Annual Report • Mar 30, 2023
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

Jaarverslag 2022
Ackermans & van Haaren NV
2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70
Begijnenvest 113
[email protected] www.avh.be
• 17 mei 2023 ............................................... Tussentijdse verklaring Q1 2023
• 23 november 2023 ............................ Tussentijdse verklaring Q3 2023
• 22 mei 2023 ............................................... Algemene vergadering • 31 augustus 2023 .............................. Halfjaarresultaten 2023
Financiële kalender

| • Delen Private Bank 98 | |
|---|---|
| • Bank Van Breda 101 |
Delen Private Bank






Bank Van Breda
| • Nextensa 106 | • SIPEF 112 | • Agidens 122 | ||
|---|---|---|---|---|
| • Verdant Bioscience 116 | • AXE Investments 123 | |||
| • Sagar Cements 117 | • Biolectric 124 | |||
| • EMG 125 | ||||
| • Mediahuis 126 | ||||
| • OMP 127 | ||||
| Nextensa | • Telemond Groep 128 | |||
| • Turbo's Hoet Groep 129 | ||||
| • Van Moer Logistics 130 | ||||
| • AstriVax 131 | ||||
| • Biotalys 132 | ||||
| • Indigo Diabetes 133 | ||||
| • MRM Health 134 | ||||
| • OncoDNA 135 | ||||
| • Convergent Finance 136 | ||||
| Mediahuis | • HealthQuad 137 | |||
| • Medikabazaar 138 | ||||
| • Venturi Partners 139 |
| • Inhoud 143 | |
|---|---|
| • Geconsolideerde | |
| jaarrekening 144 | |
| • Enkelvoudige jaarrekening 219 | |
| • Duurzaamheidsverslag: | |
| bijlage 224 | |
| • Lexicon 232 | |
| • Algemene gegevens | |
| betreffende de vennootschap | |
| en het kapitaal 234 | |
| • Kerncijfers 2022 Bijlage |
Nextensa


Nextensa

• een verkorte versie van de enkelvoudige jaarrekening, opgesteld overeenkomstig artikel 3:17 WVV, en • de integrale versie van de geconsolideerde jaarrekening.
De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV, samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité, m.n. Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe, An Herremans en Koen Janssen, dat, voor zover hen bekend:
Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres: Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]
SIPEF
Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld.
Geïnspireerd door 150 jaar ondernemerschap en sterke familiewaarden, waarbij mensen centraal staan.

John-Eric Bertrand co-CEO
Piet Dejonghe co-CEO
In een uitdagende omgeving met scherpe kostprijsstijgingen, afnemend consumentenvertrouwen en dalende beurzen, hebben de bedrijven van onze groep zich heel weerbaar getoond met een resultaat van de kernparticipaties in lijn met het in 2021 behaalde recordresultaat. Ook de diversificatie van de portefeuille heeft opnieuw haar relevantie bewezen, onder meer door de positieve impact van de stijgende grondstofprijzen op de resultaten van SIPEF.
Onze participaties kunnen een 'deel van de oplossing' zijn in deze uitdagende markten, onder meer omdat ze hun klanten innovatieve en kostefficiënte antwoorden bieden of bijdragen aan de energietransitie, bijvoorbeeld met de installatie van offshore windparken en biovergisters, het bouwen van 'smart buildings' en de ontwikkeling van groene waterstof.
Onze selectie als één van de 20 bedrijven in de nieuwe BEL® ESG Index van Euronext is een erkenning van de inspanningen van onze groep om zich te positioneren als 'your partner for sustainable growth' met respect voor mens, maatschappij en milieu.
De meerwaarden van meer dan 330 miljoen euro die over 2022 werden gerealiseerd op de verkoop van Manuchar en Anima, bevestigen opnieuw de aanzienlijke upside in onze portefeuille en versterken onze balans.
We zijn trots op wat we de afgelopen 15 jaar samen met de medewerkers en managementteams van beide bedrijven hebben opgebouwd en wensen hen alle succes bij hun verdere ontwikkeling. Wij kijken uit naar mogelijkheden om de meer dan 460 miljoen euro cash uit deze exits aan het werk te zetten en andere bedrijven op lange termijn uit te bouwen, samen met hun familiale aandeelhouders en managementteams.
(De volledige videoboodschap kan u bekijken op www.avh.be/nl/investors/results-centre/year/2023.)
Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel groep)
| (€ mio) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen (deel groep - voor winstverdeling) |
4.633,6 | 3.957,2 | 3.562,0 |
| Nettocashpositie | 498,7 | 77,7 | 68,0 |
| (€ mio) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | 94,6 | 99,0 | 46,7 |
| Private Banking | 180,1 | 183,1 | 141,3 |
| Real Estate & Senior Care | 45,3 | 42,7 | 32,7 |
| Energy & Resources | 34,3 | 30,0 | 6,8 |
| Bijdrage van de kernsectoren | 354,4 | 354,8 | 227,5 |
| Growth Capital | 52,1 | 71,3 | 12,7 |
| AvH & subholdings | -24,2 | -18,1 | -13,5 |
| Netto meer/minderwaarden | 326,4 | -1,2 | 3,1 |
| Geconsolideerd nettoresultaat | 708,7 | 406,8 | 229,8 |


Pro forma(1) personeel per regio



Rest van de wereld
(1) Gebaseerd op geconsolideerde gegevens 2022, pro forma: alle exclusieve controlebelangen integraal, de overige belangen proportioneel.


Nextensa I Monnet 4


mei
Biotalys


Delen Private Bank Mediahuis

februari
Bank Van Breda
DEME I Orion

• AvH: verkoop van Manuchar (meerwaarde 97 miljoen euro) • DEME - CFE: partiële splitsing CFE met afzonderlijke beursnotering DEME


AstriVax
SIPEF

DEME
Convergent Finance

Anima Manuchar
• AvH: samenwerking met Convergent Finance (AvH 3,06%)
december
Your partner for sustainable growth

Jaarverslag 2022 13
Geachte aandeelhouders,
De voorbije 12 maanden waren heel uitdagend door het samenvallen van met elkaar verbonden crisissen. Het krappe aanbod en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen voor grondstoffen op het einde van de COVID-19 pandemie werd exponentieel versterkt ten gevolge van het uitbreken van het conflict in Oekraïne. Deze oorlog veroorzaakt niet alleen onnoemelijk menselijk leed, maar joeg ook de prijs voor energie in Europa naar ongekende hoogtes. Inflatie tast de koopkracht en het vertrouwen van de consumenten aan en de hoge energiekost stelt de competitiviteit van heel wat energie-intensieve sectoren in Europa op de proef. Om te vermijden dat de inflatie zou ontsporen, werden centrale bankiers verplicht om een einde te maken aan een decennium van goedkoop geld. De zeer snelle stijging van de interestvoeten zorgde op de financiële markten voor een unieke combinatie van sterk dalende koersen van zowel aandelen als obligaties.
Sinds haar oprichting als baggerfirma in 1876 heeft Ackermans & van Haaren heel wat economische en geopolitieke crisissen doorstaan. De geschiedenis van ons bedrijf leert ons dat het belangrijk is om zogenaamde zekerheden steeds in vraag te stellen, risico's te identificeren en in te perken, te zorgen voor een sterke balans met beperkte schulden en te werken met het oog op de lange termijn terwijl we ons constant aanpassen aan verandering.
Hoewel de uitdagende omgeving ook onze deelnemingen niet heeft gespaard in 2022, kan AvH u over het voorbije jaar een recordresultaat van 708,7 miljoen euro voorleggen. Met 354,4 miljoen euro dragen onze kernsectoren even veel bij als in het recordjaar 2021. Daarnaast realiseerden we 334 miljoen euro meerwaarden op de verkoop van Anima en Manuchar. Eind 2022 bedroeg ons geconsolideerd eigen vermogen 4,6 miljard euro of 139,96 euro per aandeel. Inclusief het over 2021 betaalde dividend, groeit de aandeelhouderswaarde over de laatste 12 maanden met 19,6% tegenover een gemiddelde van 13,0% sinds de beursgang in 1984. We danken deze sterke resultaten aan de weerbaarheid van onze participaties en de pertinentie van onze gediversifieerde portefeuille.
Onze banken blijven de belangrijkste winstmotor van de groep. De relatiebeheerders van Delen Private Bank en Bank Van Breda bleven ook in moeilijke financiële markten dicht bij de leefwereld en de noden van klanten staan. De grote transparantie geboden door innovatieve digitale tools liet samen met deze klantgerichtheid toe om het vertrouwen van onze klanten te behouden en veel nieuwe klanten te verwelkomen. De impact van de daling op de financiële markten werd aldus gedeeltelijk gecompenseerd door een sterke bruto-instroom van 4,6 miljard euro zodat het gecombineerd toevertrouwd vermogen einde 2022 57,7 miljard euro bedraagt. Deze sterke commerciële resultaten hebben in combinatie met de hoge operationele efficiëntie (gecombineerde cost-income ratio van 53%) toegelaten om de sterke inflatie op te vangen. Samen evenaren de banken met een nettoresultaat van 229 miljoen euro nagenoeg het record van 2021. Het gezamenlijk eigen vermogen van 1,7 miljard euro resulteert in een heel sterke CET1-ratio van 23%. Verder blijven beide banken zeer attent op de aanhoudende sterke liquiditeit, "We danken onze sterke resultaten aan de weerbaarheid van onze participaties en de pertinentie van onze gediversifieerde portefeuille."


Van links naar rechts: John-Eric Bertrand, Luc Bertrand, Piet Dejonghe
wat te zien is in de gecombineerde LCR van 212%. Delen Private Bank en Bank Van Breda blijven tot de best presterende en best gekapitaliseerde private banken van het continent behoren.
DEME realiseerde in 2022 een groei van haar omzet met 6% tot 2.655 miljoen euro, een EBITDA van 474 miljoen euro (17,9% marge) en 113 miljoen euro nettoresultaat. De netto financiële schuld bedraagt 521 miljoen euro (1,1 x EBITDA) tegenover 1.754 miljoen euro eigen vermogen. De beursnotering in juni 2022 was een gelegenheid om de leidende marktposities en technologische expertise van DEME extra in de verf te zetten. Met een record orderboek van 6,2 miljard euro kent het bedrijf een sterk opwaarts momentum, zowel in het baggeren als in offshore installaties. DEME biedt concrete oplossingen aan voor uitdagingen zoals de groei van de wereldbevolking (die leidt tot een nood aan grotere en diepere zeehavens en landwinning in dichtbevolkte kustregio's), de ten gevolge van de klimaatverandering stijgende zeeniveaus, de energietransitie met het oog op het terugdringen van de CO2 -uitstoot en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen van minder betrouwbare oorsprong. Om op al deze opportuniteiten in te spelen, blijft DEME investeren in de meest moderne en veelzijdige vloot. In april werd de Orion in de vaart genomen. Het ongeëvenaarde hefvermogen van dit schip laat de offshore windsector toe om grenzen te verleggen en steeds krachtigere en dus grotere windmolens te bouwen in dieper water. Offshore wind ontgroeit intussen Europa en wordt een globale activiteit. Als pionier en marktleider heeft DEME de vaste wil om toonaangevend te blijven en werden de eerste grote contracten in de VS en Taiwan binnengehaald. Een zusterschip van de Orion, de Green Jade, is dan ook in aanbouw in Taiwan. Een tweede kabellegschip, de Viking Neptune, heeft intussen de vloot vervoegd en een bijkomend valpijpschip werd besteld. Naast de bagger- en offshore-activiteiten blijft DEME innoveren in ontluikende domeinen zoals de productie van groene waterstof en het ontginnen van mineralen op de oceaanbodem om zo bij te dragen aan een koolstofarme samenleving.
De splitsing van CFE heeft het mogelijk gemaakt om heel wat aandeelhouderswaarde te kristalliseren waarvoor de beleggers voordien geen oog hadden. Deze toonaangevende multidisciplinaire groep is actief in vastgoedontwikkeling, multitechnieken en bouw & renovatie en focust daarbij meer dan ooit op operationele excellentie en duurzaamheid. Sustainalytics heeft CFE trouwens net uitgeroepen tot een 'Top Rated ESG Company 2023'. In het kader van de splitsing hebben we erop toegezien dat CFE beschikt over een sterke balans om haar ambitieuze groeiplannen mogelijk te maken. Einde 2022 bedraagt het eigen vermogen 225 miljoen euro. Hoewel CFE geconfronteerd werd met sterke prijsstijgingen voor zowat alle bouwmaterialen, werd met een nettoresultaat van 38,4 miljoen euro het record van 2021 nagenoeg geëvenaard.
Met een eigen vermogen van 839 miljoen euro is Nextensa één van de grootste genoteerde vastgoedspelers in België. In het eerste jaar na de fusie tussen Leasinvest Real Estate en Extensa werd actief gebruik gemaakt van de grotere wendbaarheid ten gevolge van het opgeven van het GVV-statuut. Minder duurzame gebouwen of activa met beperkt opwaarts potentieel werden verkocht in België en Luxemburg. Hierop werd niet alleen 28,3 miljoen euro meerwaarde gerealiseerd. Dit liet ook toe om de nettoschuldpositie sterk af te bouwen van 896 miljoen euro op het moment van de fusie tot 722 miljoen euro einde 2022. De kwaliteit van de 1,3 miljard euro grote vastgoedportefeuille wordt verder geïllustreerd door de zeer beperkte waardevermindering (reële waarde) met 11,6 miljoen euro ten gevolge van de gestegen markt yields.
Terwijl de stijgende grondstofprijzen een gesel zijn voor vele sectoren, bezorgde de hoge palmolieprijs SIPEF een sterke rugwind. Hierdoor realiseerde dit bedrijf niet alleen een recordresultaat van 108 miljoen USD, maar het liet ook toe om de nettoschuldpositie die einde 2021 nog 49 miljoen USD bedroeg volledig af te bouwen tot een nettocashpositie van 0,1 miljoen USD. Nochtans heeft SIPEF ook in 2022 fors geïnvesteerd in de uitbreiding van haar jonge plantages in Zuid-Sumatra, die nog niet volgroeid zijn en bijgevolg nog niet bijdragen tot de winst. Deze uitbreiding verloopt volledig in overeenstemming met de stringente RSPO-normen en zonder ontbossing.
Ook onze groeikapitaalportefeuille presteerde sterk in 2022. De contributie van 52,1 miljoen euro ligt weliswaar lager dan in 2021, maar het verschil wordt volledig verklaard door de verkoop van het belang in Manuchar. De inflatie en de verslechterende conjunctuur hebben de verschillende bedrijven vanzelfsprekend parten gespeeld, maar ze houden globaal goed stand. We zijn ervan overtuigd dat onze participaties in deze uitdagende tijden ook een deel van het antwoord kunnen bieden met innovatieve en kostefficiënte oplossingen. Dit is onder meer het geval bij Agidens (automatisering van processen), Van Moer Logistics (duurzame logistiek), OMP (optimisatie van complexe aanvoerketens) of Turbo's Hoet Groep (verkoop en financiering van zuinige vrachtwagens). De kanalen van Mediahuis zorgen er dan weer voor dat mensen in deze turbulente tijden correct geïnformeerd worden.
AvH dat via haar investering in Sagar Cements reeds sinds 2008 in India aanwezig is, blijft haar exposure in de regio versterken. India zou tegen 2030 de derde grootste economie ter wereld worden en het BNP zou er dit jaar opnieuw met meer dan 6% groeien. In lijn met onze strategie om samen te werken met lokale partijen met diepe marktkennis, zijn we een partnership aangegaan met Convergent Finance dat vanuit Mumbai investeert in meer mature, doorgaans genoteerde bedrijven in India. Net zoals bij onze investeringen in HealthQuad (focus op gezondheidszorg) en Venturi (focus op B2C) hebben we de ambitie om samen met deze fondsen en ons eigen team in Singapore co-investeringen te doen zoals eerder in Medikabazaar, de marktleider in het beleveren van medisch materiaal en verbruiksgoederen.
Nog binnen het groeikapitaalsegment hebben we ons life sciences team verder versterkt met het oog op investeringen in jonge, beloftevolle biotech- en agtech-platformbedrijven met het potentieel om uit te groeien tot significante spelers. Zo werd in de loop van 2022 geïnvesteerd in AstriVax dat, vertrekkend van technologie van het wereldvermaarde Rega Instituut (KU Leuven), vernieuwende vaccins ontwikkelt die makkelijk te produceren en te bewaren zijn en langdurige bescherming bieden.
In 2022 hebben we na 15 jaar onze participaties in Manuchar en Anima verkocht. We zijn trots op wat we met de werknemers en het management van beide bedrijven gerealiseerd hebben. Van een trading en logistiek bedrijf met 25 miljoen euro EBITDA in 2007 is Manuchar uitgegroeid tot een toonaangevende distributeur van chemische producten met 2.250 werknemers en 162 miljoen euro EBITDA over 2021. Anima begon als een eenpersoonsbedrijf op de Begijnenvest en werd een zeer gerespecteerde uitbater van kwalitatieve woonzorgcentra voor 2.700 bewoners in België. We zijn ervan overtuigd dat beide bedrijven onder hun management en met de nieuwe aandeelhouders hun succesverhaal zullen verderzetten.
Deze desinvesteringen leverden samen ruim 330 miljoen euro meerwaarde op en illustreren eens te meer dat onze portefeuille heel wat latente upside herbergt die niet uitgedrukt wordt in ons eigen vermogen en al zeker niet in onze beurskoers. Deze verkopen verhoogden daarnaast ook onze nettocashpositie tot 499 miljoen euro einde 2022. We kijken ernaar uit om deze substantiële middelen aan het werk te zetten en andere mooie bedrijven samen met hun (familiale) aandeelhouders en directies op lange termijn uit te bouwen tot marktleiders.
Bij het zoeken naar investeringen besteden we, net zoals bij de begeleiding van onze bestaande participaties, ook bijzondere aandacht aan het duurzame karakter van de opportuniteiten. ESG staat immers centraal in ons DNA. Naast onze diversificatie zorgt ESG (duurzaamheid in combinatie met onze focus op de lange termijn) voor weerbaarheid. We willen niet alleen scoren in het volgende boekjaar maar ook voor de volgende generaties. We zijn verheugd dat dit ook door de buitenwereld erkend wordt. We werden in februari door Euronext geselecteerd als één van de 20 bedrijven die deel uitmaken van de nieuwe BEL ESG index. Sustainalytics verbeterde onze rating onlangs tot 9,0 (verwaarloosbaar risico) wat AvH de 8ste plaats oplevert van 63 multisector holdings. CFE verbeterde overigens ook haar score tot 26 (medium risk), waardoor het tot de 10% best presterende bedrijven in de sector behoort. Bank Van Breda werd dan weer bekroond als 'Great Place to Work in Belgium' dankzij haar niet-aflatende inspanningen op het vlak van talent management, diversiteit en inclusie. Biotalys ontving een World BioProtection Award 2022 voor haar eerste biofungicide Evoca.
Meer dan ooit, gelet op de talrijke globale uitdagingen, wil AvH bijdragen tot een betere wereld. We zijn ervan overtuigd dat al onze bedrijven goed geplaatst zijn om antwoorden te bieden en een deel van de oplossing te zijn. Dit is enkel mogelijk dankzij de inzet, de daadkracht en de creativiteit van alle collega's in de groep die
ervoor zorgen dat we ons telkens opnieuw aanpassen. We wensen elkeen daarvoor oprecht te bedanken. In dit verband wensen we ook heel uitdrukkelijk hulde te brengen aan onze vorige CEO, de heer Jan Suykens, voor de belangrijke rol die hij de voorbije 32 jaar heeft gespeeld bij de succesvolle ontwikkeling van AvH.
22 maart 2023
| Luc Bertrand | John-Eric Bertrand | Piet Dejonghe |
|---|---|---|
| Voorzitter van de | co-CEO | co-CEO |
| raad van bestuur |
Geachte aandeelhouder,
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2022 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 3:32 §1 laatste lid WVV.
Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen, zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 59.350 opties toegekend in 2022. De per 31 december 2022 nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 317.100 aandelen Ackermans & van Haaren (0,95%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Voor een overzicht van de voornaamste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2022, verwijzen wij naar het Woord van de voorzitters (pag. 14) en naar de Markante feiten (pag. 10).
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal bedraagt eind 2022 2.568 miljoen euro, een stijging met 354 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (2021: 2.214 miljoen euro). De activa bestaan uit 9 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 421 miljoen euro geldbeleggingen, 38 miljoen euro liquiditeiten en 2.082 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leiden de winst van het boekjaar van 371 miljoen euro en het over het boekjaar 2022 voorgestelde dividend van maximaal 104 miljoen euro tot een eigen vermogen van 2.329 miljoen euro (2021: 2.063 miljoen euro). Ackermans & van Haaren bezit op jaareinde 2022 391.239 eigen aandelen.
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.825.447.138 |
|---|---|
| Winst van het boekjaar | 370.748.227 |
| Totaal te bestemmen | 2.196.195.365 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 |
| Toevoeging aan de onbeschikbare reserves | 13.080.157 |
| Toevoeging aan de beschikbare reserves | 0 |
| Vergoeding van het kapitaal(1) | 103.840.402 |
| Tantièmes | 836.250 |
| Winstpremie voor werknemers(2) | 357.976 |
| Over te dragen winst | 2.078.080.579 |
(1) Aan de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van 22 mei 2023 zal worden voorgesteld om een dividend van 3,10 euro per aandeel goed te keuren. Dat komt overeen met een maximale uitkering van 103.840.402 euro.
(2) Winstdeelname ten gunste van werknemers van Ackermans & van Haaren overeenkomstig de
bepalingen van het winstpremieplan goedgekeurd door de raad van bestuur van 23 februari 2023.
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 3,10 euro bruto per aandeel. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 2,17 euro per aandeel. Aangezien de eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen voor rekening van Ackermans & van Haaren, op 28 mei 2023 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt 103.840.402 euro. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 31 mei 2023. Na deze bestemming, rekening houdend met het maximale voorgestelde totaalbedrag van de dividenden, bedraagt het eigen vermogen 2.328.643.707 euro en is het als volgt samengesteld:
| Geplaatst | 2.295.278 |
|---|---|
| Uitgiftepremies | 111.612.041 |
| Reserves | |
| Wettelijke reserve | 248.081 |
| Onbeschikbare reserves | 47.765.985 |
| Beschikbare reserves | 88.641.744 |
| Overgedragen winst | 2.078.080.579 |
| Totaal | 2.328.643.707 |
De resultaten van het lopende boekjaar zullen, zoals in voorgaande jaren, in belangrijke mate afhangen van de dividenden die door groepsvennootschappen worden uitgekeerd en van de verwezenlijking van eventuele meer- of minderwaarden.
Hiervoor wordt verwezen naar II.3 en II.6 op pag. 23.
De vennootschap organiseert op regelmatige tijdstippen kennisuitwisseling tussen de deelnemingen m.b.t. innovatie en onderzoek en ontwikkeling.
Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen indekken. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2022 had Ackermans & van Haaren geen dergelijke instrumenten uitstaan.
In 2022 diende geen toepassing te worden gemaakt van de belangenconflictenregeling van artikel 7:96 WVV.
Overeenkomstig artikel 3:65, §3 WVV wordt meegedeeld dat een vergoeding werd betaald aan EY Bedrijfsrevisoren van 9.300 euro (excl. BTW) voor een nazicht inzake de toepassing van ESEF en aan EY Tax Consultants van 5.950 euro (excl. BTW) voor fiscale adviezen.
Op 9 november 2020 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van 5 jaar. AvH heeft in 2022 20.350 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 48.500 aandelen AvH. Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2022 347.174 aandelen AvH gekocht en 345.510 verkocht. Bovendien heeft AvH in oktober 2022 de start aangekondigd van een aandeleninkoopprogramma voor maximaal 70,0 miljoen euro. Het programma werd gestart vanaf 5 oktober 2022 en zal in beginsel lopen tot de jaarvergadering van 22 mei 2023, tenzij het maximumbedrag reeds vroeger geïnvesteerd is. In uitvoering van dit plan werden tot en met 31 december 2022 70.633 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van 9,6 miljoen euro. Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten (toelichting 22).
Per 31 december 2022 is de situatie als volgt:
| Aantal eigen aandelen | 391.239 (1,17%) |
|---|---|
| Fractiewaarde per aandeel | 0,07 euro |
| Gemiddelde prijs per aandeel | 122,00 euro |
| Totale investeringswaarde | 47.731.232 euro |
Op 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om, in geval van openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren, tot kapitaalverhoging over te gaan onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap, dat haar is kennisgegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering wordt ontvangen, d.i. 9 november 2023.
De raad van bestuur is tevens gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 25 november 2023), aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer zulks noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele en financiële risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen). Inzake niet-financiële risico's wordt tevens verwezen naar het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (pag. 48).
Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dit kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's.
Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de betrokken dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
• Risico's op het niveau van Ackermans & van Haaren
Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan geopolitieke en macro-economische omstandigheden en wordt beïnvloed door de toenemende concurrentie, o.a. met de private equity-markt die steeds internationaler wordt.
De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen is eveneens afhankelijk van voormelde omstandigheden, bijvoorbeeld bij geopolitieke spanningen (bv. het militair conflict tussen Rusland en Oekraïne) of een pandemie (zoals COVID-19). Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en op het behoud van operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.
Ackermans & van Haaren gelooft dat een doordacht en strategisch gericht ESG-beleid bijdraagt tot een duurzame groei van de groep. ESG-risico's alsook opportuniteiten worden op portefeuilleniveau gemonitord. Verder wordt gestreefd naar een duurzame activiteitenmix. Meer informatie kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (ESG), 3. ESG-benadering (pag. 48).
De vertegenwoordigers van Ackermans & van Haaren in de raden van bestuur van de deelnemingen zien er eveneens op toe dat de deelnemingen zich zo organiseren dat geldende wet- en regelgeving wordt nageleefd, met inbegrip van allerhande internationale en zogenaamde 'compliance'-regels.
Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden, maar wordt zoveel als mogelijk opgevangen door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken deelnemingen.
Ingevolge haar notering op Euronext Brussels is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren besteedt de nodige aandacht aan de opvolging en naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving.
De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van een aantal van haar genoteerde deelnemingen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen financiering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. Op 31 december 2022 waren er geen externe financiële schulden van 'AvH & subholdings'.
Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro) van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2022 gerespecteerd.
Met de toenemende afhankelijkheid van technologie in alle aspecten van het leven, neemt ook het risico op het falen van die technologie toe. Bovendien vormen cyberaanvallen een groot operationeel risico voor bedrijven. Om deze risico's te beperken, is het cruciaal om een toereikende digitale strategie te hebben. Deze bepaalt hoe Ackermans & van Haaren omgaat met technologie en digitale middelen en hoe deze worden ingezet om de bedrijfsdoelstellingen te behalen. De digitale strategie zorgt ervoor dat Ackermans & van Haaren niet alleen klaar is voor de huidige technologieën maar ook voorbereid is op toekomstige ontwikkelingen.
De IT-architectuur van Ackermans & van Haaren heeft als doel een betrouwbare, veilige, functionele en toch flexibele werkomgeving te creëren. Om de continuïteit hiervan veilig te stellen heeft Ackermans & van Haaren passende oplossingen en procedures geïmplementeerd waardoor informatieherstel en beveiliging van gegevens kunnen worden gewaarborgd. Risico's op inbraak of cyberaanvallen worden voortdurend geanalyseerd en geëvalueerd om, indien nodig, passende maatregelen te nemen.
• Risico's op het niveau van de participaties
De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: (i) het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; (ii) de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; (iii) de prestatieverplichtingen (naar kost, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; (iv) het tijdsverschil tussen de offerte en de effectieve uitvoering; (v) de evolutie van het reglementair kader; (vi) en de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. DEME Group is, zowel als eisende als verwerende partij, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor voorzieningen aangelegd in de rekeningen. In nieuwe markten, zoals de ontwikkeling van concessies, worden de bedrijven geconfronteerd met een wijzigend reglementair kader, de technologische evoluties en de financiering van grootschalige projecten. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de verschillende participaties met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME Group en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de aanbestedingsfase.
De bouw- en baggersector is onderhevig aan conjuncturele bewegingen, zowel op nationaal als internationaal vlak. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME Group, CFE en Rent-A-Port actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste instrumenten van risicomanagement.
DEME Group is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, kunnen worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta te beperken. Rent-A-Port handelt voornamelijk in Vietnam en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de USD en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt.
Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME Group als CFE hebben procedures teneinde het risico te beperken op hun klantenvorderingen. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME Group in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME Group afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren.
Het kredietrisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones. De bedrijven uit het segment 'Marine Engineering & Contracting' factureren doorgaans a rato van de vooruitgang van de werken.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME Group waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwichtige verhouding na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde netto schulden. De investeringen van DEME Group gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME Group streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME Group heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale, niet-gewaarborgde financiering op
lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME dient na te leven. Dat was ook per eind 2022 het geval.
DEME Group volgt haar procedures ter vermijding van fraude- en integriteitsrisico's op en stelt die desgevallend bij. DEME Group hanteert een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures'). Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. De procedures in geval van samenwerking met derde partijen werden ook in 2022 strikt toegepast.
In december 2022 heeft de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Gent (KI) beslist bepaalde vennootschappen van de DEME-groep door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Deze beslissing volgt op een gerechtelijk onderzoek dat werd gevoerd naar de omstandigheden waarin een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een Russische voormalige joint venture vennootschap van de DEME-groep, voor de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in april 2014. De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015. Het gerechtelijk onderzoek werd gestart na indiening van een klacht door een concurrent, aan wie het betrokken contract niet werd toegekend in het kader van een onderhandse gunning. DEME benadrukt dat de KI enkel heeft beslist over de doorverwijzing naar de bodemrechter. Dit betekent dat nog geen van de betrokkenen de gelegenheid heeft gehad ten gronde argumenten te laten gelden over de tenlasteleggingen van het Openbaar Ministerie. Het is in de huidige omstandigheden dan ook voorbarig te speculeren over de uitkomst van deze procedure.
Zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda zijn gespecialiseerde niche-spelers met een cultuur van voorzichtigheid, wat de impact van het operationele risico op beide banken beperkt. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.
Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank Van Breda al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De toegekende kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie.
Het fraude- en compliancerisico heeft altijd prioritaire aandacht gekregen bij Delen Private Bank en Bank Van Breda. De banken investeren in verdere digitalisering van hun cliëntenacceptatiebeleid, o.m. via de ontwikkeling van Delen Family Services.
Bank Van Breda voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.
Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig opgevolgd en ingedekt. De netto blootstelling aan het Britse pond wordt gedeeltelijk beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn gemilderd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting, ten opzichte van de 7% minderheidsaandeelhouders van JM Finn.
Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke CET1-ratio's.
Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank Van Breda de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).
Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank Van Breda en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De bedoeling is dat de posities op deze tussenrekeningen systematisch worden geliquideerd, zodat de bank niet aan een marktrisico wordt onderworpen. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.
Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en geleverde diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad en recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd.
De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). De inkomsten van Nextensa en de waarde van haar portefeuille zijn in zeer grote mate gerelateerd aan het type vastgoed waaruit haar portefeuille is samengesteld (kantoren, retail en overige) en de lokalisatie (Luxemburg, België en Oostenrijk). De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren en landen leidt tot een beperking van dit risico.
Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor haar commercial paper om bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Nextensa heeft op 20 november 2019 een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten, met een looptijd van 7 jaar en een vaste jaarlijkse coupon van 1,95%. Haar dochteronderneming Extensa Group sloot in het verleden twee private plaatsingen af ten belope van 45 miljoen euro (vaste rente 3,00% met eindvervaldag 29 juni 2022) en van 40 miljoen euro (vaste rente 3,38% met vervaldag 5 juni 2024). Nextensa betaalde in 2022 de op vervaldag gekomen obligatielening terug. In het kader van diverse ontwikkelingsprojecten, verleende de Nextensa-groep garanties ten belope van 181,7 miljoen euro als zekerheid voor lopende bankkredieten.
Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.
De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Singapore en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, Verdant Bioscience in Indonesië, SIPEF in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt. Om de productie in de verschillende landen te kunnen verzekeren en verder uit te bouwen is het behoud van de eigendoms- en gebruiksrechten van primordiaal belang voor SIPEF. De groep onderhoudt hiervoor een constructieve relatie met de bevoegde autoriteiten en monitort permanent deze rechten.
De geproduceerde volumes, gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad. De potentiële fysieke gevolgen van de klimaatverandering zijn onzeker en kunnen naargelang de regio en het product verschillen.
Door de toenemende bezorgdheid over duurzaamheid, zouden strengere regels kunnen worden opgelegd aan de bedrijven. De oliepalmplantages van SIPEF volgen de RSPO-normen en zijn in overeenstemming met de RSPO-principes en -criteria. Als SIPEF er echter niet in zou slagen om aan strengere vereisten te blijven voldoen, kan ze haar certificering verliezen of kan deze worden opgeschort.
Voorts is de groep in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie en palmpitolie; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit). SIPEF wordt bovendien geconfronteerd met een taksheffing op export van palmolie uit Indonesië. Gelet op de onzekerheid van de bepaling van de lokale referentieprijs voor palmolie, worden de beschikbare palmolievolumes uit Indonesië op maandbasis in de markt geplaatst en worden de verwachte volumes van de SIPEF-plantages in dit land niet meer op termijn ingedekt.
Verdant Bioscience is een biotechnologiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van hoogproductieve F1-hybride zaden van oliepalm. Aangezien de resultaten van deze ontwikkeling pas over enkele jaren zullen bekend worden, wordt de activiteit van Verdant Bioscience gekenmerkt door een hoger risicoprofiel.
Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan deze van de typische spelers op de private equity-markt. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij tot een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren zal deze investeringen doorgaans financieren via eigen vermogen.
De conjuncturele situatie heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. De spreiding van de activiteiten van de participaties over diverse sectoren zorgt hier voor een gedeeltelijke bescherming tegen dit risico.
Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zoals de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf op en kunnen deze door operationele en financiële discipline en strategische focus trachten in te perken. De opvolging en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen ook op dit vlak een belangrijke rol.
Verschillende participaties (bv. Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Dit kan aanleiding geven tot grotere risico's als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeurtenissen. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).
Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2022 bedraagt 17.677 miljoen euro, hetgeen een stijging vertegenwoordigt van 3% ten opzichte van 2021 (17.233 miljoen euro). Dit balanstotaal is uiteraard beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank Van Breda heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.
Het eigen vermogen (deel groep) per eind 2022 bedroeg 4.634 miljoen euro, een stijging met 677 miljoen euro ten opzichte van 2021 (3.957 miljoen euro). In juni 2022 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 2,75 euro per aandeel, wat resulteerde in een daling van het eigen vermogen met 91 miljoen euro.
In 2022 heeft Ackermans & van Haaren 70,7 miljoen euro geïnvesteerd in de verdere uitbouw van haar portefeuille. Daarvan was 42,6 miljoen euro bestemd voor investeringen in de kernsectoren, vnl. onder de vorm van een bijkomende financiering aan Rent-A-Port van 19,6 miljoen euro en van de verhoging van de deelneming in SIPEF voor 10,7 miljoen euro. 28,2 miljoen euro werd geïnvesteerd in Growth Capital, waarvan 22,4 miljoen euro in de India & Zuid-Oost Azië-portefeuille en 5,2 miljoen euro in het life sciences gedeelte. Desinvesteringen piekten in 2022 met een totale opbrengst van 472,9 miljoen euro. De verkoop van Anima leverde 308,2 miljoen euro op, Manuchar 159,5 miljoen euro. De consolidatiekring onderging in 2022 verder een beperkt aantal wijzigingen, die worden toegelicht in toelichting 2.
Eind 2022 beschikte Ackermans & van Haaren (inclusief subholdings) over een nettocashpositie van 498,7 miljoen euro, tegenover 77,7 miljoen euro eind 2021. Naast liquide middelen en deposito's op korte termijn bestaat deze positie uit geldbeleggingen voor 41,3 miljoen euro en eigen aandelen.
De bijdrage van de kernsectoren tot de groepswinst bedroeg in 2022 354,4 miljoen euro (2021: 354,8 miljoen euro). Een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep is weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag (pag. 80) van het jaarverslag.
Na een succesvolle samenwerking van meer dan 30 jaar heeft AvH begin februari 2023 haar 50%-participatie in Telemond verkocht aan de Duitse familie Maas, haar langetermijnpartner. Deze verkoop heeft AvH een cashopbrengst van 55 miljoen euro opgeleverd en een meerwaarde van 19 miljoen euro.
AvH is trots op haar selectie als één van de 20 ondernemingen van de nieuwe BEL ESG Index, die op 15 februari gelanceerd werd door Euronext. Deze duurzaamheidsindex volgt de 20 in Brussel genoteerde ondernemingen met de beste ESG-praktijken (Environmental, Social & Governance). Deze selectie erkent AvH voor de manier waarop ze haar ESG-beleid ontwikkelt en daaraan gerelateerde initiatieven neemt.
Bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen de DEME Group-teams van O&O en van het Central Competence Center baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn de studie-afdelingen van CFE betrokken bij de projecten in burgerlijke bouwkunde en gebouwen. Via hun participatie in Verdant Bioscience zijn Ackermans & van Haaren en SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van zaden van hoogrenderende oliepalmen. Zowel Bank Van Breda als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheerssoftware geïnvesteerd. De recent verworven participaties AstriVax, Biolectric, Biotalys, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health en OMP zijn innovatieve bedrijven in hun domein. Hun voortdurende aandacht voor technologische vernieuwing draagt bij tot een verbetering van hun competitieve positie op korte en middellange termijn.
Binnen de groep (o.a. DEME Group, Rent-A-Port, Bank Van Breda, Nextensa) wordt een voorzichtig beleid gevoerd inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Een groot aantal deelnemingen van de groep is actief buiten de eurozone (o.a. DEME Group, Rent-A-Port, Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements, Turbo's Hoet Groep). De indekking van het rente- en wisselkoersrisico wordt op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Ackermans & van Haaren is het jaar 2023 begonnen met een bemoedigende meerwaarde op de verkoop van Telemond. Na deze transactie beschikt AvH over ruim 550 miljoen euro aan cash om verder te investeren in de bestaande portefeuille en in nieuwe deelnemingen. AvH zoekt op een proactieve, doch gedisciplineerde wijze naar nieuwe investeringsmogelijkheden.
De raad van bestuur is overtuigd dat de deelnemingen van Ackermans & van Haaren goed zijn gepositioneerd om ook in het jaar 2023 een degelijk resultaat af te leveren. Behoudens onvoorziene omstandigheden wordt verwacht dat dit in lijn zou moeten liggen met de resultaten over het jaar 2022, uiteraard na correctie voor gerealiseerde meerwaarden.
Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'), die kan geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). De Commissie heeft op 9 mei 2019 een nieuwe (derde) versie van de Code bekendgemaakt, die deze van 12 maart 2009 vervangt, en die op 1 januari 2020 in werking is getreden.
Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be). In de op de website beschikbare versie van het Charter werd de bijzondere volmacht aan het executief comité van 21 juni 2022 toegevoegd.
Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 3:6, §2 en 3:32, §1, tweede lid, 7° WVV. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').
is bijzonder verheugd over de opname van AvH in de nieuwe BEL ESG index."
"De raad van bestuur

Raad van bestuur - van links naar rechts: Marion Debruyne, Frederic van Haaren, Jacques Delen, Thierry van Baren, Luc Bertrand, Bart Deckers, Victoria Vandeputte, Julien Pestiaux, Pierre Willaert


(°1951, Belg) Voorzitter van de raad van bestuur Uitvoerend bestuurder (1985-2016) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)
Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe (Bankers Trust). Sinds 1985 is hij bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar hij financieel directeur werd in 1986 en voorzitter van het executief comité was van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME en SIPEF en bestuurder van Delen Private Bank, JM Finn, Bank Van Breda en Verdant Bioscience. Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors, lid van een aantal andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals Museum Mayer van den Bergh en Europalia en voorzitter van de 'board of trustees' van Guberna.
Einde mandaat 2023

vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne (°1972, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2016)
Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna.
Einde mandaat 2024
(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.

auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité
vast vertegenwoordigd door Bart Deckers (°1978, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2022)
Bart Deckers is bio-ingenieur van opleiding (KU Leuven, 2001) en tevens Doctor in Applied Biological Sciences (KU Leuven, 2005). Hij behaalde voorts een MBA aan Vlerick Management School (2006). Bart Deckers is sinds 2013 gedelegeerd-bestuurder van Invale, een familiaal private equity fonds dat groeikapitaal verschaft aan Belgische KMO's. Voordien was hij actief bij Aveve (2008-2013), o.m. als business unit manager plant nutrition, en bij McKinsey & C° als management consultant (2006-2008).
Einde mandaat 2026
(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Bart Deckers' dienen begrepen te worden als Venatio BV, vast vertegenwoordigd door Bart Deckers.

(°1949, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)
Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van Bank Van Breda en van Scaldis Invest. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016.
Einde mandaat 2023

(°1979, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2011)
Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde een master in engineering management (Cornell University - VS). Hij is partner bij Climact, dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's aan overheden en bedrijven. Zijn team focust op de analyse en de modellering van het potentieel van EU-lidstaten, landen, steden en bedrijven om het energieverbruik en de broeikasgassen op middellange tot lange termijn te verminderen en de maatschappij weerbaarder te maken. Hij was voordien 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.
Einde mandaat 2023

Thierry van Baren
(°1967, Fransman / Nederlander) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1992)
Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA, specialisatie marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief in MarCom als executive bij TBWA Belgium en BDDP Belgium en in leidinggevende functies bij Ammirati Puris Lintas, Ogilvy Brussels en DDB.
Einde mandaat 2026

vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte (°1971, Belg) Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2018)
Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in riskmanagement (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Geschwister Oetker) en bestuurder bij Acomo.
Einde mandaat 2026
(3) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.

Frederic van Haaren
(°1960, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1993)
Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen bevoegd voor openbare werken, milieu en groen en begraafplaatsen. Hij is tevens actief als bestuurder bij Belfimas, co-voorzitter van Bosgroepen Antwerpse Gordel en lid van de commissie milieu bij Intercommunale Igean.
Einde mandaat 2025

(°1959, Belg) Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 1998) Voorzitter van het auditcomité (sinds 2004)
Pierre Willaert is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco, tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in 'control rooms'.
Einde mandaat 2024
Pierre Macharis heeft met ingang van 23 mei 2022 vrijwillig ontslag genomen als bestuurder. Alexia Bertrand heeft met ingang vanaf 21 november 2022 vrijwillig ontslag genomen als bestuurder naar aanleiding van haar benoeming tot staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming. De raad van bestuur wenst hen beide te bedanken voor hun bijzondere bijdrage tot de beraadslaging en besluitvorming van de raad.
De mandaten van Luc Bertrand, Jacques Delen en Julien Pestiaux verstrijken op de gewone algemene vergadering van 22 mei 2023. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om (i) het mandaat van
Luc Bertrand te hernieuwen voor een periode van 2 jaar, (ii) het mandaat van Jacques Delen te hernieuwen voor een periode van 1 jaar en (iii) het mandaat van Julien Pestiaux voor een periode van 4 jaar. Ofschoon Luc Bertrand en Jacques Delen de leeftijdsgrens van 70 jaar reeds hebben overschreden, is de raad van oordeel dat zij met hun kennis en ervaring een uitzonderlijke toegevoegde waarde kunnen blijven bieden aan de beraadslagingen van de raad van bestuur. De raad van bestuur heeft op zijn vergadering van 22 maart 2023 besloten op de eerstkomende jaarvergadering Sonali Chandmal voor te dragen als kandidaat-onafhankelijk bestuurder.
Marion Debruyne, Bart Deckers, Victoria Vandeputte en Julien Pestiaux beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Code.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, dat met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

De raad van bestuur heeft in 2022 8 maal beraadslaagd en heeft o.m. het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep opgevolgd op basis van de rapportering verzorgd door het executief comité, de buitenbalansverplichtingen doorgenomen en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken. De raad van bestuur heeft in de loop van 2022, op voorstel van het executief comité, het corporate governance charter en de bijzondere volmacht aan het executief comité aangepast, de 'exclusion policy' goedgekeurd alsook de integriteitscode geactualiseerd.
Verschillende (des)investeringsdossiers werden in de loop van het boekjaar besproken, waaronder de investeringen in AstriVax, in de Indiase fondsen HealthQuad II en Convergent Finance, de deelname aan de kapitaalverhoging van Medikabazaar en de verkoop van de belangen in Anima, Manuchar en Telemond Groep.
De raad van bestuur heeft de partiële splitsing van DEME van CFE en de notering van DEME Group grondig opgevolgd.
Voorts heeft de raad van bestuur op 4 oktober 2022 een algemeen inkoopprogramma t.b.v. 70 miljoen euro goedgekeurd en het ESG-beleid grondig doorgelicht. Op de vergadering van 21 november 2022 werd ruime aandacht besteed aan de algemene strategie van AvH. Er werd tevens aandacht besteed aan de voorbereiding van de gewone algemene vergadering van 23 mei 2022, het winstpremieplan voor de bedienden, de opvolging van het hangende gerechtelijk onderzoek bij DEME, de impact van het militair conflict in Oekraïne op de groep en de impact van de inflatie en de renteklim op de resultaten van de banken.
De raad van bestuur heeft in 2022 het management van DEME, Rent-A-Port, Nextensa, CFE en EMG uitgenodigd voor presentaties over hetzij concrete investeringen, hetzij de strategie van de betrokken vennootschap.
Op periodieke basis worden evaluatieprocedures georganiseerd in de schoot van de raad van bestuur overeenkomstig artikel 2.8 van het Charter. Deze geschieden op initiatief en onder leiding van de voorzitter. Op de vergadering van 17 mei 2022 werden de resultaten besproken van de vierjaarlijkse evaluatie van de raad van bestuur, waarbij o.m. de focus op strategische thema's, ESG en successieplanning op niveau van de raad van bestuur en het executief comité de belangrijkste aandachtspunten waren.
De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond eveneens plaats op 17 mei 2022. De niet-uitvoerende bestuurders hebben bij deze gelegenheid hun algemene tevredenheid uitgedrukt over de goede samenwerking tussen beide organen en hebben in dat verband enkele suggesties overgemaakt aan de voorzitter van het executief comité.
| Aanwezigheden | |
|---|---|
| Luc Bertrand | 8/8 |
| Alexia Bertrand (tot 21/11/2022) | 7/7 |
| Marion Debruyne | 8/8 |
| Bart Deckers (vanaf 23/5/2022) | 4/4 |
| Jacques Delen | 8/8 |
| Pierre Macharis (tot 23/5/2022) | 4/4 |
| Julien Pestiaux | 8/8 |
| Thierry van Baren | 8/8 |
| Victoria Vandeputte | 8/8 |
| Frederic van Haaren | 8/8 |
| Pierre Willaert | 8/8 |
Voor de volledigheid weze vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het WVV) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.10 en 4.7). In 2022 diende één beslissing te worden genomen die aanleiding gaf tot toepassing van dit beleid.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 6). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om dit in overeenstemming te brengen met de verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van de Richtlijn 2003/6/ EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/ EG en 2004/72/EG van de Commissie.
| Pierre Willaert Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Marion Debruyne Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:
Pierre Willaert (°1959) is licentiaat in de handels- en financiële wetenschappen en behaalde het diploma van de Belgische Vereniging van Financiële Analisten (ABAF-BVFA). Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Pierre Willaert was beherend vennoot en lid van het auditcomité van Bank Puilaetco tot in 2004. Pierre Willaert werd in 1998 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren en is sinds 2004 voorzitter van het auditcomité.
Marion Debruyne (°1972) studeerde af als burgerlijk ingenieur aan de Universiteit Gent (1995) en behaalde er haar doctoraat in de toegepaste economische wetenschappen (2002). Marion Debruyne heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Sinds 2015 is ze actief als decaan van de Vlerick Business School. Marion Debruyne werd benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren in 2016 en tot lid van het auditcomité in 2018. Daarnaast bekleedt ze nog bestuursmandaten bij Kinepolis en Guberna.
Julien Pestiaux (°1979) studeerde af als burgerlijk ingenieur electromechanica (specialisatie energie) aan de Université Catholique de Louvain (2003) en behaalde eveneens een master in engineering management aan de Cornell University (VS). De nadruk van de master in engineering management lag op financiële en economische analyses. Een belangrijk deel van de cursussen werd dan ook gegeven aan de 'Johnson Graduate School of Management' van Cornell. Julien Pestiaux is partner bij Climact, een bureau dat advies verleent rond energie- en klimaatthema's met talrijke klanten uit de bedrijfswereld. Voordien was hij 5 jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & C°waar hij vertrouwd geraakt is met de verschillende aspecten van boekhouding. Julien Pestiaux werd in 2011 benoemd tot bestuurder van Ackermans & van Haaren.

Op 18 februari en 22 augustus 2022 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, hoofdzakelijk gebogen over zowel het rapporteringsproces als de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.
Het auditcomité van 21 maart 2022 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2021 en een analyse van de buitenbalansverplichtingen. Er werd voorts ook aandacht besteed aan de verklaring inzake niet-financiële informatie alsook aan de voornaamste aandachtspunten die de commissaris verplicht is op te nemen in zijn verslag.
Op 14 december 2022 heeft het auditcomité aandacht besteed aan de ESG-rapportering, beraadslaagd over de interne audit en controle, ICT, compliance en personeelsbeleid, de buitenbalansverplichtingen en de benoemingsprocedure van een commissaris.
Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.
| Victoria Vandeputte Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Bart Deckers Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder (ter vervanging van Pierre Macharis, vanaf 21 juni 2022) |
|
| Julien Pestiaux Onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder |
| Bijeenkomsten | Aanwezigheden | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 5 | 100% |
Op 11 januari 2022 adviseerde het remuneratiecomité om een aantal wijzigingen aan te brengen in het remuneratiebeleid, zoals een cap en een floor op de STI, een sign-on bonus mechanisme en het beperken van opzegtermijnen voor toekomstige EC-leden.
Op 24 februari 2022 evalueerde het remuneratiecomité de resultaten behaald op de niet-financiële doelstellingen, besprak het het aangepaste Remuneratiebeleid 2021-2024 alsook het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 19 november 2021 en heeft samen met de CEO de conclusies overlopen van de feedbackgesprekken met de leden van het executief comité.
Op zijn vergadering van 22 maart 2022 heeft het remuneratiecomité het definitieve remuneratieverslag besproken alsook de ESG KPI's ter beoordeling van de variabele vergoeding over boekjaar 2022.
Op het remuneratiecomité van 3 mei 2022 werd de aanpassing van de vergoedingen van de co-CEO's besproken alsook deze van Jan Suykens in zijn nieuwe rol van senior advisor.
Op de vergadering van 22 november 2022 heeft het comité de hiernavolgende onderwerpen besproken en terzake aanbevelingen gericht aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2023, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties, de ESG-criteria als basis voor de variabele vergoeding van het executief comité en de 'gender pay gap'.
De raad van bestuur heeft op 11 januari, 24 februari en 22 maart 2022 beraadslaagd als benoemingscomité over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur, en heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 2.2.2 van het Charter, beslist aan de gewone algemene vergadering van 23 mei 2022 voor te stellen de mandaten van Thierry van Baren en Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte, te hernieuwen voor een termijn van 4 jaar, en het mandaat van Jacques Delen te hernieuwen voor een termijn van 1 jaar. De raad van bestuur heeft op zijn vergadering van 22 maart 2022 besloten op de eerstkomende jaarvergadering Venatio BV, vast vertegenwoordigd door Bart Deckers, voor te dragen als kandidaat-onafhankelijk bestuurder.
Na de algemene vergadering van 23 mei 2022 heeft Jan Suykens officieel de fakkel overgedragen aan John-Eric Bertrand en Piet Dejonghe, die als co-CEO's de leiding van de vennootschap hebben overgenomen.
John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2002) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.
Sinds 2008 bij Ackermans & van Haaren
Piet Dejonghe
(°1966, Belg) Co-voorzitter van het executief comité, co-CEO
Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke (nu Allen & Overy) en actief als consultant bij Boston Consulting Group.
Sinds 1995 bij Ackermans & van Haaren
Tom Bamelis
(°1966, Belg) CFO en lid van het executief comité
Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEKHO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en nadien bij Groupe Bruxelles Lambert.
Sinds 1999 bij Ackermans & van Haaren
Piet Bevernage
(°1968, Belg) Secretaris-generaal en lid van het executief comité
Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&A-afdeling van Loeff Claeys Verbeke.
(°1964, Belg) Lid van het executief comité
André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).
Sinds 1997 bij Ackermans & van Haaren
(1982, Belg) Lid van het executief comité
An Herremans volgde een opleiding als Handelsingenieur (KU Leuven, 2005) en behaalde een Master in Financial Management aan de Vlerick Management School (2006). An startte haar carrière als consultant bij Roland Berger (2006-2011) en werkte vervolgens als Corporate Business Development manager en Strategy Office manager bij Barco (2011-2014).
Sinds 2014 bij Ackermans & van Haaren
(°1970, Belg) Lid van het executief comité
Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.
Sinds 2001 bij Ackermans & van Haaren

De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.
| Bijeenkomsten | Aanwezigheden |
|---|---|
| 21 | 97% |
De buitengewone algemene vergadering heeft op 9 november 2020 de statuten van de vennootschap aangepast aan de relevante bepalingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Bij die gelegenheid werd tevens uitdrukkelijk geopteerd voor een monistische bestuursstructuur en werd de mogelijkheid bevestigd om rond de CEO een comité op te richten waar de algemene leiding van de vennootschap wordt besproken.
De raad van bestuur heeft onder de leden van het executief comité twee co-voorzitters benoemd aan wie het dagelijks bestuur van de vennootschap werd gedelegeerd (met ingang van 23 mei 2022). De gedelegeerden tot het dagelijks bestuur, die ieder de titel van co-CEO voeren, vormen samen een college. Zij beslissen bij consensus. In geval van staking van stemmen, wordt het voorstel van besluit voor bindend advies voorgelegd aan het executief comité, dat bij gewone meerderheid terzake een beslissing neemt.
Het executief comité, nieuwe stijl, is in essentie belast met de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap en bereidt de beslissingen voor die door de raad van bestuur moeten worden genomen.
Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité aandacht besteed aan de economische impact van het militair conflict in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende inflatoire bewegingen. Daarnaast heeft het comité, zoals gebruikelijk, in hoofdzaak de deelname aan de raden van bestuur van de dochtervennootschappen voorbereid en opgevolgd, nieuwe investeringsvoorstellen bestudeerd (zowel bij de huidige deelnemingen als daarbuiten), de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.
Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de slagkracht en innovatieve cultuur van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.
Op niveau van de raad van bestuur komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.
De huidige raad van bestuur telt, na het vrijwillig ontslag van Alexia Bertrand in november 2022, 2 vrouwelijke bestuurders en 7 mannelijke bestuurders met een verscheidenheid aan opleiding en professionele ervaring. Indien de algemene vergadering de voorgestelde benoeming van Sonali Chandmal en de herbenoeming van Luc Bertrand, Jacques Delen en Julien Pestiaux goedkeurt, zal de raad van bestuur opnieuw zijn samengesteld uit minstens één derde bestuurders van het andere geslacht. Op 31 december 2022 waren 3 bestuurders 50 jaar of jonger (33%) en 6 bestuurders ouder dan 50 jaar (67%).
Ook inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur erop toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Alle leden van het executief comité werden, op basis van hun persoonlijke merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.
Een gedegen diversiteitsbeleid start bij de recrutering. In 2022 heeft Ackermans & van Haaren met Servaas Michielssens een tweede investment manager aangeworven met een specifieke focus op life sciences. Eind 2022 werd het team versterkt met Subin Oswal, als investment associate gevestigd in Mumbai, India,
Tot slot wordt ook op permanente basis geïnvesteerd in de vorming, loopbaanbegeleiding en retentie van medewerkers. Dit gebeurt door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel in de schoot van Ackermans & van Haaren als in de groep en door een marktconform vergoedingsbeleid.
Voor verdere informatie over personeelsaangelegenheden wordt verwezen naar het Duurzaamheidsverslag.
De commissaris van de vennootschap is EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Christel Weymeersch. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur.
In 2022 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren van 71.150 euro (excl. BTW). Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald aan EY Bedrijfsrevisoren van 9.300 euro (excl. BTW) voor een nazicht inzake de toepassing van ESEF en aan EY Tax Consultants van 5.950 euro (excl. BTW) voor fiscale adviezen. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan EY door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 71.150 euro) bedroeg 3.297.989 euro.
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Via het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en op het niveau van de dochtervennootschappen erop toe te zien dat er passende systemen werden ingevoerd die rekening houden met de aard van de betrokken vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en diens verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds, werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen bevat van een klassiek systeem. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze.
Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden duidelijk genotuleerd en gedocumenteerd, zodat een strikte opvolging mogelijk is.
De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.
De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet. Het bestaat uit de volgende elementen:
De familiale waarden die aan de basis liggen van de historische ontwikkeling van de groep worden vertaald in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in het zogeheten 'Vademecum' (dit zijn interne bedrijfsrichtlijnen), zodat deze voor alle medewerkers duidelijk zijn en door hen kunnen worden uitgedragen.
Op 22 november 2022 heeft de raad van bestuur tevens een herziene versie van de integriteitscode goedgekeurd. De integriteitscode kan geraadpleegd worden op de website en zal op regelmatige basis worden herzien en verbeterd.
Een andere hoeksteen van het beleid van Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt uitgediept. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité, waar wordt gestreefd naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.
De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de externe en interne audit.
Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in het 'Vademecum'.
De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.
Risico's op niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname door de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op niveau van de betrokken vennootschap.
Risico's op vlak van informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak door implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige testen van de IT-infrastructuur. Ook werden 'business continuity'- en 'disaster recovery'-plannen voorzien.
Risico's op vlak van wijzigende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.
Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.
Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, worden op het vlak van financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om maximaal te kunnen voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.
Vooreerst worden een aantal basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit laat toe dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van boekhouding en rapporteringssoftware worden een aantal integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.
Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.
Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde rapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren.
Ten slotte bestaat er een systeem van intern nazicht van de financiële rapportering door de verschillende beleids- en bestuursniveaus. Dit nazicht wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.
Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.
Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden (whistle blowing). In 2022 werden in dit verband geen meldingen verricht.
Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.
Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.
Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2022 391.239 eigen aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan en in het kader van het inkoopprogramma zoals goedgekeurd door de raad van bestuur op 4 oktober 2022.
De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2022, kan als volgt worden voorgesteld:

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code (zoals deze van toepassing was in 2022):
• Samenstelling benoemingscomité
Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerende bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter in staat is zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.
Ingevolge de Wet van 28 april 2020 (de Wet) zijn genoteerde vennootschappen verplicht:
Een en ander moet bijdragen tot effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid, wat op zijn beurt dan weer bijdraagt tot de versterking van het deugdelijk bestuur van genoteerde vennootschappen. De Europese regelgever beoogde met deze grotere aandeelhoudersbetrokkenheid eveneens bij te dragen tot de verbetering van financiële maar ook niet-financiële prestaties van vennootschappen zoals de ecologische, sociale en governance factoren (ESG).
Het remuneratiebeleid 2021-2024 werd goedgekeurd door de aandeelhouders met een meerderheid van 77,4% op de jaarvergadering van 25 mei 2021.
De standpunten vertolkt door aandeelhouders i.v.m. het initiële remuneratiebeleid en een analyse daarvan met behulp van een externe adviseur, hebben geleid tot een aantal expliciteringen en aanpassingen van het beleid die ter goedkeuring werden voorgelegd op de jaarvergadering van 23 mei 2022. Het aangepaste beleid werd door de aandeelhouders goedgekeurd met een meerderheid van 80,6% en werd voor het eerst toegepast over het boekjaar 2022.
2022 was in vele opzichten een uitzonderlijk jaar en dat reflecteert zich ook in het remuneratieverslag.
AvH heeft in 2022 een recordresultaat geboekt, wat uiteraard een positieve impact heeft gehad op de variabele vergoeding van de leden van het executief comité doch tevens aanleiding heeft gegeven tot de eerste toepassing van een aftopping van het bedrag (dat wordt uitgedrukt in functie van het geconsolideerd nettoresultaat).
AvH wenst aandeelhouderswaarde te creëren op lange termijn en wenst dit tevens weerspiegeld te zien in haar remuneratiebeleid. Wanneer uitzonderlijke resultaten worden gerealiseerd op basis van een jarenlange waardecreatie, zoals in 2022 het geval was n.a.v. de verkoop van Anima en Manuchar, wenst de raad van bestuur dit ook erkend te zien in de vergoeding van de leden van het executief comité en van de medewerkers.
De promotie op 23 mei 2022 van John-Eric Bertrand en Piet Dejonghe heeft, onderbouwd door een benchmarking, aanleiding gegeven tot verhoging van hun vergoeding.
Ten slotte werden er in 2022 niet alleen uitzonderlijke resultaten behaald op het vlak van financiële meerwaarde, maar ook op het vlak van maatschappelijke waardecreatie. De ESG-doelen werden ruimschoots behaald.
Met haar missie 'Your partner for sustainable growth', wil AvH de voorkeurpartner zijn van familiebedrijven en managementteams en met hen co-investeren op lange termijn, met de ambitie hen tot marktleiders te laten groeien die duurzame oplossingen voor de grote globale uitdagingen ontwikkelen.
AvH streeft naar een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal strategische langetermijndeelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen.
AvH is een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn haar ondernemingen wil uitbouwen.
AvH ambieert voor haar deelnemingen geen absolute rendementsdoelstelling, doch focust op een recurrente groei van de activiteiten, cashflowgeneratie en eigen vermogen. AvH verkiest langetermijngroei boven een kortetermijnmaximalisatie van het dividend en ambieert aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren via een recurrente stijging van haar geconsolideerd eigen vermogen, ondersteund door een gestaag groeiend dividend op lange termijn.
AvH past voor de hele groep, en ook voor haar investeringsbeslissingen, een ESG-kader toe uitgaande van de UN Sustainable Development Goals en de UN-PRI-richtlijnen en promoot een duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van haar deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
De investeringsfilosofie is gebaseerd op een transparante rapportering en communicatie, duidelijke afspraken qua deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek, een strikte financiële discipline en gezonde balansen.
AvH wil ook als investeringsmaatschappij bijdragen tot een meer duurzame wereld en inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, hernieuwbare energie, duurzame voedselketen, vergrijzing en bevolkingsgroei en digitalisering.
Dit alles realiseert AvH met een team van medewerkers die, door hun diversiteit aan achtergronden en hun continue ontwikkeling, waarde beogen toe te voegen aan de managementteams van de deelnemingen. Inclusief talent management maakt dan ook integraal deel uit van het ESG-beleid van AvH, dat uitvoerig beschreven wordt in het Duurzaamheidsverslag vanaf pag. 48.
AvH wenst getalenteerde mensen aan te trekken en te behouden om de kwaliteit van de begeleiding die ze, als actieve aandeelhouder, aan haar participaties wenst te verlenen, te kunnen blijven garanderen.
In de schoot van AvH werd een visie ontwikkeld over 'Wie willen we zijn'. Daarin worden drie grote accenten gelegd:
In lijn met haar missie 'Your partner for sustainable growth' en haar visie over 'Wie willen we zijn' tracht AvH met haar remuneratiebeleid niet alleen duurzaamheid en langetermijndenken te bevorderen, maar richt ze zich ook op het samen behalen van doelen en het waarmaken van een duurzaam groei-engagement t.a.v. de aandeelhouders.
Door een significant deel van de vergoeding van de leden van het executief comité afhankelijk te stellen van deze langetermijnobjectieven en duurzaamheidsparameters tracht AvH met het voorgestelde remuneratiebeleid in belangrijke mate bij te dragen tot de verwezenlijking van de bedrijfsstrategie.
De variabele vergoeding van de leden van het executief comité is gebaseerd op het geconsolideerd nettoresultaat dat ook bij een eventuele verkoop van een deelneming stijgt met de langetermijnwaarde die over de voorbije jaren gecreëerd werd. Deze variabiliteit is inherent aan de doelstelling van AvH om continu waarde te creëren.
Voor de positionering van AvH inzake totale financiële vergoeding benchmarkt de groep zichzelf met andere relevante bedrijven. AvH wenst haar co-CEO's en leden van het executief comité, alsook alle andere functies op vlak van totale vergoeding te positioneren boven de mediaan, in lijn met de kwaliteitsverwachtingen t.a.v. het team. Om haar relatieve positie te evalueren neemt AvH driejaarlijks deel aan een benchmarkoefening en doet ze jaarlijks een toetsing.
AvH is een sterk genetwerkte omgeving en zet in op betrokkenheid en op het samen behalen van succes. In het remuneratiebeleid wordt er dan ook resoluut voor geopteerd om geen individuele doelstelling te hanteren, maar te opteren voor gemeenschappelijke prestatiemaatstaven waarbij 20% van de variabele vergoeding afhankelijk is van niet-financiële criteria.
Met de jaarlijkse eindejaarsgesprekken focust AvH op de individuele ontwikkeling zowel qua vaardigheden als qua persoon, en ieders individuele bijdrage tot de realisatie van de bedrijfsstrategie.
Ook in de remuneratiecomités van de deelnemingen worden kaders voor een deugdelijk remuneratiebeleid ontwikkeld en periodiek geoptimaliseerd.
Op 31 december 2022 telde de raad van bestuur 9 leden en het executief comité 7 leden(1).
AvH, AvH Growth Capital en AvH Singapore tellen in totaal 38 medewerkers.
Het voorgestelde remuneratiebeleid geldt voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 en is, overeenkomstig artikel 7:89/1 WVV, van toepassing op de 9 bestuurders, de personen belast met het dagelijks bestuur, in casu de co-CEO's, en de andere personen belast met de algemene leiding van de vennootschap, in casu de 5 overige leden van het executief comité.
Het goedgekeurde remuneratiebeleid voor de periode 2021-2024 werd met ingang van 2022 op een aantal punten aangepast(2), ingegeven door gesprekken met diverse stakeholders en een professionele adviseur.
Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité.
In het bijzonder zal het remuneratiecomité:
Het remuneratiecomité bepaalt zelf de frequentie van zijn vergaderingen, maar vergadert ten minste twee keer per jaar.
Tijdens vergaderingen waarop de individuele vergoeding van een lid van het remuneratiecomité wordt besproken, mag de betrokkene aanwezig zijn, maar mag hij niet optreden als voorzitter van de vergadering en onthoudt hij zich van enige feedback ten aanzien van de eigen persoon.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, van het audit- of remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité met andere relevante ondernemingen(3).
De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
Niet-uitvoerende bestuurders dienen een deel van hun vergoeding, m.n. minstens tienduizend euro (€ 10.000), te beleggen in aandelen van de vennootschap, tenzij zij reeds, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang bezitten in de vennootschap van dergelijke waarde. Deze aandelen dienen gedurende minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende bestuurder de raad van bestuur verlaat, te worden aangehouden en minstens drie jaar na de verwerving ervan.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit 4 componenten: (a) een vaste vergoeding, (b) een variabele vergoeding (STI of short term incentive), (c) aandelenopties (LTI of long term incentive), (d) een groepsverzekering en overige voordelen.
De leden van het executief comité houden ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan, die verworven kunnen worden, al dan niet door de uitoefening van opties, over een periode van 5 jaar.
De vaste vergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, evolueert naar de gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden. Eventuele verhogingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratiecomité en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
(1) Op 23 mei 2022 werd CEO Jan Suykens opgevolgd door co-CEO's John-Eric Bertrand en Piet Dejonghe en nam hij ontslag als voorzitter van het executief comité. Alexia Bertrand nam vrijwillig ontslag als bestuurder op 18 november 2022 ingevolge haar benoeming tot Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming. Er wordt een nieuwe bestuurder gezocht ter vervanging van Alexia Bertrand.
(2) De aanpassingen betreffen: een floor en een cap op de STI, good leaver principe als voorwaarde voor de pro rata uitbetaling van de STI, introductie van KPIs voor de niet-financiële factor van de STI, beperking opzeggingstermijnen voor toekomstige EC-leden, …
(3) In 2022 werd de vergoeding van de bestuurders getoetst aan de bestuursvergoedingen van de BEL20-vennootschappen.
De STI wordt initieel berekend in functie van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) en wordt vervolgens afhankelijk gesteld van financiële en niet-financiële criteria.
De STI wordt geplafonneerd op 1,5 keer de vaste jaarvergoeding met dien verstande dat het de raad van bestuur, op aanbeveling van het remuneratiecomité, in uitzonderlijke omstandigheden, zoals de verkoop van een langetermijndeelneming, een bijkomende variabele vergoeding kan toekennen aan het team dat heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de meerwaarde.
De concrete invulling ervan, net als eventuele eenmalige bonussen of een gefundeerde afwijking van gestelde beleidslijnen, wordt beslist door de raad van bestuur op voorstel van het remuneratiecomité.
Het aandelenoptieplan heeft als doel de begunstigden ervan te vergoeden voor hun bijdrage aan de waardecreatie op lange termijn.
De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd.
Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties. De waarde van deze vergoedingscomponent is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van AvH worden toegekend, hebben volgende kenmerken:
Het toe te kennen aantal aandelenopties wordt jaarlijks door de raad van bestuur herzien, op voorstel van het remuneratiecomité.
AvH voorziet een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen) en een hospitalisatieverzekering.
Aan alle medewerkers wordt ook een smartphone en een laptop en/of tablet computer aangeboden.
Daarnaast heeft AvH een mobiliteits- en flexibiliteitsbeleid waarbij elektrische wagens worden aangeboden, fietsen en telewerk.
Om het welzijn te bevorderen worden er fitness-, meditatie- en yogalessen georganiseerd, zowel op kantoor als virtueel.
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité wordt sterk beïnvloed door de resultaten van de groep die bepalend zijn voor de variabele vergoeding en door de eventuele meerwaarde die verworven kan worden bij de uitoefening van de opties.
De beoogde standaardverhouding is:
Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of driejaarlijkse salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit.
De overeenkomsten bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije 5 boekjaren.
De overeenkomsten gelden voor bepaalde duur, die verstrijkt in het jaar waarin het betrokken lid van het executief comité de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
De leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst vroegtijdig eenzijdig beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan voor bepaalde leden van het executief comité oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap.
Bij de toekomstige aanstelling van leden van het executief comité wordt de opzegtermijn bij eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap bepaald op maximum 12 maanden.
Wanneer een lid van het executief comité of een senior professional AvH verlaat in een goede verstandhouding ('good leaver'), ongeacht of de opzegging uitgaat van de vennootschap of de betrokkene, heeft deze laatste recht op het gemiddelde van zijn of haar variabele vergoeding over de laatste drie boekjaren, geprorateerd indien het vertrek plaats heeft voor het einde van het jaar. Op aanbeveling van het remuneratiecomité kan de raad van bestuur gemotiveerd afwijken van deze beleidslijn.
De normen die gehanteerd worden voor het bepalen van het remuneratiebeleid van de leden van het executief comité worden eveneens toegepast op de andere medewerkers:
Het remuneratiebeleid 2021-2024 is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van de CHCO, het executief comité, het remuneratiecomité, de raad van bestuur en externe deskundigen en werd goedgekeurd op de jaarvergadering van 25 mei 2021.
De standpunten vertolkt door aandeelhouders en een analyse met behulp van externe adviseurs hebben geleid tot een aantal expliciteringen en aanpassingen die ter goedkeuring werden voorgelegd aan de jaarvergadering van 23 mei 2022.
Dit remuneratieverslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV (Remuneratieverslag).
De raad van bestuur heeft zich bij de opstelling van het Remuneratieverslag tevens geïnspireerd op:
Ackermans & van Haaren heeft een monistische bestuursstructuur, waarbij de raad bevoegd is om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. De raad van bestuur heeft op 24 februari 2022 beslist het dagelijks bestuur van de vennootschap met ingang van 23 mei 2022 te delegeren aan de co-CEO's. Het executief comité, waarvan de co-CEO's deel uitmaken, is verantwoordelijk voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. De vergoeding van de leden van het executief comité, de co-CEO's uitgezonderd, is m.b.t. het boekjaar 2022 als een gemiddelde bekendgemaakt in het Remuneratieverslag.
Het remuneratiecomité heeft het remuneratiebeleid 2021-2024, dat integraal is opgenomen in het jaarverslag (pag. 35 en verder), bijgestuurd voor boekjaar 2022 en volgende, op basis van feedback van aandeelhouders en van externe adviseurs. Dit Remuneratieverslag geeft een overzicht van het remuneratiebeleid zoals toegepast in boekjaar 2022.
Naast beloftevolle investeringen in AstriVax, in het Zuidoost-Aziatische investeringsfonds Convergent Finance en vervolginvesteringen in o.m. Medikabazaar, Rent-A-Port, SIPEF en Indigo, hebben de bestaande deelnemingen, zonder uitzondering, heel mooie tot recordresultaten neergezet. Op de verkoop van Anima en Manuchar werden belangrijke meerwaarden gerealiseerd waardoor het geconsolideerd nettoresultaat over boekjaar 2022 steeg met 74% t.o.v. het voorgaande boekjaar.
De uitzonderlijk goede resultaten van 2022 vertalen zich dan ook in een stijging van de variabele vergoeding (short term incentive of STI), d.i. een cash bonus op 1 jaar van de leden van het executief comité. Voor een aantal leden van het executief comité werd het vooropgestelde plafond bereikt en toegepast.
Zoals in het verleden het geval was bij uitzonderlijke meerwaarden, werd een uitzonderlijk budget voorzien van 1.865.000 euro voor de teams (ruimer dan het executief comité) die hebben bijgedragen tot de verwezenlijking van de belangrijke meerwaarden.
Het remuneratiecomité heeft op 22 maart 2023 het ontwerp van Remuneratieverslag, dat een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.
Voor het positioneren van de vergoeding van de leden van het executief comité werd in september 2022 de driejaarlijkse benchmarkoefening uitgevoerd door Willis Towers Watson. De vergoeding werd gepositioneerd tegenover ondernemingen actief in de Europese private equity-sector en in het bijzonder de Belgische private equity-sector.
Er weze aan herinnerd dat de buitengewone algemene vergadering op 25 november 2011, de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 7:91, tweede lid WVV, de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.
Het remuneratiecomité heeft op 23 februari 2023 het resultaat beoordeeld op de niet-financiële ESG-parameters, die 20% uitmaken van de STI. De doelstellingen werden ruimschoots behaald.
Tevens heeft het comité aangepaste doelstellingen voor 2023 voorgesteld aan de raad van bestuur waarbij als principes business relevantie, focus op een beperkt aantal prioriteiten en continuïteit op wat al gerealiseerd is gehanteerd worden. Voor AvH als bedrijf ligt het accent op sociale parameters zoals 'talent management', alsook op ESG-ratings. Voor AvH als verantwoordelijke investeerder wordt gefocust op ESG als belangrijke parameter in de toewijzing van middelen ('asset allocation') en het nemen van investeringsbeslissingen, alsook op sociale parameters zoals duurzaam talent management en ethische bedrijfsvoering.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Gelet op het feit dat de vergoeding, tantièmes en zitpenningen niet gerelateerd zijn aan de omvang van de resultaten, kunnen deze worden gelijkgesteld met een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité. De door de raad van bestuur voorgestelde aanpassingen, zoals geadviseerd door het remuneratiecomité, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
Op aanbeveling van het remuneratiecomité heeft de raad van bestuur op 24 februari 2022 voorgesteld de vergoeding van de bestuurders, vanaf boekjaar 2022 als volgt aan te passen:
De overige vergoedingen blijven behouden:
Dit voorstel werd goedgekeurd op de gewone algemene vergadering van 23 mei 2022.
Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur, in opvolging van Jacques Delen, en hij daarnaast tevens, in het belang van de groep, voorzitter is gebleven van CFE, DEME Group en SIPEF en bestuurder is gebleven bij Delen Private Bank, Bank Van Breda, JM Finn, FinAx en Verdant Bioscience, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste en indexeerbare vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016. Voor de volledigheid wordt tevens opgemerkt dat Luc Bertrand daarnaast in 2022 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 90.000 euro, waarvan de helft wordt afgestaan aan Ackermans & van Haaren. Jacques Delen ontving in 2022, rechtstreeks en onrechtstreeks, een vergoeding als voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank t.b.v. 250.000 euro (inclusief pensioenverzekering) en beschikt over een bedrijfswagen. Hij ontving in 2022 ook een tantième als bestuurder van SIPEF t.b.v. 17.500 euro. De vergoedingen die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand en Jacques Delen worden vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2022.
Alle bestuurders hebben verklaard, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten belope van minstens 10.000 euro te hebben belegd in aandelen van de vennootschap.
Tabel 1 geeft per bestuurder de vergoeding weer waarop zij recht hebben voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2022. Deze vergoeding zal worden betaald, na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering, gepland op 22 mei 2023.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit de volgende componenten:
Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of driejaarlijkse salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (de STI) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De vaste vergoeding van de leden van het executief comité evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en van de marktontwikkelingen.
De variabele vergoeding, die wordt toegekend aan de leden van het executief comité, is afhankelijk van een objectief meetbaar prestatiecriterium, nl. het geconsolideerd nettoresultaat over een periode van één boekjaar. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na vaststelling door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar (d.i. eind maart). Alhoewel deze STI is uitgedrukt in functie van het geconsolideerd nettoresultaat over 1 jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de onderneming om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt. Vanuit die optiek worden eenmalige, boekhoudkundige winsten (zoals bv. herwaarderingsmeerwaarden) uitgesloten uit de berekening van de STI. Voor het tweede jaar op rij wordt 20% van deze STI afhankelijk gemaakt van de resultaten behaald op de vooropgestelde ESG parameters. De STI wordt geplafonneerd op 1,5 keer de vaste basisvergoeding.
De groepsverzekering is van het type 'vaste bijdrage' en dekt de volgende risico's: aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen. Zowel de vennootschap als het betrokken lid van het executief comité dragen bij tot de vorming van een reserve.
Vanaf 2023 wordt de bijdrage van AvH aan de groepsverzekering verhoogd, in lijn met de benchmark.
Onder de andere voordelen, vallen de traditionele voordelen van alle aard, zoals bedrijfswagen, smartphone en tablet computer, en een hospitalisatieverzekering. De bijdragen tot de hospitalisatieverzekering worden integraal gedragen door de vennootschap.
De aandelenopties komen aan bod onder 4.2.
De leden van het executief comité hebben bevestigd minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan te houden, of te zullen verwerven over een periode van 5 jaar.
| (€) | Vaste vergoeding | Zitpenningen(1) | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Voorzitter raad van bestuur |
Bestuurder | Voorzitter auditcomité |
Lid auditcomité |
Lid remunera tiecomité |
Raad van bestuur |
Comités | Totale vergoeding |
| Luc Bertrand | 100.000 | 20.000 | 120.000 | |||||
| Alexia Bertrand(2) | 43.750 | 17.500 | 61.250 | |||||
| Marion Debruyne | 50.000 | 5.000 | 20.000 | 10.000 | 85.000 | |||
| Bart Deckers(3) | 25.000 | 1.250 | 10.000 | 2.500 | 38.750 | |||
| Jacques Delen | 50.000 | 20.000 | 70.000 | |||||
| Pierre Macharis(4) | 25.000 | 1.250 | 10.000 | 10.000 | 46.250 | |||
| Julien Pestiaux | 50.000 | 5.000 | 2.500 | 20.000 | 22.500 | 100.000 | ||
| Thierry van Baren | 50.000 | 20.000 | 70.000 | |||||
| Victoria Vandeputte | 50.000 | 2.500 | 20.000 | 12.500 | 85.000 | |||
| Frederic van Haaren | 50.000 | 20.000 | 70.000 | |||||
| Pierre Willaert | 50.000 | 10.000 | 20.000 | 10.000 | 90.000 | |||
| Totaal | 100.000 | 443.750 | 10.000 | 10.000 | 7.500 | 197.500 | 67.500 | 836.250 |
(1) Er wordt een zitpenning van 2.500 euro toegekend per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité en/of het remuneratiecomité. In 2022 hebben er 8 raden van bestuur plaats gevonden, 4 auditcomités en 5 remuneratiecomités.
(2) Tot november 2022, het moment waarop Alexia Bertrand, naar aanleiding van haar aanstelling als Staatssecretaris Begroting & Consumentenbescherming, afstand gedaan heeft van al haar bestuursmandaten.
(3) Vanaf 23 mei 2022. (4) Tot 23 mei 2022.
Naar aanleiding van de benoeming tot co-CEO heeft de raad van bestuur op 23 juni 2022 beslist om de basisvergoeding van de co-CEO's op te trekken, de STI van John-Eric Bertrand op te trekken alsook het aantal aandelenopties te verhogen.
Op basis van de benchmarkoefening werd geoordeeld dat de vaste vergoeding en STI van de overige leden van het executief comité niet diende te worden aangepast, behalve voor één lid in lijn met de toegenomen verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden.
De LTI en de groepsverzekering worden echter wel opgetrokken voor alle leden van het executief comité. Hiermee wordt een antwoord geboden aan de wens van de raad van bestuur om het remuneratiebeleid te laten aansluiten bij de langetermijnen duurzaamheidsdoelstellingen van AvH. Om blijvend in te zetten op de langetermijnperformantie werd beslist het aantal aangeboden aandelenopties (long term incentive of LTI) op te trekken naar 10.000 opties voor de co-CEO's en naar 7.500 voor de overige leden van het executief comité.
De vaste vergoeding, die in beginsel jaarlijks wordt geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex, wordt in 2023 slechts verhoogd met 6% vanuit de overweging dat een indexatie van 11% niet in verhouding staat tot het geleden koopkrachtverlies. De gederfde 5% wordt over de periode 2024-2025 gespreid.
De jaarlijkse toekenning van aandelenopties geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Het aandelenoptieplan werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.
De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning van aandelenopties is bepaald op basis van de 2022 benchmarking en van de verantwoordelijkheid van het betrokken lid van het executief comité. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast bij toekenning van de aandelenopties.
De vennootschap biedt aan de begunstigden geen instrumenten aan ter afdekking van de risico's verbonden aan de aandelenopties.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan worden toegekend, hebben volgende kenmerken:
Tijdens boekjaar 2022 vervielen geen (niet-uitgeoefende) aandelenopties aangehouden door de leden van het executief comité.
De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor bepaalde duur.
De leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig vervroegd beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn die schommelt tussen 18 maanden en 24 maanden. Voor elke nieuwe benoeming van een persoon tot lid van het executief comité zal de opzegtermijn bij beëindiging door de vennootschap worden vastgesteld op maximum 12 maanden.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen betreffende de toekenningscriteria inzake variabele vergoeding en voorzien in een terugvorderingsrecht ten gunste van de vennootschap (claw back) van de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije 5 boekjaren.
Tijdens het afgelopen boekjaar diende geen toepassing te worden gemaakt van vertrekvergoedingen of terugvorderingsrechten.
Tijdens het afgelopen boekjaar werd niet afgeweken van het dan geldende remuneratiebeleid.
Tabel 2 geeft de gemiddelde vergoeding weer van de 5 leden van het executief comité en de individuele vergoeding voor de (co-)CEO('s) voor hun mandaat als (co-)CEO. Voor John-Eric Bertrand en Piet Dejonghe werd de basisvergoeding als co-CEO pro rata betaald vanaf 1 juni 2022.
| (€) | Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Basisvergoeding | (1) Voordelen alle aard |
Totaal | STI | Uitzonderlijke premie voor LT meerwaarde creatie |
LTI onder vorm van aandelenopties(2) |
Totaal | Groepsverzekering (vaste bijdrage ten laste van de vennootschap) |
Hospitalisatie verzekering |
vergoeding Totale |
op totale vergoeding vaste vergoeding Verhouding |
variabele vergoeding op totale vergoeding Verhouding |
op vaste vergoeding Verhouding STI |
| Jan Suykens (CEO periode) |
737.821 | 6.085 | 743.906 | 1.106.732 | 300.000 | 304.000 | 1.710.732 | 105.875 | 1.710 | 2.562.222 | 29% | 67% | 150% |
| John-Eric Bertrand (co-CEO) |
400.000 | 2.983 | 402.983 | 600.000 | 300.000 | 228.000 | 1.128.000 | 54.940 | 2.222 | 1.588.145 | 25% | 71% | 150% |
| Piet Dejonghe (co-CEO) |
600.000 | 6.386 | 606.386 | 900.000 | 300.000 | 266.000 | 1.466.000 | 117.074 | 1.378 | 2.190.838 | 28% | 67% | 150% |
| Overige EC-leden - gemiddeld |
362.112 | 4.541 | 366.653 | 518.181 | 140.000 | 212.800 | 870.981 | 55.449 | 2.246 | 1.295.329 | 28% | 67% | 143% |
(1) Voordelen alle aard: bedrijfswagen, smartphone, laptop, tablet computer.
(2) De marktwaarde van de in 2022 aangeboden & aanvaarde aandelenopties werd berekend op basis van de Black & Scholes-methode.
| Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Jan Suykens | |||||||||||
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 | 1/01/2022 11/01/2022 01/12/2022 | |||||||||
| Uitstaande opties | 5.500 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 45.500 | 8.000(2) | -5.500(3) | ||
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 75.680 | € 221.760 | € 205.600 | € 218.560 | € 199.360 | € 0 | € 212.720 | € 304.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 48.000 |
| John-Eric Bertrand | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 | 1/01/2022 11/01/2022 01/12/2021 | |||||||||
| Uitstaande opties | 2.000 | 4.000 | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 30.000 | 6.000(2) | -2.000(3) | |
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 27.520 | € 110.880 | € 102.800 | € 136.600 | € 124.600 | € 112.150 | € 132.950 | € 228.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 34.000 |
| Piet Dejonghe | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 | 1/01/2022 11/01/2022 03/01/2022 | |||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 5.500 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 31.500 | 7.000(2) | -4.000(3) | |||
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 55.040 | € 0 | € 141.350 | € 163.920 | € 149.520 | € 0 | € 159.540 | € 266.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 34.500 |
| Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Tom Bamelis | |||||||||||
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 1/01/2022 11/01/2022 13/12/2022 | ||||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 34.000 | 6.000(2) | -4.000(3) | |
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 55.040 | € 138.600 | € 128.500 | € 136.600 | € 124.600 | € 112.150 | € 132.950 | € 228.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 36.000 |
| Piet Bevernage | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 1/01/2022 11/01/2022 06/12/2022 | ||||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 29.000 | 6.000(2) | -4.000(3) | ||
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 55.040 | € 138.600 | € 128.500 | € 136.600 | € 124.600 | € 0 | € 132.950 | € 228.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 31.000 |
| André-Xavier Cooreman | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 1/01/2022 11/01/2022 06/12/2022 | ||||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 34.000 | 6.000(2) | -4.000(3) | |
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 55.040 | € 138.600 | € 128.500 | € 136.600 | € 124.600 | € 112.150 | € 132.950 | € 228.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 36.000 |
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 1/01/2022 11/01/2022 | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Uitstaande opties | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 2.000 | 2.500 | 9.000 | 4.000(2) | |
| Uitoefenprijs | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | ||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | ||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 41.580 | € 38.550 | € 40.980 | € 37.380 | € 44.860 | € 66.475 | € 152.000 | ||
| Saldo op 31/12/2022 | 13.000 |
| Koen Janssen | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 5/01/2015 | 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 1/01/2022 11/01/2022 19/12/2022 | ||||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 29.000 | 6.000(2) | -4.000(3) | ||
| Uitoefenprijs | € 100,23 | € 130,95 | € 128,30 | € 148,64 | € 132,52 | € 141,09 | € 124,67 | € 166,35 | |||
| Black & Scholes | € 14 | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 55.040 | € 138.600 | € 128.500 | € 136.600 | € 124.600 | € 0 | € 132.950 | € 228.000 | |||
| Saldo op 31/12/2022 | 31.000 |
Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3:
(1) Openingsbalans: het aantal opties waarover de begunstigde beschikt op 1 januari 2022 en dat nog niet werd uitgeoefend in 2022.
(2) Aantal aangeboden opties: aantal opties dat aangeboden en aanvaard is in 2022.
(3) Aantal uitgeoefende opties: aantal opties dat in de loop van 2022 werd verworven (ingevolge het verstrijken van de 'vesting'-periode).
De basisvergoeding van de bestuurders werd in 2022 opgetrokken na een benchmarkoefening. Hun vergoeding was sinds 2013 niet meer aangepast. Tabel 1 geeft het overzicht weer.
De gemiddelde totale vaste vergoeding van de leden van het executief comité daalde in 2022 met 8%. De verklaring hiervoor ligt per saldo bij de vermindering van het aantal leden van het executief comité van 8 naar 7 (sinds 1 juni 2022).
De gemiddelde variabele vergoeding van de leden van het executief comité steeg met 58% als gevolg van de stijging van het geconsolideerd nettoresultaat dat een recordhoogte bereikte, dankzij de zeer goede performantie van de deelnemingen en de waardering van de onderliggende aandelen van de toegekende aandelenopties. De stijging is beperkter dan de stijging van het geconsolideerd nettoresultaat als gevolg van de gewijzigde comitésamenstelling en van het toegepaste plafond.
De STI werd voor 4 van de 7 leden van het executief comité voor 2022 beperkt tot het vooropgestelde plafond.
Er werden over boekjaar 2022 voor 1.865.000 euro uitzonderlijke premies betaald waarvan 1.600.000 euro aan een aantal leden van het executief comité omwille van hun bijdrage tot de uitzonderlijke meerwaarde gerealiseerd op de verkoop van Anima en Manuchar.
Tabel 4 geeft de procentuele evolutie weer van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers.
Zoals hoger vermeld, is een belangrijk deel van de vergoeding (m.n. de variabele vergoeding en de aandelenopties) van de leden van het executief comité afhankelijk enerzijds van de evolutie van het geconsolideerd nettoresultaat en anderzijds van de ontwikkeling van de beurskoers. Beide parameters ontwikkelden als volgt in 2022 t.o.v. 2021:
M.b.t. boekjaar 2022 werd 80% van de STI berekend op basis van het geconsolideerd nettoresultaat en 20% op basis van de behaalde ESG-doelstellingen.
Per 31 december 2022 stelde AvH 22 bedienden te werk. Hun gemiddelde vaste brutovergoeding (excl. werkgeversbijdragen) werd in 2022 geïndexeerd t.b.v. 3,98% (indexatie en sectorakkoord) aangevuld met een CAO-premie van 277.22 euro. Een aantal bedienden ontving op basis van de benchmarkoefening en hun persoonlijke performantie een loonsverhoging boven indexatie. Een aantal ervaren medewerkers vervoegden het team. Gemiddeld stegen de lonen daardoor met 6,6%. Voor bedienden hanteert AvH een gecategoriseerd winstpremieplan in het kader waarvan de raad van bestuur jaarlijks al dan niet beslist om een deel van de winst uit te keren aan de bedienden. De twee criteria voor categorisering zijn functie en anciënniteit. De raad van bestuur beslist jaarlijks over de toepassing van een winstpremieplan en de modaliteiten daarvan. De maximale verhouding tussen de hoogste en de laagste winstpremie bedraagt 1 op 10. Gezien de uitzonderlijke resultaten van 2022 bedraagt de vork voor 2022 4.025 euro tot 40.250 euro.
De gemiddelde variabele vergoeding van de bedienden kende in 2022 een stijging van 17,9%, als gevolg van een 15% verhoging van de vork, anciënniteitssprongen en één uitzonderlijke bonus. Tabel 5 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers.
Tabel 5 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers.
| (€) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 69.400 (-3,2%) | 74.109 (+6,8%) | 80.577 (+8,7%) | 83.257 (+3,3%) | 88.767 (+6,6%) |
| Variabele vergoeding(2) | 9.511 (+31,2%) | 9.908 (+4,2%) | 11.809 (+19,2%) | 14.926 (+26,4%) | 17.594 (+17,9%) |
| Geconsolideerd nettoresultaat (000) | 289.639 (-4,3%) | 394.900 (+36,3%) | 229.791 (-41,8%) | 406.814 (+77,0%) | 708.655 (+74,2%) |
| Beurskoers op 31/12 | 131,8 (-9,6%) | 141,6 (+7,4%) | 124,5 (-12,1%) | 168,7 (+35,5%) | 160,2 (-5,0%) |
(1) Onder 'variabele vergoeding' wordt begrepen het gemiddelde van de STI + de aangeboden en aanvaarde opties van dat jaar berekend op basis van de Black & Scholes-methode + uitzonderlijke premies. (2) De 'variabele vergoeding' omvat hier de winstpremie en uitzonderlijke bruto bonussen. De opties die aan sommige bedienden werden aangeboden, werden in deze berekening uitgesloten.
De ratio tussen het gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité enerzijds en van de bedienden van de vennootschap anderzijds bedraagt 1 op 4,4 op basis van volgende gegevens:
De ratio tussen de vaste vergoeding van de hoogste vergoeding en het laagste bediendeloon bedraagt 1 op 15,43.
Gezien de beperkte omvang van de groep zijn een aantal functielevels samengenomen zodat individuele discretie gegarandeerd is.
Het verschil in vergoeding over de drie groepen heen is in 1 van de drie gevallen onbestaand, in 1 van de gevallen negatief afwijkend voor de vrouwen en in 1 geval negatief afwijkend voor de mannen.
De twee verschillen zijn volledig in lijn met het remuneratiebeleid dat stelt dat de vaste vergoeding evolueert naar de gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden.
Tabel 6 geeft de procentuele loonkloof weer tussen de vaste vergoeding van mannen en vrouwen.
| (€) | Vrouwen | Mannen | % delta M/V |
|---|---|---|---|
| co-CEO | n.v.t. | 500k | n.v.t. |
| EC & directors | 228k | 307k | -26% |
| Management | 138k | 121k | 14% |
| Staff & support | 71k | 71k | 0% |
Overeenkomstig artikel 3:32, §2 WVV dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Namens de raad van bestuur, 22 maart 2023
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Executief comité

co-Voorzitter executief comité

co-CEO co-Voorzitter executief comité

Lid executief comité - CFO


Cooreman Lid executief comité

An Herremans Lid executief comité

Koen Janssen Lid executief comité




IT support

Isabelle Bernaerts Management assistant

Ann Bex Management assistant

Patricia Bielen Management assistant

Peter Florus Tax officer

Hilde Haems Chief Human Capital Officer

Heleen Boonen(1) Legal counsel

Sarah Franssens Management assistant


Michaëla Goelen Office manager


Sonja Goossens Personeelsadministratie

Hilde Delabie Senior group controller

Nele Govaert Legal counsel

Miro Halfon(1) Management assistant



Ans Matthysen Accountant

Investment manager - Group controller

Group controller

Yuliya Leysen(1) Onthaal

Nadine Mohun(1) Onthaal

Lydie Makiadi Management assistant
Robin Muller Management assistant

Onderhoudsman

Van Nieuwenborgh Investment director

Subin Oswal Analyst
Bart Vercauteren Head of ESG
Jan Suykens Senior advisor

Iris Meirlaen Paralegal
Filip Portael IT consultant
Thomas Ternest Investment director
Katia Waegemans Communication manager

Servaas Michielssens
Hari Rajmohan Investment manager

Petra Van de Velde Management assistant

Julie Wouters Investment associate

Brigitte Stockman Management assistant

Jeroen Vangindertael Investment manager


Dit hoofdstuk is de verklaring inzake niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren ('AvH') overeenkomstig artikel 3:32 § 2 WVV en heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2022.
Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld.
Om die missie te realiseren, steunen we op diepgewortelde familiale waarden: ondernemerschap, respect voor mens en milieu en langetermijnvisie. Deze waarden vormen het DNA van AvH en weerspiegelen onze ESG-ambities. We willen op het vlak van milieu (E - 'environment') en sociale relaties (S - 'social') via onderbouwde beleidslijnen, uitgewerkte processen en deugdelijk bestuur (G - 'governance') structureel groeiende resultaten behalen.
Uit de evolutie van onze kerncijfers blijkt duidelijk dat we hier in slagen. Zij tonen dat onze focus en extra inspanning op bijvoorbeeld hernieuwbare energie, circulaire en milieubewuste bouwprocessen en gebouwen, duurzaam geteeld voedsel en duurzaam investeringsbeleid voor klanten in de bankwereld nu meer dan ooit hun vruchten afwerpen.
We integreren onze ESG-visie in al onze activiteiten. We passen het actief toe in ons verantwoordelijk investeringsbeleid en als verantwoordelijke en actieve partner. Onze ESG-aanpak neemt milieu en sociale aspecten systematisch in rekening door de impact van omgevingsfactoren op onze bedrijven mee te nemen alsook de impact van onze bedrijven op hun omgeving ('dubbele materialiteit'). Waar nodig sturen we bij, zodat we risico's beter kunnen beheren en kunnen inspelen op opportuniteiten. Op deze manier begeleiden we bedrijven doelgericht naar betere ESG-prestaties.
We zijn ons zeer bewust van onze voorbeeldrol hierin. Daarom passen we de ESG-principes ook toe op onze eigen werking als duurzame onderneming. Zo krijgen bedrijfsethiek, deugdelijke bestuursprocessen, solvabiliteit en rentabiliteit evenveel aandacht als bijvoorbeeld talentontwikkeling binnen een gediversifieerd team van medewerkers.

Luc Bertrand Voorzitter raad van bestuur
"Als partner voor duurzame groei van familiebedrijven en managementteams wil Ackermans & van Haaren mee duurzame oplossingen ontwikkelen voor maatschappelijk relevante uitdagingen om zo haar bedrijven toekomstbestendig te maken. Al 145 jaar werkt AvH aan waardecreatie voor toekomstige generaties, gebaseerd op een langetermijnvisie."
In 2022 hebben we met onze participaties gewerkt op de meest materiële ESG-thema's. Dit zijn ESG-domeinen die een grote impact kunnen hebben op de bedrijfsstrategie van de participaties, en onrechtstreeks ook op AvH. Samen met de managementteams hebben we bekeken hoe zij hun ESG-beleid nog meer op hun bedrijfsstrategie kunnen afstemmen. We hebben hen gevraagd na te denken over de toekomstbestendigheid van hun talentbeheer. Voor de participaties met een belangrijke CO2 -uitstoot hebben we hun actieplannen getoetst om de emissies structureel te verlagen. Bepaalde beleidslijnen, charters en visies werden verder geformaliseerd. Opleidingen werden opgestart of uitgerold. En er werd ingezet op dataverzameling. Want enkel met kwaliteitsvolle gegevens kunnen doelgerichte analyses en acties worden uitgewerkt. Daarom kregen het verzamelen van data, de toepassing van de EU Taxonomie wetgeving en de invoering van rapporteringstools de gepaste aandacht.

co-CEO
"De recente geopolitieke ontwikkelingen en de opwarming van het klimaat hebben aangetoond dat onze focus op ecologisch verantwoorde activiteiten zoals hernieuwbare energie dan wel de aandacht voor talent- en risicobeleid meer dan ooit hun vruchten afwerpen."
De sleutel om de ESG-visies ingebed te krijgen in de dagelijkse werking is de juiste bedrijfscultuur. Op dat vlak werden de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Die inspanningen willen we vanuit AvH helpen verankeren. Daarom organiseren we jaarlijks sessies waarin we de noodzaak van een strategische dimensie beklemtonen. Zo kunnen die acties leiden tot onderbouwde besprekingen op niveau van hun raden van bestuur.
Op portefeuilleniveau slaagde AvH erin op alle essentiële indicatoren vooruitgang te boeken in 2022. Meer dan 80% van de beheerde activa voldoen aan onze prioritaire ESG-criteria. Die positieve resultaten hebben ons aangezet om extra doelstellingen te definiëren. Zo willen we tegen 2025 dat minstens 80% van de activa in onze portefeuille een CO2 -ambitie en -reductieplan hebben.
Binnen de portefeuille volgen we vanuit ESG-oogpunt 4 participaties prioritair op. Bovendien blijven we alle participaties ondersteunen, zodat we de huidige ESG-resultaten kunnen handhaven of zelfs verbeteren.
Ook als duurzame onderneming boekten we vooruitgang, niet in het minst op het vlak van talentontwikkeling en formalisering van processen. Het resultaat is dat onze Sustainalytics-score verbeterde tot 9,0. Dit bracht ons in de kopgroep van de 'Multi-Sector Holdings'. Bovendien behaalden we een 4/5 sterren rating bij UN PRI. In 2022 zijn we ook een traject opgestart met CDP, het Carbon Disclosure Project dat inzake milieurapportering de norm wil zijn in het bedrijfsleven. Deze ratings vormen een externe validatie van de ESG-inspanningen die AvH levert en daarop willen we ook in 2023 blijven inzetten. AvH maakt ook onderdeel uit van de BEL® ESG Index die gelanceerd werd door Euronext in februari 2023. Deze nieuwe duurzame index volgt de 20 in Brussel genoteerde ondernemingen met de beste ESG-praktijken.
Hoewel we in zeer uitdagende en onzekere tijden leven, hebben onze participaties in 2022 opnieuw hun weerbaarheid getoond. Dit geeft aan dat een structureel ESG-beleid meer dan zinvol is. In 2023 zullen we samen met onze participaties blijven inzetten op de materiële ESG-thema's, zodat zij weerbaar blijven en duurzaamheid binnen hun organisaties verder uitbouwen. We denken hierbij onder meer aan het aantrekken en opleiden van talent, het energiezuiniger maken van productieprocessen, de nodige aandacht schenken aan cybersecurity en het voorbereiden van de groep op de nieuwe ESG-rapporteringsstandaarden. Daarnaast zal AvH waar relevant ook aandacht besteden aan diverse initiatieven die door verschillende overheden in de Verenigde Staten en Europa gelanceerd worden.
Er zit duidelijk een positieve lijn in de ESG-prestaties van AvH en onze participaties. We willen dan ook alle teams bedanken die hier het afgelopen jaar hebben toe bijgedragen en die hier samen met ons de komende jaren verder aan willen bouwen.

Piet Dejonghe co-CEO
"We ondersteunen al onze bedrijven in hun migratieproces voor hun prioritaire ESG-uitdagingen. We denken hierbij aan het energiezuiniger maken van bedrijfsprocessen of het voorbereiden van de groep op nieuwe ESG-rapporteringsstandaarden."
AvH's ESG-aanpak wordt verder toegelicht in dit Duurzaamheidsverslag. Onderstaand overzicht dient als leeswijzer doorheen het verslag.

AvH's ESG-beleid en methodologie - sectie 7 (p 76)
Hieronder wordt het relatieve belang van de diverse bedrijfssegmenten in de activa onder beheer (uitgedrukt als een % van het geconsolideerd eigen vermogen van de groep) weergegeven samen met de ESG-hoogtepunten of -kenmerken binnen haar segmenten en participaties.


van het geconsolideerd eigen vermogen heeft een ESG-beleid
(in % van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH)
Er werd gevraagd aan de participaties om het ESG-beleid te mappen aan de SDGs. Het resultaat van deze mapping over de portefeuille wordt hieronder weergegeven. In het bijzonder krijgen SDGs 3 (Goede Gezondheid en Welzijn), 8 (Waardig werk en Economische Groei), 9 (Industrie, Innovatie en Infrastructuur), 12 (Verantwoordelijke Consumptie en Productie), 13 (Klimaat), en 16 (Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten) de nodige aandacht.

AvH wil strategisch focussen op duurzame waardecreatie. Het zet daarom in op haar core KPIs waarvoor een doel werd gedefinieerd. AvH streeft enerzijds naar behoud van wat al gerealiseerd is in voorgaande jaren en anderzijds verfijnt het elk jaar haar beleid door nieuwe prioriteiten toe te voegen en te focussen op wat materiële en strategische impact heeft. Het kiest ervoor om realistische doelen te definiëren in plaats van ambitieuze uitspraken te doen zonder hierop veel controle te kunnen uitoefenen. De focus ligt op het ondernemen van de juiste acties binnen de haalbare invloedssfeer en daar progressie te maken samen met de participaties. De samenvattende tabellen hieronder gebruiken als basis de relevante materiële onderwerpen. De materialiteitsoefening en toegepaste methodiek om deze te bepalen worden in sectie 7 AvH's ESG-beleid en -methodologie toegelicht.
| Pijler | AvH materiële onderwerpen |
Langetermijndoelen | Hoogtepunten 2022 | Actieplan 2023 | SDG impact |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Verantwoordelijke investeerder 1 |
Financiële veerkracht en langetermijn rentabiliteit |
Waardecreatie > 10%/jaar(1) |
Waardecreatie > 10% ondanks economisch moeilijke tijden |
|||
| Nettocashpositie: positief |
Nettocashpositie: 499 miljoen euro |
|||||
| Verantwoordelijk investeringsbeleid |
Behalen van relevante ESG ratings en -beoor delingen |
Sustainalytics ratings: 9,0 (verwaarloosbaar risico) UN PRI: 4/5 sterren CDP: C-score |
Toevoegen andere relevante ESG-rating en -beoordeling (o.a. opname in BEL® ESG Index) |
|||
| ESG onderdeel van investerings beslissing |
100% ESG-doorlichting investeringen |
|||||
| 96% investeringsteam volgde ESG-training |
||||||
| Bedrijfsethiek | Bedrijfsethiek onderdeel van deugdelijk bestuur |
AvH Integriteitscode geactualiseerd |
Verderzetten integriteits training investeringsteam (AvH Academy) |
|||
| (1) Aangroei eigen vermogen verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR gemeten over een periode van 10 jaar). |
| Pijler | AvH materiële onderwerpen |
Langetermijndoelen | Hoogtepunten 2022 | Actieplan 2023 | SDG impact |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verantwoordelijke aandeelhouder |
ESG-beleid > 80% beheerde activa |
91% beheerde activa hebben ESG-beleid |
Actieplan materiële ESG-topics jaarlijks bespro ken op raad van bestuur participaties: > 80% beheerde activa |
||||
| ESG strategische sessie voor ESG-materiële participaties |
Participaties ondersteu nen bij uitrol nieuwe 'EU Sustainability Reporting Standards' (ESRS) |
||||||
| CO2 -ambitie en reductieplan 2030 > 80% beheerde activa (nieuw) in 2025 |
50% beheerde activa heeft CO2 -ambitie en -reductieplan 2030 |
Opvolgen CO2 -reductie plannen bij participaties met belangrijke uitstoot, alsook op portefeuille niveau |
|||||
| 1,2 miljoen ton CO2 -equi valenten scope 3-emissies investeringsportefeuille (93% beheerde activa)(1) |
|||||||
| SBTi-testing reductie plannen grootste uitstoters (98% uitstoot investerings portefeuille)(2) |
|||||||
| Uitrollen EU Taxonomie |
EU Taxonomie: 21% omzet afgestemd ('aligned') 47% investeringen afge stemd ('aligned') |
Opvolgen participaties in uitrollen EU Taxonomie |
|||||
| Verantwoordelijke en actieve partner 2 |
Deugdelijk bestuur | Corporate gover nance charter > 80% beheerde activa |
98% beheerde activa hebben corporate governance charter |
||||
| Audit en/of risico comité > 80% beheerde activa |
96% beheerde activa hebben audit- en/of risicocomité |
||||||
| Remuneratie comité > 80% beheerde activa |
99% beheerde activa hebben remuneratiecomité |
Verfijnen rol remuneratie comités participaties m.b.t. talentmanagement |
|||||
| Bedrijfsethiek | Integriteitsbeleid > 80% beheerde activa |
97% beheerde activa hebben integriteitscode |
Opvolgen relevant actie plan met participaties |
||||
| Talentontwikkeling | Management teams van participaties ontwikkelen |
Samen met participaties gewerkt rond het toe komstbestendig maken van hun talent management en diversiteit |
Verderzetten workshops voor CEO's en/of leden managementteams |
||||
| 4 workshops voor CEO's en/of leden management teams om zich verder te ontwikkelen |
|||||||
| Innovatie | Innovatiebeleid > 80% beheerde activa |
84% beheerde activa hebben innovatiebeleid |
Participaties ondersteunen bij uitwerking innovatie beleid |
||||
| Workshop rond data gedreven organisatie |
|||||||
| (1) Scope 3-emissies m.b.t. de investeringsportefeuille betreffen scope 1- en scope 2-emissies van haar participaties met de grootste CO2 houderspercentage. De CO2 |
-voetafdruk van de participaties van het segment Growth Capital zal de komende jaren worden vervolledigd. De dekking bedraagt in 2022 93% van het geconsolideerd eigen vermogen. | -voetafdruk, zoals bekend op datum van publicatie en gewogen op basis van het aandeel |
(1) Scope 3-emissies m.b.t. de investeringsportefeuille betreffen scope 1- en scope 2-emissies van haar participaties met de grootste CO2 -voetafdruk, zoals bekend op datum van publicatie en gewogen op basis van het aandeelhouderspercentage. De CO2 -voetafdruk van de participaties van het segment Growth Capital zal de komende jaren worden vervolledigd. De dekking bedraagt in 2022 93% van het geconsolideerd eigen vermogen. (2) SBTi (Science Based Targets-initiative): Een initiatief dat beste praktijken definieert op het gebied van CO2 -emissiereducties en -doelstellingen in lijn met de ambities van het Klimaatakkoord van Parijs.
| Pijler | AvH materiële onderwerpen |
Langetermijndoelen | Hoogtepunten 2022 | Actieplan 2023 | SDG impact |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| Duurzame onderneming 3 |
Talentontwikkeling | AvH als 'top employer' |
Bevraging welzijn en me dewerkersbetrokkenheid |
Nulmeting welzijn en actieplan |
||
| Gemiddeld 19,8 jaren relevante ervaring per persoon |
||||||
| 3% verloop werknemers (excl. intragroep en pensio nering, gemiddelde 3 jaar) |
||||||
| 100% medewerkers met 'performance review' |
||||||
| AvH medewerkers volgen > 5 dagen oplei ding/jaar |
8,3 dagen | Uitrollen AvH Academy | ||||
| CO2 -emissies AvH als investeringsmaat schappij |
30% reductie in 2030 (scope 1 en 2 - basisjaar 2022) (nieuw) |
259 ton CO2 -equivalenten scope 1- en 2-emissies |
Uitrollen AvH CO2 - reductieplan |
|||

| AvH materiële onderwerpen |
Doel | KPI | Trend | 2022 | 2021 | 2020 | SDG impact |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële veerkracht en langetermijn rentabiliteit |
10% | Waardecreatie - Aangroei eigen vermogen(1) |
10,3% | 9,4% | 9,4% | ||||
| Positieve | Nettocashpositie | 499 miljoen euro |
78 miljoen euro |
68 miljoen euro |
|||||
| Verantwoordelijk investeringsbeleid |
Behalen van relevante ESG ratings |
Sustainalytics | Verwaar loosbaar risico (9,0) |
Laag risico (12,5) |
Laag risico (15,9) |
||||
| UN PRI | Nieuw | 4/5 sterren | - | - | |||||
| CDP | Nieuw | C-rating | - | - | |||||
| ESG onderdeel investerings beslissing |
Sectorexclusiebeleid | Informeel | Informeel | ||||||
| ESG-doorlichting nieuwe investeringen |
100% | 100% | Sinds sept. | ||||||
| ESG-training investeringsteam | 96% | 91% | |||||||
| Bedrijfsethiek | Bedrijfsethiek onderdeel van deugdelijk bestuur |
Integriteitsbeleid | Geactuali seerd |
(1) Aangroei eigen vermogen verhoogd met uitgekeerde dividenden (CAGR 2012-2022, 2011-2021, 2010-2020).
AvH integreert ESG in haar investeringsprocessen en -beslissingen door middel van een analyse van de ESG-risico's en -opportuniteiten. Het past hierbij de dubbele materialiteit toe, door zowel de impact van omgevingsfactoren op bedrijven, alsook de impact van bedrijven op hun omgeving in te schatten. AvH wil sturen op de materieel relevante thema's samen met de partners in die bedrijven. Het beperkt zich niet tot duurzame ondernemingen, maar begeleidt ook de transitie van bedrijven in sectoren met ESG-uitdagingen. AvH wenst immers actief te zijn in diverse sectoren gekoppeld aan maatschappelijke thema's en ook op ESG-vlak het verschil te maken door bedrijven te helpen daarin 'best-in-class' te worden.
Met dit model wil AvH een goed beheer van milieu en sociale aspecten systematisch bewerkstelligen. Waar er risico's bestaan worden actieplannen opgesteld die deze

André-Xavier Cooreman Lid van het executief comité - verantwoordelijk voor AvH's ESG-beleid
"Door met de participaties strategisch na te denken rond hun ESG-uitdagingen, nemen we onze rol als verantwoordelijke en actieve partner ter harte. Deugdelijk bestuur en innovatie zijn bijvoorbeeld belangrijke hefbomen bij het formuleren van CO2-ambities en -reductieplannen ."
risico's mitigeren. AvH differentieert zich hiermee van 'impact of thematische investeerders', die hoofdzakelijk investeringsopportuniteiten bestuderen waar ze op een specifiek ESG-thema grote vooruitgang willen boeken.
| Waardecreatie | 10,3% aangroei eigen vermogen (CAGR over periode van 10 jaar) |
|---|---|
| Nettocashpositie | 499 miljoen euro |
AvH monitort haar waardecreatie en ziet hierin de bevestiging dat de prestaties van AvH hand in hand gaan met het gedefinieerde ESG-beleid. Dit doet AvH op basis van de aangroei van het eigen vermogen (inclusief uitgekeerde dividenden) over een periode van 10 jaar aangezien het een langetermijnhorizon doorheen de economische cyclus hanteert.
AvH streeft naar een positieve nettocashpositie. Mede dankzij de verkoop van Manuchar en Anima is de nettocashpositie gestegen met 421 miljoen euro. Daarenboven beschikt AvH over 280 miljoen euro bevestigde kredietlijnen van verschillende banken met wie zij op lange termijn samenwerkt. AvH heeft dus ruim voldoende middelen om te investeren in zowel haar bestaande participaties om hun groei te ondersteunen, alsook in nieuwe beloftevolle, duurzame en innovatieve bedrijven.

De ESG-ratingbureaus lijken de AvH ESG-filosofie en -klemtonen te appreciëren. In lijn met haar objectief om in te zetten op ESG-ratings relevant voor een investeringsmaatschappij, werkt AvH actief met Sustainalytics en UN PRI. In 2022 werd met CDP voor het eerst samengewerkt. In de toekomst kunnen nog andere ESG-ratings toegevoegd worden.
In 2022 kon AvH haar goede ESG-score bij Sustainalytics verder verbeteren van 12,5 in 2021 naar 9,0. Hierdoor wordt AvH nu ingedeeld in de categorie 'verwaarloosbaar' risico. Sustainalytics' risicoscores variëren van 0 tot 40+ en worden ingedeeld in de categorieën 'verwaarloosbaar', 'laag', 'gemiddeld', 'hoog' en 'ernstig'. Hoe lager de punten, hoe minder risico. AvH scoort t.o.v. haar peers in de groep 'Multi-Sector Holdings' zeer goed. Op de dag van haar rating (eind juli 2022) behoorde AvH volgens Sustainalytics tot het top kwartiel (12de percentiel) van haar sectorgenoten.
AvH maakt ook onderdeel uit van de BEL® ESG Index die gelanceerd werd door Euronext in februari 2023. Deze nieuwe duurzame index volgt de 20 in Brussel genoteerde ondernemingen met de beste ESG-praktijken.
De UN Principles for Responsible Investment (UN PRI) is een raamwerk van de Verenigde Naties dat toeziet op de integratie van ESG in investeringsbeslissingen en op de actieve betrokkenheid bij participaties. In 2020 onderschreef AvH formeel de principes van UN PRI. AvH behaalde in 2022 een score van 4 op 5 sterren. De principes die gehanteerd worden, zijn de volgende:
| ESG-rating | 2022 score | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Ernstig risico |
Hoog risico |
Medium risico |
Laag risico |
Verwaarloosbaar risico |
||||
| Investering en 'Stewardship'-beleid |
'Direct - Private equity' | |||||||
| D- | D | C- | C | B- | B A |


Bart Vercauteren Head of ESG
"In 2022 behaalde AvH een Sustainalytics-rating van 9,0. Dit komt overeen met een verwaarloosbaar risico. Voor het derde jaar op rij heeft AvH hiermee haar ESG-risicoscore verbeterd tot een van de beste in vergelijking met andere 'Multi-Sector Holdings'."
In 2022 heeft AvH actiever met CDP samengewerkt. Het behaalde een C-score. CDP beheert een wereldwijd milieu-informatiesysteem voor het meten en beheren van risico's en kansen met betrekking tot klimaatverandering, watermanagement en ontbossing. De CDP-score en -gegevens worden gebruikt door financiële instellingen, beleggers, ratingbureaus en benchmarkaanbieders in hun beoordeling inzake niet-financiële informatie. AvH wou met haar eerste deelname leren hoe het haar (beursgenoteerde) participaties inzake CDP kan ondersteunen.
AvH waakt erover dat de samenstelling van haar portefeuille evolueert in lijn met langetermijnuitdagingen. Dit houdt in dat bij investeringen gekeken wordt:
ESG is in elk onderdeel van de investeringscyclus geïntegreerd. Bij de beoordeling van investeringsdossiers worden ESG-aandachtspunten meegenomen, wordt het resultaat van de ESG-doorlichting besproken met het management en wordt het verwerkt in een actieplan. AvH ambieert een 'best-in-class' positie in de sectoren waarin AvH actief is. Elk bedrijf voert evenwel haar eigen ESG-beleid, waarbij AvH handelt als partner, die (pro)actief meedenkt op relevante ESG-uitdagingen voor het bedrijf en de sector waarin het bedrijf actief is. Wat dit concreet inhoudt, wordt per bedrijf bepaald en kan gebeuren op basis van een sectorrelevante standaard, index of benchmark. Deze analyse kan ook leiden tot desinvesteringen uit bedrijven.
In plaats van veel sectoren uit te sluiten, gelooft AvH het verschil te kunnen maken als verantwoordelijke en actieve partner in sectoren die geconfronteerd worden met specifieke ESG-uitdagingen. AvH geeft er de voorkeur aan deze bedrijven op lange termijn positief te beïnvloeden en de negatieve aspecten van dergelijke sectoren te mitigeren. Het aantal 'harde uitsluitingen' is hierdoor beperkt tot 6 sectoren. AvH heeft dit beleid in 2022 geformaliseerd en besliste niet te investeren in de volgende activiteiten:
De naleving van het exclusiebeleid bij de bestaande participaties zal regelmatig gecontroleerd worden met deze uitsluitingen in het achterhoofd.
ESG is geïntegreerd in alle stappen van de investeringscyclus op basis van het UN PRI-raamwerk. De figuur hieronder vat AvH's verantwoordelijk investeringsbeleid samen.
Beoordeling van ESGrisico's en -opportuniteiten
Betrokkenheid en actieve ondersteuning
Gefocuste ESG-plannen in de participaties
ESG als hefboom voor waardecreatie
• Beschrijving ESG-beleid als onderdeel van documentatie in 'dataroom'
AvH ontwikkelde een interne richtlijn om de investeringsteams te ondersteunen met het uitvoeren van hun ESG-analyse bij het beoordelen van nieuwe investeringen of bij bestaande participaties die geconfronteerd worden met specifieke ESG-uitdagingen.
| 100% | investeringen ondergingen ESG-doorlichting |
|---|---|
| 96% | investeringsteam volgde ESG-training |
De uitvoering van een ESG-doorlichting stelt AvH in staat te anticiperen op risico's en in te spelen op opportuniteiten. AvH verricht een ESG-doorlichting bij alle potentiële investeringen. ESG vormt een vast onderdeel van de investeringsmemo's die de analyses en resultaten van de doorlichting samenvat en als basis dient om tot een investeringsbeslissing te komen.
Na een eerste interne doorlichting die rekening houdt met de sector, het bedrijfsmodel en de geografische spreiding, vindt een uitgebreidere beoordeling plaats van geïdentificeerde risico's en opportuniteiten. Waar relevant wordt de interne doorlichting aangevuld met een ESG-doorlichting uitgevoerd door een externe partij.
ESG-prioriteiten, -actieplan en -ambities worden per investeringsopportuniteit bekeken. Afhankelijk van de investeringsopportuniteit en de sector waarin deze actief is, kunnen volgende onderwerpen in de ESG-doorlichting aan bod komen:
Het investeringsteam kreeg in 2022 een opfrissingscursus over het gebruik van het internationale referentiemodel SASB (Sustainability Accounting Standards Board) als basis voor een ESG-doorlichting. 96% van het investeringsteam heeft de training in 2022 gevolgd.
Indien er via fondsen wordt geïnvesteerd, wordt voor de instap in het fonds gekeken naar het exclusiebeleid en de doorlichtings- en monitoringsprocedures die de fondsbeheerder hanteert.
| Actualisatie AvH integriteitscode | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| -- | -- | ----------------------------------- | -- | -- | -- | -- | -- |
De AvH integriteitscode werd in 2022 geactualiseerd en bevat de ethische standaarden voor AvH's medewerkers en de leden van de raad van bestuur. De code biedt o.a. handvaten aan voor het investeringsteam bij het nemen van investeringsbeslissingen. Van de leden van het investeringsteam wordt verwacht dat zij rekening houden met de vraag of (groeps)bedrijven handelen in overeenstemming met de toepasselijke internationale normen en verdragen met betrekking tot mensenrechten, milieu, corruptiebestrijding en arbeidsomstandigheden. Bij inbreuken van de toepasselijke regels, worden de bedrijven aangespoord doelen en maatregelen vast te stellen om naleving binnen een redelijke termijn te waarborgen. Bedrijven worden aangemoedigd om een eigen integriteitscode op maat aan te nemen en dit te omkaderen met een beleid met gerichte acties.
De Integriteitscode is geïnspireerd op de 10 sleutelprincipes van het 'UN Global Compact' die zijn ontleend aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie ('ILO') betreffende de fundamentele principes en rechten inzake werk (1998), de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling (1992) en het Verdrag van de Verenigde Naties tegen Corruptie (2003).
De medewerkers en bestuurders dienen jaarlijks te bevestigen dat ze de integriteitscode en de dealing code (onderdeel van het corporate governance charter) kennen, begrijpen en zullen naleven. Als onderdeel van de AvH Academy werden er in 2022 opleidingen gegeven en wordt een vervolgopleiding voorzien in 2023.
| AvH materiële onderwerpen |
Doel | KPI | Trend | 2022 | 2021 | 2020 | SDG impact |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Verantwoordelijke | ESG-beleid | ||||||||
| aandeelhouder | > 80% beheerde activa |
ESG-beleid(1) | 91% | 91% | 86% | ||||
| CO2 -emissies investeringsportefeuille |
|||||||||
| Scope 3-emissies - investe ringsportefeuille (miljoen ton CO2 -equivalenten)(2) |
1,2 | 1,2 | 1,1 | ||||||
| Scope 3-emissies - investerings portefeuille (% beheerde activa)(1) |
93% | 89% | 90% | ||||||
| > 80% beheerde activa (in 2025) |
CO2 -ambitie en -reductie plan(1) |
Nieuw | 50% | ||||||
| EU Taxonomie(3) | |||||||||
| % in aanmerking komende omzet EU Taxonomie ('eligible') |
43% | 46% | |||||||
| % afgestemde omzet EU Taxonomie ('aligned') |
21% | 15% | |||||||
| % in aanmerking komende capex EU Taxonomie ('eligible') |
56% | 39% | |||||||
| % afgestemde capex EU Taxonomie ('aligned') |
47% | 25% | |||||||
| % in aanmerking komende opex EU Taxonomie ('eligible')(4) |
- | - | |||||||
| % afgestemde opex EU Taxonomie ('aligned')(4) |
- | - | |||||||
| Innovatie | > 80% beheerde activa |
Innovatiebeleid(1) | 84% | 77% | 72% | ||||
| Deugdelijk bestuur |
> 80% beheerde activa |
Corporate governance charter(1) |
98% | 96% | 85% | ||||
| Audit- en/of risicocomité(1) | 96% | 96% | 94% | ||||||
| Remuneratiecomité(1) | 99% | 94% | |||||||
| Bedrijfsethiek | > 80% beheerde activa |
Integriteitscode(1) | 97% | 92% | 85% |
(1) Uitgedrukt in % verhouding tot het geconsolideerd eigen vermogen van AvH. (2) Scope 3-emissies m.b.t. de investeringsportefeuille betreffen scope 1- en 2-emissies van haar participaties met de grootste CO2 -voetafdruk, zoals bekend op datum van publicatie en gewogen op basis van het aandeelhouderspercentage. De CO2 -voetafdruk van de participaties van het segment Growth Capital zal de komende jaren worden vervolledigd. (3) Het voorgestelde schema inzake EU Taxonomie bevat ratio's relevant voor niet-financiële instellingen.
(4) De opex zoals gedefinieerd in scope van de EU Taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-gekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex.
In haar rol als verantwoordelijke en actieve partner interpreteert AvH ESG ruim. De aspecten die voor AvH onder ESG vallen, worden hiernaast en op de volgende pagina opgelijst samen met de doelstelling die AvH nastreeft.
aspecten, maar op alle domeinen die duurzame groei bewerkstelligen, zoals het zoeken van nieuwe product/marktcombinaties, het digitaliseren of verbeteren van operationele processen of het zoeken van nieuwe samenwerkingsverbanden (bv. met universiteiten, overheden, klanten of leveranciers).
AvH hanteert in haar rol als verantwoordelijke en actieve partner de volgende principes om vooruitgang te bewerkstelligen en de juiste focus te leggen bij de bedrijven in haar portefeuille:
78% beheerde activa ontving individuele ESG strategische sessies
Voor AvH dient een ESG-beleid afgestemd te zijn op de gevolgde bedrijfsstrategie. Focussen op materiële onderwerpen en de status en het actieplan bespreken op niveau van de raad van bestuur zijn belangrijke hefbomen om een ESG-beleid uit te rollen. Om de discussies tijdens de raad van bestuur voor te bereiden, wordt actief met de participaties samengewerkt doorheen het jaar.
Voor de 4 ESG-materiële participaties (DEME, Delen Private Bank, Bank Van Breda, SIPEF) alsook de vroegere ESG-materiële participaties (CFE en Nextensa) werd,

Luc Bertrand Voorzitter raad van bestuur
"Als proactieve en langetermijninvesteerder streeft AvH ernaar op het niveau van de raad van bestuur van haar bedrijven in portefeuille betrokken te zijn. Op deze manier neemt AvH deel aan de formulering en opvolging van het strategisch beleid."
zoals voorgaande jaren, een ESG strategische sessie per bedrijf opgezet. Aan deze sessie nemen de investeringsmanagers (die in de raad van bestuur van de participatie zitten), de ESG-teams en leden van de executief comités deel. De bedoeling van deze ESG strategische sessie is om het ESG-beleid en -status te evalueren, de materiële onderwerpen te identificeren en relevante actieplannen voor de komende jaren te bespreken. Deze sessie dient als voorbereiding voor de bespreking op niveau van de raad van bestuur.
| 91% | beheerde activa hebben ESG-beleid |
|---|---|
| 98% | beheerde activa hebben corporate governance charter |
| 96% | beheerde activa hebben audit- en/of risicocomité |
| 99% | beheerde activa hebben remuneratiecomité |
| 97% | beheerde activa hebben integriteitscode |
Voor de andere participaties worden jaarlijks workshops georganiseerd om de AvH ESG-aanpak en -principes toe te lichten. De participaties worden gevraagd jaarlijks een ESG-vragenlijst in te vullen. Op verzoek worden één-op-één sessies georganiseerd. De investeringsmanagers beoordelen jaarlijks de status en vooruitgang op basis van deze ESG-vragenlijst. Alle participaties worden gevraagd de ESG-vragenlijst op de raad van bestuur en/of het auditcomité te brengen en zo ESG op te volgen.
Het multidisciplinair AvH-team biedt ook ondersteuning aan de participaties in specifieke domeinen zoals ESG-beleid, innovatiebeleid, HR-beleid, deugdelijk bestuur en risicobeheer.
| Ondersteuning | Milieu | Sociaal | Deugdelijk bestuur & risicobeheer |
Innovatie | |
|---|---|---|---|---|---|
| Kennisdeling tussen participaties |
ESG-sessies voor de 4 ESG-materiële participaties en de 2 vroegere ESG materiële participaties |
CEO-sounding boards HR-sounding boards |
Sessie m.b.t. het nieuwe verbintenissenrecht |
Sessie rond data analytics en -beheer |
|
| Sectorspecifieke ESG-werksessies (vastgoed en financiële sector) |
Sessie toekomstbestendig maken van talentmanagement en diversiteit (95 % van de beheerde activa) |
||||
| Ondersteuning van managementteams |
Strategisch invullen van ESG op basis van materialiteit |
Klankbord inzake organisatiestructuur, uitbouwen van managementteams en |
Klankbord inzake deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek |
Netwerk innovatiemanagers |
|
| Screening CO2 -reductieplannen van de grootste uitstoters |
inclusieve organisaties | ||||
| Interpretatie van de EU Taxonomie en ondersteunende tools |
| 50% | beheerde activa heeft CO2 -ambitie en -reductieplan naar 2030 |
|---|---|
| 1,2 mio | ton CO2 -equivalenten scope 3-emissies - investerings portefeuille (dekking 93% beheerde activa) |
| 98% | uitstoot investeringsportefeuille werd SBTi-getest |
Klimaatverandering en de vereiste transitie naar een koolstofarme economie hebben een impact op hoe duurzame groei ingevuld wordt. De toename van de omzet houdt immers vaak ook een toename van CO2 -emissies in, zelfs indien deze omzet bijdraagt aan het oplossen van klimaatverandering of de intensiteit van de activiteiten op dat vlak daalt. Ook de huidige disrupties in de aanvoerketens zorgen voor een tijdelijke opstoot van de CO2 -emissies.
AvH rapporteert op twee niveaus:
Voor een investeringsmaatschappij is de uitstoot van de investeringsportefeuille (zie tabel onderaan) de belangrijkste scope 3 component. Deze houdt de scope 1- en 2-emissies in van de bedrijven in portefeuille, gewogen aan het aandeelhouderspercentage. AvH vindt een rapportering als investeringsmaatschappij relevanter dan die volgens de boekhoudkundige perimeter. De volledigheid van de CO2 -voetafdruk van de investeringsportefeuille gerapporteerd aan AvH nam in 2022 verder toe tot een dekking van 93% van de beheerde activa in portefeuille. De CO2 -voetafdruk van de investeringsportefeuille bleef in 2022 stabiel ten opzichte van 2021 ondanks dat de omzet met 7%(2) gestegen is in 2022 ten opzichte van 2021. De stijging bij SAGAR is te wijten aan haar groei waarbij de CO2 -intensiteit nauw gemonitord wordt. Ten gevolge van de COVID-19 pandemie waren er in India ook minder alternatieve brandstoffen ter beschikking. De daling bij DEME is te wijten aan een wijziging in de activiteitenmix die resulteert dat de voetafdruk terug in lijn komt met deze van 2020.
De CO2 -voetafdruk van de investeringsportefeuille omvat de kernsectoren, alsook Growth Capital-participaties die potentieel actief zijn in CO2 -intensieve industrieën. Voor kleinere participaties zijn de data vaak nog niet beschikbaar of niet uniform berekend. Voor zover gekend, zou dit geen materiële invloed hebben op AvH-niveau. AvH ondersteunt die participaties desalniettemin om die metingen op te starten dan wel te verfijnen om deze in de toekomst te kunnen integreren. Zodra er een goed inzicht bestaat over de data en de onderliggende methodologie, kan vervolgens door de participaties nagedacht worden over het opstellen van een actieplan dat, waar mogelijk, in lijn ligt met de klimaatdoelstellingen van Parijs (geïnspireerd op de 'Science Based Targets - SBTi').
De participaties worden waar relevant actief ondersteund om de emissieniveaus te doen dalen. In 2022 werden de CO2 -ambities en -actieplannen van de belangrijkste uitstoters, goed voor 98% van de uitstoot van de investeringsportefeuille, gechallenged. AvH gebruikt een 'fit for purpose'-benadering om na te gaan hoe de CO2 -ambities en -actieplannen passen binnen het 'Science Based Targets' initiatief, sectorspecifieke transitiepaden (bv. 1,5 graden en 2 graden scenario's binnen het Klimaatakkoord van Parijs) en emissie-intensiteit. Zo streeft AvH ook naar een absolute emissiereductie.
(2) Pro forma omzet exclusief Manuchar en Anima
| CO2 -emissies investeringsportefeuille AvH (scope 3 in ton CO2 -equivalenten) |
||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2020 | ||||||||
| CO2 -absolute emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen aan het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
CO2 -absolute emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen aan het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
CO2 -absolute emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen aan het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
||
| 2.486.023 | 20% | 488.255(1) | 1.929.030 | 22% | 421.493(1) | 2.104.753 | 22% | 459.889(1) | ||
| 653.000 | 62% | 405.643 | 832.800 | 62% | 517.169 | 660.000 | 62% | 409.860 | ||
| 608.769 | 37% | 224.088 | 681.768 | 35% | 239.505 | 605.241 | 35% | 209.898 | ||
| 15.309 | 62% | 9.510 | 16.489 | 62% | 10.240 | 17.684 | 62% | 10.982 | ||
| 40.752 | 22% | 8.859 | 35.565 | 22% | 7.731 | |||||
| 1.361 | 79% | 1.072 | 1.713 | 79% | 1.348 | 1.396 | 79% | 1.099 | ||
| 1.470 | 79% | 1.158 | 1.388 | 79% | 1.093 | 1.681 | 79% | 1.324 | ||
| Andere | 8.165 | 4.905 | 17.654 | 3.380 | 14.493 | 2.856 | ||||
| Scope 3-emissies - participaties |
1.143.749 | 1.202.189 | 1.096.129 |
(1) Sagar's CO2 -voetafdruk voor 2022 is gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2021/2022. Voor 2021 gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2020/2021. Voor 2020 gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2019/2020.
Sagar Cements heeft een ESG-visie en -roadmap met 13 domeinen uitgewerkt en heeft doelen gesteld naar 2030 en 2050. Op vlak van CO2 -emissies heeft Sagar een ambitieus reductieplan uitgewerkt met als ambitie net zero te bereiken tegen 2050 (mits beschikbaarheid van de vereiste technologie) en een reductie van de CO2 -intensiteit met 26% te bekomen tegen 2030 in lijn met SBTi 1,5 °C.
| 21% | omzet afgestemd ('aligned') |
|---|---|
| 47% | investeringen afgestemd ('aligned') |
De EU Taxonomie beoogt de transformatie naar een koolstofarme economie te realiseren via algemeen aanvaarde definities en rapporteringswijzen van 'groene' activiteiten. Momenteel is dit gebeurd voor 2 van de 6 klimaat- en milieudoelstellingen, namelijk de mitigatie van en de adaptatie aan klimaatverandering.
Doordat de wetgeving de Technical Screening Criteria (TSC) heel ambitieus formuleert, lijken veel activiteiten met een positieve contributie inzake klimaat, toch niet als afgestemd ('aligned') te zullen worden erkend. Dit weerhoudt AvH niet dit soort activiteiten toch te ondersteunen als ze bijdragen tot een koolstofarmere omgeving.
Er werd een conservatieve benadering toegepast door AvH en de participaties in het rapporteren van afstemming ('alignment') met de EU Taxonomie. De bedrijven hebben in 2022 gewerkt op een robuuste methodologie (bv. projectscreening op de EU Taxonomie-voorwaarden bij DEME en CFE, het ontwikkelen van een EU Taxonomie paspoort voor gebouwen bij BPI). Nextensa heeft verschillende projecten doorgelicht om de impact te begrijpen op de ontwerpen van haar toekomstige vastgoedontwikkelingen. Er werd een 'sanity check' uitgevoerd door een consultant op de gehanteerde methodologie en gebruikte interpretaties door de participaties alsook om het risico op dubbeltelling te vermijden.
AvH rapporteert volgende twee zaken op basis van haar boekhoudkundige consolidatieperimeter (zie sectie 7.3 ESG-rapportering en referentiemodellen):
De samenvattende tabel omvat de EU Taxonomie cijfers voor 2022. De officiële tabellen zoals gevraagd in de regelgeving zijn opgenomen in appendix Duurzaamheidsverslag: bijlage achteraan in het jaarverslag.
| EU Taxonomie (2022) | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In aanmerking ('eligible') |
Afgestemd ('aligned') |
Niet in aanmerking ('non-eligible') |
||||||
| Omzet | 43% | 21% | 57% | |||||
| Capital expenditure (capex) |
56% | 47% | 44% | |||||
| Operating expenditure (opex)(1) |
- | - | - |
(1) De opex, zoals gedefinieerd in scope van de EU Taxonomie omvat een restrictieve lijst van nietgekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex. AvH verkiest te focussen op de omzet en capex.
AvH is actief in verschillende sectoren die in aanmerking komen ('eligible') voor de EU Taxonomie: hernieuwbare energie (DEME, Green Offshore en Biolectric), circulaire bouw en renovatie (CFE) en duurzame vastgoedontwikkeling (BPI en Nextensa). AvH heeft veel potentieel om positief bij te dragen aan klimaatverandering. Ten opzichte van 2021 is het percentage afgestemde ('aligned') omzet gestegen van 15% naar 21%. De afgestemde ('aligned') capex bedroeg in 2021 25% en is in 2022 bijna verdubbeld naar 47%. In de volgende paragrafen wordt meer in detail ingegaan op de afstemming ('alignment') met de EU Taxonomie-voorwaarden.
DEME's activiteiten inzake offshore wind zullen op basis van de huidige interpretatie zowel in aanmerking komen ('eligible') als grotendeels afgestemd ('aligned') worden beschouwd. Ook infrastructuurprojecten werden in 2022 doorgelicht. 29% van de totale omzet komt in aanmerking ('eligible') en 26% is reeds afgestemd ('aligned') op basis van de huidige definities. Verder komt 52% van de totale capex in aanmerking ('eligible') en kan deze als afgestemd ('aligned') beschouwd worden.

De omzet van CFE komt voor 81% in aanmerking ('eligible') en situeert zich voornamelijk in de activiteiten bouw en renovatie, elektrische installatie, railinfrastructuur en vast-
goedontwikkeling. De afgestemde ('aligned') omzet in 2022 bedraagt 14% en is grotendeels afkomstig uit de projectontwikkeling van BPI en bouwprojecten zoals ZIN, Serenitas en Wooden van CFE. 90% van de capex komt in aanmerking ('eligible') en 29% kan als afgestemd ('aligned') beschouwd worden.
De omzet van Nextensa komt voor 97% in aanmerking ('eligible'). Deze situeren zich
voornamelijk in vastgoedontwikkeling en de verhuur van vastgoed uit hun eigen investeringsportefeuille. De afstemming ('aligned') in 2022 bedraagt 25% van de omzet vooral dankzij de huurinkomsten van Gare Maritime en de verkoop van Park Lane. 94% van de capex komt in aanmerking ('eligible') en 18% kan als afgestemd ('aligned') beschouwd worden. Ook Monteco is afgestemd en de invloed hiervan zal in de resultaten van volgend jaar zichtbaar zijn.

De verslaggeving met betrekking tot de EU
Taxonomie voor Delen Private Bank en Bank Van Breda is opgenomen in de respectievelijke duurzaamheidsverslagen en jaarverslagen beschikbaar in Q2 op hun website.
84% beheerde activa hebben innovatiebeleid
Constante innovatie maakt bedrijfsmodellen duurzaam. Hierbij wordt gedacht aan het ontwikkelen van nieuwe product/marktcombinaties die inspelen op nieuwe noden, wat zowel kan slaan op de ontwikkeling van nieuwe, dan wel het verbeteren van bestaande producten en diensten. Er kan ook ingezet worden op het goedkoper, sneller en kwalitatief beter maken van operationele processen (o.a. zowel het verzekeren van de aanvoerketens als het zich eigen maken van een groter deel van de waardeketen). Innovatie wordt bij AvH ruim geïnterpreteerd en er bestaat een nauwe link met 'operational excellence'-programma's. Deze aspecten helpen de risico's en kosten van de operaties te beheren, alsook het creëren van opportuniteiten, waarbij zowel ecologische, sociale als operatonele aspecten aangepakt worden.
AvH wenst als verantwoordelijke en actieve partner dat participaties de klemtonen van hun innovaties afstemmen op hun bedrijfsstrategie. Er wordt gewerkt op de hefbomen die de grootste impact kunnen bewerkstelligen en er wordt voldoende aandacht gegeven aan de lange termijn. Dergelijke aansturing zorgt ervoor dat de ingezette middelen overeenstemmen met die doelstellingen waarbij de resultaten regelmatig geëvalueerd worden. Dit draagt ook bij tot de bedrijfscultuur. Daarom moedigt AvH haar participaties aan een innovatiebeleid en bijhorende processen te formaliseren en dit jaarlijks door de respectievelijke raden van bestuur te laten evalueren. Dit proces wordt in de groep opgevolgd via de ESG-vragenlijst.
Elke participatie is verantwoordelijk voor haar innovatiestrategie. De rol van AvH bestaat uit (1) het aanreiken of onderling uitwisselen van sectoroverkoepelende methodologieën en beste praktijken, al dan niet onder begeleiding van experten, (2) het opvolgen van de aansturing van het innovatiebeleid in de raden van bestuur en (3) het punctueel bijstaan van participaties dan wel aanreiken van experten of netwerken.
In 2020 en 2021 liep er bijvoorbeeld een traject gebaseerd op '10 Types of Innovation' van Larry Keeley, gefaciliteerd door een externe consultant, waar 16 participaties aan deelnamen. De impact van deze sessies weerspiegelt zich door een verdere groei van de beheerde activa in de AvH-portefeuille waar het innovatiebeleid geformaliseerd en doorgesproken werd (van 72% in 2020 naar 84% in 2022). Het is de bedoeling in 2023 op de gemaakte vooruitgang terug te blikken en verdere mogelijke acties in kaart te brengen. In 2022 werd er een werksessie georganiseerd rond datagedreven organisaties en werden interessante gevalstudies bekeken.
SIPEF heeft het ESG-beleid rond verantwoorde plantages ('Responsible Plantation policy') uitgebreid met de pijler 'Innovatie en continue verbetering'.
SIPEF erkent het aanzienlijke potentieel en belang van innovatie bij het verbeteren van de productiviteit, kwaliteit en circulariteit. Er wordt gefocust op (1) duurzaam en optimaal gebruik van land, (2) efficiënte productie en verwerking, (3) kwaliteitsverbetering en (4) verbetering van de ziektebestendigheid van toekomstige gewassen.
Nextensa heeft haar innovatiebeleid geformaliseerd, waarbij het focust op duurzame oplossingen door (1) gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen in nieuwe realisaties en (2) het verbeteren van technische prestaties en een gezonde werkomgeving in de gebouwen in de portefeuille.
SIPEF I Plantage met oliepalmen in volle maturiteit

Nextensa I Gare Maritime
DEME hanteert sinds een aantal jaren doorgedreven en bedrijfsbrede innovatieprocessen, via de 'Drive' en 'Excel' programma's. Zij worden aangestuurd door een Innovation Board waar de bedrijfstop actief meedenkt. Dit wordt ondersteund door een interne innovatiecel met antennes in de diverse bedrijfseenheden en gestructureerde samenwerking met externe partijen zoals universiteiten.
Delen Private Bank heeft continue verbetering en digitalisering in haar DNA, waardoor innovatie gedragen wordt door alle afdelingen van de organisatie. Digitalisering gecombineerd met een persoonlijke begeleiding door de relatiebeheerders leidt tot een veilige en efficiënte service die het verschil maakt voor het cliënteel.
Mediahuis voert een actief innovatiebeleid waarbij een 'interne innovatie'-aanpak, gericht op onder meer de ontwikkeling van digitale processen, marktplaatsen of nieuwe diensten, aangevuld wordt met een 'Corporate Venture Capital'-aanpak rond aansluitende of grensverleggende bedrijfsmodellen (onder meer in de EdTech-sfeer).

Mediahuis I Aachener Zeitung Rent-A-Port I BStor
CFE integreert innovatie en duurzaamheid om te bouwen aan de wereld van morgen. Bij BPI werden nieuwe modellen uitgewerkt rond de EU Taxonomie, circulariteit en houtskeletbouw. Bij CFE krijgt 'lean' veel aandacht om de bouwprocessen verder te verbeteren.
Rent-A-Port investeerde in de lancering van het eerste grootschalig batterijpark voor energieopslag op het Belgisch hoogspanningsnet (BStor).
AvH investeerde in 2022 in AstriVax dat focust op innovaties in de ontwikkeling van nieuwe vaccins.
Biolectric is gespecialiseerd in de productie en installatie van biogasinstallaties (pocketvergisters) op basis van mest bij landbouwers en omzetting naar groene energie.
Biotalys wint met Evoca de World BioProtection Award 2022 voor beste biofungicide.

| AvH materiële onderwerpen |
Doel | KPI | Trend | 2022 | 2021 | 2020 | SDG impact |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Deugdelijk bestuur | ESG-beleid | ||||||
| AvH Corporate governance charter |
|||||||
| AvH Auditcomité | |||||||
| AvH Remuneratiecomité | |||||||
| Talentontwikkeling | 5 dagen | Gemiddeld aantal dagen opleiding per persoon |
8,3 | 9,7 | 4,9 | ||
| Kosten voor training (% algemene kosten) |
518.771 euro (2,7%) |
534.204 euro (2,8%) |
392.474 euro (2,35%) |
||||
| > 10 jaar | Gemiddeld aantal jaren relevante ervaring per persoon in investeringsteam |
19,8 jaar | 19,5 jaar | 19,8 jaar | |||
| < 10% | Gemiddeld verloop werk nemers in investeringsteam (excl. intragroep en pensione ring, gemiddelde 3 jaar) |
3% | 1% | 1% | |||
| 90% | Evaluatie - 'performance review' |
100% | 100% | 100% | |||
| CO2 -emissies AvH als investerings maatschappij |
30% reductie (scope 1 & 2, basisjaar 2022 - in 2030) |
Scope 1-emissies - directe uitstoot (ton CO2 -equivalenten) (1, 2) |
202 | 197 | 192 | ||
| Scope 2-emissies - indirecte uitstoot (ton CO2 -equivalenten) (1, 3) |
57 | 32 | 30 | ||||
| Scope 3-emissies - zakenreizen (ton CO2 -equivalenten)(1, 4) |
210 | 7 | 25 |
(1) De emissiefactoren zijn afkomstig van DEFRA en het Internationaal Energieagentschap (IEA) (elektriciteitsverbruik), overeenkomstig de methodologie van het GHG-protocol. (2) Scope 1-emissies zijn directe emissies ten gevolge van verwarming, brandstofverbruik door voertuigen en lekkage van koelmiddel.
(3) Scope 2-emissies zijn indirecte emissies die worden veroorzaakt door de opwekking van elektriciteit die wordt gekocht en verbruikt. (4) Scope 3-emissies m.b.t. de investeringsmaatschappij betreffen indirecte emissies veroorzaakt door zakenreizen.
Over de aanpak en invulling inzake deugdelijk bestuur kan meer informatie gevonden worden in de sectie Verklaring inzake deugdelijk bestuur op pagina 24 in het jaarverslag.
Het welslagen van een onderneming is afhankelijk van de vaardigheden, persoonlijkheden, motivatie en ervaringen van de medewerkers. Als werkgever streeft AvH ernaar haar medewerkers een goede werkomgeving aan te bieden, waarin ethisch en respectvol handelen centraal staat. Er wordt continu gewerkt aan talentontwikkeling. AvH streeft naar teams met diverse vaardigheden en ervaring, die de managementteams bij de participaties versterken. Een laag verloop zorgt ervoor dat de medewerkers maximaal de waarden van AvH uitdragen.

