AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

Ackermans & van Haaren NV

Annual Report Mar 29, 2022

3903_10-k_2022-03-29_34fb709f-ff63-410b-904d-1ecc5db1239e.xhtml

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Untitled JAARVERSLAG 2021 Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be JAARVERSLAG 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 19 mei 2022 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2022 23 mei 2022 ...................................................... Algemene vergadering 31 augustus 2022 ..................................... Halfjaarresultaten 2022 23 november 2022 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2022 FINANCIËLE KALENDER JAARVERSLAG 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 4 Your partner for sustainable growth INHOUD • DEME .............................................................................................................................. 82 • CFE .................................................................................................................................... 86 • Rent-A-Port ............................................................................................................. 90 • Green Offshore ................................................................................................... 91 • Delen Private Bank ........................................................................................ 96 • Bank Van Breda ................................................................................................ 99 • Nextensa .................................................................................................................... 104 • Anima ............................................................................................................................ 108 • Missie .............................................................................................................................. 6 • 2021 in een oogopslag ............................................................................ 8 • Markante feiten 2021 ............................................................................... 10 • Woord van de voorzitters ...................................................................... 14 • Jaarverslag over de enkelvoudige jaarrekening ........ 18 • Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening 20 • Verklaring inzake deugdelijk bestuur ..................................... 24 • Remuneratieverslag ...................................................................................... 35 • Duurzaamheidsverslag ............................................................................. 44 • Dagelijkse leiding en medewerkers .......................................... 76 12 80 92 102 JAAR- VERSLAG MARINE ENGINEERING & CONTRACTING PRIVATE BANKING REAL ESTATE & SENIOR CARE 5Jaarverslag 2021 • Agidens ........................................................................................................................ 122 • AXE Investments .............................................................................................. 123 • Biolectric ..................................................................................................................... 124 • Biotalys ......................................................................................................................... 125 • EMG ................................................................................................................................. 126 • HealthQuad ............................................................................................................ 127 • Indigo Diabetes .................................................................................................. 128 • Manuchar .................................................................................................................. 129 • Mediahuis ................................................................................................................. 130 • Medikabazaar ...................................................................................................... 131 • MRM Health .......................................................................................................... 132 • OMP ................................................................................................................................. 133 • OncoDNA .................................................................................................................. 134 • Telemond Groep ............................................................................................... 135 • Turbo’s Hoet Groep ...................................................................................... 136 • Van Moer Logistics ........................................................................................ 137 • Venturi Partners .................................................................................................. 138 • Inhoud ........................................................................................................................... 143 • Geconsolideerde jaarrekening ........................................................ 144 • Enkelvoudige jaarrekening .................................................................. 221 • Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal ................................................ 226 • Lexicon ......................................................................................................................... 228 • Kerncijfers 2021 ......................................................................................... Bijlage Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Dit verslag bevat: • het gecombineerde enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslag van de raad van bestuur, opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV, • een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkom- stig artikel 3:17 WVV, en • de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening. De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV, samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven. Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité, m.n. Jan Suykens, Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe, An Herremans en Koen Janssen, dat, voor zover hen bekend: a) de jaarrekeningen vervat in dit verslag, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen; b) het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resul- taten van het bedrijf en van de positie van Ackermans & van Haaren en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden. Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideer- de jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarre- keningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres: Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected] 118 141 GROWTH CAPITAL FINANCIEEL VERSLAG FINANCIEEL VERSLAG • SIPEF ............................................................................................................................... 112 • Verdant Bioscience .......................................................................................... 116 • Sagar Cements ................................................................................................... 117 110 ENERGY & RESOURCES 6 Your partner for sustainable growth MISSIE Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld. Ackermans & van Haaren • is een onafhankelijke, gediversifieerde groep opgericht in 1876, • genoteerd op Euronext Brussels (BEL20) sinds 1984 en stevig familiaal verankerd, • geleid door een ervaren, multidisciplinair team, • die met haar eigen middelen investeert, • in een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische langetermijndeelnemingen en een gediversifi- eerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen. Geïnspireerd door 150 jaar ondernemerschap en sterke familiewaarden waarbij mensen centraal staan • Wij maken duidelijke afspraken met onze deelnemingen rond strategische, operationele en financiële doelstellingen; • vanuit onze langetermijnstrategie zijn wij bereid, via kapitaalverhogingen, strategische projecten van onze deelnemingen te helpen financieren; • onze deelnemingen blijven verantwoordelijk voor hun eigen financiële positie; • wij streven naar een jaarlijkse, recurrente groei van de resultaten van elke deelneming en van de groep in haar geheel. Langetermijnperspectief Proactief aandeelhouder (‘active ownership’) • Wij kunnen bogen op een succesvol track record van partnerships met families, co-aandeelhouders en managementteams; • wij investeren zowel in meerderheids- als minderheidsbelangen, op basis van evenwichtige aandeelhoudersafspraken; • onze ervaren investment managers nemen actief deel aan de beleidsorga- nen van de deelnemingen, eventueel bijgestaan door externe consultants en/of onafhankelijke bestuurders; • wij zijn een genetwerkte organisatie, gebaseerd op diversiteit van per- soonlijkheden en achtergronden en met een permanente uitwisseling van ervaringen tussen de groepsondernemingen; • wij onderhouden een permanente dialoog met het management van de deelnemingen en zijn betrokken bij: - selectie van het topmanagement, - definitie van de langetermijnstrategie, - actieve ondersteuning van strategische projecten (M&A, internationali- sering, innovatie en operationele verbeteringen). • Wij hebben aandacht voor duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van onze deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij; • wij hebben een ESG-beleid ontwikkeld op basis van UN Sustainable Deve- lopment Goals en UN PRI-richtlijnen en passen dit toe binnen de groep en op onze eigen investeringsbeslissingen; • onze investeringsfilosofie is gebaseerd op transparante rapporte- ring en communicatie, duidelijke afspraken inzake deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek in combinatie met een strikte financiële discipline en ge- zonde balansen; • met onze investeringen gericht op maatschappelijke trends zoals klimaat- verandering, vermindering van broeikasgassen (o.m. via hernieuwbare energieprojecten), duurzame voedselketen, groei en vergrijzing van de bevolking en digitalisering wensen wij bij te dragen tot een duurzamere wereld. Duurzaam (’sustainable’) • Wij zijn een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn toonaangevende bedrijven wil uitbou- wen; • wij creëren aandeelhouderswaarde op lange termijn dankzij een recurren- te stijging van het geconsolideerd eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn; • wij focussen op een recurrente groei van de activiteiten, op langetermijn- groei van de operationele cashflow en het eigen vermogen van de deel- nemingen, niet op een absolute rendementsdoelstelling of op een korte- termijnmaximalisatie van het dividend. Groei (‘growth’) 8 Your partner for sustainable growth 2021 IN EEN OOGOPSLAG “ Ik ben buitengewoon trots op het recordresultaat van 407 miljoen euro dat de groep in dit nog steeds volatiele pandemische jaar 2021 realiseert. Bovendien is dit resultaat quasi volledig recurrent en dragen alle segmenten bij tot de stijging. De banken blijven de grootste winstmotor van de groep dankzij record inows van bijna 5,6 miljard euro. DEME heeft met een orderboek van 5,9 miljard euro een nieuw record bereikt, gedreven door grote maritieme infrastructuurwerken wereldwijd en de groei van de oshore- windmarkt naar Azië en nu ook de VS. Ook de bedrijven binnen de gediversieerde portefeuille aan ‘groeikapitaal-investeringen’ realiseren sterke operationele resultaten. De creatie van de vastgoedontwikkelings- en investeringsgroep Nextensa en de geplande splitsing van DEME en CFE zijn belangrijke strategische initiatieven die een nog verhoogde transparantie en waardecreatiepotentieel voor de groep moeten creëren. Dankzij de verkoop van Manuchar, die we in het tweede kwartaal 2022 verwachten af te ronden, zal AvH over meer dan 200 miljoen euro cash beschikken om te blijven investeren in een meer duurzame en digitale wereld.” Jan Suykens, CEO Voorzitter van het executief comité (De volledige videoboodschap kan u bekijken op www.avh.be/nl/investors/results-centre/year/2022.) • Hoewel de coronapandemie nog steeds voor hinder zorgt in hun dagelijkse ope- raties, hebben zowel DEME als CFE een krachtig herstel van hun resultaten gere- aliseerd. De winstbijdrage van Marine Engineering & Contracting stijgt opnieuw uit boven het precoronajaar 2019. • Delen Private Bank en Bank Van Breda zetten ook in 2021 indrukwekkende resultaten neer: de forse aangroei van beheerde vermogens vertaalt zich in re- cordresultaten voor beide banken. • Met de vorming van Nextensa als geïntegreerde vastgoedinvesteerder en -ont- wikkelaar werd de basis gelegd voor een verdere optimalisatie van de investe- ringsportefeuille en projectontwikkelingen. De 1.631 medewerkers van Anima hebben ook in 2021 in moeilijke (corona-)omstandigheden het beste van zichzelf gegeven om hun meer dan 2.100 residenten kwaliteitsvol te blijven verzorgen. • Excellente productieresultaten bij SIPEF en Sagar Cements vertaalden zich in combinatie met goede prijsniveaus eveneens in een recordbijdrage van Energy & Resources. • Ook nagenoeg alle Growth Capital-deelnemingen hebben afgetekend betere resultaten gerealiseerd, met positieve uitschieters bij Mediahuis, Manuchar, Turbo’s Hoet Groep en OMP. Dankzij de beursintroductie van Biotalys en een succesvolle nieuwe kapitaalronde bij Medikabazaar (India) worden ook de eerste resultaten erkend op een reeks investeringen die de afgelopen jaren in jonge, beloftevolle ondernemingen zijn gebeurd. Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel groep) (€ mio) 2021 2020 2019 Marine Engineering & Contracting 99,0 46,7 91,9 Private Banking 183,1 141,3 127,3 Real Estate & Senior Care 42,7 32,7 50,2 Energy & Resources 30,0 6,8 -1,5 Bijdrage van de kernsectoren 354,8 227,5 267,9 Growth Capital 71,3 12,7 17,6 AvH & subholdings -18,1 -13,5 -3,5 Netto meer/minderwaarden -1,2 3,1 112,9 Geconsolideerd nettoresultaat 406,8 229,8 394,9 9Jaarverslag 2021 5.651 (miljoen euro) 168,70 (euro per aandeel) 3.957 (miljoen euro) 119,37 (euro per aandeel) Nettoresultaat Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) Marktkapitalisatie (31/12/2021) (1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2021, pro forma: alle (exclusieve) controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel. België Europa Rest van de wereld Energy & Resources AvH & Growth Capital (€ mio) 2021 2020 Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) 3.957,2 3.562,0 Nettothesaurie van AvH 77,7 68,0 Kerncijfers geconsolideerde balans Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Economische voetafdruk van de AvH-groep Pro forma (1) personeel per segment Pro forma (1) omzet Bijdrage tot AvH groepsresultaat 22.653 22.653 € 3.957 (mio) € 6.020 (mio) Eigen vermogen (deel groep) Pro forma (1) personeel per regio € 407 (mio) 8.225 3.686 1.451 1.171 1.679 7.917 3.661 1.354 513 218 163 598 289 466 1.238 99 183 52 30 43 10.137 7.793 4.723 407 (miljoen euro) 12,27 (euro per aandeel) 10 Your partner for sustainable growth Januari • DEME: onderhoudsbagger- werken op Schelde worden voor het eerst uitgevoerd op LNG • DEME: start van bouw van Fehmarnbelt-project Mei • Leasinvest Real Estate en Extensa: intentie om geïntegreerde vastgoed- groep te worden aangekondigd in mei, transactie afgerond in juli en naams- wijziging in Nextensa in september Juni • AvH: nieuwe participaties in Venturi Partners (20,0%) en in Van Moer Logistics (21,7%) • Delen Private Bank: Kaap van 50 miljard euro vermogens onder beheer overschreden April • DEME: eerste offshore contract in VS (Vineyard Wind) • DEME: joint venture met Penta-Ocean in Japan • SIPEF: verkoop PT Melania (rubber en thee) MARKANTE FEITEN 2021 05 05 06 04 01 01 DEME DEME Nextensa NextensaSIPEF Van Moer Logistics 11Jaarverslag 2021 Augustus • AvH: verbetering Sustainalytics-score tot 12,5 in categorie ‘laag risico’ • DEME: oplevering van snijkopzuiger Spartacus December • DEME en CFE: intentie tot splitsing CFE met eigen beursnotering voor DEME en CFE • Delen Private Bank: heropening gerenoveerd hoofdkantoor in Antwerpen • Mediahuis: overname Aachener Verlagsgesellschaft November • DEME: ‘Balance of Plant’-contract voor Coastal Virginia Wind Farm, grootste offshore windmolenpark in VS • Nextensa: opening Food Market in Gare Maritime (Tour & Taxis) • Anima: overname woonzorgcentrum Saint-Vincent (Jumet) September • AvH: verhoging participatie in Medikabazaar door intekenen op Series 3 financieringsronde (totaal economisch deelnemingsper- centage 10%, rechtreeks 8,7%) Oktober • Green Offshore: SeaMade offshore windpark (487 MW) officieel inge- huldigd (operationeel sinds Q4 2020) 09 12 07 Juli • Bank Van Breda: opening nieuw kantoor in Doornik • Agidens: verkoop Agidens Infra Automation-divisie • Biotalys: beursnotering op Euronext Brussels 10 MARKANTE FEITEN 2022 Januari • AvH: akkoord over verkoop van Manuchar met verwachte meerwaarde van 75 miljoen euro in Q2 2022 Februari • AvH: aankondiging opvolging Jan Suykens als CEO door Piet Dejonghe en John-Eric Bertrand als co-CEO’s 08 11 Delen Private Bank Green Offshore Medikabazaar Anima DEME Bank Van Breda 12 Your partner for sustainable growth JAARVERSLAG 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 14 Your partner for sustainable growth Geachte aandeelhouders, We leven momenteel in turbulente tijden gekenmerkt door dramatisch menselijk lijden, onzekere economische vooruitzichten en volatiele financiële markten. In de huidige omstandigheden is het onmogelijk in te schatten wat de impact kan zijn van de Russisch-Oekraïense crisis, zowel op korte als lange termijn. De financiële impact is voor de AvH groep op korte termijn gering, aangezien onze deelnemingen niet of slechts in geringe mate actief zijn in de regio. De grootste zorg gaat naar de medewerkers die in die regio tewerkgesteld zijn of van Oekraïense nationaliteit zijn. We hopen dat een diplomatieke oplossing snel rust en vrede kan creëren. Dit geopolitieke conflict werpt een schaduw over de recordresultaten 2021 van de AvH groep en de uitstekende perspectieven voor 2022. AvH realiseerde in 2021 een record geconsolideerd groepsresultaat van 407 miljoen euro. Bovendien is dit recordresultaat van uitzonderlijke kwaliteit: alle segmenten droegen bij tot deze groei en binnen de portefeuille realiseerden 9 deelnemingen (Delen Private Bank, Bank Van Breda, CFE, SIPEF, Mediahuis, Manuchar, Turbo’s Hoet Groep, Telemond en OMP) op hun beurt een recordwinst. Met dit resultaat verwezenlijkt AvH een groei van haar geconsolideerd netto actief van 13,3%, licht boven de gemiddelde gewogen historische groei (1984-2021) van 12,2% sinds de beur- sintroductie. AvH waakt over financiële evenwichten binnen de groep, zowel op niveau van de balansen van haar deelnemingen, de recurrentie van haar groei, als op niveau van de bijdragen van de verschillende segmenten. Het bancaire segment (Delen Private Bank/Bank Van Breda) vertegenwoordigt 37% van het geconsolideerd netto actief en draagt 45% bij tot het geconsolideerd nettoresultaat, de bouw & marine engineering activiteiten 31% van het geconsolideerd netto actief en 24% van het geconsolideerd nettoresultaat, en het andere derde (32%) van het netto actief (real estate & senior care, energy & resources, growth capital) droeg ook op hetzelfde niveau (31%) bij tot dit nettoresultaat. Luc Bertrand & Jan Suykens tijdens het koninklijk bezoek aan Oman 16 Your partner for sustainable growth Einde 2021 beschikt AvH over 77,7 miljoen euro nettocash. Rekening houdende met de opbrengst van de verkoop van de deelneming in Manuchar, die zich in Q2 2022 zou moeten voltrekken, zal AvH over een nettocashpositie beschikken van meer dan 200 miljoen euro. Indien we de bevestigde bancaire kredietlijnen en de latente meerwaarden binnen de groep meerekenen, bedraagt de financiële interventiecapaciteit van de groep een multiple van de zichtbaar beschikbare cash. DEME realiseerde in 2021 een groei van haar omzet met 14% tot 2.511 miljoen euro, een bedrijfscashflow (+27%) van 469 miljoen euro en een nettoresultaat van 114,6 miljoen euro. Dankzij een gunstige werkkapitaalpositie daalde de netto schuldpositie tot 393 miljoen euro. Het herstel was het krachtigst in de traditionele baggermarkt met een omzetstijging van 29%, o.m. dankzij belangrijke contracten in Egypte, Duitsland, Polen en Afrika. De ingebruikname van ’s werelds krachtigste cutter ‘Spartacus’ heeft hier onmid- dellijk toe bijgedragen. In afwachting van de start van belangrijke nieuwe werven in Europa en de VS, kwam de omzet bij DEME Offshore iets lager uit. De ingebruikname van het nieuwe installatieschip ‘Orion’ (met een hijsvermogen van 5.000 ton) in april 2022 zal een belangrijke troef worden in de uitvoering van de vele nieuwe contracten. Het orderboek van DEME steeg immers tot een recordniveau van 5.905 miljoen euro. De belangrijke eerste contracten voor offshore wind in de VS droegen in be- langrijke mate hiertoe bij: Vineyard Wind (800 MW) en Coastal Virginia Offshore Wind (2,6 GW). DEME beschikt over de expertise en de technische middelen om een belangrijke rol te spelen in de noodzakelijke energie transitie naar een meer duurzame en kool- stofarme economie en samenleving. DEME hoopt binnen haar havenconcessie in Duqm (Oman) één van de eerste producenten van groene waterstof te worden. DEME blijft geloven dat de ontginning van diepzeemineralen meer dan ooit tevoren een belangrijke bijdrage kan leveren om de energie- en grondstoffen onafhankelijk- heid van het Westen te versterken, mits een duidelijk - regulatoir en milieu - kader af te spreken in de schoot van de International Seabed Authority. Gebaseerd op het recordorderboek moet DEME in 2022 in staat zijn zowel haar omzet, EBITDA als nettoresultaat te laten stijgen. CFE realiseerde op een licht gestegen omzet (1.125 miljoen euro) een recordresul- taat van 39,5 miljoen euro. CFE is zowel als bouw- en vastgoedontwikkelingsgroep aanwezig in België, Luxem- burg en Polen. Meer dan de helft van het resultaat is afkomstig van de vrij recurren- te bijdrage van de - hoofdzakelijk residentiële - vastgoedontwikkelingsactiviteiten. Naast de traditionele bouwactiviteiten, kennen vooral de activiteiten ‘multitechnie- ken’ en ‘spoorweginfrastructuur’ een snelle en rendabele groei. AvH en CFE hebben in december 2021 hun intentie kenbaar gemaakt om via een partiële splitsing een afzonderlijke notering te bekomen voor DEME op Euronext Brussels. De verwachting is nog steeds deze transactie voor de zomer te kunnen realiseren. AvH blijft met 62% meerderheidsaandeelhouder van zowel CFE als DEME. De apar- te notering van beide vennootschappen zal hun notoriëteit nog versterken, voor een bijkomende dynamiek zorgen en de verhoogde transparantie moet het bestaande waardecreatiepotentieel beter helpen valoriseren. Onze beide banken (Delen Private Bank en Bank Van Breda) realiseerden in 2021 opnieuw indrukwekkende groeicijfers. Gebaseerd op een bruto-instroom van 5,6 miljard euro stegen de activa onder beheer van 45,1 miljard euro tot 54,3 miljard euro. Aldus realiseren Delen Private Bank en Bank Van Breda gecombineerd een record nettoresultaat van 233 miljoen euro. De focus, de kostenefficiëntie en sterke kapitaalpositie maken Delen Private Bank en Bank Van Breda tot één van de meest performante private banken in Europa. Alle activiteiten zijn cliënt gedreven. 85% van de activa worden via discretionaire mandaten beheerd, waarvan 83% via 7 patrimoniale beursfondsen. Fee-inkomsten zijn voor 86% gebaseerd op recurrente commissie en slechts voor 14% afhankelijk van rente-inkomsten. Bank Van Breda blijft haar doelgroepklanten van ondernemers en vrije beroepen succesvol begeleiden bij hun vermogensopbouw. De voorzichtig gefocuste kre- dietstrategie kent slechts uiterst beperkte kredietverliezen (in 2021 zelfs positief dankzij een gedeeltelijke terugname van de ECL-voorziening). Delen Private Bank bouwt ook stelselmatig haar digitaal service-model uit, hetgeen de cliënt volledige transparantie biedt op zijn/haar globaal vermogen. De gecombineerde cost-income ratio van 52% gaat uit van 40% voor Delen Private Bank, 87% voor JM Finn en 55% voor Bank Van Breda. Het gezamenlijk eigen vermogen van 1.691 miljoen euro vertegenwoordigt een robuuste eigen vermogensratio van 23,8%. De gecombineerde sterkte van de 13 Belgische Delen kantoren en de 31 Van Breda agentschappen, en de doorgedreven klantenfocus stemmen ons hoopvol voor het toekomstig groeipotentieel van onze banken. Intussen weegt natuurlijk de huidige geopolitieke crisis op het beursklimaat en be- invloedt deze de onderliggende waardering van de toevertrouwde activa. Het segment ‘Real Estate & Senior Care’ realiseerde een stijging van haar bijdrage tot het groepsresultaat tot 42,7 miljoen euro. Dankzij de ‘fusie’ tussen Leasinvest en Extensa, omgedoopt tot Nextensa, onstaat een gemengde vastgoedinvesterings– en ontwikkelingsgroep die toonaangevend wenst te zijn op vlak van duurzame binnenstedelijke (her-)ontwikkelingen. Met een eigen vermogen van 780 miljoen euro is Nextensa de sterkst gekapitali- seerde vastgoedgroep op Euronext Brussels. Een actief beheer van haar investeringsportefeuille en een versnelde ontwikkeling van haar projecten op Tour & Taxis (Brussel) en Cloche d’Or (Luxemburg), moeten een resultaatsevolutie creëren die een recurrente dividendgroei van 5 à 10% mo- gelijk maakt. De resultaten van Anima werden ook in 2021 nog beïnvloed door de coronabe- smettingsgolf. Vanaf de zomer 2021 kon Anima stijgende bezettingscijfers realise- ren in haar woonzorgcenta. Het beperkte netwerk, de focus op zorg en de moderne, veelal nieuwbouw residen- ties maken van Anima een kwaliteitsvolle operator in de markt van ouderenzorg. Anima exploiteerde eind 2021 2.567 bedden verspreid over 24 woonzorgcentra. 17Jaarverslag 2021 Ook SIPEF realiseerde recordresultaten dankzij de stijging met bijna 17% van de totale groepsproductie (384.178 ton) van RSPO-conforme, gecertificeerde, ‘segre- gated’ duurzame palmolie. Mede dankzij de gestage stijging van de wereldmarkt- prijs voor palmolie (gemiddeld 1.195 USD per ton), steeg aldus de omzet tot 416 miljoen USD en de nettowinst tot 93,7 miljoen USD. Dit resultaat werd weliswaar voor 11 miljoen USD (deel groep) beïnvloed door de meerwaarde op de verkoop van PT Melania (rubber en thee). De nettoschuldpositie viel terug tot amper 49 miljoen USD (t.o.v. 151 miljoen USD per einde 2020). Gebaseerd op de nieuwe beplante en nog te beplante hectaren, zou SIPEF de capaciteit moeten hebben om haar productievolume tegen 2030 te verhogen tot 600.000 ton. SIPEF blijft zich profileren als een producent van duurzame palmolie en investeert in de verbetering van de productiviteit per hectare, o.m. via Verdant Bioscience dat nieuwe F1-hybride oliepalmzaden ontwikkelt. AvH wil intussen ook haar aanwezigheid in India en Zuidoost-Azië versterken. Sagar Cements kende een omzetgroei van 21% in een markt met snel stijgende energieprijzen. AvH heeft 15 miljoen USD uitgetrokken als ankerinvesteerder van Healthquad II, een fonds gefocust op gezondheidszorgen en -diensten in India. Samen met Health- Quad heeft AvH deelgenomen aan een kapitaalsverhoging van Medikabazaar, waardoor ons beneficial deelnemingspercentage nu 10% bedraagt. Medikabazaar is de online marktleider voor de distributie van medische apparatuur en goederen voor de kleine en middelgrote ziekenhuizen in India. In juli 2021 heeft AvH ook 20 miljoen USD toegezegd als ankerinvesteerder van Venturi Partners, dat investeert in consumentgerichte sectoren in Zuidoost-Azië. AvH heeft ook lokaal een investment manager aangenomen die het team van Ven- turi zal versterken, evenals AvH lokaal zal vertegenwoordigen. Ook de ‘groeikapitaal’-portefeuille genereert een recordbijdrage van 71 miljoen euro tot het geconsolideerd resultaat van de AvH groep. Daarvan is 53 miljoen euro afkomstig van de bijdrage van de geconsolideerde deelnemingen. Hierbij realiseren Mediahuis, Manuchar, THG, Telemond en OMP elk recordresultaten. AvH heeft de afgelopen jaren ook geïnvesteerd in een reeks jonge, beloftevolle bedrijven, hetzij rechtstreeks of via gespecialieerde fondsen, en dit hoofdzakelijk in ‘life sciences’ en ‘healthcare’. Naar aanleiding van een beursintroductie (Biotalys) of kapitaaloperaties (Medikabazaar, HealthQuad) dienen deze deelnemingen ge- herwaardeerd te worden aan hun ‘fair value’ hetgeen een bijdrage van 18 miljoen euro tot het groepsresultaat heeft gegenereerd. AvH wenst onder het motto ‘Your partner for sustainable growth’ een duurzaam investeringsbeleid te voeren, met bijzondere aandacht voor een aantal belangrijke maatschappelijke thema’s. Zij voert samen met haar participaties belangrijke inspanningen om een groeiend engagement te creëren voor het realiseren van een doelgericht ESG-beleid uitge- drukt door concrete SDG-objectieven en ESG-criteria. Dit leverde alvast een ‘ESG Industry Top Rated’ label op van het Sustainalystics rating bureau. Gebaseerd op het sterke orderboek van DEME, de onderliggende gunstige com- merciële dynamiek van Delen Private Bank en Bank Van Breda, het meerwaarde- potentieel in de portefeuille van Nextensa, de marktevolutie van palmolie, en de sterke marktpositie van een aantal groeikapitaalbedrijven, evenals de verwachte meerwaarde (ongeveer 75 miljoen euro, 2Q22) op de verkoop van de deelneming in Manuchar, verwacht de raad van bestuur het record groepsresultaat van 2021 nog te kunnen verbeteren in 2022. In deze context wil de raad van bestuur zijn vertrouwen uitspreken in de sterke marktpositie van de groep en zijn deelnemingen door aan de algemene vergadering voor te stellen het dividend met 17% te verhogen tot 2,75 euro (bruto) per aandeel. Wij herhalen hierbij dat de recente geopolitieke spanningen natuurlijk veel onzeker- heid en volatiliteit creëren, waarvan de gevolgen op de samenleving, de economie en de markten moeilijk kunnen worden ingeschat. Wij kunnen alleen maar hopen op een snelle vreedzame oplossing. Na de COVID-pandemie, vergt ook deze crisis opnieuw veel ‘weerbaarheid’ van vele collega’s in de groep. Wij wensen iedereen heel oprecht te danken voor hun inzet en doorzettingsvermogen, maar ook hun creativiteit en inventiviteit om zichzelf en hun bedrijven telkens opnieuw uit te vinden en zo sterk te positioneren naar de toekomst. 22 maart 2022 Luc Bertrand, Voorzitter van de raad van bestuur Jan Suykens, Voorzitter van het executief comité 18 Your partner for sustainable growth JAARVERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR Geachte aandeelhouder, Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2021 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV. I. Enkelvoudige jaarrekening 1. Kapitaal en aandeelhoudershap Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van no- minale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aande- lenoptieplan werden 55.000 opties toegekend in 2021. De per 31 december 2021 nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 306.250 aandelen Ackermans & van Haaren (0,91%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Admi- nistratiekantoor ‘Het Torentje’, haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be). 2. Activiteiten Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boek- jaar 2021, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10). 3. Toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening 3.1 Financiële toestand per 31 december 2021 De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boek- houdwetgeving. Het balanstotaal bedraagt eind 2021 2.214 miljoen euro, een stijging met 175 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (2020: 2.039 miljoen euro). De activa bestaan uit 9 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 55 miljoen euro geldbeleggingen, 18 miljoen euro liquiditeiten en 2.067 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden de winst van het boekjaar van 234,4 miljoen euro en het over het boekjaar 2021 voorgestelde dividend van maximaal 92,1 miljoen euro tot een eigen vermogen van 2.062 miljoen euro (2020: 1.921 miljoen euro). In 2021 bestonden de financiële schulden op korte termijn voornamelijk uit uitgegeven thesauriebewijzen (commercial paper). Ackermans & van Haaren bezit op jaareinde 2021 347.092 eigen aandelen. 3.2 Bestemming van het resultaat De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen: Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.691.398.852 Winst van het boekjaar 234.382.350 Totaal te bestemmen 1.925.781.201 Toevoeging aan de wettelijke reserve 0 Toevoeging aan de onbeschikbare reserves 8.317.277 Toevoeging aan de beschikbare reserves 0 Vergoeding van het kapitaal (1) 92.116.486 Tantièmes 630.000 Winstpremie voor werknemers (2) 301.900 Over te dragen winst 1.824.415.539 (1) Aan de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van 23 mei 2022 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,75 euro per aandeel goed te keuren. Dat komt overeen met een maximale uitkering van 92.116.486 euro. (2) Winstdeelname ten gunste van werknemers van Ackermans & van Haaren overeenkomstig de bepalingen van het winstpremieplan goedgekeurd door de raad van bestuur van 11 januari 2022. De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 2,75 euro bruto per aandeel. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het netto- dividend 1,925 euro per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendge- rechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van Ackermans & van Haaren, op 27 mei 2022 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt 92.116.486 euro. Indien de gewone algemene vergadering dit dividend- voorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 1 juni 2022. Na deze bestemming, rekening houdend met het maximale voorgestelde totaalbe- drag van de dividenden, bedraagt het eigen vermogen 2.061.898.509 euro en is het als volgt samengesteld: 19Jaarverslag 2021 Kapitaal Geplaatst 2.295.278 Uitgiftepremies 111.612.041 Reserves Wettelijke reserve 248.081 Onbeschikbare reserves 40.419.885 Belastingvrije reserves 0 Beschikbare reserves 82.907.686 Overgedragen winst 1.824.415.539 Totaal 2.061.898.509 3.3 Vooruitzichten De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in be- langrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen wor- den uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden. 4. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar Hiervoor wordt verwezen naar II.4 en II.7 op pag. 23. 5. Onderzoek en ontwikkeling De vennootschap organiseert op regelmatige tijdstippen kennisuitwisseling tussen de deelnemingen m.b.t. innovatie en onderzoek en ontwikkeling. 6. Financiële instrumenten Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risi- co van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen indekken. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2021 had Ackermans & van Haaren geen dergelijke instrumenten uitstaan. 7. Mededelingen 7.1 Toepassing van artikel 7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen In 2021 diende geen toepassing gemaakt te worden van de belangenconflictenre- geling van artikel 7:96 WVV. 7.2 Bijkomende vergoeding commissaris Overeenkomstig artikel 3:65, §3 WVV wordt meegedeeld dat een vergoeding werd betaald aan EY Bedrijfsrevisoren van 5.000 euro (excl. BTW) voor een nazicht inza- ke de eerste toepassing van ESEF en van 3.350 euro (excl. BTW) voor een audit van de personeelsadministratie en aan EY Tax Consultants van 5.950 euro (excl. BTW) voor fiscale adviezen. 7.3 Inkoop of vervreemding van eigen aandelen Op 9 november 2020 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. Acker- mans & van Haaren kocht in de loop van 2021 266.979 eigen aandelen in en verkocht er 270.104. Deze bewegingen kaderden zowel in de uitvoering van het aandelenoptieplan als van de liquiditeitsovereenkomst met Kepler Cheuvreux. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (toelichting 22). Per 31 december 2021 is de situatie als volgt: Aantal eigen aandelen 347.092 (1,04%) Fractiewaarde per aandeel 0,07 euro Gemiddelde prijs per aandeel 116,35 euro Totale investeringswaarde 40.385.132 euro 7.4 Mededeling op grond van de wet op de openbare overnamebiedingen Op 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling ver- stuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor ’Het Torentje’ de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest. 7.5 Beschermingsconstructies De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de machti- ging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennisgegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering wordt ontvangen, d.i. 9 november 2023. De raad van bestuur is tevens gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 25 november 2023), aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden. 20 Your partner for sustainable growth II. Geconsolideerde jaarrekening 1. Risico’s en onzekerheden Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico’s waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investerings- maatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico’s verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrecht- streeks via haar deelnemingen). Inzake niet-financiële risico’s wordt tevens verwe- zen naar het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (pag. 44). Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voor- bereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbe- velingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico’s behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico’s. Deze risico’s, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer. • Risico’s op het niveau van Ackermans & van Haaren Strategisch risico Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is ech- ter onderhevig aan geopolitieke en macro-economische omstandigheden en wordt beïnvloed door de toenemende concurrentie, o.a. met de private equity-markt die steeds internationaler wordt. De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van voormelde omstandigheden, bijvoorbeeld bij geopolitieke spannin- gen (bijvoorbeeld het militair conflict tussen Rusland en Oekraïne) of een pandemie (zoals COVID-19). Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijn- waardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico’s zo veel mogelijk te beperken. Ackermans & van Haaren gelooft dat een doordacht en strategisch gericht ESG-be- leid bijdraagt tot een duurzame groei van AvH en haar participaties. ESG-risico’s alsook opportuniteiten worden op portefeuilleniveau gemonitord. Verder wordt gestreefd naar een duurzame activiteitenmix. Meer informatie kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (ESG), 3. ESG-benadering (pag. 44). Ackermans & van Haaren ziet er in haar rol als proactieve aandeelhouder even- eens op toe dat de bedrijven waarin wordt geparticipeerd zich zo organiseren dat geldende wet- en regelgeving wordt gerespecteerd, met inbegrip van allerhande internationale en zgn. ‘compliance’-regels. Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met part- ners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico’s kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen. Risico gerelateerd aan de beursnotering Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onder- worpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparan- tiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving. De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschom- melingen op korte termijn kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder. Liquiditeitsrisico Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strate- gie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. De dochtervennoot- schappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen financiering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. De externe financiële schulden van ‘AvH & subholdings’ zijn op 31 december 2021 beperkt tot 42,0 miljoen euro, met name door AvH uitgegeven commercial paper. Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro) van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt, die de uitstaan- de commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is. Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereen- komsten bepaalde ratio’s (covenants) afgesproken en deze werden per 31 decem- ber 2021 gerespecteerd. • Risico’s op het niveau van de participaties Marine Engineering & Contracting De operationele risico’s van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. be- trekking op: (i) het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; (ii) de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwij- king, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; (iii) de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; (iv) het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; (v) de evolutie van het reglementair kader; (vi) en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. DEME is, zowel als eisende als verwerende partij, betrok- ken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor voorzieningen aangelegd in de re- keningen. In nieuwe markten, zoals de ontwikkeling van concessies, worden de bedrijven geconfronteerd met een wijzigend reglementair kader, de technologische evoluties en de financiering van grootschalige projecten. Om deze risico’s het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico’s op de voornaamste projec- ten op vanaf de aanbestedingsfase. De bouw- en baggersector is onderhevig aan conjuncturele bewegingen, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdracht- gevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME, CFE en Rent-A-Port 21Jaarverslag 2021 actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, zijn ze bloot- gesteld aan politieke risico’s. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste instrumenten van risicomanagement. DEME is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta’s. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, kunnen worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de USD en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME als CFE hebben procedures teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Om het risico in te dijken, volgen de be- trokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenland- se contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klan- ten. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinan- ciering helpen organiseren. Rent-A-Port heeft een beperkt aantal klanten en tegenpartijen door het type van activiteiten waarin de groep actief is. Hierdoor loopt het een verhoogd kredietrisico. Door zich contractueel voldoende in te dekken en door sterke relaties op te bouwen en te onderhouden met haar klanten, weet de groep dit risico in te perken. De bedrijven uit het segment ‘Marine Engineering & Contracting’ factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde netto schulden. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structu- reren. DEME heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale, niet-gewaarborgde financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio’s (covenants), die DEME dient na te leven. Dat was ook per eind 2021 het geval. DEME volgt haar procedures ter vermijding van fraude- en integriteitsrisico’s op en stelt die desgevallend bij. DEME hanteert een ‘Code of ethics and business integrity’ en diverse specifieke beleidsdocumenten (‘Compliance policy & practices’, ‘Human Rights Policy’ & ‘Whistle blower policy & procedures’). Aan deze ‘Code of ethics and business integrity’ is een jaarlijkse verplichte training verbonden. De procedures in geval van samenwerking met derde partijen werden ook in 2021 strikt toegepast. Zoals bekend, is het Parket in 2016 een gerechtelijk onderzoek gestart naar de om- standigheden waarin een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een Russische joint venture vennootschap van de DEME-groep, voor de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland). De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015. Het contract werd in 2016 beëindigd. Het onderzoek werd gestart na indiening van een klacht door een concurrent, aan wie het betrokken contract niet werd toegekend in het kader van een onderhandse gunning, en steunt uitsluitend op selectieve informatie aangereikt door deze concur- rent. Eind december 2020 heeft het Parket enkele vennootschappen en (ex)-perso- neelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. De raadkamer heeft op 21 februari 2022 beslist de zaak door te verwijzen naar de bodemrechter. Tegen de beslissing van de raadkamer is beroep aangetekend. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrouwen in het verdere verloop van de procedure. Private Banking Zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda zijn gespecialiseerde niche-spe- lers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties wer- ken nauw samen in een ‘three lines of defence’-model om de kwaliteit van opera- ties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasys- teem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen. Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zo- wel bij Delen Private Bank als bij Bank Van Breda al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de krediet- verlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kre- dietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Het fraude- en compliancerisico heeft altijd prioritaire aandacht gekregen bij Delen Private Bank en Bank Van Breda. De banken investeren in verdere digitalise- ring van hun cliëntenacceptatiebeleid, o.m. via de ontwikkeling van Delen Family Services. Bank Van Breda voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoen- de overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van ren- teswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer. Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De netto bloot- stelling aan het Britse pond wordt gedeeltelijk beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn gemilderd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting, ten opzichte van de 7% minderheidsaandeelhouders van JM Finn. Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het ka- der van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapita- lisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico’s. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan vol- doende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke CET1-ratio’s. Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteits- risico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig ge- dekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank Van Breda de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en 22 Your partner for sustainable growth worden aangevuld door de gespecialiseerde ‘vendor’-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance). Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggin- gen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank Van Breda en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via de- welke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen systematisch worden geliquideerd, zodat de bank niet aan een marktrisico wordt onderworpen. De marktwaarde van de vermo- gens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspo- sitie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten. Real Estate & Senior Care Een eerste cruciaal element in de operationele risico’s in de vastgoedsector be- treft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en geleverde diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog moge- lijke bezettingsgraad en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd. Bij Anima is de kwalitatieve zorg voor de residenten de prioriteit. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan de werkmethodes, de ope- rationele systemen en het personeelsbeleid om een aangename leefomgeving met kwaliteitsvolle dienstverlening te garanderen. De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). De inkomsten van Nextensa en de waarde van haar porte- feuille zijn in zeer grote mate gerelateerd aan het type vastgoed waaruit haar por- tefeuille is samengesteld (kantoren, retail en overige) en de lokalisatie (Luxemburg, België en Oostenrijk). De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren en landen leidt tot een beperking van dit risico. Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor haar commercial paper om bestaande en toekomstige in- vesteringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Nextensa heeft op 20 november 2019 een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar en een vaste jaarlijkse coupon van 1,95%. Haar dochteronderneming Extensa Group sloot in het verleden twee private plaatsingen af ten belope van 45 miljoen euro (vaste rente 3,00% met eindvervaldag 29 juni 2022) en van 40 miljoen euro (vaste rente 3,38% met vervaldag 5 juni 2024). De opnames van de bilaterale bancaire kredieten van Nex- tensa bedragen eind 2021 415,0 miljoen euro op lange termijn en 134,4 miljoen euro op korte termijn. Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële in- strumenten. Energy & Resources De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Singapore en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, Verdant Bioscience in Indonesië, SIPEF in In- donesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio’s zijn een extra aandachtspunt. Om de productie in de verschillende landen te kunnen verzekeren en verder uit te bouwen is het behoud van de eigendoms- en gebruiksrechten van primordiaal belang voor SIPEF. De groep onderhoudt hiervoor een constructieve relatie met de bevoegde autoriteiten en monitort permanent deze rechten. De geproduceerde volumes, gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden be- invloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad. De potentiële fysieke gevolgen van de klimaat- verandering zijn onzeker en kunnen naargelang de regio en het product verschillen. Door de toenemende bezorgdheid over duurzaamheid, zouden strengere regels kunnen worden opgelegd aan de bedrijven. De oliepalmplantages van SIPEF volgen de RSPO-normen en zijn in overeenstemming met de RSPO-principes en -criteria. Als SIPEF er echter niet in zou slagen om aan strengere vereisten te blijven voldoen, kan ze haar certificering verliezen of kan deze worden opgeschort. Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie en palmpitolie; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit). SIPEF wordt bovendien geconfronteerd met een taksheffing op export van palmolie uit Indonesië. Gelet op de onzekerheid van de bepaling van de lokale referentieprijs voor palmolie, worden de beschikbare palmolievolumes in Indonesië op maandbasis in de markt geplaatst en worden de verwachte volumes van de SIPEF-plantages niet meer op termijn ingedekt. Verdant Bioscience is een biotechnologiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van hoogproductieve F1-hybride zaden van oliepalm. Aangezien de resultaten van deze ontwikkeling pas over enkele jaren zullen bekend worden, wordt de activiteit van Verdant Bioscience gekenmerkt door een hoger risicoprofiel. Growth Capital Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investerin- gen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio’s, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bo- vendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico’s. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen. De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico. Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico’s zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico’s. De bedrijven volgen deze risico’s zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische fo- cus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol. Verschillende participaties (bv. Manuchar, Telemond Groep, Turbo’s Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Dit kan aanleiding geven tot grotere risico’s als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeurtenissen. Het wis- selkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd. 23Jaarverslag 2021 2. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de ‘International Financial Reporting Standards’ (IFRS). Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2021 bedraagt 17.233 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 6% ten opzichte van 2020 (16.229 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank Van Breda heeft een grote impact op de geconsolideerde balans. Het eigen vermogen (deel groep) per eind 2021 bedroeg 3.957 miljoen euro, een stijging met 395 miljoen euro ten opzichte van 2020 (3.562 miljoen euro). In mei 2021 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,35 euro per aandeel, wat resulteerde in een daling van het eigen vermogen met 78 miljoen euro. Ackermans & van Haaren heeft in 2021 ingezet op de uitbouw van haar kernpartici- paties, de deelname aan de kapitaalverhogingen van Biotalys (in het kader van haar succesvolle IPO begin juli 2021), Medikabazaar en Biolectric en op de investering in enkele nieuwe participaties, m.n. Venturi Partners (20 miljoen USD toegezegd, over 4 jaar) en Van Moer Logistics (12,5 miljoen euro). De consolidatiekring onderging in 2021 een beperkt aantal wijzigingen, die worden toegelicht in toelichting 2. Eind 2021 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 77,7 miljoen euro, tegenover 68,0 miljoen euro eind 2020. Naast liquide middelen en deposito’s op korte termijn bestaat deze positie uit 42,0 miljoen euro korte termijnschulden onder de vorm van commercial paper, geldbe- leggingen voor 48,2 miljoen euro en eigen aandelen. De bijdrage van de kernsectoren tot de groepswinst bedroeg in 2021 354,8 miljoen euro (2020: 227,5 miljoen euro). Een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep is weergegeven in de bijlage ‘Kern- cijfers’ en in het activiteitenverslag (pag. 78) van het jaarverslag. • Marine Engineering & Contracting: Hoewel de coronapandemie nog steeds voor hinder zorgt in hun dagelijkse operaties, hebben zowel DEME als CFE een krachtig herstel van hun resultaten gerealiseerd. De winstbijdrage van Marine Engineering & Contracting stijgt opnieuw uit boven het precoronajaar 2019. • Private Banking: Delen Private Bank en Bank Van Breda zetten ook in 2021 indrukwekkende resultaten neer: de forse aangroei van beheerde vermogens vertaalt zich in recordresultaten voor beide banken. • Real Estate & Senior Care: Met de vorming van Nextensa als geïntegreerde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar werd de basis gelegd voor een verdere optimalisatie van de investeringsportefeuille en projectontwikkelingen. De 1.631 medewerkers van Anima hebben ook in 2021 in moeilijke (corona-)omstandig- heden het beste van zichzelf gegeven om hun meer dan 2.100 residenten kwa- liteitsvol te blijven verzorgen. • Energy & Resources: Excellente productieresultaten bij SIPEF en Sagar Ce- ments vertaalden zich in combinatie met goede prijsniveaus eveneens in een recordbijdrage van Energy & Resources. • AvH & Growth Capital: Ook nagenoeg alle Growth Capital-deelnemingen hebben afgetekend betere resultaten gerealiseerd, met positieve uitschieters bij Mediahuis, Manuchar, Turbo’s Hoet Groep en OMP. Dankzij de beursintroductie van Biotalys en een succesvolle nieuwe kapitaalronde bij Medikabazaar (India) worden ook de eerste resultaten erkend op een reeks investeringen die de afge- lopen jaren in jonge, beloftevolle ondernemingen zijn gebeurd. 3. Belangrijke gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de verkoop van 100% van de aandelen in Manuchar. Bij realisatie, die wordt verwacht in het tweede kwartaal van 2022, zal de transactie een cashopbrengst genereren voor AvH van ongeveer 140 miljoen euro en een meerwaarde van naar schatting ongeveer 75 miljoen euro. Jan Suykens heeft enige tijd geleden de wens uitgedrukt de fakkel als CEO-Voor- zitter van het executief comité door te geven. Hij zal na de algemene vergadering van 23 mei a.s. opgevolgd worden door Piet Dejonghe en John-Eric Bertrand die als co-CEO’s de leiding van de groep zullen overnemen. Jan Suykens blijft als senior advisor zijn expertise ter beschikking stellen van de AvH-groep. Hij zal in dit kader een aantal bestuursmandaten verder actief uitoefenen, o.m. als voorzitter bij Bank Van Breda en als vice-voorzitter bij Delen Private Bank. 4. Onderzoek en ontwikkeling Bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ont- wikkelen de DEME-teams van O&O en van het Central Competence Center baan- brekende, innovatieve technologieën en zijn de studie-afdelingen van CFE betrok- ken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via een participatie in Verdant Bioscience zijn Ackermans & van Haaren en SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van zaden van hoogrenderende oliepalmen. Zowel Bank Van Breda als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd. De recent verworven participaties Biolectric, Biotalys, Indigo Diabe- tes, Medikabazaar, MRM Health en OMP zijn innovatieve bedrijven in hun domein. Hun voortdurende aandacht voor technologische vernieuwing draagt bij tot een verbetering van hun competitieve positie op korte en middellange termijn. 5. Financiële instrumenten Binnen de groep (o.a. DEME, Rent-A-Port, Bank Van Breda, Nextensa) wordt een voorzichtig beleid gevoerd inzake renterisico’s door gebruik te maken van ren- teswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME, Rent-A-Port, Delen Private Bank, SIPEF, Manuchar, Telemond Groep, Sagar Cements, Turbo’s Hoet Groep). De indekking van het rente- en wissel- koersrisico wordt op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd. 6. Vooruitzichten 2022 Hoewel een aantal bedrijven in de groep ook in de eerste maanden van 2022 in hun activiteiten nog hinder ondervinden van de coronapandemie en de economie ge- confronteerd wordt met inflatie die de kop opsteekt, gaat de raad van bestuur ervan uit dat Ackermans & van Haaren in 2022 het recordresultaat van het afgelopen jaar nog zal kunnen overtreffen. De raad baseert zich hiervoor op: i) De positieve dynamiek in DEME’s markten, onderbouwd door een orderboek van bijna 6 miljard euro; ii) De sterke inflow van vermogens bij zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda die maken dat ze het jaar 2022 aanvatten met een record aan beheerde vermogens; iii) Nextensa dat in 2022 verder werk zal maken van de stroomlijning van haar portefeuille, wat uitzicht biedt op de realisatie van meerwaarden en ruimte zal creëren op haar balans voor nieuwe investeringen; iv) De marktprijs voor de duurzame palmolie die SIPEF produceert en die zich op een historisch hoog niveau bevindt; v) De Growth Capital-deelnemingen die over het algemeen goed gepositioneerd zijn; vi) De realisatie van de eerder aangekondigde verkoop van Manuchar, die in het tweede kwartaal wordt verwacht en die tot een meerwaarde van circa 75 mil- joen euro zal leiden. Toenemende geopolitieke spanningen hebben inmiddels geleid tot een militair con- flict in Europa, waarvan de gevolgen op de economie in het algemeen en op de bedrijven van de groep momenteel nog moeilijk volledig kunnen worden ingeschat. 24 Your partner for sustainable growth III. Verklaring inzake deugdelijk bestuur 1. Algemeen Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Go- vernance Code (de ‘Code’), die kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). De Commissie heeft op 9 mei 2019 een nieuwe (derde) versie van de Code bekendge- maakt, die deze van 12 maart 2009 vervangt, en die op 1 januari 2020 in werking is getreden. Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter (het ‘Charter’) goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast. • Op 18 april 2006 werd het Charter in overeenstemming gebracht met verschil- lende Koninklijke Besluiten genomen in uitvoering van de Europese regels inzake marktmisbruik. • Op 15 januari 2008 heeft de raad van bestuur artikel 3.2.2 (b) van het Charter aangepast ter verduidelijking van de procedure inzake onderzoek naar onregel- matigheden. • Op 12 januari 2010 werd het Charter aangepast aan de Code 2009 en aan de nieuwe wettelijke onafhankelijkheidscriteria. • Op 4 oktober 2011 heeft de raad van bestuur beraadslaagd over de aanpassing van het Charter aan de Wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen en de Wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van geno- teerde vennootschappen. De raad van bestuur heeft bij die gelegenheid tevens zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik (afdeling 5 van het Charter) verscherpt door de invoering van een verbod op ‘short selling’ en speculatieve handel in aandelen. • Op 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlij- nen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie. • Op 24 februari 2017 werd het Charter in overeenstemming gebracht met de Wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren. Raad van bestuur - van links naar rechts: Alexia Bertrand, Thierry van Baren, Jacques Delen, Frederic van Haaren, Julien Pestiaux, Marion Debruyne, Victoria Vandeputte, Luc Bertrand, Pierre Willaert, Pierre Macharis 25Jaarverslag 2021 • Op 25 februari 2019 heeft de raad van bestuur de leeftijdsgrens versoepeld. • Op 19 november 2020 heeft de raad van bestuur het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de Code 2020. Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be). Dit hoofdstuk (de ‘Verklaring inzake deugdelijk bestuur’) bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 3:6, §2 en 3:32, §1, tweede lid, 7° WVV. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gege- ven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het ‘pas toe of leg uit’-principe (‘comply or explain’). 26 Your partner for sustainable growth 2. Raad van bestuur auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité Luc Bertrand Alexia Bertrand Marion Debruyne BV (1) Jacques Delen Pierre Macharis (°1951, Belg) Voorzitter van de raad van bestuur Uitvoerend bestuurder (1985-2016) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016) (°1979, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2013) vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016) (°1949, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992) (°1962, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2004) Voorzitter van het remuneratiecomité (sinds 2011) Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar hij financieel directeur werd in 1986 en voorzitter van het executief comité was van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en be- stuurder van Delen Private Bank, JM Finn, Bank Van Breda en Verdant Bioscience. Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors, lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals Museum Mayer van den Bergh en Europalia, voorzitter van de ‘board of trustees’ van Guberna en lid van de algemene raad van Instituut voor Tropische Geneeskunde. Einde mandaat 2023 Alexia Bertrand behaalde het diploma van licentiaat in de rechten (Université Ca- tholique de Louvain - 2002) en een master of laws (Harvard Law School - 2005). Ze zetelt sinds mei 2019 in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en is fractieleider voor de eerste oppositiepartij. Zij was van 2012 tot 2019 als adviseur verbonden aan het kabinet van de Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken en werd op 1 oktober 2015 benoemd tot kabinetschef algemeen beleid. Ze geeft periodiek opleidingen in onderhandelingstechnieken. Van 2002 tot 2012 was ze actief als advocate, gespecialiseerd in financieel- en vennootschapsrecht (bij Clifford Chance en vervolgens Linklaters). Ze was tijdens een deel van die periode assistente aan de rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Universiteit Leuven. Einde mandaat 2025 Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische weten- schappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Gra- duate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna. Einde mandaat 2024 (1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar ‘Marion Debruyne’ dienen begrepen te worden als Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne. Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuur- der van de beursgenoteerde plantagegroep SIPEF, van Bank Van Breda en van Scal- dis Invest. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016. Einde mandaat 2022 Pierre Macharis studeerde af als licentiaat in de handels- en financiële weten- schappen (1986) en behaalde tevens het diploma van industrieel ingenieur in au- tomatisering (1983). Hij is thans CEO en voorzitter van het directiecomité van VPK Packaging Group. Hij is tevens voorzitter van Cobelpa, de Belgische vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven, bestuurder bij CEPI, de Europese vereniging van papier- en pulpproducerende bedrijven en bestuurder bij Sioen Industries. Einde mandaat 2024 2.1 Samenstelling 27Jaarverslag 2021 Frederic van HaarenJulien Pestiaux Pierre Willaert Thierry van Baren Menlo Park BV (2) (°1960, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993) (°1979, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2011) (°1959, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998) Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004) (°1967, Fransman / Nederlander) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2006) vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018) Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Ka- pellen bevoegd voor openbare werken, milieu en groen en begraafplaatsen. Hij is tevens actief als bestuurder bij Belfimas, co-voorzitter van Bosgroepen Antwerpse Gordel en lid van de commissie milieu bij Intercommunale Igean. Einde mandaat 2025 Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilae- tco, tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoor- digd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departe- ment Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in ‘control rooms’. Einde mandaat 2024 Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde eveneens een mas- ter in engineering management (Cornell University - VS). Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema’s. Hij geeft nu leiding aan een team dat voor de Europese Commissie een model ontwik- kelt dat het potentieel van de EU-lidstaten beoordeelt om het energieverbruik en de broeikasgassen op middellange tot lange termijn te verminderen. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº. Einde mandaat 2023 Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig con- sultant. Hij was 13 jaar actief in MarCom als executive bij TBWA Belgium en BDDP Belgium en in leidinggevende functies bij Ammirati Puris Lintas, Ogilvy Brussels en DDB. Einde mandaat 2022 Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in riskmanagement (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Geschwister Oetker) en bestuurder bij Acomo. Einde mandaat 2022 (2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar ‘Victoria Vandeputte’ dienen begrepen te worden als Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte. De mandaten van Jacques Delen, Thierry van Baren en Victoria Van- deputte verstrijken op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2022. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om (i) de mandaten van Thierry van Baren en Victoria Van- deputte te hernieuwen voor een periode van 4 jaar, en (ii) het mandaat van Jacques Delen te hernieuwen voor een periode van 1 jaar. Ofschoon Jacques Delen de leeftijdsgrens van 70 jaar reeds heeft overschreden, is de raad van oordeel dat hij met zijn kennis en ervaring een uitzonder- lijke toegevoegde waarde kan blijven bieden aan de beraadslagingen van de raad van bestuur. Pierre Macharis heeft besloten zijn mandaat ter beschikking te stellen op de jaarvergadering van 23 mei 2022. De raad van bestuur is Pierre Macharis zeer erkentelijk voor de uitzonderlijke toegevoegde waarde die hij de voorbije 18 jaar heeft geleverd. De raad van bestuur heeft op zijn vergadering van 22 maart 2022 besloten op de eerstkomende jaarvergadering Bart Deckers voor te dragen als kandi- daat-onafhankelijk bestuurder. 28 Your partner for sustainable growth 2.2 Onafhankelijke bestuurders • Marion Debruyne • Julien Pestiaux • Victoria Vandeputte Marion Debruyne, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Code. 2.3 Overige bestuurders • Alexia Bertrand • Luc Bertrand • Jacques Delen • Pierre Macharis • Thierry van Baren • Frederic van Haaren • Pierre Willaert Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, dat met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuur- der van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren. 2.4 Activiteitenverslag Bijeenkomsten Aanwezigheden 98 % 9 De raad van bestuur heeft in 2021 9 maal beraadslaagd en heeft o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplich- tingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken. Verschillende investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, zoals de deelname aan de kapitaalverhogingen van Biotalys en Medikabazaar, de investeringen in Venturi Partners en Van Moer Logistics, de verhoging van het be- lang van Rent-A-Port in Infra Asia Investment en de verkoop van het belang in Manuchar. De raad van bestuur heeft tevens twee belangrijke operaties voor de groep, m.n. de inbreng van Extensa Group in het kapitaal van Leasinvest Real Estate (nadien omgedoopt tot Nextensa) en de aangekondigde partiële splitsing van DEME door CFE, grondig bestudeerd en voorbereid. Voorts heeft de raad van bestuur aandacht besteed aan de life sciences-strate- gie, de voorbereiding van de gewone algemene vergadering van 25 mei 2021, het winstpremieplan voor de bedienden en de opvolging van het hangende gerechtelijk onderzoek bij DEME. De raad van bestuur heeft in 2021 het management van Leasinvest Real Estate, DEME, Bank Van Breda, OMP, SIPEF en Delen Private Bank uitgenodigd voor pre- sentaties over hetzij concrete investeringen hetzij de strategie van de betrokken vennootschap. Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.8 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter. De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 24 maart 2021. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samen- werking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overge- maakt aan de voorzitter van het executief comité. Aanwezigheden Luc Bertrand 9 Alexia Bertrand 9 Marion Debruyne 8 Jacques Delen 9 Pierre Macharis 8 Julien Pestiaux 9 Thierry van Baren 9 Victoria Vandeputte 9 Frederic van Haaren 9 Pierre Willaert 9 Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de verga- deringen van de raad van bestuur bijwonen. 2.5 Gedragsregels inzake belangenconflicten De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het WVV) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.10 en 4.7). In 2021 diende één beslissing te worden genomen die aanleiding gaf tot toepassing van dit beleid. 2.6 Gedragsregels inzake financiële transacties De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 6). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/ EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/ EG en 2004/72/EG van de Commissie. 3. Auditcomité 3.1 Samenstelling Pierre Willaert Niet-uitvoerend bestuurder Voorzitter Marion Debruyne Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit: Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. La- ter werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre 29Jaarverslag 2021 Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité. Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Univer- siteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion De- bruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna. Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (VS). De nadruk van de master in engineering management lag op financiële en economi- sche analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de ‘Johnson Graduate School of Management’ van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema’s met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C° waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren. 3.2 Activiteitenverslag Bijeenkomsten Aanwezigheden 100 % 4 Op 19 februari en 23 augustus 2021 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennoot- schappen van Ackermans & van Haaren. Het auditcomité van 17 maart 2021 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2020 en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Er werd voorts ook aandacht besteed aan de verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag. Op 21 december 2021 heeft het auditcomité aandacht besteed aan de ESG-rappor- tering, beraadslaagd over de interne audit en controle, ICT en personeelsbeleid, de buitenbalansverplichtingen en de opportuniteit van de hernieuwing van het man- daat van de commissaris. Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur. 4. Remuneratiecomité 4.1 Samenstelling Pierre Macharis Niet-uitvoerend bestuurder Voorzitter Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder Victoria Vandeputte Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder 4.2 Activiteitenverslag Bijeenkomsten Aanwezigheden 100 % 3 Het remuneratiecomité heeft op zijn vergadering van 24 maart 2021 het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV een specifiek on- derdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 19 november 2020 en heeft samen met de CEO de conclusies overlopen van de feedbackgesprekken met de leden van het executief comité. Op zijn vergadering van 22 juni 2021 heeft het remuneratiecomité een nieuw voor- stel van loopbaanpaden voor de medewerkers van AvH besproken. Op de vergadering van 19 november 2021 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2022, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties. Het comité heeft o.m. aanbevolen om vanaf boekjaar 2022 de basisvergoeding voor de voorzitter te verhogen tot 100.000 euro en voor de bestuurders tot 50.000 euro. 5. Benoemingscomité De raad van bestuur heeft op 12 januari en 23 februari 2021 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 25 mei 2021 voor te stellen de mandaten van Alexia Bertrand en Frederic van Haaren te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, en het mandaat van Luc Bertrand te hernieuwen voor een termijn van 2 jaar. 30 Your partner for sustainable growth 6. Executief comité 6.1 Samenstelling Het executief comité werd op 1 september 2021 uitgebreid met de benoeming van An Herremans. Tom Bamelis (°1966, Belg) CFO en lid van het executief comité Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en nadien bij Groupe Bruxel- les Lambert. Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren Van links naar rechts: Piet Dejonghe, Tom Bamelis, André-Xavier Cooreman, Koen Janssen, An Herremans, Piet Bevernage, Jan Suykens, John-Eric Bertrand André-Xavier Cooreman (°1964, Belg) Lid van het executief comité André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax ma- nagement (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Ita- lië), Shell Group (legal counsel, Ne- derland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verant- woordelijke publieke sector). Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren Piet Dejonghe (°1966, Belg) Lid van het executief comité Piet Dejonghe behaalde na zijn stu- dies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke (nu Allen & Overy) en actief als consultant bij Boston Consulting Group. Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren Koen Janssen (°1970, Belg) Lid van het executief comité Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromecha- nica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity. Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren 31Jaarverslag 2021 Jan SuykensPiet Bevernage John-Eric Bertrand (°1960, Belg) Voorzitter van het executief comité (°1968, Belg) Secretaris-generaal en lid van het executief comité (°1977, Belg) Lid van het executief comité Jan Suykens is licentiaat in de toe- gepaste economische wetenschappen (UFSIA - 1982) en behaalde aan- sluitend een MBA (Columbia Universi- ty - 1984). Hij werkte een aantal jaren bij de Generale Bank in Corporate & Investment Banking. Sinds 1990 bij Ackermans & van Haaren Piet Bevernage behaalde een licenti- aat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&A-af- deling van Loeff Claeys Verbeke. Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2001) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor. Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren An Herremans (1982, Belg) Lid van het executief comité An Herremans volgde een opleiding als Handelsingenieur (KU Leuven, 2005) en behaalde een Master in Financial Management aan de Vle- rick Management School (2006). An startte haar carrière als consultant bij Roland Berger (2006-2011) en werk- te vervolgens als Corporate Business Development manager en Strategy Office manager bij Barco (2011-2014). Sinds 2014 bij Ackermans & van Haaren 32 Your partner for sustainable growth 6.2 Activiteitenverslag De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer. Bijeenkomsten Aanwezigheden 97 % 24 De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de statuten van de vennootschap aangepast aan de relevante bepalingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bij die gelegenheid werd tevens uitdrukkelijk geopteerd voor een monistische bestuursstructuur en werd de mo- gelijkheid bevestigd om rond de CEO een comité op te richten waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken. Daarbij weze opgemerkt dat de raad van bestuur op zijn vergadering van 6 oktober 2020 heeft beslist het dagelijks bestuur vanaf die datum uitsluitend toe te kennen aan de CEO. Het executief comité, nieuwe stijl, is in essentie belast met de bespre- king van de algemene leiding van de vennootschap en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen. Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité, net als in 2020, veel aan- dacht besteed aan de economische impact van de COVID-19 crisis op de groep en de gezondheid van de medewerkers. Daarnaast heeft het comité, zoals gebruikelijk, in hoofdzaak de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschap- pen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap rele- vante wetswijzigingen bestudeerd. 7. Diversiteitsbeleid Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeels- beleid een positieve invloed heeft op de slagkracht en innovatieve cultuur van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit. Op niveau van de raad van bestuur komt dit beleid tot uiting in de selectieproce- dure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht. De huidige raad van bestuur telt 3 vrouwelijke bestuurders (30%) en 7 manne- lijke bestuurders (70%) met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Op 31 december 2021 waren 4 bestuurders 50 jaar of jonger (40%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (60%). Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich on- der meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Alle leden van het executief comité werden, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren. Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2021 heeft Ackermans & van Haaren een investment manager aangeworven die in Singapore gebaseerd zal worden om daar op termijn een lokaal investeringsteam uit te bouwen en een sustainability manager, beide in de leeftijdscategorie 30 tot 40 jaar en met uiteen- lopende achtergronden ter versterking van het multidisciplinaire team. Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaan- begeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door een marktconform vergoedingsbeleid. Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag. 8. Externe en interne audit 8.1 Externe audit De commissaris van de vennootschap is EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Patrick Rottiers en Wim Van Gasse. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur. De commissaris werd benoemd op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2019 voor een termijn van drie jaar, die verstrijkt op de gewone algemene vergadering van 2022. In 2021 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de con- trole van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 66.150 euro (excl. BTW). Daarnaast werd een bijkomende vergoe- ding betaald aan EY Bedrijfsrevisoren van 5.000 euro (excl. BTW) voor een nazicht inzake de eerste toepassing van ESEF en van 3.350 euro (excl. BTW) voor een audit van de personeelsadministratie en aan EY Tax Consultants van 5.950 euro (excl. BTW) voor fiscale adviezen. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan EY door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 66.150 euro) bedroeg 2.854.484 euro. 8.2 Interne audit De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers recht- streeks verslag uit aan het auditcomité. 8.3 Belangrijkste kenmerken van de interne controle en beheerssystemen i.v.m. het proces van financiële verslaggeving en opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risico- beheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen wer- den ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze. 33Jaarverslag 2021 Risico’s worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden voorgesteld om de geïdentificeerde risico’s ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedo- cumenteerd, zodat een strikte opvolging mogelijk is. De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledi- ge, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten. 8.3.1 Controleomgeving De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssys- temen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen: a. Integriteit en ethiek De familiale waarden die aan de basis liggen van de historische ontwikkeling van de groep worden vertaald in een respectvolle relatie tussen de verschillende be- langhebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet op- genomen in het zogeheten ‘Vademecum’ (dit zijn interne bedrijfsrichtlijnen), zodat deze voor alle medewerkers duidelijk zijn en door hen kunnen worden uitgedragen. Teneinde het belang van ethisch en verantwoord ondernemen te benadrukken en duurzame groei in de groep te bevorderen, heeft de raad van bestuur op 19 maart 2018 bovendien een integriteitscode goedgekeurd. De integriteitscode kan geraadpleegd worden op de website en zal op regelmatige basis worden herzien en verbeterd. b. Bekwaamheden Een andere hoeksteen van het beleid van Ackermans & van Haaren is samenwer- king in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt uitgediept. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité, waar wordt gestreefd naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden. c. Bestuursorgaan / auditcomité De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschre- ven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de externe en interne audit. d. Organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transpa- rante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in het ‘Vademecum’. 8.3.2 Risicobeheersproces De risico’s op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samen- gevat. Risico’s op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderings- regels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap. Risico’s op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een pe- riodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-up- voorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden ‘business con- tinuity’- en ‘disaster recovery’-plannen voorzien. Risico’s op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris. Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maxima- le integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties. 8.3.3 Controle-activiteiten Zoals hierboven bij de bespreking van de risico’s reeds werd aangegeven, worden op het vlak van financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving. Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegd- heidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, pay- roll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware worden een aantal integriteitsrisico’s afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening. Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, ge- standaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico’s opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen. Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde rapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de doch- terondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren. Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voor- afgaand aan de externe verslaggeving. Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor. 34 Your partner for sustainable growth 8.3.4 Informatie en communicatie Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich recht- streeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden (whistle blowing). 8.3.5 Sturing Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité. 9. Aandeelhoudersstructuur 9.1 Aandeelhoudersstructuur Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecon- troleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor ‘Het Torentje’. 9.2 Kruisparticipaties Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2021 347.092 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan. 9.3 Schematische voorstelling De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2021, kan als volgt worden voorgesteld: Stichting Administratiekantoor ‘Het Torentje’ Controle Belfimas NV 92,25% Scaldis Invest NV 33% Ackermans & van Haaren NV 9.4 Referentieaandeelhouder Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren. 10. Comply or explain Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code (zoals deze van toepassing was in 2021): • Samenstelling benoemingscomité Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoe- mingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren. 35Jaarverslag 2021 IV. Remuneratieverslag Remuneratiebeleid 1. Inleiding Ingevolge de Wet van 28 april 2020 (1) (de Wet) zijn genoteerde vennootschappen voortaan verplicht: (i) vierjaarlijks een remuneratiebeleid ter goedkeuring voor te leggen aan de aandeelhouders en dit voor de eerste maal op de jaarvergadering van 25 mei 2021, en (ii) nog meer transparantie te bieden in hun remuneratieverslag - dat deel uit- maakt van het jaarverslag - over de vergoeding van hun leidinggevenden. Een en ander moet bijdragen tot effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrok- kenheid, wat op zijn beurt dan weer bijdraagt tot de versterking van het deugdelijk bestuur van genoteerde vennootschappen. De Europese regelgever beoogde met deze grotere aandeelhoudersbetrokkenheid eveneens bij te dragen tot de verbete- ring van financiële maar ook niet-financiële prestaties van vennootschappen zoals de ecologische, sociale en governancefactoren (ESG). De standpunten vertolkt door aandeelhouders en een analyse met behulp van een externe adviseur hebben geleid tot een aantal expliciteringen en aanpassingen die ter goedkeuring voorgelegd worden aan de jaarvergadering van 23 mei 2022. 2. Remuneratiebeleid 2.1 Strategie • Lange termijn • Duurzaamheid Met haar missie ‘Your partner for sustainable growth’, wil AvH de voorkeurpartner zijn van familiebedrijven en managementteams en met hen co-investeren op lange termijn, met de ambitie hen tot marktleiders te laten groeien die duurzame oplos- singen voor de grote globale uitdagingen ontwikkelen. AvH streeft naar een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische langetermijndeelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinves- teringen. AvH is een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diver- sificatie op lange termijn haar ondernemingen wil uitbouwen. AvH ambieert voor haar deelnemingen geen absolute rendementsdoelstelling, doch focust op een recurrente groei van de activiteiten, cashflowgeneratie en eigen ver- mogen. AvH verkiest langetermijngroei boven een kortetermijnmaximalisatie van het dividend en ambieert aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren via een recurrente stijging van haar geconsolideerd eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn. AvH past voor de hele groep, en ook voor haar investeringsbeslissingen, een ESG-kader toe uitgaande van de UN Sustainable Development Goals en de UN- PRI-richtlijnen en promoot een duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van haar deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij. De investeringsfilosofie is gebaseerd op een transparante rapportering en commu- nicatie, duidelijke afspraken qua deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek, een strikte financiële discipline en gezonde balansen. AvH wil ook als investeringsmaatschappij bijdragen tot een meer duurzame wereld en inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, hernieuw- bare energie, duurzame voedselketen, vergrijzing en bevolkingsgroei en digitali- sering. Dit alles realiseert AvH met een team van medewerkers die, door hun diversiteit aan achtergronden en hun continue ontwikkeling, waarde beogen toe te voegen aan de managementteams van de deelnemingen. Inclusief talent management maakt dan ook integraal deel uit van het ESG-beleid van AvH, dat uitvoerig beschreven wordt in het Duurzaamheidsverslag vanaf pag. 44. AvH wenst getalenteerde mensen aan te trekken én te behouden om de kwaliteit van de begeleiding die ze, als actieve aandeelhouder, aan haar participaties wenst te verlenen, te kunnen blijven garanderen. In de schoot van AvH werd een visie ontwikkeld over ‘Wie willen we zijn’. Daarin worden drie grote accenten gelegd: (i) “We creëren de voorwaarden die onze managementteams moeten toelaten hun bedrijf succesvol te leiden, hun activiteiten te ontwikkelen en duurzame aandeelhouderswaarde te creëren. Het is niet onze ambitie om de rol van het management over te nemen. We hebben als AvH wel de capaciteit om de ma- nagementteams waar nodig en/of gewenst te ondersteunen. We denken op lange termijn en geven strategische impulsen. (ii) We bouwen relaties uit en bieden ondersteuning zodat we een vertrouwensba- sis en een ownership gevoel creëren dat noodzakelijk is om naar een transpa- rant partnership te evolueren. (iii) We belijden een langetermijnvisie en creëren een kader waarin onze manage- mentteams zich niet schromen hun uitdagingen en bezorgdheden tijdig met ons te delen.” In lijn met haar missie ‘Your partner for sustainable growth’ en haar visie over “Wie willen we zijn’ tracht AvH met haar remuneratiebeleid niet alleen duurzaamheid en langetermijndenken te bevorderen, maar richt ze zich ook op het samen beha- len van doelen en het waarmaken van een duurzaam groei-engagement t.a.v. de aandeelhouders. Door een significant deel van de vergoeding van de leden van het executief comité van AvH afhankelijk te stellen van deze langetermijnobjectieven en duurzaamheids- parameters tracht AvH met het voorgestelde remuneratiebeleid in belangrijke mate bij te dragen tot de verwezenlijking van de bedrijfsstrategie. Ook in de remuneratiecomités van de deelnemingen worden kaders voor een deug- delijk remuneratiebeleid ontwikkeld en periodiek geoptimaliseerd. Voor de positionering van AvH inzake totale financiële vergoeding benchmarkt de groep zichzelf met andere relevante bedrijven. AvH wenst haar CEO en leden van het executief comité, alsook alle andere functies op vlak van totale vergoeding te positioneren boven de mediaan, in lijn met de kwaliteitsverwachtingen t.a.v. het team. AvH neemt driejaarlijks deel aan een benchmarkoefening om haar relatieve positie te evalueren. AvH is een sterk genetwerkte omgeving en zet in op betrokkenheid en op het sa- men behalen van succes. In het remuneratiebeleid wordt er dan ook resoluut voor geopteerd om geen individuele doelstelling te hanteren maar te opteren voor ge- meenschappelijke prestatiemaatstaven. Met de jaarlijkse eindejaarsgesprekken focust AvH op de individuele ontwikkeling zowel qua vaardigheden als qua persoon, en ieders individuele bijdrage tot de rea- lisatie van de bedrijfsstrategie. (1) De Wet van 28 april 2020 houdt de omzetting in naar Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2017/828 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft. Deze Richtlijn moest uiterlijk op 10 juni 2019 zijn omgezet in nationaal recht. 