AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

ABO-Group Environment NV

Annual Report Apr 27, 2015

3901_10-k_2015-04-27_4dea64e8-652c-40c8-b0f7-451c2ea9b9ff.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Bodem Geo Milieu Energie Afval

Bodem Geo Milieu Energie Afval Bodem Geo Milieu Energie Afval

JAARVERSLAG 2014

Bodem Geo Milieu Energie Afval

Bodem Geo Milieu Energie Afval

ABO-Group Environment is een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0477.032.538 (RPR Gent)

Inhoudstafel

Voorwoord 4
Groepsvoorstelling 5
Groepsstructuur 7
Vestigingen
Waar we in geloven
8
9
Verslag raad van bestuur 11
Verklaring inzake deugdelijk bestuur 19
Remuneratieverslag 27
Verplichtingen inzake periodieke informatie
ten gevolge van de transparantierichtlijnen van kracht vanaf 1 januari 2009
29
Highlights 2014 32
Het ABO-Group aandeel 45
De sector 47
Risk Management 50
Mens
en
organisatie
51
Onderzoek & ontwikkeling 53
Doelstellingen en beleid 2015 55
Geconsolideerde
Jaarrekening
Geconsolideerde resultatenrekening 58
Geconsolideerd totaal resultaat 60
Geconsolideerde balans 61
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 63
Geconsolideerde kasstroomtabel 64
Toelichting
bij
de
geconsolideerde
financiële
staten
66
Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening Bijlage

Brief aan de aandeelhouders

2014 vormde een mijlpaal in de geschiedenis van ABO-Group Environment. Dankzij een Reverse Takeover van een bestaand beursgenoteerd bedrijf, Thenergo nv, konden we onmiddellijk onze ambitie van een beursnotering realiseren. Het is mij een genoegen om hierbij het eerste publieke jaarverslag voor te stellen.

2014 was voor ABO-Group Environment een overgangsjaar, gekenmerkt door:

    1. Trendbreuk: we kwamen tot een positief nettoresultaat van K€ 199, na vele jaren van zware verliezen bij Thenergo.
    1. De omzet groeide met 6,6% met een recurrente ebitda van € 2,18 mln.
    1. Een unieke 'relutie operatie' waardoor - via de creatie van slechts 1 bijkomend aandeel - € 527.012,11 liquide middelen in de Groep binnenkwam.
    1. Ondertussen werd de Thenergo-erfenis met succes afgewikkeld. Hierbij werd Biocogen verkocht met een aanzienlijke meerwaarde en Thenergo F+L vereffend, en werd ook gestart met de herontwikkeling van de overblijvende vennootschappen.
    1. Samen met de afwikkeling van de Thenergo-erfenis werd recent (maart 2015) ook een positieve beslissing van Dienst Voorafgaande Beslissing (DVB) aangaande de doorgevoerde controlewijziging verkregen.

Naast de geplogenheden van de beursgang en de kosten die dit voor een klein bedrijf veroorzaakte, bracht, of legde, deze belangrijke stap ons geen windeieren.

Door onze IFRS-conforme rapportering verkrijgen we nu sneller opdrachten van de IFI's (Internationale Financiële Instellingen). Hierdoor kunnen onze internationale ambities verder waargemaakt worden. Een eerste stap werd gezet naar verschillende projecten die zijn opgestart in enkele Zuid-Oost Aziatische landen, zoals Bangladesh en Cambodja. De export van kennis van goed opgeleide medewerkers vormt in deze dienstenmaatschappij de motor van onze groei op internationale projecten.

In onze thuislanden worden we getrokken door de sterke prestaties van onze Franse ondernemingen die ondanks de blijvende crisis, doch dankzij doelgerichte investeringen in nichemarkten, het voortouw nemen. In de tweede jaarhelft van 2014 detecteren we in Nederland terug de eerste signalen van een groei binnen onze afdeling geotechniek. In België verwachten we voor de in 2014 opgestarte afdelingen, asbest en archeologie, mede dankzij de nieuwe specifieke reglementering, een sterke groei.

Met al onze medewerkers en ondersteund door een toegenomen naamsbekendheid als beursgenoteerd bedrijf, staan we, na dit overgangsjaar, in 2015 in de startblokken om onze missie en groei te realiseren. De flexibiliteit en ambities van onze medewerkers vormen hiervoor een perfecte basis.

Hierbij willen we in 2015, naast het streven naar een organische groei van 5%, ook de focus leggen op een acquisitieve groei van 5%.

De Groep blijft met zijn medewerkers een sterke partner voor de realisatie van uw projecten binnen vijf businesslijnen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval.

Bij het lezen van dit verslag vindt u vele voorbeelden van projecten en activiteiten die onze ambities illustreren. Ik hoop alvast de interesse opgewekt te hebben om dit rapport te lezen.

Frank De Palmenaer

Groepsvoorstelling

De bedrijfsactiviteiten van de Groep situeren zich binnen vijf businesslijnen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval. Binnen deze businesslijnen biedt de Groep zowel Consultancy als Testing & Monitoring activiteiten aan. In Frankrijk domineert geotechniek, maar is de Groep ook actief op vlak van milieu en bodem. In Nederland is ABO in dezelfde drie businesslijnen actief. In België ten slotte is de Groep actief in alle vijf de businesslijnen.

De afdeling bodem voert alle types bodemonderzoeken uit op alle mogelijke terreinen. Van eenvoudige verkennende onderzoeken tot de meest complexe studies met alle soorten verontreinigingen en alle types ondergronden, in combinatie met grondwaterstudies. De bodemstudies worden onder andere uitgevoerd in het kader van overdrachten, periodieke verplichtingen of bij een stopzetting van activiteiten.

Nadat de onderzoeken de vastgestelde bodemverontreiniging in de grond en in het grondwater in kaart gebracht hebben, wordt de juiste, best beschikbare technologie vooropgesteld om de nodige saneringsmaatregelen te nemen en een meerwaarde te realiseren voor het te saneren terrein. Naast het bodemonderzoek vormt ook de begeleiding van de werven een belangrijke afdeling binnen de bodemafdeling. In overleg met de opdrachtgever worden bestekken opgesteld en worden aannemers aangeschreven en geselecteerd op basis van de eisen van de opdrachtgever. De Groep staat in voor zowel de werfopvolging als voor de oplevering van de werken.

Naast bodemstudies ter karakterisering van verontreinigingen, voert de Groep ook studies uit in het kader van grondverzet waarbij de bouwheer geadviseerd wordt in het bekomen van de noodzakelijke bodemkwaliteiten. In het kader van

onderhoudsbaggerwerken worden eveneens de kwaliteit en hergebruiksmogelijkheden van de sedimenten onderzocht. De Groep startte recent ook

archeologiegerelateerde activiteiten op.

De Groep biedt expertise aan voor diverse milieuprojecten binnen en buiten Europa en dit voor verschillende sectoren.

Een eerste domein is het duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen en grondstoffen, met inbegrip van grondwater, olie en gas. Een tweede domein betreft toegepast onderzoek inzake terrestrische en mariene ecosystemen. Gedetailleerde inventarisaties maken vaak deel uit van milieu-impactstudies voor grote infrastructuurprojecten. De Groep heeft ervaring in het uitvoeren van studies in diverse regio's en klimaatzones, gaande van arctische gebieden tot tropische regenwouden. Samen met openbare besturen en private eigenaars wordt gezocht naar de meest optimale oplossing om ecologie, landbouw, urbanisatie en recreatie met elkaar te verweven.

Integraal waterbeheer vormt een derde pijler in het milieudienstenpakket, zowel op bekkenniveau als op microniveau voor bouwprojecten waar adviezen verstrekt worden over waterinfiltratie en waterbuffering.

In het kader van openbare werken of industriële activiteiten worden specifieke milieustudies uitgevoerd en wordt het volledige vergunningstraject opgevolgd. De Groep biedt ook milieucoördinatie en andere duurzaamheidsaudits aan. Onze deskundigen hebben een goede juridisch-administratieve en technische kennis om inzake ruimtelijke planning en mobiliteit de juiste adviezen te verstrekken. Ten slotte is de Groep ook actief in multidisciplinaire stadsontwikkelingsprojecten en Brownfields.

Geotechniek is het onderzoek van de bodem met als doel de draagkracht van de ondergrond in kaart te brengen. Binnen de Groep vormt dit in Frankrijk het speerpunt van de groepsactiviteiten, maar ook in België en in Nederland zijn diverse veldwerkploegen en experten dagelijks actief bezig met de uitvoering van grondmechanische terreinproeven en de advisering van funderingstechnieken en grondmechanica.

De geotechnische afdeling bepaalt de draagkracht van de grond voor eender welk probleem en maakt hierbij gebruik van kleine demontabele apparaten tot grote sondeermachines. Met meer specifieke technieken zoals pressiometerproeven kunnen ook complexe bodems geotechnisch ontleed worden.

Er is een sterk raakvlak tussen het onderzoek van de bodem op zijn draagkracht en het onderzoek van de bodem in het kader van een vervuiling. Bij een sanering wordt doorgaans uitgegraven of gepompt en dit heeft zijn invloed op de grondmechanische parameters van de bodem. Aan de hand van sondeergegevens kan exact berekend worden hoe dicht mag gegraven worden bij een bestaand gebouw zonder dat er schade zal zijn.

De Groep biedt ook zijn diensten aan op vlak van energie-efficiëntie en in het onderzoek naar nieuwe

energiebronnen. Zo focust de Groep zich op energiestudies, energieplannen en certificaten. Zowel residentiële als industriële studies voor nieuwbouw of verbouwing worden uitgevoerd. Bij EPB-verslaggeving worden de plannen van de architect afgetoetst op conformiteit met de regelgeving omtrent isolatie, energieopwekking en ventilatie. EPC certificaten hebben betrekking tot de verhuur- en verkoopmarkt, waarbij een te koop aangeboden pand over dit verplichte EPC dient te beschikken. Binnen het industriële luik voert de Groep energiescans uit, waarbij de klant een volledige doorlichting van zijn gebouwen mag verwachten, met als doel kostenbesparingen te realiseren. Verder voert de Groep onderzoek uit naar de optimalisatie en de kwaliteitswaarborging van verwarmingsinstallaties. De Groep is steeds meer gefocust op energieopwekking en energiestockage in mariene milieus waaronder de opwekking van energie uit zeestromingen, of de buffering van energie vanuit grote waterbassins in artificiële atols. In het kader van globale klimaatadaptatie en klimaatmitigatie voert de Groep studies uit naar de optimalisatie van verbranding van afvalstoffen of van steenkool voor elektriciteitsproductie en stadsverwarming. Als voorbeeld wordt de vervuilende baksteenindustrie in Zuid-Azië doorgelicht met het oog op de toepassing van "Clean-tech" oplossingen. Het potentieel van CO2-stockage in de ondergrond via het concept van "Carbon Capture and Storage", alsook in natuurlijke bodems en tropische vegetatie (REDD+) werd al onderzocht in Azië.

Binnen de businesslijn afval werkt de Groep niet enkel mee aan projecten inzake huishoudelijke afvalstromen, maar wordt eveneens gezocht naar duurzame oplossingen voor bouw- en sloopafval, alsook voor gevaarlijk afval, zoals mijnafval en asbest. In België en West-Europa wordt vooral geparticipeerd in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën of managementsystemen, die vervolgens kunnen geëxporteerd worden naar Oost-Europa en andere continenten. De Groep treedt op als consultant en ingenieursbureau in de volledige afvalketen, gaande van de ophaling, de optimalisatie van scheidingstechnieken, de milieuvriendelijke en economisch rendabele verwerking en recyclage en de veilige berging. Ook worden de andere units van een geïntegreerd afvalverwerkingscentrum ontworpen, zoals de waterzuiveringsinstallatie en de stortgasbehandeling. De Groep is daarenboven actief in levenscyclusanalyse van materialen en Enhanced Landfill Mining. De Vennootschap beschikt over consultants met ervaring in beleidsondersteuning en Capacity Building inzake hergebruik, compostering, recyclage, enz... De Groep werkt in dit verband vaak voor internationale financiële instellingen. De Vennootschap beschikt ten slotte over experten inzake asbestinventarisatie en -sanering. Ook de laboratoriumanalyses op asbestmineralen worden door de Groep aangeboden.

Groepsstructuur

Vestigingen

Waar we in geloven

Binnen alle bedrijven en binnen alle businesslijnen van de Groep streven we vandaag naar één gemeenschappelijke cultuur en identiteit. Die identiteit wordt samengevat in drie grote kernwaarden die tegelijk onze drijfveren zijn: Ambition, Best Practices en Open Minded.

Ambition

We ondernemen voor en met al onze aandeelhouders, klanten, partners, medewerkers,…. Samen hebben we de ambitie om verder uit te groeien tot dé referentie in elk van onze markten, vakgebieden en niches. Om een maximale meerwaarde te betekenen voor al deze betrokkenen leggen we de focus op een voortdurende ontwikkeling en grotere diversificatie van onze diensten en activiteiten binnen en buiten Europa. Onze medewerkers worden gestimuleerd naar creatieve oplossingen te zoeken. Om dit te realiseren is de ontwikkeling van onze medewerkers essentieel. Daarom trachten we hen de nodige middelen aan te reiken om zich te ontplooien in de organisatie en zo ook hun ambities waar te maken.

Best practices

Binnen elk project dat wordt aangevat, gaan we actief op zoek naar kwaliteit en duurzame oplossingen, hierbij rekening houdend met de zorg voor de mens, de veiligheid en het milieu. Zo wordt een win-win voor alle partijen nagestreefd. De middelen worden op een slimme manier gehanteerd en we concentreren ons op onze successen. De projecten worden efficiënt en resultaatgericht aangepakt met een to-the-point mentaliteit. Zo kan de gewenste kwaliteit binnen de gewenste termijn geleverd worden. In onze sector is het heel belangrijk te werken volgens de vooropgestelde wetten, decreten en reglementen. We zorgen er dus voor dat de laatste updates steeds kunnen toegepast worden.

open minded

Iedereen is gelijkwaardig. We stimuleren een constructieve samenwerking en betrokkenheid op alle niveaus en binnen de verschillende businesslijnen. Medewerkers en klanten worden met respect en integriteit behandeld. We geloven in onze medewerkers. Wederzijds vertrouwen zorgt voor een positieve energie. Hierbij hoort een transparante, eerlijke en open interne communicatie zodat onze medewerkers deze positieve mentaliteit kunnen overbrengen naar onze klanten.

Deze waarden vormen de basis voor een gezamenlijke identiteit en zijn de motor van ons dagelijks functioneren. Zo kijkt en loopt iedereen in dezelfde richting naar de toekomst en spreken we allemaal dezelfde taal, ook al zijn we niet allemaal met hetzelfde bezig.

Verslag raad van bestuur

Geachte aandeelhouders,

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen wordt u hierbij verslag uitgebracht over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en hebben wij de eer u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2014 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor te leggen.

De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden, in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen, samengevoegd.

In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet-geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.

ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochtervennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. Hoewel ABO Holding NV wettelijk de dochtervennootschap is, wordt zij boekhoudkundig gezien aangemerkt als de moedervennootschap. Thenergo wordt verwerkt als dochteronderneming.

Door de Reverse Takeover door ABO wijzigde de consolidatiekring gedurende het boekjaar aanzienlijk. De bestaande kring (Thenergo NV (van naam gewijzigd in ABO-Group Environment NV op 27 maart 2014), Thenergo Operations BVBA, Thenergo Invest B.V., Thenergo Nederland B.V., Thenergo F+L NV en Binergy Meer BVBA) werd uitgebreid met ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to Zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda NV), Nederland (ABO Beheer B.V., ABO Milieuconsult B.V., Goorbergh Geotechniek B.V.) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, ERG Lab, SCI NicERG). Nijmeijers Beheer B.V. en Translab NV zijn opgenomen als geassocieerde ondernemingen. Thenergo F+L NV werd vereffend. Biocogen BVBA werd voor het jaareinde verkocht.

COMMENTAAR BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING TEN EINDE EEN GETROUW OVERZICHT VAN DE ONTWIKKELING VAN DE RESULTATEN EN VAN DE POSITIE VAN DE GROEP TE GEVEN

Door de Reverse Takeover door ABO, goedgekeurd door de algemene vergadering van 27 maart 2014, werd bij Thenergo de zoektocht naar de intrede van een strategische partner succesvol afgerond en kon zo een doorstart gemaakt worden. Door de zeer significante wijziging van de consolidatiekring is eveneens de vergelijkingsbasis aanzienlijk veranderd, in die mate dat, om een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de geconsolideerde resultaten en van de positie van de groep weer te geven, niet kan vergeleken worden met de gerapporteerde, geconsolideerde cijfers van Thenergo van 2013 (met een omzet van € 1,1 mln. en een nettoverlies van € 2,6 mln.). De correcte vergelijking dient aldus gemaakt te worden met de geconsolideerde cijfers 2013 van ABO. De hieronder opgenomen commentaren en besprekingen gaan alvast uit van deze vergelijkingsbasis voor 2013 en 2014.

Omzet

Ondanks een moeilijke macro-economische context, waarin de budgetten van opdrachtgevers zoals de bouwsector en de overheid onder druk bleven staan, slaagde ABO erin om in 2014 sterke omzetcijfers neer te zetten. De totale bedrijfsopbrengsten kenden een stevige autonome groei van 6,6%, de omzet steeg met 6%.

2013 2014 Wijziging Groei
in %
Frankrijk 13.652 15.862 +2.210 +16,2%
België 12.421 12.084 -337 -2,7%
Nederland 1.299 1.069 -230 -17,7%
Totale omzet 27.372 29.015 +1.643 6,0%

De dubbelcijferige groei in Frankrijk valt hoofdzakelijk te verklaren door een hogere omzet bij de grote geotechnische werven. Daarnaast hebben commerciële acties, in het bijzonder de uitbouw van de kantoren in Rijsel en Lyon, hun steentje bijgedragen. Tot slot plukt ABO-ERG de vruchten van de gedane belangrijke investeringen in machines, labo-materiaal, opleiding, kwaliteit en veiligheid.

De consultingactiviteit in België werd geconfronteerd met minder bestellingen van lokale overheden. Voor zowel de Vlaamse als de Waalse milieuconsultancy markt was er een terugval in omzet uit publieke aanbestedingen ten gevolge van dalende marktprijzen. Binnen een aantal specifieke raamcontracten tekende ABO minder afroep van prestaties op dan contractueel voorzien.

De activiteit Monitoring & Testing (geotechniek, milieuboringen en staalnames) realiseerde in België een sterke omzetstijging, gezien meer en meer externe klanten beroep doen op de kennis, kwaliteit en goede uitvoering van die activiteit. Deze positieve evolutie is het resultaat van een reeds vroeger gestart vernieuwingsbeleid en het binnenhalen van enkele grote projecten, o.a. voor infrastructuurwerken en windenergie.

De Nederlandse markt blijft moeilijk. De omzetdaling is deels te wijten aan de marktomgeving (prijsdruk), deels aan het herschikken en aanpassen van de teams. De tweede jaarhelft zorgde evenwel voor de eerste positieve signalen, met omzetgroei in de divisie geotechniek.

REBITDA en operationele resultaten

2013 2014 Groei
In € 000 in %
Totale bedrijfsopbrengsten 28.093 29.947 +6,6%
REBITDA 2.206 2.177 -1,3%
Afschrijvingen 1.256 1.544 +22,9%
Operationele winst 950 342 -64,0%
Financieel resultaat -202 -136 +32,6%
Winst voor belastingen 748 206 -72,5%
Netto winst 1.350 199 -85,3%

De sterke omzetgroei kon zich niet vertalen in een

toegenomen operationeel resultaat, gezien gedurende 2014 binnen ABO tal van nieuwe initiatieven werden genomen om de interne structuur te vereenvoudigen en de groei in de komende jaren mogelijk te maken. ABO investeerde aldus in zijn uitbouw, waardoor de operationele

winstgevendheid onder druk kwam te staan. 2014 kan zo bestempeld worden als een overgangsjaar, richting nieuwe groeifase.

De recurrente EBITDA bleef zo goed als stabiel, gaande van € 2,2 mln. naar € 2,18 mln. (-1,3%). De operationele winst daalde van K€ 950 naar K€ 342. Die daling wordt verklaard door:

    • Een substantiële structurele en organisatorische aanpassing van de interne werking:
  • o een versnelde integratie van de consultingbedrijven ABO en Ecorem
  • o consolidatie en integratie van alle IT-processen
  • o versterking en uitbouw van de Corporate Office (legal, M&A, HR & IT).
  • De Reverse Takeover van Thenergo NV, die ABO-Group een beursnotering heeft opgeleverd voor een beperkte, niet-recurrente kost, becijferd op K€ 291.
    • Hogere afschrijvingen (+ K€ 288), in lijn met de keuze om, ondanks de crisis, blijvend te investeren in nieuw materiaal en veiligheid, en indirect in mensen en opleiding.

Balans

De Reverse Takeover van Thenergo gaf ABO-Group niet enkel de beursnotering, doch versterkte ook de balans aanzienlijk. Daarnaast realiseerde de groep eind december een kapitaalverhoging van K€ 527 tegen uitgifte van één nieuw aandeel (de "relutie"-transactie). Door beide transacties stijgt het eigen vermogen van € 8,3 mln. naar € 10,4 mln. De financiële schulden werden over 2014 aanzienlijk afgebouwd. De nettoschuld daalt van € 5,1 mln. naar € 3,7 mln. De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt 36% eind 2014 (ten opzichte van 62% eind 2013).

