Annual Report • Apr 26, 2019
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer

ABO-Group Environment Jaarverslag 2018
| van ABO-Group Environment NV | 7 | ||
|---|---|---|---|
| 1. | Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht | ||
| van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven | 9 | ||
| Geconsolideerde resultatenrekening 9 | |||
| Geconsolideerde balans 11 | |||
| Geconsolideerde kasstroomtabel 11 Vooruitzichten 2019 12 |
|||
| Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht | |||
| van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven | 12 | ||
| 3. | Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt | 13 | |
| Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap 13 | |||
| Risico's verbonden aan de Vennootschap 15 | |||
| Financiële risico's 15 | |||
| 4. | |||
| Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV | 17 | ||
| Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden | 17 | ||
| 6. | Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden | 17 | |
| Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek | 17 | ||
| Gegevens over het bestaan van bijkantoren | 17 | ||
| 9. | Verantwoording in toepassing van artikel 96,6° Wetboek van Vennootschappen | 18 | |
| 10. | Gebruik van financiële instrumenten | 18 | |
| 11. | Verklaring inzake deugdelijk bestuur | 18 | |
| 11.1. | De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering 19 | ||
| 11.2. | De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid W 2 mei 2007) 21 | ||
| 11.3. | Raad van bestuur 24 | ||
| 11.4. | Comités opgericht door de raad van bestuur 25 | ||
| 11.5. | Management en dagelijks bestuur 26 | ||
| 11.6. | Genderquotum 27 | ||
| 11.7. | Remuneratieverslag 27 | ||
| 11.8. | Belangenconflicten: toepassing van artikel 523 wetboek van vennootschappen 29 | ||
| 11.9. | Belangenconflicten – toepassing van artikel 524 wetboek van vennootschappen 31 | ||
| 12. | Ontslagen en benoemingen | 31 | |
| 13. | Verklaring door de verantwoordelijke personen | 31 | |
| Geconsolideerde resultatenrekening | 34 | ||
|---|---|---|---|
| Geconsolideerd totaal resultaat | |||
| Geconsolideerde balans | 36 | ||
| Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen | 38 | ||
| Geconsolideerde kasstroomtabel | 39 | ||
| Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten | 41 | ||
| 1. | Bedrijfsinformatie 41 | ||
| 2. | Presentatiebasis 41 | ||
| 2.1. | Voornaamste boekhoudprincipes 42 | ||
| 2.2. | Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn 51 | ||
| 2.3. | Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen 53 | ||
| 2.4. | Bedrijfscombinaties 54 | ||
| 2.5. | Goodwill 54 | ||
| 2.6. | Immateriële vaste activa 55 | ||
| 2.7. | Materiële vaste activa 56 | ||
| 2.8. | Geassocieerde ondernemingen 57 | ||
| 2.9. | Handels- en overige kortlopende activa 57 | ||
| 2.10. | Geldmiddelen en kasequivalenten 58 | ||
| 2.11. | Eigen vermogen 58 | ||
| 2.12. | Financiële schulden 60 | ||
| 2.13. 2.14. |
Voorzieningen 61 Overige kortlopende schulden 65 |
||
| 2.15. | Reële waarde 65 | ||
| 2.16. | Segmentinformatie 67 | ||
| 2.17. | Omzet 69 | ||
| 2.18. | Overige bedrijfsopbrengsten 70 | ||
| 2.19. | Overige bedrijfskosten 70 | ||
| 2.20. | Personeelsbeloningen 71 | ||
| 2.21. | Financiële kosten 71 | ||
| 2.22. | Financiële opbrengsten 71 | ||
| 2.23. | Belastingen 72 | ||
| 2.24. | Winst per aandeel 73 | ||
| 2.25. | Niet-voortgezette activiteiten 74 | ||
| 2.26. | Mogelijke verplichtingen 74 | ||
| 2.27. | Verbintenissen 74 | ||
| 2.28. | Risico's 75 | ||
| 2.29. | Relaties met verbonden partijen 77 | ||
| 2.30. | Vergoeding van de commissaris 78 | ||
| 2.31. | Gebeurtenissen na balansdatum 78 | ||
| 2.32. | Overzicht van de geconsolideerde entiteiten 78 | ||
| Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment 79 |

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van ABO-Group Environment NV

8BLADZIJDE * E20 NV
100,00%
Geachte aandeelhouders,
In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2018 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.
De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden in overeenstemming met artikel 119, laatste lid Wetboek van Vennootschappen samengevoegd.
In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.
ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochter-vennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. ABO Holding NV is juridisch dochtervennootschap van ABO-GROUP Environment NV, boekhoudkundig wordt zij voor de geconsolideerde jaarrekening evenwel aanzien als de moedervennootschap.
De consolidatiekring zag er op 31 december 2018 uit als volgt: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, Ecorem NV, Energy to zero NV, Geosonda BVBA, Geosonda Environment NV, Enviromania BVBA en Translab NV), Nederland (ABO Beheer BV, ABO Milieuconsult BV, Geomet Vastgoed BV, Geomet BV, Geosonda BV, Sialtech BV) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, SCI NicERG), ABO Research BVBA en Thenergo Nederland BV.
Over 2018 stabiliseerde de omzet van ABO-GROUP op 44,4 miljoen euro. Onderliggend werd evenwel een zeer degelijke organische groei van 5,5% gerealiseerd in de geotechnische afdelingen. Geotechniek werd reeds in 2017 strategisch aangeduid als de groeimotor van de groep voor de komende jaren. Daarnaast kon ook de afdeling asbest een zeer mooie prestatie neerzetten, met een groei van 18%. Alhoewel nog steeds beperkt in de totale omzet (6%), mag ook hier verdere groei verwacht worden. In de afdeling "Bodem en Milieu" was er een lichte terugval, enerzijds door het minder gebruik maken van externe capaciteit, anderzijds door een iets lagere productiviteit. Door (tijdelijke) uitval van machines en personeel kon immers een deel van het voorziene werkvolume niet binnen het boekjaar gerealiseerd worden.
| 2017 in € 000 |
2018 in € 000 |
Verandering in € 000 |
Verandering in % |
% van omzet |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Geotechniek | 20.500 | 21.624 | 1.124 | 5,48% | 48,7% |
| Bodem & Milieu | 19.822 | 19.394 | -427 | -2,16% | 43,7% |
| Asbest & Energie | 2.124 | 2.518 | 393 | 18,54% | 5,7% |
| Overige | 1.681 | 856 | -825 | -49,07% | 1,9% |
| Omzet | 44.127 | 44.393 | 266 | 0,60% | 100% |
Geotechniek vormt met 49% van de omzet de grootste activiteit van de groep. Er wordt actief geïnvesteerd om de kruisbestuiving tussen de verschillende geotechnische afdelingen (veldwerk en advies) optimaal te kunnen benutten. De uitwisseling van kennis en materieel tussen de landen wordt aangemoedigd. Er worden contacten gelegd met internationale klanten, om hen aldus een soortgelijke kwalitatieve dienstverlening te kunnen aanbieden in verschillende markten. Geïnspireerd door de kennis en ervaring uit Frankrijk, werden inmiddels ook in België geotechnische labo-activiteiten opgestart.
In Nederland behaalt de groep een dubbelcijferige omzetgroei. Het momentum is nog steeds heel positief, doch de sterkte van de groei neemt langzaam af. Voornaamste oorzaken van de vertraging lijken te liggen in het niet tijdig kunnen invullen van de vraag naar materiaal en gekwalificeerd personeel. In Frankrijk werd de groep geconfronteerd met enerzijds het wegvallen van de omzet uit "Le Grand Paris", anderzijds met moeilijkheden in de planning ten gevolge van tal van protestacties en sociale onrust. Deze stabilisatie volgt evenwel na een voorgaand jaar van zeer uitgesproken groei (+16% in 2017). In België groeiden de asbest laboactiviteiten (Translab) en het geotechnisch veldwerk (Geosonda) zeer sterk. Het wegvallen van het grote, internationale contract in Uganda (1,1 miljoen omzet in 2017), dat geen vervolg kreeg in 2018, verklaart de daling in het segment internationaal.
| 2017 In € 000 |
2018 In € 000 |
Verandering In € 000 |
Verandering In % |
% van Omzet |
|
|---|---|---|---|---|---|
| Frankrijk | 19.205 | 18.868 | -337 | -1,75% | 42,5% |
| België | 15.152 | 15.437 | 285 | 1,88% | 34,8% |
| Nederland | 8.380 | 9.272 | 892 | 10,64% | 20,9% |
| Internationaal | 1.390 | 815 | -575 | -41,37% | 1,8% |
| Omzet | 44.127 | 44.393 | 266 | 0,60% | 100% |
Gegeven de groeiambitie van de groep, werden gedurende 2018 heel wat nieuwe personeelsleden aangeworven (netto +13 FTE, van 351 naar 364 werknemers). Deze extra capaciteit kon evenwel niet worden vertaald naar bijkomende omzet en toegevoegde waarde. De verklaring zit hoofdzakelijk in het niet kunnen halen van een optimale planning, enerzijds door interne factoren (stilstand van machines, personeelswissels, langdurige ziektes, …), anderzijds door externe elementen (voornamelijk de sociale onrust in Frankrijk). De hogere bezoldigingen (+8%, van 18,8 naar 20,3 miljoen euro) hebben daardoor een rechtstreekse weerslag op de operationele winst.
De operationele winst voor afschrijvingen komt uit op 4,04 mio euro (0,38 euro/aandeel), een daling met 26%. De Nederlandse activiteiten leverden een aanzienlijk hogere bijdrage (+389k euro), evenwel was er een stevige terugval in België (ABO / E20) en Frankrijk (ERG Géotechnique). Het uitblijven van nieuwe opdrachten in de internationale afdeling, zorgde bijkomend voor een terugval.
De afschrijvingen nemen toe van 2,47 mio naar 2,67 mio euro als gevolg van de verdere investeringen in materiële vaste activa. In 2018 werd in totaal voor 3,7 miljoen euro aan nieuwe activa aangekocht. De voorbije jaren heeft de groep aanzienlijk geïnvesteerd, zowel in uitbreiding van zijn machinepark, als in uitbreiding van zijn boortechnieken. In 2018 werd o.a. een sonisch boortoestel aangekocht voor de Belgische markt. In Nederland werd vooral binnen de afdeling geotechniek resoluut gekozen voor uitbreiding en vervanging. Naar aanvoelen van de groepsdirectie is het machinepark op heden van uitstekende kwaliteit en kan voldaan worden aan zo goed als elke mogelijke marktvraag. In België werd daarnaast geïnvesteerd in het opstarten van een geotechnisch labo.
Stabiele bedrijfsopbrengsten, met hogere bedrijfskosten (+1,6 mio euro) resulteren in een lager bedrijfsresultaat. De operationele winst daalt bijgevolg van 3 naar 1,4 mio euro.
