Annual Report • Mar 24, 2017
Annual Report
Open in ViewerOpens in native device viewer
INHOUD
Ons jaarverslag 2016 bestaat uit de volgende documenten, alle beschikbaar als downloadbare pdf's:
Het verslag vertelt het verhaal van Umicore dit jaar. Het legt uit wie we zijn en wat we doen, schetst de context waarin we actief zijn, inclusief de risico's en opportuniteiten, en belicht onze strategie en de vooruitgang die we gemaakt hebben om onze doelen te bereiken.
Het verslag beschrijft de invulling die Umicore geeft aan deugdelijk bestuur. Het bevat ook onze financiële resultaten voor het voorbije jaar evenals gedetailleerde milieu- en sociale gegevens over de groep.
Om het volledige onlineverslag in te kijken, kunt u naar ons specifieke reporting centre gaan via onderstaande link.
Het jaarverslag werd extern nagekeken en is opgesteld in overeenstemming met de GRI-Standards richtlijnen: 'Core'.
Onze volledige GRI Index vindt u online.
KLIK HIER VOOR ONS ONLINEJAARVERSLAG
| Elementen voor succes | 1 |
|---|---|
| Overzicht van de Gedelegeerd Bestuurder | |
| en de Voorzitter | 6 |
| Umicore in een oogopslag | 10 |
| Wereldwijde trends | 12 |
| Bedrijfsmodel | 15 |
| Horizon 2020 | 19 |
| Prestaties | 20 |
| Risicobeheer en interne controle | 39 |
| Voornaamste risico's en opportuniteiten | 41 |
| Raad van Bestuur | 47 |
| Directiecomité | 51 |
| Kerncijfers | 53 |
Als materiaaltechnologie- en recyclagegroep bestaan wij om gedeelde waarde te creëren – voor onze aandeelhouders, voor het leefmilieu, voor u. De voorbije jaren hebben we onze activiteiten vormgegeven in antwoord op belangrijke wereldwijde trends en hebben we Umicore op een pad naar groei gezet. Ons unieke bedrijfsmodel met gesloten kringloop staat centraal in onze benadering. In combinatie met onze materiaalkennis geeft dit ons een duidelijk concurrentievoordeel. Vandaag hebben we alle juiste elementen op de juiste plaats. We zijn dus klaar om succes te boeken en blijven uitkijken naar nieuwe manieren om duurzame waarde te creëren.
1
ÉÉN VAN UMICORE'S HORIZON 2020-DOELEN IS OM EEN LEIDENDE POSITIE IN MATERIALEN VOOR SCHONE MOBILITEIT TE HEBBEN. DAT BETEKENT GELIJKE TRED HOUDEN MET DE SNELLE DOORBRAAK VAN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN. ER ZIJN MOMENTEEL 2 MILJOEN EV'S IN HET VERKEER. DIT AANTAL ZAL DE KOMENDE JAREN NAAR VERWACHTING EXPONENTIEEL TOENEMEN
OM ONLINE VERDER TE LEZEN, KLIK HIER
Umicore Jaarverslag 2016
ALS WERELDWIJD BEDRIJF WIL UMICORE DE INTERNATIONALE ERVARING VAN HAAR WERKNEMERS VERRUIMEN OM DE ORGANISATIE VERSCHILLENDE MANIEREN VAN DENKEN EN EEN FRISSE KIJK BIJ TE BRENGEN
OM ONLINE VERDER TE LEZEN, KLIK HIER
Umicore Jaarverslag 2016
UMICORE'S DUURZAME BEVOORRADINGS-NETWERK VOOR KOBALT GARANDEERT DE BEVOORRADING VAN EEN ESSENTIËLE GRONDSTOF OP BASIS VAN DE ETHISCHE EN DUURZAAMHEIDBEGINSELEN
OM ONLINE VERDER TE LEZEN, KLIK HIER
Umicore Jaarverslag 2016
4
OLEN IS AL MEER DAN EEN EEUW LANG EEN BELANGRIJK DEEL VAN UMICORE. NA EEN GROOTSCHALIG VERBETERINGSPROGRAMMA IS DE SITE NU OOK, NIET ZONDER TROTS, BEREID OM DE KOMENDE JAREN EEN CRUCIALE ROL TE GAAN SPELEN
OM ONLINE VERDER TE LEZEN, KLIK HIER
5
Umicore Jaarverslag 2016
We hebben ons eerste geïntegreerd jaarverslag gepubliceerd in 2006. Umicore was daarmee één van de allereerste bedrijven die over haar gedetailleerde economische, ecologische en sociale prestaties rapporteerde. In 2011 hebben we onze aanpak verder verfijnd en dit verslag van 2016 is een nieuwe stap in ons rapporteringsproces. We hebben ons gericht op de belangrijkste drijfveren van ons bedrijf en hebben getracht een breder overzicht te geven van Umicore's businessmodel, de manier waarop wij waarde scheppen en onze impact doorheen de waardeketen beheren. Ook hebben we het rapporteringskader afgestemd op de meest recente aanbevelingen van het Global Reporting Initiative. We hopen dat u het verslag duidelijk en leerzaam zult vinden.
In 2015 hebben we ons strategisch plan Horizon 2020 gelanceerd dat er op gericht is Umicore een onbetwiste leider in materialen voor schone mobiliteit en recyclage te maken, de winst van het bedrijf te verdubbelen, de bijdrage van de drie business groups meer in balans te brengen en ons leiderschap in duurzaamheid te vertalen in een groter concurrentievoordeel. Dit verslag beschrijft de duidelijke vooruitgang die wij in 2016 maakten ten opzichte van deze doelstellingen.
Ondanks de lagere metaalprijzen konden we de recurrente EBIT met 6% doen toenemen tot EUR 351 miljoen. Deze positieve economische prestatie weerspiegelde een goede volume- en margegroei in de meeste productactiviteiten en werd alleen getemperd door de aanhoudende impact van lage metaalprijzen op de recyclage- en raffinageactiviteiten. In 2016 bedroeg het rendement op het aangewend kapitaal voor Umicore 14,6%. Dit is een goede vooruitgang ten opzichte van het niveau van 2015 en ligt maar net onder ons streefdoel van 15% voor waardecreatie op lange termijn.
Wat betreft de bijdrage per business group leverde Catalysis een topprestatie, met een winst die met meer dan 20% gegroeid is. Automotive Catalysts groeide in de meeste regio's sneller dan de markt in termen van volume en waarde, en de combinatie van een sterke productmix en schaaleffecten leidde tot aanzienlijke margeverbeteringen. Energy & Surface Technologies presteerde ook sterk en we
INKOMSTEN
€ 2.667mio
RECURRENTE EBIT € 351mio
O&O UITGAVEN 5,8 van inkomsten %
INVESTERINGEN € 287mio
kenden een forse toename van de vraag naar onze NMC-kathodematerialen. De markt voor elektrische en hybride voertuigen (zowel voor personenwagens als voor het openbaar vervoer) groeide in een mate die weinigen zich nog niet zo lang geleden konden voorstellen. De opbrengsten en recurrente EBIT voor Recycling waren lager op jaarbasis, voornamelijk door de lagere metaalprijzen.
We hebben opnieuw aanzienlijk geïnvesteerd in de strategische groeigebieden met betrekking tot schone mobiliteit en recyclage. Dit werd weerspiegeld in de kapitaaluitgaven van 2016, die beduidend hoger waren dan in 2015. De sterkste stijging zagen we in de business unit Rechargeable Battery Materials, als gevolg van het project om de capaciteit tegen eind 2018 te verdrievoudigen en de verwerving van een belangrijke portfolio van intellectuele eigendommen die de groei van de business unit in de volgende jaren zal ondersteunen. In de business groups Catalysis en Recycling werd iets minder geïnvesteerd, na de voltooiing van een reeks investeringen zoals de capaciteitsverhoging in Hoboken en de nieuwe productie- en technologieinfrastructuren in de business unit Automotive Catalysts. Deze investeringen zullen Umicore de komende jaren positieve schaaleffecten opleveren.
De niet-recurrente kosten in 2016 lagen hoger dan de vorige jaren. Eén van de voornaamste redenen van deze stijging was de boete van EUR 69 miljoen die door de Franse Mededingingsautoriteit werd opgelegd wegens een vermeend misbruik van een dominante marktpositie in onze activiteiten Building Products in Frankrijk. We zijn uiteraard teleurgesteld en gefrustreerd dat onze argumenten het niet hebben gehaald in de eerste uitspraak en tekenen met kracht beroep aan tegen die uitspaak bij de Franse rechtbanken. In de octrooizaak in de Verenigde Staten over bepaalde kathodematerialen die aanhangig werd gemaakt door BASF en Argonne National Laboratory, was er eveneens een ongelukkige en teleurstellende uitspraak op het eind van het jaar, waartegen beroep kan aangetekend worden.
In 2016 brachten we meer focus in onze portfolio van activiteiten. De belangrijkste stap was de verkoop van de activiteiten van Zinc Chemicals aan OpenGate Capital in november. De afronding van de verkoop was op veel manieren een emotioneel moment, omdat dit het afscheid betekende van een activiteit die teruggaat tot het begin van ons bedrijf, meer dan 200 jaar geleden. Het was echter de juiste beslissing voor zowel de business unit als Umicore. Wij richten ons nu op het vinden van een nieuwe thuis voor de business unit Building Products en onderzoeken verschillende strategische opties voor de business units Technical Materials en Thin Film Products.
Onze kasstromen en kapitaalstructuur bleven sterk in 2016 en vormen een solide basis voor toekomstige groei-inspanningen. Met dit in gedachte heeft de Raad van Bestuur een stijging van 8% van het bruto dividend voorgesteld. Dit zal op de gewone algemene vergadering in april ter goedkeuring aan de aandeelhouders worden voorgelegd.
Toen we onze Horizon 2020-strategie in 2015 lanceerden, hebben we benadrukt dat wij bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen – waarover niet kan worden onderhandeld – zoals nul ongevallen op de werkplek, blijven nastreven. We hebben ook onze wens uitgedrukt om voort te bouwen op de verwezenlijkingen van de voorbije jaren en een groter
7 verbetering voor energieverbruik % vs 2015 referentie
59 ongevallen in 2016 tegenover 47 in 2015
4,1 vrijwillige vertrekkers in 2016 %
concurrentievoordeel te halen uit onze inspanningen op het vlak van maatschappij en milieu. In 2016 was de vooruitgang echter gemengd.
