AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

ABO-Group Environment NV

Annual Report Apr 27, 2018

3901_10-k_2018-04-27_6fd6eece-ffa6-4f6d-98e1-eb507c933b31.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

Jaarverslag 2017

Jaarverslag 2017 ABO-Group Environment

Inhoudstafel

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering

van ABO-Group Environment NV 7
1 Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven 9
Geconsolideerde resultatenrekening 9
Geconsolideerde balans11
Geconsolideerde kasstroomtabel 11
Vooruitzichten 201812
2 Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-Group Environment NV te geven 13
3 Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt 13
Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap 13
Risico's verbonden aan de Vennootschap15
Financiële risico's16
4 Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV 18
5 Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 18
6 Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden 18
7 Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek 18
8 Gegevens over het bestaan van bijkantoren 18
9 Verantwoording in toepassing van artikel 96,6° wetboek van vennootschappen 18
10 Gebruik van financiële instrumenten 18
11 Verklaring inzake deugdelijk bestuur 18
11.1
De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering20
11.2
De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap 21
11.3
Raad van bestuur 24
11.4
Comités opgericht door de raad van bestuur25
11.5
Management en dagelijks bestuur 27
11.6
Genderquotum27
11.7
Remuneratieverslag27
11.8
Belangenconflicten: toepassing van artikel 523 wetboek van vennootschappen29
11.9
Belangenconflicten – toepassing van artikel 524 wetboek van vennootschappen31
12 Ontslagen en benoemingen 31
13 Verklaring door de verantwoordelijke personen 32
Geconsolideerde resultatenrekening
Geconsolideerd totaal resultaat
Geconsolideerde balans
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
Geconsolideerde kasstroomtabel
Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten
2.1 Voornaamste boekhoudprincipes43
2.2 Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn 52
2.3 Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen54
2.4 Bedrijfscombinaties56
2.5 Goodwill59
2.6 Immateriële vaste activa 60
2.7 Materiële vaste activa 61
2.8 Geassocieerde ondernemingen 62
2.9 Handelsvorderingen en overige kortlopende activa63
2.10 Geldmiddelen en kasequivalenten 64
2.11 Eigen vermogen 64
2.12 Financiële schulden 66
2.13 Voorzieningen 67
2.14 Overige kortlopende schulden71
2.15 Reële waarde71
2.16 Segmentinformatie73
2.17 Overige bedrijfsopbrengsten 75
2.18 Overige bedrijfskosten 75
2.19 Personeelsbeloningen75
2.20 Financiële kosten76
2.21 Financiële opbrengsten 76
2.22 Belastingen 76
2.23 Winst per aandeel 78
2.24 Niet-voortgezette activiteiten78
2.25 Mogelijke verplichtingen79
2.26 Verbintenissen79
2.27 Risico's 80
2.28 Relaties met verbonden partijen 81
2.29 Vergoeding van de commissaris82
2.30
2.31
Gebeurtenissen na balansdatum 82
Overzicht van de geconsolideerde entiteiten83

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van ABO-Group Environment NV

(1) E20 NV (2) Geosonda Environment NV

Geachte aandeelhouders,

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2017 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.

De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden, in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen samengevoegd. In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.

ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochter-vennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. ABO Holding NV is juridisch dochtervennootschap van ABO-Group Environment NV, boekhoudkundig wordt zij voor de geconsolideerde jaarrekening evenwel aanzien als de moedervennootschap.

De consolidatiekring zag er op 31 december 2017 uit als volgt: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda Environment NV, Enviromania BVBA / Translab NV), Nederland (ABO Beheer B.V., ABO Milieuconsult B.V., Geomet Vastgoed B.V., Geomet B.V., Geosonda B.V., Sialtech B.V.) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, SCI NicERG), ABO Research BVBA en Thenergo Nederland B.V.

1 Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven

Geconsolideerde resultatenrekening

20% omzetgroei

ABO-GROUP behaalde in 2017 een omzetgroei van 20%. Hiervan kwam 6,5% uit acquisities (twaalf maanden opname van Geomet/Geosonda Nederland in 2017 versus 6 maanden in 2016, integrale consolidatie van Enviromania/ Translab in België vanaf 1/01/2017). De organische groei bedroeg een zeer stevige 13,5%.

De omzetverdeling ziet er als volgt uit:

2016
in € 000
2017
in € 000
Verandering
in € 000
Verandering
in %
%
van omzet
Frankrijk 16.545 19.205 2.660 +16,1% 43,5%
België 14.354 16.542 2.188 +15,2% 37,5%
Nederland 5.880 8.380 2.500 +42,5% 19,0%
Omzet 36.779 44.127 7.348 +20,0% 100%

De groei werd breed gedragen, gezien zowel in Frankrijk, Nederland als België de omzet er met dubbele cijfers op vooruitging. De bouw- en infrastructuurmarkt trekt overal aan en tal van nieuwe projecten worden opgestart. De sterkste groei werd opgetekend in de geotechnische activiteiten, en dit zowel in de thuismarkten (Geosonda in België en Nederland, ERG Géotechnique in Frankrijk) als internationaal (via Ecorem, project Uganda).

In de Belgische adviesactiviteiten (ABO) was er vooral groei voor asbest en archeologie. Ook de energieafdeling, Energy to zero (E20), kon een zeer sterke groei optekenen, dankzij vlotte uitvoering van een aantal grote raamcontracten.

80% toename van de operationele winst

2016
in € 000
2017
in € 000
Verandering
in € 000
Verandering
in %
Per aandeel
in €
Omzet 36.779 44.127 7.348 +20,0%
Totale bedrijfsopbrengsten 37.820 45.393 7.573 +20,0%
Aankopen -4.205 -5.787 1.582 +37,6%
Diensten en diverse goederen -12.278 -14.580 2.302 +18,7%
Personeelsbeloningen -16.966 -18.831 1.865 +11,0%
Overige bedrijfskosten -784 -741 -43 -5,5%
Operationele winst voor afschrijvingen 3.587 5.454 1.867 +52,0% 0,52
Afschrijvingen -1.929 -2.471 542 +28,1%
Operationele winst 1.658 2.983 1.325 +80,0%
Financieel resultaat1 -208 -487 -279 +134,1%
Winst voor belastingen 1.449 2.496 1.047 +72,3%
Netto winst 792 1.093 301 +38,0% 0,10

1 Inclusief het aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen

Het hogere activiteitsniveau vertaalt zich in stijgende bedrijfskosten (38% toename in projectgerelateerde aankopen, 19% toename van de diensten en diverse goederen). De personeelskosten, de grootste kostenpost van een adviesbureau, stijgen met 11%.

De operationele winst voor afschrijvingen komt uit op 5,45 mio euro (0,52 euro/aandeel), een toename van 52%. De sterke verbetering vindt haar oorsprong in operationeel betere prestaties in België en Frankrijk. In Frankrijk was het vooral de geotechnische afdeling die voor winsttoename zorgde. In België konden Enviromania/Translab en E20 hun omzetgroei vertalen in een sterk toegenomen winstgevendheid. De verliezen in de internationale afdeling werden verder teruggebracht. In Nederland werd resoluut gekozen voor aanwerving en uitbreiding, met een toename van de operationele winst tot gevolg. Dit compenseerde het wegvallen van niet-recurrente elementen waardoor de bijdrage jaar-op-jaar gelijk bleef.

Door het continue investeringsprogramma van de groep de voorbije jaren ter vervanging en uitbreiding van het machinepark, nemen de afschrijvingen gevoelig toe (+542k euro tot 2,47 mio euro, +28,1%). In 2017 werd voor de veldwerkbedrijven meer dan 2 miljoen euro aan nieuw materiaal aangekocht. De groep investeert in capaciteitsuitbreiding, maar ook in nieuwe technieken. Het park van multifunctioneel inzetbare machines, in combinatie met een diversiteit aan boortechnieken, zorgt voor een uniek productaanbod voor de klant.

De operationele winst stijgt met 1,3 mio euro, van 1,7 mio euro tot 3 mio euro (+80%).

Het financieel resultaat daalt, hoofdzakelijk door opname van de financieringslasten van Enviromania/Translab, alsook door wisselkoersverliezen op de dollar. De eind vorig jaar aangekondigde overname van Esher (47,6% belang, met optie tot aankoop van de overige aandelen) had een licht positieve bijdrage van 28k euro. Eind 2017 werd het aandelenbelang in Binergy Meer verkocht. Dit leverde een eenmalige winst op van 98k euro.

De hervorming van de vennootschapsbelasting in België (het zogenaamde "zomerakkoord") had een zeer aanzienlijk, éénmalig negatief effect op de in het verleden aangelegde uitgestelde belastingvorderingen. De lagere tarieven zijn uiteraard gunstig naar de toekomst toe maar zorgen op heden voor een afwaardering van reeds voorziene en geboekte recupereerbare verliezen. Het bestuur heeft daarnaast in zijn beoordeling gekozen voor een conservatieve opstelling. Op de uitgestelde belastingschulden heeft de hervorming een positief effect. Dit wordt echter niet via de resultatenrekening verwerkt, maar in het geconsolideerd volledig perioderesultaat.

De nettowinst stijgt met 38% van 792k euro naar 1,1 mio euro (0,10 euro per aandeel).

Geconsolideerde balans

Het balanstotaal groeit aan van 37,3 naar 40,8 mio euro. Aan actiefzijde zijn de voornaamste wijzigingen de toename van goodwill en immateriële vaste activa (als direct gevolg van de integrale consolidatie van Enviromania/Translab en de daaraan gekoppelde toewijzing van de aankoopprijs), de handelsvorderingen (als gevolg van de toegenomen activiteit) en het realiseren van de activa bestemd voor verkoop (door de verkoop van Binergy Meer). Aan passiefzijde nemen de financiële schulden toe, hoofdzakelijk door leasing van nieuw materieel, opname van financiering voor het werkkapitaal en de schulden van Enviromania/Translab ingevolge de integrale consolidatie.

Het totaal eigen vermogen neemt toe van 12,3 mio euro tot 13,7 mio euro, enerzijds door de winst van het boekjaar, anderzijds door het toegenomen minderheidsbelang ten gevolge de uitgevoerde acquisitie. De eigen vermogensratio bedraagt 33,6% (33% in 2016). De netto financiële schuld is toegenomen tot een bedrag van 7,9 mio euro (t.o.v. 5,6 mio euro in 2016). De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) bedraagt 63%, wat meer dan voldoende ruimte laat voor verdere acquisitieve groei.

2016
in € 000
2017
in € 000
Kasstroom uit operaties 2.597 1.751
Operationele kasstroom 2.679 4.555
Werkkapitaalaanpassingen -82 -2.804
Kasstroom uit investeringen -1.572 -522
Kasstroom uit financiering -530 -698
Cash 1/1 2.499 2.994
Cash 31/12 2.994 3.525

Geconsolideerde kasstroomtabel

De operationele kasstroom stijgt fors van 2,7 mio euro naar 4,6 mio euro (+70%), gedreven door de gestegen activiteitsgraad en de toegenomen marge. De zeer hoge activiteitsgraad in de laatste maanden en weken van 2017 zorgt tijdelijk voor een sterke toename van het werkkapitaal. Een aantal zeer grote projecten werd immers eind 2017 uitgefactureerd. Hierdoor liep het werkkapitaal op met 2,8 mio euro. We verwachten een (gedeeltelijke) normalisering in de eerste maanden van 2018.

De groep investeerde 0,7 mio euro cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa. Daarnaast werd 2,1 mio euro via financiële leasing geïnvesteerd. Er werd hoofdzakelijk software en nieuwe machines aangekocht, in lijn met de strategie om een zeer kwalitatief en uitgebreid aanbod in huis te hebben qua boortechnieken.

De kasstroom uit financiering was licht negatief; nieuwe financieringen balanceerden de stroom aan terugbetalingen. In sommatie nemen de liquide middelen van de groep toe van 3 naar 3,5 mio euro.

BLADZIJDE 11

Vooruitzichten 2018

Toename van omzet- en winstgevendheid

ABO-Group wil haar milieu- en energieadvies, engineering- en testingactiviteiten verder uitbouwen en dit zowel in de drie thuislanden (België, Nederland, Frankrijk), als in een aantal specifieke internationale groeimarkten (met sterke nadruk op Zuid-Oost-Azië en Afrika). De groep houdt vast aan haar strategie en positionering als een Europese speler met internationale ambities. ABO-Group zet in op interne, organische groei, door aanwerving van experts voor het opzetten en uitbouwen van nieuwe activiteiten. In 2017 werden diverse nieuwe activiteiten, alsook nieuwe kantoren opgestart. Deze initiatieven zullen in 2018 de omzet en de winstgevendheid ondersteunen.

