- en ontwikkelingsactiviteiten van Extensa.

De opschorting gedurende één maand, gevolgd door een geleidelijke heropstart van de bouwactiviteiten in België en Luxemburg in het tweede kwartaal, zorgden voor een lagere winsterkenning op de projecten in aanbouw ('percentage of completion'). Behoudens de beperkt hogere financieringskost, gaat het slechts om een verschuiving van de voorziene winsten naar het volgende boekjaar. Daarentegen leidde de annulatie van beurzen, evenementen en conferenties wel tot een reëel verlies van inkomsten ten opzichte van vorige jaren.

De verkoop van residentiële projecten bleef zeer bevredigend, niettegenstaande de opgelegde beperkingen en het feit dat de administratieve afhandeling in het algemeen meer tijd vergde. De markt van kantoren kende eerder een stagnatie, nu veel bedrijven hun toekomstige behoeften opnieuw evalueren als gevolg van de toename van het thuiswerk.

Extensa - Gare Maritime - Brussel beheerder.

De nettobijdrage (na belastingen, maar voor algemene kosten van Extensa) van de projecten op de site Tour & Taxis in Brussel bedroegen 3,9 miljoen euro en van de projecten op de site Cloche d'Or in Luxemburg 25,5 miljoen euro.

Het balanstotaal evolueerde van 551,1 miljoen euro eind 2019 naar 598,4 miljoen euro eind 2020, voornamelijk als gevolg van investeringen in Tour & Taxis. De erfgoedgebouwen op de site van Tour & Taxis zijn strategische activa in beheer en vertegenwoordigen eind 2020 een geschatte marktwaarde van 271,9 miljoen euro. Het totale eigen vermogen van de groep steeg van 217,7 miljoen euro (2019) naar 243,6 miljoen euro (2020).

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

• Tour & Taxis

De effectieve verhuis van verschillende huurders naar de Gare Maritime werd uitgesteld omwille van de verplichting tot thuiswerken in de eerste helft van 2020. Ondertussen hebben Publicis Groupe, BSH, Spaces, Collibra en Universal Music hun lokalen in gebruik genomen. De verdere invulling van de ruimte met gemengde bestemming op de benedenverdieping (horecazaken, themawinkels, cultuur en amusement) werd vertraagd door de lockdownmaatregelen. De commercialisering ging evenwel verder, met het oog op een opening in het derde kwartaal van 2021. Eind 2020 werd een langetermijnovereenkomst afgesloten met Bruxelles Formation (Brussels Gewest) met betrekking tot kantoren en opleidingslokalen van in totaal 7.900 m².

De eerste fase van 'Park Lane' is in volle aanbouw. De nieuwe ondergrondse parkeergarage (908 auto's) werd in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik genomen en Anima ging van start met de bouw van een woonzorgcentrum (197 bedden). Van de 319 appartementen (in 6 gebouwen) waren er eind 2020 meer dan 200 op plan verkocht. De bouwvergunning voor fase 2 (350 appartementen) werd aangevraagd en de start van de verkoop is voorzien voor het derde kwartaal van 2021.

Alle appartementen in het project Riva (139 units) waren reeds verkocht in 2019 en werden opgeleverd in het eerste kwartaal van 2020. De nieuwe brug Suzan Daniel is in aanbouw (door Beliris) en zal in het najaar van 2021 in gebruik genomen worden, waardoor ook de gelijkvloerse commerciële ruimtes van Riva gevaloriseerd zullen worden. Een deel van deze ruimtes werd reeds verkocht of verhuurd, onder andere aan een supermarkt, een verdeler van elektrische auto's en een vastgoed-

" DE DALING VAN HET NETTO-RESULTAAT IS GROTENDEELS TOE TE SCHRIJVEN AAN DE IMPACT VAN HET COVID-19 VIRUS OP DE EXPLOITATIE-EN ONTWIKKELINGS-ACTIVITEITEN VAN EXTENSA."

KRIS VERHELLEN,

CEO

Extensa - Gare Maritime - Brussel

Extensa - Tour & Taxis (artist impression) Extensa - Cloche d'Or

De 'Sheds' realiseerden in januari en februari 2020 nog de voorziene omzet, maar werden vanaf maart geconfronteerd met de annulatie van quasi alle activiteiten. Hetzelfde geldt voor Maison de la Poste, dat nochtans op beperkte schaal kleinere bijeenkomsten kon blijven organiseren in de ruime zalen.

• Cloche d'Or

Het laatste van in totaal 909 appartementen in îlot A werd opgeleverd in de loop van 2020, waarmee dit project volledig is beëindigd. De 151 appartementen in het nieuwe residentiële complex îlot D-Sud werden quasi volledig op plan verkocht en de bouw ervan loopt zoals voorzien.

Het bijzondere kantoorgebouw Bijou (6.021 m²), dat op eigen risico werd ontwikkeld, kon voor 100% worden verhuurd en daarna verkocht aan een institutionele investeerder. Daarnaast zijn nog vier kantoorgebouwen voor een totaal van circa 24.000 m² in aanbouw. Een kantoorgebouw van 4.259 m² is voorverhuurd aan International Workspace Group, die het zal exploiteren onder de merknaam 'Spaces'. De projectvennootschap werd reeds op plan verkocht aan internationale investeerders. De nieuwe hoofdzetel van Banca Intesa Sanpaolo (10.830 m²) is in aanbouw en zal in 2021 worden opgeleverd. Twee andere kantoorgebouwen zullen na 2021 worden opgeleverd.

• Andere ontwikkelingen

Voor diverse verkavelingsprojecten lopen stedenbouwkundige procedures of administratieve beroepen, waarin gedurende het boekjaar geen formele beslissingen werden genomen.

Extensa Group NV
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Bijdrage Tour & Taxis 3.855 6.586 1.585
Bijdrage Cloche d'Or 25.517 26.018 34.392
Nettoresultaat
(deel groep)
25.913 29.475 27.238
Eigen vermogen
(deel groep)
243.633 217.654 190.859
Netto financiële positie -232.090 -189.386 -114.345
Balanstotaal 598.425 551.081 441.795

VOORUITZICHTEN 2021

De maatregelen ter bestrijding van de pandemie zullen ook in 2021 de resultaten van sommige activiteiten nog nadelig beïnvloeden. Voor zover de lopende kantooren residentiële projecten in normale omstandigheden kunnen worden verdergezet, verwacht Extensa in 2021 opnieuw goede resultaten.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Extensa's ESG-strategie is volledig in lijn met haar missie om stedelijke wijken voor gemengd gebruik te ontwikkelen en te verankeren door middel van verantwoorde co-creatie. Deze strategie richt zich op de volgende Sustainable Development Goals: 'SDG 7 Betaalbare en Duurzame Energie', 'SDG 11 Duurzame Steden en Gemeenschappen' en 'SDG 12 Verantwoorde Consumptie en Productie'.
  • Extensa geeft het goede voorbeeld door grootschalige milieumaatregelen te nemen. Het Gare Maritime-project in Tour & Taxis blinkt uit op het vlak van milieu- en energieprestaties. Voorbeelden zijn de circulaire bouw, natuurlijke ventilatie, verwarming en koeling met behulp van geothermische energie, fotovoltaïsche elektriciteitsproductie, gelamineerde houtconstructies, recyclage van materialen voor voetpaden, regenwateropvang en de aanleg van grote tuinen.
  • In co-creatie met haar stakeholders lokale autoriteiten, investeerders, huurders, bewoners, eventplanners, aannemers en leveranciers - stimuleert Extensa ecodynamisch ondernemerschap met de focus op verantwoorde productie en consumptie, welzijn en vakmanschap. Lokale partnerschappen verbeteren de sociale cohesie en het samenhorigheidsgevoel op de site.

www.extensa.eu

Deelnemingspercentage AvH: 30%

Tim Rens

Michel Van Geyte

LEASINVEST

Leasinvest Real Estate (Leasinvest) is een genoteerde gereglementeerde vastgoedvennootschap (GVV) met een gediversifieerde portefeuille van duurzame gebouwen op toplocaties in België (kantoren) en Luxemburg (kantoren en retail) en retailparken in Oostenrijk die haar defensief karakter bewezen heeft.

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

Het boekjaar 2020 was een jaar van nooit geziene uitdagingen. De coronapandemie heeft het resultaat van Leasinvest beïnvloed, zowel op het vlak van de huurinkomsten als op het vlak van herwaarderingsresultaten op vastgoed en op de participatie in Retail Estates.

De verschillende lockdowns, met daaraan gekoppeld verplichte winkelsluitingen in de drie landen waarin Leasinvest actief is, hebben ertoe geleid dat verscheidene huurders uit het retailsegment betalingsuitstel en/of tijdelijke huurverminderingen gevraagd hebben. Dit heeft geleid tot een omzetverlies van 4,2 miljoen euro, waarvan 2,5 miljoen euro reeds definitief toegekend is en het saldo als provisie op de omzet werd opgenomen, aangezien de onderhandelingen met diverse huurders nog aan de gang waren. Leasinvest verkiest om elke individuele situatie van de huurders in kwestie apart te bekijken, wat resulteert in maatoplossingen.

De reële waarde van de vastgoedportefeuille bedroeg 1.141 miljoen euro eind 2020. Inclusief de participatie in Retail Estates bereikte deze reële waarde per einde 2020 1.221 miljoen euro.

De EPRA-winst (voorheen netto courant resultaat) bedroeg op eind december 2020 35,6 miljoen euro (6,01 euro per aandeel) wat een daling betekent van 12% per aandeel ten opzichte van eind december 2019 (4,9 miljoen euro of 0,82 euro per aandeel). Het nettoresultaat bedroeg 7,7 miljoen euro, tegenover 49,9 miljoen euro in 2019. De grote daling is voornamelijk te wijten aan de waardevermindering (-33,5 miljoen euro) op de participatie in Retail Estates, die conform de IFRS-normen aan de beurskoers op balansdatum geboekt werd. Daarnaast werden ook een aantal effectieve indekkingsinstrumenten vervroegd afgelost, waardoor een negatief bedrag van 20,3 miljoen euro aan niet-gerealiseerde resultaten door de resultatenrekening werd gerecycleerd. Beide negatieve effecten werden deels gecompenseerd door een positief portefeuilleresultaat (31,5 miljoen euro), al werd ook een belangrijke waardevermindering (25 miljoen euro) geboekt op de Knauf shoppingcentra in Luxemburg.

Op het einde van het boekjaar 2020 bedroeg het eigen vermogen (deel groep) 487,2 miljoen euro (2019: 492,6 miljoen euro). Het netto-actief per aandeel exclusief de invloed van de reële waarde aanpassingen op financiële instrumenten en uitgestelde belastingen (EPRA) bedroeg 91,3 euro eind 2020 in vergelijking met 93,4 euro eind 2019. Het netto-actief per aandeel op basis van de reële waarde bedroeg eind 2020 82,2 euro (2019: 83,1 euro). Gegeven de slotkoers van het aandeel Leasinvest op 31 december 2020 van 77,80 euro, resulteerde dit in een discount van 15%.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

Met de diversificatie naar Luxemburg (sinds 2006) en Oostenrijk (eind 2016) blijft Leasinvest zich verder ontwikkelen buiten België in landen met een AAA-rating, een gezonde economie met weinig werkloosheid en een hoog BNP per capita, die groei optekenen.

2020 was een bijzonder jaar en 2021 zal voor Leasinvest een schakeljaar worden om de COVID-19 crisis verder het hoofd te bieden en de groep nog weerbaarder te maken voor de toekomst.

Tijdens het boekjaar 2020 werden geen acquisities gerealiseerd, maar enkele niet-strategische activa werden gedesinvesteerd, met een meerwaarde van 2,2 miljoen euro. Er werd wel verder geïnvesteerd in de ontwikkeling van strategische activa binnen de bestaande portefeuille.

Groothertogdom Luxemburg:

  • Knauf shoppingcenter Pommerloch (nabij Bastogne): de oplevering van 2 nieuwe commerciële ruimten, een nieuwe parking, en de verwelkoming van een aantal nieuwe internationale retailmerken.
  • Knauf shoppingcenter Schmiede (Noord-Luxemburg): een uitbreiding van ca. 7.000 m² in 2 fases, waarvan de eerste werd gefinaliseerd. De oplevering van

Leasinvest: Vastgoedportefeuille (% op basis van de reële waarde)

de uitbreiding is voorzien in Q1 2022. Deze werken omvatten een breder com mercieel aanbod, een nieuw horecaconcept en een zone voor activiteiten en ontspanning voor families. Tevens werd hier de grootste Delhaize supermarkt in de Belux geopend.

  • EBBC Business Park (nabij de luchthaven), nu Moonar: dit park wordt volledig geherpositioneerd en zal de nieuwe corona-proof Campus worden van Luxem burg. Een concept met de nadruk op community, groen- en buitenomgeving, ver schillende 'places-to-meet' zoals book shops, coffeebar, en een nieuw paviljoen.
  • Kantoorgebouw Mercator, ideaal gelegen langs de route d'Arlon, dat wordt om gedoopt naar High 5!: het gebouw wordt aangepast aan de noden van vandaag waarbij er naar een jong en dynamisch publiek wordt uitgekeken.

België :

  • Kantoorgebouw Monteco: de eerste hoogbouw in houtskelet in het hart van de Europese wijk in Brussel. Dit gebouw zal zich onderscheiden naar smart techno logy en als referentiepunt dienen voor de nieuwe generatie duurzame 'recyclable buildings'. De oplevering is voorzien in de eerste jaarhelft 2022.
  • Het iconische gebouw Hangar 26/27 te Antwerpen: dit wordt een hoogwaardig gemengd project, met uitbreiding van de kantoren en retail, waarbij een bijzon dere aandacht wordt geschonken aan de toegankelijkheid tussen de privatieve ruimtes en de publieke ruimte van de kaaien.

Gedurende 2020 konden opnieuw verschillende verhuringen (nieuwe, uitbreidingen en verlengingen) gerealiseerd worden in Luxemburg, België en Oostenrijk.

2020 was eveneens het jaar voor de uitrol van de duurzaamheidsstrategie van Leasinvest waarover apart gerapporteerd zal worden in het CSR-rapport dat be schikbaar is op www.leasinvest.be.

" DE GEDIVERSIFIEERDE PORTEFEUILLE VAN LEASINVEST VAN DUURZAME GEBOUWEN IN BELGIË, LUXEMBURG EN OOSTENRIJK HEEFT HAAR DEFENSIEVE STERKTE GETOOND."

MICHEL VAN GEYTE, CEO

Leasinvest - Knauf Shopping Center - Pommerloch Leasinvest - Moonar (artist impression)

VOORUITZICHTEN 2021

De coronapandemie houdt de markten waar Leasinvest actief is nog steeds in haar greep.

In België blijft de horeca tot nader order gesloten, waardoor er zeker een impact zal zijn op de huurinkomsten van vooral het gelijkvloers van het Koninklijk Pakhuis op de Tour & Taxis-site.

In Luxemburg blijft de horeca tot nader order eveneens gesloten. De niet-essentiële winkels zijn sinds 11 januari 2021 weer geopend. De grenzen blijven tot nader order geopend, al zijn voor Belgen die buiten een cirkel van 20 km van de Luxemburgse grens wonen wel beperkingen van kracht om de grens te overschrijden, en dit tot minstens 1 maart 2021.

In Oostenrijk waren de niet-essentiële winkels en de horeca gesloten van 26 december 2020 tot 7 februari 2021. Vanaf 8 februari 2021 zijn de niet-essentiële winkels weer open, maar de horeca blijft er tot nader order gesloten. Aangezien de Oostenrijkse wet voorziet in een recht om als huurder af te zien van huurbetalingen in een periode van een door de overheid opgelegde lockdown, zal ook hier ongetwijfeld een negatieve impact op de huurinkomsten uit volgen voor 2021.

Daarnaast werden in 2020 enkele niet-strategische gebouwen verkocht, die in 2021 bijgevolg geen huurinkomsten zullen opleveren. Daartegenover staat dan wel een significante daling van de financieringskosten wegens de vervroegde aflossing van een aantal derivaten in december 2020. Daarenboven zijn er een heel aantal gebouwen in (her)ontwikkeling, die pas na 2021 zullen bijdragen tot de huurinkomsten.

Leasinvest Real Estate Comm. VA
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Nettoresultaat
(deel groep)
7.683 49.900 38.194
Eigen vermogen
(deel groep)
487.211 492.577 475.811
Vastgoedportefeuille
(reële waarde)
1.141.190 1.110.249 1.037.083
Huurrendement (%) 5,63 5,84 6,45
Bezettingsgraad (%) 91,62 90,46 94,26
Per aandeel (in €):
Netto-actief waarde 82,2 83,1 80,3
Slotkoers 77,8 113,0 87,40
Brutodividend 5,25 5,25 5,10

Niettegenstaande de gezonde, gediversifieerde portefeuille en het herontwikkelingspotentieel van bepaalde sites, verplichten de huidige corona-omstandigheden ons tot voorzichtigheid qua financiële vooruitzichten. Het lijkt in deze context weinig waarschijnlijk dat het dividend over het boekjaar 2021, betaalbaar in mei 2022, nog op het niveau van 5,25 euro per aandeel zal kunnen behouden worden.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

Leasinvest heeft in 2020 de consultant Bopro aangesteld om de vennootschap bij te staan in het implementeren van haar duurzaamheidsbeleid. Het strategisch plan omvat het uitwerken van de tools, het bepalen van de KPIs en het definiëren van de objectieven. Binnen het duurzaamheidsbeleid werden dan ook volgende Sustainability Development Goals geselecteerd: betaalbare en propere energie, duurzame steden en communities, verantwoordelijke consumptie en productie, inzet voor het klimaat en vrede, gerechtigheid en sterke instellingen.

Hieruit blijkt dat Leasinvest de grootste impact heeft op het niveau van haar gebouwenportefeuille. Een van de belangrijkste assessment tools hiervoor is BREEAM-certificering (breeam.org). Op heden betreft dit:

  • Nieuwe gebouwen (BREEAM New Construction):
    • Montoyer 63 Brussel: Excellent
    • Treesquare Brussel: Excellent
    • Monteco Brussel: objectief Excellent
    • Hangar 26-27 Antwerpen: objectief Excellent
  • Bestaande gebouwen (BREEAM In Use):
    • Titanium Luxemburg: Very good (pre-assessment)
    • Monnet Luxemburg: Very good (pre-assessment)
    • Mercator Luxemburg: Very good (pre-assesment)
    • The Crescent Brussel: Excellent
    • Motstraat Mechelen: Good

Het uiteindelijke doel is de waarde van de vastgoedportefeuille duurzaam te verhogen, dankzij meer en stabielere kasstromen.

www.leasinvest.be

Deelnemingspercentage AvH: 93%

Olivier Fassin

Frank Foucart

Luc Devolder

Ingrid Van de Maele

Jeroen Versnick

ANIMA

Anima (voorheen Anima Care) legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de seniorenhuisvesting en -zorg. In residentiële ouderenzorg investeert Anima zowel in de uitbating als in het vastgoed.

Johan Crijns

Anima heeft 2.539 bedden in exploitatie per 31 december 2020, waarvan 2.150 rusthuisbedden, 130 bedden herstelverblijf en 259 assistentiewoningen, verspreid over 23 zorgcentra (9 in Vlaanderen, 7 in Brussel, 7 in Wallonië).

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

De resultaten van Anima werden in 2020 sterk beïnvloed door de coronacrisis. De gederfde inkomsten omwille van de lagere bezetting in vergelijking met 2019 en de extra kosten om het coronavirus te beteugelen werden voor een belangrijk deel wel gecompenseerd door bijkomende subsidies. De opnamestop in de eerste coronagolf, de angst om in woonzorgcentra met het virus besmet te raken, de leegstand bij de concurrerende woonzorgcentra en het groot aantal overlijdens bij de 75-plussers in het algemeen, zorgden ervoor dat de bezettingsgraad van de 4 nieuwe zorgcentra, die in het laatste kwartaal van 2019 en begin 2020 in gebruik werden genomen, slechts moeizaam verbeterde.

Anima realiseerde in 2020 een omzet van 95,8 miljoen euro. De stijging is voornamelijk te danken aan de woonzorgcentra Villa 34 en Le Rossignol, die in 2019 enkel in het laatste kwartaal bijdroegen tot de geconsolideerde resultaten, en aan het woonzorgcentrum Les Trois Arbres, dat op 1 juli 2020 werd overgenomen. De bijdrage die werd verwacht van de 4 recente nieuwbouwprojecten bleef als gevolg

van deze coronacrisis beneden het budget. De EBITDA bedroeg 20,7 miljoen euro (2019: 19,5 miljoen euro). Door de bijkomende afschrijvingen en financiële kosten als gevolg van de nieuwbouwprojecten daalde de winst van het boekjaar van 5,4 miljoen euro in 2019 naar 3,7 miljoen euro in 2020.

Het eigen vermogen van de groep is gestegen van 65,0 miljoen euro per eind 2019 tot 68,7 miljoen euro per eind 2020.

In 2020 heeft Anima 11,5 miljoen euro geïnvesteerd, waarvan de meerderheid in haar nieuwbouwprojecten. Deze investeringen vertaalden zich in een stijging van de netto financiële schulden (incl. IFRS 16 Leases) van 140,3 miljoen euro per 31 december 2019 naar 151,4 miljoen euro per 31 december 2020 en van het balanstotaal van 244,7 miljoen euro tot 264,3 miljoen euro.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

Het eerste kwartaal van 2020 diende zich veelbelovend aan met de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum Nuance te Vorst (121 bedden) en de toestemming om het nieuwe woonzorgcentrum Kristallijn te Bilzen te laten groeien (van 57 bedden naar 106 bedden).

23 13 16 15 20 1 22 7 21 14 8 9 6 12 2 3 19 17 4 5 18 1. De Toekomst - Aalst 2. Alegria - Anderlecht 3. Edelweiss - Anderlecht 4. La Roseraie - Anderlecht 5. Home Scheut - Anderlecht 6. Château d'Awans - Awans 7. Kruyenberg - Berlare 8. Kristallijn - Bilzen 9. Les Comtes de Méan - Blegny 10. Le Rossignol - Braine-l'Alleud 11. Villa 34 - Braine-l'Alleud 12. Duneroze - Wenduine 13. Au Privilège - Haut-Ittre 14. Aquamarijn - Kasterlee 15. Atrium - Kraainem 16. Résidence St. James - La Hulpe 17. Arcade - Sint-Lambrechts-Woluwe 18. Neerveld - Sint-Lambrechts-Woluwe 19. Nuance - Vorst 20. Zevenbronnen - Walshoutem 21. Zonnesteen - Zemst 22. Ravelijn - Zoutleeuw 23. Les Trois Arbres - Mellet

In 2020 werd het leven en werken in de woonzorgcentra bemoeilijkt door de COVID-19 pandemie. AvH wil hierbij oprecht hulde brengen aan alle medewerkers in de woonzorgcentra van Anima. Zij hebben in vaak uitzonderlijk moeilijke omstandigheden het beste van zichzelf gegeven om hun residenten te steunen, te helpen en te verzorgen. Helaas hebben zij niet elk woonzorgcentrum kunnen behoeden voor de gevolgen van het COVID-19 virus. Onze gedachten gaan hier dan ook naar alle medewerkers, residenten en hun families die met de crisis werden geconfronteerd.

Anima

Door de uitbraak van de coronacrisis konden de ambities voor 2020 echter niet worden waargemaakt. Sommige zorgcentra van Anima zijn gespaard gebleven van uitbraken met het coronavirus. In andere zorgcentra waar het virus wel wist toe te slaan, zijn jammer genoeg ook extra overlijdens te betreuren.

Anima heeft tijdens de crisis alles in het werk gesteld om via extra mensen en middelen de lokale teams en de bewoners maximaal te ondersteunen en te beschermen. De medewerkers hebben het beste van zichzelf gegeven om in deze crisis de kwaliteit van de dienstverlening te blijven garanderen.

Niet alleen de oversterfte te wijten aan COVID-19 maar ook de opnamestop in de eerste lockdown, de isolatie van de bewoners en de angst om in een woonzorgcentrum besmet te raken resulteerden in een belangrijke terugval van de bezetting in de bestaande woonzorgcentra en centra voor herstelverblijf en zorgden voor een aanzienlijke vertraging in de ramp-up van de recentste nieuwbouwprojecten.

Ook tijdens de coronacrisis heeft Anima de ontwikkeling van de groep voortgezet.

  • In het voorjaar werd gestart met de bouw van een woonzorgcentrum met een capaciteit van 197 bedden op de site van Tour & Taxis te Brussel.
  • Op 1 juli werd het vastgoed en de exploitatie van het woonzorgcentrum Les Trois Arbres met 54 bedden te Mellet overgenomen.
  • In het najaar werd gestart met de bouw van een nieuw zorgcentrum met 129 rusthuisbedden en 32 assistentiewoningen op de site van Parc de l'Alliance in Braine-l'Alleud. De nieuwbouw wordt samen met AG Real Estate en AXA gerealiseerd.

VOORUITZICHTEN 2021

De operationele activiteiten in de eerste helft van 2021 zullen nog volop worden beheerst door de COVID-19 crisis. Dankzij de vaccinaties is er hoop dat het tij daarna snel mag keren. Het zal echter de nodige tijd vragen om de bezetting op het beoogde niveau te kunnen herstellen.

Anima NV
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 95.819 89.276 84.290
EBITDA 20.739 19.459 16.211
EBIT 9.474 10.579 9.719
Nettoresultaat (deel groep) 3.711 5.382 5.060
Eigen vermogen (deel groep) 68.699 64.981 59.518
Netto financiële positie -151.448 -140.337 -99.127
Balanstotaal 264.347 244.723 204.258
Personeel 1.553 1.511 1.416

Naast de nieuwbouwprojecten op de sites Tour & Taxis te Brussel en Parc de l'Alliance te Braine-l'Alleud, waarvan de bouwwerken in 2020 zijn gestart, bereidt Anima nog een nieuwbouw in Oudenaarde (64 rusthuisbedden en een 20-tal assistentiewoningen) en een nieuw zorgcentrum in Putte (98 rusthuisbedden en een 15-tal assistentiewoningen) voor.

Tevens wordt een uitbreidingsproject voorbereid voor het woonzorgcentrum Atrium te Kraainem waarbij de capaciteit van 44 naar 67 rusthuisbedden zal worden verhoogd.

Ook in 2021 zal Anima verder inzetten op haar ontwikkeling als kwaliteitsvolle en professionele groep, waar tevreden medewerkers met het hart op de juiste plaats zich dag in dag uit inzetten om de bewoners gelukkig te maken door hen met goede zorg te omringen en hen een warme thuis te bieden. Om haar missie kracht bij te zetten heeft Anima Care ervoor gekozen haar naam te wijzigen naar Anima met als slogan "Wij zien u graag gelukkig".

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Anima lanceerde in 2020 een nieuw kwaliteitscontrolesysteem waarbij de kwaliteit van de zorg gemeten wordt aan de hand van KPIs die zonder onderscheid gelden voor alle Anima woonzorgcentra.
  • Anima opende eind 2019 en in 2020 4 'state of the art' nieuwbouwprojecten waarbij oudere, minder milieuvriendelijke exploitaties werden gesloten.
  • Anima heeft ook haar klimaatactieplan gelanceerd met de bedoeling om over een periode van 10 jaar 22% minder CO2 -uitstoot te genereren op groepsniveau.
  • Anima heeft haar engagement om een goede werkplek te bieden onderstreept door in 2020 voor de eerste keer deel te nemen aan de Great Place to Work-enquête.
  • Anima heeft in 2020 ook haar eigen code van goed bestuur uitgewerkt.

www.animagroup.be

Green Offshore

ENERGY & RESOURCES

Dankzij stijgende marktprijzen voor palmolie (SIPEF) en cement (Sagar Cements), verbeterden in 'Energy & Resources' de resultaten duidelijk.

(€ miljoen) 2020 2019 2018
SIPEF 4,3 -2,3 7,8
Verdant Bioscience -0,6 - -
Sagar Cements 3,1 0,8 -0,1

SIPEF

SIPEF richt zich op gecertificeerde duurzame productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk palmolie.

Verdant Bioscience

Biotechonderneming Verdant Bioscience ontwikkelt F1-hybride palmoliezaden, met een verhoging van rendement als voornaamste kenmerk.

Sagar Cements

Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde producent van cement.

Deelnemingspercentage AvH: 35%

François Van Hoydonck Charles De Wulf

Thomas Hildenbrand Johan Nelis

Robbert Kessels

SIPEF

De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF produceert duurzame, gecertificeerde tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten.

SIPEF is ervan overtuigd dat palmolie, als meest productieve en efficiënte plantaardige olie, een onmisbaar deel uitmaakt van een gebalanceerde voedselvoorziening van een steeds groeiende en rijkere wereldbevolking. Haar doel is om een betrouwbare partner te zijn voor haar klanten, leveranciers, werknemers en andere belanghebbenden bij de productie en verkoop van duurzame palmproducten.

SIPEF's focus, als tropische landbouwonderneming, blijft liggen op de productie en verkoop van palmproducten: ruwe palmolie, palmpitolie en palmpitten. Dit blijft SIPEF doen in het kader van gecertificeerde goederenstromen, opgenomen in de RSPO en de 'International Sustainability and Carbon Certification' (ISCC), respectievelijk voor gebruik in de voedingssector en voor de productie van groene energie. Deze controles gelden ook voor de andere producten (rubber, thee en bananen), die allen worden gecertificeerd, met volledige traceerbaarheid van de grondstoffen, die worden geproduceerd met respect voor de mens en de natuur.

In de voorbije jaren heeft SIPEF met haar eigen 'Sustainable Plantation Policy', die voortdurend wordt aangescherpt, een belangrijke stap voorwaarts gezet in de 'No Deforestation, No Peat, No Exploitation' beweging. Dit om te garanderen dat de palmolie die SIPEF op de markt brengt niet alleen gecertificeerd is, maar ook naar expansie toe geen schade heeft berokkend aan mens noch omgeving.

(1) Eigen + uitbesteed SIPEF: Productie (Ton)(1) 2020 2019 329.284 312.514 6.011 6.326 2.762 2.331 31.158 32.849

FINANCIEEL OVERZICHT 2020

SIPEF realiseerde in 2020 een stijging van haar totale productie van RSPO-conforme, gecertificeerde 'segregated' duurzame palmolie met 5,4% tot 329.284 ton, tegenover 312.514 ton in 2019.

Ondanks COVID-19 zijn alle productie-eenheden van de groep operationeel gebleven, zonder verlies van volume of rendement. De palmolieproductie in Indonesië was nagenoeg stabiel (+0,7%). In Noord-Sumatra bleef het herstel van volumes als gevolg van de droogte van vorig jaar beperkt, terwijl in de expansieregio's in Zuid-Sumatra de productiegroei zich wel fors doorzette. De door de vulkaanuitbarstingen van vorig jaar getroffen plantages van Hargy Oil Palms herstelden zich, waardoor SIPEF's totale palmolieproductie in Papoea-Nieuw-Guinea met 14,9% toenam.

De gemiddelde wereldmarktprijs voor ruwe palmolie (CPO) bedroeg in 2020 715 USD per ton CIF Rotterdam, 26% hoger dan in 2019. De combinatie van de grotere productievolumes en een hogere wereldmarktprijs voor CPO leidde tot een stijging van de omzet van palmolie met 12,6%. In 2020 viel de omzet van rubber daarentegen sterk terug met 14,2%, steeg de omzet van thee met 15,5% en bleef de omzet van de bananenteelt nagenoeg onveranderd. De totale omzet steeg hierdoor naar 274,0 miljoen USD (+10,4% tegenover 2019).

De vaste exportheffing die Indonesië sinds januari 2020 terug invoerde, had voor het ganse jaar 2020 een totale impact van ongeveer 74 USD per ton. Dankzij de sterk herstelde palmolieprijzen tijdens de tweede jaarhelft steeg het nettoresultaat over het volledig jaar 2020 tot 14,1 miljoen USD, tegenover een verlies van 8,0 miljoen USD in 2019.

OPERATIONEEL OVERZICHT 2020

• Palmolie

Na een jaar met extreme weerseffecten in 2019, waren de klimatologische omstandigheden zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-Guinea duidelijk veel gunstiger in 2020 en kon SIPEF uitkijken naar een genormaliseerd groeipatroon in de meeste van haar plantages, met goed gespreide neerslagvolumes over het jaar. De nasleep van de droogte van 2019 had nog zijn verwachte effect op de productie van het derde trimester, maar bleef in de oudere plantages nog langer dan verwacht aanhouden in het vierde kwartaal.

" SIPEF REALISEERDE IN 2020 EEN STIJGING VAN HAAR TOTALE PRODUCTIE VAN GECERTIFICEERDE DUURZAME PALMOLIE MET 5,4% TOT 329.284 TON."

FRANÇOIS VAN HOYDONCK, CEO

SIPEF - Jonge palmplant

Indonesië

Alle jaarproductievolumes waren stijgend, met uitzondering van de mature plantages van de Tolan Tiga-groep in Noord-Sumatra. De gemiddelde gewichten van de vruchten bleven hier, vooral bij de oudere palmen, beneden de verwachtingen, waardoor een daling van 11,6% werd genoteerd voor het vierde kwartaal. Het jaarvolume van geproduceerde palmolie daalde met 4,5% tegenover 2019. Zowel de jongere UMW/TUM-plantages in Noord-Sumatra, als de in heraanplant verkerende Agro Muko-plantages in de provincie Bengkulu sloten het jaar daarentegen af met een lichte stijging tegenover 2019. De jong mature aanplanten in Zuid-Sumatra hebben hun gestage groei verdergezet met een jaarvolumestijging van 10,9% en zullen ook in de volgende jaren de belangrijkste groeifactor inzake volumes worden van de SIPEF-groep.

Papoea-Nieuw-Guinea

In 2020 produceerde SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea in totaal 479.406 ton verse vruchtentrossen ('Fresh Fruit Bunches' - FFB), waarvan 269.616 ton afkomstig van eigen plantages en 209.790 ton van lokale boeren. Dat vertegenwoordigde een productiestijging van 8,9% ten opzichte van 2019. Deze toename is hoofdzakelijk te danken aan het herstel van de in 2019 door de vulkaanuitbarstingen getroffen zones en een milder regenseizoen in de Hargy- en Navo-plantages, dat begon in januari 2020 en slechts tot eind februari liep, terwijl het normaal blijft regenen tot eind april. Samen met een betere regeling van de oogstrondes had dit een positieve impact op de oogst en op de kwaliteit van de FFB's. De rest van het jaar noteerde Hargy Oil Palms een gemiddelde regenval, met uitzondering van de ongewoon droge maand december, waardoor het regenseizoen van 2021 later begon dan gewoonlijk.

Een zeer belangrijk aandeel van de productie (44%) bij Hargy Oil Palms resulteert uit de verwerking van vruchten van de lokale boeren die allen gecertificeerd zijn

SIPEF - Verwerking palmvruchten

SIPEF - Volwassen palmen

voor RSPO, net zoals de SIPEF-plantages en -fabrieken. De eigen plantages zorgden voor een groei van 11,0% tegenover vorig jaar en de productie voortvloeiend uit de vruchten van lokale boeren steeg zelfs met 20,2%, omdat deze arealen in 2019 minder waren aangetast door de vulkaanuitbarstingen.

De drie opeenvolgende uitbarstingen in juni, augustus en oktober 2019 hadden immers een zeer belangrijke invloed. Ongeveer 45% van de arealen heeft geleden onder de neerdalende assen en steenslag. De 3.000 hectare die werden aangetast herstellen zich geleidelijk, maar de focus ligt nu vooral op de sanering van de plantages, terwijl de herneming van de productie zich eerder vanaf 2022 zal laten gevoelen. Er worden geen blijvende effecten verwacht, van zodra de palmen opnieuw voldoende bladeren zullen hebben gevormd.

Investeringen

Door de reisbeperkingen gerelateerd aan COVID-19 liepen een aantal geplande industriële investeringsprojecten, zoals de noodzakelijke uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van de Dendymarker-palmoliefabriek en de opstart van een hoog-calorische 'biocoal'-fabriek voor pellets vervaardigd van palmvezels, vertraging op. De investeringsprogramma's met betrekking tot de expansie in Zuid-Sumatra in Indonesië, werden in 2020 evenwel gestaag verdergezet. De gecultiveerde hectaren in Musi Rawas groeiden aan met 1.811 hectare tot een totale oppervlakte van 14.014 hectare. Er werden tevens in totaal reeds 5.207 hectare herplant in de nabijgelegen Dendymarker-plantage.

Door deze recente verwezenlijkingen is in de SIPEF-groep per eind 2020 een totaal van 83.685 hectare beplant en bedraagt de 'supply base' (inclusief omliggende boeren) meer dan 100.000 hectare, voor levering aan 9 palmolieverwerkingsfabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.

• Andere producten

Ook in 2020 zijn rubber-, thee- en bananenplantages deel blijven uitmaken van de tropische landbouwactiviteiten van de groep, zij het met wisselend succes wat hun bijdrage tot de resultaten betreft.

De rubbermarkten bleven vooral in de eerste jaarhelft kampen met lage prijzen. Het tijdelijke COVID-19-effect op de grondstoffenprijzen heeft zich ook op de vraag naar natuurlijke rubber laten voelen. Maar al snel werden vanaf juni aantrekkende prijzen genoteerd, die ervoor hebben gezorgd dat in de tweede jaarhelft de verliezen van het eerste semester niet werden uitgediept. Door de lage rendementen en het resultaat van de impact van de Pestalotiopsis-schimmel, bleef de brutomarge van natuurlijke rubber echter voor een derde jaar op rij negatief.

De theedivisie had ook te kampen met een overaanbod op de Keniaanse markten, waardoor het ganse jaar een veel te lage prijs werd geboden voor de hoogwaardige, hand geplukte Javaanse thee van de Cibuni-plantage. Ondanks een goed productievolume, werd het jaar toch met een negatieve bijdrage afgesloten. SIPEF werkt aan een optimalisatie van de kosten om tegemoet te komen aan de lage verkoopprijzen, die ook in 2021 blijven aanhouden.

Na een grondige aanpassing van de managementstructuur in 2018, blijft de productie en export van bananen uit Ivoorkust een zeer gelijkmatige bijdrage leveren aan de brutomarge van de groep, ondanks het feit dat er in 2020 een licht dalend productievolume met 5,2% genoteerd werd tegenover 2019. Dit laatste was het resultaat van een normalisatie van de herplantingen in de nieuwste plantages. De goede exportkwaliteit, gecombineerd met hoogwaardige verpakkingsnormen, geeft SIPEF de toegang tot een nichemarkt die via jaarcontracten een stabiel rendement blijven garanderen.

VOORUITZICHTEN 2021

De langetermijnverwachtingen voor palmolie blijven algemeen zeer gunstig. Dat is gebaseerd op het gegeven van een groeiende wereldpopulatie, vooral in landen van het zuidelijk halfrond, waar de bevolking de stijgende consumptie van palmolie als basisingrediënt voor hun voeding vanzelfsprekend vindt. Deze plantaardige olie verwerft wereldwijd – met uitzondering van Europa - een steeds groter aandeel in de voedings- en biobrandstoffensector. Dat komt onder meer door zijn efficiënte industriële verwerking en zijn lage kostprijs in vergelijking met andere plantaardige oliën. De oppervlakte aan landbouwgronden wordt steeds maar schaarser. Palmolie heeft een rendement per hectare dat vijf tot tienmaal groter is dan alle andere plantaardige oliën en dit rendement zal door efficiëntieverbeteringen steeds maar toenemen.

De kortetermijnverwachtingen zijn zeer goed. Door de lage prijzen van de voorbije twee jaar was er wereldwijd veel minder bemest dan gebruikelijk door de 'smallholders', die toch iets minder dan de helft van de wereldproductie vertegenwoordigen. Dit heeft zijn gevolgen gehad voor de huidige productievolumes en deze voor het volgende jaar. Ook de algemene groei in beplante hectaren is door ecologische maatregelen nog zeer beperkt. Daarnaast is de vraag naar palmolie, mede door de stijgende overheidsmandaten voor biobrandstoffen in Indonesië en Maleisië, voldoende sterk om de gecumuleerde voorraden te laten afnemen tot niveaus ongekend gedurende de laatste 12 jaar. Dat heeft zich vertaald in sterke prijzen voor palmolie in 2020, met uitzondering van de korte terugval gerelateerd aan de coronacrisis. Er wordt verwacht dat deze sterke prijzen zich op de wereldmarkt zullen handhaven in de volgende twee jaar.

De buitensporige overheidsheffingen op Indonesische palmolieleveringen die eind 2020 plots werden ingevoerd, toppen evenwel het winstpotentieel van de groep op haar Indonesische producties af. Dankzij de sterke markt en goede productieverwachtingen verwacht SIPEF een verbetering van haar resultaten in 2021.

(USD 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 274.027 248.310 275.270
EBITDA 73.682 47.225 88.811(1)
EBIT 30.778 4.940 50.065(1)
Nettoresultaat
(deel groep)
14.122 -8.004 30.089
Eigen vermogen
(deel groep)
638.688 628.686 644.509
Netto financiële positie -151.165 -164.623 -121.443
Balanstotaal 946.641 943.125 938.368

(1) Inclusief meerwaarde (USD 7,4 mio) op verkoop BDM-Asco

SIPEF - Palmvruchten

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Duurzaamheid vormt een essentieel aspect van het bedrijfsmodel van SIPEF. Het beheren van plantages is onlosmakelijk verbonden met respect voor de mens en de planeet. Zo verbindt SIPEF zich ertoe op een veilige, verantwoorde en duurzame wijze plantages aan te leggen en te beheren met de focus op 'best practices'. Alle palmolie die door SIPEF wordt geproduceerd, voldoet aan de duurzaamheidsnormen van RSPO. De groep creëert bovendien rechtstreeks en onrechtstreeks belangrijke werkgelegenheid en welvaart in vaak afgelegen gebieden.
  • Het ESG-beleid van SIPEF wordt gereflecteerd in de 'Responsible Plantation Policy' en in de 'Responsible Purchasing Policy', die elk jaar geëvalueerd wordt door de raad van bestuur, en waarbij de bedrijfswaarden vertaald worden in volgende principes 1) geen nieuw gebruik van turfgronden, 2) geen ontbossing en 3) geen sociale uitbuiting. Sinds 2019 publiceert de vennootschap jaarlijks een uitgebreid duurzaamheidsverslag.
  • SIPEF weerhield als materiële ESG-factoren op haar niveau: certificatie, biodiversiteit, zero ontbossing, zero bosbranden, vermindering van uitstoot van broeikasgassen, efficiënt en veilig gebruik van chemische producten, verkleinen van watervoetafdruk, verhogen van rendabiliteit, correcte arbeidsvoorwaarden, gezondheid en welzijn, ontwikkeling van lokale gemeenschappen, zorg voor de kleine landeigenaars en traceerbaarheid. Aldus draagt SIPEF hiermee bij aan de realisatie van verscheidene SDGs.

www.sipef.com

Brian Dyer

Juan-Carlos Martinez

Brian Forster Stephen Nelson

VERDANT BIOSCIENCE

Verdant Bioscience (VBS) is een biotechonderneming die in 2013 werd opgericht met als voornaamste doelstelling het ontwikkelen van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen.

Van hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen wordt een aanzienlijk potentieel inzake rendements- en productiviteitsverbetering in de wereldwijde palmoliesector verwacht. Een verhoging van het rendement per oppervlakte-eenheid wordt aanzien als de enige reële oplossing voor de toenemende wereldvraag naar plantaardige olie zonder toename van het geplante areaal. Dit zou het risico van verder verlies van regenwoud en biologische diversiteit kunnen wegnemen. Palmolie is nu al de plantaardige olie met de hoogste opbrengst ter wereld, maar heeft toch het fysiologische potentieel om het rendement per hectare nog minstens te verdubbelen.

De operationele entiteit van VBS, PT Timbang Deli Indonesia, bleef in 2020 conventionele oliepalmzaden voor de Indonesische markt produceren en verkopen, hoewel verkoop en marketing bemoeilijkt werden ten gevolge van de pandemie. VBS is de eerste Indonesische zaadproducent die semi-gekloonde zaden op de markt brengt, op basis van klonen die via een weefselkweekproces zijn geproduceerd als vrouwelijke zaaipalmen. Via deze productie kan VBS in commerciële hoeveelheden, geselecteerde elitekruisingen, onder de merknaam Verdant Select, produceren.

Ondanks de uitdagingen van het werken tijdens een pandemie heeft het F1-hybride-programma goede vooruitgang geboekt. Kandidaat F1-hybride-kruisingen werden in de kwekerij geplant met het oog op uitplanting in het veld in 2021. Het verdere testen van nieuwe F1-hybride-kruisingen zal worden voortgezet met moederplanten van verschillende genetische achtergronden. Ook werden er successen geboekt bij het verhogen van de frequentie van de kruisingen met F1-hybride-moederplanten met welbepaalde genetische achtergronden.

VBS werkt samen met o.a. SIPEF om commerciële variëteiten van kandidaatoliepalmen te testen op haar plantages op Sumatra. De agronomen en medewerkers van Verdant geven ook aanbevelingen om het potentieel van de SIPEF-plantages te verwezenlijken, voornamelijk door de opbrengst per hectare te verhogen.

In 2020 verwierf AvH een participatie van 42% in VBS, wat een investering vertegenwoordigde van 7 miljoen USD. Voor AvH is deze aankoop een strategische investering in het verlengde van haar 34,68%-belang in SIPEF. SIPEF zelf bezit een 38%-deelneming in VBS.

Verdant Bioscience

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Hogere rendementen uit Verdant-zaad zullen een zeer betekenisvolle stap voorwaarts betekenen voor het milieu en helpen om te voldoen aan de marktvraag naar plantaardige olie, terwijl de druk op de vernietiging van bossen en van biodiversiteit wordt weggenomen.
  • VBS werkt aan de ontwikkeling van effectieve geïntegreerde strategieën voor de bestrijding van schadelijke organismen en ziekten en de preventie en beheersing van commerciële verliezen in oliepalmen, rubber en thee. De nadruk ligt op biologische bestrijding, met een minimaal gebruik van pesticiden.

www.verdantbioscience.com

Sreekanth Reddy

Prasad Kolluru

Deelnemingspercentage AvH: 22%

SAGAR CEMENTS

Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement met hoofdkantoor in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh, in het zuiden van India, hebben een totale capaciteit van 5,75 miljoen ton cement per jaar.

Nog voor het begin van een van de strengste lockdowns ter wereld, eind maart 2020, werd India met structurele uitdagingen geconfronteerd, zoals een kredietcrisis, lage privé-investeringen, een zwak verbruik en een grimmige situatie op de arbeidsmarkt. In deze context verwachtte het IMF in 2020 een daling van het Indiase bbp met 8% en in 2021 een terugkeer van de groei met een stijging met 11,5%. De cementindustrie werd bovendien zwaar getroffen door de lockdown en de bijhorende vertraging in de bouwsector. In april 2020 kwam de sector bijna tot stilstand (-85% tegenover april 2019). Daarna herstelde hij zich geleidelijk aan en keerde hij in oktober 2020 terug naar een pre-COVID-niveau, dankzij een sterke vraag op het platteland (na een goede moesson) en een herstel van de infrastructuuractiviteiten.

Ondanks de pandemie boekte Sagar in 2020 een zeer sterk resultaat. De omzet steeg slechts licht met 2% (in INR), van 12,4 miljard INR in 2019 naar 12,6 miljard INR (141 miljoen euro) in 2020. De EBITDA nam in dezelfde periode evenwel toe met 70% (in INR), van 2,1 miljard INR naar 3,5 miljard INR (39 miljoen euro). Deze verbeterde rentabiliteit was te danken aan een gunstige prijsomgeving in combinatie met inspanningen met betrekking tot kostenrationalisering, zoals een verbetering van de energie-efficiëntie, een stijgend gebruik van alternatieve brandstoffen en een beperking van de gemiddelde transportafstanden.

Sagar Cements LTD
2020 2019 2018
€ 1.000 INR (mio) INR (mio) INR (mio)
Omzet 140.804 12.572 12.374 11.466
EBITDA 39.110 3.492 2.052 1.302
EBIT 29.938 2.673 1.303 677
Nettoresultaat
(deel groep)
15.384 1.374 441 -4
Eigen vermogen
(deel groep)
143.107 12.128 9.480 7.704
Netto financiële
positie
-67.174 -5.693 -4.683 -5.366
Balanstotaal 271.758 23.032 18.711 17.507

Sagar zette ook haar expansieprojecten verder in Madhya Pradesh (fabriek voor de productie van 1 miljoen ton cement) en Orissa (vermalingseenheid met een capaciteit van 1,5 miljoen ton). Deze twee fabrieken zullen naar verwachting in de tweede helft van 2021 operationeel zijn. Dit past in de strategie van Sagar Cements gericht op een capaciteitsuitbreiding naar 10 miljoen ton tegen 2025 en een verdere expansie van haar marktbereik in regio's met een groot groeipotentieel.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Sagar blijft investeren in groene energie en energie-efficiënte uitrusting. Het heeft al veel vooruitgang geboekt in haar vermogen om met alternatieve brandstoffen/biomassa te werken en zo minder afhankelijk te worden van op koolstof gebaseerde energiebronnen. In 2020 verving Sagar ongeveer 4% op koolstof gebaseerde brandstoffen door alternatieve brandstoffen in de fabriek in Mattampally. Het doel is dit in de drie volgende jaren te verhogen tot 15%.
  • Andere prioriteiten zijn goede mijnbouwpraktijken, door technologie en data gestuurde fabricageprocessen, de proactieve beperking van afval en een strenge controle van de uitstoot.
  • Sagar werkt regelmatig samen met lokale gemeenschappen en investeert actief in hun inclusie en 'empowerment'. Voorbeelden hiervan zijn de sponsoring van lokale scholen, gezondheidskampen, irrigatiewerken en oogtests voor vrachtwagenchauffeurs.

www.sagarcements.in

AvH & GROWTH CAPITAL

De deelnemingen in het 'Growth Capital'-segment hielden over het algemeen goed stand. De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief ).

(€ miljoen) 2020 2019 2018
Bijdrage van de deelnemingen 12,7 17,6 -6,9
AvH & subholdings -13,5 -3,5 -13,7
Netto meer/minderwaarden 3,1 112,9 -2,2

117

(1) Inclusief via AXE Investments - (2) Inclusief via HealthQuad - (3) Fully diluted

AvH & GROWTH CAPITAL

AvH stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal en duurzaam groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan die van typische 'private equity'-verschaffers. Het gediversifieerd karakter van deze investeringen en de gezonde balansstructuren die hierbij gehanteerd worden, zorgen voor een spreiding van de economische en financiële risico's.

Het selectief investeringsbeleid houdt rekening met een aantal globale trends, een duurzaam groeipotentieel en realistische businessplannen op lange termijn. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de kwaliteit van het managementteam, talentontwikkeling, operationele verbeteringen, innovatie en andere ESG-aspecten zoals respect voor milieu, mens en maatschappij. Door het aantal participaties te beperken, kan het AvH-team een diepgaand inzicht opbouwen en met kennis van zaken de strategie mee vorm geven. Via workshops delen groepsmaatschappijen 'best practices'.

In een jaar van grote economische disruptie met implicaties die weinigen begin 2020 konden vermoeden, bewees het AvH-model zijn sterkte. De focus op sterke bedrijfsculturen met aandacht voor het welzijn van de medewerkers werd duidelijk zichtbaar door de grote veerkracht die de participaties vertoonden en het feit dat slechts één deelneming een beperkte financiële steun van AvH nodig had. De zware economische achteruitgang leidde aanvankelijk tot een sterke terugval van de Europese M&A-markt. Deze hernam evenwel al op het einde van het jaar. Hierbij lag de klemtoon steeds meer op hoogtechnologische bedrijven, in lijn met de trend van de vorige jaren, en op bedrijven actief in de gezondheidszorg. Dit wordt ondersteund door de versnelde nood aan digitalisering, maar ook door de lage renteomgeving die meer ruimte biedt voor 'venture capital'. De langdurige lage rente drijft ook de waarderingen op, wat tot selectiviteit noopt. Private equity-fondsen stapelen steeds meer ongebruikte kapitalen op – wereldwijd ruim meer dan 1 triljoen USD -, aangezien zij nog een redelijk perspectief op rendement bieden. Op de publieke markten is sprake van een grote volatiliteit en een aantal klassieke bedrijven verlaten de beurs. Duurzaamheid krijgt steeds meer aandacht in de investeringsanalyses.

In private equity zien vele portfoliobedrijven steeds meer het nut in van sterke aandeelhouders, die naast een financiële inbreng ook actieve steun en netwerken aanbieden. De interactie tussen sterke investeringsteams en actieve raden van bestuur, die samen een klankbord bieden aan managementteams, is een succesfactor waar ook AvH continu op inzet.

AvH heeft opnieuw een actief investeringsjaar achter de rug. Er werden heel wat dossiers bestudeerd. Zo werden er participaties genomen of werd er bijkomend geïnvesteerd in 'venture capital'-bedrijven actief in de gezondheidszorg (Biotalys, Indigo Diabetes, MRM Health en OncoDNA), met sterke R&D-activiteiten die nog jaren belangrijke ontwikkelingskosten zullen vereisen. Er werd ook bijkomend ingezet op investeringen in de snelgroeiende sector van (digitale) gezondheidszorg in

India door ook in het tweede investeringsfonds van HealthQuad de rol van ankerinvesteerder op te nemen. Naar jaareinde toe werd er een belangrijke participatie genomen in OMP, een sterk groeiend softwarebedrijf wereldwijd actief in supply chain planning.

BIJDRAGE VAN DE DEELNEMINGEN

Ondanks COVID-19 kon de bijdrage van Growth Capital aan de resultaten van AvH zich goed handhaven.

Mediahuis zette een bijzonder sterk resultaat neer in een moeilijke sector, met een aantal eenmalige meevallers, maar ook herstructureringskosten en kosten verbonden aan een aantal acquisities onder meer in Luxemburg en Nederland. Deze verklaarden tevens de stijging van de omzet. Bij heel wat participaties drukte de COVID-19 context soms in belangrijke mate de omzet, maar konden zij door specifieke maatregelen de daling van de winst behoorlijk goed beperken. Dit was het geval bij Manuchar, Turbo's Hoet Groep, Agidens en de Telemond-groep. Euro Media Group werd niet alleen geconfronteerd met het wegvallen van de meeste grote events zoals de Olympische Spelen of voetbaltornooien, maar ook de grote reguliere sportcompetities werden tijdelijk gestopt, waardoor het verlies heel sterk opliep. Biolectric maakte ook nog een beperkt verlies, wat evenwel vooral te maken had met een vernieuwde commerciële aanpak. OncoDNA bleef verder investeren in de ontwikkeling van haar producten, en verwief daarnaast de controle over het beursgenoteerde IntegraGen om haar dienstenaanbod te kunnen verbreden.

NETTO MEER/MINDERWAARDEN

AvH verkocht begin 2020 haar 50%-deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de mede-aandeelhouder, wat een meerwaarde opleverde van net geen 3 miljoen euro.

AvH & SUBHOLDINGS

De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van 'AvH & subholdings' is hoofdzakelijk te wijten aan een negatieve waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille van AvH (vorig jaar positief). De beleggingsportefeuille van AvH, die deels uit fondsen bestaat beheerd door Delen Private Bank en financiële activa, wordt op afsluitdatum gewaardeerd aan marktwaarde. Voor het volledige jaar 2020 resulteerde de aanpassing aan marktwaarde hiervan in een waardevermindering van 1,7 miljoen euro.

" WE BLIJVEN INVESTEREN IN DE VERSTERKING VAN ONZE PORTEFEUILLE EN IN EEN DUURZAMERE EN MEER DIGITALE WERELD."

JAN SUYKENS, Voorzitter executief comité Deelnemingspercentage AvH: 86%

Steven Peeters

Arnoud den Hoedt

Hedwig Maes

Ken Watzeels

Pieter Tilkens

AGIDENS

Agidens levert als onafhankelijke systeemintegrator advies, engineering en geautomatiseerde oplossingen voor industriële processen. De groep telt ongeveer 650 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de VS.

Ondanks moeilijke marktomstandigheden en een wissel van CEO noteerde Agidens in 2020 een sterke 'order intake' (92 miljoen euro), in lijn met het recordjaar 2019. Dit was het resultaat van een gefocuste strategie, waarbij Agidens inzette op winstgevende groei via innovatieve oplossingen en op het uitbreiden naar nieuwe markten, in combinatie met de expertise en flexibiliteit van haar medewerkers. Agidens sloot 2020 af met de hoogste EBITDA van de laatste 4 jaren ten belope van 7,4 miljoen euro (een toename met 17% ten opzichte van 2019).

Life Sciences realiseerde een sterke omzetgroei (+22%), mede dankzij haar bijdrage in de automatisering van productie-installaties voor het COVID-19 vaccin. Daarnaast verstevigde Agidens haar marktpositie in Zwitserland door de succesvolle implementatie van een belangrijk automatiseringsproject bij een farmaceutische multinational.

Oil & Gas bouwde haar marktpositie verder uit met nieuwe projecten bij bestaande en nieuwe klanten. De modulaire en innovatieve 'packaged solutions' voor Terminal Management Systemen maken van Agidens een belangrijke internationale partner op het vlak van digitale transformatie inzake procesautomatisering.

Infra zag in 2020 enerzijds een vertraging in de besluitvorming voor investeringen voor nieuwe projecten en anderzijds een toename van aanbestedingen voor het upgraden van bestaande installaties. Dit zal in 2021 leiden tot een omzetgroei, met nieuwe raamcontracten voor automatiseringsplatformen voor sluizen in Vlaanderen.

Agidens

Food & Beverages en Fine Chemicals tekenden een omzetgroei op van 15% en dit dankzij een toenemende vraag naar verdere digitalisering om de productiviteit te verbeteren. De strategische focus en het aanbod in MES (Manufacturing Execution Systems) met bijhorende diensten verbeterden zowel de marktpositie als de winstgevendheid.

Agidens NV

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 91.688 92.875 82.550
EBITDA 7.363 6.297 -2.996
Nettoresultaat
(deel groep)
1.299 1.326 -6.180
Eigen vermogen
(deel groep)
17.583 16.548 15.557
Netto financiële positie -11.873 -16.021 -4.690

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Een duurzaam ESG-beleid is een van de speerpunten bij Agidens, wat weerspiegeld wordt in de Niveau 5 certificatie op de CO2 -Prestatieladder en de EcoVadis 2019 CSR Silver Medal.
  • Agidens bouwt duurzame systemen die kwaliteit, veiligheid en efficiëntie verhogen en die het verbruik van grondstoffen verminderen.
  • Agidens streeft continu naar verbetering voor alle 'stakeholders' en de focus op het welzijn van de werknemers in een geest van respect, verantwoordelijkheidszin, open-mindedness en uitmuntendheid.
  • Agidens beschikt over een 'Code of Business Conduct' en investeert sterk in innovatie.

www.agidens.com

Deelnemingspercentage AvH: 48%

Saskia Lapere

Christian Leysen

Veerle Peeters

AXE INVESTMENTS

AXE Investments is een investeringsmaatschappij met participaties in de IT-groep Xylos en in Agidens. Daarnaast bezit AXE Investments een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.

