AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

ABO-Group Environment NV

Environmental & Social Information Apr 24, 2020

3901_rns_2020-04-24_6edbb650-8b81-4be5-91e5-3c91a3a0a0cf.pdf

Environmental & Social Information

Open in Viewer

Opens in native device viewer

2019 was een absoluut recordjaar voor ABO-GROUP ! Het beste jaar in ons 25-jarig bestaan.

De ingeslagen weg met focus op interne groei, gecombineerd met nieuwe producten dankzij acquisities, hebben van ABO-Group een geheel van 'semi-geïntegreerde studiebureaus' gemaakt in haar core-businesses geotechniek en bodemonderzoek. Elk bedrijf binnen onze drie thuislanden, België, Nederland en Frankrijk, opereert onder de noemer ABO, met behoudt van zijn eigen expertise, identiteit, authenticiteit en waarden. Door deze flexibiliteit wordt duurzaamheid in beleid in de hand gewerkt, wat op zich dan weer positief reflecteert op de financiële slagkracht van ons bedrijf.

De vliegende start van 2020, dankzij gunstige weersomstandigheden, werd vanaf midden maart overschaduwd door Covid-19. Na meer dan 1 maand thuiswerken en toepassing van de corona beleidsmaatregelen zien we dat de medewerkers van ABO-Group een grote wendbaarheid aan de dag gelegd hebben, waardoor de financiële schade van deze pandemie voorlopig beheersbaar blijft.

We beperken onze schade, dankzij onze aanwezigheid binnen de drie verschillende landen, onze diensten als ingenieursbureau die thuiswerk relatief makkelijk toelaten, en onze eigenzinnige 'semi-geïntegreerde structuur', dit alles met respect voor de verschillende landelijke COVID-19 beleidsmaatregelen.

De raad van bestuur stelt voor aan de algemene vergadering om geen dividenden uit te keren maar het resultaat te reserveren, waardoor we het bedrijf verder wapenen tegen bijkomende, onverwachte maatschappelijke contexten.

We blijven positief, investeren en groeien, want de toekomst begint vandaag !

De 400 ABO-medewerkers en de directie zullen dan ook hard blijven werken zodat we samen deze groei kunnen handhaven en op het einde van dit jaar, ondanks alle mogelijke maatschappelijke problemen, vol vertrouwen kunnen zijn en het glas kunnen heffen op ons 25-jarig bestaan !

Frank De Palmenaer CEO ABO-GROUP

ABO-Group Environment Jaarverslag 2019

Inhoudstafel

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering

van ABO-Group Environment NV 7
1. Commentaar bij de geconsolideerde jaarrekening ten einde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven 9
Geconsolideerde resultatenrekening 9
Geconsolideerde balans 11
Geconsolideerde kasstroomtabel 11
Vooruitzichten 2020 12
2. Commentaar bij de statutaire jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht
van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven 12
3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt 13
Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap 13
Risico's verbonden aan de Vennootschap 15
Financiële risico's 15
4. Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV 17
5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden 17
6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden 18
7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek 18
8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren 18
9. Verantwoording in toepassing van artikel 3:6 §1 6° WVV 18
10. Gebruik van financiële instrumenten 18
11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur
11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering 19
11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid W 2 mei 2007) 21
11.3. Raad van bestuur 23
11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur 24
11.5. Management en dagelijks bestuur 26
11.6. Genderquotum 26
11.7. Remuneratieverslag 26
11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:96 WVV 28
11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 7:97 WVV 28
12. Ontslagen en benoemingen 28
13. Verklaring door de verantwoordelijke personen 29
Geconsolideerde resultatenrekening 32
Geconsolideerd totaal resultaat 33
Geconsolideerde balans 34
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen 36
Geconsolideerde kasstroomtabel 37
Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten 39
1. Bedrijfsinformatie 39
2. Presentatiebasis 39
2.1. Voornaamste boekhoudprincipes 41
2.2. Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn 51
2.3. Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen 51
2.4. Bedrijfscombinaties 53
2.5. Goodwill 54
2.6. Immateriële vaste activa 55
2.7. Materiële vaste activa 56
2.8. Geassocieerde ondernemingen 57
2.9. Handels- en overige kortlopende activa 57
2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten 58
2.11. Eigen vermogen 58
2.12. Financiële schulden 60
2.13. Voorzieningen 61
2.14. Overige kortlopende schulden 65
2.15. Reële waarde 65
2.16. Segmentinformatie 67
2.17. Omzet 69
2.18. Overige bedrijfsopbrengsten 70
2.19. Overige bedrijfskosten 70
2.20. Personeelsbeloningen 71
2.21. Financiële kosten 71
2.22.
2.23.
Financiële opbrengsten 71
Belastingen 72
2.24. Winst per aandeel 73
2.25. Mogelijke verplichtingen 74
2.26. Verbintenissen 74
2.27. Risico's 74
2.28. Relaties met verbonden partijen 76
2.29. Vergoeding van de commissaris 77
2.30. Gebeurtenissen na balansdatum 77
2.31. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten 78

Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering van ABO-Group Environment NV

Groepsstructuur per 01 januari 2020

8BLADZIJDE * E20 NV

100,00%

Geachte aandeelhouders,

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2019 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.

De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden in overeenstemming met artikel 3:32 § 1 laatste lid Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (verder in de verslag afgekort als "WVV") samengevoegd.

In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.

ABO Holding NV heeft op 27 maart 2014 Thenergo NV en haar bijhorende dochter-vennootschappen overgenomen via een "omgekeerde overname". Een omgekeerde overname doet zich voor wanneer de entiteit die effecten uitgeeft (de overnemende partij in juridische zin, in dit geval Thenergo) wordt geïdentificeerd als de overgenomen partij. ABO Holding NV is juridisch dochtervennootschap van ABO-GROUP Environment NV, boekhoudkundig wordt zij voor de geconsolideerde jaarrekening evenwel aanzien als de moedervennootschap.

De consolidatiekring zag er op 31 december 2019 uit als volgt: ABO-Group Environment NV, ABO Holding NV en diens dochters in België (ABO NV, ABO Logistics NV, Energy to zero Consult NV, Geosonda BV, Geosonda Environment NV, Enviromania BV en Translab NV), Nederland (ABO Beheer BV, ABO Milieuconsult BV, Geomet Vastgoed BV, Geomet BV, Geosonda BV, Sialtech BV) en Frankrijk (ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SARL, SCI NicERG en Innogeo SARL), ABO Research BV en Thenergo Nederland BV.

1. Commentaar bij de GECONSOLIDEERDE JAARREKENING ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de Groep te geven

Geconsolideerde resultatenrekening

Sterke omzetgroei van 8,2%, gedreven door geotechniek

Over 2019 stijgt de omzet van ABO-GROUP van 44,4 miljoen naar 48 miljoen euro. Zoals voorzien en aangekondigd, fungeert geotechniek als echte groeimotor van de groep, met een indrukwekkende groei van bijna 20%. De afdeling "Bodem en Milieu" blijft eveneens organisch groeien, doch aan een lager ritme van ongeveer 5%. De afdeling "Asbest en Energie" kende een terugval, die evenwel volledig op rekening van de energieafdeling toe te schrijven is. Het wegvallen van een aantal grote raamcontracten, waarvoor veel beroep op onderaanneming diende te gebeuren, raakt de omzet, doch heeft slechts een minimaal effect op de winstgevendheid. De verkoop van het handelsfonds van de onrendabele internationale afdeling begin maart 2019, verklaart integraal de daling in het segment "Overige".

2018
in € 000
2019
in € 000
Verandering
in € 000
Verandering
in %
%
van omzet
Geotechniek 21.624 25.765 4.141 19,15% 53,7%
Bodem & Milieu 19.394 20.235 841 4,34% 42,1%
Asbest & Energie 2.518 1.932 -586 -23,3% 4,0%
Overige 856 83 -773 -90,3% 0,2%
Omzet 44.393 48.015 3.622 8,2% 100%

20% groei in Frankrijk en 8,5% in Nederland

In Frankrijk komt de groei vanuit geotechniek. Elk van onze geotechnische divisies draagt bij aan deze groei, maar het zijn vooral de afdelingen «Grandes Investigations Complexes» en «Conception Géotechnique» die grote progressie maken. Deze twee bedrijfslijnen, specifiek ontwikkeld voor grote opdrachtgevers, plukken de vruchten van hun jarenlange ervaring en opgebouwde expertise op de meest moeilijke en complexe projecten. Innogeo, die de groep vervoegde per 1 juli 2019, droeg voor meer dan een half miljoen euro bij aan de omzet. De integratie is inmiddels succesvol afgerond en de synergie met de andere activiteiten en landen wordt volop geactiveerd.

2018
In € 000
2019
In € 000
Verandering
In € 000
Verandering
In %
% van
Omzet
Frankrijk 18.868 22.641 3.773 20,0% 47,15%
België 15.437 15.271 -166 -1,08% 31,80%
Nederland 9.272 10.061 789 8,51% 20,95%
Internationaal 815 42 -773 -94,85% 0,09%
Omzet 44.393 48.015 3.622 8,2% 100%

ABO-Group kent in België een sterke groei in geotechniek (onder de merknaam Geosonda), alsook in bodem, meer specifiek in de subafdelingen "sloop" en "archeologie" van ABO NV. Het one-stop-shop principe waarbij bouwheren, projectontwikkelaars en architecten voor al hun ondersteunende milieu- en geotechnisch gerelateerde studies bij één partij terecht kunnen, is uniek in de Belgische markt en wint aan belang. Ook de investeringen in R&D werpen meer en meer vruchten af. Dit uit zich in enkele grootschalige, meerjarige onderzoeksopdrachten in samenwerking met diverse overheden en onderzoeksinstellingen, voornamelijk rond de ontwikkeling van innovatieve bodemsaneringstechnologie. De activiteiten in het asbestlabo Translab groeiden sterk, o.a. door toevoeging van analyses met een electronenmicroscoop (SEM/EDX) aan het gamma. De energieafdeling kende een flinke omzetdaling (-815k euro) door het aflopen van een aantal grote raamcontracten. Zoals vermeld, heeft dit evenwel enkel een gevolg op de omzet, niet op de toegevoegde waarde, gezien deze contracten zo goed als volledig via onderaanneming werden opgevangen. Het (onrendabele) internationale segment, in 2018 nog goed voor een omzet van iets meer dan 800k euro, werd stopgezet.

De activiteiten in Nederland overstijgen voor het eerst de symbolische grens van 10 miljoen euro, een groei van 8,5%. De groei werd gedragen door de bodemactiviteiten, die vooral in de tweede jaarhelft een zeer sterke vraag te verwerken kregen ten gevolgde van de PFAS-reglementering. Zowel advies, als veldwerk hadden hierdoor de handen meer dan vol, een effect dat ook in 2020 voelbaar blijft. Het geotechnisch advies en veldwerk bleef stabiel op een hoog niveau. De vraag naar gekwalificeerd personeel blijft voorlopig het grootste knelpunt.

Operationele winst voor afschrijvingen stijgt met 84% tot 0,7 euro/aandeel

De operationele winst voor afschrijvingen komt uit op 7,4 mio euro (0,70 euro/aandeel), een stijging met 84%. De toepassing van IFRS 16 is hierbij verantwoordelijk voor ongeveer 1,1 miljoen euro. Deze toename wordt verder in de resultatenrekening evenwel gecompenseerd door hogere afschrijvingen en hogere intrestlasten; netto bedraagt de impact van IFRS 16 over 2019 een licht negatief effect van 29k euro.

Op het niveau van het bedrijfsresultaat (van 1,4 naar 3,2 miljoen euro, +130%), zien we jaar-op-jaar een aanzienlijk hogere bijdrage van de Franse activiteiten (+1,1 miljoen euro), gedreven door sterke omzetgroei, aantrekkelijkere projecten en een hogere efficiëntie (ter herinnering, in 2018 werd in Frankrijk de planning enorm verstoord door stakingen en "gele hesjes"). Ook in België stellen we een mooie rendementsverbetering vast (+750k euro), gedreven door de afbouw van onrendabele activiteiten, een hogere omzet en het onder controle houden en optimaliseren van de personeelskosten. Nederland blijft op eenzelfde niveau; het hogere bedrijfsresultaat in bodem wordt afgevlakt door hogere afschrijvingen ten gevolge van het in de voorbije jaren uitgevoerde intensieve investeringsprogramma in geotechniek.

De afschrijvingen nemen toe van 2,66 mio naar 4,26 mio euro. Zoals aangegeven, is hiervan 1,08 miljoen euro toe te wijzen aan de toepassing van IFRS16. De resterende toename is een logisch gevolg van de verdere investeringen in materiële vaste activa. De grootste investering in 2019 was de verwerving van een nieuw kantoorgebouw en bijhorend terrein in Marseille (> 3 miljoen euro).

Het financieel resultaat wordt negatief beïnvloed door de toepassing van IFRS 16 (-103k euro) en in mindere mate door de toegenomen financiële schulden.

De nettowinst verdrievoudigt van 0,55 mio euro naar 1,8 mio euro (0,17 euro per aandeel). Het totaal resultaat (deel van de groep) neemt toe van 1,55 naar 1,64 mio euro. De actualisatie van de Franse pensioenverplichtingen verloopt rechtstreeks via het eigen vermogen van de groep en heeft, door de neerwaartse aanpassing van de actualisatievoet, een negatieve impact van netto 132k euro.