Cashflow

2013 2014
In € 000
Kasstroom uit operaties 1.392 1.604
Operationele kasstroom 2.004 1.645
Werkkapitaalaanpassingen -612 -41
Kasstroom uit investeringen -894 237
Kasstroom uit financiering -642 -865
Cash 1/1 2.601 2.457
Cash 31/12 2.457 3.433

De kasstroom uit operationele activiteiten stijgt van € 1,4 mln. naar 1,6 mln. De netto kasstroom uit investeringsactiviteiten is positief, dankzij de Reverse Takeover van Thenergo en de verkoop van Biocogen. De netto kasstroom uit financieringsactiviteiten bedraagt K€ -865 en bestaat hoofdzakelijk uit terugbetaling van leningen en leasingschulden, aangezuiverd met de ontvangst van de K€ 527 uit de kapitaalverhoging van december.

Resultaat van het boekjaar

ABO heeft op 31 december 2014 een geconsolideerde winst van € 0,2 mln.

COMMENTAAR BIJ DE STATUTAIRE JAARREKENING VAN ABO-GROUP ENVIRONMENT NV TENEINDE EEN GETROUW OVERZICHT VAN DE ONTWIKKELING VAN DE RESULTATEN EN VAN DE POSITIE VAN ABO-GROUP ENVIRONMENT NV TE GEVEN

ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2014 een omzet van € 0,1 mln. euro gerealiseerd. Het boekjaar sluit af met een winst van K€ 348. Een verlies van € -147,805 mln. werd overgedragen uit het vorige boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg € -147,457 mln.

BESCHRIJVING VAN DE VOORNAAMSTE RISICO'S EN ONZEKERHEDEN WAARMEE DE GROEP GECONFRONTEERD WORDT

De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer. In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.

Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap

Risico's verbonden aan de regelgeving

De Vennootschap is actief op de markt van de bodem-, energie-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich dan ook in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen, ook moet de Vennootschap steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan het verminderen of wegvallen van overheidssteun

Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en zou wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van klanten uit de publieke sector

De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap. Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten.

Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden te wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de projectportefeuille

De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van zijn huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Ook deze projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.

Risico's verbonden aan overnames of investeringen

Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, Joint Ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's. Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een Due Diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het

door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat de door de Vennootschap of een derde uitgevoerde Due Diligence onderzoeken met betrekking tot de deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.

Risico's verbonden aan desinvesteringen

Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan aansprakelijkheden

Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen dekken of schade uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machines.

Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan lopende gerechtelijke procedures

De Groep heeft een aantal geschillen eigen aan haar activiteiten en waarvoor geen voorziening is aangelegd, gezien de raad van bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. De twee belangrijkste lopende geschillen worden hieronder nader omschreven.

ABO Holding NV werd gedagvaard op 30 januari 2013 in een rechtszaak over de waardering van aandelen in een inmiddels verkochte deelneming. Recent, op 2 juni 2014, werd hierin door de Rechtbank van Koophandel Gent een vonnis geveld, waarbij ABO Holding veroordeeld wordt tot betaling van K€ 467. Gezien de Vennootschap van oordeel is dat dit vonnis op oncorrecte gronden gestoeld is, wordt het vonnis integraal betwist en werd onmiddellijk beroep aangetekend. De raad van bestuur is van oordeel dat op heden geen voorziening dient aangelegd te worden. In afwachting van de uitspraak van de beroepsprocedure eind 2015, werd evenwel een som van K€ 509, eind 2014 volledig gekantonneerd.

ABO NV werd in een rechtszaak over de niet-tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop als tussenkomende partij opgeroepen. In eerste aanleg werd de Vennootschap deels verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van K€ 595 plus rente. De Vennootschap is van oordeel dat haar geen schuld treft, gezien haar adviezen enkel een middelenverbintenis inhouden, geen resultaatsverbintenis. Daarom werd geen voorziening aangelegd. Mocht de Vennootschap in hoger beroep alsnog veroordeeld worden, dan rekent het tevens op de tussenkomst van zijn verzekeraar.

Risico's verbonden aan de Vennootschap

Risico's verbonden aan het personeel

De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;

  • het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;

  • het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.

Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de IT-systemen

Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT-systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand of de resultaten van de Vennootschap.

Financiële risico's

Risico's verbonden aan debiteuren

Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken, werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-60 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:

Totaal Niet vervallen < 30 dagen 31-60 dagen 61-90 dagen >91 dagen
In € 000
31 december 2014 13.225 7.463 2.048 1.342 575 1.797
31 december 2013 12.648 8.082 918 916 475 2.257

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 568 op 31 december 2014 (k€ 572 op 31 december 2013) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen die meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de liquiditeit

De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen steeds langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend(e) kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabellen geven een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen, inclusief voorziene interestbetalingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

< 1 jaar 2 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
In € 000
Op 31 december 2014
Financiële schulden 5.005 2.205 - 7.210
Handelsschulden 4.230 - - 4.230
Overige schulden 6.180 - - 6.180
Totaal 15.415 2.205 - 17.620
< 1 jaar 2 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
In € 000
Op 31 december 2013
Financiële schulden 4.939 2.846 45 7.830
Handelsschulden 2.698 - - 2.698
Overige schulden 5.546 - - 5.546
Totaal 13.183 2.846 45 16.074

Risico's verbonden aan een financiële of bancaire tegenpartij

De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (Hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of Material Adverse Change Clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen, wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-60 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

17 Verslag raad van bestuur

De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:

Totaal Niet vervallen < 30 dagen 31-60 dagen 61-90 dagen >91 dagen
In € 000
31 december 2014 13.225 7.463 2.048 1.342 575 1.797
31 december 2013 12.648 8.082 918 916 475 2.257

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 568 op 31 december 2014 (K€ 572 op 31 december 2013) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen die meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de stijgende rentevoeten

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.

Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich verder voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 27.

Risico's verbonden met de schuldgraad van de Vennootschap en haar financiële covenanten

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 36% eind 2014 (62% eind 2013).

Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:

    • een groot deel van de operationele kasstroom dient te worden gebruikt om interest- en kapitaalaflossingen te betalen. Hierdoor heeft de Vennootschap minder liquide middelen beschikbaar om onder meer haar werkkapitaal te financieren, investeringen te doen, overnames, investeringen of partnerships aan te gaan;
    • de Vennootschap heeft minder ruimte om mogelijks een dividend uit te keren aan haar aandeelhouders;
    • de Vennootschap is kwetsbaarder voor verslechterde economische of industriële omstandigheden; en
    • de mogelijkheid voor de Vennootschap om financiering te verkrijgen in de toekomst wordt beperkt;
  • ook al is dit op heden niet het geval, kan de schuldgraad van de Vennootschap zorgen voor het moeten naleven van restrictieve financiële covenanten. Restrictieve covenanten beperken de financiële en operationele flexibiliteit van de Vennootschap wat een negatieve impact kan hebben op de financiële toestand van de Vennootschap.

Risico's verbonden met de beoordeling van belastingverplichtingen

De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

BESTEMMING VAN HET RESULTAAT VAN ABO-GROUP ENVIRONMENT NV

De raad van bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.

BELANGRIJKE GEBEURTENISSEN DIE NA HET EINDE VAN HET BOEKJAAR HEBBEN PLAATSGEVONDEN

Sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2014 zijn de volgende gebeurtenissen van belang voor de Vennootschap:

Voor een beperkt gedeelte van de omzet, ingeschat op 3% van de groepsomzet, verwacht ABO, naast administratieve rompslomp, vertraging bij de gunning, uitvoering en de betaling. Een bodemdeskundige dient volgens de Vlaamse wetgeving onafhankelijk te zijn van zijn opdrachtgever (Vlarel art. 53). Er bestaat een vermoeden dat ABO niet onafhankelijk zou zijn van de Vlaamse overheid, ingevolge het veronderstelde aandeelhouderschap van een ex-Thenergo aandeelhouder, verbonden met de Vlaamse overheid. De Raad van State stelt in haar arrest van 12 januari 2015 dat hiervoor afwijking bij de minister kan aangevraagd worden, die dan vaststelt dat ABO deze opdrachten wel degelijk onafhankelijk uitvoert. Voor een aantal van deze dossiers werd inmiddels de ministeriële afwijking bekomen.

ABO ontving begin maart 2015 de formele bevestiging dat de overname van Thenergo beantwoordt aan rechtmatige economische motieven. Hierdoor kan de groep de fiscale positie van Thenergo behouden.

OMSTANDIGHEDEN DIE DE ONTWIKKELING VAN DE VENNOOTSCHAP OF HAAR FILIALEN AANMERKELIJK KUNNEN BEÏNVLOEDEN

Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.

INFORMATIE BETREFFENDE DE WERKZAAMHEDEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELING EN ONDERZOEK

ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.

GEGEVENS OVER HET BESTAAN VAN BIJKANTOREN

ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.

VERANTWOORDING IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 96,6° WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN

Niettegenstaande uit de balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de raad van bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding heeft het eigen vermogen, zowel enkelvoudig als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt.

GEBRUIK VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

De Vennootschap heeft eind 2014 geen financiële instrumenten.

Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2014. Voor de algemene werking van de raad van bestuur, van de comités van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid

wordt verwezen naar het Corporate Governance Charter (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).

De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering

Het internecontrolesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:

  • • het bereiken van de doelstellingen van de onderneming
  • • de betrouwbaarheid van de financiële en niet-financiële informatie
  • • de naleving van wetten en regels.

Het internecontrolesysteem wordt omschreven in het Corporate Governance Charter van ABO-Group. Gezien de beperkte omvang van de Groep werd door de raad van bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.

ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan zijn werking en aan de omgeving waarin de Groep evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.

De COSO-methode draait rond vijf componenten:

  • • omgeving voor interne controle
  • • risico-analyse
  • • controleactiviteiten
  • • informatie en communicatie
  • • toezicht en monitoring.

Activiteiten van de vennootschap

Organisatie van de interne controle

Het auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Corporate Governance Charter (www.abo-group.eu).

ABO-Group heeft een compliance officer aangesteld, namelijk Belster BVBA, met vaste vertegenwoordiger C. Beliën.

Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.

Bedrijfsethiek

De onderneming heeft een Corporate Governance Charter opgesteld.

Risicoanalyse

ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het uitvoerend comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt zoals weergegeven onder toelichting 3: voornaamste boekhoudprincipes.

Controleactiviteiten

Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.

Informatie & communicatie

Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (die in het jaarverslag gepubliceerd worden).

De boekhouding van alle entiteiten gebeurt centraal vanuit de hoofdzetel. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.

Toezicht & sturing

Het toezicht wordt uitgeoefend door de raad van bestuur, door middel van de kwartaalrapportering en het evalueren van de risicofactoren. Zo nodig worden actieplannen opgesteld.

DE STAAT VAN HET KAPITAAL VAN DE VENNOOTSCHAP EN HET AANDEELHOUDERSCHAP (INFORMATIE ART. 34 KB 14 NOVEMBER 2007 EN ART. 14, VIERDE LID W 2 MEI 2007)

Het kapitaal en de aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:

Datum Transactie Aantal
nieuw
uitgegeven
aandelen
Prijs
per
aandeel
Bedrag kapi
taal- verhoging
Kapitaal Totaal aantal
aandelen
20/02/2002 Oprichting 1.000 € 100,00 € 100.000,00 € 100.000,00 1.000
20/08/2002 Kapitaalverhoging in geld 1.500 € 100,00 € 150.000,00 € 250.000,00 2.500
5/02/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.065 € 100,00 € 106.500,00 € 365.500,00 3.565
23/05/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.490 € 100,00 € 149.000,00 € 505.500,00 5.055
29/08/2003 Kapitaalverhoging in geld 3.000 € 100,00 € 300.000,00 € 805.500,00 8.055
21/12/2005 Incorporatie van schulden 8.754 € 100,00 € 875.400,00 € 1.680.900,00 16.809
24/02/2006 Kapitaalverhoging in geld 27.694 € 78,65 € 2.178.050,00 € 3.858.950,00 44.503
23/04/2007 Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 0 € 0,00 € 0,00 € 3.858.950,00 4,450,300
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 666.080 € 8,45 € 5.628.376,00 € 9.487.326,00 5,116,380
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 592.175 € 8,45 € 5.003.878,75 € 14.491.204,75 5,708,555
18/06/2007 Kapitaalverhoging in geld 7.691.849 € 8,45 € 64.996.124,05 € 79.487.328,80 13,400,404
24/09/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 1.727.862 € 9,26 € 16.000.002,12 € 95.487.330,92 15,128,266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 556 € 8,81 € 4.900.000,00 € 100.387.330,92 15,684,266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 473.984 € 9,00 € 4.265.856,00 € 104.653.186,92 16,158,250
27/02/2008 Kapitaalverhoging inbreng in natura 125.376 € 9,00 € 1.128.384,00 € 105.781.570,92 16,283,626
27/05/2008 Kapitaalverhoging in geld 952.381 € 10,50 € 10.000.000,00 € 115.781.570,92 17,236,007
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 1.943.844 € 9,26 € 17.999.998,82 € 128.839.195,69 19,179,851
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 97.143 € 10,50 € 1.020.000,00 € 129.491.746,44 19,276,994
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 357.143 € 5,60 € 2.000.000,00 € 131.491.746,44 19,634,137
26/06/2009 Uitoefening converteerbare obligaties 1.023.034 € 2,46 € 2.512.945,21 € 134.004.691,65 20.657.171
11/03/2010 Kapitaalverhoging inbreng in natura 658.333 € 2,04 € 1.342.999,32 € 136.347.690,97 21.315.504
11/03/2010 Uitoefening converteerbare obligaties 705.084 € 2,04 € 1.438.371,40 € 136.786.062,37 22.020.588
4/02/2011 Uitoefening converteerbare obligaties 6.613.043 € 0,46 € 3.042.000,00 € 139.828.062,37 28.633.631
27/03/2014 Kapitaalverhoging inbreng in natura 2.613.550.000 € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631
15/09/2014 Samenvoeging bestaande aandelen /250 0 € 0,00 € 0,00 € 165.963.562,37 10.568.734
19/12/2014 Kapitaalverhoging in geld 1 € 527.012,11 € 527.012,11 € 166.490.574,48 10.568.735

Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.

Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.

Benoeming en bevoegdheid van het bestuursorgaan

De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Statutenwijziging

Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 286 van het Wetboek van Vennootschappen. De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.

Toegestaan kapitaal

De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen

negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.

De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:

  • • hetzij door nieuwe inbrengen in geld of in natura, met inbegrip van een eventuele onbeschikbare uitgiftepremie, waarvan de raad van bestuur het bedrag vastlegt, tegen uitgifte van nieuwe aandelen met de rechten eraan verbonden zoals bepaald door de raad van bestuur;
  • • hetzij door incorporatie van reserves, zelfs onbeschikbare, of van uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen.

Deze bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze bevoegdheid kan, één of meermaals, worden hernieuwd overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen. In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van Vennootschappen.

De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van Vennootschappen.

Aan de raad van bestuur is uitdrukkelijk machtiging verleend om, in geval van een openbaar overnamebod op alle aandelen van de vennootschap, het kapitaal van de vennootschap te verhogen mits inachtneming van de voorwaarden bepaald in artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. Deze machtiging is verleend voor een periode van drie (3) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea. De raad van bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).

Verwerving en vervreemding van eigen aandelen

De Vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Indien de aankoop door de vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van Vennootschappen.

Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van Vennootschappen.

De Vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van Vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.

Bij beslissing door de buitengewone algemene vergadering van 28 mei 2014, heeft de raad van bestuur de machtiging verkregen om - mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen -, voor rekening van de vennootschap, eigen aandelen te verwerven, wanneer dergelijke verwerving noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap te voorkomen. Deze machtiging is geldig voor drie (3) jaar te rekenen vanaf de dag van de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014.

Controlewijziging na een openbaar overnamebod

Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod. De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een opernbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

Transparantieverklaringen

De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in zijn bezit te hebben.

Op 31 december 2014 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.

Daarnaast verrichtte de heer Frank De Palmenaer in de loop van 2014 Transactiemeldingen van bedrijfsleiders. Vóór de aandelensamenvoeging van 15 september (één nieuw aandeel voor 250 oude aandelen) deed hij Transactiemeldingen van bedrijfsleiders voor het aankopen van in totaal 3.430 aandelen en het verkopen van in totaal 398.256 aandelen.

Na de samenvoeging van 15 september deed hij Transactiemeldingen van bedrijfsleiders voor het aankopen van in totaal 125 aandelen en het verkopen van in totaal 71.464 aandelen.

ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.

raad van bestuur

V.l.n.r.: Frank De Palmenaer (bestuurder), Gerard Van Acker (voorzitter), Ivo Van Vaerenbergh (bestuurder), Jan Gesquière (bestuurder)

Samenstelling van de raad van bestuur

Voorzitter Five Financial Solutions BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Van De Perre
t.e.m. 27 maart 2014 voorzitter en t.e.m. 28 april 2014 bestuurder
Voorzitter Gerard Van Acker BVBA (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker
van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018
Eveneens lid van het auditcomité en voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité
Bestuurders DV-Com BVBA (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer David Claikens
t.e.m. 27 maart 2014
Participatiemaatschappij Vlaanderen NV (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Van De Voorde
t.e.m. 27 maart 2014
Nico Terry BVBA (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Nico Terry
t.e.m. 27 maart 2014
Benphistema BVBA (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Martin Duvivier
t.e.m. 27 maart 2014
Frank De Palmenaer (3)
van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018
Eveneens lid van het remuneratie- en benoemingscomité
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV (2)
met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh
t.e.m. 31 mei 2017
Eveneens lid van het auditcomité
Jadel BVBA (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière
van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018
Eveneens voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratie- en benoemingscomité

(1) niet-uitvoerend bestuurder (2) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (3) uitvoerend bestuurder

Vanaf 28 april 2014 bestaat de raad van bestuur uit vier leden, waarvan drie niet-uitvoerende bestuurders. Drie bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen, als van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap.

Onder leiding van de voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de raad en zijn samenwerking met het uitvoerend comité, teneinde de efficiënte functionering te verzekeren.

Activiteiten van de raad van bestuur tijdens het voorbije boekjaar

De raad van bestuur heeft dertien maal vergaderd in 2014. De volgende bestuurders lieten zich verontschuldigen: ParticipatieMaatschappij Vlaanderen eenmaal en Jadel BVBA eenmaal.

De raad van bestuur behandelde in 2014 onder meer de volgende onderwerpen:

  • • de maandelijkse rapportering, halfjaarcijfers, de jaarrekening, het jaarverslag en de agenda van de algemene vergadering
  • • de bijzondere en buitengewone algemene vergaderingen, alsook de kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal
  • • het budget 2015, het businessplan en de langetermijnstrategie
  • • de verslaggeving van het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité
  • • transacties met verbonden partijen
  • • investerings- en overnamedossiers
  • • contacten met de banken
  • • contacten met externe financiers en potentiële partners
  • • hangende betwistingen.

Evaluatie van de raad

De raad van bestuur, onder leiding van de voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:

  • • beoordelen hoe de raad werkt
  • • nagaan of de behandelde onderwerpen grondig worden voorbereid
  • • de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder beoordelen
  • • de actuele samenstelling van de raad nagaan in het licht van de gewenste samenstelling.

COMITés opgericht door de RAAD VAN BESTUUR

Auditcomité

Samenstelling van het auditcomité

De raad van bestuur heeft een auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het auditcomité is als volgt samengesteld:

  • • Gerard Van Acker BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Gerard Van Acker
  • • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • • Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh NV, met als vaste vertegenwoordiger Ivo Van Vaerenbergh.

Jadel BVBA werd benoemd tot voorzitter van het auditcomité.

De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het auditcomité vastgelegd in het Corporate Governance Charter.

Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de raad van bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.

Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de voorzitter van het auditcomité, Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de Heer Jan Gesqière, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.

Vergaderingen van het auditcomité

Het comité vergaderde tweemaal voltallig in 2014.

Er werd speciale aandacht besteed aan:

  • • financiële en operationele rapportering
  • • risico-analyse van de activiteiten
  • • halfjaar- en jaarresultaten met rapportering van de commissaris
  • • managementletter van de commissaris.

Na elke vergadering rapporteerde het auditcomité, via zijn voorzitter, aan de raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de raad van bestuur.

Evaluatie van het auditcomité

De voorzitter van het comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de raad van bestuur over de werking van het auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Corporate Governance Charter en andere relevante criteria goedgekeurd door de raad van bestuur.

Nominatie- en remuneratiecomité

De raad van bestuur heeft een benoemings- en remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:

  • • Frank De Palmenaer
  • • Gerard Van Acker BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Gerard Van Acker
  • • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière.

Gerard Van Acker BVBA werd benoemd tot voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité.

De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het benoemings- en remuneratiecomité vastgelegd in het Corporate Governance Charter.

De meerderheid van het benoemings- en remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het uitvoerend comité.

Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2014 tweemaal voltallig samengekomen.

Strategisch comité

Het strategisch comité werd opgeheven bij de benoeming van de nieuwe raad van bestuur op 27 maart 2014.

Management en dagelijks bestuur

De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het benoemings- en remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de raad van bestuur.

De huidige gedelegeerd bestuurder, Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 27 maart 2014.

Het uitvoerend comité, in het Corporate Governance Charter 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W.Venn.

De leden van het uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de raad van bestuur.

Het uitvoerend comité komt regelmatig samen.

Het uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de raad van bestuur aan haar zou delegeren.

Het uitvoerend comité is als volgt samengesteld:

Frank De Palmenaer Gedelegeerd bestuurder
Johan Reybroeck CFO
Karen Mestdagh COO
Walter Mondt Business Development Manager
tot 1 december 2014
François Mayeux CEO ABO-ERG

Het vennootschapsadres voor alle leden van het uitvoerend comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).

GENDERQUOTUM

De Groep zal in het kader van het opnemen van vrouwen, met de vereiste competenties conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO, in de raad van bestuur aan de wettelijke gestelde regels en termijnen voldoen en daartoe te gepasten tijde de zoektocht opstarten.

