AI Terminal

MODULE: AI_ANALYST
Interactive Q&A, Risk Assessment, Summarization
MODULE: DATA_EXTRACT
Excel Export, XBRL Parsing, Table Digitization
MODULE: PEER_COMP
Sector Benchmarking, Sentiment Analysis
SYSTEM ACCESS LOCKED
Authenticate / Register Log In

ABO-Group Environment NV

Annual Report Apr 22, 2022

3901_rns_2022-04-22_1cdf098d-6797-4bdc-8245-f725c1489d8c.pdf

Annual Report

Open in Viewer

Opens in native device viewer

ABO-Group Environment

JAARVERSLAG

Building the foundations for a healthy future

In 2021 toonde onze groep opnieuw de sterkte van het ABO-DNA en dit allemaal dankzij onze medewerkers.

ABO-Group toont in 2021 opnieuw de sterkte van haar DNA

ABO-Group wist in 2021 haar groeipad richting een omzet van 100 miljoen voor 2025 versneld verder te zetten. De groep koppelde makkelijk de sterke organische groei van haar bestaande activiteiten aan de complexe, maar succesvolle, integratie van de recente acquisities Geosonic France, Geoplus, Subgeo en Asper.

2021 was voor de groep een jaar gekenmerkt door een tweede notering op de beurs van Parijs, een goed gevuld orderboek met tal van mooie projecten en recordcijfers met een omzetgroei van 28% tot 63,1 miljoen euro. Daarnaast leerde de maatschappij en haar inwoners ABO-Group beter kennen toen de groep eind 2020 al aan de bel trok betreffende een 'nieuwe' soort verontreiniging, PFAS. Niet veel later was de Oosterweel-problematiek een feit. ABO-Group werd toen meermaals in geroepen omwille van haar uitgebreide kennis en ervaring in de materie, opgebouwd via haar Nederlandse dochters, waar het probleem al eerder gekend is. ABO-Group pleit daarbij voor actie. De groep staat klaar om haar ervaring en visie te delen met de vele instanties en overheden. Om dergelijke toekomstige vervuilingen te vermijden, opteert de groep voor een bredere en betere screening, voor pragmatische richtlijnen en samenwerking.

Tot slot werd dit alles mogelijk gemaakt door de onvoorwaardelijke inzet van onze medewerkers. Ondanks het feit dat het jaar 2021 nog steeds geplaagd werd door COVID-19, bleven onze medewerkers zich flexibel opstellen en hun doorzettingsvermogen tonen.

Frank De Palmenaer CEO ABO-Group Environment

Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2021 6

1. Commentaar bij de Geconsolideerde Jaarrekening ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de
resultaten en van de positie van de groep te geven 9
Geconsolideerde resultatenrekening 9
Geconsolideerde balans 10
Geconsolideerde kasstroomtabel 11
Projecten 2021 in vogelvlucht 12
Vooruitzichten 13
2. Commentaar bij de Statutaire Jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht van de
ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-Group Environment NV te geven 13
3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt 14
Risico's verbonden aan de activiteiten van de vennootschap 14
Risico's verbonden aan de vennootschap 16
Financiële risico's 17
4. Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV 19
5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonde 19
6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden 20
7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek 20
8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren 20
9. Verantwoording in toepassing van artikel 3:6 §1 6° WVV 20
10. Gebruik van financiële instrumenten 20
11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur 20
11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de
financiële rapportering 21
11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en
art. 14, vierde lid, Wet van 2 mei 2007) 23
11.3. Raad van bestuur 25
11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur 28
11.5. Management en dagelijks bestuur 29
11.6. Genderquotum 30
11.7. Remuneratieverslag 30
11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:96 WVV 32
11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 7:97 WVV 33
12. Ontslagen en benoemingen 33
13. Verklaring door de verantwoordelijke personen 34
Geconsolideerde jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2021 en 2020 35
Geconsolideerde resultatenrekening 36
Geconsolideerd totaal resultaat 37
Geconsolideerde balans 38
Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen
40
Geconsolideerde kasstroomtabel
41
Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten 43
1.
Bedrijfsinformatie
43
2.
Presentatiebasis
43
2.1.
Voornaamste boekhoudprincipes
44
2.2.
Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn
56
2.3.
Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen
57
2.4.
Bedrijfscombinaties
60
2.5.
Goodwill
63
2.6. Immateriële vaste activa 65
2.7. Materiële vaste activa 66
2.8. Geassocieerde ondernemingen 69
2.9. Handels- en overige kortlopende activa 69
2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten 70
2.11. Eigen vermogen 70
2.12. Financiële schulden 73
2.13. Voorzieningen 74
2.14. Overige kortlopende schulden 78
2.15. Reële waarde 79
2.16. Segmentinformatie 82
2.17. Omzet 84
2.18. Overige bedrijfsopbrengsten 85
2.19. Overige bedrijfskosten 85
2.20. Diensten en diverse goederen 86
2.21. Personeelsbeloningen 86
2.22. Financiële kosten 87
2.23. Financiële opbrengsten 87
2.24. Belastingen 87
2.25. Winst per aandeel 90
2.26. Mogelijke verplichtingen 90
2.27. Verbintenissen 90
2.28. Risico's 91
2.29. Relaties met verbonden partijen 93
2.30. Vergoeding van de commissaris 94
2.31. Gebeurtenissen na balansdatum 94
2.32. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten 95
3. Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment 96

Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2021

ABO-Group Environment 2021 6

Groepsstructuur per 31 december 2021

*Als gevolg van de aangekondigde transactie met A. F. van der Burg Beheer BV werd deze groepsstructuur na 1 januari 2021 gewijzigd. Raadpleeg de website voor de meest recente versie (www.abo-group.eu)

Geachte aandeelhouders,

In overeenstemming met de wettelijke en statutaire verplichtingen, brengen wij u hierbij verslag uit over het beleid dat werd gevoerd tijdens het afgelopen boekjaar en leggen wij u de statutaire en geconsolideerde jaarrekening van het op 31 december 2021 afgesloten boekjaar ter goedkeuring voor.

De jaarverslagen over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekening werden in overeenstemming met artikel 3:32 §1, laatste lid, Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna afgekort als "WVV") samengevoegd.

In dit verslag wordt met "ABO-Group Environment NV" de niet geconsolideerde vennootschap bedoeld. Indien verwezen wordt naar "ABO", de "Groep" of de "Vennootschap", wordt verwezen naar de geconsolideerde vennootschappengroep.

De consolidatiekring zag er op 31 december 2021 als volgt uit:

  • − De moedermaatschappij: ABO-Group Environment NV;
  • − De Belgische dochtervennootschappen: ABO NV, ABO Logistics NV, ABO Research BV, Asper BV, Energy to zero Consult NV, Enviromania BV, Geosonda BV, Geosonda Environment NV, en Translab NV;
  • − De Nederlandse dochtervennootschappen: ABO Beheer BV, ABO-GROUP Nederland BV, ABO Milieuconsult BV, Geomet Vastgoed BV, Geomet BV, Geosonda BV en Sialtech BV;
  • − De Franse dochtervennootschappen: ERG Holding SA, ERG SAS, ERG Environnement SAS, ERG Equipement SAS, Geo+ Environnement SARL, Geosonic France SAS, Innogeo SARL en SCI NicERG.

1. Commentaar bij de Geconsolideerde Jaarrekening ten einde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van de groep te geven

Geconsolideerde resultatenrekening

Sterke omzetgroei van 28%, zowel acquisitief als organisch

Over 2021 stijgt de omzet van ABO-GROUP van m€ 49,4 naar m€ 63,1, de sterkste omzetgroei ooit van 28%. De overnames van Geosonic France, Geoplus, Subgeo en Asper vertegenwoordigen 11% omzetgroei, naast de organische groei van de bestaande activiteiten in 2021 van 17%.

Op het vlak van de activiteiten, groeien beide segmenten Milieu en Geotechniek quasi even sterk: de omzet van de afdeling Milieu stijgt met 24%, naar een jaaromzet van m€ 27,9 (ten opzichte van m€ 22,4 in 2020), terwijl Geotechniek, mede dankzij de integratie van Geosonic

in Frankrijk, een groei van 31% realiseert en afklopt op m€ 35,1 euro omzet (m€ 26,8 in 2020). Daarmee stijgt het aandeel van de geotechnische activiteiten van 54% naar 56%.

De Franse operaties bevestigen hun sterke prestaties uit de eerste jaarhelft en vertegenwoordigen met 53% van de omzet nu meer dan de helft van de groep. De totale groei van 38% in omzet van m€ 24,1 in 2020 naar m€ 33,2 euro dit jaar, wordt voor een groot stuk gedreven door bovenvermelde overnames, met name 21%, terwijl de bestaande activiteiten er met 17% op vooruit gingen.

In België zetten de geotechnische activiteiten hun sterke groei verder, en profiteren de milieudivisies van de sterk toegenomen vraag, zowel wat PFAS als asbest betreft. De brug tussen

beide activiteiten wordt hier gemaakt bij dochteronderneming Translab, dat via milieugerichte laboproeven haar oorspronkelijk asbestgerichte operaties heeft uitgebreid. Naast de 3% groei dankzij de bijdrage van het pas verworven Asper in juli, resulteert dit in een organische groei van 17%, waardoor de totale omzet in België stijgt van m€ 15,4 naar m€ 18,4 in 2021.

Ook de Nederlandse bedrijven in de groep bevestigen hun sterke prestaties uit de eerste jaarhelft, met een puur organische groei van 16%. Hoewel de adviesdiensten onder druk staan in een steeds krappere arbeidsmarkt, tekent hier de milieupoot voor groei dankzij een grote toename in het veldwerk.

EBITDA stijgt naar 8,1 miljoen euro

De EBITDA (gedefinieerd als operationele winst voor afschrijvingen, waardeverminderingen en provisies) komt uit op m€ 8,1, een toename van k€ 599. Na een margedaling in de eerste jaarhelft, ten gevolge van de integratiekosten van de Franse acquisities, is er nu een duidelijk herstel zichtbaar met een EBITDA-marge van 13.3% ten opzichte van de omzet in de tweede jaarhelft. De integratie van de acquisities loopt dan ook goed en er wordt verwacht dat deze in 2022 positief zullen bijdragen aan de rendabiliteit van de groep.

De krapte op de arbeidsmarkt blijft echter nog steeds actueel. Om de groei verder te ondersteunen wordt actief gezocht naar competente profielen en wordt er blijvend ingezet op scholing en opleiding voor bestaande medewerkers. Stijgende loonkosten ingevolge de bijkomende aanwervingen, de recente en nog verwachte indexeringen, alsook de kortetermijn opvang van medewerkerstekorten via uitzend- en interimkantoren, zullen in de toekomst opvolgingspunten blijven.

De afschrijvingen nemen toe van m€ 4,5 naar m€ 5,0. ABO-GROUP blijft investeren in de vernieuwing en uitbreiding van haar machinepark om adequaat aan de noden van haar klanten te kunnen beantwoorden. In 2021 werden verschillende nieuwe machines aangeschaft, waaronder meerdere boor- en sondeermachines alsook gespecialiseerde labouitrusting.

Het bedrijfsresultaat neemt licht toe van m€ 3,0 in 2020 naar m€ 3,2 in 2021. Jaar-op-jaar is er een lichte daling van de Belgische operaties, in gevolge de gestegen directe kosten en hogere afschrijvingen van de investeringen, alsook en een aantal one-off elementen gerelateerd aan waarderverminderingen op oude handelsvorderingen en lopende juridische geschillen. Verder is er een hogere bijdrage van de Franse activiteiten (+k€ 292 ) en een stabiel resultaat in Nederland.

Het financieel resultaat stijgt licht, in lijn met het toegenomen niveau van schulden. In Frankijk kan de groep opnieuw beroep doen op een R&D belastingkrediet ten belope van k€ 355 (tegenover k€ 270 in 2020). De nettowinst blijft stabiel op m€ 2,1 (0,19 euro per aandeel).

Geconsolideerde balans

Het balanstotaal groeit aan van m€ 57,0 naar m€ 66,2. Aan actiefzijde reflecteert dit voornamelijk de recente acquisities, evenals voornoemde groei in het werkkapitaal, terwijl op het passief de korte en lange-termijnschulden toenemen. Het totaal eigen vermogen neemt bovendien verder toe tot m€ 20,5 (versus m€ 19,0 eind 2020). De eigen vermogensratio klopt af op een gezonde 31,2%.

In gevolge de recente acquisities, alsook de investeringen in werkkapitaal en vaste activa, stijgt de netto financiële schuld met 25%, van m€ 7,4 eind 2020 naar m€ 9,3. Met een verhouding van 1,1x ten opzichte van het operationeel resultaat voor afschrijvingen, blijft de schuldgraad echter zeer gezond en biedt de groep de ruimte om nieuwe acquisities te overwegen.

Geconsolideerde kasstroomtabel

2021 2020
6 778 8 689
7 537 6 912
-759 1 777
-4 571 -2 177
-1 056 2 766
1 151 9 278
15 021 5 743
16 172 15 021

De netto kasstroom uit operationele activiteiten bedraagt m€ 6,8 (-22% ten opzichte van 2020), gedreven door de toename van de werkkapitaalbehoefte omwille van de stevige omzetgroei. De handelsvorderingen en overige kortlopende activa groeien met m€ 4,2, terwijl de handelsschulden en overige kortlopende passiva stijgen met m€ 3,4, waardoor het werkkapitaal met k€ 759 toeneemt op jaareinde.

De groep investeerde in totaal m€ 4,4 cash in aanschaf van materiële en immateriële vaste activa. Daarnaast werd bijkomend m€ 2,4 via financiële leasing (non cash) geïnvesteerd. De beschikbare vrije kasstroom van m€ 2,2 werd gedeeltelijk aangewend om de schuldpositie van de groep af te bouwen ten belope van m€ 1,1. Per saldo verstevigt de cashpositie van m€ 15,0 naar m€ 16,2.

Projecten 2021 in vogelvlucht

Begin dit jaar, februari 2022, werd de herinrichting van de site rond Fort Sint-Filips, op de rechteroever van de Schelde, na twee jaar afgerond. Op de site werd van de jaren 50 tot 70 meer dan 50 miljoen liter olie geloosd en verbrand. ABO nv stond, in opdracht van Port of Antwerp, in voor alle voorafgaande bodemonderzoeken, het saneringsontwerp en de milieukundige opvolging van de werken.

Sanering Fort Sint-Filips Antwerpen

In Antwerpen werd voor de bouw van een nieuwe ondergrondse parking archeologisch onderzoek uitgevoerd waarbij resten van een muur van de citadel werden aangetroffen. Het gaat om de verstevigingsmuur van de buitenzijde van de vestinggracht van het bouwwerk. ABO nv stond daarbij in voor het historisch vooronderzoek en de opgraving van de

Archeologisch onderzoek, Antwerpen

Naast onze drie thuislanden, België, Nederland en Frankrijk, was ABO-Group in 2021 ook internationaal actief. In augustus vorig jaar voerde Sialtech, onze Nederlandse dochter, geotechnisch bodemonderzoek uit in Garpenberg, Zweden, voor de installatie van inclinometers. Deze meters worden gebruikt voor het vaststellen van de zijwaartse beweging van de aarde of de vervorming van bestaande structuren.

Sonische boringen, Zweden

muur.

Milieukundig bodemonderzoek, Utrecht

In Utrecht werd in het Griftpark de verontreinigde bodem onder het park in de jaren negentig succesvol geïsoleerd en werd er een systeem opgezet om het grondwater in dit gebied gedurende een periode van honderd jaar te reinigen. Uit recente analyses blijkt dat een unieke bacteriegroep het reinigingsproces aanzienlijk versnelt en Sialtech werd daarbij ingeroepen om een uitgebreid microbiologisch onderzoek te starten.

Vooruitzichten

2022 gestart op het elan van 2021, met eerste overnames als indicator van verdere groei-ambities

In 2022 gaat ABO-GROUP verder op het elan van 2021, met sterke commerciële prestaties in de eerste maanden van het jaar. De orderboeken van de verschillende dochterondernemingen zijn goed gevuld en geven vertrouwen voor de rest van het jaar.

Daarnaast kon de groep reeds twee overnames aankondigen in 2022 met de acquisities van de bodemactiviteiten van Colsen in Zeeland (Nederland), evenals de activiteiten van Geo-Supporting, gevestigd in Lisserbroek en gespecialiseerd in inpandig geotechnisch onderzoek. Aansluitend verhoogde ABO-Group haar participatie in Geosonda bv tot 70%.

Tenslotte blijft ABO-Group zoals steeds actief op zoek naar andere interessante targets, die de productportefeuille en geografisch bereik van de groep binnen haar thuismarkten verder kunnen versterken. De groep acht het waarschijnlijk dat bijkomende aankondigingen zullen volgen.

Het bestuur en de operationele directies zijn ervan overtuigd dat de groep on-track is om de beoogde ontwikkeling, die vorig jaar werd uitgezet - met als doel om uiterlijk eind 2025 de omzetkaap van m€ 100 te behalen – te realiseren. De sterke organische groeicijfers in 2021 tonen dat de groep de capaciteiten heeft om haar activiteiten op eigen kracht te doen toenemen. In combinatie met gerichte acquisities die nieuwe markten, segmenten of competenties aanboren, is ABO-GROUP goed gepositioneerd om het nagestreefde technisch marktleiderschap in haar thuismarkten waar te maken.

2. Commentaar bij de Statutaire Jaarrekening van ABO-Group Environment NV teneinde een getrouw overzicht van de ontwikkeling van de resultaten en van de positie van ABO-Group Environment NV te geven

ABO-Group Environment NV heeft tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 een omzet van m€ 2,2 gerealiseerd (m€ 1,1 in 2020, +98%). Deze stijging kan nog steeds toegeschreven worden aan de overname van het handelsfonds van ABO Holding NV in oktober 2020, waarna de vennootschap een veel ruimer pallet aan van overkoepelende diensten (IT, HR, finance, M&A, marketing & communicatie, QHSE, …) aanbiedt aan de andere vennootschappen in de groep. Daarnaast bekleedt de vennootschap een centrale rol in het aankoop- en investeringsbeleid, alsook in de financiering van de gehele groep.

In lijn met dit hoger activiteitsniveau, namen ook de bedrijfskosten en de afschrijvingen toe. De bedrijfswinst blijft relatief stabiel op k€ 154 (versus k€ 160 in 2020). In vergelijking met 2020 verdwijnt de eenmalige, uitzonderlijke opbrengst van m€ 4,8 ten gevolge van de vereffening van ABO Holding NV uit het financieel resultaat. Hierdoor zakt de winst van het boekjaar van m€ 5,0 in 2020 naar k€ 637 in 2021. Gecombineerd met het verlies van m€ -141,6 dat werd overgedragen uit het vorig boekjaar eindigt het te bestemmen resultaat bijgevolg op m€ - 141,0 verlies.

Het statutair eigen vermogen bedraagt per eind 2021 m€ 32,1 mio euro op een balanstotaal van m€ 42,5. De verkorte niet-geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening is opgenomen in Toelichting 3 (cfr. pagina 96).

3. Beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de Groep geconfronteerd wordt

De risico's en onzekerheden die naar het oordeel van de Vennootschap wezenlijk zijn, worden hierna beschreven. De volgorde waarin deze risico's en onzekerheden worden gepresenteerd, geeft op geen enkele manier de veronderstelde volgorde van belangrijkheid ervan weer.

In wat volgt worden de risico's beschreven op geconsolideerd niveau. Wanneer in deze risicobeschrijving wordt gesproken van risico's voor de Vennootschap, wordt daarmee gewezen op risico's voor het geheel of een deel van de Vennootschap en haar dochtervennootschappen, ook de Groep genoemd, zoals deze naar best vermogen beheerst worden op een continue basis.

Risico's verbonden aan de activiteiten van de Vennootschap

Risico's verbonden aan de regelgeving

De Vennootschap is actief op de markt van bodem-, energie-, asbest-, afval-, milieu-/wateren geotechnisch gerelateerde dienstverlening en bevindt zich in een sterk gereguleerde omgeving. De activiteiten van de Vennootschap en de projecten van de klanten waaraan de Vennootschap werkt, moeten voldoen aan verschillende wettelijke, reglementaire en milieubepalingen. De Vennootschap moet ook steeds over de vereiste vergunningen en erkenningen kunnen blijven beschikken bij de uitoefening van haar activiteiten. De Vennootschap kan niet waarborgen dat er in de toekomst geen plotse of aanzienlijke wijzigingen komen in de bestaande wetten of voorschriften, dan wel aangaande het behoud van de reeds toegekende en nog gewenste erkenningen in de sector. Deze wijzigingen en de kosten om zich hieraan aan te passen, zouden een aanzienlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan het verminderen of wegvallen van overheidssteun

Heel wat projecten waarop de Vennootschap werkzaam is, worden mee gefinancierd door overheidstoelagen, subsidies, investeringstoelagen, enz. aan klanten. Het wegvallen of verlagen van de overheidssteun voor dergelijke projecten kan klanten ertoe aanzetten de projecten uit te stellen of niet uit te voeren en kan wezenlijke negatieve effecten hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de afhankelijkheid van klanten uit de publieke sector

De Vennootschap is afhankelijk van het beleid van haar klanten uit de publieke en semipublieke sector, die op jaarbasis ongeveer 50% van de omzet vertegenwoordigen. Het niveau van openbare uitgaven kan verkleinen als gevolg van bezuinigingsmaatregelen. Een terugval in uitgaven door klanten uit de publieke sector zou een wezenlijke impact kunnen hebben op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Wijziging van het beleid van de overheid met als gevolg de herleiding van subsidies naar de klanten uit de publieke en semipublieke sector, kan leiden tot stopzetting van projecten. Klanten uit de publieke sector in elk van de landen waar de Vennootschap actief is, kunnen in de toekomst beslissen om bepaalde van hun programma's en hun beleid te wijzigen of hun aanbestedingsmethoden wijzigen, met mogelijks een wezenlijke impact op de activiteiten, financiële positie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de projectportefeuille

De groei en verdere opwaardering van de Vennootschap hangt af van de huidige portefeuille van gerealiseerde en operationele projecten en de winstgevendheid van toekomstige projecten. Iedere vertraging, onvoorziene moeilijkheid bij de verwezenlijking van de projectportefeuille of vroegtijdige beëindiging dan wel annulering van lange termijn projecten, kan resulteren in bijkomende kosten of prijsreducties en kan een negatief effect hebben op de rendabiliteit van het betrokken project. 40 à 50% van de omzet wordt gerealiseerd op een ad hoc basis. De Vennootschap dient met andere woorden continu te investeren in het werven van nieuwe opdrachten en projecten. In functie van het behouden van een optimale bezetting, kan niet gegarandeerd worden dat dit ook aan rendabele prijzen kan gebeuren. Projecten zijn blootgesteld aan het risico van vertraging, wijziging of zelfs annulering, waardoor de Vennootschap minder omzet en winst kan realiseren dan aanvankelijk voorzien.

Risico's verbonden aan overnames of investeringen

Het is waarschijnlijk dat de Vennootschap externe groei, mogelijk ook in andere landen dan België, Nederland en Frankrijk, zal nastreven via overnames, joint ventures of investeringen. Dergelijke transacties gaan gepaard met specifieke risico's.