Daarnaast kijkt de groep ook verder uit om haar positie in de thuislanden te versterken via acquisitie. In 2017 werd de participatie in Enviromania/Translab opgetrokken naar 74,4%. Eind 2017 werd een belang van 47,6% genomen in het Gentse studiebureau Esher. Het positieve effect van de in de voorbije jaren gerealiseerde transacties laat zich duidelijk voelen. De groep wil dit traject verderzetten en zal ook in 2018 actief de overnamemarkt blijven opvolgen en een aantal opportuniteiten trachten te verwezenlijken. Naast de lopende dossiers in de thuislanden wordt eveneens uitgekeken naar geografische uitbreiding in Europa.

De groep houdt vast aan haar doelstelling om dubbelcijferig te groeien, door een mix van organische en acquisitieve groei. Voor 2018 betekent dit concreet een doelstelling van 50 mio euro omzet, met een voorziene operationele marge voor afschrijvingen boven de 10%.

Uitbouw van geotechniek als groeimotor voor de groep

Geotechniek vormt de grootste activiteit van de groep. Er wordt actief geïnvesteerd om de kruisbestuiving tussen de verschillende geotechnische afdelingen (veldwerk en advies) optimaal te kunnen benutten. De uitwisseling van kennis en materieel tussen de thuislanden wordt aangemoedigd. Er worden contacten gelegd met internationale klanten, om hen aldus een soortgelijke kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden in verschillende markten. De groep kijkt actief uit naar de opstart van geotechnische labo-activiteiten in België, geïnspireerd door de kennis en ervaring vanuit Frankrijk. In België werd door Geosonda een aantal grotere raamcontracten gewonnen die de verdere uitbouw van de geotechnische activiteiten ondersteunen.

"Décret sols" goedgekeurd in Wallonië

Het Waalse parlement keurde op 28 februari 2018 een nieuw wetgevend kader voor bodem goed ("Décret sols"). Hierdoor komt in Wallonië een aangepast wetgevend kader voor de ontwikkeling, gebruik en sanering van de bodem. ABO verwacht dat dit een opwaarts momentum voor de sector zal opleveren. Het decreet treedt uiterlijk per 1 januari 2019 in voege.

Uitwerking van een strategisch plan "Visie 2022"

De Raad van Bestuur van de groep bekijkt in samenspraak met de directie de uitwerking van een strategisch 5-jarenplan. De verwachting is dat dit concrete vorm krijgt voor de zomer van 2018. ABO-GROUP blijft alvast resoluut kiezen voor verdere groei, door uitbreiding van het productengamma en bijkomend openen van kantoren, alsook het actief opvolgen van overnamedossiers.

2 Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-Group Environment NV te geven

ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2017 een omzet van k€ 638 gerealiseerd (k€ 460 in 2016, +38%). Ondanks hogere bedrijfskosten, verdubbelt nagenoeg de bedrijfswinst van k€ 88 naar k€ 162. Het boekjaar sluit af met een winst van 153k euro. Een verlies van 147,1 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -146,95 miljoen euro. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 van de geconsolideerde jaarrekening van ABO-Group (p.84).

3 Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt

De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.

In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt gesproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.

Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap

Risico's verbonden aan de regelgeving

De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich dan ook in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan het verminderen of wegvallen van overheidssteun

Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van klanten uit de publieke sector

De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten.

Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de projectportefeuille

De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.

Risico's verbonden aan overnames of investeringen

Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.

Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen,dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.

Risico's verbonden aan desinvesteringen

Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan aansprakelijkheden

Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken.

Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan lopende gerechtelijke procedures

De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden.

Gedurende 2017 werd ABO NV betrokken in een aantal nieuwe procedures. Telkens wordt de Vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Elk van deze procedures bevindt zich nog in een vroeg stadium (eerste aanleg). Ondanks het feit dat de Vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), werd beslist uit voorzichtigheid een voorziening aan te leggen van in totaal k€ 175. Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.

ABO Holding NV werd gedagvaard in een procedure voor vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Gezien de betrokken deelneming evenwel midden 2013 werd verkocht, en bijgevolg ABO Holding geen mandaat als bestuurder meer had sindsdien, ziet de Vennootschap geen reden tot aanleg van een voorziening.

Voor verdere toelichting verwijzen we naar Toelichting 2.13 en Toelichting 2.25 van de geconsolideerde jaarrekening van ABO-Group.

Risico's verbonden aan de Vennootschap

Risico's verbonden aan het personeel

De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;
  • het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.

Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de IT-systemen

Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Financiële risico's

Risico's verbonden aan debiteuren

Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd. De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer. De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:

in € 000 Totaal Niet vervallen Vervallen
< 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2017 17.913 12.666 3.196 969 404 678
Op 31 december 2016 14.157 10.327 1.839 838 267 886

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€660 op 31 december 2017 (k€786 op 31 december 2016) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de liquiditeit

De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen steeds langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

Risico's verbonden aan een financiële of bancaire tegenpartij

De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.

Risico's verbonden aan de stijgende rentevoeten

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.

Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich verder voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€49.

Risico's verbonden met de schuldgraad van de Vennootschap en haar financiële covenanten

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 63% eind 2017 (49% eind 2016). Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:

  • Een groot deel van de operationele kasstroom dient te worden gebruikt om interest- en kapitaalaflossingen te betalen. Hierdoor heeft de Vennootschap minder liquide middelen beschikbaar om onder meer haar werkkapitaal te financieren, investeringen te doen, overnames, investeringen of partnerships aan te gaan.
  • De Vennootschap heeft minder ruimte om mogelijks een dividend uit te keren aan haar Aandeelhouders;
  • De Vennootschap is kwetsbaarder voor verslechterde economische of industriële omstandigheden; en
  • De mogelijkheid voor de Vennootschap om financiering te verkrijgen in de toekomst wordt beperkt.
  • Ook al is dit op heden niet het geval, kan de schuldgraad van de Vennootschap zorgen voor het moeten naleven van restrictieve financiële covenanten. Restrictieve covenanten beperken de financiële en operationele flexibiliteit van de Vennootschap wat een negatieve impact kan hebben op de financiële toestand van de Vennootschap.

Risico's verbonden met de beoordeling van belastingverplichtingen

De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

4 Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV

De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.

5 Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden

Er hebben zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2017 geen vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.

6 Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden

Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.

7 Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek

Abo en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.A. Op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.

8 Gegevens over het bestaan van bijkantoren

ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.

9 Verantwoording in toepassing van artikel 96,6° wetboek van vennootschappen

Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de raad van bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van abo holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een liquiditeitsratio groter dan één.

10 Gebruik van financiële instrumenten

De Vennootschap heeft eind 2017 geen afgeleide financiële instrumenten.

11 Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2017.

Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 14 juli 2016 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).

De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:

A. Samenstelling van het remuneratie- en benoemingscomité

Bijlage E, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratie- en benoemingscomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Frank De Palmenaer tot lid van het remuneratie- en benoemingscomité te benoemen, ondanks het feit dat hij ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat hij meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.

De Raad en het comité zullen erop toezien dat de afspraken, die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het comité.

B. Aantal vergaderingen van het auditcomité

Bijlage C, 5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het Auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is. De Raad nam deze beslissing omwille van

  • i. de beperkte omvang van de Vennootschap;
  • ii. het feit dat de Vennootschap overeenkomstig de wetgeving slechts tweemaal per jaar financiële cijfers extern communiceert;
  • iii. tijdens de vergaderingen van de Raad, die aan een vrij hoge frequentie bijeenkomt, de voltallige Raad van de financiële toestand van de Vennootschap kennis krijgt en het verschil tussen de samenstelling van het Auditcomité en de Raad slechts één persoon is.

C. Aantal ontmoetingen met de commissaris

Bijlage C, 5.2./29 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het Auditcomité op zijn minst twee maal per jaar een ontmoeting heeft met de externe auditor. De Raad besliste dat een frequentie van één maal per jaar voldoende is. De Raad nam deze beslissing omwille van

  • i. de beperkte omvang van de Vennootschap;
  • ii. het feit dat de Vennootschap overeenkomstig de wetgeving slechts één maal per jaar, namelijk op de financiële cijfers van het jaareinde, een audit door de commissaris laat uitvoeren.

D. Contract met de gedelegeerd bestuurder

Principe 7.17 van de Corporate Governance Code bepaalt dat op advies van het remuneratiecomité de raad van bestuur het contract goedkeurt voor de aanstelling van de CEO, met daarin de criteria die bij het bepalen van een variabele remuneratie in aanmerking worden genomen, alsook specifieke bepalingen betreffende een vervroegde beëindiging van het contract. De Vennootschap heeft tot nog toe geen contract met de gedelegeerd bestuurder afgesloten. Er zijn geen afspraken en er is geen betaling van een variabele vergoeding. Er zijn geen afspraken omtrent een vervroegde beëindiging van zijn mandaat.

11.1 De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering

Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:

  • het bereiken van de doelstellingen van de onderneming
  • de betrouwbaarheid van de financiële en niet financiële informatie
  • de naleving van wetten en regels.

Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group. Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren. ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.

De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:

  • omgeving voor interne controle
  • risicoanalyse
  • controle activiteiten
  • informatie en communicatie
  • toezicht en monitoring.

11.1.1 Controleomgeving

Organisatie van de interne controle

Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).

ABO-Group heeft een externe compliance officer aangesteld (Special Projects – Johan Reybroeck). Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.

Bedrijfsethiek

De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.

11.1.2 Risicoanalyse

ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.

11.1.3 Controle-activiteiten

Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de ITsystemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.

11.1.4 Informatie & communicatie

Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden ("Voornaamste boekhoudprincipes")).

De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.

11.1.5 Toezicht en sturing

Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de kwartaalrapportering, het evalueren van de risicofactoren en desbetreffende actieplannen.

11.2 De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 Kb 14 november 2007 en art. 14, Vierde lid w 2 mei 2007)

11.2.1 Het kapitaal en de aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:

Datum Transactie Aantal nieuw
uitgegeven
aandelen
Prijs per
aandeel
Bedrag
kapitaal
verhoging
Kapitaal Totaal aantal
aandelen
20/02/2002 Oprichting 1.000 € 100,00 € 100.000,00 € 100.000,00 1.000
20/08/2002 Kapitaalverhoging in geld 1.500 € 100,00 € 150.000,00 € 250.000,00 2.500
5/02/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.065 € 100,00 € 106.500,00 € 365.500,00 3.565
23/05/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.490 € 100,00 € 149.000,00 € 505.500,00 5.055
29/08/2003 Kapitaalverhoging in geld 3.000 € 100,00 € 300.000,00 € 805.500,00 8.055
21/12/2005 Incorporatie van schulden 8.754 € 100,00 € 875.400,00 € 1.680.900,00 16.809
24/02/2006 Kapitaalverhoging in geld 27.694 € 78,65 € 2.178.050,00 € 3.858.950,00 44.503
23/04/2007 Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 0 € 0,00 € 0,00 € 3.858.950,00 4.450.300
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 666.080 € 8,45 € 5.628.376,00 € 9.487.326,00 5.116.380
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 592.175 € 8,45 € 5.003.878,75 € 14.491.204,75 5.708.555
18/06/2007 Kapitaalverhoging in geld 7.691.849 € 8,45 € 64.996.124,05 € 79.487.328,80 13.400.404
24/09/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 1.727.862 € 9,26 € 16.000.002,12 € 95.487.330,92 15.128.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 556 € 8,81 € 4.900.000,00 € 100.387.330,92 15.684.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 473.984 € 9,00 € 4.265.856,00 € 104.653.186,92 16.158.250
27/02/2008 Kapitaalverhoging inbreng in natura 125.376 € 9,00 € 1.128.384,00 € 105.781.570,92 16.283.626
27/05/2008 Kapitaalverhoging in geld 952.381 € 10,50 € 10.000.000,00 € 115.781.570,92 17.236.007
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 1.943.844 € 9,26 € 17.999.998,82 € 128.839.195,69 19.179.851
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 97.143 € 10,50 € 1.020.000,00 € 129.491.746,44 19.276.994
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 357.143 € 5,60 € 2.000.000,00 € 131.491.746,44 19.634.137
26/06/2009 Uitoefening converteerbare obligaties 1.023.034 € 2,46 € 2.512.945,21 € 134.004.691,65 20.657.171
11/03/2010 Kapitaalverhoging inbreng in natura 658.333 € 2,04 € 1.342.999,32 € 136.347.690,97 21.315.504
11/03/2010 Uitoefening converteerbare obligaties 705.084 € 2,04 € 1.438.371,40 € 136.786.062,37 22.020.588
4/02/2011 Uitoefening converteerbare obligaties 6.613.043 € 0,46 € 3.042.000,00 € 139.828.062,37 28.633.631
27/03/2014 Kapitaalverhoging inbreng in natura 2.613.550.000 € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631
15/09/2014 Samenvoeging bestaande aandelen /250 0 € 0,00 € 0,00 € 165.963.562,37 10.568.734
19/12/2014 Kapitaalverhoging in geld 1 € 527.012,11 € 527.012,11 € 166.490.574,48 10.568.735

Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat

omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking. Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.