Remuneratieverslag

Procedure voor het ontwikkelen van een remuneratiebeleid en vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de raad van bestuur en de uitvoerende managers

De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité wordt vastgelegd door de raad van bestuur.

De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2014 door de raad van bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2014 door de raad van bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

Remuneratiebeleid

Er dient een onderscheid te worden gemaakt voor de vergoeding van de bestuurders vóór 27 maart 2014 en erna.

Vóór 27 maart 2014:

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen zitpenningen, geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen. Op de algemene vergadering van 27 maart 2014 werd beslist de tot dan zetelende bestuurders een extra vergoeding te betalen van in totaal € 81.000.

De remuneratie van het uitvoerend management bestaat uit een vaste vergoeding. Het uitvoerend management geniet niet van een pensioenplan, noch van bijkomende verzekeringen of andere voordelen en ontvangt geen lange termijn cash-incentive plannen. Het uitvoerend management bezit geen aandelen en/of aandelenopties.

Na 27 maart 2014:

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit volgende elementen:

  • • een vaste vergoeding
  • • een zitpenning per vergadering van de raad van bestuur
  • • een zitpenning per vergadering van het auditcomité
  • • een zitpenning per vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.

De gedelegeerd bestuurder ontvangt in het kader van zijn bestuurdersmandaat geen vergoeding, maar wel als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen.

De remuneratie van het uitvoerend management bestaat uit een vaste vergoeding.

Het uitvoerend management geniet van een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en niet-recurrente bonus en ontvangt geen lange termijn Cash-incentive plannen. Het uitvoerend management bezit geen aandelen en/of aandelenopties, met uitzondering van de heer Frank De Palmenaer.

Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

Voor de volgende jaren wordt actief gekeken naar de intensivering van het uitvoerend management, door middel van een aandelen- en/ of optieplan.

Bezoldiging en andere vergoedingen aan bestuurders

In EUR Vaste vergoeding
en zitpenning
Andere Totaal
2014
Five Financial Solutions BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Van De Perre (*) niet-uitvoerend € 12.000 € 13.500 € 25.500
DV-Com BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer David Claikens niet-uitvoerend € 3.750 € 13.500 € 17.250
Participatiemaatschappij Vlaanderen NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Van
De Voorde
niet-uitvoerend € 3.750 € 13.500 € 17.250
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV met als vaste vertegenwoordiger de
heer Ivo Van Vaerenbergh
niet-uitvoerend € 24.750 € 13.500 € 38.250
Nico Terry BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Nico Terry niet-uitvoerend € 3.750 € 13.500 € 17.250
Benphistema BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Martin Duvivier niet-uitvoerend € 3.750 € 13.500 € 17.250
Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker (*) niet-uitvoerend € 31.000 nvt € 31.000
Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière niet-uitvoerend € 16.000 nvt € 16.000
Frank De Palmenaer uitvoerend nvt nvt nvt

* Voorzitter van de Raad van Bestuur

Evaluatiecriteria voor de vergoeding van de uitvoerende managers, gebaseerd op prestaties

De uitvoerende managers ontvingen in 2014 geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.

Remuneratie van de gedelegeerd bestuurder

De gedelegeerd bestuurder Frank De Palmenaer ontving in 2014 een vaste vergoeding van € 61.200 en onkosten van € 8.565,73.

Remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management

Vaste remuneratie € 665.327,02
Variabele remuneratie -
Totaal € 665.327,02
Pensioen € 45.413,00
Andere voordelen voertuig

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de andere leden van het uitvoerend comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.

De leden van het uitvoerend comité ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.

Aandelen toegekend aan het uitvoerend management

Er werden in 2014 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandeeloptieplannen en warrantplannen.

Vertrekvergoedingen

Op het ogenblik van de benoeming van de gedelegeerd bestuurder werd een vertrekvergoeding van € 50.000 betaald aan de algemeen directeur Belster BVBA met als vaste vertegenwoordiger Chris Belien.

Vergoeding commissaris

De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2014 het bedrag van € 21.030.

In de loop van 2014 werden door de commissaris en aan de commissaris gelieerde partijen € 11.525 gefactureerd voor andere controleopdrachten.

TOEPASSING VAN ARTIKEL 523 WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN

Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap.

Raad van bestuur van 28 januari 2014

ParticipatieMaatschappij Vlaanderen, vertegenwoordigd door Jan Van de Voorde, verklaart dat er een eventueel tegenstrijdig belang zou kunnen ontstaan in de zin van artikel 523 W.Venn., indien de raad zou beslissen over een inbreng in natura van de aandelen van een strategische partner en van de lening van PMV, en de waarderingen van de betreffende vennootschappen. De financiële impact voor Thenergo kan geraamd worden op € 1,5 mln., zijnde de waarde van de lening in kapitaal en intresten.

Raad van bestuur van 28 november 2014

Conform artikel 523 Wetboek van Vennootschappen signaleert Dhr. De Palmenaer een mogelijks strijdig belang ten opzichte van het tweede punt van de agenda, met name de relutietransactie.

Verplichtingen inzake periodieke informatie ten gevolge van de transparantierichtlijnen van kracht vanaf 1 januari 2009

Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2014. De ondergetekenden verklaren dat:

  • • de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • • het rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2014 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Gent, 22 april 2015

Voor de raad van bestuur,

Voorzitter Gedelegeer bestuurder Gerard Van Acker BVBA, de heer Frank De Palmenaer vert. de heer Gerard Van Acker

30

31

Highlights 2014

© Mathieu Paternoster

ABO naar de beurs

Op 31 januari 2014 konden de aandeelhouders van ABO Holding, ParticipatieMaatschappij Vlaanderen en Thenergo een Reverse Takeover aankondigen van deze laatste.

Volgende transacties werden afgesproken:

  • • inbreng door PMV van € 1.237.500 van het openstaand saldo van haar lening van in totaal € 1.495.727 in het kapitaal van Thenergo
  • • inbreng door de aandeelhouders van ABO Holding NV van 100% van de aandelen in het kapitaal van Thenergo aan een waarde van € 24.898.000
  • • beide voormelde inbrengen worden vergoed met nieuwe Thenergo-aandelen met een uitgifteprijs van € 0,01 per nieuw aandeel.

Deze afspraken werden op 27 maart 2014 door de algemene vergadering van aandeelhouders van Thenergo goedgekeurd en gaven het volgende resultaat:

Aandeelhoud
erschap voor transactie
Aantal aandelen Percentage
PMV 8.341.161 29,131%
Andere aandeelhouders 20.292.470 70,869%
Totaal 28.633.631 100,000%
Aandeelhoud
erschap NA transactie
Aantal aandelen Percentage
ABO Holding-aandeelhouders 2.489.800.000 94,230%
PMV 132.091.161 4,999%
Andere aandeelhouders 20.292.470 0,770%
Totaal 2.642.183.631 100,000%

Door deze transacties bekwamen de aandeelhouders van ABO Holding de controle over Thenergo en werd ABO Holding het grootste actief van het beursgenoteerde Thenergo. Vervolgens werd de naam 'Thenergo' gewijzigd in 'ABO-Group Environment'. Op 31 maart 2014 volgde de officiële introductie van ABO-Group Environment op de koerstabellen van Euronext Brussel.

Coachingtrajecten bij Gentse bedrijven

Eind 2014 startte dochterbedrijf E20 met een nieuw project rond energiecoaching van 110 Gentse bedrijven, aangeboden door Stad Gent.

De situatie klinkt ongetwijfeld bekend in de oren: de intentie om energie (en geld) te besparen is er, maar de tijd en/of de middelen ontbreken om een energiebesparingsproject op poten te zetten. Bedrijven zijn vaak geëngageerd om hun CO2-uitstoot te reduceren, maar weten niet waar ze best eerst de focus leggen. Ook de ambitie om het bedrijfsimago groener op te krikken is aanwezig, maar de kennis ontbreekt om dit concreet aan te pakken. Scans en audits werden al uitgevoerd maar met resultaten wordt weinig gedaan of offertes geraken maar niet aangevraagd. Vandaag worden bedrijven overstelpt met verschillende opportuniteiten binnen hernieuwbare energie, maar kan je de bomen door het bos haast niet meer zien.

Om bedrijven te ondersteunen, biedt Stad Gent nu een coachingtraject op maat van uw bedrijf aan, E20 werd hiervoor geselecteerd als hoofduitvoerder. Het coachingtraject heeft als doel opportuniteiten inzake energie-efficiëntie te onderzoeken en het bedrijf te coachen om effectief te investeren in REG-maatregelen. Hierbij wordt gestart met een quickscan (een rondgang en doorlichting van het bedrijf ter plaatse), gevolgd door de opmaak van projectfiches per geïdentificeerde besparing, een overlegmoment waarbij het energie-actieplan opgemaakt wordt en dan de On- & Off-Site begeleiding en ondersteuning door E20, teneinde de vooropgestelde besparingen ook effectief te realiseren.

In samenspraak met het bedrijf en met eventuele andere partijen worden de potentiële investeringen in hernieuwbare energie onderzocht en gestimuleerd om een haalbare potentiële CO2-uitstootreductie te behalen. Hierbij treedt E20 op als energiedeskundige op verschillende uiteenlopende vlakken, zoals energiebesparende bouwkundige aspecten, het behalen van processpecifieke energie-efficiëntie en het beoordelen of implementeren van energiemanagement aan de hand van energiemonitoring.

De verschillende potentiële investeringen worden enerzijds op technisch vlak en anderzijds a.d.h.v. een investeringsanalyse behandeld. Een onderscheid wordt gemaakt tussen de meest prioritaire quickwins en de interessante besparingen op zowel middellange als lange termijn, zodat de meest renderende projecten in samenspraak met het bedrijf prioritair behandeld worden.

Verder heeft het coachingtraject als streefdoel het structureel verankeren van energiezorg in het bedrijfsbeleid, zodat ook na de coaching het bedrijf autonoom opportuniteiten met betrekking tot energiebesparing en hernieuwbare energie kan opvolgen en realiseren.

De cijfers spreken voor zich: in een proefproject met vijftien Gentse bedrijven werd een maximale besparing per bedrijf gerealiseerd van € 105.000, op een totaal financieel voordeel van € 360.000.

ABO NV erkend als BREEAM In-use Assessor en als BREEAM New Construction Assessor

Dochtervennootschap ABO NV werd in 2014 erkend als BREEAM In-use Assessor, en ook als BREEAM New Construction International Assessor.

BREEAM is een monitoringsinstrument waarmee u de duurzaamheidprestatie van bouwwerken kan monitoren. Het instrument beoordeelt de gebouweigenschappen én het beheer en gebruik ervan. Met de indicatieve scores kunnen partijen de operationele kosten van een gebouw terugbrengen en de duurzaamheidprestaties verbeteren. Hiermee verandert de marktwaarde aanzienlijk en behoudt het pand een goede positie in het gehele aanbod.

Onderzoek naar een duurzaam regulatiesysteem voor het elektriciteitsnet door opslag van hydro-elektrische energie in groeves en mijnen in Wallonië (SmartWater)

In navolging van eerder onderzoek door Ecorem in de Noordzee, werd in samenwerking met diverse partners en met financiële steun van de Waalse overheid, het SmartWater project opgestart. Deze haalbaarheidsstudie is enerzijds gericht op het evalueren van het hydro-elektrisch stockagepotentieel van Wallonië en anderzijds op het ontwikkelen van een oplossing voor het beheer en de regularisatie van elektriciteitsnetwerken voor toekomstige gedecentraliseerde productie-eenheden. Deze studie loopt over een periode van drie jaar.

In het SmartWater project wordt in het bijzonder het geheel van randvoorwaarden onderzocht voor de stockage in verlaten groeves en ondergrondse mijnen en de regulering van de netwerken. Aangezien het onderzoek dus sterk multidisciplinair is en op een geïntegreerde wijze moet uitgevoerd worden, is het Waalse projectteam samengesteld uit consultants van Ecorem en experten uit de onderzoekswereld, academische instellingen en de industrie.

In een eerste fase wordt onderzoek verricht naar de haalbaarheid van de verlaten ontginningen (geologisch, hydrologisch, geotechnisch) en de dimensionering van het systeem (grootte en kosten verbonden aan het beheer van de bassins, de grootte en de technische karakteristieken van het waterleidingmateriaal, het vermogen en het rendement van de volledige stockagecyclus,…). Ook de impact op het milieu

(ruimtelijke planning, waterkwaliteit en kwantiteit, natuur, landschap, …) en de veiligheid worden onderzocht via een uitgebreide risicoanalyse. Het juridisch en financieel kader en het maatschappelijk draagvlak worden geanalyseerd om eventuele Bottlenecks in kaart te brengen en tijdig oplossingen te kunnen uitwerken. In een tweede fase van het project worden de ontwikkelde instrumenten gevalideerd, waarbij simulatiesoftware zal uitgetest worden op basis van realistische data, bekomen door de analysemodellen en geconfigureerd op een selectie van sites.

De resultaten van het SmartWater project zullen, eenmaal gevalideerd in Wallonië, grotendeels vertaald kunnen worden naar andere regio's van Europa en de wereld. Hiertoe werden al een aantal voorbereidende stappen ondernomen.

Stad Antwerpen en ABO NV sluiten raamcontract

Stad Antwerpen en dochtermaatschappij ABO nv sluitten in 2014 een raamcontract af voor de uitvoering grondverzetstudies en interventie bij calamiteiten.

De stad Antwerpen heeft aan ABO NV een raamcontract toegewezen voor de uitvoering van grondverzetstudies in kader van de renovatie van straten en pleinen op het grondgebied van stad Antwerpen. Daarnaast omvat het contract het uitvoeren van maatregelen bij schadegevallen op hun grondgebied: eerste plaatsbezoek met vaststellingen en risico-inschattingen, staalnames, evaluatieverslag en begeleiding bij saneringsacties.

Evaluatie van het EMP voor baggerwerken in functie van het Yamal LNG project, Rusland

Voor de productie van LNG (Liquefied Natural Gas) worden geïntegreerde faciliteiten gebouwd op het schiereiland Yamal in de golf van Ob (Rusland). Het doel van die faciliteiten is de exploitatie van de gasvelden in Zuid-Tambey, gesitueerd in het Noord-Oosten van het schiereiland. Mordraga, zusterbedrijf van de DEME-group, voert de baggerwerken uit en doet hiervoor beroep op Ecorem, dochter van de Groep, voor de milieutechnische begeleiding.

Het Yamal LNG project ligt in de arctische regio, met uitzonderlijke natuurlijke rijkdommen, tevens gekend voor zijn unieke en kwetsbare biodiversiteit. Mordraga heeft een Environmental Management Plan (EMP) opgesteld dat ervoor moet zorgen dat eventuele negatieve effecten op het milieu worden beperkt tijdens de uitvoering van de werken. Het EMP beschrijft de opvolging en monitoring, en de geplande acties die negatieve effecten als gevolg van de uitvoering van de werken dienen te voorkomen of te beperken.

Dit projectspecifieke EMP bestaat uit een hoofddocument waarin doelstellingen, en bepalingen met betrekking tot de implementatie van het EMP staan beschreven, en wordt aangevuld door drie meer specifieke beheersplannen in functie van de meest belangrijke milieukundige bedreigingen, nl. waterkwaliteit, mariene (arctische) fauna, en olielekken (Water Quality Management Plan (WQMP), Marine Fauna Management Plan (MFMP) en Oil Spill Contingency Plan (OSCP)).

Ecorem werd aangesteld als een onafhankelijke partij om dit EMP door te lichten, en waar mogelijk verbeteringen aan te geven in functie van de implementatie van het EMP. Die implementatie werd aan boord van de schepen geëvalueerd tijdens de werken, en dit zowel in het mariene toegangskanaal, als in de havenzone (observaties aan boord van CSD, THSD en Survey Vessels). Obervaties werden genoteerd in bijzijn van Mordraga Project Managers en Surveyors.

Voor elk van de relevante milieukundige aspecten die werden geïdentificeerd, werd een beoordeling op basis van volgende punten toegepast:

  • • identificatie van de acties in het EMP ter voorkomen/beperken van negatieve effecten
  • • beschrijving van waarnemingen die tijdens de veldbezoeken werden gemaakt
  • • beoordeling van de status van de implementatie van het EMP op het moment van de veldbezoeken
  • • beoordeling van de mate waarin wordt voldaan aan de internationale IFC Performance Standards (World Bank).

Concreet werden volgende zaken in dit project uitgevoerd/toegepast:

  • • mariene veldbezoeken
  • • meting van waterkwaliteitsparameters
  • • observatie van (arctische) mariene fauna
  • • internationale richtlijnen voor EIA (Environmental Impact Assessment)
  • • beleid/wetgeving/richtlijnen met betrekking tot de Arctische regio.

Haalbaarheidsstudie voor een innovatief en duurzaam afvalmanagementsysteem in Phnom Penh, Cambodja RAL = 6018 HTML = 3366CC

Het beheer van vaste afvalstoffen is een grote uitdaging in de snel groeiende steden in ontwikkelingslanden. Ten gevolge van de economische groei, de bevolkingstoename, de verstedelijking en de industrialisatie, neemt de afvalproductie in die steden exponentieel toe, met de productie van enorme volumes afval tot gevolg. Het opzetten van een duurzaam afvalbeleid en -systeem is een hele uitdaging, zo ook in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Ecorem werkte in een haalbaarheidsstudie, mede gefinancierd door de Vlaamse overheid, een aantal technische en financiële scenario's uit om het afvalprobleem op een zo efficiënt mogelijke wijze op te lossen.

Er werd onderzocht met welke milieuvriendelijke technologieën en expertise een duurzame oplossing kan geboden worden inzake de ophaling, de sortering, de compactie en de compostering van afvalstoffen, maar ook welke secundaire grondstoffen hieruit kunnen gegenereerd worden. Ten slotte werd ook het potentieel onderzocht voor energierecuperatie en methaancaptatie.

Extra aandacht ging uit naar de mogelijkheid voor de bouw en installatie van een geïntegreerde afvalverwerkingssite. Gelet op de maatschappelijke, economische en klimatologische context van Cambodja was het noodzakelijk om specifieke concepten uit te werken die evenwel aan internationale standaarden voldoen. Hiertoe werden nieuwe technieken voorgesteld door combinatie van Westerse technologieën en

lokale systemen. In dit kader werd onder meer samengewerkt met een vooraanstaand onderzoekscentrum en met NGO's in Cambodja.

Een uitgebreide multicriteria-analyse liet toe de verschillende scenario's en technische oplossingen tegenover elkaar af te wegen en op een overzichtelijke manier voor te stellen aan de lokale Stakeholders en beleidsmakers. Ten slotte werd in de studie voorzien in Capacity Building, alsook in beleids- en institutionele aanbevelingen, om in een volgende fase over te kunnen gaan tot een efficiënte implementatie aan de hand van pilootprojecten. Hiertoe zullen experten in Financial Engineering van Ecorem de lokale besturen verder blijven assisteren in de aanvraag voor internationale financieringen.

ABO-Group neemt participatie in lucht- en asbestlaboratorium Translab NV

De Groep deelde in 2014 mee dat zij via een tussenholding een indirecte participatie heeft genomen in Translab NV, gevestigd in Zele.

Asbestlaboratorium Translab is een officieel erkend laboratorium, erkend door de Belgische federale overheid. Asbestlaboratorium Translab is gespecialiseerd in onderzoek van asbest en asbesttoepassingen & het onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in materialen en in gebouwen.

"De Group was via haar dochter ABO NV al actief op onderzoek naar asbest in verontreinigde grond en grondwater, en kan nu kan zo haar activiteitenpalet uitbreiden en beroep doen op Translab nv voor asbestluchtmetingen en analyses", vertelt Frank De Palmenaer, CEO van ABO. Gezien de wettelijke verplichtingen op asbestinventarisatie voor gebouwen (KB 2006) dient de werkgever conform het ARAB

immers een asbestveilig attest voor gebouwen voor handen te hebben. Ook bij het slopen van gebouwen dient men, conform OVAM, in het bezit te zijn van een sloopinventarisatie. Hier heeft Translab NV eveneens ervaring mee.

Gezien de verwachte groei van deze activiteit biedt de samenwerking met ABO een win-win-effect. Door de synergiën kan Translab nu ook op het brede netwerk van de Groep beroep doen. De heer Tino Braeckman, gedelegeerd bestuurder van Translab NV, ziet de toekomst van het bedrijf hierdoor verankerd: "Door de samenwerking met een gediversifieerde groep als ABO, kunnen we ons laboratorium nu efficiënter inzetten."

In-Situ sanering in Koewacht, Nederland

Dochtermaatschappij ABO-Milieuconsult B.V. in Goes (NL) is expert op het vlak van in-situ bodemsaneringswerken. In september 2014 gaf de Omgevingsdienst voor een schoon en veilig Zeeland (RUD Zeeland) de opdracht voor directievoering en milieukundige begeleiding van het saneringswerk aan de Klapstraat te Koewacht in Zeeuws-Vlaanderen. De aannemer op het werk was Verhoeve Milieu en Water B.V.

De verontreinigingen waren veroorzaakt door lekkende brandstoftanks en bestonden derhalve in hoofdzaak uit minerale olie en BTEXN.

De keuze om tot een succesvolle sanering te komen heeft een multidisciplinair karakter gekregen. Naast de ontgraving van ca. 1500 m³ grond, direct naast een woonhuis, heeft een drijflaagverwijdering plaatsgevonden waarbij ca. 30 m³ minerale olie van het grondwater is verwijderd. Om alle resterende verontreiniging in de bodem (ook onder het woonhuis) en in het freatisch grondwater te verwijderen is gekozen voor een in-situ variant.