Ondanks de wijdverspreide veiligheidsinitiatieven en de opnieuw uitmuntende veiligheidsprestaties in het merendeel van onze operaties, hebben we voor de Group 59 ongevallen met werkverlet geregistreerd gedurende het jaar. Dit staat tegenover 47 ongevallen in 2015 en is het derde jaar op rij dat we een stijging kennen. Er is ook een dodelijk ongeval gebeurd in onze fabriek in Manaus, Brazilië. Hoewel het te wijten was aan een menselijke fout, werd opnieuw heel duidelijk dat onze veiligheidscultuur verder moet worden verbeterd. Deze trend omkeren zal in 2017 een topprioriteit zijn. Op het gebied van gezondheid op het werk (met de eerste toevoeging van de resultaten van de indiumbiomonitoring) is het totale aantal overschrijdingen enigszins gestegen in 2016. Eén van de voornaamste redenen was het toegenomen aantal overschrijdingen in de resultaten van de kobaltbiomonitoring in één van onze nieuwe fabrieken. Er zijn programma's ingevoerd om de blootstelling aan metalen te beperken in alle operaties met een gezondheidsrisico op het werk.
Op milieuvlak hebben we een goede vooruitgang geboekt wat betreft de verdere verbetering van de energie-efficiëntie van onze operaties met meer dan 35 initiatieven binnen Umicore en een verbetering van 7% in 2016. Wat betreft de uitstoot van metalen, willen wij in het kader van Horizon 2020 voortbouwen op de doorbraak die we tussen 2011 en 2015 hebben bereikt. In deze context was het bemoedigend dat de impact van de emissies naar lucht met meer dan één kwart werd verlaagd in de loop van het jaar, dankzij verdere investeringen in luchtfiltering en procesefficiëntie. Op de site van Hoboken zijn we met een aantal verbeteringsacties gestart na een tijdelijke piek in de loodstofemissies eind 2015. Er zullen verdere investeringen nodig zijn in 2017.
Onze inspanningen om als een aantrekkelijke werkplek te worden beschouwd, lagen aan de basis van enkele interessante initiatieven om voor meer diversiteit binnen Umicore te zorgen. Daarnaast hebben we een aantal initiatieven gelanceerd om opgewassen te zijn tegen de uitdagingen van een snel groeiend bedrijf, des te meer omdat veel van onze groei in Azië plaatsvindt, waar de arbeidsmarkt snel verandert en competitief is.
Wat betreft Umicore's impact doorheen de waardeketen hebben we onze aanpak van duurzame bevoorrading verder verbeterd. In 2016 kregen we de ratificatie door derden dat onze kobaltaankopen voldoen aan onze Sustainable Procurement Framework (programma voor duurzame aankopen) voor kobalt. Dit werd warm onthaald door onze klanten en ook door de klanten van onze klanten, waaronder belangrijke auto- en elektronicamerken. Het is een mooi voorbeeld van een aparte benadering van ethische en duurzame praktijken die Umicore een echt concurrentievoordeel kan opleveren.
Het afgelopen jaar werd duidelijk dat de drie megatrends die de groei van onze activiteiten ondersteunen, steeds sterker worden. De behoefte aan schonere lucht is nooit zo groot geweest, elektrisch aangedreven vervoer is in een stroomversnelling gekomen en de grondstoffenschaarste blijft zorgen baren, vooral wat betreft de metalen die essentieel zijn voor schonere mobiliteit en nieuwe
"Het afgelopen jaar werd duidelijk dat de drie megatrends die de groei van onze activiteiten ondersteunen, steeds sterker worden."
communicatietechnologieën. De evolutie van deze trends en de vraagpatronen die we bij onze klanten zien, doen ons erop vertrouwen dat onze belangrijkste groei-initiatieven in 2017 verder zullen versnellen. Toch blijft het wereldwijde geopolitieke klimaat onstabiel, vandaag nog meer dan toen we u een jaar geleden schreven. Deze onvoorspelbare context maakt het nog belangrijker om flexibel te blijven en nog meer te focussen op de manier waarop we onze strategische doelstellingen nastreven.
We maken van deze gelegenheid graag gebruik om onze dankbaarheid en waardering voor al onze belanghebbenden uit te drukken voor hun bijdrage aan ons succes in 2016. We kijken uit naar nog meer vooruitgang in 2017. We zijn er rotsvast van overtuigd dat alle elementen aanwezig zijn voor een gezamenlijk succes voor onze klanten, werknemers, aandeelhouders, leveranciers en andere zakenpartners.
MARC GRYNBERG, GEDELEGEERD BESTUURDER & THOMAS LEYSEN, VOORZITTER
WIJ ZIJN EEN WERELDWIJDE GROEP GESPECIALISEERD IN MATERIAALTECHNOLOGIE EN RECYCLAGE. ONZE ACTIVITEITEN HELPEN DE LUCHTKWALITEIT TE VERBETEREN, MAKEN ELEKTRISCH TRANSPORT MOGELIJK EN PAKKEN DE GRONDSTOFFENSCHAARSTE AAN
10
UMICORE IN EEN OOGOPSLAG
11
| BUSINESS GROUP |
VOORNAAMSTE AFZETMARKTEN |
VOORNAAMSTE EINDTOEPASSINGEN |
VOORNAAMSTE VERWEZENLIJKINGEN |
KERNCIJFERS |
|---|---|---|---|---|
| CATALYSIS Umicore ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. De business group produceert ook verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in respectievelijk de farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie. |
Automobielindustrie, chemie | Emissiecontrole voor personenwagens en zware voertuigen, katalysatoren voor life science en chemicaliën, farmaceutische ingrediënten voor kankerbestrijding |
– Winstgroei 23% – Productiefabriek van autokatalysatoren in Polen volledig geüpgraded voor de Europese markt – Opening van het uitgebreide testlaboratorium voor voertuigemissies in Auburn Hills, Michigan |
INKOMSTEN € 1.163mio RECURRENTE EBIT € 152mio MEDEWERKERS 2.464 |
| ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES De producten van Umicore zijn aanwezig in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden hun klanten een gesloten-kringloopservice. |
Elektronica, automobielindustrie, herlaadbare batterijen, ruimtevaart |
Draagbare elektronica, elektrische voertuigen, zonnepanelen, halfgeleiders, machinebouw- en boorwerktuigen, banden, vezeloptica, LED, flatscreens |
– Winstgroei van 16% – Expansieprogramma van EUR 160 miljoen aangekondigd voor NMC-kathodematerialen in China en Korea – Succesvolle lancering van het programma voor duurzame aankopen voor kobalt |
INKOMSTEN € 610mio RECURRENTE EBIT € 82mio MEDEWERKERS 2.357 |
| RECYCLING Umicore verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. We kunnen ongeveer 20 van deze metalen herwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica. |
Mijnbouw en raffinage van non-ferrometalen, automobielindustrie, elektronica, energie, chemie, optica en schermen, edele metalen |
Juweelindustrie, hoogkwaliteitsglas, beleggingsstaven, stroomverdeling, verwarmings-, verluchtings- en koelinstallaties, productie van salpeterzuur |
– ROCE van 26% – Voltooiing van de investering voor capaciteitsuitbreiding in Hoboken, België – Voortgezette certificering conflictvrije smelter voor – alle goudsmeltinstallaties van Umicore |
INKOMSTEN € 641mio RECURRENTE EBIT € 125mio MEDEWERKERS 3.170 |
De wetgeving heeft in vele landen en regio's geleidelijk aan voor een vermindering van de luchtvervuiling gezorgd de afgelopen 30 jaar. Er is echter nog veel te doen en er zijn nog grote uitdagingen op het vlak van volksgezondheid als gevolg van een slechte luchtkwaliteit.
Verbrandingsmotoren stoten giftige stoffen uit zoals stikstofoxiden, koolwaterstoffen en fijn stof. Vervoer over de weg is dus een aanzienlijke bron van luchtvervuiling. Uit een gegevensanalyse van de Wereldbank gepubliceerd in 2016 blijkt dat luchtvervuiling het vierde meest dodelijke gezondheidsrisico wereldwijd is. Het leidt tot één op 10 premature sterfgevallen. Een studie van Unicef uit 2016 toont aan dat ongeveer 300 miljoen kinderen momenteel in gebieden wonen waar de lucht giftig is – de internationale limieten worden er minstens zes keer overschreden.
We zijn één van de meest toonaangevende producenten ter wereld van katalysatoren en katalytische filters gebruikt in systemen voor de vermindering van emissies van personenwagens en zware voertuigen, alsook van offroadapparatuur. Katalysatoren en roetfilters zetten de verontreinigende stoffen die tijdens de verbranding van fossiele brandstof uitgestoten worden om in onschadelijke gassen en vangen het fijn stof waardoor onze klanten kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige milieunormen.
De wereldwijde wetgeving betreffende autoemissies wordt steeds verstrengd en elk land en elke regio heeft zijn eigen bijzondere regels. Zo ging in Europa de Euro 6 emissienorm van kracht op 1 september 2015, waarmee het toegestane gehalte aan NOx voor dieselwagens verder verlaagde. In China zal de National VI-emissienorm, oorspronkelijk gepland voor ca. 2020, in de grote steden gelden vanaf begin 2017. Deze norm is vergelijkbaar met de Euro 6 emissienorm.
2016 werd gemarkeerd door de aandacht voor dieselemissies naar aanleiding van het 'dieselgate' schandaal. In het middelpunt stonden de soms aanzienlijke verschillen tussen laboratoriumtests en de emissies in reële rijomstandigheden. In dit kader is een nieuwe wetgeving uitgevaardigd die zal leiden tot de verstrenging van nieuwe testprocedures voor het meten van echte emissies op de weg. Dit zal een impact hebben op het design van het algemene systeem voor emissiecontrole en striktere technische eisen voor katalysatoren en katalytische filters tot gevolg hebben.
De behoefte aan schone lucht wordt ook benadrukt in specifieke doelen in de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.
De transportsector ligt wereldwijd aan de basis van 14% van alle emissies van broeikasgassen door menselijke activiteiten en dit gaat in stijgende lijn. Geëlektrificeerde mobiliteit zal een belangrijke rol spelen bij de verlaging van de CO2-uitstoot, de verbetering van de luchtkwaliteit en een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
Voertuigemissies dragen bij tot een verhoogde concentratie van gassen die de klimaatverandering in de hand werken, voornamelijk via de uitstoot van CO2. Daarnaast is de transportsector de snelst groeiende bron van broeikasgassen en van alle transportmiddelen komt meer dan 85% van de CO2 uitstoot van wegvoertuigen.
Umicore is één van de meest toonaangevende producenten van kathodematerialen voor lithiumionbatterijen ter wereld. Kathodematerialen zijn cruciaal voor de bepaling van het vermogen en de energiedichtheid van herlaadbare batterijen en dus voor het rijbereik in het geval van elektrische voertuigen. Umicores NMC-kathodematerialen (nikkel-mangaan-kobalt) zijn een referentie in de industrie. In 2016 hebben we een omvangrijk investeringsprogramma aangekondigd om de productiecapaciteit van onze fabrieken in Korea en China te verhogen om gelijke tred te houden met de vraag van klanten.
In 2016 versnelde de trend in de richting van elektrische voertuigen. Er zijn momenteel twee miljoen elektrische voertuigen in het verkeer. Dit aantal zal de komende jaren naar verwachting exponentieel toenemen.