Voor de Vennootschap investeert in een onderneming, maakt ze een inschatting van de waarde of potentiële waarde van zulke onderneming en het potentiële rendement op de investering. Bij het maken van deze inschatting en het voeren van een due diligence onderzoek vertrouwt de Vennootschap op de beschikbare informatie en, in sommige gevallen, het door een derde verrichte onderzoek. Er is echter geen zekerheid dat het door de Vennootschap of door een derde uitgevoerde due diligence onderzoek met betrekking tot deelnemingen in ondernemingen die de Vennootschap de laatste jaren heeft verworven, voldoende waren of dat alle risico's (en de impact daarvan) gerelateerd aan zulke ondernemingen werden geïdentificeerd. Zo de overname of investering plaatsvindt in andere landen, dient ook met de daar heersende regelgeving rekening te worden gehouden.

De overnameprijs kan aanzienlijk hoger liggen dan de geïdentificeerde netto-activa van de overgenomen vennootschap ("goodwill"). Jaarlijks wordt de erkende goodwill geëvalueerd in functie van de resultaatsontwikkeling en voorziene kasstroomgeneratie. Deze test kan mogelijks leiden tot het geheel of gedeeltelijk moeten opnemen van een bijzondere waardevermindering op goodwill en aldus een negatieve impact hebben op de financiële situatie en resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan desinvesteringen

Gedurende de laatste jaren heeft de Vennootschap verscheidene dochtervennootschappen en bedrijfstakken gedesinvesteerd omwille van een gebrek aan rendabiliteit. De verkoopovereenkomsten kunnen verklaringen en waarborgen bevatten die aanleiding kunnen geven tot onvoorziene aansprakelijkheden en toekomstige desinvesteringen realiseren misschien niet de verwachte voordelen. De Vennootschap kan ook aangesproken worden op gemeenrechtelijke gronden. Deze aansprakelijkheden kunnen een negatieve impact hebben op de activiteiten, financiële situatie of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan aansprakelijkheden

Hoewel de Vennootschap een ruim scala aan verzekeringspolissen heeft gesloten, kan niet gewaarborgd worden dat deze verzekeringspolissen alle mogelijke verliezen of schade, uit het optreden van de risico's verbonden aan haar activiteiten als adviesverlener alsmede in het kader van de uitvoering van veldwerkactiviteiten, m.i.v. het gebruik daarbij van gespecialiseerde machinerie, dekken. Hieruit voortvloeiende claims kunnen een wezenlijke impact hebben op de activiteiten, financiële positie en/of resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan lopende gerechtelijke procedures

De Groep heeft een aantal geschillen, eigen aan haar activiteiten, waarvoor geen of slechts een beperkte voorziening is aangelegd, gezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een negatieve financiële impact zal leiden, onder andere omdat gerekend wordt op tussenkomst van een verzekering. Mocht deze inschatting niet correct blijken te zijn, kan dit leiden tot een ongunstige invloed op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de Vennootschap

Risico's verbonden aan het personeel

De kosten om diensten te leveren, inclusief de mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand inzet, beïnvloedt haar winstgevendheid. De mate waarin de Vennootschap haar personeelsbestand, dat voor een belangrijk segment over een zeer gespecialiseerd (technisch) profiel moet beschikken, aanwerft en inzet wordt beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:

  • − Het vermogen van de Vennootschap om werknemers aansluitend te transfereren van voltooide projecten naar nieuwe opdrachten;
  • − Het vermogen van de Vennootschap om de vraag naar haar diensten te voorspellen en daarbij een geschikte bezettingsgraad aan te houden;
  • − Het vermogen van de Vennootschap om personeelsverloop te beheren;
  • − Het vermogen van de Vennootschap om de vaardigheden van de werknemers aan te passen aan de noden van de markt.

De Vennootschap dient over het welzijn van haar werknemers te waken en ervoor te zorgen dat zij een gezonde work-life balance kunnen aanhouden, zoniet bestaat het risico dat de werknemers gedemotiveerd geraken, wat kan leiden tot een toename in personeelsverloop. De COVID-19 pandemie heeft een belangrijke impact in dit opzicht, en vraagt dan ook bijkomende aandacht van de Vennootschap voor het welzijn van de werknemers.

Verder dient de Vennootschap ook de nodige aandacht te besteden aan de health & safety maatregelen, en er zo voor zorgen dat het een veilige werkplek creëert waarin het risico op ongevallen tot een minimum beperkt wordt.

Risico's verbonden aan de IT-systemen

Het vermogen van de Vennootschap om diensten te leveren aan haar klanten hangt onder meer af van de efficiënte en ononderbroken werking van haar IT systemen en van de prestaties van haar IT-dienstverleners. In een verder digitaliserende wereld, duiken steeds vaker malafide praktijken op, zoals phishing, hacking, deepfake, etc. De Vennootschap is zich ter dege bewust van deze risico's en tracht zich hier maximaal tegen te beschermen, doch kan geen garantie geven dat het steeds bestand zal zijn tegen de intellectuele "creativiteit" van hackers. Iedere fout, het verlies van gegevens of het uitvallen van het IT-systeem kan het beheer van de Vennootschap schaden, wat een wezenlijk ongunstige invloed zou kunnen hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de resultaten van de Vennootschap.

Financiële risico's

Risico's verbonden aan debiteuren

Het in gebreke blijven om te voldoen aan betalingsverplichtingen of faillissementen van klanten en andere debiteuren kunnen de liquiditeit van de Vennootschap in gevaar brengen. Het kredietrisico met betrekking tot klanten wordt beperkt door de toepassing van strikte procedures. Om het risico van financiële verliezen in dit kader te beperken werkt de Vennootschap verder alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken. Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Vennootschap de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

Vervallen
in k€ Totaal Niet
vervallen
< 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 dec. 2021 20 561 17 071 1 664 735 393 698
Op 31 dec. 2020 14 998 12 101 1 627 593 298 379

De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen is als volgt:

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€482 op 31 december 2021 (k€420 op 31 december 2020) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen welke meer dan 91 dagen vervallen zijn en naar inschatting van het management niet meer inbaar.

Risico's verbonden aan de liquiditeit

De Vennootschap waakt over haar kasstroomvoorspellingen om te verzekeren dat ze over voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen beschikt om de verwachte operationele kosten te dekken, met inbegrip van de naleving van haar financiële verplichtingen. De klanten van de Vennootschap vragen langere betaaltermijnen, wat de kaspositie van de Vennootschap beïnvloedt. Elk onvermogen om voldoende onmiddellijk beschikbare liquide middelen te behouden om de verwachte operationele kosten te dekken zou de Vennootschap ertoe kunnen verplichten om haar schuldenniveau te verhogen tegen hogere intresten en zou haar ondernemingsactiviteiten aanzienlijk kunnen verstoren, alsook haar reputatie en haar vermogen om bijkomend kapitaal of financiering op te halen. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Groep beheert liquiditeitsrisico's door de regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

Risico's verbonden aan een financiële of bancaire tegenpartij

De Vennootschap kan geconfronteerd worden met de insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij. Dit zou aanleiding kunnen geven tot de opzegging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (hedging), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. In overeenstemming met de marktpraktijken voorzien de kredietovereenkomsten doorgaans marktverstoringsclausules en clausules i.v.m. een belangrijke verandering van de omstandigheden (zgn. "MAC" clausules of material adverse change clausules) die, in sommige extreme omstandigheden, bijkomende kosten voor de Vennootschap kunnen genereren en zelfs in nog extremere gevallen, kunnen leiden tot een stopzetting van het krediet.

Risico's verbonden aan de stijgende rentevoeten

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Vennootschap voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Vennootschap heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen ter financiering van het werkkapitaal. Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost met k€18.

Risico's verbonden met de schuldgraad van de Vennootschap en haar financiële convenanten

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Vennootschap bedraagt 47% eind 2021 (42% eind 2020).

Het is mogelijk dat de schuldgraad van de Vennootschap de volgende gevolgen heeft:

  • − Een groot deel van de operationele kasstroom dient te worden gebruikt om interest- en kapitaalaflossingen te betalen. Hierdoor heeft de Vennootschap minder liquide middelen beschikbaar om onder meer haar werkkapitaal te financieren, investeringen te doen, overnames, investeringen of partnerships aan te gaan.
  • − De Vennootschap heeft minder ruimte om mogelijks een dividend uit te keren aan haar Aandeelhouders;
  • − De Vennootschap is kwetsbaarder voor verslechterde economische of industriële omstandigheden; en
  • − De mogelijkheid voor de Vennootschap om financiering te verkrijgen in de toekomst wordt beperkt.
  • − De schuldgraad van de Vennootschap kan zorgen voor het moeten naleven van restrictieve financiële convenanten. Restrictieve convenanten beperken de financiële en operationele flexibiliteit van de Vennootschap wat een negatieve impact kan hebben op de financiële toestand van de Vennootschap.

Risico's verbonden met de beoordeling van belastingverplichtingen

De Vennootschap heeft voorzieningen aangelegd in haar jaarrekening ter dekking van haar belastingverplichtingen en hoewel de Vennootschap oordeelt dat de raming van deze verplichtingen waarop de voorzieningen zijn gebaseerd nauwkeurig is, zouden de voorziene belastingverplichtingen te hoog of te laag kunnen blijken. Het is mogelijk dat de belastingautoriteiten in de landen waarin de Vennootschap actief is een verschillende interpretatie hanteren dan de Vennootschap of dat in die landen de belastingwetgeving en reglementen op een inconsistente wijze worden gehandhaafd. Dit zou een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

Risico's verbonden aan de wereldwijde pandemie t.g.v. het coronavirus

Sinds begin 2020 heeft de Groep verschillende maatregelen genomen om de impact te beperken van COVID-19 op te operaties in de drie landen waar de Vennootschap actief is. Ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers, heeft de Vennootschap waar mogelijk een regime van thuiswerk ingevoerd, alsook duidelijke gecommuniceerd over de toe te passen "social distancing"-maatregelen aan diegene die op de werven actief zijn. De Vennootschap volgt de situatie met betrekking tot COVID 19 verder op en past de maatregelen telken aan in lijn met de regels en beperkingen die door de overheid opgelegd worden in de verschillende landen waar zij actief is.

Evenwel is de Vennootschap afhankelijk van zijn klanten en leveranciers - wanneer deze een nadelige impact zouden ondervinden door de pandemie kan dat op termijn ook de Vennootschap schaden. Over het boekjaar 2020 was de impact voor de Vennootschap in het algemeen uiteindelijk vrij beperkt, en ook in 2021 ondervond de Vennootschap slechts in beperkte mate hinder. Dit sluit niet uit dat sommige van de operationele activiteiten wel degelijk flink geraakt werden in omzet en winstgevendheid. De Vennootschap blijft dan ook de impact van COVID-19 op de activiteiten, financiële positie, cash flow, liquiditeit en resultaten van de Vennootschap op permanente basis opvolgen.

Risico's verbonden aan de oorlog in Oekraïne

Daar de Vennootschap zelf niet actief is in de Oekraïne of Rusland, en geen Russische of Oekraïense klanten of leveranciers heeft, ondervindt ze momenteel geen directe impact van de oorlog. Indirecte effecten worden eveneens opgevolgd, waaronder de negatieve impact van de gestegen energieprijzen op de operationele kosten van de onderneming, zowel rechtstreeks als via de indexering van lonen en andere producten. Aangezien de Vennootschap niet altijd in staat is om deze kostenstijgingen volledig door te rekenen aan haar klanten, kan dit op termijn een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap.

4. Bestemming van het resultaat van ABO-Group Environment NV

De Raad van Bestuur stelt voor het resultaat integraal over te dragen naar het volgend boekjaar.

5. Belangrijke gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden

Eind maart deelde ABO-Group mee dat zij het handelsfonds van twee gespecialiseerde Nederlandse bedrijven had overgenomen - enerzijds de bodemafdeling van Colsen, een bureau gevestigd in Hulst (Zeeland) dat werd aangekocht door ABO-Milieuconsult, en anderzijds Geo-Supporting, gevestigd in Lisserbroek, welke gespecialiseerd is in inpandig geotechnisch onderzoek door Geosonda bv. Bovendien verhoogde ABO-Group haar participatie in Geosonda bv tot 70%.

Behoudens bovenstaande, hebben er zich sinds de afsluiting van het boekjaar eindigend op 31 december 2021 geen andere vermeldingswaardige belangrijke gebeurtenissen voorgedaan.

6. Omstandigheden die de ontwikkeling van de Vennootschap of haar filialen aanmerkelijk kunnen beïnvloeden

Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van de Vennootschap.

7. Informatie betreffende de werkzaamheden op het gebied van ontwikkeling en onderzoek

ABO en al zijn werknemers, in elk van de operationele vennootschappen en in elk van de landen, investeren op een geregelde en gestructureerde manier tijd in onderzoek en ontwikkeling. De focus ligt hierbij op het verfijnen van gekende technieken, het ontwikkelen van nieuwe technieken (o.a. op het vlak van sanering) en het uitbouwen van nieuwe niches.

8. Gegevens over het bestaan van bijkantoren

ABO-Group Environment NV heeft geen bijkantoren.

9. Verantwoording in toepassing van artikel 3:6 §1 6° WVV

Niettegenstaande uit de statutaire balans van ABO-Group Environment NV een overgedragen verlies blijkt, stelt de Raad van Bestuur voor de jaarrekening op te stellen volgens de boekhoudkundige regels van continuïteit. De omgekeerde overname in 2014 door de Venootschap (toen nog Thenergo NV) van ABO Holding en gelieerde venootschappen, heeft het eigen vermogen, zowel statutair als geconsolideerd, positief gebracht en aanzienlijk versterkt. Bovendien is de Vennootschap sinds de omgekeerde overname rendabel en heeft zij een positieve liquiditeitsratio groter dan één.

10. Gebruik van financiële instrumenten

De Vennootschap heeft eind 2021 geen afgeleide financiële instrumenten.

11. Verklaring inzake deugdelijk bestuur

De Vennootschap hanteert de Belgische Corporate Governance Code 2020 als referentiecode. Deze code kan geconsulteerd worden op www.corporategovernancecommittee.be. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven over de toepassing van deze Code tijdens het boekjaar 2021.

Voor de algemene werking van de Raad van Bestuur, van de Comités van de Raad van Bestuur en van het Uitvoerend Comité met betrekking tot het corporategovernancebeleid wordt verwezen naar het Charter inzake deugdelijk bestuur, waarvan de meest recente versie werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 20 april 2021 (beschikbaar op de website www.abo-group.eu).

De Vennootschap past de Corporate Governance Code en het Charter inzake deugdelijk bestuur toe behoudens de volgende uitzonderingen:

In afwijking op principe 7.6 van de Code, ontvangen de niet-uitvoerend bestuurders geen deel van hun remuneratie in de vorm van aandelen van de Vennootschap. Een dergelijke toekenning vereist een verdere analyse van de praktische gevolgen ervan, zowel voor de onderneming als voor de leden van de Raad.

In afwijking op principe 7.9 van de Code, heeft de raad geen minimumdrempel bepaald van aandelen die moeten aangehouden worden door de leden van het uitvoerend management. Het remuneratiepakket voor de leden van het uitvoerend management is voldoende uitgebalanceerd met verschillende componenten om de leden van het uitvoerend management aan te zetten tot een strategie van duurzame, winstgevende groei.

11.1. De belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen in verband met het proces van de financiële rapportering

Het interne controlesysteem van ABO-Group is gericht op het waarborgen van:

  • Het bereiken van de doelstellingen van de onderneming
  • De betrouwbaarheid van de financiële en niet financiële informatie
  • De naleving van wetten en regels

Het interne controlesysteem wordt omschreven in het Charter inzake deugdelijk bestuur van ABO-Group.

Gezien de beperkte omvang van de groep werd door de Raad van Bestuur beslist geen afzonderlijke interne auditfunctie te creëren.

ABO-Group heeft een systeem voor risicobeheer en interne controle opgezet dat aangepast is aan haar werking en aan de omgeving waarin ze evolueert. Dit systeem is gebaseerd op het model voor interne controle "COSO" (afkorting voor "Committee of Sponsoring Organizations of the Threadway Commission"). Het COSO is een internationale particuliere en nietregeringsgebonden organisatie die erkenning geniet op het vlak van bestuur, interne controle, risicobeheer en financiële rapportering.

De COSO-methode draait rond vijf controlecomponenten:

  • − Omgeving voor interne controle
  • − Risicoanalyse
  • − Controle activiteiten
  • − Informatie en communicatie
  • − Toezicht en monitoring

11.1.1. Controleomgeving

Organisatie van de interne controle

Het Auditcomité is belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer. De verantwoordelijkheden van het Auditcomité met betrekking tot financiële rapportering, interne controle en risicomanagement worden gedetailleerd toegelicht in het Charter inzake deugdelijk bestuur (www.abo-group.eu).

ABO-Group heeft een externe Compliance Officer aangesteld (Dhr. Floris Pelgrims, als vaste vertegenwoordiger van Erromesa BV).

Binnen de onderneming zijn voor elke functie duidelijke bevoegdheidsdomeinen afgebakend en delegaties van verantwoordelijkheden vastgelegd.

Bedrijfsethiek

De onderneming heeft een Charter inzake deugdelijk bestuur opgesteld, alsook een Gedragscode, waarin de verwachtingen staan ten aanzien van het leiderschap van de vennootschap, alsook ten aanzien van de werknemers in termen van verantwoordelijkheid en ethisch gedrag. Jaarlijks wordt de naleving van deze Gedragscode geëvalueerd door de Raad van Bestuur, op aangeven van het Benoemings- en Remuneratiecomité.

11.1.2. Risicoanalyse

ABO-Group analyseert op periodieke basis de risico's in verband met haar activiteiten. Alle sleutelmedewerkers worden regelmatig ondervraagd over hun risico-inschatting. De verschillende risico's worden dan ingeschat naar impact en kwetsbaarheid van de onderneming. Vervolgens worden actieplannen opgesteld welke periodiek opgevolgd worden in het Uitvoerend Comité. Het geheel van risicofactoren en actieplannen wordt geëvalueerd door het Auditcomité. Op basis van deze analyse konden bepaalde risico's worden geïdentificeerd en maatregelen uitgewerkt.

11.1.3. Controle-activiteiten

Een belangrijk gegeven inzake de controle-activiteiten is de jaarlijkse budgetoefening en de periodieke kasvooruitzichten, waarbij strategie, risicofactoren, businessplannen en beoogde resultaten worden getoetst. Periodieke controles worden uitgevoerd. Hierbij wordt speciale aandacht besteed aan de beveiliging van de IT-systemen, aan scheiding van bevoegdheden, duidelijke functiebepalingen voor het personeel en aan het bestaan van duidelijke procedures en richtlijnen.

11.1.4. Informatie & communicatie

Om betrouwbare financiële informatie te verschaffen maakt ABO-Group gebruik van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen en een toepassing van IFRSwaarderingsregels (welke in het geconsolideerd jaarverslag gepubliceerd worden onder het punt "Voornaamste boekhoudprincipes").

De boekhouding van alle entiteiten wordt centraal opgevolgd vanuit de hoofdzetel te Gent. De consolidatie wordt gedaan in een gespecialiseerd softwarepakket (Cognos). Van de informatiesystemen voor de financiële gegevens is er een dagelijkse back-up en de toegang tot het systeem is beperkt.

11.1.5. Toezicht en monitoring

Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad van Bestuur, door middel van het Auditcomité, door een toezicht op de rapportering, het evalueren van de risicofactoren en de desbetreffende actieplannen.

11.2. De staat van het kapitaal van de Vennootschap en het aandeelhouderschap (informatie art. 34 KB 14 november 2007 en art. 14, vierde lid, Wet van 2 mei 2007)

11.2.1. Het kapitaal en de aandelen

Het kapitaal van de Vennootschap bedraagt € 166.490.574,48, vertegenwoordigd door 10.568.735 gewone aandelen. Het kapitaal is sinds de reverse takeover van ABO Holding als volgt geëvolueerd:

Datum Transactie Aantal nieuw
uitgegeven
aandelen
Prijs per
aandeel
Bedrag
kapitaal
verhoging
Kapitaal Totaal aantal
aandelen
Vanaf
oprichting
tot
26/03/2014
- - - - € 139.828.062,37 28.633.631
27/03/2014 Kapitaalverh.
inbreng
in natura
2.613.550.000 € 0,01 € 26.135.500,00 € 165.963.562,37 2.642.183.631
15/09/2014 Samenvoeging
bestaande
aandelen /250
0 € 0,00 € 0,00 € 165.963.562,37 10.568.734
19/12/2014 Kapitaalverh.
in geld
1 € 527.012,11 € 527.012,11 € 166.490.574,48 10.568.735

Alle aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde en hebben alle dezelfde rechten en verplichtingen. Alle aandelen geven recht op één stem in de algemene vergadering en alle aandeelhouders die zich correct op een algemene vergadering hebben aangemeld, kunnen op gelijke wijze van hun stemrecht gebruik maken. Er bestaat omtrent het stemrecht geen wettelijke of statutaire beperking.

Met uitzondering van de aandelen heeft de Vennootschap geen andere effecten uitgegeven, noch bestaat er een aandelenplan voor werknemers. Er zijn geen wettelijke of statutaire beperkingen van overdracht van aandelen. Evenmin heeft de Vennootschap kennis van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten die aanleiding kunnen geven tot beperking van de overdracht van aandelen of de uitoefening van het stemrecht.

11.2.2. Benoeming en bevoegdheid van het bestuursorgaan

De raad van bestuur is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet of de statuten alleen de algemene vergadering bevoegd is. De bestuurders worden verkozen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer, bij een benoeming van een bestuurder geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen behaalt, gaat men over tot een nieuwe stemming tussen de twee (2) kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald. In geval van gelijkheid van stemmen bij die herstemming, is de oudste kandidaat verkozen.

11.2.3. Statutenwijziging

Het is de algemene vergadering die het recht heeft om wijzigingen aan te brengen in de statuten, op de wijze zoals voorzien in artikel 7:153 van het WVV.

De algemene vergadering kan over wijzigingen in de statuten alleen dan geldig beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping en wanneer de aanwezigen ten minste de helft van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen.

Is de laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het door de aanwezige vennoten vertegenwoordigde deel van het kapitaal. Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij drie vierde van de stemmen heeft verkregen.

11.2.4. Toegestaan kapitaal

Enkel de algemene vergadering is bevoegd het kapitaal te verhogen.

11.2.5. Verwerving en vervreemding van eigen aandelen

De Vennootschap heeft geen machtiging tot verwerven en/of vervreemden van zijn eigen aandelen.

11.2.6. Controlewijziging na een openbaar overnamebod

Er bestaan geen overeenkomsten waarbij de Vennootschap partij is en die in werking treden, wijzigingen ondergaan of aflopen in geval van een wijziging van controle over de Vennootschap na een openbaar overnamebod.

De Vennootschap heeft geen overeenkomsten afgesloten met haar bestuurders of werknemers die in vergoedingen voorzien wanneer, naar aanleiding van een openbaar overnamebod, de bestuurders ontslag nemen of zonder geldige reden moeten afvloeien of de tewerkstelling van de werknemers beëindigd wordt.

11.2.7. Transparantieverklaringen

De Wet van 2 mei 2007 en de statuten van de Vennootschap voorziet de verplichting voor de aandeelhouders tot kennisgeving van een belangrijke deelneming in de Vennootschap. De overschrijding van de quota die aanleiding geven tot een verplichting tot kennisgeving overeenkomstig de wetgeving inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, wordt vastgesteld op 5% en alle veelvouden van 5%.

