Annual Report • Apr 28, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
ABO-Group Environment is een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het ondernemingsnummer BTW BE 0477.032.538 (RPR Gent)
| Voorwoord | 4 |
|---|---|
| Highlights 2016 | 6 |
| Groepsstructuur | 23 |
| Vestigingen | 24 |
| Onze bedrijfswaarden | 25 |
| Erkenningen en certificeringen |
28 |
| Het ABO-Group aandeel | 29 |
| Markt en markttendensen |
31 |
| Mens en organisatie |
33 |
| Onderzoek & ontwikkeling | 35 |
| Doelstellingen 2017 | 38 |
| Verslag raad van bestuur | 39 |
| Verklaring inzake deugdelijk bestuur | 46 |
| Remuneratieverslag Verklaring door de verantwoordelijke personen |
54 56 |
| Geconsolideerde Jaarrekening |
58 |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 59 |
| Geconsolideerd totaal resultaat | 60 |
| Geconsolideerde balans | 61 |
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 63 |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 64 |
| Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten |
66 |
| Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening | 107 |
Hierbij stel ik u met enige fierheid het derde jaarverslag van ABO-Group Environment voor. Als enig Belgisch consultancybedrijf dat op Euronext beursgenoteerd is, slaagden we er in 2016 in om de aangekondigde groei van 5% ruimschoots te overtreffen, tot maar liefst 16,3%. Ons doel bestaat erin om ons team van ingenieurs en experten zich verder te laten specialiseren zowel in onze drie thuislanden (België, Nederland en Frankrijk) alsook via internationale projecten. We geloven erin dat de markt ons ruimte biedt om zo verder een aanzienlijke groei te realiseren.
Geotechniek, sinds jaar en dag onze hoofdactiviteit in Frankrijk, is, sedert de overname van Geomet in Nederland (juni 2016) en sinds de verdere uitbouw in België, uitgegroeid tot onze Core Business. Daarenboven zijn we er gespecialiseerd in specifieke niches van het grondmechanisch onderzoek en kunnen we nu ook de meest complexe proeven uitvoeren. Hierdoor positioneert ABO-Group zich als één van de meest ervaren specialisten inzake grondmechanica in West-Europa. In 2017 willen we dit nog versterken. Dit betekent: meer projecten die we met onze beste specialisten over onze thuislanden heen zullen realiseren. De binnengehaalde geotechnische opdrachten voor "Le Grand Paris", de nieuwe ring voor openbaar vervoer rond Parijs, vormen de basis voor de groei voor de komende vijf jaar. Daarnaast vormt de gunstige economische ontwikkeling in Nederland een grote steun voor de uitbouw van deze activiteiten.
Ook onze afdeling bodem ontwikkelt zich goed, onder meer door onze jarenlange ervaring in saneringsprojecten. ABO blijft zich hier als marktleider in Vlaanderen (cijfers OVAM) handhaven. Na een periode van negatieve groei in Nederland is er een duidelijk herstel met positieve groeivooruitzichten. In Frankrijk wordt de regulering van nabij opgevolgd, met mogelijks positieve ontwikkelingen in de komende jaren.
Voor de divisie energie liggen heel wat uitdagingen op tafel, zowel naar de bebouwde omgeving als naar grote energieopslagprojecten toe. De groep diversifieert zich verder op vlak van BREEAM, archeologie en asbest, en internationaal komt er terug meer wind in de zeilen.
Als consultancy en engineering bedrijf werd dit alles in 2016 slechts mogelijk gemaakt door onze meer dan 330 professionele medewerkers die opereren vanuit een twintigtal kantoren. Daarvoor richt ik tot hen graag een woord van dank voor hun dagelijkse inzet. We gaan in 2017-2018 voor meer eenheid, kennisuitwisseling en samenwerking tussen onze kantoren. Als één van de grote Belgische milieuconsultancybedrijven zijn we relatief klein ten opzichte van onze Nederlandse en internationale collega's. Dit hoeft niet negatief te zijn, want onze wendbaarheid en flexibiliteit geven ons vaak een betere positie, wat we de laatste jaren mochten ondervinden.
In de sterk evoluerende en automatiserende maatschappij blijven we met onze experten maatwerk voor onze klanten leveren. In 2017 blijven we inzetten op interne en externe groei en op de uitbouw van een platform van specialisten in al onze disciplines. Hopelijk zet de goede start van het eerste trimester van 2017 zich het hele jaar door.
Frank De Palmenaer
Chief Executive Officer
5
ABO-Group is gespecialiseerd in Consultancy, Testing & Engineering, specifiek gericht op bouw (bodemonderzoeken, saneringen, archeologische studies, geotechnisch onderzoek, ...), milieu en energie. ABO-Group is zowel actief in haar drie thuislanden België, Nederland en Frankrijk, als op de internationale markt en garandeert haar klanten een duurzame oplossing.
ABO-Group heeft de strategische beslissing genomen om een filiaal op te starten in Vietnam via een holdingstructuur in Hongkong. De doelstelling bestaat erin om de export van kennis vanuit ABO-Group voor de groeiende milieumarkt van Vietnam te faciliteren. Het lokale bedrijf is gevestigd in Hanoi en de bezetting van 3 FTE's zal in 2017 uitgebreid worden met verschillende technische experten.
In de opstartfase werden voornamelijk milieustudies uitgevoerd voor grote havengebonden werken en voor de ontwikkeling van industrieterreinen. De totale investering loopt in de honderden miljoenen euro.
Andere projecten inzake het voorkomen van bodem- en waterverontreiniging zitten in de pipeline. Naast projecten voor private investeerders worden Proposals voorbereid voor internationale financiële instellingen, zoals Wereldbank en Asian Development Bank.
Hoe bepaal en compenseer je de impact wanneer mangroves en traditionele vissersgemeenschappen zullen verdwijnen voor nieuwe werkgelegenheid in havengebonden industrie (Noord-Vietnam)? Een praktijkvoorbeeld van het concept People-Planet-Profit.
De voorbereiding van een gelijkaardig initiatief werd opgestart in Indonesië, in navolging van een succesvolle prinselijke missie naar Jakarta. Ook Indonesië is een land met een groeiend potentieel aan opportuniteiten voor ABO-Group, in het bijzonder voor toepassingen van nieuwe milieutechnologie en duurzame projectontwikkeling. De ervaring van ABO-Group in Europa inzake milieu-impactstudies voor infrastructuurwerken, haalbaarheidsstudies voor hernieuwbare energie en projectmanagement voor afvalverwerkingssystemen zijn hierbij belangrijke troeven.
Dankzij de expertise en de ervaring in afvalprojecten in Cambodja, India, Sri Lanka, e.a., wist ABO-Group twee nieuwe strategische projecten rond Waste-To-Energy te winnen. Een eerste project betreft een studie in opdracht van de Wereldbank voor de evaluatie van investeringen voor afvalophaling en afvalverwerking in vier noordelijke atollen in de Malediven. Dit project kadert in het nationale milieubeheerprogramma dat opgestart werd in het kader van klimaatadaptatie voor deze zeer kwetsbare eilandenstaat. Op basis van de aanbevelingen uit deze studie werden bijkomende financieringen vrijgemaakt voor andere provincies.
Een tweede project is een technische-economische haalbaarheidsstudie voor de identificatie van pilootprojecten inzake Waste-To-Energy in Bangladesh, met financiering van de Verenigde Naties.
Ook in Afrika werd zoals in voorgaande jaren technische ondersteuning geleverd in het kader van duurzame projecten met een internationale financiering. Voorbeelden komen uit Ghana en Burkina-Faso, met name voor de voorziening van zuiver drinkwater in scholen en lokale gemeenschappen. In 2016 kwam ook Oostelijk Afrika meer in de belangstelling van ABO-Group. Inmiddels werd met een Franse financiering gestart met de opmaak van een nationaal afvalstoffenplan in Mauritius. In 2017 worden nog andere projecten rond afvalverwerking verwacht, onder meer in Kenya.
Waste-To-Energy kan een positieve bijdrage leveren tot het verbeteren van het milieu en het klimaat in de dichtbevolkte gebieden. Maar hoe pas je onze westerse technologie aan opdat ze toepasbaar wordt in Bangladesh, het armste land van Azië?
De afdeling archeologie schoot de voorbije maanden sterk vooruit. Zo haalde dochterbedrijf ABO NV de erkenning als archeologisch bedrijf binnen, waar het voorheen enkel erkende archeologen in dienst had. Verder haalde de afdeling een raamcontract voor vier jaar binnen met de Stad Antwerpen voor de opmaak van archeologienota's en het uitvoeren van archeologisch onderzoek zoals proefsleuven en opgravingen. Deze studies en onderzoeken zullen plaatsvinden in de regio van de Stad Antwerpen.
Eerder in 2016 voerde ABO-Group al een grootschalig archeologisch onderzoek uit in het kader van de aanleg van overstromingsgebieden langsheen de Gemeenschappelijke Maas in Limburg. Tevens heeft ABO voor dit gebied een grootschalige grondverzetstudie uitgevoerd, voor een oppervlakte van ca. 70 hectare. De onderzoeken passen in het kader van de beveiligingswerken tegen overstromingen.
ABO-Group staat in voor de screening en het onderzoek van de risicogronden gelegen in kwetsbare gebieden gelokaliseerd in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant. In het totaal werden zo een 200 locaties gescreend. Tevens zijn er op dit moment ongeveer 90 bodemonderzoeken in uitvoering.
In het Strategisch Plan 2015-2020 van OVAM werd volgende doelstelling opgenomen:
De eerste stap is het in kaart brengen van mogelijke risicogronden in de beschermingszones van drinkwaterwingebieden. Hiervoor worden in Vlaanderen ca. 330 locaties (geselecteerd door OVAM op basis van de gegevens beschikbaar in hun databank) gescreend:
In een tweede fase wordt voor de risicogronden die nog niet onderzocht werden, een aanpak op maat uitgewerkt. Afhankelijk van de situatie (zie doorstroomschema) wordt een ambtshalve verkennend of oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd. Wanneer verontreiniging wordt vastgesteld, wordt hiervoor bijkomend onderzoek uitgevoerd om na te gaan of sanering al dan niet noodzakelijk is.
Voor het derde jaar op rij coacht dochteronderneming E20 bedrijven in opdracht van Stad Gent. Coachingtrajecten hebben als doel opportuniteiten inzake energie-efficiëntie te onderzoeken en het bedrijf te coachen om effectief te investeren in REG-maatregelen*, zowel met betrekking tot het reduceren van de gebouwgebonden als de procesgebonden energievraag.
In samenspraak met het bedrijf en eventuele andere partijen worden potentiële investeringen in hernieuwbare energie onderzocht en gestimuleerd om een haalbare potentiële CO2-uitstootreductie te behalen. Verder heeft het coachingtraject als streefdoel het structureel verankeren van energiezorg in het bedrijfsbeleid, zodat ook na de coaching het bedrijf autonoom opportuniteiten met betrekking tot energiebesparing en hernieuwbare energie kan opvolgen. De duur van een coachingtraject omvat gewoonlijk één volledig jaar.
*REG-maatregelen (= maatregelen voor Rationeel EnergieGebruik) zijn alle praktische maatregelen gericht op het reduceren van het energieverbruik bij de bedrijven.
Sonisch boren is een geavanceerde vorm van boren die gebruik maakt van hoogfrequente resonantie-energie tot 150 Hz, opgewekt in de Sonic boorkop door twee ronddraaiende gewichten. Tijdens het boren wordt resonantie-energie overgedragen langs de boorbuis naar het boorbit. Gelijktijdig wordt de boorbuis geroteerd, zodat de resonantie-energie gelijk over het boorbit wordt verdeeld op het te doorboren materiaal. Dit zorgt ervoor dat vrijwel alle formaties of het nu gesteente, klei, grind of zand betreft, kunnen worden doorboord en bemonsterd met een maximale productiviteit.
Eind 2016 breidde ABO-Group zijn machinepark uit met een nieuwe Sonic Drill machine, die wordt ingezet op projecten in onder meer Scandinavië, Frankrijk, Nederland en België.
Midden juni 2016 bouwde ABO-Group haar geotechnische activiteiten uit door de overname van Geomet, een Nederlandse expert in geotechnisch advies en sonderingen. Geotechniek werd hierdoor bevestigd als Core Business van ABO-Group in Europa.
In 2008 zette ABO-Group de eerste stappen in de geotechnische markt in Nederland met de overname van Goorbergh Geotechniek. In 2016 volgde een grote sprong voorwaarts via de overname van Geomet, een geotechnisch advies- en veldwerkbureau met 20 medewerkers gelegen in Alphen aan den Rijn. Door de krachten te bundelen verwacht ABO-Group de marktkansen in Nederland en daarbuiten sterker te kunnen benutten. De sterke referenties en de geotechnische expertise van Geomet zullen bijdragen tot het marktaanbod van de ABO-Groupactiviteiten.
ABO-Group kiest bewust voor de Nederlandse markt. Na enkele crisisjaren zijn er sinds 2015 duidelijk tekenen van herstel. Ook de verwachtingen voor de komende jaren zijn positief. Frank De Palmenaer, CEO ABO-Group: "Na verschillende jaren van laagconjunctuur is nu pas de heropleving voelbaar en vormt dit het geschikte moment om onze positie in Nederland te versterken. Via deze overname breiden we onze aanwezigheid in Nederland uit met high-end geotechnische dienstverlening. Met de gecombineerde expertise kunnen we er naast veldwerk, nu ook geotechnisch advies bieden in de meest complexe dossiers, zoals dat in onze andere twee thuislanden België en Frankrijk al geruime tijd het geval is."
Geotechniek, goed voor circa 50% van de geconsolideerde groepsomzet, vormt al jarenlang een kernactiviteit van ABO-Group. In Frankrijk is de groep actief in geotechniek met circa 120 medewerkers, verspreid over kantoren in Toulon, Marseille, Nice, Montpellier, Lyon, Parijs, Nancy en Lille. In België worden de geotechnische activiteiten uitgevoerd onder de merknaam Geosonda via kantoren in Gent, Aartselaar, Brussel, Hasselt en Namêche.
ABO-Group splitst haar geotechnische activiteiten op in enerzijds Consultancy & Engineering (= advies) en anderzijds Testing & Monitoring (= veldwerk). Geomet verzorgt voortaan alle geotechnische adviezen en funderingsonderzoeken. Daarnaast wordt het geotechnisch veldwerk van Geomet en Goorbergh Geotechniek (dochter van ABO-Group) gecentraliseerd en krijgt de naam Geosonda. Het milieukundig en archeologisch veldwerk blijft het werkterrein van Sialtech. Deze dochtervennootschappen van ABO-Group zullen op het gebied van advies en op het gebied van veldwerk commercieel de krachten bundelen om de dienstverlening te optimaliseren.
De overname faciliteert verdere samenwerking en kruisbestuiving tussen de geotechnische bedrijven in Frankrijk, België en Nederland. De sterke kennis- en kwaliteitgedreven bedrijfscultuur van Geomet sluit nauw aan bij de stijl van ABO-Group. Geotechnische kennis zal verder gedeeld en toegepast worden in alle thuismarkten zodat klanten een beroep kunnen doen op een breder palet van hoogwaardige diensten. Een bijkomend voordeel is dat geotechniek niet gebonden is aan lokale wetgeving, zodat gemakkelijk over de grenzen heen kan samengewerkt worden.
Geotechniek is het onderzoek van de bodem, dat als doel heeft de draagkracht van de ondergrond in kaart te brengen om de juiste funderingstechniek te bepalen teneinde te kunnen bouwen in en op de grond. Deze activiteit vormt één van de speerpunten van ABO-Group, waarbij een grote expertise werd verworven in zowel harde rotsbodems (o.a. Frankrijk), als in zachte gronden (België/Nederland). Diverse veldwerkploegen en experten zijn dagelijks actief met de uitvoering van grondmechanische terreinproeven via sonderingen en met het advies over funderingstechnieken en grondmechanica.
Het kantoor van Geomet bevindt zich in Alphen aan den Rijn en is uitstekend gelegen in de randstad ten opzichte van belangrijke steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.
Aad van der Burg (l.), directeur Geosonda B.V. en Frank De Palmenaer (r.), CEO ABO-Group, tekenen de overeekomst op 16 juni 2016.
In Zeeuws-Vlaanderen ligt de voormalige stortplaats Kanaalpolder. Van 1967 tot 1977 is hier in een laag gelegen weiland huisafval, bouwafval en chemisch afval gestort over een oppervlakte van 5 hectare. Door het ontbreken van een boven- en onderafdichting van het stortlichaam zijn door infiltratie van regenwater voornamelijk vluchtige aromaten en gechloreerde chloorkoolwaterstoffen verspreid. De invloed van de stortplaats is tot enkele honderden meter stroomafwaarts meetbaar.
Om contactmogelijkheden uit te sluiten, is in 2016 een afdeklaag aangebracht. Deze afdeklaag bestaat uit een laag grond die voldoet aan de bodemkwaliteitseisklasse industrie. Op deze uitvullaag is een leeflaag aangebracht bestaande uit schone grond van minimaal 1 meter dik.
Door ABO-Milieuconsult B.V. is in 2011 een vraagspecificatie opgesteld ten behoeve van het saneren van de grondwaterverontreiniging. In 2012 kreeg de opdrachtgever de opdracht tot de uitvoering van een pilot en proefperiode voor de door hun voorgestelde aanpak van de grondwaterverontreiniging.
Uit de gezamenlijke, door ABO-Milieuconsult B.V. en de opdrachtgever uitgevoerde grondwatermonstername, blijkt dat de toegepaste in-situ saneringstechnieken voldoen. In januari 2017 begon de opstart van een full-scale in-situ grondwatersanering.
ABO-Milieuconsult B.V. zal deze in-situ sanering de komende tien jaar monitoren onder het procesbesluit SIKB BRL 6000 protocol 6002. Een door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu erkende medewerker van ABO-Milieuconsult B.V. zal deze bemonsteringen de komende jaren verzorgen.