36 Your partner for sustainable growth 2.2 Toepassingsgebied De raad van bestuur van AvH telt 10 leden, haar executief comité 8 leden. AvH, AvH Growth Capital en Ackermans & van Haaren Singapore tellen in totaal 37 medewerkers, die samen concreet vormgeven aan voormelde strategie. Het voorgestelde remuneratiebeleid geldt voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 en is, overeenkomstig artikel 7:89/1 WVV, van toepassing op de 10 bestuur- ders, de personen belast met het dagelijks bestuur, in casu de CEO, en de andere personen belast met de leiding van de vennootschap, in casu de 7 overige leden van het executief comité. Het goedgekeurde remuneratiebeleid voor de periode 2021-2024 kent met ingang van 2022 een aantal aanpassingen (1) , ingegeven door gesprekken met diverse sta- keholders en een professionele adviseur. 2.3 Remuneratiecomité Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité. In het bijzonder zal het remuneratiecomité: • aanbevelingen doen aan de raad van bestuur met betrekking tot het remunera- tiebeleid voor de bestuurders en de leden van het executief comité en de hieruit voortvloeiende voorstellen tot besluit van de algemene vergadering; • aanbevelingen doen met betrekking tot de individuele vergoeding van bestuur- ders en leden van het executief comité (m.i.v. bonussen, langetermijnincenti- veprogramma’s zoals aandelenopties en andere financiële instrumenten en vertrekvergoedingen) en eventuele hieruit voortvloeiende voorstellen tot besluit van de algemene vergadering; • de prestaties van de leden van het executief comité evalueren en dit, behalve voor wat de prestaties van de voorzitter van het executief comité betreft, in overleg met deze laatste; • de verwezenlijking van de strategie van de vennootschap door het executief comité evalueren op basis van de overeengekomen prestatiemaatstaven en -doelstellingen; • het remuneratieverslag voorbereiden dat door de raad van bestuur wordt opge- nomen in de Verklaring inzake deugdelijk bestuur; en • het remuneratieverslag toelichten op de gewone algemene vergadering. Het remuneratiecomité bepaalt zelf de frequentie van haar vergaderingen, maar vergadert ten minste twee keer per jaar. Tijdens vergaderingen waarop de individuele vergoeding van een lid van het re- muneratiecomité wordt besproken, mag de betrokkene aanwezig zijn, maar mag hij niet optreden als voorzitter van de vergadering en onthoudt die zich van enige feedback ten aanzien van de eigen persoon. 2.4 Vergoedingscomponenten (i) Raad van bestuur De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvul- lende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité met andere relevante ondernemingen (2) . De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeu- ring voorgelegd aan de algemene vergadering. Niet-uitvoerende bestuurders dienen een deel van hun vergoeding, m.n. minstens tienduizend euro (€ 10.000), te beleggen in aandelen van de vennootschap, tenzij zij reeds, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang bezitten in de vennootschap van dergelijke waarde. Deze aandelen dienen gedurende minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende bestuurder de raad van bestuur verlaat, te worden aangehou- den en minstens drie jaar na de verwerving ervan. (ii) Executief comité De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit 4 componenten: (a) een vaste vergoeding, (b) een variabele vergoeding (STI of short term incentive), (c) aandelenopties (LTI of long term incentive), (d) een groepsverzekering en overige voordelen. De leden van het executief comité houden ieder minstens 1.000 aandelen Acker- mans & van Haaren aan, die verworven kunnen worden, al dan niet door de uitoe- fening van opties, over een periode van 5 jaar. (a) Vaste vergoeding De vaste vergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van de gezondheids- index, evolueert naar de gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vas- te vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden. Eventuele verhogingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratiecomité en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. (b) Variabele vergoeding (STI - short term incentive) De STI wordt initieel berekend als een promille van het geconsolideerd nettoresul- taat (deel van de groep) en wordt vervolgens afhankelijk gesteld van financiële en niet-financiële criteria. De totale STI wordt geplafonneerd op 1,5 keer de vaste jaarvergoeding. (i) 80% van de totale STI is afhankelijk van de financiële doelstelling ‘geconso- lideerd nettoresultaat’. Indien het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) onder de drempel van 100 miljoen euro zakt, wordt er geen variabele vergoeding uitbetaald. Dit cash incentive plan is gebaseerd op langetermijnam- bities. Alhoewel deze STI is gebaseerd op een promille van het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieu- we investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedu- rende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt. (ii) 20% van de totale STI is afhankelijk van niet-financiële parameters die jaar- lijks bepaald worden door het remuneratiecomité en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de raad van bestuur. De vooropgestelde criteria (KPIs) dragen fundamenteel bij tot het ESG-beleid van AvH. Jaarlijks bepaalt het remuneratie- comité welke realisaties op de vooropgestelde KPIs worden verwacht. De concrete invulling ervan, net als eventuele eenmalige bonussen of een gefun- deerde afwijking van gestelde beleidslijnen, wordt beslist door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité. (c) Variabele vergoeding (LTI - long term incentive) Het aandelenoptieplan heeft als doel de begunstigden ervan te vergoeden voor hun bijdrage aan de waardecreatie op lange termijn. (1) De aanpassingen betreffen o.a. een floor en een cap op de STI, good leaver-principe als voorwaarde voor pro rata uitbetaling van de STI, introductie van KPI’s voor de niet-financiële factor van de STI, toepassingsgebied sign-on bonus en beperking opzegtermijnen naar de toekomst. (2) In 2021 werd de vergoeding van de bestuurders getoetst aan de bestuursvergoedingen van de Bel20- vennootschappen. 37Jaarverslag 2021 De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toeken- ning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedge- keurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het exe- cutief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze vergoedingscomponent is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel. De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van AvH worden toegekend, hebben volgende kenmerken: • Aanbod: medio januari. • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van het laagste van (i) de slotkoers van het aandeel voorafgaand aan de datum van het aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod. • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod. De toegekende aantallen kunnen jaarlijks door de raad van bestuur worden her- zien, op voorstel van het remuneratiecomité. (d) Verzekeringen en overige voordelen AvH voorziet een groepsverzekering type ‘vaste bijdrage’ (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitali- satieverzekering. Aan iedereen wordt ook een smartphone en een laptop en/of tablet computer aan- geboden. Daarnaast heeft AvH een mobiliteits- en flexibiliteitsbeleid waarbij elektrische wa- gens worden aangeboden, maar ook fietsen en telewerk. Om het welzijn te bevorderen worden er ook fitness- en yogalessen georganiseerd, zowel op kantoor als virtueel. (e) Relatief aandeel van de verschillende vergoedingscomponenten Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité wordt sterk beïnvloed door de resultaten van de groep dat voor 80% meespeelt in de variabele vergoeding en door de eventuele meerwaarde die verworven kan worden bij de uitoefening van de opties. De beoogde standaardverhoudingen zijn: • vaste vergoeding: 30% • een variabele vergoeding (in geld) gerelateerd aan het geconsolideerd nettore- sultaat (short term incentive of STI): 30% • aandelenopties (long term incentive of LTI) (1) : 30% • groepsverzekering en overige voordelen: 10% Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëva- lueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegege- vens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennoot- schappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aan- passingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vas- te vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaar- lijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds. (f) Vergoeding bij rekrutering In geval van aanwerving van een lid voor het executief comité of een senior profes- sional beslist het remuneratiecomité over de toekenning van een eventuele sign-on bonus ter compensatie van een deel van de gederfde variabele vergoeding van de vorige werkgever. 2.5 Contractuele voorwaarden De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoe- ding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije 5 boekjaren. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. De huidige CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeen- komst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden. De huidige andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzij- dig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennoot- schap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan voor bepaalde leden van het executief comité oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap. Bij de toekomstige aanstelling van leden van het executief comité wordt de eenzij- dige beëindiging van de overeenkomst bepaald op maximum 12 maanden. Wanneer een lid van het executief comité of een senior professional AvH verlaat in een goede verstandhouding (‘good leaver’), ongeacht of de opzegging uitgaat van de vennootschap of de betrokkene, heeft deze laatste recht op het gemiddelde van zijn of haar variabele vergoeding over de laatste drie boekjaren, geprorateerd indien het vertrek plaats heeft voor het einde van het jaar. Op aanbeveling van het remuneratiecomité kan de raad van bestuur gemotiveerd afwijken van deze beleidslijn. 2.6 Medewerkers De normen die gehanteerd worden voor het bepalen van het remuneratiebeleid van de leden van het executief comité worden eveneens toegepast op de andere medewerkers: • inzetten op elementen van lange termijn (aandelenopties, groeps- en hospitali- satieverzekering en een identiek benefitsbeleid); • positioneren van de totale vergoeding boven de mediaan in de markt; • collectief delen in succes (winstpremie). 2.7 Wijzigingen Het remuneratiebeleid 2021-2024 is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van de CHCO, het executief comité, het remuneratiecomité, de raad van bestuur en externe deskundigen en werd goedgekeurd op de jaarvergadering van 25 mei 2021. De standpunten vertolkt door aandeelhouders en een analyse met behulp van exter- ne adviseurs hebben geleid tot een aantal expliciteringen en aanpassingen die ter goedkeuring zullen worden voorgelegd aan de jaarvergadering van 23 mei 2022. (1) Het aandeel van de aangeboden aandelenopties is berekend op basis van de Black & Scholes-methode. 38 Your partner for sustainable growth Toepassing remuneratiebeleid in 2021 1. Inleiding Dit remuneratieverslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV (Remuneratieverslag). De raad van bestuur heeft zich bij de opstelling van het Remuneratieverslag tevens geïnspireerd op: • Principe 7 van de Belgische Corporate Governance Code 2020 inzake de re- muneratie van bestuurders en de leden van het uitvoerend management van genoteerde vennootschappen (Code 2020); • (het ontwerp) ‘Guidelines on the standardised presentation of the remuneration report under Directive 2007/36/EC, as amended by Directive (EU) 2017/828, as regards the encouragement of long-term shareholder engagement’, opgesteld door de Europese Commissie (Richtlijn), en • de feedback van aandeelhouders en een externe analyse van het Remuneratie- beleid 2021-2024. Ackermans & van Haaren heeft een monistische bestuursstructuur, waarbij de raad bevoegd is om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezen- lijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. De raad van bestuur heeft op 6 oktober 2020 beslist het dagelijks bestuur van de vennootschap enkel te delegeren aan de CEO. Het executief comité, waarvan de CEO deel uitmaakt, is verantwoordelijk voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. De vergoeding van de leden van het executief comité, de CEO uitgezonderd, is m.b.t. het boekjaar 2021 op geaggregeerde wijze bekendgemaakt in het Remuneratieverslag. Het remuneratiecomité heeft het Remuneratiebeleid 2021-2024, dat integraal is opgenomen in het jaarverslag (pag. 35 en verder), bijgestuurd voor boekjaar 2022 en volgende, op basis van feedback van aandeelhouders en van externe adviseurs. Dit Remuneratieverslag geeft een overzicht van het bestaande remuneratiebeleid zoals toegepast in boekjaar 2021. Naast een druk investeringsjaar met twee beloftevolle investeringen in onderne- mingen als Van Moer Logistics en het Zuidoost-Aziatische investeringsfonds Venturi Partners, vervolginvesteringen in o.m. Biotalys, Medikabazaar en Rent-A-Port en de creatie van de vastgoedgroep Nextensa (ingevolge de inbreng van Extensa Group in Leasinvest Real Estate), hebben de bestaande deelnemingen, zonder uitzondering, heel mooie tot recordresultaten neergezet. Het geconsolideerd nettoresultaat over boekjaar 2021 steeg dan ook met 77% t.o.v. het voorgaande boekjaar, dat welis- waar geïmpacteerd was door de COVID-19 crisis. De uitzonderlijk goede resultaten van 2021 vertalen zich dan ook in een stijging van de variabele vergoeding (short term incentive of STI), d.i. een cash bonus op 1 jaar van de leden van het executief comité (+77%). De betrokken bedragen overschrij- den geenszins het plafond dat voorzien wordt voor de STI. Er werden over 2021 geen uitzonderlijke premies betaald. 2. Remuneratieprocedure Het remuneratiecomité heeft op 11 januari 2022 het ontwerp van Remuneratie- verslag, dat een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Voor het positioneren van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité voor 2022 zijn de benchmarkgegevens gehanteerd van 2020 en werd de vaste vergoeding van twee leden van het executief comité in lijn gebracht met de benchmark. De vaste vergoeding van de overige leden werd aangepast op basis van de gezondheidsindex. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding (short term incentive of STI) aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbe- velingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 19 november 2021. Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 7:91, tweede lid WVV, de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare presta- tiecriteria over een periode van één jaar. Het comité heeft tijdens de vergadering van 19 november 2021 voorgesteld om de berekeningswijze ter bepaling van de STI van de leden van het executief comité niet te wijzigen t.a.v. het vorige boekjaar. Het remuneratiecomité heeft op 24 februari 2022 het resultaat beoordeeld op de niet-financiële ESG-parameters, die 20% uitmaken van de STI. Tevens heeft het comité aangepaste doelstellingen voor 2022 voorgesteld aan de raad van bestuur. Voor AvH als bedrijf ligt het accent op sociale parameters zoals ‘Diversity & Inclusion’. Voor AvH als verantwoordelijke investeerder ligt het accent op ESG als belangrijke parameter in de toewijzing van middelen (‘asset allocation’) en investeringsbeslissingen, alsook op sociale parameters als duurzaam talent ma- nagement en ethische bedrijfsvoering. Om blijvend in te zetten op de langetermijnperformantie werd beslist om het aantal aangeboden aandelenopties (long term incentive of LTI) op te trekken met 1.000 opties per lid van het executief comité. Het comité heeft tot slot voorgesteld om de vaste vergoeding van de bestuurders (incl. zitpenningen) voor het boekjaar 2021 te handhaven op hetzelfde niveau als 2020. Op basis van een benchmark met de vergoeding van de bestuurders van andere BEL20-bedrijven wordt er echter vanaf boekjaar 2022 een verhoging voorzien van de vaste vergoeding (excl. zitpenningen). De laatste aanpassing in dit verband da- teert van 2013. 3. Raad van bestuur De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Gelet op het feit dat de vergoeding, tantièmes en zitpennin- gen, niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratieco- mité. De door de raad van bestuur voorgestelde aanpassingen, zoals geadviseerd door het remuneratiecomité, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 24 febru- ari 2022 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, vanaf boekjaar 2022 als volgt aan te passen: • Basisvergoeding voor de voorzitter van de raad van bestuur: 100.000 euro • Basisvergoeding voor de bestuurders: 50.000 euro De overige vergoedingen blijven behouden: • Bijkomende vergoeding voor de leden van het remuneratiecomité: 2.500 euro • Bijkomende vergoeding voor de voorzitter van het auditcomité: 10.000 euro • Bijkomende vergoeding voor de leden van het auditcomité: 5.000 euro • Zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur of het audit- of remuneratiecomité: 2.500 euro Dit voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gewone algemene vergade- ring van 23 mei 2022. Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter 39Jaarverslag 2021 van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast te- vens, in het belang van de groep, voorzitter is geworden of gebleven van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank en Bank Van Breda, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste en indexeerbare vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016. Voor de volledigheid wordt te- vens opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2021 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 60.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2021, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank t.b.v. 250.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2021 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 29.000 euro. De vergoedingen die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2021. Alle bestuurders hebben verklaard ten belope van minstens 10.000 euro te hebben belegd in aandelen van de vennootschap. Tabel 1 geeft per bestuurder de vergoeding weer waarop zij recht hebben voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2021. Deze vergoeding zal worden betaald, na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering, ge- pland op 23 mei 2022. 4. Executief comité 4.1 Totale vergoeding De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit de volgende componenten: (i) een vaste vergoeding, (ii) een variabele vergoeding (in geld) gerelateerd aan het geconsolideerd nettoresultaat (short term incentive of STI), (iii) aandelenopties (long term incentive of LTI), (iv) een groepsverzekering, en andere voordelen Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëva- lueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegege- vens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennoot- schappen) en/of salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aan- passingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (de STI) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds. De vaste vergoeding van de leden van het executief comité evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en van de marktontwikkelingen. De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van een objectief meetbaar prestatiecriterium, nl. het gecon- solideerd nettoresultaat over een periode van één boekjaar. De variabele vergoe- ding wordt betaald in geld, na vaststelling door de raad van bestuur van het gecon- solideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar (d.i. eind maart). Alhoewel deze STI is gebaseerd op een promille van het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langeter- mijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te ge- nereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kor- tetermijnmaximalisatie van de winst beoogt. Vanuit die optiek worden eenmalige, boekhoudkundige winsten (zoals bv. herwaarderingsmeerwaarden) uitgesloten uit de berekening van de STI. Voor het eerst over boekjaar 2021 wordt 20% van deze STI afhankelijk gemaakt van de resultaten op de vooropgestelde ESG parameters. De groepsverzekering is van het type ‘vaste bijdrage’ en dekt de volgende risi- co’s: aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezen- pensioen. Zowel de vennootschap als het betrokken lid van het executief comité dragen bij tot de vorming van een reserve. Onder de andere voordelen, vallen de traditionele voordelen van alle aard, zoals bedrijfswagen, smartphone en tablet computer, en een hospitalisatiever- zekering. De bijdragen tot de hospitalisatieverzekering worden integraal gedragen door de vennootschap. De aandelenopties komen aan bod onder 4.2. Tabel 1: Vergoeding van de bestuurders (boekjaar 2021) (€) Vaste vergoeding Zitpenningen (1) Totale vergoedingNaam Voorzitter raad van bestuur Bestuurder Voorzitter auditcomité Lid auditcomité Lid remunera- tiecomité Raad van bestuur Comités Luc Bertrand 60.000 22.500 82.500 Alexia Bertrand 30.000 22.500 52.500 Marion Debruyne 30.000 5.000 20.000 10.000 65.000 Jacques Delen 30.000 22.500 52.500 Pierre Macharis 30.000 2.500 20.000 7.500 60.000 Julien Pestiaux 30.000 5.000 2.500 22.500 17.500 77.500 Thierry van Baren 30.000 22.500 52.500 Victoria Vandeputte 30.000 2.500 22.500 7.500 62.500 Frederic van Haaren 30.000 22.500 52.500 Pierre Willaert 30.000 10.000 22.500 10.000 72.500 Totaal 630.000 (1) Er wordt een zitpenning van 2.500 euro toegekend per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité en/of het remuneratiecomité. In 2021 hebben er 9 raden van bestuur plaats gevonden, 4 auditcomités en 3 remuneratiecomités. 40 Your partner for sustainable growth De leden van het executief comité bevestigen hun intentie om ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan te houden, te verwerven over een periode van 5 jaar. Tabel 2 geeft gemiddeld voor de leden van het executief comité en individueel voor de CEO de vergoeding weer die zij ontvingen voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2021. Eén lid van het executief comité (An Herremans) is nog niet opgenomen in de rapportering gezien deze pas met ingang van 1 september 2021 benoemd werd tot lid van het executief comité. 4.2 Aandelenopties De jaarlijkse toekenning van aandelenopties geschiedt in het kader van een aan- delenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Het aandelenoptieplan werd opgesteld overeenkomstig de bepa- lingen van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toeken- ning van aandelenopties is niet gebonden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving wor- den de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De vennootschap biedt aan de begunstigden geen instrumenten aan ter afdekking van de risico’s verbonden aan de aandelenopties. De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan worden toegekend, hebben volgende kenmerken: • Aanbod: medio januari. • Uitoefenprijs: prijs vastgesteld op basis van het laagste van (i) de slotkoers van het aandeel voorafgaand aan de datum van het aanbod en (ii) de gemiddelde slotkoers van het aandeel gedurende 30 dagen voorafgaand aan het aanbod. • Uitoefentermijn: de opties zijn uitoefenbaar vanaf het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarin het aanbod plaatsvindt tot het einde van het achtste jaar te rekenen vanaf de datum van het aanbod. Tijdens boekjaar 2021 vervielen geen (niet-uitgeoefende) aandelenopties aange- houden door de leden van het executief comité. 5. Vertrekvergoedingen en terugvorderingsrechten De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelij- ke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor onbepaalde duur. De huidige CEO kan zijn overeenkomst eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig deze overeen- komst beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 24 maanden. De andere leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig be- eindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn die schommelt tussen 18 maanden en 24 maanden. Voor elke nieuwe benoeming van een persoon tot lid van het executief comité zal de opzegtermijn bij beëindiging door de vennootschap worden vastgesteld op maximum 12 maanden. De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele ver- goeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap (claw back) van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije 5 boekjaren. Tijdens het afgelopen boekjaar diende geen toepassing te worden gemaakt van vertrekvergoedingen of terugvorderingsrechten. 6. Afwijkingen van het remuneratiebeleid Tijdens het afgelopen boekjaar werd niet afgeweken van het dan geldende remu- neratiebeleid. Tabel 2: Individuele vergoeding van de CEO en de gemiddelde vergoeding van de overige leden van het executief comité (boekjaar 2021) (€) Vaste vergoeding Variabele vergoeding Groepsverzekering (vaste bijdrage ten laste van de vennootschap) Hospitalisatie- verzekering Totale vergoeding Verhouding vaste vergoeding op totale vergoeding Verhouding variabele vergoeding op totale vergoeding Verhouding STI op vaste vergoeding Naam Basis- vergoeding Voordelen alle aard (1) Totaal STI LTI onder vorm van aandelen- opties (2) Totaal Jan Suykens (CEO) 712.320 5.957 718.277 985.635 212.720 1.198.355 53.804 896 1.971.332 36% 61% 137% Overige EC-leden - gemiddeld (3) 381.700 4.346 386.046 390.147 137.382 527.529 49.374 814 963.763 40% 55% 101% (1) Voordelen alle aard: bedrijfswagen, smartphone, laptop, tablet computer. (2) De marktwaarde van de in 2021 aangeboden & aanvaarde aandelenopties werd berekend op basis van de Black & Scholes-methode. (3) Op basis van de leden die voor het volledige boekjaar deel uitmaakten van het executief comité. 41Jaarverslag 2021 Tabel 3: Aandelenopties 2014-2021 (Aantal aangeboden en aanvaarde opties berekend op basis van de Black & Scholes-methode) Openings- balans (1) Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Uit- oefening Eind- balans Jan Suykens (CEO) 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 06/12/2021 Uitstaande opties 43.000 5.500 5.500 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000 (2) -5.500 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 124,67 - Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 26,59 - Waarde op basis van Black & Scholes € 84.425 € 75.680 € 221.760 € 205.600 € 218.560 € 199.360 € 212.720 - Saldo op 31/12/2021 45.500 Tom Bamelis 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 12/03/2021 Uitstaande opties 33.000 4.000 4.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 (2) -4.000 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 22,43 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 84.425 € 55.040 € 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 Saldo op 31/12/2021 34.000 John-Eric Bertrand 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 17/12/2021 Uitstaande opties 27.000 2.000 2.000 4.000 4.000 5.000 5.000 5.000 5.000 (2) -2.000 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 22,43 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 30.700 € 27.520 € 110.880 € 102.800 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 Saldo op 31/12/2021 30.000 Piet Bevernage 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 21/12/2021 Uitstaande opties 28.000 4.000 4.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 (2) -4.000 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 61.400 € 55.040 € 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 132.950 Saldo op 31/12/2021 29.000 André-Xavier Cooreman 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 Uitstaande opties 29.000 4.000 4.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 (2) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 22,43 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 61.400 € 55.040 € 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 Saldo op 31/12/2021 34.000 Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3: (1) Openingsbalans: het aantal opties waarover de begunstigde beschikt op 1 januari 2021 en dat nog niet werd uitgeoefend in 2021. (2) Aantal aangeboden opties: aantal opties dat aangeboden en aanvaard is in 2021. (3) Aantal verworven opties: aantal opties dat in de loop van 2021 werd verworven (ingevolge het verstrijken van de ‘vesting’-periode). 42 Your partner for sustainable growth Openings- balans (1) Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Aanbod Uit- oefening Eind- balans Piet Dejonghe 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 5/01/2021 Uitstaande opties 33.500 4.000 4.000 5.500 6.000 6.000 6.000 (2) -8.000 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 61.400 € 55.040 € 141.350 € 163.920 € 149.520 € 159.540 Saldo op 31/12/2021 31.500 An Herremans 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 28/12/2021 Uitstaande opties 8.000 1.500 1.500 1.500 1.500 2.000 2.500 (2) -1.500 (3) Uitoefenprijs € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 Black & Scholes € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 22,43 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 41.580 € 38.550 € 40.980 € 37.380 € 44.860 € 66.475 Saldo op 31/12/2021 9.000 Koen Janssen 1/01/2021 2/01/2014 5/01/2015 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 13/12/2021 Uitstaande opties 28.000 4.000 4.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 (2) -4.000 (3) Uitoefenprijs € 82,32 € 100,23 € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 124,67 Black & Scholes € 15,35 € 13,76 € 27,72 € 25,70 € 27,32 € 24,92 € 26,59 Waarde op basis van Black & Scholes € 61.400 € 55.040 € 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 132.950 Saldo op 31/12/2021 29.000 Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3: (1) Openingsbalans: het aantal opties waarover de begunstigde beschikt op 1 januari 2021 en dat nog niet werd uitgeoefend in 2021. (2) Aantal aangeboden opties: aantal opties dat aangeboden en aanvaard is in 2021. (3) Aantal verworven opties: aantal opties dat in de loop van 2021 werd verworven (ingevolge het verstrijken van de ‘vesting’-periode). 7. Evolutie van de remuneratie en van de prestaties van de vennootschap 7.1 Jaarlijkse verandering in de remuneratie De basisvergoedingen van de bestuurders bleven in 2021 ongewijzigd. De totale vaste vergoeding van de leden van het executief comité steeg in 2021 met 2,39%, waarbij dit een aanpassing aan de benchmark betrof voor twee personen en voor de overige leden de toepassing van de gezondheidsindex met 0,96%. Hun STI steeg met 77% als gevolg van de stijging van het geconsolideerd nettoresultaat dat een recordhoogte bereikte dankzij de zeer goede performantie van de deelnemingen. De STI overschreed voor geen enkel lid van het executief comité het voor 2022 vooropgestelde plafond. Er werden over boekjaar 2021 geen uitzonderlijke premies betaald. Tabel 4 geeft de procentuele evolutie weer van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers. 7.2 Jaarlijkse verandering in de ontwikkeling van de prestaties van de vennootschap Zoals hoger vermeld, is een belangrijk deel van de vergoeding (m.n. de variabele vergoeding en de aandelenopties) van de leden van het executief comité afhankelijk enerzijds van de evolutie van het geconsolideerd nettoresultaat en anderzijds van de ontwikkeling van de beurskoers. Beide parameters ontwikkelden als volgt in 2021 t.o.v. 2020: • Geconsolideerd nettoresultaat: +77,0% • Beurskoers: +35,5% M.b.t. boekjaar 2021 werd 80% van de STI berekend op basis van het geconsoli- deerd nettoresultaat en 20% op basis van de performantie m.b.t. ESG. 7.3 Jaarlijkse verandering in de gemiddelde remuneratie van de bedienden Per 31 december 2021 stelde de vennootschap 22 bedienden te werk. Hun gemid- delde vaste brutovergoeding (excl. werkgeversbijdragen) werd in 2021 geïndexeerd t.b.v. 0,96%. Een aantal bedienden ontving op basis van benchmark en perfor- mantie een loonsverhoging boven indexatie. Gemiddeld stegen de lonen daardoor 43Jaarverslag 2021 met 3,3%. Hun gemiddelde variabele vergoeding kende in 2021 een stijging van 26,4%. Voor bedienden hanteert AvH een gecategoriseerd winstpremieplan in het kader waarvan de raad van bestuur jaarlijks al dan niet beslist om een deel van de winst uit te keren aan de bedienden. De twee criteria voor categorisering zijn functie en anciënniteit. De maximale verhouding tussen de hoogste en de laagste winstpremie bedraagt 1 op 10 (over 2021 van 3.500 euro tot 35.000 euro). De raad van bestuur beslist jaarlijks over de toepassing van een winstpremieplan en de modaliteiten daarvan. Voor 2021 werd beslist een extra categorie te creëren, het basisbedrag op te trekken en twee categorieën te fuseren. De stijging van 26,4% hangt samen met de verhoging van de basis, de nieuwe categorieën en anciënni- teitstoename. Tabel 5 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers. Tabel 4: Evolutie van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité (€) 2017 2018 2019 2020 2021 Vaste vergoeding 358.210 374.039 (+4,4%) 415.570 (+11,1%) 418.902 (+0,8%) 428.931 (+2,4%) Variabele vergoeding (1) 490.323 478.672 (-2,4%) 702.384 (+46,7%) 316.477 (-54,9%) 623.361 (+97,0%) Geconsolideerd nettoresultaat (000) 302.530 289.639 (-4,3%) 394.900 (+36,3%) 229.791 (-41,8%) 406.814 (+77,0%) Beurskoers op 31/12 145,9 131,8 (-9,6%) 141,6 (+7,4%) 124,5 (-12,1%) 168,7 (+35,5%) (1) Onder ‘variabele vergoeding’ wordt begrepen het gemiddelde van de STI + de aangeboden en aanvaarde opties van dat jaar berekend op basis van de Black & Scholes-methode. (2) De ‘variabele vergoeding’ omvat hier de winstpremie en uitzonderlijke bruto bonussen. De opties die aan sommige bedienden werden aangeboden, werden in deze berekening uitgesloten. 7.4 Loonspanning De ratio tussen het gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité enerzijds en van de bedienden van de vennootschap anderzijds bedraagt 1 op 5,1 op basis van volgende gegevens: • Gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité: 428.931 euro • Gemiddelde van de vaste vergoeding (bruto jaarsalaris) van de bedienden van AvH: 83.257 euro De ratio tussen de vaste vergoeding van de CEO en het laagste bediendeloon be- draagt 1 op 14,6. Tabel 5: Evolutie van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden (€) 2017 2018 2019 2020 2021 Vaste vergoeding 71.670 69.400 (-3,2%) 74.109 (+6,8%) 80.577 (+8,7%) 83.257 (+3,3%) Variabele vergoeding (2) 7.245 9.511 (+31,2%) 9.908 (+4,2%) 11.809 (+19,2%) 14.926 (+26,4%) Geconsolideerd nettoresultaat (000) 302.530 289.639 (-4,3%) 394.900 (+36,3%) 229.791 (-41,8%) 406.814 (+77,0%) Beurskoers op 31/12 145,9 131,8 (-9,6%) 141,6 (+7,4%) 124,5 (-12,1%) 168,7 (+35,5%) IV. Verklaring inzake niet-financiële informatie Overeenkomstig artikel 3:32, §2 WVV dient het jaarverslag een verklaring te bevat- ten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt. Namens de raad van bestuur, 22 maart 2022 Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur 44 Your partner for sustainable growth Ackermans & van Haaren: een duurzame investerings- maatschappij Verantwoordelijke aandeelhouder Solvabiliteit en lange- termijn- rentabiliteit Talent- beheer Risicobeheer Verantwoordelijk investerings- beleid Deugdelijk bestuur Rapportering Innovatie Bedrijfs- ethiek R e s p e c t L a n g e t e r m i j n v i s i e O n d e r n e m e r s c h a p F a m i l i a l e w a a r d e n F o c u s o p m a t e r i ë l e t h e m a ’ s A c t i e f i n t e r a g e r e n m e t p a r t i c i p a t i e s DUURZAAMHEIDSVERSLAG (ESG) Dit hoofdstuk is de verklaring inzake niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren (‘AvH’) overeenkomstig artikel 3:32 § 2 WVV en heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. 1. ESG-overzicht 2021 ... die inspeelt op maatschappelijke thema’s Klimaatverandering en energietransitie Energie-efficiënte en circulaire bouw Verantwoord vermogensbeheer Duurzaam voedsel Gezondheid en welzijn Duurzame supply chain en logistiek Digitalisering ... op een gestructureerde manier. 12,5 Lidmaatschap sinds 2020 SDGs als referentiemodel met focus op 4 thema’s 45Jaarverslag 2021 ESG • CO 2 -voetafdruk AvH-groep in kaart gebracht (856.000 ton CO 2 eq) ESG • EU Taxonomie potentieel belangrijk voor AvH-groep (46% omzet in aanmerking - ‘eligible’ en 15% reeds afgestemd - ‘aligned’) ESG • Aandacht voor talent en bedrijfscultuur ESG • ‘Sense of purpose’ belangrijke factor om talent aan te trekken en te behouden ESG • Groeiend engagement bij participaties om ESG-beleid strategisch in te vullen “ AvH hanteert steeds een langetermijnvisie waarbij ESG deel uitmaakt van haar investeringslosoe ‘Your partner for sustainable growth’. ” “ We hebben niet gewacht op de Glasgow COP26 klimaattop om in de AvH-groep ESG overal op de agenda te zetten. ” 91 % van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een ESG-beleid ESG-hoogtepunten 2021 bij Ackermans & van Haaren Luc Bertrand, Voorzitter van de raad van bestuur Jan Suykens, CEO, Voorzitter van het executief comité Ackermans & van Haaren: aandeelhouder van duurzame participaties Geconsolideerd eigen vermogen AvH 31% 37% 13% 12% 7% Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Growth capital • Focus op ESG- en innovatieve ontwikkelingen (Biolectric, Biotalys, HealthQuad, Indigo Diabetes, Mediahuis, Medikabazaar, MRM Health, OncoDNA) • Efficiënte supply chain en intermodaal transport (OMP, Van Moer Logistics) SIPEF • 100% productie duur- zame RSPO-gecertificeerde palmolie Sagar Cements • Belangrijke inspanningen m.b.t. energie-efficiëntie, circulariteit en hernieuwbare energie Nextensa • Duurzame gebouwen en stadsontwikkeling Anima • Hoogstaande kwalitatieve ouderenzorg Delen Private Bank • A+ beoordeling voor ‘strategie en beleid’ UN PRI • Meer dan 30 miljard euro patrimoniale fondsen UN PRI ‘compliant’ • Hoge klantentevredenheid (NPS:58) Bank Van Breda • Hoge klantentevredenheid (NPS:53) en Great place to Work DEME • Wereldleider offshore wind • Duurzame innovaties (o.a. groene waterstof, GSR) • EU Taxonomie: 28% omzet in aanmerking - ‘eligible’ en 24% afgestemd - ‘aligned’ CFE • Circulariteit, duurzame logistiek, houtbouw, digitalisering en energie- efficiënte gebouwen Green Offshore/DEME • Economische eigenaar van 155 MW offshore wind en toekenning 2 nieuwe concessies ScotWind 46 Your partner for sustainable growth 2. ESG-kerncijfers, -doelen en SDG-focus Op de volgende pagina’s wordt de vooruitgang in het uitrollen van AvH’s ESG-be- leid aan de hand van kwantitatieve KPIs toegelicht. ESG-kerncijfers aangeduid met het symbool betreffen KPIs die prioritair opgevolgd worden en waarvoor een doel werd gedefinieerd bij AvH, of die prioritair door AvH opgevolgd worden bij de participaties. Rapporteringsperimeter AvH rapporteert inzake ESG op basis van haar boekhoudkundige consolidatieperi- meter (zie Toelichting 2 - sectie 1 Integraal geconsolideerde dochterondernemin- gen). Als investeringsmaatschappij hanteert AvH evenwel voor haar ESG-beleid als graadmeter de activa die het beheert, conform de aanpak van UN PRI, zoals weer- spiegeld door de relatieve investeringswaarde van een deelneming in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH. Voor bepaalde KPIs wordt er rui- mer gerapporteerd op basis van het aandeelhouderspercentage dat AvH aanhoudt. Daarnaast zijn een aantal kerncijfers enkel relevant voor de investeringsmaat- schappij zelf (‘AvH as a company’) en het daarmee verbonden (investerings)team, waardoor ze enkel slaan op de moedervennootschap (AvH NV) of subholdings via dewelke het investeringsbeleid gevoerd wordt. De 7 ESG materiële participaties DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank Van Bre- da, SIPEF, Nextensa en Anima, vertegenwoordigen samen meer dan 85% van de netto-activa. Verantwoordelijk investeringsbeleid van AvH als investeringsmaatschappij: Duurzame activiteitenmix in portfolio Elke nieuwe investering wordt op ESG gescreend. Doel Trend 2021 2020 2019 ESG- en investeringsbeleid ESG-doorlichting nieuwe acquisities 100% Sinds sept. ESG-training investeringsteam 91% Deugdelijk bestuur en risicobeheer AvH ESG-beleid AvH Corporate governance charter AvH Auditcomité AvH Remuneratiecomité Bedrijfsethiek AvH Integriteitscode Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit Waardecreatie Marktkapitalisatie 11,4% (1) 12,6% (2) 8,6% (2) 11,8% (2) Aangroei eigen vermogen 9,4% (3) 9,4% (3) 9,8% (3) Nettocash Positief 78 miljoen euro 68 miljoen euro 267 miljoen euro (1) Aangroei BEL20-index verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2011-2021). (3) Aangroei AvH-aandeel verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2011-2021, 2010-2020, 2009-2019). (4) Aangroei eigen vermogen verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2011-2021, 2010-2020, 2009-2019). 47Jaarverslag 2021 EU Taxonomie (4) Omzet: % in aanmerking komende omzet EU Taxonomie (‘eligible’) 46% % afgestemde omzet EU Taxonomie (‘aligned’) 15% Capex: % in aanmerking komende capex EU Taxonomie (‘eligible’) 39% % afgestemde capex EU Taxonomie (‘aligned’) 25% Opex (5) : % in aanmerking komende opex EU Taxonomie (‘eligible’) - % afgestemde opex EU Taxonomie (‘aligned’) - Verantwoordelijke aandeelhouder: Interactie met participaties en impact op hun ESG-beleid ESG-strategie wordt door steeds meer participaties in beleid geïntegreerd. Eerste CO 2 -rapportering van AvH toont beheersbare omvang van CO 2 -emissies. EU Taxonomie toont potentieel van AvH-groep. Doel Trend 2021 2020 2019 Verantwoordelijke aandeelhouder ESG-beleid (1) > 80% 91% 86% 85% ESG-interactie met participaties (1) 92% Innovatie Innovatiebeleid (1) > 80% 77% 72% 72% Deugdelijk bestuur en risicobeheer Corporate governance charter (1) > 80% 96% 85% 78% Audit- en/of risicocomité (met aanwezigheid AvH) (1) > 80% 95% 94% 90% Remuneratiecomité (1) > 80% 94% 88% Bedrijfsethiek Integriteitscode (1) > 80% 92% 85% 79% CO 2 -emissies AvH-groep AvH hoofdzetel scope 1 & 2 0,2 kton CO 2 eq 0,2 kton CO 2 eq 0,4 kton CO 2 eq AvH geconsolideerde rekeningen - scope 1 & 2 (2) 856 kton CO 2 eq 685 kton CO 2 eq AvH participaties - scope 1 & 2 (3) Zie sectie 4.2 Zie sectie 4.2 (1) Uitgedrukt in % verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH. (2) 2021 gebaseerd op de entiteiten met de grootste CO 2 -voetafdruk, zoals bekend op datum van publicatie en op basis van de consolidatieperimeter. (3) 2021 gebaseerd op de entiteiten met de grootste CO 2 -voetafdruk, zoals bekend op datum van publicatie en op basis van het aandeelhouderspercentage. De CO 2 -voetafdruk van de participaties van het segment Growth Capital zal de komende jaren worden vervolledigd. (4) Het voorgestelde schema inzake EU Taxonomie is exclusief financiële instellingen. (5) De opex zoals gedefinieerd in scope van de EU Taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-gekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex. 48 Your partner for sustainable growth Talent centraal in AvH-organisatie (1) Talentbeleid sterk uitgebouwd in 2021. Doel Trend 2021 2020 2019 Talentbeheer - AvH medewerkers (in headcount) Totaal aantal medewerkers 37 36 34 Diversiteit man/vrouw 20 / 17 19 / 17 17 / 17 Gemiddeld aantal dagen opleiding per persoon 5 dagen 9,7 4,9 Kosten voor training (% algemene kosten) 534.204 euro (2,8%) 392.474 euro (2,35%) 378.450 euro (2,1%) Talentbeheer - AvH investeringsteam Totaal aantal medewerkers 23 21 19 Diversiteit man/vrouw 17 / 6 15 / 6 13 / 6 Diversiteit op basis van studieachtergrond Economisch 43% 43% 41% Juridisch 23% 24% 23% Wetenschappelijk 23% 21% 23% Andere 11% 12% 13% Gemiddeld aantal jaren relevante ervaring per persoon > 10 jaar 19,5 jaar 19,8 jaar 19,6 jaar Verloop werknemers (excl. intragroep en pensionering, gemiddelde 3 jaar) < 10% 1% 1% 1% Evaluatie - ‘performance review’ 90% 100% 100% (1) De cijfers slaan op de moedervennootschap (AvH NV) of subholdings via dewelke het investeringsbeleid gevoerd wordt. 49Jaarverslag 2021 door AvH’s team gespendeerd aan ESG bovenop de eigen inspanning van de participaties 1.153 u 3. ESG-benadering AvH gelooft dat een doordacht en strategisch gericht ESG-beleid bijdraagt tot de ‘licence to operate’ en tot de groei van AvH en haar participaties. Het ESG-beleid moet de gevoerde strategie van de participaties ondersteunen en versterken. ESG is voor AvH geen loutere compliance- of rapporteringsoefening. Het zorgt voor het goed in kaart brengen en beheren van risico’s, maar helpt ook kansen te creëren voor duurzame oplossingen en zo op opportuniteiten in te spelen. AvH gelooft daarom sterk in de link tussen ESG en innovatie. Hierbij wordt het SDG-raamwerk van de Verenigde Naties gehanteerd. Vele werknemers vinden het steeds belangrijker te werken voor bedrijven die zo- wel innovatief zijn als ook bijdragen aan een betere planeet. Voor het vinden en houden van gedreven talent vormt een goed uitgewerkt ESG-beleid derhalve een bijkomende troef. AvH bepaalt eerst in welke sectoren het actief wenst te zijn (AvH als verantwoorde- lijk investeerder) en heeft vervolgens de ambitie dat haar participaties ‘best-in-class’ zijn in de sectoren waarin ze actief zijn (AvH als verantwoordelijk aandeelhouder). Daarom ondersteunt AvH haar participaties bij het formaliseren van hun individueel ESG-beleid en bij het opstellen van onderliggende actieplannen. Het formuleren van prioriteiten, ambities en rapportering over de voortgang door middel van onderlig- gende doelen en KPIs moet hierbij de basis leggen voor relevante actieplannen. Om AvH’s ESG-ambities te onderstrepen, wordt het globale ESG-beleid rechtstreeks opgevolgd door een lid van het executief comité. AvH gebruikt als investeerder drie hefbomen bij haar participaties: (1) actief in- terageren met de participaties rond ESG, (2) een ESG-materialiteitsanalyse die rekening houdt met de mening van relevante belanghebbenden en (3) een lange- termijndenken ondersteund door familiale waarden. Om het engagement van het executief comité inzake ESG te illustreren, wordt vanaf 2021 een deel van de bonus van alle leden van het executief comité gekoppeld aan de vooruitgang inzake ESG. 3.1 Actief interageren met participaties rond ESG AvH interageert het hele jaar door met de individuele ESG-teams van de partici- paties. Om het beleid vorm te geven en tot een relevante rapportering te komen besteedden het AvH investeringsteam, de ESG-werkgroep en het ESG-stuurcomité in 2021 1.153 werkuren aan ESG-gerelateerde onderwerpen. Dit is bovenop de tijd die door de ESG-teams van de participaties zelf werd besteed. Er wordt bewust gekozen voor een aanpak door interne medewerkers, zodat het ESG-denken maximaal ingebed wordt in de diverse processen. Ter versterking van het ESG-team van AvH werd in 2021 de functie van ‘sustainabi- lity manager’ gecreëerd, die ingevuld werd door Bart Vercauteren. Hij werd extern gerekruteerd en heeft 17 jaar ervaring inzake ESG-beleid. Hij bouwt voltijds de am- bitie rond ESG in de AvH-groep structureel uit, ondersteunt de participaties op dit vlak en staat de teams bij in de analyse van investeringen vanuit ESG-perspectief. De sustainability manager maakt deel uit van het AvH investeringsteam en neemt deel aan elk investeringscomité. Eenmaal per jaar wordt het specifieke ESG-actieplan van de 7 ESG materiële parti- cipaties, die samen meer dan 85% van de netto-activa vertegenwoordigen, met het ESG-team en het management van de bedrijven besproken. AvH faciliteert ook ESG-werksessies tus- sen participaties met focus op klimaat, talent, EU Taxonomie en andere relevan- te ESG-onderwerpen, waarbij ervaringen tussen participaties worden gedeeld. In 2021 werd beroep gedaan op externe consultants om de CO 2 -voetafdruk van de grootste participaties door te lichten, alsook om die participaties te helpen met de voorbereiding inzake de EU Taxonomie. Voor verdere toelichting rond de interactie met de participaties wordt verwezen naar de sectie ‘AvH als verantwoordelijke aan- deelhouder’. Meer informatie met betrekking tot de ESG-policy en ESG-methodologie kan teruggevonden worden op de website: www.avh.be/nl/sustainability Meer informatie met betrekking tot de ESG-risico’s kan teruggevon- den worden in het hoofdstuk Jaarverslag van de raad van bestuur, II.1. Risico’s en onzekerheden. Meer informatie met betrekking tot de koppeling tussen de bonus van het executief comité en de vooruitgang inzake ESG kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Jaarverslag van de raad van bestuur, IV.2.1. Remuneratieverslag: Strategie - Lange termijn - Duurzaamheid. 50 Your partner for sustainable growth ESG-materialiteitsanalyse Materieel onderwerp Omschrijving Relevante SDG Verantwoordelijke aandeelhouder Als aandeelhouder sectorrelevante ESG-aspecten gestructureerd opvolgen bij participaties (bv. vastleggen en opvolgen van een ESG-strategie en bijhorende processen). Indien AvH in een bepaalde sector actief wil worden of blijven, hanteert AvH een ‘best-in-class’-benadering. Bedrijfsethiek Respect voor mens en maatschappij, waaronder naleving van wettelijke voorschriften (inclusief wetgeving inzake anticorruptie), interne voorschriften (waaronder respect voor de mensenrechten) en groepswaarden (respect, integriteit, partnerschap, teamwerk, onafhankelijkheid, ondernemerschap, duurzaamheid, langetermijnvisie). Deugdelijk bestuur Organisatie en processen van de beheersorganen die de gevoerde strategie bepalen en de implementatie ervan opvolgen. Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit Gezonde balansstructuur met bedrijfsplannen en een strategie die een marktconform rendement op lange termijn en de daartoe vereiste investeringen mogelijk maken. Talentbeheer Zorg voor het menselijk kapitaal vereist voor een goede werking van de betrokken vennootschap (bv. rekrutering, training, persoonlijke ontwikkeling, evaluatie, welzijn) waarbij de talenten van medewerkers zo goed mogelijk tot uiting kunnen komen en benut worden. Innovatie Innovatieve benaderingen op alle vlakken die leiden tot nieuwe product/marktcombinaties dan wel efficiëntere processen. Risicobeheer Gestructureerde aanpak van risico’s (via audit en controle, goedkeuringsprocessen, procedures, handleidingen, comités, ...). Rapportering Financiële en niet-financiële verslaggeving, met de nadruk op materialiteit. Verantwoordelijk investeringsbeleid Investeren met het oog op een duurzame activiteitenmix. Dit houdt in dat bij investeringen eerst gekeken wordt of het bedrijf actief is in een sector waar AvH in wil investeren, of het in gevoelige sectoren goed scoort op relevante ESG-aspecten, dan wel of het actief is in een sector die een positie- ve impact heeft op ESG-doelstellingen. Het kan ook leiden tot desinvesteringen uit bedrijven. 3.2 ESG-materialiteitsanalyse en interactie met belanghebbenden AvH heeft in 2019 een analyse uitgevoerd om haar materiële ESG-onderwerpen in kaart te brengen. In de materialiteitsmatrix werden 9 materiële thema’s geïdentifi- ceerd die de hoeksteen vormen van AvH’s ESG-beleid en -methodologie. Zij hebben alle een belangrijke potentiële (positieve of negatieve) impact op de langetermijn geconsolideerde resultaten of de balans van AvH en worden om die reden goed opgevolgd. De 4 eerste thema’s kregen in 2019 de quotering ‘van hoog belang’ qua impact. Elk thema wordt tevens gekoppeld aan de toepasselijke SDG. AvH onderhoudt contacten met verschillende belanghebbenden (‘stakeholders’) die in de tabel op de volgende pagina worden weergegeven, om te identificeren wat belangrijk is en hoe dit evolueert. Deze belanghebbenden werden ook betrokken in de bevraging eind 2021 om de materialiteitsmatrix te actualiseren en waar nodig AvH’s ESG-beleid aan te passen. AvH verruimde bewust de kring van belanghebbenden bij deze recente bevraging, om nog beter de visie van de diverse belanghebbenden te kunnen capteren. De res- ponsgraad van de bevraging bedroeg 77%, wat een indicatie geeft van de goede relatie die met de belanghebbenden werd opgebouwd. 51Jaarverslag 2021 Interactie met belanghebbenden (‘stakeholderconsultatie’) Belanghebbenden Dialoog Participaties • Betrokken in AvH’s ESG-stakeholderconsultatie • CEO-sounding boards • HR-sounding boards en innovatie- en ESG-workshops • ESG-vragenlijst (jaarlijks) voor alle participaties • ESG-strategische sessies met participaties • ESG-sectorinitiatieven voor vastgoed en financiële instellingen Medewerkers AvH, investeringsteam & executief comité • Betrokken in AvH’s ESG-stakeholderconsultatie (investeringsteam) • ESG-training en bewustzijnssessies • Maandelijkse informatiesessies (AvH What’s Up) Raad van bestuur AvH • Betrokken in AvH’s ESG-stakeholderconsultatie • ESG jaarlijks toegelicht in het auditcomité en besproken en goedgekeurd door de raad van bestuur Aandeelhouders/investeerders • Selectie betrokken in AvH’s ESG-stakeholderconsultatie • Financiële instellingen (bankiers en analisten) betrokken in AvH’s ESG-stakeholderconsultatie • Feedback van bredere aandeelhoudersgroepen • AvH presentaties voor investeerders De grootste ESG-gerelateerde potentiële impact op de AvH-groep situeert zich op het niveau van de participaties. Dit betekent dat een ESG-onderwerp in een partici- patie potentieel ook een belangrijke impact (positief of negatief) kan hebben op het geconsolideerd eigen vermogen of nettoresultaat van AvH, waarbij rekening wordt gehouden met het aandeelhouderspercentage aangehouden door AvH. Hiervoor wordt jaarlijks een bevraging gedaan bij de participaties en het investe- ringsteam van AvH, die gevalideerd wordt door het executief comité en het audit- comité van AvH. ESG-aspecten bij participaties die materieel kunnen zijn voor AvH-groep Participatie Milieu Sociaal (inclusief mensenrechten) Deugdelijk bestuur (inclusief anticorruptie) Klimaat en energie Gezondheid, veiligheid en welzijn Bedrijfsethiek Duurzame innovatie n. m. n. m. Deugdelijk bestuur n. m. n. m. Vermogens- bescherming Bedrijfsethiek Verantwoordelijk investeringsbeleid Bescherming van data en privacy n. m. n. m. Veilige haven Bedrijfsethiek Bescherming van data en privacy n.m.: geen materieel ESG-aspect op niveau van AvH, gemeten op basis van de impact op het geconsolideerd eigen vermogen en nettoresultaat van AvH en rekening houdend met het aandeelhouderspercentage van AvH in de participatie. Onderstaande tabel vat de resultaten van deze analyses (rekening houdend met het aandeelhouderspercentage) samen. Zo blijkt hieruit dat er bij alle vermelde participaties (DEME, CFE, Delen Private Bank en Bank Van Breda) een potentieel materiële impact kan zijn inzake deugdelijk bestuur, maar dat er enkel bij DEME ook een potentiële impact kan zijn inzake milieu of sociale aspecten op het niveau van de geconsolideerde rekeningen van de AvH-groep. Andere participaties (zoals Anima, Nextensa of SIPEF) of andere ESG-onderwerpen dan hieronder vermeld, worden in deze analyses betrokken, maar op basis van de huidige inzichten niet geacht een materiële impact te hebben op de AvH-groep. 52 Your partner for sustainable growth Materialiteitsmatrix op niveau van AvH als investeringsmaatschappij (1) Milieu Sociaal Governance Bedrijfsethiek Deugdelijk bestuur Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit Innovatie Risicobeheer Rapportering Verantwoordelijke aandeelhouder Verantwoordelijk investeringsbeleid Talentbeheer Impact op stakeholders Hoog Medium Hoog Impact op activiteiten Anti-omkoping & anti-corruptie ESG-proof partnerships Subsidiariteit Diversiteit & gelijke kansen Economische groei & tewerkstelling Verantwoorde producten & diensten Stakeholder relaties & governance (1) Versie goedgekeurd op de raad van bestuur van 20 november 2019. Nieuwe versie geactualiseerd in eerste kwartaal 2022 zal de basis vormen voor het ESG-beleid in 2022. 53Jaarverslag 2021 3.3 Een langetermijndenken ondersteund door familiale waarden 145 jaar na de eerste samenwerking tussen twee ondernemers in 1876 is AvH uitgegroeid tot een gediversifieerde internationale beursgenoteerde groep, die nog steeds ondersteund wordt door de waarden van AvH’s familiale aandeelhouders. AvH investeert op lange termijn in een beperkt aantal ondernemingen met een focus op duurzame groei, vertrekkend vanuit een gezonde financiële structuur. Dit gebeurt in samenwerking met partners die dezelfde visie delen. Centraal staat een model van ondernemerschap en partnership, waarbij als eerste prioriteit de parti- cipaties gestimuleerd worden om duurzaam verder te groeien. Verder kijkt AvH via haar Growth Capital-activiteiten naar innovatieve sectoren, alsook naar familiebe- drijven met internationaal en duurzaam groeipotentieel. 3.4 Opvolging vooruitgang ESG-beleid Interne aansturing Sinds 2019 wordt het ESG-beleid gecoördineerd door een lid van het executief comité (André-Xavier Cooreman). Een ESG-stuurcomité samengesteld uit de CEO, CFO, Secretaris-Generaal en het verantwoordelijk lid van het executief comité voor het ESG-beleid evalueert tweemaal per jaar het ESG-beleid, de geboekte vooruit- gang, alsook de ambities en prioriteiten op voorstel van een ESG-werkgroep. Het executief comité bekrachtigt vervolgens deze evaluaties en rapporteert een keer per jaar daarover aan het auditcomité en de raad van bestuur van AvH. De ESG-werkgroep vergadert gemiddeld om de twee maanden en staat in voor de operationele uitrol van het ESG-beleid, zowel op het niveau van AvH als ‘verant- woordelijk aandeelhouder’ als op het niveau van de participaties. De ESG-werk- groep wordt gecoördineerd door de sustainability manager en is samengesteld uit het lid van het executief comité verantwoordelijk voor AvH’s ESG-beleid, vertegen- woordigers van het investeringsteam, de chief human capital officer (CHCO), legal, investor relations en finance. ESG-rating bureaus AvH gebruikt de vragenlijsten van ESG-ra- tingbureaus als inspiratie om haar ESG-be- leid te verbeteren. AvH kon haar goede ESG-score bij Sustainalytics nog verbete- ren, van 15,9 naar 12,5, in de categorie ‘laag risico’, door beter te formaliseren en te communiceren wat reeds gebeur- de. Sustainalytics’ risicoscores worden ingedeeld in de categorieën ‘verwaarloos- baar’ (maximaal 10), ‘laag’ (tussen 10 en 20), ‘medium’ (tussen 20 en 30), ‘hoog’ (tussen 30 en 40) en ‘ernstig’ (vanaf 40). Hoe lager de punten, hoe beter. Hiermee worden de geleverde inspanningen van AvH inzake ESG nog meer naar waarde geschat. AvH’s risicoscore t.o.v. haar ‘peers’ in de groep ‘Multi-Sector Holdings’ is ook zeer goed waarbij AvH op de dag van haar rating (eind augustus 2021) volgens Sustainalytics tot het top kwartiel van haar ‘peer’ groep behoorde. AvH interageert tevens met andere ratingbureaus zoals CDP, zonder evenwel reeds hun volledige vragenlijsten te hebben ingevuld. Het blijft de intentie de samenwerking met meerdere ratingbureaus over de jaren heen verder uit te bou- wen. 3.5 Gebruikte internationale ESG-standaarden en referentiemodellen Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) AvH hanteert de internationale ESG-standaard Duurzame Ontwikkelingsdoelstel- lingen (‘Sustainable Development Goals’, afgekort SDGs) van de Verenigde Naties om haar duurzaamheidsrapportering te structureren. Op basis van de uitgevoer- de materialiteitsanalyse, focust AvH als duurzame investeringsmaatschappij op 4 SDGs, waar de vermelde KPIs in het jaarverslag rond gestructureerd zijn en die het executief comité als leidraad neemt voor haar beleid. ESG-standaard Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) op niveau van AvH als duurzame investeringsmaatschappij SDG Beschrijving ‘SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn’: goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers ‘SDG 8 Waardig Werk en Economische Groei’: financieel duurzame bedrijfsmodellen en strategieën ‘SDG 9 Industrie, Innovatie en Infrastructuur’: duurzaam beleid ondersteund door permanente innovatie ‘SDG 16 Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten’: formaliseren van bedrijfsethiek (inclusief het beleid ter voorkoming van corruptie), deugdelijk bestuur en interageren als verantwoordelijke aandeelhouder AvH heeft een ‘laag risico’ score behaald van Sustainalytics 12,5 54 Your partner for sustainable growth Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) bij de 7 ESG materiële participaties (in % van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH) De participaties worden eveneens gevraagd hun eigen materialiteitsanalyse te lin- ken aan de SDGs. Als gevolg hiervan wordt rond een breed spectrum van SDGs gewerkt. De 17 SDGs krijgen bij de 7 ESG materiële participaties (DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank Van Breda, SIPEF, Nextensa en Anima) aandacht, maar in het Principles for Responsible Investment (UN PRI) AvH laat zich sinds 2019 inspireren door de ‘Principles for Responsible Investment (UN PRI)’, het raamwerk van de Verenigde Naties dat de implicaties van duurzaam- heid voor investeerders wil integreren binnen investeringsbeslissingen alsook met betrekking tot de interacties met bedrijven in portefeuille. In 2020 onderschreef AvH formeel de principes van UN PRI. De principes van UN PRI die gehanteerd worden binnen AvH, zijn de volgende: • Verwerken van ESG-aspecten in de investeringsanalyses en -beslissingen • Meenemen als actieve aandeelhouder van ESG-aspecten in aandeelhouders- beslissingen • Toezien op een juiste ESG-rapportering door de participaties • Promoten van toepassing van ESG-principes binnen haar eigen sector • Samenwerken met anderen om de ESG-principes concreet vorm te geven • Jaarlijks rapporteren over de activiteiten en de geboekte vooruitgang In 2021 werd een eerste rapportering ingediend bij UN PRI. Door operationele problemen bij UN PRI is de oplevering van evaluatie- en transparantierapporten evenwel door UN PRI verdaagd naar juni 2022 en zal UN PRI niet in staat zijn een gelijkaardig rapport over 2021 te verwerken. Dit belet AvH niet om rond de door UN PRI vermelde principes verder te werken. bijzonder SDGs 8 (Waardig werk en Economische Groei), 12 (Verantwoordelijke Consumptie en Productie), 13 (Klimaat), en 16 (Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten). Het ESG-beleid van de individuele participaties levert hierdoor een po- sitieve bijdrage aan de realisatie van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. 26-50% 0-25% 51-75% 76-100% 55Jaarverslag 2021 4. ESG-activiteiten in 2021 4.1 AvH als een duurzame investeringsmaatschappij Verantwoordelijk investeren • Verantwoordelijk investeringsbeleid AvH waakt erover dat de samenstelling van haar portefeuille alsook de ontwikkelin- gen binnen de participaties evolueren in lijn met langetermijnthema’s. Dit houdt in dat bij investeringen eerst gekeken wordt of het bedrijf actief is in een sector waarin AvH wil investeren, of het bedrijf actief is in gevoelige sectoren en daar goed scoort op relevante ESG-aspecten, dan wel in een sector die een positieve impact heeft op ESG-thema’s. Deze analyse kan ook leiden tot desinvesteringen uit bedrijven. ESG is geïntegreerd in alle stappen van de investeringscyclus op basis van het UN PRI raamwerk. In de tabel hieronder wordt AvH’s verantwoordelijk investeringsbe- leid samengevat. Benadering verantwoordelijk investeren en ‘stewardship’ Investeringscyclus Richtlijnen Pre-acquisitiefase opportuniteiten • ESG-doorlichting van elke investeringsopportuniteit Acquisitiefase nieuwe investeringen • ESG-doorlichting door AvH, desgevallend aangevuld met advies van een derde partij voor ESG-relevante onderwerpen • Meenemen van de conclusies van de doorlich- ting in het overleg met het management om te integreren in de bedrijfsvoering (bv. via een materialiteitsmatrix of het ESG-beleid) ESG-stewardship • ESG-, innovatie- en HR-beleid worden in principe eenmaal per jaar besproken op niveau van de raad van bestuur of in een relevant comité • Het executief comité van AvH is verantwoor- delijk voor ESG binnen AvH, inclusief voor de interactie met elke participatie • Jaarlijks ESG-strategische sessies met elke participatie die potentieel een materiële impact zou kunnen hebben op AvH • Elke participatie rapporteert conform de AvH- methodiek rond monitoring van ESG-risico’s en -opportuniteiten op basis van ESG-mate- rialiteit • Jaarlijkse training m.b.t. ESG en uitwisseling van beste praktijken op C-level niveau en tussen de participaties Exit bestaande participaties • Beschrijving ESG-beleid en actieplan, aange- past aan sectoriële noden • ESG-doorlichting (‘due diligence’) De uitvoering van een ESG-doorlichting stelt AvH in staat risico’s beter te beheren en in te spelen op opportuniteiten. AvH verricht een ESG-doorlichting bij alle poten- tiële acquisities. ESG vormt een vast onderdeel van de investeringsmemo’s. Op basis van een eerste interne doorlichting die rekening houdt met de sector, het business model en geografische spreiding, vindt een uitgebreidere beoorde- ling plaats van geïdentificeerde risico’s en opportuniteiten. Waar relevant wordt de interne doorlichting aangevuld met een ESG-doorlichting uitgevoerd door een derde partij. Het investeringsteam werd in 2021 getraind op internationale referentiemodel- len zoals SASB (Sustainability Accounting Standards Board) om te gebruiken als can- vas voor de ESG-doorlichting. Indien er via fondsen wordt geïnvesteerd, wordt er voor de instap in het fonds ge- keken naar het uitsluitingsbeleid, alsook naar de doorlichtings- en monitoringspro- cedures die de fondsbeheerder hanteert. • Verantwoordelijke aandeelhouder Bij elke nieuwe investering worden afspraken gemaakt met het management. Hier- bij wordt rekening gehouden met de resultaten van de ESG-doorlichting. De voort- gang qua implementatie wordt periodiek opgevolgd in de raad van bestuur en/of het auditcomité van de betrokken participaties. Daarnaast worden de participaties actief betrokken in de ESG-benadering van AvH. In deze ESG-benadering staat een ‘best-in-class’-benadering voor iedere participa- tie in haar sector centraal. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de secties ‘ESG-benadering’ en ‘AvH als verantwoordelijke aandeelhouder’. Talent centraal bij AvH • Talentontwikkeling Kansen benutten en vergroten vanuit een zin voor ondernemerschap is een type- rend kenmerk van het HR-beleid van AvH. Daarom wordt ingezet op feedback ge- ven, vragen en krijgen, alsook op mentoring en opleiding. De evaluatiegesprekken hebben één doel: hoe kan iedere medewerker groeien, als mens en als professional, in lijn met de strategische ambities van AvH? In het charter ‘Wie willen we zijn?’ stelt AvH dat het technische vaardigheden en ‘smart capital’ ten dienste wil stellen van de participaties, alsook deze wil helpen in de uitbouw van hun managementteams en HR-beleid. Daarom werd in 2021 een opleidingstra- ject gestart rond ‘verbindend communice- ren’ en ‘onbewuste vooringenomenheid’. De thema’s waarin collega’s via coaching of opleiding in 2021 zijn gegroeid, zijn di- vers. Naast verbindend communiceren en onbewuste vooringenomenheid kwamen ook thema’s aan bod als slimmer werken door efficiënter software applicaties te ge- bruiken, onderhandelen, feedback geven, persoonlijke coaching, rol als bestuurder, leren ‘pitchen’, taaltraining, teamontwik- keling, biotechinzichten en waarderen van bedrijven. AvH leeft de toepasselijke CAO’s op sec- torniveau na en het gaat zelfs aanzienlijk verder op bepaalde vlakken. Zo hanteert AvH als doelstelling dat haar medewerkers 5 dagen opleiding per jaar krijgen. Dit doel werd in 2021 bovendien ruim overschre- den met 9,7 opleidingsdagen per mede- werker. ESG-doorlichting uitgevoerd voor nieuwe acquisities 100 % van medewerkers heeft een ‘back & forward’ evaluatie- gesprek gehad 100 % opleidingsdagen gevolgd per AvH-medewerker 9,7 56 Your partner for sustainable growth “ Het creëren van een inclusieve en gediver- sieerde werkcontext is een heoom voor duurzaam talent management. Mensen die zich gezien, ondersteund, uitgedaagd en gewaardeerd voelen, ontplooi- en maximaal hun talenten en creëren waarde voor de organisatie en de maatschappij. ” • Diversiteit, gelijkheid en inclusie Kansen vergroten sluit aan bij het AvH-beleid rond diversiteit, gelijkheid en inclusie (‘diversity, equity and inclusion’ of ‘DEI’). AvH streeft ernaar de diversiteit aan in- valshoeken te vergroten, zowel op het niveau van de investeringsmaatschappij als bij de participaties. AvH streeft naar diversiteit in het investeringsteam op basis van studie-, culturele en werkachtergrond. Voor de verdere uitbouw van haar activiteiten in Azië werd een lokale investeringsmanager aangeworven, die gebaseerd is in Singapore. Dit laat toe om betere inzichten te verkrijgen in de lokale cultuur en dichter bij de participaties te staan in dat continent. AvH neemt maatregelen om de diversiteit van de instroom te verbeteren en dit in een sector die nog als zeer mannelijk wordt ervaren. Ze doet dit door genderneutra- le vacatures en door te vereisen dat de instroom aan kandidaten voor een vacature evenwichtig verdeeld is tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten. Bij de samenstelling van teams worden zowel de technische vaardigheden als de persoonsgebonden vaardigheden meegenomen, zodat een team divers en comple- mentair opgebouwd is. Diversiteit in het investeringsteam • Werkomgeving Tijdens de COVID-19 pandemie heeft AvH, net als andere organisaties, in haar manier van samenwerken een nieuwe balans gezocht. Systematisch hybride werken met voldoende momenten om elkaar fysiek te ontmoeten, heeft een positief effect op het stressniveau en op de werkbeleving en geeft voldoende kansen voor spon- tane uitwisselingen en creativiteit. Dit alles werd ondersteund door een traject ‘Digital for You’ (D4Y), waarbij de gehele organisatie betrokken wordt in de opbouw en uitrol. Waar dit project in eerste instantie een extra belasting is, kunnen collega’s op een veel efficiëntere manier werken na de uitrol ervan, o.a. door een verbeterde vindbaarheid van infor- matie, ondersteunende templates en email- en vergaderhygiëne. Het aanschaffen van HR-software die het elke collega makkelijker maakt om talentontwikkeling op te volgen, is hier een ander voorbeeld van. Tot slot heeft AvH ook bijzondere aandacht voor het welzijn van mensen via het promoten van gezonde voeding en sport. Verder wordt in het mobiliteitsbeleid in- gezet op ‘standaard’ elektrisch rijden, een fietsbeleid, maar ook tijds- en plaatson- afhankelijk werken. Het totale absenteïsme is slechts 0,46%. Ook het verloop blijft bijzonder laag. In 2021 verliet één collega AvH voor een promotie in het directie- comité van een participatie. Bijdrage aan de maatschappij Het engagement van collega’s en AvH om anderen zowel financieel als met tijd en persoonlijke betrokkenheid te ondersteu- nen, is groot. Als centraal thema werd het verkleinen van kansarmoede in de maat- schappij geselecteerd. Het Solidarity Fund dat AvH in samenwer- king met de Koning Boudewijnstichting daartoe oprichtte, haalde in 2020 en 2021 782.254 euro op, waarbij persoonlijke bij- drages verdrievoudigd werden door AvH. AvH hanteerde één KPI om de impact te meten: hoeveel mensen hebben we via het AvH Solidarity Fund geholpen en hierdoor meer kansen dan voorheen gege- ven? Meer dan 27.000 mensen werden zo bereikt dankzij de gedrevenheid van 43 organisaties die AvH steunde en die zich dagdagelijks inzetten om kansarmoede te verkleinen. AvH tracht tevens bij te dragen tot een menswaardige samenleving via haar me- cenaatsbeleid. In Antwerpen gaan kunst en ondernemerschap hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Galerijen, musea, kunstenaars en weten- schappers hebben een grote toegevoegde waarde voor de samenleving. In 2021 ondersteunde AvH (exclusief de inspanning op dat vlak via de deelnemingen) ten belope van 251.000 euro projecten op het vlak van cultuur, wetenschappelijk on- derzoek, armoedebestrijding of mensenrechten. De voornaamste projecten worden in het volgend overzicht weergegeven. mensen hebben kansen gekregen dankzij het AvH Solidarity Fund 27.270 Hilde Haems, Chief Human Capital Officer Verhouding man/vrouwVerhouding diploma’s Economisch Juridisch Wetenschappelijk Andere Man Vrouw 43% 23% 23% 11% 6 17 57Jaarverslag 2021 4.2 AvH als verantwoordelijke aandeelhouder Partnerships en actieve betrokkenheid Als actieve aandeelhouder neemt AvH via haar vertegenwoordiging in de raad van bestuur van een participatie deel aan de formulering en opvolging van het strate- gisch beleid waarbij men oog heeft voor de maatschappelijke thema’s, de daarbij horende organisatie en processen en de naleving van de wettelijke vereisten. Be- leidsvoorstellen worden gepresenteerd aan de raad van bestuur en na goedkeu- ring uitgevoerd door het management van de participaties. Op deze manier wordt maximaal rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de sector waarin een onderneming actief is. Met haar multidisciplinair team biedt AvH bovendien ondersteuning in specifieke domeinen, zoals op het vlak van verschillende ESG-ge- relateerde thema’s (bv. milieu, HR, innovatie). • Hoofddoelstellingen AvH streeft in het bouwen van partnerships en actieve betrokkenheid volgende hoofddoelstellingen na inzake ESG: • ESG-aanpak: jaarlijkse bespreking door de raad van bestuur van het gevoerde beleid, de ambities, onderliggende actieplannen, doelstellingen en KPIs om de voortgang te monitoren • HR-beleid: remuneratiecomités met vertegenwoordiging van AvH, die het gevoerde HR-beleid en de samenstelling en werking van het management bespreken (inclusief de aandacht voor successie en high potentials) • Afhankelijk van de grootte van de participatie, het onderbouwen van het 96 % 92 % van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een corporate governance charter van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een integriteitsbeleid 91 % van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een ESG-beleid ESG-beleid geënt op materialiteit en dat rekening houdt met relevante belang- hebbenden • Integriteitsbeleid en complianceprocedures (inclusief anticorruptiebeleid en be- leid inzake mensenrechten) • Corporate governance charter aangepast aan sectorspecifieke standaarden • Risicobeheerssystemen aangepast aan sectorspecifieke omstandigheden met toepasselijke processen (die via audit- en/of risicocomités met vertegenwoordi- ging van AvH opgevolgd worden) Op elk van deze hoofddoelstellingen is vooruitgang geboekt, enerzijds door ontwik- keling van beleid bij de participaties, anderzijds inzake de kwalitatieve invulling van het beleid door de participaties. De inspanningen focussen hierbij op een alignering van het gevoerde beleid met de strategische doelstellingen van de betrokken bedrij- ven. Het detailresultaat is beschikbaar in de tabellen in de sectie ‘ESG-kerncijfers, -doelen en SDG-focus’. Cultureel Sociaal Wetenschappelijk tajo.be www.insead.eduwww.itinera.bewww.deduveinstitute.be www.santegidio.be www.mercyships.be www.uza.be www.bivro.org www.flagey.be www.middelheimmuseum.be www.leconcertolympique.eu www.europalia.eu 58 Your partner for sustainable growth • met betrekking tot de financiële sector: uitwisseling van ervaringen met betrek- king tot de implementatie van het EU Sustainable Finance Actionplan, de SFDR en de EU Taxonomie Inzake het uitwerken van een future proof HR-beleid, vonden volgende activiteiten plaats: • CEO-sounding boards waar de CEO’s ervaringen uitwisselen inzake de aanpak van de pandemie en bijhorende veranderingen in organisatie, ‘purpose’ en de HR-uitdagingen van morgen • maandelijkse HR-sounding boards met de HR-verantwoordelijken van de parti- cipaties en 4 werksessies rond HR-aandachtspunten: ‘culture of purpose’, ‘con- tingent worker’, ‘rol van HR tijdens M&A’ en ‘adaptive quotient’ om ervaringen uit te wisselen rond de rol van HR als business partner, de bedrijfscultuur en het welzijn van de medewerkers in tijden van verandering • ‘Best-in-class’-benadering en klemtonen op portefeuilleniveau Voor AvH is het primordiaal ‘best-in-class’ te zijn in de sectoren waarin AvH actief is. Elke participatie voert haar eigen ESG-beleid, waarbij AvH handelt als partner, die (pro-)actief meedenkt. Vanwege de verscheidenheid aan bedrijven in de inves- teringsportefeuille is het niet relevant om actieplannen te ontwikkelen op basis van geaggregeerde cijfers, maar moeten de context en noden per bedrijf begrepen worden. Voor het thema ‘milieu’, wordt er voor CO 2 wel aan een geaggregeerde rappor- tering en doelstelling op portefeuilleniveau gewerkt. Voor het thema ‘sociaal’ in- terageert AvH met de participaties inzake het respectvol omgaan met medewerkers (inclusief het respect voor mensenrechten), uitdagingen op het vlak van talent, ‘purpose’ en diversiteit, gelijkheid en inclusie. Voor het thema ‘deugdelijk bestuur’ ligt de nadruk op het langetermijndenken, rapportering, solvabiliteit, het integri- teits- en anticorruptiebeleid. • Ondersteuning aan participaties AvH’s grootste toegevoegde waarde bestaat uit het langetermijndenken, met oog voor de strategische impact. De ondersteuning die AvH in 2021 bood aan de parti- cipaties wordt in onderstaande tabel weergeven. ESG-ondersteuning aan participaties Ondersteuning Milieu Sociaal Deugdelijk bestuur Inspiratiesessies rond maatschappe- lijke trends AvH-event Kennisdeling tussen participaties • ESG-werkgroep voor de 7 ESG materiële participaties • Sector- specifieke ESG-werk- sessies • CEO-sounding boards • HR-sounding boards en specifieke innovatie- en ESG-werk- sessies - Onder- steuning van management teams • Transitie naar koolstofarme activiteiten en lager materiaal- verbruik • Organisatie- structuur en uitbouwen van management teams en inclusieve organisaties • Klankbord bij het opstellen van documentatie inzake deugde- lijk bestuur (bv. charters) AvH organiseerde ESG-werksessies tussen participaties in gelijkaardige activiteiten, met focus op transitie naar een koolstofarme economie en op de uitdagingen die de managementteams hebben op vlak van talent, ‘purpose’, diversiteit, gelijkheid en inclusie, en HR-organisatie. Inzake de transitie naar een koolstofarme economie sloegen de activiteiten op: • de analyse van rapporteringsvereisten en daaraan gekoppelde strategische im- plicaties van de EU Taxonomie-regulering en het op punt stellen van de bereke- ningsmethodologie inzake de CO 2 -voetafdruk van de belangrijkste participaties • met betrekking tot de vastgoed- en bouwsector: CO 2 -metingen verfijnen en uitwerken van strategie dienaangaande (bv. de toeleveringsketen, energie-ef- ficiëntie en circulair bouwen) 59Jaarverslag 2021 Scope 1 & 2 CO 2 -emissies - AvH als een verantwoordelijke aandeelhouder - ton CO 2 -equivalenten 2021 2020 CO 2 -absolute emissies Aandeelhouders- percentage CO 2 -emissies gewogen aan het aandeelhouders- percentage (‘aandeel AvH’) CO 2 -absolute emissies Aandeelhouders- percentage CO 2 -emissies gewogen aan het aandeelhouders- percentage (‘aandeel AvH’) IFRS - AvH en integraal geconsolideerde participaties (hoofdzetel) 229 100% 229 222 100% 222 832.800 62% 517.169 660.000 62% 409.860 16.489 62% 10.240 17.684 62% 10.982 1.388 79% 1.093 1.681 79% 1.324 (1) 123 59% 72 138 59% (2) 81 3.513 93% 3.250 3.909 93% 3.616 Andere 1.389 1.125 1.149 991 Totaal scope 1 & 2 CO 2 - emissies - boekhoudkundige consolidatieperimeter 855.932 533.177 684.783 427.075 Selectie van participaties via vermogensmutatie (3) 79% 1.348 79% 1.099 22% 421.493 (4) 22% 459.889 (4) 14% 1.784 22% 7.605 (1) Bank Van Breda’s CO 2 -meting is een tweejaarlijkse meting. Het cijfer voor 2020 is gebaseerd op de CO 2 -uitstoot van 2019. (2) In 2020 hield AvH 100% van Extensa en 30% van Leasinvest Real Estate aan. Voor redenen van vergelijkbaarheid werd het aandeelhouderspercentage van 2021 ook voor 2020 gehanteerd. (3) SIPEF’s CO 2 -voetafdruk voor 2020 en 2021 is in berekening en nog niet ter beschikking bij publicatie. (4) Sagar’s CO 2 -voetafdruk voor 2021 is gebaseerd op Sagar’s boekhoudkundig jaar 2020/2021. De CO 2 voetafdruk voor 2020 is gebaseerd op Sagar’s boekhoudkundig jaar 2019/2020. (5) Mediahuis’ CO 2 -voetafdruk voor 2021 was nog niet ter beschikking bij publicatie. Focus op duurzame groei De maatschappij voelt de noodzaak aan van een transformatie naar een koolstof- arme economie, waarbij de EU de ambitie heeft klimaatneutraal te worden tegen 2050. Verder werden de reductiedoelstellingen voor 2030 aangescherpt naar min- stens 55%. Als langetermijninvesteerder houdt AvH rekening met de impact van risico’s en opportuniteiten op een langere tijdshorizon en met maatschappelijke thema’s. Duurzame groei en de transitie naar een koolstofarme economie zijn uit- dagingen die inherent deel uitmaken van AvH’s langetermijnbeleid. In de groep zijn heel wat voorbeelden die aantonen dat AvH een deel van de oplossingen kan aanbieden, maar er zijn tevens nog heel wat uitdagingen. In deze sectie wordt ingegaan op 4 bouwstenen: (1) CO 2 -emissies van de investeringsportefeuille, (2) EU Taxonomie, (3) innovatie en (4) solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit. • CO 2 -emissies AvH inclusief investeringsportefeuille Klimaatverandering en transitie naar een koolstofarme economie hebben een im- pact op hoe duurzame groei dient ingevuld te worden. De toename van de omzet houdt immers vaak een toename van CO 2 -emissies in, zelfs indien deze bijdragen aan de oplossingen ervan. Ook de huidige disrupties in de aanvoerketens zorgen bijvoorbeeld voor een tijdelijke opstoot van de CO 2 -emissies. Daarom werd in 2021 ingezet op het doorlichten van de CO 2 -voetafdruk van de kernsectoren, alsook op Growth Capital-participaties die potentieel actief zijn in CO 2 -intensieve industrie- en. Verder werd de berekeningswijze doorgelicht, waarbij het weinig zinvol is de voetafdruk van bedrijven actief in heel verschillende sectoren op te tellen. Om die reden worden volgende cijfers apart vermeld: enerzijds de totale CO 2 -emissies (in CO 2 -equivalenten scope 1 en 2) op basis van de consolidatieperimeter, en ander- zijds de CO 2 -emissies vanuit het perspectief van een investeringsmaatschappij met zowel de uitstoot van de AvH-hoofdzetel (het investeringsteam) als die van de be- langrijkste participaties op basis van het aangehouden aandeelhouderspercentage. Deze oefening kadert in de transparantie die AvH wenst te bieden op dit vlak, alsook om de investeringsteams in staat te stellen met de managementteams actie- plannen te ontwikkelen om de voetafdruk waar mogelijk te verminderen. De CO 2 -voetafdruk van de AvH-groep bedraagt 855.932 ton CO 2 -eq in 2021 en is gerelateerd aan geconsolideerde bedrijfsopbrengsten van 4,3 miljard euro. De stijging ten opzichte van 2020 (684.783 ton CO 2 -eq bij geconsolideerde bedrijfsop- brengsten van 3,9 miljard euro) is vooral toe te schrijven aan de hogere bezetting van de schepen bij DEME. In onderstaande tabel worden de CO 2 -emissies weer- gegeven per participatie zoals bekend bij AvH. Dit geeft een dekking weer van 85% van de portefeuille (uitgedrukt in verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH). De CO 2 -voetafdruk van de AvH-hoofdzetel is heel beperkt. Bij de participaties moet dit gerelateerd worden aan de uitstoot van de sectoren waar- in ze opereren. Er zijn momenteel weinig goede vergelijkingspunten voorhanden. (5) 60 Your partner for sustainable growth Voor vele niet integraal geconsolideerde participaties (bv. SIPEF, Mediahuis) was de berekening van de CO 2 -voetafdruk nog bezig op het ogenblik van de publicatie van het jaarverslag. Deze resultaten zullen gepubliceerd worden op de website van AvH zodra beschikbaar. Voor vele kleinere participaties zijn de data vaak nog niet beschikbaar of niet con- sistent berekend. Voor zover gekend, zou dit geen materiële invloed hebben op AvH-niveau. AvH ondersteunt de participaties desalniettemin om die metingen op te starten dan wel te verfijnen, om ze mee te kunnen opnemen in de toekomst. Er wordt nog niet gerapporteerd op scope 3 CO 2 -emissies. De benodigde data zijn slechts gedeeltelijk bij de participaties beschikbaar. Zodra een goed inzicht bestaat over de data en de onderliggende methodologie en processen, kan vervolgens door de participaties nagedacht worden over het opstel- len van een actieplan dat, waar mogelijk, in lijn ligt met de klimaatdoelstellingen van Parijs (geïnspireerd op de Sciencebased targets - SBTi). In 2022 analyseert AvH of ze een ambitie inzake CO 2 -emissies zal definiëren op portefeuilleniveau. • EU Taxonomie De EU Taxonomie beoogt de transformatie naar een koolstofarme economie te realiseren via algemeen aanvaarde definities en rapporteringswijzes van ‘groene’ activiteiten. Momenteel is dit gebeurd voor twee van de 6 klimaat- en milieudoel- stellingen, namelijk de mitigatie van en de adaptatie aan klimaatverandering. Hier- bij moet opgemerkt worden dat de definities niet steeds duidelijk zijn en wellicht nog zullen evolueren. Dit vergt ook grote aanpassingen van de rapporteringsmetho- dologie en de daarvoor vereiste rapporteringsprocessen aan deze definities. Voor 2021 dient AvH te rapporteren of de activiteiten van een participatie ‘in aan- merking komen’ (‘eligible’) als ‘groen’, dat wil zeggen onder de EU Taxonomie vallen. Dit geeft aan dat de betrokken participaties voor die activiteiten potenti- eel opportuniteiten kunnen benutten die als ‘groen’ zullen erkend worden. Voor 2022 wordt verwacht dat voor deze activiteiten bepaald wordt of deze ‘afgestemd’ (‘aligned’) zijn met de EU Taxonomie, door deze te toetsen aan technische scree- ningcriteria (TSC) zonder significante schade toe te brengen (Do not significantly harm - DNSH) aan de andere doelstellingen gedefinieerd binnen de EU Taxonomie. Doordat de wetgeving TSC heel ambitieus formuleert, lijkt het erop dat veel activi- teiten die een positieve contributie leveren inzake klimaat, toch niet als ‘afgestemd’ zullen erkend worden. Dit zal AvH niet weerhouden dit soort activiteiten alsnog te ondersteunen, als ze bijdragen tot een koolstofarmere omgeving. AvH rapporteert de EU Taxonomie op basis van haar boekhoudkundige consoli- datieperimeter. Er werd een conservatieve benadering toegepast door de partici- paties om te bepalen of een activiteit al dan niet in aanmerking komt voor de EU Taxonomie. Hieruit kan opgemaakt worden dat AvH reeds substantieel actief is in verschillende sectoren die kunnen bijdragen tot de transformatie naar een koolstofarme econo- mie, zelfs indien de EU Taxonomie nog maar voor 2 criteria gedefinieerd werd. Be- langrijkste bijdrages komen van de hernieuwbare energie-activiteit (DEME, Green Offshore en Biolectric), circulaire bouw- en contractingactiviteiten (CFE), en duurza- me vastgoedontwikkeling (BPI en Nextensa). In de volgende paragrafen wordt meer in detail ingegaan op DEME, CFE en Nextensa die de grootste bijdrages leveren inzake de EU Taxonomie. DEME’s activiteiten inzake offshore wind zullen, op basis van de huidige interpre- tatie zowel ‘in aanmerking’ komen (‘eligible’) als grotendeels ‘afgestemd’ (‘alig- ned’) worden beschouwd met de EU Taxonomie. 28% van de totale omzet komt ‘in aanmerking’ en 24% is reeds ‘afgestemd’ op basis van de huidige definities. Verder komt 32% van de totale capex zowel ‘in aanmerking’ en kan deze reeds ‘afgestemd’ beschouwd worden. DEME is eveneens actief in andere ‘groene’ ac- tiviteiten zoals o.a. het bouwen van bruggen en tunnels voor railinfrastructuur, en het bouwen of de modernisatie van haveninfrastructuur. Voor deze activiteiten laat de EU Taxonomie ruimte voor interpretatie en dient de verdere ‘afstemming’ op projectniveau nog geanalyseerd te worden. De impact van de 4 te publiceren klimaat- en milieudoelstellingen dient ook nog geanalyseerd te worden. De omzet en capex van CFE komen voor meer dan 95% ‘in aanmerking’ (‘eligi- ble’) voor de EU Taxonomie en situeren zich voornamelijk in de activiteiten bouw, elektrische installatie, nuts- en railinfrastructuur en vastgoedontwikkeling (BPI). De analyse inzake ‘afstemming’ (‘aligned’) wordt in 2022 uitgevoerd. De omzet en capex van Nextensa komen voor meer dan 90% respectievelijk meer dan 85% ‘in aanmerking’ (‘eligible’) voor de EU Taxonomie, en situeren zich voornamelijk in vastgoedontwikkeling en de verhuur van vastgoed uit hun eigen investeringsportefeuille. De analyse naar ‘afstemming’ (‘aligned’) wordt in 2022 uitgevoerd. De verslaggeving met betrekking tot de EU Taxonomie voor Delen Private Bank en Bank Van Breda is opgenomen in hun respectievelijke duurzaamheidsverslagen en jaarverslagen beschikbaar op de website. EU Taxonomie ‘In aanmerking’ komend (‘eligible’) ‘Afgestemd’ (‘aligned’) ‘Niet in aanmerking’ komend (‘non-eligible’) Omzet 46% 15% 54% Capital expenditure (capex) 39% 25% 61% Operating expenditure (opex) (1) - - - (1) De opex, zoals gedefinieerd in scope van de EU taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet- gekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex. • Innovatie AvH beoogt dat alle participaties een in- novatiebeleid hanteren, dat jaarlijks geë- valueerd wordt op hun raad van bestuur. AvH gelooft hierbij sterk in de interactie tussen ESG en innovatie om risico’s te verminderen of opportuniteiten te benut- ten. Dit slaat niet alleen op ecologische aspecten, maar tevens op het bewerk- stelligen van duurzame groei door het zoeken van nieuwe product/marktcombi- naties of het verbeteren van operationele processen (bv. door digitalisering en/of analyse van data). AvH heeft zowel in 2020 als in 2021 omvangrijke inspanningen geleverd om de participaties te ondersteunen in de mogelijks te hanteren methodologieën, alsook in het uitwisselen van onderlinge ervaringen. Steeds meer participaties hebben hun innovatiebeleid geformaliseerd. Het traject gebaseerd op ‘10 Types of Innovation’ van Larry Keeley, met innovatieworkshops gefaciliteerd door een externe consul- tant, heeft hierbij duidelijk impact gehad. Hier namen 20 participaties en meer dan 50 personen, inclusief het AvH investeringsteam, aan deel. 77 % van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een innovatiebeleid 61Jaarverslag 2021 Dit bevestigt dat AvH ondanks de COVID-19 context in goede vorm is en dat de bedrijfswaarden en aanpak van AvH zich ook structureel in de cijfers vertalen. AvH beschikt steeds over de noodzakelijke onafhankelijkheid en ruimte om in te spelen op opportuniteiten of haar participaties te steunen waar nodig en verantwoord. 4.3. Actieplan 2022 AvH wenst in 2022 de gevoerde ESG-benadering verder te zetten, zoals aangege- ven in het actieplan hieronder. Het blijft ook in 2022 de ambitie van AvH om via haar bestaande participaties of nieuwe initiatieven verder te investeren in maat- schappelijke thema’s zoals klimaatverandering en energietransitie, energie-efficiënt en circulair bouwen, verantwoord vermogensbeheer, duurzaam voedsel, gezond- heid en welzijn, duurzame supply chain en logisitiek, en digitalisering. ESG-actieplan 2022 AvH als een duurzame investeringsmaatschappij ESG-beleid Materialiteitsmatrix Actualiseren van de materialiteitsmatrix op basis van de uitgevoerde bevraging bij verschillende groepen van belanghebbenden en nazicht van de ‘business impact’ van de geïdentificeerde onderwerpen Milieu CO 2 -emissies AvH Definiëren van een CO 2 -ambitie op AvH-niveau (zie hieronder voor ambitie op portefeuilleniveau) Sociaal Talentontwikkeling Verfijnen van het talentbeleid waarbij medewerkers minstens 5 dagen opleiding volgen per jaar Diversiteit, gelijkheid en inclusie (‘DEI’) Verfijnen van een ‘DEI’-beleid en uitbouwen van een onderliggend programma met training Deugdelijk bestuur Verantwoordelijk investeren Formaliseren van een sectorexclusie- en aanbevelingsbeleid AvH als verantwoordelijke aandeelhouder ESG-stewardship Gefocuste ESG-plannen in de participaties Participaties ondersteunen, zodat er voor minstens 90% van het geconsolideerd eigen vermogen een actieplan is met prioritaire ESG-topics die jaarlijks geëvalueerd worden door hun raad van bestuur Milieu CO 2 -emissies investeringsportefeuille Definiëren van een CO 2 -ambitie bij de participaties met hoge uitstoot, alsook op portefeuilleniveau EU Taxonomie Participaties ondersteunen met het interpreteren en uitrollen van de EU Taxonomie Sociaal Diversiteit, gelijkheid en inclusie (‘DEI’) Bewustzijn verhogen rond ‘DEI’ bij de participaties Deugdelijk bestuur Bedrijfsethiek Waar nodig verder formaliseren van bedrijfsethiek bij de participaties (beleid, actieplan, …) • Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit AvH heeft voldoende middelen om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. AvH beschikt over 280 miljoen euro bevestigde krediet- lijnen van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt. AvH monitort eveneens de waardecreatie die impliciet kan aantonen dat de pres- taties van AvH hand in hand gaan met het gedefinieerde ESG-beleid. De nodige middelen zijn aanwezig om de nagestreefde doelen te financieren. AvH monitort de aangroei van het eigen vermogen (inclusief uitgekeerde dividenden) over een periode van 10 jaar, aangezien deze impact volledig kan toegewezen worden aan haar beleid. AvH vergelijkt eveneens de evolutie van haar beurskoers met die van de BEL20-index over dezelfde periode. 