Het financieel resultaat verbetert aanzienlijk, grotendeels door het wegvallen van wisselkoers-verliezen op de dollar. Het minderheidsbelang in Esher werd verkocht, waardoor het aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen wegvalt. De lagere winst voor belastingen resulteert in aanzienlijk lagere belastingen. Daarenboven werd in 2017 n.a.v. het zomerakkoord een éénmalige, uitzonderlijke last van 844k euro geboekt.
De nettowinst daalt van 1,1 mio euro naar 0,6 mio euro (0,05 euro per aandeel). Het totaal resultaat (deel van de groep) neemt evenwel toe met 31% van 1,18 naar 1,55 mio euro. De actualisatie van de waarde van het vastgoed in Frankrijk, alsook van de Franse pensioenverplichtingen, verlopen immers niet via resultatenrekening, doch rechtstreeks via het eigen vermogen van de groep.
Het balanstotaal groeit aan van 40,8 naar 42,9 mio euro. Aan actiefzijde zijn de voornaamste wijzigingen de toename van de materiële vaste activa (als gevolg van het investeringsprogramma) en de omzetting van handelsvorderingen naar liquide middelen. Aan passiefzijde zorgt de herwaardering van de gebouwen in Frankrijk voor een aanzienlijke stijging van de niet-gerealiseerde resultaten. De financiële schulden nemen toe, hoofdzakelijk door leasing van nieuw materieel.
Het totaal eigen vermogen neemt toe van 13,7 mio euro tot 15,1 mio euro, wat een eigen vermogensratio van 35,2% oplevert (33,6% in 2017). De netto financiële schuld is toegenomen tot een bedrag van 8,7 mio euro (t.o.v. 7,9 mio euro in 2017). De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) daalt van 63% naar 61,7%, wat meer dan voldoende ruimte laat voor verdere acquisitieve groei.
| 2017 In € 000 |
2018 In € 000 |
|
|---|---|---|
| Kasstroom uit operaties | 1.751 | 3.291 |
| Operationele kasstroom | 4.555 | 3.251 |
| Werkkapitaalaanpassingen | -2.804 | 40 |
| Kasstroom uit investeringen | -522 | -2.352 |
| Kasstroom uit financiering | -698 | 331 |
| Cash 1/1 | 2.994 | 3.525 |
| Cash 31/12 | 3.525 | 4.795 |
De netto kasstroom uit operationele activiteiten verbetert sterk, van 1,75 naar 3,3 mio euro, ondanks een daling van de operationele kasstroom van 4,56 mio euro naar 3,25 mio euro (-28,6%). Door een intensieve opvolging van het werkkapitaal konden de openstaande handelsvorderingen aanzienlijk worden verlaagd.
De groep investeerde 2,35 mio euro cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa. Daarnaast werd 1,25 mio euro via financiële leasing geïnvesteerd. Er werden hoofdzakelijk nieuwe machines aangekocht, in lijn met de strategie om een zeer kwalitatief en uitgebreid aanbod in huis te hebben qua boortechnieken.
De kasstroom uit financiering was licht positief; nieuwe financieringen balanceerden de stroom aan terugbetalingen.
In sommatie nemen de liquide middelen van de groep toe van 3,5 naar 4,8 mio euro.
Sinds 2014 heeft de groep onder zijn merknaam "Ecorem" getracht om internationale orders aan te trekken voor milieu- en afvaladvies. De lange beslissingstermijnen en de onvoorspelbaarheid in het winnen van orders heeft de voorbije jaren gezorgd voor een zeer volatiele evolutie van zowel omzet als resultaat. Het besef dat er aanzienlijke bijkomende financiële inspanningen nodig waren, alsook het recurrent verlieslatend karakter van deze afdeling, hebben het management ervan overtuigd deze afdeling af te stoten. Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds verkocht. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).
ABO-Group blijft volop actief op de internationale markt met geotechniek, bodem, asbest, energie, archeologie en asbest.
Op 8 april werden de nieuwe kantoren te Marseille / Vitrolles in gebruik genomen. Het betreft een duurzaam gebouw, dat als voorbeeld en referentie voor de groep zal kunnen gebruikt worden. Daarnaast heeft het een zeer strategische ligging, op wandelafstand van de luchthaven van Marignane en dichtbij trein en TGV. De investeringskost bedraagt 2,8 miljoen euro en zal volledig bancair gefinancierd worden (crédit-bail). Op jaarbasis zal de ingebruikname een besparing van meer dan 150.000 euro aan huurlasten opleveren.
ABO-Group wil haar milieu- en energieadvies, monitoring- en testingactiviteiten verder uitbouwen in België, Nederland en Frankrijk. De groep herbevestigt haar strategie en positionering als een Europese speler met internationale ambities. ABO-Group zet in op interne, organische groei, door aanwerving van experts voor het opzetten en uitbouwen van nieuwe activiteiten. In 2018 werden diverse nieuwe activiteiten gelanceerd (asbest in Nederland, geotechnisch labo in België), alsook nieuwe kantoren opgestart (Roeselare). We voorzien dat deze initiatieven in 2019 de omzet en de winstgevendheid zullen ondersteunen.
Daarnaast kijkt de groep verder uit om haar positie in de thuislanden te versterken via acquisitie. In 2018 werd een bijkomend aandelenbelang van 9,3% gekocht in Sialtech. De groep zal in 2019 actief de overnamemarkt blijven opvolgen en een aantal opportuniteiten trachten te verzilveren. In elk van de thuislanden zijn tal van dossiers lopende, zonder dat evenwel enige garantie op een effectieve transactie kan gegeven worden.
De groep houdt vast aan haar doelstelling om dubbelcijferig te groeien, door een mix van organische en acquisitieve groei. Voor 2019 betekent dit een doelstelling van 50 mio euro omzet, met een voorziene operationele marge voor afschrijvingen boven de 10%.
ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2018 een omzet van k€ 676 gerealiseerd (k€ 638 in 2017, +6%). De bedrijfskosten en afschrijvingen namen beperkt toe, waardoor de bedrijfswinst licht kon stijgen van k€ 162 naar k€ 169. Het boekjaar sluit af met een winst van 162k euro. Een verlies van 146,95 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -146,78 miljoen euro. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 (cfr. pagina 79).
De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.
In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.
De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, asbest-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten.
Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.
De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.
Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.
Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen, dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.
De overnameprijs kan aanzienlijk hoger liggen dan de geïdentificeerde netto-activa van de overgenomen vennootschap ("goodwill"). Jaarlijks wordt de erkende goodwill geëvalueerd in functie van de resultaatsontwikkeling en voorziene kasstroomgeneratie. Deze test kan mogelijks leiden tot het geheel of gedeeltelijk moeten opnemen van een bijzondere afschrijving op goodwill en aldus een negatieve impact hebben op de financiële situatie en resultaten van de Vennootschap.
Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.
Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken.
Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.
De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. Per 31 december 2018 heeft de Groep k€ 164 aan voorzieningen aangelegd. Mocht deze inschatting niet correct blijken te zijn, kan dit leiden tot een ongunstige invloed op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.
De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie en resultaten van de Vennootschap.
Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.
Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer. De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
| in € 000 | Totaal | Niet vervallen Vervallen | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| < 30 d | 31-60 d | 61-90 d | > 91 d | |||
| Op 31 december 2018 | 16.512 | 13.122 | 1.479 | 853 | 317 | 741 |
| Op 31 december 2017 | 17.913 | 12.666 | 3.196 | 969 | 404 | 678 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 575 op 31 december 2018 (k€ 660 op 31 december 2017) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€44.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 62% eind 2018 (63% eind 2017). Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:
De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.
De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.
Sinds 2014 heeft de groep onder zijn merknaam "Ecorem" getracht om internationale orders aan te trekken voor milieu- en afvaladvies. De lange beslissingstermijnen en de hoge onvoorspelbaarheid over het winnen van orders hebben de voorbije jaren gezorgd voor een zeer volatiele evolutie van omzet en resultaat. Het besef dat er aanzienlijke bijkomende financiële inspanningen nodig waren, alsook het recurrent verlieslatend karakter van deze afdeling, hebben het management ervan overtuigd deze afdeling af te stoten. Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds verkocht. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).
Behoudens bovenstaande, hebben er zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2018 geen andere vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.
Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.
ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.
ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.
Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de Raad van Bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.
De Vennootschap heeft eind 2018 geen afgeleide financiële instrumenten.
De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2018.
Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 23 april 2019 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).
De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:
Bijlage C, 5.2./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een auditcomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Auditcomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat ABO-Group slechts een beperkt aantal bestuurders telt en het Charter inzake deugdelijk bestuur een minimale samenstelling voor het auditcomité van 3 bestuurders voorziet. De Raad en het auditcomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Auditcomité.
Bijlage C, 5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het Auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is. De Raad nam deze beslissing omwille van