De Franse dochteronderneming ABO-ERG vierde in 2016 haar veertigste verjaardag. ABO-ERG is een studiebureau gespecialiseerd in geotechniek en milieu. Haar 130 technici, ingenieurs en deskundigen, in geologie, hydrogeologie, grondmechanica, bodem- en waterchemie zijn actief in het departement Le Var en in verschillende andere bureaus.
Van bij zijn oprichting in 1976, heeft ABO-ERG zich gespecialiseerd in geotechniek. In het begin van de jaren 1990, begon de problematiek inzake grondverontreiniging door antropogene vervuilende stoffen (zo genoemd als het milieu negatieve veranderingen ondergaat ten gevolge van menselijke activiteiten) de gebruiksbestemming en de verbouwing van onroerende goederen te beperken. Gesterkt door zijn ervaring in bodemonderzoekstechnieken, geologie en hydrogeologie, heeft ABO-ERG de ontwikkeling van deze nieuwe disciplines omkaderd, waardoor ABO-ERG nu in Frankrijk één van de belangrijkste spelers op de markt is. ABO-ERG is dan ook één van de weinige onderzoeksbureaus die tegelijk deel uitmaken van de U.S.G., 'Union Syndicale des Géotechniciens français' (geotechniek) en van de U.P.D.S., 'Union Professionnelle de Décontamination des Sites' (milieusanering).
Door haar geschiedenis vormt het oppervlak van de aarde één groot geheel, dat in de tijd en in de ruimte blijft veranderen. Elke site is anders en moet rationeel benaderd worden door de geowetenschappen, rekening houdend met de natuurlijke variaties. De geotechniek, al eeuwenlang op empirische wijze toegepast bij het bouwen, wordt sinds het einde van de 19e eeuw op een meer wetenschappelijke manier aangepakt.
In de jaren 1950, zorgt de wiskundige voorstelling van de grond- en gesteentenmechanica voor de ontwikkeling van deze discipline. Vandaag de dag beschikken de technici van ABO-ERG over uitstekende onderzoeks- en meetmiddelen, uitgerust met de meeste geavanceerde technieken, om de mechanische eigenschappen van gronden en gesteenten te onderzoeken, alsook de interactie tussen de grond en een project.
De exploitatie van de grondwaterreserves, de industriële revolutie en de grote werken hebben geleid tot een geleidelijke degradatie van de milieukwaliteit. Milieustudies, met als voornaamste doel de bescherming van de gezondheid van de mens, zijn een recentere evolutie van de geotechniek. Het besef van de broosheid van ons milieu heeft de groei en de ontwikkeling vereist van specifieke methodes die ABO-ERG meer dan goed beheerst. Een grondige en nauwkeurige kennis van de site is noodzakelijk vóór de aanvang van een project. Een geotechnisch of ecologisch model wordt opgesteld, om nadien te kunnen projecteren, concipiëren, berekenen, saneren indien nodig, verbouwen en bouwen.
Deze geowetenschappen omvatten de drie volgende vakgebieden:
1/ de geologie die door de natuur en de structuur van de grond en de gesteenten te bepalen, inzicht geeft in de geschiedenis van de aarde in al haar componenten en in hun mogelijke evolutie in de tijd naar menselijke maatstaven.
Met deze wetenschap kan de stratigrafie van de bestaande bodemlagen bepaald worden alsook de eventuele risico's op geologische ongevallen, zelf afhankelijk van de aard van de bodemlagen en hun verleden.
ABO-ERG ingenieurs zijn ook gespecialiseerd in aanverwante domeinen, zoals geochemie en Sanitary Engineering, om de studies en de bouwdirectie van rehabilitatieprojecten van gedegradeerde gronden op zich te nemen. Bij ABO-ERG staat innoveren centraal, teneinde altijd de meest relevante oplossingen te brengen. De geologie op menselijke schaal evolueert weinig of niet. De geschiedenis van de aarde en de evolutie van het aardoppervlak daarentegen zijn af te lezen uit de geologie en de topografie. De geoloog neemt waar, concludeert en begrijpt waarom de grond die hij onderzoekt van dergelijke aard is in termen van samenstelling en topografie, zodat het verbouwen of inplanten van een bouwwerk kan worden overwogen. Een goede onderzoekstudie begint bij een goede "naturalistische" kennis van de site. Daarom gaat de ingenieur ter plaatse, om de grond vooraf "aan te voelen". De bibliografie en de enquêtes in de omgeving leveren soms ook determinerende informatie.
De onderzoeken in situ, terrestrisch en marien, worden dan bepaald in functie van de vermoede geologische constitutie van de site, van de voorgaande menselijke interventies, en van het project dat de bouwheer in gedachten heeft. Dit studiewerk vergt soms een interactieve aanpassing tijdens de totstandkoming van een project. ABO-ERG realiseert deze onderzoeken in allerlei configuraties, door de inzet van allerhande performante werktuigen, soms tot honderden meter diep.
De genomen monsters worden geanalyseerd in het laboratorium van ABO-ERG in La Seyne-sur-Mer. Ze zullen de natuur en de karakteristieken van de grond en de gesteenten nauwkeurig bepalen. Daarna kunnen de technische onderzoeken starten om de projecten van de klanten te optimaliseren. Hier brengt ABO-ERG zijn begeleiding, zijn expertise en zijn conclusies aan, om te beveiligen, te verbouwen, te bouwen, van de ontwerpfase tot de oplevering van het project.
ABO-ERG is een duurzame onderneming. De toepassing van haar waarden, haar ethiek en haar integere bedrijfscultuur, gebaseerd op eerlijkheid, ernst en initiatiefzin, vormen de leidraad van haar activiteiten.
De geowetenschappen vereisen inderdaad een aanpak steunend op strenge onderzoeks- en meetmethodes, om een zo objectief mogelijke interpretatie van de oorspronkelijke staat van de natuurlijke omgeving, met name de grond, te garanderen. Het project kan een kerncentrale zijn, maar ook een school, een tunnel, een flatgebouw van meerdere verdiepingen. De bekommernis om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers staat centraal in het bedrijf. Er wordt grondig gewaakt op de kwaliteit van het studiewerk en op de veiligheidssituatie van het personeel, en dit voor elke klant. Deze beroepen bieden hun diensten aan in alle sectoren, bouw en openbare werken, aannemers, openbare en private projectontwikkelaars, particulieren, kerncentrales, hoogspanningslijnen, gasleidingen, overheidsinstanties, het leger, snelwegbedrijven, SNCF, TGV, andere vervoersmaatschappijen, Société du Grand Paris, ...
Als blijk van haar expertise, heeft ABO-ERG de certificaten ISO 9001 (versie 2008) sinds 2005 en MASE-UIC (Veiligheid van de ondernemingen alle sectoren en sector chemie) sinds 2012. ABO-ERG Environment is gecertificeerd 'Service Verontreinigde Sites en Gronden' door het 'Laboratoire National de métrologie et d'Essais' en voldoet aan de 16 verbintenissen van de LNE. Het Kwaliteit-Veiligheid-Gezondheid-Milieu beleid definieert het hoge kwaliteitsniveau van de prestaties van ABO-ERG, het luisteren naar de klanten en zijn reactiviteit als de garantie van zijn ontwikkeling en van de tevredenheid van zijn private of openbare klanten.
De managementaanpak van ABO-ERG plaatst bezorgdheid om de klant centraal en aanziet de kwaliteit als een essentie van management. ABO-ERG viseert steeds de verbetering, de coherentie en de efficiëntie van zijn organisatie.
ABO-ERG beschikt over het professioneel certificaat uitgegeven door de OPQIBI (Engineering Kwalificatie Agency) en is gekwalificeerd in geotechniek (studies betreffende gewone en complexe projecten, in geologie, in hydrogeologie, in gewone en complexe grondwerken, enz.), en milieu (studies betreffende de verontreiniging van de grond, de sanering en de bescherming van de ontvangende omgeving…). Als zodanig zetelt ABO-ERG in de OPQIBI/ comité 3, die de kwalificaties «Bodemtechnieken» uitgeeft.
Conform zijn kwaliteits- en veiligheidsbeleid, hecht ABO-ERG veel belang aan de verbetering van het gebruikte gereedschap en materiaal (veiligheid, ergonomie, aanpassing aan de noden van de diensten en van de markt) en aan opleidingen voor het personeel, zowel intern als extern. ABO-ERG blijft dus investeren in opleidingen en studiemogelijkheden.
Het studie- en engineeringbureau ABO-ERG telt ook een team gespecialiseerd in grote infrastructurele en industriële projecten over het hele land. Zijn onderzoeksmiddelen omvatten 25 ateliers voor sonderingen, proeven en metingen in situ. Het schip maakt interventies mogelijk op zee, op de waterwegen en wateroppervlaktes. Het analyselaboratorium, gespecialiseerd in grond- en gesteentenmechanica, kan intern gebruik maken van de meest moderne apparatuur.
ABO-ERG viert zijn 40-jarig bestaan en is fier om zich in deze tijden van stevige concurrentie nog "sterk en onafhankelijk" te mogen noemen. "We gaan door met investeren", verklaart zijn voorzitter François Mayeux, "We blijven aanwerven en kopen steeds beter materiaal (software, informatica, onderzoeksmiddelen), we participeren in onderzoeksprogramma's teneinde onze competitiviteit ook door innovatie in stand te houden. Tenslotte, overwegen we om nieuwe agentschappen te openen, om letterlijk steeds dichter bij onze klanten te staan en onze reactiviteit nog te verhogen. Grote projecten lukken niet als ze op benaderingen steunen. Om te bouwen of te verbouwen, is het noodzakelijk beroep te doen op ervaren professionals, toekomstgericht denken en handelen is een must." besluit hij.
Highlights 2016
Het project 'Le Grand Paris' voorziet 175 km nieuwe spoorlijnen, 275 bruggen en tunnels en 37 nieuwe stations in een brede ring rond Parijs. De voorbije jaren onderzocht de Franse dochteronderneming ABO-ERG al de geologische ondergrond van de zuidkant, dat moest uitmaken waar de sporen en de stations mogen komen. In navolging daarvan voerde ABO-ERG in 2016 onder meer pompproeven uit ter hoogte van een vijftal nieuwe stations.
In het kader van de preliminaire studies, hield ABO-ERG toezicht op de uitvoering van de pompwerken met grote diameters en heeft het piëzometers geïnstalleerd (10 piëzometers per pompput) voor de monitoring. De werken en proeven werden uitgevoerd in een dichte stedelijke omgeving.
In elk van de vijf pompinstallaties, werd een pompproef per niveau met een duur van 8 uur en een pompproef van lange duur (48 uur) gerealiseerd. Alle proeven stonden onder toezicht van ABO-ERG. De opvolging van de pompproeven werd uitgevoerd door middel van automatische continue niveausensoren. Alle gegevens betreffende de pompproeven werden gecentraliseerd door ABO-ERG en vervolgens geïnterpreteerd door de ingenieurs in hydrogeologie van ABO-ERG.
Deze interpretatie maakte de bepaling van de hydrodynamische karakteristieken mogelijk.
Een gerenommeerde internationale mijnbouwgroep vetrouwde ABO-ERG een aantal opdrachten toe inzake milieu-monitoring en -toezicht, alsook geotechnische opdrachten naar stabiliteit toe. Tot dat laatste behoorde het opzetten van een meetnet voor piëzometrische monitoring en geotechnische verkennende sonderingen, uitgevoerd ter hoogte van de site 'Crassier de Saint-Cyr', gelegen in het Nationaal Park Calanques, in Marseille (F).
De piëzometers, waarmee waterdruk gemeten wordt, werden over de volledige hoogte van het vulmateriaal geplaatst, tot in het kalksubstraat (tot een diepte van 60 m). Na de installatie werden keuringsproeven uitgevoerd. ABO-ERG gebruikte de ODEX techniek voor de piëzometers die in het dammateriaal (bodemas en diverse aanaardingsmaterialen) geplaatst werden en een woelboor met water als boorvloeistof in de rode modder. Verkennende diepsonderingen werden ook uitgevoerd.
Voor het beheer van het slib en van het boorafval werd afvalmateriaal met hermetisch afgesloten opslagbakken naar gepaste verwerkingsinstallaties afgevoerd, na de uitvoering van de nodige analyses. Met deze opdracht heeft ABO-ERG zijn expertise in het uitvoeren van piëzometrische installaties op grote diepte en in het beheer van afvalmateriaal in een ecologisch gevoelige context kunnen versterken.
PER 31/12/2016
(3) Geosonda Environment NV
Nieuw in 2016: Bordeaux (F), Vietnam
Binnen alle bedrijven en binnen alle businesslijnen van ABO-Group streven we vandaag naar één gemeenschappelijke cultuur en identiteit. Die identiteit wordt samengevat in drie grote kernwaarden die tegelijk onze drijfveren zijn: Ambition, Best Practices en Open-minded.
We ondernemen voor en met al onze aandeelhouders, klanten, partners en medewerkers. Samen hebben we de ambitie om verder uit te groeien tot dé referentie in elk van onze markten, vakgebieden en niches.
Om een maximale meerwaarde te betekenen voor al deze betrokkenen leggen we de focus op een voortdurende ontwikkeling en grotere diversificatie van onze diensten en activiteiten binnen en buiten Europa. Onze medewerkers worden gestimuleerd naar creatieve oplossingen te zoeken.
Om dit te realiseren is de ontwikkeling van onze medewerkers essentieel. Daarom trachten we hen de nodige middelen aan te reiken om zich te ontplooien in de organisatie en zo ook hun ambities waar te maken.
Binnen elk project dat wordt aangevat, gaan we actief op zoek naar kwaliteit en duurzame oplossingen, hierbij rekening houdend met de zorg voor de mens, de veiligheid en het milieu. Zo wordt een win-win voor alle partijen nagestreefd. De middelen worden op een slimme manier gehanteerd en we concentreren ons op onze successen. De projecten worden efficiënt en resultaatgericht aangepakt met een To The Pointmentaliteit. Zo kan de gewenste kwaliteit binnen de gewenste termijn geleverd worden. In onze sector is het heel belangrijk te werken volgens de vooropgestelde wetten, decreten en reglementen. We zorgen er dus voor dat de laatste updates steeds kunnen toegepast worden.
Iedereen is gelijkwaardig. We stimuleren een constructieve samenwerking en betrokkenheid op alle niveaus en binnen de verschillende businesslijnen. Medewerkers en klanten worden met respect en integriteit behandeld. We geloven in onze medewerkers. Wederzijds vertrouwen zorgt voor een positieve energie. Hierbij hoort een transparante, eerlijke en open interne communicatie zodat onze medewerkers deze positieve mentaliteit kunnen overbrengen naar onze klanten.
27
ABO-Group heeft de ambitie om de komende jaren gecontroleerd te blijven groeien tot een toonaangevende groep in diverse activiteitsdomeinen. Veiligheid en kwaliteit zijn hierbij belangrijke thema's die de nodige aandacht krijgen. Dit alles wordt sterk ondersteund vanuit de kwaliteitsprocedures en -processen. ABO-Group beschikt dan ook over diverse erkenningen en certificeringen in de landen en de marktgebieden waarin we actief zijn. Hieronder volgt een kort overzicht van onze voornaamste erkenningen.
frankrijk
• ISO 9001:2008
• ISO 9001:2008
De aandelen van ABO-Group zijn genoteerd op de beurs van Euronext Brussel met het symbool ABO en met de ISIN-code BE0974278104. Aan het einde van het jaar waren er in totaal 10.568.735 aandelen.
Het aantal ABO-Group-aandelen bleef in 2016 ongewijzigd, namelijk 10.568.735.
De LEI-code is een code om transacties op de financiële markt mee te identificeren. De LEI-code van ABO-Group Environment is 549300LI66B1EUKRVH65.
Er werden in de loop van 2016 geen transparantieverklaringen betreffende het aandeelhouderschap en de drempeloverschrijding door de aandeelhouders aan FSMA overgemaakt.
De enige geldende kennisgeving op 31/12/2016 is deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde op 27 maart 2014 een drempeloverschrijding omdat hij in ruil voor de inbreng van aandelen ABO Holding 2.444.420.898 aandelen van ABO-Group verwierf, wat in verhouding tot het toenmalig totaal aantal aandelen van 2.642.183.631, 92,52% van de aandelen vertegenwoordigt. In september 2014 is er de omgekeerde aandelensplitsing gekomen (1:250), zodat de 2.444.420.898 aandelen van 27 maart 2014 vanaf september 2014 overeenstemmen met 9.777.683 aandelen van de in totaal 10.568.734 aandelen. Later in 2014 kwam er nog de kapitaalverhoging met één aandeel, zodat het totaal op 10.568.735 aandelen komt.
Daarnaast verrichte de heer Frank De Palmenaer in de loop van 2015 Transactiemeldingen van bedrijfsleiders, namelijk voor de verkoop van in totaal 61.536 aandelen.
Het aandeel van ABO-Group heeft in 2014 een volledige transformatie doorgemaakt en in dat jaar is het totaal aantal aandelen meermaals fors gewijzigd. De evolutie van de beurskoers is daardoor uiteraard sterk beïnvloed. Bij het lezen van onderstaande tabel, dient bijgevolg ook de transformatie van het aandeel in 2014 in beschouwing te worden genomen.
| € | Slotkoers 31/12 | Laagste koers v/h jaar |
Hoogste koers v/h jaar |
Aantal aandelen 31/12 |
Beurskapitalisatie 31/12 |
|---|---|---|---|---|---|
| 2007 | 7,50 | 7,49 | 10,00 | 16.158.250 | 121.186.875 |
| 2008 | 3,32 | 3,32 | 11,80 | 19.634.137 | 65.185.335 |
| 2009 | 2,06 | 1,76 | 3,60 | 20.657.171 | 42.553.772 |
| 2010 | 0,83 | 0,31 | 2,34 | 28.633.631 | 23.765.914 |
| 2011 | 0,30 | 0,20 | 1,06 | 28.633.631 | 8.590.089 |
| 2012 | 0,26 | 0,19 | 0,41 | 28.633.631 | 7.444.744 |
| 2013 | 0,18 | 0,17 | 0,30 | 28.633.631 | 5.154.054 |
| 2014 | 5,62 | 0,16 | 41,30 | 10.568.735 | 59.406.859 |
| 2015 | 3,54 | 2,01 | 6,2 | 10.568.735 | 37.413.322 |
| 2016 | 1,96 | 1,72 | 3,16 | 10.568.735 | 20.714.720 |
ABO-Group stelt in haar strategie een groei voorop, zowel intern als door overnames. In dat strategisch kader heeft de raad van bestuur de intentie in de nabije toekomst aan de algemene vergadering van aandeelhouders geen voorstel tot uitkering van een dividend voor te leggen.