62 Your partner for sustainable growth 5.1 DEME DEME is actief in gespecialiseerde domeinen van baggerwerken, oplossingen voor de offshore energie-industrie, infra- en milieuwerken. Op basis van de materiële thema’s van DEME en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werden alle materiële thema’s van DEME gebundeld in 4 grote thema’s die als materieel be- schouwd worden op AvH-niveau: ‘Klimaat en energie’ (waaronder energietransitie, energie-efficiëntie, luchtemissies incl. CO 2 en klimaatadaptatie), ‘Gezondheid, vei- ligheid en welzijn’, ‘Duurzame innovatie’ en ‘Bedrijfsethiek’. DEME kan op het vlak van energietransitie en duurzame innovatie als een pionier beschouwd worden in haar sector. Klimaat en energie DEME zet haar ambitieuze strategie voort om de energietransitie te versnellen en de samenleving beter bestand te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Dit komt tot uiting in de meeste activiteiten die DEME ontwikkelt, maar vooral in de offshore windactiviteit, waarin DEME marktleider is. In 2021 werkte DEME onder meer aan de offshore windprojecten Triton Knoll, Hornsea Two, Saint-Na- zaire en Dolwin6. Het afgelopen jaar heeft DEME enkele belangrijke contracten binnengehaald, waaronder het eerste EPCI-contract (Engineering, Procurement, Construction and Installation) voor een drijvend offshore windmolenpark in Frank- rijk en de T&I (Transportation & Installation) scope voor de turbines en funderingen voor Vineyard, het eerste grootschalige offshore windmolenpark in de VS. Dit werd snel gevolgd door een belangrijk BoP-contract (Balance of Plant) voor de bouw van het 2,6 GW Coastal Virginia Offshore Wind-project, het grootste offshore windin- stallatiecontract dat ooit in de VS is toegekend. DEME’s activiteit met betrekking tot offshore wind zal, op basis van de huidige interpretatie van de regels, zowel ‘in aanmerking’ komen (‘eligible’) als grotendeels ‘afgestemd’ (‘aligned’) worden beschouwd met de EU Taxonomie. 28% van de totale omzet komt ‘in aanmerking’ en 24% van de totale omzet is ‘gealigneerd’ op basis van de huidige definities. DEME is eveneens actief in andere groene activiteiten zoals de bouw van bruggen en tunnels voor railinfrastructuur en het bouwen of de modernisatie van havenin- frastructuur. Voor deze activiteiten laat de EU Taxonomie ruimte voor interpretatie, waardoor deze activiteiten momenteel als ‘likely eligible’ worden beschouwd, goed voor 43% van de totale omzet. Naast de verwezenlijking in offshore wind, zet DEME verder in op groene waterstof. In mei 2021 trad DEME toe tot het Hyve-consortium, dat streeft naar een kosten- efficiënte en duurzame productie van waterstof. Half juli ondertekende HYPORT ® Duqm, een initiatief van DEME Concessions en Omani Partners OQ, een samen- werkingsovereenkomst met het Duitse energiebedrijf Uniper om de voorwaarden inzake afname van groene ammoniak verder te onderzoeken en vast te leggen. DEME Klimaat en energie Verdeling van omzet naar activiteit in 2021 5. ESG-hoogtepunten 2021 bij participaties Op de volgende pagina’s wordt per participatie aangegeven welke thema’s een potentieel materieel belang kunnen hebben voor de AvH-groep, welke acties de participaties hebben ondernomen in 2021 op die aspecten, hoe dit moet gekaderd worden in hun ESG-beleid en welke doelstellingen ze hierbij nastreven. De geboek- te vooruitgang wordt, waar mogelijk, aan de hand van KPIs aangegeven. De participaties werken op veel meer thema’s en concrete programma’s dan hier vermeld. Deze kunnen een materieel belang hebben voor de betrokken participa- ties, maar worden hier niet opgenomen omdat ze geacht worden geen potentiële materiële financiële impact te kunnen hebben op AvH volgens de huidige beschik- bare kennis en infomatie (zowel qua opportuniteiten als qua risico’s). AvH onder- steunt via de raden van bestuur van participaties dan ook die initiatieven, zonder dat ze in dit verslag moeten gerapporteerd worden. Geïnteresseerde lezers kunnen meer informatie over het ESG-beleid en realisaties van de bedrijven vinden in het activiteitenverslag van dit jaarverslag, alsook in de individuele verslagen of op de websites van de respectievelijke participaties. De materialiteitsmatrix van elk van de participaties kan teruggevonden worden op de AvH website en bij de respec- tievelijke bedrijven. Alle thema’s vermeld op een materialiteitsmatrix worden door de betrokken bedrijven als belangrijk beschouwd, maar hebben niet noodzakelijk een materiële impact, zoals aangegeven door de ‘ranking’ van laag tot hoog op de diverse assen. Offshore Capital dredging Maintenance dredging Infra Environmental Overige 2021 2020 2019 EU Taxonomie: % omzet in aanmerking (‘eligible’) 28% waarschijnlijk in aan- merking (‘likely eligible’) 43% potentieel ‘eligible’ (‘eligible’ en ‘likely eligible’) 28%-71% afgestemd (‘aligned’) 24% MW geïnstalleerde windturbines 2.378 1.477 1.057 MW offshore wind (in economische eigendom) 144 144 99 GHG in kton CO 2 -equivalent (1) 833 660 681 waarvan scope 1 832 659 676 waarvan scope 2 1 1 5 (1) Broeikasgasemissies scope 1 & 2: DEME volgt het Greenhouse Gas Protocol (ISO14064). 36% 35% 10% 10% 6% 3% Meer informatie met betrekking tot de AvH ESG-aanpak kan terug- gevonden worden op de website: www.avh.be/nl/sustainability 63Jaarverslag 2021 Safety Stand-Down en Safety Moment Day, waarbij 214 veiligheidssuccessen wer- den gedeeld. In april was DEME één van de drie finalisten van de Port of Antwerp Sustainability Award 2021 in het kader van ‘SDG 3 Goede Gezondheid en Welzijn’ dankzij haar preventieve gezondheidsprogramma ‘Veerkracht en welzijn bij DEME’ om medewerkers weerbaar te maken tegen de uitdagingen van COVID-19. Het hele jaar door werkten verschillende teams 24/7 om ervoor te zorgen dat projecten veilig konden doorgaan tijdens de pandemie. Duurzame innovatie, financiering en bedrijfsethiek Naast de ontwikkeling van innovatie in groene waterstof, waren er tijdens 2021 verschillende opmerkelijke innovatieprestaties. MPVAqua, een onderzoekstraject waarin DEME partner is, won de Blue Innovation Swell Award. De partners in het samenwerkingsverband zetten zich in voor de ontwikkeling van grootschalige offshore zonneparken. DEME blijft ook investeren in duurzame technologie voor de verzameling van mineralen op de zeebodem via haar dochteronderneming GSR. In april 2021 heeft de diepzeerobot ‘Patania II’ met succes aangetoond dat hij op een diepte van 4,5 km over de zeebodem kan rijden en polymetallische knollen verzamelen. DEME is vaak actief in landen met een hoger risicoprofiel op het vlak van bedrijfs- ethiek. Het is steeds de bedoeling op een integere manier zaken te doen en corrup- tie of omkoping proactief te voorkomen. De onderneming zet zich ook actief in voor het respect voor en de bescherming van de arbeids- en mensenrechten, wat wordt benadrukt door haar strikte ‘Code of ethics and business integrity’ en haar ‘Code of ethics for business partners’. CFE en DEME behaalden in juni 2021 een gezamenlijke Sustainalytics-rating van 27,8 (‘gemiddeld risico’), waarmee ze tot de best presterende bedrijven in hun sector behoren. In 2021 werd het proces opgestart om bestaande langetermijnkre- dieten om te zetten naar ‘sustainable’ financiering (‘sustainability linked loans’). Deze omzetting werd begin 2022 gefinaliseerd. DEME heeft zich verbonden tot het verder verbeteren van de veiligheid op het werk, alsook op het inzetten op koolstofarme brandstoffen. Gezondheid, veiligheid en welzijn 2021 2020 2019 Frequentiegraad ongevallen (1) 0,19 0,19 0,24 Ernstgraad ongevallen (2) 0,07 0,04 0,01 Duurzame innovatie en bedrijfsethiek 2021 2020 2019 Aantal goedgekeurde innovatie-initiatieven 14 18 11 Aantal goedgekeurde groene initiatieven 125 128 105 Permanente evaluatie compliance processen % werknemers compliance awareness training 99% 97% 88% (1) Aantal ongevallen met arbeidsongeschiktheid (wereldwijd) x 200.000, gedeeld door het aantal werkuren. (2) Aantal kalenderdagen afwezigheid (wereldwijd) x 1.000, gedeeld door het aantal werkuren. DEME levert al tientallen jaren oplossingen voor het bouwen van infrastructuur die beter aangepast is aan klimaatgerelateerde gevaren, zoals overstromingen. Naast baanbrekende projecten zoals Coastbusters, waarbij op natuur geïnspireerde ont- werpen centraal staan, is ook het Bankbusters-project van start gegaan. Samen met haar partners zal DEME een artificieel getijdenmoeras onderzoeken en ontwerpen. DEME bouwt verder aan haar toekomstbestendige vloot. ‘s Werelds krachtigste megacutter ‘Spartacus’ is in de vaart genomen. Dit schip kan op LNG varen en heeft verschillende energiebesparende kenmerken. Ook ‘Groenewind’, een schip dat spe- ciaal is ontworpen voor het onderhoud van offshore windmolenparken en dat tot 50% brandstof kan besparen, is aan de vloot toegevoegd. Verder onderzoekt DEME het potentieel van alternatieve brandstoffen (‘e-fuels’) voor haar vloot. De totale scope 1 en 2 CO 2 -emissies van DEME bedroegen in 2021 833 kton CO 2 - eq. ten opzichte van 660 kton CO 2 -eq. in 2020. De stijging in uitstoot kan vooral worden toegeschreven aan een hogere bezetting van de schepen in 2021. Voor zo- wel haar hopper- en cutterschepen was de bezetting ongeveer 15% hoger dan het jaar voordien. Dit is voornamelijk het gevolg van haar activiteiten in grote projecten zoals Abu Qir I en II in Egypte. DEME heeft de ambitie om tegen 2050 klimaatneu- traal te opereren. Tegen 2030 wil DEME de uitstoot van broeikasgassen met 40% per eenheid verminderen ten opzichte van 2008. In 2021, behaalde DEME voor het eerst het ISO 50001-certificaat met betrekking tot het management en het continu verbeteren van haar energieprestaties. Verder stelt het DEME in staat om energiemanagement en de gerelateerde CO 2 -uitstoot te integreren. Gezondheid, veiligheid en welzijn DEME is een grote werkgever met 4.880 werknemers (VTE) en heeft veel aandacht voor het sociale en fysieke welzijn van al haar werkkrachten, ongeacht of ze werk- nemer zijn of niet. Aangezien DEME actief is op elk continent, is de werkplek divers qua nationaliteit, cultuur, ervaring en persoonlijkheid. Meer dan 80 nationaliteiten zijn actief bij de crew en staf. Er is ook een programma om inclusief werken te bevorderen. DEME moet soms in zeer uitdagende omstandigheden werken. Daarom is een vei- lige en gezonde werkplek voor iedereen - of het nu op een schip, projectlocatie of op kantoor is - een constant aandachtspunt. De veiligheidsnormen worden voort- durend opgevolgd aan de hand van KPIs die deel uitmaken van het bonussysteem van het personeel. In 2021 vonden diverse bedrijfsinitiatieven plaats, waaronder de Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar in het activiteiten- en duurzaamheidsverslag van DEME en op de website Sustainability | DEME Group (www.deme-group.com/sustainability) 64 Your partner for sustainable growth 5.2 CFE (exclusief DEME) CFE is enerzijds actief in bouw, multitechnieken en rail/utilities en omvat ander- zijds vastgoedontwikkeling (BPI). Op basis van de materiële thema’s van CFE en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werd ‘Deugdelijk bestuur’ als ma- terieel beschouwd op AvH-niveau. Een coherente en efficiënte interactie van alle processen en betrokken partijen kan immers een doorslaggevende impact hebben op het geheel van de activiteiten en hun impact op mens en omgeving. Daarnaast worden diverse andere onderwerpen op het niveau van CFE Contracting en BPI als materieel beschouwd: ‘Gezondheid en veiligheid’, ‘Circulariteit’, ‘Optimalisering van de logistiek’, ‘Afvalvermindering’, ‘Energie-efficiëntie’, ‘Mobiliteit’, ‘Correcte arbeidsvoorwaarden voor iedereen’, ‘Talentmanagement’ en ‘Innovatie’. Op basis van deze thema’s bepaalde CFE 5 krachtlijnen, die zowel vanwege hun maatschappelijke impact als hun economische relevantie prioritair zijn en al tot concrete acties hebben geleid. Deze krachtlijnen zijn (1) CFE bedenkt de habitat van morgen, (2) CFE doet een continue zoektocht naar innovatieve oplossingen, (3) De kracht van CFE volgt rechtstreeks uit het talent van haar teams, (4) CFE zet in op de reductie van de CO 2 -uitstoot, en (5) CFE gaat om met een wereld die voortdurend evolueert. Tijdens 2021 werden concrete doelstellingen gedefinieerd. CFE Contrac- ting engageert zich om haar directe CO 2 -uitstoot (scope 1 en 2) tegen 2030 met 40% te verminderen ten opzichte van 2020. De vergroening van het wagenpark, de optimalisering van de logistiek op de werven, de opvolging en optimalisering van het energieverbruik, het gebruik van 100% groene energie en een rationeel water- en materialenbeheer zijn allemaal hefbomen om deze doelstellingen te bereiken. Verder integreert BPI multimodale mobiliteit in haar projecten om deze op een duurzame manier in het hart van de stad te integreren. In de volgende paragrafen wordt een selectie van relevante materiële onderwerpen voor CFE verder toegelicht. Duurzaam en innovatief bouwen CFE Contracting en BPI willen duurzame oplossingen aanbieden voor de huidige ecologische, maatschappelijke en economische uitdagingen en bewust omgaan met de impact van hun activiteiten op het milieu. CFE Contracting wil via het gebruik van gerecycleerde materialen of hergebruik van materialen circulariteit in de bouwsector introduceren. Circulariteit staat centraal in het ZIN-project dat 95% van het gewicht van de bestaande constructies wil behou- den, hergebruiken of recycleren, en 95% van de nieuwe materialen ‘cradle-to-crad- le’ certificeren. De keuze van duurzamere materialen is bovendien een belangrijke parameter om de CO 2 -impact te verminderen. Het ZIN-project is in dat opzicht een vooruitstrevend project op Belgisch niveau, waar CFE Contracting grenzen verlegt. Voor CFE Contracting en BPI wordt transport een belangrijke uitdaging. Daarom wordt er een innoverende mobiliteitsstrategie voor de medewerkers en de mate- rialen ontwikkeld met een optimalisatie van het transport via het gebruik van lo- gistieke consolidatiecentra. Via MOBIX is CFE Contracting actief betrokken bij de uitbouw van het spoorwegennet in België, onder andere bij de vernieuwing van de veiligheidssystemen. Verder wordt een geavanceerd afvalbeheer en waterbeleid uitgerold. Ook de ‘Lean’-bouwprocessen die op de verschillende locaties worden toegepast, verminderen de impact op het milieu. Voor BPI staat de CO 2 -ambitie centraal in haar bouwprojecten, met name door aandacht voor renovatie, systematische keuze waar haalbaar voor groene of her- nieuwbare energie (met een voorkeur voor gebruik van geothermische energie), hergebruik van materialen en de integratie van multimodale mobiliteit. CFE Contracting en BPI hebben in 2020 hun knowhow gebundeld in de joint venture Wood Shapers om zo geïntegreerde, duurzame en effectieve oplossingen te kunnen aanbieden voor ontwikkeling en bouw, met behulp van hout en geprefabriceerde ma- terialen. Wood Shapers heeft de handen in elkaar geslagen met zusteronderneming BPC voor het Monteco-project, het hoogste houten gebouw in het Brusselse Gewest. CFE Deugdelijk bestuur Overzicht corporate governance charters/codes CFE CFE Contracting BPI Corporate governance charter Risicoprocedures n.a. (1) (2) Anticorruptiecode n.a. (1) (1) Overgedragen aan CFE Contracting en BPI (2) Interne richtlijnen op het vlak van financiële transacties 2021 2020 2019 GHG in kton CO 2 -equivalent (1) 16,5 17,7 17,8 waarvan scope 1 14,6 15,8 14,8 waarvan scope 2 1,9 1,9 3,1 Frequentiegraad ongevallen (2) 22,37 26,12 13,72 Ernstgraad ongevallen (3) 0,69 0,61 0,44 Aantal uren training per VTE 13 14 18 (1) Broeikasgasemissies: CFE volgt het Greenhouse Gas Protocol. (2) Aantal ongevallen met een handicap x 1 miljoen, gedeeld door het aantal gewerkte uren. (3) Aantal kalenderdagen afwezigheid x 1.000, gedeeld door het aantal werkuren. CFE - Houtbouw Monteco - Brussel 65Jaarverslag 2021 DEME - SeaMade Eind 2021 lanceerde CFE Contracting zijn VMANAGER, die zich toespitst op energie- besparing, het beheer van de energiestromen en, in het algemeen, het beheer van de bouwtechnieken. Dit innovatieve instrument maakt een intelligent en duurzaam beheer van nieuwe of te renoveren gebouwen mogelijk door de technische kennis van VMA te combineren met intensieve monitoring en met instrumenten voor het toezicht op en de controle van hun reële energieprestaties. Gezondheid, veiligheid en welzijn CFE wil de best mogelijke arbeidsomstandigheden creëren en de druk op zware be- roepen verlichten. De hoeksteen van dat engagement is de veiligheid op het werk. Elke activiteit van de groep streeft naar ‘nul ongevallen’ en ontwikkelt concrete sensibiliserings- en informatiestrategieën daaromtrent. De ernst en de frequentie van arbeidsongevallen zijn een prioritair aandachtspunt in elke raad van bestuur. CFE doet het op dit vlak beter dan de sector in België. CFE streeft ook naar een constante verbetering van de arbeidsomstandigheden en -omgeving met de bedoe- ling een werkplek te creëren waar iedereen zich kan ontplooien en goed voelen. Deugdelijk bestuur In 2021 werden het corporate governance charter en alle belangrijke beleidslijnen en procedures geactualiseerd. De verschillende actoren binnen projecten, waar- onder de werknemers en de onderaannemers, moeten dezelfde aandacht krijgen. Het corporate governance charter en de procedures bevatten minimumvereisten op het vlak van ethiek, niet-discriminatie en eerbiediging van de mensenrechten. Daarnaast is het de bedoeling te verzekeren dat elke persoon die bij de projecten betrokken is, respectvol wordt behandeld. CFE en DEME behaalden in juni 2021 een gezamenlijke Sustainalytics-rating van 27,8 (‘gemiddeld risico’), waarmee ze tot de best presterende bedrijven in hun sector behoren. Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van CFE en op de website Duurzame Strategie | CFE (www.cfe.be/nl/duurzame-strategie) 66 Your partner for sustainable growth 5.3 Delen Private Bank Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particu- lieren. Op basis van de materiële thema’s van Delen Private Bank en de materiali- teitsanalyse op AvH-groepsniveau werden ‘Vermogensbescherming’, ‘Verantwoord investeringsbeleid’, ‘Bedrijfsethiek’ en ‘Bescherming van data en privacy’ als ma- terieel beschouwd op AvH-niveau. Daarnaast werden diverse onderwerpen door Delen Private Bank als materieel beschouwd: ‘Klantentevredenheid’, ‘Werknemers- tevredenheid’, ‘Innovatieve ingesteldheid’, ‘Talent management’ en ‘Financiële veerkracht’. Vermogensbescherming Vermogensbescherming is een prioriteit voor haar cliënteel. Delen Private Bank streeft ernaar de klantentegoeden te beleggen als een dynamische, goede huis- vader. Naast de bestaande gedegen financiële analyse, worden ook niet-financiële parameters geïntegreerd in het beheersproces. De dagelijkse implementatie van het verantwoord investeringsbeleid, dat de voorbije 5 jaar werd verbreed en verdiept, verzekert een langetermijndenken en risicobeperking. Verantwoord investeringsbeleid Als lid van UN PRI zet Delen Private Bank zich consequent in om haar investe- ringsproces fundamenteel duurzaam te maken door verschillende ESG-gerelateerde criteria te integreren. De jaarlijkse evaluatie door UN PRI vormt een belangrijke KPI, waarbij de beoordeling A+ voor strategie en beleid Delen Private Bank aanmoedigt om verder te gaan op de ingeslagen weg. Wegens operationele problemen bij UN PRI is de oplevering van evaluatie- en transparantierapporten voor 2021 door UN PRI verdaagd naar het tweede kwartaal 2022. Verder monitort en communiceert Delen Private Bank open over de CO 2 -intensiteit van haar patrimoniale fondsen. Het is haar doel om ervoor te zorgen dat deze fondsen een lagere CO 2 -intensiteit hebben dan de globale benchmark (bv. MSCI ACWI). Naast de integratie van niet-financiële parameters, zet Delen Private Bank ook sterk in op engagement met de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt. Hiervoor werd een partnership afgesloten met EOS van Federated Hermes, een toonaange- vende dienstverlener, om in dialoog te gaan met bedrijven op een globale schaal op het vlak van ESG-aangelegenheden. Bedrijfsethiek en bescherming van data en privacy Bedrijfsethiek is bijzonder relevant voor een bank. Financiële instellingen spelen immers een sleutelrol in het economisch weefsel van een land en bij de vermo- gensopbouw en -bescherming van individuen. Vanuit haar kernwaarden heeft De- len Private Bank een overkoepelend integriteitsbeleid opgesteld dat alle medewer- kers geacht worden naar de geest en de letter te respecteren. Bescherming van data en privacy krijgt aanzienlijke aandacht binnen de bank, te- gen de achtergrond van wereldwijd toenemende cybercriminaliteit. Delen Private Bank investeert sterk in haar eigen IT-systemen en ondersteunende diensten om de wettelijke verplichtingen te kunnen naleven en de bescherming van data en privacy te garanderen. Vermogens onder beheer 2021 2020 2019 Fondsen met opvolging verantwoord investeren (miljard euro) 35,4 29,5 26,7 Engagement scope (1) 70% 71% 70% Gemiddelde ESG-rating eigen fondsen (2) 19,4 19,7 22,2 (1) Verhouding van het aantal bedrijven waarmee een engagementprocedure loopt, op het totale aan- tal bedrijven in portefeuille. Het engagementprogramma legt de bank prioriteiten op naargelang de urgentie van bepaalde thema’s, de openheid van het bedrijf in kwestie en de mogelijke impact van een bepaalde engagementactie. (2) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score beter is en minder risico. Een score van 20 wordt als een laag risico beschouwd. (3) Tweejaarlijkse meting (4) België en VK Kernratio’s 2021 2020 2019 CET1-ratio 38,0% 40,5% 36,7% Klantentevredenheid 2021 2020 2019 Net Promoter Score (3) 58 n.a. 43 Ecologische inspanningen 2021 2020 2019 GHG in kton CO 2 -equivalent (4) 1,7 1,4 1,7 waarvan scope 1 1,4 1,1 1,4 waarvan scope 2 0,3 0,3 0,3 Duurzaam beleggen Delen Private Bank 67Jaarverslag 2021 Internationale erkenning Ook het collaboratieve aspect van UN PRI is niet te onderschatten: binnen de financiële sector kunnen investeerders van elkaar leren en samenwer- ken om maatschappelijke problemen resoluut aan te pakken. Zo ondersteunt Delen Private Bank via haar partnership afgesloten met EOS het initiatief ClimateAction100+. Zij sporen ’s werelds belangrijkste broeikasgasemittenten aan om maatregelen te nemen tegen de klimaatverandering en om de energietransitie te versnellen. Uitsluiting Als investeerder is het belangrijk om te kiezen wat er niet in de portefeuille hoort. Engagement Actieve en constructieve dialoog met de participaties. Integratie Inclusie van niet-financiële parameters in het investeringsproces. UN PRI is het wereldwijde netwerk dat binnen de VN een duurzamer financieel systeem nastreeft. Delen Private Bank en haar dochter- vennootschap fondsenbeheerder Cadelam onderschrijven deze principes en zetten zich al jaren in om het investeringsproces fundamen- teel duurzaam te maken. Dat is niet vrijblijvend. Jaarlijks rapporteert Delen Private Bank uitvoerig aan UN PRI over de inspanningen inzake verantwoord investeren, gebaseerd op uitsluiting, engagement en integratie. Na een grondige evaluatie kreeg Delen Private Bank de maximale A+ score voor de module ‘Strategie & beleid’ in 2020. Wegens operationele problemen bij UN PRI is de oplevering van evaluatie- en transparantie- rapporten door UN PRI voor 2021 verdaagd naar het tweede kwartaal 2022. Klantentevredenheid Klantentevredenheid blijft nog steeds een topprioriteit van Delen Private Bank. In navolging van de klantentevredenheidsenquête in 2019 werd er in 2021 een nieu- we klantenenquête uitgevoerd, waar de bank de NPS (Net Promotor Score) zag toenemen naar 58. Dit resultaat maakt duidelijk dat klanten haar open en heldere communicatie tijdens de COVID-19 crisis hebben weten appreciëren. ESG-realisaties Op bedrijfsniveau monitort Delen Private Bank nauwgezet haar ecologische voetaf- druk. In 2021 werd een nieuw mobiliteitsbeleid gedefinieerd om haar medewerkers een maximum aan (groene) mobiliteitsalternatieven te kunnen aanbieden vanaf 2022. Er werd ook besloten om vanaf 2022 voor al haar Belgische kantoren in eigen beheer over te schakelen op Europese groene elektriciteit. De ontwikkeling en het welzijn van haar personeel betekent voor Delen Private Bank een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico’s te mitige- ren. De bank besteedt derhalve veel aandacht aan het ontwikkelen van haar men- selijk kapitaal, het welzijn van haar werknemers en diversiteit. Ook in 2021 werd verder ingespeeld op de COVID-19 situatie en werd thuiswerk verder ondersteund. Wanneer op kantoor werd gewerkt, kon dit uiteraard gebeuren op een veilige en hygiënische manier. Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is vanaf Q2 2022 beschikbaar in het duurzaamheidsverslag van Delen Private Bank en op de website Duurzaamheidsbeleid | Delen Private Bank (www.delen.bank/nl-be/over-ons/duurzaamheidsbeleid) 68 Your partner for sustainable growth 5.4 Bank Van Breda Bank Van Breda is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Op basis van de materiële thema’s van Bank Van Breda en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werden ‘Veilige haven’, ‘Bedrijfsethiek’ en ‘Bescherming van data en privacy’ als materieel beschouwd op AvH-niveau. Daarnaast werden diverse onderwerpen door Bank Van Breda als ma- terieel beschouwd: ‘Vermogensopbouw en -bescherming’, ‘Respect voor wetten en regelgeving’, ‘Personeels- en ‘Klantentevredenheid‘. Veilige haven Onder ‘Veilige haven’ valt inherent het bewaken van de financiële stabiliteit van de bank, en in ruimere zin van het Belgisch economisch weefsel. Door voorzichtig beleid werd het eigen vermogen op geen enkel moment aangetast tijdens crisisperi- odes en in turbulent financiële markten. De bank heeft nooit staatssteun gekregen. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio) bedraagt 8,1%. Dit is een veelvoud van de 3% die de toezichthouders voorzien en één van de hoogste in de Belgische banksector. Door de coronacrisis stonden ondernemers en vrije beroepen plots in het oog van de storm. De bank bevestigde haar rol als veilige haven en koos ervoor om dicht bij de klant te staan. Tijdens de coronacrisis onderschreef Bank Van Breda de charters voor betaaluitstel voor bedrijfs- en woonkredieten en paste ze ruim en sneller dan de sector toe. De bank realiseerde in 2021 meer terugnames dan toevoegingen voor kredietvoorzieningen. De veerkracht van haar klanten bleek zeer groot te zijn. Met de kredietportefeuille richt Bank Van Breda zich naar een heel specifieke niche doelgroepklanten met een economische activiteit in België: vrije beroepen, familiale kmo’s en zelfstandige ondernemers. Door deze focus en de Belgische regelgeving ter zake sluit de bank kredietverlening uit bij volgende situaties: (1) schendingen van mensen- en arbeidsrechten, (2) productie van fossiele brandstoffen zoals steen- kool, olie en gas, en (3) schending van volksgezondheid en leefmilieu zoals vergif- tiging van grondwater en industriële activiteiten in beschermde natuurgebieden. De zelfstandige klanten dienen zelf hun pensioenkapitaal op te bouwen en te beschermen. Zij appreciëren het langetermijnadvies van de bank, wat opnieuw weerspiegeld werd in een groei van het door cliënten belegd vermogen met 3,2 miljard euro tot 21,1 miljard euro. De Net Promotor Score van 53 bevestigt de hoge klantentevredenheid in verhouding tot andere spelers in de Belgische banksector. (1) Tweejaarlijkse meting - stelling ‘Algemeen gesproken kan ik zeggen dat dit een heel goede organi- satie is om voor te werken’ (2) Tweejaarlijkse meting Klantentevredenheid 2021 2020 2019 Net Promoter Score 53 60 55 Personeelstevredenheid 2021 2020 2019 Great Place to Work (1) 98% - 95% Ecologische inspanningen 2021 2020 2019 GHG in kton CO 2 (2) 1,4 - 1,7 waarvan scope 1 1,4 - 1,7 waarvan scope 2 0 - 0 Bank Van Breda Veilige haven Kernratio’s 2021 2020 2019 CET1-ratio 16,8% 14,7% 13,1% Provisie voor kredietverliezen (excl. ECL) 0,01% 0,02% 0,02% Delen Private Bank - Zonnepalen op het dak van de vernieuwde hoofdzetel in Antwerpen 69Jaarverslag 2021 Bedrijfsethiek en bescherming van data en privacy De deontologie en de ethische waarden van het personeel zijn bepalend voor de manier waarop Bank Van Breda in contact treedt met haar klanten en leveranciers. Verder vormen cybercriminaliteit en ‘phishing’ wereldwijd een groeiende bedrei- ging. Het belang dat de klanten hechten aan de bescherming van hun persoons- gegevens en respect voor hun privacy neemt toe. In die context behandelt en beschermt Bank Van Breda ieders gegevens met eerbied voor de wetgeving en regelgeving, op een eerlijke en transparante wijze. ESG-realisaties Ondernemers en vrije beroepen vervullen een cruciale rol in de transitie naar een meer duurzame economie. Het belang van ESG-factoren (ecologie, sociale verant- woordelijkheid en deugdelijk bestuur) is bij de bespreking van kredietaanvragen verder gegroeid. Een energieprestatiecertificaat (EPC) is sinds 1 januari 2021 stan- daard bij aanvragen voor leningen voor vastgoed. Energie-efficiëntie en de transitie naar een koolstofarme economie worden steeds belangrijker in elk bedrijfsplan voor de toekomst. De bank gelooft dat ze door haar netwerk van klanten bij elkaar te brengen, haar klanten kan inspireren om op een zinvolle manier aan deze transitie bij te dragen. Verder wil de bank binnen het verantwoord vermogensbeheer (onder meer via nauwe samenwerking met Delen Private Bank) en de huisfondsen nog sterker inzetten op de combinatie van drie duurzaamheidsstrategieën: uitsluiting, engagement en integratie van niet-financiële parameters. Verder beschouwt Bank Van Breda gezondheid en welzijn van haar personeel als een cruciale troef. De bank besteedt veel aandacht aan het aantrekken van nieuw talent, de ontwikkeling van financiële expertise en het stimuleren van cohesie en diversiteit. Uit een veerkrachtbarometer bleek in 2021 dat de teams sterk verbon- den zijn gebleven tijdens de coronacrisis. Ook uit de enquête ‘Great Place to Work’ van november 2021 bleek dat 98% van de medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. Bank Van Breda - Digitale sessie van Van Breda The Square op internationale vrouwendag Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Bank Van Breda en op de website Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen | Bank Van Breda (www.bankvanbreda.be/maatschappelijk-verantwoord-ondernemen) 70 Your partner for sustainable growth 5.5 SIPEF SIPEF is een beursgenoteerde agro-industriële groep actief in de tropische land- bouw, voornamelijk in de productie van duurzame, gecertificeerde ruwe palmolie in Zuidoost-Azië. Duurzaamheid vormt al jaren de kern van SIPEF’s bedrijfsmodel. De groep engageert zich om een positieve bijdrage te leveren aan het milieu en de maatschappij door haar plantages op een ecologisch en sociaal verantwoorde manier te beheren en door belangrijke tewerkstellings- en ontwikkelingskansen in de landelijke en afgelegen gebieden te creëren. SIPEF besteedt hierbij bijzondere aandacht aan volgende materiële thema’s: ‘Mensenrechten en arbeidsnormen’, ‘Traceerbaarheid’, ‘Ontbossing’, ‘Betrokkenheid van kleine boeren’, ‘Veenge- bieden’, ‘Productiviteit en kwaliteit’, ‘Transparantie’, ‘Duurzaamheidsnormen en certificering’, ‘Gemeenschapsrechten’, ‘Klimaatverandering’, ‘Gezondheid en vei- ligheid’ en ‘R&D en innovatie’. Op basis van deze materiële thema’s geïdentificeerd door SIPEF en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werden geen thema’s geïdentificeerd die ESG-materieel kunnen zijn voor de AvH-groep. In de volgende paragrafen wordt een selectie van relevante materiële onderwerpen voor SIPEF toegelicht. Duurzame productie SIPEF’s ‘Responsible Plantations Policy (RPP)’ definieert haar duurzaamheidsstrate- gie en bevat haar verbintenissen om geen ontbossing of nieuwe aanplant op veen te doen en om geen mensenrechten te schenden. Als overkoepelend ESG-beleid van de onderneming, verbindt deze ‘RPP’ SIPEF tot de duurzame productie van volledig gecertificeerde en traceerbare producten. SIPEF is een leider in traceerbaarheid, waarbij al haar producten terug traceerbaar zijn tot aan de plaats waar deze geproduceerd zijn, ongeacht of dat een plantage is die SIPEF zelf beheert of een verbonden perceel van een lokale boer. Alle palmolie geproduceerd door SIPEF voldoet aan de duurzaamheidsnormen van de ‘Roundta- ble on Sustainable Palm Oil (RSPO)’. Bovendien voldoet ook de bananenproductie van SIPEF aan de ‘Rainforest Alliance Sustainable Agriculture Standard’, de ‘Global Good Agricultural Practice (GLOBAL G.A.P.)’ en aan ‘Fairtrade’ standaarden. SIPEF is overtuigd dat palmolie een essentieel onderdeel is en zal blijven van de oplossing om aan de snelgroeiende vraag naar plantaardige oliën te voldoen. In vergelijking met andere oliegewassen kan palmolie immers 2 tot 8 keer meer olie per hectare produceren, wat betekent dat veel minder land nodig is. Duurzame productie van palmolie leidt dus tot lagere ecologische en economische kosten. In dit opzicht hebben palmolieproducenten zoals SIPEF een belangrijke rol om aan te tonen dat duurzame productie van palmolie mogelijk is. Palmolieproductie versus andere vloeibare oliën Palm Koolzaad Soja Bron: https://theoilpalm.org/davos-and-food-security-the-facts-on-oilseed-efficiency/ Rendement Meststof Pesticides Energie-input 3,62 0,79 0,3 2 11 29 0,5 0,7 2,947 99 315 Ton olie geproduceerd per hectare Kg om 1 ton olie te produceren Kg om 1 ton olie te produceren Gj om 1 ton olie te produceren SIPEF - Palmvruchten 71Jaarverslag 2021 Klimaatverandering SIPEF is bezig haar CO 2 -voetafdruk op groepsniveau in kaart te brengen, gebruik- makend van de ISO 14064-standaarden. Deze evaluatie laat toe een nulmeting vast te leggen, wat essentieel is voor het bepalen van de doelstellingen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het aardopwarmingsvermogen van methaan is meer dan 25 keer groter dan dat van CO 2 . Daarom is het belangrijk voor SIPEF om de uitstoot van methaan zoveel mogelijk te reduceren. Reductie kan worden bereikt door het methaan op te van- gen. Door het afvalwater van de fabriek te laten vergisten in tanks of afgedekte vijvers, kan de geproduceerde methaan worden opgevangen en als biogas gebruikt of afgefakkeld worden. Op dit ogenblik heeft SIPEF reeds in 5 van de 9 palmoliefa- brieken opvangsystemen voor methaan geïnstalleerd. Verantwoordelijke werkgever en goede buur SIPEF wil een verantwoordelijke werkgever en een goede buur zijn en streeft naar een positieve sociale impact. Waar mogelijk geeft SIPEF leden van de lokale ge- meenschap tewerkstellings- en ontwikkelingskansen in het kader van haar activi- teiten. Als werkgever streeft SIPEF ernaar alle werknemers rechtvaardig te behan- delen, met respect voor de mensenrechten, en in overeenstemming met de lokale wetten en internationale kaders zoals de ‘Verklaring van de fundamentele principes en rechten op het werk’ en de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ van de Verenigde Naties. Via haar programma’s voor lokale boeren in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea steunt SIPEF ook meer dan 8.000 lokale boeren door hen diensten aan te bieden zoals opleiding, agronomisch advies en kwaliteitszaaigoed voor een betere oogst. Deugdelijk bestuur In 2021 heeft SIPEF haar ESG-engagementen versterkt zowel op het vlak van haar operaties als op het vlak van organisatie. In juni 2021 is een nieuwe ‘Chief Opera- ting Officer Asia Pacific (COO APAC)’ toegetreden tot het executief comité. Dankzij haar achtergrond en jarenlange ervaring in duurzaamheid, versterkt deze nieuwe persoon aanzienlijk het ESG-leiderschap binnen SIPEF. SIPEF - Sproeierirrigatie voor jonge oliepalmen in kwekerij - Indonesië SIPEF heeft zich ook geëngageerd op het vlak van duurzaamheid en transparantie en heeft de gepaste structuur opgezet om de implementatie en de constante evo- lutie van deze verbintenissen te verzekeren. In 2021 werd veel aandacht besteed aan de herziening van het materialiteitsbeoordelingsproces om te verzekeren dat de strategie en de rapportering van SIPEF rekening houden met de meest recente en belangrijkste ESG-kwesties die relevant zijn voor haar activiteiten en belang- hebbenden. SIPEF’s toewijding om haar duurzaamheidsprestaties en -rapportering te verbete- ren, wordt weerspiegeld in de scores die worden toegekend door toonaangevende, not-for-profit benchmarkingprogramma’s, gericht op het beoordelen van bedrijven op hun duurzaamheidsinzet en -transparantie. In 2021 werd SIPEF vierde gerang- schikt op 350 bedrijven door de Forest 500, die de meest toonaangevende bedrij- ven en financiële instellingen actief in haar waardeketen identificeert en rangschikt. SIPEF werd ook gerangschikt op de negende plaats van 100 palmoliebedrijven door de Sustainability Policy Transparency Toolkit (SPOTT), ontwikkeld door de Zoolo- gical Society of London (ZSL). In beide rankings heeft SIPEF haar score verbeterd sinds 2020. Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is vanaf Q2 2022 beschikbaar in het jaarverslag en het duurzaamheidsverslag van SIPEF en op de website www.sipef.com/sustainability/sustainable-approach/ De ‘Responsible Plantations Policy’ is beschikbaar op www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-plantations-policy/ 72 Your partner for sustainable growth 5.6 Nextensa De tagline ‘Places you Prefer’ weerspiegelt de missie van de nieuwe geïntegreerde vastgoedgroep Nextensa: als ‘next generation’ vastgoedinvesteerder en -ontwik- kelaar excelleren in duurzame stadsontwikkeling met een positieve sociale impact door het creëren van plaatsen waar het goed is om te wonen, werken, winkelen en ontspannen. De thema’s ‘Climate Adaptive Buildings’ en ‘Sustainable Societies’ vormen samen met ‘Human Investments’ de hoekstenen van het beleid waarmee Nextensa de komende jaren zal werken aan klimaatneutrale en gezonde gebouwen, die har- monieus verankerd worden in leefbare en levendige stedelijke omgevingen en die hiervoor gebruik maken van innovatieve technologieën en processen. Nextensa besteedt bijzondere aandacht aan de materiële thema’s: ‘CO 2 -neutraliteit’ (met focus op hernieuwbare en schone energie en koolstofarme materialen), ‘Water’, ‘Gezonde gebouwen’ en ‘Nextensa als voorbeeldige organisatie’. Op basis van deze materiële thema’s geïdentificeerd door Nextensa en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werden geen thema’s geïdentificeerd die ESG-materieel kun- nen zijn voor de AvH-groep. Climate Adaptive Buildings Nextensa heeft de ambitie om CO 2 -neutraal te zijn voor scope 1 en 2 tegen 2030 en voor scope 3 tegen 2050. Om dit te bereiken zet Nextensa in op het minimaliseren van energiegebruik, op het aanwenden van uitsluitend hernieuwbare en groene energie en op het stopzetten van het gebruik van fossiele brandstoffen. Bij het aankopen van goederen en materialen vermindert Nextensa haar CO 2 -voetafdruk met een positieve impact in scope 3. Met deze ambitieuze doelen wil Nextensa een voortrekker zijn in de engagementen die opgemaakt zijn in het kader van de Europese Green Deal die een transitie naar een koolstofarme economie bewerk- stelligt. Om dit te realiseren wordt intensief samengewerkt en worden ervaringen uitgewisseld met CFE Contracting. De energieneutrale ontwikkeling van Gare Maritime op Tour & Taxis werd in 2021 met diverse prestigieuze awards bekroond voor haar voorbeeldrol in circulair bouwen en voor haar innovatieve karakter. Daarenboven werden in 2021 voor- bereidingen getroffen om een aanvraag in te dienen om een ‘Energy Community’ te vormen op Tour & Taxis. Op die manier kunnen overschotten van opgewekte elektrische energie door de fotovoltaïsche panelen op Gare Maritime door andere gebruikers op de site (onder andere de appartementen verkocht aan gezinnen met een bescheiden inkomen) voordelig aangewend worden. Dit systeem kan later uit- gebreid worden met de overige producerende kantoorgebouwen op de site. Bij het Koninklijk Pakhuis te Brussel en Monnet 4 te Luxemburg werd ook geïnvesteerd in energie-optimalisatiesystemen. Nextensa heeft de ambitie alle gebouwen in ontwikkeling en in portefeuille tegen ten laatste 2030 te certificeren met een duurzaamheidscertificaat. Gare Maritime ontving in 2021 een ‘BREEAM Outstanding’-certificaat voor de verbouwing van de schil. Voor de Belgische portefeuille werden ‘BREEAM-in-use’ assessments uit- gevoerd. In 2021 werd de Belgische portefeuille volledig uitgerust met een monitoringssys- teem om alle energie- en waterverbruiken op te volgen en te analyseren. Sustainable Societies Nextensa wil bijdragen aan aangename leefomgevingen met een gemengd aanbod aan functies op wandelafstand, waarbij wordt ingezet op een groene en biodiverse buitenaanleg en het zacht verkeer de bovenhand krijgt, de zogenaamde ‘5-minute neighbourhoods’. In Park Lane, de eerste grote woonwijk op de site van Tour & Taxis waar duurzame materialen, groene binnenplaatsen en een rijke architecturale vorm centraal staan, werden in 2021 diverse wooneenheden van de eerste fase opgeleverd en betrok- ken door de nieuwe bewoners. In het project werden in 2021 ook meer dan 50 appartementen verkocht aan gezinnen met een bescheiden inkomen. Daarnaast werd de vergunning bekomen voor de tweede fase, die in het tweede kwartaal 2022 zal aanvatten. In Gare Maritime opende eind november de Food Market, een innovatieve, culinaire en plasticvrije ontmoetingsplek waar lokale, seizoensgebonden en biologische pro- ducten in verschillende prijscategorieën worden aangeboden. Nextensa Climate Adaptive Buildings 2021 2020 GHG in kton CO 2 -equivalent - eigen werking Nextensa 0,12 0,14 waarvan scope 1 0,11 0,10 waarvan scope 2 0,01 0,04 Nextensa - Gare Maritime Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Nextensa en op de website nextensa.eu/nl/about-us-nl/sustainability-nl/ 73Jaarverslag 2021 5.7 Anima Anima is actief in het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België. Anima besteedt bijzondere aandacht aan de materiële thema’s ‘Kwaliteit van de zorg voor residenten’, ‘Welzijn van het zorgpersoneel’, ‘Duurzaam en in lijn met de laatste regelgeving inzake vastgoed’, ‘Relaties met belanghebbenden’ en ‘Compliance’. Hieronder wordt ingegaan op ‘Kwaliteit van de zorg voor de residen- ten’ en ‘Welzijn van het zorgpersoneel’, alsook de ‘CO 2 -aanpak’ om de uitstoot te verminderen in de zorgcentra. Op basis van deze materiële thema’s geïdentificeerd door Anima en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau werden geen thema’s geïdentificeerd die ESG-materieel kunnen zijn voor de AvH-groep. Kwaliteit van de zorg voor de residenten Anima bereidt zich voor op de uitdagingen van de toekomst. Zij wil haar bewoners topkwaliteit van zorg en van huisvesting geven en heeft daarom een eigen kwa- liteitsmanagementprogramma (QMS) opgezet. Het QMS vertrekt vanuit de indivi- duele behoeften en noden van de bewoners en deze van hun naaste familieleden en tekent op die basis processen en procedures uit. Deze vormen de basis van de Anima kwaliteitscultuur, waarin de kwaliteit van zorg en huisvesting continu wordt bewaakt en geoptimaliseerd. Ook de input vanuit verschillende overlegstructuren en de expertise van de mede- werkers zijn een belangrijke kracht in dit kwaliteitsproces. Via audits wordt gepeild naar het vooropgestelde resultaat van de processen en procedures waardoor deze, indien nodig, kunnen worden bijgestuurd teneinde het beoogde resultaat te berei- ken en te borgen. Naast een kwaliteitsmanagementssysteem voorziet Anima in elk van haar woon- zorgcentra meer personeel dan het wettelijk minimum. Welzijn van het zorgpersoneel Anima omringt zich met medewerkers die dag in dag uit het beste van zichzelf geven, in het belang van haar bewoners. Tijdens de COVID-19 pandemie heeft hun welzijn bijzondere aandacht gekregen. In november 2021 peilde Anima via haar deelname aan de ‘Great Place to Work’-enquête opnieuw naar de tevredenheid van haar medewerkers. Zo kon Anima het effect van de maatregelen, die zij op basis van de vorige meting heeft genomen, evalueren en bijsturen. Als uitbater van woonzorgvoorzieningen staat Anima uiteraard achter de algehele vaccinatie van het zorgpersoneel. Anima heeft onafgebroken campagne gevoerd om de vaccinatie bij haar eigen zorgpersoneel aan te moedigen. CO 2 -aanpak in zorgcentra Voor de Vlaamse woonzorgcentra geldt de verplichting om over een periode van 10 jaar (2021-2031) 21% minder CO 2 uit te stoten. Zo heeft Anima in uitvoering van haar klimaatvisieplan een nulmeting in 2021 georganiseerd voor haar Vlaamse zorgcentra. Daarbij werd aan de hand van een uitgebreide vragenlijst nagegaan hoe deze zorgcentra scoren op een aantal milieuthema’s zoals energie, mobiliteit en gebruik van materialen. Deze nulmeting zal in 2022 ook voor de Waalse en Brusselse zorgcentra worden uitgevoerd. De bedoeling is de behaalde score jaarlijks te verbeteren en zo de milieu-impact van Anima’s activiteiten verder te beperken. Als onderdeel van Anima’s doelstelling om haar CO 2 -uitstoot tegen 2031 te vermin- deren, koopt Anima sinds 1 januari 2021 enkel nog elektriciteit van 100% groene origine. Hierdoor werd de CO 2 -uitstoot al met 11% gereduceerd. Een belangrijk onderdeel van Anima’s ESG-beleid is ook de bewustmaking van haar bewoners en personeel. Bewoners en personeel worden elk kwartaal geïnformeerd over de genomen ESG-initiatieven. Anima - Au Privilège - Haut-Ittre Anima - Zonnesteen - Zemst Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar op de website animagroup.be/MVO/ 74 Your partner for sustainable growth 5.8 Overige participaties Ook bij de overige participaties werden diverse initiatieven genomen inzake ESG. Die worden in het activiteitenverslag van de diverse participaties besproken. Bij de overige participaties wordt door de betrokken investeringsmanagers dezelfde aanpak toegepast als bij de 7 voormelde participaties. Volgende ESG-initiatieven zijn vermeldenswaard: • Rent-A-Port ondersteunt de energietransitie in België door het bouwen van een batterijpark voor elektriciteitsopslag in Bastenaken. Elektriciteitsopslag op grote schaal kan bijdragen tot het verhogen van de bevoorradingszekerheid en tot het garanderen van de stabiliteit van het net. • Green Offshore participeert als aandeelhouder in de ontwikkeling en exploita- tie van de Belgische offshore windparken Rentel en SeaMade. Eind 2020 werd het SeaMade offshore windpark, dat energie levert aan 500.000 gezinnen, aan de Belgische kust in gebruik genomen. 2021 was het eerste volledige produc- tiejaar. • Sagar Cements wil een toonaangevende Indische cementproducent zijn op vlak van duurzaamheidsaspecten met continue aandacht voor het reduceren van haar energiebehoeften (o.a. via proceswarmterecuperatie), inzetten van hernieuwbare energie (waterkracht en zonne-energie), alsook het reduceren van fossiele brandstoffen door gebruik van alternatieve brandstoffen (o.a. af- valmateriaal/biomassa) en de 100% voorziening van industrieel watergebruik via regenwater. Verder biedt Sagar aan haar medewerkers verblijf en recreatie, gezondheidszorg en medische verzekering, levensverzekering, pensioensparen, hulp bij het verkrijgen van krediet, eerlijke compensatie en andere voordelen. Sagar werkt ook regelmatig samen met lokale gemeenschappen en investeert actief in hun inclusie en ‘empowerment’. • Agidens focust zich op procesautomatisatie om de efficiëntie en beheersing van productieprocessen te verhogen. Dit resulteert in een positieve ESG-impact door het beperken van energieverbruik en grondstoffen. Bovendien hielp Agi- dens als leverancier mee de productielijnen voor vaccins in België en Nederland te bouwen. • Biolectric produceert en plaatst biogasinstallaties bij landbouwers voor het omzetten van methaangas uit mest in hernieuwbare elektriciteit en warmte. Methaan is een zeer sterk broeikasgas. Er wordt meer methaan opgevangen dan door dit proces wordt vrijgegeven aan de atmosfeer. De vermeden uitstoot geeft aanleiding tot een proces met een netto negatieve CO 2 -voetafdruk. • EMG innoveert met ‘remote’ technologie die reiskilometers uitspaart en een positieve impact heeft op de CO 2 -voetafdruk. In het VK werd ook de eerste CO 2 -voetafdruk in kaart gebracht. • Manuchar beschikt over een CO 2 -neutrale hoofdzetel. • Mediahuis is lid van de Belgian Alliance for Climate Action (BACA) en werkt actief aan het verminderen van haar ecologische voetafdruk onder meer in haar drukkerijen en neemt diverse initiatieven om de vrijheid van pers te bevorderen onder meer via haar deelname in Pluralis. • Medikabazaar richtte het ‘COVID Combat Collaboration Platform’ op. • Turbo’s Hoet Groep werkt nauw samen met constructeurs die focussen op lager brandstofverbruik en emissies en die alternatieve ‘propere’ aandrijflijnen (bv. elektriciteit, waterstof) ontwikkelen. • Van Moer Logistics zet maximaal in op multimodaal transport door een com- binatie van binnenvaart, met vervoer per spoor en over de weg, aan te bieden. Het aantal LNG-trucks werd uitgebreid en meer dan de helft van de vloot aan vorkheftrucks is geëlektrificeerd. Verder pioniert Van Moer met een ‘dual fuel’ vrachtwagen die rijdt op basis van waterstof en diesel, om de CO 2 -uitstoot te verminderen dan wel door proactief CO 2 -vriendelijke logistieke alternatieven aan te bieden aan haar klanten. Volgende participaties zijn door hun activiteit inherent bezig met ESG: • Verdant Bioscience ontwikkelt hoogrenderende F1-hybride-oliepalmen. • Biotalys ontwikkelt technologie voor gewas- en voedselbescherming. • HealthQuad doet investeringen in de Indische gezondheidssector. • Indigo Diabetes ontwikkelt een onzichtbare chipsensor voor het monitoren van de gezondheidstoestand van mensen met diabetes. • Medikabazaar opereert een B2B-platform voor medische benodigdheden in India. • MRM Health ontwikkelt innovatieve technologieën op basis van gezonde bac- teriën in de darm. • OncoDNA is actief in theranostica en genomica met expertise in precisieon- cologie. Sagar Cements - Kwaliteitscontrole Van Moer Logistics - ‘Dual fuel’ vrachtwagen Lexicon: Achteraan het jaarverslag is een ESG-gerelateerde woordenlijst met definities van de gehanteerde afkortingen en termen opgenomen. 75Jaarverslag 2021 www.avh.be/nl/about/who-we-are MILIEU-, SOCIALE EN GOVERNANCE-ASPECTEN ZIJN VOLLEDIG GEÏNTEGREERD IN ONS INVESTERINGBELEID. WE INVESTEREN IN BEDRIJVEN OVER DE HELE WERELD MET WIE WE DEZELFDE VISIE DELEN OVER DE AANPAK VAN GLOBALE UITDAGINGEN. Bekijk de nieuwe AvH bedrijfsfilm 76 Your partner for sustainable growth Jan Suykens Voorzitter executief comité - CEO Tom Bamelis Lid executief comité - CFO John-Eric Bertrand Lid executief comité Piet Bevernage Lid executief comité - Secretaris-generaal Executief comité Medewerkers Piet Dejonghe Lid executief comité André-Xavier Cooreman Lid executief comité Koen Janssen Lid executief comité An Herremans Lid executief comité DAGELIJKSE LEIDING EN MEDEWERKERS Bart Bressinck Accountant Peter Florus Tax officer Hilde Delabie Senior group controller Isabelle Bernaerts Onthaal Ann Bex Management assistant Sarah Franssens Management assistant Patricia Bielen Management assistant 77Jaarverslag 2021 Nele Govaert Legal counsel Bart Vercauteren Sustainability manager Anke Jeurissen Legal counsel Jens Van Nieuwenborgh Investment director Jeroen Vangindertael Investment associate Philip Heylen International relations & public affairs officer Thijs Hoste Investment associate Sonja Goossens Personeelsadministratie Hari Rajmohan Investment manager Thomas Ternest Investment director Hilde Haems Chief Human Capital Officer Iris Meirlaen Paralegal Garry Suy Onderhoudsman Jean-Claude Janssens Treasurer Gilles Huyghebaert Group controller Ans Matthysen Accountant Lydie Makiadi Management assistant Robin Muller Onthaal Brigitte Stockman Management assistant Petra Van de Velde Management assistant Katia Waegemans Communication manager Kim Vander Haegen Group controller Michaëla Goelen Office manager Filip Portael IT consultant ACTIVITEITEN- VERSLAG 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 79Jaarverslag 2021 31/12/2021 (1) Incl. participatie via AXE Investments (2) Incl. participaties via HealthQuad Fund I + II (3) Fully diluted AvH & Growth Capital Marine Engineering & Contracting Energy & Resources Private Banking Nextensa 59% Delen Private Bank 79% SIPEF 35% DEME 62% Agidens (1) 85% Anima 93% Bank Van Breda 79% Verdant Bioscience 42% CFE 62% AXE Investments 48% Sagar Cements 22% Rent-A-Port 81% Biolectric 56% OMP 20% Mediahuis 13% Telemond 50% Fair value investeringen (3) Biotalys 12% HealthQuad I Fund 36% HealthQuad II Fund 10% Medikabazaar (2) 10% MRM Health 16% OncoDNA 10% Venturi Partners Fund I 20% Indigo Diabetes 9% Green Offshore 81% EMG 23% Turbo’s Hoet Groep 50% Manuchar 30% Van Moer Logistics 22% Real Estate & Senior Care ACKERMANS & VAN HAAREN 80 Your partner for sustainable growth Hoewel de coronapandemie nog steeds voor hinder zorgt in hun dagelijkse opera- ties, hebben zowel DEME als CFE een krachtig herstel van hun resultaten gereali- seerd. De winstbijdrage van Marine Engineering & Contracting stijgt opnieuw uit boven het precoronajaar 2019. DEME DEME is één van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouw- bedrijven ter wereld. 62 % Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH (€ miljoen) 2021 2020 2019 DEME 68,6 28,6 73,9 CFE 23,5 7,8 13,5 Rent-A-Port 2,9 1,0 0,5 Green Offshore 4,0 9,3 4,0 Totaal 99,0 46,7 91,9 DEME - Living Stone - Dogger Bank - VK Intentie tot splitsing van CFE CFE zal door middel van een partiële splitsing haar 100%-belang in DEME inbrengen in een nieuwe vennootschap (DEME Group) en de aandeelhouders van CFE hiervoor vergoeden door uitgifte van DEME Group-aandelen, waarvan de notering zal worden aangevraagd op Euronext Brussels. Mogelijks wordt DEME Group nadien gefuseerd met DEME. Na de afronding van de transactie, die verwacht wordt in de zomer van 2022, zal het huidi- ge CFE gesplitst zijn in twee afzonderlijke beursgenoteerde groepen: (i) enerzijds de indus- triële groep CFE met sterke marktposities in contracting en vastgoedontwikkeling in België, Luxemburg en Polen, en (ii) anderzijds DEME, een wereldwijd actieve bagger- en marine engi- neering-groep. AvH zal van beide genoteerde vennootschappen de meerderheidsaandeelhou- der blijven en via deze splitsing geen aandelen verkopen van DEME, noch van CFE. CFE CFE is een beursgenoteerde Belgische industriële bouw- groep met activiteiten in België, Luxemburg en Polen. RENT-A-PORT Rent-A-Port ontwikkelt haven- gerelateerde industriële zones in Vietnam. GREEN OFFSHORE Green Offshore bezit minder- heidsbelangen in offshore windparken. 62 % 81 % 81 % 82 Your partner for sustainable growth DEME Offshore heeft in 2021 een omzet gerealiseerd van 899,6 miljoen euro. Dat is 35 miljoen euro minder dan in 2020, al speelt ook daarin de eerder vermelde daling van ‘procurement’ mee. De omzet van eigen werken kende daarentegen wel een lichte stijging en de bezetting van de DEME Offshore-vloot bedroeg 42,2 weken. DEME Infra realiseerde een flinke omzetstijging tot 263,0 miljoen euro (2020: 208,8 miljoen euro). DEME realiseerde in 2021 een EBITDA van 469,3 miljoen euro (18,7% van de omzet), wat niet alleen een mooie stijging betekent ten opzichte van 369,5 miljoen euro in 2020, maar ook duidelijk hoger uitvalt dan de 437,0 miljoen euro (16,7%) van 2019. De nettowinst over 2021 bedroeg 114,6 miljoen euro, wat meer dan een verdub- beling is ten opzichte van het coronajaar 2020, maar wel nog onder het niveau van het jaar 2019. Orderboek Het orderboek van DEME steeg in 2021 aldus tot 5.905 miljoen euro, tegenover 4.500 miljoen euro eind 2020. In dit bedrag zijn werken die zich nog niet hebben vertaald in een definitief contract (zoals de werken in Taiwan, waarvoor DEME preferred bidder is, noch die aan de Rechteroever van de Oosterweelverbinding) niet inbegrepen. DEME Offshore heeft in de loop van 2021 belangrijke contracten binnengehaald, zowel in Europa als in de Verenigde Staten: • Coastal Virginia Offshore Wind Farm (VS, 2,6 GW): BoP-contract voor het trans- port en de installatie van 176 monopijlerfunderingen met transitiestukken, drie offshore substations, erosiebescherming en de levering en installatie van onder- zeese export- en infield-kabelsystemen (1,1 miljard euro); • Vineyard Wind 1 (VS, 800 MW): installatie van offshore windturbinefunderingen voor de eerste grootschalige offshore windinstallatie in de VS (orde van grootte: tussen 50-150 miljoen euro), transport en de installatie van de monopijlerfunde- ringen, transitiestukken en erosiebescherming voor de windturbinefunderingen, evenals de fundering en het platform voor het offshore elektrische substation (orde van grootte: tussen 150-300 miljoen euro); • Arcadis Ost 1 (Duitsland, 257 MW): EPCI van 28 XXL-monopijlerfunderingen, de grootste ooit in Europa (orde van grootte: tussen 150-300 miljoen euro); • Hinkley Point (VK, orde van grootte: tussen 150-300 miljoen euro); • Dogger Bank C (VK, 3,6 GW): engineering, aankoop, bouw en installatie van inter-array kabels (orde van grootte: tussen 50-150 miljoen euro); • Leucate (30 MW): eerste EPCI-contract voor drijvend offshore windpark in Frank- rijk. Financieel overzicht 2021 DEME heeft zich in het jaar 2021 goed hersteld van de terugval in het coronajaar 2020. De omzet groeide terug met 14% tot 2.510,6 miljoen euro, al blijft die nog net onder de 2.622,0 miljoen euro van het jaar 2019. Daarbij dient opgemerkt dat deze omzet in 2019 een aanzienlijk bedrag aan levering van aangekochte materia- len (‘procurement’) bevatte, wat in 2021 veel minder het geval was. Indien enkel de omzet uit eigen werken wordt vergeleken met het jaar 2019, kwam de omzet over 2021 meer dan 10% hoger uit dan in het precoronajaar 2019, wat beter de hoge activiteitsgraad bij DEME over het afgelopen jaar illustreert. Dit herstel was het krachtigst in de baggeractiviteit van DEME: de omzet steeg met 29% tot 1.132,9 miljoen euro. De intense activiteit blijkt ook uit de hoge bezet- tingsgraad van de vloot: 41,4 weken voor de hoppers (2020: 38,4 weken) en 25,3 weken voor de cutters (2020: 11,1 weken). Offshore Capital dredging Maintenance dredging Infra Environmental Overige Europa Asia Pacific Afrika Midden-Oosten & India Amerika Verdeling van omzet Activiteit Regio DEME is wereldleider in gespecialiseerde domeinen van baggerwerken, oplos- singen voor de offshore energie-industrie, infra- en milieuwerken. Het bedrijf heeft meer dan 140 jaar ervaring en is een koploper in innovatie. DEME Els Verbraecken Eric Tancré Philip Hermans Hugo Bouvy Luc Vandenbulcke Deelnemingspercentage AvH 62 % 36% 74% 35% 4% 10% 19% 10% 6% 1% 3% 2% DEME - Spartacus - Abu Qir - Egypte Vlootinvesteringsprogramma DEME voert een vlootinvesteringsprogramma over meerdere jaren uit om over de modernste, efficiëntste en duurzaamste vloot van de sector te beschikken. 2021 was een mijlpaaljaar, met de toetreding van de nieuwe mega snijkopzuiger ‘Sparta- cus’ tot de vloot. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 44.180 kW en 12.000 kW vermogen op de snijkop heeft de ‘Spartacus’ meer snijkracht dan om het even welke andere snijkopzuiger op de markt. Duurzaamheid is een blijvende focus van de investeringsstrategie voor de vloot, in lijn met de ambitie van DEME om tegen 2050 koolstofneutraal te worden. De ‘Spartacus’ beschikt dan ook over een aantal innovatieve functies die de uitstoot verminderen en dit enorme baggerschip zo energie-efficiënt mogelijk maken. Het schip is niet alleen uitgerust met ‘dual fuel’ motoren maar ook met een installatie die restwarmte uit de uitlaatgassen van de motoren recupereert en stoom produ- ceert die door een stoomturbine in tot 2.000 kW elektriciteit wordt omgezet. Een systeem voor kouderecuperatie verlaagt het elektriciteitsverbruik aan boord. Na de oplevering begon de ‘Spartacus’ meteen aan zijn eerste project, nl. Abu Qir 2 in Egypte. Dit is het grootste project voor baggerwerken en landwinning in de geschiedenis van DEME. De efficiëntie van dit machtige baggerschip heeft al indrukwekkende resultaten opgeleverd, met hoge productieniveaus en een forse vermindering van het brandstofverbruik. De ‘Orion’, een baanbrekend nieuw offshore installatieschip, nadert zijn voltooi- ing. Het schip is met zijn kraan van 5.000 ton klaar voor de enorme turbines en funderingen van de toekomst, en wordt ook uitgerust met een pijlergrijper met ingebouwde bewegingscompensatie. Dankzij de combinatie van deze innovatieve technologie met zijn DP3-capaciteit zal de ‘Orion’ op de efficiëntst mogelijke manier monopiles kunnen installeren. De bouw in Taiwan van de ‘Green Jade’, het grensverleggende DP3-schip van CSBC-DEME Wind Engineering, vordert goed. Het nieuwe schip is met zijn kraan van 4.000 ton perfect geschikt voor de volgende generatie funderingen en turbines. Het allereerste serviceschip van DEME, de ‘Groenewind’ kwam in juni 2021 bij de vloot en wordt al ingezet in de Belgische offshore windparken Rentel en SeaMade. Het schip heeft de grenzen verlegd voor het onderhoud met lage uitstoot van wind- parken en voor de ergonomie voor de bemanning/technici. Er zijn bovendien twee grote conversies in aantocht in de voorbereiding van DEME op de volgende generatie windturbines. De capaciteit van de kranen van de twee DP2 jack-up installatieschepen ‘Sea Installer’ en ‘Sea Challenger’ zal naar 1.600 ton worden verhoogd. 84 Your partner for sustainable growth Operationeel overzicht 2021 Dredging 2021 was een mijlpaaljaar in termen van het aantal projecten. Heel het jaar door werd een heus groen flottielje ingezet voor het gigantische project Abu Qir 2 (Egyp- te), dat zal uitmonden in een nieuwe stad en een nieuwe haven. De vloot van DEME heeft meer dan 130 miljoen m³ materiaal gebaggerd en volumes tot 800.000 m³ per dag bereikt: een verbluffende prestatie. In een ander opmerkelijk project reisde de vloot van DEME tot boven de Poolcirkel. Het team voltooide de tweede zeer succesvolle campagne van het project ‘Sea Channel’. DEME baggert de vaargeul naar de haven van Sabetta, waar een LNG-in- stallatie wordt ontwikkeld. DEME heeft ook het project voor de verdieping en verbreding van de Elbe (Duits- land) met succes en op schema voltooid. Dankzij dit project krijgen de nieuwe gene- raties containerschepen bij elk tij toegang tot de haven van Hamburg. In Polen hebben DEME en haar partner in een joint venture hard gewerkt aan de vaargeul van Świnoujście - Szczecin, een project met complexe uitdagingen, in het bijzonder de aanwezigheid van dik ijs en de grootste UXO-campagne (Unexploded Ordnance - blindgangers) in de geschiedenis van het bedrijf. Ondanks deze uitda- gingen heeft het team zich aan de planning gehouden en zullen de twee kunst- matige eilanden in de lagune tegen eind 2022 klaar zijn. In lijn met de duurzame oplossingen van DEME worden de twee eilanden aangelegd met baggermateriaal en zullen ze natuurlijke habitats worden. Het megaproject Tuas Terminal Phase 1 in Singapore werd grotendeels voltooid. TTP1 omvatte de bouw van een 8,8 km lange kademuur en de winning van 88 miljoen m³ land op de zee. Offshore De indrukwekkende realisaties van DEME Offshore in 2021 omvatten een be- langrijke doorbraak op de Amerikaanse markt, en ook het offshore windpark van Saint-Nazaire in Frankrijk, waar DEME Offshore haar ongeëvenaarde capaciteiten demonstreert. DEME is de eerste aannemer ter wereld die met behulp van XL-mo- nopijlerfunderingen een volledig windpark in een rotsbodem installeert. DEME Offshore won in een consortium met Prysmian Powerlink het belangrijke ‘Balance of Plant’ (BoP)-contract van Dominion Energy Group voor de bouw van het project Coastal Virginia Offshore Wind (CVOW). Dit is niet alleen het grootste con- tract voor een offshore windpark dat ooit in de VS werd toegekend, met een totale capaciteit van 2,6 GW, maar ook het grootste kabelcontract in de geschiedenis van DEME. Het BoP-contract omvat het vervoer en de installatie van 176 monopijlerfun- deringen voor transitiestukken, drie offshore substations, erosiebescherming en de levering en installatie van onderzeese export- en infield-kabelsystemen. CVOW volgde rechtstreeks uit de contracten voor Vineyard Wind 1, het eerste grootschalige offshore windproject in de VS, en voor het offshore windpark South Fork (VS). DEME Offshore voltooide met succes de installatie van de laatste en 165ste wind- turbine van Hornsea Two (VK), het grootste offshore windpark ter wereld. De instal- latie van de turbines en de monopijlerfunderingen werd in een recordtijd voltooid, zodat Hornsea Two in december 2021 zijn eerste hernieuwbare energie kon leveren. DEME ontwikkelt ook lokale samenwerkingen overal ter wereld, om een rol te spe- len in landen die de boeiende opportuniteiten in de offshore windsector te baat nemen. In Japan hebben DEME Offshore en Penta-Ocean Construction Co. Ltd., de voornaamste mariene aannemer van het land, een nieuwe vennootschap opgericht, Japan Offshore Marine Co. Ltd. JOM steunt ontwikkelaars in de eerste fase van offshore windparken en heeft al een contract als voorkeursleverancier verworven. DEME heeft zich bovendien verbonden tot de ontwikkeling van de Vietnamese offshore windsector, in samenwerking met Vietsovpetro, een EPCI-aannemer in de olie- en gassector. Infra 2021 was een cruciaal jaar voor het project van de Fehmarnbelt-verbinding, het infrastructuurproject van de eeuw. Op 1 januari begonnen de eerste werken in Denemarken en in december ging de bouw in het Duitse Puttgarden officieel van start. DEME verheugt zich in de goede vooruitgang van de werken in de twee landen. In Denemarken startte het geïntegreerde joint venture team de werken aan een van de 6 productievoorzieningen in Rødby, waar de enorme tunnelelementen zullen worden gebouwd. De drie megaprojecten in Nederland schoten goed op. De joint venture BAAK, waarvan DEME deel uitmaakt, heeft dag en nacht gewerkt om al het onderwater- beton van de toegangen naar de 825 meter lange afgezonken Maasdeltatunnel te gieten - een demonstratie van de gigantische schaal van het project Blankenburg- verbinding. In het project Nieuwe Sluis Terneuzen bereikten DEME en haar partners verscheidene belangrijke mijlpalen. De betonwerken van de binnen- en buitenhoofden van de sluis, met de bekistingen, de staalconstructie en het gieten van beton, worden voortgezet. Het project illustreert de vele competenties van DEME in baggerwerken en infra. In een belangrijke mijlpaal van de RijnlandRoute werden de 8 kruisverbindingen (voor noodevacuatie en onderhoudsactiviteiten) tussen de twee geboorde tunnel- kokers met succes geïnstalleerd. In België verwierf DEME een tweede contract voor het project Oosterweelverbin- ding, dat de Antwerpse Ring zal voltooien. In 2021 schoten het ontwerp en de voorbereidende activiteiten voor de 1.800 meter lange tunnel onder de Schelde en het bouwdok voor de tunnelelementen goed op. In augustus verkreeg het team bovendien Perceel 3b van de Oosterweelverbinding op de Rechteroever. Environmental DEME Environmental werkt onder een ‘Early Contractor Involvement’-overeen- komst aan de voorbereiding van een belangrijk contract voor de sanering van de voormalige site van ExxonMobil in Bowling, bij Glasgow. Dit project illustreert de focus van DEME op de bevordering van een duurzame en circulaire economie. Met een sterke nadruk op duurzaamheid zal meer dan 90% van het materiaal worden gezuiverd en hergebruikt. (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 2.510.607 2.195.828 2.621.965 EBITDA 469.309 369.458 437.011 EBIT 143.282 64.281 141.146 Nettoresultaat (deel groep) 114.581 50.410 125.041 Eigen vermogen (deel groep) 1.579.543 1.467.492 1.435.482 Netto financiële positie -392.678 -489.030 -708.453 Balanstotaal 4.049.597 3.941.494 3.944.779 Orderboek 5.905.000 4.500.000 3.750.000 Capex 282.044 201.572 434.669 Personeel 4.880 4.976 5.089 DEME NV 85Jaarverslag 2021 In België werkt DEME nog altijd aan de tweede fase van Blue Gate in Antwerpen, een sterk vervuilde industriële site die in een duurzaam bedrijvenpark wordt ge- transformeerd. Daarnaast hebben DEME Environmental en haar consortiumpart- ners met succes de zwaar vervuilde ruïnes van Fort Sint-Filips gesaneerd, in het grootste rehabilitatieproject van de Antwerpse haven. DEME Concessions DEME Concessions breidt haar portfolio van de ontwikkeling van offshore windpar- ken buiten Europa uit. In mei ondertekende DEME een ‘Memorandum of Under- standing’ voor de ontwikkeling van een windpark van 1.000 MW in de Vietnamese provincie Binh Thuan, het Vinh Phong Offshore Wind Project. DEME Concessions en de plaatselijke ontwikkelaar BI Energia staan klaar om onder een samenwerkings- overeenkomst het eerste Braziliaanse windpark te ontwikkelen. DEME Concessions heeft een belangrijke participatie in SeaMade, het grootste Bel- gische offshore windpark. DEME voltooide de bouw van het windpark met succes en op schema in amper 16 maanden. Eind juni was SeaMade commercieel opera- tioneel. In mei verkreeg DEME Concessions als lid van een consortium een havenconces- sie van 40 jaar voor Port-La-Nouvelle (Frankrijk). Deze concessie past volledig in de duurzaamheidsdoelen van DEME, aangezien de haven ingrijpend wordt ge- renoveerd en een strategische hub voor de offshore en drijvende windsector zal worden. In de haven van Duqm (Oman) werden verscheidene belangrijke mijlpalen bereikt. DEME Concessions werkt hier samen met Port of Antwerp International en de rege- ring van Oman, en heeft de havenconcessie verkregen. In 2021 werden de ligplaat- sen voor vloeibare bulkgoederen in bedrijf genomen en werd een overeenkomst met de toekomstige operator van de installaties ondertekend. Ook de logistieke sites hebben veel succes. 80 hectare is nu al operationeel en in 2022 zal nog eens 70 hectare worden genivelleerd om nieuwe huurders te ontvangen. Duqm speelt een cruciale rol in de ambities van DEME Concessions voor de fa- cilitering van de ontwikkeling van schone brandstoffen. DEME en haar partners zullen in de haven een fabriek voor groene waterstof op industriële schaal bouwen. Dit opmerkelijke project voor groene waterstof werd in 2021 snel ontwikkeld. In juli ondertekende HYPORT ® Duqm een samenwerkingsakkoord met de energiereus Uniper. Dit is eens te meer een belangrijke mijlpaal voor HYPORT ® Duqm, nadat het vroeger in het jaar een site van 150 km² voor hernieuwbare opwekking verwierf in de Special Economic Zone. Global Sea Mineral Resources Global Sea Mineral Resources (GSR), de divisie voor diepzee-ontginning van DEME, gaat voorzichtig en stapsgewijs te werk in haar ambitie om op een verantwoorde manier metaalrijke knollen op de diepe oceaanbodem te verzamelen. In 2021 voer- de DEME’s ingenieursteam van wereldklasse met succes proeven op een diepte van www.deme-group.com PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Om een duurzame waardecreatie te stimuleren, blijft DEME zichzelf uitdagen om duurzamere oplossingen in de portfolio te ontwikkelen en haar activiteiten milieuvriendelijker te maken. • DEME heeft haar cruciale duurzaamheidsthema’s geïdentificeerd die de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties bevorderen en waarop DEME een economische, ecologische of maat- schappelijke impact heeft: ‘klimaat en energie’, ‘veiligheid, gezond- heid en welzijn’, ‘duurzame innovatie’ en ‘bedrijfsethiek’. • Meer informatie is te vinden in het Duurzaamheidsrapport 2021 van DEME. DEME - Innovation 4.500 meter uit met de Patania II, het pre-prototype van de knollenverzamelaar van GSR. De Patania II werd ingezet in de concessiegebieden van GSR (België) en BGR (Duitsland) in de Clarion-Clipperton Zone. De robot bewees zijn vermogen om op de diepe zeebodem te rijden, te maneuvreren en knollen te verzamelen. Het succes van deze proef in ultradiep water, die onafhankelijk werd gemonitord door een consortium van EU-wetenschappers, baant de weg naar de levering van een uiterst noodzakelijke bron van kwaliteitsvolle koolstofarme mineralen. GSR werkt nauw samen met diverse wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, met een focus op het bepalen van milieumetingen en impactbeoordelingen voor een beter begrip van de gevolgen van het verzamelen van knollen voor de zee-om- geving, en om te verzekeren dat de besluitvorming op de best mogelijke weten- schap gebaseerd is. De milieumonitoring is een cruciale component van het ontwik- kelingsprogramma van GSR. Het verzekert dat de impact van de activiteiten wordt begrepen, nauwkeurig kan worden voorspeld en verbeterd, en aanleiding zal geven tot de ontwikkeling en implementatie van passende milieustrategieën. GSR blijft de impact bestuderen en met andere bronnen vergelijken, in een globale dialoog met de stakeholders over het resultaat van deze studies. Vooruitzichten 2022 Op basis van haar orderboek en de huidige marktomstandigheden, voorziet DEME in 2022 een verdere stijging van zowel omzet, EBITDA als nettoresultaat. Het mi- litair conflict in Oekraïne zullen geen substantiële directe impact hebben op de activiteiten van DEME. De indirecte impact is momenteel evenwel moeilijk te voor- spellen. Als gevolg van de oplevering van het langverwachte en baanbrekende in- stallatieschip ‘Orion’ in de eerste jaarhelft, de aankoop van de kabellegger ‘Viking Neptun’ tegen jaareinde 2022 en de geplande onderhoudswerkzaamheden aan verschillende schepen, gaat DEME voor het jaar 2022 uit van een investerings- budget van ongeveer 500 miljoen euro en van een gecontroleerde stijging van de nettoschuldpositie. 86 Your partner for sustainable growth Het operationeel resultaat (EBIT) steeg tot 25,3 miljoen euro, een stijging met 69,8%. De EBIT-marge bedroeg 2,4%. De directe gevolgen van de pandemie waren in 2021 veel minder uitgesproken dan in 2020, maar de indirecte effecten, vooral de stijging van de materiaalprij- zen en de verstoringen van de toele- veringsketens, wogen op de resultaten. Het nettoresultaat van CFE Contracting steeg met 152,7% tot 13,9 miljoen euro, tegenover 5,5 miljoen euro in 2020. Ook tegenover 2019 was er een significante stijging met 46,3%. Het orderboek van CFE Contracting steeg met 5% tot 1.567 miljoen euro, tegen- over 1.493 miljoen euro 2020. Bij de pool Vastgoedontwikkeling (BPI) bleef het totale vastgoedbestand stabiel op 190 miljoen euro (2020: 192 miljoen euro). BPI ontwikkelt momenteel 477.000 m² (deel groep) op een veertigtal projecten, waarvan 68.000 m² in aanbouw is. Het nettoresultaat van BPI bedroeg 23 miljoen euro, een stijging met 74,2% ten opzichte van 2020. Deze voortreffelijke prestatie is vooral te danken aan de goe- de kwaliteit van de residentiële programma’s die momenteel op de markt worden gebracht en aan het resultaat op de verkoop van de projecten Samaya (voor 50% afgestaan), Renaissance en Sadowa. Operationeel overzicht 2021 Bouw In de Bouw was de sterke heropleving van de activiteit in 2021 bijzonder goed merkbaar bij CLE (Luxemburg) en bij CFE Polska, alsook binnen de activiteit Multi- technieken (VMA). In België is het project ZIN, gelegen in de Brusselse Noordwijk, een van de vele nieuwe projecten. Dit project toont niet alleen de vooruitgang van CFE aan op het vlak van duurzaamheid maar ook de voortdurende versterking van de synergieën tussen de verschillende entiteiten. De teams van BPC, Van Laere en VMA bundelen hier hun talenten om de doorbraak van het circulair bouwen, nieu- we bouwmethodes zoals BIM en LEAN, en ‘smart building management’ te versnel- len. Circulariteit staat centraal in dit project voor gemengd en flexibel gebruik. Het is bovendien de ambitie om 95% van het gewicht van de bestaande gebouwen te behouden, te hergebruiken of te recycleren, en voor 95% van de nieuwe materialen ‘cradle-to-cradle’ (C2C) gecertificeerd te zijn. De verbetering van de resultaten van BPC in 2021 ging gepaard met een goed ge- vuld orderboek en een meer evenwichtige verdeling over de verschillende markten. Na een rustige start van het jaar werden verschillende opdrachten behaald, waar- onder twee grote projecten - Nationale Bank van België en Museum Kanal Centre Pompidou in Brussel - en een reeks contracten telkens voor een bedrag tussen 15 en 25 miljoen euro. Financieel overzicht 2021 Bij CFE werd het jaar 2021, niettegenstaande een complexe sociaaleconomische context wegens de gevolgen van de aanhoudende gezondheidscrisis, gekenmerkt door een sterk herstel van de activiteit die tevens een beduidende stijging van de omzet heeft mogelijk gemaakt, zowel in vergelijking met 2020 als met het preco- ronajaar 2019. De omzet is gestegen tot 1.125,3 miljoen euro, tegenover 1.026,2 miljoen euro in 2020. De omzet van CFE Contracting bedroeg 1.039,7 miljoen euro (2020: 911,9 miljoen euro). De stijging was 14% in vergelijking met 2020 en 4% in vergelijking met 2019. In de pool Bouw was er een zeer sterke toename van de activiteit in Polen, waar CFE erin geslaagd is zich met succes te positioneren op de markt van de bouw van logistieke centra en industriële gebouwen. In België is de omzet licht gestegen, maar nog steeds lager dan in 2019. In Vlaanderen blijven er operationele problemen op bepaalde werven, waardoor de nadruk meer dan ooit ligt op project- selectiviteit en operationele uitmuntendheid. De pool Multitechnieken (VMA) reali- seerde een 19% omzetstijging dankzij enkele grote projecten. Ook bij de pool Rail & Utilities (MOBIX) lagen verschillende grote spoorwegprojecten en de versnelling van het LuWa-project aan de basis van de hogere activiteit. Na de partiële splitsing zal CFE een op Euronext Brussels genoteerde Belgische geïntegreerde industriële groep zijn met focus op 4 complementaire kern- activiteiten, namelijk bouw, multitechnieken, spoor en vastgoedontwikkeling. CFE Jacques Lefèvre Raymund Trost Valerie Van Brabant Yves Weyts Alexander Hodac Fabien De Jonge Manu Coppens Piet Dejonghe Deelnemingspercentage AvH 62 % (€ 1.000) 2021 2020 Omzet 1.125.346 1.026.600 EBITDA 68.538 45.258 EBIT 57.976 38.135 Nettoresultaat (deel groep) 39.506 17.689 Eigen vermogen (deel groep) 133.831 95.311 Netto financiële positie -112.995 -112.400 Balanstotaal 1.002.598 945.598 Orderboek 1.620.619 1.549.061 Personeel 3.043 3.137 CFE NV (exclusief DEME) (1) (1) Cijfers anticiperen financiële staten CFE post-demerger, op basis van de segmentinformatie: exclusief DEME (‘held for sale’ in de IFRS-presentatie 2021 bij CFE) en inclusief bijdrage Rent-A-Port (50%) en Green Offshore (50%). 87Jaarverslag 2021 CFE - Bruges Meeting & Convention Center - Brugge 88 Your partner for sustainable growth Bij MBG waren de hoogtepunten van het jaar het ziekenhuisproject ZNA in Ant- werpen, het design & build-project van de prachtige Beurssite in Brugge, de Sky Tower in Oostende en het residentieel project Waterzicht in Vilvoorde. In een uiterst concurrentiële context, benadrukt door de schaarste en de ongeziene prijsstijgingen van de materialen, heeft MBG aan de kostenefficiëntie en de organisatieprocessen gewerkt - onder meer met BIM - om haar positie te handhaven. Hetzelfde geldt voor Van Laere, dat op een zeer competitieve markt een moeilijk jaar gekend heeft. Toch zette het knappe realisaties neer, waaronder de ondergrondse parking Zuiderdok- ken in Antwerpen en de residentiële projecten Aequor in Antwerpen, Park Lane op Tours & Taxis in Brussel en Elysia Park in Edegem De activiteit van CLE in Luxemburg kende een mooie groei, met name dankzij de projecten Mertert en Gravity die samen met BPI Real Estate ontwikkeld worden. Dankzij de inzet van de teams werden de neveneffecten van de COVID-19 pan- demie overwonnen en kon men buitengewone projecten opleveren. Het mooiste voorbeeld is ongetwijfeld de woontoren Aurea in Differdange, het eerste Luxem- burgse project met koolstofarm aluminium. Een andere opmerkelijke prestatie was de invoering van een ‘Construction Consolidation Centre’ (CCC), een innoverend logistiek systeem voor de optimalisatie van het transport en de opslag. CFE Polska vierde in 2021 haar 25 jaar bestaan. In die kwarteeuw heeft het in Polen een sterk merkimago voor CFE opgebouwd en de vertrouwensbanden met haar verschillende partners versterkt. De balans blijft uiterst positief, met een omzetgroei van 170% tegenover 2016 en projecten die ondanks de COVID-19 pandemie op tijd werden opgeleverd. Houtbouw en hybride constructies zijn per definitie duurzaam en zullen een steeds grotere rol spelen op de markt, zoals de projecten van Wood Shapers en LTS be- vestigen. Wood Shapers werd in 2020 door CFE Contracting en BPI Real Estate opgericht en verder ontwikkeld in 2021. Na het emblematische project Wooden in Luxemburg, uitgevoerd door CLE, werkt Wood Shapers nu samen met BPC aan het project Monteco, het hoogste houten gebouw van het Brussels Gewest. LTS bevestigt haar succes met een orderboek dat een recordomzet voorspelt, in het bijzonder in Nederland. Talrijke realisaties bewijzen het enorme potentieel van de sector, zoals Nonnenwiesen, een project met een buitengewone milieudynamiek dat verschillende aspecten van de duurzame ontwikkeling integreert en waarvoor de teams in amper een jaar tijd 36 houten woningen hebben gebouwd. Daarnaast was het project Cité Moderne in Brussel het eerste geprefabriceerde 3D-modulaire appartementsgebouw in België. Multitechnieken Alle activiteiten van VMA kenden een sterke groei, met uitzondering van het seg- ment Automotive, dat af te rekenen kreeg met de onzekerheden die de sector tref- fen en in het bijzonder de annulatie van een belangrijk voor 2021 gepland project. De hergroepering van de 4 segmenten - Building Technologies, Infra, Automotive en Processing & Manufacturing Technologies - in twee segmenten Building Tech- nologies en Industrial Automation zal VMA in staat stellen nog performanter te zijn op haar doelmarkten en nog efficiëntere geïntegreerde oplossingen aan te bieden. Het nieuwe platform VMAnager is een evolutie van de VEMAS-oplossing voor intel- ligent gebouwbeheer waarin energie-, milieu- en onderhoudsaspecten geïntegreerd zijn. VMAnager versterkt de ‘one stop shopping’-strategie van VMA, die in 2021 door verscheidene projecten werd geïllustreerd: Grand Hôpital in Charleroi, gebouw J van het UZA in Antwerpen, Epicura in Ath, ... Het orderboek van Building Tech- nologies is sterk gegroeid en voorspelt veelbelovende toekomstige ontwikkelingen. Rail & Utilities Het project LuWa heeft veel bijgedragen aan de groei van MOBIX. Het project moderniseert de verlichtingsuitrusting van het Waalse autowegennet, met nieuwe technologieën die zowel innoverende als duurzame oplossingen mogelijk maken en die de basis leggen voor de mobiliteit van de toekomst. Het mag echter de realisaties van de divisie Rail niet verhullen, met in het bijzonder het signalisatiepro- ject ENVES voor de installatie van het veiligheidssysteem ETCS-2 op het Belgische spoornet. MOBIX heeft ook een nieuw record gevestigd met de lijn L50A tussen Jabbeke en Oostende: de vernieuwing van 22 kilometer bovenleidingen vereiste slechts 9 dagen dienstonderbreking. MOBIX heeft deze successen te baat genomen om een grootscheeps plan voor de opleiding en loopbaanontwikkeling van haar CFE (exclusief DEME): Verdeling per pool (1) Inclusief bijdrage Rent-A-Port (50%) en Green Offshore (50%) tot CFE (€ miljoen) Omzet Nettoresultaat Orderboek Eigen vermogen 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 Bouw 718,3 634,8 1.166,0 1.058,7 Multitechnieken 196,4 164,9 236,4 251,1 Rail & Utilities 125,0 112,2 164,6 182,8 Contracting 1.039,7 911,9 13,9 5,5 1.567,0 1.492,6 90,4 78,4 Vastgoedontwikkeling 106,3 131,1 23,0 13,2 190,0 192,0 104,4 85,5 Holding, niet-overgedragen activiteiten en eliminaties (1) -20,6 -16,8 2,6 -1,0 -61,0 -68,6 Totaal 1.125,3 1.026,2 39,5 17,7 133,8 95,3 CFE - Monteco - Brussel (artist impression) 89Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • CFE is zich bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en is klaar om de cruciale uitdagingen van klimaatverandering en mo- biliteit aan te gaan. • CFE besliste om zichzelf concrete doelstellingen te stellen en verbindt zich ertoe om tegen 2030 haar directe CO 2 -uitstoot met 40% (scope 1 en 2) te verminderen. Vergroening van het wagenpark, optimalisatie van de logistiek op bouwplaatsen, monitoring en optimalisatie van het energieverbruik, gebruik van 100% groene energie en rationeel beheer van water en grondstoffen zijn allemaal hefbomen om deze doelstellingen te bereiken. • Als vervolg op de zeer succesvolle ervaringen van haar pilootprojec- ten in België en Luxemburg in 2020, doen nieuwe projecten dit jaar opnieuw een beroep op logistieke consolidatiecentra en maken een nieuwe benadering van logistiek mogelijk. De reducties in CO 2 gekop- peld aan het transport van materialen die werden opgemeten op het project Aurea in Luxemburg, bedragen ongeveer 46%. • De koolstofambitie staat ook centraal in de projecten van BPI. Reno- vatie, geothermie en hergebruik van materialen zijn belangrijke on- derdelen van haar nieuwe ontwikkelingen. De projecten Key West en Arboreto zijn daar de beste voorbeelden van. Meer dan ooit streeft BPI naar een multimodale mobiliteit in haar projecten, om ze duurzaam in het hart van de stad te integreren. • De kracht van een bedrijf zit in de mannen en vrouwen die het vormen. Daarom is ook dit jaar de veiligheid en het welzijn van elke medewer- ker een absolute prioriteit. • Dankzij deze duurzaamheidsstrategie, gebaseerd op de analyse van de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en een doeltreffend beheer van de ESG-risico’s, kon CFE op- merkelijke resultaten boeken in de analyse van het ratingagentschap Sustainalytics. Met een score van 27,8 (‘medium risk’) is de groep CFE een van de beste leerlingen in haar sector. www.cfe.be medewerkers te starten, samen met specifieke investeringen op het vlak van digita- lisering en vooral in de veiligheid van de medewerkers. Vastgoedontwikkeling Duurzaamheid en innovatie zijn de twee hoofdkenmerken van de recente activiteit van BPI Real Estate (BPI). Dat blijkt uit de toenemende investeringen in ‘smart building’, zoals de geconnecteerde appartementen van het project PURE, en in de vermindering van de CO 2 -uitstoot dankzij het gebruik van geothermie, zoals het project BrouckR in Brussel. Dit zal volledig met open geothermie worden verwarmd en gekoeld, zonder fossiele brandstoffen. Deze multifunctionele realisatie op een communicatiehub omvat een hotel, wooneenheden, kantoren en commerciële ruimten in het hart van de Belgische hoofdstad. Een ander voorbeeld is Serenity, een gemengd woon-kantoorproject waarbij het kantoorgebouw zal worden opgetrokken in een gemengde hout-betonstructuur met gebruik van de meest efficiënte en duurzame materialen. Het zal aan het eind van zijn levensduur volledig demonteerbaar en recycleerbaar zijn. Daarnaast zal het met geothermie en warmtekrachtkoppeling worden verwarmd waardoor het geen fossiele brandstoffen verbruikt. Dit project streeft naar een BREEAM-certifi- cering Excellent en een WELL-certificering Platinum. Serenity ligt bovendien aan een metrostation en zal Smart Office- en Smart Parking-systemen aanbieden om de mobiliteitsbehoeften van de gebruikers te verminderen. Daarnaast is er de positieve impact van de reconversie van Grand Poste, het in september ingehuldigde gebouw met ruimtes voor co-working, start-ups en starterscentrum, met het oog op de ont- wikkeling van een digitale wijk en creatief district in Luik. Het heeft de ‘Grand Prix du Patrimoine de Liège’ gewonnen en kreeg ook andere nominaties. In het Brussels Gewest werden in 2021 verscheidene belangrijke residentiële pro- jecten opgeleverd: Ernest The Park (Elsene), de laatste fase van Les Hauts Prés (Ukkel) en de residentie Park West (Europawijk). Ongeveer 90% van de appar- tementen van deze projecten is verkocht. De bouw van Patio (Erasmus Gardens, Anderlecht) is gestart: meer dan 80% van de appartementen heeft eind 2021 al een koper gevonden. In Luik hebben BPI en haar partner de verkoop afgerond van de vennootschap Ernst 11, de eigenaar van een kantoorgebouw van 5.000 m² dat door FOREM wordt gehuurd. Op de site Bavière gaan de verkoop en de constructie van het eerste residentiële gebouw verder. Het herontwikkelingsproject rond het station van Ottignies, een vastgoedproject met bijbehorende diensten en functies, is een perfecte illustratie van de langeter- mijnvisie van BPI. Het wordt gestructureerd door een landschappelijke ruggengraat van bijna een kilometer lang, die verscheidene deelwijken, elk met een eigen identi- teit, met elkaar zal verbinden. De vele openbare ruimten zullen ontmoetings- en re- creatieplaatsen scheppen voor de inwoners. Het project zal de circulariteitsprincipes toepassen en 36.000 ton sloopmaterialen hergebruiken. Het wordt een ‘fossil-free’ project dat naar een voorbeeldige duurzaamheid streeft. In Luxemburg worden 4 projecten gebouwd en gecommercialiseerd. Bijna 100% van de residentiële wooneenheden is verkocht. De ontwikkeling van duurzame projecten staat centraal in de strategie van BPI, met in Luxemburg twee uiterst opmerkelijke voorbeelden. Allereerst is er het project Wooden, gelegen in Leude- lange, een kantoorgebouw gehuurd door de maatschappij ‘Baloise Assurances’. Dit houten gebouw is ontworpen om op zijn levenseinde demonteerbaar te zijn. Daar- naast werd de bouw van het project Gravity in 2021 opgestart, dat een (gedeelde) stadsverwarming op basis van biomassa of pellets gebruikt. In Polen heeft BPI haar portfolio van vastgoedontwikkelingen verder vernieuwd en uitgebreid. In de loop van het jaar werden drie nieuwe sites aangekocht: een grondpositie met een ideale ligging vlakbij het centraal station van Warschau, waar meer dan 240 wooneenheden zullen worden gebouwd; een grondpositie in de wijk Mokotow, in het hart van een van de belangrijkste zakencentra van de hoofdstad, waar BPI een concept van micro-living met 600 huurwoningen zal ontwikkelen; en een grondpositie aan de rand van het centrum van Wroclaw, waar meer dan 10.000 m² residentiële oppervlakte zal worden ontwikkeld, goed voor meer dan 185 wooneenheden. Na de verkoop van de laatste appartementen en commerciële oppervlakten kon BPI in 2021 focussen op de voorbereiding en het ontwerp van de 7 projecten die het nu in haar portfolio heeft. Vooruitzichten 2022 Dankzij een sterk orderboek zou CFE Contracting een verdere groei van haar ac- tiviteit moeten realiseren en haar operationele prestaties blijven verbeteren. Het nettoresultaat van BPI zou op een hoog niveau moeten blijven, doch lager dan in 2021. De Holding-divisie zou moeten profiteren van het herstel van de activiteit in Vietnam (Rent-A-Port) en haar bijdrage tot het nettoresultaat van de groep moeten verhogen, tenzij de gezondheidssituatie opnieuw verslechtert. 