Verschillende landen en regio's hebben ambitieuze emissiereductiedoelstellingen voor voertuigen aangekondigd. In Europa vereist de EU-wetgeving dat alle nieuwe wagens een gemiddelde uitstoot halen van 95 gram CO2 per kilometer tegen 2021. De Europese Strategie voor Emissieluwe Mobiliteit die in juli 2016 werd aangenomen, heeft het ruimere gebruik van emissiearme alternatieve energie voor transport en een verschuiving naar nulemissievoertuigen (volledig elektrische wagens en brandstofcelauto's) tot doel. Verschillende landen hebben stimulansen ingevoerd voor elektrische voertuigen (bv. Duitsland, Nederland en Noorwegen). China's bloeiende verkoop van elektrische wagens en bussen werd voortgezet in 2016, waardoor het de grootste markt wereldwijd is geworden. De wereldfabrikanten van herlaadbare batterijen – waarvan de meeste in China, Korea en Japan zijn gevestigd – hebben hun capaciteit in de loop van 2016 uitgebreid.
De Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties houden doelstellingen in met betrekking tot de overgang naar een koolstofarmere mobiliteit, vooral in doelstellingen 11 en 13.
Trends zoals een voortdurende bevolkingsgroei, verstedelijking en een meer welvarende levensstijl vormen de motor achter de almaar stijgende vraag naar hulpbronnen. Dit doet ons nadenken over hoe we aan die vraag kunnen blijven voldoen in de toekomst.
Bevolkingsgroei, verstedelijking en een stijgende welvaart in ontwikkelende economieën zal leiden tot een grotere vraag naar de meeste metalen. De vraag naar speciale en edele metalen zal ook worden gevoed door de ontwikkeling van technologieën zoals herlaadbare batterijen gericht op de beperking van de impact op het milieu. De beschikbaarheid van deze metalen wordt steeds beperkter. Gemakkelijk te ontginnen grondstoffen worden almaar schaarser en ertsopslagplaatsen worden minder en minder rijk. Daarnaast worden vele speciale metalen vereist voor nieuwe, milieuvriendelijke technologieën, alleen geproduceerd als bijproduct van andere metalen. Metalen ontginnen uit primaire bronnen heeft ook gevolgen voor het milieu, waaronder een hoge CO2 voetafdruk per ton herwonnen metaal.
In Umicore's fabriek in Hoboken is 's werelds grootste en meest complexe recyclageactiviteit van edele metalen. Er worden meer dan 200 verschillende soorten grondstoffen verwerkt en meer dan 20 verschillende metalen herwonnen. Deze grondstoffen gaan van residuen uit mijnbouw en industriële residuen tot materialen aan het einde van hun levensduur, zoals elektronisch schroot en gebruikte herlaadbare batterijen. De behandeling van complexe materialen uit deze bovengrondse bronnen wordt steeds belangrijker en Umicore verhoogt haar verwerkingscapaciteit met 40% om de groeiende vraag op te vangen. De meeste andere business units van Umicore kunnen residuen van klanten recycleren als onderdeel van ons geslotenkringloopbedrijfsmodel.
De recyclagecapaciteiten van Umicore zorgen eveneens voor een beter verzekerde toegang tot hulpbronnen en bieden voordelen vanuit het standpunt van een ecologische en ethische bevoorrading.
De belangstelling voor het concept van een 'circulaire economie' is in 2016 verder gegroeid. De 'United Nations Sustainable Development Goals' (duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties) maakten hun opgang in 2016. De doelen verwijzen onder andere naar het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Tegelijkertijd stelde de Europese Commissie een nieuw 'circulaire economie'-pakket voor dat een aantal wetsvoorstellen over afval in kaart bracht, met doelstellingen voor storten, hergebruik en recyclage, die tegen 2030 bereikt moeten zijn.
Deze twee doelstellingen gaan meer specifiek over het onderwerp van duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
We produceren en recycleren metaalgerelateerde materialen. Ons gesloten-kringloopmodel betekent dat we de waardevolle metalen uit industriële residuen en materialen aan het einde van hun levensduur halen om ze opnieuw te gebruiken.
We combineren onze vaardigheden in metallurgie, scheikunde en materiaalkunde met een diepgaand begrip voor de behoeften van onze klanten. De Umicore Way beschrijft onze waarden, ons engagement voor de principes van duurzame ontwikkeling en de manier waarop we onze bedrijfsdoelen willen realiseren. We streven naar een sterke focus en vereenvoudiging van onze manier van werken. Dat helpt ons bij de realisatie van onze ambities.
LEES MEER OVER HULPMIDDELEN & RELATIES OP PAGINA 16
LEES MEER OVER ONZE PRODUCTEN & DIENSTEN OP PAGINA 17
LEES MEER OVER DE WAARDE DIE WE CREËREN OP PAGINA 18
DE BIJDRAGE DIE
De activiteiten van Umicore zijn gericht op producten en diensten die edele en speciale metalen bevatten. Ons bedrijfsmodel met een gesloten kringloop heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van onze gewonnen metalen afkomstig is van gerecycleerde bronnen– zowel van de productieresiduen van onze klanten, residuen uit andere bedrijfstakken als van materialen aan het einde van hun levensduur. Metalen hebben een uniek kenmerk: ze kunnen oneindig vaak gerecycleerd worden zonder iets van hun chemische of fysische eigenschappen te verliezen. Dit creëert een uitstekend ingrediënt voor duurzame materialen en is een van de fundamenten van ons business model. In het algemeen kunnen we ongeveer 28 metalen terugwinnen uit deze gesloten-kringloopactiviteiten waarvan 20 alleen al in de Recycling business group. De rest van onze metalen moeten we uit primaire bronnen halen. Umicore gaat een mix van lange termijn en kortere termijn aankoopovereenkomsten aan voor zulke kritische grondstoffen en we willen ervoor zorgen dat de materialen die we kopen van duurzame en ethische bronnen afkomstig zijn via de invoering van ons Charter voor duurzame aankopen en/of venster voor specifieke metalen waar nodig.
Om onze activiteiten te voeden, maken we ook gebruik van inputmateriaal zoals brandstoffen en chemicaliën. We kopen deze stoffen aan volgens ons Charter voor duurzame aankopen. In de meeste landen waar we actief zijn, en gezien de specifieke aard van veel van onze activiteiten, is er maar een beperkte keuze aan energiebronnen die we kunnen gebruiken. Daarom ligt Umicore's focus op het gebied van energie voornamelijk op de optimalisering van de energie-efficiëntie van onze eigen activiteiten.
Umicore is actief op zo'n 60 industriële sites en in verschillende kantoren onderzoekscentra in 25 landen. Om succesvol te zijn, moet Umicore getalenteerde mensen aantrekken in functies gaande van productieoperatoren en -ingenieurs tot onderzoekswetenschappers, commerciële en administratieve medewerkers. Onze collega's dragen via hun expertise en inzet immers bij aan het succes van het bedrijf. Metallurgie, chemie, techniek en materiaalkunde zijn van kritiek belang in onze voornaamste groeigebieden, namelijk recyclage en materialen voor een schone mobiliteit. We verwachten dat onze groei de komende jaren vooral in Azië zal plaatsvinden, wat zal leiden tot een grotere focus op het aantrekken van talent in deze regio.
Umicore heeft financiële middelen nodig om haar missie te kunnen volbrengen wat betreft de productie van materialen voor een beter leven en de uitvoering van haar strategie. Via een aantal economische cycli financiert Umicore strategische initiatieven voor de groei van de kasstroom die haar eigen activiteiten genereren. De schuldenlast wordt doorgaans laag gehouden, omdat het bedrijf het equivalent van een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheid wil behouden.
De activiteiten van Umicore worden uitgevoerd in ca. 60 industriële sites gaande van grootschalige recyclagefabrieken tot productiefaciliteiten die gespecialiseerde materialen en chemicaliën ontwikkelen.
Umicore's recyclageactiviteiten kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: de recyclage van edele metalen in Hoboken, België, die rond complexiteit draait. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een erg ingewikkeld proces om de meest complexe materialen te recycleren en te raffineren en een breed gamma aan metalen te herwinnen. Umicore's andere recyclageactiviteiten worden in nauwe samenwerking met klanten uitgevoerd en zijn bedoeld om één of twee metalen uit productieresiduen te halen.
De faciliteiten van Umicore die materialen en producten produceren, zijn vaak dicht bij onze klanten gelegen. We ontwikkelen gespecialiseerde materialen in nauwe samenwerking met de klant en volgens zeer specifieke eisen.
Umicore streeft naar uitmuntende ecologische en maatschappelijke prestaties in al haar activiteiten. Zo willen we bijvoorbeeld de impact van metaalemissies tot een minimum beperken en een betere materiaal- en energie-efficiëntie tot stand brengen. We streven er ook naar om een veilige en gezonde werkomgeving te creëren. Operationele uitmuntendheid is niet alleen belangrijk voor onze bedrijfscontinuïteit, het helpt ook om Umicore competitiever te maken.
Technologie is essentieel voor het welslagen van Umicore. Dit kan talrijke vormen aannemen – van productie- en procestechnologie tot een grondige kennis van metallurgie en materiaalkunde. Umicore ontwikkelt een aanzienlijk deel van haar technologie via haar eigen onderzoek & ontwikkelingsinspanningen (O&O) en investeert elk jaar het equivalent van 6% van haar omzet in O&O. We ontwikkelen ook technologie in samenwerking met industriële of academische partners en, waar van toepassing, beschermen we onze intellectuele eigendom met patenten.
Umicore's materialen worden door onze klanten in producten geïntegreerd. Deze klanten zijn eerder industriële bedrijven die producten maken die worden gebruikt door andere bedrijfstakken of eindconsumenten. Door nauw samen te werken met deze klanten kunnen we op maat gemaakte materialen of processen ontwikkelen die de duurzaamheid van het product of proces verhogen door gezondheid en veiligheid, recycleerbaarheid, kostenefficiëntie, afvalbeperking en energieefficiëntie in acht te nemen, in onze eigen faciliteiten, maar ook in de waardeketen. We willen anticiperen op groeiende trends – bijvoorbeeld de vervanging van potentieel gevaarlijke materialen in producten – om onze klanten meerwaarde te bieden.
17
De ambitie van Umicore bestaat erin materialen voor een beter leven ("materials for a better life") te vervaardigen. Onze voornaamste bijdragen liggen op het gebied van recyclage en materialen voor een schone mobiliteit. Onze recyclagediensten helpen het probleem van grondstoffenschaarste op te lossen en reduceren ook afval en de uitstoot van CO2. Onze autokatalysatoren helpen luchtverontreiniging van interne verbrandingsmotoren te beperken, terwijl onze herlaadbare-batterijmaterialen elektrisch vervoer mogelijk maken. We treffen producten van Umicore aan in een reeks andere toepassingen die het dagelijkse leven comfortabeler maken en die vaak een bijdrage leveren aan een schoner milieu. Zo vindt u materialen van Umicore in uw televisiescherm, in het moederbord van uw computer, in de lichtschakelaars van uw huis, in glasvezeloptica en satellieten die voor uw verbinding zorgen ... de lijst is bijna eindeloos!