Anke Jeurissen Head of Legal - Bank Van Breda
"Bij AvH zijn er ook binnen de groep volop kansen. Dit heeft voor mij tot een prachtige opportuniteit geleid om over te stappen van AvH naar Bank Van Breda. Ik blijf verbonden met mijn AvH-collega's!"
| 8,3 | gemiddeld aantal dagen opleiding per persoon |
|---|---|
| 19,8 | gemiddeld aantal jaren relevante ervaring per persoon in het investeringsteam |
| 3% | verloop werknemers in het investeringsteam (excl. intragroep en pensionering, gemiddelde 3 jaar) |
| 100% | medewerkers ontvingen een evaluatie ('performance review') |
Kansen benutten en vergroten alsook waarde toevoegen staan centraal in AvH's HR-beleid. Daarom wordt ingezet op het creëren van opportuniteiten, feedbackloops, alsook op mentoring en ontwikkeling. Doorgroeiperspectief wordt actief ondersteund door voor elke vacature af te toetsen of er interne kandidaten zijn. Ook de opportuniteiten bij de participaties worden gescreend.
De eindejaarsgesprekken hebben tot doel te onderzoeken hoe iedere medewerker kan groeien, als mens en als professional, in lijn met de strategische ambities van AvH. De thema's waarin collega's in 2022 zijn gegroeid, zijn divers. Naast verbindend communiceren kwamen ook thema's aan bod als slimmer werken door efficiënter software applicaties te gebruiken, onderhandelen, persoonlijke coaching, rol als bestuurder, presentatie- en communicatietechnieken, taaltraining, teamontwikkeling, aanscherpen van corporate finance skills en inzichten in globale trends. Tevens werd de AvH Academy opgestart waar updates over diverse juridische, financiële, HR- en ESG-domeinen worden aangeboden.
AvH leeft de toepasselijke CAO's op sectorniveau na en gaat zelfs verder op bepaalde vlakken. Zo hanteert AvH als doel dat haar medewerkers gemiddeld 5 dagen opleiding per jaar krijgen. Dit doel werd in 2022 ruim behaald met 8,3 opleidingsdagen per medewerker.
| KPI | 2022 | 2021 | 2020 | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| AvH medewerkers |
Totaal aantal medewerkers |
38(*) | 37 | 36 | ||
| (in headcount) | België | 36 | 36 | |||
| India Zuidoost-Azië |
2 | 1 | ||||
| Diversiteit man/vrouw |
21 / 17 | 20 / 17 | 19 / 17 | |||
| België | 19 / 17 | 19 / 17 | 19/17 | |||
| India Zuidoost-Azië |
2 / 0 | 1 / 0 | 0 / 0 | |||
| AvH investerings |
Totaal aantal medewerkers |
22 | 23 | 21 | ||
| team (in headcount) |
Diversiteit man/vrouw |
17 / 5 | 17 / 6 | 15 / 6 | ||
| Diversiteit op basis van studieachtergrond | ||||||
| Economisch | 43% | 43% | 43% | |||
| Juridisch | 15% | 23% | 24% | |||
| Wetenschappelijk | 33% | 23% | 21% | |||
| Andere | 9% | 11% | 12% |
• Diversiteit, gelijkheid en inclusie
(*) 2022: 33,86 FTE: 17,9 mannen, 15,9 vrouwen; alle medewerkers zijn permanente medewerkers

Robin Muller Management assistant
"Als receptionist werd ik door onze investment associates betrokken bij verschillende analyses. Mijn talenten werden ook ingezet en gewaardeerd in de stuurgroep digital4you. Talent management over de grenzen van je functie heen. Fantastisch!"
Het AvH-beleid rond diversiteit, gelijkheid en inclusie ('diversity, equity and inclusion' of DEI) focust op het vergroten van de invalshoeken waarmee naar diversiteit wordt gekeken, zowel op het niveau van de investeringsmaatschappij als bij de participaties. In 2022 werden ook workshops met en voor de participaties georganiseerd rond het opzetten van een DEI-beleid en inclusief leiderschap.
AvH neemt maatregelen om de diversiteit van de instroom te verbeteren in een sector die nog als zeer mannelijk wordt ervaren. Ze doet dit door genderneutrale vacatures op te stellen en in sollicitaties een evenwichtige verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten na te streven.
AvH hanteert een ruimere blik op diversiteit in haar investeringsteam door te kijken naar studie-, culturele en werkachtergrond. Voor de verdere uitbouw van haar activiteiten in India en Zuidoost-Azië werd een tweede investeringsmanager aangeworven. Dit laat toe betere inzichten te verkrijgen in de lokale cultuur en dichter te staan bij de participaties in die regio. Bij de samenstelling van teams worden zowel de technische vaardigheden als de persoonsgebonden vaardigheden meegenomen, zodat het team divers en complementair opgebouwd is.
AvH neemt de mentale en fysieke veerkracht van haar medewerkers ter harte. Er wordt een vinger aan de pols gehouden door bevragingen over veerkracht en op structurele wijze een pallet aan opties aangeboden om die te ondersteunen (gaande van gezonde voeding, sport, yoga, meditatie, individuele coaching en een beleid rond vergader- en emailhygiëne). Tevens helpen de werkomgeving en het beleid rond telewerk en flexibele uren om de effectiviteit te verhogen.
In de medewerkersbevraging gelanceerd in het vierde kwartaal van 2022, werd welzijn geïntegreerd om een eerste nulmeting vast te stellen. De bevraging toonde aan dat AvH over het algemeen zeer goede scores behaalde. Het concrete actieplan op basis van de nulmeting wordt in 2023 gefinaliseerd.
De activiteiten van AvH als investeringsmaatschappij hebben slechts een beperkte impact op het milieu en zijn daarom niet materieel (geen eigen productie- of dienstenactiviteiten). Het personeelsbestand telt 38 mensen. AvH onderschrijft het respect voor de mensenrechten, zoals opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Vanuit het perspectief van rolmodel integreert AvH duurzaamheid ook in haar eigen bedrijfsvoering. De groep beveelt eenzelfde engagement aan bij haar medewerkers als bij de participaties.
De CO2 -voetafdruk van 2022 is gestegen t.o.v. 2020 en 2021 aangezien de cijfers van voorgaande jaren geïmpacteerd waren door de COVID-19 pandemie (thuiswerk, weinig tot geen zakenreizen, etc.). Aangezien AvH een voorbeeldfunctie heeft, werd er in 2022 een doel vastgelegd met betrekking tot haar eigen activiteiten op het niveau van de investeringsmaatschappij. AvH engageert zich om 30% CO2 te reduceren tegen 2030 (scope 1 en 2 - basisjaar 2022). Er wordt ingezet op:
De uitstoot van haar bedrijven in portefeuille, doorlichting van de CO2 -reductieplannen alsook de ambitie op portefeuilleniveau wordt verder besproken in sectie 4 - AvH als verantwoordelijke en actieve partner. AvH rapporteert sinds 2022 (over 2021) ook aan CDP (zie meer details sectie 3.1 Integratie ESG-factoren in bedrijfsmodel - Externe validatie (ESG-ratings en -beoordelingen)).
AvH draagt bij tot een menswaardige samenleving via haar mecenaatsbeleid. In Antwerpen gaan kunst en ondernemerschap hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Galerijen, musea, kunstenaars en wetenschappers hebben een grote toegevoegde waarde voor de samenleving. Tegelijkertijd wenst AvH ook in te zetten op het vergroten van kansen voor iedereen in de samenleving. In 2022 ondersteunde AvH (exclusief de inspanning op dat vlak via de participaties) ten belope van 366.000 euro projecten op het vlak van cultuur, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding of mensenrechten. De voornaamste projecten worden in het overzicht weergegeven.

In dit hoofdstuk wordt voor de 4 materiële participaties vanuit een ESG-perspectief aangegeven welke thema's een potentieel materieel belang kunnen hebben voor de AvH-groep, welke acties de participaties hebben ondernomen in 2022 op die aspecten, hoe dit moet gekaderd worden in hun ESG-beleid en welke doelstellingen ze hierbij nastreven. De geboekte vooruitgang wordt, waar mogelijk, aan de hand van KPIs aangegeven. De participaties werken op meer thema's en concrete programma's dan hier vermeld. Deze kunnen een materieel belang hebben voor de betrokken participaties, maar worden niet opgenomen omdat ze geacht worden geen potentiële materiële financiële impact te hebben op AvH. AvH ondersteunt via de raden van bestuur van participaties deze initiatieven, zonder dat deze in dit verslag gerapporteerd worden.
DEME is actief op het gebied van baggerwerken, oplossingen voor de offshore energiesector, maritieme infrastructuur en milieuwerken. De ESG-thema's van DEME die materieel beschouwd worden op AvH-niveau zijn gegroepeerd in 4 grote thema's: 'Klimaat en energie' (inclusief energietransitie, energie-efficiëntie en broeikasgasemissies), 'Gezondheid en veiligheid', 'Duurzame innovatie' en 'Bedrijfsethiek'. DEME wordt beschouwd als een pionier in haar sector op het vlak van energietransitie en duurzame innovatie.
DEME heeft haar materialiteitsmatrix in 2022 geactualiseerd op basis van een externe beoordeling van ESG-risico's, met als voornaamste doel de business impact van haar relevante ESG-risico's beter in te schatten.
Op basis van de huidige interpretatie van de regels kan de activiteit van DEME op het gebied van offshore windenergie en spoorweginfrastructuur worden be-
(2) Broeikasgasemissies scope 1 & 2: DEME volgt het Greenhouse Gas Protocol (ISO14064).
met conventionele brandstof ('marine gas oil'). Koolstofarme brandstoffen omvatten LNG (vloei-
(3) De 'low carbon fuels' betreffen de brandstoffen waarvoor de CO2
baar aardgas) of gemengde biobrandstof.
Geïnteresseerde lezers kunnen meer informatie over het ESG-beleid en realisaties van de bedrijven vinden in het activiteitenverslag van dit jaarverslag, alsook in de individuele verslagen of op de websites van de respectievelijke participaties. De materialiteitsmatrix van elk van de participaties kan teruggevonden worden op de AvH-website en bij de respectievelijke bedrijven.
Meer informatie met betrekking tot de AvH ESG-aanpak kan teruggevonden worden op de website: www.avh.be/nl/sustainability
schouwd als in aanmerking ('eligible') en grotendeels afgestemd ('aligned) op de EU Taxonomie. Op basis van de huidige definities komt 29% van de totale omzet in aanmerking ('eligible') en is 26% afgestemd ('aligned'). 52% van de capex komt in aanmerking ('eligible') en is ook afgestemd ('aligned'). Daarmee bevestigt DEME ook volgens deze methodologie haar voortrekkersrol.
| Andere ESG-thema's materieel voor DEME |
||
|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| Klimaat en | EU Taxonomie: % omzet | |||
| energie | in aanmerking ('eligible') | 29% | 28% | |
| afgestemd ('aligned') | 26% | 24% | ||
| Verdeling van omzet naar activiteit in 2022 | EU Taxonomie: % capex | |||
| in aanmerking ('eligible') | 52% | 32% | ||
| afgestemd ('aligned') | 52% | 32% | ||
| 7% | MW geïnstalleerde funderingen ('Contributed Capacity')(1) |
2.798 | 1.867 | 2.499 |
| 36% | MW geïnstalleerde windturbines | 440 | 2.378 | 1.477 |
| Offshore Energy 57% Dredging & Infra |
MW offshore wind (in economische eigendom) |
144 | 144 | 144 |
| Environmental | GHG in kton CO2 -equivalent(2) |
653 | 833 | 660 |
| waarvan scope 1 | 652 | 832 | 659 | |
| (1) De 'Contributed Capacity' wordt berekend door het totale aantal funderingen dat door DEME is | waarvan scope 2 | 1 | 1 | 1 |
| geïnstalleerd tijdens de rapporteringsperiode te tellen en te vermenigvuldigen met de overeenkom stige turbinecapaciteit. De turbinecapaciteit refereert naar het nominale vermogen van de turbine. |
Koolstofarme brandstoffen ('low carbon fuels')(3) | |||
| Het is het vermogen dat de turbine genereert voor windsnelheden boven het "nominale niveau". Elke geïnstalleerde turbine heeft een specifiek nominaal vermogen, uitgedrukt als aantal MW. |
% versus totaal verbruikte brandstoffen | 6% |
-uitstoot lager is in vergelijking

Gezondheid en veiligheid
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| Frequentiegraad ongevallen(1) | 0,23 | 0,19 | 0,19 |
(1) Aantal ongevallen met arbeidsongeschiktheid (wereldwijd) x 200.000, gedeeld door het aantal werkuren.
Duurzame innovatie en bedrijfsethiek
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| Innovatie initiatieven | 12 | 14 | 18 |
| Groene initiatieven | 127 | 125 | 128 |
| Permanente evaluatie compliance | |||
| % compliance training staff | 99% | 99% | 97% |
DEME zet haar ambitieuze strategie om de energietransitie te versnellen voort en wil haar operaties verder uitbreiden doorheen Europa, Azië en de Verenigde Staten. In 2022 komt dit tot uiting in het bereiken van verschillende mijlpalen, zoals de voltooiing van de installatie van 80 funderingen in het offshore windpark Saint-Nazaire in Frankrijk, de voltooiing van de installatie van 38 windturbines met de eerste recycleerbare bladen in het offshore windpark Kaskasi van RWE en de toekenning van de ontwikkeling van twee concessies met een capaciteit van 1 GW in het uiterst competitieve zeebodemleaseproces van ScotWind in Schotland. Daarnaast werd op 23 juni 2022 de nieuwe havenconcessie Port-La-Nouvelle in Frankrijk ingehuldigd met DEME Concessions als een van de aandeelhouders van het publiek-private partnerschap SEMOP. Het consortium wil Port-La-Nouvelle ontwikkelen tot een duurzame groene haven. De haven zal in de beginfase de volumes van traditionele ladingen zien toenemen, maar zal streven naar duurzame stromen die de energietransitie ondersteunen. Het project Moray East, waarvoor DEME Offshore de EPCI-aannemer (aannemer verantwoordelijk voor ontwerp, aankoop, bouw en installatie) was, werd bekroond als 'Best Offshore Wind Farm' tijdens de allereerste Global Offshore Wind Awards van RenewableUK.
DEME werkt ook aan andere vormen van hernieuwbare energie, waaronder de productie, de opslag en het vervoer van groene waterstof. Op 15 juni 2022 ondertekende HYPORT Coordination Company (een joint venture tussen DEME Concessions en OQ Alternative Energy) een tweede grondreserveringsovereenkomst voor de bouw van een productiefaciliteit voor groene waterstof en ammoniak met een elektrolysecapaciteit van 500 MW in Duqm (Oman). De waterstoffabriek HYPORT Duqm zal worden gevoed met hernieuwbare elektriciteit geproduceerd door windmolens en zonnepanelen met een gecombineerde geïnstalleerde capaciteit van ongeveer 1,3 GW.
De duurzaamheidsambities van DEME komen ook tot uiting in haar moderne, innovatieve vloot. Bij nieuwe schepen wordt er geopteerd voor dual fuel-motoren en warmterecuperatie. De Orion is het eerste monohull-schip dat de installatie van megafunderingen in drijvende omstandigheden kan uitvoeren, waardoor de installatietijd drastisch wordt teruggebracht. De Orion beschikt over dual fuel-motoren. Zo werkte het schip op LNG voor het project Arcadis Ost 1, resulterend in een kleinere CO2 -voetafdruk van de werkzaamheden. DEME heeft ook een overeenkomst gesloten met de Noorse rederij Eidesvik voor de aankoop van het DP3 offshore installatieschip Viking Neptun. Dit schip voldoet aan de recentste emissienormen en is uitgerust met geavanceerde milieutechnologie, waaronder een batterijpakket om de beste brandstofefficiëntie in haar klasse te behalen. Voorts investeert DEME in een nieuw valpijpschip om haar capaciteiten op de offshore energiemarkt te versterken. Een bulkcarrier zal worden omgebouwd tot een valpijpschip met dynamische positionering dat volledig zal voldoen aan de recentste emissienormen en voorzien zal zijn van de nieuwste milieutechnologie. Voor de schepen Bonny River en Spartacus heeft DEME de bijkomende klasseaanduiding 'Sustainableship -1' verkregen. Het zijn de eerste baggerschepen ter wereld die deze nieuwe bijkomende klasseaanduiding bekomen.
Om te vermijden dat er tijdens projecten LTI's (ongevallen met verzuim) plaatsvinden, heeft DEME extra maatregelen genomen. Het organiseerde de Safety Stand Down 'LTI's - What is going wrong' en besteedde op de jaarlijkse Safety Moment Day aandacht aan veiligheidssuccessen. Een van die succesverhalen was de uitschuifbare ladder voor rupsgraafmachines waarmee de operator op een veilige manier van de machine kan stappen. Hiervoor ontving DEME de IADC Safety Award 2022.
99% van de DEME medewerkers heeft de jaarlijkse interne compliance-opleiding gevolgd. Bedrijfsethiek blijft een continue focus voor DEME waarbij de processen voortdurend verfijnd worden.
Om de drie jaar organiseert DEME de DEMEx-campagne, een driedaags evenement dat in het teken staat van transformatieve innovatie. Dit initiatief draait om het verzamelen en steunen van interne bedrijfsideeën die de manier waarop DEME denkt, handelt en impact heeft op haar omgeving, nu en in de toekomst, ingrijpend kunnen veranderen.
DEME Offshore is met het oog op haar actieplannen inzake reductie van haar ecologische voetafdruk een partnerschap aangegaan met SSE - het Powering Net Zero Pact. Het gaat om een samenwerking binnen de offshore industrie om verschillende belanghebbenden inzake de energietransitie te betrekken.
Naast de verwezenlijkingen op het gebied van offshore windenergie en andere vormen van hernieuwbare energie, wil DEME een rol spelen in de overgang naar de circulaire economie. Het wil geïntegreerde circulaire oplossingen bieden voor bodemsanering, brownfieldontwikkeling, milieubaggeren en sedimentbehandeling. In maart 2022 kondigden DEME Environmental (de milieuspecialist van de DEME-groep) en industrieel dienstverlener Mourik verdere investeringen aan in hun grondrecyclagecentra in Kallo in de haven van Antwerpen en in Heusden-Zolder (België) om de reiniging van PFAS-houdende grond mogelijk te maken. Met de investering in Kallo zullen DEME en Mourik jaarlijks 300.000 ton met PFAS vervuilde grond kunnen reinigen.
In november 2022 ondertekenden DEME en de Suez Canal Authority een samenwerkingsovereenkomst om een haalbaarheidsstudie uit te voeren voor een baanbrekend project in Egypte om het ecosysteem van het Bardawilmeer te herstellen en het schiereiland Noord-Sinaï groener te maken. Dit project zal de watercyclus helpen herstellen en de visproductie in het Bardawilmeer stimuleren.
Om de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen van DEME in alle aspecten van haar activiteiten te realiseren, heeft de groep in februari 2022 al haar langlopende leningen omgezet in 'sustainability linked loans'. Dit belangrijke engagement onderstreept de visie van DEME om een duurzame toekomst te realiseren en vertegenwoordigde op 31 december 2022 een totale kredietwaarde van 842,9 miljoen euro. De commerciële voorwaarden van deze leningen zijn rechtstreeks gekoppeld aan de prestaties van DEME op het vlak van duurzaamheid in twee domeinen: (1) veiligheid op het werk en (2) koolstofarme brandstof die aansluiten op twee materiële thema's van haar materialiteitsmatrix. Veranderingen in kernprestatie-indicatoren (KPIs) zullen leiden tot aanpassingen van de rentemarges die op de leningen worden toegepast. Voor 2022 behaalde DEME de doelstelling inzake koolstofarme brandstof.
In 2022 slaagde DEME Offshore erin haar EcoVadis-score verder te verbeteren wat het bedrijf een gouden medaille opleverde. DEME Offshore behaalde ook de CDP-score B voor 2022.

Ook extern wordt de aanpak van DEME op prijs gesteld. Op 30 november 2022 won DEME de Trends Global Impact Awards, de meest prestigieuze awards
in België voor bedrijven die met hun projecten duurzame waarde creëren voor onze samenleving. Impact is iets waar DEME voor staat. Dit is een waardevolle erkenning van de inspanningen en manier van werken van iedereen bij DEME. De prijs moedigt DEME aan om de weg naar een duurzamere toekomst voort te zetten.

Luc Vandenbulcke CEO DEME Group
"Veel van de projecten die DEME realiseert binnen de verschillende segmenten ondersteunen de energietransitie en de transitie naar een duurzamere wereld."
DEME kreeg ook de International Marine Contractors Association (IMCA) Award voor haar interne milieucampagne. Deze campagne had tot doel het milieubewustzijn te vergroten en moedigde projectlocaties, schepen en kantoren wereldwijd aan om actie te ondernemen rond 7 thema's, van energieverbruik tot het voorkomen van water- of bodememissies.
Meer informatie over duurzaamheid is beschikbaar in het geïntegreerd jaarverslag van DEME en op de website Sustainability | DEME Group (www.deme-group.com/sustainability)
DEME I Van links naar rechts: Orion - Boven: SeaMade - Onder: Port La Nouvelle

Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particulieren. Op basis van de materiële thema's van Delen Private Bank en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau worden 'Vermogensbescherming', 'Verantwoord investeringsbeleid', 'Bedrijfsethiek' en 'Bescherming van data en privacy' als materieel beschouwd op AvH-niveau.
Delen Private Bank actualiseert haar materialiteitsmatrix in 2022/2023 op basis van (1) een analyse van de business impact van elk onderwerp en (2) een bevraging bij verschillende interne en externe belanghebbenden (o.a. werknemers, leden van de raad van bestuur, klanten, etc.).
Vermogensbescherming is een prioriteit voor de klanten van Delen Private Bank. De bank streeft ernaar de klantentegoeden zorgzaam en proactief te beleggen. Naast de gebruikelijke gedegen financiële analyse, worden ook niet-financiële parameters geïntegreerd in het beheerproces. De dagelijkse implementatie van het verantwoord investeringsbeleid, dat de voorbije 5 jaar werd verbreed en verdiept, verzekert een langetermijndenken en risicobeperking.
Als lid van UN PRI zet Delen Private Bank zich consequent in om haar investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken door verschillende ESG-gerelateerde criteria te integreren. De jaarlijkse evaluatie door UN PRI vormt een van de KPIs, waarbij de 4 (op 5) sterren Delen Private Bank aanmoedigen om verder te gaan op de ingeslagen weg.
| ESG-thema's materieel voor AvH |
Andere ESG-thema's materieel voor Delen Private Bank |
|---|---|
| Vermogensbescherming | Klantentevredenheid |
| Verantwoord investeringsbeleid |
Werknemerstevredenheid |
| Bedrijfsethiek | Innovatieve ingesteldheid |
| Bescherming van data en privacy |
Talent management |
| Financiële veerkracht |
Verder monitort en communiceert Delen Private Bank open over de CO2 -intensiteit van haar patrimoniale fondsen. De doelstelling daarbij is dat de CO2 -intensiteit van deze fondsen lager ligt dan die van de globale benchmark (bv. MSCI ACWI). Naast de integratie van niet-financiële parameters, zet Delen Private Bank ook sterk in op engagement met de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt. Hiervoor werd een partnership afgesloten met EOS van Federated Hermes om in dialoog te gaan met bedrijven op een globale schaal op het vlak van ESG-aangelegenheden.
Bedrijfsethiek is bijzonder relevant voor een bank. Financiële instellingen spelen immers een sleutelrol in het economische weefsel van een land en bij de vermogensopbouw en -bescherming van individuen. Vanuit haar kernwaarden heeft Delen Private Bank een overkoepelend integriteitsbeleid opgesteld dat alle medewerkers geacht worden naar geest en letter te respecteren.

Duurzaam beleggen
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| Fondsen met opvolging verantwoord investeren (miljard euro) |
31,8 | 35,4 | 29,5 |
| Engagement scope(1) | 72% | 70% | 71% |
| Gemiddelde ESG-rating eigen fondsen(2) |
19,7 | 19,4 | 19,7 |
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| CET1-ratio | 38,1% | 38,0% | 40,5% |
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| Net Promoter Score(3) | n.a. | 58 | n.a. |
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| GHG in kton CO2 -equivalent(4) |
1,4 | 1,7 | 1,4 |
| waarvan scope 1 | 1,33 | 1,4 | 1,1 |
| waarvan scope 2 | 0,03 | 0,3 | 0,3 |
(1) Verhouding van het aantal bedrijven waarmee een engagementprocedure loopt tegenover het totaal aantal bedrijven in portefeuille. Het engagementprogramma legt prioriteiten op naargelang de urgentie van bepaalde thema's, de openheid van het bedrijf in kwestie en de mogelijke impact van een bepaalde engagementactie (exclusief JM FInn).
(2) Sustainalytics: ESG-risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score een lager risico impliceert. Een score van 20 wordt als een laag risico beschouwd (exclusief JM FInn).
(3) Tweejaarlijkse meting (exclusief JM FInn)
(4) Broeikasgasemissies scope 1 & 2 (België en het Verenigd Koninkrijk)
Bescherming van data en privacy krijgt aanzienlijke aandacht binnen de bank, tegen de achtergrond van wereldwijd toenemende cybercriminaliteit. Delen Private Bank investeert sterk in haar IT-systemen en ondersteunende diensten om de wettelijke verplichtingen na te leven en de bescherming van data en privacy te vrijwaren. Delen Private Bank sensibiliseert continue haar eigen werknemers en het cliënteel, en benadrukt het belang van een secure, veilige organisatie. Naast adequate IT-systemen en ondersteunende diensten, speelt ook het personeel immers een belangrijke rol.
Klantentevredenheid blijft nog steeds een topprioriteit voor Delen Private Bank. In navolging van de klantentevredenheidsenquête in 2019 werd er in 2021 een nieuwe enquête uitgevoerd, waar de bank de NPS (Net Promoter Score) zag toenemen naar 58. Dit resultaat maakt duidelijk dat klanten de open en heldere communicatie tijdens de COVID-19 crisis apprecieerden. Tijdens het moeilijke beursjaar 2022 werd die lijn verder doorgetrokken. Door de klanten goed te informeren en een perspectief te bieden werd de klantentevredenheid verder versterkt, zoals blijkt uit de gunstige kapitaalinstromen. Het blijft de ambitie van de bank om dit verder op te volgen. In 2023 zal dan ook opnieuw een klantenenquête uitgevoerd worden.
Op bedrijfsniveau monitort Delen Private Bank nauwgezet haar ecologische voetafdruk. In 2022 werd beslist om volledig over te schakelen naar elektrische wagens en werd een fietsaankoopbeleid op poten gezet. Sinds 2022 zijn de Belgische kantoren overgeschakeld op Europese groene elektriciteit.
De ontwikkeling en het welzijn van haar personeel betekent voor Delen Private Bank een belangrijke hefboom om haar activa te beschermen en risico's te mitigeren. De bank besteedt derhalve veel aandacht aan het ontwikkelen van haar menselijk kapitaal, het welzijn van haar werknemers en diversiteit. In 2022 werd er zoveel mogelijk terug op kantoor gewerkt om de persoonlijke contacten tussen collega's te bevorderen.

Michel Buysschaert CEO Delen Private Bank
"Onze natuurlijke reflex om zorg te dragen voor alles wat waardevol is, en om onze relaties aan te gaan vanuit een langetermijnperspectief, sluit perfect aan bij het beleid rond milieu-aspecten, sociale verantwoordelijkheid en goed bestuur."
De bank deed in 2022 uitzonderlijke inspanningen om nieuw talent aan te trekken, met een sterke stijging van het aantal personeelsleden tot gevolg. Het is de ambitie van Delen Private Bank om haar interne systemen rond 'learning & development' verder te blijven ontwikkelen zodat ieders talenten en ambities ontwikkeld en gevoed worden.
Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is vanaf Q2 2023 beschikbaar in het duurzaamheidsverslag van Delen Private Bank en op de website Duurzaamheidsbeleid | Delen Private Bank (www.delen.bank/nl-be/ over-ons/duurzaamheidsbeleid)

Ook het collaboratieve aspect van UN PRI is niet te onderschatten: binnen de financiële sector kunnen investeerders van elkaar leren en samenwerken om maatschappelijke problemen resoluut aan te pakken. Zo ondersteunt Delen Private Bank via haar partnership met EOS het initiatief ClimateAction100+. Zij sporen 's werelds belangrijkste broeikasgasemittenten aan om maatregelen te nemen tegen de klimaatverandering en om de energietransitie te versnellen.
Bank Van Breda is een gespecialiseerde adviesbank actief in België die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. De materialiteitsmatrix werd niet substantieel veranderd in 2022. De ESG-thema's 'Veilige haven', 'Bedrijfsethiek' en 'Bescherming van data en privacy' die materieel beschouwd worden op AvH-niveau, worden hieronder toegelicht.
Onder 'Veilige haven' valt inherent het bewaken van de financiële stabiliteit van de bank ten voordele van haar klanten, en in ruimere zin van het Belgisch economisch weefsel. Door een voorzichtig beleid werd het eigen vermogen van de bank in het verleden op geen enkel moment aangetast tijdens crisisperiodes of in turbulent financiële markten. De bank heeft nooit staatssteun gekregen. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio) bedraagt 8,1%. Dit is een veelvoud van de 3% die de toezichthouders voorzien en een van de hoogste in de Belgische banksector.
Tijdens de coronacrisis stonden ondernemers en vrije beroepen in het oog van de storm. De verstoorde toeleveringsketens, de energiecrisis, de 'war for talent', de onverwachte inflatie-opstoot en de impact op de personeelskosten gecombineerd met de rentestijgingen maakten de situatie voor velen extra uitdagend. De bank bevestigde haar rol als veilige haven en koos ervoor dicht bij de klant te staan. Zowel tijdens de corona- als de energiecrisis onderschreef Bank Van Breda de charters voor betaaluitstel voor specifieke kredieten. Door een gepast risicobeleid bleven de toevoegingen voor kredietvoorzieningen in 2022 beperkt. De veerkracht van haar klanten bleek opnieuw zeer groot te zijn.
Met haar kredietportefeuille richt Bank Van Breda zich tot een heel specifieke niche doelgroep klanten met een economische activiteit in België: vrije beroepen,
| ESG-thema's materieel voor AvH |
Andere ESG-thema's materieel voor Bank Van Breda |
|---|---|
| Veilige haven | Klantentevredenheid |
| Bedrijfsethiek | Respect voor wetten en regelgeving |
| Bescherming van data en privacy |
Vermogensopbouw en -bescherming |
| Verantwoorde beleggingen | |
| Verantwoorde kredieten | |
| Eenvoud en transparantie | |
| Innovatieve ingesteldheid | |
| Personeelstevredenheid |
familiale KMO's en zelfstandige ondernemers. Door deze focus en de Belgische regelgeving ter zake sluit de bank kredietverlening onder andere uit bij volgende situaties: (1) schendingen van mensen- en arbeidsrechten, (2) productie van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie en gas en (3) schending van volksgezondheid en leefmilieu zoals vergiftiging van grondwater of industriële activiteiten in beschermde natuurgebieden.
De bank helpt haar zelfstandige klanten hun pensioenkapitaal op te bouwen en te beschermen. Ook in een moeilijke context met turbulente financiële markten en tegenvallende beursresultaten appreciëren zij het langetermijnadvies van de bank. In een dalend beursklimaat (MSCI World -19%) daalde het totaal toevertrouwd vermogen in 2022 met slechts 2% tot 20,6 miljard euro. De netto aangroei in buitenbalansbeleggingen bedroeg +1,1 miljard euro, maar dat was onvoldoende om de negatieve impact van de dalende aandelen- en obligatiekoersen te compenseren. De Net Promoter Score van 54 bevestigt de hoge klantentevredenheid, ook in een moeilijke economische context. Bank Van Breda scoorde hiermee voor
| Bank Van Breda | |
|---|---|
| Veilige haven |
||
|---|---|---|
| -- | -- | ------------------ |
| Klantentevredenheid | |||
|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2020 | |
| Net Promoter Score | 54 | 53 | 60 |
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| CET1-ratio | 15,5% | 16,8% | 14,7% |
| Provisie voor kredietverliezen (excl. ECL) | -0,01% | 0,01% | 0,02% |
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| Great Place to Work(1) | - | 98% | - |
| Best Workplaces |
|
|---|---|
| Great Place 10 Work. |
BELGIUM 2022 |
Bank Van Breda: Best Workplace 2022
categorie > 500 werknemers
| 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|
| GHG in kton CO2 (2) |
1,5 | 1,4 | - |
| waarvan scope 1 | 1,5 | 1,4 | - |
| waarvan scope 2 | 0 | 0 | - |
(1) Tweejaarlijkse meting - stelling 'Algemeen gesproken kan ik zeggen dat dit een heel goede organisatie is om voor te werken'
(2) Broeikasgasemissies scope 1 & 2
de zesde keer op rij een NPS van meer dan 50. Dit geldt internationaal als een zeer mooie score.
De deontologie en de ethische waarden van het personeel zijn bepalend voor de manier waarop Bank Van Breda in contact treedt met haar klanten en leveranciers. Verder vormen cybercriminaliteit en phishing wereldwijd een groeiende bedreiging. Het belang dat de klanten hechten aan de bescherming van hun persoonsgegevens en respect voor hun privacy neemt toe. De bank voert hiervoor regelmatig sensibiliseringscampagnes. In die context behandelt en beschermt Bank Van Breda ieders gegevens met eerbied voor de wetgeving en regelgeving, op een eerlijke en transparante wijze.
Ondernemers en vrije beroepen vervullen een cruciale rol in de transitie naar een meer duurzame economie. Het belang van ESG-factoren (milieu, sociale verantwoordelijkheid en deugdelijk bestuur) is bij de bespreking van kredietaanvragen verder gegroeid. Een energieprestatiecertificaat (EPC) is sinds 1 januari 2021 standaard bij aanvragen voor leningen voor vastgoed. Energie-efficiëntie, de transitie naar fossielvrije energie en circulair ondernemen worden steeds belangrijker in elk bedrijfsplan voor de toekomst. De bank gelooft dat ze via haar netwerk klanten bij elkaar kan brengen om elkaar hierover te inspireren.
Sinds augustus 2022 worden alle klanten bij beleggingen systematisch bevraagd over hun duurzaamheidsvoorkeuren. De bank zet hierbij in op de combinatie van drie duurzaamheidsstrategieën: uitsluiting, engagement en integratie van niet-financiële parameters. Deze benadering wordt toegepast op de volledige portefeuilles in vermogensbeheer en geldt voor alle huisfondsen.
De eigen ecologische voetafdruk van de bank is beperkt. Toch wenst zij hierin een voorbeeldrol te vervullen. Een CO2 -reductieplan wordt uitgerold om de uitstoot tegen 2030 systematisch te beperken. De bank investeert verder in zonnepanelen,

Dirk Wouters CEO Bank Van Breda
"We integreren maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in onze strategie en onze dagelijkse werking. MVO is geen domein op zich. Het is een overtuiging die in elke activiteit van de bank gedragen wordt. We kiezen ervoor om ons economisch, sociaal en ecologisch engagement systematisch en expliciet te integreren in ons bedrijfsbeleid."
laadpalen, isolatie en energiezuinige kantoren zonder fossiele verwarming. Nieuwe bedrijfswagens zijn voortaan plug-in of volledig elektrisch.
Bank Van Breda beschouwt gezondheid en het welzijn van haar personeel als een cruciale troef. Ze besteedt veel aandacht aan het aantrekken van nieuw talent, de ontwikkeling van financiële expertise en het stimuleren van cohesie en diversiteit. Uit een veerkrachtbarometer eind 2021 bleek dat ondanks de coronacrisis de teams sterk verbonden zijn gebleven. Een nieuwe enquête in het najaar van 2022 bevestigde dit en toonde bovendien een mooie verbetering van veerkracht en algemeen welzijn. Het risico op stress en burn-out is gedaald en blijkt fors lager dan de benchmark. De bank werd in maart 2022 verkozen tot 'Best Workplace' in België en behaalde de eerste plaats in de categorie van ondernemingen met meer dan 500 werknemers. In september 2022 behaalde de bank de achttiende plaats in de top 50 'Best Workplaces in Europe'.

Bank Van Breda houdt in haar ESG-beleid rekening met haar belanghebbenden
Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is beschikbaar in het jaarverslag van Bank Van Breda en op de website Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen I Bank Van Breda (www.bankvanbreda.be/maatschappelijk-verantwoord-ondernemen)
SIPEF is een beursgenoteerde agro-industriële groep actief in de tropische landbouw van duurzame, gecertificeerde producten, voornamelijk ruwe palmolie in Zuidoost-Azië en in mindere mate bananen in Ivoorkust. SIPEF groeit al tientallen jaren op duurzame wijze door technologische verandering en innovatie te omarmen en door zich te concentreren op een transparante en duurzame waardeketen. De groep engageert zich om een positieve bijdrage te leveren aan het milieu en de maatschappij door haar plantages op een ecologisch en sociaal verantwoorde manier te beheren en door belangrijke tewerkstellings- en ontwikkelingskansen te creëren.
De materialiteitsmatrix werd in 2022 geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met evoluerende standaarden en haar eigen strategie. Extra aandacht werd besteed aan de betrokkenheid van interne stakeholders om de standpunten van de lokale teams te kennen. Hieronder wordt een selectie van ESG-thema's toegelicht. In vergelijking met 2021 werden ook thema's geclusterd. Er werden geen thema's geïdentificeerd die ESG-materieel zijn voor de AvH-groep (zie 7.1 Focus op materiële onderwerpen).
SIPEF is een leider in traceerbaarheid, waarbij haar producten traceerbaar zijn tot aan de plaats waar deze geproduceerd zijn, ongeacht of dat een plantage is die SIPEF zelf beheert of een verbonden perceel van een lokale boer. SIPEF voldoet aan de duurzaamheidsnormen van de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' (RSPO) en al haar fabrieken zijn RSPO gecertificeerd. Daarnaast werkt SIPEF in Zuid-Sumatra aan het bekomen van een definitief landcertificaat. De bananenproductie van SIPEF voldoet aan de 'Rainforest Alliance Sustainable Agriculture Standard', de 'Global Good Agricultural Practice (GLOBAL G.A.P.)' en aan 'Fairtrade' standaarden.
SIPEF is overtuigd dat palmolie een essentieel onderdeel is en zal blijven van de oplossing om aan de snelgroeiende vraag naar plantaardige oliën te voldoen. In vergelijking met andere oliegewassen kan palmolie immers 2 tot 8 keer meer olie
| ESG-thema's materieel voor AvH |
Andere ESG-thema's materieel voor SIPEF |
|---|---|
| Geen thema's materieel voor AvH |
Klimaatverandering (hier toegelicht) |
| Beheer van de toeleveringsketen (hier toegelicht) |
|
| Duurzaam landgebruik en -behoud (hier toegelicht) |
|
| Rechten en ontwikkeling van gemeenschappen |
|
| Gezondheid en veiligheid | |
| Mensenrechten en arbeidsnormen | |
| Operationele efficiëntie | |
| Productiviteit en kwaliteit |
per hectare produceren, wat betekent dat veel minder land nodig is. Duurzame productie van palmolie leidt dus tot lagere ecologische en economische kosten.
SIPEF heeft in 2022 haar 'Responsible Plantations Policy' (RPP) en 'Responsible Purchasing Policy' (RPuP) aangescherpt. Enkele van de belangrijkste updates zijn uitbreiding van innovatieprojecten, grotere betrokkenheid van stakeholders en verduidelijking van haar engagementen (bv. inzake klimaatverandering, waterbeheer, bestrijding van verontreiniging, samenwerking lokale boeren).
SIPEF's toewijding op het vlak van duurzaamheid wordt weerspiegeld in de scores die worden toegekend door toonaangevende, not-for-profit benchmarkingprogramma's, gericht op het beoordelen van bedrijven op hun duurzaamheidsinzet en -transparantie. In 2022 werd SIPEF twaalfde gerangschikt op 350 bedrijven door Forest 500, dat de meest toonaangevende bedrijven en financiële instellingen actief in tropische landbouw identificeert en rangschikt. SIPEF stond in 2022 op de elfde plaats van 100 palmoliebedrijven door de Sustainability Policy Transparency Toolkit (SPOTT), ontwikkeld door de Zoological Society of London (ZSL).
De broeikasgasemissies (scope 1 en scope 2) van SIPEF, gekwantificeerd volgens de ISO 14064-normen, werden in 2022 onderworpen aan een externe audit. De nadruk lag daarbij op de nauwkeurigheid van de gebruikte berekeningsmethode. De audit bevestigt dat de berekeningen in overeenstemming met de ISO 14064-normen zijn. SIPEF heeft hiermee een solide referentiepunt ('baseline') voor haar emissies bepaald, dat tevens kan dienen om toekomstige reductiedoelstellingen vast te leggen en om haar vooruitgang op te volgen. Het zal SIPEF ook helpen haar prioriteiten inzake decarbonisatie te bepalen en de nodige middelen toe te wijzen.
Als cruciale volgende stap wordt gewerkt aan een strategie om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, waarbij reductiedoelstellingen voor de korte, middellange en lange termijn zullen worden vastgelegd. De strategie zal voortbouwen op de verschillende maatregelen die SIPEF de afgelopen jaren heeft geïmplementeerd, zoals het opvangen van methaangas geproduceerd door afval van palmolieproductie, de ontwikkeling van initiatieven om afval om te zetten in kosteneffectieve industriële biomassa en projecten gericht op biodiversiteit en natuurbehoud.
Een grote uitdaging blijft de inventaris van de scope 3-emissies. Dit houdt in dat de emissies gerelateerd aan de activiteiten van lokale boeren in de toeleveringsketen, alsook de emissies van dienstenleveranciers (bv. vervoerders van grondstoffen) in kaart moeten worden gebracht. SIPEF zal samen met de betrokken stakeholders zoeken naar manieren om hier meer transparantie in te brengen.
De 3.600 lokale boeren die samenwerken met Hargy Oil Palms Ltd. (HOPL) maken integraal deel uit van SIPEF's gecertificeerde toeleveringsketen in Papoea-Nieuw-Guinea. De lokale boeren van HOPL werden samen met HOPL gecertificeerd in 2008. Er werd toen een programma opgezet om hun te trainen inzake de RSPO-standaarden. De lokale boeren hebben sindsdien hun inspanningen samen met HOPL voortgezet. Tegenwoordig is de naleving van deze standaarden door lokale boeren even belangrijk als de certificering van eigen plantages. De lokale boeren werden na de RSPO-audit in augustus 2022 successvol gehercertificeerd.
Opleiding is essentieel voor het succes van het programma voor lokale boeren. In 2022 werden meer dan 200 opleidingssessies gehouden. Een tot twee keer per jaar organiseert SIPEF velddagen voor lokale boeren, waarbij de nadruk ligt op RSPO-gerelateerde vereisten, agronomische beste praktijken, financiële geletterdheid en sparen.
SIPEF I Kwaliteitscontrole van verse vruchtentrossen


François Van Hoydonck CEO SIPEF
" SIPEF wil op verantwoordelijke en duurzame wijze haar strategie realiseren waarbij economisch succes en maatschappelijke waardecreatie hand in hand gaan: 'doing well by doing good'. "
PT SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI) beheert en beschermt een bosgebied van 12.672 hectare in Mukomuko in de Indonesische provincie Bengkulu. Het is een van de 16 projecten in Indonesië waarvoor een concessie voor herstel van het ecosysteem is verleend voor een periode van 60 jaar. Het gebied fungeert als buffer voor het nationaal park Kerinci Seblat, waar via monitoring nog steeds een zeer rijke verscheidenheid aan megafauna wordt geïdentificeerd.
SBI helpt ook om alternatieve inkomsten te ontwikkelen voor boeren die van oudsher delen van het beschermde natuurgebied gebruiken om in hun levensonderhoud te voorzien. Het initiatief maakt gebruik van agrobosbouwmethoden die verenigbaar zijn met natuurbescherming.
Meer informatie met betrekking tot duurzaamheid is vanaf Q2 2023 beschikbaar in het geïntegreerd jaarverslag van SIPEF en op de website www.sipef.com/hq/investors/annual-reports/
De 'Responsible Plantations Policy' is beschikbaar op www.sipef.com/hq/sustainability/policies/responsible-plantations-policy/
AvH gelooft dat een doordacht en strategisch gericht ESG-beleid bijdraagt tot de 'license to operate' en een duurzame groei van AvH en haar participaties. ESG is voor AvH geen loutere compliance- of rapporteringsoefening. Het ESG-beleid moet de gevoerde strategie van de participaties ondersteunen en versterken door risico's goed in kaart te brengen en te beheren alsook duurzame oplossingen aan te reiken voor maatschappelijke thema's. AvH gelooft daarom sterk in de link tussen ESG en innovatie.
Werknemers vinden het steeds belangrijker te werken voor bedrijven die zowel innovatief zijn als bijdragen tot een betere planeet. Voor het vinden en houden van talent vormt een goed uitgewerkt ESG-beleid derhalve een bijkomende troef voor AvH en haar participaties. Ook externe partners en bedrijven die een potentiële partner zoeken om te investeren wensen te weten voor welke waarden AvH staat.
AvH bepaalt eerst in welke sectoren het actief wenst te zijn (AvH als verantwoordelijke investeerder). Het heeft vervolgens de ambitie dat haar participaties 'best-in-class' zijn of worden in de sectoren waarin ze actief zijn (AvH als verantwoordelijke en actieve partner). Door het decentraal beslissingsmodel van AvH blijft elke participatie verantwoordelijk voor haar eigen ESG-beleid.
Om haar ESG-beleid uit te rollen, gebruikt AvH een gefocuste benadering (op basis van het aandeel van een participatie in het geconsolideerd eigen vermogen van de groep). De aandacht gaat vooral uit naar materiële onderwerpen van materiële participaties. De voortgang in het uitrollen van AvH's ESG-beleid wordt aan de hand van kwantitatieve KPIs toegelicht.
ESG-kerncijfers aangeduid met het symbool betreffen KPIs die prioritair opgevolgd worden en waarvoor een doel werd gedefinieerd bij AvH. AvH kiest ervoor realistische doelen te definiëren in plaats van ambitieuze uitspraken te doen zonder
goede onderbouwing. De focus ligt op het ondernemen van de juiste acties, waar het verschil voor de onderneming en de omgeving kan gemaakt worden en daar vooruitgang te boeken. Hierdoor bekomt AvH ook de grootste medewerking op het terrein van de (medewerkers van de) participaties.
Om het engagement van het executief comité inzake ESG te illustreren, wordt sinds 2021 20% van de variabele vergoeding (STI - 'Short Term Incentive') van de leden van het executief comité gekoppeld aan de vooruitgang inzake ESG.
Meer informatie met betrekking tot de ESG-policy en ESG-methodologie kan teruggevonden worden op de website: www.avh.be/nl/sustainability.
Meer informatie met betrekking tot de koppeling tussen de bonus van het executief comité en de vooruitgang inzake ESG kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Jaarverslag van de raad van bestuur, IV.2.1 Remuneratieverslag: Strategie - Lange termijn - Duurzaamheid.
Materialiteit speelt binnen AvH op twee niveaus: (1) AvH als investeringsmaatschappij en (2) AvH als verantwoordelijke aandeelhouder. De interactie tussen de twee niveaus wordt in de figuur hieronder weergegeven.
6 materiële onderwerpen werden bevestigd als hoekstenen van AvH's ESG-beleid en -methodologie. 'Verantwoordelijke aandeelhouder' en 'Deugdelijk bestuur', bepalen de strategie en sturing. Via de juiste cultuur of 'Bedrijfsethiek' en het aantrekken en vormen van het juiste talent ('Talentontwikkeling') rolt AvH

de nodige acties uit, ondersteund door 'Innovatie' en operationele efficiëntie. Dit resulteert in 'Financiële veerkracht en langetermijnrentabiliteit'.
AvH's ESG-benadering als investeringsmaatschappij is gebaseerd op een materialiteitsoefening opgesteld in 2019. De inhoudelijke toetsing ervan werd in 2022 geactualiseerd, terwijl de impact van de onderwerpen jaarlijks wordt opgevolgd.
De business impact (X-as) wordt beoordeeld aan de hand van de impact op het eigen vermogen, marktkapitalisatie en terugkerende impact op het resultaat over een periode van 3 tot 5 jaar. Er werd een nieuwe stakeholderbevraging (Y-as) gelanceerd eind 2021. De belanghebbenden ('stakeholders') worden in de tabel op de volgende pagina weergegeven. AvH verruimde de kring van belanghebbenden bij de bevraging om nog beter de visie van de diverse belanghebbenden te capteren. De responsgraad van de bevraging bedroeg 77%, wat een indicatie geeft van de goede relaties met de belanghebbenden.

(1) Goedgekeurd op de raad van bestuur van 4 oktober 2022.
| Belanghebbenden | Dialoog |
|---|---|
| Participaties | • Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • CEO-sounding boards • HR-sounding boards, innovatie-, ESG-, legal en finance workshops • ESG-vragenlijst (jaarlijks) voor alle participaties • ESG-strategische sessies met participaties • ESG-sectorinitiatieven voor vastgoed en financiële instellingen |
| Investeringsteam (inclusief executief comité) |
• Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie (investeringsteam) • ESG-training en bewustzijnssessies • Tweemaandelijkse informatiesessies (AvH What's Up) |
| Raad van bestuur | • Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • ESG jaarlijks toegelicht in het auditcomité en besproken en goedgekeurd door de raad van bestuur |
| Aandeelhouders | • Selectie betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • Feedback aan bredere aandeelhoudersgroepen |
| Investeerders | • Financiële instellingen (bankiers en analisten) betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • AvH-presentaties aan investeerders |
De materiële ESG-gerelateerde risico's van de AvH-groep situeren zich op het niveau van de participaties. Dit betekent dat een ESG-risico of -opportuniteit in een participatie potentieel ook een belangrijke impact (positief of negatief) kan hebben op het geconsolideerd eigen vermogen of nettoresultaat van AvH, waarbij rekening wordt gehouden met het aandeelhouderspercentage aangehouden door AvH. Er wordt hierbij een langetermijnperspectief gehanteerd. Om haar portefeuille vanuit een ESG-oogpunt te monitoren, voert AvH jaarlijks een risicoanalyse uit van haar bedrijven in portefeuille. Deze analyse, waarvan het verloop wordt beschreven in de figuur op pagina 74, is gebaseerd op (1) de beschikbare materialiteitsmatrix van de participaties, gecombineerd met gegevens afkomstig van (2) de AvH ESG-vragenlijst, (3) beschikbare externe ESG-ratings (opgevraagd via de ESG-vragenlijst) en (4) de kennis van het investeringsteam omtrent de participaties en de sectoren waarin deze actief zijn. De resultaten worden gerapporteerd aan het executief comité en auditcomité.
Onderstaande tabel vat de resultaten van deze risicoanalyse samen (rekening houdend met het aandeelhouderspercentage). Hieruit blijkt dat er bij alle vermelde participaties (DEME, Delen Private Bank en Bank Van Breda) een potentieel materieel ESG-risico kan zijn inzake deugdelijk bestuur, maar dat er enkel bij DEME ook een potentieel ESG-risico kan zijn inzake milieu of sociale aspecten op het niveau van de geconsolideerde rekeningen van de AvH-groep. Andere participaties (zoals CFE, SIPEF en Nextensa) of andere ESG-risico's en opportuniteiten dan hieronder vermeld, worden in de analyses meegenomen, maar op basis van de huidige inzichten niet geacht een materiële impact te hebben op de AvH-groep.
| ESG-risico's en opportuniteiten die materieel zijn voor AvH-groep | ||||
|---|---|---|---|---|
| Participatie | Milieu | Sociaal (incl. mensenrechten) | Deugdelijk bestuur (incl. anti-corruptie) | |
| Klimaat en energie | Gezondheid en veiligheid | Bedrijfsethiek | Duurzame innovatie | |
| n. m. | n. m. | Vermogens bescherming |
Verantwoordelijk investeringsbeleid |
|
| Bedrijfsethiek | Bescherming van data en privacy |
|||
| n. m. | n. m. | Veilige haven | Bescherming van data en privacy |
|
| Bedrijfsethiek | ||||
| n. m. | n. m. | n. m. |
n.m.: geen materieel ESG-risico op niveau van AvH, gemeten op basis van de impact op het geconsolideerd eigen vermogen en nettoresultaat van AvH en rekening houdend met het aandeelhouderspercentage van AvH in de participatie.
Sinds 2019 wordt AvH's ESG-beleid gecoördineerd door een lid van het executief comité (André-Xavier Cooreman). Tweemaal per jaar evalueert een ESG-stuurgroep, bestaande uit de twee co-CEO's, CFO, secretaris-generaal en het verantwoordelijk lid van het executief comité het ESG-beleid, de geboekte vooruitgang en de ambities en prioriteiten op voorstel van een ESG-werkgroep.
De ESG-werkgroep vergadert gemiddeld om de twee maanden en staat in voor de operationele uitrol van het ESG-beleid. De ESG-werkgroep wordt gecoördineerd door de Head of ESG en is samengesteld uit het verantwoordelijk lid van het executief comité, vertegenwoordigers van het investeringsteam, de chief human capital officer (CHCO), legal, investor relations en finance.
Het voltallig executief comité keurt deze evaluaties goed en rapporteert minimaal eenmaal per jaar aan het auditcomité en de raad van bestuur. In 2022 werd er een sessie inzake ESG-beleid gegeven aan de raad van bestuur en een sessie inzake de ESG-rapportering aan het auditcomité. Reikwijdte van deze gesprekken zijn AvH (holding, eigen operaties en investeringen) alsook het ESG-beleid van de participaties. Drie leden van de raad van bestuur, waarvan er twee in het auditcomité zitten, zijn op basis van hun professionele ervaring vertrouwd met ESG.
Participaties worden aangemoedigd een eigen ESG-bestuursstructuur op te zetten en minstens jaarlijks te rapporteren aan hun eigen raad van bestuur (waarin AvH vertegenwoordigd is). Aangezien de verzamelde informatie bij de participaties cruciaal is, levert AvH veel inspanningen om gekwalificeerde ESG-teams bij de bedrijven te hebben die ondersteund worden door de respectievelijke managementteams.
Meer informatie met betrekking tot de ESG-competenties van de raad van bestuur kunnen teruggevonden worden in het hoofdstuk 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur, 2. Raad van Bestuur - 2.1 Samenstelling'.
In aanloop naar de uitrol van de 'EU Sustainability Reporting Standards' (ESRS-standaarden) voor boekjaar 2024, heeft AvH geïnvesteerd in een ESG-rapporteringstool om data te verzamelen van de participaties en werden de nieuwe GRI-standaarden uitgerold. AvH beschouwt dit als eerste stappen naar een ESG-rapportering die relevant, auditeerbaar en vergelijkbaar is. In de volgende secties worden de referentiemodellen en de perimeter voor de ESG-rapportering besproken.

AvH hanteert de internationale ESG-standaard Duurzame Ontwikkelingsdoelstel-
lingen ('Sustainable Development Goals', afgekort SDGs) van de Verenigde Naties om haar duurzaamheidsrapportering te structureren. Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse, focust AvH als investeringsmaatschappij op 4 SDGs die het executief comité als leidraad neemt voor haar beleid.
Dit rapport refereert naar de nieuwe GRI Universele Standaarden dd. 2021. Deze sluiten nauw aan bij de AvH ESG-filosofie van materialiteit en focus, en bestaat uit drie delen:
Een gedetailleerde referentietabel naar de Universele Standaarden van GRI kan teruggevonden worden in het Duurzaamheidsverslag: bijlage - GRI-referentietabel achteraan het jaarverslag.
• Rapporteringsperimeter
AvH rapporteert voor ESG op basis van haar boekhoudkundige consolidatieperimeter (zie Toelichting 2 - sectie 1 Integraal geconsolideerde dochterondernemingen). Als investeringsmaatschappij hanteert AvH evenwel als graadmeter de activa die het beheert conform de aanpak van UN PRI. Voor bepaalde KPIs wordt er ruimer gerapporteerd op basis van het aandeelhouderspercentage dat AvH aanhoudt. Daarnaast zijn een aantal kerncijfers enkel relevant voor de investeringsmaatschappij zelf en het daarmee verbonden (investerings)team.
De 4 ESG materiële participaties zijn DEME, Delen Private Bank, Bank Van Breda en SIPEF, en vertegenwoordigen samen meer dan 65% van de netto-activa.
Meer informatie met betrekking tot ESG kan teruggevonden worden in het Duurzaamheidsverslag: bijlage achteraan in het jaarverslag.

80 Your partner for sustainable growth

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| DEME | 67,5 | 68,6 | 28,6 |
| CFE | 17,5 | 23,5 | 7,8 |
| Rent-A-Port | 6,6 | 2,9 | 1,0 |
| Green Offshore | 3,0 | 4,0 | 9,3 |
| Totaal | 94,6 | 99,0 | 46,7 |


DEME is één van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouwbedrijven ter wereld.

CFE is een beursgenoteerde Belgische multidisciplinaire groep met activiteiten in België, Luxemburg en Polen.


Rent-A-Port ontwikkelt havengerelateerde industriële zones in Vietnam.

Green Offshore investeert in offshore windparken.



Bouvy
Vandenbulcke
Tancré
Verbraecken
DEME is een wereldleider in de gespecialiseerde domeinen baggerwerken, offshore energie, milieuwerken en mariene infrastructuur. DEME neemt ook deel aan concessies voor offshore energie, mariene infrastructuur, groene waterstof en diepzeemineralen. Het bedrijf heeft meer dan 145 jaar knowhow opgebouwd en is een koploper in innovatie.
2022 was een belangrijk jaar in de geschiedenis van DEME, dat als een afzonderlijk op Euronext Brussels genoteerde vennootschap aan het volgende hoofdstuk van haar verhaal begon. DEME is trots op de realisatie van deze ambitie zoals gepland, ondanks een vrij volatiele en onzekere omgeving. DEME blijft ervan overtuigd dat de notering een ongelooflijke kans is voor de onderneming, haar klanten, investeerders, aandeelhouders en haar wereldwijde team van werknemers. Het verheugt de onderneming dat haar belanghebbenden de notering enthousiast hebben verwelkomd.
DEME kan nu echt 'haar eigen verhaal' vertellen en haar strategie en ambities kracht bijzetten.
Verdeling van omzet
2022 was een memorabel jaar voor DEME. Ondanks geopolitieke spanningen, snel stijgende inflatie, hoge staalprijzen en uitdagingen gerelateerd aan de pandemie heeft de groep goed gepresteerd. DEME realiseerde in 2022 twee records: een

De stijging van het orderboek tot 6.190 miljoen euro (2021: 5.905 miljoen euro) weerspiegelt de aanhoudend sterke vraag en de aantrekkelijke marktpositie van DEME en werd gesteund door het behalen van enkele belangrijke contracten in Offshore Energy. Het orderboek op jaareinde 2022 bedroeg 2,3 keer de totale omzet van het jaar 2022 en geeft een goede zichtbaarheid op de activiteit voor de komende 3 jaar.
De omzetstijging van 6% werd gerealiseerd door alle segmenten. Offshore Energy en Dredging & Infra realiseerden een stijging van respectievelijk 5% en 3%, terwijl Environmental steeg met 24%. Op groepsniveau heeft de omzet van DEME zich duidelijk hersteld tot het niveau van voor de COVID-19-pandemie (2019: 2.622 miljoen euro, 2018: 2.646 miljoen euro).
DEME realiseerde een EBITDA van 474 miljoen euro, vergelijkbaar met die van 2021, wat overeenstemt met een EBITDA-marge van 17,9%. Hoewel Dredging & Infra de belangrijkste bijdrage leverde tot de EBITDA, bleef die toch lager in vergelijking met de topprestatie van 2021. Dit werd evenwel gecompenseerd door sterke resultaten in Offshore Energy en Environmental. De EBITDA-marge werd enigszins beïnvloed door een combinatie van een hoger aantal grote reparaties en onderhoud, inflatie en prijsstijgingen voor materialen en grondstoffen. In 2022 heeft DEME 19 miljoen euro ontvangen als compensatie voor de opgelopen meerkosten als gevolg van de laattijdige oplevering van Orion. In de cijfers van 2021 was 15 miljoen euro ontvangen compensatie opgenomen wegens de laattijdige oplevering

| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 2.654.725 | 2.510.607 | 2.195.828 |
| EBITDA | 473.906 | 469.309 | 369.458 |
| EBIT | 155.236 | 143.282 | 64.281 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 112.720 | 114.581 | 50.410 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 1.753.947 | 1.579.543 | 1.467.492 |
| Netto financiële positie | -520.513 | -392.678 | -489.030 |
| Balanstotaal | 4.509.778 | 4.049.597 | 3.941.494 |
| Orderboek | 6.190.000 | 5.905.000 | 4.500.000 |
| Capex | 483.923 | 282.044 | 201.572 |
| Personeel | 5.153 | 4.880 | 4.976 |

De knowhow van de medewerkers van DEME gaat hand in hand met de capaciteit van haar vloot. DEME wil de modernste, duurzaamste vloot in de sector ontwikkelen en heeft onlangs uitzonderlijke vaartuigen in gebruik genomen. Ze zijn uniek in de sector.
In het segment Offshore Energy is Orion, het revolutionaire offshore installatieschip van DEME, het eerste in de sector dat drijvend de funderingen voor XXL-monopiles kan installeren. In minder dan 6 maanden na de oplevering installeerde Orion met succes reusachtige monopiles, topsides en een enorme jacket en voerde het schip een grootschalig ontmantelingsproject uit.
De baanbrekende megacutterzuiger Spartacus heeft eveneens veel indruk gemaakt in de baggersector. Spartacus heeft meer snijkracht dan om het even welke cutterzuiger ter wereld. Hij heeft zijn ongeëvenaarde mogelijkheden in termen van productie, pompvermogen en het snijden van hard materiaal al bewezen. Deze prestaties gaan gepaard met een beduidend lager brandstofverbruik per werkeenheid. Spartacus is zonder twijfel een prachtig vlaggenschip van de toekomstbestendige, duurzame vloot van DEME.
Om bij te blijven met de snelle groei van de offshore windmarkt, investeert DEME in een tweede reusachtige kabellegger, Viking Neptun, die zich in 2023 bij de gerenommeerde Living Stone gevoegd heeft. Daarnaast investeert DEME in een groot valpijpschip, terwijl de befaamde zusterschepen Sea Challenger en Sea Installer worden aangepast om in de toekomst XXL-turbines te kunnen installeren.
van Spartacus. De afschrijvingen zijn gestegen als gevolg van nieuwe schepen die aan de vloot werden toegevoegd, namelijk Groenewind en Spartacus (sinds 2021) en Orion (sinds juni 2022). In 2022 waren er geen bijzondere waardeverminderingen, in tegenstelling tot in 2021. De EBIT steeg met 8% tot 155,2 miljoen euro.
De nettowinst voor 2022 bedroeg 112,7 miljoen euro (2021: 114,6 miljoen euro).
De balans van DEME blijft gezond met een nettoschuldpositie van 521 miljoen euro, terwijl er verder geïnvesteerd wordt in de vloot en in de toekomstige groei van het bedrijf.
DEME Offshore kende een opmerkelijk jaar, met belangrijke nieuwe opdrachten, een omzetgroei van 5% en een forse toename van de rentabiliteit. In april kwam Orion de vloot versterken en introduceerde een revolutionair installatieconcept op de offshore energiemarkt. Het schip wordt nu gemobiliseerd voor de Amerikaanse markt, opnieuw een belangrijke mijlpaal. DEME zal niet alleen de eerste windparken van de VS bouwen maar voert ook haar activiteiten elders in de wereld op, met contracten in Zuidoost-Azië (Taiwan) en Australië. Het segment heeft met succes XXL-monopile funderingen voor het offshore windpark van Saint-Nazaire (Frankrijk) geïnstalleerd, met een voorsprong op het schema en ondanks het feit dat de funderingen rechtstreeks in een rotsbodem moesten worden geboord. DEME won
DEME I Van links naar rechts: Orion (Hollandse Kust Noord) - Boven: Meuse River (Schelde) - Onder: Spartacus (Leixoes - Portugal)

een EPCI-contract voor de 'inter array'-kabels binnen het windpark Dogger Bank C (VK), een bevestiging van haar capaciteiten wat het installeren van kabels betreft.
Het orderboek van DEME Offshore steeg met 16% tot 3,3 miljard euro per eind 2022. Hierin zijn belangrijke projecten opgenomen die in continentaal Europa, het VK, Australië, Taiwan en de VS in de tweede helft van het jaar werden binnengehaald.
Het segment Dredging & Infra slaagde erin zijn omzet verder te verhogen, zelfs tegenover het sterke jaar 2021 en ondanks een moeilijke planning voor 2022 wegens het grote aantal 'dockings' en de herallocatie van schepen door het Russisch-Oekraïense conflict. Het segment voerde voor het eerst in zijn geschiedenis een onderhoudsproject in Zuid-Korea uit, naast contracten van lange duur voor onderhoudsbaggerwerken in Europa. De succesvolle voltooiing van de modernisering van de vaargeul van Świnoujście-Szczecin in Polen was een ander opmerkelijk project. Het team van DEME Infra had eveneens een druk jaar, met het iconische project van de Fehmarnbeltverbinding (tussen Duitsland en Denemarken) en de werken aan de Blankenburgverbinding (Nederland), de nieuwe sluis van Terneuzen (Nederland) en de Oosterweelverbinding (België).
Het orderboek daalde tot 2,6 miljard euro, evenwel nog steeds een hoog niveau. Belangrijke nieuwe contracten zijn bagger- en kustbeschermingswerken in Livorno (Italië), de nieuwe containerterminal in Gdansk (Polen), uitbreidingswerken voor de haven van Soyo (Angola) en contracten in het Indische subcontinent.
Het team van Environmental had een heel druk jaar en zette zijn groeitraject verder, met een jaaromzet van meer dan 200 miljoen euro. Het segment boekte goede vooruitgang op grootschalige projecten zoals Blue Gate in Antwerpen en een reeks complexe saneringsprojecten in de Benelux en het VK. DEME Environmental zet nieuwe standaarden in de sector, met een focus op 'evidence-based' sanering. Het segment heeft bovendien een innovatieve oplossing voor de sanering van PFAS-verontreiniging ontwikkeld en heeft zijn capaciteit onlangs opgedreven met bijkomende investeringen in centra voor bodemrecyclage.
Het orderboek bleef groeien met nieuwe contracten in Noorwegen en Frankrijk en vervolgprojecten in België. Eind 2022 bedroeg het 313 miljoen euro, een stijging met 23% ten opzichte van eind 2021.
Veel projecten van het segment Concessions steunen de energietransitie en de evolutie naar een duurzamere planeet. DEME Concessions was dan ook vereerd dat koning Filip en koningin Mathilde van België de officiële opening van de haven van Duqm (Oman) bijwoonden. Ze bezochten ook HYPORT®, het vlaggenschip van DEME voor de productie van groene waterstof. Thistle Wind Partners, een consortium waaraan DEME Concessions deelneemt, kreeg voor 2 GW optiezones toegekend in het uiterst competitieve leasingproces voor de zeebodem van ScotWind, met zowel vaste als drijvende funderingen – een opmerkelijk succes. Een ander belangrijk activiteit is de aanpak van de schaarste aan grondstoffen, waarin GSR nauwgezet onderzoek blijft doen naar de mogelijkheid om metaalrijke polymetaalknollen op de diepe oceaanbodem te verzamelen.
De sterke vraagontwikkeling in al DEME's segmenten, en in het bijzonder m.b.t. Offshore Energy, laat toe veel vertrouwen te hebben in de groeiperspectieven op lange termijn. DEME verwacht de komende paar jaar een geleidelijke stijging van

Luc Vandenbulcke CEO
"2022 was een memorabel jaar. Tegen de achtergrond van geopolitieke spanningen, snel stijgende inflatie, hoge staalprijzen en pandemie-gerelateerde uitdagingen hebben we goede prestaties kunnen voorleggen. We werden ook een zelfstandig beursgenoteerd bedrijf op Euronext Brussel, wat de groep en de strategie die we volgen meer zichtbaarheid geeft."
de omzet, rekening houdend met het huidige orderboek en de huidige en verwachte vlootcapaciteit. Gelet op het projectmatige karakter van een aanzienlijk deel van DEME's activiteiten verwacht het management dat de jaarlijkse EBITDA-marge voor de groep enigszins zal variëren, maar binnen een marge van 16 tot 20% zal blijven.
Voor 2023, en rekening houdende met de huidige marktomstandigheden, het huidige orderboek en de vlootcapaciteit, verwacht het management dat de omzet hoger zal liggen dan in 2022, met een EBITDA-marge die vergelijkbaar is met 2022.
De investeringsuitgaven om de groei te ondersteunen, worden ingeschat rond 500 miljoen euro voor 2023.




Regout
Van Dromme
Van Brabant
De multidisciplinaire groep CFE heeft, na de partiële splitsing met DEME, haar wendbaarheid vergroot door op 4 complementaire kernactiviteiten te focussen: Vastgoedontwikkeling, Multitechnieken, Bouw & Renovatie en Investeringen.
2022 was een kanteljaar voor de groep CFE. Voor de toekomst mikt de groep op een optimale benutting van de synergie tussen deze entiteiten, om zo een leidersrol te spelen in de groeimarkten van de duurzame bouw, de 'smart industry' en de energie- en mobiliteitsinfrastructuur van morgen.
Deze nieuwe start komt tot uiting in het nieuwe credo van CFE: 'Changing for Good', dat de ambitie vertolkt om een verschil voor de toekomstige generaties te maken. De SPARC-strategie (Shift - Perform - Accelerate - Return - Community) focust de volledige organisatie op de gezamenlijke realisatie van de verandering (Shift) naar innovatie en duurzaamheid, op de prestatie (Perform) door middel van operationele uitmuntendheid, op de versnelling (Accelerate) van duurzame groei dankzij een geïntegreerde aanpak, op de creatie van waarde voor alle stakeholders (Return) en op de bouw van een gemeenschap (Community) die een positieve verandering zal teweegbrengen.
De strategie werpt nu al vruchten af, met voor het tweede opeenvolgende jaar zeer sterke resultaten ondanks een ongunstige economische context. De omzet en het orderboek hebben een recordniveau bereikt, met een uitstekend rendement op het geïnvesteerde kapitaal en een aanzienlijke vermindering van de schuld. De vooruitzichten voor 2022 werden globaal bereikt.
Met de afsplitsing van DEME is CFE wendbaarder geworden door zich te focussen op 4 segmenten. Dankzij de kracht van haar multidisciplinair business model heeft
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.167.221 | 1.125.346 | 1.026.600 |
| EBITDA(2) | 63.130 | 68.538 | 45.258 |
| EBIT | 51.014 | 57.976 | 38.135 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 38.434 | 39.506 | 17.689 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 224.653 | 133.831 | 95.311 |
| Netto financiële positie | -48.849 | -112.995 | -112.400 |
| Balanstotaal | 1.058.079 | 1.002.598 | 945.598 |
| Orderboek | 1.715.131 | 1.620.619 | 1.549.061 |
| Personeel | 2.997 | 3.043 | 3.137 |
(1) Exclusief stopgezette activiteiten
(2) Exclusief joint-ventures
CFE voor het tweede jaar op rij solide operationele resultaten geboekt, is het orderboek tot een recordniveau gestegen en werd de financiële positie aanzienlijk versterkt.
Lefèvre
De omzet van CFE steeg in 2022 met 3,7% tot 1.167,2 miljoen euro (2021: 1.125,3), voornamelijk dankzij Bouw & Renovatie. Ondanks een verstoorde macro-economische context was het operationeel resultaat hoog en bleef het nettoresultaat met 38,4 miljoen euro dicht bij het recordniveau van 2021 (39,5 miljoen euro). Alle 4 segmenten droegen positief bij tot dit nettoresultaat.
Het orderboek steeg met 5,8% tot een recordniveau van 1.715 miljoen euro, tegenover 1.621 miljoen euro eind 2021.
De netto financiële schuld van CFE vertoonde een aanzienlijke daling van 56,8% ten opzichte van 31 december 2021 tot 49 miljoen euro, waardoor de schuldratio daalt van 45,8% in 2021 naar 17,9% in 2022.
De versnelde digitalisering van alle businessprocessen, de grotere selectiviteit bij het aannemen van projecten om het risicobeheer te verbeteren, de implementatie van een nieuw ERP en de resultaten van verscheidene initiatieven voor de verbetering van de operationele uitmuntendheid zullen de rentabiliteit en het efficiënte gebruik van de middelen in de volgende jaren verder verbeteren.
De multidisciplinaire benadering, die de troeven van meerdere entiteiten combineert, heeft in 2022 opmerkelijke resultaten opgeleverd. Ondanks een moeilijke economische en geopolitieke situatie als gevolg van het Russisch-Oekraïens conflict, kon de Poolse tak van BPI Real Estate 4 grote projecten opstarten in de grootste steden van het land. De projecten werden ontwikkeld in samenwerking met CFE Polska als bouwbedrijf, een illustratie van het reële partnerschap tussen de twee entiteiten.
Een ander mooi voorbeeld van samenwerking is het gebouw Wooden in Luxemburg. Met 9.500 m² is dit het grootste kantoorgebouw in hout van het land, de vrucht van een synergetische samenwerking tussen BPI Real Estate, CLE en Wood Shapers. De buitengewone duurzaamheidsnormen van het gebouw, met een dragende structuur van PEFC-gecertificeerd hout, zullen een BREEAM® Excellent-certificering opleveren en voldoen aan de WELL Building Standard® voor uitzonderlijke werkomgevingen. Bij de verkoop van het gebouw eind 2022 was het reeds volledig verhuurd.
In België wordt verder gewerkt aan de bouw van Wood Hub, de toekomstige zetel van de groep CFE. Dit uiterst duurzame en innovatieve gebouw van 6.700 m² heeft


CFE I Van links naar rechts: The Roots (Luxemburg) - Boven: Mobix (L50A Brugge - Jabbeke) - Onder: Wooden (Luxemburg)
een gemengde structuur van hout en beton. Het zal eveneens de certificeringen BREEAM® Excellent en WELL Building Standard® ontvangen en wordt een voorloper van toekomstige ontwikkelingen. Het project illustreert de gezamenlijke kracht van de verschillende segmenten: het is een samenwerking tussen BPI Real Estate voor de ontwikkeling, BPC Group en Wood Shapers voor de bouw, en VMA voor de technische installaties en de implementatie van de smart building-software van Vmanager.
Innovatie en duurzaamheid zijn vandaag de drijvende krachten van de groep CFE. In haar eigen activiteiten heeft de groep haar CO2 -emissies in de periode 2018- 2021 met 33% verlaagd en mikt ze tegen 2030 op een vermindering met 40% tegenover 2020.
Bouwprojecten zoals ZIN hebben grote ambities op het vlak van de circulariteit. De renovatie van de twee torens, met een bovengrondse oppervlakte van 110.000 m², behoudt 65% van de bestaande constructie en maakt zo veel als mogelijk gebruik van gerecycleerd beton van het oude gebouw. Bovendien is bijna 95% van de gebruikte nieuwe materialen 'cradle-to-cradle' gecertificeerd. Het resultaat is een ongeëvenaard circulariteitsniveau voor een project van deze schaal.
Naast duurzaamheid staat ook innovatie centraal in de nieuwe ambities van de groep. De investeringen van VMA in nieuwe technologieën illustreren dat. Dankzij de overname van Rolling Robotics bezit de leverancier van multitechnieken nu een buitengewone expertise in de offline programmering en inbedrijfstelling van robotica voor industriële automatisering met een globaal bereik. Daarnaast beschikt VMA dankzij de grote investeringen in Vmanager over een geïntegreerde technologische oplossing voor smart building, die de klanten kostbare inzichten geeft in de werking van hun gebouw. Zo kunnen ze het energieverbruik optimaliseren en het onderhoud efficiënt aanpakken.
BPI Real Estate (Vastgoedontwikkeling) ontwikkelt een gediversifieerde vastgoedportefeuille van in totaal 452.000 m². De commercialisering van verscheidene belangrijke projecten zoals Arboreto, Tervuren Square en Park, een nieuwe fase van Erasmus Garden, werd opgestart. De verkoop verloopt bevredigend. Zo is bijvoorbeeld al 90% van Domaine des Vignes in Luxemburg verkocht. In Polen heeft BPI Real Estate haar aanwezigheid in de grote steden van het land versterkt met verscheidene residentiële projecten, zoals Czysta 4 en Chmielna. Het project Arlon 53, dat start zodra de bouwvergunning verkregen is, toont de ambitie van BPI Real Estate om milieu en maatschappelijke criteria op te nemen in haar DNA.
In het segment Multitechnieken heeft VMA haar omzet fors verhoogd. De entiteit heeft haar expertise in Building Technologies bewezen met verscheidene contracten voor technische installaties, waaronder de monitoring en het beheer van gebouwen met Vmanager. Opmerkelijk is het technisch hoogstandje van het Westland Shopping Center in Anderlecht terwijl het centrum open bleef. In haar activiteit Industriële Automatisering ontving VMA nieuwe opdrachten voor een totaal van
| Omzet | Operationeel resultaat(1) | Nettoresultaat(1) | Orderboek | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ mio) | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 |
| Vastgoedontwikkeling | 85,4 | 106,3 | 17,6 | 30,1 | 14,4 | 23,0 | 203,0 | 190,0 |
| Multitechnieken | 338,8 | 321,4 | 11,3 | 18,8 | 6,9 | 13,0 | 368,9 | 401,0 |
| Bouw & Renovatie | 798,7 | 723,7 | 15,0 | 9,3 | 9,0 | 2,8 | 1.264,1 | 1.166,0 |
| Investeringen & Holding (incl. eliminaties) |
-55,7 | -26,0 | 7,2 | -0,2 | 8,1 | 0,7 | -120,9 | -136,7 |
| Totaal | 1.167,2 | 1.125,3 | 51,0 | 58,0 | 38,4 | 39,5 | 1.715,1 | 1.620,6 |
(1) Inclusief bijdrage van Rent-A-Port en Green Offshore

Raymund Trost CEO
"Voor het tweede opeenvolgende jaar hebben wij sterke operationele resultaten behaald, waaraan elk van de vier segmenten een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd. Wij hebben onze financiële positie aanzienlijk versterkt, ondanks een extreme macro-economische volatiliteit en aanzienlijke investeringen in onze groeibedrijven."
10 miljoen euro voor de automatisering van batterijenfabrieken en verstevigde zo haar marktpositie in het leveren van op maat gemaakte end-to-end automatiseringsoplossingen. Mobix noteerde een daling van haar omzet en orderboek. De afname van de aanbestedingen door Infrabel heeft een grote impact op de divisie Spoor en Infrastructuur van deze entiteit. Ze blijft evenwel voortreffelijke technische diensten leveren, zoals de vervanging van de bovenleidingen op de spoorlijn Brussel-Oostende, die in een recordtijd werd voltooid, en de dringende herstelling van het spoorwegstation Leuven.
De entiteiten Bouw en Renovatie hebben hun omzet met 10% verhoogd, vooral in België en Luxemburg, terwijl een record aan opdrachten behaald werd. Enkele van de belangrijke projecten zijn Kanal, de verbouwing van de voormalige Citroën-garage in Brussel tot het nieuwe Museum voor Hedendaagse Kunst, en ZNA Cadix, het nieuwe ultramoderne ziekenhuis in het noorden van Antwerpen. De vraag naar houtbouw blijft toenemen en het geïntegreerde aanbod van Wood Shapers vindt zijn weg naar projecten zoals Wooden, Rockwood en The Roots in Luxemburg, Monteco, Wood Hub en Naval in België en Alliander en Weener XL in Nederland.
Het segment Investeringen van de groep CFE betreft voornamelijk de productie van groene stroom en de ontwikkeling van industrieterreinen en havenzones in Noord-Vietnam. De offshore windparken SeaMade en Rentel voorzagen in de energiebehoeften van 700.000 huishoudens. De investeringen in ESTOR LUX, een filiaal van BStor dat het batterijenpark met de grootste opslagcapaciteit van de Benelux bezit en uitbaat, beginnen vruchten af te werpen na de start van de activiteiten van het park in 2022. In Vietnam ging Rent-A-Port verder met de ontwikkeling van haar vijf havenconcessies in de provincies Hai Phong en Quang Ninh. Na twee moeilijke jaren in de context van de gezondheidscrisis heeft de verkoop van industrieterreinen zich hersteld, een tendens die in de volgende jaren zou moeten doorzetten.
De menselijke factor blijft essentieel voor de groep CFE. De veiligheid en de beperking van ongevallen zijn een dagelijkse prioriteit, aangestuurd door een Safety Board voor het geheel van de groep. De lancering van de CFE Academy toont de inzet van de groep voor de voortdurende investering in de competenties van haar personeel.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden en ondanks een moeilijker vastgoedklimaat als gevolg van stijgende rentevoeten, verwacht CFE een gematigde stijging van de omzet en een blijvend hoog niveau van de nettowinst dichtbij het resultaat van 2022. Aangezien er in 2023 geen projecten in Polen worden opgeleverd en als gevolg van minder gunstige marktomstandigheden, zou de nettowinst van BPI in 2023 kunnen dalen, maar toch op een hoog niveau blijven. Dankzij een sterk orderboek zullen Bouw & Renovatie en VMA naar verwachting een gematigde omzetgroei realiseren en hun operationele prestaties blijven verbeteren. Voor MOBIX zal 2023 een overgangsjaar zijn, gekenmerkt door het einde van het Luwa-project en een meer bescheiden activiteit in de Rail-divisie, alvorens vanaf 2024 een herstel wordt verwacht.