Bijlage E, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratiecomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Remuneratiecomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat Frank De Palmenaer meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.
De Raad en het Remuneratiecomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Remuneratiecomité.
Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:
Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.
Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.
ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.
De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:

Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www. abo-group.eu).
ABO-Group heeft een externe compliance officer aangesteld (Dhr. Johan Reybroeck, als vertegenwoordiger van Special Projects on Support BVBA).
Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.
De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.
ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.
Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.
Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden onder het punt "Voornaamste boekhoudprincipes").
De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel te Gent. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.
Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de rapportering, het evalueren van de risicofactoren en de desbetreffende actieplannen.
Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:
| Datum | Transactie | Aantal nieuw uitgegeven aandelen |
Prijs per aandeel |
Bedrag kapitaal verhoging |
Kapitaal | Totaal aantal aandelen |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 20/02/2002 Oprichting | 1.000 | € 100,00 | € 100.000,00 | € 100.000,00 | 1.000 | |
| 20/08/2002 Kapitaalverhoging in geld | 1.500 | € 100,00 | € 150.000,00 | € 250.000,00 | 2.500 | |
| 5/02/2003 | Kapitaalverhoging in geld | 1.065 | € 100,00 | € 106.500,00 | € 365.500,00 | 3.565 |
| 23/05/2003 Kapitaalverhoging in geld | 1.490 | € 100,00 | € 149.000,00 | € 505.500,00 | 5.055 | |
| 29/08/2003 Kapitaalverhoging in geld | 3.000 | € 100,00 | € 300.000,00 | € 805.500,00 | 8.055 | |
| 21/12/2005 Incorporatie van schulden | 8.754 | € 100,00 | € 875.400,00 | € 1.680.900,00 | 16.809 | |
| 24/02/2006 Kapitaalverhoging in geld | 27.694 | € 78,65 | € 2.178.050,00 | € 3.858.950,00 | 44.503 | |
| 23/04/2007 Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 | 0 | € 0,00 | € 0,00 | € 3.858.950,00 | 4.450.300 | |
| 22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld | 666.080 | € 8,45 | € 5.628.376,00 | € 9.487.326,00 | 5.116.380 | |
| 22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld | 592.175 | € 8,45 | € 5.003.878,75 | € 14.491.204,75 | 5.708.555 | |
| 18/06/2007 Kapitaalverhoging in geld | 7.691.849 | € 8,45 € 64.996.124,05 | € 79.487.328,80 | 13.400.404 | ||
| 24/09/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura | 1.727.862 | € 9,26 € 16.000.002,12 | € 95.487.330,92 | 15.128.266 | ||
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 556 | € 8,81 | € 4.900.000,00 € 100.387.330,92 | 15.684.266 | |
| 3/12/2007 | Kapitaalverhoging inbreng in natura | 473.984 | € 9,00 | € 4.265.856,00 € 104.653.186,92 | 16.158.250 | |
| 27/02/2008 Kapitaalverhoging inbreng in natura | 125.376 | € 9,00 | € 1.128.384,00 € 105.781.570,92 | 16.283.626 | ||
| 27/05/2008 Kapitaalverhoging in geld | 952.381 | € 10,50 € 10.000.000,00 € 115.781.570,92 | 17.236.007 | |||
| 20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld | 1.943.844 | € 9,26 € 17.999.998,82 € 128.839.195,69 | 19.179.851 | |||
| 20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld | 97.143 | € 10,50 | € 1.020.000,00 € 129.491.746,44 | 19.276.994 | ||
| 20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld | 357.143 | € 5,60 | € 2.000.000,00 € 131.491.746,44 | 19.634.137 | ||
| 26/06/2009 Uitoefening converteerbare obligaties | 1.023.034 | € 2,46 | € 2.512.945,21 € 134.004.691,65 | 20.657.171 | ||
| 11/03/2010 Kapitaalverhoging inbreng in natura | 658.333 | € 2,04 | € 1.342.999,32 € 136.347.690,97 | 21.315.504 | ||
| 11/03/2010 Uitoefening converteerbare obligaties | 705.084 | € 2,04 | € 1.438.371,40 € 136.786.062,37 | 22.020.588 | ||
| 4/02/2011 | Uitoefening converteerbare obligaties | 6.613.043 | € 0,46 | € 3.042.000,00 € 139.828.062,37 | 28.633.631 | |
| 27/03/2014 Kapitaalverhoging inbreng in natura | 2.613.550.000 | € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631 | ||||
| 15/09/2014 Samenvoeging bestaande aandelen /250 | 0 | € 0,00 | € 0,00 € 165.963.562,37 | 10.568.734 | ||
| 19/12/2014 Kapitaalverhoging in geld | 1 € 527.012,11 | € 527.012,11 € 166.490.574,48 | 10.568.735 |
Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.
Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.
De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.
Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 558 van het Wetboek van Vennootschappen.
De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.
Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.
De raad van bestuur is bevoegd om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37).
De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.
De kapitaalverhoging(en) waartoe wordt beslist in het kader van deze machtiging kunnen worden gerealiseerd:
In geval van een kapitaalverhoging in het kader van het toegestaan kapitaal, moet de raad van bestuur de uitgiftepremie, zo er één is, boeken op een onbeschikbare reserverekening die, net als het kapitaal de waarborg voor derden zal uitmaken en die, behoudens in geval van incorporatie in het kapitaal door de raad van bestuur, zoals hiervoor voorzien, slechts kan worden verminderd of afgeboekt bij besluit van de algemene vergadering binnen de voorwaarden voorzien door artikel 612 van het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur heeft de bevoegdheid om het voorkeurrecht van de aandeelhouders op te heffen in het belang van de vennootschap en mits eerbiediging van de voorwaarden bepaald door de artikelen 595 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, zelfs ten gunste van één of meer bepaalde personen, andere dan personeelsleden van de vennootschap of van haar dochtervennootschappen, uitgezonderd in de gevallen voorzien in artikel 606, 3° van het Wetboek van vennootschappen.
De kapitaalverhogingen waartoe wordt beslist in het kader van het toegestaan kapitaal, zullen in mindering worden gebracht van het resterende gedeelte van het toegestaan kapitaal voorzien in de eerste alinea. De raad van
bestuur maakte reeds gebruik van de hoger vermelde bevoegdheid voor een totaal bedrag van vijfhonderdzevenentwintigduizend en twaalf euro elf cent (€ 527.012,11).
De bevoegdheid is aan de raad van bestuur verleend voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf de bekendmaking in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akte tot wijziging van de statuten bij beslissing van de algemene vergadering van 28 mei 2014. Gezien deze gepubliceerd werd op 17 juli 2014, komt aldus de bevoegdheid te vervallen op 17 juli 2019.
De raad van bestuur is van plan om op de buitengewone algemene vergadering van 29 mei 2019 aan de aandeelhouders een hernieuwing van deze bevoegdheid te vragen. Hiertoe werd een bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld, overeenkomstig artikel 604 van het Wetboek van vennootschappen.
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering, overeenkomstig de artikelen 620 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en binnen de grenzen hierin voorzien, eigen aandelen verwerven op de beurs of buiten de beurs aan eenzelfde prijs die de wettelijke bepalingen in acht neemt, maar die in ieder geval niet meer dan twintig procent (20%) lager mag zijn dan de laagste slotkoers van het aandeel tijdens de laatste twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting, noch meer dan twintig procent (20%) hoger dan de hoogste slotkoers van het aandeel tijdens de twintig (20) dagen voorafgaande aan de verrichting. Deze bevoegdheid wordt uitgebreid naar de verwerving van aandelen van de vennootschap op de beurs of buiten de beurs door één van haar rechtstreekse dochterondernemingen, in de zin van en binnen de grenzen van artikel 627, alinea 1 van het Wetboek van vennootschappen. Indien de aankoop door de vennootschap buiten beurs wordt gedaan, zelfs bij een dochteronderneming, zal de vennootschap, in voorkomend geval, een bod uitbrengen onder dezelfde voorwaarden aan alle aandeelhouders, overeenkomstig artikel 620, §1, 5° van het Wetboek van vennootschappen.
Voorgaande machtiging is geldig voor een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf de publicatie in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van de wijziging van de statuten beslist door de algemene vergadering van 28 mei 2014. Deze machtiging is hernieuwbaar, één of meermaals, voor een periode van maximaal drie (3) jaar, door de algemene vergadering die beslist mits eerbiediging van de voorwaarden voorzien in artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen. Gezien de machtiging komt te vervallen op 17 juli 2019, is de raad van bestuur van plan om aan de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders voorzien op 29 mei 2019 een nieuwe toelating voor een periode van 3 jaar ter goedkeuring voor te leggen.
De vennootschap kan, zonder voorafgaande machtiging van de algemene vergadering en zonder beperking in de tijd, overeenkomstig artikel 622, §2, alinea 2, van het Wetboek van vennootschappen, haar eigen aandelen vervreemden op de beurs. Deze machtiging strekt zich uit tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap op de beurs door één van haar rechtstreekse dochtervennootschappen.
Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.
De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.
De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 545 van het Wetboek van vennootschappen, kan niemand deelnemen aan de algemene vergadering met meer stemrechten dan diegene verbonden aan de aandelen waarvan hij minstens twintig (20) dagen voor de datum van de algemene vergadering kennis heeft gegeven deze in zijn bezit te hebben.
Op 31 december 2018 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.
ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.
| Voorzitter | Jadel BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021 |
Lid van het Auditcomité en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
|---|---|---|
| Bestuurder | Paul Decraemer BVBA (1) met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer van 30 mei 2018 t.e.m. 29 mei 2019 |
Voorzitter van het Auditcomité en van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
| Gedelegeerd Bestuurder |
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV (2) met als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021 |
Lid van het Auditcomité en van het Benoemings- en Remuneratiecomité |
(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder
De Raad van Bestuur bestaat uit drie leden. Twee van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze twee bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.
Onder leiding van de Voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.
De Raad van Bestuur heeft 7 maal vergaderd in 2018. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig.
De Raad van Bestuur behandelde in 2018 onder meer de volgende onderwerpen:

De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:
De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het Auditcomité is als volgt samengesteld:
Paul Decraemer BVBA werd benoemd tot voorzitter van het Auditcomité.
De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van de leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.
Conform artikel 526bis van het Wetboek van Vennootschappen verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Paul Decraemer BVBA, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Paul Decraemer, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.
Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2018.
Er werd speciale aandacht besteed aan:
Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.
De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.
De Raad van bestuur heeft een Benoemings- en Remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:
Paul Decraemer BVBA werd benoemd tot voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2018 tweemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.
De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.
De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur
van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 30 mei 2018.
Het Uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directiecomité in de zin van artikel 524bis W.Venn.
De leden van het Uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend comité komt regelmatig samen.
Het Uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.
Het Uitvoerend Comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:
| Naam | Functie |
|---|---|
| Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV Dhr. Frank De Palmenaer |
Gedelegeerd bestuurder |
| Special Projects on Support BVBA Dhr. Johan Reybroeck |
CFO / Compliance Officer |
| Dhr. Sébastien Gori | CEO ABO-ERG |
Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem).
Eind 2018 legde Dhr. François Mayeux zijn mandaat als lid van het Uitvoerend Comité en als mandataris van de Franse bedrijven van de groep neer, volgend op zijn verzoek tot pensionering. De raad wenst Dhr. Mayeux uitdrukkelijk te bedanken voor de jarenlange inzet en de uitbouw van ABO-ERG tot een erkend, kwaliteitsvol, geotechnisch ingenieursbureau.
De Groep voert tot op heden geen actief diversiteitsbeleid ter invulling van zijn raad van bestuur en management. De Groep tracht steeds een correcte en competente invulling te geven, los van leeftijd of geslacht.
Overeenkomstig de wet van 28 juli 2011 over de aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen, dient ten minste één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. ABO-Group dient hiertoe minstens één vrouw, die beschikt over de vereiste competenties, conform de regels van deugdelijk bestuur van ABO-Group, op te nemen in de Raad van bestuur. Aan de algemene vergadering van 29 mei 2019 zal hiertoe de voordracht gebeuren van BVBA Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi, RPR 0568.911.730, vertegenwoordigd door Mevrouw Katleen De Stobbeleir, Pauwstraat 144, 9080 Lochristi.
De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur. De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2018 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2018 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding van € 5.000 per trimester. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.
De gedelegeerd bestuurder ontvangt een vaste vergoeding als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen. De remuneratie van het uitvoerend management als dienstverlener bestaat uit een vaste dagvergoeding. De remuneratie van het uitvoerend management als personeelslid bestaat uit een vaste vergoeding, een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met lange termijn cash-incentive plannen, noch met aandelen en/of aandelenopties.
Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.
| In EUR | Vaste vergoeding | Zitpenningen | Totaal 2018 | |
|---|---|---|---|---|
| Jadel BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière (*) |
Niet-uitvoerend | € 14.167 | € 8.500 | € 22.667 |
| Paul Decraemer BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer |
Niet-uitvoerend | € 11.666,67 | - | € 11.666,67 |
| Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer |
Uitvoerend | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
| Beheers- en Advieskantoor Van Vaerenbergh & Co NV met als vaste vertegenwoordiger de heer Ivo Van Vaerenbergh |
Niet-uitvoerend | € 3.000 | € 6.000 | € 9.000 |
| Gerard Van Acker BVBA met als vaste vertegenwoordiger de heer Gerard Van Acker |
Niet-uitvoerend | € 8.334 | € 8.000 | € 16.334 |
* Voorzitter van de Raad van Bestuur
De uitvoerende managers ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.
De gedelegeerd bestuurder ontving in 2018 een totale vergoeding van k€ 227.
| Vaste remuneratie | k€ 155 |
|---|---|
| Variabele remuneratie | - |
| Pensioen | k€ 2 |
| Andere (*) | k€ 70 |
* De Franse operationele dochters van de Groep hebben k€ 70 storting uitgevoerd ten gunste van het "Institut pour la preservation du l'Antouas", een stichting gecontrolleerd door de heer Frank De Palmenaer.
| In k Euro | |
|---|---|
| Vaste remuneratie | k€ 363 |
| Variabele remuneratie | k€ 123 |
| Pensioen | k€ 34 |
| Andere voordelen (dienstverband) | Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering |

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.
De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.
Er werden in 2018 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.
De overeenkomst voor managementdiensten met Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV kan eenzijdig beëindigd worden, ten vroegste vanaf 1 augustus 2019, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 22.500 euro. De overeenkomst voor managementdiensten met Special Projects On Support BVBA kan eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 36.000 euro. De CEO van ABO-ERG heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijnen- en vergoedingen.
De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2018 het bedrag van € 157.166,13.
Overeenkomstig artikel 523 Wetboek van Vennootschappen dient de Raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de Raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap. In 2018 werd één keer beroep gedaan op toepassing van deze procedure.
De raad van bestuur van de Vennootschap is op 20 december 2018 samengekomen op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Alle bestuurders hebben aan de vergadering van de raad van bestuur deelgenomen. Door ondertekening van deze notulen doen de bestuurders elk individueel afstand van de termijnen en formaliteiten van bijeenroeping van deze vergadering en erkennen zij de geldigheid ervan. De vergadering werd geopend om 17u30 onder het voorzitterschap van Jan Gesquière.
De voorzitter van de raad van bestuur zet uiteen hetgeen volgt:
De raad van bestuur werd bijeengeroepen met volgende punten op de agenda:
Voorafgaand aan de deliberatie over de agenda informeert de heer Frank De Palmenaer de overige leden van de raad van bestuur dat hij een belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat potentieel strijdig is met dat van de Vennootschap. Het belangenconflict spruit voort uit het feit dat hij de tegenpartij is bij elk van deze overeenkomsten (respectievelijk als verhuurder en als verkoper van de licenties).
De heer Frank De Palmenaer verklaart dat hij de commissaris van de Vennootschap, op de hoogte heeft gebracht van voormeld strijdig belang, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 1 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.
Na deze toelichting verlaat de heer Frank De Palmenaer de vergadering en neemt dus niet deel aan de beraadslagingen van de raad van bestuur, noch aan de stemming in dat verband, overeenkomstig artikel 523, §1, lid 3 in fine, van het Wetboek van vennootschappen.
De raad van bestuur bespreekt de beide voorliggende huurovereenkomsten. De raad stelt vast dat de voorgestelde huurvoorwaarden marktconform zijn voor soortgelijke oppervlaktes in eenzelfde omgeving. Het is in het belang van de groep om de centrale diensten dicht bij de operationele activiteiten in Gent te kunnen houden. De huurovereenkomsten gaan in vanaf januari 2018 en hebben de volgende vermogensrechterlijke gevolgen:
De raad bespreekt daaropvolgend de aankoop van de Microsoft server licenties van Palladion BVBA. De licenties werden aanvankelijk via deze vennootschap aangekocht, gezien deze kaderden in een groepsaankoop voor zowel de ABO vennootschappen als de vennootschappen van Groep De Palmenaer. Het lijkt evenwel wenselijk en aangewezen om de licenties toe te kunnen wijzen / te laten verwerven door de vennootschap die er effectief gebruikt van maakt. Gegeven het feit dat ABO reeds vanaf de aankoop effectief gebruik kon maken van deze licenties, stemt de raad in met een overdracht aan de aanvankelijke aankoopprijs zijnde 61.565,41 euro exclusief BTW.
De raad van bestuur stelt na beraadslaging unaniem vast dat de voorgestelde beslissing in het belang zijn van de Vennootschap.
Gelet op bovenstaande uiteenzetting, is de raad van bestuur van oordeel dat de Vennootschap geen negatieve vermogensrechtelijke gevolgen zal ondervinden aan de voorgenomen verrichtingen.
De voormelde transacties vallen onder het toepassingsgebied van artikel 524, §1, 1° van het Wetboek van Vennootschappen. De transacties worden immers voltrokken tussen de Vennootschap, als genoteerde vennootschap, en enerzijds Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, anderzijds Palladion BVBA, die verbonden zijn met de Vennootschap overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, gezien de controlerende aandeelhouder van de Vennootschap, met name de heer Frank De Palmenaer, eveneens controle uitoefent over de beide voornoemde vennootschappen.
Elk van de transacties valt evenwel onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, lid 3, 2° van het Wetboek van vennootschappen dat bepaalt dat indien de verrichting minder dan één procent van het netto-actief van de vennootschap vertegenwoordigt, zoals dat blijkt uit de geconsolideerde jaarrekening, dit artikel niet van toepassing is. De raad van bestuur stelt bijgevolg vast dat de procedure van artikel 524 van het Wetboek van vennootschappen niet moet worden toegepast.
De raad van bestuur beslist vervolgens unaniem om beide huurovereenkomsten, alsook de overdracht van de serverlicenties, goed te keuren. De agenda beëindigd zijnde, wordt de vergadering opgeheven om 18u.
Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 524 wetboek van vennootschappen omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.
Tijdens het boekjaar 2018 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten. De overdracht van serverlicenties, alsook de huurovereenkomsten voor het Maaltecenter, vielen immers onder de de minimis regel die voortvloeit uit artikel 524, §1, 1° van het wetboek van vennootschappen. Hierdoor diende de procedure van artikel 524 niet te worden toegepast.
Op de Algemene Vergadering komt dit jaar het mandaat van bestuurder Paul Decraemer BVBA te vervallen.
Het bestuur stelt voor om, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité:
Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2018.
De ondergetekenden verklaren dat:
Gent, 23 april 2019,
Voor de Raad van bestuur,
de Voorzitter, de Gedelegeerd Bestuurder,
Jadel BVBA, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vert. de heer Jan Gesquière vert. door Dhr. Frank De Palmenaer

Geconsolideerde Jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2018 en 2017
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2018 | 2017 |
| Omzet | 2.17 | 44 393 | 44 127 |
| Overige bedrijfsopbrengsten | 2.18 | 1 039 | 1 266 |
| Totaal bedrijfsopbrengsten | 45 432 | 45 393 | |
| Aankopen | -5 031 | -5 787 | |
| Diensten en diverse goederen | -15 458 | -14 580 | |
| Personeelsbeloningen | 2.20 | -20 276 | -18 831 |
| Afschrijvingen | -2 663 | -2 471 | |
| Overige bedrijfskosten | 2.19 | -628 | -741 |
| Operationele winst | 1 376 | 2 983 | |
| Financiële kosten | 2.21 | -447 | -542 |
| Financiële opbrengsten | 2.22 | 17 | 27 |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 2.8 | − | 28 |
| Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen | 946 | 2 496 | |
| Belastingen | 2.23 | -393 | -1 501 |
| Netto winst voor voortgezette activiteiten | 553 | 995 | |
| Winst voor stopgezette activiteiten na belastingen | 2.25 | − | 98 |
| Netto winst | 553 | 1 093 | |
| Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de | |||
| aandeelhouders van de moeder | 545 | 1 027 | |
| minderheidsbelangen | 8 | 66 | |
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders | |||
| Gewoon en verwaterd | 2.24 | 0,05 | 0,10 |
| Winst per aandeel voor de aandeelhouders uit voortgezette activiteiten | |||
| Gewoon en verwaterd | 2.24 | 0,05 | 0,09 |
| (Verlies) Winst per aandeel uit niet-voortgezette activiteiten | |||
| Gewoon en verwaterd | 2.24 | − | 0,01 |

| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2018 | 2017 |
| Netto winst | 553 | 1 093 | |
| Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst-en verliesrekening | |||
| Herwaardering gebouwen | 2.11 | 1 253 | − |
| Impact belastingen | -324 | 176 | |
| Verandering reële waarde financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
2.11 | -46 | -17 |
| Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verlies rekening |
|||
| Actuariële verliezen | 2.13 | 165 | 18 |
| Impact belastingen | -41 | -5 | |
| Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen | 1 007 | 172 | |
| Totaal resultaat na belastingen | 1 560 | 1 265 | |
| Totaal resultaat toewijsbaar aan de | |||
| aandeelhouders van de moeder | 1 552 | 1 187 | |
| minderheidsbelangen | 8 | 78 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2018 | 2017 |
| Vaste activa | |||
| Goodwill | 2.5 | 844 | 844 |
| Immateriële vaste activa | 2.6 | 1 670 | 1 817 |
| Materiële vaste activa | 2.7 | 15 887 | 13 408 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 2.8 | − | 136 |
| Uitgestelde belastingvorderingen | 2.23 | 889 | 1 011 |
| Verandering reële waarde financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
35 | 71 | |
| Overige financiële activa | 646 | 647 | |
| Totaal vaste activa | 19 971 | 17 934 | |
| Kortlopende activa | |||
| Voorraad | 676 | 538 | |
| Handelsvorderingen | 2.9 | 16 512 | 17 913 |
| Overige kortlopende activa | 2.9 | 974 | 891 |
| Liquide middelen en kasequivalenten | 2.1 | 4 795 | 3 525 |
| Totaal kortlopende activa | 22 957 | 22 867 | |
| Totaal activa | 42 928 | 40 801 |
| Toelichting | Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Totaal eigen vermogen | |||
| Kapitaal | 2.11 | 4 857 | 4 857 |
| Geconsolideerde reserves | 2.11 | 6 708 | 6 074 |
| Niet-gerealiseerde resultaten | 2.11 | 2 509 | 1 591 |
| Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep | 14 074 | 12 522 | |
| Minderheidsbelang | 2.11 | 1 050 | 1 203 |
| Totaal eigen vermogen | 15 124 | 13 725 | |
| Langlopende schulden | |||
| Financiële schulden | 2.12 | 5 085 | 4 290 |
| Uitgestelde belastingschulden | 2.23 | 1 382 | 1 114 |
| Voorzieningen | 2.13 | 688 | 854 |
| Totaal langlopende schulden | 7 155 | 6 258 | |
| Kortlopende schulden | |||
| Financiële schulden | 2.12 | 8 392 | 7 134 |
| Handelsschulden | 5 730 | 6 596 | |
| Belastingschulden | 652 | 789 | |
| Overige kortlopende schulden | 2.14 | 5 875 | 6 299 |
| Totaal kortlopende schulden | 20 649 | 20 818 | |
| Totaal eigen vermogen en schulden | 42 928 | 40 801 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | Kapitaal | Geconsolideerde reserves |
Niet gerealiseerde resultaten |
Totaal | Minderheids belang |
Totaal eigen vermogen |
| Op 1 januari 2017 | 4 857 | 4 958 | 1 516 | 11 331 | 979 | 12 310 | |
| Netto winst | 1 027 | 1 027 | 66 | 1 093 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 160 | 160 | 12 | 172 | |||
| Totaal Resultaat | 1 027 | 160 | 1 187 | 78 | 1 265 | ||
| Aankoop Enviromania en Translab | 2.11 | − | − | − | − | 177 | 177 |
| Kapitaalverhoging in Enviromania en Translab | 2.11 | − | 4 | − | 4 | -4 | − |
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa | − | 85 | -85 | − | − | − | |
| Dividend aan minderheidsbelang | − | − | − | − | -27 | -27 | |
| Op 31 december 2017 | 4 857 | 6 074 | 1 591 | 12 522 | 1 203 | 13 725 | |
| Netto winst | 545 | 545 | 8 | 553 | |||
| Niet-gerealiseerde resultaten | 1 007 | 1 007 | − | 1 007 | |||
| Totaal Resultaat | 545 | 1 007 | 1 552 | 8 | 1 560 | ||
| Transfer afschrijvingen materiële vaste activa | − | 89 | -89 | − | − | − | |
| Dividend aan minderheidsbelang | 2.11 | − | − | − | − | -34 | -34 |
| Aankoop minderheidsbelang Sialtech | 2.11 | − | − | − | − | -127 | -127 |
| Op 31 december 2018 | 4 857 | 6 708 | 2 509 | 14 074 | 1 050 | 15 124 |
38BLADZIJDE
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2018 | 2017 |
| Netto winst | 553 | 1 093 | |
| Niet kaskosten en operationele aanpassingen | |||
| Afschrijvingen van materiële vaste activa | 2.7 | 2 419 | 2 245 |
| Afschrijvingen van immateriële vaste activa | 2.6 | 244 | 226 |
| Meerwaarde op herwaardering van bestaand belang ingevolge controleverwerving |
2.4 | − | -12 |
| Meerwaarde verkoop van materiële vaste activa | 2.7 | -135 | -98 |
| Meerwaarde op verkoop van financiële vaste activa | − | -114 | |
| Beweging in de provisies | 2.13 | -11 | -319 |
| Beweging in de waardeverminderingen op klanten | 2.9 | 13 | -68 |
| Financiële opbrengsten | 2.22 | -17 | -27 |
| Financiële kosten | 2.21 | 446 | 542 |
| Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen | 2.8 | 28 | -28 |
| Uitgestelde belastingkost | 2.23 | 24 | 543 |
| Belastingkost | 2.23 | 369 | 957 |
| Aanpassingen van het werkkapitaal | |||
| Afname (toename) in de overige financiële vaste activa, handelsvorderingen en overige kortlopende activa |
1 356 | -2 942 | |
| toename van de voorraad | -138 | -69 | |
| (afname) toename van de handelsschulden en overige schulden | -1 178 | 207 | |
| 3 973 | 2 136 | ||
| Ontvangen interesten | 7 | 20 | |
| Betaalde belastingen | -689 | -405 | |
| Netto kasstroom uit operationele activiteiten | 3 291 | 1 751 |

| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | Toelichting | 2018 | 2017 |
| Investeringsactiviteiten | |||
| Investeringen in materiële vaste activa | 2.7 | -2 424 | -635 |
| Investeringen in immateriële vaste activa | 2.6 | -98 | -43 |
| Verkoop van materiële vaste activa | 2.7 | 170 | 206 |
| Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving geldmiddelen | 2.4 | − | 104 |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen | 2.8 | − | -110 |
| Verkoop van dochteronderneming | 2.25 | − | -44 |
| Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten | -2 352 | -522 | |
| Financieringsactiviteiten | |||
| Ontvangsten uit leningen | 2.12 | 4 310 | 4 906 |
| Terugbetalingen van leningen | 2.12 | -2 509 | -4 104 |
| Terugbetalingen van leasingschulden | 2.12 | -1 000 | -938 |
| Betaalde interesten | -231 | -271 | |
| Overige financiële opbrengsten (kosten) | -205 | -264 | |
| Dividendbetaling aan minderheidsbelang | -34 | -27 | |
| Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 331 | -698 | |
| Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten | 1 270 | 531 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar | 2.10 | 3 525 | 2 994 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar | 2.10 | 4 795 | 3 525 |
| Overige niet-kastransacties | |||
| Financiële leasing | 2.12 | -1 255 | -2 118 |
40BLADZIJDE
ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een adviesbureau voor bouw, milieu en energie. ABO-Group biedt consultancy en testing en monitoring diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies voor milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.
De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2018 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').
Op de Raad van Bestuur van 23 april 2019 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en de financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.
De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.
Wijziging van boekhoudprincipes
De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2018:
In juli 2014 heeft de IASB de finale versie van IFRS 9 Financiële instrumentsn, of IFRS 9, uitgebracht welke IAS 39 Financiële instrumenten: erkenning en waardering en alle andere vorige versies van IFRS 9 vervangt. IFRS 9 brengt alle drie aspecten van de boekhoudkundige verwerking van financiële instrumenten samen: classificatie en waardering, bijzondere waardevermindering en boekhoudkundige verwerking van derivaten. IFRS 9 is van toepassing voor jaren welke starten op of na 1 januari 2018, waarbij vervroegde toepassing mogelijk is. Behalve voor boekhoudkundige verwerking van derivaten, is de retro-actieve toepassing verplicht, maar het verstrekken van vergelijkende informatie is optioneel. Voor boekhoudkundige verwerking van derivaten worden de vereisten prospectief toegepast, met een beperkt aantal uitzonderingen.
IFRS 9 vereist om de verwachte kredietverliezen op leningen en handelsvorderingen te boeken, ofwel op een 12-maanden basis of op de verwachte levensduur van deze vorderingen. ABO zal de vereenvoudigde methode toepassen en de verwachte kredietverliezen op handelsvorderingen boeken.
De nieuwe standaard werd toegepast vanaf 1 January 2018 en heeft geen significante impact gehad op het eigen vermogen en de resultaten van de Groep.
IFRS 15 specifieert wanneer en hoe een onderneming omzet kan erkennen en legt ook een aantal verplichtingen op om bijkomende details en informatie mee te geven aan de gebruikers van de jaarrekening. De standaard is gebaseerd op het volgende 5 stappen tellend model dat van toepassing is op alle contracten met klanten:
IFRS 15 werd gepubliceerd in mei 2014 als vervanger van IAS 11 Constructie contracten, IAS 18 Omzet, IF-RIC 13 Klantgetrouwheidsprogramma's, IFRIC 15 Overeenkomsten voor de constructie van vastgoed, IFRIC 18 Overdracht van activa van klanten en SIC 31 Omzet Ruil transacties inzake reclame diensten. De relevante omzetstromen zijn de volgende:
IFRS 15 werd toegepast vanaf 1 januari 2018 en heeft geen significante impact gehad op de Groep.
De overige IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2018 zijn:
De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.
De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.31.
Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als de Groep:
Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.
Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.
De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.
De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.
Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.
Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.
Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.
Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.
Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.
Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde
deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.
Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.
Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.
De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.
Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.
De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen op basis van het volgende 5-stappen model:
Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:
Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.
Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.
Bij vaste prijs wordt de omzet verworven over de prestatieperiode en bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.
Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.
Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen als de belangrijkste risico's en voordelen van eigendom van de goederen getransfereerd zijn naar de koper, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.
Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.
Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.
Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.
De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.
Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.
Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.
Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.
Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.
De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.
Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.
Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.
Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.
Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.
De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.
Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.
Volgende gebruiksduren worden toegepast:
De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.
De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde. Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.
Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op het geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.
Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en
vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.
De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.
De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:
De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.
Leasing operaties kunnen worden opgesplitst in twee soorten:
Leaseovereenkomsten van materiële vaste activa waarbij de Groep vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen overneemt, worden beschouwd als financiële leasing. Bij aanvang van de leaseperiode worden financiële leasing als activa en verplichtingen in de balans opgenomen tegen bedragen die gelijk zijn aan de reële waarde van het geleasede actief, of indien ze lager zijn, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen.
De minimale leasebetalingen worden deels als financieringskosten en deels als aflossing van de uitstaande verplichting opgenomen. De financieringskosten worden zodanig aan elke periode tijdens de leaseperiode toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rente over het resterende saldo van de verplichting. Voorwaardelijke leasebetalingen worden als lasten verwerkt in de perioden waarin ze zijn uitgevoerd.
Leasing waarbij de Groep een aanzienlijk deel van de risico's en de opbrengsten van eigendom op zich neemt worden in de categorie 'financiële leasing' ondergebracht. Zij worden gemeten tegen het laagste bedrag van de reële waarde en de geraamde huidige waarde van de minimale huurbetalingen bij het begin van de huur, te verminderen met de gecumuleerde afschrijvingen en verliezen door bijzondere afschrijvingen.
Activa onder financiële leasing worden afgeschreven over de gebruiksduur van de activa volgens de door de Groep bepaalde regels. Als er geen zekerheid bestaat of de Groep eigenaar zal worden van het actief op het einde van de huurovereenkomst, dan wordt afgeschreven over de gebruiksduur of de huurtermijn, indien korter.
Leaseovereenkomsten waarbij vrijwel alle aan de eigendom van een actief verbonden risico's en voordelen bij de leasinggever blijven, worden beschouwd als operationele leasing. Betalingen voor operationele leasing worden lineair ten laste genomen van de resultatenrekening over de duur van de overeenkomst.
Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere afschrijving wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere afschrijvingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kasstroomverdisconterings model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.
Bijzondere afschrijvingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere afschrijving, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere afschrijving heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.
De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:
Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten of als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft momenteel geen financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening. De classificatie van het financieel actief op het moment van boeking is afhankelijk van de karakteristieken van de contractuele kasstromen van het financieel actief en het business model van het Groep om deze financiële activa te beheren. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.
De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, waarborgen en investeringen in een beleggingsfonds.
Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.
• Financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten:
Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop worden de gecumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten getransfereerd naar het operationeel resultaat.
• Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs:
Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winsten verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.
De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de levensduur ECL.
De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.
Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.
Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.
Een contract activa is het recht op een vergoeding in ruil voor de levering van goederen of diensten aan de klant. De Groep boekt een contract activa wanneer de goederen of diensten geleverd worden aan de klant en dit voordat de goederen of dienst gefactureerd worden. De contract activa bevatten zowel op te maken facturen alsook contracten in uitvoering welke gewaardeerd worden op basis van de staat van uitvoering. We verwijzen ook naar de boekhoudprincipes met betrekking tot de omzet.
Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.
De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben. De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.
De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.
De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.
Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.
De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.
De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.
De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).
De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.
Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.
Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effective rentemethode. De Groep heeft geen financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.
Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen. De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.
Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.
De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.
De Groep is van oordeel dat bovenstaande toepassing van standaarden en interpretaties geen significante impact zal hebben op de financiële positie en de resultaten van de Groep, met uitzondering van IFRS 16 Lease-overeenkomsten.
IFRS 16 'Leaseovereenkomsten' is van toepassing vanaf 1 januari 2019.
IFRS 16 vervangt de bestaande lease-boekhoudprincipes (IAS 17 Leases, IFRIC 4 Vaststelling of een overeenkomst een lease-overeenkomst bevat, SIC-15 Operationele leases- Incentives en SIC 27 Beoordeling van de inhoud van wettelijke leases).
De Groep heeft de geschatte impact van de initiële toepassing van IFRS 16 op de Geconsolideerde Jaarrekening onderstaand beschreven.
De effectieve impact van het toepassen van de standaard op 1 januari 2019 kan nog wijzigen:
IFRS 16 omvat de principes voor de opname, waardering, presentatie en toelichting van leaseovereenkomsten, zowel voor leasinggevers als leasingnemers.
Voor leasinggevers blijven de principes van IAS 17 gelden, waarbij leaseovereenkomsten als financiële of operationele leasing verwerkt worden.
Voor leasingnemers dient één enkel model toegepast te worden op alle leaseovereenkomsten. Een leasingnemer erkent een recht-op-gebruik actief (gebruiksrecht) en leaseverplichting op de balans. In de winst- en verliesrekening dienen de kosten van deze leaseovereenkomsten gepresenteerd te worden als afschrijvingen op de gebruiksrechten en interesten op de leaseverplichtingen.
Er zijn erkenningsuitzonderingen binnen de standaard toegestaan voor korte-termijn leaseovereenkomsten (<12 maanden) en wanneer het betrokken actief een lage waarde heeft.
De aard van de kosten met betrekking tot deze leaseovereenkomsten zal wijzigen omdat de Groep nu een afschrijvingskost zal boeken voor recht-op-gebruik activa en een intrestkost voor leaseverplichtingen. Vroeger erkende de groep operationele leasekosten op een evenredige manier over de looptijd van de lease en erkende enkel activa en verplichtingen voor het tijdsverschil tussen effectieve lease-betalingen en erkende leasekosten. Verder zal de Groep niet langer provisies voor verlieslatende operationele leasecontracten erkennen, maar deze
vervatten in haar leaseverplichting. Op datum van transitie werden er geen verlieslatende operationele leasecontracten geïdentificeerd.
Er wordt geen significante impact verwacht voor de financiële leaseovereenkomsten van de Groep. Op basis van de huidig beschikbare informatie, schat de Groep dat er additionele leaseverplichtingen geboekt zullen worden op 1 januari 2019 voor KEUR 3.118. Als gevolg van de toepassing van IFRS 16 zullen de diensten en diverse goederen dalen met ongeveer KEUR 1.091 en de afschrijvingen toenemen met KEUR 1.025.
Deze inschatting is op basis van volgende assumpties:
Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.
Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.
De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere afschrijving voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.
Er werden eind 2018 en 2017 geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de goodwill.
De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.
De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 803 op 31 december 2018 (2017: k€ 892). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.23.
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.
De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in december 2015. De waardering van de gebouwen is gebeurd op 20/9/2016 (Alphen aan den Rijn, in kader van overname Geomet Vastgoed) en 25/2/2018 (kantoor Breda) voor de gebouwen in Nederland, op 31/12/2018 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de huidige boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde. De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 7 022 op 31 december 2018 (2017: k€ 6 023).
De Groep heeft de Belgische toegezegde-pensioenplannen (groepsverzekering met wettelijk minimaal rende-
ment) geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.
De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.
De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.
Gedurende 2018 vonden er geen bedrijfscombinaties plaats.
De Groep heeft geen wijzigingen gedaan aan de reële waarde van de geïdentificeerde activa en overgenomen schulden en vergoeding voor de overname van alle aandelen van de vennootschap Enviromania en haar dochtervennootschap Translab.
De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| ABO NV (consulting) | 154 | 154 | |
| Translab | 690 | 690 | |
| Totaal | 844 | 844 |
De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting) maken deel uit van het operationele segment "België".
De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het budget, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde op het einde van het vierde jaar.
De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 13,69 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 5,6 welke ongeveer m€ 2,0 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario | Impact op realiseerbare waarde | ||
|---|---|---|---|
| Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA | -953 | ||
| Toename verdisconteringvoet met 1% | -315 |
Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO.
De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 10,4 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2019 houdt rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2018 met ongeveer 43% en daarna een jaarlijkse groei van 4%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 4,3 welke ongeveer m€ 3,4 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.
De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:
| Scenario | Impact op realiseerbare waarde | ||
|---|---|---|---|
| Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA | -1 252 | ||
| Toename verdisconteringvoet met 1% | -685 |
Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving op deze goodwill dient geboekt te worden.
De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kan als volgt voorgesteld worden:
| in 000€ | Klantenportefeuille | Software, patenten en licenties | Totaal | |
|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | ||||
| Op 1 januari 2017 | 1 048 | 800 | 1 848 | |
| Investeringen | − | 46 | 46 | |
| Bedrijfscombinatie | 986 | − | 986 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | -303 | -303 | |
| Op 31 december 2017 | 2 034 | 543 | 2 577 | |
| Investeringen | − | 98 | 98 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | 6 | -6 | − | |
| Op 31 december 2018 | 2 040 | 635 | 2 675 | |
| Afschrijvingen | ||||
| Op 1 januari 2017 | -116 | -718 | -834 | |
| Afschrijvingen | -196 | -30 | -226 | |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | 300 | 300 | |
| Op 31 december 2017 | -312 | -448 | -760 | |
| Afschrijvingen | -201 | -44 | -245 | |
| Op 31 december 2018 | -513 | -492 | -1 005 | |
| Netto boekwaarde | ||||
| Op 1 januari 2017 | 932 | 82 | 1 014 | |
| Op 31 december 2017 | 1 722 | 95 | 1 817 | |
| Op 31 december 2018 | 1 527 | 143 | 1 670 |
De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen". De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 8 jaar.
De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:
| in 000€ | Terreinen | Gebouwen | Installaties en machines |
Meubilair | Rollend materieel |
Overige | Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aanschaffingswaarde | |||||||
| Op 1 januari 2017 | 1 035 | 6 313 | 11 489 | 3 573 | − | 1 260 | 23 670 |
| Investeringen | − | 10 | 2 065 | 27 | 619 | − | 2 721 |
| Bedrijfscombinatie | − | 5 | 8 | − | 9 | − | 22 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | -115 | -10 | -223 | − | -348 |
| Transfer | -38 | 342 | -209 | -1 069 | 2 234 | -1 260 | − |
| Op 31 december 2017 | 997 | 6 670 | 13 238 | 2 521 | 2 639 | − | 26 065 |
| Investeringen | − | 4 | 3 016 | 168 | 490 | − | 3 678 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | -410 | -128 | -134 | − | -672 |
| Herwaardering | − | 1 254 | − | − | − | − | 1 254 |
| Transfer | -23 | 23 | 3 | -3 | − | − | − |
| Op 31 december 2018 | 974 | 7 951 | 15 847 | 2 558 | 2 995 | − | 30 325 |
| Afschrijvingen | |||||||
| Op 1 januari 2017 | − | -967 | -5 531 | -3 218 | − | -984 | -10 700 |
| Afschrijvingen | − | -326 | -1 286 | -102 | -498 | − | -2 212 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | 57 | 9 | 189 | − | 255 |
| Transfer | − | -351 | -33 | 1 108 | -1 708 | 984 | − |
| Op 31 december 2017 | − | -1 644 | -6 793 | -2 203 | -2 017 | − | -12 657 |
| Afschrijvingen | − | -259 | -1 767 | -127 | -267 | − | -2 420 |
| Verkopen en buitengebruikstellingen | − | − | 403 | 127 | 109 | − | 639 |
| Op 31 december 2018 | − | -1 903 | -8 157 | -2 203 | -2 175 | − | -14 438 |
| Netto boekwaarde | |||||||
| Op 1 januari 2017 | 1 035 | 5 346 | 5 958 | 355 | − | 276 | 12 970 |
| Op 31 december 2017 | 997 | 5 026 | 6 445 | 318 | 622 | − | 13 408 |
| Op 31 december 2018 | 974 | 6 048 | 7 690 | 355 | 820 | − | 15 887 |
De investeringen in materiële vaste activa in 2018 bedragen k€ 3 678 (2017: k€ 2 721) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (aangekocht en via leasing).
De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 135 in 2018 (2017: k€ 98).
Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.
De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België, in december 2018 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland (behalve het gebouw verworven in het kader van de acquisitie van Geomet Vastgoed B.V. welke gewaardeerd werd op datum van acquisitie). De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2018 en 2017 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 127 in 2018 (2017: k€ 127).
Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 5 769 bedragen op 31 december 2018 (2017: k€ 6 072).
De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 2 289 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.
De Groep had een deelneming van 47,6% in Esher BVBA in 2017. Deze deelneming werd terug verkocht aan boekwaarde aan de oorspronkelijke aandeelhouders.
De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Handelsvorderingen | 11 049 | 13 475 |
| Contract activa | 6 038 | 5 098 |
| Geboekte waardeverminderingen | -575 | -660 |
| Totaal Handelsvorderingen | 16 512 | 17 913 |
| Overige kortlopende activa | 974 | 891 |
| Totaal Overige kortlopende activa | 974 | 891 |
De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De contract activa hebben betrekking op nog te facturen prestaties voor contracten met klanten. De contract activa bestaan voornamelijk uit nog te factureren diensten bepaald op basis van een "time & material" contract of een contract met een vaste prijs. De contract activa worden gepresenteerd binnen de handelsvorderingen en bedragen k€ 6 038 eind 2018 (2017: k€ 5 098). Deze contract activa zullen gefactureerd worden in 2019.
Op 31 december 2018 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor een bedrag van k€ 575 (2017: k€ 660).
De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:
| in 000€ | Waardevermindering op handelsvorderingen |
|
|---|---|---|
| Op 1 januari 2017 | -786 | |
| Toevoeging | -192 | |
| Terugneming en gebruik | 318 | |
| Op 31 december 2017 | -660 | |
| Toevoeging | -244 | |
| Terugneming en gebruik | 329 | |
| Op 31 december 2018 | -575 |
De vervaldagenbalans wordt weergegeven in toelichting 2.27.
De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|
|---|---|---|
| 2018 | 2017 | |
| Geldmiddelen | 4 486 | 3 158 |
| Kasequivalenten | 309 | 367 |
| Totaal | 4 795 | 3 525 |
De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet. Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2018 en 2017.
Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2018 (2017: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.
Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2018 en 2017.
Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.
De raad van bestuur is bevoegd tot juli 2019 om het maatschappelijk kapitaal in één of meerdere keren, onder de voorwaarden die hij bepaalt, te verhogen met een totaal bedrag van honderdvijfenzestig miljoen negenhonderddrieënzestigduizend vijfhonderdtweeënzestig euro zevenendertig cent (€ 165.963.562,37). De raad van bestuur kan van deze bevoegdheid gebruik maken in het geval van uitgifte van aandelen met of zonder stemrecht, obligaties converteerbaar of terugbetaalbaar in aandelen, alsook warrants, te volstorten in geld of in natura, of van andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen of waaraan andere lidmaatschapsrechten van de vennootschap zijn verbonden.
De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.
De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2018 (2017: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 6 704 op 31 december 2018 (2017: k€ 6 070).
De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2018 en 2017.