Geconsolideerde balans

Het balanstotaal groeit aan van 42,9 naar 49,6 mio euro. Aan actiefzijde is de voornaamste wijziging de toename van de materiële vaste activa met meer dan 5 miljoen euro, een gecombineerd effect van IFRS 16 (netto toename van 2,5 miljoen euro), de aankoop van het nieuwe gebouw in Marseille en de verderzetting van het investeringsprogramma. Aan passiefzijde neemt enerzijds het eigen vermogen toe tot 16,7 miljoen euro, anderzijds de financiële schulden, die de uitdrukking vormen van de financiering van de toename in materiële vaste activa.

Het totaal eigen vermogen neemt toe van 15,1 mio euro tot 16,7 mio euro, wat een eigen vermogensratio van 33,8% oplevert (35,2% in 2018). De netto financiële schuld is toegenomen tot een bedrag van 12,4 mio euro (t.o.v. 8,7 mio euro in 2018). De toepassing van IFRS 16 zorgde op zich reeds voor een netto toename van 2,5 miljoen euro. De schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep) stijgt van 61,7% naar 80,8%. De solvabiliteit, berekend als de ratio netto financiële schulden ten opzichte van het operationeel resultaat voor afschrijvingen, komt uit op een comfortabele 1,7 (ten opzichte van 2,1 eind 2018).

Geconsolideerde kasstroomtabel

2018
In € 000
2019
In € 000
Kasstroom uit operaties 3.291 6.366
Operationele kasstroom 3.251 6.498
Werkkapitaalaanpassingen 40 -132
Kasstroom uit investeringen -2.352 -2.401
Kasstroom uit financiering 331 -3.017
Cash 1/1 3.525 4.795
Cash 31/12 4.795 5.743

De kasstroom uit operaties verbetert sterk, van 3,3 naar 6,4 mio euro, dankzij een verdubbeling van de operationele kasstroom van 3,25 mio euro naar 6,5 mio euro. Het werkkapitaal bleef zo goed als onveranderd, wat een zeer degelijke prestatie is, gezien de stevige omzetgroei.

De groep investeerde in totaal 2,4 mio euro cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa, alsook in de verwerving van 100% van Innogeo. Daarnaast werd bijkomend 6,7 mio euro via financiële leasing geïnvesteerd. Hierin zit het nieuwe gebouw in Marseille (3 miljoen euro) en het op balans brengen van alle leaseverplichtingen volgens IFRS 16 (3,5 miljoen euro).

De beschikbare vrije kasstroom van 4 miljoen euro werd hoofdzakelijk gebruikt voor schuldafbouw (-3 miljoen euro). Het saldo verstevigde de cashpositie van 4,8 tot 5,7 miljoen euro.

Vooruitzichten 2020

25 jaar ABO

Op 27 oktober 1995 werd de vennootschap ABO NV, de basis en bakermat van de huidige ABO-GROUP, opgericht. In 2020 vieren we aldus het 25-jarig jubileum van de groep. De groep voorziet in het najaar diverse feestelijkheden om zijn evolutie, maar vooral zijn productgamma in de kijker te zetten naar personeel, klanten en andere belanghebbenden.

Tijdelijke rem COVID-19 / lange termijn doelstellingen bevestigd

De recente ontwikkelingen m.b.t. het afremmen van de verspreiding van het coronavirus wegen tijdelijk op de omzetgeneratie van de groep. ABO respecteert maximaal de wettelijke regels en heeft zo goed als iedereen overgeschakeld naar thuiswerk. Waar noodzakelijk, wordt gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Op die manier wordt verwacht dat de financiële impact, behoudens omzetverlies, beheersbaar blijft. ABO gaat uit van een verschuiving van de projecten, niet van annulaties. Gezien we op dit moment door het oog van de storm gaan, is het uitermate moeilijk een concrete becijfering mee te geven. Afhankelijk van de duur tot het volwaardig hernemen van de activiteiten zal dit een andere gradatie van impact met zich meebrengen. ABO blijft evenwel beschikbaar voor zijn klanten in deze moeilijke tijden en blijft een maximale productie nastreven.

Het jaar 2020 is trouwens door milde weersomstandigheden vrij gunstig van start gegaan. ABO behoudt alle vertrouwen in zijn expertise, zijn markten en de structurele groei van zijn sector. De lange termijn doelstellingen, een dubbelcijferige groei door een mix van organische en acquisitieve groei, blijven dan ook zonder enig probleem behouden.

Verdere uitbouw geotechniek

ABO-Group blijft volop inzetten op het verder uitbouwen van het activiteitenpallet. Binnen geotechniek kijken we uit naar acceleratie in België via aankoop van een nieuwe sondeerwagen en de uitbreiding van het aantal sondeerploegen. We voorzien de verdere uitbouw van de geotechnische labo's, in België (toevoeging van diverse triaxiaalproeven) en in Frankrijk (opstart in Marseille), alsook de opstart van een nieuw kantoor in de buurt van Toulouse. Waar mogelijk, ondersteunen we de interne groei, door aanwerving van experts voor het opzetten en uitbouwen van nieuwe activiteiten. We voorzien dat deze initiatieven in 2020 de omzet en de winstgevendheid zullen ondersteunen.

Daarnaast blijft de groep uitkijken om haar positie in de thuislanden te versterken via acquisitie. Zo werd in 2019 de vennootschap Innogeo overgenomen en vervolgens succesvol geïntegreerd. De groep zal in 2020 de overnamemarkt verder opvolgen. De groep heeft een aantal interessante mogelijkheden geïdentificeerd, zonder dat evenwel enige garantie op een effectieve transactie kan gegeven worden.

2. Commentaar bij de STATUTAIRE JAARREKENING van ABO-GROUP Environment NV teneinde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-GROUP Environment NV te geven

ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 een omzet van k€ 778 gerealiseerd (k€ 676 in 2018, +15%). De vennootschap biedt enerzijds meer overkoepelende diensten aan en speelt anderzijds een centrale rol in het aankoop- en investeringsbeleid, alsook in de financiering van de gehele groep. In lijn met dit hoger activiteitsniveau, namen ook de bedrijfskosten en afschrijvingen toe. De bedrijfswinst stijgt licht van k€ 169 naar k€ 186. De centrale rol in financiering van de gehele groep is duidelijk zichtbaar in de gestegen financiële opbrengsten en kosten. Het boekjaar sluit af met een winst van 202k euro. Een verlies van 146,78 miljoen euro werd overgedragen uit het vorig boekjaar. Het te bestemmen resultaat bedraagt bijgevolg -146,58 miljoen euro. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 (cfr. pagina 79).

3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt

De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.

In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt besproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.

Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap

Risico's verbonden aan de regelgeving

De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, asbest-, afval-, milieu-/water- en geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan het verminderen of wegvallen van overheidssteun

Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van klanten uit de publieke sector

De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten.

Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de projectportefeuille

De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties met zich meebrengen en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.

Risico's verbonden aan overnames of investeringen

Het is zeer waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.

Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen, dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.

De overnameprijs kan aanzienlijk hoger liggen dan de geïdentificeerde netto-activa van de overgenomen vennootschap ("goodwill"). Jaarlijks wordt de erkende goodwill geëvalueerd in functie van de resultaatsontwikkeling en voorziene kasstroomgeneratie. Deze test kan mogelijks leiden tot het geheel of gedeeltelijk moeten opnemen van een bijzondere afschrijving op goodwill en aldus een negatieve impact hebben op de financiële situatie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan desinvesteringen

Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan aansprakelijkheden

Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken.

Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan lopende gerechtelijke procedures

De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden. Mocht deze inschatting niet correct blijken te zijn, kan dit leiden tot een ongunstige invloed op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de Vennootschap

Risico's verbonden aan het personeel

De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;
  • het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
  • het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.

Als de Vennootschap haar personeelsbestand te intensief gebruikt, kunnen de werknemers gedemotiveerd geraken wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. Als de Vennootschap haar personeelsbestand onderbenut, zou dat een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de IT-systemen

Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systeem en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Financiële risico's

Risico's verbonden aan debiteuren

Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer. De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:

in € 000 Totaal Niet vervallen Vervallen
< 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2019 16.677 12.597 2.073 826 451 730
Op 31 december 2018 16.512 13.122 1.479 853 317 741

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€473 op 31 december 2019 (k€575 op 31 december 2018) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de liquiditeit

De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

Risico's verbonden aan een financiële of bancaire tegenpartij

De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.

Risico's verbonden aan de stijgende rentevoeten

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen ter financiering van het werkkapitaal. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost met k€45.

Risico's verbonden met de schuldgraad van de Vennootschap en haar financiële convenanten

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 81% eind 2019 (62% eind 2018).

  • Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:
    • Een groot deel van de operationele kasstroom dient te worden gebruikt om interest- en kapitaalaflossingen te betalen. Hierdoor heeft de Vennootschap minder liquide middelen beschikbaar om onder meer haar werkkapitaal te financieren, investeringen te doen, overnames, investeringen of partnerships aan te gaan.
    • De Vennootschap heeft minder ruimte om mogelijks een dividend uit te keren aan haar Aandeelhouders;
    • De Vennootschap is kwetsbaarder voor verslechterde economische of industriële omstandigheden; en
  • De mogelijkheid voor de Vennootschap om financiering te verkrijgen in de toekomst wordt beperkt.
  • De schuldgraad van de Vennootschap kan zorgen voor het moeten naleven van restrictieve financiële convenanten. Restrictieve convenanten beperken de financiële en operationele flexibiliteit van de Vennootschap wat een negatieve impact kan hebben op de financiële toestand van de Vennootschap.

Risico's verbonden met de beoordeling van belastingverplichtingen

De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en -reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de wereldwijde pandemie t.g.v. het coronavirus

Sinds eind februari 2020 verspreidt COVID-19, het nieuwe coronavirus dat voor het eerst in december 2019 in Wuhan, China, geïdentificeerd werd, zich over de drie landen waar de Vennootschap actief is. In reactie om verspreiding van het virus te stoppen, hebben de beleidsverantwoordelijken wereldwijd beslist om tal van activiteiten volledig te sluiten, het reizen te beperken tot essentiële verplaatsingen en thuiswerk maximaal te verplichten. Deze beperkingen zorgen voor een stevige verstoring van de volledige economie en verhinderen een normale bedrijfsvoering. Deze wereldwijde gezondheidscrisis kan zware macro-economische implicaties met zich meebrengen, gaande van een recessie, tot mogelijks een langdurige depressie, indien we de limiterende maatregelen (te) lang moeten aanhouden.

Ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers, heeft de Vennootschap maximaal thuiswerk ingevoerd, alsook diegene die op de werven actief zijn, geïnformeerd over de toe te passen "social distancing"-maatregelen. Evenwel is de Vennootschap afhankelijk van zijn klanten en of deze al dan niet zelf actief zijn, om toegang te verkrijgen tot werven. De Vennootschap past technische werkloosheid toe waar mogelijk en nodig, om aldus de kostenzijde maximaal te beperken op momenten dat de omzet onder druk staat. Afhankelijk van de duur van de maatregelen, zal de impact groter zijn. De Vennootschap gaat op heden evenwel uit van het verschuiven van de projecten in de tijd, niet van annulaties. De impact van deze pandemie op de liquiditeit en de solvabiliteit van onze klanten, kunnen op termijn ook de Vennootschap schaden. Voor het uitvoeren van zijn activiteiten is de Vennootschap afhankelijk van een aantal belangrijke leveranciers. Verstoring van de aanvoerlijn en/of de uitwisseling met deze leveranciers (bvb. labo's), zal het omzetpotentieel van de Vennootschap qua advies beperken.

Op datum van dit verslag, is het onmogelijk om de duur en de ernst van de impact van de corona-pandemie te voorzien. De Vennootschap is dan ook niet in staat om een degelijke inschatting te maken over het effect, maar het is zeker dat het op korte termijn een wezenlijke negatieve impact zal hebben op de activiteiten, financiële positie, cash flow, liquiditeit en resultaten van de Vennootschap.

4. Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV

De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.

5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden

De recente ontwikkelingen m.b.t. het afremmen van de verspreiding van het coronavirus zullen wegen op de omzetgeneratie van de groep. ABO respecteert maximaal de wettelijke regels en heeft zo goed als iedereen overgeschakeld naar thuiswerk. Waar noodzakelijk, wordt gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Op die manier wordt verwacht dat de financiële impact, behoudens omzetverlies, beheersbaar blijft. ABO gaat uit van een

verschuiving van de projecten, niet van annulaties. Gezien we op dit moment door het oog van de storm gaan, is het zo goed als onmogelijk om een concrete becijfering mee te geven. Afhankelijk van de duur tot het volwaardig hernemen van de activiteiten zal dit een andere gradatie van impact met zich meebrengen. ABO blijft evenwel volledig beschikbaar voor zijn klanten in deze moeilijke tijden en blijft een maximale productie nastreven. Behoudens bovenstaande, hebben er zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2019 geen andere vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.

6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden

Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.

7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek

ABO en al zijn werknemers investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.

8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren

ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.

9. Verantwoording in toepassing van artikel 3:6 §1 6° WVV

Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de Raad van Bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De inbreng van ABO Holding in 2014 heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, terug positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.

10. Gebruik van financiële instrumenten

De Vennootschap heeft eind 2019 geen afgeleide financiële instrumenten.

11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2009 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2019.

Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 23 april 2019 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).

De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:

A. Samenstelling van het Auditcomité

Bijlage C, 5.2./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een auditcomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Auditcomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat ABO-Group slechts een beperkt aantal bestuurders telt en het Charter inzake deugdelijk bestuur een minimale samenstelling voor het auditcomité van 3 bestuurders voorziet. De Raad en het auditcomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Auditcomité.