Umicore biedt kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid aan een 10.000-tal collega's in 25 landen - functies gaande van wetenschappelijke onderzoekers tot productie-ingenieurs en van waardeketenexperts tot administratieve medewerkers. We bieden onze werknemers competitieve lonen, opleidingen, groeimogelijkheden en een langdurig vooruitzicht op werk. Elk van onze sites wil als een aantrekkelijke werkgever worden beschouwd in zijn eigen specifieke context. Umicore ondersteunt het principe van collectieve onderhandelingen en heeft een wereldwijde kaderovereenkomst over duurzame ontwikkeling ondertekend met de IndustriALL Global Union.
Umicore streeft naar een superieure groei en rendement voor haar aandeelhouders. Ons doel – over de economische cyclus heen – is een rendement op geïnvesteerd kapitaal te genereren van meer dan 15%. Eén van onze Horizon 2020-ambities is de verdubbeling van de operationele winst van het bedrijf, voornamelijk door groei in recyclage en materialen voor een schone mobiliteit. Terwijl de voornaamste focus van Umicore op organische groei ligt, worden overnames ook overwogen voorzover ze in onze strategie passen en een meerwaarde kunnen betekenen voor aandeelhouders. Ons dividendbeleid bestaat erin een stabiel of geleidelijk stijgend dividend uit te keren. We staan erom bekend om overtollig kasgeld terug te betalen aan aandeelhouders in de vorm van de inkoop van eigen aandelen.
Umicore's activiteiten, producten en diensten helpen tal van maatschappelijke en ecologische uitdagingen aan te gaan, zoals gedefinieerd door de Sustainable Development Goals (duurzame ontwikkelingsdoelstellingen) van de Verenigde Naties. Ook al dragen we een steentje bij aan veel van de doelstellingen, zijn dit toch de belangrijkste: Duurzame steden en gemeenschappen, Verantwoorde consumptie en productie, Betaalbare en duurzame energie, Eerlijk werk en economische groei, Goede gezondheid en welzijn, Gendergelijkheid. Meer informatie over deze overkoepelende bijdrage vindt u op de pagina's 20 tot en met 38. Onze aanpak wat betreft de betrokkenheid van onze belanghebbenden komt dan weer gedetailleerd aan bod op de pagina's 55 tot en met 59.
HORIZON 2020 Een strategie implementeren die ertoe doet
| ECONOMISCHE PRESTATIES |
WAARDEKETEN EN MAATSCHAPPIJ |
ECO-EFFICIËNTIE | AANTREKKELIJKE WERKPLEK |
|
|---|---|---|---|---|
| HORIZON 2020-DOELSTELLINGEN |
||||
| Onze Horizon 2020-strategie behandelt vier belangrijke gebieden met doelstellingen gericht op specifieke aspecten van elk gebied. |
x2 LEIDERSCHAP DE WINST HET PORTFOLIO VERSTERKEN VERDUBBELEN WEER IN EVENWICHT BRENGEN |
DUURZAME DUURZAME BEVOORRADING PRODUCTEN EN DIENSTEN |
EFFICIËNTE OPERATIES |
GEZONDHEID VEILIGHEID BETROKKENHEID VAN DE MEDEWERKERS |
| VOORNAAMSTE RISICO'S & OPPORTUNITEITEN We hebben zes belangrijke risico's en opportuniteiten geïdentificeerd die het meest relevant zijn voor onze activiteiten (zie pagina's 41- 46). Hier tonen we hoe ze aansluiten bij onze strategische focusgebieden. |
1 Wet- en regelgeving Bevoorrading 2 Technologie 3 en substitutie Markt 4 Metaalprijs 5 |
1 Wet- en regelgeving Bevoorrading 2 Technologie 3 en substitutie Markt 4 |
1 Wet- en regelgeving Technologie 3 en substitutie |
Talenten aantrekken 6 en behouden |
| AFSTEMMING OP DE MAATSCHAPPIJ Onze strategie draagt bij aan de verwezenlijking van de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen) van de VN. |
19
Umicore Jaarverslag 2016
WIJ HEBBEN ONSZELF UITDAGENDE STRATEGISCHE DOELEN GESTELD EN WE BOEKEN DUIDELIJK VOORUITGANG
| 2020-DOELSTELLING | RESULTATEN 2016 | MEER INFO | VOORTGANGSTRACKER | |
|---|---|---|---|---|
| ECONOMISCHE PRESTATIES BEVORDEREN | ||||
| LEIDERSCHAP VERSTERKEN |
Onze sterke positie en uniek aanbod in schone mobiliteitsmaterialen en recyclageprocessen bevestigen |
– Capaciteitsuitbreiding in kathodematerialen maakt Umicore een onbetwiste leider in dit domein – Voltooiing van capaciteitsuitbreiding in de fabriek in Hoboken – Eén van de drie wereldleiders in emissiecontrolesystemen voor auto's |
Economisch overzicht (p. 22-28) |
JAARLIJKSE GROEI VAN DE INKOMSTEN VAN DE GROEP +3% |
| WINST VERDUBBELEN |
Minstens verdubbeling van de recurrente EBIT vergeleken met 2014 en exclusief de stopgezette activiteiten |
– Sterke winstgroei door de gro-tere bijdrage van Catalysis en Energy & Surface Technologies – Toename van onlangs afgeronde investeringen droeg bij tot het schaaleffect |
Financiële verklaringen (p. 94-174) |
REBIT-STIJGING +7% T.O.V. 2015 +26% T.O.V. 2014 (exclusief stopgezette activiteiten) |
| EVENWICHT IN ONZE PORTFOLIO |
Zorgen voor een meer evenwichtige verdeling van de inkomsten tussen de drie businesssegmenten |
– De bijdrage aan de winst van Catalysis en Energy & Surface Technologies is in absolute en relatieve zin gegroeid in 2016 door een sterk toegenomen verkoop van autokatalysatoren en kathodematerialen |
Nieuwe fabriek voor katalysatoren in Nowa Ruda (online casestudie) Umicore breidt uit om de uitdagingen inzake schone mobiliteit te beantwoorden (online casestudie) |
RE CA 35% 42% EST 23% |
| WAARDEKETEN EN MAATSCHAPPIJ | ||||
| DUURZAME BEVOORRADING |
Onze bevoorrading veiligstellen en ons gesloten-kringloopaanbod promoten |
– Risico's in kaart gebracht om de kritieke grondstoffen op business unit-niveau te definiëren, evenals risicobeperkende acties te identificeren om de bevoorrading veilig te stellen – Bevestiging gekregen van onafhankelijke derde dat onze kobaltvoorraden voldoen aan ons duurzaam inkoopkader |
Zorgen voor een duurzame bevoorrading van kobalt (online casestudie) |
KRITICITEIT IN KAART GEBRACHT VOOR 9 VAN DE 11 BUSINESS UNITS |
20
| 2020-DOELSTELLING | RESULTATEN 2016 | MEER INFO | VOORTGANGSTRACKER | |
|---|---|---|---|---|
| DUURZAME PRODUCTEN EN DIENSTEN |
Producten ontwikkelen die duurzame waarde creëren voor onze klanten of de maatschappij |
– Sterke portfolio van producten en diensten die bijdragen aan schone mobiliteit en recyclage – Economische voordelen en algemene besparing van grondstoffen via gesloten kringloop voor germanium |
Umicore en Prysmian Group ontwikkelen nieuwe metaalte rugwinningsprocessen (online casestudie) |
62,0% VAN DE TOTALE INKOMSTEN UIT SCHONE MOBILITEIT EN RECYCLAGE |
| ECO-EFFICIËNTIE | ||||
| EFFICIËNTE OPERATIES |
Een hogere energie-efficiëntie bereiken |
– Energieverbruik werd met 7% verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2015 – In 2016 werden 36 projecten met betrekking tot energie efficiëntie geïmplementeerd |
Olen: Opladen voor de toekomst (online casestudie) |
ENERGIEVERBRUIK - 7% VS 2015 REFERENTIE |
| AANTREKKELIJKE WERKPLEK | ||||
| VEILIGHEID | Nul ongevallen | – Veiligheidsprestaties verslechterd voor het derde jaar op rij. Eén dodelijk ongeval in Brazilië – Lancering van een proefproject over risicocompetentie om het bewustzijn van veiligheidsrisico's te vergroten en een veiligheidscultuur te ontwikkelen |
Inzetten op vooruitgang inzake veiligheid (online casestudie) |
AANTAL ONGEVALLEN 59 |
| GEZONDHEID | Geen overschrijding van de drempelwaarden |
– Toename van te hoge waarden gemeten via bio-monitoring – Indium toegevoegd aan de lijst met opgevolgde biomarkers |
Sociale verklaringen (p. 187-199) |
OVERSCHRIJDING 3,2% |
| BETROKKENHEID VAN DE MEDEWERKERS |
De betrokkenheid van de medewerkers nog verbeteren met specifieke focus op het aantrekken en behou-den van talentbeheer, di versiteit en inzetbaarheid |
– Introductie van een vrijwillig streefdoel van 15% vrouwen in topmanagementfuncties – Junior management-programma om internationale ervaring en diversiteitsmentaliteit te bevorderen – Toegang tot digitaal leerplatform uitgebreid |
Over de grenzen heen JUMPen (online casestudie) |
VRIJWILLIG VERTREK 4,1% |
De inkomsten en recurrente EBIT voor voortgezette activiteiten namen toe met respectievelijk 3% en 7%. Voor de Groep, inclusief stopgezette activiteiten, stegen de inkomsten met 1% en de recurrente EBIT met 6%. De sterke groei in Automotive Catalysts en Rechargeable Battery Materials heeft de impact van de lagere metaalprijzen op de diverse recyclageactiviteiten ruimschoots gecompenseerd.
De resultaten voor 2016 weerspiegelden opnieuw een jaar van vooruitgang in het verwezenlijken van onze Horizon 2020 economische doelstellingen. De algemene evolutie in de drie segmenten toont aan dat we ons leiderschap op het vlak van schone mobiliteit en recyclage versterken. De winstgroei in de Catalysis en Energy & Surface Technologies segmenten betekent ook een grote stap voorwaarts in het bereiken van de doelstelling om de winst te verdubbelen tussen 2014 en 2020 (exclusief stopgezette activiteiten) en meer evenwicht in de portefeuille te creëren.
De inkomsten in Catalysis stegen met 6% door de sterke groei in Automotive Catalysts. De winst nam met 23% toe dankzij een volumestijging en positieve mix in Automotive Catalysts evenals schaaleffecten na het opdrijven van de productie in de onlangs in gebruik genomen investeringen.