De resultaten van de participatie in Xylos en de huurinkomsten van het Ahlers-gebouw bepaalden samen het jaarresultaat van AXE Investments.

Xylos is in het Belgisch ICT-landschap een toonaangevend bedrijf dat focust op de digitale transformatie van haar klanten. Xylos biedt hiervoor oplossingen rond 'change management', de digitale werkplek en samenwerkingsplatformen, Intelligent Cloud en ICT-infrastructuur.

In 2020 lag de focus op 'user adoption', nog meer dan anders een differentiator voor Xylos. Het kon haar klanten op IT-technisch gebied ondersteunen bij de noodzakelijke snelle transitie naar digitale werkplekken en tegelijkertijd ook de tools en trainingen aanbieden om hun medewerkers efficiënt te laten werken in deze nieuwe omgeving. Daarbij speelt Xylos ook in op de meest recente trends m.b.t. 'learning' en 'user adoption'. Een voorbeeld is de Teams Escape Room App: een eenvoudig te implementeren hands-on spel waarin medewerkers op een interactieve manier leren om Microsoft Teams efficiënt te gebruiken.

Het software en Internet-of-Things-bedrijf Bagaar maakt ook deel uit van de Xylos-groep. Bagaar begeleidt en ondersteunt haar klanten van A tot Z bij hun digitale transformatie: van strategisch advies op maat tot de creatie en uitwerking van nieuwe online tools en digitale platformen en producten.

De Xylos-groep telt 250 medewerkers en heeft vestigingen in Brussel, Antwerpen, Herentals en Gent.

AXE Investments NV(1)
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 568 630 634
EBITDA 168 122 183
Nettoresultaat
(deel groep)
-434 -68 226
Eigen vermogen
(deel groep)
14.407 14.841 14.909
Netto financiële positie 4.470 4.463 4.073

(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments. www.axe-investments.com

Digital workplace

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Met haar DRIVE waarden focust Xylos op Diversity, Respect, Innovate, Vision en Entrepreneurship.
  • In dit kader tekende Xylos in 2020 het 'Charter Baanbrekende Werkgever', een initiatief dat volledig aansluit bij haar visie om drie pijlers van duurzaamheid te ondersteunen met focus op de werknemer: minder onderweg, mensgericht hybride werken en slimmer en groener onderweg.
  • Xylos stimuleert actief milieuvriendelijke vervoersmodi. Het wagenpark bevat uitsluitend hybride en elektrische wagens en de werknemers krijgen een mobiliteitsbudget dat kan gespendeerd worden aan (elektrische) fietsen of openbaar vervoer.
  • Een digitale plaatsonafhankelijke werkplek ontwerpen is één van de kernvaardigheden van Xylos, niet alleen voor klanten, maar ook voor haar eigen medewerkers. Voor Xylos betekent dit het verder bewandelen van de ingeslagen weg met permanente aandacht voor jobs waarin flexibiliteit, wederzijds vertrouwen en efficiëntie voorop worden gezet.

Deelnemingspercentage AvH: 60%

Laurens De Vos

Philippe Jans

Hans Degrande

Els Van Brussel

Klaas Vanhee

BIOLECTRIC GROUP

Biolectric is marktleider in de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (11 tot 74 kW) bestemd voor melkvee- en varkenshouderijen en waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaerobe vergisting wordt methaangas uit mest en slib omgezet in duurzame elektriciteit en warmte en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden.

Biolectric sloot het uitdagende jaar 2020 af met 89 nieuwe bestellingen van biogasinstallaties, waarvan circa 70% vanuit Frankrijk en Nederland. De groep noteerde een toenemende interesse voor haar meest performante type 74 kW installaties. Dit betekent voor het tweede jaar op rij een stijging van meer dan 50% (56 units in 2019 en 36 units in 2018). Ondanks de beperkingen op internationale verplaatsingen, werden 52 installaties geplaatst in diverse landen, waarvan 9 met behoud van eigendom in België en Nederland. Hiermee komt de opgebouwde actiefwaarde van deze nieuwe activiteit op 1,4 miljoen euro. In 2020 werd een omzet gerealiseerd van 8,6 miljoen euro, eveneens ongeveer 50% meer dan in 2019.

Biolectric introduceerde in 2020 ook enkele innovaties die de kwaliteit en continuïteit van de installaties bevorderen, zoals een schuimbreker en een automatisch olievulsysteem.

In 2020 steeg de rechtstreekse verkoop via het eigen verkoopsteam fors. Terwijl in 2019 nog 59% van het aantal units werd verkocht via partners, is dit in 2020 gedaald tot 36%. Dit is zowel het gevolg van de strategische keuze om meer in te zetten op eigen verkoopsteams, als van de grotere impact van COVID-19 op de verkopen via partners. Door de forse toename van rechtstreekse verkopen kon de onderneming evenwel perfect op haar ambitieuze doelstelling voor 2020 landen. Deze verschuiving resulteert weliswaar in een langere verkoopcyclus, doch heeft als voordeel dat de onderneming een groter deel van de marge voor zich kan houden

(€ 1.000) 2020 2019
Omzet 8.588 5.830
EBITDA 199 75
Nettoresultaat (deel groep) -125 -127
Eigen vermogen (deel groep) 9.774 9.902

Biolectric

en genereert meer zekerheid en een betere zichtbaarheid op het orderboek. Door deze verlengde verkoopcyclus zullen de aanzienlijke investeringen in de verkooporganisatie pas extra omzet genereren na 12 tot 18 maanden. Biolectric leed om die reden een beperkt verlies in 2020 (-0,1 miljoen euro).

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

• De wereldwijde veestapel is verantwoordelijk voor zowat 10% van alle broeikasgassen. Een oplossing voor de uitstoot van methaangas, een broeikasgas dat 28 (en volgens sommige bronnen zelfs 34) keer schadelijker is dan CO2 , zal dus een enorme impact hebben op de beheersing van de klimaatopwarming. Biolectric kan hiertoe in belangrijke mate bijdragen. Een gemiddelde Belgische boerderij kan immers dankzij de installatie van één vergister 270 ton CO2 -equivalenten aan methaanuitstoot vermijden, wat overeenkomt met de jaarlijkse uitstoot van 150 auto's. De oplossing van Biolectric creëert zo een win-winsituatie voor landbouw en milieu.

www.biolectric.be

122 Your partner for sustainable growth

Deelnemingspercentage AvH: 13% (niet-geconsolideerd)

Luc Maertens

Mark Chadwick

BIOTALYS

Biotalys, een in 2013 opgerichte spin-off van VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), is een snelgroeiend gewas- en voedselbeschermingsbedrijf. Het beschikt over een baanbrekend technologieplatform voor de ontwikkeling van effectieve en veilige producten met nieuwe actiemechanismen voor de bestrijding van belangrijke gewasplagen en ziekten in de volledige voedselketen.

Diego Angelo

Patrice Sellès

Ondanks de COVID-19 crisis kon Biotalys in 2020 enkele belangrijke doelstellingen verwezenlijken.

In maart haalde het bedrijf bijkomend 10 miljoen euro op, waardoor het totaal verzamelde kapitaal in de 'Series C'-ronde eindigde op 45 miljoen euro. De financieringsronde werd gesteund door de huidige aandeelhouders, waaronder AvH, en door de Amerikaanse investeerder Novalis LifeSciences.

Het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) kende twee onderzoeksbeurzen toe, voor een totaal bedrag van 2,7 miljoen euro. Een van de beurzen wordt aangewend voor de ontwikkeling van kostenefficiënte microbiële celfabrieken voor de industriële productie van de biologische gewasbeschermingsmiddelen van Biotalys. De andere gaat naar de ontwikkeling van op proteïnen gebaseerde bactericides voor de bestrijding van planten- en fruitziekten.

Het hooggekwalificeerde onderzoeksteam van Biotalys bleef vooruitgang boeken in de pijplijn van bijkomende biologische bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte, bacteriële ziekten en schimmels.

Na de succesvolle voltooiing van grootschalige veldproeven en regelgevingsstudies, diende Biotalys in december 2020 haar eerste op proteïnen gebaseerde biologische gewasbeschermingsmiddel, Evoca™, ter goedkeuring in bij het Environmental Protection Agency (EPA) in de VS. Evoca bestrijdt ziekten zoals Botrytis cinerea en poedermeeldauw en ligt op schema om eind 2022 in geselecteerde regio's op de Amerikaanse markt te worden gebracht als kritieke test.

Het bedrijf is onderscheiden met aantal sectorbekroningen, zoals de 'Crop Protection Solution of the Year' en de 'Overall Food Quality Solution of the Year'. Het is ook uitgeroepen tot Tracxn #CropTech Startup 2020.

Biotalys beschikt over voldoende financiële middelen om haar doelstellingen voor 2021 te realiseren en werkt actief aan de voorbereiding van de volgende financieringsronde om haar toekomstige groei te steunen.

AvH wenst actief bij te dragen tot de langetermijnontwikkeling van Biotalys als voorloper op de markt van milieuvriendelijke en duurzame gewasbescherming.

Mike Stepan

Hilde Revets

Wim Ottevaere

Biotalys

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Biologische gewasbeschermingsmiddelen vertegenwoordigden in 2019 een totale omzet van ongeveer 3,7 miljard euro (met de verwachting van een tweecijferige jaarlijkse groei in het volgende decennium), op een totale omzet uit gewasbeschermingsmiddelen van meer dan 60 miljard euro.
  • Verschillende trends en factoren spelen sterk in het voordeel van Biotalys: de bevolkingsgroei, de behoefte aan efficiëntieverbetering in de landbouw (met inbegrip van de aanpak van de uitdaging van 30% voedselverspilling), de trend naar gezond en milieuvriendelijk voedsel en de alsmaar strengere regels voor het gebruik van chemische pesticiden.

www.biotalys.com

Deelnemingspercentage AvH: 23%

Pauline

Xavier

Timo

Bevan

Francois-Xavier Quenin

Stéphane Vermersch

EURO MEDIA GROUP Devreker Gibson Koch Bideaux Bénéat van den Berg

Patrick

François-Charles

Euro Media Group (EMG) is een toonaangevende wereldwijde speler op het vlak van uitzenddiensten en mediaoplossingen voor live sportwedstrijden, entertainment en evenementen. Het is actief in 10 landen: Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Italië, Luxemburg, de VS en Australië.

Terwijl de wereldwijde COVID-19 pandemie een grote uitdaging was voor de hele sector, heeft EMG veel veerkracht getoond, nieuwe workflows bedacht en haar innovatie op het vlak van afstandstechnologieën versneld. Tijdens de eerste lockdown bouwde EMG UK haar eerste 'Remote Operation Centre' (ROC) in slechts 4 weken tijd. Het vergrootte bovendien haar concurrentievoordeel met diPloy, een geavanceerd 'IP flypack' dat momenteel geen equivalent op de markt heeft, zodat EMG nu de leider is in IP-uitzendtechnologie. EMG positioneerde zich als een belangrijke speler in de post-COVID-wereld waarin virtuele evenementen ongetwijfeld veel couranter zullen worden. Het bedrijf verwierf grote contracten met internationale instellingen, waarbij het haar troeven zoals studio's en haar expertise in 'augmented reality' kon maximaliseren. De pandemie dwong verscheidene entertainmentproducties, die traditioneel buiten de markten van EMG werden opgenomen, om te verhuizen, wat nieuwe opportuniteiten schiep voor de studio's van EMG (Benelux, Italië, Duitsland). In 2020 zette EMG ook haar 'buy & build'-strategie verder met de overname van Infront Studios in Italië. Het breidde haar dienstenaanbod uit en versterkte de banden met Infront voor de uitzending van skiwedstrijden.

EMG werd in 2020 sterk geraakt door het uitbreken van de COVID-19 crisis. Niet alleen grote sportevenementen, zoals het Europees Kampioenschap voetbal en de Olympische Spelen werden geannuleerd of uitgesteld, maar ook nagenoeg alle grote reguliere sportcompetities en andere live events werden tijdelijk stopgezet. Om de gevolgen van de daling (met een derde) van de omzet te compenseren werd een financieringspakket van 40 miljoen euro gemobiliseerd met de steun van de Franse

Financière EMG
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 240.850 337.541 306.644
EBITDA 13.806 53.848 55.431
Nettoresultaat
(deel groep)
-44.690 -9.636 838
Eigen vermogen
(deel groep)(1)
82.081 104.240 103.364
Netto financiële positie
(zonder converteerbare
obligaties)
-147.687 -149.373 -68.001

(1) € 125,4 mio converteerbare obligaties, uitgegeven door Financière EMG ten gunste van aandeelhouders van Financière EMG, zijn opgenomen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie (2019: € 100,5 mio, 2018: € 92,9 mio).

Euro Media Group

overheid, de bankenpool van EMG en ook van de aandeelhouders van EMG. AvH Growth Capital heeft een deelneming van 22,5% en droeg voor 4,1 miljoen euro bij tot deze financiering.

EMG boekte op een omzet van 240,9 miljoen euro een nettoverlies van 44,7 miljoen euro, waarvan 7,1 miljoen euro te wijten is aan goodwill impairments en 10,0 miljoen euro interestlasten op converteerbare obligaties die in Q1 2021 werden omgezet in kapitaal. Belangrijke evenementen zoals Euro 2020 of de Olympische Spelen zijn evenwel niet geannuleerd maar uitgesteld tot 2021, zodat EMG betere vooruitzichten heeft.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Uit onderzoek naar de koolstofvoetafdruk van sport-televisieproductie en uitzendingen in de open lucht blijkt dat het reizen en het energiegebruik twee van de domeinen zijn die voor verbetering vatbaar zijn. De snelle implementatie van afstandstechnologieën heeft voor elk evenement onmiddellijk duizenden reiskilometers van het personeel uitgespaard.
  • EMG is ook aanvaard in 3 programma's voor maatschappelijk verantwoord ondernemen: Albert (VK); Lucie (Frankrijk); Film bewegt nachhaltig (Duitsland).

www.euromediagroup.com

Deelnemingspercentage AvH: HealthQuad I Fund: 36% (niet-geconsolideerd) HealthQuad II Fund: 22% (niet-geconsolideerd)

Pinak Shrikhande

Sunil Thakur

Manish Jha

Charles-Antoine Janssen

HEALTHQUAD

HealthQuad is een Indisch 'venture & growth capital'-fonds dat zich richt op de snelgroeiende Indische gezondheidssector.

De Indische gezondheidszorgsector is de afgelopen 10 jaar met dubbele cijfers gegroeid en zal naar verwachting verder groeien met 12% per jaar tot 340 miljard USD in 2025. De groei wordt gedreven door de behoefte aan een adequate medische infrastructuur in het kader van de groeiende bevolking in India, de stijgende inkomensniveaus en de verbeterde toegang tot de ziektekostenverzekering.

Sinds 2017 is AvH aandeelhouder en lid van het investeringscomité van het Health-Quad I-fonds, dat participeert in 7 bedrijven in de Indische gezondheidszorgsector, waaronder Medikabazaar (AvH 10%). Het fonds investeert in groeibedrijven die het potentieel hebben om dankzij unieke en innovatieve oplossingen bij te dragen aan het efficiënter, toegankelijker en kwalitatiever maken van de Indische gezondheidszorgsector. Enkele focussegmenten zijn gespecialiseerde ziekenhuizen, medische apparatuur en technologie, IT/software en hieraan verbonden dienstverlening. Gegeven de medische achtergrond en expertise van het management en haar uitgebreid netwerk, voegt HealthQuad operationele en strategische waarde toe aan haar participaties. Het HealthQuad I-fonds werd inmiddels volledig geïnvesteerd.

In juli 2020 heeft HealthQuad de eerste closing van haar tweede fonds succesvol voltooid met meer dan 68 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. AvH heeft de rol van ankerinvesteerder in HealthQuad II opgenomen.

Naast AvH, dat ook de ankerinvesteerder was in het eerste fonds van HealthQuad, wordt het tweede fonds ondersteund door Teachers Insurance and Annuity Association of America (TIAA), het Indische SIDBI, Swedfund en Merck & Co. Inc. AvH heeft 15 miljoen USD uitgetrokken voor HealthQuad II. Dit bedrag zal geïnvesteerd worden over een periode van 4 jaar. In lijn met haar actieve investeringsstrategie zal AvH vertegenwoordigd zijn in het investeringscomité en de beheerraad van HealthQuad II, en streeft ernaar om samen met het fonds te co-investeren in enkele beloftevolle portefeuillebedrijven.

HealthQuad

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • HealthQuad streeft naar het creëren van een structurele en duurzame sociale impact door in te zetten op de volgende assen:
    • Verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg.
    • Betaalbaar maken van gezondheidszorg.
    • Vergroten van het gezondheidsbewustzijn.
    • Verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg.
  • Positieve sociale impactfactoren staan centraal in het besluitvormingsproces en gaan verder dan het verbeteren van gezondheidsresultaten.
  • HealthQuad streeft naar een holistische verbetering van het milieu en de gemeenschappen waarin haar participaties actief zijn.

www.healthquad.in

Danaë Delbeke

INDIGO DIABETES

Indigo Diabetes is een hoogtechnologische scale-up met de missie het leven van miljoenen mensen met diabetes te verlichten met haar innovatieve medische technologie.

Indigo Diabetes ontwikkelt een technologieplatform om continu glucose en andere bloedwaarden te meten aan de hand van een chipsensor die onzichtbaar onder de huid geplaatst wordt. De sensor zal op de achtergrond ongemerkt de gezondheidstoestand monitoren als een extra zintuig en van zich laten horen indien het de foute kant op gaat. De gepatenteerde technologie die aan de basis ligt van Indigo's innovatieve toepassing is een on-chip miniatuur optische sensor. Dit is 's werelds kleinste spectrometer en kan onderhuids worden ingebracht.

Indigo Diabetes werd eind 2016 opgericht als spin-off uit de Universiteit Gent en imec, samen wereldwijd de bakermat voor geïntegreerde fotonica. Het bedrijf ontwikkelde met een razende snelheid de technologie van 'paper-concept' tot 'pre-clinical prototypes'. 2020 was een mijlpaaljaar voor Indigo Diabetes. Voor het eerst wereldwijd werd met Indigo's onzichtbare sensor continu, in-vivo en real time glucose, ketonen en lactaat gemeten in een pre-klinische opstelling. Deze mijlpaal vormde het startschot om de klinische voorbereidingen op te starten met als doel de eerste klinische testen in 2021 uit te voeren.

Naast de beloftevolle pre-klinische resultaten, vormde het succesvol afsluiten van een 'Series B'-investeringsronde van meer dan 38 miljoen euro een tweede mijlpaal voor Indigo Diabetes in 2020. AvH heeft aangekondigd 6 miljoen euro, gefaseerd in functie van te realiseren mijlpalen, te investeren in Indigo Diabetes, in het kader van deze kapitaalronde en verwierf hiermee een participatie van 9,1% (na verwatering). Deze investeringsronde zal toelaten de sensor verder te ontwikkelen tot een commercialiseerbaar product en de nodige klinische studies uit te rollen in Europa en de VS.

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Als jong bedrijf met een potentieel grote socio-economische impact, stelde Indigo Diabetes van meet af aan ESG centraal in haar verschillende beleidskeuzes.
  • Indigo's multidisciplinair team telt vandaag een dertigtal experts met 12 verschillende nationaliteiten. Het HR-beleid is gericht op een inclusieve organisatie gedragen door haar diversiteit.
  • Haar productontwikkeling stelt sustainable product life cycle management, met minimale verpakking en no-waste processen centraal.
  • Ook haar operationeel beleid, zelfs als klein bedrijf, is gericht op duurzaamheid.

www.indigomed.com

Deelnemingspercentage AvH: 30%

MANUCHAR

Manuchar is actief in de distributie van (voornamelijk) droge bulkchemicaliën, met een focus op opkomende landen. Steunend op haar sterke lokale aanwezigheid,

Anthony Maas Bart Troubleyn

Stefan Van Loock Van den Eynde

Stephan

maritieme volumes en een solide backoffice, is het ook actief in internationale handel ('back-to-back') van staal, plastics, papier en enkele andere commodities.

Manuchar zette in een zeer uitdagend jaar uitstekende resultaten neer en toonde haar grote veerkracht en flexibiliteit.

De stillegging van fabrieken van leveranciers, de verstoring van het laden en lossen in de havens en van de binnenlandse logistiek zette de toeleveringsketen zwaar onder druk. Dit leidde tot een daling van volumes en zeer volatiele prijzen op verschillende eindmarkten in 2020. Rekening houdend met deze factoren slaagde Manuchar er toch in essentiële leveringen uit te voeren zodat haar klanten operationeel konden blijven, dankzij een optimalisatie van het voorraadbeheer, de calamiteitenplanning, en zonder de gezondheid van de werknemers in het gedrang te brengen. Zo bevestigde Manuchar haar reputatie als voorkeursdistributeur en logistieke partner in opkomende markten.

De fundamenten van de 'home care'-markten en in het bijzonder de detergenten bleven sterk. Bovendien kon de groep haar activiteit in de chemische distributie blijven uitbreiden naar andere eindmarkten, waaronder die van de kunstmeststoffen, de mijnbouw, de mens- en dierenvoeding.

Ondanks de sanitaire crisis boekte Manuchar uitstekende resultaten. Alle landen met lokale distributie in opkomende markten leverden een nettowinstbijdrage. De rentabiliteit van de niet-chemische internationale handelsactiviteit nam toe dankzij de stijgende verkoop van staalproducten, cement en plastics. Hoewel de omzet met 1,3% daalde als gevolg van lagere grondstofprijzen, verbeterde Manuchar haar marges en paste het een strakke kostencontrole toe, wat leidde tot een nettowinst

Manuchar - Brazilië

van 24 miljoen USD. Bovendien kon Manuchar haar balans en solvabiliteit beduidend verbeteren en de netto financiële schuld met 109 miljoen USD afbouwen.

In lijn met haar strategie, investeerde Manuchar in een nieuwe havenconcessie in Bao Long (Vietnam), met de mogelijkheid om ongeveer 34.000 m² magazijnen en een kade met capaciteit voor 5 lichters te bouwen. Manuchar beschikt momenteel over een totale opslagcapaciteit van 465.000 m², waarvan 239.000 m² in eigendom of in concessie.

Manuchar NV
(USD 1.000 - BGAAP) 2020 2019 2018
Omzet 1.497.853 1.518.033 1.691.121
EBITDA 80.249 76.755 79.389
Nettoresultaat
(deel groep)
23.620 28.484 -10.609
Eigen vermogen
(deel groep)
113.068 99.382 68.450
Netto financiële positie -238.078 -347.151 -464.176

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • Manuchar integreerde haar verschillende programma's rond de SDGs van de Verenigde Naties. Specifieke doelstellingen op korte en lange termijn werden bepaald om de vooruitgang verder te versnellen. Bovendien werd het hoofdkwartier van Manuchar officieel CO2 -neutraal.
  • Het businessmodel van 'end-to-end' chemische distributie en logistiek in opkomende markten, gecombineerd met de internationale handel in andere commodities, verzekert Manuchar een winstgevende, consistente en verantwoordelijke groei.

www.manuchar.com

Deelnemingspercentage AvH: 13%

Martine Vandezande

Koen Verwee Steurbaut

Rien van Beemen

Marc Vangeel

Paul Verwilt

Mediahuis is een van de leidende mediagroepen in België, Nederland, Ierland en Luxemburg. De nationale en regionale nieuwstitels van Mediahuis voorzien dagelijks meer dan 10 miljoen lezers van nieuws, zowel online als via de gedrukte krant.

2020 was ook voor Mediahuis een bijzonder jaar. Waar de gevolgen van de COVID-19 pandemie een aanzienlijke negatieve impact hadden op de inkomsten uit de advertentiemarkt, zette Mediahuis ijzersterke resultaten neer wat de lezersmarkt betreft. De Mediahuis nieuwssites en -apps werden meer dan ooit bezocht en de gemiddelde leesduur van de artikels lag nooit eerder zo hoog. De lezer wist de sterke en onafhankelijke journalistiek van Mediahuis te waarderen en was ook bereid hiervoor te betalen. Gedreven door een bijzonder sterke groei in digitale abonnementen zag Mediahuis het totale aantal abonnees in België, Nederland, Luxemburg en Ierland boven de 1,7 miljoen uitstijgen.

2020 was ook het jaar van de verdere geografische uitbreiding. Zo betekende de overname van Luxemburgs grootste mediagroep Saint-Paul Luxembourg (o.a. Luxemburger Wort en Luxembourg Times) en de Noord-Nederlandse NDC mediagroep (o.a. Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad) voor Mediahuis een versterking van haar positie als vooraanstaand mediaspeler in de Benelux en Ierland. Tegelijkertijd werd de Mediahuis-portfolio verder geoptimaliseerd en zorgde de groep voor extra focus. Zo verkocht Mediahuis haar participaties in Keesing Media Group en in het Belgische Mass Transit Media (Metro). Via haar participatie in Audiopresse stapte Mediahuis uit het kapitaal van RTL België. In de Ierse markt nam Mediahuis afscheid van de krant Irish Daily Star.

Mediahuis zette in 2020 ook nieuwe stappen in haar diversificatiestrategie, gericht op het verbreden van het ontwikkelingspotentieel van de groep. Met de investering in de Nederlandse 'scale-up' Lepaya, specialist in het aanbieden van 'blended soft skill' trainingen, trad Mediahuis toe tot de markt van de 'education technology'. In de Belgische markt gingen Mediahuis, Telenet/SBS, Proximus/Skynet en Pebble Media een uniek partnership aan door samen een nationale reclameregie te creëren. De nieuwe regie is gepland om van start te gaan in het voorjaar van 2021.

(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 990.527 857.942 819.176
EBITDA 172.010 82.064 86.114
Nettoresultaat
(deel groep)
58.592 14.723 28.301
Eigen vermogen
(deel groep)
378.525 324.568 311.475
Netto financiële positie -228.139 -277.897 -161.627

Mediahuis

Mediahuis behaalde in 2020 haar sterkste resultaat ooit, waarbij de groep een omzet realiseerde van 990,5 miljoen euro en een nettoresultaat van 58,6 miljoen euro (2019: 14,7 miljoen euro).

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

• Mediahuis timmert de laatste jaren aan de weg op het gebied van duurzaamheid en wil hierin een voorloper worden. Dat gebeurt aan de hand van drie duurzaamheidspijlers: een sterke en onafhankelijke journalistiek die een positieve impact heeft op mens en maatschappij, het ontwikkelen van talent met versterkte aandacht voor diversiteit en het verkleinen van de ecologische voetafdruk met als doel te evolueren naar een klimaatneutrale en tegen 2035 zelfs klimaatpositieve onderneming.

www.mediahuis.be

Manoj Mani

Vivek Tiwari

Ketan

Jitesh Mathur Sanjeet Singh

MEDIKABAZAAR Malkan

Medikabazaar is het baanbrekende en grootste Indiase b2b-platform voor medische benodigdheden, van geavanceerde medische apparatuur tot medische benodigdheden, met inbegrip van farmaceutische, niet-farmaceutische en dentale producten.

Het in Mumbai gevestigde bedrijf werd in 2015 opgericht door Vivek Tiwari en Ketan Malkan, met als doel de kloof tussen zorgverleners en productleveranciers te overbruggen. Het richt zich op de belangrijkste knelpunten van de Indiase medische sector: betaalbaarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en bewustwording.

In 2020 heeft Medikabazaar veel vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van VIZI, haar SaaS-product met AI/ML ('Artificial Intelligence/Machine Learning') en de eerste voorspellende tool voor inventarisbeheer die lagere aankoopkosten mogelijk maakt. Een ander belangrijk initiatief was de lancering van VPO ('Value Procurement Organisation'). VPO helpt de partnerziekenhuizen om een exclusieve aankoopregeling met Medikabazaar te treffen waarin de onderneming de verantwoordelijkheid voor alle aankoopbehoeften voor de gezondheidszorg overneemt, met een significante operationele efficiëntie en kostenbesparing. Dit wekt veel belangstelling bij de klanten, waaronder enkele vooraanstaande grote en middelgrote ziekenhuizen. Andere innovaties zijn Medikabazaar Freedom, dat flexibele financieringsopties aanbiedt en een specifieke 'online portal' voor dentale producten.

Medikabazaar zette haar sterke en consistente groeitraject in 2020 voort, met een stijging van de bruto-inkomsten van 43 miljoen USD in 2019 naar 114 miljoen USD in 2020. Medikabazaar heeft in de loop van 2020 een EBITDA break-even punt bereikt.

Medikabazaar

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • COVID-19 was een grote uitdaging voor India vanwege de omvang en dichtheid van zijn bevolking en zijn ontoereikende gezondheidsinfrastructuur. Strenge lockdowns leidden tot een volledige verstoring van de logistiek. Medikabazaar versterkte haar capaciteiten voor de toeleveringsketen en de 'last mile' beduidend en liet haar 26 fulfilment- en distributiecentra 7 dagen per week werken. Zo verzekerde het een tijdige aanvoer van essentiële COVID-producten in heel India, zelfs op afgelegen plaatsen.
  • Medikabazaar lanceerde bovendien het COVID Combat Collaboration Platform, dat leveranciers, medische instellingen en sectorexperts samenbracht in de strijd tegen de pandemie en hielp om de testcapaciteit voor COVID-19 op te drijven door in ziekenhuizen testcabines te bouwen. In 2020 leverde Medikabazaar meer dan 10 miljoen maskers en 1 miljoen persoonlijke beschermingssets en installeerde het 500 levensreddende ventilators. Het leidde 2.000 technici, intensivisten en specialisten in kritieke zorg op.
  • Op het vlak van publieke bewustwording startte Medikabazaar verscheidene marketingcampagnes met gezondheids- en veiligheidsboodschappen, samen met Medika Talks, haar platform voor kennisdelen en dialoog.

www.medikabazaar.com

Ludo Haazen

Sam Possemiers

Nigel Horscroft

Christiane Verhaegen

MRM HEALTH

MRM Health is een biotechbedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van innovatieve therapieën op basis van gezonde bacteriën in de darm. Vertrekkende van een nieuwe technologie die toelaat om combinaties van specifieke darmbacteriën te optimaliseren en te produceren, ontwikkelt MRM Health geneesmiddelen rond ontstekingsziekten, neurologische aandoeningen en stofwisselingsziekten.

MRM Health werd begin 2020 opgericht door de Gentse microbioomexpert MRM Technologies, in samenwerking met het onderzoeksinstituut VIB. Hierbij werd 14,25 miljoen euro kapitaal opgehaald, waaronder een investering van 4 miljoen euro door AvH. Bovendien werd in 2020 een eerste strategische samenwerking afgesloten met DuPont Nutrition Biosciences rond de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen stofwisselingsziekten.

De darm wordt bevolkt door een grote populatie van bacteriën (het microbioom). In de afgelopen jaren heeft onderzoek aangetoond dat dit darmmicrobioom een belangrijke regulatorfunctie heeft in het lichaam en dat verstoringen sterk geassocieerd zijn met lokale ziekten in de darm, waaronder inflammatoire darmaandoeningen (IBD), maar ook met aandoeningen in de rest van het lichaam zoals artritis, obesitas en zelfs de ziekte van Parkinson.

MRM Health combineert een aantal innovatieve technologieën bij het ontwikkelen van de microbiële therapeutica. Dit omvat het meest geavanceerde labotoestel dat de spijsvertering en het darmmicrobioom in het labo kan nabootsen (SHIME®). MRM Health heeft ook toegang tot de uitgebreide microbioomexpertise van prof. Jeroen Raes (VIB-KU Leuven) en de knowhow in ontstekingsziekten van prof. Dirk Elewaut (VIB-UGent).

Het bedrijf heeft in 2020 het meest geavanceerde interne programma MH002 voorbereid om in 2021 de eerste keer in patiënten te testen. MH002, een kandidaat geneesmiddel voor inflammatoire darmaandoeningen zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, is een geoptimaliseerd consortium van 6 specifieke bacteriën. MRM Health heeft daarnaast verder gewerkt aan de lopende programma's rond spondyloartritis (reumatische ziekten), de ziekte van Parkinson, stofwisselingsziekten en de ontwikkeling van bepaalde probiotica.

MRM Health

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • MRM Health focust op de verbetering van de gezondheid in de samenleving en plaatst de patiënt centraal bij strategische keuzes.
  • Bij het nastreven van haar strategische groei, het gebruik van innovatieve technologieën en het nemen van beslissingen, hecht MRM Health veel belang aan ethiek, transparantie, duurzaamheid, goed bestuur, maatschappij en milieu.

www.mrmhealth.com

Deelnemingspercentage AvH: 20%

OMP is een leidinggevende onderneming in de snelgroeiende digitale markt van 'supply chain planning' (SCP). OMP implementeert haar toonaangevende Unison Planning™ wereldwijd, onder meer bij Fortune 500-bedrijven.

OMP, opgericht in 1985, telt meer dan 750 werknemers van meer dan 35 nationaliteiten en vestigingen in meer dan 10 landen. OMP staat bekend voor haar sectorkennis en geïntegreerde oplossing. OMP werd in mei 2019 bevestigd als 'Leader' in de 'Magic Quadrant for Sales and Operations Planning Systems of Differentiation' van Gartner, een erkenning die ze al meerdere jaren krijgt.

OMP is een sterk groeiende groep die doorheen het jaar 2019 een omzet van iets meer dan 85 miljoen euro realiseerde. Haar 2019 EBITDA eindigde uiteindelijk op 22,7 miljoen euro, of 26,5%. De groep is conservatief gefinancierd en beschikte eind 2019 over een netto financiële cashpositie van 29,4 miljoen euro en een eigen vermogen van 51,4 miljoen euro.

Aanvankelijk leek de COVID-19 crisis in 2020 het groeiverhaal van OMP te vertragen door de reisbeperkingen. OMP slaagde er evenwel snel in de meeste activiteiten vanop afstand uit te voeren, tot en met het opleveren van projecten. Globaal opererende bedrijven in de chemie-, life sciences- of consumentengoederensectoren herstartten hun projecten of versnelden ze, omdat het nu nog belangrijker is om een goed overzicht te hebben over de volledige logistieke keten. Andere klanten, uit meer traditionele sectoren zoals de metaalnijverheid en de verpakkingsindustrie, reageerden voorzichtiger. Maar ook zij bleven investeren in digital supply chain planning. Bovendien werden nieuwe belangrijke klanten aangetrokken, zelfs al waren er geen traditionele conferenties of beurzen. Dit toont aan dat OMP wendbaar is en flexibel reageert op de nieuwe situatie.

Ondanks al deze uitdagingen werden de pre-COVID-19 doelstellingen overtroffen. Dat was mogelijk door veel aandacht te besteden aan het welbevinden van de medewerkers, die op een totaal andere manier moesten leren omgaan met klanten en met de interne teamwerking. In 2020 bleef OMP verder actief personeel aanwerven en investeren in productontwikkeling. In Brazilië werd een filiaal geopend. Ook in 2021 zal OMP sterk blijven investeren in cloudsoftware en mensen. Het zal sterk inzetten op verdere internationale groei in deze erg veranderlijke en digitale wereld, die onder meer als gevolg van de COVID-19 crisis te maken krijgt met veel onzekerheden in de toeleveringsketens.

AvH heeft in november 2020 een belang van 20% in OMP verworven en werd zo een strategische langetermijninvesteerder, naast de stichters, het management en medewerkers, in deze toonaangevende, wereldwijde speler op het vlak van supply chain planning.

OMP

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • OMP's activiteiten maken de supply chain efficiënter. Voorraadbehoeftes en doorlooptijden worden gereduceerd, wat op energie en grondstoffen bespaart.
  • Teamwerk, een doorgedreven sectorkennis, de wil om te blijven leren, en het inzetten op langetermijnpartnerships vormen de kern van OMP's DNA.

www.omp.com

Deelnemingspercentage AvH: 10% (niet-geconsolideerd)

Martin

Swinnen

Flamant

OncoDNA is actief in theranostica en genomica met een erkende expertise in precisieoncologie. Het bedrijf biedt uitgebreide multiomics analysesoftware aan voor kankerbiomarkers (DNA, RNA en proteïnen) op vaste en liquide biopsieën, naast diensten voor NGS-gegevensinterpretatie, voor oncologen, onderzoeksinstellingen en biofarmaceutische bedrijven overal ter wereld.

OncoDNA heeft in een uitdagend jaar de veerkracht van haar businessmodel bewezen en opnieuw een solide groei gerealiseerd. Na onderhandelingen in de eerste helft van het jaar verwierf het in 2020 in een vriendelijk overnamebod 65,15% van het Franse beursgenoteerde IntegraGen. Zo ontstond een Europese leider in de genomica die toegang biedt tot geavanceerde sequeneringsdiensten.

Om de bovenvermelde diensten met succes te kunnen verstrekken, heeft OncoDNA zich gefocust op het versterken van haar regulatoire conformiteit. Dit resulteerde in de voltooiing van de softwaredocumentatie en de fusie van de platformen OncoSHARE en OncoKDM. Tot slot werd het project voor de migratie naar de cloud gestart, vertrekkend van de ervaring van IntegraGen in dit domein.

Op het vlak van nieuwe producten staat OncoDNA op het punt om de validatie te voltooien van de nieuwe genetische test OncoDeep V7, die compatibel zal zijn met alle sequencers die momenteel in de laboratoria worden gebruikt.

Wat de geografische expansie betreft, zal het in januari 2021 aangekondigde akkoord met HalioDX in Richmond, Virginia (VS) OncoDNA rechtstreeks toegang geven tot een US CLIA gecertificeerd laboratorium. Dit is een belangrijke stap om een wereldwijde servicepartner voor de biofarmabedrijven te worden.

Enkele van de belangrijkste in 2020 gestarte projecten zijn de studie BALLETT (Belgian Approach for Local Laboratory Extensive Tumor Testing), die de tool OncoKDM zal gebruiken voor de evaluatie van de sequenering van grote genenpanels vergeleken met de momenteel terugbetaalde sequeneringsbenaderingen, naast een akkoord met het Dana Farber Cancer Institute (DFCI) in Boston voor het gebruik van de in de cloud gebaseerde MERCURY™-software. Die software wordt toegepast in hun analyse- en rapportageproces voor uit tumoren verkregen sequentiëringsdata.

OncoDNA werd onderscheiden met de Technology Fast 50 Biotech Award 2020 van Deloitte.

OncoDNA

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

• OncoDNA meent dat elke kanker anders is en de oncologen dus over de beste klinische besluitvormingstools moeten beschikken. Zo kunnen ze hun patiënten de beste medicatie voorschrijven, de evolutie van de kanker beter volgen en nagaan hoe de ziekte op de behandeling reageert.

www.oncodna.com

Deelnemingspercentage AvH: 50%

Müller

Christopher Maas

Alicja Ozimek Tobias

Thorsten Peterman

Dieter Schneider

Grego Peters

TELEMOND GROEP

Telemond Groep is een producent van hoogwaardige staalconstructies en modules voor de hijs-, auto- en maritiem-civiele sector.

Telemond Groep boekte in 2020 een sterk resultaat, ondanks zeer uitdagende marktomstandigheden en een daling van de geconsolideerde omzet met 15% naar 84 miljoen euro. De groep werd door de COVID-19 pandemie met een algemene terugval van de vraag op haar eindmarkten geconfronteerd en met beduidende verstoringen van haar toeleveringsketens. Dit leidde tot de tijdelijke sluiting van de fabrieken van klanten in haar segmenten voor auto's en mobiele kranen.

Telemond, dat telescoop- en roosterstructuren voor de kraanindustrie levert, zag haar markt met 25% krimpen als gevolg van de vertraagde activiteit in de bouwsector en de zwakke vraag in de VS, een van de grootste markten voor kranen ter wereld. Dit bracht een van de belangrijkste fabrikanten van mobiele kranen ertoe Chapter 11 aan te vragen. Toch kon Telemond haar marktpositie verdedigen door haar personeelsbestand te verkleinen en haar kostenstructuur verder te stroomlijnen. De fusie in 2019 van de twee bedrijven van de groep die voor de kraansector werken, Teleskop en Montel, leverde eveneens synergieën op. De aanhoudende focus op procesoptimalisatie en automatisering van Telemond en de in de loop van het jaar gerealiseerde kostenverlagingen zullen haar positie als een van de wereldleiders in haar sector versterken.

Henschel Engineering Automotive, een eersterangsleverancier van neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen, werd eveneens zwaar getroffen door de crisis, met in totaal 8 weken sluitingen van autofabrieken in de zomer. De gestroomlijnde kostenstructuur van het bedrijf en het herstel van de verkoop naar ongeveer 80% van de pre-coronavolumes tegen het eind van het

Telemond

jaar leverden Henschel positieve marges op. Henschel focuste in het voorbije jaar op de uitbreiding van haar productaanbod en van haar geografische voetafdruk. Het bedrijf versterkte ook haar verkoop- en R&D-teams om klaar te zijn voor de verkoop van meer innovatieve oplossingen.

Teleyard, de offshoredivisie van de groep, bleef haar organisatie versterken in de aanloop naar de expansie van haar activiteiten naar andere markten. Het bedrijf voerde met succes een eerste contract op de offshore windmarkt uit, een segment met groot potentieel, vooral in Polen, de thuismarkt van Teleyard.

Telemond Groep
(€ 1.000) 2020 2019 2018
Omzet 84.050 98.575 92.327
EBITDA 9.973 12.665 9.195
Nettoresultaat
(deel groep)
6.074 8.194 4.075
Eigen vermogen
(deel groep)
54.451 55.735 52.994
Netto financiële positie -3.516 -9.792 -15.415

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

• Telemond heeft in moeilijke marktomstandigheden een grote veerkracht en flexibiliteit aan de dag gelegd. Gelet op de wereldtrend naar hernieuwbare energie en grootschalige infrastructuurinvesteringen is de groep uitstekend geplaatst voor bijkomende duurzame groei.

www.telemond.be

Deelnemingspercentage AvH: 50%

TURBO'S HOET GROEP

Piet Wauters

Kristof Derudder Gheorghe Chita

Filip Matthijs

Peter Tytgadt

Sergei Tarasiuk

Serge Van Hulle

Bart Dobbels

Georgi Zagorov

Turbo's Hoet Groep (TH) is een toonaangevende Europese vrachtwagendealer en leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Daarnaast is TH ook een van de belangrijkste Europese distributeurs van turbo's voor de aftermarket.

TH Trucks is met 61 vestigingen in 8 landen één van de belangrijkste Daf-dealers wereldwijd en ook dealer van onder meer Iveco, Ford Trucks, Nissan, Fiat Professional, Isuzu, Fuso, Kögel en diverse andere trailermerken. TH Lease is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen en biedt deze diensten ook aan in de andere landen waar TH actief is. TH Turbos is een belangrijke Europese distributeur van Turbo's voor de aftermarket voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen, met eigen vestigingen in 7 landen.

2020 werd zwaar getekend door de COVID-19 pandemie. De Europese vrachtwagenmarkt (+16T) viel met 28% terug, van 325.000 verkochte voertuigen in 2019 tot 233.000 voertuigen. De Oost-Europese markt kende een sterkere terugval dan de West-Europese. Ook TH ontsnapte niet aan de impact van deze algemene macro-economische evolutie en tekende een omzetdaling van 26% op. Een zeer strikt kostenbeleid, onmiddellijk ingevoerd bij de eerste lockdowns en deels mogelijk gemaakt door specifieke overheidssteunmaatregelen, zorgde dat de daling van de EBITDA beperkt werd tot 10%. Wisselkoersverliezen ten belope van 2,8 miljoen euro hadden echter een bijkomende negatieve impact op het nettoresultaat, dat afsloot op 7,2 miljoen euro. De netto financiële schuldpositie werd dankzij een verscherpte focus op werkkapitaal en lagere investeringen met 30 miljoen euro afgebouwd. TH is aldus echt trots op de neergezette resultaten, die eens te meer de weerbaarheid van de groep tijdens crisisperiodes aantonen.

Voor 2021 wordt door de constructeurs een heropleving van de Europese markt (+16T) verwacht naar een niveau van 250.000 à 280.000 voertuigen (+7% à 20%), waardoor TH verwacht haar strategie van duurzame groei in 2021 te kunnen verderzetten.

Turbo's Hoet Groep NV
(€ 1.000 - BGAAP) 2020 2019 2018
Omzet 447.935 602.016 532.647
EBITDA 29.049 32.423 30.837
Nettoresultaat (deel groep) 7.178 9.951 10.136
Eigen vermogen
(deel groep)
118.363 116.476 107.154
Netto financiële positie -106.319 -136.338 -117.468

Turbo's Hoet Groep

PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH

  • TH hecht extreem belang aan duurzaam en ethisch ondernemen met respect voor het individu en de maatschappij als geheel.
  • TH neemt mee het voortouw in een algemene bewustmaking en zoektocht naar milieuvriendelijkere duurzame transportoplossingen. Aldus is TH enkel dealer van constructeurs met eenzelfde visie die ook concreet initiatieven terzake ontplooien. De focus ligt daarbij vooral op lagere brandstofverbruiken en emissies bij de traditionele aandrijflijnen (in hoofdzaak diesel) en de ontwikkeling van alternatieve 'propere' nieuwe aandrijflijnen op basis van elektriciteit, waterstof enz.
  • TH hecht een groot belang aan de ontwikkeling van haar medewerkers en voorziet daarom op permanente wijze opleidingen en vakliteratuur. Maar het engagement gaat verder: middels een specifiek compliance programma wordt ook elke medewerker geëngageerd en gemotiveerd om de doelstellingen met betrekking tot duurzaam en ethisch ondernemen te bewerkstelligen.
  • TH heeft ethisch verantwoord ondernemen als een topprioriteit gesteld. In dit kader werden meerdere initiatieven uitgewerkt en geïmplementeerd.

www.th-group.eu

FINANCIËLE STATEN 2020

YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH

INHOUD

De geconsolideerde jaarrekening van AvH is opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2020, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.

• Resultatenrekening 140
• Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten141
• Balans 142
• Kasstroomoverzicht 144
1. IFRS waarderingsregels 146
2. Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen 152
3. Geassocieerde deelnemingen 157
4. Bedrijfsacquisities en -verkopen 159
5. Activa en passiva bestemd voor verkoop159
6. Segmentinformatie 160
7. Immateriële vaste activa174
8. Goodwill 175
9. Materiële vaste activa 176
10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde 177
11. Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast180
12. Financiële activa 181
13. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten 188
14. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden 190
15. Minderheidsbelangen 191
16. Leasing 193
17. Voorzieningen 194
18. Financiële schulden195
19. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 197
20. Financiële instrumenten 198
21. Belastingen 201
22. Aandelenoptieplannen 202
23. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 203
24. Tewerkstelling204
25. Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk205
26. Pensioenverplichtingen 205
27. Verbonden partijen 207
28. Winst per aandeel 209
29. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden 209
30. Belangrijke feiten na balansdatum210
31. Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening211
• Enkelvoudige jaarrekening 222
• Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening 226

RESULTATENREKENING

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019
Bedrijfsopbrengsten 3.910.250 4.270.398
Verrichting van diensten 95.880 89.270
Vastgoedopbrengsten 10 226.468 218.778
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 102.803 101.513
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 77.857 69.723
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 14 3.264.108 3.695.290
Overige bedrijfsopbrengsten 143.134 95.824
Exploitatielasten (-) -3.773.047 -3.974.839
Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) 25 -2.532.009 -2.764.828
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -22.710 -24.597
Personeelslasten (-) 24 -816.589 -809.938
Afschrijvingen (-) -350.772 -342.950
Bijzondere waardeverminderingen (-) -9.592 -27.225
Overige exploitatielasten (-) -39.797 -39.818
Voorzieningen 17 -1.579 34.516
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -3.805 23.531
Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 12 -35.201 18.182
Vastgoedbeleggingen 10 31.396 5.348
Winst (verlies) op de overdracht van activa 90.666 121.899
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 12.172 6.379
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 2.211 -308
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 75.837 113.216
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 446 2.613
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 224.063 440.989
Financieel resultaat -73.718 -19.386
Renteopbrengsten 13.737 20.708
Rentelasten (-) 18 -39.576 -35.333
(Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten -16.698 2.969
Overige financiële opbrengsten (kosten) -31.182 -7.730
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 20 -5.242 -5.370
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 179.253 154.952
Overige niet-exploitatiebaten 0 4.442
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627
Winstbelastingen 21 -46.742 -61.756
Uitgestelde belastingen 44.693 12.537
Belastingen -91.435 -74.292
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 277.614 513.871
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 277.614 513.871
Aandeel van het minderheidsbelang 15 47.823 118.971
Aandeel van de groep 229.791 394.900
Winst per aandeel (€) 2019
1. Gewone winst (verlies) per aandeel
1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 6,93 11,92
1.2. Uit de voortgezette activiteiten 6,93 11,92
2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel
2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 6,93 11,89
2.2. Uit de voortgezette activiteiten 6,93 11,89

De presentatie van de resultatenrekening werd beperkt herzien om beter in lijn te brengen met de IFRS-taxonomie (in het kader van de xbrl-tagging). In Toelichting 31 Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening vindt u een volledige reconciliatie. De gewijzigde presentatie heeft geen impact op de nettowinst, noch wijzigt ze fundamenteel de structuur van de resultatenrekening. We verwijzen naar de Toelichting 6 Segmentinformatie voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.

STAAT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN

Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes

Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes

Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.

Als gevolg van de toepassing sinds 2018 van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa sinds die datum balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de

Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Leasinvest Real Estate en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de marktinterestvoeten is de marktwaarde van deze indekkingen

tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019 Winst (verlies) van het boekjaar 277.614 513.871 Aandeel van het minderheidsbelang 15 47.823 118.971 Aandeel van de groep 229.791 394.900

Niet-gerealiseerde resultaten -44.382 -51.862

Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 12 5.333 3.446 Belastingen 21 -1.330 -1.019

Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve 20 6.543 -55.846 Belastingen 21 1.241 7.413

Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen -50.418 7.088

Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 12 7 -292 Belastingen 21 -2 86

Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen 26 -7.510 -16.756 Belastingen 21 1.754 4.019

Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 233.232 462.009 Aandeel van het minderheidsbelang 15 51.741 97.392 Aandeel van de groep 181.491 364.618

4.003 2.426

7.783 -48.434

5 -205

-5.756 -12.737

negatief geëvolueerd en is de niet-gerealiseerde minderwaarde op de indekkingen in 2020 verder toegenomen. Dat er toch een positieve netto-wijziging van 7,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) wordt genoteerd, vloeit voort uit beëindigen van een deel van haar indekkingen door Leasinvest Real Estate. Dat heeft tot gevolg dat het verlies op die indekkingsinstrumenten van 20,3 miljoen euro ten laste van de resultatenrekening van het jaar 2020 werd gebracht. Indien die indekkingen niet verbroken waren geweest, zou de (negatieve) evolutie van de marktwaarde daarvan in de niet-gerealiseerde resultaten zijn verwerkt.

Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2020 is de waarde van de euro gestegen in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in negatieve omrekeningsverschillen van 50,4 miljoen

Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de

euro (inclusief aandeel van derden).

niet-gerealiseerde resultaten verwerkt.

STAAT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019
Winst (verlies) van het boekjaar
Aandeel van het minderheidsbelang 15 277.614
47.823
513.871
118.971
Aandeel van de groep 229.791 394.900
Niet-gerealiseerde resultaten -44.382 -51.862
Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes
Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI)
Belastingen
12
21
5.333
-1.330
3.446
-1.019
4.003 2.426
Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve 20 6.543 -55.846
Belastingen 21 1.241 7.413
7.783 -48.434
Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen -50.418 7.088
Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes
Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 12 7 -292
Belastingen 21 -2 86
5 -205
Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen 26 -7.510 -16.756
Belastingen 21 1.754 4.019
-5.756 -12.737
Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 233.232 462.009
Aandeel van het minderheidsbelang 15 51.741 97.392
Aandeel van de groep 181.491 364.618

Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.

Als gevolg van de toepassing sinds 2018 van de nieuwe boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa sinds die datum balansmatig opgesplitst in 3 categorieën. De toepassing van deze nieuwe regel heeft ook voor gevolg dat, vanaf 2018, schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa worden opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.

Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Leasinvest Real Estate en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de marktinterestvoeten is de marktwaarde van deze indekkingen negatief geëvolueerd en is de niet-gerealiseerde minderwaarde op de indekkingen in 2020 verder toegenomen. Dat er toch een positieve netto-wijziging van 7,8 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) wordt genoteerd, vloeit voort uit beëindigen van een deel van haar indekkingen door Leasinvest Real Estate. Dat heeft tot gevolg dat het verlies op die indekkingsinstrumenten van 20,3 miljoen euro ten laste van de resultatenrekening van het jaar 2020 werd gebracht. Indien die indekkingen niet verbroken waren geweest, zou de (negatieve) evolutie van de marktwaarde daarvan in de niet-gerealiseerde resultaten zijn verwerkt.

Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2020 is de waarde van de euro gestegen in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in negatieve omrekeningsverschillen van 50,4 miljoen euro (inclusief aandeel van derden).

Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19 boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt.

BALANS - ACTIVA

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019
I. Vaste activa 10.952.870 10.478.704
Immateriële vaste activa 7 147.762 126.902
Goodwill 8 325.937 331.550
Materiële vaste activa 9 2.825.552 2.909.167
Terreinen en gebouwen 415.415 403.032
Installaties, machines en uitrusting 1.835.423 1.899.461
Meubilair en rollend materieel 53.525 53.457
Overige materiële vaste activa 4.736 5.245
Activa in aanbouw 516.454 547.971
Vastgoedbeleggingen 10 1.414.057 1.336.093
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 1.456.070 1.202.477
Financiële vaste activa 12 260.413 287.576
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 131.391 154.418
Vorderingen en borgtochten 129.022 133.158
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 3.279 1.213
Uitgestelde belastingvorderingen 21 140.439 111.004
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar 13 4.379.362 4.172.722
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 4.327.706 4.134.167
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 51.656 38.555
II. Vlottende activa
5.274.000 4.782.119
Voorraden 14 382.451 423.429
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 14 400.034 328.441
Geldbeleggingen 12 546.322 476.513
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 51.155 55.717
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 474.991 420.628
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 173 168
Financiële activa - at amortised cost 20.003 0
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 8.399 911
Vorderingen op ten hoogste één jaar 12 765.168 909.138
Handelsvorderingen 616.808 744.679
Overige vorderingen 148.361 164.458
Terug te vorderen belastingen 21 34.554 25.927
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar 13 2.242.735 1.694.553
Banken - interbancaire vorderingen 163.712 141.306
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 1.086.948 1.098.483
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 269 44
Banken - tegoeden centrale banken 991.806 454.720
Geldmiddelen en kasequivalenten 842.408 887.985
Overlopende rekeningen 51.930 35.221
III. Activa bestemd voor verkoop 5 1.874 40.724
Totaal der activa 16.228.744 15.301.547

De presentatie van de geconsolideerde balans werd herzien om ze beter in lijn te brengen met de IFRS-taxonomie (in het kader van de xbrl-tagging) en met de balanspresentatie van bepaalde filialen (vnl. Bank J.Van Breda & C°). Het betreft enkel herclasseringen/groeperingen zonder impact op het balanstotaal. In Toelichting 31 Herziene presentatie van de balans en resultatenrekening is een volledige reconciliatie opgenomen.

De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen in de Toelichting 6. Segmentinformatie. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale

consolidatie van Bank J.Van Breda & C° (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank J.Van Breda & C° draagt 7.211,4 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 16.228,7 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is zoals blijkt uit de Common Equity Tier 1-ratio van 14,7%, zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank J.Van Breda & C° in de geconsolideerde balans samengevat.