Ruben Baeckelandt
Bruno Jaspaert
Patrick Nellens
Rent-A-Port is gespecialiseerd in de ontwikkeling en uitbating van havengerelateerde industriële zones in Vietnam.
DEEP C Industrial Zones wordt ontwikkeld via de investeringsholding Infra Asia Investment HK Ltd. In het eerste semester van 2022 heeft Rent-A-Port haar deelneming in IAI verhoogd van 61% tot 94%, een transactie die gefinancierd werd met extra aandeelhoudersleningen vanwege AvH en CFE.
DEEP C Industrial Zones heeft eind 2022 3.400 hectare aan industriële gronden verdeeld over 5 verschillende zones verspreid over de noordelijke provincies Hai Phong en Quang Ninh. Daarnaast voorziet Deep C Green Energy, een joint venture met het Japanse Tepco, de investeerders in de industriële zones van elektriciteit. De ISO (9001 en 14001) gecertificeerde afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt uitgebaat door zusterbedrijf DEEP C Blue, dat tevens instaat voor de waterdistributie en het volledige waterrecyclagebeheer.
Na het uitdagende jaar 2021 bedroegen de verkopen van havengerelateeerde industriële gronden in 2022 66 hectare (2021: 64 hectare). Ook het orderboek voor 2023 vertoont een stijgende lijn.
Door de strategische ligging, de sterke economische groei van Vietnam en de groeiende vraag naar industriële terreinen in Noord-Vietnam, blijft het management ervan overtuigd dat een aanzienlijke toename van de verkoop van grond kan verwacht worden voor de komende jaren.
Ondertussen blijft Deep C haar diensten verder uitbreiden met onder meer de verhuur van logistieke en bedrijfsgebouwen, en de constructie van een eerste servicecomplex voor klanten. Met de erkenning als Eco Industrial Park, in samenwerking met UNIDO (United Nations Development Org) en MPI (Ministry of Planning and Investment), slaagt DEEP C erin zich te profileren als de ultieme duurzame partner voor investeerders op een strategische investeringslocatie in Noord-Vietnam.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 58.027 | 50.527 | 72.706 |
| EBITDA | 17.535 | 8.656 | 16.894 |
| EBIT | 14.827 | 6.167 | 14.248 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 8.104 | 3.578 | 1.174 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 83.514 | 79.555 | 60.154 |
| Netto financiële positie | -64.281 | -29.698 | -66.106 |
| Balanstotaal | 260.565 | 254.687 | 248.279 |
In oktober 2021 werd de bouw van een eerste batterij-opslagsysteem (10 MW / 20 MWh) in Bastenaken afgerond. Dit Estor-Lux project werd met succes ontwikkeld door BStor, het vroegere Rent-A-Port Green Energy, en speelt in op de behoefte aan flexibele oplossingen op de elektriciteitsmarkten. Na de toetreding van SRIW Environnement tot het aandeelhouderschap bezit Rent-A-Port een deelneming van 38% in BStor.
Dankzij de gunstige marktomstandigheden in 2022 heeft BStor een omzet gerealiseerd van 5 miljoen euro, hetgeen de verwachtingen overtrof.
BStor heeft de ambitie om tegen 2024-2025 een capaciteit te ontwikkelen van in totaal 150 MW aan energie-opslag.



Mathias
Verkest
Christophe
De Winter
Wendy
Goossens
Bruno
Verbeke
Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.
Green Offshore bezit een deelname in de overkoepelende vennootschap Otary (12,5%) en aldus (rechtstreeks en onrechtstreeks) participaties in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%).
Het windpark Rentel ligt op ongeveer 34 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW levert Rentel hernieuwbare energie aan ongeveer 300.000 gezinnen. Tijdens het voorbije jaar

Green Offshore I SeaMade
| (€ 1.000) | 2022 2021 |
2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| Productie (in GWh) | ||||
| Rentel | 899 | 922 | 1.136 | |
| SeaMade | 1.534 | 1.592 | 524 | |
| Nettoresultaat (deel groep) | 3.560 | 4.831 | 11.430 | |
| Eigen vermogen (deel groep) | 45.604 | 26.622 | 14.749 | |
| Netto financiële positie | -2.669 | -7.853 | -13.916 | |
| Balanstotaal | 50.111 | 38.610 | 29.096 |
2022 produceerde het Rentel windpark bijna 0,9 TWh aan groene energie. Deze productie lag, ondanks een goede parkbeschikbaarheid gedurende het jaar, onder de verwachtingen doordat er minder wind was dan voorzien.
Het windpark SeaMade omvat de concessiezones Mermaid en Seastar in de Belgische Noordzee - respectievelijk op 50 km en 38 km van Oostende - goed voor 58 windturbines van 8,4 MW. Met een totale capaciteit van 487 MW is SeaMade het grootste offshore windturbinepark in België. De groene productie van het SeaMade windpark bereikte in 2022 iets meer dan 1,5 TWh. Ook voor SeaMade was de parkbeschikbaarheid goed, maar lag de windproductie onder de verwachting.
Gelet op de verkoop van elektriciteit op basis van langetermijncontracten werden in 2022 geen extra winsten gerealiseerd door de prijspieken op de groothandelsmarkt voor elektriciteit sinds de uitbraak van de Oekraïnecrisis.
Otary is de grootste offshore windenergieproducent in de Belgische Noordzee met een totaal geïnstalleerd vermogen van 796 MW. Zij exploiteert en onderhoudt beide windparken vanuit de haven van Oostende.
| BETHAUBARE ON O MOSTHE DUJRDAME POGRAFIE EX BBSE HFFASTHUCTULE |
3 CREVY IS CHARRE 14 HEIMER |
|---|---|
| ------------------------------------------------------------------------------- | -------------------------------- |
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| FinAx | -0,2 | -0,2 | -0,2 |
| Delen Private Bank | 126,5 | 132,0 | 103,5 |
| Bank Van Breda | 53,8 | 51,3 | 38,0 |
| Totaal | 180,1 | 183,1 | 141,3 |


Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particulieren.

Bank Van Breda is een gespecialiseer de adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.

In een uitdagende context hebben zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda terug uitstekende commerciële resultaten neergezet.
De uitstekende resultaten werden echter deels tenietgedaan door de negatieve evolutie van de financiële markten waardoor het gecombineerd toevertrouwd vermogen op 31 december 2022 57,7 miljard euro bedroeg, tegenover 57,6 miljard euro per 30 juni 2022 en 63,9 miljard euro per 31 december 2021.
Het gecombineerd (Delen Private Bank + Bank Van Breda) brutobankproduct bedroeg 650 miljoen euro (2021: 633 miljoen euro), waarvan 83% fee-gedreven is. Ondanks de negatieve beursevolutie stegen de fee-inkomsten, aangezien het gemiddeld beheerd vermogen over 2022 licht hoger lag dan het gemiddelde in 2021. Voor de totale groep blijft de opbrengst per belegd vermogen hoog op 1,01%. Stijgende rentes en groei in de kredietportefeuille zorgden verder voor een groei in de gecombineerde rente-inkomsten.
De gecombineerde bedrijfskosten stegen omwille van de automatische loonindexatie, verdere uitbreidingen in het personeelsbestand, IT-investeringen, hogere commerciële activiteit en stijgende afschrijvingen ten gevolge van de ingebruikname van het gerenoveerde kantoor van Delen Private Bank in Antwerpen. Dit verhoogde de cost-income ratio tot 53,0% (41,93% bij Delen Private Bank, 87,71% bij JM Finn en 55,1% bij Bank Van Breda). Dit blijft binnen de sector echter een uiterst sterk cijfer dankzij de efficiënte organisatie met performante processen en een hoge graad van digitalisering, competente medewerkers, de goede samenwerking tussen beide banken en de kwaliteit van de beheerde vermogens.
De gecombineerde nettowinst bleef nagenoeg stabiel op 228,9 miljoen euro (2021: 233,5 miljoen euro), waarvan 160,6 miljoen euro bijdrage van Delen Private Bank (inclusief 8,4 miljoen euro van JM Finn) en 68,3 miljoen euro van Bank Van Breda. De totale voorziening voor kredietverliezen bij Bank Van Breda blijft laag op 0,02% van de gemiddelde kredietportefeuille. Aangezien de bank in 2022 geen significante verliezen op kredietdossiers heeft geboekt, is deze voorziening bijna uitsluitend gedreven door voorzieningen voor toekomstige kredietverliezen ten gevolge van het toegenomen volume in kredietverlening.
Het gecombineerd eigen vermogen steeg tot 1.749 miljoen euro (tegenover 1.691 miljoen euro eind 2021). Solvabiliteit en liquiditeit blijven uitzonderlijk sterk met een gecombineerde common equity tier1-ratio (CET1) op basis van de 'Standardized approach' van 23% en een hefboomratio van 13,8%, ruim boven het sectorgemiddelde en de wettelijke vereisten. Niettegenstaande de moeilijke marktomstandigheden en het conservatief balansbeheer haalde de groep een bovengemiddelde gecombineerde ROE van 13,3%. Dankzij de solide groei van het totale toevertrouwd vermogen van cliënteel en hun uitzonderlijke operationele efficiëntie blijven Delen Private Bank en Bank Van Breda consistente outperformers in het Europese private banking landschap.
Rechtsboven: Bank Van Breda I Kortrijk en Eigenbrakel - Rechtsonder: Bank Van Breda I Antwerpen

| (€ mio) | 2022 | 2021 | 2020 | |
|---|---|---|---|---|
| Toevertrouwd vermogen | ||||
| Delen Private Bank (AuM) | 48.010 | 54.346 | 45.116 | |
| waarvan discretionair | 89% | 85% | 84% | |
| Delen Private Bank | 36.419 | 40.340 | 33.771 | |
| (1) Delen Private Bank Nederland |
1.022 | 1.154 | 859 | |
| JM Finn(1) | 11.591 | 14.006 | 11.345 | |
| Bank Van Breda | ||||
| Buitenbalansproducten | 14.095 | 14.720 | 11.948 | |
| Cliëntendeposito's | 6.553 | 6.368 | 5.907 | |
| AuM bij Delen(1) | -10.943 | -11.502 | -8.873 | |
| Delen en Van Breda gecombineerd (100%) | 57.715 | 63.932 | 54.098 | |
| Bruto inflow AuM | 4.557 | 5.598 | 3.585 | (1) Reeds inbegrepen in Delen Private Bank |
AuM
| (€ mio) | Delen en Van Breda gecombineerd (100%) |
Delen Private Bank | Bank Van Breda | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2020 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Rentabiliteit | |||||||
| Bankproduct (bruto) | 650 | 633 | 534 | 515 | 506 | 197 | 185 |
| Nettoresultaat | 229 | 233 | 180 | 161 | 168 | 68 | 65 |
| Brutovergoedingen en commmissie-inkomsten als % van bankproduct |
83% | 86% | 83% | 97% | 99% | 52% | 54% |
| Brutovergoedingen en commissie-inkomsten als % van AuM |
1,01% | 1,00% | 0,92% | 0,99% | 1,0% | 0,65% | 0,7% |
| Cost-income ratio | 53% | 52% | 54% | 52%(1) | 50%(1) | 55% | 55% |
| Balans | |||||||
| Totaal eigen vermogen (incl. minderheidsbelangen) |
1.749 | 1.691 | 1.562 | 1.080 | 1.024 | 674 | 678 |
| Balanstotaal | 10.162 | 10.072 | 9.117 | 2.582 | 2.429 | 7,657 | 7.792 |
| Cliëntendeposito's | 6.553 | 6.368 | 5.907 | - | - | 6,553 | 6.368 |
| Kredieten | 7.044 | 6.458 | 5.885 | 855 | 710 | 6,188 | 5.748 |
| Risicogewogen activa | 6.125 | 5.614 | 5.605 | 2.016 | 1.806 | 4,136 | 3.849 |
| Waardeverminderingen op kredieten(2) | 0,01% | -0,04% | 0,09% | 0,00% | 0,00% | 0,02% | -0,04% |
| Kernratio's | |||||||
| Rendement op eigen vermogen | 13,3% | 14,4% | 12,2% | 15,3% | 17,0% | 10,1% | 10,0% |
| CET1-ratio | 23,0% | 23,8% | 21,7% | 38,1% | 38,0% | 15,5% | 16,8% |
| Hefboomratio | 13,8% | 13,2% | 13,3% | 31,7% | 30,2% | 8,1% | 8,1% |
| LCR | 212% | 208% | 249% | 640% | 495% | 138% | 160% |
(1) JM Finn: 87,7% (2022), 87,3% (2021)
(2) Waarvan ECL (verwachte kredietverliezen - expected credit loss): 0,02% (2022), -0,05% (2021), 0,07% (2020)




Delen


Michel Buysschaert
Matthieu Cornette Alexandre
Katrin Eyckmans
Bart Menten
Eric Lechien
Delen Private Bank legt zich toe op het beheer en de planning van het vermogen van voornamelijk particuliere klanten. De groep is uitgegroeid tot een gevestigde waarde in België en heeft een groeiende aanwezigheid in de overige Benelux-landen, in Zwitserland en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).
Groep Delen toont zich veerkrachtig in een grillig jaar
2022 was een tumultueus en uitzonderlijk moeilijk jaar. Inflatie, stijgende rentes, groeivertraging en de oorlog in Oekraïne hielden beleggers in een wurggreep. Aandelen- en obligatiekoersen gingen fors onderuit.
Groep Delen deed er alles aan om haar missie - financiële gemoedsrust voor haar klanten - te midden van al die onzekerheid in stand te houden. Haar consistente, herkenbare en toegankelijke dienstverlening bood een houvast aan klanten. Dat vertaalde zich in een voortreffelijke netto-instroom van kapitalen in alle landen waar Delen actief is.
De vermogens onder beheer van Groep Delen (geconsolideerd) bereikten een niveau van 48.010 miljoen euro op het einde van 2022 (2021: 54.346 miljoen euro). Bij Delen Private Bank (België, Nederland, Luxemburg, Zwitserland) bedroeg het beheerd vermogen 36.419 miljoen euro op het einde van 2022 (2021: 40.340 miljoen euro). Daarvan is 1.022 miljoen euro afkomstig van het bijkantoor van Delen Private Bank in Nederland (2021: 1.154 miljoen euro).

De beursmalaise veroorzaakte een forse waardedaling van de onderliggende activa, die deels gecompenseerd werd door de netto-instroom van kapitalen. De nieuwe kapitalen kwamen van bestaande en nieuwe klanten, bijna uitsluitend via discretionair vermogensbeheer.
Alle Belgische vestigingen droegen bij tot de instroom. Dankzij de nauwgezette opvolging van klanten bleef de uitstroom van kapitalen in 2022 uiterst beperkt. Uitgedrukt als percentage van het totale beheerd vermogen was die uitstroom zelfs de laagste van de laatste twintig jaar. Dat wijst erop dat in moeilijke omstandigheden een persoonlijke dienstverlening, proactieve en relevante communicatie en een geïntegreerd aanbod van vermogensbeheer en planning een belangrijke troef vormen.
In Nederland was er eenzelfde veerkracht, dankzij de commerciële inzet en inspanningen van het versterkte team. Deze dynamiek overhaalde Groenstate Vermogensbeheer, een vermogensbeheerder uit Twente met ongeveer 225 miljoen euro vermogen onder beheer, om de Delen-familie te vervoegen. Verwacht wordt dat de overname in de loop van de eerste helft van 2023 goedgekeurd wordt door De Nederlandsche Bank.
Delen Private Bank bezit 92,8% van de aandelen van JM Finn. Bij deze Britse vermogensbeheerder daalde het beheerd vermogen tot 11.591 miljoen euro (10.281 miljoen Britse pond) per eind 2022 (2021: 14.006 miljoen euro, 11.769 miljoen Britse pond). De netto-instroom van kapitalen bleek onvoldoende om de waardedaling als gevolg van de ongunstige marktomstandigheden te compenseren. Het zwakke pond tegenover de euro (-5,3%) drukte bovendien het cijfer van beheerd vermogen in euro nog verder naar omlaag.
Het gemiddeld beheerd vermogen van Delen Private Bank hield stand in 2022, waardoor de brutobedrijfsopbrengsten licht hoger zijn (512,1 miljoen euro) dan in 2021 (506,8 miljoen euro). De hogere rentemarge als gevolg van de stijgende rentes op de financiële markten hadden een gunstig effect op het resultaat.
De spectaculaire evolutie van de inflatie liet ook Groep Delen niet onberoerd. De automatische loonindexatie resulteerde in België in fors hogere personeelskosten, net als de volgehouden inspanning om medewerkers te rekruteren (+74 medewerkers in 2022). De heropstart van evenementen voor klanten en prospecten (na uitzonderlijk kalme, voornamelijk digitale events in de coronajaren 2020 en 2021) en de ingebruikname van het nieuwe hoofdkantoor in Antwerpen wogen eveneens op het kostenplaatje.
In de zomer van 2022 werden de kosten opnieuw kritisch tegen het licht gehouden. De inspanningen voor kostenbesparingen focussen op verschillende domeinen, zonder dat geraakt wordt aan kosten en investeringen die de groei ondersteunen. Zo worden de investeringen in IT, met name aangaande dataveiligheid, verder opgevoerd. Dataveiligheid was en is immers een topprioriteit voor de bank. Het toegenomen gebruik van digitale kanalen maakt de bank extra waakzaam en motiveert haar om de inspanningen in infrastructuur, processen en mensen te versterken.
De bedrijfskosten voor de groep stegen met 8,7%. De cost-income ratio steeg licht tot 51,80% (41,93% bij Delen Private Bank, 87,71% bij JM Finn), nog steeds een uiterst sterk cijfer in de sector.
De nettowinst van Groep Delen nam in 2022 licht af tot 160,6 miljoen euro (tegenover 167,6 miljoen euro in 2021). Dat is, rekening houdend met de moeilijke marktomstandigheden en de uitzonderlijk hoge personeelskosten, een bevredigend cijfer. De bijdrage van JM Finn tot het nettoresultaat van de groep was 8,4 miljoen euro (2021: 8,1 miljoen euro).
Het geconsolideerd eigen vermogen (deel groep) van Groep Delen bedroeg 1.078,6 miljoen euro op 31 december 2022, tegenover 1.022,5 miljoen euro op 31 december 2021. Het nuttig eigen vermogen van de groep na aftrek van voornamelijk immateriële vaste activa bedroeg 768,2 miljoen euro op het einde van het jaar (eind 2021: 686,7 miljoen euro). Delen Private Bank is ruim gekapitaliseerd en voldoet ruimschoots aan de Basel III-vereisten op het vlak van eigen vermogen alsook op het vlak van liquiditeitsvereisten. De Core Tier1-kapitaalratio van 38,1% ligt ruim boven het sectorgemiddelde. Groep Delen beschikt over een solide en eenvoudig te begrijpen balans. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bedroeg 15,3%, een zeer bevredigend cijfer.
Het beursjaar 2022 werd gedomineerd door hoge inflatiecijfers, snel stijgende rentes en een oorlog die leidde tot economische en politieke onzekerheid en een energiecrisis. Alle activaklassen gingen onderuit en zelfs obligaties waren niet langer een veilige haven. Aan de beurscorrecties viel helaas niet te ontsnappen, waardoor ook de portefeuilles van de klanten negatieve rendementen vertoonden. De klanten zo goed mogelijk informeren en een perspectief bieden, was meer dan ooit aan de orde van de dag. Gelukkig kon dat in 2022 opnieuw in levenden lijve, bijvoorbeeld op de Delen Perspectieven infosessies in de kantoren, waar klanten uitgebreid de experts aan het woord konden horen. Daarnaast vonden meer en meer klanten hun weg naar vermogensplanning en Delen Family Services, de twee
Delen Private Bank I Antwerpen


Michel Buysschaert CEO
"In het turbulente jaar 2022 toonde de bank zich bijzonder sterk, wat zich vertaalt in zeer behoorlijke resultaten. Ondanks de moeilijke marktcontext nam de nettokapitaalinstroom toe en stijgt het marktaandeel. Het succes zit o.a. in de persoonlijke opvolging van de klanten, onze gepassioneerde medewerkers en de samenwerking tussen de teams. Dit alles draagt bij tot onze missie: financiële gemoedsrust schenken aan onze klanten."
andere bouwstenen van de Delen dienstverlening. Vermogensplanning zal in 2023 een vaste waarde blijven binnen de dienstverlening. Er wordt gewerkt op drie sporen. Vooreerst werken de beheerders op een totaaloverzicht dat inzicht geeft in het volledige vermogen van de klant (ondersteund door een digitaal archief waar klanten hun belangrijke documenten veilig kunnen bewaren). Financial Planning brengt in kaart hoe de levensloop van de klant ook zijn financiële situatie en die van zijn familie beïnvloedt. Estate Planning analyseert welke acties nodig zijn om zijn vermogen te behouden en verder te versterken in de toekomst, ook met het oog op de volgende generaties.
Na twee rustige jaren was het weer mogelijk events te organiseren, voor Delen een belangrijke manier om de klanten te bedanken voor hun vertrouwen. Voor het eerst werden hiervoor nieuwe partnerschappen ingezet met Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en met Art Antwerp /Art Brussels.
Delen Private Bank blijft marktaandeel winnen op de Belgische niche van private banking. Een sterkhouder in Delens aanpak is de lokale verankering van de bank in de regio's waar ze actief is. Dit moedigt Delen Private Bank aan om verder te investeren in infrastructuur. In 2022 opende Delen Private Bank een nieuw kantoor in Zellik (West-Brabant). Naast de fysieke aanwezigheid investeert de bank ook onophoudelijk in haar digitale kanalen.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Brutobedrijfsopbrengsten | 512.143 | 502.076 | 412.422 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 160.623 | 167.556 | 131.387 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
1.078.596 | 1.022.453 | 940.277 |
| Toevertrouwd vermogen | 48.009.787 | 54.345.999 | 45.116.280 |
| Cost-income ratio | 51,8% | 50,2% | 53,6% |
| Return on equity | 15,3% | 17,0% | 15,0% |
| CET1-ratio | 38,1% | 38,0% | 40,5% |
| Personeel | 909 | 829 | 757 |
Op het einde van 2022 werden in Benelux en Zwitserland 87% (31.562 miljoen euro) van de toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel discretionaire beheerrekeningen 96,5%.
Bank Van Breda droeg opnieuw in belangrijke mate bij tot het resultaat en vertegenwoordigde ongeveer 30% van het totaal beheerd vermogen. De negatieve marktimpact werd voor een groot deel gecompenseerd door de netto-instroom van kapitaal. Op 31 december 2022 beheerde Delen Private Bank immers 9.279 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank Van Breda. Daarnaast verzorgde Delen Private Bank de effectenadministratie van Bank Van Breda (1.665 miljoen euro).
In Nederland worden de commerciële inspanningen van het goed geïntegreerd en versterkt team eveneens beloond met mooie cijfers, namelijk 1.022 miljoen euro beheerd vermogen. De strategie in Nederland is volledig gealigneerd met die van Delen Private Bank en omvat ook de Delen Family Services dienstverlening.
Het Verenigd Koninkrijk heeft er een bijzonder woelig jaar opzitten. Door de sterke vertegenwoordiging van grondstoffen en olie hield de Britse beurs zich relatief sterk. Zonder deze sectoren was de prestatie van Britse aandelen echter vergelijkbaar met die van haar Europese tegenhangers. De vermogensbeheerders van JM Finn hielden vast aan een sterke diversificatie van hun portefeuille en aan hun keuze voor Britse multinationals, zodat ze minder afhankelijk zijn van de Britse economie.
De netto-instroom van kapitalen bij JM Finn was behoorlijk, rekening houdend met de moeilijke marktomstandigheden. De verhuis naar een nieuw kantoor in London en het dynamisch, vernieuwd managementteam gaven een extra impuls.
Sinds de overname van JM Finn in 2011 verhoogde Delen Private Bank haar directe aandeelhouderschap tot 92,8%. Eind 2022 had JM Finn 11.591 miljoen euro (10.281 miljoen Britse pond) aan toevertrouwde activa, waarvan 82,4% in discretionair beheer. Het niveau van de toevertrouwde activa en de groei in het aandeel discretionair beheer bevestigen dat JM Finn een gezonde onderneming is met groeipotentieel. De positie van JM Finn in de Britse onshore vermogensbeheermarkt, in combinatie met de gedrevenheid en ervaring van Delen Private Bank, moeten JM Finn toelaten om verder te groeien en te evolueren tot een prominente speler op de Britse markt.
Delen Private Bank I Antwerpen

Groep Delen gaf blijk van een opvallende veerkracht in de laatste twee uitzonderlijke jaren van crisis en onzekerheid. De groep voelt zich gesterkt dat ze vlot kan aansluiten bij het economische herstel dat onvermijdelijk zal volgen.
Op het vlak van vermogensbeheer ziet de groep aan de start van het beursjaar 2023 een aantal onzekerheden en risico's, maar ook enkele hoopvolle signalen en mooie kansen. 2023 wordt wellicht een scharnierjaar. De gevolgen van de economische vertraging kunnen de eerste maanden de bedrijfsresultaten beïnvloeden en de geopolitieke spanningen en de onzekerheden over de bankensector kunnen wegen op de beurzen. Maar stilaan zouden er betere tijden moeten komen. De inflatiepiek zou achter ons moeten liggen en het rentebeleid van de centrale banken zou gaandeweg minder streng moeten worden. Dat zou zuurstof moeten geven aan de aandelenmarkten. Bovendien geven obligaties aantrekkelijke rendementen, na de scherpe koersdalingen van 2022. Dat creëert kansen, ook voor de iets defensievere belegger.
Delen Private Bank, in België en Nederland, en JM Finn, willen zich ook in 2023 verder op de kaart zetten. In België opent Delen een kantoor in Charleroi en de werken voor het nieuwe kantoor in Knokke vorderen zoals verwacht (opening verwacht in 2024). In Nederland staat de integratie van Groenstate Vermogensbeheer voorop. Naast interne groeimogelijkheden bekijkt de groep overname-opportuniteiten, indien aantrekkelijke partijen met een aanleunende strategie haar pad kruisen.


Dirk Wouters Franck
Tom
Véronique Léonard
Vic Pourbaix
Marc Wijnants
Bank Van Breda is een gespecialiseerde nichebank die zich focust op de begeleiding van ondernemers en vrije beroepen bij de opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen.
2022 werd getekend door geopolitieke spanningen, stijgende energie- en consumptieprijzen, hoge inflatie, loonindexeringen en dalende beurzen. De centrale banken verstrakten in de loop van 2022 hun monetaire beleid, met een verhoging van de beleidsrentes tot gevolg. De ECB-depositorente steeg van -0,5% tot +2% in de tweede jaarhelft. Dit leidde tot een snelle en forse rentestijging, zowel op korte als op lange termijn.
In deze uitdagende context heeft Bank Van Breda, na het topjaar 2021 opnieuw uitstekende commerciële en financiële resultaten neergezet. De totale commerciële volumes bleven stabiel op 26,8 miljard euro en de nettowinst steeg met 5% tot 68,3 miljoen euro. Ook de liquiditeits- en solvabiliteitsratio's bleven op een zeer solide niveau.
In een dalend beursklimaat daalde het totaal toevertrouwd vermogen in 2022 met slechts 2% tot 20,6 miljard euro. Dit bevestigt het vertrouwen van de klanten in de bank, ook in tijden van onzekerheid en volatiliteit.

Cliëntendeposito's
De totale klantendeposito's groeiden met 185 miljoen euro (+3%) tot een totaal volume van 6,6 miljard euro.
De netto-aangroei in buitenbalansproducten bedroeg 1,1 miljard euro, maar was onvoldoende om de negatieve impact van de dalende aandelen- en obligatiekoersen op de buitenbalansvolumes volledig te compenseren. Hierdoor daalde het volume buitenbalansproducten met 0,6 miljard euro (-4%) tot 14,1 miljard euro. Hiervan is 10,9 miljard euro toevertrouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer en fondsen.
Bank Van Breda verleent vanuit haar totaalaanpak kredieten aan familiale ondernemers en vrije beroepen en via haar divisie Van Breda Car Finance ook financiering en financiële leasing van auto's, equipment, laadpalen en fietsen. Ondanks de hevige concurrentie en de stijgende rentes, groeide het kredietvolume aan doelgroepklanten van Bank van Breda met 343 miljoen euro (+8%) tot een volume van 5,55 miljard euro. Van Breda Car Finance zette in een uitdagend jaar voor de automobielsector opnieuw een sterke commerciële prestatie neer, waardoor de portefeuille groeide met 18% tot 640 miljoen euro.
Het brutobedrijfsresultaat (bankproduct min bedrijfskosten) nam met 8,4 miljoen euro (+10%) toe tot 91,0 miljoen euro dankzij 6% groei in bankproduct en een minder sterke stijging van 2% van de bedrijfskosten. Dit is het resultaat van zeer sterke commerciële prestaties, zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance.
Het geconsolideerd bankproduct nam met 6% toe tot 195 miljoen euro dankzij een sterk stijgend renteresultaat (+17%). Dit is vooral te danken aan de sterk gestegen marktrentes in 2022, in combinatie met een mooie kwalitatieve volumegroei in kredieten die de klanten ondersteunen.
De netto fee-inkomsten stegen licht (+2% t.o.v. 2021). Ondanks de dalende aandelenkoersen, heeft de bank de impact van het negatieve beurseffect deels kunnen compenseren met een zeer mooie netto-aangroei in het volume buitenbalansbeleggingen.
De kosten zijn gestegen met 2% tot 103,6 miljoen euro. Naast de toegenomen bankenheffingen (+10%) zijn vooral de personeelskosten gestegen door verdere toename van het aantal personeelsleden en door de loonindexeringen. Deze stijging werd deels gecompenseerd door een terugname van provisies. De bank blijft investeren in commerciële slagkracht, klanten- en personeelsevents en in de vernieuwing en upgrade van haar kantoren alsook in haar IT-platform om volop in te spelen op opportuniteiten die de digitalisering biedt.

Op de vraag "In welke mate zou u Bank Van Breda aanraden bij andere ondernemers of vrije beroepen?" gaf 63% van de klanten de bank een score van 9 of 10 ('promoters') op een tienpuntenschaal en 28% gaf 7 of 8. Samen zijn deze 91% (zeer) tevreden klanten. Deze cijfers resulteerden in een Net Promoter Score (NPS) van +54, één van de beste cijfers in de Belgische banksector. Naast een zeer hoge klantentevredenheid geniet Bank Van Breda ook een zeer hoge personeelstevredenheid. De bank werd in maart 2022 verkozen tot 'Best Workplace' in België in de categorie van bedrijven met meer dan 500 werknemers. In september 2022 behaalde de bank de 18e plaats in de top 50 'Best Workplace in Europe'. Hiermee is de bank één van de 5 Belgische bedrijven in deze top 50.
De cost-income ratio bleef stabiel op 55%. Bank Van Breda behoort hiermee tot één van de meest efficiënte Belgische banken.
Ondanks de zeer uitdagende omgeving voor haar klanten als gevolg van de geopolitieke spanningen en van de sterk toegenomen inflatie, heeft de bank in 2022 geen significante verliezen op kredietdossiers geboekt. De totale voorziening voor kredietverliezen (inclusief Expected Credit Losses of ECL) blijft laag op 0,02% van de gemiddelde kredietportefeuille. In 2021 was er een netto positieve impact op de resultaten door de gedeeltelijke terugname van de zgn. 'coronaprovisie'. Dit bewijst de sterke kwaliteit van de kredietportefeuille van de bank, alsook de veerkracht van haar klanten.
Al deze elementen samen resulteren in een mooie stijging van de nettowinst met 5% tot 68,3 miljoen euro, waardoor het rendement op het gemiddelde eigen vermogen (ROE) op 10% blijft.
Bank Van Breda I Eigenbrakel
Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt de bank steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en de Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedroegen eind 2022 resp. 138% en 131%, ruim boven de wettelijke vereiste van 100%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met klantendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de financiële markten.
Het eigen vermogen (deel van de groep) bleef stabiel op 674 miljoen euro en draagt bij aan de sterke solvabiliteit van de bank, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De kernkapitaalratio (Common Equity Tier1 Ratio, kortweg CET1-ratio) bedroeg 15,5%. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio of leverage ratio) kwam op 8,1%, een veelvoud van de wettelijke vereiste 3%.

Dirk Wouters CEO
"Tegen een veeleisende achtergrond heeft Bank Van Breda als vermogenspartner voor ondernemers en vrije beroepen opnieuw robuuste resultaten neergezet. Het vertrouwen van onze klanten in ons model van gespreide vermogensopbouw bleef intact. Door de groei van toevertrouwd vermogen en dankzij het voorzichtige kredietbeleid uit het verleden realiseerde Bank Van Breda ook in 2022 een mooie winstgroei."
Vandaag werkt de bank in een omgeving met hoge inflatie en forse loonindexeringen. De volatiliteit van de beurzen en de rentes in 2022 was lange tijd ongekend. In schril contrast met het lage tot zelfs negatieve renteklimaat van de afgelopen jaren, gaat de bank uit van een positief renteklimaat voor de volgende jaren. Hogere rente, hoge inflatie en aanhoudende geopolitieke spanningen kunnen de economische groei van de komende jaren beperken.
Ondanks deze uitdagende context, blijft Bank Van Breda zeer goed gewapend voor de toekomst.
De commerciële slagkracht en de positionering moeten het mogelijk maken het toevertrouwd vermogen verder te doen groeien. De bank blijft hier dan ook verder in investeren. De impact van deze groei op het operationeel resultaat zal mee afhangen van de evolutie van de financiële markten, het renteklimaat en de concurrentiële omgeving.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Bankproduct | 194.602 | 184.193 | 162.681 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 68.325 | 65.178 | 48.295 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
674.141 | 678.459 | 620.249 |
| Balanstotaal | 7.657.027 | 7.791.801 | 7.211.370 |
| Totaal belegd door cliënten |
20.648.415 | 21.087.881 | 17.855.170 |
| Kredietportefeuille | 6.188.490 | 5.748.252 | 5.414.654 |
| Waardevermindering op kredieten |
0,02% | -0,04% | 0,10% |
| Cost-income ratio | 55,1% | 55,1% | 56,3% |
| Return on equity | 10,1% | 10,0% | 8,1% |
| CET1-ratio | 15,52% | 16,84% | 14,70% |
| Solvabiliteitsratio (RAR) | 16,50% | 17,93% | 15,7% |
| Personeel | 547 | 518 | 502 |
Bank Van Breda heeft een trackrecord van lage kosten voor kredietrisico's, zelfs in een economisch turbulente omgeving. Toch blijft er onzekerheid over de mogelijke kredietverliezen als gevolg van de aanhoudende geopolitieke spanningen en de hoge inflatie. Gezien haar conservatieve politiek ter zake zou deze impact ook in de toekomst beperkt moeten blijven.
Met haar kernwaarden 'fast, friendly & flexible' blijft Van Breda Car Finance investeren in klantenbinding en trekt verder de kaart van solide, betrouwbare en snelle partner voor autodealers en makelaars.
Een team van competente medewerkers, tevreden klanten, de reputatie en positionering, de voortdurende investeringen, het voorzichtige risicoprofiel en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.

Bank Van Breda kiest ervoor om haar economisch, sociaal en ecologisch engagement systematisch en expliciet te integreren in haar bedrijfsbeleid. De Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties zorgen hierbij voor een mondiaal kader. Vanuit haar specialisatie voor ondernemers en vrije beroepen ondersteunt de bank vooral de volgende drie doelstellingen: 'goede gezondheid en welzijn' (SDG 3), 'waardig werk en economische groei' (SDG 8) en 'vrede, veiligheid en sterke publieke diensten' (SDG 16).

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Nextensa | 42,5 | 38,6 | - |
| Leasinvest(1) | - | - | 3,3 |
| Extensa Group(1) | - | - | 25,9 |
| Anima(2) | 2,8 | 4,1 | 3,4 |
| Totaal | 45,3 | 42,7 | 32,7 |
(1) Cijfers vanaf 2021 opgenomen in cijfers Nextensa
(2) Verkoop Anima gefinaliseerd in juli 2022. Contributie in 1H22

Nextensa

Nextensa is een gemengde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar.



Peter De Durpel
Michel Van Geyte
Tim Rens
OlivIer Vuylsteke
Nextensa is een beursgenoteerde, gemengde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar.
Als investeerder is Nextensa actief in het Groothertogdom Luxemburg (41%), België (44%) en Oostenrijk (15%). De totale waarde van de investeringsportefeuille bedroeg 1,28 miljard euro per 31 december 2022.
Als ontwikkelaar geeft Nextensa voornamelijk grote stedelijke ontwikkelingen vorm. Op Tour & Taxis (ontwikkeling van meer dan 350.000 m²) in Brussel bouwt Nextensa een gemengd vastgoedpatrimonium bestaande uit een herwaardering van iconische gebouwen en nieuwbouw. In Luxemburg (Cloche d'Or) werkt zij in partnerschap aan een grote stedelijke uitbreiding van meer dan 400.000 m² bestaande uit kantoren, retail en woningen.
Nextensa realiseerde in 2022 een nettoresultaat van 71,3 miljoen euro. De gewijzigde consolidatiekring tegenover 2021, toen Leasinvest en Extensa nog aparte entiteiten waren gedurende de eerste jaarhelft, bemoeilijkt de vergelijking met het vorige jaar.
Dit resultaat komt deels door de desinvesteringen van de gebouwen Titanium (Luxemburg), Monnet (Luxemburg) en The Crescent (België), die een meerwaarde van 28,3 miljoen euro genereerden.

Het operationeel resultaat van de vastgoedportefeuille steeg tot 71,6 miljoen euro (2021: 44,6 miljoen euro). De huuropbrengsten zijn gestegen met 2,2 miljoen euro in vergelijking met 2021 en bedroegen eind 2022 67,4 miljoen euro. De waarde van de vastgoedbeleggingen daalde ten opzichte van 2021 omwille van de verkoop van de drie voornoemde gebouwen in de loop van 2022. Anderzijds was er slechts een lichte (0,90%) daling van de waarde van de vastgoedbeleggingen ten belope van 11,6 miljoen euro. Het gemiddelde rendement op de vastgoedbeleggingen is gestegen van 5,20% eind 2021 naar 5,30% eind 2022.
Het operationeel resultaat uit de ontwikkelingsprojecten steeg van 15,4 miljoen euro in 2021 naar 22,2 miljoen euro over 2022. Dit resultaat bestaat voornamelijk uit de ontwikkelingsactiviteiten op Cloche d'Or en op Tour & Taxis (Park Lane fase I).
Dankzij verkopen van zowel vastgoedbeleggingen als ontwikkelingsprojecten werden de schulden aanzienlijk afgebouwd. De netto financiële schuld daalde immers van 853,3 miljoen euro eind 2021 naar 721,5 miljoen euro eind 2022. De financiële schuldgraad daalde hierdoor van 48,6% naar 42,6%.
De gemiddelde financieringskost steeg licht van 2,07% eind 2021 naar 2,18% per eind 2022. Hoewel de rente in de loop van 2022 aanzienlijk gestegen is, zorgt de succesvolle indekkingspolitiek van Nextensa ervoor dat deze stijging slechts een minimale impact heeft op de gemiddelde financieringskost.
Het eigen vermogen steeg van 780 miljoen euro naar 839 miljoen euro.
Vastgoedontwikkeling
• Kantoren
De Tour & Taxis-site heeft zich in 2022 kunnen positioneren als een van de belangrijkste eventlocaties in Brussel. De site heeft het afgelopen jaar een groot aantal bezoekers mogen verwelkomen op tijdelijke events zoals de vastgoedbeurs Realty en de World Padel Tour, op langlopende exposities in de Sheds of op conferenties in Maison de la Poste.
De bezettingsgraad van de kantoren op de Tour & Taxis-site (Gare Maritime en Koninklijk Pakhuis) bedraagt ondertussen 90%. In 2022 vestigden Unicef (900 m²) en Polestar (610 m²) hun kantoren in de Gare Maritime en ondertekende CD&V een huurovereenkomst voor zo'n 1.500 m². Het Koninklijk Pakhuis is volledig verhuurd, dankzij een aantal belangrijke huurhernieuwingen die afgelopen jaar konden afgesloten worden.


Michel Van Geyte CEO
"De focus op stedelijke ontwikkelingen met een mix aan functies in een duurzame omkadering blijkt de juiste. Onze sites Tour & Taxis en Cloche d'Or bewijzen des te meer hun waarde door de succesvolle verkopen van zowel appartementen als kantoren. Nextensa onderscheidt zich bovendien in haar proactieve houding om snel te kunnen inpikken op de steeds veranderende marktomstandigheden."
De bezettingsgraad van de retail op de Tour & Taxis-site (Gare Maritime en Koninklijk Pakhuis) bedraagt 56%. Eind 2022 ondertekenden Lab9 (579 m²) en Wever & Ducré (165 m²) een huurovereenkomst. Zij zullen in 2023 een winkel openen in de Gare Maritime.
Daarnaast wordt op de site het Hôtel des Douanes klaargemaakt voor verhuur. Dit multi- of single-tenant gebouw biedt straks plaats aan 6.500 m² kantoren en vergaderzalen en zal opnieuw een toonbeeld van duurzaamheid worden. De eigenheid van het historische gebouw zal ten volle worden behouden en zal worden gecombineerd met de meest duurzame technieken, een aanpak die het handelsmerk van Nextensa is geworden.
Op Tour & Taxis werkt Nextensa aan de nieuwe woonwijk 'Park Lane'. Alle 319 appartementen in de 4 gebouwen van Park Lane fase I werden in 2022 opgeleverd en het Anima-woonzorgcentrum aan het begin van de Parkdreef opende zijn deuren. In maart 2022 werd gestart met de bouw van het Park Lane fase II-project, bestaande uit 11 compacte gebouwen en 346 appartementen. Eind 2022 zijn reeds meer dan 120 appartementen van dit project gereserveerd of verkocht.
Daarnaast begint ook het Lake Side-project steeds meer vorm te krijgen. Lake Side vormt de laatste fase van de grootschalige stadsontwikkeling op Tour & Taxis. Het project heeft een potentieel van ongeveer 136.000 m² aan appartementen, coliving, kantoren, publieke faciliteiten en retail verspreid over 17 gebouwen. De aanvraag voor de vergunning voor dit project zal in het voorjaar van 2023 worden ingediend.
In de loop van januari 2022 werd het kantoorgebouw Kockelscheuer, met een oppervlakte van ca. 4.200 m², opgeleverd en verkocht voor een bedrag van 48 miljoen euro. Het gebouw was volledig voorverhuurd aan Regus.
Eind maart 2022 werd vervolgens het kantoorgebouw Darwin II (ca. 4.700 m²) opgeleverd. De huurder is de Luxemburgse staat, die eveneens een aankoopoptie van 3 jaar heeft vanaf 1 april 2022. Het gebouw werd in gebruik genomen in de loop van het tweede kwartaal van 2022.

Nextensa I Van links naar rechts: Monteco - Brussel - Boven: Hangaar 26 - Antwerpen - Onder: Shopping Center Boomerang - Luxemburg
Eind september 2022 werd het kantoorgebouw Darwin I - Bronze Gate - voorlopig opgeleverd. Begin oktober 2022 werd dit Bronze Gate gebouw verkocht voor een bedrag van 65 miljoen euro aan de Luxemburgse vastgoedinvesteerder REInvest Asset Management S.A. Dit gebouw van ca. 5.040 m² is volledig verhuurd aan atHome Group, gespecialiseerd in online platformen voor de verkoop van vastgoed en voertuigen, en aan het internationale advocatenkantoor CMS DeBacker Luxembourg.
Momenteel zijn er nog twee kantoorgebouwen in aanbouw. Een eerste, Emerald, heeft een oppervlakte van 7.000 m² en is reeds voor 43% voorverhuurd aan een advocatenkantoor. Er werd een princiepsovereenkomst tot verhuring getekend met een potentiële huurder waardoor de bezettingsgraad zou stijgen naar 70%. De bouwwerkzaamheden verlopen volgens plan en de oplevering wordt verwacht aan het einde van de zomer van 2023.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020(2) |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 67.400 | 65.174(1) | 59.848 |
| Resultaat van ontwikkelingen |
22.243 | 15.373(1) | - |
| Nettoresultaat (deel groep) | 71.310 | 53.244(1) | 7.683 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 838.798 | 779.970 | 487.211 |
| Vastgoedportefeuille (reële waarde) |
1.278.716 | 1.407.919 | 1.141.190 |
| Huurrendement | 5,30% | 5,20% | 5,63% |
| Netto financiële positie | -721.493 | -853.333 | -667.255 |
| Financiële schuldgraad | 42,6% | 48,6% | 54,0% |
| Personeel | 45 | 48 | 25 |
(1) 2021: 12 maanden Leasinvest Real Estate, 6 maanden Extensa
(2) Gerapporteerd onder Leasinvest Real Estate
Net naast het Emerald-gebouw zijn eveneens de werkzaamheden opgestart voor een ander kantoorgebouw van 7.000 m², White House. Voor dit gebouw werd eveneens een princiepsovereenkomst tot verhuring getekend voor 100% van de oppervlakte. De oplevering wordt begin 2024 verwacht.
De residentiële ontwikkelingen op Cloche d'Or bestaan uit verschillende deelprojecten.
In de loop van 2022 werden alle appartementen van het deelproject Ilôt D-Sud (155 appartementen) opgeleverd. Dit deelproject is volledig verkocht, met uitzondering van 11 retailunits op het gelijkvloers.
Het deelproject Ilôt D-Nord zal in de loop van 2023 gradueel opgeleverd worden. Inmiddels worden de laatste 12 appartementen op een totaal van 194 gecommercialiseerd.
De verkoop van het deelproject D5-D10 (185 appartementen en 18 gelijkvloerse retailunits) liep door de economische toestand vertraging op. In de tweede helft van het jaar werd desondanks beslist om de bouwwerkzaamheden op te starten. Hierdoor konden eind 2022 nog een aantal reservaties worden gevaloriseerd en werden de eerste 26 notariële aktes verleden. Momenteel zijn 46 appartementen van de 185 gereserveerd of reeds verkocht. De oplevering wordt verwacht in de loop van 2024.
Midden september werd ook een huurovereenkomst voor een vaste termijn van 20 jaar gesloten met B&B HOTELS voor de ontwikkeling van een hotel met 150 kamers. Momenteel wordt het vergunningstraject doorlopen en worden de werken verwacht op te starten in de eerste jaarhelft van 2023 met een vermoedelijke opleverdatum begin 2025.
De focus binnen Nextensa in 2022 was gericht op het naar de oppervlakte brengen van een deel van de latente meerwaarden binnen haar portefeuille en het verstevigen van haar balans.
Reeds in november 2021 ondertekenden Nextensa en Codic een verkoopovereenkomst onder opschortende voorwaarden voor 100% van de aandelen in de Luxemburgse vennootschap GK5 Sàrl, eigenaar van de Titanium-site in de Cloche d'Or-wijk. Eind december 2022 vond de eigenlijke overdracht van de aandelen plaats. De totale verkoopprijs bedroeg 110 miljoen euro. De huurinkomsten van het Titanium-gebouw droegen in 2022 nog volledig bij tot het nettoresultaat van 2022.
Het Monnet-gebouw, dat reeds sinds 2006 in portefeuille zat, is begin 2022 verkocht aan Edmond de Rothschild. Het Monnet-gebouw ligt in het hart van het financiële district van Kirchberg aan de Rue Jean Monnet 4, bestrijkt zo'n 4.000 m² en is volledig verhuurd.
Begin 2022 werden de erfpachtrechten van het gebouw The Crescent verkocht aan de private beleggers DES / De Weer. The Crescent is een kantoorgebouw van 15.000 m², gelegen aan de Erasmus Campus in Anderlecht en bevond zich reeds sinds 2002 in de portefeuille. Het gebouw, dat aanvankelijk voor L'Oréal werd gebouwd, is in 2011 verregaand omgebouwd tot een 'serviced office building'.
De Moonar-site, die zich reeds sinds vele jaren in de portefeuille van Nextensa bevindt, wordt momenteel grondig herontwikkeld teneinde hogere huurwaardes op deze gebouwen te kunnen creëren. Moonar is een campus vlakbij de luchthaven. Het kantorenpark bestaat uit 5 gebouwen, die tegen eind 2023 allemaal gerenoveerd zullen zijn. Verschillende gesprekken zijn lopende met potentiële nieuwe huurders en met verschillende huidige huurders, die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in een terugkeer naar hun gerenoveerde kantoren met een verhoging van de huur tot gevolg.
In de zomer van 2022 werd de uitbreiding van het shoppingcenter in Schmiede (ca. 8.500 m²) opgeleverd. 8 nieuwe winkels zijn in september officieel geopend voor het publiek. Momenteel wordt nog verder gewerkt aan het nieuwe horecaconcept, bestaande uit een Grand Café en een Food Village, die in de loop van 2023 zullen openen. De uitbreiding van de New Yorker-winkel zal openen in het najaar van 2023.
Ook het huurcontract met Hornbach, voor de retailsite gelegen te Bertrange, werd verlengd met 15 jaar (tot 30/06/2038).
In het Boomerang Strassen shoppingcentrum werd in oktober een Colruyt-supermarkt van 1.200 m² geopend.
De Oostenrijkse investeringsportefeuille van Nextensa bevat 5 retailparken, waarvan de bezettingsgraad consistent op 100% blijft.
Voor het jaar 2023 voorziet Nextensa de verdere verkoop van bepaalde gebouwen die worden beschouwd als uitontwikkeld, waardoor de schuldafbouw verdergezet kan worden en latente meerwaardes in de portefeuille gekristalliseerd kunnen worden. Met deze versterkte balans kan Nextensa de komende jaren inspelen op interessante ontwikkelingsopportuniteiten. Tegelijkertijd zal in 2023 worden ingezet op de herontwikkeling van een aantal geïdentificeerde sites in de portefeuille en zal een deel van de marge van het Park Lane II-project in Brussel kunnen worden erkend.

Nextensa's duurzaamheidsmissie bestaat uit het creëren van 'places you prefer' door het (her)ontwikkelen van klimaatadaptieve gebouwen, het creëren van duurzame samenlevingen en het investeren in menselijk kapitaal.
In 2022 werd er onder andere via volgende initiatieven ingezet op de verwezenlijking van deze missie:
Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| SIPEF | 36,9 | 27,7 | 4,3 |
| Verdant Bioscience | -0,5 | -0,9 | -0,6 |
| Sagar Cements | -2,1 | 3,2 | 3,1 |
| Totaal | 34,3 | 30,0 | 6,8 |

SIPEF produceert gecertificeerde, duurzame tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk palmolie.


Biotechonderneming Verdant Bioscience ontwikkelt F1-hybride oliepalmzaden (Singapore/Indonesië).

Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgeno-
teerde producent van cement.



François Van Hoydonck

Charles De Wulf

Thomas Hildenbrand

Robbert Kessels

Johan Nelis
Petra Meekers
SIPEF richt zich op gecertificeerde duurzame productie van tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk palmolie.
SIPEF is een Belgische agro-industriële groep, genoteerd op Euronext Brussels, die duurzame, gecertificeerde tropische landbouwgrondstoffen produceert, voornamelijk ruwe palmolie en palmproducten, alsook bananen. Deze arbeidsintensieve activiteiten zijn geconcentreerd in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust. Ze worden gekenmerkt door een brede stakeholderbetrokkenheid, die de langetermijninvesteringen op duurzame wijze ondersteunt.
De missie van SIPEF is om de voorkeursleverancier te zijn van traceerbare, duurzame en kwaliteitsvolle landbouwproducten. Door als betrouwbare partner kwaliteitsproducten te leveren aan klanten, eindgebruikers, werknemers, gemeenschappen en toekomstige generaties zet SIPEF zijn waardecreatie voor de onderneming en al haar belanghebbenden voort.
De groep is er sterk van overtuigd dat de vraag naar plantaardige oliën de komende jaren aanzienlijk zal blijven toenemen en dat gecertificeerde duurzame palmolie een cruciale rol zal spelen in de gebalanceerde voedselvoorziening van een steeds groeiende en rijkere wereldbevolking. Door de certificeringen en door haar eigen 'Responsible Plantations Policy' houdt SIPEF bovendien rekening met strenge normen, zowel op het vlak van ontbossing en milieubelastende elementen als op het vlak van tewerkstelling en samenwerking met lokale boeren. Hierdoor speelt haar duurzame palmolie ook een rol in de bescherming van het milieu en de bestaansmiddelen van de lokale gemeenschappen.
SIPEF erkent het aanzienlijke potentieel en het belang van innovatie om de productiviteit, de kwaliteit en de circulaire praktijken te verbeteren. SIPEF legt zich toe op de toepassing van beste praktijken om de vruchtbaarheid van de bodem te verbeteren, de input te optimaliseren, bijproducten te recycleren en de productkwaliteit en de opbrengst per geplante hectare verder te verhogen. De groep heeft aanzienlijke investeringen gedaan in onderzoek en ontwikkeling en in oplossingen voor het maximaliseren van de opbrengsten.
| SIPEF: Productie (Ton)(1) | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2020 | ||
| 403.927 | 384.178 | 329.284 | ||
| 32.270 | 32.200 | 31.158 |
(1) Eigen + uitbesteed
Certificering is een belangrijke hefboom voor SIPEF om aan te tonen dat haar activiteiten op een duurzame manier worden beheerd door middel van een reeks verifieerbare vereisten. Met haar eigen 'Responsible Plantations Policy' streeft SIPEF er altijd naar om, waar mogelijk, nog verder te gaan dan de certificeringsvereisten om het beheer van milieu-, sociale en governance gerelateerde aspecten in de bedrijfsvoering voortdurend te verbeteren.
SIPEF streeft naar 100% RSPO-certificering (Roundtable on Sustainable Palm Oil) voor al haar palmolieactiviteiten, met inbegrip van de inclusie in haar toeleveringsketen van RSPO-gecertificeerde lokale boeren die aan de groep leveren tegen 2026, en naar 100% Rainforest Alliance-certificering voor haar bananenactiviteiten. SIPEF heeft ook 100% ISPO-certificering (Indonesia Sustainable Palm Oil) voor al haar operationele units in Indonesië.
SIPEF realiseerde een recordjaar in 2022, zowel op het vlak van productie als van resultaat.
De totale groepsproductie van RSPO-conforme duurzame palmolie steeg met 5,1% tot 403.927 ton, tegenover 384.178 ton in 2021. Deze groei was het resultaat van de stijgende maturiteit van de nieuwe aanplantingen in Zuid-Sumatra en van gunstige weersomstandigheden, die vooral bevorderlijk waren voor de palmgroei en vruchtontwikkeling van de palmolieactiviteiten in Papoea-Nieuw-Guinea (PNG) die verder herstellen van de vulkaanuitbarstingen van 2019. Het goede klimaat heeft ook geleid tot sterke olie-extractieratio's ('Oil Extraction Ratio' - OER), die gemiddeld 24,0% bedroegen. Het is de eerste maal in de geschiedenis van SIPEF dat het volume van 400.000 ton geproduceerde palmolie overschreden werd.
De palmoliemarkt kende een sterke prijsstijging in de eerste jaarhelft. Deze stijging was het gevolg van een daling van het aanbod van plantaardige oliën, door de oorlog in Oekraïne en een exportban voor palmolie in Indonesië, en de gestegen vraag naar biobrandstoffen wereldwijd. In de tweede jaarhelft zijn de prijzen genormaliseerd, maar historisch hoog gebleven. De gemiddelde wereldmarktprijs voor ruwe palmolie ('Crude Palm Oil' - CPO) bedroeg 1.345 USD per ton CIF Rotterdam in 2022, tegenover 1.195 USD in 2021.
De combinatie van de grotere productievolumes en een hogere wereldmarktprijs voor CPO leidden tot een stijging van de omzet van palmolie met 30,2%, terwijl de omzet van de bananenteelt steeg met 3,2%, voornamelijk door hogere verkoopprijzen per eenheid. De omzet van de SIPEF-groep bereikte een recordhoogte van 527,5 miljoen USD.


SIPEF I Musi Rawas - Zuid-Sumatra
In Indonesië bleven de, voortdurend aangepaste, exportheffing en -taks wegen op de activiteiten, maar door de sterke winstmarges op palmolie-export vanuit Papoea-Nieuw-Guinea, steeg de brutowinst van 169,2 miljoen USD eind 2021 naar 221,0 miljoen USD eind 2022, een stijging met 30,6%.
Het recurrente nettoresultaat, deel van de groep, bedroeg 108,2 miljoen USD, een recordcijfer voor SIPEF en een stijging met 30,7% tegenover 82,7 miljoen USD in 2021. Ondanks het intensieve investeringsprogramma, zorgden de positieve vrije kasstromen ervoor dat de schuld van bijna 50 miljoen USD per eind 2021, werd herleid tot een positieve nettocashpositie per eind 2022. Het eigen vermogen van de onderneming steeg naar een recordhoogte van 818 miljoen USD.
Palmolie
Na een zwakke start van het jaar, herstelde de palmolieproductie zich in het tweede en derde kwartaal. Het was vooral het laatste kwartaal dat er, met een stijging van 9,8%, voor zorgde dat de jaarlijkse groei van de palmolieproductie 5,1% bedroeg.
| (USD 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 527.460 | 416.053 | 274.027 |
| EBITDA | 226.251 | 188.031(1) | 73.682 |
| EBIT | 178.312 | 139.416(1) | 30.778 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 108.157 | 93.749(1) | 14.122 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 817.803 | 727.329 | 638.688 |
| Netto financiële positie | 122 | -49.192 | -151.165 |
| Balanstotaal | 1.062.223 | 991.765 | 946.641 |
| Personeel | 22.157 | 21.233 | 21.633 |
(1) Inclusief meerwaarde op PT Melania: 11,6 miljoen USD (deel groep 11,0 miljoen USD)
Terwijl de mature plantages in Noord-Sumatra een lichte productiestijging optekenden, bleven de activiteiten in de Bengkulu-regio onder de verwachtingen (-9,0%) en waren het vooral de nieuw aangeplante plantages in Zuid-Sumatra die een productiestijging van 53,7% kenden. De groeiende bijdrage van zowel de Musi Rawas-plantages als deze van Dendymarker waren het rechtstreekse gevolg van een groter aantal oogstbare hectaren en een toename zowel in gewicht als in aantal van de trossen.
In Zuid-Sumatra zijn er ondertussen 12.925 hectare met jong-mature aanplanten die geoogst worden. Deze zijn verspreid over 9.968 hectare nieuwe plantages in Musi Rawas en 2.957 herplante hectare in Dendymarker. De uitgebreide Dendymarker-palmolie-extractiefabriek zette de geoogste vruchten om in 37.742 ton palmolie en overtrof hiermee het volume van 2021 met 53,8%.
In 2022 bedroeg de jaarlijkse groei van de palmolievolumes 8,8%. Gedurende het hele jaar 2022 zijn de geproduceerde volumes hoger geweest dan deze van 2021. Dankzij de jaarlijkse neerslag die 59% van het vijfjarig gemiddelde bereikte, in combinatie met een beter dan verwacht herstel van de gevolgen van de vulkaanuitbarsting in 2019, werd in 2022 op de eigen plantages de recordoogst van 400.000 ton palmtrossen overschreden.
Ook de aankopen van de lokale boeren bereikten een recordcijfer van meer dan 254.000 ton, een stijging met 5,6% tegenover het hele jaar 2021. Ook hier had het groeibevorderende neerslagvolume een positief effect, maar het oogsten werd ook aangemoedigd door de hoge wereldmarktprijzen voor hun geleverde vruchten. De olie-extractieratio's van de drie palmolie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea bereikten een jaargemiddelde van 25,3%.
SIPEF investeerde in totaal 79,3 miljoen USD, voornamelijk in de uitbreiding in Zuid-Sumatra in Indonesië. De gecultiveerde gebieden in Musi Rawas groeiden, in overeenstemming met RSPO-procedures, met 1.453 hectare tot een totale oppervlakte van 16.423 hectare. Ondertussen zijn de eigen arealen van de Dendymarker-plantage volledig herplant, alsook 1.671 hectare van de lokale boeren. Door logistieke en operationele belemmeringen bleven de industriële investeringen tijdelijk beneden verwachting en werden enkele uitbreidingen in de fabrieken naar 2023 verwezen.

SIPEF I Agboville - Plantations J. Eglin - Ivoorkust

François Van Hoydonck CEO
"2022 werd gekenmerkt door een record recurrent nettoresultaat voor SIPEF van 108 miljoen USD. Bovendien slaagden we erin om onze netto financiële schuld weg te werken en bereikten we historische mijlpalen, zoals een omzet boven de 500 miljoen USD, een eigen vermogen hoger dan 800 miljoen USD en een balanstotaal van meer dan 1 miljard USD."
Door deze recente verwezenlijkingen is in de SIPEF-groep per eind 2022 een totaal van 78 354 hectare beplant met oliepalmen en bedraagt de 'supply base' meer dan 100.000 hectare, voor levering in 9 palmolieverwerkingsfabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
De uitbreiding van de bananenplantages in Ivoorkust wordt verdergezet en eind 2022 waren er 197 hectare bijgeplant, waardoor het productieareaal nu 1.066 hectare bedraagt. Dit zal zich onmiddellijk vertalen in stijgende productievolumes in 2023, om 60.000 ton export bananen te bereiken tegen 2025.
Na een productievertraging in de tweede jaarhelft kenden de geëxporteerde bananenvolumes vanuit Ivoorkust niet de verwachte, sterke groei. De bijkomende oogsten uit de nieuw aangeplante arealen in de Lumen/Akoudié-plantages compenseerden de, door regen en koudere temperaturen, gemiste oogsten in de bestaande activiteiten.
In 2022 werd voor het eerst in de SIPEF-geschiedenis de kaap van 400.000 ton geproduceerde palmolie overschreden. Voor 2023 wordt er opnieuw een stijging van de productie met 5% verwacht.
De palmoliemarkt is het nieuwe jaar begonnen met een zeer evenwichtige voorraadsituatie, maar de macro-economische omgeving is nog wat onzeker over de omvang van de aanhoudend groeiende vraag. SIPEF verwacht echter een gezonde prijsomgeving voor palmolie in 2023, omdat het fundamenteel goed gepositioneerd is in de wereld van plantaardige oliën.
Hoewel de palmolieprijzen momenteel lager zijn dan in de piekperiode van het eerste semester in 2022, blijven ze hoog in historisch perspectief. Door de combinatie van stijgende jaarlijkse productievolumes, stabiele productiekosten per eenheid en een sterke palmoliemarkt, kan SIPEF opnieuw uitkijken naar een sterk prestatiejaar 2023, al zal het finale recurrente resultaat sterk afhangen van de verdere evolutie van de palmolieprijzen.
| GETS: ARMEDE 108 10 11 11 11 11 11 11 |
A ETX L FENGER 400 |
CO COUCH CENDERITY DOGS H C -1/ |
4 ORDERTIES | Comments +(1) |
C SCHECK WITH 0 EN SAMBAR |
BETAMIBASS DE DOURTAME BESE 1 -6 117 |
8 BILLESS INTER ESOF 12 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| O POSTRE BBINDSHIPESA DIFFASTELLER 100 |
12 CONSUMETE EN PRODUCTIE CO |
13 REWARRENCE E 1749 |
15 RETURE 4 |



Brian Dyer
Stephen Nelson
Brian Forster Juan-Carlos Martinez
Verdant Bioscience (VBS) is een biotechonderneming met als voornaamste doelstelling het ontwikkelen van hoogrenderende F1-hybride oliepalmzaden.

Verdant Bioscience
Verdant Bioscience focust op drie belangrijke gebieden van onderzoek en ontwikkeling die aanzienlijke mogelijkheden bieden voor de verbetering van de productie van palmolie: ontwikkeling van verbeterde gewasvariëteiten, verbetering van de weerstand en het weerstandsvermogen van de gewassen en verbeteringen in agronomische en gewasbeschermingspraktijken.
Verdant Bioscience blijft met succes haar strategie voortzetten om hoogrenderende F1-hybride variëteiten met hoge opbrengst te leveren aan de oliepalmindustrie. Een verhoging van het rendement per oppervlakte-eenheid wordt aanzien als de enige reële oplossing voor de toenemende wereldvraag naar plantaardige olie zonder
| (USD 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5.905 | 3.319 | 2.880 |
| EBITDA | -477 | -1.754 | -2.086 |
| EBIT | -1.094 | -2.412 | -2.777 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -1.288 | -2.514 | -2.645 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 9.903 | 11.191 | 13.704 |
| Netto financiële positie | -20.019 | -19.077 | -17.316 |
| Balanstotaal | 32.989 | 33.665 | 33.451 |
| Personeel | 597 | 617 | 349 |
toename van het geplante areaal. F1-hybriden hebben het potentieel om de opbrengst per hectare aanzienlijk te verhogen en zouden het risico van verder verlies van regenwoud en biologische diversiteit kunnen wegnemen.
In 2021 begon Verdant Bioscience haar veldproeven met het planten van 31 F1-hybride kruisingen. In 2022 werden nog eens 42 kruisingen op proef geplant. De zaailingen van F1-hybride kruisingen worden in de kwekerij gescreend op ziektetolerantie, droogtetolerantie en variatie in nutriëntenopname. De kruisingen worden vervolgens in het veld getest in een reeks veldomgevingen op verschillende geografische locaties. Het doel van deze proeven is ervoor te zorgen dat de F1-hybride kruisingen robuust in het veld zijn getest vooraleer ze op de markt worden gebracht.
Verdant Bioscience ligt op schema voor de commercialisatie van haar eerste F1 hybride zaad in 2028/2029.
Verdant Bioscience heeft in 2022 haar omzet verhoogd van 3,3 miljoen USD tot 5,9 miljoen USD. Deze stijging is vooral te danken aan gestegen opbrengsten uit de verkopen van oliepalmzaden, maar was nog onvoldoende om het jaar 2022 reeds breakeven af te kunnen sluiten.


Kolluru
Deelnemingspercentage AvH


Reddy
Reddy
Sagar Cements
Sagar Cements is een beursgenoteerde cementfabrikant met hoofdkantoor in Hyderabad (India) en een totale productiecapaciteit van 8,25 miljoen ton per jaar (per eind 2022).
In 2022 nam Sagar Cements met succes twee greenfieldprojecten in gebruik: een geïntegreerde cementfabriek van 1 miljoen ton in Jeerabad (in Madhya Pradesh) en een maalinstallatie van 1,5 miljoen ton in Jajpur (in Orissa). Als gevolg daarvan heeft Sagar haar operationele voetafdruk verder uitgebreid en geografisch gediversifieerd, met fabrieken in de deelstaten Telangana en Andhra Pradesh (Zuid-India), Madhya Pradesh (Centraal-India) en Orissa (Oost-India).
Ondanks de moeilijke wereldwijde macro-economische context blijven de vooruitzichten op korte en middellange termijn voor de Indiase cementsector gunstig, onder meer dankzij grote door de overheid gesponsorde infrastructuurprojecten. Een voorbeeld is het nationale masterplan voor een holistische ontwikkeling van de weg-, spoor- en luchtweginfrastructuur van India en de realisatie van multimodale verbindingen tussen alle economische zones. Bovendien wordt verwacht dat de aanhoudende focus van de regering op betaalbare woningen op het platteland, samen met de bovengemiddelde moesson, de vraag op het platteland zal stimuleren. De Indiase regering heeft de totale investeringsuitgaven in haar begroting voor 2023 met 34% verhoogd.
Sagar Cements realiseerde in 2022 een behoorlijke groei met een omzetstijging van 39% tot 21,1 miljard INR (255,3 miljoen euro). De EBITDA daalde in die periode evenwel met 47% tot 1,8 miljard INR (21,2 miljoen euro). Deze terugval is het gevolg van de aanhoudende stijging van de prijzen van ingevoerde brandstoffen (petroleumcoke en steenkool) in 2022, die gemiddeld 35% hoger lagen dan in 2021 en 165% hoger dan in 2020. Deze belangrijke kostenstijging neutraliseerde de gunstige prijsomgeving en de inspanningen voor kostenbeheersing, zoals de verbetering van de energie-efficiëntie en het toegenomen gebruik van alternatieve brandstoffen.
| 2022 | 2021 | 2020 | ||
|---|---|---|---|---|
| € 1.000 | INR (mio) | INR (mio) | INR (mio) | |
| Omzet | 255.276 | 21.097 | 15.128 | 12.572 |
| EBITDA | 21.225 | 1.754 | 3.294 | 3.492 |
| EBIT | 3.591 | 297 | 2.482 | 2.673 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -10.043 | -830 | 1.278 | 1.374 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 171.497 | 15.177 | 12.765 | 12.128 |
| Netto financiële positie | -122.141 | -10.809 | -9.749 | -5.693 |
| Balanstotaal | 413.094 | 36.557 | 32.605 | 23.031 |
| Personeel | 955 | 914 | 731 |
In mei 2022 verwierf Premji Invest, de private equity- en investeringstak van één van de grootste filantropische organisaties in India, door een kapitaalsverhoging een aandelenbelang van 10% in Sagar door een bedrag van 3,5 miljard INR aan primair kapitaal te investeren. Hierdoor verwaterde de participatie van AvH van 21,85% naar 19,64%.
In februari 2023 kondigde Sagar de overname aan van Andhra Cements, met inbegrip van een geïntegreerde cementfabriek van 2 miljoen ton in Andhra Pradesh (Zuid-India). Door deze overname zal de productiecapaciteit van Sagar toenemen tot 10,25 miljoen ton, waarmee de strategische doelstelling van 10 miljoen ton tegen 2025 wordt overtroffen.


Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Bijdrage van de deelnemingen |
52,1 | 71,3 | 12,7 |
| Bijdrage geconsolideerde deelnemingen |
38,3 | 53,2 | 12,7 |
| Fair value | 13,8 | 18,1 | - |
| AvH & subholdings | -24,2 | -18,1 | -13,5 |
| Netto meer/minderwaarden | 326,4 | -1,2 | 3,1 |
| Totaal | 354,3 | 52,0 | 2,3 |


AvH stelt risicokapitaal ter beschikking aan een beperkt aantal meer mature bedrijven, met internationaal en duurzaam groeipotentieel. Enkel in Life Sciences stapt AvH ook in jongere bedrijven die nog in het begin van hun ontwikkelingsfase zitten. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan die van typische 'private equity'-verschaffers. Gezonde balansstructuren en het gediversifieerd karakter van de investeringsportefeuille zorgen voor een spreiding van de economische en financiële risico's.
Een selectief investeringsbeleid houdt rekening met globale trends en realistische businessplannen op lange termijn. Er is tevens aandacht voor de kwaliteit van de managementteams, talentontwikkeling, operationele verbeteringen, innovatie en ESG-aspecten, om zo tot een duurzame groei te komen. De groepsmaatschappijen worden op die diverse thema's ondersteund, waarover meer in het Duurzaamheidsverslag op pag. 48. Het beperkt aantal deelnemingen stelt AvH in staat diepgaande inzichten te verwerven om met kennis van zaken de strategie mee vorm te geven.
2022 was opnieuw een woelig jaar, met veelvuldige uitdagingen zoals geopolitieke spanningen, sterk oplopende kosten en verstoorde aanvoerketens, net toen veel bedrijven de gevolgen van COVID-19 nog aan het verteren waren. Dit zal ook nog in 2023 spelen. Deze economische context met stijgende rentevoeten had tevens een impact op de financiële markten, die meer aandacht schonken aan sterke balansen en het genereren van cashopbrengsten. De waardering van jonge hoogtechnologische bedrijven leed hier dan ook het meeste onder. Dit had ook een impact op de globale M&A-markt en de bereidheid van de banken om hiervoor financiering te verstrekken, zeker indien de transacties een hoge schuldenhefboom vereisten. De omvang van de beschikbare kapitalen voor investeringen in de private equity-sfeer blijft evenwel heel groot. Duurzaamheid kreeg door de geopolitieke evoluties een andere en meer genuanceerde inkleuring. Vele sectoren bevinden zich in een transitiefase, moeten zich heruitvinden en inspelen op de evoluties in de digitale wereld. Het AvH-model bewees eens te meer haar sterkte, met haar focus op bedrijfsculturen en de wijze van leidinggeven, waarbij voorrang wordt gegeven aan de lange termijn. Dit weerspiegelde zich ook in de bedrijfsresultaten van de participaties, die in positieve zin verrasten.