Behoudens de eerder gemelde kennisgeving van de heer Frank De Palmenaer op 20 april 2021 ontving de Vennootschap geen kennisgevingen. Verder is ABO-Group niet op de hoogte van het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten. Er werden door ABO-Group ook geen certificaten uitgegeven.

11.3. Raad van bestuur

11.3.1. Samenstelling van de Raad van Bestuur

Voorzitter Jadel BV (1) met als vaste
vertegenwoordiger de heer Jan Gesquière
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2024
Lid van het Auditcomité
Bestuurder Paul Decraemer BV (1) met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul
Decraemer
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2022
Voorzitter van het
Auditcomité en lid van het
Benoemings- en
Remuneratiecomité
Bestuurder Katleen De Stobbeleir BV (1) met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Katleen De
Stobbeleir
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2022
Voorzitter van het
Benoemings- en
Remuneratiecomité en lid
van het Auditcomité
Bestuurder Alti Conseil SAS (1) met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Blandine
Proriol
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2022
Bestuurder Argonauten BV (2) met als vast
vertegenwoordiger de heer Feliciaan De
Palmenaar
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2022
Gedelegeerd
Bestuurder
De heer Frank De Palmenaer (3)
van 26 mei 2021 t.e.m. 25 mei 2024
Lid van het Benoemings
en Remuneratiecomité

RAAD VAN BESTUUR per 31 december 2021

(1) niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder (2)niet-uitvoerdend bestuurder (3) uitvoerend bestuurder

Jan Gesquière

- Ondernemende financiële generalist - Helicopterview - No nonsens, hands on

Frank De Palmenaer

- Visionair - Ondernemer - Multidisciplinaire duizendpoot

Katleen De Stobbeleir

- Leergierig - Onderzoeker in hart en nieren - Energiek

Paul Decraemer

Gericht op nieuwe trends en technologieën aangaande duurzaamheid, gezondheid en voeding

Blandine Proriol

  • - Focus op communicatie
  • - Uitwerken van strategieën

- Passie voor het financiële

Feliciaan De Palmenaer

  • - Digitalisering
  • - Onderzoeker

De Raad van Bestuur bestaat uit zes leden. Vijf van hen zijn niet-uitvoerende bestuurders. Vier bestuurders zijn onafhankelijk zowel in de zin van artikel 7:87 van het WVV, als van het Charter inzake deugdelijk bestuur van de Vennootschap.

Onder leiding van de Voorzitter evalueren de bestuurders de werking van de Raad en zijn samenwerking met het Uitvoerend comité, om zodoende een efficiënte functionering te verzekeren.

11.3.2. Activiteiten van de Raad van Bestuur tijdens het voorbije boekjaar

De Raad van Bestuur heeft 7 maal vergaderd in 2021. Alle bestuurders waren op deze vergaderingen aanwezig (desgevallend vanaf het moment van hun benoeming), met uitzondring van Katleen De Stobbeleir BV en Paul De Craemer BV die respectievelijk twee en één vergadering verontschuldigd werden.

De Raad van Bestuur behandelde in 2021 onder meer de volgende onderwerpen:

  • − De jaarcijfers 2020
  • − De statutaire en geconsolideerde jaarrekening, het jaarverslag
  • − Oproeping en agenda van de algemene vergadering
  • − Impact op de operationele werking van Covid-19
  • − Periodieke opvolging van de operationele vennootschappen ten opzichte van budget, inclusief het investeringsbudget
  • − Het businessplan en de langetermijnstrategie
  • − Digitalisatie
  • − Het commercieel plan
  • − De verslaggeving van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité
  • − Het charter inzake deugdelijk bestuur en de nieuwe corporate governance code 2020
  • − De halfjaarcijfers 2021
  • − De organisatiestructuur, inclusief de opvolging van operationele herstructureringen
  • − Installatie van de nieuwe raad / benoeming van de leden van de comités
  • − Overnamedossiers
  • − Fiscale positie van de groep
  • − Compliance
  • − Hangende betwistingen en juridische dossiers
  • − Personeelsorganisatie en functionele wijzigingen
  • − Het businessplan 2021-2025
  • − Het budget 2022
  • − Liquidity Provider Agreement
  • − Dual listing op Euronext Parijs

11.3.3. Evaluatie van de Raad

De Raad van Bestuur, onder leiding van de Voorzitter, maakt jaarlijks een zelfevaluatie om vast te stellen of de Raad en zijn comités efficiënt functioneren. De evaluatie heeft de volgende doelstellingen:

  • − Beoordelen hoe de Raad werkt
  • − Nagaan of de behandelde onderwerpen grondig worden voorbereid
  • − De daadwerkelijke bijdrage van elke bestuurder beoordelen
  • − De actuele samenstelling van de Raad nagaan in het licht van de gewenste samenstelling

11.4. Comités opgericht door de raad van bestuur

11.4.1. Auditcomité

Samenstelling van het Auditcomité

De Raad van Bestuur heeft een Auditcomité aangesteld dat uit minstens drie leden bestaat. Het Auditcomité is als volgt samengesteld:

  • − Jadel BV, met als vaste vertegenwoordiger Jan Gesquière
  • − Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • − Alti Conseil SAS, met als vaste vertegenwoordiger Blandine Proriol

Paul Decraemer BV werd benoemd tot voorzitter van het Auditcomité.

De Raad van Bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Auditcomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. Alle leden van het auditcomité zijn nietuitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het auditcomité houdt toezicht op de financiële verslaggeving en de naleving van de administratieve, juridische en fiscale procedures, alsook op de opvolging van financiële en operationele audits en verstrekt advies omtrent de keuze en de vergoeding van de Commissaris. Het comité, dat rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Raad van Bestuur, heeft voornamelijk een toezichthoudende en adviserende rol.

Conform artikel 7:99 van het WVV verklaart ABO-Group dat de Voorzitter van het Auditcomité, Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger de Heer Paul Decraemer, voldoet aan de vereisten van onafhankelijkheid en de nodige deskundigheid bezit op het gebied van boekhouding en audit.

Vergaderingen van het Auditcomité

Het Comité vergaderde tweemaal voltallig in 2021.

Er werd specifiek aandacht besteed aan:

  • − Financiële en operationele rapportering
  • − De juridische structuur, inclusief bespreking mogelijkheid tot vereenvoudiging
  • − Risicoanalyse van de activiteiten
  • − Halfjaar- en jaarresultaten, inclusief rapportering van de commissaris
  • − Juridische geschillen en voorzieningen
  • − Het auditplan
  • − Toepassing IFRS 16
  • − IFRS roadmap

Na elke vergadering rapporteerde het Auditcomité, via zijn Voorzitter, aan de Raad van bestuur over de hierboven beschreven onderwerpen en adviseerde het met het oog op besluitvorming door de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Auditcomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Auditcomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.4.2. Benoemings- & Remuneratiecomité

Samenstelling van het Benoemings- en Remuneratiecomité

De Raad van bestuur heeft een Benoemings- en Remuneratiecomité opgericht dat uit minstens drie leden bestaat. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de volgende samenstelling:

  • − Katleen De Stobbeleir BV, met als vaste vertegenwoordiger Katleen De Stobbeleir
  • − Paul Decraemer BV, met als vaste vertegenwoordiger Paul Decraemer
  • − Frank De Palmenaer

Katleen De Stobbeleir BV werd benoemd tot voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité.

De Raad van bestuur heeft de rol, de samenstelling en de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité vastgelegd in het Charter inzake deugdelijk bestuur. De meerderheid van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende, onafhankelijke bestuurders.

Het Benoemings- en Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van bestuur aangaande de benoeming en vergoeding van de leden van de Raad van bestuur en het Uitvoerend comité.

Vergaderingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité

Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2021 driemaal voltallig samengekomen. Na elke vergadering rapporteert dit comité, via zijn voorzitter, aan de Raad van bestuur.

Evaluatie van het Benoemings- & Remuneratiecomité

De Voorzitter van het Comité brengt op jaarlijkse basis verslag uit aan de Raad van bestuur over de werking van het Benoemings- en Remuneratiecomité. De werking van het comité wordt afgemeten aan het Charter inzake deugdelijk bestuur en andere relevante criteria goedgekeurd door de Raad van bestuur.

11.5. Management en dagelijks bestuur

De gedelegeerd bestuurder, ook CEO genoemd, wordt benoemd door de Raad van bestuur op basis van een aanbeveling door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de Vennootschap. Hij rapporteert rechtstreeks aan de Raad van bestuur. De huidige gedelegeerd bestuurder, de heer Frank De Palmenaer, werd benoemd tijdens de vergadering van de Raad van bestuur van 3 juni 2021.

Het Uitvoerend Comité, in het Charter inzake deugdelijk bestuur 'managementcomité' genoemd, bestaat uit minimum drie leden. Het betreft geen directieraad in de zin van artikel 7:104 WVV.

De leden van het Uitvoerend Comité, die al dan niet bestuurder zijn, worden benoemd door de Raad van bestuur. Het Uitvoerend Comité komt regelmatig samen.

Het Uitvoerend Comité staat de CEO bij in de uitvoering van zijn taken, bereidt de bekendmaking voor van de financiële verslagen en andere materiële financiële en nietfinanciële informatie en voert andere taken uit die de CEO of de Raad van bestuur aan hem zou delegeren.

Het Uitvoerend Comité is op datum van dit verslag als volgt samengesteld:

Naam Functie
De heer Frank De Palmenaer Gedelegeerd bestuurder
Erromesa BV, vast vertegenwoordigd door de
heer Floris Pelgrims
CFO / Compliance Officer
De heer Sébastien Gori CEO ABO-ERG

Het vennootschapsadres voor alle leden van het Uitvoerend Comité is de zetel van de onderneming: Derbystraat 255, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) in België.

Frank De Palmenaer Gedelegeerd bestuurder

Floris Pelgrims CFO / Compliance Officer Sébastien Gori CEO ABO-ERG

11.6. Genderquotum

Overeenkomstig de quotawet van 28 juli 2011, dient ten minste één derde van de leden van de Raad van bestuur van het andere geslacht te zijn dan de overige leden. ABO-Group voldoet aan deze voorwaarde.

11.7. Remuneratieverslag

11.7.1. Procedure voor het ontwikkelen van een remuneratiebeleid en vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en de uitvoerende managers

De procedure voor het uitwerken van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van bestuur en van het Uitvoerend Comité wordt vastgelegd door de Raad van bestuur.

De remuneraties van de niet-uitvoerende bestuurders werden in 2021 door de Raad van Bestuur vastgelegd. De remuneraties van de leden van het uitvoerend management werden in 2021 door de Raad van Bestuur goedgekeurd in zoverre er wijzigingen waren aan de lopende contracten.

11.7.2. Remuneratiebeleid

De vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding van € 5.000 per trimester. De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele verloning, noch prestatiepremies in aandelen.

De gedelegeerd bestuurder ontvangt een vaste vergoeding als bestuurder bij een aantal vennootschappen. De remuneratie van het uitvoerend management als dienstverlener bestaat uit een vaste dagvergoeding. De remuneratie van het uitvoerend management als personeelslid bestaat uit een vaste vergoeding, een pensioenplan, een hospitalisatieverzekering en een voertuig. Het uitvoerend management wordt niet vergoed met lange termijn cash-incentive plannen, noch met aandelen en/of aandelenopties.

Vandaag is er geen terugvorderingsrecht bepaald ten gunste van de vennootschap voor een variabele remuneratie die werd toegekend op basis van onjuiste financiële gegevens.

11.7.3. Bezoldigingen en andere vergoedingen aan bestuurders

In EUR Vaste
vergoeding
Totaal 2021
Jadel BV met als vaste vertegenwoordiger de
heer Jan Gesquière (*)
Niet
uitvoerend
€ 20.000 € 20.000
Paul Decraemer BV met als vaste
vertegenwoordiger de heer Paul Decraemer
Niet
uitvoerend
€ 20.000 € 20.000
Katleen De Stobbeleir BV met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Katleen De
Stobbeleir
Niet
uitvoerend
€ 20.000 € 20.000
Anti Conseil SAS met als vaste
vertegenwoordiger mevrouw Blandine Proriol
Niet
uitvoerend
€ 20.000 € 7.157
Argonauten BV met als vaste
vertegenwoordiger de heer Feliciaan De
Palmenaer
Niet
uitvoerend
€20.000 €6.667
De heer Frank De Palmenaer Uitvoerend n.v.t. n.v.t.

* Voorzitter van de Raad van Bestuur

11.7.4. Evaluatiecriteria voor de vergoeding van de uitvoerende managers, gebaseerd op prestaties

De uitvoerende managers ontvangen een variabele vergoeding die gedeeltelijk afhankelijk is van de resultaten van de onderneming.

11.7.5. Remuneratie van de gedelegeerd bestuurder

De gedelegeerd bestuurder ontving in 2021 een totale vergoeding van k€ 182.

In k Euro
Vaste remuneratie
k€ 170
Variabele remuneratie
-
Kostenvergoeding
k€ 12

Daarnaast werd er een bedrag van k€ 130 gestort in een 'fonds de dotation' in Frankrijk, gelinkt aan de heer Frank De Palmenaer, dat investeringen in innovatieve regionale ontwikkelingsinitiatieven beoogt.

11.7.6. Remuneratie van de andere leden van het uitvoerend management

Naast de remuneratie van de heer Sebastien Gori bevat onderstaand overzicht de vergoedingselementen voor de voormalige CFO Special Projects on Support BV, met vaste vertegenwoordiger de heer Johan Reybroeck, die midden 2021 ABO-Group verliet, evenals de vergoedingen voor de interim CFO diensten geleverd door Finvision, ABO-Group's samenwerkingspartner op vlak van consolidatie en IFRS, in de tweede jaarhelft.

In k Euro

Vaste remuneratie k€ 365
Variabele remuneratie k€ 21
Pensioen k€ 13
Andere voordelen (dienstverband) Voertuig / GSM / Hospitalisatieverzekering

Het niveau en de structuur van de remuneratie van de leden van het Uitvoerend Comité zijn zodanig bepaald dat het de onderneming moet toelaten gekwalificeerde managers aan te trekken en te blijven motiveren. De vergoeding wordt op regelmatig tijdstip getoetst aan haar marktconformiteit.

De leden van het Uitvoerend Comité, met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder, ontvangen geen bestuurdersvergoedingen voor de vennootschappen waar ze een bestuurdersmandaat vervullen.

11.7.7. Aandelen toegekend aan het uitvoerend management

Er werden in 2021 geen warrants, aandelen of aandelenopties toegekend aan de gedelegeerd bestuurder, noch aan de andere leden van het uitvoerend management. Er zijn geen lopende aandelenoptieplannen en/of warrantplannen.

11.7.8. Vertrekvergoedingen

Er zijn geen vertrekvergoedingen verschuldigd ten opzichte van de niet-uitvoerend bestuurders.

Sinds zijn benoeming door de Raad van bestuur van 3 juni 2021 heeft de CEO van ABO-Group Frank De Palmenaer het statuut van gedelegeerd bestuurder en is niet onderworpen aan specifieke regels van opzegtermijn en opzegvergoeding. De overeenkomst voor managementdiensten met Erromesa BV kan eenzijdig beëindigd worden, mits uitbetaling van een forfaitaire en éénmalige vergoeding van k€ 36. De CEO van ABO-ERG Sebastien Gori heeft het statuut van werknemer en is dus onderworpen aan de wettelijke regels van opzegtermijn en opzegvergoeding.

11.7.9. Vergoeding commissaris

De commissaris ontving voor de vervulling van zijn auditopdracht voor het boekjaar 2021 het bedrag van € 200.615.

11.8. Belangenconflicten: toepassing van artikel 7:96 WVV

Overeenkomstig artikel 7:96 WVV dient de Raad van bestuur in dit verslag een uittreksel op te nemen uit de notulen van de Raad van bestuur waarin een mogelijks vermogensrechtelijk belangenconflict in hoofde van één van de bestuurders werd aangemeld, alsmede van de verantwoording van de beslissing hieromtrent en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap. In 2021 werd geen beroep gedaan op toepassing van deze procedure.

11.9. Belangenconflicten – toepassing van artikel 7:97 WVV

Beursgenoteerde bedrijven moeten beslissingen die tot de bevoegdheid van de raad van bestuur behoren en die verband houden met de relatie tussen de vennootschap en de met haar verbonden ondernemingen, vooraf voorleggen aan een comité van drie onafhankelijke bestuurders. De bestuurders worden door één of meer onafhankelijke experts bijgestaan. Artikel 7:97 WVV omschrijft de procedure die moet worden gevolgd.

Tijdens het boekjaar 2021 hebben er zich op de raad van bestuur geen situaties voorgedaan die aanleiding gaven tot de toepassing van deze regeling voor belangenconflicten.

12. Ontslagen en benoemingen

Op de Algemene Vergadering komen dit jaar de mandaten van alle bestuurders te vervallen.

Het bestuur stelt voor om, na advies van het Remuneratie- en Benoemingscomité, over te gaan tot hernieuwing van volgende mandaten:

  • − Paul Decraemer BV, vast vertegenwoordigd door de heer Paul Decraemer, voor een periode van 1 jaar als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder.
  • − Katleen De Stobbeleir BV, vast vertegenwoordigd door mevrouw Katleen De Stobbeleir, voor een periode van 1 jaar als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder.
  • − Alti Conseil SAS, vast vertegenwoordigd door mevrouw Blandine Proriol, voor een periode van 1 jaar als niet-uitvoerend onafhankelijk bestuurder.
  • − Argonauten BV, vast vertegenwoordigd door de heer Feliciaan De Palmenaar, voor een periode van 1 jaar als niet-uitvoerend bestuurder.

13. Verklaring door de verantwoordelijke personen

Verklaring met betrekking tot de informatie gegeven in dit rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2021.

De ondergetekenden verklaren dat:

  • − De jaarrekeningen, die zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen, een getrouw beeld geven van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen;
  • − Het rapport voor de 12 maanden eindigend op 31 december 2021 een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

Gent, 19 april 2022,

Voor de Raad van bestuur,

vertegenwoorigd door de heer Jan Gesquière

De Voorzitter, De Gedelegeerd Bestuurder, Jadel BV, de heer Frank De Palmenaer

Geconsolideerde jaarrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2021 en 2020

Geconsolideerde resultatenrekening

in 000€ Toelichting Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Omzet 2.17 63 068 49 352
Overige bedrijfsopbrengsten 2.18 1 528 607
Totaal bedrijfsopbrengsten 64 596 49 959
Aankopen van goederen en diensten voor verkoop - 7 568 - 5 163
Diensten en diverse goederen 2.20 - 20 139 - 15 009
Personeelsbeloningen 2.21 - 27 400 - 21 509
Afschrijvingen - 4 911 - 4 453
Overige bedrijfskosten 2.19 - 1 433 - 785
Operationele winst 3 145 3 040
Financiële kosten 2.22 - 558 - 516
Financiële opbrengsten 2.23 5 13
Winst voor voortgezette activiteiten voor belastingen 2 592 2 537
Belastingen 2.24 - 529 - 443
Netto winst 2 063 2 094
Netto winst (verlies) toerekenbaar aan de
Aandeelhouders van de moeder 2 003 2 133
Minderheidsbelangen 60 - 40
Winst per aandeel voor de aandeelhouders
Gewoon en verwaterd 2.25 0,19 0,20

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerd totaal resultaat

Toelichting Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Netto winst 2 063 2 094
Niet gerealiseerde resultaten - transfereerbaar naar de
winst- en verliesrekening
Verandering reële waarde financiële activa met reële
waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten
2.11 - 4 11
Niet gerealiseerde resultaten - niet-transfereerbaar naar de
winst- en verlies rekening
Actuariële (winst)/verliezen 2.11 170 - 89
Impact belastingen - 45 25
Herwaardering gebouwen 2.11 225
Impact belastingen - 34
Niet gerealiseerde resultaten, na belastingen 121 138
Totaal resultaat na belastingen 2 184 2 232
Totaal resultaat toewijsbaar aan de
Aandeelhouders van de moeder 2 124 2 272
Minderheidsbelangen 60 - 40

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerde balans

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2021 2020
Vaste activa
Goodwill 2.5 914 844
Immateriële vaste activa 2.6 2 311 1 485
Materiële vaste activa 2.7 22 342 21 126
Uitgestelde belastingvorderingen 2.24 868 921
Financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet
gerealiseerde resultaten
38 42
Overige financiële activa 613 623
Totaal vaste activa 27 086 25 041
Kortlopende activa
Voorraad 1 275 941
Handelsvorderingen 2.9 12 805 9 668
Contract activa 2.9 7 756 5 361
Overige kortlopende activa 2.9 1 132 970
Liquide middelen en kasequivalenten 2.10 16 172 15 021
Totaal kortlopende activa 39 140 31 961
Totaal activa 66 226 57 002
Voor het jaar eindigend op 31
december
in 000€ Toelichting 2021 2020
Totaal eigen vermogen
Kapitaal 2.11 4 857 4 857
Geconsolideerde reserves 2.11 12 563 10 540
Niet-gerealiseerde resultaten 2.11 2 196 2 265
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van
de groep
19 616 17 662
Minderheidsbelang 2.11 880 1 317
Totaal eigen vermogen 20 496 18 979
Langlopende schulden
Financiële schulden 2.12 11 592 7 737
Uitgestelde belastingschulden 2.24 1 383 1 222
Voorzieningen 2.13 1 211 1 143
Totaal langlopende schulden 14 186 10 102
Kortlopende schulden
Financiële schulden 2.12 13 835 14 715
Handelsschulden 7 527 6 698
Belastingschulden 972 657
Overige kortlopende schulden 2.14 9 210 5 851
Totaal kortlopende schulden 31 544 27 921
Totaal eigen vermogen en schulden 66 226 57 002

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen

Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moeder
in 000€ Toelichting Kapitaal Geconsolideerde
reserves
Niet
gerealiseerde
resultaten
Totaal Minder
heids
belang
Totaal
eigen
vermogen
Op 1 januari 2020 4 857 8 216 2 318 15 391 1 357 16 748
Netto winst 2 133 2 133 - 40 2 094
Niet-gerealiseerde
resultaten
138 138 138
Totaal Resultaat 2 133 138 2 271 - 40 2 232
Transfer afschrijvingen
materiële vaste
activa
2.1 191 - 191
Op 31 december 2020 4 857 10 540 2 265 17 662 1 317 18 979
Netto winst 2 003 2 003 60 2 063
Niet-gerealiseerde
resultaten
121 121 121
Totaal Resultaat 2 003 121 2 124 60 2 184
Transfer afschrijvingen
materiële vaste
activa
2.1 190 - 190
Aankoop
minderheidsbelang
2.1 - 170 - 170 - 497 - 667
Op 31 december 2021 4 857 12 563 2 196 19 616 880 20 496

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Geconsolideerde kasstroomtabel

Voor het jaar
eindigend op 31
december
in 000€ Toelichting 2021 2020
Netto winst 2 063 2 094
Niet kaskosten en operationele aanpassingen
Afschrijvingen van materiële vaste activa 2.7 4 536 4 161
Afschrijvingen van immateriële vaste activa 2.6 375 292
Meerwaarde verkoop van materiële vaste activa 2.7 - 4 - 49
Beweging in de provisies 2.13 - 230 - 162
Beweging in de waardeverminderingen op klanten 2.9 293 187
Financiële opbrengsten 2.23 - 5 - 13
Financiële kosten 2.22 558 516
Badwill bij bedrijfscombinaties 2.4 -189
Uitgestelde belastingkost 2.24 -12 - 61
Belastingkost 2.24 541 504
Overige 3
Aanpassingen van het werkkapitaal
Afname (toename) in de overige financiële vaste activa,
handelsvorderingen en overige kortlopende activa
-4 142 1 588
toename van de voorraad - 29 - 129
(afname) toename van de handelsschulden en overige schulden 3 412 318
Kasstroom uit operationele activiteiten voor interesten en belastingen 7 170 9 246
Ontvangen interesten 2.23 4 12
Betaalde belastingen - 396 - 569
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 6 778 8 689
Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ Toelichting 2021 2020
Investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa 2.7 -4 415 -2 238
Investeringen in immateriële vaste activa 2.6 -41 - 30
Verkoop van materiële vaste activa 2.7 507 91
Acquisitie van dochteronderneming, netto met verwerving
geldmiddelen
2.4 - 622
Netto kasstroom (gebruikt in) uit investeringsactiviteiten -4 571 -2 177
Financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit leningen 2.12 7 781 8 113
Terugbetalingen van leningen 2.12 -5 339 -2 963
Terugbetalingen van leasingschulden 2.12 -2 275 -1 868
Betaalde interesten - 390 - 374
Overige financiële opbrengsten (kosten) - 166 - 141
Dividendbetaling aan minderheidsbelang - 1
Aankoop van minderheidsbelangen - 667
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten -1 056 2 766
Netto toename van de geldmiddelen en kasequivalenten 1 151 9 278
Geldmiddelen en kasequivalenten bij het begin van het jaar 2.10 15 021 5 743
Geldmiddelen en kasequivalenten op het einde van het jaar 2.10 16 172 15 021

De bijgevoegde toelichtingen maken integraal deel uit van deze geconsolideerde resultatenrekening.