BALANS - EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019 I. Totaal eigen vermogen 4.782.169 4.681.834 Eigen vermogen - deel groep 3.562.038 3.456.109 Geplaatst kapitaal 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 2.295 2.295 Agio 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 3.592.273 3.439.322 Herwaarderingsreserves -112.772 -64.472 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 6.614 3.469 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 45 41 Afdekkingsreserve -46.080 -43.889 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -27.236 -23.019 Omrekeningsverschillen -46.115 -1.074 Ingekochte eigen aandelen (-) 22 -31.370 -32.648 Minderheidsbelang 15 1.220.131 1.225.725 II. Langlopende verplichtingen 3.414.785 3.100.095 Voorzieningen 17 46.175 45.541 Pensioenverplichtingen 26 83.250 75.990 Uitgestelde belastingverplichtingen 21 159.777 164.694 Financiële schulden 18 1.869.486 1.906.344 Leningen van banken 1.395.608 1.466.076 Obligatieleningen 241.934 204.152 Achtergestelde leningen 44.680 37.422 Leasingschulden 138.093 151.984 Overige financiële schulden 49.170 46.710 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 97.324 96.874 Overige schulden 52.713 31.429 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 1.106.061 779.224 Banken - deposito's van kredietinstellingen 298.417 0 Banken - deposito's van klanten 767.701 739.301 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 39.943 39.923 III. Kortlopende verplichtingen 8.031.790 7.519.619 Voorzieningen 17 38.083 37.701 Pensioenverplichtingen 26 342 331 Financiële schulden 18 689.864 625.560 Leningen van banken 319.771 279.208 Obligatieleningen 0 49.969 Achtergestelde leningen 20.974 13.216 Leasingschulden 33.939 42.707 Overige financiële schulden 315.181 240.460 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 8.914 10.563 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 14 309.192 295.849 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.454.021 1.452.872 Handelsschulden 1.092.826 1.140.174 Ontvangen vooruitbetalingen 60.643 40.426 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 207.031 197.967 Overige schulden 93.521 74.306 Te betalen belastingen 21 94.895 59.441 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 5.378.292 4.936.693 Banken - deposito's van kredietinstellingen 28.875 27.825 Banken - deposito's van klanten 5.139.401 4.667.248 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 210.016 241.620 Overlopende rekeningen 58.187 100.608 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 5 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 16.228.744 15.301.547

BALANS - EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN

(€ 1.000) Toelichting 2020 2019
I. Totaal eigen vermogen 4.782.169 4.681.834
Eigen vermogen - deel groep 3.562.038 3.456.109
Geplaatst kapitaal 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 2.295 2.295
Agio
Geconsolideerde reserves
111.612 111.612
Herwaarderingsreserves 3.592.273 3.439.322
-112.772 -64.472
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 6.614 3.469
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 45 41
Afdekkingsreserve -46.080 -43.889
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -27.236 -23.019
Omrekeningsverschillen -46.115 -1.074
Ingekochte eigen aandelen (-) 22 -31.370 -32.648
Minderheidsbelang 15 1.220.131 1.225.725
II. Langlopende verplichtingen 3.414.785 3.100.095
Voorzieningen 17 46.175 45.541
Pensioenverplichtingen 26 83.250 75.990
Uitgestelde belastingverplichtingen 21 159.777 164.694
Financiële schulden 18 1.869.486 1.906.344
Leningen van banken 1.395.608 1.466.076
Obligatieleningen 241.934 204.152
Achtergestelde leningen 44.680 37.422
Leasingschulden 138.093 151.984
Overige financiële schulden 49.170 46.710
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 97.324 96.874
Overige schulden 52.713 31.429
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 1.106.061 779.224
Banken - deposito's van kredietinstellingen 298.417 0
Banken - deposito's van klanten 767.701 739.301
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 39.943 39.923
III. Kortlopende verplichtingen 8.031.790 7.519.619
Voorzieningen 17 38.083 37.701
Pensioenverplichtingen 26 342 331
Financiële schulden 18 689.864 625.560
Leningen van banken 319.771 279.208
Obligatieleningen 0 49.969
Achtergestelde leningen 20.974 13.216
Leasingschulden 33.939 42.707
Overige financiële schulden
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 315.181 240.460
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 20 8.914 10.563
14 309.192 295.849
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.454.021 1.452.872
Handelsschulden 1.092.826 1.140.174
Ontvangen vooruitbetalingen 60.643 40.426
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 207.031 197.967
Overige schulden 93.521 74.306
Te betalen belastingen 21 94.895 59.441
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 5.378.292 4.936.693
Banken - deposito's van kredietinstellingen 28.875 27.825
Banken - deposito's van klanten 5.139.401 4.667.248
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 210.016 241.620
Overlopende rekeningen 58.187 100.608
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 5 0 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 16.228.744 15.301.547

KASSTROOMOVERZICHT (INDIRECTE METHODE)

(€ 1.000)
2020
2019
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans
887.985
513.588
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
224.063
440.989
Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen
-90.666
-121.899
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast
38.042
62.192
Overige niet-exploitatiebaten (lasten)
0
4.442
Winstbelastingen (betaald)
-70.441
-69.274
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen
350.772
342.950
Bijzondere waardeverminderingen
9.652
28.628
Aandelenoptieplannen
-2.566
-144
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening
3.805
-23.531
(Afname) toename van voorzieningen
2.142
-35.823
Andere niet-kaskosten (opbrengsten)
3.711
-2.425
Cashflow
468.514
626.104
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal
118.570
-41.361
Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten
68.001
-123.584
Afname (toename) van vorderingen
97.678
211.038
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken)
-746.754
-530.741
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden)
-85.915
-95.940
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken)
769.629
507.257
Afname (toename) overige
15.931
-9.392
Operationele cashflow
587.084
584.743
Investeringen
-780.577
-1.040.894
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa
-236.598
-503.154
Investering in vastgoedbeleggingen
-46.388
-212.713
Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities)
-240.476
-76.049
Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities
2.274
38.212
Nieuwe leningen toegestaan
-15.849
-22.315
Verwerving van geldbeleggingen
-243.539
-264.875
Desinvesteringen
385.295
625.524
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa
21.071
14.456
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen
35.404
42.350
Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen)
141.357
202.698
Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen
0
-26.483
Terugbetaalde leningen
10.240
96.889
Overdracht van geldbeleggingen
177.223
295.615
Investeringscashflow
-395.282
-415.370
Financiële operaties
Dividenden
7.838
6.547
Ontvangen interesten
11.654
18.708
Betaalde interesten
-39.313
-43.749
Diverse financiële opbrengsten (lasten)
-54.864
-11.095
Afname (toename) van eigen aandelen
-1.635
-6.108
(Afname) toename van financiële schulden
-23.515
389.404
(Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties
-17.830
-7.478
Winstverdeling
-76.813
-76.741
Dividenden uitgekeerd aan derden
-36.234
-65.960
Financieringscashflow
-230.712
203.529
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten
-38.910
372.902
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten
-6.667
1.496
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans
842.408
887.985

MUTATIEOVERZICHT VAN HET GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

Geconsolideerde

reserves

Obligaties -

Fair value through

OCI (FVOCI)

Aandelen -

Fair value through

OCI (FVOCI)

Beginsaldo, 1 januari 2019 113.907 3.124.841 1.568 228 -13.528 -14.997 -7.462 -28.112 3.176.446 1.181.549 4.357.994 Winst 394.900 394.900 118.971 513.871 Niet-gerealiseerde resultaten 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 -30.282 -21.580 -51.862

gerealiseerde resultaten 0 394.900 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 0 364.618 97.392 462.009 Uitkering dividend -76.741 -76.741 -65.960 -142.702

aandelen -4.537 -4.537 -4.537

datiekring / Belangen %) -3.678 -3.678 12.745 9.067 Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834

Afdekkingsreserves

Actuariële winsten

(verliezen) te bereiken

doel-pensioenplannen

Omrekeningsverschillen

Ingekochte eigen

aandelen

Eigen vermogen - deel

groep

Minderheids

belang

Totaal eigen vermogen

Aandelenkapitaal &

Aandelenkapitaal &

Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de

In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend

AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening

"Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".

agio

Geconsolideerde

reserves

Obligaties -

Fair value through

OCI (FVOCI)

Aandelen -

Fair value through

OCI (FVOCI)

Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834 Impact wijzigingen IFRS 0 0 Beginsaldo, 1 januari 2020 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834 Winst 229.791 229.791 47.823 277.614 Niet-gerealiseerde resultaten 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 -48.300 3.918 -44.382

gerealiseerde resultaten 0 229.791 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 0 181.491 51.741 233.232 Uitkering dividend -76.813 -76.813 -36.234 -113.047

aandelen 1.278 1.278 1.278

datiekring / Belangen %) -27 -27 -21.100 -21.128 Eindsaldo, 31 december 2020 113.907 3.592.273 6.614 45 -46.080 -27.236 -46.115 -31.370 3.562.038 1.220.131 4.782.169

Afdekkingsreserves

Actuariële winsten

(verliezen) te bereiken

doel-pensioenplannen

Omrekeningsverschillen

Ingekochte eigen

aandelen

van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.

De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH (vnl. het hoger belang in CFE). Voor

Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer

meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.

aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.

Eigen vermogen - deel

groep

Minderheids

belang

Totaal eigen vermogen

agio

(€ 1.000)

Totaal gerealiseerde en niet-

Verrichtingen met ingekochte eigen

Andere (vnl. wijzigingen consoli-

Totaal gerealiseerde en niet-

Verrichtingen met ingekochte eigen

uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.

eigen aandelen.

Andere (vnl. wijzigingen consoli-

(€ 1.000)

MUTATIEOVERZICHT VAN HET GECONSOLIDEERD EIGEN VERMOGEN

(€ 1.000)
Aandelenkapitaal &
agio
Geconsolideerde
reserves
Fair value through
Obligaties -
OCI (FVOCI)
Fair value through
OCI (FVOCI)
Aandelen -
Afdekkingsreserves (verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Actuariële winsten
Omrekeningsverschillen Ingekochte eigen
aandelen
Eigen vermogen - deel
groep
Minderheids
belang
Totaal eigen vermogen
Beginsaldo, 1 januari 2019 113.907 3.124.841 1.568 228 -13.528 -14.997 -7.462 -28.112 3.176.446 1.181.549 4.357.994
Winst 394.900 394.900 118.971 513.871
Niet-gerealiseerde resultaten 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 -30.282 -21.580 -51.862
Totaal gerealiseerde en niet
gerealiseerde resultaten
0 394.900 1.901 -187 -30.360 -8.023 6.388 0 364.618 97.392 462.009
Uitkering dividend -76.741 -76.741 -65.960 -142.702
Verrichtingen met ingekochte eigen
aandelen
-4.537 -4.537 -4.537
Andere (vnl. wijzigingen consoli
datiekring / Belangen %)
-3.678 -3.678 12.745 9.067
Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834
(€ 1.000)
Aandelenkapitaal &
agio
Geconsolideerde
reserves
Fair value through
OCI (FVOCI)
Obligaties -
Fair value through
OCI (FVOCI)
Aandelen -
Afdekkingsreserves (verliezen) te bereiken
doel-pensioenplannen
Actuariële winsten
Omrekeningsverschillen Ingekochte eigen
aandelen
Eigen vermogen - deel
groep
Minderheids
belang
Totaal eigen vermogen
Eindsaldo, 31 december 2019 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834
Impact wijzigingen IFRS 0 0
Beginsaldo, 1 januari 2020 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834
Winst 229.791 229.791 47.823 277.614
Niet-gerealiseerde resultaten 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 -48.300 3.918 -44.382
Totaal gerealiseerde en niet
gerealiseerde resultaten
0 229.791 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 0 181.491 51.741 233.232
Uitkering dividend -76.813 -76.813 -36.234 -113.047
Verrichtingen met ingekochte eigen
aandelen
1.278 1.278 1.278
Andere (vnl. wijzigingen consoli
datiekring / Belangen %)
-27 -27 -21.100 -21.128

Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de "Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".

In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.

AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.

De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH (vnl. het hoger belang in CFE). Voor meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.

Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.

TOELICHTING 1: IFRS WAARDERINGSREGELS

1. Conformiteitsverklaring

De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2020, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.

Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties

Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2020 toegepast.

  • Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening en IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten - Definitie van materieel, van toepassing per 1 januari 2020
  • Wijzigingen aan IFRS 3 Bedrijfscombinaties Definitie van een bedrijfscombinatie, van toepassing per 1 januari 2020
  • Wijzigingen aan het Conceptueel raamwerk Aanpassingen aan de referenties binnen het conceptueel raamwerk van de IFRS-standaarden, van toepassing per 1 januari 2020
  • Interest Rate Benchmark Reform Wijzigingen aan IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7

De toepassing van de nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties heeft geen significante impact op de financiële staten van de groep. De wijziging aan IFRS 16 Leases werd niet toegepast.

2. Voornaamste assumpties en schattingen

Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen, worden schattingen verricht en assumpties geformuleerd die een invloed hebben op de bedragen opgenomen in die jaarrekening, met name wat betreft:

  • de afschrijvingsperiode van de vaste activa;
  • de waardering van de voorzieningen en de pensioenverplichtingen;
  • de waardering van het resultaat volgens de vooruitgang van de onderhanden projecten in opdracht van derden;
  • de schattingen gebruikt in impairment testen;
  • de waardering van vastgoedbeleggingen en financiële instrumenten tegen reële waarde;
  • de beoordeling van controle op vennootschappen;
  • de kwalificatie bij de overname van een bedrijf, als bedrijfsacquisitie of als verwerving van activa;
  • de assumpties gebruikt bij de bepaling van de financiële verplichting in overeenstemming met IFRS 16.

Deze schattingen gaan ervan uit dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten gewaarborgd is en worden gemaakt op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie. De schattingen kunnen herzien worden wanneer de omstandigheden waarop ze gebaseerd zijn evolueren of wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt. De actuele resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.

3. Consolidatieprincipes

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.

3.1 Dochterondernemingen

Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.

De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS-waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.

Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en 8. Leasing

actief dient te omvatten.

rekenen.

oefenen.

8.1 Administratieve verwerking door de leasinggever

Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het

Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te

In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, alsmede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasingnemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 vervangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de

Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te

De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook

De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van

In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep

leaseovereenkomsten van korte duur, d.w.z. overeenkomsten met een looptijd

leaseovereenkomsten waarbij het onderliggende actief een lage waarde heeft;

De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het

De leasebetalingen worden gedisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. Indien die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat doorgaans het geval is voor leaseovereenkomsten in de groep, heeft de leasingnemer op basis van een beoordeling zijn marginale rentevoet bepaald, zijnde de rentevoet die de individuele leasingnemer zou betalen om het bedrag te lenen dat nodig is voor het verkrijgen van het actief in een vergelijkbare economische omgeving, met dezelfde bepalingen, zekerheid en

Bij het bepalen van de leaseperiode houdt het management rekening met alle feiten die een impact hebben op het al dan niet uitoefenen van een verlengingsoptie (of het niet uitoefenen van een beëindigingsoptie). Verlengingsopties (of perioden na beëindigingsopties) worden alleen in de

ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:

aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.

8.2 Administratieve verwerking door de leasingnemer

juridische vorm van een leaseovereenkomst'.

leaseovereenkomsten in te schatten.

van minder dan één jaar;

immateriële vaste activa.

voorwaarden.

gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:

Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde

Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele

Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere

Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis

De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische

Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun

Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa

Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over

7. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het

De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen

Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de

resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.

zijn bedrijfswaarde.

deelneming op het moment van de overname.

waardevermindering voordoen.

waardeverminderingen.

levenscyclus van het schip.

activering justifieert.

beschikbaar zijn voor gebruik.

de gebruiksduur van het actief.

actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.

6. Materiële vaste activa

geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.

5. Goodwill

3.2 Gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen

Gemeenschappelijke dochterondernemingen

Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere medeaandeelhouders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.

Geassocieerde deelnemingen

Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.

Vermogensmutatiemethode

Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.

4. Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.

Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.

Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.

Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.

Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.

De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt:

  • Erkenningen en exploitatievergunningen die verworven zijn op het moment van overname worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde.
  • Uitvoerbare bouwvergunningen die verworven zijn op het moment van overname worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de mogelijke netto-capaciteitsuitbreiding.
  • Deze erkenningen en voorafgaande vergunningen worden opgenomen onder de rubriek immateriële vaste activa. Het bedrag dat toegewezen wordt aan uitvoerbare bouwvergunningen wordt afgeschreven over een periode van 33 jaar. Indien er een erfpacht afgesloten wordt, dan is de afschrijvingsduur gelijk aan de duur van de erfpacht. De afschrijving start zodra de bouw voorlopig opgeleverd en uitgebaat wordt. Exploitatievergunningen worden niet afgeschreven daar zij in principe een onbeperkte levensduur hebben.

Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde.

5. Goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname.

Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.

6. Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.

Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.

De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische levenscyclus van het schip.

Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.

Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.

Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.

7. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.

Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.

8. Leasing

8.1 Administratieve verwerking door de leasinggever

Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het actief dient te omvatten.

Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te rekenen.

8.2 Administratieve verwerking door de leasingnemer

In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, alsmede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasingnemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 vervangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst'.

Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.

De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.

De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van leaseovereenkomsten in te schatten.

In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:

  • leaseovereenkomsten van korte duur, d.w.z. overeenkomsten met een looptijd van minder dan één jaar;
  • leaseovereenkomsten waarbij het onderliggende actief een lage waarde heeft;
  • immateriële vaste activa.

De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:

  • De leasebetalingen worden gedisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. Indien die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat doorgaans het geval is voor leaseovereenkomsten in de groep, heeft de leasingnemer op basis van een beoordeling zijn marginale rentevoet bepaald, zijnde de rentevoet die de individuele leasingnemer zou betalen om het bedrag te lenen dat nodig is voor het verkrijgen van het actief in een vergelijkbare economische omgeving, met dezelfde bepalingen, zekerheid en voorwaarden.
  • Bij het bepalen van de leaseperiode houdt het management rekening met alle feiten die een impact hebben op het al dan niet uitoefenen van een verlengingsoptie (of het niet uitoefenen van een beëindigingsoptie). Verlengingsopties (of perioden na beëindigingsopties) worden alleen in de

leaseperiode opgenomen als het redelijk zeker is dat de leaseovereenkomst zal worden verlengd (of niet zal worden beëindigd).

9. Vastgoedbeleggingen - verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen

De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik, als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).

De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.

10. Financiële instrumenten

10.1 Opname op en verwijdering van de balans

  • Financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als de Groep partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden verwerkt op de afwikkelingsdatum.
  • Een financieel actief wordt van de balans verwijderd wanneer de contractuele rechten op de kasstromen ervan aflopen of die rechten worden overgedragen en de Groep ook alle bijhorende risico's en voordelen van eigendom van het financieel actief overdraagt.
  • Een financiële verplichting wordt van de balans verwijderd wanneer de contractueel vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, of afloopt.

10.2 Classificatie en waardering van financiële activa

Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is.

Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit.

Classificatie en waardering van schuldinstrumenten

De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest). Er wordt ook nagegaan hoe deze kasstromen kaderen binnen het business model van de repectievelijke entiteit.

Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:

  • i. gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (AC): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC-model (Held-to-collect). Bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving ervan. Vervolgens wordt de effectieve rentemethode toegepast waarbij het verschil tussen de waardering bij eerste opname en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening wordt geboekt op basis van de effectieve rentevoet.
  • ii. gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC&S-model (Held-to-collect & sell).

Bij verkoop worden de gecumuleerde waardeveranderingen overgeboekt naar de winst- en verliesrekening.

iii. gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL): schuldinstrumenten waarvoor de SPPI-test faalt en/of die niet worden aangehouden onder een HTC of HTC&S-model moeten verplicht op deze manier worden gewaardeerd.

de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn,

PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door

'Loss Given Default' (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGD bedrag wordt bekomen uit de 'exposure at default' en de in pand genomen

'Survival Probability' is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De 'Survival Probability' wordt berekend aan de hand van: - de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere

  • de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge

  • 'Effective Interest Rate' (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verliezen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractuele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet

Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:

een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest-

het toestaan door de Bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de

het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering

voor obligaties, het wegvallen van een actieve markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte

objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis vastgesteld worden, of die wijzen op een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep, of op nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners. Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde

De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte

11. Voorraden / onderhanden projecten in opdracht

worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.

Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen

Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van

Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding

ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille.

van volledig vervroegde terugbetaling.

wordt de meest recente 'fixing' gebruikt.

belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener;

van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen;

van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

en/of kapitaalaflossingen;

ontlener zou toestaan;

toekomstige kasstromen).

van derden

12. Kapitaal en reserves

het kapitaal gebracht.

zal gaan;

waarborgen.

default, en

Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen,

10.6 Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa

Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte

schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van

  • Stage 1: performante activa, waarvoor op het moment van eerste opname een '1 year expected credit loss' wordt aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen

  • Stage 2: 'underperforming' activa waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt aangelegd zodra een significante stijging in kredietrisico wordt

  • Stage 3: voor niet-performante activa wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare

Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor

in mindering van de bruto boekwaarde van financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. leasingvorderingen); als een voorziening in niet-gerealiseerde resultaten (OCI) voor schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van

als een voorziening onder de verplichtingen voor engagementen uit

De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische

Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2

Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de

Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen

verplichtingen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten. bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden

voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling;

worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.

kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor: financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs;

waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten; vorderingen uit financiële leaseovereenkomsten;

de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):

vastgesteld sinds de eerste opname;

verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:

waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten;

leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.

verwachtingen mee in rekening te nemen.

plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.

voorzienbare toekomst.

en volgende modelparameters:

waarde.

10.5 Kas en kasequivalenten

Los van deze beoordelingen kan er bij aanvang onherroepelijk voor gekozen worden om het financieel actief op te nemen aan FVPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.

Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).

Classificatie en waardering van eigenvermogensinstrumenten

Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).

Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de Groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.

Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.

10.3 Classificatie en waardering van financiële verplichtingen

Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:

  • gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL):
    • wanneer de financiële verplichting wordt aangehouden voor handelsdoeleinden;
    • wanneer de Groep kiest voor deze methode (fair value option, specifiek Bank J.Van Breda & C°)
  • gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, verminderd met de transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte ervan.

10.4 Afgeleide instrumenten

De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.

Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.

De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IFRS 9, met uitzondering van macro hedge accounting waarvoor IAS 39 toegepast wordt.

Kasstroom-indekkingen

De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.

Reële-waarde-indekkingen

Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

10.5 Kas en kasequivalenten

Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.

10.6 Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa

Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:

  • financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs;
  • schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten;
  • vorderingen uit financiële leaseovereenkomsten;
  • verplichtingen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.
  • bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
    • Stage 1: performante activa, waarvoor op het moment van eerste opname een '1 year expected credit loss' wordt aangelegd op basis van de waarschijnlijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling;
    • Stage 2: 'underperforming' activa waarvoor een 'lifetime expected credit loss' wordt aangelegd zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastgesteld sinds de eerste opname;
  • Stage 3: voor niet-performante activa wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:

  • in mindering van de bruto boekwaarde van financiële activa die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. leasingvorderingen);
  • als een voorziening in niet-gerealiseerde resultaten (OCI) voor schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten;
  • als een voorziening onder de verplichtingen voor engagementen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten.

De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.

Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.

Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.

Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:

  • PD staat voor 'Probability of Default' of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille.
  • 'Loss Given Default' (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGD bedrag wordt bekomen uit de 'exposure at default' en de in pand genomen waarborgen.
  • 'Survival Probability' is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De 'Survival Probability' wordt berekend aan de hand van:
    • de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere default, en
    • de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge van volledig vervroegde terugbetaling.
    • 'Effective Interest Rate' (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verliezen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractuele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet wordt de meest recente 'fixing' gebruikt.

Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:

  • belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener;
  • een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intresten/of kapitaalaflossingen;
  • het toestaan door de Bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de ontlener zou toestaan;
  • het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan;
  • voor obligaties, het wegvallen van een actieve markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen;
  • objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis vastgesteld worden, of die wijzen op een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep, of op nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners.

Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.

De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:

  • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en
  • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige kasstromen).

11. Voorraden / onderhanden projecten in opdracht van derden

Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.

12. Kapitaal en reserves

Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.

Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding

tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.

13. Omrekeningsverschillen

Enkelvoudige jaarrekeningen

Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.

Geconsolideerde rekeningen

Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.

14. Voorzieningen

Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.

Herstructurering

Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.

Garanties

Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.

15. Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen

Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien de impact van materieel belang is.

16. Belastingen

De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen, overdraagbare fiscale verliezen en belastingskredieten.

Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:

  • behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst;
  • behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden.

Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.

toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in

Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat

Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling

Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of

De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn

Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een

De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten

  1. Marine Engineering & Contracting met DEME, één van de grootste baggerbedrijven ter wereld, CFE, een bouwgroep met hoofdkantoor in België,

2.Private Banking met Delen Private Bank, één van de grootste onafhankelijke privé-vermogensbeheerders in België en vermogensbeheerder JM Finn in het VK en Bank J.Van Breda & C°, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen

3.Real Estate & Senior Care met Leasinvest Real Estate, een beursgenoteerde vastgoedvennootschap, Extensa Group, een belangrijke gronden- en vastgoedontwikkelaar en Anima Care, actief in de zorg- en gezondheidssector.

  1. Energy & Resources, SIPEF, een agro-industriële groep in tropische landbouw,

  2. AvH & Growth Capital met AvH Growth Capital en GIB en hun

De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt

het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.

wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.

19. Beëindigde bedrijfsactiviteiten

20. Gebeurtenissen na balansdatum

reële waarde minus de verkoopkosten).

belangrijke impact kunnen hebben.

21. Winst per aandeel

22. Segmentinformatie

Rent-A-Port en Green Offshore.

Verdant Bioscience en Sagar Cements.

in overeenstemming met IFRS 8.

respectievelijke Growth Capital participaties.

in België.

en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.

AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:

overeenstemming is met de huidige praktijk.

te ontvangen is vastgesteld.

Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.

Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een

De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna

Het identificeren van de afzonderlijke prestatieverplichtingen in een

Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen

Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar

De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs

Toewijzing van de transactieprijs aan prestatieverplichtingen in

De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een

Vervulling van de prestatieverplichtingen en erkenning van de

Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor

Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend

Methode voor de meting van de vervulling van de

Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van

Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De

Bepaling van de transactieprijs van het contract

afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.

volgens de 'percentage of completion'-methode.

derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.

prestatieverplichtingen en de erkenning van opbrengst

resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.

contractverplichting opgenomen.

beschreven criteria.

contract met een klant

worden toegerekend.

moet worden opgenomen.

contracten met klanten

reeds verrichte prestaties.

opbrengst

Andere

is.

17. Personeelsbeloningen

De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.

Pensioenplannen

Plannen met vaste bijdrage ('Defined Contribution Plans')

Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 (Revised) te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.

Te bereiken doel plannen ('Defined Benefit Plans')

De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen. De kosten van de te bereiken doel-pensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.

Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.

De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.

Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doelpensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.

Personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogeninstrumenten

Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.

De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.

18. Erkenning van opbrengsten (IFRS 15)

De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.

Erkenning van opbrengsten

Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.

Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.

Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen.

De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.

Het identificeren van de afzonderlijke prestatieverplichtingen in een contract met een klant

Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.

Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar is.

Bepaling van de transactieprijs van het contract

De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.

Toewijzing van de transactieprijs aan prestatieverplichtingen in contracten met klanten

De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.

Vervulling van de prestatieverplichtingen en erkenning van de opbrengst

Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties.

Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode.

Methode voor de meting van de vervulling van de prestatieverplichtingen en de erkenning van opbrengst

Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.

Andere

Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.

Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.

Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld.

Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.

19. Beëindigde bedrijfsactiviteiten

De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resultatenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor verkoop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten).

20. Gebeurtenissen na balansdatum

Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.

21. Winst per aandeel

De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.

22. Segmentinformatie

AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:

    1. Marine Engineering & Contracting met DEME, één van de grootste baggerbedrijven ter wereld, CFE, een bouwgroep met hoofdkantoor in België, Rent-A-Port en Green Offshore.
  • 2.Private Banking met Delen Private Bank, één van de grootste onafhankelijke privé-vermogensbeheerders in België en vermogensbeheerder JM Finn in het VK en Bank J.Van Breda & C°, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen in België.
  • 3.Real Estate & Senior Care met Leasinvest Real Estate, een beursgenoteerde vastgoedvennootschap, Extensa Group, een belangrijke gronden- en vastgoedontwikkelaar en Anima Care, actief in de zorg- en gezondheidssector.
    1. Energy & Resources, SIPEF, een agro-industriële groep in tropische landbouw, Verdant Bioscience en Sagar Cements.
    1. AvH & Growth Capital met AvH Growth Capital en GIB en hun respectievelijke Growth Capital participaties.

De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.

TOELICHTING 2: DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN

Naam van de dochteronderneming Ondernemings-

Real Estate & Senior Care (vervolg)

(1)

(2)

(2)

Leasinvest Real Estate Management

T&T Property Management

Leasinvest Real Estate

Les 3 Arbres (3) nummer Maatsch. zetel Belangen %

0436.323.915 België 30,01% 30,01% 69,99% 69,99%

0466.164.776 België 100,00% 100,00% Anima (voorheen Anima Care) 0469.969.453 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Care Vlaanderen 0698.940.725 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Gilman 0870.238.171 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Engagement 0462.433.147 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Gui 0455.218.624 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Care Wallonië 0428.283.308 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Huize Philemon & Baucis 0462.432.652 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Cura 0480.262.143 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Glamar 0430.378.904 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zorgcentrum Lucia 0818.244.092 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Parc des Princes 0431.555.572 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence St. James 0428.096.434 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Château d'Awans 0427.620.342 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Home Scheut 0458.643.516 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Birmingham 0428.227.284 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zandsteen 0664.573.823 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Les Résidences de l'Eden 0455.832.197 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Arcade 0835.637.281 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% La Roseraie 0466.582.668 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Patrium 0675.568.178 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Elenchus Invest 0478.953.930 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Edelweiss 0439.605.582 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Neerveld 0427.883.628 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Villa 34 0432.423.822 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Rossignol 0432.049.381 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Immo Markant 0537.654.073 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%

0435.646.893 België 92,50% 7,50%

(1) T&T Property Management werd opgericht in het kader van beheer van de Tour&Taxis site in Brussel. (2) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar

verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE. (3) In H2 2020 nam Anima (voorheen Anima Care) het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.

Implant 0434.171.208 België 100,00% 100,00% RFD 0405.767.232 België 100,00% 100,00% RFD CEE Venture Capital 801.966.607 Nederland 100,00% 100,00% Project T&T 0476.392.437 België 100,00% 100,00% T&T Openbaar Pakhuis 0863.093.924 België 100,00% 100,00% T&T Parking 0863.091.251 België 100,00% 100,00%

0628.634.927 België 100,00% T&T Tréfonds 0807.286.854 België 100,00% 100,00% T&T Services 0628.634.927 België 100,00% 100,00% T&T Douanehotel 0406.211.155 België 100,00% 100,00% T&T Food Experience 0473.705.438 België 100,00% 100,00% Beekbaarimmo 19.992.223.718 Luxemburg 100,00% 100,00% Vilvolease 0456.964.525 België 100,00% 100,00%

2020

Belangen % 2019

Minderheidsbelangen % 2020

Minderheidsbelangen % 2019

1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen

Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Belangen %
2019
Minderheids
belangen %
2020
Minderheids
belangen %
2019
Marine Engineering & Contracting
CFE
(1)(2)
0400.464.795 België 62,10% 60,91% 37,90% 39,09%
DEME
(1)(2)
0400.473.705 België 62,10% 60,91% 37,90% 39,09%
Rent-A-Port
(2)
0885.565.854 België 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
International Port Engineering and Management (IPEM) 0441.086.318 België 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Infra Asia Consultancy and Project Management 0891.321.320 België 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Rent-A-Port Green Energy 0648.717.687 België 54,04% 53,64% 45,96% 46,36%
IPEM Holdings Cyprus 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Port Management Development Cyprus 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Infra Asia Consultancy Hongkong 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
OK SPM FTZ Enterprise Nigeria 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port)
(3)
IPEM Reclamation Cyprus 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Rent-A-Port Reclamation Hongkong 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Infra Asia Investment Green Utilities Hongkong 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Infra Asia Investment HK Hongkong 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Warehousing Workshop Worldwide Hongkong 44,80% 43,46% 55,20% 56,54%
Deep C Blue (Hong Kong) Hongkong 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
IPEM Vietnam Hongkong 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Dinh Vu Industrial Zone jsc Vietnam 40,72% 39,71% 59,28% 60,29%
Hong Duc Industrial Zone jsc Vietnam 50,40% 48,93% 49,60% 51,07%
Hai Phong Industrial Park jsc Vietnam 50,09% 48,61% 49,91% 51,39%
DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc)
(4)
Vietnam 48,93% 51,07%
Deep C Blue Hai Phong Company Vietnam 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
DC Red Hai Phong (ex-Hai Phong Warehousing WW) Vietnam 44,80% 43,46% 55,20% 56,54%
Deep C Management Vietnam 49,78% 48,29% 50,22% 51,71%
Green Offshore
(2)
0832.273.757 België 81,05% 80,46% 18,95% 19,54%
Private Banking
Bank J.Van Breda & C° 0404.055.577 België 78,75% 78,75% 21,25% 21,25%
Beherman Vehicle Supply 0473.162.535 België 63,00% 63,00% 37,00% 37,00%
Van Breda Immo Consult 0726.963.530 België 78,75% 78,75% 21,25% 21,25%
FinAx
(5)
0718.694.279 België 100,00% 100,00%
Real Estate & Senior Care
Extensa Group 0425.459.618 België 100,00% 100,00%
Extensa 0466.333.240 België 100,00% 100,00%
Extensa Development 0446.953.135 België 100,00% 100,00%
Extensa Invest I
(6)
0753.977.139 België 100,00%
Extensa Romania J40.24053.2007 Roemenië 100,00% 100,00%
Gare Maritime 0696.803.359 België 100,00% 100,00%
Grossfeld Developments
(7)
2012.2448.267 Luxemburg 100,00% 100,00%

(1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE. (2) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME (62,10%), Rent-A-Port (81,05%) en Green Offshore (81,05%). (3) Rent-A-Port verhoogde haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (4) Na de verkoop van 50% van de aandelen is DC Russia, een vennootschap die in Vietnam terreinen ontwikkelt, opgenomen in de rubriek 'Gemeenschappelijke dochterondernemingen'. (5) AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C°. (6) Extensa Invest I is een in augustus 2020 opgerichte FIIS/GVBF (Fonds d'Investissement Immobilier Spécialisé/Gespecialiseerd VastgoedBeleggingsFonds). (7) Op grond van de aandeelhoudersovereenkomst heeft Extensa economisch slechts recht op 50% van de resultaten van deze vennootschap.

Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Belangen %
2019
Minderheids
belangen %
2020
Minderheids
belangen %
2019
Real Estate & Senior Care (vervolg)
Implant 0434.171.208 België 100,00% 100,00%
RFD 0405.767.232 België 100,00% 100,00%
RFD CEE Venture Capital 801.966.607 Nederland 100,00% 100,00%
Project T&T 0476.392.437 België 100,00% 100,00%
T&T Openbaar Pakhuis 0863.093.924 België 100,00% 100,00%
T&T Parking 0863.091.251 België 100,00% 100,00%
T&T Property Management
(1)
0628.634.927 België 100,00%
T&T Tréfonds 0807.286.854 België 100,00% 100,00%
T&T Services 0628.634.927 België 100,00% 100,00%
T&T Douanehotel 0406.211.155 België 100,00% 100,00%
T&T Food Experience 0473.705.438 België 100,00% 100,00%
Beekbaarimmo 19.992.223.718 Luxemburg 100,00% 100,00%
Vilvolease 0456.964.525 België 100,00% 100,00%
Leasinvest Real Estate
(2)
0436.323.915 België 30,01% 30,01% 69,99% 69,99%
Leasinvest Real Estate Management
(2)
0466.164.776 België 100,00% 100,00%
Anima (voorheen Anima Care) 0469.969.453 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Care Vlaanderen 0698.940.725 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Gilman 0870.238.171 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Engagement 0462.433.147 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Le Gui 0455.218.624 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Care Wallonië 0428.283.308 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Huize Philemon & Baucis 0462.432.652 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Anima Cura 0480.262.143 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Glamar 0430.378.904 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Zorgcentrum Lucia 0818.244.092 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Parc des Princes 0431.555.572 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence St. James 0428.096.434 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Château d'Awans 0427.620.342 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Home Scheut 0458.643.516 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Le Birmingham 0428.227.284 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Zandsteen 0664.573.823 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Les Résidences de l'Eden 0455.832.197 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Arcade 0835.637.281 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
La Roseraie 0466.582.668 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Patrium 0675.568.178 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Elenchus Invest 0478.953.930 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Edelweiss 0439.605.582 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Résidence Neerveld 0427.883.628 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Villa 34 0432.423.822 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Le Rossignol 0432.049.381 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Immo Markant 0537.654.073 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50%
Les 3 Arbres
(3)
0435.646.893 België 92,50% 7,50%

(1) T&T Property Management werd opgericht in het kader van beheer van de Tour&Taxis site in Brussel. (2) Het bestuur van Leasinvest Real Estate Comm. VA wordt waargenomen door haar statutaire zaakvoerder Leasinvest Real Estate Management NV, een 100% dochtervennootschap van Ackermans & van Haaren. De raad van bestuur van Leasinvest Real Estate Management kan, overeenkomstig artikel 12 van de statuten, geen beslissing nemen inzake de strategie van de OGVV (openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap) Leasinvest Real Estate zonder de goedkeuring van de meerderheid van de bestuurders benoemd op voordracht van Ackermans & van Haaren of met haar verbonden vennootschappen. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Leasinvest Real Estate wordt verwezen naar het jaarverslag van LRE. (3) In H2 2020 nam Anima (voorheen Anima Care) het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.

Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Belangen %
2019
Minderheids
belangen %
2020
Minderheids
belangen %
2019
Energy & Resources
AvH Resources India U74300DL2001
PTC111685
India 100,00% 100,00%
AvH & Growth Capital
AvH Growth Capital (ex-Sofinim) 0434.330.168 België 100,00% 100,00%
Sofinim Luxemburg 2003.2218.661 Luxemburg 100,00% 100,00%
Agidens International 0468.070.629 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Life Sciences 0411.592.279 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Infra Automation 0630.982.030 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Proces Automation 0465.624.744 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Proces Automation BV 005469272B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Life Sciences BV 850983411B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Infra Automation BV 856220024B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens Inc 32.067.705.379 Usa 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens SAS 10.813.818.424 Frankrijk 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens GmbH 76301 Duitsland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Agidens AG 539301 Zwitserland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Argus Technologies 0844.260.284 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Baarbeek Immo 651.662.133 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75%
Biolectric Group 0422.609.402 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00%
Biolectric 0879.126.440 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00%
Biolectric Ltd Uk 60,00% 60,00% 40,00% 40,00%
Subholdings AvH
Anfima 0426.265.213 België 100,00% 100,00%
Brinvest 0431.697.411 België 100,00% 99,99% 0,01%
Profimolux 1992.2213.650 Luxemburg 100,00% 100,00%

2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2020

nummer Maatsch. zetel Belangen %

2020

Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 13.082 9 421 -71 Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 7.256 197 421 -126 Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,89% 25,11% 5.643 5.136 12.771 -362 Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,89% 25,11% 4.865 2.678 7.072 1.873

Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 40,53% 9,47% 1.616 1.941 3 -42 Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,53% 9,47% 32.047 31.912 14 16

S Channel Management Limited (in vereffening) Cyprus 40,53% 9,47% 0 0 0 3

CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 4.448 6.997 30 7 CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 8.288 2.043 355 -305 Grossfeld PAP SICAV-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 109.058 110.634 890 40.384 Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 50,00% 56.358 57.381 179 717

0749.614.317 België 24,32% 5,68% 4.650 2.911 0 -102

0453.076.211 België 78,75% 2.053.679 1.113.402 412.422 131.387

2019.2481.814 Luxemburg 45,00% 30.748 19.467 0 -18

0404.491.285 België 34,68% 946.641 307.953 274.027 14.122

Singapore 42,00% 33.451 19.747 1.319 -2.645

2020.2460.950 Luxemburg 50,00% 33.338 13.015 0 -15

2020.2460.985 Luxemburg 50,00% 21.720 16.681 0 -16

2020.2460.969 Luxemburg 50,00% 63.022 37.854 0 -16 Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 3.393 5.232 0 -399

Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.325 1.271 666 188 Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 586.079 473.011 1.497.853 23.620 Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 334.822 216.459 447.935 7.178

GIB 0404.869.783 België 50,00% 91 52.813 0 -310 (1) Als gevolg van de verkoop van 50% van de aandelen in DC Russia (voorheen integraal geconsolideerd) en Bac Tien Phong Industrial Zone (vooheen Activa bestemd voor verkoop) zijn deze twee vennootschappen, die in Vietnam terreinen ontwikkelen, opgenomen onder de Gemeenschappelijke dochterondernemingen. (2) Via de oprichting van de vennootschap ESTOR-LUX hebben Rent-A-Port Green Energy, S.R.I.W. Environnement, SOCOFE en SOPAER de krachten gebundeld om een grootschalig batterijpark op te richten. Het project zou operationeel moeten zijn in 2021. (3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle. (4) Extensa heeft 4 kantoorgebouwen in aanbouw op de Cloche d'Or site in Luxemburg ingebracht in afzonderlijke dochtervennootschappen, rechtstreeks aangehouden door Grossfeld PAP SICAV-

RAIF. (5) Extensa verkocht in 2020 haar 50%-belang in Top Development (in Trnava, Slovakia) aan de locale partners. (6) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2020 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van

32,33% tot 34,68%. (7) Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS),

0893.552.617 België 50,00% 78.134 23.684 84.050 6.074

Minderheidsbelangen % 2020

Vietnam 24,89% 25,11% 19.969 2.105 0 -426

Vietnam 24,89% 25,11% 35.639 1.183 0 -941

Totaal activa

Totaal verplichtingen

Omzet Netto-

resultaat

(€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings-

(1)

(1)

35 899 140 Slowakije

Marine Engineering & Contracting

Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port)

DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc)

(3)

(4)

(5)

Verdant Bioscience (USD 1.000)

AvH & Growth Capital

(6)

(7)

gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven. (8) In 2020 werden de vennootschappen Telemond Holding en Telehold gefuseerd.

Real Estate & Senior Care

Bac Tien Phong Industrial Zone

Rent-A-Port

ESTOR-LUX (2)

Private Banking Delen Private Bank

Extensa Group

NEIF 3 Kockelscheuer

Top Development

Telemond (8)

Subholdings AvH

Energy & Resources SIPEF (USD 1.000)

Darwin I (4)

Darwin II (4)

Banca II (4)

2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2020

Naam van de dochteronderneming Ondernemings-

AvH Resources India U74300DL2001

Energy & Resources

AvH & Growth Capital

Subholdings AvH

nummer Maatsch. zetel Belangen %

Agidens International 0468.070.629 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Life Sciences 0411.592.279 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Infra Automation 0630.982.030 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Proces Automation 0465.624.744 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Proces Automation BV 005469272B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Life Sciences BV 850983411B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Infra Automation BV 856220024B01 Nederland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens Inc 32.067.705.379 Usa 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens SAS 10.813.818.424 Frankrijk 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens GmbH 76301 Duitsland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Agidens AG 539301 Zwitserland 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Argus Technologies 0844.260.284 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Baarbeek Immo 651.662.133 België 86,25% 86,25% 13,75% 13,75% Biolectric Group 0422.609.402 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00% Biolectric 0879.126.440 België 60,00% 60,00% 40,00% 40,00% Biolectric Ltd Uk 60,00% 60,00% 40,00% 40,00%

Brinvest 0431.697.411 België 100,00% 99,99% 0,01%

AvH Growth Capital (ex-Sofinim) 0434.330.168 België 100,00% 100,00% Sofinim Luxemburg 2003.2218.661 Luxemburg 100,00% 100,00%

Anfima 0426.265.213 België 100,00% 100,00%

Profimolux 1992.2213.650 Luxemburg 100,00% 100,00%

2020

PTC111685 India 100,00% 100,00%

Belangen % 2019

Minderheidsbelangen % 2020

Minderheidsbelangen % 2019

(€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Minderheids
belangen %
2020
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port
Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port)
Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 13.082 9 421 -71
Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 7.256 197 421 -126
Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,89% 25,11% 5.643 5.136 12.771 -362
Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,89% 25,11% 4.865 2.678 7.072 1.873
DC Russia (ex-Tien Phong Industrial Zone jsc)
(1)
Vietnam 24,89% 25,11% 19.969 2.105 0 -426
Bac Tien Phong Industrial Zone
(1)
Vietnam 24,89% 25,11% 35.639 1.183 0 -941
Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 40,53% 9,47% 1.616 1.941 3 -42
Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,53% 9,47% 32.047 31.912 14 16
ESTOR-LUX
(2)
0749.614.317 België 24,32% 5,68% 4.650 2.911 0 -102
S Channel Management Limited (in vereffening) Cyprus 40,53% 9,47% 0 0 0 3
Private Banking
Delen Private Bank
(3)
0453.076.211 België 78,75% 2.053.679 1.113.402 412.422 131.387
Real Estate & Senior Care
Extensa Group
CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 4.448 6.997 30 7
CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 8.288 2.043 355 -305
Grossfeld PAP SICAV-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 109.058 110.634 890 40.384
Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 50,00% 56.358 57.381 179 717
NEIF 3 Kockelscheuer
(4)
2019.2481.814 Luxemburg 45,00% 30.748 19.467 0 -18
Darwin I
(4)
2020.2460.950 Luxemburg 50,00% 33.338 13.015 0 -15
Darwin II
(4)
2020.2460.985 Luxemburg 50,00% 21.720 16.681 0 -16
Banca II
(4)
2020.2460.969 Luxemburg 50,00% 63.022 37.854 0 -16
Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 3.393 5.232 0 -399
Top Development
(5)
35 899 140 Slowakije
Energy & Resources
SIPEF (USD 1.000)
(6)
0404.491.285 België 34,68% 946.641 307.953 274.027 14.122
Verdant Bioscience (USD 1.000)
(7)
Singapore 42,00% 33.451 19.747 1.319 -2.645
AvH & Growth Capital
Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.325 1.271 666 188
Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 586.079 473.011 1.497.853 23.620
Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 334.822 216.459 447.935 7.178
Telemond
(8)
0893.552.617 België 50,00% 78.134 23.684 84.050 6.074
Subholdings AvH
GIB 0404.869.783 België 50,00% 91 52.813 0 -310

(1) Als gevolg van de verkoop van 50% van de aandelen in DC Russia (voorheen integraal geconsolideerd) en Bac Tien Phong Industrial Zone (vooheen Activa bestemd voor verkoop) zijn deze twee

vennootschappen, die in Vietnam terreinen ontwikkelen, opgenomen onder de Gemeenschappelijke dochterondernemingen. (2) Via de oprichting van de vennootschap ESTOR-LUX hebben Rent-A-Port Green Energy, S.R.I.W. Environnement, SOCOFE en SOPAER de krachten gebundeld om een grootschalig batterijpark op te

richten. Het project zou operationeel moeten zijn in 2021. (3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere

meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle. (4) Extensa heeft 4 kantoorgebouwen in aanbouw op de Cloche d'Or site in Luxemburg ingebracht in afzonderlijke dochtervennootschappen, rechtstreeks aangehouden door Grossfeld PAP SICAV-

RAIF. (5) Extensa verkocht in 2020 haar 50%-belang in Top Development (in Trnava, Slovakia) aan de locale partners. (6) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2020 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van

32,33% tot 34,68%. (7) Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS),

gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven. (8) In 2020 werden de vennootschappen Telemond Holding en Telehold gefuseerd.

3. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2019

TOELICHTING 3: GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde

Marine Engineering & Contracting

(1)(2)

deelneming

Green Offshore

Private Banking Bank J.Van Breda & C°

Energy & Resources

Sagar Cements (INR million)

AvH & Growth Capital

(5)

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.

Verwijzend naar het organogram (pagina 75) worden de deelnemingen in Biotalys (13%), Indigo Diabetes (9%), Medikabazaar (10%), MRM Health (17%) en OncoDNA (10%), wegens het aangehouden belangenpercentage niet

AvH & Growth Capital

deelneming

Agidens International

Mediahuis (4)

OM Partners

(3)

1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020

nummer Maatsch. zetel Belangen %

2020

Rentel 0700.246.364 België 10,13% 2,37% 1.007.559 943.473 152.870 59.923 SeaMade 0543.401.324 België 7,09% 1,66% 1.378.017 1.367.578 49.488 44.529 Otary RS 0833.507.538 België 10,13% 2,37% 83.747 2.839 11.208 33.933 Otary BIS 0842.251.889 België 10,13% 2,37% 53.869 157 0 -12

Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.253 4.036 11.504 5

Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.520 113 568 -434 Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 390.090 433.425 240.850 -44.690

Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland 43,12% 852 852 504 0 SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland 17,25% 946 592 4.197 354

(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. (2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade, bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%. (3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH. Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%. (4) Eind 2020 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,51%. (5) AvH heeft in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software.

Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.

Ondernemings-

Bio Cap Invest (31-12-2019) 0719 433 261 België 40,00%

Nivelinvest (31-12-2019) 0430.636.943 België 25,00%

Pribinvest (31-12-2019) 0107957 Luxemburg 78,75%

Transpalux 0582.011.409 Frankrijk 45,02%

2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020

nummer Maatsch. zetel Belangen %

2020

Basis voor uitsluiting

(1)

(1)

(1)

(2)

Totaal activa

II Fund (22%) omwille van hun typische fondsenstructuur.

Totaal verplichtingen

geconsolideerd maar opgenomen onder de Financiële vaste activa (zie Toelichting 12). Ditzelfde geldt voor de belangen in HealthQuad I Fund (36%) en HealthQuad

Omzet Netto-

843 0 0 -7

64.492 53.337 551 2.860

4.371 980 0 -46

19.878 13.949 26.402 562

resultaat

439.849.666 België 13,51% 1.122.745 744.220 990.527 58.592

(31-12-2019) 428.328.442 België 20,01% 89.073 37.722 85.673 14.192

Minderheidsbelangen % 2020

81PLC002887 India 21,85% 23.032 22.916 12.572 1.374

Totaal activa

Totaal verplichtingen

Omzet Netto-

resultaat

Ondernemings-

L26942AP19

(€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2019
Minderheids
belang %
2019
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Rent-A-Port
Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port)
Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,22% 25,78% 14.275 41 0 -99
Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,22% 25,78% 15.888 213 0 -212
Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,22% 25,78% 3.712 4.042 9.294 -513
Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,22% 25,78% 3.791 1.324 4.837 1.631
Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 40,23% 9,77% 1.712 1.949 0 5
Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,23% 9,77% 32.176 32.057 8 18
S Channel Management Limited Cyprus 40,23% 9,77% 0 3 0 87
Private Banking
Delen Private Bank 0453.076.211 België 78,75% 2.427.506 1.617.881 388.642 118.609
Real Estate & Senior Care
Extensa Group
CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 7.223 9.779 0 -2.306
CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 9.941 3.392 0 -485
Grossfeld PAP SICAF-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 215.384 201.103 246 16.377
Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 50,00% 11.104 12.762 613 46
Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 3.251 4.805 0 -355
Top Development 35 899 140 Slowakije 50,00% 7.041 326 486 2.447
Energy & Resources
SIPEF (USD 1.000) 0404.491.285 België 32,33% 943.125 314.439 248.311 -8.004
AvH & Growth Capital
Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.315 1.250 760 259
Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 638.584 539.202 1.518.033 28.484
Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 356.006 239.540 602.016 9.951
Telemond Consortium België 50,00% 79.155 23.420 98.575 8.194
Subholdings AvH
GIB 0404.869.783 België 50,00% 131 52.543 0 -195

TOELICHTING 3: GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN

1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Minderheids
belangen %
2020
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Green Offshore
(1)(2)
Rentel 0700.246.364 België 10,13% 2,37% 1.007.559 943.473 152.870 59.923
SeaMade 0543.401.324 België 7,09% 1,66% 1.378.017 1.367.578 49.488 44.529
Otary RS 0833.507.538 België 10,13% 2,37% 83.747 2.839 11.208 33.933
Otary BIS 0842.251.889 België 10,13% 2,37% 53.869 157 0 -12
Private Banking
Bank J.Van Breda & C°
Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.253 4.036 11.504 5
Energy & Resources
Sagar Cements (INR million)
(3)
L26942AP19
81PLC002887
India 21,85% 23.032 22.916 12.572 1.374
AvH & Growth Capital
Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.520 113 568 -434
Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 390.090 433.425 240.850 -44.690
Mediahuis
(4)
439.849.666 België 13,51% 1.122.745 744.220 990.527 58.592
OM Partners
(31-12-2019)
(5)
428.328.442 België 20,01% 89.073 37.722 85.673 14.192
Agidens International
Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland 43,12% 852 852 504 0
SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland 17,25% 946 592 4.197 354

(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME, Rent-A-Port en Green Offshore en hun deelnemingen. (2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel

is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade,

bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%. (3) Het recht van AvH op één vertegenwoordiger in de RvB van Sagar Cements en een vetorecht inzake o.m. statutenwijzigingen en de (aan)verkoop van activiteiten verklaren de opname ervan in de consolidatiekring van AvH. Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor

verhoogde haar belang tot 21,85%. (4) Eind 2020 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Parners heeft een controlebelang van 50,57% in

Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,51%. (5) AvH heeft in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software. Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.

2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2020
Basis voor
uitsluiting
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
AvH & Growth Capital
Bio Cap Invest (31-12-2019) 0719 433 261 België 40,00% (1) 843 0 0 -7
Nivelinvest (31-12-2019) 0430.636.943 België 25,00% (1) 64.492 53.337 551 2.860
Pribinvest (31-12-2019) 0107957 Luxemburg 78,75% (1) 4.371 980 0 -46
Transpalux 0582.011.409 Frankrijk 45,02% (2) 19.878 13.949 26.402 562

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.

Verwijzend naar het organogram (pagina 75) worden de deelnemingen in Biotalys (13%), Indigo Diabetes (9%), Medikabazaar (10%), MRM Health (17%) en OncoDNA (10%), wegens het aangehouden belangenpercentage niet geconsolideerd maar opgenomen onder de Financiële vaste activa (zie Toelichting 12). Ditzelfde geldt voor de belangen in HealthQuad I Fund (36%) en HealthQuad II Fund (22%) omwille van hun typische fondsenstructuur.

3. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2019

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2019
Minderheids
belangen %
2019
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
Marine Engineering & Contracting
Green Offshore
Rentel 0700.246.364 België 10,06% 2,44% 1.048.753 965.360 140.326 38.982
SeaMade 0543.401.324 België 7,04% 1,71% 699.826 710.535 0 -48
Otary RS 0833.507.538 België 10,06% 2,44% 81.750 2.355 9.921 12.485
Otary BIS 0842.251.889 België 10,06% 2,44% 53.876 152 0 0
Private Banking
Bank J.Van Breda & C°
Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 4.662 3.445 11.683 5
Energy & Resources
Sagar Cements (INR million) L26942AP19
81PLC002887
India 19,86% 18.711 9.231 12.374 442
AvH & Growth Capital
Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.950 110 630 -68
Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 358.289 354.545 337.541 -9.636
Mediahuis 439.849.666 België 13,51% 1.101.907 777.339 857.942 14.723
Agidens International
Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland 43,12% 320 320 343 0
SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland 17,25% 608 608 1.029 0

TOELICHTING 4: BEDRIJFSACQUISITIES & -VERKOPEN

Al deze vennootschappen worden integraal geconsolideerd.

(€ 1.000) SPT Offshore Goodwill en immateriële vaste activa 19.252 Materiële vaste activa 5.361 Voorraad 0 Liquide middelen 1.878 Overige activa 3.968 Totaal der activa 30.459 Eigen vermogen (deel groep) 22.136 Minderheidsbelang 0 Financiële schulden op lange en korte termijn 1.038 Overige schulden 7.285 Totaal eigen vermogen en verplichtingen 30.459

Totaal activa 30.459 Totaal verplichtingen -8.323 Minderheidsbelangen 0 Netto actief (100%) 22.136 Aankoopprijs 22.136

van de geïdentificeerde activa en passiva wordt hieronder gegeven:

De beoordeling van alle identificeerbare activa en passiva, verworven door deze acquisitie, heeft plaats gevonden op datum van 30 juni 2020. De marktwaarde

De aankoopprijs bestaat enerzijds uit een bedrag van 18,2 miljoen euro, betaalbaar op datum van de afwikkeling van de transactie, alsook uit een earnoutverplichting die geschat werd op 3,9 miljoen euro, afhankelijk van de te behalen resultaten in 2020 en 2021. Rekening houdend met de omvang van de verworven

De SPT Offshore vennootschappen hebben voor 12,8 miljoen euro bijgedragen aan

In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie

operationeel wordt gebruikt. De verkoop in 2020 van deze activa heeft het saldo

We verwijzen naar Toelichting 6. Segmentinformatie voor meer uitleg over deze

van 'Activa bestemd tot verkoop' herleid tot 1,9 miljoen euro.

netto-activa, is er geen toe te wijzen goodwill.

de geconsolideerde omzet 2020 van DEME.

Henegouwen) over.

transacties.

Op 30 oktober 2020, heeft DEME Offshore Holding NV, dochter van DEME, 100% van de aandelen verworven van de vennootschap SPT Offshore Holding BV. Deze vennootschap houdt, op haar beurt, 100% van de aandelen aan van volgende vennootschappen : SPT Equipment BV, SPT Offshore BV, SPT Offshore UK Ltd, SPT

De volgende methodes werden weerhouden om de marktwaarde te bepalen van

immateriële vaste activa : de marktwaarde werd naar best vermogen ingeschat door DEME en betreft de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile" technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. Deze immateriële activa worden op 10 jaar

overige activa en passiva : de marktwaarde is gebaseerd op de waarde aan dewelke deze activa of passiva kunnen worden overgedragen naar derde

De activa bestemd voor verkoop bedroegen eind 2019 40,7 miljoen euro en bestonden uit de 12,5%-deelneming van DEME in het Duitse offshore windpark Merkur, de deelneming van Rent-A-Port in een projectvennootschap die (een deel van de) terreinen ontwikkelt in Vietnam en een eigendom van Anima die niet meer

TOELICHTING 5: ACTIVA EN PASSIVA BESTEMD VOOR VERKOOP

de verworven identificeerbare activa en passiva:

afgeschreven.

2. Bedrijfsverkopen

Er vonden geen belangrijke bedrijfsverkopen plaats in 2020.

partijen.

Offshore SDN Bhd, Seatec Holding BV en Seatec Subsea Systems BV.

1. Bedrijfsacquisities

4. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2019

(€ 1.000) Naam van de geassocieerde
deelneming
Ondernemings
nummer
Maatsch. zetel Belangen %
2019
Basis voor
uitsluiting
Totaal
activa
Totaal
verplich
tingen
Omzet Netto
resultaat
AvH & Growth Capital
Nivelinvest (31-12-2018) 0430.636.943 België 25,00% (1) 61.565 53.271 861 583
Pribinvest (31-12-2018) 0107957 Luxemburg 78,75% (1) 4.409 972 0 -146
Transpalux 0582.011.409 Frankrijk 45,02% (2) 18.729 13.343 33.390 1.048

(1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen.

TOELICHTING 4: BEDRIJFSACQUISITIES & -VERKOPEN

1. Bedrijfsacquisities

Op 30 oktober 2020, heeft DEME Offshore Holding NV, dochter van DEME, 100% van de aandelen verworven van de vennootschap SPT Offshore Holding BV. Deze vennootschap houdt, op haar beurt, 100% van de aandelen aan van volgende vennootschappen : SPT Equipment BV, SPT Offshore BV, SPT Offshore UK Ltd, SPT Offshore SDN Bhd, Seatec Holding BV en Seatec Subsea Systems BV.

Al deze vennootschappen worden integraal geconsolideerd.

De beoordeling van alle identificeerbare activa en passiva, verworven door deze acquisitie, heeft plaats gevonden op datum van 30 juni 2020. De marktwaarde van de geïdentificeerde activa en passiva wordt hieronder gegeven:

(€ 1.000) SPT Offshore
Goodwill en immateriële vaste activa 19.252
Materiële vaste activa 5.361
Voorraad 0
Liquide middelen 1.878
Overige activa 3.968
Totaal der activa 30.459
Eigen vermogen (deel groep) 22.136
Minderheidsbelang 0
Financiële schulden op lange en korte termijn 1.038
Overige schulden 7.285
Totaal eigen vermogen en verplichtingen 30.459
Totaal activa 30.459
Totaal verplichtingen -8.323
Minderheidsbelangen 0
Netto actief (100%) 22.136
Aankoopprijs 22.136

De volgende methodes werden weerhouden om de marktwaarde te bepalen van de verworven identificeerbare activa en passiva:

  • immateriële vaste activa : de marktwaarde werd naar best vermogen ingeschat door DEME en betreft de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile" technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. Deze immateriële activa worden op 10 jaar afgeschreven.
  • overige activa en passiva : de marktwaarde is gebaseerd op de waarde aan dewelke deze activa of passiva kunnen worden overgedragen naar derde partijen.

De aankoopprijs bestaat enerzijds uit een bedrag van 18,2 miljoen euro, betaalbaar op datum van de afwikkeling van de transactie, alsook uit een earnoutverplichting die geschat werd op 3,9 miljoen euro, afhankelijk van de te behalen resultaten in 2020 en 2021. Rekening houdend met de omvang van de verworven netto-activa, is er geen toe te wijzen goodwill.

De SPT Offshore vennootschappen hebben voor 12,8 miljoen euro bijgedragen aan de geconsolideerde omzet 2020 van DEME.