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:
| in 000€ | Voor verkoop beschikbare financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
Herwaardering aan reële waarde gebouwen |
Toegezegde pensioen regeling |
Totaal niet gerealiseerde resultaten |
|---|---|---|---|---|
| Niet-gerealiseerde resultaten op 1 januari 2017 |
55 | 1 729 | -172 | 1 612 |
| Reële waarde verandering fondsbeleggingen | -17 | − | − | -17 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves |
− | -127 | − | -127 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling |
− | − | 18 | 18 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | 218 | -5 | 213 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2017 |
38 | 1 820 | -159 | 1 699 |
| Reële waarde verandering fondsbeleggingen | -46 | − | − | -46 |
| Herwaardering gebouwen | − | 1 253 | − | 1 253 |
| Reclassificatie impact afschrijvingen naar geconsolideerde reserves |
− | -89 | − | -89 |
| Actuariële verliezen toegezegde bijdrage pensioenregeling |
− | − | 165 | 165 |
| Impact uitgestelde belastingen | − | -324 | -41 | -365 |
| Niet-gerealiseerde resultaten op 31 december 2018 |
-8 | 2 660 | -35 | 2 617 |
| Toewijsbaar aan de aandeelhouders | -8 | 2 552 | -35 | 2 509 |
| Toewijsbaar aan het minderheidsbelang | − | 108 | − | 108 |
Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Ecorem | -284 | -195 | |
| Sialtech | 421 | 576 | |
| Geosonda BV | 671 | 615 | |
| Enviromania/Translab | 242 | 207 | |
| Totaal minderheidsbelang op balans | 1 050 | 1 203 | |
| Ecorem | -88 | -69 | |
| Sialtech | 5 | 41 | |
| Geosonda BV | 56 | 63 | |
| Enviromania/Translab | 35 | 31 | |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in winst van het boekjaar | 8 | 66 | |
| Ecorem | − | 44 | |
| Totaal aandeel minderheidsbelang in niet-gerealiseerde resultaten | − | 44 | |
| Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat | 8 | 110 |
Het minderheidsbelang in 2018 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. In 2018 heeft de Groep een bijkomende belang verkregen in de vennootschap Sialtech BV van 9,33% voor een bedrag van k€ 127. In juli 2017 werd een bijkomend belang verkregen in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV van 21,67% als gevolg van een kapitaalverhoging volledig onderschreven door de Groep voor een bedrag van k€ 330.
Het minderheidsbelang in 2017 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ECOREM NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV, alsook 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV, Ecorem NV en Enviromania/Translab NV is als volgt:
| in 000€ | Sialtech BV | Geosonda BV | Ecorem | Translab |
|---|---|---|---|---|
| Langlopende activa (incl. goodwill) | 2 156 | 2 329 | 1 542 | 1 574 |
| Kortlopende activa | 803 | 1 524 | -1 960 | 560 |
| Langlopende schulden | -848 | -1 350 | − | -673 |
| Kortlopende schulden | -826 | -1 012 | -537 | -518 |
| Eigen vermogen | -1 285 | -1 491 | 955 | -943 |
| Aandeel | 33% | 45% | 25% | 26% |
| Aandeel in het eigen vermogen van het minderheidsbelang |
-421 | -671 | 239 | -241 |
| Historische consolidatie-aanpassing | − | − | 45 | − |
| Boekwaarde minderheidsbelang | -421 | -671 | 284 | -241 |
| Omzet | 3 101 | 2 673 | 880 | 1 247 |
| Winst (verlies) van het boekjaar | 15 | 125 | -351 | 136 |
| Aandeel | 32,75% | 45,00% | 25,00% | 25,59% |
| Aandeel in resultaat | 5 | 56 | -88 | 35 |
In 2018 werd een dividend aan de minderheidsaandeelhouder van Sialtech BV uitgekeerd van k€ 34.
De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| in 000€ | Interestvoet | Vervaldag | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | |||
| Straight loan | Euribor+1,3%/1,84% | 2018 | 4 763 | 4 767 |
| Investeringkrediet | 5,08% / 1,75% | 2019 - 2024 | 1 615 | 759 |
| Leningen vervaldag 2018 en later | 2,26%-3,75% | 2018-2022 | 555 | 850 |
| Financiële leasings | 0,00% - 3,55% | 2018-2025 | 3 437 | 3 083 |
| Leningen eindejaarspremie | 0,48% | 2018 | − | 519 |
| Leningen vakantiegeld | 0,60% | 2018 | 748 | 209 |
| Leningen vennootschapsbelasting | 0,48% | 2018 | − | 100 |
| Rekening-courant | 4,25% | 2018 | 133 | 134 |
| Euroflex lening | 3,79% | 2032 | 754 | 806 |
| Lening | 5,00% | 2021-2023 | 402 | 173 |
| Factoring | 0,07% | 2019 | 1 070 | − |
| Overige | − | 24 | ||
| Totaal | 13 477 | 11 424 | ||
| waarvan kortlopend | 8 392 | 7 134 | ||
| waarvan langlopend | 5 085 | 4 290 |