B. Aantal vergaderingen van het Auditcomité

Bijlage C, 5.2./28 van de Corporate Governance Code bepaalt dat het Auditcomité op zijn minst vier maal per jaar samenkomt. De Raad besliste dat een frequentie van twee maal per jaar voldoende is. De Raad nam deze beslissing omwille van

  • I. de beperkte omvang van de Vennootschap;
  • II. het feit dat de Vennootschap overeenkomstig de wetgeving slechts tweemaal per jaar financiële cijfers extern communiceert;
  • III. tijdens de vergaderingen van de Raad, die aan een hogere frequentie bijeenkomt, de voltallige Raad van de financiële toestand van de Vennootschap kennis krijgt en er geen verschil is tussen de samenstelling van het Auditcomité en de Raad.

C. Samenstelling van het Remuneratiecomité

Bijlage E, 5.4./1 van de Corporate Governance Code bepaalt dat een remuneratiecomité uitsluitend uit niet-uitvoerende bestuurders bestaat. De Raad heeft beslist hiervan af te wijken door Studie- en Expertisebureau De Palmenaer tot lid van het Remuneratiecomité te benoemen, ondanks het feit dat deze vennootschap ook de functie van gedelegeerd bestuurder bekleedt. Deze beslissing is ingegeven door het feit dat Frank De Palmenaer meer dan de andere bestuurders kennis en jarenlange expertise heeft met betrekking tot enerzijds de medewerkers van de groep en anderzijds de stuwende sleutelelementen die de Vennootschap in de gelegenheid moeten stellen om haar doelstellingen te verwezenlijken. De Raad vindt het belangrijk dat deze kennis en expertise in het comité op elk ogenblik aanwezig is.

De Raad en het Remuneratiecomité zullen erop toezien dat de afspraken die werden vastgelegd in hoofdstuk '13. Belangenconflicten' van het Charter inzake deugdelijk bestuur, ook worden nageleefd in het kader van de werkzaamheden van het Remuneratiecomité.

11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering

Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:

  • het bereiken van de doelstellingen van de onderneming
  • de betrouwbaarheid van de financiële en niet financiële informatie
  • de naleving van wetten en regels.

Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.

Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.

ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en niet-regeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.

De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:

  • omgeving voor interne controle
  • risicoanalyse
  • controle activiteiten
  • informatie en communicatie
  • toezicht en monitoring.

11.1.1. Controleomgeving

Organisatie van de interne controle

Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).

ABO-Group heeft een externe compliance officer aangesteld (Dhr. Johan Reybroeck, als vaste vertegenwoordiger van Special Projects on Support BV).

Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.

Bedrijfsethiek

De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld.

11.1.2. Risicoanalyse

ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.

11.1.3. Controle-activiteiten

Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.

11.1.4. Informatie & communicatie

Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRS-waarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden onder het punt "Voornaamste boekhoudprincipes").

De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel te Gent. De consolidatie wordt gedaan in Cognos. Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.

11.1.5. Toezicht en monitoring

Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de rapportering, het evalueren van de risicofactoren en de desbetreffende actieplannen.

11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid W 2 mei 2007)

11.2.1. Het kapitaal en de aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap is sinds haar oprichting als volgt geëvolueerd:

Datum Transactie Aantal
nieuw
uitgegeven
aandelen
Prijs per
aandeel
Bedrag
kapitaal
verhoging
Kapitaal Totaal
aantal
aandelen
20/02/2002 Oprichting 1.000 € 100,00 € 100.000,00 € 100.000,00 1.000
20/08/2002 Kapitaalverhoging in geld 1.500 € 100,00 € 150.000,00 € 250.000,00 2.500
5/02/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.065 € 100,00 € 106.500,00 € 365.500,00 3.565
23/05/2003 Kapitaalverhoging in geld 1.490 € 100,00 € 149.000,00 € 505.500,00 5.055
29/08/2003 Kapitaalverhoging in geld 3.000 € 100,00 € 300.000,00 € 805.500,00 8.055
21/12/2005 Incorporatie van schulden 8.754 € 100,00 € 875.400,00 € 1.680.900,00 16.809
24/02/2006 Kapitaalverhoging in geld 27.694 € 78,65 € 2.178.050,00 € 3.858.950,00 44.503
23/04/2007 Aandelensplitsing bestaande aandelen x100 0 € 0,00 € 0,00 € 3.858.950,00 4.450.300
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 666.080 € 8,45 € 5.628.376,00 € 9.487.326,00 5.116.380
22/05/2007 Kapitaalverhoging in geld 592.175 € 8,45 € 5.003.878,75 € 14.491.204,75 5.708.555
18/06/2007 Kapitaalverhoging in geld 7.691.849 € 8,45 € 64.996.124,05 € 79.487.328,80 13.400.404
24/09/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 1.727.862 € 9,26 € 16.000.002,12 € 95.487.330,92 15.128.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 556 € 8,81 € 4.900.000,00 € 100.387.330,92 15.684.266
3/12/2007 Kapitaalverhoging inbreng in natura 473.984 € 9,00 € 4.265.856,00 € 104.653.186,92 16.158.250
27/02/2008 Kapitaalverhoging inbreng in natura 125.376 € 9,00 € 1.128.384,00 € 105.781.570,92 16.283.626
27/05/2008 Kapitaalverhoging in geld 952.381 € 10,50 € 10.000.000,00 € 115.781.570,92 17.236.007
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 1.943.844 € 9,26 € 17.999.998,82 € 128.839.195,69 19.179.851
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 97.143 € 10,50 € 1.020.000,00 € 129.491.746,44 19.276.994
20/10/2008 Kapitaalverhoging in geld 357.143 € 5,60 € 2.000.000,00 € 131.491.746,44 19.634.137
26/06/2009 Uitoefening converteerbare obligaties 1.023.034 € 2,46 € 2.512.945,21 € 134.004.691,65 20.657.171
11/03/2010 Kapitaalverhoging inbreng in natura 658.333 € 2,04 € 1.342.999,32 € 136.347.690,97 21.315.504
11/03/2010 Uitoefening converteerbare obligaties 705.084 € 2,04 € 1.438.371,40 € 136.786.062,37 22.020.588
4/02/2011 Uitoefening converteerbare obligaties 6.613.043 € 0,46 € 3.042.000,00 € 139.828.062,37 28.633.631
27/03/2014 Kapitaalverhoging inbreng in natura 2.613.550.000 € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631
15/09/2014 Samenvoeging bestaande aandelen /250 0 € 0,00 € 0,00 € 165.963.562,37 10.568.734
19/12/2014 Kapitaalverhoging in geld 1 € 527.012,11 € 527.012,11 € 166.490.574,48 10.568.735

Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.

Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.

11.2.2. Benoeming en bevoegdheid van het bestuursorgaan

De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.

11.2.3. Statutenwijziging

Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 7:153 van het WVV.

De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.

Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.

11.2.4. Toegestaan kapitaal

De bijzondere algemene vergadering van 29 mei 2019 heeft beslist deze bevoegdheid niet te hernieuwen. Aldus is enkel de algemene vergadering bevoegd het kapitaal te verhogen.

11.2.5. Verwerving en vervreemding van eigen aandelen

De bijzondere algemene vergadering van 29 mei 2019 heeft beslist deze bevoegdheid niet te hernieuwen. Aldus kan de Vennootschap geen eigen aandelen verwerven.

11.2.6. Controlewijziging na een openbaar overnamebod

Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.

De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

11.2.7. Transparantieverklaringen

De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Op 31 december 2019 was er één geldige kennisgeving, namelijk deze van de heer Frank De Palmenaer. Hij meldde een drempeloverschrijding op 27 maart 2014 omdat hij 2.444.420.898 stemrechten had verworven, wat in verhouding tot het totaal aantal stemrechten van 2.642.183.631, 92,52% van de stemrechten vertegenwoordigt.

ABO-Group is niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group geen certificaten uitgegeven.

11.3. Raad van bestuur

11.3.1. Samenstelling van de Raad van Bestuur

Voorzitter Jadel BV (1) met als vaste vertegenwoordiger de
heer Jan Gesquière
Lid van het Auditcomité
van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021
Bestuurder Paul Decraemer BV (1) met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer
Voorzitter van het Auditcomité en
lid van het Benoemings- en
Remuneratiecomité
van 30 mei 2018 t.e.m. 27 mei 2020
Bestuurder Katleen De Stobbeleir BV (1) met als
vaste vertegenwoordiger mevrouw Katleen De Stobbeleir
Lid van het Auditcomité en
voorzitter van het Benoemings- en
Remuneratiecomité
van 29 mei 2019 t.e.m. 27 mei 2020
Gedelegeerd
Bestuurder
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV (2) met
als vaste vertegenwoordiger de heer Frank De Palmenaer
Lid van het Benoemings- en
Remuneratiecomité
van 30 mei 2018 t.e.m. 26 mei 2021

(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2) uitvoerend bestuurder

De Raad van Bestuur bestaat uit vier leden. Drie van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Deze drie bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 7:87 van het WVV, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.

Onder leiding van de Voorzitter evalueerden de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.

11.3.2. Activiteiten van de Raad van Bestuur tijdens het voorbije boekjaar

De Raad van Bestuur heeft 6 maal vergaderd in 2019. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig.

De Raad van Bestuur behandelde in 2019 onder meer de volgende onderwerpen:

  • de jaarcijfers 2018
  • de statutaire en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag
  • oproeping en agenda van de algemene vergadering
  • periodieke opvolging van de operationele vennootschappen ten opzichte van budget, inclusief het investeringsbudget
  • het businessplan en de langetermijnstrategie
  • het commercieel plan
  • de verslaggeving van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité
  • het charter inzake deugdelijk bestuur en de nieuwe corporate governance code 2020
  • de halfjaarcijfers
  • de organisatiestructuur, inclusief de opvolging van operationele herstructureringen
  • installatie van de nieuwe raad / benoeming van de leden van de comités
  • desinvesterings- en overnamedossiers
  • operationele uitvoering en bewaking van kwaliteit
  • contacten met externe financiers (banken) en potentiële partners

  • fiscale positie van de groep

  • compliance
  • hangende betwistingen en juridische dossiers
  • personeelsorganisatie en functionele wijzigingen
  • aandelenoptieplan
  • het budget 2020

11.3.3. Evaluatie van de Raad

De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:

  • beoordelen hoe de Raad werkt
  • nagaan of de behandelde onderwerpen grondig worden voorbereid
  • de daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder beoordelen
  • de actuele samenstelling van de Raad nagaan in het licht van de gewenste samenstelling.

11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur

11.4.1. Auditcomité

Samenstelling van het Auditcomité

De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het Auditcomité is als volgt samengesteld:

  • Jadel BV, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • Katleen De Stobbeleir BV, met als vaste vertegenwoordiger Katleen De Stobbeleir

Paul Decraemer BV werd benoemd tot voorzitter van het Auditcomité.

De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.

Conform artikel 7:99 van het WVV verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Paul Decraemer, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.

Vergaderingen van het Auditcomité

Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2019.

Er werd speciale aandacht besteed aan:

  • financiële en operationele rapportering
  • de juridische structuur, inclusief bespreking mogelijkheid tot vereenvoudiging
  • risicoanalyse van de activiteiten
  • halfjaar- en jaarresultaten, inclusief rapportering van de commissaris
  • juridische geschillen en voorzieningen
  • relatie en transacties met verbonden partijen
  • het auditplan
  • toepassing IFRS 16
  • fiscale positie van de groep

Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Auditcomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.4.2. Benoemings- & Remuneratiecomité

Samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité

De Raad van bestuur heeft een Benoemings- en Remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:

  • Katleen De Stobbeleir BV, met als vaste vertegenwoordiger Katleen De Stobbeleir
  • Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, met als vaste vertegenwoordiger Frank De Palmenaer

Katleen De Stobbeleir BV werd benoemd tot voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité.

De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.

Vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité

Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2019 tweemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Benoemings- & Remuneratiecomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.5. Management en dagelijks bestuur

De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vast vertegenwoordigd door Dhr. Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 30 mei 2018.

Het Uitvoerend comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directieraad in de zin van artikel 7:104 WVV.

De leden van het Uitvoerend comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend comité komt regelmatig samen.

Het Uitvoerend comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en niet-financiële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.

Naam Functie
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV
Dhr. Frank De Palmenaer
Gedelegeerd bestuurder
Special Projects on Support BV
Dhr. Johan Reybroeck
CFO / Compliance Officer
Dhr. Sébastien Gori CEO ABO-ERG

Het Uitvoerend Comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:

Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) in België.

11.6. Genderquotum

Overeenkomstig de wet van 28 juli 2011 over de aanwezigheid van vrouwen in de bestuursraden van beursgenoteerde ondernemingen, dient ten minste één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. ABO-Group benoemde hiertoe Katleen De Stobbeleir BV, vast vertegenwoordigd door mevrouw Katleen De Stobbeleir, tot bestuurder van de Vennootschap op de algemene vergadering van 29 mei 2019.

11.7. Remuneratieverslag

11.7.1. Procedure voor het ontwikkelen van een remuneratiebeleid en vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en de uitvoerende managers

De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur.

De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2019 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2019 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

11.7.2. Remuneratiebeleid

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding van € 5.000 per trimester. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.

De gedelegeerd bestuurder ontvangt een vaste vergoeding als bestuurder bij een aantal dochtervennootschappen. De remuneratie van het uitvoerend management als dienstverlener bestaat uit een vaste dagvergoeding. De remuneratie van het uitvoerend management als personeelslid bestaat uit een vaste vergoeding, een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met lange termijn cash-incentive plannen, noch met aandelen en/of aandelenopties.

Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

11.7.3. Bezoldigingen en andere vergoedingen aan bestuurders

In EUR Vaste vergoeding Totaal 2019
Jadel BV met als vaste vertegenwoordiger de
heer Jan Gesquière (*)
Niet-uitvoerend € 20.000 € 20.000
Paul Decraemer BV met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer
Niet-uitvoerend € 20.000 € 20.000
Katleen De Stobbeleir BV met als
vaste vertegenwoordiger
mevrouw Katleen De Stobbeleir
Niet-uitvoerend € 11.666,67 € 11.666,67
Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV
met als vaste vertegenwoordiger
de heer Frank De Palmenaer
Uitvoerend n.v.t. n.v.t.

* Voorzitter van de Raad van Bestuur

11.7.4. Evaluatiecriteria voor de vergoeding van de uitvoerende managers,

gebaseerd op prestaties

De uitvoerende managers ontvangen geen variabele vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van de onderneming.

11.7.5. Remuneratie van de gedelegeerd bestuurder

De gedelegeerd bestuurder ontving in 2019 een totale vergoeding van k€ 280.

In k Euro
Vaste remuneratie k€ 158
Variabele remuneratie -
Kostenvergoeding k€ 22
Andere voordelen k€ 100

11.7.6. Remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management

In k Euro
Vaste remuneratie k€ 267
Variabele remuneratie k€ 15
Pensioen k€ 13
Andere voordelen (dienstverband) Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.

De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.

11.7.7. Aandelen toegekend aan het uitvoerend management

Er werden in 2019 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.

11.7.8. Vertrekvergoedingen

De overeenkomst voor managementdiensten met Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV kan eenzijdig beëindigd worden mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 22.500 euro. De overeenkomst voor managementdiensten met Special Projects On Support BV kan eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van 36.000 euro. De CEO van ABO-ERG heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijn en opzegvergoeding.

11.7.9. Vergoeding commissaris

De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2019 het bedrag van € 146.077.

11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:96 WVV

Overeenkomstig artikel 7:96 WVV dient de Raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de Raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap. In 2019 werd geen beroep gedaan op toepassing van deze procedure.

11.9. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:97 WVV

Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 7:97 WVV omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.

Tijdens het boekjaar 2019 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten.

12. Ontslagen en benoemingen

Op de Algemene Vergadering komen dit jaar de mandaten van de bestuurders Paul Decraemer BV en Katleen De Stobbeleir BV te vervallen.

Het bestuur stelt voor om, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité, beide mandaten te hernieuwen voor een periode van 1 jaar, i.e. tot en met de algemene vergadering over het boekjaar 2020.

13. Verklaring door de verantwoordelijke personen

Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2019.

De ondergetekenden verklaren dat:

  • de jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • het rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2019 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Gent, 22 april 2020,

Voor de Raad van bestuur, de Voorzitter, de Gedelegeerd Bestuurder,

Jadel BV, Studie- en Expertisebureau De Palmenaer NV, vert. de heer Jan Gesquière vert. door Dhr. Frank De Palmenaer

Geconsolideerde Jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2019 en 2018

Geconsolideerde resultatenrekening

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2019 2018
Omzet 2.17 48 015 44 393
Overige bedrijfsopbrengsten 2.18 1 236 1 039
Totaal bedrijfsopbrengsten 49 251 45 432
Aankopen -4 540 -5 031
Diensten en diverse goederen -15 732 -15 458
Personeelsbeloningen 2.20 -20 998 -20 276
Afschrijvingen -4 266 -2 663
Overige bedrijfskosten 2.19 -549 -628
Operationele winst 3 166 1 376
Financiële kosten 2.21 -646 -447
Financiële opbrengsten 2.22 37 17
Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen 2 557 946
Belastingen 2.23 -767 -393
Netto winst voor voortgezette activiteiten 1 790 553
Netto winst 1 790 553
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 1 763 545
minderheidsbelangen 27 8
Winst per aandeel voor de aandeelhouders
Gewoon en verwaterd 2.24 0,17 0,05

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerd totaal resultaat

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2019 2018
Netto winst 1 790 553
Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de winst-en verliesrekening
Herwaardering gebouwen 2.11 1 253
Impact belastingen -324
Verandering reële waarde financiële activa met reële
waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten
2.11 7 -46
Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de winst- en verlies
rekening
Actuariële verliezen 2.13 -183 165
Impact belastingen 51 -41
Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen -125 1 007
Totaal resultaat na belastingen 1 665 1 560
Totaal resultaat toewijsbaar aan de
aandeelhouders van de moeder 1 638 1 552
minderheidsbelangen 27 8

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerde balans

Toelichting Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Vaste activa
Goodwill 2.5 844 844
Immateriële vaste activa 2.6 1 749 1 670
Materiële vaste activa 2.7 20 966 15 887
Uitgestelde belastingvorderingen 2.23 1 008 889
Verandering reële waarde financiële activa met
reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten
32 35
Overige financiële activa 629 646
Totaal vaste activa 25 228 19 971
Kortlopende activa
Voorraad 811 676
Handelsvorderingen 2.9 16 677 16 512
Overige kortlopende activa 2.9 1 112 974
Liquide middelen en kasequivalenten 2.10 5 743 4 795
Totaal kortlopende activa 24 343 22 957
Totaal activa 49 571 42 928
Toelichting Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Totaal eigen vermogen
Kapitaal 2.11 4 857 4 857
Geconsolideerde reserves 2.11 8 216 6 708
Niet-gerealiseerde resultaten 2.11 2 318 2 509
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep 15 391 14 074
Minderheidsbelang 2.11 1 357 1 050
Totaal eigen vermogen 16 748 15 124
Langlopende schulden
Financiële schulden 2.12 8 552 5 085
Uitgestelde belastingschulden 2.23 1 362 1 382
Voorzieningen 2.13 941 688
Totaal langlopende schulden 10 855 7 155
Kortlopende schulden
Financiële schulden 2.12 9 624 8 392
Handelsschulden 5 008 5 730
Belastingschulden 742 652
Overige kortlopende schulden 2.14 6 594 5 875
Totaal kortlopende schulden 21 968 20 649
Totaal eigen vermogen en schulden 49 571 42 928

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

35 BLADZIJDE

Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
in 000€ Toelichting Kapitaal Geconsolideerde
reserves
Niet
gerealiseerde
resultaten
Totaal Minderheids
belang
Totaal
eigen
vermogen
Op 1 januari 2018 4 857 6 074 1 591 12 522 1 203 13 725
Netto winst 545 545 8 553
Niet-gerealiseerde resultaten 1 007 1 007 1 007
Totaal Resultaat 545 1 007 1 552 8 1 560
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 89 -89
Dividend aan minderheidsbelang -34 -34
Aankoop minderheidsbelang Sialtech -127 -127
Op 31 december 2018 4 857 6 708 2 509 14 074 1 050 15 124
Netto winst 1 763 1 763 27 1 790
Niet-gerealiseerde resultaten -125 -125 -125
Totaal Resultaat 1 763 -125 1 638 27 1 665
Transfer afschrijvingen materiële vaste activa 175 -175
Dividend aan minderheidsbelang 2.11 -22 -22
Aankoop minderheidsbelang ABO Logistics 2.11 -431 109 -322 302 -20
Op 31 december 2019 4 857 8 216 2 318 15 391 1 357 16 748

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerde kasstroomtabel

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2019 2018
Netto winst 1 790 553
Niet kaskosten en operationele aanpassingen
Afschrijvingen van materiële vaste activa 2.7 3 979 2 419
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 2.6 286 244
Meerwaarde op herwaardering van bestaand belang
ingevolge controleverwerving
2.7 -68 -135
Meerwaarde verkoop van materiële vaste activa 2.13 -91 -11
Meerwaarde op verkoop van financiële vaste activa 2.9 14 13
Beweging in de provisies 2.22 -37 -17
Beweging in de waardeverminderingen op klanten 2.21 646 446
Financiële opbrengsten 2.4 -35
Financiële kosten 2.8 28
Aandeel in de winst van geassocieerde ondernemingen 2.23 -223 24
Uitgestelde belastingkost 2.23 990 369
Belastingkost 2.23 2
Aanpassingen van het werkkapitaal
Afname (toename) in de overige financiële vaste activa,
handelsvorderingen en overige kortlopende activa
-371 1 356
toename van de voorraad 185 -138
(afname) toename van de handelsschulden en overige schulden 54 -1 178
7 121 3 973
Ontvangen interesten 3 7
Betaalde belastingen -758 -689
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 6 366 3 291

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2019 2018
Investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa 2.7 -2 004 -2 424
Investeringen in immateriële vaste activa 2.6 -54 -98
Verkoop van materiële vaste activa 2.7 199 170
Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving geldmiddelen 2.4 -532
Investeringen in geassocieerde ondernemingen -20
Verkoop van dochteronderneming 10
Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten -2 401 -2 352
Financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit leningen 2.12 3 310 4 310
Terugbetalingen van leningen 2.12 -3 603 -2 509
Terugbetalingen van leasingschulden 2.12 -2 057 -1 000
Betaalde interesten -389 -231
Overige financiële opbrengsten (kosten) -256 -205
Dividendbetaling aan minderheidsbelang -22 -34
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten -3 017 331
Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten 948 1 270
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar 2.10 4 795 3 525
Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar 2.10 5 743 4 795
Overige niet-kastransacties
Financiële leasing 2.12 -6 682 -1 255

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten

1. Bedrijfsinformatie

ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een adviesbureau voor bouw, milieu en energie. ABO-Group biedt consultancy en testing en monitoring diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies voor milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2019 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').

Op de Raad van Bestuur van 22 april 2020 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.

2. Presentatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en de financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten, die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.

De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.

Wijziging van boekhoudprincipes

De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2019:

IFRS 16 Lease overeenkomsten

Deze toelichting verklaart de impact van de toepassing van IFRS 16 Leaseovereenkomsten op de financiële overzichten van de Groep en licht de nieuwe boekhoudprincipes toe die aangenomen zijn vanaf 1 januari 2019. De Groep maakte gebruik van de "modified retrospective approach" vanaf 1 januari 2019, zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers voor de rapporteringsperiode over boekjaar 2018. De reclassificaties en aanpassingen die ontstaan door toepassing van de nieuwe leasing waarderingsregels worden aldus erkend in de openingsbalans op 1 januari 2019.

Bij toepassing van IFRS 16 heeft de Groep leaseverplichtingen erkend voor leases welke voorheen geclassifieerd werden als operationele leases onder IAS 17. Deze verplichtingen werden berekend als de huidige waarde van de resterende leasebetalingen, verdisconteerd gebruik makend van de incrementele interestvoet van de leasingnemer vanaf 1 januari 2019. De incrementele interestvoet die werd toegepast vanaf 1 januari 2019 was variërend van 2% tot 4,3% per jaar.

Onderstaand is de reconciliatie van IAS 17 naar IFRS 16 toegelicht:

in 000€ Totaal
Operationele lease verplichtingen toegelicht per 31 december 2018 3 552
- Korte-termijn leases die lineair erkend worden als kost in de resultatenrekening -64
Niet verdisconteerde lease verplichtingen op datum van initiële toepassing 3 488
Verdisconteerd aan de incrementele rentevoet van de leasingnemer op datum van initiële toepassing 3 118
+ Financiële lease verplichtingen erkend per 31 december 2018 3 456
Lease verplichting erkend op 1 januari 2019 6 574
Waarvan:
- korte termijn lease verplichtingen 1 686
- lange termijn lease verplichtingen 4 888

De recht-op-gebruik activa voor alle activa werden erkend als het bedrag gelijk aan de lease verplichting, gecorrigeerd voor het bedrag van voorafbetaalde of toegerekende leasebetalingen erkend in de balans op 1 januari 2019 gerelateerd aan deze lease. Een overzicht van de recht-op-gebruik activa per 31 december en 1 januari 2019, per categorie is onderstaand toegelicht:

in 000€ 31 december 2019 1 januari 2019
Gebouwen 4 192 1 872
Installaties en machines 3 288 3 595
Rollend materieel 1 398 1 740
Totaal recht-op-gebruik activa 8 878 7 207
Totaal lease verplichtingen 8 312 6 574

De recht-op-gebruik activa staan weergegeven onder de rubriek "Materiële vaste activa" in de balans. De lease verplichtingen zijn, volgens hun resterende looptijd, terug te vinden onder de lang- en kortlopende Financiële schulden.

De beweging van de recht-op-gebruik activa voor het boekjaar 2019 is weergegeven in onderstaande tabel:

in 000€ Terreinen
en gebouwen
Installaties
en machines
Rollend
materieel
Totaal
Financiële leases op 31 december 2018 3 595 493 4 088
Recht-op-gebruik activa erkend op
1 januari door toepassing IFRS 16
1 871 1 247 3 118
Netto boekwaarde recht-op-gebruik activa
op 1 januari 2019
1 871 3 595 1 740 7 207
Bedrijfscombinatie 107 41 25 173
Afschrijvingen -603 -821 -634 -2 058
Addities tijdens het boekjaar 2 817 480 267 3 564
Buitengebruikstellingen -7 -7
Netto boekwaarde recht-op-gebruik activa
op 31 december 2019
4 192 3 288 1 398 8 878

De beweging in de lease verplichting gedurende het boekjaar is terug te vinden in onderstaande tabel:

in 000€ Lease verplichting
Financiële lease schuld op 31 december 2018 3 456
Lease verplichting erkend op 1 januari door toepassing IFRS 16 3 118
Totale lease verplichting op 1 januari 2019 6 574
Terugbetaling gedurende het boekjaar -2 058
Bedrijfscombinatie 173
Addities tijdens het boekjaar 3 661
Overige bewegingen -38
Totale lease verplichting op 31 december 2019 8 312

Het aangepaste nettoresultaat per segment voor 31 december 2019 is gedaald als gevolg van de wijziging in de waarderingsregels. De activa en verplichtingen per segment voor 31 december 2019 zijn gestegen als gevolg van de wijziging. De impact op de activa, lease verplichtingen en resultaat weergegeven in onderstaande tabel betreffen enkel deze die onder de oude standaard (IAS 17) niet erkend zouden geweest zijn. De volgende segmenten werden beïnvloed door de wijziging in de waarderingsregels:

in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Bedrijfsresultaat 41 8 13 62
Interestlasten -63 -16 -24 -103
Netto resultaat uit voortgezette activiteten
(segment winst en verlies)
-15 -6 -8 -29
Niet-kas kosten:
- afschrijvingen -629 -105 -286 -1 020
Totaal activa 1 355 547 603 2 505
Totaal schulden 1 370 553 611 2 534

Er is geen materiële impact op de resultaten per aandeel voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2019 als gevolg van de toepassing van IFRS 16.