90 Your partner for sustainable growth AvH en CFE hebben in de loop van het vierde kwartaal het kapitaal van Rent-A- Port verhoogd met samen 11,5 miljoen euro. Hiermee heeft Rent-A-Port de over- name van aandeelhoudersleningen aan IAI gefinancierd. In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven, wat haar totale participatie op 94% brengt. De closing van de transactie is gepland voor het eerste kwartaal van 2022. Green Energy In oktober 2021 werd de bouw van een eerste batterij-energieopslagsysteem (10 MW / 20 MWh) in Bastenaken afgerond. Dit project werd met succes ontwikkeld door Rent-A-Port Green Energy (Rent-A-Port 66,67%) en haar partners en speelt in op de behoefte naar flexibele oplossingen bij het aanbieden van energie. Dit batte- rij-energieopslagsysteem kan nu in de praktijk uitgetest worden in goede marktom- standigheden met een stijgende vraag. Ondertussen kijkt het management uit om in 2022 van start te gaan met nieuwe projecten. Vietnam Rent-A-Port kon in 2021 de ver- wachtingen niet geheel inlossen door de aanhoudende COVID-19 gerelateerde praktische hindernis- sen op het vlak van de commerci- alisatie. De verkopen bleven met 64 hectare onder de verkopen van 2020 (89 hectare). Het orderboek voor 2022 blijft evenwel sterk ge- vuld. De DEEP C Industrial Zones in Haiphong werden door dochterbedrijf IAI verder versneld ontwikkeld. Momenteel bezit IAI reeds een landportefeuille van ongeveer 3.400 ha vlakbij de nieuwe diepzeehaven van Lach Huyen. Dit vertegenwoor- digt ongeveer 25% van alle beschikbare industriële terreinen in het noorden van Vietnam. DEEP C biedt ook ondersteunende diensten aan. Zo werd er fors geïnves- teerd in een glasvezelnetwerk, in het ondergrondse elektriciteitsnet en in het water- distributieplatform. De eigen ISO (9001 en 14001) gecertificeerde afvalwaterzuive- ringsinstallatie wordt geëxploiteerd door zusterbedrijf DEEP C Blue. Daarnaast werd er ook 22.000 m 2 magazijnen opgetrokken en staat er een uitbreiding gepland van de overslagcapaciteit. Deze diensten zorgen ervoor dat in 2021 een derde van de omzet kan worden toegeschreven aan recurrente activiteiten. Door de strategische ligging en de groeiende vraag, blijft het management over- tuigd dat een aanzienlijke toename van de verkoop van grond kan verwacht wor- den voor de komende jaren. Rent-A-Port is gespecialiseerd in de ontwikkeling van havengerelateerde indus- triële zones in Vietnam. RENT-A-PORT Bruno Jaspaert Ruben Baeckelandt Steven Theunissen Deelnemingspercentage AvH 81 % www.rentaport.be PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • DEEP C is geselecteerd door UNIDO (United Nations Development Or- ganisation) in samenwerking met MPI (Ministry of Planning & Invest- ment) als pionier voor het ontwikkelen van een Eco Industrial Park. Dit zou de blauwdruk moeten worden van een nieuwe standaard die in de toekomst zal opgelegd worden aan Industriële Zones. • DEEP C ontwikkelde de voorbije twee jaar op basis van de SDGs van de VN een actieplan om deze doelstellingen te kunnen omzetten in duidelijke en meetbare normen, toegepast op de realiteit van een in- dustriële omgeving in Vietnam. Zo wil ze bijvoorbeeld tegen 2030 mi- nimaal 50% van de energiebehoefte van de DEEP C cluster betrekken van hernieuwbare bronnen. • Deze industriële zones creëren veel lokale werkgelegenheid en dragen aldus bij aan een stijgende welvaart. (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 50.527 72.706 32.828 EBITDA 8.656 16.894 6.416 EBIT 6.167 14.248 4.063 Nettoresultaat (deel groep) 3.578 1.174 2.172 Eigen vermogen (deel groep) 79.555 60.154 64.401 Netto financiële positie -29.698 -66.106 -42.874 Balanstotaal 254.687 248.279 238.618 Rent-A-Port NV Rent-A-Port - DEEP C - Vietnam 91Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Rentel en SeaMade staan in voor een totale capaciteit van net geen 800 MW, goed voor een productie van ongeveer 2,7 TWh op jaar- basis. Dit is een aanzienlijk aandeel van de totale jaarlijks verwachte offshore productie van ca. 8 TWh, wat met 10% van de totale elektri- citeitsconsumptie in België bijdraagt aan de groeiende doelstellingen om meer energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen. • Beide offshore windparken leveren samen hernieuwbare energie aan 700.000 huishoudens, wat een reductie van 1.200.000 ton CO 2 -uit- stoot op jaar mogelijk maakt. De realisatie van SeaMade vormt het voorlopige sluitstuk van de bestaande beschikbare concessiezone voor energie-opwekking uit offshore wind en brengt de totale capaciteit in het Belgisch deel in de Noordzee op voorlopig meer dan 2.200 MW. • Otary volgt de toekomstige uitbreiding van de Belgische offshore wind capaciteit, tot 5,8 GW met inbegrip van de Princes Elisabeth zone richting 2030, zeer nauw op met oog op een verdere versterking van haar positie in de Belgische offshore markt. het grootste offshore windturbinepark in België. De groene productie van het SeaMade windpark bereikte in 2021 bij- na 1,6 TWh. Otary is aandeelhouder van offshore windparken in de Belgische Noordzee met een totaal geïnstalleerd vermogen van 796 MW. Zij exploiteert en onderhoudt beide windparken vanuit de haven van Oostende. Om de veiligheid, het comfort en de efficiëntie te verbeteren, werd in juni 2021 de ‘service operation vessel’ Groenewind, een Small Waterplane Area Twin Hull (SWATH) vaartuig, in de vaart genomen. Dit schip van DEME wordt ingezet voor de Rentel en SeaMade offshore windmolenparken. De Groene- wind is uitgerust met een bewegingsgecompenseerde gangway voor de veilige overdracht van de onderhoudstechnici naar de turbines van de offshore wind- parken, zelfs bij significante golfhoogten tot 2,5 m. Dankzij de DP2-technologie kan het schip zijn positie behouden in ruwe zee en kan een indrukwekkende ver- mindering van het brandstofverbruik tot 50% worden bereikt in vergelijking met een monohull SOV. Green Offshore bezit (rechtstreeks en onrechtstreeks) participaties in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%), evenals een deelname in de overkoepelende vennootschap Otary (12,5%). Het windpark Rentel ligt op ongeveer 34 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW levert Rentel hernieuwbare energie aan ongeveer 300.000 gezinnen. Tijdens het voorbije jaar 2021 produceerde het Rentel windpark bijna 1 TWh aan groene energie. Deze productie lag onder de verwachtingen omdat er in 2021 minder wind was dan normaal. Het windpark SeaMade omvat de concessiezones Mermaid en Seastar in de Bel- gische Noordzee - respectievelijk op 50 km en 38 km van Oostende - goed voor 58 windturbines van 8,4 MW. Met een totale capaciteit van 487 MW is SeaMade Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore wind- parken. GREEN OFFSHORE Bruno Verbeke Wendy Goossens Christophe De Winter Mathias Verkest Deelnemingspercentage AvH 81 % Green Offshore - SeaMade (€ 1.000) 2021 2020 2019 Productie (in GWh) Rentel 922 1.136 1.012 SeaMade 1.592 524 - Nettoresultaat (deel groep) 4.831 11.430 4.926 Eigen vermogen (deel groep) 26.622 14.749 15.642 Netto financiële positie -7.853 -13.916 -11.340 Balanstotaal 38.610 29.096 29.575 Green Offshore NV 92 Your partner for sustainable growth Delen Private Bank en Bank Van Breda zetten ook in 2021 indrukwekkende resulta- ten neer: de forse aangroei van beheerde vermogens vertaalt zich in recordresultaten voor beide banken. Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH (€ miljoen) 2021 2020 2019 FinAx -0,2 -0,2 -0,2 Delen Private Bank 132,0 103,5 93,4 Bank Van Breda 51,3 38,0 34,1 Totaal 183,1 141,3 127,3 Bank Delen DELEN PRIVATE BANK Delen Private Bank legt zich toe op discretio- nair vermogensbeheer voor particulieren. BANK VAN BREDA Bank Van Breda is een gespecialiseerde ad- viesbank die zich uitsluitend richt tot onder- nemers en vrije beroepen. 79 % 79 % 94 Your partner for sustainable growth banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten en dat de financieringskosten van de bank verlaagt. Niettegenstaande continue investeringen in o.a. personeel en informatica steeg het gecombineerd brutobankproduct sneller dan de kosten, waardoor de cost-income ratio (inclusief 15,9 miljoen euro bankenheffingen) daalde tot 52%, tegenover 54% per eind 2020. Deze cost-income ratio is uitzonderlijk goed in de markt en is te danken aan de efficiënte organisatie met sterke processen en een hoge mate van digitalisering, bedreven personeel, een goede samenwerking tussen Delen Private Bank en Bank Van Breda, alsook de kwaliteit van het beheerd vermogen. De gecombineerde nettowinst steeg met 29,7% tot het recordniveau van 233,5 miljoen euro (2020: 180,2 miljoen euro), waarvan 167,6 miljoen euro bijdrage van Delen Private Bank (inclusief 8,1 miljoen euro van JM Finn) en 65,2 miljoen euro van Bank Van Breda. De provisies voor kredietverliezen zijn positief, nl. +2,2 miljoen euro door meer terugnames van voorzieningen dan toevoegingen. Hierbij werden, omwille van het bijstellen van de macro-economische vooruitzichten, de COVID-gerelateerde ECL-provisies gedeeltelijk teruggenomen. Het eigen vermogen steeg tot 1.691 miljoen euro (tegenover 1.562 miljoen euro eind 2020). Solvabiliteit en liquiditeit blijven uitzonderlijk sterk met een gecombi- neerde common equity tier1-ratio (CET1) op basis van de ‘Standardized approach’ van 23,8% en een hefboomratio van 13,2%, ruim boven het sectorgemiddelde en de wettelijke vereisten. Niettegenstaande dit conservatief balansbeheer haalde de groep een bovengemiddelde gecombineerde ROE van 14,4%. De excellente commerciële resultaten van zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda, gecombineerd met een positief beursklimaat, resulteerden in een nieuw re- cordniveau van het toevertrouwd vermogen van 63,9 miljard euro, tegenover 59,8 miljard euro per 30 juni 2021 en 54,1 miljard euro per 31 december 2020. De stijging was zowel te danken aan het record aan (bruto- en netto-)instroom van kapitalen als aan de positieve waardeontwikkeling van de vermogens. Zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda zijn erin geslaagd doorheen de co- ronacrisis het vertrouwen van hun klanten te behouden. Instroom bij zowel De- len Private Bank als Bank Van Breda is zoals de afgelopen jaren ongeveer gelijk verdeeld tussen nieuwe cliënten en bijstortingen van bestaande cliënten. Dit is te danken aan de commerciële inspanningen van de relatiebeheerders, de hoge klan- tentevredenheid (bv. Net Promoter Score van 58 bij Delen Private Bank en van 53 bij Bank Van Breda) en de uitbreiding van het kantorennetwerk van Delen Private Bank van de afgelopen jaren. De 11,5 miljard euro van cliënten van Bank Van Breda die worden beheerd door Delen Private Bank onderstreept de goede samenwerking tussen beide instellingen. Het gecombineerd (Delen Private Bank + Bank Van Breda) brutobankproduct nam met 18,7% toe tot 633 miljoen euro (534 miljoen over 2020). Dit is voornamelijk te danken aan de bovenvermelde sterke commerciële prestaties met bijbehorende evolutie van cash- en adviesbeheer in de richting van discretionair beheer. Over 2021 bestond 86% van het totale gecombineerde bankproduct uit commissies, wat het resultaat minder afhankelijk maakt van interestresultaat. Nochtans kende ook dat een bescheiden groei, dankzij de eerder vermelde volumegroei in de krediet- portefeuille en de deelname aan het TLTRO III-programma, een ECB-instrument dat PRIVATE BANKING Delen Private Bank en Bank Van Breda zetten ook in 2021 indrukwekkende resultaten neer: de forse aangroei van beheerde vermogens vertaalt zich in recordresultaten voor beide banken. Delen Private Bank - Gerenoveerd hoofdkantoor - Antwerpen 95Jaarverslag 2021 Toevertrouwd vermogen Kerncijfers Delen Private Bank en Bank Van Breda gecombineerd (100%) (€ mio) 2021 2020 2019 Toevertrouwd vermogen Delen Private Bank (AuM) 54.346 45.116 43.566 waarvan discretionair 85% 84% 83% Delen Private Bank 40.340 33.771 32.118 Delen Private Bank Nederland 1.154 859 629 JM Finn (1) 14.006 11.345 11.448 Bank Van Breda Buitenbalansproducten 14.720 11.948 10.651 Cliëntendeposito’s 6.368 5.907 5.416 AuM bij Delen (2) -11.502 -8.873 -7.761 Delen en Van Breda gecombineerd (100%) 63.932 54.098 51.872 Bruto inflow AuM 5.598 3.585 3.234 (1) AuM JM Finn in £: 11,769 mio (2021), 10,200 mio (2020), 9,740 mio (2019) (2) Reeds inbegrepen in Delen Private Bank AuM (€ mio) Delen en Van Breda gecombineerd (100%) Delen Private Bank Bank Van Breda 2021 2020 2019 2021 2020 2021 2020 Rentabiliteit Bankproduct (bruto) 633 534 504 506 412 185 164 Nettoresultaat 233 180 163 168 131 65 48 Brutovergoedingen en commmissie-inkomsten als % van bankproduct 86% 83% 82% 99% 99% 54% 48% Brutovergoedingen en commissie-inkomsten als % van AuM 1,0% 0,9% 0,9% 1,0% 1,0% 0,7% 0,7% Cost-income ratio 52% 54% 56% 50% (1) 54% 55% 56% Balans Totaal eigen vermogen (incl. minderheidsbelangen) 1.691 1.562 1.384 1.024 940 678 620 Balanstotaal 10.072 9.117 8.667 2.429 2.054 7.792 7.211 Cliëntendeposito’s 6.368 5.907 5.416 - - 6.368 5.907 Kredieten 6.458 5.885 5.656 710 470 5.748 5.415 Risicogewogen activa 5.614 5.605 5.818 1.806 1.488 3.849 4.153 Waardeverminderingen op kredieten (2) -0,04% 0,09% 0,03% - - -0,04% 0,10% Kernratio’s Rendement op eigen vermogen 14,4% 12,2% 12,1% 17,0% 15,0% 10,0% 8,1% CET1-ratio 23,8% 21,7% 19,5% 38,0% 40,5% 16,8% 14,7% Hefboomratio 13,2% 13,3% 12,9% 30,2% 32,4% 8,1% 8,2% LCR 208% 249% 327% 495% 614% 160% 171% (1) JM Finn: 87,3% (2) Waarvan ECL (verwachte kredietverliezen - expected credit loss) -0,05% (2021), 0,07% (2020), 0,01% (2019) 96 Your partner for sustainable growth Delen Private Bank in Nederland (2020: 859 miljoen euro). Deze significante stijging tot ruim 40 miljard was, naast de waardestijging van de onderliggende activa, te verkla- ren door de netto-instroom die een re- cordniveau bereikte. Deze instroom van kapitalen - zowel van bestaande als van nieuwe klanten - betrof bijna uitsluitend discretionair vermogensbeheer. Alle Bel- gische vestigingen droegen bij tot deze instroom. Door de goede begeleiding van klanten was de uitstroom van kapitalen laag in 2021, wat de strategie valideert om nieuwe kantoren te openen. Ook het versterkte Nederlandse team kon rekenen op een mooie instroom dankzij de volgehouden commerciële inspanningen. Vanaf 2022 zal het Nederlandse bijkantoor onder de naam Delen Private Bank werken, een belangrijke mijlpaal. Onder deze nieuwe naam zal het Nederlandse team de ‘Delen-formule’ tot verdere wasdom brengen. Bij de Britse vermogensbeheerder JM Finn (Delen Private Bank 93,4%) bereikte het beheerd vermogen een record van 14.006 miljoen euro (11.769 miljoen Britse pond) per eind 2021 (2020: 11.345 miljoen euro, 10.200 miljoen Britse pond). De stijging was voornamelijk te danken aan het record aan bruto- en netto-instroom van kapitalen en de positieve waardeontwikkeling van de vermogens. Door het sterke pond tegenover de euro (+7%) is het beheerd vermogen uitgedrukt in euro nog verder gestegen. Stijging van het nettoresultaat met 27,5% Het gemiddeld beheerd vermogen van Delen Private Bank lag in 2021 fors boven het gemiddelde van 2020. De beweging van cash naar beheer, ingezet in 2020, hield aan, aangedreven door aanhoudend sterke beursprestaties, consistent aan- trekkelijke rendementen van de fondsen en de lage rentes. Dat resulteerde niet al- leen in een recordbedrag aan geconsolideerde bruto-instroom van kapitalen, maar ook in hogere brutobedrijfsopbrengsten (506,8 miljoen euro in 2021 tegenover 412,4 miljoen euro in 2020). De kostendiscipline van Delen Private Bank werd in 2021 verdergezet. Enerzijds hield de coronacrisis de marketinguitgaven, en met name de eventskosten, op een laag niveau. Anderzijds bleef de bank investeren in IT en IT security en werd, uit so- lidariteit met de slachtoffers van de pandemie en de overstromingen, extra budget vrijgemaakt voor goede doelen. Opvallend is ook de enorme inspanning om extra personeel aan te werven - netto liefst 71 extra mensen op één jaar tijd. Bij JM Finn stegen de kosten als resultaat van hogere kosten voor IT en personeel, ondanks de lagere marketingkosten. Globaal daalde de cost-income ratio verder tot 50,17% (39,91% bij Delen Private Bank, 87,27% bij JM Finn), een uitzonderlijk sterk cijfer in de sector. Financieel overzicht 2021 Record instroom dankzij gunstige beurscontext en sterk klantenvertrouwen Na de economische krimp in 2020 volgde een krachtig economisch herstel in 2021. De aandelenbeurzen volgden in het zog van mooie macro-economische cijfers en uitzonderlijk sterke bedrijfswinsten. In deze vruchtbare context slaagde Delen Pri- vate Bank erin om het zaadje van vertrouwen, geplant in crisisjaar 2020, tot volle bloei te laten komen. Klanten voelden zich gerustgesteld door de zorgvuldige porte- feuillebeslissingen en de heldere proactieve communicatie en werden ambassadeur van de bank. 2021 werd een recordjaar in termen van bruto- en netto-instroom voor België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De vermogens onder beheer van Groep Delen (geconsolideerd) bereikten een recordniveau van 54.346 miljoen euro op het einde van 2021 (2020: 45.116 miljoen euro). Bij Delen Private Bank (België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland) bedroeg het beheerd vermogen 40.340 miljoen euro op het einde van 2021 (2020: 33.771 miljoen euro). Daarvan is 1.154 miljoen euro afkomstig van het bijkantoor van Geconsolideerd beheerd vermogen Delen Private Bank legt zich toe op het beheer en de planning van het vermo- gen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een ge- vestigde waarde in België en heeft een groeiende aanwezigheid in de overige Beneluxlanden en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn). DELEN PRIVATE BANK Deelnemingspercentage AvH 79 % Katrin Eyckmans Eric Lechien Bart Menten Alexandre Delen Matthieu Cornette Michel Buysschaert René Havaux 7.938 (€ mio) 46.408 (€ mio) Discretionair beheer Bewaring en adviesbeheer 54.346 (€ mio) 97Jaarverslag 2021 De nettowinst van Groep Delen nam in 2021 toe tot 167,6 miljoen euro (tegenover 131,4 miljoen euro in 2020). De bijdrage van JM Finn tot het nettoresultaat van de groep was 8,1 miljoen euro (in 2020: 7,8 miljoen euro). Het geconsolideerd eigen vermogen van Groep Delen bedroeg 1.022,5 miljoen euro op 31 december 2021, tegenover 940,3 miljoen euro op 31 december 2020. Het nuttig eigen vermogen van de groep na aftrek van voornamelijk immateriële vaste activa bedroeg 686,7 miljoen euro op het einde van het jaar (eind 2020: 603,4 mil- joen euro). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen. De Core Tier1-kapitaalratio van 38,0% ligt ruim boven het sectorgemiddelde. Groep Delen beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 17%, een zeer bevredigend cijfer. Operationeel overzicht 2021 per activiteit Delen Private Bank (Benelux en CH) Onzekerheid was in 2020 en 2021 de enige zekerheid. Dat stelde de missie van Delen Private Bank, die gemoedsrust nastreeft voor haar klanten, op scherp: het be- schermen en zorgvuldige beheer van de klantenvermogens. De bank doet hiervoor een beroep op haar fondsenbeheerder Cadelam. Die hield gedisciplineerd vast aan haar investeringsstrategieën op lange termijn: gediversifieerd, duurzaam en thema- tisch. Dit vertaalde zich in mooie rendementen voor de portefeuilles van de klanten. De fondsenbeheerders van Cadelam reageerden alert op het sterke economische herstel en de oprukkende inflatie, onder andere door sectorrotatie van groei- naar waardeaandelen en een lichte verlaging van de ‘duration’ van de obligatieporte- feuille. Op het einde van 2021 werden in België 86% (30.508 miljoen euro) van de toever- trouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel discretionaire be- heerrekeningen 96%. Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van priva- te banking, mede dankzij de sterke groei van nieuwe particuliere vermogens. De uitbouw van een lokale verankering van de bank werpt zijn vruchten af. Dit moe- digt Delen Private Bank aan om verder te investeren in personeel en infrastructuur. In 2021 kondigde Delen Private Bank aan een nieuw kantoor te openen in Zellik (West-Brabant), tegen midden 2022. En op de valreep van 2021 werd in Antwer- pen het prachtig gerenoveerde hoofdkantoor in de historische gebouwen op de Jan Van Rijswijcklaan terug in gebruik genomen. De herenhuizen van nummer 174 tot 192 werden omgevormd tot een harmonieus, comfortabel en modern geheel waar Delen Private Bank haar klanten kan ontvan- gen in de typisch huiselijke Delen-stijl. Als beschermer van het Belgische erfgoed, schonk de bank ook veel aandacht aan het behoud van de oorspronkelijke ziel en architectuur van het geheel. Uiteraard werd ook gekozen voor groene stroom en moderne energiezuinige en duurzame technologieën. Naast de fysieke aanwezigheid investeert de bank sterk in haar digitale kanalen. De pandemie heeft de nood en wenselijkheid van een veilige en efficiënte service, waar en wanneer de klant wil, extra in de verf gezet. Delen Private Bank biedt een antwoord op die vraag door de functionaliteiten op haar Delen app en Delen OnLine continu te versterken en vernieuwen. Bovendien biedt de bank via Delen Family Services de klant een dienstverlening aan waarmee hij 24/7 over een to- taaloverzicht van zijn vermogen kan beschikken, inclusief een digitaal archief voor zijn belangrijke documenten. Dit vormt de basis voor de analyse van zijn financiële situatie en voor de planning van zijn opgebouwd vermogen. (€ 1.000) 2021 2020 2019 Brutobedrijfsopbrengsten 506.760 412.422 388.642 Nettoresultaat (deel groep) 167.556 131.387 118.609 Eigen vermogen (deel groep) 1.022.453 940.277 809.625 Toevertrouwd vermogen 54.345.999 45.116.280 43.564.970 Cost-income ratio 50,2% 53,6% 55,3% Return on equity 17,1% 15,0% 15,3% CET1-ratio 38,0% 40,5% 36,7% Personeel 829 757 718 Delen Private Bank Delen Private Bank - AntwerpenDelen Private Bank - Antwerpen 98 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Verantwoord investeren en vermogenbescherming zijn de hoekstenen van Delen Private Bank’s ESG-beleid. Delen Private Bank is lid van UN PRI, integreert consequent in haar investeringsproces duurzaamheids- parameters en verkreeg in het verleden de beoordeling A+ van UN PRI voor haar strategie en beleid. Via haar partnership met EOS gaat Delen Private Bank ook in dialoog met de bedrijven in haar fondsen. Verder vormt het principe van dynamische en goede huisvader de ba- sis voor een gedegen vermogensbescherming. • Het belangrijkste kapitaal van Delen Private Bank is het vertrouwen van haar klanten. Luisteren naar de klant is de beste manier om zich- zelf te verbeteren. Naast het regelmatige contact tussen klant en re- latiebeheerder organiseert Delen Private Bank om de twee jaar een formeel feedbackmoment, via een tevredenheidsenquête. Dit zijn de belangrijkste bevindingen in 2021: • De Net Promotor Score (aanbevelingspercentage) steeg van 43 (2019) naar 58. Dat ligt ver boven het sectorgemiddelde. • 9 op 10 klanten waardeert het duurzame gedrag van de bank als organisatie en de filosofie van verantwoord investeren. • Het brede scala van haar diensten (zoals Delen Family Services) en de voordelen van de digitale kanalen blijken nog onvoldoende gekend. De bank zal zich daar de komende tijd voor inzetten. In Nederland worden de commerciële inspanningen van het goed geïntegreerd en versterkt team eveneens beloond met mooie cijfers. De drempel van 1 miljard euro beheerd vermogen werd overschreden. De strategie in Nederland is volledig gea- ligneerd met die van Delen Private Bank en omvat ook de Delen Family Services dienstverlening. Bank Van Breda droeg opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat en verte- genwoordigde ongeveer 28,5% van het totaal beheerd vermogen. Op 31 december 2021 beheerde Delen Private Bank immers 9.759 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank Van Breda. Daarnaast verzorgde Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank Van Breda (1.743 miljoen euro). JM Finn (VK) De Britse beurs heeft een sterk jaar achter de rug. De vermogensbeheerders van JM Finn speelden handig in op deze gunstige context. Ze hielden vast aan een sterke geografische diversificatie van hun portefeuille en aan hun keuze voor Britse multi- nationals, zodat ze minder afhankelijk zijn van de Britse economie. JM Finn kon zich net als Delen Private Bank in België en Nederland verheugen op een record bruto-instroom aan kapitalen. De verhuis naar een nieuw kantoor in London en het vernieuwd managementteam creëerden een extra positieve dyna- miek die resulteerde in een stijgende commerciële inzet. Sinds de overname van JM Finn in 2011 verhoogde Delen Private Bank haar direc- te aandeelhouderschap tot 93,4%. Eind 2021 had JM Finn 14.006 miljoen euro (11.769 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 83% in discre- tionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aan- deel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshorevermogensbeheermarkt, in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt. De impact van brexit op JM Finn blijft zeer beperkt: JM Finn is een Britse vermogens- beheerder met Britse klanten. De kosten en baten zijn uitgedrukt in Britse ponden. Vooruitzichten 2022 Het jaar 2022 dient zich aan met enkele vraagtekens. Corona zal ook dit jaar het leven beïnvloeden. Inflatie zal een belangrijk thema blijven. De geopolitieke ontwik- kelingen moeten opgevolgd worden waarbij de impact van de crisis in Oekraïne op de financiële markten een bijkomende factor van volatiliteit is. Naast vermogensbeheer zal Delen Private Bank in 2022 ook haar aanbod rond ver- mogensplanning blijven verbeteren. Delen Family Services wordt verder versterkt, o.a. via de Delen app. Om de groei te ondersteunen blijft de bank actief nieuwe medewerkers aanwerven. Delen Private Bank, in België en Nederland, en JM Finn, zetten zich ook in 2022 verder in om nieuwe kapitalen aan te trekken, met een focus op regio’s waar haar naambekendheid in de lift zit. Naast interne groeimogelijkheden bekijkt de groep overname-opportuniteiten indien aantrekkelijke partijen met een aanleunende stra- tegie haar pad kruisen. www.delen.be Delen Private Bank - Antwerpen 99Jaarverslag 2021 een stijging van de bedrijfskosten met 11%. Dit resultaat is het gevolg van zeer sterke commerciële prestaties en groei in commerciële volumes en dit zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance. De provisies voor kredietverlie- zen zijn positief, nl. +2,2 miljoen euro door meer terugnames van voorzieningen dan toevoegingen. Hierbij werden, om- wille van het bijstellen van de macro-economische vooruitzichten, de COVID-gere- lateerde ECL-provisies gedeeltelijk teruggenomen. De commerciële volumes (totaal belegd door cliënten + kredietverlening) zijn in 2021 gestegen tot 26,8 miljard euro (2020: 23,3 miljard euro). Het eigen vermogen van de bank groeide aan tot 678 miljoen euro, waarbij een rendement op eigen vermogen (ROE) van 10% werd gerealiseerd. Stijging van commerciële volumes Het door klanten belegd vermogen steeg met 3,2 miljard euro tot 21,1 miljard euro (2020: 17,9 miljard euro). Hiervan bedroegen de deposito’s 6,4 miljard euro (+8%) en de buitenbalansbeleggingen 14,7 miljard euro (+23%). Deze groei van de bui- tenbalansbeleggingen is te danken aan de positieve beursevolutie en in nog grotere mate aan een sterke netto-instroom van beleggingen dankzij een grotere focus van het commercieel net om Bank Van Breda als vermogenspartner te positioneren. Hierbij steeg het marktaandeel van beide doelgroepklanten, zowel ondernemers als vrije beroepen. De totale kredietportefeuille steeg met 6% tot 5,7 miljard euro. Het geconsolideerd bankproduct nam met 13% toe tot 184 miljoen euro. Gerea- liseerde meerwaarden, opbrengsten uit dividenden en resultaten uit indekkingsin- strumenten bedroegen minder dan 2% van het totale bankproduct dat bijgevolg bijna volledig commercieel gedreven is. Het renteresultaat steeg licht (+1,2% t.o.v. 2020). Enerzijds realiseerde de bank een mooie volumegroei in kredieten ondanks dalende rentes en hoge competitie- ve druk op de rentemarge. De fee-inkomsten stegen met 27%, vooral dankzij de sterke groei in buitenbalansbeleggingen van de klanten. Dit is anderzijds dankzij de deelname aan het TLTRO III-programma, een ECB-instrument dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten en dat de financierings- kosten verlaagt. De kosten zijn toegenomen met 11% tot 101,6 miljoen euro. Naast de toegenomen bankenheffing (+15%), zijn vooral de personeelskosten gestegen (+21%), door een verdere toename van het aantal personeelsleden en van de resultaatsgebonden ver- goedingen zoals de aandelenopties voor personeel en bestuurders, de variabele verlo- ning van commerciëlen en winstpremies voor het voltallige personeelsbestand. Deze stijging wordt verklaard door de uitzonderlijke commerciële en financiële prestaties. Het coronavirus hield ook in 2021 de wereld in haar greep. Dit had een significante impact op de mondiale en Belgische economie, de onderwijs- en gezondheidssec- tor, ieders privéleven en de professionele activiteit van de klanten van Bank Van Breda. Haar eerste prioriteit ging naar het beschermen, informeren en ondersteu- nen van collega’s en klanten. Dankzij de investeringen in IT en digitalisering van de afgelopen jaren kon de bank haar dienstverlening zonder onderbreking voortzetten, meestal van thuis uit. De bank bleef in nauw contact met haar klanten en slaagde erin om zo persoonlijk mogelijk met hen te blijven communiceren. Financieel overzicht 2021 Ondanks de aanslepende coronacrisis, kende de economie in 2021 al een sterk economisch herstel. Daarnaast heerste in 2021 een positief beursklimaat. In deze context heeft Bank Van Breda een uitstekend resultaat geboekt van 65,2 miljoen euro, wat neerkomt op een groei van 35% t.o.v. 2020. Het brutobedrijfsresultaat (bankproduct min bedrijfskosten) steeg met 11,5 miljoen euro (+16%) naar 82,6 miljoen euro dankzij 13% groei in bankproduct en ondanks Bank Van Breda is een gespecialiseerde nichebank die zich focust op de bege- leiding van ondernemers en vrije beroepen bij de opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. BANK VAN BREDA Vic Pourbaix Marc Wijnants Véronique Léonard Tom Franck Dirk Wouters Deelnemingspercentage AvH 79 % Door cliënten belegd vermogen Buitenbalansproducten Cliëntendeposito’s Kredietportefeuille 14.720 (€ mio) 6.368 (€ mio) 21.088 (€ mio) 100 Your partner for sustainable growth TEVREDEN KLANTEN, TEVREDEN MEDEWERKERS Op de vraag “In welke mate zou u Bank Van Breda aanraden bij andere on- dernemers of vrije beroepen?” geeft 62,40% van de klanten op een tienpun- tenschaal een score van 9 of 10 (‘promoters’) en 9,83% een score van 6 of minder (‘detractors’). De bank behaalde hierdoor een zeer mooie Net Promoter Score (NPS) van +53. Dit is één van de beste cijfers in de Belgische banksector. Behalve een hoge klantentevredenheid geniet Bank Van Breda ook een hoge personeelstevredenheid. Uit de enquête ‘Great Place to Work’ van november 2021 bleek dat 98% van de medewerkers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. Bank Van Breda werd hiermee opnieuw genomi- neerd als Beste Werkgever en behaalde de eerste plaats als ‘Best Workplace’ in de ranking van de grote bedrijven met meer dan 500 werknemers. Over de afgelopen 2 jaren stegen de kosten gemiddeld met 5% per jaar. Dit maakt enigszins abstractie van het coronajaar 2020 waarin de kosten lager waren dan normaal. Ondanks de stijgende kosten in 2021 maar dankzij de sterkere toename van het bankproduct verbeterde de cost-income ratio van 56% in 2020 naar 55% in 2021. Bank Van Breda behoort hiermee tot de meer performante Belgische banken. Impact van coronacrisis De bank heeft in 2021 geen significante verliezen op specifieke kredietdossiers geboekt. Zo bleven de waardeverminderingen op kredieten (exclusief ECL) in 2021 beperkt tot 0,6 miljoen euro of slechts 0,01% van de gemiddelde kredietportefeuil- le (t.o.v. 0,02% in 2020). Daarnaast heeft de bank de voorziening voor mogelijke toekomstige kredietverlie- zen (Expected Credit Losses of ECL) verlaagd naar 7,1 miljoen euro, waar deze in 2020 n.a.v. de onzekerheid omtrent de coronacrisis nog verhoogd werd naar 9,9 miljoen euro. Rekening houdend met de (gedeeltelijke) terugname van 2,8 miljoen euro van de provisie voor mogelijke toekomstige kredietverliezen, bedroeg de kre- dietkostenratio (inclusief ECL) van 2021 -0,04% tegenover 0,10% in 2020. Het minteken impliceert hierbij een positief effect op de resultaten. Sterke liquiditeit en solvabiliteit Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt de bank steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedragen respectievelijk 160% en 135%, ruim boven de vereiste onder- grens van 100%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met klanten- deposito’s, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de inter- nationale markten. Het eigen vermogen (deel van de groep) steeg van 620 miljoen euro naar 678 miljoen euro en draagt bij aan de sterke solvabiliteit, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De common equity ratio (CET1-ratio) bedroeg 16,8% en de solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio of leverage ratio) 8,1%, een veelvoud van de wettelijke vereiste 3%. Operationeel overzicht 2021 per activiteit Bank Van Breda In 2021 werd de lijn van commerciële groei verder doorgetrokken. In een nog steeds bijzonder coronajaar was er niet alleen een positief beursklimaat maar is ook het totaal toevertrouwd vermogen van ondernemers en vrije beroepen met 3,2 miljard euro gestegen naar 20,7 miljard euro. In een context van lage rentevergoedingen groeiden de klantendeposito’s met 469 miljoen euro (+8%) tot een totaal volume van 6,2 miljard euro. De buitenbalansbeleggingen stegen met 2,8 miljard euro (+23%) tot 14,6 miljard euro. Hiervan is 11,5 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer en fondsen. Bank Van Breda (€ 1.000) 2021 2020 2019 Bankproduct 184.193 162.681 149.564 Nettoresultaat (deel groep) 65.178 48.295 43.362 Eigen vermogen (deel groep) 678.459 620.249 573.343 Balanstotaal 7.791.801 7.211.370 6.380.896 Totaal belegd door cliënten 21.087.881 17.855.170 16.066.871 Kredietportefeuille 5.748.252 5.414.654 5.232.650 Waardevermindering op kredieten -0,04% 0,10% 0,03% Cost-income ratio 55,1% 56,3% 61,3% Return on equity 10,0% 8,1% 7,7% CET1-ratio 16,8% 14,7% 13,1% Solvabiliteitsratio (RAR) 17,9% 15,7% 14,2% Personeel 518 502 486 101Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH Bank Van Breda kiest ervoor om haar economisch, sociaal en ecologisch engagement systematisch en expliciet te integreren in haar bedrijfsbeleid. De Strategic Development Goals (SDGs) van de Verenigde Naties zorgen hierbij voor een mondiaal kader. Vanuit haar specialisatie voor onder- nemers en vrije beroepen ondersteunt de bank vooral de volgende drie doelstellingen: ‘goede gezondheid en welzijn’ (SDG 3), ‘waardig werk en economische groei’ (SDG 8) en ‘vrede, veiligheid en sterke publieke diensten’ (SDG 16). • Duurzaamheid voor een bank betekent in de eerste plaats dat ze sol- vabel is en dat ze altijd aan haar verplichtingen kan voldoen zonder een beroep te moeten doen op de samenleving om haar te ondersteu- nen. De bankencrisis van 2007-2008 was de lakmoesproef. Bank Van Breda bleef op ieder moment een ‘gezonde bank’ en ‘veilige haven’. Met een hefboomratio van 8,1% (eigen vermogen / balanstotaal) en slechts 0,01% waardeverminderingen op kredieten staat de bank ook vandaag zeer sterk om haar economische en maatschappelijke rol vol- uit te vervullen. De bank is niet afhankelijk van de financiële markten voor de financiering van haar kredietportefeuille (90% kredieten vs. cliëntendeposito’s). • Bank Van Breda beschermt het vermogen dat cliënten hebben opge- bouwd over een lange termijn - vaak over generaties heen. Zij doet dit door ondernemers en vrije beroepen te helpen om juiste financiële keuzes te maken. Dat is maatschappelijk relevant, want ondernemers zijn de motor van de economie. Vrije beroepen garanderen gezond- heidszorg, rechtszekerheid en financiële transparantie. Samen leveren zij een cruciale bijdrage tot onze welvaart en ons welzijn. • De personeelstevredenheid (98%) en spontane aanbeveling door cliënten (een Net Promoter Score van +53) zijn al jaren bij de beste in de Belgische financiële sector. Deze mooie uitgangspositie wil de bank minstens behouden, waar mogelijk nog verder versterken. Bovendien besteedt de bank explicieter aandacht aan het bredere maatschappe- lijke belang van haar activiteiten. ESG-factoren (Environment - Social - Governance) spelen een groeiende rol bij het beleid voor klanten- aanvaarding, kredietverlening, beleggingen, leverancierskeuze en de beperking van de eigen ecologische voetafdruk van de bank. Ondanks de hevige concurrentie en het aflopen van coronamaatregelen zoals het kapitaaluitstel (uitgestelde aflossingen), groeide het volume kredieten aan onder- nemers en vrije beroepen met 297 miljoen euro (+6%) tot een volume van 5,2 miljard euro. Van Breda Car Finance Ook 2021 was nog steeds een uitdagend jaar voor de automobielsector. De gevol- gen van de coronacrisis bleven voelbaar door de vertragingen in de levering van nieuwe wagens. Dit liet zich merken in de evolutie van de inschrijvingen van nieuwe wagens op de Belgische markt (11,2% minder personenwagens en 0,3% meer be- stelwagens volgens Febiac). Anderzijds groeide de markt van tweedehandswagens aanzienlijk (+7,5% volgens Traxio). Dankzij sterke partnerships kon Van Breda Car Finance soepel inspelen op deze marktevoluties. Van Breda Car Finance zette in 2021 opnieuw een sterke commerciële prestatie neer dankzij de investering in het opbouwen van intense klantenrelaties en het opstarten van nieuwe partnerships. Zo steeg het productievolume met 17% en groeide de portefeuille met 10% tot 544 miljoen euro. Vooruitzichten 2022 De blijvende aanwezigheid van het coronavirus maakt dat deze recordresultaten werden neergezet in een nog steeds zeer uitdagende economisch context. De im- pact van deze gezondheidscrisis alsook de genomen maatregelen van zowel over- heden als centrale banken, zullen in de komende jaren blijven zorgen voor veel onzekerheid. Al was er eind 2021 een niet te miskennen opstoot van de inflatie, toch blijft er voorlopig een klimaat van lage rentes. Ondanks de aanhoudende druk op de rentemarges, de hoge bankenheffingen, de noodzakelijke investeringen in de toekomst en de onzekerheid over mogelijke kre- dietverliezen als gevolg van de aanhoudende coronacrisis blijft Bank Van Breda zeer goed gewapend voor de toekomst. • De commerciële slagkracht en positionering moeten het mogelijk maken het toevertrouwd vermogen verder te doen groeien. De impact van deze groei op het operationeel resultaat zal mee afhangen van het renteklimaat, de concur- rentiële omgeving en de impact van de geopolitieke spanningen op de financiële markten. www.bankvanbreda.be Bank Van Breda - Antwerpen • Bank Van Breda blijft verder investeren in de toekomst. Nieuwe initiatieven op het vlak van digitalisering, waaronder de vermogensapp ‘My Plan’ voor onder- nemers en vrije beroepen zullen een cruciale rol blijven spelen. Een team van competente medewerkers, tevreden klanten, de reputatie, de positi- onering, de voortdurende investeringen en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn. 102 Your partner for sustainable growth Met de vorming van Nextensa als geïntegreerde vastgoedinvesteerder en -ontwikke- laar werd de basis gelegd voor een verdere optimalisatie van de investeringsporte- feuille en projectontwikkelingen. De 1.631 medewerkers van Anima hebben ook in 2021 in moeilijke (corona-)omstandigheden het beste van zichzelf gegeven om hun meer dan 2.100 residenten kwaliteitsvol te blijven verzorgen. Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH (€ miljoen) 2021 2020 2019 Nextensa 38,6 - - Leasinvest (1) - 3,3 15,7 Extensa Group (1) - 25,9 29,5 Anima 4,1 3,4 5,0 Totaal 42,7 32,7 50,2 Nextensa - Tour & Taxis - Brussel (1) Cijfers vanaf 2021 opgenomen in cijfers Nextensa NEXTENSA Nextensa is een gemengde vastgoedinves- teerder en -ontwikkelaar met focus op België, Luxemburg en Oostenrijk. ANIMA Anima focust op het hogere marktsegment van seniorenhuisvesting en -zorg in België. 59 % 93 % 104 Your partner for sustainable growth met als vlaggenschip de Gare Maritime, het iconische en één van de meest duur- zame gebouwen van Brussel. Dit had verschillende gevolgen naar de uitbreiding van de ‘asset classes’ (activaklassen) met de residentiële ont- wikkelings- en eventactiviteiten en naar een verdere versterking van de positie in Luxemburg. De synergie van beide groepen was ook de aanleiding om het bedrijf in een volledige duurzaamheidstransitie te brengen. Deze verandering werkte eveneens door op financieel vlak. De financiering van het oude Leasinvest Real Estate moest helemaal herzien worden, waarbij aan alle banken, obligatiehouders en houders van commercial paper gevraagd werd om in te stemmen met aangepaste financiële convenanten, evenwel zonder aan de commerciële voorwaarden te tornen. In Luxemburg werd tezelfdertijd het fiscaal transparante SICAV-FIS statuut verlaten en werden de oude structuren die nog bestonden rond de Knauf shoppingcenters hervormd en/of geliquideerd. In de moeilijke COVID-19 context werd eind november 2021 in de Gare Maritime de Food Court geopend. In de eerste maand na de opening kreeg deze reeds 36.000 bezoekers over de vloer. Ook de bezoekersaantallen van o.a. de Knauf shoppingcenters in Luxemburg en het van Frun Park te Asten kenden sterk stijgende evoluties, zelfs in vergelijking met 2019 (precorona). De evolutie van de coronapan- demie lijkt momenteel hoopgevend en zou op korte termijn moeten leiden tot een heropleving van de eventsector. Hierdoor kunnen de troeven van de Tour & Taxis-si- te ten volle gevaloriseerd worden. 2021 was een jaar van grote veranderingen voor Leasinvest en Extensa. Uit het samengaan van beide bedrijven werd Nextensa gevormd, dat zal bijdragen aan nieuwe stedelijke projecten en de ontwikkeling van kwalitatief vastgoed op grotere schaal, gedreven door een vernieuwende aanpak op het vlak van duurzaamheid. Nextensa zal vastgoed ontwikkelen in de optiek een duurzame portefeuille te behe- ren en meerwaarden te realiseren bij de verkoop van projecten. Op 19 juli verliet Leasinvest Real Estate het GVV statuut en ontstond Nextensa uit de business combination met Extensa Group. Nextensa is voortaan een gemengde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar met focus op België, Luxemburg en Oos- tenrijk. In het kader van deze transactie heeft AvH 100% van Extensa en Leasinvest Real Estate Management ingebracht bij Leasinvest. Deze inbrengen vertegenwoordigden een gezamenlijke waarde van 293,4 miljoen euro en werden vergoed door de uit- gifte van 4.075.458 nieuwe aandelen. Op basis van deze gegevens bezit AvH na de transactie 58,5% van het kapitaal. Sinds de zomer van 2021 behoort de volledige site van Tour & Taxis tot Nextensa, Nextensa profileert zich als een vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar actief in België, Luxemburg en Oostenrijk. NEXTENSA Olivier Vuylsteke Tim Rens Peter De Durpel Michel Van Geyte Deelnemingspercentage AvH 59 % Nextensa - Cloche d’Or - Luxemburg Vastgoedportefeuille (% op basis van de reële waarde) Kantoren Retail Overige Luxemburg België Oostenrijk Landen Activaklassen 45% 42% 51% 39% 13% 10% Nextensa - Gare Maritime - Food Market - Brussel Financieel overzicht 2021 Als gevolg van de inbreng in natura van Extensa omvatten de resultaten van Nex- tensa per 31 december 2021 de som van 12 maanden resultaten van Leasinvest en van de resultaten van de tweede jaarhelft 2021 van Extensa. Deze gewijzigde consolidatiekring bemoeilijkt de vergelijking van de jaarcijfers 2021 met die van het vorige jaar. De nettowinst van de nieuwe groep bedroeg 53,2 miljoen euro per 31 december 2021. De 14,5 miljoen euro bijdrage van Extensa in de eerste jaarhelft 2021 (voor de vorming van Nextensa) is inbegrepen in Nextensa’s 38,6 miljoen euro bijdrage voor het volledige jaar 2021. De vastgoedportefeuille van Nextensa werd gewaardeerd op 1,4 miljard euro per 31 december 2021. Aan de oorspronkelijke portefeuille van Leasinvest Real Estate van ongeveer 1,1 miljard euro, werden de historische panden op de site van Tour & Taxis toegevoegd uit de vroegere Extensa-portefeuille. Deze panden omvatten Gare Maritime, Maison de la Poste, de Sheds, Hôtel des Douanes en de (ondergrondse) parkings op de site. Door deze toevoeging is het aandeel van België in de porte- feuille gestegen naar 42%. Luxemburg blijft evenwel de grootste markt met 45% en Oostenrijk vertegenwoordigt 13%. Naar typologie bestaat de portefeuille voor 51% uit kantoren en voor 39% uit retail. De laatste 10% betreft ‘overig’ vastgoed, zoals parkings en evenementenvastgoed. In 2021 werd Nextensa in de context van de coronapandemie nog steeds gecon- fronteerd met tijdelijke winkelsluitingen en verplicht telewerk. Daar waar de pan- demie in 2020 nog voor een huuromzetverlies stond van ongeveer 4 miljoen euro, bleef dit effect in 2021 evenwel beperkt tot ongeveer 1 miljoen euro. De bezettingsgraad is licht gedaald naar 89,1%, voornamelijk omdat het retail- gedeelte op de Gare Maritime wegens de coronapandemie nog niet kon worden verhuurd. Door het succes van de Food Market en de aanzienlijk toegenomen be- zoekersaantallen op de site is Nextensa hoopvol voor de commercialisatie van de retailunits. Het rendement op de vastgoedportefeuille bedroeg 5,20% op basis van de reële waarde (5,08% op basis van de investeringswaarde), een daling met een half pro- cent ten opzichte van 2020 en in lijn met de markttendens. De participatie in Retail Estates, die conform IFRS geboekt wordt als een financieel vast actief maar analytisch beschouwd wordt als een deel van de investeringspor- tefeuille, werd voor een bedrag van 16,6 miljoen euro geherwaardeerd door de opleving van de beurskoers in 2021. De waarde van de participatie bedroeg eind 2021 96,5 miljoen euro. Sinds de business combination met Extensa Group, heeft Nextensa voortaan ook voorraden en onderhanden werken in uitvoering. De voorraden, 113 miljoen euro, omvatten vooral de nog braakliggende terreinen op de site van Tour & Taxis die in de toekomst nog zullen ontwikkeld worden (Park Lane fase II en Lake Side), terwijl de onderhanden werken in uitvoering het residentiële ontwikkelingsproject Park Lane fase I betreffen (65,5 miljoen euro). Het ontwikkelingsproject op Cloche d’Or te Luxemburg wordt volgens de vermo- gensmutatiemethode opgenomen in de geconsolideerde cijfers, en vertegenwoor- digde een waarde van 51 miljoen euro op de balans. Het eigen vermogen groeide stevig aan omwille van de inbreng in natura van de aandelen van Extensa en Leasinvest Real Estate Management op 19 juli 2021 (+293 miljoen euro). De financiële schuldgraad, i.e. de financiële schulden gedeeld door het balansto- taal, bedroeg 48,6% (ten opzichte van 54,0% in 2020). De ‘loan to value’ van de investeringsportefeuille bedraagt nog 55,6%, al wordt verwacht dat deze drastisch zal zakken door de uitvoering van de verkoop van drie gebouwen. 106 Your partner for sustainable growth Operationeel overzicht 2021 Investeringsportefeuille België Het kantoorgebouw Monteco (Brussel, Montoyer 14) is een modelvoorbeeld van de duurzaamheidsambities van Nextensa. De bouw in houtstructuur heeft ook Bank Nagelmackers verleid om een huurovereenkomst van 12 jaar vast te ondertekenen. De oplevering van het nieuwe gebouw is voorzien in Q4 2022. In Antwerpen werd samen met het Deense architectenbureau CF Moller het hoog- waardig gemengd project Hangar 26/27 uitgewerkt, met uitbreiding van de kan- toren en retail. Op deze bijzondere en unieke plek in de stad wordt specifieke aan- dacht besteed aan het harmonieus combineren van de privatieve ruimtes van het project met de publieke ruimte van de kaaien. De laatste huurder heeft per 30 juni 2021 het gelijkvloers verlaten. In september 2021 werd gestart met de renovatie van zowel het gelijkvloers (1.000 m²) als de gevel. Er zijn verregaande gesprekken aan de gang om een vernieuwend food concept te realiseren. Brouwerij AB InBev en Nextensa hebben de handen in elkaar geslagen voor een gloednieuw food concept. Eind november openden ze een Food Market in Gare Maritime, het bruisende commerciële hart van Tour & Taxis. Vanaf de start heeft dit innovatieve en culinaire concept de harten veroverd van de Brusselse bevolking, met een succesopkomst van meer dan 36.000 bezoekers in de eerste maand. Dit lag ver boven de verwachtingen gelet op de coronapandemie. Met Unicef werd een 12-jarige huurovereenkomst afgesloten voor 900 m² in het kantoorgedeelte van Gare Maritime. Dit gaat in vanaf 1 april 2022 en beantwoordt perfect aan de duurzaamheidsstrategie van Unicef. Groothertogdom Luxemburg De uitbreiding van het shoppingcenter Knauf Schmiede (ca. 8.500 m²) zal opge- leverd worden in de zomer van 2022. De uitbreiding zal een breder commercieel aanbod omvatten alsook een vernieuwend horecaconcept met een zone voor activi- teiten en ontspanning voor families. De nieuwe fase is, op één unit na, zo goed als volledig verhuurd, weliswaar onder de vorm van ‘Letters of Intent’ (LOI). In het Knauf shoppingcenter Pommerloch gelegen in het Noorden van het Groother- togdom Luxemburg vlakbij de Belgische grens, zijn de drie verdiepingen van de nieuwe parking operationeel. Een aantal nieuwe huurders, zoals Fressnapf, New Yorker en Foot Locker, hebben onderdak gevonden in Pommerloch, wat bijdroeg om het bezoekersaantal terug naar het niveau van 2019 te tillen. Het EBBC Business Park, omgedoopt tot ‘Moonar’, wordt volledig geherpositio- neerd en zal een nieuwe kantorencampus worden in Luxemburg. Het wordt een concept met de nadruk op community, groen- en buitenomgeving, verschillende ontmoetingsplaatsen zoals bibliotheken, een koffiebar en terrassen. Het geschatte renovatiebudget bedraagt 34 miljoen euro en de finale oplevering wordt verwacht in de loop van 2023. Een aantal op heden leegstaande oppervlaktes worden niet meer aangeboden op de markt, om zodoende de graduele renovatie te kunnen aanvangen en verderzetten. Ondertussen zijn de eerste onderhandelingen gestart met potentiële huurders. Desinvesteringen In februari 2021 werden de resterende semi-industriële panden van het Brixton Busi- ness Park verkocht met een winst van ongeveer 3 miljoen euro. Daarnaast werd ook een niet-strategische supermarkt in Diekirch (Luxemburg) verkocht met een winst van ongeveer 1 miljoen euro. De strategie van Nextensa heeft tot doel om de portefeuille in lijn te brengen met de nieuwe investeringscriteria. In dit kader werden verkoopovereenkomsten met opschortende voorwaarden getekend voor drie gebouwen, namelijk The Crescent (Anderlecht, België), Monnet 4 (Kirchberg, Luxemburg) en Titanium (Cloche d’Or, Luxemburg). De gezamenlijke waarde van deze drie panden bedraagt 140 miljoen euro. The Crescent en Monnet 4 werden inmiddels in februari 2022 verkocht. De verkoop van Titanium is gepland voor het einde van 2022. Nextensa NV (€ 1.000) 2021 2020 (2) Huurinkomsten 65.174 (1) 59.848 Resultaat ontwikkelingsprojecten 15.373 (1) - Nettoresultaat (deel groep) 53.244 (1) 7.683 Eigen vermogen (deel groep) 779.970 487.211 Vastgoedportefeuille (reële waarde) 1.407.919 1.141.190 Huurrendement (%) 5,20 5,63 Bezettingsgraad (%) 89,1 91,6 ‘Loan to value’ van investeringsportefeuille (%) 55,6 54,3 Financiële schuldgraad (%) 48,6 54,0 Personeel 48 25 (1) 2021: 12 maanden Leasinvest Real Estate, 6 maanden Extensa (2) Gerapporteerd onder Leasinvest Real Estate Nextensa - Hangar 26/27 - Antwerpen 107Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Nextensa wil zich profileren als een duurzame ontwikkelaar/inves- teerder die projecten ambieert die een maatschappelijke meerwaarde bieden in een stedelijke context. • De thema’s ‘Climate Adaptive Buildings’ en ‘Sustainable Socie- ties’ vormen samen met ‘Human Investments’ de hoekstenen van het beleid waarmee Nextensa de komende jaren zal werken aan klimaatneutrale en gezonde gebouwen, die harmonieus ver- ankerd worden in leefbare en levendige stedelijke omgevingen en die hiervoor gebruikmaken van innovatieve technologieën en processen. • Nextensa focust zich op duurzame gebouwen en stadsontwikkeling. Haar omzet wordt grotendeels (meer dan 90%) ‘eligible’ beschouwd met de EU Taxonomie. • Nextensa heeft de ambitie om CO 2 -neutraal te zijn voor scope 1 en 2 tegen 2030 en voor scope 3 tegen 2050. Ontwikkelingen België Park Lane fase I is een residentiële ontwikkeling van 319 appartementen, gelegen net naast de Gare Maritime op de site van Tour & Taxis. Deze ontwikkeling is een succes. Eind 2021 waren nog slechts 11 appartementen te koop. De laatste appartementen worden opgeleverd in mei 2022 waardoor de site gradueel meer bewoond wordt. Voor Park Lane fase II werd de vergunning verkregen in de loop van 2021. Het project zal opgestart worden in april 2022 met de aanleg van de ondergrondse parking die de sokkel vormt voor 346 appartementen, verdeeld over 11 gebou- wen. Er is reeds veel interesse van zowel potentiële particuliere bewoners als van investeerders. Luxemburg De ontwikkelingen in Luxemburg gebeuren allen in joint venture met Promobe, een Luxemburgse ontwikkelaar. Alle projecten bevinden zich op Cloche d’Or, een uitbreiding aan de zuidrand van de stad Luxemburg, die een stadsdeel vormt met kantoren, retail en residentiële projecten. Samen met Promobe is Nextensa enkel actief in de segmenten kantoren en residentieel. • Kantoren In de loop van de tweede jaarhelft van 2021 werd het project Banca verkocht aan eindgebruiker Banca Intesa Sanpaolo. Het kantoorgebouw (10.000 m²) werd ver- kocht voor ongeveer 89 miljoen euro. Begin januari 2022 werd het kantoorgebouw Kockelscheuer (4.100 m²) verkocht voor 48 miljoen euro. Het gebouw was volledig voorverhuurd aan Regus. Momenteel zijn nog twee andere kantoorgebouwen in aanbouw: Darwin I (5.000 m² kantoren) is reeds voor meer dan 90% voorverhuurd en de rest is in optie geno- men. Het zal in september 2022 opgeleverd worden. Darwin II (4.700 m² kantoren) is volledig voorverhuurd aan de Luxemburgse staat. Deze huurder heeft eveneens een aankoopoptie gedurende drie jaar vanaf oplevering (maart 2022), waardoor dit gebouw voorlopig in portefeuille blijft. Gegeven de aanhoudend hoge vraag naar kantoorgebouwen, worden momenteel de nodige voorbereidingen getroffen om twee bijkomende kantoorgebouwen te ontwikkelen van elk 7.000 m². Voor één van beide gebouwen werd reeds een LOI getekend om 40% te huren. • Residentieel Het residentiële project D-Sud is quasi volledig opgeleverd en volledig verkocht (op de retailunits op het gelijkvloers na). Het betreft hier in totaal 151 apparte- menten en 11 retailunits. Voor deze laatste werden reeds enkele LOI’s getekend ter verhuring. Het project D-Nord omvat 194 appartementen, waarvan er reeds 176 voorverkocht zijn. De bouwwerkzaamheden zijn volop aan de gang en oplevering wordt verwacht begin 2023. Aangezien quasi alle appartementen in aanbouw voorverkocht zijn, werd ook de commercialisatie gestart van de volgende residentiële ontwikkeling, nl. het project D5-D10. Dit omvat een 150-tal appartementen, waarvan er reeds een zestigtal op plan verkocht zijn. Eind 2021 werd de aankoopoptie op de grond gelicht en werd de financiering getekend, waardoor de werken in de lente van 2022 van start kunnen gaan. Vanaf de tweede jaarhelft 2022 zal dit project zodoende ook bijdragen aan de resultaten van Nextensa. Daarenboven worden ook de voorbereidingen getroffen voor de commercialisatie van het laatste residentiële project op îlot D, nl. D-Tours. Dit project bestaat uit drie woontorens, die samen 350 appartementen zullen omvatten op een oppervlakte van 33.000 m². De commercialisatie wordt verwacht te starten in de tweede jaar- helft van 2022. Vooruitzichten 2022 Door het optimaliseren van een duurzame investeringsportefeuille gecombineerd met de geplande projectontwikkelingen op Cloche d’Or en Tour & Taxis, heeft Nextensa zicht op jaarlijks recurrente winsten, waarbij een groei van het dividend beoogd wordt van gemiddeld 5 à 10% per jaar. Het verdere verkoopsprogramma zal daarnaast uitzonderlijke meerwaarden opleveren, maar ook de schuldgraad op de investeringsportefeuille drastisch doen verminderen. Nextensa wil zich profileren als een duurzame ontwikkelaar/investeerder die pro- jecten ambieert die een maatschappelijke meerwaarde bieden in een stedelijke context. Door de ontstane synergie beheerst Nextensa de volledige cyclus van een vastgoedproject, gaande van de aankoop van een grondpositie tot het beheren van het actief. Dit betekent dat projecten zoals Lake Side (Tour & Taxis - 130.000 m²) zullen worden uitgevoerd met de grootste aandacht voor CO 2 -neutraliteit, energie- beheersing, een weloverwogen keuze van materialen en gebruikmakend van de meest hoogtechnologische middelen die beschikbaar zijn. ‘Places you prefer’ wordt het verdere mantra van Nextensa waar de gebruikers zul- len wonen, werken, shoppen en zich ontspannen in een ecologisch verantwoorde omgeving. www.nextensa.eu 108 Your partner for sustainable growth extra mensen en middelen ingezet om de lokale teams en de bewoners maxi- maal te ondersteunen en te beschermen. Dankzij het terug aantrekken van de be- zettingsgraden en de ondersteuning van de overheid voor de extra kosten om het coronavirus te beteugelen realiseerde Anima in 2021 een EBITDA van 21,4 miljoeneuro (20,7 miljoen euro in 2020) en een nettowinst van 4,4 miljoen euro (3,7 miljoen euro in 2020). In 2021 investeerde Anima 13,5 miljoen euro, waarvan het merendeel in haar nieuwbouwprojecten. Deze investeringen vertaalden zich in een stijging van de net- to financiële schulden (incl. IFRS 16 Leases) van 151,4 miljoen euro per 31 decem- ber 2020 naar 157,1 miljoen euro per 31 december 2021 en van het balanstotaal van 264,3 miljoen euro tot 279,5 miljoen euro. Operationeel overzicht 2021 De focus lag ook in 2021 vooral op het beteugelen van de coronacrisis. In het voorjaar zette de derde coronagolf de zorgcentra opnieuw onder druk. Vanaf de zomermaanden kon het normale leven in de zorgcentra, weliswaar nog steeds met inachtname van een aantal coronamaatregelen, grotendeels worden hervat. Dank- zij de vaccinaties vielen er in 2021 gelukkig geen massale coronaoverlijdens meer te betreuren. Anima heeft tijdens de crisis alles in het werk gesteld om de kwaliteit van de dienst- verlening te blijven garanderen. Anima heeft 2.567 bedden in exploitatie per 31 december 2021, waarvan 2.178 rusthuisbedden, 130 bedden herstelverblijf en 259 assistentiewoningen, verspreid over 24 zorgcentra (9 in Vlaanderen, 7 in Brussel, 8 in Wallonië). Financieel overzicht 2021 De resultaten van Anima werden ook in 2021 nog beïnvloed door de coronacri- sis. De bezetting bereikte in het tweede kwartaal, tijdens de derde coronabesmet- tingsgolf, een dieptepunt. Dankzij vaccinaties kon de impact van het virus worden ingeperkt en de normale werking in de zorgcentra grotendeels worden hernomen. Dit vertaalde zich vanaf de zomer van 2021 in stijgende bezettingscijfers in alle zorgcentra. Anima realiseerde in 2021 een omzet van 99,2 miljoen euro (95,8 miljoen euro in 2020). De stijging is voornamelijk te danken aan de toegenomen bezetting in de nieuwbouwsites Nuance (Vorst) en Kristallijn (Bilzen) en aan de bijdrage van de recente acquisities Les Trois Arbres (Mellet), dat in 2020 enkel in het tweede se- mester bijdroeg tot de geconsolideerde resultaten, en Saint-Vincent, dat in het laat- ste kwartaal van 2021 werd overgenomen. Anima is blijven inzetten op kwaliteit, door te investeren in de versterking van haar teams. Tijdens de coronacrisis werden Anima legt zich toe op de zorg- en gezondheidssector in België en focust op het hogere marktsegment van de seniorenhuisvesting en -zorg. In residentiële ouderenzorg investeert Anima zowel in de uitbating als in het vastgoed. ANIMA Erwin Lips Eric Maes Ingrid Van de Maele Jeroen Versnick Frank Foucart Olivier Fassin Luc Devolder Johan Crijns Deelnemingspercentage AvH 23 24 13 16 15 20 22 1 7 21 14 8 9 6 12 2 3 19 17 4 5 18 1. De Toekomst - Aalst 2. Alegria - Anderlecht 3. Edelweiss - Anderlecht 4. La Roseraie - Anderlecht 5. Home Scheut - Anderlecht 6. Château d’Awans - Awans 7. Kruyenberg - Berlare 8. Kristallijn - Bilzen 9. Les Comtes de Méan - Blegny 10. Le Rossignol - Braine-l’Alleud 11. Villa 34 - Braine-l’Alleud 12. Duneroze - Wenduine 13. Au Privilège - Haut-Ittre 14. Aquamarijn - Kasterlee 15. Atrium - Kraainem 16. Résidence St. James - La Hulpe 17. Arcade - Sint-Lambrechts-Woluwe 18. Neerveld - Sint-Lambrechts-Woluwe 19. Nuance - Vorst 20. Zevenbronnen - Walshoutem 21. Zonnesteen - Zemst 22. Ravelijn - Zoutleeuw 23. Les Trois Arbres - Mellet 24. Saint-Vincent - Jumet 93 % 109Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Bewoners gelukkig maken, hen met goede zorgen omringen en hen een warme thuis bieden, dat is de missie van Anima. Anima omringt zich met medewerkers die elke dag het beste van zichzelf geven om deze missie waar te maken. Ook in 2022 zal Anima blijven focussen op het verder verbeteren van de kwaliteit van haar dienstverlening. Op basis van kwaliteitsmetingen en enquêtes worden concrete actieplan- nen opgesteld en wordt gewerkt aan de verbetering en ontwikkeling van een kwaliteitsvolle en professionele groep. (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 99.193 95.819 89.276 EBITDA 21.350 20.739 19.459 EBIT 9.773 9.474 10.579 Nettoresultaat (deel groep) 4.416 3.711 5.382 Eigen vermogen (deel groep) 73.398 68.699 64.981 Netto financiële positie -157.140 -151.448 -140.337 Balanstotaal 279.482 264.347 244.723 Personeel 1.631 1.553 1.511 Anima NV www.animagroup.be Ook tijdens de coronacrisis is Anima blijven investeren in de ontwikkeling van de groep: • Er werd verder gebouwd aan het nieuwe woonzorgcentrum (196 bedden) op de site van Tour & Taxis te Brussel en aan het nieuwe zorgcentrum (129 rust- huisbedden en 32 assistentiewoningen) op de site van Parc de l’Alliance in Braine-l’Alleud, dat samen met AG Real Estate en AXA wordt gerealiseerd. • In november werd het vastgoed en de exploitatie van het woonzorgcentrum Saint-Vincent (53 bedden) te Jumet overgenomen. • Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de groep werd het centrale team versterkt met een aantal nieuwe collega’s. • Er werd geïnvesteerd in de verdere professionalisering van de bestaande syste- men en dit zowel op het gebied van IT, kwaliteit, personeelsplanning als boek- houding en rapportering. Vooruitzichten 2022 Nu de coronacrisis beter onder controle is, verwacht Anima dat de operationele ac- tiviteiten zich verder zullen herstellen tot het niveau van voor de crisis en dat vooral de 4 nieuwbouwsites die eind 2019 en begin 2020 in gebruik werden genomen zich verder zullen ontwikkelen tot het beoogde bezettingsniveau. In de woonzorgcentra De Toekomst en Ravelijn zullen de bedden herstelverblijf, in lijn met wat hiervoor is voorzien in de erkenningskalender, in de loop van het tweede trimester van 2022 worden omgezet naar rusthuisbedden. In het tweede kwartaal van 2022 zal de nieuwbouwsite Tour & Taxis te Brussel met een capaciteit van 196 bedden in gebruik worden genomen. De site Parc de l’Alliance te Braine-l’Alleud zal na de zomer van 2022 worden opgeleverd. De werken voor de nieuwbouw in Oudenaarde (64 rusthuisbedden en 22 assis- tentiewoningen) zullen in 2022 worden aangevat. Ook de bouw van een nieuw zorgcentrum in Putte (98 rusthuisbedden en 16 assistentiewoningen) is in volle voorbereiding. Anima - Kristallijn - BilzenAnima - Alegria - Anderlecht 110 Your partner for sustainable growth Excellente productieresultaten bij SIPEF en Sagar Cements vertaalden zich in combinatie met goede prijsniveaus eveneens in een recordbijdrage van Energy & Resources. Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH (€ miljoen) 2021 2020 2019 SIPEF 27,7 4,3 -2,3 Verdant Bioscience -0,9 -0,6 - Sagar Cements 3,2 3,1 0,8 Totaal 30,0 6,8 -1,5 SIPEF SIPEF SIPEF produceert gecertifi- ceerde, duurzame tropische landbouwgrondstoffen, voor- namelijk palmolie. VERDANT BIOSCIENCE Biotechonderneming Verdant Bioscience ontwikkelt F1- hybride oliepalmzaden (Singa- pore/Indonesië). 35 % 42 % 22 % SAGAR CEMENTS Sagar Cements, met hoofd- kwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde produ- cent van cement. 112 Your partner for sustainable growth De palmoliemarkt kende het hele jaar door een gestage prijsstijging. De ge- middelde wereldmarktprijs voor ruwe palmolie (CPO) bedroeg in 2021 1.195 USD per ton CIF Rotterdam, tegenover 715 USD in 2020. De combinatie van de grotere productievolumes en een hogere wereldmarktprijs voor CPO leidden tot een stijging van de omzet van palmolie met 60,9%. De omzet van de bananenteelt steeg (in USD) met 6,1% door een stijging van de verkochte volumes. De rubber- en theeomzet daalden als gevolg van lagere producties en het wegvallen van de rechtstreekse verkopen door PT Melania, dat in 2021 verkocht werd. De totale omzet steeg met 51,8% tot 416 miljoen USD (2020: 274 miljoen USD). In Indonesië nam de exportheffing en -taks aanzienlijk toe. Voor het volledige jaar 2021 wordt de totale impact van de exportheffing en -taks op ongeveer 349 USD per ton geschat, tegenover 74 USD per ton in 2020. Op 30 april 2021 werd een overeenkomst getekend met Shamrock Group met be- trekking tot de voorwaardelijke verkoop van PT Melania voor 36 miljoen USD. PT Melania (SIPEF 95%) stond in voor ongeveer de helft van de rubberactiviteiten van SIPEF en voor de volledige theeactiviteiten in Java. In het tweede kwartaal van 2021 werd 40% van de aandelen verkocht voor 19 miljoen USD. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55% in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor 17 miljoen USD, zodra SIPEF aan een aantal voorwaarden zal hebben voldaan. Op deze verrichting werd een totale meerwaarde van 11,6 miljoen USD (deel groep 11,0 miljoen USD) gerealiseerd. Het recurrente nettoresultaat (deel groep) bedroeg 82,7 miljoen USD, hetzij bijna 6 keer hoger dan het resultaat van 14,1 miljoen USD in 2020. Inclusief de meerwaar- de op de verkoop van PT Melania bedroeg het recordresultaat 93,7 miljoen USD. Dankzij de positieve vrije kasstromen, daalde de netto financiële schuld met meer dan twee derde tot een niveau beneden 50 miljoen USD. De beursgenoteerde agro-industriële groep SIPEF produceert duurzame, gecertifi- ceerde tropische landbouwgrondstoffen, meer bepaald ruwe palmolie en palmpro- ducten in Indonesië en in Papoea-Nieuw Guinea (PNG) en bananen in Invoorkust. Deze arbeidsintensieve activiteiten worden gekenmerkt door een brede betrokken- heid van verschillende stakeholders, wat deze langetermijninvesteringen op duur- zame wijze ondersteunt. SIPEF is ervan overtuigd dat palmolie, als meest productieve en efficiënte plantaar- dige olie, een onmisbaar deel uitmaakt van een gebalanceerde voedselvoorziening van een steeds groeiende en rijkere wereldbevolking. SIPEF stelt zich als doel om een betrouwbare partner te zijn voor haar klanten, leveranciers, werknemers en an- dere belanghebbenden bij de productie en verkoop van duurzame palmproducten. De focus van SIPEF als tropische landbouwonderneming ligt op de productie en verkoop van palmproducten: ruwe palmolie, palmpitolie en palmpitten. Dit blijft SIPEF doen in het kader van gecertificeerde goederenstromen, in overeenstemming met de voorschriften van de RSPO en de ‘International Sustainability and Carbon Certification’ (ISCC), respectievelijk voor gebruik in de voedingssector en voor de productie van groene energie. Gelijkaardige normen worden ook gerespecteerd voor de productie van bananen, die eveneens wordt gecertificeerd, met volledige traceerbaarheid van het product, dat de mens en de natuur respecteert. In de voorbije jaren heeft SIPEF met haar eigen ‘Sustainable Plantation Policy’, die voortdurend wordt aangescherpt, een belangrijke stap voorwaarts gezet in de ‘No Deforestation, No Peat, No Exploitation’ beweging. Dit om te garanderen dat de palmolie die SIPEF op de markt brengt niet alleen gecertificeerd is, maar ook naar expansie toe geen schade heeft berokkend aan mens noch omgeving. Financieel overzicht 2021 SIPEF realiseerde een recordjaar in 2021, zowel op het vlak van productie als van resultaat. De totale groepsproductie van RSPO-conforme, gecertificeerde ‘segregated’ duur- zame palmolie steeg met 16,7% tot 384.178 ton, tegenover 329.284 ton in 2020. Deze stijging was het resultaat van zeer gunstige weersomstandigheden, die bevor- derlijk waren voor de palmgroei en vruchtontwikkeling van alle palmolieactiviteiten in Indonesië en in Papoea-Nieuw-Guinea en van het voorspoedig herstel van de arealen in PNG die door vulkaanuitbarstingen waren beschadigd in 2019. Het goe- de klimaat heeft ook geleid tot hogere olie-extractieratio’s, die gemiddeld 24,0% bedroegen, wat 0,6% hoger is dan in 2020. Dit is opnieuw een record voor de palmoliefabrieken van de SIPEF-groep. Productie (Ton) (1) SIPEF richt zich op gecertificeerde duurzame productie van tropische land- bouwproducten, voornamelijk palmolie. SIPEF Petra Meekers Johan Nelis Robbert Kessels Thomas Hildenbrand Charles De Wulf François Van Hoydonck Deelnemingspercentage AvH 35 % (1) Eigen + uitbesteed 2021 384.178 2021 32.200 2020 329.284 2020 31.158 2019 312.514 2019 32.849 SIPEF 114 Your partner for sustainable growth Operationeel overzicht 2021 Palmolie • Indonesië De palmolieproductie in de eigen plantages kende in het vierde kwartaal een wat tragere groei, omdat een grillig neerslagpatroon de oogsten en het transport be- moeilijkte. Daarnaast was er vooral de reeds aangekondigde, beperktere vruchtont- wikkeling met lagere trosgewichten die zich in het vierde kwartaal effectief heeft doorgezet in de meeste van de mature plantages in Noord-Sumatra (-1,4%) en in Bengkulu (-0,2%). Enkel in de UMW/TUM-plantages met organische grondsoort werd, door een gecontroleerd waterbeheer, de groei ook in het laatste kwartaal verdergezet (+5,6% tegenover dezelfde periode van vorig jaar). Op jaarbasis steeg de gezamenlijke palmolieproductie in de mature plantages van Noord-Sumatra en Bengkulu met 6,6% tegenover 2020. In Zuid-Sumatra zijn er ondertussen 10.195 hectare met jong-mature aanplanten die geoogst worden. Deze zijn verspreid over 8.748 hectare nieuwe plantages in Musi Rawas en 1.447 herplante hectare in Dendymarker. De Dendymarker-fabriek (in uitbreiding) zette de geoogste vruchten om in 24.540 ton palmolie en overtrof hiermee het volume van vorig jaar met 39,9%. (USD 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 416.053 274.027 248.310 EBITDA 188.031 (1) 73.682 47.225 EBIT 139.416 (1) 30.778 4.940 Nettoresultaat (deel groep) 93.749 (1) 14.122 -8.004 Eigen vermogen (deel groep) 727.329 638.688 628.686 Netto financiële positie -49.192 -151.165 -164.623 Balanstotaal 991.765 946.641 943.125 SIPEF NV SIPEF • Papoea-Nieuw-Guinea In 2021 bedroeg de jaarlijkse groei van de palmolievolumes afkomstig van de eigen plantages 41,9%. Nochtans was er een lichte afzwakking van het groeipercentage tot 28,0% in het vierde kwartaal. Deze uitzonderlijke volumegroei was vooral te danken aan de gunstige agronomische effecten van een gematigde neerslag. Het neerslagniveau was immers een derde lager dan het gemiddelde van de laatste 5 jaar. Daarnaast was er ook het onverwacht snel herstel van de productie in Pa- poea-Nieuw-Guinea op de percelen die aangetast werden door de asregens van de vulkaanuitbarstingen in 2019. De productie van palmolie afkomstig van de oogsten van lokale boeren, waarvan de palmen minder waren aangetast door de asregens, steeg met 14,1% op jaarbasis. Deze groei was vooral toe te schrijven aan de groeibevorderende neerslag. Verder werd het oogsten door lokale boeren ook aangemoedigd door de hoge wereld- marktprijzen voor de geleverde vruchten. De olie-extractieratio’s (OER) van de drie extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea bereikten een recordjaargemiddelde van 25,6%, tegenover 24,6% in 2020. Andere producten: bananen Na een productievertraging in het derde kwartaal kenden de geëxporteerde ba- nanenvolumes vanuit Ivoorkust de verwachte sterke groei in het vierde kwartaal (+10,8%). Hierdoor steeg de jaarproductie, op basis van een identieke oppervlak- te, opnieuw met 3,3% tegenover 2020. De winstgevendheid van de bananen- en horticultuuractiviteiten werd bevestigd met een brutomarge van 3,8 miljoen USD. Investeringen SIPEF investeerde in totaal 68,7 miljoen USD, voornamelijk in de uitbreiding in Zuid-Sumatra in Indonesië. De gecultiveerde gebieden in Musi Rawas groeiden, in overeenstemming met RSPO-procedures, met 956 hectare tot een totale oppervlak- te van 14.970 hectare. Er werd ook 2.630 hectare herbeplant in de nabijgelegen Dendymarker-plantage. Door COVID-19 gerelateerde logistieke en operationele belemmeringen bleven de totale investeringen nochtans beneden verwachting. Door deze recente verwezenlijkingen is in de SIPEF-groep per eind 2021 een totaal van 76.691 hectare beplant met oliepalmen en bedraagt de ‘supply base’ bijna SIPEF - Lossen van kooien van gesteriliseerde trossen in dorsstation (1) Inclusief meerwaarde op PT Melania: 11,6 miljoen USD (deel groep 11,0 miljoen USD) 115Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Duurzaamheid vormt een essentieel aspect van het bedrijfsmodel van SIPEF. Het beheren van plantages is onlosmakelijk verbonden met res- pect voor de mens en de planeet. Zo verbindt SIPEF zich ertoe op een veilige, verantwoorde en duurzame wijze plantages aan te leggen en te beheren met de focus op ‘best practices’. Alle palmolie die door SIPEF wordt geproduceerd, voldoet aan de duurzaamheidsnormen van RSPO. De groep creëert bovendien rechtstreeks en onrechtstreeks be- langrijke werkgelegenheid en welvaart in vaak afgelegen gebieden. • Het ESG-beleid van SIPEF wordt gereflecteerd in de ‘Responsible Plantation Policy’ en in de ‘Responsible Purchasing Policy’, die elk jaar geëvalueerd wordt door de raad van bestuur, en waarbij de bedrijfs- waarden vertaald worden in volgende principes 1) geen nieuw ge- bruik van turfgronden, 2) geen ontbossing en 3) geen schending van mensenrechten. Sinds 2019 publiceert de vennootschap jaarlijks een uitgebreid duurzaamheidsverslag. • SIPEF werd door ‘Forest 500’ gerangschikt op de vierde plaats van de 350 meest invloedrijke ondernemingen in de toeleveringsketens van grondstoffen, die beschouwd worden als mogelijk risico voor bosrij- ke omgevingen, en op de negende plaats op 100 palmoliebedrijven door de ‘Sustainability Policy Transparency Toolkit’. Deze rankings door vooraanstaande non-profit benchmarkingprogramma’s weerspiegelen SIPEF’s inspanningen om voortdurend haar duurzaamheidsverbinte- nissen, -prestaties en -rapportering te verbeteren. • SIPEF heeft haar uitgebreid programma voortgezet om haar werkne- mers en hun naaste familieleden gratis te vaccineren tegen COVID-19. In Indonesië (volledige vaccinatie totale bevolking: 47%) boekte SIPEF de meeste vooruitgang. 92% van de SIPEF-werknemers en van de van hen afhankelijke personen, werd in november 2021 dubbel gevacci- neerd. In 2022 zal een boosterprogramma van start gaan. In Ivoorkust (volledige vaccinatie totale bevolking: 8%) werd 45% van de werkne- mers dubbel gevaccineerd en kreeg 15% een enkele dosis. Door de beperkte beschikbaarheid van vaccins kon het programma niet verder- gezet worden. De groep zal haar programma in 2022 voortzetten, zo- dra er meer vaccins beschikbaar zullen zijn. In Papoea-Nieuw-Guinea (volledige vaccinatie totale bevolking: 2,5%) heeft SIPEF ook volledige vaccinaties gratis aangeboden en zich georganiseerd op het verstrek- ken van duidelijke informatie en het opzetten van ondersteunende be- leidsmaatregelen. Er zal meer tijd nodig zijn om het vertrouwen in het vaccin te laten groeien en zo de vaccinatiegraad, die momenteel onder de vooropgestelde 10% ligt, te verhogen. 100.000 hectare, voor levering in 9 palmolieverwerkingsfabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. In 2021 werd het bananenareaal in Ivoorkust uitgebreid met een nieuwe plantage, waarvan 28 hectare reeds werd aangeplant in het vierde kwartaal. De jaarproductie zou dan ook in 2022 toenemen met 18%, vooral ten gevolge van nieuwe oogsten in de tweede jaarhelft. Vooruitzichten 2022 In 2022 zou het jaarvolume van geproduceerde palmolie voor het eerst in de SIPEF-geschiedenis de kaap van 400.000 ton kunnen overschrijden, maar de ver- wachte stijging zal eerder beperkt blijven tot ongeveer 4%. Rekening houdend met de uitzonderlijke sterke groei van 16,7% in 2021, zal SIPEF niettemin een jaarlijkse gemiddelde groei van 10%, zoals voorzien in het meerjarenplan, over de twee laat- ste jaren kunnen optekenen. Al bij al blijft de plantaardige oliemarkt op bijna alle fronten in een zeer nauw even- wicht tussen vraag en aanbod en op langere termijn zouden de hoge prijzen dus kunnen aanhouden. Enkel een negatieve macro-omgeving of beslissingen vanwege een overheid zouden deze vooruitzichten kunnen veranderen. Dankzij de combinatie van stijgende jaarproductievolumes en een aanhoudend sterke palmoliemarkt verwacht SIPEF ook in 2022 zeer bevredigende recurrente resultaten. www.sipef.com SIPEF 116 Your partner for sustainable growth Stephen Nelson VBS werkt samen met o.a. SIPEF om commerciële variëteiten van kandidaat- oliepalmen te testen op haar plantages op Sumatra. De agronomen en mede- werkers voor de gewasbescherming van VBS geven ook aanbevelingen om het potentieel van de bestaande plantages te verwezenlijken, voornamelijk door de opbrengst per hectare te verhogen en op innovatieve wijze de bodem te verrijken.Van hoogrenderende F1-hybride oliepalmen wordt een aanzienlijk potentieel inza- ke rendements- en productiviteitsverbetering in de wereldwijde palmoliesector ver- wacht. Een verhoging van het rendement per oppervlakte-eenheid wordt aanzien als de enige reële oplossing voor de toenemende wereldvraag naar plantaardige olie zonder toename van het geplante areaal. Dit zou het risico van verder verlies van regenwoud en biologische diversiteit kunnen wegnemen. Een dergelijke op- brengstverhoging zou uniek zijn voor een gewas zoals oliepalm. VBS is de eerste Indonesische zaadproducent die semi-gekloonde zaden op de markt brengt, op basis van klonen die via een weefselkweekproces zijn geprodu- ceerd als vrouwelijke zaaipalmen. Via deze productie van semi-gekloonde zaden kan VBS in commerciële hoeveelheden geselecteerde elitekruisingen, onder de merknaam Verdant Select, produceren. Deze zijn grondig getest, zowel in Pa- poea-Nieuw-Guinea als in Indonesië. Naast de semi-gekloonde zaden, richt VBS zich op een specifiek F1-hybride-pro- gramma. Ondanks de uitdagingen van het werken tijdens een pandemie heeft het F1-hybride-programma goede vooruitgang geboekt. Kandidaat F1-hybride-kruisin- gen, die in de kwekerij getest zijn, werden in het veld uitgeplant in 2021. Ook de volgende jaren worden testen van nieuwe F1-hybride-kruisingen voortgezet met moederplanten van verschillende genetische achtergronden. VBS ligt op schema om in 2028 de eerste volledig geteste F1-hybride oliepalmzaden te commercialiseren. In afwachting van deze nieuwe producten leverde de beperkte zaadhandel en plan- tage-activiteit een verlies van 2,5 miljoen USD. Verdant Bioscience (VBS) is een biotechonderneming die in 2013 werd opge- richt met als voornaamste doelstelling het ontwikkelen van hoogrenderende F1-hybride oliepalmzaden. VERDANT BIOSCIENCE Juan-Carlos Martinez Brian Forster Brian Dyer Deelnemingspercentage AvH 42 % PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Hogere rendementen uit Verdant-zaad zullen een zeer betekenisvolle stap voorwaarts betekenen voor het milieu en helpen om te voldoen aan de marktvraag naar plantaardige olie, terwijl de druk op de vernie- tiging van bossen en van biodiversiteit wordt weggenomen. • VBS werkt aan het optimaliseren van goede landbouwpraktijken die aan de grondslag liggen van de duurzame wijze waarop plantages beheerd worden. Daarbij wordt zoveel mogelijk de voorkeur gegeven aan biologische bestrijding van plagen en een minimaal gebruik van pesticiden. Met al deze ontwikkelingen wordt gestreefd naar de ver- betering van de circulariteit en carbon positieve impacts. www.verdantbioscience.com Verdant Bioscience (USD 1.000) 2021 2020 Omzet 3.319 2.880 EBITDA -1.754 -2.086 EBIT -2.412 -2.777 Nettoresultaat (deel groep) -2.514 -2.645 Eigen vermogen (deel groep) 11.191 13.704 Netto financiële positie -19.077 -17.316 Balanstotaal 33.665 33.451 Personeel 617 349 Verdant Bioscience 117Jaarverslag 2021 Ondanks de pandemie en de snel stij- gende energieprijzen boekte Sagar in 2021 een mooie groei, met een omzet- stijging met 21% naar 15,1 miljard INR (172 miljoen euro). De EBITDA daalde in die periode evenwel met 6% naar 3,3 miljard INR (37 miljoen euro). Deze te- rugval was het gevolg van de veel duur- dere geïmporteerde brandstoffen (petro- leumcoke, steenkool) en van de zwakke vraag tijdens het zware moessonseizoen. Deze twee factoren maakten de gunstige prijsomgeving en de inspanningen voor kostenbeheersing, zoals de verbetering van de energie-efficiëntie en het toegeno- men gebruik van alternatieve brandstoffen, ongedaan. Eind 2021 voltooide Sagar haar expansieprojecten in Madhya Pradesh (1 miljoen ton capaciteit) en Orissa (1,5 miljoen ton capaciteit), zodat de totale cementcapa- citeit 8,25 miljoen ton bereikte. Dit past in de strategie van Sagar Cements, gericht op een capaciteitsuitbreiding naar 10 miljoen ton tegen 2025 en een verdere ex- pansie van haar marktbereik in aantrekkelijke regio’s. Zoals de meeste economieën, werd India in 2021 nog steeds geconfronteerd met de uitdagingen van de pandemie, ook al was de economische schok er zwakker dan in 2020. De tweede besmettingsgolf piekte in mei 2021 en in de tweede helft van het jaar versnelde het herstel. Verstoringen van de toeleveringsketen en hogere grondstoffenprijzen dreven de inflatie op, zodat de cementfabrikanten van het land, met inbegrip van Sagar, de kosten van hun grondstoffen sterk zagen stijgen. Meer algemeen voorspelt de OESO een groei van het Indiase BBP met 9,4% in 2021 en 8,1% in 2022. De cementindustrie verwacht baat te zullen hebben bij het initiatief van de regering om de kapitaalinvesteringen in 2022-2023 met 35% te verhogen, met een focus op de verbetering van de infrastructuur en betaalbare huisvesting. Sagar Cements is een beursgenoteerde producent van cement met hoofd- kantoor in Hyderabad (India). De fabrieken in de staten Telangana en Andhra Pradesh (zuidelijk India), Madhya Pradesh (centraal India) en Orissa (oostelijk India) hebben een totale capaciteit van 8,25 miljoen ton cement per jaar. SAGAR CEMENTS Prasad Kolluru Sreekanth Reddy Deelnemingspercentage AvH 22 % PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Sagar beheert haar milieuvoetafdruk zorgvuldig, met een focus op de beperking van haar koolstofemissies en waterverbruik door middel van investeringen in hernieuwbare energie, programma’s voor de verbete- ring van de efficiëntie, een circulaire werking en een strenge controle van de uitstoot. • In 2021 verving Sagar ongeveer 5% op koolstof gebaseerde brand- stoffen door alternatieve brandstoffen in de fabriek in Mattampally. Het doel is dit in de drie volgende jaren te verhogen tot 15%. • Andere prioriteiten zijn goede mijnbouwpraktijken, door technologie en data gestuurde productieprocessen en de proactieve beperking van afval. • Sagar gelooft in inclusieve groei en werkt regelmatig samen met lokale gemeenschappen om zelfvoorzienende ecosystemen te scheppen. In 2021 droeg het ongeveer 200.000 euro bij aan MVO-initiatieven. www.sagarcements.in 2021 2020 2019 € 1.000 INR (mio) INR (mio) INR (mio) Omzet 172.203 15.128 12.572 12.374 EBITDA 37.496 3.294 3.492 2.052 EBIT 28.250 2.482 2.673 1.303 Nettoresultaat (deel groep) 14.545 1.278 1.374 441 Eigen vermogen (deel groep) 150.795 12.765 12.128 9.480 Netto financiële positie -115.170 -9.749 -5.693 -4.683 Balanstotaal 385.175 32.605 23.032 18.711 Personeel 914 731 738 Sagar Cements LTD Sagar Cements 118 Your partner for sustainable growth Ook nagenoeg alle Growth Capital-deelnemingen hebben afgetekend betere resul- taten gerealiseerd, met positieve uitschieters bij Mediahuis, Manuchar, Turbo’s Hoet Groep en OMP. Dankzij de beursintroductie van Biotalys en een succesvolle nieuwe kapitaalronde bij Medikabazaar (India) worden ook de eerste resultaten erkend op een reeks investeringen die de afgelopen jaren in jonge, beloftevolle ondernemingen zijn gebeurd. Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH (€ miljoen) 2021 2020 2019 Bijdrage van de deelnemingen 71,3 12,7 17,6 Bijdrage 53,2 Fair value 18,1 AvH & subholdings -18,1 -13,5 -3,5 Netto meer/minder- waarden -1,2 3,1 112,9 Totaal 52,0 2,3 127,0 Telemond 120 Your partner for sustainable growth AvH & GROWTH CAPITAL AvH stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal bedrijven met internationaal en duurzaam groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan die van typische ‘private equity’-verschaffers. Het gediversifieerd karakter van deze investeringen en de gezonde balansstructuren die hierbij gehanteerd worden, zorgen voor een spreiding van de economische en financiële risico’s. Een selectief investeringsbeleid houdt rekening met een aantal globale trends, een duurzaam groeipotentieel en realistische businessplannen op lange termijn, met aandacht voor de kwaliteit van het managementteam, talentontwikkeling, opera- tionele verbeteringen, innovatie en ESG-aspecten. Een beperkt aantal participaties stelt het AvH-team in staat diepgaande inzichten op te bouwen om met kennis van zaken de strategie mee vorm te geven. Ondanks de veelvuldige lockdowns ten gevolge van COVID-19, met implicaties op diverse vlakken, bewees het AvH-model eens te meer haar sterkte. De focus op sterke bedrijfsculturen met aandacht voor het welzijn van de medewerkers en par- tijen waarmee samengewerkt wordt, weerspiegelden zich in de veerkracht en de bedrijfsresultaten van de participaties. De financiële markten vielen begin 2021 sterk terug, maar veerden vervolgens sterk op, gedreven door sectoren waar (digitale) vernieuwing een grote rol speelt. De markt van ‘Venture Capital’ kende, nu ook in Europa, een spectaculaire groei met de klemtoon op hoogtechnologische bedrijven of de gezondheidszorg. Het goedko- pe geld en de omvangrijke kapitalen op zoek naar rendement leverden een record- jaar op in de M&A-markten, zowel in de ‘private equity’-sfeer als op de beurzen. De sterk gestegen waarderingen noopten nog steeds tot selectiviteit. Duurzaamheid krijgt meer aandacht, waardoor de aanpak van AvH gesmaakt wordt. Vele managementteams zien het nut in van sterke aandeelhouders, die naast een financiële inbreng een waardengedreven aanpak, actieve steun en netwerken aanbieden met een langetermijnperspectief. De interactie tussen investeringsteams en raden van bestuur, die een klankbord bieden aan managementteams, is een succesfactor waar AvH blijft op inzetten. AvH bestudeerde heel wat dossiers en heeft een actief investeringsjaar achter de rug, met een mix van nieuwe en vervolginvesteringen. De hoge verwachtingen van verkopers leidden er evenwel toe dat AvH een aantal keren besloot projecten niet verder te bestuderen, ondanks de verdiensten van de dossiers. Er werd (verder) ge- investeerd in ‘venture capital’-bedrijven, waaronder Biotalys, en in de snelgroeien- de sector van (digitale) gezondheidszorg in India (Medikabazaar). Daarnaast wordt ook via fondsen geïnvesteerd in snelgroeiende sectoren in Azië, zoals HealthQuad II en Venturi, waar AvH de rol van ankerinvesteerder opneemt. In juni werd een 22%-participatie genomen in Van Moer Logistics, dat inzet op duurzame logistiek. (1) Incl. participatie via AXE Investments AvH & Growth Capital Agidens (1) 85% AXE Investments 48% Biolectric 56% OMP 20% Mediahuis 13% Telemond 50% Fair value investeringen (2) Biotalys 12% HealthQuad I Fund 36% HealthQuad II Fund 10% Medikabazaar (3) 10% MRM Health 16% OncoDNA 10% Venturi Partners Fund I 20% Indigo Diabetes 9% EMG 23% Turbo’s Hoet Groep 50% Manuchar 30% Van Moer Logistics 22% (2) Incl. participaties via HealthQuad Fund I + II (3) Fully diluted Bijdrage van de deelnemingen Na de behoorlijke resultaten in 2020 presteerden de deelnemingen sterk in 2021, ondanks de lockdowns of de verstoorde aanvoerketens. Hierdoor steeg de bijdrage van Growth Capital aan de resultaten van AvH sterk. Dit wordt onder meer ver- klaard door recordresultaten bij een vijftal participaties. In 2021 was er ook geen enkele belangrijk verlieslatende participatie. Mediahuis zette in een moeilijke sector een recordresultaat neer, bij een sterk ge- stegen omzet. Een aantal eenmalige meevallers compenseerden eenmalige kosten ten gevolge van herstructureringen of acquisities. Via Mediahuis Ventures wordt ook gewerkt aan een verbreding van de activiteiten op langere termijn. Het goede beheer van de aanvoerketens had per saldo een sterk positief effect bij Manuchar en Turbo’s Hoet Groep, terwijl OMP recordresultaten neerzette door een sterke vraag naar haar diensten. Het mooie resultaat van Agidens dankzij de ‘Life Sci- ences’-activiteiten werd tevens gekenmerkt door een belangrijke meerwaarde op de verkoop van de infrastructuuractiviteiten. EMG herstelde fors onder leiding van een vernieuwd managementteam. Van Moer haalde een behoorlijk resultaat on- danks de stijging van de brandstofkosten en de schaarste aan chauffeurs. Biolectric kon in een doorgroeifase het verlies verder beperken, waarbij het gehinderd wordt door de steeds strengere vereisten inzake vergunningen voor investeringen bij de eindklanten. Medikabazaar blijft succesvol groeien, en HealthQuad kon zijn eerste desinvesteringen succesvol afronden. Biotalys ging succesvol naar de beurs, en blijft net zoals Indigo, MRM Health en OncoDNA verder investeren in de ontwikkeling van haar producten. Fair value investeringen AvH heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in een reeks jonge, beloftevolle bedrij- ven, hetzij rechtstreeks dan wel via gespecialiseerde investeringsfondsen. Naarmate deze succesvol zijn en volgende kapitaaloperaties plaatsvinden, kan dit aanleiding geven tot het uitdrukken van een herwaardering op basis van de reële waarde. Dit was in het tweede semester het geval als gevolg van de succesvolle beursintroduc- tie van Biotalys en van een nieuwe kapitaalronde bij Medikabazaar. AvH & subholdings en netto meer/minderwaarden De achteruitgang van de resultaatsbijdrage van ‘AvH & subholdings’ is hoofdza- kelijk te wijten aan de aanpassing aan de reële waarde van overige niet-gecon- solideerde investeringen en van de beleggingsportefeuille, die samen ongeveer 4 miljoen euro negatief uitvielen. De verkoop van enkele kleine deelnemingen leidde per saldo tot een beperkte minderwaarde van 1,2 miljoen euro. Biotalys - Proeven met biologische gewasbeschermingsmiddelen 122 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Agidens hanteert een duurzaam ESG-beleid, met de UN SDGs als lei- draad. Agidens streeft respect, welzijn en positieve ontwikkeling na voor alle stakeholders, en moedigt veilig werken en levenslang leren aan bij haar werknemers, het ‘human capital’ van het bedrijf. Als technologiebedrijf zet Agidens sterk in op innovatie en levert het met haar activiteiten een belangrijke bijdrage tot het verbeteren van de productieprocessen van haar klanten. Oil & Gas kende uitdagende marktdy- namieken voor ‘tank terminals’, met stijgende olie- en grondstofprijzen die een negatieve impact hadden op in- vesteringsbeslissingen bij klanten. Een toenemende vraag in digitalisering van de tank terminal industrie biedt perspec- tieven voor de toekomst. Food & Beverages en Fine Chemicals kenden een vertraagde ‘order intake’ in de eerste jaarhelft 2021, die nadien volledig werd weggewerkt (+3% over het volledi- ge jaar). Het belang om de productiviteit te verbeteren en de verder doorgedreven digitale connectiviteit inclusief data analytics, hebben het afgelopen jaar geleid tot een verstevigde marktpositie met nieuwe projecten in MES (Manufacturing Execu- tion Systems) en in ‘process automation’. In juli werd een overeenkomst bereikt met BESIX Group voor de verkoop van Agi- dens Infra Automation, de divisie gespecialiseerd in overheidsopdrachten voor in- frastructuurprojecten. Deze transactie geeft Agidens de mogelijkheid met een door- gedreven focus en investeringen verder uit te groeien tot een Europese speler in de procesautomatiseringsmarkt. In 2022 zal Agidens verdere stappen ondernemen om te transformeren naar een divisiestructuur georganiseerd volgens de segmenten Automation Projects, Software en Services. Dit zal haar industrie-expertise ten volle tot uiting laten komen en zo een belangrijke toegevoegde waarde leveren voor haar klanten. 