Tot op een diepte van 5,0 m beneden het maaiveld is gestimuleerde aërobe biologische afbraak ingezet om tot de gewenste terugsaneerwaarden te komen. Hiertoe wordt dosering van zuurstof ingezet door middel van perslucht (buitenlucht) injectie via microporeuze filters. De gerealiseerde microbelletjes in het te saneren bodemcompartiment dragen zorg voor een trage stijgsnelheid en optimale zuurstofoverdracht in het verontreinigd grondwater.

Voor de juiste werking van de ingezette in-situ variant zijn 29 injectiefilters geplaatst met een filterstelling van 5,5 - 6,0 meter beneden het maaiveld. Voor de dosering van de NPK-nutriënten zijn zeven horizontale infiltratiedrains geplaatst op de putbodem van de initiële ontgraving. Tijdens de ontgravingswerkzaamheden is een bronbemaling in combinatie met een open bemaling toegepast. Het bemalingswater is via een waterzuivering geloosd op het riool. De controle op de goede werking van de waterzuiveringsinstallatie en op de ontgravingswerkzaamheden zelf in combinatie met de te nemen veiligheidsmaatregelen zijn door ABO streng bewaakt.

Metingen ten tijde van de ontgraving om eventuele verzakkingen van de belendende gebouwen en woonhuis voortijdig te signaleren werden vol-continu uitgevoerd en bewaakt.

De totale bodemsanering zal twee jaar in beslag nemen. Midden december 2014 is vastgesteld, aan de hand van de bemonsteringsgegevens, dat de in-situ sanering naar verwachting verloopt.

Overspanning Montgrosravijn in Allos, Frankrijk

Door de 'Conseil Général des Alpes de Haute Provence' werd aan dochtervennootschap ABO-ERG gevraagd om een geotechnische ontwerpstudie te realiseren voor het project 'constructie nieuw bouwwerk als overspanning van de Montgrosravijn' in het Zuid-Franse Allos. Het voorziene bouwwerk is een viaduct type PRAD met drie gewelven van 58 m lang, steunend op twee bruggenhoofden bovenaan de rand van een ravijn en steunend op twee pijlers in de ravijn.

Voor dit project werden sonderingen uitgevoerd door middel van conussen (15 m diep) en via pressiometerproeven (25 m diep), alsook talrijke laboproeven om het rotsmassief te karakteriseren.

De uitvoering van de sonderingen dichtbij de voorziene steunpunten was technisch bijzonder complex. Aparte banen werden aangelegd voor de afgraving.

Geologisch gezien is de aanwezigheid van zeer heterogene paleogene flyschformaties zeer typerend. Dit werd bevestigd door de uitgevoerde sonderingen.

Door de topografische en geologische context werden diepe funderingen voorgesteld voor de bruggenhoofden en klassieke funderingen voor de pijlers.

Tijdens de studie werden ook de eerste metingen uitgevoerd voor de grondverankerende constructies. De uitvoering ging gepaard met grote afgravingen en daardoor is de stabiliteit van de uitgegraven gronden belangrijk. Een goede methode werd gevonden door gebruik te maken van genagelde wanden.

Rehabilitatie van de voormalige site van de SUTE (Société d'Usinage de Tubes Electriques) in Pont-à-Mousson, Frankrijk

In het kader van de rehabilitatie van de Place Foch, die nu als parking gebruikt wordt voor lichte voertuigen, en door het industrieel verleden van de site (fabriek van isolatietubes en nadien van plastieken producten, en uiteindelijk ontmanteld), werd, door toedoen van de bouwheer ADEME een vervuiling van de site door gechloreerde solventen aangetoond. De impact ervan op het milieu vereist, na de diagnostische studies, dat de zones die het meest vervuild zijn door deze producten gesaneerd worden teneinde het milieu een grond terug te geven die in harmonie is met de stedelijke omgeving.

De verontreinigde gronden behandeld worden over een oppervlakte van 20 m x 35 m, met maximaal 6 m diepte. Om de vluchtige stoffen onder controle te houden in stedelijke omgeving, werd gebruik gemaakt van een speciale beschutting.

ABO-ERG heeft:

  • • de oplossingen onderzocht om de grondwerken mogelijk te maken
  • • de nodige voorafgaande berekeningen gemaakt voor een voorlopig ondersteuningswerk (er werd geopteerd voor een secanspalenwand)
  • • de helling bepaald voor de voorlopige taluds van de opgravingen
  • • de stukken van de DCE opgesteld
  • • de bouwheer bijgestaan bij de evaluatie van de offertes en de uitvoering van de werken
  • • de uitvoering gesuperviseerd.

Het ABO-Group aandeel

Beursnotering

De aandelen van ABO-Group zijn genoteerd op de beurs van Euronext Brussel met het symbool ABO-Group en met de ISIN-code BE0974278104. Aan het einde van het jaar waren er in totaal 10.568.735 aandelen.

evolutie in 2014

Het ABO-Group-aandeel heeft in 2014 een transformatie doorgemaakt, die in verschillende stappen is verlopen.

Sinds 2010 waren er 28.633.631 aandelen van Thenergo NV, een holding boven een groep van groene-energiecentrales. Deze groep werd afgebouwd en er werd gezocht naar een strategische partner. Op 27 maart 2014 werd Thenergo overgenomen door de aandeelhouders van ABO Holding via de techniek van een Reverse Takeover. De aandelen van ABO Holding, samen met een lening van

ParticipatieMaatschappij Vlaanderen werden ingebracht in het kapitaal van Thenergo. In ruil ontvingen de aandeelhouders van ABO Holding 2.613.550.000 nieuwe aandelen, zodat het totaal aantal aandelen steeg naar 2.642.183.631. Tegelijk werd de naam van 'Thenergo' gewijzigd in 'ABO-Group'.

Met het oog op de toelating van de nieuwe aandelen, die een tegenprestatie zijn van een inbreng anders dan in geld, stelde ABO-Group een Noteringsdocument op volgens artikel 18 §2 d) van de Wet van 16 juni 2006. ABO-Group kreeg de toelating tot verhandeling van de 2.613.550.000 nieuwe aandelen op Euronext Brussel vanaf 1 augustus 2014.

Een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 28 mei 2014 besliste om over te gaan tot een samenvoeging van de aandelen. Daardoor werd het totaal aantal aandelen, met inbegrip van de nieuwe op 27 maart

2014 uitgegeven aandelen, door tweehonderdvijftig (250) gedeeld. Deze samenvoeging vond plaats op maandag 15 september 2014.

De vermindering van het aantal aandelen door middel van de reverse stock split heeft een verhoging van de marktprijs per aandeel tot gevolg. De verhoging van de marktprijs per aandeel was nodig aangezien veel beursmakelaars en institutionele beleggers interne regels en gewoonten hebben die hen verbieden te beleggen in laag geprijsde aandelen. Door deze samenvoeging van aandelen werd het totaal aantal aandelen van ABO-Group teruggebracht tot 10.568.734. Tevens werd aan het aandeel een nieuwe ISIN-code toegekend, namelijk BE0974278104.

Op 23 september 2014 kondigde Frank De Palmenaer, hoofdaandeelhouder met 92,5% van de aandelen en CEO van ABO-Group, aan dat hij tot 30 november 2014 een onbepaald aantal aandelen zal verkopen. Het opgehaalde bedrag wordt ten laatste eind 2014 voor 90% in de ABO-Group ingebracht via een kapitaalverhoging, tegen uitgifte van slechts één nieuw aandeel in het kapitaal van de vennootschap. Op deze manier wenste Frank De Palmenaer in zijn hoedanigheid van privépersoon de free float en de liquiditeit van de groep te verhogen. Deze verkoopactie heeft op 19 december 2014 geleid tot een kapitaalverhoging door een inbreng van € 527.012,11 met in ruil de uitgifte van één nieuw aandeel. Dit heeft het totaal aantal aandelen van ABO-Group gebracht op 10.568.735.

Transparantieverklaringen

Er werden in de loop van 2014 twee transparantieverklaringen betreffende het aandeelhouderschap en de drempeloverschrijding door de aandeelhouders aan FSMA overgemaakt. Deze beide verklaringen waren het gevolg van de kapitaalverhoging van 27 maart 2014.

Enerzijds was er een verklaring van ParticipatieMaatschappij Vlaanderen, die meldde dat haar participatie daalde onder de drempel van 5%, zijnde de minimum aanmeldingsdrempel.

Anderzijds was er een kennisgeving van de heer Frank De Palmenaer, voormalig hoofdaandeelhouder van ABO Holding. Hij meldde een drempeloverschrijding omdat hij in ruil voor de inbreng van aandelen ABO Holding 2.444.420.898 aandelen van ABO-Group verwierf, wat in verhouding tot het totaal aantal aandelen van 2.642.183.631, 92,52% van de aandelen vertegenwoordigt.

Daarnaast verrichte de heer Frank De Palmenaer in de loop van 2014 Transactiemeldingen van bedrijfsleiders. Vóór de aandelensamenvoeging van 15 september (één nieuw aandeel voor 250 oude aandelen) deed hij Transactiemeldingen van bedrijfsleiders voor het aankopen van in totaal 3.430 aandelen en het verkopen van in totaal 398.256 aandelen. Na de samenvoeging van 15 september deed hij Transactiemeldingen van bedrijfsleiders voor het aankopen van in totaal 125 aandelen en het verkopen van in totaal 71.464 aandelen.

Ontwikkeling van de aandelenkoers

Zoals hierboven onder 'evolutie in 2014' werd uiteengezet heeft het aandeel van ABO-Group een volledige transformatie doorgemaakt en is ook het totaal aantal aandelen meermaals fors gewijzigd. De evolutie van de beurskoers is daardoor uiteraard sterk beïnvloed. Bij het lezen van onderstaande tabel, dient bijgevolg ook de transformatie van het aandeel in ogenschouw te worden genomen.

Slotkoers 31/12 Laagste koers
v/h jaar
Hoogste koers
v/h jaar
Aantal
aandelen
31/12
Beurskapitalisa
tie 31/12
Gemiddeld
verhandeld
dagvolume
2007 7,50 7,49 10,00 16.158.250 121.186.875 13.263
2008 3,32 3,32 11,80 19.634.137 65.185.335 9.415
2009 2,06 1,76 3,60 20.657.171 42.553.772 15.768
2010 0,83 0,31 2,34 28.633.631 23.765.914 316.632
2011 0,30 0,20 1,06 28.633.631 8.590.089 111.725
2012 0,26 0,19 0,41 28.633.631 7.444.744 91.569
2013 0,18 0,17 0,30 28.633.631 5.154.054 28.396
2014 5,62 0,16 41,30 10.568.735 59.406.859 140.832

Dividendbeleid

ABO-Group stelt in haar strategie een groei van de vennootschap voorop, zowel met interne groei, als door overnames. In dat strategisch kader heeft de raad van bestuur de intentie in de nabije toekomst aan de algemene vergadering van aandeelhouders geen voorstel tot uitkering van een dividend voor te leggen.

Aandeelhouderskalender

Algemene aandeelhoudersvergadering 2014 woensdag 27 mei 2015
Halfjaarcijfers 2015 30 september 2015
Jaarresultaten 2015 31 maart 2016

Voor meer informatie:

De informatie gericht aan aandeelhouders is beschikbaar op www.abo-group.eu

De sector

Wereldwijd groeit de bewustwording voor de milieuproblematiek jaar na jaar. Verschillende macro-economische trends verhogen de druk op het milieu en leiden tot een nieuwe manier van denken en handelen.

Zo organiseren bedrijven als gevolg van de globalisering hun activiteiten op internationale schaal terwijl er rekening gehouden moet worden met de lokale impact van beleidsbeslissingen. De reductie van CO2-uitstoot, levenscyclusanalyses van producten, milieu-impactstudies en energie-efficiëntie zijn maar enkele van de thema's die hierbij aan bod komen. Bedrijven hebben bijgevolg nood aan professioneel advies zodat ze performant blijven en zich op de kernactiviteiten kunnen richten.

Daarnaast leiden de toenemende verstedelijking en bijbehorende stijging van de bevolkingsdichtheid tot een verhoogde nood aan schaarse gronden en de herontwikkeling van steden waarbij meer dan ooit aandacht wordt geschonken aan een gezonde leefomgeving voor de inwoners. Lokale en nationale overheden kiezen bewust voor duurzame oplossingen als het gaat om de herontwikkeling van stadskernen en belangrijke invalswegen. Daarnaast faciliteert de overheid de herwaardering van vervuilde terreinen via brownfieldconvenanten.

Ook de wereldwijde mobiliteit van personen en goederen zet een grote druk op de nationale en internationale logistieke infrastructuur. Onder andere stijgende vrachtvolumes zetten in binnen- en buitenland de doorstroming op belangrijke verkeersaders onder druk. De ontwikkeling van havens, spoorwegen en verkeersknooppunten leidt zo tot een verhoogde vraag naar studies rond milieueffecten, ruimtelijke planning en geotechniek.

Ten slotte worden de gevolgen van de klimaatverandering jaar na jaar zichtbaarder en de impact op het milieu biedt vele uitdagingen. De algemene bewustwording van deze problematiek leidt tot nieuwe onderzoeken en werkmethodes waarbij de draagkracht van onze planeet mee in beschouwing wordt genomen. Zo vormt de stijgende zeespiegel een groot aandachtspunt voor de kustbescherming in binnen- en buitenland. De klimaatverandering heeft eveneens een impact op het regulerende kader dat aan de basis ligt van verschillende infrastructuurprojecten.

Op mondiaal vlak wegen bovenstaande trends zwaarder door gezien de sterke bevolkingsgroei een multiplicator effect heeft. Daarnaast zijn er grote internationale instellingen (Wereldbank, EU, Asian Development Bank, …) die de ontwikkeling van internationale projecten structureel ondersteunen. Door de ondersteuning van gouvernementele organisaties worden eveneens grote milieuvereisten gesteld aan de ontwikkeling van de projecten.

In een internationale context speelt ook Urban Environment, met toepassingen voor Clean Technology en Waste Management, een belangrijke rol. De kwalitatieve Belgische knowhow is uitermate geschikt als exportproduct en wordt vandaag onder meer toegepast in projecten in Zuid-Oost en Centraal-Azië, Cambodja, Bangladesh, Azerbeidjan, etc.. Het beheer van de afvalstromen in snelgroeiende regio's vormt een potentieel risico voor de levenskwaliteit van de lokale bevolking en zet druk op de sterke economische groei. Door de implementatie van onder andere innovatieve scheidingstechnieken en waterzuiveringsinstallaties groeit de milieuinfrastructuur mee met de stijgende welvaart.

De nauwe aansluiting van de activiteiten van de Groep op de nationale en internationale trends leidt tot een strategisch sterk gepositioneerde onderneming die inspeelt op de marktontwikkelingen op zowel korte als lange termijn. In een concurrentiële markt versterkt ABO haar marktaandeel daarenboven door in te spelen op complementaire activiteiten zoals archeologisch onderzoek, BREEAM en asbestmetingen. Die sluiten nauw aan bij de volgende kernactiviteiten:

Bodem

De Groep is Belgisch marktleider in bodemonderzoek. De sector wordt gedreven door een regulerend kader dat op regionaal niveau van toepassing is voor particulieren, bedrijven en overheidsinstanties die in aanraking komen met de ontwikkeling van vastgoed, infrastructuur en/of bodemsanering.

Geotechniek

Geotechnisch onderzoek is rechtstreeks verbonden aan de bouwsector, gaande van residentieel vastgoed over industriebouw tot grote infrastructuurwerken. Binnen de Groep vormt dit in Frankrijk het speerpunt van de groepsactiviteiten, maar ook in België en in Nederland zijn diverse veldwerkploegen en deskundig opgeleide medewerkers dagdagelijks actief bezig met de uitvoering van grondmechanische terreinproeven en de advisering van funderingstechnieken en grondmechanica.

Milieu

Via milieudienstverlening is ABO een belangrijk aanspreekpunt in de groeiende markt voor milieu-advies en begeleiding bij grootschalige projecten. De Groep is hierbij actief in binnen- en buitenland en richt zich via dochtervennootschap Ecorem eveneens op de groeiende markt voor grote milieu projecten in Zuidoost-Azië.

Energie

De markt voor energiedienstverlening is jong en groeit elk jaar. De toegevoegde waarde van dalende energiekosten in combinatie met strengere reglementering leidt tot een toename in de ontwikkeling van energie besparende projecten en de vraag naar duurzame oplossingen voor opslag van energie.

Afval

Advies omtrent integraal afvalmanagement is een ideaal exportproduct dat ABO ontwikkelt op de internationale markt in regio's die hier minder ervaring in hebben. De vraag naar dit type diensten wordt gedreven door de verhoogde milieubewustwording in snelgroeiende economieën.

De Groep behoudt België, Frankrijk en Nederland als thuismarkt en speelt direct in op de groeiende wereldwijde markt voor milieu dienstverlening. De verschillende regio's hebben elk hun eigen kenmerken:

België

De Belgische markt kent een hoge mate van maturiteit, aandacht voor innovatie en een sterk milieubewustzijn. De groep verwacht het behoud van haar leiderspositie in de markt voor bodemonderzoek en milieu-advies. Voor het overige wordt een sterke groei verwacht in energie, geotechniek en niche activiteiten. Projecten waarbij ABO betrokken is in de Belgische markt zijn onder andere de infrastructuurwerken op het Albertkanaal, het mobiliteitsplan in Antwerpen, de energieopslag in de Noordzee en het SmartWater project in Wallonië.

Frankrijk

De Franse geotechnische markt, waar de Groep voornamelijk actief in is, kent al enkele jaren een gestage groei. Gedreven door een dynamische markt, een modern machinepark en een mogelijke wijziging in het regulerend kader zijn de vooruitzichten positief. ABO is onder andere betrokken bij het project "Le Grand Paris".

Nederland

De Nederlandse markt verkeert al enkele jaren in een moeilijke situatie. Eind 2014 trok de activiteit voorzichtig aan en de verwachting van ABO is dat de markt zich voorzichtig kan herstellen in 2015.

Internationaal

Ondersteund door de ontwikkeling van grote milieu-infrastructuurprojecten vertoont de internationale markt voor milieuadvies een sterk groeipotentieel in de komende jaren. ABO verwacht bijgevolg een stijging van haar buitenlandse activiteiten. Op middellange termijn zal ABO voor de realisatie van haar vooropgestelde groei vooral inzetten op de uitbouw van haar internationale activiteiten. De Groep is internationaal onder andere actief in Zuidoost-Azië en West-Afrika.

49

Risk Management

Risicomanagement is een proces dat wordt bewerkstelligd door het bestuur van de organisatie, de directie en het management, de kwaliteitsverantwoordelijken en andere medewerkers. Risicomanagement wordt toegepast bij het formuleren van de visie en strategie binnen de Groep. Hierbij houden we de focus om potentiële gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de organisatie nauwgezet te identificeren. We streven ernaar risico's te managen zodat deze binnen de acceptatie criteria vallen opdat een redelijke zekerheid kan geboden worden ten aanzien van de te behalen organisatiedoelstellingen.

Operationele en financiële risico's zijn vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden en worden nauwgezet opgevolgd in de dagdagelijkse bedrijfsvoering.

Het aan het licht brengen van risico's wordt sterk ondersteund vanuit de kwaliteitsprocedures en processen. Bij ABO beschikken we over diverse erkenningen en certificeringen (ISO 9001:2008, BRL's, VCA, MASE-UIC, LNE,…) in de landen en de marktgebieden waarin we actief zijn. Ons beleid hierin steunt net zoals onze activiteitsdomeinen op vijf pijlers : wettelijk kader, veiligheidsregels, betrokkenheid, communicatie en voortdurend leren.

Al onze interventies steunen op een grondige kennis van de van toepassing zijnde wetgeving en veiligheidsvoorschriften. Het is de overtuiging dat slechts op een veilige en deontologisch verantwoorde wijze kan worden gewerkt, mits het respecteren van alle relevante wettelijke richtlijnen en reglementeringen dienaangaande. Via gerichte opleidingen, kwaliteitsaudits, correctieve en preventieve acties wordt de organisatie operationeel bijgestuurd om telkenmale risico's op fouten te minimaliseren. Zo voeren we audit- en meetcampagnes die ons toelaten om onze beschermende maatregelen en risico-evaluaties te verfijnen en onze processen bij te sturen.

Onze medewerkers worden hierbij gekenmerkt door Ownership en betrokkenheid. Zij engageren zich tot de klant, de relatie en het team om de afgesproken doelstellingen na te streven. Een pragmatische aanpak, gestoeld op een duurzaam karakter met respect voor kwaliteits-en veiligheidsvoorschriften, is de brede filosofie waarin onze medewerkers voortdurend evolueren. Op een constructieve wijze en door middel van een open en transparante communicatie beogen we een optimalisatie van onze werking in een steeds veranderende ambitieuze omgeving.

Binnen onze thuislanden zijn we sterk actief als lid van diverse beroepsorganisaties en verenigingen en willen we ook hier voortdurend leren, kennis delen en maatschappelijk en economische risico's bediscussiëren. Zo participeren we in Frankrijk in het veiligheidscomité van de Union Syndicale Geotechnique (USG). Inzake chemische risico's, nemen we deel aan de nationale denktank beroepsonderwijs met betrekking tot gezondheid en veiligheid. In Nederland zijn we actief betrokken in de Nederlandse regelgeving als lid van het VKB (Vereniging Kwaliteitsboring Bodembeheer) en als voorzitter van de sectie metingen binnen het SIKB (het SIKB is opgezet om continu en structureel de richtlijnen van het bodembeheer in Nederland te verbeteren). Verder zijn we lid van de NEN sub-commissieveldwerk. Binnen België nemen we actief deel aan diverse beroepsorganisaties, zijnde VEB (Vereniging van Erkende Bodemsaneringsdeskundigen), VOBAS (een platform voor en door bodemdeskundigen), VMX (beroepsvereniging voor alle milieuprofessionals), Vlamex (Een Vlaamse milieu-gerelateerde sectorfederatie die inzet op de uitbouw en EXport van onze Vlaamse Milieu-Expertise), Fedexsol (Fédération des Experts en Etudes de pollution des Sols de Bruxelles et de Wallonie) en zijn we lid van diverse sector- en kennisinstellingen.