Van links naar rechts: Biotalys - Boven: Turbo's Hoet Group - Mediahuis - Onder: OncoDNA
Inzake investeringen bleef AvH gezien de omstandigheden voorzichtig, met voorrang voor het bijstaan van de participaties en een aantal desinvesteringstrajecten. AvH versterkte verder haar investeringscapaciteit gericht op nieuwe investeringen, zowel in Europa als in India of Zuid-Oost Azië. Er vonden vooral vervolginvesteringen plaats in bedrijven die zich nog in een opstart- of groeifase bevinden, alsook in de fondsen in India en Singapore waar AvH een ankerinvesteerder is. Er werd een nieuwe participatie toegevoegd in de Life Sciences-sfeer (AstriVax), naast een investering als ankerinvesteerder in Convergent Finance, een fonds actief in mature Indische bedrijven. Qua desinvesteringen valt de succesvolle verkoop van Manuchar op, na een gezamenlijke en succesvolle uitbouw van dit bedrijf van 15 jaar. Dit geeft aan dat AvH een lange investeringshorizon hanteert maar desalniettemin mooie resultaten kan boeken dankzij de onderliggende waardecreatie. Begin 2023 vormde de verkoop van Telemond daar ook een voorbeeld van.
Ondanks de economische context presteerden de meeste deelnemingen opnieuw sterk in 2022, na de reeds mooie resultaten van 2021. De gerealiseerde meerwaarden op Manuchar en Anima kwamen daar als extra bovenop. Hierdoor nam de bijdrage van Growth Capital aan de resultaten van AvH in 2022 opnieuw toe.
Een aantal participaties zetten recordresultaten neer, met name OMP, Turbo's Hoet Group, Telemond en Van Moer Logistics. Daarbij valt een omzetgroei bij Telemond, Van Moer Logistics en OMP van respectievelijk 31%, 40% en 44 % op. Mediahuis zette zijn succesvolle internationale groei verder, met een intrede in de Duitse markt, en kon de recurrente nettowinst op het hoog niveau van de laatste jaren handhaven dankzij de focus op operationele excellentie. EMG zette haar herstel verder, mede dankzij een jaar gekenmerkt door internationale events zoals de Olympische Winterspelen en de Wereldbeker Voetbal. Na de verkoop van de Infra divisie en de vele COVID-19 projecten op productielijnen in 2021, beleefde Agidens een transitiejaar gekenmerkt door een markt waarin investeringsbeslissingen werden uitgesteld. Biolectric kon de aanloopverliezen verder verminderen waarbij het orderboek verder sterk blijft groeien gezien de nood aan geïntegreerde oplossingen met betrekking tot broeikasgassen, stikstofuitstoot en hernieuwbare energie.
AvH investeerde de afgelopen jaren in een reeks jonge, beloftevolle bedrijven, hetzij rechtstreeks dan wel via gespecialiseerde investeringsfondsen. Naarmate deze succesvol zijn en volgende kapitaaloperaties plaatsvinden, kan dit aanleiding geven tot het uitdrukken van een herwaardering op basis van de reële waarde.
Het investeringsklimaat voor bedrijven in opstartfase werd in 2022 merkelijk moeilijker, wat tot een voorzichtige sturing noopt aan de hand van regelmatige evaluaties van de ontwikkelingstrajecten. Globaal genomen was de winstbijdrage van deze investeringscluster in 2022 ruim positief met een aantal positieve en negatieve aanpassingen van de waarderingen. De bijdrage van Medikabazaar naar aanleiding van een nieuwe kapitaalronde, waar AvH rechtstreeks en onrechtstreeks aan deelnam, valt hierbij op.
Terwijl het HealthQuad I fonds stilaan zijn einde nadert met opnieuw een winstbijdrage, is het nog te vroeg om de evoluties van de fondsen HealthQuad II, Convergent Finance en Venturi te evalueren, waarbij hun investeringsritmes op kruissnelheid zijn. De participaties aangehouden door die fondsen evolueerden globaal gezien positief en conform de verwachtingen.
De negatieve evolutie van de bijdrage vanuit AvH & subholdings in 2022 wordt mede verklaard door een negatieve waardeschommeling van de AvH beleggingsportefeuille met 6,6 miljoen euro (2021: 6,3 miljoen euro positief), door een stijging van de algemene kosten als gevolg van inflatie, door de verdere uitbreiding van het AvH-team en tot slot door een deel resultaatsafhankelijke verloning.
AvH heeft eind juni de verkoop gefinaliseerd van haar participatie (30%) in Manuchar aan een met Lone Star Funds verbonden vennootschap. Deze transactie leverde AvH een cashopbrengst op van 159 miljoen euro en een meerwaarde van 97 miljoen euro.
AvH en het management van Anima hebben begin juli 2022 100% van de aandelen van Anima overgedragen aan AG. De transactie vertegenwoordigt voor AvH een cashopbrengst van 308 miljoen euro en een meerwaarde van 237 miljoen euro.

Philip De Keulenaer
Arnoud den Hoedt

Deelnemingspercentage AvH
85%
Agidens biedt als onafhankelijke systeemintegrator advies, engineering en totaaloplossingen aan inzake automatisering van productieprocessen. De automatisering van productieprocessen biedt voordelen inzake veiligheid, kwaliteit, timeto-market en energie-optimalisatie, die allen een toenemend belang kennen. Daarnaast levert Agidens validatie- en compliancediensten aan de gezondheidssector.
Peter Cox
Hedwig Maes
2022 was een overgangsjaar, na de verkoop van de Infra-divisie in 2021. Agidens speelde in op marktevoluties om haar strategische positionering te versterken en operationele activiteiten te herschikken. De business units 'Automation Projects', 'Software Solutions' en 'Services' worden ondersteund door technologie- en innovatieteams en hanteren een marktgerichte benadering met focus op 4 industrieën.
Zoals verwacht verzwakte de markt bij Life Sciences, na de COVID-19-gedreven investeringen bij klanten. De omzet bleef op een hoog niveau dankzij een groei in services (+6%) en een gunstig marktklimaat in mRNA-investeringen en kwaliteitsreguleringen. Haar industrie-expertise en referenties bij farmaceutische multinationals vormen belangrijke factoren voor de validatieservices, met een gestegen marktaandeel tot gevolg.

Agidens I Procesautomatisering
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 59.745 | 74.807 | 91.688 |
| EBITDA | 4.045 | 10.758 | 7.363 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -492 | 5.410 | 1.299 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 22.589 | 23.068 | 17.583 |
| Netto financiële positie | -340 | 1.959 | -11.873 |
Energies focust op tank terminals voor de opslag van 'bulk liquids'. Het kende een moeilijk investeringsklimaat gezien de gestegen 'bulk liquid'- en materiaalprijzen. Desondanks evenaarde de omzet die van 2021, met verbeterde marges.
Pieter Tilkens
Ann Van Goethem
Steven Peeters
Jeff Krbec
Food & Beverages is actief in natte voeding (o.a. brouwerijen, chocolade, vetten en oliën). Het herstelde na een moeilijke COVID-19-periode, waarbij de omzet gelijk bleef. Multinationals blijven investeren, terwijl de KMO-markt licht verzwakte.
Fine Chemicals kende een stabiel jaar, gedreven door enkele grote projecten.
De volatiele marktcondities in combinatie met de stijgende inflatie en materiaalkosten vertraagden vele beslissingstrajecten van grotere projecten bij klanten. Deze volume-impact werd gereflecteerd in de 2022 cijfers met een 'order intake' van 62 miljoen euro en een omzet van 60 miljoen euro. Het nettoresultaat werd negatief beïnvloed door het vertrek van een huurder bij een vastgoedbedrijf dat mee met Agidens wordt geconsolideerd en bedroeg -0,5 miljoen euro.
De groep telt ongeveer 500 medewerkers verspreid over België, Nederland en Zwitserland.

• Agidens hanteert een duurzaam ESG-beleid met de UN SDGs als leiddraad. Agidens streeft respect, welzijn en positieve ontwikkeling na voor alle stakeholders, en moedigt veilig werken en levenslang leren aan bij haar werknemers. Als technologiebedrijf zet Agidens sterk in op innovatie en levert het met haar activiteiten een belangrijke bijdrage tot het verbeteren van efficiënte en energiezuinige productieprocessen van haar klanten.



Carl
Christian Leysen
Peeters
De investeringsmaatschappij AXE Investments heeft participaties in de IT-groep Xylos en in Agidens. Zij bezit ook een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.
Eind 2022 startte een grondige renovatie van de tiende verdieping van het Ahlers House.
Xylos richt zich met haar 200 specialisten op 4 kerncompetenties: Infrastructuur, Cloudtechnologie, Informatiemanagement en digitaal samenwerken en Learning.
Infrastructuur: Van oudsher is Xylos een gerespecteerde infrastructuurintegrator. Vandaag behoort Xylos tot de top 5 spelers in België en is het een vooraanstaande partner van HPE in datacenter- en back-upinfrastructuur.
Cloudtechnologie: Xylos verleent bijstand en biedt oplossingen rond cloudtechnologie op basis van Azure (Microsoft). Met hooggekwalificeerde technische consultants is het bedrijf een strategische partner voor haar klanten.
Informatiemanagement en digitaal samenwerken: Xylos lag aan de basis van een levendige Belgische community rond deze technologie en zorgt voor de bouw en integratie van o.a. SharePoint-toepassingen.
Learning: Xylos verleent ondersteuning bij 'change & adoption' via opleidingen en digital coaches. Naast de klassieke dienstverlening wordt het eigen ontwikkeld digitaal leerplatform Oase op Europese schaal uitgerold en via een licentiemodel gebruikt door circa 200.000 gebruikers.
De omzet van Xylos steeg in 2022 met 7% dankzij een sterke prestatie van de afdeling Infrastructuur. De strategische beslissing om nadrukkelijker in te zetten op een beperkt aantal expertisegebieden leidde tot een aantal transformatiekosten en opbrengsten. De huurinkomsten van het Ahlers-gebouw kamen 7% lager uit, o.a. omwille van revenovatiewerken. In het kader van de vernieuwde strategie verkocht Xylos in 2022 haar dochterfirma Bagaar, actief in softwareplatformen en smart products, aan de Verhaert-groep. Bovenstaande elementen gaven aanleiding tot
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 503 | 542 | 568 |
| EBITDA | 51 | 255 | 168 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 403 | -223 | -434 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 14.566 | 14.184 | 14.407 |
| Netto financiële positie | 5.052 | 5.045 | 4.470 |
(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments.

AXE Investments I Xylos
een verbetering van het nettoresultaat van -0,2 miljoen euro in 2021 tot 0,4 miljoen euro in 2022.
AXE Investments bezit een 26,23%-deelneming in Agidens. Het deelnemingspercentage van AvH in Agidens (op pag. 122) is inclusief het aandeel (economisch) dat door AXE wordt aangehouden. In de resultatenrekening onderaan deze pagina is geen bijdrage opgenomen van Agidens.




Van Brussel Philippe Jans
Vanhee
Biolectric is marktleider in de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (11 tot 74 kW) bestemd voor melkvee- en varkenshouderijen en voor waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaerobe vergisting wordt methaangas uit mest en slib omgezet in duurzame elektriciteit en warmte en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden.
Biolectric beleefde een uitdagend jaar, enerzijds omwille van de stijgende energieen materiaalprijzen als gevolg van het militaire conflict in Oekraïne en anderzijds door de aanslepende stikstofproblematiek in Nederland en Vlaanderen. Deze omstandigheden zorgden voor onzekerheid in de markt.
Niettemin slaagde Biolectric erin in 2022 138 biogasinstallaties te verkopen (+35% t.o.v. 2021), waarvan 49% in de Benelux, 17% in Polen en 16% in Frankrijk. Een opmerkelijke trend is de toenemende interesse vanuit Duitsland, waar 8 bestellingen werden geplaatst t.o.v. slechts 2 in 2021.
In 2022 werd een omzet gerealiseerd van 11,6 miljoen euro (+21,7%) en werden 49 vergisters geplaatst bij klanten in diverse landen. Momenteel dragen meer dan 250 Biolectric-installaties verspreid over Europa bij tot een meer duurzame landbouw.
Biolectric blijft investeren in de versterking van haar rechtstreekse verkoop, een kwaliteitsvolle dienstverlening na verkoop, onderzoek en ontwikkeling en de verkorting van de doorlooptijd tussen de handtekening en de plaatsing van de biogasinstallatie.
De groep leed een verlies van 0,6 miljoen euro, in hoofdzaak omwille van voormelde investeringen. Ook werd de plaatsing van vergisters bemoeilijkt door de langere doorlooptijd van de rechtstreekse verkopen.
In 2023 zal Biolectric de eerste pilootinstallaties plaatsen in Nederland voor de opzuivering van biogas tot biomethaan voor industrieel en residentieel verbruik. Hiermee diversifieert Biolectric haar productgamma en omarmt de onderneming de markttrend van de grotere installaties, richting de productie van duurzaam aardgas.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 11.584 | 9.521 | 8.588 |
| EBITDA | -134 | -876 | 199 |
| Nettoresultaat (deel groep) | -641 | -1.013 | -125 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 9.619 | 9.767 | 9.774 |
| Netto financiële positie | -4.239 | -6.069 | -3.691 |

Biolectric I Biogasinstallatie


23%
Bevan
Shaun Gregory Gibson
Stanborough Rohan Mitchel
Wendy
Stephane Vermersch
EMG is een toonaangevende en wereldwijde speler in broadcast- en mediaoplossingen voor live sportuitzendingen, entertainment en evenementen. De onderneming is actief in 10 landen: Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Italië, Luxemburg, de VS en Australië. EMG werkt in deze landen, maar ook daarbuiten, voor een alsmaar groeiende groep van belangrijke televisiezenders en productiehuizen.
In 2022 droeg EMG met haar teams en technologie opnieuw bij tot de meest bekeken televisie-uitzendingen wereldwijd, zoals de FIFA World Cup, de Tour de France en de Olympische Winterspelen in Beijing, dit laatste project in uiterst moeilijke omstandigheden vanwege COVID-19.
Los van de projecten was 2022 een jaar van 'rebranding' waarin de lokale bedrijven in Italië en het Verenigd Koninkrijk ook onder het EMG-merk zijn gaan werken. Alle kernbedrijven binnen de groep hebben nu dezelfde look en merkbeleving. Dit versterkt de concurrentiepositie van de groep op internationale schaal en komt de interne internationale samenwerking en synergie ten goede. De bedrijven in de groep die zich bezighouden met connectiviteit zijn ondertussen ook geconsolideerd en werken onder de merknaam EMG Connectivity.
Naast de bovengenoemde projecten, was EMG actief op een groot aantal andere sportevenementen, zoals het UEFA EK Voetbal voor Vrouwen, de Europese Kampioenschappen in München, Roland Garros en voor het eerst de Ronde van Italië.

EMG I Guus Meeuwis concert
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 359.128 | 366.845 | 240.850 |
| EBITDA | 55.899 | 59.666 | 13.806 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 4.232 | 152 | -44.690 |
| Eigen vermogen (deel groep)(1) | 90.996 | 88.269 | 82.081 |
| Netto financiële positie | -128.475 | -162.470 | -147.687 |
Ook bij de populaire amusementsprogramma's zoals Dancing with the Stars, Love Island en The Masked Singer was het bedrijf aanwezig, naast tientallen concertregistraties van onder meer Queen, Dua Lipa en vele andere artiesten. EMG was bovendien één van de grootste leveranciers aan de wereldwijde televisieverslaggeving van de begrafenis van HM Koningin Elizabeth.
In 2022 vereenvoudigde de groep haar structuur en concentreerde ze zich weer meer op haar kernactiviteiten. De groep deed afstand van haar participaties in Studio de Paris, SDNsquare, Simply Live en de Italiaanse coproductie- en studioactiviteiten.
EMG boekte in 2022 359,1 miljoen euro omzet, 2% minder dan in 2021 als gevolg van de bovengenoemde desinvesteringen in 2022. Op vergelijkbare basis is de omzet in 2022 met 10% toegenomen tegenover 2021. Het nettoresultaat steeg tot 4,2 miljoen euro.


(1) Inclusief aandeelhoudersleningen en/of converteerbare obligaties


Gert Ysebaert
Kristiaan De Beukelaer
Paul Verwilt
Mediahuis is één van de leidende mediagroepen in België, Nederland, Ierland, Luxemburg en de Duitse regio Noordrijn-Westfalen. De nationale en regionale nieuwstitels van Mediahuis voorzien dagelijks meer dan 10 miljoen lezers van nieuws, zowel online als via de gedrukte krant.
Aachen dan ook in het teken van de integratie binnen de Mediahuis-groep en de versnelling van de digitale transformatie. De Duitse activiteiten leverden in het eerste jaar al een mooie bijdrage tot de geconsolideerde omzet van Mediahuis.
Met de acquisitie van Carzone.ie, Ierlands officiële nummer één site voor het kopen en verkopen van nieuwe en tweedehands auto's, verstevigde Mediahuis Marketplaces haar positie op de digitale automarkt. De overname van het Ierse Switcher. ie, betekende voor Mediahuis een eerste stap op de online prijsvergelijkingsmarkt.
Mediahuis Ventures versterkte het afgelopen jaar haar positie in de 'education technology'-markt met de investering in de remote-first universiteit Tomorrow's Education en zette met de investering in het Berlijnse HiPeople haar eerste stappen in de markt van de 'HR technology'.
Mediahuis realiseerde in 2022 een geconsolideerde omzet van 1.223 miljoen euro en een nettoresultaat van 65,3 miljoen euro.

De groei in abonnees die de voorbije jaren gedreven werd door een sterke toename van het aantal digitale abonnementen, kwam in 2022 omwille van de moeilijke economische context onder druk te staan. Desalniettemin slaagde Mediahuis erin om het totale aantal krantenabonnees (print + digitaal) stabiel te houden, waarbij 43% van alle Mediahuis-abonnees de krant vandaag digitaal leest. Ook de omzet uit de verkoop van papieren kranten bleef stabiel ten aanzien van het voorgaande jaar. Ondanks de daling van het printvolume, woog de quasi verdubbeling van de papierprijs sterk op de brutomarge en werd deze slechts ten dele door andere kostenreducties gecompenseerd. Op de advertentiemarkt slaagden de Mediahuis-titels erin om hun advertentieomzet op het niveau van 2021 te behouden.
In januari 2022 rondde Mediahuis de overname van het Duitse Aachener Verlagsgesellschaft af. Hierdoor werd de groep hoofdaandeelhouder van Medienhaus Aachen, uitgever van o.a. de Aachener Zeitung. 2022 stond voor Medienhaus

Mediahuis I Aachener Zeitung
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.222.960 | 1.130.790 | 990.527 |
| EBITDA | 173.800 | 240.480 | 172.010 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 65.264 | 117.321 | 58.592 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 483.600 | 482.477 | 378.525 |
| Netto financiële positie | -221.100 | -151.880 | -228.139 |


OMP is een leidinggevende onderneming in de snelgroeiende digitale markt van 'supply chain planning' (SCP). OMP implementeert haar Unison Planning™-oplossing wereldwijd.
OMP staat bekend voor haar sectorkennis en geïntegreerde planningsoplossing. Het wordt o.m. door Gartner al jaren beschouwd als toonaangevend op wereldvlak met de capaciteit en expertise om grote 'supply chain'-planningsprojecten succesvol te realiseren, wat leidt tot grote klantentevredenheid.
OMP zette in 2022 haar sterke groei verder met een omzet van 167 miljoen euro (een stijging met 44%) en een EBITDA-marge van 29%, wat ruim beter was dan budget en ondanks de uitdagende economische omstandigheden.
De producten van OMP hielpen klanten een beter zicht te krijgen op hun toeleveringsketens die verstoord werden door COVID-19, de economische crisis of de oorlog in Oekraïne. Globaal opererende bedrijven in de chemie, 'life sciences' en consumentengoederen lanceerden of versnelden hun 'supply chain'-planningsprojecten. Ook klanten uit meer traditionele sectoren, zoals de metaalnijverheid en de verpakkingsindustrie, bleven erin investeren. De grote interesse werd bevestigd op de succesvolle OMP-conferentie in Atlanta in juni 2022.
De software werd verder ontwikkeld, met nadruk op performantie en schaalbaarheid van de basissoftware en functionele uitbreidingen voor de verschillende industrieën. Alle diensten kenden een verdere groei: advisory, implementatie, user engagement, cloud services en customer services.
In 2022 bleef OMP verder aanwerven aan een strak tempo. OMP telt hierdoor nu meer dan 800 werknemers verspreid over meer dan 10 landen. Daarnaast doet OMP ook beroep op zowat 150 medewerkers bij partners. OMP blijft sterk inzetten op aanwervingen en investeren in de uitbouw van een wereldwijd alliantienetwerk, om zo de groei te ondersteunen en een globale service aan te bieden voor de digitale transformatieprojecten van haar globale klanten.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 166.657 | 115.713 | 96.951 |
| EBITDA | 47.920 | 30.716 | 28.280 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 35.519 | 23.777 | 17.753 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 115.128 | 83.494 | 60.853 |
| Netto financiële positie | 80.285 | 64.844 | 46.517 |

OMP I Digital supply chain planning




Christopher Maas

Elzbieta Czekawy

Tobias Müller

Alicja Ozimek

Dieter Schneider
Grego Peters
De groep Telemond is een fabrikant van hoogwaardige staalconstructies en modules voor de hijs- en autosector.
Telemond zette in 2022 zeer sterke resultaten neer dankzij een grote vraag naar zware hijsuitrusting als gevolg van het herstel van de markt na COVID-19 en grote wereldwijde infrastructuurinvesteringen. De groep kon bovendien in 2022 haar marktaandeel in het segment van de rupskranen vergroten. De omzet steeg met 30% tot 128,4 miljoen euro, waarop Telemond een nettowinst van 15,2 miljoen euro realiseerde. Deze werd evenwel positief beïnvloed door een meerwaarde op de verkoop van terreinen en door uitzonderlijke marktomstandigheden waarbij Telemond kon inspelen op grondig verstoorde aanvoerketens van haar klanten.
Telemond, dat telescopische gieken en rasterstructuren aan de hijsindustrie levert, deed haar voordeel met een grote vraag naar vooral mobiele en rupskranen, ondanks de ongunstige geopolitieke en inflatoire context. Dit was voornamelijk te danken aan sterke wereldwijde investeringen in projecten voor hernieuwbare windenergie en grootschalige infrastructuurprojecten, in het bijzonder in de VS. Het bedrijf kon bovendien belangrijke volumes in het rupskranensegment overnemen, als illustratie van haar reputatie als één van de beste en betrouwbaarste leveranciers van de sector. Telemond bleef bovendien investeren in procesoptimalisering en -automatisering.
Teleyard, dat actief is in offshore projecten en de behandeling van containers, deed haar voordeel met een grotere focus op serieproductie en kende vanaf de tweede helft van het jaar weer een gezonde rentabiliteit. Vooral in het segment van de containerbehandeling noteerde Teleyard een sterke vraag van de markt, na de storingen en knelpunten in de globale toeleveringsketen. Het bedrijf verhoogde ook met succes de productie van rasterstructuren voor de kraansector.
Henschel Engineering Automotive, een tier 1 leverancier van laadbakken met neerklapbare zijschotten en driewegskipbakken voor lichte bedrijfsvoertuigen, bleef goede resultaten noteren, ondanks een zeer ongunstige markt met verstoorde wereldwijde toeleveringsketens en een forse stijging van de grondstoffenprijzen. De lichte kostenstructuur van het bedrijf en het hands-on-management hebben Henschel door deze moeilijke periode geloodst.

Telemond I Gerobotiseerde laslijn voor telescopische gieken
De groep Telemond kreeg ook met de menselijke tragedie van het conflict in Oekraïne te maken. De groep heeft meer dan 130 Oekraïense werknemers en hun gezinnen gesteund, terwijl ze ook de lokale Poolse gemeenschappen in de crisis heeft geholpen. AvH bedankt alle werknemers voor de solidariteit die zij in de afgelopen maanden met Oekraïense vluchtelingen hebben getoond.
Eind februari 2023 verkocht Ackermans & van Haaren, na een geslaagde samenwerking van meer dan 30 jaar, haar participatie van 50% in de groep Telemond aan de Duitse familie Maas, haar jarenlange partner. Deze verkoop heeft AvH een cashopbrengst van 55 miljoen euro opgeleverd en een meerwaarde van 19 miljoen euro. AvH is trots op haar bijdrage aan het opmerkelijke groeiverhaal van Telemond in deze periode. Ze is ervan overtuigd dat de onderneming zal blijven groeien onder leiding van Christopher Maas en zijn managementteam.
• Telemond focust steeds meer op de beperking van haar CO2 -voetafdruk. In het bijzonder werkt Telemond op de vermindering van haar energiekosten, onder meer via de mogelijke installatie van zonnepanelen. De groep levert ook grote inspanningen om de productie van afval in alle ondersteunende functies van haar activiteiten te verminderen.

| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 128.408 | 98.953 | 84.050 |
| EBITDA | 20.628 | 12.622 | 9.973 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 15.156 | 8.888 | 6.074 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 69.440 | 59.823 | 54.451 |
| Netto financiële positie | 5.903 | -3.888 | -3.516 |
50%
Piet Wauters

Chita
Kristof Derudder
Sergei Tarasiuk Bart Dobbels
Peter
Van Hulle Tytgadt
Serge
Georgi Zagorov
Turbo's Hoet Group (THG) is een toonaangevende Europese vrachtwagendealer en leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Daarnaast is THG ook één van de belangrijkste Europese distributeurs van turbo's voor de aftermarket.
TH Trucks is met 78 vestigingen in 8 landen één van de belangrijkste Daf-dealers wereldwijd en eveneens dealer van onder meer Iveco, Ford Trucks, Nissan, Isuzu, Fiat Professional, Fuso en Kögel.
TH Lease is in België de grootste onafhankelijke leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Ook in de andere landen waar THG actief is kan deze dienstverlening aan de klanten aangeboden worden.
TH Turbos is een belangrijke Europese distributeur van Turbo's voor de aftermarket voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen, met eigen vestigingen in 5 landen.
THG zette in 2022 voor het tweede opeenvolgende jaar haar beste resultaten ooit neer, ondanks de oorlog in Oekraïne en daarmee verbonden sanctiemaatregelen, de nog steeds verstoorde bevoorradingsketens met lange leveringstermijnen van nieuwe vrachtwagens, de hoge inflatie en significante prijsstijgingen. De Europese vrachtwagenmarkt (+16T) groeide in 2022 met 7% tot 299.000 voertuigen, maar dat is nog altijd circa 8% lager dan de pre-corona markt. THG realiseerde een omzetgroei van 5% tot 654 miljoen euro, een EBITDA-stijging met 29% tot 47,1 miljoen euro en een nettowinst van 24,8 miljoen euro. Ook de netto financiële schuld kon verder substantieel (-15%) afgebouwd worden tot 75,7 miljoen euro.
Voor 2023 verwachten de constructeurs een Europese markt (+16T) van circa 270.000 tot 310.000 voertuigen. Door de nog steeds lange leveringstermijnen, die wel terug korter aan het worden zijn, is het orderboek van THG nog altijd meer dan gebruikelijk gevuld en wordt voor 2023 een verdere omzetstijging verwacht. De evolutie van de oorlog in Oekraïne zal ongetwijfeld een impact hebben op deze verwachtingen, maar het is niet mogelijk daar concrete inschattingen voor te maken. THG heeft in 2022 succesvol alles in het werk gesteld om in de door het conflict getroffen vestigingen de continuïteit te verzekeren. Ondanks deze moeilijke geopolitieke vooruitzichten, kijkt THG de toekomst met vertrouwen tegemoet en is het bedrijf overtuigd dat ze haar strategie van duurzame rendabele groei verder zal kunnen blijven ontplooien.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 653.767 | 620.486 | 447.935 |
| EBITDA | 47.096 | 36.455 | 29.049 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 24.826 | 18.083 | 7.178 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 152.297 | 132.806 | 118.363 |
| Netto financiële positie | -75.692 | -89.514 | -106.319 |

Turbo's Hoet Group I Roemenië




Noterman
Pauwels
Verstraeten
Van Moer Logistics is een geïntegreerde logistieke dienstverlener actief in wegtransport, intermodaal vervoer en goederenopslag. De groep telt 30 locaties in België en Duitsland en stelt 2.200 mensen tewerk. Van Moer Logistics beheert een vloot van 500 vrachtwagens, 9 binnenvaartschepen en 680.000 m2 aan magazijnen.
In 2022 realiseerde Van Moer Logistics een omzetgroei van 40% tot 310 miljoen euro, zowel organisch als door overnames.
Begin 2022 nam Van Moer Logistics het Duitse Holtstieger Speditions- und Lagerhaus GmbH in Nettetal over. Op het einde van het tweede kwartaal werden ook de overnames voltooid van Group Van Loon (geïntegreerd in Van Moer Cleaning & Repair en Van Moer Bulk & Liquids) en Broekman Logistics Belgium Antwerp (intussen Van Moer Chemicals). In het laatste kwartaal nam Van Moer Logistics Rhenus Terminal Brussels (intussen Van Moer Brussels) over.
De organische groei manifesteerde zich in alle divisies (warehousing, transport, ports & intermodal logistics en bulk & tank container logistics). De rentabiliteit verbeterde voornamelijk in de afdelingen 'warehousing', 'ports & intermodal logistics' en 'bulk & tank container logistics', als resultaat van de hoge vraag naar opslagruimte in de magazijnen en op de terminals. In het laatste kwartaal van 2022 ondervond Van Moer Logistics de impact van de oorlog in Oekraïne en van de energiecrisis. De magazijnen hadden nog steeds een hoge bezettingsgraad, maar

Van Moer Logistics I Magazijn Antwerpen
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Omzet | 310.267 | 222.378 |
| EBITDA | 22.187 | 14.520 |
| Nettoresultaat (deel groep) | 5.754 | 1.328 |
| Eigen vermogen (deel groep) | 42.106 | 36.266 |
| Netto financiële positie | -28.398 | -15.806 |
de goederenstroom vertraagde aanzienlijk (minder in & outs in de magazijnen). Ook de transportafdelingen kenden hierdoor een scherpe terugval.
Deze trend zet zich voort in het eerste kwartaal van 2023. Van Moer Logistics verwacht een verder dalende vraag naar opslagruimte en transport in de eerste jaarhelft van 2023.
Ghekiere
Hebb
| COLLECTION CO J IN NILTER -1/4 |
4 ENDINES | CONSULERSO t 0 |
BEVALLARE IS DUCETIAM BABBAR -6) 111 |
O VUARDIG VIENK Beach And On GROOF 12 |
State U S PATALIE DI pressuracing 214 05.0 |
0.0.02.2020.01.2 STORES OF GENERGOLIAPPEN 合肥品 |
12 consumers EN PRODUCTIE CO |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 13 KINNERSCHE 1777 |
14 LEVEN N And States . |
16 STERKE PUBLIEKE DOSTB |
FARSTMEESCHAP ON 17 DOELSTELLINGS! TE BERE KEN 8 |



Hanne Callewaert
Emmanuel Hanon Wilfried Dalemans
AstriVax maakt gebruik van DNA-technologie om nieuwe vaccins te ontwikkelen die makkelijk te produceren zijn, minder eisen stellen op het gebied van de koude keten en een ruime, langdurige bescherming bieden tegen uiteenlopende virussen en andere ziekteverwekkers.
AstriVax, een spin-off van KU Leuven Rega Insitute for Medical Research, werd in de zomer van 2022 opgericht. Het bedrijf sloot een kapitaalronde af van 30 miljoen euro. Op termijn zal AvH een deelnemingspercentage van 7,7% in AstriVax aanhouden.
AstriVax maakt gebruik van DNA-technologie die werd ontwikkeld aan het Rega Instituut door Prof. Neyts en Prof. Dallmeier en wil daarmee nieuwe vaccins ontwikkelen, meer bepaald profylactische vaccins om bescherming te bieden tegen gele koorts en hondsdolheid. Beide ziekten veroorzaken wereldwijd samen bijna 90.000 overlijdens per jaar, hoofdzakelijk in ontwikkelingslanden. De huidige vaccins zijn moeilijk te maken en er worden regelmatig tekorten gemeld. Voorts zijn ze ook moeilijk te vervoeren in tropische gebieden aangezien ze een complexe koude keten vereisen. Daarnaast ontwikkelt AstriVax ook therapeutische vaccins met in de eerste plaats een genezend Hepatitis B vaccin.
Sinds haar oprichting verwezenlijkte AstriVax enkele belangrijke mijlpalen. Naast de opening van de kantoren en de verhuis van het academische onderzoek naar een industriële omgeving, kon CEO Dr. Hanne Callewaert recent haar 13e medewerker verwelkomen. Het bedrijf trok ook Dr. Emmanuel Hanon aan, voormalig Global Head Vaccine R&D bij GSK. Dr. Hanon brengt veel expertise met zich mee, zowel op vlak van profylactische als therapeutische vaccins, en zal zich onder meer focussen op de ontwikkeling van het Hepatitis B vaccin. Wilfried Dalemans, veteraan van de Belgische biotechwereld en vroegere CTO van Tigenix, is aangetrokken voor dezelfde rol bij AstriVax. Dr. Dalemans zal de productiemethode-ontwikkeling van deze innovatieve vaccins in goede banen leiden. De raad van bestuur van AstriVax mocht ook Dr. Jeanne Bolger verwelkomen als onafhankelijk voorzitster. Dr. Bolger is arts van opleiding en reeds meer dan een decennium actief in het Licensing and Acquisition team van Johnson & Johnson. Daarvoor was ze directeur bij de Business Development afdeling van GlaxoSmithKline. Van 2012 tot 2022 was Dr. Bolger Vice President Venture Investments bij Johnson & Johnson Innovation en verantwoordelijk voor de corporate venturing-activiteiten in Europa.

AstriVax I DNA-streng
• Met de ontwikkeling van vaccins voor ernstige ziekten, waarvan sommige een verhoogde tropische geografische prevalentie hebben, draagt AstriVax bij aan de wereldwijde gezondheidssituatie.



Carlo Boutton
Patrice Sellès
Luc Maertens
Patrick McDonnell
Wim Ottevaere

Biotalys is een landbouwtechnologiebedrijf (AgTech) met een baanbrekend technologieplatform. Het ontwikkelt effectieve en veilige gewas- en voedselbeschermingsproducten met nieuwe werkingsmechanismen voor de bestrijding van belangrijke gewasplagen en ziekten in de volledige voedselketen. Biotalys is genoteerd op Euronext Brussel na een succesvolle beursgang in juli 2021.
Met tot nu toe meer dan 600 proeven heeft het wereldwijde testprogramma van Biotalys de kracht en doeltreffendheid van haar eerste biofungicide Evoca™ verder bewezen. In veldproeven in 2022 presteerde Evoca™ beter dan een toonaangevend chemisch product bij toepassing in de bloeifase van druiven in een programma met rotatie van fungiciden. Na de goedkeuring door het milieuagentschap EPA, naar verwachting in de loop van 2023, zal de eerste generatie Evoca™ beschikbaar zijn voor Amerikaanse telers die op zoek zijn naar nieuwe middelen om hun gewassen duurzamer te beschermen.
Na het bereiken van een belangrijke doorbraak in de eiwitexpressie, die resulteert in een 500% hogere productie en een drastische verlaging van de productiekosten voor het bioactieve bestanddeel van Evoca™, heeft Biotalys haar pijplijn van biofungiciden aangepast om effectief marktaandeel te veroveren. De volgende generatie van Evoca™ bevindt zich in de ontwikkelingsfase en zal volgens plan in 2026 zowel in de VS als in de EU op de markt komen. Het bedrijf verwacht dat deze volgende generatie Evoca™ positieve cashflowmarges zal genereren. Dit zal niet het geval zijn voor de eerste generatie Evoca™, gezien de huidige productiekosten. BioFun-6 blijft volgens plan vorderen, zodat Biotalys zich kan concentreren op de doorvoer en de selectiecapaciteit. Dit vergroot de waarschijnlijkheid van het succes en van een gedifferentieerd aanbod voor de bescherming van groenten en fruit tegen 2028.
Het Fungicide Resistance Action Committee (FRAC) heeft voor de werkzame stof van Evoca™ een volledig nieuwe klasse in het leven geroepen. Deze nieuwe classificatie toont de telers dat Evoca™ een nieuw instrument zal zijn dat de bestaande biologische en conventionele gewasbeschermingsoplossingen aanvult om de schimmelziekten Botrytis en echte meeldauw te bestrijden.
Na een succesvolle haalbaarheidsstudie voor een alternatief proces dat de productiekosten van Evoca™ aanzienlijk zal verminderen, zijn de Deense groep Novozymes, een wereldleider in biotechnologische oplossingen, en Biotalys de volgende fase van hun partnerschap aangegaan om de mogelijkheden voor Evoca™ uit te breiden, met de optie van een mogelijke commerciële samenwerking voor een toekomstige generatie van het product.
Begin 2022 heeft Biotalys het nieuwe door de Gates Foundation gefinancierde fungicidenprogramma (BioFun-7) opgestart om nieuwe biologische oplossingen te ontwikkelen voor cowpeas en andere peulvruchten. Dit nieuwe programma is een belangrijke kans voor het team van Biotalys om de knowhow op het gebied van schimmelbestrijding, opgebouwd met het AGROBODY Foundry™ platform, te benutten. Het verschaft Biotalys een financiering van meer dan 5,1 miljoen euro over 4 jaar.
De raad van bestuur en het managementteam van Biotalys werden versterkt met de benoeming van respectievelijk dr. Michiel van Lookeren Campagne als onafhankelijk bestuurder (ex-Syngenta, Bayer en CSIRO) en Carlo Boutton, PhD, als Chief Scientific Officer (ex-Ablynx en Tibotec).
Biotalys I Proeven met planten


• In mei 2022 won het biologische bestrijdingsmiddel Evoca™ de World BioProtection Award 2022 for Best Biofungicide Product tijdens de World BioProtection Summit in Birmingham (VK), dankzij het innovatieve karakter, de wetenschappelijke waarde en het marktpotentieel van het product.



Danaë Delbeke

Devlin
Peter
Gijs Klarenbeeck Emmet Lydon
Daniel
Paul Moraviec
Verstappen
Indigo Diabetes is een pionier in de ontwikkeling van medische apparaten met eigen nanofotonica-technologie.
Indigo ontwikkelt een volledig implanteerbaar systeem voor de continue monitoring van multimetabolieten (Continuous multi-metabolite Monitoring - CMM) dat diabetespatiënten informatie verschaft over hun glucose-, ketonen- en lactaatspiegel. De CMM-sensor wordt onderhuids ingebracht, zodat de patiënt geen extern apparaat op het lichaam moet dragen. De sensor is ontworpen om patiënten en hun zorgverleners rechtstreeks toegang te geven tot de uitgebreide metabolische informatie die ze nodig hebben om diabetes beter onder controle te houden en de therapeutische besluitvorming te verbeteren.
Indigo heeft dit jaar haar apparaat verder ontwikkeld om een realtime, continue meting van de glucose-, ketonen- en lactaatgehalten bij volwassenen met diabetes mogelijk te maken. Het heeft daarbij de resultaten benut van GLOW, een prospectieve single-center vroege haalbaarheidsstudie die in 2021 werd uitgevoerd om de veiligheid en de integratie op korte termijn van de CMM-sensor te beoordelen.
In september 2022 maakte Indigo de rekrutering bekend van de eerste deelnemer aan de klinische studie SHINE in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. SHINE zal de stabiliteit op langere termijn van Indigo's multi-biomarkersensor voor mensen met diabetes evalueren. In totaal zullen een zevental deelnemers worden gerekruteerd in de proef die in België en Slovenië plaatsvindt. In Slovenië zal de rekrutering in het tweede kwartaal van 2023 van start gaan.

Eind 2022 ontving Indigo de medische hercertificering ISO 13485:2016 van TüV SUD voor het ontwerp en de ontwikkeling van apparaten en diensten voor de waarneming van biomarkers. Dit is een belangrijke mijlpaal voor Indigo, de illustratie van haar doeltreffende systeem voor kwaliteitsborging en haar inzet voor kwaliteit. ISO 13485:2016 is een internationaal erkende kwaliteitsnorm voor de sector van de medische hulpmiddelen.
Daarnaast heeft Indigo in de loop van het jaar haar team versterkt met een aantal senior medewerkers, zodat het nu 45 personeelsleden telt. Dit weerspiegelt de aanhoudende groei van het bedrijf en haar evolutie van 'early stage' naar een zich ontwikkelende organisatie met klinisch 'proof of concept'.


Indigo Diabetes I Product (render) in klinisch onderzoek


Ludo Haazen
Sam Possemiers
Christiane Verhaegen
MRM Health ontwikkelt innovatieve geneesmiddelen op basis van gezonde bacteriën in de darm. Het bedrijf heeft een nieuwe technologie ontwikkeld die toelaat om combinaties van specifieke darmbacteriën samen te stellen en te produceren als baanbrekende geneesmiddelen tegen ontstekingsziekten, neurologische aandoeningen en stofwisselingsziekten.
De darm wordt bevolkt door een grote populatie van bacteriën (het microbioom), die een belangrijke regulatorfunctie heeft in het lichaam. Verstoringen zijn sterk geassocieerd met lokale ziekten in de darm, waaronder inflammatoire darmaandoeningen, maar ook met aandoeningen in de rest van het lichaam zoals artritis, diabetes en de ziekte van Parkinson.
MRM Health werd begin 2020 opgericht door de Gentse microbioomexpert MRM Technologies, in samenwerking met het onderzoeksinstituut VIB.
Eind 2021 werd de eerste klinische studie met MH002, een kandidaat geneesmiddel voor inflammatoire darmaandoeningen zoals colitis ulcerosa, in patiënten opgestart. Per eind 2022 is de rekrutering voor de studie afgerond en heeft al meer dan 30% van de deelnemers de volledige studie doorlopen. De eerste resultaten worden midden 2023 verwacht. In 2022 werd ook de tweede klinische studie met MH002 opgestart voor de behandeling van pouchitis. De rekrutering van patiënten voor deze bijkomende fase 2 studie is momenteel aan de gang in meerdere klinische centra in Europa.
Daarnaast heeft MRM Health in 2022 sterke vooruitgang geboekt in verschillende preklinische programma's. In het type 2 diabetes programma, in samenwerking met IFF, werd een nieuw kandidaat-consortium ter behandeling van dit type diabetes succesvol getest in preklinische modellen, waarmee een tweede belangrijke mijlpaal in het project tijdig werd behaald. Daarnaast is ook het project rond de ontwikkeling van een baanbrekende behandeling voor de ziekte van Parkinson in een stroomversnelling geraakt dankzij de toekenning van bijna 2 miljoen euro aan subsidies door VLAIO. Tenslotte toonde een nieuw project aan dat een consortium, ontwikkeld met het unieke CORAL® technologieplatform van MRM Health, in staat is om niet-alcoholische leververvetting en leverfibrose tegen te gaan. Dit is opnieuw een bevestiging van het potentieel van het microbioom als bron van therapeutische middelen en van de kracht van het CORAL® technologieplatform.
Ten slotte heeft MRM Health in 2022 haar eigen collectie van bacteriële stammen meer dan verdrievoudigd. Deze uitbreiding zorgt voor een sterke stijging in toegang tot potentieel therapeutische stammen en een efficiënter en sneller ontwikkelingstraject.

MRM Health I Microbioom




François Degrave

Jean-Pol Detiffe
Berengere Pierre
Flamant
Genin
Gregori Ghitti
Emmanuel Martin
OncoDNA is actief in theranostica en genomica met een specialisatie in precisiegeneeskunde voor de behandeling van kanker en genetische ziekten.
Bernard Courtieu
Het bedrijf levert haar klanten (clinici, academische onderzoekers en biofarmaceutische bedrijven) tools om de moleculaire complexiteit te slim af te zijn en de belofte van precisiegeneeskunde waar te maken. Het levert klinische sturing voor de behandeling en onmiddellijke monitoring van kankerpatiënten in een laat stadium, maar steunt ook het onderzoek en de ontwikkeling van geneesmiddelen voor kanker en genetische ziekten.
OncoDNA telt meer dan 110 werknemers in 9 landen, heeft een internationaal netwerk van 35 distributeurs en is op alle continenten actief.
In 2022 kende OncoDNA opnieuw een forse groei. De omzet steeg met 7% naar 16,7 miljoen euro, voornamelijk dankzij de toegenomen diensten aan R&D-klanten.
2022 was bovendien een kanteljaar voor de onderneming met de lancering van een pan-kanker diagnostische kit met CE-keurmerk tijdens het congres van ESMO (European Society for Medical Oncology) in Parijs. De kit zal laboratoria overal ter wereld toegang geven tot de moleculaire profilering van kankers en de potentiële identificatie van alternatieve behandelingen voor patienten die aan gevorderde vormen van kanker lijden. Dit is een belangrijke stap voor OncoDNA, want het zal de decentralisatie van haar model mogelijk maken, met een veel ruimer bereik dan het oorspronkelijke model, waarin alle proeven in één centraal laboratorium werden uitgevoerd.
Tegelijkertijd zijn grote inspanningen voor kwaliteitsborging geleverd om de industriële klanten beter te dienen. Het management verwacht dat dit in 2023 vruchten zal afwerpen in de vorm van een internationale certificering van het laboratorium in Evry (Frankrijk).
OncoDNA bleef haar portfolio van diagnostische tests verder ontwikkelen met een focus op vloeibare biopsie en de sequentiëring van circulerend tumor-DNA, een niet-invasieve manier om het tumorprofiel te onderzoeken, de patiënt beter te monitoren en een terugval sneller te identificeren.
OncoDNA I Diagnostische test


• De teams van OncoDNA zetten zich dagelijks in voor de verbetering van de gezondheid en het welzijn. De onderneming verwacht meer patiënten te bereiken en haar ESG-beleid te verbeteren met betrekking tot maatschappelijke impact, menselijk kapitaal en deugdelijk bestuur. Op lange termijn wil OncoDNA de beloften van een gepersonaliseerde geneeskunde waarmaken.

3%

Adukia
Harsha Raghavan
Bedi
Convergent Finance is een in Mumbai-gevestigd partnerschap voor beleggingsbeheer en -advies dat zich toespitst op investeringen in gerenommeerde beursgenoteerde ondernemingen in India.
Volgens de Wereldbank is het bruto binnenlands product (bbp) van India de afgelopen 10 jaar met ongeveer 6% per jaar gegroeid om in 2021 ongeveer 3,2 biljoen dollar te bereiken. Morgan Stanley heeft onlangs geraamd dat de groei van het bbp verder zal versnellen tot 7,5 biljoen dollar in 2031. De Indiase groei wordt gedreven door onder meer de formalisering en consolidatie van de historisch gefragmenteerde economie, overheidsmaatregelen zoals een faillissementswet en een belasting op goederen en diensten, een streven naar een productie die competitiever in de export is en de import vervangt, en een stijgende consumentenvraag van de enorme Indiase middenklasse.
In oktober 2022 ging Convergent een strategisch partnerschap aan met AvH om de operationele en industriële expertise en de wereldwijde netwerken van de groep te benutten. AvH heeft 6 miljoen euro geïnvesteerd in een door Convergent Finance beheerd fonds en co-CEO John-Eric Bertrand werd benoemd tot voorzitter van de adviesraad van Convergent om het bedrijf te helpen met toekomstige investeringen en strategieën voor de portefeuillebedrijven.
Convergent focust op verschillende sectoren zoals voeding & drank, speciale chemicaliën, duurzame technologie en gezondheidszorg. Tot de huidige investeringen behoren beursgenoteerde ondernemingen zoals ADF Foods, Camlin Fine Sciences, Borosil Renewables en Jagsonpal Pharmaceuticals. Het investeringsproces van Convergent omvat de identificatie van opportuniteiten voor het eigen platform en voor overnames, een snelle uitvoering en een niet aflatende focus op prestatieverbetering.
Convergent mikt op kasstroomgenererende bedrijven met een waardegedreven managementteam dat zich in de loop van bedrijfscycli heeft bewezen. Er wordt op een vriendelijke manier geïnvesteerd, met een actieve ondersteuning van het management en incentives voor een groei op lange termijn.
Convergent Finance I Managementteam

In februari 2022 kondigde het vlaggenschipfonds van Convergent, Infinity Holdings, een investering van 20 miljoen USD aan in Jagsonpal Pharmaceuticals, dat zich voornamelijk toelegt op de distributie en marketing van formuleringen. Als onderdeel van deze transactie werd Manish Gupta, een veteraan met 30 jaar ervaring in de farmaceutische industrie, benoemd tot algemeen directeur van Jagsonpal. Jagsonpal is sterk vertegenwoordigd in heel India, met meer dan 900 verkopers en een netwerk van meer dan 1.600 leveranciers.



HealthQuad I Fund
Janssen 11% HealthQuad II Fund

Charles-Antoine

Manish Jha

Ajay Mahipal

Shrikhande
Amit Varma
Sunil Thakur
HealthQuad is een Indiaas fonds voor venture- en groeikapitaal dat op de snel groeiende Indiase gezondheidssector focust.
HealthQuad Fund I investeerde in 7 ondernemingen in de Indiase gezondheidssector, waaronder Medikabazaar. Het fonds richt zich op groeibedrijven met potentieel unieke en innovatieve oplossingen voor de verbetering van de efficiëntie, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de Indiase sector van de gezondheidszorg. De focussegmenten zijn onder meer gespecialiseerde ziekenhuizen, medische apparatuur en technologie, IT en aanverwante diensten. HealthQuad verhoogt de operationele en strategische waarde van haar participaties dankzij de medische achtergrond en de expertise van het management en haar uitgebreide netwerk. HealthQuad Fund I is nu volledig geïnvesteerd en heeft al twee exits voltooid.
In maart 2022 voltooide HealthQuad de finale closing van haar tweede fonds met 161 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. AvH nam deel als ankerinvesteerder met een engagement van 17,5 miljoen USD. HealthQuad Fund II heeft reeds ongeveer 98 miljoen USD ingezet in 11 bedrijven. Het is van plan om in 2023 20-30 miljoen te USD investeren om een portfolio van 12 tot 14 ondernemingen in het Indiase gezondheidsecosysteem op te bouwen.
De 7 nieuwe investeringen in 2022 zijn:
HealthQuad I Tandlaboratorium

Het tweede fonds werd gesteund door AvH, Teachers Insurance and Annuity Association of America (TIAA), het in het VK gebaseerde DFI BII, het Indiase DFI SIDBI, Swedfund, J&J en Merck & Co. Inc. In lijn met haar actieve investeringsstrategie is AvH vertegenwoordigd in het investeringscomité en de adviesraad van het Health-Quad Fund II. AvH streeft ernaar om samen met het fonds te investeren in enkele beloftevolle portfoliobedrijven.




Manish Gahlaut

Dr Sandeep Gandhi

Ketan Malkan Manoj Mani

Rejoy Manjuran

Jitesh Mathur
Medikabazaar, India's toonaangevende B2B Healthtech-bedrijf, brengt met een breed scala aan technologische oplossingen een revolutie in de zorgketen teweeg.
Vivek Tiwari
Medikabazaar, opgericht in 2015 door Vivek Tiwari & Ketan Malkan, verbetert de toegankelijkheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid en bewustwording van gezondheidszorg, voornamelijk in Tier 2 en Tier 3 steden en op het platteland. Het hanteert een hybride model met een eigen inventaris en marktplaats en werkt met meer dan 15.000 partners samen om in heel India producten te leveren aan meer dan 200.000 klanten.
Medikabazaar kende een sterk jaar 2022, met een stijging van de bruto-opbrengsten met 77% tot 480 miljoen USD, terwijl de EBITDA positief bleef. In april heeft Medikabazaar 65 miljoen USD opgehaald in een nieuwe kapitaalronde, met de steun van AvH en andere investeerders.
In de tweede helft van 2022 nam Medikabazaar twee gespecialiseerde distributiebedrijven in India over: Utivac, de grootste Indiase distributeur van vaccins, en Sri Nidhi Pharma, een toonaangevende distributeur van farmaceutische specialiteiten.
Bovendien blijft Medikabazaar actief nieuwe sectoren ontwikkelen, zoals nucleaire geneeskunde, levenscyclusbeheer van apparatuur (MBARC-platform) en private label medische kleding (Nexage). In 2022 bouwde Medikabazaar haar distributieplatform verder uit van 32 tot 42 centra en heeft ze in de sector van de tandverzorging

haar productiecapaciteit voor kronen uitgebreid tot meer dan 50.000 stuks per jaar, dankzij een nieuw tandtechnisch laboratorium in Gurgaon. Vizi, het SaaS-aanbod van Medikabazaar voor inkoop- en voorraadbeheer, bleef groeien met een verdubbeling van het aantal klanten dat deze technologie gebruikt, van ongeveer 500 naar meer dan 1000.




Nicholas Cator

Lauren Burns

Rishika Chandan

Sarvesh Nevatia
Hari Rajmohan
Venturi Partners is een in Singapore gebaseerde fondsbeheerder met een sterke focus op de consumentensector in India en Zuidoost-Azië.
Ondanks een wereldwijd uitdagende geopolitieke en economische situatie blijft Venturi behoedzaam optimistisch over haar focusregio en over haar vermogen om een goed rendement te genereren voor haar investeerders. India is nu de vijfde grootste economie, met een bbp dat naar verwachting in de volgende drie jaar met 8% tot 9% zal groeien. Zuidoost-Azië zal bovendien in 2023 een van de snelst groeiende regio's van de wereld blijven, met een verwachte groei van ongeveer 5%. Dankzij een sterke demografie en de opkomst van de middenklasse zal de consumentenmarkt in India en Zuidoost-Azië in het volgende decennium sterk blijven groeien.
In 2022 werden twee nieuwe ondernemingen in de portefeuille opgenomen: Country Delight, een online platform voor de levering van melk en dagelijkse benodigheden, en Believe, een halal schoonheids- en verzorgingsaanbod. Livspace, de eerste investering van het fonds en actief in interieurdesign en renovatiediensten, werd een 'unicorn' n.a.v. een laatste kapitaalronde.
In juni 2022 werd Venturi Fund I afgesloten met een toegezegd kapitaal van in totaal 180 miljoen USD. AvH nam deel aan de initiële closing als ankerinvesteerder, met een engagement van 20 miljoen USD, te investeren over een periode van 4 jaar. Eind 2022 had Venturi drie portfoliobedrijven in het fonds (Livspace, Country Delight en Believe) en had het ongeveer 30% van het toegezegde kapitaal opgenomen. Het fonds mikt op een totaal van 8 investeringen, zodat het een echt actieve investeerder zal worden. Het zal focussen op klantgerichte, doelgerichte merken in de onderwijssector, de gezondheidszorg en de consumentensector. AvH wil samen met het fonds investeren in een selectie van snel groeiende ondernemingen met een disruptief bedrijfsmodel.

Venturi Partners I Country Delight


Your partner for sustainable growth

Jaarverslag 2022 141
| • 2. | Dochterondernemingen en gemeenschappelijke | |
|---|---|---|
| dochterondernemingen 158 | ||
| • 3. | Geassocieerde en niet-geconsolideerde deelnemingen 162 | |
| • 4. Bedrijfsacquisities & -verkopen 164 | ||
| • 5. | Activa en passiva bestemd voor verkoop 164 | |
| • 6. Segmentinformatie 165 | ||
| • 7. | Immateriële vaste activa 178 | |
| • 8. | Goodwill 179 | |
| • 9. | Materiële vaste activa 180 | |
| • 10. Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde 181 | ||
| • 11. Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode | ||
| is toegepast 183 | ||
| • 12. Financieel risicobeheer en afgeleide financiële instrumenten 184 | ||
| • 13. Financiële activa en passiva 189 | ||
| • 14. Banken - vorderingen op kredietinstellingen & cliënten 193 | ||
| • 15. Voorraden en onderhanden projecten in opdracht van derden 194 | ||
| • 16. Minderheidsbelangen 195 | ||
| • 17. Leasing 197 | ||
| • 18. Voorzieningen 198 | ||
| • 19. Financiële schulden 200 | ||
| • 20. Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties 201 | ||
| • 21. Belastingen 203 | ||
| • 22. Aandelenoptieplannen 205 | ||
| • 23. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 206 | ||
| • 24. Tewerkstelling 207 | ||
| • 25. Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk 207 | ||
| • 26. Pensioenverplichtingen 208 | ||
| • 27. Verbonden partijen 210 | ||
| • 28. Winst per aandeel 211 | ||
| • 29. Voorgestelde en uitgekeerde dividenden 212 | ||
| • 30. Belangrijke feiten na balansdatum 212 | ||
| • Verslag van de commissaris 213 |