11.2.2 Benoeming en bevoegdheid van het bestuursorgaan

De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de Vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.

11.2.3 Statutenwijziging

Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen.

De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.

Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.

11.2.4 Toegestaan kapitaal

De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37).

De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de Vennootschap zijn verbonden.

De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:

  • hetzij door nieuwe inbrengen in geld of in natura, met inbegrip van een eventuele onbeschikbare uitgiftepremie, waarvan de raad van bestuur het bedrag vastlegt, tegen uitgifte van nieuwe aandelen met de rechten eraan verbonden zoals bepaald door de raad van Bestuur;
  • hetzij door incorporatie van reserves, zelfs onbeschikbare, of van uitgiftepremies, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen.

Deze bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze bevoegdheid kan, één of meermaals, worden hernieuwd overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen.

In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van vennootschappen.

BLADZIJDE

De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de Vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de Vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van vennootschappen.

De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea.

De raad van bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).

11.2.5 Verwerving en vervreemding van eigen aandelen

De Vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de Vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de aankoop door de Vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de Vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.

Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen.

De Vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de Vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.

11.2.6 Controlewijziging na een openbaar overnamebod

Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.

De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

11.2.7 Transparantieverklaringen

De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven in zijn bezit te hebben.

Op 31 december 2017 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.

ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.

11.3 Raad van bestuur

11.3.1 Samenstelling van de raad van bestuur

Voorzitter
Niet-uitvoerend
onafhankelijk
Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger de
heer Gerard Van Acker
Lid van het Auditcomité en
Voorzitter van het Benoemings
en remuneratiecomité
bestuurder van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018
Uitvoerend bestuurder Frank De Palmenaer Lid van het Benoemings- en
remuneratiecomité
van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018
Niet-uitvoerend
onafhankelijk
bestuurder
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV
met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh
Lid van het Auditcomité
van 6 mei 2009 t.e.m. 30 mei 2018
Niet-uitvoerend
onafhankelijk
bestuurder
Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger
de heer Jan Gesquière
Voorzitter van het Auditcomité
en lid van het Benoemings- en
remuneratiecomité
van 27 maart 2014 t.e.m. 30 mei 2018

De Raad van Bestuur bestaat uit vier leden. Drie van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze drie bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.

Onder leiding van de Voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.

11.3.2 Activiteiten van de raad van bestuur tijdens het voorbije boekjaar

De Raad van Bestuur heeft 10 maal vergaderd in 2017, waarvan 3 telefonisch (conference call). Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig.

De Raad van Bestuur behandelde in 2017 onder meer de volgende onderwerpen:

  • de halfjaarcijfers, de jaarrekening, het jaarverslag en de agenda van de algemene vergadering
  • periodieke opvolging van de operationele vennootschappen ten opzichte van budget
  • het budget 2018, het businessplan en de langetermijnstrategie
  • de verslaggeving van het Auditcomité en het Benoemings- en remuneratiecomité
  • de organisatiestructuur
  • investerings- en overnamedossiers
  • desinvestering Binergy Meer
  • aankoop en financiering van het nieuwe kantoor te Marseille (Vitrolles)
  • contacten met externe financiers (banken) en potentiële partners
  • fiscale positie van de groep
  • transacties met verbonden partijen
  • hangende betwistingen / juridische dossiers

11.3.3 Evaluatie van de raad

De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:

  • beoordelen hoe de Raad werkt
  • nagaan of de behandelde onderwerpen grondig worden voorbereid
  • de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder beoordelen
  • de actuele samenstelling van de Raad nagaan in het licht van de gewenste samenstelling.

11.4 Comités opgericht door de raad van bestuur

11.4.1 Auditcomité

Samenstelling van het Auditcomité

De Raad van Bestuur heeft een auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het auditcomité is als volgt samengesteld:

  • Gerard Van Acker BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Gerard Van Acker
  • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh NV, met als vaste vertegenwoordiger Ivo Van Vaerenbergh.

Jadel BVBA werd benoemd tot voorzitter van het auditcomité.

De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.

Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.

Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Jan Gesquière, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.

Vergaderingen van het Auditcomité

Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2017.

Er werd speciale aandacht besteed aan:

  • financiële en operationele rapportering
  • risicoanalyse van de activiteiten
  • halfjaar- en jaarresultaten met rapportering van de commissaris
  • juridische geschillen
  • relatie en transacties met verbonden partijen
  • kwaliteitscontrole / kwaliteitsborging

Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Auditcomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.4.2 Benoemings- & remuneratiecomité

Samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité

De Raad van bestuur heeft een benoemings- en remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het benoemings- en remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:

  • Frank De Palmenaer
  • Gerard Van Acker BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Gerard Van Acker
  • Jadel BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière.

Gerard Van Acker BVBA werd benoemd tot voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité.

De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het benoemings- en remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur.

De meerderheid van het benoemings- en remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het benoemings- en remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.

Vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité

Het benoemings- en remuneratiecomité is in 2017 driemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.

Evaluatie van het benoemings- & remuneratiecomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het benoemings- en remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.5 Management en dagelijks bestuur

De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het benoemings- en remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, Dhr. Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 27 maart 2014.

Het Uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W.Venn.

De leden van het Uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend comité komt regelmatig (een tiental keer per jaar) samen.

Het Uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.

Het Uitvoerend Comité is op de datum van dit verslag als volgt samengesteld:

Naam Functie
Frank De Palmenaer Gedelegeerd bestuurder
Special projects On Support BVBA
(met als vaste vertegenwoordiger Dhr. Johan Reybroeck)
CFO / Compliance Officer
François Mayeux CEO ABO-ERG

Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).

11.6 Genderquotum

De Groep voert tot op heden geen actief diversiteitsbeleid ter invulling van zijn raad van bestuur en management. De Groep tracht steeds een correcte en competente invulling te geven, los van leeftijd of geslacht.

ABO-Group zal in het kader van het opnemen in de Raad van bestuur van vrouwen, die beschikken over de vereiste competenties conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO-Group, aan de wettelijke gestelde regels en termijnen voldoen. Hiertoe dient uiterlijk eind 2018 één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. De gedelegeerd bestuurder, tevens hoofdaandeelhouder van de groep, heeft hiertoe een actieve screening opgestart. De uiteindelijke voordracht tot benoeming zal tijdig worden aangekondigd via het samenroepen van een bijzondere algemene vergadering voor jaareinde 2018.

11.7 Remuneratieverslag

11.7.1 Procedure voor het ontwikkelen van een remuneratiebeleid en vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de raad van bestuur en de uitvoerende managers

De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur.

De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2017 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2017 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

11.7.2 Remuneratiebeleid

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit volgende elementen:

  • een vaste vergoeding
  • voor de voorzitter van € 5.000 per trimester
  • voor de leden van € 1.500 per trimester
  • een zitpenning per vergadering van de raad van bestuur van € 1.500 per vergadering
  • een zitpenning per vergadering van het auditcomité
  • voor de voorzitter van € 2.000 per vergadering
  • voor de leden van € 1.500 per vergadering
  • een zitpenning per vergadering van het remuneratie- en benoemingscomité van € 1.000 per vergadering.

De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.

De gedelegeerd bestuurder ontvangt geen vaste vergoeding van de groep, maar wel als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen.

De remuneratie van het uitvoerend management bestaat uit een vaste vergoeding. Dhr. Mayeux geniet daarnaast bijkomend van een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig, maar ontvangt geen lange termijn cash-incentive plannen. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met aandelen en/of aandelenopties.

Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de Vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

11.7.3 Bezoldigingen en andere vergoedingen aan bestuurders

in EUR Vaste vergoeding Zitpenningen Totaal 2017
Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger
de heer Gerard Van Acker (*)
Niet-uitvoerend € 20.000 € 20.500 € 40.500
Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV
met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend € 6.000 € 15.000 € 21.000
Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger
de heer Jan Gesquière
Niet-uitvoerend € 6.000 € 17.500 € 23.500
Frank De Palmenaer Uitvoerend n.v.t. n.v.t. n.v.t.

* Voorzitter van de Raad van Bestuur

11.7.4 Evaluatiecriteria voor de vergoeding van de uitvoerende managers, gebaseerd op prestaties

De uitvoerende managers ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.

11.7.5 Remuneratie van de gedelegeerd bestuurder

De gedelegeerd bestuurder, Frank De Palmenaer, ontving in 2017 een vergoeding van k€ 179.

11.7.6 Remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management

in EUR Vaste vergoeding
Vaste remuneratie k€ 359
Variabele remuneratie k€ 105
Totaal k€ 464
Pensioen k€ 39
Andere voordelen Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit. De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.

11.7.7 Aandelen toegekend aan het uitvoerend management

Er werden in 2017 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.

11.7.8 Vertrekvergoedingen

Met de gedelegeerd bestuurder werd geen vertrekvergoeding overeengekomen. De overeenkomst voor managementdiensten met Special projects On Support BVBA kan ten vroegste vanaf 1 februari 2019 eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 36.000 euro. De CEO van ABO-ERG heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijnen- en vergoedingen.

11.7.9 Vergoeding commissaris

De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht over de geconsolideerde en statutaire jaarrekening van de Groep voor het boekjaar 2017 het bedrag van € 161.595. In de loop van 2017 werd door de commissaris en aan de commissaris gelieerde partijen € 12.000 gefactureerd voor non-audit diensten.

11.8 Belangenconflicten: toepassing van artikel 523 wetboek van vennootschappen

Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de Raad van bestuur in dit verslag de notulen van de Raad van bestuur op te nemen waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de Vennootschap. In 2017 werd één keer beroep gedaan op toepassing van deze procedure.

Notulen Raad van bestuur van 12 december 2017

De raad van bestuur van de Vennootschap is op 12 december 2017 samengekomen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap.

Alle bestuurders hebben aan de vergadering van de raad van bestuur deelgenomen. Door ondertekening van deze notulen doen de bestuurders elk individueel afstand van de termijnen en formaliteiten van bijeenroeping van deze vergadering en erkennen zij de geldigheid ervan. De vergadering werd geopend om 17u30 onder het voorzitterschap van Gerard Van Acker, voornoemd.

  1. Inleidende uiteenzetting

De voorzitter van de raad van bestuur zet uiteen hetgeen volgt:

De raad van bestuur werd bijeengeroepen met volgend punt op de agenda: Bespreking en goedkeuring van de overdracht door de Vennootschap van al haar aandelen in Binergy Meer BVBA (hierna Binergy) aan Ideplus NV (hierna Ideplus);

  1. Bespreking en beslissingen

A. Toelichting door de heer Frank De Palmenaer met betrekking tot het mogelijks belangenconflict overeenkomstig artikel 523, §1 van het Wetboek van vennootschappen

Voorafgaand aan de deliberatie over de agenda informeert de heer Frank De Palmenaer de overige leden van de raad van bestuur dat hij een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat potentieel strijdig is met dat van de Vennootschap bij de beslissing tot overdracht door de Vennootschap van al zijn aandelen in Binergy aan Ideplus (hierna de Overdracht).

Het belangenconflict spruit voort uit het feit dat hij de hoofaandeelhouder is van de tegenpartij bij de voorgenomen overdracht, t.w. Ideplus.

De heer Frank De Palmenaer verklaart dat hij de commissaris van de Vennootschap, op de hoogte heeft gebracht van voormeld strijdig belang, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 1 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.

Na deze toelichting verlaat de heer Frank De Palmenaer de vergadering en neemt dus niet deel aan de beraadslagingen van de raad van bestuur over de voorgenomen Overdracht, noch aan de stemming in dat verband, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 3 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.

B. Beraadslaging door de raad van bestuur

De raad van bestuur stelt na beraadslaging unaniem vast dat voorgestelde beslissing tot goedkeuring van de Overdracht in het belang is van de Vennootschap.

Deze Overdracht vindt plaats in navolging op de verdere uitwerking en implementatie van de herstructurering van de groep sinds de inbreng van ABO Holding in het kapitaal van de Vennootschap. De participatie van de Vennootschap in Binergy wordt al ruime tijd aangehouden voor verkoop, omwille van haar aanhoudende financiële problemen. De overdracht van de participatie van de Vennootschap in Binergy aan Ideplus kadert bijgevolg in de ruimere herstructurering van de groep.