Het bestuur, de directie en het management van de Groep is er zich terdege van bewust dat het bereiken van een toonaangevende positie enkel kan gerealiseerd worden als de organisatie elke dag leert uit haar ervaringen. Risk Management maakt hierbij een belangrijk onderdeel uit van het welzijn van de organisatie en haar stakeholders. Er wordt blijvend gewerkt om de attitude te inspireren om op een gestructureerde manier risico's te identificeren, te evalueren en door er pro-actief mee om te gaan, ze beter te beheersen en te integreren in de besluitvormingsprocessen van onze organisatie.

Mens en organisatie

In een almaar groter wordende Groep willen we onze unieke cultuur levendig houden. Daarom vatten we onze drijfveren samen in drie kernwaarden (Ambition, Best Practices en Open Minded) en willen we die steeds opnieuw aan de medewerkers meegeven onder de vorm van drie waardegebonden competenties: betrouwbaarheid of consequent en correct handelen, samenwerken en klantgerichtheid.

Aan de hand van die drijfveren streven we er verder ook naar jong talent aan te trekken, aan te werven en te ontwikkelen. We bieden hen de mogelijkheid innovatieve technieken en methoden te leren en samen te werken met experten en ingenieurs in de lokale Belgische en internationale markten. Onze leidinggevenden houden de waarden op de werkvloer levendig. De medewerkers binnen het team worden gestimuleerd om zichzelf te sturen en verder te groeien. Dit is eveneens belangrijk voor de motivatie en het plezier dat de medewerkers vinden in hun job en in de organisatie. Jaarlijks worden de waardegebonden competenties individueel besproken met de leidinggevende, dit verhoogt de betrokkenheid van elke medewerker en maakt teams krachtiger. Wat verder een positieve invloed betekent voor de resultaten binnen de organisatie en de Groep.

De nieuwe groepswaarden liggen aan de basis van een degelijk HR-beleid. Het resultaat van deze ontwikkeling is niet gemakkelijk om in cijfers om te zetten, het wordt gedragen door de uitstraling van het team, de organisatie en de hele groep. Elke dag wordt verdergewerkt aan een uniform en gestructureerd HR-beleid.

We plannen in de nabije toekomst op dit vlak nog meer uit te breiden en de bedrijfswaarden nog meer te integreren in onze groepscultuur en werkmethoden.

Facts & Figures

De Groep heeft vandaag 307 medewerkers, waarvan 155 in België, 23 in Nederland en 129 in Frankrijk. Sinds 2013 kent de Groep een lichte groei in personeel, wat valt af te lezen op onderstaande grafiek (het aantal medewerkers van Sialtech en Translab is geprorateerd volgens de participaties van de Groep). In de toekomst blijven we ons focussen op de groei, conform met onze doelstellingen.

Zoals weergegeven op onderstaande taartdiagram, bestaat het totale aantal medewerkers van de groep uit 65% mannen en 35% vrouwen. De Groep streeft naar een gezond genderevenwicht binnen al zijn filialen.

Mensgericht ondernemen

Begin 2013 werd ons projectvoorstel "Het HR Quality Project" rond mensgericht ondernemen door ESF of het Europese Sociale Fonds goedgekeurd. Het project had als doel de medewerkerstevredenheid te verhogen. Onze HR-consultant, specifiek aangeworven in het kader van dit project, werkte, in samenwerking met alle lagen van de organisatie, procedures en tools uit omtrent diverse thema's om te komen tot een meer gestructureerd en efficiënter HR-beleid.

Ontwikkelen van competenties en talenten

De Groep wil ervoor zorgen dat de doelen en noden van de medewerkers en de Groep met haar verschillende organisaties zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, want als de medewerkers groeien en zich ontwikkelen en de teams sterker worden dan groeit de organisatie en ook de Groep.

Het HR Quality Project dat we samen met ESF opgestart hebben in 2013 heeft ons ertoe aan gezet vanaf 2015 meer de focus te leggen op het verder ontwikkelen van de competenties van onze medewerkers.

Competenties zijn de vaardigheden, de attitudes en de kennis die elke medewerker binnen de groep nodig heeft om zijn/ haar job succesvol uit te oefenen. We willen hen dan ook graag aanmoedigen om hun competenties en talenten maximaal te ontdekken en te ontwikkelen.

Evenwicht tussen mannen en vrouwen in de Groep

In 2014 werden heel wat degelijke ingenieursprofielen aangeworven in al de vestigingen, wat er steeds voor zorgt dat ABO groeit in omvang en kwaliteit.

Vandaag is zo'n 85% van onze medewerkers in alle vestigingen zowel in België, Frankrijk en Nederland in het bezit van een universitair of hoger professioneel diploma hoofdzakelijk met specialiteit ingenieurswetenschappen, waaronder het kader.

Onderzoek & ontwikkeling

ABO is actief in O&O-projecten (onderzoek en ontwikkeling) en dit binnen de verschillende business activiteiten. In 2014 werd beslist om nog meer te focussen op dit soort projecten. ABO wil naar buiten komen als een innovator in diverse vakgebieden. Hieronder geven we een korte toelichting van enkele belangrijke O&O-projecten uit 2014.

Innovatieve bodemsaneringstechniek

De Groep is betrokken bij de ontwikkeling van de MIP-IN, gebaseerd op de in-situ detectie van verontreiniging en de real-time behandeling hiervan door middel van injecties van reactieve producten in de bodem. Deze technologie werd enkele jaren geleden geïnitieerd binnen een Europees "Zevende Kader" (FP7) project. Momenteel wordt de techniek verder ontwikkeld, eveneens binnen een Europees subsidieproject, kaderend in het Eurostars programma. Hiervoor wordt samengewerkt met partners uit Denemarken, België en Tsjechië.

Enhanced Landfill Mining

Door de wereldwijde milieuproblemen en grondstoftekorten worden alternatieve behandelingen voor afval, zoals het gebruik als grondstof, recyclage of energie recuperatie, steeds interessanter. Het concept van Landfill Mining speelt hierop in en richt zich op het gebruiken van stortplaatsen als bron van secundaire materialen en energie. De Groep participeert in het Europese consortium EURELCO, waarin overheidsinstanties, universiteiten, onderzoekscentra en private firma's nieuwe technieken en projecten rond Enhanced Landfill Mining opstarten en begeleiden.

In de voorbije maanden werden in Vlaanderen diverse (piloot) projecten uitgevoerd, waarbij onderzoek wordt gedaan naar een efficiënte en duurzame valorisatie van de ontgonnen materialen en de mogelijke herontwikkeling en/of herbestemming van voormalige stortplaatsen. De belangrijkste partners hierbij zijn UGent en de OVAM. Concrete onderzoeksthema's zijn bijvoorbeeld de verbetering van (innovatieve) scheidingstechnieken voor ontgonnen stortmateriaal. In de verschillende pilootproeven worden telkens andere scheidingstechnieken toegepast met als doel een zo optimaal mogelijke valorisatie te verwezenlijken. Ook wordt er onderzoek verricht naar het inzetten van geofysische technieken voor niet-intrusieve datacollectie. Dit is belangrijk om oude, begraven stortplaatsen in 3D in kaart te brengen. De aangepaste geofysische technieken kunnen bovendien aanvullende informatie opleveren t.o.v. de meer traditionele prospectiemethodes.

Naast een actieve participatie binnen EURELCO (o.a. de internationale workshop in Kopenhagen, september 2014) neemt de Groep ook deel aan andere evenementen rond afvalmanagement en toegepast onderzoek (bv. Community Based Climate Change Adaptation Congres in Kathmandu, april 2014). In 2015 staat onder meer het International Solid Waste Association (ISWA) congres in Antwerpen op het programma, waar beleidsmakers, onderzoeksinstellingen, consultants en operators elkaar ontmoeten.

Duurzaam afvalstoffenbeheer

Onzorgvuldig omgaan met afvalstoffen betekent een verspilling van energie en grondstoffen. Het voorkomen van afval is daarom prioritair. Afval dat niet kan voorkomen worden, moet maximaal worden gerecycleerd. ABO is actief betrokken bij industrieel onderzoek naar mogelijke verwerkingstechnieken en hergebruiksmogelijkheden van huishoudelijke en gevaarlijke afvalstoffen.

Asbest is een voorbeeld van een specifieke afvalstroom waarvoor aangepaste scheidingstechnieken en innovatieve verwerkingsmethoden noodzakelijk zijn. Hiervoor loopt binnen ABO een onderzoeksprogramma met enkele Vlaamse partners. Dit programma zal in 2015 verder uitgebreid worden.

Het beheer van vaste afvalstoffen vormt een grote uitdaging in stedelijke gebieden, vooral in de ontwikkelingslanden. Ten gevolge van de snelle economische groei en de explosieve bevolkingstoename neemt de afvalproductie in deze steden exponentieel toe, met de productie van enorme volumes afval tot gevolg. Het opzetten van een duurzaam afvalbeleid en een operationeel afvalsysteem is een uitdaging, zo ook in Dhaka en in Phnom Penh, waar ABO specifieke haalbaarheidsstudies uitvoert. Hierbij werd de haalbaarheid geëvalueerd van een aantal technische en financiële scenario's om het afvalprobleem op een zo efficiënt mogelijke wijze op te lossen. Er werd onderzocht met welke nieuwe milieuvriendelijke technologieën en expertise een duurzame oplossing kan geboden worden inzake ophaling, sortering, compactie, compostering, winning van secundaire grondstoffen en energierecuperatie. Bovendien werd voorzien in Capacity Building en beleids- of institutionele aanbevelingen om over te kunnen gaan tot een efficiënte implementatie.

Duurzame ontwikkeling van brownfields

Voor een sterk verontreinigde scheepswerfsite in de Antwerpse Haven, dat door de Vlaamse overheid als brownfield wordt erkend, wordt door de Groep onderzoek gedaan naar de best beschikbare technieken om het terrein op een duurzame manier te ontwikkelen. Binnen de sector van scheepsherstel bestaat er momenteel geen voorbeeld van een duurzaam georganiseerde scheepswerf met aandacht voor CO2-neutraliteit en zero-milieu-impact. Het doel van deze studie is dan ook om van dit terrein een voorbeeld te maken voor andere scheepswerven.

Opslag van energie

In samenwerking met diverse onderzoeksinstellingen en partners uit de industrie en met de financiële steun van de Waalse overheid werkt de Groep mee aan het innovatieve SmartWater project. Deze haalbaarheidsstudie focust op nieuwe technologieën om het hydro-elektrisch stockagepotentieel van Wallonië te evalueren en anderzijds een oplossing te ontwikkelen voor het beheer en de regularisatie van elektriciteitsnetwerken voor toekomstige gedecentraliseerde productie-eenheden. Deze studie loopt over een periode van drie jaren.

In het SmartWater project wordt in het bijzonder het geheel van randvoorwaarden onderzocht voor de stockage in verlaten groeves en ondergrondse mijnen en de regulering van de netwerken. Aangezien het onderzoek dus sterk multidisciplinair is en op een geïntegreerde wijze moet uitgevoerd worden, wordt het ABO projectteam bestaande uit ingenieurs, energiedeskundigen, geologen en ecologen ondersteund door experten uit de academische wereld.

De resultaten van het SmartWater project zullen, eenmaal gevalideerd in Wallonië, grotendeels vertaald kunnen worden naar andere regio's van Europa en de wereld. Hiertoe werden al een aantal voorbereidende stappen ondernomen.

Doelstellingen en beleid 2015

De Vennootschap is de voorbije jaren uitgegroeid vanuit opgerichte en overgenomen onafhankelijke bedrijven tot een gespecialiseerde groep in vijf businesslijnen en in drie thuislanden. Opdrachten worden op een evenwichtige wijze uitgevoerd zowel voor de overheid als voor de private sector. Doorgaans ondersteund door wettelijke verplichte onderzoeken en nood aan Consultancy heeft deze groei zich in de thuislanden bevestigd. Met deze strategie heeft de Groep een unieke positie in de markt ingenomen waarbij niet enkel de Consultancy maar ook de Testing & Monitoring binnen dezelfde groep worden uitgevoerd. Dit geeft een grotere betrouwbaarheid naar de opdrachtgever toe. Op deze wijze kunnen de medewerkers van de Vennootschap, die nagenoeg allemaal vast in dienst zijn, uitgroeien tot gespecialiseerde consultants in hun respectieve vakken en niches. De onafhankelijkheid van ABO vormt voor de klant een grote troef.

Daarnaast hebben dochterbedrijven zoals Ecorem en ABO-ERG de laatste jaren ingezet en geïnvesteerd in opdrachten voor internationale projecten. Het betreft opdrachten, voornamelijk haalbaarheidsstudies en beleidsondersteunende studies, die voor de Internationale Financiële Instellingen (IFI's) zoals Wereldbank, EU, ADB, EBRD, VN, … worden uitgevoerd. Op basis van de ervaring waarbij veel tijd en kosten geïnvesteerd worden in opmaak en verdediging van Tenders - die daarenboven een lang aanlooptraject vertonen - wordt sinds 2014 vastgesteld dat hierbij een potentieel ontstaat om meerdere opdrachten te kunnen uitvoeren.

Dit alles schept voor ABO de mogelijkheid om de komende jaren uit te groeien tot een belangrijke speler op internationaal niveau. Goed opgeleide gespecialiseerde projectingenieurs en internationale experten kunnen hierbij hun loopbaan en ambities oriënteren naar grootschalige projecten in de targetregio's, zijnde Centraal en Zuidoost-Azië, Afrika en de voormalige Oostbloklanden.

Algemene doelstellingen

Er worden twee algemene doelstellingen onderscheiden:

  • • uitbouw en verdere groei van milieu- en energieconsultancy, engineering en testing activiteiten van de Groep om te komen tot een Europese marktleider met internationale ambities;
  • • verdere uitbreiding van onze bestaande expertise inzake Consultancy & Engineering met het oog op de export van de dienstverlening zowel binnen als buiten Europa.

Specifieke doelstellingen 2015:

  • • interne groei van 5%
  • • groei uit acquisitie van 5%
  • • uitbreiding van het huidige marktaandeel van publieke aanbestedingen
  • • uitbouw van expertise ten behoeve van exportproducten, in het bijzonder Consultancy & Engineering in het kader van afvalmanagement, primaire en secundaire materialen, alternatieve energiebronnen, klimaatvraagstukken en milieu-impact ten gevolge van infrastructuurwerken
  • • uitwerken en ontwikkelen van innovatieve technieken; toepassing Best Available Technology
  • • investeren in Research & Development.

Geïntegreerde aanpak

  • De Groep zal zijn groeiplan realiseren enerzijds door het inzetten op een interne organische groei, door aanwervingen van deskundigen. Met in het bijzonder het aantrekken van ervaren experten die inzetbaar zijn voor complexe en/of internationale projecten Hierbij wordt een interne structuur vooropgesteld opdat overdracht van kennis door interne vorming en begeleiding permanent aanwezig is;
    • Door middel van acquisities en/of participaties, samenwerkingsverbanden met complementaire bedrijven, teneinde het aanbod, geïntegreerde dienstverlening, te kunnen uitbouwen;
  • ABO zal meer en meer investeren inzake interne kennisontwikkeling en gespecialiseerde opleidingen;
  • Door middel van een gestructureerde opvolging van de internationale markt;
    • Tot slot zal een specifieke actie naar de multinationals uitgebouwd worden, vanaf de conceptuele fase tot en met de oplevering.

Twee belangrijke hindernissen worden in de markt vastgesteld: de vraag naar een geïntegreerde aanpak (grootschalige en internationale projecten) en de stijging van Design & Build-benaderingen. Hierop is de langetermijnstrategie van de Groep gebaseerd (zie: volgende schematische voorstelling).

Afbakening werkdomeinen

De Groep zal zich vanuit een eenduidige coherente structuur profileren naar specifieke doelgroepen in de markt. Het presenteren van een waaier aan diensten biedt meer kans op succes, alsook het specifiek uitwerken van Business Packages voor welomschreven doel- en sectorgroepen.

Toch worden er geen specifieke milieudomeinen a priori uitgesloten, gelet op hun potentieel voor export binnen en buiten Europa.

De huidige interne competenties die inzetbaar zijn voor de buitenlandse markt betreffen vooral Waste Management, hernieuwbare energie, Clean Tech-technology, bodem, water, ecologie en geotechnisch onderzoek. In deze domeinen wil de Groep haar prominente positie in en buiten Europa behouden en versterken.

Voor (Pre)feasibility Studies op internationaal niveau wordt regelmatig beroep gedaan op een cofinanciering vanwege de lokale overheden en/of IFI's. Het activeren en de verdere uitbouw van een doelgericht netwerk bij de juiste beleidsmakers, universiteiten en wetenschappelijke instellingen, de publieke en de private sector (multinationals) is dan ook noodzakelijk om onze aanwezige kennis te kunnen toepassen in grootschalige projecten en op internationaal niveau.

Voor de internationale publieke Tenders zijn vooral de referenties en CV's belangrijk (ervaring en knowhow). De verdere uitbouw van deze categorie gebeurt bij voorkeur door opleiding en aanwerving van eigen mensen in combinatie met samenwerkingen met andere bedrijven (partners, onderaannemers). De focus ligt op projecten gefinancierd door de internationale financiële instellingen (IFI's).

Programma's waarbinnen projectvoorstellen met focus op nieuwe technologieën maar ook federale/regionale R&D-projecten of Europese onderzoeksprojecten waaraan commerciële bedrijven participeren, worden aandachtiger opgevolgd. Deze categorie van projecten is essentieel voor de ontwikkeling van onze interne expertise met het oog op een steeds toenemende export van "kwaliteitsvolle" diensten in de gekende domeinen zoals afval en klimaat, eco-efficiëntie, Clean Tech-technology, etc.

57

Geconsolideerde Jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2014 en 2013

Geconsolideerde resultatenrekening 58
Geconsolideerd totaal resultaat 60
Geconsolideerde balans 61
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 63
Geconsolideerde kasstroomtabel 64
Toelichting bij
de
geconsolideerde
financiële
staten
66
1. Bedrijfsinformatie 66
2. Presentatiebasis 66
3. Voornaamste boekhoudprincipes 66
4. Bedrijfscombinaties 77
5. Goodwill 79
6. Immateriële vaste activa 79
7. Materiële vaste activa 80
8. Geassocieerde ondernemingen 81
9. Handelsvorderingen 81
10. Geldmiddelen en kasequivalenten 81
11. Eigen vermogen 82
12. Financiële schulden 84
13. Voorzieningen 84
14. Overige kortlopende schulden 87
15. Reële waarde 87
16. Segmentinformatie 89
17. Overige bedrijfsopbrengsten 91
18. Overige bedrijfskosten 91
19. Personeelsbeloningen 91
20. Financiële kosten 92
21. Financiële opbrengsten 92
22. Belastingen 92
23. Winst per aandeel 94
24. Niet-voortgezette activiteiten 94
25 Mogelijke verrichtingen 97
26. Verbintenissen 97
27. Risico's 97
28. Relaties met verbonden partijen 99
29. Vergoeding commissaris 100
30. Gebeurtenissen na balansdatum 101
31. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten 101
32. Enkelvoudige jaarrekening ABO-Group Environment NV 102
Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening Bijlage

Geconsolideerde resultatenrekening

Voor het jaar eindigend
op 31 december
Toelichting 2014 2013
In € 000
Omzet 16 29.015 27.372
Overige bedrijfsopbrengsten 17 932 721
Totaal bedrijfsopbrengsten 29.947 28.093
Aankopen -2.992 -3.586
Diensten en diverse goederen -10.319 -8.541
Personeelsbeloningen 19 -13.987 -12.998
Afschrijvingen -1.544 -1.256
Overige bedrijfskosten 18 -763 -762
Operationele winst 342 950
Financiële kosten 20 -274 -356
Financiële opbrengsten 21 103 82
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 35 72
Winst voor belastingen uit voortgezette activiteiten 206 748
Belastingen 22 -168 -392
Netto winst uit voortgezette activiteiten 38 356
Winst uit stopgezette activiteiten, na belastingen 24 161 994
Netto winst 199 1.350
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
aandeelhouders van ABO-Group 219 1.344
minderheidsbelangen -20 6
Winst per aandeel voor de aandeelhouders
Gewoon en verwaterd 23 € 0,02 € 0,13
Winst per aandeel (voortgezette activiteiten)
Gewoon en verwaterd 23 € 0,00 € 0,04
Winst per aandeel (niet-voortgezette activiteiten)
Gewoon en verwaterd 23 € 0,02 € 0,10

Geconsolideerd totaal resultaat

Voor het jaar eindigend
op 31 december
Toelichting 2014 2013
In € 000
Netto winst 199 1.350
Niet-gerealiseerde resultaten transfereerbaar naar de resultatenrekening
Verandering reële waarde voor verkoop beschikbare financiële activa 15 22 -33
Impact belastingen -7 11
Niet-transfereerbaar naar de resultatenrekening
Actuariële verliezen 13 -158 0
Impact belastingen 52 0
Niet in winst of verlies opgenomen resultaten, na belastingen -91 -22
Totaal resultaat, na belastingen 108 1.328
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
aandeelhouders van ABO-Group 128 1.322
minderheidsbelangen -20 6

