Annual Report • Mar 28, 2024
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer






| 72 | MARINE ENGINEERING & CONTRACTING |
|||
|---|---|---|---|---|
| 6 | Missie | |||
| 8 | 2023 in een oogopslag | 74 | DEME | |
| 78 | CFE | |||
| 82 | Deep C Holding | |||
| 83 | Green Offshore | |||
| 13 | JAARVERSLAG | |||
| 14 | Woord van de voorzitters Jaarverslag over de enkelvoudige jaarrekening |
84 | PRIVATE BANKING | |
| 18 | Jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening | |||
| 20 | Verklaring inzake deugdelijk bestuur | 88 | Delen Private Bank | |
| 26 38 |
Remuneratieverslag | 92 | Bank Van Breda |
ENERGY & RESOURCES
SIPEF
Verdant Bioscience Sagar Cements
REAL ESTATE
Nextensa
| 110 | AvH & GROWTH CAPITAL | 135 | FINANCIËLE STATEN |
|---|---|---|---|
| 114 115 116 117 118 119 120 121 |
Agidens AXE Investments Biolectric Camlin Fine Sciences EMG Mediahuis OMP Turbo's Hoet Groep |
136 138 216 221 233 |
Inhoud Geconsolideerde jaarrekening Enkelvoudige jaarrekening Duurzaamheidsverslag: bijlage Lexicon het kapitaal |
| 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 |
Van Moer Logistics AstriVax Biotalys Indigo Diabetes MRM Health OncoDNA Vico Therapeutics Convergent Finance HealthQuad Medikabazaar Venturi Partners |
Overeenkomstig het K.B. van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dient Ackermans & van Haaren haar jaarlijks financieel verslag verkrijgbaar te stellen voor het publiek.
Dit verslag bevat:
De volledige enkelvoudige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV, samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris, neergelegd bij de Nationale Bank van België. De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
Overeenkomstig artikel 12, §2, 3° van het K.B. van 14 november 2007 verklaren de leden van het executief comité, m.n. Tom Bamelis, John-Eric Bertrand, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman, Piet Dejonghe, An Herremans en Koen Janssen, dat, voor zover hen bekend:
Het jaarverslag, de integrale versies van de enkelvoudige en van de geconsolideerde jaarrekening alsook de verslagen van de commissaris over voormelde jaarrekeningen zijn beschikbaar op de website (www.avh.be) en zijn kosteloos en op eenvoudig verzoek verkrijgbaar op het volgende adres: Begijnenvest 113 - 2000 Antwerpen - België - Tel. +32 3 231 87 70 - [email protected]

Ackermans & van Haaren positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek van familiebedrijven en managementteams, om samen performante marktleiders uit te bouwen en bij te dragen tot een meer duurzame wereld.
"Met deze sterke resultaten maakt AvH haar verwachtingen waar en toont zij eens te meer de verdiensten van haar langetermijnvisie en gediversifieerde portfolio in een uitdagende omgeving.
Zowel onze private banken als DEME hebben recordresultaten geboekt dankzij hun leidende marktposities en sterke operationele capaciteiten. De positieve effecten van de hogere rente voor de banken compenseren enigszins de meer uitdagende marktcontext voor vastgoed en contracting. Ook onze winstgevende offshore energiecapaciteit (155 MW) heeft bijgedragen aan de algehele veerkracht van onze groep in een periode van hoge energieprijzen.
We brengen hulde aan al onze managementteams en medewerkers die hard hebben gewerkt om de sterke positionering van onze deelnemingen in hun markten te behouden en relevante oplossingen te blijven bieden aan hun klanten.
We zijn trots op de verdere verbetering van onze Sustainalytics-score. Het is een erkenning van de inspanningen van de groep om zich te positioneren als 'partners for sustainable growth' met respect voor mens en milieu."
(De volledige videoboodschap kan u bekijken op www.avh.be/nl/investors/results-centre/year/2024
• Ackermans & van Haaren realiseerde een nettowinst van 399,2 miljoen euro dankzij de recordprestaties van haar kernparticipaties.
EEN OOGOPSLAG• Delen Private Bank en Bank Van Breda realiseerden in 2023 een gezamenlijke nettowinst van 264,2 miljoen euro. Indrukwekkende commerciële resultaten genereerden een aanzienlijke instroom van vermogen bij zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda, wat in combinatie met sterke operationele prestaties leidde tot nieuwe records voor het beheerd vermogen en de nettowinst. Met een bijdrage van 208,7 miljoen euro (+16%) - voor het eerst duidelijk boven de grens van 200 miljoen euro - bevestigde Private Banking haar positie als het segment dat de grootste bijdrage levert aan het groepsresultaat van AvH.
• Dankzij een sterke tweede jaarhelft overtrof het resultaat van DEME voor het volledige jaar ruimschoots de verwachtingen. Ondanks de wijzigingen in de regelgeving die in de loop van 2023 werden opgelegd aan de producenten van hernieuwbare offshore energie in België, dragen Rentel en SeaMade goed bij aan de groei van de bijdrage van Marine Engineering & Contracting tot 128,5 miljoen euro (+36%).
• De inflatie en stijgende rentetarieven creëerden in 2023 een uitdagende omgeving voor de Real Estate sector in het algemeen. Dankzij hogere huurinkomsten en de vlotte verkoop van appartementen bij Tour & Taxis heeft Nextensa behoorlijke, zij het lagere, resultaten kunnen boeken. De desinvesteringen van Residalya (2019) en Anima (2022) en de fusie van Extensa en Leasinvest in 2021 hebben AvH in staat gesteld haar John-Eric Bertrand co-CEO
Piet Dejonghe co-CEO
blootstelling aan vastgoed aanzienlijk te verminderen in vergelijking met enkele jaren geleden.
2023 IN
| (€ mio) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
128,5 | 94,6 | 99,0 |
| Private Banking | 208,7 | 180,1 | 183,1 |
| Real Estate | 15,6 | 45,3 | 42,7 |
| Energy & Resources | 24,6 | 34,3 | 30,0 |
| Bijdrage van de kernsectoren |
377,4 | 354,4 | 354,8 |
| Growth Capital | 10,9 | 52,1 | 71,3 |
| AvH & subholdings | -14,8 | -24,2 | -18,1 |
| Netto meer/minderwaarden | 25,7 | 326,4 | -1,2 |
| Geconsolideerd nettoresultaat | 399,2 | 708,7 | 406,8 |
Samenstelling van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) Kerncijfers geconsolideerde balans
| (€ mio) | 31.12.2023 | 31.12.2022 | 31.12.2021 |
|---|---|---|---|
| Eigen vermogen (deel van de groep - voor winstverdeling) |
4.914,0 | 4.633,6 | 3.957,2 |
| Nettothesaurie | 517,5 | 498,7 | 77,7 |



Telemond Nextensa > Zonnepanelen voor energie-
• Delen Private Bank: overname van Groenstate Vermogensbeheer (Nederland) • Nextensa: verkoop van het kantoorgebouw Treesquare
gemeenschap
April > Juni
10 MARKANTE FEITEN
• Van Moer Logistics: verlenging van de concessie van de containerterminal in Brussel
• AvH: overeenkomst om te investeren in IQIP (100 miljoen euro)
Juli > Augustus
• AvH: nieuwe participatie in Camlin Fine Sciences (6,6%)
September > Oktober
• DEME: contract voor het offshore windpark Greater Changhua (Taiwan)


DEME > Green Jade IQIP > Hydraulische hamer Camlin Fine Sciences DEME > Sea Installer
Your partner for sustainable growth


Geachte aandeelhouders,
Het afgelopen jaar werd opnieuw gekenmerkt door geopolitieke spanningen en een minder gunstig economisch klimaat, met gevolgen voor onze medewerkers en klanten over de hele wereld.
Hoewel de Europese Unie eind 2023 nog net een recessie kon vermijden, bleef de aanhoudende inflatie een zware tol eisen van het bestedingsvermogen van de mensen, terwijl hoge rentevoeten de toegang tot kredieten voor investeringen en aankopen beperkten. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt niet alleen onnoemelijk veel menselijk leed, maar blijft ook de energie- en grondstoffenprijzen in Europa opdrijven tot niveaus die, hoewel lager dan in 2022, nog steeds aanzienlijk boven het niveau van de afgelopen 15 jaar liggen.
DE VOORZITTERSAlhoewel de uitdagende omgeving onze deelnemingen in 2023 niet spaarde, kan AvH een sterk netto geconsolideerd resultaat van 399 miljoen euro voorleggen, in lijn met 2022 na correctie voor de meerwaarden, die in 2022 326 miljoen euro bedroegen als gevolg van de desinvesteringen van Anima en Manuchar. Dit sterke resultaat is te danken aan een stijging van de bijdrage van onze kernsegmenten met 7% naar het recordniveau van 377 miljoen euro. Zowel onze private banken als DEME realiseerden zeer sterke resultaten, met een stijging van de nettobijdragen van respectievelijk 16% en 46% dankzij hun leidende marktposities en sterke operationele capaciteiten. Eind 2023 steeg ons geconsolideerd eigen vermogen tot 4,9 miljard euro of 150,25 euro per aandeel. Inclusief het dividend dat in 2023 werd betaald, resulteert dit in een toename van het eigen vermogen met 9,6% over het jaar.
Deze resultaten onderstrepen opnieuw de verdiensten van onze langetermijnvisie en gediversifieerde portefeuille in een uitdagende omgeving. Zo compenseren de positieve effecten van de hogere rentevoeten bij de banken de negatieve effecten in de vastgoedsector en contracting. Op dezelfde manier heeft onze 155 MW 'beneficial' offshore windenergiecapaciteit, via DEME en Green Offshore, bijgedragen tot de algemene veerkracht van onze groep in een periode van hoge energieprijzen en heeft ze met 35 miljoen euro de vierde grootste bijdrage geleverd aan ons geconsolideerd nettoresultaat.
Onze banken blijven de grootste bijdrage leveren aan onze geconsolideerde winst met een groei van 16% van de gecombineerde nettobijdrage tot 209 miljoen euro, ondersteund door aanhoudend sterke commerciële prestaties. Het gecombineerde totale toevertrouwd vermogen steeg met 7,6 miljard euro tot 65,3 miljard euro, dankzij een gezonde bruto-instroom van 4,7 miljard euro en een positief markteffect. Dankzij de jarenlange focus van onze banken op klantenservice, de nabijheid via onze regionale kantoren en de grote transparantie die innovatieve digitale tools bieden, konden we het vertrouwen van onze klanten behouden, zoals blijkt uit de best-inclass NPS-scores van beide banken, en bovendien nieuwe klanten winnen. De nieuwe klanten vertegenwoordigden 57% van de instroom van Delen Continental en legden daarmee een sterke basis voor de verdere groei van de commerciële franchise. Bovendien blijft de samenwerking tussen Delen Private Bank en Bank Van Breda zeer sterk, aangezien bijna een derde van het totale toevertrouwd vermogen van Delen Continental afkomstig is van klanten van Bank Van Breda, terwijl de klanten van Bank Van Breda bijna de helft van de instroom voor hun rekening nemen. De succesvolle integratie van Groenstate Vermogensbeheer, overgenomen in Q2 2023, samen met de gezonde groei van de andere Nederlandse kantoren, resulteert in een solide 43% groei van het toevertrouwd vermogen van de Nederlandse tak van Delen Private Bank tot 1,5 miljard euro, terwijl het totale toevertrouwd vermogen van JM Finn met 5,4% groeide tot 12,2 miljard euro.
Hoewel onze bankpijler vooral een vermogensbeheerder blijft, met 76% van de gecombineerde bedrijfsopbrengsten uit bruto vergoedingen en commissies, draagt het verbeterde renteklimaat bij aan een sterke stijging van het aandeel van de renteopbrengsten in ons bankproduct van 17% in 2022 naar 24% in 2023. De sterke operationele resultaten compenseerden ruimschoots de inflatie en de verdere uitbreiding van het personeelsbestand om de groeiambitie van de banken te ondersteunen, zoals blijkt uit de daling van de gecombineerde cost-income ratio naar 51% (tegenover 53% in 2022). Het gezamenlijk eigen vermogen van 1,9 miljard euro resulteert in een zeer sterke CET1-ratio van 26%. Verder blijven beide banken zeer attent op hun aanhoudende sterke liquiditeit, zoals blijkt uit de gecombineerde LCR van 362%. Delen Private Bank en Bank Van Breda blijven tot de best presterende en best gekapitaliseerde banken van het continent behoren.

DEME realiseerde zeer sterke resultaten in 2023, dankzij de solide uitvoering van haar projecten over de hele wereld en een aanhoudende groei op al haar markten, ondersteund door haar uitgebreide en verbeterde vlootcapaciteiten. De omzet steeg met 24% tot een recordniveau van 3.285 miljoen euro, terwijl de EBITDA en de nettowinst stegen met respectievelijk 26% tot 596 miljoen euro (18,2% marge) en 44% tot 163 miljoen euro. De sterke resultaten werden behaald ondanks de uitdagingen en verliezen in de opstartfase van de twee eerste projecten in het segment Offshore Energy in Taiwan en de VS, waar tegen het eind van het jaar aanzienlijke vooruitgang was geboekt, en de aanpassing die we in de bredere offshore windmarkt hebben gezien aan de stijgende rente, de inflatie en de vertragingen in de toeleveringsketen. Het tempo van de technologische ontwikkeling in de offshore industrie is opmerkelijk, met een toename van de turbinegrootte van 6 MW 10 jaar geleden tot 15 MW nu. Hoewel dit de elektriciteitskosten (LCOE) met ongeveer 60% heeft verlaagd en offshore windenergie zeer competitief heeft gemaakt, heeft het ook de toeleveringsketen zwaar onder druk gezet en tijdelijk minder goed in staat gesteld om aan de stijgende vraag te voldoen. Het recordorderboek van DEME van 7,6 miljard euro (+22% in vergelijking met eind 2022) biedt zichtbaarheid voor de komende drie jaar en bevestigt de sterke groeivooruitzichten op lange termijn in alle bagger-, offshore en milieuactiviteiten. DEME levert concrete oplossingen voor uitdagingen zoals de groei van de wereldbevolking (die leidt tot een behoefte aan grotere en diepere zeehavens en landaanwinning in dichtbevolkte kustregio's), de ten gevolge van de klimaatverandering stijgende zeeniveaus, de energietransitie met het oog op het terugdringen van de CO2 -uitstoot en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen van minder betrouwbare oorsprong. Om op al deze mogelijkheden in te spelen en de toekomstige groei te ondersteunen, blijft DEME investeren in de meest veelzijdige, moderne en duurzame vloot in de sector.
De Viking Neptun, een nieuw kabellegschip, voegde zich in de eerste helft van 2023 bij de vloot, terwijl de Green Jade, een nieuw installatieschip voor offshore en zusterschip van de Orion, in de zomer met succes aan het werk ging. Een bijkomend valpijpschip is in aanbouw in Singapore. Zoals het 15 jaar geleden pionierde in offshore windenergie, blijft DEME een koploper in nieuwe sectoren die duurzame oplossingen bieden voor wereldwijde uitdagingen, zoals groene waterstof en de diepzeewinning van mineralen om bij te dragen aan een koolstofarme maatschappij. Het strategische partnerschap met Transocean combineert het leiderschap van GSR in de exploratie van mineralen in ultradiep water met Transoceans offshore expertise en capaciteiten van wereldklasse.
Voor CFE werd de economische cyclus duidelijk negatief in 2023, wat leidde tot een daling van de operationele marge. Hogere rentevoeten en bouwkosten resulteerden ook in een vertraagde opstart van nieuwe projecten in contracting en multitechnieken en een lagere verkoop van door BPI ontwikkelde wooneenheden. De impact op het geconsolideerde resultaat werd echter verzacht door de recordresultaten van de participaties in Deep C Holding, een groeiende industriezone in Noord-Vietnam, en Green Offshore, die CFE toelaten een nettoresultaat van 22,8 miljoen euro te boeken en een rendement op eigen vermogen van 10% te realiseren. CFE behoudt een sterke balans met 237 miljoen euro eigen vermogen en heeft vertrouwen in haar positionering en vooruitzichten doorheen de volledige cyclus, zoals wordt geïllustreerd door het ongewijzigde dividend en de aankoop van de Kronos-site in Luxemburg.
Het nettoresultaat van Nextensa daalde aanzienlijk tot 24,5 miljoen euro als gevolg van enerzijds de stilstand op de institutionele vastgoedmarkt, waardoor slechts één actief kon worden verkocht (TreeSquare), resulterend in een daling van de meerwaarden op verkoop met 26 miljoen euro ten opzichte van 2022, en anderzijds een non-cash herwaardering van financiële activa en passiva van -7,3 miljoen euro tegenover +15,6 miljoen euro in 2022. Op het operationele vlak bood Nextensa echter goed weerstand. De indexering en de toegenomen bezettingsgraad (91%) van onze investeringsportefeuille resulteerden in een huurgroei op vergelijkbare basis van 12%. De kwaliteit van de vastgoedportefeuille van 1,3 miljard euro wordt verder geïllustreerd door de zeer beperkte vermindering in reële waarde met 0,9% ondanks de gestegen marktrendementen. Hoewel Nextensa niet immuun is voor de stagnatie op de vastgoedmarkt, zijn we ervan overtuigd dat de focus op duurzame gebouwen, de sterke balans (834 miljoen euro eigen vermogen) en de gezonde financiële schuldratio van 44,8% het bedrijf zullen helpen om sterker uit deze neerwaartse cyclus te groeien. We hebben onze participatie in Nextensa in 2023 verder verhoogd. Aan de andere kant hebben we de afgelopen jaren onze blootstelling aan vastgoed tijdig verminderd door de verkoop van de Franse en Belgische rusthuisgroepen Residalya en Anima.
SIPEF zette een goede prestatie neer met een nettoresultaat van 72,7 miljoen USD. Het lagere resultaat in vergelijking met het record van 2022 is te wijten aan de combinatie van een daling met 3% van de productievolumes van palmolie als gevolg van weersuitdagingen, gekenmerkt door El Niño, een vulkaanuitbarsting in Papoea-Nieuw-Guinea en lagere marktprijzen. SIPEF behield een sterke eigen vermogenspositie van 854 miljoen euro en een beperkte nettoschuldpositie van -31 miljoen euro, ondanks zware investeringen in de uitbreiding van haar jonge plantages in Zuid-Sumatra, die nog niet volgroeid zijn en dus nog niet bijdragen tot de winst. Deze uitbreiding verloopt volledig in overeenstemming met de strenge RSPO-normen en zonder ontbossing.
De meeste geconsolideerde participaties van Growth Capital realiseerden solide resultaten. Wij menen dat onze deelnemingen goed gepositioneerd blijven om een deel van de oplossing te zijn op meer uitdagende markten, omdat ze hun klanten innovatieve of kostenefficiënte oplossingen leveren. Het feit dat hun bijdrage van 24 miljoen euro lager is dan in 2022 (38,3 miljoen euro) wordt gedeeltelijk verklaard door de afwezigheid van bijdragen van de verkochte participatie in Telemond en een verlies bij EMG. EMG werd beïnvloed door een jaar zonder grote sportevenementen en ook door eenmalige kosten voor de voorbereiding van de fusie met Gravity Media, die begin 2024 werd afgerond. De bijdrage van de portefeuille van Growth Capital werd ook beïnvloed door de negatieve aanpassing van de 'fair value' van onze niet-geconsolideerde deelnemingen van 13 miljoen euro, voornamelijk als gevolg van de daling van de aandelenkoers van Biotalys. In 2022 was er een winst van 14 miljoen euro, onder andere na de succesvolle kapitaalverhoging van Medikabazaar. De aangekondigde investeringen in IQIP en Camlin Fine Sciences passen in onze ambitie om 'een deel van de oplossing' te zijn en benutten de ca. 500 miljoen euro cashreserve, na de desinvesteringen in Anima, Manuchar en Telemond, om te investeren in marktleiders met duurzame bedrijfsmodellen. IQIP is gespecialiseerd in funderingstechnieken voor offshore windturbines en draagt als zodanig bij aan de energietransitie. Als een van 's werelds belangrijkste producenten van vanilline en houdbaarheidsoplossingen speelt CFS een belangrijke rol in de aanpak van de wereldwijde uitdaging om meer dan 8 miljard mensen op een kostenefficiënte manier te voeden en tegelijkertijd voedselverspilling te minimaliseren. We kijken ernaar uit om deze bedrijven, naast onze huidige portefeuillebedrijven, op langere termijn succesvol uit te bouwen in samenwerking met hun familiale aandeelhouders en managementteams.
In 2023 toonden onze deelnemingen zich veerkrachtig ondanks de uitdagende en onzekere tijden. Dat weerspiegelt onze gediversifieerde portefeuillemix, die duurzame bedrijfsmodellen nastreeft, evenals de manier waarop de deelnemingen worden beheerd via sturingsprocessen en managementteams in lijn met de ESG-aanpak en de waarden van AvH. Wij willen een bedrijfscultuur creëren die ieders betrokkenheid aanmoedigt, gericht op de lange termijn. Ondanks de economische en geopolitieke context bleven veel deelnemingen investeren in milieuthema's zoals hernieuwbare energie, duurzame gebouwen, landbouw of biowetenschappen. Deze inspanningen kosten geld, maar kunnen leiden tot nieuwe en betere producten en diensten. De gerapporteerde 'alignment' van AvH op de Taxonomie bewijst dat. De koers bepalen en de risico's en kansen identificeren, is ons werk en we zijn trots op de resultaten die we laten zien. AvH heeft in 2023 belangrijke inspanningen geleverd om de deelnemingen voor te bereiden op de vereiste rapportering van de vele nieuwe wettelijke vereisten inzake ESG, en ze tegelijkertijd strategisch aan te wenden om te focussen op de materies waarin de deelnemingen het verschil kunnen maken. Het Top 50 Global-label dat het ratingbureau Sustainalytics ons heeft toegekend, is een welkome ondersteuning voor deze inspanningen.
Meer dan ooit, gelet op de vele globale uitdagingen, met de toenemende gevolgen van de klimaatverandering en de geopolitieke instabiliteit, wil AvH bijdragen tot een betere wereld. De sterke positie die onze dochterondernemingen in dit opzicht blijven innemen, hebben we te danken aan de toewijding en inzet van onze medewerkers. We willen hulde brengen aan al onze managementteams en medewerkers, die hard hebben gewerkt om de sterke positionering van onze deelnemingen op hun markten te behouden en relevante oplossingen te blijven bieden aan hun klanten.
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
John-Eric Bertrand co-CEO
Piet Dejonghe co-CEO
Geachte aandeelhouder,
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de activiteiten van onze vennootschap gedurende het afgelopen boekjaar en zowel de enkelvoudige als de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2023 ter goedkeuring voor te leggen. De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening worden samengevoegd overeenkomstig artikel 3:32 §1, laatste lid, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Tijdens het afgelopen boekjaar hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in het kapitaal van de vennootschap. Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.278 euro en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder nominale waarde. Alle aandelen zijn volledig volgestort. In het kader van het aandelenoptieplan werden 80.000 opties toegekend in 2023. De per 31 december 2023 nog niet uitgeoefende opties geven gezamenlijk recht op verwerving van 339.600 aandelen Ackermans & van Haaren (1,01%). De vennootschap heeft op 31 oktober 2008 een transparantiemelding ontvangen in het kader van de overgangsregeling van de Wet van 2 mei 2007 waarbij Scaldis Invest NV, samen met Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje', haar deelnemingspercentage heeft meegedeeld. De relevante gegevens van deze transparantiemelding kunnen geraadpleegd worden op de website van de vennootschap (www.avh.be).
Voor een overzicht van de belangrijkste activiteiten van de groep tijdens het boekjaar 2023 verwijzen we naar het Woord van de Voorzitters (pag.14) en naar de Markante feiten (pag. 10).
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal bedroeg eind 2023 2.665 miljoen euro, een stijging met 97 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar (2022: 2.568 miljoen euro). De activa bestaan uit 9 miljoen euro materiële vaste activa (voornamelijk het kantoorgebouw gelegen aan de Begijnenvest en Schermersstraat te Antwerpen), 386 miljoen euro geldbeleggingen, 69 miljoen euro liquiditeiten en 2.163 miljoen euro financiële vaste activa. Aan de passiefzijde van de balans leidden de winst van het boekjaar van 266 miljoen euro en het over het boekjaar 2023 voorgestelde dividend van maximaal 114 miljoen euro tot een eigen vermogen van 2.481 miljoen euro (2022: 2.392 miljoen euro). Ackermans & van Haaren bezat op jaareinde 2023 791.366 eigen aandelen.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat (in euro) als volgt te bestemmen:
| (€) | |
|---|---|
| Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 2.079.410.439 |
| Winst van het boekjaar | 266.430.598 |
| Totaal te bestemmen | 2.345.841.037 |
| Toevoeging aan de wettelijke reserve | 0 |
| Toevoeging aan de onbeschikbare reserves | 66.435.533 |
| Toevoeging aan de beschikbare reserves | 0 |
| Vergoeding van het kapitaal(1) | 113.889.474 |
| Tantièmes | 870.000 |
| Winstpremie voor werknemers(2) | 433.200 |
| Over te dragen winst | 2.164.212.830 |
(1) Aan de gewone algemene vergadering van aandeelhouders van 27 mei 2024 zal worden voorgesteld om een dividend van 3,40 euro per aandeel goed te keuren. Dat komt overeen met een maximale uitkering van 113.889.474 euro.
(2) Winstdeelname ten gunste van werknemers van Ackermans & van Haaren overeenkomstig de bepalingen van het winstpremieplan goedgekeurd door de raad van bestuur van 23 februari 2023.
De raad van bestuur stelt voor een dividend uit te keren van 3,40 euro bruto per aandeel. Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het nettodividend 2,38 euro per aandeel. Aangezien eigen aandelen niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen aandelen aangehouden door Ackermans & van Haaren op 29 mei 2024 om 23.59 u CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt voor te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging) in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt 113.889.474 euro. Indien de gewone algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, wordt het dividend betaalbaar gesteld vanaf 3 juni 2024. Na deze bestemming, rekening houdend met het maximale voorgestelde totaalbedrag van de dividenden, bedraagt het eigen vermogen 2.481.211.491 euro en is het als volgt samengesteld:
| (€) |
|---|
| Kapitaal | |
|---|---|
| Geplaatst | 2.295.278 |
| Uitgiftepremies | 111.612.041 |
| Reserves | |
| Wettelijke reserve | 248.081 |
| Onbeschikbare reserves | 107.242.880 |
| Beschikbare reserves | 95.600.382 |
| Overgedragen winst | 2.164.212.830 |
| Totaal | 2.481.211.491 |
We verwijzen naar pagina 25.
De vennootschap organiseert op regelmatige tijdstippen kennisuitwisseling tussen de deelnemingen m.b.t. innovatie en onderzoek en ontwikkeling, waarbij de innovatieaanpak van de groepsvennootschappen wordt gestimuleerd ter ondersteuning van nieuwe product- en dienstenaanbiedingen en efficiëntere processen. De investment managers worden regelmatig opgeleid om de groepsvennootschappen op deze gebieden te ondersteunen en de innovatiebenadering in de strategieën van de groepsvennootschappen te verankeren. Voor meer informatie verwijzen we naar het Duurzaamheidsverslag, sectie 3. AvH als verantwoordelijke en actieve partner (pag. 48).
Binnen de groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële instrumenten die het risico van veranderende interestvoeten of wisselkoersen indekken. De tegenpartijen van deze financiële instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken. Eind 2023 had Ackermans & van Haaren geen dergelijke instrumenten uitstaan.
In 2023 diende geen toepassing te worden gemaakt van de belangenconflictenregeling van artikel 7:96 WVV.
Overeenkomstig artikel 3:65, §3 WVV wordt meegedeeld dat een vergoeding werd betaald aan EY Bedrijfsrevisoren ten bedrage van 9.675 euro (excl. btw) voor een nazicht inzake de toepassing van ESEF, en aan EY Tax Consultants ten bedrage van 34.451 euro (excl. btw) voor fiscaal advies.
Op 20 oktober 2023 heeft de buitengewone algemene vergadering de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren gemachtigd om eigen aandelen in te kopen binnen een bepaalde koersvork en dit gedurende een periode van vijf jaar.
Op 31 december 2023 bezat AvH in totaal 791.366 eigen aandelen (2,36% van het aandelenkapitaal):
Meer details hierover zijn terug te vinden in de financiële staten.
Per 31 december 2023 is de situatie als volgt:
| Aantal eigen aandelen | 791.366 (2,36%) |
|---|---|
| Fractiewaarde per aandeel | 0,07 euro |
| Gemiddelde prijs per aandeel | 135,47 euros |
| Totale investeringswaarde | 120.731.656 euro |
Op 18 februari 2008 heeft Scaldis Invest de vennootschap een mededeling verstuurd, opgesteld overeenkomstig artikel 74, §7 van de Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Uit deze mededeling blijkt dat Scaldis Invest 33% van de effecten met stemrecht bezit van Ackermans & van Haaren en dat Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje' de uiteindelijke controle heeft over Scaldis Invest.
De buitengewone algemene vergadering heeft op 20 oktober 2023 de machtiging aan de raad van bestuur hernieuwd om in geval van een openbaar overnamebod op de effecten van Ackermans & van Haaren gebruik te maken van het toegestane kapitaal (500.000 euro) onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken indien de mededeling van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) aan de vennootschap dat zij in kennis is gesteld van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na de datum van voormelde buitengewone algemene vergadering wordt ontvangen (d.i. 20 oktober 2026).
De raad van bestuur is tevens gemachtigd om, gedurende een periode van drie jaar vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (d.i. tot 31 oktober 2026), aandelen van de vennootschap te verkrijgen of te vervreemden wanneer dat noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat de vennootschap een ernstig en dreigend nadeel zou lijden.
Dit hoofdstuk beschrijft in algemene bewoordingen enerzijds de risico's waarmee Ackermans & van Haaren wordt geconfronteerd als internationale investeringsmaatschappij en anderzijds de operationele, financiële en ESG-risico's verbonden aan de verschillende segmenten waarin zij actief is (hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via haar deelnemingen). Voor de ESG-risico's verwijzen we ook naar de materialiteitsmatrix in Duurzaamheid: bijlage, sectie 1. ESG-beleid.
Het executief comité van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de voorbereiding van een kader van interne controle en risicobeheer dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur. De raad van bestuur is bevoegd voor de beoordeling van de implementatie van dat kader, rekening houdend met de aanbevelingen van het auditcomité. Minstens eenmaal per jaar evalueert het auditcomité de systemen van interne controle die het executief comité heeft uitgewerkt om zich ervan te vergewissen dat de voornaamste risico's behoorlijk werden geïdentificeerd, gemeld en beheerd. De dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren zijn verantwoordelijk voor het beheer van hun eigen operationele en financiële risico's.
Deze risico's, die variëren naargelang de sector, worden niet centraal beheerd op het niveau van Ackermans & van Haaren. De managementteams van de dochtervennootschappen rapporteren aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risicobeheer.
Het doel van Ackermans & van Haaren is aandeelhouderswaarde te creëren door te investeren op lange termijn in een beperkt aantal strategische participaties. De beschikbaarheid van opportuniteiten voor investeringen en desinvesteringen is echter onderhevig aan geopolitieke en macro-economische omstandigheden en wordt beïnvloed door toenemende concurrentie op een private equity-markt die steeds mondialer wordt.
De definitie en de uitvoering van de strategie van de deelnemingen zijn eveneens afhankelijk van voormelde omstandigheden, bijvoorbeeld bij geopolitieke spanningen (bv. het militair conflict tussen Rusland en Oekraïne) of een pandemie (zoals COVID-19). Door als proactieve aandeelhouder te focussen op langetermijnwaardecreatie en operationele en financiële discipline, tracht Ackermans & van Haaren deze risico's zo veel mogelijk te beperken.
De vertegenwoordigers van Ackermans & van Haaren in de raden van bestuur van de deelnemingen zien er eveneens op toe dat de deelnemingen zich zo organiseren dat geldende wet- en regelgeving wordt nageleefd, met inbegrip van allerhande internationale en zogenaamde 'compliance'-regels. Ackermans & van Haaren werkt in verschillende deelnemingen samen met partners. Bij Delen Private Bank bijvoorbeeld wordt de controle gedeeld met de familie Jacques Delen. Strategische beslissingen vereisen het voorafgaandelijk akkoord van beide partners. In bepaalde deelnemingen bezit Ackermans & van Haaren een minderheidsbelang. De verminderde controle die daaruit kan voortvloeien, zou tot relatief meer risico's kunnen leiden. Dit wordt evenwel gecompenseerd door een nauwe samenwerking met, en een actieve vertegenwoordiging in, de raad van bestuur van de betrokken groepsvennootschappen.
Ackermans & van Haaren gelooft dat een doordacht en strategisch gericht ESG-beleid bijdraagt tot de duurzame groei van de groep op lange termijn. AvH wil de veerkracht van haar deelnemingen vergroten door te anticiperen op potentiële risico's en door ESG-factoren systematisch op te nemen in de bedrijfscultuur en bedrijfsmodellen, zowel op groeps- als op participatieniveau. ESG-risico's hebben betrekking op milieu-, sociale of bestuurskwesties (zoals innovatie en cybersecurity) rekening houdend met een dubbel materialiteitsperspectief, d.w.z. hun invloed op de resultaten van de vennootschap en de invloed van de activiteiten van de vennootschap op de samenleving.
De ESG-risico's worden steeds belangrijker, terwijl tegelijkertijd de regelgeving en rapporteringsvereisten toenemen. Daarom worden benaderingen voor compliance en risicobeperking gecombineerd om optimaal gebruik te maken van de regelgevende omgeving. AvH stimuleert geleidelijk aan een betere koppeling tussen de financiële en de ESG-prestaties om de uitgevoerde analyses verder te verbeteren, steunend op een betere verzameling en interpretatie van gegevens.
Materiële ESG-risico's worden systematisch in kaart gebracht en geïntegreerd in het verantwoord investeringsbeleid van AvH en in haar engagement met de participaties als actieve en verantwoordelijke eigenaar. Het ESG-beleid wordt jaarlijks besproken door de raad van bestuur. Processen (bv. governancestructuren, gepaste beleidslijnen, kwaliteitsborgingsprocessen of innovatie-initiatieven) en streefdoelen, afhankelijk van hun materialiteit voor AvH, zijn opgezet om de weerbaarheid van AvH en de groep verder te versterken.
AvH streeft naar een duurzame mix van activiteiten in haar investeringsportefeuille. AvH investeert zowel in bedrijven met een primaire focus op duurzaamheid als in bedrijven die actief zijn in sectoren met specifieke ESG-uitdagingen die hun transitie ondersteunen. AvH wil een verschil maken door te investeren in bedrijven met een duidelijk ESG-beleid en een duidelijke agenda, en wil hen helpen om best-in-class te zijn of te worden op het gebied van ESG. AvH werkt samen met de groepsvennootschappen om dit in kaart te brengen en te integreren in hun bedrijfsstrategie.
De ESG-risico's zijn gebaseerd op de materialiteitsanalyses die beschikbaar
zijn in Duurzaamheid: bijlage, sectie 1. ESG-beleid. Meer informatie kan teruggevonden worden in het hoofdstuk Duurzaamheidsverslag (ESG), sectie 1. Uw partner voor duurzame groei. De evolutie op langere termijn van de belangrijkste financiële en ESG-cijfers van AvH toont aan dat AvH erin geslaagd is om veerkracht te creëren.
Als een op Euronext Brussels genoteerde vennootschap is Ackermans & van Haaren onderworpen aan bepalingen op het vlak van o.m. informatieverplichtingen, transparantiemeldingen, openbare overnamebiedingen, deugdelijk bestuur en misbruik van voorwetenschap. Ackermans & van Haaren monitort haar naleving van deze vaak wijzigende wet- en regelgeving. De volatiliteit op de financiële markten heeft een invloed op de waarde van het aandeel van Ackermans & van Haaren en van haar genoteerde groepsvennootschappen. Zoals hoger vermeld, streeft Ackermans & van Haaren naar een systematische creatie van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Koersschommelingen op korte termijn kunnen leiden tot een tijdelijk afwijkend risicoprofiel voor de aandeelhouder.
Ackermans & van Haaren heeft voldoende middelen ter beschikking om haar strategie uit te voeren en streeft naar een positieve nettocashpositie. De dochtervennootschappen zijn verantwoordelijk voor hun eigen financiering, met dien verstande dat Ackermans & van Haaren in principe geen kredietlijnen of zekerheden verschaft aan of ten behoeve van haar deelnemingen. Op 31 december 2023 waren er geen externe financiële schulden van 'AvH & subholdings'.
Ackermans & van Haaren beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro) van verschillende banken waarmee het op lange termijn samenwerkt. De raad van bestuur is van oordeel dat het liquiditeitsrisico eerder beperkt is.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2023 gerespecteerd.
Met de toenemende afhankelijkheid van technologie in alle aspecten van het leven, neemt ook het risico van falende technologieën toe. Bovendien vormen cyberaanvallen een groot operationeel risico voor bedrijven. Om deze risico's te beperken, heeft Ackermans & van Haaren een passende digitale strategie aangenomen, waarin het bepaalt hoe haar werknemers moeten omgaan met technologie en digitale middelen en hoe deze moeten worden ingezet om de bedrijfsdoelstellingen te behalen. De digitale strategie zorgt ervoor dat Ackermans & van Haaren niet alleen klaar is voor de huidige technologieën maar ook voorbereid is op toekomstige ontwikkelingen.
De IT-architectuur van Ackermans & van Haaren heeft als doel een betrouwbare, veilige, functionele en toch flexibele werkomgeving te creëren. Om de continuïteit hiervan veilig te stellen heeft Ackermans & van Haaren passende oplossingen en procedures geïmplementeerd waardoor informatieherstel en beveiliging van gegevens kunnen worden gewaarborgd. Risico's op inbraak of cyberaanvallen worden voortdurend geanalyseerd en geëvalueerd om, indien nodig, passende maatregelen te nemen.
De operationele risico's van dit segment zijn vooral verbonden aan de uitvoering van vaak complexe aannemingswerken te land en op het water en hebben o.m. betrekking op: (i) het technisch ontwerp van de projecten en de integratie van nieuwe technologieën; (ii) de bepaling van de prijs bij aanbesteding met, in geval van afwijking, de mogelijkheid of onmogelijkheid om zich in te dekken tegen meerkosten en prijsverhogingen; (iii) de prestatieverplichtingen (naar kosten, conformiteit, kwaliteit, uitvoeringstermijn) met de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen die daaraan verbonden zijn; (iv) het tijdsverschil tussen de offerte en de daadwerkelijke uitvoering; (v) de evolutie van het reglementair kader; en (vi) de relaties met onderaannemers, leveranciers en partners. DEME Group is, zowel als eisende als verwerende partij, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Indien de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor voorzieningen aangelegd in de rekeningen. Op nieuwe markten, zoals de ontwikkeling van concessies, worden de bedrijven geconfronteerd met een wijzigende reglementaire omgeving, technologische evoluties en de financiering van grootschalige projecten. Om deze risico's het hoofd te kunnen bieden, werken de groepsvennootschappen met gekwalificeerde en ervaren medewerkers. Door deelname aan risico- en auditcomités bij DEME Group en CFE volgt Ackermans & van Haaren de operationele risico's op de voornaamste projecten op vanaf de aanbestedingsfase.
De bouw- en baggersector is onderhevig aan conjuncturele bewegingen, zowel op de nationale als de internationale markt. Het investeringsbeleid van zowel private opdrachtgevers (bv. petroleummaatschappijen of mijnbouwgroepen) als lokale en nationale overheden wordt hierdoor immers beïnvloed. Aangezien DEME Group, CFE en Deep C Holding actief zijn of waren in landen zoals Oman, Qatar, Vietnam en Nigeria, zijn ze blootgesteld aan politieke risico's. Hier gelden in de eerste plaats kredietverzekering en een sterk lokaal netwerk als belangrijkste instrumenten van risicomanagement.
DEME Group is in belangrijke mate actief buiten de eurozone en loopt daardoor een wisselkoersrisico. DEME Group dekt zich in regel in tegen wisselkoersschommelingen of gaat over tot termijnverkoop van vreemde valuta's. Ook bepaalde materialen of grondstoffen, zoals brandstof, kunnen worden ingedekt. Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de eurozone en desgevallend wordt de blootstelling aan wisselkoersschommelingen zoveel mogelijk beperkt. Deep C Holding handelt voornamelijk in Vietnam en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de USD en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Deep C Holding voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, is de blootstelling van de groep aan wisselkoersschommelingen in commerciële transacties inherent beperkt.
Gelet op de omvang van de contracten in dit segment wordt ook het kredietrisico van nabij opgevolgd. Zowel DEME Group als CFE hebben procedures om het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Om het risico in te dijken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen zij desgevallend hun positie bij. Zo doet DEME Group geregeld een beroep op de Credendo Group indien het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door een kredietverzekering kan worden gedekt. Bovendien wordt een groot deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Voor grote infrastructuurbaggerwerken is DEME Group afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren.
Het kredietrisico van Deep C Holding, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de krediet- en garantielijnen te spreiden over verschillende banken en bij voorkeur op lange termijn. DEME Group waakt permanent over haar balansstructuur en streeft een evenwicht na tussen de geconsolideerde eigen vermogenspositie en de geconsolideerde nettoschulden. De investeringen van DEME Group gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME Group streeft er daarom naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME Group heeft sinds 2015 een nieuwe bankfinancieringsstructuur uitgewerkt, gebaseerd op bilaterale, niet-gewaarborgde financiering op lange termijn met meerdere banken. Bepaalde kredietovereenkomsten bevatten ratio's (covenants), die DEME Group dient na te leven. Dat was ook per eind 2023 het geval.
DEME Group wordt geconfronteerd met ESG-risico's met een potentiële impact (pre-mitigatie) op AvH-groepsniveau. De activiteiten van DEME Group brengen risico's en opportuniteiten met zich mee in verband met 'klimaat en energie', 'gezondheid en veiligheid' en 'bedrijfsethiek'.
Zowel de bagger- als de offshore windactiviteiten stoten CO2 uit, voornamelijk als gevolg van het brandstofverbruik van de schepen die nodig zijn voor de landwinning, de aanleg van haveninfrastructuur en de bouw van funderingen voor windturbines. DEME Group past brandstofbesparende technologieën toe op de hele vloot. Naast het huidige gebruik van koolstofarme brandstoffen start DEME met de eerste proefprojecten om praktische ervaring op te doen met toekomstige groene brandstoffen. Er blijft echter een grote mate van onzekerheid over de specifieke brandstoffen die de toekomstige markt zullen domineren, hun beschikbaarheid en de bunkercapaciteit. Het emissiehandelssysteem (ETS) zal geleidelijk worden ingevoerd voor maritieme transportactiviteiten, ook voor offshore schepen. DEME Group evalueert momenteel de impact hiervan en houdt er rekening mee in haar koolstofreductiestrategie.
Risico's met betrekking tot gezondheid en veiligheid gelden zowel voor de werknemers als voor de onderaannemers, vanwege de aard van hun activiteiten. Zowel DEME Group als CFE kunnen aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen, zelfs als deze niet aan hen te wijten zijn. Om dat risico te beperken, investeren deze vennootschappen doorlopend in het verbeteren van de veiligheidscultuur en het veiligheidsbewustzijn. Bovendien is gezondheid en veiligheid een onderwerp dat systematisch wordt gemonitord door hun raden van bestuur.
DEME Group monitort haar procedures ter vermijding van fraude- en integriteitsrisico's en stelt die desgevallend bij. DEME Group hanteert een 'Code of ethics and business integrity' en diverse specifieke beleidsdocumenten ('Compliance policy & practices', 'Human Rights Policy' & 'Whistle blower policy & procedures'). Aan deze 'Code of ethics and business integrity' is een jaarlijkse verplichte training verbonden. De procedures in geval van samenwerking met derde partijen werden ook in 2023 strikt toegepast.
In september 2023 werden bepaalde bedrijven van de DEME-groep gedagvaard voor de correctionele rechtbank in Gent. Deze beslissing volgde op een gerechtelijk onderzoek dat werd gevoerd naar de omstandigheden waarin in april 2014 een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een voormalige Russische joint venture vennootschap van de groep DEME, voor de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland). De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015. Het onderzoek werd gestart na een klacht van een concurrent aan wie dit contract niet werd gegund via een onderhandse gunning en is uitsluitend gebaseerd op selectieve informatie van deze concurrent. Deze concurrent heeft inmiddels definitief afstand gedaan van zijn klacht met burgerlijke partijstelling. Op de inleidende zitting van 6 december 2023 heeft de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, een kalender vastgesteld voor de uitwisseling van conclusies. De bedrijven van DEME krijgen nu voor het eerst de kans om inhoudelijke argumenten aan te dragen met betrekking tot de tenlasteleggingen van het Openbaar Ministerie. Dit betekent dat er tot nu toe nog geen beoordeling van de zaak ten gronde heeft plaatsgevonden, waarover uitgebreid zal moeten worden gedebatteerd, zowel schriftelijk als mondeling. Het is in de huidige omstandigheden dan ook voorbarig te speculeren over de uitkomst van deze procedure. Er bestaat echter duidelijk geen risico meer op betaling van een civiele schadevergoeding aan de eiser, die, zoals hierboven vermeld, definitief afstand heeft gedaan van zijn klacht met burgerlijke partijstelling.
Zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda zijn gespecialiseerde nichespelers met een cultuur van voorzichtigheid. Bij Delen Private Bank weerspiegelt zich dit in haar beleid voor vermogensbescherming en verantwoord beleggen. Bij Bank Van Breda komt dit tot uiting in haar 'veilige haven' beleid. Beide beleidslijnen kunnen een impact hebben op AvH-groepsniveau. Daarom zijn op de verschillende governanceniveaus passende controle-instrumenten opgezet.
Het operationele risico heeft een beperkte impact op beide banken. Operationele afdelingen en controlefuncties werken nauw samen in een 'three lines of defence'-model om de kwaliteit van operaties te bewaken. Zij worden hierin bijgestaan door een performant informaticasysteem dat de belangrijkste processen automatiseert en voorziet van ingebouwde controles. Teneinde de continuïteit van de activiteiten te verzekeren in het geval een noodsituatie zich zou voordoen, beschikken beide organisaties over uitgewerkte continuïteits- en herstelplannen.
Het kredietrisico en het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille worden zowel bij Delen Private Bank als bij Bank Van Breda al jarenlang bewust erg laag gehouden. De banken beleggen conservatief. Bij Delen Private Bank is de kredietverlening zeer beperkt qua volume, gezien dit enkel een ondersteunend product in het kader van het vermogensbeheer is. De kredieten betreffen meestal tijdelijke overbruggingsbehoeften en worden ruimschoots gedekt door een pand op een effectenportefeuille. Het kredietrisico bij JM Finn is zeer beperkt. De kredietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid onder het cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Om de impact van het klimaat op het kredietrisico te beoordelen, verzamelt de bank gegevens en analyseert ze de energie-efficiëntie van woninghypotheken. Daarnaast beoordeelt ze de potentiële blootstelling aan klimaatrisico voor zowel woninghypotheken als investeringsleningen met onroerend goed als onderpand en monitort ze de potentiële impact hiervan op de kredietportefeuille.
Het fraude- en compliancerisico heeft altijd prioritaire aandacht gekregen bij Delen Private Bank en Bank Van Breda. De banken investeren in verdere digitalisering van hun cliëntenacceptatiebeleid, o.m. via de ontwikkeling van Delen Family Services.
Bank Van Breda voert een voorzichtig beleid inzake renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten (een combinatie van renteswaps en opties) in om dit te corrigeren. Het renterisico bij Delen Private Bank is beperkt, gelet op het feit dat zij zich hoofdzakelijk richt op vermogensbeheer.
Delen Private Bank streeft ernaar het wisselkoersrisico continu te beperken. De posities in deviezen worden stelselmatig gevolgd en ingedekt. De nettoblootstelling aan het Britse pond wordt gedeeltelijk beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn gemilderd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting, ten opzichte van de 7% minderheidsaandeelhouders van JM Finn.
Het liquiditeits- en solvabiliteitsrisico wordt permanent bewaakt in het kader van een proactief risicobeheer. De banken willen er zich op elk moment van verzekeren dat ze aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico's. Bovendien beschikken beide groepen over meer dan voldoende liquide middelen om aan de verplichtingen te voldoen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden, en over sterke CET1-ratio's.
Beide banken hebben voldoende bescherming tegen het inkomstenvolatiliteitsrisico. De exploitatiekosten van Delen Private Bank worden meer dan volledig gedekt door het aandeel vaste opbrengsten, terwijl bij Bank Van Breda de inkomsten uit relatiebankieren gediversifieerd zijn, zowel naar klanten als naar producten, en worden aangevuld door de gespecialiseerde 'vendor'-activiteit voor autodealers (Van Breda Car Finance).
Het marktrisico kan enerzijds voortvloeien uit de beperkte kortetermijnbeleggingen in eigen naam van Delen Private Bank en van Bank Van Breda en anderzijds kan dit risico zich voordoen op openstaande posities op tussenrekeningen via dewelke effecten voor klantenportefeuilles worden verhandeld. De posities op deze tussenrekeningen worden systematisch geliquideerd, zodat de bank niet aan een marktrisico onderhevig is. De marktwaarde van de vermogens die voor klanten worden beheerd, wordt mee bepaald door de evoluties op de financiële markten. Ook al heeft dit geen rechtstreekse impact op de vermogenspositie van de beide banken, toch is het totaal volume aan beheerde vermogens een bepalende factor voor hun bedrijfsopbrengsten.
Delen Private Bank en Bank Van Breda worden geconfronteerd met ESG-risico's met een potentiële impact (pre-mitigatie) op AvH-groepsniveau. Deze hebben betrekking op het 'datalek- en privacyrisico' en het 'fraude- en integriteitsrisico'.
Beide banken verwerken grote hoeveelheden gegevens met potentiële datalekken en privacyrisico's. De bescherming van data en privacy hebben altijd veel aandacht gekregen omdat ze essentieel zijn voor het vertrouwen van hun klanten en reputatie. Beide banken behandelen en beschermen gevoelige informatie die wordt gegenereerd in het kader van hun dagelijkse activiteiten in overeenstemming met de wetgeving en de toepasselijke richtlijnen.
Beide banken zijn actief in een risicovolle omgeving, inclusief fraude- en integriteitsrisico's. Het risicobeheer is essentieel voor hun groei en het vertrouwen van hun klanten. Beleidslijnen en processen tegen omkoping, witwassen, belangenverstrengeling en marktmisbruik benadrukken hun streven naar integriteit.
Een eerste cruciaal element in de operationele risico's in de vastgoedsector betreft de kwaliteit van het aanbod van gebouwen en diensten. Daarnaast moeten langetermijnhuurcontracten met solvabele huurders een zo hoog mogelijke bezettingsgraad en een recurrente inkomstenstroom verzekeren en het risico op wanbetaling beperken. Ten slotte worden ook het renovatie- en onderhoudsrisico permanent opgevolgd.
De vastgoedontwikkelingsactiviteit is onderhevig aan cyclische schommelingen (conjunctuurrisico). De inkomsten van Nextensa en de waarde van haar portefeuille zijn in zeer grote mate gerelateerd aan het type vastgoed waaruit haar portefeuille is samengesteld (kantoren, retail en overige) en de locatie (Luxemburg, België en Oostenrijk). De spreiding van de vastgoedactiviteiten over verschillende sectoren en landen leidt tot een beperking van dit risico.
Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige langetermijnkredietfaciliteiten en back-uplijnen voor haar commercial paper om bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Dankzij deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt.
Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Nextensa financiert haar activiteiten via bankfinanciering en obligatiefinanciering. Per 31 december 2023 beschikte Nextensa over bevestigde kredietlijnen voor 871 miljoen euro, waarvan 164 miljoen euro nog niet was opgenomen. De gemiddelde duur van de kredietlijnen bedroeg 2,08 jaar op 31 december 2023 voor het gedeelte van de investeringsportefeuille en 1,31 jaar voor het gedeelte van de financieringen gerelateerd aan de ontwikkelingsportefeuille.
Het indekkingsbeleid van de vastgoedactiviteiten is erop gericht het renterisico zoveel mogelijk in te perken. De hedge ratio bedroeg 79% in 2023. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van financiële instrumenten.
Het primaire ESG-risico van Nextensa houdt verband met de klimaatmitigatie, met een aanzienlijke focus op de energie-efficiëntie. Dit heeft zowel betrekking op het projectontwerp voor vastgoedontwikkelingsactiviteiten als op de waarde van haar portefeuille. Met de EU-taxonomie als leidraad integreert Nextensa de klimaatmitigatie in haar visie om vastgoed verder te ontwikkelen en erin te investeren. Er werd geen ESG-risico geïdentificeerd op het niveau van Nextensa met een potentiële impact (pre-mitigatie) op AvH-groepsniveau.
De focus van dit segment ligt op bedrijven in groeimarkten, zoals India, Singapore en Indonesië. Vermits de betrokken bedrijven in belangrijke mate actief zijn buiten de eurozone (Sagar Cements in India, Verdant Bioscience in Singapore en Indonesië, SIPEF in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust) is het wisselkoersrisico (zowel op de balans als op de resultatenrekening) hier relevanter dan in de andere segmenten. Ook de geopolitieke ontwikkelingen in deze regio's zijn een extra aandachtspunt.
Het productieproces van Sagar Cements heeft te maken met ESG-risico's die geassocieerd worden met de cementindustrie, zoals energie-intensieve activiteiten, hoge koolstofemissies, gebruik van hulpbronnen, water, afvalproductie en vervuiling. Sagar Cements heeft een ESG-roadmap voor 2030 ontwikkeld en hefbomen geïdentificeerd om haar processen koolstofarm te maken. Sagar Cements heeft het Science Based Targets-initiatief (SBTi) onderschreven en toont daarmee haar proactieve aanpak om deze risico's te beperken.
Om de productie in verschillende landen te kunnen verzekeren en verder uit te bouwen, is het behoud van de eigendoms- en gebruiksrechten van primordiaal belang voor SIPEF. De groep onderhoudt hiervoor een constructieve relatie met de bevoegde autoriteiten en monitort permanent deze rechten.
De geproduceerde volumes, gerealiseerde omzet en marges van SIPEF worden beïnvloed door klimatologische omstandigheden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en vochtigheidsgraad. De potentiële fysieke gevolgen van de klimaatverandering zijn onzeker en kunnen naargelang de regio en het product verschillen. SIPEF monitort het grondwaterpeil om systemen te ontwerpen voor de retentie van water, onderhoudt bufferzones en investeert in brandpreventie/bewaking.
Door de toenemende bezorgdheid over duurzaamheid zouden strengere regels kunnen worden opgelegd aan bedrijven. De oliepalmplantages van SIPEF volgen de RSPO-normen en voldoen aan de RSPO-principes en -criteria. Als SIPEF er echter niet in zou slagen om aan strengere vereisten te blijven voldoen, kan het haar certificering verliezen of kan deze worden opgeschort.
De groep is in dit segment ook blootgesteld aan schommelingen in de prijzen van grondstoffen (SIPEF: voornamelijk palmolie en palmpitolie; Sagar Cements: steenkool en elektriciteit). SIPEF wordt bovendien geconfronteerd met een exportheffing op palmolie uit Indonesië. Vanwege de onzekerheid van de bepaling van de lokale referentieprijs voor palmolie, worden de beschikbare palmolievolumes uit Indonesië elke maand op de markt gebracht en worden de verwachte volumes van de SIPEF-plantages in dit land niet meer op termijn ingedekt.
Verdant Bioscience is een biotechnologiebedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling van hoogrenderende F1-hybride zaden van oliepalm. Aangezien de resultaten van deze ontwikkeling pas over enkele jaren zullen bekend worden, wordt de activiteit van Verdant Bioscience gekenmerkt door een hoger risicoprofiel.
Op het niveau van deze bedrijven werden geen ESG-risico's geïdentificeerd met een potentiële impact (pre-mitigatie) op AvH-groepsniveau.
Ackermans & van Haaren stelt risicokapitaal ter beschikking aan bedrijven met internationaal groeipotentieel. De investeringshorizon is gemiddeld langer dan die van de typische private equity-investeerders. Deze investeringen gebeuren doorgaans met conservatieve schuldratio's, waarbij in principe geen voorschotten of zekerheden aan of ten behoeve van de betrokken deelnemingen worden verleend. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bovendien bij aan een spreiding van de economische en financiële risico's. Ackermans & van Haaren financiert deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
De conjuncturele omgeving heeft een rechtstreekse impact op de resultaten van de participaties. Het gediversifieerde activiteitenprofiel van de participaties over diverse sectoren zorgt voor een gedeeltelijke bescherming tegen economische risico's.
Elke participatie is onderhevig aan specifieke operationele risico's zo-
als de schommeling van de prijzen van diensten en grondstoffen, het vermogen om de verkoopprijs aan te passen en concurrentierisico's. De bedrijven volgen deze risico's zelf en trachten ze door middel van operationele en financiële discipline en een strategische focus te beperken. De monitoring en controle door Ackermans & van Haaren als proactieve aandeelhouder spelen hier ook een belangrijke rol.
Investeren in life sciences brengt specifieke risico's met zich mee omdat de sector afhankelijk is van lange productontwikkelingscycli, wettelijke goedkeuringen en marktacceptatie, die allemaal zeer onvoorspelbaar kunnen zijn.
Verschillende participaties (bv. Turbo's Hoet Groep) zijn in belangrijke mate actief buiten de eurozone. Dit kan aanleiding geven tot grotere risico's als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeurtenissen. Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf gevolgd en aangestuurd.
Op het niveau van deze bedrijven werden geen ESG-risico's geïdentificeerd met een potentiële impact (pre-mitigatie) op de groep AvH.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de 'International Financial Reporting Standards' (IFRS).
Het geconsolideerd balanstotaal van de groep per 31 december 2023 bedroeg 19.021 miljoen euro, een stijging met 8% tegenover 2022 (17.677 miljoen euro). Dit balanstotaal wordt beïnvloed door de manier waarop bepaalde deelnemingen in de consolidatie worden verwerkt. Met name de integrale consolidatie van de deelneming in Bank Van Breda heeft een grote impact op de geconsolideerde balans.
Het eigen vermogen (deel groep) per eind 2023 bedroeg 4.914 miljoen euro, een stijging met 280 miljoen euro ten opzichte van 2022 (4.634 miljoen euro). In mei 2023 heeft Ackermans & van Haaren een brutodividend uitgekeerd van 3,10 euro per aandeel, wat resulteerde in een daling van het eigen vermogen met 103 miljoen euro.
In 2023 heeft Ackermans & van Haaren 95,6 miljoen euro geïnvesteerd in de verdere uitbouw van haar portefeuille, waaronder 10,2 miljoen euro in SIPEF en 14,2 miljoen euro in Nextensa. 100 miljoen euro werd toegewezen aan de investering in IQIP (in afwachting van de indiening van het mededingingsdossier), 31 miljoen euro in de portefeuille India & Zuidoost-Azië (o.a. Camlin Fine Sciences) en 7 miljoen euro in het segment life sciences (o.a. Vico Therapeutics). De desinvesteringen vertegenwoordigden 68 miljoen euro in 2023, een scherpe daling ten opzichte van de recordopbrengsten van 472,9 miljoen euro in 2022 op de verkoop van Anima en Manuchar. Andere wijzigingen aan de consolidatiekring in 2023 worden toegelicht in toelichting 2.
Eind 2023 beschikte AvH over een nettocashpositie van 517,5 miljoen euro, tegenover 498,7 miljoen euro eind 2022. Deze positie omvat een bedrag van 120,7 miljoen euro aan eigen aandelen. 339.600 eigen aandelen worden aangehouden als dekking voor uitstaande optieverplichtingen. Ze worden opgenomen tegen de marktprijs van de overeenkomstige opties of hun uitoefenprijs indien deze lager is. Alle andere ingekochte eigen aandelen worden opgenomen tegen marktwaarde. De resterende 396,8 miljoen euro bestaat uit liquide middelen, termijndeposito's en een portefeuille van 44,9 miljoen euro beursgenoteerde investeringen op het niveau van AvH. Eind 2023 hadden AvH & subholdings geen financiële schulden.
De bijdrage van de kernsectoren tot de groepswinst bedroeg in 2023 377,4 miljoen euro (2022: 354,4 miljoen euro). Een gedetailleerde beschrijving van de resultaten van de verschillende participaties van de groep is weergegeven in de bijlage 'Kerncijfers' en in het activiteitenverslag van het jaarverslag.
In januari 2024 combineerden EMG (AvH 22,74%), een toonaangevende wereldwijde leverancier van diensten voor televisie en mediaoplossingen voor live sport, entertainment en evenementen, en Gravity Media, een wereldwijde leverancier van complexe creatieve live productie- en mediadiensten, hun ondernemingen tot een van 's werelds grootste en belangrijkste audiovisuele productiebedrijven. De nieuwe onderneming, die te gepasten tijde een formele naam zal krijgen, zal over een aanzienlijke wereldwijde capaciteit beschikken, waaronder meer dan 100 vrachtwagens en flypacks en 40 studio's en productiefaciliteiten in Europa, het Midden-Oosten, de Verenigde Staten en Australië, die deel zullen uitmaken van de nieuwe wereldwijde onderneming. Het bedrijf zal 30 kantoren hebben in 12 landen, met in totaal 2.000 werknemers in vaste dienst en met toegang tot een wereldwijd netwerk van freelancers. De bedrijfscombinatie leidde niet tot bijkomende investeringen door AvH en zal naar verwachting ook geen onmiddellijke impact hebben op de resultaten van AvH, maar verwaterde wel de participatie van AvH tot 15,8%.
Van Moer Logistics heeft ambitieuze plannen om haar groei door te zetten. Ter financiering daarvan hebben AvH Growth Capital en het stichterskoppel Jo Van Moer - Anne Verstraeten in maart 2024 samen een kapitaalsverhoging doorgevoerd van in totaal 25 miljoen euro. Het deelnemingspercentage van AvH Growth Capital in Van Moer Logistics is na deze operatie gestegen tot 32,4%. Gelijktijdig met deze kapitaalsverhoging heeft AvH Growth Capital 33,3% verworven in het kapitaal van Blue Real Estate.
Eveneens in maart 2024 heeft Delen Private Bank een akkoord bereikt met de aandeelhouders van Box Consultants (Nederland) over de overname van 100% van de aandelen. De overname leidt tot ruim een verdubbeling van het beheerd vermogen van Delen Private Bank Nederland.
Bij de integraal geconsolideerde participaties van Ackermans & van Haaren, ontwikkelen het O&O team en het Central Competence Center van DEME Group baanbrekende, innovatieve technologieën en zijn de studieafdelingen van CFE betrokken bij projecten in burgerlijke bouwkunde en bouw. Via Verdant Bioscience zijn Ackermans & van Haaren en SIPEF betrokken bij de ontwikkeling van oliepalmzaden met hoge opbrengst. Zowel Bank Van Breda als Delen Private Bank hebben in de ontwikkeling van specifieke beheersoftware geïnvesteerd. AstriVax, Biolectric, Biotalys, Indigo Diabetes, Medikabazaar, MRM Health, OncoDNA, OMP en Vico Therapeutics zijn innovatieve bedrijven in hun domein. Hun voortdurende aandacht voor technologische vernieuwing draagt bij tot een verbetering van hun competitieve positie op korte en middellange termijn. Mediahuis investeert aanzienlijk in digitale nieuwsmedia, wat resulteert in een steeds groter digitaal abonneebestand. Veel van AvH's groepsmaatschappijen passen machine learning en kunstmatige intelligentie (AI) toe om hun processen te optimaliseren of om nieuwe servicefuncties te ontwikkelen. De investment managers worden regelmatig opgeleid om de groepsvennootschappen op deze gebieden te ondersteunen en de innovatiebenadering in de strategieën van de groepsvennootschappen te verankeren. Voor meer details verwijzen we naar het Duurzaamheidsrapport, sectie 3 AvH als een verantwoordelijke en actieve partner.
Binnen de groep (o.a. DEME Group, Deep C Holding, Bank Van Breda, Nextensa) wordt een voorzichtig beleid gevoerd inzake renterisico's door gebruik te maken van renteswaps en opties. Veel groepsvennootschappen zijn ook actief buiten de eurozone (o.a. DEME Group, Deep C Holding, Delen Private Bank, SIPEF, Sagar Cements en Turbo's Hoet Groep). Rente en wisselkoersen worden beheerd op het niveau van de deelnemingen en ingedekt wanneer mogelijk en nuttig geacht door die deelneming.
De raad van bestuur is ervan overtuigd dat de participaties van Ackermans & van Haaren goed gepositioneerd zijn om ook in 2024 sterke resultaten neer te zetten. Behoudens onvoorziene omstandigheden, wordt verwacht dat de nettowinst van AvH hoger zal zijn dan in 2023.
Ackermans & van Haaren hanteert als referentiecode de Belgische Corporate Governance Code (de 'Code'). De Code kan worden geraadpleegd op de website van de Commissie Corporate Governance (www.corporategovernancecommittee.be). De Commissie heeft op 9 mei 2019 een nieuwe (derde) versie van de Code bekendgemaakt, die deze van 12 maart 2009 vervangt, en die op 1 januari 2020 in werking is getreden.
• Op 14 april 2005 heeft de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren het eerste Corporate Governance Charter ('Charter') goedgekeurd. De raad van bestuur heeft dit Charter nadien verschillende malen aangepast.

Het Charter kan in drie talen (Nederlands, Frans en Engels) worden geraadpleegd op de website van de vennootschap (www.avh.be). Aan de op de website beschikbare versie van het Charter werd de bijzondere volmacht aan het executief comité van 21 juni 2022 toegevoegd.
Dit hoofdstuk (de 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur') bevat de informatie zoals bedoeld in de artikelen 3:6, §2 en 3:32, §1, tweede lid, 7° WVV. In dit hoofdstuk wordt voorts, overeenkomstig de voorschriften van de Code, bijzondere aandacht besteed aan feitelijke informatie omtrent deugdelijk bestuur en wordt uitleg gegeven over de afwijkingen tijdens het afgelopen boekjaar van bepaalde bepalingen van de Code overeenkomstig het 'pas toe of leg uit'-principe ('comply or explain').
Raad van bestuur - van links naar rechts > Bart Deckers, Jacques Delen, Julien Pestiaux, Deborah Janssens, Sonali Chandmal, Luc Bertrand, Victoria Vandeputte, Pierre Willaert, Frank van Lierde, Thierry van Baren, Frederic van Haaren, Marion Debruyne

auditcomité remuneratiecomité benoemingscomité
Luc Bertrand (°1951, Belg)

Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur (KU Leuven). Hij startte zijn loopbaan bij Bankers Trust als Vice-President en Regional Sales Manager, Northern Europe. Sinds 1985 is hij bestuurder bij Ackermans & van Haaren, waar hij financieel directeur werd in 1986 en voorzitter van het executief comité was van 1990 tot 2016. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van CFE, DEME, SIPEF en JM Finn en bestuurder van Delen Private Bank, Bank Van Breda (tot 4 mei 2023) en Verdant Bioscience. Luc heeft een diepe ervaring op het gebied van deugdelijk bestuur en principes. Met zijn ervaring in verschillende audit- en risicocomités is hij goed thuis in risicobeheer en interne controlesystemen. Daarnaast is hij stichtend lid en voorzitter van de 'board of trustees' van Guberna, een Belgisch instituut dat goed bestuur bevordert. Hij is tevens voorzitter van Instituut de Duve en Middelheim Promotors, lid van verscheidene andere raden van bestuur van verenigingen zonder winstoogmerk en publieke instellingen zoals Museum Mayer van den Bergh en Europalia.
Sonali Chandmal

Einde mandaat 2027
(°1968, Belg en Overzees Burger van India)
Sonali Chandmal behaalde in 1992 een BA economie aan de University of California, Berkeley en in 1997 een MBA aan Harvard University. Zij was actief als investment banking vennoot bij Robertson Stephens & Co van 1992 tot 1995 en als management consultant en vervolgens senior manager bij Bain & Company tussen 1997 en 2017 in Londen, San Francisco en Brussel. Sonali Chandmal is ook onafhankelijk bestuurder van Ageas (België), Ageas Portugal Grupo, Medicover (Zweden) en BW LPG (Noorwegen). Ze is bestuurslid van Chapter Zero Brussels, een samenwerking met het Climate Governance Initiative van het World Economic Forum.

• Vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne • Onafhankelijk bestuurder (sinds 2016)
Professor Marion Debruyne heeft een opleiding genoten als burgerlijk ingenieur (RU Gent - 1995) en doctoreerde aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen (RU Gent - 2002). Ze heeft gedoceerd aan Wharton School, Kellogg Graduate School of Management en Goizueta Business School, alle in de VS. Marion Debruyne werd in 2015 benoemd tot decaan van de Vlerick Business School. Ze is bestuurder bij Kinepolis en Guberna. Als decaan van Vlerick Business School leidt zij initiatieven om duurzaamheid (ESG) te integreren in onderwijs en onderzoek.
(1) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Marion Debruyne' dienen begrepen te worden als Marion Debruyne BV, vast vertegenwoordigd door Marion Debruyne.

Bart Deckers is bio-ingenieur van opleiding (KU Leuven, 2001) en tevens doctor in applied biological sciences (KU Leuven, 2005). Hij behaalde voorts een MBA aan Vlerick Management School (2006). Bart Deckers is sinds 2013 gedelegeerd bestuurder van Invale, een familiaal private equity fonds dat groeikapitaal verschaft aan Belgische kmo's. Voordien was hij actief bij Aveve (2008-2013), o.m. als business unit manager plant nutrition, en bij McKinsey & C° als management consultant (2006-2008).
(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Bart Deckers' dienen begrepen te worden als Venatio BV, vast vertegenwoordigd door Bart Deckers.

Einde mandaat 2024
Jacques Delen behaalde in 1976 het diploma van wisselagent. Hij is voorzitter van de raad van bestuur van Delen Private Bank sinds 1 juli 2014. Hij is tevens bestuurder van Bank Van Breda en van Scaldis Invest. Jacques Delen was voorzitter van de raad van bestuur van Ackermans & van Haaren van 2011 tot 2016. Met 50 jaar diepgaande expertise in de banksector legt Jacques de nadruk op duurzaam vermogensbeheer dat een evenwichtige groei en een langetermijnperspectief omvat.
Einde mandaat 2026
Deborah Janssens (°1975, Belg)
Einde mandaat 2027
• Niet-uitvoerend bestuurder (sinds 2023)
Deborah Janssens behaalde een master in de rechten aan de KU Leuven in 1998 en een LLM aan de New York University School of Law in het daaropvolgende jaar. Ze is partner bij het internationale advocatenkantoor Freshfields in Brussel en is gespecialiseerd in onder meer fusies en overnames, openbare kapitaalmarkttransacties en vennootschaps- en financieel recht. Ze adviseert regelmatig over verschillende aspecten van ESG. Ze was lid van de audit- en risicocommissie van Freshfields en is momenteel medevoorzitter van de Industrials Group. Ze is deeltijds gastdocent vennootschapsrecht aan de KU Leuven en bestuurder van de Stichting KickCancer.
Julien Pestiaux (°1979, Belg)

Julien Pestiaux studeerde af als burgerlijk ingenieur elektromechanica, specialisatie energie (Université Catholique de Louvain - 2003) en behaalde een master in engineering management (Cornell University - VS). Hij is partner bij Climact, een ESG consulting firma die overheden en bedrijven over energie- en klimaatthema's adviseert. Zijn team focust op de analyse en de modellering van het potentieel van EU-lidstaten, landen, steden en bedrijven om het energieverbruik en de broeikasgassen op middellange tot lange termijn te verminderen en de maatschappij weerbaarder te maken. Hij was voordien vijf jaar actief als consultant en projectleider bij McKinsey & Cº.


Thierry van Baren is licentiaat en geaggregeerde in de filosofie en behaalde een MBA met een specialisatie in marketing (Solvay Business School). Hij is thans zelfstandig consultant. Hij was 13 jaar actief in MarCom als executive bij TBWA Belgium en BDDP Belgium en in leidinggevende functies bij Ammirati Puris Lintas, Ogilvy Brussels en DDB. Thierry was lid van het auditcomité en is een expert in risicobeheer en interne controlesystemen.
Menlo Park BV(3) (°1971, Belg)
•
Victoria Vandeputte is burgerlijk ingenieur electromechanica van opleiding (KU Leuven - 1995) en behaalde een master in riskmanagement (Ecole Supérieure de Commerce de Bordeaux - 1996). Zij is momenteel lid van het executief comité en Chief Innovation & Marketing Officer van Diversi Foods (Geschwister Oetker) en bestuurder bij Acomo. In haar dagelijkse rol bij Diversi Foods stimuleert ze innovatie en coördineert ze duurzaamheid (ESG) in de voedingssector. Victoria nam deel aan een training voor bestuurders bij Chapter Zero Brussel over de risico's en opportuniteiten van de klimaatverandering.
(2) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Victoria Vandeputte' dienen begrepen te worden als Menlo Park BV, vast vertegenwoordigd door Victoria Vandeputte.

Einde mandaat 2025
Frederic van Haaren is zelfstandig ondernemer en Schepen van de Gemeente Kapellen bevoegd voor openbare werken, milieu en groen en begraafplaatsen. Hij is tevens actief als bestuurder bij Belfimas, covoorzitter van Bosgroepen Antwerpse Gordel en lid van de commissie milieu bij Intercommunale Igean.

Einde mandaat 2027
Frank van Lierde behaalde een master bio-engineering aan de KU Leuven in 1989. Tussen 1989 en 2021 bekleedde Frank verscheidene leidinggevende functies bij het Amerikaanse Food & Agri bedrijf Cargill, waar hij lid was van het Global Executive Team en van 2015 tot aan zijn pensioen President van de Food Ingredients en Bio Industrials Enterprise. In die hoedanigheid was hij o.a. medeverantwoordelijk voor de uitvoering van de ESG-agenda van Cargill, met een persoonlijke focus op energie- en waterbesparing en de verduurzaming van de toeleveringsketens van tropische producten. Frank van Lierde is ook bestuurder van Protix, een Nederlandse producent van eiwitten op basis van insecten.
(4) Verwijzingen in dit jaarverslag naar 'Frank van Lierde' moeten gelezen worden als De Lier BV, vast vertegenwoordigd door Frank van Lierde.

tot aan de overname door KBL in 2004. Hij was lange tijd actief als financieel analist bij Bank Puilaetco en volgde aldus de voornaamste sectoren vertegenwoordigd op de Belgische beurs. Later werd hij er verantwoordelijk voor het departement Institutioneel Beheer. Hij is ook bestuurder bij Tein Technology, een Brussels ICT-bedrijf, dat onder meer gespecialiseerd is in 'control rooms'. Met zijn ervaring in verschillende audit- en risicocomités van Bank Puilaetco en AvH is hij goed thuis in risicobeheer en interne controlesystemen.
De mandaten van Jacques Delen, Marion Debruyne en Pierre Willaert lopen af op de gewone algemene vergadering van 27 mei 2024. De raad van bestuur zal aan de gewone algemene vergadering voorstellen om het mandaat van (i) Jacques Delen als niet-uitvoerend bestuurder te hernieuwen voor een periode van één jaar, (ii) Marion Debruyne, als onafhankelijk bestuurder voor een periode van vier jaar; en (iii) Pierre Willaert als niet-uitvoerend bestuurder voor een periode van vier jaar.
Sonali Chandmal, Marion Debruyne, Bart Deckers, Victoria Vandeputte en Frank van Lierde beantwoorden aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in artikel 3.5 van de Code.
Luc Bertrand, Jacques Delen en Frederic van Haaren zijn bestuurders van Scaldis Invest, dat met een participatie van 33% de voornaamste aandeelhouder is van Ackermans & van Haaren. Luc Bertrand en Frederic van Haaren zijn tevens bestuurder van Belfimas, die met een participatie van 92,25% Scaldis Invest controleert. Scaldis Invest en Belfimas zijn holdingvennootschappen die uitsluitend (rechtstreeks en onrechtstreeks) beleggen in aandelen Ackermans & van Haaren.

De raad van bestuur heeft in 2023 acht maal beraadslaagd en heeft het budget voor het lopende boekjaar besproken en op geregelde tijdstippen geactualiseerd, de resultaten en activiteiten van de deelnemingen van de groep gevolgd op basis van rapportering verzorgd door het executief comité, de update van het ESG-beleid besproken, de buitenbalansverplichtingen onderzocht en de aanbevelingen van de adviserende comités besproken.
In de loop van 2023 werden verscheidene transacties besproken, zoals de investeringen in IQIP, Camlin Fine Sciences en Vico Therapeutics, de desinvestering van Telemond Holding, de fusie tussen Financière EMG en Gravity Media, de kapitaalverhoging door een nieuwe investeerder in Infra Asia Investment, het Lake Side-project van Nextensa bij Tour & Taxis en de bijkomende investering in Convergent Finance.
De raad heeft de 'life sciences'-strategie van de vennootschap, de voorbereiding van de jaarlijkse algemene vergadering van 22 mei 2023, het winstpremieplan voor bedienden en het hangende gerechtelijk onderzoek rond DEME onderzocht en beoordeeld.
Op de vergadering van 28 augustus 2023 besloot de raad van bestuur een buitengewone aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen op 20 oktober 2023 om de machtigingen aan de raad van bestuur met betrekking tot het maatschappelijk kapitaal en de inkoop van aandelen te vernieuwen.
Tijdens de vergadering van 3 oktober 2023 presenteerde Julien Pestiaux aan de raad van bestuur zijn visie op het netto nul ('net zero') uitstootbeleid en klimaatrisico's en de behoefte aan veerkracht voor staten en bedrijven.
De raad van bestuur nodigde in 2023 het management van DEME Group, Bank J.Van Breda & Co , Delen Private Bank, SIPEF en Mediahuis uit om specifieke investeringen of hun bedrijfsstrategie te presenteren.
De jaarlijkse evaluatie van de relatie tussen de raad van bestuur en het executief comité vond plaats op 22 maart 2023. Bij die gelegenheid spraken de niet-uitvoerend bestuurders hun algemene tevredenheid uit over de kwaliteit van de samenwerking tussen de raad en het comité en tussen de co-CEO's, de kwaliteit van de rapportering en de strategie-updates door de verschillende managementteams.
| Aanwezigheden | |
|---|---|
| Luc Bertrand | 8/8 |
| Sonali Chandmal | 4/4 |
| Marion Debruyne | 8/8 |
| Bart Deckers | 8/8 |
| Jacques Delen | 8/8 |
| Deborah Janssens | 4/4 |
| Julien Pestiaux | 8/8 |
| Thierry van Baren | 8/8 |
| Victoria Vandeputte | 8/8 |
| Frederic van Haaren | 8/8 |
| Frank van Lierde | 3/4 |
| Pierre Willaert | 8/8 |
Voor de volledigheid wordt vermeld dat de leden van het executief comité de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake verrichtingen tussen Ackermans & van Haaren of een met haar verbonden vennootschap enerzijds, en leden van de raad van bestuur of van het executief comité (of hun naaste familieleden) anderzijds, die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten (al dan niet in de zin van het WVV) bekendgemaakt in het Charter (artikelen 2.10 en 4.7). In 2023 diende geen beslissing te worden genomen die aanleiding gaf tot toepassing van dit beleid.
De raad van bestuur heeft zijn beleid inzake de voorkoming van marktmisbruik bekendgemaakt in het Charter (afdeling 6). Op de vergadering van 10 oktober 2016 werd het Charter aangepast om het in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie.
Na het vrijwillige ontslag van Pierre Willaert als voorzitter van het comité, besliste de raad van bestuur op 20 juni 2023 om Frank van Lierde aan te stellen als nieuw lid van het comité en Julien Pestiaux te benoemen tot voorzitter van het comité.
| Julien Pestiaux Niet-uitvoerend bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Marion Debruyne Onafhankelijk bestuurder |
|
| Frank van Lierde Onafhankelijk bestuurder |
|
Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit:

Op 20 februari en 28 augustus 2023 heeft het auditcomité zich, in aanwezigheid van de financiële directie en de commissaris, gebogen over het rapporteringsproces en de analyse van, respectievelijk, de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële rapportering. De leden van het auditcomité ontvingen voorafgaandelijk de beschikbare verslagen van de auditcomités van de operationele dochtervennootschappen van Ackermans & van Haaren.
Het auditcomité van 20 maart 2023 was gewijd aan de financiële verslaggeving, zoals opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2022, de analyse van de buitenbalansverplichtingen, het duurzaamheidsverslag en de belangrijkste aandachtspunten van de commissaris. De auditcommissie heeft gereflecteerd over haar samenstelling en prestaties onder Artikel 3.2.3. van het Corporate Governance Charter. Na meer dan 20 jaar voorzitterschap van het comité bood Pierre Willaert aan ontslag te nemen uit het comité om plaats te maken voor een nieuw lid.
De huidige commissaris, EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Christel Weymeersch, is wettelijk verplicht om af te treden als commissaris op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 27 mei 2024. Na een beperkte aanbestedingsprocedure heeft het auditcomité besloten om de raad van bestuur aan te bevelen de benoeming van Deloitte Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Ben Vandeweyer, als commissaris van de vennootschap op de agenda te plaatsen van de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van 27 mei 2024. Dit werd op het auditcomité van 9 november 2023 besproken.
Op 11 december 2023 besprak het auditcomité de ESG-rapportering, de reikwijdte van de CSRD-rapportering en de implicaties van de uitrol ervan in 2024, en beoordeelde het de rapporten over de interne audit en controle, ICT, compliance en human resources, en de buitenbalansverplichtingen.
Het auditcomité bracht stelselmatig en uitgebreid verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan de raad van bestuur.
| Victoria Vandeputte Onafhankelijk bestuurder |
Voorzitter |
|---|---|
| Bart Deckers Onafhankelijk bestuurder |
|
| Julien Pestiaux Niet-uitvoerend bestuurder |
|

Op 23 februari 2023 evalueerde het remuneratiecomité de resultaten behaald op de niet-financiële doelstellingen, besprak het het aangepaste Remuneratiebeleid 2021-2024 alsook het ontwerp van remuneratieverslag, dat overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, en vergewiste het zich ervan dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevatte. Het comité heeft tevens de betaling van de variabele vergoeding aan de leden van het executief comité getoetst aan de aanbevelingen die het daaromtrent had gemaakt op zijn vergadering van 21 november 2022 en heeft samen met de co-CEO's de conclusies besproken van de feedbackgesprekken met de leden van het executief comité.
Op zijn vergadering van 2 en 22 maart 2023 heeft het remuneratiecomité het definitieve remuneratieverslag besproken alsook de ESG KPI's ter beoordeling van de variabele vergoeding over boekjaar 2023. De commissie besprak ook de periodiciteit van het onderzoek naar het welzijn van werknemers, de openbaarmaking van beloningsverschillen en de 150%-limiet op de variabele vergoeding van de leden van het executief comité.
Op de vergadering van 21 november 2023 besprak het comité de hierna volgende onderwerpen en richtte het aanbevelingen ter zake aan de raad van bestuur: de vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité voor 2024, de vergoeding van de bestuurders en het aan de leden van het executief comité toe te kennen aantal aandelenopties, de ESG-criteria als basis voor de variabele vergoeding van het executief comité en de 'gender pay gap'.
De raad van bestuur heeft op 10 januari, 23 februari en 22 maart 2023 in de rol van benoemingscomité beraadslaagd over de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur en, overeenkomstig artikel 2.2.2 van het Charter, beslist om aan de gewone algemene vergadering van 22 mei 2023 voor te stellen om (i) de mandaten van Jacques Delen, Luc Bertrand en Julien Pestiaux te hernieuwen voor respectievelijk één, twee en vier jaar, (ii) Deborah Janssens te benoemen als niet-uitvoerend bestuurder voor een periode van vier jaar, en (iii) Sonali Chandmal en Frank van Lierde te benoemen als onafhankelijke bestuurders voor een periode van vier jaar.

John-Eric Bertrand behaalde na zijn studies als handelsingenieur (UCL Louvain - 2002) nog een master in international management (CEMS - 2002) en een MBA (Insead - 2006). Hij werkte bij Roland Berger als senior consultant en bij Deloitte als senior auditor.


Sinds 1995 bij AvH
Piet Dejonghe behaalde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1989) nog een postgraduaat bedrijfskunde (KU Leuven - 1990) en een MBA (Insead - 1993). Hij was als advocaat verbonden aan Loeff Claeys Verbeke (nu Allen & Overy) en actief als consultant bij The Boston Consulting Group.
Tom Bamelis (°1966, Belg)

Tom Bamelis behaalde na zijn studies als handelsingenieur (KU Leuven - 1988) nog een master in financial management (VLEK-HO - 1991). Hij ging aan de slag bij Touche Ross (nu Deloitte) en nadien bij Groupe Bruxelles Lambert.
Piet Bevernage (°1968, Belg)

Sinds 1995 bij AvH
Piet Bevernage behaalde een licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1991) en een LL.M. (University of Chicago Law School - 1992). Hij werkte als advocaat in de Corporate en M&A-afdeling van Loeff Claeys Verbeke (nu Allen & Overy).
André-Xavier Cooreman (°1964, Belg)

Sinds 1997 bij AvH
André-Xavier Cooreman studeerde na zijn studies als licentiaat in de rechten (KU Leuven - 1987) nog international relations (Johns Hopkins University, Bologna Campus - 1988) en tax management (ULB - 1991). Hij werkte voor het International Development Law Institute (course assistent, Italië), Shell Group (legal counsel, Nederland), Fortis Bank (Corporate & Investment Banking), McKinsey & C° (consultant) en Bank Degroof (verantwoordelijke publieke sector).


Sinds 2014 bij AvH
An Herremans volgde een opleiding als handelsingenieur (KU Leuven, 2005) en behaalde een master in financial management aan de Vlerick Management School (2006). An startte haar carrière als consultant bij Roland Berger (2006-2011) en werkte vervolgens als Corporate Business Development manager en Strategy Office manager bij Barco (2011-2014).


Koen Janssen behaalde na zijn studies als burgerlijk ingenieur electromechanica (KU Leuven - 1993) nog een MBA (IEFSI, Frankrijk - 1994). Hij werkte voor Recticel, ING Investment Banking en ING Private Equity.

De voorzitter van de raad van bestuur woont de vergaderingen van het executief comité bij als waarnemer.