| (€ 1.000) | Toelichting | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 6 | 4.401.419 | 4.312.374 |
| Verrichting van diensten | 42 | 99.279 | |
| Vastgoedopbrengsten | 10 | 221.392 | 225.495 |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 115.243 | 103.801 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 100.051 | 98.566 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 15 | 3.864.890 | 3.664.508 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 99.802 | 120.726 | |
| Exploitatielasten (-) | 6 | -4.108.096 | -4.023.991 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | 25 | -2.849.372 | -2.673.943 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -20.047 | -22.759 | |
| Personeelslasten (-) | 24 | -820.282 | -877.690 |
| Afschrijvingen (-) | 7 - 9 | -359.585 | -350.553 |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | 1.053 | -45.810 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -51.455 | -52.687 | |
| Voorzieningen | 18 | -8.408 | -550 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 6 | -16.854 | 34.048 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 13 | -5.234 | 41.077 |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | -11.620 | -7.029 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 6 | 379.402 | 34.699 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 9.491 | 7.182 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 10 | 28.346 | 4.403 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 13 | 343.866 | 22.951 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | -2.301 | 163 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 655.871 | 357.130 | |
| Financieel resultaat | 12 | -10.156 | -21.210 |
| Renteopbrengsten | 17.619 | 11.941 | |
| Rentelasten (-) | 19 | -37.365 | -33.694 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -9.219 | 7.056 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -7.114 | -12.530 | |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 12 | 25.923 | 6.018 |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 243.874 | 255.191 |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 548 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 889.590 | 591.659 | |
| Winstbelastingen | 21 | -82.078 | -79.449 |
| Uitgestelde belastingen | 3.250 | 5.624 | |
| Belastingen | -85.328 | -85.073 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 807.512 | 512.210 | |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd | 4 | 3.050 | -150 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 810.562 | 512.060 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 16 | 101.907 | 105.246 |
| Aandeel van de groep | 708.655 | 406.814 | |
| Winst per aandeel (€) | 2022 | 2021 | |
| 1. Gewone winst (verlies) per aandeel | |||
| 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 28 | 21,39 | 12,27 |
| 1.2. Uit de voortgezette activiteiten | 28 | 21,31 | 12,28 |
| 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel | |||
| 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 28 | 21,37 | 12,26 |
| 2.2. Uit de voortgezette activiteiten | 28 | 21,28 | 12,26 |
We verwijzen naar de Toelichting 6 Segmentinformatie voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|
| Winst (verlies) van het boekjaar | 810.562 | 512.060 | ||
| Aandeel van het minderheidsbelang | 16 | 101.907 | 105.246 | |
| Aandeel van de groep | 708.655 | 406.814 | ||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 121.581 | 67.061 | ||
| Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | ||||
| Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 13 | -58.554 | -8.456 | |
| Belastingen | 21 | 14.639 | 2.114 | |
| -43.916 | -6.342 | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve | 12 | 186.396 | 41.063 | |
| Belastingen | 21 | -46.495 | -7.657 | |
| 139.901 | 33.405 | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen | 22.929 | 36.941 | ||
| Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | ||||
| Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 13 | 5 | 137 | |
| Belastingen | 21 | -1 | -34 | |
| 4 | 103 | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | 26 | 3.525 | 3.820 | |
| Belastingen | 21 | -861 | -866 | |
| 2.664 | 2.954 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | ||||
| 16 | 932.143 144.642 |
579.121 125.981 |
||
| Aandeel van het minderheidsbelang |
Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.
Conform de boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa opgesplitst in 3 categorieën en worden schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank Van Breda en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties.
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Nextensa en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. Als gevolg van de evolutie van de (verwachte) marktinterestvoeten in 2022 is de marktwaarde van de indekkingsinstrumenten opnieuw positief, met niet-gerealiseerde winsten op afdekkingsreserves van 139,9 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) tot gevolg.
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2022 is de waarde van de euro gedaald in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat zich per saldo vertaalt in positieve omrekeningsverschillen van 22,9 miljoen euro (inclusief aandeel van derden).
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19R boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de niet-gerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | 11.968.509 | 11.301.905 | |
| Immateriële vaste activa | 7 | 117.649 | 149.391 |
| Goodwill | 8 | 319.953 | 327.829 |
| Materiële vaste activa | 9 | 2.720.708 | 2.762.846 |
| Terreinen en gebouwen | 246.782 | 426.584 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 2.183.188 | 1.944.209 | |
| Meubilair en rollend materieel | 49.296 | 55.051 | |
| Overige materiële vaste activa | 9.310 | 7.009 | |
| Activa in aanbouw | 232.132 | 329.992 | |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 1.278.716 | 1.267.150 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 1.845.237 | 1.647.196 |
| Financiële vaste activa | 13 | 398.203 | 336.038 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 208.328 | 177.351 | |
| Vorderingen en borgtochten | 189.875 | 158.687 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 12 | 158.911 | 1.816 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 21 | 154.829 | 150.279 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar | 14 | 4.974.302 | 4.659.360 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 4.974.302 | 4.634.354 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 25.007 | |
| II. Vlottende activa | 5.645.503 | 5.700.443 | |
| Voorraden | 15 | 389.711 | 376.218 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 15 | 532.289 | 478.499 |
| Geldbeleggingen | 13 | 544.498 | 575.982 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 41.328 | 48.190 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 502.908 | 507.529 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 263 | 259 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 20.005 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 12 | 24.359 | 4.129 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 13 | 847.085 | 775.043 |
| Handelsvorderingen | 719.214 | 628.710 | |
| Overige vorderingen | 127.871 | 146.332 | |
| Terug te vorderen belastingen | 21 | 37.379 | 42.595 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar | 14 | 1.965.939 | 2.477.238 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 110.836 | 138.014 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 1.214.188 | 1.113.898 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 698 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 640.916 | 1.224.628 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.160.972 | 883.730 | |
| Overlopende rekeningen en overige vlottende activa | 143.270 | 87.010 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 5 | 62.504 | 230.679 |
| Totaal der activa | 17.676.517 | 17.233.026 | |
De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen in de Toelichting 6. Segmentinformatie. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consolidatie van Bank Van Breda (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank Van Breda draagt 7.657,0 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 17.676,5 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is zoals blijkt uit de Common Equity Tier 1-ratio van 15,5%, zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank Van Breda in de geconsolideerde balans samengevat.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 6.002.456 | 5.235.002 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 4.633.633 | 3.957.228 | |
| Geplaatst kapitaal | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 4.547.922 | 3.943.016 | |
| Herwaarderingsreserves | 12.401 | -66.445 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | -32.964 | 1.620 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 129 | 126 | |
| Afdekkingsreserve | 59.938 | -31.050 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -23.375 | -24.458 | |
| Omrekeningsverschillen | 8.673 | -12.682 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 22 | -40.597 | -33.251 |
| Minderheidsbelang | 16 | 1.368.824 | 1.277.774 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.916.141 | 2.537.913 | |
| Voorzieningen | 18 | 95.036 | 45.149 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 76.955 | 81.739 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 21 | 151.635 | 161.849 |
| Financiële schulden | 12 - 19 | 1.631.833 | 1.419.899 |
| Leningen van banken | 1.333.174 | 1.025.574 | |
| Obligatieleningen | 139.348 | 171.345 | |
| Achtergestelde leningen | 677 | 61.625 | |
| Leasingschulden | 112.180 | 149.514 | |
| Overige financiële schulden Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar |
46.453 | 11.841 | |
| Overige schulden | 12 | 53.892 | 74.034 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 41.721 | 70.598 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 20 | 865.069 | 684.646 |
| Banken - deposito's van klanten | 0 736.385 |
0 644.663 |
|
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 40.003 | 39.983 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 88.681 | 0 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 8.757.920 | 9.460.112 | |
| Voorzieningen | 18 | 35.232 | 35.670 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 248 | 305 |
| Financiële schulden | 12 - 19 | 402.656 | 961.720 |
| Leningen van banken | 280.710 | 527.129 | |
| Obligatieleningen | 0 | 74.819 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 33.527 | |
| Leasingschulden | 39.778 | 36.198 | |
| Overige financiële schulden | 82.168 | 290.047 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 12 | 31.893 | 16.315 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 15 | 526.349 | 341.883 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.529.778 | 1.564.689 | |
| Handelsschulden | 1.136.241 | 1.145.112 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 72.539 | 101.080 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 210.608 | 220.085 | |
| Overige schulden | 110.391 | 98.411 | |
| Te betalen belastingen | 21 | 98.131 | 109.196 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 20 | 6.059.308 | 6.354.225 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 116.379 | 425.353 | |
| Banken - deposito's van klanten | 5.817.110 | 5.723.461 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 124.766 | 205.412 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 1.052 | 0 | |
| Overlopende rekeningen | 74.326 | 76.108 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 5 | 0 | 0 |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 17.676.517 | 17.233.026 |
| (€ 1.000) | Toelichting | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | |||
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 883.730 655.871 |
842.408 357.130 |
|
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen | -377.790 | -34.699 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 122.246 | 112.496 |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 548 | |
| Winstbelastingen (betaald) | 21 | -84.378 | -78.797 |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||
| Afschrijvingen | 7 - 9 | 359.585 | 350.553 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 7 - 8 - 9 | -1.014 | 45.861 |
| Aandelenoptieplannen | 22 | -5.834 | 4.896 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 10 - 13 | 16.854 | -34.048 |
| (Afname) toename van voorzieningen | 18 | 8.523 | -4.268 |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | -951 | 1.197 | |
| Cashflow | 693.111 | 720.869 | |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 23.524 | 60.876 | |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | 15 | -19.152 | 18.796 |
| Afname (toename) van vorderingen | 13 | -112.931 | -62.748 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 14 | 172.598 | -538.081 |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 213.384 | 109.076 | |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) | 20 | -204.306 | 555.645 |
| Afname (toename) overige | -26.069 | -21.812 | |
| Operationele cashflow | 716.635 | 781.745 | |
| Investeringen | -954.131 | -637.527 | |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | 7 - 9 | -514.530 | -319.018 |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 10 | -42.157 | -36.479 |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | 4 - 13 | -59.940 | -66.523 |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 4.433 | 1.187 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | 13 | -46.762 | -20.059 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 13 | -295.174 | -196.635 |
| Desinvesteringen | 956.824 | 266.205 | |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 7 - 9 | 12.115 | 34.687 |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 10 | 169.036 | 26.987 |
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 4 - 13 | 488.707 | 28.169 |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | -541 | -517 | |
| Terugbetaalde leningen | 13 | 26.455 | 13.192 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 13 | 261.051 | 163.687 |
| Investeringscashflow | 2.693 | -371.322 | |
| Financiële operaties | |||
| Ontvangen dividenden | 9.037 | 8.441 | |
| Ontvangen interesten | 17.619 | 11.941 | |
| Betaalde interesten | 12 - 19 | -38.175 | -32.651 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -26.767 | -13.343 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 22 | -8.550 | -3.132 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | -15.661 | 0 | |
| Toename van financiële schulden | 19 | 593.858 | 218.432 |
| (Afname) van financiële schulden | 19 | -824.484 | -447.831 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | 4 | -43.733 | 1.174 |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 29 | -91.085 | -77.890 |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -16.241 | -35.649 | |
| Financieringscashflow | -444.181 | -370.508 | |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | 275.147 | 39.915 | |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 2.095 | 1.406 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 1.160.972 | 883.730 |
| (€ 1.000) | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
Fair value through Obligaties - OCI (FVOCI) |
Fair value through Aandelen - OCI (FVOCI) |
Afdekkingsreserves | (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekeningsverschillen | Ingekochte eigen aandelen |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen | |
| Beginsaldo, 1 januari 2021 | 113.907 | 3.592.273 | 6.614 | 45 | -46.080 | -27.236 | -46.115 | -31.370 | 3.562.038 | 1.220.131 | 4.782.169 |
| Winst | 406.814 | 406.814 | 105.246 | 512.060 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -4.994 | 81 | 15.030 | 2.778 | 33.432 | 46.327 | 20.735 | 67.061 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 406.814 | -4.994 | 81 | 15.030 | 2.778 | 33.432 | 0 | 453.141 | 125.981 | 579.121 |
| Uitkering dividend | -77.890 | -77.890 | -34.682 | -112.572 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-1.881 | -1.881 | -1.881 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
21.820 | 21.820 | -33.656 | -11.836 | |||||||
| Eindsaldo, 31 december 2021 | 113.907 | 3.943.016 | 1.620 | 126 | -31.050 | -24.458 | -12.682 | -33.251 | 3.957.228 | 1.277.774 | 5.235.002 |
| Impact wijzigingen IFRS | 0 | 0 | |||||||||
| Beginsaldo, 1 januari 2022 | 113.907 | 3.943.016 | 1.620 | 126 | -31.050 | -24.458 | -12.682 | -33.251 | 3.957.228 | 1.277.774 | 5.235.002 |
| Winst | 708.655 | 708.655 | 101.907 | 810.562 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -34.584 | 3 | 90.988 | 1.083 | 21.355 | 78.845 | 42.736 | 121.581 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 708.655 | -34.584 | 3 | 90.988 | 1.083 | 21.355 | 0 | 787.501 | 144.643 | 932.143 |
| Uitkering dividend | -91.085 | -91.085 | -16.241 | -107.326 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-7.346 | -7.346 | -7.346 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
-12.664 | -12.664 | -37.353 | -50.017 | |||||||
| Eindsaldo, 31 december 2022 | 113.907 | 4.547.922 | -32.964 | 129 | 59.938 | -23.375 | 8.673 | -40.597 | 4.633.633 | 1.368.824 | 6.002.456 |
Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de "Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".
Na de Algemene Vergadering van 23 mei 2022, betaalde AvH een dividend uit van 2,75 euro per aandeel, wat resulteerde in een totale uitkering van 91,1 miljoen euro.
AvH heeft in 2022 20.350 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 48.500 aandelen AvH. Eind 2022 staan in totaal opties uit op 317.100 aandelen AvH. Ter indekking van deze verplichting bezit AvH op diezelfde datum eenzelfde aantal eigen aandelen.
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2022 347.174 aandelen AvH gekocht en 345.510 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 1.664 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2022 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 3.506.
Bovendien heeft AvH in oktober 2022 de start aangekondigd van een aandeleninkoopprogramma voor maximaal 70,0 miljoen euro. Het programma werd gestart vanaf 5 oktober 2022 en zal in beginsel lopen tot de jaarvergadering van 22 mei 2023, tenzij het maximumbedrag reeds vroeger geïnvesteerd is. In uitvoering van dit plan werden tot en met 31 december 2022 70.633 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van 9,6 miljoen euro.
De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH of haar participaties. In 2022 betrof het voornamelijk het bijkomende controlebelang van 32,6% dat Rent-A-Port verwierf in Infra Asia Investments en het verdwijnen van het minderheidsbelang van 8,2% in Anima als gevolg van de verkoop. Voor meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.
Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2022, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2022 toegepast.
De toepassing van de nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties heeft geen significante impact op de financiële staten van de groep.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen, worden schattingen verricht en assumpties geformuleerd die een invloed hebben op de bedragen opgenomen in die jaarrekening, met name wat betreft:
Deze schattingen gaan ervan uit dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten gewaarborgd is en worden gemaakt op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie. De schattingen kunnen herzien worden wanneer de omstandigheden waarop ze gebaseerd zijn evolueren of wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt. De actuele resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.
De waarderingsregels, als deel van het jaarverslag, worden jaarlijks goedgekeurd door AvH's raad van bestuur. De meest recente beraadslaging over en goedkeuring van de waarderingsregels door AvH's raad van bestuur vond plaats op 22 maart 2023.
Aangezien de rechtstreekse blootstelling van AvH aan het militair conflict in Oekraïne beperkt is, spelen eerder de indirecte gevolgen, o.a. gestegen prijzen van grondstoffen, verstoring van logistieke ketens, dalende financiële markten en toegenomen inflatie een rol.
In deze uitdagende omgeving met scherpe kostprijsstijgingen, afnemend consumentenvertrouwen en dalende beurzen, hebben de bedrijven van de AvH groep zich heel weerbaar getoond met een resultaat van de kernparticipaties in lijn met het in 2021 behaalde recordresultaat. Ook de diversificatie van de portefeuille heeft opnieuw haar relevantie bewezen, onder meer door de positieve impact van de stijgende grondstofprijzen op de resultaten van SIPEF. Onze participaties kunnen een 'deel van de oplossing' zijn in deze uitdagende markten, onder meer omdat ze hun klanten innovatieve en kostefficiënte antwoorden bieden of bijdragen aan de energietransitie, bijvoorbeeld met de installatie van offshore windparken en biovergisters, het bouwen van 'smart buildings' en de ontwikkeling van groene waterstof.
Deze elementen alsook klimaatgerelateerde topics worden mee in beschouwing genomen in volgende toelichtingen: Segmentinformatie (6), Goodwill (8), Materiële vaste activa (9), Vastgoedbeleggingen (9), Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (11), Financieel risicobeheer en afgeleide financiële instrumenten (12), Banken vorderingen en schulden (14–20), Financiële schulden (19) en Pensioenverplichtingen (26).
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden.
De consolidatie van een dochteronderneming begint wanneer de vennootschap controle verkrijgt over de dochteronderneming en eindigt wanneer de vennootschap de controle over de dochteronderneming verliest. In het bijzonder worden de opbrengsten en kosten van een dochteronderneming die in de loop van het jaar is verworven of afgestoten, opgenomen in de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vanaf de datum waarop de vennootschap controle verkrijgt tot de datum waarop de vennootschap niet langer controle over de dochteronderneming uitoefent.
Winst of verlies, gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap en aan de minderheidsbelangen. Het totaalresultaat van de dochterondernemingen wordt toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap en aan de minderheidsbelangen, zelfs als dit tot gevolg heeft dat de minderheidsbelangen een negatief saldo vertonen.
Indien nodig worden aanpassingen aangebracht aan de financiële staten van de dochterondernemingen om hun waarderingsregels in overeenstemming te brengen met de waarderingsregels van de Groep.
Alle intragroepsactiva en -passiva, eigen vermogen, opbrengsten, kosten en kasstromen met betrekking tot transacties tussen leden van de Groep worden volledig geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening.
Wijzigingen in de eigendomsbelangen van de Groep in dochterondernemingen die er niet toe leiden dat de Groep de controle over de dochterondernemingen verliest, worden geboekt als eigenvermogenstransacties. De boekwaarden van de belangen van de Groep en van de minderheidsbelangen worden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen in hun relatieve belangen in de dochterondernemingen. Elk verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding wordt rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen en toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap.
Wanneer de Groep de controle over een dochteronderneming verliest, wordt een winst of verlies opgenomen in de resultatenrekening. Dit wordt berekend als het verschil tussen (i) het totaal van de reële waarde van de ontvangen vergoeding en de reële waarde van een eventueel behouden belang en (ii) de vorige boekwaarde van de activa (met inbegrip van goodwill) en de passiva van de dochteronderneming en eventuele minderheidsbelangen. Alle bedragen die voorheen in de geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten werden opgenomen met betrekking tot die dochteronderneming, worden geboekt alsof de Groep de gerelateerde activa en verplichtingen van de dochteronderneming direct had afgestoten (d.w.z. overgeboekt naar de resultatenrekening of overgeboekt naar een andere categorie van het eigen vermogen zoals gespecificeerd/toegestaan door de toepasselijke IFRS).
Een aangehouden deelneming wordt aanvankelijk tegen reële waarde gewaardeerd. Deze reële waarde wordt de initiële boekwaarde op de datum waarop de controle verloren gaat en met het oog op de latere verwerking van het aangehouden belang als een geassocieerde deelneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of financieel actief.
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere medeaandeelhouders en die als gemeenschappelijke dochteronderneming worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.
Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.
Activa, passiva, opbrengsten en kosten van gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens deze methode wordt een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming eerst tegen kostprijs in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen en vervolgens aangepast om het aandeel van de Groep in het nettoresultaat en in het totaalresultaat van de geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming op te nemen. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een geassocieerde deelneming of een gemeenschappelijke dochteronderneming groter is dan het belang van de Groep in die geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming (met inbegrip van langetermijnbelangen die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming), stopt de Groep met de opname van haar aandeel in verdere verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen opgenomen voor zover de Groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft aangegaan of betalingen heeft verricht namens de geassocieerde deelneming of de gemeenschappelijke dochteronderneming.
Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs. Bij de verwerving van het belang wordt het eventuele surplus tussen de kostprijs van de investering en het aandeel in de reële waarde van de netto-activa van de entiteit geboekt als goodwill die in de boekwaarde van de investering is begrepen. De boekwaarde wordt vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
De Groep blijft de vermogensmutatiemethode toepassen wanneer een investering in een geassocieerde deelneming een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming wordt, of wanneer een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming een investering in een geassocieerde deelneming wordt. Er vindt geen herwaardering naar reële waarde plaats bij dergelijke wijzigingen in eigendomsbelangen. Wanneer de Groep haar eigendomsbelang in een geassocieerde deelneming of een gemeenschappelijke dochteronderneming vermindert, maar de Groep de vermogensmutatiemethode blijft toepassen, deelt de Groep het gedeelte van de winst of het verlies dat voorheen was opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten met betrekking tot die vermindering van het eigendomsbelang opnieuw in als winst of verlies, indien die winst of dat verlies zou worden heringedeeld als winst of verlies bij de vervreemding van de gerelateerde activa of verplichtingen.
Een gezamenlijke operatie is een gemeenschappelijke regeling waarbij de partijen directe rechten hebben over de activa, alsook directe verplichtingen hebben ten aanzien van de verbintenissen van deze gezamenlijke operaties. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel delen van zeggenschap over een regeling, waarvan alleen sprake is wanneer beslissingen over de desbetreffende operaties unanieme instemming vereisen van alle partijen die de zeggenschap delen. Wanneer een dochteronderneming van AvH een gezamenlijke operatie opstart, neemt deze dochteronderneming het volgende op:
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de acquisitiemethode. De in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding wordt gewaardeerd tegen reële waarde, berekend als de som van de reële waarde op de overnamedatum van de door de Groep overgedragen activa, de door de Groep aangegane verplichtingen jegens de voormalige aandeelhouders van de overgenomen partij en de door de Groep uitgegeven aandelenbelangen in ruil voor zeggenschap over de overgenomen partij. Aan de overname gerelateerde kosten worden in het algemeen als OPEX-uitgaven in de resultatenrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt.
Goodwill wordt initieel gewaardeerd tegen kostprijs (zijnde het bedrag waarmee het totaal van de overgedragen vergoeding en het opgenomen bedrag voor minderheidsbelangen en elk vroeger aangehouden belang de netto verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen overschrijdt). Na de eerste opname wordt goodwill gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering wordt in een bedrijfscombinatie, verworven goodwill vanaf de overnamedatum, toegerekend aan elk van de kasstroomgenererende eenheden van de Groep die naar verwachting voordeel zullen halen uit de combinatie, ongeacht of andere activa of verplichtingen van de overgenomen partij aan deze eenheden worden toegewezen.
Wanneer goodwill is toegerekend aan een kasstroomgenererende eenheid en een deel van de activiteit binnen die eenheid wordt afgestoten, wordt de goodwill met betrekking tot de afgestoten activiteit opgenomen in de boekwaarde van de activiteit bij de bepaling van de winst of het verlies op de afstoting. Goodwill die in deze omstandigheden wordt afgestoten, wordt gewaardeerd op basis van de relatieve waarde van de afgestoten activiteit en het gedeelte van de kasstroomgenererende eenheid dat wordt behouden.
Minderheidsbelangen die eigendomsbelangen vertegenwoordigen en hun houders in geval van liquidatie recht geven op een evenredig deel van de netto-activa van de entiteit, mogen aanvankelijk worden gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van de minderheidsbelangen in de opgenomen bedragen van de identificeerbare netto-activa van overgenomen partij. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen.
Wanneer de door de Groep in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding activa of verplichtingen omvat die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsovereenkomst, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en opgenomen als onderdeel van de vergoeding die in een bedrijfscombinatie wordt overgedragen.
Wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als aanpassingen van de waarderingsperiode in aanmerking komen, worden met terugwerkende kracht aangepast, met overeenkomstige aanpassingen van de goodwill. Aanpassingen van de waarderingsperiode zijn aanpassingen die voortvloeien uit aanvullende informatie die tijdens de 'waarderingsperiode' (die niet langer kan duren dan één jaar vanaf de overnamedatum) is verkregen over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden.
De verwerking van wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die niet in aanmerking komen als aanpassingen van de waarderingsperiode is afhankelijk van hoe de voorwaardelijke vergoeding wordt ingedeeld. Een voorwaardelijke vergoeding die als een actief of een verplichting wordt ingedeeld, wordt op latere verslagdatums geherwaardeerd overeenkomstig IFRS 9, of IAS 37 voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa, naargelang het geval, waarbij de overeenkomstige winst of het overeenkomstige verlies in de resultatenrekening wordt opgenomen.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden aandelenbelang van de Groep in de overgenomen partij geherwaardeerd naar de reële waarde op de overnamedatum en worden de hieruit voortvloeiende winsten of verliezen in voorkomend geval, in de resultatenrekening opgenomen. Bedragen die voortvloeien uit belangen in de overgenomen partij vóór de overnamedatum en die voorheen in de staat van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten werden opgenomen, worden naar de winst of het verlies overgeboekt indien een dergelijke behandeling passend zou zijn als dat belang zou worden afgestoten.
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet voltooid is op het einde van de verslagperiode waarin de bedrijfscombinatie tot stand is gekomen, rapporteert de Groep voorlopige bedragen voor de posten waarvoor de verwerking niet voltooid is. Deze voorlopige bedragen worden tijdens de waarderingsperiode retroactief aangepast (zie hierboven), of bijkomende activa of verplichtingen worden opgenomen, om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien gekend, een invloed zouden hebben gehad op de op die datum opgenomen bedragen.
Aangezien de huidige IFRS-standaarden geen opname- en waarderingsregels specificeren voor bedrijfscombinaties tussen entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (deze zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van IFRS 3 bedrijfscombinaties), past de Groep de vroegere boekhoudkundige verwerking toe. Dit betekent dat de activa en verplichtingen van de overgenomen partij aanvankelijk worden opgenomen tegen hun boekwaarde zonder aanpassingen van de reële waarde. Het verschil tussen de overnameprijs/verkoopprijs en de boekwaarde van de verworven/afgestoten nettoactiva wordt in het eigen vermogen verwerkt als een vergoeding aan de aandeelhouder.
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.
Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
Goodwill die voortvloeit uit een bedrijfscombinatie wordt opgenomen als een actief op de datum waarop de zeggenschap is verkregen (de overnamedatum). Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde het bedrag waarmee de overgedragen vergoeding, de minderheidsbelangen in de overgenomen onderneming en de reële waarde van het eventuele reeds door de Groep gehouden belang in de overgenomen onderneming het nettobedrag overschrijdt van de op de overnamedatum verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen.
Minderheidsbelangen worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen de reële waarde of tegen het aandeel van de minderheidsbelangen in de opgenomen identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen.
Indien, na herbeoordeling, het nettosaldo op de overnamedatum van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen hoger is dan de som van de overgedragen vergoeding, de minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het eventuele vroegere belang van de Groep in de overgenomen partij, wordt het surplus onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen als een winst op een voordelige koop.
Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt jaarlijks op bijzondere waardevermindering getoetst, of vaker indien er aanwijzingen zijn dat de kasstroomgenererende eenheid waaraan de goodwill wordt toegerekend, mogelijk een waardevermindering heeft ondergaan. Goodwill wordt in de balans opgenomen tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden in toekomstige perioden niet teruggenomen.
Indien de Groep de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, worden de daarmee verband houdende activa (met inbegrip van goodwill), passiva, minderheidsbelangen en andere bestanddelen van het eigen vermogen niet langer in de balans opgenomen, terwijl de daaruit voortvloeiende winsten of verliezen in de resultatenrekening worden opgenomen. Elke aangehouden investering wordt opgenomen tegen reële waarde.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische levenscyclus van het schip.
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het actief dient te omvatten.
Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te rekenen.
In IFRS 16 zijn de grondslagen voor de opname, waardering en presentatie, alsmede de informatieverschaffing over leases, uiteengezet en is bepaald dat leasingnemers alle leases moeten verwerken onder één enkel balansmodel. IFRS 16 vervangt IAS 17 'Leaseovereenkomsten', IFRIC 4 'Vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat', SIC 15 'Operationele leases – Incentives' en SIC 27 'Evaluatie van de economische realiteit van transacties in de juridische vorm van een leaseovereenkomst'.
Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.
De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van leaseovereenkomsten in te schatten.
In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:
De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:
De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik, als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is.
Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit.
De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest). Er wordt ook nagegaan hoe deze kasstromen kaderen binnen het business model van de respectievelijke entiteit.
Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:
i. gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (AC): schuldinstrumenten die voldoen aan de SPPI-test en aangehouden worden in een HTC-model (Held-tocollect). Bij eerste opname worden zij gewaardeerd tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de verwerving ervan. Vervolgens wordt de effectieve rentemethode toegepast waarbij het verschil tussen de waardering bij eerste opname en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening wordt geboekt op basis van de effectieve rentevoet.
Los van deze beoordelingen kan er bij aanvang onherroepelijk voor gekozen worden om het financieel actief op te nemen aan FVPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.
Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).
Classificatie en waardering van eigenvermogensinstrumenten Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).
Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de Groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.
Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:
De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.
Afgeleide instrumenten worden opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IFRS 9, met uitzondering van macro hedge accounting waarvoor IAS 39 toegepast wordt.
De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:
Bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:
De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.
Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.
Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.
Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:
Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:
Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.
Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.
Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.
Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien de impact van materieel belang is.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen, overdraagbare fiscale verliezen en belastingskredieten.
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:
Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.
IFRIC 23, die met ingang van 1 januari 2019 van kracht is, verduidelijkt de opname- en waarderingsvereisten van IAS 12 'Winstbelastingen' en is van toepassing wanneer er onzekerheid bestaat over de behandeling van actuele en uitgestelde winstbelastingen. Het is immers mogelijk dat een bepaalde fiscale behandeling pas zekerheid en duidelijkheid verkrijgt op het moment dat de relevante belastingautoriteit of rechtbank haar beslissing neemt. Bij de beoordeling of en hoe een onzekere fiscale behandeling het belastbaar resultaat beïnvloedt, gaat de Groep ervan uit dat een belastingautoriteit alle elementen zal onderzoeken waartoe zij gerechtigd is en dat zij bij het verrichten van die onderzoeken op de hoogte is van alle relevante informatie daaromtrent. Als de Groep concludeert dat het waarschijnlijk is dat de belastingautoriteit de onzekere behandeling zal aanvaarden, bepaalt zij het belastbaar resultaat in overeenstemming met de door haar gebruikte of geplande fiscale behandeling in haar belastingaangiften. Als de Groep concludeert dat het niet waarschijnlijk is dat een belastingautoriteit een onzekere fiscale behandeling zal aanvaarden, weerspiegelt zij het effect van de onzekerheid in haar boekhoudkundige belastingpositie. Indien de mogelijke uitkomsten binair zijn of geconcentreerd zijn op één waarde, wordt de onzekere belastingpositie gewaardeerd aan de hand van het meest waarschijnlijke bedrag. Indien er een reeks van mogelijke uitkomsten bestaan die noch binair zijn, noch op één waarde geconcentreerd zijn, kan de som van de gewogen bedragen van de mogelijke uitkomsten het best voorspellen hoe de onzekerheid zich zal materialiseren.
De personeelsbeloningen omvatten korte termijn-personeelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere lange termijn-personeelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 (Revised) te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.
De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen. De kosten van de te bereiken doel-pensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doelpensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.
Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.
Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen.
De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.
Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.
Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar is.
De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.
De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.
Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties.
Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode.
Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.
Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.
Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.
Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld.
Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.
De Groep classificeert niet-vlottende activa en groepen activa die zullen worden vervreemd, als bestemd voor verkoop indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door middel van een verkooptransactie en niet door hun voortgezette gebruik. Niet-vlottende (groepen) activa die zullen vervreemd worden, geclassificeerd als bestemd voor verkoop, worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van hun boekwaarde en hun reële waarde minus de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervreemding van een actief (of groep van activa), exclusief financieringskosten en lasten uit hoofde van inkomstenbelastingen.
De criteria voor classificatie als bestemd voor verkoop zijn slechts voldaan wanneer de verkoop zeer waarschijnlijk is en het actief of de groep van activa die wordt afgestoten in hun huidige toestand onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop. Uit de acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien, moet blijken dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke wijzigingen in de verkoop zich zullen voordoen of dat de beslissing om te verkopen zal worden ingetrokken. Het management moet zich verbinden tot het plan om het actief te verkopen en de verkoop moet naar verwachting binnen een jaar na datum van de classificatie voltooid zijn.
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2022 |
Belangen % 2021 |
Minderheids belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||
| CFE (1) (2) |
0400.464.795 | België | 62,12% | 62,10% | 37,88% | 37,90% |
| DEME (1) |
0400.473.705 | België | 62,10% | 37,90% | ||
| DEME Group (1) (2) |
787.829.347 | België | 62,12% | 37,88% | ||
| Rent-A-Port (3) |
0885.565.854 | België | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% |
| International Port Engineering and Management (IPEM) | 0441.086.318 | België | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% |
| Infra Asia Consultancy and Project Management | 0891.321.320 | België | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% |
| Rent-A-Port Green Energy (4) |
0648.717.687 | België | 54,04% | 45,96% | ||
| IPEM Holdings | Cyprus | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% | |
| Port Management Development | Cyprus | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% | |
| Infra Asia Consultancy | Hongkong | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% | |
| OK SPM FTZ Enterprise (vereffend) | Nigeria | 81,05% | 18,95% | |||
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A-Port) (3) |
||||||
| IPEM Reclamation | Cyprus | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Rent-A-Port Reclamation | Hongkong | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Infra Asia Investment Green Utilities | Hongkong | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Infra Asia Investment HK | Hongkong | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Warehousing Workshop Worldwide | Hongkong | 68,58% | 44,80% | 31,42% | 55,20% | |
| Deep C Blue (Hong Kong) | Hongkong | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| IPEM Vietnam | Hongkong | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Dinh Vu Industrial Zone jsc | Vietnam | 57,61% | 40,72% | 42,39% | 59,28% | |
| Hong Duc Industrial Zone jsc | Vietnam | 76,30% | 50,40% | 23,70% | 49,60% | |
| Hai Phong Industrial Park jsc | Vietnam | 76,25% | 50,09% | 23,75% | 49,91% | |
| Deep C Blue Hai Phong Company | Vietnam | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| DC Red Hai Phong | Vietnam | 68,58% | 44,80% | 31,42% | 55,20% | |
| Deep C Management | Vietnam | 76,20% | 49,78% | 23,80% | 50,22% | |
| Green Offshore | 0832.273.757 | België | 81,06% | 81,05% | 18,94% | 18,95% |
| Private Banking | ||||||
| Bank Van Breda | 0404.055.577 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| Van Breda Immo Consult | 0726.963.530 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| FinAx (5) |
0718.694.279 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Real Estate & Senior Care | ||||||
| Nextensa (2) |
0436.323.915 | België | 58,53% | 58,53% | 41,47% | 41,47% |
| Anima (6) |
0469.969.453 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Anima Vlaanderen | 0698.940.725 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Gilman | 0870.238.171 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Engagement | 0462.433.147 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Le Gui | 0455.218.624 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Anima Wallonië | 0428.283.308 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Huize Philemon & Baucis | 0462.432.652 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Anima Cura | 0480.262.143 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Glamar | 0430.378.904 | België | 92,50% | 7,50% |
(1) De Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders van CFE heeft op 29 juni 2022 de partiële splitsing goedgekeurd van deze vennootschap. CFE heeft op die datum haar 100%-participatie in DEME ingebracht in een nieuwe vennootschap, DEME Group, en de aandelen daarvan aan haar aandeelhouders overgemaakt. De aandelen DEME Group werden vervolgens genoteerd op Euronext Brussel op 30 juni 2022. Vanaf 30 juni 2022 zijn CFE en DEME Group dan ook afzonderlijk genoteerde vennootschappen. De partiële splitsing van CFE heeft het economisch belang van AvH in DEME/CFE niet gewijzigd : de enige wijziging bestaat er immers in dat AvH vanaf 30 juni 2022 rechtstreeks aandelen aanhoudt in de beursgenoteerde vennootschappen DEME Group (62,12%) en CFE (62,12%), terwijl voor die datum DEME een 100%-deelneming was van het beursgenoteerde CFE, waarin AvH een 62,12% deelneming bezat. Deze partiële splitsing is bijgevolg volledig neutraal voor de verwerking via integrale consolidatie van DEME (Group) in de geconsolideerde rekeningen van AvH.
(2) Voor een overzicht van de participaties aangehouden door de beursgenoteerde vennootschappen DEME Group, CFE en Nextensa wordt verwezen naar hun respectievelijke jaarverslagen.
(3) In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven, wat haar totale participatie op 94% brengt. De closing van de transactie vond plaats in het eerste kwartaal van 2022.
(4) Na de toetreding van SRIW Environnement tot het aandeelhouderschap van BStor, (het vroegere Rent-A-Port Green Energy), bezit Rent-A-Port een deelneming van 38% in BStor. Met het Estor-Lux project speelt Bstor in op de behoefte aan flexibele oplossingen op de elektricititeitsmarkten. Bstor wordt nu opgenomen onder de geassocieerde deelnemingen (Toelichting 3).
(5) AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in Delen Private Bank en Bank Van Breda.
(6) AvH en het management van Anima hebben begin juli 2022 100% van de aandelen van Anima overgedragen aan AG.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2022 |
Belangen % 2021 |
Minderheids belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Real Estate & Senior Care (vervolg) | ||||||
| Zorgcentrum Lucia | 0818.244.092 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Résidence Parc des Princes | 0431.555.572 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Résidence St. James | 0428.096.434 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Château d'Awans | 0427.620.342 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Home Scheut | 0458.643.516 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Le Birmingham | 0428.227.284 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Zandsteen | 0664.573.823 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Les Résidences de l'Eden | 0455.832.197 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Résidence Arcade | 0835.637.281 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| La Roseraie | 0466.582.668 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Patrium | 0675.568.178 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Elenchus Invest | 0478.953.930 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Résidence Edelweiss | 0439.605.582 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Résidence Neerveld | 0427.883.628 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Villa 34 | 0432.423.822 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Le Rossignol | 0432.049.381 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Immo Markant | 0537.654.073 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Les 3 Arbres | 0435.646.893 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Saint-Vincent | 0465.771.630 | België | 92,50% | 7,50% | ||
| Energy & Resources | ||||||
| AvH Resources India | U74300DL2001 PTC111685 |
India | 100,00% | 100,00% | ||
| AvH & Growth Capital | ||||||
| AvH Growth Capital | 0434.330.168 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Sofinim Luxemburg | 2003.2218.661 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Agidens International | 0468.070.629 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Life Sciences | 0411.592.279 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Proces Automation | 0465.624.744 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Proces Automation BV | 005469272B01 | Nederland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Life Sciences BV | 850983411B01 | Nederland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Inc | 32.067.705.379 | USA | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens SAS | 10.813.818.424 | Frankrijk | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens GmbH | 76301 | Duitsland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens AG | 539301 | Zwitserland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Argus Technologies | 0844.260.284 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Baarbeek Immo | 651.662.133 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Biolectric Group | 0422.609.402 | België | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% |
| Biolectric | 0879.126.440 | België | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% |
| Biolectric Ltd | UK | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% | |
| Subholdings AvH | ||||||
| Anfima | 0426.265.213 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| AvH Singapore | 202118768G | Singapore | 100,00% | 100,00% | ||
| Brinvest | 0431.697.411 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Profimolux | 1992.2213.650 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2022 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Rent-A-Port | |||||||||
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A Port) (1) |
|||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 38,10% | 11,90% | 17.401 | 10 | 455 | 2.435 | ||
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 38,10% | 11,90% | 16.251 | 224 | 455 | 720 | ||
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 19.896 | 17.367 | 35.635 | 582 | ||
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 4.612 | 1.214 | 4.846 | 2.648 | ||
| Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 27.988 | 8.857 | 0 | -1.206 | ||
| Bac Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 83.859 | 36.248 | 17.286 | 3.774 | ||
| Hateco Deep C Port (2) |
Vietnam | 38,10% | 11,90% | 6 | 4 | 0 | -9 | ||
| Infra Asia Investments fund (vereffend) | 0648.714.620 | België | |||||||
| Private Banking | |||||||||
| Delen Private Bank (3) |
0453.076.211 | België | 78,75% | p. 98 | 2.582.456 | 1.503.860 | 512.143 | 160.623 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| SIPEF (USD 1.000) (4) |
0404.491.285 | België | 36,81% | p. 112 | 1.062.223 | 244.420 | 527.460 | 108.157 | |
| Verdant Bioscience (USD 1.000) (5) |
Singapore | 42,00% | p. 116 | 32.989 | 23.087 | 5.905 | -1.288 | ||
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 5.349 | 4.711 | 592 | -56 | ||
| Manuchar (USD 1.000) (6) |
0407.045.751 | België | |||||||
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | p. 129 | 399.859 | 247.563 | 653.767 | 24.826 | |
| Telemond | 0893.552.617 | België | 50,00% | p. 128 | 99.490 | 30.051 | 128.408 | 15.156 |
(1) In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven, wat haar totale participatie op 94% brengt. De closing van de transactie vond plaats in het eerste kwartaal van 2022.
(2) Rent-A-Port verwierf 50% van de aandelen van Hateco Deep C Port Jsc, actief in de ontwikkeling en het beheer van een binnenvaartterminal voor de Hai Phong International Gateway Port Industrial Zone in Cat Hai.
(3) FinAx houdt een deelneming aan van 78,75% in Delen Private Bank NV. De aandeelhoudersafspraken tussen AvH en de familie Jacques Delen, die via Promofi NV een 21,25%-deelneming aanhoudt, omvatten ondermeer afspraken inzake vertegenwoordiging in de raad van bestuur en besluitvorming op niveau van de raad van bestuur en de aandeelhoudersvergadering. De bijzondere meerderheidsvereisten die voorzien zijn voor bepaalde sleutelbeslissingen, leiden tot gezamenlijke controle.
(4) De aandeelhoudersovereenkomst tussen de familie Baron Bracht en AvH resulteert in een gezamenlijke controle van SIPEF. AvH heeft in 2022 haar deelnemingspercentage in SIPEF verhoogd van 35,13% tot 36,81%.
(5) AvH bezit 42% in Verdant Bioscience, een strategische investering in het verlengde van haar 36,81%-belang in SIPEF. SIPEF zelf bezit een 38%-deelneming in VBS. (6) Begin 2022 werd een overeenkomst ondertekend met Lone Star Funds voor de verkoop van 100% van de aandelen in Manuchar. Als gevolg van de aangekondigde verkoop van de deelneming in Manuchar, die in de loop van het tweede trimester van 2022 werd afgerond, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar "Activa bestemd voor verkoop".
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2021 |
Minderheids belang % 2021 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Rent-A-Port | |||||||||
| Infra Asia Investments (subgroup Rent-A Port) |
|||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 24,89% | 25,11% | 14.132 | 9 | 406 | 1.764 | ||
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 24,89% | 25,11% | 14.642 | 211 | 406 | 411 | ||
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 14.495 | 12.687 | 26.307 | 374 | ||
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 4.453 | 1.687 | 4.133 | 2.200 | ||
| Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 23.141 | 4.368 | 0 | -680 | ||
| Bac Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 24,89% | 25,11% | 61.965 | 19.010 | 11.739 | 5.074 | ||
| Infra Asia Investment Fund | 0648.714.620 | België | 40,53% | 9,47% | 32.182 | 30.787 | 0 | 17 | |
| ESTOR-LUX | 0749.614.317 | België | 24,32% | 5,68% | 9.689 | 7.792 | 432 | 158 | |
| Private Banking | |||||||||
| Delen Private Bank | 0453.076.211 | België | 78,75% | p. 98 | 2.429.155 | 1.406.702 | 506.760 | 167.556 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| SIPEF (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 35,13% | p. 112 | 991.765 | 264.436 | 416.053 | 93.749 | |
| Verdant Bioscience (USD 1.000) | Singapore | 42,00% | p. 116 | 33.665 | 22.475 | 3.319 | -2.514 | ||
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 5.529 | 4.835 | 847 | -1.160 | ||
| Manuchar (USD 1.000) | 0407.045.751 | België | 30,00% | 796.436 | 622.605 | 2.481.657 | 62.610 | ||
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | p. 129 | 352.875 | 220.069 | 620.486 | 18.083 | |
| Telemond | 0893.552.617 | België | 50,00% | p. 128 | 87.727 | 27.904 | 98.953 | 8.888 |
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2022 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Rent-A-Port | |||||||||
| BSTOR (1) |
0648.717.687 | België | 30,80% | 5.200 | 1.739 | 499 | -413 | ||
| ESTOR-LUX (1) |
0749.614.317 | België | 23,10% | 13.402 | 8.456 | 5.010 | 3.031 | ||
| ESTOR-LUX II (1) |
0791.483.574 | België | 23,10% | 684 | 192 | 0 | -8 | ||
| Green Offshore (2) |
|||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,13% | 2,37% | p. 93 | 903.397 | 728.235 | 123.211 | 20.366 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,09% | 1,66% | p. 93 | 1.255.529 | 1.062.860 | 140.683 | 11.296 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,13% | 2,37% | 86.158 | 7.848 | 13.246 | 20.352 | |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,13% | 2,37% | 54.530 | 12 | 0 | 6.271 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| Sagar Cements (INR million) (3) |
L26942AP19 81PLC002887 |
India | 19,64% | p. 117 | 36.535 | 21.358 | 21.097 | -830 | |
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | p. 123 | 14.622 | 56 | 503 | 403 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,73% | p. 125 | 352.915 | 281.128 | 359.128 | 4.232 | |
| Mediahuis (4) |
439.849.666 | België | 13,93% | p. 126 | 1.179.890 | 696.270 | 1.222.960 | 65.264 | |
| OM Partners | 428.328.442 | België | 20,01% | p. 127 | 162.491 | 47.363 | 166.657 | 35.519 | |
| Van Moer Group | 885.987.706 | België | 21,74% | p. 130 | 163.800 | 121.694 | 310.267 | 5.754 |
(1) Na de toetreding van SRIW Environnement tot het aandeelhouderschap van BStor, (het vroegere Rent-A-Port Green Energy), bezit Rent-A-Port een deelneming van 38% in Bstor. Met het Estor-Lux project speelt Bstor in op de behoefte aan flexibele oplossingen op de elektricititeitsmarkten.
(2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade, bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%.
(3) Als gevolg van een kapitaalverhoging van Sagar Cements die volledig werd onderschreven door een nieuwe aandeelhouder, verwaterde de participatie vn AvH in Sagar Cements van 21,85% eind 2021 tot 19,64%.
(4) Eind 2022 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Partners heeft een controlebelang van 52,14% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,93%.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2021 |
Minderheids belangen % 2021 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Green Offshore | |||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,13% | 2,37% | p. 93 | 933.616 | 837.698 | 138.307 | 29.698 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,09% | 1,66% | p. 93 | 1.373.451 | 1.322.510 | 145.762 | 12.220 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,13% | 2,37% | 84.142 | 1.551 | 10.254 | 18.605 | |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,13% | 2,37% | 54.330 | 171 | 0 | 8.437 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| Sagar Cements (INR million) | L26942AP19 81PLC002887 |
India | 21,85% | p. 117 | 32.605 | 19.840 | 15.128 | 1.278 | |
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | p. 123 | 14.230 | 47 | 542 | -223 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,51% | p. 125 | 381.248 | 310.442 | 366.845 | 152 | |
| Mediahuis | 439.849.666 | België | 13,51% | p. 126 | 1.107.536 | 625.059 | 1.130.790 | 117.321 | |
| OM Partners | 428.328.442 | België | 20,01% | p. 127 | 125.662 | 42.167 | 115.713 | 23.777 | |
| Van Moer Group | 885.987.706 | België | 21,74% | p. 130 | 119.051 | 82.785 | 222.378 | 1.328 |
| (€ 1.000) Naam van de participatie | Ondernemingsnummer | Maatsch. zetel | Activiteiten verslag |
Belang% 2022 (fully diluted) |
Belang% 2021 (fully diluted) |
|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | |||||
| Life Sciences | |||||
| AstriVax (1) |
0787.990.881 | België | p. 131 | 5,8% | |
| Biotalys | 0508.931.185 | België | p. 132 | 11,9% | 11,9% |
| Bio Cap Invest (Epics Therapeutics) | 0719.433.261 | België | 29,5% | 29,5% | |
| Indigo Diabetes | 0666.442.557 | België | p. 133 | 11,9% | 9,1% |
| MRM Health | 0742.910.132 | België | p. 134 | 15,9% | 17,2% |
| OncoDNA | 0501.631.837 | België | p. 135 | 9,8% | 9,8% |
| Indië / Zuid-Oost Azië | |||||
| Convergent Finance (2) |
160130 | Mauritius | p. 136 | 3,1% | |
| HealthQuad Fund I | U74999DL2019PTC352056 | Indië | p. 137 | 36,3% | 36,3% |
| HealthQuad Fund II (3) |
U74999DL2019PTC352056 | Indië | p. 137 | 11,0% | 10,0% |
| Medikabazaar (direct) (4) |
U51397MH2013PTC245092 | Indië | p. 138 | 8,9% | 8,7% |
| Venturi Fund I (5) |
T21VC0008K-SF001 | Singapore | p. 139 | 11,1% | 20,0% |
| Venturi Partners / Venturi I Capital | 201906515N | Singapore | p. 139 | 10,0% | 10,0% |
| Overige | |||||
| Baarbeek | 0872.203.709 | België | 100,00% | 100,00% | |
| Hofkouter (6) |
0687.984.772 | België | 65,00% | ||
| Invest BW. | 0430.636.943 | België | 25,0% | 25,0% | |
| Koffie F. Rombouts (7) |
0404.850.185 | België | 4,0% | 5,0% | |
| Pluralis | 68.887.590 | Nederland | 2,1% | 2,1% | |
| Pribinvest | B0107957 | Luxemburg | 78,8% | 78,8% |
(1) AvH heeft in augustus 2022 haar investering in AstriVax (AvH 5,8%) aangekondigd, als onderdeel van de kapitaalronde die door deze spin-off van de KU Leuven georganiseerd werd. Op termijn zal AvH een deelnemingspercentage van 7,7% in AstriVax aanhouden. AstriVax heeft in totaal 30 miljoen euro aan startkapitaal opgehaald. Het bedrijf zal nieuwe vaccins ontwikkelen die
gemakkelijk te produceren zijn, minder koelketenvereisten hebben en een brede en langdurige bescherming bieden tegen verschillende virussen en andere ziekteverwekkers. (2) Eind oktober heeft AvH een samenwerking aangekondigd met Convergent Finance, een in Mumbai gevestigd partnerschap voor beleggingsbeheer en -advies dat zich focust op investeringen in gevestigde en beursgenoteerde bedrijven in India. AvH heeft 6 miljoen euro geïnvesteerd in de samenwerking. Convergent focust op verschillende sectoren zoals voeding & dranken, speciale chemicaliën, duurzame technologie en gezondheidszorg.
(3) In maart 2022 voltooide HealthQuad de finale closing van haar tweede fonds met 161 miljoen USD aan toegezegd kapitaal. AvH nam deel als ankerinvesteerder met een engagement van 17,5 miljoen USD. HealthQuad Fund II heeft reeds ongeveer 98 miljoen USD ingezet in 11 bedrijven.
(4) Medikabazaar heeft 65 miljoen USD opgehaald in een nieuwe kapitaalronde. Naast de bijdrage van de bestaande investeerders, waaronder AvH, is ook Lighthouse India Fund III toegetreden tot het kapitaal.
(5) In juni 2022 werd Venturi Fund I afgesloten met een toegezegd kapitaal van in totaal 180 miljoen USD. AvH nam deel aan de initiële closing als ankerinvesteerder, met een engagement van 20 miljoen USD, te investeren over een periode van 4 jaar.
(6) Eind 2022 heeft Van Laere, een dochteronderneming van CFE, 65% van haar belang in Hofkouter (de vennootschap met als enige eigendom de oude hoofdzetel en ateliers van Van Laere in Zwijndrecht) aan AvH verkocht. De meerwaarde die CFE hierop gerealiseerd heeft, werd op AvH-niveau geëlimineerd
(7) Het belang in Koffie Rombouts werd in 2022 verder afgebouwd.
Er vonden in 2022 geen bedrijfsacquisities plaats.
| (€ 1.000) | Anima |
|---|---|
| Balans | 30-06-2022 |
| Goodwill en immateriële vaste activa | 38.830 |
| Materiële vaste activa | 211.722 |
| Liquide middelen | 4.861 |
| Overige activa | 29.928 |
| Totaal der activa | 285.340 |
| Eigen vermogen (deel groep AvH) | 68.235 |
| Minderheidsbelang | 5.734 |
| Financiële schulden op lange en korte termijn | 164.690 |
| Overige schulden | 46.682 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 285.340 |
| Totaal activa | 285.340 |
| Totaal verplichtingen | -211.372 |
| Minderheidsbelangen | -5.734 |
| Netto actief (91,8%) | 68.235 |
| Verkoopprijs | 308.163 |
| Provisie - Reps & Warranties | -3.052 |
| Gerealiseerde meerwaarde | 236.876 |
| Resultatenrekening | 30-06-2022 |
|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 60.127 |
| Exploitatielasten (-) | -54.271 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | -245 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 5.611 |
| Financieel resultaat | -1.442 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 4.169 |
| Winstbelastingen | -1.118 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 3.050 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | -229 |
| Aandeel van de groep | 2.822 |
| Kasstroomoverzicht | 30-06-2022 |
|---|---|
| Geldmiddelen en kasequivalenten - openingsbalans op 1 januari 2022 | 6.067 |
| Operationele cashflow | 6.695 |
| Investeringscashflow | -8.174 |
| Financieringscashflow | 273 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - slotbalans op 30 juni 2022 | 4.861 |
AvH en het management van Anima hebben begin juli 2022 100% van de aandelen van Anima overgedragen aan AG. De transactie vertegenwoordigt voor
Op jaareinde 2022 werden voor 62,5 miljoen euro activa opgenomen als bestemd voor verkoop. Ongeveer de helft daarvan betreft een schip bij DEME dat mogelijks in de tweede jaarhelft van 2023 zal worden verkocht (Segment Marine Engineering & Contracting) en het saldo wordt verklaard door de boekwaarde van de 50% deelneming van AvH in Telemond die in Q1 2023 is verkocht (Segment AvH & Growth Capital).
AvH een cashopbrengst van 308,2 miljoen euro en een meerwaarde van 236,9 miljoen euro.
Eind 2021 bedroegen de activa bestemd voor verkoop 230,7 miljoen euro en bestonden uit:
DEME Group (integrale consolidatie 62,12%), CFE (integrale consolidatie 62,12%), Rent-A-Port (integrale consolidatie 81,06%) en Green Offshore (integrale consolidatie 81,06%).
De Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders van CFE heeft op 29 juni 2022 de partiële splitsing goedgekeurd van deze vennootschap. CFE heeft op die datum haar 100%-participatie in DEME ingebracht in een nieuwe vennootschap, DEME Group, en de aandelen daarvan aan haar aandeelhouders overgemaakt. De aandelen DEME Group werden vervolgens genoteerd op Euronext Brussel op 30 juni 2022. Vanaf 30 juni 2022 zijn CFE en DEME Group dan ook afzonderlijk genoteerde vennootschappen.
De partiële splitsing van CFE heeft het economisch belang van AvH in DEME/CFE niet gewijzigd : de enige wijziging bestaat er immers in dat AvH vanaf 30 juni 2022 rechtstreeks aandelen aanhoudt in de beursgenoteerde vennootschappen DEME Group (62,12%) en CFE (62,12%), terwijl voor die datum DEME een 100% deelneming was van het beursgenoteerde CFE, waarin AvH een 62,12% deelneming bezat.
Deze partiële splitsing is bijgevolg volledig neutraal voor de verwerking via integrale consolidatie van DEME (Group) in de geconsolideerde rekeningen van AvH.
Segment 2
Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank Van Breda (integrale consolidatie 78,75%) en FinAx (integrale consolidatie 100%).
Segment 3
Nextensa (Integrale consolidatie 58,53%)
Op 18 mei 2022 heeft AvH een akkoord gemeld met betrekking tot de verkoop van haar deelneming in Anima aan AG. Deze transactie is in de eerste helft van de maand juli 2022 gerealiseerd. Als gevolg hiervan wordt in de geconsolideerde resultatenrekening de bijdrage van Anima mbt het eerste semester 2022 gerapporteerd onder "winst uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd". De actief-, respectievelijk passiefposten van Anima in de geconsolideerde balans stonden per 30 juni 2022 samengevat op telkens één lijn onder "activa/passiva bestemd voor verkoop" en werden in de 2e jaarhelft uitgeboekt.
SIPEF (vermogensmutatiemethode 36,81%), Verdant Bioscience (vermogensmutatiemethode 42%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 19,64%).
AvH verhoogde in 2022 haar deelneming in SIPEF van 35,13% tot 36,81%, zonder dat dit evenwel impact heeft op de wijze waarop deze deelneming in de geconsolideerde rekeningen wordt verwerkt.
Hetzelfde geldt voor de participatie in Sagar Cements, die in de eerste jaarhelft verwaterde van 21,85% per jaareinde 2021 tot 19,64% als gevolg van een kapitaalverhoging van Sagar Cements die volledig werd onderschreven door een nieuwe aandeelhouder.
AvH India Resources bezit geen andere deelnemingen dan in Sagar Cements.
Na een succesvolle samenwerking van meer dan 30 jaar heeft AvH begin februari 2023 haar 50% participatie in Telemond verkocht aan de Duitse familie Maas, haar langetermijnpartner. Inmiddels heeft AvH een cashopbrengst van 55 miljoen euro ontvangen en een meerwaarde van 19 miljoen euro gerealiseerd. Telemond werd bijgevolg per 31 december 2022 overgeboekt naar 'Activa bestemd voor verkoop'.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth |
Eliminaties tussen |
Totaal 2022 | |
| Bedrijfsopbrengsten | & Contracting 3.965.083 |
217.522 | 145.138 | 25 | Capital 75.704 |
segmenten -2.053 |
4.401.419 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.008 | -1.966 | 42 |
| Vastgoedopbrengsten | 85.392 | 0 | 135.999 | 0 | 0 | 221.392 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 115.243 | 0 | 0 | 0 | 115.243 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 100.051 | 0 | 0 | 0 | 100.051 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.793.646 | 0 | 0 | 0 | 71.330 | -87 | 3.864.890 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 86.044 | 2.229 | 9.139 | 25 | 2.366 | 0 | 99.802 |
| Exploitatielasten (-) | -3.780.641 | -124.820 | -98.500 | -106 | -106.152 | 2.123 | -4.108.096 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -2.690.244 | -27.755 | -81.129 | -106 | -52.260 | 2.123 | -2.849.372 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -20.047 | 0 | 0 | 0 | -20.047 | |
| Personeelslasten (-) | -712.607 | -58.161 | -9.204 | 0 | -40.310 | -820.282 | |
| Afschrijvingen (-) | -346.405 | -7.116 | -1.140 | 0 | -4.923 | -359.585 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | 2.388 | -925 | -409 | 0 | 0 | 1.053 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -29.818 | -13.693 | -7.170 | 0 | -774 | 0 | -51.455 |
| Voorzieningen | -3.955 | 2.878 | 552 | 0 | -7.884 | -8.408 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | -24.017 | 0 | 7.164 | 0 | -16.854 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | -12.397 | 0 | 7.164 | -5.234 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -11.620 | 0 | 0 | -11.620 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 19.181 | -2.559 | 28.346 | 0 | 334.433 | 0 | 379.402 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 9.433 | 0 | 0 | 0 | 59 | 9.491 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 28.346 | 0 | 0 | 28.346 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 9.749 | 0 | 0 | 0 | 334.117 | 343.866 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 0 | -2.559 | 0 | 0 | 257 | -2.301 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 203.623 | 90.144 | 50.966 | -81 | 311.149 | 70 | 655.871 |
| Financieel resultaat | -31.909 | -1.578 | 19.226 | 10 | 4.165 | -70 | -10.156 |
| Renteopbrengsten | 12.302 | 17 | 3.392 | 0 | 3.345 | -1.436 | 17.619 |
| Rentelasten (-) | -25.914 | 0 | -12.233 | 0 | -653 | 1.436 | -37.365 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -9.947 | 0 | 0 | 11 | 716 | -9.219 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -8.350 | 218 | 331 | 0 | 757 | -70 | -7.114 |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | -1.814 | 27.737 | 0 | 0 | 25.923 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
25.430 | 126.491 | 17.417 | 35.464 | 39.072 | 243.874 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 197.144 | 215.056 | 87.610 | 35.393 | 354.386 | 0 | 889.590 |
| Winstbelastingen | -44.236 | -21.723 | -15.621 | -50 | -449 | 0 | -82.078 |
| Uitgestelde belastingen | 12.349 | 503 | -9.548 | 0 | -54 | 3.250 | |
| Belastingen | -56.585 | -22.226 | -6.073 | -50 | -394 | -85.328 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
152.908 | 193.334 | 71.989 | 35.343 | 353.937 | 0 | 807.512 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 3.050 | 0 | 0 | 3.050 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 152.908 | 193.334 | 75.040 | 35.343 | 353.937 | 0 | 810.562 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 58.343 | 13.199 | 29.702 | 1.020 | -357 | 101.907 | |
| Aandeel van de groep | 94.565 | 180.135 | 45.338 | 34.323 | 354.295 | 708.655 | |
AvH realiseert over het boekjaar 2022 een netto-winst van 708,7 miljoen euro (deel van de groep). Dit recordresultaat is te danken aan de sterke resultaten van alle onderdelen van de AvH-groep én aan de meerwaarden die werden gerealiseerd op de verkopen van de deelnemingen in Anima en Manuchar.
De verkoop van Manuchar werd gerealiseerd op 30 juni 2022 en die van Anima werd afgerond in juli 2022. Aangezien de deelneming in Manuchar reeds in de jaarrekening 2021 als "bestemd voor verkoop" was geboekt, bestaat de bijdrage van Manuchar tot de resultaten van het jaar 2022 volledig uit de op de verkoop gerealiseerde meerwaarde van 97,2 miljoen euro. De verkoop van Anima vond daarentegen pas in het tweede halfjaar plaats. Bijgevolg werden de resultaten van het eerste semester 2022 van Anima nog verwerkt in de resultaten per 30 juni, doch overgeboekt naar de winst uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd. In het tweede semester werd vervolgens een meerwaarde opgenomen in het groepsresultaat van 236,9 miljoen euro op deze exit. Naar de opbouw van de geconsolideerde resultatenrekening heeft dit voor gevolg dat in 2022 Nextensa de enige integraal geconsolideerde deelneming is in het segment "Real Estate & Senior Care". In de vergelijkende cijfers van het jaar 2021 is Anima nog wel integraal opgenomen. De overige wijzigingen in de consolidatiekring hebben slechts een beperkte impact op de vergelijkbaarheid van de geconsolideerde resultatenrekening van 2022 met die van het jaar voordien.
Ondanks het wegvallen van de bedrijfsopbrengsten van Anima in 2022 (2021: 106,1 miljoen euro), stijgen deze toch met 89,0 miljoen euro tot 4.401,4 miljoen euro. Deze toename weerspiegelt de hogere omzetten bij zowel DEME, CFE, als Rent-A-Port en de hogere rentes en commissies bij Bank Van Breda. De daling van de bedrijfsopbrengsten in "AvH & Growth Capital" wordt hoofdzakelijk verklaard door de terugval van de omzet bij Agidens met 15,1 miljoen euro.
Om die hogere bedrijfsopbrengsten te realiseren, nemen ook de exploitatiekosten toe met 84,1 miljoen euro waarvan respectievelijk 168,2 miljoen euro in "Marine Engineering & Contracting" en 2,4 miljoen euro in Private Banking. De deconsolidatie van Anima zorgde voor het verdwijnen van 96,9 miljoen euro aan exploitatiekosten en de lagere omzet bij Agidens leidde tot een afname van exploitatiekosten met 12,8 miljoen euro.
Doorheen de hele AvH-groep kregen de bedrijven in 2022 te maken met stijgende kosten van grondstoffen, personeel, energie en overige diensten. De investeringen van DEME in haar vloot leiden tot een grotere afschrijvingslast. In 2022 kon een terugname van 1 miljoen euro op bijzondere waardeverminderingen (impairments) worden geboekt, tegenover een kost van 45,8 miljoen euro in 2021.
Bank Van Breda kon 2,9 miljoen euro in voorgaande jaren aangelegde provisie terugnemen na het afsluiten van een akkoord. De exploitatiekosten in "AvH & Growth Capital" daarentegen bevatten in 2022 een kost van 7,7 miljoen euro voor het aanleggen van een provisie voor risico's en kosten waarvoor AvH desgevallend zou kunnen worden aangesproken in het kader van verstrekte waarborgen en verklaringen.
De opname aan reële waarde van activa/passiva leverde in 2022 per saldo een negatieve bijdrage tot de resultaten van 16,9 miljoen euro. In "Real Estate & Senior Care" werd de waarde van de aandelen Retail Estates bij Nextensa met 12,7 miljoen euro verlaagd overeenkomstig de evolutie van de beurskoers gedurende 2022 en werd de waarde van de vastgoedportefeuille neerwaarts gecorrigeerd met 11,6 miljoen euro op basis van externe schattingen. In "AvH & Growth Capital" leverde de actualisatie aan marktwaarde van de AvHbeleggingsportefeuille een negatieve aanpassing op van 6,6 miljoen euro, terwijl de waarde van de niet-geconsolideerde deelnemingen van AvH Growth Capital opwaarts werd herzien met 13,8 miljoen euro.
Zoals hierboven reeds aangegeven, leverden meerwaarden een belangrijke bijdrage tot de groepsresultaten in 2022. De verkoop van de deelnemingen in Manuchar en Anima leverde in "AvH & Growth Capital" 334,1 miljoen euro meerwaarden op. De verkoop door Nextensa van de gebouwen Crescent, Monnet en Titanium leverde Nextensa in totaal 28,3 miljoen euro meerwaarde op. DEME realiseerde 7,3 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van vaste activa (waaronder de Thor) en CFE 2,1 miljoen euro. In het kader van de vastgoedpromotie-activiteit van CFE werd het Wooden-project, waarin CFE een participatie bezat, succesvol verkocht.
Zoals dat ook in voorgaande jaren het geval was, leverden de vennootschappen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een significante bijdrage tot de groepswinst. In 2022 bedroeg dit 243,9 miljoen euro (2021: 255,2 miljoen euro, inclusief nog een bijdrage vanwege Manuchar). Deze winst uit bedrijven verwerkt volgens vermogensmutatie bestaat o.a uit het aandeel van de AvH-groep in de netto-winst van Delen Private Bank, SIPEF, Verdant Bioscience, Sagar Cements en meerdere "AvH & Growth Capital"-deelnemingen. Het complete overzicht hiervan is opgenomen onder de Toelichtingen 2. Gemeenschappelijke dochterondernemingen en Toelichting 3 geassocieerde deelnemingen.
De algemene stijging van de interestvoeten heeft in 2022 niet geleid tot een significante stijging van de interestlasten, doch heeft wel een positieve impact gehad op de reële waarde van indekkingsinstrumenten bij Nextensa. In 2022 hebben wisselkoersresultaten voor 9,2 miljoen euro gewogen (vooral bij DEME) op de groepsresultaten, terwijl hun impact globaal in 2021 nog 7,1 miljoen euro positief was.
De belastingkost is in verhouding tot vorig jaar licht gestegen tot 82,1 miljoen euro. Bij de beoordeling van dit bedrag in verhouding tot de winst voor belastingen dient rekening te worden gehouden met minstens volgende elementen:
Indien de totale belastingkost van 82,1 miljoen euro wordt vergeleken met enkel de voor bovenstaande elementen gecorrigeerde winst voor belastingen, levert dit een belastingvoet op van 27,2%.
| Marine AvH & Eliminaties Private Real Estate & Energy & Engineering Growth tussen Totaal 2022 Banking Senior Care Resources & Contracting Capital segmenten I. Vaste activa 3.631.135 6.119.539 1.465.500 341.798 445.377 -34.840 11.968.509 Immateriële vaste activa 115.515 396 1.118 0 620 117.649 Goodwill 173.980 134.247 0 0 11.727 319.953 Materiële vaste activa 2.632.211 53.009 6.719 0 28.769 2.720.708 Terreinen en gebouwen 181.802 45.625 0 0 19.355 246.782 Installaties, machines en uitrusting 2.176.503 1.720 1.698 0 3.266 2.183.188 Meubilair en rollend materieel 38.826 5.014 730 0 4.726 49.296 Overige materiële vaste activa 4.116 449 4.291 0 454 9.310 Activa in aanbouw 230.964 200 0 0 968 232.132 Vastgoedbeleggingen 0 0 1.278.716 0 0 1.278.716 Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 362.398 849.394 52.946 341.798 238.701 1.845.237 Financiële vaste activa 175.440 2.579 91.692 0 163.331 -34.840 398.203 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 5.036 0 83.782 0 119.510 208.328 Vorderingen en borgtochten 170.404 2.579 7.910 0 43.821 -34.840 189.875 Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar 40.076 86.120 32.715 0 0 158.911 Uitgestelde belastingvorderingen 131.515 19.492 1.592 0 2.230 154.829 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan 0 4.974.302 0 0 0 4.974.302 één jaar Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 4.974.302 0 0 0 4.974.302 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 0 0 0 0 0 II. Vlottende activa 2.344.767 2.517.309 294.878 711 490.204 -2.365 5.645.503 Voorraden 290.062 0 98.257 0 1.392 389.711 Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten 445.465 0 83.186 0 3.638 532.289 Geldbeleggingen 2 503.171 0 0 41.325 544.498 Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) 2 0 0 0 41.325 41.328 Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) 0 502.908 0 0 0 502.908 Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) 0 263 0 0 0 263 Financiële activa - at amortised cost 0 0 0 0 0 0 Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar 22.228 2.131 0 0 0 24.359 Vorderingen op ten hoogste één jaar 739.242 11.279 68.220 68 29.538 -1.262 847.085 Handelsvorderingen 683.217 48 15.371 0 21.841 -1.262 719.214 Overige vorderingen 56.026 11.231 52.849 68 7.698 0 127.871 Terug te vorderen belastingen 25.548 0 11.333 0 499 37.379 Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten 0 1.965.939 0 0 0 1.965.939 hoogste één jaar Banken - interbancaire vorderingen 0 110.836 0 0 0 110.836 Banken - leningen en vorderingen aan klanten 0 1.214.188 0 0 0 1.214.188 Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille 0 0 0 0 0 0 Banken - tegoeden centrale banken 0 640.916 0 0 0 640.916 Geldmiddelen en kasequivalenten 693.990 24.515 31.106 642 410.718 1.160.972 Overlopende rekeningen en overige vlottende activa 128.230 10.274 2.774 0 3.094 -1.103 143.270 III. Activa bestemd voor verkoop 31.997 0 0 0 30.507 62.504 Totaal der activa 6.007.899 8.636.848 1.760.377 342.509 966.089 -37.205 17.676.517 |
(€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.793.622 | 538.551 | 135.999 | 56.860 | 730.256 | -1.966 | 4.253.323 |
| Overige landen binnen Europa | 363.593 | 78.461 | 0 | 34.582 | 63.182 | 539.818 | |
| Landen buiten Europa | 722.758 | 0 | 0 | 146.138 | 13.327 | 882.223 | |
| Totaal | 3.879.973 | 617.012 | 135.999 | 237.580 | 806.766 | -1.966 | 5.675.363 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | AvH & | Eliminaties | |||||
| Engineering | Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
Growth | tussen | Totaal 2022 | |
| & Contracting | Capital | segmenten | |||||
| I. Totaal eigen vermogen | 2.275.511 | 1.639.351 | 841.492 | 342.495 | 903.607 | 6.002.456 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.414.303 | 1.497.979 | 482.890 | 342.495 | 895.966 | 4.633.633 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.388.917 | 1.533.242 | 479.175 | 317.111 | 829.477 | 4.547.922 | |
| Herwaarderingsreserves | 25.386 | -35.263 | 3.715 | 25.383 | -6.821 | 12.401 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | -32.964 | 0 | 0 | 0 | -32.964 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 129 | 0 | 0 | 0 | 129 | |
| Afdekkingsreserve | 56.043 | 0 | 3.549 | 342 | 4 | 59.938 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -22.531 | -3.866 | 0 | -1.571 | 4.593 | -23.375 | |
| Omrekeningsverschillen | -8.127 | 1.438 | 166 | 26.612 | -11.417 | 8.673 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -40.597 | -40.597 | |
| Minderheidsbelang | 861.208 | 141.372 | 358.602 | 0 | 7.641 | 1.368.824 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.337.753 | 896.493 | 693.493 | 0 | 23.242 | -34.840 | 2.916.141 |
| Voorzieningen | 77.330 | 4.471 | 1.822 | 0 | 11.413 | 95.036 | |
| Pensioenverplichtingen | 69.049 | 7.485 | 0 | 0 | 421 | 76.955 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 94.174 | 0 | 56.716 | 0 | 745 | 151.635 | |
| Financiële schulden | 1.016.861 | 4.854 | 634.932 | 0 | 10.026 | -34.840 | 1.631.833 |
| Leningen van banken | 834.277 | 0 | 491.538 | 0 | 7.360 | 1.333.174 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 139.348 | 0 | 0 | 139.348 | |
| Achtergestelde leningen | 677 | 0 | 0 | 0 | 0 | 677 | |
| Leasingschulden | 102.413 | 4.854 | 2.247 | 0 | 2.666 | 112.180 | |
| Overige financiële schulden | 79.494 | 0 | 1.800 | 0 | 0 | -34.840 | 46.453 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 53.661 | 208 | 23 | 0 | 0 | 53.892 | |
| Overige schulden | 26.678 | 14.405 | 0 | 0 | 638 | 41.721 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 865.069 | 0 | 0 | 0 | 865.069 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 736.385 | 0 | 0 | 0 | 736.385 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 40.003 | 0 | 0 | 0 | 40.003 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 88.681 | 0 | 0 | 0 | 88.681 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.394.634 | 6.101.004 | 225.393 | 14 | 39.239 | -2.365 | 8.757.920 |
| Voorzieningen | 33.536 | 22 | 1.158 | 0 | 516 | 35.232 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 248 | 0 | 0 | 0 | 248 | |
| Financiële schulden | 278.640 | 2.613 | 117.668 | 0 | 3.735 | 0 | 402.656 |
| Leningen van banken | 234.133 | 0 | 44.500 | 0 | 2.078 | 280.710 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Leasingschulden | 35.507 | 2.613 | 0 | 0 | 1.658 | 39.778 | |
| Overige financiële schulden | 9.000 | 0 | 73.168 | 0 | 0 | 0 | 82.168 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 31.702 | 191 | 0 | 0 | 0 | 31.893 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 516.780 | 0 | 0 | 0 | 9.569 | 526.349 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.419.762 | 32.313 | 54.951 | 11 | 24.003 | -1.262 | 1.529.778 |
| Handelsschulden | 1.093.327 | 55 | 34.841 | 11 | 9.269 | -1.262 | 1.136.241 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 72.539 | 0 | 0 | 0 | 0 | 72.539 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 176.460 | 15.824 | 5.540 | 0 | 12.784 | 210.608 | |
| Overige schulden | 77.437 | 16.434 | 14.570 | 0 | 1.950 | 110.391 | |
| Te betalen belastingen | 82.847 | 0 | 14.771 | 3 | 510 | 98.131 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties Banken - deposito's van kredietinstellingen |
0 0 |
6.059.308 116.379 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
6.059.308 116.379 |
|
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 5.817.110 | 0 | 0 | 0 | 5.817.110 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 124.766 | 0 | 0 | 0 | 124.766 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 1.052 | 0 | 0 | 0 | 1.052 | |
| Overlopende rekeningen | 31.367 | 6.310 | 36.846 | 0 | 906 | -1.103 | 74.326 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen |
6.007.899 | 8.636.848 | 1.760.377 | 342.509 | 966.089 | -37.205 | 17.676.517 |
Het geconsolideerd balanstotaal van AvH is in 2022 verder gestegen tot 17.677 miljoen euro, een stijging met 443 miljoen euro (2,6%). Deze eerder beperkte stijging wordt mede verklaard door de verkoop in 2022 van de integraal geconsolideerde deelneming in Anima. In de balans op jaareinde 2021 droeg Anima nog 279,5 miljoen euro bij tot het balanstotaal. Uiteraard blijft de impact van de verkoop van Anima niet beperkt tot enkel het balanstotaal, doch speelt dit ook op elk van de balansposten waartoe Anima bijdroeg.
Niettegenstaande een verdere lichte daling van de bijdrage van "Private Banking" tot het balanstotaal van de AvH-groep, blijft de integrale consolidatie van Bank Van Breda een aanzienlijke impact hebben op zowel de hoogte als de samenstelling van de geconsolideerde balans. Als gevolg van haar specifieke bancaire activiteit heeft Bank Van Breda immers een -in verhouding tot andere deelnemingen van de AvH-groep- zeer groot balanstotaal. De integrale consolidatie van Bank Van Breda vertegenwoordigt op zich reeds een balanstotaal van 7.657,0 miljoen euro. Bovendien heeft Bank Van Breda een specifieke balansstructuur die is aangepast aan en opgebouwd in functie van haar activiteiten. En hoewel Bank Van Breda in haar sector tot de best gekapitaliseerde instellingen behoort, heeft ze toch duidelijk andere balansverhoudingen dan de overige deelnemingen van de AvH-groep.