Algemene aandeelhoudersvergadering 201631 mei 2017 Publicatie halfjaarcijfers 2017 29 september 2017 Publicatie jaarresultaten 2017 30 maart 2018
De informatie gericht aan aandeelhouders is beschikbaar op www.abo-group.eu.
De activiteiten van ABO-Group spelen in op de brede markt voor bouw, milieu en energie. Elk van deze markten wordt gedreven door regulering, verstedelijking en de groeiende aandacht voor duurzaamheid en ecologie.
De bouwsector is klassiek gekend als een conservatieve sector maar de shift richting energiezuinige en moderne utiliteits- en woningbouw is reeds jaren aan de gang. In de private bouwsector wordt innovatie ook vaak gedreven door projectontwikkelaars en ingenieurs welke op zoek zijn naar de implementatie van nieuwe technieken en hogere standaarden. De evolutie in de bouwsector kent verschillen per land en is conjunctuurgevoelig maar de sterke verstedelijking is significant aanwezig over de landen heen.
Geotechnische dienstverlening is van belang in regio's waar de geologische kenmerken erg divers zijn. Met name voor de Franse (rotsgrond) en Nederlandse (veen en zeeklei) ondergrond is gespecialiseerde geotechniek bijzonder relevant en tegelijk uiteenlopend. Zo wonen vandaag al meer dan 3,9 miljoen Nederlanders onder de zeespiegel. Duinen, dijken en zeeweringen zorgen er voor dat de stedelijke gebieden intact blijven maar het Nederlandse planbureau voor leefmilieu publiceerde in november 2016 het rapport 'Dalende bodems, stijgende kosten' dat de klemtoon legt op de aankomende gevolgen van het dalende grondwaterpeil. Om de problematiek aan te pakken ligt er een belangrijke rol bij de provincies, de waterschappen en de gemeenten om in samenwerking met andere partijen de gebieden waar dit speelt toekomstbestendig te maken.
Op vlak van de bodemactiviteiten zien we een blijvende focus op sanering, niet in het minst voor de herontwikkeling van gebieden in en rond provinciesteden. Wijziging in regelgeving vertaalde zich vanaf juli 2016 in de archeologienota die in Vlaanderen van kracht werd. Via het organiseren van Masterclasses speelt ABO-Group in op de veranderende werkomgeving voor architecten, bouwheren en projectontwikkelaars. Als expert komt het er op neer om de vinger aan de pols te houden van de regulerende instanties alsook de uitvoerende stakeholders.
Een tweede aspect waar regulering sterk leidinggevend is voor de verbetering van het leefmilieu, vinden we terug bij asbestverwerking. Met naar schatting 2 miljoen ton resterend asbesthoudend materialen in de Belgische bebouwde omgeving is het asbestafbouwbeleid blijvend actueel. Via Translab NV zet ABO-Group sterk in op de inventarisatie van en labo onderzoek naar asbest.
De houding van Europa in het mondiale milieu debat zal mede gevormd worden door de houding van de betrokken lidstaten. De voor ABO-Group van toepassing zijnde Belgische, Franse en Nederlandse regulering zal, naarmate het draagvlak en de budgettaire ruimte dit toelaat, naar verwachting verder gunstig ontwikkelen. Voornamelijk in Frankrijk volgt ABO-Group de ontwikkeling van de regelgeving omtrent bodemverontreiniging.
De bewustwording rond energie en duurzaamheid is al jaren in opmars. Op vlak van nieuwe bouwprojecten of processen neemt de normering op verschillende vlakken toe maar de voornaamste uitdaging blijft om de bestaande infrastructuur te optimaliseren. Nieuwe technologieën dragen bij aan gunstigere kosten/baten analyses waardoor herontwikkeling steeds duidelijker op de voorgrond treed. Door Monitoring en Screening kunnen potentiële verbeteringen duidelijk in kaart worden gebracht. Op landelijk vlak zien we dat Nederland een duidelijke voortrekkersrol neemt op vlak van financiering en regulering omtrent energiezuinige renovaties.
Dat de markt niet stilstaat wordt verder onderstreept door de fusies en overnames die de sector zag in 2016. Onder impuls van potentiële synergievoordelen en het lage rentebeleid is er reeds enkele jaren een consolidatiegolf aan de gang. Zowel mondiaal, Europees als nationaal zijn bedrijven op zoek naar waardecreatie via overnames. ABO-Group stelt zich eveneens op als koper in de markt en bekijkt op regelmatige basis nieuwe dossiers.
Het personeelsbeleid van ABO-Group is erop gericht jong talent aan te werven, waarbij elk individu zich verder kan ontwikkelen in functie van zijn/haar kwaliteiten en competenties. Het blijvend leren en zichzelf voortdurend verbeteren biedt kansen voor mens en organisatie. We streven zoveel als mogelijk naar zelfsturende teams waarbinnen elk individu zijn eigen sterktes kan tonen, zich verder kan ontplooien en zijn/haar carrière richting kan geven.
Binnen ons gestructureerd personeelsbeleid bieden we voldoende ruimte om inspraak en een eigen inkleuring te geven. In onze drie thuislanden kiezen we er bewust voor om te werken in regionaal verspreide kantoren. Zo willen we niet enkel dicht bij onze klanten aanwezig zijn, maar ook onze medewerkers een gezonde werk/privé balans bieden. Daarnaast levert de diversiteit in culturen vaak boeiende en interessante kruisbestuivingen op tijdens interactieve ontmoetingen en werkbesprekingen.
ABO-Group is steeds op zoek naar innovatieve, creatieve en diversifiërende activiteiten die aansluiten bij het bestaande activiteitenpalet. Op die manier trachten we onze kennis zowel te verbreden als te verdiepen. Vertrekkende vanuit een goed doordacht idee, waartoe elke medewerker wordt gemotiveerd om zijn/haar suggesties aan te brengen, worden jaarlijks
diverse werkgroepen opgericht om de haalbaarheid hiervan af te toetsen. Op die manier groeien diverse ideeën verder uit tot volwaardige businessconcepten die worden uitgerold in de organisatie. Door de betrokkenheid van alle medewerkers te stimuleren wordt kennis, expertise en dynamiek overgebracht binnen alle lagen van de organisatie en ontstaan ook vaak mooie synergiën tussen de bedrijven onderling.
Begin 2015 hebben we ons project rond mensgericht ondernemen "HR Quality project", dat goedgekeurd werd door ESF of het Europese Sociale Fonds, succesvol kunnen afronden. Het project had als doel de medewerkerstevredenheid te verhogen. De diverse procedures en tools die werden uitgewerkt in samenwerking met alle lagen van de organisatie, blijven in voortdurende ontwikkeling, om steeds verder te streven naar een nog meer gestructureerd en efficiënter HR-beleid. Het personeelsbeleid binnen de groep is voortdurend in ontwikkeling om de groei en de ambities van de groep mee te ondersteunen. Zo verwachten we in 2017 terug diverse profielen aan te werven in België, Frankrijk en Nederland. Dit vraagt dagelijkse alertheid en creativiteit om de invulling van de behoeften binnen de diverse organisaties bij te staan opdat de uiteindelijke doelen worden bereikt. In die zin is het personeelsbeleid telkens in continue evolutie en in cadans met de ontwikkelingen binnen de diverse organisaties.
In onze steeds innoverende en concurrentiële sector worden we steeds meer en meer op diverse vlakken getriggerd. De markt evolueert almaar. We willen er dan ook zorg voor dragen dat iedere werknemer voldoende is opgeleid voor het goed uitvoeren van zijn of haar functie en dat de hem/haar toegekende opdrachten kunnen uitgevoerd worden met de nodige kennis en bekwaamheid.
We zijn er tevens van overtuigd dat de term "levenslang leren" in het kader van onze strategie steeds noodzakelijker wordt en dat het een reële meerwaarde kan betekenen voor het dagelijkse functioneren van de organisatie maar zeker ook van de medewerkers individueel.
Specifiek hebben we in 2016, met steun van ESF, ons opleidingsbeleid verder vorm en invulling gegeven. Aan de hand van onze medewerkerstevredenheidsenquête, die we de voorbije 2 jaar uitvoerden binnen de organisatie, konden we specifieke opleidingsnoden definiëren. Daarnaast werden in samenwerking met directie, vaktechnische business verantwoordelijken en de kwaliteitsdienst, de leerbehoeften gedetecteerd en gedefinieerd. Er werden rond 16 thema's opleidingsacties uitgewerkt betrekking hebbende op alle doelgroepen binnen onze organisatie.
Vandaag zijn ongeveer 85% van onze medewerkers in het bezit van een universitair of hoger professioneel diploma, hoofdzakelijk met specialismen in de ingenieurswetenschappen. Daarnaast wordt gewerkt met technische profielen, voor de uitvoering van veldwerkzaamheden. De meeste van deze medewerkers hebben één of andere vorm van technische scholing binnen zowel, het hoger professioneel als het secundair technisch onderwijs, doorlopen.
De Groep telt 336 medewerkers (eind 2016), waarvan 152 in België, 61 in Nederland en 123 in Frankrijk. Sinds 2013 kent de Groep groei in personeel, met een stijging van 16% tegen eind 2016. Deze groei in 2016 is in hoofdzaak het gevolg van de uitbreidingen in Nederland. In de toekomst blijven we ons focussen op verdere organische en acquisitieve groei, conform met onze doelstellingen. Zoals weergegeven op onderstaande taartdiagram, bestaat het totale aantal medewerkers van de groep uit 67% mannen en 33% vrouwen.
ABO-Group streeft naar een gezond genderevenwicht:
ABO-Group is actief in O&O-projecten (onderzoek en ontwikkeling) en dit binnen haar verschillende activiteitsdomeinen. De Groep wil naar buiten komen als een innovatieve speler in diverse vakgebieden. Hieronder volgt een korte toelichting van enkele belangrijke O&O-projecten uit 2016.
Archeo CPT-E (voluit: Cone Penetration Test Electric) is een sondeeronderzoek waarbij slechts een minimale ingreep in de bodem nodig is, en maakt deel uit van het archeologisch vooronderzoek. Het doel van een archeo CPT-E is om grote oppervlakten te karteren en om op die manier het paleolandschap te reconstrueren.
Tijdens fase 1 van het project 'Geotechniek en archeologische prospectie' (IWT n° 150265, 1 december 2015 - 30 november 2016) met steun van het IWT, Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie, lag de focus van het project op de ontwikkeling van een, grotendeels geautomatiseerde, lithologische en stratigrafische interpretatie-workflow van bestaande Soil Behaviourtypes, aangepast voor polderregio's.
Hierbij worden tientallen elektrische sonderingen geïnterpreteerd met oog op prehistorische landschapsreconstructies in de vroegere overstromingsvlaktes van rivieren. Deze interpretaties worden gecorrigeerd en bijgesteld op basis van correlatie met een beperkt aantal continue en ongeroerde mechanische boringen van hoge kwaliteit. De ontwikkelde aanpak werd voor het eerst ingezet in twee archeologische evaluaties van het begraven prehistorische landschap in het Antwerpse havengebied (natuurcompensatiezone Prosperpolder Zuid en aanleg van het Saeftinghedok met ontwikkelingszone Saeftinghe).
De resulterende ondergrondmodellen laten toe om het loopvlak uit de midden- en nieuwe steentijd (grofweg 10.000 tot 5.000 jaar geleden) intensief te bemonsteren en controleren op aanwezigheid van prehistorische artefacten door middel van tientallen tot honderden discontinue sonische boringen. Deze boringen laten toe om de locatie van diep begraven resten van jagerskampen te detecteren met een minimale bodemingreep en om de gevolgen hiervan op het bouwtraject op voorhand in te schatten. Deze ontwikkelingen vormen dan ook een directe uitbereiding van het aangeboden gamma archeologische diensten van dochteronderneming Geosonda.
In december 2016 werd de tweede fase van het door VLAIO gesteunde project (HBC.2016.0549) opgestart. Dit houdt eerst de valorisatie in van de verworven Knowhow, te beginnen bij
opleiding van collega's en het informeren van klanten van Geosonda.
Onderzoek en ontwikkeling tijdens fase 2 van het project is gericht op de detectie van dunnere bodemhorizonten met beperkt lithologisch contrast en daterend uit de laatste fases van de laatste ijstijd en de oude steentijd (grofweg 15.000 tot 10.000 jaar geleden). De kleurverschillen die kenmerkend zijn voor deze bodemhorizonten zullen worden geregistreerd door middel van een camera die tegelijk met een CPT-E conus in de grond wordt geduwd. Dit maakt mogelijk dat de Archeo CPT-E ook buiten riviervalleien wordt toegepast in kader van archeologische prospectie met sonderingen en boringen en kan een significante uitbereiding betekenen van de archeologische diensten die dochteronderneming Geosonda aan te bieden heeft.
2016 werd aangevat met de toekenning van het Frac-in onderzoeksproject: een Europees R&D project waarin gepoogd zal worden om een Hydraulic Fracturing opstelling te ontwikkelen die inpasbaar is in een standaard Direct Push opstelling. Het project wordt uitgevoerd door ABO en Geosonda, in samenwerking met een Vlaamse en twee Tsjechische partners. Het project werd begin 2016 toegekend en ging in maart 2016 van start. Het zal doorlopen tot maart 2019.
Verder werd in het voorjaar van 2016 een formele samenwerking aangegaan met de Universiteit Antwerpen in verband met een innovatieve monitoringstechniek voor grondwater, die door hun ontwikkeld wordt binnen een spin-off: I-Flux genaamd. De samenwerking blijft voor ABO beperkt tot een industriële promotor positie. Dit houdt in dat ABO algemene ondersteuning biedt bij marktonderzoek van de spin-off en tevens logistieke en technische ondersteuning en input geeft bij de eerste pilot-toepassingen van de technologie op werkelijke commerciële sites.
Afval is een van de groeiende problemen in een dichtbevolkt land als Bangladesh. De groeiende verstedelijking en industriële ontwikkeling heeft bovendien nood aan een duurzame energievoorziening. Energieopwekking uit afval is daarom een prioriteit voor de lokale overheid, die hiertoe een speciaal agentschap heeft opgericht. Deze entiteit ressorteert rechtstreeks onder het Ministerie van Energie. Internationale steun werd toegezegd door de Verenigde Naties om op landelijk niveau een screening te maken en een evolutie te schetsen van de verschillen in samenstelling en volumes van afval tussen de regio's. In het kader van een haalbaarheidsstudie werden door ABO-Group locaties voor piloot- en demonstratieprojecten bepaald. Conceptuele designs voor afvalscheiding, biogasproductie, incineratie en compostering werden uitgewerkt om latere aanbestedingen te faciliteren.
Auditing van afvalprojecten in afgelegen atollen, gefinancierd door internationale instellingen. In hoeverre verbeteren ze daadwerkelijk de milieucondities en genereren ze een duurzame bron van inkomen voor de autochtone bevolking van de Malediven? Wat zijn de risico's en de opportuniteiten?
Naast de uitwerking van innovatieve oplossingen voor de afvalproblematiek heeft dochterbedrijf Ecorem in 2016 ook andere projecten voor ABO-Group voorbereid in Bangladesh, onder andere in de haven van Chittagong, waar schepen nog steeds ontmanteld worden op een milieuonvriendelijke en onveilige manier, en in Dhaka, waar de sanering van de grote rivieren hoog op de agenda staat, gelet de gezondheidsrisico's voor om en bij de 15 miljoen mensen.
Er zitten enkele O&O-projecten in de pipeline voor 2017:
ABO-Group is de voorbije jaren uitgegroeid tot een gespecialiseerde groep in verschillende businesslijnen en in drie thuislanden. Opdrachten worden op een evenwichtige wijze uitgevoerd zowel voor de overheid als voor de private sector. Doorgaans ondersteund door wettelijke verplichte onderzoeken en nood aan Consultancy heeft deze groei zich in de thuislanden bevestigd. Met deze strategie heeft de Groep een unieke positie in de markt ingenomen waarbij niet enkel de Consultancy maar ook de Testing & Monitoring binnen dezelfde groep worden uitgevoerd. Dit geeft een grotere betrouwbaarheid naar de opdrachtgever toe. Op deze wijze kunnen de medewerkers van de Vennootschap, die nagenoeg allemaal vast in dienst zijn, uitgroeien tot gespecialiseerde consultants in hun respectieve vakken en niches. De onafhankelijkheid van de Groep vormt voor de klant een grote troef.
ABO-Group behoudt de doelstellingen die vorig jaar werden uitgesproken, en maakt hierbij het onderscheid tussen een aantal algemene en een aantal specifieke doelstellingen.
Er worden twee algemene doelstellingen onderscheiden:
Geachte aandeelhouders,
In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2016 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.
De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden, in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen samengevoegd. In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.
ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochter-vennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. Is ABO Holding NV wettelijk de dochtervennootschap, boekhoudkundig wordt zij gezien als de moedervennootschap. Thenergo wordt verwerkt als dochteronderneming.
De consolidatiekring zag er op 31 december 2016 uit als volgt: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda NV), Nederland (ABO Beheer B.V., ABO Milieuconsult B.V., Geomet Vastgoed BV, Geomet BV, Geosonda B.V., Sialtech B.V.) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, ERG Lab, SCI NicERG), Thenergo Operations BVBA en Thenergo Nederland B.V.
ABO-GROUP behaalde in 2016 een dubbelcijferige omzetgroei, gesteund door het economische herstel in Nederland en België, het succes van nieuwe producten en een belangrijke overname. De groepsomzet steeg met 16,3%, waarvan 5,4% organisch en 10,9% uit acquisities in Nederland. Ondanks een nog steeds prijsgevoelige markt, nam algemeen de vraag toe. De sterkste groei werd opgetekend bij Geosonda België, in geotechniek Nederland en bij de energieafdeling E20. Ook de adviesactiviteiten in België (ABO) gingen stevig
vooruit (+15%), voornamelijk door het uitbreiden van het productaanbod richting archeologie en BREEAM. De Franse markt kende weinig animo.