De inkomsten voor Automotive Catalysts waren beduidend hoger op jaarbasis, zowel voor personenwagens als voor zware dieselvoertuigen. In het segment van personenwagens was in het bijzonder de vraag naar Umicore's katalysatoren voor benzinemotoren sterk. De vraag naar katalysatoren voor zware dieselvoertuigen steeg aanzienlijk in Europa en Azië.
De wereldwijde markt van personenwagens is met 4,3% toegenomen, bijna volledig dankzij de Chinese automarkt en in mindere mate Europa en Noord-Amerika. Umicore's volumes en inkomsten groeiden sneller dan de wereldwijde markt.
In Europa overtroffen Umicore's volumes en inkomsten de groei van de markt, die een toename van 2,6% liet optekenen. De vraag naar Umicore's katalysatoren voor benzinemotoren was sterk dankzij het succes van de onlangs gelanceerde benzineplatforms met Umicore katalysatoren. Dit was vooral het geval voor benzinemotoren met directe injectie. Umicore kondigde tijdens het jaar aan dat ze de productie van autokatalysatoren in Duitsland zal consolideren in één gespecialiseerde fabriek in Bad Säckingen, en dat zij van plan is de capaciteit van de pas in gebruik genomen fabriek in Nowa Ruda in Polen uit te breiden om de toekomstige groei tegemoet te komen.
In Noord-Amerika lagen Umicore's volumes en inkomsten onder de marktgroei van 2%, die voornamelijk werd gedreven door Aziatische autofabrikanten waaraan Umicore relatief minder is blootgesteld. Umicore rondde de uitbreiding af van het testlabo in het Technology Center in Auburn Hills, Michigan. Umicore's volumes en inkomsten in Zuid-Amerika daalden, in lijn met een verzwakkende markt die pas tegen het einde van het jaar de eerste tekenen van stabilisatie vertoonde.
De Chinese autoproductie steeg met 12,8%. De beslissing van de Chinese overheid eind 2015 om de verkoopbelasting voor voertuigen met kleine motoren van 10% naar 5% terug te brengen, speelde hierin een belangrijke rol. Die beslissing heeft de verkoop in 2016 een fikse duw in de rug gegeven. Umicore's verkopen overtroffen de Chinese markt zowel qua volumes als inkomsten dankzij haar sterke blootstelling aan internationale autofabrikanten die sneller groeiden dan de lokale fabrikanten.
In Zuid-Korea daalden Umicore's volumes en inkomsten in lijn met de markt. Umicore's marktaandeel bij Japanse autofabrikanten wereldwijd nam verder toe en de verkoopvolumes en inkomsten kenden een sterke stijging. Umicore's volumes en inkomsten in India stegen sneller dan de groeiende automarkt. Umicore nam op het einde van het jaar haar nieuwe katalysatorenfabriek in Hemaraj, Thailand in gebruik.
In 2016 sloot Umicore belangrijke contracten af voor benzineroetfilters in Europa en China in het kader van de Euro 6c en China 6 emissiewetten die in voege zullen treden vanaf september 2017.
De inkomsten voor Precious Metals Chemistry waren iets lager op jaarbasis. De hogere inkomsten voor homogene katalysatoren gebruikt in life science-toepassingen en in bulkchemicaliën werden meer dan tenietgedaan door de lagere vraag naar API's (Active Pharmaceutical Ingredients) en een zwakkere vraag in Zuid-Amerika naar anorganische chemicaliën in katalytische toepassingen.
De inkomsten in Energy & Surface Technologies stegen met 4% dankzij een sterke volumegroei in kathodematerialen voor automobieltoepassingen die de afgenomen vraag in een aantal andere eindmarkten van de business group meer dan compenseerde. De winst steeg met 16% als gevolg van hogere inkomsten evenals een verbetering van de marges in Cobalt & Specialty Materials en Electro-Optic Materials.
De inkomsten en volumes voor Rechargeable Battery Materials waren aanzienlijk hoger op jaarbasis dankzij de sterk groeiende vraag naar NMCkathodematerialen (nikkel-mangaan-kobalt) gebruikt in het transportsegment. In dit marktsegment vormen de toenemende marktpenetratie van elektrische en hybride wagens en het gebruik van grotere batterijen voor een langere rijafstand een sterke basis voor groei.
In april 2016 kondigde Umicore een investeringsprogramma aan om de capaciteit voor kathodematerialen te verdrievoudigen in China en Korea tegen eind 2018. Deze investering is gebaseerd op de sterke toename van de vraag naar NMC kathodematerialen gebruikt voor de elektrificatie van voertuigen. De nieuwe capaciteit zal geleidelijk aan in gebruik genomen worden vanaf de tweede helft van 2017.
Als onderdeel van haar groeistrategie voor batterijmaterialen verwierf Umicore ook de volledige eigendom van drie NMC-patentfamilies voor kathodematerialen van 3M Corporation. Umicore exploiteerde deze octrooien voordien onder licentie van 3M. De octrooien hebben betrekking op materialen die de referentie zijn voor grote lithiumionbatterijen die doorgaans gebruikt worden in automobiel- en energieopslagtoepassingen.
De leveringen van Umicore's gepatenteerde High Energy LCO (lithium-kobaltiet) kathodematerialen voor hoogstaande draagbare apparaten bleven het goed doen. Deze materialen bieden een uitstekende combinatie van de hoogste energiedensiteit en de beste veiligheidsprestaties voor hoge-energiepolymeerbatterijen gebruikt in elektronicatoestellen. De vraag naar Umicore's NMC-kathodematerialen voor energieopslagtoepassingen steeg op jaarbasis.
De inkomsten voor Cobalt & Specialty Materials bleven nagenoeg stabiel op jaarbasis, ondanks de impact van lagere kobalt- en nikkelprijzen op de bijdrage van de raffinageactiviteiten. Hoewel de prijzen voor kobalt en nikkel enigszins stegen tegen het einde van het jaar, bleven ze onder het gemiddelde van 2015.
De distributieactiviteiten behaalden stabiele inkomsten waarbij volumegroei de impact van lagere metaalprijzen op de distributiemarges compenseerde. De inkomsten uit nikkelchemicaliën stegen dankzij de grotere vraag voor batterij- en katalytische toepassingen. Het aantal bestellingen van metaalcarboxylaten lag enigszins onder het sterke niveau van 2015, terwijl de inkomsten voor werktuigmaterialen stabiel bleven.
De werken voor de renovatie en modernisering van de raffinagefaciliteit in Olen, België, werden aangevat in 2016 en zullen naar verwachting tegen eind 2018 zijn afgerond.
De inkomsten voor Electroplating waren aanzienlijk hoger op jaarbasis, voornamelijk door de sterk gestegen vraag naar edelmetaalhoudende elektrolyten gebruikt in draagbare elektronica. De vraag naar coatingproducten voor printplaten steeg dankzij een toename van het marktaandeel. De inkomsten voor decoratieve toepassingen daalden enigszins.
De inkomsten voor Electro-Optic Materials daalden door een lagere bijdrage van recyclage en raffinage en lagere inkomsten van de substratenactiviteit. De recyclage- en raffinageactiviteiten ondervonden de gevolgen van de lagere metaalprijzen, terwijl het aantal bestellingen voor substraten onder de sterke niveaus van 2015 bleef. De inkomsten van germaniumtetrachloride stegen aanzienlijk dankzij een groeiende vraag en een toename van het marktaandeel. Ook de vraag naar afgewerkte infraroodoptiek kende een stijging. De impact van lagere inkomsten op de winst werd ruimschoots gecompenseerd door kostenbeperkende maatregelen en productiviteitverbeteringsprogramma's.
Thin Film Products tekende lagere inkomsten en winst op in vergelijking met het voorgaande jaar omwille van een lagere bijdrage van de activiteit voor grote oppervlaktebehandeling waar de concurrentiedruk bleef wegen op de volumes en premies. De inkomsten van producten verkocht aan de micro-elektronica-industrie namen toe dankzij de toegenomen vraag in Europa en Azië. De bouw van een nieuwe fabriek in China voor de productie en recyclage van ITO-targets (indium tin oxide) werd afgerond in 2016 en de productie wordt opgevoerd.
De inkomsten en de winst van Recycling daalden respectievelijk met 3% en 12% en weerspiegelden de impact van lagere metaalprijzen.
De inkomsten voor Precious Metals Refining daalden lichtjes op jaarbasis door de lagere vraag naar speciale metalen, in het bijzonder selenium, tellurium en indium, evenals lagere ontvangen prijzen voor de platinagroep-metalen (PGM's). Hoewel de vraag naar bepaalde speciale metalen licht steeg naar het einde van het jaar toe, bleven de prijzen een stuk onder het niveau van de laatste jaren; dit was ook het geval voor de PGM-prijzen.
De bevoorrading weerspiegelde tijdens het jaar een goede beschikbaarheid van complexe residuen van de non-ferro raffinage- en mijnindustrie.
In 2016 voerde Umicore twee onderhoudsstilstanden uit in de smeltinstallatie in Hoboken. Naast het gebruikelijke onderhoudswerk werden tijdens het jaar ook een aantal procesverbeteringen doorgevoerd en een reeks randinvesteringen werd afgewerkt. De jaarlijkse verwerkte volumes in de fabriek lagen in lijn met de volumes in het voorgaande jaar.
Umicore startte in 2016 een aantal investeringen op in de fabriek in Hoboken om metaalemissies te verminderen. Hierbij ligt de focus in de eerste plaats op de renovatie van de loodraffinaderij om zowel het risico op loodemissies te beperken als de gezondheid in de werkomgeving te verbeteren. Hoewel de totale emissies de afgelopen twintig jaar aanzienlijk en consistent werden teruggedrongen, vond er tijdens reparatiewerkzaamheden in de loodraffinaderij een piek aan stofemissies plaats. De investering moet bijdragen tot het bereiken van de volgende stap in de drastische beperking van het risico op blootstelling aan stof.
De inkomsten voor Jewellery & Industrial Metals bleven stabiel op jaarbasis. De raffinageactiviteit genoot van hogere volumes, voornamelijk voor residuen op basis van goud. De inkomsten uit de productactiviteiten werden echter beïnvloed door een lagere vraag naar zilveren muntstukken voor de Europese en Noord-Amerikaanse muntproducenten. De vraag naar industriële toepassingen en sieraden was stabiel.
De inkomsten voor Platinum Engineered Materials stegen lichtjes op jaarbasis als gevolg van een hogere vraag naar zowel toepassingen voor glas als platinagaaskatalysatoren. De eerder ingevoerde kostenbeperkende maatregelen hadden ook een positieve invloed op de winst.
In Precious Metals Management lag de bijdrage van de tradingactiviteit lager door de ongunstige metaalprijsomgeving, vooral in de eerste helft van het jaar. De vraag naar de fysieke levering van metalen was gemengd: de vraag van investeerders naar goudstaven nam toe in vergelijking met het voorgaande jaar, terwijl het aantal bestellingen van industriële metalen iets lager lag.