In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over.

2. Bedrijfsverkopen

Er vonden geen belangrijke bedrijfsverkopen plaats in 2020.

TOELICHTING 5: ACTIVA EN PASSIVA BESTEMD VOOR VERKOOP

De activa bestemd voor verkoop bedroegen eind 2019 40,7 miljoen euro en bestonden uit de 12,5%-deelneming van DEME in het Duitse offshore windpark Merkur, de deelneming van Rent-A-Port in een projectvennootschap die (een deel van de) terreinen ontwikkelt in Vietnam en een eigendom van Anima die niet meer operationeel wordt gebruikt. De verkoop in 2020 van deze activa heeft het saldo van 'Activa bestemd tot verkoop' herleid tot 1,9 miljoen euro.

We verwijzen naar Toelichting 6. Segmentinformatie voor meer uitleg over deze transacties.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE

Segment 1

Marine Engineering & Contracting:

DEME (integrale consolidatie 62,10%), CFE (integrale consolidatie 62,10%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 81,05%) en Green Offshore (integrale consolidatie 81,05%).

De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een hoger deelnemingspercentage van AvH in DEME (62,10%), Rent-A-Port (81,05%) en Green Offshore (81,05%).

Segment 2

Private Banking:

Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank J.Van Breda & C° (integrale consolidatie 78,75%) en FinAx (integrale consolidatie 100%).

Segment 3

Real Estate & Senior Care:

Extensa (integrale consolidatie 100%), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30%), Leasinvest Real Estate Management (integrale consolidatie 100%) en Anima (integrale consolidatie 92,5%, voorheen Anima Care).

Segment 4

Energy & Resources:

SIPEF (vermogensmutatiemethode 34,68%), Verdant Bioscience Pte (vermogensmutatiemethode 42%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 21,85%).

De deelneming van AvH in SIPEF is in het eerste semester van 2020 verhoogd van 32,33% tot 34,68%.

Eind mei hebben AvH en SIPEF een overeenkomst gesloten met Sime Darby Plantation Berhad (Maleisië) over de overname van het 52%-belang van deze laatste in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS), gevestigd te Singapore. AvH heeft een participatie van 42% in VBS verworven, wat een investering vertegenwoordigde van 7 miljoen USD. Verdant Bioscience droeg met ingang van H2 2020 bij tot de geconsolideerde resultaten van de AvH-groep.

Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements heeft in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%.

AvH India Resources bezit geen andere deelnemingen dan in Sagar Cements.

Segment 5

AvH & Growth Capital

AvH, AvH Growth Capital (ex-Sofinim) & subholdings (integrale consolidatie 100%)

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – RESULTATENREKENING 2020

Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via

Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde

Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop

Winst (verlies) na belasting uit voortgezette

Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5

Engineering &

Bedrijfsopbrengsten 3.413.486 184.440 207.424 9 106.945 -2.056 3.910.250 Verrichting van diensten 0 0 95.819 0 1.966 -1.906 95.880 Vastgoedopbrengsten 131.105 0 95.363 0 0 226.468 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 102.803 0 0 0 102.803 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 77.857 0 0 0 77.857 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.163.831 0 0 0 100.277 3.264.108 Overige bedrijfsopbrengsten 118.550 3.780 16.242 9 4.702 -150 143.134 Exploitatielasten (-) -3.394.235 -119.974 -142.824 -96 -118.756 2.839 -3.773.047 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.391.094 -25.452 -50.848 -96 -67.358 2.839 -2.532.009 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -22.710 0 0 0 -22.710 Personeelslasten (-) -652.373 -47.396 -71.731 0 -45.089 -816.589 Afschrijvingen (-) -326.888 -7.054 -11.511 0 -5.319 -350.772 Bijzondere waardeverminderingen (-) -1.397 -5.488 -2.613 0 -94 -9.592 Overige exploitatielasten (-) -21.597 -10.884 -6.684 0 -631 0 -39.797 Voorzieningen -887 -990 563 0 -264 -1.579

resultatenrekening 0 0 -2.116 0 -1.689 0 -3.805 Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 -33.513 0 -1.689 -35.201 Vastgoedbeleggingen 0 0 31.396 0 0 31.396 Winst (verlies) op de overdracht van activa 83.941 -18 3.170 0 3.573 0 90.666 Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 12.023 0 143 0 5 12.172 Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 2.211 0 0 2.211 Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 71.918 0 816 0 3.103 75.837 Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 0 -18 0 0 464 446 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063 Financieel resultaat -41.646 -8 -33.580 -35 2.333 -783 -73.718 Renteopbrengsten 7.712 0 5.183 0 1.926 -1.084 13.737 Rentelasten (-) -24.109 -7 -15.956 0 -588 1.084 -39.576 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten -16.485 0 -90 -34 -89 -16.698 Overige financiële opbrengsten (kosten) -8.765 0 -22.716 -1 1.083 -783 -31.182

via resultatenrekening 0 136 -5.378 0 0 -5.242

vermogensmutatie is toegepast 37.229 103.469 20.165 7.045 11.345 179.253 Overige niet-exploitatiebaten 0 0 0 0 0 0 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 98.775 168.045 46.861 6.923 3.752 0 324.356 Winstbelastingen -24.051 -17.270 -4.104 0 -1.317 0 -46.742 Uitgestelde belastingen 35.462 1.461 7.527 0 243 44.693 Belastingen -59.512 -18.731 -11.632 0 -1.560 -91.435

bedrijfsactiviteiten 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614

beëindigd 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) van het boekjaar 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614 Aandeel van het minderheidsbelang 28.033 9.461 10.094 107 128 47.823 Aandeel van de groep 46.691 141.315 32.662 6.817 2.306 229.791

Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal

Contracting Capital segmenten

Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020

  • Integraal geconsolideerde participaties: Agidens (86,2%) en Biolectric Group (60%)
  • Participaties opgenomen volgens vermogensmutatiemethode: Amsteldijk Beheer (50%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Manuchar (30,0%), Mediahuis Partners (26,7%), Mediahuis (13,5%), MediaCore (49,9%), OM Partners (20,0%), Telemond (50%) Turbo's Hoet Groep (50%), and GIB (50%)
  • Niet-geconsolideerde participaties: Biotalys (13,3%), HealthQuad Fund I (36,3%), HealthQuad Fund II (22,1%), Indigo Diabetes (9,1%), Medikabazaar (9,6%), MRM Health (17,2%), OncoDNA (10,1%) en Transpalux (45%).

In "Growth Capital" heeft AvH in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software. Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021.

Daarnaast investeerde de groep in een aantal jongere (niet-geconsolideerde), beloftevolle bedrijven : in Belgïe was dit het geval in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys, Onco DNA, maar ook in India werd bijkomend geïnvesteerd in o.a. het nieuwe HealthQuad II-fonds, waarvan AvH een ankerinvesteerder is, en daarmee indirect in Medikabazaar.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – RESULTATENREKENING 2020

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth
Eliminaties
tussen
Totaal
2020
&
Contracting
Capital segmenten
Bedrijfsopbrengsten 3.413.486 184.440 207.424 9 106.945 -2.056 3.910.250
Verrichting van diensten 0 0 95.819 0 1.966 -1.906 95.880
Vastgoedopbrengsten 131.105 0 95.363 0 0 226.468
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 102.803 0 0 0 102.803
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 77.857 0 0 0 77.857
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.163.831 0 0 0 100.277 3.264.108
Overige bedrijfsopbrengsten 118.550 3.780 16.242 9 4.702 -150 143.134
Exploitatielasten (-) -3.394.235 -119.974 -142.824 -96 -118.756 2.839 -3.773.047
Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.391.094 -25.452 -50.848 -96 -67.358 2.839 -2.532.009
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -22.710 0 0 0 -22.710
Personeelslasten (-) -652.373 -47.396 -71.731 0 -45.089 -816.589
Afschrijvingen (-) -326.888 -7.054 -11.511 0 -5.319 -350.772
Bijzondere waardeverminderingen (-) -1.397 -5.488 -2.613 0 -94 -9.592
Overige exploitatielasten (-) -21.597 -10.884 -6.684 0 -631 0 -39.797
Voorzieningen -887 -990 563 0 -264 -1.579
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
resultatenrekening
0 0 -2.116 0 -1.689 0 -3.805
Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 -33.513 0 -1.689 -35.201
Vastgoedbeleggingen 0 0 31.396 0 0 31.396
Winst (verlies) op de overdracht van activa 83.941 -18 3.170 0 3.573 0 90.666
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 12.023 0 143 0 5 12.172
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 2.211 0 0 2.211
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 71.918 0 816 0 3.103 75.837
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 0 -18 0 0 464 446
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063
Financieel resultaat -41.646 -8 -33.580 -35 2.333 -783 -73.718
Renteopbrengsten 7.712 0 5.183 0 1.926 -1.084 13.737
Rentelasten (-) -24.109 -7 -15.956 0 -588 1.084 -39.576
(Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten -16.485 0 -90 -34 -89 -16.698
Overige financiële opbrengsten (kosten) -8.765 0 -22.716 -1 1.083 -783 -31.182
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde
via resultatenrekening
0 136 -5.378 0 0 -5.242
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop
vermogensmutatie is toegepast
37.229 103.469 20.165 7.045 11.345 179.253
Overige niet-exploitatiebaten 0 0 0 0 0 0
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 98.775 168.045 46.861 6.923 3.752 0 324.356
Winstbelastingen -24.051 -17.270 -4.104 0 -1.317 0 -46.742
Uitgestelde belastingen 35.462 1.461 7.527 0 243 44.693
Belastingen -59.512 -18.731 -11.632 0 -1.560 -91.435
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614
beëindigd 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614
Aandeel van het minderheidsbelang 28.033 9.461 10.094 107 128 47.823
Aandeel van de groep 46.691 141.315 32.662 6.817 2.306 229.791

COMMENTENTAAR BIJ DE SEGMENT-INFORMATIE – RESULTATENREKENING 2020

In de loop van 2020 is de samenstelling van de consolidatiekring van AvH slechts beperkt gewijzigd (cfr toelichting 6 van dit rapport), zodat de vergelijking van de resultatenrekening van dit boekjaar met het vorige niet betekenisvol door kringwijzigingen wordt bemoeilijkt.

AvH realiseert in het jaar 2020 totale bedrijfsopbrengsten van 3.910,3 miljoen euro, wat 360,1 miljoen euro (-8,4%) lager uitvalt dan het jaar voordien. In een door de coronapandemie getekend jaar 2020, realiseert Bank J.Van Breda & C° nochtans een mooie stijging (+5,5%) van haar rente-opbrengsten en commissies en stijgen ook de bedrijfsopbrengsten binnen "Growth Capital". Dit is evenwel onvoldoende om de omzetdaling in "Marine Engineering & Contracting" en in "Real Estate & Senior Care" te compenseren.

De opbrengsten uit onderhanden projecten dalen zowel bij DEME als bij CFE. De daling bedraagt 426,3 miljoen euro bij DEME (-16,3%) en situeert zich zowel in het baggersegment als bij DEME Offshore. Net zoals dit ook bij de bouwactiviteiten van CFE (-50,9 miljoen euro, een daling met 5,4%) het geval was, heeft de coronapandemie gezorgd voor het tijdelijk stopzetten, vertragen van projecten in uitvoering of tot een verlies aan productiviteit. Rent-A-Port kon daarentegen duidelijk meer havengebonden terreinen in Vietnam verkopen dan vorig jaar, wat aan de basis lag van een omzetstijging van 39,9 miljoen euro.

Ook CFE realiseert in 2020 wel een duidelijke stijging van haar opbrengsten uit vastgoedontwikkeling, die oplopen tot 131,1 miljoen euro (+72,0 miljoen euro), wat vooral te danken is aan de oplevering van een aantal vastgoedprojecten in Polen.

De overige bedrijfsopbrengsten bevatten in "Marine Engineering & Contracting" vanuit DEME voor o.a. 10,0 miljoen euro ontvangen compensatie voor verlate oplevering van cutterzuiger Spartacus en een 10,2 miljoen euro opbrengst uit een gewonnen arbitrage mbt een project uit het verleden. Bij CFE bedragen de overige bedrijfsopbrengsten 55,2 miljoen euro en die hebben betrekking op ontvangen huuropbrengsten, doorrekeningen en andere vergoedingen.

Ondanks de impact van de coronapandemie die weegt op de bezettingsgraad van de woonzorgcentra van Anima, stijgen de bedrijfsopbrengsten tot 95,8 miljoen euro (+7,4%) dankzij een verdere groei van het netwerk tot 2.539 plaatsen (+186 eenheden), verspreid over 23 residenties in België. De vastgoedopbrengsten in "Real Estate & Senior Care" daalden daarentegen met 64,3 miljoen euro. 3,7 miljoen euro van deze daling wordt verklaard door lagere huuropbrengsten bij Leasinvest Real Estate, het saldo door lagere opbrengsten bij Extensa uit exploitatie en de verkoop van vastgoed.

Tegenover 360,1 miljoen euro lagere bedrijfsopbrengsten, daalden de exploitatielasten met 201,8 miljoen euro (-5,1%). Deze daling is het sterkst bij de kosten voor grond- en hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk. Personeelskosten en Afschrijvingen namen globaal over de hele groep beschouwd zelfs licht toe in vergelijking tot vorig jaar.

In het segment "Private Banking" namen de exploitatielasten bij Bank J.Van Breda & C° weliswaar toe met 2,0 miljoen euro, wat uitsluitend toe te schrijven was aan de stijging met 4,1 miljoen euro van de bijzondere waardeverminderingen tot 5,5 miljoen euro in 2020. Zonder deze bijzondere waardeverminderingen zouden de exploitatiekosten van de bank zelfs zijn gedaald, wat haar sterke kostendiscipline illustreert. De cost-income ratio van Bank J.Van Breda & C° komt over het jaar 2020 immers uit op 56,3%, tegenover 61,3% in 2019.

Bij Anima zorgde de eerder aangehaalde capaciteitsuitbreiding ook voor een toename van het personeelsbestand en bijgevolg ook van de personeelskosten.

Het lagere activiteitsniveau bij DEME en CFE heeft logischerwijze ook tot lagere exploitatielasten geleid, voornamelijk inzake grond- en hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk.

De totale afschrijvingslast steeg verder door tot 350,8 miljoen euro (+2,3%). Bij DEME namen de afschrijvingen, ondanks versnelde afschrijvingen van 15,6 miljoen euro op enkele specifieke tuigen en de toevoeging aan de vloot in de loop van 2020 van de nieuwe hoppers Meuse River en Thames River en van de bakken Bengel en Deugniet, per saldo met slechts 4,3 miljoen euro toe tot 300,2 miljoen euro.

toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)-winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Or-

De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit

vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%.

site, waarin Extensa 50% aanhoudt.

De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal

groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).

Bijzondere waardeverminderingen bevatten voor 5,5 miljoen euro waardeverminderingen geboekt door Bank J Van Breda : 1,0 miljoen euro daarvan hebben betrekking op specifieke kredietdossiers, 4,5 miljoen euro is een algemene provisie voor toekomstige, vandaag nog niet vastgestelde, risico's op kredieten, in lijn met IFRS 9. Leasinvest Real Estate boekte voor 2,0 miljoen euro waardeverminderingen op uitstaande vorderingen. DEME en Anima voerden bijzondere waardeverminderingen door op consolidatiegoodwill ten belope van respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro.

De opname van activa/passiva aan reële waarde heeft in 2020 geconsolideerd een verlies opgeleverd van 3,8 miljoen euro, in vergelijking tot een winst van 23,5 miljoen euro in 2019. De verklaring hiervoor ligt voornamelijk bij Leasinvest Real Estate. De waardering van haar 10,7% deelneming in Retail Estates op basis van de beurskoers per jaareinde 2020 van 59,1 euro zadelde Leasinvest Real Estate enerzijds op met een verlies van 33,5 miljoen euro. Anderzijds erkende Leasinvest Real Estate voor 29,3 miljoen euro aan positieve niet-gerealiseerde portefeuilleresultaten, die in grote mate voortkomen uit de inbreng van haar Luxemburgse activiteiten in afzonderlijke dochtervennootschappen die aan de gewone Luxemburgse vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Het saldo van de positieve evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen komt voor rekening van Extensa op de site van Tour & Taxis.

Ook in 2020 heeft AvH met 90,7 miljoen euro een aanzienlijk bedrag aan meerwaarden gerealiseerd, ook al blijft dit duidelijk lager dan het recordjaar 2019 waarin met name de meerwaarde op de verkoop van Residalya voor 105,7 miljoen euro een belangrijk aandeel had. De meerwaarden in 2020 hebben hoofdzakelijk betrekking op de verkoop door DEME van haar 12,5%-belang in het Duitse offshore windpark Merkur (63,9 miljoen euro) en voor 11,2 miljoen euro op de verkoop van oude schepen en materiaal, waaronder een kleine hopper (Orwell) en cutter (Dijle). De overige meerwaarden op de verkoop van financieel vaste activa betreffen 6,3 miljoen euro meerwaarde bij CFE op de verkoop van vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aangehouden en 3,0 miljoen euro op de verkoop door AvH, begin 2020, van haar 50% deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de medeaandeelhouder.

De netto-interestlasten over 2020 stegen met 11,2 miljoen euro tot 25,8 miljoen euro. Deze stijging komt volledig voor rekening van het segment "Marine Engineering & Contracting". Met rentelasten die slechts beperkt zijn toegenomen, is de stijging voornamelijk te verklaren door verminderde intrestopbrengsten die voornamelijk het gevolg zijn van terugbetaalde financieringen verstrekt aan offshore windprojecten. DEME heeft haar netto-schuldpositie in 2020 wel met 219,4 miljoen euro afgebouwd tot 489,0 miljoen euro op jaareinde 2020. DEME heeft 2020 dan ook afgesloten met een bijzonder sterke liquiditeitspositie.

In vergelijking tot 2019 heeft de depreciatie van de meeste deviezen ten opzichte van de euro wisselkoersverliezen opgeleverd van 16,7 miljoen euro, daar waar in 2019 nog een wisselkoerswinst werd gerealiseerd van 3,0 miljoen euro.

De aanzienlijke stijging van de overige financiële kosten tot 31,2 miljoen euro wordt nagenoeg volledig verklaard door het verlies van 20,3 miljoen euro dat Leasinvest Real Estate heeft geleden op het verbreken van een deel van haar interestindekkingen. Dit zou, ceteris paribus, wel moeten leiden tot een daling van de financieringskost van Leasinvest Real Estate in de komende jaren. De aanpassing aan reële waarde van de indekkingsinstrumenten die Leasinvest Real Estate nog wel heeft behouden, leverde een niet-gerealiseerd verlies op van 5,4 miljoen euro in 2020.

Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)-winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).

De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Orsite, waarin Extensa 50% aanhoudt.

De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – ACTIVA 2020

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020
&
Contracting
Capital segmenten
I. Vaste activa 3.278.940 5.311.972 1.794.612 242.598 344.631 -19.883 10.952.870
Immateriële vaste activa 115.359 1.092 31.199 0 112 147.762
Goodwill 172.127 134.247 7.836 0 11.727 325.937
Materiële vaste activa 2.530.484 51.725 211.848 0 31.495 2.825.552
Terreinen en gebouwen 154.867 43.863 195.081 0 21.604 415.415
Installaties, machines en uitrusting 1.826.029 2.001 4.888 0 2.505 1.835.423
Meubilair en rollend materieel 39.529 3.564 4.367 0 6.064 53.525
Overige materiële vaste activa 263 690 3.274 0 509 4.736
Activa in aanbouw 509.797 1.607 4.238 0 812 516.454
Vastgoedbeleggingen 0 0 1.414.057 0 0 1.414.057
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 221.680 740.957 31.447 242.598 219.388 1.456.070
Financiële vaste activa 108.731 1.631 90.440 0 79.493 -19.883 260.413
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 6.682 0 79.863 0 44.845 131.391
Vorderingen en borgtochten 102.049 1.631 10.577 0 34.648 -19.883 129.022
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 3.222 23 33 0 0 3.279
Uitgestelde belastingvorderingen 127.335 2.935 7.752 0 2.417 140.439
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan
één jaar
0 4.379.362 0 0 0 4.379.362
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 4.327.706 0 0 0 4.327.706
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 51.656 0 0 0 51.656
II. Vlottende activa 2.061.320 2.771.230 311.528 400 134.031 -4.509 5.274.000
Voorraden 268.621 0 112.589 0 1.241 382.451
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 309.201 0 82.266 0 8.567 400.034
Geldbeleggingen 3 495.167 0 0 51.152 546.322
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 3 0 0 0 51.152 51.155
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 474.991 0 0 0 474.991
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 173 0 0 0 173
Financiële activa - at amortised cost 0 20.003 0 0 0 20.003
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.831 568 0 0 0 8.399
Vorderingen op ten hoogste één jaar 631.881 4.243 74.575 31 58.744 -4.306 765.168
Handelsvorderingen 566.962 44 24.589 0 26.369 -1.156 616.808
Overige vorderingen 64.919 4.199 49.987 31 32.376 -3.150 148.361
Terug te vorderen belastingen 31.082 7 2.846 0 619 34.554
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste
één jaar
0 2.242.735 0 0 0 2.242.735
Banken - interbancaire vorderingen 0 163.712 0 0 0 163.712
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 1.086.948 0 0 0 1.086.948
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 269 0 0 0 269
Banken - tegoeden centrale banken 0 991.806 0 0 0 991.806
Geldmiddelen en kasequivalenten 778.444 17.670 34.372 370 11.552 842.408
Overlopende rekeningen 34.258 10.839 4.880 0 2.156 -203 51.930
III. Activa bestemd voor verkoop 1.675 0 199 0 0 1.874
Totaal der activa 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2020

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5

Engineering &

I. Totaal eigen vermogen 1.853.790 1.482.597 810.871 242.991 391.919 4.782.169 Eigen vermogen - deel groep 1.127.078 1.352.094 454.284 242.991 385.592 3.562.038 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.211.989 1.347.724 460.848 250.265 321.447 3.592.273 Herwaarderingsreserves -84.911 4.371 -6.564 -7.274 -18.393 -112.772 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 6.614 0 0 0 6.614 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 45 0 0 0 45 Afdekkingsreserve -38.881 0 -6.804 -391 -4 -46.080 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -25.948 -2.289 0 -1.305 2.306 -27.236 Omrekeningsverschillen -20.082 1 240 -5.578 -20.696 -46.115 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -31.370 -31.370 Minderheidsbelang 726.712 130.503 356.588 0 6.328 1.220.131 II. Langlopende verplichtingen 1.263.655 1.190.170 969.928 0 10.914 -19.883 3.414.785 Voorzieningen 31.179 11.997 2.209 0 790 46.175 Pensioenverplichtingen 76.686 6.017 32 0 516 83.250 Uitgestelde belastingverplichtingen 97.417 0 60.877 0 1.483 159.777 Financiële schulden 1.015.773 3.226 862.584 0 7.785 -19.883 1.869.486 Leningen van banken 758.435 0 632.460 0 4.713 1.395.608 Obligatieleningen 58.151 0 183.783 0 0 241.934 Achtergestelde leningen 44.677 0 0 0 4 44.680 Leasingschulden 87.449 3.226 44.350 0 3.068 138.093 Overige financiële schulden 67.062 0 1.992 0 0 -19.883 49.170 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 10.095 53.015 34.213 0 0 97.324 Overige schulden 32.506 9.854 10.012 0 341 52.713 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 1.106.061 0 0 0 1.106.061 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 298.417 0 0 0 298.417 Banken - deposito's van klanten 0 767.701 0 0 0 767.701 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.943 0 0 0 39.943 III. Kortlopende verplichtingen 2.224.491 5.410.434 325.540 7 75.828 -4.509 8.031.790 Voorzieningen 31.602 44 6.217 0 220 38.083 Pensioenverplichtingen 0 342 0 0 0 342 Financiële schulden 424.300 5.218 221.234 0 42.262 -3.150 689.864 Leningen van banken 213.566 0 96.955 0 9.250 319.771 Obligatieleningen 0 0 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 20.967 0 0 0 7 20.974 Leasingschulden 27.556 2.068 2.308 0 2.007 33.939 Overige financiële schulden 162.211 3.150 121.971 0 30.998 -3.150 315.181 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.750 1.164 0 0 0 8.914 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 301.202 0 0 0 7.990 309.192 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.341.450 19.464 71.010 4 23.250 -1.156 1.454.021 Handelsschulden 1.032.361 29 48.702 3 12.887 -1.156 1.092.826 Ontvangen vooruitbetalingen 60.582 0 61 0 0 60.643 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 177.090 10.201 10.098 0 9.642 207.031 Overige schulden 71.418 9.234 12.148 0 720 93.521 Te betalen belastingen 82.456 1.099 9.952 3 1.385 94.895 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 5.378.292 0 0 0 5.378.292 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 28.875 0 0 0 28.875 Banken - deposito's van klanten 0 5.139.401 0 0 0 5.139.401 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 210.016 0 0 0 210.016 Overlopende rekeningen 35.731 4.811 17.126 0 722 -203 58.187 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744

Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal

Contracting Capital segmenten

Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Segmentinformatie - Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
proforma omzet Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020
&
Contracting
Capital segmenten
Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.229.480 437.017 191.183 32.446 504.246 -1.906 3.392.467
Overige landen binnen Europa 602.209 66.774 758 63.458 733.199
Landen buiten Europa 463.247 80.959 374.922 919.128
Totaal 3.294.936 503.792 191.183 114.163 942.627 -1.906 5.044.794

De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2020

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2020
&
Contracting
Capital segmenten
I. Totaal eigen vermogen 1.853.790 1.482.597 810.871 242.991 391.919 4.782.169
Eigen vermogen - deel groep 1.127.078 1.352.094 454.284 242.991 385.592 3.562.038
Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295
Agio 0 0 0 0 111.612 111.612
Geconsolideerde reserves 1.211.989 1.347.724 460.848 250.265 321.447 3.592.273
Herwaarderingsreserves -84.911 4.371 -6.564 -7.274 -18.393 -112.772
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 6.614 0 0 0 6.614
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 45 0 0 0 45
Afdekkingsreserve -38.881 0 -6.804 -391 -4 -46.080
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -25.948 -2.289 0 -1.305 2.306 -27.236
Omrekeningsverschillen -20.082 1 240 -5.578 -20.696 -46.115
Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -31.370 -31.370
Minderheidsbelang 726.712 130.503 356.588 0 6.328 1.220.131
II. Langlopende verplichtingen 1.263.655 1.190.170 969.928 0 10.914 -19.883 3.414.785
Voorzieningen 31.179 11.997 2.209 0 790 46.175
Pensioenverplichtingen 76.686 6.017 32 0 516 83.250
Uitgestelde belastingverplichtingen 97.417 0 60.877 0 1.483 159.777
Financiële schulden 1.015.773 3.226 862.584 0 7.785 -19.883 1.869.486
Leningen van banken 758.435 0 632.460 0 4.713 1.395.608
Obligatieleningen 58.151 0 183.783 0 0 241.934
Achtergestelde leningen 44.677 0 0 0 4 44.680
Leasingschulden
Overige financiële schulden 87.449 3.226 44.350 0 3.068 138.093
67.062 0 1.992 0 0 -19.883 49.170
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 10.095 53.015 34.213 0 0 97.324
Overige schulden 32.506 9.854 10.012 0 341 52.713
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 1.106.061 0 0 0 1.106.061
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 298.417 0 0 0 298.417
Banken - deposito's van klanten 0 767.701 0 0 0 767.701
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.943 0 0 0 39.943
III. Kortlopende verplichtingen 2.224.491 5.410.434 325.540 7 75.828 -4.509 8.031.790
Voorzieningen 31.602 44 6.217 0 220 38.083
Pensioenverplichtingen 0 342 0 0 0 342
Financiële schulden 424.300 5.218 221.234 0 42.262 -3.150 689.864
Leningen van banken 213.566 0 96.955 0 9.250 319.771
Obligatieleningen 0 0 0 0 0 0
Achtergestelde leningen 20.967 0 0 0 7 20.974
Leasingschulden 27.556 2.068 2.308 0 2.007 33.939
Overige financiële schulden 162.211 3.150 121.971 0 30.998 -3.150 315.181
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.750 1.164 0 0 0 8.914
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 301.202 0 0 0 7.990 309.192
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.341.450 19.464 71.010 4 23.250 -1.156 1.454.021
Handelsschulden 1.032.361 29 48.702 3 12.887 -1.156 1.092.826
Ontvangen vooruitbetalingen 60.582 0 61 0 0 60.643
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 177.090 10.201 10.098 0 9.642 207.031
Overige schulden 71.418 9.234 12.148 0 720 93.521
Te betalen belastingen 82.456 1.099 9.952 3 1.385 94.895
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 5.378.292 0 0 0 5.378.292
Banken - deposito's van kredietinstellingen
Banken - deposito's van klanten 0 28.875 0 0 0 28.875
0 5.139.401 0 0 0 5.139.401
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 210.016 0 0 0 210.016
Overlopende rekeningen 35.731 4.811 17.126 0 722 -203 58.187
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744

COMMENTAAR BIJ DE SEGMENTINFORMATIE – BALANS 2020

Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is ook in 2020 verder aangegroeid. Het komt op 31 december 2020 uit op 16.228,7 miljoen euro, een stijging met 927,2 miljoen euro (+6%) ten opzichte van de balans op jaareinde 2019. Deze toename komt vooral voor rekening van de segmenten "Real Estate & Senior Care"(+60,4 miljoen euro) en Private Banking (+932,8 miljoen euro).

Zoals dit ook reeds werd opgemerkt bij voorgaande rapporteringen, heeft de integrale consolidatie van de 78,75%-deelneming in Bank J.Van Breda & C° een aanzienlijke impact op zowel de hoogte van de totale balans, als op de samenstelling ervan. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank J.Van Breda & C° immers een in verhouding tot de andere vennootschappen uit de groep zeer groot balanstotaal : de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° alleen draagt reeds 7.211 miljoen euro (44%) bij tot het balanstotaal van de groep AvH. Bovendien heeft Bank J.Van Breda & C° als bank een specifieke balansstructuur, aangepast aan en opgebouwd in functie van haar activiteiten. Hoewel Bank J.Van Breda & C° tot de best gekapitaliseerde bankinstellingen in België behoort, heeft ze toch duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige deelnemingen van de groep AvH. Om het inzicht in de geconsolideerde balans te vergemakkelijken, worden een aantal posten uit de balans van Bank J.Van Breda & C° gegroepeerd op afzonderlijke lijnen.

Ook in het coronajaar 2020 is Bank J.Van Breda & C° kredieten blijven verstrekken aan haar clienteel van zelfstandigen en vrije beroepers. De totale kredietportefeuille groeide zelfs met 182,0 miljoen euro (+3,5%) aan tot 5.414,7 miljoen euro op jaareinde 2020. Deze kredieten aan clienteel worden meer dan volledig gefinancierd door deposito's die Bank J.Van Breda & C° van haar clienteel heeft ontvangen en die op korte en op langere termijn samen een bedrag vertegenwoordigen van 5.907,1 miljoen euro.

Inclusief de deelname aan het TLTRO III, een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, is de aangroei van ontvangen liquiditeiten zelfs nog groter. Aan de actiefzijde van de balans, resulteert dit in een stijging van de tegoeden bij centrale banken tot 991,8 miljoen euro (+537,1 miljoen euro) en van de beleggingsportefeuille van de bank tot 495,2 miljoen euro (+74,4 miljoen euro).

De immateriële vaste activa zijn in 2020 met 20,9 miljoen euro gestegen tot 147,8 miljoen euro. Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit de acquisitie door DEME van het Nederlandse SPT Offshore, waarbij een deel van de waarde werd toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile"-technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. DEME en Anima hebben in 2020 beperkte bijzondere waardeverminderingen op goodwill doorgevoerd, van respectievelijk 5 miljoen euro en 0,6 miljoen euro, en die daalt daardoor tot 325,9 miljoen euro.

De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand per einde 2019. DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit dan de geboekte afschrijvingen. Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine L'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.

De stijging van de "ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast" tot 1.456,1 miljoen euro wordt verklaard door de resultaten die worden gerealiseerd in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is o.m het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook in het Growth Capital gedeelte van de AvH-portefeuille zijn er verschillende deelnemingen die volgens vermogensmutatie worden verwerkt. Einde 2020 is trouwens de nieuwe deelneming van 20% in OM Partners ook opgenomen in deze rubriek.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2020

Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit

Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via

Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties

Aanpassingen voor niet-geldelijke posten

Financiële operaties

II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5

I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063

desinvesteringen -83.941 18 -3.170 0 -3.573 -90.666 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 33.692 0 972 293 3.085 38.042 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 0 0 0 0 0 Winstbelastingen (betaald) -38.518 -18.731 -11.632 0 -1.560 -70.441

Afschrijvingen 326.888 7.054 11.511 0 5.319 350.772 Bijzondere waardeverminderingen 1.397 5.548 2.613 0 94 9.652 Aandelenoptieplannen 0 -3.600 8 0 1.026 -2.566

resultatenrekening 0 0 2.116 0 1.689 3.805 (Afname) toename van voorzieningen 1.641 438 -201 0 264 2.142 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 2.073 1.736 -253 0 155 3.711 Cashflow 346.422 56.911 67.618 207 -3.427 783 468.514 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 122.575 16.868 -8.648 -26 -16.118 3.918 118.570 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 82.174 0 -17.793 0 3.619 68.001 Afname (toename) van vorderingen 99.472 -145 13.836 -20 -19.383 3.918 97.678 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -746.754 0 0 0 -746.754 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -79.757 -3.343 -2.156 -6 -654 -85.915

(banken) 0 769.629 0 0 0 769.629 Afname (toename) overige 20.686 -2.519 -2.536 0 300 15.931 Operationele cashflow 468.997 73.779 58.970 181 -19.545 4.701 587.084 Investeringen -374.310 -247.496 -61.699 -22.203 -78.957 4.088 -780.577 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -215.955 -3.810 -12.906 0 -3.928 -236.598 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -46.388 0 0 -46.388 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -144.739 0 -2.786 -22.203 -70.749 -240.476 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 1.878 0 396 0 0 2.274 Nieuwe leningen toegestaan -15.494 -309 -15 0 -4.118 4.088 -15.849 Verwerving van geldbeleggingen 0 -243.377 0 0 -162 -243.539 Desinvesteringen 162.625 171.964 39.007 0 12.015 -315 385.295 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 20.664 0 399 0 7 21.071 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 35.404 0 0 35.404 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 131.727 0 3.197 0 6.433 141.357 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 0 0 0 0 Terugbetaalde leningen 10.234 0 7 0 315 -315 10.240 Overdracht van geldbeleggingen 0 171.964 0 0 5.259 177.223 Investeringscashflow -211.685 -75.532 -22.692 -22.203 -66.942 3.773 -395.282

Dividenden 124 880 5.946 0 889 7.838 Ontvangen interesten 7.712 0 3.099 0 1.926 -1.084 11.654 Betaalde interesten -23.791 -62 -15.956 0 -588 1.084 -39.313 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -25.399 0 -28.753 -35 106 -783 -54.864 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -1.635 -1.635 (Afname) toename van financiële schulden -72.452 444 41.130 0 15.054 -7.691 -23.515 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 801 0 0 0 -18.631 -17.830 Winstverdeling 0 0 0 0 -76.813 -76.813 Dividenden uitgekeerd intragroep -4.150 0 -12.343 0 16.493 0 Dividenden uitgekeerd aan derden 0 -108 -36.126 0 0 -36.234 Financieringscashflow -117.155 1.153 -43.004 -35 -63.198 -8.474 -230.712

kasequivalenten 140.157 -599 -6.726 -22.057 -149.685 0 -38.910 Transfert tussen segmenten 0 0 0 22.271 -22.271 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -6.684 0 90 -65 -9 -6.667 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 778.444 17.670 34.372 370 11.552 0 842.408

Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal

Capital tussen 2020

Engineering Banking Senior Care Resources Growth

Contracting segmenten

De daling van de Financiële vaste activa (aandelen – fair value through P&L) in het segment "Real Estate & Senior Care" wordt veroorzaakt door de daling van de marktwaarde (beurskoers) van de aandelen Retail Estates die in het bezit zijn van Leasinvest Real Estate. De toename bij "AvH & Growth Capital" wordt hoofdzakelijk verklaard door bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys en de Indische Healthquad fondsen I en II.

De gedaalde omzet over het jaar 2020 in het segment "Marine engineering & Contracting" laat zich merken in het totaal openstaand bedrag van vorderingen en bedragen verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten. Een duidelijke stijging van de verschuldigde bedragen voor onderhanden projecten is wel op te merken bij "Real Estate & Senior Care" en vloeit voort uit de ontwikkelingsactiviteit van Extensa op haar sites in Brussel (Gare Maritime en nieuwe residentiële zone op Tour & Taxis) en Luxemburg. In de overige segmenten zijn op deze rubrieken geen grote wijzigingen te melden.

Geldmiddelen en kasequivalenten zijn met 45,6 miljoen euro afgenomen in 2020. Zij bedragen wel nog steeds een comfortabele 842,4 miljoen euro. De daling situeert zich voornamelijk in het segment "AvH & Growth Capital" als gevolg van de in de loop van 2020 gerealiseerde investeringen en de uitkering van een dividend door AvH in 2020, in een jaar waarin AvH zelf aanzienlijk minder dividenden ontving van haar participaties (omwille van corona en van het verbod op dividenduitkeringen door banken opgelegd door de ECB/NBB). Bij DEME is de netto financiële schuld in 2020 gedaald en zijn de liquiditeiten op jaareinde 2020 gestegen in vergelijking tot het jaar voordien.

De evolutie van het eigen vermogen wordt toegelicht in Toelichting Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen.

Voorzieningen op lange termijn blijven per saldo ongeveer ongewijzigd (46,2 miljoen euro). Dit bedrag bestaat uit voorzieningen die op het niveau van de deelnemingen werden aangelegd, uit voorzieningen voor bepaalde deelnemingen waarvan de vermogensmutatiewaarde negatief is geworden en, ook nog uit een voorziening van 15 miljoen euro voor voorwaardelijke verplichtingen die overblijven van de overname van de controle over CFE in 2013 door AvH. Hierop werd in de loop van 2020 trouwens voor 1 miljoen euro teruggenomen, na het uitdoven van het onderliggende risico.

De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4 miljoen euro op einde 2020).

Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en AvH : 31 miljoen euro).

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2020

Marine
Private
Real Estate &
Energy &
AvH &
Eliminaties
Totaal
Growth
Engineering
Banking
Senior Care
Resources
tussen
2020
Capital
Contracting
segmenten
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans
644.971
18.270
41.008
220
183.517
0
887.985
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
103.192
64.448
65.654
-87
-9.927
783
224.063
Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit
-83.941
18
-3.170
0
-3.573
-90.666
desinvesteringen
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast
33.692
0
972
293
3.085
38.042
Overige niet-exploitatiebaten (lasten)
0
0
0
0
0
0
Winstbelastingen (betaald)
-38.518
-18.731
-11.632
0
-1.560
-70.441
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen
326.888
7.054
11.511
0
5.319
350.772
Bijzondere waardeverminderingen
1.397
5.548
2.613
0
94
9.652
Aandelenoptieplannen
0
-3.600
8
0
1.026
-2.566
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
0
0
2.116
0
1.689
3.805
resultatenrekening
(Afname) toename van voorzieningen
1.641
438
-201
0
264
2.142
Andere niet-kaskosten (opbrengsten)
2.073
1.736
-253
0
155
3.711
Cashflow
346.422
56.911
67.618
207
-3.427
783
468.514
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal
122.575
16.868
-8.648
-26
-16.118
3.918
118.570
Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten
82.174
0
-17.793
0
3.619
68.001
Afname (toename) van vorderingen
99.472
-145
13.836
-20
-19.383
3.918
97.678
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken)
0
-746.754
0
0
0
-746.754
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden)
-79.757
-3.343
-2.156
-6
-654
-85.915
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
0
769.629
0
0
0
769.629
(banken)
Afname (toename) overige
20.686
-2.519
-2.536
0
300
15.931
Operationele cashflow
468.997
73.779
58.970
181
-19.545
4.701
587.084
Investeringen
-374.310
-247.496
-61.699
-22.203
-78.957
4.088
-780.577
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa
-215.955
-3.810
-12.906
0
-3.928
-236.598
Investering in vastgoedbeleggingen
0
0
-46.388
0
0
-46.388
Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities)
-144.739
0
-2.786
-22.203
-70.749
-240.476
Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities
1.878
0
396
0
0
2.274
Nieuwe leningen toegestaan
-15.494
-309
-15
0
-4.118
4.088
-15.849
Verwerving van geldbeleggingen
0
-243.377
0
0
-162
-243.539
Desinvesteringen
162.625
171.964
39.007
0
12.015
-315
385.295
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa
20.664
0
399
0
7
21.071
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen
0
0
35.404
0
0
35.404
Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen)
131.727
0
3.197
0
6.433
141.357
Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen
0
0
0
0
0
0
Terugbetaalde leningen
10.234
0
7
0
315
-315
10.240
Overdracht van geldbeleggingen
0
171.964
0
0
5.259
177.223
Investeringscashflow
-211.685
-75.532
-22.692
-22.203
-66.942
3.773
-395.282
Financiële operaties
Dividenden
124
880
5.946
0
889
7.838
Ontvangen interesten
7.712
0
3.099
0
1.926
-1.084
11.654
Betaalde interesten
-23.791
-62
-15.956
0
-588
1.084
-39.313
Diverse financiële opbrengsten (lasten)
-25.399
0
-28.753
-35
106
-783
-54.864
Afname (toename) van eigen aandelen
0
0
0
0
-1.635
-1.635
(Afname) toename van financiële schulden
-72.452
444
41.130
0
15.054
-7.691
-23.515
(Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties
801
0
0
0
-18.631
-17.830
Winstverdeling
0
0
0
0
-76.813
-76.813
Dividenden uitgekeerd intragroep
-4.150
0
-12.343
0
16.493
0
Dividenden uitgekeerd aan derden
0
-108
-36.126
0
0
-36.234
Financieringscashflow
-117.155
1.153
-43.004
-35
-63.198
-8.474
-230.712
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en
kasequivalenten
140.157
-599
-6.726
-22.057
-149.685
0
-38.910
Transfert tussen segmenten
0
0
0
22.271
-22.271
0
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten
-6.684
0
90
-65
-9
-6.667
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 778.444 17.670 34.372 370 11.552 0 842.408

COMMENTAAR BIJ DE SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2020

De cashflow van AvH (geconsolideerd) komt uit op 468,5 miljoen euro. Dat is een daling met 157,6 miljoen euro in vergelijking tot het jaar 2019 (-25,2%).

De daling van de winst uit de bedrijfsactiviteit was in verhouding zelfs nog groter, want die nam met 216,9 miljoen euro (-49%) af tot 224,1 miljoen euro in 2020. Ze was voelbaar in alle segmenten van AvH, uitgezonderd in "Private Banking", dat in 2020 een recordresultaat liet optekenen. Dat de cashflow uiteindelijk minder daalde dan de terugloop van de winst uit de bedrijfsactiviteit is nagenoeg volledig te danken aan het groter aandeel van niet-geldelijke posten in het bedrijfsresultaat van 2020.

De winst op de overdracht van activa, die in dit kasstroomoverzicht vanuit de cashflow wordt overgeheveld naar de investeringscashflow, viel met 90,7 miljoen euro beperkter uit dan in 2019. De belangrijkste componenten hiervan in 2020 waren de meerwaarden die DEME realiseerde op haar exit uit het Duitse offshore windpark Merkur (63,9 miljoen euro) en op de verkoop van materiële vaste activa (incl een aantal kleinere tuigen) van 11,2 miljoen euro. CFE realiseerde meerwaarden van 6,3 miljoen euro op de verkoop van enkele deelnemingen (vastgoedontwikkelingsvennootschappen) en nog een beperkt bedrag op de realisatie van diverse andere vaste activa. In het vastgoedsegment realiseerde Leasinvest Real Estate 2,2 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van het gebouw van Rijksarchief Brugge, van een eigendom gelegen in Luxemburg (Route d'Esch) en van een unit op het Brixton Business Park in Zaventem. In het segment "AvH & Growth Capital" betreft de overboeking voornamelijk de meerwaarde gerealiseerd bij de verkoop van 50% in het Indische Oriental Quarries & Mines aan de mede-aandeelhouder.

In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8 miljoen euro).

Bij de aanpassingen voor niet-geldelijke posten, blijft de post afschrijvingen de belangrijkste. De totale afschrijvingslast viel in 2020 met 350,8 miljoen euro licht hoger uit dan het jaar voordien. De stijging situeert zich voornamelijk bij DEME omwille van de toevoeging aan de vloot van enkele nieuwe schepen en de versnelde afschrijving van enkele minder strategische eenheden. Bij Anima nam de afschrijvingslast eveneens toe als gevolg van de ingebruikname in de laatste maanden van 2019 en begin 2020 van 4 nieuw gebouwde woonzorgcentra.

Bijzondere waardeverminderingen worden eveneens verwijderd uit de cash flow, aangezien dit geen realisaties betreft, doch uitsluitend boekhoudkundige aanpassingen van de waarde van de desbetreffende activa. In verhouding tot vorig boekjaar, bleef het bedrag aan bijzondere waardeverminderingen beperkt tot 9,7 miljoen euro. De grootste post hierin heeft betrekking op 1,0 miljoen euro waardeverminderingen die Bank J.Van Breda & C° heeft verwerkt voor specifieke kredietverliezen, aangevuld met een algemene provisie voor toekomstige, momenteel nog niet gekende, kredietverliezen ten belope van 4,5 miljoen euro. Leasinvest Real Estate bracht in totaal voor 2,0 miljoen euro verliezen op handelsvorderingen in rekening, hoofdzakelijk in verband met corona. DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten op specifieke filialen.

De correctie voor resultaten die het gevolg zijn van aanpassingen aan reële waarde (IFRS 9) bedraagt voor 2020 3,8 miljoen euro (verlies). Met uitzondering van 1,7 miljoen euro negatieve waardecorrecties op geldbeleggingen en financiële vaste activa van AvH, vindt het volledige bedrag zijn oorsprong in het segment "Real Estate & Senior Care". Daar worden aanzienlijke positieve waardeaanpassingen (o.a 29,3 miljoen euro positieve waardeschommelingen op vastgoedactiva van Leasinvest en 6,2 miljoen euro positieve herwaardering van het gebouw van de Gare Maritime van Extensa op de Tour & Taxis-site in Brussel) meer dan gecompenseerd door de waardeverminderingen op de aandelen Retail Estates (33,5 miljoen euro) in de portefeuille van Leasinvest Real Estate en op andere vastgoedactiva van Extensa. Aangezien dit uitsluitend boekhoudkundige, niet gerealiseerde waarde-aanpassingen betreft, worden ze in dit kasstroomoverzicht geneutraliseerd.

Ondanks moeilijke marktomstandigheden gedurende een groot deel van het jaar 2020 werd ook voor 385,3 miljoen euro gedesinvesteerd (213,3 miljoen euro zonder de geldbeleggingen van Bank J.Van Breda & C° mee te rekenen), tegenover 625,5 miljoen euro het jaar voordien. In 2020 waren de grootste overdrachten van financiële vaste activa de verkoop door DEME van haar 12,5% belang in het Duitse offshore windpark Merkur voor 89,8 miljoen euro, de verkoop door CFE van deelnemingen in verschillende vastgoedontwikkelingen en de verkoop door Rent-A-Port van een deel van de deelneming in 2 vennootschappen die in Vietnam terreinen ontwikkelen. De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de reeds eerder vermelde verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park. AvH verkocht in 2020 haar 50%-deelneming in Oriental De toename van de opgenomen financieringen, alsook het wegvallen van een aantal interestopbrengsten, verklaart de beperkte stijging van de (netto) betaalde interesten. De stijging van de diverse financiële lasten wordt deels verklaard door toegenomen negatieve wisselkoersverschillen, maar ook door het verbreken door Leasinvest Real Estate van bepaalde interestindekkingen wat een

Transacties in eigen aandelen leverden in 2020 een negatieve cashflow op van

Door aankopen op de Beurs van aandelen CFE, een investering in een controleparticipatie, voor een bedrag van 18,6 miljoen euro, verhoogde AvH

De dividenden uitgekeerd aan derden werden betaald aan de minderheidsaandeelhouders van Leasinvest Real Estate voor 21,8 miljoen euro en voor 14,3 miljoen euro aan de co-aandeelhouder van Extensa in haar

verlies van 20,3 miljoen euro heeft opgeleverd.

haar deelnemingspercentage in CFE tot 62,1%.

ontwikkelingen op de Cloche d'Or site in Luxemburg.

1,6 miljoen euro.

€ Miljoen 2020 2019 2018 2017 2016 Eigen aandelen 39,6 40,8 34,7 35,5 29,0

  • Portefeuille aandelen 51,2 55,7 37,2 40,0 39,0 - Termijndeposito's 0,0 155,9 23,9 1,3 26,2 Liquide middelen 8,1 27,0 31,2 49,7 5,3 Financiële schulden ('commercial paper') -31,0 -12,0 -24,0 -46,2 -31,2 Nettothesauriepositie 68,0 267,4 102,9 80,2 68,3

(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen

In de financieringscashflow vertegenwoordigt het dividend dat Leasinvest Real Estate heeft ontvangen van Retail Estates de grootste component in de

Financiële schulden (31-12-2019) 2.531.904 Beweging in Cashflow statement -23.515

  • Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities 9.195 - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen 6.629 - IFRS 16 Leases 37.000 - Wisselkoers-effecten -1.862 - Overige 0 Financiële schulden (31-12-2020) 2.559.350

Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2016-2020(1)

Evolutie financiële schulden (cash & non-cash)

Quarries & Mines.

dividenden.

(€ 1.000)

Overige bewegingen :

Overige beleggingen

aandelen daarop afgestemd.

In 2020 bevatte het bedrijfsresultaat slechts een beperkt bedrag (2,1 miljoen euro) aan aangelegde voorzieningen en andere niet-kaskosten (3,7 miljoen euro).

In 2020 verminderde het bedrijfskapitaal met 118,6 miljoen euro, in tegenstelling tot een aangroei met 41,4 miljoen euro het jaar voordien. Deze aanzienlijke vrijval van werkkapitaal situeert zich voornamelijk in "Marine Engineering & Contracting" en ligt in lijn met de lagere omzet en activiteitsgraad bij zowel DEME als CFE Contracting als gevolg van de corona-pandemie. In de andere segmenten valt de variatie in werkkapitaal eerder beperkt uit. Dankzij dit lagere beslag van het werkkapitaal op kasmiddelen van de groep in 2020, komt de totale operationele cashflow nagenoeg onveranderd en zelfs licht hoger uit in 2020 (587,1 miljoen euro) dan vorig jaar (584,7 miljoen euro).

In reactie op het uitbreken van de coronapandemie hebben een aantal deelnemingen de timing van hun investeringen herbekeken. Bovendien werd DEME in 2020 geconfronteerd met belangrijke vertragingen van de scheepswerven bij de bouw van 2 belangrijke schepen, meer bepaald de mega-cutter Spartacus en het grote installatieschip Orion. Het is de verwachting dat Spartacus in H1 2021 zal worden opgeleverd en Orion wellicht pas rond het einde 2021 of begin 2022. Daardoor verschoof ook een deel van de in 2020 voorziene investeringen naar een latere periode. In totaal investeerde de groep 236,6 miljoen euro in immateriële en materiële vaste activa, met het zwaartepunt daarvan traditioneel in "Marine Engineering & Contracting".

De 46,4 miljoen euro investeringen in vastgoedbeleggingen van 2020 hebben betrekking op 17,6 miljoen euro bijkomende investeringen door Extensa op de site van Tour & Taxis te Brussel, vooral in de Gare Maritime en in de Parking Maritime. Leasinvest Real Estate besteedde 28,8 miljoen euro aan bijkomende investeringen in haar vastgoed.

Via acquisities investeerde de groep in het afgelopen jaar 2020 in totaal voor maar liefst 240,5 miljoen euro in financiële vaste activa. DEME nam in het tweede halfjaar van 2020 de controle over het Nederlandse SPT Offshore voor 18,2 miljoen euro en CFE verwierf voor 57,6 miljoen euro 2 vennootschappen waarin vastgoedprojecten worden ontwikkeld. Nog in "Marine Engineering & Contracting" investeerde DEME o.a. 30,3 miljoen euro in de nieuwe joint-venture vennootschap CDWE in Taiwan die actief zal worden op diverse Taiwanese offshore windprojecten en er momenteel een installatieschip bouwt, investeerde CFE voor 14,7 miljoen euro in diverse vastgoedontwikkelingsvennootschappen en schreef Rent-A-Port voor 14,9 miljoen euro in op kapitaalsverhogingen van vennootschappen die in partnership haventerreinen ontwikkelen in Vietnam. AvH investeerde in totaal 22,3 miljoen euro bijkomend in het segment "Energy & Resources". Het deelnemingspercentage in SIPEF werd met 2,35% verhoogd tot 34,68% door aankopen van aandelen SIPEF op de Beurs. Ook verwierf AvH een rechtstreekse deelneming van 42% in Verdant BioScience en werden extra aandelen Sagar Cements verworven door de omzetting van warrants.

In "Growth Capital" heeft AvH in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners, een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain software. Daarnaast investeerde de groep in totaal voor 14,5 miljoen euro in een aantal jonge, beloftevolle bedrijven : in Belgïe was dit het geval in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys, Onco DNA, maar ook in India werd bijkomend geïnvesteerd in o.a. het nieuwe HealthQuad II-fonds, waarvan AvH een anchor investor is, en daarmee indirect in Medikabazaar.

De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda &C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen die kaderen in het ALM-beleid van de bank.

Ondanks moeilijke marktomstandigheden gedurende een groot deel van het jaar 2020 werd ook voor 385,3 miljoen euro gedesinvesteerd (213,3 miljoen euro zonder de geldbeleggingen van Bank J.Van Breda & C° mee te rekenen), tegenover 625,5 miljoen euro het jaar voordien. In 2020 waren de grootste overdrachten van financiële vaste activa de verkoop door DEME van haar 12,5% belang in het Duitse offshore windpark Merkur voor 89,8 miljoen euro, de verkoop door CFE van deelnemingen in verschillende vastgoedontwikkelingen en de verkoop door Rent-A-Port van een deel van de deelneming in 2 vennootschappen die in Vietnam terreinen ontwikkelen. De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de reeds eerder vermelde verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park. AvH verkocht in 2020 haar 50%-deelneming in Oriental Quarries & Mines.

In de financieringscashflow vertegenwoordigt het dividend dat Leasinvest Real Estate heeft ontvangen van Retail Estates de grootste component in de dividenden.

Evolutie financiële schulden (cash & non-cash)

(€ 1.000)
Financiële schulden (31-12-2019) 2.531.904
Beweging in Cashflow statement -23.515
Overige bewegingen :
- Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities 9.195
- Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen 6.629
- IFRS 16 Leases 37.000
- Wisselkoers-effecten -1.862
- Overige 0
Financiële schulden (31-12-2020) 2.559.350

De toename van de opgenomen financieringen, alsook het wegvallen van een aantal interestopbrengsten, verklaart de beperkte stijging van de (netto) betaalde interesten. De stijging van de diverse financiële lasten wordt deels verklaard door toegenomen negatieve wisselkoersverschillen, maar ook door het verbreken door Leasinvest Real Estate van bepaalde interestindekkingen wat een verlies van 20,3 miljoen euro heeft opgeleverd.

Transacties in eigen aandelen leverden in 2020 een negatieve cashflow op van 1,6 miljoen euro.

Door aankopen op de Beurs van aandelen CFE, een investering in een controleparticipatie, voor een bedrag van 18,6 miljoen euro, verhoogde AvH haar deelnemingspercentage in CFE tot 62,1%.

De dividenden uitgekeerd aan derden werden betaald aan de minderheidsaandeelhouders van Leasinvest Real Estate voor 21,8 miljoen euro en voor 14,3 miljoen euro aan de co-aandeelhouder van Extensa in haar ontwikkelingen op de Cloche d'Or site in Luxemburg.

Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2016-2020(1)

€ Miljoen 2020 2019 2018 2017 2016
Eigen aandelen 39,6 40,8 34,7 35,5 29,0
Overige beleggingen
- Portefeuille aandelen 51,2 55,7 37,2 40,0 39,0
- Termijndeposito's 0,0 155,9 23,9 1,3 26,2
Liquide middelen 8,1 27,0 31,2 49,7 5,3
Financiële schulden ('commercial paper') -31,0 -12,0 -24,0 -46,2 -31,2
Nettothesauriepositie 68,0 267,4 102,9 80,2 68,3

(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van GIB (50%) en van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – RESULTATENREKENING 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering
Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
&
Contracting
Banking Senior Care Resources Growth tussen
segmenten
2019
Capital
Bedrijfsopbrengsten 3.731.484 172.944 264.448 33 103.520 -2.032 4.270.398
Verrichting van diensten 0 0 89.221 0 1.931 -1.883 89.270
Vastgoedopbrengsten 59.065 0 159.712 0 0 218.778
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 101.513 0 0 0 101.513
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 69.723 0 0 0 69.723
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.596.586 0 0 0 98.705 3.695.290
Overige bedrijfsopbrengsten 75.834 1.708 15.514 33 2.884 -149 95.824
Exploitatielasten (-) -3.577.267 -117.942 -164.630 -166 -117.641 2.808 -3.974.839
Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.590.300 -27.261 -78.820 -166 -71.088 2.808 -2.764.828
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -24.597 0 0 0 -24.597
Personeelslasten (-) -655.795 -45.512 -66.811 0 -41.820 -809.938
Afschrijvingen (-) -320.853 -7.708 -9.587 0 -4.802 -342.950
Bijzondere waardeverminderingen (-) -25.629 -1.365 -145 0 -86 -27.225
Overige exploitatielasten (-) -19.662 -9.785 -9.848 0 -524 0 -39.818
Voorzieningen 34.971 -1.714 580 0 679 34.516
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
resultatenrekening
0 0 15.491 0 8.040 0 23.531
Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 10.143 0 8.040 18.182
Vastgoedbeleggingen 0 0 5.348 0 0 5.348
Winst (verlies) op de overdracht van activa 7.400 738 49 0 113.711 0 121.899
Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 6.135 294 -45 0 -5 6.379
Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 -308 0 0 -308
Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 729 0 403 0 112.083 113.216
Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 536 444 0 0 1.633 2.613
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 161.618 55.740 115.358 -133 107.630 776 440.989
Financieel resultaat -11.059 461 -10.051 2 2.037 -776 -19.386
Renteopbrengsten 15.495 12 4.896 0 1.666 -1.361 20.708
Rentelasten (-) -22.098 0 -13.974 0 -622 1.361 -35.333
(Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 3.066 0 -120 3 21 2.969
Overige financiële opbrengsten (kosten) -7.521 449 -853 -1 972 -776 -7.730
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde
via resultatenrekening
0 -781 -4.589 0 0 -5.370
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop
vermogensmutatie is toegepast
36.551 93.406 8.824 -1.272 17.444 154.952
Overige niet-exploitatiebaten 2.042 2.400 0 0 0 4.442
Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) vóór belasting 189.152 151.226 109.541 -1.404 127.111 0 575.627
Winstbelastingen -40.109 -15.465 -6.010 0 -171 0 -61.756
Uitgestelde belastingen 10.735 65 1.649 0 88 12.537
Belastingen -50.844 -15.530 -7.659 0 -259 -74.292
Winst (verlies) na belasting uit voortgezette
bedrijfsactiviteiten
Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden 149.043 135.761 103.531 -1.404 126.940 0 513.871
beëindigd 0 0 0 0 0 0
Winst (verlies) van het boekjaar 149.043 135.761 103.531 -1.404 126.940 0 513.871
Aandeel van het minderheidsbelang 57.128 8.422 53.340 110 -29 118.971
Aandeel van de groep 91.915 127.339 50.192 -1.514 126.969 394.900

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2019

Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit

Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via

Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties

Aanpassingen voor niet-geldelijke posten

Financiële operaties

II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5

I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 390.746 9.355 62.785 409 50.293 0 513.588 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 161.618 55.740 115.358 -133 107.630 776 440.989

desinvesteringen -7.400 -738 -49 0 -113.711 -121.899 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 12.018 44.525 600 111 4.938 62.192 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 2.042 2.400 0 0 0 4.442 Winstbelastingen (betaald) -45.826 -15.530 -7.659 0 -259 -69.274

Afschrijvingen 320.853 7.708 9.587 0 4.802 342.950 Bijzondere waardeverminderingen 26.827 1.522 193 0 86 28.628 Aandelenoptieplannen 0 -1.398 80 0 1.174 -144

resultatenrekening 0 0 -15.491 0 -8.040 -23.531 (Afname) toename van voorzieningen -36.636 1.000 492 0 -679 -35.823 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -2.146 -1.205 0 0 926 -2.425 Cashflow 431.348 94.024 103.112 -22 -3.133 776 626.104 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 14.384 -40.305 -10.836 0 -1.994 -2.610 -41.361 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten -103.272 0 -13.973 0 -6.339 -123.584 Afname (toename) van vorderingen 215.782 -13.772 14.420 -8 -2.775 -2.610 211.038 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -530.741 0 0 0 -530.741 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -94.578 1.720 -9.629 8 6.540 -95.940

(banken) 0 507.257 0 0 0 507.257 Afname (toename) overige -3.549 -4.769 -1.653 0 579 -9.392 Operationele cashflow 445.732 53.719 92.276 -23 -5.128 -1.834 584.743 Investeringen -467.162 -263.330 -268.447 -12.207 -30.206 458 -1.040.894 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -460.505 -8.324 -32.342 0 -1.984 -503.154 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -212.713 0 0 -212.713 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -27.910 0 -18.028 -12.207 -17.904 -76.049 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 36.652 0 867 0 692 38.212 Nieuwe leningen toegestaan -15.400 -296 -6.232 0 -846 458 -22.315 Verwerving van geldbeleggingen 0 -254.710 0 0 -10.165 -264.875 Desinvesteringen 112.441 294.344 44.660 0 181.806 -7.727 625.524 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 13.889 362 188 0 17 14.456 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 42.350 0 0 42.350 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 1.663 0 28.605 0 172.429 202.698 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 -26.483 0 0 -26.483 Terugbetaalde leningen 96.889 0 0 0 7.727 -7.727 96.889 Overdracht van geldbeleggingen 0 293.982 0 0 1.633 295.615 Investeringscashflow -354.721 31.014 -223.788 -12.207 151.600 -7.269 -415.370

Dividenden 0 450 5.068 0 1.029 6.547 Ontvangen interesten 15.495 12 2.896 0 1.666 -1.361 18.708 Betaalde interesten -30.236 0 -14.252 0 -622 1.361 -43.749 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -4.169 -1 -6.041 2 -109 -776 -11.095 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -6.108 -6.108 (Afname) toename van financiële schulden 226.175 -2.890 163.901 0 -7.661 9.878 389.404 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 6.811 0 0 0 -14.289 -7.478 Winstverdeling 0 0 0 0 -76.741 -76.741 Dividenden uitgekeerd intragroep -36.916 -68.000 -7.949 0 112.865 0 Dividenden uitgekeerd aan derden -26.692 -5.481 -33.787 0 0 -65.960 Financieringscashflow 150.469 -75.910 109.835 2 10.030 9.102 203.529

kasequivalenten 241.479 8.824 -21.676 -12.228 156.503 0 372.902 Transfert tussen segmenten 11.250 0 0 12.030 -23.280 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 1.495 91 -101 9 2 1.496 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985

Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal

Capital tussen 2019

Engineering Banking Senior Care Resources Growth

Contracting segmenten

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – KASSTROOMOVERZICHT 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019
Contracting Capital segmenten
I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 390.746 9.355 62.785 409 50.293 0 513.588
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 161.618 55.740 115.358 -133 107.630 776 440.989
Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit
desinvesteringen
-7.400 -738 -49 0 -113.711 -121.899
Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 12.018 44.525 600 111 4.938 62.192
Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 2.042 2.400 0 0 0 4.442
Winstbelastingen (betaald) -45.826 -15.530 -7.659 0 -259 -69.274
Aanpassingen voor niet-geldelijke posten
Afschrijvingen 320.853 7.708 9.587 0 4.802 342.950
Bijzondere waardeverminderingen 26.827 1.522 193 0 86 28.628
Aandelenoptieplannen 0 -1.398 80 0 1.174 -144
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via
resultatenrekening 0 0 -15.491 0 -8.040 -23.531
(Afname) toename van voorzieningen -36.636 1.000 492 0 -679 -35.823
Andere niet-kaskosten (opbrengsten) -2.146 -1.205 0 0 926 -2.425
Cashflow 431.348 94.024 103.112 -22 -3.133 776 626.104
Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 14.384 -40.305 -10.836 0 -1.994 -2.610 -41.361
Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten -103.272 0 -13.973 0 -6.339 -123.584
Afname (toename) van vorderingen 215.782 -13.772 14.420 -8 -2.775 -2.610 211.038
Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -530.741 0 0 0 -530.741
Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -94.578 1.720 -9.629 8 6.540 -95.940
Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties
(banken)
0 507.257 0 0 0 507.257
Afname (toename) overige -3.549 -4.769 -1.653 0 579 -9.392
Operationele cashflow 445.732 53.719 92.276 -23 -5.128 -1.834 584.743
Investeringen -467.162 -263.330 -268.447 -12.207 -30.206 458 -1.040.894
Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -460.505 -8.324 -32.342 0 -1.984 -503.154
Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -212.713 0 0 -212.713
Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -27.910 0 -18.028 -12.207 -17.904 -76.049
Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 36.652 0 867 0 692 38.212
Nieuwe leningen toegestaan -15.400 -296 -6.232 0 -846 458 -22.315
Verwerving van geldbeleggingen 0 -254.710 0 0 -10.165 -264.875
Desinvesteringen 112.441 294.344 44.660 0 181.806 -7.727 625.524
Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 13.889 362 188 0 17 14.456
Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 42.350 0 0 42.350
Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 1.663 0 28.605 0 172.429 202.698
Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 -26.483 0 0 -26.483
Terugbetaalde leningen 96.889 0 0 0 7.727 -7.727 96.889
Overdracht van geldbeleggingen 0 293.982 0 0 1.633 295.615
Investeringscashflow -354.721 31.014 -223.788 -12.207 151.600 -7.269 -415.370
Financiële operaties
Dividenden 0 450 5.068 0 1.029 6.547
Ontvangen interesten 15.495 12 2.896 0 1.666 -1.361 18.708
Betaalde interesten -30.236 0 -14.252 0 -622 1.361 -43.749
Diverse financiële opbrengsten (lasten) -4.169 -1 -6.041 2 -109 -776 -11.095
Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -6.108 -6.108
(Afname) toename van financiële schulden 226.175 -2.890 163.901 0 -7.661 9.878 389.404
(Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 6.811 0 0 0 -14.289 -7.478
Winstverdeling 0 0 0 0 -76.741 -76.741
Dividenden uitgekeerd intragroep -36.916 -68.000 -7.949 0 112.865 0
Dividenden uitgekeerd aan derden -26.692 -5.481 -33.787 0 0 -65.960
Financieringscashflow 150.469 -75.910 109.835 2 10.030 9.102 203.529
II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en
kasequivalenten 241.479 8.824 -21.676 -12.228 156.503 0 372.902
Transfert tussen segmenten 11.250 0 0 12.030 -23.280 0
Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 1.495 91 -101 9 2 1.496
III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – ACTIVA 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019
&
Contracting
Capital segmenten
I. Vaste activa 3.263.140 5.003.045 1.728.076 234.027 260.684 -10.267 10.478.704
Immateriële vaste activa 94.871 1.680 30.120 0 231 126.902
Goodwill 177.127 134.247 8.449 0 11.727 331.550
Materiële vaste activa 2.633.912 52.061 192.993 0 30.201 2.909.167
Terreinen en gebouwen 156.881 44.385 179.713 0 22.053 403.032
Installaties, machines en uitrusting 1.892.734 2.003 3.535 0 1.189 1.899.461
Meubilair en rollend materieel 39.821 3.458 4.000 0 6.179 53.457
Overige materiële vaste activa 308 1.038 3.335 0 563 5.245
Activa in aanbouw 544.168 1.177 2.409 0 217 547.971
Vastgoedbeleggingen 0 0 1.336.093 0 0 1.336.093
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 151.821 638.067 12.495 234.027 166.067 1.202.477
Financiële vaste activa 104.960 1.323 141.493 0 50.067 -10.267 287.576
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 5.563 0 113.376 0 35.479 154.418
Vorderingen en borgtochten 99.397 1.323 28.117 0 14.588 -10.267 133.158
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 0 381 832 0 0 1.213
Uitgestelde belastingvorderingen 100.449 2.564 5.600 0 2.391 111.004
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan
één jaar
0 4.172.722 0 0 0 4.172.722
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 4.134.167 0 0 0 4.134.167
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 38.555 0 0 0 38.555
II. Vlottende activa 2.014.225 2.147.323 317.423 231 309.835 -6.918 4.782.119
Voorraden 271.046 0 151.330 0 1.053 423.429
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 285.892 0 31.032 0 11.517 328.441
Geldbeleggingen 3 420.796 0 0 55.713 476.513
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 3 0 0 0 55.713 55.717
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 420.628 0 0 0 420.628
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 168 0 0 0 168
Financiële activa - at amortised cost 0 0 0 0 0 0
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 751 160 0 0 0 911
Vorderingen op ten hoogste één jaar 767.060 4.105 89.521 11 54.660 -6.220 909.138
Handelsvorderingen 692.658 100 29.293 0 23.772 -1.145 744.679
Overige vorderingen 74.402 4.005 60.227 11 30.888 -5.075 164.458
Terug te vorderen belastingen 23.307 0 1.458 0 1.163 25.927
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste
één jaar
0 1.694.553 0 0 0 1.694.553
Banken - interbancaire vorderingen 0 141.306 0 0 0 141.306
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 1.098.483 0 0 0 1.098.483
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 44 0 0 0 44
Banken - tegoeden centrale banken 0 454.720 0 0 0 454.720
Geldmiddelen en kasequivalenten 644.971 18.270 41.008 220 183.517 887.985
Overlopende rekeningen 21.196 9.439 3.074 0 2.211 -698 35.221
III. Activa bestemd voor verkoop 40.280 0 444 0 0 40.724
Totaal der activa 5.317.645 7.150.368 2.045.942 234.258 570.519 -17.185 15.301.547

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5

Engineering &

I. Totaal eigen vermogen 1.815.178 1.331.613 798.452 234.245 502.346 4.681.834 Eigen vermogen - deel groep 1.086.037 1.211.241 428.478 234.245 496.109 3.456.109 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.148.384 1.206.906 440.443 221.350 422.238 3.439.322 Herwaarderingsreserves -62.348 4.335 -11.965 12.895 -7.388 -64.472 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 3.469 0 0 0 3.469 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 41 0 0 0 41 Afdekkingsreserve -31.693 -9 -12.225 40 -1 -43.889 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -22.592 -1.294 0 -951 1.818 -23.019 Omrekeningsverschillen -8.063 2.129 260 13.806 -9.205 -1.074 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -32.648 -32.648 Minderheidsbelang 729.141 120.372 369.974 0 6.238 1.225.725 II. Langlopende verplichtingen 1.430.129 850.224 816.504 0 13.505 -10.267 3.100.095 Voorzieningen 31.765 10.640 2.485 0 651 45.541 Pensioenverplichtingen 70.269 5.539 40 0 142 75.990 Uitgestelde belastingverplichtingen 105.253 0 57.818 0 1.623 164.694 Financiële schulden 1.202.741 3.231 699.871 0 10.767 -10.267 1.906.344 Leningen van banken 937.911 0 520.465 0 7.701 1.466.076 Obligatieleningen 60.049 0 144.103 0 0 204.152 Achtergestelde leningen 37.414 0 0 0 7 37.422 Leasingschulden 114.131 3.231 31.563 0 3.060 151.984 Overige financiële schulden 53.236 0 3.741 0 0 -10.267 46.710 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 9.251 40.427 47.196 0 0 96.874 Overige schulden 10.850 11.163 9.095 0 322 31.429 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 779.224 0 0 0 779.224 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0 0 0 Banken - deposito's van klanten 0 739.301 0 0 0 739.301 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.923 0 0 0 39.923 III. Kortlopende verplichtingen 2.072.339 4.968.531 430.986 13 54.668 -6.918 7.519.619 Voorzieningen 30.564 22 7.020 0 95 37.701 Pensioenverplichtingen 0 331 0 0 0 331 Financiële schulden 278.743 2.449 327.785 0 21.658 -5.075 625.560 Leningen van banken 199.258 0 72.899 0 7.051 279.208 Obligatieleningen 0 0 49.969 0 0 49.969 Achtergestelde leningen 13.208 0 0 0 7 13.216 Leasingschulden 36.471 2.449 2.006 0 1.781 42.707 Overige financiële schulden 29.805 0 202.911 0 12.819 -5.075 240.460 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 9.356 1.207 0 0 0 10.563 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 291.097 0 0 0 4.752 295.849 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.334.563 21.679 71.078 10 26.688 -1.145 1.452.872 Handelsschulden 1.074.708 46 52.635 10 13.920 -1.145 1.140.174 Ontvangen vooruitbetalingen 39.565 0 10 0 851 40.426 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 170.407 8.432 8.105 0 11.023 197.967 Overige schulden 49.883 13.201 10.328 0 894 74.306 Te betalen belastingen 49.922 1.253 7.320 4 943 59.441 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 4.936.693 0 0 0 4.936.693 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 27.825 0 0 0 27.825 Banken - deposito's van klanten 0 4.667.248 0 0 0 4.667.248 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 241.620 0 0 0 241.620 Overlopende rekeningen 78.093 4.897 17.784 0 532 -698 100.608 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.317.645 7.150.368 2.045.942 234.258 570.519 -17.185 15.301.547

Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal

Contracting Capital segmenten

Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Segmentinformatie - Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
proforma omzet Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019
&
Contracting
Capital segmenten
Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.810.702 554.955 248.934 27.867 583.640 -1.883 4.224.214
Overige landen binnen Europa 103.813 278 2.083 76.203 182.376
Landen buiten Europa 741.136 73.033 386.014 1.200.182
Totaal 3.655.651 555.233 248.934 102.983 1.045.856 -1.883 5.606.773

De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring, zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

TOELICHTING 6: SEGMENTINFORMATIE – EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN 2019

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine Private Real Estate & Energy & AvH & Eliminaties Totaal
Engineering Banking Senior Care Resources Growth tussen 2019
&
Contracting
Capital segmenten
I. Totaal eigen vermogen 1.815.178 1.331.613 798.452 234.245 502.346 4.681.834
Eigen vermogen - deel groep 1.086.037 1.211.241 428.478 234.245 496.109 3.456.109
Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907
Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295
Agio 0 0 0 0 111.612 111.612
Geconsolideerde reserves 1.148.384 1.206.906 440.443 221.350 422.238 3.439.322
Herwaarderingsreserves -62.348 4.335 -11.965 12.895 -7.388 -64.472
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 3.469 0 0 0 3.469
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 41 0 0 0 41
Afdekkingsreserve -31.693 -9 -12.225 40 -1 -43.889
Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -22.592 -1.294 0 -951 1.818 -23.019
Omrekeningsverschillen -8.063 2.129 260 13.806 -9.205 -1.074
Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -32.648 -32.648
Minderheidsbelang 729.141 120.372 369.974 0 6.238 1.225.725
II. Langlopende verplichtingen 1.430.129 850.224 816.504 0 13.505 -10.267 3.100.095
Voorzieningen 31.765 10.640 2.485 0 651 45.541
Pensioenverplichtingen 70.269 5.539 40 0 142 75.990
Uitgestelde belastingverplichtingen 105.253 0 57.818 0 1.623 164.694
Financiële schulden 1.202.741 3.231 699.871 0 10.767 -10.267 1.906.344
Leningen van banken 937.911 0 520.465 0 7.701 1.466.076
Obligatieleningen 60.049 0 144.103 0 0 204.152
Achtergestelde leningen 37.414 0 0 0 7 37.422
Leasingschulden 114.131 3.231 31.563 0 3.060 151.984
Overige financiële schulden 53.236 0 3.741 0 0 -10.267 46.710
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 9.251 40.427 47.196 0 0 96.874
Overige schulden 10.850 11.163 9.095 0 322 31.429
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 779.224 0 0 0 779.224
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0 0 0
Banken - deposito's van klanten 0 739.301 0 0 0 739.301
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.923 0 0 0 39.923
III. Kortlopende verplichtingen 2.072.339 4.968.531 430.986 13 54.668 -6.918 7.519.619
Voorzieningen 30.564 22 7.020 0 95 37.701
Pensioenverplichtingen 0 331 0 0 0 331
Financiële schulden 278.743 2.449 327.785 0 21.658 -5.075 625.560
Leningen van banken 199.258 0 72.899 0 7.051 279.208
Obligatieleningen 0 0 49.969 0 0 49.969
Achtergestelde leningen 13.208 0 0 0 7 13.216
Leasingschulden 36.471 2.449 2.006 0 1.781 42.707
Overige financiële schulden 29.805 0 202.911 0 12.819 -5.075 240.460
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 9.356 1.207 0 0 0 10.563
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 291.097 0 0 0 4.752 295.849
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.334.563 21.679 71.078 10 26.688 -1.145 1.452.872
Handelsschulden 1.074.708 46 52.635 10 13.920 -1.145 1.140.174
Ontvangen vooruitbetalingen 39.565 0 10 0 851 40.426
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 170.407 8.432 8.105 0 11.023 197.967
Overige schulden 49.883 13.201 10.328 0 894 74.306
Te betalen belastingen 49.922 1.253 7.320 4 943 59.441
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 4.936.693 0 0 0 4.936.693
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 27.825 0 0 0 27.825
Banken - deposito's van klanten 0 4.667.248 0 0 0 4.667.248
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 241.620 0 0 0 241.620
Overlopende rekeningen 78.093 4.897 17.784 0 532 -698 100.608
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.317.645 7.150.368 2.045.942 234.258 570.519 -17.185 15.301.547

TOELICHTING 7: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

(€ 1.000) Ontwikke
lingskosten
Concessies,
octrooien &
licenties
Goodwill Software Overige
immateriële
vaste activa
Vooruit
betalingen
Totaal
Bewegingen in immateriële vaste activa -
boekjaar 2019
Immateriële vaste activa, beginsaldo 709 62.293 22.911 4.393 86.067 430 176.802
Brutobedrag 4.546 85.852 22.911 32.220 94.627 430 240.586
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -3.836 -23.560 0 -27.827 -8.561 0 -63.784
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0
Investeringen 381 1.594 1.284 2.222 291 42 5.812
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 1 3.427 35 4.469 0 7.932
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 0 0 0 0 0
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -58.426 0 -1.496 -7 -20 -59.949
Afschrijvingen (-) -771 -590 0 -1.926 -364 0 -3.650
Bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0 -6 0 2 92 0 88
Overboekingen van (naar) andere posten 0 -134 0 248 0 -248 -134
Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0 0
Immateriële vaste activa, eindsaldo 319 4.732 27.621 3.479 90.547 204 126.902
Brutobedrag 4.920 28.710 27.621 31.527 100.406 204 193.388
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -4.601 -23.978 0 -28.048 -9.859 0 -66.486
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0
Bewegingen in immateriële vaste activa -
boekjaar 2020
Immateriële vaste activa, beginsaldo 319 4.732 27.621 3.479 90.547 204 126.902
Brutobedrag 4.920 28.710 27.621 31.527 100.406 204 193.388
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -4.601 -23.978 0 -28.048 -9.859 0 -66.486
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0
Investeringen 385 3.166 0 1.008 69 127 4.756
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 19.252 1.065 0 0 0 20.317
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 -188 0 -2 0 0 -191
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 -11 0 -11
Afschrijvingen (-) -663 -1.746 0 -1.581 -401 0 -4.390
Bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0 -1 0 -49 -362 0 -412
Overboekingen van (naar) andere posten 0 779 0 4 8 0 790
Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0 0
Immateriële vaste activa, eindsaldo 41 25.994 28.686 2.859 89.851 331 147.762
Brutobedrag 5.112 50.712 28.686 32.378 99.184 331 216.403
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -5.071 -24.718 0 -29.519 -9.333 0 -68.641
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) 0 0 0 0 0 0 0

De immateriële vaste activa zijn in 2020 met 20,9 miljoen euro gestegen tot 147,8 miljoen euro. Deze toename komt hoofdzakelijk voort uit de acquisitie door DEME van het Nederlandse SPT Offshore, waarbij een deel van de waarde werd toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile"-technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd. In H2 2020 nam Anima het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) over. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties & -verkopen voor meer details.

De immateriële vaste activa bestaan voor een groot deel uit 'trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME. Deze immateriële vaste activa worden niet afgeschreven (oneindige levensduur) en worden mee opgenomen in de jaarlijkse impairment test die AvH uitvoert op de goodwill ontstaan n.a.v. de controleverwerving over DEME (eind 2013, zie Toelichting 8. Goodwill). De overige immateriële vaste activa komen voort uit de acquisities van Anima en uit software-ontwikkelingen bij Bank J.Van Breda & C°.

TOELICHTING 8: GOODWILL

verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties.

resultaten op specifieke filialen.

De goodwill op de acquisities van SPT Offshore (door DEME) en les 3 Arbres (door Anima) werd nagenoeg volledig aan de immateriële vaste activa toegewezen. We

De daling van de goodwill met 5,6 miljoen euro wordt verklaard door de beperkte bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill die DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro na tegenvallende

Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE en Anima. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 230,3 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019).

Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij

Bewegingen in goodwill

(€ 1.000) 2020 2019

Goodwill, beginsaldo 331.550 339.738 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.660 361.635 Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -18.110 -21.897

Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14 13.083 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -21.270 Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -5.536 0 Overige toename (afname) -92 0 Goodwill, eindsaldo 325.937 331.550 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.582 349.590 Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -23.646 -18.110

wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere

Op basis van de bijzondere waardeverminderingstesten boekten DEME en Anima voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten bij

waardevermindering of 'impairment'.

specifieke filialen.

TOELICHTING 8: GOODWILL

(€ 1.000) 2020 2019
Bewegingen in goodwill
Goodwill, beginsaldo 331.550 339.738
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.660 361.635
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -18.110 -21.897
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14 13.083
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -21.270
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -5.536 0
Overige toename (afname) -92 0
Goodwill, eindsaldo 325.937 331.550
Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.582 349.590
Geaccumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -23.646 -18.110

De goodwill op de acquisities van SPT Offshore (door DEME) en les 3 Arbres (door Anima) werd nagenoeg volledig aan de immateriële vaste activa toegewezen. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties.

De daling van de goodwill met 5,6 miljoen euro wordt verklaard door de beperkte bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill die DEME en Anima boekten voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro na tegenvallende resultaten op specifieke filialen.

Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME, CFE en Anima. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 230,3 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019).

Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.

Op basis van de bijzondere waardeverminderingstesten boekten DEME en Anima voor respectievelijk 5,0 miljoen euro en 0,6 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen op consolidatiegoodwill na tegenvallende resultaten bij specifieke filialen.

TOELICHTING 9: MATERIËLE VASTE ACTIVA

(€ 1.000) Terreinen en
gebouwen
Installaties
machines en
uitrusting
Meubilair en
rollend
materieel
Overige
materiële vaste
activa
Activa in
aanbouw &
vooruitbet.
Totaal 2019
I. Bewegingen in materiële vaste activa -
boekjaar 2019
Materiële vaste activa, beginsaldo 348.592 1.865.980 29.372 4.518 462.635 2.711.097
Brutobedrag 481.405 3.934.812 125.865 15.258 462.635 5.019.975
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -129.313 -2.068.832 -95.759 -10.740 0 -2.304.644
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -3.499 0 -734 0 0 -4.234
Impact IFRS-wijzigingen 97.534 5.311 28.603 0 0 131.448
Investeringen 50.665 182.096 27.965 2.195 244.647 507.568
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 5.375 13.940 70 134 3.338 22.856
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -4.788 -13.382 -731 -112 6.174 -12.839
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -83.292 -1.752 -10.267 0 -11.308 -106.618
Afschrijvingen (-) -29.622 -286.495 -21.538 -1.650 0 -339.305
Bijzondere WV (-) 0 0 -6 0 0 -6
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 117 -331 -200 35 79 -301
Overboekingen van (naar) andere posten 19.378 134.092 187 -2.334 -157.594 -6.271
Overige toename (afname) -927 0 4 2.459 0 1.537
Materiële vaste activa, eindsaldo 403.032 1.899.461 53.457 5.245 547.971 2.909.167
Brutobedrag 548.677 4.126.733 140.622 15.994 547.971 5.379.997
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -145.252 -2.227.272 -86.424 -10.749 0 -2.469.698
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -393 0 -741 0 0 -1.133
II. Overige informatie
Leasing
Nettoboekwaarde van MVA via leasing 115.376 51.807 36.288 203.471
Materiële vaste activa verworven via leasing 17.487 8.037 20.878 46.402

De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand River alsook de duwbakken Bengel en de Deugniet aan de vloot toegevoegd. Per 31 december 2020 bedraagt het bevestigde saldo aan activa in aanbouw 129 miljoen euro, dat in de komende jaren zal geïnvesteerd worden, voornamelijk de

Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine

l'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.

Projectontwikkelingen

Activa bestemd

voor verkoop Totaal

Orion en de Spartacus.

gebouwen

Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285 Brutobedrag 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285

Investeringen 108.445 107.822 282 216.550 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 -42.847 -42.847 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 -3.276 -3.276 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 5.875 1.881 -2.407 5.348 Overboekingen van (naar) andere posten -28.920 2.827 28.920 2.827 Overige toename (afname) 2.213 -1.582 18 650 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537

Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537

Investeringen 27.394 18.995 0 46.388 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -16.118 0 -244 -16.363 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 32.168 -772 0 31.396 Overboekingen van (naar) andere posten 190.160 -184.859 0 5.300 Overige toename (afname) 11.017 -20 0 10.997 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.369.323 44.734 199 1.414.256 Brutobedrag 1.369.323 44.734 199 1.414.256

DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit

Van de tien schepen die in 2015, 2016 en 2018 zijn besteld met een totale waarde van meer dan 1 miljard euro, zijn de Minerva, de Schelde, de Gulliver (in partnership), Apollo, de Living Stone en Bonny River in 2017, 2018 en 2019 opgeleverd. In 2020 werden de sleephopperzuigers Thames River en de Meuse

TOELICHTING 10: VASTGOEDBELEGGINGEN GEWAARDEERD AAN REËLE WAARDE

(€ 1.000) Verhuurde

I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar

I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar

per einde 2019.

2019

2020

dan de geboekte afschrijvingen.

(€ 1.000) Terreinen en
gebouwen
Installaties
machines en
uitrusting
Meubilair en
rollend
materieel
Overige
materiële vaste
activa
Activa in
aanbouw &
vooruitbet.
Totaal 2020
I. Bewegingen in materiële vaste activa -
boekjaar 2020
Materiële vaste activa, beginsaldo 403.032 1.899.461 53.457 5.245 547.971 2.909.167
Brutobedrag 548.677 4.126.733 140.622 15.994 547.971 5.379.997
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -145.252 -2.227.272 -86.424 -10.749 0 -2.469.698
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -393 0 -741 0 0 -1.133
Impact IFRS-wijzigingen 0 0 0 0 0 0
Investeringen 42.742 99.315 23.931 489 108.134 274.611
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4.341 4.039 457 0 1.071 9.908
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -5.198 -1.685 -2.447 -18 -4.935 -14.282
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -119 0 0 -128 -247
Afschrijvingen (-) -33.095 -288.320 -23.939 -1.027 0 -346.382
Bijzondere WV (-) -24 0 0 0 0 -24
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -1.467 -4.052 -209 -1 -327 -6.057
Overboekingen van (naar) andere posten 5.084 126.784 2.275 49 -135.334 -1.141
Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0
Materiële vaste activa, eindsaldo 415.415 1.835.423 53.525 4.736 516.454 2.825.552
Brutobedrag 592.112 4.221.775 151.275 14.993 516.454 5.496.608
Geaccumuleerde afschrijvingen (-) -176.280 -2.386.353 -97.010 -10.257 0 -2.669.899
Geaccumuleerde bijzondere WV (-) -417 0 -741 0 0 -1.157
II. Overige informatie
Leasing
Nettoboekwaarde van MVA via leasing 121.572 7.922 36.364 165.858
Materiële vaste activa verworven via leasing 26.599 4.817 17.655 49.070

De totale materiële vaste activa bedragen op 31 december 2020 2.825,6 miljoen euro, dat is een lichte daling met 83,6 miljoen euro ten opzichte van de toestand per einde 2019.

DEME zette ook in 2020 haar investeringsprogramma door, gericht op de vernieuwing en de uitbreiding van haar vloot. Daarbij dient wel opgemerkt dat de levering van 2 belangrijke schepen, meer bepaald cutterzuiger Spartacus en installatieschip Orion aanzienlijk vertragingen hebben opgelopen bij de scheepswerven en als gevolg daarvan niet in 2020 konden worden opgeleverd. Per saldo valt daardoor bij DEME het bedrag aan nieuwe investeringen lager uit dan de geboekte afschrijvingen.

Van de tien schepen die in 2015, 2016 en 2018 zijn besteld met een totale waarde van meer dan 1 miljard euro, zijn de Minerva, de Schelde, de Gulliver (in partnership), Apollo, de Living Stone en Bonny River in 2017, 2018 en 2019 opgeleverd. In 2020 werden de sleephopperzuigers Thames River en de Meuse River alsook de duwbakken Bengel en de Deugniet aan de vloot toegevoegd. Per 31 december 2020 bedraagt het bevestigde saldo aan activa in aanbouw 129 miljoen euro, dat in de komende jaren zal geïnvesteerd worden, voornamelijk de Orion en de Spartacus.

Anima heeft in 2020 haar netwerk van woonzorgcentra kunnen uitbreiden, waardoor haar capaciteit is toegenomen met 186 "bedden". In H2 2020 werd het woonzorgcentrum "les 3 arbres" in Mellet (provincie Henegouwen) overgenomen. Eerder in 2020 werd het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik genomen, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest. De bouwwerken aan een nieuw woonzorgcentrum op de Brusselse site van Tour & Taxis waren in 2020 volop aan de gang en ook in Braine l'Alleud werden de werken opgestart aan een nieuwbouwresidentie.

TOELICHTING 10: VASTGOEDBELEGGINGEN GEWAARDEERD AAN REËLE WAARDE

(€ 1.000) Verhuurde
gebouwen
Projectontwik
kelingen
Activa bestemd
voor verkoop
Totaal
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar
2019
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285
Brutobedrag 1.037.089 100.442 19.753 1.157.285
Investeringen 108.445 107.822 282 216.550
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 -42.847 -42.847
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 -3.276 -3.276
Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 5.875 1.881 -2.407 5.348
Overboekingen van (naar) andere posten -28.920 2.827 28.920 2.827
Overige toename (afname) 2.213 -1.582 18 650
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo
Brutobedrag
1.124.702 211.391 444 1.336.537
I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar
2020
1.124.702 211.391 444 1.336.537
Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537
Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537
Investeringen 27.394 18.995 0 46.388
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0
Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -16.118 0 -244 -16.363
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0
Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 32.168 -772 0 31.396
Overboekingen van (naar) andere posten 190.160 -184.859 0 5.300
Overige toename (afname) 11.017 -20 0 10.997
Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.369.323 44.734 199 1.414.256
Brutobedrag 1.369.323 44.734 199 1.414.256
(€ 1.000) 2020 2019
Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening
Verkopen van gronden 1.464 326
Huurinkomsten 68.742 73.530
Overige vastgoedopbrengsten (o.m. promotie-opbrengsten) 156.263 144.922
226.468 218.778
Kerncijfers - gebouwen in portefeuille LRE (exclusief projectontwikkelingen)
Huurrendement (%) 5,63% 5,84%
Bezettingsgraad (%) 91,62% 90,46%
Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) 3,85 4,28

Met een vastgoedportefeuille van 1.141,2 miljoen euro staat Leasinvest Real Estate in voor 81% van deze balanspost. Het saldo is afkomstig van Extensa (272,9 miljoen euro aan vastgoedbeleggingen vnl. op de site Tour & Taxis te Brussel) en een gebouw bestemd voor verkoop vanuit de rusthuizenpoot.

De 46,4 miljoen euro investeringen in vastgoedbeleggingen van 2020 hebben betrekking op 17,6 miljoen euro bijkomende investeringen door Extensa op de site van Tour & Taxis te Brussel, vooral in de Gare Maritime en in de Parking Maritime. Leasinvest Real Estate besteedde 28,8 miljoen euro aan bijkomende investeringen in haar vastgoed.

De desinvesteringen van vastgoedbeleggingen betreffen de verkopen door Leasinvest Real Estate van Rijksarchief Brugge, een eigendom in Luxemburg (Route d'Esch) en een unit op Brixton Business Park.

Leasinvest Real Estate erkende voor 29,3 miljoen euro aan positieve nietgerealiseerde portefeuilleresultaten, die in grote mate voortkomen uit de inbreng van haar Luxemburgse activiteiten in afzonderlijke dochtervennootschappen die aan de gewone Luxemburgse vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Het saldo van de positieve evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen komt voor rekening van Extensa op de site van Tour & Taxis.

Waardering van de vastgoedbeleggingen – Leasinvest Real Estate

Leasinvest Real Estate hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:

Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten

De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.

Discounted cash-flow methode

De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.

Activa klasse

Retail Groothertogdom

Kantoren Groothertogdom

Reële waarde 2020 (€ 1.000)

Luxemburg & België 348.800 350.718 Actualisatie van

Luxemburg 280.120 264.430 Actualisatie van

Kantoren België 259.230 253.688 Actualisatie van

Totaal 1.141.190 1.110.249

Vastgoedbeleggingen Extensa

Waardering van de vastgoedbeleggingen - Extensa

De verhuurde gebouwen van Extensa (Gare Maritime, Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze

Reële waarde 2019 (€ 1.000)

huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte

Retail Oostenrijk 181.050 179.661 DCF (discounted a) Gemiddelde gewogen geschatte

huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte

huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte

cash flow of b) Gemiddelde gewogen geschatte

de geschatte

Waarderings-

de geschatte

c) Kapitalisatievoet vork c) [5,29% - 7,84%] c) [5,58% - 7,35%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [6,70%] d) [6,66%] e) Resterende looptijd e) 3,65 jaar e) 3,60 jaar f) Aantal m² f) 153 245 m² f) 153 245 m²

cash flow) b) Kapitalisatievoet vork b) [4,97% - 5,90%] b) [4,97% - 5,59%] c) Kapitalisatievoet berekening c) [5,44%] c) [5,35%] terminale waarde na 10j. d) Resterende looptijd d) 5,07 jaar d) 5,60 jaar f) Aantal m² e) 69 533 m² e) 69 533 m²

c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 6,25%] c) [4,95% - 7,50%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [5,36%] d) [6,19%] e) Resterende looptijd e) 2,96 jaar e) 3,20 jaar f) Aantal m² f) 41 306 m² f) 48 059 m²

c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 8,75%] c) [4,10% - 7,70%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [5,46%] d) [5,72%] e) Resterende looptijd e) 5,58 jaar e) 6,74 jaar f) Aantal m² f) 87 590 m² f) 93 564 m²

actualisatie van c) Gemiddelde discontovoet c) 5,61% c) 7,25% kasstromen tegen d) Economische levensduur d) 30 jaar d) 30 jaar discontovoet) e) Resterende looptijd e) 2,38 jaar e) 2,58 jaar f) Aantal m² f) 32 748 m² f) 36 402 m²

Logistiek 71.990 61.752 DCF (discounted a) Vork geschatte huurwaarde a) [4,76 €/m² - 8,14 € /m²] a) [4,88 €/m² - 7,70 € /m²]

(€ 1.000) Land 2020 2019

Evenementen (Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) België 29.870 33.950 Parkings Tour & Taxis België 47.154 21.625

Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) België 7.929 186.949 Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen België 924 1.040 Totaal 272.867 243.564

Kantoren (Gare Maritime) België 186.990

techniek Belangrijkste inputs 31/12/2020 Min-Max

(gewogen gemiddelde)

a) Vork geschatte huurwaarde a) [9,34 €/m² - 18,04 € /m²] a) [9,34 €/m² - 18,46 € /m²]

huurwaarde b) [12,53 € /m²] b) [12,74 € /m²]

huurwaarde a) [11,84 €/m²] a) [11,45 €/m²]

de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde a) [12,49 €/m² - 49,81 € /m²] a) [7,53 €/m² - 49,33 € /m²]

huurwaarde b) [25,60 €/m²] b) [22,89 €/m²]

huurwaarde b) [13,02 €/m²] b) [13,30 €/m²]

huurwaarde b) [6,46 € /m²] b)[6,17 € /m²]

gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte

huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).

a) Vork geschatte huurwaarde a) [8,33 €/m² - 27,52 €/m²] a) [8,27 €/m² - 27,09 €/m²]

31/12/2019 Min-Max (gewogen gemiddelde)

Residuele waardering

Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.

Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3) die elk met een niveau van observeerbaarheid van de reële waarde overeenkomen:

  • Niveau 1 waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (nietaangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • Niveau 2 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van andere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen).
  • Niveau 3 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet-observeerbare gegevens).

De vastgoedbeleggingen van Leasinvest Real Estate vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2020 zijn uitgevoerd door externe schatters: Cushman & Wakefield, Stadim (BeLux) en Oerag (Oostenrijk). Deze tabel hieronder geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.

Reële Reële
Activa klasse waarde waarde Waarderings Belangrijkste inputs 31/12/2020 Min-Max 31/12/2019 Min-Max
2020 2019 techniek (gewogen gemiddelde) (gewogen gemiddelde)
Retail Groothertogdom (€ 1.000) (€ 1.000) 350.718 Actualisatie van a) Vork geschatte huurwaarde a) [9,34 €/m² - 18,04 € /m²] a) [9,34 €/m² - 18,46 € /m²]
Luxemburg & België 348.800 de geschatte
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
huurwaarde
c) Kapitalisatievoet vork
b) [12,53 € /m²] b) [12,74 € /m²]
d) Gem. gewogen kap.voet c) [5,29% - 7,84%] c) [5,58% - 7,35%]
e) Resterende looptijd d) [6,70%] d) [6,66%]
f) Aantal m² e) 3,65 jaar e) 3,60 jaar
f) 153 245 m² f) 153 245 m²
Retail Oostenrijk 181.050 179.661 DCF (discounted a) Gemiddelde gewogen geschatte
huurwaarde
a) [11,84 €/m²] a) [11,45 €/m²]
cash flow) b) Kapitalisatievoet vork b) [4,97% - 5,90%] b) [4,97% - 5,59%]
c) Kapitalisatievoet berekening c) [5,44%] c) [5,35%]
terminale waarde na 10j.
d) Resterende looptijd d) 5,07 jaar d) 5,60 jaar
f) Aantal m² e) 69 533 m² e) 69 533 m²
Kantoren Groothertogdom 264.430 Actualisatie van a) [12,49 €/m² - 49,81 € /m²] a) [7,53 €/m² - 49,33 € /m²]
Luxemburg 280.120 de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
huurwaarde
b) [25,60 €/m²] b) [22,89 €/m²]
c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 6,25%] c) [4,95% - 7,50%]
d) Gem. gewogen kap.voet d) [5,36%] d) [6,19%]
e) Resterende looptijd e) 2,96 jaar e) 3,20 jaar
f) Aantal m² f) 41 306 m² f) 48 059 m²
253.688 Actualisatie van a) Vork geschatte huurwaarde a) [8,33 €/m² - 27,52 €/m²] a) [8,27 €/m² - 27,09 €/m²]
Kantoren België 259.230 de geschatte
huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte
huurwaarde
c) Kapitalisatievoet vork
b) [13,02 €/m²] b) [13,30 €/m²]
d) Gem. gewogen kap.voet c) [3,75% - 8,75%] c) [4,10% - 7,70%]
e) Resterende looptijd d) [5,46%] d) [5,72%]
f) Aantal m² e) 5,58 jaar e) 6,74 jaar
61.752 DCF (discounted a) Vork geschatte huurwaarde f) 87 590 m² f) 93 564 m²
Logistiek 71.990 cash flow of b) Gemiddelde gewogen geschatte a) [4,76 €/m² - 8,14 € /m²] a) [4,88 €/m² - 7,70 € /m²]
huurwaarde b) [6,46 € /m²] b)[6,17 € /m²]
actualisatie van c) Gemiddelde discontovoet c) 5,61% c) 7,25%
kasstromen tegen d) Economische levensduur d) 30 jaar d) 30 jaar
discontovoet) e) Resterende looptijd e) 2,38 jaar e) 2,58 jaar
f) Aantal m² f) 32 748 m² f) 36 402 m²
Totaal 1.141.190 1.110.249

Waardering van de vastgoedbeleggingen - Extensa

De verhuurde gebouwen van Extensa (Gare Maritime, Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis en ondergrondse parking) worden op analoge wijze gewaardeerd aan reële waarde op basis van de actualisatie van de geschatte huuropbrengsten en de discounted cash-flow methode (niveau 3).

(€ 1.000) Land 2020 2019
Vastgoedbeleggingen Extensa
Evenementen (Maison de la Poste, Openbaar Pakhuis, zonnepanelen) België 29.870 33.950
Parkings Tour & Taxis België 47.154 21.625
Kantoren (Gare Maritime) België 186.990
Ontwikkelingen (Hôtel des Douanes, Gare Maritime, Parking Maritime) België 7.929 186.949
Semi-industrieel & overige vastgoedbeleggingen België 924 1.040
Totaal 272.867 243.564

TOELICHTING 11: ONDERNEMINGEN WAAROP DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE IS TOEGEPAST

(€ 1.000) 2020 2019
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
Marine Engineering & Contracting 221.680 151.821
Private Banking 740.957 638.067
Real Estate & Senior Care 31.447 12.495
Energy & Resources 242.598 234.027
AvH & Growth Capital 219.388 166.067
Totaal 1.456.070 1.202.477
(€ 1.000) Vermogens
mutatiewaarde
Goodwill
opgenomen in
VM-waarde
Totaal 2020 Totaal 2019
Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is
toegepast
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo 1.136.001 66.475 1.202.477 1.184.765
Aanschaffingen 102.003 45.921 147.924 22.840
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0
Overdrachten (-) -4.953 0 -4.953 -29.848
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0
Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 179.253 0 179.253 154.952
Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) 0 0 0 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -43.066 0 -43.066 9.145
Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) -38.040 0 -38.040 -62.192
Overboekingen van (naar) andere posten 21.585 0 21.585 -35.813
Overige toename (afname) -5.105 -4.006 -9.111 -41.372
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo 1.347.679 108.390 1.456.070 1.202.477

Algemene evolutie

De stijging van de "ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast" tot 1.456,1 miljoen euro wordt verklaard door de resultaten die worden gerealiseerd in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is o.m het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook in het Growth Capital gedeelte van de AvH-portefeuille zijn er verschillende deelnemingen die volgens vermogensmutatie worden verwerkt. Einde 2020 is de nieuwe deelneming van 20% in OM Partners ook opgenomen in deze rubriek.

De groep investeerde in 2020 voor 147,9 miljoen euro:

  • In "Marine Engineering & Contracting" investeerde DEME o.a. 30,3 miljoen euro in de nieuwe joint-venture vennootschap CDWE in Taiwan die actief zal worden op diverse Taiwanese offshore windprojecten en er momenteel een installatieschip bouwt, investeerde CFE voor 14,7 miljoen euro in diverse vastgoedontwikkelingsvennootschappen en schreef Rent-A-Port voor 14,9 miljoen euro in op kapitaalsverhogingen van vennootschappen die in partnership haventerreinen ontwikkelen in Vietnam.
  • AvH investeerde in totaal 22,3 miljoen euro bijkomend in het segment "Energy & Resources". Het deelnemingspercentage in SIPEF werd met 2,35% verhoogd tot 34,68% door aankopen van aandelen SIPEF op de Beurs. Ook verwierf AvH een rechtstreekse deelneming van 42% in Verdant BioScience en werden extra aandelen Sagar Cements verworven door de omzetting van warrants.
  • In "Growth Capital" heeft AvH in de laatste weken van 2020 een 20% deelneming verworven in OM Partners ("OMP"), een Belgisch bedrijf dat toonaangevend is op het vlak van supply chain planning software. Aangezien de deelneming in OMP kort voor jaareinde 2020 werd verworven, zal deze maar bijdragen tot de geconsolideerde resultaten van AvH vanaf 2021. De goodwillberekening zal in H1 2021 afgerond worden.

De verkoop van het 12,5%-belang in het Duitse offshore windpark Merkur door DEME, de gedeeltelijke overdracht door Rent-A-Port van een vennootschap die in Vietnam terreinen ontwikkelt en de verkoop van het 50%-deelneming in het Indische Oriental Quarries & Mines door AvH, zijn in dit overzicht niet opgenomen, aangezien deze participaties eind 2019 reeds als "Activa bestemd voor verkoop" werden voorgesteld. We verwijzen naar Toelichting 5. Activa en passiva bestemd voor verkoop.

In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8

Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Telemond (50%), en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (21,9%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Mediahuis (13,5%) en OM Partners (20%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de

Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2020 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 158,5 miljoen euro en 37,5 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was

Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen

De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 221,7 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en havengebonden partnerships bij Rent-A-

2020 2019 2020 2019

perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.

volgens de vermogensmutatiemethode

eind 2020 niet het geval.

Port.

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde

Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 182.546 210.135 182.546 210.135 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 474.991 420.628 474.991 420.628 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 173 168 173 168 Financiële activa - at amortised cost 20.003 0 20.003 0

Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 129.022 133.158 129.022 133.158 Overige vorderingen 148.361 164.458 148.361 164.458 Handelsvorderingen 616.808 744.679 616.808 744.679 Liquide middelen 842.408 887.985 842.408 887.985 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 7.057.378 6.239.291 6.622.097 5.867.275 Afdekkingsinstrumenten 11.678 2.124 11.678 2.124

De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' wordt hoofdzakelijk verklaard

De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de negatieve evolutie in 2020 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen

AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (34,7%), Verdant

door wijzigingen in de consolidatiekring bij Rent-A-Port.

volgens de vermogensmutatiemethode

TOELICHTING 12: FINANCIËLE ACTIVA

1. Financiële activa en passiva per categorie

Financiële activa

Vorderingen en liquiditeiten

miljoen euro).

De overdrachten beperkten zich tot o.a. de verkoop door Extensa van haar resterend vastgoedbelang in Slovakije aan haar locale partners en door CFE van een aantal vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aangehouden.

Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto) winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 103,5 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+10,1 miljoen euro ten opzichte van 2019).

De bijdragen van vermogensmutatie in "Marine Engineering & Contracting" worden o.a. gerealiseerd door deelnemingen van DEME en Green Offshore in vennootschappen die offshore windparken ontwikkelen en exploiteren, zoals Rentel, SeaMade en C-Power. Daarnaast hebben zowel DEME als CFE een aantal deelnemingen in gezamenlijke controle of waarin ze slechts een minderheidsbelang aanhouden. De bijdrage in het segment "Real Estate & Senior Care" komt voornamelijk uit de ontwikkelingen in Luxemburg op de Cloche d'Orsite, waarin Extensa 50% aanhoudt.

In vergelijking tot vorig jaar heeft AvH in 2020 duidelijk minder dividenden geïnd van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De grootste verklaring hiervoor ligt in de richtlijnen van de ECB en NBB aan de banken in de Europese Unie om in 2020 geen dividenden uit te keren aan hun aandeelhouders. In 2019 had AvH vanuit Delen Private Bank nog 44,5 miljoen euro dividend ontvangen. In "Marine Engineering & Contracting" heeft CFE vanuit verschillende vastgoedpromotie-deelnemingen dividenden ontvangen voor 9,9 miljoen euro en ontvingen zowel DEME als Green Offshore dividend van Rentel (samen 19,8 miljoen euro).

De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' wordt hoofdzakelijk verklaard door wijzigingen in de consolidatiekring bij Rent-A-Port.

De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de negatieve evolutie in 2020 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.

Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (34,7%), Verdant Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%), Turbo's Hoet Groep (50%), Telemond (50%), en GIB (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (21,9%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Mediahuis (13,5%) en OM Partners (20%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.

Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2020 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 158,5 miljoen euro en 37,5 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2020 niet het geval.

Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 221,7 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en havengebonden partnerships bij Rent-A-Port.

TOELICHTING 12: FINANCIËLE ACTIVA

1. Financiële activa en passiva per categorie

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2020 2019 2020 2019
Financiële activa
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 182.546 210.135 182.546 210.135
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 474.991 420.628 474.991 420.628
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 173 168 173 168
Financiële activa - at amortised cost 20.003 0 20.003 0
Vorderingen en liquiditeiten
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 129.022 133.158 129.022 133.158
Overige vorderingen 148.361 164.458 148.361 164.458
Handelsvorderingen 616.808 744.679 616.808 744.679
Liquide middelen 842.408 887.985 842.408 887.985
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 7.057.378 6.239.291 6.622.097 5.867.275
Afdekkingsinstrumenten 11.678 2.124 11.678 2.124
(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2020 2019 2020 2019
Financiële passiva
Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
Financiële schulden
Leningen van banken 1.722.838 1.771.425 1.715.379 1.745.284
Obligatieleningen 244.769 255.305 241.934 254.120
Achtergestelde leningen 66.714 51.445 65.655 50.637
Leasingschulden 172.129 196.643 172.031 194.692
Overige financiële schulden 364.351 287.170 364.351 287.170
Overige schulden
Handelsschulden 1.092.826 1.140.174 1.092.826 1.140.174
Ontvangen vooruitbetalingen 60.643 40.426 60.643 40.426
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 207.031 197.967 207.031 197.967
Overige schulden 93.521 74.306 93.521 74.306
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 6.517.445 5.751.076 6.484.353 5.715.917
Afdekkingsinstrumenten 106.237 107.437 106.237 107.437
(€ 1.000) 2020 2019
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Financiële activa
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 136.814 45.732 176.724 33.411
Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 474.991 420.628
Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 173 168
Financiële activa - at amortised cost 20.003
Vorderingen en liquiditeiten
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 1.155.432 5.901.946 596.086 5.643.205
Afdekkingsinstrumenten 11.678 2.124
Financiële passiva
Financiële schulden
Leningen van banken 1.722.838 1.771.425
Obligatieleningen 114.005 130.764 0 74.542 180.763 0
Achtergestelde leningen 66.714 51.445
Leasingschulden 172.129 196.643
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 6.517.445 5.751.076
Afdekkingsinstrumenten 106.237 107.437

De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten:

  • Parameters voor level 1-instrumenten zijn onaangepaste genoteerde prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen. Er wordt geen waarderingstechniek (model) gebruikt. In level 1 vinden we alle financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde (met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten) met een publieke notering in een actieve markt.
  • Parameters voor level 2-instrumenten zijn genoteerde prijzen voor soortgelijke activa en verplichtingen in actieve markten of gegevens die gebaseerd zijn op of ondersteund worden door waarneembare marktgegevens. Er wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneembare parameters, zoals onder meer:
    • De actuele waarde van toekomstige kasstromen (discounted cashflow model)
    • De vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soortgelijk instrument
    • De prijsbepaling door derden, op voorwaarde dat de prijs in de lijn ligt van alternatieve observeerbare parameters.

In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:

  • Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken: omdat deze activa een zeer korte looptijd hebben, wordt de reële waarde gelijkgesteld aan de boekwaarde.
  • Vorderingen op kredietinstellingen en financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde van bovenstaande financiële

instrumenten wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:

De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door Extensa en BPI, terwijl de private obligatieleningen van Leasinvest Real Estate en Rent-A-Port

ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en

Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.

Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de

Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële

Het kredietrisico bij Anima is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke

Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.

In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze

AvH & Growth Capital

Eliminations between segments

Totaal 2019

investeringen doorgaans via eigen vermogen.

Energy & Resources

-77.101 0 -1.500 0 -8.784 0 -87.385

beheersdiensten in deze industriële zones.

huurcontracten te verhogen.

risico's.

inkomstenbron.

De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële

Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds

Het kredietirisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting

Private Banking

niet vervallen 620.027 5.428 115.059 11 63.327 -16.487 787.366 76% vervallen < 30 d 35.638 0 2.381 0 5.421 0 43.440 4% vervallen < 60 d 40.179 0 93 0 327 0 40.599 4% vervallen < 120 d 31.356 0 92 0 157 0 31.605 3% vervallen > 120 d 139.257 0 14 0 15 0 139.286 13% Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296 100% % 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%

Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -6.215 0 0 0 0 0 -6.215 Overige vorderingen (WV) 0 0 -39 0 -8.711 0 -8.750 Handelsvorderingen (WV) -70.887 0 -1.461 0 -73 0 -72.421

Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 99.397 1.323 28.117 0 14.588 -10.267 133.158 Overige vorderingen 74.402 4.005 60.227 11 30.888 -5.075 164.458 Handelsvorderingen 692.658 100 29.293 0 23.772 -1.145 744.679 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296 % 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%

Real Estate & Senior Care

opgenomen zijn onder Niveau 2.

2. Kredietrisico

2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd.

Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)

waarde.

  • Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges;
  • Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen.
  • Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en ter indekking: ook voor deze instrumenten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van de toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente.
  • Parameters voor level 3-instrumenten zijn niet-waarneembare gegevens voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting. In dit geval wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) met (deels) nietwaarneembare parameters.

In level 3 vinden we volgende financiële activa:

  • Enkele financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde (met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten) waarvoor geen publieke notering beschikbaar is.
  • Leningen en voorschotten aan klanten, gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs: de reële waarde hiervan wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellingen:
    • Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges;
    • Er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen en cap-opties;
    • Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen.

De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de publieke obligaties uitgegeven door Extensa en BPI, terwijl de private obligatieleningen van Leasinvest Real Estate en Rent-A-Port opgenomen zijn onder Niveau 2.

De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële waarde.

2. Kredietrisico

Zowel CFE als DEME hebben procedures opgesteld teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Voor grote werken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen. De operationele activiteiten van CFE in Afrika werden zo goed als beëindigd sinds 2019 en haar blootstelling werd afgewaardeerd.

Het kredietirisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones.

Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13.

Leasinvest Real Estate streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen.

Extensa Group is voornamelijk actief in de ontwikkeling van vastgoedprojecten. Voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.

Het kredietrisico bij Anima is beperkt. De meeste residenten betalen via domiciliëring. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron.

Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.

In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.

(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering
& Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth
Capital
Eliminations
between
segments
Totaal 2019
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 99.397 1.323 28.117 0 14.588 -10.267 133.158
Overige vorderingen 74.402 4.005 60.227 11 30.888 -5.075 164.458
Handelsvorderingen 692.658 100 29.293 0 23.772 -1.145 744.679
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296
% 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%
niet vervallen 620.027 5.428 115.059 11 63.327 -16.487 787.366 76%
vervallen < 30 d 35.638 0 2.381 0 5.421 0 43.440 4%
vervallen < 60 d 40.179 0 93 0 327 0 40.599 4%
vervallen < 120 d 31.356 0 92 0 157 0 31.605 3%
vervallen > 120 d 139.257 0 14 0 15 0 139.286 13%
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 866.457 5.428 117.638 11 69.248 -16.487 1.042.296 100%
% 83% 1% 11% 0% 7% -2% 100%
Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -6.215 0 0 0 0 0 -6.215
Overige vorderingen (WV) 0 0 -39 0 -8.711 0 -8.750
Handelsvorderingen (WV) -70.887 0 -1.461 0 -73 0 -72.421
-77.101 0 -1.500 0 -8.784 0 -87.385
(€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5
Marine
Engineering
& Contracting
Private
Banking
Real Estate &
Senior Care
Energy &
Resources
AvH &
Growth
Capital
Eliminations
between
segments
Totaal 2020
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 102.049 1.631 10.577 0 34.648 -19.883 129.022
Overige vorderingen 64.919 4.199 49.987 31 32.376 -3.150 148.361
Handelsvorderingen 566.962 44 24.589 0 26.369 -1.156 616.808
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 733.930 5.874 85.153 31 93.392 -24.189 894.190
% 82% 1% 10% 0% 10% -3% 100%
niet vervallen 580.124 5.874 77.478 31 88.690 -24.189 728.008 81%
vervallen < 30 d 20.721 0 5.084 0 2.846 0 28.651 3%
vervallen < 60 d 43.122 0 346 0 1.538 0 45.006 5%
vervallen < 120 d 17.982 0 525 0 113 0 18.620 2%
vervallen > 120 d 71.981 0 1.719 0 205 0 73.905 8%
Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 733.930 5.874 85.153 31 93.392 -24.189 894.190 100%
% 82% 1% 10% 0% 10% -3% 100%
Gecumuleerde waardeverminderingen (WV)
Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -7.479 0 0 0 0 0 -7.479
Overige vorderingen (WV) 0 0 -41 0 -8.711 0 -8.752
Handelsvorderingen (WV) -67.046 0 -1.053 0 -110 0 -68.209
-74.525 0 -1.094 0 -8.821 0 -84.439

Marine Engineering & Contracting

  • Financiële vaste activa vorderingen en borgtochten: leningen verstrekt aan deelnemingen betreffen o.m. financieringen toegekend door DEME en Green Offshore aan hun respectievelijke deelnemingen actief in de ontwikkeling/uitbating van de windmolenparken Rentel en SeaMade en door CFE aan vastgoed-projectvennnootschappen.
  • De handelvorderingen in dit segment zijn goed voor 92% van de totale handelsvorderingen.

Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opgenomen in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 14).

De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van verwachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft.

Het substantieel bedrag aan gecumuleerde waardeverminderingen wordt deels verklaard door de volledig afgewaardeerde vorderingen op de overheid van Tsjaad, in toepassing van IFRS 9. Deze boekhoudkundige verwerking wijzigt de beslissing van CFE niet om de betaling van haar vorderingen te bekomen. De onderhandelingen daaromtrent met de overheid van Tsjaad zijn nog steeds lopende.

De omzet van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, betreft (i) de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones), (ii) de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) en (iii) van onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones :

  • De vergoedingen voor de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen, doorgaans variërend van 40 tot 50 jaar, worden grotendeels vooraf betaald (80% tot 100%) door de klanten van de Rent-A-Port groep. Na levering van het perceel aan de klant worden de risico's en beloningen van de grondgebruiksrechten overgedragen.
  • De vergoedingen voor leveringen van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten worden maandelijks gefactureerd en gezien de grote spreiding van klanten is het kredietrisico hier eerder beperkt.

Private Banking

De regulators van de financiële sector, waaronder de EBA , de ECB , ESMA,... hebben richtlijnen uitgevaardigd mbt de toepassing van het concept van verwachte kredietverliezen conform boekhoudnorm IFRS 9 ("Financiële instrumenten") in de cijfers 2020. De belangrijkste blootstelling situeert zich uiteraard op het niveau van het segment "Private Banking". Daarbij valt op dat zowel Delen Private Bank als Bank J.Van Breda & C° door hun conservatieve en coherente kredietpolitiek eerder beperkt geïmpacteerd zijn : Bij Delen Private Bank dienden geen provisies te worden genomen op de (beperkte) kredietportefeuille. Bij Bank J.Van Breda & C° werd voor het volledige jaar voor 1,0 miljoen euro provisies aangelegd voor specifieke kredietverliezen. Wel werd bijkomend voor 4,5 miljoen euro aan provisies aangelegd voor mogelijke toekomstige, vandaag nog niet geïdentificeerde, kredietverliezen in toepassing van IFRS 9. Voor meer details omtrent het kredietrisico van Bank J.Van Breda & C° verwijzen we naar Toelichting 13.

opbrengsten. Andere belangrijke valuta waarin contracten werden afgesloten zijn: VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Deense Kroon, Taiwanese Dollar, Poolse Zloty, Britse Pond en Russische Roebel. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt op een case-bycase basis beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in en Medikabazaar). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange

De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-

Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming

Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale

klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.

Vietnamese Dong 28.264 26.517

Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:

Slotkoers Gemiddelde

termijn-investeringen betreffen.

zelf opgevolgd en aangestuurd.

zone.

Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta

Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar

Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is beperkt als gevolg van de afbouw van

Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is

Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële

Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk

De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen

1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde

k

k Australische Dollar 1,59 1,65 Poolse Zloty 4,56 4,44 Britse Pond 0,89 0,88 Russische Roebel 91,46 82,72 CFA Frank 655,96 655,96 Singapore Dollar 1,62 1,57 Egyptische Pond 19,26 18,06 Taiwanese Dollar 34,49 33,59 Indische Rupie 89,29 84,75 Tunesische Dinar 3,29 3,20 Nigeriaanse Naira 484,55 435,36 US Dollar 1,23 1,14

andere valuta dan de euro, in te dekken.

euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.

de activiteiten in Turkije en Roemenië.

deviezenposities heeft.

bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.

heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure.

te beperken.

Real Estate & Senior Care

  • De overige vorderingen slaan op de voorschotten die Extensa aan haar vastgoed-projectvennnootschappen verleent.
  • Verwijzend naar bovenstaande beschrijving van het kredietrisicobeheer, zijn zowel bij Leasinvest Real Estate als Extensa de waardeverminderingen op handelsvorderingen in normale omstandigheden beperkt. Huurkortingen die uitzonderlijk worden toegekend in tijden van economische crisis, zoals de crisis in verband met de COVID-19 pandemie en de daarmee samenhangende lockdown, worden in overeenstemming met IFRS 9 ("impairment loss") verwerkt als een vermindering van de inkomsten.
  • Bij Anima betalen de meeste residenten via domiciliëring, wat het niet-opzetten van een vereenvoudig expected credit loss model rechtvaardigt.

AvH & Growth Capital en Intercompany eliminaties

  • de integrale consolidatie van Agidens en Biolectric Group
  • financieringen verstrekt door AvH & subholdings aan o.a. Green Offshore in het kader van de ontwikkeling van de windmolenparken Rentel en SeaMade worden in de consolidatie geëlimineerd.

3. Wisselkoersrisico

Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. Het transactionele wisselkoersrisico van DEME komt voort uit commerciële stromen in andere valuta dan de euro. Echter, 67% van DEME's opbrengsten (2019: 66%) betroffen transacties uitgedrukt in euro en vertegenwoordigden dus veruit het grootste deel van de DEME's gerealiseerde opbrengsten. Andere belangrijke valuta waarin contracten werden afgesloten zijn: VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Deense Kroon, Taiwanese Dollar, Poolse Zloty, Britse Pond en Russische Roebel. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt op een case-bycase basis beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in andere valuta dan de euro, in te dekken.

Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken.

Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.

Het wisselkoersrisico bij Extensa Group is beperkt als gevolg van de afbouw van de activiteiten in Turkije en Roemenië.

Leasinvest Real Estate is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselrisico's.

Het wisselkoersrisico van Bank J.Van Breda & C° is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.

Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure.

De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen

1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde
k

en Medikabazaar). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen.

De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de eurozone.

Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.

Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico's tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activiteiten voorziet. Om deze risico's in te dekken worden de posities opgevolgd en wanneer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wisselkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo's Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.

Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:

1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde Slotkoers Gemiddelde
Australische Dollar 1,59 k
1,65
Poolse Zloty 4,56 k
4,44
Britse Pond 0,89 0,88 Russische Roebel 91,46 82,72
CFA Frank 655,96 655,96 Singapore Dollar 1,62 1,57
Egyptische Pond 19,26 18,06 Taiwanese Dollar 34,49 33,59
Indische Rupie 89,29 84,75 Tunesische Dinar 3,29 3,20
Nigeriaanse Naira 484,55 435,36 US Dollar 1,23 1,14
Vietnamese Dong 28.264 26.517

4. Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L

(€ 1.000) Financiële vaste
activa - FVPL
Geldbeleggingen
- FVOCI
Geldbeleggingen
- FVPL
Geldbeleggingen
- at amortised
cost
Geldbeleggingen
- Totaal
Financiële activa: at fair value through OCI or through
P/L - boekjaar 2019
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 113.526 457.129 37.291 0 494.420
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
via FVPL)
113.526 453.374 37.291 0 490.665
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 2.805 2.805
Financiële activa - te ontvangen intresten 950 950
Aanschaffingen 54.929 254.710 10.165 0 264.875
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0
Actuarieel rendement -981 -981
Overdrachten (-) -28.590 -293.982 0 0 -293.982
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -7 0 -112 0 -112
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) 9.809 8.373 8.373
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) 3.502 3.502
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) 0 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0 406 0 0 406
Overboeking van (naar) andere posten 4.750 0 0 0 0
Overige toename (afname) 0 12 0 0 12
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 154.418 420.796 55.717 0 476.513
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
via FVPL)
154.418 413.977 55.717 0 469.694
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) 5.857 5.857
Financiële activa - te ontvangen intresten 962 962
(€ 1.000) Financiële vaste
activa - FVPL
Geldbeleggingen
- FVOCI
Geldbeleggingen
- FVPL
Geldbeleggingen
- at amortised
cost
Geldbeleggingen
- Totaal
Financiële activa: at fair value through OCI or through
P/L - boekjaar 2020
Financiële activa : beginsaldo reële waarde 154.418 420.796 55.717 0 476.513
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
via FVPL)
154.418 413.977 55.717 0 469.694
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 5.857 5.857
Financiële activa - te ontvangen intresten 962 962
Aanschaffingen 15.720 130.799 162 112.578 243.539
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14 0 0 0 0
Actuarieel rendement -1.185 -75 -1.260
Overdrachten (-) -3.330 -79.464 -4.795 -92.500 -176.759
Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 0
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) -35.272 70 70
Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) 5.390 5.390
Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) 0 0
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -159 -1.103 0 0 -1.103
Overboeking van (naar) andere posten 0 0 0 0 0
Overige toename (afname) 0 -69 0 0 -69
Financiële activa : eindsaldo reële waarde 131.391 475.164 51.155 20.003 546.322
Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde
via FVPL)
131.391 463.025 51.155 20.003 534.183
Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) 11.246 11.246
Financiële activa - te ontvangen intresten 893 893

Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de fair value-benadering (level 1 in de fair value hierarchie).

Financiële vaste activa: Leasinvest Real Estate is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest Real Estate verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest Real Estate en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van te brengen met de martkwaarde op 31/12/2020. Doorheen het jaar zijn deze

De aanschaffingen 'Financiële vaste activa' vonden plaats in het segment "AvH & Growth Capital" met bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM

De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda & C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen

minimum-rating A1 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief

Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de

commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity.

beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.

546.322

546.322

restlooptijd

onbepaald 2%

waardeschommelingen veel groter geweest.

die kaderen in het ALM-beleid van de bank.

De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : Aantal aandelen Reële waarde Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° 495.167 Fondsen beheerd door Delen Private Bank 38.099 Ageas 278.284 12.128 Andere 928

Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : Reële waarde Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) 495.167 AvH & Growth Capital 51.152 Real Estate & Senior Care 0 Marine Engineering & Contracting 3 Energy & Resources 0

Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2020 Naar rating Naar

Overheidsobligaties Aaa 38% 2021 13% Overheidsobligaties Aa1 20% 2022 19% Overheidsobligaties Aa2 20% 2023 20% Overheidsobligaties Aa3 12% 2024 12% Overheidsobligaties A1 4% 2025 4% Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere 6% >2026 30%

Health, Biotalys en de Indische HealthQuad fondsen I en II.

Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn

De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset &

Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank

Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2020 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een

AvH.

Liability Management (ALM).

J.Van Breda & C°

Retail Estates) worden via de verlies- en winstrekening van Leasinvest Real Estate verwerkt. In 2020 heeft de negatieve evolutie van de Retail Estates-beurskoers voor een (niet-gerealiseerd) koersverlies van 33,5 miljoen euro gezorgd in de rekeningen van Leasinvest Real Estate en via de 30%-deelneming van AvH heeft dit voor een impact van -10,0 miljoen euro gezorgd op het groepsresultaat van AvH.

4. Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L

Financiële activa: at fair value through OCI or through

Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde

P/L - boekjaar 2019

Actuarieel rendement

Financiële activa - aanpassing aan reële waarde

Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI)

Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)

Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI)

Financiële activa - te ontvangen intresten

P/L - boekjaar 2020

Actuarieel rendement

Financiële activa - aanpassing aan reële waarde

Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI)

Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-)

Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI)

fair value-benadering (level 1 in de fair value hierarchie).

Financiële activa - te ontvangen intresten

Financiële activa - te ontvangen intresten

Financiële activa - te ontvangen intresten

(€ 1.000) Financiële vaste

Financiële activa : beginsaldo reële waarde 113.526

via FVPL) 113.526

Aanschaffingen 54.929

Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0

Overdrachten (-) -28.590

Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) -7

Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) 9.809

Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0

Overboeking van (naar) andere posten 4.750

Overige toename (afname) 0

Financiële activa : eindsaldo reële waarde 154.418

via FVPL) 154.418

(€ 1.000) Financiële vaste

Financiële activa : beginsaldo reële waarde 154.418

via FVPL) 154.418

Aanschaffingen 15.720

Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14

Overdrachten (-) -3.330

Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0

Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) -35.272

Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -159

Overboeking van (naar) andere posten 0

Overige toename (afname) 0

Financiële activa : eindsaldo reële waarde 131.391

via FVPL) 131.391

Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde

Ten laste van de resultatenrekening van 2020 werden negatieve reële waardeschommelingen geboekt op beursgenoteerde activa, in toepassing van de

Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde

Financiële activa: at fair value through OCI or through

Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde

activa - FVPL

activa - FVPL

Geldbeleggingen

Geldbeleggingen

Geldbeleggingen

- at amortised

Geldbeleggingen - Totaal

494.420

490.665

264.875

2.805

950

0

-981

-112

8.373

3.502

0

0

12

476.513

469.694

476.513

469.694

243.539

-1.260

-176.759

5.857

962

0

0

70

0

0

-69

546.322

534.183

11.246

893

5.390

-1.103

Geldbeleggingen - Totaal

5.857

962

406

-293.982

cost

- FVPL

457.129 37.291 0

453.374 37.291 0

254.710 10.165 0

-293.982 0 0

0 0 0

0 -112 0

8.373

406 0 0

0 0 0

12 0 0

Geldbeleggingen

- at amortised

cost

420.796 55.717 0

413.977 55.717 0

Geldbeleggingen

- FVPL

420.796 55.717 0

413.977 55.717 0

130.799 162 112.578

-1.185 -75

-79.464 -4.795 -92.500

0 0 0

0 0 0

70

-1.103 0 0

0 0 0

-69 0 0

475.164 51.155 20.003

463.025 51.155 20.003

Financiële vaste activa: Leasinvest Real Estate is met 10,7% de grootste aandeelhouder van haar sectorgenoot Retail Estates. Deze deelneming wordt niet geconsolideerd, doch de waardeschommelingen (op basis van de beurskoers van

- FVOCI

2.805

950

-981

3.502

5.857

962

5.857

962

5.390

11.246

893

0

Geldbeleggingen

- FVOCI

0

Op de beleggingsportefeuille van AvH en op bepaalde overige financiële vaste activa, die een marktwaarde hadden van 57,0 miljoen euro op jaareinde 2020, werd in totaal voor 1,7 miljoen euro waardevermindering geboekt om deze in lijn te brengen met de martkwaarde op 31/12/2020. Doorheen het jaar zijn deze waardeschommelingen veel groter geweest.

De aanschaffingen 'Financiële vaste activa' vonden plaats in het segment "AvH & Growth Capital" met bijkomende investeringen in o.a. Indigo Diabetes, MRM Health, Biotalys en de Indische HealthQuad fondsen I en II.

De verwerving van geldbeleggingen door Bank J.Van Breda & C° voor een bedrag van 243,4 mijoen euro in de loop van het jaar 2020 dient samen te worden gezien met een overdracht van 172,0 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen die kaderen in het ALM-beleid van de bank.

De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : Aantal aandelen Reële waarde
Beleggingsportefeuille bij Bank J.Van Breda & C° 495.167
Fondsen beheerd door Delen Private Bank 38.099
Ageas 278.284 12.128
Andere 928
546.322

De aanschaffingen en overdrachten zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank J.Van Breda & C° en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).

Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : Reële waarde
Private Banking (Bank J.Van Breda & C°) 495.167
AvH & Growth Capital 51.152
Real Estate & Senior Care 0
Marine Engineering & Contracting 3
Energy & Resources 0
546.322

Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C°

minimum-rating A1 (Moody's ratingklasse), 5% bedrijfsobligaties (inclusief commercial paper) en minder dan 1% aandelen en private equity.

Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille eind 2020 94% overheidsobligaties (inclusief overheidsgegarandeerde obligaties) met een

Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.

Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2020 Naar rating Naar
restlooptijd
Overheidsobligaties Aaa 38% 2021 13%
Overheidsobligaties Aa1 20% 2022 19%
Overheidsobligaties Aa2 20% 2023 20%
Overheidsobligaties Aa3 12% 2024 12%
Overheidsobligaties A1 4% 2025 4%
Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere 6% >2026 30%
onbepaald 2%

TOELICHTING 13: BANKEN – VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN & CLIËNTEN

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2020 2019 2020 2019
Leningen en vorderingen op klanten 5.850.021 5.604.606 5.414.654 5.232.649
Wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 51.925 38.599 51.925 38.599
Interbancaire vorderingen 163.626 141.366 163.712 141.306
Tegoeden bij centrale banken 991.806 454.720 991.806 454.720
7.057.378 6.239.291 6.622.097 5.867.274
(€ 1.000) 2020 2019
Leningen en vorderingen op klanten
Financiële leasing 249.017 236.968
Investeringskredieten en financieringen 2.534.509 2.438.351
Hypothecaire leningen 2.260.140 2.136.819
Werkingskredieten 380.415 411.548
Overige 23.357 39.018
Subtotaal - Bruto leningen en vordering 5.447.439 5.262.704
Voorziening voor Expected Credit Losses/waardeverminderingen -32.785 -30.055
Leningen en vorderingen op klanten 5.414.654 5.232.649

De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.

De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:

  • kredieten toegekend door Bank J.Van Breda & C° aan familiale ondernemers en vrije beroepen en door de divisie Bank de Kremer aan particulieren en zelfstandigen. De vele ondernemers en vrije beroepen die de voorbije jaren cliënt werden, vertrouwen een steeds groter deel van hun bankzaken aan de bank toe;
  • autofinancieringen verstrekt door de divisie Van Breda Car Finance.

De sterke commerciële prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.

Kredietrisico

De kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C° is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De divisie Bank de Kremer bank richt zich op particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.

De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank J.Van Breda & C°.

Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardevermindering moet worden geboekt.

COVID-19

Begin 2020 werd de wereld geconfronteerd met de uitbraak en de verspreiding van het coronavirus. Dit leidde niet alleen tot een onverwachte gezondheidscrisis, maar heeft ook een significante impact op de mondiale en Belgische economie, ieders privéleven en de professionele activiteit van de klanten. De eerste prioriteit ging naar beschermen, informeren en ondersteunen van de collega's en klanten. Bank J.Van Breda & C° zet in op langetermijnrelaties met klanten en medewerkers, waar het in een crisisperiode de vruchten van plukt. De Bank speelde proactief in op de vragen om betalingsuitstel voor professionele en hypothecaire leningen. Die werden snel en efficiënt verwerkt, zodat de ondernemers en vrije beroepers konden focussen op het beheren van de crisis en de heropstart van hun activiteiten.

2020, om dan naar aanleiding van de verdere coronamaatregelen in Q4 2020

  1. Vervolgens wordt een collectieve staging toegepast, in overeenstemming met de gebruikte macro-economische vooruitzichten om ook de forward-looking

informatie in het staging proces mee in rekening te brengen. 3. Enkele bijkomende sectoren worden nog extra beschouwd als hoog risico, waarvoor extra collectieve staging wordt voorzien. Dit zijn de sectoren die het hardst getroffen zijn door de aanhoudende coronamaatregelen zoals de

horeca, evenementensector, reissector en groot- en kleinhandel.

2 belanden.

Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020

Low risk 1.977.006 0 22.509 124.363 0 2.123.878 Medium risk 2.021.171 0 288.376 183.689 0 2.493.236 High risk 323.910 0 341.639 55.844 0 721.393 Overdue 30.566 0 16.234 6.988 0 53.788

Submitted to write off 0 0 0 0 55.143 55.143 Total 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439

Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2019

Low risk 1.895.345 0 26.126 35.271 0 1.956.742 Medium risk 2.148.778 0 322.879 35.124 0 2.506.781 High risk 350.193 0 321.731 3.885 0 675.809 Overdue 41.480 0 22.978 739 0 65.197

Submitted to write off 0 0 0 0 58.176 58.176 Total 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705

Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2020 Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020

31/12/2019 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705 Impact from collective staging -262.470 262.470 -44.563 44.563 0 0 Recognition 1.286.293 0 141.199 29.802 5.575 1.462.869 Derecognition -761.839 0 -131.446 -2.458 -11.251 -906.994 Repayments -285.879 0 -38.628 -38.505 -6.627 -369.640 Transfers to stage 1 150.869 0 -150.832 0 -38 0 Transfers to stage 2 -203.494 -262.470 204.165 262.470 -672 0 Transfers to stage 3 -6.541 0 -4.323 0 10.864 0 Methodology modifications -81 0 -529 -7 -210 -827 Write offs 0 0 0 0 -674 -674 31/12/2020 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439

(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective

(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective

(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective

Kredieten die uitstel van kapitaalsaflossingen kregen toegekend, worden niet automatisch beschouwd als forbearance kredieten. Deze kredieten volgen dezelfde staging logica als hierboven, en zullen op grond van dit betaaluitstel dus niet automatisch in stage 2 belanden. Elk individueel dossier wordt wel van nabij opgevolgd en wanneer de kredietexperten een verhoogd risico vaststellen dan worden deze kredieten alsnog ondergebracht in forbearance. De individueel beoordeelde kredieten met betaaluitstel kunnen dan op deze manier toch in stage

De in 2020 geboekte verwachte kredietverliezen (stage 1, 2 & 3) bedroegen 5,5 miljoen euro (t.o.v. 1,4 miljoen euro in 2019) waarbij extra provisies deels geneutraliseerd werden door het effect van de jaarlijkse review van het ECL-model

De Bank hanteerde de volgende methodiek voor de "staging" van de performing kredieten van stage 1 naar stage 2 om een verhoging van het initiële risico vast te

  1. In eerste instantie worden de gebruikelijke indicatoren afgetoetst op contractniveau. Het betreft dagen achterstal, een verslechtering van de

Interne rating klasse – leningen en vorderingen op cliënten

opnieuw te worden verfijnd.

en enkele grote terugnemingen.

Performing

Non-performing

Performing

Non-performing

stellen (significant increase in credit risk of SICR):

interne rating of een contract in 'forbearance'.

De federale Regering, de Nationale Bank van België en de Belgische financiële sector sloten akkoorden af om bedrijven, zelfstandigen en gezinnen tijdelijk te ondersteunen. De 2 pijlers zijn:

  • De financiële sector heeft zich geëngageerd om levensvatbare niet-financiële bedrijven, kmo's, zelfstandigen en non-profit organisaties evenals hypothecaire kredietnemers met betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis uitstel van betaling (moratorium) te geven.
  • De overheid heeft twee garantieregelingen geactiveerd voor nieuwe kredieten en kredietlijnen (geen herfinancieringskredieten), die banken verstrekken.

Bank J.Van Breda & C° verleende tijdens 2020 31,9 miljoen euro betalingsuitstel. Het nominaal bedrag van de kredieten waarvoor uitstel is gevraagd bedraagt 441 miljoen euro, waardoor het betalingsuitstel 7% van het totale obligo bedraagt. Per 31/12/2020 verliep 368 miljoen euro van de kredieten met betalingsuitstel (441 miljoen) opnieuw normaal (geen uitstel meer) wat een payment pick up rate impliceert van 83%. De kredieten met kapitaaluitstel bleven tijdens 2020 langer op de balans wat een positief effect had op het renteresultaat. Er werden 49,3 miljoen euro kredieten verstrekt met staatsgarantie waarvan 5,4 miljoen euro reeds volledig afgelost zijn op 31/12/2020. Het uitstaande saldo op 31/12/2020 bedraagt nog 39 miljoen.

De coronacrisis zal zeer waarschijnlijk een grote impact hebben op de kredietverliezen van de banksector in de komende jaren. Hoewel deze verliezen bij de Bank tot nu toe eerder beperkt zijn door de hoge kwaliteit van het clienteel en de overheidsmaatregelen (tijdelijke werkloosheid, moratoria), zijn deze ongunstige toekomstverwachtingen wel in de berekeningen van de ECL van de Bank opgenomen, in lijn met de IFRS9-regelgeving om verwachte kredietverliezen te provisioneren.

In de "Waarderingsregels" (Toelichting 1) wordt de methodologie toegelicht die de Bank in normale omstandigheden toepast om de verwachte kredietverliezen (stage 1 en stage 2) en de impairments (stage 3) te bepalen voor de volledige kredietportefeuille. De huidige ECL methodologie bleek voldoende mogelijkheden te bieden om alle onzekerheden en specificaties naar aanleiding van de COVID-19 crisis adequaat in rekening te brengen. Door gebruik te maken van macro-economische scenario's en het verhoogde risico te capteren in extra stage 2 contracten wordt een zo accuraat mogelijke weergave van de verwachte kredietverliezen opgesteld. De eerste inschatting werd vastgelegd in Q2 2020, om dan naar aanleiding van de verdere coronamaatregelen in Q4 2020 opnieuw te worden verfijnd.

De in 2020 geboekte verwachte kredietverliezen (stage 1, 2 & 3) bedroegen 5,5 miljoen euro (t.o.v. 1,4 miljoen euro in 2019) waarbij extra provisies deels geneutraliseerd werden door het effect van de jaarlijkse review van het ECL-model en enkele grote terugnemingen.

De Bank hanteerde de volgende methodiek voor de "staging" van de performing kredieten van stage 1 naar stage 2 om een verhoging van het initiële risico vast te stellen (significant increase in credit risk of SICR):

  1. In eerste instantie worden de gebruikelijke indicatoren afgetoetst op contractniveau. Het betreft dagen achterstal, een verslechtering van de interne rating of een contract in 'forbearance'.

    1. Vervolgens wordt een collectieve staging toegepast, in overeenstemming met de gebruikte macro-economische vooruitzichten om ook de forward-looking informatie in het staging proces mee in rekening te brengen.
    1. Enkele bijkomende sectoren worden nog extra beschouwd als hoog risico, waarvoor extra collectieve staging wordt voorzien. Dit zijn de sectoren die het hardst getroffen zijn door de aanhoudende coronamaatregelen zoals de horeca, evenementensector, reissector en groot- en kleinhandel.

Kredieten die uitstel van kapitaalsaflossingen kregen toegekend, worden niet automatisch beschouwd als forbearance kredieten. Deze kredieten volgen dezelfde staging logica als hierboven, en zullen op grond van dit betaaluitstel dus niet automatisch in stage 2 belanden. Elk individueel dossier wordt wel van nabij opgevolgd en wanneer de kredietexperten een verhoogd risico vaststellen dan worden deze kredieten alsnog ondergebracht in forbearance. De individueel beoordeelde kredieten met betaaluitstel kunnen dan op deze manier toch in stage 2 belanden.

Interne rating klasse – leningen en vorderingen op cliënten

Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
Performing
Low risk 1.977.006 0 22.509 124.363 0 2.123.878
Medium risk 2.021.171 0 288.376 183.689 0 2.493.236
High risk 323.910 0 341.639 55.844 0 721.393
Overdue 30.566 0 16.234 6.988 0 53.788
Non-performing
Submitted to write off 0 0 0 0 55.143 55.143
Total 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439
Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2019
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
Performing
Low risk 1.895.345 0 26.126 35.271 0 1.956.742
Medium risk 2.148.778 0 322.879 35.124 0 2.506.781
High risk 350.193 0 321.731 3.885 0 675.809
Overdue 41.480 0 22.978 739 0 65.197
Non-performing
Submitted to write off 0 0 0 0 58.176 58.176
Total 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705
Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2020 Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
31/12/2019 4.435.796 0 693.713 75.019 58.176 5.262.705
Impact from collective staging -262.470 262.470 -44.563 44.563 0 0
Recognition 1.286.293 0 141.199 29.802 5.575 1.462.869
Derecognition -761.839 0 -131.446 -2.458 -11.251 -906.994
Repayments -285.879 0 -38.628 -38.505 -6.627 -369.640
Transfers to stage 1 150.869 0 -150.832 0 -38 0
Transfers to stage 2 -203.494 -262.470 204.165 262.470 -672 0
Transfers to stage 3 -6.541 0 -4.323 0 10.864 0
Methodology modifications -81 0 -529 -7 -210 -827
Write offs 0 0 0 0 -674 -674
31/12/2020 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439
Gecumuleerde waardeverminderingen Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020
(€ 1.000) Individual Collective Individual Collective
31/12/2019 -2.813 0 -1.968 -137 -25.137 -30.055
Impact from collective staging 172 -172 176 -176 0 0
Recognition -3.560 -92 -1.276 -34 -1.807 -6.769
Derecognition 1.593 57 894 87 2.179 4.810
Repayments 1.231 22 250 19 0 1.522
Transfers to Stage 1 -1.726 -19 1.679 19 47 0
Transfers to Stage 2 178 194 -195 -194 17 0
Transfers to Stage 3 26 0 133 0 -159 0
Impact on ECL by Stage Transfer 1.565 15 -2.167 -793 -3.329 -4.708
Other adjustments to credit risk -1.556 -5 -1.413 -105 1.825 -1.254
Methodology modifications -2 0 -24 0 29 3
Model modifications 344 0 710 0 0 1.054
Write-offs 0 0 0 0 2.612 2.612
31/12/2020 -4.547 0 -3.202 -1.314 -23.721 -32.784

TOELICHTING 14: VOORRADEN EN ONDERHANDEN PROJECTEN IN OPDRACHT VAN DERDEN

(€ 1.000) 2020 2019
I. Voorraden, nettobedrag 382.451 423.429
Bruto-boekwaarde 384.221 424.966
Grond- en hulpstoffen 88.369 74.347
Goederen in bewerking 50.466 47.085
Gereed product 6.399 29.457
Handelsgoederen 1.320 1.115
Onroerende goederen bestemd voor verkoop 237.666 272.808
Vooruitbetalingen 0 154
Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) -1.771 -1.537
Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar 298 -19
Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar -64 -119
II. Onderhanden projecten in opdracht van derden
Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto 90.842 32.593
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 400.034 328.441
Bedrag verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten -309.192 -295.849
Onderhanden projecten op afsluitdatum
Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen 6.774.948 7.091.883
Bedrag van gerealiseerde opbrengsten -6.684.106 -7.059.290
Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) -65.034 -18.663

De vastgoedpromotieprojecten van CFE, de grondenportefeuille van Extensa en de havengebonden ontwikkelingen in Vietnam door Rent-A-Port zijn de voornaamste componenten van de rubriek 'Voorraden'.

Rent-A-Port versnelde in 2020 de ontwikkeling van de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam) en verkocht 89 hectare. CFE leverde in 2020 o.m. een aantal vastgoedprojecten in Polen op. De ontwikkeling door Extensa van de residentiële zone op Tour & Taxis zorgde voor een herclassering van de gerelateerde grondpositie vanuit de voorraad naar 'Onderhanden projecten in opdracht van derden'.

Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.

Het uitvoeren van onderhanden projecten houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen. TOELICHTING 15: MINDERHEIDSBELANGEN

I. Marine Engineering & Contracting

II. Private Banking

III. Real Estate & Senior Care

IV. AvH & Growth Capital

grotendeels werd uitgekeerd.

Beknopte resultatenrekening – 2020

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

Beknopte resultatenrekening – 2019

(€ 1.000) CFE Bank J. Van

(€ 1.000) CFE Bank J. Van

  • Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369

  • Aandeel van het minderheidsbelang -2.058 108 1.770

(€ 1.000) Minderheidsbelang % Minderheidsbelang Aandeel minderheids-

CFE - DEME (1) 37,90% 39,09% 684.344 683.826 23.229 54.264 Rent-A-Port (Infra Asia Investments) (1) 18,95% 19,54% 46.015 48.871 2.583 1.878

Bank J.Van Breda & C° (2) 21,25% 21,25% 130.503 120.372 9.461 8.422

Leasinvest Real Estate 69,99% 69,99% 341.015 344.770 5.378 34.927

Agidens 13,75% 13,75% 2.418 2.276 179 22 Overige (3) 15.836 25.610 6.994 19.459 Totaal 1.220.131 1.225.725 47.823 118.971

(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een daling van het minderheidsbelang op het niveau van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Daarenboven verhoogde Rent-A-Port haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75% belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie. (3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2019 en in 2020

Omzet 3.221.958 162.681 72.706 61.572 91.688 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 87.253 65.642 14.248 77.697 2.963 Financieel resultaat -34.348 -6.893 -69.534 -559 Winst (verlies) vóór belasting 85.145 65.643 7.272 8.163 2.266 Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299 Op het niveau van de onderneming zelf 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299

  • Aandeel van de groep 64.020 48.295 1.174 7.683 1.299 Op het niveau van AvH (1) 59.637 47.493 3.544 8.694 1.299 - Aandeel van het minderheidsbelang 23.229 9.461 2.583 5.378 179 - Aandeel van de groep 36.408 38.032 961 3.317 1.120

Omzet 3.624.722 149.565 32.828 65.280 92.875 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 143.615 56.533 6.220 53.130 2.307 Financieel resultaat -7.722 -3.557 -2.725 -542 Winst (verlies) vóór belasting 169.985 58.935 5.466 50.405 1.766 Winst (verlies) van het boekjaar 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326 Op het niveau van de onderneming zelf 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326

  • Aandeel van de groep 133.424 43.362 2.172 49.900 1.326 Op het niveau van AvH (1) 141.686 42.570 2.327 50.666 158 - Aandeel van het minderheidsbelang 54.264 8.422 1.878 34.927 22 - Aandeel van de groep 87.422 34.148 450 15.738 136

in de AvH-balans belang in winst

2020 2019 2020 2019 2020 2019

Breda & C° Rent-A-Port Leasinvest Real

Breda & C° Rent-A-Port Leasinvest Real

van het boekjaar

Estate Agidens

Estate Agidens

De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE-DEME zullen in de volgende jaren nog een omzet van 3.715 miljoen euro genereren, waarvan 2.384 miljoen euro geraamd in 2021.

De vastgoedpromotieprojecten van Extensa (vnl. Tour&Taxis) zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt.

De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.

TOELICHTING 15: MINDERHEIDSBELANGEN

(€ 1.000) Minderheidsbelang % Minderheidsbelang
in de AvH-balans
Aandeel minderheids
belang in winst
van het boekjaar
2020 2019 2020 2019 2020 2019
I. Marine Engineering & Contracting
CFE - DEME (1) 37,90% 39,09% 684.344 683.826 23.229 54.264
Rent-A-Port (Infra Asia Investments) (1) 18,95% 19,54% 46.015 48.871 2.583 1.878
II. Private Banking
Bank J.Van Breda & C° (2) 21,25% 21,25% 130.503 120.372 9.461 8.422
III. Real Estate & Senior Care
Leasinvest Real Estate 69,99% 69,99% 341.015 344.770 5.378 34.927
IV. AvH & Growth Capital
Agidens 13,75% 13,75% 2.418 2.276 179 22
Overige (3) 15.836 25.610 6.994 19.459
Totaal 1.220.131 1.225.725 47.823 118.971

(1) De aankoop van 301.163 aandelen CFE (+1,19%) op de beurs leidde ook tot een daling van het minderheidsbelang op het niveau van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore. Daarenboven

verhoogde Rent-A-Port haar controlebelang in Infra Asia Investments met 1,4%. (2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank J.Van Breda & C° vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-

belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie. (3) De succesvolle residentiële projectontwikkeling op Cloche d'Or Luxemburg (Extensa 50%) verklaart het saldo van het aandeel van het minderheidsbelang in het resultaat, dat in 2019 en in 2020 grotendeels werd uitgekeerd.

Beknopte resultatenrekening – 2020

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Omzet 3.221.958 162.681 72.706 61.572 91.688
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 87.253 65.642 14.248 77.697 2.963
Financieel resultaat -34.348 -6.893 -69.534 -559
Winst (verlies) vóór belasting 85.145 65.643 7.272 8.163 2.266
Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299
Op het niveau van de onderneming zelf 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299
- Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369
- Aandeel van de groep 64.020 48.295 1.174 7.683 1.299
Op het niveau van AvH (1) 59.637 47.493 3.544 8.694 1.299
- Aandeel van het minderheidsbelang 23.229 9.461 2.583 5.378 179
- Aandeel van de groep 36.408 38.032 961 3.317 1.120

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

Beknopte resultatenrekening – 2019

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Omzet 3.624.722 149.565 32.828 65.280 92.875
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 143.615 56.533 6.220 53.130 2.307
Financieel resultaat -7.722 -3.557 -2.725 -542
Winst (verlies) vóór belasting 169.985 58.935 5.466 50.405 1.766
Winst (verlies) van het boekjaar 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326
Op het niveau van de onderneming zelf 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326
- Aandeel van het minderheidsbelang -2.058 108 1.770
- Aandeel van de groep 133.424 43.362 2.172 49.900 1.326
Op het niveau van AvH (1) 141.686 42.570 2.327 50.666 158
- Aandeel van het minderheidsbelang 54.264 8.422 1.878 34.927 22
- Aandeel van de groep 87.422 34.148 450 15.738 136

(1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen

Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten – 2020

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Op het niveau van de onderneming zelf 39.877 51.791 -1.186 25.749 1.035
Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299
- Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369 0 0
- Aandeel van de groep 64.020 48.295 1.174 7.683 1.299
Niet-gerealiseerde resultaten -24.946 3.418 -4.729 18.066 -264
- Aandeel van het minderheidsbelang 264
- Aandeel van de groep -25.210 3.418 -4.729 18.066 -264
Op het niveau van AvH 34.691 50.767 -1.186 26.760 1.035
Winst (verlies) van het boekjaar 59.637 47.493 3.544 8.694 1.299
- Aandeel van het minderheidsbelang 23.229 9.461 2.583 5.378 179
- Aandeel van de groep 36.408 38.032 961 3.317 1.120
Niet-gerealiseerde resultaten -24.946 3.274 -4.729 18.066 -264
- Aandeel van het minderheidsbelang -9.569 696 -884 12.645 -36
- Aandeel van de groep -15.377 2.578 -3.846 5.421 -227

TOELICHTING 16: LEASING

Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar

Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2020 een gebruiksrecht van 170,1 miljoen euro en een leaseverplichting van 172,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 68% afkomstig is van

Eind 2020 heeft DEME de lease van het schip 'Victor Horta' versneld terugbetaald. In 2020 nam Anima het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care

De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op

(€ 1.000) 2020 2019

Materiële vaste activa 165.858 203.471 Terreinen en gebouwen 121.572 115.376 Installaties, machines en uitrusting 7.922 51.807 Meubilair en rollend material 36.364 36.288 Vastgoedbeleggingen 4.207 4.231

Totaal - Activa 170.065 207.702

Eigen vermogen – Deel groep -1.967 13.010 Financiële schulden 172.031 194.692 Leasingschulden op LT 138.093 151.984 Leasingschulden op KT 33.939 42.707

Totaal - Passiva 170.065 207.702

(€ 1.000) 2020 2019

Geannuleerde huur 36.273 32.474 Afschrijvingen -34.887 -31.220 Interestlasten -2.902 -2.406

We verwijzen naar :

De door CFE toegepaste discontovoeten werden vastgesteld op 3,5% voor gebouwen, 3,0% voor materieel en 2,0% voor leasingwagens. DEME heeft volgende discontovoeten toegepast: voor korte termijn leasing (tussen 0,95%- 1,70%) en voor de lange termijn leasing (2,16%-3,15%). De discontovoet met betrekking tot de gebouwen van Anima schommelt tussen 0,60% en 2%.

Aanschaffingen van gebruiksrechten doorheen het jaar 2020 bedroegen 49,1

variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde

miljoen euro (Toelichting 9 Materiële vaste activa). Kasstroomoverzicht (Toelichting 6 Segmentinformatie).

gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.

1. Leasinggever

Toelichting 13 voor meer details

2. Leasingnemer

Activa

Passiva

CFE/DEME en 25% van Anima.

Resultatenrekening

Property Invest.

Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten – 2019

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Op het niveau van de onderneming zelf 86.974 47.538 2.911 43.258 991
Winst (verlies) van het boekjaar 131.366 43.470 3.942 49.900 1.326
- Aandeel van het minderheidsbelang -2.058 108 1.770 0 0
- Aandeel van de groep 133.424 43.362 2.172 49.900 1.326
Niet-gerealiseerde resultaten -44.392 4.068 -1.031 -6.642 -335
- Aandeel van het minderheidsbelang -199
- Aandeel van de groep -44.193 4.068 -1.031 -6.642 -335
Op het niveau van AvH 97.294 43.787 1.296 44.024 -177
Winst (verlies) van het boekjaar 141.686 42.570 2.327 50.666 158
- Aandeel van het minderheidsbelang 54.264 8.422 1.878 34.927 22
- Aandeel van de groep 87.422 34.148 450 15.738 136
Niet-gerealiseerde resultaten -44.392 1.217 -1.031 -6.642 -335
- Aandeel van het minderheidsbelang -21.453 259 -115 -4.649 -46
- Aandeel van de groep -22.939 959 -916 -1.993 -289

Beknopte balans – 2020

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Vaste activa 3.235.546 4.436.259 86.090 1.223.098 21.517
Vlottende activa 1.901.937 2.775.111 162.189 17.449 35.729
Langlopende verplichtingen 1.177.743 1.180.316 68.028 519.135 8.426
Kortlopende verplichtingen 2.154.792 5.410.680 75.719 234.202 31.237
Eigen vermogen 1.804.948 620.374 104.532 487.211 17.583
- Deel groep 1.787.113 620.249 60.154 487.211 17.583
- Aandeel van het minderheidsbelang 17.835 125 44.378 0
Dividend uitgekeerd aan derden 0 0 0 -21.778 0

Beknopte balans – 2019

(€ 1.000) CFE Bank J. Van
Breda & C°
Rent-A-Port Leasinvest Real
Estate
Agidens
Vaste activa 3.251.168 4.230.268 52.741 1.226.032 21.835
Vlottende activa 1.861.464 2.150.628 185.877 21.980 35.752
Langlopende verplichtingen 1.347.128 839.061 72.073 492.019 8.429
Kortlopende verplichtingen 2.005.194 4.968.337 55.791 263.417 32.610
Eigen vermogen 1.760.310 573.498 110.754 492.577 16.548
- Deel groep 1.748.703 573.343 64.401 492.577 16.548
- Aandeel van het minderheidsbelang 11.607 155 46.353 0
Dividend uitgekeerd aan derden -23.839 -5.481 -2.853 -18.543 0

TOELICHTING 16: LEASING

1. Leasinggever

Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank J.Van Breda & C° actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar Toelichting 13 voor meer details

2. Leasingnemer

(€ 1.000) 2020 2019
Activa
Materiële vaste activa 165.858 203.471
Terreinen en gebouwen 121.572 115.376
Installaties, machines en uitrusting 7.922 51.807
Meubilair en rollend material 36.364 36.288
Vastgoedbeleggingen 4.207 4.231
Totaal - Activa 170.065 207.702
Passiva
Eigen vermogen – Deel groep -1.967 13.010
Financiële schulden 172.031 194.692
Leasingschulden op LT 138.093 151.984
Leasingschulden op KT 33.939 42.707
Totaal - Passiva 170.065 207.702

Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2020 een gebruiksrecht van 170,1 miljoen euro en een leaseverplichting van 172,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 68% afkomstig is van CFE/DEME en 25% van Anima.

Eind 2020 heeft DEME de lease van het schip 'Victor Horta' versneld terugbetaald. In 2020 nam Anima het gloednieuwe woonzorgcentrum "Nuance" in Vorst in gebruik, waarvoor een lange termijn huurcontract werd afgesloten met Care Property Invest.

De door CFE toegepaste discontovoeten werden vastgesteld op 3,5% voor gebouwen, 3,0% voor materieel en 2,0% voor leasingwagens. DEME heeft volgende discontovoeten toegepast: voor korte termijn leasing (tussen 0,95%- 1,70%) en voor de lange termijn leasing (2,16%-3,15%). De discontovoet met betrekking tot de gebouwen van Anima schommelt tussen 0,60% en 2%.

We verwijzen naar :

  • Aanschaffingen van gebruiksrechten doorheen het jaar 2020 bedroegen 49,1 miljoen euro (Toelichting 9 Materiële vaste activa).
  • Kasstroomoverzicht (Toelichting 6 Segmentinformatie).
(€ 1.000) 2020 2019
Resultatenrekening
Geannuleerde huur 36.273 32.474
Afschrijvingen -34.887 -31.220
Interestlasten -2.902 -2.406

De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.

TOELICHTING 17: VOORZIENINGEN

(€ 1.000) Voorzieningen
voor garanties
Voorzieningen
voor
gerechtelijke
procedures
Milieu
voorzieningen
Voorzieningen
voor
herstructure
ringen
Voorzieningen
voor
contractuele
verplichtingen
Overige
voorzieningen
Totaal
Voorzieningen - boekjaar 2019
Voorzieningen, beginsaldo 17.570 6.917 0 1.601 8.927 95.792 130.807
Additionele voorzieningen 2.715 1.331 0 1.264 95 2.208 7.612
Toename van bestaande voorzieningen 4 0 0 0 200 1.466 1.670
Toename door bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 54 54
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -2.976 -576 0 -5.951 -200 -19.194 -28.898
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -831 -33 0 0 0 -13.031 -13.895
Afname door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -252 0 0 -28 -25 -305
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 26 61 0 0 0 34 121
Overboekingen van (naar) andere posten -129 0 0 5.477 0 -19.030 -13.682
Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 -243 -243
Voorzieningen, eindsaldo 16.380 7.447 0 2.390 8.994 48.031 83.242
(€ 1.000) Voorzieningen
voor garanties
Voorzieningen
voor
gerechtelijke
procedures
Milieu
voorzieningen
Voorzieningen
voor
herstructure
ringen
Voorzieningen
voor
contractuele
verplichtingen
Overige
voorzieningen
Totaal
Voorzieningen - boekjaar 2020
Voorzieningen, beginsaldo 16.380 7.447 0 2.390 8.994 48.031 83.242
Additionele voorzieningen 1.757 1.279 0 1.542 0 2.704 7.282
Toename van bestaande voorzieningen 389 0 0 0 472 1.741 2.602
Toename door bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 0
Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -1.992 -337 0 -591 -1.197 -3.040 -7.157
Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) 0 -87 0 0 0 -1.020 -1.107
Afname door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 -571 0 86 -485
Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -113 -13 0 -42 0 -218 -387
Overboekingen van (naar) andere posten 569 -430 0 581 0 -427 293
Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 -26 -26
Voorzieningen, eindsaldo 16.990 7.859 0 3.309 8.269 47.830 84.257

De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2019 werd 44,3 miljoen euro (deel Groep 26,8 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2020 werd dit bedrag verder afgebouwd met 1,0 miljoen euro (deel groep 0,6 miljoen euro).

De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen.

De 'Overige voorzieningen' bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve vermogensmutatiewaarden ten belope van 10,8 miljoen euro.

Verschillende deelnemingen van AvH (o.a. DEME, CFE, Agidens...) zijn actief in het uitvoeren van projecten. Dit houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.

TOELICHTING 18: FINANCIËLE SCHULDEN

De financiële schulden komen, behoudens beperkte schuld op niveau van AvH zelf, voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel

De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken

De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:

Tegenover financiële schulden op korte termijn van 689,9 miljoen euro, staan

Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2020. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar

CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, commercial paper en de obligatielening van 30 miljoen euro uitgegeven in 2017 door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE (vervaldag eind 2022).

Zowel DEME als CFE beschikken eind 2020 over een aanzienlijke thesauriepositie

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund,

geldmiddelen en kasequivalenten van 842,4 miljoen euro.

schulden op lange termijn te structureren.

(liquide middelen).

I. Financiële schulden

risico wordt behouden.

Liquiditeitsrisico

(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2020 < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2019

Leningen van banken 319.771 1.039.365 356.243 1.715.379 279.208 1.025.469 440.607 1.745.284 Obligatieleningen 0 142.363 99.571 241.934 49.969 104.676 99.475 254.120 Achtergestelde leningen 20.974 43.050 1.630 65.655 13.216 37.422 0 50.637 Leasingschulden 33.939 68.640 69.453 172.031 42.707 93.774 58.211 194.692 Overige financiële schulden 315.181 46.955 2.215 364.351 240.460 44.495 2.215 287.170 Totaal 689.864 1.340.373 529.113 2.559.350 625.560 1.305.836 600.507 2.531.904

(€ 1.000) KT LT Marine Engineering & Contracting 424.300 1.015.773 Private Banking (IFRS 16 leases) 5.218 3.226 Real Estate & Senior Care 221.234 862.584 Energy & Resources 0 0 AvH & Growth Capital 42.262 7.785 Intercompany -3.150 -19.883 Total 689.864 1.869.486

Resterende looptijd

miljoen euro op einde 2020).

AvH : 31 miljoen euro).

rentevoeten.

jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019).

Resterende looptijd

met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4

Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en

een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar. De meeste bank- en aandeelhoudersleningen werden op lange termijn aangegaan tegen vaste

Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest Real Estate heeft op 20/11/2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. Eind 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2020 3,4

Zoals bekend, voert het Parket sinds 2016 een onderzoek naar vermeende onregelmatigheden bij de toekenning van een contract aan Mordraga, een dochtervennootschap van DEME, inzake de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in 2014 en 2015. Het betrokken contract werd door een Russische private aannemingsgroep aan Mordraga gegund in het kader van een onderhandse aanbesteding. Het Parket heeft eind december 2020 enkele vennootschappen en personeelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. Zowel DEME, Dredging International als één personeelslid hebben uitvoerige bijkomende onderzoeksmaatregelen gevorderd bij de bevoegde onderzoeksrechter omdat zij van oordeel zijn dat belangrijke elementen à décharge verder onderzocht dienen te worden. De zitting van de raadkamer werd sine die uitgesteld. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure.

TOELICHTING 18: FINANCIËLE SCHULDEN
(€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2020 < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2019
Resterende
looptijd
Resterende
looptijd
I. Financiële schulden
Leningen van banken 319.771 1.039.365 356.243 1.715.379 279.208 1.025.469 440.607 1.745.284
Obligatieleningen 0 142.363 99.571 241.934 49.969 104.676 99.475 254.120
Achtergestelde leningen 20.974 43.050 1.630 65.655 13.216 37.422 0 50.637
Leasingschulden 33.939 68.640 69.453 172.031 42.707 93.774 58.211 194.692
Overige financiële schulden 315.181 46.955 2.215 364.351 240.460 44.495 2.215 287.170
Totaal 689.864 1.340.373 529.113 2.559.350 625.560 1.305.836 600.507 2.531.904

De financiële schulden komen, behoudens beperkte schuld op niveau van AvH zelf, voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel risico wordt behouden.

De financiële schulden bedragen op jaareinde 2020 1.869,5 miljoen euro op lange termijn en 689,9 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een beperkte stijging met 27,4 miljoen euro in 2020. Deze schuldpositie moet samen worden bekeken met de belangrijke liquiditeiten die door de groep worden aangehouden (842,4 miljoen euro op einde 2020).

Op jaareinde 2020 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden op meer dan 1 jaar uitstaan : BPI (Groep CFE) : 29,8 miljoen euro , Rent-A-Port : 28,4 miljoen euro, Extensa : 84,2 miljoen euro en Leasinvest Real Estate : 99,6 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 65,6 miljoen euro in het segment "Marine Engineering & Contracting" zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schulden op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial paper) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 305 miljoen euro (DEME : 125 miljoen euro, CFE : 27 miljoen euro, Leasinvest Real Estate : 122 miljoen euro en AvH : 31 miljoen euro).

Liquiditeitsrisico

De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten:

(€ 1.000) KT LT
Marine Engineering & Contracting 424.300 1.015.773
Private Banking (IFRS 16 leases) 5.218 3.226
Real Estate & Senior Care 221.234 862.584
Energy & Resources 0 0
AvH & Growth Capital 42.262 7.785
Intercompany -3.150 -19.883
Total 689.864 1.869.486

Tegenover financiële schulden op korte termijn van 689,9 miljoen euro, staan geldmiddelen en kasequivalenten van 842,4 miljoen euro.

Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2020. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren.

CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, commercial paper en de obligatielening van 30 miljoen euro uitgegeven in 2017 door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE (vervaldag eind 2022).

Zowel DEME als CFE beschikken eind 2020 over een aanzienlijke thesauriepositie (liquide middelen).

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar. De meeste bank- en aandeelhoudersleningen werden op lange termijn aangegaan tegen vaste rentevoeten.

Leasinvest Real Estate en Extensa Group beschikken bij hun banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om de bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Leasinvest Real Estate heeft op 20/11/2019 met succes een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar. De obligaties bieden een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en werden geplaatst bij institutionele investeerders in België, Frankrijk en Luxemburg. Eind 2020 kwam de private obligatielening van 2013 van 20 miljoen euro op vervaldag en werd een bijkomende bancaire kredietlijn voor hetzelfde bedrag afgesloten. De gemiddelde looptijd van de financieringen bij Leasinvest Real Estate bedroeg eind 2020 3,4 jaar (ten opzichte van 3,9 jaar eind 2019).

Extensa heeft een obligatielening van 30 miljoen euro op vervaldag in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. De bankschulden namen toe in functie van de Tour & Taxisbouwprojecten (Gare Maritime en Parking Gare Maritime).

De expansie van Anima via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd vanuit eigen kasmiddelen, externe financiering en eventueel kapitaalsverhoging. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Anima is voor een groot deel eigenaar van haar vastgoed, dat zij desgewenst kan verkopen in functie van haar financieringsnoden.

De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan Agidens, Biolectric Group en AvH & subholdings. De schulden van Agidens betreffen de financiering van het hoofdgebouw, de leaseschulden mbt de wagens en de opname van straight loans in het kader van het werkkapitaalbeheer. De financiële schulden van Biolectric hebben betrekking op de financiering van de hoofdzetel, het werkkapitaal en de biogas-installaties die eigendom blijven van Biolectric om ze uit te baten en de geproduceerde elektriciteit aan de landbouwers te verkopen.

TOELICHTING 19: BANKEN – SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN, CLIËNTEN & OBLIGATIES

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde

Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken 325.163 27.857 327.292 27.825 Schulden aan cliënten 5.929.064 5.427.375 5.907.102 5.406.549 - waarvan achtergesteld 10.676 37.578 9.870 35.827

Schuldcertificaten inclusief obligaties 263.218 295.844 249.959 281.543 - waarvan achtergesteld 53.209 54.338 40.196 40.176

(€ 1.000) 2020 2019

Zichtdeposito's 12.211 10.469 Deposito's met vaste looptijd 16.518 17.329 ECB TLTRO III 298.417 0 Te betalen interesten 146 27 Totaal 327.292 27.825

Zichtdeposito's 3.589.527 3.015.409 Deposito's met vaste looptijd 1.243.990 1.321.850 Speciale deposito's 59.255 49.665 Gereguleerde deposito's 1.004.459 983.799 Achtergestelde certificaten 9.870 35.827 Totaal 5.907.102 5.406.549

Schuldcertificaten 209.763 241.367 Achtergestelde obligatielening 40.196 40.176 Totaal 249.959 281.543

Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 6.484.353 5.715.917

van 300 miljoen euro.

toezichthouder.

en lange termijn.

liquiditeitsratio's geïntroduceerd:

regelgever legt een limiet op van minimum 100%.

Europese implementatie is voorzien in juni 2021.

Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken

Schulden aan cliënten

Schuldcertificaten inclusief obligaties

Liquiditeitsrisico Bank J.Van Breda & C°

de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.

2020 slechts 3,9% van het balanstotaal.

De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.

Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 1.281 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij

De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2020 bedroeg deze ratio 91%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in

2020 2019 2020 2019

6.517.445 5.751.076 6.484.353 5.715.917

In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren. In 2020 nam de bank deel aan het "Targeted Longer-Term Refinancing Operations"-programma (TLTRO-III), een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, ten belope

In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee

De LCR (Liquidity Coverage Ratio) is een maatstaf voor de liquiditeitspositie onder een acuut stress-scenario gedurende 30 dagen. Hiertoe dienen instellingen over voldoende kwaliteitsvolle liquide middelen te beschikken. De

De NSFR (Net Stable Funding Ratio) zet de beschikbare stabiele financiering af tegenover de vereiste stabiele financiering over een tijdshorizon van 1 jaar. De Basel III-richtlijnen leggen een limiet op van minimum 100% vanaf 2018. De

Eind 2020 bedroegen deze ratio's respectievelijk 171% en 140%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de

Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management' kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte

De korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, slaan hoofdzakelijk op het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro), gespreid over verschillende banken, die de uitstaande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen.

Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2020 gerespecteerd, met uitzondering van Biolectric, dat in constructieve dialoog is met haar huisbankier om de structuur van haar financieringen beter te laten aansluiten met haar wijzigende businessmodel.

(€ 1.000) 2020 2019
II. Schulden (gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of
onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
Leningen van banken 321.955 228.310
Obligatieleningen 28.358 30.360
Leasingschulden 0 46
Overige financiële schulden 0 0
Totaal 350.313 258.716

TOELICHTING 19: BANKEN – SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN, CLIËNTEN & OBLIGATIES

(€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde
2020 2019 2020 2019
Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken 325.163 27.857 327.292 27.825
Schulden aan cliënten 5.929.064 5.427.375 5.907.102 5.406.549
- waarvan achtergesteld 10.676 37.578 9.870 35.827
Schuldcertificaten inclusief obligaties 263.218 295.844 249.959 281.543
- waarvan achtergesteld 53.209 54.338 40.196 40.176
6.517.445 5.751.076 6.484.353 5.715.917
(€ 1.000) 2020 2019
Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken
Zichtdeposito's 12.211 10.469
Deposito's met vaste looptijd 16.518 17.329
ECB TLTRO III 298.417 0
Te betalen interesten 146 27
Totaal 327.292 27.825
Schulden aan cliënten
Zichtdeposito's 3.589.527 3.015.409
Deposito's met vaste looptijd 1.243.990 1.321.850
Speciale deposito's 59.255 49.665
Gereguleerde deposito's 1.004.459 983.799
Achtergestelde certificaten 9.870 35.827
Totaal 5.907.102 5.406.549
Schuldcertificaten inclusief obligaties
Schuldcertificaten 209.763 241.367
Achtergestelde obligatielening 40.196 40.176
Totaal 249.959 281.543
Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 6.484.353 5.715.917

De integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.

Liquiditeitsrisico Bank J.Van Breda & C°

Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank J.Van Breda & C° staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank J.Van Breda & C° houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 1.281 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.

De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2020 bedroeg deze ratio 91%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in 2020 slechts 3,9% van het balanstotaal.

In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obligatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 miljoen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifiëren. In 2020 nam de bank deel aan het "Targeted Longer-Term Refinancing Operations"-programma (TLTRO-III), een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, ten belope van 300 miljoen euro.

In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee liquiditeitsratio's geïntroduceerd:

  • De LCR (Liquidity Coverage Ratio) is een maatstaf voor de liquiditeitspositie onder een acuut stress-scenario gedurende 30 dagen. Hiertoe dienen instellingen over voldoende kwaliteitsvolle liquide middelen te beschikken. De regelgever legt een limiet op van minimum 100%.
  • De NSFR (Net Stable Funding Ratio) zet de beschikbare stabiele financiering af tegenover de vereiste stabiele financiering over een tijdshorizon van 1 jaar. De Basel III-richtlijnen leggen een limiet op van minimum 100% vanaf 2018. De Europese implementatie is voorzien in juni 2021.

Eind 2020 bedroegen deze ratio's respectievelijk 171% en 140%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de toezichthouder.

Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management' kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.

In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen en werden er interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag gehanteerd.