De omzetverdeling over de thuismarkten ziet er als volgt uit:
| 2015 | 2016 | Wijziging | Groei | % van | |
|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | in % | omzet | |||
| Frankrijk | 16.545 | 16.545 | - | - | 45% |
| België | 12.935 | 14.354 | +1.419 | +11,0% | 39% |
| Nederland | 2.140 | 5.880 | +3.740 | +175% | 16% |
| Omzet | 31.620 | 36.779 | +5.159 | +16,3% | 100% |
De operationele winst voor afschrijvingen kwam uit op 3,6 mio euro (0,34 euro/aandeel), een sprong van 76%. De sterke verbetering vindt haar oorsprong in operationeel betere prestaties in België, waar de verliezen in de internationale afdeling werden teruggebracht, in combinatie met een betere gang van zaken bij de consultingactiviteiten. De uitbouw van het dienstenpallet van de groep werpt zijn vruchten af. Het productpallet werd stelselmatig uitgebouwd, zodat klanten voor steeds meer zaken bij ABO terecht kunnen. De geïntegreerde aanpak levert de klant, naast een prijsvoordeel, vooral tijdswinst op in de uitvoering van zijn project. De Nederlandse markt kende een zeer gunstige evolutie, enerzijds door hogere opbrengsten met gelijke kostenstructuur, anderzijds door de integratie en overname van Geomet/GBO. De bijdrage uit Frankrijk bleef vrij stabiel, zowel in omzet als in winstgevendheid.
| 2015 | 2016 | Wijziging | Wijziging | |
|---|---|---|---|---|
| in % | ||||
| Omzet | 31.620 | 36.779 | +5.159 | +16,3% |
| Totale bedrijfsop brengsten |
33.143 | 37.820 | +4.677 | +14,1% |
| Operationele winst voor afschrijvingen |
2.036 | 3.587 | +1.551 | +76,2% |
| Afschrijvingen | 1.713 | 1.929 | +216 | +12,6% |
| Operationele winst | 323 | 1.658 | +1.335 | +413,3% |
| Financieel resultaat | -160 | -208 | -48 | -30,0% |
| Winst voor belas tingen uit voortge zette activiteiten |
163 | 1.449 | +1.286 | +789% |
| Netto winst | 148 | 792 | +644 | +435,1% |
De afschrijvingen nemen gevoelig toe (K€ +216 tot 1,93 mio euro, +12,6%), enerzijds door de opname van Geomet/GBO, anderzijds door het continue investeringsprogramma van de groep ter vervanging en uitbreiding van het machinepark. De aanwezige multifunctionele inzetbaarheid en flexibiliteit in boortechniek ondersteunen maximaal de kwalitatieve uitvoering.
De overige bedrijfskosten dalen aanzienlijk, gezien deze in 2015 sterk werden beïnvloed door de aanleg van een provisie voor een juridisch geschil. Een aanscherping van de interne regels op klantenvorderingen zorgt in 2016 voor een kost van K€ 75. Daarnaast werd een juridische provisie van K€ 150 aangelegd. Niettegenstaande de negatieve impact van deze niet-recurrente elementen, neemt de operationele winst aanzienlijk toe van K€ 323 naar 1,66 mio euro.
Het financieel resultaat daalt, hoofdzakelijk door opname van de financieringslasten van Geomet. Met de overname werd de groep eigenaar van een gebouw in Alphen aan den Rijn en bijhorende bancaire schuld. Deze laatste werd ondertussen volledig geherfinancierd aan interessantere voorwaarden.
De belastingen nemen aanzienlijk toe, voornamelijk door realisatie van reeds in het verleden aangelegde belastingvorderingen in 2016, daar waar in 2015 de courante belastingen nog in evenwicht werden gehouden door erkenning van bijkomende belastingvorderingen.
Midden juni 2016 kondigde ABO-GROUP een belangrijk strategische stap aan met de overname van Geomet (advies & monitoring). Dit versterkte aanzienlijk de aanwezigheid in de Nederlandse markt, alsook het gewicht van geotechniek binnen de groep. De integratie verliep gunstig, waardoor de positieve effecten van operationele en financiële synergieën reeds duidelijk merkbaar zijn. De eigen geotechnische afdeling, Goorbergh Geotechniek te Breda, werd onmiddellijk samengevoegd met GBO, om samen als Geosonda B.V. verder te gaan. Geomet/Geosonda draagt in de tweede jaarhelft 1,55 mio euro bij aan de omzet, naar schatting 0,5 mio euro aan REBITDA en 470k euro aan het nettoresultaat (waarvan K€ 388 aan positief verschil tussen aankoopwaarde en ondernemingswaarde).
Het totaal eigen vermogen stijgt van 11,1 tot 12,3 mln euro, enerzijds door de winst van het boekjaar, anderzijds door het toegenomen minderheidsbelang ten gevolge de uitgevoerde acquisitie. De netto financiële schuld is toegenomen tot een bedrag van 5,6 mio euro (t.o.v. 4,2 mln euro in 2015), hoofdzakelijk te verklaren door de opname van Geomet in de consolidatie. Hiertegenover staan ook flinke toenames aan activazijde in materiële vaste activa (+2,2 mio euro) en handelsvorderingen (+2,1 mio euro). De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) bedraagt 49%, wat meer dan voldoende ruimte laat voor verdere acquisitieve groei.
| 2015 | 2016 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Kasstroom uit operaties | 2.093 | 2.597 |
| Operationele kasstroom | 1.778 | 2.679 |
| Werkkapitaalaanpassingen | 315 | -82 |
| Kasstroom uit investeringen | -1.148 | -1.572 |
| Kasstroom uit financiering | -1.879 | -530 |
| Cash 1/1 | 3.433 | 2.499 |
| Cash 31/12 | 2.499 | 2.994 |
De kasstroom uit operaties nam toe van 2,1 mln euro naar 2,6 mln euro (+24%), gedreven door een sterke toename van de operationele kasstroom (+50,7%). Ondanks de gestegen activiteitsgraad en omzet, is er slechts een geringe stijging van het werkkapitaal, wat wijst op een doorgedreven discipline. De groep investeerde 1,4 mio euro cash in aanschaf van materiële vaste activa, hoofdzakelijk nieuwe machines, in lijn met de strategie om een zeer kwalitatief en uitgebreid aanbod in huis te hebben qua boortechnieken. De kasstroom uit financiering was licht negatief; nieuwe financieringen balanceerden de stroom aan terugbetalingen. In sommatie nemen de liquide middelen van de groep toe van 2,5 naar 3 mio euro.
ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2016 een omzet van 0,46 miljoen euro gerealiseerd. Het boekjaar sluit af met een winst van K€ 197. Een verlies van 147,298 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -147,101 miljoen euro.
De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.
In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.
De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich dan ook in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is,
worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten. Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Ook deze projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.
Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's. Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap
op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat de door de Vennootschap of een derde uitgevoerde due diligence onderzoeken met betrekking tot de deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen dient ook met het daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.
Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.
Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie.
Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.
De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de raad van bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. De twee belangrijkste lopende geschillen worden hieronder nader omschreven.
• ABO NV werd opgeroepen als tussenkomende partij in vrijwaring in een rechtszaak over de niet tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop. In eerste aanleg werd de vennootschap mede verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport, en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van K€ 595 plus rente, waarvan 85% toegewezen is aan de vennootschap. Inmiddels werd de beroepsprocedure gepleit. Ondanks het feit dat de vennootschap nog steeds van oordeel is dat haar geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), werd beslist uit voorzichtigheid een voorziening aan te leggen van K€ 150. Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke
inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de procedure. De vennootschap zal bij ontvangst van het vonnis dit ten gronde analyseren en haar cassatiemogelijkheden in overweging nemen.
• ABO Holding NV werd gedagvaard in een procedure voor vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Gezien de betrokken deelneming evenwel midden 2013 werd verkocht, en bijgevolg ABO Holding geen mandaat als bestuurder meer had sindsdien, ziet de vennootschap geen reden tot aanleg van een voorziening.
De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
- het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.
Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand of de resultaten van de Vennootschap.
Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
| Vervallen | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | Niet vervallen | < 30 dagen | 31-60 dagen | 61-90 dagen | >91 dagen | ||
| In € 000 | |||||||
| 31 december 2016 | 14.157 | 10.327 | 1.839 | 838 | 267 | 886 | |
| 31 december 2015 | 12.614 | 9.224 | 1.251 | 567 | 191 | 1.381 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 786 op 31 december 2016 (K€ 561 op 31 december 2015) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen die meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen steeds langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend(e) kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (Hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" Clausules of Material Adverse Change Clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.
Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich verder voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 33.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 49% eind 2016 (40% eind 2015).
Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:
De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.
De raad van bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.
Er hebben zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2016 geen vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.
Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.
ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches. Zie ook deel "Onderzoek en ontwikkeling" op pagina 35-36.
ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.
Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de raad van bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.
De Vennootschap heeft eind 2016 geen afgeleide financiële instrumenten.
De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2016. Voor de algemene werking van de raad van bestuur, van de comités van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de raad van bestuur op 14 april 2016 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).
De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:
Bijlage C, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratiecomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Frank De Palmenaer tot lid van het remuneratiecomité te benoemen, ondanks het feit dat hij ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat hij meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.
De Raad en het remuneratiecomité zullen erop toezien dat de afspraken, die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van dit Charter ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het remuneratiecomité.
Bijlage C.5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is.
De Raad nam deze beslissing omwille van
Bijlage C.5.2./29 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het auditcomité op zijn minst twee maal per jaar een ontmoeting heeft met de externe auditor. De Raad besliste dat een frequentie van één maal per jaar voldoende is.
De Raad nam deze beslissing omwille van
Principe 7.17 van de Corporate Governance Code bepaalt dat op advies van het remuneratiecomité de raad van bestuur het contract goedkeurt voor de aanstelling van de CEO, met daarin de criteria die bij het bepalen van een variabele remuneratie in aanmerking worden genomen, alsook specifieke bepalingen betreffende een vervroegde beëindiging van het contract. De Vennootschap heeft tot nog toe geen contract met de gedelegeerd bestuurder afgesloten. Er zijn geen afspraken en er is geen betaling van een variabele vergoeding. Er zijn geen afspraken omtrent een vervroegde beëindiging van zijn mandaat.
Het internecontrolesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:
Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.
Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de raad van bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.
ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.
De COSO-methode draait rond vijf componenten:
Het auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).
ABO-Group heeft een Compliance Officer aangesteld. Vanaf 15/09/2016 wordt deze taak toevertrouwd aan Dhr. Johan Reybroeck, ter opvolging en vervanging van Dhr. Chris Beliën.
Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.
De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.
ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het uitvoerend comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt zoals weergegeven onder Toelichting 5 - Cruciale beoordelingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden van de geconsolideerde financiële staten.
Een belangrijk gegeven inzake de controleactiviteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.
Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (welke in het jaarverslag gepubliceerd worden).
De boekhouding van alle entiteiten gebeurt centraal vanuit de hoofdzetel. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.
Het toezicht wordt uitgeoefend door de raad van bestuur, door middel van het auditcomité door een toezicht op de kwartaalrapportering, het evalueren van de risicofactoren en desbetreffende actieplannen.
Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:
| Datum | Transactie | Aantal nieuw uitgegeven aandelen |
Prijs per aandeel |
Bedrag kapitaal verhoging |
Kapitaal | Totaal aantal aandelen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 20/02/2002 | Oprichting | 1.000 | € 100,00 | € 100.000,00 | € 100.000,00 | 1.000 |
| 20/08/2002 | Kapitaalverhoging in geld | 1.500 | € 100,00 | € 150.000,00 | € 250.000,00 | 2.500 |
| 5/02/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 1.065 | € 100,00 | € 106.500,00 | € 365.500,00 | 3.565 |
| 23/05/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 1.490 | € 100,00 | € 149.000,00 | € 505.500,00 | 5.055 |
| 29/08/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 3.000 | € 100,00 | € 300.000,00 | € 805.500,00 | 8.055 |
| 21/12/2005 | Incorporatie van schulden | 8.754 | € 100,00 | € 875.400,00 | € 1.680.900,00 | 16.809 |
| 24/02/2006 | Kapitaalverhoging in geld | 27.694 | € 78,65 | € 2.178.050,00 | € 3.858.950,00 | 44.503 |
| 23/04/2007 | Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 | 0 | € 0,00 | € 0,00 | € 3.858.950,00 | 4.450,300 |
| 22/05/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 666.080 | € 8,45 | € 5.628.376,00 | € 9.487.326,00 | 5.116,380 |
| 22/05/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 592.175 | € 8,45 | € 5.003.878,75 | € 14.491.204,75 | 5.708,555 |
| 18/06/2007 | Kapitaalverhoging in geld | 7.691.849 | € 8,45 | € 64.996.124,05 | € 79.487.328,80 | 13.400,404 |
| 24/09/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 1.727.862 | € 9,26 | € 16.000.002,12 | € 95.487.330,92 | 15.128,266 |
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 556 | € 8,81 | € 4.900.000,00 | € 100.387.330,92 | 15.684,266 |
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 473.984 | € 9,00 | € 4.265.856,00 | € 104.653.186,92 | 16.158,250 |
| 27/02/2008 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 125.376 | € 9,00 | € 1.128.384,00 | € 105.781.570,92 | 16.283,626 |
| 27/05/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 952.381 | € 10,50 | € 10.000.000,00 | € 115.781.570,92 | 17.236,007 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 1.943.844 | € 9,26 | € 17.999.998,82 | € 128.839.195,69 | 19.179,851 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 97.143 | € 10,50 | € 1.020.000,00 | € 129.491.746,44 | 19.276,994 |
| 20/10/2008 | Kapitaalverhoging in geld | 357.143 | € 5,60 | € 2.000.000,00 | € 131.491.746,44 | 19,634,137 |
| 26/06/2009 | Uitoefening converteerbare obligaties | 1.023.034 | € 2,46 | € 2.512.945,21 | € 134.004.691,65 | 20.657.171 |
| 11/03/2010 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 658.333 | € 2,04 | € 1.342.999,32 | € 136.347.690,97 | 21.315.504 |
| 11/03/2010 | Uitoefening converteerbare obligaties | 705.084 | € 2,04 | € 1.438.371,40 | € 136.786.062,37 | 22.020.588 |
| 4/02/2011 | Uitoefening converteerbare obligaties | 6.613.043 | € 0,46 | € 3.042.000,00 | € 139.828.062,37 | 28.633.631 |
| 27/03/2014 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 2.613.550.000 | € 0,01 | € 26.135.500,00 | € 165.963.562,37 | 2.642.183.631 |
| 15/09/2014 | Samenvoeging bestaande aandelen /250 | 0 | € 0,00 | € 0,00 | € 165.963.562,37 | 10.568.734 |
| 19/12/2014 | Kapitaalverhoging in geld | 1 | € 527.012,11 | € 527.012,11 | € 166.490.574,48 | 10.568.735 |
Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.
Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.
De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.
Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen. De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.
De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen
negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.
De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:
Deze bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze bevoegdheid kan, één of meermaals, worden hernieuwd overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen. In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van Vennootschappen.
De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van Vennootschappen.
Aan de raad van bestuur is uitdrukkelijk machtiging verleend om, in geval van een openbaar overnamebod op alle aandelen van de vennootschap, het kapitaal van de vennootschap te verhogen mits inachtneming van de voorwaarden bepaald in artikel 607 van het Wetboek van Vennootschappen. Deze machtiging is verleend voor een periode van drie (3) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea. De raad van bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van Vennootschappen. Indien de aankoop door de vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van Vennootschappen.
Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van Vennootschappen.
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van Vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.
Bij beslissing door de buitengewone algemene vergadering van 28 mei 2014, heeft de raad van bestuur de machtiging verkregen om - mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen -, voor rekening van de vennootschap, eigen aandelen te verwerven, wanneer dergelijke verwerving noodzakelijk is om een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap te voorkomen. Deze machtiging is geldig voor drie (3) jaar te rekenen vanaf de dag van de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014.
Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod. De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.
Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van Vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in zijn bezit te hebben.
Op 31 december 2016 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.
ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.
Gerard Van Acker (voorzitter)
Frank De Palmenaer (bestuurder)
Jan Gesquière (bestuurder)
Ivo Van Vaerenbergh (bestuurder)
Voorzitter Gerard Van Acker BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens lid van het auditcomité en voorzitter van het remuneratie- en benoemingscomité
Bestuurders Frank De Palmenaer (2) van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens lid van het remuneratie- en benoemingscomité
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh van 6 mei 2009 t.e.m. 31 mei 2017 Eveneens lid van het auditcomité
Jadel BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018 Eveneens voorzitter van het auditcomité en lid van het remuneratie- en benoemingscomité
(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder
De raad van bestuur bestaat uit vier leden. Drie van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze drie bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.
Onder leiding van de Voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het uitvoerend comité, teneinde de efficiënte functionering te verzekeren.
De raad van bestuur heeft 9 maal vergaderd in 2016, waarvan 2 telefonisch. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig. De raad van bestuur behandelde in 2016 onder meer de volgende onderwerpen:
• het budget 2017, het businessplan en de langetermijnstrategie;
• de verslaggeving van het auditcomité en het benoemings- en remuneratiecomité;
De raad van bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:
De raad van bestuur heeft een auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het auditcomité is als volgt samengesteld:
Jadel BVBA werd benoemd tot voorzitter van het auditcomité.
De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.
Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de raad van bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.
Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de voorzitter van het auditcomité, Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesqière, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.
Het comité vergaderde tweemaal voltallig in 2016.
Er werd speciale aandacht besteed aan:
Na elke vergadering rapporteerde het auditcomité, via zijn voorzitter, aan de raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de raad van bestuur.
De voorzitter van het comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de raad van bestuur over de werking van het auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de raad van bestuur.
De raad van bestuur heeft een benoemings- en remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:
Gerard Van Acker BVBA werd benoemd tot voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité.
De raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het benoemings- en remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.
De meerderheid van het benoemings- en remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de raad van bestuur en het uitvoerend comité.
Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2016 tweemaal voltallig samengekomen.
De voorzitter van het comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de raad van bestuur over de werking van het auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de raad van bestuur.
De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het benoemings- en remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de raad van bestuur.
De huidige gedelegeerd bestuurder, Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de raad van bestuur van 27 maart 2014.
Het uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W. Venn..
De leden van het uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de raad van bestuur. Het uitvoerend comité komt regelmatig (een tiental keer per jaar) samen.
Het uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de raad van bestuur aan hem zou delegeren.
Het uitvoerend comité is op de datum van dit verslag als volgt samengesteld:
| Frank De Palmenaer | Gedelegeerd bestuurder |
|---|---|
| Johan Reybroeck | CFO |
| François Mayeux | CEO ABO-ERG |
Het vennootschapsadres voor alle leden van het uitvoerend comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).
ABO-Group zal in het kader van het opnemen van vrouwen, met de vereiste competenties conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO-Group, in de raad van bestuur aan de wettelijke gestelde regels en termijnen voldoen en daartoe ten gepaste tijd de zoektocht opstarten.
De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de raad van bestuur en van het uitvoerend comité wordt vastgelegd door de raad van bestuur.
De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2016 door de raad van bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2016 door de raad van bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.
De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit volgende elementen:
een vaste vergoeding
voor de voorzitter van € 5.000 per trimester
voor de leden van € 1.500 per vergadering
een zitpenning per vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité van € 1.000 per vergadering.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.
De gedelegeerd bestuurder ontvangt geen vaste vergoeding, maar wel als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen.
De remuneratie van het uitvoerend management bestaat uit een vaste vergoeding. Het uitvoerend management geniet van een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig, maar ontvangt geen lange termijn cash-incentive plannen. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met aandelen en/of aandelenopties.
Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
Voor de volgende jaren wordt actief gekeken naar de intensivering van het uitvoerend management, door middel van een aandelen- of optieplan. Voor het overige worden geen materiële aanpassingen aan het remuneratiebeleid verwacht.
| In EUR | Vaste vergoeding | Zitpen ningen |
Totaal 2016 |
|
|---|---|---|---|---|
| Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker (*) | niet-uitvoerend | € 20.000 | € 18.500 | € 38.500 |
| Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh |
niet-uitvoerend | € 6.000 | € 13.500 | € 19.500 |
| Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière | niet-uitvoerend | € 6.000 | € 16.500 | € 22.500 |
| Frank De Palmenaer | uitvoerend | nvt | nvt | nvt |
* Voorzitter van de raad van bestuur
De uitvoerende managers, ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.
De gedelegeerd bestuurder Frank De Palmenaer ontving in 2016 een vergoeding van K€ 151. Het betreft hier een tijdsopdracht van 60%.
| In K € | |
|---|---|
| Vaste remuneratie | K€ 320 |
| Variabele remuneratie | K€ 96 |
| Totaal | K€ 416 |
| Pensioen | K€ 34 |
| Andere voordelen | voertuig, GSM |
| hopsitalisatieverzekering |
Het niveau en de structuur van de remuneratie van de andere leden van het uitvoerend comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.
De leden van het uitvoerend comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze
een bestuurdersmandaat vervullen.
Er werden in 2016 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandeeloptieplannen en warrantplannen.
Met de gedelegeerd bestuurder werden geen vertrekvergoedingen overeengekomen. De andere leden van het uitvoerend management hebben het statuut van werknemer en zijn onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijnen- en vergoedingen.
De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2016 het bedrag van € 81.217.
In de loop van 2016 werden door de commissaris en aan de commissaris gelieerde partijen € 500 gefactureerd voor andere non-auditdiensten.
Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap.
Conform artikel 523 Wetboek van Vennootschappen signaleert Dhr. De Palmenaer een mogelijks strijdig belang ten opzichte van het elfde punt op de agenda, met name de terugbetaling van de aandelenleningsovereenkomst tussen hemzelf en de vennootschap.
Dhr. De Palmenaer verlaat de vergadering en neemt niet deel aan de verdere bespreking en beslissingen over dit punt. De vennootschap heeft tot jaareinde 2016 om of enerzijds deze lening in cash terug te betalen (51.333 euro) of tegen teruggave van 16.000 aandelen ABO-GROUP. Afhankelijk van de inkoopkoers, kan dit de vennootschap mogelijks een financiële opbrengst opleveren. De Raad geeft opdracht tot onderzoek van de mogelijkheid tot inkoop voor jaareinde van 16.000 stuks.
Conform artikel 523 Wetboek van Vennootschappen signaleert Dhr. De Palmenaer een mogelijks strijdig belang ten opzichte van het vijfde punt B van de agenda, met name de mogelijke verlenging van de aandelenleningsovereenkomst.
Dhr. De Palmenaer verlaat de vergadering en neemt niet deel aan de verdere bespreking en beslissingen over dit punt. De financiële impact voor de Vennootschap beperkt zich tot het bijkomend verschuldigd zijn van 6 maanden intrest, wat een intrestkost van 1.250 euro betekent. De raad stemt in met de verlenging tot 30/06/2017 aan dezelfde voorwaarden van de bestaande lening. Voor 30/6 zal de raad van bestuur aldus een beslissing dienen te nemen tot terugbetaling of inkoop.
Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 524 wetboek van vennootschappen omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.
Tijdens het boekjaar 2016 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten.
vert. de heer Gerard Van Acker
Voorzitter Gedelegeerd bestuurder Gerard Van Acker BVBA, de heer Frank De Palmenaer
| Geconsolideerde resultatenrekening | 59 | |
|---|---|---|
| Geconsolideerd totaal resultaat | 60 | |
| Geconsolideerde balans | 61 | |
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 63 | |
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 64 | |
| Toelichting | bij de geconsolideerde financiële staten |
66 |
| 1. B | edrijfsinformatie | 66 |
| 2. | Presentatiebasis | 66 |
| 2.1. | Voornaamste boekhoudprincipes | 67 |
| 2.2 | Nieuwe en gewijzigde standaarden die nog niet van toepassing zijn | 75 |
| 2.3 | Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen | 76 |
| 2.4 | Bedrijfscombinaties | 77 |
| 2.5 | Goodwill | 81 |
| 2.6 | Immateriële vaste activa | 82 |
| 2.7 | Materiële vaste activa | 83 |
| 2.8 | Geassocieerde ondernemingen | 85 |
| 2.9 | Handelsvorderingen en andere kortlopende activa | 85 |
| 2.10 | Geldmiddelen en kasequivalenten | 86 |
| 2.11 | Eigen vermogen | 87 |
| 2.12 | Financiële schulden | 89 |
| 2.13 | Voorzieningen | 89 |
| 2.14 | Overige kortlopende schulden | 93 |
| 2.15 | Reële waarde | 93 |
| 2.16 | Segmentinformatie | 95 |
| 2.17 | Overige bedrijfsopbrengsten | 97 |
| 2.18 | Overige bedrijfskosten | 97 |
| 2.19 | Personeelsbeloningen | 97 |
| 2.20 | Financiële kosten | 98 |
| 2.21 | Financiële opbrengsten | 98 |
| 2.22 | Belastingen | 98 |
| 2.23 | Winst per aandeel | 100 |
| 2.24 | Niet-voortgezette activiteiten | 100 |
| 2.25 | Mogelijke verplichtingen | 101 |
| 2.26 | Verbintenissen | 101 |
| 2.27 | Risico's | 102 |
| 2.28 | Relaties met verbonden partijen | 103 |
| 2.29 | Vergoeding commissaris | 104 |
| 2.30 | Gebeurtenissen na balansdatum | 104 |
| 2.31 | Overzicht van de geconsolideerde entiteiten | 105 |
| 3. E | nkelvoudige jaarrekening ABO -Group Environment NV |
106 |
| Verslag van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening | 107 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | ||||
| Omzet | 2.16 | 36.779 | 31.620 | |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 2.17 | 1.041 | 1.523 | |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 37.820 | 33.143 | ||
| Aankopen | -4.205 | -3.634 | ||
| Diensten en diverse goederen | -12.278 | -10.601 | ||
| Personeelsbeloningen | 2.19 | -16.966 | -15.710 | |
| Afschrijvingen | 2.18 | -1.929 | -1.713 | |
| Overige bedrijfskosten | -784 | -1.162 | ||
| Operationele winst | 1.658 | 323 | ||
| Financiële kosten | 2.20 | -365 | -312 | |
| Financiële opbrengsten | 2.21 | 100 | 61 | |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 2.8 | 56 | 91 | |
| Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen | 1.449 | 163 | ||
| Belastingen | 2.22 | -652 | -1 | |
| Netto winst uit voortgezette activiteiten | 797 | 162 | ||
| Winst uit stopgezette activiteiten na belastingen | 2.24 | -5 | -14 | |
| Netto winst | 792 | 148 | ||
| Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de | ||||
| aandeelhouders van de moeder | 872 | 149 | ||
| minderheidsbelangen | -80 | -1 | ||
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders | ||||
| Gewoon en verwaterd | 2.23 | 0,08 | 0,01 | |
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders uit voortgezette activiteiten | ||||
| Gewoon en verwaterd | 2.23 | 0,08 | 0,02 | |
| (Verlies) Winst per aandeel uit niet-voortgezette activiteiten | ||||
| Gewoon en verwaterd | 2.23 | -0,00 | -0,00 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | |||
| Netto winst | 792 | 148 | |
| Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst- en verliesrekening | |||
| Herwaardering van gebouwen | 2.11 | - | 183 |
| Impact belastingen | - | -62 | |
| Verandering reële waarde voor verkoop beschikbare financiële activa | 2.11 | - | 40 |
| Impact belastingen | - | - | |
| Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verliesrekening | |||
| Actuariële verliezen | 2.13 | -113 | 11 |
| Impact belastingen | 40 | -4 | |
| Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen | -73 | 168 | |
| Totaal resultaat, na belastingen | 719 | 316 | |
| Totaalresultaat toewijsbaar aan de | |||
| aandeelhouders van de moeder | 798 | 316 | |
| minderheidsbelangen | -79 | - |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | |||
| Vaste activa | |||
| Goodwill | 2.5 | 154 | 154 |
| Immateriële vaste activa | 2.6 | 1.014 | 322 |
| Materiële vaste activa | 2.7 | 12.970 | 10.759 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 2.8 | 152 | 84 |
| Uitgestelde belastingsvorderingen | 2.22 | 1.849 | 2.000 |
| Voor verkoop beschikbare financiële activa | 96 | 175 | |
| Overige financiële activa | 402 | 336 | |
| Totaal vaste activa | 16.637 | 13.830 | |
| Kortlopende activa | |||
| Voorraad | 469 | 418 | |
| Handelsvorderingen | 2.9 | 14.157 | 12.053 |
| Overige kortlopende activa | 2.9 | 1.911 | 2.571 |
| Liquide middelen en kasequivalenten | 2.10 | 2.934 | 2.405 |
| Totaal kortlopende activa | 19.471 | 17.447 | |
| Activa bestemd voor verkoop | 2.24 | 1.225 | 1.259 |
| Totaal activa | 37.333 | 32.536 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||||
|---|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | ||||
| Totaal eigen vermogen | ||||
| Kapitaal | 2.11 | 4.857 | 4.857 | |
| Geconsolideerde reserves | 2.11 | 4.958 | 4.032 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 2.11 | 1.516 | 1.676 | |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep | 11.331 | 10.565 | ||
| Minderheidsbelang | 2.11 | 979 | 551 | |
| Totaal eigen vermogen | 12.310 | 11.116 | ||
| Langlopende schulden | ||||
| Financiële schulden | 2.12 | 3.401 | 1.675 | |
| Uitgestelde belastingschulden | 2.22 | 1.294 | 1.262 | |
| Voorzieningen | 2.13 | 803 | 1.108 | |
| Totaal langlopende schulden | 5.498 | 4.045 | ||
| Kortlopende schulden | ||||
| Financiële schulden | 2.12 | 5.104 | 4.956 | |
| Handelsschulden | 6.065 | 4.412 | ||
| Belastingschulden | 130 | 143 | ||
| Overige kortlopende schulden | 2.14 | 6.930 | 6.568 | |
| Totaal kortlopende schulden | 18.229 | 16.079 | ||
| Schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop | 2.24 | 1.296 | 1.296 | |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 37.333 | 32.536 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Toelichting | Kapitaal | Geconso lideerde reserves |
Niet-gerea liseerde resultaten |
Totaal | Minder heidsbe lang |
Totaal eigen vermogen |
|
| In € 000 | |||||||
| Op 1 januari 2015 | 4.857 | 3.773 | 1.694 | 10.324 | 107 | 10.431 | |
| Netto winst | 149 | 149 | -1 | 148 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 167 | 167 | 1 | 168 | |||
| Totaal resultaat | 149 | 167 | 316 | − | 316 | ||
| Verkoop 25% in Ecorem | 2.11 | − | 93 | -100 | -7 | 8 | 1 |
| Aankoop minderheidsbelang E20 | − | -68 | − | -68 | -107 | -175 | |
| Aankoop Sialtech (minderheidsbelang) | 2.11 | − | − | − | − | 543 | 543 |
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa |
− | 85 | -85 | − | − | − | |
| Op 31 december 2015 | 4.857 | 4.032 | 1.676 | 10.565 | 551 | 11.116 | |
| Netto winst | 872 | 872 | -79 | 793 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | -73 | -73 | - | -73 | |||
| Totaal resultaat | 872 | -73 | 799 | -79 | 720 | ||
| Aankoop Geosonda BV (minderheidsbelang) |
2.11 | − | − | − | − | 474 | 474 |
| Inbreng Goorberg Geotechniek (minderheidsbelang) |
2.11 | − | -33 | − | -33 | 33 | − |
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa |
− | 87 | -87 | − | − | − | |
| Op 31 december 2016 | 4.857 | 4.958 | 1.516 | 11.331 | 979 | 12.310 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | |||
| Netto winst | 792 | 148 | |
| Niet-kaskosten en operationele aanpassingen | |||
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | 2.7 | 1.816 | 1.678 |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | 2.6 | 113 | 59 |
| Meerwaarde op herwaardering NCI | 2.4 | - | -361 |
| Winst op verkoop van materiële vaste activa | 2.6 | -57 | -187 |
| Meerwaarde op verkoop van financiële vaste activa | -54 | - | |
| Beweging in de provisies | 2.13 | -246 | 471 |
| Beweging in de waardeverminderingen op klanten | 2.9 | 343 | 26 |
| Financiële opbrengsten | 2.21 | -84 | -61 |
| Financiële kosten | 2.20 | 365 | 314 |
| Badwill bij bedrijfscombinaties | 2.4 | -387 | - |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 2.8 | -56 | -91 |
| Uitgestelde belastingkost (opbrengst) | 2.22 | 205 | -301 |
| Belastingskost | 2.22 | 446 | 302 |
| Aanpassingen van het werkkapitaal | |||
| Afname (toename) in de overige financiële activa, handelsvorderingen en overige kortlopende activa |
-488 | 363 | |
| Afname (toename) van de voorraad | 174 | -37 | |
| Toename (afname) van de handelsschulden en overige schulden | 232 | -11 | |
| 3.114 | 2.312 | ||
| Ontvangen interesten | 27 | 39 | |
| Betaalde belastingen | -544 | -258 | |
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 2.597 | 2.093 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| Toelichting | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | |||
| Investeringsactiviteiten | |||
| Investeringen in materiële vaste activa | 2.7 | -1.363 | -1.054 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | 2.6 | -80 | -10 |
| Verkoop van materiële vaste activa | 2.7 | 132 | 356 |
| Acquisitie van minderheidsbelang | 2.11 | - | -175 |
| Acquisitie van dochteronderneming | 2.4 | -315 | -196 |
| Verkoop aan minderheidsbelang | - | 1 | |
| Lening toegekend aan geassocieerde onderneming | 2.8 | -50 | -70 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 2.8 | -12 | - |
| Verkoop van voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 116 | - | |
| Netto kasstroom uit (gebruikt in) investeringsactiviteiten | -1.572 | -1.148 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit leningen | 2.12 | 3.763 | 1.878 |
| Terugbetalingen van leningen | 2.12 | -3.280 | -2.806 |
| Terugbetalingen van leasingschulden | 2.12 | -722 | -670 |
| Betaalde interesten | -199 | -163 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -92 | -118 | |
| Netto kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten | -530 | -1.879 | |
| Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten | 495 | -934 | |
| 2.10 | 2.499 | 3.433 | |
| 2.994 | 2.499 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar |
2.10 | ||
| Overige niet-kastransacties |
Geldmiddelen uit stopgezette activiteiten 2.10 60 94
ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is actief met Consultancy, Testing en Monitoring diensten binnen de volgende domeinen: bodem, milieu, geotechniek, energie en afval. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.
De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2016 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').
Op de Raad van Bestuur van 27 april 2017 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.
De jaarrekening werd opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.
De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2016:
De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.31.
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.
De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.
Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening. Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.
Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang over anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven Goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt Goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.
Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode.
De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.
Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.
Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.
Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.
Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen als alle volgende voorwaarden vervuld zijn:
Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:
Consultancycontracten zijn voornamelijk op een "Time & Material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.
Omzet uit contracten op basis van "Time & Material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.
Bij vaste prijs wordt de omzet bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.
Omzet voor de "Testing & Monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.
Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.
Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.
Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.
De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.
Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de Liabilitymethode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.
Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.
Immateriële activa omvatten voornamelijk software, externe kosten met betrekking tot het bekomen van het ISO certificaat en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.
Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.
Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.
De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.
Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
| - | Software: | 3 jaar; |
|---|---|---|
| - | ISO certificaat: | 3-5 jaar; |
| - | Klantenportefeuilles: | 10 jaar. |
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering.
De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.
De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van de geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde.
Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.
Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.
Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:
| - | Terreinen: | niet afgeschreven; |
|---|---|---|
| - | Gebouwen: | 30-33 jaar; |
| - | Inrichting van gebouwen: | 10 jaar; |
| - | Technische uitrusting: | 3-10 jaar; |
| - | Computermateriaal: | 3-5 jaar; |
| - | Kantooruitrusting: | 5 jaar; |
| - | Wagens: | 4-5 jaar. |
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Leasingoperaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:
Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.