Het executief comité is in essentie belast met de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap en de voorbereiding van de beslissingen die door de raad van bestuur moeten worden genomen.
Tijdens het voorbije boekjaar heeft het executief comité voornamelijk de activiteiten, resultaten en projecten van de dochterondernemingen gevolgd en besproken, nieuwe investeringsvoorstellen onderzocht (zowel in de huidige groepsvennootschappen als daarbuiten), de trimestriële, halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële verslaggeving voorbereid en de impact van voor de vennootschap relevante wetswijzigingen bestudeerd.
Ackermans & van Haaren is ervan overtuigd dat een diversiteitsgedreven personeelsbeleid een positieve invloed heeft op de slagkracht en innovatieve cultuur van haar deelnemingen en streeft zelf actief naar een complementaire samenstelling van haar raad van bestuur en executief comité (dit zowel qua professionele achtergrond en vaardigheden, als geslacht). Op groepsniveau is het aantrekken, vormen en begeleiden van getalenteerde medewerkers met complementaire kennis en ervaring een prioriteit.
Op het niveau van de raad van bestuur, komt dit beleid tot uiting in de selectieprocedure inzake nieuwe kandidaat-bestuurders (zoals opgenomen in sectie 2.2.2 van het Charter): het eerste selectiecriterium waakt over de complementariteit qua professionele vaardigheden, kennis en ervaring en het vierde criterium voorziet in een verplichting om kandidaten van verschillend geslacht te overwegen zolang en telkens wanneer de raad van bestuur niet is samengesteld uit ten minste één derde bestuurders van het andere geslacht.
De huidige raad van bestuur telt 4 vrouwelijke bestuurders en 8 mannelijke bestuurders met een diversiteit aan opleiding en professionele ervaring en bestaat dus voor ten minste een derde uit bestuurders van het andere geslacht. Op 31 december 2023 waren 3 bestuurders 50 jaar of jonger (25%) en 9 bestuurders ouder dan 50 jaar (75%).
Inzake de samenstelling van het executief comité (zie Charter, paragraaf 4.2) dient de raad van bestuur er op toe te zien dat de leden uiteenlopende professionele achtergronden hebben met complementaire bekwaamheden. Het is de betrachting van de raad van bestuur dat de langetermijnvisie van Ackermans & van Haaren ondersteund wordt door leidinggevende personen die actief de waarden van de onderneming uitdragen en aldus bijdragen tot waardecreatie. Dit vertaalt zich onder meer in een voorkeur om talentvolle medewerkers intern te laten doorgroeien. Alle leden van het executief comité werden, op basis van hun merites, benoemd uit het team van Ackermans & van Haaren.
Van links naar rechts > Tom Bamelis, Koen Janssen, John-Eric Bertrand, An Herremans, Piet Dejonghe, Piet Bevernage, André-Xavier Cooreman
Een gedegen diversiteitsbeleid begint bij de rekrutering. In 2023 heeft Ackermans & van Haaren 11 nieuwe medewerkers en 2 stagiairs aangeworven. Het administratieve ondersteuningsteam werd versterkt met Ann Frans, Miro Halfon, Yuliya Leysen en Nadine Mohun. Het financiële team verwelkomde Bruno Maes en Anne Mampaey, terwijl Heleen Boonen toetrad tot het juridische team. Melissa Slabbaert versterkte het duurzaamheidsteam. Emmanuel Carlier, Quentin Dumont de Chassart en Christophe Maters zijn respectievelijk in dienst getreden als investment associate, investment manager en investment director.
Tot slot worden de opleiding, het loopbaanadvies en de retentie van de medewerkers beheerd door een combinatie van verbreding en verdieping van kennis door opleidingen, seminaries en workshops, een doorgroeiperspectief zowel binnen Ackermans & van Haaren als binnen de groep en door het aanbod van een competitief vergoedingsbeleid.
We verwijzen naar het Duurzaamheidsverslag, sectie 4. AvH als duurzaam bedrijf (talentmanagement) voor meer informatie over het personeelsbeleid.
De commissaris van de vennootschap is EY Bedrijfsrevisoren BV, vertegenwoordigd door Christel Weymeersch. De commissaris verzorgt de externe audit zowel op de geconsolideerde als op de enkelvoudige cijfers van Ackermans & van Haaren en rapporteert tweemaal per jaar aan de raad van bestuur.
In 2023 werd aan de commissaris een jaarlijkse vergoeding van 78.513 euro (excl. btw) betaald voor de controle van de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen van Ackermans & van Haaren. Daarnaast werd een bijkomende vergoeding betaald aan EY Bedrijfsrevisoren van 9.675 euro (excl. btw) voor een nazicht inzake de toepassing van ESEF en aan EY Tax Consultants van 34.451 euro (excl. btw) voor fiscaal advies. De totale vergoeding voor auditwerkzaamheden die in het afgelopen boekjaar werd betaald aan EY door Ackermans & van Haaren en haar geconsolideerde dochtervennootschappen (inclusief de hierboven reeds vermelde 78.513 euro) bedroeg 3.595.418 euro.
De interne audit wordt uitgeoefend door de group controllers, die rapporteren aan het executief comité. Minstens één keer per jaar brengen de group controllers rechtstreeks verslag uit aan het auditcomité.
De raad van bestuur van Ackermans & van Haaren is verantwoordelijk voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheer. Met het bestaande systeem beoogt de raad van bestuur op het niveau van de groep te waken over het behalen van de groepsdoelstellingen en, op het niveau van dochtervennootschappen, erop toe te zien dat passende systemen werden ingevoerd voor elk type vennootschap (omvang, type activiteiten, ...) en voor haar verhouding met Ackermans & van Haaren (controlebelang, aandeelhoudersovereenkomst, ...). Gelet op de gediversifieerde portefeuille enerzijds en het beperkte personeelsbestand van de holding anderzijds werd geopteerd voor een aangepast model van interne controle dat echter alle essentiële onderdelen van een klassiek systeem bevat. Het systeem van interne controle en risicobeheersing wordt gekenmerkt door een transparante en collegiale structuur. Het executief comité beraadslaagt en beslist op consensuele wijze.
Risico's worden daarbij op een voortschrijdende wijze geïdentificeerd en op een adequate wijze geanalyseerd. Gepaste maatregelen worden voorgesteld om de geïdentificeerde risico's ofwel te aanvaarden, te beperken, over te dragen of te vermijden. Deze evaluaties en beslissingen worden genotuleerd en gedocumenteerd zodat een strikte follow-up mogelijk is.
De raad van bestuur is voorts van oordeel dat het tijdig verstrekken van volledige, betrouwbare en relevante financiële informatie, in overeenstemming met de IFRS en met de andere Belgische verslaggevingsvereisten, aan alle interne en externe belanghebbenden een essentieel onderdeel vormt van zijn beleid van deugdelijk bestuur. De interne controle en beheerssystemen inzake financiële verslaggeving pogen maximaal te voldoen aan deze vereisten.
De controleomgeving vormt het kader waarin interne controle en risicobeheerssystemen worden opgezet en is gebaseerd op het COSO-model voor interne controle. Het bestaat uit de volgende elementen:
De familiale waarden die aan de basis liggen van de historische ontwikkeling van de groep worden vertaald in een respectvolle relatie tussen de verschillende belanghebbenden: de aandeelhouders, het management, de raad van bestuur en het personeel, maar ook de commerciële partners. Deze waarden werden expliciet opgenomen in het zogeheten 'Vademecum' (dit zijn interne bedrijfsrichtlijnen) zodat deze voor alle medewerkers duidelijk zijn en door hen kunnen worden uitgedragen. Alle personeelsleden moeten jaarlijks bevestigen dat ze het Vademecum hebben gelezen en het toepassen.
Op 22 november 2022 heeft de raad van bestuur tevens een herziene versie van de integriteitscode goedgekeurd. De integriteitscode kan worden geraadpleegd op de website. De integriteitscode wordt regelmatig herzien en bijgewerkt, en de bestuursleden en medewerkers bevestigen jaarlijks dat ze de code hebben gelezen en ze toepassen.
Een andere hoeksteen van het beleid van Ackermans & van Haaren is samenwerking in een professioneel team. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een evenwichtige en kwaliteitsvolle invulling van de verschillende functies binnen de organisatie. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht naar opleidingen om ervoor te zorgen dat kennis steeds verder wordt uitgediept. Kwaliteitsvolle mensen met de juiste ervaring en ingesteldheid in de juiste functie vormen de basis van het systeem van interne controle en risicobeheersing van de groep. We verwijzen naar het Duurzaamheidsverslag, sectie 4. AvH als duurzaam bedrijf (talentmanagement). Dit geldt evenzeer op het niveau van de raad van bestuur en het auditcomité, waar wordt gestreefd naar een complementaire achtergrond en ervaring van de leden.
De werking en de verantwoordelijkheden van de raad van bestuur en bij uitbreiding diens adviserende comités, waaronder het auditcomité, worden duidelijk beschreven in het Charter. Zo wordt beschreven dat het auditcomité controle uitoefent op de financiële verslaggeving van de groep, het systeem van interne controle en risicobeheer en de werking van de externe en interne audit.
d. Organisatiestructuur, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Zoals reeds aangegeven, kan Ackermans & van Haaren bogen op een transparante organisatiestructuur waarbij beslissingen collegiaal worden genomen door het executief comité. De organisatiestructuur en bevoegdheden worden duidelijk beschreven in het 'Vademecum'.
De risico's op vlak van financiële verslaggeving kunnen als volgt worden samengevat.
Risico's op het niveau van de dochtervennootschappen: deze zijn typisch zeer divers en worden opgevangen door deelname van de investment managers van Ackermans & van Haaren aan de vergaderingen van de raden van bestuur en adviserende comités van de dochtervennootschappen, duidelijke rapporteringsinstructies aan de dochtervennootschappen (ook inzake ESG) met deadlines en uniforme opmaak en waarderingsregels en een externe audit op de halfjaar- en de jaarcijfers die ook rekening houdt met elementen van interne controle en risicobeheer op het niveau van elke vennootschap.
Risico's op het vlak van de informatievoorziening: deze worden ondervangen door een periodieke IT-audit, een proactieve aanpak met de implementatie van updates, back-upvoorzieningen en tijdige tests van de IT-infrastructuur. Ook zijn 'business continuity' en 'disaster recovery' plannen voorzien.
Risico's op het vlak van de veranderende regelgeving: deze worden ondervangen door een strikte opvolging van het wetgevend kader inzake financiële rapportering alsook een proactieve dialoog met de commissaris.
Ten slotte is er nog het integriteitsrisico dat wordt opgevangen door een maximale integratie van boekhouding en rapporteringssoftware, een uitgebreide interne rapportering op verschillende niveaus en een proactieve evaluatie van complexe en belangrijke transacties.
Risico's in verband met ESG: deze worden aangepakt door tweemaal per jaar te rapporteren aan een ESG-stuurgroep en één keer per jaar aan het auditcomité en de raad van bestuur, op basis van de materialiteitsmatrix en kern-KPI's met betrekking tot AvH als verantwoordelijke investeerder, AvH als verantwoordelijke en actieve partner en AvH als duurzaam bedrijf.
Zoals hierboven bij de bespreking van de risico's reeds werd aangegeven, zijn op het vlak van de financiële verslaggeving verschillende controles ingebouwd om zo goed mogelijk te voldoen aan de gestelde doelen inzake deze verslaggeving.
Vooreerst zijn verscheidene basiscontroles zoals functiescheiding en bevoegdheidsdelegatie voorzien in de administratieve cycli op groepsniveau: aankoop, payroll en (des)investeringen. Dit verzekert dat enkel geoorloofde transacties worden verwerkt. Door de integratie van de boekhoud- en rapporteringssoftware worden verscheidene integriteitsrisico's afgedekt. Tevens zorgt een stabiele IT-infrastructuur met de nodige back-upsystemen voor een gepaste informatievoorziening.
Duidelijke rapporteringsinstructies met tijdige communicatie van deadlines, gestandaardiseerde rapporteringsformaten en uniforme waarderingsregels moeten een aantal kwaliteitsrisico's opvangen op het niveau van de rapportering door de dochtervennootschappen.
Daarnaast bestaat ook een cyclus van externe audit op zowel de geconsolideerde rapportering als op de rapportering van de dochtervennootschappen. Deze externe controle heeft tevens tot doel een evaluatie te maken van de doeltreffendheid van de systemen van interne controle en risicobeheersing op het niveau van de dochterondernemingen en hierover te rapporteren aan de commissaris van Ackermans & van Haaren. Wat ESG betreft, worden de auditcomités van de groepsvennootschappen geleidelijk aan betrokken bij de goedkeuring van de ESG-rapportering van de groepsvennootschappen.
Tot slot is er een systeem van interne financiële en ESG-audits. Deze interne audit wordt afgerond voorafgaand aan de externe verslaggeving.
Wijzigingen in het wetgevend kader inzake financiële verslaggeving worden van nabij opgevolgd en de impact op de groepsrapportering wordt proactief besproken met de financiële directie en de externe auditor.
Het Charter bepaalt dat elke medewerker van Ackermans & van Haaren zich rechtstreeks kan richten tot de voorzitter van de raad van bestuur en/of de voorzitter van het auditcomité om hen in te lichten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële verslaggeving of andere aangelegenheden (whistle blowing). In 2023 werden in dit verband geen meldingen verricht.
Op jaarlijkse basis wordt het systeem van interne controle en risicobeheer door één van de group controllers getest op doeltreffendheid en naleving. Hierover wordt verslag uitgebracht aan het auditcomité.
Scaldis Invest bezit 11.054.000 aandelen in het kapitaal van Ackermans & van Haaren, d.i. een deelneming van 33%. Scaldis Invest wordt op haar beurt gecontroleerd door Belfimas, die een deelneming bezit in het kapitaal van Scaldis Invest van 92,25%. De uiteindelijke controle over Scaldis Invest wordt uitgeoefend door Stichting Administratiekantoor 'Het Torentje'.
Ackermans & van Haaren bezit per 31 december 2023 791.366 aandelen. Deze aandelen werden hoofdzakelijk verworven met het oog op de indekking van het aandelenoptieplan en in het kader van het inkoopprogramma zoals goedgekeurd door de raad van bestuur op 4 oktober 2022.
In februari 2024 heeft de raad van bestuur beslist om over te gaan tot de vernietiging van 339.154 eigen aandelen (ongeveer 1% van de uitstaande aandelen).
De aandeelhoudersstructuur, zoals gekend op 31 december 2023, kan als volgt worden voorgesteld:

Belfimas is (onrechtstreeks) de referentieaandeelhouder van Ackermans & van Haaren. Het enige doel van Belfimas is te beleggen, rechtstreeks of onrechtstreeks, in aandelen Ackermans & van Haaren. Elke overdracht van effecten uitgegeven door Belfimas, is onderworpen aan een statutair goedkeuringsrecht van de raad van bestuur van Belfimas. Twee bestuurders van Ackermans & van Haaren, met name Luc Bertrand en Frederic van Haaren, maken deel uit van de raad van bestuur van Belfimas. De raad van bestuur heeft geen kennis van overeenkomsten tussen aandeelhouders van Ackermans & van Haaren.
Het Charter van Ackermans & van Haaren wijkt op één punt af van de bepalingen van de Code (zoals deze van toepassing was in 2023):
• Samenstelling benoemingscomité
Overeenkomstig artikel 4.19 van de Code dient het benoemingscomité te bestaan uit een meerderheid van onafhankelijke niet-uitvoerend bestuurders. Het benoemingscomité van Ackermans & van Haaren bestaat uit alle leden van de raad van bestuur. De raad van bestuur is van oordeel dat hij als geheel beter geplaatst is om zijn omvang, samenstelling en opvolgingsplanning te evalueren.
Overeenkomstig de Wet van 28 april 2020 (de Wet) zijn genoteerde vennootschappen verplicht:
Een en ander moet bijdragen tot effectieve en duurzame aandeelhoudersbetrokkenheid, wat op zijn beurt dan weer bijdraagt tot de versterking van het deugdelijk bestuur van genoteerde vennootschappen. De Europese wetgever beoogde met deze grotere aandeelhoudersbetrokkenheid eveneens bij te dragen tot de verbetering van financiële maar ook niet-financiële prestaties van vennootschappen zoals de ecologische, sociale en governance factoren (ESG).
Het remuneratiebeleid 2021-2024 werd door de aandeelhouders goedgekeurd met 77,4% van de stemmen op de algemene vergadering van 25 mei 2021.
Het aangepaste beleid werd door de aandeelhouders goedgekeurd met 80,6% van de stemmen en werd voor het eerst toegepast over het boekjaar 2022.
Voor 2023 stelde het remuneratiecomité voor om de indexering van 11% niet toe te passen, maar om voor alle leden van het executief comité en andere zelfstandige managers de maandelijkse vergoedingen met slechts 6% te verhogen en het saldo van 5% uit te stellen tot 2024.
AvH wenst aandeelhouderswaarde te creëren op lange termijn en wenst dit belangrijke aspect van haar missie weerspiegeld te zien in haar remuneratiebeleid. AvH richt zich niet alleen op financiële waardecreatie en beloont deze, maar ook op maatschappelijke waardecreatie. De concrete ESG-doelstellingen voor 2023, gebaseerd op de maatschappelijke missie, zijn ruimschoots behaald.
De loonkloof tussen mannen en vrouwen, waarover AvH in 2022 voor het eerst rapporteerde, vertoonde in 2023 geen andere verschillen (in beide richtingen) dan op basis van anciënniteit in een functie of van een specifieke functie.
In de loop van 2024 zal AvH het remuneratiebeleid 2021-2024 evalueren.
Met haar missie 'Your partner for sustainable growth' positioneert AvH zich als voorkeurpartner van familiebedrijven en managementteams en wil AvH met hen co-investeren op lange termijn, met de ambitie de groei van hun ondernemingen te faciliteren tot marktleiders die duurzame oplossingen voor de grote globale uitdagingen ontwikkelen.
AvH streeft naar een evenwichtige combinatie van een beperkt aantal stra-
tegische langetermijndeelnemingen en een gediversifieerde portefeuille groeikapitaalinvesteringen.
AvH is een groep van ondernemers die via internationalisering, innovatie en diversificatie op lange termijn haar ondernemingen wil uitbouwen.
AvH beoogt voor haar deelnemingen geen absolute rendementsdoelstelling, maar focust op een recurrente groei van de activiteiten, cashflowgeneratie en eigen vermogen. AvH verkiest langetermijngroei boven een kortetermijnmaximalisatie van het dividend en ambieert aandeelhouderswaarde op lange termijn te creëren via een recurrente stijging van haar geconsolideerd eigen vermogen, ondersteund door een gestage groei op lange termijn van het dividend.
AvH past voor de hele groep, en ook voor haar eigen investeringsbeslissingen, een ESG-kader toe dat gebaseerd is op de UN Sustainable Development Goals, GRI, SASB en de UN PRI-richtlijnen en promoot een duurzame ontwikkeling en groei van de activiteiten van haar deelnemingen, met respect voor mens, milieu en maatschappij.
De investeringsstrategie is gebaseerd op transparante rapportering en communicatie, duidelijke afspraken inzake deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek, een strikte financiële discipline en gezonde balansen.
AvH wil als investeringsmaatschappij bijdragen tot een meer duurzame wereld en inspelen op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, hernieuwbare energie, duurzame voedselketen, vergrijzing, bevolkingsgroei en digitalisering.
Dit alles realiseert AvH met een team van mensen die, door hun diversiteit aan achtergronden en hun continue ontwikkeling, waarde beogen toe te voegen aan de managementteams van de deelnemingen. Inclusief talent management maakt dan ook integraal deel uit van het ESG-beleid van AvH, dat uitvoerig beschreven wordt in het Duurzaamheidsverslag vanaf pag. 48.
AvH wenst getalenteerde mensen aan te trekken en te behouden om als een actieve aandeelhouder haar participaties een kwaliteitsvolle ondersteuning te blijven verlenen.
AvH heeft een visie ontwikkeld op 'Wie willen wij zijn?'. De drie prioriteiten zijn als volgt:
In lijn met haar missie 'Your partner for sustainable growth' en haar visie op 'Wie willen we zijn' tracht AvH met haar remuneratiebeleid niet alleen duurzaamheid en langetermijndenken te bevorderen. AvH richt zich ook op het samen behalen van doelen en het waarmaken van een duurzaam groei-engagement t.a.v. de aandeelhouders.
Aangezien het voorgestelde remuneratiebeleid een significant deel van de
vergoeding van de leden van het executief comité afhankelijk stelt van deze langetermijndoelen en duurzaamheidsparameters, tracht AvH een belangrijke bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van haar bedrijfsstrategie. De variabele vergoeding van de leden van het executief comité is gebaseerd op het geconsolideerd nettoresultaat dat ook bij een eventuele verkoop van een deelneming stijgt met de langetermijnwaarde die over de voorbije jaren gecreëerd werd. Deze variabiliteit is inherent aan de doelstelling van AvH om continu waarde te creëren.
Voor de positionering van AvH inzake totale financiële vergoeding benchmarkt de groep zichzelf met andere relevante bedrijven. AvH wenst haar CEO's en leden van het executief comité alsook alle andere functies op het vlak van totale vergoeding te positioneren boven de mediaan, in lijn met de kwaliteitsverwachtingen t.a.v. het team. Om haar relatieve positie te evalueren neemt AvH driejaarlijks deel aan een benchmarkoefening en doet ze jaarlijks een toetsing.
AvH is een sterk genetwerkte omgeving en investeert in engagement en het samen behalen van succes. In het remuneratiebeleid wordt dan ook resoluut beslist om geen individuele doelstelling te hanteren, maar te opteren voor gemeenschappelijke prestatiemaatstaven waarbij 20% van de variabele vergoeding afhankelijk is van niet-financiële criteria.
Met de jaarlijkse eindejaarsgesprekken focust AvH op de individuele ontwikkeling zowel qua vaardigheden als qua persoon, en ieders individuele bijdrage tot de realisatie van de bedrijfsstrategie.
Ook in de remuneratiecomités van de deelnemingen worden kaders voor een deugdelijk remuneratiebeleid ontwikkeld en periodiek geoptimaliseerd.
Op 31 december 2023 telde de raad van bestuur 12 leden en het executief comité 7 leden.
AvH, AvH Growth Capital en AvH Singapore tellen in totaal 49 medewerkers.
Het voorgestelde remuneratiebeleid geldt voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 en is, overeenkomstig artikel 7:89/1 WVV, van toepassing op de 12 bestuurders, de personen belast met het dagelijks bestuur, nl. de co-CEO's, en de andere personen belast met de algemene leiding van de vennootschap, nl. de 5 overige leden van het executief comité.
Het remuneratiebeleid voor de periode 2021-2024 werd met ingang van 2022 aangepast(1), naar aanleiding van gesprekken met diverse stakeholders en een professionele adviseur.
Het remuneratiecomité staat de raad van bestuur bij inzake de vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het executief comité.
In het bijzonder zal het remuneratiecomité:
en vertrekvergoedingen) en eventuele hieruit voortvloeiende voorstellen tot besluit van de algemene vergadering;
Het remuneratiecomité bepaalt de frequentie van zijn vergaderingen maar vergadert ten minste twee keer per jaar.
Tijdens vergaderingen waarop de individuele vergoeding van een lid van het remuneratiecomité wordt besproken, mag de betrokkene aanwezig zijn, maar mag hij niet optreden als voorzitter van de vergadering en onthoudt hij zich van enige feedback ten aanzien van de eigen persoon.
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding bestaat uit een basisvergoeding, een aanvullende vergoeding in functie van het lidmaatschap van de betrokken bestuurder van een bepaald comité en een zitpenning per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité of het remuneratiecomité. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek door het remuneratiecomité beoordeeld en getoetst aan andere relevante ondernemingen(2).
De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
Niet-uitvoerende bestuurders dienen een deel van hun vergoeding, m.n. minstens tienduizend euro (€ 10.000), te beleggen in aandelen van de vennootschap, tenzij zij reeds, rechtstreeks of onrechtstreeks, een belang van dergelijke waarde in de vennootschap bezitten. Deze aandelen dienen te worden aangehouden gedurende minstens één jaar nadat de niet-uitvoerende bestuurder de raad van bestuur verlaat, en minstens drie jaar na de verwerving ervan.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit vier componenten: (a) een vaste vergoeding, (b) een variabele vergoeding (STI of short-term incentive), (c) aandelenopties (LTI of long-term incentive), en (d) een groepsverzekering en overige voordelen.
De leden van het executief comité houden ieder minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan, die verworven kunnen worden, al dan niet door de uitoefening van opties, over een periode van 5 jaar.
(1) De aanpassingen betreffen: een floor en een cap op de STI, good leaver principe als voorwaarde voor de pro rata uitbetaling van de STI, introductie van KPIs voor de niet-financiële factor van de STI, beperking opzeggingstermijnen voor toekomstige EC-leden, …
(2) In 2022 werd de vergoeding van de bestuurders getoetst aan de bestuursvergoedingen van de BEL20-vennootschappen.
De vaste vergoeding, die jaarlijks wordt geïndexeerd op basis de gezondheidsindex, evolueert naar de gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daar naartoe voor zover de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden. Eventuele verhogingen van de vaste vergoeding worden jaarlijks besproken op het remuneratiecomité en worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
De STI wordt initieel berekend in functie van het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) en wordt vervolgens afhankelijk gesteld van financiële en niet-financiële criteria.
De STI wordt geplafonneerd op 1,5 keer de vaste jaarvergoeding met dien verstande dat de raad van bestuur, op aanbeveling van het remuneratiecomité, in uitzonderlijke omstandigheden, zoals de verkoop van een langetermijndeelneming, een bijkomende variabele vergoeding kan toekennen aan het team dat heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de meerwaarde.
Indien het geconsolideerd nettoresultaat (deel van de groep) onder de drempel van 100 miljoen euro daalt, wordt er geen variabele vergoeding betaald.
De concrete invulling ervan, net als eventuele eenmalige bonussen of een gefundeerde afwijking van gestelde beleidslijnen, wordt beslist door de raad van bestuur op aanbeveling van het remuneratiecomité.
Het aandelenoptieplan heeft als doel de begunstigden ervan te vergoeden voor hun bijdrage aan de waardecreatie op lange termijn.
De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan de leden van het executief comité worden geïncentiveerd.
Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité op de aandelenopties belast op het ogenblik van de toekenning. De waarde van deze component van de vergoeding is afhankelijk van de koersontwikkeling van het aandeel.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan van AvH worden toegekend, hebben volgende kenmerken:
Het toe te kennen aantal aandelenopties wordt jaarlijks door de raad van bestuur herzien, op aanbeveling van het remuneratiecomité.
AvH voorziet een groepsverzekering type 'vaste bijdrage' (aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen), een hospitalisatieverzekering en een verzekering voor ambulante zorg.
Aan alle medewerkers wordt ook een smartphone en een laptop en/of tabletcomputer aangeboden.
Daarnaast heeft AvH een mobiliteits- en flexibiliteitsbeleid waarbij elektrische wagens worden aangeboden, of een mobiliteitsbudget, naast fietsen en telewerk.
Om het welzijn te bevorderen worden er fitness-, meditatie- en yogalessen georganiseerd, zowel op kantoor als virtueel.
Het relatieve aandeel van elke component in de totale vergoeding van de leden van het executief comité wordt grotendeels beïnvloed door de resultaten van de groep die bepalend zijn voor de variabele vergoeding en door de eventuele meerwaarde die verworven kan worden bij de uitoefening van de opties.
De beoogde standaardverhouding is:
Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of driejaarlijkse salarisstudies. De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (zoals de jaarlijkse variabele vergoeding) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
(1) Het aandeel van de aangeboden aandelenopties is berekend op basis van de Black & Scholesmethode.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit.
De overeenkomsten bevatten voorts bepalingen met betrekking tot de criteria voor toekenning van de variabele vergoeding en geven de vennootschap een terugvorderingsrecht voor de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije vijf boekjaren.
De overeenkomsten worden gesloten voor bepaalde duur, die verstrijkt in het jaar waarin het betrokken lid van het executief comité de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.
De leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig vervroegd beëindigen met een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn van 18 maanden. Deze termijn kan voor bepaalde leden van het executief comité oplopen tot maximum 24 maanden afhankelijk van de leeftijd van het betrokken lid van het executief comité op het ogenblik van de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap.
Bij de toekomstige aanstelling van leden van het executief comité wordt elke opzegtermijn bij eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de vennootschap bepaald op maximaal 12 maanden.
Wanneer een lid van het executief comité of een senior professional AvH verlaat in een goede verstandhouding ('good leaver'), ongeacht of de opzegging uitgaat van de vennootschap of de betrokkene, heeft deze laatste recht op het gemiddelde van zijn of haar variabele vergoeding over de laatste drie boekjaren, geprorateerd indien het vertrek plaats heeft voor het einde van het jaar. Op aanbeveling van het remuneratiecomité kan de raad van bestuur gemotiveerd afwijken van deze beleidslijn.
De normen die gehanteerd worden voor het bepalen van het remuneratiebeleid van de leden van het executief comité worden eveneens toegepast op de andere medewerkers:
Het remuneratiebeleid 2021-2024 is tot stand gekomen dankzij de medewerking en input van de CHCO, het executief comité, het remuneratiecomité, de raad van bestuur en externe deskundigen en werd goedgekeurd op de jaarvergadering van 25 mei 2021.
Op basis van de meningen van de aandeelhouders en een analyse door een externe adviseur werd het beloningsbeleid aangepast en aangevuld met een aantal toelichtingen, die ter goedkeuring werden voorgelegd aan de jaarvergadering van 23 mei 2022.
In 2023 werden geen wijzigingen van het beleid voorgesteld.
Dit remuneratieverslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 3:6, §3 WVV (Remuneratieverslag).
De raad van bestuur heeft zich bij de opstelling van het Remuneratieverslag tevens geïnspireerd op:
Ackermans & van Haaren heeft een monistische bestuursstructuur, waarbij de raad bevoegd is om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het voorwerp van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet de algemene vergadering bevoegd is. Vanaf 23 mei 2022 heeft de raad van bestuur het dagelijks bestuur van het bedrijf gedelegeerd aan de co-CEO's. Het executief comité, waarvan de co-CEO's deel uitmaken, is verantwoordelijk voor de bespreking van de algemene leiding van de vennootschap. De vergoeding van de leden van het executief comité, de co-CEO's uitgezonderd, is m.b.t. het boekjaar 2023 als een gemiddelde bekendgemaakt in het Remuneratieverslag.
Na het recordjaar 2022, gekenmerkt door aanzienlijke meerwaarden op de verkoop van twee portefeuillevennootschappen (Anima en Manuchar), toont 2023 solide resultaten van de kerndeelnemingen en een meerwaarde op de verkoop van Telemond.
Het nettoresultaat voor het boekjaar 2023 daalde met 44% ten opzichte van het voorgaande jaar wegens de afwezigheid van meerwaarden op uitzonderlijke resultaten.
Dienovereenkomstig daalde ook de variabele vergoeding (kortetermijnbonus of STI), d.w.z. een contante bonus voor 1 jaar voor de leden van het executief comité.
De bovengrens die is vastgelegd voor de STI, werd gerespecteerd voor alle leden van het executief comité.
Het remuneratiecomité heeft op 26 februari 2024 het ontwerp van Remuneratieverslag, dat een specifiek onderdeel vormt van de Verklaring inzake deugdelijk bestuur, besproken en heeft erop toegezien dat het ontwerpverslag alle wettelijke gegevens bevat.
Om de remuneratie van de leden van het executief comité te positioneren, werd in september 2022 de driejaarlijkse benchmarking uitgevoerd door Willis Towers Watson, die de remuneratie afzet tegen bedrijven die actief zijn in de Europese private equity sector en in het bijzonder de Belgische private equity sector.
Merk op dat de buitengewone algemene vergadering van 25 november 2011 de raad van bestuur heeft gemachtigd om, in afwijking van artikel 7:91, tweede lid WVV, de volledige variabele vergoeding van de leden van het executief comité te verbinden aan vooraf vastgelegde en objectief meetbare prestatiecriteria over een periode van één jaar.
Het remuneratiecomité heeft op 26 februari 2024 het resultaat beoordeeld op de niet-financiële ESG-parameters, die 20% uitmaken van de STI. Alle doelstellingen werden behaald.
Tevens heeft het comité aangepaste doelstellingen voor 2024 voorgesteld aan de raad van bestuur, met de relevantie voor het bedrijf, een focus op een beperkt aantal prioriteiten en continuïteit in termen van wat al gerealiseerd is als richtsnoeren. Voor AvH als bedrijf ligt het accent op sociale parameters zoals 'talent management', alsook op ESG-ratings. Voor AvH als verantwoordelijke investeerder wordt gefocust op ESG als belangrijke parameter in de toewijzing van middelen ('asset allocation') en het nemen van investeringsbeslissingen, alsook op sociale parameters zoals duurzaam talent management en ethische bedrijfsvoering
De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uitsluitend uit een vaste vergoeding. Aangezien de vergoeding, tantièmes en zitpenningen niet gerelateerd zijn aan de resultaten van de vennootschap, kunnen deze worden gekwalificeerd als een vaste, niet-prestatiegebonden vergoeding. De vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders wordt periodiek getoetst door het remuneratiecomité. De door de raad van bestuur voorgestelde aanpassingen, zoals geadviseerd door het remuneratiecomité, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.
De remuneratie van de bestuurders is als volgt:
• Basisvergoeding voor de bestuurders: 50.000 euro
Gelet op het feit dat Luc Bertrand op 23 mei 2016 werd benoemd tot voorzitter van de raad van bestuur en hij daarnaast, in het belang van de groep, voorzitter bleef of werd aangesteld als voorzitter van CFE NV, DEME Group NV, SIPEF NV en JM Finn & C° Ltd, en bestuurder bleef van Delen Private Bank NV, Bank J.Van Breda & C° NV, FinAx NV en Verdant Bioscience, heeft het remuneratiecomité voorgesteld hem een vaste en indexeerbare vergoeding toe te kennen van 350.000 euro per jaar, ingaand vanaf 1 juni 2016, alsook een bedrijfswagen ter beschikking te stellen. Dit voorstel werd meegedeeld aan de algemene vergadering van 23 mei 2016. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat Luc Bertrand in 2023 nog een tantième ontving van SIPEF t.b.v. 90.000 euro, waarvan de helft rechtstreeks aan Ackermans & van Haaren wordt betaald. De remuneratie die SIPEF heeft uitgekeerd aan Luc Bertrand wordt vermeld in het jaarlijks financieel verslag van SIPEF (Remuneratieverslag - Vergoeding van niet-uitvoerende bestuurders) over het boekjaar 2023.
Alle bestuurders hebben verklaard, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten belope van minstens 10.000 euro te hebben belegd in aandelen van de vennootschap.
| Zitpenningen(1) | Totale vergoeding |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Voorzitter raad van bestuur |
Bestuurder | Voorzitter audit comité |
Lid audit comité |
Lid remuneratie comité |
Nummer | Raad van bestuur |
Nummer | Comités | |
| Luc Bertrand | 100.000 | 8 | 20.000 | 120.000 | ||||||
| Sonali Chandmal(2) | 25.000 | 4 | 10.000 | 35.000 | ||||||
| Marion Debruyne | 50.000 | 5.000 | 8 | 20.000 | 5 | 12.500 | 87.500 | |||
| Bart Deckers | 50.000 | 2.500 | 8 | 20.000 | 3 | 7.500 | 80.000 | |||
| Jacques Delen | 50.000 | 8 | 20.000 | 70.000 | ||||||
| Deborah Janssens(2) | 25.000 | 4 | 10.000 | 35.000 | ||||||
| Julien Pestiaux | 50.000 | 5.000(4) | 2.500 | 2.500 | 8 | 20.000 | 8 | 20.000 | 100.000 | |
| Thierry van Baren | 50.000 | 8 | 20.000 | 70.000 | ||||||
| Victoria Vandeputte | 50.000 | 2.500 | 8 | 20.000 | 3 | 7.500 | 80.000 | |||
| Frederic van Haaren | 50.000 | 8 | 20.000 | 70.000 | ||||||
| Frank van Lierde(2) | 25.000 | 2.500 | 3 | 7.500 | 3 | 7.500 | 42.500 | |||
| Pierre Willaert | 50.000 | 5.000(3) | 8 | 20.000 | 2 | 5.000 | 80.000 | |||
| Totaal | 100.000 | 475.000 | 10.000 | 10.000 | 7.500 | 83 | 207.500 | 24 | 60.000 | 870.000 |
Tabel 1: Vergoeding van de bestuurders (boekjaar 2023)
(1) Een zitpenning van 2.500 euro wordt toegekend per deelname aan een vergadering van de raad van bestuur, het auditcomité en/of het remuneratiecomité. In 2022 waren er 8 vergaderingen van de raad van bestuur, 5 vergaderingen van het auditcomité en 3 vergaderingen van het remuneratiecomité.
(2) Vanaf 22 mei 2023.
(3) Tot 22 mei 2023.
(4) Julien Pestiaux is voorzitter van het auditcomité sinds 22 mei 2023
Tabel 1 geeft per bestuurder de vergoeding weer waarop zij recht hebben voor de vervulling van hun mandaat over boekjaar 2023. Deze vergoeding zal worden betaald, na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering, gepland op 27 mei 2024.
Na de jaarvergadering van 2023 is Pierre Willaert afgetreden als voorzitter en lid van het auditcomité. Aangezien hij gedurende een overgangsperiode zal deelnemen en bijdragen aan het auditcomité, zal hij een aanwezigheidsvergoeding ontvangen van 2.500 euro per bijgewoonde vergadering van het comité tot aan de jaarvergadering van 27 mei 2024.
De vergoeding van de leden van het executief comité bestaat uit de volgende componenten:
Deze componenten worden jaarlijks, in de loop van de maand november, geëvalueerd door het remuneratiecomité en getoetst op hun marktconformiteit. Deze toetsing geschiedt aan de hand van publieke gegevens (bv. de remuneratiegegevens opgenomen in de jaarverslagen van andere vergelijkbare genoteerde vennootschappen) en/of driejaarlijkse salarisstudies.
De door het remuneratiecomité voorgestelde aanpassingen worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur. De vennootschap streeft naar een motiverende mix tussen een marktconforme vaste vergoeding enerzijds en een combinatie van kortetermijnincentives (de STI) en langetermijnincentives (aandelenopties) anderzijds.
De vaste vergoeding van de leden van het executief comité evolueert in functie van hun verantwoordelijkheden en van de marktontwikkelingen.
De variabele vergoeding die wordt toegekend aan de leden van het executief comité is afhankelijk van een objectief meetbaar prestatiecriterium, nl. het geconsolideerd nettoresultaat over een periode van één boekjaar. De variabele vergoeding wordt betaald in geld, na vaststelling door de raad van bestuur van het geconsolideerd nettoresultaat over het voorgaande boekjaar (d.i. eind maart). Alhoewel deze STI is uitgedrukt in functie van het geconsolideerd nettoresultaat over één jaar en derhalve prima facie als een kortetermijnincentive zou kunnen worden beoordeeld, dient men er rekening mee te houden dat AvH vanuit haar langetermijnstrategie streeft naar recurrente resultaten en bij nieuwe investeringen steeds kijkt naar het potentieel van de vennootschap om op duurzame wijze waarde te genereren, jaar na jaar. Participaties worden gedurende lange termijn begeleid door het AvH management, dat langetermijngroei van het eigen vermogen boven kortetermijnmaximalisatie van de winst beoogt. Vanuit die optiek worden eenmalige, boekhoudkundige winsten (bv. herwaarderingsmeerwaarden) uitgesloten uit de berekening van de STI. Net als in de vorige jaren wordt 20% van deze STI afhankelijk gemaakt van de resultaten behaald op de vooropgestelde ESG-parameters. De STI wordt geplafonneerd op 1,5 keer de vaste basisvergoeding.
De groepsverzekering is van het type 'vaste bijdrage' en dekt de volgende risico's: aanvullend pensioen, kapitaal bij overlijden, invaliditeitsuitkering en wezenpensioen. Zowel de vennootschap als het betrokken lid van het executief comité dragen bij tot de vorming van een reserve.
Tabel 2: Aandelenopties 2016-2023 (Aantal aangeboden en aanvaarde opties berekend volgens de Black & Scholes-methode)
| John-Eric Bertrand | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 4.000 | 4.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 6.000 | 34.000 | 10.000 | -4.000 | |
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 110.880 € 102.800 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 € 228.000 | € 429.290 | |||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 40.000 |
| Piet Dejonghe | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 5.500 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 7.000 | 34.500 | 10.000 | -4.000 | |||
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 0 € 141.350 € 163.920 € 149.520 | € 0 € 159.540 € 266.000 | € 429.290 | ||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 40.500 |
| Tom Bamelis | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 6.000 | 36.000 | 7.500 | -5.000 | |
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 € 228.000 | € 321.968 | |||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 38.500 |
| Piet Bevernage | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 6.000 | 31.000 | 7.500 | -5.000 | ||
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 | € 0 € 132.950 € 228.000 | € 321.968 | ||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 33.500 |
| André-Xavier Cooreman |
Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 6.000 | 36.000 | 7.500 | -5.000 | |
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 € 112.150 € 132.950 € 228.000 | € 321.968 | |||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 38.500 |
| An Herremans | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 2.000 | 2.500 | 4.000 | 13.000 | 7.500 | ||
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | |||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 41.580 € 38.550 € 40.980 € 37.380 € 44.860 € 66.475 € 152.000 | € 321.968 | |||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 20.500 |
| Koen Janssen | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Aanbod | Openings balans(1) |
Aanbod | Uit oefening |
Eind balans |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 4/01/2016 13/01/2017 12/01/2018 14/01/2019 13/01/2020 15/01/2021 11/01/2022 01/01/2023 11/01/2023(2) 3/01/2023(3) | |||||||||||
| Uitstaande opties | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 6.000 | 31.000 | 7.500 | -5.000 | ||
| Uitoefenprijs | € 130,95 € 128,30 € 148,64 € 132,52 € 141,09 € 124,67 € 166,35 | € 160,91 | € 130,95 | ||||||||
| Black & Scholes | € 28 | € 26 | € 27 | € 25 | € 22 | € 27 | € 38 | € 43 | |||
| Waarde op basis van Black & Scholes |
€ 138.600 € 128.500 € 136.600 € 124.600 | € 0 € 132.950 € 228.000 | € 321.968 | ||||||||
| Saldo op 31/12/2023 | 33.500 |
Definitie van de begrippen gehanteerd in Tabel 3:
(1) Openingsbalans: het aantal opties waarover de begunstigde beschikt op 1 januari 2023 en dat nog niet werd uitgeoefend in 2023.
(2) Aantal aangeboden opties: aantal opties dat aangeboden en aanvaard is in 2023.
(3) Aantal uitgeoefende opties: aantal opties dat in de loop van 2023 werd verworven (ingevolge het verstrijken van de 'vesting'-periode).
Onder de andere voordelen vallen de traditionele voordelen van alle aard, zoals een bedrijfswagen, smartphone en tabletcomputer, en een hospitalisatieverzekering en verzekering voor ambulante zorg. De bijdragen tot de hospitalisatieverzekering en de verzekering voor ambulante zorg worden integraal gedragen door de vennootschap.
De aandelenopties komen aan bod onder 4.2.
De leden van het executief comité hebben bevestigd minstens 1.000 aandelen Ackermans & van Haaren aan te houden, of te zullen verwerven over een periode van 5 jaar vanaf hun benoeming als lid van het executief comité.
De vaste remuneratie wordt in 2024 verhoogd met 6,5%, zijnde de som van de indexatie van 1,48% voor 2024 en de niet-toegekende indexatie van 5% van vorig jaar.
In het algemeen moeten de vaste vergoeding en de STI van de leden van het executief comité niet worden aangepast.
Voor twee leden stijgt de vaste remuneratie naargelang de gekozen marktpositie en in lijn met de ontwikkeling van hun relevante competenties en vaardigheden. Voor twee andere leden is de STI-doelstelling licht verhoogd in lijn met hun verantwoordelijkheden.
De jaarlijkse toekenning van aandelenopties geschiedt in het kader van een aandelenoptieplan dat in 1999 werd goedgekeurd door de raad van bestuur en op basis waarvan ook andere personen dan leden van het executief comité worden geïncentiveerd. Het aandelenoptieplan werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.
De raad van bestuur beslist over de toekenning van aandelenopties aan de leden van het executief comité, op aanbeveling van het remuneratiecomité. De toekenning van aandelenopties is bepaald op basis van de benchmarking 2022 en de verantwoordelijkheid van het betrokken lid van het executief comité. Overeenkomstig de toepasselijke fiscale wetgeving worden de leden van het executief comité belast op de datum van de toekenning van de aandelenopties.
De vennootschap biedt aan de begunstigden geen instrumenten aan ter afdekking van de risico's verbonden aan de aandelenopties. Het beleid is om de toegekende opties in te dekken.
De aandelenopties, die in het kader van het aandelenoptieplan worden toegekend, hebben volgende kenmerken:
Tijdens het boekjaar 2023 vervielen geen (niet-uitgeoefende) aandelenopties aangehouden door de leden van het executief comité.
De overeenkomsten van de leden van het executief comité bevatten de gebruikelijke bepalingen inzake vergoeding (vaste en variabele vergoeding), niet-concurrentie en confidentialiteit. De overeenkomsten gelden voor bepaalde duur.
De leden van het executief comité kunnen hun overeenkomst eenzijdig vervroegd beëindigen met een opzegtermijn van 6 maanden. De vennootschap kan eenzijdig de overeenkomst van deze leden beëindigen mits betekening van een opzegtermijn die schommelt tussen 18 maanden en 24 maanden.
Tabel 3: Individuele vergoeding van de (co-)CEO('s) en de gemiddelde vergoeding van de overige leden van het executief comité (boekjaar 2023)
| (€) | Vaste vergoeding | Variabele vergoeding | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Naam | Basisvergoeding | Voordelen alle aard(1) | Totaal | STI | Uitzonderlijke premie voor LT meerwaarde creatie |
Totaal | Groepsverzekering (vaste bijdrage ten laste van de vennootschap) |
Hospitalisatie verzekering |
vergoeding Totaal |
op totale vergoeding Vaste vergoeding |
op totale vergoeding STI |
op totale vergoeding LTI |
Variabele vergoeding op totale vergoeding |
op vaste vergoeding STI |
| John-Eric Bertrand (co-CEO) |
424.020 | 2.818 | 426.838 | 640.257 | 429.290 1.069.547 | 112.684 | 2.444 | 1.611.513 | 26% | 40% | 27% | 66% | 150% | |
| Piet Dejonghe (co-CEO) |
636.000 | 6.179 | 642.179 | 644.121 | 429.290 1.073.411 | 174.881 | 1.521 | 1.891.992 | 34% | 34% | 23% | 57% | 100% | |
| Overige EC-leden - gemiddeld |
396.936 | 4.190 | 401.126 | 346.215 | 321.968 | 668.182 | 113.435 | 2.394 | 1.185.137 | 34% | 29% | 27% | 56% | 86% |
(1) Voordelen van alle aard: bedrijfswagen, smartphone, laptop, tabletcomputer.
(2) De marktwaarde van de aandelenopties aangeboden en aanvaard in 2023 werd berekend volgens het Black-Scholes-model.
Voor elke nieuwe benoeming van een persoon tot lid van het executief comité zal de opzegtermijn bij beëindiging door de vennootschap worden vastgesteld op maximum 12 maanden.
De overeenkomsten tussen de vennootschap en de leden van het executief comité bevatten voorts bepalingen met betrekking tot de criteria voor toekenning van de variabele vergoeding en geven de vennootschap een terugvorderingsrecht (claw back) voor de variabele vergoeding die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens in de voorbije 5 boekjaren.
Tijdens het afgelopen boekjaar diende geen toepassing te worden gemaakt van vertrekvergoedingen of terugvorderingsrechten.
Tijdens het afgelopen boekjaar werd niet afgeweken van het remuneratiebeleid. Waar van toepassing is de STI beperkt tot 1,5 maal de vaste remuneratie.
Tabel 3 geeft de gemiddelde vergoeding weer van de 5 leden van het executief comité en de individuele vergoeding voor de (co-)CEO('s).
De gemiddelde totale vaste vergoeding van de leden van het executief comité steeg in 2023 met 11,29%. Dit wordt verklaard door een indexering met 6% en een aanpassing naar het midden voor één persoon. De gemiddelde variabele remuneratie van de leden van het executief comité daalde met 21% als gevolg van de daling van het geconsolideerde nettoresultaat.
Tabel 4 geeft de procentuele evolutie weer van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers.
Zoals hoger vermeld, is een belangrijk deel van de vergoeding (m.n. de variabele vergoeding en de aandelenopties) van de leden van het executief comité afhankelijk enerzijds van de evolutie van het geconsolideerd nettoresultaat en anderzijds van de ontwikkeling van de beurskoers. Beide parameters ontwikkelden als volgt in 2023 t.o.v. 2022:
M.b.t. boekjaar 2023 werd de STI berekend op basis van het geconsolideerd nettoresultaat en 20% daarvan op basis van de ESG-doelstellingen.
Per 31 december 2023 stelde AvH 32 bedienden te werk. Hun gemiddelde vaste brutovergoeding (excl. werkgeversbijdragen) werd in 2023 geïndexeerd met 11,08% (indexatie en sectorakkoord) aangevuld met een CAO-premie van 307,94 euro. Een aantal bedienden ontving op basis van de benchmarkoefening en hun persoonlijke performantie een loonsverhoging boven de indexatie. Rekening houdend met de aanwerving in 2023 van 13 nieuwe personen (+ 35% groei) met gemengde functies en anciënniteit stegen de lonen gemiddeld met slechts 5,9%. Op vergelijkbare basis is er een stijging met 13,8% omdat sommige personen werden bevorderd.
Tabel 4: Evolutie van het gemiddelde van de totale vaste en variabele vergoeding van de leden van het executief comité
| (€) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 415.570 (11%) | 418.902 (1%) | 428.931 (2%) | 394.681 (-8%) | 439.235 (11%) |
| Variabele vergoeding(1) | 702.384 (47%) | 316.477 (-55%) | 623.361 (97%) | 986.051 (58%) | 783.410 (-21%) |
| Geconsolideerd nettoresultaat |
394.900.000 (36%) | 229.791.000 (-42%) | 406.813.985 (77%) | 708.655.465 (74%) | 399.193.823 (-44%) |
| Beurskoers | 141,6 (7%) | 124,5 (-12%) | 168,7 (36%) | 160,9 (-5%) | 158,8 (-1%) |
Tabel 5: Evolutie van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden
| (€) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
|---|---|---|---|---|---|
| Vaste vergoeding | 74.109 (7%) | 80.577 (9%) | 83.257 (3%) | 88.767 (7%) | 94.016 (6%) |
| Vaste vergoeding like for like |
101.014 (14%) | ||||
| Variabele vergoeding(2) | 9.908 (4%) | 11.809 (19%) | 14.926 (26%) | 17.594 (18%) | 12.331 (-30%) |
| Geconsolideerd nettoresultaat |
394.900.000 (36%) | 229.791.000 (-42%) | 406.813.985 (77%) | 708.655.465 (74%) | 399.193.823 (-44%) |
| Beurskoers | 141,6 (7%) | 124,5 (-12%) | 168,7 (36%) | 160,2 (-5%) | 158,8 (-1%) |
(1) Onder 'variabele vergoeding' wordt begrepen het gemiddelde van de STI + de aangeboden en aanvaarde opties van dat jaar berekend op basis van de Black & Scholes-methode + uitzonderlijke premies. (2) De 'variabele vergoeding' omvat hier de winstpremie en uitzonderlijke bruto bonussen. De opties die aan sommige bedienden werden aangeboden, werden in deze berekening uitgesloten.
Voor bedienden hanteert AvH een gecategoriseerd winstpremieplan in het kader waarvan de raad van bestuur jaarlijks al dan niet beslist om een deel van de winst uit te keren aan de bedienden. De twee criteria voor categorisering zijn functie en anciënniteit. De raad van bestuur beslist jaarlijks over de toepassing van een winstpremieplan en de modaliteiten daarvan. De maximale verhouding tussen de hoogste en de laagste winstpremie bedraagt 1 op 10. Gezien de resultaten van 2023 bedraagt de vork voor 2023 3.500 euro tot 35.000 euro.
In 2023 daalde de gemiddelde variabele vergoeding van het personeel met 29,9% als gevolg van een lagere winstdeling en meerdere recente nieuwkomers.
Tabel 5 geeft de procentuele evolutie weer van de gemiddelde totale vaste en variabele vergoeding van de bedienden, in vergelijking met de ontwikkeling van het geconsolideerd nettoresultaat en de beurskoers.
De ratio tussen het gemiddelde van de vaste vergoeding van de leden van het executief comité enerzijds en van de bedienden van de vennootschap anderzijds bedraagt 1 op 4,7 op basis van volgende gegevens:
De ratio tussen de vaste vergoeding van de hoogste vergoeding (642.179) en het mediane bediendenloon (88.904,46) bedraagt 1 op 7,2.
Gezien de beperkte omvang van de groep zijn een aantal functielevels samengenomen zodat individuele discretie gegarandeerd is.
Met betrekking tot 2023 vermelden we niet alleen de gewogen loonkloof op vaste beloning maar ook de niet-gewogen genderloonkloof op vaste vergoeding.
Waar het verschil in vergoeding tussen de gewogen groepen negatief afwijkt voor vrouwen, is dat louter gebaseerd op anciënniteit in de functie. De loonkloof in de categorie 'Lid van het executief comité/director' daalde aanzienlijk van -26% (2022) naar -15,46% (2023).
De niet-gewogen loonkloof van 48,67% is volledig toe te schrijven aan verschillen in de gendermix per functie.
De twee verschillen zijn volledig in lijn met het remuneratiebeleid, dat stelt dat de vaste vergoeding evolueert naar de gekozen marktpositie. Indien de vaste vergoeding zich nog niet op het niveau bevindt van de gekozen marktpositie, dan groeit de vaste vergoeding daarheen, indien de betrokkene ook evolueert inzake het nemen van verantwoordelijkheid en de ontwikkeling van relevante competenties en vaardigheden.
Tabel 6 toont de loonkloof tussen de vaste vergoeding van mannen en vrouwen per doelgroep
Tabel 6: procentuele loonkloof tussen de vaste vergoeding van mannen en vrouwen
| (€) | Vrouwen | Mannen | % delta M/W |
|---|---|---|---|
| Co-CEO | n.v.t. | 530.010,00 | n.v.t. |
| Executive committee & Directors |
279.125,04 | 330.159,00 | -15,46% |
| Management | 148.746,40 | 139.005,87 | 7,01% |
| Staff & Support | 70.273,54 | 55.777,29 | 25,99% |
Overeenkomstig Art. 3.32, §2 WVV dient het jaarverslag een verklaring te bevatten inzake niet-financiële informatie. Deze verklaring is opgenomen in het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Namens de raad van bestuur, 22 maart 2024
Luc Bertrand Voorzitter van de raad van bestuur
Dit hoofdstuk is de verklaring inzake niet-financiële informatie van Ackermans & van Haaren ('AvH') overeenkomstig artikel 3:32 § 2 WVV en heeft betrekking op het boekjaar afgesloten op 31 december 2023. De ESG-onderwerpen komen ook aan bod in andere hoofdstukken van het verslag als gevolg van geïntegreerde rapportering.
Ackermans & van Haaren (AvH) positioneert zich als de langetermijnpartner bij uitstek voor familiebedrijven en managementteams. Het stelt zich tot doel de ontwikkeling te bevorderen van goed presterende marktleiders die met duurzame bedrijfsmodellen werken. AvH is ervan overtuigd dat een duurzaam marktleiderschap hand in hand gaat met respect voor sociale en milieuaspecten.
VERSLAG (ESG)AvH wil de veerkracht van haar participaties vergroten door op potentiële risico's te anticiperen en opportuniteiten te benutten om systematisch ESG-factoren in hun bedrijfsmodellen op te nemen. Deze aanpak wordt toegepast op zowel groeps- als participatieniveau. Uit de evolutie op langere termijn van de belangrijkste financiële en ESG-cijfers blijkt duidelijk dat AvH hierin slaagt. Met een totaal rendement op het eigen vermogen van 9,8% over de voorbije 10 jaar tonen de resultaten van AvH dat deze inspanningen, ondersteund door een focus op deugdelijk bestuur, solvabiliteit en een zorgvuldige boekhouding, elkaar versterken en duurzamere opbrengsten genereren.
Ondanks zeer uitdagende en onzekere tijden hebben de participaties in 2023 hun veerkracht getoond. Niettegenstaande de economische en geopolitieke context hebben veel deelnemingen hun investeringen in milieudomeinen zoals hernieuwbare energie, duurzame gebouwen of landbouw voortgezet, waarbij ze soms met significante technische en andere uitdagingen kampten. De bedrijven hebben ook hun inspanningen op sociaal gebied voortgezet om een aantrekkelijke, constructieve en veilige werkomgeving te bieden.
De deelnemingen definiëren en herbeoordelen actief de in hun bedrijfsbeleid vastgelegde doelstellingen. Dit wordt weerspiegeld door het toegenomen aantal deelnemingen (gemeten in termen van beheerde activa) met verschillende beleidslijnen gericht op bedrijfsethiek, innovatie en de bredere ESG-benadering. Het is de bedoeling een gezonde bedrijfscultuur en een deugdelijk bestuur tot stand te brengen die de betrokkenheid van iedereen die voor en namens de participaties werkt te stimuleren. De juiste bedrijfscultuur is ook essentieel om te verzekeren dat de ESG-visies op alle niveaus worden verankerd in de bedrijfsstrategie, het beheer en de processen. Dergelijke inspanningen brengen kosten met zich mee waarvan niet zeker is dat ze zullen worden terugverdiend. Ze resulteren echter wel in nieuwe en vaak ecologisch betere producten en diensten, zoals blijkt uit de KPI voor de afstemming op de taxonomie. Dit benadrukt dat een structureel ESG-beleid zinvol is.
AvH integreert haar ESG-visie in haar beleid inzake verantwoordelijk investeren en in haar betrokkenheid bij de participaties als een verantwoordelijke en actieve partner. Er worden doorlopend stappen ondernomen om strategische ESG-onderwerpen te bespreken met de raden van bestuur teneinde een passend beleid te ontwikkelen. De implementatie van dit ESG-beleid in de participaties wordt regelmatig door AvH gemonitord en met hen besproken. Als duurzame onderneming wil AvH een rolmodel zijn door deze ESG-visie te integreren in de eigen organisatie.
ONDANKS ZEER UITDAGENDE EN ONZEKERE TIJDEN BLEVEN DE PARTICI-PATIES IN 2023 VEERKRACHT TONEN, WAT BENADRUKT DAT EEN STRUCTU-REEL ESG-BELEID ZINVOL IS.
-
48

AvH integreert strategische ESG-onderwerpen systematisch in haar verantwoord investeringsbeleid en haar betrokkenheid bij de participaties. AvH verankert onderwerpen als deugdelijk bestuur, bedrijfsethiek, talentontwikkeling en innovatie, met als doel het creëren van langetermijnrendement en financiële veerkracht. Deze aanpak bevordert geleidelijk aan een betere koppeling tussen financiële en ESG-prestaties. Gelet op de toenemende aandacht voor de klimaatverandering en het streven naar een koolstofarme economie, gaat ook de nodige aandacht uit naar de CO2 - voetafdruk en -reductieplannen. AvH verwacht dat de meeste van haar participaties (> 80% van de beheerde activa) tegen 2025 een plan zullen hebben opgesteld, geïnspireerd op de SBTi-methodologie, om hun CO2 -uitstoot tegen 2030 te beperken. AvH gaat actief in gesprek met de grootste CO2 -uitstoters om de evolutie in hun CO2 -uitstoot te bespreken.
De vooruitgang in de uitrol van het ESG-beleid wordt gevolgd aan de hand van kwantitatieve kern-KPI's, in de tabellen aangeduid met .
AvH investeert niet alleen in bedrijven met een primaire focus op duurzaamheid, maar nog belangrijker, ze steunt ook de transitie van bedrijven in sectoren met specifieke ESG-uitdagingen. AvH wil een verschil maken door te investeren in bedrijven met een duidelijk ESG-beleid en een duidelijke agenda, en wil hen helpen om best-in-class te zijn of te worden inzake ESG. Dat onderscheidt AvH van 'impactinvesteerders' of 'thematische investeerders'.
Meer informatie over het ESG-beleid en de ESG-methodologie van AvH vindt u in het Duurzaamheidsverslag: bijlage 1. 'AvH's ESG-beleid en -methodologie'.
Meer gedetailleerde informatie over de geïdentificeerde materiële ESG-risico's van AvH en haar deelnemingen vindt u in het hoofdstuk 'Raad van Bestuur - Risico's en onzekerheden'.
AvH WIL EEN VERSCHIL MAKEN DOOR TE INVESTEREN IN BEDRIJVEN MET EEN DUIDELIJK ESG-BELEID EN EEN DUIDELIJKE AGENDA, EN WIL HEN HELPEN OM BEST-IN-CLASS TE ZIJN OF TE WORDEN INZAKE ESG.
De ESG-aanpak van AvH omvat systematisch focus op relevante milieu- en sociale aspecten. Dat gebeurt aan de hand van een 'dubbel materialiteitsperspectief', dat rekening houdt met zowel de invloed van deze aspecten op de resultaten van de onderneming als de invloed van hun activiteiten op de samenleving. Om impact te bereiken in haar portfolio, focust AvH in haar aanpak en processen op materiële participaties en materiële aspecten. Ook de andere bedrijven worden erbij betrokken. Er wordt onderzocht of er zich nieuwe materiële kwesties voor AvH kunnen ontwikkelen en ze krijgen ondersteuning bij het opstellen van hun eigen ESG-beleid.
AvH bepaalt materiële participaties op basis van verscheidene criteria: de grootte van de deelneming, de relevante ESG-wetgeving, het aandeelhouderspercentage van AvH of de belangstelling van stakeholders voor specifieke ESG-onderwerpen. Op basis van deze criteria worden DEME, Delen Private Bank, Bank Van Breda en SIPEF als materiële deelnemingen uit ESG-perspectief beschouwd. Samen vertegenwoordigen ze 67% van de beheerde activa. Wanneer de Europese richtlijn duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD) van kracht wordt, zullen de criteria voor de definitie van materiële deelnemingen opnieuw worden beoordeeld.
Om haar portefeuille vanuit een ESG-oogpunt te monitoren, voert AvH jaarlijks een risicoanalyse uit van haar bedrijven in portefeuille. Dat heeft tot doel potentiële materiële ESG-kwesties voor de AvH-groep te identificeren. Alle risico's worden pre-mitigatie geanalyseerd voor bedrijven in hun sector. Dat betekent dat deze risico's in werkelijkheid veel kleiner kunnen zijn, dankzij de risicobeperkende processen die worden toegepast. De resultaten van deze analyses hebben uitgewezen dat DEME, Delen Private Bank en Bank Van Breda potentiële materiële ESG-risico's en -opportuniteiten hebben inzake deugdelijk bestuur. In het geval van DEME geldt dit ook voor de milieu- en sociale aspecten. Wat SIPEF betreft, brengen de analyses geen materiële kwesties voor de AvH-groep aan het licht. Andere participaties en andere ESG-risico's en -opportuniteiten dan hier genoemd, werden meegenomen in de analyses maar op basis van de huidige inzichten niet geacht een materiële impact te hebben op de AvH-groep. De resultaten van deze analyses werden gerapporteerd aan en besproken met het executief comité, het auditcomité en de raad van bestuur.
In het Duurzaamheidsverslag wordt de voortgang van de investeringspor-

Meer gedetailleerde informatie over het ESG-beleid en de ESG-methodologie van AvH en haar geïdentificeerde materiële ESG-risico's vindt u in de sectie 'Raad van Bestuur - Risico's en onzekerheden' en in het Duurzaamheidsverslag: bijlage 1. 'AvH's ESG-beleid en -methodologie'.
tefeuille inzake ESG gerapporteerd met de beheerde activa als relevante scope, in overeenstemming met de UN PRI-benadering en de manier waarop beleggers naar AvH kijken. Sommige kerncijfers gelden alleen voor de investeringsmaatschappij zelf en haar (investerings)team. In de bijlage rapporteert AvH over ESG op basis van haar boekhoudkundige scope.
AvH hanteert de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) en de recentste versie van de GRI Universele Standaarden als referentiekader. Meer informatie over de geïdentificeerde SDGs en een gedetailleerde tabel met verwijzingen naar de GRI Universele Standaarden zijn te vinden in het Duurzaamheidsverslag: bijlage 2. 'Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's)' en 3. 'GRI-referentietabel'.

In de aanloop naar de implementatie van de CSRD zijn in 2023 de eerste stappen gezet op weg naar een geïntegreerde rapportering, waarbij de ESG-impact nauwer wordt gekoppeld aan de activiteiten waarover wordt gerapporteerd.
AvH heeft 4 SDG's als materieel aangemerkt, namelijk 'Goede gezondheid en welzijn', 'Waardig werk en economische groei', 'Industrie, innovatie en infrastructuur' en 'Vrede, justitie en sterke publieke diensten'.
Als verantwoordelijke investeerder integreert AvH ESG-factoren op een structurele manier in haar bedrijfsmodel en analyses, waarbij het een langetermijnvisie combineert met een focus op strategische ESG-risico's en -opportuniteiten. Het beleid van AvH inzake verantwoordelijk investeren wordt ondersteund door haar exclusiebeleid en due diligence procedures, die in lijn zijn met haar ESG-visie. AvH is erop gebrand om nieuwe investeringsmogelijkheden te onderzoeken die een antwoord bieden op wereldwijde uitdagingen, om zo deel uit te maken van de oplossing. Dat hangt, uiteraard, af van de vraag of ze waardecreatie op langere termijn kunnen aantonen, inclusief potentiële opportuniteiten, of ze voldoen aan het exclusiebeleid van AvH en of tijdens de due diligence geen onbeheersbare risico's aan het licht komen. ESG-ratingbureaus erkennen en waarderen de structurele en langetermijnaanpak van AvH.
AvH hanteert in haar investeringsfilosofie een langetermijnhorizon over de economische cyclus heen en evalueert de prestaties van de bedrijven in portefeuille in zijn geheel. AvH monitort de waardecreatie ervan op basis van de aangroei van het eigen vermogen (inclusief uitbetaalde dividenden) over een periode van 10 jaar. Door ESG-factoren in haar bedrijfsmodel te integreren, anticipeert AvH op risico's en beperkt het ze, alsook positioneert het zich voor duurzame groei door de veerkracht, het concurrentievoordeel en de financiële prestaties van haar bedrijven op lange termijn te verbeteren. De resultaten van AvH bevestigen dat goede prestaties hand in hand gaan met een strategisch gericht ESG-beleid. De algemene bedrijfscultuur lijkt hier een belangrijke drijvende kracht van te zijn, meer dan een specifiek programma of beleid.
AvH streeft naar een positieve nettocashpositie. De nettocashpositie steeg in 2023 tot 517 miljoen euro. Daarenboven beschikt AvH over 280 miljoen euro bevestigde kredietlijnen van verscheidene banken waarmee het op lange termijn samenwerkt. AvH wil over voldoende middelen beschikken om te investeren in nieuwe veelbelovende, duurzame en innovatieve bedrijven en om de groei van haar bestaande participaties te ondersteunen, bovenop sterke en gezonde balansen. Deze factoren zijn essentieel voor de financiële onafhankelijkheid van de deelnemingen.
Daarom monitort AvH deze 2 maatstaven die ESG koppelen aan haar financiële prestaties op lange termijn.

(1) Deze transactie is onderhevig aan verscheidene opschortende voorwaarden, waaronder goedkeuringen van de regelgevende instanties.
Your partner for sustainable growth
| Materiële onder werpen van AvH |
SDG | Doel | KPI | Trend | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële veerkracht en langetermijn rentabiliteit Beleid inzake verantwoordelijk investeren |
10% | Waardecreatie - Aangroei van het eigen vermogen(1) |
9,8% | 10,3% | 9,4% | ||
| Positief | Nettocashpositie | 517 miljoen euro |
499 miljoen euro |
78 miljoen euro |
|||
| Relevante ESG-ratings verkrijgen ESG onderdeel van de investerings beslissing |
Sustainalytics | Verwaar loosbaar risico (7,6) |
Verwaarloos baar risico (9,0) |
Laag risico (12,5) |
|||
| UN PRI | 4/5 sterren | 4/5 sterren | - | ||||
| CDP | B-rating | C-rating | - | ||||
| Sectorexclusiebeleid | Informeel | ||||||
| ESG-doorlichting van nieuwe investeringen |
100% | 100% | 100% | ||||
| ESG-opleiding van het investeringsteam |
92% | 96% | 91% |
(1) Groei van het eigen vermogen plus uitbetaalde dividenden over 10 jaar (CAGR 2013-2023, 2012-2022, 2011-2021).

AvH maakt deel uit van de BEL ESG Index die in februari 2023 door Euronext werd gelanceerd. Deze nieuwe duurzame index volgt de 20 in Brussel genoteerde ondernemingen met de beste ESG-praktijken.
In het algemeen lijken de ESG-ratingbureaus de ESG-filosofie en -prioriteiten van AvH te appreciëren. In lijn met haar streven naar ESG-ratings die relevant zijn voor een beursgenoteerde investeringsmaatschappij, werkt AvH actief samen met UN PRI, Sustainalytics en CDP. Het doel is de huidige ratings te behouden.
De UN Principles for Responsible Investment (UN PRI) is een raamwerk van de Verenigde Naties dat toeziet op de integratie van ESG in investeringsbeslissingen en op actieve betrokkenheid bij participaties. In 2020 onderschreef AvH formeel de UN PRI. AvH behaalde in 2023 een score van 4 op 5 sterren.
AvH kon haar ESG-risicoclassificatie 'verwaarloosbaar' van Sustainalytics verder verbeteren van 9,0 naar 7,6. In het segment van de holdings die in meerdere sectoren actief zijn, rangschikte Sustainalytics AvH in het bovenste kwartiel (5e percentiel op 3 januari 2024) van haar sectorgenoten. AvH is nu opgenomen in de ESG Global 50 Top Rated-lijst 2024 van Sustainalytics, als een van de 50 best beoordeelde bedrijven ter wereld inzake beheer van ESG-risico's. ISS kende AvH het 'Prime' label toe, dat vergelijkbaar is met het 'Industry Top Rated'-label van Sustainalytics.
CDP beheert een wereldwijd milieu-informatiesysteem om klimaatgerelateerde risico's en kansen te meten en te beheren. De CDP-rating en -gegevens worden door veel stakeholders gebruikt om niet-financiële informatie te beoordelen. In 2023 verbeterde AvH haar rating van C naar B.
Andere ESG-ratings, zoals MSCI (BBB rating), passen andere methoden toe die de voor een investeringsmaatschappij relevante ESG-risico's niet of onvolledig weerspiegelen. Er zijn hiervoor gesprekken opgestart.
ESG wordt systematisch geïntegreerd in het investeringsbeleid van AvH. Voor nieuwe investeringen wordt een due diligence onderzoek uitgevoerd. AvH waakt erover dat de samenstelling van haar portefeuille evolueert in lijn met de langetermijnuitdagingen om zo te komen tot een toekomstbestendige en veerkrachtige investeringsportefeuille. ESG wordt geïntegreerd in elke fase van de investeringscyclus op basis van het UN PRI-raamwerk.
Het onderstaande overzicht vat het beleid van AvH inzake verantwoordelijk investeren samen. De uitkomst van de ESG-screening en de due diligence beoordeling wordt besproken met het management en verwerkt in actieplannen. AvH streeft naar een best-in-class positie voor haar participaties in de sectoren waarin ze actief zijn. Maar omdat AvH vaak slechts één van de aandeelhouders is, voert elk bedrijf zijn eigen ESG-beleid, waarbij AvH optreedt als partner die (pro)actief meedenkt over relevante ESG-uitdagingen. De best-in-class positie wordt voor elk bedrijf bepaald op basis van een sectorrelevante standaard, index of benchmark.
In plaats van veel sectoren uit te sluiten, gelooft AvH het verschil te kunnen maken als verantwoordelijke en actieve partner in sectoren die met specifieke ESG-uitdagingen worden geconfronteerd. AvH geeft er de voorkeur aan deze bedrijven op lange termijn positief te beïnvloeden en de negatieve aspecten van dergelijke sectoren te mitigeren. Het aantal 'harde uitsluitingen' is hierdoor beperkt tot 6 sectoren.
AvH heeft beslist niet te investeren in de volgende activiteiten:
De naleving van het exclusiebeleid door bestaande participaties wordt regelmatig gemonitord.
AvH heeft een interne richtlijn ontwikkeld om de investeringsteams te ondersteunen bij de uitvoering van hun ESG-analyses in het kader van de beoordeling van nieuwe investeringen of bestaande participaties die met specifieke ESG-uitdagingen te maken krijgen.
De uitvoering van een ESG-doorlichting stelt AvH in staat te anticiperen op risico's en in te spelen op opportuniteiten. De ESG-doorlichting, die een integrale stap is in de evaluatie van alle potentiële investeringen, werd uitgevoerd voor alle nieuwe investeringsbeslissingen in 2023. ESG vormt een vast onderdeel van de investeringsmemo's die de analyses en resultaten van de doorlichting samenvatten en als basis dienen voor een investeringsbeslissing. De Sustainability Accounting Standards Board (SASB) wordt gebruikt als referentiemodel bij het focussen op relevante ESG-onderwerpen, aangevuld met sectorrelevante raamwerken en trends.
Na een eerste interne doorlichting die rekening houdt met de sector, het bedrijfsmodel en de geografische spreiding worden de vastgestelde risico's en opportuniteiten meer in detail beoordeeld. Waar relevant wordt de interne doorlichting aangevuld met een ESG-doorlichting uitgevoerd door een externe partij.
Afhankelijk van de investeringsopportuniteit en de betrokken sector kunnen de volgende onderwerpen in de ESG-doorlichting aan bod komen:
Indien er via fondsen wordt geïnvesteerd, wordt vóór de instap in het fonds gekeken naar het exclusiebeleid en de doorlichtings- en monitoringsprocedures die de fondsbeheerder hanteert.

Verantwoordelijk aandeelhouderschap en ESG zijn nauw met elkaar verweven. Als actieve en langetermijnaandeelhouder beheert AvH haar portefeuille in lijn met haar waarden. Daarom ligt de nadruk van de ESG-aanpak op het opstellen van een relevant beleid via de juiste bestuursprocessen. De bedrijven definiëren en herbekijken actief hun doelstellingen die in dit beleid zijn opgenomen met de steun van AvH, waarbij ze op de materiële ESG-onderwerpen focussen om hun bedrijfsstrategie te ondersteunen.
AvH interpreteert ESG op een brede manier om zinvolle verandering en een positieve impact te stimuleren. Een passende bedrijfscultuur en passend bestuurskader bevorderen de integratie van ESG in de strategie en processen van de participaties.
AvH hanteert in haar rol als verantwoordelijke en actieve partner de volgende principes om vooruitgang te bewerkstelligen en de juiste focus te leggen bij de bedrijven in haar portefeuille:
op de grootste participaties en aspecten die materieel zijn voor AvH en vervolgens de andere bedrijven mee te betrekken.
AvH ondersteunt haar participaties bij het definiëren en implementeren van een relevant ESG-beleid op maat van hun sector. Gezien de toenemende bezorgdheid over de klimaatverandering gaat de nodige aandacht uit naar de milieuvoetafdruk en de daarmee samenhangende CO2 -emissies. De participaties worden verzocht om tegen 2025 een CO2 -reductieplan voor 2030 op te stellen, geïnspireerd op de SBTi-methodologie. Sociale factoren zijn een ander aandachtspunt, vooral als het erom gaat de vaardigheden van de managementteams van de participaties te versterken of te diversifiëren. Dit omvat onderwerpen als leiderschap, innovatie en digitale transformatie. Gezondheid en welzijn krijgen eveneens veel aandacht, aangezien een veilige omgeving, autonomie, competentie en betrokkenheid als belangrijk worden beschouwd.
Meer informatie over de prestaties en hoogtepunten in 2023 is te vinden in 'Markante feiten 2023' en in het 'Activiteitenverslag'.
De als materieel beschouwde ESG-aspecten worden in de tabel op de volgende pagina vermeld, samen met de doelstellingen van AvH:

AvH beschouwt deugdelijk bestuur en bedrijfsethiek als fundamentele principes van haar ESG-filosofie. Deze sturen de strategische beslissingen en operationele processen op basis van de juiste waarden. De juiste cultuur hebben, is geen bijkomstigheid maar een fundamentele vereiste voor de succesvolle uitrol van duurzame bedrijfsmodellen. AvH streeft daarom naar de juiste toezichtprocessen voor een substantieel deel van de portefeuille. AvH is blij te kunnen melden dat meer dan 95% van de portefeuille door deze dimensies wordt gedekt.
AvH vindt het belangrijk dat een ESG-beleid afgestemd is op de bedrijfsstrategie. Focussen op materiële onderwerpen en de status en het actieplan bespreken op het niveau van de raad van bestuur zijn belangrijke hefbomen om een ESG-beleid uit te rollen.
Alle participaties worden verzocht jaarlijks een ESG-vragenlijst in te vullen. Ze rapporteren op een manier die relevant is voor de materialiteit van AvH, de grootte van het bedrijf, de fase in de economische levenscyclus en

SBTi voor 2030 en om klimaatneutraal te
zijn tegen 2050
de sector waarin ze actief zijn. Dit stelt AvH, en in het bijzonder de investeringsmanagers, in staat om de status en de voortgang van de ESG-prestaties te beoordelen en de participaties waar nodig te steunen. Op verzoek worden één-op-één sessies georganiseerd en AvH werkt op regelmatige basis samen met een aanzienlijk aantal participaties. Alle participaties worden gevraagd hun ESG-vragenlijst voor te leggen aan hun raad van bestuur en/of auditcomité om de ESG-monitoring te faciliteren. Op basis van de informatie uit deze vragenlijsten formuleert AvH haar aanbevelingen voor de toekomst.
Net als in voorgaande jaren werden in 2023 talrijke workshops georganiseerd voor de participaties. Deze workshops concentreerden zich op clusters van bedrijven met dezelfde ESG-maturiteit, materialiteit voor AvH of specifieke materiële onderwerpen.
Individuele ESG-strategische sessies werden georganiseerd voor DEME, Delen Private Bank, Bank Van Breda, Nextensa en SIPEF. Aan deze sessie nemen de investeringsmanagers die in de raad van bestuur van de participatie zetelen, de ESG-teams en de leden van de executief comités deel.
| Verantwoordelijk ESG-engagement met de participaties aandeelhouder > 80% van de ESG-beleid(1) 94% 91% schap portefeuille Individuele strategische ESG-sessies(1) 77% 78% CO2 -emissies investeringsportefeuille Scope 3 emissies - 1,4 mio 1,2 mio investeringsportefeuille (ton CO2 -equivalenten)(2) Scope 3 emissies - 97% 93% investeringsportefeuille(1) > 80% van de CO2 -ambitie- en 61% 50% - portefeuille -reductieplan(1) (in 2025) EU-taxonomie(3) % in aanmerking komende omzet 49% 43% EU-taxonomie % afgestemde omzet EU-taxonomie 27% 21% % in aanmerking komende capex 56% 56% EU-taxonomie % afgestemde capex EU-taxonomie 43% 47% % in aanmerking komende opex - - - EU-taxonomie(4) % afgestemde opex EU-taxonomie(4) - - - Innovatie > 80% van de Innovatiestrategie(1) 85% 84% portefeuille Deugdelijk > 80% van de Corporate governance charter(1) 99% 98% |
2021 | 2022 | 2023 | Trend | KPI | Doel | SDG | Materiële onder werpen van AvH |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 91% | |||||||||
| 83% | |||||||||
| 1,2 mio | |||||||||
| 89% | |||||||||
| 46% | |||||||||
| 15% | |||||||||
| 39% | |||||||||
| 25% | |||||||||
| 77% | |||||||||
| 96% | portefeuille | bestuur | |||||||
| Audit- en/of risicocomité(1) 96% 96% |
96% | ||||||||
| Remuneratiecomité(1) 98% 99% |
94% | ||||||||
| Bedrijfsethiek > 80% van de Integriteitscode(1) 97% 97% portefeuille |
92% |
(1) Uitgedrukt als % van het geconsolideerd eigen vermogen van AvH.
(2) Scope 3 emissies met betrekking tot de investeringsportefeuille betreffen scope 1 & 2 emissies van haar participaties met de grootste CO2 -voetafdruk, zoals bekend op de datum van publicatie en gewogen op basis van het aandeelhouderspercentage. De CO2 -voetafdruk van de participaties van het segment Growth Capital zal de komende jaren worden vervolledigd.
(3) Het voorgestelde schema inzake de EU-taxonomie bevat ratio's die relevant zijn voor niet-financiële instellingen.
(4) De opex zoals gedefinieerd in de scope van de EU-taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-geactiveerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van de IFRS, zijn deze grotendeels reeds opgenomen in de capex.
Het doel van deze ESG-strategische sessies is het evalueren van de voortgang op het gebied van materiële ESG-aangelegenheden, waaronder het ESG-beleid en de huidige status ervan, de relevante actieplannen, de voortgang van metingen en gegevensverzameling, de beoordeling van relevante stakeholders, enz. Deze sessies worden gehouden ter voorbereiding op de besprekingen in de raad van bestuur.
AvH organiseerde in 2023 ook verschillende workshops om de participaties voor te bereiden op de komende ESG-rapporteringsnormen in het kader van de Europese richtlijn duurzaamheidsrapportage (Corporate Sustainability Reporting Directive, CSRD).
Er werd een workshop georganiseerd voor de ESG-teams van de participaties en de investeringsmanagers om hen te informeren over de implicaties van de CSRD. Een andere workshop, die werd bijgewoond door de ESGteams en CFO's van de participaties, had betrekking op het opzetten van geschikte ESG-dataprocessen en het opnemen van de ESG-rapportering in de beoordelingen door de auditcomités.
Een pilootproject werd uitgevoerd met DEME, CFE en Delen Private Bank om individuele begeleiding en kennisuitwisseling aan te bieden over de interpretatie van de dubbele materialiteit (d.w.z. 'financiële materialiteit' en 'impactmaterialiteit'), het uitvoeren van een gap-analyse en het formuleren van een CSRD-stappenplan. Bank Van Breda en Nextensa namen eveneens deel aan de sessies voor kennisdelen. Er werden multidisciplinaire teams opgezet om de CSRD uit te rollen.
Een HR-workshop over de financiële impact van het investeren in talent werd georganiseerd met verschillende deelnemingen, waarbij multidisciplinaire teams (HR, ESG en Finance) het onderwerp bespraken.
De lessen uit het pilootproject en de specifieke workshops worden gedeeld met de andere deelnemers tijdens jaarlijkse evaluatieworkshops, om ervoor te zorgen dat de AvH-groep klaar zal zijn wanneer de wettelijke vereisten van kracht worden.
In 2020 en 2021 werd een programma georganiseerd op basis van de '10 Types of Innovation' van Larry Keeley. In 2023 werd een vervolgworkshop georganiseerd om de sturing en opvolging van de innovatiestrategieën en de daaruit geleerde lessen te bespreken. Hoewel het percentage van de portefeuillebedrijven met een innovatiestrategie stabiel bleef ten opzichte van vorig jaar, zagen we een duidelijke verbetering van de kwaliteit en de monitoring van de strategieën. Er werden ook innovatieworkshops georganiseerd over actuele onderwerpen zoals AI en cybersecurity.

| -ambitie en |
|---|
| -equivalenten scope 3 emissies - investeringsportefeuille (97% dekking van |
| emissies van de investeringsportefeuille werd |
De transitie naar een koolstofarme economie als gevolg van de noodzaak om de klimaatverandering dringend aan te pakken gaat hand in hand met AvH's benadering van duurzame bedrijfsmodellen. Ondanks de bijdrage aan klimaatoplossingen en/of de beperking van de CO2 -intensiteit van de activiteiten, kan een toegenomen omzet tot een stijging van de CO2 -emissies leiden.
AvH gebruikt een 'fit for purpose'-benadering om na te gaan in hoeverre haar CO2 -ambities en -actieplannen passen binnen het Science Based Targets initiative (SBTi) en sectorspecifieke transitiepaden (bv. 1,5°C- en 2°C-scenario's in het Klimaatakkoord van Parijs). Door in te zetten op het verminderen van de emissie-intensiteit wil AvH op termijn een absolute emissiereductie realiseren. Op de vorige pagina worden drie voorbeelden gegeven van hoe haar participaties werken aan de terugdringing van hun emissies.
De participaties worden verzocht om tegen 2025 een CO2 -ambitie en -reductieplan voor 2030 op te stellen. In 2023 ging AvH actief de dialoog aan met de grootste uitstoters, die 98% van de emissies van de investeringsportefeuille vertegenwoordigen, om hun CO2 -strategie en -actieplannen nog ambitieuzer te maken. De besprekingen focusten op de beschikbare en gebruikte operationele en technische hefbomen voor verbetering, de bereidheid van de markt om te betalen voor producten en diensten met een lagere koolstofintensiteit, de verwachte kosten van de koolstofvoetafdruk en de impact van de gerelateerde operationele kosten en investeringen.
Wanneer men AvH als investeringsmaatschappij beschouwt, zijn scope 1 en 2 (186 ton CO2 -equivalenten) de directe en indirecte CO2 -emissies uit het energieverbruik in de eigen kantoren. De scope 3-emissies zijn toe te schrijven aan twee bronnen. Enerzijds zijn er scope 3-emissies die betrekking hebben op de eigen activiteiten (249 ton CO2 -equivalenten), namelijk zakenreizen. Anderzijds zijn er scope 3-emissies die betrekking hebben op de investeringsportefeuille (1,4 miljoen ton CO2 -equivalenten). De scope 3-emissies van de investeringsportefeuille omvatten de scope 1- en scope 2-emissies van de bedrijven in de portefeuille, gewogen op basis van het aandeelhouderspercentage. Voor een investeringsmaatschappij als AvH is het grootste deel van de emissies dus toe te schrijven aan scope 3-emissies veroorzaakt door haar investeringsportefeuille.
De totale CO2 -uitstoot (in CO2 -equivalenten scope 1 en 2) op basis van de boekhoudkundige scope bedroeg 754.749 ton CO2 -equivalenten in 2023 (zie het Duurzaamheidsverslag: Bijlage 4 achteraan in het jaarverslag). Het blijft erg moeilijk om betrouwbare cijfers te krijgen over de scope 3-emissies van de deelnemingen. Een pragmatische aanpak, gebaseerd op zakelijk inzicht en rekening houdend met de onderliggende drijvende factoren, blijft
| 2023 | 2022 | 2021 | ||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Absolute CO2 -emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen volgens het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
Absolute CO2 -emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen volgens het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
Absolute CO2 -emissies |
Aandeel houders percentage |
CO2 -emissies gewogen volgens het aandeel houders percentage ('aandeel AvH') |
||
| 3.217.391(1) | 20% | 643.478(1) | 2.486.023 | 20% | 488.255(1) | 1.929.030 | 22% | 421.493(1) | ||
| 733.500 | 62% | 454.770 | 653.000 | 62% | 405.643 | 832.800 | 62% | 517.169 | ||
| 651.512(2) | 39% | 254.090(2) | 608.7692) | 37% | 224.088(2) | 681.769(2) | 35% | 239.505(2) | ||
| 15.283 | 62% | 9.476 | 15.309 | 62% | 9.510 | 16.489 | 62% | 10.240 | ||
| 42.679 | 22% | 9.389 | 40.752 | 22% | 8.859 | 35.565 | 22% | 7.731 | ||
| 1.378 | 79% | 1.089 | 1.361 | 79% | 1.072 | 1.713 | 79% | 1.348 | ||
| 1.376 | 79% | 1.087 | 1.470 | 79% | 1.158 | 1.388 | 79% | 1.093 | ||
| Overige | 22.131 | - | 8.158 | 8.165 | - | 4.905 | 4.903 | - | 3.380 | |
| Scope 3 emissies - participaties |
- | - | 1.381.536 | - | - | 1.143.749 | - | - | 1.202.189 | |
(1) Sagar's CO2 -voetafdruk voor 2023 is gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2022/2023. Voor 2022 gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2021/2022.
Voor 2021 gebaseerd op Sagar's boekhoudkundig jaar 2020/2021
(2) SIPEF heeft, in lijn met ISO14064, de berekeningsmethode voor scope 1 en 2 emissies licht bijgesteld. De aangepaste CO2 -voetafdruk voor 2022 zou 658.271 ton CO2 eq bedraagd hebben, gewogen 243.560 ton CO2 eq en voor 2021, 728.762 ton CO2 eq, gewogen 255.067 ton CO2 eq. SIPEF houdt, in lijn met het GHG-protocol, rekening met netto-emissies.
In de casestudies werden de referentiejaren en de datapunten gebruikt zoals gerapporteerd door de betreffende participaties in hun respectievelijke duurzaamheidsrapporten of jaarverslagen die beschikbaar zijn op hun websites.

DEME heeft als doel de BKG-intensiteit tegen 2030 met 40% te verminderen (in vergelijking met 2008), in lijn met het decarbonisatietraject dat de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) voorschrijft. Eind 2022 had DEME al een vermindering van de BKG-intensiteit van 27%(1) bereikt. DEME streeft naar klimaatneutraliteit tegen 2050.
SIPEF heeft als doel de BKG-intensiteit met 28% te verminderen tegen 2030 (in vergelijking met 2021). Eind 2023 had SIPEF al een vermindering van 14% bereikt. Er was een lichte toename in intensiteit in 2023 (t.o.v. 2022) door een lagere productie, een toename in aanplanting en verfijningen in de berekeningsmethodologie.
(1) Meetgegevens van 2008 en 2022 werden geverifieerd door Lloyd. De verificatie van de meetgegevens van 2023 is in behandeling.
• Nieuwe aanplantingsprocedure volgens de RSPO-normen
Sagar Cements heeft zich tot doel gesteld de BKG-intensiteit met 28% te verminderen tegen 2030 (in vergelijking met 2020), niettegenstaande het feit dat de kern van haar activiteiten in India plaatsvindt. Deze doelstelling is in overeenstemming met het Science Based Targets initiative (SBTi), met als doel netto nul ('net zero') te bereiken in 2050, wat onder andere een verandering in het gedrag van haar klanten zal vereisen m.b.t. de productkeuze.
de beste manier om in de komende jaren vooruitgang te boeken. AvH beschouwt de rapportering als investeringsmaatschappij, op vrijwillige basis, zinvoller voor haar stakeholders.
De CO2 -voetafdruk van de investeringsportefeuille steeg van 1,2 naar 1,4 miljoen ton CO2 -equivalenten in 2023 ten opzichte van 2022. Deze CO2 -voetafdruk omvat zowel de kernsectoren als de participaties van Growth Capital die mogelijk actief zijn in CO2 -intensieve sectoren. De CO2 -voetafdruk van AvH kan aanzienlijk veranderen, afhankelijk van haar investerings- en desinvesteringsbeslissingen of die van haar deelnemingen.
Sagar Cements nam in januari 2023 Andhra Cement over, wat resulteerde in een toename van haar absolute CO2 -emissies. Het heeft een actieplan om de CO2 -emissies aan te pakken opgenomen in haar algemene strategie. De stijging van de totale uitstoot van broeikasgassen door DEME is het gevolg van een iets hogere bezetting van de offshore vloot en de inzet van een aantal cutterzuigers in meer energie-intensieve projecten. De stijging van de CO2 -emissies van SIPEF kan worden verklaard door lagere productieniveaus en een toename in productie gebied, evenals een verfijning in de berekeningsmethodologie.
In 2023 werd de aan AvH gerapporteerde CO2 -voetafdruk van de investeringsportefeuille vollediger en dekte hij 97% van de portefeuille (beheerde activa). Op het ogenblik van de publicatie van dit verslag zijn de gegevens voor sommige deelnemingen echter niet beschikbaar of niet uniform vastgesteld. Op basis van de huidige kennis wordt niet verwacht dat deze factoren een significante impact zullen hebben op het niveau van AvH. Niettemin moedigt AvH alle relevante participaties aan om deze metingen te starten of te verfijnen, zodat ze kunnen worden opgenomen in de toekomstige rapportering.

Meer informatie over de individuele CO2 -emissies en de doelstellingen van AvH als bedrijf vindt u in sectie '4.4 Directe impact op milieu- en sociale aspecten'.
De EU-taxonomie maakt deel uit van de Green Deal-aanpak van de EU en definieert een classificatiesysteem voor ecologisch duurzame activiteiten, met als doel duurzame investeringen te bevorderen en het risico van 'greenwashing' te vermijden.
Het EU-taxonomiesysteem stelt hoge eisen in termen van technische screeningcriteria. Ondanks deze hoge eisen bereikt de AvH-groep al aanzienlijke percentages. Daarentegen worden veel activiteiten die daadwerkelijk een positieve bijdrage leveren aan het klimaat nog niet als 'afgestemd' beschouwd. Dat belet AvH niet dit soort activiteiten toch te ondersteunen als ze bijdragen tot een koolstofarmere omgeving.
AvH en haar participaties hebben een conservatieve benadering toegepast bij het rapporteren van de afstemming op de EU-taxonomie. Er werd een 'sanity check' van de gehanteerde methode en de door de participaties gebruikte interpretaties uitgevoerd, ook om het risico op dubbeltelling te vermijden.
AvH rapporteert over de volgende twee elementen op basis van haar boekhoudkundige consolidatieperimeter:
De participaties van AvH hebben een aanzienlijk potentieel voor een positieve impact op de klimaatverandering. De sterke afstemming van AvH op de EU-taxonomie onderstreept haar positieve impact. De AvH-groep onderscheidt zich door het aanzienlijke deel van haar omzet (27%) en investeringen (43%) dat al 'afgestemd' is op dit kader. Deze cijfers tonen de financiële impact van de initiatieven van de AvH-groep vanuit een ecologisch perspectief, waarbij het capex-cijfer duidelijk haar engagement voor en geloof in de toekomst aantoont.
De activiteiten van DEME in offshore windenergie worden beschouwd als zowel in aanmerking komend als grotendeels afgestemd. De projecten voor spoorweginfrastructuur werden eveneens doorgelicht. De in aanmerking komende activiteiten van DEME werden in 2023 uitgebreid met delen van haar milieuactiviteiten. De in aanmerking komende activiteiten van CFE hebben voornamelijk betrekking op bouw en renovatie, elektrische installaties, spoorweginfrastructuur en vastgoedontwikkeling. De afgestemde omzet heeft voornamelijk betrekking op de projectontwikkeling van BPI en de bouwprojecten van CFE. De in aanmerking komende activiteiten van Nextensa hebben voornamelijk betrekking op vastgoedontwikkeling en de verhuur van vastgoed uit de eigen investeringsportefeuille. De afgestemde omzet wordt voornamelijk gegenereerd uit huuropbrengsten en de verkoop van appartementen (Park Lane). De rapportering met betrekking tot de EU-taxonomie van Delen Private Bank en Bank Van Breda is opgenomen in hun respectieve duurzaamheidsverslagen en jaarverslagen, die beschikbaar zijn op hun website.
Een samenvatting van de cijfers 2023 voor de EU-taxonomie is opgenomen in de bovenstaande tabel. De volledige officiële tabellen zoals vereist door de regelgeving zijn opgenomen in het Duurzaamheidsverslag: Bijlage 5 achteraan in het jaarverslag.
| Afstemming op de EU-taxonomie 2023 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| In aanmerking komend ('eligible') |
Afgestemd ('aligned') |
||||
| Omzet | |||||
| AvH-groep | 49% | 27% | |||
| DEME | 42% | 33% | |||
| CFE | 79% | 20% | |||
| Nextensa | 97% | 32% | |||
| Capex | |||||
| AvH-groep | 56% | 43% | |||
| DEME | 49% | 49% | |||
| CFE | 87% | 19% | |||
| Nextensa | 100% | 20% | |||
| Opex(1) | |||||
| AvH-groep | - | - | |||
| DEME | - | - | |||
| CFE | - | - | |||
| Nextensa | - | - |
(1) De opex zoals gedefinieerd in de scope van de EU-taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-geactiveerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van de IFRS, zijn deze grotendeels reeds opgenomen in de capex. AvH kiest ervoor om te focussen op omzet en capex.
Duurzame bedrijfsmodellen worden gevormd door voortdurende innovatie. Innovatie is de sleutel tot de verbetering van de veerkracht van een bedrijf in een voortdurend veranderend bedrijfslandschap. Door een passende innovatiestrategie te definiëren, zijn bedrijven beter uitgerust om hun producten en diensten te diversifiëren, nieuwe markten te verkennen en hun activiteiten te optimaliseren. Bovendien leiden innovatieve oplossingen vaak tot verhoogde operationele efficiëntie, kostenbesparingen en verbeterde klantervaringen, die allemaal de concurrentiepositie van een bedrijf versterken.
Als verantwoordelijke en actieve partner moedigt AvH haar participaties aan om innovatie op te nemen in hun bedrijfsstrategie. De inspanningen zijn gericht op de strategische drijfveren die op de lange termijn de grootste impact kunnen hebben. Die inzet zorgt ervoor dat de middelen overeenstemmen met de doelstellingen en dat de resultaten regelmatig geëvalueerd worden. Daarom moedigt AvH haar participaties aan om een innovatiestrategie en bijbehorende processen te formaliseren en jaarlijks op het niveau van de raad van bestuur te evalueren. Dit proces wordt gemonitord via de ESG-vragenlijst.
Elke participatie is verantwoordelijk voor haar innovatiestrategie. De rol van AvH bestaat in (1) het aanreiken en onderling uitwisselen van sectoroverkoepelende methoden en beste praktijken (bv. via de reeds vermelde workshops), en (2) de monitoring van de supervisie van de innovatiestrategie op het niveau van de raad van bestuur.
AvH zet zich in voor het bevorderen van een duurzame en verantwoordelijke bedrijfsomgeving, gericht op de materiële onderwerpen deugdelijk bestuur, talentontwikkeling en een cultuur van waarden (bv. integriteit). Zij bepalen en vormen de kwaliteit van AvH's portfolio. Dat zijn dan ook de ESG-KPI's die AvH nauwlettend volgt met duidelijk gedefinieerde ambitiedoelen.
Deugdelijk bestuur is een hoeksteen van de ESG-filosofie van AvH om strategieën te bepalen en processen te sturen. Het biedt een kader dat aansprakelijkheid, eerlijkheid en transparantie garandeert.
AvH heeft een ESG-governancestructuur gedefinieerd om de strategische afstemming te waarborgen. Sinds 2019 wordt AvH's ESG-beleid gecoördineerd door een lid van het executief comité (André-Xavier Cooreman). Tweemaal per jaar evalueert een ESG-stuurgroep, bestaande uit de twee co-CEO's, de CFO, de secretaris-generaal en het verantwoordelijk lid van het executief comité, het ESG-beleid, de geboekte vooruitgang, de ambities en de prioriteiten.
Een ESG-werkgroep vergadert gemiddeld om de drie maanden en staat in voor de operationele uitrol van het ESG-beleid. De ESG-werkgroep wordt gecoördineerd door de Head of ESG en is samengesteld uit het voor ESG verantwoordelijke lid van het executief comité, vertegenwoordigers van het investeringsteam, de Chief Human Capital Officer (CHCO), legal, investor relations en finance.
Het voltallig executief comité keurt deze evaluaties goed en rapporteert ten minste eenmaal per jaar aan het auditcomité en de raad van bestuur. In 2023 werd een sessie over het ESG-beleid en de strategische ambities ervan georganiseerd voor de raad van bestuur, en een sessie over ESG-rapportering voor het auditcomité. De reikwijdte van deze gesprekken omvatten AvH (groepsniveau, eigen operaties en investeringen) alsook het ESG-beleid van de participaties.
De participaties worden aangemoedigd om een eigen ESG-bestuursstructuur op te zetten, minstens jaarlijks te rapporteren aan hun eigen raad van bestuur (waarin AvH vertegenwoordigd is), en hun ESG-rapportering door hun auditcomités te laten beoordelen. Aangezien de verzamelde informatie bij de participaties cruciaal is, levert AvH beduidende inspanningen om gekwalificeerde ESG-teams bij de bedrijven te hebben die ondersteund worden door de respectieve managementteams.