De inkomsten voor Technical Materials daalden licht aangezien de marktomstandigheden moeilijk bleven, in het bijzonder in Europa. De winst lag echter hoger, dankzij de kostenbesparende en productiviteitsmaatregelen. Extra stappen worden overwogen om de concurrentiekracht van de business unit te versterken, evenals een mogelijke verkoop van de hele business unit of onderdelen ervan. In dit kader heeft de business unit haar productiefaciliteit in China gesloten, waar de structurele overcapaciteit in de contact- en soldeermateriaalmarkt een lokale productieaanwezigheid onhoudbaar maakte.
De corporate kosten bleven vrijwel op hetzelfde niveau als in 2015.
Element Six Abrasives noteerde lagere inkomsten op jaarbasis als gevolg van een afgenomen vraag in verschillende van haar eindmarkten. Hoewel de marktsituatie enigszins verbeterde naar het einde van het jaar toe, vooral voor olie- en gasboorproducten, bleef de algemene vraag beduidend onder het niveau van het voorgaande jaar. De impact van lagere inkomsten op de winstbijdrage van Element Six Abrasives werd in zekere mate gecompenseerd
door de impact van kostenbesparende maatregelen en efficiëntieverbeteringen.
De inkomsten voor Building Products daalden op jaarbasis, door de blijvend zwakke vraag in Frankrijk, de grootste markt voor de business unit. Eerste tekenen van herstel van de Franse bouwsector werden echter onlangs waargenomen, wat de toekomstige vraag zou kunnen ondersteunen. De inkomsten voor bouwmaterialen verkocht op de markten buiten Europa waren eveneens lager door vertragingen van enkele grotere bouwprojecten. Premies voor de meer gestandaardiseerde marktsegmenten werden getroffen door concurrentiedruk, terwijl hogere verkopen van oppervlaktebehandelde producten bijdroegen tot een verbetering van de productmix.
Umicore rondde de verkoop van Zinc Chemicals aan OpenGate Capital af met uitwerking op 1 november 2016. De activiteiten hebben gedurende 10 maanden in 2016 bijgedragen.
De niet-recurrente elementen hadden een negatieve impact van EUR 110 miljoen op de EBIT. De belangrijkste niet-recurrente uitgave betrof een boete van EUR 69 miljoen, die de Franse Mededingingsautoriteit had opgelegd in verband met Umicore's Building Products activiteiten in Frankrijk. De autoriteit beschuldigde Umicore Building Products France ervan misbruik gemaakt te hebben van een vermeende dominante marktpositie. Umicore tekende beroep aan tegen de beslissing.
Herstructureringskosten bedroegen EUR 43 miljoen en hadden voornamelijk betrekking op de aangekondigde sluiting van een fabriek van Automotive Catalysts in Duitsland en de sluiting van de site van Technical Materials in China. Een herstel van bepaalde metaalprijzen aan het einde van het jaar liet toe om waardeverminderingen op permanent vaste metaalvoorraden te hernemen voor een bedrag van EUR 16 miljoen. De impact van de niet-recurrente kosten op het nettoresultaat (aandeel van de Groep) bedroeg EUR 104 miljoen.
Netto recurrente financiële kosten bedroegen EUR 32 miljoen, een stijging in vergelijking met het voorgaande jaar, voornamelijk te wijten aan negatieve wisselkoersresultaten. De gemiddelde gewogen nettorente steeg licht naar 1,76%.
De recurrente belastingen voor de periode bedroegen EUR 75 miljoen wat overeenkomt met een recurrente effectieve belastingsvoet van 25,0% (in vergelijking met 21,4% in 2015).
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten bedroeg EUR 385 miljoen. Het werkkapitaal bleef stabiel tijdens het jaar.
De investeringen bedroegen EUR 287 miljoen, waarvan het overgrote deel betrekking heeft op Umicore's groeiprojecten in schone mobiliteit en recyclage. De Energy & Surface Technologies business group nam het grootste deel van de groeiuitgaven voor haar rekening, onder andere voor de start van de investeringswerken voor het verdrievoudigen van de capaciteit in kathodematerialen tegen eind 2018 en voor het verwerven van de octrooifamilies voor NMCbatterijmaterialen van 3M. In Recycling omvatten de investeringen onder andere de randinvesteringen met betrekking tot de capaciteitsuitbreiding in Hoboken. In Catalysis omvatten de investeringen de bouw en in gebruikname van de nieuwe fabriek voor de productie van katalysatoren in Thailand.
Op 31 december 2016 bedroeg de netto financiële schuld EUR 296 miljoen, een lichte daling ten opzichte van EUR 321 miljoen aan het begin van het jaar. De schuld daalde door de kasinkomsten van de verkoop van Zinc Chemicals. Het vermogen van de Groep bedroeg EUR 1.848 miljoen, resulterend in een netto schuldgraad (nettoschuld/nettoschuld + eigen vermogen) van 13,8%. De ratio nettoschuld tot recurrente EBITDA bedroeg 0,6, wat in lijn was met de ratio voor 2015.
In de loop van 2016 sloot Umicore termijncontracten af ter indekking van een deel van haar structurele blootstelling aan de prijzen van bepaalde edel- en basismetalen in 2017 en 2018. Dit verhoogt de visibiliteit op de winst.
De uitgaven voor O&O in de volledig geconsolideerde ondernemingen, inclusief stopgezette activiteiten, bedroegen EUR 156 miljoen, wat neerkomt op een stijging ten opzichte van EUR 145 miljoen in 2015. De stijging op jaarbasis weerspiegelt hogere O&O uitgaven in Catalysis. De uitgaven voor O&O bedroegen 5,8% van de inkomsten.
De belangrijkste domeinen van productgerelateerde O&O-uitgaven bevonden zich in autokatalysatoren, herlaadbare-batterijmaterialen en brandstofcelkatalysatoren. De meeste procesgerelateerde O&Ouitgaven zijn gewijd aan recyclagetechnologieën en processen voor de productie van katalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen. Umicore trekt ontvangen onderzoeksubsidies van derden af van de gerapporteerde O&O-cijfers. We passen ook de internationaal erkende definities voor O&O-uitgaven van het Frascati-handboek toe. De O&O-uitgaven van de verbonden bedrijven zijn niet in de gerapporteerde O&O-uitgaven van dit verslag opgenomen.
In totaal werden 50 nieuwe patentfamilies geregistreerd in de loop van 2016, tegenover 46 in 2015. De meeste ervan hebben betrekking op autokatalysatoren en herlaadbare-batterijmaterialen.
Umicore heeft voorrang gegeven aan O&Oprogramma's die de ambities van Horizon 2020 maximaal ondersteunen, met focus op de ontwikkeling van innovatieve materialen en processen op het gebied van schone mobiliteit en recyclage.
Umicore steunt open innovatie en in 2016 hebben we ons samenwerkingsnetwerk met universiteiten en onderzoeksinstituten over de hele wereld verder ontwikkeld. We boden bijna 72 stageplaatsen aan voor studenten in het kader van hun master- en bacheloropleiding en sponsorden 15 doctoraatsen post-doctoraatsstudenten rechtstreeks tijdens hun studie. Umicore heeft 5 gastprofessoraten aan universiteiten lopen en de onderzoeks- en technische medewerkers van Umicore gaven vele lezingen aan universiteiten over de hele wereld. We hebben ook talrijke samenwerkingen met universiteiten voor onderzoek en het delen van diensten en infrastructuur.
In december 2016, ontving Dr Camila Fernandez de Umicore Materials Technology Award ter waarde van EUR 10.000 voor haar doctoraatsthesis over dynamische katalyseprocessen voor de synthese van ammoniak op nanodeeltjes ruthenium als drager bij lage temperaturen. De inzending van Dr Fernandez was een van de 15 inzendingen die we uit heel Europa mochten ontvangen.
De Umicore Materials Technology Award wordt toegekend aan een doctor (PhD) die met zijn of haar onderzoek bijdraagt aan de wetenschap in domeinen die cruciaal zijn voor de groei van de activiteiten van Umicore en voor de ontwikkeling van een duurzame maatschappij. Deze domeinen zijn: recyclagetechnologie / grondstoffenschaarste van metalen, materialen voor katalyse en materialen voor batterijen.
De koers van het Umicore aandeel lag op het einde van het jaar 40% hoger dan op het einde van 2015 (EUR 54,15 t.o.v. EUR 38,67). Hiernaast staat een stijging van 3% in de Euronext 100 Index van de 100 grootste op de Euronext-beurzen genoteerde bedrijven en een daling van 2,5% in de Bel20 Index, die de grootste Belgische bedrijven omvat. Deze prestatie leverde Umicore de award op van best presterend aandeel in de Bel20 index. Het afgelopen jaar behielden we onze plaats in de FTSE4Good Sustainability Index en een aantal andere op duurzaamheid gerichte fondsen.
Eind 2016 hadden drie investeringsmaatschappijen meer Umicore aandelen in handen dan de aangiftedrempel van 3%. Op het einde van het jaar hadden deze bedrijven gezamenlijk 23,03% aangegeven, waarvan GBL veruit het grootste was met een aandeel van 17%.
Umicore verwierf geen eigen aandelen in 2016. Tijdens het jaar werden 1.188.875 aandelen gebruikt in het kader van uitgeoefende aandelenopties. Op 31 december 2016 had Umicore 2.673.150 aandelen in eigen bezit, of 2,39%van de uitstaande aandelen van de Groep.
Op de Jaarlijkse Algemene Vergadering van 25 april 2017 zal de Raad van Bestuur een bruto jaarlijks dividend van EUR 1,30 per aandeel voorstellen. Gezien het interim-dividend van EUR 0,60 per aandeel dat op 25 augustus 2016 werd uitbetaald en onder voorbehoud van de goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 2 mei 2017 een bruto bedrag van EUR 0,70 per aandeel betaald worden.
De doelstellingen van Horizon 2020 weerspiegelen een proactieve visie op Umicore's aanwezigheid in de algemene waardeketen. Ze hebben betrekking op de aanwezigheid en impact van Umicore upstream, bijvoorbeeld in de interactie met onze leveranciers, in onze eigen operaties en ook downstream, in termen van de impact van onze producten en diensten.
Upstream hebben we voortgebouwd op onze ervaring met de invoering van ons Charter voor duurzame aankopen tussen 2011 en 2015 en hebben we meer nadruk gelegd op het beheer van de toevoervereisten voor belangrijke grondstoffen. We wilden er ook voor zorgen dat Umicore's inspanningen voor een ethisch verantwoorde bevoorrading het bedrijf een concurrentieel voordeel kunnen opleveren.
Downstream hebben we een sterke portfolio van producten en diensten die onze klanten en de maatschappij specifieke duurzaamheidsvoordelen bieden. Met de kennis en expertise die we hebben opgebouwd in het kader van Vision 2015, hebben we een sterk platform om de duurzaamheidsvoordelen van onze producten en diensten voor klanten en andere belanghebbenden aan te tonen.