De prijs gekoppeld aan de Overdracht is gerechtvaardigd gelet op de intrinsieke waarde van Binergy. De schuldenlast van Binergy raakt op korte termijn niet opgelost, hetgeen een verregaande impact heeft op de waarde van haar aandelen. Haar voornaamste schuldeiser is het Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio), dat een openstaande schuldvordering heeft op Binergy ter waarde van 1.250.000 EUR. Gezien de precaire financiële positie waarin Binergy zich bevindt, en de beperkte activa waarover zij beschikt (met name één enkele grondeigendom gelegen te Hoogstraten), zal zij niet in staat zijn deze openstaande schulden terug te betalen indien zij er niet in slaagt de grondeigendom aan een voldoende hoge prijs te verkopen. De overeenkomst waarover de raad van bestuur dient te beslissen biedt voor de Vennootschap de oplossing dat zij zich met de goedkeuring van Vlaio, definitief kan ontdoen van het risico besmet te worden door de eventuele insolventie van Binergy. Het feit dat zij voor de aandelen van Binergy slechts 1 EUR betaald krijgt, wordt daardoor ruimschoots verantwoordt. Om na verkoop aan Ideplus geen nadelige gevolgen van een mogelijke toekomstige insolventie van Binergy te lopen, stel de raad expliciet de volledige vrijwaring van de Vennootschap door Ideplus als voorwaarde om te komen tot de koop/verkoopovereenkomst. De raad geeft opdracht aan SOS / Johan Reybroeck tot het uitwerken en opstellen van de koop/verkoopovereenkomst en mandateert zijn voorzitter om alle documenten die op deze transactie betrekking hebben te tekenen namens de Vennootschap. De raad vraagt bijkomend om de bevestigingsbrief aan PMV aan te passen in functie van de uiteindelijke transactie.

Gelet op bovenstaande uiteenzetting, is de raad van bestuur van oordeel dat de Vennootschap geen negatieve vermogensrechtelijke gevolgen zal ondervinden aan de voorgenomen verrichting.

C. Toelichting met betrekking tot de mogelijke toepassing van het artikel 524, §1 van het Wetboek van vennootschappen en beraadslaging door de raad van bestuur

De Overdracht valt onder het toepassingsgebied van artikel 524, §1, 1° van het Wetboek van Vennootschappen. De Overdracht wordt immers voltrokken tussen de Vennootschap, als genoteerde vennootschap, en Ideplus, die verbonden is met de Vennootschap overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, gezien de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap, met name de heer Frank De Palmenaer, eveneens controle uitoefent over Ideplus.

De Overdacht valt evenwel onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, lid 3, 2° van het Wetboek van vennootschappen dat bepaalt dat indien de verrichting minder dan één procent van het nettoactief van de vennootschap vertegenwoordigt, zoals dat blijkt uit de geconsolideerde jaarrekening, dit artikel niet van toepassing is. De raad van bestuur stelt bijgevolg vast dat de procedure van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen niet moet worden toegepast.

D. Besluit

De raad van bestuur beslist vervolgens unaniem om de Overdracht alsook het ontwerp van overeenkomst hiertoe, zoals vooraf meegedeeld aan de bestuurders, goed te keuren.

De agenda beëindigd zijnde, wordt de vergadering opgeheven om 18u.

Getekend,

Beheers- En Advieskantoor Vn Vaerenbergh & Co Nv Gerard Van Acker EBVBA
Vertegenwoordigd door Vertegenwoordigd door
Dhr. Ivo Van Vaerenbergh Dhr. Gerard Van Acker

Jadel BVBA Dhr. Frank De Palmenaer Vertegenwoordigd door Dhr. Jan Gesquière

11.9 Belangenconflicten – toepassing van artikel 524 wetboek van vennootschappen

Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de Vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 524 wetboek van vennootschappen omschrijft de procedure die moet worden gevolgd. Tijdens het boekjaar 2017 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten. De overdracht van Binergy Meer aan Idéplus viel immers onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, lid 3,2° van het wetboek van vennootschappen. Hierdoor diende de procedure van artikel 524 niet te moeten worden toegepast.

12 Ontslagen en benoemingen

Op de Algemene Vergadering komen dit jaar de mandaten van alle bestuurders, alsook het mandaat van de commissaris te vervallen.

Het bestuur stelt voor om, na advies van het auditcomité, EY, Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, met maatschappelijke zetel te De Kleetlaan 2, 1831 Diegem en geregistreerd onder nummer 0446.334.711, rechtsgeldig vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren & C° BVBA, met als vaste vertegenwoordiger Marnix Van Dooren, te benoemen tot commissaris van de vennootschap voor een termijn van 3 jaar (i.e. tot de gewone algemene vergadering van 2021, die de jaarrekening over het boekjaar eindigend op 31 december 2020 zal goedkeuren). De jaarlijkse bezoldiging van de commissaris bedraagt € 29.305 voor het boekjaar 2018 (exclusief BTW en inclusief onkosten), wordt jaarlijks geïndexeerd en omvat de controle van de statutaire jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschap.

Het bestuur stelt voor om, na advies van het remuneratie- en benoemingscomité, volgende personen voor te dragen als bestuurder van de Vennootschap voor een periode van 3 jaar:

  • NV Studie- en Expertisebureau De Palmenaer, Derbystraat 51, 9051 Gent (SDW), vertegenwoordigd door Dhr. Frank De Palmenaer, Kortrijksesteenweg 766, 9000 Gent.
  • BVBA Jadel, Brakelmeersstraat 10, 9830 Sint-Martens-Latem, RPR 0475.557.049, vert. door Dhr. Jan Gesquière, Brakelmeersstraat 10, 9830 Sint-Martens-Latem

Daarnaast stelt het bestuur voor om BVBA Decraemer Paul, Koningin Astridlaan 9, 9080 Lochristi, RPR 0474.401.957, vast vertegenwoordigd door Dhr. Paul Decraemer, Koningin Astridlaan 9, 9080 Lochristi, te benoemen als bestuurder voor een periode van 1 jaar (i.e. tot de gewone algemene vergadering van 2019).

13 Verklaring door de verantwoordelijke personen

Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2017.

De ondergetekenden verklaren dat:

  • de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • het rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2017 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de emittent en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Gent, 24 april 2018,

Voor de Raad van bestuur,

de Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder Gerard Van Acker BVBA, dhr. Frank De Palmenaer vertegenwoordigd door dhr. Gerard Van Acker

Geconsolideerde Jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2017 en 2016

Geconsolideerde resultatenrekening

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Omzet 2.16 44 127 36 779
Overige bedrijfsopbrengsten 2.17 1 266 1 041
Totaal bedrijfsopbrengsten 45 393 37 820
Aankopen -5 787 -4 205
Diensten en diverse goederen -14 580 -12 278
Personeelsbeloningen 2.19 -18 831 -16 966
Afschrijvingen -2 471 -1 929
Overige bedrijfskosten 2.18 -741 -784
Operationele winst 2 983 1 658
Financiële kosten 2.20 -542 -365
Financiële opbrengsten 2.21 27 100
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 2.8 28 56
Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen 2 496 1 449
Belastingen 2.22 -1 501 -652
Netto winst uit voortgezette activiteiten 995 797
Winst uit stopgezette activiteiten na belastingen 2.24 98 -5
Netto winst 1 093 792
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 1 027 872
minderheidsbelangen 66 -80
Winst per aandeel voor de aandeelhouders
Gewoon en verwaterd 2.23 0,10 0,07
Winst per aandeel voor de aandeelhouders uit voortgezette activiteiten
Gewoon en verwaterd 2.23 0,09 0,08
(Verlies) Winst per aandeel uit niet-voortgezette activiteiten
Gewoon en verwaterd 2.23 0,01 -

Geconsolideerd totaal resultaat

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Netto winst 1 093 792
Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst-en verliesrekening
Herwaardering gebouwen 2.11
Impact belastingen 176
Verandering reële waarde voor verkoop beschikbare financiële activa 2.11 -17
Impact belastingen
Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verlies rekening
Actuariële verliezen 2.13 18 -113
Impact belastingen -5 40
Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen 172 -73
Totaal resultaat na belastingen 1 265 719
Totaal resultaat toewijsbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 1 187 798
minderheidsbelangen 78 -79

Geconsolideerde balans

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Vaste activa
Goodwill 2.5 844 154
Immateriële vaste activa 2.6 1 817 1 014
Materiële vaste activa 2.7 13 408 12 970
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 2.8 136 152
Uitgestelde belastingvorderingen 2.22 1 011 1 849
Voor verkoop beschikbare financiële activa 71 96
Overige financiële activa 647 402
Totaal vaste activa 17 934 16 637
Kortlopende activa
Voorraad 538 469
Handelsvorderingen 2.9 17 913 14 157
Overige kortlopende activa 2.9 891 1 911
Liquide middelen en kasequivalenten 2.10 3 525 2 934
Totaal kortlopende activa 22 867 19 471
Activa bestemd voor verkoop 2.24 1 225
Totaal activa 40 801 37 333
Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Totaal eigen vermogen
Kapitaal 2.11 4 857 4 857
Geconsolideerde reserves 2.11 6 074 4 958
Niet-gerealiseerde resultaten 2.11 1 591 1 516
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep 12 522 11 331
Minderheidsbelang 2.11 1 203 979
Totaal eigen vermogen 13 725 12 310
Langlopende schulden
Financiële schulden 2.12 4 290 3 401
Uitgestelde belastingschulden 2.22 1 114 1 294
Voorzieningen 2.13 854 803
Totaal langlopende schulden 6 258 5 498
Kortlopende schulden
Financiële schulden 2.12 7 134 5 104
Handelsschulden 6 596 6 065
Belastingschulden 789 130
Overige kortlopende schulden 2.14 6 299 6 930
Totaal kortlopende schulden 20 818 18 229
Schulden gerelateerd aan activa aangehouden voor verkoop 2.24 1 296
Totaal eigen vermogen en schulden 40 801 37 333

Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de Groep
in € 000 Kapitaal Geconsolideerde
reserves
Niet-gerealiseerde
resultaten
Totaal Minderheids
belang
Totaal
eigen
vermogen
Op 1 januari 2016 4 857 4 032 1 676 10 565 551 11 116
Netto winst 872 872 -79 793
Niet-gerealiseerde resultaten -73 -73 -73
Totaal Resultaat 872 -73 799 -79 720
Aankoop Geosonda BV
(minderheidsbelang)
2.11 474 474
Inbreng Goorbergh Geotechniek BV
(minderheidsbelang)
2.11 -33 -33 33
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 87 -87
Op 31 december 2016 4 857 4 958 1 516 11 331 979 12 310
Netto winst 1 027 1 027 66 1 093
Niet-gerealiseerde resultaten 160 160 12 172
Totaal Resultaat 1 027 160 1 187 78 1 265
Aankoop Enviromania en Translab 2.11 177 177
Kapitaalverhoging in Enviromania
en Translab
2.11 4 4 -4
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 85 -85
Dividend aan minderheidsbelang -27 -27
Op 31 december 2017 4 857 6 074 1 591 12 522 1 203 13 725

Geconsolideerde kasstroomtabel

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Netto winst 1 093 792
Niet kaskosten en operationele aanpassingen
Afschrijvingen van materiële vaste activa 2.7 2 245 1 816
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 2.6 226 113
Meerwaarde op herwaardering van bestaand belang in gevolge controleverwerving 2.4 -12
Winst op verkoop van materiële vaste activa 2.7 -98 -57
Meerwaarde op verkoop van financiële vaste activa -114 -54
Beweging in de provisies 2.13 -319 -246
Beweging in de waardeverminderingen op klanten 2.9 -68 343
Financiële opbrengsten 2.21 -27 -84
Financiële kosten 2.20 542 365
Badwill bij bedrijfscombinaties 2.4 -387
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 2.8 -28 -56
Uitgestelde belastingkost (opbrengst) 2.22 543 205
Belastingkost 2.22 957 446
Aanpassingen van het werkkapitaal
Afname (toename) in de overige financiële vaste activa,
handelsvorderingen en overige kortlopende activa
-2 942 -488
Afname (toename) van de voorraad -69 174
Toename (afname) van de handelsschulden en overige schulden 207 232
2 136 3 114
Ontvangen interesten 20 27
Betaalde belastingen -405 -544
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 1 751 2 597
Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Toelichting 2017 2016
Investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa 2.7 -635 -1 363
Investeringen in immateriële vaste activa 2.6 -43 -80
Verkoop van materiële vaste activa 2.7 206 132
Acquisitie van minderheidsbelang 2.11
Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving geldmiddelen 2.4 104 -315
Lening toegekend aan geassocieerde onderneming 2.8 -50
Investeringen in geassocieerde ondernemingen 2.8 -110 -12
Verkoop van voor verkoop beschikbare financiële vaste activa 116
Verkoop van dochteronderneming 2.24 -44
Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten -522 -1 572
Financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit leningen 2.12 4 906 3 763
Terugbetalingen van leningen 2.12 -4 104 -3 280
Terugbetalingen van leasingschulden 2.12 -938 -722
Betaalde interesten -271 -199
Overige financiële opbrengsten (kosten) -264 -92
Dividendbetaling aan minderheidsbelang -27
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten -698 -530
Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten 531 495
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar 2.10 2 994 2 499
Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar 2.10 3 525 2 994
Overige niet-kastransacties
Financiële leasing 2.12 -2 118 -1 015
Geldmiddelen uit stopgezette activiteiten 2.10 60

Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten

1 Bedrijfsinformatie

ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een adviesbureau voor bouw, milieu en energie. ABO-Group biedt consultancy en testing en monitoring diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies bij milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2017 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of 'Groep').