Geconsolideerde balans

Voor het jaar eindigend
op 31 december
Toelichting 2014 2013
In € 000
Activa
Vaste activa
Goodwill 5 154 154
Immateriële vaste activa 6 89 145
Materiële vaste activa 7 9.310 9.310
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 8 183 98
Uitgestelde belastingsvorderingen 22 1.648 292
Voor verkoop beschikbare financiële activa 15 134 115
Overige financiële activa 267 226
11.785 10.340
Kortlopende activa
Voorraad 275 299
Handelsvorderingen 9 12.657 12.076
Overige kortlopende activa 1.364 471
Liquide middelen en kasequivalenten 10 3.327 2.457
17.623 15.303
Activa bestemd voor verkoop 24 1.271 -
Totaal activa 30.679 25.643
Voor het jaar eindigend
op 31 december
Toelichting 2014 2013
In € 000
Eigen vermogen en schulden
Netto eigen vermogen
Kapitaal 11 4.857 2.818
Geconsolideerde reserves 11 3.773 3.469
Niet-gerealiseerde resultaten 11 1.694 1.870
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder 10.324 8.157
Minderheidsbelang 11 107 127
Totaal eigen vermogen 10.431 8.284
Langlopende schulden
Financiële schulden 12 2.022 2.682
Uitgestelde belastingschulden 22 921 984
Voorzieningen 13 481 369
3.424 4.035
Kortlopende schulden
Financiële schulden 12 5.030 4.853
Handelsschulden 4.230 2.698
Belastingschulden 85 227
Overige kortlopende schulden 14 6.180 5.546
15.525 13.324
Schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop 24 1.299
Totaal eigen vermogen en schulden 30.679 25.643

Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
Toelichting Kapitaal Geconso
lideerde
reserves
Niet-gerea
liseerde
resultaten
Totaal Minder
heidsbe
lang
Totaal
eigen
vermogen
In € 000
Op 31 december 2012 2.818 2.040 1.977 6.835 29 6.864
Netto winst 1.344 1.344 6 1.350
Niet-gerealiseerde resultaten -22 -22 -22
Totaal resultaat 0 1.344 -22 1.322 6 1.328
Transfer afschrijven materiële vaste activa 6 85 -85 0 0
Verkoop van Pangaea 0 92 92
Op 31 december 2013 2.818 3.469 1.870 8.157 127 8.284
Netto winst 219 219 -20 199
Niet-gerealiseerde resultaten -91 -91 -91
Totaal resultaat 0 219 -91 128 -20 108
Omgekeerde acquisitie Thenergo 4 1.524 1.524 1.524
Kapitaalverhoding in geld 11 526 526 526
Direct toewijsbare kosten kapitaalverhoging 11 -11 -11 -11
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 6 85 -85 0 0
Op 31 december 2013 4.857 3.773 1.694 10.324 107 10.431

Geconsolideerde kasstroomtabel

Voor het jaar eindigend
op 31 december
Toelichting 2014 2013
In € 000
Operationele activiteiten
Netto winst 199 1.350
Niet-kaskosten en operationele aanpassingen
Afschrijvingen van materiële vaste activa 7 1.407 1.175
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 6 69 81
Verlies (winst) op verkoop van materiële vaste activa 7 -4 -30
Reële waarde aanpassingen voor verkoop beschikbare financiële activa 15 0 -16
Beweging in de provisies 13 -46 53
Beweging in de waardeverminderingen op klanten 9 20 -82
Financiële opbrengsten 21 -93 -82
Financiële kosten 20 274 356
Winst op de verkoop van Pangea 24 0 -991
Aandeel in het verlies (winst) van geassocieerde ondernemingen 8 -35 -72
Uitgestelde belastingkost (opbrengst) 22 -48 136
Belastingskost 22 216 256
Other 2 0
Aanpassingen van het werkkapitaal
Afname (toename) in de overige financiële activa,
handelsvorderingen en overige kortlopende activa
-900 -569
Afname (toename) van de voorraad 24 -23
Toename (afname) van de handelsschulden en overige schulden 835 -20
1.920 1.522
Ontvangen interesten 44 57
Betaalde belastingen -360 -187
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 1.604 1.392

Voor het jaar eindigend op 31 december Toelichting 2014 2013 In € 000 Investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa 7 -774 -891 Investeringen in immateriële vaste activa 6 -13 -99 Verkoop van materiële vaste activa 7 27 96 Acquisitie van dochteronderneming 11 585 0 Verkoop van Joint Venture 11 462 0 Investeringen in geassocieerde ondernemingen -50 0 Netto kasstroom uit (gebruikt in) investeringsactiviteiten 237 -894 Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit leningen 12 3.159 2.045 Terugbetalingen van leningen 12 -3.730 -1.923 Terugbetalingen van leasingschulden 12 -585 -434 Kapitaalverhoging in geldmiddelen 11 527 0 Direct toewijsbare kosten kapitaalverhoging -11 0 Betaalde interest -259 -319 Overige financiële opbrengsten (kosten) 34 -11 Netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten -865 -642 Netto toename (afname) van de geldmiddelen en kasequivalenten 976 -144 Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar 2.457 2.601 Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar 3.433 2.457 Overige niet-kastransacties Financiële leasing 7 -417 -1.187 Verkoop Pangaea betaald door schuldvereffening 24 0 668 Geldmiddelen en kasequivalent - activa aangehouden voor verkoop 10 106 0

Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten

1. Bedrijfsinformatie

ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is actief op vlak van Consultancy en Testing & Monitoring diensten binnen de volgende domeinen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2014 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep'). Naar aanleiding van de omgekeerde overname van Thenergo NV op 27 maart 2014 is de rapporteringsentiteit gewijzigd van ABO Holding NV naar ABO-Group Environment NV (het vroegere Thenergo NV). We verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie. Op de raad van bestuur van 22 april 2015 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.

2. Presentatiebasis

De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de "historische kost overeenkomst", behalve voor bepaalde voor verkoop beschikbare financiële activa en de terreinen en gebouwen, welke zijn gewaardeerd op hun reële waarde evenals de activa verworven en de aangenomen verplichtingen in het kader van een bedrijfscombinatie.

De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.

De raad van bestuur heeft geoordeeld dat de toepassing van IFRS 13 "Reële waarde" en specifiek paragraaf 77, welke stelt dat een beurskoers de meest betrouwbare basis is voor de reële waarde en gebruikt moet worden zonder enige aanpassing, significant misleidend zou zijn en zou conflicteren met de vereiste in IAS 1 paragraaf 15 die stelt dat een jaarrekening een getrouw beeld moet geven van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit. Meer informatie is weergegeven in toelichting 4.

De raad van bestuur is van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit.

Wijziging van boekhoudprincipes

De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen die van toepassing zijn op 1 januari 2014:

  • • Wijzigingen aan IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie (wijzigingen december 2011) Compensatie financiële activa en financiële verplichtingen;
  • • Wijzigingen aan IAS 36 Bijzondere waardeverminderingen op activa (wijzigingen mei 2013) Toelichtingen met betrekking tot de realiseerbare waarde van niet-financiële activa;
  • • IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering (wijzigingen juni 2013) Schuldvernieuwing van derivaten en voortzetting van Hedge Accounting.

De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

3. Voornaamste boekhoudprincipes

Consolidatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 31.

Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, die de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd totdat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als en alleen als de Groep:

  • • Zeggenschap heeft over de onderneming (zoals vanuit bestaande rechten welke de Groep de mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de onderneming te sturen);
  • • Onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming; en
  • • De mogelijkheid heeft om haar zeggenschap te gebruiken over de onderneming om de rendementen te beïnvloeden.

Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan wordt de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.

Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.

Bedrijfscombinaties en goodwill

De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overnamegerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.

De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op een transactie- per transactiebasis. Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van de oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.

Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.

Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang over anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elke van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.

Belangen in geassocieerde ondernemingen

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.

Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode.

De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.

Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.

Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.

Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.

Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.

Vreemde valuta

Functionele en rapporteringsvaluta

De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele en rapporteringmunt-eenheid van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.

Transacties in vreemde valuta

Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.

Erkenning van opbrengsten

De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen als alle volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • (a) de wezenlijke risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen
  • (b) de Groep geen feitelijke zeggenschap of betrokkenheid behoudt die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar
  • (c) het bedrag van de opbrengst betrouwbaar kan worden bepaald
  • (d) het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien
  • (e) de reeds gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie kunnen gewaardeerd worden op betrouwbare wijze.

Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:

Consultancy

Consultancycontracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.

Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.

Bij vaste prijs wordt de omzet bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

Testing & Monitoring

Omzet voor de "Testing & Monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.

Overige verkopen van goederen en diensten

Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.

Interest opbrengsten

Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Dividenden

Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.

Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.

De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen. Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de "liability"-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.

De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.

Immateriële activa andere dan Goodwill

Immateriële activa omvatten voornamelijk software en externe kosten met betrekking tot het bekomen van het ISO-certificaat.

Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.

Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.

Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen ontwikkelingsuitgaven.

De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde Bijzondere afschrijvingsverliezen.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

    • Software: 3 jaar
    • ISO certificaat: 3-5 jaar

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering.

De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde.

Een herwaarderingsmeerwaarde is geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.

Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.

Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, wordt het oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van het nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.

De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.

De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:

- Terreinen: niet afgeschreven
- Gebouwen: 30-33 jaar
- Inrichting van gebouwen: 10 jaar
- Technische uitrusting: 5-10 jaar
- Computermateriaal: 3-5 jaar
- Kantooruitrusting: 5 jaar
- Wagens: 4-5 jaar.

De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.

Leasing

Leasingoperaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:

Financiële leasing

Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.

De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.

Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie "financiële leasing" ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.

Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.

Operationele leasing

Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.

Bijzondere afschrijvingen voor niet-financiële activa

Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroomgenererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het verdisconteringscashflow model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste

assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet. Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.

Financiële activa

Reële waarde van de financiële instrumenten

De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:

  • • Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");
  • • Voor handelsvorderingen, handelsschulden, andere kortlopende activa en passiva worden de boekwaarden in de balans bij benadering opgenomen tegen een reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd;
  • • Voor geldmiddelen en kasequivalenten vormen de boekwaarden opgenomen in de balans een benadering van hun reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd.

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële activa

Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als voor verkoop beschikbare financiële activa of als leningen en vorderingen. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.

De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, leningen en vorderingen.

Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.

Criteria voor de waardering van financiële activa

  • (a) Voor verkoop beschikbare financiële activa
  • Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop wordt de gecumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten getransfereerd naar het operationeel resultaat.
  • (b) Leningen en vorderingen

Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep onderzoekt op iedere balansdatum of financiële activa of het geheel van financiële activa objectieve indicaties van bijzondere waardevermindering vertonen. Als de boekhoudkundige waarde van de financiële activa hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt.

De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.

De waardeverminderingen op vorderingen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep niet in staat zal zijn alle verschuldigde bedragen te innen, op basis van geïndividualiseerde criteria of op basis van statistieken en de analyse van de ouderdomsbalans

In geval van waardeverminderingen die te wijten zijn aan kredietverliezen, wordt de waardevermindering teruggenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep in staat zal zijn de financiële activa te innen, op basis van verschillende indicaties zoals de oplevering van waarborgen, een succesvolle kapitaalverhoging bij de schuldenaar, enz.

De waardevermindering wordt ook teruggenomen wanneer het actief definitief verkocht, ontvangen of daarentegen niet terugvorderbaar is. Op dat moment worden de definitieve opbrengsten/(kosten) geboekt in de resultaatrekening.

Bij "voor verkoop beschikbare" financiële activa zijn objectieve indicaties een belangrijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering tegenover zijn kostprijs. Het gecumuleerde verlies (verschil tussen aanschaffingswaarde en huidige reële waarde) min reeds vroeger geboekte bijzondere waardeverminderingen wordt geboekt in de operationele resultaten waarbij het gedeelte in de niet-gerealiseerde resultaten wordt tegengeboekt. Een toename van de reële waarde na de bijzondere waardevermindering worden geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten.

Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.

Handels- en overige vorderingen

Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.

Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

Personeelsvergoedingen

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegd-pensioenregeling.

Toegezegde-bijdrage regelingen

De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben.

De toegezegde-bijdrageregelingen in België zijn wettelijk onderhevig aan minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op de werkgeversbijdragen en 3,75% op de werknemersbijdragen. De percentages, welke van toepassing zijn als een gemiddelde over de volledige carrière, kunnen gewijzigd worden door een Koninklijk Besluit waarbij de nieuwe percentages van toepassing kunnen zijn op zowel de geaccumuleerde bijdragen uit het verleden alsook de toekomstige bijdragen vanaf de datum van wijziging. Rekening houdend met de historische discussies bij de IFRIC hoe deze specifieke plannen, waarbij de bijdragen onderhevig zijn aan een minimaal gegarandeerd rendement, moeten worden verwerkt, is de toepassing van de "projected unit credit" methode niet gepast en zal niet resulteren in een getrouwe presentatie van de schuld welke voortvloeit uit deze verplichtingen.

Daarom werd geoordeeld door de Groep om deze plannen als een "toegezegde-bijdrage regeling" te verwerken en op elke rapporteringsperiode de verworven rechten uit deze plannen te vergelijken met de reële waarde van de activa in het plan.

Indien de verworven rechten hoger zijn dan de reële waarde van de activa in het plan, zal een voorziening aangelegd worden voor het tekort.

Toegezegde-pensioenregeling

Enkel de dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling.

Een toegezegde-pensioenregeling is een andere pensioenregeling dan de toegezegde-bijdragenregeling (zie hierboven) die het bedrag van de beloningen vastlegt die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris. De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.

De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.

De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).

De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.

Financiële verplichtingen

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen

Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde met veranderingen van de reële waarde via de resultatenrekening, leningen of als derivaten gewaardeerd als een effectief afdekkingsinstrument.

Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.

Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen.

De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden, leningen en derivaten.

Criteria voor waardering na eerste opname

(a) Leningen Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

Compensatie

Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidige contractuele of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.

Handelsschulden en overige schulden

Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.

Nieuwe en gewijzigde standaarden die nog niet van toepassing zijn

De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van haar geconsolideerde jaarrekening van het consortium worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor het consortium op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. Het consortium plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.

  • • IFRS 9 Financiële instrumenten en latere aanpassingen (normaal van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2018, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • IFRS 14 Regulatory Deferral Accounts (normaal van toepassing voor boekjaren beginnnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • IFRS 15 Omzet uit contracten met klanten (normaal van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2017, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • Verbeteringen aan IFRS (2010-2012) (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 juli 2014);
  • • Verbeteringen aan IFRS (2011-2013) (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2015);
  • • Verbeteringen aan IFRS (2012-2014) (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016);
  • • Wijzigingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening Aanpassingen van de vereisten voor de presentatie en verstrekking van de (aanvullende) vergelijkende informatie

(van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);

  • • Wijzigingen aan IAS 19 Personeelsbeloningen bijdragen van werknemers (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2015);
  • • IFRIC 21 Heffingen (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 17 juni 2014);
  • • Wijzigingen aan IAS 16 en IAS 38 Verduidelijking van de aanvaarbare methodes van afschrijving (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • Wijzigingen aan IAS 16 en IAS 41 wijzigingen om het toepassingsgebied van IAS 16 uit te breiden tot dragende planten (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • Wijzigingen aan IFRS 11 Verwerking van acquisities van deelnemingen in gezamenlijke activiteiten (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • Wijzigingen aan IFRS 10 en IAS 28 Verkoop of inbreng van activa tussen een investeerder en een geassocieerde onderneming of gezamenlijke onderneming (van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU);
  • • Wijzigingen aan IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28 Wijzigingen m.b.t. de uitzondering op de consolidatie van beleggingsentiteiten

(van toepassing voor boekjaren beginnen op of na 1 januari 2016, onder voorbehoud van goedkeuring door de EU).

Het management verwacht niet dat de toepassing van bovenstaande IFRS standaarden, interpretaties en wijzigingen een belangrijke impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening.

Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen

Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.

Beoordelingen, schattingen en assumpties

Beoordelingen, schattingen en assumpties gemaakt door het management en de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.

Bijzondere afschrijvingen op Goodwill

De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het

management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.

Er werden eind 2014 en 2013 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de Goodwill.

De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht in 5.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen dewelke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt K€ 1.744 op 31 december 2014 (2013: K€ 308). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 22.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering. De laatste waardering aan reële waarde is gebeurd op 1 januari 2012. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt K€ 5.435 op 31 december 2014 (2013: K€ 5.617).

Groepsverzekering in België met minimaal gegarandeerd rendement

De toegezegde-bijdrageregelingen zijn wettelijk onderhevig aan minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op de werkgeversbijdragen en 3,75% op de werknemersbijdragen. De percentages, welke van toepassing zijn als een gemiddelde over de volledige carrière, kunnen gewijzigd worden door een Koninklijk Besluit waarbij de nieuwe percentages van toepassing kunnen zijn op zowel de geaccumuleerde bijdragen uit het verleden alsook de toekomstige bijdragen vanaf de datum van wijziging. Rekening houdend met de historische discussies bij de IFRIC hoe deze specifieke plannen, waarbij de bijdragen onderhevig zijn aan een minimaal gegarandeerd rendement, moeten worden verwerkt, is de toepassing van de "projected unit credit" methode niet een gepast en zal niet resulteren in een getrouwe presentatie van de schuld welke voortvloeit uit deze verplichtingen.

Daarom werd geoordeeld door de Groep om deze plannen als een "toegezegde-bijdrage" regeling te verwerking en op elke rapporteringsperiode de verworven rechten uit deze plannen vergelijken met de reële waarde van de activa in het plan. Indien de verworven rechten hoger zijn dan de reële waarde van de activa in het plan, zal een voorziening aangelegd worden voor het tekort.

Bedrijfscombinaties

De Groep bepaalt en wijst de aankoopprijs van het aangekochte bedrijf toe aan de verworven activa en verplichtingen op datum van de bedrijfscombinatie. Het toewijzen vereist dat de Groep belangrijke schattingen en assumpties maakt, waaronder:

  • • de reële waarde van de uitgestelde belastingen;
  • • de reële waarde van de deelnemingen in gezamelijke ondernemingen;
  • • de reële waarde van Thenergo NV in het kader van de omgekeerde overname.

Meer detail over de schattingen is weergegeven in toelichting 4.

Voorwaardelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in toelichting 25.

4. Bedrijfscombinaties

Omgekeerde overname van Thenergo

De Groep heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochtervennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. Alhoewel ABO Holding wettelijk de dochtervennootschap is, wordt zij boekhoudkundig gezien dus aangemerkt als de moedervennootschap. Thenergo wordt verwerkt als de dochteronderneming.

Als gevolg van de omgekeerde overname is de rapporteringsentiteit gewijzigd van ABO Holding NV naar ABO-Group Environment NV (nieuwe naam van Thenergo NV en verder genoemd "ABO-Group").

De geconsolideerde jaarrekening van ABO-Group vertrekt van de jaarrekening van ABO Holding NV (de wettelijke dochter maar boekhoudkundige overnemer), en bestaat uit:

  • a. De activa en verplichtingen van ABO Holding NV (de boekhoudkundige overnemer) gewaardeerd op basis van hun boekwaardes vóór de omgekeerde overname;
  • b. De activa en verplichtingen van Thenergo NV (de boekhoudkundige overgenomen vennootschap) gewaardeerd aan reële waarde op datum van de omgekeerde overname;
  • c. De geconsolideerde reserves van ABO Holding NV juist vóór de omgekeerde overname;
  • d. De waarde van de uitgegeven aandelen welke gelijk is aan de reële waarde van Thenergo NV plus het kapitaal van ABO Holding NV juist voor de omgekeerde overname;
  • e. Minderheidsbelang van ABO Holding NV juist vóór de omgekeerde overname.

Thenergo NV was een beursgenoteerde entiteit waarbij de continuïteit van de onderneming niet meer verzekerd was. De voornaamste activiteit van Thenergo NV was de uitbating van de biomassacentrale Biocogen op de terreinen van VPK Packaging Group.

De overname door de Groep van Thenergo kaderde voornamelijk in de mogelijkheid voor ABO om een beursnotering te krijgen en toegang te krijgen tot de kapitaalmarkt.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

Activa & verplichtingen
van Thenergo NV
In € 000
Activa
Vaste activa 1.287
Investeringen in joint ventures 462
Uitgestelde belastingvordering 1.325
Kortlopende activa 624
Geldmiddelen en kasequivalenten 585
4.283
Verplichtingen
Langlopende verplichtingen -100
Kortlopende verplichtingen -2.659
-2.759
Totaal netto geïdentificeerde activa en verplichtingen 1.524
Goodwill 0
Reële waarde van de vergoeding (in aandelen) 1.524

De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€ 585 positief (wat overeenkomt met de geldmiddelen en kasequivalenten van Thenergo NV op datum van acquisitie).

Berekening van de reële waarde van de vergoeding:

De aandeelhouders van de Groep hebben alle 1.646 aandelen van ABO Holding NV ingebracht in Thenergo NV in ruil voor 2.489.800.000 nieuw uitgegeven aandelen in Thenergo NV. Voorafgaand aan de inbreng van de aandelen van ABO Holding NV heeft de bestaande aandeelhouder PMV een vordering voor een bedrag van € 1.237.500 geruild voor 123.750.000 nieuwe aandelen in Thenergo NV. Aldus bezitten de vroegere aandeelhouders van Thenergo na de omgekeerde overname 5,77% van de gecombineerde entiteit (of 152.383.631 aandelen).

De reële waarde van de vergoeding die door ABO Holding werd betaald voor de overname van Thenergo is gebaseerd op het aantal aandelen dat ABO Holding had moeten uitgeven om de eigenaars van Thenergo hetzelfde percentage aandelen in de samengevoegde entiteit te geven die resulteert uit de omgekeerde overname. In dit geval zijn dit dus (1.646 aandelen/94,23%) *5,77% = 101 aandelen. Echter, vermits de aandelen van ABO Holding niet genoteerd zijn in tegenstelling tot de aandelen van Thenergo, moet de waarde van de geruilde aandelen van Thenergo gebruikt worden, namelijk 5,77% * 2.652.183.631 totaal aantal aandelen Thenergo na de omgekeerde overname = 152.383.631 aandelen.