Toelichting bij de geconsolideerde financiële staten

1. Bedrijfsinformatie

ABO-Group Environment NV (de Vennootschap) is een gespecialiseerd ingenieursbureau gericht op geotechniek, milieu en bodemsanering. ABO-Group biedt "consultancy" en "testing & monitoring"- diensten aan voor bouw (bodem en geotechniek), alsook duurzaam advies voor milieu-, afval- en energievraagstukken. De activiteiten situeren zich voornamelijk in België, Frankrijk en Nederland. De Vennootschap is een naamloze vennootschap (NV) naar Belgisch recht met als maatschappelijke zetel: Derbystraat 255, 9051 Gent.

De geconsolideerde jaarrekening van de Vennootschap voor het boekjaar dat werd afgesloten op 31 december 2021 omvat ABO-Group Environment NV en de bijhorende dochterondernemingen (waarnaar samen wordt verwezen met 'ABO' of de 'Groep').

Op de Raad van Bestuur van 19 april 2022 werd de geconsolideerde jaarrekening goedgekeurd voor vrijgave.

2. Presentatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld, op basis van historische kostprijs, met uitzondering van de terreinen en gebouwen en de financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten, die zijn gewaardeerd aan reële waarde, en in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals gepubliceerd door de International Accounting Standards Board (IASB) en goedgekeurd door de Europese Unie.

De geconsolideerde financiële rekeningen worden weergegeven in euro's en alle waarden zijn afgerond tot het dichtst bij zijnde duizendtal (€ 000), tenzij anders vermeld.

Wijziging van boekhoudprincipes

De boekhoudprincipes zijn consistent met deze van het vorige boekjaar, behalve voor de volgende IFRS aanpassingen welke van toepassing zijn op 1 januari 2021:

  • − Aanpassingen aan IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16 Hervorming van de Referentierentevoeten – fase 2
  • − Aanpassing aan IFRS 16 Leaseovereenkomsten: Huurconcessies in verband met COVID-19 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juni 2020)
  • − Aanpassingen aan IFRS 4 Verzekeringscontracten Verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor het toepassen van IFRS 9 tot 1 januari 2023 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021).

De toepassing van bovenstaande nieuwe standaarden heeft geen belangrijke impact gehad op de geconsolideerde balans, de geconsolideerde resultatenrekening en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

De groep heeft gebruik gemaakt van bovenstaande aanpassing aan IFRS 16. Zie toelichting 2.12 Financiële schulden voor meer informatie.

2.1.Voornaamste boekhoudprincipes

2.1.1. Consolidatiebasis

De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van alle dochterondernemingen die door de Groep worden gecontroleerd. Een overzicht van alle geconsolideerde entiteiten is weergegeven in toelichting 2.32.

Een onderneming wordt volledig geconsolideerd vanaf de datum van acquisitie, welke de datum is wanneer de Groep de controle verwerft, en wordt zolang geconsolideerd tot dat de Groep de controle verliest. Controle bestaat wanneer de Groep onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming en wanneer de Groep de mogelijkheid heeft om deze rendementen te beïnvloeden vanuit zijn zeggenschap over de onderneming. De Groep heeft controle over een onderneming als, en alleen als de Groep:

  • − Zeggenschap heeft over de onderneming (zoals vanuit bestaande rechten welke de Groep de mogelijkheid geven om de relevante activiteiten van de onderneming te sturen);
  • − Onderhevig is aan, of rechten heeft op, de variabele rendementen vanuit haar betrokkenheid bij de onderneming; en
  • − De mogelijkheid heeft om haar zeggenschap te gebruiken over de onderneming om de rendementen te beïnvloeden.

Een verandering in het deelnemingspercentage van een dochteronderneming, zonder de zeggenschap te verliezen, worden verwerkt als een eigen vermogen transactie. Als de Groep de controle verliest over een dochteronderneming, dan worden de activa en het eventuele minderheidsbelang uitgeboekt en de reële waarde van de ontvangen betaling en de resterende investering geboekt, waarbij het verschil in de geconsolideerde resultatenrekening wordt erkend.

Alle transacties tussen de ondernemingen van de Groep, alle balansen en alle nietgerealiseerde winsten op transacties tussen groepsondernemingen, worden bij consolidatie geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd op dezelfde manier als niet-gerealiseerde winsten, tenzij een bijzondere waardevrmindering van toepassing is op het actief dat onderwerp is van de transactie. De boekhoudprincipes van dochterondernemingen worden in lijn gebracht met die van de Groep om de consistentie te verzekeren in de rapportering.

2.1.2. Bedrijfscombinaties en goodwill

De overnameprijs (de overgedragen vergoeding van een bedrijfscombinatie) wordt gewaardeerd als het totaal van de reële waarde op de overnamedatum van de overgedragen activa, aangegane of overgenomen verplichtingen en de door de overnemende partij uitgegeven eigenvermogensinstrumenten. De overnameprijs omvat ook alle activa en verplichtingen die voortvloeien uit een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Overname gerelateerde kosten worden verwerkt als lasten in de periode dat deze kosten gemaakt worden en zitten in de rubriek "diensten en diverse goederen" in de resultatenrekening.

De verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. Voor elke bedrijfscombinatie wordt enig minderheidsbelang in de overgenomen partij gewaardeerd tegen reële waarde of tegen het evenredige deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De keuze van de waarderingsgrondslag wordt gemaakt op transactiebasis.

Indien een bedrijfscombinatie in fasen tot stand komt, wordt de reële waarde van het oorspronkelijk aangehouden belang in de overgenomen entiteit geherwaardeerd op de overnamedatum met de impact ervan via de resultatenrekening.

Aanpassingen aan de reële waarde van de voorwaardelijke verplichtingen, welke als activa of verplichting gepresenteerd zijn, worden na de overnamedatum geboekt in de resultatenrekening of in de niet-gerealiseerde resultaten.

Goodwill wordt bij verwerving van dochterondernemingen vanaf overnamedatum opgenomen voor het surplus van enerzijds het totaal van de reële waarde van de overgedragen vergoeding, het bedrag van eventuele minderheidsbelangen en (in een bedrijfscombinatie die in verschillende fasen wordt gerealiseerd) de reële waarde van het voorheen aangehouden aandelenbelang, anderzijds het netto-saldo van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit totaal, ook na herbeoordeling, resulteert in een negatief bedrag, wordt deze winst onmiddellijk in de winsten verliesrekening opgenomen.

Na de eerste opname moet de overnemende partij de in een bedrijfscombinatie verworven goodwill waarderen tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardevermindering verliezen. Goodwill wordt niet afgeschreven maar elk jaar onderworpen aan een test op bijzondere waardeverminderingen. Voor deze doeleinden, wordt goodwill vanaf de overnamedatum toegewezen aan elk van de kasstroom genererende eenheden van de Groep welke verwacht worden voordeel te halen uit de bedrijfscombinatie, onafhankelijk van de toegewezen activa en verplichtingen van de overgenomen vennootschap aan deze eenheden. Indien de realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid lager is dan haar boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering eerst in mindering gebracht van de boekwaarde van de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid werd toegewezen. Daarna wordt de bijzondere waardevermindering toegewezen aan de andere vaste activa die tot de eenheid behoren, evenredig met hun boekwaarde. Wanneer een bijzondere waardevermindering voor goodwill eenmaal is opgenomen, wordt deze in een latere periode niet teruggenomen.

2.1.3. Belangen in geassocieerde ondernemingen

Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover de Vennootschap geen controle heeft. Invloed van betekenis wordt verondersteld te bestaan indien de Groep houder is van 20 procent of meer van de stemrechten van een andere entiteit.

Het resultaat van de geassocieerde deelnemingen wordt verrekend op basis van de vermogensmutatiemethode.

De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in het gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaat en de mutaties in het eigen vermogen van niet-geconsolideerde investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, na correctie van de grondslagen in overeenstemming met de grondslagen van de groep, vanaf de datum waarop de groep voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. De goodwill gerelateerd aan de geassocieerde onderneming wordt geboekt in de boekwaarde van de investering en wordt niet afgeschreven of individueel getest voor bijzondere waardeverminderingen.

Bij aanpassingen rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de geassocieerde onderneming, wordt het aandeel in de aanpassing rechtstreeks geboekt in het eigen vermogen van de Groep en toegelicht in het overzicht van mutaties van het eigen vermogen.

Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde van dat belang in de balans van de groep afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve in de mate dat de groep een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een geassocieerde deelneming.

Op het einde van elke rapporteringsperiode evalueert de Groep of er een objectieve indicatie is dat de investering in de geassocieerde onderneming onderhevig is aan een bijzondere waardevermindering. In dit geval wordt het bedrag van de bijzondere waardevermindering berekend als het verschil tussen de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt in "aandeel in de winst van een geassocieerde onderneming" in de resultatenrekening.

Bij het verlies van gezamenlijke controle of invloed van betekenis wordt de investering van de Groep in de geassocieerde onderneming gewaardeerd aan reële waarde en wordt het verschil met de boekwaarde en de verkoopprijs geboekt in de resultatenrekening.

2.1.4. Vreemde valuta

Functionele en rapporteringsvaluta

De jaarresultaten van de individuele entiteiten die tot de Groep behoren, worden uitgedrukt in de munteenheid van de voornaamste economische ruimte waarbinnen deze entiteiten opereren (functionele munteenheid). De geconsolideerde financiële rapportering wordt weergegeven in euro, de functionele- en presentatievaluta van de vennootschap. Alle ondernemingen binnen de Groep hebben de euro als functionele munt.

Transacties in vreemde valuta

Bij het opstellen van de jaarrekeningen van de individuele entiteiten worden transacties andere dan in euro, geboekt tegen wisselkoersen die gelden op datum van de transacties. Op iedere balansdatum worden monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta omgezet tegen de koers op de balansdatum. Niet-monetaire activa en passiva aan reële waarde, uitgedrukt in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers die geldt op de datum waarop de reële waarde werd bepaald. Winsten en verliezen afkomstig uit de vereffening van wisseltransacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva uitgedrukt in vreemde valuta worden erkend in de resultatenrekening van die periode.

2.1.5. Erkenning van opbrengsten

De opbrengsten uit verkopen worden opgenomen op basis van het volgende 5-stappen model:

    1. Identificeer de contracten met de klant
    1. Identificeer de prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Bepaal de transactie-prijs
    1. Alloceer de transactie-prijs aan de diverse prestatie-verplichtingen in het contract
    1. Erken omzet wanneer de entiteit voldaan heeft aan een prestatie-verplichting

Volgende specifieke criteria met betrekking tot opname van opbrengsten zijn van toepassing:

Consultancy

Consultancy contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases.

Omzet uit contracten op basis van "time & material" worden maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst.

Bij vaste prijs wordt de omzet verworven over de prestatieperiode en bepaald op basis van de vooruitgang van het project, indien de vooruitgang op redelijke betrouwbare manier kan bepaald worden. De vooruitgang wordt voornamelijk geschat door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. Aanpassingen aan het percentage van vooruitgang worden verwerkt op het moment dat de gebeurtenissen welke een aanpassing vereisen zich voordoen. Indien er waarschijnlijk een verlies zal gemaakt worden, wordt dit verlies onmiddellijk geboekt.

Testing en monitoring

Omzet voor de "testing & monitoring" activiteiten wordt geboekt bij aflevering van het project. De projecten zijn voornamelijk van korte duur en op basis van een vaste prijs.

Overige verkopen van goederen en diensten

Opbrengsten uit de verkoop van goederen en diensten worden opgenomen op het tijdstip waarop de controle wordt overgedragen aan de klant, met andere woorden in de meeste gevallen bij levering van de goederen en diensten.

Interestopbrengsten

Interestopbrengsten worden aan de resultatenrekening toegerekend naarmate ze verdiend worden, op basis van de effectieve interestmethode.

Dividenden

Dividenden worden opgenomen in het resultaat op het moment dat de Groep het recht op een dividend verworven heeft.

2.1.6. Belastingen

Belasting op het resultaat van het boekjaar is het totale bedrag dat is opgenomen in de winst of het verlies over de periode met betrekking tot actuele belasting en uitgestelde belastingen.

De belastingkosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening over de periode, tenzij de belasting voortvloeit uit een transactie of gebeurtenis die direct in het eigen vermogen is opgenomen. In dat geval worden de belastingen rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen genomen.

Voor de berekening worden de belastingtarieven gebruikt waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum.

Actuele belastingen voor lopende en voorgaande perioden worden, in zoverre ze nog niet zijn betaald, opgenomen als verplichting. Als het bedrag dat al is betaald met betrekking tot lopende en voorgaande perioden groter is dan het bedrag dat over deze periode verschuldigd is, wordt het saldo opgenomen als een actief.

Uitgestelde belastingen worden opgenomen op basis van de 'liability'-methode, voor alle tijdelijke verschillen tussen de belastbare basis en de boekwaarde voor financiële verslaggevingsdoeleinden en dit zowel voor activa als verplichtingen.

Volgens deze methode moet de Groep bij een bedrijfscombinatie onder meer uitgestelde belastingen opnemen als gevolg van het verschil tussen de reële waarde van de verworven activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen en hun belastingbasis ten gevolge van de bedrijfscombinatie.

Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winsten zullen zijn om het belastingvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere balansdatum geëvalueerd en worden afgeboekt in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat het gerelateerde belastingvoordeel geheel of gedeeltelijk zal worden gerealiseerd. Niet erkende uitgestelde belastingvorderingen worden op op iedere balansdatum geëvalueerd en worden erkend in de mate dat het waarschijnlijk is geworden dat toekomstige belastbare winsten zullen toelaten om de uitgestelde belastingvorderingen te recupereren.

Uitgestelde belastingverplichtingen en- vorderingen worden opgenomen aan het belastingtarief dat verwacht is van toepassing te zijn in het jaar waarin het actief of de verplichting gerealiseerd of gesetteld wordt, gebaseerd op de belastingtarieven die zijn aangenomen of waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op rapporteringsdatum.

Uitgestelde belastingverplichtingen en -vorderingen worden tegenover elkaar afgezet indien wettelijk is toegelaten om de verschuldigde belastingen en vorderingen tegenover elkaar af te zetten en indien deze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten en indien de Groep de intentie heeft dit recht uit te voeren.

De opbrengsten, kosten en activa worden opgenomen zonder de aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde. Het netto bedrag van terug te vorderen B.T.W. of verschuldigde B.T.W. is opgenomen in de belastingvorderingen en belastingschulden.

2.1.7. Immateriële activa andere dan goodwill

Immateriële activa omvatten voornamelijk software en klantenportefeuilles welke geboekt werden in het kader van een bedrijfscombinatie.

Uitgaven voor onderzoek, ondernomen met het oog op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten, worden als kosten in de jaarrekening genomen op het ogenblik dat ze zich voordoen.

Ontwikkelingsuitgaven, waarbij de resultaten van het onderzoek worden toegepast in een plan of een ontwerp voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen, worden enkel in de balans opgenomen indien het product of het proces technisch of commercieel uitvoerbaar is, de Groep voldoende middelen ter beschikking heeft ter voltooiing ervan en er kan aangetoond worden dat het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren.

Het geactiveerde bedrag omvat de kosten van materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de overheadkosten. De Groep heeft momenteel geen geactiveerde ontwikkelingsuitgaven.

De immateriële activa worden geboekt aan hun kostprijs verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde bijzondere waardevermindering verliezen.

Afschrijvingen

Immateriële activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode vanaf de datum waarop het actief beschikbaar is en dit over de verwachte gebruiksduur. De afschrijvingsmethode en periode van het immaterieel actief met een gedefinieerde levensduur wordt minstens herzien op elk financieel jaareinde.

Volgende gebruiksduren worden toegepast:

  • − Software: 3 jaar;
  • − Klantenportefeuilles: 10 jaar

2.1.8. Materiële vaste activa

De materiële vaste activa van de Groep worden gewaardeerd tegen de kostprijs min de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen behalve terreinen en gebouwen aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen op gebouwen en eventuele bijzondere waardeverminderingen op datum van de herwaardering.

De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten (zoals niet-terugvorderbare belastingen, transport). De kostprijs van een zelf vervaardigd actief omvat de kostprijs van de materialen, directe loonkosten en een evenredig deel van de productieoverhead.

De terreinen en gebouwen worden gewaardeerd volgens de herwaarderingsmethode, met andere woorden aan marktwaarde min de geaccumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen op datum van de herwaardering. De waardering van de terreinen en gebouwen aan reële waarde worden uitgevoerd met voldoende regelmaat zodat de marktwaarde van het geherwaardeerde actief niet significant verschilt met zijn boekwaarde.

Een herwaarderingsmeerwaarde wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten (herwaarderingsreserve). Indien de herwaarderingsmeerwaarde echter een herwaarderingsverlies terugneemt voor hetzelfde actief welke in een voorgaande periode in de resultatenrekening werd geboekt, wordt de meerwaarde geboekt in de resultatenrekening. Een herwaarderingsverlies wordt geboekt in de resultatenrekening, tenzij dat het een terugname is van een herwaarderingsmeerwaarde geboekt in de herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief in een voorgaande periode.

Er wordt een transfer van de herwaarderingsreserve naar de geconsolideerde reserves uitgevoerd voor het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op het geherwaardeerde actief en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs. Op datum van herwaardering worden de gecumuleerde afschrijvingen afgeboekt tegenover de bruto waarde van het actief en wordt vervolgens de netto waarde van het actief geherwaardeerd. Bij verkoop wordt de resterende herwaarderingsreserve gerelateerd aan het actief getransfereerd naar de geconsolideerde reserves.

Indien belangrijke materiële vaste activa worden vervangen, worden de oorspronkelijke activa uitgeboekt en vervangen door de kostprijs van de nieuwe activa, met een nieuwe gebruiksduur. Indien er een belangrijk nazicht wordt uitgevoerd, wordt deze kost toegevoegd aan de boekwaarde van de materiële vaste activa als vervangingskost indien het aan de opnamecriteria voldoet. Alle andere kosten met betrekking tot onderhoud en herstelling worden ten laste genomen van de resultatenrekening op het ogenblik waarop ze zich voordoen.

De items met betrekking op materiële vaste activa worden niet meer opgenomen op het moment van buitengebruikstelling of indien er geen toekomstige economische voordelen meer worden verwacht van het gebruik ervan. De winst of verlies, voortvloeiend uit de buitengebruikstelling van het vast actief (berekend op basis van het verschil tussen de netto verkoop en de boekwaarde van het vast actief) worden opgenomen in het resultaat van het jaar van buitengebruikstelling.

De activa worden lineair afgeschreven over de geschatte economische gebruiksduur, met name:

Terreinen: niet afgeschreven
Gebouwen: 30-33 jaar;
Inrichting van gebouwen: 10 jaar;
Technische uitrusting: 3-10 jaar;
Computermateriaal: 3-5 jaar;
Kantooruitrusting: 5 jaar;
Wagens: 4-5 jaar

De geschatte levensduur, de restwaarden en de afschrijvingsmethode worden steeds herzien op balansdatum zodat eventuele gewijzigde inschattingen verwerkt worden op vooruitziende basis.

2.1.9. Leasing

De Groep beoordeelt bij aanvang van het contract of een contract een leaseovereenkomst is of bevat. Dat betekent dat het contract het recht geeft om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te controleren, in ruil voor een vergoeding.

De groep als leasingnemer

De Groep past een enkele opname- en waarderingsbenadering toe voor alle leaseovereenkomsten, behalve voor kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde. De Groep neemt leaseverplichtingen op voor de leasebetalingen en recht-op-gebruik activa die het recht vertegenwoordigen om de onderliggende activa te gebruiken.

Recht-op-gebruik activa

De Groep erkent recht-op-gebruik activa op de ingangsdatum van de lease (d.w.z. de onderliggende datum waarop het item beschikbaar is voor gebruik). Recht-op-gebruik activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen en gecorrigeerd voor eventuele herwaardering van leaseverplichtingen. De kost van recht-op-gebruik activa omvat het bedrag van de opgenomen leaseverplichtingen, gemaakte initiële directe kosten en leasebetalingen op of vóór de ingangsdatum verminderd met ontvangen voordelen. Activa voor gebruiksrechten worden lineair afgeschreven over de leaseperiode.

Als de eigendom van het geleasde actief aan het einde van de leaseperiode aan de Groep wordt overgedragen of als de kosten de uitoefening van een aankoopoptie reflecteren, wordt de afschrijving berekend op basis van de geschatte gebruiksduur van het actief. De gebruiksrechten voor activa zijn ook onderworpen aan bijzondere waardeverminderingen. We verwijzen hiervoor naar de waarderingsregels onder 2.1.10 Bijzondere waarderverminderingen voor niet-financiële activa.

Leaseverplichtingen

Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst neemt de Groep leaseverplichtingen op die worden gewaardeerd tegen de huidige waarde van de verwachte leasebetalingen over de leaseperiode. De leasebetalingen omvatten vaste betalingen verminderd met eventuele leasevoordelen, variabele leasebetalingen die afhankelijk zijn van een index of een koers, en bedragen die naar verwachting zullen worden betaald onder restwaardegaranties. De leasebetalingen omvatten ook de uitoefenprijs van een aankoopoptie waarvan de Groep redelijkerwijs zeker is dat deze zal worden uitgeoefend en betalingen van boetes voor het beëindigen van de leaseovereenkomst, indien de leaseperiode deze optie om te beëindigen weerspiegelt.

Variabele leasebetalingen die niet afhankelijk zijn van een index of een koers worden als kost opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de gebeurtenis of toestand die de betaling veroorzaakt, zich voordoet.