Op de Raad van Bestuur van 24 april 2018 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.

2 Presentatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en voor verkoop beschikbare financiële activa die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie. De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro en alle waarden zijn afgerond tot het dichtstbijzijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.

Wijziging van boekhoudprincipes

De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2017:

  • Aanpassing aan IAS 12 Boeken van uitgestelde belastingvorderingen op niet-gerealiseerde verliezen;
  • Aanpassing van IAS 7 Het kasstroomoverzicht Initiatief rond informatieverschaffing;
  • Verbeteringen aan IFRS (2014-2016) Aanpassingen aan IFRS 12;

De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

2.1 Voornaamste boekhoudprincipes

2.1.1 Consolidatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.31.

Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als, de Groep:

  • Zeggenschap heeft over de onderneming (zoals vanuit bestaande rechten welke de Groep de mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de onderneming te sturen);
  • Onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming; en

De mogelijkheid heeft om haar zeggenschap te gebruiken over de onderneming om de rendementen te beïnvloeden.

Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.

Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.

2.1.2 Bedrijfscombinaties en goodwill

De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.

De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis. Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.

Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.

Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.

2.1.3 Belangen in geassocieerde ondernemingen

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit. Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de

vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.

Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.

Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.

Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.

Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.

2.1.4 Vreemde valuta

Functionele en rapporteringsvaluta

De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de Vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.

Transacties in vreemde valuta

Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.

2.1.5 Erkenning van opbrengsten

De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen als alle volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • de wezenlijke risico's en voordelen van eigendom worden overgedragen
  • de Groep geen feitelijke zeggenschap of betrokkenheid behoudt die gewoonlijk toekomt aan de eigenaar
  • het bedrag van de opbrengst betrouwbaar kan worden bepaald
  • het waarschijnlijk is dat de economische voordelen met betrekking tot de transactie naar de Groep zullen vloeien
  • de reeds gemaakte of nog te maken kosten met betrekking tot de transactie kunnen gewaardeerd worden op betrouwbare wijze.

Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:

Consultancy

Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.

Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.

Bij vaste prijs wordt de omzet bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

Testing en monitoring

Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.

Overige verkopen van goederen en diensten

Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.

Interestopbrengsten

Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Dividenden

Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.

2.1.6 Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.

De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.

Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.

De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.

2.1.7 Immateriële activa andere dan goodwill

Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.

Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.

Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.

Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.

De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

  • Software: 3 jaar;
  • Klantenportefeuilles: 10 jaar;

2.1.8 Materiële vaste activa

De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering.

De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals nietterugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde. Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.

Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves. Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.

De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.

De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:

 Terreinen: niet afgeschreven
 Gebouwen: 30-33 jaar;
 Inrichting van gebouwen: 10 jaar;
 Technische uitrusting: 3-10 jaar;
 Computermateriaal: 3-5 jaar;
 Kantooruitrusting: 5 jaar;
 Wagens: 4-5 jaar;

De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.

2.1.9 Leasing

Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:

Financiële leasing

Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.

De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.

Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.

Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.

Operationele leasing

Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.

2.1.10 Bijzondere afschrijvingen voor niet-financiële activa

Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kastroomverdisconterings model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.

Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.

2.1.11 Financiële activa

Reële waarde van de financiële instrumenten

De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:

  • Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");
  • Voor handelsvorderingen, handelsschulden, andere kortlopende activa en passiva is hun reële waarde ongeveer gelijk aan hun boekwaarde rekening houdend met hun korte looptijd;
  • Voor geldmiddelen en kasequivalenten vormen de boekwaarden opgenomen in de balans een benadering van hun reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd;

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële activa

Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als voor verkoop beschikbare financiële activa of als leningen en vorderingen. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten. De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, leningen en vorderingen.

Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.

Criteria voor de waardering van financiële activa

Voor verkoop beschikbare financiële activa

Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop worden de gecumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten getransfereerd naar het operationeel resultaat.

Leningen en vorderingen

Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep onderzoekt op iedere balansdatum of financiële activa of het geheel van financiële activa objectieve indicaties van bijzondere waardevermindering vertonen. Als de boekhoudkundige waarde van de financiële activa hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt.

De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.

De waardeverminderingen op vorderingen worden geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep niet in staat zal zijn alle verschuldigde bedragen te innen, op basis van geïndividualiseerde criteria of op basis van statistieken en de analyse van de ouderdomsbalans.

In geval van waardeverminderingen die te wijten zijn aan kredietverliezen, wordt de waardevermindering teruggenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de Groep in staat zal zijn de financiële activa te innen, op basis van verschillende indicaties zoals de oplevering van waarborgen, een succesvolle kapitaalverhoging bij de schuldenaar, enz.

De waardevermindering wordt ook teruggenomen wanneer het actief definitief verkocht, ontvangen of daarentegen niet terugvorderbaar is. Op dat moment worden de definitieve opbrengsten/(kosten) geboekt in de resultaatrekening. Bij "voor verkoop beschikbare" financiële activa zijn objectieve indicaties een belangrijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering tegenover zijn kostprijs. Het gecumuleerde verlies (verschil tussen aanschaffingswaarde en huidige reële waarde) min reeds vroeger geboekte bijzondere waardeverminderingen wordt geboekt in de operationele resultaten waarbij het gedeelte in de niet-gerealiseerde resultaten wordt tegengeboekt. Een toename van de reële waarde na de bijzondere waardevermindering worden geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten.

2.1.12 Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.

2.1.13 Handels- en overige vorderingen

Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.

2.1.14 Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

2.1.15 Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

2.1.16 Personeelsvergoedingen

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.

Toegezegde-bijdrage regelingen

De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben. De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegdepensioenplannen.

Toegezegde-pensioenregeling

De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.

De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen. Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.

De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.

De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.

De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).

De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.

2.1.17 Financiële verplichtingen

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen

Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen aan reële waarde met veranderingen van de reële waarde via de resultatenrekening, leningen of als derivaten gewaardeerd als een effectief afdekkingsinstrument. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.

Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen. De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.

Criteria voor waardering na eerste opname

Leningen

Leningen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

Compensatie

Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.

2.1.18 Handelsschulden en overige schulden

Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.

2.2 Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn

De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van haar geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.

  • Aanpassing van IFRS 2 Classificatie en waardering van op aandelen gebaseerde betalingstransacties (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);
  • Aanpassing van IFRS 4 Verzekeringscontracten Toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten met IFRS 4 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);
  • IFRS 9 Financiële Instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018 en 1 januari 2019);
  • IFRS 14 Uitgestelde rekeningen in verband met prijsregulering (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2016)
  • IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten en verklaringen bij IFRS 15 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);
  • IFRS 16 Lease-overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019);
  • Aanpassing van IAS 40 Overdacht van vastgoedbeleggingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);
  • IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);

  • IFRIC 23 Onzekerheid over verwerking van belastingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);

  • Verbeteringen aan IFRS 2014-2016 cyclus Aanpassingen aan IFRS 1 en IAS 28 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018);
  • IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Aanpassingen aan IAS 28: lange termijn deelnemingen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Verbeteringen aan IFRS 2015-2017 cyclus (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);
  • Verbeteringen aan IAS 19: Plan aanpassingen, inkorting en verrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie);

De Groep is van oordeel dat bovenstaande toepassing van standaarden en interpretaties geen significante impact zal hebben op de financiële positie en de resultaten van de Groep, met uitzondering van IFRS 16 Lease-overeenkomsten.

IFRS 9 Financiële Instrumenten

In juli 2014 heef de IASB de finale versie van IFRS 9 Financiële instrumentsn, of IFRS 9, uitgebracht welke IAS 39 Financiële instrumenten: erkenning en waardering en alle andere vorige versies van IFRS 9 vervangt. IFRS 9 breng alle drie aspecten van de boekhoudkundige verwerking van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, bijzondere waardevermindering en boekhoudkundige verwerking van derivaten. IFRS 9 is van toepassing voor jaren welke starten op of na 1 januari 2018, waarbij vervroegde toepassing mogelijk is. Behalve voor boekhoudkundige verwerking van derivaten, is de retro-actieve toepassing verplicht maar het verstrekken van vergelijkende informatie is optioneel. Voor boekhoudkundige verwerking van derivaten worden de vereisten prospectief toegepast, met een beperkt aantal uitzonderingen.

IFRS 9 vereist om de verwachte kredietverliezen op leningen en handelsvorderingen te boeken, ofwel op een 12-maanden basis of op de verwachte levensduur van deze vorderingen. We zullen de vereenvoudigede methode toepassen en de verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen boeken.

De nieuwe standaard zal toegepast worden op de vereiste toepassingsdatum. De Groep zal gebruik maken van een provisiematrix op de vervaldagenbalans van de handelsvorderingen om de verwachte kredietverliezen te betalen. De Groep verwacht dat de toepassing geen significante impact zal hebben op het eigen vermogen en de resultaten van de Groep.

IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten

IFRS 15 specifieert wanneer en hoe een onderneming omzet kan erkennen en legt ook een aantal verplichtingen op om bijkomende details en informatie mee te geven aan de gebruikers van de jaarrekening. De standaard is gebaseerd op het volgende 5 stappen tellend model dat van toepassing is op alle contracten met klanten:

  • Identificeer de contracten met de klant
  • Identificeer de prestatie-verplichtingen in het contract
  • Bepaal de transactie-prijs
  • Alloceer de transacties-prijs aan de diverse prestatie-verplichtingen in het contract
  • Erken omzet wanneer de entiteit voldaan heeft aan een prestatie-verplichting

IFRS 15 werd gepubliceerd in mei 2014 als vervanger van IAS 11 Constructie contracten, IAS 18 Omzet, IFRIC 13 Klantgetrouwheidsprogramma's, IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed, IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten en SIC 31 Omzet Ruil transacties inzake reclame diensten. IFRS 15 is van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2018.

De relevante omzetstromen zijn de volgende:

  • Omzet uit consultancy;
  • Omzet uit testing en monitoring;
  • Omzet uit overige producten en diensten.

Op basis van de uitgevoerde analyse van het management van de Groep zal de eerste toepassing van IFRS 15 geen significante impact hebben op de Groep.

IFRS 16 Lease overeenkomsten

Over het algemeen is de impact van IFRS 16 dat alle operationele leases zullen moeten opgenomen worden in de balans. De totale contractuele cash-flow voor de niet-opzegbare operationele leases op 31 december 2017 bedraagt k€ 478. IFRS 16 is van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie. Het management van de Groep is momenteel de impact van IFRS 16 op de financiële positie en de resultaten aan het analyseren.

2.3 Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen

Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.

Beoordelingen, schattingen en assumpties

Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.

Bijzondere afschrijvingen op goodwill

De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.

Er werden eind 2017 en 2016 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de goodwill.

De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 892 op 31 december 2017 (2016: k€ 1 800). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.22.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.

De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in december 2015. De waardering van de gebouwen in Nederland is gebeurd op 20/9/2016 (Alphen aan den Rijn, in kader van de overname van Geomet Vastgoed) en 25/2/2018 (kantoor Breda) en op 5 mei 2014 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde.

De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 6 023 op 31 december 2017 (2016: k€ 6 381).

Toegezegde pensioenplannen

De Groep heeft de Belgische toegezegde-bijdrageplannen tot 31 december 2015 boekhoudkundig verwerkt door een verplichting te boeken in de balans welke de som is van de positieve verschillen, bepaald op basis van de individuele participanten in de plannen, tussen de minimum gegarandeerde reserves en de geaccumuleerde bijdragen op basis van de huidige rendementen op afsluitingsdatum. Vanaf het boekjaar 2016 zullen deze Belgische toegezegde-bijdrageplannen geclassificeerd en verwerkt worden als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.

De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.

Bedrijfscombinaties

De Groep bepaalt en wijst de aankoopprijs van het aangekochte bedrijf toe aan de verworven activa en verplichtingen op datum van de bedrijfscombinatie. Het toewijzen vereist dat de Groep belangrijke schattingen en assumpties maakt, waaronder:

  • de reële waarde van de immateriële vaste activa;
  • de reële waarde van de uitgestelde belastingen;
  • de reële waarde van de materieel vaste activa;
  • de reële waarde van de deelnemingen in gezamelijke ondernemingen;
  • de reële waarde van de reeds aangehouden deelneming in de onderneming;

Bovendien beoordeelt de Groep of, bij een bedrijfscombinatie waarbij minder dan 100% van de stemrechten verworven worden, ze controle heeft. De Groep heeft deze beoordeling uitgevoerd voor de acquisitie van 55% van de aandelen in Geomet Bodemonderzoek BV in 2016 en de acquisitie van Enviromania/Translab in 2017.