De reële waarde van Thenergo NV (voor de inbreng van de vordering van PMV) werd door de Raad van Bestuur bepaald op K€ 286 (of € 0,01 per aandeel of K€ 286 / 28.633.631) gebaseerd op een onafhankelijk waarderingsrapport opgesteld door Emerio (welke oordeelde dat de reële waarde van Thenergo NV negatief is) en wijkt aldus af van de beurswaarde van Thenergo op datum van 27 maart 2014, namelijk €0,16 per aandeel of een totale beurswaarde van K€ 4.581k (voor inbreng schuldvordering PMV). Na de inbreng van de vordering van PMV stijgt de reële waarde van Thenergo (berekend op basis van € 0,01 per aandeel) tot K€ 1.524.

De raad van bestuur heeft geoordeeld dat de toepassing van IFRS 13 "Reële waarde" en specifiek paragraaf 77, welke stelt dat een beurskoers de meest betrouwbare basis is voor de reële waarde en gebruikt moet worden zonder enige aanpassing, significant misleidend zou zijn en zou conflicteren met de vereiste in IAS 1 paragraaf 15 die stelt dat een jaarrekening een getrouw beeld moet geven van de financiële positie, de financiële prestaties en de kasstromen van de entiteit.

De raad van bestuur heeft geoordeeld dat de beurskoers van Thenergo niet kan beschouwd worden als de reële waarde van een belang in deze entiteit en heeft dus besloten, teneinde het getrouw beeld te bewerkstelligen, om af te wijken van de vereisten zoals weergegeven in IFRS 13 "Reële waarde". Er werd geoordeeld dat de beurskoers niet representatief was voor de reële waarde van het aandeel omdat de beurskoers volgende informatie niet of onvoldoende heeft geabsorbeerd:

  • • Thenergo NV had zware financiële moeilijkheden en stevende af op een faillissement. Nochtans was de beurskoers van het aandeel significant hoger dan het belang in de realiseerbare waarde van de activa en verplichtingen van de entiteit;
  • • De commissaris van Thenergo NV had omwille van de financiële moeilijkheden een onthoudende verklaring afgeleverd over de geconsolideerde jaarrekening van het boekjaar eindigend op 31 december 2012;
  • • Een onafhankelijk expert Emerio had geoordeeld dat de reële waarde van Thenergo NV negatief is tegenover een beurswaarde van K€ 4.581 op 27 maart 2014. Dit verslag werd publiek gemaakt;
  • • De aandeelhouder PMV is, voorafgaand aan de omgekeerde overname, akkoord gegaan met de inbreng van een schuldvordering op basis van een reële waarde van € 0,01 per aandeel;
  • • De zeer sterke dilutie naar aanleiding van de omgekeerde overname door de uitgifte van 2.489.800.000 nieuwe aandelen had geen impact op de beurskoers. De Raad van Bestuur oordeelt dat dit een duidelijke indicatie is dat de beurskoers de bovenstaande informatie nog niet geabsorbeerd heeft.

Indien IFRS 3.33 en IFRS 13.77 zou worden toegepast, dan zou de reële waarde van de vergoeding € 24,4 mln. (€ 0.16 *152.383.631 aandelen) en de goodwill € 24,1 mln. (€ 24,4 mln. - € 0,3 mln.) bedragen welke onmiddellijk aanleiding zou geven tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill van ongeveer € 23 mln. in toepassing van IAS 36 "Bijzondere waardeverminderingen van activa".

De reële waarde van de vergoeding werd daarom berekend als het aantal openstaande gewone aandelen van Thenergo NV, juist voor de omgekeerde overname, namelijk 152.383.631 vermenigvuldigd met de reële waarde van € 0,01 per aandeel Thenergo NV, of een waarde van K€ 1.524.

Thenergo NV heeft geen openstaande handelsvorderingen.

Overige toelichtingen:

Vanaf de datum van acquisitie heeft Thenergo K€ 125 bijgedragen aan de omzet en K€ 26 aan het netto verlies van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2014, dan zou de bijdrage aan de omzet K€ 138 en aan het netto verlies K€ 108 geweest zijn.

De Goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.

5. GOODWILL

De Goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:

31 december
2014 2013
In € 000
ABO (Consulting) 154 154
Totaal 154 154

De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenererende eenheid ABO (Consulting). De Goodwill was tot 2013 toegewezen aan Ecorem maar werd, door een verschuiving van de activiteiten waarop de goodwill betrekking had, vanaf 2014 toegewezen aan de kasstroomgenererende eenheid ABO (Consulting), die deel uitmaakt van het operationele segment "België". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerde kasstroommodel dat de kasstromen bevat voor de komende drie jaar en een residuele waarde vanaf het vierde jaar.

De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 11,6% (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 2%. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumpties voor 2015 houden rekening met een significante verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2014, dat gekenmerkt werd door enkele uitzonderlijke factoren. De realiseerbare waarde werd geschat op € 6,8 mln. dat ongeveer € 3,3 mln. hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario I mpact op realiseerbare waarde
Groeivoet vanaf 2016 van 0% -€ 1,4 mln.
Realisatie 75% van de budgetteerde EBITDA -€ 2,4 mln.
Toename vedisconteringsvoet met 1% -€ 0,8 mln.

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering. Op basis van bovenstaande informatie heeft het managment geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving dient geboekt te worden.

6. Immateriële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kunnen als volgt voorgesteld worden:

Klanten Software Totaal
In € 000
Aanschaffingswaarde
Op 31 december 2012 41 598 639
Investeringen 0 99 99
Op 31 december 2013 41 697 738
Investeringen 0 13 13
Op 31 december 2014 41 710 751
Afschrijvingen
Op 31 december 2012 -37 -475 -512
Toevoeging -4 -77 -81
Op 31 december 2013 -41 -552 -593
Toevoeging 0 -69 -69
Op 31 december 2014 -41 -621 -662
Netto boekwaarde
Op 31 december 2013 0 145 145
Op 31 december 2014 0 89 89

De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen".

7. materiële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kunnen als volgt gepresenteerd worden:

Terreinen Gebouwen Instal
laties &
machines
Meubilair Leasing Overige Totaal
In € 000
Aanschaffingswaarde
Op 31 december 2012 1.279 4.442 2.843 2.833 2.422 393 14.212
Investeringen 0 147 365 379 1.187 0 2.078
Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 -176 -152 -206 0 -534
Op 31 december 2013 1.279 4.589 3.032 3.060 3.403 393 15.756
Investeringen 0 0 551 352 417 0 1.320
Bedrijfscombinatie 1.165 0 0 110 0 0 1.275
Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 -6 -49 -65 0 -120
Transfer naar activa aangehouden voor verkoop -1.165 0 0 0 0 0 -1.165
Op 31 december 2014 1279 4.589 3.577 3.473 3.755 393 17.066
Afschrijvingen
Op 31 december 2012 0 -19 -2.770 -2.543 -48 -359 -5.739
Toevoeging 0 -232 -461 -363 -114 -5 -1.175
Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 157 137 174 0 468
Op 31 december 2013 0 -251 -3.074 -2.769 12 -364 -6.446
Toevoeging 0 -182 -347 -362 -511 -5 -1.407
Verkopen en buitengebruikstellingen 0 0 6 45 46 0 97
Op 31 december 2014 0 -433 -3.415 -3.086 -453 -369 -7.756
Netto boekwaarde
Op 31 december 2012 1.279 4.423 73 290 2.374 34 8.473
Op 31 december 2013 1.279 4.338 -42 291 3.415 29 9.310
Op 31 december 2014 1.279 4.156 162 387 3.302 24 9.310

De investeringen in materiële vaste activa in 2014 bedragen K€ 1.320 en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing). Door de omgekeerde acquisitie van Thenergo heeft de groep activa verkregen met een boekwaarde van K€ 1.275 welke voornamelijk bestaat uit een terrein. De investeringen in materiële vaste activa in 2013 bedragen K€ 2.078 en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting.

De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van K€ 4 in 2014 (K€ 30 in 2013).

Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waardeaanpassing is gebeurd op 1 januari 2012. De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2014 en 2013 is niet significant verschillend van de boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen K€ 127 in 2014 (2013: K€ 127).

Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijsmodel, dan zou de boekwaarde K€ 2.764 bedragen op 31 december 2014 (2013: K€ 2.819).

Hypotheken en overige zekerheden

De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van K€ 1.161 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.

8. Geassocieerde ondernemingen

De Groep heeft een deelneming van 49% in Nijmeijers Beheer B.V., een Nederlandse vennootschap die alle aandelen bezit van Sialtech B.V. en 34% in Translab NV. De samenvattende financiële informatie van deze geassocieerde ondernemingen werd niet weergegeven aangezien deze geassocieerde ondernemingen niet materieel zijn.

9. Handelsvorderingen

De handelsvorderingen bestaan uit het volgende:

31 december
2014 2013
In € 000
Handelsvorderingen 13.225 12.648
Geboekte waardeverminderingen -568 -572
Totaal 12.657 12.076

De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen.

Op 31 december 2014 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor het volledige openstaande bedrag van K€ 568 (2013: K€ 572).

De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:

In € 000
Op 31 december 2012 -657
Toevoeging -152
Terugneming en gebruik 237
Op 31 december 2013 -572
Toevoeging -472
Terugneming en gebruik 476
Op 31 december 2014 -568

10. Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:

31 december
2014 2013
In € 000
Geldmiddelen 2.531 1.925
Kasequivalenten 796 532
Totaal 3.327 2.457

De geldmiddelen krijgen interest op basis van een variabele interestvoet.

Reconcilatie van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het kasstroomoverzicht:

31 december
2014 2013
In € 000
Geldmiddelen en kasequivalenten op de balans 3.327 2.457
Geldmiddelen inbegrepen bij activa aangehouden voor verkoop 106 -
Totaal 3.433 2.457

Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2014 en 2013.

11. Eigen vermogen

Naar aanleiding van de omgekeerde overname van Thenergo NV op 27 maart 2014 is het eigen vermogen als volgt gewijzigd:

Totale aantal gewone aandelen
2014 2013
Openstaand op 1 januari zoals gerapporteerd 1.646 1.646
Herwerking n.a.v. omgekeerde acquisitie op basis van ruilfactor: 1.512.636,695 2.489.800.000 2.489.800.000
plus aantal gewone aandelen Thenergo NV 152.383.631
Totaal basis Stock Split 1 aandeel voor 250 2.642.183.631 2.489.800.000
Aangepast totaal n.a.v. omgekeerde acquisitie en Stock Split 10.568.734 9.959.200
Kapitaalverhoging in geldmiddelen 1
Openstaand op 31 december 10.568.735 9.959.200

Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10.568.735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van K€ 4.857 op 31 december 2014 (2013: K€ 2.818). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.

De groep heeft op 28 mei 2014 een omgekeerde Stock Split uitgevoerd waarbij 250 bestaande aandelen ingewisseld werden voor 1 nieuw aandeel.

In het kader van de omgekeerde acquisitie en de Stock Split werd het aantal aandelen op 31 december 2013 herberekend naar 9.959.200. We verwijzen naar toelichting 4 voor meer informatie omtrent de berekening.

Op 19 december 2014 werd het kapitaal verhoogd met K€ 527 in geldmiddelen door uitgifte van één aandeel ("relutie-transactie"). Hierbij werden de direct toewijsbare transactiekosten voor een bedrag van K€ 11 in min van het kapitaal geboekt.

Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.

Reserves

De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.

De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt K€ 4 op 31 december 2014. De overige reserves bedragen K€ 3.769.

De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2014 en 2013.

83 Geconsolideerde Jaarrekening

Niet-gerealiseerde resultaten

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:

Voor verkoop
beschikbare
finaciële
activa
Herwaarde
ring aan reële
waarde
gebouwen
Toegezegde
pensioen
regeling
Totaal niet
gerealiseerde
resultaten
In € 000
Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2012 22 1.955 0 1.977
Reële waardeverandering fondsbeleggingen -33 -33
Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves -127 -127
Impact uitgestelde belastingen 11 42 53
Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2013 0 1.870 0 1.870
Reële waardeverandering fondsbeleggingen 22 22
Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves -127 -127
Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling -158 -158
Impact uitgestelde belastingen -7 42 52 87
Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2014 15 1.785 -106 1.694

Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang in 2014 bestaat uit 50% (2013: 50%) van de aandelen in de dochteronderneming E20 dat aangehouden wordt door een derde partij.

12. financiële schulden

De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Openstaand op 31 december
Interestvoet Vervaldag 2014 2013
In € 000
Straight Loan Euribor + 1,95% 2017 350 425
Business lening 4,20% 2016 112 173
Investeringskrediet 1,93% 2016 57 105
Investeringskrediet 1,38% 2015 47 127
Straight Loan Euribor + 1,5% - 1.660 1.288
Investeringskrediet 5,08% 2019 340 407
Krediet Euribor + 1,75% - 200 200
Krediet Euribor 3M + 1,5% - 300 600
Krediet Euribor 3M + 2,5% - 200 200
Leningen vervaldag 2014 2,11% - 2,95% 2014 - 324
Leningen vervaldag 2015 3,96% - 5,47% 2015 248 151
Leningen vervaldag 2016 3,03% - 3,78% 2016 225 207
Leningen vervaldag 2017 2,67% - 3,38 % 2017 410 511
Financiële Leasings 2,03% - 6,03% 2013-2018 1.756 1.857
Leningen eindejaarspremie 1,95% - 3,25% 534 478
Leningen vakantiegeld 1,95% - 3,25% 377 226
Overige 236 256
Totale financiële schulden 7.052 7.535
waarvan kortlopend 5.030 4.939
waarvan langlopend 2.022 2.596

De leningen hebben geen convenanten op 31 december 2014.

De Straight Loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of driemaandelijks) die telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.

De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.

13. VOORZIENINGen

De voorzieningen bestaan zo goed als volledig uit de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk.

31 december
2014 2013
In € 000
Te bereiken doel pensioenregeling (Frankrijk) 477 353
Overige 4 16
Totaal 481 369

Toegezegde bijdrage pensioenregeling

De Groep heeft toegezegde bijdrage pensioenregelingen in België en Nederland. De bijdrage in de toegezegde bijdrage pensioenregelingen bedraagt K€ 119 in 2014 (2013: K€ 119).

De toegezegde-bijdrageregelingen in België zijn wettelijk onderhevig aan minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op de werkgeversbijdragen en 3,75% op de werknemersbijdragen. De percentages, die van toepassing zijn als een gemiddelde over de volledige carrière, kunnen gewijzigd worden door een Koninklijk Besluit waarbij de nieuwe percentages van toepassing kunnen zijn op zowel de geaccumuleerde bijdragen uit het verleden alsook de toekomstige bijdragen vanaf de datum van wijziging.

De verworven wettelijke rechten op 31 december 2014 bedragen K€ 564 terwijl de reële waarde van de activa in het plan K€ 566 bedraagt. Er werd aldus geen voorziening aangelegd.

Het aantal personeelsleden in het plan bedraagt 140 op 31 december 2014. De gewogen gemiddelde leeftijd van de deelnemers bedraagt 32 jaar op 31 december 2014.

Te bereiken doel pensioenregeling

De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de départ en retraite") toegekend die wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij.

De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om een gedeelte van de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde
pensioenregeling,
netto
In € 000
Op 31 december 2012 500 -204 296
Bijdragen 0 -42 -42
Netto interest 18 -7 11
Prestaties 88 0 88
Terugneming en gebruik 0 0 0
Op 31 december 2013 606 -253 353
Bijdragen 0 -52 -52
Netto interest 18 -8 10
Prestaties 49 0 49
Actuariële verliezen uit wijzigingen financiële assumpties 158 0 158
Terugneming en gebruik -41 0 -41
Op 31 december 2014 790 -313 477

De voornaamste assumpties die gebruikt werden, zijn als volgt:

31 december
2014 2013
Salarisverhoging 2,0% 2,0%
Actualisatievoet 1,8% 3,0%

De wijziging van de actualisatievoet van 3,0% naar 1,8% gaf aanleiding tot een niet-gerealiseerd resultaat van K€ 158 (2013: K€ 0) met een belastingsimpact van K€ 52 (2013: K€ 0).

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

31 december
2014 2013
In € 000
Prestaties 49 87
Interestkost op de verplichting 10 11
Totaal 59 98

De prestaties in 2013 bevatten een bijkomende toekenning van een pensioenrecht aan een managementslid.

De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):

31 december
2014 2013
In € 000
Aandelen 48 36
Obligaties 221 178
Geldmiddelen en kasequivalenten 22 25
Vastgoed 22 14
Overige 1 1
Totaal 313 253

De groep heeft een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de salarisstijging met 1% en de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensitiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:

2014
In € 000
Actualisatievoet: + 0,5% -68
Actualisatievoet: - 0,5% 77
Salarisverhoging: + 1% 158
Salarisverhoging: - 1% -127

De Groep heeft geen sensitiviteitanalyse uitgevoerd in 2013 rekening houdend met het feitdat de actuariële assumpties niet significant gewijzigd zijn tot eind 2013.

Het volgende overzicht toont de verwachte bijdragen in de toekomstige jaren:

31 december
2014 2013
In € 000
Binnen 12 maanden 49 45
Tussen 2 en 5 jaar 209 189
Tussen 6 en 10 jaar 286 258
Meer dan 10 jaar 2.539 2.162
Totaal 3.083 2.654

De gewogen gemiddelde duurtijd van het plan tot de pensioenleeftijd is 18,70 jaar (2013: 20 jaar). Het pensioenplan heeft 111 aangesloten werknemers (2013: 117).

14. Overige kortlopende schulden

De overige kortlopende schulden bestaan uit:

31 december
2014 2013
In € 000
Toe te rekenen kosten 88 185
Voorafbetalingen 23 164
R/C Verbonden partijen 174 403
Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) 2.278 1.823
Kortlopende voorzieningen 407 276
Schulden m.b.t. personeel 3.210 2.695
Totaal 6.180 5.546

15. REËLE WAARDE

Financiële activa

Boekwaarde
Reële waarde
2014 2013 2014 2013
In € 000
Financiële activa
Voor verkoop beschikbare financiële activa 134 115 134 115
Beleggingsfondsen 134 115 134 115
Leningen en vorderingen 17.615 15.230 17.615 15.230
Handelsvorderingen 12.657 12.076 12.657 12.076
Overige financiële activa (langlopend) 267 226 267 226
Overige kortlopende activa 1.364 471 1.364 471
Geldmiddelen en kasequivalenten 3.327 2.457 3.327 2.457
Totaal financiële activa 17.749 15.345 17.749 15.345

De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • • de boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handelsvorderingen en overige kortlopende activa benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter
  • • de voor verkoop beschikbare financiële activa bestaan uitsluitend uit investeringen in beleggingsfondsen. De investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation"). Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 3. De impact op de niet-gerealiseerde resultaten in 2014 was K€ 19
  • • de reële waarde van de overige financiële activa is niet significant verschillend met de boekwaarde op 31 december 2014 en 2013.

Financiële schulden

Boekwaarde Reële waarde
2014 2013 2014 2013
In € 000
Financiële schulden gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs
Leningen 7.052 7.535 7.076 7.577
Handelsschulden 4.230 2.698 4.230 2.698
Overige schulden 6.180 5.546 6.180 5.546
Totaal 17.462 15.779 17.486 15.821
Totaal langlopend 2.022 2.682 2.035 2.706
Totaal kortlopend 15.440 13.097 15.451 11.292

De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

• de boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten

• de financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.

Reële waarde hiërarchie

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:

Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.

Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.

Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden welke niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.

2014
Totaal Niveau 2 Niveau 3
In € 000
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Beleggingsfondsen 134 134
Financiële schulden 7.076 7.076
2013
Totaal Niveau 2 Niveau 3
In € 000
Voor verkoop beschikbare financiële activa
Beleggingsfondsen 115 115
Financiële schulden 7.577 7.577

De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen wordt bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu- en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.

De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:

Op 31 december 2012 132
Investering 33
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -33
Bijzondere waardeverminderingen -17
Op 31 december 2013 115
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten 22
Overige -3

Niet-recurrente reële waardeberekeningen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De laatste reële waardeberekening is gebeurd op 1 januari 2012 en resulteerde in een reële waarde van K€ 3.052.

De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruik gemaakt wordt van niet-observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz... De reële waardeberekening wordt geclassificeerd als niveau 3.

16. Segmentinformatie

De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:

  • • België
  • • Frankrijk
  • • Nederland

Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.

De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "Chief Operating Decision Maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.

De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (Consulting, Testing & Monitoring).

De volgende tabel stelt de segmentrapportering voor elk operationeel segment voor, voor de jaren 2014 en 2013.

België Frankrijk Nederland Totaal
Segmenten
Aanpas
sing en
eliminaties
Geconsoli
deerd
In € 000
Voor het jaar eindigend op 31 december 2014
Omzet (derden) 12.084 15.862 1.069 29.015 0 29.015
Omzet (intra Groep) 7.511 18 179 7.708 -7.708 0
Bedrijfsresultaat IFRS -409 753 -2 342 0 342
Interestopbrengsten 314 12 3 329 -226 103
Interestlasten IFRS -244 -38 -22 -304 30 -274
Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde
ondernemingen
8 27 0 35 0 35
Netto resultaat voorgezette activiteiten
(segment winst en verlies) IFRS
-299 555 -19 237 -199 38
Belangrijke niet-kaskosten
- Afschrijvingen IFRS -528 -944 -72 -1.544 0 -1.544
- Afwaardering van voor verkoop beschikbare
financiële activa
0 0 0 0 0 0
Totaal activa - IFRS 52.769 14.924 1.461 69.154 -38.475 30.679
Totaal schulden - IFRS -19.759 -7.397 -1.471 -28.627 8.379 -20.248
België Frankrijk Nederland Totaal
Segmenten
Aanpas
sing en
eliminaties
Geconsoli
deerd
In € 000
Voor het jaar eindigend op 31 december 2013
Omzet (derden) 12.421 13.652 1.299 27.372 0 27.372
Omzet (intra Groep) 2.689 68 19 2.776 -2.776 0
Bedrijfsresultaat IFRS 418 635 -103 950 0 950
Interestopbrengsten 57 0 0 57 0 57
Interestlasten IFRS -218 -39 -36 -293 -2 -295
Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde
ondernemingen
0 0 72 72 0 72
Netto resultaat voorgezette activiteiten
(segment winst en verlies) IFRS
153 427 -60 520 -164 356
Belangrijke niet-kaskosten
- Afschrijvingen IFRS -340 -838 -78 -1.256 0 -1.256
- Afwaardering van voor verkoop beschikbare
financiële activa
0 0 0 0 -17 -17
Totaal activa - IFRS 21.187 14.166 1.598 36.951 -11.308 25.643
Totaal schulden - IFRS -13.540 -6.944 -1.543 -22.027 4.668 -17.359

Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).