De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.
Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.
Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.
Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het verdisconteringscashflow model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste
assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.
Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:
Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als voor verkoop beschikbare financiële activa of als leningen en vorderingen. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.
De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, leningen en vorderingen.
Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.
(a) Voor verkoop beschikbare financiële activa Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop wordt de gecumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten getransfereerd naar het operationeel resultaat.
Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.
De Groep onderzoekt op iedere balansdatum of financiële activa of het geheel van financiële activa objectieve indicaties van bijzondere waardevermindering vertonen. Als de boekhoudkundige waarde van de financiële activa hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
De waardeverminderingen op vorderingen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep niet in staat zal zijn alle verschuldigde bedragen te innen, op basis van geïndividualiseerde criteria of op basis van statistieken en de analyse van de ouderdomsbalans.
In geval van waardeverminderingen die te wijten zijn aan kredietverliezen, wordt de waardevermindering teruggenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep in staat zal zijn de financiële activa te innen, op basis van verschillende indicaties zoals de oplevering van waarborgen, een succesvolle kapitaalverhoging bij de schuldenaar, enz..
De waardevermindering wordt ook teruggenomen wanneer het actief definitief verkocht, ontvangen of daarentegen niet terugvorderbaar is. Op dat moment worden de definitieve opbrengsten/(kosten) geboekt in de resultaatrekening.
Bij "voor verkoop beschikbare" financiële activa zijn objectieve indicaties een belangrijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering tegenover zijn kostprijs. Het gecumuleerde verlies (verschil tussen aanschaffingswaarde en huidige reële waarde) min reeds vroeger geboekte bijzondere waardeverminderingen wordt geboekt in de operationele resultaten waarbij het gedeelte in de niet-gerealiseerde resultaten wordt tegengeboekt. Een toename van de reële waarde na de bijzondere waardevermindering worden geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten.
Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.
Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.
De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregeling.
De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben.
Onder de Belgische toegezegde-bijdrage plannen waren werkgevers door de wet van 28 april 2003 verplicht een minimum rendement te garanderen op werkgeversbijdragen (3,25%) en werknemersbijdragen (3,75%). Volgens wet van 18 december 2015 worden deze vaste rendementen opgegeven ten voordele van een nieuw variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Dit percentage wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.
Tot eind december 2015 heeft de Groep deze plannen boekhoudkundig verwerkt door een verplichting te boeken in de balans welke de som is van de positieve verschillen, bepaald op basis van de individuele participanten in de plannen, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de huidige rendementen op afsluitingsdatum. Vanaf het boekjaar 2016 worden deze Belgische toegezegde-bijdrageplannen geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.
De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement vanaf het boekjaar 2016.
Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.
De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "Projected Unit Credit"-methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.
De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.
De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).
De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.
Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.
Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde met veranderingen van de reële waarde via de resultatenrekening, leningen of als derivaten gewaardeerd als een effectief afdekkingsinstrument.
Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.
Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen.
De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.
(a) Leningen
Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidige contractuele of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.
De standaarden die nog niet van toepassing zijn op datum van haar geconsolideerde jaarrekening van de groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.
De Groep is van oordeel dat bovenstaande toepassing van standaarden en interpretaties geen significante impact zal hebben op de financiële positie en de resultaten van de Groep, met uitzondering van IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten en IFRS 16 Lease-overeenkomsten.
IFRS 15 specifieert wanneer en hoe een onderneming omzet kan erkennen en legt ook een aantal verplichtingen op om bijkomende details en informatie mee te geven aan de gebruikers van de jaarrekening. De standaard is gebaseerd op het volgende 5 stappen tellend model dat van toepassing is op alle contracten met klanten:
IFRS 15 werd gepubliceerd in mei 2014 als vervanger van IAS 11 Constructie contracten, IAS 18 Omzet, IFRIC 13 Klantgetrouwheidsprogramma's, IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed, IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten en SIC 31 Omzet Ruil transacties inzake reclame diensten. IFRS 15 is van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2018. Het management van de Groep is de impact van de eerste toepassing van IFRS 15 nog aan het analyseren op volgende omzetstromen:
Eventuele gevolgen van de analyse zullen geboekt worden volgens de cumulatieve catch-up transitie methode.
Over het algemeen is de impact van IFRS 16 dat alle operationele leases zullen moeten opgenomen worden in de balans. De totale contractuele cash-flow voor de niet-opzegbare operationele leases op 31 december 2016 bedraagt K€ 269. IFRS 16 is van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie. Het management van de Groep is momenteel de impact van IFRS 16 op de financiële positie en de resultaten aan het analyseren.
Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.
Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan Goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.
Er werden eind 2016 en 2015 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de Goodwill.
De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.
De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt K€ 1.800 op 31 december 2016 (2015: K€ 2.035). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.22.
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.
De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in december 2015. De waardering van de gebouwen in Nederland en Frankrijk is gebeurd respectievelijk op 1 januari 2012 en 5 mei 2014. Het management heeft geen indicaties dat de boekwaarde van de gebouwen in Nederland en Frankrijk materieel afwijken van hun reële waarde.
De impact van de waardering van de gebouwen in België bedraagt een verhoging van de boekwaarde van K€ 183 in 2015. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt K€ 6.381 op 31 december 2016 (2015: K€ 5.436).
De Groep heeft de Belgische toegezegde-bijdrageplannen tot 31 december 2015 boekhoudkundig verwerkt door een verplichting te boeken in de balans welke de som is van de positieve verschillen, bepaald op basis van de individuele participanten in de plannen, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de huidige rendementen op afsluitingsdatum. Vanaf het boekjaar 2016 zullen deze Belgische toegezegde-bijdrageplannen geclassificeerd en verwerkt worden als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde-pensioenplannen in Frankrijk.
De boekhoudkundige verwerking van toegezegd pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.
De Groep bepaalt en wijst de aankoopprijs van het aangekochte bedrijf toe aan de verworven activa en verplichtingen op datum van de bedrijfscombinatie. Het toewijzen vereist dat de Groep belangrijke schattingen en assumpties maakt, waaronder:
Bovendien beoordeelt de Groep of, bij een bedrijfscombinatie waarbij minder dan 100% van de stemrechten verworven worden, of ze controle heeft. De Groep heeft deze beoordeling uitgevoerd voor de bijkomende acquisitie van 17,5% van de aandelen in Sialtech in 2015 en 55% van de aandelen in Geomet Bodemonderzoek B.V. in 2016.
Meer detail over de schattingen en beoordeling van controle is weergegeven in toelichting 2.4.
De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.
De Groep heeft op 1 juli de activiteiten overgenomen van Geomet in Nederland. Geomet is een geotechnisch advies- en veldwerkbureau uitsluitend actief in de Nederlandse markt. De acquisitie past volledig binnen de activiteiten van de Groep en zullen opgenomen worden in het operationele segment "Nederland".
De acquisitie bestaat uit volgende twee onderdelen:
De Groep heeft op 1 juli 2016 100% van het kapitaal (en de stemrechten) in Geomet Vastgoed B.V. (verder "Geomet Vastgoed") gekocht voor een bedrag in geld van K€ 139 en een variabele vergoeding. Geomet Vastgoed heeft twee dochterondernemingen Geomet Holding B.V. en Geomet B.V. Deze laatste vennootschap is de operationele vennootschap.
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Boekwaarde | Reële waarde aanpassingen |
Reële waarde |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | − | 390 | 390 |
| Materiële vaste activa | 1.420 | -208 | 1.212 |
| Uitgestelde belastingschuld | − | 89 | 89 |
| Voorraden | 40 | − | 40 |
| Handelsvorderingen | 223 | − | 223 |
| Kas & kasequivalenten | 50 | − | 50 |
| Overige activa | 177 | − | 177 |
| Totaal activa | 1.910 | 271 | 2.181 |
| Schulden | |||
| Uitgestelde belastingschulden | − | 36 | 36 |
| Financiële leningen op lange termijn | 832 | − | 832 |
| Financiële schulden op korte termijn | 177 | − | 177 |
| Handelsschulden | 81 | − | 81 |
| Belastingschulden | − | − | − |
| Overige schulden | 746 | − | 746 |
| Totaal schulden | 1.836 | 36 | 1.872 |
| Totaal geïdentificeerde activa en schulden | 74 | 235 | 309 |
| Bestaande participatie aan reële waarde | − | ||
| Reële waarde van voorwaardelijke betaling | -35 | ||
| Badwill | -135 | ||
| Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen | 139 |
De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€ 89.
De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de "Relief-From-Royalty"-methode en bedraagt K€ 390. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van K€ 1.212 heeft voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen en werden gewaardeerd op basis van een rapport van een onafhankelijk expert. Geomet Vastgoed is samen met haar dochtervennootschappen één belastingentiteit. Geomet Vastgoed heeft binnen de belastingentiteit fiscale overdraagbare verliezen voor een bedrag van K€ 500 waarvoor een uitgestelde belastingvordering is geboekt van K€ 89.
De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt K€ 223 welke overeenkomen met hun boekwaarde.
De transactie heeft een variabele vergoeding van maximaal K€ 110 met een reële waarde op datum van acquisitie van K€ 35. De variabele vergoeding is betaalbaar in de jaren 2017 tot en met 2019 op basis van gerealiseerde EBITDA.
De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van K€ 135 welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening. Bij de overname werd immers rekening gehouden met een lagere realisatiewaarde van het pand dan uit de externe taxatie bekomen werd.
Vanaf de datum van acquisitie heeft Geomet Vastgoed K€ 931 bijgedragen aan de omzet en K€ 208 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2016, zou de bijdrage aan de omzet K€ 1.675 en aan de nettowinst K€ 99 geweest zijn.
De Groep heeft op 1 juli 2016 55% van het kapitaal (en de stemrechten) in Geomet Bodemonderzoek B.V. (verder "GBO") gekocht voor een bedrag in geld van K€ 252 en de inbreng van alle activiteiten van de bestaande dochteronderneming van de Groep Goorberg Geotechniek B.V.. Het minderheidsbelang wordt aangehouden door de bestaande aandeelhouder A.F. van der Burg Beheer B.V..
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Boekwaarde | Reële waarde aanpassingen |
Reële waarde |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | − | 335 | 335 |
| Materiële vaste activa | 512 | − | 512 |
| Uitgestelde belastingschuld | − | − | − |
| Voorraden | 185 | − | 185 |
| Handelsvorderingen | 370 | − | 370 |
| Kas & kasequivalenten | 26 | − | 26 |
| Overige activa | 539 | − | 539 |
| Totaal activa | 1.632 | 335 | 1.967 |
| Schulden | |||
| Uitgestelde belastingschulden | 4 | 67 | 71 |
| Financiële leningen op lange termijn | 67 | − | 67 |
| Financiële schulden op korte termijn | 22 | − | 22 |
| Handelsschulden | 272 | − | 272 |
| Belastingschulden | 85 | − | 85 |
| Overige schulden | 397 | − | 397 |
| Totaal schulden | 847 | 67 | 914 |
| Totaal geïdentificeerde activa en schulden | 785 | 268 | 1.053 |
| Bestaande participatie aan reële waarde | − | ||
| Minderheidsbelang | -474 | ||
| Badwill | -252 | ||
| Aankoopprijs aandelen | 327 | ||
| waarvan | |||
| in geldmiddelen | 252 | ||
| inbreng activiteiten Goorbergh Geotechniek B.V. | 75 |
De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€ 226.
De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de "Relief-From-Royalty"-methode en bedraagt K€ 335.
De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt K€ 370 welke overeenkomen met hun boekwaarde.
Het minderheidsbelang van 45% werd initieel gewaardeerd aan haar reële waarde, namelijk K€ 474. De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van K€ 252 welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening. Vanaf de datum van acquisitie heeft GBO K€ 933 bijgedragen aan de omzet en K€ 100 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2016, dan zou de bijdrage aan de omzet K€ 1.765 en aan de nettowinst K€ 147 geweest zijn.
De Groep heeft op 8 september 2015 17,5% van het kapitaal (en de stemrechten) in Sialtech B.V. (verder "Sialtech") gekocht van de geassocieerde onderneming Nijmeijers Beheer B.V. (verder "Nijmeijers") voor een bedrag van K€ 197. Sialtech is een belangrijke speler in Nederland met betrekking tot milieukundig veldwerk en grondboringen. De Groep had reeds een indirect belang van 49 % in Sialtech via de geassocieerde onderneming Nijmeijers. De activiteiten van Sialtech passen volledig binnen de activiteiten van de Groep en zullen worden opgenomen in het operationele segment "Nederland".
Rekening houdend met het indirect belang, het directe belang van 17,5% van de stemrechten, de aandeelhoudersovereenkomst met datum 8 september 2015 en de te nemen stappen naar een splitsing van Nijmeijers op korte termijn, heeft de Groep geoordeeld dat ze controle heeft over Sialtech.
De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:
| Boekwaarde | Reële waarde aanpassingen |
Reële waarde |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Immateriële vaste activa | - | 282 | 282 |
| Materiële vaste activa | 827 | 761 | 1.588 |
| Voorraden | 106 | - | 106 |
| Handelsvorderingen | 519 | - | 519 |
| Kas & kasequivalenten | 1 | - | 1 |
| Overige activa | 472 | - | 472 |
| Totaal activa | 1.925 | 1.043 | 2.968 |
| Schulden | |||
| Uitgestelde belastingschulden | - | 208 | 208 |
| Financiële leningen op lange termijn | 268 | - | 268 |
| Financiële schulden op korte termijn | 438 | - | 438 |
| Handelsschulden | 375 | - | 375 |
| Belastingschulden | - | 30 | 30 |
| Overige schulden | 359 | - | 359 |
| Totaal schulden | 1.440 | 238 | 1.678 |
| Totaal geïdentificeerde activa en schulden | 485 | 805 | 1.290 |
| Bestaande participatie aan reële waarde | -550 | ||
| Minderheidsbelang derden | -543 | ||
| Goodwill | - | ||
| Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen | 197 |
De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was K€ 196 negatief.
De Groep had via de geassocieerde onderneming Nijmeijers een indirect belang van 49% met een boekwaarde van K€ 189 op 31 augustus 2015. De reële waarde van deze participatie werd bepaald op K€ 550 welke aanleiding gaf tot een meerwaarde van K€ 361 die geboekt werd in overige bedrijfsopbrengsten. De reële waarde van de participatie werd bepaald rekening houdend met de waardering van Sialtech, zoals gebruikt bij de onderhandelingen tussen de twee partijen en welke de basis was tot het bepalen van de aankoopprijs voor de 17,5% aandelen in Sialtech. Deze waardering wordt als niveau 3 gedefinieerd in de reële waarde hiërarchie.
Het minderheidsbelang van Nijmeijers in Sialtech bedraagt K€ 543 en werd bepaald als 42,10% van de totale reële waarde van de overgenomen activa en schulden van Sialtech.
De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de Relief-From-Royalty-methode en bedraagt K€ 282. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van K€ 1.588 heeft voornamelijk betrekking op boor- installaties en materialen en werden gewaardeerd op basis van een rapport van een onafhankelijk expert (Troostwijk).
De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt K€ 519 die overeenkomen met hun boekwaarde.
De transactie gaf geen aanleiding tot het boeken van een Goodwill. Sialtech zal voornamelijk zelfstandig opereren in de toekomst met als gevolg dat er geen belangrijke te realiseren synergieën zijn op de korte termijn.
Vanaf de datum van acquisitie heeft Sialtech K€ 948 bijgedragen aan de omzet en K€ 5 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2015, dan zou de bijdrage aan de omzet K€ 3.208 en aan de nettowinst K€ 152 geweest zijn.
De Goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:
| 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | |||
| In € 000 | ||||
| ABO NV (Consulting) | 154 | 154 | ||
| Totaal | 154 | 154 | ||
De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de Goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (Consulting) maakt deel uit van het operationele segment "België". De oefening is gebaseerd op een verdisconteerde kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het bugdet, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde van het einde van het vierde jaar.
De belangrijkste assumpties zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 14,2 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2017 houden rekening met een significante verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2016 met ongeveer 27%. De realiseerbare waarde werd geschat op M€ 8,1 die ongeveer M€ 4,2 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenerende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario I | mpact op de realiseerbare waarde |
|---|---|
| Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA | - 1.341 |
| Toename vedisconteringsvoet met 1% | - 408 |
Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering.
Op basis van bovenstaande informatie heeft het managment geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving dient geboekt te worden.
De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kunnen als volgt voorgesteld worden:
| Klanten portefeuille |
Software, patenten en licenties |
Totaal | |
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Afschaffingswaarde | |||
| Op 1 januari 2015 | 41 | 710 | 751 |
| Investeringen | − | 10 | 10 |
| Bedrijfscombinatie | 282 | − | 282 |
| Op 31 december 2015 | 323 | 720 | 1.043 |
| Investeringen | − | 80 | 80 |
| Bedrijfscombinatie | 725 | − | 725 |
| Op 31 december 2016 | 1.048 | 800 | 1.848 |
| Afschrijvingen | |||
| Op 1 januari 2015 | -41 | -621 | -662 |
| Afschrijvingen | -9 | -50 | -59 |
| Op 31 december 2015 | -50 | -671 | -721 |
| Afschrijvingen | -66 | -47 | -113 |
| Op 31 december 2016 | -116 | -718 | -834 |
| Netto boekwaarde | |||
| Op 1 januari 2015 | − | 89 | 89 |
| Op 31 december 2015 | 273 | 49 | 322 |
| Op 31 december 2016 | 932 | 82 | 1.014 |
De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen".