Meer detail over de schattingen en beoordeling van controle is weergegeven in toelichting 2.4.

Voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.

2.4 Bedrijfscombinaties

Acquisitie van Enviromania en Translab in januari 2017

De Groep heeft in januari 2017 de activiteiten van Enviromania en Translab overgenomen in België. Enviromania is een holding welke 100% van de aandelen aanhoudt in de dochterondernemingTranslab. Translab is een lucht- en asbestlaboratoriuim en doet onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in lucht, in water, puin, afval en andere. De Groep had op 31 december 2016 reeds een minderheidsbelang van 43,3 % in Translab welke verwerkt werd op basis van de eigenvermogensmutatie methode. Door de uitoefening van een call optie heeft de Groep een bijkomend controlebelang van 10% verworven in de holding Enviromania en aldus de controle over Enviromania en Translab. De acquisitie past volledig binnen de activiteiten van de Groep en zullen opgenomen worden in het operationele segment "België".

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

in € 000 Boekwaarde Reële waardeaanpassingen Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 1 408 -422 986
Materiële vaste activa 22 22
Handelsvorderingen 100 100
Kas en kasequivalenten 124 124
Overige activa 17 17
Totaal activa 1 671 -422 1 249
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 286 286
Financiële leningen op lange termijn 819 819
Financiële leningen op korte termijn 275 275
Handelsschulden 48 48
Belastingschulden 107 107
Overige schulden 43 43
Totaal schulden 1 292 286 1 578
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 379 -708 -329
Bestaande participatie aan reële waarde -165
Minderheidsbelang derden -177
Goodwill 691
Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen 20

De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ (104). De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de "relief-from-royalty" methode en bedraagt k€ 986. De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt k€ 100 welke overeenkomen met hun boekwaarde. De Groep had reeds een controlebelang van 43,3 % met een boekwaarde van k€ 153. De herwaardering aan reële waarde van de participatie naar k€ 165 leidde tot een meerwaarde van k€ 12. Het minderheidsbelang van 46,7 % werd initieel gewaardeerd aan haar reële waarde, namelijk k€ 177.

De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een goodwill van k€ 691 welke de mogelijke synergiëen weergeeft tussen Translab en de Groep en het verwerven van de nodige expertise binnen het domein "asbest". De goodwill is niet aftrekbaar voor belastingdoeleinden.

Vanaf de datum van acquisitie heeft Enviromania en Translab k€ 892 bijgedragen aan de omzet en k€ 120 aan de netto winst van de Groep. Aangezien de combinatie plaatsgevonden heeft in januari 2017 is de bijdrage aan de omzet en de nettowinst sinds 1 januari 2017 niet significant verschillend.

Acquisitie van Geomet juli 2016

De Groep heeft op 1 juli de activiteiten overgenomen van Geomet in Nederland. Geomet is een geotechnisch advies- en veldwerkbureau uitsluitend actief in de Nederlandse markt. De acquisitie past volledig binnen de activiteiten van de Groep en zullen opgenomen worden in het operationele segment "Nederland". De acquisitie bestaat uit volgende twee onderdelen:

Acquisitie van Geomet Vastgoed (advieswerk)

De Groep heeft op 1 juli 2016 100% van het kapitaal (en de stemrechten) in Geomet Vastgoed B.V. (verder "Geomet Vastgoed") gekocht voor een bedrag in geld van k€ 139 en een variabele vergoeding. Geomet Vastgoed heeft twee dochterondernemingen Geomet Holding B.V en Geomet B.V. Deze laatste vennootschap is de operationele vennootschap.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt en zijn niet gewijzigd tegenover 2016:

in € 000 Boekwaarde Reële waardeaanpassingen Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 390 390
Materiële vaste activa 1 420 -208 1 212
Uitgestelde belastingschuld 89 89
Voorraden 40 40
Handelsvorderingen 223 223
Kas en kasequivalenten 50 50
Overige activa 177 177
Totaal activa 1 910 271 2 181
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 36 36
Financiële leningen op lange termijn 832 832
Financiële leningen op korte termijn 177 177
Handelsschulden 81 81
Belastingschulden
Overige schulden 746 746
Totaal schulden 1 836 36 1 872
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 74 235 309
Bestaande participatie aan reële waarde
Reële waarde van voorwaardelijke betaling -35
Badwill -135
Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen 139

De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 89. De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de "relief-from-royalty" methode en bedraagt k€ 390. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van k€ 1 212 heeft voornamelijk betrekking op terreinen en gebouwen en werden gewaardeerd op basis van een rapport van een onafhankelijk expert. Geomet Vastgoed is samen met haar dochtervennootschappen één fiscale eenheid. Geomet Vastgoed heeft binnen de belastingeenheid fiscale overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 500 waarvoor een uitgestelde belastingvordering is geboekt van k€ 89.

De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt k€ 223 welke overeenkomen met hun boekwaarde.

De transactie heeft een variabele vergoeding van maximaal k€ 110 met een reële waarde op datum van acquisitie van k€ 35. De variabele vergoeding is betaalbaar in de jaren 2017 tot en met 2019 op basis van gerealiseerde EBITDA. De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van k€ 135 welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening. Bij de overname werd immers rekening gehouden met een lagere realisatiewaarde van het pand dan uit de externe taxatie bekomen werd. Vanaf de datum van acquisitie heeft Geomet Vastgoed k€ 931 bijgedragen aan de omzet en k€ 208 aan de netto winst van de Groep in 2016. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2016, zou de bijdrage aan de omzet k€ 1 675 en aan de nettowinst k€ 99 geweest zijn in 2016.

Acquisitie van Geomet Bodemonderzoek (Veldwerk)

De Groep heeft op 1 juli 2016 55% van het kapitaal (en de stemrechten) in Geomet Bodemonderzoek B.V. (verder "GBO") gekocht voor een bedrag in geld van k€ 252 en de inbreng van alle activiteiten van de bestaande dochteronderneming van de Groep, Goorbergh Geotechniek B.V. Het minderheidsbelang wordt aangehouden door de bestaande aandeelhouder A.F. van der Burg.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt en zijn niet gewijzigd tegenover 2016:

in € 000 Boekwaarde Reële waardeaanpassingen Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 335 335
Materiële vaste activa 512 512
Uitgestelde belastingschuld
Voorraden 185 185
Handelsvorderingen 370 370
Kas en kasequivalenten 26 26
Overige activa 539 539
Totaal activa 1 632 335 1 967
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 4 67 71
Financiële leningen op lange termijn 67 67
Financiële leningen op korte termijn 22 22
Handelsschulden 272 272
Belastingschulden 85 85
Overige schulden 397 397
Totaal schulden 847 67 914
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 785 268 1 053
Bestaande participatie aan reële waarde
Minderheidsbelang -474
Badwill -252
Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen 327
waarvan
in geldmiddelen 252
Inbreng activiteiten Goorberg Geotechniek BV 75

De netto kasstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 226.

De reële waarde van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties welke gewaardeerd werden op basis van de "relief-from-royalty" methode en bedraagt k€ 335. De reële waarde van de handelsvorderingen bedraagt k€ 370 welke overeenkomen met hun boekwaarde. Het minderheidsbelang van 45% werd initieel gewaardeerd aan haar reële waarde, namelijk k€ 474. De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van k€ 252 welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening. Vanaf de datum van acquisitie heeft GBO k€ 933 bijgedragen aan de omzet en k€ 100 aan de netto winst van de Groep in 2016. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2016, dan zou de bijdrage aan de omzet k€ 1 765 en aan de nettowinst k€ 147 geweest zijn in 2016.

2.5 Goodwill

De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
ABO NV (consulting) 154 154
Translab 690
Totaal 844 154

De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting) maken deel uit van het operationele segment "België". De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerde kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het bugdet, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde van het einde van het vierde jaar.

De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 13,8 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2018 houden rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2017 met ongeveer 51%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 8,3 welke ongeveer m€ 4,4 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenerende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -1 714
Toename verdisconteringvoet met 1% -841

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO. De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 13,95 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2018 houdt rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2017 met ongeveer 11% en daarna een jaarlijkse groei van 9%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 2,8 welke ongeveer m€ 2,0 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenerende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -850
Toename verdisconteringvoet met 1% -393

Op basis van bovenstaande informatie heeft het managment geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving op deze goodwill dient geboekt te worden.

2.6 Immateriële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kan als volgt voorgesteld worden:

in € 000 Klantenportefeuille Software, patenten en licenties Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2016 323 720 1 043
Investeringen 80 80
Bedrijfscombinatie 725 725
Op 31 december 2016 1 048 800 1 848
Investeringen 46 46
Bedrijfscombinatie 986 986
Verkopen en buitengebruikstellingen -303 -303
Op 31 december 2017 2 034 543 2 577
Afschrijvingen
Op 1 januari 2016 -50 -671 -721
Afschrijvingen -66 -47 -113
Op 31 december 2016 -116 -718 -834
Afschrijvingen -196 -30 -226
Verkopen en buitengebruikstellingen 300 300
Op 31 december 2017 -312 -448 -760
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2016 273 49 322
Op 31 december 2016 932 82 1 014
Op 31 december 2017 1 722 95 1 817

De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen". De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 8,6 jaar.

2.7 Materiële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:

in € 000 Terreinen Gebouwen Installaties en
machines
Meubilair Rollend
materieel
Overige Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2016 1 305 4 819 9 326 3 498 964 19 912
Investeringen 24 1 883 46 425 2 378
Bedrijfscombinatie 1 200 495 29 1 724
Verkopen en buitengebruikstellingen -235 -109 -344
Herwaardering
Transfer -270 270 20 -20
Op 31 december 2016 1 035 6 313 11 489 3 573 1 260 23 670
Investeringen 10 2 065 27 619 2 721
Bedrijfscombinatie 5 8 9 22
Verkopen en buitengebruikstellingen -115 -10 -223 -348
Herwaardering
Transfer -38 342 -209 -1 069 2 234 -1 260
Op 31 december 2017 997 6 670 13 238 2 521 2 639 26 065
Afschrijvingen
Op 1 januari 2016 -688 -4 669 -3 146 -650 -9 153
Afschrijvingen -279 -1 030 -72 -439 -1 820
Verkopen en buitengebruikstellingen 168 105 273
Op 31 december 2016 -967 -5 531 -3 218 -984 -10 700
Afschrijvingen -326 -1 286 -102 -498 -2 212
Verkopen en buitengebruikstellingen 57 9 189 255
Transfer -351 -33 1 108 -1 708 984
Op 31 december 2017 -1 644 -6 793 -2 203 -2 017 -12 657
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2016 1 305 4 131 4 657 352 314 10 759
Op 31 december 2016 1 035 5 346 5 958 355 276 12 970
Op 31 december 2017 997 5 026 6 445 318 622 13 408

De presentatie van de mutatietabel werd gewijzigd tegenover het vorige boekjaar om een correcter beeld te geven van de significante rubrieken. De wijzigingen zijn als volgt:

  • De rubriek "leasing" werd toegevoegd aan de rubriek "Installaties, machines en uitrusting". De geleasde activa hebben immers voornamelijk betrekking op boorinstallaties. De cijfers van het vorige boekjaar werden eveneens aangepast in de rubriek "Installaties, machines en uitrusting" en "Leasing".
  • Vanaf het boekjaar 2017 wordt het rollend materieel als een aparte rubriek weergegeven, welke in vorige boekjaren opgenomen was in verschillende andere rubrieken.

De investeringen in materiële vaste activa in 2017 bedragen k€ 2 721 (2016: k€ 2 378) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing).

Door de bedrijfscombinatie met Geomet in 2016 heeft de Groep voornamelijk een gebouw verworven met een reële waarde van k€ 1 200 op datum van acquistie, sondeerwagens en overige technische uitrustingen.

De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 98 in 2017 (2016: k€ 57). Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België, in mei 2014 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland (behalve het gebouw verworven in het kader van de acquisitie van Geomet Vastgoed B.V. welke gewaardeerd werd op datum van acquisitie). De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2017 en 2016 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 127 in 2017 (2016: k€ 140).

Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 5 075 bedragen op 31 december 2017 (2016: k€ 4 420).

Hypotheken en overige zekerheden

De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 2 474 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.

2.8 Geassocieerde ondernemingen

De Groep heeft een deelneming van 47,6% verworven in Esher BVBA voor een bedrag van k€ 108. Daarnaast had de Groep in 2016 een deelneming van 44% in Enviromania BVBA (Translab NV). De Groep heeft in januari 2017 de controle verworven over Enviromania BVBA.