Overige toelichtingen

De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft één individuele klant in Frankrijk voor wie de Groep een omzet realiseert van 13% van de geconsolideerde omzet.

17. overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

2014 2013
In € 000
Bedrijfssubsidies 65 248
Doorgerekende kosten 204 144
Vrijstelling BV (competitiviteitspact) 169 -
Voordelen in natura 72 -
Vrijval van voorzieningen voor claims 44 109
Terugbetaling van belastingen vorig boekjaar 35 19
Terugname voorzieningen klanten 95 93
Overige 248 108
Totaal 932 721

18. Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

2014 2013
In € 000
Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) -233 -197
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen -142 -144
Boetes en claims -55 -27
Toevoeging voorziening geschillen -55 -27
Waardeverminderingen op vorderingen -70 -90
Overige -208 -277
Totaal -763 -762

19. Personeelsbeloningen

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen voor de jaren 2014 en 2013:

2014 2013
In € 000
Korte-termijn personeelsbeloningen -9 305 -9 155
Sociale zekerheid -3 666 -3 261
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen -119 -119
Te bereiken doel pensioenregeling -59 -98
Overige personeelskosten -838 -365
Totaal -13 987 -12 998

20. Financiële kosten

De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:

2014 2013
In € 000
Interesten 94 57
Overige 9 25
Totaal 103 82

21. Financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:

2014 2013
In € 000
Interesten -227 -295
Overige -47 -61
Totaal -274 -356

22. Belastingen

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:

2014 2013
In € 000
Verwachte belastinglast voor het jaar -216 -266
Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren 0 10
Uitgestelde belastingen 48 -136
Totale belastingwinst (last) voor het jaar -168 -392

De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2014 en 2013 is als volgt:

2014 2013
In € 000
Winst voor belastingen 206 748
Belastingen aan het statutaire tarief van 33,99% -70 -254
Verschil in belastingsvoet 1 -6
Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren 0 10
Notionele intrestaftrek 15 33
Verworpen uitgaven -61 -56
Niet-herkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar -65 -102
Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen 59 24
Overige -47 -41
Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening -168 -392

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:

In de geconsolideerde balans In de geconsolideerde resultatenrekening
2014 2013 2014 2013
In € 000
Fiscale verliezen 1.744 308 112 -105
Immateriële vaste activa 176 236 -60 -72
Materiële vaste activa (afschrijvingen) -115 -108 -7 -8
Leasings -27 -15 -12 -3
Reële waarde terreinen en gebouwen -153 -159 6 6
Financiële activa 23 30 -7 7
Totaal uitgestelde belastingvordering 1.648 292
Materiële vaste activa -132 -96 -36 6
Immateriële vaste activa -8 -7 -1 -2
Leasings -228 -215 -13 -215
Reële waarde terreinen en gebouwen -733 -769 36 36
Voorzieningen 159 112 0 223
Overige 21 -9 30 -9
Totaal uitgestelde belastingschuld -921 -984
Totaal uitgestelde belastingskost 48 -136

De uitgestelde belastingvorderingen en -schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.

De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van K€ 886 per 31 december 2014 (K€ 928 per 31 december 2013) gerelateerd aan de reële waardeaanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.

De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van K€ 2.554 per 31 december 2014 (K€ 2.219 per 31 december 2013).

De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van K€ 87.614 fiscaal overdraagbare verliezen welke bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.

Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.

De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2014 van K€1.744 (K€ 308 per 31 december 2013) waarvan K€ 1.325 gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.

23. Winst per aandeel

De volgende tabel toont de gegevens gebruikt voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
2014 2013
In € 000
Winst (verlies) toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder
Voortgezette activiteiten 58 350
Stopgezette activiteiten 161 994
Winst toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moeder voor de gewone en verwaterde winst per aandeel 219 1.344
Gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel 10.425 9.959

De Groep heeft geen financiële instrumenten die een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.

Het gewogen gemiddelde aantal aandelen voor 2013 werd aangepast rekening houdend met de omgekeerde Stock Split van 250 aandelen voor 1 aandeel.

24. Niet-voortgezette activiteiten

Biocogen (2014)

De Groep heeft op 31 december 2014 haar 50% deelneming in de joint venture Biocogen verkocht aan een niet-verbonden partij voor een bedrag van K€ 462. De betaling van de verkoopprijs is gebeurd in geld. De verkoop resulteerde in een gerealiseerde meerwaarde van K€43 die het verschil is tussen de verkoopprijs van K€ 462 en de boekwaarde van de investering in Biocogen aan eigen-vermogensmutatie waarde voor een bedrag van K€ 419.

Biocogen was een historische deelneming aangehouden door Thenergo. Biocogen is opgenomen in het operationale segment België.

Binergy Meer BVBA (2014)

De Groep heeft beslist om ofwel haar 100% deelneming in de dochtervennootschap Binergy Meer BVBA te verkopen of om het terrein en de gerelateerde bouwvergunning te verkopen. De dochteronderneming Binergy Meer BVBA bevat hoofdzakelijk een terrein welke vergund is voor het bouwen van een biomassa energiecentrale en een gerelateerde schuld.

De Groep heeft beslist om de bouw van de biomasse energiecentrale niet uit te voeren en daarom het terrein of de aandelen te verkopen.

Als gevolg hiervan wordt Binergy Meer BVBA verwerkt als een actief aangehouden voor verkoop. De activa en schulden van Binergy Meer BVBA werden gewaardeerd aan hun boekwaarde, die het laagste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de boekwaarde. Binergy Meer BVBA is opgenomen in het operationele segment België.

De belangrijke categorieën van de activa en de schulden zijn als volgt:

31 december 2014
In € 000
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa 1.165
Kortlopende activa
Liquide middelen en kasequivalenten 106
106
Totaal activa 1.271
Schulden
Kortlopende schulden
Handelsschulden 3
Overige kortlopende schulden 1.296
Totaal schulden 1.299

Pangaea (2013)

In januari 2013 heeft de Groep alle aandelen in de vennootschap Pangaea (met bijbehorende dochtervennootschappen) verkocht aan een verbonden partij voor een bedrag van K€ 668. De betaling van de verkoopprijs is niet gebeurd in geld maar gecompenseerd tegenover bestaande openstaande schulden van de Groep tegenover de verbonden partij voor een bedrag van K€ 668.

De beslissing om de aandelen in Pangaea te verkopen was al genomen eind 2012 en als gevolg hiervan werd Pangaea verwerkt als een Groep aangehouden voor verkoop. Er werden geen reële waarde aanpassingen doorgevoerd en de activa en schulden van Pangaea Groep werden bijgevolg gewaardeerd aan hun boekwaarde. Pangaea is opgenomen in het operationele segment België.

De geconsolideerde resultaten gepresenteerd als niet-voortgezette activiteiten voor de jaren eindigend op 31 december 2014 en 2013 zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
2014 2013
In € 000
Omzet 43 0
Overige bedrijfsopbrengsten 0 994
Totaal bedrijfsopbrengsten 43 994
Aankopen 0 0
Diensten en diverse goederen -2 0
Personeelsbeloningen 0 0
Afschrijvingen 0 0
Overige bedrijfskosten -5 0
Operationele winst 36 994
Financiële kosten 0 0
Financiële opbrengsten 0 0
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 82 0
Winst voor belastingen 118 994
Belastingen 0 0
Netto winst 118 994
Gerealiseerde meerwaarde verkoop 43
Winst voor stopgezette activiteiten, na belastingen 161 994

De overige bedrijfsopbrengsten in 2013 betreffen de gerealiseerde winst op de verkoop van de aandelen in januari 2013.

De kasstromen zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
2014
2013
In € 000
Kasstromen uit operationele activiteiten 36 -
Kasstromen gebruikt bij investeringsactiviteiten - -
Kasstromen gebruikt voor financiële activiteiten - -
Totaal 36 0

25. mogelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de raad van bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden. De belangrijkste geschillen zijn hieronder toegelicht:

  • • ABO Holding NV werd gedagvaard op 30 januari 2013 in een rechtszaak over de waardering van aandelen in een inmiddels verkochte deelneming. Recent, op 2 juni 2014, werd hierin door de Rechtbank van Koophandel Gent een vonnis geveld, waarbij ABO Holding veroordeeld wordt tot betaling van K€ 467. Gezien de Vennootschap van oordeel is dat dit vonnis op oncorrecte gronden gestoeld is, wordt het vonnis integraal betwist en werd onmiddellijk beroep aangetekend. De raad van bestuur is van oordeel dat op heden geen voorziening dient aangelegd te worden. In afwachting van de uitspraak van de beroepsprocedure eind 2015, werd evenwel een som van K€ 509, eind 2014 volledig gekantonneerd.
  • • ABO NV werd in een rechtszaak over de niet-tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop als tussenkomende partij opgeroepen. In eerste aanleg werd de Vennootschap deels verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van K€ 595 plus rente. De Vennootschap is van oordeel dat haar geen schuld treft, gezien haar adviezen enkel een middelenverbintenis inhouden, geen resultaatsverbintenis. Daarom werd geen voorziening aangelegd. Mocht de Vennootschap in hoger beroep alsnog veroordeeld worden, dan rekent het tevens op de tussenkomst van zijn verzekeraar.

26. Verbintenissen

Operationele lease

De Groep is een aantal operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar.

De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:

2014 2013
In € 000
Binnen één jaar 271 437
Tussen één en vijf jaar 175 339
Meer dan vijf jaar
446 776

De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan, voornamelijk voor het wagenpark en boortorens. De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:

2014 2013
Minimale
leasebetalingen
Contante waarde
betalingen
Minimale
leasebetalingen
Contante waarde
betalingen
In € 000
Binnen één jaar 673 578 564 517
Tussen één en vijf jaar 1.212 1.178 1.438 1.340
Meer dan vijf jaar 0 0 0 0
1.885 1.756 2.002 1.857
Min impact verdiscontering -129 -146
Contante waarde 1.756 1.756 1.857 1.857

Overige zekerheden

De Groep heeft verschillende hypothecaire mandaten toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van K€ 900 op 31 december 2014 (2013: K€ 1.466).

De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten het handelsfonds in pand gegeven aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van K€ 5.565 op 31 december 2014 (2013: K€ 4.215). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van K€ 400 op 31 december 2014 (2013: K€ 385).

Geschillen

De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met € 5 mln., afhankelijk van het schadetype (totaal plafond van € 10 mln.). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen. De totale voorziening bedraagt K€ 397 op 31 december 2014 (2013: K€ 276) welke geboekt is onder "overige kortlopende schulden".

27. Risico's

De Groep is voornamelijk onderhevig aan liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.

Liquiditeitsrisico

De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabellen geven een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

< 1 jaar 2 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
In € 000
Op 31 december 2014
Financiële schulden 5.005 2.205 - 7.210
Handelsschulden 4.230 - - 4.230
Overige schulden 6.180 - - 6.180
Totaal 15.415 2.205 - 17.620
< 1 jaar 2 tot 5 jaar > 5 jaar Totaal
In € 000
Op 31 december 2013
Financiële schulden 4.939 2.846 45 7.830
Handelsschulden 2.698 - - 2.698
Overige schulden 5.546 - - 5.546
Totaal 13.183 2.846 45 16.074

Interestrisico

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal veranderen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk kortetermijnleningen.

Een toename van de interestvoet met 1% zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 27.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen, wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-60 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen. De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:

Totaal Niet vervallen < 30 dagen 31-60 dagen 61-90 dagen >91 dagen
In € 000
31 december 2014 13.225 7.463 2.048 1.342 575 1.797
31 december 2013 12.648 8.082 918 916 475 2.257

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 568 op 31 december 2014 (K€ 572 op 31 december 2013) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Kapitaal management

Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als Going Concern en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.

De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt 36% eind 2014 (62% eind 2013).

28. Relaties met verbonden partijen

De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:

2014 2013
In € 000
Korte-termijn beloningen 808 518
Einde-loopbaan beloningen 45 64
Termination benefits 50 -
Totaal 904 582

De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:

Verkoop van
diensten
Aankopen
van diensten
en goederen
Interest
opbrengst
Interest
kost
Vordering Schuld
In € 000
Aandeelhouders van de Groep
2014 0 -1 0 -1 4 -375
2013 0 0 45 -7 0 -304
Geassocieerde ondernemingen
2014 5 -209 3 0 208 0
2013 59 -278 3 0 83 0
Andere verbonden partijen
2014 159 -566 0 0 133 -209
2013 38 -624 1 -17 37 0

De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:

  • • Verhuur van kantoren aan de Groep door verbonden partijen waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens aandeelhouder is van de verbonden partijen.
  • • Openstaande rekening couranten met de aandeelhouder van de Groep. De rekening couranten zijn interestdragend.

Eind 2013 werd een schuldvergelijking overeengekomen tussen de Groep, de aandeelhouder en andere verbonden vennootschappen.

Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.

29. Vergoeding commissaris

De vergoeding van de commissaris is als volgt:

2014 2013
In € 000
59 45
43 1
102 46

30. Gebeurtenissen na balansdatum

Voor een beperkt gedeelte van de omzet, ingeschat op 3% van de groepsomzet, verwacht ABO, naast administratieve rompslomp, vertraging bij de gunning, uitvoering en de betaling. Een bodemdeskundige dient volgens de Vlaamse wetgeving onafhankelijk te zijn van zijn opdrachtgever (Vlarel art. 53). Er bestaat een vermoeden dat ABO niet onafhankelijk zou zijn van de Vlaamse overheid, ingevolge het veronderstelde aandeelhouderschap van een ex-Thenergo aandeelhouder, verbonden met de Vlaamse overheid. De Raad van State stelt in haar arrest van 12 januari 2015 dat hiervoor afwijking bij de minister kan aangevraagd worden, die dan vaststelt dat ABO deze opdrachten wel degelijk onafhankelijk uitvoert. Voor een aantal van die dossiers werd inmiddels de ministeriële afwijking bekomen.

31. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten

Naam Land 2014 2013
% eigendom
ABO NV België 100% 100%
Ecorem NV België 100% 100%
E20 (Energy To Zero Consult NV) België 50% 50%
Geosonda Environment NV (Exequtes Milieu Meetdienst NV) België 100% 100%
Geosonda BVBA België 100% 100%
ABO Beheer B.V. Nederland 100% 100%
ABO Milieuconsult B.V. Nederland 100% 100%
Goorbergh Geotechniek B.V. Nederland 100% 100%
ERG Holding SA Frankrijk 100% 100%
ERG SAS Frankrijk 100% 100%
ERG Equipement SARL Frankrijk 100% 100%
ERG Environnement SAS Frankrijk 100% 100%
ERG LAB Frankrijk 100% 100%
SCI NicERG Frankrijk 100% 100%
Nijmeijers Beheer B.V. Nederland 49% 49%
Thenergo Invest B.V. Nederland 100% -
Thenergo NL B.V. Nederland 100% -
Thenergo Operations BVBA België 100% -
Binergy Meer BVBA België 100% -
ABO-Group Environment NV België 100% -
Translab NV België 34% -

32. enkelvoudige jaarrekening ABO-Group environment nv

De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur aan de algemene aandeelhoudersvergadering en het verslag van de commissaris binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.

Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening zoals hierboven toegelicht een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2014 en 31 december 2013.

Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2014 2013
Vaste activa 24.989 257
Oprichtingskost en immateriële activa
Materiële activa 82 112
Financiële activa 24.907 144
Vlottende activa 2.376 1.382
Overige activa (looptijd > 1 jaar)
Overige activa (looptijd < 1 jaar) 2.376 1.382
Totaal activa 27.365 1.639
Eigen vermogen 25.631 -1.380
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies 173.083 146.421
Reserves -147.453 -147.800
Voorzieningen voor risico's en kosten
Schulden op meer dan één jaar 0 1.477
Schulden op ten hoogste één jaar 1.735 1.542
Totaal passiva 27.365 1.639

Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2014 2013
Bedrijfsopbrengsten 108 427
Omzet 107 424
Andere bedrijfsopbrengsten 1 3
Bedrijfskosten 2.375 2.038
Bedrijfsresultaat -2.267 -1.611
Financieel resultaat 2.162 -509
Financiële opbrengsten 368 256
Financiële kosten -1.794 765
Uitzonderlijk resultaat 452 -761
Resultaat vóór belastingen 348 -2.881
Resultaat 348 -2.880

De commissaris BDO Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door Veerle Catry, verstrekt voor de statutaire jaarrekeningen van ABO-Group Environment NV een oordeel zonder voorbehoud.

Fax : +32 (0)9 232 43 40 www.bdo.be

Axxes Business Park Gutdensporenpark 100 - btok K B-9820 Merelbeke

ABO-GROUP ENVIRONMENT NV

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap over het boekjaar afgesloten op 31 december 2014

BDO Bedrijfsrevisoren Burg. Ven. CVBA / BTW BE 0431 088 289 RPR Brussel

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE VENNOOTSCHAP ABO.GROUP ENVIRONMENT NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2OI4

Overeenkomstig de wettetijke bepatingen, brengen wij u verstag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verstag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening en tevens de vereiste bijkomende verklaring. De geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde batans op 31 december 2014, het geconsotideerd totaaI resuttaat, het geconsotideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsotideerde kasstroomtabel voor het boekjaar afgestoten op 31 december 2014 evenats een toetichting.

Verslag over de geconsolideerde jaarrekening - oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de controte uitgevoerd van de geconsotideerde jaarrekening van de vennootschap ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgestoten op 31 december 2014 opgesteld op basis van de tnternationol Finoncial Reporting Standards zoats goedgekeurd door de Europese Unie, met een geconsotideerd batanstotaat van 30.679 kEUR en waarvan de geconsotideerde resuttatenrekening afstuit met een winst van het boekjaar van 199 kEUR.

Verantwoordelíjkheid van het bestuursorgoan voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordetijk voor het opstelten van de geconsotideerde jaarrekening die een getrouw beetd geeft in overeenstemming met de lnternational Fínancial Reporting Standards, atsook voor het imptementeren van de interne beheersing die het bestuursorgaan noodzaketijk acht voor het opstetten van de geconsolideerde jaarrekening die geen afwijking van materieet belang bevat, die gevolg is van fraude of van fouten.

Verantwoordelijkheìd von de commissaris

Het is onze verantwoordetijkheid een oordeel over deze geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controte. Wij hebben onze controte volgens de internationale controlestandaarden (l5A's) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontotogische vereisten voldoen alsook de controte plannen en uitvoeren teneinde een redetijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de geconsotideerde jaarrekening geen afwijkingen van materieel betang bevat.

Een controte omvat werkzaamheden ter verkrijging van controte-informatie over de in de geconsotideerde jaarrekening opgenomen bedragen en toetichtingen. De gesetecteerde werkzaamheden zijn afhanketijk van de beoordeting door de commissaris, met inbegripvan , / diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de geconsotideer{çrf jaarrekening ats gevotg van fraude of van fouten. W.\

BDO Bedrijfsrevisoren Burg. Ven. CVBA / BTW BE 0431 0BB 289 RPR Brussel

Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de interne beheersing van de entiteit in aanmerking die relevant is voor het opstetten van de geconsotideerde jaarrekening, die een getrouw beetd geeft, teneinde controtewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controte omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde grondstagen voor financiële verstaggeving, de redetijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, atsmede de presentatie van de geconsotideerde jaarrekening ats geheel.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestetden van de entiteit de voor onze controle vereiste ophetderingen en intichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie votdoende en geschikt is om daarop ons oordeet te baseren.

Oordeel zonder voorbehoud

Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap ABO-Group Environment NV per 31 december 2014 een getrouw beetd van het vermogen en van de financiëte toestand van het geconsolideerd geheel atsook van haar geconsotideerde resuttaten en van haar geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgestoten, in overeenstemming met de lnternational Financial Reporting Stondords zoals goedgekeurd door de Europese Unie.

Benodrukking van een bepaalde aangelegenheid

Zonder afbreuk te doen aan bovenvermetd tot uitdrukking gebracht oordeet, vestigen wij de aandacht op de toelichting nummer 25 bij de geconsotideerde jaarrekening inzake mogetijke verptichtingen die een omschrijving bevat van de onzekerheden omtrent twee lopende gerechtetijke geschitten waarbij de vennootschap momenteeI in een beroepsprocedure vervat zil.

Verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Het bestuursorgaan is verantwoordetijk voor het opstetlen en de inhoud van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening.

ln het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in Betgië van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (lSA's), is het onze verantwoordetijkheid om, in atte van materieel belang zijnde opzichten de nateving van bepaatde wettetijke en regtementaire verptichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verktaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de geconsotideerde jaarrekening te wijzigen:

Het jaarverstag over de geconsotideerde jaarrekening behandett de door de wet vereiste intichtingen, stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening en bevat geen van materieel betang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.

5 BDO Burg. Ven. CVBA

door Veerte Catry

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.