De daling van immateriële vaste activa en goodwill ten opzichte van vorig jaar met 39,6 miljoen euro wordt nagenoeg volledig verklaard door de verkoop van Anima. De goodwill bestaat op jaareinde 2022 uit goodwill van AvH op DEME, FinAx (Delen Private Bank en Bank Van Breda) en Biolectric en voorts uit de goodwill afkomstig uit de balansen van integraal geconsolideerde deelnemingen.
Materiële vaste activa bedragen op jaareinde 2022 2.720,7 miljoen euro. Als gevolg van de verkoop van Anima, inclusief diens belangrijk vastgoedpatrimonium aan woonzorgcentra dat over de jaren was opgebouwd, daalt het totaal aan materiële vaste activa licht met 42,1 miljoen euro en dit niettegenstaande voortgezette investeringen in de vloot door DEME. De materiële vaste activa en de activa in aanbouw van DEME, die hoofdzakelijk uit vloot bestaan, bedragen 2.521,0 miljoen euro op jaareinde 2022.
De vastgoedbeleggingen op de AvH-balans situeren zich allemaal in de Nextensa-portefeuille. Rekening houdend met de 141 miljoen euro 'Activa bestemd voor verkoop' eind 2021, zijn de vastgoedbeleggingen in 2022 afgenomen.
De ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast omvatten de participaties in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is in de portefeuille van AvH zelf het geval voor o.a. Delen Private Bank, de offshore windparken Rentel en SeaMade, SIPEF, Sagar Cements en een deel van de Growth Capital-deelnemingen. Voor het volledige overzicht wordt verwezen naar Toelichting 6 Segmentinformatie. Ook gezamenlijke en geassocieerde deelnemingen die worden aangehouden door integraal geconsolideerde participaties worden hierin opgenomen.
Financiële activa – aandelen gewaardeerd aan reële waarde via winst&verlies: hierin zijn opgenomen de beleggingsportefeuille van "AvH & Subholdings" en de niet-geconsolideerde deelnemingen, hoofdzakelijk betreft dit de investeringen met een focus op Zuid-Oost Azië/ India en life sciences in "AvH & Growth Capital". In "Real Estate & Senior Care" bestaat deze post volledig uit de 1.351.320 aandelen Retail Estates die in het bezit zijn van Nextensa.
Verschillende deelnemingen in de AvH-groep hebben een beleid om risico's op stijgende financieringskosten in te dekken. Als gevolg van de stijging van de marktinterestvoeten in 2022 hebben deze indekkings-instrumenten een positieve waardeschommeling ondergaan, zowel op het lange als op het korte termijn gedeelte.
De groei van de kredietportefeuille van Bank Van Breda leidt tot een toename met 315 miljoen euro van het gedeelte vorderingen op > 1 jaar tot 4.974,3 miljoen euro. Ook de kredietportefeuille op korte termijn van Bank Van Breda kent een stijging, meer bepaald met 100,3 miljoen euro. Het totaal aan vorderingen van Bank Van Breda op < 1 jaar daalt nochtans, als gevolg van het verminderen van deposito's door Bank Van Breda bij centrale banken met 583,7 miljoen euro.
De stijging van voorraden en van bestellingen in uitvoering in "Marine Engineering & Contracting" wordt verklaard door het hoger activiteitsniveau en de evolutie van de werven bij DEME en CFE. De daling van voorraden in "Real Estate & Senior Care" weerspiegelt de lagere inventaris aan ontwikkelingsprojecten van Nextensa, doch wordt meer dan gecompenseerd door een hoger bedrag aan projecten in uitvoering.
Geldbeleggingen vertegenwoordigen op jaareinde 2022 een totale waarde van 544,5 miljoen euro. Ze dalen zowel bij Bank Van Breda als in de eigen beleggingsportefeuille bij AvH & Subholdings, inclusief het effect van negatieve reële waardeschommelingen.
Het grootste deel van de handelsvorderingen situeert zich in "Marine Engineering & Contracting". Dat is ook het segment waar de grootste omzet wordt gerealiseerd.
De stijging van geldmiddelen en kasequivalenten situeert zich voor het grootste deel in "AvH & Subholdings" en wordt verklaard door de aangroeiende kaspositie na de verkoop van de deelnemingen in Anima en Manuchar. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de diverse elementen die de evolutie van de kasmiddelen verklaren, wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht.
Op jaareinde 2022 worden voor 62,5 miljoen euro activa opgenomen als bestemd voor verkoop. Ongeveer de helft daarvan betreft een schip bij DEME dat mogelijks in de tweede jaarhelft van 2023 zal worden verkocht en het saldo wordt verklaard door de boekwaarde van de 50%-deelneming van AvH in Telemond die in Q1 2023 is verkocht.
Voor de toelichtingen bij de samenstelling en de evolutie van het eigen vermogen wordt verwezen naar Toelichting 5 van dit rapport.
De stijging van voorzieningen op > 1 jaar wordt o.a. verklaard door het aanleggen van provisies door AvH voor een bedrag van 10,7 miljoen euro ter indekking van mogelijke aansprakelijkheid in het kader van verstrekte waarborgen en verklaringen bij verkopen van participaties en door voorzieningen op het niveau van DEME en van CFE voor o.a. garantieverplichtingen. In het geval van DEME waren die bedragen in 2021 opgenomen onder de handelsschulden.
De stijging van de financiële schulden op lange termijn situeert zich voornamelijk in "Marine Engineering & Contracting" en wordt verklaard door het opnemen door DEME van meer schulden met een looptijd > 1 jaar.
De globale netto financiële schuldpositie van DEME is in 2022 met 127,8 miljoen euro gestegen. Zowel Nextensa als CFE betaalden in 2022 op vervaldag gekomen obligatieleningen terug. Overige financiële schulden kenden een significante daling. Het betreft voornamelijk de afbouw door DEME, Nextensa en door AvH zelf van korte termijn schulden uitgegeven onder de vorm van commercial paper.
De bedragen verschuldigd voor onderhanden projecten stijgen met 184,5 miljoen euro en deze stijging situeert zich nagenoeg volledig in "Marine Engineering & Contracting", waar een gelijkaardige stijging ook reeds merkbaar was op de actiefzijde en wordt verklaard door de toegenomen activiteitsgraad bij DEME en CFE.
Ondanks de toename van deposito's op < 1 jaar met 93,6 miljoen euro door klanten van Bank Van Breda, daalt de totale schuld van banken op korte termijn, vooral als gevolg van de afbouw van de deposito's ontvangen van andere banken. Bank Van Breda heeft de 400 miljoen euro TLTRO-schuld in 2022 volledig afgebouwd.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | ||
| Engineering & Contracting |
Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital |
tussen segmenten |
Totaal 2022 | |
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 726.526 | 45.362 | 73.327 | 576 | 37.938 | 0 | 883.730 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit |
203.623 | 90.144 | 50.966 | -81 | 311.149 | 70 | 655.871 |
| desinvesteringen | -17.569 | 2.559 | -28.346 | 0 | -334.433 | -377.790 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 24.826 | 80.145 | 0 | 207 | 17.068 | 122.246 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winstbelastingen (betaald) | -55.636 | -22.226 | -6.073 | -50 | -394 | -84.378 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 346.405 | 7.116 | 1.140 | 0 | 4.923 | 359.585 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2.388 | 965 | 409 | 0 | 0 | -1.014 | |
| Aandelenoptieplannen | 0 | -7.211 | 0 | 0 | 1.377 | -5.834 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 24.017 | 0 | -7.164 | 16.854 | |
| (Afname) toename van voorzieningen | 4.597 | -3.406 | -552 | 0 | 7.884 | 8.523 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 1.084 | -2.109 | -233 | 0 | 307 | -951 | |
| Cashflow | 504.942 | 145.978 | 41.329 | 76 | 717 | 70 | 693.111 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 50.840 | -27.168 | 2.341 | 16 | -1.755 | -750 | 23.524 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -31.884 | 0 | 14.134 | 0 | -1.402 | -19.152 | |
| Afname (toename) van vorderingen | -110.092 | -5.612 | 6.178 | 7 | -5.913 | 2.500 | -112.931 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 0 | 172.598 | 0 | 0 | 0 | 172.598 | |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 207.267 | 11.066 | -7.866 | 8 | 6.159 | -3.250 | 213.384 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) |
0 | -204.306 | 0 | 0 | 0 | -204.306 | |
| Afname (toename) overige | -14.451 | -914 | -10.104 | 0 | -600 | -26.069 | |
| Operationele cashflow | 555.782 | 118.810 | 43.670 | 91 | -1.038 | -680 | 716.635 |
| Investeringen | -568.506 | -284.265 | -44.841 | -10.605 | -65.482 | 19.569 | -954.131 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -505.268 | -3.591 | -2.683 | 0 | -2.989 | -514.530 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -42.157 | 0 | 0 | -42.157 | |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | -24.484 | 0 | 0 | -10.605 | -24.851 | -59.940 | |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 4.433 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.433 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | -43.187 | -529 | 0 | 0 | -22.614 | 19.569 | -46.762 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 0 | -280.146 | 0 | 0 | -15.028 | -295.174 | |
| Desinvesteringen | 57.968 | 245.544 | 169.036 | 0 | 487.979 | -3.704 | 956.824 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 11.609 | 7 | 0 | 0 | 500 | 12.115 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 169.036 | 0 | 0 | 169.036 | |
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 20.452 | 0 | 0 | 0 | 468.256 | 488.707 | |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | -541 | 0 | 0 | 0 | 0 | -541 | |
| Terugbetaalde leningen | 26.449 | 0 | 0 | 0 | 3.710 | -3.704 | 26.455 |
| Overdracht van geldbeleggingen Investeringscashflow |
0 -510.538 |
245.537 -38.722 |
0 124.195 |
0 -10.605 |
15.514 422.497 |
15.865 | 261.051 2.693 |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen dividenden | 0 | 1.545 | 6.217 | 0 | 1.275 | 9.037 | |
| Ontvangen interesten | 12.302 | 17 | 3.392 | 0 | 3.345 | -1.436 | 17.619 |
| Betaalde interesten | -26.654 | -71 | -12.233 | 0 | -653 | 1.436 | -38.175 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -18.296 | -7 | -7.920 | 10 | -484 | -70 | -26.767 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -8.550 | -8.550 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | -11.686 | 0 | -3.974 | 0 | 0 | -15.661 | |
| Toename van financiële schulden | 523.535 | 0 | 75.888 | 0 | 16.503 | -22.069 | 593.858 |
| (Afname) van financiële schulden | -525.140 | -2.895 | -240.542 | 0 | -62.861 | 6.954 | -824.484 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | -37.636 | 0 | -6.067 | 0 | -30 | -43.733 | |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -91.085 | -91.085 | |
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -4.050 | -94.000 | -14.635 | 0 | 112.685 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -504 | -5.525 | -10.212 | 0 | 0 | -16.241 | |
| Financieringscashflow | -88.129 | -100.935 | -210.087 | 10 | -29.856 | -15.185 | -444.181 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
|||||||
| Transfert tussen segmenten | -42.884 8.203 |
-20.847 0 |
-42.221 0 |
-10.503 10.605 |
391.603 -18.808 |
0 | 275.147 0 |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 2.145 | 0 | 0 | -36 | -15 | 2.095 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 693.990 | 24.515 | 31.106 | 642 | 410.718 | 0 | 1.160.972 |
AvH heeft over het jaar 2022 in totaal een aangroei van haar cash-middelen gerealiseerd van 275,1 miljoen euro, een belangrijke stijging ten opzichte van de 39,9 miljoen euro tijdens het jaar 2021.
Zoals toegelicht bij de resultatenrekening hebben de bedrijfsactiviteiten van de AvH-groep geconsolideerd een winst van 655,9 miljoen euro opgeleverd, een stijging met 84% ten opzichte van vorig jaar. Om van de winst uit bedrijfsactiviteiten naar operationele cashflow te gaan, worden enerzijds een aantal elementen overgeboekt naar investeringscashflow of financieringscashflow en anderzijds een aantal andere herwerkingen doorgevoerd, waarvan de voornaamste worden toegelicht:
Na deze overboekingen en correcties voor niet-geldelijke posten, komt de cashflow uit op 693,1 miljoen euro. Dat is een daling met 27,8 miljoen euro in vergelijking tot vorig jaar.
Niettegenstaande de hogere omzet van de groepsvennootschappen, kon 23,5 miljoen euro aan kasmiddelen worden vrijgemaakt uit werkkapitaal, voornamelijk dankzij DEME en CFE. Bij Bank Van Breda groeiden zowel de deposito's ontvangen van cliënteel als de kredietportefeuille verder aan. De in voorgaande jaren opgenomen TLTRO-financiering werd evenwel in de loop van 2022 volledig terugbetaald.
De investeringen van de integraal geconsolideerde vennootschappen uit de AvHgroep piekten in 2022 op 954,1 miljoen euro. In vergelijking tot vorig jaar is dat een stijging met 316,6 miljoen euro. DEME investeerde in totaal 483,9 miljoen euro in bijkomende materiële vaste activa. Inbegrepen in dit bedrag van 2022 zijn de investeringen van het jaar in het revolutionaire installatie-schip Orion, de aanzienlijke bedragen die werden gespendeerd aan groot onderhoud en herstellingen aan diverse tuigen in de vloot, net zoals de bedragen uitgegeven aan de ombouw van de "Viking Neptun" en de "Sea Installer". De verwerving van geldbeleggingen door Bank Van Breda (280,1 miljoen euro) moet worden bekeken samen met de verkoop ervan ten belope van 245,5 miljoen euro. Deze transacties kaderen in het ALM-beleid van Bank Van Breda. Nextensa investeerde voor 42,2 miljoen euro in haar vastgoedportefeuille. Eveneens in 2022 verkocht Nextensa haar gebouwen The Crescent (Anderlecht), Monnet (Luxembourg) en Titanium (Luxembourg) voor een totaal bedrag van 169,0 miljoen euro.
Zoals reeds eerder aangegeven, heeft AvH belangrijke meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van haar deelnemingen in Manuchar en Anima. Cash leverden deze beide verkopen respectievelijk 159,5 miljoen euro en 308,2 miljoen euro op. AvH investeerde in de loop van 2022 10,7 miljoen euro in de verhoging van haar belang in SIPEF, 24,9 miljoen euro in de verdere uitbouw van haar "Growth"-portefeuille gericht op Life Sciences en India/zuid-Oost Azië en verstrekte, net zoals CFE, 19 miljoen euro bijkomende aandeelhouderslening aan Rent-A-Port, die daarmee haar deelneming in Infra Asia Investments kon vergroten, de overkoepelende maatschappij boven de ontwikkeling van de verschillende industriële zones in Vietnam.
Dankzij de belangrijke desinvesteringen van vastgoed door Nextensa en van Manuchar/Anima door AvH, komt het bedrag aan desinvesteringen over 2022 zelfs licht hoger (956,8 miljoen euro) uit dan het nochtans zeer aanzienlijke bedrag aan investeringen (954,1 miljoen euro), zodat de investeringscashflow -eerder atypisch voor AvH- licht positief uitvalt.
De financieringskasstroom is over het jaar 2022 444,2 miljoen euro negatief uitgevallen. Netto-interestlasten zijn ongeveer gelijk gebleven in vergelijking tot vorig jaar en dit niettegenstaande de stijging van de interestvoeten tijdens het jaar. Zoals ook opgemerkt bij de resultatenrekening, hebben wisselkoersen uiteindelijk een negatief effect gehad op de resultaten en ook op de kasstromen van 2022.
Zowel AvH zelf, als Nextensa en CFE hebben in de loop van 2022 eigen aandelen verworven.
Dankzij de gerealiseerde desinvesteringen heeft Nextensa financiële schulden kunnen afbouwen met 164,4 miljoen euro. De desinvesteringen van AvH hebben geleid tot een netto-afname met 46,4 miljoen euro (onder andere het commercial paper programma werd volledig terugbetaald). Het saldo van de aangroei van de cash-positie die resulteert uit de desinvesteringen situeert zich op het niveau van de liquide middelen.
De bijkomende investeringen in 2022 ten belope van 43,7 miljoen euro in controleparticipaties wordt voor 37,6 miljoen euro verklaard door de verwerving door Rent-A-Port van een bijkomende deelneming van 32,59% in haar dochterbedrijf Infra Asia Investments.
Door AvH werd 91,1 miljoen euro dividend uitgekeerd aan aandeelhouders, een stijging met 13,2 miljoen euro ten opzichte van het jaar voordien. Dochterondernemingen uit de groep keerden 16,2 miljoen euro dividenden uit aan aandeelhouders buiten de AvH-groep (2021: 35,6 miljoen euro). Het betreft voornamelijk Bank Van Breda en Nextensa (in 2021 nog Leasinvest Real Estate).
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Financiële schulden (31-12-2021) | 2.381.618 |
| Bewegingen in de kasstroomtabel (financieringscashflow) | |
| Toename van financiële schulden | 593.858 |
| (Afname) van financiële schulden | -824.484 |
| "Non-cash" bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | -106 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | -162.905 |
| - IFRS 16 Leases - materiële vaste activa | 49.675 |
| - IFRS 16 Leases - vastgoedbeleggingen | -2.155 |
| - Wisselkoers-effecten | -1.012 |
| - Overige | 0 |
| Financiële schulden (31-12-2022) | 2.034.489 |
| € Miljoen | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen aandelen | 55,7 | 46,0 | 39,6 | 40,8 | 34,7 |
| Overige beleggingen | |||||
| - Portefeuille aandelen | 41,3 | 48,2 | 51,2 | 55,7 | 37,2 |
| - Termijndeposito's | 361,1 | 6,0 | 0,0 | 155,9 | 23,9 |
| Liquide middelen | 40,7 | 20,3 | 8,1 | 27,0 | 31,2 |
| Financiële schulden ('commercial paper') | 0,0 | -42,7 | -31,0 | -12,0 | -24,0 |
| Nettothesauriepositie | 498,7 | 77,7 | 68,0 | 267,4 | 102,9 |
(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2021 | |
| Bedrijfsopbrengsten | 3.782.502 | 205.011 | 237.428 | 18 | 89.529 | -2.114 | 4.312.374 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 99.193 | 0 | 2.074 | -1.988 | 99.279 |
| Vastgoedopbrengsten | 106.300 | 0 | 119.195 | 0 | 0 | 225.495 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 103.801 | 0 | 0 | 0 | 103.801 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 98.566 | 0 | 0 | 0 | 98.566 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.580.181 | 0 | 0 | 0 | 84.328 | 0 | 3.664.508 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 96.021 | 2.644 | 19.041 | 18 | 3.128 | -126 | 120.726 |
| Exploitatielasten (-) | -3.612.459 | -122.400 | -175.942 | -58 | -116.029 | 2.898 | -4.023.991 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -2.518.605 | -24.176 | -80.876 | -58 | -53.125 | 2.898 | -2.673.943 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -22.759 | 0 | 0 | 0 | -22.759 | |
| Personeelslasten (-) | -697.784 | -57.533 | -75.769 | 0 | -46.604 | -877.690 | |
| Afschrijvingen (-) | -326.558 | -7.220 | -11.967 | 0 | -4.808 | -350.553 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -36.202 | 2.181 | -793 | 0 | -10.995 | -45.810 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -32.884 | -12.483 | -6.810 | 0 | -510 | 0 | -52.687 |
| Voorzieningen | -425 | -409 | 272 | 0 | 13 | -550 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 9.593 | 0 | 24.456 | 0 | 34.048 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | 16.621 | 0 | 24.456 | 41.077 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -7.029 | 0 | 0 | -7.029 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 26.003 | 492 | 4.984 | 0 | 3.221 | 0 | 34.699 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 6.071 | 492 | 581 | 0 | 39 | 7.182 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 4.403 | 0 | 0 | 4.403 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 19.931 | 0 | 0 | 0 | 3.019 | 22.951 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 163 | 163 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 196.045 | 83.103 | 76.062 | -40 | 1.176 | 784 | 357.130 |
| Financieel resultaat | -14.378 | 583 | -9.675 | 7 | 3.037 | -784 | -21.210 |
| Renteopbrengsten | 8.142 | 16 | 2.493 | 0 | 2.406 | -1.116 | 11.941 |
| Rentelasten (-) | -18.778 | -2 | -15.514 | 0 | -516 | 1.116 | -33.694 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | 7.313 | 0 | -87 | 4 | -174 | 7.056 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via |
-11.055 | 193 | -2.208 | 4 | 1.320 | -784 | -12.530 |
| resultatenrekening | 0 | 376 | 5.642 | 0 | 0 | 6.018 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
23.615 | 131.950 | 20.724 | 30.232 | 48.669 | 255.191 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 548 | 548 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 205.282 | 215.636 | 87.111 | 30.199 | 53.430 | 0 | 591.659 |
| Winstbelastingen | -45.293 | -19.599 | -13.674 | 0 | -884 | 0 | -79.449 |
| Uitgestelde belastingen | 13.700 | -1.274 | -7.685 | 0 | 882 | 5.624 | |
| Belastingen | -58.993 | -18.325 | -5.989 | 0 | -1.766 | -85.073 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette | |||||||
| bedrijfsactiviteiten | 159.989 | 196.038 | 73.438 | 30.199 | 52.546 | 0 | 512.210 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 0 | 0 | -150 | -150 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 159.989 | 196.038 | 73.438 | 30.199 | 52.396 | 0 | 512.060 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 60.943 | 12.936 | 30.744 | 222 | 402 | 105.246 | |
| Aandeel van de groep | 99.046 | 183.102 | 42.694 | 29.978 | 51.994 | 406.814 | |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2021 | |
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 778.444 | 17.670 | 34.372 | 370 | 11.552 | 0 | 842.408 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 196.045 | 83.103 | 76.062 | -40 | 1.176 | 784 | 357.130 |
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen |
-26.003 | -492 | -4.984 | 0 | -3.221 | -34.699 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 23.474 | 78.810 | 0 | 259 | 9.954 | 112.496 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 0 | 0 | 0 | 548 | 548 | |
| Winstbelastingen (betaald) | -52.717 | -18.325 | -5.989 | 0 | -1.766 | -78.797 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 326.558 | 7.220 | 11.967 | 0 | 4.808 | 350.553 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | 36.202 | -2.129 | 793 | 0 | 10.995 | 45.861 | |
| Aandelenoptieplannen | 0 | 4.115 | -339 | 0 | 1.121 | 4.896 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | -9.593 | 0 | -24.456 | -34.048 | |
| (Afname) toename van voorzieningen | 1.706 | -5.681 | -280 | 0 | -13 | -4.268 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 562 | 844 | 0 | 0 | -209 | 1.197 | |
| Cashflow | 505.828 | 147.465 | 67.637 | 219 | -1.062 | 784 | 720.871 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -6.250 | 15.046 | 45.427 | -46 | 9.100 | -2.400 | 60.877 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -3.574 | 0 | 16.081 | 0 | 6.288 | 18.796 | |
| Afname (toename) van vorderingen | -108.191 | -84.816 | 41.752 | -45 | 7.553 | 81.000 | -62.748 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 0 | -538.081 | 0 | 0 | 0 | -538.081 | |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 109.259 | 85.057 | 2.858 | -1 | -4.697 | -83.400 | 109.076 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) |
0 | 555.645 | 0 | 0 | 0 | 555.645 | |
| Afname (toename) overige | -3.744 | -2.760 | -15.264 | 0 | -44 | -21.812 | |
| Operationele cashflow | 499.577 | 162.511 | 113.065 | 172 | 8.038 | -1.616 | 781.747 |
| Investeringen | -339.715 | -200.989 | -55.459 | -2.338 | -39.796 | 769 | -637.527 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -299.310 | -4.001 | -13.333 | 0 | -2.374 | -319.018 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -36.479 | 0 | 0 | -36.479 | |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | -22.150 | 0 | -5.881 | -2.338 | -36.154 | -66.523 | |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 953 | 0 | 235 | 0 | 0 | 1.187 | |
| Nieuwe leningen toegestaan Verwerving van geldbeleggingen |
-19.207 0 |
-419 -196.569 |
0 0 |
0 0 |
-1.202 -66 |
769 | -20.059 -196.635 |
| Desinvesteringen | 53.712 | 157.143 | 28.834 | 0 | 28.192 | -1.676 | 266.205 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 31.817 | 963 | 1.848 | 0 | 60 | 34.687 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 26.987 | 0 | 0 | 26.987 | |
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 8.740 | 426 | 0 | 0 | 19.002 | 28.169 | |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | -35 | 0 | 0 | 0 | -481 | -517 | |
| Terugbetaalde leningen | 13.190 | 0 | 0 | 0 | 1.678 | -1.676 | 13.192 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 0 | 155.753 | 0 | 0 | 7.934 | 163.687 | |
| Investeringscashflow | -286.003 | -43.846 | -26.624 | -2.338 | -11.604 | -907 | -371.322 |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen dividenden | 0 | 1.124 | 6.082 | 0 | 1.234 | 8.441 | |
| Ontvangen interesten | 8.142 | 16 | 2.493 | 0 | 2.406 | -1.116 | 11.941 |
| Betaalde interesten | -17.498 | -62 | -15.691 | 0 | -516 | 1.116 | -32.651 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -4.181 | -1 | -8.377 | 7 | -7 | -784 | -13.343 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -3.132 | -3.132 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Toename van financiële schulden | 94.243 | 0 | 111.070 | 0 | 97.268 | -84.150 | 218.432 |
| (Afname) van financiële schulden | -326.766 | -5.964 | -112.074 | 0 | -90.485 | 87.457 | -447.831 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | 589 | 0 | 0 | 0 | 585 | 1.174 | |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -77.890 | -77.890 | |
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -15.721 | -83.600 | -9.336 | 0 | 108.657 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -11.363 | -2.486 | -21.717 | 0 | -82 | -35.649 | |
| Financieringscashflow | -272.554 | -90.973 | -47.551 | 7 | 38.039 | 2.523 | -370.508 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en | |||||||
| kasequivalenten Transfert tussen segmenten |
-58.979 | 27.692 | 38.890 | -2.159 | 34.473 | 0 | 39.917 |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 5.750 | 0 | 0 | 2.338 | -8.088 | 0 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 1.311 726.526 |
0 45.362 |
65 73.327 |
27 576 |
1 37.938 |
0 | 1.404 883.730 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | ||
| Engineering & Contracting |
Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital |
tussen segmenten |
Totaal 2021 | |
| I. Vaste activa | 3.306.744 | 5.659.635 | 1.678.291 | 288.169 | 388.042 | -18.976 | 11.301.905 |
| Immateriële vaste activa | 116.186 | 722 | 32.291 | 0 | 192 | 149.391 | |
| Goodwill | 174.019 | 134.247 | 7.836 | 0 | 11.727 | 327.829 | |
| Materiële vaste activa | 2.464.061 | 54.113 | 214.463 | 0 | 30.208 | 2.762.846 | |
| Terreinen en gebouwen | 172.474 | 44.965 | 188.134 | 0 | 21.011 | 426.584 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 1.934.994 | 1.694 | 3.742 | 0 | 3.780 | 1.944.209 | |
| Meubilair en rollend materieel | 40.796 | 5.199 | 4.236 | 0 | 4.821 | 55.051 | |
| Overige materiële vaste activa | 212 | 511 | 5.827 | 0 | 458 | 7.009 | |
| Activa in aanbouw | 315.585 | 1.745 | 12.524 | 0 | 139 | 329.992 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 1.267.150 | 0 | 0 | 1.267.150 | |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 267.220 | 805.182 | 44.287 | 288.169 | 242.338 | 1.647.196 | |
| Financiële vaste activa | 141.434 | 2.050 | 110.470 | 0 | 101.058 | -18.976 | 336.038 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 6.890 | 0 | 97.215 | 0 | 73.245 | 177.351 | |
| Vorderingen en borgtochten | 134.544 | 2.050 | 13.255 | 0 | 27.813 | -18.976 | 158.687 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 613 | 519 | 684 | 0 | 0 | 1.816 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 143.210 | 3.441 | 1.110 | 0 | 2.519 | 150.279 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan | 0 | 4.659.360 | 0 | 0 | 0 | 4.659.360 | |
| één jaar Banken - leningen en vorderingen aan klanten |
0 | 4.634.354 | 0 | 0 | 0 | 4.634.354 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 25.007 | 0 | 0 | 0 | 25.007 | |
| II. Vlottende activa | 2.167.320 | 3.068.501 | 347.088 | 652 | 119.244 | -2.362 | 5.700.443 |
| Voorraden | 261.938 | 0 | 113.231 | 0 | 1.049 | 376.218 | |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 412.240 | 0 | 63.448 | 0 | 2.811 | 478.499 | |
| Geldbeleggingen | 2 | 527.792 | 0 | 0 | 48.187 | 575.982 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 2 | 0 | 0 | 0 | 48.187 | 48.190 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 507.529 | 0 | 0 | 0 | 507.529 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 259 | 0 | 0 | 0 | 259 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 20.005 | 0 | 0 | 0 | 20.005 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 4.080 | 49 | 0 | 0 | 0 | 4.129 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 655.358 | 3.771 | 90.977 | 76 | 26.779 | -1.919 | 775.043 |
| Handelsvorderingen | 570.349 | 56 | 39.665 | 0 | 19.810 | -1.169 | 628.710 |
| Overige vorderingen | 85.009 | 3.716 | 51.312 | 76 | 6.970 | -750 | 146.332 |
| Terug te vorderen belastingen | 36.238 | 1.895 | 4.111 | 0 | 351 | 42.595 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
0 | 2.477.238 | 0 | 0 | 0 | 2.477.238 | |
| Banken - interbancaire vorderingen | 0 | 138.014 | 0 | 0 | 0 | 138.014 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 1.113.898 | 0 | 0 | 0 | 1.113.898 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 698 | 0 | 0 | 0 | 698 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 0 | 1.224.628 | 0 | 0 | 0 | 1.224.628 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 726.526 | 45.362 | 73.327 | 576 | 37.938 | 883.730 | |
| Overlopende rekeningen en overige vlottende activa | 70.938 | 12.393 | 1.993 | 0 | 2.129 | -443 | 87.010 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 32.456 | 0 | 141.259 | 0 | 56.963 | 230.679 | |
| Totaal der activa | 5.506.520 | 8.728.136 | 2.166.638 | 288.822 | 564.249 | -21.338 | 17.233.026 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2021 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.370.921 | 522.262 | 218.387 | 51.767 | 633.176 | -1.988 | 3.794.525 |
| Overige landen binnen Europa | 609.197 | 75.724 | 0 | 4.021 | 111.032 | 799.975 | |
| Landen buiten Europa | 706.362 | 107.334 | 611.664 | 1.425.361 | |||
| Totaal | 3.686.480 | 597.986 | 218.387 | 163.122 | 1.355.872 | -1.988 | 6.019.860 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring, zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | AvH & | Eliminaties | |||||
| Engineering | Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
Growth | tussen | Totaal 2021 | |
| & Contracting | Capital | segmenten | |||||
| I. Totaal eigen vermogen | 2.027.218 | 1.592.550 | 852.585 | 288.816 | 473.834 | 5.235.002 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.238.409 | 1.450.856 | 513.092 | 288.816 | 466.055 | 3.957.228 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.301.088 | 1.447.897 | 518.993 | 277.807 | 397.232 | 3.943.016 | |
| Herwaarderingsreserves | -62.678 | 2.959 | -5.901 | 11.009 | -11.833 | -66.445 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 1.620 | 0 | 0 | 0 | 1.620 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 126 | 0 | 0 | 0 | 126 | |
| Afdekkingsreserve | -24.778 | 0 | -6.080 | -194 | 2 | -31.050 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -26.068 | -1.238 | 0 | -1.469 | 4.317 | -24.458 | |
| Omrekeningsverschillen | -11.832 | 2.451 | 179 | 12.672 | -16.152 | -12.682 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -33.251 | -33.251 | |
| Minderheidsbelang | 788.808 | 141.694 | 339.494 | 0 | 7.778 | 1.277.774 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.001.586 | 749.813 | 790.873 | 0 | 14.617 | -18.976 | 2.537.913 |
| Voorzieningen | 36.002 | 6.756 | 1.659 | 0 | 732 | 45.149 | |
| Pensioenverplichtingen | 77.183 | 4.224 | 16 | 0 | 316 | 81.739 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 101.775 | 0 | 58.982 | 0 | 1.093 | 161.849 | |
| Financiële schulden | 721.091 | 5.673 | 700.141 | 0 | 11.970 | -18.976 | 1.419.899 |
| Leningen van banken | 502.059 | 0 | 514.708 | 0 | 8.806 | 1.025.574 | |
| Obligatieleningen | 30.612 | 0 | 140.734 | 0 | 0 | 171.345 | |
| Achtergestelde leningen | 61.625 | 0 | 0 | 0 | 0 | 61.625 | |
| Leasingschulden | 97.729 | 5.673 | 42.948 | 0 | 3.163 | 149.514 | |
| Overige financiële schulden | 29.065 | 0 | 1.751 | 0 | 0 | -18.976 | 11.841 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 26.868 | 26.452 | 20.714 | 0 | 0 | 74.034 | |
| Overige schulden | 38.669 | 22.062 | 9.361 | 0 | 507 | 70.598 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 684.646 | 0 | 0 | 0 | 684.646 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 644.663 | 0 | 0 | 0 | 644.663 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 39.983 | 0 | 0 | 0 | 39.983 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.477.716 | 6.385.773 | 523.180 | 6 | 75.799 | -2.362 | 9.460.112 |
| Voorzieningen | 29.789 | 46 | 5.572 | 0 | 262 | 35.670 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 298 | 8 | 0 | 0 | 305 | |
| Financiële schulden | 529.567 | 2.516 | 383.659 | 0 | 46.727 | -750 | 961.720 |
| Leningen van banken | 367.426 | 0 | 157.362 | 0 | 2.341 | 527.129 | |
| Obligatieleningen | 29.899 | 0 | 44.920 | 0 | 0 | 74.819 | |
| Achtergestelde leningen | 33.527 | 0 | 0 | 0 | 0 | 33.527 | |
| Leasingschulden | 29.646 | 2.516 | 2.393 | 0 | 1.643 | 36.198 | |
| Overige financiële schulden | 69.070 | 0 | 178.983 | 0 | 42.744 | -750 | 290.047 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 14.080 | 2.234 | 0 | 0 | 0 | 16.315 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 333.773 | 0 | 0 | 0 | 8.110 | 341.883 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.451.567 | 21.240 | 73.864 | 2 | 19.185 | -1.169 | 1.564.689 |
| Handelsschulden | 1.095.776 | 43 | 43.226 | 2 | 7.235 | -1.169 | 1.145.112 |
| Ontvangen vooruitbetalingen Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten |
101.067 | 0 | 13 | 0 | 0 | 101.080 | |
| Overige schulden | 183.285 | 12.865 | 13.434 | 0 | 10.501 | 220.085 | |
| Te betalen belastingen | 71.439 92.391 |
8.332 7 |
17.191 15.846 |
0 3 |
1.449 949 |
98.411 109.196 |
|
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 6.354.225 | 0 | 0 | 0 | 6.354.225 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 425.353 | 0 | 0 | 0 | 425.353 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 5.723.461 | 0 | 0 | 0 | 5.723.461 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 205.412 | 0 | 0 | 0 | 205.412 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overlopende rekeningen | 26.549 | 5.206 | 44.231 | 0 | 565 | -443 | 76.108 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de | |||||||
| verplichtingen | 5.506.520 | 8.728.136 | 2.166.638 | 288.822 | 564.249 | -21.338 | 17.233.026 |
| (€ 1.000) | Ontwikke lingskosten |
Concessies, octrooien & licenties |
Goodwill | Software | Overige immateriële vaste activa |
Vooruit betalingen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2021 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 41 | 25.994 | 28.686 | 2.859 | 89.851 | 331 | 147.762 |
| Brutobedrag | 5.112 | 50.712 | 28.686 | 32.378 | 99.184 | 331 | 216.403 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -5.071 | -24.718 | 0 | -29.519 | -9.333 | 0 | -68.641 |
| Investeringen | 65 | 1.696 | 0 | 1.299 | 388 | 326 | 3.775 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 1.395 | 0 | 54 | 0 | 1.449 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | 0 | 0 | -8 | 0 | 0 | -7 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -30 | -3.296 | -268 | -1.559 | -838 | 0 | -5.989 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -1 | 2 | 0 | 15 | 308 | 0 | 324 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | -1.308 | 0 | 0 | 3.391 | 0 | 2.082 |
| Overige toename (afname) | 2 | -3 | 0 | -4 | 0 | 0 | -4 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 78 | 23.085 | 29.814 | 2.603 | 93.155 | 657 | 149.391 |
| Brutobedrag | 5.264 | 49.179 | 29.814 | 26.171 | 103.966 | 657 | 215.051 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -5.186 | -26.095 | 0 | -23.568 | -10.811 | 0 | -65.660 |
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2022 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 78 | 23.085 | 29.814 | 2.603 | 93.155 | 657 | 149.391 |
| Brutobedrag | 5.264 | 49.179 | 29.814 | 26.171 | 103.966 | 657 | 215.051 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -5.186 | -26.095 | 0 | -23.568 | -10.811 | 0 | -65.660 |
| Investeringen | 2.242 | 594 | 0 | 1.778 | 83 | 146 | 4.843 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -696 | -29.814 | -222 | -1.212 | 0 | -31.945 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -108 | -3.451 | 0 | -1.091 | -1.183 | 0 | -5.833 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 247 | 0 | 248 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -37 | 0 | 0 | 110 | 1.411 | -539 | 945 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 2.175 | 19.532 | 0 | 3.179 | 92.501 | 264 | 117.649 |
| Brutobedrag | 6.794 | 36.751 | 0 | 26.788 | 102.689 | 264 | 173.285 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -4.619 | -17.220 | 0 | -23.610 | -10.188 | 0 | -55.636 |
De daling van immateriële vaste activa ten opzichte van vorig jaar met 31,7 miljoen euro wordt nagenoeg volledig verklaard door de verkoop van Anima. De overige mutaties betreffen voornamelijk investeringen in licenties en software, geactiveerde ontwikkelingskosten (voornamelijk in het Concessions segment van DEME) en de afschrijvingslast.
De immateriële vaste activa bestaan voor een groot deel uit 'trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME. Deze immateriële vaste activa worden niet afgeschreven (oneindige levensduur) en worden mee opgenomen in de jaarlijkse impairment test van de goodwill ontstaan n.a.v. de controleverwerving over DEME eind 2013 (zie Toelichting 8. Goodwill).
Daarnaast werd bij de acquisitie door DEME in 2020 van het Nederlandse SPT Offshore een deel van de waarde toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile"-technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd, wat een netto boekwaarde 14,4 miljoen euro vertegenwoordigt en afgeschreven wordt over de economische levensduur van 10 jaar.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bewegingen in goodwill | ||
| Goodwill, beginsaldo | 327.829 | 325.937 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 351.785 | 349.582 |
| Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -23.956 | -23.646 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 2.203 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -7.404 | 0 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | -432 | -311 |
| Overige toename (afname) | -39 | 0 |
| Goodwill, eindsaldo | 319.953 | 327.829 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 341.531 | 351.785 |
| Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -21.578 | -23.956 |
| 2022 | 2021 |
|---|---|
| 173.980 | 174.019 |
| 140.764 | 140.764 |
| 13.028 | 13.028 |
| 23.723 | 23.763 |
| -3.536 | -3.536 |
| 134.247 | 134.247 |
| 134.247 | 134.247 |
| 0 | 7.836 |
| 0 | 432 |
| 0 | 7.404 |
| 0 | 0 |
| 11.727 | 11.727 |
| 11.727 | 11.727 |
| 319.953 | 327.829 |
| (€ 1.000) | Goodwill 2022 | Goodwill 2021 |
|---|---|---|
| Goodwill van AvH op DEME | 140.764 | 140.764 |
| Goodwill van AvH op FinAx | 134.247 | 134.247 |
| Goodwill van AvH op Nextensa | 0 | 432 |
De daling van de goodwill ten opzichte van vorig jaar met 7,9 miljoen euro wordt nagenoeg volledig verklaard door de verkoop van Anima.
De goodwill is voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME en CFE. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 222,8 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015) en Nobel (eind 2019).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten/beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH-perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.
De impairmentanalyse op het niveau van AvH heeft niet geleid tot enige betekenisvolle bijzondere waardevermindering.
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2021 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 415.415 | 1.835.423 | 53.525 | 4.736 | 516.454 | 2.825.552 |
| Brutobedrag | 592.112 | 4.221.775 | 151.275 | 14.993 | 516.454 | 5.496.608 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -176.696 | -2.386.353 | -97.750 | -10.257 | 0 | -2.671.056 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 48.327 | 153.489 | 29.869 | 1.604 | 139.473 | 372.761 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 1.985 | 141 | 52 | 0 | 0 | 2.178 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -9.021 | -24.508 | -664 | 84 | -348 | -34.457 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -106 | -803 | -4 | 0 | -913 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -34.055 | -311.057 | -25.340 | -822 | 0 | -371.273 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 1.266 | 2.504 | 88 | -1 | 404 | 4.262 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 2.667 | 288.323 | -1.675 | 1.412 | -325.991 | -35.263 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 426.584 | 1.944.209 | 55.051 | 7.009 | 329.992 | 2.762.846 |
| Brutobedrag | 624.902 | 4.504.531 | 158.421 | 18.604 | 329.992 | 5.636.450 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -198.318 | -2.560.322 | -103.370 | -11.595 | 0 | -2.873.604 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 130.674 | 9.919 | 38.696 | 179.290 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 31.788 | 4.377 | 23.396 | 59.561 |
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2022 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 426.584 | 1.944.209 | 55.051 | 7.009 | 329.992 | 2.762.846 |
| Brutobedrag | 624.902 | 4.504.531 | 158.421 | 18.604 | 329.992 | 5.636.450 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -198.318 | -2.560.322 | -103.370 | -11.595 | 0 | -2.873.604 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 41.065 | 178.776 | 23.856 | 1.294 | 324.441 | 569.431 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 212 | 0 | 60 | 1 | 0 | 272 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -4.791 | -3.367 | -1.686 | -6 | -281 | -10.131 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -188.391 | -3.216 | -3.768 | -1.935 | -12.629 | -209.939 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -28.463 | -299.912 | -24.533 | -1.279 | 0 | -354.187 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -100 | -333 | 55 | 1 | 219 | -158 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 3.086 | 367.030 | 80 | 4.226 | -409.452 | -35.030 |
| Overige toename (afname) | -2.421 | 0 | 182 | 0 | -158 | -2.397 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 246.782 | 2.183.188 | 49.296 | 9.310 | 232.132 | 2.720.708 |
| Brutobedrag | 410.286 | 4.932.722 | 150.486 | 17.405 | 232.132 | 5.743.032 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -163.504 | -2.749.534 | -101.191 | -8.095 | 0 | -3.022.324 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 92.710 | 17.969 | 37.495 | 148.174 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 23.887 | 18.044 | 17.927 | 59.857 |
De materiële vaste activa bedragen op jaareinde 2022 2.720,7 miljoen euro. Hiervan neemt DEME 93% voor haar rekening, met als belangrijkste activa haar vloot. Voorts bevat deze balanspost de kantoren, de machine- en wagenparken van CFE, Bank Van Breda, Rent-A-Port, Nextensa, Agidens, Biolectric en AvH.
Als gevolg van de verkoop van Anima, inclusief diens belangrijk vastgoedpatrimonium aan woonzorgcentra dat over de jaren was opgebouwd, daalt het totaal aan materiële vaste activa licht met 42,1 miljoen euro en dit niettegenstaande voortgezette investeringen in de vloot door DEME.
DEME investeerde in totaal 483,9 miljoen euro in bijkomende materiële vaste activa. Inbegrepen in dit bedrag van 2022 zijn de investeringen van het jaar in het revolutionaire installatie-schip Orion, de aanzienlijke bedragen die werden gespendeerd aan groot onderhoud en herstellingen aan diverse tuigen in de vloot, net zoals de bedragen uitgegeven aan de ombouw van de "Viking Neptun" en de "Sea Installer". Op 31 december 2022 bedraagt het bevestigde saldo aan nog uit te voeren activa in aanbouw 192,6 miljoen euro, voornamelijk voor de upgrades voor de schepen "Viking Neptun" en "Sea Installer", het nieuwe valpijpschip en enkele aanvullende aanpassingen aan de "Orion".
Een schip binnen het segment Offshore Energy, met een nettoboekwaarde van 32 miljoen euro, is overgebracht naar "Activa bestemd voor verkoop" (Toelichting 5).
De investeringen van DEME in haar vloot leiden tot een grotere afschrijvingslast. In 2021 voerde DEME voor 25,5 miljoen euro aan waardeverminderingen door op haar snijkopzuigers 'Al Mahaar' en 'Al Jarraf', op basis van de verwachte lage bezettingsgraden. In 2022 bleven de waardeverminderingen beperkt tot 0,4 miljoen euro.
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Projectontwik kelingen |
Activa bestemd voor verkoop |
Totaal |
|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2021 |
||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.369.323 | 44.734 | 199 | 1.414.256 |
| Brutobedrag | 1.369.323 | 44.734 | 199 | 1.414.256 |
| Investeringen | 30.578 | 5.902 | 0 | 36.479 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -22.584 | 0 | -97 | -22.680 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | -4.509 | -2.520 | 0 | -7.029 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -132.840 | -7.929 | 141.157 | 388 |
| Overige toename (afname) | -13.005 | 0 | 0 | -13.005 |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 |
| Brutobedrag | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 |
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2022 |
||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 |
| Brutobedrag | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 |
| Investeringen | 34.870 | 7.264 | 23 | 42.157 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -1.848 | 0 | -140.691 | -142.538 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | -490 | -490 |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | -11.729 | 199 | -91 | -11.620 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | -17.190 | 0 | -17.190 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | -11 | -11 |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 |
| Brutobedrag | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Kerncijfers | ||
| Huurinkomsten | 67.400 | 69.127 |
| Huurrendement (%) | 5,30% | 5,20% |
| Bezettingsgraad (%) | 88,48% | 89,09% |
Nextensa investeerde 42,2 miljoen euro waarvan 11,5 miljoen euro toe te schrijven is aan investeringen aan diverse gebouwen in eigendom op de site van Tour & Taxis (België). Het saldo van 30,7 miljoen euro betreft onder meer de uitbreiding van het shoppingcenter Knauf Schmiede en de herpositionering/renovatie van het EBBC business park (Moonar) in Luxemburg.
In 2022 verkocht Nextensa haar gebouwen The Crescent (Anderlecht), Monnet (Luxemburg) en Titanium (Luxemburg) voor een totaal bedrag van 169,0 miljoen euro. Deze verkopen genereerden een meerwaarde van 28,3 miljoen euro.
In 2022 werd de waarde van de vastgoedportefeuille neerwaarts gecorrigeerd met 11,6 miljoen euro op basis van externe schattingen, wat overeenkomt met minder dan 1% van de totale reële waarde.
Het gemiddelde huurrendement op de vastgoedbeleggingen is gestegen van 5,20% eind 2021 naar 5,30% op jaareinde 2022.
Nextensa hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:
De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.
Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.
Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3):
De vastgoedbeleggingen van Nextensa vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2022 zijn uitgevoerd door externe schatters: Cushman & Wakefield, Stadim (BeLux) en Oerag (Oostenrijk). De volgende tabel geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.
| Reële waarde |
Reële waarde |
Waarderings | 31/12/2022 Min-Max | 31/12/2021 Min-Max | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa klasse | 2022 | 2021 | techniek | Belangrijkste inputs | (gewogen gemiddelde) | (gewogen gemiddelde) |
| (€ 1.000) | (€ 1.000) | |||||
| Retail Groothertogdom Luxemburg & België |
377.629 | 370.170 | Actualisatie van de geschatte |
a) Vork geschatte huurwaarde | a) [0,34 €/m² - 18,66 € /m²] | a) [0,34 €/m² - 17,61 € /m²] |
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde | b) [13,72 € /m²] | b) [11,26 € /m²] | ||||
| c) Kapitalisatievoet vork | c) [0,90% - 11,58%] | c) [1,77% - 7,58%] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | d) [6,51%] | d) [6,61%] | ||||
| e) Resterende looptijd | e) 3,62 jaar | e) 2,72 jaar | ||||
| f) Aantal m² | f) 166 950 m² | f) 170 731 m² | ||||
| Retail Oostenrijk | 189.581 | 185.369 | DCF (discounted | a) Vork geschatte huurwaarde | a) [8,79 €/m² - 15,09 € /m²] | a) [11,12 €/m² - 13,82 € /m²] |
| cash flow) | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork |
b) [12,71 €/m²] | b) [12,32 €/m²] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | c) [3,70% - 6,11%] | c) [5,20% - 5,80%] | ||||
| e) Resterende looptijd | d) [5,38%] | d) [5,46%] | ||||
| f) Aantal m² | e) 5,21 jaar | e) 4,49 jaar | ||||
| Kantoren Groothertog | Actualisatie van | a) Vork geschatte huurwaarde | f) 69 219 m² a) [22,57 €/m² - 46,58 € /m²] |
f) 69 533 m² a) [16,52 €/m² - 40,28 € /m²] |
||
| dom Luxemburg | 186.660 | 283.280 | de geschatte | |||
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork |
b) [26,71 €/m²] | b) [22,99 €/m²] | ||||
| d) Gem. gewogen kap.voet | c) [0,58% - 6,75%] | c) [3,75% - 6,10%] | ||||
| e) Resterende looptijd | d) [4,74%] | d) [4,91%] | ||||
| f) Aantal m² | e) 1,46 jaar | e) 2,40 jaar | ||||
| Actualisatie van | a) Vork geschatte huurwaarde | f) 35 550 m² a) [11,68 €/m² - 25,18 €/m²] |
f) 45 433 m² a) [10,09 €/m² - 27,98 €/m²] |
|||
| Kantoren België | 409.511 | 436.610 | de geschatte | |||
| huuropbrengsten | b) Gemiddelde gewogen geschatte | |||||
| huurwaarde | b) [17,03 €/m²] | b) [12,37 €/m²] | ||||
| c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet |
c) [3,78% - 8,80%] | c) [3,60% - 8,75%] | ||||
| e) Resterende looptijd | d) [4,93%] | d) [4,56%] | ||||
| f) Aantal m² | e) 6,68 jaar | e) 6,76 jaar | ||||
| DCF (discounted | a) Vork geschatte huurwaarde | f) 112 891 m² | f) 132 455 m² | |||
| Andere | 115.335 | 132.490 | cash flow of | b) Gemiddelde gewogen geschatte | a) Niet van toepassing | a) [2,24 €/m² - 7,30 € /m²] |
| huurwaarde | b) Niet van toepassing | b) [2,24 € /m²] | ||||
| actualisatie van | c) Gemiddelde discontovoet | c) Niet van toepassing | c) 5,02% | |||
| kasstromen tegen | d) Economische levensduur | d) 30 jaar | d) 30 jaar | |||
| discontovoet) | e) Resterende looptijd | e) 3,41 jaar | e) 2,35 jaar | |||
| f) Aantal m² | f) 32 629 m² | f) 47 057 m² | ||||
| Totaal | 1.278.716 | 1.407.919 |
De vastgoedportefeuille van Nextensa werd gewaardeerd op 1,3 miljard euro op 31 december 2022 en is gespreid over België (44%), Luxemburg (41%) en Oostenrijk 15%. Naar typologie bestaat de portefeuille voor 47% uit kantoren en voor 44% uit retail. De laatste 9% betreft 'Ander' vastgoed, zoals parkings en evenementenvastgoed.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||
| Marine Engineering & Contracting | 362.398 | 267.220 |
| Private Banking | 849.394 | 805.182 |
| Real Estate & Senior Care | 52.946 | 44.287 |
| Energy & Resources | 341.798 | 288.169 |
| AvH & Growth Capital | 238.701 | 242.338 |
| Totaal | 1.845.237 | 1.647.196 |
| (€ 1.000) | Vermogens mutatiewaarde |
Goodwill opgenomen in VM-waarde |
Totaal 2022 | Totaal 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo | 1.555.045 | 92.151 | 1.647.196 | 1.456.070 |
| Aanschaffingen | 35.375 | -204 | 35.171 | 25.729 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten (-) | -19.389 | 0 | -19.389 | -4.051 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 139 |
| Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 243.874 | 0 | 243.874 | 255.191 |
| Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 11.746 | 0 | 11.746 | 35.118 |
| Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) | -122.246 | 0 | -122.246 | -112.497 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -21.507 | -4.421 | -25.928 | -35.505 |
| Overige toename (afname) | 74.812 | 0 | 74.812 | 27.003 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo | 1.757.711 | 87.526 | 1.845.237 | 1.647.196 |
De "Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast" omvatten de participaties in gezamenlijke deelnemingen of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Dit is o.m. het geval voor Delen Private Bank, voor de offshore windparken Rentel, SeaMade en C-Power, SIPEF, Sagar Cements en ook voor meerdere deelnemingen binnen het "Growth Capital"-gedeelte van de AvH-portefeuille. De stijging van de "Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast" voor een bedrag van 198,0 miljoen euro is te verklaren door AvH's 243,9 miljoen euro aandeel in de winsten van deze deelnemingen, maar wordt verminderd met de dividenden die deze deelnemingen uitkeren naar AvH. Als gevolg van de eind 2021 aangekondigde verkoop van de deelneming in Manuchar, werd deze participatie op jaareinde 2021 reeds overgebracht naar "Activa bestemd voor verkoop".
De groep investeerde in 2022 voor 35,2 miljoen euro:
De overdrachten beperkten zich voornamelijk tot de verkoop door CFE en Nextensa van een aantal vastgoedpromoties die in partnership met andere partijen werden aangehouden. De deelneming in Manuchar was reeds in de jaarrekening 2021 als "bestemd voor verkoop" geboekt.
Zoals dat ook in voorgaande jaren het geval was, leverden de vennootschappen waarop vermogensmutatie wordt toegepast een significante bijdrage tot de groepswinst. In 2022 bedroeg dit 243,9 miljoen euro (2021: 255,2 miljoen euro, inclusief nog een bijdrage vanwege Manuchar). Deze winst uit bedrijven verwerkt volgens vermogensmutatie bestaat o.a uit het aandeel van de AvH-groep in de netto-winst van Delen Private Bank, SIPEF, Verdant Bioscience, Sagar Cements en meerdere "AvH & Growth Capital"-deelnemingen.
In 2022 ontving de Groep 122,2 miljoen euro dividenden van deelnemingen die via vermogensmutatie worden verwerkt. Dit bedrag ligt 9,8 miljoen euro hoger dan in 2021. De grootste bijdragen tot dit bedrag van 122,2 miljoen euro worden geleverd door Delen Private Bank (80,1 miljoen euro), SIPEF (7,6 miljoen euro) en door deelnemingen van DEME en CFE die via vermogensmutatie worden verwerkt.
De post 'Overboekingen van (naar) andere posten' wordt hoofdzakelijk verklaard door het overboeken van de participatie Telemond naar 'Activa bestemd voor verkoop' als gevolg van de verkoop van Telemond in het eerste kwartaal 2023.
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de positieve evolutie, zowel in 2021 als in 2022 van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel (25,4 miljoen euro) en SeaMade (22,1 miljoen euro) zwaar doorwegen. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (36,8%), Verdant Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Turbo's Hoet Groep (50%) en Telemond (50%, geherklasseerd naar 'Activa bestemd voor verkoop'). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (19,6%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,7%), Mediahuis (13,9%), OM Partners (20,0%) en Van Moer Logistics (21,7%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beursgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF en Sagar Cements op basis van de beurskoers van eind 2022 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 229,4 miljoen euro en 67,8 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2022 niet het geval.
Onrechtstreeks aangehouden participaties opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
De integrale consolidatie van CFE, DEME, Rent-A-Port, Green Offshore en Nextensa geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag
Zowel CFE als DEME hebben procedures teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Voor grote infrastructuurwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen.
Het kredietrisico van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones.
Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank Van Breda verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 14.
van 415,3 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPS-projecten bij CFE en Nextensa en havengebonden partnerships bij Rent-A-Port.
Nextensa streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis getoetst met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen. In de activiteit vastgoedprojectontwikkelingen wordt voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2021 | |
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 134.544 | 2.050 | 13.255 | 0 | 27.813 | -18.976 | 158.687 |
| Overige vorderingen | 85.009 | 3.716 | 51.312 | 76 | 6.970 | -750 | 146.332 |
| Handelsvorderingen | 570.349 | 56 | 39.665 | 0 | 19.810 | -1.169 | 628.710 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 789.902 | 5.822 | 104.232 | 76 | 54.592 | -20.895 | 933.729 |
| % | 85% | 1% | 11% | 0% | 6% | -2% | 100% |
| niet vervallen | 662.973 | 5.822 | 100.964 | 76 | 51.712 | -20.895 | 800.652 |
| vervallen < 30 d | 29.707 | 0 | 657 | 0 | 2.121 | 0 | 32.484 |
| vervallen < 60 d | 19.093 | 0 | 1.838 | 0 | 248 | 0 | 21.179 |
| vervallen < 120 d | 17.968 | 0 | 674 | 0 | 304 | 0 | 18.945 |
| vervallen > 120 d | 60.162 | 0 | 100 | 0 | 207 | 0 | 60.469 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 789.902 | 5.822 | 104.232 | 76 | 54.592 | -20.895 | 933.729 |
| % | 85% | 1% | 11% | 0% | 6% | -2% | 100% |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | |||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -4.724 | 0 | 0 | 0 | -10.985 | 0 | -15.709 |
| Overige vorderingen (WV) | -117 | 0 | -43 | 0 | -1.981 | 0 | -2.140 |
| Handelsvorderingen (WV) | -41.042 | 0 | -1.905 | 0 | -94 | 0 | -43.041 |
| -45.883 | 0 | -1.948 | 0 | -13.059 | 0 | -60.890 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 | |
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 170.404 | 2.579 | 7.910 | 0 | 43.821 | -34.840 | 189.875 |
| Overige vorderingen | 56.026 | 11.231 | 52.849 | 68 | 7.698 | 0 | 127.871 |
| Handelsvorderingen | 683.217 | 48 | 15.371 | 0 | 21.841 | -1.262 | 719.214 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 909.646 | 13.858 | 76.131 | 68 | 73.359 | -36.102 | 1.036.960 |
| % | 88% | 1% | 7% | 0% | 7% | -3% | 100% |
| niet vervallen | 721.903 | 13.858 | 73.268 | 68 | 68.541 | -36.102 | 841.536 |
| vervallen < 30 d | 48.354 | 0 | 650 | 0 | 3.017 | 0 | 52.021 |
| vervallen < 60 d | 51.388 | 0 | 405 | 0 | 497 | 0 | 52.290 |
| vervallen < 120 d | 40.792 | 0 | 1.457 | 0 | 438 | 0 | 42.688 |
| vervallen > 120 d | 47.210 | 0 | 350 | 0 | 866 | 0 | 48.425 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 909.646 | 13.858 | 76.131 | 68 | 73.359 | -36.102 | 1.036.960 |
| % | 88% | 1% | 7% | 0% | 7% | -3% | 100% |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | |||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -5.229 | 0 | 0 | 0 | -10.985 | 0 | -16.213 |
| Overige vorderingen (WV) | -212 | 0 | 0 | 0 | -1.981 | 0 | -2.192 |
| Handelsvorderingen (WV) | -36.203 | 0 | -821 | 0 | -50 | 0 | -37.074 |
| -41.644 | 0 | -821 | 0 | -13.016 | 0 | -55.480 |
Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. De achterstallige vorderingen (in hoofdzaak toewijsbaar aan DEME) zijn voornamelijk door Credendo gedekt. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 15).
De omzet van Rent-A-Port, hoofdzakelijk actief in Vietnam, betreft (i) de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones), (ii) de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) en (iii) van onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones :
• De vergoedingen voor de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen, doorgaans variërend van 40 tot 50 jaar, worden grotendeels vooraf betaald (80% tot 100%) door de klanten van de Rent-A-Port groep. Na levering van het perceel aan de klant worden de risico's en beloningen van de grondgebruiksrechten overgedragen.
• Voor meer details omtrent het kredietrisico van Bank Van Breda verwijzen we naar Toelichting 14.
In 2022 was geen enkele klant goed voor meer dan 10% van de omzet.
De financiële schulden, na intercompany-eliminaties, hebben betrekking op volgende segmenten:
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
||
| Marine Engineering & Contracting | 278.640 | 1.016.861 | 601.511 | 529.567 | 721.091 | 524.132 | |
| Private Banking (IFRS 16 leases) | 2.613 | 4.854 | -17.048 | 2.516 | 5.673 | -37.173 | |
| Real Estate & Senior Care | 117.668 | 634.932 | 721.493 | 383.659 | 700.141 | 1.010.472 | |
| Energy & Resources | 0 | 0 | -642 | 0 | 0 | -576 | |
| AvH & Growth Capital | 3.735 | 10.026 | -396.956 | 46.727 | 11.970 | 20.759 | |
| Intercompany | 0 | -34.840 | -34.840 | -750 | -18.976 | -19.726 | |
| Totaal | 402.656 | 1.631.833 | 873.517 | 961.720 | 1.419.899 | 1.497.889 |
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2022. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paper programma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft in februari 2022 al haar langlopende leningen omgezet in 'sustainability linked loans' (we verwijzen naar het Duurzaamheidsverslag p. 69 voor meer toelichting).
CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, medium term notes en commercial paper. Tijdens het tweede kwartaal van 2022 heeft CFE nieuwe kredietlijnen opgezet waarin duurzaamheidscriteria werden geïntegreerd. De eind 2022 op vervaldag gekomen obligatielening van 30 miljoen euro werd door BPI, het vastgoedontwikkelingsfiliaal van CFE, terugbetaald.
Zowel DEME als CFE beschikten eind 2022 over een aanzienlijke thesauriepositie.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd met eigen middelen, bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Hong Kong heeft een nieuwe roll-over faciliteit afgesloten voor een totaalbedrag van 35 miljoen USD (naast de bestaande 10 miljoen USD) ter vervanging van de obligatieleningen van 29,2 miljoen euro en 1,8 miljoen USD die vervroegd werden terugbetaald per 3 mei 2022.
Rent-A-Port heeft zijn belang in IAI in het eerste kwartaal van 2022 met 32,6% verhoogd tot 94%. Rent-A-Port heeft deze transactie begin juli 2022 betaald dankzij bijkomende aandeelhoudersleningen van AvH en CFE.
Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren.
Nextensa heeft op 20/11/2019 een private plaatsing van obligaties voor een bedrag van 100 miljoen euro afgesloten met een vaste jaarlijkse coupon van 1,95% en vervaldag op 28 november 2026. Haar dochteronderneming Extensa Group sloot in het verleden 2 private plaatsingen af ten belope van 45 miljoen euro (vaste rente 3,00% en terugbetaald op vervaldag 29 juni 2022) en van 40 miljoen euro (vaste rente 3,38% met vervaldag 5 juni 2024). De opnames van de bilaterale bancaire kredieten van Nextensa bedragen eind 2022 491,5 miljoen euro op lange termijn en 44,5 miljoen euro op korte termijn.
De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn voornamelijk toe te wijzen aan Agidens en Biolectric Group. De schulden van Agidens betreffen de financiering van het hoofdgebouw, de leaseschulden mbt de wagens en de opname van straight loans in het kader van het werkkapitaalbeheer. De financiële schulden van Biolectric hebben betrekking op de financiering van de hoofdzetel, de acquisitielening, het werkkapitaal en de biogas-installaties die eigendom blijven van Biolectric om ze uit te baten en de geproduceerde elektriciteit aan de landbouwers te verkopen.
Dankzij de gerealiseerde desinvesteringen in 2022 (Manuchar en Anima) werd het commercial paper programma volledig terugbetaald en beschikt AvH (en subholdings) over een nettocashpositie van 498,7 miljoen euro (zie Toelichting 6 Segmentinformatie - Kasstroomoverzicht voor meer details).
AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro), gespreid over verschillende banken.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2022 gerespecteerd.
De evolutie van de financiële schulden en de netto financiële schuldpositie wordt verder toegelicht in Toelichting 19 Financiële schulden.
| (€ 1.000) | Notioneel | Boekwaarde | Notioneel | Boekwaarde |
|---|---|---|---|---|
| bedrag 2022 | 2022 | bedrag 2021 | 2021 | |
| I. Indekking van het renterisico | ||||
| Activa | ||||
| Reële waarde indekking - Bank Van Breda | 870.000 | 88.251 | 40.000 | 568 |
| Kasstroomindekking | 1.269.235 | 82.695 | 0 | 0 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 185.000 | 7.732 | 140.000 | 684 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 0 | ||
| Totaal | 178.677 | 1.252 | ||
| Passiva | ||||
| Reële waarde indekking - Bank Van Breda | 25.000 | -399 | 745.000 | -28.687 |
| Kasstroomindekking | 0 | 0 | 930.226 | -20.454 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 15.000 | -23 | 280.000 | -5.599 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 0 | ||
| Totaal | -422 | -54.740 | ||
| II. Indekking van het valutarisico | ||||
| Activa | 198.298 | 2.549 | 183.934 | 2.043 |
| Passiva | 1.148.935 | -84.188 | 1.354.132 | -35.295 |
| -81.639 | -33.252 | |||
| III. Risico's verbonden aan grondstoffen | ||||
| Activa | 2.044 | 2.651 | ||
| Passiva | -1.175 | -314 | ||
| 869 | 2.337 | |||
| Aansluiting met de geconsolideerde balans | Actiefzijde | Actiefzijde | ||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 158.911 | 1.816 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 24.359 | 4.129 | ||
| 183.270 | 5.945 | |||
| Passiefzijde | Passiefzijde | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | -53.892 | -74.034 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | -31.893 | -16.315 | ||
| -85.785 | -90.348 |
Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME neemt belangrijke financieringen op in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.
De groep Rent-A-Port wordt voornamelijk gefinancierd met eigen middelen, bank- en aandeelhoudersleningen. Infra Asia Investment Hong Kong heeft een nieuwe roll-over faciliteit afgesloten voor een totaalbedrag van 35 miljoen USD (naast de bestaande 10 miljoen USD). Het renterisico op deze kredietfaciliteit is voor 50% ingedekt via het afsluiten van een renteswap op termijn.
Het indekkingsbeleid van Nextensa is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4- 5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. De hedge ratio voor de investeringsportefeuille bedraagt eind 2022 74%, in vergelijking met 67% eind 2021. Per 31 december 2022 is de gewogen resterende looptijd van de kredietenportefeuille die gealloceerd werd aan het investeringsvastgoed geëvolueerd van 2,98 jaar einde 2021 naar 2,85 jaar einde 2022. De gewogen resterende looptijd van de indekkingsproducten is gedaald van 3,98 jaar (einde 2021) tot 3,52 jaar einde 2022.
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uitsluitend uit de schulden van Agidens en Biolectric en betreffen o.a. kantoren, het wagenpark en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2022 was er geen enkel rente-indekkings-instrument uitstaand.
Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 0,9 miljoen euro (CFE), verwaarloosbaar wegens quasi 100% hedge ratio (DEME), 0,9 miljoen euro (Nextensa), 0,1 miljoen euro (Agidens) en 0,1 miljoen euro (Biolectric). AvH (& subholdings) is schuldenvrij. Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden terugvinden op het actief.
Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. Het transactionele wisselkoersrisico van DEME komt voort uit commerciële stromen in andere valuta dan de euro. Echter, 79% van DEME's opbrengsten (2021: 62%) betroffen transacties uitgedrukt in euro en vertegenwoordigden dus veruit het grootste deel van de DEME's gerealiseerde opbrengsten. Opbrengsten in vreemde valuta betroffen o.a. VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Britse Pond, Deense Kroon, Braziliaanse real en de Uruguayaanse peso. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt contract per contract beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in andere valuta dan de euro, in te dekken.
Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta (voornamelijk Poolse Zloty) te beperken.
Rent-A-Port handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Rent-A-Port voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.
Nextensa is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselkoersrisico's.
Het wisselkoersrisico van Bank Van Breda is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.
Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure. De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen, Medikabazaar) en in USD (Venturi Partners Fund I en Convergent Finance). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen.
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de eurozone.
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Dit kan aanleiding geven tot grotere risico's als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeurtenissen.
Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 7% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Turbo's Hoet Group tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe. Turbo's Hoet Group heeft in Rusland en Wit-Rusland dochterbedrijven die actief zijn inzake verkoop en service van vrachtwagens. THG heeft in de loop van 2022 haar blootstelling aan Rusland en Wit-Rusland beperkt.
Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:
| Omzetting van vreemde valuta naar Euro | Slotkoers | Gemiddelde koers | Slotkoers | Gemiddelde koers | |
|---|---|---|---|---|---|
| Australische Dollar | 0,6366 | 0,6570 | Poolse Zloty | 0,2135 | 0,2139 |
| Britse Pond | 1,1303 | 1,1717 | Singapore Dollar | 0,6974 | 0,6876 |
| Braziliaanse Real | 0,1768 | 0,1835 | Taiwanese Dollar | 0,0306 | 0,0319 |
| Egyptische Pond | 0,0378 | 0,0498 | US Dollar | 0,9344 | 0,9462 |
| Deense Kroon | 0,1345 | 0,1345 | Vietnamese Dong | 0,00003957 | 0,00004058 |
| Indische Rupie | 0,0113 | 0,0121 | |||
| (€ 1.000) | Notionele bedrag |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 110.362 | 73.464 | 0 | 7.510 | 0 | 6.963 | 198.298 |
| Termijnverkopen | 1.100.913 | 0 | 28.375 | 6.104 | 5.670 | 7.873 | 1.148.935 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 463 | -580 | 0 | -91 | 0 | -12 | -221 |
| Termijnverkopen | 81.342 | 0 | 298 | -177 | 369 | -414 | 81.418 |
| (€ 1.000) | Impact van de sensitiviteitsberekening - depreciatie van 5% van de euro |
Impact van de sensitiviteitsberekening - appreciatie van 5% van de euro |
|---|---|---|
| Impact op de balans (+ is debet / - is credit) | ||
| Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking | 0 | 0 |
| Netto kortlopende financiële schulden na indekking | 4.309 | -3.899 |
| Handelsvorderingen en -schulden | 11.871 | -11.871 |
| (€ 1.000) | Impact van de sensitiviteitsberekening - depreciatie van 5% van de euro |
Impact van de sensitiviteitsberekening - appreciatie van 5% van de euro |
|---|---|---|
| Impact op de balans (+ is debet / - is credit) | ||
| Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking | 0 | 0 |
| Netto kortlopende financiële schulden na indekking | 2.593 | -2.346 |
| Handelsvorderingen en -schulden | 18.894 | -18.894 |
Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.
| Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| 249.656 | 225.541 | 249.656 | 225.541 | |
| 502.908 | 507.529 | 502.908 | 507.529 | |
| 263 | 259 | 263 | 259 | |
| 0 | 20.005 | 0 | 20.005 | |
| 189.875 | 158.687 | 189.875 | 158.687 | |
| 127.871 | 146.332 | 127.871 | 146.332 | |
| 719.214 | 628.710 | 719.214 | 628.710 | |
| 1.160.972 | 883.730 | 1.160.972 | 883.730 | |
| 6.780.990 | 7.479.264 | 6.940.242 | 7.110.893 | |
| -89.733 | 25.705 | -89.733 | 25.705 | |
| 183.270 | 5.945 | 183.270 | 5.945 | |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | |||
|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | ||
| Financiële passiva | |||||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | |||||
| Financiële schulden | |||||
| Leningen van banken | 1.577.488 | 1.571.727 | 1.613.885 | 1.552.702 | |
| Obligatieleningen | 139.348 | 248.960 | 139.348 | 246.164 | |
| Achtergestelde leningen | 677 | 97.344 | 677 | 95.152 | |
| Leasingschulden | 151.959 | 185.713 | 151.959 | 185.712 | |
| Overige financiële schulden | 128.621 | 301.887 | 128.621 | 301.887 | |
| Overige schulden | |||||
| Handelsschulden | 1.136.241 | 1.145.112 | 1.136.241 | 1.145.112 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 72.539 | 101.080 | 72.539 | 101.080 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 210.608 | 220.085 | 210.608 | 220.085 | |
| Overige schulden | 110.391 | 98.411 | 110.391 | 98.411 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.792.663 | 7.059.336 | 6.834.644 | 7.038.871 | |
| Afdekkingsinstrumenten | 85.785 | 90.348 | 85.785 | 90.348 |
'Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefuille' staan in de balans van Bank Van Breda bij de verplichtingen wanneer de rubriek een negatief saldo vertoont, zoals eind 2022 het geval was. De cumulatieve reëlewaarde-aanpassingen hebben echter - ongeacht het saldo - steeds betrekking op de ingedekte kredieten (die opgenomen zijn in actiefrubriek 'Banken – vorderingen kredietinstellingen & cliënten'). De boekwaarde van de "Banken – schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties' is in bovenvermelde tabel hiervoor aangepast met 89.733 ('000) euro".
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 152.405 | 97.251 | 173.254 | 52.287 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 502.908 | 507.529 | ||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 263 | 259 | ||||
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 20.005 | ||||
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 751.761 | 6.029.229 | 1.362.479 | 6.116.785 | ||
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -89.733 | 25.705 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 183.270 | 5.945 | ||||
| Financiële passiva | ||||||
| Financiële schulden | ||||||
| Leningen van banken | 1.577.488 | 1.571.727 | ||||
| Obligatieleningen | 139.348 | 29.899 | 219.061 | |||
| Achtergestelde leningen | 677 | 97.344 | ||||
| Leasingschulden | 151.959 | 185.713 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.792.663 | 7.059.336 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 85.785 | 90.348 |
De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten:
In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:
• Parameters voor level 3-instrumenten zijn niet-waarneembare gegevens voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting. In dit geval wordt gebruik gemaakt van een waarderingstechniek (model) met (deels) nietwaarneembare parameters.
In level 3 vinden we volgende financiële activa:
De reële waarde van de effecten in de overige beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). Ditzelfde geldt voor de obligatie uitgegeven door BPI (2021), terwijl de obligatieleningen van Nextensa en Rent-A-Port (2021) opgenomen zijn onder Niveau 2.
De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële waarde.
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2021 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 131.391 | 51.155 | 475.164 | 20.003 | 546.322 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
131.391 | 51.155 | 463.025 | 20.003 | 534.183 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 11.246 | 11.246 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 893 | 893 | |||
| Aanschaffingen | 24.453 | 66 | 88.967 | 107.601 | 196.635 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | 0 | -1.108 | -100 | -1.208 | |
| Overdrachten (-) | -14.971 | -7.770 | -48.253 | -107.500 | -163.523 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | 36.338 | 4.739 | 0 | 4.739 | |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | -8.347 | -8.347 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 140 | -1 | 1.505 | 1 | 1.505 |
| Overboeking van (naar) andere posten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | -140 | 0 | -140 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 177.351 | 48.190 | 507.788 | 20.005 | 575.982 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
177.351 | 48.190 | 504.139 | 20.005 | 572.334 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | 2.895 | 2.895 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 753 | 753 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2022 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 177.351 | 48.190 | 507.788 | 20.005 | 575.982 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
177.351 | 48.190 | 504.139 | 20.005 | 572.334 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 2.895 | 2.895 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 753 | 753 | |||
| Aanschaffingen | 33.058 | 15.028 | 172.660 | 107.486 | 295.174 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | -731 | -731 | |||
| Overdrachten (-) | -618 | -15.254 | -120.595 | -127.500 | -263.349 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | 1.402 | -6.636 | 0 | -6.636 | |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | -58.551 | -58.551 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 8 | 0 | 2.173 | 0 | 2.173 |
| Overboeking van (naar) andere posten | -2.872 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 427 | 10 | 437 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 208.328 | 41.328 | 503.171 | 0 | 544.498 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
208.328 | 41.328 | 557.646 | 0 | 598.974 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | -55.655 | -55.655 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 1.180 | 1.180 |
In de Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via winst&verlies zijn opgenomen: de niet-geconsolideerde deelnemingen van "AvH Growth Capital" (hoofdzakelijk de investeringen met een focus op Zuid-Oost Azië/ India en Life Sciences) en de beleggingsportefeuille van "AvH & Subholdings". Samen met het 9,6% belang dat Nextensa in de Retail Estates aanhoudt, zijn dit de voornaamste componenten van deze balansrubriek.
De opname aan reële waarde van deze activa leverde in 2022 per saldo een negatieve bijdrage tot de resultaten van 5,2 miljoen euro. In "Real Estate & Senior Care" werd de waarde van de aandelen Retail Estates bij Nextensa met 12,7 miljoen euro verlaagd overeenkomstig de evolutie van de beurskoers gedurende 2022. In "AvH & Growth Capital" werd de waarde van de niet-geconsolideerde deelnemingen van AvH Growth Capital opwaarts herzien met 13,8 miljoen euro terwijl de actualisatie aan marktwaarde van de AvH-beleggingsportefeuille een negatieve aanpassing op van 6,6 miljoen euro opleverde.
AvH investeerde 24,9 miljoen euro in de verdere uitbouw van haar "Growth" portefeuille, voornamelijk in Health Quad II, Medikabazaar, Venturi Fund I en de nieuwe partcipaties in Convergent Finance en AstriVax.
De "geldbeleggingen-FVOCI" en "geldbeleggingen at amortised cost" zijn volledig toe te wijzen aan Bank Van Breda waarbij de aanschaffingen en overdrachten transacties zijn, gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).
| (€ 1,000) Financiële vaste activa at Fair value through P/L | Belang% 2022 (fully diluted) |
Belang% 2021 (fully diluted) |
Waardering - niveau |
Reële waarde in resultatenrekening 2022 |
Reële waarde in resultatenrekening 2021 |
|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||
| Kleine belangen | Niveau 3 | ||||
| Reële waarde | 5.036 | 6.890 | 0 | 0 | |
| Real Estate & Senior Care | |||||
| Retail Estates | 9,6% | 9,6% | Niveau 1 | -12.702 | 16.621 |
| Kleine belangen | Niveau 3 | 305 | |||
| Reële waarde | 83.782 | 97.215 | -12.397 | 16.621 | |
| AvH & Growth Capital Life Sciences |
|||||
| AstriVax | Niveau 3 | ||||
| Biotalys | 5,8% | Niveau 1 | |||
| Epics Therapeutics (Bio Cap Invest) | 11,9% | 11,9% | Niveau 3 | ||
| Indigo Diabetes | 29,5% | 29,5% | Niveau 3 | ||
| MRM Health | 11,9% | 9,1% | Niveau 3 | ||
| OncoDNA | 15,9% | 17,2% | Niveau 3 | ||
| Life Sciences - Reële waarde | 9,8% 40.150 |
9,8% 40.620 |
-5.383 | 12.956 | |
| Indië / Zuid-Oost Azië | |||||
| Convergent Finance | 3,1% | Niveau 3 | |||
| HealthQuad Fund I | 36,3% | 36,3% | Niveau 3 | ||
| HealthQuad Fund II | 11,0% | 10,0% | Niveau 3 | ||
| Medikabazaar (direct) | 8,9% | 8,7% | Niveau 3 | ||
| Venturi Fund I | 11,1% | 20,0% | Niveau 3 | ||
| Venturi Partners / Venturi I Capital | 10,0% | 10,0% | Niveau 3 | ||
| Indië / Zuid-Oost Azië - Reële waarde | 69.346 | 27.973 | 19.183 | 5.190 | |
| Overige | |||||
| Baarbeek | 100,00% | 100,00% | Niveau 3 | ||
| Hofkouter | 65,00% | Niveau 3 | |||
| Invest BW. | 25,0% | 25,0% | Niveau 3 | ||
| Koffie Rombouts | 4,0% | 5,0% | Niveau 3 | ||
| Pluralis | 2,1% | 2,1% | Niveau 3 | ||
| Pribinvest | 78,8% | 78,8% | Niveau 3 | ||
| Overige - Reële waarde | 10.014 | 4.654 | 0 | 1.571 | |
| Subtotaal AvH & Growth Capital | 119.510 | 73.246 | 13.800 | 19.716 | |
| Reële waarde - Totaal | 208.328 | 177.351 | 1.402 | 36.338 |
| 544.498 | ||
|---|---|---|
| Andere | 506 | |
| Ageas | 278.284 | 11.527 |
| Fondsen beheerd door Delen Private Bank | 29.295 | |
| Beleggingsportefeuille bij Bank Van Breda | 503.171 | |
| De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : | Aantal aandelen | Reële waarde |
| Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : | Reële waarde |
|---|---|
| Private Banking (Bank Van Breda) | 503.171 |
| AvH & Growth Capital | 41.325 |
| Marine Engineering & Contracting | 2 |
| Real Estate & Senior Care | 0 |
| Energy & Resources | 0 |
| 544.498 |
Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank Van Breda
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. De beleggingsportefeuille eind 2022 bevat 99% overheids- en overheidsgegarandeerde obligaties met een minimumrating Aa3 (Moody's ratingklasse) en minder dan 1% aandelen en private equity.
Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
| Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2022 | Naar rating | Naar restlooptijd |
|
|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties Aaa | 40% | 2023 | 19% |
| Overheidsobligaties Aa1 | 20% | 2024 | 15% |
| Overheidsobligaties Aa2 | 9% | 2025 | 7% |
| Overheidsobligaties Aa3 | 30% | 2026 | 9% |
| Overheidsobligaties A2 | 0% | 2027 | 7% |
| Bedrijfsobligaties, commercial paper en andere | 1% | > 2027 | 43% |
| onbepaald | 1% |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Leningen en vorderingen op klanten | 5.939.496 | 6.116.786 | 6.188.490 | 5.748.252 |
| Wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 25.704 | 0 | 25.704 |
| Interbancaire vorderingen | 110.845 | 137.851 | 110.836 | 138.014 |
| Tegoeden bij centrale banken | 640.916 | 1.224.628 | 640.916 | 1.224.628 |
| 6.691.257 | 7.504.969 | 6.940.242 | 7.136.598 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Leningen en vorderingen op klanten | ||
| Financiële leasing | 366.374 | 279.004 |
| Investeringskredieten en financieringen | 2.815.391 | 2.670.776 |
| Hypothecaire leningen | 2.617.715 | 2.438.038 |
| Werkingskredieten | 404.040 | 371.689 |
| Overige | 12.373 | 17.901 |
| Subtotaal - Bruto leningen en vorderingen | 6.215.893 | 5.777.408 |
| Voorziening voor Expected Credit Losses/waardeverminderingen | -27.403 | -29.156 |
| Leningen en vorderingen op klanten | 6.188.490 | 5.748.252 |
De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:
De sterke commerciële prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.
De kredietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.
De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda.
Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardevermindering moet worden geboekt.
In de "Waarderingsregels" (Toelichting 1) wordt de methodologie toegelicht die Bank Van Breda in normale omstandigheden toepast om de verwachte kredietverliezen (stage 1 en stage 2) en de impairments (stage 3) te bepalen voor de volledige kredietportefeuille.
Ondanks de zeer uitdagende omgeving voor haar klanten als gevolg van de geopolitieke spanningen en van de sterk toegenomen inflatie, heeft Bank Van Breda in 2022 geen significante verliezen op kredietdossiers geboekt. De totale voorziening voor kredietverliezen (inclusief Expected Credit Losses of ECL) blijft laag op +0,02% van de gemiddelde kredietportefeuille. In 2021 was er een netto positieve impact op de resultaten door de gedeeltelijke terugname van de zgn. 'coronaprovisie'. Dit bewijst de sterke kwaliteit van de kredietportefeuille van de bank alsook de veerkracht van haar klanten.
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2022 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 2.599.257 | 0 | 19.099 | 15.313 | 0 | 2.633.669 |
| Medium risk | 2.348.294 | 0 | 361.644 | 59.268 | 0 | 2.769.205 |
| High risk | 328.614 | 0 | 372.495 | 19.408 | 0 | 720.516 |
| Overdue | 33.343 | 0 | 14.523 | 222 | 0 | 48.088 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 44.416 | 44.416 |
| Total | 5.309.507 | 0 | 767.760 | 94.210 | 44.416 | 6.215.893 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2021 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 2.376.878 | 0 | 21.069 | 23.856 | 0 | 2.421.803 |
| Medium risk | 2.114.646 | 0 | 342.933 | 77.093 | 0 | 2.534.673 |
| High risk | 325.611 | 0 | 364.838 | 27.219 | 0 | 717.668 |
| Overdue | 33.601 | 0 | 15.380 | 649 | 0 | 49.629 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 53.635 | 53.635 |
| Total | 4.850.736 | 0 | 744.219 | 128.818 | 53.635 | 5.777.408 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2022 | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2021 | 4.850.736 | 0 | 744.219 | 128.818 | 53.635 | 5.777.408 |
| Impact from collective staging | -25.592 | 25.592 | 38.017 | -38.017 | 0 | 0 |
| Recognition | 1.612.423 | 0 | 163.399 | 4.838 | 4.280 | 1.784.939 |
| Derecognition | -753.174 | 0 | -122.768 | -17.408 | -12.247 | -905.597 |
| Repayments | -371.329 | 0 | -51.094 | -9.611 | -7.568 | -439.602 |
| Transfers to stage 1 | 248.372 | 0 | -247.216 | 0 | -1.156 | 0 |
| Transfers to stage 2 | -244.345 | -25.592 | 246.576 | 25.592 | -2.231 | 0 |
| Transfers to stage 3 | -7.461 | 0 | -3.289 | 0 | 10.751 | 0 |
| Methodology modifications | -123 | 0 | -84 | 0 | -8 | -215 |
| Write offs | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.040 | -1.040 |
| 31/12/2022 | 5.309.507 | 0 | 767.760 | 94.210 | 44.416 | 6.215.893 |
| Gecumuleerde waardeverminderingen | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2021 | -4.192 | 0 | -1.926 | -245 | -22.792 | -29.156 |
| Impact from collective staging | 16 | -16 | -63 | 63 | 0 | 0 |
| Recognition | -4.042 | -8 | -673 | -1 | -1.376 | -6.100 |
| Derecognition | 1.266 | 0 | 484 | 6 | 1.524 | 3.280 |
| Repayments | 1.634 | 3 | 499 | 7 | 0 | 2.142 |
| Transfers to Stage 1 | -1.422 | 0 | 1.361 | 0 | 60 | 0 |
| Transfers to Stage 2 | 164 | 24 | -290 | -24 | 126 | 0 |
| Transfers to Stage 3 | 26 | 0 | 150 | 0 | -176 | 0 |
| Impact on ECL by Stage Transfer | 1.249 | 0 | -2.014 | -83 | -2.655 | -3.502 |
| Other adjustments to credit risk | 528 | -3 | 326 | 102 | 2.871 | 3.824 |
| Methodology modifications | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Model modifications | -32 | 0 | 101 | 0 | 0 | 69 |
| Write-offs | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.039 | 2.039 |
| 31/12/2022 | -4.805 | 0 | -2.045 | -176 | -20.377 | -27.403 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| I. Voorraden, nettobedrag | 389.711 | 376.218 |
| Bruto-boekwaarde | 391.376 | 378.412 |
| Grond- en hulpstoffen | 62.879 | 50.638 |
| Goederen in bewerking | 63.361 | 55.600 |
| Gereed product | 5.213 | 4.919 |
| Handelsgoederen | 1.468 | 1.107 |
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 258.453 | 266.149 |
| Vooruitbetalingen | 0 | 0 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) | -1.664 | -2.194 |
| Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 38 | 1.056 |
| Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 185 | 0 |
| II. Onderhanden projecten in opdracht van derden | ||
| Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto | 5.940 | 136.616 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 532.289 | 478.499 |
| Bedrag verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | -526.349 | -341.883 |
| Onderhanden projecten op afsluitdatum | ||
| Bedrag van gemaakte kosten en opgenomen winsten min verliezen | 7.170.207 | 7.168.801 |
| Bedrag van gerealiseerde opbrengsten | -7.164.266 | -7.032.186 |
| Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) | -79.734 | -107.147 |
De vastgoedpromotieprojecten van CFE, de grondenportefeuille van Nextensa en de havengebonden ontwikkelingen in Vietnam door Rent-A-Port zijn de voornaamste componenten van de rubriek 'Voorraden'.
De voorraden van CFE zijn in essentie vastgoedprojecten die worden ontwikkeld door BPI en haar integraal geconsolideerde participaties.