(€ 1.000) < 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald
31/12/2020
Activa 1.447.000 246.000 756.000 2.610.000 1.458.000 559.000 37.000
Passiva -908.000 -802.000 -1.940.000 -1.800.000 -834.000 -202.000 -67.000
Derivaten -1.000 -2.000 -7.000 -30.000 -13.000 -1.000 0
Liquiditeitsgap 538.000 -558.000 -1.191.000 780.000 611.000 356.000 -30.000
31/12/2019
Activa 960.000 215.000 738.000 2.457.000 1.332.000 569.000 42.000
Passiva -175.000 -268.000 -2.119.000 -3.136.000 -51.000 0 -51.000
Derivaten -1.000 -2.000 -7.000 -24.000 -7.000 0 0
Liquiditeitsgap 784.000 -55.000 -1.388.000 -703.000 1.274.000 569.000 -9.000

TOELICHTING 20: FINANCIËLE INSTRUMENTEN

Renterisico Bank J.Van Breda & C°

Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.

De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:

  • Om de mismatch te corrigeren doet de bank beroep op indekkingsinstrumenten. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (waarbij de vlottende renteverplichtingen worden omgezet naar vaste verplichtingen) en opties (die bijvoorbeeld bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus).
  • De vermogensgevoeligheid is de blootstelling van de economische waarde van de onderneming aan ongunstige rentebewegingen. De inkomensgevoeligheid is de blootstelling van de (rente)inkomsten van de instelling aan diezelfde ongunstige rentebewegingen. De intensiteit ervan komt tot uiting in de duration gap. Hieronder verstaan we het verschil in duration van alle activa en duration

van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden.

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen met vaste rentevoeten waardoor het renterisico eerder beperkt is. Infra Asia Investment Fund, een 50% deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar en heeft een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.

financiering van een project gebeurt meestal in de vorm van een banklening. In 2017 gaf Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro met vaste rente en met vervaldag in 2020 en 2022. Extensa heeft de obligatielening van 30 miljoen euro die op vervaldag kwam in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. Extensa volgt de kortlopende leningen aan vlottende rentevoeten en de leningen op middellange termijn aan vaste rentevoeten aandachtig. Er staan op jaareinde geen indekkingen van

Anima dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2020 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen

De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (31,0 miljoen euro) en de schulden door Agidens en Biolectric betreffende de huur van het hoofdkantoor en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2020 was er geen enkel rente-indekkings-

Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 6,5 miljoen euro (CFE-DEME), 0,8 miljoen euro (Extensa), 0,3 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima), 0,1 miljoen euro (Agidens), 0,1 miljoen euro (Biolectric) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden

Boekwaarde 2020

Notioneel bedrag 2019

6.570 -3.339

-699 -2.468

11.678 2.124 Passiefzijde Passiefzijde

-106.237 -107.437

Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar Toelichting 12. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via

Boekwaarde 2019

met een variabele rentevoet 6% van de totale financiële schuld.

rentevoeten uit.

instrument uitstaand.

terugvinden op het actief.

bedrag 2020

Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 5.000 591 15.000 381 Kasstroomindekking 25.696 1.790 0 0 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 130.000 33 180.000 832 Te ontvangen interesten 0 2 Totaal 2.414 1.215

Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 805.000 -54.179 820.000 -40.469 Kasstroomindekking 1.151.581 -38.033 1.431.161 -52.944 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 310.000 -10.633 280.000 -6.454 Te ontvangen interesten 0 -855 Totaal -102.845 -100.722

Activa 253.969 8.175 117.519 675 Passiva 373.589 -1.605 226.742 -4.014

Activa 1.088 234 Passiva -1.787 -2.702

Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten 3.279 1.213 Kortlopende afdekkingsinstrumenten 8.399 911

Langlopende afdekkingsinstrumenten -97.324 -96.874 Kortlopende afdekkingsinstrumenten -8.914 -10.563

Sensitivity analyse voor het renterisico

Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2020 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. In december 2020 werd voor een notioneel bedrag van 115 miljoen euro aan effectieve derivaten afgelost, voor een negatieve waarde van 20,3 miljoen euro. Al deze derivaten hadden een strike rate van meer dan 2% en een gemiddelde looptijd van meer dan 5 jaar, waardoor de toekomstige financieringskost significant én duurzaam zal dalen, tot een niveau onder 2%. De hedgeratio daalt hierdoor van 82 naar 70%.

De duration bedraagt 4,58 jaar per einde 2020 (2019: 5,54 jaar).

I. Indekking van het renterisico

II. Indekking van het valutarisico

III. Risico's verbonden aan grondstoffen

Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op in deze Toelichting 20. Financiële

Activa

Passiva

instrumenten.

Extensa maakt actief gebruik van externe leningen om haar vastgoedontwikkelingen in België en Luxemburg te financieren. De externe

(€ 1.000) Notioneel

De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve.

Impact van onmiddellijke stijging van
de rentecurve met 100 basispunten
(1%) op:
2020 2019
Het renteresultaat
(winstgevoeligheid)
6.436 552
De Reële waarde van het eigen vermogen
(gevoeligheid eigen vermogen) (= BPV)
-26.156 -13.751

Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur zichtbaar.

(€ 1.000) ≤ 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald
31/12/2020
Activa 1.541.000 466.000 1.049.000 2.718.000 992.000 301.000 43.000
Passiva -907.000 -803.000 -1.935.000 -1.843.000 -804.000 -211.000 -41.000
Derivaten 260.000 530.000 -30.000 -330.000 -335.000 -95.000 0
Rentegap 894.000 193.000 -916.000 545.000 -147.000 -5.000 2.000
31/12/2019
Activa 1.063.000 434.000 1.031.000 2.598.000 820.000 314.000 48.000
Passiva -166.000 -267.000 -3.730.000 -1.567.000 -10.000 0 -44.000
Derivaten 280.000 530.000 0 -260.000 -405.000 -145.000 0
Rentegap 1.177.000 697.000 -2.699.000 771.000 405.000 169.000 4.000

Renterisico overige integraal geconsolideerde participaties

Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.

De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen met vaste rentevoeten waardoor het renterisico eerder beperkt is. Infra Asia Investment Fund, een 50% deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar en heeft een vaste rentevoet. Ter indekking van het wisselrisico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument.

Het indekkingsbeleid van Leasinvest Real Estate is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Gezien de schuldfinanciering van Leasinvest Real Estate eind 2020 nog steeds voornamelijk gebaseerd is op een vlottende rentevoet, bestaat het risico dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. In december 2020 werd voor een notioneel bedrag van 115 miljoen euro aan effectieve derivaten afgelost, voor een negatieve waarde van 20,3 miljoen euro. Al deze derivaten hadden een strike rate van meer dan 2% en een gemiddelde looptijd van meer dan 5 jaar, waardoor de toekomstige financieringskost significant én duurzaam zal dalen, tot een niveau onder 2%. De hedgeratio daalt hierdoor van 82 naar 70%. De duration bedraagt 4,58 jaar per einde 2020 (2019: 5,54 jaar).

Extensa maakt actief gebruik van externe leningen om haar vastgoedontwikkelingen in België en Luxemburg te financieren. De externe financiering van een project gebeurt meestal in de vorm van een banklening. In 2017 gaf Extensa een obligatielening van 75 miljoen euro met vaste rente en met vervaldag in 2020 en 2022. Extensa heeft de obligatielening van 30 miljoen euro die op vervaldag kwam in 2020 geherfinancierd met een nieuwe obligatielening van 40 miljoen euro met een looptijd van 4 jaar. Extensa volgt de kortlopende leningen aan vlottende rentevoeten en de leningen op middellange termijn aan vaste rentevoeten aandachtig. Er staan op jaareinde geen indekkingen van rentevoeten uit.

Anima dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rentevoet aan te gaan. Per eind 2020 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 6% van de totale financiële schuld.

De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (31,0 miljoen euro) en de schulden door Agidens en Biolectric betreffende de huur van het hoofdkantoor en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2020 was er geen enkel rente-indekkingsinstrument uitstaand.

Sensitivity analyse voor het renterisico

Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 6,5 miljoen euro (CFE-DEME), 0,8 miljoen euro (Extensa), 0,3 miljoen euro (Leasinvest Real Estate), 0,1 miljoen euro (Anima), 0,1 miljoen euro (Agidens), 0,1 miljoen euro (Biolectric) en 0,1 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden terugvinden op het actief.

(€ 1.000) Notioneel
bedrag 2020
Boekwaarde
2020
Notioneel
bedrag 2019
Boekwaarde
2019
I. Indekking van het renterisico
Activa
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 5.000 591 15.000 381
Kasstroomindekking 25.696 1.790 0 0
Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 130.000 33 180.000 832
Te ontvangen interesten 0 2
Totaal 2.414 1.215
Passiva
Reële waarde indekking - Bank J.Van Breda & C° 805.000 -54.179 820.000 -40.469
Kasstroomindekking 1.151.581 -38.033 1.431.161 -52.944
Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 310.000 -10.633 280.000 -6.454
Te ontvangen interesten 0 -855
Totaal -102.845 -100.722
II. Indekking van het valutarisico
Activa 253.969 8.175 117.519 675
Passiva 373.589 -1.605 226.742 -4.014
6.570 -3.339
III. Risico's verbonden aan grondstoffen
Activa 1.088 234
Passiva -1.787 -2.702
-699 -2.468
Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde
Langlopende afdekkingsinstrumenten 3.279 1.213
Kortlopende afdekkingsinstrumenten 8.399 911
11.678 2.124
Passiefzijde Passiefzijde
Langlopende afdekkingsinstrumenten -97.324 -96.874
Kortlopende afdekkingsinstrumenten -8.914 -10.563
-106.237 -107.437

Het renterisico van Bank J.Van Breda & C° en de overige integraal geconsolideerde participaties komt aan bod op in deze Toelichting 20. Financiële instrumenten.

Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar Toelichting 12. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor rekening van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank J.Van Breda & C°. De muntposities die Bank J.Van Breda & C° inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities interbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan.

De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij DEME:

TOELICHTING 21: BELASTINGEN

De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie'

2. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen

3. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten)

4. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief

Actuele belastingen, netto

Uitgestelde belastingen, netto

1. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans

(€ 1.000) Activa 2020 Verplicht. 2020 Netto 2020 Activa 2019 Verplicht. 2019 Netto 2019 Immateriële vaste activa 23 26.068 -26.046 15 26.282 -26.267 Materiële vaste activa 28.365 75.305 -46.940 16.409 71.855 -55.446 Vastgoedbeleggingen 0 25.790 -25.790 0 18.550 -18.550 Geldbeleggingen -2.798 0 -2.798 -1.445 0 -1.445 Personeelsbeloningen 16.129 1.076 15.052 14.776 973 13.803 Voorzieningen 6.336 22.602 -16.266 4.523 18.501 -13.978 Afgeleide financiële instrumenten 3.801 364 3.436 3.185 12 3.174 Werkkapitaal-balansrubrieken 50.829 68.311 -17.482 30.390 84.440 -54.049 Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek 96.147 -1.349 97.497 97.904 -1.164 99.068 Compensatie -58.392 -58.392 0 -54.753 -54.753 0 Totaal 140.439 159.777 -19.338 111.004 164.694 -53.689

(€ 1.000) 2020 2019 Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen 85.631 94.285 Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) 0 0 Totaal 85.631 94.285 (1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode

(€ 1.000) 2020 2019

Belastingen op het resultaat van het boekjaar -101.777 -74.660 Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden 10.342 367 Totaal -91.435 -74.292

Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen 44.769 12.900 Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 265 -467 Overige uitgestelde belastingen -341 104 Totaal 44.693 12.537 Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) -46.742 -61.756

(€ 1.000) 2020 2019 Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674 Toepasselijk belastingtarief (%) 25,00% 29,58% Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief -36.276 -124.435 Impact van tarieven in andere rechtsgebieden -8.250 1.035 Impact van niet-belastbare inkomsten 33.085 80.839 Impact van niet-aftrekbare kosten -9.158 -10.856 Impact van fiscale verliezen -23.999 -20.579 Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden -6.733 783 Overige toename (afname) 4.587 11.459 Belasting op basis van het effectief belastingtarief -46.742 -61.756 Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674 Effectief belastingtarief (%) 32,21% 14,68%

belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.

weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplich-

tingen per entiteit bij DEME.

(€ 1.000) Notionele
bedrag
USD US Dollar SGD Singapour
Dollar
PLN Poolse Zloty TWD Taiwanese
Dollar
EGP Egyptisch
Pond
Andere Totaal
Termijnaankopen 18.786 86.626 10.900 126.984 0 10.672 253.968
Termijnverkopen 91.081 0 49.754 186.794 30.770 15.190 373.589
(€ 1.000) Reële waarde
USD US Dollar SGD Singapour
Dollar
PLN Poolse Zloty TWD Taiwanese
Dollar
EGP Egyptisch
Pond
Andere Totaal
Termijnaankopen -157 560 16 0 0 -20 399
Termijnverkopen 2.661 0 1.417 999 -426 1.519 6.170

Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.

TOELICHTING 21: BELASTINGEN

1. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans

(€ 1.000) Activa 2020 Verplicht. 2020 Netto 2020 Activa 2019 Verplicht. 2019 Netto 2019
Immateriële vaste activa 23 26.068 -26.046 15 26.282 -26.267
Materiële vaste activa 28.365 75.305 -46.940 16.409 71.855 -55.446
Vastgoedbeleggingen 0 25.790 -25.790 0 18.550 -18.550
Geldbeleggingen -2.798 0 -2.798 -1.445 0 -1.445
Personeelsbeloningen 16.129 1.076 15.052 14.776 973 13.803
Voorzieningen 6.336 22.602 -16.266 4.523 18.501 -13.978
Afgeleide financiële instrumenten 3.801 364 3.436 3.185 12 3.174
Werkkapitaal-balansrubrieken 50.829 68.311 -17.482 30.390 84.440 -54.049
Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek 96.147 -1.349 97.497 97.904 -1.164 99.068
Compensatie -58.392 -58.392 0 -54.753 -54.753 0
Totaal 140.439 159.777 -19.338 111.004 164.694 -53.689

De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.

2. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen

(€ 1.000) 2020 2019
Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen 85.631 94.285
Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) 0 0
Totaal 85.631 94.285

(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.

3. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten)

(€ 1.000) 2020 2019
Actuele belastingen, netto
Belastingen op het resultaat van het boekjaar -101.777 -74.660
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden 10.342 367
Totaal -91.435 -74.292
Uitgestelde belastingen, netto
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen 44.769 12.900
Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 265 -467
Overige uitgestelde belastingen -341 104
Totaal 44.693 12.537
Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) -46.742 -61.756

4. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief

(€ 1.000) 2020 2019
Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952
Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674
Toepasselijk belastingtarief (%) 25,00% 29,58%
Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief -36.276 -124.435
Impact van tarieven in andere rechtsgebieden -8.250 1.035
Impact van niet-belastbare inkomsten 33.085 80.839
Impact van niet-aftrekbare kosten -9.158 -10.856
Impact van fiscale verliezen -23.999 -20.579
Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden -6.733 783
Overige toename (afname) 4.587 11.459
Belasting op basis van het effectief belastingtarief -46.742 -61.756
Winst (verlies) vóór belasting 324.356 575.627
Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -179.253 -154.952
Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 145.103 420.674
Effectief belastingtarief (%) 32,21% 14,68%

De winstbelastingen voor het volledige jaar 2020 bedragen 46,7 miljoen euro. Daarbij dient opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast een netto-bijdrage betreft : het geeft het aandeel van de groep AvH (179,3 miljoen euro) weer in de winst na belastingen van de desbetreffende vennootschappen. Indien de 46,7 miljoen euro belastinglast wordt toegerekend op de winst voor belastingen, gecorrigeerd voor de bijdrage uit vermogensmutaties, levert dat een belastingvoet op van 32,2%. In 2019 was een aanzienlijk deel van het resultaat afkomstig van gerealiseerde meerwaarden (zoals 105,7 miljoen euro op de verkoop van Residalya) die vrijgesteld zijn van belastingen.

2. Cash settled stock option plans bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH

De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).

De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2020 bedraagt 12,4 miljoen euro, vervat in de

AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.

liquiditeitsovereenkomst 2020 2019

De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten

De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten

De buitenbalansverplichtingen van Bank J.Van Breda & C° bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico. Er werden geen hogere opnames in de kredietlijnen tijdens de coronacrisis vastgesteld, het bedrag aan nog niet-

voor een totaal van 105,3 miljoen euro.

opgenomen kredietlijnen is stabiel gebleven.

belope van 255,1 miljoen euro.

overige lange termijnschulden.

3. Eigen aandelen

eigen aandelen.

Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde

Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de

aandelenoptieplan 2020 2019 Eigen aandelen in het kader van de

TOELICHTING 23: NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor

Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als

Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover

1. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, exclusief CFE-DEME

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°)

De persoonlijke zekerheden zijn in 2020 samengesteld uit 86,3 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa en voor 4,2 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 207,2 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de

De zakelijke zekerheden bestaan voor 197,6 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 65,1 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Rent-A-Port. Daarnaast werden voor 335,5 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima in het kader van de financiering van het vastgoed, 4,7 miljoen euro door Agidens en 4,4 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de financiering van hun respectievelijke hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 2,4 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van het

Beginsaldo 363.000 334.000 Beginsaldo 5.528 9.415 Inkoop eigen aandelen 42.750 65.500 Inkoop eigen aandelen 102.607 89.238 Verkoop eigen aandelen -62.000 -36.500 Verkoop eigen aandelen -101.668 -93.125 Eindsaldo 343.750 363.000 Eindsaldo 6.467 5.528

(€ 1.000) 2020 2019

schulden of verplichtingen 297.699 265.435

waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen 609.745 439.619

deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen 0 0 Verplichtingen tot aankoop van vaste activa 105.352 100.719 Verplichtingen tot verkoop van vaste activa 255.134 140.906

  • Kredietengagementen 428.410 425.990 - Financiële garanties 62.943 60.344 - Repo transacties + zakelijke zekerheden 303.426 19.863

winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.

Eigen aandelen in het kader van het

resultatenrekening.

verkoop van participaties.

windmolenpark SeaMade.

TOELICHTING 22: AANDELENOPTIEPLANNEN

1. 'Equity settled' optieplan AvH per 31 december 2020

Jaar van aanbod Aantal aanvaarde
opties
Aantal
uitgeoefende
opties
Aantal vervallen
opties
Saldo Uitoefenprijs (euro) Uitoefentermijn
2007 45.000 -45.000 0 62,12 01/01/2011 - 08/01/2015 + 5Y
2008 46.500 -40.500 -2.000 4.000 66,05 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5Y
2009 49.500 -47.500 -2.000 0 37,02 01/01/2013 - 05/01/2017
2010 49.000 -47.000 -2.000 0 52,05 01/01/2014 - 04/01/2018
2011 49.000 -46.500 -2.500 0 60,81 01/01/2015 - 04/01/2019
2012 47.000 -47.000 0 56,11 01/01/2016 - 03/01/2020
2013 49.500 -45.500 4.000 61,71 01/01/2017 - 03/01/2021
2014 49.500 -5.000 44.500 82,32 01/01/2018 - 02/01/2022
2015 50.500 0 50.500 100,23 01/01/2019 - 05/01/2023
2016 40.500 0 40.500 130,95 01/01/2020 - 03/01/2024
2017 46.000 0 46.000 128,30 01/01/2021 - 12/01/2025
2018 46.000 0 -500 45.500 148,64 01/01/2022 - 11/01/2026
2019 46.000 0 46.000 132,52 01/01/2023 - 14/01/2027
2020 23.750 0 23.750 141,09 01/01/2024 - 03/01/2028
637.750 -324.000 -9.000 304.750

Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren.

Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. De vennootschap heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om, binnen de grenzen bepaald door de Economische Herstelwet van 27 maart 2009, de uitoefentermijn van de opties die de vennootschap tussen 2 november 2002 en 31 augustus 2008 heeft aangeboden, zonder bijkomende last, met maximum 5 jaar te verlengen.

De totale waarde van de uitstaande opties 2008 tot en met 2020 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 6,7 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:

Jaar toekenning Beurskoers (€) Dividendrendement Volatiliteit Interestvoet Verwachte levensduur Black & Scholes Value
(€)
2007 66,90 1,35% 22,05% 4,04% 5,75 21,74
2008 65,85 1,75% 20,24% 4,34% 5,90 17,78
2009 37,02 2,66% 42,84% 3,39% 6,50 15,47
2010 52,23 2,66% 34,34% 3,28% 7,29 16,53
2011 63,80 2,26% 23,42% 2,82% 7,22 15,77
2012 58,99 3,26% 31,65% 2,14% 7,40 15,13
2013 63,62 3,26% 25,00% 1,27% 7,84 11,26
2014 83,69 2,27% 21,00% 1,78% 7,79 15,35
2015 101,35 2,19% 19,00% 0,47% 7,79 13,76
2016 131,95 1,28% 23,00% 0,59% 7,79 27,72
2017 129,40 1,40% 23,00% 0,34% 7,79 25,70
2018 149,20 1,30% 20,00% 0,68% 7,79 27,32
2019 135,50 1,43% 20,40% 0,52% 7,90 24,92
2020 141,80 1,77% 21,00% -0,01% 7,90 22,43

In 2020 werden 23.750 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 141,09 euro per aandeel en werden er 62.000 opties uitgeoefend. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 0,5 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.

2. Cash settled stock option plans bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH

De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank J.Van Breda & C°, Anima, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).

Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.

Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.

Eigen aandelen in het kader van het
aandelenoptieplan
2020 2019 Eigen aandelen in het kader van de

De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2020 bedraagt 12,4 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.

3. Eigen aandelen

AvH heeft in 2020 42.750 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 62.000 aandelen AvH. Eind 2020 staan in totaal opties uit op 304.750 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 343.750 eigen aandelen.

Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2020 102.607 aandelen AvH gekocht en 101.668 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 939 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2020 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 6.467.

Eigen aandelen in het kader van het
aandelenoptieplan
2020 2019 Eigen aandelen in het kader van de
liquiditeitsovereenkomst
2020 2019
Beginsaldo 363.000 334.000 Beginsaldo 5.528 9.415
Inkoop eigen aandelen 42.750 65.500 Inkoop eigen aandelen 102.607 89.238
Verkoop eigen aandelen -62.000 -36.500 Verkoop eigen aandelen -101.668 -93.125
Eindsaldo 343.750 363.000 Eindsaldo 6.467 5.528

TOELICHTING 23: NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

1. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, exclusief CFE-DEME

(€ 1.000) 2020 2019
Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor
schulden of verplichtingen
297.699 265.435
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als
waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen
609.745 439.619
Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover
deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen
0 0
Verplichtingen tot aankoop van vaste activa 105.352 100.719
Verplichtingen tot verkoop van vaste activa 255.134 140.906
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°)
- Kredietengagementen 428.410 425.990
- Financiële garanties 62.943 60.344
- Repo transacties + zakelijke zekerheden 303.426 19.863

De persoonlijke zekerheden zijn in 2020 samengesteld uit 86,3 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Extensa en voor 4,2 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 207,2 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.

De zakelijke zekerheden bestaan voor 197,6 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Extensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 65,1 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Rent-A-Port. Daarnaast werden voor 335,5 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima in het kader van de financiering van het vastgoed, 4,7 miljoen euro door Agidens en 4,4 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de financiering van hun respectievelijke hoofdzetel). Green Offshore stelde voor 2,4 miljoen euro zakelijke zekerheden m.b.t. de financiering van het windmolenpark SeaMade.

De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 105,3 miljoen euro.

De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 255,1 miljoen euro.

De buitenbalansverplichtingen van Bank J.Van Breda & C° bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico. Er werden geen hogere opnames in de kredietlijnen tijdens de coronacrisis vastgesteld, het bedrag aan nog nietopgenomen kredietlijnen is stabiel gebleven.

Bank J.Van Breda & C° heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: een aantal obligaties uit de beleggingsportefeuille zijn in pand gegeven in het kader van de TLTRO-ontlening bij de ECB en voor het gebruik van de betaalsystemen Bancontact Payconiq.

TOELICHTING 25: GROND- & HULPSTOFFEN, DIENSTEN EN UITBESTEED WERK

Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de

TOELICHTING 26: PENSIOENVERPLICHTINGEN

Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans

1. Te bereiken doel pensioenplannen

1. Bedragen opgenomen in balans

(€ 1.000) 2020 2019 Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen -1.983.486 -2.263.227 Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -25.327 59.431 Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk -523.196 -561.031 Totaal -2.532.009 -2.764.828

(€ 1.000) 2020 2019

(€ 1.000) 2020 2019 Te bereiken doel plannen -77.355 -69.876 Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) -6.237 -6.445 Totaal pensioenverplichtingen -83.592 -76.321 Totaal pensioenactiva 4.306 3.892

Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen -73.049 -65.984 Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) -368.346 -351.378

Reële waarde van fondsbeleggingen 295.297 285.395

Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal -73.049 -65.984 Verplichtingen (-) -77.355 -69.876 Activa 4.306 3.892

Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo -65.984 -52.659 Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen 0 0 Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878 Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139 Bijdragen van werkgever / werknemer 19.947 17.696 Overige toename (afname) 139 -3 Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo -73.049 -65.984

2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -20.063 -14.548 Rentekosten -2.416 -4.473 Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) 2.036 3.777 Pensioenkosten van verstreken diensttijd 261 366

2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139 Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -13.476 -51.044 Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) 5.877 34.906 Wisselkoersverschillen 17 4 Andere 614 -5

alleen of met partners,…).

werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers,

2. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen CFE - DEME

(€ 1.000) 2020 2019
Verplichtingen
Goede uitvoering en performance bonds (1) 1.388.480 1.181.738
Biedingen (2) 18.144 15.702
Teruggaven voorschotten (3) 0 840
Garantie-inhouding (4) 19.724 19.415
Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) 37.561 39.005
Andere gegeven verplichtingen - waarvan 55.833 duizend euro corporate garanties bij DEME 102.199 92.070
Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als
waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6)
18.808 28.116
Totaal 1.584.916 1.376.886
Rechten
Goede uitvoering en perfomance bonds 435.733 603.641
Andere ontvangen engagementen 4.361 3.321
Totaal 440.094 606.962

(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij)

zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden. (2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. (3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd. (4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag. (5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer. (6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 18,8 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.

TOELICHTING 24: TEWERKSTELLING

1. Gemiddeld personeelsbestand

2020 2019
Bedienden 7.053 6.711
Arbeiders 4.264 4.378

2. Personeelkosten

(€ 1.000) 2020 2019
Bezoldiging en sociale lasten -792.566 -789.706
Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) -22.291 -16.871
Aandelenoptieplannen -1.732 -3.361
Totaal -816.589 -809.938

De beperkte wijziging in de consolidatiekring verklaart het eerder stabiele personeelsbestand. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 36 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2020 in een oogopslag' (pagina 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.331 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.

TOELICHTING 25: GROND- & HULPSTOFFEN, DIENSTEN EN UITBESTEED WERK

Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
-25.327
Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk
-523.196
Totaal
-2.532.009
59.431
-561.031
-2.764.828
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen
-1.983.486
-2.263.227
(€ 1.000)
2020
2019

Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers, alleen of met partners,…).

TOELICHTING 26: PENSIOENVERPLICHTINGEN

(€ 1.000) 2020 2019
Te bereiken doel plannen -77.355 -69.876
Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) -6.237 -6.445
Totaal pensioenverplichtingen -83.592 -76.321
Totaal pensioenactiva 4.306 3.892

1. Te bereiken doel pensioenplannen

Bank J.Van Breda & C° heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: een aantal obligaties uit de beleggingsportefeuille zijn in pand

Verplichtingen

Rechten

TOELICHTING 24: TEWERKSTELLING

De beperkte wijziging in de consolidatiekring verklaart het eerder stabiele personeelsbestand. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 36 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2020 in een oogopslag' (pagina 9) wordt een proforma personeelsbestand van 22.331 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en

1. Gemiddeld personeelsbestand

2. Personeelkosten

2. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen CFE - DEME

Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als

zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden. (2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. (3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd. (4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag. (5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer. (6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 18,8 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot.

gegeven in het kader van de TLTRO-ontlening bij de ECB en voor het gebruik van

wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de

overige belangen proportioneel.

2020 2019

de betaalsystemen Bancontact Payconiq.

(€ 1.000) 2020 2019

Goede uitvoering en performance bonds (1) 1.388.480 1.181.738 Biedingen (2) 18.144 15.702 Teruggaven voorschotten (3) 0 840 Garantie-inhouding (4) 19.724 19.415 Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) 37.561 39.005 Andere gegeven verplichtingen - waarvan 55.833 duizend euro corporate garanties bij DEME 102.199 92.070

waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) 18.808 28.116 Totaal 1.584.916 1.376.886

Goede uitvoering en perfomance bonds 435.733 603.641 Andere ontvangen engagementen 4.361 3.321 Totaal 440.094 606.962

(1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij)

Bedienden 7.053 6.711 Arbeiders 4.264 4.378

(€ 1.000) 2020 2019 Bezoldiging en sociale lasten -792.566 -789.706 Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) -22.291 -16.871 Aandelenoptieplannen -1.732 -3.361 Totaal -816.589 -809.938

(€ 1.000) 2020 2019
1. Bedragen opgenomen in balans
Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen -73.049 -65.984
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) -368.346 -351.378
Reële waarde van fondsbeleggingen 295.297 285.395
Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal -73.049 -65.984
Verplichtingen (-) -77.355 -69.876
Activa 4.306 3.892
Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans
Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo -65.984 -52.659
Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen 0 0
Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878
Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139
Bijdragen van werkgever / werknemer 19.947 17.696
Overige toename (afname) 139 -3
Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo -73.049 -65.984
2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -20.182 -14.878
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -20.063 -14.548
Rentekosten -2.416 -4.473
Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) 2.036 3.777
Pensioenkosten van verstreken diensttijd 261 366
2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -6.969 -16.139
Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -13.476 -51.044
Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) 5.877 34.906
Wisselkoersverschillen 17 4
Andere 614 -5
(€ 1.000) 2020 2019
3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo -351.378 -277.659
Toename door middel van bedrijfscombinatie 0 0
Afname door middel van bedrijfsafsplitsing 0 0
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -20.063 -14.547
Rentekosten -2.416 -4.473
Bijdragen van de werknemer -1.213 -935
Betalingen aan begunstigden (-) 17.254 13.426
Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto -13.476 -51.290
waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen -176 127
waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen -8.647 -45.393
waarvan: ervarings(winsten) verliezen -4.653 -6.024
Pensioenkosten van verstreken diensttijd 364 366
Wisselkoersresultaten 17 0
Overige toename (afname) 2.565 -16.265
Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo -368.346 -351.378
3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen
Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo 285.395 225.000
Toename door middel van bedrijfscombinatie 0 0
Afname door middel van bedrijfsafsplitsing 0 0
Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten 5.877 34.959
Renteopbrengsten 2.036 3.777
Bijdragen van werkgever / werknemer 21.161 18.694
Betalingen aan begunstigden (-) -17.254 -13.490
Wisselkoersresultaten 0 0
Overige toename (afname) -1.917 16.456
Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo 295.297 285.395
4. Voornaamste actuariële veronderstellingen
Disconteringsvoet 0,5% 0,7%
Verwacht percentage van loonsverhogingen 3,2% 2,9%
Inflatie 1,7% 1,7%
Toegepaste sterftetabellen MR/FR MR/FR
5. Overige informatie
Looptijd (in jaren) 14,00 14,65
Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva 2,79% 16,32%
Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar 18.894 16.503
6. Gevoeligheidsanalyses
Verdisconteringsvoet
Toename met 25 basispunten -3,6% -3,3%
Afname met 25 basispunten 3,8% 3,4%
Verwacht percentage van loonsverhogingen
Toename met 25 basispunten 1,9% 2,3%
Afname met 25 basispunten -1,8% -1,9%

De groep telt zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).

De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor 2017, 2018, 2019 en 2020 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.

De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.

TOELICHTING 27: VERBONDEN PARTIJEN

(€ 1.000) Boekjaar 2020 Boekjaar 2019

Financiële vaste activa 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen en borgtochten: bruto 0 14.264 0 14.264 0 14.430 0 14.430 Vorderingen : WV 0 0 0 0 0 0 0 0 Vorderingen 50.602 1.230 0 51.832 63.266 1.232 0 64.498 Handelsvorderingen 938 523 0 1.462 0 0 0 0 Overige vorderingen: bruto 56.394 2.687 0 59.081 69.996 3.213 0 73.209 Overige vorderingen: WV -6.730 -1.981 0 -8.711 -6.730 -1.981 0 -8.711 Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten 7.334 1 0 7.335 2.801 1.072 0 3.873 Overlopende rekeningen - activa 5.406 121 0 5.527 4.154 799 0 4.953 Totaal 63.342 15.616 0 78.958 70.221 17.533 0 87.754

Financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige financiële schulden 32.308 0 0 32.308 0 0 0 0 Overige schulden 1.899 150 0 2.049 578 0 0 578 Handelsschulden 1.253 0 0 1.253 578 0 0 578 Overige schulden 646 150 0 796 0 0 0 0

obligaties 149.496 733 0 150.229 148.548 728 0 149.276 Overlopende rekeningen - passiva 2.486 0 0 2.486 1 404 0 405 Totaal 186.189 883 0 187.072 149.127 1.132 0 150.259

Bedrijfsopbrengsten 45.808 710 3 46.521 37.780 380 3 38.163 Verrichting van diensten 2.130 45 3 2.178 9 36 3 48 Vastgoedopbrengsten 131 0 0 131 350 0 0 350 Renteopbrengsten bancaire activiteiten 1 19 0 20 0 0 0 0 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 43.546 1 0 43.547 37.421 24 0 37.445

derden 0 191 0 191 0 286 0 286 Overige bedrijfsopbrengsten 0 454 0 454 0 34 0 34 Exploitatielasten (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -172 -3.176 0 -3.348 -69 -4.438 0 -4.507 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Financieel resultaat 693 1.295 0 1.989 3.106 2.314 0 5.420 Renteopbrengsten 3.321 1.295 0 4.616 3.106 2.314 0 5.420 Rentelasten -2.628 0 0 -2.628 0 0 0 0

integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (144,4 miljoen euro) en het termijndeposito (5,1 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van

Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.

Dochter- ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere verbonden partijen TOTAAL 2020 Dochter- ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere

verbonden

partijen

TOTAAL 2019

1. Verbonden partijen, exclusief CFE-DEME

I. Activa jegens verbonden partijen -

II. Verplichtingen jegens verbonden

Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en

III. Transacties tussen verbonden partijen

Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van

In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de

partijen - balans

- resultatenrekening

balans

Jaarlijks wordt daarom een actuariële berekening conform IAS 19R voor de materiële vaste bijdrageplannen uitgevoerd. Voor de niet-materiële vaste bijdrageplannen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2020 ruim voldoende.

Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek 'actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen' in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).

TOELICHTING 27: VERBONDEN PARTIJEN

1. Verbonden partijen, exclusief CFE-DEME

ondernemingen
ondernemingen
Geassocieerde
Geassocieerde
deelnemingen
deelnemingen
TOTAAL 2020
TOTAAL 2019
verbonden
verbonden
Dochter-
Dochter-
partijen
partijen
Andere
Andere
I. Activa jegens verbonden partijen -
balans
Financiële vaste activa
0
14.264
0
14.264
0
14.430
0
14.430
Vorderingen en borgtochten: bruto
0
14.264
0
14.264
0
14.430
0
14.430
Vorderingen : WV
0
0
0
0
0
0
0
0
Vorderingen
50.602
1.230
0
51.832
63.266
1.232
0
64.498
Handelsvorderingen
938
523
0
1.462
0
0
0
0
Overige vorderingen: bruto
56.394
2.687
0
59.081
69.996
3.213
0
73.209
Overige vorderingen: WV
-6.730
-1.981
0
-8.711
-6.730
-1.981
0
-8.711
Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten
7.334
1
0
7.335
2.801
1.072
0
3.873
Overlopende rekeningen - activa
5.406
121
0
5.527
4.154
799
0
4.953
Totaal
63.342
15.616
0
78.958
70.221
17.533
0
87.754
II. Verplichtingen jegens verbonden
partijen - balans
Financiële schulden
32.308
0
0
32.308
0
0
0
0
Achtergestelde leningen
0
0
0
0
0
0
0
0
Overige financiële schulden
32.308
0
0
32.308
0
0
0
0
Overige schulden
1.899
150
0
2.049
578
0
0
578
Handelsschulden
1.253
0
0
1.253
578
0
0
578
Overige schulden
646
150
0
796
0
0
0
0
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en
obligaties
149.496
733
0
150.229
148.548
728
0
149.276
Overlopende rekeningen - passiva
2.486
0
0
2.486
1
404
0
405
Totaal
186.189
883
0
187.072
149.127
1.132
0
150.259
III. Transacties tussen verbonden partijen
- resultatenrekening
Bedrijfsopbrengsten
45.808
710
3
46.521
37.780
380
3
38.163
Verrichting van diensten
2.130
45
3
2.178
9
36
3
48
Vastgoedopbrengsten
131
0
0
131
350
0
0
350
Renteopbrengsten bancaire activiteiten
1
19
0
20
0
0
0
0
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten
43.546
1
0
43.547
37.421
24
0
37.445
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van
derden
0
191
0
191
0
286
0
286
Overige bedrijfsopbrengsten
0
454
0
454
0
34
0
34
Exploitatielasten (-)
-172
-3.176
0
-3.348
-69
-4.438
0
-4.507
Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-)
-172
-3.176
0
-3.348
-69
-4.438
0
-4.507
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-)
0
0
0
0
0
0
0
0
Bijzondere waardeverminderingen (-)
0
0
0
0
0
0
0
0
Financieel resultaat
693
1.295
0
1.989
3.106
2.314
0
5.420
Renteopbrengsten
3.321
1.295
0
4.616
3.106
2.314
0
5.420
Rentelasten
-2.628
0
0
-2.628
0
0
0
0
(€ 1.000) Boekjaar 2020 Boekjaar 2019

In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Extensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de integrale consolidatie van Bank J.Van Breda & C° en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank J.Van Breda & C° dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (144,4 miljoen euro) en het termijndeposito (5,1 miljoen euro) als een schuld van Bank J.Van Breda & C° aan een verbonden partij gerapporteerd.

2. Transacties met verbonden partijen – CFE – DEME

  • Ackermans & van Haaren (AvH) bezit 15.720.684 aandelen van CFE en is bijgevolg de grootste aandeelhouder van CFE met 62,10% van de aandelen.
  • In het kader van de dienstverleningscontracten die DEME en CFE met AvH hebben afgesloten (in 2001, respectievelijk 2015) werden vergoedingen uitgekeerd ten belope van 1,2 miljoen euro, respectievelijk 0,7 miljoen euro.
  • De transacties met verbonden partijen hebben voornamelijk betrekking op operaties met vennootschappen waarop CFE en DEME een significante invloed uitoefenen of waarin ze een gezamenlijke controle uitoefenen. Deze transacties gebeuren op basis van marktwaarde.

TOELICHTING 28: WINST PER AANDEEL

1. Voortgezette en beëindigde activiteiten

(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille

In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van

1. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar

Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in:

(€ 1.000)

Dividend op gewone aandelen:

3. Dividend per aandeel (€)

TOELICHTING 29: VOORGESTELDE EN UITGEKEERDE DIVIDENDEN

2. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering van 25 mei 2021

(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.

2. Voortgezette activiteiten

(€ 1.000) 2020 2019 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Winst per aandeel (€) 6,93 11,92 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Impact aandelenopties 43.023 79.304 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236 Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89

(€ 1.000) 2020 2019 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Winst per aandeel (€) 6,93 11,92 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933 Impact aandelenopties 43.023 79.304 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236 Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89

(€ 1.000) 2020 2019

  • Tussentijds dividend 2020: 2,32 euro per aandeel (2019: dividend mbt boekjaar 2018 van 2,32 euro per aandeel) -76.813 -76.741

Bruto 2,3500 2,3200 Netto (roerende voorheffing 30%) 1,6450 1,6240

(1) Dit is het tussentijds dividend dat in november 2020 werd betaald in plaats van het reguliere dividend over het boekjaar 2019 dat in het licht van de corona-pandemie niet werd uitgekeerd.

  • Slotdividend 2020: 2,35 euro per aandeel (1) -78.718

2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend

Aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 mei 2021 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,35 euro per aandeel goed te keuren.

2020 2019 (1)

uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.

(€ 1.000)
2020
2019
Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME
133.838
194.553
Financiële vaste activa
86.576
92.177
Handelsvorderingen en andere vorderingen
39.342
95.353
Andere vlottende activa
7.920
7.023
Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME
38.584
46.829
Andere kortlopende verplichtingen
9.269
1.303
Handelsschulden en andere schulden
29.315
45.526
(€ 1.000) 2020 2019
Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME 320.669 453.690
Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten 337.302 478.432
Aankopen en andere operationele lasten -22.041 -35.407
Financieringsopbrengsten(lasten) 5.408 10.665

3. Vergoedingen

(€ 1.000) 2020 2019
Vergoeding van de bestuurders
Tantièmes ten laste van AvH 598 588
Vergoeding van de leden van het executief comité
Vaste vergoeding 2.932 2.909
Variabele vergoeding 1.879 3.945
Aandelenopties 336 543
Groeps- en hospitalisatieverzekering 484 473
Voordeel in natura (bedrijfswagen) 35 36

4. Bezoldiging commissaris EY Bedrijfsrevisoren

(€ 1.000) AvH Dochter
ondernemingen
(1)
Totaal 2020 AvH Dochter
ondernemingen
(1)
Totaal 2019
De uitoefening van een mandaat 63 1.058 1.121 63 1.056 1.119
Bijzondere opdrachten 0 0
- Andere controle-opdrachten 0 59 59 0 53 53
- Belastingadviesopdrachten 6 330 335 5 471 476
- Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 0 27 27 0 179 179
Totaal 68 1.474 1.542 68 1.759 1.827

(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

TOELICHTING 28: WINST PER AANDEEL

1. Voortgezette en beëindigde activiteiten

(€ 1.000) 2020 2019
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933
Winst per aandeel (€) 6,93 11,92
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933
Impact aandelenopties 43.023 79.304
Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236
Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89

2. Voortgezette activiteiten

(€ 1.000) 2020 2019
Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933
Winst per aandeel (€) 6,93 11,92
Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 229.791 394.900
Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.137.532 33.140.933
Impact aandelenopties 43.023 79.304
Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.180.554 33.220.236
Verwaterde winst per aandeel (€) 6,93 11,89

(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille

TOELICHTING 29: VOORGESTELDE EN UITGEKEERDE DIVIDENDEN

In het licht van de COVID-19 onzekerheid en rekening houdend met de aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 aan alle banken in de eurozone om geen dividenden uit te keren voor 1 oktober 2020, heeft AvH in het eerste semester van 2020 het initieel geformuleerde dividendvoorstel van 2,50 euro per aandeel ingetrokken. In Q4 2020 werd een tussentijds dividend uitgekeerd van 2,32 euro per aandeel.

Aan de Gewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 25 mei 2021 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,35 euro per aandeel goed te keuren.

1. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar

(€ 1.000) 2020 2019
Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in:
- Tussentijds dividend 2020: 2,32 euro per aandeel (2019: dividend mbt boekjaar 2018 van 2,32 euro per aandeel) -76.813 -76.741

2. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering van 25 mei 2021

(€ 1.000)
Dividend op gewone aandelen:
- Slotdividend 2020: 2,35 euro per aandeel (1) -78.718

(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.

3. Dividend per aandeel (€)

2020 2019 (1)
Bruto 2,3500 2,3200
Netto (roerende voorheffing 30%) 1,6450 1,6240

(1) Dit is het tussentijds dividend dat in november 2020 werd betaald in plaats van het reguliere dividend over het boekjaar 2019 dat in het licht van de corona-pandemie niet werd uitgekeerd.

TOELICHTING 30: BELANGRIJKE FEITEN NA BALANSDATUM

  • In januari tekenden DEME en Van Laere een contract voor het project Rechteroever van de Oosterweelverbinding.
  • Begin maart kondigde SIPEF aan een principeakkoord te hebben getekend voor de verkoop van PT Melania, actief in rubber.

TOELICHTING 31: HERZIENE PRESENTATIE VAN DE BALANS EN RESULTATENREKENING

2020.

I. Vaste activa 10.478.704 0 0 0 10.478.704 Immateriële vaste activa 126.902 0 0 0 126.902 Goodwill 331.550 0 0 0 331.550 Materiële vaste activa 2.909.167 0 0 0 2.909.167 Vastgoedbeleggingen 1.336.093 0 0 0 1.336.093 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1.202.477 0 0 0 1.202.477 Financiële vaste activa 254.824 0 32.753 0 287.576 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 154.418 0 0 0 154.418 Vorderingen en borgtochten 100.406 0 32.753 0 133.158 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 1.213 0 0 0 1.213 Vorderingen op meer dan één jaar 194.739 -161.986 -32.753 0 0 Handelsvorderingen 0 0 0 0 0 Vorderingen uit financiële lease 183.386 -183.386 0 0 0 Overige vorderingen 11.353 21.400 -32.753 0 0 Uitgestelde belastingvorderingen 111.004 0 0 0 111.004

jaar 4.010.736 161.986 0 0 4.172.722 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 4.010.736 123.431 0 0 4.134.167 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 38.555 0 0 38.555 II. Vlottende activa 4.782.119 0 0 0 4.782.119 Voorraden 458.096 0 0 -34.667 423.429 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 99.893 0 0 228.548 328.441 Geldbeleggingen 476.513 0 0 0 476.513 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 911 0 0 0 911 Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.201.722 -98.704 0 -193.881 909.138 Handelsvorderingen 938.560 0 0 -193.881 744.679 Vorderingen uit financiële lease 70.706 -70.706 0 0 0 Overige vorderingen 192.456 -27.998 0 0 164.458 Terug te vorderen belastingen 25.927 0 0 0 25.927

jaar 1.595.849 98.704 0 0 1.694.553 Banken - interbancaire vorderingen 141.306 0 0 0 141.306 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 999.823 98.660 0 0 1.098.483 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 44 0 0 44 Banken - tegoeden centrale banken 454.720 0 0 0 454.720 Geldmiddelen en kasequivalenten 887.985 0 0 0 887.985 Overlopende rekeningen 35.221 0 0 0 35.221 III. Activa bestemd voor verkoop 40.724 0 0 0 40.724 Totaal der activa 15.301.547 0 0 0 15.301.547

(1) De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. (2) De financiële activa werden gebundeld wat de leesbaarheid van de balans ten goede komt. (3) Bovenstaande hergroepering komt voort uit een aligneringsoefening die plaatsgevonden heeft binnen de AvH-groep in het jaar 2020. Het doel van deze oefening was om een uniforme manier van werken te bekomen, waar alle vennootschappen van de groep eenzelfde methodiek hernemen met betrekking tot de presentatie van contractactiva, respectievelijk contractpassiva, conform de

richtlijnen van IFRS 15 'Revenues from customers'. Deze aanpassingen hebben geen impact op eigen vermogen, balanstotaal of resultatenrekening.

Groeperen bancaire rubrieken (1)

leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. Deze aanpassingen hebben geen impact op het balanstotaal en de netto-winst.

Hieronder vindt u de herziene presentatie van de balans en resultatenrekening per 31 december 2019 alsook de openingsbalans per 1 januari 2019. Aangezien de aanpassing in de loop van 2020 werd doorgevoerd, heeft de groep geen analoge reconciliatie van de balans en resultatenrekening opgemaakt per 31 december

Groeperen financiële activa

(2)

Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)

31-12-2019 Herzien

In de presentatie van de balans en de resultatenrekening werden een aantal

de presentatie en de terminologie van de rubrieken beter aan te sluiten met de XBRL-taxonomie, dit in het kader van de ESEF-rapportering die AvH zal

verdere alignering van de presentatie met de "Primary Financial Statements" van Bank J.Van Breda & C° (via een verdere groepering van de typische bancaire balansrubrieken) en de Contractingpoot (CFE-DEME), via doorvoeren van een aantal reclasses. De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de

Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één

Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één

Herziene presentatie van de geconsolideerde balans per 31-12-2019 - Activa

(€ 1.000) 31-12-2019

toepassen bij de publicatie van het jaarverslag 2021 (in 2022).

herclasseringen doorgevoerd met als doel :

TOELICHTING 31: HERZIENE PRESENTATIE VAN DE BALANS EN RESULTATENREKENING

In de presentatie van de balans en de resultatenrekening werden een aantal herclasseringen doorgevoerd met als doel :

  • de presentatie en de terminologie van de rubrieken beter aan te sluiten met de XBRL-taxonomie, dit in het kader van de ESEF-rapportering die AvH zal toepassen bij de publicatie van het jaarverslag 2021 (in 2022).
  • verdere alignering van de presentatie met de "Primary Financial Statements" van Bank J.Van Breda & C° (via een verdere groepering van de typische bancaire balansrubrieken) en de Contractingpoot (CFE-DEME), via doorvoeren van een aantal reclasses. De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de

leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. Deze aanpassingen hebben geen impact op het balanstotaal en de netto-winst.

Hieronder vindt u de herziene presentatie van de balans en resultatenrekening per 31 december 2019 alsook de openingsbalans per 1 januari 2019. Aangezien de aanpassing in de loop van 2020 werd doorgevoerd, heeft de groep geen analoge reconciliatie van de balans en resultatenrekening opgemaakt per 31 december 2020.

Herziene presentatie van de geconsolideerde balans per 31-12-2019 - Activa

(€ 1.000) 31-12-2019 Groeperen
bancaire
rubrieken (1)
Groeperen
financiële activa
(2)
Aligneren
groeps
presentatie IFRS
15 (3)
31-12-2019
Herzien
I. Vaste activa 10.478.704 0 0 0 10.478.704
Immateriële vaste activa 126.902 0 0 0 126.902
Goodwill 331.550 0 0 0 331.550
Materiële vaste activa 2.909.167 0 0 0 2.909.167
Vastgoedbeleggingen 1.336.093 0 0 0 1.336.093
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1.202.477 0 0 0 1.202.477
Financiële vaste activa 254.824 0 32.753 0 287.576
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 154.418 0 0 0 154.418
Vorderingen en borgtochten 100.406 0 32.753 0 133.158
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 1.213 0 0 0 1.213
Vorderingen op meer dan één jaar 194.739 -161.986 -32.753 0 0
Handelsvorderingen 0 0 0 0 0
Vorderingen uit financiële lease 183.386 -183.386 0 0 0
Overige vorderingen 11.353 21.400 -32.753 0 0
Uitgestelde belastingvorderingen 111.004 0 0 0 111.004
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één
jaar
4.010.736 161.986 0 0 4.172.722
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 4.010.736 123.431 0 0 4.134.167
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 38.555 0 0 38.555
II. Vlottende activa 4.782.119 0 0 0 4.782.119
Voorraden 458.096 0 0 -34.667 423.429
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 99.893 0 0 228.548 328.441
Geldbeleggingen 476.513 0 0 0 476.513
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 911 0 0 0 911
Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.201.722 -98.704 0 -193.881 909.138
Handelsvorderingen 938.560 0 0 -193.881 744.679
Vorderingen uit financiële lease 70.706 -70.706 0 0 0
Overige vorderingen 192.456 -27.998 0 0 164.458
Terug te vorderen belastingen 25.927 0 0 0 25.927
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één
jaar
1.595.849 98.704 0 0 1.694.553
Banken - interbancaire vorderingen 141.306 0 0 0 141.306
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 999.823 98.660 0 0 1.098.483
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 44 0 0 44
Banken - tegoeden centrale banken 454.720 0 0 0 454.720
Geldmiddelen en kasequivalenten 887.985 0 0 0 887.985
Overlopende rekeningen 35.221 0 0 0 35.221
III. Activa bestemd voor verkoop 40.724 0 0 0 40.724
Totaal der activa 15.301.547 0 0 0 15.301.547

(1) De afbouw van de leasingportefeuilles bij Leasinvest Real Estate (verkoop Rijksarchief Brugge eind 2020) en Extensa laten toe om de leasingportfeuille van Van Breda Car Finance mee te integereren

in de bancaire rubrieken, in overeenstemming met de balanspresentatie van Bank J.Van Breda. (2) De financiële activa werden gebundeld wat de leesbaarheid van de balans ten goede komt. (3) Bovenstaande hergroepering komt voort uit een aligneringsoefening die plaatsgevonden heeft binnen de AvH-groep in het jaar 2020. Het doel van deze oefening was om een uniforme manier van werken te bekomen, waar alle vennootschappen van de groep eenzelfde methodiek hernemen met betrekking tot de presentatie van contractactiva, respectievelijk contractpassiva, conform de richtlijnen van IFRS 15 'Revenues from customers'. Deze aanpassingen hebben geen impact op eigen vermogen, balanstotaal of resultatenrekening.