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Translab/Enviromania 152
Esher 136
Totaal 136 152

De samenvattende financiële informatie van Esher is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017
Langlopende activa (incl. goodwill) 78
Kortlopende activa 766
Langlopende schulden -22
Kortlopende schulden -1 067
Eigen vermogen -245
Aandeel in eigen vermogen (2017: 47,6%) -117
Goodwill 244
Boekwaarde investering geassocieerde onderneming 127
Omzet 267
Winst van het boekjaar 58
Aandeel (2017: 47,6%)
Aandeel in resultaat 28

De samenvattende geconsolideerde financiële informatie van Enviromania per 31 december 2016 is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2016
Langlopende activa (incl. goodwill) 1 400
Kortlopende activa 239
Langlopende schulden -810
Kortlopende schulden -483
Eigen vermogen 346
Aandeel (2016: 44%)
Boekwaarde investering geassocieerde onderneming 152
Omzet 787
Winst van het boekjaar 132
Aandeel (2016: 44%)
Aandeel in resultaat 58

2.9 Handelsvorderingen en overige kortlopende activa

De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Handelsvorderingen 18 573 14 943
Geboekte waardeverminderingen -660 -786
Totaal Handelsvorderingen 17 913 14 157
Lening aan geassocieerde onderneming
Overige kortlopende activa 891 1 911
Totaal Overige kortlopende activa 891 1 911

De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. Op 31 december 2017 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor het volledige openstaande bedrag van k€ 660 (2016: k€ 786).

De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:

in € 000 Waardevermindering
op handelsvorderingen
Op 1 januari 2016 -561
Toevoeging -343
Terugneming en gebruik 118
Op 31 december 2016 -786
Toevoeging -192
Terugneming en gebruik 318
Op 31 december 2017 -660

BLADZIJDE 63

De vervaldagenbalans wordt weergegeven in Toelichting 2.27.

2.10 Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Geldmiddelen 3 158 2 678
Kasequivalenten 367 256
Totaal 3 525 2 934

De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet.

Reconciliatie van de geldmiddelen en kasequivalenten ten behoeve van het kasstroomoverzicht:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Geldmiddelen en kasequivalenten op de balans 3 525 2 934
Geldmiddelen inbegrepen bij activa aangehouden voor verkoop 60
Totaal 3 525 2 994

Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2017 en 2016.

2.11 Eigen vermogen

Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2017 (2016: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.

Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2017 en 2016.

Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.

De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.

Reserves

De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2017 (2016: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 6 070 op 31 december 2017 (2016: k€ 1 512).

De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2017 en 2016.

Niet-gerealiseerde resultaten

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:

in € 000 Voor verkoop
beschikbare
financiële activa
Herwaardering
aan reële waarde
gebouwen
Toegezegde
pensioen
regeling
Totaal niet
gerealiseerde
resultaten
Niet-gerealiseerde resultaten
op 1 januari 2016
55 1 821 -99 1 777
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
-140 -140
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
-113 -113
Impact uitgestelde belastingen 48 40 88
Niet-gerealiseerde resultaten
op 31 december 2016
55 1 729 -172 1 612
Reële waarde verandering
fondsbeleggingen
-17 -17
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
-127 -127
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
18 18
Impact uitgestelde belastingen 218 -5 213
Niet-gerealiseerde resultaten
op 31 december 2017
38 1 820 -159 1 699
Toewijsbaar aan de aandeelhouders 38 1 712 -159 1 591
Toewijsbaar aan het minderheidsbelang 108 108

Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Ecorem -195 -138
Sialtech 576 551
Geosonda BV 615 566
Enviromania/Translab 207
Totaal minderheidsbelang op balans 1 203 979
Ecorem -69 -145
Sialtech 41 19
Geosonda BV 63 45
Enviromania/Translab 31
Totaal aandeel minderheidsbelang in winst van het boekjaar 66 -81
Ecorem 44 5
Totaal aandeel minderheidsbelang in niet-gerealiseerde resultaten 44 5
Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat 110 -76

Het minderheidsbelang in 2017 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. In juli 2017 werd een bijkomend belang verkregen in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV van 21,67% als gevolg van een kapitaalverhoging volledig onderschreven door de Groep voor een bedrag van k€ 330.

Het minderheidsbelang in 2016 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland) en 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV.

De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV, Ecorem NV en Enviromania/ Translab NV is als volgt:

in € 000 Sialtech BV Geosonda BV Ecorem Translab
Langlopende activa (incl. goodwill) 2 392 1 495 1 590 1 644
Kortlopende activa 1 328 1 136 1 486 572
Langlopende schulden -1 082 -762 -35 -798
Kortlopende schulden -1 268 -503 -3 654 -608
Eigen vermogen -1 370 -1 366 613 -810
Aandeel 42% 45% 25% 26%
Aandeel in het eigen vermogen van
het minderheidsbelang
-576 -615 153 -207
Historische consolidatie-aanpassing 42
Boekwaarde minderheidsbelang -576 -615 195 -207
Omzet 3 694 2 896 1 625 1 045
Winst (verlies) van het boekjaar 98 140 -277 120
Aandeel 42% 45% 25% 26%
Aandeel in resultaat 41 63 -69 31
Niet-realiseerbaar resultaat 176
Aandeel 42% 45% 25% 26%
Aandeel in resultaat 44

2.12 Financiële schulden

De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 Interestvoet Vervaldag 2017 2016
Roll-over krediet Euribor+1,75% 2017 75
Rekening-courant 6,20% 2017 275
Straight loan Euribor+1,3%/1,84% 2018 4 767 1 842
Investeringkrediet 5,08% / 1,75% 2019 - 2024 759 196
Leningen op korte-termijn 1,50%-1,55% 2017 1 150
Leningen vervaldag 2017 en later 2,67% - 3,97% 2017 86
Leningen vervaldag 2018 en later 2,26%-3,75% 2018-2022 850 1 011
Financiële leasings 1,11% - 2,85% 2012-2021 3 083 1 935
Leningen eindejaarspremie 0,48% 2018 519 500
Leningen vakantiegeld 0,48% 2018 209 100
Leningen vennootschapsbelasting 0,48% 2018 100 0
Rekening-courant 4,25% 2018 134 155
Euroflex lening 3,79% 2032 806 858
Lening 5,00% 2021 173 220
Overige 24 102
Totaal 11 424 8 505
waarvan kortlopend 7 134 5 104
waarvan langlopend 4 290 3 401

De leningen hebben geen convenanten op 31 december 2017 en 2016.

De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.

De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.

Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:

Totale verplichtingen
uit financiële activiteiten
6 570 1 935 8 505
802 -938 -136
2 118 2 118
1 094 1 094
-157 -157
32 -32
8 341 3 083 11 424
Leningen Financiële leasings

2.13 Voorzieningen

De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) 679 653
Toegezegde pensioenregeling (België)
Geschillen 175 150
Overige
Totaal 854 803

Voorziening geschillen

ABO NV werd opgeroepen als tussenkomende partij in vrijwaring in een rechtszaak over de niet tijdige voltrekking van een vastgoedaankoop. In eerste aanleg werd de Vennootschap voor 85% verantwoordelijk gesteld voor het niet tijdig opleveren van haar eindrapport, en bijgevolg voor de gemiste huurinkomsten van de koper voor een bedrag van k€ 595 plus rente. De beroepsprocedure leverde evenwel een vonnis op waarbij ABO NV volledig werd vrijgepleit. De per 31 december 2016 aangelegde provisie van k€ 150 kon dan ook volledig worden teruggenomen.

Gedurende 2017 werd ABO NV betrokken in een aantal nieuwe procedures. Telkens wordt de Vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Elk van deze procedures bevindt zich nog in een vroeg stadium (eerste aanleg). Ondanks het feit dat de Vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), werd beslist uit voorzichtigheid een voorziening aan te leggen van in totaal k€ 175. Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.

Te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk

De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.

De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen. De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in € 000 Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2016 883 -383 500
Bijdragen -42 -42
Interesten 16 -6 10
Prestaties 73 73
Actuariële verliezen 93 93
Rendement op de activa exclusief interesten 19 19
Op 31 december 2016 1 065 -412 653
Op 1 januari 2017 1 065 -412 653
Bijdragen -41 -41
Interesten 13 -5 8
Prestaties 93 93
Actuariële verliezen -14 -14
Rendement op de activa exclusief interesten -4 -4
Op 31 december 2017 1 157 -462 695

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Salarisverhoging 2,0% 2,0%
Verdisconteringsvoet 1,3% 1,2%

De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Impact wijziging ervaring op netto verplichting -5 8
Impact wijziging actualisatievoet 19 -101
Rendement op de activa exclusief interesten 4 -20
Belastingimpact 40
Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat 18 -73

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Prestaties 93 73
Interestkost op de verplichting 13 9
Totaal 106 82

De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Aandelen 90 78
Obligaties 300 272
Geldmiddelen en kasequivalenten 26 32
Vastgoed 46 29
Overige 1 1
Totaal 462 412

De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:

in € 000 2017
Actualisatievoet: +0,5% -89
Actualisatievoet: -0,5% 99

De Groep verwacht dat in 2018 k€ 8 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 142 aangesloten werknemers (2016: 127).

Te bereiken doel pensioenregeling in België

De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.

De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen. De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in € 000 Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2016 680 -680
Bijdragen -50 -50
Interesten 14 -14
Prestaties 47 47
Actuariële verliezen
Belastingen betaald op bijdragen -6 6
Administratiekosten 3 3
Rendement op de activa exclusief interesten
Op 1 januari 2017 735 -735
Bijdragen -62 -62
Interesten 15 -15
Prestaties 55 55
Actuariële verliezen 13 -10 3
Belastingen betaald op bijdragen -7 7
Administratiekosten 4 4
Rendement op de activa exclusief interesten
Op 31 december 2017 811 -811

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in € 000 2017 2016
Inflatie 1,9% 1,8%
Verdisconteringsvoet 1,9% 2,0%
Rendement op activa 1,9% 2,0%

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

in € 000 2017 2016
Prestaties 47 47
Netto interest -1 -1
Administratiekosten 4 3
Totaal 50 49

De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.

Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting.

De Groep verwacht dat in 2018 k€ 62 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 33 jaar. Het pensioenplan heeft 137 aangesloten actieve werknemers en 321 aangesloten niet-actieve werknemers.

2.14 Overige kortlopende schulden

De overige kortlopende schulden bestaan uit:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Toe te rekenen kosten 73 156
Voorafbetalingen -387 34
Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) 1 840 2 043
Kortlopende voorzieningen 173 235
Schulden m.b.t. personeel 4 072 3 935
Overige 528 527
Totaal 6 299 6 930

2.15 Reële waarde

Financiële vaste activa

Boekwaarde Fair value
in € 000 2017 2016 2017 2016
Financiële vaste activa
Voor verkoop beschikbare
financiële vaste activa
71 96 71 96
Beleggingsfondsen 71 96 71 96
Leningen en vorderingen 22 085 17 917 22 085 17 917
Handelsvorderingen 17 913 14 157 17 913 14 157
Overige financiële activa (langlopend) 647 402 647 402
Overige kortlopende activa 424 424
Geldmiddelen en kasequivalenten 3 525 2 934 3 525 2 934
Totaal financiële vaste activa 22 156 18 013 22 156 18 013

De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handelsvorderingen en overige kortlopende activa benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter.
  • De voor verkoop beschikbare financiële activa bestaan uitsluitend uit investeringen in beleggingsfondsen. De Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation"). Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 3. De impact op de niet-gerealiseerde resultaten in 2017 was k€ (17) (2016: k€ 0).
  • De reële waarde van de overige financiële activa is niet significant verschillend met de boekwaarde op 31 december 2017 en 2016.

Financiële verplichtingen

Boekwaarde Fair value
in € 000 2017 2016 2017 2016
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaar
deerd aan geamortiseerde kostprijs
18 549 15 098 18 704 15 183
Leningen 11 424 8 505 11 579 8 590
Handelsschulden 6 596 6 065 6 596 6 065
Overige schulden 529 528 529 528
Totaal financiële verplichtingen 18 549 15 098 18 704 15 183
Waarvan langlopend 4 290 3 401 4 430 3 471
Waarvan kortlopend 14 259 11 697 14 274 11 712

De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten.
  • De financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.

Reële waarde hiërarchie

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:

  • Niveau 1: Genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
  • Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden welke niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2017
in € 000 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Voor verkoop beschikbare financiële
vaste activa: beleggingsfondsen
71 71
Financiële schulden: leningen 11 424 11 424
Voor het jaar eindigend op 31 december 2016
in € 000 Totaal Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Voor verkoop beschikbare financiële
vaste activa: beleggingsfondsen
96 96
Financiële schulden: leningen 8 590 8 590

De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.