Meer informatie met betrekking tot de ESG-competenties van de raad van bestuur is te vinden in de sectie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur'.
| Materiële onder werpen van AvH |
SDG | Doel | KPI | Trend | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Deugdelijk bestuur |
ESG-beleid | ||||||
| Corporate governance charter AvH |
|||||||
| Auditcomité AvH | |||||||
| Remuneratiecomité AvH | |||||||
| Talent ontwikkeling |
5 dagen | Gemiddeld aantal opleidingsdagen per persoon |
11,1 | 8,3 | 9,7 | ||
| Opleidingskosten (als % van algemene kosten) |
693.139 euros (2,5%) |
518.771 euros (2,1%) |
534.204 euros (2,8%) |
||||
| > 10 jaar | Gemiddeld aantal jaren rele vante ervaring per persoon in het investeringsteam |
19,2 years |
19,8 years | 19,5 years | |||
| < 10% | Gemiddeld personeelsver loop in het investerings team (exclusief intra-groep en pensionering, over 3 jaar) |
2% | 3% | 1% | |||
| Gemiddeld personeelsver loop (exclusief intra-groep en pensionering, over 1 jaar) |
0% | 5% | 0% | ||||
| 90% | Prestatiebeoordeling | 100% | 100% | 100% | |||
| Bedrijfsethiek | Bedrijfsethiek onderdeel van deugdelijk bestuur |
Integriteitsbeleid | |||||
| CO2 -emissies |
30% reductie | CO2 -reductie scope 1 & 2 |
28% | - | - | ||
| van AvH als investerings maatschappij |
(scope 1 & 2, basisjaar 2022 - in 2030) |
Scope 1 emissies - directe emissies (ton CO2 -equivalenten)(1, 2) |
183 | 202 | 197 | ||
| Scope 2 emissies - indirecte emissies (ton CO2 -equivalenten)(1, 3) - gebaseerd op markt |
3 | 57 | 32 | ||||
| Scope 2 emissies - indirecte emissies (ton CO2 -equivalenten)(1, 3) - gebaseerd op locatie |
56 | 57 | 32 | ||||
| Scope 3 emissies - zaken reizen (ton CO2 -equivalenten) (1, 4) |
249 | 210 | 7 | ||||
| Filantropie | Bijdrage aan de maatschappij |
368.000 euros |
366.000 euros |
251.000 euros |
(1) De emissiefactoren zijn afkomstig van DEFRA en Ember - (jaarlijkse elektriciteitsgegevens per land), overeenkomstig de methode van het GHG-protocol.
(2) Scope 1 emissies zijn directe emissies ten gevolge van verwarming, brandstofverbruik door voertuigen en lekkage van koelmiddel.
(3) Scope 2 emissies zijn indirecte emissies die worden veroorzaakt door de productie van elektriciteit die wordt gekocht en verbruikt.
(4) Scope 3 emissies met betrekking tot de investeringsmaatschappij betreffen indirecte emissies veroorzaakt door zakenreizen.
Het succes van een investeringsmaatschappij is afhankelijk van de vaardigheden, betrokkenheid en ervaring van de medewerkers. Als werkgever creëert AvH een werkomgeving met de nadruk op ethisch en respectvol handelen en de voortdurende ontwikkeling van talent. AvH streeft ernaar teams te ontwikkelen met een diversiteit aan vaardigheden en ervaring om de beste ondersteuning te kunnen bieden aan de managementteams van de participaties, die actief zijn in een brede waaier van sectoren. Een laag verloop zorgt ervoor dat de medewerkers maximaal de waarden van AvH uitdragen. In 2023 kwamen 11 mensen bij het team. Daarom ging bijzondere aandacht uit naar het inwerken van nieuwe collega's en het verzekeren van een vlotte integratie in de cultuur en praktijken van AvH.

John-Eric Bertrand co-CEO/co-voorzitter executief comité

co-CEO/co-voorzitter executief comité

Tom Bamelis Lid van het executief comité CFO Piet Bevernage Lid van het executief comité

André-Xavier Cooreman Lid van het executief comité ESG

An Herremans Lid van het executief comité

Koen Janssen Lid van het executief comité


Secretaris-generaal
Ivo Berckmoes IT support

Isabelle Bernaerts Management assistant

Ann Bex Management assistant

Heleen Boonen Legal counsel

Bart Bressinck Accountant - Controller

Gloria Burihabwa Onthaal

Emmanuel Carlier Investment manager

Hilde Delabie Senior group controller

Quinten Dumont de Chassart Investment associate

Peter Florus Tax officer

Sarah Franssens Management assistant

Ann Frans HR assistant

Michaëla Goelen Office manager

Nele Govaert Senior legal counsel


Miro Halfon Management assistant



Investment manager - Group controller

Gilles Huyghebaert Group controller

Yuliya Leysen Onthaal

Bruno Maes Group controller

Lydie Makiadi Management assistant

Anne Mampaey Accountant

Christophe Maters Investment director

Iris Meirlaen Paralegal

Robin Muller Management assistant

Subin Oswal Analyst

Filip Portael IT manager

Hari Rajmohan Investment manager

Melissa Slabbaert Sustainability expert

Brigitte Stockman Management assistant

Garry Suy Onderhoudsman

Thomas Ternest Investment director

Jeroen Vangindertael Investment manager Petra Van de Velde Management assistant



Bart Vercauteren Head of ESG

Julie Wouters Investment associate

Kansen creëren en benutten staat centraal in het HR-beleid van AvH. Vandaar de focus van AvH op het bieden van opportuniteiten, feedbackloops, mentoring en ontwikkeling. Doorgroeiperspectief wordt actief ondersteund door voor elke vacature af te toetsen of er interne kandidaten zijn. Ook de opportuniteiten bij de participaties worden gescreend.
Eindejaarsgesprekken hebben tot doel te onderzoeken hoe iedere medewerker kan groeien, als mens en als professional, in lijn met de strategische ambities van AvH. De collega's zijn in 2023 op verschillende gebieden gegroeid: verbindend communiceren, prioriteiten bepalen, slimmer werken door efficiënter softwareapplicaties te gebruiken, onderhandelen, persoonlijke coaching, rol als bestuurder, presentatie- en communicatietechnieken, talen, teamontwikkeling, beheer van stakeholders, corporate finance skills, strategische besluitvorming en inzichten in globale trends. Bovendien werd de AvH Academy opgestart, die updates over diverse juridische, financiële, HR- en ESG-domeinen aanbiedt.
AvH leeft de toepasselijke cao's op sectorniveau na en gaat zelfs verder dan de minimumvereiste van 4 opleidingsdagen per persoon. De medewerkers namen in 2023 gemiddeld deel aan 11 opleidingsdagen.
Meer informatie over de ESG-competenties van de raad van bestuur is te vinden in de sectie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur, 2. Raad van bestuur - 2.1 Samenstelling'.
| Medewerkers Totaal aantal medewerkers 49(1) 38 37 van AvH (in headcount) België 47 36 36 India & Zuidoost-Azië 2 2 1 Diversiteit man/vrouw 27/22 21/17 20/17 België 25/22 19/17 19/17 India & Zuidoost-Azië 2/0 2/0 1/0 Investeringsteam Totaal aantal medewerkers 26 22 23 van AvH (in headcount) Diversiteit man/vrouw 20/6 17/5 17/6 België 18/6 15/5 16/6 India & Zuidoost-Azië 2/0 2/0 1/0 Diversiteit op basis van studieachtergrond Economisch 49% 43% 43% Juridisch 19% 15% 23% Wetenschappelijk 24% 33% 23% Overige 8% 9% 11% |
KPI | 2023 | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|---|---|
(1) 2023: 40 VTE's: 22 mannen, 18 vrouwen (bedienden enkel)
Het beleid van AvH rond diversiteit, gelijkheid en inclusie ('diversity, equity and inclusion' of DEI) focust op het vergroten van de invalshoeken waarmee naar diversiteit wordt gekeken, zowel op het niveau van de investeringsmaatschappij als bij de participaties.
AvH neemt maatregelen om de diversiteit van de instroom van nieuwe medewerkers te verbeteren. Die maatregelen omvatten het opstellen van genderneutrale vacatures en het nastreven van een evenwichtige verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke kandidaten in de sollicitaties.
AvH heeft een bredere kijk op diversiteit in haar investeringsteam door ook te kijken naar de studie-, culturele en werkachtergrond. Dit werd ook weerspiegeld door de benoeming van de drie nieuwe niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur, namelijk twee vrouwen en één man. Ze brengen een schat aan ervaring en ESG-expertise mee, evenals een band met de Indiase cultuur, waarin AvH geografisch actief is. AvH gelooft in de waarde van diversiteit omdat ze innovatie stimuleert en empathie en een bredere visie bevordert.
AvH beschermt de mentale en fysieke weerbaarheid van haar medewerkers. Het houdt de vinger aan de pols via het jaarlijkse 'Looking back and forward'-proces en biedt op structurele wijze een pallet aan opties aan om de veerkracht van de medewerkers te ondersteunen (bv. gezonde lunches, sport, yoga, meditatie, individuele coaching, een beleid voor vergader- en e-mailhygiëne en persoonlijke ondersteuning). De werkomgeving, telewerk en het beleid met flexibele uren helpen tevens om het evenwicht tussen werk en privéleven en het welzijn te verbeteren.
Een concreet actieplan, opgesteld op basis van de resultaten van de enquête van 2022, werd geïmplementeerd en leverde in 2023 al bemoedigende resultaten op.
De integriteitscode van AvH werd in 2022 geactualiseerd en beschrijft de ethische standaarden voor de medewerkers en de raad van bestuur van AvH. De code geeft o.a. handvaten voor het investeringsteam bij het nemen van investeringsbeslissingen. Van de leden van het investeringsteam wordt verwacht dat ze nagaan of de deelnemingen handelen in overeenstemming met de relevante wetgeving en internationale normen met betrekking tot mensenrechten, milieu, corruptiebestrijding en arbeidsomstandigheden. Bij mogelijke inbreuken op de toepasselijke regels worden de bedrijven aangespoord streefdoelen te bepalen en maatregelen te nemen om de naleving binnen een redelijke termijn te waarborgen.
De Integriteitscode is geïnspireerd op de 10 sleutelprincipes van het 'UN Global Compact' die zijn ontleend aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), de Verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie ('ILO') betreffende de fundamentele principes en rechten inzake werk (1998), de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling (1992) en het Verdrag van de Verenigde Naties tegen Corruptie (2003).
De medewerkers en bestuurders dienen jaarlijks te bevestigen dat zij de Integriteitscode en de Dealing Code (onderdeel van het corporate governance charter) kennen, begrijpen en zullen naleven. Als onderdeel van de AvH Academy werd in 2023 een opleiding in bedrijfsethiek en een focussessie met betrekking tot antitrust georganiseerd. Een vervolgopleiding is gepland voor 2024.
De activiteiten van AvH als investeringsmaatschappij hebben slechts een beperkte impact op het milieu en zijn niet materieel (geen eigen productieof dienstenactiviteiten). Het bedrijf heeft ook een beperkt personeelsbestand. AvH onderschrijft de mensenrechten zoals opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. AvH wil een rolmodel zijn en maakt duurzaamheid een integraal onderdeel van haar bedrijfsvoering. De groep beveelt eenzelfde engagement aan bij haar medewerkers.
Gelet op haar voorbeeldfunctie heeft AvH voor haar eigen activiteiten als investeringsmaatschappij in 2022 een CO2 -reductiedoelstelling vastgelegd. AvH engageert zich om haar CO2 -emissies met 30% te reduceren tegen 2030 (scope 1 en 2 - basisjaar 2022). In 2023 is de CO2 -voetafdruk al met 28% afgenomen, het laagste niveau sinds het begin van de metingen. Deze daling is het resultaat van de elektrificatie van de vloot, het gebruik van het mobiliteitsbudget en de aankoop van groene stroom. In 2024 zal een nieuwe reductiedoelstelling worden vastgelegd. AvH is van plan haar emissies verder te verminderen, met een focus op:
AvH wil met haar mecenaatsbeleid bijdragen tot een waardige en beschaafde samenleving. In Antwerpen gaan kunst en ondernemerschap hand in hand sinds de tijd van Rubens, Stevin en Plantin. Galerieën, musea, kunstenaars en wetenschappers hebben een enorme bijdrage aan de samenleving geleverd. AvH streeft er ook naar het aantal kansen voor iedereen in de samenleving te vergroten. In 2023 droeg AvH 368.000 euro bij (exclusief inspanningen in dat domein via de participaties) aan de ondersteuning van projecten met een focus op cultuur, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding en mensenrechten. De AvH-collega's waren actief betrokken bij een selectie van deze projecten via lidmaatschap in het bestuur, als vrijwilliger of anderszins, wat de betrokkenheid van AvH bij deze doelen onderstreept. De voornaamste projecten worden in het overzicht weergegeven.

In 2023 bleven AvH en haar participaties zich strategisch richten op materiële ESG-onderwerpen en de integratie ervan in alle organisaties, met onderwerpen als talentontwikkeling, welzijn, koolstofvoetafdruk, innovatie, cybersecurity en integriteit. Er werden bijzondere inspanningen geleverd om meer deelnemingen dan de als materieel beschouwde bedrijven te betrekken, met ook een focus op India. Bovendien werden de eerste stappen gezet en grote inspanningen geleverd om de groep voor te bereiden op de nieuwe ESG-rapporteringsstandaarden in het kader van de Europese richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven (CSRD). Het remuneratiecomité heeft bevestigd dat alle ESG-doelstellingen in 2023 werden behaald.
Het actieplan voor 2024 zal zich voornamelijk richten op (1) de handhaving en voortzetting van de in de huidige actieplannen geboekte vooruitgang (bv. met betrekking tot de CO2 -reductieplannen), en (2) de strategische benutting van de CSRD om de duurzaamheidsinspanningen van AvH in de toekomst verder te bevorderen. Het bepalen van de juiste prioriteiten bij het in kaart brengen van de materialiteit en het verzamelen van de juiste gegevens en documentatie zijn de belangrijkste uitdagingen.
Het executief comité heeft zich duidelijk geëngageerd voor de steun aan dit actieplan, zoals blijkt uit het feit dat het relevant is voor hun bonus.
HET ACTIEPLAN VOOR 2024 ZAL VOORNAMELIJK FOCUSSEN OP (1) VOORUITGANG BLIJVEN BOEKEN IN DE HUIDIGE ACTIEPLANNEN EN (2) DE CSRD BENUTTEN OM VERDER TE GAAN MET ONZE DUURZAAMHEIDSINSPANNINGEN.
Meer informatie over de ESG-parameters die deel uitmaken van de variabele vergoeding van het executief comité is te vinden in het deel 'Remuneratieverslag, 2.4 Vergoedingscomponenten'.
68
| ESG-actieplan 2024 | ||||
|---|---|---|---|---|
| AvH als verantwoordelijke investeerder | ||||
| Verantwoordelijk aandeelhouderschap | ||||
| Rapportering - uitrol van CSRD |
De ESG-rapportering voorbereiden in lijn met de CSRD en European Sustainability Reporting Standards (ESRS) | |||
| Raadpleging van experten | De raadpleging van experten organiseren om de materialiteit van de impact van ESG-onderwerpen te beoordelen | |||
| ESG-ratings | De huidige ratings van Sustainalytics, CDP en UN PRI handhaven | |||
| AvH als verantwoordelijke en actieve partner | ||||
| ESG | ||||
| Rapportering - uitrol van CSRD |
De participaties steunen bij de uitrol van de toekomstige European Sustainability Reporting Standards (ESRS) | |||
| Milieu | ||||
| CO2 -reductiestrategie |
De beoordeling van de haalbaarheid inzake alignering met het Parijsakkoord en het traject naar een nettonuluitstoot voor de integraal geconsolideerde deelnemingen van AvH |
|||
| Het actieplan voor het bepalen van koolstofreductieplannen voor de mature deelnemingen monitoren | ||||
| Klimaatrisico's | Een kader bepalen om de blootstelling aan klimaatrisico's te beoordelen voor de integraal geconsolideerde entiteiten van AvH |
|||
| EU-taxonomie | De implicaties van nieuwe 'delegated acts' voor de integraal geconsolideerde entiteiten van AvH monitoren | |||
| Sociaal | ||||
| Talentontwikkeling | Workshops organiseren voor CEO's en/of leden van managementteams | |||
| Deugdelijk bestuur | ||||
| Deugdelijk bestuur | De rol en acties van de remuneratiecomités met betrekking tot talent management verfijnen | |||
| De cybersecuritystrategie monitoren | ||||
| Bedrijfsethiek | Opvolgen van het actieplan om een relevant integriteitsprogramma te implementeren | |||
| AvH als duurzame onderneming | ||||
| Milieu | ||||
| CO2 -emissies van AvH als investeringsmaatschappij |
Nieuw CO2 -ambitieniveau definiëren |
|||
| Sociaal | ||||
| Talentontwikkeling | Welzijn beoordelen en op hetzelfde niveau houden als in 2023 | |||
| AvH Academy voortzetten |
Bedrijfsethiek Integriteitsopleiding organiseren (AvH Academy)



31/12/2023

Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ mio) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| DEME | 98,6 | 67,5 | 68,6 |
| CFE(1) | 6,8 | 17,5 | 23,5 |
| Deep C Holding | 7,1 | 6,6 | 2,9 |
| Green Offshore | 16,0 | 3,0 | 4,0 |
| Totaal | 128,5 | 94,6 | 99,0 |
(1) Exclusief bijdrage van Deep C Holding en Green Offshore
Dankzij een sterke tweede jaarhelft overtrof het resultaat van DEME voor het volledige jaar ruimschoots de verwachtingen. Ondanks de wijzigingen in de regelgeving die in de loop van 2023 werden opgelegd aan de producenten van hernieuwbare offshore energie in België, dragen Rentel en SeaMade goed bij aan de groei van de bijdrage van Marine Engineering & Contracting tot 128,5 miljoen euro (+36%).

DEME > Orion en Sea Installer CFE > ZIN Deep C Holding Green Offshore > SeaMade
DEME is één van de grootste en meest gediversifieerde bagger- en marinebouwbedrijven ter wereld.
CFE is een beursgenoteerde Belgische multidisciplinaire groep met activiteiten in België, Luxemburg en Polen.
Deep C Holding ontwikkelt havengerelateerde industriële zones in Vietnam.
Green Offshore investeert in offshore windparken.

62% CEO: Luc Vandenbulcke Managementteam: Hugo Bouvy Christopher Iwens Eric Tancré Els Verbraecken

DEME is een wereldleider in de gespecialiseerde domeinen baggerwerken, offshore energie, milieuwerken en mariene infrastructuur. Het bedrijf heeft meer dan 140 jaar knowhow opgebouwd en is een koploper in innovatie.
In 2023 heeft het DEME-team uitstekende resultaten neergezet, met een omzetgroei van 24% en een EBITDA-stijging van 26%. Deze cijfers weerspiegelen de effectieve uitvoering van uiteenlopende projecten over de hele wereld in alle segmenten, in een context waarbij de bredere offshore wind markt zich aanpaste aan veranderende marktomstandigheden.
Het orderboek bereikte een robuuste 7,6 miljard euro (+22%), met belangrijke contracten over de hele lijn die de sterke marktpositie van DEME en de gezonde vraag naar haar capaciteiten weerspiegelen. De groei is voornamelijk te danken aan het behalen van een reeks contracten in de segmenten Offshore Energy en Dredging & Infra, dankzij een verdere wereldwijde expansie.
Alle segmenten droegen bij aan de omzetgroei van de groep van 24%. Met name Offshore Energy behaalde een uitstekende omzetgroei van 57% dankzij installatieprojecten in Europa, Taiwan en de VS, waarbij de laatste twee regio's de geografische groeistrategie van het segment illustreren. Dredging & Infra droeg bij met een solide omzetgroei van 5%, dankzij
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 3.285.422 | 2.654.725 | 2.510.607 |
| EBITDA | 596.461 | 473.906 | 469.309 |
| EBIT | 241.264 | 155.236 | 143.282 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
162.761 | 112.720 | 114.581 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
1.910.473 | 1.753.947 | 1.579.543 |
| Netto financiële positie | -512.182 | -520.513 | -392.678 |
| Balanstotaal | 4.760.058 | 4.509.778 | 4.049.597 |
| Orderboek | 7.582.000 | 6.190.000 | 5.905.000 |
| Capex | 398.947 | 483.923 | 282.044 |
| Personeel | 5.333 | 5.153 | 4.880 |
sterke prestaties en een hoge bezettingsgraad vanaf de tweede helft van het jaar. Environmental liet een opmerkelijke omzetgroei van 48% zien, deels gedreven door de toegenomen marktvraag als gevolg van strengere milieuwetten.
In 2023 genereerde DEME een EBITDA van 596 miljoen euro, een stijging van 26% ten opzichte van het voorgaande jaar. De EBITDA-marge bedroeg 18,2%, tegenover 17,9% in 2022. Dredging & Infra behield haar positie als belangrijke EBITDA-bijdrager in de groep, met een marge van 18,6% voor het jaar, vergeleken met 16,7% vorig jaar. Ook Environmental leverde een forse stijging van de EBITDA-marge naar 16,8%, tegenover 12,1% vorig jaar. Deze stijgingen hielpen om de mindere prestaties te compenseren in Offshore Energy, dat een marge van 15,4% boekte, tegenover 23,2% vorig jaar.
De stijging van de EBITDA leidde tot een toename van de EBIT met meer dan 50% tegenover 2022 tot 241 miljoen euro, of 7,3% van de omzet. De nettowinst van de groep voor 2023 steeg tot 163 miljoen euro (+44%), tegenover 113 miljoen euro in 2022.
De investeringen voor het jaar bedroegen 399 miljoen euro, versus 484 miljoen euro in 2022. Deze daling is toe te schrijven aan het feit dat het bedrijf haar huidige investeringsprogramma afrondt, dat voornamelijk gericht was op de uitbreiding en upgrade van de vloot om de toekomstige groei te ondersteunen.
De financiële positie van DEME blijft gezond met een nettoschuldpositie van 512 miljoen euro (of 0,9 keer de EBITDA), tegenover 521 miljoen euro (of 1,1 keer de EBITDA) eind 2022.
Offshore Energy levert wereldwijd engineering- en contractingdiensten aan de offshore hernieuwbare energie en niet-hernieuwbare industrie.
In het segment Offshore Energy steeg de omzet met 57% jaar-op-jaar tot 1.502 miljoen euro, dankzij een aanhoudend sterke vraag en de uitgebreide vlootcapaciteit, in combinatie met een robuuste uitvoering van de projecten.

2023 was voor DEME Offshore Energy een jaar van niet alleen sterke resultaten maar ook operationele realisaties. Het segment betrad twee nieuwe geografische gebieden, bleef zijn organisatie versterken en breidde de vloot uit met onder andere de Viking Neptun, een kabellegschip, en de Green Jade, een bijkomend installatieschip.
De Green Jade werd in juli aan de vloot toegevoegd en presteerde goed op het project Zhong Neng in Taiwan, waar hij jackets installeerde.
In de VS leverde het segment al voor de zomer zijn 'eerste staal in het water' en speelde het een pioniersrol in de introductie van offshore wind op de Amerikaanse markt. Het segment voltooide de bekabelingswerken van de projecten Southfork in de loop van 2023. Samen met de Energy Group van Dominion wordt het project Coastal Virginia voorbereid, een windpark van 2,6 GW dat in 2024 van start zal gaan.
Op het project Vineyard vorderden de werkzaamheden goed in de tweede helft van het jaar: 47 van de 62 monopiles en een reeks turbines zijn geïnstalleerd. Een eerste deel van het windpark Vineyard is operationeel en aangesloten op het elektriciteitsnet.
De projectverliezen tot aan de voltooiing van Vineyard en Zhong Neng zijn opgenomen in de cijfers voor 2023. Ze worden gedeeltelijk gecompenseerd door een conservatieve schatting van de omzet inclusief variatie-orders, in afwachting van de goedkeuring en voltooiing, in overeenstemming met de IFRS-standaarden (IAS 37) en gesteund door solide lokale juridische adviezen.
In Europa voltooide het segment met succes installatieprojecten in Denemarken en Nederland, terwijl het zijn aanwezigheid in Frankrijk uitbreidde en doorging met inter-array bekabelingswerken in het Verenigd Koninkrijk.
In de sector van de niet-hernieuwbare energiebronnen zette het segment zijn activiteiten voort in het Hinkley Point project in het VK, met de voltooiing van het boren van de schachten voor alle inlaat- en uitlaatstructuren.
Dredging & Infra levert wereldwijd een breed scala aan baggeractiviteiten, waaronder verdiepings- en onderhoudsbaggeren, landaanwinning, kustbescherming en maritieme infrastructuurwerken zoals de aanleg van havens en tunnels.
Dredging & Infra rapporteerde een omzet van 1,6 miljard euro, 5% hoger dan een jaar geleden.
Het segment bleef werken onder langlopende onderhoudsbaggercontracten in Europa, onder meer in verschillende zeehavens in België. In Duitsland voegde het segment zowel onderhouds- als verdiepingsbaggerwerken toe en breidde het zijn aanwezigheid uit rond de rivier de Elbe tussen Hamburg en de Noordzee. Het segment voltooide ook de baggerwerken voor een nieuwe containerterminal in Gdansk in Polen, startte met het baggeren van harde rots in de haven van La Pallice in La Rochelle in Frankrijk en zette de modernisering van de haven van Ravenna in Italië voort.
Overzees voltooide het segment de werken aan een containerterminal in Sri Lanka en werkte het verder aan verschillende projecten in West-Afrika en onderhoudsbaggerprojecten in India. Het segment zette ook de bagger- en landaanwinningswerken voort voor de uitbreiding van de haven van Abu Qir in Egypte en voerde bagger- en landaanwinningswerken uit in Abu Dhabi, met inzet van meerdere sleephopperzuigers en megacutterzuigers. In Saoedi-Arabië gingen de voorbereidende activiteiten voor het project Oxagon Fase 2 onmiddellijk na de gunning van het contract in het laatste kwartaal van het jaar van start.
Grote lopende maritieme infrastructuurprojecten getuigen van de ongeëvenaarde expertise in afzinktunnels van DEME. In Nederland zijn voor het project Blankenburg de twee tunnelelementen met succes geïnstalleerd en zal het project nu naar verwachting in de zomer van 2024 worden voltooid. Op het project van de Fehmarnbeltverbinding (Denemarken) is de productie van de tunnelelementen gestart als voorbereiding van de eerste installatie in de tweede helft van 2024. In België is DEME ook betrokken bij het project Oosterweelverbinding, met onder meer de bouw van een afgezonken tunnel in de Schelde om de Antwerpse Ring te vervolledigen. Verder vorderde in Frankrijk de havenontwikkeling in Port-La Nouvelle en ging in Nederland het project voor de nieuwe sluis van Terneuzen de laatste fase in.
De EBITDA-marge van het segment Dredging & Infra steeg van 16,7% in 2022 naar 18,6% in 2023, met een stabiele scheepsbezetting van de sleephoppervloot en een lagere maar in de tweede helft van het jaar weer toegenomen bezetting van de cuttervloot.
Environmental focust op milieuoplossingen voor bodemsanering en de herontwikkeling van brownfields, milieubaggeren en de behandeling van sedimenten en water.
Het segment Environmental versnelde zijn omzet met een groei van 48% tegenover vorig jaar (tot 304 miljoen euro).
De omzetgroei werd gestimuleerd door de werken aan langlopende en complexe projecten voor sanering en bescherming tegen hoge waterstanden in België (Blue Gate in Antwerpen, Oosterweel, Cokerie du Brabant), Nederland (GoWA), het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Het team voltooide het meerjarige project Condé Pommeroeul in Frankrijk en startte nieuwe grote projecten in IJburg en Marken in Nederland.
Het team van DEME Environmental blijft toonaangevend in de aanpak van de milieu-uitdagingen van de toekomst, waaronder de PFAS-vervuiling, waarvoor het een brede waaier van oplossingen met bodem- en waterinstallaties inzet.
De EBITDA voor 2023 bedroeg 51 miljoen euro, met een EBITDA-marge van 16,8%, tegenover 12,1% in 2022.
Concessions ontwikkelt en investeert in projecten op het gebied van wind, haveninfrastructuur, groene waterstof en andere speciale projecten.
DEME Concessions overkoepelt de ontwikkelingsactiviteiten van DEME in offshore windenergie, mariene infrastructuur, groene waterstof en de winning van mineralen. In 2023 genereerden de geassocieerde deelnemingen van de activiteit Concessions een nettoresultaat van 37 miljoen euro, tegenover 9 miljoen euro een jaar voordien, deels gedreven door een hogere windproductie, hogere elektriciteitsprijzen en beïnvloed door nieuwe wetgeving in België.
Het segment is economisch eigenaar van 144 MW aan windenergie uit operationele offshore windconcessies en genereert stabiele recurrente inkomsten, terwijl het een pijplijn opbouwt die al meer dan 2 gigawatt in Schotland omvat.
In de bagger- en infrastructuurwerken gaat het segment Concessions vooruit met de Blankenburgverbinding in Nederland, Port-La Nouvelle in Frankrijk en de verdere uitbreiding van de haven van Duqm in Oman. DEME blijft nieuwe mogelijkheden voor havens en andere concessies onderzoeken.
DEME Concessions blijft op schema om als een van de eerste bedrijven ter wereld groene waterstof te produceren. Voor haar vlaggenschipproject voor groene waterstof, HYPORT Duqm in Oman, hebben DEME en haar ontwikkelingspartner OQ een projectontwikkelingsovereenkomst ondertekend met de regering van Oman.
Het segment Concessions bleef ook werken aan het GSR-initiatief (Global Sea Mineral Resources), dat in 2023 een decennium van exploratie en innovatie in de diepe oceaan vierde, en kondigde een strategische samenwerking met IN 2023 HEBBEN WE DANKZIJ HET BEKWAME EN TOEGEWIJDE TEAM VAN DEME UITSTEKENDE RESULTATEN GEBOEKT, MET EEN OMZETGROEI VAN 24% EN EEN STIJGING VAN DE EBITDA MET 26%.
Luc Vandenbulcke CEO
Transocean Ltd. (NYSE: RIG) aan. De International Seabed Authority (ISA) Council heeft in juli 2023 te kennen gegeven te streven naar de goedkeuring van een regelgevend kader in 2025.
De ESG-thema's van DEME die op AvH-niveau als potentieel materieel worden beschouwd, zijn gegroepeerd in 4 grote thema's: 'Klimaat en energie' (inclusief energietransitie, energie-efficiëntie en broeikasgasemissies), 'Gezondheid en veiligheid', 'Duurzame innovatie' en 'Bedrijfsethiek'. DEME wordt beschouwd als een pionier in haar sector op het vlak van de energietransitie en duurzame innovatie.
De activiteiten van DEME die in het kader van de EU-taxonomie in aanmerking komen, zijn in 2023 uitgebreid van offshore windenergie en spoorweginfrastructuur tot delen van de milieuactiviteiten van DEME, zoals de sanering van verontreinigde sites en het bodem- en sedimentbeheer. Als gevolg van deze verruimde scope en een sterkere groei van de in aanmerking komende activiteiten, komt nu 42% van de omzet in aanmerking, vergeleken met 29% een jaar geleden. 33% van de omzet wordt gekwalificeerd als afgestemd, vergeleken met 26% vorig jaar. De investeringen die in aanmerking komen voor de taxonomie en die zijn afgestemd op de taxonomie bleven met 49% binnen hetzelfde bereik, vergeleken met 52% vorig jaar.
DEME volgde haar strategie om de transitie naar schone energie te bevorderen met de installatie van meer dan 700 megawatt aan windturbines en 1.212 megawatt aan funderingen in 2023. Het totale aantal megawatt aan geïnstalleerde funderingen in 2023 werd beïnvloed door de mix van installaties, mobilisaties en andere werken, inclusief ontmanteling, uitgevoerd door de belangrijke schepen.
Het segment Dredging & Infra bouwt de Fehmarnbeltverbinding, de afgezonken weg- en spoortunnel tussen Denemarken en Duitsland die de duurzame handel en het toerisme in de toekomst zal bevorderen. Dit segment werkt ook aan het ontwerp van het Prinses Elisabeth-eiland in België, 's werelds eerste kunstmatige energie-eiland en offshore energiehub.
DEME is ook actief betrokken bij diverse initiatieven voor hernieuwbare energie, waaronder de productie en opslag van groene waterstof.
De DEME-groep heeft een duidelijke doelstelling om haar broeikasgasinten-
siteit tegen 2030 met 40% te verminderen (in vergelijking met 2008), in lijn met het decarbonisatietraject dat de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft uitgestippeld.
In dit kader werkt DEME aan de effectieve verhoging van het gebruik van koolstofarme brandstoffen tegenover conventionele brandstoffen. In 2023 vertegenwoordigden koolstofarme brandstoffen 10,3% van het totale verbruikte volume, een opmerkelijke verbetering ten opzichte van de 6,0% in 2022 en beter dan de doelstelling van 8,0% voor 2023.
DEME breidde haar duurzame operationele capaciteit uit met de toevoeging van de Viking Neptun, een kabellegschip, en de inhuldiging van de Green Jade, een nieuw offshore installatieschip, allebei volledig in overeenstemming met de nieuwste emissienormen en uitgerust met de nieuwste milieutechnologie, inclusief brandstofbesparende maatregelen en innovaties.
Veiligheid is een van de kernwaarden van DEME, zoals ook blijkt uit de wereldwijde LTIFR (Lost Time Injury Frequency Rate). De wereldwijde LTIFR voor het jaar bedroeg 0,19, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van 0,23 in 2022 en beter dan het streefdoel van 0,20. De groep focuste nog sterker op de essentiële prestatie-indicatoren (KPI's) voor de veiligheid en behaalde of overtrof systematisch de streefdoelen voor deelname aan toolboxmeetings, incidentrapportage, afsluiten van actiepunten, observaties, inspecties en incidentonderzoeken.
| 2023 | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|
| EU Taxonomie | |||
| Omzet: % in aanmerking ('eligible') | 42% | 29% | 28% |
| Omzet: % afgestemd ('aligned') | 33% | 26% | 24% |
| Capex: % in aanmerking ('eligible') | 49% | 52% | 32% |
| Capex: % afgestemd ('aligned') | 49% | 52% | 32% |
| Transitie naar schone energie | |||
| MW geïnstalleerde windturbines | 712 | 440 | 2.378 |
| MW geïnstalleerde funderingen ('Contributed Capacity') |
1.212 | 2.798 | 1.867 |
| MW offshore wind (in economische eigendom) |
144 | 144 | 144 |
| GHG voetafdruk | |||
| Scope 1 (in kton CO2 -equivalent) |
733 | 652 | 832 |
| Scope 2 (in kton CO2 -equivalent) |
0,5 | 1 | 0,8 |
| Koolstofarme brandstoffen ('low carbon fuels') |
|||
| % versus totaal verbruikte brandstoffen |
10,3% | 6,0% | N/A(1) |
| Gezondheid & veiligheid | |||
| Wereldwijde frequentiegraad letsels met werkverlet (LTIFR) |
0,19 | 0,23 | 0,19 |
| Duurzame innovatie | |||
| Goedgekeurde innovatie-initiativen | 12 | 12 | 14 |
| Bedrijfsethiek | |||
| % interne complianceopleiding | 99% | 99% | 99% |

DEME > Viking Neptun
De jongste editie van het programma DEMEx, dat op disruptieve en transformationele innovatie focust, organiseerde in juni 2023 haar laatste showcase-evenement. Het was een krachtige illustratie van de sterke verankering van innovatie en duurzaamheid in het hart en de geest van het DEME-team, en van de manier waarop krachtige initiatieven ze tastbaar maken. Een breed publiek van DEME selecteerde drie van de negen innovatieve ideeën die tijdens het slotevenement werden voorgesteld voor verdere ontwikkeling en lancering.
De bedrijfsethiek blijft een constante focus voor DEME, met een voortdurende verfijning van de complianceprocessen. Dat wordt geïllustreerd door het feit dat 99% van het personeel van DEME deelneemt aan de jaarlijkse interne complianceopleiding.
Gesterkt door robuuste trends in de vraag en een sterk orderboek, behoudt DEME's management het vertrouwen in de groeivooruitzichten van het bedrijf. Het verwacht dat de omzet de komende jaren verder zal groeien met een jaarlijkse EBITDA-marge tussen 16 en 20% per jaar. Voor 2024 en rekening houdend met de huidige geopolitiek en marktomstandigheden, en ook met het huidige orderboek en de vlootcapaciteit, verwacht het management een omzetgroei van minstens 10% in vergelijking met 2023, met een EBITDA-marge die vergelijkbaar is met 2023. De investeringsuitgaven voor 2024 zullen naar verwachting tussen de 300 en 350 miljoen euro bedragen, inclusief investeringen in de vloot en investeringen in upgrades, reparatie en onderhoud. Het bedrijf verwacht ook dat het haar netto financiële schuld in 2024 verder zal kunnen verlagen.

(1) De eerste betrouwbare meting vond plaats in 2022.
Deelnemingspercentage AvH
62% CEO: Raymund Trost Managementteam: Isabelle De Bruyne Fabien De Jonge Raphaël de Visser Alexander Hodac Bruno Lambrecht Jacques Lefèvre Peter Matton Arnaud Regout Valérie Van Brabant Hans Van Dromme

De multidisciplinaire groep CFE heeft, na de partiële splitsing met DEME, haar wendbaarheid vergroot door op vier complementaire kernactiviteiten te focussen: Vastgoedontwikkeling, Multitechnieken, Bouw & Renovatie en Investeringen.
CFE realiseerde degelijke financiële resultaten in 2023, rekening houdend met de uiterst uitdagende marktsituatie. De groep blijft de kracht van haar multidisciplinaire model tonen om de algemene risico's te verminderen en de operationele uitdagingen van enkele grote projecten te beperken. De aanhoudende focus van CFE op operationele uitmuntendheid, met een grotere selectiviteit bij het aannemen van offertes en het risicobeheer als sleutelelementen, zal de resultaten de komende jaren verder versterken/ ondersteunen.
In 2023 realiseerde CFE een omzet van 1.248,5 miljoen euro. De stijging van 7% ten opzichte van 2022 (1.167,2 miljoen euro) was voornamelijk te danken aan Bouw & Renovatie. Het operationeel resultaat daalde naar 33,0 miljoen euro (operationele marge 2,6%) als gevolg van een ongunstig economisch klimaat en de negatieve impact van een klein aantal moeilijke projecten. Terwijl Vastgoedontwikkeling en Investeringen een hoog operationeel resultaat realiseerden, zagen Bouw & Renovatie en Multitechnieken hun operationeel resultaat dalen. Het nettoresultaat van de groep bedroeg 22,8 miljoen euro (2022: 38,4 miljoen euro).
Het orderboek daalde met 26% naar 1.269 miljoen euro als gevolg van een toegenomen selectiviteit in de aanvaarding van orders in België en een ongunstige macro-economische context in België en Luxemburg.
CFE slaagt erin haar schuldgraad laag te houden ondanks de aankoop van het project Kronos in Luxemburg. Het 55.658 m² grote project in het hart van de financiële wijk Kirchberg in Luxemburg zal het nieuwe hoofdkantoor van KPMG met een oppervlakte van 31.000 m² en 24.658 m² voor gemengd gebruik omvatten. Kronos zal een voorbeeld zijn op het gebied van duurzaamheid en welzijn van de gebruikers. Dit is de grootste ontwikkeling ooit van BPI Real Estate.
2023 werd gekenmerkt door de ingebruikname van drie emblematische, zeer duurzame en slimme gebouwen: Wooden in Luxemburg, Baarbeek in Antwerpen en Wood Hub in Brussel. Alle drie de gebouwen hebben een houten dragende structuur en een slim gebouwbeheer. Ze zijn het resultaat van een samenwerking tussen meerdere entiteiten van CFE en worden nu gebruikt door bedrijven van CFE en andere huurders. CFE zette ook de grootschalige renovaties voort, zoals Zin in No(o)rd voor Befimmo, Usquare voor ULB-VUB en Kanal Centre Pompidou voor Kanal Foundation. Met deze ontwikkelingen bewijst CFE haar ambitie en leiderschap op de markt van de duurzame gebouwen.
Het segment Vastgoedontwikkeling van CFE realiseerde consistente resultaten met een rendement op eigen vermogen van 10%, ondanks de uitdagende marktomstandigheden. In Polen verkocht BPI Real Estate in
CFE NV(1)
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.248.470 | 1.167.221 | 1.125.346 |
| EBITDA | 49.533 | 63.130 | 68.538 |
| EBIT | 33.024 | 51.014 | 57.976 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
22.779 | 38.434 | 39.506 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
236.770 | 224.653 | 133.831 |
| Netto financiële positie | -93.268 | -48.849 | -112.995 |
| Balanstotaal | 1.180.586 | 1.058.079 | 1.002.598 |
| Orderboek | 1.268.600 | 1.715.131 | 1.620.619 |
| Personeel | 2.914 | 2.997 | 3.043 |
CFE > ZIN (1) Exclusief joint-ventures

Raymund Trost CEO
2023 350 eenheden dankzij vlaggenschipprojecten zoals Cavallia in Poznan en Chmielna Duo in Warschau, waarvan onlangs 50% werd verkocht aan Bois Sauvage. In Luxemburg werden de gemengde projecten Gravity en Livingstone III met succes opgeleverd en zal het onlangs verworven project Kronos in 2025 van start gaan. In België werd Wood Hub opgeleverd en verkocht aan Ethias en nemen de eerste bewoners hun intrek in het naburige woonproject Serenity Valley. BPI heeft de joint venture 'JOMA2060 NV', die de voormalige brouwerij John Martin in Park Spoor Noord in Antwerpen ontwikkelt tot een gemengd woonproject, met succes verkocht aan ION Residential Platform. Andere woonprojecten in Brussel zoals Pure, Tervuren Square en Arboreto vorderden gestaag in 2023 en zullen in de loop van 2024 worden opgeleverd. In 2024 zal BPI focussen op kleinere ontwikkelingen die langdurige vergunningsprocedures vermijden. Het zal de vruchtbare samenwerking met andere bedrijven van CFE voortzetten en duurzaamheid en innovatie blijven benutten als belangrijke onderscheidende factoren op de markt.
Binnen Multitechnieken werkte de business unit Building Technology van VMA aan een reeks slimme gebouwen zoals Zin in No(o)rd, Marnix, Howest, Tivoli en ziekenhuizen zoals het Grand Hôpital de Charleroi, het AZ Diest en het AZ Sint-Lucas. Er werden ook met succes projecten rechtstreeks opgeleverd aan industriële klanten zoals La Lorraine, Winery Delhaize, EdgeConneX datacenter en Sonaca. Onderhoudscontracten voor de UGent, de stad Aarschot en bijkomende werken voor Nike, een vaste klant van CFE, blijven recurrente opbrengsten opleveren. Er zijn ontwikkelingen gaande om Vmanager, de gebouwsoftware op maat van VMA, te verrijken met functies voor het dynamisch opladen van EV's en het voorspellend onderhoud van gebouwen. De business unit Automotive van VMA blijft het uitstekend doen met productielijnen voor Jaguar Land Rover, de Volvo EX90 en de VW ID.3, en met nieuwe batterijlijnen voor Scania en Ford. De unit Process Manufacturing Technology leverde met succes productielijnen voor Enough en Vincolit en begon te werken aan het nieuwe innovatiecentrum van Indaver en Daikin in Gent.
In 2023 ging Mobix verder met de uitrol van de ETCS2-technologie op het spoorwegnet van Infrabel en met de bouw van bovenleidingen op een derde en vierde lijn van de verbinding Gent-Oostende, om haar capaciteit te verdubbelen. Bovendien installeerden de teams van Mobix nieuwe verlichting en bewegwijzering op de taxibanen van Brussels Airport en voltooiden ze de installatie van ledverlichting op Waalse snelwegen in het project LuWa. In 2024 zal Mobix haar klantenportefeuille en haar aanbod diversifiëren met grootschalige bekabelingsdiensten voor leveranciers van energie-infrastructuur, infrastructuur voor hernieuwbare energie en luchthavens, en spoorinfrastructuurdiensten voor privéklanten in de Belgische havens.
Het segment Bouw & Renovatie van CFE werkte in 2023 aan een sterke reeks projecten. Op de residentiële markt waren de vlaggenschipprojecten onder meer 121 appartementen van Canal Wharf in Brussel voor AG Real Estate, 300 appartementen van het project BAN in Antwerpen, ontworpen door de Japanse architect Shigeru Ban voor Triple Living NV, en 346 appartementen van Park Lane Fase II op de site Tour & Taxis in Brussel voor Nextensa. Voor BPI Real Estate omvatten de projecten fase 2 van Domaines des Vignes in Luxemburg, 108 appartementen van Bernadovo in Gdynia (Polen) en 272 appartementen van Panoramiqa in Poznan (Polen). Op de industriële markt bouwde CFE nieuwe batterijfabrieken voor Umicore en Northvolt in Polen. In 2024 zal CFE het logistieke centrum Topaz in Berlijn opleveren en het werk aan een nieuw op hout gebaseerd logistiek centrum in Polen aanvatten. De werken aan de ethaankraker van Ineos in de haven van Antwerpen werden begin 2024 met succes hervat, na een tijdelijke stilstand in 2023 wegens vergunningsproblemen. CFE bleef haar expertise in ziekenhuizen benutten met ZNA Cadix in Antwerpen en een nieuw gebouw voor het Sint-Jan ziekenhuis in Genk, telkens in samenwerking met VMA voor de technische installaties.
Het segment Holding & Investments van CFE heeft in 2023 een recordresultaat geboekt. Het windpark van Green Offshore profiteerde van uitzonderlijke weersomstandigheden en bereikte een recordproductie. De overeenkomst met de Belgische staat over het nieuwe regelgevende kader zal alle belanghebbenden ten goede komen. De resultaten van het batterij-
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 157,7 | 85,4 | 17,4 | 17,6 | 11,7 | 14,4 | 259,0 | 203,0 |
| 338,0 | 338,8 | -4,3 | 11,3 | -6,3 | 6,9 | 266,5 | 368,9 |
| 872,6 | 798,7 | -0,2 | 15,0 | -0,1 | 9,0 | 983,2 | 1,264,1 |
| -119,8 | -55,7 | 20,1 | 7,2 | 17,5 | 8,1 | -240,6 | -120,9 |
| 1.248,5 | 1.167,2 | 33,0 | 51,0 | 22,8 | 38,4 | 1.268,6 | 1.715,1 |
| Omzet | Bedrijfsresultaat(1) | Nettoresultaat(1) | Orderboek |
(1) Inclusief bijdrage van Deep C Holding en Green Offshore

CFE > Productielijn voor elektrische wagens (Brussel) CFE > Wood Hub
park BStor van 10 MW normaliseerden zich na enkele uitzonderlijke jaren. Momenteel wordt onderhandeld over twee nieuwe parken met een bijkomende capaciteit van 150 MW, die eind 2024 van start moeten gaan. Deep C Holding zag een recordverkoop met 21 nieuwe klanten en 127 verkochte hectaren, terwijl aanvullende diensten recurrente opbrengsten genereerden. Er zijn besprekingen gaande om uit te breiden naar nieuwe zones teneinde de uitstekende geografische positie en de positieve dynamiek van de Vietnamese markt verder te benutten.
Voor het tweede opeenvolgende jaar werd CFE door het ESG-ratingbureau Sustainalytics uitgeroepen tot ESG Industry Top Rated Company, met een verbeterde risicoscore van 24,0. De belangrijkste evaluatiecriteria zijn deugdelijk bestuur, talent, gezondheid en veiligheid, relaties met de gemeenschap en de koolstofvoetafdruk van de activiteiten.
De veiligheid bleef de topprioriteit van de groep in 2023. De ernstgraad was 0,68, iets beter dan in 2022, en de frequentiegraad was 18,47, een verbetering van 16% ten opzichte van vorig jaar. De peiling over de veiligheidscultuur van Nosacq, een norm voor de sector, werd in de hele groep uitgevoerd en de resultaten werden verwerkt in het actieplan Go for Zero.
Het plan voor CO2 -reductie van CFE werd voortgezet, op schema om de beoogde reductie van 40% tegen 2030 te bereiken. 20% van de omzet en 19% van de investeringen van CFE zijn afgestemd ('aligned') op de EU-taxonomie. CFE bereidt zich voor op het EU CSRD-kader tegen eind 2024.
CFE ontving de Top Employer-certificering voor haar sterke HR-strategie, met een specifieke erkenning voor haar leer- en ontwikkelingsmogelijkheden en de betrokkenheid van haar medewerkers bij de strategie en waarden van de groep. De pas gelanceerde CFE Academy registreerde in een jaar tijd meer dan 15.000 opleidingssessies voor de medewerkers. Alle medewerkers hebben in de loop van het jaar de strategische sessies bijgewoond die in elke business unit werden georganiseerd en werden met hun gezin uitgenodigd op de familiedag van de groep CFE.
In 2023 betrok CFE haar werknemers bij de oprichting van de stichting Heroes for Good, die in 2024 van start gaat. De stichting zal non-profitorganisaties steunen die actief zijn op het gebied van gezondheid, sociale rechtvaardigheid en onderwijs, allemaal voorgesteld door medewerkers van CFE.
De vooruitzichten van CFE op middellange en lange termijn blijven positief, dankzij haar positionering in groeimarkten zoals de renovatie en de optimalisatie van de energieprestaties van bestaande gebouwen en de ontwikkeling van infrastructuren voor de energietransitie. De vastgoedconjunctuur daarentegen blijft op korte termijn moeilijk in België en Luxemburg, zowel in de residentiële als in de kantoormarkt. In deze context verwacht CFE een gematigde daling van haar omzet in 2024 maar een lichte verbetering van de operationele marge tegenover 2023.


81% CEO: Bruno Jaspaert Managementteam: Christian Moller Laursen Patrick Nellens Diep Thi Kim Hoan

Deep C Holding (het vroegere Rent-A-Port), gespecialiseerd in de ontwikkeling en exploitatie van duurzame industriezones in Vietnam, houdt een meerderheidsaandeel van 84% in de in Hong Kong gevestigde
investeringsholding Infra Asia Investment Ltd.
Deep C Industrial Zones (Deep C) beheert vandaag een indrukwekkende 3.400 ha industrieterreinen, verspreid over 5 zones (DVIZ, HDIZ, HPIP, TPIZ, BTPIZ) in Haiphong en Quang Ninh, goed voor bijna 21% van de Noord-Vietnamese industrieterreinen.
Naast de activiteit in het domein van de industrieterreinen levert Deep C nutsvoorzieningen/diensten aan haar klanten via vier juridische entiteiten: Deep C Green Energy (stroom), Deep C Blue (water en afvalwater), Deep C RED (verhuring van werkplaatsen/magazijnen) en Deep C Euro Jetty (steigerdiensten). Daarnaast levert Deep C Farm biologische landbouwproducten aan werknemers en klanten.
Ondanks de wereldwijde economische onzekerheden als gevolg van aanhoudende geopolitieke spanningen en de onduidelijke gevolgen van de invoering van een globale minimumbelasting, boekte Deep C in 2023 een historische verkoop van 127 hectare vergeleken met 66 hectare in 2022. De eerste zones, Deep C Haiphong I (onderdeel van DVIZ) en HDIZ (onderdeel van Deep C Haiphong II) bereikten een volledige bezetting. In Quang Ninh boekte TPIZ haar eerste verkoop en vestigde BTPIZ nieuwe records.
Deep C haalde 21 nieuwe investeringsprojecten binnen, die de auto- en elektronicaclusters versterkten en de snelst groeiende cluster voor hernieuwbare energie stimuleerden. De Koreaanse reus SK Group deed een historische investering van 1,5 miljard USD over de volgende jaren in Deep C voor de bouw van de eerste fabriek van biologisch afbreekbare materialen (PBAT) in Zuidoost-Azië.
De belangrijkste drivers van die sterke prestaties zijn de groeiende vraag naar industrieterreinen in Noord-Vietnam, aangewakkerd door wereldwijde factoren (verschuivingen in de toeleveringsketen, vrijhandelsovereenkom-
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 46.025 | 58.027 | 50.527 |
| EBITDA | 11.903 | 17.535 | 8.656 |
| EBIT | 9.020 | 14.827 | 6.167 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
9.640 | 8.104 | 3.578 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
89.406 | 83.514 | 79.555 |
| Netto financiële positie | -62.585 | -64.281 | -29.698 |
| Balanstotaal | 280.156 | 260.565 | 254.687 |
sten) en de veerkrachtige economische groei en politieke stabiliteit van Vietnam. De unieke duurzaamheidsvisie en het klantgerichte model van Deep C stimuleerden recurrente opbrengsten (bijna 1/3 opbrengsten uit diensten in 2023). Om het economische momentum in Vietnam te blijven benutten, werkt het management van Deep C aan een expansiestrategie voor de opschaling van het platform.
In april verwierf RG International Limited via een kapitaalverhoging van in totaal 23,8 miljoen USD een belang van 10% in Infra Asia Investment (IAI), een dochteronderneming van Deep C. RG International wordt gecontroleerd door Horst Geicke, een in Hongkong gebaseerde Duitse investeerder. Deep C Holding en RG International Limited zullen hun krachten bundelen voor de verdere ontwikkeling van het potentieel van Deep C als een toonaangevende ontwikkelaar van industrieparken in een van de meest dynamische regio's van Vietnam.


81% CEO: Mathias Verkest Managementteam: Christophe De Winter Wendy Goossens Bruno Verbeke

Green Offshore is actief in de ontwikkeling en uitbating van offshore windparken.
Green Offshore bezit (rechtstreeks en onrechtstreeks) participaties in de Belgische offshore windparken Rentel (12,5%) en SeaMade (8,75%). Beide parken produceerden meer groene stroom in 2023 dan in de vorige jaren, dankzij goede windomstandigheden en een zeer goede beschikbaarheid van de windparken tijdens het jaar.
Het windpark Rentel ligt op ongeveer 34 km van Oostende en telt 42 windturbines van 7,35 MW. Met een totaal geïnstalleerd vermogen van 309 MW levert Rentel hernieuwbare energie aan ongeveer 300.000 gezinnen. Tijdens het voorbije jaar 2023 produceerde het Rentel windpark ruim 1,1 TWh aan groene energie.
Het windpark SeaMade omvat de concessiezones Mermaid en Seastar in de Belgische Noordzee - respectievelijk op 50 km en 38 km van Oostende goed voor 58 windturbines van 8,4 MW. Met een totale capaciteit van 487 MW is SeaMade het grootste offshore windturbinepark in België. De groene productie van het SeaMade windpark bereikte in 2023 ongeveer 1,8 TWh.
De nettowinst van Green Offshore, inclusief haar deelnemingen in SeaMade en in Rentel (opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode) kwam in 2023 uit op 19,7 miljoen euro, tegenover 3,6 miljoen euro in 2022. Dit goede resultaat was te danken aan de hogere windproductie, de gestegen elektriciteitsprijzen en de impact van nieuwe wetgeving in België.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Productie (in GWh) | |||
| Rentel | 1.084 | 899 | 922 |
| SeaMade | 1.798 | 1.534 | 1.592 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
19.669 | 3.560 | 4.831 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
55.040 | 45.604 | 26.622 |
| Netto financiële positie | 3.059 | -2.669 | -7.853 |
| Balanstotaal | 59.508 | 50.111 | 38.610 |

Green Offshore
| BETALLE BERE EN DUURIAME ENGALE |
国家和 197011 DI PHASTRUCTURE |
BIL MAAFMEST B K |
4 MITVINE |
|---|---|---|---|
| --------------------------------------- | ---------------------------------- | --------------------- | ----------- |

| (€ miljoen) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| FinAx | 0,7 | -0,2 | -0,2 |
| Delen Private Bank | 141,3 | 126,5 | 132,0 |
| Bank Van Breda | 66,7 | 53,8 | 51,3 |
| Totaal | 208,7 | 180,1 | 183,1 |
Delen Private Bank en Bank Van Breda realiseerden in 2023 een gezamenlijke nettowinst van 264,2 miljoen euro. Indrukwekkende commerciële resultaten genereerden een aanzienlijke instroom van vermogen bij beide banken, wat in combinatie met sterke operationele prestaties leidde tot nieuwe records voor het beheerd vermogen en de nettowinst. Met een bijdrage van 208,7 miljoen euro (+16%) - voor het eerst duidelijk boven de grens van 200 miljoen euro - bevestigde Private Banking haar positie als het segment dat de grootste bijdrage levert aan het groepsresultaat van AvH.

Delen Private Bank > Antwerpen Delen Private Bank > Antwerpen Bank Van Breda > Antwerpen Bank Van Breda > Antwerpen
Delen Private Bank legt zich toe op discretionair vermogensbeheer voor particulieren.
Bank Van Breda is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.
Zowel Delen Private Bank als Bank Van Breda boekten opnieuw uitstekende financiële resultaten met een gezamenlijke nettowinstgroei van 15% naar 264,2 miljoen euro.
Dit uitstekend resultaat werd ondersteund door aanhoudend sterke commerciële prestaties, positieve financiële markten na een sterke correctie eind 2022 en hoger rente-inkomen die de hoge kosteninflatie meer dan compenseren.
BANKINGHet gecombineerd totaal toevertrouwd vermogen steeg naar een record van 65,3 miljard euro op 31 december 2023, tegenover 62,4 miljard euro op 30 juni 2023 en 57,7 miljard euro op 31 december 2022. Ondanks een commercieel moeilijker klimaat als gevolg van de zwakke financiële markten eind 2022 en het TARA-klimaat (There Are Reasonable Alternatives), blijft de (netto) instroom opnieuw een belangrijke bijdrage leveren aan de groei van de onderliggende activa, met een bruto-instroom van 4.666 miljoen euro. Deze stijging van het toevertrouwd vermogen is ook toe te schrijven aan een sterk positief markteffect. Cadelam, de fondsbeheerder van Delen Groep, behaalde superieure portefeuillerendementen in vergelijking met het marktgemiddelde, met een gewogen gemiddelde prestatie van de patrimoniale fondsen van 13,7%.
De gecombineerde brutobedrijfsopbrengsten stegen met 15% naar 747 miljoen euro, waarvan 76% betrekking heeft op vergoedingen, ondanks de sterke groei van de nettorentebaten. Voor de groep als geheel blijven de brutovergoedingen en commissie-inkomsten als % van AuM hoog op 1,03%. De brutobedrijfsopbrengsten van Delen Private Bank (incl. JM Finn) stegen met 10,5% naar 569 miljoen euro, voornamelijk dankzij een hoger gemiddeld beheerd vermogen en een stijgende nettorentemarge. Bij Bank Van Breda stegen de brutobedrijfsopbrengsten met 22,8% naar 242 miljoen euro, met een groei van het renteresultaat met 48% dankzij de snel stijgende marktrente. De inkomsten uit vergoedingen stegen met 6% in lijn met het gemiddelde beheerde vermogen over het jaar. De overige baten daalden sterk door een gerealiseerd verlies van 15,3 miljoen euro op de herschikking van de obligatieportefeuille, gedeeltelijk gecompenseerd door een terugvordering van 4,3 miljoen euro aan in 2016 betaalde bankheffingen.
De gecombineerde bedrijfskosten stegen eveneens aanzienlijk als gevolg van de automatische loonindexering, aangevuld met verdere uitbreidingen van het personeelsbestand en toenemende IT-investeringen om de groeiambities te ondersteunen. Desondanks verbeterde de gecombineerde cost-income ratio verder tot een uitstekende 50,7% (42,4% bij Delen Private Bank, 83,0% bij JM Finn en 50,8% bij Bank Van Breda) tegenover het reeds zeer robuuste cijfer van 53,0% in 2022, wat hun voorzichtige aanpak aantoont.
Hierdoor steeg de gecombineerde nettowinst aanzienlijk naar 264,2 miljoen euro (2022: 228,9 miljoen euro), waarvan een bijdrage van 179,5 miljoen euro van Delen Private Bank (inclusief 11,2 miljoen euro van JM Finn) en 84,7 miljoen euro van Bank Van Breda. De totale voorziening voor kredietverliezen bij Bank Van Breda blijft laag op 0,01% van de gemiddelde kredietportefeuille.
Het gecombineerd eigen vermogen steeg naar 1.939 miljoen euro (tegenover 1.749 miljoen euro eind 2022). De solvabiliteit en liquiditeit blijven uitzonderlijk sterk met een gecombineerde common equity tier1-ratio (CET1) op basis van de 'Standardized approach' van 26,3% en een hefboomratio van 14,1%, ruim boven het sectorgemiddelde en de wettelijke vereisten. Niettegenstaande dit conservatieve balansbeheer haalde de groep een bovengemiddelde gecombineerde ROE van 14,3%.
While the rate environment will result in some pressureTerwijl het renteklimaat zal drukken op de rentemarge, wordt voor 2024 een gezonde groei van de vergoedingen en commissies verwacht behoudens ongunstige marktomstandigheden. Bij het begin van het jaar staat het beheerd vermogen op recordniveaus, terwijl het sterke portefeuillerendement van 2023 een gunstig effect zou moeten hebben op de netto-instroom van het discretionair beheerd vermogen. Verder zal meer personeel nodig zijn om de groei te ondersteunen. In 2024 zullen de kosten evenwel niet langer door hoge inflatieniveaus worden beïnvloed. Gezien deze trends wordt voor 2024 een aanhoudend sterke instroom in discretionair beheerd vermogen en een verdere verbetering van de winst verwacht.
Toevertrouwd vermogen
| (€ mio) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Toevertrouwd vermogen | |||
| Delen Private Bank (AuM) | 54.759 | 48.010 | 54.346 |
| waarvan discretionair | 90% | 89% | 85% |
| Delen Private Bank | 42.547 | 36.419 | 40.340 |
| (1) Delen Private Bank Nederland |
1.461 | 1.022 | 1.154 |
| JM Finn | 12.212 | 11.591 | 14.006 |
| Bank Van Breda | |||
| Buitenbalansproducten | 16.363 | 14.095 | 14.720 |
| Cliëntendeposito's | 7.491 | 6.553 | 6.368 |
| AuM bij Delen(1) | -13.354 | -10.943 | -11.502 |
| Delen en Van Breda gecombineerd (100%) | 65.260 | 57.715 | 63.932 |
| Bruto inflow AuM | 4.666 | 4.557 | 5.598 |
(1) Reeds inbegrepen in Delen Private Bank AuM
Delen Private Bank en Bank Van Breda gecombineerd (100%)
| Delen en Van Breda gecombineerd (100%) |
Delen Private Bank | Bank Van Breda | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ mio) | 2023 | 2022 | 2021 | 2023 | 2022 | 2021 | 2023 | 2022 | 2021 |
| Rentabiliteit | |||||||||
| Bankproduct (bruto) | 747 | 650 | 633 | 569 | 515 | 506 | 242 | 197 | 185 |
| Nettoresultaat | 264 | 229 | 233 | 179 | 161 | 168 | 85 | 68 | 65 |
| Brutovergoedingen en commmissie-inkomsten als % van bankproduct |
76% | 83% | 86% | 93% | 97% | 99% | 44% | 52% | 54% |
| Brutovergoedingen en commis sie-inkomsten als % van AuM |
1,03% | 1,01% | 1,00% | 0,96% | 0,99% | 1,0% | 0,64% | 0,65% | 0,67% |
| Cost-income ratio | 51% | 53% | 52% | 51%(1) | 52%(1) | 50%(1) | 51% | 55% | 55% |
| Balans | |||||||||
| Totaal eigen vermogen (incl. minderheidsbelangen) |
1.939 | 1.749 | 1.691 | 1.187 | 1.080 | 1.024 | 762 | 674 | 678 |
| Balanstotaal | 11.214 | 10.162 | 10.072 | 2.784 | 2.582 | 2.429 | 8.500 | 7.657 | 7.792 |
| Cliëntendeposito's | 7.491 | 6.553 | 6.368 | - | - | - | 7.491 | 6.553 | 6.368 |
| Kredieten | 6.986 | 7.044 | 6.458 | 738 | 855 | 710 | 6.248 | 6.188 | 5.748 |
| Waardeverminderingen op kredieten(2) |
0,01% | 0,01% | -0,04% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,01% | 0,02% | -0,04% |
| Kernratio's | |||||||||
| Rendement op eigen vermogen | 14,3% | 13,3% | 14,4% | 15,8% | 15,3% | 17,0% | 11,8% | 10,1% | 10,0% |
| CET1-ratio | 26,3% | 23,0% | 23,8% | 43,8% | 38,1% | 38,0% | 17,7% | 15,5% | 16,8% |
| Hefboomratio | 14,1% | 13,8% | 13,2% | 33,1% | 31,7% | 30,2% | 8,3% | 8,1% | 8,1% |
| LCR | 362% | 212% | 208% | 527% | 640% | 495% | 304% | 138% | 160% |
(1) Delen Private Bank: 42,4% (2023), 41,9% (2022), 39,9% (2021); JM Finn: 83,0% (2023), 87,7% (2022), 87,3% (2021)
(2) Waarvan ECL (verwachte kredietverliezen - expected credit loss): -0,01% (2023), 0,02% (2022), -0,05% (2021)

79% CEO: Michel Buysschaert Managementteam: Matthieu Cornette Alexandre Delen Katrin Eyckmans Eric Lechien Bart Menten

Delen Private Bank legt zich toe op het beheer en de planning van het vermogen van particuliere klanten en bedrijven. De groep is een gevestigde waarde in België en heeft een groeiende aanwezigheid in de overige Benelux-landen, in Zwitserland en in het Verenigd Koninkrijk (JM Finn).
BANKINGDelen Private Bank bereikte in 2023 een historische mijlpaal met een recordniveau van het beheerd vermogen, zowel op geconsolideerd niveau als in continentaal Europa (België, Nederland, Luxemburg en Zwitserland). Het geconsolideerd vermogen van Groep Delen bedroeg 54.759 miljoen euro eind 2023, een substantiële stijging ten opzichte van 48.010 miljoen euro in 2022. De vermogens onder beheer van Delen Private Bank (Benelux en Zwitserland) bedroegen 42.547 miljoen euro eind 2023, tegenover 36.419 miljoen euro in 2022.
Deze opmerkelijke cijfers werden gedreven door een gunstige marktomgeving die resulteerde in sterke beleggingsprestaties en een robuuste netto-instroom van fondsen.
Na de uitdagingen in 2022 kenden de financiële markten in 2023 een positieve omslag. De inflatie en de rentevoeten bleven het hele jaar lang aandachtspunten, terwijl de economie en de bedrijven een onverwachte veerkracht toonden. Naarmate de inflatie afnam, stelden de centrale bankiers zich tegen het einde van het jaar meer open ten aanzien van toekomstige renteverlagingen, waardoor het vertrouwen van de financiële markten steeg en de angst voor een recessie afnam.
Tegen deze achtergrond behaalde Cadelam, de fondsbeheerder van Groep Delen, portefeuillerendementen boven het marktgemiddelde, dankzij het behoud van een overwogen positie in Amerikaanse aandelen, vooral in prominente techaandelen, en een geleidelijke verhoging van de looptijd van de obligatieportefeuille.
De langetermijnvisie van Delen was voordelig voor de klanten en loodste hen door de nasleep van de uitdagende aandelenmarkt van 2022. Klanten die aan het begin van het jaar overwogen om aan de zijlijn te blijven, kregen

| Geconsolideerd beheerd vermogen | Delen Private Bank | |||
|---|---|---|---|---|
| 54.759 (€ mio) |
(€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
| 5.234 (€ mio) 50.000 |
Brutobedrijfs opbrengsten |
565.895 | 512.143 | 502.076 |
| 49.525 (€ mio) 40.000 |
Nettoresultaat (deel groep) |
179.490 | 160.623 | 167.556 |
| 30.000 | Eigen vermogen (deel groep) |
1.184.875 | 1.078.596 | 1.022.453 |
| 20.000 | Toevertrouwd vermogen |
54.759.024 | 48.009.787 | 54.345.999 |
| 10.000 | Cost-income ratio | 50,5% | 51,8% | 50,2% |
| Return on equity | 15,8% | 15,3% | 17,0% | |
| CET1-ratio | 43,8% | 38,1% | 38,0% | |
| Discretionair beheer | Personeel | 945 | 909 | 829 |
| Bewaring en adviesbeheer |
het advies om zoals gewoonlijk te blijven beleggen, de kans op mogelijke gunstige rendementen te grijpen en een langetermijnbenadering van het beleggen aan te houden.
Een andere belangrijke bijdrage aan de groei van de onderliggende activa was de netto-instroom van beheerd vermogen. Deze instroom was afkomstig van zowel bestaande als nieuwe klanten, vrijwel uitsluitend in het discretionair vermogensbeheer. De consistente, herkenbare en toegankelijke dienstverlening van Delen bleef particulieren op zoek naar financiële gemoedsrust aantrekken. De opening van een groot aantal nieuwe rekeningen in de loop van 2023 signaleert een veelbelovende start voor een potentiële vermogensaangroei in de toekomst.
De Nederlandse tak van Delen Private Bank droeg 1.461 miljoen euro bij aan het totaal beheerd vermogen, een beduidende stijging ten opzichte van 1.022 miljoen euro in 2022. Positieve ontwikkelingen waren onder meer de succesvolle voltooiing van de integratie van Groenstate Vermogensbeheer, een in Twente gevestigde vermogensbeheerder met ongeveer 225 miljoen euro beheerd vermogen. Daarnaast zorgden de commerciële inspanningen van een sterk en gemotiveerd team voor een aanhoudende organische netto-instroom.
De Luxemburgse en Zwitserse Private Banking-centra noteerden gedurende het jaar eveneens een positieve ontwikkeling van het discretionair beheerd vermogen.
Het beheerd vermogen bij JM Finn (Delen Private Bank 92,3%), een Britse vermogensbeheerder, steeg licht tot 12.212 miljoen euro (10.613 miljoen Britse pond) eind 2023, vergeleken met 11.591 miljoen euro (10.281 miljoen Britse pond) in 2022. Terwijl de stijging voornamelijk werd gedreven door een positief markteffect, was de netto-instroom negatief, als gevolg van onder meer een algemene druk door hogere kosten van levensonderhoud en hogere rentevoeten.
DRIE MOTOREN - CONSISTENT GOEDE PRESTATIES, KLANTENNABIJHEID EN OPERATIONELE UITMUNTENDHEID - STUWDEN DELEN IN 2023 MET VOLLE KRACHT VOORUIT.
Michel Buysschaert CEO
De stijging in 2023 van het gemiddelde beheerd vermogen bij Delen Private Bank leidde tot hogere bruto-opbrengsten (565,9 miljoen euro) in vergelijking met 2022 (512,1 miljoen euro), een stijging met 10,5%. De beduidende positieve impact op het resultaat werd toegeschreven aan zowel een hogere rentemarge (als gevolg van gestegen rentevoeten op de financiële markten) als hogere gemiddelde niveaus beheerd vermogen.
De significante invloed van de hogere inflatie sinds 2022 had een negatief effect op de personeels- en energiekosten. Daarnaast droegen de aanhoudende inspanningen voor de uitbreiding van het personeelsbestand (netto +40 medewerkers in 2023) en de toename van de marketinginspanningen om de sterk groeiende klantenbasis aan te spreken bij aan de gestegen bedrijfskosten.
Bovenal bleef de cost-income ratio stabiel op 50,5% (42,4% bij Delen Private Bank, 83,0% bij JM Finn), een sterk cijfer in de sector.

Delen Private Bank > Antwerpen Delen Private Bank > Charleroi
De nettowinst van Groep Delen steeg aanzienlijk (+11,8%) tot 179,5 miljoen euro in 2023. De bijdrage van JM Finn aan het nettoresultaat van de groep bedroeg 11,2 miljoen euro (2022: 8,4 miljoen euro), toe te schrijven aan een gunstige rentemarge, lagere personeelskosten en een daling van de regelgevingskosten.
Het geconsolideerd eigen vermogen (deel groep) van Groep Delen bedroeg 1.184,9 miljoen euro per 31 december 2023, tegenover 1.078,6 miljoen euro per 31 december 2022. Het Common Equity Tier1-kapitaal van de groep bedroeg 860,8 miljoen euro eind 2023 (tegenover 768,2 miljoen euro eind 2022). Delen Private Bank blijft bijzonder goed gekapitaliseerd, met een Common Equity Tier1-ratio van 43,8%. Het rendement op het (gemiddeld) eigen vermogen bereikte niet minder dan 15,8%.
Tegen de achtergrond van volatiele markten hielden de klanten van Delen vast aan hun behoedzame, duurzame langetermijnbenadering. Een duidelijke en transparante communicatie was essentieel, bijvoorbeeld via dagelijkse ontmoetingen met klanten, nieuwsbrieven, video's en evenementen zoals Delen Perspectieven.
Daarnaast begeleidden de relatiebeheerders van Delen de vermogensplanning van de klanten, met de nadruk op het geïntegreerde aanbod van Delen Private Bank. Vertrekkend van een volledig overzicht van het familievermogen, worden klanten uitgenodigd om toekomstige vermogensevoluties en betalingen van erfrechten te simuleren.
Een klanttevredenheidsonderzoek in november 2023 onderstreepte het belang van een persoonlijke en proactieve benadering. Meer dan 80% van de klanten is zeer tevreden over de dienstverlening van Delen – in grote mate dankzij het contact met hun relatiebeheerder.
De klanttevredenheid bleek verder uit het toegenomen marktaandeel op de Belgische private banking-markt. Met de nadruk op klantnabijheid en operationele uitmuntendheid (o.a. via een geavanceerde digitale ondersteuning) breidde Delen Private Bank haar aanwezigheid uit met een nieuw kantoor in Charleroi en bleef zij haar digitale kanalen verder ontwikkelen om een efficiënte en veilige klantervaring te bieden. De vestiging in Charleroi is de 15e in België. Lokale werking blijft een strategische focus.
Eind 2023 werd in de Benelux en Zwitserland 93% (39.399 miljoen euro) van de totale toevertrouwde vermogens rechtstreeks discretionair of via de eigen patrimoniale beveks (open-ended beleggingsfondsen) beheerd. Uitgedrukt in aantal rekeningen bedraagt het aandeel discretionaire beheerrekeningen 96,4%.
Bank Van Breda droeg opnieuw in belangrijke mate bij aan het resultaat en vertegenwoordigde ongeveer 31% van het totaal beheerd vermogen. Op 31 december 2023 beheerde Delen Private Bank 13.354 miljoen euro voor rekening van klanten aangebracht door het netwerk van Bank Van Breda.
In Nederland leidden de commerciële inspanningen van het team en de succesvolle integratie van Groenstate Vermogensbeheer tot solide cijfers, namelijk 1.461 miljoen euro beheerd vermogen. De kantoren in Amsterdam, Den Bosch en Heereveen kenden een uitstekende organische groei over het jaar. De strategie in Nederland – een geïntegreerde dienstverlening met vermogensbeheer en -planning – is volledig afgestemd op die van Delen Private Bank.
Delen Zwitserland kende een sterke instroom van vermogen, met een strategische focus op belangrijke regio's waar expats uit de Benelux profiteren van de diensten op maat en het deskundige team. Delen Luxemburg behield een positieve commerciële dynamiek, met bijvoorbeeld de Luxembourg Art Week, een nieuw evenement dat een groot aantal veelbelovende prospects aantrok.
Ondanks meer uitdagende marktomstandigheden dan op het vasteland, kende JM Finn een bevredigende bruto-instroom van kapitalen. De positieve dynamiek binnen het team werd verder versterkt door de succesvolle verhuizing van het team van Leeds naar een nieuw kantoor in York.
Sinds de overname van JM Finn in 2011 heeft Delen Private Bank haar directe aandeelhouderschap tot 92,3% verhoogd. Eind 2023 beheerde JM Finn 12.212 miljoen euro (10.613 miljoen Britse pond) aan totaal toevertrouwd vermogen, waarvan 82,9% in discretionair beheer. Er is een verschuiving gaande naar een gecentraliseerde aanpak van het beheer van een gedeelte van het vermogen. De onderneming blijft zich inzetten om het businessmodel van JM Finn beter af te stemmen op dat van Delen.
Verantwoord investeren en vermogensbescherming zijn de hoekstenen van het ESG-beleid van Delen Private Bank. Delen Private Bank is lid van UN PRI en integreert consequent duurzaamheidsparameters in haar investeringsproces. 37.823 miljoen euro van het beheerd vermogen wordt verantwoord geïnvesteerd.
Via haar partnership met EOS gaat Delen Private Bank ook in dialoog met de bedrijven in haar fondsen ('Engagement'). Met 70% van de bedrijven in de portefeuille van de huisfondsen van Delen zijn engagementsgesprekken aan de gang. Verder vormt het principe van dynamische en goede huisvader de basis voor een gedegen vermogensbescherming.
Op basis van de materiële thema's van Delen Private Bank en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau worden 'Vermogensbescherming', 'Verantwoord investeringsbeleid', 'Bedrijfsethiek' en 'Bescherming van data en privacy' als potentieel materieel beschouwd op AvH-niveau.
Vermogensbescherming is een prioriteit voor de klanten van Delen Private Bank. De bank streeft ernaar het toevertrouwd vermogen zorgzaam en proactief te beleggen en zo bij te dragen aan een duurzame toekomst. Naast de gebruikelijke gedegen financiële analyse worden ook niet-financiële parameters geïntegreerd in het beheerproces. De dagelijkse implementatie van het verantwoord beleggingsbeleid verzekert een langetermijndenken en risicobeperking.
Als lid van UN PRI zet Delen Private Bank zich in om haar investeringsproces fundamenteel duurzaam te maken door ESG-gerelateerde criteria te integreren en door op te treden als een actieve aandeelhouder die betrokken is bij de bedrijven waarin wordt belegd.
Verder monitort en communiceert Delen Private Bank open over verschillende niet-financiële parameters met betrekking tot haar patrimoniale fondsen. Een voorbeeld is de CO2 -intensiteit. De doelstelling daarbij is dat de CO2 -intensiteit van de huisfondsen lager ligt dan die van de globale benchmark (bv. MSCI ACWI).
Delen Private Bank hanteert een strikt integriteitsbeleid met de nadruk op de waarden die de medewerkers hoog moeten houden. Met de toenemende dreiging van de wereldwijde cybercriminaliteit geeft de bank prioriteit aan de bescherming van de gegevens en de privacy. Delen Private Bank investeert sterk in haar IT-systemen en ondersteunende diensten om de wettelijke verplichtingen na te leven en de bescherming van de gegevens en de privacy van haar klanten te verzekeren. Ze onderstreept consequent het belang van een veilige organisatie voor zowel haar medewerkers als haar klanten. Naast robuuste IT-systemen en ondersteunende diensten spelen ook de ervaring en de toewijding van alle medewerkers een cruciale rol. Er werd een 24/7-initiatief gelanceerd, waarbij medewerkers dag en nacht, elke dag van de week, de systemen in de gaten houden om beveiligingslekken te voorkomen.
Klantentevredenheid blijft een topprioriteit voor Delen Private Bank. Een klantentevredenheidsonderzoek in november 2023, uitgevoerd in België, Nederland, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk, benadrukte het belang van de kwaliteit van haar persoonlijke en proactieve benadering. Meer dan 80% van de klanten is zeer tevreden over de dienstverlening van Delen, waarbij het contact met hun relatiebeheerder een belangrijke bijdrage levert. Met een Net Promoter Score (NPS) van 43 doet de bank het opmerkelijk beter dan het marktgemiddelde. JM Finn bleef eveneens zeer hoge NPS-niveaus voor klanttevredenheid halen, boven de sectortrends.
Op bedrijfsniveau monitort Delen Private Bank nauwgezet haar ecologische voetafdruk. De bank is in 2023 overgeschakeld op een volledig elektrische vloot voor alle nieuwe voertuigbestellingen. Delen blijft zich inzetten om de papierberg te verkleinen. Het aandeel digitale kwartaalverslagen blijft
| 2023 | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|
| Vermogens onder beheer | |||
| Fondsen beheerd volgens duurzame investeringsprincipes (miljard euro) |
38,0 | 31,8 | 35,4 |
| Engagement scope(1) | 70% | 72% | 70% |
| Gemiddelde ESG rating van huisfondsen(2) |
19,9 | 19,7 | 19,4 |
| Klantentevredenheid | |||
| Net Promoter Score(3) | 43 | N/A | 58 |
(1) Verhouding van het aantal bedrijven met een engagementsprocedure (dialoog) ten opzichte van het totaal aantal bedrijven in portefeuille. Het engagementprogramma legt prioriteiten op basis van de urgentie van bepaalde onderwerpen, de openheid van het bedrijf in kwestie en de mogelijke impact van een bepaalde engagementactie (exclusief JM Finn).
(2) Sustainalytics: ESG risicoscores tussen 0 en 100, waarbij een lagere score een lager risico impliceert. Een score van 20 wordt als een laag risico beschouwd (exclusief JM Finn). (3) Tweejaarlijkse meting (exclusief JM Finn)
stijgen tot ongeveer 90%. De bank onderzoekt de haalbaarheid van de toevoeging van zonnepanelen om de productie van hernieuwbare energie te verhogen, rekening houdend met de structurele uitdagingen van haar historische gebouwen. Er zijn offertes aangevraagd en de eerste installaties zijn gestart op basis van de bevindingen van het onderzoek.
Delen Private Bank is voorzichtig optimistisch over het macro-economische landschap in 2024, met een plausibel scenario van een zachte landing en een gecontroleerde inflatie. De achtergrond van dalende rentevoeten bevordert meestal bloeiende aandelenmarkten. Anderzijds blijft Cadelam, de fondsbeheerder van Groep Delen, behoedzaam, vooral ten aanzien van de geopolitieke spanningen en de evolutie van de overheidsschuld.
Delen Private Bank blijft zoeken naar groeimogelijkheden. Begin 2024 kondigde de bank een asset deal aan met Puur Beleggen in de regio Den Haag, Nederland. Puur Beleggen, een in Noordwijk gebaseerde kleine vermogensbeheerder met 40 miljoen euro onder beheer, zal naadloos in Delen Private Bank worden geïntegreerd. Deze overname valt samen met het streven van Delen om in de grootste Nederlandse steden aanwezig te zijn. In België is de opening van een nieuw kantoorgebouw in Knokke gepland voor 2024.
Naast het benutten van organische groeimogelijkheden onderzoekt de groep actief acquisitiemogelijkheden, met name door samen te werken met entiteiten met een vergelijkbare strategische visie. De focus ligt op regio's waar de groep al aanwezig is.
De groep is actief op zoek naar mogelijkheden om AI te integreren in verschillende bankdiensten, met een focus op de efficiëntie. De bank biedt haar medewerkers opleidingen aan om hun manier van werken te verbeteren door steeds meer technologie te gebruiken.

www.delen.bank

79% CEO: Dirk Wouters Managementteam: Tom Franck Véronique Léonard Vic Pourbaix Marc Wijnants

Bank Van Breda is een gespecialiseerde nichebank die zich focust op de begeleiding van ondernemers en vrije beroepen bij de opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen.
BANKINGNa de stijging van -0,5% midden 2022 naar +2% eind 2022 steeg de ECB-depositorente in 2023 verder naar +4,0% in september 2023, om nadien te stabiliseren. Dit leidde tot een inverse rentecurve met hogere rentes op korte termijn dan op lange termijn. De beurzen kenden een mooi herstel. De inflatie en loonindexatie werden getemperd. De energieprijzen bleven echter op een hoger niveau dan voor de inval van Rusland in Oekraïne. De oorlog in Gaza zette de geopolitieke spanningen nog verder op scherp.
In deze uitdagende context heeft Bank Van Breda opnieuw zeer sterke commerciële en financiële resultaten neergezet. Zo groeiden de totale commerciële volumes met 12% tot 30,1 miljard euro en steeg de nettowinst met 24% tot 84,7 miljoen euro.
Het toevertrouwd vermogen groeide sterk tot 23,9 miljard euro (+16%). De klantendeposito's groeiden met 938 miljoen euro (+14%) tot een totaal volume van 7,5 miljard euro met een opmerkelijke aangroei in termijnrekeningen (vnl. op korte termijn).
Het volume buitenbalansproducten steeg met 2,3 miljard euro (+16%) tot 16,4 miljard euro. Dit was enerzijds het resultaat van een positief beurseffect van 1,5 miljard euro. Bovendien was er ook een mooie netto-aangroei van 0,8 miljard euro, ondanks het uitdagende 'TARA'-klimaat ('There Are Reasonable Alternatives'), volgend op een sterk negatief beursklimaat in 2022.
Van het volume aan buitenbalansproducten is 13,3 miljard euro toever-

| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Bankproduct | 240.943 | 194.602 | 184.193 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
84.675 | 68.325 | 65.178 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
761.940 | 674.141 | 678.459 |
| Balanstotaal | 8.500.221 | 7.657.027 | 7.791.801 |
| Totaal belegd door cliënten |
23.854.226 | 20.648.415 | 21.087.881 |
| Kredietportefeuille | 6.248.124 | 6.188.490 | 5.748.252 |
| Waardevermindering op kredieten |
0,01% | 0,02% | -0,04% |
| Cost-income ratio | 50,6% | 55,1% | 55,1% |
| Return on equity | 11,8% | 10,1% | 10,0% |
| CET1-ratio | 17,7% | 15,5% | 16,8% |
| Solvabiliteitsratio (RAR) | 17,7% | 17,9% | |
| Personeel | 569 | 547 | 518 |
Door cliënten belegd vermogen Bank Van Breda
trouwd aan Delen Private Bank in de vorm van vermogensbeheer en fondsen.
Door de rentestijgingen en het onzekere economische klimaat is de kredietvraag in 2023 wat teruggevallen. Desondanks bleef het kredietvolume aan doelgroepklanten van Bank Van Breda quasi stabiel op 5,5 miljard euro en dit dankzij een kredietproductie die de aflossingen zo goed als volledig compenseerde.
Bank Van Breda verleent vanuit haar totaalaanpak kredieten aan familiale ondernemers en vrije beroepen. Via haar divisie Van Breda Car Finance biedt de bank ook financiering en financiële leasing aan van auto's, equipment, laadpalen en fietsen. Van Breda Car Finance zette in een uitdagend jaar voor de automobielsector opnieuw een sterke commerciële prestatie neer, waardoor haar kredietportefeuille groeide met 14% tot 0,7 miljard euro.
Het brutobedrijfsresultaat (bankproduct min bedrijfskosten) nam toe met 28,1 miljoen euro (+31%) tot 119,0 miljoen euro dankzij 24% groei in bankproduct en een minder sterke kostengroei van 18%. Dit is het resultaat van zeer sterke commerciële prestaties, zowel in het doelgroepbankieren voor ondernemers en vrije beroepen als bij Van Breda Car Finance.
Het geconsolideerd bankproduct nam toe met 24% tot 241 miljoen euro, dankzij een gediversifieerde bron van rente- en fee-inkomsten.
Het renteresultaat steeg met 48%. Dit is enerzijds te danken aan de forse verstrakking van het monetaire beleid. De ECB verhoogde immers in minder dan anderhalf jaar haar depositorente met 450 basispunten. Dat is de grootste verhoging sinds de invoering van de euro in 1999. In combinatie met een groter volume aan cash door de uitzonderlijk sterke depositogroei en een beperkte kredietgroei, resulteerde dit in een sterke stijging van het thesaurieresultaat. Anderzijds stegen de rente-inkomsten als gevolg van kredietproductie tegen hogere tarieven. De depositokosten zijn eveneens sterk toegenomen door een verhoging van de tarieven en de verschuiving in volume van spaarrekeningen naar termijnrekeningen.
De netto fee-inkomsten, waarvan de fees uit buitenbalansproducten het voornaamste deel uitmaken, stegen met 6% tot 106,4 miljoen euro.
Tot slot heeft de bank een herbalancering gedaan van haar obligatieportefeuille met een bruto minwaarde van 15,3 miljoen euro als gevolg. Er was ook een eenmalige recuperatie van 4,3 miljoen euro als gevolg van onterecht betaalde bankentaks in 2016.
De totale kosten zijn toegenomen met 18% tot 121,9 miljoen euro. Abstractie makend van de eenmalige terugname van provisies in 2022, stegen de recurrente kosten met 14%, vnl. gedreven door de sterk toegenomen personeelskosten. Dit komt enerzijds door nieuwe loonindexeringen en de impact van de hoge indexeringen in 2022 die nu over een volledig jaar verrekend wordt. Anderzijds is er de verdere toename van het aantal personeelsleden.
De bank blijft investeren in commerciële slagkracht, klanten- en personeelsevents en in de vernieuwing en upgrade van haar kantoren. De bank bouwt ook verder aan de versterking en beveiliging van haar IT-platform om zo volop in te spelen op opportuniteiten die de cloud en digitalisering bieden.