Bij de berekening van de huidige waarde van leasebetalingen gebruikt de Groep haar incrementele rentevoet omdat de impliciete rentevoet niet direct kan worden bepaald. Na de ingangsdatum wordt het bedrag van de leaseverplichtingen verhoogd om de aangroei van rente weer te geven en verlaagd voor de leasebetalingen. Bovendien wordt de boekwaarde van leaseverplichtingen geherwaardeerd bij aanpassingen, een wijziging in de leaseperiode, een wijziging in de leasebetalingen (bijvoorbeeld wijzigingen in toekomstige betalingen als gevolg van een wijziging in een index of koers die wordt gebruikt om dergelijke

leasebetalingen te bepalen) of een wijziging in de beoordeling van een optie om het onderliggende actief te kopen.

De lease verplichtingen van de Groep worden opgenomen bij de financiële schulden.

Kortlopende leaseovereenkomsten en leasing van activa met een lage waarde

De Groep past de vrijstelling voor de erkenning van huurovereenkomsten op korte termijn toe (d.w.z. die leaseovereenkomsten met een leaseperiode van 12 maanden of minder vanaf de ingangsdatum en die geen aankoopoptie bevatten). Het past ook de vrijstelling toe van geleasde activa met een lage waarde. Leasebetalingen op korte termijn leases en van activa met een lage waarde worden als kost opgenomen gedurende de leaseperiode.

De groep als leasinggever

De Groep heeft geen contracten waar het als leasinggever optreedt.

2.1.10. Bijzondere waardevermindering voor niet-financiële activa

Voor de niet-financiële activa van de Groep wordt op elke balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden geschat. De realiseerbare waarde van een actief of van een kasstroom genererende eenheid is de hoogste waarde van de reële waarde minus de verkoopkosten en zijn bedrijfswaarde. Een bijzondere waardevermindering wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief, of de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening.

Het bepalen van de bedrijfswaarde is gebaseerd op het kasstroomverdisconterings-model, met name de verdiscontering van de toekomstige kasstromen voortvloeiend uit voortgezette exploitatie van de eenheid, waarbij door het management uitgegaan is van een kasstroomprognose op basis van een businessplan op vijf jaar en een sensitiviteitsanalyse voor de belangrijkste assumpties. De toekomstige kasstromen worden verdisconteerd op basis van een gewogen gemiddelde vermogenskost. Om de kasstroomprognoses te bepalen na de laatste budgetperiode worden ze geëxtrapoleerd op basis van een groeivoet.

Bijzondere waardeverminderingen kunnen worden teruggenomen indien er zich een wijziging voordoet bij de elementen die de bijzondere waardevermindering tot stand hebben gebracht. Deze terugname kan de eigenlijke boekwaarde voor bijzondere waardevermindering, min waardeverlies en afschrijvingen, niet overschrijden. Het terugnemen van de bijzondere waardevermindering heeft een onmiddellijk effect op het resultaat.

2.1.11. Financiële activa

Reële waarde van de financiële instrumenten

De volgende methodes en principes worden toegepast om de reële waarde van de relevante financiële instrumenten te ramen:

− Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation");

  • − Voor handelsvorderingen, handelsschulden, andere kortlopende activa en passiva is hun reële waarde ongeveer gelijk aan hun boekwaarde rekening houdend met hun korte looptijd;
  • − Voor geldmiddelen en kasequivalenten vormen de boekwaarden opgenomen in de balans een benadering van hun reële waarde rekening houdend met hun korte looptijd;

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële activa

Financiële activa worden bij eerste opname geclassificeerd als financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten of als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. De Groep heeft momenteel geen financiële activa gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening. De classificatie van het financieel actief op het moment van boeking is afhankelijk van de karakteristieken van de contractuele kasstromen van het financieel actief en het business model van het Groep om deze financiële activa te beheren. De financiële activa worden initieel opgenomen aan hun reële waarde plus, voor de activa welke niet gewaardeerd worden aan reële waarde via de resultatenrekening, de direct toerekenbare transactiekosten.

De financiële activa van de Groep bestaan uit de geldmiddelen en kasequivalenten, handelsen overige vorderingen, waarborgen en investeringen in een beleggingsfonds.

Aankopen en verkopen van financiële activa worden geboekt op afwikkelingsdatum. Dit houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de Groep wordt ontvangen, en dat het niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de Groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of verlies bij vervreemding opgenomen.

Criteria voor de waardering van financiële activa

  • − Financiële activa met reële waarde wijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten: Bij eerste opname worden deze financiële activa opgenomen tegen reële waarde. Deze financiële activa betreffen uitsluitend de investeringen in beleggingsfondsen. Een winst of verlies dat voortvloeit uit de verandering van de reële waarde van het financieel actief wordt geboekt in de niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Bij verkoop worden de geaccumuleerde winsten of verliezen geboekt als niet-gerealiseerde resultaten niet getransfereerd naar het operationeel resultaat, maar blijven ze binnen het eigen vermogen.
  • − Financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs: Deze niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd, worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd. Een winst of verlies wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer het financieel actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is.

Bijzondere waardevermindering van financiële activa

De Groep past de vereenvoudigde benadering toe voor het bepalen van de waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen (ECLs) op handelsvorderingen en overige vorderingen. De ECLs zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen en alle kasstromen welke de Groep verwacht te ontvangen, verdisconteert aan een benadering van de originele effectieve interestvoet. Een waardevermindering wordt geboekt op elke rapporteringsperiode op basis van de levensduur ECL.

Op het einde van het boekjaar wordt een schatting gemaakt van de dubieuze vorderingen op basis van een evaluatie van alle uitstaande bedragen. Dubieuze debiteuren worden afgeschreven in het jaar waarin zij als dusdanig geïdentificeerd worden.

De provisies en waardeverminderingen op financiële activa worden als financiële kosten geboekt als deze activa betrekking hebben op financieringsactiviteiten. Wanneer deze activa betrekking hebben op operationele of investeringsactiviteiten, worden de provisies en waardeverminderingen als operationele kosten geboekt.

2.1.12. Voorraden

Voorraden worden gewaardeerd aan het laagste van de kostprijs en de netto realiseerbare waarde. De netto realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs min de geschatte kosten om het product af te werken en om de verkoop te realiseren. De voorraad is samengesteld uit handelsgoederen, hulpgoederen en werkmateriaal die verbruikt worden bij het uitvoeren van projecten en dewelke gewaardeerd worden aan kost volgens het FIFO principe.

2.1.13. Handels- en overige vorderingen inclusief contract activa

Korte-termijn handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan kostprijs verminderd met geschikte waardeverminderingen voor geschatte oninbare bedragen.

Een contract activa is het recht op een vergoeding in ruil voor de levering van goederen of diensten aan de klant. De Groep boekt een contract activa wanneer de goederen of diensten geleverd worden aan de klant en dit voordat de goederen of dienst gefactureerd worden. De contract activa bevatten zowel op te maken facturen alsook contracten in uitvoering welke gewaardeerd worden op basis van de staat van uitvoering. We verwijzen ook naar de boekhoudprincipes met betrekking tot de omzet.

2.1.14. Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten omvatten contante en direct opvraagbare deposito's, beleggingen op korte termijn (< 3 maanden), kortlopende zeer liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.

2.1.15. Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd wanneer de Groep een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting heeft ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, wanneer het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen, vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen, en als het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.

Indien de Groep verwacht dat sommige of alle uitgaven die vereist zijn om een voorziening af te wikkelen zullen worden vergoed, wordt de vergoeding opgenomen als een financieel actief en slechts als het vrijwel zeker is dat de vergoeding zal worden ontvangen.

2.1.16. Personeelsvergoedingen

De Groep heeft zowel toegezegde-bijdrage- als toegezegde-pensioenregelingen.

Toegezegde-bijdrage regelingen

De pensioenverplichtingen voor toegezegde bijdrage regelingen worden over het algemeen aangelegd via werkgevers- en werknemersbijdragen. De bijdrageverplichtingen tot de pensioenplannen met een vaste bijdrage ten laste van de Groep worden opgenomen in de winst- en verliesrekening van het jaar waarop ze betrekking hebben.

De Belgische toegezegde-bijdrageplannen worden geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen.

Toegezegde-pensioenregeling

De dochterondernemingen in Frankrijk hebben een te bereiken doel pensioenregeling evenals de Belgische groepsverzekeringen met een minimaal gegarandeerd rendement.

De Belgische toegezegde-bijdrage plannen hebben een variabel gegarandeerd rendement op bijdragen betaald sedert 1 januari 2016. Op de bijdragen betaald voor 1 januari 2016 is er een minimum rendement gegarandeerd op werkgeversbijdragen (3,25%) en op werknemersbijdragen (3,75%). Het variabel gegarandeerd rendement wordt jaarlijks berekend als 65% van de gemiddelde 10 jaarlijkse OLO rentevoet over een periode van 24 maanden, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage OLO rentevoeten in de laatste jaren, is het initiële percentage vastgesteld op 1,75%. Bijdragen betaald tot en met 31 december 2015 blijven onderhevig aan het minimum gegarandeerd rendement van 3,25% op werkgeversbijdragen en 3,75% op werknemersbijdragen.

Een toegezegde-pensioenregeling legt het bedrag van de beloningen vast die de werknemer zal krijgen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, hetgeen meestal afhankelijk is van één of meerdere factoren zoals leeftijd, anciënniteit en salaris of garandeert een minimaal rendement op de gedane stortingen.

De netto verplichting van de Groep die in de balans wordt opgenomen voor toegezegdepensioenregelingen is de actuele waarde van de verplichting van de toegezegdepensioenregelingen op de balansdatum, verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen welke aangehouden zijn door een in aanmerking komende verzekeringsmaatschappij en niet beschikbaar zijn voor de schuldeisers van de Groep en ook niet rechtstreeks aan de Groep kunnen worden uitbetaald - en aangepast voor pensioenkosten van verstreken diensttijd. De verplichting van toegezegdepensioenregelingen wordt regelmatig door onafhankelijke actuarissen bepaald op basis van de "projected unit credit" methode. De actuele waarde van de toegezegdepensioenverplichting wordt bepaald door de verwachte toekomstige kasuitstromen te verdisconteren aan de rentevoet van hoogwaardige bedrijfsobligaties uitgedrukt in dezelfde valuta als waarin de beloningen zullen worden betaald en met vervaltermijnen die nauw aansluiten bij deze van de pensioenverplichting.

De componenten van de toegezegde-pensioenregelingskosten omvatten (a) pensioenkosten (actuele en van verstreken diensttijd), (b) netto interesten op de netto toegezegdepensioenverplichting (actief) en (c) de herwaardering van de netto toegezegdepensioenverplichting (actief). Pensioenkosten voor verstreken diensttijd worden onmiddellijk als last opgenomen ten vroegste op (a) de datum van de wijziging of inperking van het plan of op (b) de datum waarop de Groep kosten voor herstructureringen opneemt.

De netto interest op een netto toegezegde-pensioenverplichting (actief) wordt berekend door de toepassing van de discontovoet op de netto toegezegde-pensioenverplichting (actief).

De Groep boekt actuariële winsten en verliezen ter weerspiegeling van aanpassingen ingevolge de opgedane ervaring en wijzigingen in de actuariële veronderstellingen en dit volledig in de periode waarin deze zich voordoen in de niet-gerealiseerde resultaten.

Pensioenkosten worden volledig opgenomen onder de personeelsbeloningen.

2.1.17. Financiële verplichtingen

Criteria voor de eerste opname en het niet meer opnemen van financiële verplichtingen

Financiële schulden worden geclassificeerd als financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs op basis van de effective rentemethode. De Groep heeft geen financiële verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde. Financiële verplichtingen worden initieel opgenomen aan reële waarde van de ontvangen geldmiddelen, na aftrek van direct toewijsbare transactiekosten.

Een financiële verplichting wordt niet meer opgenomen indien de verplichting voldaan is, geannuleerd of vervallen.

De financiële verplichtingen van de Groep bestaan uit handels- en overige schulden en leningen.

Compensatie

Financiële activa en financiële verplichtingen worden gecompenseerd alleen en alleen als er een huidig contractueel of wettelijk recht is om te compenseren en het de intentie is om enkel aan het netto bedrag te voldoen.

2.1.18. Handelsschulden en overige schulden

Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen aan hun nominale waarde.

2.2.Nieuwe en gewijzigde standaarden welke nog niet van toepassing zijn

De standaarden welke nog niet van toepassing zijn op datum van de geconsolideerde jaarrekening van de Groep worden hieronder weergeven. Dit overzicht toont de standaarden en interpretaties welke voor de Groep op redelijke basis van toepassing zullen zijn op de toekomstige datum. De Groep plant om deze standaarden en interpretaties aan te nemen op het moment waarop ze van toepassing zijn.

  • − Aanpassing aan IFRS 16 Leaseovereenkomsten: Huurconcessies in verband met COVID-19 na 30 juni 2021 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 april 2021)
  • − Aanpassingen aan IAS 16 Materiële vaste activa: inkomsten verkregen voor het beoogde gebruik (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
  • − Aanpassingen aan IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa: verlieslatende contracten – kost om het contract na te leven (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
  • − Aanpassingen aan IFRS 3 Bedrijfscombinaties: referenties naar het conceptueel raamwerk (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
  • − Jaarlijkse verbeteringen 2018–2020 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
  • − IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023)
  • − Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening: classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europse Unie)
  • − Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de Jaarrekening en IFRS Practice Statement 2: Toelichting van grondslagen voor financiële verslaggeving (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europse Unie)
  • − Aanpassingen aan IAS 8 Grondslagen voor financiële verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten: Definitie van schattingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europse Unie)
  • − Aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien uit één enkele transactie (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europse Unie)

De wijzigingen worden niet verwacht een materiële impact te hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

De Groep heeft ervoor gekozen om geen standaarden of interpretaties voorafgaand aan hun inwerkingtreding toe te passen.

2.3.Boekhoudkundige beoordelingen, ramingen en veronderstellingen

Om de geconsolideerde jaarrekening op te stellen dient het management beoordelingen, ramingen en veronderstellingen te maken die invloed hebben op de gepubliceerde bedragen in de jaarrekening en in de bijbehorende toelichtingen. De onzekerheid welke deze ramingen en veronderstelling inherent met zich meebrengen kunnen resulteren in belangrijke aanpassingen aan de boekwaarde van de activa of verplichtingen in toekomstige periodes.

Beoordelingen, schattingen en assumpties

Het management maakt beoordelingen en schattingen en gebruikt assumpties bij de toepassingen onder IFRS, welke een belangrijke impact hebben op de bedragen opgenomen in de financiële rekeningen met een belangrijk risico op wijzigingen in het volgende jaar. De ramingen en veronderstellingen zijn gebaseerd op de informatie welke beschikbaar was op het ogenblik dat de geconsolideerde jaarrekening wordt voorbereid. Deze informatie kan in de toekomst wijzigen als gevolg van veranderingen in de markt of omstandigheden welke buiten de controle van de Groep vallen. Deze wijzigingen op de boekhoudkundige assumpties worden opgenomen in de periode waarin de herziening heeft plaatsgevonden.

Bijzondere waardevermindering op goodwill

De Groep evalueert op elke afsluitdatum of er aanwijzingen zijn dat een bijzondere waardevermindering voor alle immateriële en materiële vaste activa dient opgenomen te worden. Jaarlijks wordt voor elke kasstroomgenererende eenheid waaraan goodwill toegewezen is, een analyse voor bijzondere waardevermindering uitgevoerd. Bij de berekeningen van de bedrijfswaarde, dient het management de toekomstige kasstromen van de vaste activa of de kasstroom genererende eenheid in te schatten en dient zij een verdiscontering te berekenen op de actuele waarde van deze kasstromen.

Er werden eind 2021 en 2020 geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op de goodwill.

De bedrijfswaarde is gevoelig aan de verdisconteringsvoet en de andere assumpties met betrekking tot onder andere groeivoet omzet, bruto marge en operationele kosten. De assumpties en de evaluatie wordt verder toegelicht onder punt 2.5.

Uitgestelde belastingvorderingen

De Groep heeft niet gebruikte belastingverliezen, notionele- en investeringsaftrekken, overdrachten voor DBI en andere tijdelijke aftrekbare verschillen. De Groep boekt een uitgestelde belastingvordering slechts in de mate dat het meer dan waarschijnlijk is dat de toekomstige belastbare winsten zullen gegenereerd worden tegen de welke de belastingvorderingen kunnen worden gebruikt. Een belangrijke beoordeling van het management is vereist om het bedrag van de opgenomen belastingvorderingen te bepalen, gebaseerd op een ingeschatte timing alsook het bedrag van toekomstige belastbare winsten samen met toekomstige planning strategieën. De totale uitgestelde belastingvordering op fiscale overdraagbare verliezen en andere aftrekken bedraagt k€ 628 op 31 december 2021 (2020: k€ 586). Verdere informatie wordt gegeven in toelichting 2.24.

Reële waarde terreinen en gebouwen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel waarbij de terreinen en gebouwen gewaardeerd worden aan reële waarde min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De Groep maakt gebruik van een vastgoed expert om de reële waarde in te schatten op basis van de omstandigheden en informatie welke beschikbaar is op datum van waardering.

De gebouwen in België werden gewaardeerd aan reële waarde in maart 2020. De reële waarde week echter niet materieel af van de boekwaarde per 31 december 2019. De waardering van de gebouwen in Nederland is gebeurd op eind 2020 voor het gebouw Alphen aan den Rijn en op 25/2/2018 (kantoor Breda) en op 31/12/2018 voor de gebouwen in Frankrijk. Het management heeft geen indicaties dat de huidige boekwaarde van de gebouwen materieel afwijken van hun reële waarde.

De boekwaarde van de terreinen en gebouwen bedraagt k€ 6 290 op 31 december 2021 (2020: k€ 6 583).

Toegezegde pensioenplannen

De Groep heeft de Belgische toegezegde-pensioenplannen (groepsverzekering met wettelijk minimaal rendement) geclassificeerd en verwerkt als toegezegde-pensioenplannen. De Groep heeft andere toegezegde pensioenplannen in Frankrijk.

De boekhoudkundige verwerking van toegezegde pensioenplannen vergt van het management dat belangrijke assumpties gemaakt worden met betrekking tot de verdisconteringsvoet, toekomstige salarisverhogingen en inflatie. De assumpties en de sensitiviteiten van deze assumpties op de netto verplichting worden verder toegelicht in 2.13.

Voorzieningen en voorwaardelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen lopen waarvoor de Groep een belangrijke beoordeling maakt met betrekking tot enerzijds de waarschijnlijkheid en anderzijds het mogelijke bedrag welke betaald zou moeten worden. De geschillen worden verder toegelicht in 2.13.

Bepaling van de lease termijn bij contracten met opties voor verlenging en beëindiging

De Groep bepaalt de leaseperiode als de niet-opzegbare lease termijn, samen met eventuele periodes gedekt door een optie om de huurovereenkomst te verlengen indien redelijkerwijs zeker is dat deze zal uitgeoefend worden, of door eventuele periodes met een optie om de huurovereenkomst te beëindigen, indien redelijkerwijs zeker is dat deze niet wordt uitgeoefend.

De Groep heeft verschillende lease overeenkomsten met opties voor verlenging en beëindiging. De Groep past beoordelingen toe of het redelijk zeker is of de optie om te verlengen of de huurovereenkomst te beëindigen al dan niet wordt uitgeoefend. Dat wil zeggen, het houdt rekening met alle relevante factoren die daarvoor een economisch motief vormen om de verlenging of beëindiging uit te oefenen. Enkele elementen die daarbij in rekening worden gebracht zijn het al dan niet bestaan van verbeteringswerken aan de activa, het al dan niet strategische belang van de locatie, de initiële duur van de overeenkomst. Na de ingangsdatum beoordeelt de Groep de leasetermijn opnieuw wanneer er een belangrijke gebeurtenis of verandering in omstandigheden is die binnen zijn macht ligt en zijn mogelijkheid om de uitoefening van de optie om te verlengen of te beëindigen beëinvloedt (bijvoorbeeld aanzienlijke verbeteringen of belangrijke aanpassingen aan het geleasde actief). De periodes gedekt door een optie om te beëindigen worden enkel in rekening gebracht als deel van de lease termijn wanneer het redelijk zeker is dat deze niet uitgeoefend zal worden.

Lease overeenkomsten – inschatting van de incrementele rentevoet

De Groep kan de impliciete interestvoet niet gemakkelijk bepalen, daarom gebruikt zij de incrementele interestvoet om leaseverplichtingen te meten. De incrementele interestvoet is de rentevoet die de Groep zou betalen in een vergelijkbare economische omgeving om via een lening gedurende een vergelijkbare periode en met een vergelijkbare dekking een actief te verkrijgen van een vergelijkbare waarde als het gebruiksrecht.

De incrementele interestvoet weerspiegelt wat de groep 'zou moeten betalen', dewelke een schatting vereist wanneer er geen waarneembare tarieven beschikbaar zijn (zoals voor dochterondernemingen die geen financieringstransacties aangaan) of wanneer deze moeten worden aangepast aan de voorwaarden van de huurovereenkomst (bijvoorbeeld wanneer huurovereenkomsten niet in de functionele valuta van de dochteronderneming zijn). De Groep schat de incrementele interestvoet op basis van waarneembare inputs (zoals marktrentevoeten) indien beschikbaar.

2.4.Bedrijfscombinaties

GEO+ Environnement

De Groep heeft alle aandelen van GEO+ Environnement verworven per 4 januari 2021. Met deze overname heeft de groep extra expertise en kennis in de sector van mijnbouw, steengroeven en dijken binnengehaald en kan deze kennis ook in de andere thuislanden van de groep worden aangeboden.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

in 000€ Boekwaarde Reële waardeaan
passingen
Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 11 261 272
Materiële vaste activa 118 118
Actieve belastinglatenties 108 108
Overige vaste activa 2 2
Handelsvorderingen 280 280
Kas en kasequivalenten 468 468
Totaal activa 987 261 1 248
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 68 68
Financiële schulden op lange termijn 310 310
Voorzieningen 117 117
Handelsschulden 25 25
Belastingschulden 1 1
Overige schulden 259 259
Totaal schulden 712 68 780
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 275 193 468
Goodwill 70
Aankoopprijs aandelen 538
Betaalde overnameprijs in geldmiddelen 590
Overgenomen bij bedrijfscombinatie -468
Kasuitstroom bij bedrijfscombinatie 122

De netto kasuitstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 122.

De reële waardeaanpassing van de immateriële vaste activa heeft betrekking op klantenrelaties die gewaardeerd werden op basis van de "multi period excess earnings" methode en bedraagt k€ 261.

De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een goodwill van k€ 70 welke de mogelijke synergiëen weergeeft tussen GEO+ Environnement en de Groep alsook het verwerven van extra expertise en kennis die kan worden toegepast in de andere thuislanden van de Groep. De Groep heeft tijdens de reële waardebepaling rekening gehouden met een terug te vorderen bedrag van k€ 52 op de verkoper die op een geblokkeerde rekening staat.

De bruto contractuele kasstromen van de handelsvorderingen benaderen de netto boekwaarde.

Sinds de acquisitie heeft GEO+ Environnement k€ 1 533 bijgedragen aan de omzet en k€ -48 aan de netto winst van de Groep. De omzet en het netto resultaat van GEO+ Environnement in de periode voor overnamedatum is immaterieel.