De voorraden van Nextensa bestaan voornamelijk uit de grondbank van Tour & Taxis waarop in de toekomst op zone A en B nog ca. 130.000 m² gemengd residentieel/ kantoren ontwikkeld kunnen worden. De daling van voorraden bij Nextensa weerspiegelt de lagere inventaris aan ontwikkelingsprojecten, doch wordt meer dan gecompenseerd door een hoger bedrag aan projecten in uitvoering.
Rent-A-Port versnelde in 2022 de ontwikkeling van de DEEP C Industrial Zones in Haiphong (Vietnam). Momenteel bezit dochterbedrijf Infra Asia Investments reeds een landportefeuille van ongeveer 3.400 hectare vlakbij de nieuwe diepzeehaven van Lach Huyen. Dit vertegenwoordigt ongeveer 25% van alle beschikbare industriële terreinen in het noorden van Vietnam.
Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Het uitvoeren van onderhanden projecten houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.
De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE zullen in de volgende jaren nog een omzet van 961 miljoen euro genereren, waarvan 471 miljoen euro geraamd in 2023. DEME schat het uitvoeringsritme van haar lopende projecten als volgt in: 55% in 2023, gevolgd door 20% in 2024, 15% in 2025 en 10% daarna.
De lopende vastgoedpromotieprojecten van Nextensa zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt. Op de Tour & Taxis-site werden in 2022 alle 319 appartementen in de 4 gebouwen van Park Lane fase I opgeleverd. Van deze fase waren er per eind 2022 nog 5 appartementen en 4 gelijkvloerse retailruimtes beschikbaar.
De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.
| (€ 1.000) | Minderheidsbelang % | Minderheidsbelang in de AvH-balans |
Aandeel minderheids belang in winst van het boekjaar |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | ||
| I. Marine Engineering & Contracting | |||||||
| CFE - DEME (1) | 37,90% | 740.856 | 59.045 | ||||
| DEME Group (1) | 37,88% | 769.598 | 43.831 | ||||
| CFE (1) | 37,88% | 68.995 | 10.648 | ||||
| Rent-A-Port (Infra Asia Investments) (2) | 18,94% | 18,95% | 20.365 | 49.324 | 3.164 | 957 | |
| II. Private Banking | |||||||
| Bank Van Breda (3) | 21,25% | 21,25% | 141.372 | 141.694 | 13.199 | 12.936 | |
| III. Real Estate & Senior Care | |||||||
| Nextensa | 41,47% | 41,47% | 358.602 | 333.989 | 29.473 | 30.172 | |
| IV. AvH & Growth Capital | |||||||
| Agidens | 15,02% | 15,02% | 3.392 | 3.464 | -74 | 807 | |
| Overige | 6.499 | 8.447 | 1.666 | 1.328 | |||
| Totaal | 1.368.824 | 1.277.774 | 101.907 | 105.246 |
(1) De Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders van CFE heeft op 29 juni 2022 de partiële splitsing goedgekeurd van deze vennootschap. CFE heeft op die datum haar 100%-participatie in DEME ingebracht in een nieuwe vennootschap, DEME Group, en de aandelen daarvan aan haar aandeelhouders overgemaakt. De aandelen DEME Group werden vervolgens genoteerd op Euronext Brussel op 30 juni 2022. Vanaf 30 juni 2022 zijn CFE en DEME Group dan ook afzonderlijk genoteerde vennootschappen. De partiële splitsing van CFE heeft het economisch belang van AvH in DEME/CFE niet gewijzigd : de enige wijziging bestaat er immers in dat AvH vanaf 30 juni 2022 rechtstreeks aandelen aanhoudt in de beursgenoteerde vennootschappen DEME Group (62,12%) en CFE (62,12%), terwijl voor die datum DEME een 100%- deelneming was van het beursgenoteerde CFE, waarin AvH een 62,12% deelneming bezat. Deze partiële splitsing is bijgevolg volledig neutraal voor de verwerking via integrale consolidatie van DEME (Group) in de geconsolideerde rekeningen van AvH.
(2) In december 2021 heeft Rent-A-Port een overeenkomst gesloten om een bijkomend belang van 32,6% in Infra Asia Investments te verwerven, wat haar totale participatie op 94% brengt. De
closing van de transactie vond plaats in het eerste kwartaal van 2022. Het rechtstreekse belang van AvH/CFE in Rent-A-Port bleef ongewijzigd. (3) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank Van Breda vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie.
| (€ 1.000) | DEME Group (1) | CFE (1) | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 2.654.725 | 1.167.221 | 194.602 | 58.027 | 135.999 | 59.745 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 155.236 | 42.358 | 90.048 | 14.827 | 51.165 | 487 |
| Financieel resultaat | -24.311 | -217 | -3.822 | -8.511 | -444 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 146.752 | 47.359 | 90.048 | 14.885 | 86.828 | 43 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.671 | -36 | 0 | 1.629 | -102 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 112.720 | 38.434 | 68.325 | 8.104 | 71.310 | -492 |
| Op het niveau van AvH (a) | 111.313 | 28.166 | 67.005 | 9.732 | 71.989 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 43.831 | 10.648 | 13.199 | 3.164 | 29.473 | -74 |
| - Aandeel van de groep | 67.482 | 17.518 | 53.806 | 6.569 | 42.516 | -418 |
(a) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| (€ 1.000) | CFE - DEME | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.635.953 | 184.193 | 50.527 | 65.174 | 74.807 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 196.668 | 84.792 | 6.167 | 53.116 | 7.112 |
| Financieel resultaat | -11.451 | -2.819 | 11.828 | -424 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 195.035 | 84.792 | 6.881 | 64.944 | 6.688 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 152.766 | 65.193 | 3.858 | 53.355 | 5.410 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 152.766 | 65.193 | 3.858 | 53.355 | 5.410 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.757 | 15 | 279 | 111 | |
| - Aandeel van de groep | 150.008 | 65.178 | 3.578 | 53.244 | 5.410 |
| Op het niveau van AvH (a) | 151.167 | 64.263 | 3.858 | 53.842 | 5.410 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 59.045 | 12.936 | 957 | 30.172 | 807 |
| - Aandeel van de groep | 92.122 | 51.328 | 2.900 | 23.670 | 4.602 |
| (€ 1.000) | DEME Group (1) | CFE (1) | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 218.416 | 54.249 | 22.374 | 12.095 | 87.639 | -504 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.671 | -36 | 0 | 1.629 | -102 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 112.720 | 38.434 | 68.325 | 8.104 | 71.310 | -492 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 103.025 | 15.851 | -45.951 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 498 | |||||
| - Aandeel van de groep | 102.527 | 15.851 | -45.951 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| Op het niveau van AvH | 213.840 | 33.651 | 20.365 | 12.095 | 88.420 | -504 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 111.313 | 28.166 | 67.005 | 9.732 | 71.989 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 43.831 | 10.648 | 13.199 | 3.164 | 29.473 | -74 |
| - Aandeel van de groep | 67.482 | 17.518 | 53.806 | 6.569 | 42.516 | -418 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 102.528 | 5.485 | -46.640 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 38.850 | 2.080 | -9.911 | 448 | 6.815 | -2 |
| - Aandeel van de groep | 63.678 | 3.405 | -36.729 | 1.915 | 9.617 | -10 |
| (€ 1.000) | CFE - DEME | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 177.382 | 60.359 | 8.151 | 65.642 | 5.146 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 152.766 | 65.193 | 3.858 | 53.355 | 5.410 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.757 | 15 279 |
111 | 0 | |
| - Aandeel van de groep | 150.008 | 65.178 | 3.578 | 53.244 | 5.410 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 24.616 | -4.834 4.294 |
12.287 | -264 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 88 | ||||
| - Aandeel van de groep | 24.528 | -4.834 4.294 |
12.287 | -264 | |
| Op het niveau van AvH | 175.783 | 59.026 | 8.151 | 66.434 | 5.146 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 151.167 | 64.263 | 3.858 | 53.842 | 5.410 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 59.045 | 12.936 | 957 | 30.172 | 807 |
| - Aandeel van de groep | 92.122 | 51.328 | 2.900 | 23.670 | 4.602 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 24.616 | -5.237 4.294 |
12.592 | -264 | |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 11.570 | -1.113 814 |
11.690 | -36 | |
| - Aandeel van de groep | 13.046 | -4.124 3.480 |
903 | -227 |
| (€ 1.000) | DEME Group (1) | CFE (1) | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.969.289 | 372.143 | 5.134.536 | 109.734 | 1.471.663 | 18.529 |
| Vlottende activa | 1.540.489 | 685.936 | 2.522.491 | 150.831 | 296.738 | 28.784 |
| Langlopende verplichtingen | 1.015.460 | 209.731 | 882.087 | 104.858 | 693.493 | 6.895 |
| Kortlopende verplichtingen | 1.718.053 | 623.822 | 6.100.799 | 55.709 | 225.393 | 17.830 |
| Eigen vermogen | 1.776.265 | 224.526 | 674.141 | 99.998 | 849.516 | 22.589 |
| - Deel groep | 1.753.947 | 224.653 | 674.141 | 83.514 | 838.798 | 22.589 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 22.318 | -127 | 0 | 16.483 | 10.718 | 0 |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -504 | 0 | -5.525 | 0 | -10.212 | 0 |
| (€ 1.000) | CFE - DEME | Bank Van Breda | Rent-A-Port | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.863.509 | 4.719.074 | 98.891 | 1.433.991 | 19.407 |
| Vlottende activa | 2.436.490 | 3.072.728 | 155.796 | 461.971 | 30.921 |
| Langlopende verplichtingen | 914.184 | 727.751 | 54.540 | 630.533 | 7.803 |
| Kortlopende verplichtingen | 2.429.789 | 6.385.592 | 74.402 | 474.956 | 19.457 |
| Eigen vermogen | 1.956.026 | 678.459 | 125.746 | 790.473 | 23.068 |
| - Deel groep | 1.936.335 | 678.459 | 79.555 | 779.970 | 23.068 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 19.691 | 0 | 46.191 | 10.503 | 0 |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -9.594 | -2.486 | -1.770 | -21.778 | -82 |
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank Van Breda actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar Toelichting 14 voor meer details.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Materiële vaste activa | 148.174 | 179.290 |
| Terreinen en gebouwen | 92.710 | 130.674 |
| Installaties, machines en uitrusting | 17.969 | 9.919 |
| Meubilair en rollend material | 37.495 | 38.696 |
| Vastgoedbeleggingen | 2.309 | 4.181 |
| Totaal - Activa | 150.483 | 183.471 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen – Deel groep | -1.476 | -2.242 |
| Financiële schulden | 151.959 | 185.712 |
| Leasingschulden op LT | 112.180 | 149.514 |
| Leasingschulden op KT | 39.778 | 36.198 |
| Totaal - Passiva | 150.483 | 183.471 |
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2022 een gebruiksrecht van 150,5 miljoen euro en een leaseverplichting van 152,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 92% afkomstig is van DEME en CFE. De daling met 33 miljoen euro wordt voornamelijk verklaard door de investeringen (60 miljoen euro) enerzijds en de verkoop van Anima (40 miljoen euro), de afschrijvingslast (43 miljoen euro) en de desinvesteringen (6 miljoen euro) anderzijds.
Op de verslagdatum zijn geen materiële leaseovereenkomsten gesloten die per 31 december 2022 niet waren aangevangen. Het bedrag van de verlengings- en beëindigingsopties dat niet in de leaseverplichtingen is verwerkt, is niet materieel.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Resultatenrekening | ||
| Geannuleerde huur | 44.588 | 38.922 |
| Afschrijvingen | -43.995 | -36.859 |
| Interestlasten | -2.036 | -2.508 |
De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Voorzieningen voor negatieve vermogens mutaties |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2021 |
||||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 16.990 | 7.859 | 0 | 3.309 | 8.269 | 10.758 | 37.072 | 84.257 |
| Additionele voorzieningen | 1.409 | 393 | 0 | 1.059 | 209 | 0 | 9.628 | 12.698 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 | 0 | 571 | 590 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -2.060 | -905 | 0 | -2.435 | -2.712 | 0 | -8.093 | -16.205 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) |
-61 | 0 | 0 | 0 | -18 | 0 | -2.737 | -2.815 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | -253 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -253 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen |
-13 | -13 | 0 | 0 | 0 | 0 | -42 | -68 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | -1.000 | 0 | 0 | 0 | 1.837 | 1.776 | 2.613 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -14 | -14 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 16.012 | 6.349 | 0 | 1.933 | 5.768 | 12.595 | 38.162 | 80.819 |
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Voorzieningen voor negatieve vermogens mutaties |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2022 |
||||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 16.012 | 6.349 | 0 | 1.933 | 5.768 | 12.595 | 38.162 | 80.819 |
| Additionele voorzieningen | 6.545 | 1.480 | 0 | 659 | 11.342 | 0 | 1.448 | 21.475 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 670 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 679 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -1.884 | -733 | 0 | -155 | -4.142 | 0 | -3.461 | -10.373 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) |
0 | -13 | 0 | 0 | -552 | 0 | -2.945 | -3.510 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -42 | 0 | 0 | 0 | 0 | -25 | -67 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen |
-33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -107 | -140 |
| Overboekingen van (naar) andere posten |
37.378 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.080 | 2.754 | 44.212 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.827 | -2.827 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 58.688 | 7.051 | 0 | 2.437 | 12.416 | 16.675 | 33.000 | 130.268 |
De significante toename van de voorzieningen voor garanties wordt verklaard door de overboeking van de garantievoorzieningen bij DEME (voorheen vervat onder de handelsschulden) en de toegenomen bedrijfsactiviteiten.
De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2021 werd 47,8 miljoen euro (deel Groep 28,9 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. In 2022 bleef het saldo van 12,5 miljoen euro (deel groep 7,6 miljoen euro) ongewijzigd.
AvH en haar subholdings dienen in het kader van verkopen van deelnemingen en/of activiteiten geregeld bepaalde waarborgen en verklaringen te verstrekken. Deze kunnen desgevallend aanleiding geven tot, al dan niet terechte, verzoeken vanwege kopers om op basis daarvan schadevergoeding te bekomen. In 2022 heeft AvH provisies aangelegd ten belope van 10,7 miljoen euro voor twee dossiers. Hoewel AvH van oordeel is dat het in beide gevallen over een stevig dossier beschikt, werd het maximale bedrag voorzien waarop aanspraak zou kunnen worden gemaakt.
De 'Voorzieningen voor negatieve vermogensmutaties' namen met 4,1 miljoen euro toe.
Bank Van Breda kon 2,9 miljoen euro in voorgaande jaren aangelegde provisie terugnemen na het afsluiten van een akkoord.
De overige evoluties zijn grotendeels aan variaties binnen de rekeningen van CFE toe te wijzen.
Verschillende deelnemingen van AvH (o.a. DEME, CFE, Agidens...) zijn actief in het uitvoeren van projecten. Dit houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.
Betreffende DEME zijn volgende voorwaardelijke activa en verplichtingen te melden:
• In december 2022 heeft de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Gent (KI) beslist bepaalde vennootschappen van de DEME-groep door te verwijzen naar de correctionele rechtbank.
Deze beslissing volgt op een gerechtelijk onderzoek dat werd gevoerd naar de omstandigheden waarin een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een Russische voormalige joint venture vennootschap van de DEME-groep, voor de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland) in april 2014. De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015.
Het gerechtelijk onderzoek werd gestart na indiening van een klacht door een concurrent, aan wie het betrokken contract niet werd toegekend in het kader van een onderhandse gunning.
DEME benadrukt dat de KI enkel heeft beslist over de doorverwijzing naar de bodemrechter. Dit betekent dat nog geen van de betrokkenen de gelegenheid heeft gehad ten gronde argumenten te laten gelden over de tenlasteleggingen van het Openbaar Ministerie.
Het is in de huidige omstandigheden dan ook voorbarig te speculeren over de uitkomst van deze procedure. Gelet op het voorgaande is het voor DEME momenteel onmogelijk een betrouwbare inschatting te maken van de financiële gevolgen van de lopende procedure.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2022 | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd |
Resterende looptijd |
|||||||
| I. Financiële schulden | ||||||||
| Leningen van banken | 280.710 | 1.134.375 | 198.800 | 1.613.885 | 527.129 | 917.939 | 107.634 | 1.552.702 |
| Obligatieleningen | 0 | 139.348 | 0 | 139.348 | 74.819 | 171.345 | 0 | 246.164 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 677 | 0 | 677 | 33.527 | 59.995 | 1.630 | 95.152 |
| Leasingschulden | 39.778 | 67.946 | 44.234 | 151.959 | 36.198 | 73.329 | 76.184 | 185.712 |
| Overige financiële schulden | 82.168 | 46.453 | 0 | 128.621 | 290.047 | 11.615 | 226 | 301.887 |
| Financiële schulden - Totaal | 402.656 | 1.388.799 | 243.034 | 2.034.489 | 961.720 | 1.234.224 | 185.675 | 2.381.618 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -1.160.972 | -883.730 | ||||||
| Netto financiële schuld | 402.656 | 1.388.799 | 243.034 | 873.517 | 961.720 | 1.234.224 | 185.675 | 1.497.889 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
||
| Marine Engineering & Contracting | 278.640 | 1.016.861 | 601.511 | 529.567 | 721.091 | 524.132 | |
| Private Banking (IFRS 16 leases) | 2.613 | 4.854 | -17.048 | 2.516 | 5.673 | -37.173 | |
| Real Estate & Senior Care | 117.668 | 634.932 | 721.493 | 383.659 | 700.141 | 1.010.472 | |
| Energy & Resources | 0 | 0 | -642 | 0 | 0 | -576 | |
| AvH & Growth Capital | 3.735 | 10.026 | -396.956 | 46.727 | 11.970 | 20.759 | |
| Intercompany | 0 | -34.840 | -34.840 | -750 | -18.976 | -19.726 | |
| Totaal | 402.656 | 1.631.833 | 873.517 | 961.720 | 1.419.899 | 1.497.889 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Financiële schulden (31-12-2021) | 2.381.618 |
| Bewegingen in de kasstroomtabel (financieringscashflow) | |
| Toename van financiële schulden | 593.858 |
| (Afname) van financiële schulden | -824.484 |
| "Non-cash" bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | -106 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | -162.905 |
| - IFRS 16 Leases - materiële vaste activa | 49.675 |
| - IFRS 16 Leases - vastgoedbeleggingen | -2.155 |
| - Wisselkoers-effecten | -1.012 |
| - Overige | 0 |
| Financiële schulden (31-12-2022) | 2.034.489 |
We verwijzen naar Toelichting 12 Financieel risicobeheer en afgeleide instrumenten voor meer details omtrent het liquiditeitsrisico en kapitaalbeheer van de integraal geconsolideerde participaties.
De financiële schulden komen voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel risico wordt behouden.
De daling van de financiële schulden met 347,1 miljoen euro is voor 162,9 miljoen euro toe te wijzen aan de verkoop van Anima, voor 230,6 miljoen euro aan de aflossing van schulden en voor 47,5 mio aan bijkomende (non-cash) IFRS 16 lease schulden.
Naar aanleiding van het prospectus voerde DEME een herklassificatie door (van achtergestelde schulden naar bankleningen), wat de daling in de achtergestelde leningen verklaart.
Wanneer de geldmiddelen en kasequivalenten in rekening worden gebracht, daalt de netto financiële schuldpositie zelfs met 624,4 miljoen euro:
Zowel Nextensa als CFE betaalden in 2022 op vervaldag gekomen obligatieleningen terug. Overige financiële schulden kenden een significante daling. Het betreft voornamelijk de afbouw door DEME, Nextensa en door AvH zelf van korte termijn schulden uitgegeven onder de vorm van commercial paper.
DEME: bilaterale leningen en langlopende kredietfaciliteiten zijn onderworpen aan specifieke covenanten. Per 31 december 2022 voldoet DEME aan de solvabiliteitsratio (>25%), de ratio schuld/EBITDA (<3), en de rentedekkingsratio (>3), die waren overeengekomen in de contractuele voorwaarden van de ontvangen leningen.
CFE: de kredietfaciliteiten zijn onderworpen aan specifieke covenanten die rekening houden met criteria zoals financiële schuld en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen of vaste activa, alsook met de cash flow. Deze covenanten werd per 31 december 2022 volledig gerespecteerd.
Rent-A-Port: voor de kredietfaciliteiten gelden specifieke covenanten waarbij rekening wordt gehouden met criteria als financiële schuld en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen of totale activa. Aan deze covenanten werd per 31 december 2022 volledig voldaan.
Nextensa: de financiële instellingen staan kredieten toe aan Nextensa op basis van de notoriëteit van de vennootschap en verschillende financiële en andere convenanten. Het niet respecteren van deze convenanten kan de vroegtijdige opzeg van deze kredieten tot gevolg hebben. De aangegane kredieten bevatten klassieke convenanten. De vennootschap voldoet per eind 2022 aan alle gestelde convenanten.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| II. Schulden (gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
||
| Leningen van banken | 230.604 | 323.602 |
| Obligatieleningen | 0 | 30.612 |
| Leasingschulden | 0 | 0 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 |
| Totaal | 230.604 | 354.213 |
De schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden hebben voornamelijk betrekking op de concessie-activiteiten van Rent-A-Port, de vastgoedprojecten bij Nextensa en het vastgoed van de woonzorgcentra van Anima (in 2021). De verkoop van Anima in 2022 verklaart de significante daling.
Rent-A-Port: dochteronderneming Infra Asia Investment Hong Kong heeft een nieuwe roll-over faciliteit afgesloten voor een totaalbedrag van 35 miljoen USD (naast de bestaande 10 miljoen USD) en ter vervanging van de obligatieleningen van 29,2 miljoen euro en 1,8 miljoen USD die vervroegd werden terugbetaald per 3 mei 2022.
Nextensa: In het kader van diverse ontwikkelingsprojecten, verleende de Nextensa-groep garanties ten belope van 181,7 miljoen euro als zekerheid voor lopende bankkredieten.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2022 | 2021 | 2022 | 2021 | |
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | 116.334 | 424.484 | 116.379 | 425.353 |
| Schulden aan cliënten | 6.504.730 | 6.378.531 | 6.553.495 | 6.368.123 |
| waarvan achtergesteld - |
560 | 10.234 | 560 | 9.883 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | 171.599 | 256.321 | 164.769 | 245.395 |
| waarvan achtergesteld - |
47.155 | 50.745 | 40.236 | 40.216 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 89.733 | 0 | 89.733 | 0 |
| 6.882.396 | 7.059.336 | 6.924.377 | 7.038.871 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | ||
| Zichtdeposito's | 104.845 | 13.869 |
| Deposito's met vaste looptijd | 11.534 | 16.531 |
| ECB TLTRO III | 0 | 394.847 |
| Te betalen interesten | 0 | 106 |
| Totaal | 116.379 | 425.353 |
| Schulden aan cliënten | ||
| Zichtdeposito's | 4.197.238 | 4.218.578 |
| Deposito's met vaste looptijd | 1.248.652 | 1.045.537 |
| Speciale deposito's | 56.798 | 64.876 |
| Gereguleerde deposito's | 1.050.247 | 1.029.249 |
| Achtergestelde certificaten | 560 | 9.883 |
| Totaal | 6.553.495 | 6.368.123 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | ||
| Schuldcertificaten | 124.533 | 205.178 |
| Achtergestelde obligatielening | 40.236 | 40.216 |
| Totaal | 164.769 | 245.395 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 89.733 | 0 |
| Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 6.924.377 | 7.038.871 |
De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank Van Breda staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank Van Breda houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt eind 2022 1.252 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2022 bedroeg deze ratio 94%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering wordt tot een minimum beperkt en bedraagt in 2022 slechts 2,5% van het balanstotaal.
In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
Eind 2022 bedroegen deze ratio's respectievelijk 138% (volgens LCR Delegated Act 2015/61) en 131% (volgens CRR2). Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die door de toezichthouder wordt opgelegd.
De nog altijd ruime liquiditeitspositie nam in 2022 af, voornamelijk door de terugbetaling van 400 miljoen euro TLTRO-ontleningen en een kredietgroei die groter was dan de depositogroei.
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management' kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.
In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen en werden er interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag gehanteerd.
| (€ 1.000) | < 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2022 | |||||||
| Activa | 1.078.000 | 161.000 | 900.000 | 2.903.000 | 1.816.000 | 652.000 | 39.000 |
| Passiva | -1.000.000 | -790.000 | -1.925.000 | -1.675.000 | -1.101.000 | -343.000 | -51.000 |
| Derivaten | 1.000 | 2.000 | 16.000 | 55.000 | 23.000 | 0 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 79.000 | -627.000 | -1.009.000 | 1.283.000 | 738.000 | 309.000 | -12.000 |
| 31/12/2021 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 1.686.000 | 209.000 | 870.000 | 2.764.000 | 1.588.000 | 553.000 | 39.000 |
| Passiva | -981.000 | -929.000 | -2.460.000 | -1.447.000 | -925.000 | -286.000 | -63.000 |
| Derivaten | -1.000 | -2.000 | -7.000 | -14.000 | -4.000 | 0 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 704.000 | -722.000 | -1.597.000 | 1.303.000 | 659.000 | 267.000 | -24.000 |
Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.
De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:
De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve.
| Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Het renteresultaat | 2.827 | 4.907 |
| (winstgevoeligheid) | ||
| De Reële waarde van het eigen vermogen | -53.698 | -47.409 |
| (gevoeligheid eigen vermogen) (= BPV) |
Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur zichtbaar.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2022 | |||||||
| Activa | 1.143.000 | 307.000 | 957.000 | 2.916.000 | 1.625.000 | 546.000 | 48.000 |
| Passiva | -1.045.000 | -789.000 | -1.943.000 | -1.662.000 | -1.056.000 | -338.000 | -38.000 |
| Derivaten | 325.000 | 570.000 | -60.000 | -370.000 | -410.000 | -55.000 | 0 |
| Rentegap | 423.000 | 88.000 | -1.046.000 | 884.000 | 159.000 | 153.000 | 10.000 |
| 31/12/2021 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 1.786.000 | 414.000 | 1.126.000 | 2.775.000 | 1.210.000 | 345.000 | 48.000 |
| Passiva | -979.000 | -931.000 | -2.457.000 | -1.491.000 | -894.000 | -295.000 | -37.000 |
| Derivaten | 270.000 | 515.000 | -80.000 | -355.000 | -310.000 | -40.000 | 0 |
| Rentegap | 1.077.000 | -2.000 | -1.411.000 | 929.000 | 6.000 | 10.000 | 11.000 |
| (€ 1.000) | Activa 2022 | Verplicht. 2022 | Netto 2022 | Activa 2021 | Verplicht. 2021 | Netto 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 0 | 21.132 | -21.132 | 27 | 26.470 | -26.443 |
| Materiële vaste activa | 23.365 | 37.683 | -14.318 | 26.979 | 68.382 | -41.403 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 33.726 | -33.726 | 167 | 34.768 | -34.601 |
| Financiële vaste activa | 0 | 1.626 | -1.626 | 0 | 4.802 | -4.802 |
| Geldbeleggingen | 13.953 | 0 | 13.953 | -686 | 0 | -686 |
| Personeelsbeloningen | 17.648 | 705 | 16.943 | 16.134 | 867 | 15.267 |
| Voorzieningen | 4.878 | 464 | 4.414 | 4.563 | 7.613 | -3.050 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 1.057 | 21.216 | -20.159 | 1.533 | -4.942 | 6.474 |
| Werkkapitaal-balansrubrieken | 43.099 | 65.556 | -22.457 | 59.500 | 63.394 | -3.893 |
| Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek | 71.450 | -9.852 | 81.302 | 68.841 | -12.726 | 81.567 |
| Compensatie | -20.621 | -20.621 | 0 | -26.778 | -26.778 | 0 |
| Totaal | 154.829 | 151.635 | 3.195 | 150.279 | 161.849 | -11.570 |
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De groep beoordeelt op geregelde tijdstippen haar onzekere belastingposities. Conform IFRIC 23, worden, waar nodig, provisies genomen die opgenomen worden onder de uitgestelde belastingverplichtingen.
Het management van DEME beoordeelt periodiek de in de belastingaangiften ingenomen standpunten met betrekking tot situaties waarin de toepasselijke belastingvoorschriften voor interpretatie vatbaar zijn, en treft zo nodig voorzieningen. Deze voorzieningen voor onzekere belastingposities worden geboekt als een uitgestelde belastingverplichting. In dit verband beschouwt het management onzekere belastingposities individueel, op basis van een benadering die de beste voorspelling geeft van de oplossing van de onzekerheden met de belastingdienst. Voor 2022 (en 2021) is elke onzekere belastingpositie gemeten aan de hand van het meest waarschijnlijke afzonderlijke bedrag. Momenteel hebben de belangrijkste onzekere belastingposities betrekking op lopende fiscale geschillen in de Filippijnen, India en Nigeria.
De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Niet-geboekte vorderingen wegens fiscale verliezen | 118.286 | 145.645 |
| Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen (1) | 0 | 0 |
| Totaal | 118.286 | 145.645 |
(1) De andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen betreffen voornamelijk bedragen waarvan de recuperatie in de tijd begrensd is en afhankelijk is van de mate waarin tijdens die periode belastbaar resultaat wordt geboekt. Vorderingen die voortkomen uit terugvordering van niet aangewende DBI-overschotten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
De niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen zijn grotendeels toe te wijzen aan DEME en CFE.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen, netto | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -89.723 | -90.272 |
| Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden | 4.395 | 5.199 |
| Totaal | -85.328 | -85.073 |
| Uitgestelde belastingen, netto | ||
| Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen | 3.154 | 4.787 |
| Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen | 245 | 920 |
| Overige uitgestelde belastingen | -150 | -83 |
| Totaal | 3.250 | 5.624 |
| Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) | -82.078 | -79.449 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) vóór belasting | 889.590 | 591.659 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -243.874 | -255.191 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 645.716 | 336.469 |
| Toepasselijk belastingtarief (%) | 25,00% | 25,00% |
| Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief | -161.429 | -84.117 |
| Impact van tarieven in andere rechtsgebieden | 427 | -468 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | 99.041 | 39.386 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | -15.029 | -18.573 |
| Impact van fiscale verliezen | -4.930 | -5.393 |
| Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden | -2.847 | -9.765 |
| Overige toename (afname) | 2.689 | -518 |
| Belasting op basis van het effectief belastingtarief | -82.078 | -79.449 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 889.590 | 591.659 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -243.874 | -255.191 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 645.716 | 336.469 |
| Effectief belastingtarief (%) | 12,71% | 23,61% |
De belastingkost is in verhouding tot vorig jaar licht gestegen tot 82,1 miljoen euro. Bij de beoordeling van dit bedrag in verhouding tot de winst voor belastingen dient rekening te worden gehouden met minstens volgende elementen:
i. de bijdrage van de deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast is een bijdrage op het niveau van netto-resultaat, dus na de belastingen die deze deelnemingen hebben gedragen.
ii. in 2022 bestaat een belangrijk deel van het resultaat uit meerwaarden op de verkoop van deelnemingen, die AvH op de lange termijn heeft aangehouden en vrijgesteld zijn van belasting.Indien de totale belastingkost van 82,1 miljoen euro wordt vergeleken met enkel de voor bovenstaande elementen gecorrigeerde winst voor belastingen, levert dit een belastingvoet op van 27,2%.
| Jaar van aanbod |
Aantal aanvaarde opties |
Aantal uitgeoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Saldo | Uitoefenprijs (euro) | Uitoefentermijn |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 50.500 | -46.500 | 4.000 | 100,23 | 01/01/2019 - 05/01/2023 | |
| 2016 | 40.500 | -3.000 | 37.500 | 130,95 | 01/01/2020 - 03/01/2024 | |
| 2017 | 46.000 | 0 | 46.000 | 128,30 | 01/01/2021 - 12/01/2025 | |
| 2018 | 46.000 | 0 | -500 | 45.500 | 148,64 | 01/01/2022 - 11/01/2026 |
| 2019 | 46.000 | 0 | 46.000 | 132,52 | 01/01/2023 - 14/01/2027 | |
| 2020 | 23.750 | 0 | 23.750 | 141,09 | 01/01/2024 - 13/01/2028 | |
| 2021 | 55.000 | 0 | 55.000 | 124,67 | 01/01/2025 - 14/01/2029 | |
| 2022 | 59.350 | 0 | 59.350 | 166,35 | 01/01/2026 - 13/01/2030 | |
| 367.100 | -49.500 | -500 | 317.100 |
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen AvH.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie
van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar.
De totale waarde van de uitstaande opties 2015 tot en met 2022 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 8,9 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning | Beurskoers (€) | Dividendrendement | Volatiliteit | Interestvoet | Verwachte levensduur | Black & Scholes Value (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 101,35 | 2,19% | 19,00% | 0,47% | 7,79 | 13,76 |
| 2016 | 131,95 | 1,28% | 23,00% | 0,59% | 7,79 | 27,72 |
| 2017 | 129,40 | 1,40% | 23,00% | 0,34% | 7,79 | 25,70 |
| 2018 | 149,20 | 1,30% | 20,00% | 0,68% | 7,79 | 27,32 |
| 2019 | 135,50 | 1,43% | 20,40% | 0,52% | 7,90 | 24,92 |
| 2020 | 141,80 | 1,77% | 21,00% | -0,01% | 7,90 | 22,43 |
| 2021 | 129,50 | 1,35% | 24,00% | -0,36% | 7,90 | 26,59 |
| 2022 | 174,30 | 1,00% | 22,00% | 0,25% | 7,90 | 38,20 |
| Evolutie - Aandelenopties | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 306.250 | 304.750 |
| Aantal aanvaarde opties | 59.350 | 55.000 |
| Aantal uitgeoefende opties | -48.500 | -53.500 |
| Aantal vervallen opties | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 317.100 | 306.250 |
In 2022 werden 59.350 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 166,35 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 2,3 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. In 2022 werden 48.500 opties uitgeoefend (gewogen gemiddelde beurskoers van 157,04 euro).
Eind 2022 bedraagt het totaal aantal openstaande aandelenopties 317.100. Ter indekking van deze verplichting bezit AvH per 31 december 2022 317.100 eigen aandelen.
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank Van Breda, Agidens en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2022 bedraagt 15,0 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 345.250 | 343.750 |
| Inkoop eigen aandelen | 20.350 | 55.000 |
| Verkoop eigen aandelen | -48.500 | -53.500 |
| Eindsaldo | 317.100 | 345.250 |
AvH heeft in 2022 20.350 eigen aandelen ingekocht ter indekking van toegekende opties ten gunste van het personeel. Over diezelfde periode werden door begunstigden van het aandelenoptieplan opties uitgeoefend op 48.500 aandelen AvH. Eind 2022 staan in totaal opties uit op 317.100 aandelen AvH. Ter indekking van deze verplichting bezit AvH op diezelfde datum eenzelfde aantal eigen aandelen.
| Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 1.842 | 6.467 |
| Inkoop eigen aandelen | 347.174 | 211.979 |
| Verkoop eigen aandelen | -345.510 | -216.604 |
| Eindsaldo | 3.506 | 1.842 |
Daarnaast werden in het kader van het contract dat AvH met Kepler Cheuvreux afsloot ter ondersteuning van de liquiditeit van het aandeel AvH in 2022 347.174 aandelen AvH gekocht en 345.510 verkocht. Deze transacties worden volledig autonoom door Kepler Cheuvreux aangestuurd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto-aankoop van 1.664 aandelen AvH in dit kader een impact op het eigen vermogen van AvH. Eind 2022 bedraagt het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 3.506.
| Eigen aandelen in het kader van het aandeleninkoopprogramma | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 0 | 0 |
| Inkoop eigen aandelen | 70.633 | 0 |
| Verkoop eigen aandelen | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 70.633 | 0 |
Bovendien heeft AvH in oktober 2022 de start aangekondigd van een aandeleninkoopprogramma voor maximaal 70,0 miljoen euro. Het programma werd gestart vanaf 5 oktober 2022 en zal in beginsel lopen tot de jaarvergadering van 22 mei 2023, tenzij het maximumbedrag reeds vroeger geïnvesteerd is. In uitvoering van dit plan werden tot en met 31 december 2022 70.633 aandelen ingekocht voor een totaal bedrag van 9,6 miljoen euro.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen |
635.278 | 315.063 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
303.463 | 588.793 |
| Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen |
0 | 0 |
| Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 96.816 | 177.449 |
| Verplichtingen tot verkoop van vaste activa | 312.230 | 291.336 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank Van Breda) | ||
| - Kredietengagementen | 610.220 | 489.579 |
| - Financiële garanties | 49.465 | 52.181 |
| - Repo transacties + zakelijke zekerheden | 2.000 | 401.700 |
De persoonlijke zekerheden zijn in 2022 samengesteld uit 48,3 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Nextensa en voor 1,2 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 585,8 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties. Het bedrag aan gestelde persoonlijke zekerheden nam toe als gevolg van de verkoop van Anima.
De zakelijke zekerheden bestaan voor 181,7 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Nextensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de gronden projectontwikkeling en voor 113,5 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Rent-A-Port. De 337,5 miljoen euro zekerheden gesteld door Anima eind 2021 in het kader van de financiering van het vastgoed zijn uit de buitenbalans verdwenen als gevolg van de deconsolidatie van Anima. Per saldo resteren nog 3,8 miljoen euro door Agidens (financiering van de hoofdzetel) en 4,5 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de acquisitielening).
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 96,8 miljoen euro. De overeenkomst die Rent-A-Port eind 2021 had afgesloten om een bijkomend belang van 32,6% in IAI te verwerven werd in 2022 uitgevoerd.
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 312,2 miljoen euro.
De buitenbalansverplichtingen van Bank Van Breda bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico.
Bank Van Breda heeft voor eigen rekening ook een aantal zakelijke zekerheden gesteld: in 2022 werd de TLTRO-ontlening bij de ECB terugbetaald en werd het overeenkomstige pand op obligaties uit de beleggingsportefeuille beëindigd.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | ||
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
0 | 18.281 |
| Bank- en verzekeringswaarborgen voor toezeggingen van in de consolidatie opgenomen ondernemingen | 1.623.964 | 1.653.213 |
| Andere gegeven verplichtingen | 35.869 | 4.870 |
| Totaal | 1.659.833 | 1.676.364 |
| Rechten | ||
| Bankwaarborgen ontvangen als zekerheid voor toezeggingen van in de consolidatie opgenomen ondernemingen | 180.335 | 310.905 |
| Andere ontvangen engagementen | 4.308 | 3.677 |
| Totaal | 184.643 | 314.582 |
De bank- en verzekeringswaarborgen betreffen garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. Tevens worden garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. De zakelijke zekerheden van DEME voor 18,3 miljoen euro viel in 2022 vrij als gevolg van de vervroegde terugbetaling van een financiering van de vloot. De 'Andere gegeven verplichtingen' slaan op de 'voortgangs-garantie' (Wet Breyne) bij CFE.
| 2022 | 2021 | |
|---|---|---|
| Bedienden | 5.732 | 6.836 |
| Arbeiders | 3.771 | 4.074 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Bezoldiging en sociale lasten | -795.125 | -846.764 |
| Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) | -23.112 | -22.998 |
| Aandelenoptieplannen | -2.045 | -7.928 |
| Totaal | -820.282 | -877.690 |
De verkoop van Anima leidde tot een daling van 15% van het personeelsbestand en 7% van de totale personeelskosten. Per saldo nam het personeelsbestand toe met 2%, voornamelijk bij DEME en de personeelskosten met 1%.
AvH, AvH Growth Capital en AvH Singapore tellen in totaal 38 medewerkers. In de rubriek '2022 in een oogopslag' (pagina 8) wordt een proforma personeelsbestand van 21.453 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de overige belangen proportioneel.
| Toelichting 25: Grond- & hulpstoffen, diensten en |
Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen |
|---|---|
| uitbesteed werk | Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen |
| Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk | |
| Totaal | |
| (€ 1.000) | 2022 2021 |
Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers, alleen of met partners,…).
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Te bereiken doel plannen | -72.038 | -76.668 |
| Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) | -5.164 | -5.376 |
| Totaal pensioenverplichtingen | -77.202 | -82.044 |
| Totaal pensioenactiva | 2.820 | 3.467 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| 1. Bedragen opgenomen in balans | ||
| Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen | -69.218 | -73.201 |
| Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) | -289.860 | -358.746 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 220.642 | 285.545 |
| Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal | -69.218 | -73.201 |
| Verplichtingen (-) | -72.038 | -76.668 |
| Activa | 2.820 | 3.467 |
| Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans | ||
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo | -73.201 | -73.049 |
| Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen | 0 | 0 |
| Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -22.034 | -21.382 |
| Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 3.338 | 687 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 22.515 | 20.336 |
| Overige toename (afname) | 164 | 208 |
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo | -69.218 | -73.201 |
| 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -22.034 | -21.382 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -21.659 | -21.031 |
| Rentekosten | -3.269 | -1.663 |
| Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) | 2.679 | 1.394 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 216 | -82 |
| 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 3.338 | 687 |
| Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 80.252 | 7.189 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) | -75.978 | -6.455 |
| 0 -935 |
0 -48 |
|
| Wisselkoersverschillen Andere 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen |
||
| -358.746 | -368.346 | |
| 0 | 0 | |
| 0 | 3.167 | |
| -21.659 | -21.031 | |
| -3.269 | -1.663 | |
| -922 | -913 | |
| 11.900 | 20.265 | |
| 80.252 | 7.189 | |
| 325 | -7.449 | |
| 102.473 | 17.788 | |
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo Toename door middel van bedrijfscombinatie Afname door middel van bedrijfsafsplitsing Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten Bijdragen van de werknemer Betalingen aan begunstigden (-) Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen waarvan: ervarings(winsten) verliezen |
-22.546 | -3.150 |
| 0 | 0 | |
| 170 | 0 | |
| 2.414 -289.861 |
2.586 -358.746 |
|
| 285.545 | 295.297 | |
| 0 | 0 | |
| 0 | -3.054 | |
| -75.978 | -6.455 | |
| 2.679 | 1.394 | |
| 23.327 | 21.249 | |
| -11.900 | -20.265 | |
| -170 | 0 | |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd Wisselkoersresultaten Overige toename (afname) Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo Toename door middel van bedrijfscombinatie Afname door middel van bedrijfsafsplitsing Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten Renteopbrengsten Bijdragen van werkgever / werknemer Betalingen aan begunstigden (-) Wisselkoersresultaten Overige toename (afname) Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo |
-2.860 220.642 |
-2.621 285.545 |
| 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 3,5% | 0,9% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | 3,7% | 3,4% |
| Inflatie | 2,2% | 1,9% |
| Toegepaste sterftetabellen | MR/FR | MR/FR |
| 5. Overige informatie | ||
| Looptijd (in jaren) | 13,84 | 15,74 |
| Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva | -25,16% | -1,71% |
| Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar | 20.534 | 17.750 |
| 6. Gevoeligheidsanalyses | ||
| Verdisconteringsvoet | ||
| Toename met 25 basispunten | -3,8% | -4,7% |
| Afname met 25 basispunten | 2,4% | 2,9% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | ||
| Toename met 25 basispunten | 1,0% | 0,8% |
| Afname met 25 basispunten | -2,1% | -2,8% |
De groep telt zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).
De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor de periodes 2017 tot en met 2022 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.
De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.
Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek 'actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen' in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
De afname van de pensioenverplichtingen houdt verband met de ontwikkeling van de macro-economische omgeving en meer bepaald de evolutie van de rentevoeten en de inflatie. Per 31 december 2022 is de discontovoet gestegen tot 3,5% tegenover 0,9% eind 2021. Dit resulteerde enerzijds in een zeer negatief rendement op de activa en anderzijds in een aanzienlijke positieve herwaardering van de pensioenverplichtingen als gevolg van de wijziging van de financiële veronderstellingen. Het netto positieve effect werd slechts in geringe mate beïnvloed door de stijging van het inflatiepercentage van 1,9% tot 2,2%.
| (€ 1.000) | Boekjaar 2022 | Boekjaar 2021 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
verbonden Andere partijen |
TOTAAL 2022 | ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
verbonden Andere partijen |
TOTAAL 2021 | |
| I. Activa jegens verbonden partijen - balans |
||||||||
| Financiële vaste activa | 0 | 4.128 | 0 | 4.128 | 0 | 11.449 | 0 | 11.449 |
| Vorderingen en borgtochten: bruto | 0 | 4.128 | 0 | 4.128 | 0 | 11.449 | 0 | 11.449 |
| Vorderingen : WV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vorderingen | 21.705 | 11.966 | 4 | 33.675 | 6.913 | 7.932 | 4 | 14.848 |
| Handelsvorderingen | 17 | 0 | 4 | 20 | 499 | 21 | 4 | 524 |
| Overige vorderingen: bruto | 21.689 | 11.966 | 0 | 33.654 | 6.414 | 9.891 | 0 | 16.305 |
| Overige vorderingen: WV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.981 | 0 | -1.981 |
| Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten | 5.091 | 0 | 0 | 5.091 | 5.091 | 0 | 0 | 5.091 |
| Overlopende rekeningen - activa | 6.819 | 390 | 0 | 7.209 | 8.497 | 609 | 0 | 9.106 |
| Totaal | 33.616 | 16.484 | 4 | 50.103 | 20.501 | 19.989 | 4 | 40.494 |
| II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans |
||||||||
| Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 30.787 | 0 | 0 | 30.787 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 30.787 | 0 | 0 | 30.787 |
| Overige schulden | 155 | 150 | 0 | 305 | 30 | 150 | 0 | 180 |
| Handelsschulden | 152 | 0 | 0 | 152 | 12 | 0 | 0 | 12 |
| Overige schulden | 3 | 150 | 0 | 153 | 18 | 150 | 0 | 168 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten | ||||||||
| en obligaties | 79.614 | 0 | 0 | 79.614 | 151.033 | 0 | 0 | 151.033 |
| Overlopende rekeningen - passiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.209 | 0 | 0 | 1.209 |
| Totaal | 79.769 | 150 | 0 | 79.919 | 183.059 | 150 | 0 | 183.209 |
| III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening |
||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 65.972 | 125 | 3 | 66.100 | 61.872 | 445 | 3 | 62.319 |
| Verrichting van diensten | 2.887 | 35 | 3 | 2.925 | 2.232 | 75 | 3 | 2.311 |
| Vastgoedopbrengsten | 20 | 0 | 0 | 20 | 48 | 0 | 0 | 48 |
| Renteopbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van |
63.040 | 0 | 0 | 63.040 | 59.567 | 0 | 0 | 59.567 |
| derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 25 | 90 | 0 | 115 | 25 | 369 | 0 | 394 |
| Exploitatielasten (-) | -173 | 0 | 0 | -173 | -88 | 0 | 0 | -88 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -173 | 0 | 0 | -173 | -88 | 0 | 0 | -88 |
| Rentelasten Bank Van Breda (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Financieel resultaat | 3.689 | 996 | 0 | 4.685 | -832 | 1.568 | 0 | 736 |
| Renteopbrengsten | 3.689 | 996 | 0 | 4.685 | 1.118 | 1.568 | 0 | 2.686 |
| Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.950 | 0 | 0 | -1.950 |
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Nextensa, Rent-A-Port en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen (of ontvangen zoals bij Rent-A-Port). Via de integrale consolidatie van Bank Van Breda en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank Van Breda dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (71,8 miljoen euro) en het termijndeposito (7,8 miljoen euro) als een schuld van Bank Van Breda aan een verbonden partij gerapporteerd.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME | 213.973 | 144.286 |
| Financiële vaste activa | 162.467 | 109.788 |
| Handelsvorderingen en andere vorderingen | 45.190 | 29.043 |
| Andere vlottende activa | 6.316 | 5.455 |
| Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME | 48.296 | 35.781 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 13.666 | 15.061 |
| Handelsschulden en andere schulden | 34.630 | 20.720 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME | 281.050 | 229.758 |
| Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten | 303.068 | 242.452 |
| Aankopen en andere operationele lasten | -28.822 | -17.505 |
| Financieringsopbrengsten(lasten) | 6.804 | 4.811 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Vergoeding van de bestuurders | ||
| Tantièmes ten laste van AvH | 630 | 605 |
| Vergoeding van de leden van het executief comité | ||
| Vaste vergoeding | 3.548 | 3.079 |
| Variabele vergoeding | 6.798 | 3.395 |
| Aandelenopties | 1.862 | 1.059 |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 572 | 367 |
| Voordeel in natura (bedrijfswagen) | 38 | 33 |
| (€ 1.000) | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2022 | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| De uitoefening van een mandaat | 71 | 3.227 | 3.298 | 66 | 2.562 | 2.628 |
| Bijzondere opdrachten | ||||||
| - Andere controle-opdrachten | 0 | 331 | 331 | 14 | 212 | 226 |
| - Belastingadviesopdrachten | 6 | 416 | 422 | 6 | 419 | 425 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 9 | 86 | 95 | 8 | 70 | 79 |
| Totaal | 86 | 4.060 | 4.146 | 94 | 3.263 | 3.358 |
(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 708.655 | 406.814 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.127.739 | 33.148.250 |
| Winst per aandeel (€) | 21,39 | 12,27 |
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 708.655 | 406.814 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.127.739 | 33.148.250 |
| Impact aandelenopties | 34.772 | 34.242 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.162.510 | 33.182.491 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 21,37 | 12,26 |
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 705.834 | 406.964 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.127.739 | 33.148.250 |
| Winst per aandeel (€) | 21,31 | 12,28 |
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 705.834 | 406.964 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 33.127.739 | 33.148.250 |
| Impact aandelenopties | 34.772 | 34.242 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 33.162.510 | 33.182.491 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 21,28 | 12,26 |
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
Aan de gewone algemene vergadering van Aandeelhouders van 22 mei 2023 zal worden voorgesteld om een dividend van 3,10 euro per aandeel goed te keuren.
| (€ 1.000) | 2022 | 2021 |
|---|---|---|
| Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in: | ||
| - Slotdividend 2021: 2,75 euro per aandeel | -91.085 | -77.890 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | |
| - Slotdividend 2022: 3,10 euro per aandeel (1) | -103.840 |
(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.
| 2022 | 2021 | |
|---|---|---|
| Bruto | 3,1000 | 2,7500 |
| Netto (roerende voorheffing 30%) | 2,1700 | 1,9250 |
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2022
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Ackermans & van Haaren nv (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over geconsolideerde balans op 31 december 2022, geconsolideerde resultatenrekening, geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar dat afgesloten werd op 31 december 2022 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 23 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 22 opeenvolgende boekjaren. Ingevolge de wetgeving op rotatie van auditkantoren, dienen wij na de controle van het boekjaar eindigend op 31 december 2023, ontslag te nemen als commissaris van de Vennootschap.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening Ackermans & van Haaren nv, die de geconsolideerde balans op 31 december 2022 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 17.676.517.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 708.655.(000).
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2022, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• Beschrijving van het kernpunt
Voor het gros van haar projecten (hierna "contracten" of "projecten") erkent de groep opbrengsten en winst a rato van de voortschrijding der werken, die gedefinieerd wordt als het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden versus de geschatte totale kosten bij voltooiing van het project. De erkenning van omzet en winst worden aldus gebaseerd op schattingen van de verwachte totale kosten per project. Kosten voor onvoorziene omstandigheden kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep. De omzet uit projecten kan ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd.
Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten omvat vaak een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de nog op te lopen kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Dit is een kernpunt van onze controle wegens een hoge graad van risico en bijhorende oordeelsvorming door de directie inzake inschatting van de te erkennen omzet en winst of verlies, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 15 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.
• Beschrijving van het kernpunt
DEME is wereldwijd actief in diverse landen en aldus onderworpen aan verschillende belastingstelsels. De belasting van haar activiteiten kan afhankelijk zijn van inschattingen die aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten, waarvan de oplossing meerdere jaren in beslag neemt. Indien het bedrag van de belastingschuld onzeker is, legt de directie op basis van haar beste inschatting een voorziening aan voor het waarschijnlijk verschuldigde bedrag. De directie oefent een belangrijk oordeelsvermogen uit bij de inschatting van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
• Verwijzing naar de toelichtingen:
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelichting 21 (Belastingen).
• Beschrijving van het kernpunt
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen zijn gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, vergunningsbeslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gebruikte scenario's en assumpties en houden als zodanig een significante inschatting in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.
Opbrengsten en resultaten worden erkend voor zover componenten (huisvestingseenheden) verkocht zijn, en à rato van de voortschrijding der werken.. Omzet- en winsterkenning worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.
Vaak is er een hoge mate van inschatting vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Dit is een kernpunt van de controle omdat er een hoge graad van risico gekoppeld is aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de winst die door de groep moet worden erkend in de periode, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 15 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).
• Beschrijving van het kernpunt
De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan klanten bedroeg € 6.188 miljoen op 31 december 2022. Leningen en vorderingen aan klanten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen, (€ 28,86 miljoen, inclusief toegezegde (nog) niet in de balans opgenomen leningen).
Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.
Vanwege de belangrijkheid van leningen en vorderingen aan klanten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 14 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).
• Beschrijving van het kernpunt
Per 31 December 2022 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.279 miljoen.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde en worden de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde". Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..) en vereisen daarom een inschatting vanwege het management. Het auditrisico ligt in de waardering van vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt van de controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De Groep maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:
Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IFRS 9 norm "Financiële instrumenten – opname en waardering" worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde (hetgeen overeenkomt met niveau 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Groep "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder de rubriek van het eigen vermogen ("Hedge reserves"). Het auditrisico ligt enerzijds in de complexiteit bij de bepaling van de reële waarde van deze derivaten en anderzijds bij de correcte toepassing van de "hedge accounting" voor de IRS contracten die geclassificeerd worden door de Groep als "cash-flow hedges" en zijn daarom een kernpunt van de controle.
Per 31 December 2022 presenteert de Groep een totaal bedrag aan goodwill van € 320 miljoen.
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2022 bedraagt de totale waarde € 1.845 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 244 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.
Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (voorheen artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen), anderzijds.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op het Global Reporting Initiative ("GRI") referentiemodel. Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met het GRI referentiemodel.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEFformaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal) van Ackermans & van Haaren per 31 december 2022 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 30 maart 2023
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris, Vertegenwoordigd door
Christel Weymeersch - Partner *
* Handelend in naam van een BV
23CW0100
Overeenkomstig artikel 3:17 WVV wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.
Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]
| (€ 1.000) | Nota's | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.091.261 | 2.076.142 | 1.916.677 | |
| I. Oprichtingskosten | ||||
| II. Immateriële vaste activa | 64 | 28 | 0 | |
| III. Materiële vaste activa | (1) | 8.861 | 8.994 | 9.331 |
| A.Terreinen en gebouwen | 7.227 | 7.559 | 6.024 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 1.634 | 1.435 | 1.450 | |
| D. Leasing en soortgelijke rechten | 0 | 1 | 2 | |
| E. Overige materiële vaste activa | 0 | 0 | 1.856 | |
| F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | ||||
| IV. Financiële vaste activa | 2.082.336 | 2.067.120 | 1.907.346 | |
| A. Verbonden ondernemingen | (2) | 1.769.748 | 1.781.619 | 1.638.098 |
| 1. Deelnemingen | 1.734.908 | 1.762.644 | 1.618.215 | |
| 2. Vorderingen | 34.840 | 18.976 | 19.883 | |
| B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | (3) | 271.112 | 259.568 | 252.080 |
| 1. Deelnemingen | 271.112 | 259.568 | 252.080 | |
| 2. Vorderingen | 0 | 0 | 0 | |
| C. Andere financiële vaste activa | 41.476 | 25.933 | 17.168 | |
| 1. Aandelen | 41.474 | 25.925 | 17.160 | |
| 2. Vorderingen en borgtochten in contanten | 2 | 8 | 8 | |
| Vlottende activa | 476.316 | 138.067 | 122.669 | |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 0 | 0 | 10.000 | |
| A. Handelsvorderingen | ||||
| B. Overige vorderingen | 0 | 0 | 10.000 | |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| A. Voorraden | ||||
| 1. Grond-en hulpstoffen | ||||
| 2. Goederen in bewerking | ||||
| 3. Gereed product | ||||
| 4. Handelsgoederen | ||||
| 5. Onroerende goederen | ||||
| 6. Vooruitbetalingen | ||||
| B. Bestellingen in uitvoering | ||||
| VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar | 14.535 | 63.986 | 54.585 | |
| A. Handelsvorderingen | 1.235 | 1.224 | 1.199 | |
| B. Overige vorderingen | (4) | 13.300 | 62.762 | 53.386 |
| VIII. Geldbeleggingen | (5) | 420.823 | 54.975 | 51.592 |
| A. Eigen aandelen | 47.731 | 40.385 | 38.504 | |
| B. Overige beleggingen | 373.092 | 14.590 | 13.088 | |
| IX. Liquide middelen | 38.259 | 17.882 | 5.216 | |
| X. Overlopende rekeningen | 2.699 | 1.224 | 1.276 | |
| Totaal der activa | 2.567.577 | 2.214.209 | 2.039.346 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | (6) | 2.328.644 | 2.062.930 | 1.920.565 |
| I. Kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| A. Geplaatst kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| B. Niet opgevraagd kapitaal (-) | ||||
| II. Uitgiftepremies | 111.612 | 111.612 | 111.612 | |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | ||||
| IV. Reserves | 136.656 | 123.576 | 115.258 | |
| A. Wettelijke reserve | 248 | 248 | 248 | |
| B. Onbeschikbare reserves | 47.766 | 40.420 | 38.539 | |
| 1. Eigen aandelen | 47.731 | 40.385 | 38.504 | |
| 2. Andere | 35 | 35 | 35 | |
| C. Belastingvrije reserves | ||||
| D. Beschikbare reserves | 88.642 | 82.908 | 76.471 | |
| V. Overgedragen winst | 2.078.081 | 1.825.447 | 1.691.399 | |
| Overgedragen verlies (-) | ||||
| VI. Kapitaalsubsidies | ||||
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | 10.742 | 0 | 0 | |
| VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 10.742 | 0 | 0 | |
| 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Belastingen | ||||
| 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken | ||||
| 4. Overige risico's en kosten | (7) | 10.742 | ||
| B. Uitgestelde belastingen | ||||
| Schulden | 228.191 | 151.279 | 118.781 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | 0 | 0 | 1 | |
| A. Financiële schulden | 0 | 0 | 1 | |
| B. Handelsschulden | ||||
| C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | ||||
| D. Overige schulden | ||||
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 227.571 | 150.979 | 118.616 | |
| A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 1 | 1 | |
| B. Financiële schulden | (8) | 113.857 | 53.506 | 36.758 |
| 1. Kredietinstellingen | ||||
| 2. Overige leningen | 113.857 | 53.506 | 36.758 | |
| C. Handelsschulden | 1.162 | 727 | 225 | |
| 1. Leveranciers | 1.162 | 727 | 225 | |
| E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 6.586 | 3.868 | 2.357 | |
| 1. Belastingen | 53 | 73 | 127 | |
| 2. Bezoldigingen en sociale lasten | 6.533 | 3.795 | 2.230 | |
| F. Overige schulden | (9) | 105.966 | 92.878 | 79.275 |
| X. Overlopende rekeningen | 620 | 300 | 164 | |
| Totaal der passiva | 2.567.577 | 2.214.209 | 2.039.346 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten | ||||
| A. Kosten van schulden | 218 | 36 | 176 | |
| B. Andere financiële kosten | 1.023 | 1.067 | 1.041 | |
| C. Diensten en diverse goederen | 14.748 | 10.350 | 8.826 | |
| D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 3.017 | 2.585 | 2.279 | |
| E. Diverse lopende kosten | 282 | 259 | 213 | |
| F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa |
692 | 682 | 651 | |
| G. Waardeverminderingen | (10) | 1.355 | 11.011 | 4.540 |
| 1. Op financiële vaste activa | 0 | 0 | 1.571 | |
| 2. Op vlottende activa | 1.355 | 11.011 | 2.969 | |
| H. Voorzieningen voor risico's en kosten | (7) | 10.742 | 0 | 0 |
| I. Minderwaarde bij realisatie | (11) | 2.316 | 46.479 | 7.183 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 8 | 0 | 0 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 0 | 18.469 | 4.097 | |
| 3. Van vlottende activa | 2.307 | 28.010 | 3.086 | |
| J. Uitzonderlijke kosten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Belastingen | 96 | 84 | 147 | |
| L. Winst van het boekjaar | 370.748 | 234.382 | 10.321 | |
| M. Overboeking naar belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen winst van het boekjaar | 370.748 | 234.382 | 10.321 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| A. Te bestemmen winstsaldo | 2.196.195 | 1.925.781 | 1.852.459 | |
| 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 370.748 | 234.382 | 10.321 | |
| 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 1.825.447 | 1.691.399 | 1.842.138 | |
| Totaal | 2.196.195 | 1.925.781 | 1.852.459 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2022 | 2021 | 2020 |
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | ||||
| A. Opbrengsten uit financiële vaste activa | 127.759 | 116.124 | 23.572 | |
| 1. Dividenden | (12) | 126.035 | 114.687 | 22.116 |
| 2. Interesten | 1.230 | 599 | 544 | |
| 3. Tantièmes | 493 | 838 | 912 | |
| B. Opbrengsten uit vlottende activa | 2.461 | 2.191 | 1.878 | |
| C. Andere financiële opbrengsten | 119 | 0 | 0 | |
| D. Opbrengsten uit geleverde diensten | 1.938 | 2.030 | 1.995 | |
| E. Andere lopende opbrengsten | 198 | 359 | 377 | |
| F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa |
||||
| G. Terugnemingen van waardeverminderingen | (10) | 701 | 46.764 | 7.009 |
| 1. Op financiële vaste activa | 0 | 20.004 | 7.003 | |
| 2. Op vlottende activa | 701 | 26.760 | 6 | |
| H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Meerwaarde bij realisatie | (13) | 271.777 | 139.467 | 196 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 27 | 14 | 5 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 271.350 | 139.022 | 18 | |
| 3. Van vlottende activa | 399 | 431 | 172 | |
| J. Uitzonderlijke opbrengsten | 275 | 0 | 348 | |
| K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen | 11 | |||
| L. Verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | 13.080 | 8.317 | 5.504 | |
| 3. Aan de overige reserves | 13.080 | 8.317 | 5.504 | |
| D. Over te dragen resultaat | 2.078.081 | 1.825.447 | 1.691.399 | |
| 1. Over te dragen winst | 2.078.081 | 1.825.447 | 1.691.399 | |
| F. Uit te keren winst | 105.035 | 92.017 | 155.556 | |
| 1. Dividenden | 103.840 | 91.085 | 154.703 | |
| 3. Tantièmes | 836 | 630 | 605 | |
| 3. Winstpremie voor werknemers | 358 | 302 | 248 | |
| Totaal | 2.196.195 | 1.925.781 | 1.852.459 |
AvH heeft de informatie in deze GRI-referentietabel voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 gerapporteerd met verwijzing naar de GRIstandaarden (cfr. GRI 1: Basis ('Foundation') editie 2021).
| GRI-standaard | Indicator | Locatie |
|---|---|---|
| GRI 2: Algemene rapportering (editie 2021) |
2-1 Organisatorische details | Wettelijke naam: Ackermans & van Haaren (zie 'Cover') Aard van eigendom: beursgenoteerd Euronext Brussels (BEL20) en familiaal verankerd (zie 'Missie') Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (zie 'Cover' achteraan) Locatie hoofdkantoor: Antwerpen (zie 'Cover' achteraan) Landen van operatie: zie '2022 in een oogopslag - Economische voetafdruk van de AvH-groep', operaties in Europa, India en Zuidoost-Azië |
| 2-2 Entiteiten die zijn opgenomen in de duurzaamheidsverslaggeving van de organisatie |
Perimeter verslaggeving: zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.3. ESG-rapportering en referentiemodellen; sectie Rapporteringsperimeter' |
|
| 2-3 Verslagperiode, frequentie en contactpersoon | Verslagperiode: gelijkaardig aan financiële verslaggeving (= 2022, zie 'cover') Frequentie: jaarlijks Contactpersoon: zie 'contact' op laatste pagina |
|
| 2-4 Aanpassing ('restatement') van informatie | Geen 'restatements' voor een vorige verslaggevingsperiode | |
| 2-5 Externe auditering | Nee | |
| 2-6 Activiteiten, waardeketen en andere zakelijke relaties | Sector: gediversifieerde (multisectoriële) groep (zie 'Missie') Beschrijving waardeketen: - zie 'Duurzaamheidsverslag: 1. Your partner for sustainable growth - zie 'Activiteitenverslag' met bespreking per segment en bedrijf - zie 'Toelichting 2 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen' - zie 'Toelichting 3 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Geassocieerde deelnemingen' Andere zakelijke relaties: zie 'Toelichting 12 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Financiële vaste activa' Significante veranderingen t.o.v. vorige rapporteringsperiode: zie 'Toelichting 4 bij de Geconsolideerde Jaarrekening: Bedrijfsacquisities & -verkopen' |
|
| 2-7 Werknemers | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5. AvH als duurzame onderneming (totale headcount op einde van de verslaggevingsperiode, per regio & m/v) |
|
| 2-8 Werknemers die geen werknemer zijn | - Leden van het executief comité hebben een statuut als zelfstandige - Eén IT-consultant (Filip Portael) werkt op zelfstandige basis |
|
| 2-9 Deugdelijk bestuur en samenstelling | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: sectie 1. Algemeen en sectie 2. Raad van Bestuur'. Er is geen aanwezigheid van ondervertegenwoordigde sociale groepen in de raad van bestuur. |
|
| 2-10 Benoeming en selectie van het hoogste bestuursorgaan |
Zie 'Corporate governance charter: 2.3.2. (Her)benoemingsprocedure': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 5. Benoemingscomité' Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur - 7. Diversiteitsbeleid' |
|
| 2-11 Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur - 2.1. Samenstelling' |
|
| 2-12 Rol van het hoogste bestuursorgaan belast met het beheer van risico's en opportuniteiten (impacten) |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur - 2.4. Activiteitenverslag' |
|
| 2-13 Delegatie van de verantwoordelijkheid voor het beheer van risico's en opportuniteiten (impacten) |
Niet van toepassing |
| 2-14 Rol van het hoogste bestuursorgaan bij duurzaamheidsverslaggeving |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.2. Interne aansturing' | |
|---|---|---|
| 2-15 Belangenconflicten | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur - 2.5. Gedragsregels inzake belangenconflicten' |
|
| 2-16 Mededeling van kritische bezorgdheden ('klokkenluider') |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur - 8.3.1 Controleomgeving' |
|
| 2-17 Verbeter de collectieve kennis van het hoogste bestuursorgaan inzake ESG |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.2. Interne aansturing' | |
| 2-18 Evaluatie van de prestaties van het hoogste bestuursorgaan |
Zie 'Corporate governance charter: 2.10. Evaluatie': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf |
|
| 2-19 Verloningsbeleid | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur' Zie 'Remuneratieverslag': 7.4 Loonspanning en 7.5 Gender loonkloof |
|
| 2-20 Proces bepalen verloning | Zie 'Corporate governance charter: 2.9 Remuneratiebeleid, 3.3. | |
| Remuneratiecomité en 4.6.Remuneratiebeleid executief comité': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf |
||
| Zie 'Remuneratieverslag' Zie notulen 'Algemene Vergadering' |
||
| 2-21 Jaarlijkse totale compensatieratio | Zie 'Remuneratieverslag': 7.4. Loonspanning en sectie 7.5. Gender loonkloof | |
| 2-22 Verklaring ESG-strategie | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 1. Your partner for sustainable growth | |
| 2-23 Beleidsengagementen | De volgende beleidsengagementen zijn goedgekeurd op niveau van de raad van bestuur: - Beleid inzake uitsluiting van investeringen: zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.2. |
|
| Verantwoordelijk investeringsbeleid - Exclusiebeleid' en link: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-exclusion-policy-nl.pdf - Integriteitsbeleid: zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.2. Verantwoord investeringsbeleid - Integriteitsbeleid' en link: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-integriteitscode-2022-nl.pdf - ESG-beleid: zie 'Duurzaamheidsverslag: 7. AvH's ESG-beleid en methodologie' |
||
| 2-24 Integreren van beleidsengagementen | Idem 2-23 | |
| 2-25 Processen om negatieve effecten te remediëren | Zie Integriteitsbeleid: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh integriteitscode-2022-nl.pdf |
|
| 2-26 Mechanismen voor inwinnen advies en uiten bezorgdheden |
Zie Integriteitsbeleid: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh integriteitscode-2022-nl.pdf |
|
| 2-27 Naleving van wet- en regelgeving | Geen boetes of niet-monetaire sancties | |
| 2-28 Aangesloten vakverenigingen | Belgian Venture Capital & Private Equity Association (BVA) en Invest Europe | |
| 2-29 Benadering van betrokken belanghebbenden 2-30 Collectieve arbeidsovereenkomsten |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.1 Focus op materiële onderwerpen - stakeholderbevraging' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5.2 Talentontwikkeling': AvH leeft toepasselijke |
|
| CAO's op sectorniveau na voor elke werknemer | ||
| GRI 3: Materiële onderwerpen (editie 2021) |
3-1 Proces om materiële onderwerpen te identificeren | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.1 Focus op materiële onderwerpen' |
| 3-2 Overzicht van materiële onderwerpen | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.1 Focus op materiële onderwerpen' | |
| 3-3 Beheer van materiële onderwerpen | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 7.1 Focus op materiële onderwerpen' | |
| Materieel onderwerp - Verantwoordelijk aandeelhouderschap | ||
| ESG-beleid bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Niet van toepassing |
| GRI 305: Emissies (editie 2016) |
305-3 Overige indirecte (Scope 3) CO2-emissies (= bedrijven in portefeuille) |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.3 CO2-emissies investeringsportefeuille' |
| Materieel onderwerp - Deugdelijk bestuur | 305-5 Reductie van CO2-emissies | Idem 305-3 |
| Deugdelijk bestuur charters en relevante organen bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Niet van toepassing |
| Deugdelijk bestuur AvH NV en subholdings |
Zie GRI-indicatoren 2-9 tot 2-18 hierboven | Idem 2-9 tot 2-18 |
| Materieel onderwerp - Bedrijfsethiek | ||
|---|---|---|
| GRI 205: Anticorruptie (editie 2016) |
205-2 Communicatie en opleiding over anticorruptiebeleid en -procedures |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.2. Verantwoord investeringsbeleid: sectie Integriteitsbeleid' |
| Materieel onderwerp - Financiële veerkracht en langetermijnrentabiliteit | ||
| GRI 201: Economische resultaten (editie 2016) |
201-1 Directe economische waarde gegenereerd en gedistribueerd |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3. AvH als verantwoordelijke investeerder |
| 201-2 Financiële implicaties en andere risico's en opportuniteiten als gevolg van klimaatverandering |
Zie 'Jaarverslag van de Raad van Bestuur - II. Geconsolideerde jaarrekening - Risico's op het niveau van Ackermans & van Haaren' |
|
| Materieel onderwerp - Talentontwikkeling | ||
| GRI 401: Werkomgeving (editie 2016) |
401-1 Nieuwe medewerkers en personeelsverloop | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5. AvH als duurzame onderneming' |
| GRI 404: Training en opleiding (editie 2016) |
404-1 Gemiddelde trainingsuren per jaar per werknemer | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5. AvH als duurzame onderneming' (uitgedrukt in dagen) |
| 404-2 Programma's voor het verbeteren van werknemersvaardigheden en ondersteuningsprogramma's |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5. AvH als duurzame onderneming' | |
| 404-3 Percentage werknemers met regelmatig beoordelingen over prestaties en loopbaanontwikkeling |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5. AvH als duurzame onderneming' | |
| GRI 405: Diversiteit en gelijke kansen (editie 2016) |
405-1 Diversiteit van bestuursorganen en werknemers | - Zie ' Verklaring inzake deugdelijk bestuur': 7. Diversiteitsbeleid' - Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5.2. Talentontwikkeling' |
| Materieel onderwerp - Innovatie | ||
| Innovatiebeleid bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Niet van toepassing |
| Andere | ||
| GRI 305: Emissies (editie 2016) |
305-1 Directe (Scope 1) CO2-emissies | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5.3. Directe impact op milieu en sociale aspecten' |
| 305-2 Indirecte energie (scope 2) CO2-emissies | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5.3. Directe impact op milieu en sociale aspecten' |
|
| 305-5 Reductie van CO2-emissies | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 5.3. Directe impact op milieu en sociale aspecten' |
In de tabel hieronder wordt de CO2-voetafdruk van AvH weergegeven volgens de boekhoudkundige consolidatieperimeter. Dit omvat AvH (inclusief haar subholdings) en de integraal geconsolideerde participaties. Voor meer informatie zie Toelichting 2 bij de Geconsolideerde Jaarrekening - sectie 1 Integraal geconsolideerde dochterondernemingen. De gerapporteerde cijfers zijn exclusief Anima.
| CO₂-voetafdruk scope 1 & 2 (in ton CO₂ -eq) |
2022 | 2021 | 2020 | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Op basis van boekhoudkundige consolidatieperimeter |
Scope 1 | Scope 2 | Totaal | Scope 1 | Scope 2 | Totaal | Scope 1 | Scope 2 | Totaal | ||||
| AvH (Hoofdzetel) | 202 | 57 | 259 | 197 | 32 | 229 | 192 | 30 | 222 | ||||
| DEME | 652.000 | 1.000 | 653.000 | 832.000 | 800 | 832.800 | 659.000 | 1.000 | 660.000 | ||||
| CFE | 13.914 | 1.395 | 15.309 | 14.570 | 1.919 | 16.489 | 15.812 | 1.872 | 17.684 | ||||
| Bank Van Breda | 1.455 | 15 | 1.470 | 1.372 | 16 | 1.388 | 1.681 | 0 | 1.681 | ||||
| Nextensa | 110 | 6 | 116 | 128 | 0 | 128 | 98 | 40 | 138 | ||||
| Andere | 1.848 | 790 | 2.638 | 1.323 | 66 | 1.389 | 1.088 | 62 | 1.150 | ||||
| Totaal CO₂ emissies | 669.529 | 3.263 | 672.792 | 849.590 | 2.833 | 852.423 | 677.871 | 3.004 | 680.875 |
In de tabellen hieronder volgt de informatie die bekend moet worden gemaakt in het kader van de rapporteringsverplichting inzake de EU Taxonomie. De omzet,
capex en opex werden bepaald volgens de algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes.
| Criteria substantiële bijdrage | DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2022 |
Codes | Absolute omzet | Aandeel omzet % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten ('eligible') |
||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') |
||||||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie |
D35.11 | 649.370 | 15,1 | 15,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 15,1 | ||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen |
F41.1 | 154.140 | 3,6 | 3,6 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 3,6 | ||||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer |
F42.12 | 39.161 | 0,9 | 0,9 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,9 | E | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestatie van gebouwen |
F42 | 15.143 | 0,4 | 0,4 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,4 | E | |||||||
| Productie van elektriciteit uit bio-energie |
D35.11 | 11.584 | 0,3 | 0,3 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,3 | ||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen |
F41 | 6.928 | 0,2 | 0,2 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,2 | T | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën voor hernieuwbare energie |
F42 | 6.298 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,1 | E | |||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen |
L68 | 5.164 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,1 | ||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van energie efficiënte apparatuur |
F42 | 3.230 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,1 | E | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van laadpalen voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen naast gebouwen) |
F42 | 984 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | J | J | J | J | J | N | 0,0 | E | |||||||
| Omzet van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1) |
892.002 | 20,7 | 20,7 | 0,0 | 20,7 |
| Criteria substantiële bijdrage | DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2022 |
Codes | Absolute omzet | Aandeel omzet % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N % |
van omzet, jaar N-1 Taxonomie-afgestemd % % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in | ||||||||||||||||||||
| aanmerking komende activiteiten ('eligible') |
||||||||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 573.996 | 13,3 | |||||||||||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 125.298 | 2,9 | |||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie |
D35.11 | 80.442 | 1,9 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer | F42.12 | 73.560 | 1,7 | |||||||||||||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 52.688 | 1,2 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur die koolstofarm wegtransport en openbaar vervoer mogelijk maakt |
F42.11 | 31.148 | 0,7 | |||||||||||||||||
| Computerprogrammeringsactiviteiten | J62.01 | 28.206 | 0,7 | |||||||||||||||||
| Omzet van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
965.340 | 22,4 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 1.857.341 | 43,2 | 20,7 | 1,5 | 0,2 | |||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in aanmerking komende |
||||||||||||||||||||
| activiteiten ('non-eligible') Omzet van voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') (B) |
2.444.276 | 56,8 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A + B) | 4.301.617 | 100,0 |
eligible') (B)
Totaal (A + B) 615.896 100,0
| Criteria substantiële bijdrage | DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2022 |
Codes | Absolute capex | Aandeel capex % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van capex, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van capex, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in | ||||||||||||||||||||
| aanmerking komende | ||||||||||||||||||||
| activiteiten ('eligible') | ||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') |
||||||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie | D35.11 | 274.971 | 45 | 45 | 0 | J | J | J | J | J | N | 45 | ||||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 8.056 | 1 | 1 | 0 | J | J | J | J | J | N | 1 | ||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 7.659 | 1 | 1 | 0 | J | J | J | J | J | N | 1 | ||||||||
| Productie van elektriciteit uit bio-energie | D35.11 | 599 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | ||||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestatie van gebouwen |
F42 | 221 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | E | |||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 101 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | T | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën voor hernieuwbare energie |
F42 | 92 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | E | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte apparatuur |
F42 | 47 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | E | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van laadpalen voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen naast gebouwen) |
F42 | 14 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | N | 0 | E | |||||||
| Capex van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1) |
291.760 | 47,4 | 47,4 | 0,0 | 47,4 | |||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 22.398 | 3,6 | |||||||||||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 13.722 | 2,2 | |||||||||||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 9.186 | 1,5 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer | F42.12 | 4.826 | 0,8 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur die koolstofarm wegtransport en openbaar vervoer mogelijk maakt |
F42.11 | 469 | 0,1 | |||||||||||||||||
| Computerprogrammeringsactiviteiten | J62.01 | 419 | 0,1 | |||||||||||||||||
| Capex van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
51.020 | 8,3 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 342.780 | 55,7 | 47,4 | 0,1 | 0,0 | |||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') Capex van voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non |
273.116 | 44,3 |
De opex zoals gedefinieerd in scope van de EU Taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-gekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex. De in aanmerking komende ('eligible') en afgestemde ('aligned') opex onder de definitie van de EU Taxonomie wordt als 0 gerapporteerd.
| Criteria substantiële bijdrage | DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2022 |
Codes | Absolute opex | Aandeel opex % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van opex, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van opex, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in aanmerking | ||||||||||||||||||||
| komende activiteiten ('eligible') | ||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') |
||||||||||||||||||||
| Opex van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1)) |
0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Opex van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
0,0 | 0 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 0,0 | 0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non eligible') |
| Opex van voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') (B) |
0,0 | 100,0 |
|---|---|---|
| Totaal (A + B) | 0,0 | 100,0 |
persoonlijke ontwikkeling, evaluatie, welzijn,…) waarbij de talenten van medewerkers zo goed mogelijk tot uiting kunnen komen en benut worden.
Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal
Begijnenvest 113 2000 Antwerpen België 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen Emailadres: [email protected] Website: https://www.avh.be
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 16 december 2020 onder nummer 20361786.
Onbepaald.
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.
De vennootschap heeft tot voorwerp:
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 9 november 2020 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV.
De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 25 november 2020.
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 9 november 2020 wordt ontvangen.
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het WVV.
De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar dochtervennootschappen.
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap.
Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis te stellen van deze regeling.


Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van John-Eric Bertrand, Piet Dejonghe of Tom Bamelis.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon: +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494
© Ian Segal
Mission to Mars nv (www.missiontomars.agency)
De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be This annual report is also available in English.
De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.

| • 17 mei 2023 Tussentijdse verklaring Q1 2023 | ||
|---|---|---|
| ------------------------------------------------ | -- | -- |
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen - België Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be
Jaarverslag 2022
Your partner for sustainable growth
Jaar-
verslag
2022
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.