Bank Van Breda > Antwerpen Bank Van Breda > Antwerpen
Door de sterkere stijging van het bankproduct dan de kosten, verbeterde de cost-income ratio van 55% in 2022 naar 51% in 2023. Bank Van Breda behoort hiermee tot één van de meest efficiënte Belgische banken.
Bank Van Breda heeft ook in 2023 geen significante verliezen op kredietdossiers geboekt, hoewel haar klanten nog steeds geconfronteerd bleven met de gevolgen van de hoge inflatie in 2022. De risicokosten voor kredietverliezen (incl. Expected Credit Losses of ECL) bleven laag op 0,01% van de gemiddelde kredietportefeuille. Dit bewijst de sterke kwaliteit van de kredietportefeuille van de bank alsook de veerkracht van haar klanten.
Al deze elementen samen leidden tot een mooie stijging van de nettowinst met 24% tot 84,7 miljoen euro. Het rendement op het gemiddelde eigen vermogen (ROE) steeg hiermee van 10,1% naar 11,8%.
Vanuit haar voorzichtige aanpak zorgt de bank steeds voor een voldoende ruime liquiditeitspositie. De Liquidity Coverage Ratio (LCR) en de Net Stable Funding Ratio (NSFR) bedroegen eind 2023 resp. 304% en 150%, beide ruim boven de wettelijke vereiste van 100%. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met klantendeposito's, zodat de bank niet afhankelijk is van externe financiering op de financiële markten.
Het eigen vermogen (deel van de groep) steeg naar 762 miljoen euro en draagt bij tot de sterke solvabiliteit van de bank, de belangrijkste bescherming van de depositohouders. De kernkapitaalratio (Common Equity Tier1-ratio, kortweg CET1-ratio) bedroeg 17,7%. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa (hefboomratio of leverage ratio) kwam op 8,3%, een veelvoud van de wettelijke vereiste 3%.
Op basis van de materiële thema's van Bank Van Breda en de materialiteitsanalyse op AvH-groepsniveau worden een 'Veilige haven', 'Bedrijfsethiek' en 'Bescherming van data en privacy' als potentieel materieel beschouwd op AvH-niveau. Daarnaast besteedt Bank Van Breda bijzondere aandacht aan 'Vermogensopbouw en bescherming', 'Respect voor wetten en regelgeving', 'Personeels- en 'Klantentevredenheid'.
Onder 'Veilige haven' valt inherent het bewaken van de financiële stabiliteit van de bank en het bijdragen aan het Belgisch economisch weefsel. Door haar voorzichtig beleid werd het eigen vermogen van de bank op geen enkel moment aangetast tijdens crisisperiodes of in turbulente financiële markten. De bank heeft nooit staatssteun gekregen.
De snelle opeenvolging van de coronacrisis, de energiecrisis, de forse inflatieopstoot, stijgende personeelskosten, de renteverhogingen en de 'war for talent' vormde voor ondernemers en vrije beroepen een grote uitdaging. De bank bevestigde haar rol als veilige haven en koos ervoor om in dialoog dicht bij de klant te staan. Door voorzichtigheid en faillissementspreventie bleven de nettotoevoegingen aan de kredietvoorzieningen ook in 2023 beperkt. De kwaliteit van haar kredietportefeuille alsook de veerkracht van haar klanten bleek opnieuw zeer groot te zijn.
Dirk Wouters CEO
Met haar kredietportefeuille richt Bank Van Breda zich naar een heel specifieke niche doelgroepklanten met een economische activiteit in België: vrije beroepen, familiale KMO's en zelfstandige ondernemers. Deze focus en de Belgische regelgeving ter zake vermindert de kans op grote ESG-risico's aanzienlijk.
Zelfstandige klanten dienen zelf hun pensioenkapitaal op te bouwen en te beschermen. Oog voor de lange termijn en consequente spreiding zijn hierbij basisvoorwaarden. Ook in een jaar waarin de rentecontext volledig wijzigde, bevestigden de klanten hun vertrouwen. De groei van de deposito's werd mee ondersteund door stijgende tarieven voor klanten, vnl. op termijnrekeningen. Ook de buitenbalansproducten zagen een mooie stijging, mede dankzij het positieve beurseffect. Tot slot bevestigt de Net Promoter Score (NPS) van 53 de hoge klantentevredenheid. Bank Van Breda scoort hiermee voor de zevende maal op rij een NPS van meer dan 50. Dit geldt internationaal als een uitstekende score.
| 2023 | 2022 | 2021 | |
|---|---|---|---|
| Klantentevredenheid | |||
| Net Promoter Score | 53 | 54 | 53 |
| Personeelstevredenheid | |||
| Great Place to Work(1) | 98% | - | 98% |

(1) Stelling 'Algemeen gesproken kan ik zeggen dat dit een heel goede organisatie is om voor te werken' Cijfers bevraging december 2021 en 2023.
De deontologie en de ethische waarden van het personeel zijn bepalend voor de manier waarop Bank Van Breda in contact treedt met haar klanten en leveranciers. Verder vormen cybercriminaliteit en phishing wereldwijd een groeiende bedreiging. Het belang dat klanten hechten aan de bescherming van hun persoonsgegevens en respect voor hun privacy neemt verder toe. De bank voert daarom regelmatig sensibiliseringscampagnes uit en investeert consequent in IT-infrastructuur en verhoogde aandacht voor beveiliging. In die context behandelt en beschermt Bank Van Breda ieders gegevens met eerbied voor de wetgeving en regelgeving, op een eerlijke en transparante wijze.
Bank Van Breda beschouwt gezondheid en het welzijn van haar personeel als een cruciale troef. Ze besteedt veel aandacht aan het aantrekken van nieuw talent, de ontwikkeling van financiële en gespecialiseerde expertise, alsook het stimuleren van cohesie en diversiteit. Een cultuur- en waardenonderzoek volgens de methodiek van het 'Richard Barret Values Centre' toonde aan dat medewerkers van de bank 3 persoonlijke waarden vooropstellen: eerlijkheid, verantwoordelijkheidszin en enthousiasme.

De 'Great Place to Work'-enquête van november 2023 bevestigde dat 98% van de werknemers de bank een heel goede organisatie vindt om voor te werken. In maart 2024 werd de bank op basis van deze deelname opnieuw genomineerd als 'Beste werkgever'. In het boek 'Medewerkers aan zet' wordt het traject beschreven dat Bank Van Breda heeft bewandeld om tot een 'heel goede' organisatie te evolueren.
De eigen ecologische voetafdruk van de bank is beperkt. Toch wenst zij hierin een voorbeeldrol te vervullen. Een CO2 -reductieplan wordt uitgerold om de uitstoot tegen 2030 met meer dan 55% te beperken tegenover het niveau van 2017. Nieuwe bedrijfswagens zijn plug-in of volledig elektrisch. De bank investeert verder in fietspromotie, zonnepanelen, laadpalen, isolatie en energiezuinige kantoren met warmtepompen.
Ook ondernemers en vrije beroepen vervullen een cruciale rol in de transitie naar een meer duurzame economie. Het belang van ESG-factoren (ecologie, sociale verantwoordelijkheid en deugdelijk bestuur) is bij de bespreking van kredietaanvragen verder gegroeid. Een energieprestatiecertificaat (EPC) is vandaag standaard bij aanvragen voor leningen met vastgoed als onderpand. Energie-efficiëntie, de transitie naar hernieuwbare energie en circulair ondernemen worden steeds belangrijker in elk bedrijfsplan. De bank gelooft dat ze via haar netwerk klanten bij elkaar kan brengen om elkaar hierover te inspireren.
Bij beleggingen worden alle klanten systematisch bevraagd over hun duurzaamheidsvoorkeuren. De bank zet hierbij in op de combinatie van drie duurzaamheidsstrategieën: uitsluiting, engagement en integratie van niet-financiële parameters. Deze benadering wordt toegepast op de volledige portefeuilles in vermogensbeheer en geldt voor alle huisfondsen. Alle beleggingen die Bank Van Breda aanbiedt, zowel die van Delen Private Bank als die van andere partners, bevatten duurzaamheidskenmerken (SFDR artikel 8) en passen bovendien binnen een goed gespreide portefeuille.
Na de forse renteverhogingen in 2022 en 2023 zal de Europese Centrale Bank in de loop van 2024 haar monetaire beleid wellicht terug versoepelen. De inflatie is in 2023 sneller gedaald dan verwacht en de inflatievooruitzichten zijn gunstig. Dit kan leiden tot een normalisatie van de rentecurve.
Na een jaar van beperkte economische groei in de eurozone zijn de groeiverwachtingen voor 2024 eerder beperkt. Ondanks deze uitdagende context, blijft Bank Van Breda zeer goed gewapend voor de toekomst.
De commerciële slagkracht en de positionering moeten het mogelijk maken het toevertrouwd vermogen verder te doen groeien. De impact van deze groei op het operationele resultaat zal mee afhangen van de evolutie van de financiële markten, het renteklimaat en de concurrentiële omgeving.
Bank Van Breda heeft een trackrecord van lage kosten voor kredietrisico's, zelfs in een economisch turbulente omgeving. Toch blijft er onzekerheid over de mogelijke kredietverliezen als gevolg van de beperkte economische groei (en mogelijk een lichte recessie), de aanhoudende geopolitieke spanningen en de inflatie. Gezien haar conservatieve politiek ter zake zou deze impact ook in de toekomst beperkt moeten blijven.
Met haar kernwaarden 'fast, friendly & flexible' blijft Van Breda Car Finance investeren in klantenbinding en trekt het verder de kaart van solide, betrouwbare en snelle partner voor autodealers en makelaars.
Een team van competente medewerkers, tevreden klanten, de reputatie en positionering, de voortdurende investeringen, het voorzichtige risicoprofiel en de gezonde financiële structuur van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.


Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Nextensa | 15,6 | 42,5 | 38,6 |
| Anima | - | 2,8 | 4,1 |
| Totaal | 15,6 | 45,3 | 42,7 |
De inflatie en stijgende rentetarieven creëerden in 2023 een uitdagende omgeving voor de Real Estate sector in het algemeen. Dankzij hogere huurinkomsten en de vlotte verkoop van appartementen bij Tour & Taxis heeft Nextensa behoorlijke, zij het lagere, resultaten kunnen boeken. De desinvesteringen van Residalya (2019) en Anima (2022) en de fusie van Extensa en Leasinvest in 2021 hebben AvH in staat gesteld haar blootstelling aan vastgoed aanzienlijk te verminderen in vergelijking met enkele jaren geleden.

Nextensa > Tour & Taxis - Gare Maritime - Park Lane 1
Nextensa > Tour & Taxis - Sheds Nextensa > Tour & Taxis - Park Lane Nextensa > Tour & Taxis - Hôtel des Douanes
Nextensa is een gemengde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar.

62% CEO: Michel Van Geyte Managementteam: Peter De Durpel Tim Rens Olivier Vuylsteke

Nextensa is een beursgenoteerde gemengde vastgoedinvesteerder en -ontwikkelaar.
Als investeerder is Nextensa actief in het Groothertogdom Luxemburg (43%), België (42%) en Oostenrijk (15%). De totale waarde van de investeringsportefeuille van Nextensa bedroeg 1,3 miljard euro per 31 december 2023.
ESTATEAls ontwikkelaar geeft Nextensa voornamelijk grote stedelijke ontwikkelingen vorm. Op Tour & Taxis (ontwikkeling van meer dan 350.000 m²) in Brussel bouwt Nextensa een gemengd vastgoedpatrimonium bestaande uit een herwaardering van iconische gebouwen en nieuwbouw. Op Cloche d'Or in Luxemburg werkt Nextensa in partnerschap aan een grote stedelijke uitbreiding van meer dan 400.000 m², bestaande uit kantoren, retail en woningen.
Nextensa realiseerde in 2023 een nettoresultaat van 24,5 miljoen euro, tegenover een nettoresultaat van 71,3 miljoen euro in 2022. Er zijn twee verklaringen voor dit minder goede resultaat. In eerste instantie was er in 2023 een beperkte activiteit op de institutionele vastgoedmarkt, wat resulteerde in een lager aantal desinvesteringen. Terwijl Nextensa in 2022 28,3 miljoen euro winst kon realiseren op de verkoop van de gebouwen Monnet en Titanium, verkocht het in 2023 alleen het gebouw Treesquare in de Brusselse Leopoldwijk, goed voor een winst van 2,1 miljoen euro. Daarnaast speelde de herwaardering van financiële instrumenten een belangrijke rol. In 2023 werden de financiële activa en passiva geherwaardeerd met een negatief bedrag van 7,3 miljoen euro, terwijl deze instrumenten in 2022 positief werden geherwaardeerd met een bedrag van 15,6 miljoen euro.
De bedrijfsresultaten van de vastgoedportefeuille bleken veerkrachtig. De netto huuropbrengsten van de vastgoedbeleggingen waren 3,1 miljoen euro hoger dan in 2022, ondanks de verkoop van verscheidene eigendommen (70,5 miljoen euro in 2023 vs. 67,4 miljoen euro in 2022). De indexering en de hogere bezettingsgraad resulteerden in een huurgroei op vergelijkbare basis van 12% ten opzichte van 2022. Bovendien daalden de vastgoedkosten met 0,9 miljoen euro. Er werd slechts een kleine daling (0,9%) in de waarde van de vastgoedbeleggingen van 11,2 miljoen euro geboekt.
NA HET UITZONDERLIJKE RESULTAAT VAN 2022 HEEFT NEXTENSA IN 2023 IN MOEILIJKE MARKTOMSTANDIGHEDEN ALSNOG EEN BEHOORLIJK RESULTAAT KUNNEN NEERZETTEN.


Het bedrijfsresultaat van de ontwikkelingsprojecten daalde van 22,2 miljoen euro in 2022 naar 18,1 miljoen euro in 2023. Dit resultaat had voornamelijk betrekking op de ontwikkelingsactiviteiten op Cloche d'Or en Tour & Taxis (Park Lane fase II). In België werd een hoger ontwikkelingsresultaat geboekt dankzij de succesvolle verkoop van de appartementen op Tour & Taxis (4,4 miljoen euro in 2023 vs. 2,4 miljoen euro in 2022).
De netto financiële schuld steeg van 721,5 miljoen euro eind 2022 naar 786,8 miljoen euro eind 2023. De financiële schuldgraad steeg hierdoor van 42,6% naar 44,8%. De gemiddelde financieringskosten stegen licht van 2,18% naar 2,67%. Hoewel de rente in de loop van 2023 aanzienlijk gestegen is, zorgt het succesvolle indekkingsbeleid van Nextensa ervoor dat deze stijging slechts een minimale impact heeft op de gemiddelde financieringskosten. Eind 2023 was er een headroom van 88 miljoen euro op de bestaande kredietlijnen.
waarmee de bezettingsgraad eind 2023 op 72% komt. Er werden ook nieuwe huurovereenkomsten voor kantoren getekend voor het gebouw Depot des Colis, dat deel uitmaakt van Gare Maritime, voor een totaal van 582 m². Dit brengt de bezettingsgraad van de kantoren op Tour & Taxis op 92%. De hogere bezettingsgraad is niet alleen zichtbaar in termen van de winkel- en kantoorverhuur, maar ook in termen van de evenementen op het terrein, zowel in de Sheds en in de Gare Maritime als in het conferentiecentrum Maison de la Poste. Een deel van de Sheds, de evenementenhal van de site met een totale oppervlakte van 28.000 m², werd permanent in gebruik genomen met de ondertekening van huurovereenkomsten met de padelclub Tour & Taxis (2.380 m²), met beursorganisator Tempora (2.700 m²) en met de indoor karting Battle Kart (1.780 m²). Er zijn ook besprekingen gaande
Het eigen vermogen bedroeg 834 miljoen euro.
Tour & Taxis: het schoolvoorbeeld van een '5-minute neighbourhood'
De bezettingsgraad van de kantoren en winkelruimten op de site van Tour & Taxis blijft stijgen. Voor de winkelruimten in Gare Maritime werden in 2023 nieuwe huurovereenkomsten getekend voor in totaal 4.045 m²,
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Huurinkomsten | 70.522 | 67.400 | 65.174(1) |
| Resultaat van ontwikkelingen |
18.136 | 22.243 | 15.373(1) |
| Nettoresultaat (deel groep) | 24.492 | 71.310 | 53.244(1) |
| Eigen vermogen (deel groep) | 834.048 | 838.798 | 779.970 |
| Vastgoedportefeuille (reële waarde) |
1.298.074 | 1.278.716 | 1.407.919 |
| Huurrendement | 5,74% | 5,30% | 5,20% |
| Netto financiële positie | -786.820 | -721.493 | -853.333 |
| Financiële schuldgraad | 44,8% | 42,6% | 48,6% |
| Personeel | 47 | 45 | 48 |
(1) 2021: 12 maanden Leasinvest Real Estate, 6 maanden Extensa

Nextensa > Tour & Taxis - Hôtel des Douanes Nextensa > Tour & Taxis - Gare Maritime
99
over een bijkomende permanente bezetting van 1.650 m². Ongeveer 9.500 m² van de Sheds blijft beschikbaar voor tijdelijke evenementen.
In de loop van 2024 komt er nog eens 6.500 m² kantoorruimte bij met de voltooiing van het Hôtel des Douanes. De commercialisering van dit gebouw is gaande.
Nextensa diende eind Q1 2023 de vergunningsaanvraag in voor het project Lake Side, de laatste fase van de stedelijke ontwikkeling op de site Tour & Taxis. Het betreft de ontwikkeling van 140.000 m², met een grotendeels residentieel programma van ongeveer 800 nieuwe woningen, naast 37.000 m² kantoren, 2.800 m² winkels en 3.800 m² openbare voorzieningen. De nieuwe wijk zal volledig vrij zijn van fossiele brandstoffen, terwijl ook een goed onderbouwde keuze van de bouwmaterialen de ecologische voetafdruk zal verkleinen. Als alles volgens plan verloopt, zullen de werken midden 2025 van start kunnen gaan, zodat de continuïteit van de ontwikkeling van Tour & Taxis verzekerd is. Midden 2025 zal Nextensa de woonwijk Park Lane voltooien, die ongeveer 800 wooneenheden omvat en waarvan de tweede fase momenteel in aanbouw is. De verkoop van de tweede fase van het project Park Lane, met 346 appartementen, verloopt nog steeds vlot. Eind 2023 werd het gebouw Imperial verkocht aan Quares Residential Investment, zodat 64% van de appartementen verkocht of gereserveerd was. Het project ligt op schema om eind 2024 met de eerste opleveringen te beginnen.
Cloche d'Or: een nieuwe stadswijk in Luxemburg-stad (in joint venture met de Luxemburgse ontwikkelaar Promobe)
Eind oktober 2023 werd het kantoorgebouw Darwin II (ca. 5.000 m²) verkocht aan de Luxemburgse staat, die zijn aankoopoptie uitoefende. Het gebouw werd in 2022 in gebruik genomen door het Ministerie van Volksgezondheid.
Twee andere kantoorgebouwen zijn eveneens opgeleverd. Emerald heeft een vloeroppervlak van 7.000 m² en is voor 100% verhuurd aan Stibbe, Intertrust en een derde partij waarmee een princiepsovereenkomst is getekend voor de huur van de laatste twee verdiepingen. White House (7.000 m²) is voor 100% verhuurd aan Intertrust.
Twee andere kantoorgebouwen bevinden zich in de planningsfase: Lofthouse (5.000 m²) en Stairs (8.500 m²). Er zijn gesprekken gaande met potentiële huurders.
De residentiële ontwikkelingen op Cloche d'Or omvatten verschillende deelprojecten. In de loop van 2023 werden alle appartementen van het project D-Nord (194 appartementen) opgeleverd. 96% van de appartementen van dit project is verkocht of gereserveerd. De eerste fase van het project D5- D10 (117 appartementen op een totaal van 185) is in aanbouw. 77% van deze appartementen is verkocht of gereserveerd. Het project B&B HOTELS (4.500 m² en 150 kamers) is eveneens in aanbouw. De oplevering wordt verwacht in 2025.
In augustus 2023 verwierf Nextensa de erfpachtrechten van het kantoorgebouw aan de Montoyerstraat 24 in Brussel. Het gebouw ligt in de Leopoldwijk, een van de meest gewilde kantoorlocaties in Brussel, op slechts enkele meters van het gebouw Monteco. Het wordt momenteel verhuurd aan verscheidene Europese verenigingen. Nextensa is van plan om hier een CO2 -neutraal houten kantoorgebouw van ca. 2.800 m², TreeMont genaamd, te ontwikkelen. De vergunningsaanvraag werd eind september ingediend en is inmiddels volledig verklaard. Met het gebruik van energie-efficiënte systemen en het behoud en hergebruik van een deel van de bestaande structuur, gecombineerd met een nieuwe houten structuur, mikt het gebouw op een 'BREEAM excellent'-certificering en is het afgestemd op de criteria van de EU-taxonomie.
In 2023 werd Montimmo omgedoopt tot Hygge. Het kantoorgebouw aan de Avenue Monterey 35 in Luxemburg-stad werd in 2009 gebouwd en heeft na een korte periode van renovatie en opwaardering een nieuwe identiteit gekregen. Het heeft een totale oppervlakte van 1.600 m², verdeeld over 7 verdiepingen en 15 ondergrondse parkeerplaatsen. Vijf verdiepingen zijn al verhuurd (totaal ca. 1.068 m²). Er zijn onderhandelingen gaande over de verhuring van de resterende verdiepingen.
De site Moonar, nabij de luchthaven van Luxemburg, wordt ingrijpend gerenoveerd om de gebouwen te moderniseren en toekomstbestendig te maken. Het kantorenpark bestaat uit 5 gebouwen (ongeveer 21.000 m² in totaal), waarvan de gebouwen 'D' (3.546 m²) en 'B' (3.620 m²) in 2023 werden opgeleverd. De herontwikkeling van de resterende gebouwen zal in de loop van 2024 worden voltooid. Al 69% van de beschikbare oppervlakte (ongeveer 21.500 m²) is verhuurd tegen een 'prime rent'.
De vergunningsaanvraag voor het nieuwe gebouw MonTree, de herontwikkeling van het kantoorgebouw aan de Avenue Monterey 18 samen met het in 2023 aangekochte gebouw aan de Avenue Monterey 20 in Luxemburg-stad, is in volle voorbereiding. De huidige huurder, CVC, zal het gebouw Monterey 20 aan het einde van Q2 2024 verlaten, waarna beide gebouwen zullen worden herontwikkeld tot één nieuw CO2 -neutraal kantoorgebouw van hout, naar het voorbeeld van Monteco en Treemont in Brussel.
De bezettingsgraad van de kantoren in Luxemburg stijgt, mede dankzij nieuwe huurcontracten voor gebouwen zoals Hygge en High 5.
De bezoekersaantallen in de winkelcentra van Knauf zijn sterk gestegen in 2023. Knauf Shopping in Pommerloch verwelkomde meer dan 2,4 miljoen bezoekers, een record in zijn geschiedenis. Knauf Shopping in Schmiede zag het aantal bezoekers toenemen met 10,32% en verwelkomde eveneens meer dan 2 miljoen bezoekers. Aan de basis van dit succes liggen de investeringen van Nextensa, de aantrekkelijkheid en kwaliteit van het winkelaanbod en het beheer en de animatie van de centra.
De Oostenrijkse investeringsportefeuille van Nextensa omvat 5 retailparken met een consistente bezettingsgraad van 100%.

Nextensa > Hangar 26-27 (Antwerpen) Nextensa > Cloche d'Or (Luxemburg) Nextensa > Tour & Taxis - Lake Side project (artist impression)
Nextensa's duurzaamheidsmissie bestaat uit het creëren van 'places you prefer' door het (her)ontwikkelen van klimaatadaptieve gebouwen, het creëren van duurzame samenlevingen en het investeren in menselijk kapitaal.
In 2023 werd met onder meer de volgende initiatieven ingezet op de verwezenlijking van deze missie:
verder te versnellen. Dit brengt het totaal in de Nextensa-portfolio op 279 oplaadpunten. In België werd aan deze oplaadpunten 537 MWh opgeladen, wat neerkomt op een CO2 -reductie van 715,5 ton.
In 2023 waren de macro-economische omstandigheden en het geopolitieke klimaat uitdagend, met een sterke stijging van de rentetarieven, strengere kredietvoorwaarden, hogere financieringskosten en een aanzienlijke daling van het transactievolume tot gevolg. Waar 2023 werd gekenmerkt door deze totale standstill, denkt Nextensa dat in 2024 de eerste tekenen van voorzichtig herstel voelbaar zullen worden. Het doel van Nextensa in 2024 blijft om haar schuldgraad verder te verlagen door de verkoop van enkele van haar niet-strategische vastgoedbeleggingen. Dit verkoopprogramma is in voorbereiding en zal onder de juiste omstandigheden worden uitgevoerd. Nextensa zal in elk geval in 2024 en in de daarop volgende jaren volop inzetten op de verduurzaming van haar investeringen en ontwikkelingen door alle nieuwe ontwikkelingen te aligneren met de criteria van de EU-taxonomie en te komen tot een fossielvrije portefeuille. Hier zal verder op gewerkt worden in 2024.
Door het structureel onevenwicht tussen vraag en kwalitatief aanbod van residentieel vastgoed en prime kantoren in zowel België en Luxemburg is Nextensa ervan overtuigd dat haar strategie, als ontwikkelaar en investeerder, de juiste is.



| (€ miljoen) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| SIPEF | 25,1 | 36,9 | 27,7 |
| Verdant Bioscience | -1,3 | -0,5 | -0,9 |
| Sagar Cements | 0,8 | -2,1 | 3,2 |
| Totaal | 24,6 | 34,3 | 30,0 |
102
De productiedaling van 3% in combinatie met lagere marktprijzen verklaren waarom SIPEF een nettowinst van 72,7 miljoen USD realiseerde, wat bevredigend is maar 33% lager dan de recordresultaten van 2022. Het segment Energy & Resources droeg 24,6 miljoen euro bij aan AvH (-28%).

SIPEF SIPEF Verdant Bioscience Sagar Cements
SIPEF produceert gecertificeerde, duurzame tropische landbouwgrondstoffen, voornamelijk palmolie.
Biotechonderneming Verdant Bioscience ontwikkelt F1-hybride oliepalmzaden (Singapore/Indonesië).
Sagar Cements, met hoofdkwartier in Hyderabad (India), is een beursgenoteerde producent van cement.
Deelnemingspercentage AvH
39% CEO: François Van Hoydonck Managementteam: Bart Cambré Charles De Wulf Thomas Hildenbrand Robbert Kessels Petra Meekers

SIPEF is een op Euronext Brussel genoteerde Belgische agro-industriële groep, gespecialiseerd in de duurzame productie van ruwe palmolie en andere palmproducten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, en van bananen in Ivoorkust.
RESOURCESIn 2023 werden de plantages van SIPEF geconfronteerd met ongunstige weersomstandigheden als gevolg van het weerfenomeen El Niño. Ondanks de aanvankelijke verwachtingen bleek de impact van El Niño minder ernstig dan voorzien, maar het leidde wel tot een grotere onvoorspelbaarheid van de lokale productie in de loop van het jaar.
Na een cyclische productiedaling in het eerste semester in Indonesië, registreerden de plantages in Papoea-Nieuw-Guinea veel minder trossen in de tweede jaarhelft, waardoor de totale palmolieproductie van de SIPEF-groep in 2023 daalde met 3,1% tegenover het vorige jaar.
De totale productie van ruwe palmolie bedroeg in 2023 391.215 ton, waarvan 321.629 ton eigen productie en 69.586 ton productie van lokale boeren. De SIPEF-groep werd geconfronteerd met lagere productiecijfers dan in het vorige jaar, ondanks het gestage herstel van de Indonesische palmolieproductie in het vierde kwartaal en de sterke start van het jaar voor de activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea. De kwartaalstijging van de palmolieproductie in Indonesië met 7,9% werd helaas meer dan tenietgedaan
| (USD 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 443.886 | 527.460 | 416.053 | ||
| EBITDA | 160.702 | 226.251 | 188.031(1) | ||
| EBIT | 107.978 | 178.312 | 139.416(1) | ||
| Nettoresultaat (deel groep) |
72.735 | 108.157 | 93.749(1) | ||
| Eigen vermogen (deel groep) |
853.777 | 817.803 | 727.329 | ||
| Netto financiële positie | -31.418 | 122 | -49.192 | ||
| Balanstotaal | 1.080.242 | 1.062.223 | 991.765 | ||
| Personeel | 23.057 | 22.157 | 21.233 | ||
(1) Inclusief meerwaarde op PT Melania: 11,6 miljoen USD (deel groep: 11,0 million USD)
2023 2022 2021 2023 2022 2021 391.215 403.927 384.178 40.976 32.270 32.200 SIPEF: Productie (ton)(1) (1) Eigen + uitbesteed
door de cyclische productiedaling in Papoea-Nieuw-Guinea (-17,4%). Deze afname werd nog verergerd door de vulkaanuitbarsting van 20 november, die delen van de aangeplante palmen van de eigen plantages en de productie van lokale boeren trof.
De bananenproductie steeg met 27,0% ten opzichte van de geëxporteerde volumes van vorig jaar. De stijging is volledig toe te schrijven aan de lopende uitbreiding met 421 hectaren op twee nieuwe productiesites in Ivoorkust.
In het turbulente geopolitieke landschap van het vierde kwartaal had palmolie te kampen met hevige concurrentie van andere plantaardige oliën. De Indonesische voorraden namen aanzienlijk af ten opzichte van een jaar geleden, maar die van Maleisië stegen licht na de aanhoudende impact van het exportverbod van 2022. De Indonesische export was sterk, maar het was de stijging van het binnenlandse verbruik onder impuls van het B35-mandaat voor biodiesel die de voorraden deed krimpen.
In deze interconnectie van globale markten speelde palmolie eerder een rol als volger dan als leider in het geheel van plantaardige oliën. De prijzen schommelden tussen 900 USD en 980 USD CIF Rotterdam binnen een krappe marge van 80 USD. De markt bereikte haar hoogtepunt in de tweede helft van november en sloot uiteindelijk af rond 930 USD op het jaareinde.
De wereldwijde productie, export en consumptie van bananen bleven over het algemeen stabiel in 2023 en er waren geen belangrijke klimatologische verschuivingen in de voornaamste productiegebieden. In het vierde kwartaal was er echter een aanzienlijke druk van de Europese distributeurs om de invoerprijzen van bananen te verlagen. Hierdoor werd de koopkracht van de consumenten verhoogd, aangezien het aanbod in lijn lag van of zelfs iets hoger was dan de vraag. Dit bemoeilijkte de onderhandelingen over de verlenging van de commerciële contracten voor 2024. De contractuele invoerprijzen zijn iets gedaald ten opzichte van 2023.
De omzet voor palmolie bedroeg 405,4 miljoen USD op 31 december 2023 tegenover 495,7 miljoen USD in 2022. Inmiddels steeg de omzet van het segment bananen en horticultuur naar 32,6 miljoen USD in 2023, vergeleken met 22,2 miljoen USD in 2022, dankzij de uitbreiding met 421 hectaren. De totale omzet van de groep bedroeg 443,9 miljoen USD op 31 december 2023 en daalde met 83,6 miljoen USD, of 15,8%, tegenover eind 2022. Vooral de omzet van het palmsegment viel terug (-90,4 miljoen USD), voornamelijk als gevolg van de sterk gedaalde verkoopprijs per eenheid (-16,8%). Bovendien daalde het totale aantal ton geproduceerde CPO met 3,1%.
De groep sloot het jaar 2023 af met een nettoresultaat (deel groep) van 72,7 miljoen USD. Als gevolg van deze voortdurende expansie, met investeringen ten bedrage van 106,9 miljoen USD, en de uitkering van een recorddividend van in totaal 33,8 miljoen USD, bedroeg de netto financiële positie aan het eind van het jaar -31,4 miljoen USD.
Het befaamde weerfenomeen El Niño had minder invloed op de productie in Noord-Sumatra, met in 2023 overvloedige neerslag in alle volgroeide plantages. De minerale plantages overtroffen de oogst van vorig jaar met 7,5%, maar door de hogere regenval daalden de extractiepercentages met 1,3%. Toch lag de palmolieproductie nog 1,8% hoger dan in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De plantages met organische grond hadden moeite om het hoofd te bieden aan de overvloedige regenval en een deel van de plantages stond in december zwaar onder water, wat de oogst en het transport naar de fabriek bemoeilijkte.
De plantages in Bengkulu bleven echter kampen met extreem droge weersomstandigheden, met nauwelijks neerslag in september en oktober. De jaarlijkse neerslag varieerde voor alle plantages tussen -17% en -48% ten opzichte van het tienjarig gemiddelde. De productie herstelde zich tegen het eind van het jaar en het laatste kwartaal werd afgesloten met een stijging van 7,7% ten opzichte van de oogst van vorig jaar.
De plantages in volle groei in Zuid-Sumatra, die leden onder de droogte in het derde kwartaal, herstelden zich tegen het eind van het jaar dankzij de goede neerslagniveaus. Hierdoor waren de oogstvolumes 32,1% hoger dan in het vierde kwartaal van 2022. De palmolieproductie van de regio Zuid-Sumatra vertegenwoordigde reeds 23,5% van SIPEF's totale jaarproductie in Indonesië. De plantages in Musi Rawas bleven groeien met 2.337 hectaren tot 18.760 hectaren, met inachtneming van de normen van de RSPO. Nu de herbeplanting van Dendymarker voltooid is, heeft de groep 28.362 hectaren nieuw beplante, rijpende oliepalmarealen in Zuid-Sumatra.
De activiteiten in Papoea-Nieuw-Guinea kenden een sterk begin van het jaar, in de lijn van de indrukwekkende prestaties van de voorbije twee jaar. In het tweede semester daalde de productie echter, zowel bij de eigen plantages als bij de omliggende lokale boeren. Een lager aantal trossen
François Van Hoydonck CEO
in combinatie met meer regen dan gewoonlijk verminderde de jaarlijkse palmolieproductie met 12,0% tegenover het vorige jaar. De totale productie van ruwe palmolie van Hargy Oil Palms bedroeg in 2023 146.763 ton, waarvan 90.060 ton eigen productie en 69.586 ton productie van lokale boeren.
De vulkaanuitbarsting van Mount Ulawun, gelegen ten noorden van de plantages van de groep en van de omliggende lokale boeren, die plaatsvond op 20 november 2023, verstoorde de activiteiten. De focus lag daarna op het beschermen van mensen en bezittingen. De efficiënte evacuatie van arbeiders en gemeenschappen zorgde ervoor dat er geen gewonden of doden vielen, maar de impact op de plantages en infrastructuur was aanzienlijk. Na een eerste inspectie bleek de schade echter minder groot dan oorspronkelijk verwacht. De rehabilitatiewerken op 3.565 hectaren (op een totaal van 13.559 beplante hectaren) zijn al voor meer dan 60% uitgevoerd en zouden tegen het eind van het eerste semester 2024 volledig voltooid zijn. Hoewel er opmerkelijke vooruitgang is geboekt, wordt verwacht dat het nog twee jaar zal duren voor de negatieve impact op de productie volledig geabsorbeerd zal zijn.
SIPEF investeerde in totaal 107,0 miljoen USD, voornamelijk in de voltooiing van de expansie in Zuid-Sumatra in Indonesië.
Eind 2023 was een totaal van 82.171 hectaren van de SIPEF-groep beplant met oliepalmen als resultaat van de recente verwezenlijkingen. De bevoorradingsbasis bedroeg meer dan 100.000 hectaren en bevoorraadde negen palmolieverwerkende fabrieken in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.

SIPEF > Hargy Oil Palms
In 2024 zal de groep zich voornamelijk blijven concentreren op de investeringsprogramma's in Zuid-Sumatra. Deze programma's betreffen de verdere uitbreiding van de beplante oppervlakten en nieuwe infrastructuur in Musi Rawas en de verbetering van de bestaande infrastructuur in Dendymarker, aangezien de herbeplanting van 10.184 hectaren eind 2023 werd voltooid.
In Musi Rawas werd vorig jaar, in overeenstemming met de RSPO 'New Planting Procedures' (NPP), additioneel 1.786 hectaren gecompenseerd en 2.337 hectaren beplant of klaargemaakt voor beplanting, om te komen tot een totaal van 18.760 gecultiveerde hectaren. Dit komt overeen met 85,9% van de 21.850 hectaren die via compensatie werd verworven. Eind 2023 bedroeg het totale vernieuwde en gecultiveerde areaal in de business unit Zuid-Sumatra al 28.362 hectaren, waarvan 18.367 hectaren (64,8%) jongvolgroeid en geoogst is.
De bouw van de 10e palmolie-extractiefabriek binnen de SIPEF-groep, gelegen op een van de plantages van Musi Rawas, werd voltooid voor het einde van het eerste kwartaal van 2024. Deze palmolie-extractiefabriek zal de verwerkingscapaciteit verder verhogen en zal zorgen voor een efficiënte verwerking van de volledige oogst van zowel de eigen plantages als deze van lokale boeren in Zuid-Sumatra.
Naast de expansie in Zuid-Sumatra investeert de groep in 2024 in de vernieuwing van materialen en fabrieken, alsook in de gebruikelijke herbeplantingsprogramma's van 9.632 hectaren oudere beplantingen in Sumatra, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust. In het bijzonder is de omschakeling aan de gang van rubberplantages in Noord-Sumatra en Bengkulu naar 2.458 hectaren oliepalmen in volle groei. De strategische investeringen in 'waardecreatie' zijn nauw verbonden met innovatie, vroegtijdige toepassing van nieuwe technieken en operationele verbeteringen, met een specifieke focus op de productie van olie van hoge kwaliteit met een laag verontreinigingsgehalte. Deze initiatieven zullen in 2024 meer dan 10 miljoen USD bedragen.
De uitbreiding van de bananenplantages van Plantations J. Eglin zal worden voltooid. Hierdoor zal de totale beplante oppervlakte 1.338 hectaren bereiken tegen eind 2024, wat zal leiden tot een geleidelijke verhoging van de productie tot 60.000 ton tegen 2025.
Er wordt verondersteld dat de financiering van dit uitgebreide en gediversifieerde investeringsbudget van meer dan 100 miljoen USD past binnen de gegenereerde operationele kasstroom voor het jaar, en er nog steeds ruimte overblijft voor de gebruikelijke dividenduitkering. Bijgevolg zal de netto financiële schuldpositie eind 2024 naar verwachting nauw aansluiten bij de goed beheerde positie die eind 2023 werd gerapporteerd.
Na een productievertraging in de tweede helft van het jaar kenden de uit Ivoorkust geëxporteerde bananenvolumes niet de verwachte sterke groei. De bijkomende oogsten uit de nieuw beplante arealen van de plantages van Lumen en Akoudié compenseerden de door regen en lagere temperaturen gemiste oogsten in de bestaande activiteiten.
SIPEF is van mening dat duurzame palmolie een aanzienlijke toegevoegde waarde levert voor het behoud van een evenwichtige wereldwijde voedselvoorziening. De productie van oliepalmen vereist veel minder land dan die van andere oliegewassen, zodat de opbrengsten per hectare hoger zijn tegen lagere kosten. Duurzame palmolie kan dus een cruciale rol spelen om aan de toenemende vraag van een groeiende wereldbevolking te voldoen en de beperkte beschikbaarheid van landbouwgrond te respecteren.
SIPEF hanteert strenge duurzaamheidsnormen: geen ontbossing, minimale impact op het milieu, respect voor de mensenrechten, ondersteuning van lokale boeren en ethisch zakendoen. Via haar activiteiten en partnerschappen werkt SIPEF ook aan een positieve bijdrage aan de gemeenschappen en lokale economieën in de afgelegen gebieden waar het actief is.
De materialiteitsmatrix werd in 2022 geactualiseerd om deze in overeenstemming te brengen met evoluerende standaarden en de eigen strategie. Extra aandacht werd besteed aan de betrokkenheid van de interne stakeholders om de standpunten van de lokale teams te kennen. Hieronder wordt

een selectie van ESG-thema's toegelicht. Er werden geen thema's geïdentificeerd die potentieel ESG-materieel zijn op AvH-groepsniveau.
De levering van duurzame, traceerbare, gesegregeerde en gecertificeerde producten staat centraal in het bedrijfsmodel en de duurzaamheidsaanpak van SIPEF. In 2023 bleef SIPEF haar naleving van toonaangevende duurzaamheidsnormen handhaven en verbeteren.
SIPEF heeft zich geëngageerd om tegen 2026 100% RSPO (Roundtable on Sustainable Palm Oil) certificering te bereiken voor haar palmolieactiviteiten, inclusief voor de Indonesische lokale boeren die leveren aan SIPEF. Eind 2023 voldoet de productie van SIPEF volledig aan de RSPO-normen, met 9 van haar fabrieken die RSPO-gecertificeerd zijn. Bovendien is 76% van de beplante oppervlakte binnen SIPEF's activiteiten RSPO-gecertificeerd en is de volledige productie traceerbaar. Door de uitbreiding van haar activiteiten in Zuid-Sumatra, zullen, zodra de nieuwe aanplant voltooid is, inspanningen worden verricht op het verkrijgen van de bijbehorende HGU (Hak Guna Usaha; Indonesische landtitel), een voorwaarde voor RSPO-certificering. Daarnaast behoudt de groep haar 100% ISPO (Indonesia Sustainable Palm Oil) certificering voor haar 6 fabrieken in Indonesië.
SIPEF streeft naar 100% certificeringen van Rainforest Alliance, GlobalG.A.P. en Fairtrade voor haar bananenactiviteiten. Sinds 2023 zijn alle vestigingen door Rainforest Alliance en GLOBALG.A.P gecertificeerd. Dit omvat de nieuwe sites in Akoudié en Lumen, die in 2022 en 2023 hun Rainforest Alliance- en GLOBALG.A.P-certificeringen verkregen. De voorbereidingen van de certificering van deze nieuwe sites gingen al van start na de aankoop ervan in 2021. Akoudié en Lumen doorlopen momenteel ook het Fairtrade-certificeringsproces.
De groep heeft zich in 2022 tot doel gesteld de netto-intensiteit van haar broeikasgasemissies (Scope 1 en 2) per ton ruwe palmolie (CPO) met 28% te verminderen ten opzichte van de baseline van 2021.
De inspanningen van SIPEF voor de mitigatie van de klimaatverandering focussen vooral op de voortzetting van haar plan voor de reductie van de broeikasgasuitstoot en op de voorbereiding van de rapportering volgens de CSRD met betrekking tot de klimaatverandering. Dit omvat de aanzienlijke uitdaging om de Scope 3-emissies van de groep te berekenen. De Scope 3-emissies van het bedrijf zullen voor 2024 worden gerapporteerd.
SIPEF blijft ook haar klimaatstrategie met doelstellingen op korte, middellange en lange termijn ontwikkelen. Een belangrijke stap in dit verband is een klimaatrisicobeoordeling, waarvan de eerste fase in 2024 zal worden afgerond. De strategie benut de huidige initiatieven van SIPEF, zoals de opvang van methaan uit afval van de palmolieproductie, de omzetting van afval voor hergebruik als industriële biomassa, het behoud van de biodiversiteit door middel van natuurbeschermingsprojecten en het onderzoek naar technologieën voor de opruiming van afvalstoffen zoals biochar en natuurlijke opvangtechnieken.
Als onderdeel van de verbintenis op groepsniveau om geen ontbossing te
veroorzaken, houdt SIPEF zich aan de eisen van de RSPO New Plantings Procedure (NPP) voor alle nieuwe ontwikkelingen in haar oliepalmactiviteiten. De NPP eist dat alle nieuwe ontwikkelingsplannen een geïntegreerde 'High Conservation Value and High Carbon Stock Approach' (HCV-HCSA) beoordeling ondergaan.
In 2023 voltooiden de activiteiten van SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea een geïntegreerde HCV-HCSA-beoordeling van alle bestaande plantages, lokale boeren en omliggende gebieden. Een totaal van 5.624 hectare HCV-HCSA-gebied werd geïdentificeerd voor behoud, evenals een potentieel voor nieuwe ontwikkelingen in en rond bestaande plantages van lokale boeren. Dit initiatief voor het in kaart brengen van de plantages heeft in 35 dorpen en 15 gehuchten een sterk gemeenschapsengagement bevorderd. De traditionele landeigenaars hebben er actief aan deelgenomen en hebben inzichten verschaft in hun huidige gebruik van het land en hun plannen voor de toekomst.
Om op een verantwoorde manier waarde te creëren, moet men ook de kleine landbouwers steunen om deel te worden van de duurzame toeleveringsketen. In juli 2023 bereikte SIPEF haar doel om een 100% RSPO-certificering te behalen voor de lokale boeren die de fabriek van de Groep bij PT Dendymarker Indah Lestari beleveren.
Een andere belangrijke vooruitgang is de certificering van de coöperatie van lokale boeren, Koperasi Serba Usaha Suka Makmur, in 2023. Deze leverancier van de fabriek Umbul Mas Wisesa van SIPEF is de eerste onafhankelijke coöperatie van lokale boeren die samenwerkt met en ondersteund wordt door SIPEF om gecertificeerd te worden volgens de RSPO Independent Smallholder Standard.
Deze resultaten voegen ongeveer 3.000 hectaren toe aan het gecertificeerde areaal van de leveranciers van SIPEF en brengen de groep dichter bij het overkoepelende doel van een volledig gecertificeerde toeleveringsketen tegen 2026.
SIPEF kan opnieuw uitkijken naar een sterk prestatiejaar, dankzij de aanhoudend stijgende productie in Indonesië en de ondersteunende palmoliemarkten. Aangezien de vulkaanuitbarsting van november 2023 nog steeds een impact zal hebben op de productievolumes in Papoea-Nieuw-Guinea, zou het definitieve recurrente resultaat voor 2024 iets lager kunnen zijn dan in 2023.


42% CEO: Stephen Nelson Managementteam: Paul Connely Brian Dyer Brian Forster Juan-Carlos Martinez

Verdant Bioscience (VBS) is een biotechonderneming met als voornaamste doelstelling het ontwikkelen van hoogrenderende F1-hybride oliepalmzaden.
RESOURCES VBS blijft haar kernstrategie voortzetten om hoogrenderende, op het terrein bewezen F1 hybride variëteiten voor de oliepalmindustrie te ontwikkelen en te leveren. Gezien de stijgende wereldwijde vraag naar plantaardige olie, zonder de mogelijkheid om het areaal oliepalmen uit te breiden, komt de verhoging van het rendement per oppervlakte-eenheid als de primaire oplossing naar voren. F1 hybride variëteiten houden de belofte in van een mogelijke verdubbeling van de opbrengst per hectare, waardoor het risico van verdere ontbossing en biodiversiteitsverlies wordt beperkt.
Er zijn drie belangrijke gebieden van lopend onderzoek en ontwikkeling met een aanzienlijk potentieel om de palmolieproductie te verbeteren: de ontwikkeling van verbeterde gewasvariëteiten; de verbetering van de genetische weerstand en weerbaarheid van de gewassen; en de verbetering van agronomische en gewasbeschermingspraktijken, inclusief een vroege toepassing van nieuwe technieken voor bodemgezondheid en regeneratieve praktijken.
VBS ontwikkelt commerciële F1 hybride kruisingen die ondanks de veranderende neerslagpatronen als gevolg van de klimaatverandering en ook in omgevingen met een marginale bodemvruchtbaarheid hoge opbrengsten zullen opleveren.
In 2021 startte VBS haar veldproefprogramma met het planten van 31 F1 hybride kruisingen. Vervolgens werden in 2022 nog eens 42 kruisingen op proef geplant. In 2023 werden opnieuw 161 F1 hybride kruisingen op proef geplant. Elk jaar zullen meer partijen genetisch diverse F1 hybride kruisingen worden getest. Deze proeven hebben tot doel te verzekeren dat de F1 hybride kruisingen van VBS robuust in het veld zijn getest vooraleer ze op
| (USD 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 5.315 | 5.905 | 3.319 |
| EBITDA | -1.932 | -477 | -1.754 |
| EBIT | -2.523 | -1.094 | -2.412 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
-3.310 | -1.288 | -2.514 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
6.592 | 9.903 | 11.191 |
| Netto financiële positie | -22.546 | -20.019 | -19.077 |
| Balanstotaal | 32.291 | 32.989 | 33.665 |
| Personeel | 392 | 407 | 370 |
de markt worden gebracht. De registratie van de oogst/opbrengst van de eerste F1 hybride proef begon in januari 2024. VBS blijft op schema om in 2029 volledig geteste hoogrenderende F1 hybriden op de markt te brengen. Naast het testen van genetisch diverse kruisingen, zal VBS ook kruisingen produceren van ouders met complementaire eigenschappen. Het werkt aan kruisingen die niet alleen een hoog rendement hebben, maar ook tolerant zijn voor ziekten en plagen en/of eigenschappen bezitten die de toekomstige mechanisatie en de oogst vergemakkelijken.
Naarmate het onderzoek vordert, promoot VBS geïntegreerde strategieën voor plaag- en ziektebeheer, met voorrang voor biologische bestrijdingsmethoden en preventieve maatregelen en een minimale afhankelijkheid van pesticiden. Waar biologische bestrijding niet effectief blijkt, zal VBS alleen het gebruik van gerichte bestrijdingsmiddelen aanbevelen die specifiek zijn toegesneden op het bestrijden van de plaag. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen met breed spectrum zal zoveel mogelijk wordt vermeden. Deze aanpak wordt vergemakkelijkt door het gebruik van nauwkeurige toepassingstechnieken en de selectie van formuleringen die het meest geschikt zijn voor de taak.



20% CEO: Anand Reddy Management team: K. Ganesh K. Prasad Anji Reddy Raja Reddy Sreekanth Reddy Rajesh Singh

Sagar Cements is een beursgenoteerde cementfabrikant met hoofdkantoor in Hyderabad (India) en een totale productiecapaciteit van 10,25 miljoen ton per jaar.
In 2023 kondigde Sagar de overname aan van Andhra Cements, met inbegrip van een geïntegreerde cementfabriek van 2 miljoen ton in Andhra Pradesh (Zuid-India). Deze overname verhoogde de productiecapaciteit van Sagar van 8,25 naar 10,25 miljoen ton, zodat de strategische doelstelling van 10 miljoen ton tegen 2025 werd overtroffen. De overname versterkt de marktpositie van Sagar als een van de toonaangevende cementproducenten in Zuid-India en stelt het bedrijf in staat om haar klanten efficiënter te bedienen door de gemiddelde transportafstanden te verkorten. Sagar heeft nu 4 geïntegreerde cementfabrieken en 2 maalinstallaties in de deelstaten Telangana en Andhra Pradesh (Zuid-India), Madhya Pradesh (Centraal-India) en Orissa (Oost-India) en blijft regionaal gediversifieerd groeien.
De Indiase overheid verhoogde de kapitaaluitgaven in 2023 met 37%, gedreven door grote infrastructuurprojecten zoals het National Master Plan voor de holistische ontwikkeling van de weg-, spoor- en luchtweginfrastructuur in India, om een multimodale connectiviteit tussen alle economische zones tot stand te brengen. De regering heeft de begrote toewijzing voor investeringen voor 2024 verder met 11% verhoogd. Deze overheidsuitgaven zonder voorgaande, in combinatie met een sterke vraag vanuit de privésector, leiden tot een verwachte stijging van 6-8% van de cementproductie, ondanks de uitdagende wereldwijde macro-economische context.
Sagar Cements rapporteerde een behoorlijke groei in 2023 met een omzetstijging van 15% tot 24,2 miljard INR (271 miljoen euro). Dit was voor-
| 2023 | 2022 | 2021 | ||
|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | (INR mio) | (INR mio) | (INR mio) | |
| Omzet | 270.740 | 24.174 | 21.097 | 15.128 |
| EBITDA | 24.263 | 2.166 | 1.754 | 3.294 |
| EBIT | 2.019 | 180 | 297 | 2.482 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
5.151 | 460 | -830 | 1.278 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
171.251 | 15.738 | 15.177 | 12.765 |
| Netto financiële positie -152.379 | -14.004 | -10.809 | -9.749 | |
| Balanstotaal | 432.866 | 39.780 | 36.557 | 32.605 |
| Personeel | 1.173 | 955 | 914 | |
Sagar Cements LTD
namelijk te danken aan een volumestijging van 15% als gevolg van de capaciteitsverhoging van de twee greenfieldfabrieken die in de loop van 2022 werden gebouwd en aan de overname van Andhra Cements. Ondanks de verbetering van de EBITDA met 24% naar 2,2 miljard INR (24,3 miljoen euro) blijft de rentabiliteit onder druk staan wegens de hoge grondstoffenen energiekosten, die ca. 60% van de productiekosten van Sagar vertegenwoordigen. Niet-recurrente elementen hadden een positieve impact op het nettoresultaat. Sagar blijft zich inspannen om de kosten te beheersen, met de verbetering van de energie-efficiëntie, de uitbreiding van het gebruik van alternatieve brandstoffen en de verkorting van de gemiddelde transportafstanden.


Bijdrage tot het geconsolideerd nettoresultaat AvH
| (€ miljoen) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Bijdrage van de deelnemingen | 10,9 | 52,1 | 71,3 |
| Bijdrage geconsolideerde deelnemingen | 24,0 | 38,3 | 53,2 |
| Fair value | -13,1 | 13,8 | 18,1 |
| AvH & subholdings | -14,8 | -24,2 | -18,1 |
| Netto meer/minderwaarden | 25,7 | 326,4 | -1,2 |
| Totaal | 21,7 | 354,3 | 52,0 |
De geconsolideerde participaties van Growth Capital droegen 24,0 miljoen euro bij aan de winst van AvH. Dat dit minder is dan in 2022 (38,3 miljoen euro) en 2021 (53,2 miljoen euro) is deels te verklaren door het wegvallen van de bijdragen van de gedesinvesteerde participaties in Telemond (begin 2023) en Manuchar (2022). Terwijl de waardering van niet-geconsolideerde deelnemingen tegen 'reële waarde' in 2022 resulteerde in een winst van 13,8 miljoen euro, leidde dit in 2023 tot een verlies van 13,1 miljoen euro.

Camlin Fine Sciences > Dahey Diphenol Plant Agidens Mediahuis OMP
AvH verstrekt kapitaal aan een beperkt aantal groeiende bedrijven met internationale en duurzame bedrijfsmodellen met groeipotentieel. Het investeringsbeleid is gebaseerd op een multisectorale benadering met een horizon op langere termijn. Het richt zich op bedrijfstrends, de kwaliteit van managementteams en waardecreatie door operationele verbetering, innovatie, talentontwikkeling en andere relevante ESG-aspecten.
Gezonde balansen, een wendbare, ondernemende bedrijfscultuur met sterke risicobewaking of een selectief investeringsbeleid: het draagt allemaal bij tot diversificatie en een beperking van economische en financiële risico's. Het beperkt aantal participaties laat de teams van AvH toe om het nodige inzicht te verwerven in hun activiteiten en hen zo met kennis van zaken bij te staan bij het vormgeven van hun strategie.
GROWTH CAPITALIn haar meer mature investeringsportefeuille heeft AvH een nieuwe investering, nog onderhevig aan wettelijke goedkeuringen, aangekondigd in het Nederlandse IQIP, een leverancier van hydraulische hamers en andere uitrustingen voornamelijk voor de offshore windmarkt. De groep investeerde eveneens in het beursgenoteerde Indiase Camlin Fine Sciences, dat actief is in speciale chemicaliën. De succesvolle verkoop van Telemond, na meer dan 30 jaar gezamenlijke herontwikkeling met de familie Maas vertrekkend vanuit een turn-around situatie, toont aan dat AvH een lange investeringshorizon hanteert en nog steeds mooie resultaten boekt.
Sinds enkele jaren richt een deel van de investeringsportefeuille zich specifiek op investeringen in early stage Life Sciences bedrijven, alsook in India & Zuidoost-Azië via fondsen waarin AvH een rol kan spelen als kernaandeelhouder. Dit zou in komende jaren moeten leiden tot een lokaal team. Een nieuwe investering in deze segmenten betreft het Nederlandse biotechbedrijf Vico Therapeutics, dat nieuwe Antisense-Oligonucleotide (ASO) therapieën ontwikkelt voor zeldzame ziekten. Vervolginvesteringen werden gedaan in OncoDNA en MRM Health, evenals in de fondsen HealthQuad II, Venturi en Convergent Finance in India en Singapore.
Ondanks de economische context presteerden bijna alle deelnemingen in lijn met de resultaten van 2022 of soms zelfs beter. De totale bijdrage van de deelnemingen bedroeg 24,0 miljoen euro (2022: 38,3 miljoen euro), een daling als gevolg van de verkoop van Telemond.
Turbo's Hoet Groep en OMP realiseerden resultaten die dicht in de buurt kwamen van hun records van 2022, met een aanzienlijke stijging van hun omzet met respectievelijk 16% en 15%. Van Moer Logistics realiseerde zelfs haar beste nettoresultaat ooit, ondersteund door een omzetgroei van 5%, inclusief enkele succesvolle acquisities. Mediahuis breidde haar activiteiten verder uit door middel van acquisities en handhaafde haar recurrente nettowinst ondanks een uitdagende advertentiemarkt. Agidens verhoogde haar omzet en nettowinst, hoewel veel klanten hun investeringen uitstelden. EMG daarentegen had te lijden onder een jaar zonder grote internationale evenementen, terwijl de reclame-inkomsten van haar klanten daalden. In 2024 zou het beter moeten gaan dankzij de Olympische Spelen en het EK voetbal. Biolectric realiseerde in een uitdagende markt een indrukwekkende omzetgroei van 64%, een nettowinst en een veelbelovend orderboek na belangrijke investeringen in de opschaling van haar activiteiten.

Van Moer Logistics
AvH investeerde de afgelopen jaren in een aantal jonge, beloftevolle bedrijven, hetzij rechtstreeks, hetzij via gespecialiseerde investeringsfondsen. Naarmate deze succesvol zijn en volgende kapitaaloperaties plaatsvinden, kan dat aanleiding geven tot een herwaardering op basis van de reële waarde.
Over het geheel genomen was de winstbijdrage van deze investeringscluster aanzienlijk negatief in 2023 voor een bedrag van -13,1 miljoen euro. Dat was voornamelijk te wijten aan de lagere aandelenkoers van Biotalys, maar hield ook verband met jonge Life Sciences bedrijven waar technologische resultaten meer tijd vergden dan verwacht terwijl het voor dergelijke bedrijven moeilijker geworden is om in de huidige omgeving extra financiering aan te trekken. De positieve aanpassingen van de reële waarde op de andere deelnemingen compenseerden deze effecten niet. De fondsen HealthQuad II, Convergent Finance en Venturi zetten hun investeringsstrategie voort in lijn met de verwachtingen.
De verbeterde bijdrage van AvH & subholdings wordt gedeeltelijk verklaard door de interestopbrengsten op de thesaurie als gevolg van de sterke stijging van de rentevoeten, door een toename van de algemene kosten vanwege de inflatie, door de verdere uitbreiding van het team van AvH en tot slot door een het resultaatafhankelijk gedeelte van de remuneratie.
Begin 2023 verkocht AvH haar 50% van Telemond over aan haar partner, de familie Maas. De transactie vertegenwoordigt voor AvH een cashopbrengst van 55 miljoen euro en een meerwaarde van 19 miljoen euro. Een uitgestelde betaling met betrekking tot de eerdere verkoop van Ogeda werd eveneens erkend.


85% CEO: Hedwig Maes Managementteam: Peter Cox Philip De Keulenaer Arnoud den Hoedt Jeff Krbec Steven Peeters Pieter Tilkens Veronique Vandenele

Agidens levert engineering- en totaaloplossingen voor de automatisering van productieprocessen, naast validatie- en compliancediensten. De automatisering van productieprocessen biedt voordelen inzake veiligheid, kwaliteit, time-to-market en energieoptimalisatie. Daarnaast levert Agidens validatie- en compliancediensten aan de gezondheidssector om de veiligheid van de patiënten te verzekeren. De groep telt ongeveer 510 medewerkers verspreid over België, Nederland en Zwitserland.
2023 was een jaar met een dubbelcijferige groei van de omzet en de winst. De vooruitgang in de strategische herpositionering van Agidens, met inbegrip van innovatieve digitale benaderingen en de bijstand van de klanten in hun duurzaamheidstransformatie, illustreert hoe Agidens waarde creëert voor haar stakeholders.
Bij de belangrijkste sectoren waarop Agidens zich richt, werd de marktpositie in Life Sciences verder versterkt. De omzetgroei werd gestimuleerd door een sterke uitvoering van turnkey automatiseringsprojecten en nieuwe klanten in validatie- en testdiensten. De combinatie van expertise in procesdomeinen en Good Manufacturing Practices (GMP) blijkt een belangrijke succesfactor te zijn voor deze sector.
Energies, met een focus op tankterminals, kende een sterk jaar met een goed gebalanceerde basis van grote klanten in Nederland en België. De omzetstijging was te danken aan terugkerende activiteiten, waarbij de marges onder druk stonden door de stijgende materiaalkosten.
Food & Beverages, actief in de productie en verwerking van dranken, zuivelproducten en diepvriesproducten, verhoogde eveneens haar omzet en winst op een zeer competitieve markt.
Agidens realiseerde ook sterke marges in Fine Chemicals, hoewel de opbrengsten werden beïnvloed door de onzekere marktomgeving en uitgestelde investeringsbeslissingen. Deze sector blijft aantrekkelijk vanwege zijn groeivooruitzichten, met mogelijkheden om de marges verder te verbeteren.
Ondanks de volatiele marktomstandigheden werden de sterke prestaties van Agidens in 2023 weerspiegeld in de resultaten, met een aanzienlijke stijging van de ontvangen orders naar 72,9 miljoen euro en een omzet van 70,6 miljoen euro (beide +18%). Het nettoresultaat (1,2 miljoen euro) werd helaas negatief beïnvloed door de vastgoedactiviteit, die als gevolg van een lage bezettingsgraad en renovatiekosten verlieslatend was.
De hogere rentabiliteit en de sterke cashgeneratie van Agidens scheppen flexibiliteit om de capaciteiten verder uit te breiden, onder meer in AI en datagestuurde oplossingen, en om via fusies en overnames verder te groeien.
• In 2023 bleef Agidens investeren in duurzaamheid en hielp het haar klanten steeds meer om hun milieu-impact te verminderen. Verscheidene projecten werden opgeleverd die het afval- en waterverbruik beperken of de energie-efficiëntie van de productieprocessen van de klanten verhogen.
PARTNERS FOR SUSTAINABLE GROWTH
• De aanhoudende duurzaamheidsinspanningen worden gedekt door de nieuw gedefinieerde ESG-strategie die als richtlijn dient voor verdere investeringen en initiatieven in de nabije toekomst.

Agidens NV
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 70.584 | 59.745 | 74.807 |
| EBITDA | 4.869 | 4.045 | 10.758 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
5 | -492 | 5.410 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
24.961 | 22.589 | 23.068 |
| Netto financiële positie | 3.000 | -340 | 1.959 |
48% Managementteam: Christian Leysen Patrick Leysen Veerle Peeters

De investeringsmaatschappij AXE Investments heeft participaties in de IT-groep Xylos en in Agidens. Zij bezit ook een deel van het Ahlers-gebouw aan de Noorderlaan in Antwerpen.
De laatste jaren ontwikkelde Xylos competentie rond de toepassing van Artificiële Intelligentie en automatisatie. Vanuit de verschillende kerncompententies worden klanten bijgestaan in hun moderne digitale transformatie. Xylos specialiseert zich met haar 200 specialisten in 4 kerncompetenties:
Cloud & Data: Xylos verleent bijstand en biedt oplossingen rond Microsoft Azure, Fabric en PowerBI cloud technologie. Het team van hooggekwalificeerde technische consultants bouwt mee aan complexe datagedreven oplossingen, ter voorbereiding van artificiële intelligentiegedreven toepassingen.
Informatiemanagement en digitaal samenwerken: Xylos ondersteunt bedrijven met het ontwerpen en onderhouden van een veilige en gebruiksvriendelijke digitale werkplek die meerwaarde biedt aan de organisatie. Een onmisbaar onderdeel is een sterk identiteits- en toegangsbeheer waarin Xylos zich verder heeft gespecialiseerd. Daarnaast focust Xylos op het transformeren van tijdrovende en foutgevoelige processen in geautomatiseerde taken.
Learning: Xylos is een gekende partner voor het ontwikkelen van digitale vaardigheden bij medewerkers. De Xylos Digital Coaches helpen medewerkers om hun taken te optimaliseren en kennis in de praktijk om te zetten. Naast de klassieke dienstverlening wordt het eigen ontwikkeld digitaal leerplatform Oase op Europese schaal uitgerold en via een licentiemodel gebruikt door ca. 200.000 gebruikers.
Managed Infrastructure: Xylos neemt het beheer en onderhoud van IT-infrastructuuromgevingen volledig of gedeeltelijk op zich. Zo worden klanten 24/7 ontzorgd door de gecertificeerde Xylos-experts. Vandaag behoort Xylos tot de top 5 spelers in België en is het een vooraanstaande partner van HPE.
De omzet van Xylos groeide met 6% in 2023 dankzij een hoge bezettingsgraad in alle business units. Het won daarnaast ook een aantal grote openbare aanstedingen. Xylos heeft de vruchten kunnen plukken van haar strategie 'Grow with the Core'.
Vastgoed - Ahlers House: In 2023 werd de tiende verdieping gerenoveerd en beschikbaar gesteld voor verhuur als kantoorruimte. De ruimte is nog niet verhuurd aangezien de vooruitzichten voor verhuur in de kantoormarkt eerder conservatief zijn.
| 13 unusual VERSEMBERSEN (1) 9000 (854) 0000 BETANT ENERGE ON OCCUPANT OF COLUMN SULTIVE SE WELLER 1 DUURIAME OCCUPATIONS STATUS COLLEGION 8899 E IE 86919011 e 8 I 10 œ |
|---|
| ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 450 | 503 | 542 |
| EBITDA | -80 | 51 | 255 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
913 | 403 | -223 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
15.479 | 14.566 | 14.184 |
| Netto financiële positie | 4.029 | 5.052 | 5.045 |
(1) De cijfers van Agidens worden niet geconsolideerd op het niveau van AXE Investments.


Biolectric is marktleider in de productie en verkoop van compacte biogasinstallaties (11 tot 74 kW) voor melkvee- en varkenshouderijen en voor waterzuiveringsstations. Dankzij de techniek van anaerobe vergisting wordt methaangas uit mest en slib omgezet in duurzame elektriciteit en warmte en wordt de uitstoot van schadelijke broeikasgassen vermeden.
Biolectric kende een gunstiger economisch klimaat in 2023 dan in 2022. Haar klanten, de landbouwers, werden echter geconfronteerd met stijgende rentevoeten en dalende zuivelprijzen en, in Vlaanderen en Nederland, met de voortdurende politieke onzekerheid over de regulering van de stikstofemissies. In deze context kon Biolectric in 2023 116 biogasinstallaties verkopen (-16% ten opzichte van 2022), waarvan 66% in de Benelux, Polen en Frankrijk. De daling van de verkoop wordt verklaard door het feit dat 2022 een uitzonderlijk sterk verkoopjaar was (138 verkochte eenheden) en dat de overheden in Vlaanderen en Nederland aarzelden om vergunningen af te geven aan landbouwers bij gebrek aan een duidelijk wettelijk kader voor stikstofemissies.
GROWTH CAPITALIn 2023 realiseerde het bedrijf een omzet van 19,0 miljoen euro (+64%) dankzij de installatie van 75 units (+53%) in verscheidene landen. Momenteel dragen meer dan 300 vergisters van Biolectric in heel Europa bij tot een meer duurzame landbouw. Biolectric blijft investeren in de versterking van haar organisatie voor rechtstreekse verkoop, een kwaliteitsvolle klantendienst, onderzoek en ontwikkeling en de verkorting van de doorlooptijd tussen de ondertekening van het contract en de plaatsing van de biogasinstallatie. De groep rapporteerde een nettowinst van 0,8 miljoen euro. In 2024 zal Biolectric de eerste pilootinstallaties plaatsen in Nederland voor de zuivering van biogas tot biomethaan voor industrieel en residentieel verbruik. Hiermee diversifieert Biolectric haar productgamma en omarmt het de markttrend van grotere installaties voor de productie van duurzaam aardgas.

Biolectric
| BETALLE FURE EN DUJUMAN 1989 E -0 |
O NARDE WEEK DI EDONGHISCHE C800 11 |
NOUGHERSE NERASTRUCTUUR |
12 CONSULERI EXPRODUCTIE CART |
13 Kimnische |
|---|---|---|---|---|

Biolectric NV
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 18.974 | 11.584 | 9.521 |
| EBITDA | 1.940 | -134 | -876 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
791 | -641 | -1.013 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
10.466 | 9.619 | 9.767 |
| Netto financiële positie | -1.890 | -4.239 | -6.069 |

7% CEO: Nirmal Momaya Managementteam: Ashish Dandekar Arjun Dukane Santosh Parab

Camlin Fine Sciences (CFS) is een toonaangevende verticaal geïntegreerde speler in de sector van de speciale chemicaliën, wereldwijd actief in antioxidanten en aromatische chemicaliën.
CFS is actief op 4 verticale markten: houdbaarheidsoplossingen (bv. TBHQ, BHA verkocht als afzonderlijke producten of als hoogwaardige mengsels op maat van de behoeften van de klant), aroma-ingrediënten (bv. vanilline, ethylvanilline), gezondheid & welzijn (bv. omega-3 vetzuren) en prestatiechemicaliën (bv. HQ, Catechol, TBC, MEHQ). Gediversifieerde eindmarkten (F&B, huisdierenvoeding, diervoeder) in combinatie met verticaal geïntegreerde activiteiten zorgen ervoor dat het bedrijf een sterke concurrentiepositie heeft in de producten waarin het actief is.
CFS is beursgenoteerd in India en heeft haar hoofdkantoor in Mumbai. Het bedrijf is wereldwijd aanwezig met 9 productiefaciliteiten, 5 toepassingslaboratoria en 2 speciale R&D-centra.
In januari 2023 startte CFS de commerciële productie van een 6k MT composietfabriek voor vanilline en ethylvanilline in haar vestiging in Gujarat, met een totale investering van ca. 33 miljoen euro.
In 2023 begon CFS North America met succes met de levering van hoogwaardige mengsels aan een groot bedrijf in huisdierenvoeding, met een omzet van ca. 25 miljoen euro.
De fabriek van CFS in Ravenna, Italië, met een productiecapaciteit van 10k MT difenol (hydrochinon, catechol) werd in augustus tijdelijk gesloten wegens ongunstige economische omstandigheden, een zwakke vraag en lagere prijzen in Europa. CFS onderzoekt een alternatief gebruik voor de fabriek.
Hoewel de zwakke lokale vraag in China (die een sterke voorraadreductie in de toeleveringsketens veroorzaakt), samen met geopolitieke spanningen in Europa en het Midden-Oosten en hogere rentevoeten, tegenwinden vormen voor chemische bedrijven in het algemeen, blijft de leiding van CFS
| 31/03/2023 | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | (INR mio) | ||
| Omzet | 188.095 | 16.816 | |
| EBITDA | 23.838 | 2.131 | |
| Nettoresultaat (deel groep) | 4.453 | 398 | |
| Eigen vermogen (deel groep) | 91.653 | 8.194 | |
| Netto financiële positie | -76.717 | -6.858 | |
gefocust op haar ambities. CFS wil een wereldleider worden in de levering van vanilline en heeft zich met succes gepositioneerd als een geloofwaardig niet-Chinees alternatief voor wereldwijde klanten die de risico's in hun toeleveringsketen willen beperken. CFS wil ook haar sterke groei in blends voortzetten (ca. 49% van de omzet in het kwartaal van december 2023, en een groei van 48% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar) en verscheidene innovatieve downstreamproducten verder opschalen.
In september 2023 voegden AvH (via een investering van 20 miljoen euro) en door Convergent Finance geadviseerde fondsen zich bij Ashish Dandekar (tot dan toe de enige referentieaandeelhouder) als kernaandeelhouders van Camlin. AvH begon CFS te consolideren in Q4 2023 via vermogensmutatiemethode.

Deelnemingspercentage AvH
23% CEO: Shaun Gregory Managementteam: Warwick Lynch Rohan Mitchel Sean Seamer Wendy Stanborough Stephane Vermersch

EMG
EMG is een toonaangevende en wereldwijde speler in broadcast- en mediaoplossingen voor live sportuitzendingen, entertainment en evenementen.
In 2023 was EMG opnieuw met haar mensen en technologie aanwezig bij de meest bekeken televisie-uitzendingen ter wereld, zoals de Tour de France, het Wereldkampioenschap Artistieke Gymnastiek en de Ryder Cup.
GROWTH CAPITALIn 2023 realiseerde EMG een omzet van 331,7 miljoen euro, -7,6% ten opzichte van 2022 als gevolg van de afwezigheid van tweejaarlijkse grote sportevenementen, de Wereldbeker Voetbal en de Olympische Winterspelen, evenals lagere volumes op de markt voor de productie van entertainmentcontent. De EBITDA bedroeg 30,1 miljoen euro en het nettoresultaat -20,8 miljoen euro. Ondanks besparingen op de operationele kosten werd het nettoresultaat beïnvloed door de vertraging van de activiteit en door eenmalige herstructureringskosten en vergoedingen in de aanloop naar de fusie met Gravity Media Group, die in januari 2024 werd afgerond.
In januari 2024 bundelde EMG haar krachten met Gravity Media, een wereldwijde aanbieder van complexe live creatieve productie- en mediadiensten.
Met de combinatie van krachten, expertise en middelen zal deze nieuwe onderneming een ongeëvenaarde reeks mediadiensten en -oplossingen leveren aan klanten over de hele wereld: 30 vestigingen, meer dan 100 uitzendtrucks en flypacks en 40 studio's in het Verenigd Koninkrijk, Europa, het Midden-Oosten, de VS en Australië. EMG levert toonaangevende oplossingen op het gebied van uitzendingen, technologie, productie en postproductie voor de meest bekeken live evenementen en entertainmentprogramma's ter wereld, en werkt samen met gerenommeerde sportrechtenhouders, productiehuizen en omroepen.
De groep heeft erkende partnerschappen voor omroeptechnologie en productie in belangrijke sporten zoals de UEFA EURO's, de Olympische Spelen, het FIFA-wereldkampioenschap voetbal, de Formule E, de ATP Tour, de Australian Open, de US Open, Roland Garros, de Ronde van Frankrijk, de Ronde van Italië en College Sports in de VS.
Financière EMG
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 331.708 | 359.128 | 366.845 |
| EBITDA | 30.064 | 55.899 | 59.666 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
-20.819 | 4.232 | 152 |
| Eigen vermogen (deel groep)(1) |
72.622 | 90.996 | 88.269 |
| Netto financiële positie | -130.456 | -128.475 | -162.470 |
Via hun studio's, productie, postproductie, OB-faciliteiten (outside broadcast) en gespecialiseerde cameratechnologieën werken EMG en Gravity Media samen met grote productiemaatschappijen, televisienetwerken, betaaltelevisie en streamingplatformen op tal van internationale markten, voor projecten als 'The Voice', 'Dancing with the Stars' en 'I'm A Celebrity Get Me Out Of Here' en grote evenementen als de BAFTA Awards, Brit Awards, AACTA Awards en belangrijke staatsevenementen, waaronder de kroning van Koning Charles III.
De postproductiecentra van de combinatie spelen een belangrijke rol in de realisatie van internationale televisieproducties voor omroep-, abonnements- en streamingplatformen en in projecten van meerdere Amerikaanse en internationale studio's en veel van 's werelds toonaangevende onafhankelijke filmproducties.


(1) Inclusief aandeelhoudersleningen en/of converteerbare obligaties


Mediahuis is één van de leidende mediagroepen in België, Nederland, Ierland, Luxemburg en de Duitse regio Noordrijn-Westfalen. De meer dan 30 nieuwsmerken van Mediahuis voorzien elke dag meer dan 10 miljoen consumenten van nieuws, online en in print.
Mediahuis zag een sterke stijging van 8% van haar digitale abonnees in 2023, waarmee de groep de daling van het aantal printabonnees kon compenseren. Vandaag de dag leest iets minder dan 50% van alle Mediahuis-abonnees de krant digitaal.
In 2023 werd de eerste pan-Europese nieuwstitel toegevoegd aan de portefeuille van Mediahuis: Euractiv, een digitaal nieuwsmerk met een focus op de Europese politiek en het beleid in Brussel en de EU-lidstaten. Tegelijkertijd versterkte Mediahuis haar groeiambities op de Duitse markt. Net voor het eind van het jaar bereikte de groep een overeenkomst met Rheinische Post Mediengruppe voor de overname door Mediahuis van het resterende 30% van Medienhaus Aachen. De uitgever van de Aachener Zeitung wordt daarmee volledig eigendom van de groep Mediahuis.
De reclamemarkt bleef ook onvoorspelbaar in 2023 met de voortdurende evolutie van print naar digitaal, inclusief video en audio. Op de Nederlandse advertentiemarkt versterkte Mediahuis haar positie met de overname van Radio Veronica en Radiocorp, het bedrijf achter de radiozenders 100% NL, Slam! en Sunlite. In de veiling van de FM-frequenties voor de landelijke commerciële radiozenders, in de zomer, verwierf Mediahuis twee FM-licenties, die het toewees aan Radio Veronica en 100% NL.
In België verkocht Mediahuis een aandeel van 20% in radio Nostalgie Vlaanderen aan Telenet Group, maar het bleef meerderheidsaandeelhouder met 55%, direct en indirect. Nostalgie werd omgedoopt tot Play Nostalgie en kreeg een nieuwe look, merkidentiteit en presentatoren.
Het investeringsbeleid van Mediahuis focuste op een verdere diversificatie van de opbrengsten. Mediahuis investeerde bijvoorbeeld in scale-ups
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 1.230.590 | 1.222.960 | 1.130.790 |
| EBITDA | 184.880 | 173.800 | 240.480 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
72.210 | 65.264 | 117.321 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
518.890 | 483.600 | 482.477 |
| Netto financiële positie | -254.860 | -221.100 | -151.880 |
op de markt van vastgoedtechnologie (Smooved), HR-technologie (Settly, YourCampus), recruitmenttechnologie (CareerFairy) en onderwijstechnologie (Swap Language). Met de overname van Skarabee, een aanbieder van innovatieve vastgoedsoftware en websites voor makelaars, versterkte Mediahuis haar aanbod op de vastgoedmarkt.
Mather Economics, het Amerikaanse adviesbureau voor economische analyse en datamodellering voor de optimalisatie van verkoop- en prijsstrategieën voor abonnementenbeheer, waarin Mediahuis een meerderheidsbelang heeft, nam Sophi over. Dat bedrijf levert AI-gestuurde automatiserings- en optimaliseringstechnologie voor moderne nieuwsredacties.
De overname van het Belgische RouteYou, een navigatieplatform dat recreatieve fiets- en wandelroutes aanbiedt, geeft Mediahuis grote opportuniteiten om haar diensten aan haar abonnees te verrijken.


Deelnemingspercentage AvH
20% CEO: Anita Van Looveren Managementteam: Georges Schepens Jan Geuens Kurt Gillis Abhi Patel Luc Schepens Marc Scherens Bart Stijnen Pieter Van Nyen Paul Vanvuchelen Philip Vervloesem

OMP is een Belgische wereldspeler in AI-gestuurde supply chain planning. Met haar Unison PlanningTM-oplossing - een combinatie van software en diensten - optimaliseert OMP de planning van 's werelds grootste en meest complexe toeleveringsketens.
GROWTH CAPITALOMP heeft meer dan 950 mensen in dienst, met vestigingen in meer dan 10 landen. Daarnaast doet het een beroep op ca. 165 medewerkers van partners. OMP staat bekend voor haar sectorkennis en geïntegreerde planningsoplossing. In 2023 bevestigde Gartner opnieuw de leidende rol van OMP op wereldschaal, met de expertise en capaciteit om grote projecten voor supply chain planning succesvol uit te voeren. Tot de klanten behoren giganten als Nestlé, P&G, Roche, J&J, BASF, ArcelorMittal en Smurfit Kappa.
OMP behaalde als sterke groeier een omzet van 191 miljoen euro in 2023, een stijging van 15%, met een EBITDA-marge van 22%. Mede dankzij haar jaren van uitstekende groeicijfers was OMP een finalist van het evenement 'Onderneming van het Jaar' in 2023.
De moeilijke economische omstandigheden, de onstabiele geopolitieke omgeving en de daaruit voortvloeiende conflicten zorgden voor een lichte vertraging van de investeringen, vooral in de chemische industrie. Dezelfde uitdagende omstandigheden onderstreepten de behoefte aan een flexibel beheer van toeleveringsketens over de hele wereld. De belangstelling blijft daarom wereldwijd hoog.
Dat werd bevestigd op de drukbezochte OMP-conferentie in Barcelona in september 2023, met interessante getuigenissen van klanten en keynotes over de centrale thema's agility en duurzaamheid. Met het nieuwe Green Planning-aanbod helpt OMP bedrijven om duurzamer en minder verspillend te worden. De snelle ontwikkelingen in de AI-technologie betekenen dat OMP de planners nog beter kan ondersteunen.
| OMP NV | |||
|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
| Omzet | 190.843 | 166.657 | 115.713 |
| EBITDA | 42.694 | 47.920 | 30.716 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
33.155 | 35.519 | 23.777 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
141.567 | 115.128 | 83.494 |
| Netto financiële positie | 101.187 | 80.285 | 64.844 |
Ondanks het economische klimaat werden de ambitieuze begrotingsdoelstellingen voor 2023 gehaald. De software werd verder ontwikkeld, met een nadruk op de performantie en schaalbaarheid van de basissoftware en met functionele uitbreidingen voor de verschillende sectoren. Alle diensten bleven groeien: advies, implementatie, gebruikersbetrokkenheid, clouddiensten en klantendiensten.
In 2023 bleef OMP in snel tempo mensen aanwerven (140 medewerkers in totaal). Bovendien bleef OMP veel investeren in haar wereldwijde netwerk van allianties. In 2023 lag de focus op het versterken van de partnerschappen door middel van opleidingen en een certificeringsprogramma.


50% CEO: Piet Wauters Managementteam: Kristof Derudder Bart Dobbels Sandu Stoica Sergei Tarasiuk Peter Tytgadt Serge Van Hulle Georgi Zagorov

Turbo's Hoet Groep (THG) is een toonaangevende Europese vrachtwagendealer en leasingmaatschappij voor commerciële voertuigen. Daarnaast is THG ook één van de belangrijkste Europese distributeurs van turbo's voor de aftermarket.
TH Trucks is met 61 vestigingen in 9 landen een van de belangrijkste DAF-dealers wereldwijd en eveneens dealer van onder meer Iveco, Ford Trucks, Nissan, Isuzu, Fuso, Kögel en diverse andere trailermerken. TH Lease biedt verzekering-, renting-, en leasingfaciliteiten aan voor alle bedrijfsvoertuigen in alle landen waar THG actief is en groeide in 2023 fors tot een vloot van meer dan 5.000 voertuigen. TH Turbos is een belangrijke Europese distributeur van turbo's voor de aftermarket voor personenwagens, vrachtwagens en industriële toepassingen, met eigen vestigingen in 5 landen.
De Europese vrachtwagenmarkt (+16T) groeide in 2023 met 15% tot 343.000 voertuigen. Deze sterke stijging werd veroorzaakt door het wereldwijde herstel van de toeleveringsketens, waardoor de tekorten op de vervangingsmarkt weggewerkt werden. Vanaf de tweede jaarhelft 2023 stond de vraag onder druk door een afkoelende economie.
THG behaalde zeer solide resultaten met een recordomzet van 758,0 miljoen euro (+16%) in 2023, met een nagenoeg stabiele EBITDA van 46,3 miljoen euro en een nettoresultaat (deel groep) ten belope van 19,4 miljoen euro. De netto financiële positie nam toe tot -130 miljoen euro, ondermeer door een groei van de leasing- en renting vloot met 8% die aldus voor het eerst meer dan 5.000 voertuigen omvat.
Voor 2024 verwachten de constructeurs een Europese markt +16T van circa 260.000 tot 300.000 voertuigen, hetzij een daling van circa 10% tot 25%. THG kijkt de toekomst met vertrouwen tegemoet en is overtuigd dat het haar strategie van duurzame rendabele groei verder zal kunnen blijven ontplooien.
Turbo's Hoet Groep NV
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 757.970 | 653.767 | 620.486 |
| EBITDA | 46.318 | 47.096 | 36.455 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
19.416 | 24.826 | 18.083 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
162.771 | 152.297 | 132.806 |
| Netto financiële positie | -130.015 | -75.692 | -89.514 |

121
Deelnemingspercentage AvH 22%
CEO: Jo Van Moer Managementteam: Bert Calluy Ann Cools Iwan De Block Joris Emanuel Jonas Fiers Carl Ghekiere Nick Jolley Steven Pauwels Anne Verstraeten

Van Moer Logistics is een geïntegreerde logistieke dienstverlener actief in wegtransport, intermodaal vervoer en opslag. De groep telt 40 locaties in België en Duitsland en stelt 2.200 mensen te werk. Van Moer Logistics beheert een vloot van 500 vrachtwagens, 9 binnenvaartschepen en 800.000 m² aan magazijnen.
GROWTH CAPITALDe prestaties van Van Moer Logistics in het boekjaar 2023 werden gekenmerkt door een duidelijke vooruitgang in verscheidene business units. De verbeterde resultaten waren vooral duidelijk in de divisies Ports & Intermodal, Warehousing en Bulk & Tank Container Logistics. De business unit Transport werd geconfronteerd met uitdagingen als gevolg van een aanzienlijke daling van de vraag, die een neerwaartse druk op de prijzen uitoefende. Desondanks toonde Van Moer Logistics zich veerkrachtig en realiseerde het een nettowinst van 6,9 miljoen euro, een mooie stijging tegenover 5,8 miljoen euro in 2022.
Om het streven van Van Moer Logistics naar expansie en innovatie te onderstrepen, heeft het bedrijf nieuwe afvullijnen voor vloeistoffen in gebruik genomen in de vestiging in Zwijndrecht. Deze uitbreiding, die deel uitmaakt van een logistieke hub van 27 hectare in de Haven van Antwerpen, vertegenwoordigt een aanzienlijke investering van 14,5 miljoen euro. Met een volledig dienstenaanbod dat transport, opslag, verwarming, vullen, reinigen en reparatie van tankcontainers op een enkele locatie verzamelt, wil het bedrijf haar klanten een ongeëvenaarde 'perfect flow'-oplossing leveren.
Bovendien stelt deze strategische investering Van Moer in staat om de logistieke operaties te optimaliseren, wat resulteert in minder vrachtverkeer en aanzienlijke kostenbesparingen. Dergelijke initiatieven onderstrepen de inzet van Van Moer Logistics voor duurzame praktijken en operationele uitmuntendheid.
Een andere belangrijke ontwikkeling in 2023 was de verlenging van de concessie van Van Moer Logistics voor de containerterminal in de Haven van Brussel, die geldig is voor een periode van 20 jaar. Deze verlenging maakt een opmerkelijke uitbreiding van de bestaande terminal mogelijk, met een
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|
| Omzet | 327.125 | 310.267 | 222.378 |
| EBITDA | 32.832 | 22.187 | 14.520 |
| Nettoresultaat (deel groep) |
6.875 | 5.754 | 1.328 |
| Eigen vermogen (deel groep) |
48.954 | 42.106 | 36.266 |
| Netto financiële positie | -55.677 | -28.398 | -15.806 |
verdrievoudiging van de capaciteit van 16.700 m² naar 60.000 m². Deze ontwikkeling sluit aan bij de langetermijnvisie van Van Moer Logistics om de logistieke capaciteiten te versterken en groeimogelijkheden te stimuleren op belangrijke strategische locaties.
Ook in de toekomst blijft Van Moer Logistics vastberaden streven naar innovatie, efficiëntie en klantgerichte oplossingen.


7% CEO: Hanne Callewaert Managementteam: Wilfried Dalemans Barbara Freitag Mathieu Peeters

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
AstriVax gebruikt DNA-technologie om nieuwe vaccins te ontwikkelen die makkelijk te produceren zijn, minder eisen stellen op het gebied van de koudeketen en een ruime, langdurige bescherming bieden tegen uiteenlopende virussen en andere ziekteverwekkers.
AstriVax, een in 2022 opgerichte spin-off van de universiteit van Leuven, heeft een jaar van groei achter de rug en heeft enkele belangrijke mijlpalen bereikt.
In 2023 kende AstriVax een aanzienlijke groei en uitbreiding, waarbij het team uitgroeide tot bijna 30 toegewijde professionals. Dat versterkt niet alleen de interne capaciteiten, maar benadrukt ook het vertrouwen in de missie die AstriVax nastreeft.
Het management van AstriVax werd verder versterkt met de strategische benoemingen van Dr. Mathieu Peeters (MD) als Chief Development Officer en Barbara Freitag (MBA) als Chief Financial Officer. De diverse groep professionals positioneert AstriVax voor een gestaag succes en effectieve navigatie in deze complexe sector.
Begin 2023 werd de wetenschappelijke adviesraad van AstriVax opgericht met Dr. Emmanuel Hanon (voorzitter van de raad), Prof. Dr. Peter Piot, Prof. Dr. Patrick Soentjens, Prof Dr. Johan Neyts en Prof. Dr. Kai Dallmeier (de laatste twee zijn medeoprichters). Halverwege het jaar werd de raad verder versterkt met de vooraanstaande deskundigen Prof. Dr. Christian Brander en Prof. Dr. Mala Maini. Hun onschatbare bijdragen aan de virale immunologie en de therapeutische vaccinologie, beloven een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van baanbrekende vaccins.
Het streven van AstriVax om nieuwe vaccins te ontwikkelen werd verder versterkt door het verkrijgen van subsidies van 5,5 miljoen euro van VLAIO - Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Deze financiering is een sterke validatie van het therapeutische Hepatitis B-vaccinprogramma. Ze stelt AstriVax in staat om het potentieel van haar belangrijkste therapeutische vaccin te optimaliseren en het naar de klinische fase te brengen.
Om de eerste programma's (het vaccin tegen gele koorts en het vaccin tegen gele koorts en rabiës) voor te bereiden op de komende First-In-Human (FIH) klinische studie in 2024, heeft het bedrijf actief contact opgenomen met de regelgevende instanties om over het ontwikkelingsplan te overleggen. Bovendien worden de twee onderzoeksproducten voor deze FIH-studie volgens Good Manufacturing Practices geproduceerd en zijn de nodige veiligheids- en toxiciteitsstudies gestart. In het domein van de therapeutische vaccins heeft het bedrijf vooruitgang geboekt met het genereren van preklinische proof-of-concept gegevens over haar vaccin tegen chronische hepatitis B.

AstriVax
AstriVax heeft ook vooruitgang geboekt in de ontwikkeling en bevordering van relaties op partner-/investeerdersconferenties in de EU en de VS.
2024 wordt naar verwachting een belangrijk jaar voor het bedrijf, gekenmerkt door de komende FIH-proef. Het team wil de grenzen van de innovatie in de ontwikkeling van vaccins verleggen in de transitie van AstriVax naar een onderneming in de klinische fase.
• Met de ontwikkeling van vaccins voor ernstige ziekten, waarvan sommige een verhoogde tropische geografische prevalentie hebben, draagt AstriVax bij aan de wereldgezondheid.