Herziene presentatie van de geconsolideerde balans per 31-12-2019 - Passiva

(€ 1.000) 31-12-2019 Groeperen
bancaire
rubrieken (1)
Aligneren
groeps
presentatie IFRS
15 (3)
31-12-2019
Herzien
I. Totaal eigen vermogen 4.681.834 0 0 4.681.834
Eigen vermogen - deel groep 3.456.109 0 0 3.456.109
Geplaatst kapitaal 113.907 0 0 113.907
Geconsolideerde reserves 3.439.322 0 0 3.439.322
Herwaarderingsreserves -64.472 0 0 -64.472
Ingekochte eigen aandelen (-) -32.648 0 0 -32.648
Minderheidsbelang 1.225.725 0 0 1.225.725
II. Langlopende verplichtingen 3.100.095 0 0 3.100.095
Voorzieningen 45.541 0 0 45.541
Pensioenverplichtingen 75.990 0 0 75.990
Uitgestelde belastingverplichtingen 164.694 0 0 164.694
Financiële schulden 1.906.344 0 0 1.906.344
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 96.874 0 0 96.874
Overige schulden 31.429 0 0 31.429
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 779.224 0 0 779.224
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0
Banken - deposito's van klanten 729.872 9.429 0 739.301
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.923 0 39.923
Banken - achtergestelde verplichtingen 49.352 -49.352 0 0
III. Kortlopende verplichtingen 7.519.619 0 0 7.519.619
Voorzieningen 37.701 0 0 37.701
Pensioenverplichtingen 331 0 0 331
Financiële schulden 625.560 0 0 625.560
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 10.563 0 0 10.563
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 169.751 0 126.098 295.849
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.569.197 9.773 -126.098 1.452.872
Handelsschulden 1.305.836 0 -165.662 1.140.174
Ontvangen vooruitbetalingen 861 0 39.565 40.426
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 197.967 0 0 197.967
Overige schulden 64.533 9.773 0 74.306
Te betalen belastingen 59.441 0 0 59.441
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.946.466 -9.773 0 4.936.693
Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.825 0 0 27.825
Banken - deposito's van klanten 4.650.623 16.625 0 4.667.248
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 241.367 253 0 241.620
Banken - achtergestelde verplichtingen 26.651 -26.651 0 0
Overlopende rekeningen 100.608 0 0 100.608
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 15.301.547 0 0 15.301.547

Herziene presentatie van de geconsolideerde resultatenrekening per 31-12-2019

(€ 1.000) 31-12-2019

Bedrijfsopbrengsten 4.270.398 0 0 4.270.398 Verrichting van diensten 89.270 0 0 89.270 Leasingopbrengsten 10.866 -10.866 0 0 Vastgoedopbrengsten 217.181 1.596 0 218.778 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 92.243 9.270 0 101.513 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 69.131 592 0 69.723 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.695.290 0 0 3.695.290 Overige bedrijfsopbrengsten 96.416 -592 0 95.824 Overige exploitatiebaten 6.609 0 -6.609 0 Exploitatielasten (-) -3.974.839 0 0 -3.974.839 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk -2.263.227 9.784 -511.385 -2.764.828 Voorraadwijzigingen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-) 59.431 0 -59.431 0 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -24.597 0 0 -24.597 Personeelslasten (-) -809.938 0 0 -809.938 Afschrijvingen (-) -342.950 0 0 -342.950 Bijzondere waardeverminderingen (-) -27.225 0 0 -27.225 Overige exploitatielasten (-) -600.850 -9.784 570.815 -39.818 Voorzieningen 34.516 0 0 34.516 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 23.531 0 0 23.531 Winst (verlies) op de overdracht van activa 121.899 0 0 121.899 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 447.598 0 -6.609 440.989 Financieel resultaat 0 0 -19.386 -19.386 Renteopbrengsten 0 0 20.708 20.708 Rentelasten (-) 0 0 -35.333 -35.333 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 0 0 2.969 2.969 Overige financiële opbrengsten (kosten) 0 0 -7.730 -7.730 Financieringsopbrengsten 45.586 0 -45.586 0 Renteopbrengsten 20.708 0 -20.708 0 Diverse financiële opbrengsten 24.878 0 -24.878 0 Financieringslasten (-) -71.582 0 71.582 0 Rentelasten (-) -35.333 0 35.333 0 Diverse financiële lasten (-) -36.248 0 36.248 0 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -5.370 0 0 -5.370 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 154.952 0 0 154.952 Overige niet-exploitatiebaten 4.442 0 0 4.442 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 575.627 0 0 575.627 Winstbelastingen -61.756 0 0 -61.756 Winst (verlies) van het boekjaar 513.871 0 0 513.871 Aandeel van het minderheidsbelang 118.971 0 0 118.971 Aandeel van de groep 394.900 0 0 394.900

Groeperen bancaire rubrieken (1)

Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)

31-12-2019 Herzien

Herziene presentatie van de geconsolideerde resultatenrekening per 31-12-2019

Bedrijfsopbrengsten
4.270.398
0
0
4.270.398
Verrichting van diensten
89.270
0
0
89.270
Leasingopbrengsten
10.866
-10.866
0
0
Vastgoedopbrengsten
217.181
1.596
0
218.778
Rente-opbrengsten bancaire activiteiten
92.243
9.270
0
101.513
Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten
69.131
592
0
69.723
Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden
3.695.290
0
0
3.695.290
Overige bedrijfsopbrengsten
96.416
-592
0
95.824
Overige exploitatiebaten
6.609
0
-6.609
0
Exploitatielasten (-)
-3.974.839
0
0
-3.974.839
Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk
-2.263.227
9.784
-511.385
-2.764.828
Voorraadwijzigingen handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (-)
59.431
0
-59.431
0
Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-)
-24.597
0
0
-24.597
Personeelslasten (-)
-809.938
0
0
-809.938
Afschrijvingen (-)
-342.950
0
0
-342.950
Bijzondere waardeverminderingen (-)
-27.225
0
0
-27.225
Overige exploitatielasten (-)
-600.850
-9.784
570.815
-39.818
Voorzieningen
34.516
0
0
34.516
Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening
23.531
0
0
23.531
Winst (verlies) op de overdracht van activa
121.899
0
0
121.899
Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten
447.598
0
-6.609
440.989
Financieel resultaat
0
0
-19.386
-19.386
Renteopbrengsten
0
0
20.708
20.708
Rentelasten (-)
0
0
-35.333
-35.333
(Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten
0
0
2.969
2.969
Overige financiële opbrengsten (kosten)
0
0
-7.730
-7.730
Financieringsopbrengsten
45.586
0
-45.586
0
Renteopbrengsten
20.708
0
-20.708
0
Diverse financiële opbrengsten
24.878
0
-24.878
0
Financieringslasten (-)
-71.582
0
71.582
0
Rentelasten (-)
-35.333
0
35.333
0
Diverse financiële lasten (-)
-36.248
0
36.248
0
Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening
-5.370
0
0
-5.370
Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast
154.952
0
0
154.952
Overige niet-exploitatiebaten
4.442
0
0
4.442
Overige niet-exploitatielasten (-)
0
0
0
0
Winst (verlies) vóór belasting
575.627
0
0
575.627
Winstbelastingen
-61.756
0
0
-61.756
Winst (verlies) van het boekjaar
513.871
0
0
513.871
Aandeel van het minderheidsbelang
118.971
0
0
118.971
Aandeel van de groep
394.900
0
0
394.900
(€ 1.000) 31-12-2019 Groeperen
bancaire
rubrieken (1)
Aligneren
groeps
presentatie IFRS
15 (3)
31-12-2019
Herzien

Herziene presentatie van de geconsolideerde openingsbalans per 01-01-2019 - Activa

(€ 1.000) 01-01-2019 Groeperen
bancaire
rubrieken (1)
Groeperen
financiële activa
(2)
Aligneren
groeps
presentatie IFRS
15 (3)
01-01-2019
Herzien
I. Vaste activa 9.900.270 0 0 0 9.900.270
Immateriële vaste activa 176.802 0 0 0 176.802
Goodwill 339.738 0 0 0 339.738
Materiële vaste activa 2.837.887 0 0 0 2.837.887
Vastgoedbeleggingen 1.142.190 0 0 0 1.142.190
Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 1.184.765 0 0 0 1.184.765
Financiële vaste activa 296.467 0 28.620 0 325.086
Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 113.526 0 0 0 113.526
Vorderingen en borgtochten 182.941 0 28.620 0 211.561
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 2.000 0 0 0 2.000
Vorderingen op meer dan één jaar 185.495 -156.875 -28.620 0 0
Handelsvorderingen 0 0 0 0 0
Vorderingen uit financiële lease 178.971 -178.971 0 0 0
Overige vorderingen 6.524 22.096 -28.620 0 0
Uitgestelde belastingvorderingen 108.297 0 0 0 108.297
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één 3.626.628 156.875 0 0 3.783.503
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 3.626.628 144.997 0 0 3.771.625
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 11.878 0 0 11.878
II. Vlottende activa 4.371.576 0 0 0 4.371.576
Voorraden 332.385 0 0 -52.562 279.823
Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 85.755 0 0 353.001 438.756
Geldbeleggingen 494.420 0 0 0 494.420
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 451 0 0 0 451
Vorderingen op ten hoogste één jaar 1.449.334 -89.095 0 -300.439 1.059.800
Handelsvorderingen 1.138.482 0 0 -300.439 838.043
Vorderingen uit financiële lease 64.367 -64.367 0 0 0
Overige vorderingen 246.485 -24.728 0 0 221.757
Terug te vorderen belastingen 29.516 0 0 0 29.516
Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één
jaar
1.424.040 89.095 0 0 1.513.135
Banken - interbancaire vorderingen 127.693 0 0 0 127.693
Banken - leningen en vorderingen aan klanten 936.664 88.888 0 0 1.025.552
Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 207 0 0 207
Banken - tegoeden centrale banken 359.683 0 0 0 359.683
Geldmiddelen en kasequivalenten 513.588 0 0 0 513.588
Overlopende rekeningen 42.088 0 0 0 42.088
III. Activa bestemd voor verkoop 25.067 0 0 0 25.067
Totaal der activa 14.296.913 0 0 0 14.296.913

Herziene presentatie van de geconsolideerde openingsbalans per 01-01-2019 - Passiva

I. Totaal eigen vermogen 4.357.996 0 0 4.357.996 Eigen vermogen - deel groep 3.176.447 0 0 3.176.447 Geplaatst kapitaal 113.907 0 0 113.907 Geconsolideerde reserves 3.124.841 0 0 3.124.841 Herwaarderingsreserves -34.190 0 0 -34.190 Ingekochte eigen aandelen (-) -28.111 0 0 -28.111 Minderheidsbelang 1.181.549 0 0 1.181.549 II. Langlopende verplichtingen 2.541.836 0 0 2.541.836 Voorzieningen 80.048 0 0 80.048 Pensioenverplichtingen 62.904 0 0 62.904 Uitgestelde belastingverplichtingen 191.983 0 0 191.983 Financiële schulden 1.446.826 0 0 1.446.826 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 59.203 0 0 59.203 Overige schulden 32.543 0 0 32.543 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 668.329 0 0 668.329 Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0 Banken - deposito's van klanten 594.294 34.132 0 628.426 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.903 0 39.903 Banken - achtergestelde verplichtingen 74.035 -74.035 0 0 III. Kortlopende verplichtingen 7.397.028 0 0 7.397.028 Voorzieningen 50.760 0 0 50.760 Pensioenverplichtingen 358 0 0 358 Financiële schulden 697.746 0 0 697.746 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 12.569 0 0 12.569 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 224.540 0 148.004 372.544 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.734.272 10.874 -148.004 1.597.141 Handelsschulden 1.487.232 0 -243.136 1.244.096 Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 0 95.132 96.402 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 189.210 0 0 189.210 Overige schulden 56.559 10.874 0 67.433 Te betalen belastingen 56.212 0 0 56.212 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.551.832 -10.874 0 4.540.958 Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.634 0 0 27.634 Banken - deposito's van klanten 4.232.779 5.084 0 4.237.863 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 275.208 253 0 275.461 Banken - achtergestelde verplichtingen 16.211 -16.211 0 0 Overlopende rekeningen 68.739 0 0 68.739 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 54 0 0 54 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 14.296.913 0 0 14.296.913

Groeperen bancaire rubrieken (1)

Aligneren groepspresentatie IFRS 15 (3)

01-01-2019 Herzien

(€ 1.000) 01-01-2019

Herziene presentatie van de geconsolideerde openingsbalans per 01-01-2019 - Passiva

(€ 1.000) 01-01-2019 Groeperen
bancaire
rubrieken (1)
Aligneren
groeps
presentatie IFRS
15 (3)
01-01-2019
Herzien
I. Totaal eigen vermogen 4.357.996 0 0 4.357.996
Eigen vermogen - deel groep 3.176.447 0 0 3.176.447
Geplaatst kapitaal 113.907 0 0 113.907
Geconsolideerde reserves 3.124.841 0 0 3.124.841
Herwaarderingsreserves -34.190 0 0 -34.190
Ingekochte eigen aandelen (-) -28.111 0 0 -28.111
Minderheidsbelang 1.181.549 0 0 1.181.549
II. Langlopende verplichtingen 2.541.836 0 0 2.541.836
Voorzieningen 80.048 0 0 80.048
Pensioenverplichtingen 62.904 0 0 62.904
Uitgestelde belastingverplichtingen 191.983 0 0 191.983
Financiële schulden 1.446.826 0 0 1.446.826
Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 59.203 0 0 59.203
Overige schulden 32.543 0 0 32.543
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 668.329 0 0 668.329
Banken - deposito's van kredietinstellingen 0 0 0 0
Banken - deposito's van klanten 594.294 34.132 0 628.426
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.903 0 39.903
Banken - achtergestelde verplichtingen 74.035 -74.035 0 0
III. Kortlopende verplichtingen 7.397.028 0 0 7.397.028
Voorzieningen 50.760 0 0 50.760
Pensioenverplichtingen 358 0 0 358
Financiële schulden 697.746 0 0 697.746
Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 12.569 0 0 12.569
Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 224.540 0 148.004 372.544
Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.734.272 10.874 -148.004 1.597.141
Handelsschulden 1.487.232 0 -243.136 1.244.096
Ontvangen vooruitbetalingen 1.270 0 95.132 96.402
Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 189.210 0 0 189.210
Overige schulden 56.559 10.874 0 67.433
Te betalen belastingen 56.212 0 0 56.212
Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 4.551.832 -10.874 0 4.540.958
Banken - deposito's van kredietinstellingen 27.634 0 0 27.634
Banken - deposito's van klanten 4.232.779 5.084 0 4.237.863
Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 275.208 253 0 275.461
Banken - achtergestelde verplichtingen 16.211 -16.211 0 0
Overlopende rekeningen 68.739 0 0 68.739
IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 54 0 0 54
Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 14.296.913 0 0 14.296.913

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2020

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar van het boekjaar afgesloten op 31 december 2020 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 27 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 20 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening 2020

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020 omvat, alsook geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 16.228.744.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 229.791.(000).

Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2020, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International

Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.

van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen

Teneinde de adequaatheid van de voorziening voor onzekere belasting posities na te gaan, omvatten onze controlewerkzaamheden een analyse van de geschatte waarschijnlijkheid van het belastingrisico en van de inschatting door het management van de potentiële uitstroom van middelen, evenals een

Betrekken van deskundigen: beroep op belastingspecialisten om de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de inschattingen van het management te beoordelen en om de geschiktheid van deze aannames in het

Inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de verantwoording van (uitgestelde) belasting posities en het ontwerp en de implementatie van de

Beoordeling van de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot (uitgestelde) belastingen in de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.

We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels - belastingen) en

3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting – Real Estate & Senior Care)

De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden

Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project. In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum. Wijzigingen

Een steekproef van projectontwikkelingen is getest door de tot op heden gemaakte kosten met betrekking tot terreinen en onderhanden werk te verifiëren en door het percentage van voortschrijding der werken op balansdatum na te rekenen. Een selectie van deze projecten is nagezien aan de hand van een steekproef van kosten die zijn afgestemd met certificaten van externe inspecteurs, de totale verkoopwaarde die met contracten is overeengekomen en de accuraatheid van de erkenningsformule werd nagegaan. Beoordeling van de berekeningen van de netto realisatiewaarden alsook van de redelijkheid en consistentie van de door het management gehanteerde

Evalueren van de financiële prestaties van specifieke projecten ten opzichte van het budget en historische trends, met name om de redelijkheid van de kosten te

niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.

in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

assumptie en modellen.

beoordelen.

kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

beoordeling van onderliggende documentatie.

bijbehorende controles en processen

Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa

Beschrijving van het kernpunt

Verwijzing naar de toelichtingen:

Toelichting 21 (Belastingen).

licht van de lokale fiscale regelgeving te beoordelen.

De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.

Projectanalyse: beoordeling van de belangrijkste en meest complexe ramingen in een steekproefselectie van contracten aan de hand van verscheidene kwantitatieve en kwalitatieve criteria, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van de projecten en beoordeling van de inschattingen die gerelateerd zijn aan deze projecten middels informatie die bekomen werd van het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eerdere projectschattingen en evaluatie van de consistentie hiervan met de

De accurate berekening nagaan van het percentage van de voortschrijding der werken ("percentage of completion") en de daarmee samenhangende erkenning van omzet en marge voor een selectie van projecten nagegaan, inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de erkenning van de kosten voor de voltooiing van het project en het ontwerp en de implementatie van de

Historische vergelijkingen: evalueren van de financiële prestaties van contracten

Werfbezoeken: het bezoeken van werven voor contracten met een hoger risico of een hoge waarde, het observeren van de voortschrijding der werken van individuele projecten en het identificeren van complexe aangelegenheden door

Benchmarking van assumpties: het beoordelen van de positie van de groep met betrekking tot het verwachte resultaat van het contract, reserves, afrekeningen en de invorderbaarheid van vorderingen via overeenstemming met bevestigingen van derden en met betrekking tot onze eigen beoordelingen en

Controle van de klantencorrespondentie: analyse van de correspondentie met klanten over variatie-orders en claims en de afweging of deze informatie in

De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in

2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering &

DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op

overeenstemming is met de gemaakte inschattingen van de groep. Inspectie van belangrijke clausules voor een selectie van contracten: identificatie van relevante contractuele mechanismen die van invloed zijn op de (ont)bundeling van contracten en andere, zoals boetes voor vertragingen, bonussen of succesvergoedingen, en beoordeling of deze clausules naar behoren zijn weerspiegeld in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen

schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

ontwikkelingen van het project gedurende het jaar.

ten opzichte van budgetten en historische trends.

bijbehorende controles en processen.

overleg met het personeel ter plaatse.

historische resultaten.

bedragen.

opdracht van derden.

Contracting)

Betrokken onderneming: DEME

Beschrijving van het kernpunt

Verwijzing naar de toelichtingen

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Kernpunten van de controle

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.

Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

1. Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten

(Marine Engineering & Contracting)

Betrokken ondernemingen: CFE en DEME

Beschrijving van het kernpunt

Voor het merendeel van haar contracten erkent de groep opbrengsten en marge a rato van de voortschrijding der werken op basis van het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden in de geschatte totale kosten van het project bij voltooiing. Omzet en marge worden verantwoord op basis van schattingen ten opzichte van de verwachte totale kosten per contract. Reserves kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep die voortvloeien uit elk contract. De opbrengsten uit hoofde van contracten kunnen ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten uit hoofde van het contract met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd.

Vaak gaat het hierbij om een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Er is daarom een hoge mate van risico en het daaraan gekoppelde oordeelsvermogen van het management bij het inschatten van de te erkennen omzet en bijhorende marge (opgenomen op basis van de voortschrijding der werken) of verlies (volledig erkend) door de groep tot en met de balansdatum en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële afwijkingen.

De boekhoudkundige verwerking van projecten ("contract accounting") voor de groep omvat bovendien een belangrijke boekhoudkundige beoordeling voor wat betreft het bundelen of ontdubbelen van contracten. Het bundelen of ontdubbelen van één of meerdere contracten kan een aanzienlijke impact hebben op de erkenning van opbrengsten en resultaten in een bepaalde verslagperiode.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • Projectanalyse: beoordeling van de belangrijkste en meest complexe ramingen in een steekproefselectie van contracten aan de hand van verscheidene kwantitatieve en kwalitatieve criteria, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van de projecten en beoordeling van de inschattingen die gerelateerd zijn aan deze projecten middels informatie die bekomen werd van het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eerdere projectschattingen en evaluatie van de consistentie hiervan met de ontwikkelingen van het project gedurende het jaar.
  • De accurate berekening nagaan van het percentage van de voortschrijding der werken ("percentage of completion") en de daarmee samenhangende erkenning van omzet en marge voor een selectie van projecten nagegaan, inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de erkenning van de kosten voor de voltooiing van het project en het ontwerp en de implementatie van de bijbehorende controles en processen.
  • Historische vergelijkingen: evalueren van de financiële prestaties van contracten ten opzichte van budgetten en historische trends.
  • Werfbezoeken: het bezoeken van werven voor contracten met een hoger risico of een hoge waarde, het observeren van de voortschrijding der werken van individuele projecten en het identificeren van complexe aangelegenheden door overleg met het personeel ter plaatse.
  • Benchmarking van assumpties: het beoordelen van de positie van de groep met betrekking tot het verwachte resultaat van het contract, reserves, afrekeningen en de invorderbaarheid van vorderingen via overeenstemming met bevestigingen van derden en met betrekking tot onze eigen beoordelingen en historische resultaten.
  • Controle van de klantencorrespondentie: analyse van de correspondentie met klanten over variatie-orders en claims en de afweging of deze informatie in overeenstemming is met de gemaakte inschattingen van de groep.
  • Inspectie van belangrijke clausules voor een selectie van contracten: identificatie van relevante contractuele mechanismen die van invloed zijn op de (ont)bundeling van contracten en andere, zoals boetes voor vertragingen, bonussen of succesvergoedingen, en beoordeling of deze clausules naar behoren zijn weerspiegeld in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen bedragen.

Verwijzing naar de toelichtingen

De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.

2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering & Contracting)

Betrokken onderneming: DEME

Beschrijving van het kernpunt

DEME is actief in verschillende landen met verschillende belastingstelsels. De belasting van haar operaties kan afhankelijk zijn van inschattingen en kan aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten. Indien het management het waarschijnlijk acht dat dergelijke geschillen tot een uitstroom van middelen zullen leiden, dienen de nodige voorzieningen te worden aangelegd. Er is daarom een hoge mate van oordeelsvermogen van het management en het daaraan gekoppelde risico gerelateerd aan het inschatten van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities die door de groep tot op balansdatum moeten worden opgenomen. Wijzigingen in deze schattingen kunnen bovendien aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • Teneinde de adequaatheid van de voorziening voor onzekere belasting posities na te gaan, omvatten onze controlewerkzaamheden een analyse van de geschatte waarschijnlijkheid van het belastingrisico en van de inschatting door het management van de potentiële uitstroom van middelen, evenals een beoordeling van onderliggende documentatie.
  • Betrekken van deskundigen: beroep op belastingspecialisten om de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de inschattingen van het management te beoordelen en om de geschiktheid van deze aannames in het licht van de lokale fiscale regelgeving te beoordelen.
  • Inzicht verkregen in de procedures met betrekking tot de verantwoording van (uitgestelde) belasting posities en het ontwerp en de implementatie van de bijbehorende controles en processen
  • Beoordeling van de geschiktheid van de toelichtingen met betrekking tot (uitgestelde) belastingen in de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.
  • Verwijzing naar de toelichtingen:
  • We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels belastingen) en Toelichting 21 (Belastingen).
  • 3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting – Real Estate & Senior Care)

Betrokken ondernemingen: CFE en Extensa

Beschrijving van het kernpunt

De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen is gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, beslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gehanteerde scenario's en assumpties en houden als zodanig een significant oordeel in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.

Opbrengsten en resultaten worden verantwoord voor zover componenten (huisvestingseenheden) zijn verkocht en op basis van de mate waarin de ontwikkeling is afgewerkt. Omzet en marge worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.

In veel gevallen is er een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Er is daarom een hoge mate van risico gekoppeld aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de marge die door de groep moet worden erkend op balansdatum. Wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot materiële effecten.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • Een steekproef van projectontwikkelingen is getest door de tot op heden gemaakte kosten met betrekking tot terreinen en onderhanden werk te verifiëren en door het percentage van voortschrijding der werken op balansdatum na te rekenen. Een selectie van deze projecten is nagezien aan de hand van een steekproef van kosten die zijn afgestemd met certificaten van externe inspecteurs, de totale verkoopwaarde die met contracten is overeengekomen en de accuraatheid van de erkenningsformule werd nagegaan.
  • Beoordeling van de berekeningen van de netto realisatiewaarden alsook van de redelijkheid en consistentie van de door het management gehanteerde assumptie en modellen.
  • Evalueren van de financiële prestaties van specifieke projecten ten opzichte van het budget en historische trends, met name om de redelijkheid van de kosten te beoordelen.

Verwijzing naar de toelichtingen:

We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 14 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).

4. Waardering van de leningen en vorderingen aan klanten (Private Banking)

Betrokken onderneming: Bank J.Van Breda & C°

Beschrijving van het kernpunt

De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan klanten bedroeg € 5.415 miljoen op 31 december 2020. Leningen en vorderingen aan klanten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen (€ 32,8 miljoen).

Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.

Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.

Bijkomend heeft de COVID-19 pandemie voor additionele onzekerheden gezorgd met betrekking tot de inschatting van de realiseerbare waarde van onderpand en met betrekking tot de laattijdige identificatie van dubieuze leningen en vorderingen op cliënten mede door de lopende steunmaatregelen.

Vanwege de significantie van leningen en vorderingen op cliënten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:
  • Evaluatie van de opzet en de effectiviteit van interne controles met betrekking tot de waardering van leningen, vorderingen op cliënten en onderpandgegevens, de bepaling van risico ratings en het proces voor de identificatie en beheer van betalingsachterstanden.
  • Controleprocedures om portefeuilles met een hoog risico te identificeren. Deze procedures omvatten, onder meer, een evaluatie van de stresstesten zoals uitgevoerd door het management.
  • Nakijken van kredietdossiers op steekproefbasis om de invorderbaarheid van de leningen en vorderingen op cliënten te beoordelen. Er wordt extra aandacht besteed aan de potentiële impact van COVID-19. Hierdoor werd de waarschijnlijkheid van de realisatie, de waardering van het onderpand en andere mogelijke bronnen van terugbetaling beoordeeld.
  • Evaluatie van de belangrijkste inputvariabelen en aannames voor de modellen voor bijzondere waardevermindering van leningen en voorschotten aan klanten berekend op collectieve basis en test van de rekenkundige nauwkeurigheid van de modellen.
  • Vergelijking van de belangrijkste veronderstellingen die door het management zijn gehanteerd, met onze kennis van de relevante industrieën en bedrijfsomgevingen.
  • Evaluatie van de toelichtingen bij de Geconsolideerde Jaarrekening op een adequate manier de kredietrisicopositie reflecteerden, inclusief de controles over identificatie en toelichting van leningen met respijt ("forbearance"), de waardering van het onderpand en de sensitiviteitsanalyse van belangrijke veronderstellingen.

Verwijzing naar de toelichtingen:

We verwijzen naar Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 13 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).

5. Waardering van de vastgoedbeleggingen (Real Estate & Senior Care)

Vergelijking van het volume van de derivaten waarvoor "hedge accounting" toegepast wordt met het volume van de schulden tegen een variabele rentevoet geprojecteerd over de komende jaren, dit teneinde eventuele afdekkingsoverschrijdingen te identificeren, die de toepassing van "hedge aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van

De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna

Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een

Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures

Beoordeling van de opdeling van het bestaande cliënteel binnen de groep per kantoor en bespreking van de eventuele wijzigingen ten opzichte van

Beoordeling van de gehanteerde parameters (zoals AuM's en factoren), de methodologie en het gehanteerd model in overeenstemming met IAS 36. Analyse van de opsplitsing van het aangekochte cliënteel per kantoor. Afstemming van de gebruikte factoren in het model met marktdata en aansluiting van de AuM's met de boekhoudkundige inventarissen en de

Sensitiviteitsanalyse op de belangrijkste assumptie, dewelke voornamelijk de

Herberekening van de geboekte afschrijvingen op het cliënteel met een bepaalde

Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de

Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere

Communicatie van duidelijke audit instructies aan de component auditors met opgave van de mogelijke audit aandachtspunten, specifieke audit risico's, uit te voeren controlewerkzaamheden volgens te hanteren materialiteitsgrenzen. Gedetailleerd nazicht van de aangeleverde rapporteringsdocumenten door de

Kritische beoordeling van de gehanteerde audit aanpak in overeenstemming met

Bespreking audit aandachtspunten met de lokale auditor en beoordeling de

Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de

materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

gehanteerde marktwaarde ervan aansluiten met marktgegevens.

"AuM's") waarop een factor wordt toegepast.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

kernpunt van onze controle.

voorgaande periodes.

cost income ratio is.

Geconsolideerde Jaarrekening.

volgende audit procedures uitgevoerd:

de geldende internationale audit standaarden.

aangeleverde bijkomende toelichtingen.

Geconsolideerde Jaarrekening.

de Geconsolideerde Jaarrekening

gebruiksduur.

lokale auditors.

de groep.

uitgevoerd:

Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten

Per 31 December 2020 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van

De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows (inclusief de effecten van COVID-19) van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten

Nazicht van de identificatie door het management van de "impairment"

Beoordeling van de door het management gehanteerde methode om te komen tot de marktwaarde van elke investering en gerelateerde goodwill om te

Beoordeling van de redelijkheid van de toekomstige kasstromen opgenomen in de waarderingstest op goodwill aan de hand van de historische resultaten en het beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management, evenals de COVID-19 impact op

Nagaan of de toekomstige cash flows gebaseerd zijn op business plannen die

8. Risico's bij de ondernemingen opgenomen volgens de

De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode. Per 31 December 2020 bedraagt de totale waarde € 1.456 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 179 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is

Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde

Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het

opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Testen van de mathematische accuraatheid van de waarderingsmodellen. Beoordeling van de sensitiviteitsanalyse voorbereid door het management Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (Waarderingsregels – consolidatieprincipes) en Toelichting 8

verzekeren dat deze conform de geldende IFRS richtlijnen gebeurt. Beoordeling van de redelijkheid van de assumpties gebruikt in management 's inschatting van de realisatiewaarden (desgevallend met hulp van interne

in Toelichting 20 (Financiële instrumenten) bij de jaarrekening.

accounting" in gevaar kunnen brengen.

Beschrijving van het kernpunt

doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

werden goedgekeurd door de raden van bestuur.

(Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

vermogensmutatie-methode

Beschrijving van het kernpunt

Jaarrekening van de groep.

7. Goodwill

€ 326 miljoen.

indicatoren.

specialisten).

deze hypotheses.

Betrokken ondernemingen: LRE en Extensa

Beschrijving van het kernpunt

Per 31 December 2020 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.414 miljoen.

Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde, de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder level 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde" dit aangezien bepaalde parameters, gebruikt voor de waardering ervan, slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..). Daarom beschouwen we waardering van vastgoedbeleggingen als kernpunt van de controle.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

De Vennootschap maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van interne deskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:

  • Analyse van de objectiviteit, onafhankelijkheid en competentie van de externe deskundigen;
  • Nagaan van de integriteit van de belangrijkste gegevens (contractuele huurprijs, duur van de huurovereenkomsten, ...) die gebruikt worden in hun berekeningen;
  • en evaluatie van de modellen, evenals de hypotheses en parameters die in hun verslagen zijn gebruikt (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraden,…) evenals de COVID-19 impact op deze hypotheses en parameters.

Verwijzing naar de toelichtingen:

Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Toelichting 1 (Waarderingsregels) en Toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.

6. Waardering van de derivaten (diverse segmenten)

Beschrijving van het kernpunt

Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IFRS-normen worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde hetgeen overeenkomt met level 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Vennootschap "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder het eigen vermogen ("Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding zoals gedefinieerd in IFRS"). Het controlerisico ligt in de waardering van deze derivaten en bij de toepassing van de "hedge accounting". Daarom beschouwen we waardering van derivaten als kernpunt van de controle.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • Vergelijking van de reële waarde van de derivaten met de waarderingen die door de bancaire tegenpartijen werden meegedeeld, evenals de aanpassingen aan de kredietrisicofactoren.
  • Beoordeling van de hypotheses en berekeningen.
  • Beoordeling van effectiviteitstesten van de externe expert, die door de Vennootschap werd ingezet voor de correcte toepassing van de "hedge accounting".
  • Vergelijking van het volume van de derivaten waarvoor "hedge accounting" toegepast wordt met het volume van de schulden tegen een variabele rentevoet geprojecteerd over de komende jaren, dit teneinde eventuele afdekkingsoverschrijdingen te identificeren, die de toepassing van "hedge accounting" in gevaar kunnen brengen.
  • Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten in Toelichting 20 (Financiële instrumenten) bij de jaarrekening.

7. Goodwill

Beschrijving van het kernpunt

Per 31 December 2020 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 326 miljoen.

De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows (inclusief de effecten van COVID-19) van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

  • Nazicht van de identificatie door het management van de "impairment" indicatoren.
  • Beoordeling van de door het management gehanteerde methode om te komen tot de marktwaarde van elke investering en gerelateerde goodwill om te verzekeren dat deze conform de geldende IFRS richtlijnen gebeurt.
  • Beoordeling van de redelijkheid van de assumpties gebruikt in management 's inschatting van de realisatiewaarden (desgevallend met hulp van interne specialisten).
  • Beoordeling van de redelijkheid van de toekomstige kasstromen opgenomen in de waarderingstest op goodwill aan de hand van de historische resultaten en het beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management, evenals de COVID-19 impact op deze hypotheses.
  • Nagaan of de toekomstige cash flows gebaseerd zijn op business plannen die werden goedgekeurd door de raden van bestuur.
  • Testen van de mathematische accuraatheid van de waarderingsmodellen.
  • Beoordeling van de sensitiviteitsanalyse voorbereid door het management
  • Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (Waarderingsregels – consolidatieprincipes) en Toelichting 8 (Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening.
  • 8. Risico's bij de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatie-methode

Beschrijving van het kernpunt

De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode. Per 31 December 2020 bedraagt de totale waarde € 1.456 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 179 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.

Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.

De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.

Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures

Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:

  • Beoordeling van de opdeling van het bestaande cliënteel binnen de groep per kantoor en bespreking van de eventuele wijzigingen ten opzichte van voorgaande periodes.
  • Beoordeling van de gehanteerde parameters (zoals AuM's en factoren), de methodologie en het gehanteerd model in overeenstemming met IAS 36.
  • Analyse van de opsplitsing van het aangekochte cliënteel per kantoor.
  • Afstemming van de gebruikte factoren in het model met marktdata en aansluiting van de AuM's met de boekhoudkundige inventarissen en de gehanteerde marktwaarde ervan aansluiten met marktgegevens.
  • Sensitiviteitsanalyse op de belangrijkste assumptie, dewelke voornamelijk de cost income ratio is.
  • Herberekening van de geboekte afschrijvingen op het cliënteel met een bepaalde gebruiksduur.
  • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:

  • Communicatie van duidelijke audit instructies aan de component auditors met opgave van de mogelijke audit aandachtspunten, specifieke audit risico's, uit te voeren controlewerkzaamheden volgens te hanteren materialiteitsgrenzen.
  • Gedetailleerd nazicht van de aangeleverde rapporteringsdocumenten door de lokale auditors.
  • Kritische beoordeling van de gehanteerde audit aanpak in overeenstemming met de geldende internationale audit standaarden.
  • Bespreking audit aandachtspunten met de lokale auditor en beoordeling de aangeleverde bijkomende toelichtingen.
  • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Ondernemingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;

het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening, de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de SDG's (Sustainable Development Goals). Wij spreken ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de SDG's. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld

Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Patrick Rottiers - Partner * Wim Van Gasse - Partner *

en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.

Andere vermeldingen

Diegem, 26 maart 2021

EY Bedrijfsrevisoren BV

Commissaris, Vertegenwoordigd door

* Handelend in naam van een BV

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de

De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

informatie.

Vennootschap.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.

Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.

We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (voorheen artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen), anderzijds.

In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:

  • 2020 in een oogopslag pagina 8;
  • Activiteitenverslag pagina 76;
  • Kerncijfers 2020 (bijlage);

een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de SDG's (Sustainable Development Goals). Wij spreken ons niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met de SDG's. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over individuele elementen opgenomen in deze niet-financiële informatie.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.

Andere vermeldingen

Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Diegem, 26 maart 2021

EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Partner * Wim Van Gasse - Partner *

* Handelend in naam van een BV

ENKELVOUDIGE JAARREKENING

Overeenkomstig artikel 3:17 WVV wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.

De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.

De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.

BALANS - PASSIVA

B. Niet opgevraagd kapitaal (-)

C. Belastingvrije reserves

Overgedragen verlies (-) VI. Kapitaalsubsidies

  1. Belastingen

  2. Overige risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen

B. Handelsschulden

  1. Kredietinstellingen

  2. Grote herstellings- en onderhoudswerken

C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

III. Herwaarderingsmeerwaarden

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018 Eigen vermogen (7) 1.919.737 2.065.800 1.853.043 I. Kapitaal 2.295 2.295 2.295 A. Geplaatst kapitaal 2.295 2.295 2.295

II. Uitgiftepremies 111.612 111.612 111.612

IV. Reserves 115.258 109.754 100.775 A. Wettelijke reserve 248 248 248 B. Onbeschikbare reserves 38.539 39.817 35.280 1. Eigen aandelen 38.504 39.783 35.246 2. Andere 35 35 35

D. Beschikbare reserves 76.471 69.689 65.246 V. Overgedragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361

Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 0 VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0 0

Schulden 119.608 87.590 156.908 VIII. Schulden op meer dan één jaar 1 2 0 A. Financiële schulden 1 2 0

D. Overige schulden 0 IX. Schulden op ten hoogste één jaar 119.443 87.117 156.741 A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 1 1 0 B. Financiële schulden (8) 36.758 30.107 23.999

  1. Overige leningen 36.758 30.107 23.999 C. Handelsschulden 225 609 175 1. Leveranciers 225 609 175 E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 2.357 4.340 2.766 1. Belastingen 127 84 123 2. Bezoldigingen en sociale lasten 2.230 4.256 2.643 F. Overige schulden (9) 80.102 52.060 129.801 X. Overlopende rekeningen 164 471 168 Totaal der passiva 2.039.346 2.153.390 2.009.952

Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]

BALANS - ACTIVA

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018
Vaste activa 1.916.677 1.907.604 1.926.399
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa 0 0 0
III. Materiële vaste activa (1) 9.331 9.606 9.800
A.Terreinen en gebouwen 6.024 6.230 6.438
C. Meubilair en rollend materieel 1.450 1.418 1.307
D. Leasing en soortgelijke rechten 2 3 0
E. Overige materiële vaste activa 1.856 1.955 2.054
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste activa 1.907.346 1.897.998 1.916.599
A. Verbonden ondernemingen (2) 1.638.098 1.650.993 1.684.656
1. Deelnemingen 1.618.215 1.640.726 1.667.248
2. Vorderingen 19.883 10.267 17.409
B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (3) 252.080 229.209 217.955
1. Deelnemingen 252.080 229.209 217.955
2. Vorderingen 0 0 0
C. Andere financiële vaste activa 17.168 17.797 13.988
1. Aandelen 17.160 17.789 13.980
2. Vorderingen en borgtochten in contanten 8 8 8
Vlottende activa 122.669 245.786 83.553
V. Vorderingen op meer dan één jaar 10.000 0 745
A. Handelsvorderingen
B. Overige vorderingen (4) 10.000 745
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering
A. Voorraden
1. Grond-en hulpstoffen
2. Goederen in bewerking
3. Gereed product
4. Handelsgoederen
5. Onroerende goederen
6. Vooruitbetalingen
B. Bestellingen in uitvoering
VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 54.585 10.808 23.819
A. Handelsvorderingen 1.199 1.239 1.206
B. Overige vorderingen (5) 53.386 9.569 22.613
VIII. Geldbeleggingen (6) 51.592 210.526 48.773
A. Eigen aandelen 38.504 39.777 35.100
B. Overige beleggingen 13.088 170.749 13.673
IX. Liquide middelen 5.216 23.329 8.153
X. Overlopende rekeningen 1.276 1.123 2.063
Totaal der activa 2.039.346 2.153.390 2.009.952

BALANS - PASSIVA

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018
Eigen vermogen (7) 1.919.737 2.065.800 1.853.043
I. Kapitaal 2.295 2.295 2.295
A. Geplaatst kapitaal 2.295 2.295 2.295
B. Niet opgevraagd kapitaal (-)
II. Uitgiftepremies 111.612 111.612 111.612
III. Herwaarderingsmeerwaarden
IV. Reserves 115.258 109.754 100.775
A. Wettelijke reserve 248 248 248
B. Onbeschikbare reserves 38.539 39.817 35.280
1. Eigen aandelen 38.504 39.783 35.246
2. Andere 35 35 35
C. Belastingvrije reserves
D. Beschikbare reserves 76.471 69.689 65.246
V. Overgedragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361
Overgedragen verlies (-)
VI. Kapitaalsubsidies
Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 0
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0 0
2. Belastingen
3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
4. Overige risico's en kosten
B. Uitgestelde belastingen
Schulden 119.608 87.590 156.908
VIII. Schulden op meer dan één jaar 1 2 0
A. Financiële schulden 1 2 0
B. Handelsschulden
C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
D. Overige schulden 0
IX. Schulden op ten hoogste één jaar 119.443 87.117 156.741
A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 1 1 0
B. Financiële schulden (8) 36.758 30.107 23.999
1. Kredietinstellingen
2. Overige leningen 36.758 30.107 23.999
C. Handelsschulden 225 609 175
1. Leveranciers 225 609 175
E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 2.357 4.340 2.766
1. Belastingen 127 84 123
2. Bezoldigingen en sociale lasten 2.230 4.256 2.643
F. Overige schulden (9) 80.102 52.060 129.801
X. Overlopende rekeningen 164 471 168
Totaal der passiva 2.039.346 2.153.390 2.009.952

RESULTATENREKENING

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018
Kosten
A. Kosten van schulden 176 284 1.372
B. Andere financiële kosten 1.041 939 848
C. Diensten en diverse goederen 8.826 10.965 8.196
D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 2.279 2.036 1.779
E. Diverse lopende kosten 213 204 197
F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële
vaste activa
651 603 564
G. Waardeverminderingen (10) 4.540 6 75.287
1. Op financiële vaste activa 1.571 0 74.625
2. Op vlottende activa 2.969 6 662
H. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
I. Minderwaarde bij realisatie (10) 7.183 11.587 2.044
1. Van materiële en immateriële vaste activa 0 2 10
2. Van financiële vaste activa 4.097 9.888 914
3. Van vlottende activa 3.086 1.697 1.119
J. Uitzonderlijke kosten 0 0 0
K. Belastingen 147 65 9
L. Winst van het boekjaar 10.321 213.548 62.580
M. Overboeking naar belastingvrije reserves
N. Te bestemmen winst van het boekjaar 10.321 213.548 62.580
Resultaatverwerking
A. Te bestemmen winstsaldo 1.852.459 1.851.909 1.717.428
1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar 10.321 213.548 62.580
2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.842.138 1.638.361 1.654.848
Totaal 1.852.459 1.851.909 1.717.428

RESULTATENREKENING

F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa

K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen

M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves

Resultaatverwerking

Opbrengsten

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 23.572 108.235 122.059 1. Dividenden (11) 22.116 106.460 120.362 2. Interesten 544 787 72 3. Tantièmes 912 988 974 B. Opbrengsten uit vlottende activa 1.878 2.369 1.484 C. Andere financiële opbrengsten 0 1 0 D. Opbrengsten uit geleverde diensten 1.995 1.960 1.209 E. Andere lopende opbrengsten 377 330 318

G. Terugnemingen van waardeverminderingen (10) 7.009 16.359 3.357 1. Op financiële vaste activa 7.003 12.188 3.357 2. Op vlottende activa 6 4.171 0 H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 I. Meerwaarde bij realisatie (12) 196 109.349 24.450 1. Van materiële en immateriële vaste activa 5 11 20 2. Van financiële vaste activa 18 109.212 24.252 3. Van vlottende activa 172 126 177 J. Uitzonderlijke opbrengsten 348 1.633 0

L. Verlies van het boekjaar 0 0 0

N. Te bestemmen verlies van het boekjaar 0 0 0

C. Toevoeging aan het eigen vermogen 5.504 8.980 615 3. Aan de overige reserves 5.504 8.980 615 D. Over te dragen resultaat 1.690.572 1.842.138 1.638.361 1. Over te dragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361 F. Uit te keren winst 156.383 791 78.452 1. Dividenden 155.530 0 77.713 3. Tantièmes 605 598 588 3. Winstpremie voor werknemers 248 193 151 Totaal 1.852.459 1.851.909 1.717.428

RESULTATENREKENING

(€ 1.000) Nota's 2020 2019 2018
Opbrengsten
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 23.572 108.235 122.059
1. Dividenden (11) 22.116 106.460 120.362
2. Interesten 544 787 72
3. Tantièmes 912 988 974
B. Opbrengsten uit vlottende activa 1.878 2.369 1.484
C. Andere financiële opbrengsten 0 1 0
D. Opbrengsten uit geleverde diensten 1.995 1.960 1.209
E. Andere lopende opbrengsten 377 330 318
F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa
G. Terugnemingen van waardeverminderingen (10) 7.009 16.359 3.357
1. Op financiële vaste activa 7.003 12.188 3.357
2. Op vlottende activa 6 4.171 0
H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0
I. Meerwaarde bij realisatie (12) 196 109.349 24.450
1. Van materiële en immateriële vaste activa 5 11 20
2. Van financiële vaste activa 18 109.212 24.252
3. Van vlottende activa 172 126 177
J. Uitzonderlijke opbrengsten 348 1.633 0
K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
L. Verlies van het boekjaar 0 0 0
M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves
N. Te bestemmen verlies van het boekjaar 0 0 0
Resultaatverwerking
C. Toevoeging aan het eigen vermogen 5.504 8.980 615
3. Aan de overige reserves 5.504 8.980 615
D. Over te dragen resultaat 1.690.572 1.842.138 1.638.361
1. Over te dragen winst 1.690.572 1.842.138 1.638.361
F. Uit te keren winst 156.383 791 78.452
1. Dividenden 155.530 0 77.713
3. Tantièmes 605 598 588
3. Winstpremie voor werknemers 248 193 151
Totaal 1.852.459 1.851.909 1.717.428

Balans

Activa

    1. Materiële vaste activa: de samenstelling van deze post is grotendeels ongewijzigd gebleven in vergelijking tot de voorgaande jaren. Het betreft voornamelijk de gebouwen en inrichting van het vastgoed gelegen in Antwerpen aan de Begijnenvest 113 en aan de Schermersstraat 44, waar de maatschappelijke zetel van AvH gevestigd is. Het gebouw aan de Schermersstraat 42, dat verhuurd wordt aan dochterbedrijf Leasinvest is opgenomen onder de 'overige materiële vaste activa'.
    1. Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen: De daling met 12,9 miljoen euro ten opzichte van 2019 is voornamelijk toe te wijzen aan de gedeeltelijke toerekening op de participatiewaarde van ontvangen dividenden vanwege 2 participaties om zo de boekwaarde in overeenstemming te brengen met het aandeel van AvH in het eigen vermogen.

Anderzijds werd in 2020 het belang in CFE verhoogd (+1,19%) via een aankoop van 301.163 aandelen op de beurs en werd het kapitaal van AvH India Resources verhoogd.

Een buitengewone algemene vergadering van Sagar Cements had in januari 2019 3.100.000 in aandelen converteerbare warrants uitgegeven. AvH India Resources had ingetekend op 1.550.000 converteerbare warrants en er in 2019 daarvan reeds 775.000 omgezet. In juli 2020 werd de laatste schijf van deze converteerbare warrants uitgeoefend. Hierdoor verhoogde haar belang tot 21,85%.

Een nieuwe lening werd toegekend aan Rent-A-Port en een lening aan Green Offshore werd overgeboekt van 'vorderingen op ten hoogste één jaar' naar 'vorderingen op verbonden ondernemingen'.

    1. Financiële vaste activa Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat: in 2020 werd 11,1 miljoen euro geïnvesteerd in de verhoging van de participatie in SIPEF tot 34,68%. Bijkomend werd geïnvesteerd in 2 nieuwe deelnemingen: 2,0 miljoen euro in MRM Health en 6,1 miljoen euro in Verdant Bioscience PTE LTD en werd het belang in Biotalys volstort en licht verhoogd. Begin 2020 werd de Indische vennootschap Oriental Quarries and Mines Private Limited verkocht, waarbij een nettomeerwaarde van 3,0 miljoen euro werd gerealiseerd.
    1. In juni 2020 werd een lening toegekend aan Stichting Continuïteit IHC.
    1. De overige vorderingen op ten hoogste één jaar bestaan voornamelijk uit terug te vorderen belastingen en toegestane deposito's aan verschillende subholdings.
    1. De bewegingen op de post geldbeleggingen wordt verklaard door i) de afname van de positie in eigen aandelen, ii) de afname van 155 miljoen euro liquiditeiten op termijnrekeningen en iii) het saldo door waardeverminderingen op de beleggingsportefeuille van AvH.

Passiva

    1. Het eigen vermogen van AvH is met 146,1 miljoen euro gedaald in vergelijking tot de toestand per einde 2019. Deze daling vloeit voort uit de toekenning van een tussentijds dividend op 16 november 2020 van 2,32 euro bruto per aandeel voor een totaal bedrag van 76,8 miljoen euro. Bovendien zal aan de aandeelhouders een dividend worden voorgesteld van 2,35 euro bruto per aandeel voor een totaal (maximaal) bedrag van 78,7 miljoen euro. In deze enkelvoudige rekeningen is al rekening gehouden met dit maximale bedrag als te betalen dividend (cfr. overige schulden). Het finale dividendbedrag zal worden bepaald op basis van het aantal dividendgerechtigde aandelen, d.w.z. zonder de eigen aandelen die niet dividendgerechtigd zijn.
    1. AvH heeft op 31 december 2020 uitsluitend korte termijn financiële schulden onder de vorm van 'commercial paper' voor een bedrag van 31,0 miljoen euro. Het saldo komt overeen met deposito's ontvangen van subholdings.
    1. Het bedrag aan overige schulden per 31 december 2020 is inclusief de aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorgestelde winstverdeling. In de finale jaarrekening van 31 december 2019 was geen dividend verwerkt.

Resultatenrekening

Kosten

  1. De waardeverminderingen hebben in 2020 voornamelijk betrekking op de beleggingsportefeuille en financiële vaste activa om deze in overeenstemming te brengen met de beurskoers per 31 december 2020. Op de verkoop van Oriental Quarries and Mines Private Limited werd een minderwaarde van 4,0 miljoen geboekt, evenwel gecompenseerd door een terugname van een eerder geboekte waardevermindering van 7,0 miljoen euro wat resulteert in een nettomeerwaarde van 3,0 miljoen euro.

Opbrengsten

    1. AvH heeft 22,1 miljoen euro dividenden ontvangen van haar rechtstreekse deelnemingen. In vergelijking tot vorig boekjaar werden in 2020 geen dividenden ontvangen van o.a. CFE, FinAx en Sipef.
    1. In 2020 werden verder geen betekenisvolle deelnemingen verkocht andere dan Oriental Quarries & Mines, waardoor deze post daalt t.o.v. 2019, toen een belangrijke meerwaarde werd gerealiseerd op de verkoop van Residalya.

ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE VENNOOT-SCHAP EN HET KAPITAAL

Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal

Zetel - registratiegegevens

Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen Emailadres : [email protected] Website : https://www.avh.be

Datum van oprichting, laatste statutenwijziging

De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 16 december 2020 onder nummer 20361786.

Duur van de vennootschap

Onbepaald.

Rechtsvorm, toepasselijk recht

Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.

Voorwerp

De vennootschap heeft tot voorwerp:

  • (a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan dezen onder alle vormen;
  • (b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van waterlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graafwerken en algemene aanneming van constructies, evenals het vlotbrengen van boten en schepen;

(c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het algemeen;

statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).

De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het

De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.

De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar

De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm,

De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis

Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis

WVV.

dochtervennootschappen.

Aard van de aandelen

binnen de grenzen van de wet.

te geven aan de vennootschap.

te stellen van deze regeling.

Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder

De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren

Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV. De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25

De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9

De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

Geplaatst kapitaal

vermelding van nominale waarde.

Kapitaalverhogingen

Toegestane kapitaal

november 2020.

bepalingen.

november 2020 wordt ontvangen.

NV.

  • (d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer van alle producten van de ontginnings-nijverheid;
  • (e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden, onroerende goederen en welkdanige onroerende rechten;
  • (f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van alle intellectuele rechten, brevetten en concessies;
  • (g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussenkomst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle bestaande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden of verenigingen zonder onderscheid in België of in het buitenland;
  • (h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of deelnemingen;
  • (i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft;
  • (j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de bedrijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de activiteiten van een holding.

De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.

Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.

De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.

Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap

De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).

Algemene gegevens betreffende het kapitaal

Geplaatst kapitaal

ALGEMENE GEGEVENS

Algemene gegevens betreffende de vennootschap en

het kapitaal

0404.616.494

Zetel - registratiegegevens

Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen

RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen

Datum van oprichting, laatste statutenwijziging

van 16 december 2020 onder nummer 20361786.

Duur van de vennootschap

Rechtsvorm, toepasselijk recht

De vennootschap heeft tot voorwerp:

dezen onder alle vormen;

het vlotbrengen van boten en schepen;

Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.

Onbepaald.

Voorwerp

De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad

(a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan

(b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van waterlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graafwerken en algemene aanneming van constructies, evenals

Emailadres : [email protected] Website : https://www.avh.be

BETREFFENDE DE VENNOOT-

(c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het

(d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer

(e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden,

(f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van

(g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussenkomst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle bestaande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden of verenigingen zonder onderscheid in België of in het

(h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of

(i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft;

(j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de bedrijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de

De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de

Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan,

De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België

De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de

kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.

Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap

van alle producten van de ontginnings-nijverheid;

alle intellectuele rechten, brevetten en concessies;

onroerende goederen en welkdanige onroerende rechten;

algemeen;

buitenland;

deelnemingen;

activiteiten van een holding.

verwezenlijking daarvan te bevorderen.

uitgeoefend worden.

SCHAP EN HET KAPITAAL

Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.

Kapitaalverhogingen

De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.

Toegestane kapitaal

Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV. De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25 november 2020.

De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 november 2020 wordt ontvangen.

De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het WVV.

De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.

De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar dochtervennootschappen.

Aard van de aandelen

De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.

De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap.

Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis te stellen van deze regeling.

LEXICON

ESG-TERMINOLOGIE

  • Bedrijfsethiek: respect voor mens en maatschappij, waaronder naleving van wettelijke voorschriften (inclusief wetgeving inzake anti-corruptie), interne voorschriften (waaronder respect voor de mensenrechten) en groepswaarden (respect, integriteit, partnerschap, teamwerk, onafhankelijkheid, ondernemerschap, duurzaamheid, langetermijnvisie).
  • BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method): internationaal duurzaamheidskeurmerk en standaard voor het optimaal realiseren (nieuwbouw) of renoveren (gebouwen in gebruik) en exploiteren van gebouwen met een minimale milieu-impact, gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde duurzaamheidsmetrieken en -indices die een reeks milieugerelateerde kwesties omvat, zoals de evaluatie van het energie- en watergebruik, de impact op gezondheid en welzijn, vervuiling, transport, materialen, afval, ecologie en managementprocessen.
  • Deugdelijk bestuur: organisatie & processen van de beheersorganen die de gevoerde strategie bepalen en de implementatie ervan opvolgen.
  • Diversiteit & gelijke kansen: slaat op het betrekken van verschillende visies en het vermijden van discriminatie, door diversificatie te bevorderen op diverse vlakken zoals gender, geloofsovertuiging of achtergrond en op het toepassen van een inclusief beleid.
  • (% van) Eigen vermogen: berekeningswijze om aan te geven welk percentage van de activa die AvH beheert, voldoen aan bepaalde maatstaven van het gevoerde ESG-beleid. Hierbij wordt telkens berekend welk aandeel de betrokken activa hebben in het geconsolideerd eigen vermogen van AvH (deel groep).
  • EPC-waarde: de energiescore die op het energieprestatiecertificaat staat vermeld. Betreft een kengetal dat aangeeft hoeveel het primaire energieverbruik bedraagt per vierkante meter vloeroppervlak (kW/m²). Hoe lager de EPC-score, hoe minder energie er nodig is om te verwarmen, hoe beter de energieprestatie.
  • ESCO: Energy Services Company.
  • ESG: Environment (milieu), Social (sociaal), Governance (deugdelijk bestuur).
  • ESG-proof partnerships: partners waarmee samengewerkt wordt, die er een voor AvH aanvaardbare visie op ESG-vlak nahouden.
  • ESMA: European Securities and Markets Authority.
  • FSMA (Financial Services and Markets Authority): Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (België).
  • GHG (greenhouse gas): broeikasgassen. Zij worden uitgestoten in verschillende concentraties en met een verschillend 'opwarmend vermogen'. CO2 wordt hier als referentie genomen en krijgt als referentiewaarde 1. Om de uitstoot van andere gassen in eenzelfde eenheid uit te drukken, worden uitgestoten hoeveelheden omgerekend naar CO2-equivalenten.
  • GHG scope 1: alle directe GHG-emissies, die afkomstig zijn van bronnen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door het bedrijf (bv. verbranding van brandstof en aardgas).
  • GHG scope 2: de GHG-emissies afkomstig van de productie van elektriciteit die door het bedrijf wordt aangekocht. Scope 2-emissies komen fysiek voor in de installatie waar de elektriciteit wordt opgewekt.
  • GRI (Global Reporting Initiative): een internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt.
  • GWP (Global Warming Potential): aardopwarmingsvermogen is een aanduiding voor de mate waarin een broeikasgas bijdraagt tot de klimaatopwarming.
  • Innovatie: innovatieve benaderingen op alle vlakken (producten, markten, processen, ...).
  • KPI: Key Performance Indicator.
  • Materieel (in materialiteitsmatrix): een aspect dat (i) een wezenlijke positieve of negatieve financiële impact kan hebben op de activiteiten of het eigen vermogen van de betrokken vennootschap, waarvan (ii) een stakeholder verwacht dat het zorgvuldig beheerd wordt met hoge prioriteit.

waarvan de positieve aspecten van een 'best in class' benadering niet opwegen

FINANCIËLE EN JURIDISCHE TERMINOLOGIE

Cost-income ratio: de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van

Common Equity Tier1-kapitaalratio (CET1): de reglementaire kernkapitaalbuffer aangehouden door banken om eventuele verliezen op te

EBITDA: EBIT vermeerderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen op

ESEF: het 'European Single Electronic Format' is een elektronisch rapporteringsformaat, via dewelke emittenten op de Europese gereguleerde markten hun

Huurrendement op basis van reële waarde: voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking genomen, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop.

Waardecreatie: de gemiddelde groei (CAGR) van het geconsolideerd eigen vermogen (deel groep) inclusief dividenden, gemeten over een bepaalde

Netto financiële positie: geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen

Rendement op eigen vermogen (ROE): het nettoresultaat gedeeld door het

SPV (Special Purpose Vehicle): een vennootschap waarin een project of een

TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations): een ECBinstrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en

Vastgoedbestand: het uitstaand vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.

XBRL: een elektronische taal die speciaal ontwikkeld werd voor de uitwisseling

min korte en lange termijn financiële schulden.

deel van een project geïsoleerd is.

eigen vermogen bij het begin van de beschouwde periode.

WVV: Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

van financiële rapportering over internet.

tijdsperiode.

consumenten.

tegen een belangrijke negatieve ESG-impact.

opbrengsten) van de bankactiviteiten.

jaarverslagen dienen op te maken.

EBIT: bedrijfsresultaat vóór intresten en belastingen.

vangen.

vaste activa.

  • Mensenrechten: de rechten zoals opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
  • Net Promotor Score: dit kan worden berekend door de klant één vraag voor te leggen: Hoe waarschijnlijk is het dat u ons zult aanbevelen aan een vriend of collega? Om antwoord te geven kan de respondent een score van 0 t/m 10 invullen. De scores worden verdeeld in drie groepen: Promotors: respondenten die een score 9 of 10 hebben gegeven; "Neutrals": respondenten die een score 7 of 8 hebben gegeven; Critici: respondenten die een score 0 t/m 6 hebben gegeven. De score wordt als volgt berekend: NPS = % promoters - % critici.
  • Rapportering: betreft financiële en niet-financiële verslaggeving, met de nadruk op materiële aspecten.
  • Risicobeheer: gestructureerde aanpak van risico's (via audit en controle, procedures, handleidingen, comités, ...).
  • SDGs (Sustainable Development Goals): Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, die een oproep zijn tot acties om welvaart te bevorderen en tegelijkertijd de planeet te beschermen tegen klimaatverandering. Het behelst strategieën die zowel economische groei ondersteunen als sociale behoeften aanpakken (onderwijs, gezondheid, sociale bescherming en werkgelegenheid, …).
  • Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit: gezonde balansstructuren, met bedrijfsplannen en strategieën die een marktconform rendement op lange termijn en de daartoe vereiste investeringen mogelijk maken.
  • Stakeholder relaties & governance: (beheer van) contacten en communicatie met belanghebbenden van de vennootschap (aandeelhouders, overheid, werknemers, leveranciers, klanten, lokale gemeenschappen, …).
  • Subsidiariteit: delegatie van beslissingen naar het niveau dat het best geplaatst is om daarover te oordelen en te handelen.
  • Talentbeheer: zorg dragen voor het menselijk kapitaal, vereist voor een goede werking van de betrokken vennootschap (rekrutering, training, persoonlijke ontwikkeling, evaluatie, welzijn…) waarbij de talenten van medewerkers zo goed mogelijk tot uiting kunnen komen en benut worden.
  • UN PRI (United Nations Principles of Responsible Investment): raamwerk van de Verenigde Naties dat focust op een verantwoord investeringsbeleid als aandeelhouder, waarbij ESG-factoren in acht worden genomen om tot correcte rendementen te komen door een beheer van die risico's en opportuniteiten.
  • Verantwoord aandeelhouderschap: als aandeelhouder ESG-aspecten gestructureerd bij participaties opvolgen (vb. vastleggen en opvolgen van een ESG-strategie en bijhorende processen).
  • Verantwoorde producten en diensten: producten of diensten die afgestemd zijn op de behoeften van klanten/gebruikers en die op duurzame wijze worden geproduceerd of geleverd.
  • Verantwoord investeringsbeleid: investeren met het oog op een duurzame activiteitenmix. Dit houdt bijvoorbeeld in dat bij investeringen bekeken wordt hoe zij scoren op relevante ESG-aspecten en of hun activiteiten een positieve ESG-impact hebben. Het kan ook leiden tot desinvesteringen uit bedrijven

waarvan de positieve aspecten van een 'best in class' benadering niet opwegen tegen een belangrijke negatieve ESG-impact.

FINANCIËLE EN JURIDISCHE TERMINOLOGIE

  • Cost-income ratio: de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van opbrengsten) van de bankactiviteiten.
  • Common Equity Tier1-kapitaalratio (CET1): de reglementaire kernkapitaalbuffer aangehouden door banken om eventuele verliezen op te vangen.
  • EBIT: bedrijfsresultaat vóór intresten en belastingen.
  • EBITDA: EBIT vermeerderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa.
  • ESEF: het 'European Single Electronic Format' is een elektronisch rapporteringsformaat, via dewelke emittenten op de Europese gereguleerde markten hun jaarverslagen dienen op te maken.
  • Huurrendement op basis van reële waarde: voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking genomen, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop.
  • Waardecreatie: de gemiddelde groei (CAGR) van het geconsolideerd eigen vermogen (deel groep) inclusief dividenden, gemeten over een bepaalde tijdsperiode.
  • Netto financiële positie: geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen min korte en lange termijn financiële schulden.
  • Rendement op eigen vermogen (ROE): het nettoresultaat gedeeld door het eigen vermogen bij het begin van de beschouwde periode.
  • SPV (Special Purpose Vehicle): een vennootschap waarin een project of een deel van een project geïsoleerd is.
  • TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations): een ECBinstrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten.
  • Vastgoedbestand: het uitstaand vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool.
  • WVV: Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
  • XBRL: een elektronische taal die speciaal ontwikkeld werd voor de uitwisseling van financiële rapportering over internet.

• Contact

Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis.

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon: +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494

• Foto's Ackermans & van Haaren

© Ian Segal

• Concept en realisatie

Mission to Mars nv (www.missiontomars.agency)

De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be

This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.

20 mei 2021 Tussentijdse verklaring Q1 2021
25 mei 2021 Algemene vergadering
31 augustus 2021 Halfjaarresultaten 2021
23 november 2021 Tussentijdse verklaring Q3 2021

Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be

YOUR PARTNER

JAAR-

2020

GROWTH

JAARVERSLAG 2020

FOR SUSTAINABLE

VERSLAG

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.