De groep heeft in 2019 in totaal voor k€ 97 aan huurkosten erkend binnen de rubriek "Diensten en diverse goederen" van de geconsolideerde resultatenrekening die betrekking hebben op korte-termijn leases en activa met lage waarde.

Boekhoudprincipes aangenomen bij toepassing van IFRS 16:

Bij de eerste toepassing van IFRS 16 heeft de Groep gebruik gemaakt van de volgende erkenningsuitzonderingen toegestaan door de standaard:

  • Het gebruik van een enkele verdisconteringsvoet op een portfolio van leases met redelijk vergelijkbare karakteristieken
  • De verwerking van operationele leases met een resterende leasetermijn van minder dan 12 maanden per 1 januari 2019 zijn korte-termijn leases.
  • Het gebruik van hindsight in de bepaling van de lease-termijn ingeval het contract opties bevat voor de verlenging of beëindiging van de lease.

De Groep heeft geen verlieslatende operationele leasecontracten.

De lease overeenkomsten bevatten geen covenanten, maar geleasde activa kunnen niet gebruikt worden als waarborg voor financieringen.

De overige IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2019 zijn:

  • IFRIC 23 Onzekerheid over de fiscale behandeling van inkomsten
  • Aanpassing van IAS 19 Planwijzigingen, inperkingen en afwikkelingen
  • Aanpassing van IAS 28 Lange termijn investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures
  • Aanpassing van IFRS 9 Kenmerken van vervroegde terugbetaling met negatieve compensatie
  • Jaarlijkse verbeteringen aan IFRS 2015-2017 cyclus

De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

2.1. Voornaamste boekhoudprincipes

2.1.1. Consolidatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.31.

Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als de Groep:

  • Zeggenschap heeft over de onderneming (zoals vanuit bestaande rechten welke de Groep de mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de onderneming te sturen);
  • Onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming; en
  • De mogelijkheid heeft om haar zeggenschap te gebruiken over de onderneming om de rendementen te beïnvloeden.

Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.

Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere afschrijving van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.

2.1.2. Bedrijfscombinaties en goodwill

De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden.

De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.

Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.

Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten. Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.

Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere afschrijvingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden.

2.1.3. Belangen in geassocieerde ondernemingen

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van tussen 20 en 50 procent van de stemrechten van een andere entiteit.

Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere afschrijvingen.

Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.

Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.

Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere afschrijving. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere afschrijving berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere afschrijving wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.

Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.

2.1.4. Vreemde valuta

Functionele en rapporteringsvaluta

De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.

Transacties in vreemde valuta

Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.

2.1.5. Erkenning van opbrengsten

De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen op basis van het volgende 5-stappen model:

    1. Identificeer de contracten met de klant
    1. Identificeer de prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Bepaal de transactie-prijs
    1. Alloceer de transactie-prijs aan de diverse prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Erken omzet wanneer de entiteit voldaan heeft aan een prestatie-verplichting

43 BLADZIJDE

Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:

Consultancy

Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.

Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.

Bij vaste prijs wordt de omzet verworven over de prestatieperiode en bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

Testing en monitoring

Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.

Overige verkopen van goederen en diensten

Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen op het tijdstip waarop de controle wordt overgedragen aan de klant, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.

Interestopbrengsten

Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Dividenden

Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.

2.1.6. Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.

De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.

Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. Uitgestelde belastingvorderingen worden teruggenomen indien het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel zal gerealiseerd worden.

De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde

waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.

2.1.7. Immateriële activa andere dan goodwill

Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.

Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.

Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.

Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.

De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere afschrijvingsverliezen.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

  • Software: 3 jaar;
  • Klantenportefeuilles: 10 jaar;

2.1.8. Materiële vaste activa

De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere afschrijvingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde. Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.

Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op het geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde

reserves.

Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.

De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.

De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:

  • Terreinen: niet afgeschreven
  • Gebouwen: 30-33 jaar;
  • Inrichting van gebouwen: 10 jaar;
  • Technische uitrusting: 3-10 jaar;
  • Computermateriaal: 3-5 jaar;
  • Kantooruitrusting: 5 jaar;
  • Wagens: 4-5 jaar;

De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.

2.1.9. Leasing

De Groep beoordeelt bij aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Dat betekent dat het contract het recht geeft om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te controleren, in ruil voor een vergoeding.

DE GROEP ALS LEASINGNEMER

De Groep past een enkele opname- en waarderingsbenadering toe voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde. De Groep neemt leaseverplichtingen op voor de leasebetalingen en recht-op-gebruik activa die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.

Recht-op-gebruik activa

De Groep erkent recht-op-gebruik activa op de ingangsdatum van de lease (d.w.z. de onderliggende datum waarop het item beschikbaar is voor gebruik). Recht-op-gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kost van recht-op-gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten en leasebetalingen op of vóór de ingangsdatum verminderd met ontvangen voordelen. Activa voor gebruiksrechten worden lineair afgeschreven over de leaseperiode.

Als de eigendom van het geleasde actief aan het einde van de leaseperiode aan de Groep wordt overgedragen of als de kosten de uitoefening van een aankoopoptie reflecteren, wordt de afschrijving berekend op basis van de geschatte gebruiksduur van het actief. De gebruiksrechten voor activa zijn ook onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen. We verwijzen hiervoor naar de waarderingsregels onder 1.1.10 Bijzondere waarderverminderingen voor niet-financiële activa.

Leaseverplichtingen

Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verwachte leasebetalingen over de leaseperiode. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen verminderd met eventuele te leasevoordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een koers, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan de Groep redelijkerwijs zeker is dat deze zal worden uitgeoefend en betalingen van boetes voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de leaseperiode deze optie om te beëindigen weerspiegelt.

Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een koers worden als kost opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de gebeurtenis of toestand die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.

Bij de berekening van de huidige waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele rentevoet omdat de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van leaseverplichtingen geherwaardeerd bij aanpassingen, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de leasebetalingen (bijvoorbeeld wijzigingen in toekomstige betalingen als gevolg van een wijziging in een index of koers die wordt gebruikt om dergelijke leasebetalingen te bepalen) of een wijziging in de beoordeling van een optie om het onderliggende actief te kopen.

De lease verplichtingen van de Groep worden opgenomen bij de financiële schulden.

Kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde

De Groep past de vrijstelling voor de erkenning van huurovereenkomsten op korte termijn toe (d.w.z. die leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de ingangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Het past ook de vrijstelling toe van geleasde activa met een lage waarde. Leasebetalingen op korte termijn leases en van activa met een lage waarde worden als kost opgenomen gedurende de leaseperiode.

DE GROEP ALS LEASINGGEVER

De Groep heeft geen contracten waar het als leasinggever optreedt.

2.1.10. Bijzondere waardevermindering voor niet-financiële activa

Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kasstroomverdisconterings model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.

Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere afschrijving tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.

2.1.11. Financiële activa

Reële waarde van de financiële instrumenten

De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:

  • Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");
  • Voor handelsvorderingen, handelsschulden, andere kortlopende activa en passiva is hun reële waarde ongeveer gelijk aan hun boekwaarde rekening houdend met hun korte looptijd;
  • Voor geldmiddelen en kasequivalenten vormen de boekwaarden opgenomen in de balans een benadering van hun reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd;

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële activa

Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten of als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft momenteel geen financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening. De classificatie van het financieel actief op het moment van boeking is afhankelijk van de karakteristieken van de contractuele kasstromen van het financieel actief en het business model van het Groep om deze financiële activa te beheren. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.

De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handels- en overige vorderingen, waarborgen en investeringen in een beleggingsfonds.

Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.

Criteria voor de waardering van financiële activa

• Financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten:

  • Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop worden de geaccumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten niet getransfereerd naar het operationeel resultaat, maar blijven ze binnen het eigen vermogen.
  • Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere afschrijving onderhevig is.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de levensduur ECL.

De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.

2.1.12. Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De voorraad bestaat uitsluitend uit hulpstoffen welke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.

2.1.13. Handels- en overige vorderingen inclusief contract activa

Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen. Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.

Een contract activa is het recht op een vergoeding in ruil voor de levering van goederen of diensten aan de klant. De Groep boekt een contract activa wanneer de goederen of diensten geleverd worden aan de klant en dit voordat de goederen of dienst gefactureerd worden. De contract activa bevatten zowel op te maken facturen alsook contracten in uitvoering welke gewaardeerd worden op basis van de staat van uitvoering. We verwijzen ook naar de boekhoudprincipes met betrekking tot de omzet.

2.1.14. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

2.1.15. Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

2.1.16. Personeelsvergoedingen

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.

Toegezegde-bijdrage regelingen

De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben. De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.

Toegezegde-pensioenregeling

De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.

De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015

blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.

Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.

De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegde-pensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegde-pensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegde-pensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegde-pensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.

De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.

De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).

De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.

2.1.17. Financiële verplichtingen

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen

Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effective rentemethode. De Groep heeft geen financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.

Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen. De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.

Compensatie

Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.

2.1.18. Handelsschulden en overige schulden

Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.

2.2. Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn

De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.

  • Aanpassingen van IAS 1 en IAS 8 Definitie van materieel (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
  • Aanpassingen van IFRS 3 Bedrijfscombinaties (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassingen aan IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 Hervorming van de Referentierentevoeten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
  • Aanpassing van de referenties naar het Conceptueel kader in IFRS standaarden (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
  • IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening: Classificatie van Verplichtingen als schulden op korte of op lange termijn (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)

IFRS 3 Bedrijfscombinaties — De wijzigingen in IFRS 3 verduidelijken dat een entiteit die zeggenschap verwerft over een bedrijf dat een gezamenlijke bedrijfsactiviteit (joint operation) is, het voorheen aangehouden belang zal herwaarderen.

De wijzigingen worden niet verwacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.

2.3. Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen

Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.

Beoordelingen, schattingen en assumpties

Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.

Bijzondere waardevermindering op goodwill

De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere waardevermindering voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere waardevermindering uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.

Er werden eind 2019 en 2018 geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op de goodwill. De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 750 op 31 december 2019 (2018: k€ 803). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.23.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere afschrijvingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.

De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in maart 2020. De reële waarde week echter niet materieel af van de boekwaarde per 31 december 2019. De waardering van de gebouwen in Nederland is gebeurd op 20/9/2016 (Alphen aan den Rijn, in kader van overname Geomet Vastgoed), 25/2/2018 (kantoor Breda) en op 31/12/2018 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de huidige boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde.

De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 6 656 op 31 december 2019 (2018: k€ 7 022).

Toegezegde pensioenplannen

De Groep heeft de Belgische toegezegde-pensioenplannen (groepsverzekering met wettelijk minimaal rendement) geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.

De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.

Voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.

Bepaling van de lease termijn bij contracten met opties voor verlenging en beëindiging

De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare lease termijn, samen met eventuele periodes gedekt door een optie om de huurovereenkomst te verlengen indien redelijkerwijs zeker is dat deze zal uitgeoefend worden, of door eventuele periodes met een optie om de huurovereenkomst te beëindigen, indien redelijkerwijs zeker is dat deze niet wordt uitgeoefend.

De Groep heeft verschillende lease overeenkomsten met opties voor verlenging en beëindiging. De Groep past beoordelingen toe of het redelijk zeker is of de optie om te verlengen of de huurovereenkomst te beëindigen al dan niet wordt uitgeoefend. Dat wil zeggen, het houdt rekening met alle relevante factoren die daarvoor een economisch motief vormen om de verlenging of beëindiging uit te oefenen. Enkele elementen die daarbij in rekening worden gebracht zijn het al dan niet bestaan van verbeteringswerken aan de activa, het al dan niet stra-

tegische belang van de locatie, de initiële duur van de overeenkomst. Na de ingangsdatum beoordeelt de Groep de leasetermijn opnieuw wanneer er een belangrijke gebeurtenis of verandering in omstandigheden is die binnen zijn macht ligt en zijn mogelijkheid om de uitoefening van de optie om te verlengen of te beëindigen beëinvloedt (bijvoorbeeld aanzienlijke verbeteringen of belangrijke aanpassingen aan het geleasde actief). De periodes gedekt door een optie om te beëindigen worden enkel in rekening gebracht als deel van de lease termijn wanneer het redelijk zeker is dat deze niet uitgeoefend zal worden.

Lease overeenkomsten – inschatting van de incrementele rentevoet

De Groep kan de impliciete interestvoet niet gemakkelijk bepalen, daarom gebruikt zij de incrementele interestvoet om leaseverplichtingen te meten. De incrementele interestvoet is de rentevoet die de Groep zou betalen in een vergelijkbare economische omgeving om via een lening gedurende een vergelijkbare periode en met een vergelijkbare dekking een actief te verkrijgen van een vergelijkbare waarde als het gebruiksrecht.