Voor onze activiteiten hebben we grondstoffen, transport, energie en andere goederen en diensten nodig. In het algemeen hebben we meer dan 10.000 leveranciers over de hele wereld waaraan we in 2016 ongeveer EUR 9,0 miljard hebben betaald (met inbegrip van de metaalinhoud van grondstoffen). Umicore's aankoop- en transportteams over de hele wereld zorgen voor de energie en andere goederen en diensten (wat indirecte inkoop wordt genoemd en instaat voor ca. 10% van onze uitgaven), terwijl de metaalhoudende grondstoffen rechtstreeks worden aangekocht door de business units (directe inkoop, goed voor 90% van onze uitgaven). In het kader van de Horizon 2020-doelstelling betreffende duurzame aanvoer focussen we op grondstoffen, aangezien die het grootste deel van de uitgaven en risico's vormen.
Het Charter voor duurzame aankopen beschrijft ons engagement omtrent gedrag en praktijken ten opzichte van leveranciers. In ruil daarvoor vragen we dat leveranciers specifieke normen naleven op het gebied van verantwoord milieubeheer, arbeidspraktijken en mensenrechten, zakelijke integriteit en engagement in de bevoorradingsketen. Sinds de introductie ervan in 2011 staat het Charter voor duurzame aankopen centraal in al onze inspanningen om afspraken te maken met leveranciers.
Voldoende volumes aan grondstoffen veiligstellen, is een cruciale factor in de levensvatbaarheid van ons aanbod van producten en diensten en om de Horizon 2020-groeidoelstellingen te kunnen behalen. De risico's en opportuniteiten verschillen sterk van business unit tot business unit en daarom hanteren we een gedecentraliseerde aanpak voor het risicoen opportuniteitsbeheer. We streven naar een concurrentieel voordeel wat betreft de toegang tot kritieke grondstoffen en ons vermogen om deze grondstoffen op een ethische en duurzame manier veilig te stellen.
In 2016 hebben negen van de elf business units een inventaris gemaakt van de kritieke grondstoffen. Vijf van deze negen business units hebben al specifieke acties ondernomen om het risico op een onderbreking van de bevoorrading te beperken. De inventaris van kritieke grondstoffen is gebaseerd op ongeveer 20 criteria die verschillende aspecten van duurzaamheid dekken, van de financiële betrouwbaarheid van de leveranciers en specifieke marktomstandigheden tot milieu- en productveiligheidsrisico's of problemen op het vlak van mensenrechten en zakelijke integriteit. De risicobeperkende acties kunnen variëren afhankelijk van de materialen en de positie van de business unit op de markt.
Wat betreft het creëren van een groter concurrentieel voordeel via ethische en duurzame aankooppraktijken, springt één voorbeeld eruit in 2016. Umicore gebruikt kobalt in materialen voor herlaadbare batterijen, werktuigen, katalysatoren en verschillende andere toepassingen. Meer dan tien jaar geleden ontwikkelde en implementeerde
Umicore een specifieke aanpak voor de ethische en duurzame inkoop van kobalt. Deze aanpak – een primeur in de kobaltindustrie – werd geformaliseerd in een Sustainable Procurement Framework (programma voor duurzame aankopen) voor kobalt en dekt Umicore's kobaltaankopen wereldwijd. In 2016 gingen we een stap verder en hebben we ervoor gezorgd dat PwC als onafhankelijke derde de zekerheid biedt dat onze kobaltaankopen effectief plaatsvinden conform de omstandigheden uiteengezet in het framework.
Dit was ook een primeur in de industrie en genoot heel wat belangstelling van de klanten van onze business units Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials. Grote wereldwijde elektronica- en autoproducenten willen hun merken graag beschermen tegen de associatie met onethisch ontgonnen grondstoffen en Umicore's aanpak biedt hier dan ook een welgekomen risicobeperking voor. Meer informatie hierover vindt u in onze casestudie.
De focus op conflictmineralen is verder versterkt in 2016 toen de EU instemde met een kader waarvan de strekking gelijk is aan die van de Dodd Frank Act van de VS in 2012. Dit vereist een grotere openheid van bedrijven bij het aangeven of het tin, tantalium, wolfraam of goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land. Ook in 2016 zorgde Umicore ervoor dat haar activiteiten gecertificeerd waren als conflictvrij via verschillende certificatieprogramma's zoals het "conflict-free smelter"-initiatief van de London Bullion Market Association (LBMA) en het Responsible Jewellery Council's (RJC) Chain of Custody-programma. Meer informatie over de conflictvrije status van onze activiteiten vindt u in het gedeelte met verklaringen op pagina 202.
Umicore's beleid wat betreft de "Verantwoorde wereldwijde toelevering van mineralen uit door conflicten getroffen gebieden en risicogebieden" kunt u hier raadplegen.
Met het oog op onze Vision 2015-doelstellingen heeft ons aankoop- en transportteam een kader ontwikkeld voor toegang tot de indirecte aankoopstromen (voornamelijk energie en andere goederen en diensten) voor de duurzaamheidsprestaties van leveranciers. Dit leidde tot de formele erkenning van het charter door meer dan 1.000 leveranciers. Het team beoordeelde ook een aantal strategische leveranciers van energie, goederen en diensten aan de hand van het beoordelingsproces van Ecovadis. In 2016 ging het team een uitgebreide samenwerking aan met Ecovadis die het pad effende naar een groter aantal Ecovadis-beoordelingen van leveranciers. Bovendien staat een nieuwe snelscantool Umicore toe om snellere en beter geïnformeerde beslissingen te nemen inzake indirecte aankoop, vooral voor leveranciers die cruciaal worden geacht wat betreft geleverde diensten, geografische ligging en Umicore's uitgaven.
In het kader van Vision 2015 hebben we onze eigen tool ontwikkeld om de duurzaamheid van onze producten en diensten te beoordelen. Via deze APStool (Assessment of Product (& Service) Sustainability) kregen alle business units een beter inzicht in het potentieel voor differentiatie en concurrentieel voordeel via het duurzaamheidsprofiel van hun producten. De ervaring die werd opgedaan door de implementatie van APS in alle business units was voor Umicore een belangrijk instrument om haar materialiteitsmatrix te ontwikkelen en de gebieden te identificeren waarin onze duurzaamheidsaanpak beter zou kunnen worden benut om ons te onderscheiden van concurrenten.
Umicore's Horizon 2020-doelstelling is het concurrentieel voordeel nog te versterken door de ontwikkeling van producten met specifieke duurzaamheidsvoordelen. Dit is nauw verbonden met onze economische doelstelling om een onbetwiste leider te zijn in schone mobiliteit en recyclage.
Onze focus op het gebied van duurzame producten en diensten ligt in de eerste plaats op de activiteiten die oplossingen bieden voor de megatrends van schone mobiliteit en grondstoffenschaarste. Hieronder vindt u enkele voorbeelden die dit illustreren. Voor meer informatie hierover kunt u onze online casestudies raadplegen:
– Schone mobiliteit (schone lucht): We hebben een nieuwe fabriek in Polen geopend voor de productie van autokatalysatoren. Dankzij deze investering kunnen we onze klanten technologieën bieden die aan de strengste emissiewetten voldoen en Europa's doel van 'schonere lucht voor iedereen' ondersteunen. Het onderstreept ook onze ambitie om een afgetekend leider te zijn in materialen voor schone mobiliteit.
– Schone mobiliteit (elektrische voertuigen): We hebben een uitbreidingsplan aangekondigd om de productiecapaciteit voor kathodematerialen te verdrievoudigen tegen eind 2018. Umicore's NMC-kathodematerialen zijn belangrijke ingrediënten om de vereiste verbeteringen in batterijtechnologie mogelijk te maken, zodat de rijafstand kan worden vergroot en de totale gebruikskosten van elektrische voertuigen kunnen worden beperkt.
We hebben een nieuwe indicator ontwikkeld om onze focus op schone mobiliteit en recyclage te benadrukken. In 2016 bedroegen de inkomsten van activiteiten die producten en diensten leveren die rechtstreeks gekoppeld zijn aan één van deze twee megatrends 62%. Aangezien we naar de Horizon 2020-doelstellingen toe werken en ons zelfs nog meer focussen op onze business, verwachten we dat dit percentage zal stijgen. Het moet worden opgemerkt dat veel van de materialen en diensten die de resterende 38% van de inkomsten uitmaken, antwoorden bieden op specifieke maatschappelijke behoeften zoals een verbeterde connectiviteit (materialen voor hoogkwalitatief glas, displays) of een lager energieverbruik (materialen in energieefficiënte verlichting zoals leds).
Meer informatie over onze inspanningen op dit vlak, alsook onze aanpak wat betreft de naleving van de internationale regels, in het bijzonder REACH, vindt u in het gedeelte met verklaringen op pagina's 200-207.
In het kader van onze Horizon 2020-doelstellingen blijven we selectieve initiatieven op het gebied van eco-efficiëntie nemen in business units en sites waar ze veel waarde en een concurrentievoordeel kunnen opleveren, bijvoorbeeld door kostenvermindering of een versterkte 'license to operate'.
Hoewel we al een belangrijke rol spelen in de overgang naar een koolstofarme samenleving, bijvoorbeeld via onze materialen voor herlaadbare batterijen in elektrische voertuigen, leggen we ons in onze eigen operaties toe op de verdere verbetering van de energie-efficiëntie.
Met het oog op Horizon 2020 leggen we een grotere nadruk op de vestigingen die het meest bijdragen aan het totale energieverbruik van Umicore. We zullen het energieverbruik op alle sites blijven opvolgen en rapporteren. De grotere bijdragers worden extra aangemoedigd en verplicht om te rapporteren over hun energie-efficiëntieprojecten.
In 2016 stonden 27 sites in voor 95% van het energieverbruik van de Groep. Op deze sites werden 36 energie-efficiëntieprojecten geïmplementeerd in de loop van 2016. Tegen het einde van het jaar had Umicore haar energieverbruik met 7% verminderd ten opzichte van het referentiejaar 2015. Dit betekent dat we bij gelijkaardige productieniveaus 7% minder energie hebben verbruikt. Dit resultaat is het gevolg van zowel een verbeterde productiviteit als van de invoering van energie-efficiëntieprojecten. Tegelijkertijd is de totale CO2-emissie in absolute cijfers met 12% gestegen in vergelijking met 2015, door hogere directe procesemissies die geen betrekking hebben op het energieverbruik enerzijds en een netto stijging van de activiteitsgraad anderzijds. Voor de omschrijving van het toepassingsgebied van de sites in de vergelijking tussen beide jaren, kunt u het hoofdstuk met verklaringen op pagina's 176- 186 raadplegen.
Bovendien hebben een aantal Umicore sites nu de energie-efficiëntienorm ISO 50001 ingevoerd, terwijl de twee grootste vestigingen in België sinds 2004 deel uitmaken van het energie-efficiëntieconvenant met de Vlaamse overheid.