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kunnen als volgt gepresenteerd worden:
| Terreinen | Gebouwen | Instal laties & machines |
Meubilair | Leasing | Overige | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | |||||||
| Aanschaffingswaarde | |||||||
| Op 1 januari 2015 | 1.279 | 4.589 | 3.577 | 3.473 | 3.755 | 393 | 17.066 |
| Investeringen | 26 | 47 | 448 | 28 | 471 | 505 | 1.525 |
| Bedrijfscombinatie | − | − | 1.388 | − | − | 200 | 1.588 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | -213 | -3 | -100 | -134 | -450 |
| Herwaardering | − | 183 | − | − | − | − | 183 |
| Op 31 december 2015 | 1.305 | 4.819 | 5.200 | 3.498 | 4.126 | 964 | 19.912 |
| Investeringen | − | 24 | 1.363 | 46 | 520 | 425 | 2.378 |
| Bedrijfscombinatie | − | 1.200 | 495 | 29 | − | − | 1.724 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | -169 | − | -66 | -109 | -344 |
| Herwaardering | − | − | − | − | − | − | − |
| Transfer | -270 | 270 | -12 | − | 32 | -20 | − |
| Op 31 december 2016 | 1.035 | 6.313 | 6.877 | 3.573 | 4.612 | 1.260 | 23.670 |
| Afschrijvingen | |||||||
| Op 1 januari 2015 | − | -433 | -3.415 | -3.086 | -453 | -369 | -7.756 |
| Afschrijvingen | − | -255 | -785 | -61 | -179 | -398 | -1.678 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | 63 | 1 | 100 | 117 | 281 |
| Op 31 december 2015 | − | -688 | -4.137 | -3.146 | -532 | -650 | -9.153 |
| Afschrijvingen | − | -279 | -865 | -72 | -165 | -439 | -1.820 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | 121 | − | 47 | 105 | 273 |
| Op 31 december 2016 | − | -967 | -4.881 | -3.218 | -650 | -984 | -10.700 |
| Netto boekwaarde | |||||||
| Op 1 januari 2015 | 1.279 | 4.156 | 162 | 387 | 3.302 | 24 | 9.310 |
| Op 31 december 2015 | 1.305 | 4.131 | 1.063 | 352 | 3.594 | 314 | 10.759 |
| Op 31 december 2016 | 1.035 | 5.346 | 1.996 | 355 | 3.962 | 276 | 12.970 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2016 bedragen K€ 2.378 (2015: K€ 1.525) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing).
Door de bedrijfscombinatie met Geomet in 2016 heeft de Groep voornamelijk een gebouw verworven met een reële waarde van K€ 1.200 op datum van acquistie, sondeerwagens en overige technische uitrustingen.
Door de bedrijfscombinatie met Sialtech in 2015 heeft de Groep voornamelijk boorinstallaties en materiaal verkregen met een reële waarde van K€ 1.588.
De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van K€ 57 in 2016 (2015: K€ 187).
Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.
De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België, in mei 2014 voor de gebouwen in Frankrijk en op 1 januari 2012 voor de gebouwen in Nederland (behalve het gebouw verworven in het kader van de acquisitie van Geomet Vastgoed B.V. welke gewaardeerd werd op datum van acquisitie). De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2016 en 2015 in Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen K€ 140 in 2016 (2015: K€ 127).
Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijsmodel, dan zou de boekwaarde K€ 4.420 bedragen op 31 december 2016 (2015: K€ 3.065).
De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van K€ 2.474 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van leningen van de Groep.
De Groep heeft de afschrijvingstermijn voor de boorinstallaties verworven in het kader van de acquisitie van Sialtech verlengd van 5 jaar naar 8 jaar rekening houdend met de resterende economische gebruiksduur. De impact van deze wijziging zijn K€ 302 lagere jaarlijkse afschrijvingen.
De Groep heeft een deelneming van 44% (2015: 34%) in Enviromania BVBA. (Translab NV). In 2015 had de Groep ook een deelneming van 49% in Nijmeijers Beheer B.V., een Nederlandse vennootschap die 82,5% van de aandelen bezit van Sialtech B.V.:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2016 2015 |
|||
| In € 000 | |||
| Translab/ Enviromania | 152 | 84 | |
| Nijmeijers Beheer B.V. | − | − | |
| Totaal | 152 | 84 |
Nijmeijers Beheer B.V. werd gedurende 2016 gesplitst, waardoor de Groep een rechtstreeks belang van 40,43% van de aandelen van haar dochteronderneming Sialtech B.V. ontvangen heeft. De Groep heeft geen deelneming meer in Nijmeijers Beheer B.V..
De samenvattende geconsolideerde financiële informatie van Enviromania is als volgt:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | |||
| Langlopende activa (incl. Goodwill) | 1.400 | 1.427 | |
| Kortlopende activa | 239 | 266 | |
| Langlopende schulden | -810 | -807 | |
| Kortlopende schulden | -483 | -640 | |
| Eigen vermogen | 346 | -246 | |
| Aandeel 44% (2015: 34%) | |||
| Boekwaarde investering geassocieerde onderneming | 152 | 84 | |
| Omzet | 787 | 648 | |
| Winst van het boekjaar | 132 | 77 | |
| Aandeel 44% (2015: 34%) | |||
| Aandeel in resultaat | 58 | 26 |
De Groep heeft op 31 december 2016 een converteerbare lening openstaan aan Translab NV van K€ 120 (2015: K€ 70) die converteerbaar is in aandelen van Translab NV. De lening is interestdragend. De conversiefactor is vastgelegd op 5,5% (transactie 2016) of 10% (transactie 2015) van de aandelen van Translab NV.
De Groep heeft in 2016 10% bijkomende aandelen verworven in Environmania BVBA voor een investering van K€ 12.
De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | |||
| Handelsvorderingen | 14.943 | 12.614 | |
| Geboekte waardeverminderingen | -786 | -561 | |
| Totaal Handelsvorderingen | 14.157 12.053 |
||
| Lening aan geassocieerde onderneming | − | 402 | |
| Overige kortlopende activa | 1.911 | 2.169 | |
| Totaal Overige kortlopende activa | 1.911 | 2.571 |
De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen.
De lening aan geassocieerde onderneming betreft de lening van de dochteronderneming Sialtech B.V. aan Nijmeijers Beheer B.V. Tot 2015 was Nijmeijers Beheer B.V. een geassocieerde onderneming. Nijmeijers Beheer B.V. is gesplitst en opgehouden te bestaan.
Op 31 december 2016 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor het volledige openstaande bedrag van K€ 786 (2015: K€ 561).
De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:
| Waardevermindering op handelsvorderingen |
||
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Op 1 januari 2015 | -568 | |
| Toevoeging | -150 | |
| Terugneming en gebruikt | 157 | |
| Op 31 december 2015 | -561 | |
| Toevoeging | -343 | |
| Terugneming en gebruikt | 118 | |
| Op 31 december 2016 | -786 |
De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:
| 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | |||
| In € 000 | ||||
| Geldmiddelen | 2.678 | 2.152 | ||
| Kasequivalenten | 256 | 253 | ||
| Totaal | 2.934 | 2.405 |
De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet.
Reconciliatie van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het kasstroomoverzicht:
| 31 december | ||
|---|---|---|
| 2016 | 2015 | |
| In € 000 | ||
| Geldmiddelen en kasequivalenten op de balans | 2.934 | 2.405 |
| Geldmiddelen inbegrepen bij activa aangehouden voor verkoop | 60 | 94 |
| Totaal | 2.994 | 2.499 |
Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2016 en 2015.
Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10.568.735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van K€ 4.857 op 31 december 2016 (2015: K€ 4.857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.
Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2016 en 2015.
Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.
De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt K€ 4 op 31 december 2016 (2015: K€ 4). De overige reserves bedragen K€ 4.954 op 31 december 2016 (2015: K€ 4.028).
De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2016 en 2015.
De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:
| Voor verkoop beschikbare finaciële activa |
Herwaarde ring aan reële waarde gebouwen |
Toegezegde pensioen regeling |
Totaal niet gerealiseerde resultaten |
|
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Niet-gerealiseerde resultaten op 1 januari 2015 | 15 | 1.785 | -106 | 1.694 |
| Reële waardeverandering fondsbeleggingen | 40 | − | − | 40 |
| Herwaardering gebouwen | − | 183 | − | 183 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves | − | -127 | − | -127 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling | − | − | 11 | 11 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | -20 | -4 | -24 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2015 | 55 | 1.821 | -99 | 1.777 |
| Reële waardeverandering fondsbeleggingen | − | − | − | − |
| Herwaardering gebouwen | − | − | − | − |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves | − | -140 | − | -140 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling | − | − | -113 | -113 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | 48 | 40 | 88 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2016 | 55 | 1.729 | -172 | 1.612 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders | 55 | 1.633 | -172 | 1.516 |
| Toewijsbaar aan het minderheidsbelang | − | 96 | − | 96 |
Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Ecorem | -138 | 6 |
| Sialtech | 551 | 545 |
| Geosonda B.V. | 566 | − |
| Totaal minderheidsbelang op balans | 979 | 551 |
| Ecorem | -145 | -3 |
| Sialtech | 19 | 2 |
| Geosonda B.V. | 45 | − |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in winst van het boekjaar | -81 | -1 |
| Ecorem | 5 | 1 |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in niet-gerealiseerde resultaten | 5 | 1 |
| Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat | -76 | − |
Het minderheidsbelang in 2016 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech B.V. (Nederland) en 45% van de aandelen in de nieuwe dochteronderneming Geosonda B.V..
Het minderheidsbelang in 2015 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België) welke verkocht werd aan een derde partij voor K€ 1 in december 2015 en 42,07% van de aandelen in de nieuwe dochteronderneming Sialtech B.V. (Nederland).
De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Ecorem, Sialtech en Geosonda B.V. is als volgt:
| Sialtech B.V. | Geosonda B.V. | Ecorem | |
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Langlopende activa (incl. Goodwill) | 2.102 | 860 | 1.638 |
| Kortlopende activa | 983 | 1.119 | 1.154 |
| Langlopende schulden | -565 | -370 | -134 |
| Kortlopende schulden | -1.177 | -384 | -3029 |
| Eigen vermogen | -1.343 | -1.225 | 371 |
| Aandeel | 42% | 45% | 25% |
| Aandeel in het eigen vermogen van het minderheidsbelang | -565 | -551 | 93 |
| Historische consolidatie-aanpassing | − | − | 45 |
| Boekwaarde minderheidsbelang | -565 | -551 | 138 |
| Omzet | 2.832 | 933 | 801 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 47 | 100 | -581 |
| Aandeel | 42% | 45% | 25% |
| Aandeel in resultaat | 20 | 45 | -145 |
| Niet-realiseerbaar resultaat | − | − | 20 |
| Aandeel | 42% | 45% | 25% |
| Aandeel in resultaat | − | − | 5 |
De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Openstaand op 31 december | ||||
|---|---|---|---|---|
| Interestvoet | Vervaldag | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | ||||
| Roll-over krediet | Euribor+1,75% | 2017 | 75 | 150 |
| Business lening | 4,20% | 2016 | − | 40 |
| Investeringkrediet | 1,93% | 2016 | − | 8 |
| Borgstellingskrediet | Euribor+3,25% | 2016 | − | 254 |
| Lening | Euribor+3,50% | 2016 | − | 129 |
| Rekening-courant | 6,20% | 2017 | 275 | 258 |
| Straight Loan | Euribor+1,5%/1,75% | 2017 | 1.842 | 1.986 |
| Investeringkrediet | 5,08% | 2019 | 196 | 270 |
| Leningen op korte-termijn | 1,50%-1,55% | 2017 | 1.150 | − |
| Opticash krediet | Euribor+1,5% | 2017 | − | 300 |
| Opticash krediet | Euribor+2,5% | 2017 | − | 200 |
| Leningen vervaldag 2016 | 1,77%-3,78% | 2016 | − | 18 |
| Leningen vervaldag 2017 en later | 2,67% - 3,97% | 2017 | 86 | 251 |
| Leningen vervaldag 2018 en later | 2,26%-3,75% | 2018-2021 | 1.011 | 64 |
| Financiële leasings | 1,11% - 2,85% | 2012-2021 | 1.935 | 1.586 |
| Leningen eindejaarspremie | 0,48% | 2017 | 500 | 450 |
| Leningen vakantiegeld | 1,50% | 2017 | 100 | 349 |
| Rekening-courant | 4,25% | 2017 | 155 | - |
| Euroflex lening | 3,79% | 2032 | 858 | - |
| Lening | 5,00% | 2019 | 220 | - |
| Overige | 102 | 318 | ||
| Totaal | 8.505 | 6.631 | ||
| waarvan kortlopend | 5.104 | 4.956 | ||
| waarvan langlopend | 3.401 | 1.675 |
De leningen hebben geen convenanten op 31 december 2016 en 2015. De Straight Loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.
De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.
De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | |||
| Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) | 653 | 500 | |
| Toegezegde pensioenregeling (België) | − | − | |
| Geschillen | 150 | 520 | |
| Overige | − | 88 | |
| Totaal | 803 | 1.108 |
ABO Holding NV werd in juni 2014 door de rechtbank van Koophandel Gent veroordeeld tot betaling van K€ 467 in een rechtszaak over de waardering van aandelen in een inmiddels verkochte deelneming. In afwachting van de beroepsprocedure, werd eind 2014 een som van K€ 509 gekantonneerd. Begin 2016 werd tegen de verwachting in, het vonnis in beroep bevestigd. Er werd per 31 december 2015 een provisie van K€ 520 aangelegd. In het boekjaar 2016 werd deze rechtzaak afgerond en heeft de Groep een bedrag betaald van ongeveer K€ 520.
ABO NV werd opgeroepen als tussenkomende partij in vrijwaring in een rechtszaak over de niet tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop. In eerste aanleg werd de vennootschap mede verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport, en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van K€595 plus rente, waarvan 85% toegewezen is aan de vennootschap. Inmiddels werd de beroepsprocedure gepleit. Ondanks het feit dat de vennootschap nog steeds van oordeel is dat haar geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), werd beslist uit voorzichtigheid een voorziening aan te leggen van K€ 150. Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de procedure. De vennootschap zal bij ontvangst van het arrest dit ten gronde analyseren en haar cassatiemogelijkheden in overweging nemen.
De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite") toegekend die wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.
De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen. De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| Netto verplichting | Reële waarde activa | Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto |
|
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Op 1 januari 2015 | 790 | -313 | 477 |
| Bijdragen | − | -42 | -42 |
| Netto interest | 14 | -6 | 8 |
| Prestaties | 69 | − | 69 |
| Actuariële verliezen uit wijzigingen ervaring | 10 | − | 10 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | -22 | -22 |
| Op 31 december 2015 | 883 | -383 | 500 |
| Bijdragen | − | -42 | -42 |
| Interesten | 16 | -6 | 10 |
| Prestaties | 73 | − | 73 |
| Actuariële verliezen uit wijzigingen ervaring | 93 | − | 93 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | 19 | 19 |
| Op 31 december 2016 | 1.065 | -412 | 653 |
De voornaamste assumpties die gebruikt werden, zijn als volgt:
| 31 december | ||
|---|---|---|
| 2016 | 2015 | |
| Salarisverhoging | 2,0% | 2,0% |
| Verdisconteringsvoet | 1,2% | 1,8% |
91 Geconsolideerde Jaarrekening
De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Impact wijziging ervaring op netto verplichting | 8 | -10 |
| Impact wijziging actualisatievoet | -101 | 0 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | -20 | 21 |
| Belastingimpact | 40 | -4 |
| Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat | -73 | 7 |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Prestaties | 73 | 69 |
| Interestkost op de verplichting | 9 | 8 |
| Totaal | 82 | 77 |
De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):
| 31 december | |||
|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | ||
| In € 000 | |||
| Aandelen | 78 | 66 | |
| Obligaties | 272 | 252 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 32 | 34 | |
| Vastgoed | 29 | 30 | |
| Overige | 1 | 1 | |
| Totaal | 412 383 |
De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:
| 2016 | |
|---|---|
| In € 000 | |
| Actualisatievoet: + 0,5% | -84 |
| Actualisatievoet: - 0,5% | 95 |
De Groep verwacht dat in 2017 K€ 8 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan.
De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar en het pensioenplan heeft 127 aangesloten werknemers (2015: 115).
De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt. Er werd op 31 december 2015 geen voorziening aangelegd voor eventuele tekorten.
De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerd verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| Netto verplichting | Reële waarde activa | Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto |
||
|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||
| Op 1 januari 2016 | 680 | -680 | − | |
| Bijdragen | − | -50 | -50 | |
| Interesten | 14 | -14 | − | |
| Prestaties | 47 | − | 47 | |
| Actuariële verliezen uit wijzigingen ervaring | − | − | − | |
| Belastingen betaald op bijdragen | -6 | 6 | − | |
| Administratiekosten | − | 3 | 3 | |
| Rendement op de activa exclusief interesten | − | − | − | |
| Op 31 december 2016 | 735 | -735 | − |
De voornaamste assumpties die gebruikt werden, zijn als volgt:
| 2016 | |
|---|---|
| Inflatie | 1,75% |
| Verdisconteringsvoet | 2,0% |
| Rendement op activa | 2,0% |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| 2016 | |
|---|---|
| In € 000 | |
| Prestaties | 47 |
| Netto interest | -1 |
| Administratiekosten | 3 |
| Totaal | 49 |
De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.
Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting.
De Groep verwacht dat in 2017 K€ 59 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.
De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 33 jaar. Het pensioenplan heeft 136 aangesloten actieve werknemers en 284 aangesloten niet-actieve werknemers.