De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:

in € 000

Op 1 januari 2016 175
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten
Terugbetalingen -116
Gerealiseerde winst bij terugbetaling 37
Op 31 december 2016 96
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -17
Kapitaalsvermindering te ontvangen terugbetalingen -8
Op 31 december 2017 71

Niet-recurrente reële waarde berekeningen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1.330. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in september 2016 en februari 2018 en is voor Frankrijk gebeurd in mei 2014. De impact van de waardering van het gebouw in Breda in 2017 is een verlies k€ 49 welke geboekt werd in overige operationele kosten.

De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.

2.16 Segmentinformatie

De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:

  • België
  • Frankrijk
  • Nederland

Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.

De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.

De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring). De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2017 en 2016:

België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
16 542 19 205 8 380 44 127 44 127
859 4 190 1 053 -1 053
1 128 1 372 483 2 983 2 983
43 44 7 94 -74 20
-186 -14 -145 -345 75 -270
-229 985 239 995 - 995
-697 -1 019 -755 -2 471 -2 471
31 881 17 266 8 957 58 104 -17 303 40 801
-15 083 -8 284 -7 856 -31 223 4 147 -27 076
in € 000 België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op 31 december 2016
Omzet (derden) 14 354 16 545 5 880 36 779 36 779
Omzet (intra-groep) 376 15 434 825 -825
Bedrijfresultaat 137 885 637 1 659 1 659
Interestopbrengsten 25 2 27 27
Interestlasten -152 -16 -31 -199 -199
Aandeel in de winst (verlies) voor geassocieerde
ondernemingen
58 58 58
Netto resultaat voortgezette activiteiten
(segment winst en verlies)
-359 572 584 797 797
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen -513 -881 -535 -1 929 -1 929
Totaal activa 14 716 16 915 7 830 39 461 -2 128 37 333
Totaal schulden -11 328 -8 808 -6 019 -26 155 1 132 -25 023

Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).

Overige toelichtingen

De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.

2.17 Overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Bedrijfssubsidies 260 30
Doorgerekende kosten 185 139
Vrijstelling BV (competitiviteitspact) 219 81
Voordelen in natura 105 68
Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa 121 58
Vrijval vervallen handelsschulden 70
Terugbetaling verzekeringspremies 24
Terugname voorzieningen klanten 98 59
Meerwaarde op herwaardering investeringen 27
Badwill overname Geomet 388
Overige 157 218
Totaal 1 266 1 041

2.18 Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) -451 -409
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen -222 -51
Minderwaarde vaste activa -89 -
Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete -48 -70
Opboeking van voorzieningen voor geschillen 203 206
Opboeking voorziening klanten (netto) -292
Overige -134 -168
Totaal -741 -784

2.19 Personeelsbeloningen

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Korte-termijn personeelsbeloningen -13 312 -11 925
Sociale Zekerheid -4 361 -3 947
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen -42 -56
Te bereiken doel pensioenregeling -77 -103
Overige personeelskosten -1 039 -935
Totaal -18 831 -16 966
Totaal geregistreerde personeelsleden (in FTE) 351 336

BLADZIJDE 75

2.20 Financiële kosten

De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Interesten -270 -199
Overige -272 -166
Totaal -542 -365

2.21 Financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Interesten 20 27
Overige 7 73
Totaal 27 100

2.22 Belastingen

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Verwachte belastinglast voor het jaar -957 -445
Uitgestelde belastingen -544 -207
Belastingen over het voorgaande jaar
Totale belastingwinst (kost) -1 501 -652

De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2017 en 2016 is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen 2 496 1 449
Belastingen aan het statutaire tarief van 33,99% -848 -493
Verschil in belastingsvoet 55 89
Overige belastingkortingen 81 52
Verworpen uitgaven -112 -135
Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd
geboekt
11 16
Winst uit reële waarde aanpassing participatie 4
Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar -129 -181
Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen 9 20
Niet belastbare badwillopbrengst 77
Impact niet-belastbare voorzieningen vorig boekjaar -205
Impact ontvangen dividenden -17 80
Erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen vorige jaren 285 45
Vrijgestelde subsidie 48
Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen -394
Afboeking uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen -450
Overige 25 -18
Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening -1 501 -653

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Saldo op 31 december Wijziging in de resultatenrekening
voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016 2017 2016
Fiscale verliezen 892 1 800 -908 -324
Immateriële vaste activa -8 22 -30 -36
Materiële vaste activa 13 11 2 300
Leasings 24
Voorzieningen 114 24 95 -204
Financiële vaste activa
Overige -8 7 -2
Totaal uitgestelde belastingvordering 1 011 1 849
Materiële vaste activa -783 -1 182 223 -219
Immateriële vaste activa -331 -112 67 11
Leasings 243
Voorzieningen
Overige
Totaal uitgestelde belastingschuld -1 114 -1 294
Totale uitgestelde belastingskost -544 -207

De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.

De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 633 per 31 december 2017 (2016: k€ 858) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.

De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 4 008 per 31 december 2017 (2016: k€ 3 267). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 102 880 (2016: k€ 102 983) fiscaal overdraagbare verliezen welke bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken. De fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.

De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2017 van k€ 892 (2016: k€ 1 800) waarvan k€ 468 (2015: k€ 1 265) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.

2.23 Winst per aandeel

De totale gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel is 10 568 735.

Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.

De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.

2.24 Niet-voortgezette activiteiten

Binergy Meer BVBA

De Groep heeft eind 2017 haar 100% deelneming in Binery Meer BVBA verkocht aan een derde partij voor een bedrag van € 1 waarbij een meerwaarde gerealiseerd werd van k€ 98. De netto cash-flow bedraagt k€ (44). De meerwaarde werd gepresenteerd als winst uit niet-voortgezette activiteiten.

Binery Meer BVBA was eerder gepresenteerd als activa en schulden aangehouden voor verkoop. Binery Meer BVBA is opgenomen in het operationele segment België.

De belangrijke categorieën van de activa en de schulden in 2016 waren als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2016
Activa
Materiële vaste activa 1 165
Liquide middelen en kasequivalenten 60
Totaal activa 1 225
Handelsschulden
Overige kortlopende schulden 1 296
Totaal schulden 1 296

De activa en de schulden op moment van verkoop waren niet significant verschillend met deze hierboven gepresenteerd. De liquide middelen en kasequivalenten op moment van verkoop bedroegen k€ 45.

2.25 Mogelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden. De belangrijkste geschillen zijn hieronder toegelicht:

ABO Holding NV werd gedagvaard in een procedure voor vermeende bestuurdersaansprakelijkheid. Gezien de betrokken deelneming evenwel midden 2013 werd verkocht, en bijgevolg ABO Holding geen mandaat als bestuurder meer had sindsdien, ziet de Vennootschap geen reden tot aanleg van een voorziening.

2.26 Verbintenissen

Operationele lease

De Groep heeft een aantal niet-opzegbare operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar. De Groep heeft andere operationele leasings voor onder andere gebouwen welke op korte termijn opzegbaar zijn.

De toekomstige minimum leasingbetalingen voor de niet-opzegbare operationele leasings zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Binnen één jaar 150 84
Tussen één en vijf jaar 328 185
Meer dan vijf jaar
Totaal 478 269
Operationele lease kost 143 132

Financiële lease

De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark en boortorens. De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:

Op 31 december 2017 Op 31 december 2016
in € 000 Minimale lease
betalingen
Contante
waarde
betalingen
Minimale lease
betalingen
Contante
waarde
betalingen
Binnen een jaar 845 781 688 664
Tussen twee en vijf jaar 2 124 1 997 1 305 1 271
Meer dan vijf jaar 318 305
Subtotaal 3 287 3 083 1 993 1 935
Min impact verdisconteringen -204 -58
Contante waarde 3 083 1 935

Overige zekerheden

De Groep heeft een bedrag van k€ 1 480 aan gevestigde hypotheken (2016: k€ 1 480). Daarnaast werd een hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van k€ 900 op 31 december 2017 (2016: k€ 900).

De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds aan een aantal financiële instellingen gegeven met een totale waarde van k€ 2 055 op 31 december 2017 (2016: k€ 4 165). Daarnaast heeft de Groep een inpandgave van een handelsfonds gegeven ter waarde van k€ 400 op 31 december 2017 (2016: k€ 400).

Geschillen

De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.

De totale voorziening bedraagt k€ 163 op 31 december 2017 (2016: k€ 225) welke geboekt is onder "overige kortlopende schulden".

2.27 Risico's

De Groep is voornamelijk onderhevig aan liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.

Liquiditeitsrisico

De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabellen geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

in € 000 < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2017
Financiële schulden 7 134 3 265 1 025 11 424
Handelsschulden 6 596 6 596
Overige schulden 529 529
Totaal 14 259 3 265 1 025 18 549
in € 000 < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2016
Financiële schulden 5 483 2 804 8 287
Handelsschulden 6 065 6 065
Overige schulden 528 528
Totaal 12 076 2 804 14 880

Interestrisico

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigingen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 49.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:

Vervallen
in € 000 Totaal Niet vervallen < 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2017 17 913 12 666 3 196 969 404 678
Op 31 december 2016 14 157 10 327 1 839 838 267 886

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 660 op 31 december 2017 (2016: k€ 786) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Kapitaal management

Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.

De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2017 63 % (2016: 49 %).

2.28 Relaties met verbonden partijen

De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:

in € 000 Voor het jaar eindigend
op 31 december
2017 2016
Korte-termijn beloningen 722 643
Einde-loopbaan beloningen 44 39
Ontslagvergoedingen
Totaal 767 682
in € 000 Verkoop van
diensten
Aankopen
van
Interest
opbrengsten
Interest
kosten
Vordering Schuld
Aandeelhouders van de Groep
2017 4 -108
2016 4 -122
Geassocieerde ondernemingen
2017 54 29
2016 -42 233
Andere verbonden partijen
2017 12 -547 79 -280
2016 35 -503 95 -303

De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:

De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:

  • Verhuur van kantoren aan de Groep door verbonden partijen waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens aandeelhouder is van de verbonden partijen.
  • Gebruik van poetsdiensten en telecomdiensten door de Groep bij verbonden partijen, waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens de aandeelhouder is van de verbonden partijen;
  • Openstaande interestdragende aandelenlening met de aandeelhouder van de Groep.

Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.

2.29 Vergoeding van de commissaris

De vergoeding van de commissaris is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in € 000 2017 2016
Vergoeding audit 162 81
Vergoeding non-audit diensten 12 1
Totaal 174 82

2.30 Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen vermeldenswaardige gebeurtenissen na balansdatum.

2.31 Overzicht van de geconsolideerde entiteiten

Dochterondernemingen Land 2017 2016
ABO NV België 100,0% 100,0%
Ecorem NV België 75,0% 75,0%
E20 (Energy To Zero Consult NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda Environment NV (Exequtes Milieu Meetdienst NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda BVBA België 100,0% 100,0%
ABO Beheer BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Milieuconsult BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Holding België 100,0% 100,0%
ERG Holding SA Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Equipement SARL Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Environnement SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG LAB Frankrijk 100,0% 100,0%
SCI NicERG Frankrijk 100,0% 100,0%
Enviromania BVBA** België 74,4% 0,0%
Translab Environmental Consult NV België 74,4% 0,0%
Sialtech BV Nederland 57,9% 57,9%
Thenergo NL BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Research BVBA België 100,0% 100,0%
Binergy Meer BVBA* België 0,0% 100,0%
ABO-Group Environment NV België 100,0% 100,0%
ECOREM Baltya Litouwen 100,0% 100,0%
Geosonda BV Nederland 55,0% 55,0%
Geomet BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet Vastgoed BV Nederland 100,0% 100,0%
Geassocieerde ondernemingen
Enviromania BVBA** België 0,0% 44,0%

* Deze vennootschap werd in 2017 verkocht aan derden. ** Deze vennootschap werd integraal geconsolideerd vanaf 2017.

3 Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment

De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.

Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2017 en 31 december 2016.

Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:

in € 000 2017 2016
Vaste activa 25.805 25.754
Materiële activa 722 671
Financiële activa 25.083 25.083
Vlottende activa 3.214 2.602
Overige activa (looptijd > 1 jaar)
Overige activa (looptijd < 1 jaar) 3.214 2.602
Totaal activa 29.019 28.355
Eigen vermogen 26.140 25.987
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies 173.083 173.083
Reserves -146.943 -147.096
Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0
Schulden op meer dan één jaar 266 349
Schulden op ten hoogste één jaar 2.613 2.020
Totaal passiva 29.019 28.355

Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:

in € 000 2017 2016
Bedrijfsopbrengsten 637 460
Omzet 631 459
Andere bedrijfsopbrengsten 6 1
Bedrijfskosten 476 372
Bedrijfsresultaat 162 88
Financieel resultaat -9 109
Financiële opbrengsten 52 3.951
Financiële kosten -61 -3.842
Resultaat vóór belastingen 153 197
Winst van het boekjaar 153 197

Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde Jaarrekening

BLADZIJDE

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.