In het kader van een financieringsovereenkomst ten bedrage van maximaal 5,1 miljoen euro met Belfius, werd een convenant van netto financiële schuld / EBITDA ingevoegd van maximaal 3,5.
De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.
De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet. Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:
| in 000€ | Leningen | Financiële leasings | Totale verplichtingen uit financiële activiteiten |
|---|---|---|---|
| Op 1 januari 2018 | 8 341 | 3 083 | 11 424 |
| Netto kasstromen | 1 801 | -1 000 | 801 |
| Nieuwe financiële leasings | − | 1 255 | 1 255 |
| Overige | -3 | − | -3 |
| Op 31 december 2018 | 10 139 | 3 338 | 13 477 |
De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) | 524 | 679 |
| Geschillen | 164 | 175 |
| Totaal | 688 | 854 |
ABO NV is betrokken in een aantal juridische procedures. Telkens wordt de vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Ondanks het feit dat de vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), houdt de vennootschap op heden een voorziening aan van in totaal k€ 110. ERG is eveneens betrokken in een aantal juridische procedures waarvoor de vennootschap een voorziening aanhoudt van in totaal k€ 54. In totaal is k€ 164 voorzien in 2018 (k€ 175 in 2017). Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.
De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.
De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
in 000€ Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting toegezegde pensioenregeling, netto Op 1 januari 2017 1 065 -412 653 Bijdragen − -41 -41 Interesten 13 -5 8 Prestaties 93 − 93 Actuariële verliezen -14 − -14 Rendement op de activa exclusief interesten − -4 -4 Op 31 december 2017 1 157 -462 695 Bijdragen − -104 -104 Interesten 15 -6 9 Prestaties 100 − 100 Uitbetalingen -62 62 − Actuariële verliezen -165 − -165 Rendement op de activa exclusief interesten − -1 -1 Op 31 december 2018 1 045 -511 534
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Salarisverhoging | 2,0% | 2,0% |
| Verdisconteringsvoet | 1,6% | 1,3% |
De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Impact wijziging demografische assumpties | -20 | − |
| Impact wijziging ervaring op netto verplichting | 128 | -5 |
| Impact wijziging actualisatievoet | 57 | 19 |
| Rendement op de activa exclusief interesten | 1 | 4 |
| Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat | 166 | 18 |

| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Prestaties | 100 | 93 |
| Interestkost op de verplichting | 15 | 13 |
| Totaal | 115 | 106 |
De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Aandelen | 98 | 90 |
| Obligaties | 310 | 300 |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 43 | 26 |
| Vastgoed | 54 | 46 |
| Overige | 6 | 1 |
| Totaal | 511 | 462 |
De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:
| in 000€ | 2018 |
|---|---|
| Actualisatievoet: +0,5% | -86 |
| Actualisatievoet: -0,5% | 97 |
De Groep verwacht dat in 2019 k€ 8 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan. De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 143 aangesloten werknemers (2017: 142).
De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.
De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.
De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.
De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:
| in 000€ | Netto verplichting | Reële waarde activa | Verplichting toegezegde pensioen |
|---|---|---|---|
| regeling, netto | |||
| Op 1 januari 2017 | 735 | -735 | − |
| Bijdragen | − | -62 | -62 |
| Interesten | 15 | -15 | − |
| Prestaties | 55 | − | 55 |
| Actuariële verliezen | 13 | -10 | 3 |
| Belastingen betaald op bijdragen | -7 | 7 | − |
| Administratiekosten | − | 4 | 4 |
| Op 1 januari 2018 | 811 | -811 | − |
| Bijdragen | − | -63 | -63 |
| Interesten | 15 | -15 | − |
| Prestaties | 59 | − | 59 |
| Actuariële verliezen | 9 | -9 | − |
| Belastingen betaald op bijdragen | -7 | 7 | − |
| Administratiekosten | − | 4 | 4 |
| Op 31 december 2018 | 887 | -887 | − |
De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:
| in 000€ | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Inflatie | 1,90% | 1,90% |
| Verdisconteringsvoet | 1,90% | 1,85% |
| Rendement op activa | 1,90% | 1,85% |
De kost uit de pensioenregeling is als volgt:
| in 000€ | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Prestaties | 58 | 47 |
| Netto interest | -1 | -1 |
| Administratiekosten | 4 | 4 |
| Totaal | 61 | 50 |
De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.
Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting.
De Groep verwacht dat in 2019 k€ 66 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.
De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 33 jaar. Het pensioenplan heeft 150 aangesloten actieve werknemers en 350 aangesloten niet-actieve werknemers.
De overige kortlopende schulden bestaan uit:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Toe te rekenen kosten | 59 | 73 | |
| Voorafbetalingen | -414 | -387 | |
| Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) | 1 858 | 1 840 | |
| Kortlopende voorzieningen | 173 | 173 | |
| Schulden m.b.t. personeel | 4 029 | 4 072 | |
| Overige | 170 | 528 | |
| Totaal | 5 875 | 6 299 | |
| Boekwaarde | Fair value | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| Financiële vaste activa | |||||
| Financiële vaste activa gewaardeerd aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten |
35 | 71 | 35 | 71 | |
| Beleggingsfondsen | 35 | 71 | 35 | 71 | |
| Financiële vaste activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
22 102 | 22 387 | 22 102 | 22 387 | |
| Handelsvorderingen | 16 512 | 17 913 | 16 512 | 17 913 | |
| Overige financiële activa (langlopend) | 646 | 647 | 646 | 647 | |
| Overige kortlopende activa | 149 | 302 | 149 | 302 | |
| Geldmiddelen en kasequivalenten | 4 795 | 3 525 | 4 795 | 3 525 | |
| Totaal financiële vaste activa | 22 137 | 22 458 | 22 137 | 22 458 |
De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
| Boekwaarde | Fair value | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 | |
| Financiële verplichtingen | |||||
| Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs |
19 373 | 18 549 | 19 630 | 18 704 | |
| Leningen | 13 477 | 11 424 | 13 734 | 11 579 | |
| Handelsschulden | 5 730 | 6 596 | 5 730 | 6 596 | |
| Overige schulden | 166 | 529 | 166 | 529 | |
| Totaal financiële verplichtingen | 19 373 | 18 549 | 19 630 | 18 704 | |
| Waarvan langlopend | 5 085 | 4 290 | 5 225 | 4 403 | |
| Waarvan kortlopend | 14 288 | 14 259 | 14 405 | 14 301 | |
De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:
De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2018 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Totaal | niveau 1 | niveau 2 | niveau 3 | ||
| Verandering reële waarde financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
35 | − | − | 35 | ||
| Financiële schulden: leningen | 13 734 | − | 13 734 | − | ||
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2017 | ||||||
| in 000€ | Totaal | niveau 1 | niveau 2 | niveau 3 | ||
| Verandering reële waarde financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten |
71 | − | − | 71 | ||
| Financiële schulden: leningen | 11 579 | − | 11 579 | − |
De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.
De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:
| Op 1 januari 2017 | 96 |
|---|---|
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | -17 |
| Kapitaalsvermindering te ontvangen terugbetalingen | -8 |
| Op 31 december 2017 | 71 |
| Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten | -46 |
| Op 31 december 2018 | 25 |
De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1.330. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in september 2016 en februari 2018 en is voor Frankrijk gebeurd in december 2018. De impact van de waardering van het gebouw in Breda in 2017 is een verlies k€ 49 welke geboekt werd in overige operationele kosten. De impact van de waardering van de gebouwen in Frankrijk in 2018 was een niet-gerealiseerde winst van k€ 1 253. De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.
De niet-gerealiseerde winst van k€ 1.253 vloeit voort uit de mid-range van de waardebepaling zoals bepaald door de erkende vastgoedschatters. Indien de onderste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, daalt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1.044. Indien de bovenste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, stijgt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1.464.
De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:
Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.
De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.
De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring). De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2018 en 2017:
| in 000€ | België | Frankrijk | Nederland | Totaal segmenten |
Aanpassingen en eliminaties |
Totaal geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2018 | ||||||
| Omzet (derden) | 16 252 | 18 869 | 9 272 | 44 393 | − | 44 393 |
| Omzet (intra-groep) | 595 | 19 | 130 | 744 | -744 | − |
| Bedrijfresultaat | 184 | 486 | 706 | 1 376 | − | 1 376 |
| Interestopbrengsten | 40 | 31 | 1 | 72 | -65 | 7 |
| Interestlasten | -128 | -29 | -140 | -297 | 65 | -232 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-215 | 330 | 438 | 553 | − | 553 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | − | − | − | − | − | − |
| - afschrijvingen | -724 | -1 020 | -919 | -2 663 | − | -2 663 |
| Totaal activa | 32 430 | 17 955 | 9 587 | 59 972 | -17 044 | 42 928 |
| Totaal schulden | -15 644 | -7 840 | -8 207 | -31 691 | 3 886 | -27 805 |
| in 000€ | België | Frankrijk | Nederland | Totaal segmenten |
Aanpassingen en eliminaties |
Totaal geconsolideerd |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2017 | ||||||
| Omzet (derden) | 16 542 | 19 205 | 8 380 | 44 127 | − | 44 127 |
| Omzet (intra-groep) | 859 | 4 | 190 | 1 053 | -1 053 | − |
| Bedrijfresultaat | 1 128 | 1 372 | 483 | 2 983 | − | 2 983 |
| Interestopbrengsten | 43 | 44 | 7 | 94 | -74 | 20 |
| Interestlasten | -186 | -14 | -145 | -345 | 75 | -270 |
| Netto resultaat voortgezette activiteiten (segment winst en verlies) |
-229 | 985 | 239 | 995 | − | 995 |
| Belangrijke niet-kas kosten: | − | − | − | − | − | − |
| - afschrijvingen | -697 | -1 019 | -755 | -2 471 | − | -2 471 |
| Totaal activa | 31 881 | 17 266 | 8 957 | 58 104 | -17 303 | 40 801 |
| Totaal schulden | -15 083 | -8 284 | -7 856 | -31 223 | 4 147 | -27 076 |
Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).
De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.
De omzet kan als volgt gedetailleerd worden per type dienstverlening en per aard, en dit opgesplits per segment:
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2018 | ||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | België | Nederland | Frankrijk | Totaal |
| Per aard van de diensten | ||||
| Consulting | 12 666 | 3 480 | 6 509 | 22 656 |
| Testing and monitoring | 3 563 | 5 772 | 12 359 | 21 695 |
| Overige | 22 | 20 | − | 42 |
| Totaal | 16 251 | 9 272 | 18 868 | 44 393 |
| Per type van de diensten | ||||
| Bodem | 11 764 | 4 210 | 3 420 | 19 394 |
| Geotechniek | 1 133 | 5 042 | 15 448 | 21 625 |
| Asbest & energie | 2 518 | − | − | 2 518 |
| Overige | 836 | 20 | − | 856 |
| Totaal | 16 251 | 9 272 | 18 868 | 44 393 |
| Voor het jaar eindigend op 31 december 2017 | ||||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | België | Nederland | Frankrijk | Totaal |
| Per aard van de diensten | ||||
| Consulting | 13 589 | 2 928 | 6 648 | 23 165 |
| Testing and monitoring | 2 940 | 5 439 | 12 557 | 20 937 |
| Overige | 13 | 13 | − | 25 |
| Totaal | 16 542 | 8 380 | 19 205 | 44 127 |
| Per type van de diensten | ||||
| Bodem | 11 923 | 4 390 | 3 508 | 19 821 |
| Geotechniek | 826 | 3 977 | 15 697 | 20 500 |
| Asbest & energie | 2 124 | − | − | 2 124 |
| Overige | 1 669 | 13 | − | 1 682 |
| Totaal | 16 542 | 8 380 | 19 205 | 44 127 |
De diensten worden voornamelijk geleverd op basis van "time & material" contracten (consulting) of contracten met een vaste prijs (consulting, testing en monitoring). De "consulting" diensten worden geleverd over een bepaalde tijd welke maandelijks gefactureerd worden of waarbij de vooruitgang wordt door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. De "testing en monitoring" diensten worden geleverd op een bepaald tijdstip, namelijk bij oplevering van het project. Deze diensten zijn meestal van korte duur.
De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Bedrijfssubsidies | 219 | 260 |
| Doorgerekende kosten | 166 | 185 |
| Vrijstelling BV (competitiviteitspact) | 168 | 219 |
| Voordelen in natura | 102 | 105 |
| Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa | 106 | 121 |
| Vrijval vervallen handelsschulden | 51 | 70 |
| Terugbetaling verzekeringspremies | 8 | 24 |
| Terugname voorzieningen klanten | 77 | 98 |
| Meerwaarde op herwaardering investeringen | − | 27 |
| Overige | 136 | 157 |
| Herverdeling sociale lasten | 6 | − |
| Totaal | 1 039 | 1 266 |
De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) | -489 | -451 | |
| Minderwaarde realisatie handelsvorderingen | -65 | -222 | |
| Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete | -31 | -48 | |
| Opboeking van voorzieningen voor geschillen | 11 | 203 | |
| Minderwaarde vaste activa | -28 | -89 | |
| Overige | -26 | -134 | |
| Totaal | -628 | -741 |