De incrementele interestvoet weerspiegelt wat de groep 'zou moeten betalen', dewelke een schatting vereist wanneer er geen waarneembare tarieven beschikbaar zijn (zoals voor dochterondernemingen die geen financieringstransacties aangaan) of wanneer deze moeten worden aangepast aan de voorwaarden van de huurovereenkomst (bijvoorbeeld wanneer huurovereenkomsten niet in de functionele valuta van de dochteronderneming zijn). De Groep schat de incrementele interestvoet op basis van waarneembare inputs (zoals marktrentevoeten) indien beschikbaar.

2.4. Bedrijfscombinaties

De Groep heeft op 1 juli 2019 alle aandelen van het Franse INNOGEO SAS verworven voor een bedrag in geld van k€ 760. Door deze overname kan de groep in haar drie thuislanden (België, Nederland en Frankrijk) en internationaal, naast geotechnische studies ook geofysische studies en testen aanbieden.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

in 000€ Boekwaarde Reële waardeaanpassingen Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 30 281 311
Materiële vaste activa 320 190 510
Overige vaste activa 10 10
Voorraden 31 31
Handelsvorderingen 294 294
Kas en kasequivalenten 228 228
Overige kortlopende activa 57 57
Totaal activa 970 471 1 441
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 131 131
Financiële leningen op lange termijn 248 248
Financiële leningen op korte termijn 68 68
Handelsschulden 79 79
Belastingschulden 2 2
Overige schulden 118 118
Totaal schulden 515 131 646
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 455 340 795
Badwill -35
Aankoopprijs aandelen in geldmiddelen 760

53 BLADZIJDE

De netto kasuitstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 532.

De reële waarde aanpassing van de immateriële vaste activa heeft uitsluitend betrekking op klantenrelaties en bedraagt k€ 281. De reële waarde van de materiële vaste activa voor een bedrag van k€ 190 heeft voornamelijk betrekking op geo-radars.

De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van k€ 35, welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening.

Sinds de acquisitiedatum heeft INNOGEO SAS k€ 527 bijgedragen aan de omzet en k€ -33 aan de netto winst van de Groep. Indien de combinatie had plaatsgevonden op 1 januari 2019, dan zou de bijdrage aan de omzet en nettowinst respectievelijk k€ 972 en k€ -74 geweest zijn.

2.5. Goodwill

De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
ABO NV (consulting) 154 154
Translab 690 690
Totaal 844 844

De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO (consulting) en Translab (consulting) maken deel uit van het operationele segment "België".

De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het budget, voor het tweede tot en met het vierde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde op het einde van het vierde jaar.

De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 9,91 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 9,7 welke ongeveer m€ 5,7 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid. De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -1 427
Toename verdisconteringvoet met 1% -609

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO.

De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 9,9 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De assumptie voor 2020 houdt rekening met een verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid tegenover 2019 met ongeveer 63% en daarna een jaarlijkse groei van 5%. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 4,4 welke ongeveer m€ 3,4 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA -1 188
Toename verdisconteringvoet met 1% -643

Op basis van bovenstaande informatie heeft het management geoordeeld dat er geen bijkomende afschrijving op deze goodwill dient geboekt te worden.

2.6. Immateriële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kan als volgt voorgesteld worden:

in 000€ Klantenportefeuille Software, patenten en licenties Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2018 2 034 543 2 577
Investeringen 98 98
Verkopen en buitengebruikstellingen 6 -6
Op 31 december 2018 2 040 635 2 675
Investeringen 8 46 54
Bedrijfscombinatie 281 30 311
Op 31 december 2019 2 329 711 3 040
Afschrijvingen
Op 1 januari 2018 -312 -448 -760
Afschrijvingen -201 -44 -245
Op 31 december 2018 -513 -492 -1 005
Afschrijvingen -216 -70 -286
Op 31 december 2019 -729 -562 -1 291
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2018 1 722 95 1 817
Op 31 december 2018 1 527 143 1 670
Op 31 december 2019 1 600 149 1 749

De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen". De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 7 jaar.

2.7. Materiële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kan als volgt gepresenteerd worden:

in 000€ Terreinen Gebouwen Installaties
en machines
Meubilair Rollend
materieel
Recht-op
gebruik activa
Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2018 997 6 670 13 238 2 521 2 639 26 065
Investeringen 4 3 016 168 490 3 678
Bedrijfscombinatie -410 -128 -134 -672
Verkopen en buitengebruikstellingen 1 254 1 254
Transfer -23 23 3 -3
Op 31 december 2018 974 7 951 15 847 2 558 2 995 30 325
Investeringen 4 1 442 342 216 2 004
Bedrijfscombinatie 310 27 173 510
Verkopen en buitengebruikstellingen -482 -10 -93 -335 -920
Addities in recht-op-gebruik activa 6 682 6 682
Transfer -1 5 -6 274 1 -1 666 7 935
Op 31 december 2019 973 7 960 10 843 2 918 1 452 14 455 38 601
Afschrijvingen
Op 1 januari 2018 -1 644 -6 793 -2 203 -2 017 -12 657
Afschrijvingen -259 -1 767 -127 -267 -2 420
Verkopen en buitengebruikstellingen 403 127 109 639
Op 31 december 2018 -1 903 -8 157 -2 203 -2 175 -14 438
Afschrijvingen -367 -1 299 -150 -105 -2 058 -3 979
Verkopen en buitengebruikstellingen 383 8 63 328 782
Transfer -7 2 680 1 174 -3 847
Op 31 december 2019 -2 277 -6 393 -2 345 -1 043 -5 577 -17 635
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2018 997 5 026 6 445 318 622 13 408
Op 31 december 2018 974 6 048 7 690 355 820 15 887
Op 31 december 2019 973 5 683 4 450 573 409 8 878 20 966

De investeringen in materiële vaste activa in 2019 bedragen k€ 2 004 (2018: k€ 3 678) en bestaan voornamelijk uit boortorens en overige technische uitrusting (2018: aangekocht en via leasing).

In 2019 werd voor k€ 6 682 aan nieuwe recht-op-gebruik activa erkend. Dit bestaat voornamlijk uit de initiële erkenning van recht-op-gebruik activa door de toepassing van "IFRS 16 – leaseovereenkomsten" (zie toelichting 2. Presentatiebasis) ten belope van k€ 3 118. Daarnaast werd gedurende het boekjaar ook voor k€ 2 817 aan gebouwen en terreinen verworven, voor k€ 480 aan installaties en machines en voor k€ 267 aan rollend materieel.

De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 68 in 2019 (2018: k€ 135).

Er werden geen bijzondere afschrijvingen geboekt op de materiële vaste activa.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België (in maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de gebouwen in België, maar de afwijking van de reële waarde met de boekwaarde op eind 2019 was immaterieel), in december 2018 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland (behalve het gebouw verworven in het kader van de acquisitie van Geomet Vastgoed B.V. welke gewaardeerd werd op datum van acquisitie). De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2019 en 2018 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 247 in 2019 (2018: k€ 127).

Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 3 342 bedragen op 31 december 2019 (2018: k€ 5 769).

Hypotheken en overige zekerheden

De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 1 434 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.

2.8. Geassocieerde ondernemingen

Per 31 december 2019 heeft de Groep geen deelnemingen in geassocieerde ondernemingen.

2.9. Handels- en overige kortlopende activa

De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Handelsvorderingen 11 651 11 049
Contract activa 5 499 6 038
Geboekte waardeverminderingen -473 -575
Totaal Handelsvorderingen 16 677 16 512
Overige kortlopende activa 1 112 974
Totaal Overige kortlopende activa 1 112 974

De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De contract activa bestaan voornamelijk uit nog te factureren diensten bepaald op basis van een "time & material" contract of een contract met een vaste prijs. De contract activa worden gepresenteerd binnen de handelsvorderingen en bedragen k€ 5 499 eind 2019 (2018: k€ 6 038). Deze contract activa zullen gefactureerd worden in 2020.

De overige kortlopende activa bestaan voornamelijk uit vooruitbetaalde kosten k€ 375 (2018: k€ 445), terug te vorderen btw en belastingen k€ 471 (2018: k€ 334) en andere overige kortlopende activa k€ 266 (2018: k€ 169).

Op 31 december 2019 werd een waardevermindering op handelsvorderingen geboekt voor een bedrag van k€ 473 (2018: k€ 575).

De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:

in 000€ Waardevermindering
op handelsvorderingen
Op 1 januari 2018 -660
Toevoeging -244
Terugneming en gebruik 329
Op 31 december 2018 -575
Toevoeging -193
Terugneming en gebruik 295
Op 31 december 2019 -473

De vervaldagenbalans wordt weergegeven in toelichting 2.27.

2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2019 2018
Geldmiddelen 5 092 4 486
Kasequivalenten 651 309
Totaal 5 743 4 795

De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet. Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2019 en 2018.

2.11. Eigen vermogen

Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2019 (2018: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.

Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2019 en 2018. Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.

Reserves

De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.

De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2019 (2018: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 8 212 op 31 december 2019 (2018: k€ 6 704).

De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2019 en 2018.

Niet-gerealiseerde resultaten

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:

1 699
Niet-gerealiseerde resultaten
38
1 820
-159
op 1 januari 2018
Reële waarde verandering fondsbeleggingen
-46

-46
Herwaardering gebouwen

1 253
1 253
Reclassificatie impact afschrijvingen

-89

naar geconsolideerde reserves
-89
Actuariële verliezen toegezegde bijdrage


165
pensioenregeling
165
Impact uitgestelde belastingen

-324
-41
-365
Niet-gerealiseerde resultaten
-8
2 660
-35
op 31 december 2018
2 617
Reële waarde verandering fondsbeleggingen
7

7
Reclassificatie impact afschrijvingen

-175

naar geconsolideerde reserves
-175
Actuariële verliezen toegezegde


-183
bijdrage pensioenregeling
-183
Impact uitgestelde belastingen


51
51
Niet-gerealiseerde resultaten
-1
2 485
-167
op 31 december 2019
2 318
Toewijsbaar aan de aandeelhouders
-1
2 485
-167
2 318
Toewijsbaar aan het minderheidsbelang


Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
ABO Logistics -284
Sialtech 426 421
Geosonda BV 672 671
Enviromania/Translab 259 242
Totaal minderheidsbelang op balans 1 357 1 050
ABO Logistics -16 -88
Sialtech 26 5
Geosonda BV 1 56
Enviromania/Translab 16 35
Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat 27 8

Het minderheidsbelang in 2019 bestaat uit 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. Op 1 maart 2019 heeft de Groep het resterende minderheidsbelang, 25%, van ABO Logistics NV (België) verworven voor een bedrag van k€ 20. Tijdens de eerste 2 maanden van 2019 is nog een verlies van k€ 16 toewijsbaar aan het minderheidsbelang. In 2018 heeft de Groep een bijkomende belang verkregen in de vennootschap Sialtech BV van 9,33% voor een bedrag van k€ 127.

Het minderheidsbelang in 2018 bestaat uit 25% van de aandelen in de dochteronderneming ABO Logistics NV (België), 42,07% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Environmania NV en Translab NV.

De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV en Enviromania/Translab NV is als volgt:

in 000€ Sialtech BV Geosonda BV Translab
Langlopende activa (incl. goodwill) 2 406 2 229 1 910
Kortlopende activa 703 1 270 405
Langlopende schulden -882 -1 309 -927
Kortlopende schulden -928 -697 -380
Eigen vermogen -1 299 -1 493 -1 008
Aandeel 33% 45% 26%
Aandeel in het eigen vermogen
van het minderheidsbelang
-426 -672 -259
Historische consolidatie-aanpassing
Boekwaarde minderheidsbelang -426 -672 -259
Omzet 3 551 2 684 1 462
Winst (verlies) van het boekjaar 80 2 65
Aandeel 32,75% 45,00% 25,59%
Aandeel in resultaat 26 1 16

In 2019 werd een dividend aan de minderheidsaandeelhouder van Sialtech BV uitgekeerd van k€ 22.

2.12. Financiële schulden

De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Vervaldag Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Interestvoet 2019 2018
Straight loan Euribor+1,2%/1,75% 2020 4 591 4 763
Investeringkrediet 5,08% / 1,75% 2020 - 2024 2 581 1 615
Leningen vervaldag 2018 en later 2,26%-3,75% 2020 - 2022 555
Lease verplichtingen 0,00% - 3,55% 2020 - 2031 8 312 3 437
Leningen vakantiegeld 0,60% 2020 352 748
Leningen vennootschapsbelasting 0,48% 2020 44
Rekening-courant 4,25% 2020 95 133
Euroflex lening 3,79% 2032 702 754
Lening 5,00% 2021-2023 300 402
Factoring 0,85% 2020 1 199 1 070
Totaal 18 176 13 477
waarvan kortlopend 9 624 8 392
waarvan langlopend 8 552 5 085

In het kader van een financieringsovereenkomst ten bedrage van maximaal 5,1 miljoen euro met Belfius, werd een convenant van netto financiële schuld / EBITDA ingevoegd van maximaal 3,5. Voor het jaar eindigend op 31 december 2019 bedroeg deze convenant 1,7.

De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.

De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.

Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:

in 000€ Leningen Financiële leasings Totale verplichtingen uit
financiële activiteiten
Op 1 januari 2019 10 139 3 338 13 477
Netto kasstromen -293 -2 057 -2 350
Lease verplichting erkend op 1 januari 2019
door toepassing IFRS 16
3 118 3 118
Nieuwe lease verplichtingen 3 661 3 661
Nieuwe leningen uit bedrijfscombinaties 142 173 315
Transfer -118 118
Overige -6 -38 -44
Op 31 december 2019 9 864 8 312 18 176

2.13. Voorzieningen

De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) 822 524
Geschillen 119 164
Totaal 941 688

Voorziening geschillen

ABO NV is betrokken in een aantal juridische procedures. Telkens wordt de vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Ondanks het feit dat de vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), houdt de vennootschap op heden een voorziening aan van in totaal k€ 110. ERG is eveneens betrokken in een aantal juridische procedures waarvoor de vennootschap een voorziening aanhoudt van in totaal k€ 9. In totaal is k€ 119 voorzien in 2019 (k€ 164 in 2018). Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.

Te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk

De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.

De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2018 1 157 -462 695
Bijdragen -104 -104
Interesten 15 -6 9
Prestaties 100 100
Uitbetalingen -62 62
Actuariële verliezen -165 -165
Rendement op de activa exclusief interesten -1 -1
Op 31 december 2018 1 045 -511 534
Bijdragen -41 -41
Interesten 17 -7 10
Prestaties 135 135
Uitbetalingen -5 5
Actuariële verliezen 183 183
Rendement op de activa exclusief interesten
Op 31 december 2019 1 375 -554 822

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2019 2018
Salarisverhoging 2,0% 2,0%
Verdisconteringsvoet 0,8% 1,6%

De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Impact wijziging demografische assumpties -2 -20
Impact wijziging ervaring op netto verplichting -8 128
Impact wijziging actualisatievoet -173 57
Rendement op de activa exclusief interesten 1
Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat -183 166

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Prestaties 135 100
Interestkost op de verplichting 17 15
Totaal 152 115

De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Aandelen 103 98
Obligaties 313 310
Geldmiddelen en kasequivalenten 58 43
Vastgoed 73 54
Overige 7 6
Totaal 554 511

De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:

in 000€ 2019
Actualisatievoet: +0,5% -116
Actualisatievoet: -0,5% 130

De Groep verwacht dat in 2020 k€ 133 zal betaald worden aan pensioenvoordelen uit het plan. De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 162 aangesloten werknemers (2018: 143).

Te bereiken doel pensioenregeling in België

De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.

De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Netto verplichting Reële waarde activa Verplichting
toegezegde pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2018 811 -811
Bijdragen -63 -63
Interesten 15 -15
Prestaties 59 59
Actuariële verliezen 9 -9
Belastingen betaald op bijdragen -7 7
Administratiekosten 4 4
Op 1 januari 2019 887 -887
Bijdragen -58 -58
Interesten 17 -17
Prestaties 54 54
Actuariële verliezen 8 -8
Belastingen betaald op bijdragen -9 9
Administratiekosten 4 4
Op 31 december 2019 957 -957

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in 000€ 2019 2018
Inflatie 1,70% 1,90%
Verdisconteringsvoet 1,10% 1,90%
Rendement op activa 1,10% 1,90%

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

in 000€ 2019 2018
Prestaties 54 58
Netto interest -1
Administratiekosten 4 4
Totaal 58 61

De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.

Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting.

De Groep verwacht dat in 2020 k€ 56 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 35 jaar. Het pensioenplan heeft 132 aangesloten actieve werknemers en 375 aangesloten niet-actieve werknemers.

2.14. Overige kortlopende schulden

De overige kortlopende schulden bestaan uit:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Toe te rekenen kosten 38 59
Voorafbetalingen -311 -414
Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) 2 007 1 858
Kortlopende voorzieningen 192 173
Schulden m.b.t. personeel 4 511 4 029
Overige 157 170
Totaal 6 594 5 875

2.15. Reële waarde

Financiële vaste activa

Boekwaarde Fair value
in 000€ 2019 2018 2019 2018
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa gewaardeerd aan
reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten
32 35 32 35
Beleggingsfondsen 32 35 32 35
Financiële vaste activa gewaardeerd
aan geamortiseerde kostprijs
23 528 22 102 23 528 22 102
Handelsvorderingen 16 677 16 512 16 677 16 512
Overige financiële activa (langlopend) 629 646 629 646
Overige kortlopende activa 479 149 479 149
Geldmiddelen en kasequivalenten 5 743 4 795 5 743 4 795
Totaal financiële vaste activa 23 560 22 137 23 560 22 137

De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handelsvorderingen en overige kortlopende activa benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter.
  • De financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten bestaan uitsluitend uit investeringen in beleggingsfondsen. De Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation"). Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 3. De impact op de niet-gerealiseerde resultaten in 2019 was k€ 7 (2018: k€ -46).
  • De reële waarde van de overige financiële activa is niet significant verschillend met de boekwaarde op 31 december 2019 en 2018.
Boekwaarde Fair value
in 000€ 2019 2018 2019 2018
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd
aan geamortiseerde kostprijs
23 342 19 373 23 554 19 630
Leningen 18 176 13 477 18 388 13 734
Handelsschulden 5 008 5 730 5 008 5 730
Overige schulden 158 166 158 166
Totaal financiële verplichtingen 23 342 19 373 23 554 19 630
Waarvan langlopend 8 552 5 085 8 691 5 225
Waarvan kortlopend 14 790 14 288 14 863 14 405

Financiële verplichtingen

De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • De boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten.
  • De financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.

Reële waarde hiërarchie

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:

  • Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
  • Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden welke niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2019
in 000€ Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Financiële activa met reële waardewijzigingen
via de niet-gerealiseerde resultaten
32 32
Financiële schulden: leningen 18 388 18 388
Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
in 000€ Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Financiële activa met reële waardewijzigingen
via de niet-gerealiseerde resultaten
35 35
Financiële schulden: leningen 13 734 13 734

De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.

De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:

in 000€

Op 1 januari 2018 71
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -46
Op 31 december 2018 25
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten 7
Op 31 december 2019 32

Niet-recurrente reële waarde berekeningen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1 330. In maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de terreinen en gebouwen in België maar de reële waarde week niet materieel af ten opzichte van de boekwaarde eind 2019. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in september 2016 en februari 2018 en is voor Frankrijk gebeurd in december 2018. De impact van de waardering van de gebouwen in Frankrijk in 2018 was een niet-gerealiseerde winst van k€ 1 253. De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.

De niet-gerealiseerde winst in 2018 ten belope van k€ 1 253 vloeit voort uit de mid-range van de waardebepaling zoals bepaald door de erkende vastgoedschatters. Indien de onderste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, daalt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1 044. Indien de bovenste vork van de waardebepaling zoals bepaald door de vastgoedschatters zou genomen worden, daalt de niet-gerealiseerde winst tot k€ 1 464.

In 2019 waren geen additionele herwaarderingen aan reële waarde.

2.16. Segmentinformatie

De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:

  • België
  • Frankrijk
  • Nederland

Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.

De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.

De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring).

De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2019 en 2018:

in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op 31 december 2019
Omzet (derden) 15 314 22 641 10 060 48 015 48 015
Omzet (intra-groep) 682 265 947 -947
Bedrijfresultaat 933 1 548 685 3 166 3 166
Interestopbrengsten 43 17 -2 58 -55 3
Interestlasten -193 -56 -192 -441 52 -389
Netto resultaat voortgezette activiteiten
(segment winst en verlies)
404 986 400 1 790 1 790
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen -1 414 -1 433 -1 419 -4 266 -4 266
Totaal activa 32 071 24 149 9 913 66 133 -16 562 49 571
Totaal schulden -14 644 -13 430 -8 155 -36 229 3 406 -32 823
in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
Omzet (derden) 16 252 18 869 9 272 44 393 44 393
Omzet (intra-groep) 595 19 130 744 -744
Bedrijfresultaat 184 486 706 1 376 1 376
Interestopbrengsten 40 31 1 72 -65 7
Interestlasten -128 -29 -140 -297 65 -232
Netto resultaat voortgezette activiteiten
(segment winst en verlies)
-215 330 438 553 553
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen -724 -1 020 -919 -2 663 -2 663
Totaal activa 32 430 17 955 9 587 59 972 -17 044 42 928
Totaal schulden -15 644 -7 840 -8 207 -31 691 3 886 -27 805

Het segment netto resultaat voor voortgezette activiteiten kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).

Overige toelichtingen

De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.

2.17. Omzet

De omzet kan als volgt gedetailleerd worden per type dienstverlening en per aard, en dit opgesplitst per segment:

Voor het jaar eindigend op 31 december 2019
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 11 364 3 805 7 316 22 485
Testing and monitoring 3 930 6 235 15 325 25 490
Overige 20 20 40
Totaal 15 314 10 060 22 641 48 015
Per type van de diensten
Bodem 11 801 4 818 3 616 20 235
Geotechniek 1 519 5 222 19 025 25 766
Asbest & energie 1 932 1 932
Overige 62 20 82
Totaal 15 314 10 060 22 641 48 015
Voor het jaar eindigend op 31 december 2018
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 12 666 3 480 6 509 22 656
Testing and monitoring 3 563 5 772 12 359 21 695
Overige 22 20 42
Totaal 16 251 9 272 18 868 44 393
Per type van de diensten
Bodem 11 764 4 210 3 420 19 394
Geotechniek 1 133 5 042 15 448 21 625
Asbest & energie 2 518 2 518
Overige 836 20 856
Totaal 16 251 9 272 18 868 44 393

De diensten worden voornamelijk geleverd op basis van "time & material" contracten (consulting) of contracten met een vaste prijs (consulting, testing en monitoring). De "consulting" diensten worden geleverd over een bepaalde tijd welke maandelijks gefactureerd worden of waarbij de vooruitgang wordt door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. De "testing en monitoring" diensten worden geleverd op een bepaald tijdstip, namelijk bij oplevering van het project. Deze diensten zijn meestal van korte duur.

2.18. Overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Bedrijfssubsidies 364 219
Doorgerekende kosten 208 166
Vrijstelling BV (competitiviteitspact) 156 168
Voordelen in natura 93 102
Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa 74 106
Vrijval vervallen handelsschulden 21 51
Terugbetaling verzekeringspremies 38 8
Terugname voorzieningen klanten 21 77
Meerwaarde op realisatie van financiële vaste activa 60
Badwill overname Innogeo 35
Overige 165 136
Herverdeling sociale lasten 1 6
Totaal 1 236 1 039

2.19. Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) -461 -489
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen -53 -65
Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete -26 -31
Opboeking van voorzieningen voor geschillen 91 11
Minderwaarde vaste activa -7 -28
Overige -93 -26
Totaal -549 -628

2.20. Personeelsbeloningen

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Korte-termijn personeelsbeloningen -15 154 -14 486
Sociale Zekerheid -4 721 -4 641
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen -35 -42
Te bereiken doel pensioenregeling -105 -52
Overige personeelskosten -983 -1 055
Totaal -20 998 -20 276
Totaal geregistreerde personeelsleden (FTE) 367 364

De overige personeelskosten bestaan voornamelijk uit forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen k€ 416, maaltijd- en ecocheques k€ 151, opbouw vakantiegeld en tijdspaarfonds k€ 139, groeps- en hospitalisatieverzekeringen k€ 68, werkkledij k€ 35 en stagevergoedingen k€25.

2.21. Financiële kosten

De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Interesten -180 -158
Rentekosten op huurverplichtingen -209 -74
Overige -257 -215
Totaal -646 -447

2.22. Financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Interesten 3 7
Overige 34 10
Totaal 37 17

2.23. Belastingen

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:

in 000€ Voor het jaar eindigend
op 31 december
2019 2018
Verwachte belastinglast voor het jaar -1 010 -349
Uitgestelde belastingen 223 -24
Belastingen over het voorgaande jaar 20 -20
Totale belastingkost -767 -393

De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 2018 is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen 2 557 946
Belastingen aan het statutaire tarief van 29,58% (33,99% in 2017) -756 -280
Verschil in belastingsvoet 69 61
Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren 20 -19
Overige belastingkortingen 1 56
Verworpen uitgaven -178 -71
Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde
belastingvordering werd geboekt
1
Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige jaar -22 -114
Aandeel verlies (winst) in geassocieerde ondernemingen -8
Niet belastbare waardevermindering -14
Impact ontvangen dividenden -4 -4
Vrijgestelde subsidie 74 29
Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen 25
Overige 3 -29
Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening -767 -393

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Saldo
op 31 december
Wijziging in de resultatenrekening
voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018 2019 2018
Fiscale verliezen 750 803 53 89
Immateriële vaste activa -53 -40 13 32
Materiële vaste activa 77 24 -53 -11
Voorzieningen 266 140 -127 -26
Overige -32 -38 -6 38
Totaal uitgestelde belastingvordering 1 008 889
Materiële vaste activa -1 056 -1 073 -71 290
Immateriële vaste activa -306 -290 -64 -41
Voorzieningen -19 -19 19
Totaal uitgestelde belastingschuld -1 362 -1 382
Totale uitgestelde belastingskost -274 390
waarvan opgenomen in de resultatenrekening -223 24
waarvan opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten -51 366

Tijdens 2019 werd een uitgestelde belastingschuld opgenomen van k€ 131 (zie toelichting 2.4 bedrijfscombinaties voor meer informatie) tijdens de reële waarde-aanpassing op de acquisitie van Innogeo SAS.

De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.

De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 837 per 31 december 2019 (2018: k€ 913) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.

De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 7 102 per 31 december 2019 (2018: k€ 7 941). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 32 277 (2018: k€ 102 649) fiscaal overdraagbare verliezen. De vennootschap heeft een akkoord afgesloten met de algemene administratie van de bijzondere belastinginspectie, waardoor de overgedragen verliezen teruggebracht zijn van k€ 102 649 naar k€ 32 277.

Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.

De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2019 van k€ 750 (2018: k€ 803) waarvan k€ 388 (2018: k€ 419) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.

2.24. Winst per aandeel

Het totaal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel, gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel, is 10 568 735.

Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.

De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.

2.25. Mogelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een financiële impact zal leiden.

2.26. Verbintenissen

Lease verplichtingen

Voor meer informatie over lease verplichtingen, verwijzen we naar de sectie "IFRS 16 Lease overeenkomsten" in de presentatiebasis.

Overige zekerheden

De Groep heeft een bedrag van k€ 1 480 aan gevestigde hypotheken (2018: k€ 1 480). Daarnaast werd een hypothecair mandaat toegekend aan financiële instellingen voor een totaal bedrag van k€ 900 op 31 december 2019 (2018: k€ 900).

De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van k€ 1 125 op 31 december 2019 (2018: k€ 2 055). Daarnaast heeft de Groep nog andere activa in pand gegeven ter waarde van k€ 169 op 31 december 2019 (2018: k€ 400).

Geschillen

De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen). De Groep boekt een voorziening voor het bedrag van de franchise indien het geschil verzekerd is of het verwachte bedrag welke als compensatie betaald zal worden aan de klant indien de verzekering niet of slechts gedeeltelijk zal tussenkomen.

De totale voorziening bedraagt k€ 119 op 31 december 2019 (2018: k€ 164) welke geboekt is onder "voorzieningen".

2.27. Risico's

De Groep is voornamelijk onderhevig aan marktrisico, liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.

Marktrisico

Tijdens de tweede helft van 2018 heeft de Groep de potentiële impact die de Brexit ('met deal' en 'zonder deal') kan hebben op zijn financiële prestaties en financiële positie ingeschat. Het management verwacht geen significante negatieve impact op de Groep aangezien de Groep slechts zeer beperkte activiteiten heeft met of in het Verenigd Koninkrijk.

Liquiditeitsrisico

De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2019
Financiële schulden 7 638 2 226 9 864
Lease verplichtingen 2 048 4 560 1 841 8 449
Handelsschulden 5 008 5 008
Overige schulden 158 158
Totaal 14 852 6 786 1 841 23 479
in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2018
Financiële schulden 8 392 4 211 874 13 477
Handelsschulden 5 730 5 730
Overige schulden 166 166
Totaal 14 288 4 211 874 19 373

Interestrisico

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.

Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 45.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico dat een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvordering is als volgt:

Vervallen
in 000€ Totaal Niet vervallen < 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2019 16 677 12 597 2 073 826 451 730
Op 31 december 2018 16 512 13 122 1 479 853 317 741

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 473 op 31 december 2019 (2018: k€ 575) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Kapitaal management

Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.

De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2019 81 % (2018: 62 %).

Impact COVID-19

De recente ontwikkelingen m.b.t. het afremmen van de verspreiding van het coronavirus zullen wegen op de omzetgeneratie van de groep. ABO respecteert maximaal de wettelijke regels en heeft zo goed als iedereen overgeschakeld naar thuiswerk. Waar noodzakelijk, wordt gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Op die manier wordt verwacht dat de financiële impact, behoudens omzetverlies, beheersbaar blijft. ABO gaat uit van een verschuiving van de projecten, niet van annulaties. Gezien we op dit moment door het oog van de storm gaan, is het uitermate moeilijk een concrete becijfering mee te geven. Afhankelijk van de duur tot het volwaardig hernemen van de activiteiten zal dit een andere gradatie van impact met zich meebrengen. ABO blijft evenwel beschikbaar voor zijn klanten in deze moeilijke tijden en blijft een maximale productie nastreven.

2.28. Relaties met verbonden partijen

De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Korte-termijn beloningen 614 771
Einde-loopbaan beloningen 13 36
Totaal 627 807

De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:

Verkoop van
diensten
Aankopen
van
Interestop
brengsten
Interest
kosten
Vordering Schuld
1 -3
1 -3
27 -614 17 -53
18 -533 21 -84

De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:

  • Verhuur van kantoren aan de Groep door verbonden partijen waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens aandeelhouder is van de verbonden partijen.
  • Gebruik van poetsdiensten door de Groep bij verbonden partijen, waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens de aandeelhouder is van de verbonden partijen.

Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.

2.29. Vergoeding van de commissaris

De vergoeding van de commissaris is als volgt:

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2019 2018
Vergoeding audit 146 157
Totaal 146 157

2.30. Gebeurtenissen na balansdatum

Behoudens de impact van het coronavirus, zoals beschreven in toelichting "2.27 - Risico's", zijn er geen andere wezenlijke gebeurtenissen na balansdatum te vermelden.

77

BLADZIJDE

2.31. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten

Dochterondernemingen Land 2019 2018
ABO NV België 100,0% 100,0%
ABO Logistics NV België 100,0% 75,0%
E20 (Energy To Zero Consult NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda Environment NV België 100,0% 100,0%
Geosonda BV België 100,0% 100,0%
ABO Holding NV België 100,0% 100,0%
ABO-Group Environment NV België 100,0% 100,0%
ABO Research BV België 100,0% 100,0%
Enviromania BV België 74,4% 74,4%
Translab Environmental Consult NV België 74,4% 74,4%
ABO Beheer BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Milieuconsult BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet Vastgoed BV Nederland 100,0% 100,0%
Thenergo Nederland BV Nederland 100,0% 100,0%
Sialtech BV Nederland 67,3% 67,3%
Geosonda BV Nederland 55,0% 55,0%
ERG Holding SA Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Equipement SARL Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Environnement SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
SCI NicERG Frankrijk 100,0% 100,0%
Innogeo SARL Frankrijk 100,0% 0,0%
ECOREM Baltya Litouwen 100,0% 75,0%

3. Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment

De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.

Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie een holdingbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 31 december 2018.

Verkorte, niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2019 2018
Vaste activa 26.205 26.204
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa 1.122 1.121
Financiële vaste activa 25.083 25.083
Vlottende activa 6.486 5.037
Overige activa (looptijd > 1 jaar)
Overige activa (looptijd < 1 jaar) 6.486 5.037
Totaal activa 32.691 31.240
Eigen vermogen 26.504 26.302
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies 173.083 173.083
Reserves -146.579 -146.781
Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0
Schulden op meer dan één jaar 377 573
Schulden op ten hoogste één jaar 5.809 4.365
Totaal passiva 32.691 31.240

Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:

In € 000 2019 2018
Bedrijfsopbrengsten 778 676
Omzet 778 676
Andere bedrijfsopbrengsten - -
Bedrijfskosten 592 507
Bedrijfsresultaat 186 169
Financieel resultaat 16 -7
Financiële opbrengsten 113 60
Financiële kosten -97 -67
Resultaat vóór belastingen 202 162
Winst van het boekjaar 202 162

79 BLADZIJDE

Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde Jaarrekening

EY Bedrijfsrevisoren EY Reviseurs d'Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B-9051 Gent

Tel: +32 (0)9 242 51 11 ey.com

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgeslot en op 31 december 2019

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van ABO-Group Environment NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2019, de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel van het boekjaar afgesloten op 31 december 2019 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 30 mei 2018, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2020. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 5 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de cont role van de Geconsolideerde J aarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2019 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 49.571 duizend en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar (toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moeder) van € 1.763 duizend.

Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2019, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie (" IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

82BLADZIJDE

Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée RPR Brussel – RPM Bruxelles - B.T.W. – T.V.A. BE 0446.334.711 – IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap/agissant au nom d'une société

A member firm of Ernst & Young Global Limited

Benadrukking van bepaalde aangelegenheden

Wij vestigen de aandacht op de toelichting in de Geconsolideerde Jaarrekening (Toelichtingen 2.27 en 2.30) inzake de gevolgen voor de Groep van de maatregelen genomen rondom het Covid-19 virus. De situatie verandert van dag tot dag en leidt inherent tot onzekerheid. De invloed van deze ontwikkelingen op de Groep is uiteengezet in het jaarverslag onder de paragraaf " Risico's verbonden aan de wereldwijde pandemie t.g.v. het coronavirus" opgenomen bij sectie "3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt", en in de toelichting op de Jaarrekening (Toelichtingen 2.27 en 2.30). Ons oordeel is niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid.

Kernpunt en van de cont role

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.

Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Waardeverminderingen op handelsvorderingen

Beschrijving van het kernpunt

De waardeverminderingen op handelsvorderingen bedragen € 473 duizend op 31 december 2019 (zoals beschreven in Toelichting 2.9 van de Geconsolideerde Jaarrekening) en hebben betrekking op voorzieningen voor klantensaldi die als oninbaar worden beschouwd. De waardeverminderingen op handelsvorderingen worden berekend op basis van de ouderdom van de vorderingen, bedragen gedekt door het contract van kredietverzekering, en de historiek van het betalingsgedrag van klanten. De waardeverminderingen op handelsvorderingen zijn belangrijk voor onze controle vanwege de omvang van het bedrag van de bruto-vorderingen (€ 11.651 duizend) en de bijhorende waardeverminderingen, en omdat de bepaling van de waardeverminderingen inschattingen van het management vereist met betrekking tot de invorderbaarheid van de handelsvorderingen van de Groep op basis van de hierboven vermelde elementen.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures Onze controleprocedures omvatten onder andere het volgende:

  • Testen, op basis van een statistische steekproef, van het bestaan en de waardering van uitstaande handelsvorderingen op 31 december 2019 door middel van externe bevestigingsprocedures, door middel van ontvangen betalingen in 2020, of door middel van een aansluiting met documenten die aantonen dat de dienstverlening aan de klant effectief in 2019 plaatsvond.
  • Testen op steekproefbasis of individuele handelsvorderingen in de juiste ouderdomsperiode van de vervaldagenbalans van de vorderingen opgenomen waren.
  • Evalueren en bespreken van de analyses en beoordelingen toegepast door het management bij de bepaling van de waardeverminderingen.
  • Beoordeling van de adequaatheid van de informatie opgenomen in Toelichting 2.9. "Handels- en overige kortlopende vorderingen" van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Waardering van contract activa

Beschrijving van het kernpunt De contract activa bedragen € 5.499 duizend op 31 december 2019 (zoals beschreven in Toelichting 2.9 van de Geconsolideerde Jaarrekening) en hebben betrekking op nog te facturen prestaties voor contracten met klanten. Contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases. Omzet uit contracten op basis van "time & material" wordt maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst. Omzet uit contracten met vaste prijs wordt erkend op basis van de vooruitgang van het project. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

83

BLADZIJDE

De waardering van contract activa is belangrijk voor onze controle omdat het management diverse veronderstellingen en hypotheses hanteert om de waarde van de contract activa in te schatten conform IFRS 15.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures Onze controleprocedures omvatten onder andere het volgende:

  • Bespreking en evaluatie van de interne controles geïmplementeerd door het management met betrekking tot projectopvolging en waardering van contract activa.
  • We hebben een statistische selectie gemaakt van projecten op basis van omzet en openstaande vorderingen m.b.t. werken in uitvoering. Voor deze selectie hebben we de omzet aangesloten met onderliggende facturen en met onderliggende betalingsbewijzen. Voor de nog te factureren bedragen per 31 december 2019, hebben we het bestaan gecontroleerd via een afloopcontrole waarbij de werkelijke facturatie o.b.v. goedkeuring door de klant geverifieerd werd met de voorziene bedragen per 31 december 2019.
  • Voor deze statistische selectie hebben we tevens de projectkosten aangesloten met een selectie van onderliggende facturen van onderaannemers en de kosten van gepresteerde uren met onderliggende tijdsregistratiegegevens.
  • Tot slot hebben we voor deze selectie het onderliggende contract verkregen en de omzeterkenning geverifieerd conform IFRS 15.
  • We hebben geverifieerd of de kosten en opbrengsten aan de juiste boekhoudperiode werden toegerekend.
  • We hebben besprekingen gehouden met het management en projectverantwoordelijken van de verschillende vennootschappen om te verifiëren of de risico's en beloningen verbonden aan de projecten op een correcte manier in overweging zijn genomen bij de resultaatsbepaling op jaareinde.
  • We hebben geverifieerd of er grote contracten met klanten bestaan waarvan de uitvoering loopt over verschillende jaren en of de IFRS 15 regelgeving bij de erkenning van de omzetten en resultaten correct werd toegepast.
  • We hebben geverifieerd of er contracten in uitvoering zijn waarvan management en projectverantwoordelijken reeds weten dat deze contracten zullen resulteren in negatieve projectresultaten.
  • Beoordeling van de adequaatheid van de informatie opgenomen in Toelichting 2.9 van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verant woordelijkheden van het best uursorgaan voor het opst ellen van de Geconsolideerde Jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verant woordelijkheden voor de cont role over de Geconsolideerde J aarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

  • het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;
  • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een

oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;

  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;
  • het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.

Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.

We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van

toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze

aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Verslag bet reffende de overige door wet - en regelgeving gest elde eisen

Verant woordelijkheden van het best uursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verant woordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspect en bet reffende het jaarverslag over de Geconsolideerde J aarrekening

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (voorheen artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen), anderzijds.

In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde

Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden. Verder drukken wij geen enkele mate van zekerheid uit over het jaarverslag.

Vermeldingen bet reffende de onafhankelijkheid

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

Er werden geen bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd zijn, verricht.

Andere vermeldingen

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/ 2014.

Gent, 24 april 2020

EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door

Marnix Van Dooren Vennoot* * Handelend in naam van een BV

Ref. : 20MVD0035

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.