Geosonic France

De Groep heeft alle aandelen van Geosonic France verworven per 1 februari 2021 voor een bedrag in geld van k€ 350. Geosonic is een Frans sonisch boorbedrijf met hoofdzetel in Jardin. Een belangrijk stap voor haar ontwikkeling aangezien Geosonic bekend staat als de belangrijkste speler in de Franse markt op het vlak van sonisch boren evenals van diepe, complexe boringen.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

in 000€ Boekwaarde Reële waardeaan
passingen
Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa 38 479 517
Materiële vaste activa 164 164
Uitgestelde belastingsvorderingen 2 2
Overige vaste activa 38 38
Voorraaden 306 306
Handelsvorderingen 768 768
Kas en kasequivalenten 300 300
Overige kortlopende activa 90 90
Totaal activa 1 706 479 2 185
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 130 130
Financiële schulden op lange termijn 60 60
Voorzieningen 144 144
Handelsschulden 895 895
Belastingschulden 2 2
Overige schulden 560 560
Totaal schulden 1 661 130 1 791
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 45 349 394
Badwill -185
Aankoopprijs aandelen 209
Betaalde overnameprijs in geldmiddelen 350
Overgenomen kas en kasequivalenten -300
Kasuitstroom bij bedrijfscombinatie 50

De netto kasuitstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 50.

De reële waardeaanpassing van de immateriële vaste activa heeft betrekking op klantenrelaties die gewaardeerd werden op basis van de "multi period excess earnings" methode en bedraagt € 479.

De transactie gaf aanleiding tot het boeken van een badwill van k€ 185, welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening. Deze badwill weerspiegelt een hogere reële waarde van de verworven activa, inclusief klantenrelaties, ten opzichte van de prijs die betaald werd. Tijdens de reële waardebepaling door de Groep, werd rekening gehouden met een terug te vorderen bedrag op de verkoper van k€ 143, die op een geblokkeerde rekening staat.

De bruto contractuele kasstromen van de handelsvorderingen benaderen de netto boekwaarde.

Sinds de acquisitie heeft Geosonic France k€ 3 486 bijgedragen aan de omzet en k€ -150 aan de netto winst van de Groep. Indien de acquisitie had plaatsgevonden op 1 januari, was de bijdrage van Geosonic France aan de omzet k€ 3 566 geweest. Voor de impact op het nettoresultaat is geen betrouwbare informatie beschikbaar.

Asper BV

Op 1 juli 2021 heeft de groep alle aandelen van het Belgische Asper BV verworven voor een bedrag in geld van k€ 600. Met deze overname haalt de groep aanvullende expertise in huis in asbest – en bodemonderzoek, waardoor een mooie synergie kan bereikt worden.

De reële waardes van de geïdentificeerde activa en verplichtingen op datum van overname waren als volgt:

in 000€ Boekwaarde Reële waardeaan
passingen
Reële waarde
Activa
Immateriële vaste activa - 371 371
Materiële vaste activa 100 100
Overige vaste activa 10 10
Handelsvorderingen 279 279
Kas en kasequivalenten 150 150
Overige activa 7 7
Totaal activa 546 371 917
Schulden
Uitgestelde belastingschulden 93 93
Financiële schulden op lange termijn 51 51
Financiële schulden op korte termijn 26 26
Handelsschulden 82 82
Overige schulden 61 61
Totaal schulden 220 93 313
Totaal geïdentificeerde activa en schulden 326 278 604
Badwill - 4
Aankoopprijs aandelen 600
Betaalde overnameprijs in geldmiddelen 600
Overgenomen kas en kasequivalenten -150
Kasuitstroom bij bedrijfscombinatie 450

De netto kasuitstroom uit de bedrijfscombinatie was k€ 450.

De reële waardeaanpassing van de immateriële vaste activa heeft betrekking op klantenrelaties die gewaardeerd werden op basis van de "multi period excess earnings" methode en bedraagt k€ 371.

De bruto contractuele kasstromen van de handelsvorderingen benaderen de netto boekwaarde.

De transactie gaf aanleiding tot een badwill van k€ 4, welke werd opgenomen in de lijn "overige bedrijfsopbrengsten" in de geconsolideerde resultatenrekening.

Sinds de acquisitie heeft Asper BV k€ 421 bijgedragen aan de omzet en k€ -13 aan de netto winst van de Groep. Indien de acquisitie had plaatsgevonden op 1 januari, was de bijdrage van Asper BV aan de omzet en nettowinst respectievelijk k€ 916 en k€ 61 geweest.

Overige

De Groep heeft zijn belang in Enviromania BV verhoogd van 74,4% tot 87,2% per 25 januari 2021 door de acquisitie van extra aandelen voor een overnameprijs van k€ 118.

De Groep heeft op 1 januari 2021 de resterende aandelen gekocht van Sialtech BV voor k€ 549. Het belang van Sialtech BV stijgt hierdoor van 67,3% tot 100%.

2.5.Goodwill

De goodwill kan als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend op 31 december
in 000€ 2021 2020
ABO NV 154 154
Translab 690 690
Geoplus 70 -
Totaal 914 844

De Groep heeft een oefening voor bijzondere afschrijvingen uitgevoerd op de goodwill van de kasstroomgenerende eenheid ABO (consulting), Translab (consulting) en Geoplus (consulting). De kasstroomgenererende eenheid ABO en Translab maken deel uit van het operationele segment "België". Geoplus is actief in het operationele segment "Frankrijk".

De oefening voor ABO is gebaseerd op een verdisconteerd kasstroommodel welke de kasstromen bevat voor het komende jaar op basis van het budget, voor het tweede tot en met het vijfde jaar lineair op basis van een groeivoet van 0 % en een residuele waarde op het einde van het vijfde jaar.

De belangrijkste assumpties voor ABO zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 6,62 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn een stabiele omzet, bruto marge en niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 12,7 welke ongeveer m€ 9,5 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario – in 000€ Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA - 2 349
Toename verdisconteringvoet met 1% - 1 486

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij ABO.

De belangrijkste assumpties voor Translab zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 6,62 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten.

De assumpties houden rekening met een graduele verbetering van het resultaat van de kasstroomgenererende eenheid naarmate de diversificatie van het dienstenaanbod naar milieugerichte laboproeven verder op punt gesteld wordt. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 4,6 welke ongeveer m€ 3,5 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario – in 000€ Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA - 1 052
Toename verdisconteringvoet met 1% - 685

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij Translab.

De belangrijkste assumpties voor Geoplus zijn de verdisconteringsvoet (WACC) van 6,57 % (voor belastingen) en een perpetuele groeivoet van 0 %. Overige assumpties zijn de jaarlijkse verwachte groei van de omzet, de bruto marge en het niveau van de operationele kosten. De realiseerbare waarde werd geschat op m€ 2,0 welke ongeveer m€ 1,5 hoger is dan de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid.

De sensitiviteit van de belangrijkste assumpties is als volgt:

Scenario – in 000€ Impact op realiseerbare waarde
Sensitiviteit - realisatie 80% van gebudgetteerde EBITDA - 492
Toename verdisconteringvoet met 1% - 239

Geen van bovenstaande sensitiviteiten geven aanleiding tot een bijzondere waardevermindering op de goodwill bij Geoplus.

2.6.Immateriële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de immateriële vaste activa kunnen als volgt voorgesteld worden:

in 000€ Klanten
portefeuille
Software,
patenten en
licenties
Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2020 2 329 711 3 040
Investeringen 4 26 30
Bedrijfscombinatie - 2 - 2
Op 31 december 2020 2 333 735 3 068
Investeringen 16 25 41
Bedrijfscombinatie 1 160 1 160
Verkopen en buitengebruikstellingen
Op 31 december 2021 3 509 760 4 269
Afschrijvingen
Op 1 januari 2020 - 729 - 562 -1 291
Afschrijvingen - 232 - 60 - 292
Op 31 december 2020 - 961 - 622 -1 583
Afschrijvingen - 326 - 49 - 375
Op 31 december 2021 -1 287 - 671 -1 958
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2020 1 600 149 1 749
Op 31 december 2020 1 372 113 1 485
Op 31 december 2021 2 222 89 2 311

De afschrijvingen zijn gepresenteerd in de resultatenrekening onder de lijn "afschrijvingen".

De resterende gewogen gemiddelde afschrijvingsperiode voor de klantenportefeuille is 7,1 jaar.

2.7.Materiële vaste activa

De veranderingen in de boekwaarde van de materiële vaste activa kunnen als volgt gepresenteerd worden:

in 000€ Terreinen Gebouwen Installaties
en
machines Meubilair
Rollend
materieel
Recht
op
gebruik
activa
Activa in
ontwikkeling
Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2020 973 7 960 10 843 2 918 1 452 14 455 38 601
Investeringen 79 2 497 231 266 64 3 138
Verkopen en
buitengebruikstellingen
- 201 - 10 - 44 - 449 - 704
Addities in recht-op
gebruik activa
1 044 1 044
Herwaardering
gebouwen
225 225
Transfer 26 13 - 25 - 14
Op 31 december 2020 973 8 264 13 165 3 152 1 674 15 024 50 42 303
Investeringen 79 2 900 127 409 3 515
Bedrijfscombinatie 130 22 29 201 382
Verkopen en
buitengebruikstellingen
- 667 - 6 - 14 - 739 -1 426
Addities in recht-op
gebruik activa
2 361 2 361
Transfer 50 - 50
Op 31 december 2021 973 8 343 15 578 3 295 2 098 16 846 47 133
Afschrijvingen
Op 1 januari 2020 - 2 277 - 6 393 - 2 345 - 1 043 - 5 577 - 17 635
Afschrijvingen - 377 - 1 483 - 166 - 137 - 1 998 - 4 161
Verkopen en
buitengebruikstellingen
178 7 28 405 618
Transfer 15 - 15
Op 31 december 2020 - 2 654 - 7 683 - 2 504 - 1 152 - 7 185 - 21 177
Afschrijvingen - 372 - 1 695 - 180 - 206 - 2 083 - 4 536
Verkopen en
buitengebruikstellingen
167 6 11 739 923
Op 31 december 2021 - 3 026 - 9 211 - 2 678 - 1 347 - 8 529 - 24 791
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2020 973 5 683 4 450 573 409 8 878 20 966
Op 31 december 2020 973 5 610 5 482 648 522 7 839 50 21 126
Op 31 december 2021 973 5 317 6 367 617 751 8 317 22 342

De investeringen in materiële vaste activa bedragen k€ 3 515 in 2021 en k€ 3 138 in 2020. In de investeringen van 2020 was nog k€ 900 betaalbaar per 31 december 2020. Dit bedrag werd in 2021 betaald.

De investeringen hebben voornamelijk betrekking op boortorens en overige technische uitrusting.

In 2021 werden voor k€ 2 361 aan nieuwe recht-op-gebruik activa erkend. De addities bevinden zich in volgende rubrieken: k€ 1 116 voor rollend materieel (2020: k€ 380), k€ 963 aan installaties en machines (2020: k€ 384) en k€ 282 aan gebouwen (2020: k€ 280).

De Groep heeft een winst gerealiseerd op de verkoop van materiële vaste activa van k€ 4 in 2021 (2020: k€ 49).

Er werden geen bijzondere waardeverminderingen geboekt op de materiële vaste activa.

De recht-op-gebruik activa bestaan uit volgende rubrieken:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Gebouwen 3 587 3 830
Installaties en machines 2 898 2 756
Rollend materieel 1 832 1 253
Totaal 8 317 7 839

De Groep heeft in 2021 in totaal voor k€ 670 (2020: k€ 102) aan huurkosten erkend binnen de rubriek "Diensten en diverse goederen" van de geconsolideerde resultatenrekening die betrekking hebben op korte-termijn leases en activa met lage waarde. De stijging volgt enerzijds uit de acquisities van Geosonic, Geoplus en Asper, en anderzijds uit een aantal leasecontracten die van klassificatie veranderden in de loop van het boekjaar.

De veranderingen in de boekwaarde van de recht-op-gebruikt activa kunnen als volgt gepresenteerd worden:

in 000€ Installaties
Gebouwen
en machines
Rollend
materieel
Totaal
Aanschaffingswaarde
Op 1 januari 2020 4 791 6 470 3 194 14 455
Verkopen en buitengebruikstellingen - 248 - 201 - 449
Addities in recht-op-gebruik activa 280 384 380 1 044
Transfer - 88 63 - 25
Op 31 december 2020 4 823 6 766 3 436 15 024
Bedrijfscombinatie 49 54 98 201
Verkopen en buitengebruikstellingen - 75 - 225 - 439 - 739
Addities in recht-op-gebruik activa 282 963 1 116 2 361
Op 31 december 2021 5 079 7 558 4 211 16 846
Afschrijvingen
Op 1 januari 2020 - 599 -3 181 -1 797 -5 577
Afschrijvingen - 603 - 817 - 578 -1 998
Verkopen en buitengebruikstellingen 211 194 405
Transfer - 13 - 2 - 15
Op 31 december 2020 - 991 -4 011 -2 183 -7 185
Afschrijvingen - 576 - 875 - 632 -2 083
Verkopen en buitengebruikstellingen 75 225 439 739
Op 31 december 2021 -1 492 -4 661 -2 376 -8 529
Netto boekwaarde
Op 1 januari 2020 4 192 3 289 1 397 8 878
Op 31 december 2020 3 832 2 755 1 253 7 839
Op 31 december 2021 3 587 2 897 1 835 8 317

Reële waarde terreinen en gebouwen

De terreinen en gebouwen worden verwerkt volgens het herwaarderingsmodel. De laatste reële waarde aanpassing is gebeurd in december 2015 voor de gebouwen in België (in maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de gebouwen in België, maar de afwijking van de reële waarde met de boekwaarde op eind 2019 was immaterieel waardoor geen reële waarde aanpassing werd geboekt), in december 2018 voor de gebouwen in Frankrijk en in februari 2018 voor de gebouwen in Nederland, behalve het gebouw binnen de Nederlandse entiteit Geomet Vastgoed B.V.: dit gebouw werd per eind 2020 geherwaardeerd (k€ 225 bijkomende opwaardering) op basis van een nieuwe reële waardebepaling op het einde van de rapporteringsperiode. De reële waarde van de terreinen en gebouwen op 31 december 2021 en 2020 in België, Nederland en Frankrijk zijn niet significant verschillend dan hun boekwaarde. De afschrijvingen geboekt op de reële waarde aanpassing bedragen k€ 256 in 2021 (2020: k€ 251).

Indien de terreinen en gebouwen gewaardeerd zouden zijn via het kostprijs model, dan zou de boekwaarde k€ 3 258 bedragen op 31 december 2021 (2020: k€ 3 295).

Hypotheken en overige zekerheden

De terreinen en gebouwen met een boekwaarde van k€ 1 195 zijn belast met hypotheken en overige zekerheden ten voordele van de leningen van de Groep.

2.8.Geassocieerde ondernemingen

Per 31 december 2021 heeft de Groep geen deelnemingen in geassocieerde ondernemingen.

2.9.Handels- en overige kortlopende activa

De handelsvorderingen en kortlopende activa bestaan uit het volgende:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Handelsvorderingen 13 287 10 088
Contract activa 7 756 5 361
Geboekte waardeverminderingen - 482 - 420
Totaal Handelsvorderingen 20 561 15 029
Overige kortlopende activa 1 132 970
Totaal Overige kortlopende activa 1 132 970

De handelsvorderingen zijn niet interestdragend en hebben betalingstermijnen tussen 30 en 90 dagen. De contract activa bestaan voornamelijk uit nog te factureren diensten bepaald op basis van een "time & material" contract of een contract met een vaste prijs. De contract activa worden gepresenteerd binnen de handelsvorderingen en bedragen k€ 7 756 eind 2021 (2020: k€ 5 361). Deze contract activa zullen gefactureerd worden in 2022.

De overige kortlopende activa bestaan voornamelijk uit vooruitbetaalde kosten k€ 485 (2020: k€ 412), terug te vorderen btw en belastingen k€ 423 (2020: k€ 246) en andere overige kortlopende activa k€ 224 (2020: k€ 312).

Op 31 december 2021 bedragen de waardeverminderingen op handelsvorderingen k€ 482 (2020: k€ 420).

De beweging van de geboekte waardeverminderingen is als volgt:

in 000€ Waardevermindering op
handelsvorderingen
Op 1 januari 2020 -473
Toevoeging -272
Terugneming en gebruik 325
Op 31 december 2020 -420
Toevoeging -373
Terugneming en gebruik 311
Op 31 december 2021 -482

De vervaldagenbalans wordt weergegeven in toelichting 2.28.

2.10. Geldmiddelen en kasequivalenten

De geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Geldmiddelen 14 117 13 832
Kasequivalenten 2 055 1 189
Totaal 16 172 15 021

De geldmiddelen verkrijgen een interest op basis van een variabele interestvoet.

De kasequivalenten bestaan uit korte termijn beleggingen met een maturiteit van minder dan drie maanden.

Het totaal van de geldmiddelen en kasequivalenten uit bovenstaande tabel reconcilieert met de geconsolideerde kasstroomtabel.

Er zijn geen beperkingen op de geldmiddelen gedurende 2021 en 2020.

2.11. Eigen vermogen

Het maatschappelijk kapitaal van de moeder ABO-Group Environment NV bestaat uit 10 568 735 gewone aandelen voor een totaal bedrag van k€ 4 857 op 31 december 2021 (2020: k€ 4 857). De aandelen hebben geen nominale waarde. De fractiewaarde van de aandelen is € 0,46.

Er hebben geen wijzigingen plaatgevonden in het kapitaal en aantal aandelen gedurende 2021 en 2020.

Alle aandelen hebben dezelfde stem- en dividendrechten.

Reserves

De geconsolideerde reserves bevatten naast de overgedragen winsten en verliezen eveneens de wettelijke reserve. De wettelijke reserve neemt toe a rato van 5% van de jaarlijkse statutaire winst tot de wettelijke reserve minstens 10% van het maatschappelijk kapitaal is. De wettelijke reserve kan niet uitgekeerd worden aan de aandeelhouders.

De wettelijke reserve van ABO-Group Environment NV bedraagt k€ 4 op 31 december 2021 (2020: k€ 4). De overige reserves bedragen k€ 12 559 op 31 december 2021 (2020: k€ 10 536).

De Groep heeft geen dividenden uitbetaald gedurende 2021 en 2020.

Niet-gerealiseerde resultaten

De niet-gerealiseerde resultaten kunnen als volgt uitgesplitst worden:

in 000€ Financiële activa met
reële waarde
wijzigingen via de niet
gerealiseerde resultaten
Herwaardering
aan reële
waarde
gebouwen
Toegezegde
pensioen
regeling
Totaal niet
gerealiseerde
resultaten
Niet-gerealiseerde resultaten op 1
januari 2020
- 1 2 485 - 167 2 318
Reële waarde verandering
fondsbeleggingen
11 11
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
- 191 - 191
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
- 89 - 89
Impact uitgestelde belastingen 25 25
Herwaardering gebouwen 225 225
Impact uitgestelde belastingen - 34 - 34
Niet-gerealiseerde resultaten op 31
december 2020
− 10 2 485 − 231 2 265
Reële waarde verandering
fondsbeleggingen
- 4 - 4
Reclassificatie impact afschrijvingen
naar geconsolideerde reserves
- 190 - 190
Actuariële verliezen toegezegde
bijdrage pensioenregeling
170 170
Impact uitgestelde belastingen - 45 - 45
Niet-gerealiseerde resultaten op 31
december 2021
6 2 295 - 106 2 196
Toewijsbaar aan de aandeelhouders 6 2 295 - 106 2 196
Toewijsbaar aan het
minderheidsbelang

Minderheidsbelang

Het minderheidsbelang op de balans, in de resultatenrekening en in de niet-gerealiseerde resultaten kan als volgt worden uitgesplitst:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Sialtech 377
Geosonda BV 773 703
Enviromania/Translab 107 237
Totaal minderheidsbelang op balans 880 1 317
Sialtech - 49
Geosonda BV 71 30
Enviromania/Translab - 11 - 21
Totaal minderheidsbelang in totaal resultaat 60 -40

Het minderheidsbelang in 2021 bestaat uit 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 12,8% (2020: 25,59%) in de vennootschappen Enviromania NV en Translab NV. De Groep heeft zijn belang in Sialtech BV verhoogd tot 100% na het aankopen van alle resterende aandelen op 01/01/2021, daarnaast verwierf de Group ook een bijkomend belang in Enviromania BV per 25/01/2021 waardoor het deelnemingspercentage steeg van 74,4% tot 87,2%.

Het minderheidsbelang in 2020 bestaat uit 32,74% van de aandelen in de dochteronderneming Sialtech BV (Nederland), 45% van de aandelen in de dochteronderneming Geosonda BV en 25,59% in de vennootschappen Environmania NV en Translab NV.

De samengevatte financiële informatie (netto contributie) van Sialtech BV, Geosonda BV en Enviromania/Translab NV is als volgt:

in 000€ Geosonda BV Enviromania/
Translab
Langlopende activa (incl. goodwill) 1 617 1 541
Kortlopende activa 1 553 216
Langlopende schulden - 597 - 547
Kortlopende schulden - 858 - 372
Eigen vermogen - 1 715 - 838
Aandeel 45% 13%
Aandeel in het eigen vermogen van het minderheidsbelang - 773 - 107
Historische consolidatie-aanpassing
Boekwaarde minderheidsbelang - 773 - 107
Omzet 3 694 1 157
Winst (verlies) van het boekjaar 159 - 87
Aandeel 45% 13%
Aandeel in resultaat 71 - 11

2.12. Financiële schulden

in 000€ Interestvoet Vervaldag Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Straight loan Euribor+1,15%/1,55% 2023 7 406 5 696
Investeringskrediet 0,3% - 1,75% 2022 - 2026 7 330 6 698
Lease verplichtingen 0,00% - 5,99% 2022 - 2031 7 677 7 442
Leningen vakantiegeld 0,70% 2022 1 005 240
Leningen vennootschapsbelasting 0,60% - 0,70% 2022 219 250
Euroflex lening 3,00% 2032 598 650
Lening 5,00% 2023 103 183
Factoring 0,95% 2022 1 089 1 293
Totaal 25 427 22 452
waarvan kortlopend 13 835 14 715
waarvan langlopend 11 592 7 737

De financiële schulden kunnen als volgt gedetailleerd worden:

In het kader van een financieringsovereenkomst ten bedrage van maximaal 5,1 miljoen euro met Belfius, werd een convenant van netto financiële schuld / EBITDA ingevoegd van maximaal 3,5. Voor het jaar eindigend op 31 december 2021 bedroeg deze convenant 1,1.

De straight loans zijn korte termijn leningen (maandelijks of drie-maandelijks) welke telkens hernieuwd kunnen worden. Deze leningen hebben een variabele interestvoet.

De overige leningen betreffen leningen van kleinere bedragen met een variabele of een vaste interestvoet.

De factoring is recourse waardoor de risico's, rechten en verplichtingen niet volledig zijn overgedragen. Bijgevolg worden de ontvangen bedragen van de factor als financiële verplichting geboekt.