11% CEO: Kevin Helash Managementteam: Carlo Boutton Douglas Minder Toon Musschoot Sophie Snijders Eva Van Hende

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
Biotalys is een landbouwtechnologiebedrijf (AgTech) met een baanbrekend technologieplatform. Het ontwikkelt effectieve en veilige gewas- en voedselbeschermingsproducten met nieuwe werkingsmechanismen voor de bestrijding van belangrijke gewasplagen en ziekten in de volledige voedselketen. Biotalys is genoteerd op Euronext Brussel na een succesvolle beursgang in juli 2021.
GROWTH CAPITALBiotalys kende een uitdagend jaar 2023 wegens een vertraging van het registratieproces in de VS van haar eerste biofungicide, EVOCA™. Als onderdeel van de doorlopende uitwisseling van informatie vraagt het Environmental Protection Agency (EPA) van tijd tot tijd aanvullende informatie, wat niet ongewoon is gezien de nieuwheid van de productkandidaat. In de EU heeft Biotalys van de bevoegde instantie - het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) - de bevestiging ontvangen dat de eerste beoordeling van alle onderdelen van het volledige gegevenspakket voltooid is. Naar aanleiding hiervan heeft het Ctgb om aanvullende informatie gevraagd, waarop het bedrijf heeft gereageerd. Als dit wordt geaccepteerd, kan de autoriteit deze eerste fase van de EU-beoordeling afronden en haar beoordelingsrapport doorgeven aan de EFSA en de Europese lidstaten voor de volgende fase van de beoordeling op EU-niveau.
In april kondigden Syngenta en Biotalys een samenwerking aan om nieuwe biocontroleoplossingen voor specifieke insectendoelen te onderzoeken, te ontwikkelen en te commercialiseren.
In juni namen Agri Investment Fund (AIF) en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (SFPIM) deel aan een kapitaalverhoging van 7 miljoen euro via een private plaatsing tegen een uitgifteprijs van 6,166 euro per aandeel. Dit bracht het aandelenkapitaal op 46,2 miljoen euro en verlengde de financiële draagkracht van het bedrijf.
Biotalys kondigde ook de evolutie aan naar het AGROBODY™-technologieplatform van de tweede generatie, dat de kracht en doeltreffendheid van haar bioactieve stoffen met meerdere werkingsmechanismen moet verhogen en tegelijkertijd de productiekosten per hectare zal verlagen. De overgang naar AGROBODY 2.0 bracht organisatorische veranderingen met zich mee om de middelen te concentreren op de kernactiviteiten van onderzoek en ontwikkeling, terwijl werd gefocust op het verkrijgen van de registratie van EVOCA™, de eerste productkandidaat van Biotalys. De organisatorische veranderingen resulteerden in een inkrimping van het personeelsbestand en kostenbesparingen op jaarbasis, met een vermindering van de werkingskosten met ongeveer 10% naar de toekomst toe. Samen met de besparingen die in 2023 werden gerealiseerd en de geplande verlaging van de toekomstige uitgaven, heeft het bedrijf haar verwachte cash burn voor 2023 bijgesteld van ongeveer 22 miljoen euro naar minder dan 20 miljoen euro.
Biotalys bevestigde de aanhoudend sterke prestaties van EVOCA™ in onafhankelijke effectiviteitsproeven in het veld, uitgevoerd door de University of California Davis en de University of Florida. EVOCA™ werkt als een echte vervanger voor bestaande gewasbeschermingsmiddelen om schimmelziekten van wijnstokken en aardbeien te bestrijden. De proeven zijn de gouden standaard voor de sector en geven de landbouwers en de teeltadviseurs gedetailleerde informatie over de prestaties van gewasbeschermingsmiddelen. De resultaten van de academische studies in Californië zijn vooral relevant omdat Californië de grootste Amerikaanse druivenmarkt is.
Het managementteam van Biotalys werd in de loop van 2023 gewijzigd via interne opvolging. Kevin Helash volgde op 5 oktober 2023 Patrice Selles op als CEO en Douglas Minder werd op 1 juli 2023 gepromoveerd tot CFO als opvolger van Wim Ottevaere, die op pensioen ging. Patrik Haesen, de CEO van AIF, werd na de onderhandse plaatsing in de raad van bestuur benoemd.
In maart 2024 kondigde Biotalys een strategische samenwerking aan met Novonesis voor de productie- en commercialisering van EVOCA Next Generation.

12% CEO: Danaë Delbeke Managementteam: Peter Devlin Gijs Klarenbeeck Emmet Lydon Paul Moraviec Daniel Verstappen

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
Indigo Diabetes is een pionier in de ontwikkeling van medische apparaten met eigen nanofotonicatechnologie.
Indigo ontwikkelt een volledig implanteerbaar systeem voor de continue monitoring van multimetabolieten (Continuous multi-metabolite Monitoring - CMM) dat diabetespatiënten informatie verschaft over hun glucose-, ketonen- en lactaatspiegel. De CMM-sensor wordt onderhuids ingebracht, zodat geen extern apparaat op het lichaam moet worden gedragen. De sensor is ontworpen om patiënten en hun zorgverleners rechtstreeks toegang te geven tot de volledige metabolische informatie die ze nodig hebben om diabetes beter onder controle te houden en de therapeutische besluitvorming te verbeteren.
Indigo Diabetes voltooide in 2023 haar tweede klinische studie SHINE in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, waarin de veiligheid van Indigo's CMM-sensor en zijn immunologische stabiliteit op lange termijn tot 6 maanden werden aangetoond. Tegelijkertijd werkte Indigo aan het verbeteren van de analytische prestaties van de apparaten, op weg naar realtime, klinisch nauwkeurige, continue glucose-, keton- en lactaatwaarden.
Indigo versterkte haar team met de aanwerving van Dr. Arun Venkatasubramanian als Chief Technology Officer. Arun houdt toezicht op de technische ontwikkeling van het CMM-apparaat van Indigo en is verantwoordelijk voor het beheer en de waardecreatie van de technologie binnen het bedrijf. Arun is een bekroond ingenieur met meer dan 15 jaar ervaring in het leiden van het ontwerp en de ontwikkeling van transformatieve technologie in de medische, consumenten- en militaire sector.


www.indigomed.com

16% CEO: Sam Possemiers Managementteam: Katja Conrath Ludo Haazen Christiane Verhaegen

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
MRM Health ontwikkelt innovatieve geneesmiddelen op basis van darmbacteriën van gezonde mensen. Het belangrijkste programma van het bedrijf wordt voorbereid op de definitieve klinische ontwikkeling voor de inflammatoire darmziekte colitis ulcerosa, nadat de veiligheid en de werkzaamheid in een eerste patiëntenstudie aangetoond zijn. MRM Health werkt daarnaast aan programma's op het gebied van ontstekingsziekten, neurologische aandoeningen en stofwisselingsziekten.

MRM Health
De menselijke darm wordt bevolkt door een grote populatie van bacteriën (het microbioom), die een belangrijke regulatorfunctie heeft in het lichaam. Men weet nu dat verstoringen van het microbioom sterk geassocieerd zijn met lokale darmziekten, waaronder inflammatoire darmaandoeningen, maar ook met aandoeningen in de rest van het lichaam zoals artritis, diabetes en de ziekte van Parkinson.
De kern van de activiteiten van MRM Health is gecentreerd rond haar eigen CORAL®-platform, dat het mogelijk maakt om specifieke combinaties van heilzame darmbacteriën te selecteren, te ontwikkelen en op een elegante manier te produceren als baanbrekende geneesmiddelen. Bij orale inname zijn de bacteriëncombinaties in staat om de darm van de patiënt te bereiken, de specifieke verstoringen in het microbioom te herstellen en een breed scala aan ziekten te behandelen.
MRM Health bereikte in 2023 een belangrijke mijlpaal met de voltooiing van haar eerste patiëntenstudie met MH002, een kandidaat-geneesmiddel voor inflammatoire darmziekten. In een placebogecontroleerd, gerandomiseerd en dubbelblind onderzoek met 45 patiënten bleek MH002 een uitstekend veiligheidsprofiel te hebben en consistent de ziektesymptomen te verbeteren bij patiënten met actieve colitis ulcerosa. Op basis van deze positieve resultaten wordt het cruciale klinische ontwikkelingsplan voorbereid. Dat omvat doorlopende interacties met de Europese en Amerikaanse regelgevende instanties, evenals de uitbreiding van het team van MRM Health met ervaren experts in klinische ontwikkeling in het late stadium. Naast het programma voor colitis ulcerosa werd in 2023 ook een tweede klinische studie voor de zeldzame ziekte Pouchitis uitgevoerd met MH002. De eerste resultaten worden verwacht in het eerste kwartaal van 2024.
In 2023 werd verdere wetenschappelijke vooruitgang geboekt in het programma voor stofwisselingsziekten (type 2 diabetes en niet-alcoholische vette leverziekte, in samenwerking met IFF) en de ziekte van Parkinson. Met steun van een VLAIO-subsidie werd een klinische studie opgezet bij Parkinsonpatiënten met als doel de specifieke verstoringen in het microbioom van de dunne darm bij deze patiënten te ontrafelen. De gegevens worden in de loop van 2024 verwacht en zullen MRM Health in staat stellen om haar baanbrekende R&D naar de rol van darmbacteriën in de bestrijding van neurologische aandoeningen verder te versnellen.
Op basis van de in 2023 geboekte vooruitgang is MRM Health begonnen met de voorbereidingen voor een volgende financieringsronde. Het heeft besprekingen met mogelijke partners gestart om haar verdere groei te ondersteunen en haar missie uit te voeren om patiënten veilige en effectieve therapieën aan te bieden.



CEO: Bernard Courtieu Managementteam: Charles-André Brouwers Virginie Decoster François Degrave Jean-Pol Detiffe Koenraad Eycken Berengere Genin Manu Puissant

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
OncoDNA is actief in theranostica en genomica met een specialisatie in precisiegeneeskunde voor de behandeling van kanker en genetische ziekten.
Het bedrijf levert haar klanten (clinici, academische onderzoekers en biofarmaceutische bedrijven) tools om de moleculaire complexiteit te slim af te zijn en de belofte van precisiegeneeskunde waar te maken. Het levert klinische sturing voor de behandeling en onmiddellijke monitoring van kankerpatiënten in een laat stadium, maar steunt ook het onderzoek en de ontwikkeling van geneesmiddelen voor kanker en genetische ziekten.
OncoDNA heeft vestigingen in 9 landen en een internationaal netwerk van 35 distributeurs, en is op alle continenten actief.
In 2023 daalde de omzet van OncoDNA met 4%, van 16,7 miljoen euro naar 16 miljoen euro, voornamelijk wegens de vertraging van de aan COVID-19 gerelateerde activiteiten in Frankrijk. Afgezien van deze specifieke activiteiten met lage marges, zijn alle andere business lines gegroeid, met een spectaculaire groei van de pan-kanker kit met CE-keurmerk, die laboratoria over de hele wereld in staat stelt om zelf een uitgebreide moleculaire profilering van kanker te realiseren met gebruik van de expertise van OncoDNA in bio-informatica, genomisch gegevensbeheer en visualisatie van de resultaten. De OncoDEEP kits zijn door een aantal toonaangevende Duitse en Franse instellingen als voorkeursoplossing gekozen en de groei zal zich naar verwachting in 2024 voortzetten.
Een tweede mijlpaal werd bereikt door het laboratorium van OncoDNA in Frankrijk (voorheen IntegraGen) met zijn accreditatie door het College of

American Pathologists (CAP) op 22 december 2023. Dankzij deze accreditatie kan het Franse laboratorium nu patiëntenstalen verwerken voor de klinische ontwikkeling van farmaceutische geneesmiddelen, waardoor het een veel grotere markt kan bereiken.
Terwijl ze zich voorbereidt op een extra kapitaalronde in de loop van 2024, blijft OncoDNA haar portefeuille van diagnostische tests verder ontwikkelen met een focus op vloeibare biopsie en de sequentiëring van circulerend tumor-DNA, een niet-invasieve manier om het tumorprofiel te onderzoeken, de patiënt beter te monitoren en een terugval sneller te identificeren. Dat is met name relevant voor de klinische proeven in de oncologie, omdat het een nauwkeurigere controle van de restziekte mogelijk maakt dan beeldvormingstechnologieën, met een aanzienlijk lagere belasting voor de patiënt (een afgenomen bloedmonster in vergelijking met een MRI of scan in een kankercentrum). Het impliceert bovendien een groot concurrentievoordeel voor de biofarmaceutische bedrijven in termen van de duur en de totale kosten van het klinisch onderzoek.



4% CEO: Micah Mackison Managementteam: Nicole Datson Scott Schobel

FAIR VALUE INVESTERING - LIFE SCIENCES
Vico Therapeutics, gevestigd in Leiden, Nederland, is een in 2019 opgericht bedrijf in genetische geneesmiddelen in de klinische fase. Vico ontwikkelt op antisense oligonucleotiden gebaseerde RNA-modulerende therapieën voor patiënten met ernstige neurologische aandoeningen.
Het hoofdprogramma van Vico, VO659, is een innovatief antisense oligonucleotide (ASO) geneesmiddel dat wordt ontwikkeld voor patiënten met spinocerebellaire ataxie types 3 en 1 en de ziekte van Huntington. Deze aandoeningen behoren tot een brede categorie van polyglutamineziekten die progressief en neurodegeneratief van aard zijn en ernstig functioneel en motorisch verlies veroorzaken, wat uiteindelijk leidt tot vroegtijdige sterfte binnen ongeveer 10-20 jaar na het begin van de symptomen. Alle polyglutamineziekten worden veroorzaakt door een gemeenschappelijke mutatie in het DNA en er zijn geen ziektemodificerende therapieën beschikbaar voor deze patiënten. VO659 van Vico is het enige programma in klinische ontwikkeling dat zich specifiek richt op de DNA-signatuur, de onderliggende oorzaak van deze verwoestende ziekten.
In 2023 bereikte Vico een aantal belangrijke mijlpalen, waaronder de goedkeuring van verscheidene aanvragen voor klinische studies in Europese landen en de start van een Fase 1/2a klinische studie met VO659. Het bedrijf kondigde onlangs de afronding aan van een Series B van 54 miljoen euro die mede werd geleid door AvH. Andere investeerders in de Serie B zijn EQT Life Sciences, Kurma Partners, Droia Ventures, Polaris Partners, Pureos Bioventures en Eurazeo.
Vico wordt geleid door een executief team met een grote expertise in zeldzame neurologische ziekten en antisense oligonucleotiden. Micah Mackison, de CEO van Vico, heeft leidinggevende posities bekleed bij meerdere biotechbedrijven in groeistadia die focussen op neurodegeneratie en genetische geneeskunde. Dr. Scott Schobel, de Chief Medical Officer van Vico, heeft een uitgebreide ervaring in de ontwikkeling van grootschalige klinische programma's voor neurogeneratieve ziekten, waaronder een ASO voor de ziekte van Huntington. Dr. Nicole Datson, de Chief Scientific Officer van Vico, werkt al vele jaren aan de ontdekking en ontwikkeling van nieuwe ASO's, waarvan verscheidene de stap naar de klinische ontwikkeling hebben gezet.

• VO659 is door de FDA aangeduid als 'weesgeneesmiddel' voor zowel spinocerebellaire ataxie als de ziekte van Huntington, wat de inspanningen van het bedrijf benadrukt om medische hulp te bieden aan patiënten met vergeten en ongeneeslijke ziekten.

Vico Therapeutics
128


FAIR VALUE INVESTERING - INDIA & SOUTH-EAST ASIA
Convergent Finance is een in Mumbai-gevestigd partnerschap voor investeringsbeheer en -advies dat zich toespitst op investeringen in gerenommeerde beursgenoteerde ondernemingen in India.
In 2023 bleef Convergent haar motto nastreven om ideeën, kapitaal en gepassioneerde ondernemers samen te brengen om geweldige bedrijven te helpen wereldleiders te worden.
In januari richtte Convergent samen met Manoj Chacko, een veteraan in de reissector, fly91 op, een pure-play binnenlandse regionale luchtvaartmaatschappij. Convergent investeerde via haar vlaggenschipfonds Infinity Holdings (waarin AvH een investeerder is) 11,2 miljoen USD als onderdeel van de 24,7 miljoen USD fondsenwerving van fly91.
In mei ging Convergent een partnerschap aan met het managementteam van Puma India voor de oprichting van Agilitas Sports, een platform voor innovatiegerichte sportkleding en sportieve vrijetijdsbesteding. Convergent investeerde 44,8 miljoen USD in Agilitas als onderdeel van de financiering van het bedrijf ter waarde van 56,8 miljoen USD.
In september voltooiden Convergent en AvH een gezamenlijke investering in het beursgenoteerde bedrijf Camlin Fine Sciences, een van de bestaande platformbedrijven van Convergent, na een succesvolle bieding op de open markt. AvH, Convergent en Ashish Dandekar (promotor) zijn nu de gezamenlijke referentieaandeelhouders van Camlin en hebben samen een belang van 48% in het bedrijf. Camlin verkoopt producten zoals houdbaarheidsoplossingen en vanilline (de smaak en het aroma achter de 'vanillesmaak') in de VS, Europa en India.
In december nam Convergent deel aan een preferentiële toewijzing van aandelen door het bestaande platformbedrijf Hindustan Foods Limited, India's grootste contractfabrikant van consumentenproducten, met een cumulatieve investering van 19,2 miljoen USD. Convergent houdt nu een belang van 6,5% in HFL aan.
In 2023 realiseerde Infinity Holdings een gedeeltelijke exit uit Onward Technologies (een IT-bedrijf met focus op engineering, onderzoek en ontwikkeling) en een volledige exit uit Borosil Renewables (een toonaangevende producent van zonneglas in India) en uit Welspun India (een toonaangevende producent en exporteur van huistextiel in India).
Convergent en AvH versterkten hun strategisch partnerschap, waarbij AvH een bijkomende 9 miljoen USD toezegde aan Infinity Holdings. De cumulatieve investering van AvH in Infinity Holdings bedraagt nu 15,0 miljoen USD. AvH zal deelnemen aan het belangrijkste bestuursorgaan van het fonds, het Investor Advisory & Valuation Committee. Convergent zal AvH's operationele en industriële expertise blijven benutten en zal AvH helpen bij haar investeringsstrategie op de snel groeiende Indische markt.


Deelnemingspercentage AvH HealthQuad I Fund
Deelnemingspercentage AvH HealthQuad II Fund
36% 11% CIO: Charles-Antoine Janssen Managementteam: Ajay Mahipal Pinak Shrikhande Sunil Thakur Amit Varma

FAIR VALUE INVESTERING - INDIA & SOUTH-EAST ASIA
HealthQuad is een Indiaas transformatiefonds voor de gezondheidszorg dat werd opgericht om innovatieve modellen te stimuleren die door middel van technologie de toegang tot en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg radicaal verbeteren.
AvH & GROWTH CAPITAL
Het HealthQuad Fund I is volledig geïnvesteerd in 7 bedrijven in de Indiase gezondheidszorg. De focussegmenten zijn onder meer gespecialiseerde ziekenhuizen, medische apparatuur, IT-diensten voor de gezondheidszorg en aanverwante diensten. In november 2023 voltooide HealthQuad Fund I de exit uit Regency Healthcare door haar belang te verkopen aan Norwest Venture Partners. Dit resulteerde tot nu toe in een 'distribution to paid-in capital' ratio van 1,8x voor de investeerders (na 2 volledige exits en 1 gedeeltelijke exit). Het fonds heeft ook bindende overeenkomsten getekend voor de exit uit het Asian Institute of Nephrology and Urology (AINU). De transactie moet nog worden goedgekeurd door de regelgevende instanties en zal naar verwachting in de eerste helft van 2024 worden afgerond.
Eind december 2023 had HealthQuad Fund II 104 miljoen USD geïnvesteerd in 11 bedrijven. In 2023 nam het fonds deel aan de vervolgronden van Redcliffe Lifesciences, Ekincare en GoApptiv. In 2024 is het van plan om nog eens 20 tot 30 miljoen USD te investeren in twee nieuwe deals en vervolginvesteringen in portefeuillebedrijven.
HealthQuad zal dankzij de rijke klinische, operationele en investeringsexpertise van haar managementteam en haar uitgebreide netwerk operationele en strategische waarde blijven toevoegen aan haar portefeuillebedrijven.

HealthQuad
AvH is vertegenwoordigd in het investeringscomité en in de raad van bestuur van het HealthQuad Fund I en Fund II en streeft ernaar om samen met HealthQuad te investeren in enkele veelbelovende portefeuillebedrijven.


11% CEO: Vivek Tiwari Managementteam: Vishal Chaturvedi Raman Chawla Manish Gahlaut Dr Sandeep Gandhi Ketan Malkan Jitesh Mathur

FAIR VALUE INVESTERING - INDIA & SOUTH-EAST ASIA
Medikabazaar, India's toonaangevende B2B Healthtech-bedrijf, brengt met een breed scala aan technologische oplossingen een revolutie in de zorgketen teweeg.
Medikabazaar verbetert de toegankelijkheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid en bewustwording van de gezondheidszorg, voornamelijk in Tier 2 en Tier 3 steden en op het platteland. Aan de hand van een hybride model met een eigen voorraad en marktplaats verkoopt het in samenwerking met meer dan 15.000 partners haar productcatalogus van 900.000 SKU's aan meer dan 200.000 medische centra (incl. 57.000 ziekenhuizen) in heel India. Medikabazaar verwerkt ongeveer 55.000 leveringen per maand.
Het bedrijf heeft de overname en integratie afgerond van twee gespecialiseerde distributiebedrijven in India: Utivac, de grootste Indiase distributeur van vaccins, en Sri Nidhi Pharma, een toonaangevende distributeur van farmaceutische specialiteiten. In 2023 versterkte Medikabazaar haar leidersteam door sleutelprofielen aan te werven in financiële, technologische, product- en operationele functies. Het breidde haar personeelsbestand uit van circa 1.000 naar 1.380 VTE's.
Bovendien blijft Medikabazaar actief nieuwe sectoren ontwikkelen, zoals nucleaire geneeskunde, het levenscyclusbeheer van apparatuur (MBARC-platform) en private label medische producten. In 2023 zag Medikabazaar een sterke groei van haar activiteit VPO (Value Procurement Organization). VPO helpt de partnerziekenhuizen om een exclusieve inkoopovereenkomst aan te gaan waarin Medikabazaar de verantwoordelijkheid overneemt voor alle

inkopen voor de zorg, met een grote operationele efficiëntie en tot 30% kostenbesparingen voor de ziekenhuizen. Deze dienst gebruikt VIZI, het op AI-gebaseerde SaaS-product van Medikabazaar voor predictief voorraadbeheer.

Deelnemingspercentage AvH
11% CEO: Nicholas Cator Managementteam: Pramod Beri Lauren Burns Rishika Chandan Sarvesh Nevatia Hari Rajmohan Eric Woo

FAIR VALUE INVESTERING - INDIA & SOUTH-EAST ASIA
Venturi Partners is een in Singapore gebaseerde fondsbeheerder met een bijzondere focus op de consumentensector in India en Zuidoost-Azië.
Gebaseerd op gedeelde waarden en partnerships op lange termijn wil Venturi operationele toegevoegde waarde bieden aan ondernemers die bouwen aan de toekomstige leidende merken in Azië. Venturi sloot haar eerste fonds in 2022 af op 180 miljoen USD, waarin AvH deelnam als ankerinvesteerder met een toezegging van 20 miljoen USD.
Het fonds mikt op een totaal van 8 investeringen, zodat het een echt actieve investeerder zal worden. De focus ligt op klantgerichte, doelgerichte merken in de regio. AvH wil samen met het fonds investeren in een selectie van snel groeiende ondernemingen met een disruptief bedrijfsmodel en een unieke marktpositionering. Eind 2023 heeft het fonds 4 investeringen in haar portefeuille en is 43% van het toegezegde kapitaal opgenomen.
GROWTH CAPITAL• Livspace: India's toonaangevende leverancier van complete oplossingen voor woningverbetering, met vestigingen in India, Singapore, Maleisië en het Midden-Oosten. Het bedrijf heeft haar aanbod uitgebreid naar meer premium aanbiedingen en deed haar voordeel met een grotere bijdrage van huismerken naarmate die verder achterwaarts integreerden. • Country Delight: India's grootste online leveringsplatform voor dagelijkse benodigdheden zoals melk, zuivelproducten, brood, peulvruchten, fruit en groenten. Het bedrijf sloot in Q4 2023 met succes een vervolgronde af bij Temasek en Venturi om haar verdere groei te ondersteunen. • Believe: een 'identity brand' van vegetarische en halal schoonheids- en verzorgingsproducten, voornamelijk gericht op de moslimbevolking. • Pickup Coffee: een 'grab & go' koffiemerk in de Filippijnen. Het werd in
2023 aan de portefeuille toegevoegd en versterkte de intrede van Venturi op deze snel groeiende Zuidoost-Aziatische markt.
Niettegenstaande aanhoudende wereldwijde geopolitieke en economische uitdagingen bleef Azië de wereldwijde groei aanjagen in 2023. Gunstige demografische ontwikkelingen en solide macrofundamentals op lange termijn zullen in het komende decennium tot meer consumptieopportuniteiten in de regio leiden. Verschuivingen in de voorkeuren van populaties met digitale capaciteiten naar meer premium en aspirationele merken zullen kansen blijven scheppen op een lang traject naar groei in de regio, waarvan de portefeuillemaatschappijen van Venturi zouden kunnen profiteren.

Venturi Partners > Livspace

Jaarverslag 2023
Your partner for sustainable growth


| JAARREKENING | |
|---|---|
| 138 | Resultatenrekening |
| 139 | Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten |
| 140 | Balans |
| 142 | Kasstroomoverzicht (indirecte methode) |
| 143 | Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen |

| (€ 1.000) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 6 | 5.221.553 | 4.401.419 |
| Verrichting van diensten | 26 | 42 | |
| Vastgoedopbrengsten | 10 | 284.101 | 221.392 |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 233.068 | 115.243 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 106.367 | 100.051 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 15 | 4.508.561 | 3.864.890 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 89.431 | 99.802 | |
| Exploitatielasten (-) | 6 | -4.819.411 | -4.108.096 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | 25 | -3.338.275 | -2.849.372 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | -92.370 | -20.047 | |
| Personeelslasten (-) | 24 | -944.751 | -820.282 |
| Afschrijvingen (-) | 7 - 9 | -385.286 | -359.585 |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -19.556 | 1.053 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -42.136 | -51.455 | |
| Voorzieningen | 18 | 2.964 | -8.408 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 6 | -23.379 | -16.854 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 13 | -12.177 | -5.234 |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | -11.202 | -11.620 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 6 | 49.367 | 379.402 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 19.534 | 9.491 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 10 | 2.074 | 28.346 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 13 | 43.067 | 343.866 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | -15.308 | -2.301 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 428.130 | 655.871 | |
| Financieel resultaat | 12 | -41.924 | -10.156 |
| Renteopbrengsten | 36.959 | 17.619 | |
| Rentelasten (-) | 19 | -58.544 | -37.365 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -11.217 | -9.219 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | 976 | -7.114 | |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 12 | -10.098 | 25.923 |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 223.378 | 243.874 |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 609.585 | 889.590 | |
| Winstbelastingen | 21 | -102.483 | -82.078 |
| Uitgestelde belastingen | 12.365 | 3.250 | |
| Belastingen | -114.848 | -85.328 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 507.101 | 807.512 | |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd | 4 | 0 | 3.050 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 507.101 | 810.562 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 16 | 107.908 | 101.907 |
| Aandeel van de groep | 399.194 | 708.655 | |
| Winst per aandeel (€) | 2023 | 2022 | |
| 1. Gewone winst (verlies) per aandeel | |||
| 1.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 28 | 12,13 | 21,39 |
| 1.2. Uit de voortgezette activiteiten | 28 | 12,13 | 21,31 |
| 2. Verwaterde winst (verlies) per aandeel | |||
| 2.1. Uit de voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten | 28 | 12,12 | 21,37 |
| 2.2. Uit de voortgezette activiteiten | 28 | 12,12 | 21,28 |
We verwijzen naar de Toelichting 6 Segmentinformatie voor meer uitleg bij de geconsolideerde resultaten.
Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
| (€ 1.000) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| Winst (verlies) van het boekjaar | 507.101 | 810.562 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 16 | 107.908 | 101.907 |
| Aandeel van de groep | 399.194 | 708.655 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -32.718 | 121.581 | |
| Elementen die naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 13 | 36.429 | -58.554 |
| Belastingen | 21 | -8.934 | 14.639 |
| 27.496 | -43.916 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: afdekkingsreserve | 12 | -56.445 | 186.396 |
| Belastingen | 21 | 13.999 | -46.495 |
| -42.445 | 139.901 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: omrekeningsverschillen | -17.325 | 22.929 | |
| Elementen die niet naar de resultatenrekening kunnen geherklasseerd worden in toekomstige periodes | |||
| Wijziging herwaarderingsreserve: aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 13 | 713 | 5 |
| Belastingen | 21 | -178 | -1 |
| 535 | 4 | ||
| Wijziging herwaarderingsreserve: actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | 26 | -1.105 | 3.525 |
| Belastingen | 21 | 127 | -861 |
| -978 | 2.664 | ||
| Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 474.384 | 932.143 | |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 16 | 95.185 | 144.643 |
| Aandeel van de groep | 379.199 | 787.501 |
Voor de opbouw van het aandeel in het resultaat van het minderheidsbelang en van de groep wordt verwezen naar de Toelichting 6. Segmentinformatie.
Conform de boekhoudregel "IFRS 9 Financiële instrumenten" zijn financiële activa opgesplitst in 3 categorieën en worden schommelingen in de "reële waarde" van financiële activa opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening. De enige uitzondering hierop vormen de waardeschommelingen op de beleggingsportefeuille van Bank Van Breda en Delen Private Bank, die in de tabel hierboven zijn opgesplitst in aandelen en obligaties. De marktwaarde van de obligatieportefeuille van Bank Van Breda wordt beïnvloed door de volatiliteit in de rentevoeten en door de verkoop van obligaties (in het kader van haar Asset & Liability Management).
Afdekkingsreserves ontstaan door schommelingen in de marktwaarde van indekkingsinstrumenten die door verschillende groepsmaatschappijen werden afgesloten om zich in te dekken tegen risico's. Zo hebben meerdere groepsmaatschappijen (o.a. DEME, Nextensa en Rentel/SeaMade) zich ingedekt tegen een mogelijke stijging van de interestvoeten. In 2023 is de positieve marktwaarde van de indekkingsinstrumenten afgenomen, met een daling van de niet-gerealiseerde winsten op afdekkingsreserves met 42,4 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) tot gevolg.
Omrekeningsverschillen ontstaan als gevolg van schommelingen in de wisselkoersen van de deelnemingen die in vreemde munt rapporteren. In 2023 is de waarde van de euro gestegen in vergelijking tot de meeste relevante deviezen, wat de negatieve evolutie in de omrekeningsverschillen van 17,3 miljoen euro (inclusief aandeel van derden) grotendeels verklaart.
Sinds de invoering van de gewijzigde IAS19R boekhoudnorm in 2013, worden de actuariële winsten en verliezen op bepaalde pensioenplannen rechtstreeks via de nietgerealiseerde resultaten verwerkt.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| I. Vaste activa | |||
| Immateriële vaste activa | 7 | 12.343.167 118.806 |
11.968.509 117.649 |
| Goodwill | 8 | 320.123 | 319.953 |
| Materiële vaste activa | 9 | 2.909.412 | 2.720.708 |
| Terreinen en gebouwen | 279.354 | 246.782 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 2.241.138 | 2.183.188 | |
| Meubilair en rollend materieel | 65.730 | 49.296 | |
| Overige materiële vaste activa | 11.753 | 9.310 | |
| Activa in aanbouw | 311.437 | 232.132 | |
| Vastgoedbeleggingen | 10 | 1.288.844 | 1.278.716 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 2.022.091 | 1.845.237 |
| Financiële vaste activa | 13 | 450.040 | 398.203 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 223.016 | 208.328 | |
| Vorderingen en borgtochten | 227.024 | 189.875 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 12 | 89.227 | 158.911 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 21 | 150.442 | 154.829 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar | 14 | 4.994.181 | 4.974.302 |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 5.029.531 | 4.974.302 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -35.350 | 0 | |
| II. Vlottende activa | 6.666.355 | 5.645.505 | |
| Voorraden | 15 | 415.779 | 389.711 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 15 | 780.222 | 532.289 |
| Geldbeleggingen | 13 | 589.954 | 544.498 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 44.914 | 41.328 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 501.037 | 502.908 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 58 | 263 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 43.944 | 0 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 12 | 20.079 | 24.359 |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 13 | 937.971 | 847.085 |
| Handelsvorderingen | 789.368 | 719.214 | |
| Overige vorderingen | 148.603 | 127.871 | |
| Terug te vorderen belastingen | 21 | 46.851 | 37.379 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar | 14 | 2.791.806 | 1.965.939 |
| Banken - interbancaire vorderingen | 102.073 | 110.836 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 1.218.593 | 1.214.188 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -1.402 | 0 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 1.472.542 | 640.916 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 989.810 | 1.160.972 | |
| Overlopende rekeningen en overige vlottende activa | 93.885 | 143.270 | |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 5 | 10.998 | 62.504 |
| Totaal der activa | 19.020.522 | 17.676.517 | |
De uitsplitsing van de geconsolideerde balans per segment is opgenomen in de Toelichting 6. Segmentinformatie. Zoals daaruit blijkt, heeft de integrale consolidatie van Bank Van Breda (segment Private Banking) een betekenisvolle impact op zowel het balanstotaal als de balansstructuur van AvH. Bank Van Breda draagt 8.500,2 miljoen euro bij tot het balanstotaal van 19.020,5 miljoen euro en ondanks het feit dat deze bank sterk gekapitaliseerd is zoals blijkt uit de Common Equity Tier 1-ratio van 17,7%, zijn haar balansverhoudingen, verklaard vanuit haar activiteit, verschillend van die van de andere bedrijven in de consolidatiekring. Om de leesbaarheid van de geconsolideerde balans te verhogen zijn bepaalde posten afkomstig uit de balans van Bank Van Breda in de geconsolideerde balans samengevat.
| (€ 1.000) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| I. Totaal eigen vermogen | 6.377.063 | 6.002.456 | |
| Eigen vermogen - deel groep Geplaatst kapitaal |
4.913.951 113.907 |
4.633.633 113.907 |
|
| Aandelenkapitaal | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 4.907.712 | 4.547.922 | |
| Herwaarderingsreserves | -7.594 | 12.401 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | -11.310 | -32.964 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 697 | 129 | |
| Afdekkingsreserve | 32.617 | 59.938 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -24.164 | -23.375 | |
| Omrekeningsverschillen | -5.434 | 8.673 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 22 | -100.074 | -40.597 |
| Minderheidsbelang | 16 | 1.463.112 | 1.368.824 |
| II. Langlopende verplichtingen | 2.803.449 | 2.916.141 | |
| Voorzieningen | 18 | 118.304 | 95.036 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 72.121 | 76.955 |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 21 | 138.710 | 151.635 |
| Financiële schulden | 12 - 19 | 1.465.653 | 1.631.833 |
| Leningen van banken | 1.219.260 | 1.333.174 | |
| Obligatieleningen | 99.613 | 139.348 | |
| Achtergestelde leningen | 677 | 677 | |
| Leasingschulden | 133.969 | 112.180 | |
| Overige financiële schulden | 12.135 | 46.453 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 12 | 35.869 | 53.892 |
| Overige schulden | 46.754 | 41.721 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 20 | 926.038 | 865.069 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 926.038 | 736.385 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 40.003 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 88.681 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 9.840.010 | 8.757.920 | |
| Voorzieningen | 18 | 30.356 | 35.232 |
| Pensioenverplichtingen | 26 | 136 | 248 |
| Financiële schulden | 12 - 19 | 550.672 | 402.656 |
| Leningen van banken | 338.070 | 280.710 | |
| Obligatieleningen | 40.000 | 0 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | |
| Leasingschulden | 43.055 | 39.778 | |
| Overige financiële schulden | 129.547 | 82.168 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 12 | 20.175 | 31.893 |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 15 | 660.854 | 526.349 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.683.849 | 1.529.778 | |
| Handelsschulden | 1.266.776 | 1.136.241 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 84.486 | 72.539 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 218.725 | 210.608 | |
| Overige schulden | 113.863 | 110.391 | |
| Te betalen belastingen | 21 | 92.010 | 98.131 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 20 | 6.725.882 | 6.059.308 |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 49.604 | 116.379 | |
| Banken - deposito's van klanten | 6.564.963 | 5.817.110 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 111.315 | 124.766 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 1.052 | |
| Overlopende rekeningen | 76.075 | 74.326 | |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 5 | 0 | 0 |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 19.020.522 | 17.676.517 |
141
| (€ 1.000) | Toelichting | 2023 | 2022 |
|---|---|---|---|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 1.160.972 | 883.730 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 428.130 | 655.871 | |
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen | -49.367 | -377.790 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 11 | 134.974 | 122.246 |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 0 | |
| Winstbelastingen (betaald) | 21 | -121.739 | -84.378 |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||
| Afschrijvingen | 7 - 9 | 385.286 | 359.585 |
| Bijzondere waardeverminderingen | 7 - 8 - 9 | 19.598 | -1.014 |
| Aandelenoptieplannen | 22 | 2.827 | -5.834 |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening | 10 - 13 | 23.379 | 16.854 |
| (Afname) toename van voorzieningen | 18 | -7.179 | 8.523 |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 3.513 | -951 | |
| Cashflow | 819.423 | 693.111 | |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -168.234 | 23.524 | |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | 15 | 43.719 | -19.152 |
| Afname (toename) van vorderingen | 13 | -380.371 | -112.931 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 14 | -878.853 | 172.598 |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 259.186 | 213.384 | |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) | 20 | 774.564 | -204.306 |
| Afname (toename) overige | 13.520 | -26.069 | |
| Operationele cashflow | 651.189 | 716.635 | |
| Investeringen | -1.016.584 | -954.131 | |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | 7 - 9 | -433.989 | -514.530 |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 10 | -72.015 | -42.157 |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | 4 - 13 | -145.278 | -59.940 |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 0 | 4.433 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | 13 | -43.756 | -46.762 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 13 | -321.547 | -295.174 |
| Desinvesteringen | 495.760 | 956.824 | |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 7 - 9 | 57.310 | 12.115 |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen | 10 | 43.532 | 169.036 |
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 4 - 13 | 71.750 | 488.707 |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | 0 | -541 | |
| Terugbetaalde leningen | 13 | 19.326 | 26.455 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 13 | 303.843 | 261.051 |
| Investeringscashflow | -520.824 | 2.693 | |
| Financiële operaties | |||
| Ontvangen dividenden | 9.677 | 9.037 | |
| Ontvangen interesten | 37.233 | 17.619 | |
| Betaalde interesten | 12 - 19 | -57.755 | -38.175 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -21.148 | -26.767 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 22 | -58.945 | -8.550 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | -835 | -15.661 | |
| Toename van financiële schulden | 19 | 311.105 | 593.858 |
| (Afname) van financiële schulden | 19 | -401.724 | -824.484 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | 4 | 18.214 | -43.733 |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 29 | -102.511 | -91.085 |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -35.492 | -16.241 | |
| Financieringscashflow | -302.180 | -444.181 | |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten | -171.816 | 275.147 | |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 654 | 2.095 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 989.810 | 1.160.972 |
| (€ 1.000) | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelenkapitaal & agio |
Geconsolideerde reserves |
Fair value through Obligaties - OCI (FVOCI) |
Fair value through Aandelen - OCI (FVOCI) |
Afdekkingsreserves | (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen Actuariële winsten |
Omrekeningsverschillen | Ingekochte eigen aandelen |
Eigen vermogen - deel groep |
Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen | |
| Beginsaldo, 1 januari 2022 | 113.907 | 3.943.016 | 1.620 | 126 | -31.050 | -24.458 | -12.682 | -33.251 | 3.957.229 | 1.277.774 | 5.235.003 |
| Winst | 708.655 | 708.655 | 101.907 | 810.562 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -34.584 | 3 | 90.988 | 1.083 | 21.355 | 78.845 | 42.736 | 121.581 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 708.655 | -34.584 | 3 | 90.988 | 1.083 | 21.355 | 0 | 787.501 | 144.643 | 932.143 |
| Uitkering dividend | -91.085 | -91.085 | -16.241 | -107.326 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-7.346 | -7.346 | -7.346 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
-12.664 | -12.664 | -37.353 | -50.017 | |||||||
| Eindsaldo, 31 december 2022 | 113.907 | 4.547.922 | -32.964 | 129 | 59.938 | -23.375 | 8.673 | -40.597 | 4.633.633 | 1.368.824 | 6.002.456 |
| Impact wijzigingen IFRS | 0 | 0 | |||||||||
| Beginsaldo, 1 januari 2023 | 113.907 | 4.547.922 | -32.964 | 129 | 59.938 | -23.375 | 8.673 | -40.597 | 4.633.633 | 1.368.824 | 6.002.456 |
| Winst | 399.194 | 399.194 | 107.908 | 507.101 | |||||||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 21.653 | 568 | -27.321 | -789 | -14.107 | -19.995 | -12.723 | -32.718 | |||
| Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten |
0 | 399.194 | 21.653 | 568 | -27.321 | -789 | -14.107 | 0 | 379.199 | 95.185 | 474.384 |
| Uitkering dividend | -102.511 | -102.511 | -35.492 | -138.003 | |||||||
| Verrichtingen met ingekochte eigen aandelen |
-59.477 | -59.477 | -59.477 | ||||||||
| Andere (vnl. wijzigingen consoli datiekring / Belangen %) |
63.107 | 63.107 | 34.595 | 97.702 | |||||||
| Eindsaldo, 31 december 2023 | 113.907 | 4.907.712 | -11.310 | 697 | 32.617 | -24.164 | -5.434 | -100.074 | 4.913.951 | 1.463.112 | 6.377.063 |
Voor commentaren bij de niet-gerealiseerde resultaten wordt verwezen naar de "Staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten".
Na de Algemene Vergadering van 22 mei 2023, betaalde AvH een dividend uit van 3,10 euro per aandeel, wat resulteerde in een totale uitkering van 102,5 miljoen euro, rekening houdend met het feit dat geen dividend wordt uitgekeerd op de eigen aandelen die AvH op de datum van uitkering bezit.
In oktober 2022 kondigde AvH de start aan van een aandeleninkoopprogramma van maximaal 70,0 miljoen euro. Het programma ging van start op 5 oktober 2022 en de looptijd ervan werd door de raad van bestuur verlengd tot eind 2023. Sinds de start van dit programma zijn 488.414 eigen aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van 70 miljoen euro. Inmiddels zijn 80.000 van deze aandelen toegewezen om de verplichtingen uit hoofde van aandelenoptieplannen te dekken. Eind 2023 staan in totaal opties uit op 339.600 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 351.839 eigen aandelen.
Daarnaast werden in 2023 471.490 aandelen AvH gekocht en 443.883 verkocht in het kader van het contract dat AvH en Kepler Cheuvreux sloten om de liquiditeit van het aandeel AvH te ondersteunen. Deze transacties worden autonoom door Kepler Cheuvreux geïnitieerd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto aankoop van 27.607 aandelen AvH een impact op het eigen vermogen van AvH. Op 31 december 2023 bedroeg het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 31.113. In totaal waren er op 31 december 2023 791.366 ingekochte eigen aandelen (2,36% van de uitgegeven aandelen).
De post "Andere" in de kolom "Minderheidsbelang" vloeit o.m. voort uit de wijzigingen in de consolidatiekring van AvH of haar participaties. Kapitaalverhogingen door derden in Infra Asia Investment (Deep C Holding) en GSR (DEME) resulteerden in een toename van minderheidsbelangen, zonder controleverlies. De toename van het controlebelang in Nextensa gaf aanleiding tot een afname van de minderheidsbelangen. Voor meer details verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentrapportering.
Voorts bevat de post "Andere" in de kolom "Geconsolideerde reserves" o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust. De hierboven vermelde kapitaalverhogingen door derden gaven aanleiding tot resultaten op de dilutie bij GSR (43 miljoen euro) en bij Infra Asia Investments (7 miljoen euro); de verwerving van bijkomende Nextensa-aandelen (12 miljoen euro).
Het geplaatst maatschappelijk kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. We verwijzen naar de Toelichting 'Algemene gegevens betreffende de vennootschap en het kapitaal' voor meer informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal van AvH.
De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2023, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
Nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties
Volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan bestaande standaarden gepubliceerd door de IASB worden per 1 januari 2023 toegepast.
De toepassing van deze nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties heeft geen significante impact op de financiële staten van de groep.
Onderstaande wijziging is voor het eerst van toepassing in 2023 en heeft een impact op de geconsolideerde staten van de groep per 31 december 2023:
• Wijzigingen in IAS.12 winstbelastingen: Pillar Two Modelregels Internationale Belastinghervorming. De wijzigingen voorzien in een tijdelijke vrijstelling voor het opnemen en toelichten van informatie over uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen met betrekking tot de Pillar Two Modelregels. Ten gevolge van de wijzigingen moet de Groep vermelden dat ze de uitzondering heeft toegepast en moet ze de actuele belastingen met betrekking tot Pillar Two afzonderlijk vermelden. Zie Toelichting 21. Belastingen voor meer informatie.
Bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening volgens de IFRS-normen, worden schattingen verricht en assumpties geformuleerd die een invloed hebben op de bedragen opgenomen in die jaarrekening, met name wat betreft:
Deze schattingen gaan ervan uit dat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten gewaarborgd is en worden gemaakt op basis van de op dat ogenblik beschikbare informatie. De schattingen kunnen herzien worden wanneer de omstandigheden waarop ze gebaseerd zijn evolueren of wanneer nieuwe informatie beschikbaar wordt. De actuele resultaten kunnen van deze schattingen afwijken.
De waarderingsregels, als deel van het jaarverslag, worden jaarlijks goedgekeurd door AvH's raad van bestuur. De meest recente beraadslaging over en goedkeuring van de waarderingsregels door AvH's raad van bestuur vond plaats op 22 maart 2024. Op diezelfde raad van bestuur werden de financiële staten van AvH per 31 december 2023 goedgekeurd.
Ondanks de lage economische groei in 2023 in de eurozone, gekenmerkt door hoge inflatie, stijgende rentevoeten en een zwakke externe vraag, zette AvH uitstekende resultaten neer. Zowel onze private banken als DEME hebben recordresultaten geboekt dankzij hun leidende marktposities en sterke operationele capaciteiten. De positieve effecten van de hogere rente voor de banken compenseren enigszins de meer uitdagende marktcontext voor vastgoed en contracting.
Onze participaties kunnen een 'deel van de oplossing' zijn in deze uitdagende markten, onder meer omdat ze hun klanten innovatieve en kostefficiënte antwoorden bieden of bijdragen aan de energietransitie, bijvoorbeeld met de installatie van offshore windparken en biovergisters, het bouwen van 'smart buildings' en de ontwikkeling van groene waterstof.
Klimaat gerelateerde onderwerpen: Opportuniteiten en Risico's
De EU-taxonomie maakt deel uit van de Green Deal-aanpak van de EU en definieert een classificatiesysteem voor ecologisch duurzame activiteiten, met als doel duurzame investeringen te bevorderen en het risico van 'greenwashing' te vermijden. Het EU-taxonomiesysteem stelt hoge eisen in termen van technische screeningcriteria. Ondanks deze hoge eisen onderscheidt de AvH groep zich door het aanzienlijke deel van haar omzet (27%) en investeringen (43%) dat reeds 'aligned' is met dit kader. Deze cijfers tonen de financiële impact van de initiatieven van de groep AvH vanuit een ecologisch perspectief, waarbij het capex-cijfer duidelijk haar engagement voor en geloof in de toekomst aantoont.
De klimaatrisico's waaraan AvH is blootgesteld, worden beschreven in het hoofdstuk "ESG-risico" vanaf pagina 20. Voor meer informatie over de beschrijving, mitigerende maatregelen en governance verwijzen we naar "Risico's en onzekerheden". Meer specifiek met betrekking tot de klimaatgerelateerde zaken:
verschillen. SIPEF monitort het grondwaterpeil om systemen te ontwerpen voor de retentie van water, onderhoudt bufferzones en investeert in brandpreventie/monitoring. Door de toenemende bezorgdheid over duurzaamheid zouden strengere regels kunnen worden opgelegd aan bedrijven. De oliepalmplantages van SIPEF volgen de RSPO-normen en voldoen aan de RSPO-principes en -criteria. Als SIPEF er echter niet in zou slagen om aan strengere vereisten te blijven voldoen, kan het haar certificering verliezen of kan deze worden opgeschort.
• Het productieproces van Sagar Cements heeft te maken met ESG-risico's die geassocieerd worden met de cementindustrie, zoals energie-intensieve activiteiten, hoge koolstofemissies, gebruik van hulpbronnen, water, afvalproductie en vervuiling. Sagar Cements heeft een ESG-roadmap voor 2030 ontwikkeld en hefbomen geïdentificeerd om haar processen koolstofarm te maken. Sagar Cements heeft het Science Based Targets-initiatief (SBTi) onderschreven en toont daarmee haar proactieve aanpak om deze risico's te beperken.
Informatieverschaffing over klimaat en macro-economische zaken De impact van de macro-economische zaken zoals o.m. inflatie en stijgende rentevoeten komen aan bod in de toelichtingen: Vastgoedbeleggingen (10), Ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast (11), Financieel risicobeheer en afgeleide financiële instrumenten (12), Banken vorderingen en schulden (14–20), Financiële schulden (19) en Pensioenverplichtingen (26).
De klimaatgerelateerde topics worden behandeld in volgende toelichtingen: Goodwill (8), Materiële vaste activa (9), Vastgoedbeleggingen (10) en Provisies (18).
Voor het jaar eindigend op 31 december 2023 is er geen materiële impact in de financiële staten geïdentificeerd wat betreft de inschattingen en assumpties komende van de klimaatverandering. Als gevolg daarvan zijn de waarderingen van activa en verplichtingen niet significant beïnvloed door het risico van klimaatverandering. Verder concludeert de Groep dat het klimaatveranderingsrisico geen invloed heeft op de continuïteitsbeoordeling per december 2023.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van AvH, haar dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen.
Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer AvH (a) zeggenschap over de deelneming heeft; (b) is blootgesteld aan, of rechten heeft op variabele opbrengsten tengevolge haar betrokkenheid bij de deelneming; en (c) over de mogelijkheid beschikt haar zeggenschap over de deelneming aan te wenden om de omvang van de opbrengsten te beïnvloeden.
De consolidatie van een dochteronderneming begint wanneer de vennootschap controle verkrijgt over de dochteronderneming en eindigt wanneer de vennootschap de controle over de dochteronderneming verliest. In het bijzonder worden de opbrengsten en kosten van een dochteronderneming die in de loop van het jaar is verworven of afgestoten, opgenomen in de geconsolideerde staat van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten vanaf de datum waarop de vennootschap controle verkrijgt tot de datum waarop de vennootschap niet langer controle over de dochteronderneming uitoefent.
Winst of verlies, gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap en aan de minderheidsbelangen. Het totaalresultaat van de dochterondernemingen wordt toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap en aan de minderheidsbelangen, zelfs als dit tot gevolg heeft dat de minderheidsbelangen een negatief saldo vertonen.
Indien nodig worden aanpassingen aangebracht aan de financiële staten van de dochterondernemingen om hun waarderingsregels in overeenstemming te brengen met de waarderingsregels van de Groep.
Alle intragroepsactiva en -passiva, eigen vermogen, opbrengsten, kosten en kasstromen met betrekking tot transacties tussen leden van de Groep worden volledig geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening.
Wijzigingen in de eigendomsbelangen van de Groep in dochterondernemingen die er niet toe leiden dat de Groep de controle over de dochterondernemingen verliest, worden geboekt als eigenvermogenstransacties. De boekwaarden van de belangen van de Groep en van de minderheidsbelangen worden aangepast om rekening te houden met de wijzigingen in hun relatieve belangen in de dochterondernemingen. Elk verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding wordt rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen en toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap.
Wanneer de Groep de controle over een dochteronderneming verliest, wordt een winst of verlies opgenomen in de resultatenrekening. Dit wordt berekend als het verschil tussen (i) het totaal van de reële waarde van de ontvangen vergoeding en de reële waarde van een eventueel behouden belang en (ii) de vorige boekwaarde van de activa (met inbegrip van goodwill) en de passiva van de dochteronderneming en eventuele minderheidsbelangen. Alle bedragen die voorheen in de geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten werden opgenomen met betrekking tot die dochteronderneming, worden geboekt alsof de Groep de gerelateerde activa en verplichtingen van de dochteronderneming direct had afgestoten (d.w.z. overgeboekt naar de resultatenrekening of overgeboekt naar een andere categorie van het eigen vermogen zoals gespecificeerd/toegestaan door de toepasselijke IFRS).
Een aangehouden deelneming wordt aanvankelijk tegen reële waarde gewaardeerd. Deze reële waarde wordt de initiële boekwaarde op de datum waarop de controle verloren gaat en met het oog op de latere verwerking van het aangehouden belang als een geassocieerde deelneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of financieel actief.
Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarover de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of een overeenkomst met één of meerdere medeaandeelhouders en die als gemeenschappelijke dochteronderneming worden beschouwd) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatie-methode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de gezamenlijke controle.
Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin AvH de macht heeft om deel te nemen (zonder controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de invloed van betekenis.
Activa, passiva, opbrengsten en kosten van gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens deze methode wordt een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming eerst tegen kostprijs in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen en vervolgens aangepast om het aandeel van de Groep in het nettoresultaat en in het totaalresultaat van de geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming op te nemen. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een geassocieerde deelneming of een gemeenschappelijke dochteronderneming groter is dan het belang van de Groep in die geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming (met inbegrip van langetermijnbelangen die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de geassocieerde deelneming of gemeenschappelijke dochteronderneming), stopt de Groep met de opname van haar aandeel in verdere verliezen. Bijkomende verliezen worden alleen opgenomen voor zover de Groep een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft aangegaan of betalingen heeft verricht namens de geassocieerde deelneming of de gemeenschappelijke dochteronderneming.
Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs. Bij de verwerving van het belang wordt het eventuele surplus tussen de kostprijs van de investering en het aandeel in de reële waarde van de netto-activa van de entiteit geboekt als goodwill die in de boekwaarde van de investering is begrepen. De boekwaarde wordt vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als AvH, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage.
De Groep blijft de vermogensmutatiemethode toepassen wanneer een investering in een geassocieerde deelneming een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming wordt, of wanneer een investering in een gemeenschappelijke dochteronderneming een investering in een geassocieerde deelneming wordt. Er vindt geen herwaardering naar reële waarde plaats bij dergelijke wijzigingen in eigendomsbelangen. Wanneer de Groep haar eigendomsbelang in een geassocieerde deelneming of een gemeenschappelijke dochteronderneming vermindert, maar de Groep de vermogensmutatiemethode blijft toepassen, deelt de Groep het gedeelte van de winst of het verlies dat voorheen was opgenomen in de staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten met betrekking tot die vermindering van het eigendomsbelang opnieuw in als winst of verlies, indien die winst of dat verlies zou worden heringedeeld als winst of verlies bij de vervreemding van de gerelateerde activa of verplichtingen.
Een gezamenlijke operatie is een gemeenschappelijke regeling waarbij de partijen directe rechten hebben over de activa, alsook directe verplichtingen hebben ten aanzien van de verbintenissen van deze gezamenlijke operaties. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel delen van zeggenschap over een regeling, waarvan alleen sprake is wanneer beslissingen over de desbetreffende operaties unanieme instemming vereisen van alle partijen die de zeggenschap delen. Wanneer een dochteronderneming van AvH een gezamenlijke operatie opstart, neemt deze dochteronderneming het volgende op:
Overnames van bedrijven worden verwerkt volgens de acquisitiemethode. De in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding wordt gewaardeerd tegen reële waarde, berekend als de som van de reële waarde op de overnamedatum van de door de Groep overgedragen activa, de door de Groep aangegane verplichtingen jegens de voormalige aandeelhouders van de overgenomen partij en de door de Groep uitgegeven aandelenbelangen in ruil voor zeggenschap over de overgenomen partij. Aan de overname gerelateerde kosten worden in het algemeen als OPEX-uitgaven in de resultatenrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt.
Goodwill wordt initieel gewaardeerd tegen kostprijs (zijnde het bedrag waarmee het totaal van de overgedragen vergoeding en het opgenomen bedrag voor minderheidsbelangen en elk vroeger aangehouden belang de netto verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen overschrijdt). Na de eerste opname wordt goodwill gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Voor de toetsing op bijzondere waardevermindering wordt in een bedrijfscombinatie, verworven goodwill vanaf de overnamedatum, toegerekend aan elk van de kasstroomgenererende eenheden van de Groep die naar verwachting voordeel zullen halen uit de combinatie, ongeacht of andere activa of verplichtingen van de overgenomen partij aan deze eenheden worden toegewezen.
Wanneer goodwill is toegerekend aan een kasstroomgenererende eenheid en een deel van de activiteit binnen die eenheid wordt afgestoten, wordt de goodwill met betrekking tot de afgestoten activiteit opgenomen in de boekwaarde van de activiteit bij de bepaling van de winst of het verlies op de afstoting. Goodwill die in deze omstandigheden wordt afgestoten, wordt gewaardeerd op basis van de relatieve waarde van de afgestoten activiteit en het gedeelte van de kasstroomgenererende eenheid dat wordt behouden.
Minderheidsbelangen die eigendomsbelangen vertegenwoordigen en hun houders in geval van liquidatie recht geven op een evenredig deel van de netto-activa van de entiteit, mogen aanvankelijk worden gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van de minderheidsbelangen in de opgenomen bedragen van de identificeerbare netto-activa van overgenomen partij. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen.
Wanneer de door de Groep in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding activa of verplichtingen omvat die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsovereenkomst, wordt de voorwaardelijke vergoeding gewaardeerd tegen de reële waarde op de overnamedatum en opgenomen als onderdeel van de vergoeding die in een bedrijfscombinatie wordt overgedragen.
Wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als aanpassingen van de waarderingsperiode in aanmerking komen, worden met terugwerkende kracht aangepast, met overeenkomstige aanpassingen van de goodwill. Aanpassingen van de waarderingsperiode zijn aanpassingen die voortvloeien uit aanvullende informatie die tijdens de 'waarderingsperiode' (die niet langer kan duren dan één jaar vanaf de overnamedatum) is verkregen over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden.
De verwerking van wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die niet in aanmerking komen als aanpassingen van de waarderingsperiode is afhankelijk van hoe de voorwaardelijke vergoeding wordt ingedeeld. Een voorwaardelijke vergoeding die als een actief of een verplichting wordt ingedeeld, wordt op latere verslagdatums geherwaardeerd overeenkomstig IFRS 9, of IAS 37 voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en activa, naargelang het geval, waarbij de overeenkomstige winst of het overeenkomstige verlies in de resultatenrekening wordt opgenomen.
Wanneer een bedrijfscombinatie in fasen wordt gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden aandelenbelang van de Groep in de overgenomen partij geherwaardeerd naar de reële waarde op de overnamedatum en worden de hieruit voortvloeiende winsten of verliezen in voorkomend geval, in de resultatenrekening opgenomen. Bedragen die voortvloeien uit belangen in de overgenomen partij vóór de overnamedatum en die voorheen in de staat van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten werden opgenomen, worden naar de winst of het verlies overgeboekt indien een dergelijke behandeling passend zou zijn als dat belang zou worden afgestoten.
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet voltooid is op het einde van de verslagperiode waarin de bedrijfscombinatie tot stand is gekomen, rapporteert de Groep voorlopige bedragen voor de posten waarvoor de verwerking niet voltooid is. Deze voorlopige bedragen worden tijdens de waarderingsperiode retroactief aangepast (zie hierboven), of bijkomende activa of verplichtingen worden opgenomen, om nieuwe informatie te weerspiegelen die verkregen is over feiten en omstandigheden die op de overnamedatum bestonden en die, indien gekend, een invloed zouden hebben gehad op de op die datum opgenomen bedragen.
Aangezien de huidige IFRS-standaarden geen opname- en waarderingsregels specificeren voor bedrijfscombinaties tussen entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend (deze zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van IFRS 3 bedrijfscombinaties), past de Groep de vroegere boekhoudkundige verwerking toe. Dit betekent dat de activa en verplichtingen van de overgenomen partij aanvankelijk worden opgenomen tegen hun boekwaarde zonder aanpassingen van de reële waarde. Het verschil tussen de overnameprijs/verkoopprijs en de boekwaarde van de verworven/afgestoten nettoactiva wordt in het eigen vermogen verwerkt als een vergoeding aan de aandeelhouder.
Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn.
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur worden aan kostprijs gewaardeerd. Ze worden niet afgeschreven, maar ondergaan jaarlijks een impairment test en wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen.
Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen.
Onderzoeksuitgaven worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen. Ontwikkelingsuitgaven die voldoen aan de strenge erkenningscriteria van IAS 38 worden geactiveerd en afgeschreven over de economische levensduur.
Goodwill die voortvloeit uit een bedrijfscombinatie wordt opgenomen als een actief op de datum waarop de zeggenschap is verkregen (de overnamedatum). Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde het bedrag waarmee de overgedragen vergoeding, de minderheidsbelangen in de overgenomen onderneming en de reële waarde van het eventuele reeds door de Groep gehouden belang in de overgenomen onderneming het nettobedrag overschrijdt van de op de overnamedatum verworven identificeerbare activa en overgenomen verplichtingen.
Minderheidsbelangen worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen de reële waarde of tegen het aandeel van de minderheidsbelangen in de opgenomen identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De waarderingsgrondslag wordt per transactie gekozen.
Indien, na herbeoordeling, het nettosaldo op de overnamedatum van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen hoger is dan de som van de overgedragen vergoeding, de minderheidsbelangen in de overgenomen partij en de reële waarde van het eventuele vroegere belang van de Groep in de overgenomen partij, wordt het surplus onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen als een winst op een voordelige koop.
Goodwill wordt niet afgeschreven, maar wordt jaarlijks op bijzondere waardevermindering getoetst, of vaker indien er aanwijzingen zijn dat de kasstroomgenererende eenheid waaraan de goodwill wordt toegerekend, mogelijk een waardevermindering heeft ondergaan. Goodwill wordt in de balans opgenomen tegen kostprijs verminderd met eventuele gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden in toekomstige perioden niet teruggenomen.
Indien de Groep de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, worden de daarmee verband houdende activa (met inbegrip van goodwill), passiva, minderheidsbelangen en andere bestanddelen van het eigen vermogen niet langer in de balans opgenomen, terwijl de daaruit voortvloeiende winsten of verliezen in de resultatenrekening worden opgenomen. Elke aangehouden investering wordt opgenomen tegen reële waarde.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde.
De afschrijvingsperiodes gedefinieerd door DEME voor drijvend en ander bouwmaterieel variëren van 3 jaar (zoals voor pijpleidingen) tot 21 jaar. De hoofdcomponent van sleephopperzuigers en cutterzuigers wordt over een periode van 18 jaar afgeschreven. Voor nieuwe sleephopperzuigers, cutterzuigers, kabellegschepen en DP3 offshore kraanschepen die sinds 2019 in productie zijn, wordt de hoofdcomponent afgeschreven over een periode van 20 jaar en een tweede component over een periode van 10 jaar. Deze afschrijvingsregel was al van toepassing voor de grote hefvaartuigen. De hoofdcomponent omvat voornamelijk de romp en de machines, de tweede component heeft betrekking op de delen van een schip met een kortere levensduur dan de economische levenscyclus van het schip.
Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert.
Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicatie aanwezig is, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De realiseerbare waarde van een actief wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van de reële waarde min verkoopkosten (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) of de gebruikswaarde (o.b.v. de actuele waarde van de geschatte toekomstige cashflows). De eruit resulterende bijzondere waardeverminderingen worden ten laste van de resultatenrekening geboekt.
Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op goodwill, worden via de resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
Wanneer de Groep als leasinggever optreedt, bepaalt zij bij aanvang van de lease of de lease een financiële dan wel operationele lease is. Om een lease te classificeren, beoordeelt de Groep of de leaseovereenkomst nagenoeg alle risico's en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het onderliggende actief overdraagt. Als dat het geval is, wordt de lease beschouwd als een financiële lease. Bij die beoordeling houdt de Groep rekening met bepaalde indicatoren, zoals de leaseperiode die het grootste gedeelte van de economische levensduur van het actief dient te omvatten.
Indien de leaseovereenkomst zowel lease- als niet-leasecomponenten bevat, past de Groep IFRS 15 toe om de vergoeding die vervat zit in het contract toe te rekenen.
Volgens IFRS 16 is of bevat een contract een leaseovereenkomst indien het contract, in ruil voor een vergoeding, gedurende een bepaalde periode het recht verleent om de zeggenschap over het gebruik van een geïdentificeerd actief uit te oefenen.
De Groep neemt op de aanvangsdatum van de leaseovereenkomst een gebruiksrecht als actief op, alsook een overeenstemmende leaseverplichting. Activa en verplichtingen die voortvloeien uit leaseovereenkomsten worden bij eerste opname gewaardeerd op basis van contante waarde, gedisconteerd op basis van de marginale rentevoet van de leasingnemer. Het gebruiksrecht wordt vervolgens afgeschreven en/of er wordt een bijzondere waardevermindering voor geboekt wanneer dat noodzakelijk wordt geacht. Het gebruiksrecht wordt ook aangepast bij bepaalde herwaarderingen van de leaseverplichting.
De leaseverplichting wordt vervolgens verhoogd met de rentekosten op de leaseverplichting en verminderd met de verrichte leasebetaling. Ze wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er zich een verandering in de toekomstige leasebetalingen voordoet die voortvloeit uit een verandering in een index of rentevoet, een verandering in de schatting van het bedrag dat naar verwachting zal moeten worden betaald, of een verandering in de herbeoordeling van de aankoop- of verlengingsoptie die met redelijke zekerheid zal worden uitgeoefend (of een beëindigingsoptie die naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden uitgeoefend). De Groep heeft veronderstellingen gehanteerd om de periode van leaseovereenkomsten in te schatten.
In overeenstemming met de standaard voor leaseovereenkomsten heeft de Groep ervoor gekozen gebruik te maken van de volgende vrijstellingen:
De belangrijkste beoordelingen en veronderstellingen bij het bepalen van het gehuurde actief en de leaseverplichting zijn:
De vastgoedbeleggingen omvatten zowel de gebouwen die verhuurklaar zijn (vastgoedbeleggingen in exploitatie), als de gebouwen in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik, als vastgoedbelegging in exploitatie (projectontwikkelingen).
De vastgoedbeleggingen worden aan reële waarde gewaardeerd, waarbij de waardeschommelingen in de resultatenrekening worden verwerkt. Op basis van schattingsverslagen wordt de reële waarde van verhuurde gebouwen jaarlijks bepaald.
Bij de verwerving of investering in een ander financieel actief bepalen de contractuele voorwaarden of het een eigenvermogensinstrument, dan wel een schuldinstrument is.
Eigenvermogensinstrumenten geven recht op het overblijvend belang in de nettoactiva van een andere entiteit.
De beoordeling van de eigenschappen van de contractuele kasstromen of SPPI-test gebeurt per productgroep (financiële activa met gelijkaardige kasstroomeigenschappen) of waar nodig op individuele basis. Er wordt beoordeeld of het instrument op gespecifieerde data kasstromen genereert die enkel betalingen zijn van kapitaal en intrest op het uitstaand kapitaal (SPPI: solely payments of principal and interest). Er wordt ook nagegaan hoe deze kasstromen kaderen binnen het business model van de respectievelijke entiteit.
Uit deze beoordelingen volgt de classificatie en waarderingsmethode:
Los van deze beoordelingen kan er bij aanvang onherroepelijk voor gekozen worden om het financieel actief op te nemen aan FVPL (fair value option), als deze keuze zorgt voor eliminatie of aanzienlijke beperking van een zogenaamde 'accounting mismatch'.
Voor bovenstaande financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs en aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de nietgerealiseerde resultaten, moeten voorzieningen voor verwachte kredietverliezen aangelegd worden (zie rubriek 6. Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa).
Eigenvermogensinstrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden moeten verplicht worden gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL).
Voor andere eigenvermogensinstrumenten kan de Groep bij eerste opname onherroepelijk kiezen voor de waardering aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI). De keuze kan gebeuren instrument per instrument (per aandeel). Bij verkoop mogen de gecumuleerde waardeveranderingen niet worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Enkel dividenden mogen wel in de winst- en verliesrekening worden opgenomen.
Bij eigenvermogensinstrumenten moeten geen voorzieningen voor verwachte kredietverliezen worden aangelegd.
Bij de classificatie en waardering van financiële verplichtingen, andere dan derivaten, zijn er volgende mogelijkheden:
• gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL):
De operationele dochterondernemingen binnen de AvH-groep zijn elk verantwoordelijk voor het beheer van hun risico's zoals wisselrisico, interestrisico, kredietrisico, grondstoffenrisico, etc. De risico's, die variëren naargelang de sector waarin de dochterondernemingen actief zijn, worden bijgevolg niet centraal beheerd op groepsniveau. De desbetreffende directies rapporteren evenwel aan hun raad van bestuur of auditcomité over hun risico-indekking.
Afgeleide instrumenten worden opgenomen in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De verwerking van de afgeleide instrumenten is conform IFRS 9, met uitzondering van macro hedge accounting waarvoor IAS 39 toegepast wordt.
De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden van de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten' naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel. De waardeschommelingen van afgeleide financiële instrumenten die niet als reële-waarde- of kasstroom-indekking erkend zijn, worden onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
Kas en kasequivalenten, bestaande uit contanten en kortlopende beleggingen, worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
Onder IFRS 9 worden van bij de eerste opname voorzieningen voor verwachte kredietverliezen (expected credit losses of ECL's) aangelegd voor:
Bij het bepalen van de voorziening voor te verwachten kredietverliezen worden de financiële activa onderverdeeld in 3 niveaus (stages):
Mutaties in deze voorzieningen verlopen via de rubriek 'Bijzondere waardeverminderingen' in de winst- en verliesrekening. De voorzieningen voor verwachte kredietverliezen zelf worden gepresenteerd:
De 'staging' bij een significante stijging (of daling) in kredietrisico gebeurt op niveau van individuele contracten ('bottom-up' staging) op basis van een aantal criteria zoals betaalachterstand, hernegociaties en rating categorie. Voor de individuele staging bij kredieten wordt de interne kredietrating gebruikt. Aangezien dit een criterium is dat gebaseerd is op het verleden, wordt hiernaast nog een aparte 'collective staging' logica gehanteerd om de macro-economische verwachtingen mee in rekening te nemen.
Bij de obligatieportefeuille wordt de 'low credit risk exemption' toegepast: zolang obligaties hun 'investment grade rating' categorie behouden, blijven ze in stage 1. Op basis van het lage kredietrisico op rapporteringsdatum kan worden geconcludeerd dat een significante stijging in kredietrisico zich niet heeft voorgedaan. Indien een obligatie toch naar een 'non-investment grade' rating categorie zou migreren, zal de Bank de obligatie ofwel verkopen ofwel in stage 2 plaatsen en een bijhorende 'lifetime ECL' bepalen.
Een waarderingsmodel berekent de verwachte kredietverliezen voor contracten in stage 1 en 2 in regel met de literatuur over IFRS9 ECL-modellering. Ze zijn bepaald zonder enige bewuste vertekening in optimistische noch conservatieve zin en zijn gebaseerd op alle redelijke en onderbouwde informatie zoals die beschikbaar is met te verantwoorden kost of inspanning. Het gaat hierbij over informatie over het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van de toekomst. Voorts geven ze de verwachtingswaarde weer die de bank mogelijk acht in de voorzienbare toekomst.
Deze '1-year expected credit losses' en 'life-time expected credit losses' worden voor ieder individueel contract berekend op basis van de toekomstige kasstromen en volgende modelparameters:
Op elke afsluitdatum wordt nagegaan of er objectieve aanwijzingen zijn dat een financieel actief non-performing wordt en dus naar stage 3 transfereert. Dit gebeurt op basis van volgende objectief waarneembare gebeurtenissen:
Voor stage 3-contracten wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde.
De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van:
Voorraden worden gewaardeerd tegen kostprijs (aanschaffings- of vervaardigingsprijs) of tegen de netto realiseerbare waarde wanneer deze lager is. De vervaardigingsprijs omvat alle directe en indirecte kosten die nodig zijn om de goederen tot hun afwerkingsstadium op balansdatum te brengen, wat overeenkomt met de geschatte verkoopprijs in normale omstandigheden, verminderd met de afwerkings-, marketing- & distributiekosten (netto realiseerbare waarde). Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd volgens de 'Percentage of Completion'-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Kosten die verband houden met een kapitaaltransactie worden in mindering van het kapitaal gebracht.
Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact. Winsten en verliezen met betrekking tot eigen aandelen worden rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst, respectievelijk kost in resultaat genomen.
Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in de 'staat van niet-gerealiseerde resultaten'.
Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of indirecte) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening a rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt.
Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering erover werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
Voor garantieverplichtingen op geleverde producten of diensten en opgeleverde werken wordt op basis van statistische informatie uit het verleden een provisie aangelegd.
Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichting 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen', indien de impact van materieel belang is.
De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de uitgestelde belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt, behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode, toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit verschillende afschrijvingsritmes van materiële vaste activa, voorzieningen voor pensioenen, overdraagbare fiscale verliezen en belastingskredieten.
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen:
Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de belastingtarieven (en de belastingwetgeving) waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten tegen het eind van de verslagperiode.
IFRIC 23, die met ingang van 1 januari 2019 van kracht is, verduidelijkt de opname- en waarderingsvereisten van IAS 12 'Winstbelastingen' en is van toepassing wanneer er onzekerheid bestaat over de behandeling van actuele en uitgestelde winstbelastingen. Het is immers mogelijk dat een bepaalde fiscale behandeling pas zekerheid en duidelijkheid verkrijgt op het moment dat de relevante belastingautoriteit of rechtbank haar beslissing neemt. Bij de beoordeling of en hoe een onzekere fiscale behandeling het belastbaar resultaat beïnvloedt, gaat de Groep ervan uit dat een belastingautoriteit alle elementen zal onderzoeken waartoe zij gerechtigd is en dat zij bij het verrichten van die onderzoeken op de hoogte is van alle relevante informatie daaromtrent. Als de Groep concludeert dat het waarschijnlijk is dat de belastingautoriteit de onzekere behandeling zal aanvaarden, bepaalt zij het belastbaar resultaat in overeenstemming met de door haar gebruikte of geplande fiscale behandeling in haar belastingaangiften. Als de Groep concludeert dat het niet waarschijnlijk is dat een belastingautoriteit een onzekere fiscale behandeling zal aanvaarden, weerspiegelt zij het effect van de onzekerheid in haar boekhoudkundige belastingpositie. Indien de mogelijke uitkomsten binair zijn of geconcentreerd zijn op één waarde, wordt de onzekere belastingpositie gewaardeerd aan de hand van het meest waarschijnlijke bedrag. Indien er een reeks van mogelijke uitkomsten bestaan die noch binair zijn, noch op één waarde geconcentreerd zijn, kan de som van de gewogen bedragen van de mogelijke uitkomsten het best voorspellen hoe de onzekerheid zich zal materialiseren.
De personeelsbeloningen omvatten korte termijn-personeelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere lange termijn-personeelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
Binnen de groep hebben diverse dochterondernemingen groepsverzekeringen afgesloten ten voordele van hun personeelsleden. Aangezien voor de Belgische plannen de werkgever kan aangesproken worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 (Revised) te worden beschouwd als "te bereiken doel"-pensioenplannen.
De groep telt een aantal te bereiken doel-pensioenplannen. De kosten van de te bereiken doel-pensioenplannen worden op actuariële wijze bepaald aan de hand van de 'projected unit credit'-methode.
Herwaarderingen, die bestaan uit actuariële winsten en verliezen, het effect van het actiefplafond en het rendement op de fondsbeleggingen, worden rechtstreeks in de balans opgenomen, waarbij een overeenkomstig bedrag ten gunste of ten laste van de ingehouden winst wordt gebracht via de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Herwaarderingen worden niet in volgende perioden naar de winst- en verliesrekening overgeboekt.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op de ingangsdatum van de wijziging of inperking van de pensioenregeling, of, indien dit eerder is, op de datum waarop de groep reorganisatiekosten verantwoordt.
Het rentesaldo wordt berekend door de disconteringsvoet toe te passen op de nettoverplichting of het netto-actief uit hoofde van de te bereiken doelpensioenplannen en wordt in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
Binnen de groep AvH bestaan op verschillende niveau's aandelenoptieplannen, die aan werknemers het recht geven om AvH aandelen of aandelen van bepaalde dochterondernemingen te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de marktprijs of de intrinsieke waarde.
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde van de toegekende opties en warranten en als kost in de resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde prestaties tijdens de vestigingsperiode.
De opbrengsten worden conform de IFRS-normen erkend, rekening houdend met de specifieke activiteiten van elke sector.
Opbrengsten worden erkend wanneer of naarmate aan elke prestatieverplichting wordt voldaan, tegen het bedrag van de aan die prestatieverplichting toegerekende transactieprijs. De zeggenschap over een actief heeft betrekking op de mogelijkheid om het gebruik van het actief te sturen en nagenoeg alle resterende voordelen uit het actief te verkrijgen.
Wanneer aan een prestatieverplichting wordt voldaan door de overdracht van een beloofd goed of dienst aan de klant voordat de klant de tegenprestatie betaalt of voordat de betaling verschuldigd is, presenteert de Groep het contract als een contractactief, tenzij de rechten van de Groep op dat bedrag van de tegenprestatie onvoorwaardelijk zijn, in welk geval de Groep een vordering opneemt.
Wanneer een bedrag aan vergoedingen wordt ontvangen van een klant voordat de Groep een goed of dienst aan de klant overdraagt, wordt een contractverplichting opgenomen.
De belangrijkste opbrengstenstromen worden erkend als ze voldoen aan de hierna beschreven criteria.
Het grootste deel van de door de bouwondernemingen van de groep verantwoorde omzet heeft betrekking op contracten met klanten voor de verkoop van onroerend goed en diensten uit bouw-, projectmanagement en verkoopactiviteiten. Bij de administratieve verwerking van deze contracten is de Groep verplicht om aan te geven welke goederen of diensten van elkaar onderscheiden zijn en derhalve afzonderlijke prestatieverplichtingen vormen waaraan opbrengsten kunnen worden toegerekend.
Het management beoordeelt of een beloofd goed of dienst zich onderscheidt door te beoordelen of de klant het goed of de dienst op zichzelf kan benutten of samen met andere middelen kan gebruiken waarover de klant reeds beschikt. Voorts wordt nagegaan of de belofte van de Groep om het goed of de dienst aan de klant over te dragen, afzonderlijk van andere beloften in het contract, identificeerbaar is.
De Groep is verplicht om de transactieprijs te bepalen voor elk van zijn contracten met klanten. Wanneer de vergoeding variabel is als gevolg van een prestatiebonus, schat de Groep het bedrag in van de variabele vergoeding dat in de transactieprijs moet worden opgenomen.
De Groep gebruikt de op zichzelf staande verkoopprijs van de afzonderlijke goederen en diensten om de transactieprijs toe te rekenen aan geïdentificeerde prestatieverplichtingen. Dit gebeurt voor een beperkt aantal EPCI-contracten in het segment "Marine Engineering & Contracting", waar de meervoudige prestatieverplichtingen (inkoop- en installatieactiviteiten) aanleiding geven tot een afzonderlijk patroon van opbrengstenerkenning.
Om te bepalen wanneer opbrengsten worden erkend, beoordeelt de Groep elk van haar klantencontracten om te bepalen of de prestatieverplichtingen over een periode of op een tijdstip vervuld zijn. Voor bouw- en dienstencontracten erkent de Groep de opbrengsten over een periode volgens de 'percentage of completion' methode. De prestaties creëren een actief waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd; ze creëren geen actief met een alternatieve gebruiksmogelijkheid en de Groep heeft een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verrichte prestaties.
Voor de EPCI-contracten worden de opbrengsten van de inkoopactiviteiten op een bepaald moment in de tijd verantwoord en de installatieactiviteiten worden erkend volgens de 'percentage of completion'-methode.
Voor prestatieverplichtingen waaraan in de loop der tijd wordt voldaan, worden de opbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten in opdracht van derden opgenomen a rato van het voltooiingspercentage van de projectactiviteiten op de
151
balansdatum door middel van een inputmethode die wordt berekend als het aandeel van de projectkosten op de balansdatum en de geschatte totale projectkosten. Een verwacht verlies op een onderhanden project in opdracht van derden wordt onmiddellijk in resultaat opgenomen.
Contracten voor de verkoop van onroerend goed bevatten bepaalde garanties voor een periode van maximaal tien jaar na oplevering van het onroerend goed. De Groep is van mening dat deze voorwaarden 'assurance-type' garanties zijn die wettelijk verplicht zijn. Deze worden volgens IAS 37 verwerkt, wat in overeenstemming is met de huidige praktijk.
Een variatie kan leiden tot een stijging of daling van de contractopbrengsten. Een variatie is een opdracht van de klant voor een wijziging in de omvang van de werkzaamheden die in het kader van het contract moeten worden uitgevoerd. Deze contractwijzigingen maken gewoonlijk deel uit van de prestatieverplichting waaraan gedeeltelijk wordt voldaan op de datum van de contractwijziging, zodat het effect wordt opgenomen als een aanpassing van de opbrengst.
Dividenden worden opgenomen wanneer het recht van de Groep om de betaling te ontvangen is vastgesteld.
Overige opbrengsten worden opgenomen wanneer deze worden ontvangen of wanneer het recht op ontvangst van de betaling wordt gevestigd.
De Groep classificeert niet-vlottende activa en groepen activa die zullen worden vervreemd, als bestemd voor verkoop indien hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd door middel van een verkooptransactie en niet door hun voortgezette gebruik. Niet-vlottende (groepen) activa die zullen vervreemd worden, geclassificeerd als bestemd voor verkoop, worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van hun boekwaarde en hun reële waarde minus de verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervreemding van een actief (of groep van activa), exclusief financieringskosten en lasten uit hoofde van inkomstenbelastingen.
De criteria voor classificatie als bestemd voor verkoop zijn slechts voldaan wanneer de verkoop zeer waarschijnlijk is en het actief of de groep van activa die wordt afgestoten in hun huidige toestand onmiddellijk beschikbaar is voor verkoop. Uit de acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien, moet blijken dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke wijzigingen in de verkoop zich zullen voordoen of dat de beslissing om te verkopen zal worden ingetrokken. Het management moet zich verbinden tot het plan om het actief te verkopen en de verkoop moet naar verwachting binnen een jaar na datum van de classificatie voltooid zijn.
Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum ('adjusting events'). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
De groep berekent zowel de basis als de verwaterde winst per aandeel in overeenstemming met IAS 33. De basis winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode. Verwaterde winst per aandeel wordt berekend volgens het gemiddelde aantal uitstaande aandelen tijdens de periode plus het verwateringseffect van warranten en aandelenopties uitstaande tijdens de periode.
AvH is een gediversifieerde groep actief in volgende kernsectoren:
De segmentinformatie opgenomen in de financiële staten van AvH is opgemaakt in overeenstemming met IFRS 8.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2023 |
Belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2023 |
Minderheids belang % 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | ||||||
| DEME Group (1) |
0787.829.347 | België | 62,12% | 62,12% | 37,88% | 37,88% |
| CFE (1) |
0400.464.795 | België | 62,12% | 62,12% | 37,88% | 37,88% |
| Deep C Holding ( ) Rent-A-Port (2) |
0885.565.854 | België | 81,06% | 81,06% | 18,94% | 18,94% |
| International Port Engineering and Management (IPEM) | 0441.086.318 | België | 81,06% | 81,06% | 18,94% | 18,94% |
| Infra Asia Consultancy and Project Management | 0891.321.320 | België | 81,06% | 81,06% | 18,94% | 18,94% |
| IPEM Holdings | Cyprus | 81,06% | 81,06% | 18,94% | 18,94% | |
| Deep C ( Infra Asia Investments ) (3) |
||||||
| IPEM Reclamation | Cyprus | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Infra Asia Consultancy | Hongkong | 68,09% | 81,06% | 31,91% | 18,94% | |
| Rent-A-Port Reclamation | Hongkong | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Infra Asia Investment Green Utilities | Hongkong | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Infra Asia Investment HK | Hongkong | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Warehousing Workshop Worldwide | Hongkong | 61,28% | 68,58% | 38,72% | 31,42% | |
| Deep C Blue (Hong Kong) | Hongkong | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| IPEM Vietnam | Hongkong | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Dinh Vu Industrial Zone jsc | Vietnam | 52,43% | 57,61% | 47,57% | 42,39% | |
| Hong Duc Industrial Zone jsc | Vietnam | 68,09% | 76,30% | 31,91% | 23,70% | |
| Hai Phong Industrial Park jsc | Vietnam | 68,09% | 76,25% | 31,91% | 23,75% | |
| Deep C Blue Hai Phong Company | Vietnam | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| DC Red Hai Phong | Vietnam | 61,28% | 68,58% | 38,72% | 31,42% | |
| Deep C Management | Vietnam | 68,09% | 76,20% | 31,91% | 23,80% | |
| Green Offshore | 0832.273.757 | België | 81,06% | 81,06% | 18,94% | 18,94% |
| Private Banking | ||||||
| Bank Van Breda | 0404.055.577 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| Van Breda Immo Consult | 0726.963.530 | België | 78,75% | 78,75% | 21,25% | 21,25% |
| FinAx (4) |
0718.694.279 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Real Estate | ||||||
| Nextensa (1) (5) |
0436.323.915 | België | 61,66% | 58,53% | 38,34% | 41,47% |
(1) Voor een overzicht van de participaties aangehouden door de beursgenoteerde vennootschappen DEME Group, CFE en Nextensa wordt verwezen naar hun respectievelijke jaarverslagen.
(2) Rent-A-Port veranderde haar naam in Deep C Holding en bevestigde daarmee haar focus op de ontwikkelingen van Deep C ('Infra Asia Investments') in Vietnam. (3) In april verwierf RG International Limited via een kapitaalverhoging een belang van 10% in Deep C. RG International wordt gecontroleerd door Horst Geicke, een Duitse investeerder die in Hongkong is gevestigd. De participatie in Deep C van Deep C Holding, die niet deelnam aan de kapitaalverhoging van 23,8 miljoen USD, daalde van 94% naar 84%. (4) AvH heeft, via 100% dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-deelneming in Delen Private Bank en Bank Van Breda.
(5) AvH verhoogde haar participatie in Nextensa van 58.53% tot 61,66%.
| Naam van de dochteronderneming | Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel | Belangen % 2023 |
Belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2023 |
Minderheids belang % 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Energy & Resources | ||||||
| AvH Resources India | U74300DL2001 PTC111685 |
India | 100,00% | 100,00% | ||
| AvH & Growth Capital | ||||||
| AvH Growth Capital | 0434.330.168 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Sofinim Luxemburg | 2003.2218.661 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% | ||
| Agidens International | 0468.070.629 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Life Sciences | 0411.592.279 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Proces Automation | 0465.624.744 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Proces Automation BV | 005469272B01 | Nederland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Life Sciences BV | 850983411B01 | Nederland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens Inc | 32.067.705.379 | USA | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Agidens SAS (geliquideerd) | 10.813.818.424 | Frankrijk | 84,98% | 15,02% | ||
| Agidens GmbH (geliquideerd) | 76301 | Duitsland | 84,98% | 15,02% | ||
| Agidens AG | 539301 | Zwitserland | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Argus Technologies (fusie met Agidens Process Automation) | 0844.260.284 | België | 84,98% | 15,02% | ||
| Baarbeek Immo | 651.662.133 | België | 84,98% | 84,98% | 15,02% | 15,02% |
| Biolectric Group | 0422.609.402 | België | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% |
| Biolectric | 0879.126.440 | België | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% |
| Biolectric Ltd | UK | 55,83% | 55,83% | 44,17% | 44,17% | |
| Subholdings AvH | ||||||
| Anfima | 0426.265.213 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| AvH Singapore | 202118768G | Singapore | 100,00% | 100,00% | ||
| Brinvest | 0431.697.411 | België | 100,00% | 100,00% | ||
| Profimolux | 1992.2213.650 | Luxemburg | 100,00% | 100,00% |
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2023 |
Minderheids belangen % 2023 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Deep C Holding (1) |
|||||||||
| Deep C (subgroup Deep C Holding) (2) |
|||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 34,05% | 15,95% | 16.751 | 10 | 444 | -73 | ||
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 34,05% | 15,95% | 16.462 | 217 | 444 | 769 | ||
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 34,05% | 15,95% | 21.041 | 17.743 | 41.012 | 953 | ||
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 34,05% | 15,95% | 7.025 | 1.189 | 4.819 | 2.743 | ||
| Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 34,05% | 15,95% | 35.610 | 17.337 | 6.843 | 1.327 | ||
| Bac Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 34,05% | 15,95% | 94.495 | 39.294 | 68.339 | 17.060 | ||
| Hateco Deep C Port | Vietnam | 34,05% | 15,95% | 6 | 8 | 0 | -4 | ||
| GreenStor (3) |
0803.082.794 | België | 50,00% | 4.716 | 1.628 | 0 | -12 | ||
| Private Banking | |||||||||
| Delen Private Bank (4) |
0453.076.211 | België | 78,75% | p. 88 | 2.784.479 | 1.599.604 | 565.895 | 179.490 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| SIPEF (USD 1.000) (5) |
0404.491.285 | België | 38,53% | p. 104 | 1.080.242 | 226.465 | 443.886 | 72.735 | |
| Verdant Bioscience (USD 1.000) (6) |
Singapore | 42,00% | p. 108 | 32.291 | 25.699 | 5.315 | -3.310 | ||
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 5.396 | 4.738 | 631 | 19 | ||
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | p. 121 | 491.702 | 328.931 | 757.970 | 19.416 | |
| Telemond (7) |
0893.552.617 | België |
(1) Rent-A-Port veranderde haar naam in Deep C Holding en bevestigde daarmee haar focus op de ontwikkelingen van Deep C ('Infra Asia Investments') in Vietnam. (2) In april verwierf RG International Limited via een kapitaalverhoging een belang van 10% in Deep C. RG International wordt gecontroleerd door Horst Geicke, een Duitse investeerder die in Hongkong
is gevestigd. De participatie in Deep C van Deep C Holding, die niet deelnam aan de kapitaalverhoging van 23,8 miljoen USD, daalde van 94% naar 84%. (3) Deep C Holding verkocht haar participatie van 38% in BStor aan een nieuw opgerichte vennootschap GreenStor, dat een 50/50 joint venture is tussen AvH en CFE. Deze transactie had geen impact op de economische belangen (belangen%) van AvH in BStor (Toelichting 3).
| (€ 1.000) Naam van de dochteronderneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2022 |
Minderheids belang % 2022 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Deep C Holding | |||||||||
| Infra Asia Investments (subgroup Deep C Holding) |
|||||||||
| Euro Jetty (Hong Kong) | Hongkong | 38,10% | 11,90% | 17.401 | 10 | 455 | 2.435 | ||
| Deep C Green Energy (Hong Kong) | Hongkong | 38,10% | 11,90% | 16.251 | 224 | 455 | 720 | ||
| Deep C Green Energy (Vietnam) | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 19.896 | 17.367 | 35.635 | 582 | ||
| Euro Jetty (Vietnam) Company | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 4.612 | 1.214 | 4.846 | 2.648 | ||
| Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 27.988 | 8.857 | 0 | -1.206 | ||
| Bac Tien Phong Industrial Zone | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 83.859 | 36.248 | 17.286 | 3.774 | ||
| Hateco Deep C Port | Vietnam | 38,10% | 11,90% | 6 | 4 | 0 | -9 | ||
| Private Banking | |||||||||
| Delen Private Bank | 0453.076.211 | België | 78,75% | p. 88 | 2.582.456 | 1.503.860 | 512.143 | 160.623 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| SIPEF (USD 1.000) | 0404.491.285 | België | 36,81% | p. 104 | 1.062.223 | 244.420 | 527.460 | 108.157 | |
| Verdant Bioscience (USD 1.000) | Singapore | 42,00% | p. 108 | 32.989 | 23.087 | 5.905 | -1.288 | ||
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Amsteldijk Beheer | 33.080.456 | Nederland | 50,00% | 5.349 | 4.711 | 592 | -56 | ||
| Turbo's Hoet Groep | 0881.774.936 | België | 50,00% | p. 121 | 399.859 | 247.563 | 653.767 | 24.826 | |
| Telemond | 0893.552.617 | België | 50,00% | 99.490 | 30.051 | 128.408 | 15.156 |
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemingsnummer | Maatsch. zetel |
Belangen % 2023 |
Minderheids belangen % 2023 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & | |||||||||
| Contracting | |||||||||
| GreenStor (1) |
|||||||||
| BSTOR | 0648.717.687 | België | 19,00% | 7.866 | 4.307 | 1.089 | 98 | ||
| ESTOR-LUX | 0749.614.317 | België | 14,25% | 9.906 | 5.469 | 2.232 | 1.041 | ||
| ESTOR-LUX II | 0791.483.574 | België | 14,25% | 460 | 278 | 0 | -319 | ||
| Green Offshore (2) |
|||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,13% | 2,37% | p. 83 | 880.089 | 699.139 | 207.645 | 72.482 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,09% | 1,66% | p. 83 | 1.277.421 | 1.054.090 | 332.503 | 120.525 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,13% | 2,37% | 84.028 | 4.072 | 14.157 | 43.531 | |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,13% | 2,37% | 56.734 | 4 | 0 | 40.619 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| Sagar Cements (INR million) | L26942AP19 81PLC002887 | India | 19,64% | p. 109 | 39.780 | 23.598 | 24.174 | 460 | |
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | p. 115 | 15.505 | 26 | 450 | 913 | |
| Camlin Fine Sciences (31-03- 2023 INR million) (3) |
L74100MH1993PLC075361 | India | 6,60% | p. 117 | 20.601 | 12.360 | 16.816 | 398 | |
| Financière EMG (4) |
801.720.343 | Frankrijk | 22,74% | p. 118 | 338.726 | 286.993 | 331.708 | -20.819 | |
| Mediahuis (5) |
439.849.666 | België | 13,93% | p. 119 | 1.234.560 | 715.670 | 1.230.590 | 72.210 | |
| OM Partners | 428.328.442 | België | 20,01% | p. 120 | 196.377 | 54.810 | 190.843 | 33.155 | |
| Van Moer Group | 885.987.706 | België | 21,74% | p. 122 | 186.289 | 137.335 | 327.125 | 6.875 |
(1) Deep C Holding verkocht haar participatie van 38% in BStor aan een nieuw opgerichte vennootschap GreenStor, dat een 50/50 joint venture is tussen AvH en CFE. Deze transactie had geen impact op de economische belangen (belangen%) van AvH in BStor. BStor is de ontwikkelaar en eigenaar van een 75%-participatie in Estor-Lux, het eerste grootschalige batterijpark in België dat aangesloten is op het hoogspanningsnet.
(2) De deelnemingen in de offshore windenergieparken Rentel en SeaMade (en de tussenholdings Otary RS en Otary BIS) worden aangehouden via Green Offshore, dat een 50/50 investeringsvehikel is van AvH en CFE. AvH heeft een participatie (transitief) van 10,13% in Rentel en van 7,09% in SeaMade. Indien ook rekening wordt gehouden met de belangen van DEME in Rentel en SeaMade, bedragen de belangen (transitief) van AvH 21,9% respectievelijk 15,3%.
(3) AvH investeerde 20 miljoen euro in Camlin Fine Sciences (CFS), een beursgenoteerd bedrijf in speciale chemicaliën met hoofdzetel in Mumbai, India. De investering volgde op de voltooiing van een open bod op 26% van de aandelen van CFS tegen een aandelenprijs van 160 INR. In totaal werd 9,9% van de aandelen van CFS aangeboden, waarvan 6,6% werd verworven door AvH en 3,3% door een fonds dat werd geadviseerd door Convergent Finance. In het kader van deze transactie hebben zowel AvH als Convergent zich aangesloten bij de bestaande promotor van Camlin, Ashish Dandekar, als onderdeel van de promotorgroep, die nu samen 48% van de aandelen van CFS houdt.
(4) Alle cijfers vóór de bedrijfscombinatie tussen Financière EMG en Gravity Media Group.
(5) Eind 2023 heeft AvH een participatie van 49,9% in MediaCore, de controlerende aandeelhouder (53,5%) in Mediahuis Partners. Mediahuis Partners heeft een controlebelang van 52,14% in Mediahuis. Aldus bedraagt het deelnemingspercentage van AvH in Mediahuis 13,93%.
| (€ 1.000) Naam van de geassocieerde deelneming |
Ondernemings nummer |
Maatsch. zetel |
Belangen % 2022 |
Minderheids belangen % 2022 |
Activiteiten verslag |
Totaal activa |
Totaal verplich tingen |
Omzet | Netto resultaat |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||||||
| Deep C Holding | |||||||||
| BSTOR | 0648.717.687 | België | 30,80% | 5.200 | 1.739 | 499 | -413 | ||
| ESTOR-LUX | 0749.614.317 | België | 23,10% | 13.402 | 8.456 | 5.010 | 3.031 | ||
| ESTOR-LUX II | 0791.483.574 | België | 23,10% | 684 | 192 | 0 | -8 | ||
| Green Offshore | |||||||||
| Rentel | 0700.246.364 | België | 10,13% | 2,37% | p. 83 | 903.397 | 728.235 | 123.211 | 20.366 |
| SeaMade | 0543.401.324 | België | 7,09% | 1,66% | p. 83 | 1.255.529 | 1.062.860 | 140.683 | 11.296 |
| Otary RS | 0833.507.538 | België | 10,13% | 2,37% | 86.158 | 7.848 | 13.246 | 20.352 | |
| Otary BIS | 0842.251.889 | België | 10,13% | 2,37% | 54.530 | 12 | 0 | 6.271 | |
| Energy & Resources | |||||||||
| Sagar Cements (INR million) | L26942AP19 81PLC002887 |
India | 19,64% | p. 109 | 36.535 | 21.358 | 21.097 | -830 | |
| AvH & Growth Capital | |||||||||
| Axe Investments | 419.822.730 | België | 48,34% | p. 115 | 14.622 | 56 | 503 | 403 | |
| Financière EMG | 801.720.343 | Frankrijk | 22,73% | p. 118 | 352.915 | 281.128 | 359.128 | 4.232 | |
| Mediahuis | 439.849.666 | België | 13,93% | p. 119 | 1.179.890 | 696.270 | 1.222.960 | 65.264 | |
| OM Partners | 428.328.442 | België | 20,01% | p. 120 | 162.491 | 47.363 | 166.657 | 35.519 | |
| Van Moer Group | 885.987.706 | België | 21,74% | p. 122 | 163.800 | 121.694 | 310.267 | 5.754 |
| (€ 1.000) Naam van de participatie | Ondernemingsnummer | Maatsch. zetel | Activiteiten verslag |
Belang% 2023 (fully diluted) |
Belang% 2022 (fully diluted) |
|---|---|---|---|---|---|
| AvH & Growth Capital | |||||
| Life Sciences | |||||
| AstriVax (1) |
0787.990.881 | België | p. 123 | 7,1% | 5,8% |
| Biotalys (2) |
0508.931.185 | België | p. 124 | 11,4% | 11,9% |
| Bio Cap Invest (Epics Therapeutics) | 0719.433.261 | België | 29,5% | 29,5% | |
| Indigo Diabetes | 0666.442.557 | België | p. 125 | 11,9% | 11,9% |
| MRM Health | 0742.910.132 | België | p. 126 | 15,9% | 15,9% |
| OncoDNA | 0501.631.837 | België | p. 127 | 10,4% | 9,8% |
| Vico Therapeutics International (3) |
0746.929.395 | België | p. 128 | 3,8% | |
| Indië / Zuid-Oost Azië | |||||
| Convergent Finance (4) |
160130 | Mauritius | p. 129 | 6,8% | 3,1% |
| HealthQuad Fund I | U74999DL2019PTC352056 | Indië | p. 130 | 36,3% | 36,3% |
| HealthQuad Fund II | U74999DL2019PTC352056 | Indië | p. 130 | 11,0% | 11,0% |
| Medikabazaar (direct) | U51397MH2013PTC245092 | Indië | p. 131 | 8,9% | 8,9% |
| Venturi Fund I | T21VC0008K-SF001 | Singapore | p. 132 | 11,1% | 11,1% |
| Venturi Partners / Venturi I Capital | 201906515N | Singapore | p. 132 | 10,0% | 10,0% |
(1) AvH heeft in augustus 2022 haar investering in AstriVax (AvH 5,8%) aangekondigd, als onderdeel van de kapitaalronde die door deze spin-off van de KU Leuven georganiseerd werd. Op termijn
zal AvH een deelnemingspercentage van 7,7% in AstriVax aanhouden. (2) In juni verkreeg Biotalys verbintenissen voor een bedrag van 7 miljoen euro na een private plaatsing van nieuwe aandelen. Hierdoor nam het belang van AvH licht af.
(3) Vico Therapeutics (AvH 3,8%), een Nederlands biotechbedrijf dat nieuwe Antisense-Oligonucleotide therapieën voor zeldzame ziekten ontwikkelt, heeft een Serie B van 54 miljoen euro afgesloten die mede door AvH werd geleid. AvH houdt in eerste instantie 3,8% van de aandelen van Vico Therapeutics. Haar participatie zal verder toenemen wanneer het volledige bedrag van AvH's verbintenis van 7,5 miljoen euro door het bedrijf wordt opgevraagd na het bereiken van bepaalde mijlpalen.
(4) Convergent en AvH versterkten hun strategisch partnerschap, waarbij AvH een bijkomende 9 miljoen USD toezegde aan Infinity Holdings (het vlaggenschipfonds van Convergent). De cumulatieve investering van AvH in Infinity Holdings bedraagt nu 15,0 miljoen USD.
Er vonden geen bedrijfsacquisities plaats in 2023.
Er vonden geen bedrijfsverkopen plaats in 2023.
In 2022 hebben AvH en het management van Anima 100% van de aandelen van Anima overgedragen aan AG.
| (€ 1.000) | Anima |
|---|---|
| Balans | 30-06-2022 |
| Goodwill en immateriële vaste activa | 38.830 |
| Materiële vaste activa | 211.722 |
| Liquide middelen | 4.861 |
| Overige activa | 29.928 |
| Totaal der activa | 285.340 |
| Eigen vermogen (deel groep AvH) | 68.235 |
| Minderheidsbelang | 5.734 |
| Financiële schulden op lange en korte termijn | 164.690 |
| Overige schulden | 46.682 |
| Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 285.340 |
| Totaal activa | 285.340 |
| Totaal verplichtingen | -211.372 |
| Minderheidsbelangen | -5.734 |
| Netto actief (91,8%) | 68.235 |
| Verkoopprijs | 308.163 |
| Provisie - Reps & Warranties | -3.052 |
| Gerealiseerde meerwaarde | 236.876 |
| Resultatenrekening | 30-06-2022 |
| Bedrijfsopbrengsten | 60.127 |
| Exploitatielasten (-) | -54.271 |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | -245 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 5.611 |
| Financieel resultaat | -1.442 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 4.169 |
| Winstbelastingen | -1.118 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 3.050 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | -229 |
| Aandeel van de groep | 2.822 |
| Kasstroomoverzicht | 30-06-2022 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - openingsbalans op 1 januari 2022 | 6.067 |
| Operationele cashflow | 6.695 |
| Investeringscashflow | -8.174 |
| Financieringscashflow | 273 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten - slotbalans op 30 juni 2022 | 4.861 |
Het belangrijkste actief bestemd voor verkoop op jaareinde 2023 is vastgoed van Nextensa in Luxemburg, dat begin februari 2024 is verkocht voor een prijs in lijn met de waardering in deze balans.
Op jaareinde 2022 werden voor 62,5 miljoen euro activa opgenomen als bestemd voor verkoop. Ongeveer de helft daarvan betreft een schip bij DEME (Groenewind) dat in juli 2023 werd verkocht (Segment Marine Engineering & Contracting) en het saldo wordt verklaard door de boekwaarde van de 50%-deelneming van AvH in Telemond die in Q1 2023 werd verkocht (Segment AvH & Growth Capital).
DEME Group (integrale consolidatie 62,12%), CFE (integrale consolidatie 62,12%), Deep C Holding (voorheen Rent-A-Port) (integrale consolidatie 81,06%) en Green Offshore (integrale consolidatie 81,06%).
Rent-A-Port veranderde haar naam in Deep C Holding en bevestigde daarmee haar focus op de ontwikkelingen van Deep C in Vietnam. Deep C Holding verkocht haar participatie van 38% in BStor aan een nieuw opgerichte vennootschap GreenStor, dat een 50/50 joint venture is tussen AvH en CFE. Deze transactie had geen impact op de economische belangen (belangen%) van AvH in BStor. BStor is de ontwikkelaar en eigenaar van een 75%-participatie in Estor-Lux, het eerste grootschalige batterijpark in België dat aangesloten is op het hoogspanningsnet. De 50%-participatie van AvH in GreenStor is opgenomen in het "AvH & Growth Capital" segment.
Segment 2
Delen Private Bank (vermogensmutatiemethode 78,75%), Bank Van Breda (integrale consolidatie 78,75%) en FinAx (integrale consolidatie 100%).
Segment 3
Nextensa (Integrale consolidatie 61,66%)
In 2023 verhoogde AvH haar participatie in Nextensa van 58,53% tot 61,66%.
Segment 4
SIPEF (vermogensmutatiemethode 38,53%), Verdant Bioscience (vermogensmutatiemethode 42%), AvH India Resources (integrale consolidatie 100%) en Sagar Cements (vermogensmutatiemethode 19,64%).
AvH verhoogde in 2023 haar deelneming in SIPEF van 36,81% tot 38,53%, zonder dat dit evenwel impact heeft op de wijze waarop deze deelneming in de geconsolideerde rekeningen wordt verwerkt.
AvH India Resources bezit geen andere deelnemingen dan in Sagar Cements.
Na een succesvolle samenwerking van meer dan 30 jaar heeft AvH begin feburari 2023 haar 50% participatie in Telemond verkocht aan de Duitse familie Maas, haar langetermijnpartner. Deze verkoop heeft AvH een cashopbrengst van 55 miljoen euro opgeleverd en een meerwaarde van 19,2 miljoen euro.
AvH investeerde 20 miljoen euro in Camlin Fine Sciences (CFS), een beursgenoteerd bedrijf in speciale chemicaliën met hoofdzetel in Mumbai, India. De investering volgde op de voltooiing van een open bod op 26% van de aandelen van CFS tegen een aandelenprijs van 160 INR. In totaal werd 9,9% van de aandelen van CFS aangeboden, waarvan 6,6% werd verworven door AvH en 3,3% door een fonds dat werd geadviseerd door Convergent Finance. In het kader van deze transactie hebben zowel AvH als Convergent zich aangesloten bij de bestaande promotor van Camlin, Ashish Dandekar, als onderdeel van de promotorgroep, die nu samen 48% van de aandelen van CFS houdt.
Convergent en AvH versterkten hun strategisch partnerschap, waarbij AvH een bijkomende 9 miljoen USD toezegde aan Infinity Holdings (het vlaggenschipfonds van Convergent). De cumulatieve investering van AvH in Infinity Holdings bedraagt nu 15,0 miljoen USD.
Vico Therapeutics (AvH 3,8%), een Nederlands biotechbedrijf dat nieuwe Antisense-Oligonucleotide therapieën voor zeldzame ziekten ontwikkelt, heeft een Serie B van 54 miljoen euro afgesloten die mede door AvH werd geleid. AvH houdt in eerste instantie 3,8% van de aandelen van Vico Therapeutics. Haar participatie zal verder toenemen wanneer het volledige bedrag van AvH's verbintenis van 7,5 miljoen euro door het bedrijf wordt opgevraagd na het bereiken van bepaalde mijlpalen.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate | Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2023 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 4.653.743 | 346.559 | 127.883 | 41 | 95.358 | -2.031 | 5.221.553 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.971 | -1.945 | 26 |
| Vastgoedopbrengsten | 157.696 | 0 | 126.405 | 0 | 0 | 284.101 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 233.068 | 0 | 0 | 0 | 233.068 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 106.367 | 0 | 0 | 0 | 106.367 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 4.419.090 | 0 | 0 | 0 | 89.557 | -87 | 4.508.561 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 76.957 | 7.125 | 1.478 | 41 | 3.830 | 0 | 89.431 |
| Exploitatielasten (-) | -4.414.970 | -215.420 | -72.196 | -120 | -119.405 | 2.700 | -4.819.411 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -3.175.930 | -32.531 | -65.444 | -120 | -66.950 | 2.700 | -3.338.275 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -92.370 | 0 | 0 | 0 | -92.370 | |
| Personeelslasten (-) | -825.173 | -68.148 | -5.651 | 0 | -45.779 | -944.751 | |
| Afschrijvingen (-) | -370.868 | -7.673 | -1.060 | 0 | -5.686 | -385.286 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | -18.342 | -872 | 3 | 0 | -345 | -19.556 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -27.543 | -13.933 | -44 | 0 | -615 | 0 | -42.136 |
| Voorzieningen | 2.888 | 106 | 0 | 0 | -31 | 2.964 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | -7.689 | 0 | -15.690 | 0 | -23.379 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | 3.513 | 0 | -15.690 | -12.177 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -11.202 | 0 | 0 | -11.202 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 36.830 | -15.308 | 2.074 | 0 | 25.771 | 0 | 49.367 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 19.472 | 0 | 0 | 0 | 61 | 19.534 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 2.074 | 0 | 0 | 2.074 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 17.357 | 0 | 0 | 0 | 25.710 | 43.067 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 0 | -15.308 | 0 | 0 | 0 | -15.308 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 275.603 | 115.831 | 50.072 | -79 | -13.966 | 669 | 428.130 |
| Financieel resultaat | -31.026 | 1.566 | -24.972 | -16 | 13.193 | -669 | -41.924 |
| Renteopbrengsten | 20.198 | 902 | 4.459 | 0 | 13.830 | -2.430 | 36.959 |
| Rentelasten (-) | -36.121 | -1 | -23.664 | 0 | -1.187 | 2.430 | -58.544 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -10.843 | 0 | 0 | -16 | -358 | -11.217 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -4.261 | 125 | 4.873 | 0 | 908 | -669 | 976 |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 541 | -10.639 | 0 | 0 | -10.098 | |
| Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast |
23.288 | 141.349 | 9.599 | 25.612 | 23.531 | 223.378 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 267.865 | 258.746 | 34.699 | 25.516 | 22.758 | 0 | 609.585 |
| Winstbelastingen | -58.717 | -33.480 | -9.529 | -95 | -663 | 0 | -102.483 |
| Uitgestelde belastingen | 6.761 | -632 | 5.771 | 0 | 464 | 12.365 | |
| Belastingen | -65.478 | -32.848 | -15.300 | -95 | -1.127 | -114.848 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette bedrijfsactiviteiten |
209.148 | 225.266 | 25.170 | 25.421 | 22.095 | 0 | 507.101 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 209.148 | 225.266 | 25.170 | 25.421 | 22.095 | 0 | 507.101 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 80.646 | 16.543 | 9.588 | 780 | 350 | 107.908 | |
| Aandeel van de groep | 128.503 | 208.723 | 15.582 | 24.641 | 21.745 | 399.194 | |
In vergelijking met vorig jaar is de consolidatiekring van AvH grotendeels ongewijzigd gebleven. Begin 2023 verkocht AvH haar participatie van 50% in Telemond Holding, maar aangezien dat bedrijf werd opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, heeft dit geen significante invloed op de vergelijkbaarheid van de cijfers. En als gevolg van de desinvestering van Anima in Q3 2022 was laatstgenoemde al overgeboekt naar 'beëindigde bedrijfsactiviteiten' in de financiële staten van 2022. Daarom wordt de vergelijkbaarheid van de resultatenrekening 2023 met die van vorig jaar niet significant gecompliceerd door perimeterwijzigingen.
De geconsolideerde bedrijfsopbrengsten stegen met 820,1 miljoen euro (+19%). Het grootste deel van deze extra omzet wordt verklaard door de sterke groei bij DEME (+630,7 miljoen euro), dat voor het eerst de omzetdrempel van 3 miljard euro overschreed. De zeer sterke commerciële prestaties van Bank Van Breda verklaren de groei van de vergoedingen en commissie-inkomsten met 6%, terwijl de rente-opbrengsten ongeveer verdubbelden dankzij de algemene stijging van de rentevoeten ten opzichte van vorig jaar. Aangezien dit laatste ook van invloed was op de rentelasten van Bank Van Breda, groeide de nettorentemarge met een zeer indrukwekkende 48%. Terwijl de omzet van de vastgoedontwikkelingen van CFE met 85% steeg, bleven haar andere activiteiten (aanneming, multitechnieken) stabiel (+1%). Als gevolg van de indexering en verbeterde bezettingsgraad stegen de huuropbrengsten van Nextensa met 12% op vergelijkbare basis (+5% jaar-op-jaar), terwijl de verkoopopbrengsten van haar ontwikkelingsprojecten daalden met 14,2 miljoen euro (-22%). Zowel Agidens als Biolectric, de twee participaties die integraal worden geconsolideerd binnen 'AvH Growth Capital', realiseerden een sterke omzetgroei.
De 820,1 miljoen euro hogere opbrengsten vereisten 711,3 miljoen euro hogere exploitatielasten (+17%). De kosten van grondstoffen, diensten en uitbesteed werk stegen jaar op jaar met 17%, de personeelslasten met 15% en de afschrijvingen met 7%. Het grootste deel van de hogere afschrijvingslasten is afkomstig van DEME, als gevolg van de verdere uitbreiding van de vloot met een nieuw kabellegschip Yellowstone en het effect van het offshore installatieschip Orion dat in 2023 voor een volledig jaar werd afgeschreven. DEME heeft op haar inactieve cutterzuiger Al Jarraf een bijzondere waardevermindering geboekt voor een bedrag van 13,1 miljoen euro.
Aanpassingen van de reële waarde opgenomen via de resultatenrekening hadden een totale negatieve impact van 23,4 miljoen euro in 2023. Dit is 6,5 miljoen euro negatiever dan vorig jaar. De belangrijkste componenten van deze negatieve schommelingen in reële waarde in 2023 waren: een positief effect van 3,5 miljoen euro op de 1.351.320 aandelen in Retail Estates
aangehouden door Nextensa, een netto negatieve evolutie van 11,2 miljoen euro op de reële waarde van de vastgoedportefeuille van Nextensa en een negatieve evolutie van 15,7 miljoen euro op de niet-geconsolideerde participaties in Growth Capital van AvH en op haar thesaurieportefeuille.
De verkoop van activa droeg 49,4 miljoen euro bij aan de winst in 2023. DEME realiseerde in totaal 18,6 miljoen euro meerwaarden op de verkoop van activa, waarvan 13,0 miljoen euro op de verkoop van het offshore onderhoudsschip Groenewind. CFE realiseerde 17,4 miljoen euro winst op de verkoop van dochterondernemingen en ontwikkelingsmaatschappijen, waaronder 50% van haar Poolse project Chmielna aan Compagnie du Bois Sauvage. Een herschikking door Bank Van Breda van haar obligatieportefeuille leidde tot een verlies van 15,3 miljoen euro. Als gevolg van de lagere activiteit op de institutionele vastgoedmarkt verkocht Nextensa enkel haar kantoorgebouw 'Treesquare' in Brussel in april 2023. De verkoop door AvH van haar 50% participatie in de Poolse Telemond Group resulteerde in een meerwaarde van 19,1 miljoen euro op het niveau van AvH. Op de verkoop (in 2017) van de participatie van AvH in Ogeda werd een extra winst (earn out) van 6,1 miljoen euro geboekt.
Het globale financiële resultaat was 41,9 miljoen euro negatief. De nettorentelasten kwamen echter slechts 1,8 miljoen euro negatiever uit dan in 2022, aangezien sommige ondernemingen van de groep profiteerden van de hogere marktrente, terwijl andere hogere financieringskosten hadden. De belangrijkste variatie die de 31,8 miljoen euro bijkomend negatief financieel resultaat verklaart, ligt op het niveau van de reële waardeaanpassingen van afdekkingsinstrumenten bij Nextensa: ze hadden een negatief effect van 10,6 miljoen euro in 2023, na een positief effect van 27,7 miljoen euro het jaar daarvoor.
Het aandeel in de winst van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast bedroeg 223,4 miljoen euro. Deze zeer belangrijke bijdrage omvat het aandeel van AvH in de nettowinst van o.a. Delen Private Bank, SIPEF, de offshore windparken Rentel en SeaMade, Sagar Cements en van verscheidene participaties in Growth Capital. De volledige lijst van bedrijven in deze categorie is te vinden in toelichting 6. Segmentinformatie.
Winstbelastingen vertegenwoordigden een kost van 102,5 miljoen euro in 2023. Merk op dat de bijdrage van de volgens de vermogensmutatiemethode opgenomen participaties reeds na belastingen wordt gerapporteerd. De winstbelastingen van 102,5 miljoen euro in 2023 vertegenwoordigen daarom een belastingtarief van 26,5% van de winst voor belastingen (na uitsluiting van de bijdragen van ondernemingen volgens vermogensmutatie) van 386,2 miljoen euro (609,6 miljoen euro - 223,4 miljoen euro).
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate | Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2023 |
|
| I. Vaste activa | 3.870.602 | 6.175.212 | 1.480.596 | 353.632 | 488.361 | -25.236 | 12.343.167 |
| Immateriële vaste activa | 115.407 | 267 | 889 | 0 | 2.243 | 118.806 | |
| Goodwill | 174.150 | 134.247 | 0 | 0 | 11.727 | 320.123 | |
| Materiële vaste activa | 2.817.276 | 54.478 | 8.697 | 0 | 28.961 | 2.909.412 | |
| Terreinen en gebouwen | 216.797 | 44.832 | 0 | 0 | 17.725 | 279.354 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 2.233.197 | 2.665 | 1.899 | 0 | 3.378 | 2.241.138 | |
| Meubilair en rollend materieel | 53.106 | 5.284 | 697 | 0 | 6.644 | 65.730 | |
| Overige materiële vaste activa | 3.621 | 816 | 6.101 | 0 | 1.215 | 11.753 | |
| Activa in aanbouw | 310.555 | 882 | 0 | 0 | 0 | 311.437 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 1.288.844 | 0 | 0 | 1.288.844 | |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 397.890 | 933.089 | 64.238 | 353.632 | 273.242 | 2.022.091 | |
| Financiële vaste activa | 208.600 | 3.177 | 93.546 | 0 | 169.954 | -25.236 | 450.040 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 4.547 | 0 | 87.296 | 0 | 131.173 | 223.016 | |
| Vorderingen en borgtochten | 204.053 | 3.177 | 6.250 | 0 | 38.781 | -25.236 | 227.024 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 22.630 | 45.965 | 20.633 | 0 | 0 | 89.227 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 134.649 | 9.808 | 3.750 | 0 | 2.235 | 150.442 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan één jaar |
0 | 4.994.181 | 0 | 0 | 0 | 4.994.181 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 5.029.531 | 0 | 0 | 0 | 5.029.531 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | -35.350 | 0 | 0 | 0 | -35.350 | |
| II. Vlottende activa | 2.531.650 | 3.388.815 | 284.367 | 736 | 464.778 | -3.990 | 6.666.355 |
| Voorraden | 312.041 | 0 | 102.079 | 0 | 1.659 | 415.779 | |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 701.437 | 0 | 73.490 | 0 | 5.295 | 780.222 | |
| 2 | 545.039 | 0 | 44.912 | 589.954 | |||
| Geldbeleggingen | 0 | ||||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 2 | 0 | 0 | 0 | 44.912 | 44.914 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 501.037 | 0 | 0 | 0 | 501.037 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 58 | 0 | 0 | 0 | 58 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 43.944 | 0 | 0 | 0 | 43.944 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 16.161 | 3.918 | 0 | 0 | 0 | 20.079 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 808.989 | 5.601 | 81.908 | 3 | 42.813 | -1.343 | 937.971 |
| Handelsvorderingen | 745.140 | 56 | 22.777 | 0 | 22.738 | -1.343 | 789.368 |
| Overige vorderingen | 63.848 | 5.545 | 59.131 | 3 | 20.076 | 0 | 148.603 |
| Terug te vorderen belastingen | 33.758 | 1 | 12.505 | 43 | 544 | 46.851 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
0 | 2.791.806 | 0 | 0 | 0 | 2.791.806 | |
| Banken - interbancaire vorderingen | 0 | 102.073 | 0 | 0 | 0 | 102.073 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 1.218.593 | 0 | 0 | 0 | 1.218.593 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | -1.402 | 0 | 0 | 0 | -1.402 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 0 | 1.472.542 | 0 | 0 | 0 | 1.472.542 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 583.759 | 29.339 | 11.129 | 689 | 364.894 | 989.810 | |
| Overlopende rekeningen en overige vlottende activa | 75.502 | 13.110 | 3.257 | 0 | 4.661 | -2.647 | 93.885 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 1.630 | 138 | 9.230 | 0 | 0 | 10.998 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate | Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2023 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.812.244 | 707.191 | 126.405 | 14.479 | 741.108 | -1.888 | 4.399.538 |
| Overige landen binnen Europa | 490.085 | 78.805 | 0 | 59.393 | 58.304 | 686.587 | |
| Landen buiten Europa | 1.277.587 | 0 | 0 | 139.329 | 17.029 | 1.433.946 | |
| Totaal | 4.579.917 | 785.995 | 126.405 | 213.201 | 816.441 | -1.888 | 6.520.071 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de gemeenschappelijke en geassocieerde participaties proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | ||
| Engineering & Contracting |
Banking | Real Estate | Resources | Growth Capital |
tussen segmenten |
2023 | |
| I. Totaal eigen vermogen | 2.488.966 | 1.806.327 | 837.420 | 354.333 | 890.018 | 6.377.063 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.523.953 | 1.646.827 | 507.192 | 354.333 | 881.646 | 4.913.951 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.532.617 | 1.658.844 | 505.355 | 339.566 | 871.330 | 4.907.712 | |
| Herwaarderingsreserves | -8.664 | -12.017 | 1.837 | 14.767 | -3.518 | -7.594 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | -11.313 | 0 | 0 | 3 | -11.310 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 697 | 0 | 0 | 0 | 697 | |
| Afdekkingsreserve | 30.815 | 0 | 1.665 | 134 | 4 | 32.617 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -22.724 | -4.357 | 0 | -1.782 | 4.699 | -24.164 | |
| Omrekeningsverschillen | -16.755 | 2.956 | 172 | 16.415 | -8.223 | -5.434 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -100.074 | -100.074 | |
| Minderheidsbelang | 965.013 | 159.500 | 330.228 | 0 | 8.372 | 1.463.112 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.215.006 | 974.601 | 618.568 | 0 | 20.510 | -25.236 | 2.803.449 |
| Voorzieningen | 101.519 | 3.693 | 2.264 | 0 | 10.828 | 118.304 | |
| Pensioenverplichtingen | 64.211 | 7.458 | 0 | 0 | 452 | 72.121 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | |||||||
| Financiële schulden | 84.616 | 0 | 53.709 | 0 | 385 | 138.710 | |
| Leningen van banken | 914.291 | 5.726 | 562.159 | 0 | 8.713 | -25.236 | 1.465.653 |
| Obligatieleningen | 756.115 | 0 | 457.345 | 0 | 5.800 | 1.219.260 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 99.613 | 0 | 0 | 99.613 | |
| Leasingschulden | 677 | 0 | 0 | 0 | 0 | 677 | |
| Overige financiële schulden | 123.012 | 5.726 | 2.318 | 0 | 2.913 | 133.969 | |
| 34.487 | 0 | 2.884 | 0 | 0 | -25.236 | 12.135 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 23.078 | 12.355 | 436 | 0 | 0 | 35.869 | |
| Overige schulden | 27.291 | 19.331 | 0 | 0 | 132 | 46.754 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 926.038 | 0 | 0 | 0 | 926.038 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 926.038 | 0 | 0 | 0 | 926.038 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.699.910 | 6.783.238 | 318.205 | 35 | 42.612 | -3.990 | 9.840.010 |
| Voorzieningen | 29.319 | 5 | 350 | 0 | 681 | 30.356 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 136 | 0 | 0 | 0 | 136 | |
| Financiële schulden | 308.416 | 2.955 | 235.790 | 0 | 3.512 | 0 | 550.672 |
| Leningen van banken | 226.926 | 0 | 109.493 | 0 | 1.651 | 338.070 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 40.000 | 0 | 0 | 40.000 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Leasingschulden | 38.240 | 2.955 | 0 | 0 | 1.861 | 43.055 | |
| Overige financiële schulden | 43.250 | 0 | 86.297 | 0 | 0 | 0 | 129.547 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 20.324 | -149 | 0 | 0 | 0 | 20.175 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 648.981 | 0 | 0 | 0 | 11.873 | 660.854 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.576.528 | 41.927 | 42.881 | 5 | 23.851 | -1.343 | 1.683.849 |
| Handelsschulden | 1.231.371 | 47 | 26.046 | 5 | 10.651 | -1.343 | 1.266.776 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 84.486 | 0 | 0 | 0 | 0 | 84.486 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 184.774 | 16.954 | 5.265 | 0 | 11.732 | 218.725 | |
| Overige schulden | 75.897 | 24.927 | 11.570 | 0 | 1.469 | 0 | 113.863 |
| Te betalen belastingen | 79.274 | 3.676 | 8.254 | 30 | 776 | 92.010 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 6.725.882 | 0 | 0 | 0 | 6.725.882 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 49.604 | 0 | 0 | 0 | 49.604 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 6.564.963 | 0 | 0 | 0 | 6.564.963 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 111.315 | 0 | 0 | 0 | 111.315 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overlopende rekeningen | 37.068 | 8.806 | 30.930 | 0 | 1.918 | -2.647 | 76.075 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | 6.403.881 | 9.564.165 | 1.774.194 | 354.368 | 953.139 | -29.226 | 19.020.522 |
Het geconsolideerde balanstotaal van AvH is verder gestegen tot 19.020,5 miljoen euro (+8%). Met uitzondering van 'AvH & Growth Capital' dragen alle segmenten bij aan deze groei. Maar de grootste variaties komen van 'Private Banking' (+927,3 miljoen euro) en van 'Marine Engineering & Contracting' (+396,0 miljoen euro).
De integrale consolidatie van Bank Van Breda blijft een grote impact hebben op zowel de omvang als de samenstelling van de balans van AvH. Door de specifieke aard van haar bankactiviteiten heeft Bank Van Breda een aanzienlijk grotere balans dan de andere ondernemingen van de groep. Alleen al de integrale consolidatie van Bank Van Breda is goed voor 8.500,2 miljoen euro van het balanstotaal (45%) en haar structuur is specifiek voor haar bankactiviteiten. En hoewel Bank Van Breda nog steeds tot de best gekapitaliseerde financiële instellingen in België behoort, heeft het duidelijk andere balansratio's dan de andere (niet-bancaire) groepsondernemingen. Een aantal balansposten van Bank Van Breda werden gegroepeerd onder afzonderlijke rubrieken om een beter inzicht te geven in de geconsolideerde balans van AvH. De participatie van 78,75% in Delen Private Bank werd, zoals in vorige periodes, opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
De immateriële vaste activa en goodwill zijn vrijwel onveranderd gebleven ten opzichte van vorig jaar.
De materiële vaste activa zijn gestegen met 188,7 miljoen euro (+7%), bijna volledig gerelateerd aan DEME. In 2023 verwelkomde DEME een nieuw kabellegschip Viking Neptune en een ultradiepwaterboorschip Olympia in haar vloot. DEME bouwt een voormalige bulkcarrier om tot een nieuw valpijpschip Yelllowstone en upgradet de Sea Installer.
De waarde van de vastgoedbeleggingen van Nextensa steeg tot 1.288,8 miljoen euro (+1%), ondanks de verkoop van het gebouw Treesquare in 2023. Montoyer 24 (Brussel) en Monterey 18 (Luxemburg) werden toegevoegd aan de portefeuille en er werd verder geïnvesteerd in Luxemburg in de renovatie van het winkelcentrum Knauf in Schmiede en in de verbouwing van een oud kantoorgedeelte in de buurt van de luchthaven van Luxemburg tot een nieuw project.
De ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast omvatten de belangen in gezamenlijk gecontroleerde participaties of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Deze omvatten niet alleen directe deelnemingen zoals o.a. Delen Private Bank, de offshore windparken Rentel en SeaMade, SIPEF, Sagar Cements en verscheidene participaties uit de Growth Capital-portefeuille van AvH, maar ook volgens de vermogensmutatiemethode opgenomen participaties die door integraal geconsolideerde groepsondernemingen worden aangehouden. De stijging met 176,9 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar illustreert de sterke prestaties van deze participaties, waarbij de bijdragen aan het resultaat de dividenduitkeringen overtroffen. Maar ze wordt ook beïnvloed door wijzigingen in de consolidatiekring: in 2023 werd Camlin Fine Sciences opgenomen in 'AvH & Growth Capital' en vonden verschillende wijzigingen plaats in de gezamenlijk gecontroleerde entiteiten die actief zijn in vastgoedontwikkeling binnen CFE.
De financiële vaste activa: aandelen – gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening stegen met 14,7 miljoen euro in 2023 tot 223,0 miljoen euro. De belangrijkste bijdragen op jaareinde 2023 waren i) de aandelen in Retail Estates aangehouden door Nextensa, ii) de reële waarde van de life sciences en Asia Investments in de Growth Capital portefeuille en iii) andere nietgeconsolideerde investeringen op het niveau van AvH.
De financiële vaste activa: vorderingen en borgtochten: deze bestaan voornamelijk uit financieringen van DEME en CFE aan niet-geconsolideerde participaties en uit vorderingen op geconsolideerde entiteiten gerapporteerd in verschillende segmenten (die worden geëlimineerd in de geconsolideerde rekeningen).
De totale kredietportefeuille van Bank Van Breda is met 59,6 miljoen euro (+1%) aangegroeid tot 6.248,1 miljoen euro. Ongeveer 20% van dit bedrag heeft een looptijd van minder dan een jaar.
De voorraden stegen met 26,1 miljoen euro (+7%). Ze omvatten grondstoffen bij DEME en CFE en grondposities bij CFE, Deep C Holding en Nextensa.
De vorderingen op klanten voor onderhanden projecten zijn gestegen met 247,9 miljoen euro (+47%). Deze stijging is volledig te verklaren door de onderhanden projecten bij DEME.
De geldbeleggingen stegen met 45,5 miljoen euro tot 590,0 miljoen euro. Naast een kleine portefeuille bij AvH van 44,9 miljoen euro wordt dit bedrag volledig verklaard door de obligatieportefeuille van Bank Van Breda.
Banken - vorderingen <1 jaar: de groei van de deposito's van klanten was aanzienlijk groter dan de stijging van de kredietportefeuille. Dit heeft de liquiditeitspositie van Bank Van Breda verder versterkt en verklaart de 831,6 miljoen euro hogere deposito's van Bank Van Breda bij centrale banken op jaareinde 2023.
De evolutie in de cashpositie wordt toegelicht in het kasstroomoverzicht (zie Toelichting 6).
Het belangrijkste actief bestemd voor verkoop op jaareinde 2023 is vastgoed van Nextensa in Luxemburg, dat begin februari 2024 is verkocht voor een prijs in lijn met de waardering in deze balans.
De evolutie van het eigen vermogen wordt toegelicht in Toelichting 'Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen'.
De langlopende verplichtingen zijn in totaal gedaald met 112,7 miljoen euro, als gecombineerd effect van verschillende onderliggende evoluties waarvan de belangrijkste variaties zijn:
De kortlopende verplichtingen zijn gestegen met 1.082,1 miljoen euro. De belangrijkste variaties zijn:
| (€ 1.000) | Segment 1 Marine Engineering & Contracting |
Segment 2 Private Banking |
Segment 3 Real Estate |
Segment 4 Energy & Resources |
Segment 5 AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2023 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 693.990 | 24.515 | 31.106 | 642 | 410.718 | 0 | 1.160.972 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 275.603 | 115.831 | 50.072 | -79 | -13.966 | 669 | 428.130 |
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen |
-36.830 | 15.308 | -2.074 | 0 | -25.771 | -49.367 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 52.274 | 63.226 | 0 | 217 | 19.257 | 134.974 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winstbelastingen (betaald) | -72.369 | -32.848 | -15.300 | -95 | -1.127 | -121.739 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 370.868 | 7.673 | 1.060 | 0 | 5.686 | 385.286 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | 18.342 | 914 | -3 | 0 | 345 | 19.598 | |
| Aandelenoptieplannen | 160 | 713 | 0 | 0 | 1.953 | 2.827 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 7.689 | 0 | 15.690 | 23.379 | |
| (Afname) toename van voorzieningen | -6.518 | -692 | 0 | 0 | 31 | -7.179 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 3.250 | -1.285 | -207 | 0 | 1.755 | 3.513 | |
| Cashflow | 604.783 | 168.840 | 41.236 | 43 | 3.853 | 669 | 819.423 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | -62.784 | -52.298 | -35.194 | 43 | -18.000 | 0 | -168.234 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | 37.349 | 0 | 6.109 | 0 | 261 | 43.719 | |
| Afname (toename) van vorderingen | -357.914 | 5.676 | -10.786 | 65 | -17.413 | 0 | -380.371 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 0 | -878.853 | 0 | 0 | 0 | -878.853 | |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 264.103 | 13.290 | -17.985 | -6 | -217 | 0 | 259.186 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) |
0 | 774.564 | 0 | 0 | 0 | 774.564 | |
| Afname (toename) overige | -6.322 | 33.024 | -12.531 | -17 | -632 | 13.520 | |
| Operationele cashflow | 541.998 | 116.542 | 6.041 | 86 | -14.148 | 669 | 651.189 |
| Investeringen | -543.415 | -326.820 | -74.821 | -10.015 | -61.512 | 0 | -1.016.584 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -421.496 | -4.696 | -2.806 | 0 | -4.991 | -433.989 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -72.015 | 0 | 0 | -72.015 | |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | -81.263 | 0 | 0 | -10.015 | -54.000 | -145.278 | |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | -40.657 | -597 | 0 | 0 | -2.501 | 0 | -43.756 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 0 | -321.527 | 0 | 0 | -20 | -321.547 | |
| Desinvesteringen | 85.384 | 303.831 | 43.532 | 0 | 72.617 | -9.604 | 495.760 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa | 57.229 | 0 | 0 | 0 | 81 | 57.310 | |
| Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) |
0 8.830 |
0 0 |
43.532 0 |
0 0 |
0 62.920 |
43.532 71.750 |
|
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Terugbetaalde leningen | 19.325 | 0 | 0 | 0 | 9.605 | -9.604 | 19.326 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 0 | 303.831 | 0 | 0 | 12 | 303.843 | |
| Investeringscashflow | -458.031 | -22.989 | -31.289 | -10.015 | 11.105 | -9.604 | -520.824 |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen dividenden | 0 | 1.575 | 6.621 | 0 | 1.481 | 9.677 | |
| Ontvangen interesten | 20.472 | 902 | 4.459 | 0 | 13.830 | -2.430 | 37.233 |
| Betaalde interesten | -35.333 | -1 | -23.664 | 0 | -1.187 | 2.430 | -57.755 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -18.147 | 0 | -1.749 | -16 | -567 | -669 | -21.148 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -58.945 | -58.945 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | -835 | 0 | 0 | 0 | 0 | -835 | |
| Toename van financiële schulden | 192.983 | 0 | 118.122 | 0 | 0 | 0 | 311.105 |
| (Afname) van financiële schulden | -331.473 | -3.104 | -72.682 | 0 | -4.069 | 9.604 | -401.724 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | 31.266 | 0 | 0 | 0 | -13.052 | 18.214 | |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -102.511 | -102.511 | |
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -34.829 | -82.300 | -15.220 | 0 | 132.349 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -18.936 | -5.801 | -10.617 | 0 | -138 | -35.492 | |
| Financieringscashflow | -194.831 | -88.730 | 5.270 | -16 | -32.809 | 8.936 | -302.180 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
-110.864 | 4.824 | -19.978 | -9.945 | -35.853 | 0 | -171.816 |
| Transfert tussen segmenten | 0 | 0 | 0 | 10.015 | -10.015 | 0 | |
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 633 | 0 | 0 | -23 | 44 | 654 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 583.759 | 29.339 | 11.129 | 689 | 364.894 | 0 | 989.810 |
In 2023 realiseerde AvH een cashflow van 819,4 miljoen euro. Dit is 126,3 miljoen euro (+18%) meer dan in 2022. De belangrijkste aansluitingsposten zijn:
In vergelijking met het begin van het jaar steeg de behoefte aan werkkapitaal met 168,2 miljoen euro. In 2022 was het werkkapitaal verlaagd, zodat kasmiddelen vrijkwamen. Door deze grotere behoefte aan werkkapitaal in 2023 eindigde de operationele cashflow op 651,2 miljoen euro, zijnde 65,4 miljoen euro lager dan vorig jaar.
Hoewel alle segmenten van de AvH-groep meer werkkapitaal nodig hadden in 2023, was deze behoefte het meest uitgesproken in 'Marine Engineering & Contracting'. Bij Bank Van Breda zorgde de sterke groei (met 937,5 miljoen euro) van de klantendeposito's voor een toename van de cashdeposito's bij centrale banken (+831,6 miljoen euro) en een groei van de kredietportefeuille met 59,6 miljoen euro. De toegenomen behoefte aan werkkapitaal wordt bijgevolg verklaard door de daling van de deposito's ontvangen van kredietinstellingen en van de schuldbewijzen.
De investeringen in 2023 overschreden de drempel van 1 miljard euro. Ze stegen van 954,1 miljoen euro in 2022 tot 1.016,6 miljoen euro. Na correctie voor de verwerving van 321,5 miljoen euro geldbeleggingen door Bank Van Breda in het kader van haar ALM-beheer, daalt dit bedrag tot een nog steeds indrukwekkende 695,1 miljoen euro (vergelijkbaar voor 2022: 674,0 miljoen euro).
434,0 miljoen euro werd geïnvesteerd in immateriële en materiële vaste activa, waarvan 398,9 miljoen euro door DEME, 19,7 miljoen euro door CFE en 4,7 miljoen euro door Bank van Breda. Nextensa investeerde 72,0 miljoen euro in haar vastgoedportefeuille, waarvan 17,3 miljoen euro in twee nieuwe eigendommen die zullen worden herontwikkeld.
De investeringen in financiële vaste activa bedroegen 145,3 miljoen euro. In 'Marine Engineering & Contracting' investeerde CFE in verscheidene maatschappijen die vastgoedprojecten zullen ontwikkelen, waaronder het project Kronos in Luxemburg. Enkele kleinere transacties binnen DEME Group leidden tot een kasuitstroom van 8,2 miljoen euro. AvH verhoogde haar participatie in SIPEF met 1,72% tot 38,53%, nam deel aan een openbaar overnamebod op Camlin dat resulteerde in een investering van 20 miljoen euro en realiseerde een reeks andere kleinere investeringen.
Nieuwe leningen werden toegestaan voor een bedrag van 43,8 miljoen euro: 19,6 miljoen euro door DEME aan verschillende niet-geconsolideerde entiteiten en 21,0 miljoen euro door CFE, voornamelijk voor de financiering van vastgoedontwikkelingsmaatschappijen.
495,8 miljoen euro werd gegenereerd door desinvesteringen. Na correctie voor de verkoop door Bank Van Breda van 303,8 miljoen euro aan geldbeleggingen in het kader van haar ALM-beheer, daalt dit bedrag tot 191,9 miljoen euro (vergelijkbaar voor 2022: 711,3 miljoen euro, inclusief de cashopbrengst van de verkoop van Anima en Manuchar).
DEME genereerde 53,7 miljoen euro cash uit de verkoop van materiële vaste activa. Naast de verkoop van het offshore onderhoudsschip Groenewind werden verscheidene andere kleinere eenheden en uitrustingen verkocht. Nextensa verkocht in 2023 het gebouw Treesquare.
De belangrijkste desinvesteringen van financiële vaste activa die in 2023 bijdroegen tot de cashgeneratie waren de verkoop door CFE van 50% in het project Chmielna in Polen, de verkoop door Deep C Holding van BStor aan GreenStor en de verkoop voor 55 miljoen euro door AvH van haar 50% participatie in Telemond Holding aan haar langetermijnpartner, de familie Maas.
Zowel CFE als AvH ontvingen terugbetalingen van aandeelhoudersleningen van Deep C Holding, na de succesvolle kapitaalverhoging bij haar filiaal Infra Asia Investment, en voor een kleiner bedrag van Green Offshore. Al deze kasstromen worden geëlimineerd in de geconsolideerde rekeningen. De resterende bedragen betreffen voornamelijk terugbetalingen door vastgoedontwikkelingsmaatschappijen bij CFE en door niet-geconsolideerde ondernemingen bij DEME.
De nettostroom uit investeringen/desinvesteringen was in 2023 een kasuitstroom van 520,8 miljoen euro. Na correctie voor de ALM-investeringen/desinvesteringen van Bank Van Breda kwam dit bedrag uit op 503,1 miljoen euro.
De financieringscashflow was 302,2 miljoen euro negatief in 2023 (2022: - 444,2 miljoen euro).
De dividenden ontvangen van niet-geconsolideerde deelnemingen hebben voornamelijk betrekking op het dividend van Retail Estates ontvangen door Nextensa.
Ondanks de stijging van de marktrente in 2023 bleef de impact op de groep AvH beperkt. De betaalde netto rentelasten bedroegen 20,5 miljoen euro, bijna gelijk aan 2022 (20,6 miljoen euro).
De diverse financiële opbrengsten (lasten) veroorzaakten een kasuitstroom van 21,1 miljoen euro. Ze omvatten onder meer negatieve wisselkoersresultaten.
In 2023 beëindigde AvH haar aandeleninkoopprogramma van 70 miljoen euro en hield het 791.366 eigen aandelen aan op jaareinde 2023.
In de loop van 2023 betaalden de bedrijven van de groep AvH 356,1 miljoen euro financiële schulden terug en gingen ze voor 311,1 miljoen euro nieuwe schulden aan. Dit resulteerde in een nettovermindering van 45,0 miljoen euro, met evenwel verschillende evoluties in de portefeuille. Terwijl DEME haar financiële schuld verminderde met 154,1 miljoen euro, steeg ze bij CFE (+58,3 miljoen euro) en Nextensa (+45,3 miljoen euro). De kasuitstroom met betrekking tot de leaseovereenkomsten volgens IFRS 16 bedroeg -45,6 miljoen euro (2022: -42,6 miljoen euro).
De transacties in controleparticipaties genereerden een nettokasopbrengst van 18,2 miljoen euro, dankzij de kapitaalverhoging van de DEME-dochter GSR door Transocean en van Infra Asia Investments (een dochter van Deep C Holding) door RG International. AvH besteedde 14,2 miljoen euro aan de verhoging van haar participatie in Nextensa.
AvH keerde 102,5 miljoen euro aan dividenden uit aan haar aandeelhouders, 11,4 miljoen euro meer dan het jaar voordien. De dividenden uitgekeerd door de groepsvennootschappen (DEME, CFE, Bank Van Breda, Nextensa en Agidens) aan externe aandeelhouders hebben geleid tot een kasuitstroom van 35,5 miljoen euro, een stijging met 19,3 miljoen euro ten opzichte van 2022.
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Financiële schulden (31-12-2022) | 2.034.489 |
| Bewegingen in de kasstroomtabel (financieringscashflow) | |
| Toename van financiële schulden | 311.105 |
| (Afname) van financiële schulden | -401.724 |
| "Non-cash" bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | 0 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | 0 |
| - IFRS 16 Leases - materiële vaste activa | 72.638 |
| - IFRS 16 Leases - vastgoedbeleggingen | 0 |
| - Wisselkoers-effecten | -182 |
| - Overige | 0 |
| Financiële schulden (31-12-2023) | 2.016.326 |
| € Miljoen | 2023 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 |
|---|---|---|---|---|---|
| Eigen aandelen (2) | 120,7 | 55,7 | 46,0 | 39,6 | 40,8 |
| Overige beleggingen | |||||
| - Portefeuille aandelen | 44,9 | 41,3 | 48,2 | 51,2 | 55,7 |
| - Termijndeposito's | 278,8 | 361,1 | 6,0 | 0,0 | 155,9 |
| Liquide middelen | 73,1 | 40,7 | 20,3 | 8,1 | 27,0 |
| Financiële schulden ('commercial paper') | 0,0 | 0,0 | -42,7 | -31,0 | -12,0 |
| Nettothesauriepositie | 517,5 | 498,7 | 77,7 | 68,0 | 267,4 |
(1) Bevat de eigen aandelen, thesaurie en financiële schulden aan kredietinstellingen en t.o.v. financiële markten van de geconsolideerde subholdings opgenomen in het segment 'AvH & Growth Capital' alsook de thesaurie van FinAx/Finaxis. In de mate dat de eigen aandelen worden aangehouden voor de indekking van optieverplichtingen, wordt de waarde van de eigen aandelen daarop afgestemd.
(2) Conform IFRS worden eigen aandelen aan kost geboekt en in mindering van het geconsolideerd eigen vermogen gebracht (we verwijzen naar het Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen).
Eind 2023 beschikte AvH over een nettocashpositie van 517,5 miljoen euro, tegenover 498,7 miljoen euro eind 2022. Deze positie omvat een bedrag van 120,7 miljoen euro aan eigen aandelen. 339.600 eigen aandelen worden aangehouden als dekking voor uitstaande optieverplichtingen. Ze worden gewaardeerd tegen de marktprijs van de overeenkomstige opties of hun uitoefenprijs indien deze lager is. Alle andere ingekochte eigen aandelen worden opgenomen tegen marktwaarde. De resterende 396,8 miljoen euro bestaat uit liquide middelen, termijndeposito's en een portefeuille van 44,9 miljoen euro beursgenoteerde investeringen op het niveau van AvH. Eind 2023 hadden AvH & subholdings geen financiële schulden uitstaan.
Op 31 december 2023 bezat AvH in totaal 791.366 eigen aandelen (2,36% van het aandelenkapitaal):
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 |
|
| Bedrijfsopbrengsten | 3.965.083 | 217.522 | 145.138 | 25 | 75.704 | -2.053 | 4.401.419 |
| Verrichting van diensten | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.008 | -1.966 | 42 |
| Vastgoedopbrengsten | 85.392 | 0 | 135.999 | 0 | 0 | 221.392 | |
| Rente-opbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 115.243 | 0 | 0 | 0 | 115.243 | |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten | 0 | 100.051 | 0 | 0 | 0 | 100.051 | |
| Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van derden | 3.793.646 | 0 | 0 | 0 | 71.330 | -87 | 3.864.890 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 86.044 | 2.229 | 9.139 | 25 | 2.366 | 0 | 99.802 |
| Exploitatielasten (-) | -3.780.641 | -124.820 | -98.500 | -106 | -106.152 | 2.123 | -4.108.096 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -2.690.244 | -27.755 | -81.129 | -106 | -52.260 | 2.123 | -2.849.372 |
| Rentelasten Bank J.Van Breda & C° (-) | 0 | -20.047 | 0 | 0 | 0 | -20.047 | |
| Personeelslasten (-) | -712.607 | -58.161 | -9.204 | 0 | -40.310 | -820.282 | |
| Afschrijvingen (-) | -346.405 | -7.116 | -1.140 | 0 | -4.923 | -359.585 | |
| Bijzondere waardeverminderingen (-) | 2.388 | -925 | -409 | 0 | 0 | 1.053 | |
| Overige exploitatielasten (-) | -29.818 | -13.693 | -7.170 | 0 | -774 | 0 | -51.455 |
| Voorzieningen | -3.955 | 2.878 | 552 | 0 | -7.884 | -8.408 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | -24.017 | 0 | 7.164 | 0 | -16.854 |
| Financiële activa - Fair value through P/L (FVPL) | 0 | 0 | -12.397 | 0 | 7.164 | -5.234 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -11.620 | 0 | 0 | -11.620 | |
| Winst (verlies) op de overdracht van activa | 19.181 | -2.559 | 28.346 | 0 | 334.433 | 0 | 379.402 |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op immateriële en materiële vaste activa | 9.433 | 0 | 0 | 0 | 59 | 9.491 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 28.346 | 0 | 0 | 28.346 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op financiële vaste activa | 9.749 | 0 | 0 | 0 | 334.117 | 343.866 | |
| Gerealiseerde meer(min)waarde op andere activa | 0 | -2.559 | 0 | 0 | 257 | -2.301 | |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 203.623 | 90.144 | 50.966 | -81 | 311.149 | 70 | 655.871 |
| Financieel resultaat Renteopbrengsten |
-31.909 12.302 |
-1.578 17 |
19.226 3.392 |
10 0 |
4.165 3.345 |
-70 -1.436 |
-10.156 17.619 |
| Rentelasten (-) | -25.914 | 0 | -12.233 | 0 | -653 | 1.436 | -37.365 |
| (Niet)gerealiseerde wisselkoers-resultaten | -9.947 | 0 | 0 | 11 | 716 | -9.219 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -8.350 | 218 | 331 | 0 | 757 | -70 | -7.114 |
| Afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via | |||||||
| resultatenrekening Aandeel in de winst (verlies) van ondernemingen waarop |
0 | -1.814 | 27.737 | 0 | 0 | 25.923 | |
| vermogensmutatie is toegepast | 25.430 | 126.491 | 17.417 | 35.464 | 39.072 | 243.874 | |
| Overige niet-exploitatiebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overige niet-exploitatielasten (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 197.144 | 215.056 | 87.610 | 35.393 | 354.386 | 0 | 889.590 |
| Winstbelastingen | -44.236 | -21.723 | -15.621 | -50 | -449 | 0 | -82.078 |
| Uitgestelde belastingen | 12.349 | 503 | -9.548 | 0 | -54 | 3.250 | |
| Belastingen | -56.585 | -22.226 | -6.073 | -50 | -394 | -85.328 | |
| Winst (verlies) na belasting uit voortgezette | |||||||
| bedrijfsactiviteiten | 152.908 | 193.334 | 71.989 | 35.343 | 353.937 | 0 | 807.512 |
| Winst (verlies) na belasting uit bedrijfsactiviteiten die worden beëindigd |
0 | 0 | 3.050 | 0 | 0 | 3.050 | |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 152.908 | 193.334 | 75.040 | 35.343 | 353.937 | 0 | 810.562 |
| Aandeel van het minderheidsbelang | 58.343 | 13.199 | 29.702 | 1.020 | -357 | 101.907 | |
| Aandeel van de groep | 94.565 | 180.135 | 45.338 | 34.323 | 354.295 | 708.655 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 |
|
| I. Geldmiddelen en kasequivalenten, openingsbalans | 726.526 | 45.362 | 73.327 | 576 | 37.938 | 0 | 883.730 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 203.623 | 90.144 | 50.966 | -81 | 311.149 | 70 | 655.871 |
| Reclass 'Winst (Verlies) op de overdracht van activa' naar cashflow uit desinvesteringen |
-17.569 | 2.559 | -28.346 | 0 | -334.433 | -377.790 | |
| Dividenden van vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast | 24.826 | 80.145 | 0 | 207 | 17.068 | 122.246 | |
| Overige niet-exploitatiebaten (lasten) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winstbelastingen (betaald) | -55.636 | -22.226 | -6.073 | -50 | -394 | -84.378 | |
| Aanpassingen voor niet-geldelijke posten | |||||||
| Afschrijvingen | 346.405 | 7.116 | 1.140 | 0 | 4.923 | 359.585 | |
| Bijzondere waardeverminderingen | -2.388 | 965 | 409 | 0 | 0 | -1.014 | |
| Aandelenoptieplannen | 0 | -7.211 | 0 | 0 | 1.377 | -5.834 | |
| Winst (verlies) op activa/passiva gewaardeerd aan reële waarde via resultatenrekening |
0 | 0 | 24.017 | 0 | -7.164 | 16.854 | |
| (Afname) toename van voorzieningen | 4.597 | -3.406 | -552 | 0 | 7.884 | 8.523 | |
| Andere niet-kaskosten (opbrengsten) | 1.084 | -2.109 | -233 | 0 | 307 | -951 | |
| Cashflow | 504.942 | 145.978 | 41.329 | 76 | 717 | 70 | 693.111 |
| Afname (toename) van het bedrijfskapitaal | 50.840 | -27.168 | 2.341 | 16 | -1.755 | -750 | 23.524 |
| Afname (toename) van voorraden en onderhanden projecten | -31.884 | 0 | 14.134 | 0 | -1.402 | -19.152 | |
| Afname (toename) van vorderingen | -110.092 | -5.612 | 6.178 | 7 | -5.913 | 2.500 | -112.931 |
| Afname (toename) van vorderingen kredietinstellingen & cliënten (banken) | 0 | 172.598 | 0 | 0 | 0 | 172.598 | |
| Toename (afname) van schulden (andere dan financiële schulden) | 207.267 | 11.066 | -7.866 | 8 | 6.159 | -3.250 | 213.384 |
| Toename (afname) van schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties (banken) |
0 | -204.306 | 0 | 0 | 0 | -204.306 | |
| Afname (toename) overige | -14.451 | -914 | -10.104 | 0 | -600 | -26.069 | |
| Operationele cashflow | 555.782 | 118.810 | 43.670 | 91 | -1.038 | -680 | 716.635 |
| Investeringen | -568.506 | -284.265 | -44.841 | -10.605 | -65.482 | 19.569 | -954.131 |
| Aanschaffing van immateriële en materiële vaste activa | -505.268 | -3.591 | -2.683 | 0 | -2.989 | -514.530 | |
| Investering in vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | -42.157 | 0 | 0 | -42.157 | |
| Verwerving van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsacquisities) | -24.484 | 0 | 0 | -10.605 | -24.851 | -59.940 | |
| Liquide middelen verworven via bedrijfsacquisities | 4.433 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.433 | |
| Nieuwe leningen toegestaan | -43.187 | -529 | 0 | 0 | -22.614 | 19.569 | -46.762 |
| Verwerving van geldbeleggingen | 0 | -280.146 | 0 | 0 | -15.028 | -295.174 | |
| Desinvesteringen | 57.968 | 245.544 | 169.036 | 0 | 487.979 | -3.704 | 956.824 |
| Desinvesteringen van immateriële en materiële vaste activa Desinvesteringen van vastgoedbeleggingen |
11.609 0 |
7 0 |
0 169.036 |
0 0 |
500 0 |
12.115 169.036 |
|
| Overdracht van financiële vaste activa (inclusief via bedrijfsverkopen) | 20.452 | 0 | 0 | 0 | 468.256 | 488.707 | |
| Liquide middelen overgedragen via bedrijfsverkopen | -541 | 0 | 0 | 0 | 0 | -541 | |
| Terugbetaalde leningen | 26.449 | 0 | 0 | 0 | 3.710 | -3.704 | 26.455 |
| Overdracht van geldbeleggingen | 0 | 245.537 | 0 | 0 | 15.514 | 261.051 | |
| Investeringscashflow | -510.538 | -38.722 | 124.195 | -10.605 | 422.497 | 15.865 | 2.693 |
| Financiële operaties | |||||||
| Ontvangen dividenden | 0 | 1.545 | 6.217 | 0 | 1.275 | 9.037 | |
| Ontvangen interesten | 12.302 | 17 | 3.392 | 0 | 3.345 | -1.436 | 17.619 |
| Betaalde interesten | -26.654 | -71 | -12.233 | 0 | -653 | 1.436 | -38.175 |
| Diverse financiële opbrengsten (lasten) | -18.296 | -7 | -7.920 | 10 | -484 | -70 | -26.767 |
| Afname (toename) van eigen aandelen - AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -8.550 | -8.550 | |
| Afname (toename) van eigen aandelen - dochterondernemingen | -11.686 | 0 | -3.974 | 0 | 0 | -15.661 | |
| Toename van financiële schulden | 523.535 | 0 | 75.888 | 0 | 16.503 | -22.069 | 593.858 |
| (Afname) van financiële schulden | -525.140 | -2.895 | -240.542 | 0 | -62.861 | 6.954 | -824.484 |
| (Investeringen) en desinvesteringen in controleparticipaties | -37.636 | 0 | -6.067 | 0 | -30 | -43.733 | |
| Dividenden uitgekeerd door AvH | 0 | 0 | 0 | 0 | -91.085 | -91.085 | |
| Dividenden uitgekeerd intragroep | -4.050 | -94.000 | -14.635 | 0 | 112.685 | 0 | |
| Dividenden uitgekeerd aan derden | -504 | -5.525 | -10.212 | 0 | 0 | -16.241 | |
| Financieringscashflow | -88.129 | -100.935 | -210.087 | 10 | -29.856 | -15.185 | -444.181 |
| II. Netto toename (afname) in geldmiddelen en kasequivalenten |
-42.884 | -20.847 | -42.221 | -10.503 | 391.603 | 0 | 275.147 |
| Transfert tussen segmenten | 8.203 | 0 | 0 | 10.605 | -18.808 | ||
| Wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten | 2.145 | 0 | 0 | -36 | -15 | 2.095 | |
| III. Geldmiddelen en kasequivalenten, slotbalans | 693.990 | 24.515 | 31.106 | 642 | 410.718 | 0 | 1.160.972 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering & Contracting |
Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital |
tussen segmenten |
2022 | |
| I. Vaste activa | 3.631.135 | 6.119.539 | 1.465.500 | 341.798 | 445.377 | -34.840 | 11.968.509 |
| Immateriële vaste activa | 115.515 | 396 | 1.118 | 0 | 620 | 117.649 | |
| Goodwill | 173.980 | 134.247 | 0 | 0 | 11.727 | 319.953 | |
| Materiële vaste activa | 2.632.211 | 53.009 | 6.719 | 0 | 28.769 | 2.720.708 | |
| Terreinen en gebouwen | 181.802 | 45.625 | 0 | 0 | 19.355 | 246.782 | |
| Installaties, machines en uitrusting | 2.176.503 | 1.720 | 1.698 | 0 | 3.266 | 2.183.188 | |
| Meubilair en rollend materieel | 38.826 | 5.014 | 730 | 0 | 4.726 | 49.296 | |
| Overige materiële vaste activa | 4.116 | 449 | 4.291 | 0 | 454 | 9.310 | |
| Activa in aanbouw | 230.964 | 200 | 0 | 0 | 968 | 232.132 | |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | 1.278.716 | 0 | 0 | 1.278.716 | |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 362.398 | 849.394 | 52.946 | 341.798 | 238.701 | 1.845.237 | |
| Financiële vaste activa | 175.440 | 2.579 | 91.692 | 0 | 163.331 | -34.840 | 398.203 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 5.036 | 0 | 83.782 | 0 | 119.510 | 208.328 | |
| Vorderingen en borgtochten | 170.404 | 2.579 | 7.910 | 0 | 43.821 | -34.840 | 189.875 |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 40.076 | 86.120 | 32.715 | 0 | 0 | 158.911 | |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 131.515 | 19.492 | 1.592 | 0 | 2.230 | 154.829 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op meer dan | 0 | 4.974.302 | 0 | 0 | 0 | 4.974.302 | |
| één jaar | |||||||
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 4.974.302 | 0 | 0 | 0 | 4.974.302 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| II. Vlottende activa | 2.344.767 | 2.517.309 | 294.878 | 711 | 490.204 | -2.365 | 5.645.505 |
| Voorraden | 290.062 | 0 | 98.257 | 0 | 1.392 | 389.711 | |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 445.465 | 0 | 83.186 | 0 | 3.638 | 532.289 | |
| Geldbeleggingen | 2 | 503.171 | 0 | 0 | 41.325 | 544.498 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 2 | 0 | 0 | 0 | 41.325 | 41.328 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 502.908 | 0 | 0 | 0 | 502.908 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 263 | 0 | 0 | 0 | 263 | |
| Financiële activa - at amortised cost | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 22.228 | 2.131 | 0 | 0 | 0 | 24.359 | |
| Vorderingen op ten hoogste één jaar | 739.242 | 11.279 | 68.220 | 68 | 29.538 | -1.262 | 847.085 |
| Handelsvorderingen | 683.217 | 48 | 15.371 | 0 | 21.841 | -1.262 | 719.214 |
| Overige vorderingen | 56.026 | 11.231 | 52.849 | 68 | 7.698 | 0 | 127.871 |
| Terug te vorderen belastingen | 25.548 | 0 | 11.333 | 0 | 499 | 37.379 | |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten op ten hoogste één jaar |
0 | 1.965.939 | 0 | 0 | 0 | 1.965.939 | |
| Banken - interbancaire vorderingen | 0 | 110.836 | 0 | 0 | 0 | 110.836 | |
| Banken - leningen en vorderingen aan klanten | 0 | 1.214.188 | 0 | 0 | 0 | 1.214.188 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - tegoeden centrale banken | 0 | 640.916 | 0 | 0 | 0 | 640.916 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 693.990 | 24.515 | 31.106 | 642 | 410.718 | 1.160.972 | |
| Overlopende rekeningen en overige vlottende activa | 128.230 | 10.274 | 2.774 | 0 | 3.094 | -1.103 | 143.270 |
| III. Activa bestemd voor verkoop | 31.997 | 0 | 0 | 0 | 30.507 | 62.504 | |
| Totaal der activa | 6.007.899 | 8.636.848 | 1.760.377 | 342.509 | 966.089 | -37.205 | 17.676.517 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Segmentinformatie - proforma omzet | Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate & Senior Care |
Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 |
| Omzet lidstaten van de Europese Unie | 2.793.622 | 538.551 | 135.999 | 56.860 | 730.256 | -1.966 | 4.253.323 |
| Overige landen binnen Europa | 363.593 | 78.461 | 0 | 34.582 | 63.182 | 539.818 | |
| Landen buiten Europa | 722.758 | 0 | 0 | 146.138 | 13.327 | 882.223 | |
| Totaal | 3.879.973 | 617.012 | 135.999 | 237.580 | 806.766 | -1.966 | 5.675.363 |
De proforma omzet bevat de omzet van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van de omzet zoals gerapporteerd in de wettelijke IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring, zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In deze proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de gemeenschappelijke en geassocieerde participaties proportioneel.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine | Private | Real Estate & | Energy & | AvH & | Eliminaties | Totaal | |
| Engineering & Contracting |
Banking | Senior Care | Resources | Growth Capital |
tussen segmenten |
2022 | |
| I. Totaal eigen vermogen | 2.275.511 | 1.639.351 | 841.492 | 342.495 | 903.607 | 6.002.456 | |
| Eigen vermogen - deel groep | 1.414.303 | 1.497.979 | 482.890 | 342.495 | 895.966 | 4.633.633 | |
| Geplaatst kapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 113.907 | 113.907 | |
| Aandelenkapitaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.295 | 2.295 | |
| Agio | 0 | 0 | 0 | 0 | 111.612 | 111.612 | |
| Geconsolideerde reserves | 1.388.917 | 1.533.242 | 479.175 | 317.111 | 829.477 | 4.547.922 | |
| Herwaarderingsreserves | 25.386 | -35.263 | 3.715 | 25.383 | -6.821 | 12.401 | |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | -32.964 | 0 | 0 | 0 | -32.964 | |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 0 | 129 | 0 | 0 | 0 | 129 | |
| Afdekkingsreserve | 56.043 | 0 | 3.549 | 342 | 4 | 59.938 | |
| Actuariële winsten (verliezen) te bereiken doel-pensioenplannen | -22.531 | -3.866 | 0 | -1.571 | 4.593 | -23.375 | |
| Omrekeningsverschillen | -8.127 | 1.438 | 166 | 26.612 | -11.417 | 8.673 | |
| Ingekochte eigen aandelen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | -40.597 | -40.597 | |
| Minderheidsbelang | 861.208 | 141.372 | 358.602 | 0 | 7.641 | 1.368.824 | |
| II. Langlopende verplichtingen | 1.337.753 | 896.493 | 693.493 | 0 | 23.242 | -34.840 | 2.916.141 |
| Voorzieningen | 77.330 | 4.471 | 1.822 | 0 | 11.413 | 95.036 | |
| Pensioenverplichtingen | 69.049 | 7.485 | 0 | 0 | 421 | 76.955 | |
| Uitgestelde belastingverplichtingen | 94.174 | 0 | 56.716 | 0 | 745 | 151.635 | |
| Financiële schulden | 1.016.861 | 4.854 | 634.932 | 0 | 10.026 | -34.840 | 1.631.833 |
| Leningen van banken Obligatieleningen |
834.277 | 0 | 491.538 | 0 | 7.360 | 1.333.174 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 139.348 | 0 | 0 | 139.348 | |
| Leasingschulden | 677 | 0 | 0 | 0 | 0 | 677 | |
| Overige financiële schulden | 102.413 | 4.854 | 2.247 | 0 | 2.666 | 112.180 | |
| Afdekkingsinstrumenten op meer dan één jaar | 79.494 | 0 | 1.800 | 0 | 0 | -34.840 | 46.453 |
| Overige schulden | 53.661 26.678 |
208 14.405 |
23 0 |
0 0 |
0 638 |
53.892 41.721 |
|
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 865.069 | 0 | 0 | 0 | 865.069 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 736.385 | 0 | 0 | 0 | 736.385 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 40.003 | 0 | 0 | 0 | 40.003 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 88.681 | 0 | 0 | 0 | 88.681 | |
| III. Kortlopende verplichtingen | 2.394.634 | 6.101.004 | 225.393 | 14 | 39.239 | -2.365 | 8.757.920 |
| Voorzieningen | 33.536 | 22 | 1.158 | 0 | 516 | 35.232 | |
| Pensioenverplichtingen | 0 | 248 | 0 | 0 | 0 | 248 | |
| Financiële schulden | 278.640 | 2.613 | 117.668 | 0 | 3.735 | 0 | 402.656 |
| Leningen van banken | 234.133 | 0 | 44.500 | 0 | 2.078 | 280.710 | |
| Obligatieleningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Leasingschulden | 35.507 | 2.613 | 0 | 0 | 1.658 | 39.778 | |
| Overige financiële schulden | 9.000 | 0 | 73.168 | 0 | 0 | 0 | 82.168 |
| Afdekkingsinstrumenten op ten hoogste één jaar | 31.702 | 191 | 0 | 0 | 0 | 31.893 | |
| Bedragen verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | 516.780 | 0 | 0 | 0 | 9.569 | 526.349 | |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.419.762 | 32.313 | 54.951 | 11 | 24.003 | -1.262 | 1.529.778 |
| Handelsschulden | 1.093.327 | 55 | 34.841 | 11 | 9.269 | -1.262 | 1.136.241 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 72.539 | 0 | 0 | 0 | 0 | 72.539 | |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 176.460 | 15.824 | 5.540 | 0 | 12.784 | 210.608 | |
| Overige schulden | 77.437 | 16.434 | 14.570 | 0 | 1.950 | 110.391 | |
| Te betalen belastingen | 82.847 | 0 | 14.771 | 3 | 510 | 98.131 | |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 0 | 6.059.308 | 0 | 0 | 0 | 6.059.308 | |
| Banken - deposito's van kredietinstellingen | 0 | 116.379 | 0 | 0 | 0 | 116.379 | |
| Banken - deposito's van klanten | 0 | 5.817.110 | 0 | 0 | 0 | 5.817.110 | |
| Banken - in schuldbewijzen belichaamde schuld | 0 | 124.766 | 0 | 0 | 0 | 124.766 | |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 1.052 | 0 | 0 | 0 | 1.052 | |
| Overlopende rekeningen | 31.367 | 6.310 | 36.846 | 0 | 906 | -1.103 | 74.326 |
| IV. Verplichtingen bestemd voor verkoop | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Totaal van het eigen vermogen en de verplichtingen | |||||||
| 6.007.899 | 8.636.848 | 1.760.377 | 342.509 | 966.089 | -37.205 | 17.676.517 |
| (€ 1.000) | Ontwikke lingskosten |
Concessies, octrooien & licenties |
Goodwill | Software | Overige immateriële vaste activa |
Vooruit betalingen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2022 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 78 | 23.085 | 29.814 | 2.603 | 93.155 | 657 | 149.391 |
| Brutobedrag | 5.264 | 49.179 | 29.814 | 26.171 | 103.966 | 657 | 215.051 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -5.186 | -26.095 | 0 | -23.568 | -10.811 | 0 | -65.660 |
| Investeringen | 2.242 | 594 | 0 | 1.778 | 83 | 146 | 4.843 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -696 | -29.814 | -222 | -1.212 | 0 | -31.945 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -108 | -3.451 | 0 | -1.091 | -1.183 | 0 | -5.833 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 247 | 0 | 248 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -37 | 0 | 0 | 110 | 1.411 | -539 | 945 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 2.175 | 19.532 | 0 | 3.179 | 92.501 | 264 | 117.649 |
| Brutobedrag | 6.794 | 36.751 | 0 | 26.788 | 102.689 | 264 | 173.285 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -4.619 | -17.220 | 0 | -23.610 | -10.188 | 0 | -55.636 |
| Bewegingen in immateriële vaste activa - boekjaar 2023 |
|||||||
| Immateriële vaste activa, beginsaldo | 2.175 | 19.532 | 0 | 3.179 | 92.501 | 264 | 117.649 |
| Brutobedrag | 6.794 | 36.751 | 0 | 26.788 | 102.689 | 264 | 173.285 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -4.619 | -17.220 | 0 | -23.610 | -10.188 | 0 | -55.636 |
| Investeringen | 3.110 | 302 | 0 | 1.502 | 194 | 1.807 | 6.915 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | 0 | -32 | 0 | -205 | -32 | 0 | -269 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -509 | -3.279 | 0 | -1.448 | -1.281 | 0 | -6.518 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | -130 | 0 | -131 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | 4 | 0 | 1.153 | 0 | 0 | 1.158 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2 | 2 |
| Immateriële vaste activa, eindsaldo | 4.775 | 16.527 | 0 | 4.181 | 91.251 | 2.073 | 118.806 |
| Brutobedrag | 9.903 | 36.847 | 0 | 28.865 | 102.184 | 2.073 | 179.872 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -5.128 | -20.320 | 0 | -24.684 | -10.934 | 0 | -61.066 |
De immateriële vaste activa zijn vrijwel onveranderd gebleven ten opzichte van vorig jaar. De voornaamste evoluties betreffen investeringen in licenties en software, geactiveerde ontwikkelingskosten (voornamelijk in het Concessions segment van DEME) en de afschrijvingslast.
De immateriële vaste activa bestaan voor een groot deel uit 'trade names' voor 15,2 miljoen euro en 'databases' voor 69,3 miljoen euro die einde 2013 werden uitgedrukt in de geconsolideerde balans naar aanleiding van de controleverwerving over DEME. Deze immateriële vaste activa worden niet afgeschreven (oneindige levensduur) en worden mee opgenomen in de jaarlijkse impairment test van de goodwill ontstaan n.a.v. de controleverwerving over DEME eind 2013 (zie Toelichting 8. Goodwill).
Daarnaast werd bij de acquisitie door DEME in 2020 van het Nederlandse SPT Offshore een deel van de waarde toegewezen aan de specifieke milieuvriendelijke "suction-pile" technologie waarmee zowel vaste als vlottende structuren op de zeebodem kunnen worden verankerd, wat een netto boekwaarde 12,6 miljoen euro vertegenwoordigt en afgeschreven wordt over de economische levensduur van 10 jaar.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Bewegingen in goodwill | ||
| Goodwill, beginsaldo | 319.953 | 327.829 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 341.531 | 351.785 |
| Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -21.578 | -23.956 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -7.404 |
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | -432 |
| Overige toename (afname) | 170 | -39 |
| Goodwill, eindsaldo | 320.123 | 319.953 |
| Brutobedrag - integraal geconsolideerde participaties | 338.845 | 341.531 |
| Gecumuleerde bijzondere WV - integraal geconsolideerde participaties (-) | -18.722 | -21.578 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Goodwill per segment | ||
| Marine Engineering & Contracting | 174.150 | 173.980 |
| Goodwill van AvH op DEME | 140.764 | 140.764 |
| Goodwill van DEME op haar dochterondernemingen | 13.028 | 13.028 |
| Goodwill van CFE op haar dochterondernemingen | 23.894 | 23.723 |
| Intragroeps-eliminaties | -3.536 | -3.536 |
| Private Banking | 134.247 | 134.247 |
| Goodwill van AvH op FinAx | 134.247 | 134.247 |
| Real Estate | 0 | 0 |
| Energy & Resources | 0 | 0 |
| AvH & Growth Capital | 11.727 | 11.727 |
| Goodwill van Biolectric Group op haar dochterondernemingen | 11.727 | 11.727 |
| Totaal | 320.123 | 319.953 |
| (€ 1.000) | Goodwill 2023 | Goodwill 2022 |
|---|---|---|
| Goodwill van AvH op DEME | 140.764 | 140.764 |
| Goodwill van AvH op FinAx | 134.247 | 134.247 |
De goodwill is voornamelijk toe te wijzen aan FinAx, aan DEME (n.a.v. de controleverwerving eind 2013), aan Biolectric Group en aan de dochterondernemingen aangehouden door DEME en CFE. Daarbij wordt opgemerkt dat de goodwill (cliënteel) in de geconsolideerde balans van Delen Private Bank van 226,8 miljoen euro hierin niet is vervat, aangezien Delen Private Bank wordt opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Deze goodwill resulteert vnl. uit de overname van Capital & Finance in 2007, JM Finn in 2011 en in beperkte mate Oyens & Van Eeghen (eind 2015), Nobel (eind 2019) en Groenstate (2023).
Bij indicaties van een eventuele waardevermindering en minstens jaarlijks onderwerpt AvH de goodwill op haar balans aan een impairmentanalyse. Hierbij wordt zowel de goodwill bedoeld die als dusdanig onder de post 'Goodwill' wordt opgevoerd in de geconsolideerde balans, als de goodwill die vervat zit in de actiefpost 'Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast'. Elke participatie van AvH wordt daarbij beschouwd als een afzonderlijke 'cash generating unit' (CGU). Vervolgens wordt als onderdeel van de impairment test een fair value bepaald voor elke CGU op basis van publiek beschikbare marktwaarderingen (analistenrapporten/beurskoers voor genoteerde ondernemingen / recente transacties). Indien na deze eerste stap, op basis van een fair value benadering, blijkt dat bijkomende onderbouwing nodig is, zal ook een gebruikswaarde worden bepaald vanuit het eigen AvH-perspectief op basis van een 'discounted cash flow' (DCF) model of marktmultiples. Wanneer na deze tweede stap nog steeds een onvoldoende onderbouwing kan worden gevormd voor de goodwill in de balans, wordt overgegaan tot een bijzondere waardevermindering of 'impairment'.
De impairmentanalyse op het niveau van AvH heeft niet geleid tot enige betekenisvolle bijzondere waardevermindering.
De inschatting van macro-economische en andere factoren op de toekomstige kasstromen vergt een belangrijk management judgement, waaronder ook klimaatgerelateerde zaken. De Groep verwacht niet dat de activiteiten negatief zullen worden beïnvloed door klimaatgerelateerde bedrijfsvereisten die zouden kunnen leiden tot een bijzondere waardevermindering (klimaatveranderingsrisico).
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2022 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 426.584 | 1.944.209 | 55.051 | 7.009 | 329.992 | 2.762.846 |