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Korte-termijn personeelsbeloningen | -14 486 | -13 312 |
| Sociale Zekerheid | -4 641 | -4 361 |
| Toegezegde bijdrage pensioenregelingen | -42 | -42 |
| Te bereiken doel pensioenregeling | -52 | -77 |
| Overige personeelskosten | -1 055 | -1 039 |
| Totaal | -20 276 | -18 831 |
| Totaal geregistreerde personeelsleden (FTE) | 364 | 351 |
De overige personeelskosten bestaan voornamelijk uit forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen k€ 378, maaltijd- en ecocheques k€ 157, arbeidsongevallen-, groeps- en hospitalisatieverzekeringen k€ 121, tijdspaarfonds k€ 116, werkkledij k€ 36, vervoerskosten k€40 en stagevergoedingen k€ 20.
De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Interesten | -232 | -270 |
| Overige | -215 | -272 |
| Totaal | -447 | -542 |
De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
|
|---|---|---|
| 2018 | 2017 | |
| Interesten | 7 | 20 |
| Overige | 10 | 7 |
| Totaal | 17 | 27 |

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:
| in 000€ | Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|---|
| 2018 | 2017 | ||
| Verwachte belastinglast voor het jaar | -349 | -957 | |
| Uitgestelde belastingen | -24 | -544 | |
| Belastingen over het voorgaande jaar | -20 | − | |
| Totale belastingkost | -393 | -1 501 | |
De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2018 en 2017 is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen | 946 | 2 496 |
| Belastingen aan het statutaire tarief van 29,58% (33,99% in 2017) | -280 | -848 |
| Verschil in belastingsvoet | 61 | 55 |
| Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren | -19 | − |
| Overige belastingkortingen | 56 | 81 |
| Verworpen uitgaven | -71 | -112 |
| Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd geboekt |
− | 11 |
| Winst uit reële waarde aanpassing participatie | − | 4 |
| Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar | -114 | -129 |
| Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen | -8 | 9 |
| Niet belastbare waardevermindering | -14 | − |
| Impact ontvangen dividenden | -4 | -17 |
| Erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen vorige jaren | − | 285 |
| Vrijgestelde subsidie | 29 | 48 |
| Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen | − | -394 |
| Afboeking uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen | − | -450 |
| Overige | -29 | -44 |
| Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening | -393 | -1 501 |

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:
| Saldo op 31 december |
Wijziging in de resultatenrekening voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | 2018 | 2017 |
| Fiscale verliezen | 803 | 892 | 89 | -908 |
| Immateriële vaste activa | -40 | -8 | 32 | -30 |
| Materiële vaste activa | 24 | 13 | -11 | 2 |
| Voorzieningen | 140 | 114 | -26 | 95 |
| Overige | -38 | − | 38 | 7 |
| Totaal uitgestelde belastingvordering | 889 | 1 011 | ||
| Materiële vaste activa | -1 073 | -783 | 290 | 223 |
| Immateriële vaste activa | -290 | -331 | -41 | 67 |
| Voorzieningen | -19 | − | 19 | − |
| Totaal uitgestelde belastingschuld | -1 382 | -1 114 | ||
| Totale uitgestelde belastingskost | 390 | -544 | ||
| waarvan opgenomen in de resultatenrekening | 24 | − | ||
| waarvan opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten | 366 | -544 |
De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.
De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 913 per 31 december 2018 (2017: k€ 633) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.
De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 7 941 per 31 december 2018 (2017: k€ 6 802). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 102 649 (2017: k€ 102 880) fiscaal overdraagbare verliezen welke bevestigd werden door twee verschillende voorafgaande beslissingen in fiscale zaken. Deze twee voorafgaande beslissingen worden op heden betwist door de algemene administratie van de bijzondere belastingsinspectie. Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.
De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2018 van k€ 803 (2017: k€ 892) waarvan k€ 419 (2017: k€ 468) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.
Het totaal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel, gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel, is 10 568 735.
Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.
De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.
De Groep heeft eind 2017 haar 100% deelneming in Binery Meer BVBA verkocht aan een derde partij voor een bedrag van € 1 waarbij een meerwaarde gerealiseerd werd van k€ 98. De netto cash-flow bedroeg k€ (44). De meerwaarde werd gepresenteerd als winst uit niet-voortgezette activiteiten.
De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden.
De Groep heeft een aantal niet-opzegbare operationele leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark. Deze leasings voor het wagenpark hebben een gemiddelde looptijd van vier jaar. De Groep heeft andere operationele leasings voor onder andere gebouwen welke op korte termijn opzegbaar zijn.
De toekomstige minimum leasingbetalingen voor de niet-opzegbare operationele leasings zijn als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
||
|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 |
| Binnen één jaar | 1 096 | 150 |
| Tussen één en vijf jaar | 2 083 | 328 |
| Meer dan vijf jaar | 373 | − |
| Totaal | 3 552 | 478 |
| Operationele lease kost | 1 098 | 143 |
De Groep heeft een aantal financiële leasings aangegaan voornamelijk voor het wagenpark en boortorens. De toekomstige minimum leasingbetalingen zijn als volgt:
| Op 31 december 2018 | Op 31 december 2017 | |||
|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Minimale lease betalingen |
Contante waarde betalingen |
Minimale lease betalingen |
Contante waarde betalingen |
| Binnen een jaar | 859 | 785 | 845 | 781 |
| Tussen twee en vijf jaar | 2 350 | 2 237 | 2 124 | 1 997 |
| Meer dan vijf jaar | 324 | 316 | 318 | 305 |
| Subtotaal | 3 533 | 3 338 | 3 287 | 3 083 |
| Min impact verdisconteringen | -195 | -204 | ||
| Contante waarde | 3 338 | 3 083 |
De Groep heeft een bedrag van k€ 1 480 aan gevestigde hypotheken (2017: k€ 1 480). Daarnaast werd een hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van k€ 900 op 31 december 2018 (2017: k€ 900).
De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds gegeven aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van k€ 2 055 op 31 december 2018 (2017: k€ 2 055). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van k€ 400 op 31 december 2018 (2017: k€ 400).
De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.
De totale voorziening bedraagt k€ 164 op 31 december 2018 (2017: k€ 175) welke geboekt is onder "voorzieningen".
De Groep is voornamelijk onderhevig aan marktrisico, liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.
Tijdens de tweede helft van 2018 heeft de Groep de potentiële impact die de Brexit ('met deal' en 'zonder deal') kan hebben op zijn financiële prestaties en financiële positie ingeschat. Het management verwacht geen significante negatieve impact op de Groep aangezien de Groep slechts zeer beperkte activiteiten heeft met of in het Verenigd Koninkrijk.
De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.
De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):
| in 000€ | < 1 jaar | 2-5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
|---|---|---|---|---|
| Op 31 december 2018 | ||||
| Financiële schulden | 8 392 | 4 211 | 874 | 13 477 |
| Handelsschulden | 5 730 | − | − | 5 730 |
| Overige schulden | 166 | − | − | 166 |
| Totaal | 14 288 | 4 211 | 874 | 19 373 |
| in 000€ | < 1 jaar | 2-5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
| Op 31 december 2017 | ||||
| Financiële schulden | 7 134 | 3 265 | 1 025 | 11 424 |
| Handelsschulden | 6 596 | − | − | 6 596 |
| Overige schulden | 529 | − | − | 529 |
| Totaal | 14 259 | 3 265 | 1 025 | 18 549 |
Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 44.
Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.
Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.
De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.
De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.
De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:
| Vervallen | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| in 000€ | Totaal | Niet vervallen | < 30 d | 31-60 d | 61-90 d | > 91 d |
| Op 31 december 2018 | 16 512 | 13 122 | 1 479 | 853 | 317 | 741 |
| Op 31 december 2017 | 17 913 | 12 666 | 3 196 | 969 | 404 | 678 |
De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 575 op 31 december 2018 (2017: k€ 660) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.
Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.
De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.
De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2018 62 % (2017: 63 %).
De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Korte-termijn beloningen | 771 | 720 | |
| Einde-loopbaan beloningen | 36 | 44 | |
| Totaal | 807 | 764 |
De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:
| in 000€ | Verkoop van diensten |
Aankopen van |
Interestop brengsten |
Interest kosten |
Vordering | Schuld |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandeelhouders van de Groep | ||||||
| 2018 | − | − | − | − | 1 | -3 |
| 2017 | − | − | − | − | 4 | -108 |
| Geassocieerde ondernemingen | ||||||
| 2018 | − | − | − | − | − | − |
| 2017 | 54 | − | − | − | 29 | − |
| Andere verbonden partijen | ||||||
| 2018 | 18 | -533 | − | − | 21 | -84 |
| 2017 | 12 | -547 | − | − | 79 | -280 |
De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:
Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.
De vergoeding van de commissaris is als volgt:
| Voor het jaar eindigend op 31 december |
|||
|---|---|---|---|
| in 000€ | 2018 | 2017 | |
| Vergoeding audit | 157 | 162 | |
| Vergoeding non-audit diensten | - | 12 | |
| Totaal | 157 | 174 |
Per 1 maart 2019 werd het handelsfonds van Ecorem NV verkocht aan Tractebel Engineering NV. De verkoop omvat de internationale referenties in milieuadvies, een beperkt aantal lopende opdrachten en het personeel. In 2018 stond Ecorem in voor amper 2% van de groepsomzet en minder dan 1% van het personeelsaantal, doch met een zeer negatieve bijdrage aan het groepsresultaat (-351k euro).
| Dochterondernemingen | Land | 2018 | 2017 |
|---|---|---|---|
| ABO NV | België | 100,0% | 100,0% |
| Ecorem NV | België | 75,0% | 75,0% |
| E20 (Energy To Zero Consult NV) | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda Environment NV (Exequtes Milieu Meetdienst NV) | België | 100,0% | 100,0% |
| Geosonda BVBA | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO Beheer BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO Milieuconsult BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO Holding | België | 100,0% | 100,0% |
| ERG Holding SA | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Equipement SARL | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG Environnement SAS | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| ERG LAB (vereffend) | Frankrijk | 0,0% | 100,0% |
| SCI NicERG | Frankrijk | 100,0% | 100,0% |
| Enviromania BVBA | België | 74,4% | 74,4% |
| Translab Environmental Consult NV | België | 74,4% | 74,4% |
| Sialtech BV | Nederland | 67,3% | 57,9% |
| Thenergo NL BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| ABO Research BVBA | België | 100,0% | 100,0% |
| ABO-Group Environment NV | België | 100,0% | 100,0% |
| ECOREM Baltya | Litouwen | 75,0% | 75,0% |
| Geosonda BV | Nederland | 55,0% | 55,0% |
| Geomet BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
| Geomet Vastgoed BV | Nederland | 100,0% | 100,0% |
De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.
Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2018 en 31 december 2017.
Verkorte niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 26.204 | 25.805 |
| Oprichtingskost en immateriële activa | ||
| Materiële activa | 1.121 | 722 |
| Financiële activa | 25.083 | 25.083 |
| Vlottende activa | 5.037 | 3.214 |
| Overige activa (looptijd > 1 jaar) | ||
| Overige activa (looptijd < 1 jaar) | 5.037 | 3.214 |
| Totaal activa | 31.240 | 29.019 |
| Eigen vermogen | 26.302 | 26.140 |
| Aandelenkapitaal en uitgiftepremies | 173.083 | 173.083 |
| Reserves | -146.781 | -146.943 |
| Voorzieningen voor risico's en kosten | 0 | 0 |
| Schulden op meer dan één jaar | 573 | 266 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 4.365 | 2.613 |
| Totaal passiva | 31.240 | 29.019 |
Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:
| In € 000 | 2018 | 2017 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 676 | 637 |
| Omzet | 676 | 631 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | - | 6 |
| Bedrijfskosten | 507 | 476 |
| Bedrijfsresultaat | 169 | 162 |
| Financieel resultaat | -7 | -9 |
| Financiële opbrengsten | 60 | 52 |
| Financiële kosten | -67 | -61 |
| Resultaat vóór belastingen | 162 | 153 |
| Winst van het boekjaar | 162 | 153 |


Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde Jaarrekening

BLADZIJDE







Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.