Het overzicht van de wijzigingen van de verplichtingen welke voortvloeien uit financiële activiteiten is als volgt:

in 000€ Leningen Lease
verplichtingen
Totale verplichtingen
uit financiële
activiteiten
Op 1 januari 2021 15 010 7 442 22 452
Netto kasstromen 2 442 - 2 275 167
Nieuwe lease verplichtingen 2 361 2 361
Nieuwe leningen uit bedrijfscombinaties 310 137 447
Overige - 13 13
Op 31 december 2021 17 749 7 678 25 427
waarvan kortlopend 11 697 2 138 13 835
waarvan langlopend 6 052 5 540 11 592

Als gevolg van de COVID-19 pandemie, hebben de Franse entiteiten van de groep in 2020 een betalingsuitstel gekregen op hun leningen en lease verplichtingen. Voor zowel de leningen en lease verplichtingen werd een betaaluitstel verkregen van zes maanden. Alle verplichtingen werden verlengd met een termijn van zes maanden na hun initiële einddatum. De groep heeft gebruik gemaakt van de aanpassing aan IFRS 16 (Covid-19 gerelateerde huurconsessies). De groep heeft een betalingsuitstel verkregen van in totaal k€ 379 in 2020. De impact op de geconsolideerde resultatenrekening was niet materieel voor 2020. Tijdens 2021 werd geen bijkomend betalingsuitsel gekregen.

2.13. Voorzieningen

De voorzieningen bestaan voornamelijk uit een voorziening voor geschillen en de voorziening voor de te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Toegezegde pensioenregeling (Frankrijk) 1 063 1 001
Toegezegde pensioenregeling (België) 3 7
Geschillen 145 135
Totaal 1 211 1 143

Voorziening geschillen

ABO NV is betrokken in een aantal juridische procedures. Telkens wordt de vennootschap gedagvaard voor een niet correcte uitvoering van geleverde diensten, met schade tot gevolg voor de klant. Ondanks het feit dat de vennootschap van oordeel is dat haar in deze zaken geen schuld treft (gezien haar adviezen een middelenverbintenis inhouden en geen resultaatsverbintenis), houdt de vennootschap op heden een voorziening aan voor het gedeelte dat niet recupereerbaar is via haar verzekering van in totaal k€ 110. Per 31 december 2021 heeft de groep in totaliteit k€ 145 voorzien voor geschillen (k€ 135 in 2020). Dit bedrag stemt overeen met de best mogelijke inschatting op dit moment, in afwachting van een uitspraak in de respectievelijke procedures.

Te bereiken doel pensioenregeling in Frankrijk

De dochtervennootschappen in Frankrijk hebben aan de werknemers een te bereiken doel pensioenregeling ("IDR" of "Indemnité de depart en retraite ") toegekend welke wettelijk verplicht is en geregeld werd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de uitbetaling op datum van pensioen is afhankelijk van de anciënniteit, salarisniveau, aard van uitdiensttreding en type van personeel. De pensioenregeling is een collectief fonds en de verplichtingen werden geëxternaliseerd bij een verzekeringsmaatschappij. De pensioenleeftijd is 65 jaar voor kaderleden en 62 jaar voor niet-kaderleden.

De Groep betaalt bijdragen aan het geëxternaliseerd fonds om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Netto
verplichting
Reële waarde
activa
Verplichting
toegezegde
pensioenregeling,
netto
Op 1 januari 2020 1 375 - 554 822
Bijdragen - 42 - 42
Interesten 11 - 5 6
Prestaties 133 133
Uitbetalingen
Actuariële verliezen 82 82
Rendement op de activa exclusief interesten 2 2
Op 31 december 2020 1 601 - 600 1 001
Acquisitie 117 117
Bijdragen - 42 - 42
Interesten 8 - 3 5
Prestaties 156 156
Uitbetalingen
Actuariële verliezen - 171 - 171
Rendement op de activa exclusief interesten - 3 - 3
Op 31 december 2021 1 711 - 648 1 063

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Salarisverhoging 2,0% 2,0%
Actualisatievoet 0,9% 0,5%

De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Impact wijziging demografische assumpties -2 -4
Impact wijziging ervaring op netto verplichting 55 6
Impact wijziging actualisatievoet 118 -84
Rendement op de activa exclusief interesten 3 -2
Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat 174 -84

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Prestaties 156 133
Interestkost op de verplichting 8 11
Totaal 164 144

De reële waarde van de activa kan als volgt verdeeld worden over de verschillende categorieën van financiële instrumenten (berekend op basis van gegevens in het geconsolideerd jaarverslag verzekeraar):

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Aandelen 104 112
Obligaties 361 339
Geldmiddelen en kasequivalenten 66 62
Vastgoed 79 79
Overige 38 7
Totaal 648 600

De groep heeft een sensitiviteitsanalyise uitgevoerd rekening houdend met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,5%. De impact van de sensiviteitsanalyse op de netto verplichting is als volgt:

in 000€ 2021
Actualisatievoet: +0,5% -137
Actualisatievoet: -0,5% 153

De Groep verwacht dat in 2022 de werkgeversbijdrages aan het pensioenplan k€ 180 zullen bedragen.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 38 jaar. Het pensioenplan heeft 218 aangesloten werknemers (2020: 177).

Te bereiken doel pensioenregeling in België

De Groep heeft een toegezegde bijdrage pensioenregeling in België met een minimaal gegarandeerd rendement. De Groep verwerkt deze plannen als een te bereiken doel pensioenregeling vanaf 1 januari 2016. Tot eind 31 december 2015 werden deze plannen als een toegezegde bijdrage pensioenregeling verwerkt.

De Groep betaalt bijdragen aan een geëxternaliseerde verzekeringsmaatschappij om de verplichting in te dekken. Het fonds beheert eveneens onafhankelijk de activa van het plan.

De Groep heeft gebruik gemaakt van een onafhankelijke actuaris voor het berekenen van onderstaande toelichtingen.

De beweging van de voorziening van de te bereiken doel pensioenregeling is als volgt:

in 000€ Netto
verplichting
Reële
waarde
activa
Verplichting
toegezegde
pensioen
regeling, netto
Op 1 januari 2020 957 - 957
Bijdragen - 56 - 56
Interesten 10 - 11 - 1
Prestaties 53 53
Uitbetalingen - 5 5
Actuariële verliezen 15 - 10 5
Belastingen betaald op bijdragen - 6 6
Administratiekosten 6 6
Op 1 januari 2021 1 024 - 1 017 7
Bijdragen - 66 - 66
Interesten 8 - 8
Prestaties 55 55
Uitbetalingen
Actuariële verliezen 24 - 21 3
Belastingen betaald op bijdragen - 7 7
Administratiekosten 4 4
Op 31 december 2021 1 104 - 1 101 3

De wijzigingen in het geconsolideerd overzicht van de niet-gerealiseerde resultaten is als volgt:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Impact wijziging ervaring op netto verplichting 32
Impact wijziging actualisatievoet -8 -5
Rendement op de activa exclusief interesten -20
Belastingimpact
Totale impact op het niet-gerealiseerd resultaat 4 -5

De voornaamste assumpties welke gebruikt werden, zijn als volgt:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Inflatie 1,90% 1,70%
Actualisatievoet 1,25% 0,75%
Rendement op activa 1,25% 0,75%

De kost uit de pensioenregeling is als volgt:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Prestaties 55 53
Netto interest -1
Administratiekosten 4 6
Totaal 59 58

De activa worden belegd in Tak21 verzekeringsproducten.

Een sensitiviteitsanalyse met een mogelijke wijziging van de actualisatievoet met 0,25% heeft geen materiële impact op de netto verplichting (de impact zou k€ -3 bedragen bij een stijging van de actualisatievoet van 0,25% en k€ 3 bij een daling van de actualtisatievoet met 0,25%).

De Groep verwacht dat in 2022 k€ 73 zal betaald worden als werkgeversbijdragen in het plan.

De gewogen gemiddelde leeftijd van de participanten is 35 jaar. Het pensioenplan heeft 148 aangesloten actieve werknemers en 428 aangesloten niet-actieve werknemers.

2.14. Overige kortlopende schulden

De overige kortlopende schulden bestaan uit:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Toe te rekenen kosten 196 24
Voorafbetalingen 697 - 521
Belastingschulden (andere dan vennootschapsbelasting) 2 304 1 680
Kortlopende voorzieningen 242 216
Schulden m.b.t. personeel 5 672 4 366
Overige 99 86
Totaal 9 210 5 851

2.15. Reële waarde

Financiële vaste activa

Boekwaarde Fair value
in 000€ 2021 2020 2021 2020
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa gewaardeerd aan
reële waarde via niet-gerealiseerde
resultaten
38 42 38 42
Beleggingsfondsen 38 42 38 42
Financiële vaste activa gewaardeerd aan
geamortiseerde kostprijs
37 528 30 794 37 528 30 794
Handelsvorderingen en contract activa 20 561 15 029 20 561 15 029
Overige financiële activa (langlopend) 613 623 613 623
Overige kortlopende activa 182 121 182 121
Geldmiddelen en kasequivalenten 16 172 15 021 16 172 15 021
Totaal financiële vaste activa 37 566 30 836 37 566 30 836

De reële waarde van de financiële activa werd bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • − De boekwaarde van de geldmiddelen en kasequivalenten, de handelsvorderingen en overige kortlopende activa benadert de reële waarde door hun korte termijn karakter.
  • − De financiële activa met reële waardewijzigingen via de niet-gerealiseerde resultaten bestaan uitsluitend uit investeringen in beleggingsfondsen. De Investeringen in beleggingsfondsen worden gewaardeerd op basis van de jaarrekening van het betrokken fonds, waarbij de beleggingen in de jaarrekening gewaardeerd worden volgens regels vastgelegd door het IPEV ("International Private Equity and Venture Capital valuation"). Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 3. De impact op de niet-gerealiseerde resultaten in 2021 was k€ -4 (2020:k€ 11).
  • − De reële waarde van de overige financiële activa is niet significant verschillend met de boekwaarde op 31 december 2021 en 2020.

Financiële verplichtingen

in 000€ Boekwaarde Fair value
2021 2020 2021 2020
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen gewaardeerd aan
geamortiseerde kostprijs
33 052 29 237 33 071 29 433
Leningen 25 427 22 452 25 446 22 648
Handelsschulden 7 527 6 698 7 527 6 698
Overige schulden 98 87 98 87
Totaal financiële verplichtingen 33 052 29 237 33 071 29 433
Waarvan langlopend 11 592 7 737 11 131 7 853
Waarvan kortlopend 21 460 21 500 21 940 21 580

De reële waarde van de financiële schulden wordt bepaald op basis van de volgende methodes en assumpties:

  • − De boekwaarde van de kortlopende schulden benaderen hun reële waarde door het korte termijn karakter van deze instrumenten.
  • − De financiële schulden werden geëvalueerd op basis van de interestvoet en de vervaldag. Sommige financiële schulden hebben vaste interestvoeten en de reële waarde is onderhevig aan veranderingen in de interestvoeten en de individuele kredietwaardigheid. Andere financiële schulden hebben variabele interestvoeten en de boekwaarde benadert de reële waarde van deze instrumenten. Deze reële waarde berekeningen worden geclassificeerd als niveau 2.

Reële waarde hiërarchie

De Groep gebruikt de volgende hiërarchie voor het bepalen en toelichten van de reële waarde van de financiële instrumenten:

  • − Niveau 1: genoteerde (niet aangepaste) prijzen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
  • − Niveau 2: Waarderingstechnieken waarbij de significante parameters observeerbaar zijn, en dit ofwel direct of indirect.
  • − Niveau 3: Waarderingstechnieken waarbij parameters gebruikt worden welke niet gebaseerd zijn op observeerbare marktdata.
Voor het jaar eindigend op 31 december 2021
in 000€ Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Financiële activa met reële waarde
wijzigingen via de niet-gerealiseerde
resultaten
38 38
Financiële schulden: leningen 25 446 25 446
in 000€ Voor het jaar eindigend op 31 december 2020
Totaal niveau 1 niveau 2 niveau 3
Financiële activa met reële waarde
wijzigingen via de niet-gerealiseerde
resultaten
42 42
Financiële schulden: leningen 22 648 22 648

De reële waarde van de investeringen in beleggingsfondsen worden bepaald door de investeringsfondsen zelf volgens regels vastgelegd door het IPEV. Het beleggingsfonds belegt in niet-genoteerde groeibedrijven in de milieu en groene energie sector. De Groep gebruikt de waarderingen zonder enige verdere aanpassing. Aangezien deze waarderingen niet observeerbaar zijn voor andere partijen, wordt deze waarderingsmethode gecategoriseerd als niveau 3.

De beweging van de reële waarde van deze financiële instrumenten is als volgt:

in 000€
Op 1 januari 2020 32
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten 11
Op 31 december 2020 42
Winsten (verliezen) via niet-gerealiseerde resultaten -4
Op 31 december 2021 38

Niet-recurrente reële waarde berekeningen

De Groep waardeert de terreinen en gebouwen volgens het herwaarderingsmodel. Hierbij worden de terreinen en gebouwen geherwaardeerd aan reële waarde indien de boekwaarde significant verschillend is van de reële waarde. De terreinen en gebouwen in België werden gewaardeerd per 31 december 2015 welke resulteerde in een reële waarde van k€ 1 330. In maart 2020 werd een nieuwe reële waardebepaling gedaan voor de terreinen en gebouwen in België maar de reële waarde week niet materieel af ten opzichte van de boekwaarde eind 2019. De laaste waardering van de terreinen en gebouwen in Nederland is gebeurd in februari 2018, behalve voor het gebouw binnen de entiteit Geomet Vastgoed B.V.: dit gebouw werd per eind 2020 geherwaardeerd aan k€ 1 235 waardoor een reële waardeaanpassing werd geboekt van k€ 225. Voor Frankrijk dateert de herwaardering van december 2018. De impact van de waardering van de gebouwen in Frankrijk in 2018 was een nietgerealiseerde winst van k€ 1 253. De reële waarde wordt berekend door een erkende vastgoedschatter waarbij gebruikt gemaakt wordt van niet observeerbare inputs zoals locatie, staat van het gebouw, ligging, recente transacties, enz. De reële waarde berekening wordt geclassificeerd als niveau 3.

De niet-gerealiseerde winst in 2020 met betrekking op het Nederlandse gebouw binnen Geomet Vastgoed BV bedroeg k€ 225. In 2019 waren geen additionele herwaarderingen aan reële waarde.

2.16. Segmentinformatie

De Groep is georganiseerd volgens geografische regio's voor management doeleinden en heeft de volgende drie segmenten:

  • − België
  • − Frankrijk
  • − Nederland

Alle activiteiten werden toegewezen aan één van de drie segmenten.

De waarderingsprincipes welke gebruikt worden door de Groep in de segment rapportering zijn in overeenstemming met IFRS. De CEO van de Groep is de "chief operating decision maker". De CEO evalueert de prestaties van een segment op basis van omzet, operationele winst en netto resultaat voor voortgezette activiteiten.

De Groep realiseert zijn omzet voornamelijk uit het leveren van diensten (consulting, testing en monitoring).

De volgende tabel stelt de segment rapportering voor elk operationeel segment voor het jaar 2021 en 2020:

in 000€ België Frankrijk Nederland Totaal
segmenten
Aanpassingen
en eliminaties
Totaal
geconsolideerd
Voor het jaar eindigend op
31 december 2021
Omzet (derden) 18 383 33 185 11 500 63 068 63 068
Omzet (intra-groep) 794 109 280 1 183 - 1 183
Bedrijfsresultaat 778 1 966 401 3 145 3 145
Interestopbrengsten 52 3 55 - 51 4
Interestlasten - 196 - 61 - 184 - 441 51 - 390
Netto resultaat (segment
winst en verlies)
245 1 650 168 2 063 2 063
Belangrijke niet-kas kosten:
- afschrijvingen - 1 362 - 2 075 - 1 474 - 4 911 - 4 911
Vaste activa 39 141 13 193 5 875 58 209 -31 123 27 086
Totaal activa 55 212 36 131 9 844 101 187 -34 961 66 226
Totaal schulden - 18 796 - 22 700 - 8 072 - 49 568 3 838 - 45 730
Totaal Aanpassingen Totaal
in 000€ België Frankrijk Nederland segmenten en eliminaties geconsolideerd
Voor het jaar
eindigend op 31
december 2020
Omzet (derden) 15 354 24 071 9 927 49 352 49 352
Omzet (intra-groep) 725 7 206 938 - 938
Bedrijfsresultaat 915 1 674 451 3 040 3 040
Interestopbrengsten 47 7 54 - 42 12
Interestlasten - 180 - 54 - 183 - 417 42 - 375
Netto resultaat
(segment winst en
verlies)
393 1 496 205 2 094 2 094
Belangrijke niet-kas
kosten:
- afschrijvingen -1 309 -1 638 -1 506 -4 453 -4 453
Vaste activa 38 323 11 667 6 175 56 165 -31 124 25 041
Totaal activa 49 894 31 489 9 887 91 270 -34 268 57 002
Totaal schulden -13 849 -19 586 -7 733 -41 168 3 145 -38 023

Het segment netto resultaat kan gereconcilieerd worden zonder verder aanpassingen met de geconsolideerde resultatenrekening rekening houdend dat alle activiteiten van de Groep toegewezen werden aan de segmenten. De aanpassingen en reconciliaties betreffen voornamelijk eliminatieboekingen van handelsvorderingen, handelsschulden en overige schulden en consolidatieboekingen (uitboeking van de deelnemingen).

Overige toelichtingen

De omzet gerealiseerd per land is afleidbaar uit bovenstaande tabellen. De omzet is toegewezen aan de landen op basis van de locatie van de verkopende entiteit. De Groep heeft geen individuele klanten voor dewelke de Groep een omzet realiseert van meer dan 10% van de geconsolideerde omzet.

2.17. Omzet

De omzet kan als volgt gedetailleerd worden per type dienstverlening en per aard, en dit opgesplitst per segment:

Voor het jaar eindigend op 31 december 2021
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 13 174 4 093 10 738 28 005
Testing and monitoring 5 182 7 386 22 447 35 015
Overige 27 21 48
Totaal 18 383 11 500 33 185 63 068
Per type van de diensten
Bodem 15 345 5 659 6 888 27 892
Geotechniek 3 012 5 820 26 297 35 129
Overige 26 21 47
Totaal 18 383 11 500 33 185 63 068
Voor het jaar eindigend op 31 december 2020
in 000€ België Nederland Frankrijk Totaal
Per aard van de diensten
Consulting 11 094 4 036 8 315 23 444
Testing and monitoring 4 176 5 870 15 756 25 802
Overige 84 21 106
Totaal 15 354 9 927 24 071 49 352
Per type van de diensten
Bodem 12 998 4 770 4 680 22 448
Geotechniek 2 271 5 136 19 391 26 798
Overige 85 21 106
Totaal 15 354 9 927 24 071 49 352

De diensten worden voornamelijk geleverd op basis van "time & material" contracten (consulting) of contracten met een vaste prijs (consulting, testing en monitoring). De "consulting" diensten worden geleverd over een bepaalde tijd welke maandelijks gefactureerd worden of waarbij de vooruitgang wordt bepaald door de ingenieurs op het project op basis van onderzoek van het project. De "testing en monitoring" diensten worden geleverd op een bepaald tijdstip, namelijk bij oplevering van het project. Deze diensten zijn meestal van korte duur. Sinds 2021 rapporteert de groep de activiteiten met betrekking tot bodem en asbest & energie gezamenlijk onder de noemer "milieu".

2.18. Overige bedrijfsopbrengsten

De overige bedrijfsopbrengsten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Bedrijfssubsidies 453 19
Doorgerekende kosten 376 203
Vrijstelling BV (competitiviteitspact) 114 103
Voordelen in natura 62 73
Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa 2 54
Terugbetaling verzekeringspremies 108 9
Terugname voorzieningen klanten 12
Badwill 189
Overige 224 133
Herverdeling sociale lasten 1
Totaal 1 528 607

2.19. Overige bedrijfskosten

De overige bedrijfskosten kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Belastingen (andere dan vennootschapsbelasting) - 628 - 528
Minderwaarde realisatie handelsvorderingen - 388 - 257
Uitbetaalde claims, laattijdigheids boete - 156 - 12
Opboeking van voorzieningen voor geschillen 162
Minderwaarde vaste activa 2 -5
Overige - 263 - 145
Totaal - 1 433 - 785

2.20. Diensten en diverse goederen

De onderstaande tabel geeft de verschillende componenten van de diensten en diverse goederen weer:

Voor het jaar eindigend op 31
december
in 000€ 2021 2020
Huurkosten - 2 678 - 1 364
Onderhoud en herstellingen - 1 973 - 1 555
Brandstof en aankoop klein materiaal - 3 778 - 2 820
Verzekeringen - 1 591 - 1 290
Diensten geleverd door derde partijen - 3 089 - 2 862
Erelonen - 1 189 - 806
Verplaatsings- en marketingkosten - 2 910 - 2 273
Uitzendkrachten - 2 394 - 1 332
Management en bestuursvergoedingen - 538 - 707
Totaal diensten en diverse goederen - 20 139 - 15 009

2.21. Personeelsbeloningen

De volgende tabel toont het detail van de personeelsbeloningen:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Korte-termijn personeelsbeloningen - 19 780 - 15 491
Sociale Zekerheid - 6 220 - 4 835
Toegezegde bijdrage pensioenregelingen - 47 - 35
Te bereiken doel pensioenregeling - 151 - 94
Overige personeelskosten - 1 202 - 1 054
Totaal - 27 400 - 21 509
Totaal geregistreerde personeelsleden (FTE) 474 393

De overige personeelskosten bestaan voornamelijk uit k€ 200 forfaitaire en werkelijke onkostenvergoedingen (2020: k€ 161), k€ 239 maaltijd- en ecocheques (2020: k€ 157), k€ 123 opbouw vakantiegeld en tijdspaarfonds (2020: k€ 128), k€ 111 groeps- en hospitalisatieverzekeringen (2020: k€ 101), k€ 100 diverse arbeidsgerelateerde verzekeringen (2020: k€ 65), k€ 68 werkkledij (2020: k€ 54), k€ 264 winstuitkering personeel (2020: k€ 166) en k€ 45 abonnementen en vervoerskosten (2020: k€ 47).

2.22. Financiële kosten

De financiële kosten bestaan uit de volgende componenten:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Interesten - 172 - 154
Rentekosten op huurverplichtingen - 219 - 220
Overige - 167 - 142
Totaal - 558 - 516

2.23. Financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten bestaan uit de volgende componenten:

in 000€ Voor het jaar eindigend op
31 december
2021 2020
Interesten 4 12
Overige 1 1
Totaal 5 13

2.24. Belastingen

De belangrijkste componenten van de belastinglast worden hieronder weergegeven:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Verwachte belastinglast voor het jaar - 896 - 814
Uitgestelde belastingen 12 61
Belastingen over het voorgaande jaar 355 310
Totale belastingkost - 529 - 443

De reconciliatie van de belastinglast en het product van de belastbare winst met het tarief van de vennootschapsbelastingen voor de jaren eindigend op 31 december 2021 en 2020 is als volgt:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Winst uit voortgezette activiteiten voor belastingen 2 592 2 537
Belastingen aan het statutaire tarief van 25% - 648 - 634
Verschil in belastingsvoet - 6 - 28
Aanpassingen belastingen op vorige boekjaren 355 310
Overige belastingkortingen 27
Verworpen uitgaven - 100 - 120
Gebruik verliezen vorige jaren waarvoor geen uitgestelde
belastingvordering werd geboekt
5 55
Niet-erkenning uitgestelde belastingvordering op fiscale verliezen huidige
jaar
- 153 - 31
Impact ontvangen dividenden - 31 - 4
Vrijgestelde subsidie 50 42
Impact wijzigingen tarief op uitgestelde belastingen - 54
Overige - 1 - 6
Belastinglast zoals gerapporteerd in de resultatenrekening - 529 - 443

De aanpassingen belastingen op vorige boekjaren in 2021 en 2020 hebben voornamelijk betrekking op historische fiscale dossiers met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling in Frankrijk over voorgaande boekjaren waarbij een terugbetaling van k€ 355 (2020: k€ 271) werd verkregen.