2021 was opnieuw een jaar met sterke groeicijfers, niettegenstaande volatiele marktcondities. De sterke ‘order intake’ van 79 miljoen euro (+13%) en de omzet van 75 miljoen euro (+3%) hebben tot betere resultaten geleid, voornamelijk ge- dreven door Life Sciences. Life Sciences realiseerde een sterke omzetgroei mede dankzij haar bijdrage tot de automatisering van productie-installaties voor het COVID-19 vaccin. Haar indus- trie-expertise, in combinatie met de referenties bij farmaceutische multinationals, zijn belangrijke groeifactoren voor haar validatieservices, waarin het marktaandeel van Agidens ook steeg. Agidens levert als onafhankelijke systeemintegrator advies, engineering en ge- automatiseerde oplossingen voor industriële processen. De groep telt ongeveer 500 medewerkers verspreid over België, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en de VS. AGIDENS Steven Peeters Jeff Krbec Arnoud den Hoedt Hedwig Maes Pieter Tilkens Deelnemingspercentage AvH 85 % www.agidens.com (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 74.807 91.688 92.875 EBITDA 10.758 7.363 6.297 Nettoresultaat (deel groep) 5.410 1.299 1.326 Eigen vermogen (deel groep) 23.068 17.583 16.548 Netto financiële positie 1.959 -11.873 -16.021 Agidens NV Agidens 123Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Menselijke ervaring is cruciaal. De rode draad van menselijke pro- gressie bij klanten kent zijn oorsprong in Xylos’ eigen HR-visie. Een flexibele werkplek op kantoor of elders, jobs waarin wederzijds ver- trouwen en efficiëntie voorop staan, aandacht voor persoonlijke groei en welzijn: daarmee schept Xylos plezier en goesting bij medewerkers. Iedereen deelt dan ook de Xylos DRIVE-waarden: Diversity, Respect, Innovation, Vision en Entrepreneurship. Die nadruk op menselijke progressie staat ook centraal in de strategische begeleiding van klanten. Xylos zorgt er steeds voor dat zij hun technologie volle- dig afstemmen op fundamentele noden en behoeften. In 2021 maakte Xylos haar klanten nog veerkrachtiger op de moderne werkplek. Het hielp klanten volop met digitale werkplektechnologie en de ondersteuning van eindgebruikers: coaching, training en e-learning. Bovendien besteedde het ook veel aandacht aan gebruikersbewustzijn rond cyberveiligheid. Xylos commercialiseerde daarvoor de digitale leeroplossing InviQta en ontwikkelde een nieuw interactief spel voor de gebruikers van haar Escape Room App, een leerapplicatie in Microsoft Teams. Tot slot investeerde Xylos eind 2021 fors in de uitbouw van haar cloudservices. De Xylos-groep is gevestigd in Brussel, Antwerpen, Herentals en Gent en telt 250 medewerkers. Bagaar, een expert in softwareplatformen en smart products, maakt ook deel uit van de Xylos-groep. Bagaar levert strategisch advies, maakt mobiele IoT (Internet of Things)- en webapplicaties om organisaties en hun manier van werken te trans- formeren. Het zorgt steeds voor een ijzersterk design en een feilloze user experience (UX). Het jaarresultaat van AXE Investments omvat de resultaten van de participatie in Xylos en de huurinkomsten van het Ahlers-gebouw. De bijdrage van Xylos wordt via vermogensmutatie verwerkt. De bijdrage van de 26,23%-participatie in Agidens die AXE bezit, wordt op de lijn Agidens getoond. Xylos is een vooruitstrevende IT-speler op de Belgische markt. Met haar expertise en bijna 40 jaar ervaring in het implementeren van technologie houdt het mensen en organisaties digitaal fit en veilig. Het bedrijf combineert hiervoor ‘360° user adoption’ (een bijzondere focus op de gebruikers en change management), IT-ge- relateerde opleidingen en digital coaches, maar ook digitale leerproducten- en platformen. De investeringsmaatschappij AXE Investments heeft participaties in de IT-groep Xylos en in Agidens. Het bezit ook een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen. AXE INVESTMENTS Veerle Peeters Christian Leysen Deelnemingspercentage AvH 48 % www.axe-investments.com (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 542 568 630 EBITDA 255 168 122 Nettoresultaat (deel groep) -223 -434 -68 Eigen vermogen (deel groep) 14.184 14.407 14.841 Netto financiële positie 5.045 4.470 4.463 AXE Investments NV (1) (1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments. AXE Investments 124 Your partner for sustainable growth Hans Degrande PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • De wereldwijde veestapel is verantwoordelijk voor zowat 10% van alle broeikasgassen. Een oplossing voor de uitstoot van methaangas, een broeikasgas dat 28 (en volgens sommige bronnen zelfs 34) keer schadelijker is dan CO 2 , zal dus een enorme impact hebben op de beheersing van de klimaatopwarming. Biolectric kan hiertoe in be- langrijke mate bijdragen. Een gemiddelde Belgische boerderij kan im- mers dankzij de installatie van één vergister 270 ton CO 2 -equivalenten aan methaanuitstoot vermijden, wat overeenkomt met de jaarlijkse uitstoot van 150 auto’s. De oplossing van Biolectric creëert zo een win-winsituatie voor landbouw en milieu. Biolectric blijft er nochtans van overtuigd een innovatieve en betaalbare oplossing te bieden aan de melkveesector en de varkenshouderij ter vermindering van de methaan- en stikstofuitstoot. De aandeelhouders van Biolectric, AvH Growth Capital en oprichter en CEO Phi- lippe Jans, hebben samen met kaderlid Klaas Vanhee hun vertrouwen in de toe- komst van de groep bevestigd door het kapitaal van de vennootschap eind december 2021 te verhogen met 1,5 miljoen euro.Biolectric beleefde, net als in 2020, een uitdagend jaar, enerzijds omwille van de impact van uiteenlopende coronamaatregelen in haar hoofdmarkten en anderzijds door de aanslepende stikstofproblematiek in Nederland en Vlaanderen. Deze om- standigheden hinderden de commerciële inspanningen en het tijdig bekomen van vergunningen t.g.v. administratieve vertragingen. Desondanks slaagde Biolectric erin het jaar af te sluiten met 102 bestellingen van biogasinstallaties (+15% t.o.v. vorig jaar), waarvan 35% uit België en 32% uit Frankrijk. Een opmerkelijke trend is de toenemende interesse voor vergisters in Wal- lonië, waar 17 bestellingen werden geplaatst t.o.v. slechts 2 in 2020. In 2021 werd een omzet gerealiseerd van 10 miljoen euro, 11% meer dan in 2020. Er werden 49 vergisters geplaatst bij klanten in diverse landen, waarvan 9 met behoud van eigendom vanwege Biolectric in België en Nederland. Biolectric blijft investeren in de versterking van haar rechtstreekse verkoopsorgani- satie, een kwaliteitsvolle dienstverlening na verkoop en de uitbouw van een pro- jectmanagementteam ter verkorting van de doorlooptijd tussen de handtekening en de plaatsing van de biogasinstallatie. De groep heeft ook nieuwe ERP-software in gebruik genomen, waardoor o.m. beter inzicht wordt verkregen in de kosten- structuur. De groep leed een nettoverlies van 1,0 miljoen euro, in hoofdzaak omwille van deze investeringen en door de langere doorlooptijd van de rechtstreekse verkopen. Biolectric is marktleider in de productie en verkoop van compacte biogasin- stallaties (11 tot 74 kW) bestemd voor melkvee- en varkenshouderijen en waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaerobe vergisting wordt methaangas uit mest en slib omgezet in duurzame elektriciteit en warmte en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden. BIOLECTRIC Els Van Brussel Sam Bhansali Philippe Jans Klaas Vanhee Deelnemingspercentage AvH 56 % www.biolectric.be (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 9.521 8.588 5.830 EBITDA -876 199 75 Nettoresultaat (deel groep) -1.013 -125 -127 Eigen vermogen (deel groep) 9.767 9.774 9.902 Netto financiële positie -6.069 -3.691 -3.323 Biolectric NV Biolectric 125Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Biotalys ontving een financiering over meerdere jaren van 6 miljoen USD van de Bill & Melinda Gates Foundation voor onderzoek naar nieuwe schimmelwerende biologische bestrijdingsmiddelen die klein- schalige landbouwers kunnen gebruiken tegen de bladvlekkenziekte, die cowpeas en andere peulvruchten treft. • De ontwikkeling op lange termijn van Biotalys als voorloper op de markt van de milieuvriendelijke en duurzame gewasbescherming wordt bevorderd door verscheidene trends: de bevolkingsgroei, de be- hoefte aan efficiëntieverbetering in de landbouw (met inbegrip van de aanpak van de uitdaging van 30% voedselverspilling), de trend naar gezond en milieuvriendelijk voedsel en de alsmaar strengere regels voor het gebruik van chemische pesticiden. ve effectiviteit en kostprijs voor de telers. Na de geslaagde voltooiing van groot- schalige veldproeven en regelgevings- studies, diende Biotalys in december 2020 haar eerste op proteïnen geba- seerde biologische gewasbeschermings- middel, Evoca™, ter goedkeuring in bij het Environmental Protection Agency (EPA) in de VS en daarna in maart 2021 bij de Europese Unie. Evoca bestrijdt ziekten zoals Botrytis cinerea en poeder- meeldauw en ligt op schema om in de tweede helft van 2022 in geselecteerde regio’s op de Amerikaanse markt te worden gebracht als kritieke test. Het hooggekwalificeerde onderzoeksteam van Biotalys bleef vooruitgang boeken in de pijplijn van bijkomende biologische bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte, bacteriële ziekten en schimmels. Het bedrijf werd onderscheiden met een aantal sectorbekroningen, zoals de opna- me in de World Changing Ideas Awards 2021 van Fast Company en de 2021 SEAL Award for Sustainable Innovation. Ondanks de COVID-19 crisis kon Biotalys in 2021 enkele belangrijke mijlpalen reali- seren, met op de eerste plaats de succesvolle notering sinds 2 juli 2021 op Euronext Brussel (symbool ’BTLS‘) en het inzamelen van 52,8 miljoen euro nieuw kapitaal via een initieel openbaar aanbod (IPO). Het orderboek omvatte steun van prominente Europese investeerders op lange termijn, waaronder AvH dat 4 miljoen euro bij- droeg, en retailinvesteerders in België. Biotalys kondigde een strategische samenwerkingsovereenkomst aan met Biobest (België) voor de distributie van 5 producten op de wereldwijde markt van de be- dekte teelten en zachtfruit, een productie-overeenkomst op lange termijn met Olon (Italië) en een overeenkomst met Kwizda (Oostenrijk), dat de producten zal formu- leren die Biotalys op basis van proteïnen ontwikkelt. Voortbouwend op AGROBODY Foundry™, het technologieplatform van Biotalys, bereikten de engineering- en productieteams een toename met meer dan 500% van de productie van het actieve eiwit van Evoca™ in de gist Pichia pastoris. Deze doorbraak kan een commercieel waardevol product opleveren met een competitie- Biotalys, een in 2013 opgerichte spin-off van VIB (Vlaams Instituut voor Bio- technologie), is een snelgroeiend beursgenoteerd gewas- en voedselbescher- mingsbedrijf. Het beschikt over een baanbrekend technologieplatform voor de ontwikkeling van effectieve en veilige producten met nieuwe actiemechanis- men voor de bestrijding van belangrijke gewasplagen en ziekten in de volledige voedselketen. BIOTALYS Luc Maertens Wim Ottevaere Patrick McDonnell Patrice Sellès 12 % www.biotalys.com Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) Biotalys 126 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • EMG heeft een aantal internationale projectgroepen opgericht op het gebied van ESG en DEI. Doel is het reeds eerder ingezette beleid binnen de verschillende landen verder te intensiveren, concre- te groepsdoelstellingen te formuleren en deze op te volgen in alle groepsbedrijven. • De ontwikkeling van ‘Remote Production’ heeft in 2021 geleid tot substantiële vermindering van reiskilometers, zowel bij de crew van EMG als bij de medewerkers van haar klanten. • In het Verenigd Koninkrijk rijden alle productievoertuigen op HVO (‘Hydrotreated Vegetable Oil’) Green D+ fuel. Dit heeft tot 90% ver- mindering van CO 2 -emissies gezorgd. In 2022 zullen andere landen in de groep volgen. • EMG is in diverse landen ISO 14001 gecertificeerd en werkt mee aan diverse specifieke mediaprogramma’s voor maatschappelijk verant- woord ondernemen zoals ALBERT. sen de zogenaamde ‘streamers’ en de traditionele ‘broadcasters’. Naast films en series wordt ook sport meer en meer exclusief via streamingplatforms aange- boden. De kijker wil meer kijkhoeken, meer statistieken en meer spectaculaire camerashots. Dankzij de investeringen op het gebied van ‘Remote Production’ en IP-technologie tijdens de COVID-19 lockdowns, is EMG nu wereldwijd marktleider in IP-broadcast- productie met een geheel zelf ontwikkelde netwerktopologie onder de naam diPloy. Zo werd deze techniek gebruikt bij de (uitgestelde) Olympische Spelen in Tokio in 2021 en bij de Winter Olympics in Beijing begin 2022. De omzet van EMG steeg van 240,9 miljoen euro in 2020 tot 366,8 miljoen euro in 2021. Daardoor is ook de rentabiliteit hersteld en bereikte EMG een break-even nettoresultaat van 0,2 miljoen euro (2020: -44,7 miljoen euro). Het vernieuwde managementteam onder leiding van CEO Shaun Gregory richt zich nu op de verdere uitbouw en positionering van EMG. EMG is actief in 10 landen: Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Italië, Luxemburg, de VS en Australië. EMG werkt in deze landen maar ook daar buiten voor een groeiende groep van broadcasters en pro- ductiehuizen. Ook in 2021 was EMG weer aanwezig met crew en techniek bij de best bekeken televisie-uitzendingen wereldwijd. Het jaar 2020, waar door de COVID-19 pandemie talloze grote evenementen waren uitgesteld, was voor EMG een moeilijk jaar. In 2021 werden echter veel evenemen- ten en televisie-producties ingehaald. Daarnaast had de pandemie voor EMG een aantal positieve gevolgen. Het thuiswerken en thuisblijven van het publiek heeft ontwikkelingen op het gebied van mediaconsumptie versneld. Eén van de trends is dat de registratie van sport en entertainment nog uitgebreider, nog slimmer en ook complexer wordt. Dit gebeurt o.a. door de toenemende concurrentiestrijd tus- EMG (voorheen Euro Media Group) is een toonaangevende speler op het vlak van broadcast- en mediaoplossingen voor live sport, entertainment en evene- menten. EMG Stephane vermersch Lucy O’Brien Bevan Gibson Shaun Gregory Deelnemingspercentage AvH 23 % www.emglive.com (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 366.845 240.850 337.541 EBITDA 59.666 13.806 53.848 Nettoresultaat (deel groep) 152 -44.690 -9.636 Eigen vermogen (deel groep) (1) 88.269 82.081 104.240 Netto financiële positie -162.470 -147.687 -149.373 Financière EMG (1) Opgenomen in het eigen vermogen en niet in de netto financiële positie: 2021: € 17,5 mio aandeel- houderslening, 2020: € 125,4 mio converteerbare obligaties en aandeelhouderslening, 2019: € 100,5 mio converteerbare obligaties. EMG 127Jaarverslag 2021 Ajay Mahipal PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • HealthQuad streeft naar het creëren van een structurele en duurzame sociale impact door in te zetten op de volgende assen: • Verbeteren van de toegang tot gezondheidszorg • Betaalbaar maken van gezondheidszorg • Verbeteren van het gezondheidsbewustzijn • Verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg • Positieve sociale impactfactoren staan centraal in het besluitvormings- proces en gaan verder dan het verbeteren van gezondheidsresultaten. • HealthQuad streeft met haar investeringen naar een sociale impact en wil in haar werking bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoel- stellingen (SDGs) van de Verenigde Naties. • HealthQuad meent dat de ecologische, sociale en governanceproble- matiek (ESG) de investeringsrisico’s en -rendementen kan beïnvloe- den. Het houdt in de volledige levenscyclus van haar investeringen rekening met ESG-risico’s. • HealthQuad heeft een formeel ESG-beleid ingevoerd als bevestiging van haar inzet voor verantwoorde en ethische investeringen. Het heeft een eigen ESG-managementsysteem ontwikkeld om de ESG-verbinte- nissen van het fonds in de praktijk te brengen. Naast AvH zal het tweede fonds ondersteund worden door Teachers Insurance and Annuity Association of America (TIAA), het Indiase SIDBI, Swedfund en Merck & Co. Inc. AvH heeft 15 miljoen USD uitgetrokken voor HealthQuad II. Dit bedrag zal geïnvesteerd worden over een periode van 4 jaar. In lijn met haar actieve in- vesteringsstrategie zal AvH vertegenwoordigd zijn in het investeringscomité en de adviesraad van het HealthQuad II-fonds, en het streeft ernaar om samen met het fonds te co-investeren in enkele beloftevolle portefeuillebedrijven. De Indiase gezondheidszorgsector is de afgelopen 10 jaar met dubbele cijfers ge- groeid en zal naar verwachting verder groeien met 12% per jaar tot 340 miljard USD in 2025. Deze groei wordt gedreven door de behoefte aan een adequate me- dische infrastructuur in het kader van de groeiende bevolking in India, de stijgende inkomensniveaus en de verbeterde toegang tot de ziektekostenverzekering. Het HealthQuad I-fonds participeert in 7 bedrijven in de Indiase gezondheidszorg- sector, waaronder Medikabazaar. Het fonds investeert in groeibedrijven die het potentieel hebben om dankzij unieke en innovatieve oplossingen bij te dragen tot het efficiënter, toegankelijker en kwalitatiever maken van de Indiase gezondheids- zorgsector. Enkele focussegmenten zijn gespecialiseerde ziekenhuizen, medische apparatuur en technologie, IT en hieraan verbonden dienstverlening. Gegeven de medische achtergrond en expertise van het management en haar uitgebreid net- werk, voegt HealthQuad operationele en strategische waarde toe aan haar partici- paties. Het HealthQuad I-fonds werd inmiddels volledig geïnvesteerd en voltooide in 2021 al twee exits. In december 2021 voltooide HealthQuad met succes de tweede closing van haar tweede fonds met meer dan 150 miljoen USD toegezegd kapitaal van prominente binnenlandse en internationale institutionele investeerders. AvH had in de initiële closing de rol van ankerinvesteerder opgenomen. In 2021 heeft het HealthQuad II-fonds al ongeveer 21 miljoen USD geïnvesteerd in 4 ondernemingen: Medikaba- zaar, THB, ImpactGuru en Healthifyme. Het is van plan om in 2022 tot 60 miljoen USD en in 2023 tot 50 miljoen USD te investeren om een portfolio van 10 tot 15 ondernemingen in het Indiase gezondheidsecosysteem op te bouwen. HealthQuad is een Indiaas ‘venture & growth capital’-fonds dat zich richt op de snelgroeiende Indiase gezondheidssector. HEALTHQUAD Amit Varma Manish Jha Charles-Antoine Janssen Pinak Shrikhande Sunil Thakur 36 % www.healthquad.in HealthQuad I Fund Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) HealthQuad II Fund Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) 10 % HealthQuad 128 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Als jong bedrijf met een potentieel grote socio-economische impact, stelde Indigo Diabetes van meet af aan ESG centraal in haar verschil- lende beleidskeuzes. • Indigo’s multidisciplinair team telt vandaag een veertigtal experten met 12 verschillende nationaliteiten. Het HR-beleid is gericht op een inclusieve organisatie gedragen door haar diversiteit. • Haar productontwikkeling stelt ‘sustainable product life cycle manage- ment’, met minimale verpakking en no-waste processen centraal. • Ook haar operationeel beleid, zelfs als klein bedrijf, is gericht op duur- zaamheid. evaluatie van de veiligheid van de sensor en zijn integratie op korte termijn in het weefsel. Ze werd uitgevoerd in het Uni- versitair Ziekenhuis Antwerpen in België. De resultaten worden momenteel geëva- lueerd en zullen over enkele maanden voor publicatie worden ingediend. Vol- gend jaar zal Indigo de inzichten van de GLOW-studie gebruiken om haar sensor verder te optimaliseren met als doel een tweede klinische studie te starten om de performantie van de sensor te evalueren. Indigo Diabetes heeft in 2021 haar team versterkt met verscheidene nieuwe seni- or leden, die een kritieke rol zullen spelen naarmate het bedrijf uitbreidt en haar technologie verder ontwikkelt. Paul Moraviec werd aangesteld als voorzitter van de raad van bestuur en Daniël Verstappen als VP Quality Assurance and Regulatory Affairs. Indigo Diabetes selecteerde bovendien 7 internationaal erkende experts in endocri- nologie, diabetes en metabolische aandoeningen voor haar nieuwe Wetenschappe- lijke Adviesraad. Alle leden van de Wetenschappelijke Adviesraad zijn belangrijke opinieleiders in hun domein en zullen een strategische bijdrage leveren aan de toe- komstige ontwikkeling van de sensor en aan Indigo’s traject voor de transformatie van het beheer van diabetes. Indigo Diabetes is een hoogtechnologische scale-up met de missie het leven van miljoenen mensen met diabetes te verlichten met haar innovatieve medi- sche technologie. INDIGO DIABETES Danaë Delbeke Barbara Freitag Gijs Klarenbeek Juan Ordonez Tom Segers Daniel Verstappen 9 % www.indigomed.com Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) Het bedrijf ontwikkelt een technologieplatform voor de continue meting van gluco- se en andere bloedwaarden aan de hand van een chipsensor die onzichtbaar onder de huid geplaatst wordt. De sensor zal op de achtergrond ongemerkt de gezond- heidstoestand monitoren als een extra zintuig en van zich laten horen indien het de foute kant op gaat. De gepatenteerde technologie die aan de basis ligt van Indigo’s innovatieve toepassing is een on-chip miniatuur optische sensor. Dit is ’s werelds kleinste spectrometer en kan onderhuids worden ingebracht. Indigo Diabetes werd eind 2016 opgericht als spin-off uit de Universiteit Gent en imec, samen wereldwijd de bakermat voor geïntegreerde fotonica. Het bedrijf ontwikkelde met een razende snelheid de technologie van ‘paper-concept’ tot ‘pre-clinical prototypes’. Het heeft dat tempo volgehouden in 2021, opnieuw een belangrijk jaar voor Indigo Diabetes. De eerste klinische studie van de continue mul- timetaboliet (‘CMM’) sensor voor de doorlopende meting van glucose, ketonen en lactaat bij mensen met diabetes werd voltooid. Deze GLOW-studie was een pros- pectieve monocentrische vroege haalbaarheidsstudie met 7 deelnemers voor de Indigo - Sensor 129Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Manuchar ging verder in de implementatie van verschillende program- ma’s rond de SDGs van de Verenigde Naties. Zo werden er o.a. lokale projecten opgezet en ondersteund in meer dan 10 landen, voorname- lijk gericht op educatie en het bieden van stage- en ontwikkelingskan- sen voor de lokale gemeenschap. • Dankzij haar officieel CO 2 -neutraal hoofdkwartier, initiatieven om scope 3 emissies van verschepingen te reduceren en algemene verbe- teringen op het vlak van ESG positioneert Manuchar zich bij de 25% beste bedrijven inzake duurzaamheid en behaalde ze de ’Silver status’ bij Ecovadis. we magazijnen gebouwd in San Nicolas (Argentinië) en werd een project opge- start voor behandeling van meststoffen in Buga (Colombia). Manuchar beschikt momenteel over een totale opslagcapa- citeit van 557.000 m², waarvan 262.000 m² in eigendom of in concessie. Algemeen genomen slaagde Manuchar erin om bij een sterke volumegroei, gekoppeld aan voordelige vrachttarieven en stijgende prijzen, haar brutomarge verder te verhogen en tegelijk haar kosten on- der controle te houden. Dit resulteerde in een verdubbeling van de EBITDA en een verhoging van de nettowinst tot 62,6 miljoen USD. Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de ver- koop van 100% van de aandelen in Manuchar. Er wordt verwacht dat de transactie in het tweede kwartaal van 2022 zal worden gerealiseerd. 2021 werd gekenmerkt door een sterk verstoorde globale logistieke keten en stij- gende prijzen voor zowel producten als maritieme verschepingen. Dit vertaalde zich in productievertragingen, ongeziene wachttijden, containertekorten bij verschepin- gen en belemmeringen in de lokale logistiek. Manuchar kon, dankzij haar uniek wereldwijd logistiek netwerk, maximaal controle houden over de volledige aanvoerketen en haar bestaande en nieuwe klanten blij- ven bevoorraden, daar waar vele andere spelers moesten afhaken. Manuchar is er trots op dat ze dankzij de inzet van haar teams doorheen heel 2021 in staat was om haar missie ’We keep your production running. Anytime. Anywhere.’ waar te maken. Dit resulteerde in een versnelde groei in handelsvolume, klantenportefeuille en financiële resultaten. Manuchar boekte ook een versnelde vooruitgang in haar strategie van diversificatie naar andere eindmarken in de distributie van chemica- liën. Met name de kunstmeststoffen, de mijnbouw, de mens- en dierenvoeding realiseerden een sterke en rendabele groei. Ook de niet-chemische internationale handelsactiviteiten kenden een zeer sterke ontwikkeling. Voornamelijk in staal en polymeren werd een sterke groei in zowel volume als rentabiliteit neergezet, ook hier in markten met stijgende prijzen. Manuchar is in 2021 sterk blijven investeren in infrastructuur op strategische loca- ties om zo haar verdere groei te ondersteunen. Zo heeft het een nieuwe rivierhaven en bijhorende magazijnen in gebruik genomen in Bao Long (Vietnam), werden nieu- Manuchar is actief in de distributie van (voornamelijk) droge bulkchemicaliën, met een focus op opkomende landen. Daarnaast is het bedrijf ook actief in internationale handel (‘back-to-back’) van staal, polymeren, papier en enkele andere basismaterialen. MANUCHAR Barry Collard Sofie Beernaert Bart Troubleyn Dirk Aerts Ben De Voecht Philippe Huybrechs Matthias De Raeymaeker Deelnemingspercentage AvH 30 % www.manuchar.com (USD 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 2.481.657 1.497.853 1.518.033 EBITDA 162.312 80.249 76.755 Nettoresultaat (deel groep) 62.610 23.620 28.484 Eigen vermogen (deel groep) 173.831 113.068 99.382 Netto financiële positie -319.373 -238.078 -347.151 Manuchar NV Stephan Van den Eynde Stefan Van Loock Anthony Maas Marc Jacobs 130 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Als onderdeel van haar duurzaamheidsbeleid lag Mediahuis in 2021 mee aan de basis van Pluralis, een impactinvesteringsfonds dat onaf- hankelijke journalistiek en pluriforme berichtgeving wil helpen vrijwa- ren in Europese landen waar dit vandaag niet altijd vanzelfsprekend is. • Kaderend binnen de groene transitie engageerde Mediahuis zich in 2021 tot het stellen van wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoe- len of Science Based Targets. De groep wil haar CO 2 -voetafdruk tegen 2030 met meer dan de helft verminderen en richting 2050 evolue- ren naar een volkomen emissieneutraal bedrijf. De maatregelen die hiertoe moeten bijdragen zijn onder andere inspanningen op het vlak van druk en distributie van kranten, het kritisch kijken naar het ener- giezuinige karakter van de huisvesting en de omschakeling van het wagenpark naar elektrisch aangedreven voertuigen. Het investeringsbeleid van Mediahuis focuste in 2021 op het versterken van de positie van Mediahuis Ventures in de ‘education, media and human resources tech- nology’ markt. Naast investeringen in de ‘leadership coach’ app BUNCH, het online trainingsplatform myskillcamp en de online universiteitsbibliotheek Perlego, ver- grootte de venture capital firm van Mediahuis haar deelnemingen in zowel training expert Lepaya als in het ‘subscription intelligence’ bedrijf Mather Economics. Net voor het jaareinde bereikte Mediahuis een akkoord met het Duitse Aache- ner Verlagsgesellschaft over de overname door Mediahuis. Deze acquisitie maakt Mediahuis meerderheidsaandeelhouder (70%) van Medienhaus Aachen, uitgever van de kranten Aachener Zeitung en Aachener Nachrichten. Mediahuis realiseerde in 2021 een geconsolideerde omzet van 1.131 miljoen euro en verbeterde haar nettoresultaat van 58,6 miljoen euro in 2020 naar 117,3 mil- joen euro in 2021. Eind 2021 was Mediahuis voor het eerst sinds haar ontstaan (netto) vrij van bankschulden, mede dankzij de verkoop van Keesing Media Group. Mediahuis zette in 2021 eens te meer een sterk resultaat neer. De groep zag het totale aantal abonnees in print en digitaal verder toenemen met 3%, gedreven door een sterke stijging van het aantal digitale abonnees met 20%. 38% van alle abonnees leest vandaag de Mediahuis-titels digitaal. Naast een algemene heropleving van de advertentiemarkt in de tweede jaarhelft, zorgden een versterking van het digitale advertentieaanbod en het creëren van sterke lokale partnerships voor een groei van de advertentie-inkomsten. In Neder- land bundelden Mediahuis Nederland, Mediahuis Limburg en Mediahuis Noord hun landelijke advertentieverkoop in een gezamenlijke propositie: Mediahuis Connect. De nieuwe Belgische reclameregie Ads & Data, het partnership tussen Mediahuis, Telenet/SBS, Pebble Media en Proximus, ging in het voorjaar van start en tekende eind 2021 een mooie groei op voor de nieuwsmerken van Mediahuis. Mediahuis is een van de leidende mediagroepen in België, Nederland, Ierland, Luxemburg en sinds kort de Duitse regio Noordrijn-Westfalen. De nationale en regionale nieuwstitels van Mediahuis voorzien dagelijks meer dan 10 miljoen lezers van nieuws, zowel online als via de gedrukte krant. MEDIAHUIS Paul Verwilt Kristiaan De Beukelaer Gert Ysebaert Deelnemingspercentage AvH 13 % www.mediahuis.be (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 1.130.790 990.527 857.942 EBITDA 240.480 172.010 82.064 Nettoresultaat (deel groep) 117.321 58.592 14.723 Eigen vermogen (deel groep) 482.477 378.525 324.568 Netto financiële positie -151.880 -228.139 -277.897 Mediahuis NV Mediahuis - NRC Podcast 131Jaarverslag 2021 Vivek Tiwari Rejoy Manjuran PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Tijdens de tweede COVID-19 golf speelde Medikabazaar met haar campagne ‘Don’t show me your face’ een belangrijke rol in de sensibi- lisering voor het dragen van maskers. Het doneerde 100.000 maskers. • Medikabazaar startte ook ‘Project Breathe’ op, een samenwerkings- platform voor de strijd tegen COVID. Als antwoord op de enorme schaarste aan zuurstof en aan ademhalingsproducten, verenigde het samenwerkingsplatform gezondheidsinstellingen, leveranciers en ex- perten uit de industrie om elkaar te steunen en het land te helpen om de pandemie te verslaan. In 2021 leverde Medikabazaar 50 miljoen maskers, meer dan 2.000 ventilators, 10.000 zuurstofconcentrators en 10 miljoen persoonlijke beschermingssets. • Daarnaast lanceerde Medikabazaar een innovatief product, ‘Vac- cicool’, een toestel naar eigen ontwerp voor het vervoer en de opslag van vaccins zonder de koudeketen te verbreken. Het werd aan ver- scheidene partnerziekenhuizen en vaccinatiecentra in India geleverd. De Vaccicools zijn overal in het land op grote schaal gebruikt voor de levering op de laatste kilometer van vaccins. • Tot slot hielp Medikabazaar overheden, diverse ondernemingen en ngo’s met de organisatie van COVID-testcentra en van COVID-zie- kenhuizen op verscheidene afgelegen locaties om de pandemie te bestrijden. derneming de verantwoordelijkheid voor alle aankoopbehoeften voor de gezondheidszorg overneemt, met een significante operationele efficiëntie en kostenbesparing voor de ziekenhuizen. Medikabazaar zette in 2021 haar sterke en consistente groeitraject voort, met een stijging van de bruto-opbrengsten van 114 miljoen USD in 2020 naar 290 miljoen USD in 2021, terwijl de EBITDA positief bleef. AvH heeft in september 2021 ingetekend op de Series C financieringsronde (75 miljoen USD of 64 miljoen euro) van Medikabazaar. Deze investering zal ingezet worden om Medikabazaars digitale capaciteiten te versterken, haar distributienet- werk uit te breiden, alsook haar internationale expansie te versnellen. Medikabazaar, dat in 2015 door Vivek Tiwari en Ketan Malkan werd opgericht, richt zich op de belangrijkste knelpunten van de Indiase medische sector: betaal- baarheid, toegankelijkheid, beschikbaarheid en bewustwording. Het bedrijf heeft klanten in 20.000 postcodes en verstrekt diensten in heel het land. In 2021 ontving Medikabazaar het lang verwachte octrooi voor VIZI, haar SaaS-pro- duct met AI/ML (‘Artificial Intelligence/Machine Learning’) en de eerste voorspellen- de tool voor inventarisbeheer die lagere aankoopkosten mogelijk maakt. Medika- bazaar lanceerde ook MBARC, een tool voor het beheer van ziekenhuisactiva die het grootste Indiase ‘on-demand’ aggregatieplatform moet worden voor diensten voor medische uitrusting en het beheer en de herstelling van activa. Met dit plat- form kan men via een app zowel uitrustingsdiensten als reserveonderdelen bestel- len. Het andere belangrijke initiatief van Medikabazaar, VPO (‘Value Procurement Organization’) heeft veel succes op de markt. VPO helpt de partnerziekenhuizen om een exclusieve aankoopregeling met Medikabazaar te treffen waarin de on- Medikabazaar is het baanbrekende en grootste Indiase B2B-platform voor me- dische benodigdheden, van geavanceerde medische apparatuur tot medische benodigdheden, met inbegrip van farmaceutische, niet-farmaceutische en den- tale producten. MEDIKABAZAAR Jitesh Mathur Manoj Mani Ketan Malkan Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) 10 % www.medikabazaar.com Medikabazaar 132 Your partner for sustainable growth Het bedrijf heeft in 2021 toestemming gekregen om het meest geavanceer- de programma MH002 in patiënten te testen. MH002, een kandidaat-ge- neesmiddel voor inflammatoire darm- aandoeningen zoals colitis ulcerosa, is een geoptimaliseerd consortium van 6 specifieke bacteriën. Na het bekomen van een succesvolle opschaling van de productie, wordt het nu klinisch getest in België, Polen en Tsjechië. In 2022 zal een tweede klinische studie opgestart worden in een bijkomende niche-indicatie. Bovendien heeft MRM Health in 2021 haar unieke CORALTM technologieplatform verder uitgebouwd en gevalideerd. Op basis van een geavanceerd bio-informati- caplatform laat CORALTM toe om de juiste bacteriën te selecteren met maxima- le impact op specifieke ziektebeelden. Via gepatenteerde technologieën worden combinaties van bacteriën ontwikkeld die zowel zeer werkzaam zijn als eenvoudig geproduceerd kunnen worden. De kracht van CORALTM werd verder aangetoond in de lopende programma’s rond spondyloartritis, de ziekte van Parkinson, Type 2 diabetes en leverziekten. PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • MRM Health focust op de verbetering van de gezondheid in de samen- leving en plaatst de patiënt centraal bij strategische keuzes. • Bij het nastreven van haar strategische groei, het gebruik van inno- vatieve technologieën en het nemen van beslissingen, hecht MRM Health veel belang aan ethiek, duurzaamheid, goed bestuur, maat- schappij en milieu. De darm wordt bevolkt door een grote populatie van bacteriën (het microbioom). Recent onderzoek heeft aangetoond dat dit microbioom een belangrijke regulator- functie heeft in het lichaam en dat verstoringen sterk geassocieerd zijn met lokale ziekten in de darm, waaronder inflammatoire darmaandoeningen, maar ook met aandoeningen in de rest van het lichaam zoals artritis, diabetes en zelfs de ziekte van Parkinson. MRM Health werd begin 2020 opgericht door de Gentse microbioomexpert MRM Technologies, in samenwerking met het onderzoeksinstituut VIB. Hierbij werd 14,25 miljoen euro kapitaal opgehaald, waaronder een investering van 4 miljoen euro toegezegd door AvH, in combinatie met een eerste strategische samenwerking met IFF (ex-DuPont) rond de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen stofwisse- lingsziekten. MRM Health ontwikkelt innovatieve geneesmiddelen op basis van gezonde bacteriën in de darm. Op basis van een nieuwe technologie die toelaat om combinaties van specifieke darmbacteriën te optimaliseren en te produceren, ontwikkelt MRM Health geneesmiddelen rond ontstekingsziekten, neurologi- sche aandoeningen en stofwisselingsziekten. MRM HEALTH Christiane Verhaegen Nigel Horscroft Ludo Haazen Sam Possemiers 16 % www.mrmhealth.com Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) MRM Health 133Jaarverslag 2021 Ondanks al deze uitdagingen werden de doelstellingen van het 2021 budget overtroffen. Er werd blijvend aandacht geschonken aan het welbevinden van de medewerkers. In 2021 bleef OMP aan een strak tempo personeel aanwerven (in totaal 186 medewerkers), zowel in het hoofdkwartier als in de filialen in de EU, de VS, Brazilië en China. De software werd verder ontwikkeld, zowel de basissoftware als de specifieke oplossingen voor de verschillende industrieën. De cloudgerelateerde diensten kenden een sterke groei, in het bijzonder bij de klanten in chemie, in FMCG (fast moving consumer goods) en in de metaalsector. Ook de advisory- en user engagementdiensten kenden een opmerkelijke groei, naast de implementatie- en supportdiensten. OMP investeert sterk in de uitbouw van een alliantienetwerk om de groei te ondersteunen en een globaal servicepakket te kun- nen aanbieden voor de digitale transformatieprojecten van haar globale klanten. OMP telt meer dan 650 werknemers en heeft vestigingen in meer dan 10 landen. OMP staat bekend voor haar sectorkennis en geïntegreerde planningsoplossing. Het wordt o.m. door Gartner al jaren beschouwd als een toonaangevend bedrijf met de capaciteit en de expertise om grote supply chain planningsprojecten met succes te realiseren. De sterk groeiende groep realiseerde in 2021 een omzet van 116 miljoen euro, met een EBITDA-marge van 27%. De aanhoudende COVID-19 crisis drukte een sterke stempel op de werking in 2021, maar vertraagde het groeiverhaal van OMP niet. OMP slaagde er opnieuw in de meeste van haar activiteiten vanop afstand uit te voeren. Globaal opererende be- drijven in de chemie-, life sciences- of consumentengoederensectoren lanceerden of versnelden hun ‘supply chain’-planningsprojecten omdat het nu nog belangrijker is een goed overzicht te hebben over de volledige logistieke keten. Ook klanten uit meer traditionele sectoren, zoals de metaalnijverheid en de verpakkingsindustrie, bleven investeren in ‘digital supply chain’-planning. Er werden nieuwe klanten aan- getrokken, zelfs al waren er opnieuw geen traditionele conferenties of beurzen, waarbij de OMP-conferentie voor de eerste keer volledig virtueel doorging. OMP is een leidinggevende onderneming in de snelgroeiende digitale markt van ‘supply chain planning’ (SCP). OMP implementeert haar toonaangevende Unison Planning™-oplossing wereldwijd. OMP Kurt Gillis Bart Stijnen Jan Geuens Marc Scherens Georges Schepens Luc Schepens Anita Van Looveren Abhi Patel 20 % www.omp.com Deelnemingspercentage AvH Philip Vervloesem Paul Vanvuchelen Pieter Van Nyen PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • OMP’s activiteiten maken de logistieke keten efficiënter en duurzamer, onder meer door voorraadbehoeftes en doorlooptijden te reduceren en dus energie en grondstoffen te besparen. Bovendien reikt Unison Planning concrete handvaten aan waarmee bedrijven de CO 2 -uitstoot van hun gehele supply chain kunnen reduceren. • Teamwerk, een doorgedreven sectorkennis, de wil om te blijven le- ren en het inzetten op langetermijnpartnerships vormen de kern van OMP’s DNA. (€ 1.000) 2021 2020 Omzet 115.713 96.951 EBITDA 30.716 28.280 Nettoresultaat (deel groep) 23.777 17.753 Eigen vermogen (deel groep) 83.494 60.853 Netto financiële positie 64.844 46.517 OMP 134 Your partner for sustainable growth Pierre Flamant Jean-Pol Detiffe François Degrave PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • OncoDNA meent dat elke kanker anders is en de oncologen dus over de beste klinische besluitvormingstools moeten beschikken. Zo kun- nen ze hun patiënten de beste medicatie voorschrijven, de evolutie van de kanker beter volgen en nagaan hoe de ziekte op de behan- deling reageert. Meerdere nieuwe samenwerkingsak- koorden op lange termijn banen de weg naar toekomstige groei. De groep tekende onder meer een strategische overeenkomst met Radiomics (België) voor het aanleveren van testcapaciteit in het kader van haar klinische studie gericht op longkanker, werkt samen met C2i Genomics (VS/Israël) om AI-gedreven liquide biopsieën voor kankerdiagnose naar Europa te brengen en begon met de levering van op bloed en weefsel gebaseerde biomarkertests aan het Institut Ber- gonié (Frankrijk). OncoDNA is ook van plan om haar aanwezigheid in Europa verder te versterken door middel van technologietransferovereenkomsten met laboratoria en de ont- wikkeling van een gedecentraliseerd aanbod dat laboratoria met beperkte bio-in- formaticacapaciteiten toegang geeft tot de sequenering en interpretatie van grote genenpanels. Tot slot heeft OncoDNA samen met Belgische academici onderzoek naar geperso- naliseerde kankervaccins op basis van mRNA-technologie gestart. De groep blijft investeren in kwaliteitsborging en conformiteit met de regelgeving, om te kunnen samenwerken met best-in-class biofarmaceutische bedrijven, zieken- huizen en academici. Ze zal bovendien haar ESG-beleid verder uitwerken. Het bedrijf helpt clinici, academische onderzoekers en biofarmaceutische bedrijven om de moleculaire complexiteit te slim af te zijn en de belofte van precisiegenees- kunde waar te maken. Het levert niet alleen klinische sturing voor de behandeling en onmiddellijke monitoring van kankerpatiënten in een laat stadium, maar steunt ook het onderzoek en de ontwikkeling van geneesmiddelen voor kanker en geneti- sche ziekten. De groep beschikt over een unieke portfolio van NGS-diensten (Next Generation Sequencing), biomarkertesting, software voor gegevensinterpretatie en tools voor de ondersteuning van de klinische besluitvorming. OncoDNA telt meer dan 110 werknemers in 9 landen, heeft een internationaal netwerk van 35 distributeurs en is op alle 5 continenten actief. Ondanks de pandemiegerelateerde beperkingen realiseerde OncoDNA in 2021 een tweecijferige groei van de omzet tot 15,6 miljoen euro. Dit bewijst de veerkracht van haar businessmodel en de geslaagde integratie van IntegraGen, een beursge- noteerd Frans bedrijf dat in 2020 via een vriendelijk overnamebod werd verworven. OncoDNA is actief in theranostica en genomica met een specialisatie in preci- siegeneeskunde voor de behandeling van kanker en genetische ziekten. ONCODNA Gregori Ghitti Berengere Genin Emmanuel Martin Bernard Courtieu 10 % www.oncodna.com Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) OncoDNA 135Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Telemond focust steeds meer op de beperking van haar CO 2 -voet- afdruk. Ze onderzoekt de installatie van zonnepanelen op alle geschik- te oppervlakken, met een totale oppervlakte van bijna 5 hectare als einddoel. De groep levert ook grote inspanningen om de productie van afval in alle ondersteunende functies van haar activiteiten te ver- minderen. • De groep slaagde erin de gevolgen van de COVID-19 golven voor haar werknemers te beperken, dankzij beschermende maatregelen in het geheel van de groep en de uitrol van een vaccinatieprogramma voor de werknemers en hun gezinnen vanaf maart 2021. van de roosterstructuren, waar het be- drijf haar klantenbasis verder uitbreidde op de groeiende markt van de onshore windparken. Henschel Engineering Automotive, een eersterangsleverancier van neerklapba- re zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen, zette ondanks zeer uitdagende marktomstandigheden eveneens een sterke prestatie neer. De problemen van de autosector als gevolg van de schaarste aan halfgeleiders en de hogere grondstoffenprijzen leidden tot een sterke terugval van de opbrengsten van de onderneming. De gestroomlijnde kostenstructuur van het bedrijf en haar brede klantenportfolio hielpen evenwel om de gevolgen van de achteruitgang van de markt te temperen. De veerkracht van de organisatie maakt de groep optimistisch over het herstel van de verkoop en de rentabiliteit wanneer de markt weer opveert. Teleyard, de offshoredivisie van de groep, bleef haar organisatie versterken in de aanloop naar de verwachte belangrijke opschaling van de volumes eind 2022. De onderneming zet in op de uitbreiding van haar capaciteiten voor automatisering en de toepassing van innovatieve lasprocessen voor de productie van grote structuren van hoogwaardig staal met beduidend lagere productiekosten. Gelet op de wereldtrend naar hernieuwbare energie en naar grootschalige infra- structuurinvesteringen is de groep uitstekend geplaatst voor bijkomende duurzame groei. Telemond Groep boekte in 2021 een sterk resultaat, geholpen door het herstel van haar kernmarkten. De omzet steeg met 18% naar 99 miljoen euro en de nettowinst bereikte 8,9 miljoen euro. Telemond, dat telescoop- en roosterstructuren voor de kraanindustrie levert, zag een fors herstel van haar markt dankzij een beduidende groei in de VS en de toena- me van de activiteit in de bouwsector. Met haar flexibele managementstructuur en aanhoudende focus op procesoptimalisatie en automatisering, kon Telemond haar voorsprong op de concurrenten behouden en haar positie als een van de wereldlei- ders in haar sector verder versterken. Dit was in het bijzonder het geval in de sector Telemond Groep is een producent van hoogwaardige staalconstructies en mo- dules voor de hijs-, auto- en maritiem-civiele sector. TELEMOND GROEP Alicja Ozimek Tobias Müller Dieter Schneider Christopher Maas Grego Peters Deelnemingspercentage AvH www.telemond.be (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 98.953 84.050 98.575 EBITDA 12.622 9.973 12.665 Nettoresultaat (deel groep) 8.888 6.074 8.194 Eigen vermogen (deel groep) 59.823 54.451 55.735 Netto financiële positie -3.888 -3.516 -9.792 Telemond Groep 50 % Telemond Groep 136 Your partner for sustainable growth PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • THG hecht extreem belang aan duurzaam en ethisch ondernemen met respect voor het individu en de maatschappij als geheel. • Vanaf 2022 zal THG starten met het monitoren van de evolutie van haar CO 2 -voetafdruk op maandelijkse basis. • THG neemt mee het voortouw in een algemene bewustmaking en zoektocht naar milieuvriendelijkere duurzame transportoplossingen. Zo heeft TH Turbos zich de voorbije jaren strategisch geherpositio- neerd van een distributeur van hoofdzakelijk nieuwe turbo’s naar een remanufacturer (en hersteller) van Turbo’s. • THG hecht een groot belang aan de ontwikkeling van haar mede- werkers en heeft een complianceprogramma om elke medewerker te engageren en te motiveren om de doelstellingen met betrekking tot duurzaam en ethisch ondernemen te bewerkstelligen. • In het kader van ethisch verantwoord ondernemen werden meerde- re initiatieven uitgewerkt en geïmplementeerd, zoals TH Compliance programma en -trainingen. THG realiseerde een omzetstijging van 39% tot 620 miljoen euro, een EBITDA-stijging van 26% tot 36,5 mil- joen euro en een recordresultaat. Voorts kon de groep in 2021 haar netto finan- ciële positie opnieuw substantieel verbe- teren tot -89,5 miljoen euro. Voor 2022 verwachten de constructeurs een Europese markt (+16T) van circa 260.000 tot 300.000 voertuigen. Door de lange leveringstermijnen is het orderboek van TH meer dan gebruikelijk gevuld en werd voor 2022 een verdere omzetstijging verwacht. Dit was evenwel voor de uitbraak van het militair conflict in Oekraïne dat ongetwijfeld een impact zal hebben op deze verwachtingen, maar het is op heden nog niet mogelijk daar een concrete inschatting van te maken. THG stelt vandaag alles in het werk om in de door het conflict getroffen vestigingen, continuïteit te verzekeren voor haar medewerkers, klanten en partners. TH Trucks is met 78 vestigingen in 8 landen één van de belangrijkste Daf-dealers wereldwijd en eveneens dealer van onder meer Iveco, Ford Trucks, Nissan, Isuzu, Fiat Professional, Fuso en Kögel. TH Lease is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen met een leasingvloot van 4.292 voertuigen. Ze biedt deze diensten ook aan in de andere landen waar TH actief is. TH Turbos is een belangrijke Europese distributeur van Turbo’s voor de aftermarket voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen, met eigen ves- tigingen in 5 landen. THG kon in 2021 haar beste resultaten ooit neerzetten ondanks de nog steeds belangrijke impact van de COVID-19 pandemie op de activiteiten: de internationale verstoring van de bevoorradingsketen, de significante prijsstijgingen en het sub- stantieel oplopen van leveringstermijnen. De Europese vrachtwagenmarkt (+16T) steeg in 2021 evenwel met 19% tot 279.000 voertuigen, maar blijft nog altijd substantieel lager dan de precorona markt. Turbo’s Hoet Groep (THG) is een toonaangevende Europese vrachtwagendealer en leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Daarnaast is THG ook één van de belangrijkste Europese distributeurs van turbo’s voor de aftermarket. TURBO’S HOET GROEP Bart Dobbels Serge Van Hulle Georgi Zagorov Gheorghe Chita Peter Tytgadt Kristof Derudder Sergei Tarasiuk Piet Wauters Filip Matthijs Deelnemingspercentage AvH 50 % www.th-group.eu (€ 1.000) 2021 2020 2019 Omzet 620.486 447.935 602.016 EBITDA 36.455 29.049 32.423 Nettoresultaat (deel groep) 18.083 7.178 9.951 Eigen vermogen (deel groep) 132.806 118.363 116.476 Netto financiële positie -89.514 -106.319 -136.338 Turbo’s Hoet Groep NV Turbo’s Hoet Groep 137Jaarverslag 2021 PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • In samenwerking met CMB TECH introduceerde Van Moer Logistics eind 2021 haar eerste dual fuel waterstoftruck. De truck heeft de po- tentie om tot 80% minder CO 2 uit te stoten. Na een testperiode van 12 maanden zal bekeken worden hoe de technologie verder geïmple- menteerd wordt in de huidige vloot. Bijna 10% van de 500 trucks rijdt op aardgas. 67% van het industrieel rollend materiaal is elektrisch aangedreven en wordt opgeladen door 11.100 m 2 aan eigen zonne- panelen. • Eind 2021 werd de ‘Van Moer Academy’ gelanceerd, een initiatief waarbij de bestaande opleidingsinitiatieven worden gecentraliseerd en verder uitgebreid. Hiermee zet Van Moer Logistics in op een cultuur van levenslang leren voor zowel arbeiders als bedienden. • Van Moer Logistics heeft een divers personeelsbestand met maar liefst 44 verschillende nationaliteiten verspreid doorheen al haar af- delingen. • Het Van Moer Logistics Cycling team startte in 2021 met 128 renners en mocht ook voor het eerst 16 dames verwelkomen in de wielerclub. Hiermee werd het de grootste jongerenclub in het Waasland. een impact van de disruptie van de we- reldwijde logistieke stromen en het ver- stoord containerverkeer door de blokka- de van het Suezkanaal. Voor 2022 verwacht Van Moer Logistics dat de impact van de pandemie eerder afneemt en de operationele werking gradueel normaliseert. In 2021 realiseerde Van Moer Logistics een omzetgroei van 35 miljoen euro of 19%, zowel orga- nisch als door overnames, tot 222 miljoen euro. In het eerste kwartaal van 2021 heeft Van Moer Logistics de over- names afgerond van Trimodal Ter- minal Brussels, NDB Logistics en Bertels International. De organische groei manifesteerde zich in alle divisies (warehousing, transport, ports & intermodal, chemicals). De rentabiliteit verbeterde voornamelijk in de afdelingen ‘ports & intermodal’ en ‘che- micals’ (bulk- en tankcontainer logistiek). Deze evolutie kadert binnen het strate- gisch beleid om sterk te investeren in duurzame en alternatieve vervoersvormen met focus op de (petro-)chemische industrie. De afdelingen ‘transport’ en ‘warehousing’ hadden voornamelijk in de piekperiodes te kampen met tekort aan personeel (ha- venarbeiders en logistiekers) door arbeidskrapte en de COVID-19 pandemie, wat geleid heeft tot stilstand van een deel van de vloot. In beide afdelingen was er Van Moer Logistics is een geïntegreerde logistieke dienstverlener actief in weg- transport, intermodaal vervoer en goederenopslag. De groep telt 25 locaties in België, Duitsland en Roemenië en stelt 1.650 mensen tewerk. Van Moer heeft een vloot van 500 vrachtwagens, 9 binnenschepen en beheert 480.000 m 2 aan magazijnen. VAN MOER LOGISTICS Eric Noterman Anne Verstraeten Carl Ghekiere Joris Emanuel Ann Cools Bert Calluy Iwan De Block Jo Van Moer Deelnemingspercentage AvH 22 % www.vanmoer.com (€ 1.000) 2021 Omzet 222.378 EBITDA 14.520 Nettoresultaat (deel groep) 1.328 Eigen vermogen (deel groep) 36.266 Netto financiële positie -15.806 Van Moer Logistics NV Yves Hebb Steven Pauwels Van Moer Logistics 138 Your partner for sustainable growth Sarvesh Nevatia Hari Rajmohan Nicholas Cator PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH • Venturi meent dat de belangen van het fonds het best overeenstem- men met die van haar investeerders en van haar portfoliobedrijven wanneer ecologische, sociale en governanceaspecten (ESG) mee- spelen in de besluitvorming over de investeringen. Dat maakt een beter risicobeheer mogelijk en creëert een duurzame, verantwoorde waardecreatie op lange termijn voor de investeerders van Venturi. Venturi heeft een zwarte lijst opgesteld van sectoren waarin het niet zal investeren en volgt eventuele ESG-aandachtspunten in haar port- foliobedrijven. • Venturi engageert zich ook actief voor de duurzame ontwikkeling in Azië. De fondsbeheerder, Venturi Partners Pte Ltd, zal 2% van haar opbrengsten en een beduidend deel van haar ‘carried interest’ done- ren aan charitatieve stichtingen die focussen op duurzame initiatieven in Azië, zoals de ‘empowerment’ en het onderwijs van vrouwen en de mitigatie van de klimaatverandering. Venturi heeft meer bepaald met The Asia Foundation samengewerkt om de digitale en de vaardighe- denkloof van de Indiase vrouwen te dichten, en met de Environmental Bambu Foundation om land in Indonesië te regenereren. Venturi Fund I wil met maximaal 8 investeringen een echt actieve inves- teerder worden. Het zal focussen op klantgerichte, doelgerichte merken in de sectoren van het onderwijs, de ge- zondheidszorg en de snel roterende consumptiegoederen. AvH wil samen met het fonds investeren in een selectie van snelgroeiende ondernemingen met een disruptief bedrijfsmodel. Het team van Venturi bezit tientallen jaren operationele en investeringservaring, gecombineerd met een indrukwekkend netwerk en een sterke staat van dienst in de consumentensector van de regio. Venturi bevindt zich dan ook in een unieke positie om de consumententrends en de leidende ondernemingen van de toekomst te identificeren en de bedrijven in haar portfolio te helpen met een succesvolle ontwikkeling van hun merken. In juni 2021 werd de eerste closing van Venturi Partners Fund I, waarin AvH een van de ankerinvesteerders is, voltooid met 100 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. In juli 2021 volgde een eerste investering in Livspace, een bedrijf voor interieur- en renovatiediensten in Singapore en India. Het fonds wil haar investeerders tot 100% van haar omvang in co-investeringsopportuniteiten aanbieden. AvH is een ankerinvesteerder in Venturi Fund I en een lid van het investeringscomi- té. AvH heeft 20 miljoen USD toegezegd, te investeren over een periode van 4 jaar. Andere belangrijke investeerders zijn Peugeot Invest, een beursgenoteerd investe- ringsvehikel van de familie Peugeot, en Generation P, een holding van Frédéric de Mévius, de oprichter van Verlinvest en Planet First Partners, en Alexander de Wit, voormalig executive director bij Verlinvest en medeoprichter van Planet First. Azië is goed geplaatst om het wereldwijde herstel na de pandemie te leiden, met sterke onderliggende groeivooruitzichten voor het volgende decennium. Terwijl COVID-19 de consumentengewoonten voorgoed veranderd heeft, heeft de Aziati- sche consumentensector zich snel tot de niveaus van voor de pandemie hersteld. De versnelde overgang naar digitale transformatie en e-commerce ligt in lijn met de belangrijkste focus- en expertisedomeinen van Venturi. Venturi Partners is een in Singapore gebaseerde groeifondsbeheerder met een sterke focus op de consumentensector in India en Zuidoost-Azië. VENTURI PARTNERS Lauren Burns Rishika Chandan www.venturi.partners 20 % Deelnemingspercentage AvH (fair value investering) Venturi Partners - Livspace 139Jaarverslag 2021 140 Your partner for sustainable growth FINANCIËLE STATEN 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 142 Your partner for sustainable growth INHOUD 143Jaarverslag 2021 • Resultatenrekening ................................................................................................................................................................ 144 • Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten ..................................................... 145 • Balans ..................................................................................................................................................................................................... 146 • Kasstroomoverzicht (indirecte methode) .................................................................................................... 148 • Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen ................................................ 149 • Enkelvoudige jaarrekening ........................................................................................................................................... 221 • Commentaren bij de enkelvoudige jaarrekening ............................................................................. 225 1. IFRS waarderingsregels ............................................................................................................................................. 150 2. Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen 157 3. Geassocieerde deelnemingen ............................................................................................................................ 162 4. Bedrijfsacquisities & -verkopen ....................................................................................................................... 164 5. Activa en passiva bestemd voor verkoop ........................................................................................... 165 6. Segmentinformatie ......................................................................................................................................................... 166 7. Immateriële vaste activa .......................................................................................................................................... 180 8. Goodwill ....................................................................................................................................................................................... 181 9. Materiële vaste activa ................................................................................................................................................. 182 10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde .................................................... 183 11. Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast ......... 186 12. Financiële activa en passiva ................................................................................................................................ 187 13. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten ................................................. 193 14. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden ............................. 195 15. Minderheidsbelangen .................................................................................................................................................. 196 16. Leasing ........................................................................................................................................................................................... 198 17. Voorzieningen ....................................................................................................................................................................... 199 18. Financiële schulden ........................................................................................................................................................ 200 19. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties ....................... 201 20. Financiële instrumenten ........................................................................................................................................... 202 21. Belastingen ............................................................................................................................................................................... 205 22. Aandelenoptieplannen ............................................................................................................................................... 206 23. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen ............................................... 208 24. Tewerkstelling ....................................................................................................................................................................... 209 25. Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk ............................................................ 209 26. Pensioenverplichtingen ............................................................................................................................................. 209 27. Verbonden partijen ......................................................................................................................................................... 212 28. Winst per aandeel ............................................................................................................................................................ 214 29. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden ........................................................................................... 214 30. Belangrijke feiten na balansdatum ............................................................................................................. 215 • Verslag van de commissaris ........................................................................................................................................ 216 144 221 150 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING ENKELVOUDIGE JAARREKENING TOELICHTING BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 144 | Your partner for sustainable growth Resultatenrekening (€ 1.000) Toelichting 2021 2020 Bedrijfsopbrengsten 4.312.374 3.910.250 Verrichting van diensten 99.279 95.880 Vastgoedopbrengsten 10 225.495 226.468 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 103.801 102.803 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 98.566 77.857 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 14 3.664.508 3.264.108 Overige bedrijfsopbrengsten 120.726 143.134 Exploitatielasten (-) -4.023.991 -3.773.047 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) 25 -2.673.943 -2.532.009 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) -22.759 -22.710 Personeelslasten (-) 24 -877.690 -816.589 Afschrijvingen (-) -350.553 -350.772 Bijzondere waardeverminderingen (-) -45.810 -9.592 Overige exploitatielasten (-) -52.687 -39.797 Voorzieningen 17 -550 -1.579 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 34.048 -3.805 Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 12 41.077 -35.201 Vastgoedbeleggingen 10 -7.029 31.396 Winst (verlies) op de overdracht van activa 34.699 90.666 Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 7.182 12.172 Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 4.403 2.211 Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 22.951 75.837 Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 163 446 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 357.130 224.063 Financieel resultaat -27.227 -73.718 Renteopbrengsten 11.941 13.737 Rentelasten (-) 18 -33.694 -39.576 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 7.056 -16.698 Overige financiële opbrengsten (kosten) -12.530 -31.182 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 20 6.018 -5.242 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 255.191 179.253 Overige niet-exploitatiebaten 548 0 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 591.659 324.356 Winstbelastingen 21 -79.449 -46.742 Uitgestelde belastingen 5.624 44.693 Belastingen -85.073 -91.435 Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 512.210 277.614 Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd -150 0 Winst (verlies) van het boekjaar 512.060 277.614 Aandeel van het minderheidsbelang 15 105.246 47.823 Aandeel van de groep 406.814 229.791 Winst per aandeel (€) 2021 2020 1. Gewone winst (verlies) per aandeel 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 28 12,27 6,93 1.2. Uit de voortgezette activiteiten 28 12,28 6,93 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten 28 12,26 6,93 2.2. Uit de voortgezette activiteiten 28 12,26 6,93 We verwijzen naar de Toelichting 6 Segmentinformatie voor meer uitleg bij de ge- consolideerde resultaten. Jaarverslag 2021 | 145 Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (€ 1.000) Toelichting 2021 2020 Winst (verlies) van het boekjaar 512.060 277.614 Aandeel van het minderheidsbelang 15 105.246 47.823 Aandeel van de groep 406.814 229.791 Niet-gerealiseerde resultaten 67.061 -44.382 Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 12 -8.456 5.333 Belastingen 21 2.114 -1.330 -6.341 4.003 Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve 20 41.063 6.543 Belastingen 21 -7.657 1.241 33.405 7.783 Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen 36.941 -50.418 Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 12 137 7 Belastingen 21 -34 -2 103 5 Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen 26 3.820 -7.510 Belastingen 21 -866 1.754 2.954 -5.756 Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten 579.122 233.232 Aandeel van het minderheidsbelang 15 125.981 51.741 Aandeel van de groep 453.141 181.491 Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie. Conform de boekhoudregel “IFRS 9 Financiële instrumenten” zijn financiële activa opgesplitst in 3 categorieën en worden schommelingen in de “reële waarde” van financiële activa opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsporte- feuille van Bank Van Breda en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties. Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indek- kingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgeslo- ten om zich in te dekken tegen risico’s. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Nextensa en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stij- ging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de (verwachte) markt- interestvoeten in 2021 is de marktwaarde van deze indekkingen positief geëvolu- eerd en is de niet-gerealiseerde minderwaarde op de indekkingen gedaald met 33,4 miljoen euro (inclusief aandeel van derden). Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoer- sen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2021 is de waarde van de euro gedaald in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in positieve omrekeningsverschillen van 36,9 miljoen euro (inclusief aandeel van derden). Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19R boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt. 146 | Your partner for sustainable growth Balans - activa (€ 1.000) Toelichting 2021 2020 I. Vaste activa 11.301.905 10.952.870 Immateriële vaste activa 7 149.391 147.762 Goodwill 8 327.829 325.937 Materiële vaste activa 9 2.762.846 2.825.552 Terreinen en gebouwen 426.584 415.415 Installaties, machines en uitrusting 1.944.209 1.835.423 Meubilair en rollend materieel 55.051 53.525 Overige materiële vaste activa 7.009 4.736 Activa in aanbouw 329.992 516.454 Vastgoedbeleggingen 10 1.267.150 1.414.057 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 11 1.647.196 1.456.070 Financiële vaste activa 12 336.038 260.413 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 177.351 131.391 Vorderingen en borgtochten 158.687 129.022 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 1.816 3.279 Uitgestelde belastingvorderingen 21 150.279 140.439 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar 13 4.659.360 4.379.362 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 4.634.354 4.327.706 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 25.007 51.656 II. Vlottende activa 5.700.443 5.274.000 Voorraden 14 376.218 382.451 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 14 478.499 400.034 Geldbeleggingen 12 575.982 546.322 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 48.190 51.155 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 507.529 474.991 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 259 173 Financiële activa - at amortised cost 20.005 20.003 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 4.129 8.399 Vorderingen op ten hoogste één jaar 12 775.043 765.168 Handelsvorderingen 628.710 616.808 Overige vorderingen 146.332 148.361 Terug te vorderen belastingen 21 42.595 34.554 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar 13 2.477.238 2.242.735 Banken - interbancaire vorderingen 138.014 163.712 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 1.113.898 1.086.948 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 698 269 Banken - tegoeden centrale banken 1.224.628 991.806 Geldmiddelen en kasequivalenten 883.730 842.408 Overlopende rekeningen en overige vlottende activa 87.010 51.930 III. Activa bestemd voor verkoop 5 230.679 1.874 Totaal der activa 17.233.026 16.228.744 De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen in de Toelichting 6. Segmentinformatie. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consoli- datie van Bank Van Breda (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank Van Breda draagt 7.791,8 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 17.233,0 miljoen euro en on- danks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is zoals blijkt uit de Common Equity Tier 1-ratio van 16,8%, zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank Van Breda in de geconsolideerde balans samen- gevat. Jaarverslag 2021 | 147 Balans - eigen vermogen en verplichtingen (€ 1.000) Toelichting 2021 2020 I. Totaal eigen vermogen 5.235.002 4.782.169 Eigen vermogen - deel groep 3.957.228 3.562.038 Geplaatst kapitaal 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 2.295 2.295 Agio 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 3.943.016 3.592.273 Herwaarderingsreserves -66.445 -112.772 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 1.620 6.614 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 126 45 Afdekkingsreserve -31.050 -46.080 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -24.458 -27.236 Omrekeningsverschillen -12.682 -46.115 Ingekochte eigen aandelen (-) 22 -33.251 -31.370 Minderheidsbelang 15 1.277.774 1.220.131 II. Langlopende verplichtingen 2.537.913 3.414.785 Voorzieningen 17 45.149 46.175 Pensioenverplichtingen 26 81.739 83.250 Uitgestelde belastingverplichtingen 21 161.849 159.777 Financiële schulden 18 1.419.899 1.869.486 Leningen van banken 1.025.574 1.395.608 Obligatieleningen 171.345 241.934 Achtergestelde leningen 61.625 44.680 Leasingschulden 149.514 138.093 Overige financiële schulden 11.841 49.170 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 20 74.034 97.324 Overige schulden 70.598 52.713 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 684.646 1.106.061 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 0 298.417 Banken - deposito’s van klanten 644.663 767.701 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 39.983 39.943 III. Kortlopende verplichtingen 9.460.112 8.031.790 Voorzieningen 17 35.670 38.083 Pensioenverplichtingen 26 305 342 Financiële schulden 18 961.720 689.864 Leningen van banken 527.129 319.771 Obligatieleningen 74.819 0 Achtergestelde leningen 33.527 20.974 Leasingschulden 36.198 33.939 Overige financiële schulden 290.047 315.181 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 20 16.315 8.914 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 14 341.883 309.192 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.564.689 1.454.021 Handelsschulden 1.145.112 1.092.826 Ontvangen vooruitbetalingen 101.080 60.643 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 220.085 207.031 Overige schulden 98.411 93.521 Te betalen belastingen 21 109.196 94.895 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 19 6.354.225 5.378.292 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 425.353 28.875 Banken - deposito’s van klanten 5.723.461 5.139.401 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 205.412 210.016 Overlopende rekeningen 76.108 58.187 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 5 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 17.233.026 16.228.744 148 | Your partner for sustainable growth Kasstroomoverzicht (indirecte methode) (€ 1.000) 2021 2020 I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 842.408 887.985 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 357.130 224.063 Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen -34.699 -90.666 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 112.496 38.042 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 548 0 Winstbelastingen (betaald) -78.797 -70.441 Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen 350.553 350.772 Bijzondere waardeverminderingen 45.861 9.652 Aandelenoptieplannen 4.896 -2.566 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening -34.048 3.805 (Afname) toename van voorzieningen -4.268 2.142 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 1.197 3.711 Cashflow 720.869 468.514 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 60.876 118.570 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 18.796 68.001 Afname (toename) van vorderingen -62.748 97.678 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) -538.081 -746.754 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) 109.076 -85.915 Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) 555.645 769.629 Afname (toename) overige -21.812 15.931 Operationele cashflow 781.745 587.084 Investeringen -637.527 -780.577 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -319.018 -236.598 Investering in vastgoedbeleggingen -36.479 -46.388 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -66.523 -240.476 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 1.187 2.274 Nieuwe leningen toegestaan -20.059 -15.849 Verwerving van geldbeleggingen -196.635 -243.539 Desinvesteringen 266.205 385.295 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 34.687 21.071 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 26.987 35.404 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 28.169 141.357 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen -517 0 Terugbetaalde leningen 13.192 10.240 Overdracht van geldbeleggingen 163.687 177.223 Investeringscashflow -371.322 -395.282 Financiële operaties Ontvangen dividenden 8.441 7.838 Ontvangen interesten 11.941 11.654 Betaalde interesten -32.651 -39.313 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -13.343 -54.864 Afname (toename) van eigen aandelen -3.132 -1.635 Toename van financiële schulden 218.432 436.630 (Afname) van financiële schulden -447.831 -460.145 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 1.174 -17.830 Dividenden uitgekeerd door AvH -77.890 -76.813 Dividenden uitgekeerd aan derden -35.649 -36.234 Financieringscashflow -370.508 -230.712 II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten 39.915 -38.910 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 1.406 -6.667 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 883.730 842.408 Jaarverslag 2021 | 149 Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen (€ 1.000) Aandelenkapitaal & agio Geconsolideerde reser- ves Obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) Aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) Afdekkingsreserves Actuariële winsten (ver- liezen) te bereiken doel - pensioenplannen Omrekeningsverschillen Ingekochte eigen aan- delen Eigen vermogen - deel groep Minderheids - belang Totaal eigen vermogen Beginsaldo, 1 januari 2020 113.907 3.439.322 3.469 41 -43.889 -23.019 -1.074 -32.648 3.456.109 1.225.725 4.681.834 Winst 229.791 229.791 47.823 277.614 Niet-gerealiseerde resultaten 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 -48.300 3.918 -44.382 Totaal gerealiseerde en niet-gerea- liseerde resultaten 0 229.791 3.145 4 -2.191 -4.217 -45.041 0 181.491 51.741 233.232 Uitkering dividend -76.813 -76.813 -36.234 -113.047 Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen 1.278 1.278 1.278 Andere (vnl. wijzigingen consoli- datiekring / Belangen %) -27 -27 -21.100 -21.128 Eindsaldo, 31 december 2020 113.907 3.592.273 6.614 45 -46.080 -27.236 -46.115 -31.370 3.562.038 1.220.131 4.782.169 Impact wijzigingen IFRS 0 0 Beginsaldo, 1 januari 2021 113.907 3.592.273 6.614 45 -46.080 -27.236 -46.115 -31.370 3.562.038 1.220.131 4.782.169 Winst 406.814 406.814 105.246 512.060 Niet-gerealiseerde resultaten -4.994 81 15.030 2.778 33.432 46.327 20.735 67.061 Totaal gerealiseerde en niet-gerea- liseerde resultaten 0 406.814 -4.994 81 15.030 2.778 33.432 0 453.141 125.981 579.122 Uitkering dividend -77.890 -77.890 -34.682 -112.572 Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen -1.881 -1.881 -1.881 Andere (vnl. wijzigingen consoli- datiekring / Belangen %) 21.820 21.820 -33.656 -11.836 Eindsaldo, 31 december 2021 113.907 3.943.016 1.620 126 -31.050 -24.458 -12.682 -33.251 3.957.228 1.277.774 5.235.002 Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de “Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten”. Na de Algemene Vergadering van 25 mei 2021, betaalde AvH een dividend uit van 2,35 euro per aandeel, wat resulteerde in een totale uitkering van 77,9 miljoen euro. AvH heeft in 2021 55.000 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begun- stigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 53.500 aandelen AvH. Eind 2021 staan in totaal opties uit op 306.250 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 345.250 eigen aandelen. Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2021 211.979 aandelen AvH gekocht en 216.604 verkocht. Deze transacties worden volledig au- tonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-verkoop van 4.625 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2021 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 1.842. De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wij- zigingen in de consolidatiekring van AvH of haar participaties. Voor meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering. Voorts bevat de post “Andere” in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de impact van de hergroepering in de Vastgoedpoot (inbreng van Extensa en LREM in Leasinvest Real Estate, alle controlebelangen), de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust. Algemene gegevens betreffende het kapitaal Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zon- der vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting ‘Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal’ voor meer informatie om- trent het maatschappelijk kapitaal van AvH. 150 | Your partner for sustainable growth Toelichting 1: IFRS waarderingsregels 1. Conformiteitsverklaring De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Fi- nancial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2021, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie. Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepu- bliceerd door de IASB worden per 1 januari 2021 toegepast. • Wijzigingen aan IFRS 9 Financiële instrumenten, IAS 39 Financiële instrumenten- opname en waardering, IFRS 7 Informatieverschaffing over financiële instrumen- ten en IFRS 16 Leases • Interest Rate Benchmark Reform – fase 2 De toepassing van de nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties heeft geen significante impact op de financiële staten van de groep. 2. Voornaamste assumpties en schattingen Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen, worden schattingen verricht en assumpties geformuleerd die een invloed hebben op de bedragen opgenomen in die jaarrekening, met name wat betreft: • de afschrijvingsperiode van de vaste activa; • de waardering van de voorzieningen en de pensioenverplichtingen; • de waardering van het resultaat volgens de vooruitgang van de onderhanden projecten in opdracht van derden; • de schattingen gebruikt in impairment testen; • de waardering van vastgoedbeleggingen en financiële instrumenten tegen reële waarde; • de beoordeling van controle op vennootschappen; • de kwalificatie bij de overname van een bedrijf, als bedrijfsacquisitie of als ver- werving van activa; • de assumpties gebruikt bij de bepaling van de financiële verplichting in overeen- stemming met IFRS 16. • de inschattingen gebruikt bij de beoordeling van inkomstenbelastingen of onze- kere belastingposities. Deze schattingen gaan ervan uit dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten ge- waarborgd is en worden gemaakt op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie. De schattingen kunnen herzien worden wanneer de omstandigheden waarop ze gebaseerd zijn evolueren of wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt. De actuele resultaten kunnen van deze schattingen afwijken. De waarderingsregels, als deel van het jaarverslag, worden jaarlijks goedgekeurd door AvH’s raad van bestuur. De meest recente beraadslaging over en goedkeuring van de waarderingsregels door AvH’s raad van bestuur vond plaats op 22 maart 2022. 3. Consolidatieprincipes De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen. 3.1 Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar be- trokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggen- schap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal gecon- solideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor de- zelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS-waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intra- groepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat. 3.2 Gemeenschappelijke dochterondernemingen en geas- socieerde deelnemingen Gemeenschappelijke dochterondernemingen Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die enti- teiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aan- deelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere mede-aandeel- houders en die als joint venture worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle. Geassocieerde deelnemingen Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van bete- kenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis. Vermogensmutatiemethode Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswin- sten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belan- genpercentage. Gezamenlijke operaties Een gezamenlijke operatie is een gemeenschappelijke regeling waarbij de partijen directe rechten hebben over de activa, alsook directe verplichtingen hebben ten aanzien van de verbintenissen van deze gezamenlijke operaties. Gezamenlijke zeg- genschap is het contractueel delen van zeggenschap over een regeling, waarvan alleen sprake is wanneer beslissingen over de desbetreffende operaties unanieme instemming vereisen van alle partijen die de zeggenschap delen. Wanneer een dochteronderneming van AvH een gezamenlijke operatie opstart, neemt deze dochteronderneming het volgende op: • haar activa, met inbegrip van haar aandeel in eventuele activa die gezamenlijk worden gehouden; • haar verplichtingen, met inbegrip van haar aandeel in eventuele verplichtingen die gezamenlijk worden gehouden; • haar deel van de opbrengsten die voortvloeien uit de verkoop van output van de gezamenlijke operatie; • haar deel van de opbrengsten die voortvloeien uit de verkoop van output door de gezamenlijke operatie; • haar kosten, met inbegrip van haar aandeel in de gezamenlijk gemaakte kosten. 4. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs ge- waardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impair- ment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voor- doen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen. Jaarverslag 2021 | 151 Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar geno- men. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur. De waarderingsregels toegepast bij de verwerking van acquisities van woon- en zorgcentra zijn als volgt: • Erkenningen en exploitatievergunningen die verworven zijn op het moment van overname worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde. • Uitvoerbare bouwvergunningen die verworven zijn op het moment van over- name worden bij de eerste opname in consolidatie gewaardeerd op basis van hun bedrijfswaarde of reële waarde. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de mogelijke netto-capaciteitsuitbreiding. • Deze erkenningen en voorafgaande vergunningen worden opgenomen onder de rubriek immateriële vaste activa. Het bedrag dat toegewezen wordt aan uitvoer- bare bouwvergunningen wordt afgeschreven over een periode van 33 jaar. In- dien er een erfpacht afgesloten wordt, dan is de afschrijvingsduur gelijk aan de duur van de erfpacht. De afschrijving start zodra de bouw voorlopig opgeleverd en uitgebaat wordt. Exploitatievergunningen worden niet afgeschreven daar zij in principe een onbeperkte levensduur hebben. • Conform IAS 36 worden de immateriële vaste activa met een onbeperkte ge- bruiksduur jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering, door hun boekwaarde te vergelijken met hun realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. 5. Goodwill Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overge- nomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderne- ming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat jaarlijks een test op bijzondere waardeverminderingen en wanneer zich indicaties van een eventuele waardever- mindering voordoen. 6. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waar- deverminderingen. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis ge- evalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwma- terieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcompo- nent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcom- ponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de ma- chines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische levenscyclus van het schip. Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekom- stig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun active- ring justifieert. Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschik- baar zijn voor gebruik. Overheidssubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief. 7. Bijzondere waardeverminderingen van vaste ac- tiva Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indica- tie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wan- neer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen ver- koop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekom- stige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt. Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn. 8. Leasing 8.1 Administratieve verwerking door de leasinggever Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classifi- ceren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief over- draagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het actief dient te omvatten. Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te reke- nen. 8.2 Administratieve verwerking door de leasingnemer In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, als- mede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasing- nemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 ver- vangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst'. Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het con- tract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht ver- leent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen. De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiks- recht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en ver- plichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de mar- ginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afge- schreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wan- neer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting. De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de lease- verplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw ge- waardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een veran- dering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengings- optie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft ver- onderstellingen gehanteerd om de periode van leaseovereenkomsten in te schat- ten. 152 | Your partner for sustainable growth In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen: • leaseovereenkomsten van korte duur, d.w.z. overeenkomsten met een looptijd van minder dan één jaar; • leaseovereenkomsten waarbij het onderliggende actief een lage waarde heeft; • immateriële vaste activa. De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het ge- huurde actief en de leaseverplichting zijn: • De leasebetalingen worden gedisconteerd op basis van de impliciete rentevoet van de leaseovereenkomst. Indien die rentevoet niet gemakkelijk kan worden bepaald, wat doorgaans het geval is voor leaseovereenkomsten in de groep, heeft de leasingnemer op basis van een beoordeling zijn marginale rentevoet bepaald, zijnde de rentevoet die de individuele leasingnemer zou betalen om het bedrag te lenen dat nodig is voor het verkrijgen van het actief in een verge- lijkbare economische omgeving, met dezelfde bepalingen, zekerheid en voor- waarden. • Bij het bepalen van de leaseperiode houdt het management rekening met alle feiten die een impact hebben op het al dan niet uitoefenen van een verlengings- optie (of het niet uitoefenen van een beëindigingsoptie). Verlengingsopties (of perioden na beëindigingsopties) worden alleen in de leaseperiode opgenomen als het redelijk zeker is dat de leaseovereenkomst zal worden verlengd (of niet zal worden beëindigd). 9. Vastgoedbeleggingen - verhuurde gebouwen en projectontwikkelingen De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vast- goedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik, als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelin- gen). De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waar- deschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schat- tingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald. 10. Financiële instrumenten 10.1 Opname op en verwijdering van de balans • Financiële activa en verplichtingen worden in de balans opgenomen als de Groep partij wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument. Aan- en verkopen van financiële activa die volgens standaardmarktconventies worden afgewikkeld, worden verwerkt op de afwikkelingsdatum. • Een financieel actief wordt van de balans verwijderd wanneer de contractuele rechten op de kasstromen ervan aflopen of die rechten worden overgedragen en de Groep ook alle bijhorende risico’s en voordelen van eigendom van het financieel actief overdraagt. • Een financiële verplichting wordt van de balans verwijderd wanneer de contrac- tueel vastgelegde verplichting nagekomen of ontbonden wordt, of afloopt. 10.2 Classificatie en waardering van financiële activa Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contrac- tuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldin- strument is. Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de netto- activa van een andere entiteit. Classificatie en waardering van schuldinstrumenten De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigen- schappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instru- ment op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest). Er wordt ook nagegaan hoe deze kasstromen kaderen binnen het busi- ness model van de repectievelijke entiteit. Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode: i. gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (AC): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC-model (Held-to- collect). Bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, ver- meerderd met de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving ervan. Vervolgens wordt de effectieve rentemethode toegepast waarbij het verschil tussen de waardering bij eerste opname en de terugbeta- lingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening wordt geboekt op basis van de effectieve rentevoet. ii. gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeverande- ringen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC&S-model (Held-to-collect & sell). Bij verkoop worden de gecumuleerde waardeverande- ringen overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. iii. gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeverande- ringen in de winst- en verliesrekening (FVPL): schuldinstrumenten waar- voor de SPPI-test faalt en/of die niet worden aangehouden onder een HTC of HTC&S-model moeten verplicht op deze manier worden gewaardeerd. Los van deze beoordelingen kan er bij aanvang onherroepelijk voor gekozen wor- den om het financieel actief op te nemen aan FVPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde ‘ac- counting mismatch’. Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gereali- seerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aange- legd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa). Classificatie en waardering van eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten ver- plicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveran- deringen in de winst- en verliesrekening (FVPL). Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de Groep bij eerste opname onher- roepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waar- deveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeu- ren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen. Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kre- dietverliezen worden aangelegd. 10.3 Classificatie en waardering van financiële verplichtin- gen Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan deriva- ten, zijn er volgende mogelijkheden: • gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL): - wanneer de financiële verplichting wordt aangehouden voor handelsdoelein- den; - wanneer de Groep kiest voor deze methode (fair value option, specifiek Bank Van Breda) • gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: bij eerste opname worden zij ge- waardeerd tegen reële waarde, verminderd met de transactiekosten die recht- streeks zijn toe te rekenen aan de uitgifte ervan. 10.4 Afgeleide instrumenten De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoor- delijk voor het beheer van hun risico’s zoals wisselrisico, interestrisico, kredietri- sico, grondstoffenrisico, etc. De risico’s, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking. Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële Jaarverslag 2021 | 153 waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen. De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IFRS 9, met uitzondering van macro hedge accounting waarvoor IAS 39 toegepast wordt. Kasstroom-indekkingen De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgeno- men in de ‘staat van niet-gerealiseerde resultaten’ voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indek- kingsresultaten worden van de ‘staat van niet-gerealiseerde resultaten’ naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt. Reële-waarde-indekkingen Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het inge- dekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumen- ten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmid- dellijk in de resultatenrekening opgenomen. 10.5 Kas en kasequivalenten Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde. 10.6 Bijzondere waardeverminderingen op financiële ac- tiva Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kre- dietverliezen (expected credit losses of ECL’s) aangelegd voor: • financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs; • schuldinstrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waar- deveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten; • vorderingen uit financiële leaseovereenkomsten; • verplichtingen uit leningtoezeggingen en financiële garantiecontracten. Bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages): - Stage 1: performante activa, waarvoor op het moment van eerste opname een ‘1 year expected credit loss’ wordt aangelegd op basis van de waarschijn- lijkheid dat zich binnen de 12 maanden gebeurtenissen zullen voordoen die aanleiding geven tot het staken van betaling; - Stage 2: 'underperforming' activa waarvoor een ‘lifetime expected credit loss’ wordt aangelegd zodra een significante stijging in kredietrisico wordt vastge- steld sinds de eerste opname; - Stage 3: voor niet-performante activa wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek ‘Bijzondere waardevermin- deringen’ in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kre- dietverliezen zelf worden gepresenteerd: • in mindering van de bruto boekwaarde van financiële activa die worden gewaar- deerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. leasingvorderingen); • als een voorziening in niet-gerealiseerde resultaten (OCI) voor schuldinstrumen- ten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten; • als een voorziening onder de verplichtingen voor engagementen uit leningtoe- zeggingen en financiële garantiecontracten. De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op ni- veau van individuele contracten (‘bottom-up’ staging) op basis van een aantal cri- teria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de indivi- duele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte ‘collective staging’ logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen. Bij de obligatieportefeuille wordt de ‘low credit risk exemption’ toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconclu- deerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. In- dien een obligatie toch naar een ‘non-investment grade’ rating categorie zou mi- greren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende ‘lifetime ECL’ bepalen. Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts ge- ven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst. Deze ‘1-year expected credit losses’ en ‘life-time expected credit losses’ worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters: • PD staat voor ‘Probability of Default’ of de kans op default in een bepaalde periode. De PD modellering is opgezet door middel van migratiematrices, op basis van bestaande interne kredietratings voor kredieten en aangeleverd door ratingbureau DBRS voor de obligatieportefeuille. • 'Loss Given Default' (LGD) stelt verwacht verlies voor in geval van default. Het LGD bedrag wordt bekomen uit de ‘exposure at default’ en de in pand genomen waarborgen. • ‘Survival Probability’ is de kans dat een contract nog in aanmerking komt voor kredietverliezen. De ‘Survival Probability’ wordt berekend aan de hand van: - de kans dat een contract niet van de balans is verdwenen na een eerdere default, en - de kans dat een contract nog niet verdwenen is van de balans ten gevolge van volledig vervroegde terugbetaling. - ‘Effective Interest Rate’ (EIR) is de effectieve interestvoet waarmee de verlie- zen worden verdisconteerd. Voor vastrentende contracten is dit de contractu- ele effectieve rentevoet; voor contracten met variabele rentevoet wordt de meest recente ‘fixing’ gebruikt. Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit ge- beurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen: • belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener; • een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest- en/of kapitaalaflossingen; • het toestaan door de Bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de ontle- ner zou toestaan; • het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan; • voor obligaties, het wegvallen van een actieve markt vanwege financiële moei- lijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen; • objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële ac- tiva, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis vastgesteld worden, of die wijzen op een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep, of op nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners. Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en 154 | Your partner for sustainable growth • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekom- stige kasstromen). 11. Voorraden / onderhanden projecten in opdracht van derden Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigings- prijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardi- gingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de ge- schatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings- , marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden pro- jecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de ‘Percentage of Completion’-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. 12. Kapitaal en reserves Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht. Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen wor- den rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt. 13. Omrekeningsverschillen Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekenings- verschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen. Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsoli- deerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenre- kening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsver- schillen rechtstreeks vervat in de ‘staat van niet-gerealiseerde resultaten’. 14. Voorzieningen Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast ge- boekt. Herstructurering Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande her- structurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de her- structurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd. Garanties Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd. 15. Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’, indien de impact van materieel belang is. 16. Belastingen De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde be- lastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende af- schrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen, over- draagbare fiscale verliezen en belastingskredieten. Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen: • behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oor- spronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst; • behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeen- schappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden. Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale ver- liezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belast- bare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belas- tingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belas- tingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode. IFRIC 23, die met ingang van 1 januari 2019 van kracht is, verduidelijkt de op- name- en waarderingsvereisten van IAS 12 ‘Winstbelastingen’ en is van toepassing wanneer er onzekerheid bestaat over de behandeling van actuele en uitgestelde winstbelastingen. Het is immers mogelijk dat een bepaalde fiscale behandeling pas zekerheid en duidelijkheid verkrijgt op het moment dat de relevante belastingau- toriteit of rechtbank haar beslissing neemt. Bij de beoordeling of en hoe een on- zekere fiscale behandeling het belastbaar resultaat beïnvloedt, gaat de Groep er- van uit dat een belastingautoriteit alle elementen zal onderzoeken waartoe zij ge- rechtigd is en dat zij bij het verrichten van die onderzoeken op de hoogte is van alle relevante informatie daaromtrent. Als de Groep concludeert dat het waar- schijnlijk is dat de belastingautoriteit de onzekere behandeling zal aanvaarden, bepaalt zij het belastbaar resultaat in overeenstemming met de door haar ge- bruikte of geplande fiscale behandeling in haar belastingaangiften. Als de Groep concludeert dat het niet waarschijnlijk is dat een belastingautoriteit een onzekere fiscale behandeling zal aanvaarden, weerspiegelt zij het effect van de onzekerheid in haar boekhoudkundige belastingpositie. Indien de mogelijke uitkomsten binair zijn of geconcentreerd zijn op één waarde, wordt de onzekere belastingpositie ge- waardeerd aan de hand van het meest waarschijnlijke bedrag. Indien er een reeks van mogelijke uitkomsten bestaan die noch binair zijn, noch op één waarde ge- concentreerd zijn, kan de som van de gewogen bedragen van de mogelijke uit- komsten het best voorspellen hoe de onzekerheid zich zal materialiseren. Jaarverslag 2021 | 155 17. Personeelsbeloningen De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoe- dingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslag- vergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levens- verzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonder- lijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. Pensioenplannen Plannen met vaste bijdrage (‘Defined Contribution Plans’) Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen af- gesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plan- nen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te ver- richten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 (Revised) te worden beschouwd als “te bereiken doel”-pensioenplannen. Te bereiken doel plannen (‘Defined Benefit Plans’) De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen. De kosten van de te bereiken doel-pensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de ‘projected unit credit’-methode. Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt. De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesreke- ning opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensi- oenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatie- kosten verantwoordt. Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de net- toverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doel-pensioenplan- nen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen. Personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogeninstrumen- ten Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau’s aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde. De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaar- deerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde pres- taties tijdens de vestigingsperiode. 18. Erkenning van opbrengsten (IFRS 15) De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector. Erkenning van opbrengsten Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegere- kende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mo- gelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen. Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een con- tractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt. Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplich- ting opgenomen. De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria. Het identificeren van de afzonderlijke prestatieverplichtingen in een contract met een klant Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de ad- ministratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te ge- ven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzon- derlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toe- gerekend. Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar is. Bepaling van de transactieprijs van het contract De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen. Toewijzing van de transactieprijs aan prestatieverplichtingen in contracten met klanten De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goe- deren en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde pres- tatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatiever- plichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning. Vervulling van de prestatieverplichtingen en erkenning van de op- brengst Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een peri- ode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion'- methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties. Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode. Methode voor de meting van de vervulling van de prestatiever- plichtingen en de erkenning van opbrengst Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aan- deel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen. Andere Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De 156 | Your partner for sustainable growth Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstem- ming is met de huidige praktijk. Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werk- zaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waar- aan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst. Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld. Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd. 19. Beëindigde bedrijfsactiviteiten De activa, passiva en netto-resultaten van beëindigde bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk in één rubriek gerapporteerd in de geconsolideerde balans en resulta- tenrekening. Dezelfde rapportering geldt voor activa en passiva bestemd voor ver- koop (gewaardeerd tegen de laagste waarde van zijn boekwaarde en zijn reële waarde minus de verkoopkosten). 20. Gebeurtenissen na balansdatum Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informa- tie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum (‘adjus- ting events’). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze ge- beurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere ge- beurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een be- langrijke impact kunnen hebben. 21. Winst per aandeel De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeen- stemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwa- terde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aande- lenopties uitstaande tijdens de periode. 22. Segmentinformatie AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren: 1. Marine Engineering & Contracting met DEME, één van de grootste bagger- bedrijven ter wereld, CFE, een bouwgroep met hoofdkantoor in België, Rent-A- Port en Green Offshore. 2. Private Banking met Delen Private Bank, één van de grootste onafhankelijke privé-vermogensbeheerders in België en vermogensbeheerder JM Finn in het VK en Bank Van Breda, nichebank voor de ondernemer en de vrije beroepen in Bel- gië. 3. Real Estate & Senior Care met Nextensa, een beursgenoteerde geïnte- greerde vastgoedgroep en Anima, actief in de zorg- en gezondheidssector. 4. Energy & Resources, SIPEF, een agro-industriële groep in tropische landbouw, Verdant Bioscience en Sagar Cements. 5. AvH & Growth Capital met AvH Growth Capital en haar Growth Capital par- ticipaties. De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8. Jaarverslag 2021 | 157 Toelichting 2: Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen 1. Integraal geconsolideerde dochterondernemingen Naam van de dochteronderneming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Belangen % 2020 Minderheids- belangen % 2021 Minderheids- belangen % 2020 Marine Engineering & Contracting CFE (1) 0400.464.795 België 62,10% 62,10% 37,90% 37,90% DEME (1) 0400.473.705 België 62,10% 62,10% 37,90% 37,90% Rent-A-Port (2) 0885.565.854 België 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% International Port Engineering and Management (IPEM) 0441.086.318 België 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Infra Asia Consultancy and Project Management 0891.321.320 België 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Rent-A-Port Green Energy 0648.717.687 België 54,04% 54,04% 45,96% 45,96% IPEM Holdings Cyprus 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Port Management Development Cyprus 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Infra Asia Consultancy Hongkong 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% OK SPM FTZ Enterprise Nigeria 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) (2) IPEM Reclamation Cyprus 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Rent-A-Port Reclamation Hongkong 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Infra Asia Investment Green Utilities Hongkong 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Infra Asia Investment HK Hongkong 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Warehousing Workshop Worldwide Hongkong 44,80% 44,80% 55,20% 55,20% Deep C Blue (Hong Kong) Hongkong 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% IPEM Vietnam Hongkong 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Dinh Vu Industrial Zone jsc Vietnam 40,72% 40,72% 59,28% 59,28% Hong Duc Industrial Zone jsc Vietnam 50,40% 50,40% 49,60% 49,60% Hai Phong Industrial Park jsc Vietnam 50,09% 50,09% 49,91% 49,91% Deep C Blue Hai Phong Company Vietnam 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% DC Red Hai Phong Vietnam 44,80% 44,80% 55,20% 55,20% Deep C Management Vietnam 49,78% 49,78% 50,22% 50,22% Green Offshore 0832.273.757 België 81,05% 81,05% 18,95% 18,95% Private Banking Bank Van Breda 0404.055.577 België 78,75% 78,75% 21,25% 21,25% Beherman Vehicle Supply (3) 0473.162.535 België 63,00% 37,00% Van Breda Immo Consult 0726.963.530 België 78,75% 78,75% 21,25% 21,25% FinAx (4) 0718.694.279 België 100,00% 100,00% Real Estate & Senior Care Extensa Group (5) 0425.459.618 België 100,00% Extensa 0466.333.240 België 100,00% Extensa Development 0446.953.135 België 100,00% Extensa Invest I 0753.977.139 België 100,00% Extensa Romania J40.24053.2007 Roemenië 100,00% Gare Maritime 0696.803.359 België 100,00% Grossfeld Developments 2012.2448.267 Luxemburg 100,00% (1) In het jaarverslag van het beursgenoteerde CFE is de lijst met dochterondernemingen opgenomen. DEME is een 100%-filiaal van CFE. Begin december 2021 werd de intentie tot splitsing van CFE aangekondigd. CFE zal door middel van een partiële splitsing haar 100%-belang in DEME inbrengen in een nieuwe vennootschap (DEME Group) en de aandeelhouders van CFE hiervoor vergoeden door uitgifte van DEME Group-aandelen, waarvan de notering zal worden aangevraagd op Euronext Brussels. Mogelijks wordt DEME Group nadien gefuseerd met DEME. AvH zal van beide genoteerde vennootschappen de meerderheidsaandeelhouder blijven en via deze splitsing geen aandelen verkopen van DEME, noch van CFE. (2) In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven, wat haar totale participatie op 94% zal brengen. De closing van de transactie is gepland voor het eerste kwartaal van 2022. (3) De activiteit van Beherman Vehicle Supply (BVS) bestond uit het aankopen en ter beschikking stellen van voertuigen van het merk Mitsubishi in het dealernetwerk (stockfinanciering). Mitsubishi Motor Company besliste in juli 2020 geen nieuwe modellen meer te lanceren op de Europese markt, en zich terug te trekken uit Europa. Daardoor is de activiteit van deze dochteronderneming volledig uitgedoofd, en is de vennootschap per 21/12/2021 geliquideerd. (4) AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in Delen Private Bank en Bank Van Breda. (5) Uit het samengaan in 2021 van Leasinvest en Extensa werd Nextensa (AvH 58,5%) gevormd, dat zich profileert als een vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar actief in België, Luxemburg en Oostenrijk. De nieuwe groep zal bijdragen tot nieuwe stedelijke projecten en aan de ontwikkeling van kwalitatief vastgoed op grotere schaal en wil daarbij focussen op duurzaamheid. De dochter- ondernemingen van Extensa zitten sindsdien in de consolidatiekring van Nextensa vervat. 158 | Your partner for sustainable growth Naam van de dochteronderneming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Belangen % 2020 Minderheids- belangen % 2021 Minderheids- belangen % 2020 Real Estate & Senior Care (vervolg) Implant 0434.171.208 België 100,00% RFD 0405.767.232 België 100,00% RFD CEE Venture Capital 801.966.607 Nederland 100,00% Project T&T 0476.392.437 België 100,00% T&T Openbaar Pakhuis 0863.093.924 België 100,00% T&T Parking 0863.091.251 België 100,00% T&T Property Management 0628.634.927 België 100,00% T&T Tréfonds 0807.286.854 België 100,00% T&T Services 0628.634.927 België 100,00% T&T Douanehotel 0406.211.155 België 100,00% T&T Food Experience 0473.705.438 België 100,00% Beekbaarimmo 19.992.223.718 Luxemburg 100,00% Vilvolease 0456.964.525 België 100,00% Nextensa (Leasinvest Real Estate) (1) 0436.323.915 België 58,53% 30,01% 41,47% 69,99% Leasinvest Real Estate Management (1) 0466.164.776 België 100,00% Anima (2) 0469.969.453 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Vlaanderen 0698.940.725 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Gilman 0870.238.171 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Engagement 0462.433.147 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Gui 0455.218.624 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Wallonië 0428.283.308 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Huize Philemon & Baucis 0462.432.652 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Anima Cura 0480.262.143 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Glamar 0430.378.904 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zorgcentrum Lucia 0818.244.092 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Parc des Princes 0431.555.572 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence St. James 0428.096.434 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Château d'Awans 0427.620.342 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Home Scheut 0458.643.516 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Birmingham 0428.227.284 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Zandsteen 0664.573.823 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Les Résidences de l'Eden 0455.832.197 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Arcade 0835.637.281 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% La Roseraie 0466.582.668 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Patrium 0675.568.178 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Elenchus Invest 0478.953.930 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Edelweiss 0439.605.582 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Résidence Neerveld 0427.883.628 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Villa 34 0432.423.822 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Le Rossignol 0432.049.381 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Immo Markant 0537.654.073 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Les 3 Arbres 0435.646.893 België 92,50% 92,50% 7,50% 7,50% Saint-Vincent 0465.771.630 België 92,50% 7,50% (1) Op 19 juli 2021 heeft de buitengewone algemene vergadering van Leasinvest het voorstel goedgekeurd om een geïntegreerde vastgoedgroep te worden door een ‘business combination’ met Extensa. Deze combinatie van de twee vastgoedspelers zorgt voor een unieke marktpositie door recurrente huurinkomsten uit vastgoedinvesteringen te koppelen aan het meerwaardepotentieel van ontwikkelingsactiviteiten waarin authenticiteit en duurzaamheid voorop staan. In de context van deze transactie werd beslist om het GVV-statuut van Nextensa (voorheen Leasinvest Real Estate) op te geven en de vennootschap om te vormen naar een naamloze vennootschap. Bij de vorming van Nextensa heeft AvH 100% van de aandelen van Extensa en LREM ingebracht voor een gezamenlijke waarde van 293,4 miljoen euro in ruil voor de uitgifte van 4.075.458 nieuwe aandelen in Leasinvest Real Estate. Na deze transactie wordt het kapitaal van Nextensa (voorheen Leasinvest Real Estate) vertegenwoordigd door 10.002.102 aandelen, waarvan AvH er 5.853.817 (inclusief 1.778.359 initiële aandelen) bezit en hiermee een controlebelang van 58,5% behoudt. Voor een overzicht van de participaties aangehouden door het beursgenoteerde Nextensa wordt verwezen naar het jaarverslag van Nextensa. (2) Anima heeft in november 2021 het vastgoed en de exploitatie van het woonzorgcentrum Saint-Vincent (53 bedden) te Jumet overgenomen. Jaarverslag 2021 | 159 Naam van de dochteronderneming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Belangen % 2020 Minderheids- belangen % 2021 Minderheids- belangen % 2020 Energy & Resources AvH Resources India U74300DL2001 PTC111685 India 100,00% 100,00% AvH & Growth Capital AvH Growth Capital 0434.330.168 België 100,00% 100,00% Sofinim Luxemburg 2003.2218.661 Luxemburg 100,00% 100,00% Agidens International (1) 0468.070.629 België 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens Life Sciences 0411.592.279 België 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens Infra Automation (2) 0630.982.030 België 86,25% 13,75% Agidens Proces Automation 0465.624.744 België 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens Proces Automation BV 005469272B01 Nederland 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens Life Sciences BV 850983411B01 Nederland 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens Infra Automation BV (2) 856220024B01 Nederland 86,25% 13,75% Agidens Inc 32.067.705.379 USA 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens SAS 10.813.818.424 Frankrijk 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens GmbH 76301 Duitsland 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Agidens AG 539301 Zwitserland 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Argus Technologies 0844.260.284 België 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Baarbeek Immo 651.662.133 België 84,98% 86,25% 15,02% 13,75% Biolectric Group (1) 0422.609.402 België 55,83% 60,00% 44,17% 40,00% Biolectric 0879.126.440 België 55,83% 60,00% 44,17% 40,00% Biolectric Ltd UK 55,83% 60,00% 44,17% 40,00% Subholdings AvH Anfima 0426.265.213 België 100,00% 100,00% AvH Singapore (3) 202118768G Singapore 100,00% Brinvest 0431.697.411 België 100,00% 100,00% Profimolux 1992.2213.650 Luxemburg 100,00% 100,00% (1) De uitoefening van opties (door het management) bij Agidens en de intrede van het management/nieuwe partner bij Biolectric resulteren in een daling van de controlebelangen met 1,26% respectievelijk 4,2%. (2) In het 3e kwartaal 2021 verkocht Agidens haar divisie Agidens Infra Automation (AIA) aan de BESIX Group. (3) Om de investeringen in Azië mee op te volgen, heeft AvH in Singapore een eerste investment manager aangeworven en een lokaal kantoor geopend. 160 | Your partner for sustainable growth 2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2021 (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Minderheids belangen % 2021 Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat Marine Engineering & Contracting Rent-A-Port Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) (1) Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 14.132 9 406 1.764 Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 14.642 211 406 411 Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,89% 25,11% 14.495 12.687 26.307 374 Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,89% 25,11% 4.453 1.687 4.133 2.200 DC Russia Vietnam 24,89% 25,11% 23.141 4.368 0 -680 Bac Tien Phong Industrial Zone Vietnam 24,89% 25,11% 61.965 19.010 11.739 5.074 Rent-A-Port Utilities (2) 0846.410.221 België Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,53% 9,47% 32.182 30.787 0 17 ESTOR-LUX 0749.614.317 België 24,32% 5,68% 9.689 7.792 432 158 S Channel Management Limited (in vereffening) Cyprus Private Banking Delen Private Bank (3) 0453.076.211 België 78,75% 2.429.155 1.406.702 506.760 167.556 Real Estate & Senior Care Extensa Group (4) CBS Development 0831.191.317 België CBS-Invest 0879.569.868 België Grossfeld PAP SICAV-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg NEIF 3 Kockelscheuer 2019.2481.814 Luxemburg Darwin I 2020.2460.950 Luxemburg Darwin II 2020.2460.985 Luxemburg Banca II 2020.2460.969 Luxemburg Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België Energy & Resources SIPEF (USD 1.000) (5) 0404.491.285 België 35,13% 991.765 264.436 416.053 93.749 Verdant Bioscience (USD 1.000) (6) Singapore 42,00% 33.665 22.475 3.319 -2.514 AvH & Growth Capital Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 5.529 4.835 847 -1.160 Manuchar (USD 1.000) (7) 0407.045.751 België 30,00% 796.436 622.605 2.481.657 62.610 Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 352.875 220.069 620.486 18.083 Telemond 0893.552.617 België 50,00% 87.727 27.904 98.953 8.888 Subholdings AvH GIB (8) 0404.869.783 België (1) In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven, wat haar totale participatie op 94% zal brengen. De closing van de transactie is gepland voor het eerste kwartaal van 2022. (2) Rent-A-Port verkocht in 2021 haar participatie in Rent-A-Port Utilities. (3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle. (4) Sinds de inbreng van de aandelen Extensa in Leasinvest Real Estate op 19 juli 2021 worden de gemeenschappelijke dochterondernemingen van Extensa opgenomen in de consolidatiekring van Nextensa (zie Toelichting 2: Integraal geconsolideerde dochterondernemingen). (5) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2021 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van 34,68% tot 35,13%. (6) AvH bezit 42% in Verdant Bioscience, een strategische investering in het verlengde van haar 35,13%-belang in SIPEF. SIPEF zelf bezit een 38%-deelneming in VBS. (7) Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de verkoop van 100% van de aandelen in Manuchar. Als gevolg van de aangekondigde verkoop van de deelneming in Manuchar, die naar verwachting in de loop van het tweede trimester van 2022 zal worden afgerond, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar “Activa bestemd voor verkoop”. (8) Eind 2021 werd GIB vereffend. Jaarverslag 2021 | 161 3. Gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – 2020 (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2020 Minderheids belangen % 2020 Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat Marine Engineering & Contracting Rent-A-Port Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) Euro Jetty (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 13.082 9 421 -71 Deep C Green Energy (Hong Kong) Hongkong 24,89% 25,11% 7.256 197 421 -126 Deep C Green Energy (Vietnam) Vietnam 24,89% 25,11% 5.643 5.136 12.771 -362 Euro Jetty (Vietnam) Company Vietnam 24,89% 25,11% 4.865 2.678 7.072 1.873 DC Russia Vietnam 24,89% 25,11% 19.969 2.105 0 -426 Bac Tien Phong Industrial Zone Vietnam 24,89% 25,11% 35.639 1.183 0 -941 Rent-A-Port Utilities 0846.410.221 België 40,53% 9,47% 1.616 1.941 3 -42 Infra Asia Investment Fund 0648.714.620 België 40,53% 9,47% 32.047 31.912 14 16 ESTOR-LUX 0749.614.317 België 24,32% 5,68% 4.650 2.911 0 -102 S Channel Management Limited (in vereffening) Cyprus 40,53% 9,47% 0 0 0 3 Private Banking Delen Private Bank 0453.076.211 België 78,75% 2.053.679 1.113.402 412.422 131.387 Real Estate & Senior Care Extensa Group CBS Development 0831.191.317 België 50,00% 4.448 6.997 30 7 CBS-Invest 0879.569.868 België 50,00% 8.288 2.043 355 -305 Grossfeld PAP SICAV-RAIF 2005.2205.809 Luxemburg 50,00% 109.058 110.634 890 40.384 Grossfeld Immobilière 2001.2234.458 Luxemburg 50,00% 56.358 57.381 179 717 NEIF 3 Kockelscheuer 2019.2481.814 Luxemburg 45,00% 30.748 19.467 0 -18 Darwin I 2020.2460.950 Luxemburg 50,00% 33.338 13.015 0 -15 Darwin II 2020.2460.985 Luxemburg 50,00% 21.720 16.681 0 -16 Banca II 2020.2460.969 Luxemburg 50,00% 63.022 37.854 0 -16 Les Jardins de Oisquercq 0899.580.572 België 50,00% 3.393 5.232 0 -399 Energy & Resources SIPEF (USD 1.000) 0404.491.285 België 34,68% 946.641 307.953 274.027 14.122 Verdant Bioscience (USD 1.000) Singapore 42,00% 33.451 19.747 1.319 -2.645 AvH & Growth Capital Amsteldijk Beheer 33.080.456 Nederland 50,00% 3.325 1.271 666 188 Manuchar (USD 1.000) 0407.045.751 België 30,00% 586.079 473.011 1.497.853 23.620 Turbo's Hoet Groep 0881.774.936 België 50,00% 334.822 216.459 447.935 7.178 Telemond 0893.552.617 België 50,00% 78.134 23.684 84.050 6.074 Subholdings AvH GIB 0404.869.783 België 50,00% 91 52.813 0 -310 162 | Your partner for sustainable growth Toelichting 3: Geassocieerde deelnemingen 1. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2021 (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelne- ming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Minderheids belangen % 2021 Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat Marine Engineering & Contracting Green Offshore (1) Rentel 0700.246.364 België 10,13% 2,37% 933.616 837.698 138.307 29.698 SeaMade 0543.401.324 België 7,09% 1,66% 1.373.451 1.322.510 145.762 12.220 Otary RS 0833.507.538 België 10,13% 2,37% 84.142 1.551 10.254 18.605 Otary BIS 0842.251.889 België 10,13% 2,37% 54.330 171 0 8.437 Private Banking Bank Van Breda Informatica J.Van Breda & C° (2) 0427.908.174 België Energy & Resources Sagar Cements (INR million) L26942AP19 81PLC002887 India 21,85% 32.605 19.840 15.128 1.278 AvH & Growth Capital Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.230 47 542 -223 Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 381.248 310.442 366.845 152 Mediahuis (3) 439.849.666 België 13,51% 1.107.536 625.059 1.130.790 117.321 OM Partners 428.328.442 België 20,01% 125.662 42.167 115.713 23.777 Van Moer Logistics (4) België 21,74% 119.051 82.785 222.378 1.328 Agidens International (5) Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland (1) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade, bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%. (2) De verkoop door Bank Van Breda van haar participatie in Informatica J.Van Breda kadert in de volledige overname in eigen beheer van haar IT-infrastructuur. (3) Eind 2021 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Partners heeft een controlebelang van 50,57% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,51%. (4) AvH heeft eind juni 2021 12,5 miljoen euro geïnvesteerd in een kapitaalverhoging van Van Moer Logistics en verwierf daarmee een participatie van 21,7%. (5) In het 3e kwartaal 2021 verkocht Agidens haar divisie Agidens Infra Automation (AIA) aan de BESIX Group. Jaarverslag 2021 | 163 2. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2021 (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelne- ming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2021 Basis voor uitsluiting Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat AvH & Growth Capital Bio Cap Invest (31-12-2020) 0719 433 261 België 40,00% (1) 1.881 0 0 -2 Société d'investissement Brabant Wallon (31-12-2020) 0430.636.943 België 25,00% (1) 65.599 54.664 586 300 Pribinvest (31-12-2020) 0107957 Luxemburg 78,75% (1) 4.339 992 0 -43 Transpalux 0582.011.409 Frankrijk (2) (1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) De participatie in Transpalux werd eind 2021 verkocht. Verwijzend naar het organogram (pagina 79) worden de deelnemingen in Biotalys (12%), Indigo Diabetes (9%), Medikabazaar (10%), MRM Health (16%) en On- coDNA (10%), wegens het aangehouden belangenpercentage niet geconsoli- deerd, maar opgenomen onder de Financiële vaste activa (zie Toelichting 12). Dit- zelfde geldt voor de belangen in HealthQuad I Fund (36%), HealthQuad II Fund (10%) en het Venturi Partners Fund I (20%) omwille van hun typische fondsen- structuur. 3. Geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020 (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelne- ming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2020 Minderheids belangen % 2020 Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat Marine Engineering & Contracting Green Offshore Rentel 0700.246.364 België 10,13% 2,37% 1.007.559 943.473 152.870 59.923 SeaMade 0543.401.324 België 7,09% 1,66% 1.378.017 1.367.578 49.488 44.529 Otary RS 0833.507.538 België 10,13% 2,37% 83.747 2.839 11.208 33.933 Otary BIS 0842.251.889 België 10,13% 2,37% 53.869 157 0 -12 Private Banking Bank Van Breda Informatica J.Van Breda & C° 0427.908.174 België 31,50% 8,50% 5.253 4.036 11.504 5 Energy & Resources Sagar Cements (INR million) L26942AP19 81PLC002887 India 21,85% 23.032 22.916 12.572 1.374 AvH & Growth Capital Axe Investments 419.822.730 België 48,34% 14.520 113 568 -434 Financière EMG 801.720.343 Frankrijk 22,51% 390.090 433.425 240.850 -44.690 Mediahuis 439.849.666 België 13,51% 1.122.745 744.220 990.527 58.592 OM Partners (31-12-2019) 428.328.442 België 20,01% 89.073 37.722 85.673 14.192 Agidens International Keersluis Limmel Maintenance BV (MTC) 62.058.630 Nederland 43,12% 852 852 504 0 SAS van Vreeswijk (MTC van Beatrix) 65.067.096 Nederland 17,25% 946 592 4.197 354 4. Geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode is toegepast – boekjaar 2020 (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelne- ming Ondernemings- nummer Maatsch. zetel Belangen % 2020 Basis voor uitsluiting Totaal activa Totaal ver- plichtingen Omzet Netto- resultaat AvH & Growth Capital Bio Cap Invest (31-12-2019) 0719 433 261 België 40,00% (1) 843 0 0 -7 Nivelinvest (31-12-2019) 0430.636.943 België 25,00% (1) 64.492 53.337 551 2.860 Pribinvest (31-12-2019) 0107957 Luxemburg 78,75% (1) 4.371 980 0 -46 Transpalux 0582.011.409 Frankrijk 45,02% (2) 19.878 13.949 26.402 562 (1) Investering van te verwaarlozen betekenis (gewaardeerd aan kostprijs). (2) Niet in de mogelijkheid om tijdig geauditeerde cijfers te bekomen. 164 | Your partner for sustainable growth Toelichting 4: Bedrijfsacquisities & -verkopen 1. Bedrijfsacquisities Op 22 december 2021 heeft VMA NV, een 100%-dochteronderneming van CFE, haar participatie in VMA R. Robotics Sp. Z o.o. verhoogd van 51% naar 100%. Deze vennootschap, die reeds via de vermogensmutatiemethode was opgenomen, wordt sindsdien integraal geconsolideerd. Conform IFRS 3 Bedrijfscombinaties, werd het historisch belang van 51% geherwaardeerd aan reële waarde, met als tegenpost de resultatenrekening. Op 22 december 2021, heeft VMA NV tevens 100% van de aandelen van de ven- nootschappen Rolling Robotics Sp. z o.o., Rolling Robotics Sp. komandytowa, Po- wer Automation Sp. z o.o. en Power Automation Sp.komandytowa verworven. Deze vennootschappen werden bijgevolg ook integraal geconsolideerd. Deze be- drijfscombinatie heeft geen significante impact op de financiële staten van AvH. De beoordeling van alle identificeerbare activa en passiva, verworven door deze acquisitie, werd reeds afgerond. De marktwaarde van de geïdentificeerde activa en passiva wordt hieronder gegeven: (€ 1.000) Rolling Robotics Goodwill en immateriële vaste activa 54 Materiële vaste activa 64 Voorraad 0 Liquide middelen 1.063 Overige activa 1.468 Totaal der activa 2.649 Eigen vermogen (deel groep) 1.479 Minderheidsbelang 0 Financiële schulden op lange en korte termijn 0 Overige schulden 1.170 Totaal eigen vermogen en verplichtingen 2.649 Totaal activa 2.649 Totaal verplichtingen -1.170 Minderheidsbelangen 0 Netto actief (100%) 1.479 Herwaarderingsmeerwaarde van 51%-belang in VMA R. Robotics Sp z o.o. 379 Goodwill (inclusief herwaarderingsmeerwaarde) 2.203 Aankoopprijs 3.303 De erkenning van residuele goodwill is gerechtvaardigd doordat CFE met deze overname haar competenties inzake automatisering van productielijnen uitbreidt, in het bijzonder met betrekking tot het ontwerpen en programmeren van geauto- matiseerde producties. Eind 2021 nam Anima het woonzorgcentrum “Saint-Vincent” in Jumet over. Jaarverslag 2021 | 165 2. Bedrijfsverkopen (€ 1.000) Agidens Infra Goodwill en immateriële vaste activa 0 Materiële vaste activa 913 Voorraad 8.847 Liquide middelen 481 Overige activa 3.187 Totaal der activa 13.429 Eigen vermogen (deel groep) 875 Minderheidsbelang 0 Financiële schulden op lange en korte termijn 719 Overige schulden 11.835 Totaal eigen vermogen en verplichtingen 13.429 Totaal activa 13.429 Totaal verplichtingen -12.554 Minderheidsbelangen 0 Netto actief (100%) 874 Gerealiseerde meerwaarde 4.235 Verkoopprijs 5.110 In Q3 2021 verkocht Agidens haar divisie Agidens Infra Automation (AIA) aan de BESIX Group. Deze transactie geeft Agidens de mogelijkheid met een doorgedre- ven focus en investeringen verder uit te groeien tot een Europese speler in de pro- cesautomatiseringsmarkt. Toelichting 5: Activa en passiva bestemd voor verkoop De activa bestemd voor verkoop bedroegen eind 2021 230,7 miljoen euro en bestonden uit: • Het offshore installatieschip Thor van DEME. • De deelneming in Manuchar als gevolg van de aangekondigde verkoop, die naar verwachting in de loop van het tweede trimester van 2022 zal worden afgerond. • Een drietal gebouwen van Nextensa, waarvan er twee (The Crescent en Monnet) inmiddels in februari 2022 verkocht zijn. We verwijzen naar Toelichting 6. Segmentinformatie voor meer uitleg over deze transacties. 166 | Your partner for sustainable growth Toelichting 6: Segmentinformatie Segment 1 Marine Engineering & Contracting: DEME (integrale consolidatie 62,10%), CFE (integrale consolidatie 62,10%), Rent- A-Port (integrale consolidatie 81,05%) en Green Offshore (integrale consolidatie 81,05%). Segment 2 Private Banking: Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank Van Breda (inte- grale consolidatie 78,75%) en FinAx (integrale consolidatie 100%). Segment 3 Real Estate & Senior Care: Extensa (integrale consolidatie 100% H1 2021), Leasinvest Real Estate (integrale consolidatie 30% H1 2021), Leasinvest Real Estate Management (integrale con- solidatie 100% H1 2021), Nextensa (Integrale consolidatie 58,5% vanaf H2 2021) en Anima (integrale consolidatie 92,5%). Op 19 juli 2021 heeft de buitengewone algemene vergadering van Leasinvest het voorstel goedgekeurd om een geïntegreerde vastgoedgroep te worden door een ‘business combination’ met Extensa. Deze combinatie van de twee vastgoedspelers zorgt voor een unieke marktpositie door recurrente huurinkomsten uit vastgoedin- vesteringen te koppelen aan het meerwaardepotentieel van ontwikkelingsactivitei- ten waarin authenticiteit en duurzaamheid voorop staan. In de context van deze transactie werd beslist om het GVV-statuut van Nextensa (voorheen Leasinvest Real Estate) op te geven en de vennootschap om te vormen naar een naamloze vennootschap. Bij de vorming van Nextensa heeft AvH 100% van de aandelen van Extensa en LREM ingebracht voor een gezamenlijke waarde van 293,4 miljoen euro in ruil voor de uitgifte van 4.075.458 nieuwe aandelen in Leasinvest Real Estate. Na deze transactie wordt het kapitaal van Nextensa (voorheen Leasinvest Real Estate) vertegenwoordigd door 10.002.102 aandelen, waarvan AvH er 5.853.817 (inclusief 1.778.359 initiële aandelen) bezit en hiermee een controle- belang van 58,5% behoudt. Segment 4 Energy & Resources: SIPEF (vermogensmutatiemethode 35,13%), Verdant Bioscience (vermogensmuta- tiemethode 42%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 21,85%). De deelneming van AvH in SIPEF is in 2021 verhoogd van 34,68% tot 35,13%. AvH India Resources bezit geen andere deelnemingen dan in Sagar Cements. Segment 5 AvH & Growth Capital • AvH, AvH Growth Capital & subholdings (integrale consolidatie 100%) • Integraal geconsolideerde participaties: Agidens (85,0%) en Biolectric Group (55,8%) • Participaties opgenomen volgens vermogensmutatiemethode: Amsteldijk Be- heer (50%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Manuchar (30,0%, geherclasseerd naar ‘Bestemd voor verkoop’), Mediahuis Partners (26,7%), Mediahuis (13,5%), MediaCore (49,9%), OM Partners (20,0%), Tele- mond (50%), Turbo’s Hoet Groep (50%) en Van Moer Logistics (21,7%). • Niet-geconsolideerde participaties: Biotalys (11,9%), Bio Cap Invest (40%), HealthQuad Fund I (36,3%), HealthQuad Fund II (10%), Indigo Diabetes (9,1%), Medikabazaar (8,7%), MRM Health (16,2%), OncoDNA (9,8%), en Venturi Partners Fund I (20,0%). De uitoefening van opties (door het management) bij Agidens en de intrede van het management/nieuwe partner bij Biolectric resulteren in een daling van de controlebelangen met 1,26% respectievelijk 4,2%. Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de verkoop van 100% van de aandelen in Manuchar. Als gevolg van de aangekon- digde verkoop van de deelneming in Manuchar, die naar verwachting in de loop van het tweede trimester van 2022 zal worden afgerond, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar “Activa bestemd voor verkoop”. AvH heeft eind juni 2021 12,5 miljoen euro geïnvesteerd in een kapitaalverhoging van Van Moer Logistics en verwierf daarmee een participatie van 21,7%. Van Moer is een toonaangevende logistieke speler en zet maximaal in op multimodaal transport: een combinatie van binnenvaart, met vervoer per spoor en over de weg. Biotalys noteert sinds 2 juli 2021 op Euronext Brussel na het inzamelen van 52,8 miljoen euro nieuw kapitaal via een initieel openbaar aanbod (IPO). In de context van deze beursintroductie heeft AvH voor 4 miljoen euro bijkomend geïnvesteerd in Biotalys, waardoor de participatie uitkomt op 13,04% (11,85% fully diluted). HealthQuad (HQ I: AvH 36,3%, HQ II: AvH 10%) voltooide in December 2021 met succes de tweede closing van haar tweede fonds met meer dan 150 miljoen USD toegezegd kapitaal van prominente binnenlandse en internationale institutio- nele investeerders. AvH heeft 15 miljoen USD uitgetrokken voor HealthQuad II. Dit bedrag zal geïnvesteerd worden over een periode van 4 jaar. Het belang in HQ II daalde hierdoor naar 10% (2020: 22,1%). AvH heeft in september 2021 ingetekend op de Series C financieringsronde (75 miljoen USD of 64 miljoen euro) van Medikabazaar. Met een investering van 10 miljoen euro verhoogt AvH haar directe participatie in Medikabazaar van 5,4% naar 8,7% en zal AvH een beneficial aandeel van 10% hebben, rekening houdend met haar participatie in het HealthQuad I-fonds (AvH 36,3%) en het HealthQuad II-fonds (AvH 10%). AvH heeft in juni 2021 20 miljoen USD toegezegd om te investeren in Venturi Partners (AvH 20%), over 4 jaar. De eerste closing van Venturi Partners Fund I, waarin AvH een van de ankerinvesteerders is, werd voltooid met 100 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. Venturi Partners is een in Singapore gebaseerde fondsbe- heerder met een sterke focus op de consumentensector in India en Zuidoost-Azie. Jaarverslag 2021 | 167 Toelichting 6: Segmentinformatie – resultatenrekening 2021 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 Bedrijfsopbrengsten 3.782.502 205.011 237.428 18 89.529 -2.114 4.312.374 Verrichting van diensten 0 0 99.193 0 2.074 -1.988 99.279 Vastgoedopbrengsten 106.300 0 119.195 0 0 225.495 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 103.801 0 0 0 103.801 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 98.566 0 0 0 98.566 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.580.181 0 0 0 84.328 3.664.508 Overige bedrijfsopbrengsten 96.021 2.644 19.041 18 3.128 -126 120.726 Exploitatielasten (-) -3.612.459 -122.400 -175.942 -58 -116.029 2.898 -4.023.991 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.518.605 -24.176 -80.876 -58 -53.125 2.898 -2.673.943 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -22.759 0 0 0 -22.759 Personeelslasten (-) -697.784 -57.533 -75.769 0 -46.604 -877.690 Afschrijvingen (-) -326.558 -7.220 -11.967 0 -4.808 -350.553 Bijzondere waardeverminderingen (-) -36.202 2.181 -793 0 -10.995 -45.810 Overige exploitatielasten (-) -32.884 -12.483 -6.810 0 -510 0 -52.687 Voorzieningen -425 -409 272 0 13 -550 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 0 0 9.593 0 24.456 0 34.048 Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 16.621 0 24.456 41.077 Vastgoedbeleggingen 0 0 -7.029 0 0 -7.029 Winst (verlies) op de overdracht van activa 26.003 492 4.984 0 3.221 0 34.699 Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 6.071 492 581 0 39 7.182 Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 4.403 0 0 4.403 Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 19.931 0 0 0 3.019 22.951 Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 0 0 0 0 163 163 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 196.045 83.103 76.062 -40 1.176 784 357.130 Financieel resultaat -14.378 208 -15.317 7 3.037 -784 -27.227 Renteopbrengsten 8.142 16 2.493 0 2.406 -1.116 11.941 Rentelasten (-) -18.778 -2 -15.514 0 -516 1.116 -33.694 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten 7.313 0 -87 4 -174 7.056 Overige financiële opbrengsten (kosten) -11.055 193 -2.208 4 1.320 -784 -12.530 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 0 376 5.642 0 0 6.018 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermo- gensmutatie is toegepast 23.615 131.950 20.724 30.232 48.669 255.191 Overige niet-exploitatiebaten 0 0 0 0 548 548 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 205.282 215.636 87.111 30.199 53.430 0 591.659 Winstbelastingen -45.293 -19.599 -13.674 0 -884 0 -79.449 Uitgestelde belastingen 13.700 -1.274 -7.685 0 882 5.624 Belastingen -58.993 -18.325 -5.989 0 -1.766 -85.073 Winst (verlies) na belasting uit voortgezette be- drijfsactiviteiten 159.989 196.038 73.438 30.199 52.546 0 512.210 Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden be- eindigd 0 0 0 0 -150 -150 Winst (verlies) van het boekjaar 159.989 196.038 73.438 30.199 52.396 0 512.060 Aandeel van het minderheidsbelang 60.943 12.936 30.744 222 402 105.246 Aandeel van de groep 99.046 183.102 42.694 29.978 51.994 406.814 168 | Your partner for sustainable growth Commentaar bij de segmentinformatie – resultatenre- kening In 2021 is de consolidatiekring van AvH slechts beperkt gewijzigd (cfr toelichting 6 van dit rapport): AvH Growth Capital verwierf een 21,74%-deelneming in Van Moer Logistics die via vermogensmutatie wordt verwerkt en Leasinvest Real Estate en Extensa (beide integraal geconsolideerd) gingen in Q3 2021 op in de nieuwe geïntegreerde vastgoedgroep Nextensa, die eveneens integraal wordt geconsoli- deerd. De vergelijkbaarheid van de resultatenrekening van 2021 met die van het jaar voordien wordt bijgevolg niet vertekend door belangrijke wijzigingen in de samenstelling van de AvH-groep. AvH realiseert in 2021 een groepswinst van 406,8 miljoen euro, een stijging met 177,0 miljoen euro (+77%) ten opzichte van het jaar voordien. Deze sterke verbe- tering is te danken aan een forse stijging van de winst uit bedrijfsactiviteiten (+133,1 miljoen euro) en uit vermogensmutaties (+75,9 miljoen euro), aangevuld met een verbetering met 46,5 miljoen euro van het financieel resultaat. Deze ho- gere resultaten hadden wel een 32,7 miljoen euro stijging van de winstbelastingen voor gevolg, net zoals een 57,4 miljoen euro groter resultaatsaandeel dat toekomt aan de minderheidsbelangen. De bedrijfsopbrengsten groeiden in 2021 met 10% tot 4.312,4 miljoen euro (2020: 3.910,3 miljoen euro). Daarmee overtreft AvH ook de bedrijfsopbrengsten van 2019, een jaar dat nog niet negatief beïnvloed werd door de coronapandemie. De mooie groei in bedrijfsopbrengsten in vergelijking tot 2020 komt in belangrijke mate voort uit “Marine Engineering & Contracting”, waar DEME en CFE voor 314,8 miljoen euro (+14%), respectievelijk 123,6 miljoen euro (+14%) bijko- mende projectopbrengsten rapporteren. De stijging bij DEME situeert zich in 2021 voornamelijk in de bagger- en de infra-activiteiten. CFE groeit in 2021 vooral in de afdelingen Multitechnieken (+19%) en Bouw (+13%, vooral in Polen en Luxem- burg). “Marine Engineering & Contracting” draagt in 2021 96,0 miljoen euro bij tot de overige bedrijfsopbrengsten. Bij DEME omvat deze post o.a. 15,0 miljoen euro ver- goedingen die verband houden met de (laattijdige) ingebruikname van de Sparta- cus, ’s werelds krachtigste snijkopzuiger. Bij CFE bedragen de overige bedrijfsop- brengsten 43,7 miljoen euro en hebben betrekking op ontvangen huuropbreng- sten, doorrekeningen en andere vergoedingen. De sterke commerciële prestatie van Bank Van Breda vertaalt zich in een sterke aangroei van de beleggingen voor rekening van het clienteel en van de commissies die daaruit voortkomen. De gestegen kredietverlening aan vrije beroepen en on- dernemingen zorgt voor een beperkte, doch positieve, aangroei van de rente-op- brengsten. Hoewel Anima in het jaar 2021 nog hinder ondervond van heropflakkeringen van de corona-pandemie, is het haar gelukt de bezettingsgraad vanaf het tweede se- mester terug te laten toenemen. In combinatie met een beperkte aangroei van haar netwerk tot 2.567 plaatsen (+1%), slaagde Anima erin haar bedrijfsopbrengsten te laten toenemen tot 106,1 miljoen euro (+5%). Dankzij de heropleving van de residentiële verkopen en de huuropbrengsten van de activa die Nextensa heeft verkregen van zowel Extensa als Leasinvest Real Estate, draagt Nextensa in totaal voor 131,3 miljoen euro bij tot de bedrijfsopbrengsten van de AvH-groep. De projectopbrengsten in”Growth Capital” zijn afkomstig van de integraal gecon- solideerde deelnemingen Biolectric en Agidens. Deze laatste verkocht in de loop van het jaar 2021 haar filiaal Agidens Infra, met een daling van de omzet voor gevolg. Tegenover de 402,1 miljoen euro hogere bedrijfsopbrengsten, stijgen de exploi- tatielasten met 250,9 miljoen euro (+7%). Deze stijging is het sterkst bij perso- neelskosten (+7%), gevolgd door “grond- en hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk” met een stijging van 6%. Ten laste van de resultaten 2021 werden voor een bedrag van 45,8 miljoen euro bijzondere waardeverminderingen verwerkt (2020: 9,6 miljoen euro), waar- onder 25,5 miljoen euro door DEME op twee oudere snijkopzuigers, 9,6 miljoen euro op handelsvorderingen bij CFE en DEME en voor 11,0 miljoen euro op finan- ciële vaste activa bij AvH. In “Private Banking” nemen de exploitatielasten bij Bank Van Breda per saldo met slechts 2,4 miljoen euro toe, tegenover de realisatie van 20,6 miljoen euro bijko- mende bedrijfsopbrengsten. Alhoewel de 2,2 miljoen euro aan terugnames van eerdere waardeverminderingen een gunstig effect hierop hadden, illustreert dit vooral de sterke kostendiscipline binnen de bank met een cost-income ratio die verder daalt van 56,6% in 2020 naar 55,1% voor het jaar 2021. Moeilijke werkomstandigheden als gevolg van de heropflakkeringen van de co- rona-pandemie in 2021 in combinatie met een weliswaar beperkte capaciteitsuit- breiding, leiden tot een stijging van de exploitatiekosten bij Anima tot 96,9 miljoen euro. Deze stijging met 5,1 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar is in belangrijke mate te verklaren door de personeelskosten die met 4,0 miljoen euro toenemen. De totale afschrijvingslast bedraagt 350,6 miljoen euro en blijft op hetzelfde niveau als in 2020. DEME neemt daarvan 304,8 miljoen euro voor haar rekening, een bedrag dat eveneens nagenoeg ongewijzigd is ten opzichte van het jaar voor- dien. DEME’s aanzienlijke investeringen van het jaar 2021 zorgen niet voor een noemenswaardige verhoging van de afschrijvingslast in 2021, wat verklaard wordt door het slechts prorata temporis afschrijven van tuigen die in de loop van het jaar (2021: Spartacus, Groene Wind en 2020 : Scheldt River, Thames River) in gebruik werden genomen en door de versnelde afschrijvingen op bepaalde tuigen in 2020. De opname aan reële waarde van activa/passiva levert in 2021 een winst van 34,0 miljoen euro op, in vergelijking tot een verlies van 3,8 miljoen euro in 2020. Nextensa draagt daar in 2021 9,6 miljoen euro toe bij. Dat is het saldo van enerzijds het effect van de stijging van de beurskoers van Retail Estates tot 71,4 euro per aandeel op jaareinde 2021 (2020: 59,1 euro) met een positief effect van 16,6 miljoen euro (deel groep: 6,1 miljoen euro) voor gevolg en anderzijds van 7,0 miljoen euro negatieve waarde-aanpassingen op de vastgoedportefeuille van Nex- tensa. In de Growth Capital-portefeuille van AvH wordt het belang in Biotalys sinds diens IPO in 2021 aan beurskoers gewaardeerd, met een opwaartse waarde-aan- passing van 13,0 miljoen euro voor gevolg. De toepassing van een “reële waarde”- benadering op de overige financiële vaste activa uit die portefeuille leidde tot een bijkomend positief resultaat van 11,5 miljoen euro onder andere dankzij de gun- stige waarde-ontwikkeling van Medikabazaar, waar in 2021 een nieuwe kapitaal- ronde aan een duidelijk hogere waardering plaats vond en aan de gunstige waarde-ontwikkeling van de beperkte beleggingsportefeuille van AvH. De AvH-groep heeft in 2021 34,7 miljoen euro meerwaarden verwezenlijkt, aan- zienlijk minder dan de 90,7 miljoen euro meerwaarden die in 2020 werden gerea- liseerd. Het bedrag van 2020 werd sterk beïnvloed door de verkoop door DEME van haar 12,5%-belang in het Duitse offshore windpark Merkur, wat 63,9 miljoen euro meerwaarde opleverde. Diezelfde verkoop leverde DEME in 2021 overigens nog een bijkomende meerwaarde op van 12,2 miljoen euro. Samen met het resul- taat op de verkoop van enkele tuigen (oa. Goliath, Thornton) verklaart dit het me- rendeel van 16,2 miljoen euro meerwaarden bij DEME. CFE realiseerde in 2021 9,7 miljoen euro meerwaarden, onder meer uit de verkoop van (deelnemingen in) vastgoedpromoties. In AvH & Growth Capital realiseerde Agidens een meerwaarde van 4,2 miljoen euro op de verkoop van haar Infra-activiteit en boekte AvH een beperkt negatief resultaat op het afstoten van enkele kleinere deelnemingen. De netto-interestlasten van de groep vallen over het volledige jaar 2021 4,1 miljoen euro lager uit. DEME rapporteert zelfs een verbetering van 5,2 miljoen euro, dankzij een verdere afbouw van haar netto-schuldpositie met 96,4 miljoen euro in 2021. De wisselkoersresultaten en overige financiële kosten eindigen per saldo 5,4 miljoen euro negatief in 2021, ten opzichte van 47,9 miljoen euro negatief in 2020. De grootste verbetering (20,5 miljoen euro) wordt gerealiseerd in “Real Es- tate & Senior Care”. Leasinvest Real Estate had in 2020 een aantal interestindek- kingen verbroken en daarop een verlies gerealiseerd van 20,3 miljoen euro. De appreciatie van verschillende vreemde munten ten opzichte van de euro, levert DEME in totaal 6,1 miljoen euro positieve wisselkoerverschillen op, in plaats van verliezen in vorig jaar. Jaarverslag 2021 | 169 De afgeleide instrumenten gewaardeerd aan reële waarde dragen in 2021 6,0 mil- joen euro positief bij, in contrast met een negatieve correctie van 5,2 miljoen euro in 2020. Vooral Nextensa geniet van de stijgende marktwaarde van indekkingsin- strumenten die haar beschermen tegen een stijging van de langetermijnrente. Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)-winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerap- porteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde participaties worden aangehouden. Met een bijdrage van 132,0 miljoen euro levert Delen Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+28,5 miljoen euro ten opzichte van 2020). Ook de “Growth Capital”- deelnemingen evolueerden succesvol in 2021, wat zich vertaalt in een aanzienlijk hogere winstbijdrage van 48,7 miljoen euro (een toename met 37,3 miljoen euro) dankzij o.a. Mediahuis, Manuchar en Turbo’s Hoet Group, die elk recordresultaten neerzetten in 2021. De winstbelastingen voor het volledige jaar 2021 bedragen 79,4 miljoen euro. Dat is 32,7 miljoen euro hoger dan het jaar voordien en in lijn met de hogere winst van de groep. Daarbij dient, net zoals in voorgaande jaren, te worden opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toe- gepast een netto-bijdrage betreft: de belastingen die door deze vennootschappen worden gedragen, zijn niet zichtbaar, aangezien deze bijdragen uit vermogensmu- tatie worden gerapporteerd op basis van het netto-resultaat (i.e. na belastingen) van deze vennootschappen. Na correctie voor deze vermogensmutaties vertegen- woordigt de totale belastingslast van 79,4 miljoen euro een belastings% van 23,6%. 170 | Your partner for sustainable growth Toelichting 6: Segmentinformatie – activa 2021 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 I. Vaste activa 3.306.744 5.659.635 1.678.291 288.169 388.042 -18.976 11.301.905 Immateriële vaste activa 116.186 722 32.291 0 192 149.391 Goodwill 174.019 134.247 7.836 0 11.727 327.829 Materiële vaste activa 2.464.061 54.113 214.463 0 30.208 2.762.846 Terreinen en gebouwen 172.474 44.965 188.134 0 21.011 426.584 Installaties, machines en uitrusting 1.934.994 1.694 3.742 0 3.780 1.944.209 Meubilair en rollend materieel 40.796 5.199 4.236 0 4.821 55.051 Overige materiële vaste activa 212 511 5.827 0 458 7.009 Activa in aanbouw 315.585 1.745 12.524 0 139 329.992 Vastgoedbeleggingen 0 0 1.267.150 0 0 1.267.150 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 267.220 805.182 44.287 288.169 242.338 1.647.196 Financiële vaste activa 141.434 2.050 110.470 0 101.058 -18.976 336.038 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 6.890 0 97.215 0 73.245 177.351 Vorderingen en borgtochten 134.544 2.050 13.255 0 27.813 -18.976 158.687 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 613 519 684 0 0 1.816 Uitgestelde belastingvorderingen 143.210 3.441 1.110 0 2.519 150.279 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar 0 4.659.360 0 0 0 4.659.360 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 4.634.354 0 0 0 4.634.354 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 25.007 0 0 0 25.007 II. Vlottende activa 2.167.320 3.068.501 347.088 652 119.244 -2.362 5.700.443 Voorraden 261.938 0 113.231 0 1.049 376.218 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 412.240 0 63.448 0 2.811 478.499 Geldbeleggingen 2 527.792 0 0 48.187 575.982 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 2 0 0 0 48.187 48.190 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 507.529 0 0 0 507.529 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 259 0 0 0 259 Financiële activa - at amortised cost 0 20.005 0 0 0 20.005 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 4.080 49 0 0 0 4.129 Vorderingen op ten hoogste één jaar 655.358 3.771 90.977 76 26.779 -1.919 775.043 Handelsvorderingen 570.349 56 39.665 0 19.810 -1.169 628.710 Overige vorderingen 85.009 3.716 51.312 76 6.970 -750 146.332 Terug te vorderen belastingen 36.238 1.895 4.111 0 351 42.595 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar 0 2.477.238 0 0 0 2.477.238 Banken - interbancaire vorderingen 0 138.014 0 0 0 138.014 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 1.113.898 0 0 0 1.113.898 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 698 0 0 0 698 Banken - tegoeden centrale banken 0 1.224.628 0 0 0 1.224.628 Geldmiddelen en kasequivalenten 726.526 45.362 73.327 576 37.938 883.730 Overlopende rekeningen en overige vlottende activa 70.938 12.393 1.993 0 2.129 -443 87.010 III. Activa bestemd voor verkoop 32.456 0 141.259 0 56.963 230.679 Totaal der activa 5.506.520 8.728.136 2.166.638 288.822 564.249 -21.338 17.233.026 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Segmentinformatie - proforma omzet Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.370.921 522.262 218.387 51.767 633.176 -1.988 3.794.525 Overige landen binnen Europa 609.197 75.724 0 4.021 111.032 799.975 Landen buiten Europa 706.362 107.334 611.664 1.425.361 Totaal 3.686.480 597.986 218.387 163.122 1.355.872 -1.988 6.019.860 De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel. Jaarverslag 2021 | 171 Toelichting 6: Segmentinformatie – eigen vermogen en verplichtingen 2021 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 I. Totaal eigen vermogen 2.027.218 1.592.550 852.585 288.816 473.834 5.235.002 Eigen vermogen - deel groep 1.238.409 1.450.856 513.092 288.816 466.055 3.957.228 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.301.088 1.447.897 518.993 277.807 397.232 3.943.016 Herwaarderingsreserves -62.678 2.959 -5.901 11.009 -11.833 -66.445 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 1.620 0 0 0 1.620 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 126 0 0 0 126 Afdekkingsreserve -24.778 0 -6.080 -194 2 -31.050 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -26.068 -1.238 0 -1.469 4.317 -24.458 Omrekeningsverschillen -11.832 2.451 179 12.672 -16.152 -12.682 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -33.251 -33.251 Minderheidsbelang 788.808 141.694 339.494 0 7.778 1.277.774 II. Langlopende verplichtingen 1.001.586 749.813 790.873 0 14.617 -18.976 2.537.913 Voorzieningen 36.002 6.756 1.659 0 732 45.149 Pensioenverplichtingen 77.183 4.224 16 0 316 81.739 Uitgestelde belastingverplichtingen 101.775 0 58.982 0 1.093 161.849 Financiële schulden 721.091 5.673 700.141 0 11.970 -18.976 1.419.899 Leningen van banken 502.059 0 514.708 0 8.806 1.025.574 Obligatieleningen 30.612 0 140.734 0 0 171.345 Achtergestelde leningen 61.625 0 0 0 0 61.625 Leasingschulden 97.729 5.673 42.948 0 3.163 149.514 Overige financiële schulden 29.065 0 1.751 0 0 -18.976 11.841 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 26.868 26.452 20.714 0 0 74.034 Overige schulden 38.669 22.062 9.361 0 507 70.598 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 684.646 0 0 0 684.646 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 0 0 0 0 0 0 Banken - deposito’s van klanten 0 644.663 0 0 0 644.663 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.983 0 0 0 39.983 III. Kortlopende verplichtingen 2.477.716 6.385.773 523.180 6 75.799 -2.362 9.460.112 Voorzieningen 29.789 46 5.572 0 262 35.670 Pensioenverplichtingen 0 298 8 0 0 305 Financiële schulden 529.567 2.516 383.659 0 46.727 -750 961.720 Leningen van banken 367.426 0 157.362 0 2.341 527.129 Obligatieleningen 29.899 0 44.920 0 0 74.819 Achtergestelde leningen 33.527 0 0 0 0 33.527 Leasingschulden 29.646 2.516 2.393 0 1.643 36.198 Overige financiële schulden 69.070 0 178.983 0 42.744 -750 290.047 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 14.080 2.234 0 0 0 16.315 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 333.773 0 0 0 8.110 341.883 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.451.567 21.240 73.864 2 19.185 -1.169 1.564.689 Handelsschulden 1.095.776 43 43.226 2 7.235 -1.169 1.145.112 Ontvangen vooruitbetalingen 101.067 0 13 0 0 101.080 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 183.285 12.865 13.434 0 10.501 220.085 Overige schulden 71.439 8.332 17.191 0 1.449 98.411 Te betalen belastingen 92.391 7 15.846 3 949 109.196 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 6.354.225 0 0 0 6.354.225 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 0 425.353 0 0 0 425.353 Banken - deposito’s van klanten 0 5.723.461 0 0 0 5.723.461 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 205.412 0 0 0 205.412 Overlopende rekeningen 26.549 5.206 44.231 0 565 -443 76.108 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.506.520 8.728.136 2.166.638 288.822 564.249 -21.338 17.233.026 172 | Your partner for sustainable growth Commentaar bij de segmentinformatie – balans Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is in 2021 verder aangegroeid tot 17.233,0 miljoen euro, een stijging met 1.004,3 miljoen euro (+6%) ten opzichte van jaareinde 2020. Deze toename komt vooral voor rekening van de segmenten “Private Banking” (+644,9 miljoen euro), “Marine Engineering & Contrac- ting”(+164,6 miljoen euro) en “AvH & Growth Capital” (+85,6 miljoen euro). Zoals ook reeds werd opgemerkt in voorgaande jaren, heeft de integrale consoli- datie van de 78,75%-deelneming in Bank Van Breda een aanzienlijke impact op zowel de hoogte van de totale balans, als op de samenstelling ervan. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank Van Breda immers in verhouding tot de andere vennootschappen uit de groep een zeer groot balanstotaal. De inte- grale consolidatie van Bank Van Breda draagt 7.792 miljoen euro (45%) bij tot het balanstotaal van de groep AvH. Bovendien heeft Bank Van Breda een specifieke balansstructuur, aangepast aan en opgebouwd in functie van haar activiteiten. Hoewel Bank Van Breda tot de best gekapitaliseerde bankinstellingen in België behoort, heeft ze toch duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige deel- nemingen van de AvH-groep. Om het inzicht in de geconsolideerde balans te ver- gemakkelijken, worden een aantal posten uit de balans van Bank Van Breda daarom gegroepeerd op afzonderlijke lijnen. Goede commerciële prestaties bij Bank Van Breda hebben in 2021 geleid tot een sterke stijging van de toevertrouwd vermogens. De cliëntendeposito’s groeiden met 8% (+461 miljoen euro) in 2021, tegenover een toename met 6% van de kredietportefeuille tot 5.748,2 miljoen euro. In 2021 heeft Bank Van Breda voor 100 miljoen euro bijkomend beroep gedaan op het TLTRO-programma van de ECB, dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten. Zowel Bank Van Breda’s tegoeden bij centrale banken zijn gestegen tot 1.224,6 miljoen euro (+232,8 miljoen euro) als haar beleggingsportefeuille tot 527,8 mil- joen euro (+32,6 miljoen euro). Zowel de immateriële vaste activa (+1,6 miljoen euro), als de goodwill (+1,9 miljoen euro), zijn in AvH’s geconsolideerde balans nagenoeg ongewijzigd geble- ven in vergelijking tot jaareinde 2020. De materiële vaste activa bedragen op 31 december 2021 2.762.8 miljoen euro, een lichte daling met 62,7 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar. DEME zette haar investeringen in 2021 nochtans onverstoord door en investeerde 282,0 miljoen euro. De snijkopzuiger Spartacus en het onderhoudsschip Groene Wind werden in 2021 in gebruik genomen. Per saldo dalen DEME’s materiële vaste ac- tiva evenwel, als gevolg van afschrijvingen (reguliere en bijzondere waardevermin- deringen) en door de overboeking van het offshore installatieschip Thor naar “Ac- tiva bestemd voor verkoop”. De daling van de vastgoedbeleggingen met 146,9 miljoen euro wordt verklaard door de opname van een drietal gebouwen in de balansrubriek ‘Activa bestemd voor verkoop’. Twee gebouwen (The Crescent en Monnet) werden inmiddels in februari 2022 verkocht. De “Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast” omvatten de participaties in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen con- trolebelang wordt aangehouden. Dit is o.m. het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook voor de meeste deelnemingen binnen het “Growth Capital”-gedeelte van de AvH-portefeuille. De stijging van de “Ondernemingen waarop vermogensmuta- tie is toegepast” voor een bedrag van 191,1 miljoen euro is te verklaren door AvH’s 255,2 miljoen euro aandeel in de winsten van deze deelnemingen, maar wordt verminderd met de dividenden die deze deelnemingen uitkeren naar AvH. Boven- dien heeft AvH Growth Capital in 2021 een nieuwe deelneming verworven in Van Moer Logistics. Als gevolg van de aangekondigde verkoop van de deelneming in Manuchar, die naar verwachting in de loop van het tweede trimester van 2022 zal worden afgerond, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar “Activa bestemd voor verkoop”. De stijging van de “Financiële activa: aandelen – fair value through P&L” in het segment “Real Estate & Senior Care” wordt voor 16,6 miljoen euro veroor- zaakt door de stijging van de marktwaarde (beurskoers) van de aandelen Retail Estates die in het bezit zijn van Nextensa. De toename bij “AvH & Growth Capital” wordt hoofdzakelijk verklaard door de bijkomende investeringen in o.a. de Venturi- en Healthquad-fondsen, Medikabazaar, Biotalys en MRM Health, en door de her- waardering van de niet-geconsolideerde participaties aan beurswaarde (Biotalys) of aan waarderingen van recente kapitaalrondes (Medikabazaar). Ondanks de hogere activiteitsgraad in 2021, blijven de wijzigingen in de posten “Voorraden”, “Vorderingen op ten hoogste één jaar” en het nettobedrag aan “Be- dragen verschuldigd door/aan klanten voor onderhanden projecten” en “handels- schulden” per saldo vrij beperkt. Dit illustreert de inspanningen die de dochterbe- drijven hebben geleverd om hun netto-bedrijfskapitaalbehoeften onder con- trole te houden. Geldmiddelen en kasequivalenten zijn met 41,3 miljoen euro toegenomen in 2021 tot 883,7 miljoen euro, waarvan 726,5 miljoen euro zich binnen het segment “Marine Engineering & Contracting” bevindt. Die positie moet uiteraard in combi- natie met financiële schulden aan de passiva-kant worden bekeken. De goede gang van zaken heeft DEME inderdaad toegelaten om haar netto financiële positie met 96,4 miljoen euro te verbeteren. De evolutie van het eigen vermogen wordt toegelicht in de Toelichting Mutatie- overzicht van het geconsolideerd eigen vermogen. Voorzieningen op lange termijn blijven ongeveer ongewijzigd (45,1 miljoen euro). Dit bedrag bestaat uit voorzieningen die door bepaalde participaties zelf werden aangelegd, uit voorzieningen voor deelnemingen waarvan de vermogens- mutatiewaarde negatief is geworden en tenslotte ook nog uit een voorziening van 12,5 miljoen euro voor voorwaardelijke verplichtingen die werden aangelegd naar aanleiding van de verwerving van de controle over CFE in 2013. In 2021 werd van deze “voorwaardelijke verplichtingen” overigens voor 2,5 miljoen euro terugge- nomen, na het uitdoven van het onderliggende risico. De financiële schulden bedragen op jaareinde 2021 1.419,9 miljoen euro op lange termijn en 961,7 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een sterke da- ling met 177,7 miljoen euro in 2021, waarvan 189,7 miljoen euro bij DEME. Jaarverslag 2021 | 173 Toelichting 6: Segmentinformatie – kasstroomoverzicht 2021 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 778.444 17.670 34.372 370 11.552 0 842.408 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 196.045 83.103 76.062 -40 1.176 784 357.130 Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desin- vesteringen -26.003 -492 -4.984 0 -3.221 -34.699 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 23.474 78.810 0 259 9.954 112.496 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 0 0 0 548 548 Winstbelastingen (betaald) -52.717 -18.325 -5.989 0 -1.766 -78.797 Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen 326.558 7.220 11.967 0 4.808 350.553 Bijzondere waardeverminderingen 36.202 -2.129 793 0 10.995 45.861 Aandelenoptieplannen 0 4.115 -339 0 1.121 4.896 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultaten- rekening 0 0 -9.593 0 -24.456 -34.048 (Afname) toename van voorzieningen 1.706 -5.681 -280 0 -13 -4.268 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 562 844 0 0 -209 1.197 Cashflow 505.828 147.465 67.637 219 -1.062 784 720.869 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal -6.250 15.046 45.427 -46 9.100 -2.400 60.876 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten -3.574 0 16.081 0 6.288 18.796 Afname (toename) van vorderingen -108.191 -84.816 41.752 -45 7.553 81.000 -62.748 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -538.081 0 0 0 -538.081 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) 109.259 85.057 2.858 -1 -4.697 -83.400 109.076 Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) 0 555.645 0 0 0 555.645 Afname (toename) overige -3.744 -2.760 -15.264 0 -44 -21.812 Operationele cashflow 499.577 162.511 113.065 172 8.038 -1.616 781.745 Investeringen -339.715 -200.989 -55.459 -2.338 -39.796 769 -637.527 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -299.310 -4.001 -13.333 0 -2.374 -319.018 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -36.479 0 0 -36.479 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -22.150 0 -5.881 -2.338 -36.154 -66.523 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 953 0 235 0 0 1.187 Nieuwe leningen toegestaan -19.207 -419 0 0 -1.202 769 -20.059 Verwerving van geldbeleggingen 0 -196.569 0 0 -66 -196.635 Desinvesteringen 53.712 157.143 28.834 0 28.192 -1.676 266.205 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 31.817 963 1.848 0 60 34.687 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 26.987 0 0 26.987 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 8.740 426 0 0 19.002 28.169 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen -35 0 0 0 -481 -517 Terugbetaalde leningen 13.190 0 0 0 1.678 -1.676 13.192 Overdracht van geldbeleggingen 0 155.753 0 0 7.934 163.687 Investeringscashflow -286.003 -43.846 -26.624 -2.338 -11.604 -907 -371.322 Financiële operaties Ontvangen dividenden 0 1.124 6.082 0 1.234 8.441 Ontvangen interesten 8.142 16 2.493 0 2.406 -1.116 11.941 Betaalde interesten -17.498 -62 -15.691 0 -516 1.116 -32.651 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -4.181 -1 -8.377 7 -7 -784 -13.343 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -3.132 -3.132 Toename van financiële schulden 94.243 0 111.070 0 97.268 -84.150 218.432 (Afname) van financiële schulden -326.766 -5.964 -112.074 0 -90.485 87.457 -447.831 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 589 0 0 0 585 1.174 Dividenden uitgekeerd door AvH 0 0 0 0 -77.890 -77.890 Dividenden uitgekeerd intragroep -15.721 -83.600 -9.336 0 108.657 0 Dividenden uitgekeerd aan derden -11.363 -2.486 -21.717 0 -82 -35.649 Financieringscashflow -272.554 -90.973 -47.551 7 38.039 2.523 -370.508 II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequiva- lenten -58.979 27.692 38.890 -2.159 34.473 0 39.915 Transfert tussen segmenten 5.750 0 0 2.338 -8.088 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten 1.311 0 65 27 1 1.406 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 726.526 45.362 73.327 576 37.938 0 883.730 174 | Your partner for sustainable growth Commentaar bij de segmentinformatie – kasstroom- overzicht De geconsolideerde cashflow van AvH komt uit op 720,9 miljoen euro, een stij- ging met 252,4 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (+53,9%). Deze stijging komt voor 133,1 miljoen euro voort van de toegenomen winst uit de bedrijfsactiviteiten, waaruit het sterke herstel in 2021 van de bedrijfswin- sten blijkt na het door de corona-pandemie geteisterde jaar 2020. Bovendien viel in 2021 het aandeel hierin van “winst op de overdracht van activa”, die wordt overgeheveld naar de investeringscashflow, met 34,7 miljoen euro beperkter uit dan in 2020 (90,7 miljoen euro), zoals beschreven in de commentaren bij de resultatenrekening. In 2021 ontving AvH 112,5 miljoen euro dividenden van deelnemingen die via vermogensmutatie worden verwerkt. De sterke stijging ten opzichte van het bedrag van vorig boekjaar (38,0 miljoen euro) wordt grotendeels verklaard door de richtlijnen van de ECB aan de banken in de Europese Unie (en overgeno- men door de NBB) om in 2020 hun eigen vermogen te beschermen door geen dividenden uit te keren. In toepassing hiervan keerde Delen Private Bank geen di- vidend uit tijdens het jaar 2020, tegenover 78,8 miljoen euro (voor het deel van AvH) in 2021. In “Marine Engineering & Contracting” hebben DEME en CFE res- pectievelijk 10,5 miljoen euro en 7,9 miljoen euro aan dividenden ontvangen van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. AvH ontving in 2021 voor in totaal 10,0 miljoen euro dividenden vanuit verschillende participaties uit “Growth Capital” en “Energy & Resources” Bij de aanpassingen voor niet-geldelijke posten, blijven afschrijvingen en bij- zondere waardeverminderingen de belangrijkste. Deze hebben wel een nega- tieve impact op het gerapporteerde resultaat, doch vertegenwoordigen geen cash- uitgave. De totale afschrijvingslast viel in 2021 met 350,6 miljoen euro quasi gelijk uit met het jaar voordien, waarvan de overgrote meerderheid (304,8 miljoen euro) voor rekening van DEME. Bijzondere waardeverminderingen vielen in 2021 wel hoger uit en stegen tot 45,9 miljoen euro, waarvan 29,0 miljoen euro voor reke- ning van DEME, 7,2 miljoen euro voor CFE en valt het saldo bij AvH & Subholdings. Bank Van Breda kon evenwel 2,2 miljoen euro van eerdere waardeverminderingen terugnemen, terwijl in 2020 nog specifieke provisies voor kredietverliezen dienden te worden aangelegd omwille van de mogelijke impact van Covid-19 op de kre- dietportefeuille van de bank. Ook de resultaten die voortkomen uit de herwaardering (opwaarts of neer- waarts) aan rëele waarde, worden uit de cash-flow verwijderd. In 2021 hadden deze een positief effect op het resultaat van het boekjaar van 34,0 miljoen euro tegenover een negatieve impact van 3,8 miljoen euro in 2020. Bank Van Breda heeft in 2021 voor 5,7 miljoen euro provisies aangewend, res- pectievelijk laten vrijvallen, onder meer als gevolg van het beëindigen van een dis- cussie mbt BTW en de volledige overname in eigen beheer van haar IT-infrastruc- tuur. In 2021 verminderde het bedrijfskapitaal met 60,9 miljoen euro,waarvan 15,0 miljoen euro voortkomt uit balansmutaties bij Bank Van Breda. In elk van de seg- menten van de AvH-groep daalt het bedrijfskapitaal, met uitzondering van “Ma- rine Engineering & Contracting” omwille van de hoge activiteit in het 4e trimester. Dankzij dit 60,9 miljoen euro lagere beslag door werkkapitaal op kasmiddelen van de groep, eindigt de totale operationele cashflow van groep op een bijzonder sterk niveau van 781,7 miljoen euro. De investeringen van de groep in materiële en immateriële vaste activa ble- ven ook in 2021 met 319,0 miljoen euro op een hoog niveau. Het zwaartepunt van deze investeringen ligt zoals gewoonlijk bij DEME dat 282,0 miljoen euro in- vesteerde in de modernisering en de uitbreiding van haar vloot, inclusief de 65,7 miljoen euro aan kosten voor onderhoud- en reparatiewerkzaamheden die de le- vensduur van het desbetreffende tuig verlengen en -conform IAS16- geactiveerd worden op de balans. Anima investeerde 10,9 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen euro in de in aanbouw zijnde nieuwbouwresidentie op Tour & Taxis. De 36,5 miljoen euro investeringen in vastgoedbeleggingen van 2021 hebben volledig betrekking op Nextensa, waarvan 13,4 miljoen euro toe te schrijven is aan investeringen aan diverse gebouwen in eigendom op de site van Tour & Taxis. In 2021 verwierf de groep voor 66,5 miljoen euro in financiële vaste activa. “Marine Engineering & Contracting” draagt daarvan voor 22,2 miljoen euro bij. Daarin zit o.a. DEME’s investering in de Taiwanese joint-venture vennootschap CDWE die op diverse Taiwanese offshore windprojecten actief zal worden en die daarvoor het installatieschip Green Jade bouwt. AvH investeerde in 2021 o.a. in Van Moer Logistics (12,5 miljoen euro), Medikabazaar (10,1 miljoen euro), Biotalys (4,0 miljoen euro), MRM Health en in de HealthQuad- en Venturi-fondsen. De verwerving van geldbeleggingen door Bank Van Breda voor een bedrag van 196,6 miljoen euro in de loop van het jaar 2021 dient samen te worden gezien met overdrachten van geldbeleggingen voor een bedrag van 155,8 miljoen euro. Dit resulteert uit verrichtingen die kaderen in het ALM-beleid van de bank. In 2021 werd voor 266,2 miljoen euro gedesinvesteerd. De desinvesteringen bedragen evenwel slechts 110,5 miljoen euro, indien abstractie wordt gemaakt van de overdrachten die te situeren zijn in de portefeuille van Bank Van Breda. Deze 110,5 miljoen euro viel behoorlijk lager uit dan het vergelijkbare bedrag van 213,3 miljoen euro in 2020 (met o.a de verkoop door DEME van haar belang in het Duitse offshore windmolenpark Merkur). Verder werd in 2021 binnen “Marine engineering & Contracting” voor 13,2 miljoen euro aan terugbetalingen op lenin- gen ontvangen, waarvan het grootste deel afkomstig is van de windmolenparken SeaMade, Rentel en C-Power. Binnen het segment “Real Estate & Senior Care” werd door Nextensa een unit op Brixton Business Park verkocht, alsook het pand Diekirch Match. In “Growth Capital” rondde Agidens de verkoop van haar Infra- tak af en AvH verkocht enkele kleinere deelnemingen. In de financieringscashflow vertegenwoordigt het dividend van 6,1 miljoen euro dat Nextensa heeft ontvangen van Retail Estates de grootste post in de ontvan- gen dividenden. De dalende netto-schuldpositie van de groepsmaatschappijen (en in het bijzonder van DEME), verklaart de vermindering van de (netto) betaalde interesten in vergelijking tot het jaar voordien. De daling van de diverse financiële lasten wordt verklaard door positieve wisselkoersresultaten, maar ook door het verbreken in 2020 door Leasinvest Real Estate van bepaalde interestindekkingen, wat toen re- sulteerde in een cash-verlies van 20,3 miljoen euro. AvH keerde in 2021 een dividend van 77,9 miljoen euro uit aan haar aandeelhou- ders. De dividenden uitgekeerd aan derden werden voornamelijk betaald aan de minderheidsaandeelhouders van Leasinvest Real Estate, CFE en Bank Van Breda. Jaarverslag 2021 | 175 Evolutie financiële schulden (cash & non-cash) (€ 1.000) Financiële schulden (31-12-2020) 2.559.350 Beweging in Cashflow statement -229.398 Overige bewegingen : - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities 0 - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen -578 - IFRS 16 Leases 51.225 - Wisselkoers-effecten 915 - Overige 105 Financiële schulden (31-12-2021) 2.381.618 Evolutie van de thesaurie van de AvH-groep 2017-2021 (1) € Miljoen 2021 2020 2019 2018 2017 Eigen aandelen 46,0 39,6 40,8 34,7 35,5 Overige beleggingen - Portefeuille aandelen 48,2 51,2 55,7 37,2 40,0 - Termijndeposito's 6,0 0,0 155,9 23,9 1,3 Liquide middelen 20,3 8,1 27,0 31,2 49,7 Financiële schulden ('commercial paper') -42,7 -31,0 -12,0 -24,0 -46,2 Nettothesauriepositie 77,7 68,0 267,4 102,9 80,2 (1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd. 176 | Your partner for sustainable growth Toelichting 6: Segmentinformatie – resultatenrekening 2020 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 Bedrijfsopbrengsten 3.413.486 184.440 207.424 9 106.945 -2.056 3.910.250 Verrichting van diensten 0 0 95.819 0 1.966 -1.906 95.880 Vastgoedopbrengsten 131.105 0 95.363 0 0 226.468 Rente-opbrengsten bancaire activiteiten 0 102.803 0 0 0 102.803 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 0 77.857 0 0 0 77.857 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden 3.163.831 0 0 0 100.277 3.264.108 Overige bedrijfsopbrengsten 118.550 3.780 16.242 9 4.702 -150 143.134 Exploitatielasten (-) -3.394.235 -119.974 -142.824 -96 -118.756 2.839 -3.773.047 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -2.391.094 -25.452 -50.848 -96 -67.358 2.839 -2.532.009 Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) 0 -22.710 0 0 0 -22.710 Personeelslasten (-) -652.373 -47.396 -71.731 0 -45.089 -816.589 Afschrijvingen (-) -326.888 -7.054 -11.511 0 -5.319 -350.772 Bijzondere waardeverminderingen (-) -1.397 -5.488 -2.613 0 -94 -9.592 Overige exploitatielasten (-) -21.597 -10.884 -6.684 0 -631 0 -39.797 Voorzieningen -887 -990 563 0 -264 -1.579 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 0 0 -2.116 0 -1.689 0 -3.805 Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) 0 0 -33.513 0 -1.689 -35.201 Vastgoedbeleggingen 0 0 31.396 0 0 31.396 Winst (verlies) op de overdracht van activa 83.941 -18 3.170 0 3.573 0 90.666 Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa 12.023 0 143 0 5 12.172 Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen 0 0 2.211 0 0 2.211 Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa 71.918 0 816 0 3.103 75.837 Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa 0 -18 0 0 464 446 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063 Financieel resultaat -41.646 -8 -33.580 -35 2.333 -783 -73.718 Renteopbrengsten 7.712 0 5.183 0 1.926 -1.084 13.737 Rentelasten (-) -24.109 -7 -15.956 0 -588 1.084 -39.576 (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten -16.485 0 -90 -34 -89 -16.698 Overige financiële opbrengsten (kosten) -8.765 0 -22.716 -1 1.083 -783 -31.182 Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening 0 136 -5.378 0 0 -5.242 Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermo- gensmutatie is toegepast 37.229 103.469 20.165 7.045 11.345 179.253 Overige niet-exploitatiebaten 0 0 0 0 0 0 Overige niet-exploitatielasten (-) 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) vóór belasting 98.775 168.045 46.861 6.923 3.752 0 324.356 Winstbelastingen -24.051 -17.270 -4.104 0 -1.317 0 -46.742 Uitgestelde belastingen 35.462 1.461 7.527 0 243 44.693 Belastingen -59.512 -18.731 -11.632 0 -1.560 -91.435 Winst (verlies) na belasting uit voortgezette be- drijfsactiviteiten 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614 Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden be- eindigd 0 0 0 0 0 0 Winst (verlies) van het boekjaar 74.724 150.775 42.757 6.923 2.434 0 277.614 Aandeel van het minderheidsbelang 28.033 9.461 10.094 107 128 47.823 Aandeel van de groep 46.691 141.315 32.662 6.817 2.306 229.791 Jaarverslag 2021 | 177 Toelichting 6: Segmentinformatie – kasstroomoverzicht 2020 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans 644.971 18.270 41.008 220 183.517 0 887.985 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 103.192 64.448 65.654 -87 -9.927 783 224.063 Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desin- vesteringen -83.941 18 -3.170 0 -3.573 -90.666 Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 33.692 0 972 293 3.085 38.042 Overige niet-exploitatiebaten (lasten) 0 0 0 0 0 0 Winstbelastingen (betaald) -38.518 -18.731 -11.632 0 -1.560 -70.441 Aanpassingen voor niet-geldelijke posten Afschrijvingen 326.888 7.054 11.511 0 5.319 350.772 Bijzondere waardeverminderingen 1.397 5.548 2.613 0 94 9.652 Aandelenoptieplannen 0 -3.600 8 0 1.026 -2.566 Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultaten- rekening 0 0 2.116 0 1.689 3.805 (Afname) toename van voorzieningen 1.641 438 -201 0 264 2.142 Andere niet-kaskosten (opbrengsten) 2.073 1.736 -253 0 155 3.711 Cashflow 346.422 56.911 67.618 207 -3.427 783 468.514 Afname (toename) van het bedrijfskapitaal 122.575 16.868 -8.648 -26 -16.118 3.918 118.570 Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten 82.174 0 -17.793 0 3.619 68.001 Afname (toename) van vorderingen 99.472 -145 13.836 -20 -19.383 3.918 97.678 Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) 0 -746.754 0 0 0 -746.754 Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) -79.757 -3.343 -2.156 -6 -654 -85.915 Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) 0 769.629 0 0 0 769.629 Afname (toename) overige 20.686 -2.519 -2.536 0 300 15.931 Operationele cashflow 468.997 73.779 58.970 181 -19.545 4.701 587.084 Investeringen -374.310 -247.496 -61.699 -22.203 -78.957 4.088 -780.577 Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa -215.955 -3.810 -12.906 0 -3.928 -236.598 Investering in vastgoedbeleggingen 0 0 -46.388 0 0 -46.388 Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) -144.739 0 -2.786 -22.203 -70.749 -240.476 Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities 1.878 0 396 0 0 2.274 Nieuwe leningen toegestaan -15.494 -309 -15 0 -4.118 4.088 -15.849 Verwerving van geldbeleggingen 0 -243.377 0 0 -162 -243.539 Desinvesteringen 162.625 171.964 39.007 0 12.015 -315 385.295 Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa 20.664 0 399 0 7 21.071 Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen 0 0 35.404 0 0 35.404 Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) 131.727 0 3.197 0 6.433 141.357 Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen 0 0 0 0 0 0 Terugbetaalde leningen 10.234 0 7 0 315 -315 10.240 Overdracht van geldbeleggingen 0 171.964 0 0 5.259 177.223 Investeringscashflow -211.685 -75.532 -22.692 -22.203 -66.942 3.773 -395.282 Financiële operaties Ontvangen dividenden 124 880 5.946 0 889 7.838 Ontvangen interesten 7.712 0 3.099 0 1.926 -1.084 11.654 Betaalde interesten -23.791 -62 -15.956 0 -588 1.084 -39.313 Diverse financiële opbrengsten (lasten) -25.399 0 -28.753 -35 106 -783 -54.864 Afname (toename) van eigen aandelen 0 0 0 0 -1.635 -1.635 Toename van financiële schulden 225.384 3.150 195.145 0 20.642 -7.691 436.630 (Afname) van financiële schulden -297.836 -2.706 -154.015 0 -5.588 0 -460.145 (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties 801 0 0 0 -18.631 -17.830 Dividenden uitgekeerd door AvH 0 0 0 0 -76.813 -76.813 Dividenden uitgekeerd intragroep -4.150 0 -12.343 0 16.493 0 Dividenden uitgekeerd aan derden 0 -108 -36.126 0 0 -36.234 Financieringscashflow -117.155 1.153 -43.004 -35 -63.198 -8.474 -230.712 II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequiva- lenten 140.157 -599 -6.726 -22.057 -149.685 0 -38.910 Transfert tussen segmenten 0 0 0 22.271 -22.271 0 Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -6.684 0 90 -65 -9 -6.667 III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans 778.444 17.670 34.372 370 11.552 0 842.408 178 | Your partner for sustainable growth Toelichting 6: Segmentinformatie – activa 2020 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 I. Vaste activa 3.278.940 5.311.972 1.794.612 242.598 344.631 -19.883 10.952.870 Immateriële vaste activa 115.359 1.092 31.199 0 112 147.762 Goodwill 172.127 134.247 7.836 0 11.727 325.937 Materiële vaste activa 2.530.484 51.725 211.848 0 31.495 2.825.552 Terreinen en gebouwen 154.867 43.863 195.081 0 21.604 415.415 Installaties, machines en uitrusting 1.826.029 2.001 4.888 0 2.505 1.835.423 Meubilair en rollend materieel 39.529 3.564 4.367 0 6.064 53.525 Overige materiële vaste activa 263 690 3.274 0 509 4.736 Activa in aanbouw 509.797 1.607 4.238 0 812 516.454 Vastgoedbeleggingen 0 0 1.414.057 0 0 1.414.057 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 221.680 740.957 31.447 242.598 219.388 1.456.070 Financiële vaste activa 108.731 1.631 90.440 0 79.493 -19.883 260.413 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 6.682 0 79.863 0 44.845 131.391 Vorderingen en borgtochten 102.049 1.631 10.577 0 34.648 -19.883 129.022 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 3.222 23 33 0 0 3.279 Uitgestelde belastingvorderingen 127.335 2.935 7.752 0 2.417 140.439 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar 0 4.379.362 0 0 0 4.379.362 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 4.327.706 0 0 0 4.327.706 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 51.656 0 0 0 51.656 II. Vlottende activa 2.061.320 2.771.230 311.528 400 134.031 -4.509 5.274.000 Voorraden 268.621 0 112.589 0 1.241 382.451 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 309.201 0 82.266 0 8.567 400.034 Geldbeleggingen 3 495.167 0 0 51.152 546.322 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 3 0 0 0 51.152 51.155 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 474.991 0 0 0 474.991 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 173 0 0 0 173 Financiële activa - at amortised cost 0 20.003 0 0 0 20.003 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.831 568 0 0 0 8.399 Vorderingen op ten hoogste één jaar 631.881 4.243 74.575 31 58.744 -4.306 765.168 Handelsvorderingen 566.962 44 24.589 0 26.369 -1.156 616.808 Overige vorderingen 64.919 4.199 49.987 31 32.376 -3.150 148.361 Terug te vorderen belastingen 31.082 7 2.846 0 619 34.554 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar 0 2.242.735 0 0 0 2.242.735 Banken - interbancaire vorderingen 0 163.712 0 0 0 163.712 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 1.086.948 0 0 0 1.086.948 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 269 0 0 0 269 Banken - tegoeden centrale banken 0 991.806 0 0 0 991.806 Geldmiddelen en kasequivalenten 778.444 17.670 34.372 370 11.552 842.408 Overlopende rekeningen en overige vlottende activa 34.258 10.839 4.880 0 2.156 -203 51.930 III. Activa bestemd voor verkoop 1.675 0 199 0 0 1.874 Totaal der activa 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Segmentinformatie - proforma omzet Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Re- sources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 Omzet lidstaten van de Europese Unie 2.229.480 437.017 191.183 32.446 504.246 -1.906 3.392.467 Overige landen binnen Europa 602.209 66.774 758 63.458 733.199 Landen buiten Europa 463.247 80.959 374.922 919.128 Totaal 3.294.936 503.792 191.183 114.163 1.045.856 -1.906 5.044.794 De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring, zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel. Jaarverslag 2021 | 179 Toelichting 6: Segmentinformatie – eigen vermogen en verplichtingen 2020 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 I. Totaal eigen vermogen 1.853.790 1.482.597 810.871 242.991 391.919 4.782.169 Eigen vermogen - deel groep 1.127.078 1.352.094 454.284 242.991 385.592 3.562.038 Geplaatst kapitaal 0 0 0 0 113.907 113.907 Aandelenkapitaal 0 0 0 0 2.295 2.295 Agio 0 0 0 0 111.612 111.612 Geconsolideerde reserves 1.211.989 1.347.724 460.848 250.265 321.447 3.592.273 Herwaarderingsreserves -84.911 4.371 -6.564 -7.274 -18.393 -112.772 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 6.614 0 0 0 6.614 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 45 0 0 0 45 Afdekkingsreserve -38.881 0 -6.804 -391 -4 -46.080 Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen -25.948 -2.289 0 -1.305 2.306 -27.236 Omrekeningsverschillen -20.082 1 240 -5.578 -20.696 -46.115 Ingekochte eigen aandelen (-) 0 0 0 0 -31.370 -31.370 Minderheidsbelang 726.712 130.503 356.588 0 6.328 1.220.131 II. Langlopende verplichtingen 1.263.655 1.190.170 969.928 0 10.914 -19.883 3.414.785 Voorzieningen 31.179 11.997 2.209 0 790 46.175 Pensioenverplichtingen 76.686 6.017 32 0 516 83.250 Uitgestelde belastingverplichtingen 97.417 0 60.877 0 1.483 159.777 Financiële schulden 1.015.773 3.226 862.584 0 7.785 -19.883 1.869.486 Leningen van banken 758.435 0 632.460 0 4.713 1.395.608 Obligatieleningen 58.151 0 183.783 0 0 241.934 Achtergestelde leningen 44.677 0 0 0 4 44.680 Leasingschulden 87.449 3.226 44.350 0 3.068 138.093 Overige financiële schulden 67.062 0 1.992 0 0 -19.883 49.170 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 10.095 53.015 34.213 0 0 97.324 Overige schulden 32.506 9.854 10.012 0 341 52.713 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 1.106.061 0 0 0 1.106.061 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 0 298.417 0 0 0 298.417 Banken - deposito’s van klanten 0 767.701 0 0 0 767.701 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 39.943 0 0 0 39.943 III. Kortlopende verplichtingen 2.224.491 5.410.434 325.540 7 75.828 -4.509 8.031.790 Voorzieningen 31.602 44 6.217 0 220 38.083 Pensioenverplichtingen 0 342 0 0 0 342 Financiële schulden 424.300 5.218 221.234 0 42.262 -3.150 689.864 Leningen van banken 213.566 0 96.955 0 9.250 319.771 Obligatieleningen 0 0 0 0 0 0 Achtergestelde leningen 20.967 0 0 0 7 20.974 Leasingschulden 27.556 2.068 2.308 0 2.007 33.939 Overige financiële schulden 162.211 3.150 121.971 0 30.998 -3.150 315.181 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 7.750 1.164 0 0 0 8.914 Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten 301.202 0 0 0 7.990 309.192 Overige schulden op ten hoogste één jaar 1.341.450 19.464 71.010 4 23.250 -1.156 1.454.021 Handelsschulden 1.032.361 29 48.702 3 12.887 -1.156 1.092.826 Ontvangen vooruitbetalingen 60.582 0 61 0 0 60.643 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 177.090 10.201 10.098 0 9.642 207.031 Overige schulden 71.418 9.234 12.148 0 720 93.521 Te betalen belastingen 82.456 1.099 9.952 3 1.385 94.895 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 0 5.378.292 0 0 0 5.378.292 Banken - deposito’s van kredietinstellingen 0 28.875 0 0 0 28.875 Banken - deposito’s van klanten 0 5.139.401 0 0 0 5.139.401 Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld 0 210.016 0 0 0 210.016 Overlopende rekeningen 35.731 4.811 17.126 0 722 -203 58.187 IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop 0 0 0 0 0 0 Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen 5.341.935 8.083.202 2.106.339 242.998 478.662 -24.392 16.228.744 180 | Your partner for sustainable growth Toelichting 7: Immateriële vaste activa (€ 1.000) Ontwikke- lingskosten Concessies, octrooien & licenties Goodwill Software Overige immateriële vaste activa Vooruit- betalingen Totaal Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2020 Immateriële vaste activa, beginsaldo 319 4.732 27.621 3.479 90.547 204 126.902 Brutobedrag 4.920 28.710 27.621 31.527 100.406 204 193.388 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -4.601 -23.978 0 -28.048 -9.859 0 -66.486 Investeringen 385 3.166 0 1.008 69 127 4.756 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 19.252 1.065 0 0 0 20.317 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 -188 0 -2 0 0 -191 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 -11 0 -11 Afschrijvingen & bijzondere WV (-) -663 -1.746 0 -1.581 -401 0 -4.390 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 0 -1 0 -49 -362 0 -412 Overboekingen van (naar) andere posten 0 779 0 4 8 0 790 Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0 0 Immateriële vaste activa, eindsaldo 41 25.994 28.686 2.859 89.851 331 147.762 Brutobedrag 5.112 50.712 28.686 32.378 99.184 331 216.403 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -5.071 -24.718 0 -29.519 -9.333 0 -68.641 Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2021 Immateriële vaste activa, beginsaldo 41 25.994 28.686 2.859 89.851 331 147.762 Brutobedrag 5.112 50.712 28.686 32.378 99.184 331 216.403 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -5.071 -24.718 0 -29.519 -9.333 0 -68.641 Investeringen 65 1.696 0 1.299 388 326 3.775 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 1.395 0 54 0 1.449 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) 0 0 0 -8 0 0 -7 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 0 0 0 Afschrijvingen & bijzondere WV (-) -30 -3.296 -268 -1.559 -838 0 -5.989 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -1 2 0 15 308 0 324 Overboekingen van (naar) andere posten 0 -1.308 0 0 3.391 0 2.082 Overige toename (afname) 2 -3 0 -4 0 0 -4 Immateriële vaste activa, eindsaldo 78 23.085 29.814 2.603 93.155 657 149.391 Brutobedrag 5.264 49.179 29.814 26.171 103.966 657 215.051 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -5.186 -26.095 0 -23.568 -10.811 0 -65.660 De immateriële vaste activa zijn in 2021 met 1,6 miljoen euro gestegen tot 149,4 miljoen euro. De voornaamste mutaties betreffen investeringen in licenties en soft- ware, de afschrijvingslast, de overboeking vanuit materiële vaste activa en de goodwill uit de overname door Anima van het woonzorgcentrum “Saint-Vincent” in Jumet. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties & -verkopen voor meer details. De immateriële vaste activa bestaan voor een groot deel uit 'trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwer- ving over DEME. Deze immateriële vaste activa worden niet afgeschreven (onein- dige levensduur) en worden mee opgenomen in de jaarlijkse impairment test van de goodwill ontstaan n.a.v. de controleverwerving over DEME (eind 2013, zie Toe- lichting 8. Goodwill). De overige immateriële vaste activa komen voort uit de acquisities van Anima en uit software-ontwikkelingen bij Bank Van Breda. Daarnaast werd bij de acquisitie door DEME in 2020 van het Nederlandse SPT Offshore een deel van de waarde toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke “suction-pile”-technologie waar- mee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden veran- kerd. Jaarverslag 2021 | 181 Toelichting 8: Goodwill (€ 1.000) 2021 2020 Bewegingen in goodwill Goodwill, beginsaldo 325.937 331.550 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 349.582 349.660 Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -23.646 -18.110 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 2.203 14 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) -311 -5.536 Overige toename (afname) 0 -92 Goodwill, eindsaldo 327.829 325.937 Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties 351.785 349.582 Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) -23.956 -23.646 De verwerving door middel van bedrijfscombinaties slaat integraal op de overname eind 2021 door CFE van de Poolse bedrijven van de Rolling Robotics groep. De goodwill op de acquisitie van het woonzorgcentrum Saint-Vincent (door Anima) werd namelijk nagenoeg volledig aan de immateriële vaste activa toegewezen. We verwijzen naar Toelichting 4. Bedrijfscombinaties. Per saldo is de goodwill voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochteronder- nemingen aangehouden door DEME, CFE en Anima. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 228,0 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt op- genomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019). Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onder- werpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post ‘Goodwill’ wordt opge- voerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost ‘Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast’. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrappor- ten / beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende on- derbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overge- gaan tot een bijzondere waardevermindering of ‘impairment’. 182 | Your partner for sustainable growth Toelichting 9: Materiële vaste activa (€ 1.000) Terreinen en gebouwen Installaties machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw & vooruitbet. Totaal 2020 I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2020 Materiële vaste activa, beginsaldo 403.032 1.899.461 53.457 5.245 547.971 2.909.167 Brutobedrag 548.677 4.126.733 140.622 15.994 547.971 5.379.997 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -145.645 -2.227.272 -87.164 -10.749 0 -2.470.831 Impact IFRS-wijzigingen 0 0 0 0 0 0 Investeringen 42.742 99.315 23.931 489 108.134 274.611 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4.341 4.039 457 0 1.071 9.908 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -5.198 -1.685 -2.447 -18 -4.935 -14.282 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -119 0 0 -128 -247 Afschrijvingen & bijzondere WV (-) -33.119 -288.320 -23.939 -1.027 0 -346.406 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -1.467 -4.052 -209 -1 -327 -6.057 Overboekingen van (naar) andere posten 5.084 126.784 2.275 49 -135.334 -1.141 Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0 Materiële vaste activa, eindsaldo 415.415 1.835.423 53.525 4.736 516.454 2.825.552 Brutobedrag 592.112 4.221.775 151.275 14.993 516.454 5.496.608 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -176.696 -2.386.353 -97.750 -10.257 0 -2.671.056 II. Overige informatie Leasing Nettoboekwaarde van MVA via leasing 121.572 7.922 36.364 165.858 Materiële vaste activa verworven via leasing 26.599 4.817 17.655 49.070 (€ 1.000) Terreinen en gebouwen Installaties machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw & vooruitbet. Totaal 2021 I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2021 Materiële vaste activa, beginsaldo 415.415 1.835.423 53.525 4.736 516.454 2.825.552 Brutobedrag 592.112 4.221.775 151.275 14.993 516.454 5.496.608 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -176.696 -2.386.353 -97.750 -10.257 0 -2.671.056 Impact IFRS-wijzigingen 0 0 0 0 0 0 Investeringen 48.327 153.489 29.869 1.604 139.473 372.761 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 1.985 141 52 0 0 2.178 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -9.021 -24.508 -664 84 -348 -34.457 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 -106 -803 -4 0 -913 Afschrijvingen & bijzondere WV (-) -34.055 -311.057 -25.340 -822 0 -371.273 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 1.266 2.504 88 -1 404 4.262 Overboekingen van (naar) andere posten 2.667 288.323 -1.675 1.412 -325.991 -35.263 Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 0 Materiële vaste activa, eindsaldo 426.584 1.944.209 55.051 7.009 329.992 2.762.846 Brutobedrag 624.902 4.504.531 158.421 18.604 329.992 5.636.450 Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) -198.318 -2.560.322 -103.370 -11.595 0 -2.873.604 II. Overige informatie Leasing Nettoboekwaarde van MVA via leasing 130.674 9.919 38.696 179.290 Materiële vaste activa verworven via leasing 31.788 4.377 23.396 59.561 De materiële vaste activa bedragen op 31 december 2021 2.762.8 miljoen euro, een lichte daling met 62,7 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar. De belangrijk- ste activa in gebruik betreffen de vloot van DEME (76%), het vastgoed van de woonzorgcentra van Anima (8%) en per saldo de kantoren, de machine- en wa- genparken van CFE, Bank Van Breda, Rent-A-Port, Nextensa, Agidens, Biolectric en AvH. De activa in aanbouw (330 miljoen euro) hebben voornamelijk betrekking op sche- pen in aanbouw bij DEME (o.a. het installatieschip Orion met verwachte oplevering in de eerste jaarhelft van 2022) en de nieuwbouwresidentie van Anima op de Tour & Taxis-site. DEME zette haar investeringen in 2021 onverstoord door en investeerde 282,0 miljoen euro. De snijkopzuiger Spartacus en het onderhoudsschip Groenewind Jaarverslag 2021 | 183 werden in 2021 in gebruik genomen. Per saldo dalen DEME’s materiële vaste ac- tiva, als gevolg van afschrijvingen (reguliere en bijzondere waardeverminderingen) en door de overboeking van het offshore installatieschip Thor naar “Activa be- stemd voor verkoop”. Per 31 december 2021 bedraagt het bevestigde saldo aan nog uit te voeren activa in aanbouw 251,7 miljoen euro, voornamelijk met betrek- king tot het schip ‘Orion’ en de upgrades van de schepen ‘Viking Neptun’ en ‘Sea Installer’. Anima investeerde 10,9 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen euro in de in aanbouw zijnde nieuwbouwresidentie op Tour & Taxis. De totale afschrijvingslast op de materiële vaste activa bedraagt 344,8 miljoen euro en blijft op hetzelfde niveau als in 2020. DEME neemt daarvan 301,4 miljoen euro voor haar rekening, een bedrag dat eveneens nagenoeg ongewijzigd is ten opzichte van het jaar voordien. DEME’s aanzienlijke investeringen van het jaar 2021 zorgen niet voor een noemenswaardige verhoging van de afschrijvingslast in 2021, wat verklaard wordt door het slechts prorata temporis afschrijven van tuigen die in de loop van het jaar (2021 : Spartacus, Groene Wind en 2020 : Scheldt River, Thames River) in gebruik werden genomen en door de versnelde afschrijvingen op bepaalde tuigen in 2020. De bijzondere waardeverminderingen van 26,4 miljoen euro zijn voor 25,5 miljoen euro toe te wijzen aan DEME’s snijkopzuigers 'Al Mahaar' en 'Al Jarraf', op basis van de verwachte lage bezettingsgraden. Toelichting 10: Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde (€ 1.000) Verhuurde gebouwen Projectontwik- kelingen Activa bestemd voor verkoop Totaal I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2020 Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Brutobedrag 1.124.702 211.391 444 1.336.537 Investeringen 27.394 18.995 0 46.388 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -16.118 0 -244 -16.363 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde 32.168 -772 0 31.396 Overboekingen van (naar) andere posten 190.160 -184.859 0 5.300 Overige toename (afname) 11.017 -20 0 10.997 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.369.323 44.734 199 1.414.256 Brutobedrag 1.369.323 44.734 199 1.414.256 I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2021 Vastgoedbeleggingen, beginsaldo 1.369.323 44.734 199 1.414.256 Brutobedrag 1.369.323 44.734 199 1.414.256 Investeringen 30.578 5.902 0 36.479 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) -22.584 0 -97 -22.680 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde -4.509 -2.520 0 -7.029 Overboekingen van (naar) andere posten -132.840 -7.929 141.157 388 Overige toename (afname) -13.005 0 0 -13.005 Vastgoedbeleggingen, eindsaldo 1.226.963 40.187 141.259 1.408.409 Brutobedrag 1.226.963 40.187 141.259 1.408.409 (€ 1.000) 2021 2020 Opdeling vastgoedopbrengsten in de resultatenrekening Verkopen van gronden 0 1.464 Huurinkomsten 69.127 68.742 Overige vastgoedopbrengsten (o.m. promotie-opbrengsten) 156.368 156.263 225.495 226.468 Kerncijfers - gebouwen in portefeuille Nextensa (exclusief projectontwikkelingen) Huurrendement (%) 5,20% 5,63% Bezettingsgraad (%) 89,09% 91,62% Gewogen gemiddelde looptijd tot eerste break (# jaren) 3,73 3,85 184 | Your partner for sustainable growth Op 19 juli 2021 creëerde AvH een geïntegreerde vastgoedgroep door het samen- brengen van haar controlebelangen in de vastgoedspelers Leasinvest Real Estate en Extensa (we verwijzen naar Toelichting 6. Segment informatie voor meer toe- lichting). Deze combinatie van de twee vastgoedspelers zorgt voor een unieke marktpositie door recurrente huurinkomsten uit vastgoedinvesteringen te koppe- len aan het meerwaardepotentieel van ontwikkelingsactiviteiten waarin authenti- citeit en duurzaamheid voorop staan. Deze transactie heeft geen impact op de presentatie van de vastgoedbeleggingen in de geconsolideerde balans van AvH aangezien beide controlebelangen reeds integraal consolideerd werden. Nextensa investeerde 36,5 miljoen euro waarvan 13,4 miljoen euro toe te schrijven is aan investeringen aan diverse gebouwen in eigendom op de site van Tour & Taxis. De uitbreiding van het shoppingcenter Knauf Schmiede, de herpositione- ring/renovatie van het EBBC business park (Moonar) en de bouw van het kantoor- gebouw Monteco verklaren nagenoeg het saldo. Nextensa erkende 7,0 miljoen euro negatieve waarde-aanpassingen op haar vast- goedportefeuille, vooral te wijten aan de Knauf shoppingcentra die nog te lijden hadden onder de Covid-pandemie. In 2021 werden de resterende semi-industriële panden van het Brixton Business Park en een niet-strategische supermarkt in Diekirch (Luxemburg) verkocht. Dit re- sulteerde in een meerwaarde van 4,4 miljoen euro. De strategie van Nextensa heeft tot doel om de portefeuille in lijn te brengen met de nieuwe investeringscriteria. In dit kader werden ook verkoopovereenkomsten met opschortende voorwaarden getekend voor drie andere gebouwen, namelijk The Crescent (Anderlecht, België), Monnet 4 (Kirchberg, Luxemburg) en Titanium (Cloche d’Or, Luxemburg). Deze gebouwen werden geherclaseerd naar de balans- rubriek ‘Activa bestemd voor verkoop’. Twee gebouwen (The Crescent en Monnet) werden inmiddels in februari 2022 verkocht. Voorts bezit ook Anima nog een aan- tal kleinere eigendommen bestemd voor verkoop. Waardering van de vastgoedbeleggingen – Nextensa Nextensa hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13: • Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geac- tualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten. • Discounted cash-flow methode De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de be- staande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daaropvolgende periodes. Daarnaast worden ook de toekom- stige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actuali- satievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde. • Residuele waardering Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie. Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3): • Niveau 1 waarderingen van de reële waarde zijn bepaald volgens de (niet- aangepaste) marktprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen. • Niveau 2 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van an- dere gegevens dan genoteerde prijzen bedoeld in niveau 1, die observeerbaar zijn voor het actief of de verplichting, zowel rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) als onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid uit prijzen). • Niveau 3 waarderingen van de reële waarde worden bepaald op basis van waarderingstechnieken die gegevens voor het actief of de verplichting omvatten die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegevens (niet-observeerbare ge- gevens). De vastgoedbeleggingen van Nextensa vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2021 zijn uitgevoerd door externe schatters: Cushman & Wakefield, Sta- dim (BeLux) en Oerag (Oostenrijk). Deze tabel hieronder geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa. Jaarverslag 2021 | 185 Activa klasse Reële waarde 2021 (€ 1.000) Reële waarde 2020 (€ 1.000) Waarderings- techniek Belangrijkste inputs 31/12/2021 Min-Max (gewo- gen gemiddelde) 31/12/2020 Min-Max (gewo- gen gemiddelde) Retail Groothertogdom Luxemburg & België 370.170 348.800 Actualisatie van de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde a) [0,34 €/m² - 17,61 € /m²] a) [9,34 €/m² - 18,04 € /m²] huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde b) [11,26 € /m²] b) [12,53 € /m²] c) Kapitalisatievoet vork c) [1,77% - 7,58%] c) [5,29% - 7,84%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [6,61%] d) [6,70%] e) Resterende looptijd e) 2,72 jaar e) 3,65 jaar f) Aantal m² f) 170 731 m² f) 153 245 m² Retail Oostenrijk 185.369 181.050 DCF (discounted a) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde a) [12,32 €/m²] a) [11,84 €/m²] cash flow) b) Kapitalisatievoet vork b) [5,20% - 5,80%] b) [4,97% - 5,90%] c) Kapitalisatievoet berekening c) [5,46%] c) [5,44%] terminale waarde na 10j. d) Resterende looptijd d) 4,49 jaar d) 5,07 jaar e) Aantal m² e) 69 533 m² e) 69 533 m² Kantoren Groothertogdom Luxemburg 283.280 280.120 Actualisatie van de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde a) [16,52 €/m² - 40,28 € /m²] a) [12,49 €/m² - 49,81 € /m²] huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde b) [22,99 €/m²] b) [25,60 €/m²] c) Kapitalisatievoet vork c) [3,75% - 6,10%] c) [3,75% - 6,25%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [4,91%] d) [5,36%] e) Resterende looptijd e) 2,40 jaar e) 2,96 jaar f) Aantal m² f) 45 433 m² f) 41 306 m² Kantoren België 436.610 259.230 Actualisatie van de geschatte a) Vork geschatte huurwaarde a) [10,09 €/m² - 27,98 €/m²] a) [8,33 €/m² - 27,52 €/m²] huuropbrengsten b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde b) [12,37 €/m²] b) [13,02 €/m²] c) Kapitalisatievoet vork c) [3,60% - 8,75%] c) [3,75% - 8,75%] d) Gem. gewogen kap.voet d) [4,56%] d) [5,46%] e) Resterende looptijd e) 6,76 jaar e) 5,58 jaar f) Aantal m² f) 132 455 m² f) 87 590 m² Andere 132.490 71.990 DCF (discounted a) Vork geschatte huurwaarde a) [2,24 €/m² - 7,30 € /m²] a) [4,76 €/m² - 8,14 € /m²] cash flow of b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde b) [2,24 € /m²] b) [6,46 € /m²] actualisatie van c) Gemiddelde discontovoet c) 5,02% c) 5,61% kasstromen tegen d) Economische levensduur d) 30 jaar d) 30 jaar discontovoet) e) Resterende looptijd e) 2,35 jaar e) 2,38 jaar f) Aantal m² f) 47 057 m² f) 32 748 m² Totaal 1.407.919 1.141.190 De vastgoedportefeuille van Nextensa werd gewaardeerd op 1,4 miljard euro op 31 december 2021. Aan de oorspronkelijke portefeuille van Leasinvest Real Estate van ca. 1,1 miljard euro, werden de historische panden op de site van Tour & Taxis toegevoegd uit de vroegere Extensa portefeuille. Deze panden omvatten Gare Ma- ritime, Maison de la Poste, de Sheds, Hôtel des Douanes en de (ondergrondse) parkings op de site. Door deze toevoeging is het aandeel van België in de porte- feuille gestegen naar 42%. Luxemburg blijft evenwel de grootste markt met 45% en Oostenrijk vertegenwoordigt 13%. Naar typologie bestaat de portefeuille voor 51% uit kantoren en voor 39% uit retail. De laatste 10% betreft ‘Ander’ vastgoed, zoals parkings en evenementenvastgoed. 186 | Your partner for sustainable growth Toelichting 11: Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (€ 1.000) 2021 2020 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast Marine Engineering & Contracting 267.220 221.680 Private Banking 805.182 740.957 Real Estate & Senior Care 44.287 31.447 Energy & Resources 288.169 242.598 AvH & Growth Capital 242.338 219.388 Totaal 1.647.196 1.456.070 (€ 1.000) Vermogens- mutatiewaarde Goodwill opgenomen in VM-waarde Totaal 2021 Totaal 2020 Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toege- past Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo 1.347.679 108.390 1.456.070 1.202.477 Aanschaffingen 20.897 4.832 25.729 147.924 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 Overdrachten (-) -4.051 0 -4.051 -4.953 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 139 0 139 0 Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 255.191 0 255.191 179.253 Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) 0 0 0 0 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 35.118 0 35.118 -43.066 Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) -111.962 -536 -112.497 -38.040 Overboekingen van (naar) andere posten -26.135 -9.370 -35.505 21.585 Overige toename (afname) 27.182 -179 27.003 -9.111 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo 1.544.058 103.138 1.647.196 1.456.070 Algemene evolutie De “Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast” omvatten de parti- cipaties in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebe- lang wordt aangehouden. Dit is o.m. het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook voor de meeste deelnemingen binnen het “Growth Capital”-gedeelte van de AvH- portefeuille. De stijging van de “Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toe- gepast” voor een bedrag van 191,1 miljoen euro is te verklaren door AvH’s 255,2 miljoen euro aandeel in de winsten van deze deelnemingen, maar wordt vermin- derd met de dividenden die deze deelnemingen uitkeren naar AvH. Bovendien heeft AvH Growth Capital in 2021 een nieuwe deelneming verworven in Van Moer Logistics. Als gevolg van de aangekondigde verkoop van de deelneming in Manu- char, die naar verwachting in de loop van het tweede trimester van 2022 zal wor- den afgerond, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar “Activa bestemd voor verkoop”. De groep investeerde in 2021 voor 25,7 miljoen euro: • In “Marine Engineering & Contracting” investeerde DEME o.a. bijkomend in de Taiwanese joint-venture vennootschap CDWE die op diverse Taiwanese offshore windprojecten actief zal worden en die daarvoor het installatieschip Green Jade bouwt. Rent-A-Port schreef in op kapitaalsverhogingen van vennootschappen die in partnership haventerreinen ontwikkelen in Vietnam. • Het deelnemingspercentage in SIPEF werd met 0,45% verhoogd tot 35,13% door aankopen van aandelen SIPEF op de Beurs. • In “Growth Capital” heeft AvH 12,5 miljoen euro geïnvesteerd in een kapitaal- verhoging van Van Moer Logistics en verwierf daarmee een participatie van 21,7%. Van Moer is een toonaangevende logistieke speler en zet maximaal in op multimodaal transport: een combinatie van binnenvaart, met vervoer per spoor en over de weg. De overdrachten beperkten zich voornamelijk tot de verkoop door CFE van een aantal vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aange- houden. De overdracht door bedrijfsafsplitsing houdt verband met de verkoop van de divisie Agidens Infra Automation door Agidens. Zoals dit ook in voorgaande jaren reeds het geval was, levert het opnemen van de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een belangrijke bijdrage tot de groepswinst van AvH. Op deze lijn wordt de (netto)- winstbijdrage van AvH voor haar aandeel in o.a. Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en de meeste Growth-Capital deelnemingen gerapporteerd, maar ook de bijdragen van bepaalde deelnemingen die door integraal geconsolideerde partici- paties worden aangehouden. Met een bijdrage van 132,0 miljoen euro levert De- len Private Bank een recordbijdrage tot het resultaat van de groep (+28,5 miljoen euro ten opzichte van 2020). Ook de “Growth Capital”-deelnemingen evolueer- den succesvol in 2021, wat zich vertaalt in een aanzienlijk hogere winstbijdrage van 48,7 miljoen euro (een toename met 37,3 miljoen euro) dankzij o.a. Media- huis, Manuchar en Turbo’s Hoet Group, die elk recordresultaten neerzetten in 2021. In 2021 ontving AvH 112,5 miljoen euro dividenden van deelnemingen die via vermogensmutatie worden verwerkt. De sterke stijging ten opzichte van het be- drag van vorig boekjaar (38,0 miljoen euro) wordt grotendeels verklaard door de richtlijnen van de ECB aan de banken in de Europese Unie (en overgenomen door de NBB) om in 2020 hun eigen vermogen te beschermen door geen dividenden uit te keren. In toepassing hiervan keerde Delen Private Bank geen dividend uit tijdens het jaar 2020, tegenover 78,8 miljoen euro (voor het deel van AvH) in 2021. In “Marine Engineering & Contracting” hebben DEME en CFE respectievelijk 10,5 miljoen euro en 7,9 miljoen euro aan dividenden ontvangen van deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. AvH ontving in 2021 voor in totaal 10,0 miljoen euro dividenden vanuit verschillende participaties uit “Growth Capi- tal” en “Energy & Resources”. Jaarverslag 2021 | 187 De post ‘Overboekingen van (naar) andere posten’ wordt hoofdzakelijk verklaard door het overboeken van de participatie Manuchar naar ‘Activa bestemd voor ver- koop’ als gevolg van de aangekondigde verkoop. De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de positieve evolutie in 2021 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemin- gen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waar- dering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust. Rechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochter- ondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (35,1%), Verdant Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Manuchar (30,0%, geherclasseerd naar ‘Activa bestemd voor verkoop’), Turbo’s Hoet Groep (50%) en Telemond (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (21,9%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,5%), Mediahuis (13,5%), OM Part- ners (20,0%) en Van Moer Logistics (21,7%) opgenomen. Voor een meer gede- tailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar Toe- lichting 6. Segmentinformatie. Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beurgenoteerd. Indien de belan- gen in SIPEF, en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2021 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoor- digen van respectievelijk 211,5 miljoen euro en 82,1 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2021 niet het geval. Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port en Green Offshore geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 267,2 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en havengebonden partnerships bij Rent-A- Port. Toelichting 12: Financiële activa en passiva 1. Financiële activa en passiva per categorie (€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde 2021 2020 2021 2020 Financiële activa Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 225.541 182.546 225.541 182.546 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 507.529 474.991 507.529 474.991 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 259 173 259 173 Financiële activa - at amortised cost 20.005 20.003 20.005 20.003 Vorderingen en liquiditeiten Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 158.687 129.022 158.687 129.022 Overige vorderingen 146.332 148.361 146.332 148.361 Handelsvorderingen 628.710 616.808 628.710 616.808 Liquide middelen 883.730 842.408 883.730 842.408 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 7.504.969 7.057.378 7.136.598 6.622.097 Afdekkingsinstrumenten 5.945 11.678 5.945 11.678 (€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde 2021 2020 2021 2020 Financiële passiva Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs Financiële schulden Leningen van banken 1.571.727 1.722.838 1.552.702 1.715.379 Obligatieleningen 248.960 244.769 246.164 241.934 Achtergestelde leningen 97.344 66.714 95.152 65.655 Leasingschulden 185.713 172.129 185.712 172.031 Overige financiële schulden 301.887 364.351 301.887 364.351 Overige schulden Handelsschulden 1.145.112 1.092.826 1.145.112 1.092.826 Ontvangen vooruitbetalingen 101.080 60.643 101.080 60.643 Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten 220.085 207.031 220.085 207.031 Overige schulden 98.411 93.521 98.411 93.521 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 7.059.336 6.517.445 7.038.871 6.484.353 Afdekkingsinstrumenten 90.348 106.237 90.348 106.237 188 | Your partner for sustainable growth (€ 1.000) 2021 2020 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Financiële activa Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 173.254 52.287 136.814 45.732 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 507.529 474.991 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 259 173 Financiële activa - at amortised cost 20.005 20.003 Vorderingen en liquiditeiten Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten 1.362.479 6.142.490 1.155.432 5.901.946 Afdekkingsinstrumenten 5.945 11.678 Financiële passiva Financiële schulden Leningen van banken 1.571.727 1.722.838 Obligatieleningen 29.899 219.061 29.794 214.975 Achtergestelde leningen 97.344 66.714 Leasingschulden 185.713 172.129 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 7.059.336 6.517.445 Afdekkingsinstrumenten 90.348 106.237 De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten: • Parameters voor level 1-instrumenten zijn onaangepaste genoteerde prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen. Er wordt geen waar- deringstechniek (model) gebruikt. In level 1 vinden we alle financiële activa ge- waardeerd tegen reële waarde (met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten) met een publieke notering in een actieve markt. • Parameters voor level 2-instrumenten zijn genoteerde prijzen voor soortge- lijke activa en verplichtingen in actieve markten of gegevens die gebaseerd zijn op of ondersteund worden door waarneembare marktgegevens. Er wordt ge- bruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) op basis van waarneem- bare parameters, zoals onder meer:  De actuele waarde van toekomstige kasstromen (discounted cashflow model)  De vergelijking met de huidige of recente reële waarde van een ander soort- gelijk instrument  De prijsbepaling door derden, op voorwaarde dat de prijs in de lijn ligt van alternatieve observeerbare parameters. In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:  Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken: omdat deze activa een zeer korte looptijd hebben, wordt de reële waarde gelijkgesteld aan de boek- waarde.  Vorderingen op kredietinstellingen en financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: de reële waarde van bovenstaande financiële instrumenten wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstro- men op basis van de geldende swaprente en onderstaande veronderstellin- gen: - Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges; - Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen.  Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden en ter indekking: ook voor deze instrumenten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van de toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente. • Parameters voor level 3-instrumenten zijn niet-waarneembare gegevens voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting. In dit geval wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) met (deels) niet-waar- neembare parameters. In level 3 vinden we volgende financiële activa:  Enkele financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde (met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten) waarvoor geen pu- blieke notering beschikbaar is.  Leningen en voorschotten aan klanten, gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs: de reële waarde hiervan wordt bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente en onder- staande veronderstellingen: - Er wordt bij herprijzing rekening gehouden met de commerciële marges; - Er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen en cap-opties; - Er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen. De reële waarde van de effecten in de beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Dit- zelfde geldt voor de obligatie uitgegeven door BPI, terwijl de obligatieleningen van Nextensa en Rent-A-Port opgenomen zijn onder Niveau 2. De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide mid- delen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële waarde. 2. Kredietrisico Zowel CFE als DEME hebben procedures teneinde het risico op hun klantenvor- deringen te beperken. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deel- nemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desge- vallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan wor- den gedekt. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overhe- den of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Voor grote infrastructuurwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uit- gesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico’s en negatieve ontwikkelingen die zich op macro- economisch vlak kunnen voordoen. Het kredietrisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwik- kelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote sprei- ding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdien- sten in deze industriële zones. Voor de kredietrisico’s aangaande de kredietportefeuille van Bank Van Breda verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 13. Nextensa streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis gescreend met behulp van Jaarverslag 2021 | 189 een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcon- tracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen. In de activiteit vastgoedproject- ontwikkelingen wordt voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico’s. Het kredietrisico bij Anima is beperkt. De meeste residenten betalen via domicili- ering. Bovendien wordt de huur vooruit gefactureerd en worden de debiteuren nauw opgevolgd. Overheidssubsidies vormen een belangrijke inkomstenbron. Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans ge- dekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric. In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in een beperkt aantal bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifi- eerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico’s. Bovendien financiert AvH deze investe- ringen doorgaans via eigen vermogen. (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2020 Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 102.049 1.631 10.577 0 34.648 -19.883 129.022 Overige vorderingen 64.919 4.199 49.987 31 32.376 -3.150 148.361 Handelsvorderingen 566.962 44 24.589 0 26.369 -1.156 616.808 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 733.930 5.874 85.153 31 93.392 -24.189 894.190 % 82% 1% 10% 0% 10% -3% 100% niet vervallen 580.124 5.874 77.478 31 88.690 -24.189 728.008 vervallen < 30 d 20.721 0 5.084 0 2.846 0 28.651 vervallen < 60 d 43.122 0 346 0 1.538 0 45.006 vervallen < 120 d 17.982 0 525 0 113 0 18.620 vervallen > 120 d 71.981 0 1.719 0 205 0 73.905 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 733.930 5.874 85.153 31 93.392 -24.189 894.190 % 82% 1% 10% 0% 10% -3% 100% Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -7.479 0 0 0 0 0 -7.479 Overige vorderingen (WV) 0 0 -41 0 -8.711 0 -8.752 Handelsvorderingen (WV) -67.046 0 -1.053 0 -110 0 -68.209 -74.525 0 -1.094 0 -8.821 0 -84.439 (€ 1.000) Segment 1 Segment 2 Segment 3 Segment 4 Segment 5 Marine Engineering & Contracting Private Banking Real Estate & Senior Care Energy & Resources AvH & Growth Capital Eliminaties tussen segmenten Totaal 2021 Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten 134.544 2.050 13.255 0 27.813 -18.976 158.687 Overige vorderingen 85.009 3.716 51.312 76 6.970 -750 146.332 Handelsvorderingen 570.349 56 39.665 0 19.810 -1.169 628.710 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 789.902 5.822 104.232 76 54.592 -20.895 933.729 % 85% 1% 11% 0% 6% -2% 100% niet vervallen 662.973 5.822 100.964 76 51.712 -20.895 800.652 vervallen < 30 d 29.707 0 657 0 2.121 0 32.484 vervallen < 60 d 19.093 0 1.838 0 248 0 21.179 vervallen < 120 d 17.968 0 674 0 304 0 18.945 vervallen > 120 d 60.162 0 100 0 207 0 60.469 Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) 789.902 5.822 104.232 76 54.592 -20.895 933.729 % 85% 1% 11% 0% 6% -2% 100% Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) -4.724 0 0 0 -10.985 0 -15.709 Overige vorderingen (WV) -117 0 -43 0 -1.981 0 -2.140 Handelsvorderingen (WV) -41.042 0 -1.905 0 -94 0 -43.041 -45.883 0 -1.948 0 -13.059 0 -60.890 Marine Engineering & Contracting • Financiële vaste activa – vorderingen en borgtochten: leningen verstrekt aan deelnemingen betreffen o.m. financieringen toegekend door DEME en Green Offshore aan hun respectievelijke deelnemingen actief in de ontwikkeling/uitba- ting van de windmolenparken Rentel en SeaMade en door CFE aan vastgoed- projectvennnootschappen. • De handelvorderingen in dit segment zijn goed voor 91% van de totale handels- vorderingen. Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire in- schrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien via waardeverminderingen op werven, opge- nomen in de balansrubriek ‘Onderhanden projecten in opdracht van derden’ (Toe- lichting 14). 190 | Your partner for sustainable growth De waardering van de financiële activa van CFE op basis van het model van ver- wachte verliezen vereist dat de geactualiseerde waarde van geschatte verliezen wordt in rekening gebracht in het geval de debiteur in gebreke blijft. Als gevolg van de verkoop van de participatie in CFE Tsjaad werden de volledig afgewaar- deerde vorderingen uitgeboekt. De omzet van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, betreft (i) de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones), (ii) de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) en (iii) van onderhouds- en beheers- diensten in deze industriële zones: • De vergoedingen voor de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terrei- nen, doorgaans variërend van 40 tot 50 jaar, worden grotendeels vooraf betaald (80% tot 100%) door de klanten van de Rent-A-Port groep. Na levering van het perceel aan de klant worden de risico's en beloningen van de grondgebruiks- rechten overgedragen. • De vergoedingen voor leveringen van nutsvoorzieningen, onderhouds- en be- heersdiensten worden maandelijks gefactureerd en gezien de grote spreiding van klanten is het kredietrisico hier eerder beperkt. Private Banking • Voor meer details omtrent het kredietrisico van Bank Van Breda verwijzen we naar Toelichting 13. Real Estate & Senior Care • De overige vorderingen slaan op de voorschotten die Nextensa aan haar vast- goed-projectvennootschappen verleent. • Verwijzend naar bovenstaande beschrijving van het kredietrisicobeheer, zijn de waardeverminderingen op handelsvorderingen bij Nextensa in normale omstan- digheden beperkt. Huurkortingen die uitzonderlijk worden toegekend in tijden van economische crisis, zoals de crisis in verband met de COVID-19 pandemie en de daarmee samenhangende lockdown, worden in overeenstemming met IFRS 9 (“impairment loss”) verwerkt als een vermindering van de inkomsten. In 2021 werd Nextensa in de context van de coronapandemie nog steeds gecon- fronteerd met tijdelijke winkelsluitingen en verplicht telewerk. Daar waar de pandemie in 2020 nog voor een huuromzetverlies stond van ongeveer 4 miljoen euro, bleef dit effect in 2021 evenwel beperkt tot ongeveer 1 miljoen euro. • Bij Anima betalen de meeste residenten via domiciliëring, wat het niet-opzetten van een vereenvoudigd expected credit loss model rechtvaardigt. AvH & Growth Capital en Intercompany eliminaties • de integrale consolidatie van Agidens en Biolectric Group • financieringen verstrekt door AvH & subholdings aan o.a. Green Offshore in het kader van de ontwikkeling van de windmolenparken Rentel en SeaMade worden in de consolidatie geëlimineerd. 3. Wisselkoersrisico Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waar- deschommelingen daarvan. Het transactionele wisselkoersrisico van DEME komt voort uit commerciële stromen in andere valuta dan de euro. Echter, 62% van DEME’s opbrengsten (2020: 67%) betroffen transacties uitgedrukt in euro en ver- tegenwoordigden dus veruit het grootste deel van de DEME’s gerealiseerde op- brengsten. Opbrengsten in vreemde valuta betroffen o.a. VS Dollar, Britse Pond, Deense Kroon, Russische Roebel, Poolse Zloty, Singapore Dollar, Uruguayaanse peso en Indische Roepie. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt op een case-by-case basis beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wissel- koersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in andere valuta dan de euro, in te dekken. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgeval- lend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te be- perken. Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootge- steld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar euro in consoli- datie resulteert in een wisselkoersrisico. Nextensa is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onder- hevig aan wisselkoersrisico's. Het wisselkoersrisico van Bank Van Breda is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële devie- zenposities heeft. Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('na- tural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gerepu- teerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure. De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen en Medikabazaar) en in Singapore Dollar (Venturi Partners Fund I). Dit wisselkoers- risico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen. De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan signifi- cante wisselkoersrisico’s, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone. Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Manuchar, Telemond Groep, Turbo’s Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Dit kan aan- leiding geven tot grotere risico’s als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeur- tenissen. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelne- ming zelf opgevolgd en aangestuurd. Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenoverge- stelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbe- lang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD wor- den gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele ri- sico’s zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omreke- ningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Manuchar is blootgesteld aan wisselkoersrisico’s tussen de USD en de lokale munten van de landen waarin het distributie-activitei- ten voorziet. Om deze risico’s in te dekken worden de posities opgevolgd en wan- neer nodig worden indekkingen opgezet. Bij de Telemond Groep wordt in Polen geproduceerd, terwijl de verkopen worden gerealiseerd in de euro-zone. Het wis- selkoersrisico dat hierdoor wordt gelopen, is niet ingedekt en wordt beschouwd als een algemeen bedrijfsrisico. Turbo’s Hoet Groep tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa, meer bepaald in Bulgarije, Roemenië, Rusland en Wit-Rusland. Turbo’s Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo’s Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe. Jaarverslag 2021 | 191 Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resul- taten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro: 1 euro = x vreemde valuta Slotkoers Gemiddelde k Slotkoers Gemiddelde k Australische Dollar 1,57 1,58 Russische Roebel 84,75 86,96 Britse Pond 0,84 0,86 Singapore Dollar 1,53 1,59 Egyptische Pond 17,79 18,52 Taiwanese Dollar 31,55 32,89 Indische Rupie 84,75 86,96 Tunesische Dinar 3,26 3,28 Nigeriaanse Naira 476,19 476,19 US Dollar 1,14 1,18 Poolse Zloty 4,58 4,56 Vietnamese Dong 25.872 27.144 4. Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L (€ 1.000) Financiële vaste activa - FVPL Geldbeleggingen - FVOCI Geldbeleggingen - FVPL Geldbeleggingen - at amortised cost Geldbeleggingen - Totaal Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2020 Financiële activa : beginsaldo reële waarde 154.418 420.796 55.717 0 476.513 Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) 154.418 413.977 55.717 0 469.694 Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 5.857 5.857 Financiële activa - te ontvangen intresten 962 962 Aanschaffingen 15.720 130.799 162 112.578 243.539 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 14 0 0 0 0 Actuarieel rendement -1.185 -75 -1.260 Overdrachten (-) -3.330 -79.464 -4.795 -92.500 -176.759 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 0 Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) -35.272 70 70 Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) 5.390 5.390 Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) 0 0 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -159 -1.103 0 0 -1.103 Overboeking van (naar) andere posten 0 0 0 0 0 Overige toename (afname) 0 -69 0 0 -69 Financiële activa : eindsaldo reële waarde 131.391 475.164 51.155 20.003 546.322 Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) 131.391 463.025 51.155 20.003 534.183 Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) 11.246 11.246 Financiële activa - te ontvangen intresten 893 893 192 | Your partner for sustainable growth (€ 1.000) Financiële vaste activa - FVPL Geldbeleggingen - FVOCI Geldbeleggingen - FVPL Geldbeleggingen - at amortised cost Geldbeleggingen - Totaal Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2021 Financiële activa : beginsaldo reële waarde 131.391 475.164 51.155 20.003 546.322 Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) 131.391 463.025 51.155 20.003 534.183 Financiële activa - aanpassing aan reële waarde 11.246 11.246 Financiële activa - te ontvangen intresten 893 893 Aanschaffingen 24.453 88.967 66 107.601 196.635 Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 Actuarieel rendement -1.108 -100 -1.208 Overdrachten (-) -14.971 -48.253 -7.770 -107.500 -163.523 Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 0 0 Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) 36.338 4.739 4.739 Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) -8.347 -8.347 Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) 0 0 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 140 1.505 -1 1 1.505 Overboeking van (naar) andere posten 0 0 0 0 0 Overige toename (afname) 0 -140 0 0 -140 Financiële activa : eindsaldo reële waarde 177.351 507.788 48.190 20.005 575.982 Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) 177.351 504.139 48.190 20.005 572.334 Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) 2.895 2.895 Financiële activa - te ontvangen intresten 753 753 Financiële vaste activa: AvH heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in een reeks jonge, beloftevolle bedrijven, hetzij rechtstreeks dan wel via gespecialiseerde in- vesteringsfondsen: Biotalys (11,9%), Bio Cap Invest (40%), HealthQuad Fund I (36,3%), HealthQuad Fund II (10%), Indigo Diabetes (9,1%), Medikabazaar (8,7%), MRM Health (16,2%), OncoDNA (9,8%), en Venturi Partners Fund I (20,0%). Deze participaties worden conform IFRS 9 Financiële instrumenten aan ‘fair value through Profit & Loss’ gewaardeerd. Het belang van AvH in Biotalys wordt sinds diens IPO in 2021 aan beurskoers gewaardeerd, met een opwaartse waardeaan- passing van 13,0 miljoen euro voor gevolg. De toepassing van een “reële waarde”- benadering op de overige financiële vaste activa uit de AvH Growth Capital porte- feuille leidde tot een bijkomend positief resultaat van 11,5 miljoen euro o.a. dank- zij de gunstige waarde-ontwikkeling van Medikabazaar, waar in 2021 een nieuwe kapitaalronde aan een duidelijk hogere waardering plaats vond en aan de gunstige waarde-ontwikkeling van de beperkte beleggingsportefeuille van AvH. Samen met het 10,2% belang dat Nextensa in haar sectorgenoot Retail Estates aanhoudt, zijn dit de voornaamste componenten van deze balansrubriek. De stij- ging van de beurskoers van Retail Estates tot 71,4 euro per aandeel op jaareinde 2021 (2020: 59,1 euro) had een positief effect van 16,6 miljoen euro (deel groep: 6,1 miljoen euro) voor gevolg. AvH investeerde in 2021 in o.a. Medikabazaar (10,1 miljoen euro), Biotalys (4,0 miljoen euro), MRM Health en in de HealthQuad- en Venturi-fondsen en desinves- teerde een aantal enkele kleinere deelnemingen en geldbeleggingen. De aanschaffingen en overdrachten van geldbeleggingen zijn in grote mate toe te wijzen aan Bank Van Breda en betreffen transacties gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM). De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : Aantal aandelen Reële waarde Beleggingsportefeuille bij Bank Van Breda 527.792 Fondsen beheerd door Delen Private Bank 34.612 Ageas 278.284 12.676 Andere 902 575.982 Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : Reële waarde Private Banking (Bank Van Breda) 527.792 AvH & Growth Capital 48.187 Real Estate & Senior Care 0 Marine Engineering & Contracting 2 Energy & Resources 0 575.982 Jaarverslag 2021 | 193 Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank Van Breda Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. De beleggingsportefeuille eind 2021 bevat 95% overheids- en over- heidsgegarandeerde obligaties met een minimumrating A1 (Moody’s ratingklasse), 4% commercial paper van de Vlaamse Gemeenschap en minder dan 1% aandelen en private equity. Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleg- gingsportefeuille naar rating en eindvervaldag. Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2021 Naar rating Naar restloop- tijd Overheidsobligaties Aaa 33% 2022 21% Overheidsobligaties Aa1 21% 2023 19% Overheidsobligaties Aa2 7% 2024 11% Overheidsobligaties Aa3 35% 2025 4% Overheidsobligaties A2 3% 2026 10% Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere 1% >2027 34% onbepaald 1% Toelichting 13: Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten (€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde 2021 2020 2021 2020 Leningen en vorderingen op klanten 6.116.786 5.850.021 5.748.252 5.414.654 Wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 25.704 51.925 25.704 51.925 Interbancaire vorderingen 137.851 163.626 138.014 163.712 Tegoeden bij centrale banken 1.224.628 991.806 1.224.628 991.806 7.504.969 7.057.378 7.136.598 6.622.097 (€ 1.000) 2021 2020 Leningen en vorderingen op klanten Financiële leasing 279.004 249.017 Investeringskredieten en financieringen 2.670.776 2.534.509 Hypothecaire leningen 2.438.038 2.260.140 Werkingskredieten 371.689 380.415 Overige 17.901 23.357 Subtotaal - Bruto leningen en vordering 5.777.408 5.447.439 Voorziening voor Expected Credit Losses/waardeverminderingen -29.156 -32.785 Leningen en vorderingen op klanten 5.748.252 5.414.654 De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van speci- fieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken wer- den gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden. De leningen en vorderingen op cliënten omvatten: • kredieten toegekend door Bank Van Breda aan familiale ondernemers en vrije beroepen. De vele ondernemers en vrije beroepen die de voorbije jaren cliënt werden, vertrouwen een steeds groter deel van hun bankzaken aan de bank toe; • autofinancieringen verstrekt door de divisie Van Breda Car Finance. De sterke commerciële prestaties van de bank verklaren de toename van de lenin- gen en vorderingen op cliënten. Kredietrisico De kredietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid binnen het lokale eco- nomische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De bank han- teert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per re- latie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit auto- financieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risico- profiel. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurte- nissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt be- oordeeld of een waardevermindering moet worden geboekt. COVID-19 Ook in 2021 drukte de coronacrisis haar stempel op de samenleving en op de wereldwijde economie. Een succesvolle uitrol van de vaccinatiecampagne in België zorgde in de eerste jaarhelft voor het versoepelen van de meeste coronamaatrege- len waardoor de economie volop kon herademen. De Europese Central Bank (ECB) hield bovendien haar monetaire beleid uiterst soepel om de economische heropleving zoveel mogelijk te ondersteunen. De be- leidsrentes bleven dit jaar dan ook ongewijzigd en de verschillende steunmaatre- gelen (waaronder het Pandemic Emergency Purchase Programme ofwel PEPP) ble- ven doorlopen en werden waar nodig nog verder versoepeld. Het economisch herstel werd echter vanaf de tweede jaarhelft opnieuw verstoord door de opkomst van een aantal virusvarianten. Hoewel een nieuwe volledige lock- down kon vermeden worden, zagen de meeste overheden wereldwijd zich op- nieuw genoodzaakt om nieuwe maatregelen te treffen. Hieronder worden de belangrijkste regelingen en beslissingen van de nationale en internationale instanties die een impact hadden op bedrijfsvoering en het resultaat van Bank Van Breda toegelicht. 194 | Your partner for sustainable growth Targeted Longer-Term Refinancing Operations (TLTRO) worden door de Europese Centrale Bank (ECB) aan banken verstrekt om bedrijven en huishoudens betere toegang te geven tot bankfinancieringen (met uitzondering van hypothe- caire leningen). Door deze financiering op langere termijn tegen aantrekkelijke voorwaarden aan te bieden, hoopt de ECB de kredietverlening aan de reële eco- nomie te blijven stimuleren. Bank Van Breda nam reeds in 2020 deel aan deze TLTRO-operaties voor 300 mil- joen euro en nam in 2021 opnieuw deel aan een TLTRO-operatie en ditmaal voor 100 miljoen euro. De door Bank Vank Breda in 2020 en 2021 verleende betalingsuitstellen zijn eind 2021 afgelopen en de aflossingen werden zo goed als volledig hernomen. Op 31/12/2021 bedraagt de uitstaande bruto-boekwaarde van deze kredieten 258,9 miljoen euro, waarvan 0,8 miljoen euro opgezegde kredieten (contentieux) en 3,7 miljoen euro kredieten met status onzeker verloop. Er werden ook voor 50,7 mil- joen euro bijkomende kredieten verstrekt met staatsgarantie, die eind 2021 bijna allemaal zijn terugbetaald. De uitstaande bruto-boekwaarde op 31/12/2021 be- draagt 3,6 miljoen euro. De aanhoudende coronacrisis en haar impact op de gezondheid en de economie zal waarschijnlijk nog steeds een impact hebben op de kredietverliezen van de banksector in de komende jaren. Hoewel deze verliezen bij Bank Van Breda tot nu toe eerder beperkt bleven door de hoge kredietkwaliteit van haar klanten en de overheidsmaatregelen (tijdelijke werkloosheid, moratoria), zijn deze onzekere toe- komst-verwachtingen wel in de berekeningen van de ECL van de bank opgeno- men, in lijn met de IFRS 9-regelgeving om verwachte kredietverliezen te pro- visioneren. In de “Waarderingsregels” (Toelichting 1) wordt de methodologie toegelicht die Bank Van Breda in normale omstandigheden toepast om de verwachte krediet- verliezen (stage 1 en stage 2) en de impairments (stage 3) te bepalen voor de volledige kredietportefeuille. De totale geboekte verwachte kredietverliezen (stage 1, 2 en 3) voor het volledige jaar 2021 bedragen -2,2 miljoen euro (waarbij een minteken een positieve impact op het resultaat impliceert) t.o.v. 5,5 miljoen euro in 2020. • Enerzijds was er in 2021 een netto terugname van 2,8 miljoen euro voor perfor- ming kredieten (stage 1 en 2) (versus 4,5 miljoen euro netto bijkomende voor- ziening in 2020); • anderzijds was er een toename van de stage 3 kredietverliezen ten bedrage van 0,6 miljoen euro in 2021 (in vergelijking met 1 miljoen euro in 2020). Veruit de grootste impact is toe te schrijven aan COVID-19: in 2020 werden er nog 6,1 miljoen euro extra verwachte kredietverliezen geboekt voor de performing kre- dieten, daar waar er in 2021 door het bijstellen van de macro-economische scena- rio’s 1,7 miljoen euro werd teruggenomen van de voorziening voor de performing kredieten. De overblijvende ECL-mutatie is toe te schrijven aan de normale wijzigingen in de kredietportefeuille (waarbij nieuwe kredieten worden toegekend en bestaande kredieten worden terugbetaald), én door aflossingen in de kredieten die door de mogelijke COVID-19 impact in 2020 werden aanzien als hoger risico (staging van de meest risicovolle sectoren in 2020). Interne rating klasse – leningen en vorderingen op cliënten Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2021 (€ 1.000) Individual Collective Individual Collective Performing Low risk 2.376.878 0 21.069 23.856 0 2.421.803 Medium risk 2.114.646 0 342.933 77.093 0 2.534.673 High risk 325.611 0 364.838 27.219 0 717.668 Overdue 33.601 0 15.380 649 0 49.629 Non-performing Submitted to write off 0 0 0 0 53.635 53.635 Total 4.850.736 0 744.219 128.818 53.635 5.777.408 Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse Stage 1 Stage 2 Stage 3 2020 (€ 1.000) Individual Collective Individual Collective Performing Low risk 1.977.006 0 22.509 124.363 0 2.123.878 Medium risk 2.021.171 0 288.376 183.689 0 2.493.236 High risk 323.910 0 341.639 55.844 0 721.393 Overdue 30.566 0 16.234 6.988 0 53.788 Non-performing Submitted to write off 0 0 0 0 55.143 55.143 Total 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439 Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2021 Stage 1 Stage 2 Stage 3 2021 (€ 1.000) Individual Collective Individual Collective 31/12/2020 4.352.654 0 668.757 370.884 55.143 5.447.439 Impact from collective staging -28.608 28.608 242.608 -242.608 0 0 Recognition 1.508.981 0 141.822 12.661 6.837 1.670.301 Derecognition -745.301 0 -131.096 -29.679 -9.564 -915.640 Repayments -351.757 0 -51.406 -10.961 -9.582 -423.706 Transfers to stage 1 339.446 0 -339.209 0 -238 0 Transfers to stage 2 -219.042 -28.608 219.119 28.608 -77 0 Transfers to stage 3 -5.522 0 -5.781 0 11.303 0 Methodology modifications -116 0 -594 -88 -119 -916 Write offs 0 0 0 0 -69 -69 31/12/2021 4.850.736 0 744.219 128.818 53.635 5.777.408 Jaarverslag 2021 | 195 Gecumuleerde waardeverminderingen Stage 1 Stage 2 Stage 3 2021 (€ 1.000) Individual Collective Individual Collective 31/12/2020 -4.547 0 -3.202 -1.314 -23.721 -32.784 Impact from collective staging 24 -24 -1.002 1.002 0 0 Recognition -3.816 -9 -959 -19 -1.383 -6.185 Derecognition 1.493 3 1.001 19 1.935 4.451 Repayments 1.684 11 645 38 0 2.379 Transfers to Stage 1 -1.656 -131 1.636 131 21 0 Transfers to Stage 2 149 47 -155 -55 15 0 Transfers to Stage 3 28 0 185 0 -213 0 Impact on ECL by Stage Transfer 1.403 115 -1.654 -214 -3.396 -3.746 Other adjustments to credit risk 1.045 -11 1.601 166 2.326 5.128 Methodology modifications 0 0 -21 0 39 17 Model modifications 0 0 0 0 0 0 Write-offs 0 0 0 0 1.585 1.585 31/12/2021 -4.192 0 -1.926 -245 -22.792 -29.156 Toelichting 14: Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden (€ 1.000) 2021 2020 I. Voorraden, nettobedrag 376.218 382.451 Bruto-boekwaarde 378.412 384.221 Grond- en hulpstoffen 50.638 88.369 Goederen in bewerking 55.600 50.466 Gereed product 4.919 6.399 Handelsgoederen 1.107 1.320 Onroerende goederen bestemd voor verkoop 266.149 237.666 Vooruitbetalingen 0 0 Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) -2.194 -1.771 Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar 1.056 298 Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar 0 -64 II. Onderhanden projecten in opdracht van derden Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto 136.616 90.842 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 478.499 400.034 Bedrag verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten -341.883 -309.192 Onderhanden projecten op afsluitdatum Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen 7.168.801 6.774.948 Bedrag van gerealiseerde opbrengsten -7.032.185 -6.684.106 Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) -107.147 -65.034 De vastgoedpromotieprojecten van CFE, de grondenportefeuille van Nextensa en de havengebonden ontwikkelingen in Vietnam door Rent-A-Port zijn de voornaam- ste componenten van de rubriek ‘Voorraden’. In 2021 heeft CFE (BPI) verschillende projecten opgeleverd: Ernest The Park (El- sene), de laatste fase van Hauts Prés (Ukkel) en Park West (Europese wijk). De bouw en commercialisatie van Patio (Erasmus Gardens, Anderlecht) en van 4 pro- jecten in Luxemburg verlopen vlot. BPI heeft de verkoop afgerond van Ernest 11, een kantoorgebouw van 5.000 m² in Luik, van 50% van het project Samaya, een industriële site bij het station van Ottignies dat in een gemengd project zal ge- transformeerd worden, van de grond van project Sadowa (Gdansk, Polen) en van de resterende retail van Bulwary Ksiazece (Wroclaw, Polen). Tenslotte werden in Polen ook nog drie nieuwe sites gekocht. Rent-A-Port versnelde in 2021 de ontwikkeling van de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam). Momenteel bezit dochterbedrijf Infra Asia Investments reeds een landportefeuille van ongeveer 3.400 hectare vlakbij de nieuwe diepzeehaven van Lach Huyen. Dit vertegenwoordigt ongeveer 25% van alle beschikbare indu- striële terreinen in het noorden van Vietnam. Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd vol- gens de “Percentage of Completion”-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel on- middellijk ten laste van het resultaat geboekt. Het uitvoeren van onderhanden projecten houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan der- gelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden in- geschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen. De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE-DEME zullen in de vol- gende jaren nog een omzet van 3.078 miljoen euro genereren, waarvan 1.707 miljoen euro geraamd in 2022. De vastgoedpromotieprojecten van Nextensa (vnl. Tour&Taxis te Brussel) zitten te- vens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de ver- kochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de “Percentage of Completion”- methode verloopt. Op de Tour & Taxis-site verlopen de residentiële ontwikkelingen van Nextensa vlot. Van Park Lane fase I (319 appartementen) zijn nog slechts 11 appartementen te koop. De laatste appartementen worden in mei 2022 opgele- verd. De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project. 196 | Your partner for sustainable growth Toelichting 15: Minderheidsbelangen (€ 1.000) Minderheidsbelang % Minderheidsbelang Aandeel minderheids- in de AvH-balans belang in winst van het boekjaar 2021 2020 2021 2020 2021 2020 I. Marine Engineering & Contracting CFE - DEME 37,90% 37,90% 740.856 684.344 59.045 23.229 Rent-A-Port (Infra Asia Investments) 18,95% 18,95% 49.324 46.015 957 2.583 II. Private Banking Bank Van Breda (1) 21,25% 21,25% 141.694 130.503 12.936 9.461 III. Real Estate & Senior Care Nextensa / Leasinvest Real Estate (2) 41,47% 69,99% 333.989 341.015 30.172 5.378 IV. AvH & Growth Capital Agidens (3) 15,02% 13,75% 3.464 2.418 807 179 Overige 8.448 15.836 1.328 6.994 Totaal 1.277.774 1.220.131 105.246 47.823 (1) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank Van Breda vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie. (2) Bij de vorming van de geïntegreerde vastgoedgroep Nextensa heeft AvH 100% van de aandelen van Extensa en LREM ingebracht voor een gezamenlijke waarde van 293,4 miljoen euro in ruil voor de uitgifte van 4.075.458 nieuwe aandelen in Leasinvest Real Estate. Na deze transactie wordt het kapitaal van Nextensa (voorheen Leasinvest Real Estate) vertegenwoordigd door 10.002.102 aandelen, waarvan AvH er 5.853.817 (inclusief 1.778.359 initiële aandelen) bezit en hiermee een controlebelang van 58,53% behoudt. Het minderheidsbelang daalde bijgevolg naar 41,47%. (3) De uitoefening van opties (door het management) bij Agidens resulteerde in een toename van het minderheidsbelang met 1,26%. Beknopte resultatenrekening – 2021 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Nextensa Agidens Omzet 3.635.953 184.193 50.527 65.174 74.807 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 196.668 84.792 6.167 53.116 7.112 Financieel resultaat -11.451 -2.819 11.828 -424 Winst (verlies) vóór belasting 195.035 84.792 6.881 64.944 6.688 Winst (verlies) van het boekjaar 152.766 65.193 3.858 53.355 5.410 Op het niveau van de onderneming zelf 152.766 65.193 3.858 53.355 5.410 - Aandeel van het minderheidsbelang 2.757 15 279 111 - Aandeel van de groep 150.008 65.178 3.578 53.244 5.410 Op het niveau van AvH (1) 151.167 64.263 3.858 53.842 5.410 - Aandeel van het minderheidsbelang 59.045 12.936 957 30.172 807 - Aandeel van de groep 92.122 51.328 2.900 23.670 4.602 (1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen Beknopte resultatenrekening – 2020 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Leasinvest Real Estate Agidens Omzet 3.221.958 162.681 72.706 61.572 91.688 Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten 87.253 65.642 14.248 77.697 2.963 Financieel resultaat -34.348 -6.893 -69.534 -559 Winst (verlies) vóór belasting 85.145 65.643 7.272 8.163 2.266 Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299 Op het niveau van de onderneming zelf 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299 - Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369 - Aandeel van de groep 64.020 48.295 1.174 7.683 1.299 Op het niveau van AvH (1) 59.637 47.493 3.544 8.694 1.299 - Aandeel van het minderheidsbelang 23.229 9.461 2.583 5.378 179 - Aandeel van de groep 36.408 38.032 961 3.317 1.120 (1) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen Jaarverslag 2021 | 197 Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten – 2021 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Nextensa Agidens Op het niveau van de onderneming zelf 177.382 60.359 8.151 65.642 5.146 Winst (verlies) van het boekjaar 152.766 65.193 3.858 53.355 5.410 - Aandeel van het minderheidsbelang 2.757 15 279 111 0 - Aandeel van de groep 150.008 65.178 3.578 53.244 5.410 Niet-gerealiseerde resultaten 24.616 -4.834 4.294 12.287 -264 - Aandeel van het minderheidsbelang 88 - Aandeel van de groep 24.528 -4.834 4.294 12.287 -264 Op het niveau van AvH 175.783 59.026 8.151 66.434 5.146 Winst (verlies) van het boekjaar 151.167 64.263 3.858 53.842 5.410 - Aandeel van het minderheidsbelang 59.045 12.936 957 30.172 807 - Aandeel van de groep 92.122 51.328 2.900 23.670 4.602 Niet-gerealiseerde resultaten 24.616 -5.237 4.294 12.592 -264 - Aandeel van het minderheidsbelang 11.570 -1.113 814 11.690 -36 - Aandeel van de groep 13.046 -4.124 3.480 903 -227 Beknopte staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten – 2020 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Leasinvest Real Estate Agidens Op het niveau van de onderneming zelf 39.877 51.791 -1.186 25.749 1.657 Winst (verlies) van het boekjaar 64.823 48.373 3.544 7.683 1.299 - Aandeel van het minderheidsbelang 803 78 2.369 0 0 - Aandeel van de groep 64.020 48.295 1.174 7.683 1.299 Niet-gerealiseerde resultaten -24.946 3.418 -4.729 18.066 358 - Aandeel van het minderheidsbelang 264 - Aandeel van de groep -25.210 3.418 -4.729 18.066 358 Op het niveau van AvH 34.691 50.767 -1.186 26.760 1.657 Winst (verlies) van het boekjaar 59.637 47.493 3.544 8.694 1.299 - Aandeel van het minderheidsbelang 23.229 9.461 2.583 5.378 179 - Aandeel van de groep 36.408 38.032 961 3.317 1.120 Niet-gerealiseerde resultaten -24.946 3.274 -4.729 18.066 358 - Aandeel van het minderheidsbelang -9.569 696 -884 12.645 48 - Aandeel van de groep -15.377 2.578 -3.846 5.421 310 Beknopte balans – 2021 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Nextensa Agidens Vaste activa 2.863.509 4.719.074 98.891 1.433.991 19.407 Vlottende activa 2.436.490 3.072.728 155.796 461.971 30.921 Langlopende verplichtingen 914.184 727.751 54.540 630.533 7.803 Kortlopende verplichtingen 2.429.789 6.385.592 74.402 474.956 19.457 Eigen vermogen 1.956.026 678.459 125.746 790.473 23.068 - Deel groep 1.936.335 678.459 79.555 779.970 23.068 - Aandeel van het minderheidsbelang 19.691 0 46.191 10.503 0 Dividend uitgekeerd aan derden -9.594 -2.486 -1.770 -21.778 -82 Beknopte balans – 2020 (€ 1.000) CFE - DEME Bank Van Breda Rent-A-Port Leasinvest Real Estate Agidens Vaste activa 3.235.546 4.436.259 86.090 1.223.098 21.517 Vlottende activa 1.901.937 2.775.111 162.189 17.449 35.729 Langlopende verplichtingen 1.177.743 1.180.316 68.028 519.135 8.426 Kortlopende verplichtingen 2.154.792 5.410.680 75.719 234.202 31.237 Eigen vermogen 1.804.948 620.374 104.532 487.211 17.583 - Deel groep 1.787.113 620.249 60.154 487.211 17.583 - Aandeel van het minderheidsbelang 17.835 125 44.378 0 0 Dividend uitgekeerd aan derden 0 0 0 -21.778 0 198 | Your partner for sustainable growth Toelichting 16: Leasing 1. Leasinggever Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank Van Breda actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar Toelichting 13 voor meer details. 2. Leasingnemer (€ 1.000) 2021 2020 Activa Materiële vaste activa 179.290 165.858 Terreinen en gebouwen 130.674 121.572 Installaties, machines en uitrusting 9.919 7.922 Meubilair en rollend material 38.696 36.364 Vastgoedbeleggingen 4.181 4.207 Totaal - Activa 183.471 170.065 Passiva Eigen vermogen – Deel groep -2.242 -1.967 Financiële schulden 185.712 172.031 Leasingschulden op LT 149.514 138.093 Leasingschulden op KT 36.198 33.939 Totaal - Passiva 183.471 170.065 Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2021 een gebruiksrecht van 183,5 miljoen euro en een leaseverplich- ting van 185,7 miljoen euro, waarvan ongeveer 70% afkomstig is van CFE/DEME en 22% van Anima. De door CFE toegepaste discontovoeten werden vastgesteld op 3,5% voor gebou- wen, 3,0% voor materieel en 2,0% voor leasingwagens. DEME heeft volgende discontovoeten toegepast: voor korte termijn leasing (tussen 0,95%-1,70%) en voor de lange termijn leasing (2,16%-3,15%). De discontovoet met betrekking tot de gebouwen van Anima schommelt tussen 0,60% en 2%. We verwijzen naar: • Aanschaffingen van gebruiksrechten doorheen het jaar 2021 bedroegen 59,6 miljoen euro (Toelichting 9 Materiële vaste activa). • Kasstroomoverzicht (Toelichting 6 Segmentinformatie). (€ 1.000) 2021 2020 Resultatenrekening Geannuleerde huur 38.922 36.273 Afschrijvingen -36.859 -34.887 Interestlasten -2.508 -2.902 De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde ge- bruiksrechten worden tevens immaterieel geacht. Jaarverslag 2021 | 199 Toelichting 17: Voorzieningen (€ 1.000) Voorzieningen voor garanties Voorzieningen voor gerechtelijke procedures Milieu- voorzieningen Voorzieningen voor herstructure- ringen Voorzieningen voor contractuele verplichtingen Overige voorzieningen Totaal Voorzieningen - boekjaar 2020 Voorzieningen, beginsaldo 16.380 7.447 0 2.390 8.994 48.031 83.242 Additionele voorzieningen 1.757 1.279 0 1.542 0 2.704 7.282 Toename van bestaande voorzieningen 389 0 0 0 472 1.741 2.602 Toename door bedrijfscombinaties 0 0 0 0 0 0 0 Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -1.992 -337 0 -591 -1.197 -3.040 -7.157 Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) 0 -87 0 0 0 -1.020 -1.107 Afname door bedrijfsafsplitsing (-) 0 0 0 -571 0 86 -485 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -113 -13 0 -42 0 -218 -387 Overboekingen van (naar) andere posten 569 -430 0 581 0 -427 293 Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 -26 -26 Voorzieningen, eindsaldo 16.990 7.859 0 3.309 8.269 47.830 84.257 (€ 1.000) Voorzieningen voor garanties Voorzieningen voor gerechtelijke procedures Milieu- voorzieningen Voorzieningen voor herstructure- ringen Voorzieningen voor contractuele verplichtingen Overige voorzieningen Totaal Voorzieningen - boekjaar 2021 Voorzieningen, beginsaldo 16.990 7.859 0 3.309 8.269 47.830 84.257 Additionele voorzieningen 1.409 393 0 1.059 209 9.628 12.698 Toename van bestaande voorzieningen 0 0 0 0 20 571 590 Toename door bedrijfscombinaties 0 16 0 0 0 0 16 Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) -2.060 -905 0 -2.435 -2.712 -8.093 -16.205 Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) -61 0 0 0 -18 -2.737 -2.815 Afname door bedrijfsafsplitsing (-) -253 0 0 0 0 0 -253 Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen -13 -13 0 0 0 -42 -68 Overboekingen van (naar) andere posten 0 -1.000 0 0 0 3.613 2.613 Overige toename (afname) 0 0 0 0 0 -14 -14 Voorzieningen, eindsaldo 16.012 6.349 0 1.933 5.768 50.757 80.819 De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico’s van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2020 werd 45,3 miljoen euro (deel Groep 27,4 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico’s bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uit- gedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2021 werd dit bedrag verder afgebouwd met 2,5 miljoen euro (deel groep 1,5 miljoen euro). Bank Van Breda heeft in 2021 voor 5,7 miljoen euro provisies aangewend, respec- tievelijk laten vrijvallen, onder meer als gevolg van het beëindigen van een discus- sie mbt BTW en de volledige overname in eigen beheer van haar IT-infrastructuur. De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen. De ‘Overige voorzieningen’ bestaan voorts uit voorzieningen voor negatieve ver- mogensmutatiewaarden ten belope van 12,6 miljoen euro. Verschillende deelnemingen van AvH (o.a. DEME, CFE, Agidens...) zijn actief in het uitvoeren van projecten. Dit houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke acti- viteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtge- vers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemings- projecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen. Betreffende DEME zijn volgende voorwaardelijke activa en verplichtingen te mel- den: • Zoals bekend, is het Parket in 2016 een gerechtelijk onderzoek gestart naar de omstandigheden waarin een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een Russische joint venture vennootschap van de DEME-groep, voor de uitvoe- ring van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland). De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015. Het contract werd in 2016 beëindigd. Het onderzoek werd gestart na indiening van een klacht door een concurrent, aan wie het betrokken contract niet werd toegekend in het kader van een onderhandse gunning, en steunt uitsluitend op selectieve informatie aangereikt door deze concurrent. Eind december 2020 heeft het Parket enkele vennootschappen en (ex)-personeelsleden van de DEME-groep opgeroepen om voor de raadkamer te verschijnen. De raadkamer heeft op 21 februari 2022 be- slist de zaak door te verwijzen naar de bodemrechter. Tegen de beslissing van de raadkamer is beroep aangetekend. Er weze benadrukt dat de raadkamer zelf geen uitspraak doet over de grond van de zaak, doch enkel oordeelt over de vraag of er al dan niet voldoende bezwaren zijn om een zaak ten gronde te laten beoordelen door de bevoegde rechter. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de fi- nanciële gevolgen van de lopende procedure. DEME behoudt het volste vertrou- wen in het verdere verloop van de procedure. • In 2018 was de groep verwikkeld in een rechtszaak tegen Rijkswaterstaat in Nederland en dit in verband met de uitvoering van een project voor de verbre- ding van het Julianakanaal. Op basis van de beschikbare informatie kan DEME geen betrouwbare inschatting maken van de financiële gevolgen van dit geschil. Ondanks lopende besprekingen, is de kwestie nog niet geregeld. • DEME is betrokken in een juridische procedure die door het Nederlandse ‘Wa- terschap Vallei en Veluwe’ is aangespannen tegen een consortium waarvan 200 | Your partner for sustainable growth DEME deel uitmaakt en dit wegens vermeende ongeoorloofde activiteiten op het project Eemdijk. De uitkomst van deze procedures zal naar verwachting geen materiële impact hebben. Toelichting 18: Financiële schulden (€ 1.000) < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2021 < 1 jaar 1 jaar < 5 jaar > 5 jaar Totaal 2020 Resterende looptijd Resterende looptijd I. Financiële schulden Leningen van banken 527.129 917.939 107.634 1.552.702 319.771 1.039.365 356.243 1.715.379 Obligatieleningen 74.819 171.345 0 246.164 0 142.363 99.571 241.934 Achtergestelde leningen 33.527 59.995 1.630 95.152 20.974 43.050 1.630 65.655 Leasingschulden 36.198 73.329 76.184 185.712 33.939 68.640 69.453 172.031 Overige financiële schulden 290.047 11.615 226 301.887 315.181 46.955 2.215 364.351 Totaal 961.720 1.234.224 185.675 2.381.618 689.864 1.340.373 529.113 2.559.350 De financiële schulden komen, behoudens beperkte schuld op niveau van AvH zelf, voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van krediet- verleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per- geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indek- king vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel risico wordt behouden. De financiële schulden bedragen op jaareinde 2021 1.419,9 miljoen euro op lange termijn en 961,7 miljoen euro op korte termijn. Dit betekent een sterke daling met 177,7 miljoen euro in 2021, waarvan 189,7 miljoen euro bij DEME. Deze schuld- positie moet in combinatie met de liquide middelen worden bekeken. Geldmiddelen en kasequivalenten zijn met 41,3 miljoen euro toegenomen in 2021 tot 883,7 miljoen euro, waarvan 726,5 miljoen euro zich binnen het segment “Ma- rine Engineering & Contracting” bevindt. De goede gang van zaken heeft DEME inderdaad toegelaten om haar netto financiële positie met 96,4 miljoen euro te verbeteren. Op jaareinde 2021 hadden volgende deelnemingen obligatieschulden uitstaan: BPI (Groep CFE): 29,9 miljoen euro, Rent-A-Port: 30,6 miljoen euro en Nextensa: 185,7 miljoen euro. De achtergestelde leningen van 95,2 miljoen euro in het seg- ment “Marine Engineering & Contracting” zijn aangegaan door DEME in het kader van specifieke financieringen mbt nieuwe schepen. Onder overige financiële schul- den op korte termijn zijn de uitgiftes van kortlopend schuldpapier (commercial pa- per) opgenomen. Op jaareinde bedroeg dit in totaal 290 miljoen euro (DEME: 0 miljoen euro, CFE: 69 miljoen euro, Nextensa: 179,0 miljoen euro en AvH : 42,0 miljoen euro). Liquiditeitsrisico De financiële schulden, na intercompany-eliminatie, zijn afkomstig uit volgende segmenten: (€ 1.000) KT LT Marine Engineering & Contracting 529.567 721.091 Private Banking (IFRS 16 leases) 2.516 5.673 Real Estate & Senior Care 383.659 700.141 Energy & Resources 0 0 AvH & Growth Capital 46.727 11.970 Intercompany -750 -18.976 Total 961.720 1.419.899 Tegenover financiële schulden op korte termijn van 961,7 miljoen euro, staan geld- middelen en kasequivalenten van 883,7 miljoen euro. Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio’s (co- venants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2021. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paperprogramma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afge- schreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, commercial paper en de obligatielening van 30 miljoen euro uitgegeven in 2017 door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE (vervaldag eind 2022). Zowel DEME als CFE beschikken eind 2021 over een aanzienlijke thesauriepositie. De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deelneming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non recourse) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 mil- joen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terugbetaalbaar op 7 jaar. De meeste bank- en aandeelhoudersleningen werden op lange termijn aangegaan tegen vaste rentevoeten. AvH en CFE hebben in de loop van het vierde kwartaal 2021 het kapitaal van Rent-A-Port verhoogd met samen 11,5 miljoen euro. Hiermee heeft Rent-A-Port de overname van aandeel- houdersleningen aan IAI gefinancierd. Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om bestaande en toekomstige inves- teringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het finan- cieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de finan- cieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifi- eren. Jaarverslag 2021 | 201 Nextensa heeft op 20/11/2019 een private plaatsing van obligaties voor een be- drag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar en een vaste jaarlijkse coupon van 1,95%. Haar dochteronderneming Extensa Group sloot in het verleden 2 private plaatsingen af ten belope van 45 miljoen euro (vaste rente 3,00% met eindvervaldag 29 juni 2022) en van 40 miljoen euro (vaste rente 3,38% met vervaldag 5 juni 2024). De opnames van de bilaterale bancaire kredie- ten van Nextensa bedragen eind 2021 415,0 miljoen euro op lange termijn en 134,4 miljoen euro op korte termijn. De expansie van Anima via de overnames van bestaande residenties en de bouw van nieuwe rusthuizen wordt gefinancierd vanuit eigen kasmiddelen, externe fi- nanciering en eventueel kapitaalsverhoging. Er wordt bij de financiering van de projecten rekening gehouden met de cash-drain in de start-up fase. Anima is voor een groot deel eigenaar van haar vastgoed, dat zij desgewenst kan verkopen in functie van haar financieringsnoden. De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn toe te wijzen aan Agidens, Biolectric Group en AvH & subholdings. De schulden van Agidens betreffen de financiering van het hoofdgebouw, de leaseschulden mbt de wagens en de opname van straight loans in het kader van het werkkapitaalbeheer. De financiële schulden van Biolectric hebben betrekking op de financiering van de hoofdzetel, het werkkapitaal en de biogas-installaties die eigendom blijven van Biolectric om ze uit te baten en de geproduceerde elektriciteit aan de landbouwers te verkopen. De korte termijn financiële schulden van AvH & subholdings, slaan hoofdzakelijk op het door AvH uitgegeven commercial paper. AvH beschikt over bevestigde kre- dietlijnen (280 miljoen euro), gespreid over verschillende banken, die de uit- staande commercial paper-verplichtingen ruim overtreffen. Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereen- komsten bepaalde ratio’s (covenants) afgesproken en deze werden per 31 decem- ber 2021 gerespecteerd. (€ 1.000) 2021 2020 II. Schulden (gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepe- lijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen Leningen van banken 323.602 321.955 Obligatieleningen 30.612 28.358 Leasingschulden 0 0 Overige financiële schulden 0 0 Totaal 354.213 350.313 Toelichting 19: Banken – schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (€ 1.000) Reële waarde Boekwaarde 2021 2020 2021 2020 Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken 424.484 325.163 425.353 327.292 Schulden aan cliënten 6.378.531 5.929.064 6.368.123 5.907.102 - waarvan achtergesteld 10.234 10.676 9.883 9.870 Schuldcertificaten inclusief obligaties 256.321 263.218 245.395 249.959 - waarvan achtergesteld 50.745 53.209 40.216 40.196 7.059.336 6.517.445 7.038.871 6.484.353 (€ 1.000) 2021 2020 Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken Zichtdeposito's 13.869 12.211 Deposito's met vaste looptijd 16.531 16.518 ECB TLTRO III 394.847 298.417 Te betalen interesten 106 146 Totaal 425.353 327.292 Schulden aan cliënten Zichtdeposito's 4.218.578 3.589.527 Deposito's met vaste looptijd 1.045.537 1.243.990 Speciale deposito's 64.876 59.255 Gereguleerde deposito's 1.029.249 1.004.459 Achtergestelde certificaten 9.883 9.870 Totaal 6.368.123 5.907.102 Schuldcertificaten inclusief obligaties Schuldcertificaten 205.178 209.763 Achtergestelde obligatielening 40.216 40.196 Totaal 245.395 249.959 Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 7.038.871 6.484.353 202 | Your partner for sustainable growth De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van de spe- cifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden. Liquiditeitsrisico Bank Van Breda Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank Van Breda staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbe- heersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank Van Breda houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt 1.470 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB en zeer liquide overheidsobligaties. De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financierings- bron zijn de deposito’s van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauw- lettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito’s. Eind 2021 bedroeg deze ratio 90%. De afhankelijkheid van externe institutionele finan- ciering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in 2021 slechts 3,5% van het balanstotaal. In november 2018 werd overgegaan tot de plaatsing van een achtergestelde obli- gatie binnen het EMTN programma van de bank. Er werd een bedrag van 40 mil- joen euro opgehaald met als doel om het prudentieel eigen vermogen te diversifi- eren. In 2020 en 2021 nam de bank deel aan “Targeted Longer-Term Refinancing Operations”-programma’s (TLTRO-III), ECB-instrumenten die banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consumenten, ten belope van 300 mil- joen euro respectievelijk 100 miljoen euro. In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee liquiditeitsra- tio’s geïntroduceerd: • De LCR (Liquidity Coverage Ratio) is een maatstaf voor de liquiditeitspositie on- der een acuut stress-scenario gedurende 30 dagen. Hiertoe dienen instellingen over voldoende kwaliteitsvolle liquide middelen te beschikken. De regelgever legt een limiet op van minimum 100%. • De NSFR (Net Stable Funding Ratio) zet de beschikbare stabiele financiering af tegenover de vereiste stabiele financiering over een tijdshorizon van 1 jaar. De Basel III-richtlijnen leggen een limiet op van minimum 100% vanaf 2018. De Europese implementatie is van kracht sinds juni 2021. Eind 2021 bedroegen deze ratio’s respectievelijk 160% en 135%. Beide ratio’s bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die opgelegd wordt door de toezichthouder. Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebe- heer, binnen de krijtlijnen van het ‘Asset & Liability Management’-kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange ter- mijn. In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van verval- dagen en werden er interne assumpties voor de deposito’s zonder vervaldag ge- hanteerd. (€ 1.000) < 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald 31/12/2021 Activa 1.686.000 209.000 870.000 2.764.000 1.588.000 553.000 39.000 Passiva -981.000 -929.000 -2.460.000 -1.447.000 -925.000 -286.000 -63.000 Derivaten -1.000 -2.000 -7.000 -14.000 -4.000 0 0 Liquiditeitsgap 704.000 -722.000 -1.597.000 1.303.000 659.000 267.000 -24.000 31/12/2020 Activa 1.447.000 246.000 756.000 2.610.000 1.458.000 559.000 37.000 Passiva -908.000 -802.000 -1.940.000 -1.800.000 -834.000 -202.000 -67.000 Derivaten -1.000 -2.000 -7.000 -30.000 -13.000 -1.000 0 Liquiditeitsgap 538.000 -558.000 -1.191.000 780.000 611.000 356.000 -30.000 Toelichting 20: Financiële instrumenten Renterisico Bank Van Breda Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktren- tevoeten. De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden: • Om de mismatch te corrigeren doet de bank beroep op indekkingsinstrumenten. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (waarbij de vlottende rentever- plichtingen worden omgezet naar vaste verplichtingen) en opties (die bijvoor- beeld bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde ni- veaus). • De vermogensgevoeligheid is de blootstelling van de economische waarde van de onderneming aan ongunstige rentebewegingen. De inkomensgevoeligheid is de blootstelling van de (rente)inkomsten van de instelling aan diezelfde ongun- stige rentebewegingen. De intensiteit ervan komt tot uiting in de duration gap. Hieronder verstaan we het verschil in duration van alle activa en duration van alle passiva (mismatch) waarbij de duration staat voor het gewogen gemiddelde van de looptijden van een verzameling vastrentende waarden. De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario’s in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve. Jaarverslag 2021 | 203 Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: 2021 2020 Het renteresultaat 4.907 6.436 (winstgevoeligheid) De Reële waarde van het eigen vermogen -47.409 -26.156 (gevoeligheid eigen vermogen) (= BPV) Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen in- gedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur zichtbaar. (€ 1.000) ≤ 1 maand 1-3 maand 3-12 maand 1-5 jaar 5-10 jaar > 10 jaar Onbepaald 31/12/2021 Activa 1.786.000 414.000 1.126.000 2.775.000 1.210.000 345.000 48.000 Passiva -979.000 -931.000 -2.457.000 -1.491.000 -894.000 -295.000 -37.000 Derivaten 270.000 515.000 -80.000 -355.000 -310.000 -40.000 0 Rentegap 1.077.000 -2.000 -1.411.000 929.000 6.000 10.000 11.000 31/12/2020 Activa 1.541.000 466.000 1.049.000 2.718.000 992.000 301.000 43.000 Passiva -907.000 -803.000 -1.935.000 -1.843.000 -804.000 -211.000 -41.000 Derivaten 260.000 530.000 -30.000 -330.000 -335.000 -95.000 0 Rentegap 894.000 193.000 -916.000 545.000 -147.000 -5.000 2.000 Renterisico overige integraal geconsolideerde participaties Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME wordt geconfronteerd met belangrijke financieringen in het kader van investerin- gen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financierings- kosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps. De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd door eigen middelen, een obligatielening en bank- en aandeelhoudersleningen met vaste rentevoeten waar- door het renterisico eerder beperkt is. Infra Asia Investment Fund, een 50%-deel- neming die via vermogensmutatie wordt verwerkt, heeft in 2016 een (non re- course) obligatie uitgegeven ter waarde van 29,2 miljoen euro + 1,8 miljoen USD voor de financiering van de activiteiten in Vietnam. Deze obligatielening is terug- betaalbaar op 7 jaar en heeft een vaste rentevoet. Ter indekking van het wissel- risico (USD) op zowel de kapitaal- als rentestromen, werd een cross-currency swap afgesloten die kwalificeert als een kasstroom-indekkingsinstrument. Het indekkingsbeleid van Nextensa is erop gericht om het renterisico voor onge- veer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. Nextensa sloot in de voorbije jaren voor een nominaal bedrag van 185 miljoen euro obligatieleningen af aan vaste intrest- voeten (1,95% mbt investeringsportefeuille en 3,00%-3,38% mbt promotie-ont- wikkelingen). De overige schuldfinanciering van Nextensa is voornamelijk geba- seerd op een vlottende rentevoet, waarbij het risico bestaat dat bij een stijging van de rentevoeten de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt door financiële instrumenten zoals voornamelijk interest rate swaps. Eind 2021 be- draagt de hedge ratio 67%. Anima dekt haar renterisico in door voornamelijk leningen met een vaste rente- voet aan te gaan. Per eind 2021 bedraagt het uitstaand saldo aan leningen met een variabele rentevoet 5% van de totale financiële schuld. De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uit het door AvH uitgegeven commercial paper (42,0 miljoen euro) en de schulden door Agidens en Biolectric betreffende de huur van het hoofdkantoor en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2021 was er geen enkel rente-indekkings-instru- ment uitstaand. Sensitiviteits-analyse voor het renterisico Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 1,3 miljoen euro (CFE-DEME), 0,4 miljoen euro (Nextensa), 0,1 miljoen euro (Anima), 0,1 miljoen euro (Agidens), 0,1 miljoen euro (Biolectric) en 0,2 miljoen euro (AvH & subholdings). Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden terugvinden op het actief. 204 | Your partner for sustainable growth (€ 1.000) Notioneel bedrag 2021 Boekwaarde 2021 Notioneel bedrag 2020 Boekwaarde 2020 I. Indekking van het renterisico Activa Reële waarde indekking - Bank Van Breda 40.000 568 5.000 591 Kasstroomindekking 0 0 25.696 1.790 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 140.000 684 130.000 33 Te ontvangen interesten 0 0 Totaal 1.252 2.414 Passiva Reële waarde indekking - Bank Van Breda 745.000 -28.687 805.000 -54.179 Kasstroomindekking 930.226 -20.454 1.151.581 -38.033 Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking 280.000 -5.599 310.000 -10.633 Te ontvangen interesten 0 0 Totaal -54.740 -102.845 II. Indekking van het valutarisico Activa 183.934 2.043 253.969 8.175 Passiva 1.354.132 -35.295 373.588 -1.605 -33.252 6.570 III. Risico’s verbonden aan grondstoffen Activa 2.651 1.088 Passiva -314 -1.787 2.337 -699 Aansluiting met de geconsolideerde balans Actiefzijde Actiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten 1.816 3.279 Kortlopende afdekkingsinstrumenten 4.129 8.399 5.945 11.678 Passiefzijde Passiefzijde Langlopende afdekkingsinstrumenten -74.034 -97.324 Kortlopende afdekkingsinstrumenten -16.315 -8.914 -90.348 -106.237 Het renterisico van Bank Van Breda en de overige integraal geconsolideerde par- ticipaties komt aan bod op in deze Toelichting 20. Financiële instrumenten. Voor een beschrijving van het valutarisico wordt verwezen naar Toelichting 12. De financiële instrumenten ter indekking van dit risico zijn voornamelijk voor reke- ning van de integraal geconsolideerde participaties DEME en Bank Van Breda. De muntposities die Bank Van Breda inneemt via termijnwisselverrichtingen, vloeien voort uit de activiteiten van haar klanten. De bank dekt openstaande posities in- terbancair in zodat er geen materieel valutarisico kan ontstaan. De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten hieromtrent bij CFE-DEME: (€ 1.000) Notionele bedrag USD US Dollar SGD Singapour Dollar PLN Poolse Zloty GBP GB Pound EGP Egyptisch Pond Andere Totaal Termijnaankopen 42.283 50.360 74.470 0 0 16.821 183.934 Termijnverkopen 1.156.536 0 73.035 44.025 68.760 11.776 1.354.132 (€ 1.000) Reële waarde USD US Dollar SGD Singapour Dollar PLN Poolse Zloty GBP GB Pound EGP Egyptisch Pond Andere Totaal Termijnaankopen 561 363 943 0 0 176 2.043 Termijnverkopen 32.816 0 879 393 1.121 85 35.295 Sensitiviteitsanalyse van het valutarisico van DEME - 2021 (€ 1.000) Impact van de sensitiviteits- berekening - depreciatie van 5% van de euro Impact van de sensitiviteits- berekening - appreciatie van 5% van de euro Impact op de balans (+ is debet / - is credit) Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking 0 0 Netto kortlopende financiële schulden 2.593 -2.346 Handelsvorderingen en -schulden na indekking 294 -294 Jaarverslag 2021 | 205 Sensitiviteitsanalyse van het valutarisico van DEME - 2020 (€ 1.000) Impact van de sensitiviteits- berekening - depreciatie van 5% van de euro Impact van de sensitiviteits- berekening - appreciatie van 5% van de euro Impact op de balans (+ is debet / - is credit) Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking 0 0 Netto kortlopende financiële schulden 4.605 -4.167 Handelsvorderingen en -schulden na indekking 440 -440 Ook de risico’s verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontrac- ten. Toelichting 21: Belastingen 1. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen opgenomen in de balans (€ 1.000) Activa 2021 Verplicht. 2021 Netto 2021 Activa 2020 Verplicht. 2020 Netto 2020 Immateriële vaste activa 27 26.470 -26.443 23 26.068 -26.046 Materiële vaste activa 26.979 68.382 -41.403 28.365 75.305 -46.940 Vastgoedbeleggingen 167 34.768 -34.601 0 25.790 -25.790 Financiële vaste activa 0 4.802 -4.802 0 0 0 Geldbeleggingen -686 0 -686 -2.798 0 -2.798 Personeelsbeloningen 16.134 867 15.267 16.129 1.076 15.052 Voorzieningen 4.563 7.613 -3.050 6.336 22.602 -16.266 Afgeleide financiële instrumenten 1.533 -4.942 6.474 3.801 364 3.436 Werkkapitaal-balansrubrieken 59.500 63.394 -3.893 50.829 68.311 -17.482 Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek 68.841 -12.726 81.567 96.147 -1.349 97.497 Compensatie -26.778 -26.778 0 -58.392 -58.392 0 Totaal 150.279 161.849 -11.570 140.439 159.777 -19.338 De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De groep beoordeelt op geregelde tijdstippen haar onzekere belastingposities. Conform IFRIC 23, worden, waar nodig, provisies genomen die opgenomen worden onder de uitgestelde be- lastingverplichtingen. De rubriek ‘Compensatie’ weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belas- tingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME. 2. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen (€ 1.000) 2021 2020 Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen 145.645 85.631 Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) 0 0 Totaal 145.645 85.631 (1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen. 3. Actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) (€ 1.000) 2021 2020 Actuele belastingen, netto Belastingen op het resultaat van het boekjaar -90.272 -101.777 Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden 5.199 10.342 Totaal -85.073 -91.435 Uitgestelde belastingen, netto Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen 4.787 44.769 Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 920 265 Overige uitgestelde belastingen -83 -341 Totaal 5.624 44.693 Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) -79.449 -46.742 206 | Your partner for sustainable growth 4. Aansluiting tussen toepasselijk en effectief belastingtarief (€ 1.000) 2021 2020 Winst (verlies) vóór belasting 591.659 324.356 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -255.191 -179.253 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 336.469 145.103 Toepasselijk belastingtarief (%) 25,00% 25,00% Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief -84.117 -36.276 Impact van tarieven in andere rechtsgebieden -468 -8.250 Impact van niet-belastbare inkomsten 39.386 33.085 Impact van niet-aftrekbare kosten -18.573 -9.158 Impact van fiscale verliezen -5.393 -23.999 Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden -9.765 -6.733 Overige toename (afname) -518 4.587 Belasting op basis van het effectief belastingtarief -79.449 -46.742 Winst (verlies) vóór belasting 591.659 324.356 Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) -255.191 -179.253 Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties 336.469 145.103 Effectief belastingtarief (%) 23,61% 32,21% De winstbelastingen voor het volledige jaar 2021 bedragen 79,4 miljoen euro. Dat is 32,7 miljoen euro hoger dan het jaar voordien en in lijn met de hogere winst van de groep. Daarbij dient, net zoals in voorgaande jaren, te worden opgemerkt dat de winstbijdrage van de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toe- gepast een netto-bijdrage betreft: de belastingen die door deze vennootschappen worden gedragen, zijn niet zichtbaar, aangezien deze bijdragen uit vermogensmu- tatie worden gerapporteerd op basis van het netto-resultaat (i.e. na belastingen) van deze vennootschappen. Na correctie voor deze vermogensmutaties vertegen- woordigt de totale belastingslast van 79,4 miljoen euro een belastings% van 23,6%. Toelichting 22: Aandelenoptieplannen 1. ‘Equity settled’ optieplan AvH per 31 december 2021 Jaar van aanbod Aantal aanvaarde opties Aantal uitgeoefende opties Aantal vervallen opties Saldo Uitoefenprijs (euro) Uitoefentermijn 2008 46.500 -44.500 -2.000 0 66,05 01/01/2012 - 02/01/2016 + 5Y 2009 49.500 -47.500 -2.000 0 37,02 01/01/2013 - 05/01/2017 2010 49.000 -47.000 -2.000 0 52,05 01/01/2014 - 04/01/2018 2011 49.000 -46.500 -2.500 0 60,81 01/01/2015 - 04/01/2019 2012 47.000 -47.000 0 56,11 01/01/2016 - 03/01/2020 2013 49.500 -49.500 0 61,71 01/01/2017 - 03/01/2021 2014 49.500 -45.500 4.000 82,32 01/01/2018 - 02/01/2022 2015 50.500 -2.000 48.500 100,23 01/01/2019 - 05/01/2023 2016 40.500 -3.000 37.500 130,95 01/01/2020 - 03/01/2024 2017 46.000 0 46.000 128,30 01/01/2021 - 12/01/2025 2018 46.000 0 -500 45.500 148,64 01/01/2022 - 11/01/2026 2019 46.000 0 46.000 132,52 01/01/2023 - 14/01/2027 2020 23.750 0 23.750 141,09 01/01/2024 - 13/01/2028 2021 55.000 0 55.000 124,67 01/01/2025 - 14/01/2029 647.750 -332.500 -9.000 306.250 Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen Ackermans & van Haaren. Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar. Jaarverslag 2021 | 207 De totale waarde van de uitstaande opties 2014 tot en met 2021 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 7,3 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken: Jaar toekenning Beurskoers (€) Dividendrendement Volatiliteit Interestvoet Verwachte levensduur Black & Scholes Value (€) 2008 65,85 1,75% 20,24% 4,34% 5,90 17,78 2009 37,02 2,66% 42,84% 3,39% 6,50 15,47 2010 52,23 2,66% 34,34% 3,28% 7,29 16,53 2011 63,80 2,26% 23,42% 2,82% 7,22 15,77 2012 58,99 3,26% 31,65% 2,14% 7,40 15,13 2013 63,62 3,26% 25,00% 1,27% 7,84 11,26 2014 83,69 2,27% 21,00% 1,78% 7,79 15,35 2015 101,35 2,19% 19,00% 0,47% 7,79 13,76 2016 131,95 1,28% 23,00% 0,59% 7,79 27,72 2017 129,40 1,40% 23,00% 0,34% 7,79 25,70 2018 149,20 1,30% 20,00% 0,68% 7,79 27,32 2019 135,50 1,43% 20,40% 0,52% 7,90 24,92 2020 141,80 1,77% 21,00% -0,01% 7,90 22,43 2021 129,50 1,35% 24,00% -0,36% 7,90 26,59 In 2021 werden 55.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 124,67 euro per aandeel en werden er 53.500 opties uitgeoefend. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 1,5 miljoen euro en wordt over de “vesting”-periode van 4 jaar in resultaat genomen. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 345.250 eigen aande- len. 2. Cash settled stock option plans bij de geconsolideerde dochterondernemingen van AvH De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank Van Breda, Anima, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi, AvH en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te ver- hinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden). Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap. Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefe- ning, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenre- kening. De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2021 bedraagt 25,0 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden. 3. Eigen aandelen AvH heeft in 2021 55.000 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begun- stigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 53.500 aandelen AvH. Eind 2021 staan in totaal opties uit op 306.250 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 345.250 eigen aandelen. Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2021 211.979 aandelen AvH gekocht en 216.604 verkocht. Deze transacties worden volledig au- tonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-verkoop van 4.625 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2021 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 1.842. Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan 2021 2020 Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst 2021 2020 Beginsaldo 343.750 363.000 Beginsaldo 6.467 5.528 Inkoop eigen aandelen 55.000 42.750 Inkoop eigen aandelen 211.979 102.607 Verkoop eigen aandelen -53.500 -62.000 Verkoop eigen aandelen -216.604 -101.668 Eindsaldo 345.250 343.750 Eindsaldo 1.842 6.467 208 | Your partner for sustainable growth Toelichting 23: Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 1. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, exclusief CFE-DEME (€ 1.000) 2021 2020 Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schul- den of verplichtingen 315.063 297.699 Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waar- borg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen 588.793 609.745 Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen 0 0 Verplichtingen tot aankoop van vaste activa 177.449 105.352 Verplichtingen tot verkoop van vaste activa 291.336 255.134 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank J.Van Breda & C°) - Kredietengagementen 489.579 428.410 - Financiële garanties 52.181 62.943 - Repo transacties + zakelijke zekerheden 401.700 303.426 De persoonlijke zekerheden zijn in 2021 samengesteld uit 31,7 miljoen euro ga- ranties m.b.t. de vastgoedprojecten van Nextensa en voor 2,9 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 280,5 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties. De zakelijke zekerheden bestaan voor 197,6 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Nextensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 44,9 miljoen euro in het kader van de ontwikke- lingsprojecten van Rent-A-Port. Daarnaast werden voor 337,5 miljoen euro zeker- heden gesteld door Anima in het kader van de financiering van het vastgoed, 4,3 miljoen euro door Agidens en 4,5 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de financiering van hun respectievelijke hoofdzetel). De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten, alsook de overeenkomst die Rent-A-Port eind 2021 heeft afgesloten om een bij- komende belang van 32,6% in IAI te verwerven, samen voor een totaal van 177,4 miljoen euro. De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (in- clusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 291,3 miljoen euro. De buitenbalansverplichtingen van Bank Van Breda bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bank- waarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoorde- ling van het kredietrisico. Er werden geen hogere opnames in de kredietlijnen tij- dens de coronacrisis vastgesteld, het bedrag aan nog niet-opgenomen kredietlij- nen is stabiel gebleven. Bank Van Breda heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: een aantal obligaties uit de beleggingsportefeuille zijn in pand gegeven in het kader van de TLTRO-ontlening bij de ECB en voor het gebruik van de betaal- systemen Bancontact Payconiq. 2. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen CFE - DEME (€ 1.000) 2021 2020 Verplichtingen Goede uitvoering en performance bonds (1) 1.477.797 1.388.480 Biedingen (2) 15.721 18.144 Teruggaven voorschotten (3) 0 0 Garantie-inhouding (4) 36.950 19.724 Betaling op termijn van de onderaannemers en leveranciers (5) 43.311 37.561 Andere gegeven verplichtingen - waarvan 49.554 duizend euro corporate garanties bij DEME 51.177 102.199 Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waar- borg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (6) 18.281 55.686 Totaal 1.643.237 1.621.794 Rechten Goede uitvoering en perfomance bonds 301.481 435.733 Andere ontvangen engagementen 13.101 4.361 Totaal 314.582 440.094 (1) Garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. In geval van wanprestatie van de bouwonderneming, verbindt de bank (of de verzekeringsmaatschappij) zich ertoe de klant tot aan het bedrag van de garantie te vergoeden. (2) Garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. (3) Garanties gegeven door de bank aan een klant waarin de teruggave van de voorschotten op contracten (voornamelijk bij DEME) wordt gegarandeerd. (4) Garanties gegeven door de bank aan een klant ter vervanging van het ingehouden garantiebedrag. (5) Garantie van de betaling van de schuld jegens een leverancier of een onderaannemer. (6) Zakelijke zekerheden van DEME voor 9,4 miljoen euro in het kader van de financiering van de vloot. Jaarverslag 2021 | 209 Toelichting 24: Tewerkstelling 1. Gemiddeld personeelsbestand 2021 2020 Bedienden 6.836 7.053 Arbeiders 4.074 4.264 2. Personeelskosten (€ 1.000) 2021 2020 Bezoldiging en sociale lasten -846.764 -792.566 Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) -22.998 -22.291 Aandelenoptieplannen -7.928 -1.732 Totaal -877.690 -816.589 De personeelskost is met ongeveer 7,5% gestegen. Deze toename wordt verklaard door de algemeen hogere activiteitsgraad en lagere economische werkloosheid ten opzichte van (het Covid)-jaar 2020. Ook de toegenomen winstgevendheid bij de dochterondernemingen gaf aanleiding tot een hogere kost mbt de optieplannen. Op de hoofdzetel van Ackermans & van Haaren zijn 37 mensen tewerkgesteld. In de rubriek '2021 in een oogopslag' (pagina 8) wordt een proforma personeelsbe- stand van 22.653 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolida- tie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toe- lichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle (exclusieve) controle-be- langen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel. Toelichting 25: Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (€ 1.000) 2021 2020 Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen -2.088.071 -1.983.486 Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen -4.154 -25.327 Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk -581.717 -523.196 Totaal -2.673.943 -2.532.009 Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers, alleen of met partners,…). Toelichting 26: Pensioenverplichtingen 1. Te bereiken doel pensioenplannen (€ 1.000) 2021 2020 1. Bedragen opgenomen in balans Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen -73.201 -73.049 Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) -358.746 -368.346 Reële waarde van fondsbeleggingen 285.545 295.297 Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal -73.201 -73.049 Verplichtingen (-) -76.668 -77.355 Activa 3.467 4.306 (€ 1.000) 2021 2020 Te bereiken doel plannen -76.668 -77.355 Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) -5.376 -6.237 Totaal pensioenverplichtingen -82.044 -83.592 Totaal pensioenactiva 3.467 4.306 210 | Your partner for sustainable growth Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo -73.049 -65.984 Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen 0 0 Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -21.382 -20.182 Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten 687 -6.969 Bijdragen van werkgever / werknemer 20.336 19.947 Overige toename (afname) 208 139 Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo -73.201 -73.049 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening -21.382 -20.182 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -21.031 -20.063 Rentekosten -1.663 -2.416 Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) 1.394 2.036 Pensioenkosten van verstreken diensttijd -82 261 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten 687 -6.969 Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten 7.189 -13.476 Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) -6.455 5.877 Wisselkoersverschillen 0 17 Andere -48 614 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo -368.346 -351.378 Toename door middel van bedrijfscombinatie 0 0 Afname door middel van bedrijfsafsplitsing 3.167 0 Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten -21.031 -20.063 Rentekosten -1.663 -2.416 Bijdragen van de werknemer -913 -1.213 Betalingen aan begunstigden (-) 20.265 17.254 Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto 7.189 -13.476 waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen -7.449 -176 waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen 17.788 -8.647 waarvan: ervarings(winsten) verliezen -3.150 -4.653 Pensioenkosten van verstreken diensttijd 0 364 Wisselkoersresultaten 0 17 Overige toename (afname) 2.586 2.565 Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo -358.746 -368.346 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo 295.297 285.395 Toename door middel van bedrijfscombinatie 0 0 Afname door middel van bedrijfsafsplitsing -3.054 0 Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten -6.455 5.877 Renteopbrengsten 1.394 2.036 Bijdragen van werkgever / werknemer 21.249 21.161 Betalingen aan begunstigden (-) -20.265 -17.254 Wisselkoersresultaten 0 0 Overige toename (afname) -2.621 -1.917 Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo 285.545 295.297 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen Disconteringsvoet 0,9% 0,5% Verwacht percentage van loonsverhogingen 3,4% 3,2% Inflatie 1,9% 1,7% Toegepaste sterftetabellen MR/FR MR/FR 5. Overige informatie Looptijd (in jaren) 15,74 14,00 Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva -1,71% 2,79% Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar 17.750 18.894 Jaarverslag 2021 | 211 6. Gevoeligheidsanalyses Verdisconteringsvoet Toename met 25 basispunten -4,7% -3,6% Afname met 25 basispunten 2,9% 3,8% Verwacht percentage van loonsverhogingen Toename met 25 basispunten 0,8% 1,9% Afname met 25 basispunten -2,8% -1,8% De groep telt zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie). De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioen- leeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een “variabele” rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor de periodes 2017 tot en met 2021 be- droeg deze rendementsgarantie 1,75%. De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen. Jaarlijks wordt daarom een actuariële berekening conform IAS 19R voor de mate- riële vaste bijdrageplannen uitgevoerd. Voor de niet-materiële vaste bijdrageplan- nen wordt jaarlijks nagegaan of de gecumuleerde (mathematische) reserves in lijn liggen met de wettelijk gewaarborgde minimumreserves. De opgebouwde reserves waren per einde 2021 ruim voldoende. Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een ac- tuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de re- serves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek 'actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen' in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen). 212 | Your partner for sustainable growth Toelichting 27: Verbonden partijen 1. Verbonden partijen, exclusief CFE-DEME (€ 1.000) Boekjaar 2021 Boekjaar 2020 Dochter - ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere verbonden partijen TOTAAL 2021 Dochter - ondernemingen Geassocieerde deelnemingen Andere verbonden partijen TOTAAL 2020 I. Activa jegens verbonden partijen - balans Financiële vaste activa 0 11.449 0 11.449 0 14.264 0 14.264 Vorderingen en borgtochten: bruto 0 11.449 0 11.449 0 14.264 0 14.264 Vorderingen : WV 0 0 0 0 0 0 0 0 Vorderingen 6.913 7.932 4 14.848 50.602 1.230 0 51.832 Handelsvorderingen 499 21 4 524 938 523 0 1.462 Overige vorderingen: bruto 6.414 9.891 0 16.305 56.394 2.687 0 59.081 Overige vorderingen: WV 0 -1.981 0 -1.981 -6.730 -1.981 0 -8.711 Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten 5.091 0 0 5.091 7.334 1 0 7.335 Overlopende rekeningen - activa 8.497 609 0 9.106 5.406 121 0 5.527 Totaal 20.501 19.989 4 40.494 63.342 15.616 0 78.958 II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans Financiële schulden 30.787 0 0 30.787 32.308 0 0 32.308 Achtergestelde leningen 0 0 0 0 0 0 0 0 Overige financiële schulden 30.787 0 0 30.787 32.308 0 0 32.308 Overige schulden 30 150 0 180 1.899 150 0 2.049 Handelsschulden 12 0 0 12 1.253 0 0 1.253 Overige schulden 18 150 0 168 646 150 0 796 Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties 151.033 0 0 151.033 149.496 733 0 150.229 Overlopende rekeningen - passiva 1.209 0 0 1.209 2.486 0 0 2.486 Totaal 183.059 150 0 183.209 186.189 883 0 187.072 III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten 61.872 445 3 62.319 45.808 710 3 46.521 Verrichting van diensten 2.232 75 3 2.311 2.130 45 3 2.178 Vastgoedopbrengsten 48 0 0 48 131 0 0 131 Renteopbrengsten bancaire activiteiten 0 0 0 0 1 19 0 20 Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten 59.567 0 0 59.567 43.546 1 0 43.547 Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van der- den 0 0 0 0 0 191 0 191 Overige bedrijfsopbrengsten 25 369 0 394 0 454 0 454 Exploitatielasten (-) -88 0 0 -88 -172 -3.176 0 -3.348 Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) -88 0 0 -88 -172 -3.176 0 -3.348 Rentelasten Bank Van Breda (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Bijzondere waardeverminderingen (-) 0 0 0 0 0 0 0 0 Financieel resultaat -832 1.568 0 736 693 1.295 0 1.989 Renteopbrengsten 1.118 1.568 0 2.686 3.321 1.295 0 4.616 Rentelasten -1.950 0 0 -1.950 -2.628 0 0 -2.628 In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toe- kennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intra- groepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Nextensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermo- gensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de inte- grale consolidatie van Bank Van Breda en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank Van Breda dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (144,4 miljoen euro) en het ter- mijndeposito (6,6 miljoen euro) als een schuld van Bank Van Breda aan een ver- bonden partij gerapporteerd. Jaarverslag 2021 | 213 2. Transacties met verbonden partijen – CFE – DEME • Ackermans & van Haaren (AvH) bezit 15.720.684 aandelen van CFE en is bijge- volg de grootste aandeelhouder van CFE met 62,10% van de aandelen. • In het kader van de dienstverleningscontracten die DEME en CFE met AvH heb- ben afgesloten (in 2001, respectievelijk 2015) werden vergoedingen uitgekeerd ten belope van 1,2 miljoen euro, respectievelijk 0,7 miljoen euro. • De transacties met verbonden partijen hebben voornamelijk betrekking op ope- raties met vennootschappen waarop CFE en DEME een significante invloed uit- oefenen of waarin ze een gezamenlijke controle uitoefenen. Deze transacties gebeuren op basis van marktwaarde. (€ 1.000) 2021 2020 Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME 144.286 133.838 Financiële vaste activa 109.788 86.576 Handelsvorderingen en andere vorderingen 29.043 39.342 Andere vlottende activa 5.455 7.920 Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME 35.781 38.584 Andere kortlopende verplichtingen 15.061 9.269 Handelsschulden en andere schulden 20.720 29.315 (€ 1.000) 2021 2020 Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME 229.758 320.669 Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten 242.452 337.302 Aankopen en andere operationele lasten -17.505 -22.041 Financieringsopbrengsten(lasten) 4.811 5.408 3. Vergoedingen (€ 1.000) 2021 2020 Vergoeding van de bestuurders Tantièmes ten laste van AvH 605 598 Vergoeding van de leden van het executief comité Vaste vergoeding 3.079 2.932 Variabele vergoeding 3.395 1.879 Aandelenopties 1.059 336 Groeps- en hospitalisatieverzekering 367 484 Voordeel in natura (bedrijfswagen) 33 35 4. De commissaris EY Bedrijfsrevisoren heeft de volgende bezoldiging ontvangen voor: (€ 1.000) AvH Dochter- ondernemingen (1) Totaal 2021 AvH Dochter- ondernemingen (1) Totaal 2020 De uitoefening van een mandaat 66 2.562 2.628 63 1.058 1.121 Bijzondere opdrachten 0 0 - Andere controle-opdrachten 14 212 226 0 59 59 - Belastingadviesopdrachten 6 419 425 6 330 335 - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 8 70 79 0 27 27 Totaal 94 3.263 3.358 68 1.474 1.542 (1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. 214 | Your partner for sustainable growth Toelichting 28: Winst per aandeel 1. Voortgezette en beëindigde activiteiten (€ 1.000) 2021 2020 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 406.814 229.791 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.148.250 33.137.532 Winst per aandeel (€) 12,27 6,93 Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) 406.814 229.791 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.148.250 33.137.532 Impact aandelenopties 34.242 43.023 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.182.491 33.180.554 Verwaterde winst per aandeel (€) 12,26 6,93 2. Voortgezette activiteiten (€ 1.000) 2021 2020 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 406.964 229.791 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.148.250 33.137.532 Winst per aandeel (€) 12,28 6,93 Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) 406.964 229.791 Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) 33.148.250 33.137.532 Impact aandelenopties 34.242 43.023 Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen 33.182.491 33.180.554 Verwaterde winst per aandeel (€) 12,26 6,93 (1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille Toelichting 29: Voorgestelde en uitgekeerde dividenden Aan de gewone algemene vergadering van Aandeelhouders van 23 mei 2022 zal worden voorgesteld om een dividend van 2,75 euro per aandeel goed te keuren. 1. Vastgesteld en uitgekeerd gedurende het jaar (€ 1.000) 2021 2020 Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in: - Slotdividend 2020: 2,35 euro per aandeel -77.890 -76.813 2. Voorgesteld ter goedkeuring door de algemene vergadering van 23 mei 2022 (€ 1.000) Dividend op gewone aandelen: - Slotdividend 2021: 2,75 euro per aandeel (1) -92.116 (1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen. 3. Dividend per aandeel (€) 2021 2020 Bruto 2,7500 2,3500 Netto (roerende voorheffing 30%) 1,9250 1,6450 Jaarverslag 2021 | 215 Toelichting 30: Belangrijke feiten na balansdatum • Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de verkoop van 100% van de aandelen in Manuchar. Bij realisatie, die wordt ver- wacht in het tweede kwartaal van 2022, zal de transactie een cashopbrengst genereren voor AvH van ongeveer 140 miljoen euro en een meerwaarde van naar schatting ongeveer 75 miljoen euro. • Samenstelling executief comité - Opvolging Jan Suykens: Jan Suykens heeft enige tijd geleden de wens uitgedrukt de fakkel als CEO-Voorzitter van het executief comité door te geven. Hij zal na de algemene vergadering van 23 mei a.s. opgevolgd worden door Piet Dejonghe en John-Eric Bertrand die als co- CEO’s de leiding van de groep zullen overnemen. Jan Suykens blijft als senior advisor zijn expertise ter beschikking stellen van de AvH-groep. Hij zal in dit kader een aantal bestuursmandaten verder actief uitoefenen, o.m. als voorzitter bij Bank Van Breda en als vice-voorzitter bij Delen Private Bank. • In de huidige omstandigheden is het onmogelijk in te schatten wat de impact kan zijn van de Russisch-Oekraïense crisis, zowel op korte als lange termijn. De financiële impact is voor de AvH groep op korte termijn gering, aangezien onze deelnemingen niet of slechts in geringe mate actief zijn in de regio. De grootste zorg gaat naar de medewerkers die in die regio tewerkgesteld zijn of van Oekraïense nationaliteit zijn. 216 | Your partner for sustainable growth VERSLAG VAN DE COMMISSARIS Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afge- sloten op 31 december 2021 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Ackermans & van Haaren NV (de “Vennootschap”) en van de dochterondernemingen (samen de “Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2021, geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstro- men voor het boekjaar van het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de “Geconsolideerde Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar. Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 27 mei 2019, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbe- veling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2021. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 21 opeenvolgende boekjaren. Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaar- rekening 2021 Oordeel zonder voorbehoud Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Ackermans & van Haaren NV, die de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2021 omvat, alsook geconsolideerde resultaten en de ge- consolideerde kasstromen voor het boekjaar over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 17.233.026.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 406.814.(000). Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2021, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie (“IFRS”) en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing (“ISAs”). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met be- trekking tot de onafhankelijkheid. Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Kernpunten van de controle De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Gecon- solideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode. Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aan- gelegenheden. 1. Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten (Marine Engineering & Contracting) Betrokken ondernemingen: CFE en DEME • Beschrijving van het kernpunt Voor het gros van haar projecten (hierna “contracten” of “projecten”) erkent de groep opbrengsten en winst a rato van de voortschrijding der werken, die gedefi- nieerd wordt als het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de ba- lansdatum verrichte werkzaamheden versus de geschatte totale kosten bij voltooi- ing van het project. De erkenning van omzet en winst worden aldus gebaseerd op schattingen van de verwachte totale kosten per project. Kosten voor onvoorziene omstandigheden kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep. De omzet uit projecten kan ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd. Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten omvat vaak een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzeker- heid over de nog op te lopen kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprek- ken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Dit is een kernpunt van onze controle wegens een hoge graad van risico en bijhorende oordeelsvorming door de directie inzake inschatting van de te erkennen omzet en winst of verlies, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwij- kingen. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Inzicht verkrijgen in het proces van contractopvolging, de erkenning van omzet en winst en, voor zover van toepassing, de voorzieningen voor verlieslatende contracten, inclusief de belangrijkste interne controles uitgevoerd door de direc- tie. • Beoordeling van de belangrijkste en meest complexe schattingen en oordeels- vormingen in een steekproefselectie van contracten op basis van kwantitatieve en kwalitatieve criteria, inzicht verwerven in de huidige staat en historiek van het project en bespreking van de inschattingen m.b.t. deze projecten met het senior uitvoerend en financieel management, analyse van de verschillen met eer- dere projectschattingen en evaluatie van de consistentie met de ontwikkelingen gedurende het jaar. • De accurate berekening nagaan van het percentage van de voortschrijding der werken (“percentage of completion”) en de bijhorende erkenning van omzet en winst voor een steekproef van projecten nagaan. • Vergelijking van de financiële prestaties van projecten ten opzichte van budget- ten en historische trends. Jaarverslag 2021 | 217 • Werfbezoeken uitvoeren voor bepaalde projecten en het observeren van de voortschrijding der werken van die projecten en bespreking van de status en complexiteiten van het project die de verwachte totale kosten zouden kunnen beïnvloeden met het personeel ter plaatse. • Analyse van de correspondentie met klanten over variatie-orders en claims en beoordeling of deze informatie in overeenstemming is met de gemaakte inschat- tingen van de directie. • Inspectie van belangrijke clausules voor een selectie van contracten en identifi- catie van relevante contractclausules die een invloed hebben op de (ont)bunde- ling van contracten, boetes voor vertragingen, bonussen of succesvergoedingen, en beoordeling of deze clausules naar behoren zijn weerspiegeld in de bedragen die zijn opgenomen in de Geconsolideerde Jaarrekening. • Verwijzing naar de toelichtingen De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uit- eengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderings- regels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 14 van de Geconsolideerde Jaar- rekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden. 2. Onzekere belastingposities (Marine Engineering & Contracting) Betrokken onderneming: DEME • Beschrijving van het kernpunt DEME is wereldwijd actief in diverse landen en aldus onderworpen aan verschil- lende belastingstelsels. De belasting van haar activiteiten kan afhankelijk zijn van inschattingen die aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoritei- ten, waarvan de oplossing meerdere jaren in beslag neemt. Indien het bedrag van de belastingschuld onzeker is, legt de directie op basis van haar beste inschatting een voorziening aan voor het waarschijnlijk verschuldigde bedrag. De directie oe- fent een belangrijk oordeelsvermogen uit bij de inschatting van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Inzicht verkrijgen in het proces van de boekhoudkundige verwerking van (uitge- stelde) belastingposities, rekening houdende met het ontwerp van de bijhorende controles. • Evaluatie van de geschatte waarschijnlijkheid van het geïdentificeerde belasting- risico alsook de inschatting door de directie van de potentiële uitstroom van middelen, via besprekingen met de directie en via analyse van onderliggende documentatie (wijzigingen in fiscale wetgeving, correspondentie met belasting- autoriteiten en fiscale adviseurs, beschikbare rulings).. • Beroep doen op onze belastingspecialisten om ons bij te staan bij evaluatie van de assumpties en de toepassing van de relevante belastingwetgeving en de re- gelgeving die de directie hanteert bij de bepaling van de onzekere belastingpo- sities van de Groep. • Verwijzing naar de toelichtingen: We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelich- ting 21 (Belastingen). 3. Omzeterkenning en waardering van voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden (Marine Engineering & Contracting – Real Estate & Senior Care) Betrokken ondernemingen: CFE en Nextensa • Beschrijving van het kernpunt De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen zijn gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisa- tiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellin- gen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, vergunningsbeslissin- gen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderin- gen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschil- lende elementen en zijn gevoelig voor gebruikte scenario's en assumpties en hou- den als zodanig een significante inschatting in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet ade- quaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening. Opbrengsten en resultaten worden erkend voor zover componenten (huisvestings- eenheden) verkocht zijn, en à rato van de voortschrijding der werken.. Omzet- en winsterkenning worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrek- king tot de verwachte totale kosten per project. Vaak is er een hoge mate van inschatting vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Dit is een kernpunt van de controle omdat er een hoge graad van risico gekoppeld is aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de winst die door de groep moet worden erkend in de periode, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belang- rijke afwijkingen. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Inzicht verkrijgen in het proces van contractopvolging, de erkenning van omzet en winst, en we hielden rekening met het ontwerp van de belangrijkste interne controles, inclusief de controles uitgevoerd door de directie. • Test van een steekproef van ontwikkelingsprojecten en verificatie is getest door de tot op heden gemaakte kosten met betrekking tot grondaankopen en onder- handen werk. Herrekening van het percentage van voortschrijding der werken op balansdatum,. aansluiting van de verkoopwaarde met contracten, controle van de accuraatheid van de formule van winsterkenning. • Nazicht van de berekeningen van de netto realisatiewaarden en beoordeling van de redelijkheid en consistentie van de door het management gehanteerde as- sumpties en modellen. • Evaluatie van de financiële prestaties van specifieke projecten ten opzichte van het budget en historische trends, met name om de redelijkheid van de kosten te beoordelen. • Verwijzing naar de toelichtingen: We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 14 (Voor- raden en onderhanden werken in opdracht van derden). 4. Waardering van de leningen en vorderingen aan klanten (Private Banking) Betrokken onderneming: Bank Van Breda • Beschrijving van het kernpunt De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan klanten bedroeg € 5.748 miljoen op 31 december 2021. Leningen en vorderingen aan klanten worden ge- waardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waar- deverminderingen voor kredietverliezen, (€ 29,95 miljoen, inclusief toegezegde (nog) niet in de balans opgenomen leningen). Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het ob- jectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde. Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aan- zienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden. Vanwege de belangrijkheid van leningen en vorderingen aan klanten en de gere- lateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waarde- ring van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze con- trole beschouwd. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen: • Evaluatie van de opzet en de effectiviteit van interne controles met betrekking tot de waardering van leningen, vorderingen op cliënten en onderpandgege- vens, de bepaling van risico ratings en het proces voor de identificatie en beheer van betalingsachterstanden. • Controleprocedures om portefeuilles met een hoog risico te identificeren. Deze procedures omvatten, onder meer, een evaluatie van de stresstesten zoals uit- gevoerd door het management. • Nakijken van kredietdossiers op steekproefbasis om de invorderbaarheid van de leningen en vorderingen op cliënten te beoordelen. Hierdoor werd de waar- schijnlijkheid van de realisatie, de waardering van het onderpand en andere mo- gelijke bronnen van terugbetaling beoordeeld. 218 | Your partner for sustainable growth • Evaluatie van de belangrijkste inputvariabelen en aannames voor de modellen voor bijzondere waardevermindering van leningen en voorschotten aan klanten berekend op collectieve basis en test van de rekenkundige nauwkeurigheid van de modellen. • Vergelijking van de belangrijkste veronderstellingen die door het management zijn gehanteerd, met onze kennis van de relevante industrieën en bedrijfsomge- vingen. • Evaluatie van de toelichtingen bij de Geconsolideerde Jaarrekening op een ade- quate manier de kredietrisicopositie reflecteerden, inclusief de controles over identificatie en toelichting van leningen met respijt (“forbearance”), de waarde- ring van het onderpand en de sensitiviteitsanalyse van belangrijke veronderstel- lingen. • Verwijzing naar de toelichtingen: We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 13 (Ban- ken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten). 5. Waardering van de vastgoedbeleggingen (Real Estate & Senior Care) Betrokken ondernemingen: Nextensa • Beschrijving van het kernpunt Per 31 December 2021 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoed- beleggingen van € 1.408 miljoen. Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm “Vastgoedbeleggingen” worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde en worden de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm “De waar- dering tegen reële waarde”. Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdis- conteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..) en vereisen daarom een inschat- ting vanwege het management. Het auditrisico ligt in de waardering van vastgoed- beleggingen en is daarom een kernpunt van de controle. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures De Groep maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundi- gen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden: • Analyse van de objectiviteit, onafhankelijkheid en competentie van de externe deskundigen; • Nagaan van de integriteit van de belangrijkste gegevens (contractuele huurprijs, duur van de huurovereenkomsten, ...) die gebruikt worden in hun berekeningen; • en evaluatie van de modellen, evenals de hypotheses en parameters die in hun verslagen zijn gebruikt (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgra- den,…). • Verwijzing naar de toelichtingen: Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld. 6. Waardering van de derivaten (diverse segmenten) • Beschrijving van het kernpunt Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renteri- sico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IFRS 9 norm “Financiële instrumenten – opname en waardering” worden deze derivaten im- mers gewaardeerd tegen reële waarde (hetgeen overeenkomt met niveau 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm “De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opge- nomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Groep “hedge accounting” (“cash-flow hedging”) toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder de rubriek van het eigen vermogen (“Hedge reserves”). Het auditrisico ligt enerzijds in de complexiteit bij de bepaling van de reële waarde van deze derivaten en an- derzijds bij de correcte toepassing van de “hedge accounting” voor de IRS con- tracten die geclassificeerd worden door de Groep als “cash-flow hedges” en zijn daarom een kernpunt van de controle. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Vergelijking van de reële waarde van de derivaten met de waarderingen die door de bancaire tegenpartijen werden meegedeeld, evenals de aanpassingen aan de kredietrisicofactoren. • Beoordeling van de hypotheses en berekeningen. • Beoordeling van effectiviteitstesten van de externe expert, die door de Groep werd ingezet voor de correcte toepassing van de “hedge accounting”. • Vergelijking van het volume van de derivaten waarvoor “hedge accounting” toegepast wordt met het volume van de schulden tegen een variabele rentevoet geprojecteerd over de komende jaren, dit teneinde eventuele afdekkingsover- schrijdingen te identificeren, die de toepassing van “hedge accounting” in ge- vaar kunnen brengen. • Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten in Toelichting 20 (Financiële instrumenten) bij de jaarrekening. 7. Goodwill • Beschrijving van het kernpunt Per 31 December 2021 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 328 miljoen. De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op ge- boekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurs- koersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse (“DCF ana- lyse”) van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de ra- den van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaar- den op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoorde- lingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de reali- satiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom genererende entiteiten (‘CGU’s’) alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures • Nazicht van de identificatie door het management van de “impairment” indica- toren. • Beoordeling van de door het management gehanteerde methode om te komen tot de marktwaarde van elke investering en gerelateerde goodwill om te verze- keren dat deze conform de geldende IFRS richtlijnen gebeurt. • Beoordeling van de redelijkheid van de assumpties gebruikt in management ’s inschatting van de realisatiewaarden (desgevallend met hulp van interne speci- alisten). • Beoordeling van de redelijkheid van de toekomstige kasstromen opgenomen in de waarderingstest op goodwill aan de hand van de historische resultaten en het beschikbaar business plan, en evaluatie van de historische nauwkeurigheid van de inschattingen van het management. • Nagaan of de toekomstige cash flows gebaseerd zijn op business plannen die werden goedgekeurd door de raden van bestuur. • Testen van de mathematische accuraatheid van de waarderingsmodellen. • Beoordeling van de sensitiviteitsanalyse voorbereid door het management • Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels – consolidatieprincipes) en Toelichting 8 (Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening. 8. Risico’s bij de ondernemingen opgenomen volgens de vermogens- mutatie-methode • Beschrijving van het kernpunt De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaar- rekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2021 bedraagt de totale waarde € 1.647 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 255 miljoen. De informatie inzake onderne- mingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in Toe- lichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening. Jaarverslag 2021 | 219 Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde Jaarreke- ning van de groep. Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opge- nomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbe- paalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zo- wel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aan- gekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep. De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoe- den toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna “AuM’s”) waarop een factor wordt toegepast. Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle. • Samenvatting van de uitgevoerde procedures Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij De- len Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd: • beoordeling van de opdeling van het bestaande cliënteel binnen de groep per kantoor en bespreking van de eventuele wijzigingen ten opzichte van voor- gaande periodes. • Beoordeling van de gehanteerde parameters (zoals AuM’s en factoren), de me- thodologie en het gehanteerd model in overeenstemming met IAS 36. • Analyse van de opsplitsing van het aangekochte cliënteel per kantoor. • Afstemming van de gebruikte factoren in het model met marktdata en aanslui- ting van de AuM’s met de boekhoudkundige inventarissen en de gehanteerde marktwaarde ervan aansluiten met marktgegevens. • Sensitiviteitsanalyse op de belangrijkste assumptie, dewelke voornamelijk de cost income ratio is. • Herberekening van de geboekte afschrijvingen op het cliënteel met een bepaalde gebruiksduur. • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Onderne- mingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening. Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen op- genomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd: • Communicatie van duidelijke audit instructies aan de component auditors met opgave van de mogelijke audit aandachtspunten, specifieke audit risico’s, uit te voeren controlewerkzaamheden volgens te hanteren materialiteitsgrenzen; • Gedetailleerd nazicht van de aangeleverde rapporteringsdocumenten door de lokale auditors; • Kritische beoordeling van de gehanteerde audit aanpak in overeenstemming met de geldende internationale audit standaarden; • Bespreking audit aandachtspunten met de lokale auditor en beoordeling de aan- geleverde bijkomende toelichtingen • Beoordeling van de adequaatheid en volledigheid van Toelichting 11 (Onderne- mingen waarop de vermogensmutatie is toegepast) van de Geconsolideerde Jaarrekening. Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het be- stuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toe- passing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebrui- ken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen. Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van mate- rieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijker- wijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische be- slissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarreke- ning, beïnvloeden. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en norma- tief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvat- baarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waar- mee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan ge- hanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven. Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professi- onele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de Geconsolideerde Jaarreke- ning een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze ri- sico’s inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en ge- schikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om trans- acties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het door- breken van het systeem van interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep; • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor finan- ciële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het be- stuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toe- lichtingen; • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan ge- hanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle- informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commis- sarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening, of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-infor- matie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekom- stige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de con- tinuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden; • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Gecon- solideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening, de onderlig- gende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld. 220 | Your partner for sustainable growth Wij communiceren met het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reik- wijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle. Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook ver- antwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald. We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze on- afhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen. Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het be- stuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de hui- dige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We be- schrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving. Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijk- heid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te veri- fiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarre- kening en andere informatie opgenomen in het jaarrapport Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarver- slag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Gecon- solideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor het- zelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarreke- ning opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschap- pen en verenigingen, anderzijds. In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij te- vens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde: - 2021 in een oogopslag pagina 8; - Activiteitenverslag pagina 78; - Kerncijfers 2021 (bijlage); een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden. De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarver- slag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op de SDG's (Sustainable Develop- ment Goals). Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeen- stemming met de SDG's. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennoot- schap. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wette- lijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitge- splitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening. Europees uniform elektronisch formaat (“ESEF”) Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF- formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gede- legeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: “Gedele- geerde Verordening”). Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna “de digitale geconsolideerde financiële overzichten”) opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal). Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende infor- matie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening. Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het por- taal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal) van Ackermans & van Haa- ren per 31 december 2021 in alle van materieel belang zijnde opzichten in over- eenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening Andere vermeldingen Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014. Diegem, 29 maart 2022 EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris, Vertegenwoordigd door Patrick Rottiers - Partner * Wim Van Gasse - Partner * * Handelend in naam van een BV Jaarverslag 2021 | 221 ENKELVOUDIGE JAARREKENING Overeenkomstig artikel 3:17 WVV wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaar- rekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goed- keurende verklaring zonder voorbehoud gegeven. De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld con- form de Belgische boekhoudwetgeving. Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected] Balans – activa (€ 1.000) Nota's 2021 2020 2019 Vaste activa 2.076.142 1.916.677 1.907.604 I. Oprichtingskosten II. Immateriële vaste activa 28 0 0 III. Materiële vaste activa (1) 8.994 9.331 9.606 A.Terreinen en gebouwen 7.559 6.024 6.230 C. Meubilair en rollend materieel 1.435 1.450 1.418 D. Leasing en soortgelijke rechten 1 2 3 E. Overige materiële vaste activa 0 1.856 1.955 F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV. Financiële vaste activa 2.067.120 1.907.346 1.897.998 A. Verbonden ondernemingen (2) 1.781.619 1.638.098 1.650.993 1. Deelnemingen 1.762.644 1.618.215 1.640.726 2. Vorderingen 18.976 19.883 10.267 B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (3) 259.568 252.080 229.209 1. Deelnemingen 259.568 252.080 229.209 2. Vorderingen 0 0 0 C. Andere financiële vaste activa 25.933 17.168 17.797 1. Aandelen 25.925 17.160 17.789 2. Vorderingen en borgtochten in contanten 8 8 8 Vlottende activa 138.067 122.669 245.786 V. Vorderingen op meer dan één jaar 0 10.000 0 A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen 0 10.000 VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond-en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar 63.986 54.585 10.808 A. Handelsvorderingen 1.224 1.199 1.239 B. Overige vorderingen (4) 62.762 53.386 9.569 VIII. Geldbeleggingen (5) 54.975 51.592 210.526 A. Eigen aandelen 40.385 38.504 39.777 B. Overige beleggingen 14.590 13.088 170.749 IX. Liquide middelen 17.882 5.216 23.329 X. Overlopende rekeningen 1.224 1.276 1.123 Totaal der activa 2.214.209 2.039.346 2.153.390 222 | Your partner for sustainable growth Balans – passiva (€ 1.000) Nota's 2021 2020 2019 Eigen vermogen (6) 2.061.899 1.920.565 2.065.800 I. Kapitaal 2.295 2.295 2.295 A. Geplaatst kapitaal 2.295 2.295 2.295 B. Niet opgevraagd kapitaal (-) II. Uitgiftepremies 111.612 111.612 111.612 III. Herwaarderingsmeerwaarden IV. Reserves 123.576 115.258 109.754 A. Wettelijke reserve 248 248 248 B. Onbeschikbare reserves 40.420 38.539 39.817 1. Eigen aandelen 40.385 38.504 39.783 2. Andere 35 35 35 C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves 82.908 76.471 69.689 V. Overgedragen winst 1.824.416 1.691.399 1.842.138 Overgedragen verlies (-) VI. Kapitaalsubsidies Voorzieningen en uitgestelde belastingen 0 0 0 VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0 0 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Overige risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen Schulden 152.311 118.781 87.590 VIII. Schulden op meer dan één jaar 0 1 2 A. Financiële schulden 0 1 2 B. Handelsschulden C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste één jaar 152.011 118.616 87.117 A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 1 1 1 B. Financiële schulden (7) 53.506 36.758 30.107 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen 53.506 36.758 30.107 C. Handelsschulden 727 225 609 1. Leveranciers 727 225 609 E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 3.868 2.357 4.340 1. Belastingen 73 127 84 2. Bezoldigingen en sociale lasten 3.795 2.230 4.256 F. Overige schulden (8) 93.909 79.275 52.060 X. Overlopende rekeningen 300 164 471 Totaal der passiva 2.214.209 2.039.346 2.153.390 Jaarverslag 2021 | 223 Resultatenrekening (€ 1.000) Nota's 2021 2020 2019 Kosten A. Kosten van schulden 36 176 284 B. Andere financiële kosten 1.067 1.041 939 C. Diensten en diverse goederen 10.350 8.826 10.965 D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 2.585 2.279 2.036 E. Diverse lopende kosten 259 213 204 F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa 682 651 603 G. Waardeverminderingen (9) 11.011 4.540 6 1. Op financiële vaste activa 0 1.571 0 2. Op vlottende activa 11.011 2.969 6 H. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 I. Minderwaarde bij realisatie (10) 46.479 7.183 11.587 1. Van materiële en immateriële vaste activa 0 0 2 2. Van financiële vaste activa 18.469 4.097 9.888 3. Van vlottende activa 28.010 3.086 1.697 J. Uitzonderlijke kosten 0 0 0 K. Belastingen 84 147 65 L. Winst van het boekjaar 234.382 10.321 213.548 M. Overboeking naar belastingvrije reserves N. Te bestemmen winst van het boekjaar 234.382 10.321 213.548 Resultaatverwerking A. Te bestemmen winstsaldo 1.925.781 1.852.459 1.851.909 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar 234.382 10.321 213.548 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar 1.691.399 1.842.138 1.638.361 Totaal 1.925.781 1.852.459 1.851.909 224 | Your partner for sustainable growth Resultatenrekening (€ 1.000) Nota's 2021 2020 2019 Opbrengsten A. Opbrengsten uit financiële vaste activa 116.124 23.572 108.235 1. Dividenden (11) 114.687 22.116 106.460 2. Interesten 599 544 787 3. Tantièmes 838 912 988 B. Opbrengsten uit vlottende activa 2.191 1.878 2.369 C. Andere financiële opbrengsten 0 0 1 D. Opbrengsten uit geleverde diensten 2.030 1.995 1.960 E. Andere lopende opbrengsten 359 377 330 F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa G. Terugnemingen van waardeverminderingen (10) 46.764 7.009 16.359 1. Op financiële vaste activa 20.004 7.003 12.188 2. Op vlottende activa 26.760 6 4.171 H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten 0 0 0 I. Meerwaarde bij realisatie (12) 139.467 196 109.349 1. Van materiële en immateriële vaste activa 14 5 11 2. Van financiële vaste activa 139.022 18 109.212 3. Van vlottende activa 431 172 126 J. Uitzonderlijke opbrengsten 0 348 1.633 K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen L. Verlies van het boekjaar 0 0 0 M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves N. Te bestemmen verlies van het boekjaar 0 0 0 Resultaatverwerking C. Toevoeging aan het eigen vermogen 8.317 5.504 8.980 3. Aan de overige reserves 8.317 5.504 8.980 D. Over te dragen resultaat 1.824.416 1.691.399 1.842.138 1. Over te dragen winst 1.824.416 1.691.399 1.842.138 F. Uit te keren winst 93.048 155.556 791 1. Dividenden 92.116 154.703 0 3. Tantièmes 630 605 598 3. Winstpremie voor werknemers 302 248 193 Totaal 1.925.781 1.852.459 1.851.909 Jaarverslag 2021 | 225 Balans Activa 1. Materiële vaste activa bestaan voornamelijk uit de gebouwen en inrichting van het vastgoed gelegen in Antwerpen aan de Begijnenvest 113 en aan de Schermersstraat 44, waar de maatschappelijke zetel van AvH gevestigd is. Eind oktober werd het huurcontract met dochterbedrijf Nextensa stop- gezet voor het gebouw aan de Schermersstraat 42. Bijgevolg werd de res- terende boekwaarde overgeboekt van ‘Overige materiële vaste activa’ naar ‘Terreinen en gebouwen’. 2. Financiële vaste activa - Verbonden ondernemingen: de stijging met 144,4 miljoen euro ten opzichte van 2020 is voornamelijk toe te wijzen aan de inbreng van Extensa en LREM in Leasinvest Real Estate Management (LREM) dat omgevormd werd tot Nextensa. Bij Rent-A-Port vond een kapi- taalverhoging plaats. Tenslotte werd de vennootschap GIB per jaareinde vereffend. 3. Financiële vaste activa - Ondernemingen waarmee een deelnemingsver- houding bestaat: in 2021 werd 2,3 miljoen euro geïnvesteerd in de verho- ging van de participatie in SIPEF tot 35,13%. Verder werd er via kapitaal- verhogingen bijkomend 4 miljoen euro geïnvesteerd in Biotalys en 1,2 mil- joen euro in MRM Health. 4. De overige vorderingen op ten hoogste één jaar bestaan voornamelijk uit terug te vorderen belastingen en toegestane deposito’s aan verschillende subholdings. 5. De bewegingen op de post geldbeleggingen worden verklaard door de be- weging van de positie in eigen aandelen en de waardecorrecties op de be- leggingsportefeuille van AvH. Passiva 6. Het eigen vermogen van AvH is met 141,3 miljoen euro gestegen in verge- lijking tot de toestand per einde 2020 (beide cijfers inclusief de aan de al- gemene vergadering van aandeelhouders voorgestelde winstverdeling). Deze stijging vloeit voornamelijk voort uit de winst van het boekjaar van 234,4 miljoen euro verminderd met een voorgesteld dividend van 2,75 euro bruto per aandeel voor een totaal (maximaal) bedrag van 92,1 miljoen euro. In deze enkelvoudige rekeningen is al rekening gehouden met dit maximale bedrag als te betalen dividend (cfr. overige schulden). Het finale dividend- bedrag zal worden bepaald op basis van het aantal dividendgerechtigde aandelen, d.w.z. zonder de eigen aandelen die niet dividendgerechtigd zijn. 7. AvH heeft op 31 december 2021 uitsluitend korte termijn financiële schul- den onder de vorm van ‘commercial paper’ voor een bedrag van 42,0 mil- joen euro. Het saldo komt overeen met deposito's ontvangen van subhol- dings. 8. Het bedrag aan overige schulden per 31 december 2021 is inclusief de aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorgestelde winstverdeling. Resultatenrekening Kosten 9. De waardeverminderingen hebben voornamelijk betrekking op het in over- eenstemming brengen van de beleggingsportefeuille met de beurskoers per 31 december 2021. 10. De vereffening van GIB heeft aanleiding gegeven tot een gerealiseerde min- derwaarde op de aandelen van 18,4 miljoen euro en een gerealiseerde min- derwaarde op de vordering van 26,2 miljoen euro die evenwel volledig ge- compenseerd werden door terugnames van eerder geboekte waardevermin- deringen. Opbrengsten 11. AvH heeft 114,7 miljoen euro dividenden ontvangen van haar rechtstreekse deelnemingen. In 2020 werden geen dividenden ontvangen van o.a. CFE, FinAx, Profimolux, Green Offshore en SIPEF. 12. In 2021 werden de vennootschappen Extensa en LREM ingebracht in Leas- invest dat omgevormd werd tot Nextensa. Hierbij werd een meerwaarde gerealiseerd van 138,5 miljoen euro. In 2020 waren er geen noemenswaar- dige realisaties van meerwaarden. 226 | Your partner for sustainable growth ALGEMENE GEGEVENS BETREFFENDE DE VENNOOTSCHAP EN HET KAPITAAL Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal Zetel - registratiegegevens Begijnenvest 113 2000 Antwerpen België 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen Emailadres: [email protected] Website: https://www.avh.be Datum van oprichting, laatste statutenwijziging De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in ex- tenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 16 december 2020 onder nummer 20361786. Duur van de vennootschap Onbepaald. Rechtsvorm, toepasselijk recht Naamloze vennootschap naar Belgisch recht. Voorwerp De vennootschap heeft tot voorwerp: (a) de studie, het toezicht en de directie van alle openbare of private werken, bijzonder op het gebied van de bouw in het algemeen, de organisatie, het bestuur van alle vennootschappen of ondernemingen en de bijstand aan de- zen onder alle vormen; (b) de aanneming ter zee en te land van alle openbare of private werken op het gebied van de bouw en voornamelijk de aanneming van alle werken ter zee en op de binnenwateren, grote bevloeiingswerken en normalisering van wa- terlopen, grote werken voor drooglegging en bemaling, uitbaggering, boring, peiling en uitgraving van putten, ontwatering, bouw van kunstwerken, graaf- werken en algemene aanneming van constructies, evenals het vlotbrengen van boten en schepen; (c) de prospectie te land en ter zee op het gebied van de ontginningsnijverheid, voornamelijk ruwe petroleum of aardgas en de minerale producten in het al- gemeen; (d) de uitbating, productie, omvorming, verdeling, aankoop, verkoop en vervoer van alle producten van de ontginnings-nijverheid; (e) de verwerving, uitbating, productief making, overdracht van gronden, onroe- rende goederen en welkdanige onroerende rechten; (f) het op om het even welke wijze verwerven, uitbaten, en te gelde maken van alle intellectuele rechten, brevetten en concessies; (g) het bij wijze van inschrijving, inbreng, fusie, samenwerking, financiële tussen- komst of anderszins verwerven van een belang of deelneming in alle be- staande of nog op te richten vennootschappen, ondernemingen, bedrijvighe- den of verenigingen zonder onderscheid in België of in het buitenland; (h) het beheren, valoriseren en te gelde maken van deze belangen of deelnemin- gen; (i) het rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het bestuur, de directie, de controle en vereffening van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvig- heden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft; (j) het verlenen van alle advies en bijstand op alle mogelijke vlakken van de be- drijfsvoering aan het bestuur en de directie van de vennootschappen, onder- nemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelne- ming heeft, en in het algemeen het stellen van alle handelingen die geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks behoren tot de activiteiten van een holding. De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, fi- nanciële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of on- rechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen. Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken. De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden. Raadpleging van documenten i.v.m. de vennootschap De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de on- dernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks fi- nancieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be). Jaarverslag 2021 | 227 Algemene gegevens betreffende het kapitaal Geplaatst kapitaal Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volge- stort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Kapitaalverhogingen De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV. Toegestane kapitaal Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verho- gen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV. De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25 november 2020. De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar ken- nis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 no- vember 2020 wordt ontvangen. De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepa- lingen. De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen mo- daliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschik- bare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met frac- tiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het WVV. De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV. De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar dochter- vennootschappen. Aard van de aandelen De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, bin- nen de grenzen van de wet. De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigen- dom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De mede-eigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegen- woordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap. Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbon- den rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennoot- schap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eige- naar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis te stellen van deze regeling. ESEF informatie Homepage of reporting entity www.avh.be LEI code of reporting entity 5493005E2GHATS0Z6J59 Name of reporting entity or other means of identification Ackermans & van Haaren Domicile of entity Belgium Legal form of entity Naamloze vennootschap Country of incorporation Belgium Address of entity's registered office 2000 Antwerpen, Begijnenvest 113 Principal place of business Worldwide Description of nature of entity's operations and principal activities Industrial group Name of parent entity Ackermans & van Haaren Name of ultimate parent of group Ackermans & van Haaren Explanation of change in name of reporting entity or other means of identi- fication from end of preceding reporting period No change in name of reporting entity Length of life of limited life entity Period covered by financial statements 228 | Your partner for sustainable growth LEXICON ESG-terminologie • BACA (Belgian Alliance for Climate Action): een platform voor Belgische orga- nisaties die hun CO 2 -emissies willen verminderen, klimaatambitie willen tonen en SBTi (Science Based Targets-initiative) willen gebruiken om hun doelstellin- gen te definiëren. • BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Me- thod): internationaal duurzaamheidskeurmerk en standaard voor het optimaal realiseren (nieuwbouw) of renoveren (gebouwen in gebruik) en exploiteren van gebouwen met een minimale milieu-impact, gebaseerd op wetenschappelijk on- derbouwde duurzaamheidsmetrieken en -indices die een reeks milieugerela- teerde kwesties omvat, zoals de evaluatie van het energie- en watergebruik, de impact op gezondheid en welzijn, vervuiling, transport, materialen, afval, ecolo- gie en managementprocessen. • Circulariteit: het opnieuw inzetten van grondstoffen, onderdelen en producten na hun levensduur waardoor de waarde behouden kan blijven. • CHCO: Chief Human Capital Officer • CO 2 -emissies - scope 1: alle directe emissies, die afkomstig zijn van bronnen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door het bedrijf (bv. verbranding van brandstof en aardgas). • CO 2 -emissies - scope 2: alle indirecte emissies, die afkomstig zijn van de pro- ductie van elektriciteit die door het bedrijf wordt aangekocht. Scope 2-emissies komen fysiek voor in de installatie waar de elektriciteit wordt opgewekt. • CO 2 -emissies – scope 3: indirecte emissies die ontstaan als gevolg van acti- viteiten van een bedrijf zoals emissies die ontstaan bij de productie van inge- kochte producten (upstream) of die ontstaan door producten, diensten of pro- jecten die het bedrijf verkoopt (downstream). • Deugdelijk bestuur: organisatie en processen van de beheersorganen die de gevoerde strategie bepalen en de implementatie ervan opvolgen. • Diversiteit, gelijkheid en inclusie (Diversity, equity & inclusion of DEI): slaat op het betrekken van verschillende visies en het vermijden van discriminatie, door diversificatie te bevorderen op diverse vlakken zoals gender, geloofsover- tuiging of achtergrond en op het toepassen van een inclusief beleid. • DNSH (Do not significant harm): het concept van ‘het vermijden van aan- zienlijke schade’ dat gebruikt wordt in de EU Taxonomie als één van de voor- waarden om een activiteit als ‘groen’ te beschouwen. • (% van) Eigen vermogen: berekeningswijze om aan te geven welk percen- tage van de activa die AvH beheert, voldoet aan bepaalde maatstaven van het gevoerde ESG-beleid. Hierbij wordt telkens berekend welk aandeel de betrokken activa heeft in het geconsolideerd eigen vermogen van AvH (deel van de groep). • EPC-waarde: de energiescore die op het energieprestatiecertificaat staat ver- meld. Betreft een kengetal dat aangeeft hoeveel het primaire energieverbruik bedraagt per vierkante meter vloeroppervlak (kW/m²). Hoe lager de EPC-score, hoe minder energie er nodig is om te verwarmen, hoe beter de energieprestatie. • ESG: Environment (milieu), Social (sociaal), Governance (deugdelijk bestuur). • ESG-beleid: een verklaring waarin de aanpak van het bedrijf met betrekking tot milieu-, sociale en deugdelijke bestuur-aspecten wordt gedefinieerd samen met het plan om deze missie te verwezenlijken, alsook de indicatoren die ge- bruikt worden om vooruitgang te meten. • ESG materiële participatie: er zijn 7 participaties (DEME, CFE, Delen Private Bank, Bank Van Breda, SIPEF, Nextensa en Anima), die vanuit een ESG-perspec- tief nauwgezet opgevolgd worden binnen het ESG-beleid dat AvH voert. Deze vertegenwoordigen samen meer dan 85% van de netto-activa. • ESG-stewardship: de invloed die investeerders uitoefenen op deelnemingen om de totale waarde op lange termijn te maximaliseren zowel op economisch, sociaal en milieuvlak. • EU Taxonomie: regelgeving die bepaalt welke investeringen als ‘groen’ geca- tegoriseerd kunnen worden en dewelke bijdragen aan de realisatie van de EU Green Deal. De classificatie gebeurt op basis van technische screeningscriteria (TSC) en minimumcriteria met betrekking tot het vermijden van aanzienlijke schade (DNSH). • GRI (Global Reporting Initiative): een internationale organisatie die richtlij- nen voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt. • Innovatiebeleid: een verklaring waarin de aanpak van een bedrijf inzake in- novatie wordt uiteengezet, en hoe het doelstellingen wil nastreven, rekening houdend met hun impact op lange termijn op de rentabiliteit. • Integriteitscode: een verklaring die volgende elementen inzake integriteit kan omvatten: anti-corruptiebeleid en -procedures, mensenrechtenverklaring, klok- kenluidersbeleid en -procedures, compliancebeleid en -praktijken (bv. indien re- levant anti-witwas, know your customer (KYC), …). • KPI: Key Performance Indicator. • MVO: maatschappelijk verantwoord ondernemen. • Materieel (in materialiteitsmatrix): een aspect dat (i) een wezenlijke positieve of negatieve financiële impact kan hebben op de activiteiten of het eigen ver- mogen van de betrokken vennootschap, waarvan (ii) een stakeholder verwacht dat het zorgvuldig beheerd wordt met hoge prioriteit. • Mensenrechten: de rechten zoals opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. • NPS (Net Promotor Score): dit kan worden berekend door de klant één vraag voor te leggen: Hoe waarschijnlijk is het dat u ons zult aanbevelen aan een vriend of collega? Om antwoord te geven kan de respondent een score van 0 t.e.m. 10 invullen. De scores worden verdeeld in drie groepen: Promotors: res- pondenten die een score 9 of 10 hebben gegeven; “Neutrals”: respondenten die een score 7 of 8 hebben gegeven; Critici: respondenten die een score 0 t.e.m. 6 hebben gegeven. De score wordt als volgt berekend: NPS = % promoters - % critici. • Rapportering: betreft financiële en niet-financiële verslaggeving, met de na- druk op materiële aspecten. • Risicobeheer: gestructureerde aanpak van risico’s (via audit en controle, pro- cedures, handleidingen, comités, …). • RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil): een onafhankelijke organi- satie die globale standaarden ontwikkelt met betrekking tot de productie van duurzame palmolie. • SASB (Sustainability Accounting Standards Board): een internationale organisatie die richtlijnen opstelt aan bedrijven inzake relevante duurzaamheids- rapportering naar investeerders toe. Jaarverslag 2021 | 229 • SBTi (Science Based Targets-initiative): een initiatief die beste praktijken definieert op het gebied van CO2-emissiereducties en -doelstellingen in lijn met de ambities van het Klimaatakkoord van Parijs. • SDGs (Sustainable Development Goals): Duurzame Ontwikkelingsdoelstel- lingen van de Verenigde Naties, die een oproep zijn tot acties om welvaart te bevorderen en tegelijkertijd de planeet te beschermen tegen klimaatverande- ring. Dit behelst strategieën die zowel economische groei ondersteunen als so- ciale behoeften aanpakken (onderwijs, gezondheid, sociale bescherming en werkgelegenheid, …). • SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation): verordening met be- trekking tot informatieverstrekking over duurzaamheid in de financiële sector. De bedoeling is de informatieverstrekking aan beleggers over de effecten op duurzaamheid door het beleggingsbeleid en -beslissingen te verbeteren. • Solvabiliteit en langetermijnrentabiliteit: gezonde balansstructuren, met bedrijfsplannen en strategieën die een marktconform rendement op lange ter- mijn en de daartoe vereiste investeringen mogelijk maken. • Talentbeheer: zorg dragen voor het menselijk kapitaal, vereist voor een goede werking van de betrokken vennootschap (rekrutering, training, persoonlijke ont- wikkeling, evaluatie, welzijn, …) waarbij de talenten van medewerkers zo goed mogelijk tot uiting kunnen komen en benut worden. • TSC (Technical Screening Criteria): technische screening criteria die per eco- nomische activiteit vastgelegd zijn in de EU Taxonomie, en welke gebruikt wor- den om te bepalen of een activiteit als ‘groen’ beschouwd kan worden. • UN PRI (United Nations Principles of Responsible Investment): raam- werk van de Verenigde Naties dat focust op een verantwoord investeringsbeleid als aandeelhouder, waarbij ESG-factoren in acht worden genomen om tot cor- recte rendementen te komen door een beheer van risico's en opportuniteiten. • Verantwoordelijke aandeelhouder: als aandeelhouder sectorrelevante ESG-aspecten gestructureerd bij participaties opvolgen (bv. vastleggen en op- volgen van een ESG-strategie en bijhorende processen). • Verantwoordelijke producten en diensten: producten of diensten die af- gestemd zijn op de behoeften van klanten/gebruikers en die op duurzame wijze worden geproduceerd of geleverd. • Verantwoordelijk investeringsbeleid: investeren met het oog op een duur- zame activiteitenmix. Dit houdt in dat bij investeringen eerst gekeken wordt of het bedrijf actief is in een sector waar AvH in wil investeren, of het in gevoelige sectoren goed scoort op relevante ESG-aspecten, dan wel of het actief is in een sector die een positieve impact heeft op ESG-doelstellingen. Het kan ook leiden tot desinvesteringen uit bedrijven. • Waardecreatie: de gemiddelde groei (CAGR) van het geconsolideerd eigen vermogen (deel van de groep) inclusief dividenden, gemeten over een bepaalde tijdsperiode. Financiële en juridische terminologie • Cost-income ratio: de relatieve kostenefficiëntie (kosten ten opzichte van op- brengsten) van de bankactiviteiten. • Common Equity Tier1-kapitaalratio (CET1): de reglementaire kernkapi- taalbuffer aangehouden door banken om eventuele verliezen op te vangen. • EBIT: bedrijfsresultaat vóór intresten en belastingen. • EBITDA: EBIT vermeerderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa. • ESEF: het ‘European Single Electronic Format’ is een elektronisch rapporterings- formaat, via dewelke emittenten op de Europese gereguleerde markten hun jaarverslagen dienen op te maken. • Huurrendement op basis van reële waarde: voor de berekening van het huurrendement worden enkel de gebouwen in exploitatie in aanmerking geno- men, exclusief de projecten en de activa bestemd voor verkoop. • Netto financiële positie: geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen min korte en lange termijn financiële schulden. • Rendement op eigen vermogen (ROE): het nettoresultaat gedeeld door het eigen vermogen bij het begin van de beschouwde periode. • SPV (Special Purpose Vehicle): een vennootschap waarin een project of een deel van een project geïsoleerd is. • TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations): een ECB-instru- ment dat banken stimuleert om krediet te verstrekken aan bedrijven en consu- menten. • Vastgoedbestand: het uitstaand vastgoedbestand is gelijk aan de som van het eigen vermogen en de netto financiële schuld van de vastgoedpool. • WVV: Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. • XBRL: een elektronische taal die speciaal ontwikkeld werd voor de uitwisseling van financiële rapportering over internet. 230 Your partner for sustainable growth Contact Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van Jan Suykens of Tom Bamelis. Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon: +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494 Foto’s Ackermans & van Haaren © Ian Segal Concept en realisatie Mission to Mars nv (www.missiontomars.agency) De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be This annual report is also available in English. De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument. 19 mei 2022 ...................................................... Tussentijdse verklaring Q1 2022 23 mei 2022 ...................................................... Algemene vergadering 31 augustus 2022 ..................................... Halfjaarresultaten 2022 23 november 2022 ................................... Tussentijdse verklaring Q3 2022 FINANCIËLE KALENDER JAARVERSLAG 2021 Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be JAARVERSLAG 2021 YOUR PARTNER FOR SUSTAINABLE GROWTH 5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-315493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-315493005E2GHATS0Z6J592021-12-315493005E2GHATS0Z6J592020-12-315493005E2GHATS0Z6J592019-12-315493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ACK:IssuedCapitalAndSharePremiumMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ACK:IssuedCapitalAndSharePremiumMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ACK:IssuedCapitalAndSharePremiumMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeBondsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeBondsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeBondsMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeSharesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeSharesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeSharesMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember5493005E2GHATS0Z6J592019-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-01-012020-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ACK:IssuedCapitalAndSharePremiumMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ACK:IssuedCapitalAndSharePremiumMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:RetainedEarningsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeBondsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeBondsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeSharesMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ACK:ReserveOfGainsAndLossesOnFinancialAssetsMeasuredAtFairValueThroughOtherComprehensiveIncomeSharesMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:ReserveOfCashFlowHedgesMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMemberifrs-full:IncreaseDecreaseDueToChangesInAccountingPolicyRequiredByIFRSsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember5493005E2GHATS0Z6J592021-01-012021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493005E2GHATS0Z6J592021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember5493005E2GHATS0Z6J592020-12-31ifrs-full:IncreaseDecreaseDueToChangesInAccountingPolicyRequiredByIFRSsMemberiso4217:EURiso4217:EURxbrli:shares

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.