De overige kortlopende schulden bestaan uit:
| 31 december | ||
|---|---|---|
| 2016 | 2015 | |
| 156 | 166 | |
| 34 | 15 | |
| 2.043 | 1.705 | |
| 235 | 428 | |
| 3.935 | 4.024 | |
| 528 | 230 | |
| 6.931 | 6.568 | |
| In € 000 |
| Boekwaarde | Fair Value | |||
|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | ||||
| Financiële activa | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële vaste activa | 96 | 175 | 96 | 175 |
| Beleggingsfondsen | 96 | 175 | 96 | 175 |
| Leningen en vorderingen | 17.917 | 16.217 | 17.917 | 16.217 |
| Handelsvorderingen | 14.157 | 12.053 | 14.157 | 12.053 |
| Overige financiële activa (langlopend) | 402 | 336 | 402 | 336 |
| Overige kortlopende activa | 424 | 1.423 | 424 | 1.423 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 2.934 | 2.405 | 2.934 | 2.405 |
| Totaal financiële activa | 18.013 | 16.392 | 18.013 | 16.392 |
De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
| Boekwaarde | Fair Value | |||
|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | |
| In € 000 | ||||
| Financiële verplichtingen | ||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs | 15.098 | 11.288 | 15.183 | 11.282 |
| Leningen | 8.505 | 6.631 | 8.590 | 6.625 |
| Handelsschulden | 6.065 | 4.412 | 6.065 | 4.412 |
| Overige schulden | 528 | 245 | 528 | 245 |
| Totaal financiële verplichtingen | 15.098 | 11.288 | 15.183 | 11.282 |
| Waarvan langlopend | 3.401 | 1.675 | 3.471 | 1.754 |
| Waarvan kortlopend | 11.697 | 9.613 | 11.712 | 9.528 |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
| 2016 | ||||
|---|---|---|---|---|
| Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| In € 000 | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: beleggingsfondsen | 96 | - | − | 96 |
| Financiële schulden: leningen | 8.590 | - | 8.590 | - |
| 2015 | ||||
| Totaal | Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | |
| In € 000 | ||||
| Voor verkoop beschikbare financiële activa: beleggingsfondsen | 175 | - | − | 175 |
| Financiële schulden: leningen | 6.625 | - | 6.625 | − |
De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.
De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:
| In € 000 | |
|---|---|
| Op 1 januari 2015 | 134 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | 40 |
| Overige | 1 |
| Op 31 december 2015 | 175 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | − |
| Terugbetalingen | -116 |
| Gerealiseerde winst bij terugbetaling | 37 |
| Op 31 december 2016 | 96 |
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van K€ 1.330. De terreinen en gebouwen in Nederland en Frankrijk is gebeurd op respectievelijk 1 januari 2012 en 5 mei 2014. Er werden gedurende 2016 geen herwaarderingen uitgevoerd.
De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.
De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:
Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.
De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "Chief Operating Decision Maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.
De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (Consulting, Testing en Monitoring).
De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2016 en 2015:
| België | Frankrijk | Nederland | Totaal Segmenten |
Aanpas sing en eliminaties |
Totaal Geconsoli deerd |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2016 | ||||||
| Omzet (derden) | 14.354 | 16.545 | 5.880 | 36.779 | − | 36.779 |
| Omzet (intra-groep) | 376 | 15 | 434 | 825 | -825 | − |
| Bedrijfresultaat | 137 | 885 | 637 | 1.659 | − | 1.659 |
| Interestopbrengsten | 25 | 2 | − | 27 | − | 27 |
| Interestlasten | -152 | -16 | -31 | -199 | − | -199 |
| Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde ondernemingen |
58 | − | − | 58 | − | 58 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-359 | 572 | 584 | 797 | − | 797 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | − | − | − | − | − | − |
| - afschrijvingen | -513 | -881 | -535 | -1.929 | − | -1.929 |
| Totaal activa | 14.716 | 16.915 | 7.830 | 39.461 | -2.128 | 37.333 |
| Totaal schulden | -11.328 | -8.808 | -6.019 | -26.155 | 1.132 | -25.023 |
| België | Frankrijk | Nederland | Totaal Segmenten |
Aanpas | Totaal | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| sing en eliminaties |
Geconsoli deerd |
|||||
| In € 000 | ||||||
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2015 | ||||||
| Omzet (derden) | 12.935 | 16.546 | 2.139 | 31.620 | - | 31.620 |
| Omzet (intra-groep) | 297 | 30 | 190 | 517 | -517 | - |
| Bedrijfresultaat | -900 | 848 | 375 | 323 | - | 323 |
| Interestopbrengsten | 25 | 9 | 5 | 39 | - | 39 |
| Interestlasten | -120 | -29 | -14 | -163 | - | -163 |
| Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde ondernemingen |
26 | 0 | 65 | 91 | - | 91 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-809 | 560 | 411 | 162 | - | 162 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | ||||||
| - afschrijvingen | -548 | -943 | -231 | -1.713 | - | -1.713 |
| Totaal activa | 14.086 | 16.089 | 2.361 | 32.536 | - | 32.536 |
| Totaal schulden | -11.586 | -8.234 | -1.591 | -21.420 | - | -21.420 |
Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).
De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.
De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Bedrijfssubsidies | 30 | 100 |
| Doorgerekende kosten | 139 | 82 |
| Vrijstelling BV (competitiviteitspact) | 81 | 196 |
| Voordelen in natura | 68 | 75 |
| Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa | 58 | 75 |
| Vrijval van voorzieningen voor claims | − | 25 |
| Terugbetaling van belastingen vorig boekjaar | − | 38 |
| Terugname voorzieningen klanten | 59 | 56 |
| Herwaardering participatie Sialtech aan reële waarde | − | 361 |
| Badwill overname Geomet | 388 | − |
| Overige | 218 | 515 |
| Totaal | 1.041 | 1.523 |
De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) | -409 | -399 |
| Minderwaarde realisatie handelsvorderingen | -51 | - |
| Uitbetaalde claims, laattijdigheidsboete | -70 | -4 |
| Opboeking van voorzieningen voor geschillen | 206 | -440 |
| Opboeking voorziening klanten (netto) | -292 | 26 |
| Overige | -168 | -345 |
| Totaal | -784 | -1.162 |
De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Korte-termijn personeelsbeloningen | -11.925 | -10.956 |
| Sociale zekerheid | -3.947 | -3.776 |
| Toegezegde bijdrage pensioenregelingen | -56 | -105 |
| Te bereiken doel pensioenregeling | -103 | -77 |
| Overige personeelskosten | -936 | -796 |
| Totaal | -16.967 | -15.710 |
| Totaal geregistreerde personeelsleden | 336 | 288 |
De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Interesten | -199 | -163 |
| Overige | -166 | -149 |
| Totaal | -365 | -312 |
De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Interesten | 27 | 39 |
| Overige | 73 | 22 |
| Totaal | 100 | 61 |
De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Verwachte belastinglast voor het jaar | -446 | -302 |
| Uitgestelde belastingen | -207 | 301 |
| Belastingen over het voorgaande jaar | − | − |
| Totale belastingwinst (kost) | -653 | -1 |
De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2016 en 2015 is als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen | 1.449 | 163 |
| Belastingen aan het statutaire tarief van 33,99% | -493 | -55 |
| Verschil in belastingsvoet | 89 | 36 |
| Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren | − | − |
| Overige belastingkortingen | 52 | − |
| Verworpen uitgaven | -135 | -105 |
| Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd geboekt | 16 | 12 |
| Winst uit reële waarde aanpassing participatie Sialtech | − | 90 |
| Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar | -181 | -32 |
| Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen | 20 | 46 |
| Niet belastbare Badwillopbrengst | 77 | − |
| Impact niet-belastbare voorzieningen vorig boekjaar | -205 | − |
| Impact ontvangen dividenden | 80 | − |
| Erkenning uitgestelde belastinvordering op fiscale verliezen vorige jaren | 45 | − |
| Overige | -18 | 7 |
| Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening | -653 | -1 |
De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| In de geconsolideerde balans | In de geconsolideerde resultatenrekening | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | |||
| In € 000 | ||||||
| Fiscale verliezen | 1.800 | 2.035 | -324 | 291 | ||
| Immateriële vaste activa | 22 | 129 | -36 | -47 | ||
| Materiële vaste activa | 11 | -330 | 300 | − | ||
| Leasings | − | -24 | 24 | 3 | ||
| Voorzieningen | 24 | 190 | -204 | 190 | ||
| Financiële vaste activa | − | − | − | -7 | ||
| Overige | -7 | − | -2 | − | ||
| Totaal uitgestelde belastingvordering | 1.850 | 2.000 | ||||
| − | − | − | − | |||
| Materiële vaste activa | -1.182 | -963 | -219 | 54 | ||
| Immateriële vaste activa | -112 | -56 | 11 | 8 | ||
| Leasings | − | -243 | 243 | -15 | ||
| Voorzieningen | − | − | − | -159 | ||
| Overige | − | − | − | -17 | ||
| Totaal uitgestelde belastingschuld | -1.294 | -1.262 | ||||
Totaal uitgestelde belastingskost -207 301
De uitgestelde belastingvorderingen en -schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.
De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van K€ 858 per 31 december 2016 (2015: K€ 906) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.
De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van K€ 7.442 per 31 december 2016 (2015: K€ 5.709). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van K€ 103.887 (2015: K€ 94.050) fiscaal overdraagbare verliezen welke bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken.
Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2016 van K€ 1.800 (2015: K€ 2.035) waarvan k€ 1 265 (2015: K€ 1.265) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.
De totale gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel is 10.568.735.
Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.
De Groep heeft geen financiële instrumenten die een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.
De Groep heeft eerder beslist om ofwel haar 100% deelneming in de dochtervennootschap Binergy Meer BVBA te verkopen of om het terrein te verkopen. De dochteronderneming Binergy Meer BVBA bevat hoofdzakelijk een terrein welke vergund is voor het bouwen van een biomassa energiecentrale en een gerelateerde schuld.
De Groep heeft beslist om de bouw van de biomasse energiecentrale niet uit te voeren en daarom het terrein of de aandelen te verkopen. De Groep is in onderhandeling met een aantal concrete partijen. Mogelijke kopers hebben de koop/verkoop evenwel conditioneel gesteld aan het behalen van de nodige (milieu)vergunningen. Dit proces duurt evenwel langer dan voorzien. De Groep blijft evenwel overtuigd dit in de komende periode van 12 maanden te kunnen afronden.
Als gevolg hiervan wordt Binergy Meer BVBA verwerkt als een actief aangehouden voor verkoop. De activa en schulden van Binergy Meer BVBA werden gewaardeerd aan hun boekwaarde, welke het laagste is van de reële waarde min de verkoopkosten en de boekwaarde. Binergy Meer BVBA is opgenomen in het operationele segment België.
De belangrijke categorieën van de activa en de schulden zijn als volgt:
| 31 december 2016 | 31 december 2015 | ||
|---|---|---|---|
| In € 000 | |||
| Activa | |||
| Materiële vaste activa | 1.165 | 1.165 | |
| Liquide middelen en kasequivalenten | 60 | 94 | |
| Totaal activa | 1.225 | 1.259 | |
| Handelsschulden | − | - | |
| Overige kortlopende schulden | 1.296 | 1.296 | |
| Totaal schulden | 1.296 | 1.296 |
De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de raad van bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden. De belangrijkste geschillen zijn hieronder toegelicht.
• ABO Holding NV werd gedagvaard in een procedure voor vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Gezien de betrokken deelneming evenwel midden 2013 werd verkocht, en bijgevolg ABO Holding geen mandaat als bestuurder meer had sindsdien, ziet de vennootschap geen reden tot aanleg van een voorziening.
De Groep heeft een aantal niet-opzegbare operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar. De Groep heeft andere operationele leasings voor onder andere gebouwen welke op korte termijn opzegbaar zijn.
De toekomstige minimum leasingbetalingen voor de niet-opzegbare operationele leasings zijn als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Binnen één jaar | 109 | 84 |
| Tussen één en vijf jaar | 188 | 90 |
| Meer dan vijf jaar | - | - |
| Totaal | 297 | 174 |
| Operationele leasekost | 132 | 271 |
De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark en boortorens.
De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:
| Op 31 december 2016 | Op 31 december 2015 | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| Minimale leasebetalingen |
Contante waarde betalingen |
Minimale leasebetalingen |
Contante waarde betalingen |
||
| In € 000 | |||||
| Binnen één jaar | 688 | 664 | 648 | 592 | |
| Tussen één en vijf jaar | 1.304 | 1.270 | 1.030 | 995 | |
| Meer dan vijf jaar | − | − | - | - | |
| Subtotaal | 1.992 | 1.934 | 1.678 | 1.587 | |
| Min impact verdiscontering | -58 | -91 | |||
| Contante waarde | 1.934 | 1.587 |
De Groep heeft een bedrag van K€ 1.480 aan gevestigde hypotheken (2015: K€ 0). Daarnaast werd een hypothecair mandaat toegekend aan een financiële instelling voor een totaal bedrag van K€ 900 op 31 december 2016 (2015: K€ 900).
De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een lastgeving voor het in pand geven van het handelsfonds toegestaan aan een financiële instelling met een totale waarde van K€ 4.165 op 31 december 2016 (2015: K€ 5.690). Daarnaast heeft de Groep een handelsfonds in pand gegeven ter waarde van K€ 400 op 31 december 2016 (2015: K€ 400).
De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.
De totale voorziening bedraagt K€ 225 op 31 december 2016 (2015: K€ 418) die geboekt is onder "overige kortlopende schulden".
De Groep is voornamelijk onderhevig aan liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De volgende tabellen geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Op 31 december 2016 | ||||||
| Financiële schulden | 5.483 | 2.804 | - | 8.287 | ||
| Handelsschulden | 6.065 | − | - | 6.065 | ||
| Overige schulden | 528 | − | - | 528 | ||
| Totaal | 12.076 | 2.804 | - | 14.880 |
| < 1 jaar | 2 tot 5 jaar | > 5 jaar | Totaal | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Op 31 december 2015 | ||||||
| Financiële schulden | 4.975 | 1.874 | - | 6.849 | ||
| Handelsschulden | 4.412 | - | - | 4.412 | ||
| Overige schulden | 245 | - | - | 245 | ||
| Totaal | 9.632 | 1.874 | - | 11.506 |
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "Straight Loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.
Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van K€ 33.
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:
| Totaal | Niet vervallen | < 30 dagen | 31-60 dagen | 61-90 dagen | >91 dagen | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| 31 december 2016 | 14.157 | 10.327 | 1.839 | 838 | 267 | 886 |
| 31 december 2015 | 12.614 | 9.224 | 1.251 | 567 | 191 | 1.381 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van K€ 786 op 31 december 2016 (2015: K€ 561) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "Going Concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2016 49% (2015: 40%).
De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Korte-termijn beloningen | 643 | 699 |
| Einde-loopbaan beloningen | 39 | 49 |
| Ontslagvergoedingen | − | 9 |
| Totaal | 682 | 757 |
De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:
| Verkoop van diensten |
Aankopen van diensten en goederen |
Interest opbrengst |
Interest kost |
Vordering | Schuld | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| In € 000 | ||||||
| Aandeelhouders van de Groep | ||||||
| 2016 | − | − | − | − | 4 | -122 |
| 2015 | − | − | − | -1 | 4 | -87 |
| Geassocieerde ondernemingen | ||||||
| 2016 | − | -42 | − | − | 233 | − |
| 2015 | − | -14 | − | − | 523 | -2 |
| Andere verbonden partijen | ||||||
| 2016 | 35 | -503 | − | − | 95 | -303 |
| 2015 | 55 | -588 | − | − | 102 | -133 |
De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:
Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.
De vergoeding van de commissaris is als volgt:
| 2016 | 2015 | |
|---|---|---|
| In € 000 | ||
| Vergoeding audit | 81 | 68 |
| Vergoeding non-audit diensten | 1 | 11 |
| Totaal | 82 | 79 |
Er zijn geen vermeldenswaardige gebeurtenissen na balansdatum.
| Land | 2016 | 2015 | |
|---|---|---|---|
| % eigendom | |||
| Dochterondernemingen | |||
| ABO NV | België | 100,0% | 100,0% |
| Ecorem NV | België | 75,0% | 75,0% |
| E20 (Energy To Zero Consult NV) | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda Environment NV (Exequtes Milieu Meetdienst NV) | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda BVBA | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO Beheer B.V. | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO Milieuconsult B.V. | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Goorbergh Geotechniek B.V. * | Nederland | 0,0% | 100,0% |
| ERG Holding SA | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Equipement SARL | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Environnement SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG LAB | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| SCI NicERG | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| Sialtech BV | Nederland | 57,9% | 17,5% |
| Thenergo Invest B.V. * | Nederland | 0,0% | 100,0% |
| Thenergo NL B.V. | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Thenergo Operations BVBA | België | 100,0% | 100,0% |
| Binergy Meer BVBA | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO-Group Environment NV | België | 100,0% | 100,0% |
| ECOREM Baltya | Litouwen | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda B.V. | Nederland | 55% | 0,0% |
| Geomet B.V. | Nederland | 100% | 0,0% |
| Geomet Vastgoed B.V. | Nederland | 100% | 0,0% |
| Geassocieerde ondernemingen | |||
| Nijmeijers Beheer B.V. ** | Nederland | 0,0% | 49,0% |
| Enviromania BVBA | België | 44,0% | 34,0% |
* Deze vennootschappen werden in 2016 geliquideerd.
** Deze vennootschap werd gesplitst gedurende 2016 waardoor deze is opgehouden te bestaan.
De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.
Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2016 en 31 december 2015.
Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 25.754 | 25.138 |
| Oprichtingskost en immateriële activa | ||
| Materiële activa | 671 | 55 |
| Financiële activa | 25.083 | 25.083 |
| Vlottende activa | 2.602 | 2.223 |
| Overige activa (looptijd > 1 jaar) | ||
| Overige activa (looptijd < 1 jaar) | 2.602 | 2.223 |
| Totaal activa | 28.355 | 27.361 |
| Eigen vermogen | 25.987 | 25.789 |
| Aandelenkapitaal en uitgiftepremies | 173.083 | 173.083 |
| Reserves | -147.096 | -147.294 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Schulden op meer dan één jaar | 349 | 0 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 2.020 | 1.572 |
| Totaal passiva | 28.355 | 27.361 |
Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2016 | 2015 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 460 | 457 |
| Omzet | 459 | 350 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 1 | 107 |
| Bedrijfskosten | 372 | 386 |
| Bedrijfsresultaat | 88 | 71 |
| Financieel resultaat | 109 | -26 |
| Financiële opbrengsten | 3.951 | 7 |
| Financiële kosten | -3.842 | -33 |
| Uitzonderlijk resultaat | 0 | 115 |
| Resultaat vóór belastingen | 197 | 160 |
| Winst van het boekjaar | 197 | 158 |
De commissaris EY, vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren, verstrekt voor de statutaire jaarrekeningen van ABO-Group Environment NV een oordeel zonder voorbehoud.
107
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.