De uitgestelde belastingen kunnen als volgt gedetailleerd worden:

Saldo op 31 december Wijziging in de
resultatenrekening voor het
jaar eindigend op 31
december
in 000€ 2021 2020 2021 2020
Fiscale verliezen 628 586 66 164
Immateriële vaste activa 166 251 17 - 304
Materiële vaste activa - 196 - 184 12 261
Voorzieningen 265 303 38 - 14
Overige 5 - 35 - 40 3
Totaal uitgestelde belastingvordering 868 921
Fiscale verliezen 12 12
Materiële vaste activa - 922 - 964 - 42 - 126
Immateriële vaste activa - 485 - 270 - 6 - 36
Voorzieningen 10 - 10
Overige 14 - 14
Totaal uitgestelde belastingschuld -1 383 -1 222
Totale uitgestelde belastingskost 33 - 52
waarvan opgenomen in de
resultatenrekening
- 12 - 61
waarvan opgenomen in de niet
gerealiseerde resultaten
45 9

Tijdens het boekjaar werd een uitgestelde belastingschuld van k€ 289 en een uitgestelde belastingsvordering van k€ 108 opgenomen (zie toelichting 2.4 bedrijfscombinaties voor meer informatie) tijdens de reële waarde-aanpassing op de verschillende acquisities.

De uitgestelde belastingvorderingen en –schulden worden slechts gecompenseerd indien de Groep het wettelijk recht hiervoor heeft en deze betrekking hebben op dezelfde belastingautoriteit.

De Groep heeft uitgestelde belastingschulden voor een bedrag van k€ 736 per 31 december 2021 (2020: k€ 803) gerelateerd aan de reële waarde aanpassingen aan de gebouwen geboekt rechtstreeks in de niet-gerealiseerde resultaten.

De Groep (exclusief ABO-Group Environment NV) heeft in het totaal fiscaal overdraagbare verliezen voor een bedrag van k€ 7 524 per 31 december 2021 (2020: k€ 6 712). De moedervennootschap ABO-Group Environment NV heeft bovendien een totaal van k€ 31 270 (2020: k€ 32 076) fiscaal overdraagbare verliezen.

Fiscale overdraagbare verliezen zijn onbeperkt overdraagbaar.

De Groep heeft een uitgestelde belastingvordering geboekt voor deze fiscaal overdraagbare verliezen en andere aftrekken per 31 december 2021 van k€ 628 (2020: k€ 586) waarvan k€ 219 (2020: k€ 260) gerelateerd is aan de fiscaal overdraagbare verliezen van ABO-Group Environment NV.

2.25. Winst per aandeel

Het totaal gewogen gemiddelde aantal aandelen voor gewone en verwaterde winst per aandeel, gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel, is 10 568 735.

Er zijn geen aanpassingen gebeurd aan de winst toerekenbaar aan de gewone aandeelhouders van de moeder voor voortgezette activiteiten en stopgezette activiteiten voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel.

De Groep heeft geen financiële instrumenten welke een verwaterend effect kunnen hebben op de winst per aandeel.

2.26. Mogelijke verplichtingen

De Groep heeft een aantal geschillen waarvoor geen voorziening is aangelegd aangezien de Raad van Bestuur van oordeel is dat het niet waarschijnlijk is dat dit voor de Groep tot een materiële financiële impact zal leiden.

2.27. Verbintenissen

Lease verplichtingen

Voor meer informatie over lease verplichtingen, verwijzen we naar de sectie "Financiële schulden".

Overige zekerheden

De Groep heeft een bedrag van k€ 1 455 aan gevestigde hypotheken (2020: k€ 1 455).

De Groep heeft in het kader van openstaande leningen en kredietfaciliteiten een mandaat op inpandgave van het handelsfonds aan een aantal financiële instellingen met een totale waarde van k€ 1 125 op 31 december 2021 (2020: k€ 1 125). De Groep heeft verder geen activa in pand gegeven op 31 december 2021 (2020: k€ 169).

Geschillen

De Groep heeft verschillende geschillen met klanten in het kader van uitgevoerde projecten en heeft een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid waarbij deze geschillen gedekt zijn tot en met €5 miljoen, afhankelijk van het schade type (totaal plafond van €10 miljoen).

De totale voorziening bedraagt k€ 145 op 31 december 2021 (2020: k€ 135) welke geboekt is onder "voorzieningen". Daarnaast heeft de groep op 31 december 2021 voor k€242 (2020: k€ 216) aan kortlopende voorzieningen, welke geboekt zijn in de overige kortlopende schulden (zie toelichting 2.14). Dit in het kader van een aantal lopende zaken met voormalige medewerkers en partners.

2.28. Risico's

De Groep is voornamelijk onderhevig aan marktrisico, liquiditeitsrisico, interestrisico en kredietrisico. De risico's worden op regelmatige basis beheerd door het management.

Liquiditeitsrisico

De Groep beheert liquiditeitsrisico's door regelmatige opvolging van voorspellingen en actuele kasstromen en door de maturiteitsprofielen van de financiële activa en passiva met elkaar te vergelijken.

De volgende tabel geeft een overzicht van de overblijvende contractuele maturiteit van de financiële verplichtingen (niet-verdisconteerde kasstromen):

in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2021
Financiële schulden 11 782 5 855 366 18 003
Lease verplichtingen 2 109 4 584 1 337 8 030
Handelsschulden 7 527 7 527
Overige schulden 98 98
Totaal 21 516 10 439 1 703 33 658
in 000€ < 1 jaar 2-5 jaar > 5 jaar Totaal
Op 31 december 2020
Financiële schulden 12 747 2 291 15 038
Lease verplichtingen 2 059 4 038 1 525 7 622
Handelsschulden 6 698 6 698
Overige schulden 87 87
Totaal 21 591 6 329 1 525 29 445

Interestrisico

Het interestrisico is het risico dat de reële waarde of de toekomstige kasstromen van een financieel instrument zal wijzigen door wijzigingen van de interestvoet. Het risico van de Groep voor wijzigingen in interestvoet bevindt zich voornamelijk bij de leningen met een variabele interestvoet. De Groep heeft voornamelijk leningen met een vaste interestvoet met uitzondering van de "straight loans". Deze laatste zijn voornamelijk korte termijn leningen.

Een toename van de interestvoet met 1%, zou aanleiding geven tot een toename van de interestkost van k€ 18.

Kredietrisico

Kredietrisico verwijst naar het risico waarbij een tegenpartij zijn contractuele verplichtingen niet zou nakomen en wat zou kunnen resulteren in een financieel verlies voor de Groep. Om het risico van financiële verliezen te beperken werkt de Groep alleen met kredietwaardige tegenpartijen om een eventueel financieel verlies uit niet-betaling te beperken.

Vooraleer een nieuwe klant wordt aanvaard, evalueert de Groep de kredietwaardigheid van de klant aan de hand van externe informatie en tools. Het kredietrisico wordt continu opgevolgd en het management evalueert constant het klantenbestand op haar kredietwaardigheid. De Groep verleent krediet aan zijn klanten in het kader van de gewone bedrijfsactiviteit. Doorgaans eist de Groep geen onderpand of andere zakelijke zekerheden om de verschuldigde bedragen te dekken. Alle vorderingen zijn inbaar, behalve deze waarvoor een voorziening voor dubieuze debiteuren is aangelegd.

De gemiddelde kredietperiode voor verkochte diensten bedraagt 30-90 dagen. Intresten worden niet systematisch aangerekend op vervallen vorderingen. De Groep voert maandelijks een gedetailleerde analyse uit op al haar handelsvorderingen.

De netto boekwaarde van de financiële activa opgenomen in de jaarrekening geeft het maximale kredietrisico weer.

De ouderdomsbalans van de handelsvorderingen en contract activa is als volgt:
------------------------------------------------------------------------------- --
Vervallen
in 000€ Totaal Niet vervallen < 30 d 31-60 d 61-90 d > 91 d
Op 31 december 2021 20 561 17 071 1 664 735 393 698
Op 31 december 2020 14 998 12 101 1 627 593 298 379

De waardeverminderingen op de handelsvorderingen van k€ 482 op 31 december 2021 (2020: k€ 420) betreffen hoofdzakelijk handelsvorderingen.

Kapitaal management

Het kapitaal van de Groep bestaat uit het eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders. Het belangrijkste objectief van de Groep is om de mogelijkheid en de vrijwaring te garanderen om te opereren als "going concern" en om als dusdanig een meerwaarde te creëren voor de aandeelhouders.

De Groep bepaalt het bedrag van het kapitaal in verhouding tot het risico. De Groep beheert de kapitaalstructuur en corrigeert deze bij wijzigende economische omstandigheden en financieringsbehoeften.

De netto financiële schuldgraad (netto financiële schuld tegenover het eigen vermogen toerekenbaar aan de aandeelhouders) van de Groep bedraagt eind 2021 47 % (2020: 42 %).

Voor het jaar eindigend
op 31 december
in 000€ 2021 2020
Financiële schulden 25 427 22 452
Liquide middelen en kasequivalenten 16 172 15 021
Netto financiële schuldpositie 9 255 7 431
Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de groep 19 616 17 662
Netto financiële schuldgraad 47% 42%

Impact COVID-19

Gedurende het boekjaar 2020 en 2021 kreeg de groep te maken met de effecten van de verschillende golven van het corona-virus, waarbij de overheidsmaatregelen in de verschillende markten een directe impact hadden op de werking van de teams. Waar mogelijk werd ingezet op thuiswerk, en de mogelijkheden met betrekking tot tijdelijk werkloosheid werden waar nodig benut. In het algemeen, kon het verlies aan toegevoegde waarde grotendeels gecompenseerd worden door lagere werkingskosten. Over het boekjaar 2020 was de impact voor de Vennootschap in het algemeen uiteindelijk vrij beperkt, en ook in 2021 ondervond de Vennootschap slechts in beperkte mate hinder.

Impact conflict Oekraïne

De Vennootschap ondervindt momenteel geen directe impact van de oorlog in Oekraïne. Indirecte effecten worden eveneens opgevolgd, waaronder de negatieve impact van de gestegen energieprijzen op de operationele kosten van de onderneming, zowel rechtstreeks als via de indexering van lonen en andere producten. Aangezien de Vennootschap niet altijd in staat is om deze kostenstijgingen volledig door te rekenen aan haar klanten, kan dit op termijn een negatieve invloed kunnen hebben op de winst en de financiële situatie van de Vennootschap. De Vennootschap volgt dit van nabij op om verder bij te kunnen sturen indien nodig.

2.29. Relaties met verbonden partijen

De vergoedingen voor het management en de bestuurders zijn als volgt:

Voor het jaar eindigend op 31 december
in 000€ 2021 2020
Korte-termijn beloningen 642 674
Einde-loopbaan beloningen 13 18
Totaal 654 692

De volgende tabel geeft het totaal bedrag van de transacties met verbonden partijen voor elk relevant jaar:

in 000€ Verkoop van
diensten
Aankopen
van
Interest
opbrengsten
Interest
kosten
Vordering Schuld
Aandeelhouders van de Groep
2021
2020 1
Andere verbonden partijen
2021 13 -499 38 -136
2020 27 - 576 26 - 86

De voornaamste transacties met verbonden partijen zijn de volgende:

  • Verhuur van kantoren aan de Groep door verbonden partijen waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens aandeelhouder is van de verbonden partijen.
  • Gebruik van poetsdiensten door de Groep bij verbonden partijen, waarbij de aandeelhouder van de Groep eveneens de aandeelhouder is van de verbonden partijen;

Alle transacties met de verbonden partijen zijn aan marktvoorwaarden.

2.30. Vergoeding van de commissaris

De vergoeding van de commissaris is als volgt:

Voor het jaar eindigend op
31 december
in 000€ 2021 2020
Vergoeding audit 201 163
Totaal 201 163

2.31. Gebeurtenissen na balansdatum

Op het moment van de aankondiging van haar jaarcijfers eind maart, deelde ABO-Group mee dat zij de handeslfondsen van twee gespecialiseerde Nederlandse bedrijven had overgenomen in de eerste maanden van 2022. Het betrof enerzijds de bodemafdeling van Colsen, een bureau gevestigd in Hulst (Zeeland), die aangekocht werd door ABO-Milieuconsult, de bodemafdeling van ABO-Group in Nederland. Anderzijds werden ook de activiteiten van Geo-Supporting, gevestigd in Lisserbroek en gespecialiseerd in inpandig geotechnisch onderzoek, overgenomen. De activiteiten en de werknemers worden geïntegreerd in Geosonda bv, de geotechnische sondeerafdeling van ABO-Group in Nederland. Aansluitend verhoogde ABO-Group haar participatie in Geosonda bv tot 70%.

De initiële boekhoudkundige verwerking van de bovenvermelde bedrijfscombinaties is nog niet gefinaliseerd aangezien de reële waardebepaling van de geïdentificeerde activa en verplichtingen nog niet werd berekend.

2.32. Overzicht van de geconsolideerde entiteiten

Dochterondernemingen Land 2021 2020
ABO NV België 100,0% 100,0%
ABO Logistics NV België 100,0% 100,0%
E20 (Energy To Zero Consult NV) België 100,0% 100,0%
Geosonda Environment NV België 100,0% 100,0%
Geosonda BV België 100,0% 100,0%
ABO-Group Environment NV België 100,0% 100,0%
ABO Research BV België 100,0% 100,0%
Enviromania BV België 87,2% 74,4%
Translab Environmental Consult NV België 87,2% 74,4%
Asper BV België 100,0% 0,0%
ABO Beheer BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO Milieuconsult BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet BV Nederland 100,0% 100,0%
Geomet Vastgoed BV Nederland 100,0% 100,0%
ABO-Group Nederland BV Nederland 100,0% 100,0%
Sialtech BV Nederland 100,0% 67,3%
Geosonda BV Nederland 55,0% 55,0%
ERG Holding SA Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Equipement SARL Frankrijk 100,0% 100,0%
ERG Environnement SAS Frankrijk 100,0% 100,0%
SCI NicERG Frankrijk 100,0% 100,0%
Innogeo SARL Frankrijk 100,0% 100,0%
GEO+ Environnement Frankrijk 100,0% 0,0%
Geosonic France Frankrijk 100,0% 0,0%
ECOREM Baltya Litouwen 100,0% 100,0%

ABO Holding NV werd geliquideerd per 24/12/2020.

3. Enkelvoudige jaarrekening van ABO-Group Environment

De volgende informatie werd gehaald uit de enkelvoudige jaarrekening volgens Belgische boekhoudnormen van ABO-Group Environment NV. Deze enkelvoudige jaarrekening zal samen met het beheersverslag van de raad van bestuur en het verslag van de commissaris enerzijds aan de algemene aandeelhoudersvergadering, anderzijds binnen de wettelijke termijn aan de Nationale Bank van België, worden bezorgd. Deze documenten zijn ook beschikbaar op aanvraag bij: ABO-Group Environment NV, Derbystraat 255, 9051 Gent.

Men dient op te merken dat alleen de geconsolideerde jaarrekening, zoals hiervoor toegelicht, een getrouw beeld geeft van de financiële positie en de prestaties van de Groep. Aangezien ABO-Group Environment NV in essentie het overkoepelende moederbedrijf is, dat zijn investeringen tegen kostprijs opneemt in zijn niet-geconsolideerde jaarrekening, geven deze afzonderlijke financiële staten slechts een beperkt beeld van de financiële positie van ABO-Group Environment NV. Om deze reden achtte de raad van bestuur het gepast om slechts een ingekorte versie van de niet-geconsolideerde balans en winst- verliesrekening te presenteren, opgemaakt in overeenstemming met de Belgische boekhoudnormen voor de jaren eindigend op 31 december 2021 en 31 december 2020.

in 000€ 2021 2020
Vaste Activa 33 724 33 479
Immateriële vaste activa 780 875
Materiële vaste activa 1 816 1 332
Financiële vaste activa 31 128 31 272
Vlottende activa 8 783 5 002
Overige activa (looptijd > 1 jaar) - -
Overige activa (looptijd < 1 jaar) 8 783 5 002
Totaal activa 42 507 38 481
Eigen vermogen 32 093 31 457
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies 173 083 173 083
Reserves -140 990 -141 626
Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0
Schulden op meer dan één jaar 1 257 568
Schulden op ten hoogste één jaar 9 157 6 456
Totaal passiva 42 507 38 481

Verkorte, niet-geconsolideerde balans van ABO-Group Environment NV:

Verkorte niet-geconsolideerde winst- en verliesrekening van ABO-Group Environment NV:

in 000€ 2021 2020
Bedrijfsopbrengsten 2 227 1 114
Omzet 2 195 1 110
Andere bedrijfsopbrengsten 32 4
Bedrijfskosten 2 074 954
Bedrijfsresultaat 154 160
Financieel resultaat 4 793 4 793
Financiële opbrengsten 879 4 911
Financiële kosten -396 -118
Resultaat voor belastingen 637 4 953
Winst van het boekjaar 637 4 953

Verklaring van de commissaris over de geconsolideerde jaarrekening

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d'Entreprises Pauline van Pottelsberghelaan 12 B - 9051 Gent Tel: +32 (0) 9 242 51 11 ey.com

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van ABO-Group Environment NV (de "Vennootschap") en van de dochterondernemingen (samen de "Groep"). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2021, de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel van het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de "Geconsolideerde Jaarrekening") en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.

Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 26 mei 2021, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde Jaarrekening afgesloten op 31 december 2023. We hebben de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep uitgevoerd gedurende 7 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV, die de geconsolideerde balans op 31 december 2021 omvat, alsook de geconsolideerde resultatenrekening, het geconsolideerd totaal resultaat, het geconsolideerd overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen en de geconsolideerde kasstroomtabel over het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een geconsolideerd balanstotaal van € 66.226 ('000) en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 2.063 ('000).

Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de geconsolideerde financiële positie van de Groep op 31 december 2021, alsook van de geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie ("IFRS") en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing ("ISAs"). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte "Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening" van ons verslag.

Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid.

Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Kernpunten van de controle

De kernpunten van onze controle betreffen die aangelegenheden die volgens ons professioneel oordeel het meest significant waren bij onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening van de huidige verslagperiode.

Besloten vennootschap

Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société

Verslag van de commissaris van 22 april 2022 over de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)

Deze aangelegenheden werden behandeld in de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel over deze aangelegenheden.

Afgrenzing van omzet en waardering van hieraan gerelateerde contract activa

Beschrijving van het kernpunt

De contract activa bedragen € 7.756 duizend op 31 december 2021, en hebben betrekking op nog te facturen prestaties voor contracten met klanten. Contracten zijn voornamelijk op een "time & material" basis en uitzonderlijk op basis van een vaste prijs met uitzondering van de studiefases. Omzet uit contracten op basis van "time & material" wordt maandelijks geboekt als een op te stellen factuur waarbij de facturatie gebeurt volgens de contractuele overeenkomst. De afgrenzing van de omzet en de waardering van de hieraan gerelateerde contract activa is een kernpunt van onze controle omwille van de significantie van deze aangelegenheid in onze controleprocedures en eventuele fouten bovendien aanleiding kunnen geven tot belangrijke afwijkingen.

Samenvatting van de uitgevoerde procedures Onze controleprocedures omvatten onder andere het volgende:

  • Evaluatie van de interne controles geïmplementeerd door het management met betrekking tot projectopvolging en waardering van contract activa.
  • We hebben een statistische selectie gemaakt van projecten op basis van omzet en openstaande vorderingen m.b.t. werken in uitvoering. Voor deze selectie hebben we de omzet aangesloten met onderliggende facturen en met onderliggende betalingsbewijzen. Voor de nog te factureren bedragen per 31 december 2021, hebben we het bestaan gecontroleerd via een afloopcontrole waarbij de werkelijke facturatie o.b.v. goedkeuring door de klant geverifieerd werd met de voorziene bedragen per 31 december 2021.
  • Voor deze statistische selectie hebben we tevens de projectkosten aangesloten met een selectie van onderliggende facturen van onderaannemers en de kosten van gepresteerde uren met onderliggende tijdsregistratiegegevens.
  • We hebben geverifieerd of de kosten en opbrengsten aan de juiste boekhoudperiode werden toegerekend.
  • Beoordeling van de adequaatheid van de informatie opgenomen in Toelichting 2.9 van de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met IFRS en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten.

In het kader van de opstelling van de Geconsolideerde Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Geconsolideerde Jaarrekening

Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het

Verslag van de commissaris van 22 april 2022 over de Geconsolideerde Jaarrekening van ABO-Group Environment NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)

uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen.

Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.

Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap en van de Groep ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven.

Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit:

• het identificeren en inschatten van de risico's dat de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico's inspelen en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude

sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing;

  • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap en van de Groep;
  • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen;
  • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap en de Groep om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap of van de Groep niet langer gehandhaafd kan worden;

• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Geconsolideerde Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle.

Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van de controle van de dochterondernemingen van de Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang van de controleprocedures voor deze entiteiten van de Groep bepaald.

We verstrekken aan het auditcomité binnen het bestuursorgaan een verklaring dat we de relevante deontologische vereisten inzake onafhankelijkheid naleven en we melden hierin alle relaties en andere aangelegenheden die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van toepassing, de bijbehorende maatregelen die we getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te waarborgen.

Aan de hand van de aangelegenheden die met het auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken worden, bepalen we de aangelegenheden die het meest significant waren bij de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige periode en die daarom de kernpunten van onze controle uitmaken. We beschrijven deze aangelegenheden in ons verslag, tenzij het openbaar maken van deze aangelegenheden is verboden door wet- of regelgeving.

Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening.

Verantwoordelijkheden van de commissaris

In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen.

Aspecten betreffende het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening

Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde

Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel 3:32 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds.

In de context van onze controle van de Geconsolideerde Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid

Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap.

Er werden geen bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd zijn, verricht.

Europees uniform elektronisch formaat ("ESEF")

Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de controle van de overeenstemming van de financiële overzichten met het Europees uniform elektronisch formaat (hierna "ESEF"), de controle uitgevoerd van de overeenstemming van het ESEF-formaat met de technische reguleringsnormen vastgelegd door de Europese Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17 december 2018 (hierna: "Gedelegeerde Verordening").

Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen, in overeenstemming met de ESEFvereisten, van de geconsolideerde financiële overzichten in de vorm van een elektronisch bestand in ESEF-formaat (hierna "de digitale geconsolideerde financiële overzichten") opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal).

Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en geschikte onderbouwende informatie te verkrijgen om te concluderen dat het formaat en de markeertaal van de digitale geconsolideerde financiële overzichten in alle van materieel belang zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het formaat en de markering van informatie in de digitale geconsolideerde financiële overzichten van ABO-Group Environment NV per 31 december 2021 opgenomen in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op het portaal van de FSMA (https://www.fsma.be/nl/data-portal) in alle van materieel belang zijnde opzichten in overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten krachtens de Gedelegeerde Verordening.

Andere vermeldingen

• Huidig verslag is consistent met onze aanvullende verklaring aan het auditcomité bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU) nr. 537/2014.

Gent, 22 april 2022

EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door

Paul Eelen * Partner * Handelend in naam van een BV

22PE0119

Talk to a Data Expert

Have a question? We'll get back to you promptly.