| Brutobedrag | 624.902 | 4.504.531 | 158.421 | 18.604 | 329.992 | 5.636.450 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -198.318 | -2.560.322 | -103.370 | -11.595 | 0 | -2.873.604 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 41.065 | 178.776 | 23.856 | 1.294 | 324.441 | 569.431 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 212 | 0 | 60 | 1 | 0 | 272 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -4.791 | -3.367 | -1.686 | -6 | -281 | -10.131 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | -188.391 | -3.216 | -3.768 | -1.935 | -12.629 | -209.939 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -28.463 | -299.912 | -24.533 | -1.279 | 0 | -354.187 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -100 | -333 | 55 | 1 | 219 | -158 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 3.086 | 367.030 | 80 | 4.226 | -409.452 | -35.030 |
| Overige toename (afname) | -2.421 | 0 | 182 | 0 | -158 | -2.397 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 246.782 | 2.183.188 | 49.296 | 9.310 | 232.132 | 2.720.708 |
| Brutobedrag | 410.286 | 4.932.722 | 150.486 | 17.405 | 232.132 | 5.743.032 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -163.504 | -2.749.534 | -101.191 | -8.095 | 0 | -3.022.324 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 92.710 | 17.969 | 37.495 | 148.174 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 23.887 | 18.044 | 17.927 | 59.857 |
| (€ 1.000) | Terreinen en gebouwen |
Installaties machines en uitrusting |
Meubilair en rollend materieel |
Overige materiële vaste activa |
Activa in aanbouw & vooruitbet. |
Totaal 2023 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in materiële vaste activa - boekjaar 2023 |
||||||
| Materiële vaste activa, beginsaldo | 246.782 | 2.183.188 | 49.296 | 9.310 | 232.132 | 2.720.708 |
| Brutobedrag | 410.286 | 4.932.722 | 150.486 | 17.405 | 232.132 | 5.743.032 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -163.504 | -2.749.534 | -101.191 | -8.095 | 0 | -3.022.324 |
| Impact IFRS-wijzigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Investeringen | 46.720 | 218.305 | 42.657 | 3.522 | 281.879 | 593.083 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Wijzigingen in scope | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -1.555 | -4.711 | -1.869 | 0 | -148 | -8.283 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -31.249 | -333.316 | -26.347 | -1.000 | 0 | -391.912 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -488 | -1.747 | -431 | -9 | -140 | -2.815 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 19.144 | 179.419 | 2.425 | -70 | -202.286 | -1.369 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Materiële vaste activa, eindsaldo | 279.354 | 2.241.138 | 65.730 | 11.753 | 311.437 | 2.909.412 |
| Brutobedrag | 460.170 | 5.240.786 | 173.629 | 20.767 | 311.437 | 6.206.789 |
| Cumulatieve afschrijvingen & bijzondere WV (-) | -180.816 | -2.999.648 | -107.899 | -9.014 | 0 | -3.297.377 |
| II. Overige informatie | ||||||
| Leasing | ||||||
| Nettoboekwaarde van MVA via leasing | 111.205 | 12.594 | 48.844 | 172.643 | ||
| Materiële vaste activa verworven via leasing | 39.995 | 6.411 | 30.717 | 77.122 |
De materiële vaste activa zijn gestegen met 188,7 miljoen euro (+7%) tot 2.909,4 miljoen euro op jaareinde 2023. Hiervan neemt DEME 93% voor haar rekening, met als belangrijkste activa haar vloot. Voorts bevat deze balanspost de kantoren, de machine- en wagenparken van CFE, Bank Van Breda, Deep C Holding, Nextensa, Agidens, Biolectric en AvH.
In 2023 verwelkomde DEME een nieuw kabellegschip Viking Neptune en een ultradiepwaterboorschip Olympia in haar vloot. DEME bouwt een voormalige bulkcarrier om tot een nieuw valpijpschip Yelllowstone en upgradet de Sea Installer.
Begin 2023 kreeg Transocean Ltd, een wereldleider in de offshore boorindustrie, een minderheidsbelang van 15,7% in GSR (diepzeemijnbouw) door de inbreng van een ultradiepwaterboorschip en een investering in contanten. De 'Ocean Rig Olympia' is opgenomen in de investeringen en nettoboekwaarde van 'activa in aanbouw', maar de investering van het jaar wordt beschouwd als een non-cash item.
Naast de bovengenoemde inbreng in natura van de 'Ocean Rig Olympia', omvatten de investeringen binnen 'activa in aanbouw' voornamelijk de bedragen die in 2023 zijn geïnvesteerd in de 'Yellowstone', in de 'Viking Neptun', in enkele aanvullende aanpassingen voor de 'Orion', in een nieuw offshore survey schip en in een nieuw kantoorgebouw. Per 31 december 2023 zijn de 'Viking Neptun', 'Orion' en het nieuwe kantoorgebouw getransfereerd naar 'installaties, machines en uitrusting' en 'terreinen en gebouwen'. De investeringen om de DEME-campus om te vormen tot een duurzaam en energieneutraal hoofdkantoor zijn opgenomen in de nettoboekwaarde van 'terreinen en gebouwen'.
De 'afschrijvingen en waardeverminderingen' kenden een stijging tot 392 miljoen euro, tegenover 354 miljoen euro in 2022. De hogere afschrijvingskosten in 2023 zijn voornamelijk te wijten aan de investeringen in de 'Orion', het grootste offshore installatieschip van DEME dat midden 2022 aan de vloot werd toegevoegd, en in de 'Viking Neptun', een kabellegschip dat in de eerste helft van 2023 de vloot vervoegde. Het bedrag omvat ook een waardevermindering van 13 miljoen euro voor 'Al Jarraf', een cutterzuiger van DEME.
Een werkplaats in Zeebrugge, opgenomen in 'terreinen en gebouwen' en met een nettoboekwaarde van 1,6 miljoen euro, werd overgeboekt naar 'activa bestemd voor verkoop' (Toelichting 5).
Op 31 december 2023 bedragen de toegezegde investeringen voor de komende jaren 37,5 miljoen euro. Ze hebben voornamelijk betrekking op de upgrades van de schepen 'Yellowstone' en 'Viking Neptun' en voor een offshore survey schip.
De bedrijven uit de AvH-groep hebben een aanzienlijk potentieel om een positieve impact te hebben op de klimaatverandering. AvH's sterke afstemming op de EU Taxonomie onderstreept haar positieve impact. De AvH-groep onderscheidt zich door het aanzienlijke deel van haar omzet (27%) en investeringen (43%) dat reeds 'aligned' is met dit kader. Deze cijfers tonen de financiële impact van de initiatieven van de groep AvH vanuit een ecologisch perspectief, waarbij het capex-cijfer duidelijk haar engagement voor en geloof in de toekomst aantoont.
De activiteiten van DEME in offshore windenergie worden beschouwd als zowel in aanmerking komend als grotendeels afgestemd. De projecten voor spoorweginfrastructuur werden eveneens doorgelicht. De in aanmerking komende activiteiten van DEME werden in 2023 uitgebreid met delen van haar milieuactiviteiten. De in aanmerking komende activiteiten van CFE hebben voornamelijk betrekking op bouw en renovatie, elektrische installaties, spoorweginfrastructuur en vastgoedontwikkeling. De afgestemde omzet heeft voornamelijk betrekking op de projectontwikkeling van BPI en de bouwprojecten van CFE. De in aanmerking komende activiteiten van Nextensa hebben voornamelijk betrekking op vastgoedontwikkeling en de verhuring van vastgoed uit de eigen investeringsportefeuille.
| (€ 1.000) | Verhuurde gebouwen |
Projectontwik kelingen |
Activa bestemd voor verkoop |
Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2022 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 | |
| Brutobedrag | 1.226.963 | 40.187 | 141.259 | 1.408.409 | |
| Investeringen | 34.870 | 7.264 | 23 | 42.157 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -1.848 | 0 | -140.691 | -142.538 | |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | -490 | -490 | |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | -11.729 | 199 | -91 | -11.620 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | -17.190 | 0 | -17.190 | |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | -11 | -11 | |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 | |
| Brutobedrag | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 | |
| I. Bewegingen in vastgoedbeleggingen aan reële waarde - boekjaar 2023 |
|||||
| Vastgoedbeleggingen, beginsaldo | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 | |
| Brutobedrag | 1.248.256 | 30.460 | 0 | 1.278.716 | |
| Investeringen | 37.341 | 34.674 | 0 | 72.015 | |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) | -41.458 | 0 | 0 | -41.458 | |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
| Winsten(verliezen) door aanpassing van reële waarde | -11.357 | 855 | -700 | -11.202 | |
| Overboekingen van (naar) andere posten | -75.750 | 65.820 | 9.930 | 0 | |
| Overige toename (afname) | 0 | 2 | 0 | 2 | |
| Vastgoedbeleggingen, eindsaldo | 1.157.032 | 131.811 | 9.230 | 1.298.074 | |
| Brutobedrag | 1.157.032 | 131.811 | 9.230 | 1.298.074 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Kerncijfers | ||
| Huurinkomsten | 70.522 | 67.400 |
| Huurrendement (%) | 5,74% | 5,30% |
| Bezettingsgraad (%) | 91,10% | 88,48% |
De waarde van de vastgoedbeleggingen van Nextensa steeg tot 1.298,1 miljoen euro (+1%):
Nextensa realiseerde een hogere huuromzet in 2023 in vergelijking met 2022, i.e. een like-for-like huurgroei van +12%. Vastgoedkosten daalden door een hogere bezettingsgraad.
Het gemiddelde huurrendement op de vastgoedbeleggingen is gestegen van 5,30% eind 2022 naar 5,74% op jaareinde 2023.
EU Taxonomie: 32% van Nextensa's omzet en 20% van Nextensa's capex zijn afgestemd op de EU Taxonomie. In 2023 werd beslist om nieuwe ontwikkelingen af te stemmen op de criteria van de EU Taxonomie (binnen de klimaatmitigatie-doelstelling) en werd een actieplan opgesteld om te evolueren naar een fossielvrije portefeuille.
Nextensa hanteert volgende methoden om de reële waarde te bepalen conform IFRS 13:
De reële waarde is de resultante van het toegepast rendement op de geschatte huurwaarde (kapitalisatiemethode of marktbenadering) gecorrigeerd met de geactualiseerde waarde (NPV) van het verschil tussen de huidige actuele huur en de geschatte huurwaarde op datum van de evaluatie, en dit voor de periode tot aan de volgende opzegmogelijkheid van de lopende huurcontracten.
De DCF-methode bestaat erin de huidige waarde van de toekomstige kasstromen te bepalen. De toekomstige huurinkomsten worden ingeschat op basis van de bestaande contractuele huurprijzen en de verwachtingen van de vastgoedmarkt voor elk gebouw in de daarop volgende periodes. Daarnaast worden ook de toekomstige onderhoudskosten geschat en in rekening gebracht. De gehanteerde actualisatievoet houdt rekening met de door de markt vooropgestelde risicopremie voor het object. De bekomen waarde wordt daarnaast nog getoetst aan de markt op basis van de bepaling van de residuele grondwaarde.
Te renoveren gebouwen of die reeds onder renovatie zijn of geplande projecten worden geëvalueerd aan de hand van de waarde na renovatie verminderd met het bedrag van de resterende werken inclusief kosten, interesten, leegstand en een risicopremie.
Activa en passiva die na hun initiële boeking gewaardeerd worden aan reële waarde, kunnen worden voorgesteld onder drie niveaus (1-3):
De vastgoedbeleggingen van Nextensa vallen onder niveau 3. De waarderingen per eind 2023 zijn uitgevoerd door externe schatters: Cushman & Wakefield, Stadim (BeLux) en Oerag (Oostenrijk). De volgende tabel geeft een overzicht van de toegepaste waarderingstechnieken per activa.
| Activa klasse | Reële waarde 2023 (€ 1.000) |
Reële waarde 2022 (€ 1.000) |
Waarderings techniek |
Belangrijkste inputs | 31/12/2023 Min-Max (gewogen gemiddelde) |
31/12/2022 Min-Max (gewogen gemiddelde) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Retail Groothertogdom Luxemburg & België |
373.924 | 377.629 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [0,34 €/m² - 20,59 € /m²] b) [13,69 € /m²] c) [1,82% - 15,09%] d) [6,93%] e) 4,17 jaar f) 166 950 m² |
a) [0,34 €/m² - 18,66 € /m²] b) [13,72 € /m²] c) [0,90% - 11,58%] d) [6,51%] e) 3,62 jaar f) 166 950 m² |
| Retail Oostenrijk | 190.926 | 189.581 | DCF (discounted cash flow) |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [12,38 €/m² - 15,87 € /m²] b) [13,77 €/m²] c) [5,22% - 6,54%] d) [5,62%] e) 5,62 jaar f) 69 219 m² |
a) [8,79 €/m² - 15,09 € /m²] b) [12,71 €/m²] c) [3,70% - 6,11%] d) [5,38%] e) 5,21 jaar f) 69 219 m² |
| Kantoren Groothertog-dom Luxemburg |
136.330 | 186.660 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [35,41 €/m² - 61,07 € /m²] b) [42,44 €/m²] c) [1,61% - 5,93%] d) [4,30%] e) 3,34 jaar f) 29 605 m² |
a) [22,57 €/m² - 46,58 € /m²] b) [26,71 €/m²] c) [0,58% - 6,75%] d) [4,74%] e) 1,46 jaar f) 35 550 m² |
| Kantoren België | 367.357 | 409.511 | Actualisatie van de geschatte huuropbrengsten |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Kapitalisatievoet vork d) Gem. gewogen kap.voet e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) [13,12 €/m² - 26,55 €/m²] b) [16,36 €/m²] c) [4,54% - 8,32%] d) [5,14%] e) 6,10 jaar f) 107 658 m² |
a) [11,68 €/m² - 25,18 €/m²] b) [17,03 €/m²] c) [3,78% - 8,80%] d) [4,93%] e) 6,68 jaar f) 112 891 m² |
| Andere | 229.537 | 115.335 | DCF (discounted cash flow of actualisatie van kasstromen tegen discontovoet) |
a) Vork geschatte huurwaarde b) Gemiddelde gewogen geschatte huurwaarde c) Gemiddelde discontovoet d) Economische levensduur e) Resterende looptijd f) Aantal m² |
a) Niet van toepassing b) Niet van toepassing c) Niet van toepassing d) 30 jaar e) 1,17 jaar f) 32 629 m² |
a) Niet van toepassing b) Niet van toepassing c) Niet van toepassing d) 30 jaar e) 3,41 jaar f) 32 629 m² |
| Totaal | 1.298.074 | 1.278.716 |
De vastgoedportefeuille van Nextensa werd gewaardeerd op 1,3 miljard euro op 31 december 2023 en is gespreid over België (42%), Luxemburg (43%) en Oostenrijk (15%). Naar typologie bestaat de portefeuille voor 38% uit kantoren en voor 44% uit retail. Het saldo van 18% betreft 'Ander' vastgoed, zoals parkings en evenementenvastgoed
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||
| Marine Engineering & Contracting | 397.890 | 362.398 |
| Private Banking | 933.089 | 849.394 |
| Real Estate | 64.238 | 52.946 |
| Energy & Resources | 353.632 | 341.798 |
| AvH & Growth Capital | 273.242 | 238.701 |
| Totaal | 2.022.091 | 1.845.237 |
| (€ 1.000) | Vermogens mutatiewaarde |
Goodwill opgenomen in VM-waarde |
Totaal 2023 | Totaal 2022 |
|---|---|---|---|---|
| Bewegingen in ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | ||||
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: beginsaldo | 1.757.711 | 87.526 | 1.845.237 | 1.647.196 |
| Aanschaffingen | 105.599 | 11.149 | 116.748 | 35.171 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overdrachten (-) | -2.996 | 0 | -2.996 | -19.389 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast | 223.378 | 0 | 223.378 | 243.874 |
| Bijzondere WV opgenomen in de winst- en verliesrekening (-) | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | -18.244 | 0 | -18.244 | 11.746 |
| Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) | -134.974 | 0 | -134.974 | -122.246 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 11.192 | 0 | 11.192 | -25.928 |
| Overige toename (afname) | -18.249 | 0 | -18.249 | 74.812 |
| Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast: eindsaldo | 1.923.417 | 98.675 | 2.022.091 | 1.845.237 |
De ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast omvatten de belangen in gezamenlijk gecontroleerde participaties of in participaties waarin geen controlebelang wordt aangehouden. Deze omvatten niet alleen directe deelnemingen zoals o.a. Delen Private Bank, de offshore windparken Rentel en SeaMade, SIPEF, Sagar Cements en verscheidene participaties uit de Growth Capital-portefeuille van AvH, maar ook volgens de vermogensmutatiemethode opgenomen participaties die door integraal geconsolideerde groepsondernemingen worden aangehouden. De stijging met 176,9 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar illustreert de sterke prestaties van deze participaties, waarbij de bijdragen aan het resultaat de dividenduitkeringen overtroffen. Maar ze wordt ook beïnvloed door wijzigingen in de consolidatiekring: in 2023 werd Camlin Fine Sciences opgenomen in 'AvH & Growth Capital' en vonden verschillende wijzigingen plaats in de gezamenlijk gecontroleerde entiteiten die actief zijn in vastgoedontwikkeling binnen CFE.
De groep investeerde in 2023 voor 116,8 miljoen euro:
Er vonden geen noemenswaardige verkopen plaats in 2023. De verkoop van Telemond wordt in dit overzicht niet vermeld, aangezien het 50% belang in Telemond reeds opgenomen was onder de 'Activa bestemd voor verkoop' in de 2022 financiële staten (zie Toelichting 5).
Het aandeel in de winst van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast bedroeg 223,4 miljoen euro. Deze zeer belangrijke bijdrage omvat het aandeel van AvH in de nettowinst van o.a. Delen Private Bank, SIPEF, de offshore windparken Rentel en SeaMade, Sagar Cements en van verscheidene participaties in Growth Capital.
De dividenden ontvangen van ondernemingen waarop de vermogensmutatiemethode is toegepast stegen in 2023 met 12,7 miljoen euro tot 135,0 miljoen euro. De hoogste dividenden in deze categorie werden ontvangen van Delen Private Bank (63,2 miljoen euro), van de offshore windparken Rentel en SeaMade (26,1 miljoen euro) en van SIPEF (11,9 miljoen euro).
De Overboekingen van (naar) andere posten slaan voornamelijk op de reclassificatie naar (van) provisies voor ondernemingen met een negatieve vermogensmutatie-waarde.
De Post 'Overige toename (afname)' reflecteert bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen, waarbij de daling van de reële waarde van de cashflow hedges bij de participaties van DEME en Green Offshore in Rentel en SeaMade de grootste impact hebben. Andere bewegingen in het eigen vermogen van de deelnemingen betreffen o.a. de eliminaties van resultaten op verkopen van eigen aandelen, de impact van uitkoop van minderheidsbelangen, alsook de impact van de waardering van de aankoopverplichting die op bepaalde aandelen rust.
AvH past de vermogensmutatiemethode toe op de gemeenschappelijke dochterondernemingen Delen Private Bank (78,75%), SIPEF (38,5%), Verdant Bioscience (42%), Amsteldijk Beheer (50%), Turbo's Hoet Groep (50%) en GreenStor (50%). In deze balansrubriek zijn tevens de geassocieerde deelneming in Sagar Cements (19,6%), Axe Investments (48,3%), Financière EMG (22,7%), Mediahuis (13,9%), OM Partners (20,0%), Van Moer Logistics (21,7%) en Camlin Fine Sciences (6.6%) opgenomen. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de wijzigingen in de perimeter verwijzen we naar Toelichting 6. Segmentinformatie.
Een aantal van bovenvermelde participaties zijn beursgenoteerd. Indien de belangen in SIPEF, Sagar Cements en Camlin Fine Sciences op basis van de beurskoers van eind 2023 zouden gewaardeerd worden, zouden deze participaties een beurswaarde vertegenwoordigen van respectievelijk 216,0 miljoen euro, 73,2 miljoen euro en 16,9 miljoen euro. Ingeval de beurswaarde op jaareinde lager was dan de vermogensmutatiewaarde, is op basis van andere elementen nagegaan of een impairment nodig was. Dit was eind 2023 niet het geval.
De integrale consolidatie van CFE, DEME, Deep C Holding, Green Offshore en Nextensa geeft aanleiding tot de opname van hun gemeenschappelijke dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen voor een totaal bedrag van 462,1 miljoen euro, met als voornaamste: de belangen van DEME in C-Power (6,5%), van DEME/Green Offshore in Rentel (18,9% resp. 12,5%) en in SeaMade (13,2% resp. 8,75%), van DEME in CDWE Taiwan, Deeprock en GEM/EMW alsook de met partners opgezette vastgoed- en PPSprojecten bij CFE en Nextensa en havengebonden partnerships bij Deep C Holding.
Zowel CFE als DEME hebben procedures teneinde het risico op hun klantenvorderingen te beperken. Om het kredietrisico te beperken, volgen de betrokken deelnemingen voortdurend de uitstaande klantenvorderingen op en stellen ze desgevallend hun posities bij. Zo doet DEME in het kader van belangrijke buitenlandse contracten geregeld een beroep op de Credendo Group, in zoverre het betrokken land daarvoor in aanmerking komt en het risico door kredietverzekering kan worden gedekt. Bovendien wordt een deel van de geconsolideerde omzet met overheden of met aan openbare besturen gelieerde klanten gerealiseerd. Verder wordt de concentratie van het tegenpartijrisico beperkt door het grote aantal klanten. Voor grote infrastructuurwerken is DEME afhankelijk van de capaciteit van klanten om financiering te bekomen en kan zij desgevallend zelf projectfinanciering helpen organiseren. Ondanks het feit dat het kredietrisico nooit volledig kan worden uitgesloten, wordt het toch beperkt. Als wereldwijde speler is DEME daarenboven blootgesteld aan politieke risico's en negatieve ontwikkelingen die zich op macro-economisch vlak kunnen voordoen.
Het kredietrisico van Deep C Holding, hoofdzakelijk actief in Vietnam, wordt beperkt door ontvangen voorschotten op de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones) en de maandelijkse facturaties en grote spreiding van klanten bij levering van nutsvoorzieningen, onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones.
Voor de kredietrisico's aangaande de kredietportefeuille van Bank Van Breda verwijzen we naar de kredietrisico-policy zoals beschreven in toelichting 14.
Nextensa streeft naar een goede spreiding van haar debiteurenportefeuille, zowel naar aantal huurders als naar sectoren waarin deze huurders actief zijn teneinde het risico op wanbetaling en faillissement van huurders te beperken. Tevens wordt de solvabiliteit van de huurders op regelmatige basis getoetst met behulp van een extern ratingbureau en er wordt naar gestreefd om via langlopende huurcontracten de duurzaamheid van de huurinkomstenstroom te verzekeren en bijgevolg de 'duration' van de huurcontracten te verhogen. In de activiteit vastgoedprojectontwikkelingen wordt voorafgaand aan de ondertekening van een nieuw project een uitgebreide analyse gemaakt van de eraan verbonden technische, juridische en financiële risico's.
Het debiteurenrisico wordt door Agidens beheerst met inachtneming van het vastgestelde beleid, procedures en controles terzake. De uitstaande vorderingen op klanten worden periodiek bewaakt en grote projecten worden doorgaans gedekt door bankgaranties of gelijkaardig. Ditzelfde geldt voor Biolectric.
In het segment AvH & Growth Capital investeert de groep op lange termijn in bedrijven met internationaal groeipotentieel. Het gediversifieerde karakter van deze investeringen draagt bij tot een evenwichtige spreiding van de economische en financiële risico's. Bovendien financiert AvH deze investeringen doorgaans via eigen vermogen.
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate | Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2022 | |
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 170.404 | 2.579 | 7.910 | 0 | 43.821 | -34.840 | 189.875 |
| Overige vorderingen | 56.026 | 11.231 | 52.849 | 68 | 7.698 | 0 | 127.871 |
| Handelsvorderingen | 683.217 | 48 | 15.371 | 0 | 21.841 | -1.262 | 719.214 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 909.646 | 13.858 | 76.131 | 68 | 73.359 | -36.102 | 1.036.960 |
| % | 88% | 1% | 7% | 0% | 7% | -3% | 100% |
| niet vervallen | 721.903 | 13.858 | 73.268 | 68 | 68.541 | -36.102 | 841.536 |
| vervallen < 30 d | 48.354 | 0 | 650 | 0 | 3.017 | 0 | 52.021 |
| vervallen < 60 d | 51.388 | 0 | 405 | 0 | 497 | 0 | 52.290 |
| vervallen < 120 d | 40.792 | 0 | 1.457 | 0 | 438 | 0 | 42.688 |
| vervallen > 120 d | 47.210 | 0 | 350 | 0 | 866 | 0 | 48.425 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 909.646 | 13.858 | 76.131 | 68 | 73.359 | -36.102 | 1.036.960 |
| % | 88% | 1% | 7% | 0% | 7% | -3% | 100% |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | |||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -5.229 | 0 | 0 | 0 | -10.985 | 0 | -16.213 |
| Overige vorderingen (WV) | -212 | 0 | 0 | 0 | -1.981 | 0 | -2.192 |
| Handelsvorderingen (WV) | -36.203 | 0 | -821 | 0 | -50 | 0 | -37.074 |
| -41.644 | 0 | -821 | 0 | -13.016 | 0 | -55.480 |
| (€ 1.000) | Segment 1 | Segment 2 | Segment 3 | Segment 4 | Segment 5 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting |
Private Banking |
Real Estate | Energy & Resources |
AvH & Growth Capital |
Eliminaties tussen segmenten |
Totaal 2023 | |
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 204.053 | 3.177 | 6.250 | 0 | 38.781 | -25.236 | 227.024 |
| Overige vorderingen | 63.848 | 5.545 | 59.131 | 3 | 20.076 | 0 | 148.603 |
| Handelsvorderingen | 745.140 | 56 | 22.777 | 0 | 22.738 | -1.343 | 789.368 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.013.042 | 8.778 | 88.158 | 3 | 81.594 | -26.579 | 1.164.996 |
| % | 87% | 1% | 8% | 0% | 7% | -2% | 100% |
| niet vervallen | 787.884 | 8.778 | 77.795 | 3 | 76.984 | -26.579 | 924.864 |
| vervallen < 30 d | 80.750 | 0 | 5.680 | 0 | 2.404 | 0 | 88.834 |
| vervallen < 60 d | 46.251 | 0 | 1.117 | 0 | 566 | 0 | 47.934 |
| vervallen < 120 d | 48.102 | 0 | 686 | 0 | 434 | 0 | 49.223 |
| vervallen > 120 d | 50.054 | 0 | 2.879 | 0 | 1.206 | 0 | 54.140 |
| Totaal (netto - inclusief gecumuleerde WV) | 1.013.042 | 8.778 | 88.158 | 3 | 81.594 | -26.579 | 1.164.996 |
| % | 87% | 1% | 8% | 0% | 7% | -2% | 100% |
| Gecumuleerde waardeverminderingen (WV) | |||||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten (WV) | -7.156 | 0 | 0 | 0 | -11.285 | 0 | -18.441 |
| Overige vorderingen (WV) | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.981 | 0 | -1.981 |
| Handelsvorderingen (WV) | -36.267 | 0 | -845 | 0 | -50 | 0 | -37.162 |
| -43.423 | 0 | -845 | 0 | -13.316 | 0 | -57.584 |
Achterstallige vorderingen in de contractingactiviteit betreffen o.a. afrekeningen en bijkomende verrekeningen, die nog het voorwerp uitmaken van budgettaire inschrijvingen of die deel uitmaken van een globaal akkoord. Bij CFE en DEME zijn er een aantal onderhandelingen en/of procedures lopend. De achterstallige vorderingen (in hoofdzaak toewijsbaar aan DEME) zijn voornamelijk door Credendo gedekt. Verwachte verliezen op werven worden adequaat voorzien in de balansrubriek 'Onderhanden projecten in opdracht van derden' (Toelichting 15).
De omzet van Deep C Holding, hoofdzakelijk actief in Vietnam, betreft (i) de verkoop van verworven rechten op ontwikkelde terreinen (industriële zones), (ii) de levering van nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) en (iii) van onderhouds- en beheersdiensten in deze industriële zones :
• Voor meer details omtrent het kredietrisico van Bank Van Breda verwijzen we naar Toelichting 14.
In 2023 was geen enkele klant goed voor meer dan 10% van de omzet.
De financiële schulden, na intercompany-eliminaties, hebben betrekking op volgende segmenten:
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
||
| Marine Engineering & Contracting | 308.416 | 914.291 | 638.947 | 278.640 | 1.016.861 | 601.511 | |
| Private Banking (IFRS 16 leases) | 2.955 | 5.726 | -20.658 | 2.613 | 4.854 | -17.048 | |
| Real Estate | 235.790 | 562.159 | 786.820 | 117.668 | 634.932 | 721.493 | |
| Energy & Resources | 0 | 0 | -689 | 0 | 0 | -642 | |
| AvH & Growth Capital | 3.512 | 8.713 | -352.669 | 3.735 | 10.026 | -396.956 | |
| Intercompany | 0 | -25.236 | -25.236 | 0 | -34.840 | -34.840 | |
| Totaal | 550.672 | 1.465.653 | 1.026.515 | 402.656 | 1.631.833 | 873.517 |
Het liquiditeitsrisico van DEME wordt beperkt door de financieringen te spreiden over verschillende banken, en bij voorkeur op lange termijn. DEME beschikt over belangrijke krediet- en garantielijnen bij een hele reeks internationale banken. In de kredietovereenkomsten met de desbetreffende banken zijn bepaalde ratio's (covenants) afgesproken die DEME dient na te leven. Dit is het geval op jaareinde 2023. Daarnaast beschikt zij voor financiële noden op korte termijn ook over een commercial paper programma. De investeringen van DEME gebeuren overwegend in materiaal dat een lange levensduur heeft en over meerdere jaren wordt afgeschreven. DEME streeft er daarom ook naar een aanzienlijk deel van haar schulden op lange termijn te structureren. DEME heeft in februari 2022 al haar langlopende leningen omgezet in 'sustainability linked loans'.
CFE financiert haar bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten via bankleningen, medium term notes en commercial paper. In 2022 heeft CFE nieuwe kredietlijnen opgezet waarin duurzaamheidscriteria werden geïntegreerd.
Zowel DEME als CFE beschikten eind 2023 over een aanzienlijke thesauriepositie.
De groep Deep C Holding wordt voornamelijk gefinancierd met eigen middelen, bank- en aandeelhoudersleningen. Na de succesvolle kapitaalverhoging bij haar filiaal Infra Asia Investment in 2023 heeft Deep C Holding de aandeelhoudersleningen gedeeltelijk terugbetaald. Infra Asia Investment beschikt over kredietfaciliteiten ter waarde van 55 miljoen USD, waarvan 20 miljoen USD niet is opgenomen.
Nextensa beschikt bij haar banken over de nodige lange termijn kredietfaciliteiten en back-up lijnen voor hun commercial paper om bestaande en toekomstige investeringsnoden te dekken. Door deze kredietfaciliteiten en back-uplijnen is het financieringsrisico ingedekt. Het liquiditeitsrisico wordt beperkt door enerzijds de financieringen te spreiden over verschillende financiële tegenpartijen en door diverse financieringsbronnen aan te spreken en anderzijds door de vervaldata te diversifiëren. Nextensa financiert haar activiteiten door middel van bankfinanciering en obligatiefinanciering. Op 31 december 2023 had Nextensa bevestigde kredietlijnen van 871 miljoen euro, waarvan 164 miljoen euro niet was opgenomen. De gemiddelde looptijd van de kredietlijnen met betrekking tot de investeringsportefeuille was 2,08 jaar op 31 december 2023 en 1,31 jaar voor de financiering met betrekking tot de ontwikkelingsportefeuille.
De financiële schulden in het segment AvH & Growth Capital zijn voornamelijk toe te wijzen aan Agidens en Biolectric Group. De schulden van Agidens betreffen de financiering van het hoofdgebouw, de leaseschulden mbt de wagens en de opname van straight loans in het kader van het werkkapitaalbeheer. De financiële schulden van Biolectric hebben betrekking op de financiering van de hoofdzetel, de acquisitielening, het werkkapitaal en de biogas-installaties die eigendom blijven van Biolectric om ze uit te baten en de geproduceerde elektriciteit aan de landbouwers te verkopen.
AvH (en subholdings) beschikt over een nettocashpositie van 517,5 miljoen euro (zie Toelichting 6 Segmentinformatie - Kasstroomoverzicht voor meer details). AvH beschikt over bevestigde kredietlijnen (280 miljoen euro), gespreid over verschillende banken.
Diverse integraal geconsolideerde ondernemingen hebben in hun kredietovereenkomsten bepaalde ratio's (covenants) afgesproken en deze werden per 31 december 2023 gerespecteerd.
De evolutie van de financiële schulden en de netto financiële schuldpositie wordt verder toegelicht in Toelichting 19 Financiële schulden.
| (€ 1.000) | Notioneel bedrag 2023 |
Boekwaarde 2023 |
Notioneel bedrag 2022 |
Boekwaarde 2022 |
|---|---|---|---|---|
| I. Indekking van het renterisico | ||||
| Activa | ||||
| Reële waarde indekking - Bank Van Breda | 785.000 | 49.883 | 870.000 | 88.251 |
| Kasstroomindekking | 880.521 | 35.500 | 1.269.235 | 82.695 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 570.000 | 16.490 | 185.000 | 7.732 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 0 | ||
| Totaal | 101.873 | 178.677 | ||
| Passiva | ||||
| Reële waarde indekking - Bank Van Breda | 265.000 | -12.206 | 25.000 | -399 |
| Kasstroomindekking | 32.416 | -125 | 0 | 0 |
| Indekkingsinstrumenten die niet voldoen aan de vereisten van kasstroomindekking | 50.000 | -436 | 15.000 | -23 |
| Te ontvangen interesten | 0 | 0 | ||
| Totaal | -12.767 | -422 | ||
| II. Indekking van het valutarisico | ||||
| Activa | 179.146 | 7.054 | 198.298 | 2.549 |
| Passiva | 1.021.518 | -43.276 | 1.148.935 | -84.188 |
| -36.223 | -81.639 | |||
| III. Risico's verbonden aan grondstoffen | ||||
| Activa | 380 | 2.044 | ||
| Passiva | 0 | -1.175 | ||
| 380 | 869 | |||
| Aansluiting met de geconsolideerde balans | Actiefzijde | Actiefzijde | ||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | 89.227 | 158.911 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | 20.079 | 24.359 | ||
| 109.306 | 183.270 | |||
| Passiefzijde | Passiefzijde | |||
| Langlopende afdekkingsinstrumenten | -35.869 | -53.892 | ||
| Kortlopende afdekkingsinstrumenten | -20.175 | -31.893 | ||
| -56.043 | -85.785 |
Het beheer van het renterisico binnen de groep CFE gebeurt in functie van de activiteit. De activiteiten van Contracting worden gekenmerkt door een overschot van geldmiddelen, die de vastgoedverbintenissen gedeeltelijk compenseren. Het beleid is grotendeels gecentraliseerd in het kader van de cash pooling. DEME neemt belangrijke financieringen op in het kader van investeringen in de vloot. Om een optimaal evenwicht te bereiken tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten, maakt DEME gebruik van renteswaps.
De groep Deep C Holding wordt voornamelijk gefinancierd met eigen middelen, bank- en aandeelhoudersleningen. Na de succesvolle kapitaalverhoging bij haar filiaal Infra Asia Investment in 2023 heeft Deep C Holding de aandeelhoudersleningen gedeeltelijk terugbetaald. Infra Asia Investment beschikt over kredietfaciliteiten ter waarde van 55 miljoen USD, waarvan 20 miljoen USD niet is opgenomen. Het renterisico op deze kredietfaciliteit is voor 50% ingedekt via het afsluiten van een renteswap op termijn.
Het indekkingsbeleid van Nextensa is erop gericht om het renterisico voor ongeveer 75% van de financiële schulden veilig te stellen voor een periode van 4-5 jaar en ongeveer 50% voor de volgende 5 jaar. De hedge ratio voor de investeringsportefeuille bedraagt eind 2023 79%, in vergelijking met 74% eind 2022. Per 31 december 2023 is de gewogen resterende looptijd van de kredietenportefeuille die gealloceerd werd aan het investeringsvastgoed geëvolueerd van 2,85 jaar einde 2022 naar 2,31 jaar einde 2023. De gewogen resterende looptijd van de indekkingsproducten is gedaald van 3,52 jaar (einde 2022) tot 2,95 jaar einde 2023.
De financiële schulden van het segment AvH & Growth Capital bestaan uitsluitend uit de schulden van Agidens en Biolectric en betreffen o.a. kantoren, het wagenpark en de financiering van werkkapitaal. Per jaareinde 2023 was er geen enkel rente-indekkings-instrument uitstaand.
Indien de Euribor met 50 basispunten zou stijgen, zou dit een toename van de rentelasten met zich meebrengen van 1,2 miljoen euro (CFE), verwaarloosbaar wegens quasi 100% hedge ratio (DEME), 0,7 miljoen euro (Nextensa), 0,0 miljoen euro (Agidens) en 0,1 miljoen euro (Biolectric). AvH (& subholdings) is schuldenvrij. Dit houdt evenwel geen rekening met impacten die we zouden terugvinden op het actief.
Door het internationaal karakter van haar activiteit en de uitvoering van contracten in vreemde valuta loopt DEME blootstelling op aan vreemde valuta en de waardeschommelingen daarvan. Het transactionele wisselkoersrisico van DEME komt voort uit commerciële stromen in andere valuta dan de euro. Echter, 65% van DEME's opbrengsten (2022: 79%) betroffen transacties uitgedrukt in euro en vertegenwoordigden dus veruit het grootste deel van de DEME's gerealiseerde opbrengsten. Opbrengsten in vreemde valuta betroffen o.a. VS Dollar, Singapore Dollar, Indische Roepie, Britse Pond, Deense Kroon, de Mexicaanse peso en de Papoea-Nieuw-Guinea kinine. De uitgaven van DEME zijn eveneens voornamelijk in euro, met uitzondering van contracten die uitwerking kennen in niet-eurolanden. Het residueel wisselkoersrisico wordt contract per contract beoordeeld en, indien nodig, gebruikt DEME valutatermijncontracten om haar resterende wisselkoersrisico op verwachte netto commerciële stromen, in andere valuta dan de euro, in te dekken.
Bij CFE bevinden de meeste activiteiten zich binnen de euro-zone, doch desgevallend wordt getracht de blootstelling aan de fluctuaties van vreemde valuta (voornamelijk Poolse Zloty) te beperken.
Deep C Holding handelt voornamelijk in Zuidoost-Azië en is hoofdzakelijk blootgesteld aan een wisselkoersrisico met betrekking tot de US dollar en de Vietnamese dong. Aangezien de dochtervennootschappen van Deep C Holding voornamelijk aan- en verkopen in lokale valuta uitvoeren, wordt de blootstelling van de groep aan wisselkoersbewegingen in commerciële verrichtingen op een natuurlijke manier beperkt. De conversie van de functionele wisselkoers (USD) naar euro in consolidatie resulteert in een wisselkoersrisico.
Nextensa is actief in België, Luxemburg en Oostenrijk en is bijgevolg niet onderhevig aan wisselkoersrisico's.
Het wisselkoersrisico van Bank Van Breda is beperkt, aangezien de bank enkel actief is in België en door de aard van haar cliënteel geen eigen materiële deviezenposities heeft.
Agidens, internationaal actief waardoor ze een (beperkt) wisselkoersrisico kent op de US Dollar en Zwitserse Frank, beheerst haar valutarisico door in de mate van het mogelijke kosten en opbrengsten in eenzelfde munt te laten geschieden ('natural hedging'). Desgevallend wordt er een valutaswap met erkende en gereputeerde tegenpartijen afgesloten. Via haar branch in het Verenigd Koninkrijk heeft Biolectric een beperkte GBP-exposure.
De strategie van AvH om zich ook te richten op opkomende markten resulteerde in investeringen in Indische Rupie (Sagar Cements, de HealthQuad I en II fondsen, Medikabazaar en Camlin Fine Sciences) en in USD (Venturi Partners Fund I en Convergent Finance). Dit wisselkoersrisico is niet ingedekt, aangezien het lange termijn-investeringen betreffen.
De overige integraal geconsolideerde participaties zijn niet onderhevig aan significante wisselkoersrisico's, aangezien zij voornamelijk actief zijn in de euro-zone.
Verschillende niet-integraal geconsolideerde participaties zoals Delen Private Bank, SIPEF en Verdant Bioscience, maar ook Turbo's Hoet Groep e.a. zijn in belangrijke mate actief buiten de euro-zone. Dit kan aanleiding geven tot grotere risico's als gevolg van geopolitieke evoluties of gebeurtenissen.
Het wisselkoersrisico wordt in die gevallen telkens op het niveau van de deelneming zelf opgevolgd en aangestuurd.
Het wisselkoersrisico bij Delen Private Bank beperkt zich tot de participaties in deviezen (JM Finn en in mindere mate Delen Suisse). De netto-exposure op het Britse Pond wordt beperkt doordat de impact van een wisselkoersschommeling op het eigen vermogen van JM Finn geneutraliseerd wordt door een tegenovergestelde impact op de liquiditeitsverplichting op het resterende 8% minderheidsbelang in JM Finn. Bij SIPEF wordt het grootste deel van de kosten gemaakt in het buitenland (Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea), terwijl de verkopen in USD worden gerealiseerd. Dit is een structureel risico dat door de onderneming niet wordt ingedekt en dus als algemeen bedrijfsrisico wordt beschouwd. Transactionele risico's zijn over het algemeen beperkt door korte betalingstermijnen en omrekeningsverschillen worden beperkt door de functionele valuta en rapporteringsmunt maximaal gelijk te schakelen. Turbo's Hoet Group tenslotte heeft over de jaren heen een belangrijke aanwezigheid uitgebouwd in Oost-Europa. Turbo's Hoet Groep realiseert haar omzet in die markten op basis van lokale munt. Ook al streeft Turbo's Hoet Groep er weliswaar naar om het effect van eventuele dalingen van die lokale munten ten laste te leggen van de finale klant, de marktomstandigheden laten dit niet steeds toe.
Hieronder een lijst van de voornaamste koersen waartegen de balansen en resultaten van de buitenlandse entiteiten werden omgerekend naar de euro:
| Omzetting van vreemde valuta naar Euro | Slotkoers | Gemiddelde koers | Slotkoers | |
|---|---|---|---|---|
| Australische Dollar | 0,6171 | 0,6153 | Poolse Zloty | 0,2304 |
| Britse Pond | 1,1534 | 1,1508 | Singapore Dollar | 0,6869 |
| Braziliaanse Real | 0,1867 | 0,1852 | Taiwanese Dollar | 0,0295 |
| Egyptische Pond | 0,0293 | 0,0307 | US Dollar | 0,9061 |
| Indische Rupie | 0,0109 | 0,0112 | Vietnamese Dong | 0,00003727 |
De onderstaande tabel geeft inzage in de financiële instrumenten, van voornamelijk DEME en in mindere mate CFE voor het boekjaar 2023:
| (€ 1.000) | Notionele bedrag |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | AUD Australische dollar |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 104.737 | 43.481 | 12.625 | 10.849 | 6.542 | 911 | 179.147 |
| Termijnverkopen | 975.209 | 13.190 | 0 | 1.365 | 185 | 31.569 | 1.021.518 |
| (€ 1.000) | Reële waarde (netto) |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | AUD Australische dollar |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | -334 | 72 | 2.657 | -30 | 11 | 1 | |
| Termijnverkopen | 38.480 | 62 | 0 | 0 | 0 | 57 | |
| Reële waarde (netto) | -38.814 | 9 | 2.657 | -30 | 10 | -56 | -36.223 |
| (€ 1.000) | Notionele bedrag |
||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 110.362 | 73.464 | 0 | 7.510 | 0 | 6.963 | 198.298 |
| Termijnverkopen | 1.100.913 | 0 | 28.375 | 6.104 | 5.670 | 7.873 | 1.148.935 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | ||||||
| USD US Dollar | SGD Singapour Dollar |
PLN Poolse Zloty | GBP GB Pound | EGP Egyptisch Pond |
Andere | Totaal | |
| Termijnaankopen | 463 | -580 | 0 | -91 | 0 | -12 | -221 |
| Termijnverkopen | 81.342 | 0 | 298 | -177 | 369 | -414 | 81.418 |
| (€ 1.000) | Impact van de sensitiviteitsberekening - depreciatie van 5% van de euro |
Impact van de sensitiviteitsberekening - appreciatie van 5% van de euro |
|---|---|---|
| Impact op de balans (+ is debet / - is credit) | ||
| Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking | 0 | 0 |
| Netto kortlopende financiële schulden na indekking | 4.526 | -4.095 |
| Handelsvorderingen en -schulden | 10.534 | -10.534 |
| (€ 1.000) | Impact van de sensitiviteitsberekening - depreciatie van 5% van de euro |
Impact van de sensitiviteitsberekening - appreciatie van 5% van de euro |
|---|---|---|
| Impact op de balans (+ is debet / - is credit) | ||
| Langlopende interestdragende schulden (+ deel dat binnen het jaar vervalt) na indekking | 0 | 0 |
| Netto kortlopende financiële schulden na indekking | 4.309 | -3.899 |
| Handelsvorderingen en -schulden | 11.871 | -11.871 |
Ook de risico's verbonden aan grondstoffen zijn gelieerd met DEME die zich indekt tegen fluctuaties van de olieprijzen door het aangaan van forwardcontracten.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | |
| Financiële activa | ||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 267.930 | 249.656 | 267.930 | 249.656 |
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 501.037 | 502.908 | 501.037 | 502.908 |
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 58 | 263 | 58 | 263 |
| Financiële activa - at amortised cost | 44.560 | 0 | 43.944 | 0 |
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||
| Financiële vaste activa - vorderingen en borgtochten | 227.024 | 189.875 | 227.024 | 189.875 |
| Overige vorderingen | 148.603 | 127.871 | 148.603 | 127.871 |
| Handelsvorderingen | 789.368 | 719.214 | 789.368 | 719.214 |
| Liquide middelen | 989.810 | 1.160.972 | 989.810 | 1.160.972 |
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 7.836.913 | 6.780.990 | 7.822.739 | 6.940.242 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -36.752 | -89.733 | -36.752 | -89.733 |
| Afdekkingsinstrumenten | 109.306 | 183.270 | 109.306 | 183.270 |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | |
| Financiële passiva | ||||
| Financiële passiva gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs | ||||
| Financiële schulden | ||||
| Leningen van banken | 1.545.623 | 1.577.488 | 1.557.330 | 1.613.885 |
| Obligatieleningen | 139.613 | 139.348 | 139.613 | 139.348 |
| Achtergestelde leningen | 677 | 677 | 677 | 677 |
| Leasingschulden | 177.024 | 151.959 | 177.024 | 151.959 |
| Overige financiële schulden | 141.681 | 128.621 | 141.681 | 128.621 |
| Overige schulden | ||||
| Handelsschulden | 1.266.776 | 1.136.241 | 1.266.776 | 1.136.241 |
| Ontvangen vooruitbetalingen | 84.486 | 72.539 | 84.486 | 72.539 |
| Schulden mbt bezoldigingen & sociale lasten | 218.725 | 210.608 | 218.725 | 210.608 |
| Overige schulden | 113.863 | 110.391 | 113.863 | 110.391 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 7.630.595 | 6.792.663 | 7.651.919 | 6.834.644 |
| Afdekkingsinstrumenten | 56.043 | 85.785 | 56.043 | 85.785 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| Financiële activa | ||||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through P/L (FVPL) | 161.684 | 106.245 | 152.405 | 97.251 | ||
| Financiële activa : obligaties - Fair value through OCI (FVOCI) | 501.037 | 502.908 | ||||
| Financiële activa : aandelen - Fair value through OCI (FVOCI) | 58 | 263 | ||||
| Financiële activa - at amortised cost | 44.560 | |||||
| Vorderingen en liquiditeiten | ||||||
| Banken - vorderingen kredietinstellingen & cliënten | 1.574.684 | 6.262.229 | 751.761 | 6.029.229 | ||
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -36.752 | -89.733 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 109.306 | 183.270 | ||||
| Financiële passiva | ||||||
| Financiële schulden | ||||||
| Leningen van banken | 1.545.623 | 1.577.488 | ||||
| Obligatieleningen | 139.613 | 139.348 | ||||
| Achtergestelde leningen | 677 | 677 | ||||
| Leasingschulden | 177.024 | 151.959 | ||||
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 7.630.595 | 6.792.663 | ||||
| Afdekkingsinstrumenten | 56.043 | 85.785 |
De reële waarden dienen volgens de waarderingshiërarchie van IFRS 13 te worden ingedeeld in drie levels (niveaus), afhankelijk van het type van input dat gebruikt wordt voor de waardering van financiële instrumenten:
In level 2 vinden we volgende financiële activa en verplichtingen:
In level 3 vinden we volgende financiële activa:
De reële waarde van de effecten in de beleggingsportefeuille van de Groep wordt bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1). De obligatieleningen van Nextensa zijn opgenomen onder Niveau 2.
De voorgaande tabel vermeldt geen reële-waarde-informatie voor financiële activa en passiva die niet gewaardeerd werden tegen reële waarde, zoals vorderingen en borgtochten, overige vorderingen en schulden, handelsvorderingen en -schulden, vooruitbetalingen, schulden mbt bezoldigingen en sociale lasten, en liquide middelen, omdat hun boekwaarde een redelijke benadering vormt van hun reële waarde.
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2022 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 177.351 | 48.190 | 507.788 | 20.005 | 575.982 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
177.351 | 48.190 | 504.139 | 20.005 | 572.334 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | 2.895 | 2.895 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 753 | 753 | |||
| Aanschaffingen | 33.058 | 15.028 | 172.660 | 107.486 | 295.174 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | 0 | -731 | 0 | -731 | |
| Overdrachten (-) | -618 | -15.254 | -120.595 | -127.500 | -263.349 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | 1.399 | -6.636 | 0 | -6.636 | |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | -58.551 | -58.551 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 11 | 0 | 2.173 | 0 | 2.173 |
| Overboeking van (naar) andere posten | -2.872 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 427 | 10 | 437 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 208.328 | 41.328 | 503.171 | 0 | 544.498 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
208.328 | 41.328 | 557.646 | 0 | 598.974 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | -55.655 | -55.655 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 1.180 | 1.180 |
| (€ 1.000) | Financiële vaste activa - FVPL |
Geldbeleggingen - FVPL |
Geldbeleggingen - FVOCI |
Geldbeleggingen - at amortised cost |
Geldbeleggingen - Totaal |
|---|---|---|---|---|---|
| Financiële activa: at fair value through OCI or through P/L - boekjaar 2023 |
|||||
| Financiële activa : beginsaldo reële waarde | 208.328 | 41.328 | 503.171 | 0 | 544.498 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
208.328 | 41.328 | 557.646 | 0 | 598.974 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde | -55.655 | -55.655 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 1.180 | 1.180 | |||
| Aanschaffingen | 32.428 | 20 | 140.444 | 181.083 | 321.547 |
| Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Actuarieel rendement | 1.242 | 791 | 2.033 | ||
| Overdrachten (-) | -379 | -12 | -165.681 | -138.150 | -303.843 |
| Overdrachten door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVPL) | -15.752 | 3.576 | 0 | 3.576 | |
| Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde (FVOCI) | 21.349 | 21.349 | |||
| Bijzondere WV opgenomen in de resultatenrekening (-) | 0 | 0 | |||
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen | 0 | 0 | -717 | 0 | -717 |
| Overboeking van (naar) andere posten | 206 | 0 | -157 | 0 | -157 |
| Overige toename (afname) | -1.815 | 3 | 1.444 | 220 | 1.667 |
| Financiële activa : eindsaldo reële waarde | 223.016 | 44.914 | 501.096 | 43.944 | 589.954 |
| Financiële activa - boekwaarde (inclusief de gecumuleerde aanpassing reële waarde via FVPL) |
223.016 | 44.914 | 517.626 | 43.724 | 606.264 |
| Financiële activa - aanpassing aan reële waarde (FVOCI) | -19.155 | -19.155 | |||
| Financiële activa - te ontvangen intresten | 2.624 | 220 | 2.844 |
De Financiële vaste activa gewaardeerd aan reële waarde via winst&verlies stegen met 14,7 miljoen euro in 2023 tot 223,0 miljoen euro. De belangrijkste bijdragen op jaareinde 2023 waren i) de aandelen in Retail Estates aangehouden door Nextensa, ii) de reële waarde van de life sciences en Asia Investments in de Growth Capital portefeuille en iii) andere niet-geconsolideerde investeringen op het niveau van AvH.
AvH investeerde in 2023 32,4 miljoen euro in de verdere uitbouw van haar "Growth"-portefeuille, met focus op investeringen in 'Life Science' en in India/Zuid-Oost Azië. AvH en Convergent versterkten hun strategisch partnerschap, waarbij AvH een bijkomende 9 miljoen USD toezegde aan Infinity Holdings (het vlaggenschipfonds van Convergent). De cumulatieve investering van AvH in Infinity Holdings bedraagt nu 15,0 miljoen USD. AvH investeerde in Vico Therapeutics (AvH 3,8%), een Nederlands biotechbedrijf dat nieuwe Antisense-Oligonucleotide therapieën voor zeldzame ziekten ontwikkelt. AvH houdt in eerste instantie 3,8% van de aandelen van Vico Therapeutics. Haar participatie zal verder toenemen wanneer het volledige bedrag van AvH's verbintenis van 7,5 miljoen euro door het bedrijf wordt opgevraagd na het bereiken van bepaalde mijlpalen.
De aanpassingen van de reële waarde opgenomen via de resultatenrekening hadden een totale negatieve impact van 15,8 miljoen euro in 2023. De belangrijkste componenten van deze negatieve schommelingen in reële waarde in 2023 waren: een positief effect van 3,5 miljoen euro op de 1.351.320 aandelen in Retail Estates aangehouden door Nextensa en een negatieve evolutie van 19,3 miljoen euro op de niet-geconsolideerde participaties in Growth Capital van AvH.
De geldbeleggingen stegen met 45,5 miljoen euro tot 590,0 miljoen euro. Naast een kleine portefeuille bij AvH van 44,9 miljoen euro wordt dit bedrag volledig verklaard door de obligatieportefeuille van Bank Van Breda. De aanschaffingen en overdrachten zijn volledig toe te wijzen aan Bank Van Breda waarbij de aanschaffingen en overdrachten transacties zijn, gerealiseerd in het kader van haar Asset & Liability Management (ALM).
| (€ 1,000) Financiële vaste activa at Fair value through P/L | Belang% 2023 (fully diluted) |
Belang% 2022 (fully diluted) |
Waardering - niveau |
Reële waarde in resultatenrekening 2023 |
Reële waarde in resultatenrekening 2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| Marine Engineering & Contracting | |||||
| Kleine belangen | Niveau 3 | ||||
| Reële waarde | 4.547 | 5.036 | 0 | 0 | |
| Real Estate | |||||
| Retail Estates | 9,4% | 9,6% | Niveau 1 | 3.513 | -12.702 |
| Kleine belangen | Niveau 3 | 0 | 305 | ||
| Reële waarde | 87.296 | 83.782 | 3.513 | -12.397 | |
| AvH & Growth Capital | |||||
| Life Sciences | |||||
| AstriVax | 7,1% | 5,8% | Niveau 3 | ||
| Biotalys | 11,4% | 11,9% | Niveau 1 | ||
| Epics Therapeutics (Bio Cap Invest) | 29,5% | 29,5% | Niveau 3 | ||
| Indigo Diabetes | 11,9% | 11,9% | Niveau 3 | ||
| MRM Health | 15,9% | 15,9% | Niveau 3 | ||
| OncoDNA | 10,4% | 9,8% | Niveau 3 | ||
| Vico Therapeutics International | 3,8% | Niveau 3 | |||
| Life Sciences - Reële waarde | 30.282 | 40.150 | -14.855 | -5.383 | |
| Indië / Zuid-Oost Azië | |||||
| Convergent Finance | 6,8% | 3,1% | Niveau 3 | ||
| HealthQuad Fund I | 36,3% | 36,3% | Niveau 3 | ||
| HealthQuad Fund II | 11,0% | 11,0% | Niveau 3 | ||
| Medikabazaar (direct) | 8,9% | 8,9% | Niveau 3 | ||
| Venturi Fund I | 11,1% | 11,1% | Niveau 3 | ||
| Venturi Partners / Venturi I Capital | 10,0% | 10,0% | Niveau 3 | ||
| Indië / Zuid-Oost Azië - Reële waarde | 80.143 | 69.346 | 1.737 | 19.183 | |
| Overige - Reële waarde | 20.748 | 10.014 | Niveau 3 | -6.148 | 0 |
| Subtotaal AvH & Growth Capital | 131.173 | 119.510 | -19.266 | 13.800 | |
| Reële waarde - Totaal | 223.016 | 208.328 | -15.753 | 1.402 |
| De geldbeleggingen bestaan uit (€ 1.000) : | Aantal aandelen | Reële waarde |
|---|---|---|
| Beleggingsportefeuille bij Bank Van Breda | 545.039 | |
| Fondsen beheerd door Delen Private Bank | 33.689 | |
| Ageas | 278.284 | 10.939 |
| Andere | 286 | |
| 589.954 |
| Per segment wordt de reële waarde van de geldbeleggingen als volgt opgedeeld (€ 1.000) : | Reële waarde |
|---|---|
| Private Banking (Bank Van Breda) | 545.039 |
| AvH & Growth Capital | 44.912 |
| Marine Engineering & Contracting | 2 |
| Real Estate | 0 |
| Energy & Resources | 0 |
| 589.954 |
Kredietrisico van de beleggingsportefeuille van Bank Van Breda
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. De beleggingsportefeuille eind 2023 bevat 99% overheids- en overheidsgegarandeerde obligaties met een minimumrating Aa3 (Moody's ratingklasse) en minder dan 1% aandelen.
Het investeringskader, dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda, bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de beleggingsportefeuille naar rating en eindvervaldag.
| Samenstelling beleggingsportefeuille op 31/12/2023 | Naar rating | Naar restlooptijd |
|
|---|---|---|---|
| Overheidsobligaties Aaa | 39% | 2024 | 14% |
| Overheidsobligaties Aa1 | 19% | 2025 | 12% |
| Overheidsobligaties Aa2 | 9% | 2026 | 17% |
| Overheidsobligaties Aa3 | 32% | 2027 | 10% |
| Overheidsobligaties A2 | 0% | 2028 | 11% |
| Aandelen | 1% | > 2028 | 35% |
| onbepaald | 1% |
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | |
| Leningen en vorderingen op klanten | 6.262.228 | 5.939.496 | 6.248.124 | 6.188.490 |
| Wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | -36.752 | 0 | -36.752 | 0 |
| Interbancaire vorderingen | 102.142 | 110.845 | 102.073 | 110.836 |
| Tegoeden bij centrale banken | 1.472.542 | 640.916 | 1.472.542 | 640.916 |
| 7.800.160 | 6.691.257 | 7.785.987 | 6.940.242 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Leningen en vorderingen op klanten | ||
| Financiële leasing | 470.530 | 366.374 |
| Investeringskredieten en financieringen | 2.796.995 | 2.815.391 |
| Hypothecaire leningen | 2.603.891 | 2.617.715 |
| Werkingskredieten | 387.292 | 404.040 |
| Overige | 15.157 | 12.373 |
| Subtotaal - Bruto leningen en vorderingen | 6.273.865 | 6.215.893 |
| Voorziening voor Expected Credit Losses/waardeverminderingen | -25.741 | -27.403 |
| Leningen en vorderingen op klanten | 6.248.124 | 6.188.490 |
De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
De leningen en vorderingen op cliënten omvatten:
De sterke commerciële prestaties van de bank verklaren de toename van de leningen en vorderingen op cliënten.
De kredietportefeuille van Bank Van Breda is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille van de divisie Van Breda Car Finance bestaat uit autofinancieringen en financiële autoleasing en wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel.
De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie wordt periodiek gerapporteerd aan de raad van bestuur van Bank Van Breda.
Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij de cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, wordt beoordeeld of een waardevermindering moet worden geboekt.
In de "Waarderingsregels" (Toelichting 1) wordt de methodologie toegelicht die Bank Van Breda in normale omstandigheden toepast om de verwachte kredietverliezen (stage 1 en stage 2) en de impairments (stage 3) te bepalen voor de volledige kredietportefeuille.
Ondanks de zeer uitdagende omgeving voor haar klanten als gevolg van de geopolitieke spanningen en van de sterk toegenomen inflatie, heeft Bank Van Breda in 2023 geen significante verliezen op kredietdossiers geboekt. De totale voorziening voor kredietverliezen (inclusief Expected Credit Losses of ECL) blijft laag op +0,01% van de gemiddelde kredietportefeuille. Dit bewijst de sterke kwaliteit van de kredietportefeuille van de bank alsook de veerkracht van haar klanten.
Interne rating klasse – leningen en vorderingen op cliënten
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2023 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 2.822.405 | 0 | 17.124 | 41.939 | 0 | 2.881.467 |
| Medium risk | 2.113.606 | 0 | 337.877 | 153.717 | 0 | 2.605.200 |
| High risk | 292.386 | 0 | 339.944 | 56.292 | 0 | 688.622 |
| Overdue | 36.837 | 0 | 17.167 | 2.492 | 0 | 56.496 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 42.080 | 42.080 |
| Total | 5.265.233 | 0 | 712.112 | 254.440 | 42.080 | 6.273.865 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - interne rating klasse | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | 2022 | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| Performing | ||||||
| Low risk | 2.599.257 | 0 | 19.099 | 15.313 | 0 | 2.633.669 |
| Medium risk | 2.348.294 | 0 | 361.644 | 59.268 | 0 | 2.769.205 |
| High risk | 328.614 | 0 | 372.495 | 19.408 | 0 | 720.516 |
| Overdue | 33.343 | 0 | 14.523 | 222 | 0 | 48.088 |
| Non-performing | ||||||
| Submitted to write off | 0 | 0 | 0 | 0 | 44.416 | 44.416 |
| Total | 5.309.507 | 0 | 767.760 | 94.210 | 44.416 | 6.215.893 |
| Leningen en vorderingen op cliënten - evolutie in 2023 | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2022 | 5.309.507 | 0 | 767.760 | 94.210 | 44.416 | 6.215.893 |
| Impact from collective staging | -146.948 | 146.948 | -21.744 | 21.744 | 0 | 0 |
| Recognition | 1.274.081 | 0 | 124.394 | 27.256 | 4.380 | 1.430.111 |
| Derecognition | -767.904 | 0 | -127.844 | -13.159 | -7.944 | -916.852 |
| Repayments | -374.231 | 0 | -46.232 | -23.041 | -8.630 | -452.135 |
| Transfers to stage 1 | 192.768 | 0 | -192.327 | 0 | -441 | 0 |
| Transfers to stage 2 | -213.174 | -146.948 | 215.862 | 147.586 | -3.326 | 0 |
| Transfers to stage 3 | -8.628 | 0 | -7.249 | 0 | 15.877 | 0 |
| Methodology modifications | -238 | 0 | -506 | -156 | -1 | -901 |
| Write offs | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.251 | -2.251 |
| 31/12/2023 | 5.265.233 | 0 | 712.112 | 254.440 | 42.080 | 6.273.865 |
| Gecumuleerde waardeverminderingen | Stage 1 | Stage 2 | Stage 3 | Totaal | ||
|---|---|---|---|---|---|---|
| (€ 1.000) | Individual | Collective | Individual | Collective | ||
| 31/12/2022 | -4.805 | 0 | -2.045 | -176 | -20.377 | -27.403 |
| Impact from collective staging | 78 | -78 | 323 | -323 | 0 | 0 |
| Recognition | -4.202 | -29 | -891 | -48 | -811 | -5.981 |
| Derecognition | 1.439 | 1 | 751 | 0 | 2.146 | 4.336 |
| Repayments | 1.836 | 43 | 318 | 146 | 0 | 2.343 |
| Transfers to Stage 1 | -698 | -520 | 638 | 515 | 65 | 0 |
| Transfers to Stage 2 | 94 | 119 | -253 | -334 | 374 | 0 |
| Transfers to Stage 3 | 24 | 0 | 201 | 0 | -225 | 0 |
| Impact on ECL by Stage Transfer | 602 | 460 | -979 | -906 | -3.084 | -3.907 |
| Other adjustments to credit risk | 531 | 4 | 198 | 314 | 1.243 | 2.291 |
| Methodology modifications | 3 | 0 | -24 | 0 | -139 | -159 |
| Model modifications | 447 | 0 | 40 | 0 | 0 | 487 |
| Write-offs | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.252 | 2.252 |
| 31/12/2023 | -4.651 | 0 | -1.722 | -812 | -18.557 | -25.741 |
190
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| I. Voorraden, nettobedrag | 415.779 | 389.711 |
| Bruto-boekwaarde | 418.266 | 391.376 |
| Grond- en hulpstoffen | 65.180 | 62.879 |
| Goederen in bewerking | 86.756 | 63.361 |
| Gereed product | 9.775 | 5.213 |
| Handelsgoederen | 1.779 | 1.468 |
| Onroerende goederen bestemd voor verkoop | 254.776 | 258.453 |
| Vooruitbetalingen | 0 | 0 |
| Afschrijvingen en andere waardeverminderingen (-) | -2.488 | -1.664 |
| Geboekte WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 452 | 38 |
| Terugname WV op voorraden in resultatenrekening tijdens het boekjaar | 387 | 185 |
| II. Onderhanden projecten in opdracht van derden | ||
| Bedrag door (aan) opdrachtgevers verschuldigd voor onderhanden projecten, netto | 119.367 | 5.940 |
| Bedrag verschuldigd door klanten voor onderhanden projecten | 780.222 | 532.289 |
| Bedrag verschuldigd aan klanten voor onderhanden projecten | -660.854 | -526.349 |
| Ontvangen vooruitbetalingen (CFE-DEME) | -94.859 | -79.734 |
De vastgoedpromotieprojecten van CFE, de grondenportefeuille van Nextensa en de havengebonden ontwikkelingen in Vietnam door Deep C Holding zijn de voornaamste componenten van de rubriek 'Voorraden'.
Onderhanden projecten van CFE, DEME en Agidens worden gewaardeerd volgens de "Percentage of Completion"-methode, waarbij resultaat erkend wordt a rato van de vooruitgang van de werken. Voorziene verliezen worden evenwel onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Het uitvoeren van onderhanden projecten houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.
De stijging van de onderhanden projecten is volledig toe te schrijven aan DEME en ligt in de lijn van haar toegenomen activiteit. Deze stijging is niet geïmpacteerd door bedrijfscombinaties. DEME schat het uitvoeringsritme van haar lopende projecten als volgt in: 58% in 2024, gevolgd door 29% in 2025, 9% in 2026 en 4% daarna. De lopende onderhanden projecten in uitvoering van CFE zullen in de volgende jaren nog een omzet van 1.032 miljoen euro genereren, waarvan 519 miljoen euro geraamd in 2024.
De lopende vastgoedpromotieprojecten van Nextensa zitten tevens in deze balansrubriek vervat aangezien de resultaatserkenning van de verkochte entiteiten nog in aanbouw ook volgens de "Percentage of Completion"-methode verloopt. Op de site van Tour & Taxis bestaat het project Park Lane II uit 11 compacte gebouwen en 346 appartementen. Meer dan 215 appartementen van dit project zijn al gereserveerd of verkocht.
De vooruitgang van de werken wordt bepaald op basis van de gemaakte kosten in verhouding tot de verwachte kostprijs van het ganse project.
| (€ 1.000) | Minderheidsbelang % | Minderheidsbelang in de AvH-balans |
Aandeel minderheids belang in winst van het boekjaar |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | ||
| I. Marine Engineering & Contracting | |||||||
| DEME Group | 37,88% | 37,88% | 855.362 | 769.598 | 68.938 | 43.831 | |
| CFE | 37,88% | 37,88% | 70.284 | 68.995 | 4.161 | 10.648 | |
| Deep C Holding (Infra Asia Investments) (1) | 18,94% | 18,94% | 35.304 | 20.365 | 3.795 | 3.164 | |
| II. Private Banking | |||||||
| Bank Van Breda (2) | 21,25% | 21,25% | 159.500 | 141.372 | 16.543 | 13.199 | |
| III. Real Estate | |||||||
| Nextensa (3) | 38,34% | 41,47% | 330.228 | 358.602 | 9.588 | 29.473 | |
| IV. AvH & Growth Capital | |||||||
| Agidens | 15,02% | 15,02% | 3.748 | 3.392 | 1 | -74 | |
| Overige | 8.686 | 6.499 | 4.881 | 1.666 | |||
| Totaal | 1.463.112 | 1.368.824 | 107.908 | 101.907 |
(1) In april verwierf RG International Limited via een kapitaalverhoging een belang van 10% in Deep C (Infra Asia Investment). RG International wordt gecontroleerd door Horst Geicke, een Duitse investeerder die in Hong Kong is gevestigd. De participatie in Deep C van Deep C Holding, die niet deelnam aan de kapitaalverhoging van 23,8 miljoen USD, daalde van 94% naar 84%. Het rechtstreekse belang van AvH/CFE in Deep C Holding bleef ongewijzigd.
(2) In 2018 werd de aandeelhoudersstructuur van Delen Private Bank en Bank Van Breda vereenvoudigd. AvH houdt voortaan, via 100%-dochtervennootschap FinAx, een rechtstreekse 78,75%-belang in Delen Private Bank dat nu rechtstreeks wordt verwerkt via vermogensmutatie.
(3) In 2023 verhoogde AvH haar participatie in Nextensa van 58,53% tot 61,66%.
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 3.285.422 | 1.248.470 | 240.942 | 46.025 | 126.405 | 70.584 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 241.263 | 28.201 | 118.155 | 9.020 | 49.839 | 839 |
| Financieel resultaat | -23.269 | -2.010 | -5.741 | -14.333 | -156 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 221.211 | 31.031 | 118.155 | 13.815 | 33.771 | 684 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 171.593 | 22.726 | 84.675 | 11.782 | 24.242 | 5 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 171.593 | 22.726 | 84.675 | 11.782 | 24.242 | 5 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 8.831 | -53 | 0 | 2.142 | -249 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 162.762 | 22.779 | 84.675 | 9.640 | 24.492 | 5 |
| Op het niveau van AvH (a) | 167.514 | 10.959 | 83.225 | 10.868 | 25.170 | 5 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 68.938 | 4.161 | 16.543 | 3.795 | 9.588 | 1 |
| - Aandeel van de groep | 98.576 | 6.798 | 66.682 | 7.074 | 15.582 | 5 |
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet | 2.654.725 | 1.167.221 | 194.602 | 58.027 | 135.999 | 59.745 |
| Winst (verlies) uit de bedrijfsactiviteiten | 155.236 | 42.358 | 90.048 | 14.827 | 51.165 | 487 |
| Financieel resultaat | -24.311 | -217 | -3.822 | -8.511 | -444 | |
| Winst (verlies) vóór belasting | 146.752 | 47.359 | 90.048 | 14.885 | 86.828 | 43 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| Op het niveau van de onderneming zelf | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.671 | -36 | 0 | 1.629 | -102 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 112.720 | 38.434 | 68.325 | 8.104 | 71.310 | -492 |
| Op het niveau van AvH (a) | 111.313 | 28.166 | 67.005 | 9.732 | 71.989 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 43.831 | 10.648 | 13.199 | 3.164 | 29.473 | -74 |
| - Aandeel van de groep | 67.482 | 17.518 | 53.806 | 6.569 | 42.516 | -418 |
(a) Inclusief beperkt aantal consolidatieherwerkingen
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 134.323 | 18.340 | 112.205 | 4.999 | 20.875 | 43 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 171.593 | 22.726 | 84.675 | 11.782 | 24.242 | 5 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 8.831 | -53 | 0 | 2.142 | -249 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 162.762 | 22.779 | 84.675 | 9.640 | 24.492 | 5 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -37.270 | -4.386 | 27.530 | -6.783 | -3.368 | 38 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -316 | |||||
| - Aandeel van de groep | -36.954 | -4.386 | 27.530 | -6.783 | -3.368 | 38 |
| Op het niveau van AvH | 130.560 | 9.304 | 110.226 | 4.085 | 21.803 | 43 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 167.514 | 10.959 | 83.225 | 10.868 | 25.170 | 5 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 68.938 | 4.161 | 16.543 | 3.795 | 9.588 | 1 |
| - Aandeel van de groep | 98.576 | 6.798 | 66.682 | 7.074 | 15.582 | 5 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | -36.954 | -1.655 | 27.001 | -6.783 | -3.368 | 38 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | -13.998 | -627 | 5.738 | -1.285 | -1.490 | 6 |
| - Aandeel van de groep | -22.956 | -1.028 | 21.263 | -5.499 | -1.878 | 32 |
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Op het niveau van de onderneming zelf | 218.416 | 54.249 | 22.374 | 12.095 | 87.639 | -504 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 115.391 | 38.398 | 68.325 | 9.732 | 71.208 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 2.671 | -36 | 0 | 1.629 | -102 | 0 |
| - Aandeel van de groep | 112.720 | 38.434 | 68.325 | 8.104 | 71.310 | -492 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 103.025 | 15.851 | -45.951 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 498 | |||||
| - Aandeel van de groep | 102.527 | 15.851 | -45.951 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| Op het niveau van AvH | 213.840 | 33.651 | 20.365 | 12.095 | 88.420 | -504 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 111.313 | 28.166 | 67.005 | 9.732 | 71.989 | -492 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 43.831 | 10.648 | 13.199 | 3.164 | 29.473 | -74 |
| - Aandeel van de groep | 67.482 | 17.518 | 53.806 | 6.569 | 42.516 | -418 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 102.528 | 5.485 | -46.640 | 2.363 | 16.431 | -12 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 38.850 | 2.080 | -9.911 | 448 | 6.815 | -2 |
| - Aandeel van de groep | 63.678 | 3.405 | -36.729 | 1.915 | 9.617 | -10 |
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 3.106.348 | 471.203 | 5.106.337 | 115.241 | 1.486.064 | 20.129 |
| Vlottende activa | 1.653.710 | 709.383 | 3.393.884 | 164.915 | 295.225 | 35.616 |
| Langlopende verplichtingen | 835.687 | 272.184 | 955.270 | 93.889 | 618.568 | 6.780 |
| Kortlopende verplichtingen | 1.963.561 | 672.009 | 6.783.011 | 66.555 | 318.204 | 24.004 |
| Eigen vermogen | 1.960.810 | 236.393 | 761.940 | 119.712 | 844.516 | 24.961 |
| - Deel groep | 1.910.473 | 236.770 | 761.940 | 89.406 | 834.048 | 24.961 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 50.337 | -377 | 0 | 30.306 | 10.468 | 0 |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -15.257 | -3.679 | -5.801 | 0 | -10.617 | -138 |
| (€ 1.000) | DEME Group | CFE | Bank Van Breda | Deep C Holding | Nextensa | Agidens |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.969.289 | 372.143 | 5.134.536 | 109.734 | 1.471.663 | 18.529 |
| Vlottende activa | 1.540.489 | 685.936 | 2.522.491 | 150.831 | 296.738 | 28.784 |
| Langlopende verplichtingen | 1.015.460 | 209.731 | 882.087 | 104.858 | 693.493 | 6.895 |
| Kortlopende verplichtingen | 1.718.053 | 623.822 | 6.100.799 | 55.709 | 225.393 | 17.830 |
| Eigen vermogen | 1.776.265 | 224.526 | 674.141 | 99.998 | 849.516 | 22.589 |
| - Deel groep | 1.753.947 | 224.653 | 674.141 | 83.514 | 838.798 | 22.589 |
| - Aandeel van het minderheidsbelang | 22.318 | -127 | 0 | 16.483 | 10.718 | 0 |
| Dividend uitgekeerd aan derden | -504 | 0 | -5.525 | 0 | -10.212 | 0 |
Via haar divisie Van Breda Car Finance is Bank Van Breda actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. We verwijzen naar Toelichting 14 voor meer details.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Activa | ||
| Materiële vaste activa | 172.643 | 148.174 |
| Terreinen en gebouwen | 111.205 | 92.710 |
| Installaties, machines en uitrusting | 12.594 | 17.969 |
| Meubilair en rollend material | 48.844 | 37.495 |
| Vastgoedbeleggingen | 2.284 | 2.309 |
| Totaal - Activa | 174.927 | 150.483 |
| Passiva | ||
| Eigen vermogen – Deel groep | -2.097 | -1.476 |
| Financiële schulden | 177.024 | 151.959 |
| Leasingschulden op LT | 133.969 | 112.180 |
| Leasingschulden op KT | 43.055 | 39.778 |
| Totaal - Passiva | 174.927 | 150.483 |
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 Leases erkende de groep op datum van 31 december 2023 een gebruiksrecht van 174,9 miljoen euro en een leaseverplichting van 177,0 miljoen euro, waarvan ongeveer 92% afkomstig is van DEME en CFE. De toename van de activa met 24 miljoen euro wordt voornamelijk verklaard door de investeringen (77 miljoen euro) enerzijds en de afschrijvingslast (49 miljoen euro) en de desinvesteringen (3 miljoen euro) anderzijds.
We verwijzen naar:
Op de verslagdatum zijn geen materiële leaseovereenkomsten gesloten die per 31 december 2023 niet waren aangevangen. Het bedrag van de verlengings- en beëindigingsopties dat niet in de leaseverplichtingen is verwerkt, is niet materieel.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Resultatenrekening | ||
| Geannuleerde huur | 48.614 | 44.588 |
| Afschrijvingen | -46.269 | -43.995 |
| Interestlasten | -2.971 | -2.036 |
De afschrijvingen hebben vooral betrekking op terreinen en gebouwen. De kost die voortkomt uit korte termijn huurcontracten en huurcontracten met een lage waarde, wordt immaterieel geacht. Er zijn geen kosten die betrekking hebben op variabele huurvergoedingen. Inkomsten die voortkomen van onderverhuurde gebruiksrechten worden tevens immaterieel geacht.
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Voorzieningen voor negatieve vermogens mutaties |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2022 |
||||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 16.012 | 6.349 | 0 | 1.933 | 5.768 | 12.595 | 38.162 | 80.819 |
| Additionele voorzieningen | 6.545 | 1.480 | 0 | 659 | 11.342 | 0 | 1.448 | 21.475 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 670 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 679 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -1.884 | -733 | 0 | -155 | -4.142 | 0 | -3.461 | -10.373 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) |
0 | -13 | 0 | 0 | -552 | 0 | -2.945 | -3.510 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | -42 | 0 | 0 | 0 | 0 | -25 | -67 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen |
-33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -107 | -140 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 37.378 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.080 | 2.754 | 44.212 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -2.827 | -2.827 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 58.688 | 7.051 | 0 | 2.437 | 12.416 | 16.675 | 33.000 | 130.268 |
| (€ 1.000) | Voorzieningen voor garanties |
Voorzieningen voor gerechtelijke procedures |
Milieu voorzieningen |
Voorzieningen voor herstructure ringen |
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen |
Voorzieningen voor negatieve vermogens mutaties |
Overige voorzieningen |
Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Voorzieningen - boekjaar 2023 |
||||||||
| Voorzieningen, beginsaldo | 58.688 | 7.051 | 0 | 2.437 | 12.416 | 16.675 | 33.000 | 130.268 |
| Additionele voorzieningen | 14.392 | 2.861 | 0 | 780 | 912 | 0 | 1.622 | 20.567 |
| Toename van bestaande voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Toename door bedrijfscombinaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Bedrag aan gebruikte voorzieningen (-) | -2.612 | -3.316 | 0 | -1.275 | -722 | 0 | -2.273 | -10.198 |
| Terugname van niet-gebruikte voorzieningen (-) |
-1.139 | -72 | 0 | 0 | -808 | 0 | -2.500 | -4.519 |
| Afname door bedrijfsafsplitsing (-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -21 | -21 |
| Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen |
146 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 347 | 493 |
| Overboekingen van (naar) andere posten | 0 | 2.624 | 0 | -1.000 | 0 | 10.197 | 143 | 11.963 |
| Overige toename (afname) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 106 | 106 |
| Voorzieningen, eindsaldo | 69.474 | 9.147 | 0 | 942 | 11.798 | 26.872 | 30.425 | 148.659 |
De voorzieningen stegen met 18,4 miljoen euro. De stijging binnen 'Marine Engineering & Contracting' wordt o.a. verklaard door een bijkomende voorzieningen van 10,2 miljoen euro voor negatief eigen vermogen van ondernemingen volgens de vermogensmutatiemethode. De overige LT voorzieningen binnen de geconsolideerde rekeningen van CFE zijn gestegen met 13,0 miljoen euro, maar worden grotendeels gecompenseerd door een daling van de voorzieningen < 1 jaar met 13,5 miljoen euro.
De controleverwerving eind 2013 over CFE gaf aanleiding tot het opnemen van een voorwaardelijke verplichting voor mogelijke risico's van 60,3 miljoen euro in verband met de bouw- en vastgoedpromotie-activiteiten van CFE. In de periode 2014-2022 werd 47,8 miljoen euro (deel Groep 28,9 miljoen euro) teruggenomen omdat de desbetreffende risico's bij CFE ofwel zijn verdwenen ofwel werden uitgedrukt in de rekeningen van CFE zelf. AvH heeft het bedrag aan voorwaardelijke verplichtingen in 2023 verder verminderd met 2,5 miljoen euro (deel AvH 1,5 miljoen euro) tot 10 miljoen euro (deel AvH 6,0 miljoen euro). Deze terugname is verantwoord door het verdwijnen van de onderliggende risico's waarvoor de voorziening einde 2013 was aangelegd.
AvH en haar subholdings dienen in het kader van verkopen van deelnemingen en/of activiteiten geregeld bepaalde waarborgen en verklaringen te verstrekken. Deze kunnen desgevallend aanleiding geven tot, al dan niet terechte, verzoeken vanwege kopers om op basis daarvan schadevergoeding te bekomen. In 2023 hebben AvH en haar subholdings geen dergelijke verzoeken ontvangen.
Verschillende deelnemingen van AvH (o.a. DEME, CFE, Agidens...) zijn actief in het uitvoeren van projecten. Dit houdt steeds een bepaald operationeel risico in, maar vereist tevens dat bepaalde inschattingen moeten worden gemaakt inzake de winstgevendheid op het einde van een project. Dat is inherent aan dergelijke activiteit, net zoals het risico dat met klanten discussie kan ontstaan over afwijkende kosten, gewijzigde uitvoering en over de inning van overeenkomstige vorderingen. Zo is DEME, zowel eisend als verwerend, betrokken bij discussies met opdrachtgevers over de financiële gevolgen van afwijkingen bij de uitvoering van aannemingsprojecten. In een beperkt aantal gevallen kunnen die ook uitmonden in procedures. Voor zover de gevolgen daarvan betrouwbaar kunnen worden ingeschat, worden daarvoor provisies aangelegd in de rekeningen.
Op dit moment zijn er geen voorwaardelijke verplichtingen opgenomen met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering.
Betreffende DEME zijn volgende voorwaardelijke activa en verplichtingen te melden:
• Sinds 2018 is DEME betrokken bij een discussie met Rijkswaterstaat in Nederland over de uitvoering door één van haar dochterondernemingen van de verbreding van het Julianakanaal. Na intense gesprekken werd een schikking (opgenomen in het H1 2023 resultaat) bereikt. Als zodanig kan deze zaak worden afgesloten.
• In september 2023 werden bepaalde vennootschappen van de DEME-groep gedagvaard voor de correctionele rechtbank in Gent. Deze beslissing volgde op een gerechtelijk onderzoek dat werd gevoerd naar de omstandigheden waarin in april 2014 een contract onderhands werd gegund aan Mordraga, een voormalige Russische joint venture vennootschap van de DEME-groep, voor de uitvoering van baggerwerken in de haven van Sabetta (Rusland). De werken werden uitgevoerd in de zomermaanden van 2014 en 2015. Het onderzoek werd gestart na een klacht van een concurrent aan wie dit contract niet werd gegund via een onderhandse gunning en is uitsluitend gebaseerd op selectieve informatie van deze concurrent. Deze concurrent heeft inmiddels definitief afstand gedaan van zijn klacht met burgerlijke partijstelling. Op de inleidende zitting van 6 december 2023 heeft de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, een kalender vastgesteld voor de uitwisseling van conclusies. De betrokken vennootschappen krijgen nu voor het eerst de kans om inhoudelijke argumenten aan te dragen met betrekking tot de tenlasteleggingen van het Openbaar Ministerie. Dit betekent dat er tot nu toe nog geen beoordeling van de zaak ten gronde heeft plaatsgevonden, waarover uitgebreid zal moeten worden gedebatteerd, zowel schriftelijk als mondeling. Het is in de huidige omstandigheden dan ook voorbarig te speculeren over de uitkomst van deze procedure. Er bestaat echter duidelijk geen risico meer op een betaling van enige schadevergoeding aan de eiser, die, zoals hierboven vermeld, definitief afstand heeft gedaan van zijn klacht met burgerlijke partijstelling.
| (€ 1.000) | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2023 | < 1 jaar | 1 jaar < 5 jaar | > 5 jaar | Totaal 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd |
Resterende looptijd |
|||||||
| I. Financiële schulden | ||||||||
| Leningen van banken | 338.070 | 1.050.634 | 168.625 | 1.557.330 | 280.710 | 1.134.375 | 198.800 | 1.613.885 |
| Obligatieleningen | 40.000 | 99.613 | 0 | 139.613 | 0 | 139.348 | 0 | 139.348 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 677 | 0 | 677 | 0 | 677 | 0 | 677 |
| Leasingschulden | 43.055 | 78.948 | 55.021 | 177.024 | 39.778 | 67.946 | 44.234 | 151.959 |
| Overige financiële schulden | 129.547 | 12.135 | 0 | 141.681 | 82.168 | 46.453 | 0 | 128.621 |
| Financiële schulden - Totaal | 550.672 | 1.242.007 | 223.646 | 2.016.326 | 402.656 | 1.388.799 | 243.034 | 2.034.489 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | -989.810 | -1.160.972 | ||||||
| Netto financiële schuld | 550.672 | 1.242.007 | 223.646 | 1.026.515 | 402.656 | 1.388.799 | 243.034 | 873.517 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
Financiële schuld - KT |
Financiële schuld - LT |
Netto financiële schuld |
|||
| Marine Engineering & Contracting | 308.416 | 914.291 | 638.947 | 278.640 | 1.016.861 | 601.511 | ||
| Private Banking (IFRS 16 leases) | 2.955 | 5.726 | -20.658 | 2.613 | 4.854 | -17.048 | ||
| Real Estate | 235.790 | 562.159 | 786.820 | 117.668 | 634.932 | 721.493 | ||
| Energy & Resources | 0 | 0 | -689 | 0 | 0 | -642 | ||
| AvH & Growth Capital | 3.512 | 8.713 | -352.669 | 3.735 | 10.026 | -396.956 | ||
| Intercompany | 0 | -25.236 | -25.236 | 0 | -34.840 | -34.840 | ||
| Totaal | 550.672 | 1.465.653 | 1.026.515 | 402.656 | 1.631.833 | 873.517 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Financiële schulden (31-12-2022) | 2.034.489 |
| Bewegingen in de kasstroomtabel (financieringscashflow) | |
| Toename van financiële schulden | 311.105 |
| (Afname) van financiële schulden | -401.724 |
| "Non-cash" bewegingen : | |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - acquisities | 0 |
| - Wijzigingen in de consolidatiekring - desinvesteringen | 0 |
| - IFRS 16 Leases - materiële vaste activa | 72.638 |
| - IFRS 16 Leases - vastgoedbeleggingen | 0 |
| - Wisselkoers-effecten | -182 |
| - Overige | 0 |
| Financiële schulden (31-12-2023) | 2.016.326 |
We verwijzen naar Toelichting 12 Financieel risicobeheer en afgeleide instrumenten voor meer details omtrent het liquiditeitsrisico en kapitaalbeheer van de integraal geconsolideerde participaties.
De financiële schulden komen voort van de integraal geconsolideerde participaties. Deze participaties zijn zelf verantwoordelijk voor het bekomen van marktconforme voorwaarden van kredietverleners, rekening houdend met hun eigen kredietwaardigheid. Op een geval-per-geval basis dient de participatie bovendien te beoordelen of schuldinstrumenten die onderhevig zijn aan variabele intrestvoeten en/of aan vreemde valuta, indekking vereisen, zodoende dat een aanvaardbaar residueel risico wordt behouden.
De financiële schulden daalden met 18 miljoen euro. In de loop van 2023 betaalden de bedrijven van de groep AvH 356,1 miljoen euro financiële schulden terug en gingen ze voor 311,1 miljoen euro nieuwe schulden aan. Dit resulteerde in een nettovermindering van 45,0 miljoen euro, met evenwel verschillende evoluties in de portefeuille. Terwijl DEME haar financiële schuld verminderde met 154,1 miljoen euro, steeg ze bij CFE (+58,3 miljoen euro) en Nextensa (+45,3 miljoen euro). De kasuitstroom met betrekking tot de leaseovereenkomsten volgens IFRS 16 bedroeg -45,6 miljoen euro (2022: -42,6 miljoen euro).
Wanneer de geldmiddelen en kasequivalenten in rekening worden gebracht, stijgt de netto financiële schuldpositie met 153,0 miljoen euro:
DEME: bilaterale leningen en langlopende kredietfaciliteiten zijn onderworpen aan specifieke covenanten. Per 31 december 2023 voldeed DEME aan de solvabiliteitsratio (>25%), de ratio schuld/EBITDA (<3), en de rentedekkingsratio (>3), die waren overeengekomen in de contractuele voorwaarden van de ontvangen leningen.
CFE: de kredietfaciliteiten zijn onderworpen aan specifieke covenanten die rekening houden met criteria zoals financiële schuld en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen of vaste activa, alsook met de cash flow. Deze covenanten werd per 31 december 2023 volledig gerespecteerd.
Deep C Holding: voor de kredietfaciliteiten gelden specifieke covenanten waarbij rekening wordt gehouden met criteria als financiële schuld en de verhouding tussen schuld en eigen vermogen of totale activa. Aan deze covenanten werd per 31 december 2023 volledig voldaan.
Nextensa: de financiële instellingen staan kredieten toe aan Nextensa op basis van de notoriëteit van de vennootschap en verschillende financiële en andere convenanten. Het niet respecteren van deze convenanten kan de vroegtijdige opzeg van deze kredieten tot gevolg hebben. De aangegane kredieten bevatten klassieke convenanten. De vennootschap voldoet per eind 2023 aan alle gestelde convenanten.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| II. Schulden (gedeelte van schulden) gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
||
| Leningen van banken | 237.341 | 230.604 |
| Obligatieleningen | 0 | 0 |
| Leasingschulden | 0 | 0 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 |
| Totaal | 237.341 | 230.604 |
De schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden hebben voornamelijk betrekking op de concessie-activiteiten van Deep C Holding en de vastgoedprojecten bij Nextensa. In het kader van diverse ontwikkelingsprojecten verleende de Nextensa-groep garanties ten belope van 181,7 miljoen euro als zekerheid voor lopende bankkredieten.
| (€ 1.000) | Reële waarde | Boekwaarde | ||
|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2023 | 2022 | |
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | 49.601 | 116.334 | 49.604 | 116.379 |
| Schulden aan cliënten | 7.469.535 | 6.504.730 | 7.491.001 | 6.553.495 |
| waarvan achtergesteld - |
0 | 560 | 0 | 560 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | 111.459 | 171.599 | 111.315 | 164.769 |
| waarvan achtergesteld - |
0 | 47.155 | 0 | 40.236 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 89.733 | 0 | 89.733 |
| 7.630.595 | 6.882.396 | 7.651.919 | 6.924.377 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Schulden aan kredietinstellingen en centrale banken | ||
| Zichtdeposito's | 46.067 | 104.845 |
| Deposito's met vaste looptijd | 3.537 | 11.534 |
| Te betalen interesten | 0 | 0 |
| Totaal | 49.604 | 116.379 |
| Schulden aan cliënten | ||
| Zichtdeposito's | 3.151.095 | 4.197.238 |
| Deposito's met vaste looptijd | 3.506.038 | 1.248.652 |
| Speciale deposito's | 45.805 | 56.798 |
| Gereguleerde deposito's | 788.063 | 1.050.247 |
| Achtergestelde certificaten | 0 | 560 |
| Totaal | 7.491.001 | 6.553.495 |
| Schuldcertificaten inclusief obligaties | ||
| Schuldcertificaten | 111.315 | 124.533 |
| Achtergestelde obligatielening | 0 | 40.236 |
| Totaal | 111.315 | 164.769 |
| Banken - wijzigingen in reële waarde van de ingedekte kredietportefeuille | 0 | 89.733 |
| Totaal schulden aan kredietinstellingen, cliënten & obligaties | 7.651.919 | 6.924.377 |
De integrale consolidatie van Bank Van Breda resulteert in de opname van de specifieke bancaire vorderingen en schulden in de balans van AvH. Deze rubrieken werden gegroepeerd om de balans zo transparant mogelijk te houden.
Liquiditeitsrisico is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt of onvoldoende snel en tegen een aanvaardbare prijs middelen kan vrijmaken om aan de directe verplichtingen te voldoen. De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. De financieringsbronnen van een bank hebben traditioneel een kortere looptijd dan de gefinancierde activa, waardoor een maturiteitsmismatch ontstaat. Het liquiditeitsbeheer van Bank Van Breda staat in voor de opvolging van deze mismatch en werkt een financieringsstrategie uit om dit te reduceren binnen de richtlijnen die worden vastgelegd in een liquiditeitsbeheersingskader. Ook op dit domein streeft de bank een bewust laag risicoprofiel na. Bank Van Breda houdt een sterke en kwaliteitsvolle liquiditeitsbuffer aan om schommelingen in de thesaurie te kunnen opvangen. De buffer bedraagt eind 2023 2.113 miljoen euro en bestaat voornamelijk uit cash, geplaatst bij de ECB en zeer liquide overheidsobligaties.
De financieringsmix van de bank is zeer stabiel en de belangrijkste financieringsbron zijn de deposito's van het doelgroepcliënteel. De doelgroepklanten gebruiken de bank voor hun beleggingen en dagelijkse werking. De bank houdt ook nauwlettend de loan-to-deposit ratio in het oog en hanteert strenge limieten op deze verhouding tussen de kredietportefeuille aan klanten en de klantendeposito's. Eind 2023 bedroeg deze ratio 84%. De afhankelijkheid van externe institutionele financiering bedraagt in 2023 slechts 1,4% van het balanstotaal.
In de Basel reglementering en de CRR/CRD IV-richtlijn werden twee liquiditeitsratio's geïntroduceerd:
Eind 2023 bedroegen deze ratio's respectievelijk 304% en 150%. Beide ratio's bevinden zich ruim boven de ondergrens van 100% die door de toezichthouder wordt opgelegd.
Het liquiditeitsrisico wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het 'Asset & Liability Management'-kader en het investeringskader. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn.
In de volgende tabel zijn de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen en werden er interne assumpties voor de deposito's zonder vervaldag gehanteerd.
| (€ 1.000) | < 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2023 | |||||||
| Activa | 1.911.000 | 186.000 | 872.000 | 3.020.000 | 1.782.000 | 625.000 | 43.000 |
| Passiva | -1.435.000 | -1.359.000 | -2.207.000 | -1.532.000 | -831.000 | -241.000 | -64.000 |
| Derivaten | 3.000 | 4.000 | 14.000 | 14.000 | 5.000 | 0 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 479.000 | -1.169.000 | -1.321.000 | 1.502.000 | 956.000 | 384.000 | -21.000 |
| 31/12/2022 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Activa | 1.078.000 | 161.000 | 900.000 | 2.903.000 | 1.816.000 | 652.000 | 39.000 |
| Passiva | -1.000.000 | -790.000 | -1.925.000 | -1.675.000 | -1.101.000 | -343.000 | -51.000 |
| Derivaten | 1.000 | 2.000 | 16.000 | 55.000 | 23.000 | 0 | 0 |
| Liquiditeitsgap | 79.000 | -627.000 | -1.009.000 | 1.283.000 | 738.000 | 309.000 | -12.000 |
Renterisico kan gedefinieerd worden als de mate waarin de resultaten of de waarde van een financiële transactie beïnvloed worden door een verandering van de marktrentevoeten. Toegepast op een financiële instelling is renterisico de mate waarin de (rente-)inkomsten en/of de marktwaarde van deze instelling de kans lopen om nefaste gevolgen te ondervinden van een verandering van de marktrentevoeten.
De bank kiest ervoor om het renterisico op een relatief laag niveau te houden:
De rentegevoeligheid van het eigen vermogen en van de rente-inkomsten worden opgevolgd aan de hand van scenario-analyses met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stress-scenario's in te schatten. Deze vermogens- en inkomensgevoeligheid wordt berekend met de basis-point-value-methodologie, die de waardeverandering van de portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve.
| Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Het renteresultaat | -920 | 2.827 |
| (winstgevoeligheid) | ||
| De Reële waarde van het eigen vermogen | -63.586 | -53.698 |
| (gevoeligheid eigen vermogen) (= BPV) |
Bij de rentegapanalyse worden balansproducten en buitenbalansverplichtingen ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur zichtbaar.
| (€ 1.000) | ≤ 1 maand | 1-3 maand | 3-12 maand | 1-5 jaar | 5-10 jaar | > 10 jaar | Onbepaald |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2023 | |||||||
| Activa | 1.985.000 | 365.000 | 992.000 | 2.953.000 | 1.575.000 | 521.000 | 43.000 |
| Passiva | -1.435.000 | -1.359.000 | -2.206.000 | -1.532.000 | -831.000 | -241.000 | -64.000 |
| Derivaten | 375.000 | 665.000 | -60.000 | -370.000 | -570.000 | -40.000 | 0 |
| Rentegap | 925.000 | -329.000 | -1.274.000 | 1.051.000 | 174.000 | 240.000 | -21.000 |
| 31/12/2022 | |||||||
| Activa | 1.143.000 | 307.000 | 957.000 | 2.916.000 | 1.625.000 | 546.000 | 48.000 |
| Passiva | -1.045.000 | -789.000 | -1.943.000 | -1.662.000 | -1.056.000 | -338.000 | -38.000 |
| Derivaten | 325.000 | 570.000 | -60.000 | -370.000 | -410.000 | -55.000 | 0 |
| Rentegap | 423.000 | 88.000 | -1.046.000 | 884.000 | 159.000 | 153.000 | 10.000 |
| (€ 1.000) | Activa 2023 | Verplicht. 2023 | Netto 2023 | Activa 2022 | Verplicht. 2022 | Netto 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | 0 | 21.132 | -21.132 | 0 | 21.132 | -21.132 |
| Materiële vaste activa | 24.494 | 37.410 | -12.916 | 23.365 | 37.683 | -14.318 |
| Vastgoedbeleggingen | 0 | 34.127 | -34.127 | 0 | 33.726 | -33.726 |
| Financiële vaste activa | 0 | 7.358 | -7.358 | 0 | 1.626 | -1.626 |
| Geldbeleggingen | 4.789 | 0 | 4.789 | 13.953 | 0 | 13.953 |
| Personeelsbeloningen | 14.857 | 343 | 14.514 | 17.648 | 705 | 16.943 |
| Voorzieningen | 8.839 | 3.711 | 5.129 | 4.878 | 464 | 4.414 |
| Afgeleide financiële instrumenten | 524 | 7.863 | -7.338 | 1.057 | 21.216 | -20.159 |
| Werkkapitaal-balansrubrieken | 45.047 | 48.963 | -3.916 | 43.099 | 65.556 | -22.457 |
| Fiscale verliezen en tax credits / investeringsaftrek | 74.087 | 0 | 74.087 | 71.450 | -9.852 | 81.302 |
| Compensatie | -22.196 | -22.196 | 0 | -20.621 | -20.621 | 0 |
| Totaal | 150.442 | 138.710 | 11.732 | 154.829 | 151.635 | 3.195 |
De uitgestelde belastingen vinden grotendeels hun oorsprong in de herwaardering van activa en passiva als gevolg van bedrijfscombinaties. De groep beoordeelt op geregelde tijdstippen haar onzekere belastingposities. Conform IFRIC 23, worden, waar nodig, provisies genomen die opgenomen worden onder de uitgestelde belastingverplichtingen.
DEME is actief in meerdere jurisdicties met vaak complexe juridische en fiscale regelgevingen. De groep werkt constructief samen met de belastingautoriteiten en vraagt waar nodig ondersteuning aan lokale adviseurs en consultants om de meest correcte positie te bekomen inzake fiscale wetgeving en principes. Er wordt echter erkend dat sommige posities onzeker zijn en de interpretatie van complexe belastingwetten en verrekenprijsoverwegingen omvatten. Er wordt een uitgestelde belastingverplichting opgenomen voor elke post waarvan het niet waarschijnlijk is dat deze standhoudt bij onderzoek door de belastingdienst en na gebruik te hebben gemaakt van alle juridische middelen om de positie voor de rechtbank te verdedigen. De schattingen zijn gebaseerd op een benadering die de beste voorspelling geeft van de oplossing van de onzekerheden met de belastingautoriteiten en wordt berekend met behulp van de methode van het meest waarschijnlijke enkelvoudige bedrag of de verwachte-waardemethode volgens IFRIC 23. De schattingen zijn gebaseerd op feiten en omstandigheden. De schattingen zijn gebaseerd op feiten en omstandigheden aan het einde van de verslagperiode. Per eind 2023 bedragen de uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot de onzekere belastingposities (UTP's) 22,6 miljoen euro en hebben de belangrijkste UTP's betrekking op lopende potentiële belastinggeschillen in de Filippijnen, België, Nederland en India.
De rubriek 'Compensatie' weerspiegelt de compensatie tussen uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per entiteit bij DEME.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen | 215.255 | 118.286 |
| Belastingkredieten | 7.443 | |
| Uitgestelde afschrijvingen | 5.495 | |
| Investeringsaftrekken | 2.787 | |
| Andere niet-geboekte uitgestelde belastingvorderingen | 0 | 0 |
| Totaal | 230.980 | 118.286 |
Op 31 december 2023 werden de niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen uitgebreid met ontvangen dividendaftrekken, belastingkredieten, uitgestelde afschrijvingen en investeringsaftrekken. De niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen bestaan uit 86 miljoen euro aan fiscale verliezen en 129 miljoen euro aan ontvangen dividendaftrek.
De niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen zijn grotendeels toe te wijzen aan DEME en CFE.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Actuele belastingen, netto | ||
| Belastingen op het resultaat van het boekjaar | -120.291 | -89.723 |
| Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden | 5.443 | 4.395 |
| Totaal | -114.848 | -85.328 |
| Uitgestelde belastingen, netto | ||
| Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen | 12.672 | 3.154 |
| Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen | -186 | 245 |
| Overige uitgestelde belastingen | -121 | -150 |
| Totaal | 12.365 | 3.250 |
| Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten) | -102.483 | -82.078 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Winst (verlies) vóór belasting | 609.585 | 889.590 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -223.378 | -243.874 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 386.207 | 645.716 |
| Toepasselijk belastingtarief (%) | 25,00% | 25,00% |
| Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief | -96.552 | -161.429 |
| Impact van tarieven in andere rechtsgebieden | 10.866 | 427 |
| Impact van niet-belastbare inkomsten | 35.957 | 99.041 |
| Impact van niet-aftrekbare kosten | -18.445 | -15.029 |
| Impact van fiscale verliezen | -28.748 | -4.930 |
| Impact van over(onder)schattingen voorgaande perioden | 230 | -2.847 |
| Overige toename (afname) | -5.792 | 2.689 |
| Belasting op basis van het effectief belastingtarief | -102.483 | -82.078 |
| Winst (verlies) vóór belasting | 609.585 | 889.590 |
| Winst (verlies) van ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (-) | -223.378 | -243.874 |
| Winst (verlies) vóór belasting, exclusief resultaat uit vermogensmutatie-participaties | 386.207 | 645.716 |
| Effectief belastingtarief (%) | 26,54% | 12,71% |
Winstbelastingen vertegenwoordigden een kost van 102,5 miljoen euro in 2023. Merk op dat de bijdrage van de volgens de vermogensmutatiemethode opgenomen participaties reeds na belastingen wordt gerapporteerd. De winstbelastingen van 102,5 miljoen euro in 2023 vertegenwoordigen daarom een belastingtarief van 26,5% van de winst voor belastingen (na uitsluiting van de bijdragen van ondernemingen volgens vermogensmutatie) van 386,2 miljoen euro (609,6 miljoen euro - 223,4 miljoen euro). In 2022 bestond een belangrijk deel van het resultaat uit meerwaarden op de realisatie van participaties die AvH op lange termijn aanhield en die vrijgesteld zijn van belastingen.
In bepaalde jurisdicties waar de AvH groep actief is (o.a. België) is de Pillar Two-wetgeving al vastgesteld, of al substantieel vastgesteld. Deze wetgeving zal voor de groepsentiteiten van de AvH groep gelden vanaf het boekjaar dat aanvangt op 1 januari 2024.
Gezien de AvH groep binnen het toepassingsgebied van de vastgestelde of substantieel vastgestelde wetgeving valt, voerde de groep reeds een analyse uit om de potentiële blootstelling van de groep aan de Pillar Two-bijheffingen (top-up tax) in kaart te brengen.
Deze analyse is gestoeld op de recentst ingediende aangiften in de vennootschapsbelasting, de country-by-country rapportering, en de financiële informatie aangeleverd door de groepsentiteiten (constituent entities). Uit deze analyse kunnen we concluderen dat de vrijstellingen i.h.k.v. de Transitional Safe Harbour-overgangsmaatregelen, of de 'veilige havens', van toepassing zullen zijn tot 80% van de jurisdicties die binnen het toepassingsgebied vallen.
Op basis van de analyse identificeerde de AVH-groep de potentiële blootstelling aan de Pillar Two-bijheffingen (top-up tax) in bepaalde jurisdicties. De exacte mate van blootstelling kan op dit ogenblik nog niet redelijk worden ingeschat. De uitkomst van de analyse zal immers nog worden beïnvloed door de uitkomst van de verwachte administratieve richtlijnen van de OESO die nog in de loop van 2024 zullen worden bekendgemaakt. Niettemin, gebaseerd op historische data verwacht de AvH-groep momenteel niet dat die blootstelling significant zou zijn rekening houdend met de geconsolideerde jaarrekening.
De groep maakt gebruik van de uitzondering inzake het erkennen en openbaar maken van informatie m.b.t. uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen gerelateerd aan de Pillar Two-inkomstenbelasting.
| Jaar van aanbod | Aantal aanvaarde opties |
Aantal uitgeoefende opties |
Aantal vervallen opties |
Saldo | Uitoefenprijs (euro) | Uitoefentermijn |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 50.500 | -50.500 | 0 | 100,23 | 01/01/2019 - 05/01/2023 | |
| 2016 | 40.500 | -40.500 | 0 | 130,95 | 01/01/2020 - 03/01/2024 | |
| 2017 | 46.000 | -8.000 | 38.000 | 128,30 | 01/01/2021 - 12/01/2025 | |
| 2018 | 46.000 | 0 | -500 | 45.500 | 148,64 | 01/01/2022 - 11/01/2026 |
| 2019 | 46.000 | -8.000 | 38.000 | 132,52 | 01/01/2023 - 14/01/2027 | |
| 2020 | 23.750 | 0 | 23.750 | 141,09 | 01/01/2024 - 13/01/2028 | |
| 2021 | 55.000 | 0 | 55.000 | 124,67 | 01/01/2025 - 14/01/2029 | |
| 2022 | 59.350 | 0 | 59.350 | 166,35 | 01/01/2026 - 13/01/2030 | |
| 2023 | 80.000 | 0 | 80.000 | 160,91 | 01/01/2027 - 13/01/2031 | |
| 447.100 | -107.000 | -500 | 339.600 |
Het aandelenoptieplan van AvH, dat in maart 1999 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van uitvoerende bestuurders, leden van het executief comité en kaderleden wiens activiteit essentieel is voor het succes van de groep. De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen AvH.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis aangeboden en hebben een looptijd van 8 jaar.
De totale waarde van de uitstaande opties 2017 tot en met 2023 (gewaardeerd aan de reële waarde op moment van toekenning), bedraagt 10,9 miljoen euro en is berekend door een externe partij aan de hand van een aangepast Black & Scholes model, waarvan de voornaamste kenmerken:
| Jaar toekenning | Beurskoers (€) | Dividendrendement | Volatiliteit | Interestvoet | Verwachte levensduur | Black & Scholes Value (€) |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 101,35 | 2,19% | 19,00% | 0,47% | 7,79 | 13,76 |
| 2016 | 131,95 | 1,28% | 23,00% | 0,59% | 7,79 | 27,72 |
| 2017 | 129,40 | 1,40% | 23,00% | 0,34% | 7,79 | 25,70 |
| 2018 | 149,20 | 1,30% | 20,00% | 0,68% | 7,79 | 27,32 |
| 2019 | 135,50 | 1,43% | 20,40% | 0,52% | 7,90 | 24,92 |
| 2020 | 141,80 | 1,77% | 21,00% | -0,01% | 7,90 | 22,43 |
| 2021 | 129,50 | 1,35% | 24,00% | -0,36% | 7,90 | 26,59 |
| 2022 | 174,30 | 1,00% | 22,00% | 0,25% | 7,90 | 38,20 |
| 2023 | 163,90 | 1,31% | 22,00% | 2,66% | 7,90 | 42,93 |
| Evolutie - Aandelenopties | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 317.100 | 306.250 |
| Aantal aanvaarde opties | 80.000 | 59.350 |
| Aantal uitgeoefende opties | -57.500 | -48.500 |
| Aantal vervallen opties | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 339.600 | 317.100 |
In 2023 werden 80.000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van 160,91 euro per aandeel. De reële waarde bij toekenning werd vastgelegd op 3,4 miljoen euro en wordt over de "vesting"-periode van 4 jaar in resultaat genomen. In 2023 werden 57.500 opties uitgeoefend (gewogen gemiddelde beurskoers van 158,24 euro).
Eind 2023 bedraagt het totaal aantal openstaande aandelenopties 339.600. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH per 31 december 2023 351.839 eigen aandelen.
De begunstigden van de optieplannen van Delen Private Bank, Bank Van Breda, Agidens, Biolectric en Turbo's Hoet Groep beschikken over een verkoopoptie lastens de respectievelijke moedervennootschappen FinAx/Promofi en AvH Growth Capital (die zelf over een koopoptie en een voorkooprecht beschikken om te verhinderen dat de aandelen zouden worden overgedragen aan derden).
Deze optieplannen betreffen dus niet-beursgenoteerde aandelen, waarvan de waardebepaling in het optieplan is vastgelegd. De bepaling van de uitoefenprijs van de verkoopoptie is (afhankelijk van het optieplan) gebaseerd op de aangroei van het eigen vermogen, een multiple op de aangroei van de geconsolideerde winst of een marktwaardebepaling van de vennootschap.
Conform IFRS 2 zit de impact van deze optieplannen op basis van de best mogelijke inschattingen in de schulden vervat. Deze schulden worden aangepast na uitoefening, nieuwe toekenning of aanpassing van de parameters. Deze toe- of afnames van de schulden betekenen een kost, respectievelijk opbrengst in de resultatenrekening.
De totale schuld van de optieplannen in hoofde van de integraal geconsolideerde ondernemingen per 31 december 2023 bedraagt 19,5 miljoen euro, vervat in de overige lange termijnschulden.
| Eigen aandelen in het kader van het aandelenoptieplan | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 317.100 | 345.250 |
| Inkoop eigen aandelen | 12.239 | 20.350 |
| Overboeking vanuit het aandeleninkoopprogramma | 80.000 | 0 |
| Verkoop eigen aandelen als gevolg van uitoefening van opties | -57.500 | -48.500 |
| Eindsaldo | 351.839 | 317.100 |
| Eigen aandelen in het kader van de liquiditeitsovereenkomst | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 3.506 | 1.842 |
| Inkoop eigen aandelen | 471.490 | 347.174 |
| Verkoop eigen aandelen | -443.883 | -345.510 |
| Eindsaldo | 31.113 | 3.506 |
| Eigen aandelen in het kader van het aandeleninkoopprogramma | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Beginsaldo | 70.633 | 0 |
| Inkoop eigen aandelen | 417.781 | 70.633 |
| Overboeking ter indekking van het aandelenoptieplan | -80.000 | 0 |
| Verkoop eigen aandelen | 0 | 0 |
| Eindsaldo | 408.414 | 70.633 |
In oktober 2022 kondigde AvH de start aan van een aandeleninkoopprogramma van maximaal 70,0 miljoen euro. Het programma ging van start op 5 oktober 2022 en de looptijd ervan werd door de raad van bestuur verlengd tot eind 2023. Sinds de start van dit programma zijn 488.414 eigen aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van 70 miljoen euro. Inmiddels zijn 80.000 van deze aandelen toegewezen om de verplichtingen uit hoofde van aandelenoptieplannen te dekken. Eind 2023 staan in totaal opties uit op 339.600 aandelen AvH. Ter indekking van deze (en toekomstige) verplichtingen bezit AvH op diezelfde datum 351.839 eigen aandelen.
Daarnaast werden in 2023 471.490 aandelen AvH gekocht en 443.883 verkocht in het kader van het contract dat AvH en Kepler Cheuvreux sloten om de liquiditeit van het aandeel AvH te ondersteunen. Deze transacties worden autonoom door Kepler Cheuvreux geïnitieerd, maar aangezien ze voor rekening van AvH plaatsvinden, heeft de netto aankoop van 27.607 aandelen AvH een impact op het eigen vermogen van AvH. Op 31 december 2023 bedroeg het aantal eigen aandelen in portefeuille in het kader van deze liquiditeitsovereenkomst 31.113.
In totaal waren er op 31 december 2023 791.366 ingekochte eigen aandelen (2,36% van de uitgegeven aandelen). In overeenstemming met IFRS wordt de boekwaarde de in 2023 bijgekochte eigen aandelen van 59,5 miljoen euro in mindering gebracht van het eigen vermogen (zie Toelichting Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen).
De raad van bestuur heeft beslist om over te gaan tot de vernietiging van 335.653 eigen aandelen (ongeveer 1% van de uitstaande aandelen).
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Persoonlijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen |
685.432 | 635.278 |
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
302.949 | 303.463 |
| Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen voor zover deze goederen en waarden niet in de balans zijn opgenomen |
0 | 0 |
| Verplichtingen tot aankoop van vaste activa | 115.804 | 96.816 |
| Verplichtingen tot verkoop van vaste activa | 303.084 | 312.230 |
| Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen van banken (Bank Van Breda) | ||
| - Kredietengagementen | 454.939 | 610.220 |
| - Financiële garanties | 49.100 | 49.465 |
| - Repo transacties + zakelijke zekerheden | 0 | 2.000 |
De persoonlijke zekerheden zijn in 2023 samengesteld uit 108,8 miljoen euro garanties m.b.t. de vastgoedprojecten van Nextensa en voor 1,1 miljoen euro aan garanties voor projecten bij Agidens. Het saldo van 575,6 miljoen euro betreft hoofdzakelijk waarborgen gesteld door AvH & subholdings in het kader van de verkoop van participaties.
De zakelijke zekerheden bestaan voor 181,7 miljoen euro uit zekerheden gesteld door Nextensa in het kader van de financiering van haar activiteiten in de grond- en projectontwikkeling en voor 113,2 miljoen euro in het kader van de ontwikkelingsprojecten van Deep C Holding. Per saldo resteren nog 3,4 miljoen euro door Agidens (financiering van de hoofdzetel) en 4,7 miljoen euro door Biolectric (in het kader van de acquisitielening).
De verplichtingen tot aankoop van vaste activa omvatten opties in het kader van aandelenoptieplannen of opties in het kader van aandeelhoudersovereenkomsten voor een totaal van 115,8 miljoen euro.
De verplichtingen tot verkoop van vaste activa vertegenwoordigen call-opties (inclusief voorwaardelijke opties) op de activa van AvH & Growth Capital ten belope van 303,1 miljoen euro.
De buitenbalansverplichtingen van Bank Van Breda bestaan hoofdzakelijk uit het toegekende niet-opgenomen deel van krediet(lijn)en. Voorts worden er ook bankwaarborgen, borgstellings- en documentaire kredieten verstrekt aan klanten. Deze buitenbalansverplichtingen worden mee in aanmerking genomen bij de beoordeling van het kredietrisico.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Verplichtingen | ||
| Zakelijke zekerheden die door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen werden gesteld of onherroepelijk beloofd op eigen activa, als waarborg voor schulden en verplichtingen van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen |
0 | 0 |
| Bank- en verzekeringswaarborgen voor toezeggingen van in de consolidatie opgenomen ondernemingen | 2.011.504 | 1.623.964 |
| Andere gegeven verplichtingen | 92.828 | 35.869 |
| Totaal | 2.104.332 | 1.659.833 |
| Rechten | ||
| Bankwaarborgen ontvangen als zekerheid voor toezeggingen van in de consolidatie opgenomen ondernemingen | 104.990 | 180.335 |
| Andere ontvangen engagementen | 5.414 | 4.308 |
| Totaal | 110.404 | 184.643 |
De bank- en verzekeringswaarborgen betreffen garanties gegeven in het kader van de uitvoering van de overeenkomsten inzake werken. Tevens worden garanties gegeven in het kader van aanbestedingen. De 'Andere gegeven verplichtingen' slaan op de 'voortgangs-garantie' (Wet Breyne) bij CFE.
| 2023 | 2022 | |
|---|---|---|
| Bedienden | 5.973 | 5.732 |
| Arbeiders | 3.642 | 3.771 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Bezoldiging en sociale lasten | -914.575 | -795.125 |
| Pensioenkosten (vaste bijdragen en te bereiken doel) | -25.358 | -23.112 |
| Aandelenoptieplannen | -4.818 | -2.045 |
| Totaal | -944.751 | -820.282 |
In 2023 steeg het personeelsbestand met 1%, voornamelijk bij DEME, terwijl de personeelskosten met 15% stegen, hoofdzakelijk door de hogere inflatie, de hogere pensioenlasten en hogere waarderingen van aandelenoptieplannen.
AvH, AvH Growth Capital en AvH Singapore tellen in totaal 49 medewerkers. In de rubriek '2023 in een oogopslag' (pagina 8) wordt een proforma personeelsbestand van 21.887 vermeld. Deze proforma berekening bevat het personeel van alle participaties aangehouden door de AvH-groep en wijkt dus af van het hierboven gemiddelde personeelsbestand dat is opgemaakt op basis van de IFRS consolidatie, die is opgemaakt op basis van de consolidatiekring zoals gerapporteerd in Toelichting 2 en 3. In de proforma voorstelling worden alle exclusieve controle-belangen integraal verwerkt en de gemeenschappelijke en geassocieerde participaties proportioneel.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Grondstoffen en gebruikte hulpstoffen | -2.708.475 | -2.260.861 |
| Voorraadwijziging handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | 27.944 | 48.720 |
| Diensten en diverse goederen, inclusief uitbesteed werk | -657.745 | -637.231 |
| Totaal | -3.338.275 | -2.849.372 |
Deze kosten evolueren in functie van de omzet, doch zijn ook afhankelijk van een aantal andere factoren, waaronder in het geval van DEME/CFE de aard van de werken (enkel uitvoering, EPC, …) en de contractuele structuur (onderaannemers, alleen of met partners,…).
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Te bereiken doel plannen | -68.226 | -72.038 |
| Andere pensioenverplichtingen (brugpensioen) | -4.032 | -5.164 |
| Totaal pensioenverplichtingen | -72.257 | -77.202 |
| Totaal pensioenactiva | 1.371 | 2.820 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| 1. Bedragen opgenomen in balans | ||
| Nettovorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen | -66.855 | -69.218 |
| Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen (-) | -291.577 | -289.860 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen | 224.722 | 220.642 |
| Vorderingen (-verplichtingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal | -66.855 | -69.218 |
| Verplichtingen (-) | -68.226 | -72.038 |
| Activa | 1.371 | 2.820 |
| Bewegingen in de nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans | ||
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, beginsaldo | -69.218 | -73.201 |
| Toename(afname) door middel van bedrijfscombinaties/bedrijfsafsplitsingen | 0 | 0 |
| Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -21.021 | -22.034 |
| Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -901 | 3.338 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 25.898 | 22.515 |
| Overige toename (afname) | -1.613 | 164 |
| Nettovordering (-verplichting) opgenomen in de balans, eindsaldo | -66.855 | -69.218 |
| 2a. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening | -21.021 | -22.034 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -19.436 | -21.659 |
| Rentekosten | -9.827 | -3.269 |
| Renteopbrengsten fondsbeleggingen (-) | 8.105 | 2.679 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 137 | 216 |
| 2b. Nettolasten opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | -901 | 3.338 |
|---|---|---|
| Actuariële winsten (verliezen) opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 8.536 | 80.252 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd renteopbrengsten (-) | -9.546 | -75.978 |
| Wisselkoersverschillen | 12 | 0 |
| Andere | 97 | -935 |
| 3a. Bewegingen in de verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen | ||
|---|---|---|
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo | -289.861 | -358.746 |
| Toename door middel van bedrijfscombinatie | 0 | 0 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | 0 |
| Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | -19.436 | -21.659 |
| Rentekosten | -9.827 | -3.269 |
| Bijdragen van de werknemer | -833 | -922 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | 17.248 | 11.900 |
| Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto | 8.536 | 80.252 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit demografische veronderstellingen | 2.394 | 325 |
| waarvan: actuariële (winsten) verliezen die ontstaan uit financiële veronderstellingen | 3.388 | 102.473 |
| waarvan: ervarings(winsten) verliezen | 2.754 | -22.546 |
| Pensioenkosten van verstreken diensttijd | 0 | 0 |
| Wisselkoersresultaten | 0 | 170 |
| Overige toename (afname) | 2.596 | 2.414 |
| Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo | -291.577 | -289.861 |
| 3b. Bewegingen in de fondsbeleggingen | ||
|---|---|---|
| Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo | 220.642 | 285.545 |
| Toename door middel van bedrijfscombinatie | 0 | 0 |
| Afname door middel van bedrijfsafsplitsing | 0 | 0 |
| Rendement op fondsbeleggingen, uitgezonderd bedragen in renteopbrengsten | -9.546 | -75.978 |
| Renteopbrengsten | 8.105 | 2.679 |
| Bijdragen van werkgever / werknemer | 26.889 | 23.327 |
| Betalingen aan begunstigden (-) | -17.248 | -11.900 |
| Wisselkoersresultaten | 0 | -170 |
| Overige toename (afname) | -4.121 | -2.860 |
| Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo | 224.722 | 220.642 |
| 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen | ||
|---|---|---|
| Disconteringsvoet | 3,4% | 3,5% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | 3,7% | 3,7% |
| Inflatie | 2,2% | 2,2% |
| Toegepaste sterftetabellen | MR/FR | MR/FR |
| 5. Overige informatie | ||
|---|---|---|
| Looptijd (in jaren) | 11,98 | 13,84 |
| Gemiddeld reëel rendement van de pensioenactiva | -0,60% | -25,16% |
| Voorziene bijdragen te storten in de loop van het volgende boekjaar | 20.687 | 20.534 |
| 6. Gevoeligheidsanalyses | ||
|---|---|---|
| Verdisconteringsvoet | ||
| Toename met 25 basispunten | -5,8% | -3,8% |
| Afname met 25 basispunten | 3,8% | 2,4% |
| Verwacht percentage van loonsverhogingen | ||
| Toename met 25 basispunten | 0,3% | 1,0% |
| Afname met 25 basispunten | -2,4% | -2,1% |
De groep telt zowel pensioenplannen van het type te bereiken doel als van het type vaste bijdragen. De plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie).
De Belgische wetgeving vereist dat een werkgever op de vaste bijdrageplannen een minimumrendement van 3,25% garandeert op zijn eigen bijdragen aan de plannen en dit voor alle stortingen tot en met 31/12/2015 en tot aan de pensioenleeftijd. Vanaf 1 januari 2016 is de wet van 18 december 2015 in voege getreden die stelt dat de WAP (wet aanvullend pensioen)-rendementsgarantie in hoofde van de werkgever een "variabele" rentevoet zal zijn, gekoppeld aan het rendement op de obligatiemarkt die jaarlijks per 1 januari zal worden vastgesteld op basis van een formule vastgesteld in de WAP. Voor de periodes 2017 tot en met 2023 bedroeg deze rendementsgarantie 1,75%.
De garantie die de werkgever in het kader van de WAP verstrekt is een secundaire garantie. Enkel in het geval dat het door de verzekeraar gegarandeerde rendement op fondsbeleggingen lager is dan het wettelijk gegarandeerde rendement moet de werkgever het tekort bijpassen.
Voor de te bereiken doel pensioenplannen wordt overeenkomstig IAS 19R een actuariële berekening uitgevoerd volgens de Projected Unit Credit methode. De fondsbeleggingen worden gewaardeerd als de verdisconteerde waarde van de reserves, rekening houdend met de tariefgaranties van de verzekeraars. Actuariële winsten en verliezen worden verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen (zie de rubriek 'actuariële winsten en verliezen op de te bereiken doel plannen' in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen).
| (€ 1.000) | Boekjaar 2023 | Boekjaar 2022 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
verbonden Andere partijen |
TOTAAL 2023 | ondernemingen Dochter- |
Geassocieerde deelnemingen |
verbonden Andere partijen |
TOTAAL 2022 | |
| I. Activa jegens verbonden partijen - balans |
||||||||
| Financiële vaste activa | 0 | 3.938 | 0 | 3.938 | 0 | 4.128 | 0 | 4.128 |
| Vorderingen en borgtochten: bruto | 0 | 3.938 | 0 | 3.938 | 0 | 4.128 | 0 | 4.128 |
| Vorderingen : WV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vorderingen | 37.240 | 10.292 | 4 | 47.535 | 21.705 | 11.966 | 4 | 33.675 |
| Handelsvorderingen | 615 | 0 | 4 | 619 | 17 | 0 | 4 | 20 |
| Overige vorderingen: bruto | 36.624 | 10.292 | 0 | 46.916 | 21.689 | 11.966 | 0 | 33.654 |
| Overige vorderingen: WV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Banken - vorderingen kredietinst. & cliënten | 91 | 0 | 0 | 91 | 5.091 | 0 | 0 | 5.091 |
| Overlopende rekeningen - activa | 8.142 | 83 | 0 | 8.225 | 6.819 | 390 | 0 | 7.209 |
| Totaal | 45.473 | 14.313 | 4 | 59.789 | 33.616 | 16.484 | 4 | 50.103 |
| II. Verplichtingen jegens verbonden partijen - balans |
||||||||
| Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Achtergestelde leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige schulden | 19.347 | 150 | 0 | 19.497 | 155 | 150 | 0 | 305 |
| Handelsschulden | 243 | 0 | 0 | 243 | 152 | 0 | 0 | 152 |
| Overige schulden | 19.104 | 150 | 0 | 19.254 | 3 | 150 | 0 | 153 |
| Banken - schulden aan kredietinstellingen, cliënten en obligaties |
77.179 | 0 | 0 | 77.179 | 79.614 | 0 | 0 | 79.614 |
| Overlopende rekeningen - passiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Totaal | 96.526 | 150 | 0 | 96.676 | 79.769 | 150 | 0 | 79.919 |
| III. Transacties tussen verbonden partijen - resultatenrekening |
||||||||
| Bedrijfsopbrengsten | 73.792 | 113 | 3 | 73.908 | 65.972 | 125 | 3 | 66.100 |
| Verrichting van diensten | 3.794 | 23 | 3 | 3.820 | 2.887 | 35 | 3 | 2.925 |
| Vastgoedopbrengsten | 10 | 0 | 0 | 10 | 20 | 0 | 0 | 20 |
| Renteopbrengsten bancaire activiteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Vergoedingen en commissies bancaire activiteiten Opbrengsten uit onderhanden projecten in opdracht van |
69.925 | 0 | 0 | 69.925 | 63.040 | 0 | 0 | 63.040 |
| derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 64 | 90 | 0 | 153 | 25 | 90 | 0 | 115 |
| Exploitatielasten (-) | -634 | 0 | 0 | -634 | -173 | 0 | 0 | -173 |
| Grond- & hulpstoffen, diensten en uitbesteed werk (-) | -634 | 0 | 0 | -634 | -173 | 0 | 0 | -173 |
| Rentelasten Bank Van Breda (-) Bijzondere waardeverminderingen (-) |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
0 0 |
| Financieel resultaat | 4.251 | 832 | 0 | 5.083 | 3.689 | 996 | 0 | 4.685 |
| Renteopbrengsten | 4.251 | 832 | 0 | 5.083 | 3.689 | 996 | 0 | 4.685 |
| Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In bovenstaande tabel worden de leningen vermeld die AvH (en subholdings) toekennen aan participaties die niet integraal geconsolideerd worden. Op deze intragroepsleningen worden marktconforme intresten aangerekend. Ditzelfde geldt voor financieringen die Nextensa, Deep C Holding en Green Offshore aan hun vermogensmutatiedochters verlenen, gerapporteerd onder 'overige vorderingen'. De door Nextensa ontvangen voorschotten op de ontwikkelingen in Cloche d'Or zijn opgenomen in de 'overige schulden'.
Via de integrale consolidatie van Bank Van Breda en de opname van Delen Private Bank via de vermogensmutatiemethode wordt het commercial paper van Bank Van Breda dat aangehouden wordt door Delen Private Bank (71,2 miljoen euro) en het termijndeposito (6,0 miljoen euro) als een schuld van Bank Van Breda aan een verbonden partij gerapporteerd.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Activa jegens verbonden partijen CFE-DEME | 271.678 | 213.973 |
| Financiële vaste activa | 184.255 | 162.467 |
| Handelsvorderingen en andere vorderingen | 80.553 | 45.190 |
| Andere vlottende activa | 6.870 | 6.316 |
| Passiva jegens verbonden partijen CFE-DEME | 64.842 | 48.296 |
| Andere kortlopende verplichtingen | 14.936 | 13.666 |
| Handelsschulden en andere schulden | 49.906 | 34.630 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Opbrengsten en lasten jegens verbonden partijen CFE-DEME | 334.534 | 281.050 |
| Omzet en opbrengsten uit aanverwante activiteiten | 329.651 | 303.068 |
| Aankopen en andere operationele lasten | -5.719 | -28.822 |
| Financieringsopbrengsten(lasten) | 10.602 | 6.804 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Vergoeding van de bestuurders | ||
| Tantièmes ten laste van AvH | 836 | 630 |
| Vergoeding van de leden van het executief comité | ||
| Vaste vergoeding | 3.045 | 3.548 |
| Variabele vergoeding | 3.015 | 6.798 |
| Aandelenopties | 2.468 | 1.862 |
| Groeps- en hospitalisatieverzekering | 871 | 572 |
| Voordeel in natura (bedrijfswagen) | 30 | 38 |
| (€ 1.000) | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2023 | AvH | Dochter ondernemingen (1) |
Totaal 2022 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| De uitoefening van een mandaat | 79 | 3.517 | 3.595 | 71 | 3.227 | 3.298 |
| Bijzondere opdrachten | ||||||
| - Andere controle-opdrachten | 271 | 271 | 0 | 331 | 331 | |
| - Belastingadviesopdrachten | 34 | 334 | 369 | 6 | 416 | 422 |
| - Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten | 10 | 132 | 141 | 9 | 86 | 95 |
| Totaal | 123 | 4.254 | 4.376 | 86 | 4.060 | 4.146 |
(1) Inclusief gemeenschappelijke dochterondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 399.194 | 708.655 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 32.905.602 | 33.127.739 |
| Winst per aandeel (€) | 12,13 | 21,39 |
| Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de groep (€ 1.000) | 399.194 | 708.655 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 32.905.602 | 33.127.739 |
| Impact aandelenopties | 19.903 | 34.772 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 32.925.504 | 33.162.510 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 12,12 | 21,37 |
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 399.194 | 705.834 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 32.905.602 | 33.127.739 |
| Winst per aandeel (€) | 12,13 | 21,31 |
| Netto geconsolideerd resultaat van voortgezette activiteiten, aandeel van de groep (€ 1.000) | 399.194 | 705.834 |
| Gewogen gemiddeld aantal aandelen (1) | 32.905.602 | 33.127.739 |
| Impact aandelenopties | 19.903 | 34.772 |
| Aangepast gewogen gemiddeld aantal aandelen | 32.925.504 | 33.162.510 |
| Verwaterde winst per aandeel (€) | 12,12 | 21,28 |
(1) Op basis van uitgegeven aandelen, gecorrigeerd voor eigen aandelen in portefeuille
Aan de gewone algemene vergadering van Aandeelhouders van 27 mei 2024 zal worden voorgesteld om een dividend van 3,40 euro per aandeel goed te keuren.
| (€ 1.000) | 2023 | 2022 |
|---|---|---|
| Dividend op gewone aandelen uitgekeerd in: | ||
| - Slotdividend 2022: 3,10 euro per aandeel | -102.511 | -91.085 |
| (€ 1.000) | |
|---|---|
| Dividend op gewone aandelen: | |
| - Slotdividend 2023: 3,40 euro per aandeel (1) | -113.889 |
(1) Maximaal dividend berekend op basis van het totaal aantal uitgegeven aandelen, zonder rekening te houden met eigen aandelen.
| 2023 | 2022 | |
|---|---|---|
| Bruto | 3,4000 | 3,1000 |
| Netto (roerende voorheffing 30%) | 2,3800 | 2,1700 |
In januari 2024 combineerden EMG (AvH 22,74%), een toonaangevende wereldwijde leverancier van diensten voor televisie en mediaoplossingen voor live sport, entertainment en evenementen, en Gravity Media, een wereldwijde leverancier van complexe creatieve live productie- en mediadiensten, hun ondernemingen tot een van 's werelds grootste en belangrijkste audiovisuele productiebedrijven. De nieuwe onderneming, die te gepasten tijde een formele naam zal krijgen, zal over een aanzienlijke wereldwijde capaciteit beschikken, waaronder meer dan 100 vrachtwagens en flypacks en 40 studio's en productiefaciliteiten in Europa, het Midden-Oosten, de Verenigde Staten en Australië, die deel zullen uitmaken van de nieuwe wereldwijde onderneming. Het bedrijf zal 30 kantoren hebben in 12 landen, met in totaal 2.000 werknemers in vaste dienst en met toegang tot een wereldwijd netwerk van freelancers. De bedrijfscombinatie leidde niet tot bijkomende investeringen door AvH en zal naar verwachting ook geen onmiddellijke impact hebben op de resultaten van AvH, maar verwaterde wel de participatie van AvH tot 15,8%.
Van Moer Logistics heeft ambitieuze plannen om haar groei door te zetten. Ter financiering daarvan hebben AvH Growth Capital en het stichterskoppel Jo Van Moer - Anne Verstraeten in maart 2024 samen een kapitaalsverhoging doorgevoerd van in totaal 25 miljoen euro. Het deelnemingspercentage van AvH Growth Capital in Van Moer Logistics is na deze operatie gestegen tot 32,4%. Gelijktijdig met deze kapitaalsverhoging heeft AvH Growth Capital 33,3% verworven in het kapitaal van Blue Real Estate.
Eveneens in maart 2024 heeft Delen Private Bank een akkoord bereikt met de aandeelhouders van Box Consultants (Nederland) over de overname van 100% van de aandelen. De overname leidt tot ruim een verdubbeling van het beheerd vermogen van Delen Private Bank Nederland.
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Ackermans & van Haaren NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2023
In het kader van de wettelijke controle van de geconsolideerde jaarrekening van Ackermans & van Haaren nv (de "Vennootschap") en haar dochterondernemingen (samen "de Groep"), brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over geconsolideerde balans op 31 december 2023, geconsolideerde resultatenrekening, geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar dat afgesloten werd op 31 december 2023 en over de toelichting, met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 23 mei 2022, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2024. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 23 opeenvolgende boekjaren. Ingevolge de wetgeving op rotatie van auditkantoren, dienen wij na de controle van het boekjaar eindigend op 31 december 2023, ontslag te nemen als commissaris van de Vennootschap.
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening Ackermans & van Haaren nv, die de geconsolideerde balans op 31 december 2023 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, geconsolideerde staat van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting met informatie van materieel belang over de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, met een geconsolideerd balanstotaal van € 19.020.522.(000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toe te rekenen aan de eigenaars van de vennootschap) van € 399.194.(000).
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2023, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.
We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs") die van toepassing zijn in België. Wij hebben bovendien de door International Auditing and Assurance Standards Board ("IAASB") goedgekeurde ISA's toegepast die van toepassing zijn op huidige afsluitingsdatum en nog niet goedgekeurd zijn op nationaal niveau. Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.
• Beschrijving van het kernpunt
Voor het gros van haar projecten (hierna "contracten" of "projecten") erkent de groep opbrengsten en winst a rato van de voortschrijding der werken, die gedefinieerd wordt als het aandeel van de gemaakte projectkosten voor de tot de balansdatum verrichte werkzaamheden versus de geschatte totale kosten bij voltooiing van het project. De erkenning van omzet en winst worden aldus gebaseerd op schattingen van de verwachte totale kosten per project. Kosten voor onvoorziene omstandigheden kunnen ook in deze schattingen worden opgenomen om rekening te houden met specifieke onzekere risico's of claims tegen de groep. De omzet uit projecten kan ook variatie-orders en claims omvatten die per contract worden opgenomen wanneer de bijkomende opbrengsten met hoge mate van zekerheid kunnen worden gewaardeerd in lijn met IFRS.
Omzeterkenning en boekhoudkundige verwerking van projecten omvat vaak een hoge mate van oordeelsvorming vanwege de complexiteit van projecten, onzekerheid over de nog op te lopen kosten en onzekerheid over de uitkomst van gesprekken met opdrachtgevers over variatie-orders en claims. Dit is een kernpunt van onze controle wegens een hoge graad van risico en bijhorende oordeelsvorming door de directie inzake inschatting van de te erkennen omzet en winst of verlies, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
De boekhoudkundige erkenning van omzet en verwerking van projecten wordt uiteengezet in Toelichting 1 van de Geconsolideerde Jaarrekening (IFRS waarderingsregels). Daarnaast verwijzen we naar Toelichting 15 van de Geconsolideerde Jaarrekening met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden.
• Beschrijving van het kernpunt
DEME is wereldwijd actief in diverse landen en aldus onderworpen aan verschillende belastingstelsels. De belasting van haar activiteiten kan afhankelijk zijn van inschattingen die aanleiding geven tot geschillen met de lokale belastingautoriteiten, waarvan de oplossing meerdere jaren in beslag neemt. Indien het bedrag van de belastingschuld onzeker is, legt de directie op basis van haar beste inschatting een voorziening aan voor het waarschijnlijk verschuldigde bedrag. De directie oefent een belangrijk oordeelsvermogen uit bij de inschatting van het bedrag van voorzieningen voor onzekere belastingposities en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels - belastingen) en Toelichting 21 (Belastingen).
• Beschrijving van het kernpunt
De waardering van de grondposities en de gemaakte bouwkosten voor residentiële ontwikkelingen zijn gebaseerd op de historische kostprijs of lagere netto realisatiewaarde. De beoordeling van de netto realisatiewaarden omvat veronderstellingen met betrekking tot toekomstige marktontwikkelingen, vergunningsbeslissingen van overheidsinstanties, verdisconteringsvoeten en toekomstige veranderingen in kosten en verkoopprijzen. Deze schattingen hebben betrekking op verschillende elementen en zijn gevoelig voor gebruikte scenario's en assumpties en houden als zodanig een significante inschatting in van het management. Het risico bestaat dat mogelijke bijzondere waardeverminderingen van voorraden niet adequaat worden verwerkt in de Geconsolideerde Jaarrekening.
Opbrengsten en resultaten worden erkend voor zover componenten (huisvestingseenheden) verkocht zijn, en à rato van de voortschrijding der werken.. Omzet- en winsterkenning worden aldus verantwoord op basis van schattingen met betrekking tot de verwachte totale kosten per project.
Vaak is er een hoge mate van inschatting vanwege de complexiteit van projecten en onzekerheid over de verwachte kosten. Dit is een kernpunt van de controle omdat er een hoge graad van risico gekoppeld is aan het inschatten van het bedrag van de opbrengsten en de winst die door de groep moet worden erkend in de periode, en wijzigingen in deze schattingen kunnen aanleiding geven tot belangrijke afwijkingen.
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 15 (Voorraden en onderhanden werken in opdracht van derden).
• Beschrijving van het kernpunt
De netto portefeuille van leningen en vorderingen aan klanten bedroeg € 6.248 miljoen op 31 december 2023. Leningen en vorderingen aan klanten worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs verminderd met de bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen, (€ 26,5 miljoen, inclusief toegezegde (nog) niet in de balans opgenomen leningen).
Het bepalen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen vereist een significante beoordeling vanwege het management, zoals het identificeren van leningen en vorderingen op cliënten die verslechteren, de beoordeling van het objectief bewijs voor bijzondere waardevermindering, de waarde van het onderpand en de inschatting van de realiseerbare waarde.
Het gebruik van verschillende modelleringstechnieken en –assumpties kan tot aanzienlijk verschillende inschattingen van bijzondere waardeverminderingen voor kredietverliezen leiden.
Vanwege de belangrijkheid van leningen en vorderingen aan klanten en de gerelateerde onzekerheid bij de inschatting van de kredietverliezen, wordt de waardering van de leningen en vorderingen op cliënten als een kernpunt voor onze controle beschouwd.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De controlewerkzaamheden omvatten onder meer volgende elementen:
We verwijzen naar Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 14 (Banken – vorderingen op kredietinstellingen & cliënten).
Betrokken ondernemingen: Nextensa
• Beschrijving van het kernpunt
Per 31 December 2023 presenteert de groep voor een totaal bedrag aan vastgoedbeleggingen van € 1.289 miljoen op het actief van de balans.
Overeenkomstig de waarderingsregels en de IAS 40 norm "Vastgoedbeleggingen" worden deze vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen de reële waarde en worden de waarde-wijzigingen worden opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde van deze vastgoedbeleggingen wordt geclassificeerd onder niveau 3 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde". Bepaalde hypotheses die gebruikt worden voor de waardering zijn gebaseerd op data die slechts beperkt waarneembaar zijn (verdisconteringsvoet, toekomstige bezettingsgraad,..) en vereisen daarom een inschatting vanwege het management. Het auditrisico ligt in de waardering van vastgoedbeleggingen en is daarom een kernpunt van de controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
De Groep maakt gebruik van externe deskundigen om de reële waarde van zijn gebouwen te schatten. Met de hulp van onze eigen interne waarderingsdeskundigen werden de waarderingsverslagen van deze externe deskundigen geëvalueerd. Specifiek betreft dit de volgende controlewerkzaamheden:
• Verwijzing naar de toelichtingen:
Tenslotte werden de geschiktheid van de informatie over de reële waarde van de vastgoedbeleggingen in Toelichting 1 (IFRS waarderingsregels) en Toelichting 10 (Vastgoedbeleggingen gewaardeerd aan reële waarde) van de Geconsolideerde Jaarrekening beoordeeld.
Verschillende bedrijven binnen de groep hebben renteswaps (IRS) om het renterisico af te dekken op de schulden tegen een variabele rentevoet. De waardering van deze derivaten tegen reële waarde is een belangrijke bron van volatiliteit in het resultaat en/of het eigen vermogen. In overeenstemming met de IFRS 9 norm "Financiële instrumenten – opname en waardering" worden deze derivaten immers gewaardeerd tegen reële waarde (hetgeen overeenkomt met niveau 2 van de reële waarde hiërarchie zoals gedefinieerd onder de IFRS 13 norm "De waardering tegen reële waarde"). Wijzigingen in de reële waarde van derivaten worden opgenomen in de resultatenrekening, behalve voor het deel van de IRS, waarvoor de Groep "hedge accounting" ("cash-flow hedging") toepast, dewelke toestaat dat het merendeel van de reële waarde-wijzigingen kan worden opgenomen onder de rubriek van het eigen vermogen ("Hedge reserves"). Het auditrisico ligt enerzijds in de complexiteit bij de bepaling van de reële waarde van deze derivaten en anderzijds bij de correcte toepassing van de "hedge accounting" voor de IRS contracten die geclassificeerd worden door de Groep als "cash-flow hedges" en zijn daarom een kernpunt van de controle.
• Verwijzing naar de toelichtingen:
Beoordeling van de geschiktheid van de informatie over afgeleide instrumenten in Toelichting 12 (Financieel risicobeheer en afgeleide financiële instrumenten) bij de jaarrekening.
De jaarlijkse beoordeling door management van potentiële minderwaarden op geboekte goodwill, gebeurt op basis van verschillende parameters zoals (i) beurskoersen (ii) eigen vermogenswaarden (iii) discounted cash flow analyse ("DCF analyse") van de onderliggende deelnemingen gebaseerd op budgetten die in de raden van bestuur van de betrokken dochters zijn goedgekeurd en (iv) verkoopwaarden op basis van lopende onderhandelingen. Dit vereist inschattingen en beoordelingen door het management van de gebruikte assumpties, onder andere de realisatiewaarde van de onderliggende deelnemingen. De bepaling van toekomstige cash flows van de betreffende kasstroom genererende entiteiten ('CGU's') alsook van de gehanteerde verdisconteringsvoet is complex en subjectief. Wijzigingen in deze assumpties zouden tot materiële wijzigingen kunnen leiden in de ingeschatte marktwaarde, wat een potentieel effect heeft op potentiële minderwaarden die moeten doorgevoerd worden op niveau van de goodwill.
Analyse van de adequaatheid en volledigheid van de toelichtingen opgenomen in toelichting 1 (IFRS waarderingsregels – consolidatieprincipes) en Toelichting 8 (Goodwill) van de Geconsolideerde Jaarrekening.
De groep neemt een groot aantal ondernemingen op in haar Geconsolideerde Jaarrekening volgens de vermogensmutatiemethode, per 31 December 2023 bedraagt de totale waarde € 2.022 miljoen in de balans en dragen deze ondernemingen bij in de winst van het boekjaar voor € 223 miljoen. De informatie inzake ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode is opgenomen in Toelichting 11 van de Geconsolideerde Jaarrekening.
Het risico bestaat dat in deze ondernemingen eveneens audit aandachtspunten bestaan die significant zijn voor ons de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de groep.
Zo heeft Delen Private Bank als gevolg van overnames cliënteel verworven, opgenomen onder haar immateriële vaste activa. Het merendeel van het aangekocht cliënteel wordt bij Delen Private Bank aanzien als immateriële activa met onbepaalde gebruiksduur. De statistische gegevens uit het verleden tonen aan dat slechts een beperkt deel van het aangekochte cliënteel een beperkte levensduur heeft. Bij elke verwerving van cliënteel wordt, op basis van de statistieken, bepaald hoeveel van het aangekochte cliënteel dient aanzien te worden als immaterieel vast actief met bepaalde gebruiksduur, dat pro rata over deze gebruiksduur wordt afgeschreven. Het overige deel wordt niet afgeschreven. Het management voert jaarlijks een impairment analyse uit op basis van een eigen ontwikkeld model zowel voor het cliënteel met bepaalde als onbepaalde gebruiksduur, waarbij het aangekochte cliënteel is onderverdeeld per kantoor van de groep.
De waardering van dit aangekochte cliënteel is complex en vereist inschattingen van het management. De waardering van het cliënteel is gebaseerd op de tegoeden toevertrouwd door het cliënteel (Assets under Management, hierna "AuM's") waarop een factor wordt toegepast.
Een wijziging in deze parameters of het gebruik van foutieve data zouden een materiële impact kunnen hebben op de waardering van het aangekocht cliënteel. Om deze redenen is de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel een kernpunt van onze controle.
• Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Met betrekking tot de waardering van het geactiveerd, verworven cliënteel bij Delen Private Bank werden onder andere de volgende audit-procedures uitgevoerd:
Met betrekking tot de aandachtspunten in de balansen van de deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode werden onder andere volgende audit procedures uitgevoerd:
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening, is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:
Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport.
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van niet-financiële informatie gehecht aan dit jaarverslag en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening en de andere informatie opgenomen in het jaarrapport, zijnde:
een afwijking van materieel belang bevatten, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, werd opgenomen in het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft zich bij het opstellen van deze niet-financiële informatie gebaseerd op het Global Reporting Initiative ("GRI") referentiemodel. Wij spreken ons evenwel niet uit over de vraag of deze niet-financiële informatie in alle van materieel belang zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming met het GRI referentiemodel.
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.
De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Geconsolideerde Jaarrekening.
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEFformaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEF-vereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/stori).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal) van Ackermans & van Haaren per 31 december 2023 in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Vanwege de technische beperkingen die inherent zijn aan de tagging van geconsolideerde jaarrekening volgens het ESEF-formaat, is het mogelijk dat de inhoud van bepaalde tags in de toelichtingen niet op identieke wijze wordt weergegeven als de geconsolideerde jaarrekening die bij dit rapport is gevoegd.
Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.
Diegem, 28 maart 2024
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris, Vertegenwoordigd door
Christel Weymeersch - Partner *
* Handelend in naam van een BV
23CW0100
Overeenkomstig artikel 3:17 WVV wordt hierna een verkorte versie weergegeven van de enkelvoudige jaarrekening van Ackermans & van Haaren. De volledige jaarrekening wordt overeenkomstig de artikelen 3:10 en 3:12 WVV samen met het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris neergelegd bij de Nationale Bank van België.
De commissaris heeft met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekening een goedkeurende verklaring zonder voorbehoud gegeven.
De volledige jaarrekening, het jaarverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris liggen ter inzage op de zetel van de vennootschap en zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld conform de Belgische boekhoudwetgeving.
Adres: Begijnenvest 113, 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 - E-mail [email protected]
| (€ 1.000) | Nota's | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Vaste activa | 2.172.105 | 2.091.261 | 2.076.142 | |
| I. Oprichtingskosten | ||||
| II. Immateriële vaste activa | 41 | 64 | 28 | |
| III. Materiële vaste activa | (1) | 9.224 | 8.861 | 8.994 |
| A.Terreinen en gebouwen | 7.118 | 7.227 | 7.559 | |
| C. Meubilair en rollend materieel | 2.106 | 1.634 | 1.435 | |
| D. Leasing en soortgelijke rechten | 0 | 0 | 1 | |
| E. Overige materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | |
| F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | ||||
| IV. Financiële vaste activa | 2.162.840 | 2.082.336 | 2.067.120 | |
| A. Verbonden ondernemingen | (2) | 1.814.656 | 1.769.748 | 1.781.619 |
| 1. Deelnemingen | 1.771.612 | 1.734.908 | 1.762.644 | |
| 2. Vorderingen | 43.044 | 34.840 | 18.976 | |
| B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat | (3) | 283.354 | 271.112 | 259.568 |
| 1. Deelnemingen | 281.354 | 271.112 | 259.568 | |
| 2. Vorderingen | 2.000 | 0 | 0 | |
| C. Andere financiële vaste activa | 64.830 | 41.476 | 25.933 | |
| 1. Aandelen | 64.828 | 41.474 | 25.925 | |
| 2. Vorderingen en borgtochten in contanten | 2 | 2 | 8 | |
| Vlottende activa | 492.452 | 476.316 | 138.067 | |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 3.825 | 0 | 0 | |
| A. Handelsvorderingen | ||||
| B. Overige vorderingen | 3.825 | 0 | 0 | |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | ||||
| A. Voorraden | ||||
| 1. Grond-en hulpstoffen | ||||
| 2. Goederen in bewerking | ||||
| 3. Gereed product | ||||
| 4. Handelsgoederen | ||||
| 5. Onroerende goederen | ||||
| 6. Vooruitbetalingen | ||||
| B. Bestellingen in uitvoering | ||||
| VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar | 28.142 | 14.535 | 63.986 | |
| A. Handelsvorderingen | 1.335 | 1.235 | 1.224 | |
| B. Overige vorderingen | (4) | 26.807 | 13.300 | 62.762 |
| VIII. Geldbeleggingen | (5) | 386.240 | 420.823 | 54.975 |
| A. Eigen aandelen | 107.208 | 47.731 | 40.385 | |
| B. Overige beleggingen | 279.032 | 373.092 | 14.590 | |
| IX. Liquide middelen | 69.467 | 38.259 | 17.882 | |
| X. Overlopende rekeningen | 4.778 | 2.699 | 1.224 | |
| Totaal der activa | 2.664.557 | 2.567.577 | 2.214.209 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Eigen vermogen | (6) | 2.481.211 | 2.329.974 | 2.062.930 |
| I. Kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| A. Geplaatst kapitaal | 2.295 | 2.295 | 2.295 | |
| B. Niet opgevraagd kapitaal (-) | ||||
| II. Uitgiftepremies | 111.612 | 111.612 | 111.612 | |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | ||||
| IV. Reserves | 203.091 | 136.656 | 123.576 | |
| A. Wettelijke reserve | 248 | 248 | 248 | |
| B. Onbeschikbare reserves | 107.243 | 47.766 | 40.420 | |
| 1. Eigen aandelen | 107.208 | 47.731 | 40.385 | |
| 2. Andere | 35 | 35 | 35 | |
| C. Belastingvrije reserves | ||||
| D. Beschikbare reserves | 95.600 | 88.642 | 82.908 | |
| V. Overgedragen winst | 2.164.213 | 2.079.410 | 1.825.447 | |
| Overgedragen verlies (-) | ||||
| VI. Kapitaalsubsidies | ||||
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | ||||
| 10.742 | 10.742 | 0 | ||
| VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 10.742 | 10.742 | 0 | |
| 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 0 | 0 | 0 | |
| 2. Belastingen | ||||
| 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken | ||||
| 4. Overige risico's en kosten | (7) | 10.742 | 10.742 | |
| B. Uitgestelde belastingen | ||||
| Schulden | 172.603 | 228.191 | 151.279 | |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | |
| A. Financiële schulden | 0 | 0 | 0 | |
| B. Handelsschulden | ||||
| C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen | ||||
| D. Overige schulden | ||||
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 168.950 | 227.571 | 150.979 | |
| A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 0 | 0 | 1 | |
| B. Financiële schulden | (8) | 48.755 | 113.857 | 53.506 |
| 1. Kredietinstellingen | ||||
| 2. Overige leningen | 48.755 | 113.857 | 53.506 | |
| C. Handelsschulden | 838 | 1.162 | 727 | |
| 1. Leveranciers | 838 | 1.162 | 727 | |
| E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten | 3.634 | 6.586 | 3.868 | |
| 1. Belastingen | 0 | 53 | 73 | |
| 2. Bezoldigingen en sociale lasten | 3.634 | 6.533 | 3.795 | |
| F. Overige schulden | (9) | 115.723 | 104.636 | 92.878 |
| X. Overlopende rekeningen | 3.654 | 620 | 300 | |
| Totaal der passiva | 2.664.557 | 2.567.577 | 2.214.209 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Kosten | ||||
| A. Kosten van schulden | 3.701 | 218 | 36 | |
| B. Andere financiële kosten | 1.313 | 1.023 | 1.067 | |
| C. Diensten en diverse goederen | 12.554 | 14.748 | 10.350 | |
| D. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen | 3.965 | 3.017 | 2.585 | |
| E. Diverse lopende kosten | 362 | 282 | 259 | |
| F. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa |
783 | 692 | 682 | |
| G. Waardeverminderingen | (10) | 8.237 | 1.355 | 11.011 |
| 1. Op financiële vaste activa | 7.716 | 0 | 0 | |
| 2. Op vlottende activa | 521 | 1.355 | 11.011 | |
| H. Voorzieningen voor risico's en kosten | (7) | 0 | 10.742 | 0 |
| I. Minderwaarde bij realisatie | (11) | 565 | 2.316 | 46.479 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 0 | 8 | 0 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 0 | 0 | 18.469 | |
| 3. Van vlottende activa | 565 | 2.307 | 28.010 | |
| J. Uitzonderlijke kosten | 0 | 0 | 0 | |
| K. Belastingen | 127 | 96 | 84 | |
| L. Winst van het boekjaar | 266.431 | 370.748 | 234.382 | |
| M. Overboeking naar belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen winst van het boekjaar | 266.431 | 370.748 | 234.382 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| A. Te bestemmen winstsaldo | 2.345.841 | 2.196.195 | 1.925.781 | |
| 1. Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 266.431 | 370.748 | 234.382 | |
| 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar | 2.079.410 | 1.825.447 | 1.691.399 | |
| Totaal | 2.345.841 | 2.196.195 | 1.925.781 |
| (€ 1.000) | Nota's | 2023 | 2022 | 2021 |
|---|---|---|---|---|
| Opbrengsten | ||||
| A. Opbrengsten uit financiële vaste activa | 198.878 | 127.759 | 116.124 | |
| 1. Dividenden | (12) | 196.008 | 126.035 | 114.687 |
| 2. Interesten | 2.113 | 1.230 | 599 | |
| 3. Tantièmes | 758 | 493 | 838 | |
| B. Opbrengsten uit vlottende activa | 11.851 | 2.461 | 2.191 | |
| C. Andere financiële opbrengsten | 1 | 119 | 0 | |
| D. Opbrengsten uit geleverde diensten | 1.845 | 1.938 | 2.030 | |
| E. Andere lopende opbrengsten | 382 | 198 | 359 | |
| F. Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen op materiële en immateriële vaste activa | ||||
| G. Terugnemingen van waardeverminderingen | (10) | 40.000 | 701 | 46.764 |
| 1. Op financiële vaste activa | 40.000 | 0 | 20.004 | |
| 2. Op vlottende activa | 0 | 701 | 26.760 | |
| H. Terugnemingen van voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 | 0 | |
| I. Meerwaarde bij realisatie | (13) | 45.079 | 271.777 | 139.467 |
| 1. Van materiële en immateriële vaste activa | 44 | 27 | 14 | |
| 2. Van financiële vaste activa | 43.938 | 271.350 | 139.022 | |
| 3. Van vlottende activa | 1.097 | 399 | 431 | |
| J. Uitzonderlijke opbrengsten | 0 | 275 | 0 | |
| K. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen | 0 | 11 | ||
| L. Verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| M. Onttrekking aan de belastingvrije reserves | ||||
| N. Te bestemmen verlies van het boekjaar | 0 | 0 | 0 | |
| Resultaatverwerking | ||||
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | 66.436 | 13.080 | 8.317 | |
| 3. Aan de overige reserves | 66.436 | 13.080 | 8.317 | |
| D. Over te dragen resultaat | 2.164.213 | 2.079.410 | 1.825.447 | |
| 1. Over te dragen winst | 2.164.213 | 2.079.410 | 1.825.447 | |
| F. Uit te keren winst | 115.193 | 103.705 | 92.017 | |
| 1. Dividenden | 113.889 | 102.511 | 91.085 | |
| 3. Tantièmes | 870 | 836 | 630 | |
| 3. Winstpremie voor werknemers | 433 | 358 | 302 | |
| Totaal | 2.345.841 | 2.196.195 | 1.925.781 |
Materialiteit speelt binnen AvH op twee niveaus: (1) AvH als verantwoordelijke investeerder en (2) AvH als verantwoordelijke en actieve partner. De interactie tussen de twee niveaus wordt in de figuur hieronder weergegeven. De materiële onderwerpen werden bevestigd als hoekstenen van AvH's ESG-beleid en methodologie. 'Verantwoordelijk investeringsbeleid', 'Verantwoordelijke aandeelhouder' en 'Deugdelijk bestuur', bepalen de strategie en sturing. Via de juiste cultuur of Bedrijfsethiek' en het aantrekken en vormen van het juiste talent ('Talentontwikkeling') rolt AvH de nodige acties uit, ondersteund door 'Innovatie' en operationele efficiëntie. Dit resulteert in 'Financiële veerkracht en langetermijnrentabiliteit'.

AvH's ESG-benadering als investeringsmaatschappij is gebaseerd op een materialiteitsoefening opgesteld in 2019. In 2022 werd een inhoudelijke toetsing uitgevoerd, terwijl de impact van de onderwerpen jaarlijks wordt opgevolgd.
De business impact (X-as) wordt beoordeeld aan de hand van de impact op het eigen vermogen en terugkerende impact op het resultaat over een periode van 3 tot 5 jaar. Er werd een nieuwe stakeholderbevraging (Y-as) gelanceerd eind 2021. De belanghebbenden ('stakeholders') worden in de tabel op de volgende pagina weergegeven. AvH verruimde de kring van belanghebbenden bij de bevraging om nog beter hun visie te capteren. De responsgraad van de bevraging bedroeg 77%, wat een indicatie geeft van de goede relaties met de belanghebbenden.

(1) Goedgekeurd op de raad van bestuur van 4 oktober 2022.
| Belanghebbenden | Dialoog |
|---|---|
| Participaties | • Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • CEO-sounding boards • HR-sounding boards, innovatie-, ESG-, legal en finance workshops • ESG-vragenlijst (jaarlijks) voor alle participaties • ESG-strategische sessies met participaties • ESG-sectorinitiatieven voor vastgoed en financiële instellingen |
| Investeringsteam (inclusief executief comité) |
• Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie (investeringsteam) • Jaarlijkse ESG-training en bewustzijnssessies • Tweemaandelijkse informatiesessies (AvH What's Up) |
| Raad van bestuur | • Betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • ESG jaarlijks toegelicht in het auditcomité en besproken en goedgekeurd door de raad van bestuur |
| Aandeelhouders | • Selectie betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • Feedback aan bredere aandeelhoudersgroepen |
| Investeerders | • Financiële instellingen (bankiers en analisten) betrokken in AvH's ESG-stakeholderconsultatie • AvH-presentaties aan investeerders |
De materiële ESG-gerelateerde risico's van de AvH-groep situeren zich op het niveau van de participaties. Dit betekent dat een ESG-risico of -opportuniteit in een participatie potentieel ook een belangrijke impact (positief of negatief) kan hebben op het geconsolideerd eigen vermogen of nettoresultaat van AvH, waarbij rekening wordt gehouden met het aandeelhouderspercentage aangehouden door AvH en het gewicht in de portefeuille (beheerde actieva). Er wordt hierbij een langetermijnperspectief gehanteerd. Om haar portefeuille vanuit een ESG-oogpunt te monitoren, voert AvH jaarlijks een risicoanalyse uit van haar bedrijven in portefeuille. Deze analyse, waarvan het verloop wordt beschreven in de eerste figuur in deze bijlage, is gebaseerd op (1) de beschikbare materialiteitsmatrix van de participaties, gecombineerd met gegevens afkomstig van (2) de AvH ESGvragenlijst, (3) beschikbare externe ESG-ratings (opgevraagd via de ESGvragenlijst) en (4) de kennis van het investeringsteam omtrent de participaties en de sectoren waarin deze actief zijn. De resultaten worden gerapporteerd aan het executief comité, auditcomité en de raad van bestuur. Onderstaande tabel vat de resultaten van deze risicoanalyse samen (rekening houdend met het aandeelhouderspercentage en het gewicht in de portefeuille (beheerde actieva)). Hieruit blijkt dat er bij alle vermelde participaties (DEME, Delen Private Bank en Bank Van Breda) een potentieel materieel ESG-risico kan zijn inzake deugdelijk bestuur, maar dat er enkel bij DEME ook een potentieel ESG-risico kan zijn inzake milieu of sociale aspecten. Wat SIPEF betreft, identificeren de analyses geen potentieel materiële risico's voor de AvH-groep. Andere participaties of andere ESG-risico's en opportuniteiten, die werden meegenomen in de analyses, worden, op basis van de huidige inzichten, niet geacht een materiële impact te hebben op de AvH-groep.
| ESG-risico's en opportuniteiten die materieel zijn voor AvH-groep | ||||
|---|---|---|---|---|
| Participatie | Milieu | Sociaal (incl. mensenrechten) | Deugdelijk bestuur (incl. anti-corruptie) | |
| SDEME | Klimaat en energie | Gezondheid en veiligheid | Bedrijfsethiek | Duurzame innovatie |
| DIFICEN | n.m. | n.m. | Vermogens- bescherming |
Verantwoordelijk investeringsbeleid |
| PRIVATE BANK | Bedrijfsethiek | Bescherming van data en privacy |
||
| Bank Van Breda |
n.m. | n.m. | Veilige haven | Bescherming van data en privacy |
| Bedrijfsethiek | ||||
| n.m. | n.m. | n.m. |
AvH hanteert de internationale ESG-standaard Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen ('Sustainable Development Goals', afgekort SDGs) van de Verenigde Naties om haar duurzaamheidsrapportering te structureren. Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse, focust AvH als investeringsmaatschappij op 4 SDGs, met name, SDGs 3 (goede gezondheid en welzijn), 8 (waardig werk en economische groei), 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en 16 (vrede, veiligheid en sterke publieke diensten). De participaties werd ook gevraagd om hun ESG-beleid te koppelen aan de SDGs, en 4 SDGs werden geïdentificeerd als gemeenschappelijk terrein over de participaties: 3 (goede gezondheid en welzijn), 8 (waardig werk en economische groei), 13 (klimaatactie) en 16 (vrede, veiligheid en sterke publieke diensten).

AvH heeft de informatie in deze GRI-referentietabel voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 gerapporteerd met verwijzing naar de GRIstandaarden (cfr. GRI 1: Basis ('Foundation') editie 2021).
| GRI-standaard | Indicator | Locatie |
|---|---|---|
| GRI 2: Algemene rapportering (editie 2021) |
2-1 Organisatorische details | Wettelijke naam: Ackermans & van Haaren (zie 'Cover') Aard van eigendom: beursgenoteerd Euronext Brussels (BEL20) en familiaal verankerd (zie 'Missie') Rechtsvorm: Naamloze Vennootschap (zie 'Cover' achteraan - verwijzing naar 'NV') Locatie hoofdkantoor: Antwerpen (zie 'Cover' achteraan) Landen van operatie: zie '2023 in een oogopslag - Economische voetafdruk van de AvH-groep', operaties in Europa, India en Zuidoost-Azië |
| 2-2 Entiteiten die zijn opgenomen in de duurzaamheidsverslaggeving van de organisatie |
Perimeter verslaggeving: zie 'Duurzaamheidsverslag: 1.4 Reikwijdte van de rapportering en referentiekaders' |
|
| 2-3 Verslagperiode, frequentie en contactpersoon | Verslagperiode: gelijkaardig aan financiële verslaggeving (= 2023, zie 'Cover') Frequentie: jaarlijks Contactpersoon: zie 'contact' op laatste pagina |
|
| 2-4 Aanpassing ('restatement') van informatie | Geen 'restatements' voor een vorige verslaggevingsperiode | |
| 2-5 Externe auditering | Nee | |
| 2-6 Activiteiten, waardeketen en andere zakelijke relaties | Sector: onafhankelijke, gediversifieerde groep (zie 'Missie') Beschrijving waardeketen: - zie 'Duurzaamheidsverslag: 1. Your partner for sustainable growth' - zie 'Activiteitenverslag' met bespreking per segment en bedrijf - zie 'Toelichting 2 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Dochterondernemingen en gemeenschappelijke dochterondernemingen' - zie 'Toelichting 3 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Geassocieerde deelnemingen' Andere zakelijke relaties: Zie 'Toelichting 27 Verbonden partijen' Significante veranderingen t.o.v. vorige rapporteringsperiode: zie 'Toelichting 4 bij Geconsolideerde Jaarrekening: Bedrijfsacquisities & -verkopen' |
|
| 2-7 Werknemers | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming (totale headcount op einde van de verslaggevingsperiode, per regio & m/v) |
|
| 2-8 Werknemers die geen werknemer zijn | - Leden van het executief comité hebben een statuut als zelfstandige - Twee consultants (Filip Portael & Jan Suykens) werken op zelfstandige basis |
|
| 2-9 Deugdelijk bestuur en samenstelling | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 1. Algemeen en 2. Raad van bestuur'. Er is geen aanwezigheid van ondervertegenwoordigde sociale groepen in de raad van bestuur. |
|
| 2-10 Benoeming en selectie van het hoogste bestuursorgaan |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2.3.2 (Her)benoemingsprocedure': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 5. Benoemingscomité' Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van bestuur - 7. Diversiteitsbeleid' |
|
| 2-11 Voorzitter van het hoogste bestuursorgaan | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van bestuur - 2.1 Samenstelling' |
|
| 2-12 Rol van het hoogste bestuursorgaan belast met het beheer van risico's en opportuniteiten (impacten) |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van bestuur - 2.4 Activiteitenverslag' |
|
| 2-13 Delegatie van de verantwoordelijkheid voor het | Niet van toepassing | |
| beheer van risico's en opportuniteiten (impacten) | ||
| 2-14 Rol van het hoogste bestuursorgaan bij duurzaamheidsverslaggeving |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.1 Deugdelijk bestuur' | |
| 2-15 Belangenconflicten | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van bestuur - 2.5 Gedragsregels inzake belangenconflicten' |
| 2-16 Mededeling van kritische bezorgdheden ('klokkenluider') |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van bestuur - 8.3.1 Controleomgeving' |
|
|---|---|---|
| 2-17 Verbeter de collectieve kennis van het hoogste bestuursorgaan inzake ESG |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.1 Deugdelijk bestuur' | |
| 2-18 Evaluatie van de prestaties van het hoogste bestuursorgaan |
Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2.10 Evaluatie': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2. Raad van Bestuur' |
|
| 2-19 Verloningsbeleid | Zie 'Remuneratieverslag': 7.4 Loonspanning en 7.5 Gender loonkloof | |
| 2-20 Proces bepalen verloning | Zie 'Verklaring inzake deugdelijk bestuur: 2.9 Remuneratiebeleid, 3.3 Remuneratiecomité en 4.6 Remuneratiebeleid executief comité': www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-corporate-governance charter-2022-nl.pdf Zie 'Remuneratieverslag' Zie notulen 'Algemene Vergadering' |
|
| 2-21 Jaarlijkse totale compensatieratio | Zie 'Remuneratieverslag' | |
| 2-22 Verklaring ESG-strategie | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 1. Your partner for sustainable growth' | |
| 2-23 Beleidsengagementen | De volgende beleidsengagementen zijn goedgekeurd op niveau van de raad van bestuur: - Beleid inzake uitsluiting van investeringen: Zie 'Duurzaamheidsverslag: 2.3 Beleid inzake verantwoordelijk investeren – Exclusiebeleid' en link: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-exclusion-policy-nl.pdf - Integriteitsbeleid: Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.3 Integriteit' en link: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh-integriteitscode-2022-nl.pdf - ESG-beleid: Zie 'Duurzaamheidsverslag: Bijlage 1. AvH's ESG-beleid en - methodologie' |
|
| 2-24 Integreren van beleidsengagementen | Idem 2-23 | |
| 2-25 Processen om negatieve effecten te remediëren | Zie Integriteitsbeleid: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh | |
| integriteitscode-2022-nl.pdf | ||
| 2-26 Mechanismen voor inwinnen advies en uiten bezorgdheden |
Zie Integriteitsbeleid: https://www.avh.be/sites/avh/files/2023-02/avh integriteitscode-2022-nl.pdf |
|
| 2-27 Naleving van wet- en regelgeving | Geen boetes of niet-monetaire sancties | |
| 2-28 Aangesloten vakverenigingen | Belgian Venture Capital & Private Equity Association (BVA), Invest Europe en UN PRI (AvH NV) |
|
| 2-29 Benadering van betrokken belanghebbenden | Zie 'Duurzaamheidsverslag: bijlage 1. AvH's ESG-beleid en -methodologie' | |
| 2-30 Collectieve arbeidsovereenkomsten | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling': AvH leeft de toepasselijke cao's op sectorniveau en gaat zelfs verder dan de minimumvereiste |
|
| GRI 3: Materiële onderwerpen (editie 2021) |
3-1 Proces om materiële onderwerpen te identificeren | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 1.2 Integratie van ESG-factoren in het bedrijfsmodel', 1.3 'Gerichte benadering op basis van de materialiteit' en bijlage 1. 'AvH's ESG-beleid en -methodologie' |
| 3-2 Overzicht van materiële onderwerpen | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 1.2 Integratie van ESG- in het bedrijfsmodel', 1.3 'Gerichte benadering op basis van de materialiteit' en bijlage 1. 'AvH's ESG-beleid en -methodologie' |
|
| 3-3 Beheer van materiële onderwerpen | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 1.2 Integratie van ESG-factoren in het bedrijfsmodel', 1.3 'Gerichte benadering op basis van de materialiteit' en bijlage 1. 'AvH's ESG-beleid en -methodologie' |
|
| Materieel onderwerp - Verantwoordelijk aandeelhouderschap | ||
| ESG-beleid bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3. AvH als verantwoordelijke en actieve partner' |
| GRI 305: Emissies (editie 2016) |
305-3 Overige indirecte (Scope 3) CO2-emissies (= bedrijven in portefeuille) |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.3 CO2-emissies' |
| 305-5 Reductie van CO2-emissies | Idem 305-3 | |
| Materieel onderwerp - Deugdelijk bestuur | ||
| Deugdelijk bestuur charters en relevante organen bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.1 Deugdelijk bestuur' |
| Deugdelijk bestuur AvH NV en subholdings |
Zie GRI-indicatoren 2-9 tot 2-18 hierboven | Idem 2-9 tot 2-18 |
| Materieel onderwerp - Bedrijfsethiek | |||
|---|---|---|---|
| GRI 205: Anticorruptie (editie 2016) |
205-2 Communicatie en opleiding over anticorruptiebeleid en -procedures |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.3 Integriteit' | |
| Materieel onderwerp - Financiële veerkracht en langetermijnrentabiliteit | |||
| GRI 201: Economische resultaten (editie 2016) |
201-1 Directe economische waarde gegenereerd en gedistribueerd |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 2. AvH als verantwoordelijke investeerder | |
| 201-2 Financiële implicaties en andere risico's en opportuniteiten als gevolg van klimaatverandering |
Zie 'Jaarverslag van de raad van bestuur - II. Geconsolideerde jaarrekening - Risico's op het niveau van Ackermans & van Haaren' |
||
| Materieel onderwerp - Talentontwikkeling | |||
| GRI 401: Werkomgeving (editie 2016) |
401-1 Nieuwe medewerkers en personeelsverloop | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling' |
|
| GRI 404: Training en Opleiding (editie 2016) |
404-1 Gemiddelde trainingsuren per jaar per werknemer 404-2 Programma's voor het verbeteren van werknemersvaardigheden en ondersteunings programma's 404-3 Percentage werknemers met regelmatig beoordelingen over prestaties en loopbaanontwikkeling |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' (uitgedrukt in dagen) Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling' |
|
| GRI 405: Diversiteit en gelijke kansen (editie 2016) |
405-1 Diversiteit van bestuursorganen en werknemers | - Zie ' Verklaring inzake deugdelijk bestuur': 7. Diversiteitsbeleid' - Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.2 Talentontwikkeling' |
|
| Materieel onderwerp - Innovatie | |||
| Innovatiebeleid bij bedrijven in portefeuille |
Geen relevante GRI-indicatoren | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 3.5 Innovatie' | |
| Andere | |||
| GRI 305: Emissies (editie 2016) |
305-1 Directe (Scope 1) CO2-emissies 305-2 Indirecte energie (scope 2) CO2-emissies |
Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.4 Directe impact op milieu en sociale aspecten' Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4. AvH als duurzame onderneming' |
|
| Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.4 Directe impact op milieu en sociale aspecten' |
|||
| 305-5 Reductie van CO2-emissies | Zie 'Duurzaamheidsverslag: 4.4 Directe impact op milieu en sociale aspecten' |
In de tabel hieronder wordt de CO2-voetafdruk van AvH weergegeven volgens de boekhoudkundige consolidatieperimeter. Dit omvat AvH (inclusief haar subholdings) en de integraal geconsolideerde participaties. Voor meer informatie zie Toelichting 2 bij de Geconsolideerde Jaarrekening - sectie 1 Integraal geconsolideerde dochterondernemingen.
| CO, voetafdruk scope 1 & 2 (in ton CO, eq) - Gebaseerd op de boekhoudkundige consolidatie scope | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | 2022 | 2021 | |||||||||||
| Scope 1 | Scope 2 | Totaal | Scope 1 | Scope 2 | Totaal | Scope | Scope 2 | Totaal | |||||
| ACKERMANS & VAN HAREN | 183 | 3 | 186 | 202 | 57 | 259 | 197 | 32 | 229 | ||||
| 2 DEME | 733.000 | 500 | 733.500 | 652.000 | 1.000 | 653.000 | 832.000 | 800 | 832.800 | ||||
| cfe | 14.055 | 1.228 | 15.283 | 13.914 | 1.395 | 15.309 | 14.570 | 1.919 | 16.489 | ||||
| Bank Van Breda |
1.336 | 40 | 1.376 | 1.455 | 15 | 1.470 | 1.372 | 16 | 1.388 | ||||
| nextensa. | 105 | 2 | 107 | 110 | 6 | 116 | 128 | 0 | 128 | ||||
| Andere | 2.338 | 1.960 | 4.298 | 1.848 | 790 | 2.638 | 1.323 | 66 | 1.389 | ||||
| Totaal CO, uitstoot |
75.016 | 3.733 | 754.749 | 669.529 | 3.263 | 672.792 | 849.590 | 2.833 | 852.423 | ||||
In de tabellen hieronder volgt de informatie die bekend moet worden gemaakt in het kader van de rapporteringsverplichting inzake de EU-taxonomie volgens de boekhoudkundige consolidatieperimeter. De omzet, capex en opex werden bepaald volgens de algemeen boekhoudkundige principes.
| Criteria substantiële bijdrage DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') |
||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2023 |
Codes | Absolute omzet | Aandeel omzet % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in | ||||||||||||||||||||
| aanmerking komende activiteiten ('eligible') |
||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') |
||||||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie | D35.11 | 1.008.819 | 19,7 | 19,7 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 19,7 | 15,1 | ||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 230.147 | 4,5 | 4,5 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 4,5 | 3,6 | ||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer | F42.12 | 59.719 | 1,2 | 1,2 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 1,2 | 0,9 | E | |||||
| Productie van elektriciteit uit bio-energie | D35.11 | 18.974 | 0,4 | 0,4 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,4 | 0,3 | ||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 18.477 | 0,4 | 0,4 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,4 | 0,2 | T | |||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestatie van gebouwen |
F42 | 16.968 | 0,3 | 0,3 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,3 | 0,4 | E | |||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 12.553 | 0,2 | 0,2 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,2 | 0,1 | ||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën voor hernieuwbare energie |
F42 | 7.057 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,1 | 0,1 | E | |||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van energie-efficiënte apparatuur |
F42 | 3.619 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,1 | 0,1 | E | |||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van laadpalen voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen naast gebouwen) |
F42 | 1.103 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | J | J | J | J | J | J | J | 0,0 | 0,0 | E | |||||
| Omzet van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1) |
1.377.436 | 26,8 | 26,8 | 0,0 | 26,8 | 20,7 |
| Criteria substantiële bijdrage DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') |
||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) | Codes | Absolute omzet | Aandeel omzet | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water en mariene hulpbronnen | Circulaire economie | Verontreiniging | Biodiversiteit en ecosystemen | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water en mariene hulpbronnen | Circulaire economie | Verontreiniging | Biodiversiteit en ecosystemen | Minimale garanties | Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N | Taxonomie-afgestemd % van omzet, jaar N-1 | Categorie ('enabling' activiteit) | Categorie (transitie-activiteit) |
| 2023 | % | % | % | % | % | % | % | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | % | % | E | T | ||
| A. Voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten ('eligible') |
||||||||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 569.662 | 11,1 | |||||||||||||||||
| Sanering van verontreinigde sites en gebieden |
127.091 | 2,5 | ||||||||||||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 107.480 | 2,1 | |||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie | D35.11 | 90.589 | 1,8 | |||||||||||||||||
| Sorteren en terugwinnen van ongevaarlijk afval |
E38.32 | 77.440 | 1,5 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer | F42.12 | 59.767 | 1,2 | |||||||||||||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 49.475 | 1,0 | |||||||||||||||||
| Computerprogrammeringsactiviteiten | J62.01 | 25.307 | 0,5 | |||||||||||||||||
| Transmissie en distributie van elektriciteit | D35.12 | 7.180 | 0,1 | |||||||||||||||||
| Omzet van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
1.113.991 | 21,7 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 2.491.427 | 48,5 | 26,8 | 20,7 | 1,7 | 0,4 | ||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') |
||||||||||||||||||||
| Omzet van voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') (B) |
2.640.696 | 51,5 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A + B) | 5.132.122 | 100,0 |
Totaal (A + B) 671.526 100,0
| Criteria substantiële bijdrage DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') |
||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2023 |
Codes | Absolute capex | Aandeel capex % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van capex, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van capex, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in | ||||||||||||||||||||
| aanmerking komende activiteiten ('eligible') |
||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - |
||||||||||||||||||||
| 'aligned') | ||||||||||||||||||||
| Productie van elektriciteit uit windenergie | D35.11 | 252.961 | 38 | 38 | 0 | J | J | J | J | J | J | 38 | 45 | |||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen Infrastructuur voor spoorvervoer |
F41 F42.12 |
10.707 9.886 |
2 1 |
2 1 |
0 0 |
J J |
J J |
J J |
J J |
J J |
J J |
2 1 |
0 0 |
E | T | |||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 6.988 | 1 | 1 | 0 | J | J | J | J | J | J | 1 | 1 | |||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 3.809 | 1 | 1 | 0 | J | J | J | J | J | J | 1 | 1 | |||||||
| Productie van elektriciteit uit bio-energie | D35.11 | 837 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | J | 0 | 0 | |||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van instrumenten en apparaten voor het meten, regelen en controleren van de energieprestatie van gebouwen |
F42 | 397 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | J | 0 | 0 | E | ||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van technologieën voor hernieuwbare energie |
F42 | 165 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | J | 0 | 0 | E | ||||||
| Installatie, onderhoud en reparatie van | F42 | 85 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | J | 0 | 0 | E | ||||||
| energie-efficiënte apparatuur Installatie, onderhoud en reparatie van laadpalen voor elektrische voertuigen in gebouwen (en parkeerplaatsen naast gebouwen) |
F42 | 26 | 0 | 0 | 0 | J | J | J | J | J | J | 0 | 0 | E | ||||||
| Capex van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1) |
285.861 | 42,6 | 42,6 | 0,0 | 42,6 | 47,4 | ||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Aankoop en eigendom van gebouwen | L68 | 36.545 | 5,4 | |||||||||||||||||
| Renovatie van bestaande gebouwen | F41 | 24.440 | 3,6 | |||||||||||||||||
| Bouw van nieuwe gebouwen | F41.1 | 14.959 | 2,2 | |||||||||||||||||
| Infrastructuur voor spoorvervoer | F42.12 | 5.589 | 0,8 | |||||||||||||||||
| Computerprogrammeringsactiviteiten | J62.01 | 4.494 | 0,7 | |||||||||||||||||
| Sorteren en terugwinnen van ongevaarlijk afval |
E38.32 | 724 | 0,1 | |||||||||||||||||
| Transmissie en distributie van elektriciteit | J62.01 | 363 | 0,1 | |||||||||||||||||
| Capex van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
87.114 | 13,0 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 372.975 | 55,5 | 42,6 | 47,4 | 1,6 | 1,6 | ||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in | ||||||||||||||||||||
| aanmerking komende | ||||||||||||||||||||
| activiteiten ('non-eligible') | ||||||||||||||||||||
| Capex van voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') (B) |
298.551 | 44,5 |
231
De opex zoals gedefinieerd in scope van de EU-taxonomie omvat een restrictieve lijst van niet-gekapitaliseerde kosten. Doordat de participaties hun jaarrekeningen opstellen op basis van IFRS, zijn deze grotendeels reeds vervat in de capex. De in aanmerking komende ('eligible') en afgestemde ('aligned') opex onder de definitie van de EU-taxonomie wordt als 0 gerapporteerd.
| Criteria substantiële bijdrage | DNSH criteria ('Does Not Significantly Harm') | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Economische activiteiten (€ 1.000) 2023 |
Codes | Absolute opex | Aandeel opex % |
Klimaatmitigatie % |
Klimaatadaptatie % |
Water en mariene hulpbronnen % |
Circulaire economie % |
Verontreiniging % |
Biodiversiteit en ecosystemen % |
Klimaatmitigatie J/N |
Klimaatadaptatie J/N |
Water en mariene hulpbronnen J/N |
Circulaire economie J/N |
Verontreiniging J/N |
Biodiversiteit en ecosystemen J/N |
Minimale garanties J/N |
Taxonomie-afgestemd % van opex, jaar N % |
Taxonomie-afgestemd % van opex, jaar N-1 % |
Categorie ('enabling' activiteit) E |
Categorie (transitie-activiteit) T |
| A. Voor de taxonomie in aanmerking | ||||||||||||||||||||
| komende activiteiten ('eligible') | ||||||||||||||||||||
| A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') |
||||||||||||||||||||
| Opex van ecologisch duurzame activiteiten (afgestemd op de Taxonomie - 'aligned') (A.1)) |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||||||||||
| A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') |
||||||||||||||||||||
| Opex van voor taxonomie in aanmerking komende maar ecologisch niet duurzame activiteiten ('not Taxonomy aligned') (A.2) |
0 | 0 | ||||||||||||||||||
| Totaal (A.1 + A.2) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||||||||||
| B. Voor de taxonomie niet in aanmerking komende activiteiten ('non-eligible') |
||||||||||||||||||||
| Opex van voor de taxonomie niet in aanmerking | 0 | 100 | ||||||||||||||||||
| komende activiteiten ('non-eligible') (B) Totaal (A + B) |
0 | 100 |
Waardecreatie: de gemiddelde groei (CAGR) van het geconsolideerd eigen vermogen (deel van de groep) inclusief dividenden, gemeten over een bepaalde tijdsperiode.
Netto financiële positie: geldmiddelen, kasequivalenten en geldbeleggingen min korte en lange termijn financiële schulden.
Begijnenvest 113 2000 Antwerpen België 0404.616.494 RPR Antwerpen - Afdeling Antwerpen Emailadres: [email protected] Website: https://www.avh.be
De vennootschap werd opgericht op 30 december 1924 bij notariële akte, in extenso verschenen in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1925 onder nummer 566. De statuten werden meermaals gewijzigd en voor het laatst bij notariële akte op 9 november 2020, bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 november 2020 onder nummer 20356891, met een aanvullend uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 16 december 2020 onder nummer 20361786.
Onbepaald.
Naamloze vennootschap naar Belgisch recht.
De vennootschap heeft tot voorwerp:
De vennootschap kan alle hoegenaamde burgerlijke, commerciële, industriële, financiële, roerende en onroerende verrichtingen uitvoeren, die rechtstreeks of onrechtstreeks in verband staan met haar doel of die van aard zijn de verwezenlijking daarvan te bevorderen.
Zij kan zich ten gunste van de vennootschappen, ondernemingen, bedrijvigheden en verenigingen waarin zij een belang of deelneming heeft borg stellen of haar aval verlenen, optreden als agent of vertegenwoordiger, voorschotten toestaan, kredieten verlenen, hypothecaire of andere zekerheden verstrekken.
De bedrijvigheid van de vennootschap mag zowel in het buitenland als in België uitgeoefend worden.
De enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap worden neergelegd bij de Nationale Bank van België. De gecoördineerde versie van de statuten van de vennootschap kan geraadpleegd worden op de griffie van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het jaarlijks financieel verslag wordt verstuurd naar de aandeelhouders op naam alsook naar eenieder die hierom verzoekt. De gecoördineerde versie van de statuten en het jaarlijks financieel verslag zijn tevens beschikbaar op de website (www.avh.be).
Het geplaatst kapitaal bedraagt 2.295.277,90 euro. Het kapitaal is volledig volgestort en wordt vertegenwoordigd door 33.496.904 aandelen zonder vermelding van nominale waarde.
De meest recente kapitaalverhoging dateert van 11 oktober 1999, en dit in het kader van de fusie door overneming van Belcofi NV door Ackermans & van Haaren NV.
Overeenkomstig de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 20 oktober 2023 kan de raad van bestuur het kapitaal in één of meer malen verhogen met een totaal bedrag van maximum 500.000 euro (exclusief uitgiftepremie) overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden zoals uiteengezet in het bijzonder verslag opgesteld overeenkomstig artikel 7:199 WVV.
De raad van bestuur kan deze bevoegdheid uitoefenen gedurende vijf jaar na 31 oktober 2023 (dit is de bekendmaking van de statutenwijziging beslist door de buitengewone algemene vergadering van de aandeelhouders van 20 oktober 2023).
De raad van bestuur kan tevens gebruik maken van het toegestane kapitaal, in geval van openbaar overnamebod op effecten uitgegeven door de vennootschap, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van artikel 7:202 WVV. De raad van bestuur kan van deze machtiging gebruik maken, indien de mededeling van de FSMA aan de vennootschap dat haar kennis is gegeven van een openbaar overnamebod, niet later dan drie jaar na 20 oktober 2023 wordt ontvangen.
De bevoegdheden kunnen worden hernieuwd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.
De kapitaalverhogingen waartoe krachtens deze machtigingen wordt besloten, kunnen geschieden overeenkomstig de door de raad van bestuur te bepalen modaliteiten, zoals onder meer door middel van inbreng in geld of in natura, met of zonder uitgiftepremie, door middel van omzetting van beschikbare of onbeschikbare reserves en van uitgiftepremies en overgedragen winsten, al dan niet met uitgifte van nieuwe aandelen met of zonder stemrecht, onder, boven of met fractiewaarde, overeenkomstig de dwingende regels voorgeschreven door het WVV.
De raad van bestuur mag deze machtiging gebruiken om al dan niet achtergestelde converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, obligaties met inschrijvingsrechten of andere effecten, uit te geven, onder de voorwaarden voorzien door het WVV.
De raad van bestuur kan, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders beperken of opheffen wanneer hij zijn machtiging onder het toegestane kapitaal uitoefent, inclusief ten gunste van één of meer bepaalde personen of van leden van het personeel van de vennootschap of haar dochtervennootschappen.
De volgestorte aandelen en de andere effecten van de vennootschap bestaan op naam of in gedematerialiseerde vorm. Elke titularis kan op elk ogenblik op zijn kosten de omzetting vragen van zijn volgestorte effecten in een andere vorm, binnen de grenzen van de wet.
De effecten zijn ondeelbaar tegenover de vennootschap die de rechten behorende tot ieder aandeel waarover betwistingen zouden bestaan betreffende de eigendom, het vruchtgebruik of de blote eigendom kan schorsen. De medeeigenaars, de vruchtgebruikers en de blote eigenaars zijn gehouden zich te laten vertegenwoordigen door een gemeenschappelijke mandataris en daarvan kennis te geven aan de vennootschap.
Ingeval van vruchtgebruik oefent de vruchtgebruiker alle aan de aandelen verbonden rechten uit en wordt de blote eigenaar van het aandeel tegenover de vennootschap vertegenwoordigd door de vruchtgebruiker, uitgezonderd wat betreft (de uitoefening van) het voorkeurrecht bij kapitaalverhoging dat toekomt aan de blote eigenaar(s). Voormelde regel geldt behoudens andersluidende bepaling in een overeenkomst tussen partijen of een testament. In dat geval dienen de blote eigenaar(s) en de vruchtgebruiker(s) de vennootschap schriftelijk in kennis te stellen van deze regeling.
| Homepage of reporting entity | www.avh.be |
|---|---|
| LEI code of reporting entity | 5493005E2GHATS0Z6J59 |
| Name of reporting entity or other means of identification | Ackermans van Haaren |
| Domicile of entity | Belgium |
| Legal form of entity | Naamloze vennootschap |
| Country of incorporation | Belgium |
| Address of entity's registered office | 2000 Antwerpen, Begijnenvest 113 |
| Principal place of business | Worldwide |
| Description of nature of entity's operations and principal activities | Industrial group |
| Name of parent entity | Ackermans van Haaren |
| Name of ultimate parent of group | Ackermans van Haaren |
| Explanation of change in name of reporting entity or other means of identification from end of preceding reporting period |
N/A |
| Length of life of limited life entity | N/A |
| Period covered by financial statements | N/A |




Voor alle vragen kan men terecht op het telefoonnummer +32 3 231 87 70 of via e-mail: [email protected] ter attentie van John-Eric Bertrand, Piet Dejonghe of Tom Bamelis.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen, België Telefoon: +32 3 231 87 70 E-mail: [email protected] Website: www.avh.be RPR Antwerpen BTW: BE 0404.616.494
© Ian Segal
Punta Linea Communications (www.puntalinea.com)
De digitale versie van dit jaarverslag kan geraadpleegd worden op www.avh.be This annual report is also available in English.

De Nederlandse versie van dit document moet beschouwd worden als het officiële referentiedocument.
Ackermans & van Haaren NV Begijnenvest 113 2000 Antwerpen Tel. +32 3 231 87 70 [email protected] www.avh.be
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.