In het kader van onze aanpak inzake leefmilieubeheer controleren we al jarenlang de impact van metaalemissies naar water en lucht en nemen we maatregelen om die te verminderen.
De diverse metalen die we uitstoten, hebben ieder een sterk verschillende potentiële toxiciteit voor het milieu en de gezondheid. Daarom focussen we ons op het beperken van de impact van onze emissies.
Er wordt een specifieke methodologie gebruikt om de milieu-impact van metaalemissies naar lucht en water te bepalen. Voor de berekening van de gezondheidsimpact van de emissies naar lucht baseerden we ons op de voor de werkplek geldende grenswaarden van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ACGIH). Voor emissies naar water zijn de impactfactoren gebaseerd op de PNEC's (predicted no-effect concentrations) die onder andere in de Europese REACH-richtlijn worden gebruikt.
Het doel voor 2020 is voort te bouwen op de Vision 2015-realisaties wat betreft de beperking van de impact van metaalemissies en tegelijkertijd rekening te houden met groeiende productievolumes. Bij de rapportering zullen we ons voortaan focussen op de sites die voor 95% bijdragen aan de emissies uitgedrukt in impact, rekening houdend met hun activiteitsniveau. Alle sites zullen nauwlettend opgevolgd blijven.
Meer dan 95% van de impact van metaalemissies naar water en lucht is het gevolg van productieactiviteiten in minder dan 10 vestigingen. Dit wijst erop dat de overgrote meerderheid van onze sites geen grote impact heeft wat betreft metaalemissies.
We hebben een impactreductie van 30% op jaarbasis bereikt in 2016 voor de metaalemissies naar lucht, rekening houdend met het activiteitsniveau, voornamelijk door een hogere filterefficiëntie op verschillende sites.
Vergeleken met 2015 is de impact van emissies naar water met 1% afgenomen, na correctie wat betreft activiteitsniveau. Deze evolutie is een combinatie van verschillende trends die op onze sites worden waargenomen. In Hoboken begint de hogere efficiëntie van de afvalwaterbehandelingsinstallatie na recente investeringen te renderen; er wordt nog meer afname verwacht door extra verbeteringsprojecten in de fabriek. In Umicore's productiesite van herlaadbare-batterijmaterialen in Korea hebben efficiëntieverbeteringen en schaaleffecten geleid tot een aanzienlijke daling van de metaalemissies naar water. Aan de andere kant heeft een verhoogde waterdoorvoer op twee vestigingen in België en China in combinatie met enkele hogere gemeten concentraties – allemaal onder de toegelaten lozingslimieten – geleid tot hogere emissies van enkele metalen.
Umicore heeft de algemene emissies van de fabriek in Hoboken de afgelopen twintig jaar beduidend en consistent gereduceerd. Er is echter een aanzienlijke piek in diffuse stofemissies geweest in de loodraffinaderij tegen het einde van 2015. Dit leidde tot hogere loodafzetting in het omringende woongebied van Moretusburg. De resultaten van de emissiemetingen hebben aangetoond dat het gemiddelde voor 2016 onder de grenswaarde van 500 ng/m³ zit.
De provinciale autoriteiten doen twee keer per jaar een biomonitoringcampagne rond de site. Aan het einde van 2016 werd hierbij aangetoond dat 73 kinderen op een totaal van 194 een gehalte aan lood in het bloed had dat de referentiewaarde van het Center for Disease Control and Prevention (VS) van 5,0 µg/dl overschreed. Vier kinderen daarvan hadden meer dan 20 µg/dl lood in hun bloed.
Er werd een uitgebreid actieplan met de overheid gelanceerd en er zal een investering gedaan worden om de lucht in de loodraffinaderij beter te ventileren en te filteren. Een eerste verbeteringsactie werd tegen maart 2017 afgewerkt en meer significante verbeteringen zouden tegen eind 2017 merkbaar moeten zijn. Er worden ook andere maatregelen getroffen zoals een verdere verbetering van het beheer van diffuse bronnen tijdens de stockage en het transport van toevoermateriaal.
Umicore werkt ook nauw samen met de autoriteiten om specifieke voorzorgsmaatregelen voor hygiëne in te voeren, zoals het schoonmaken van de huizen van de kinderen met de hoogste loodconcentratie in hun bloed.
In het kader van de Horizon 2020-doelstellingen op het gebied van milieu en maatschappij bouwt Umicore voort op een aantal van de Visie 2015-doelstellingen van de hele Groep die ervoor moeten zorgen dat Umicore een aangename werkplek is. Alle business units worden verwacht daaraan bij te dragen. De meest prangende doelstelling is het permanente streven naar nul ongevallen. We hebben ook het doel van nul overschrijdingen wat betreft de blootstelling aan metalen op het werk behouden. Wat betreft de betrokkenheid van medewerkers willen we in de eerste plaats vooruitgang boeken in de strategisch belangrijke thema's zoals talentbeheer, diversiteit en inzetbaarheid.
Umicore zet haar doelstelling om tegen 2020 de kaap van nul ongevallen met werkverlet bereikt te hebben verder. In mei 2016 vond er een dodelijk ongeval plaats in Manaus, Brazilië. Uit onderzoek is gebleken dat het ongeval te wijten was aan het feit dat een werknemer de voorgeschreven instructies niet heeft opgevolgd bij het uitvoeren van een chemische handeling. We zullen inspanningen blijven leveren om ervoor te zorgen dat alle verbeterpunten worden geïdentificeerd en opgevolgd.
Wat betreft de veiligheidsprestaties op jaarbasis lag het aantal ongevallen met werkverlet in 2016 (59) hoger dan in 2015 (47) en is de frequentiegraad daardoor toegenomen van 2,66 tot 3,34. De ernstgraad bedroeg 0,56 tegenover 0,12 in 2015. De resultaten van 2016 houden geen rekening met de Zinc Chemicals-activiteiten, die tegen het einde van het jaar werden verkocht.
Hoewel deze resultaten verre van bevredigend zijn, bleef het percentage sites zonder ongevallen met werkverlet hoog, nl. 84%. Vijf business units slaagden erin een volledig jaar te werken zonder ongevallen met werkverlet en één vestiging haalde de kaap van 10 jaar zonder ongeval met werkverlet of registreerbare letsels waarbij Umicore personeel betrokken is en zonder ongevallen met werkverlet met onderaannemers. Vijf vestigingen haalden de kaap van drie jaar en zes vestigingen die van vijf jaar.
Het toonbeeld van Umicore's inzet om de veiligheid op de werkplek te verbeteren is de business unit Rechargeable Battery Materials, die zijn eigen veiligheidsprogramma heeft ontwikkeld om de "Awareness, Competence, Compliance & Excellence" voortdurend te verhogen. In de hele business unit heeft zich nu al meer dan 1200 dagen lang geen ongeval met werkverlet voorgedaan. Meer informatie vindt u in deze casestudie.
Het project van de hele Groep inzake procesveiligheid, dat in 2014 werd gelanceerd, is nu bijna voltooid na de succesvolle implementatie van veiligheidsnormen en -richtlijnen. Bovendien heeft het projectteam inzake procesveiligheid gedurende 2016 met succes interne software ontwikkeld om het proces van risico-identificatie en de implementatie van risicobeperkende maatregelen te vergemakkelijken. Er werden extra opleidingen en workshops gegeven in de loop van het jaar om deze tool aan de desbetreffende belanghebbenden te communiceren. Het dagelijkse procesveiligheidsbeheer wordt overgedragen aan corporate EHS.
Umicore levert continu inspanningen om werkgerelateerde ziekten te elimineren en het welzijn op het werk te bevorderen. De belangrijkste gezondheidsrisico's op het werk zijn blootstelling aan gevaarlijke stoffen (vooral arseen, cadmium, kobalt,
lood, nikkel en platinazouten) en fysieke gevaren (hoofdzakelijk geluidsoverlast). Umicore heeft biologische drempelwaarden vastgesteld voor blootstelling aan deze potentieel gevaarlijke stoffen op het werk, op basis van wetenschappelijke informatie over de stoffen.
Daarnaast blijkt uit nieuw beschikbare wetenschappelijke bronnen dat er een verband bestaat tussen blootstelling aan indium (en indiumverbindingen) en chronische ademhalingsaandoeningen. Daarom werd indium toegevoegd aan de bovenstaande lijst met gevaarlijke stoffen. Umicore zal de arbeidsomstandigheden rond indium voortdurend herzien, met inachtneming van processen, preventieve maatregelen, persoonlijke beschermingsmiddelen en onaanvaardbare blootstellingsniveaus. Wat een belangrijke rol heeft gespeeld in deze herziening, was het werk van Umicore en het Amerikaanse National Institute for Occupational Safety & Health (NIOSH) aan een project om de doeltreffendheid te beoordelen van de preventieve maatregelen om de blootstelling van werknemers aan indiumtinoxide (ITO) in onze fabriek in Providence, VS, te beperken.
De Horizon 2020-doelstelling voor beroepsmatige blootstelling is het aantal individuele blootstellingen per werknemer die de interne streefwaarden overschrijden, tot nul te herleiden. Hoewel deze verhoogde meetwaarden niet noodzakelijk betekenen dat de betrokkene gevaar loopt, zijn ze belangrijke indicatoren van recente of langdurige blootstelling en worden ze als basis gebruikt om de werkomstandigheden in die bepaalde omgeving nog verder te verbeteren. Alle medewerkers die op het werk kunnen worden blootgesteld aan één van de gevaarlijke metalen (arseen, cadmium, kobalt, indium, nikkel, lood en platinazouten) of andere metalen worden opgevolgd via het bedrijfsgezondheidsprogramma.
In 2016 werden er in totaal 5294 metingen gedaan bij medewerkers die op het werk aan de bovengenoemde metalen zijn blootgesteld (uitgezonderd platinazouten). 170 metingen toonden een overschrijding van de interne streefwaarde, wat neerkomt op 3,2% vergeleken met 2,3% in 2015. Eén van de voornaamste redenen was het hogere aantal overschrijdingen in kobaltbiomonitoring in één van onze nieuwe faciliteiten. Er werden maatregelen getroffen om de verhoogde blootstelling aan te pakken, waaronder technische verbeteringen, striktere regels wat betreft netheid en persoonlijke beschermingsmiddelen. In 2016 waren 311 werknemers blootgesteld aan indium en indiumtinoxide, waarvan 35 werknemers boven de drempelwaarde van 1 microgram per liter plasma zaten. 2016 was het eerste jaar waarin indiumblootstelling werd opgevolgd. In 2016 werd er één geval van overgevoeligheid aan platinazout vastgesteld. Alle medewerkers met blootstelling worden geregeld opgevolgd door een arbeidsgeneesheer.
Horizon 2020 treedt in de voetsporen van Vision 2015 en is speciaal afgestemd op de evolutie van Umicore, de markt en de verwachtingen van de maatschappij. Onze doelstellingen hebben betrekking op talentbeheer, diversiteit en inzetbaarheid – de drie aspecten die Umicore het meest zullen helpen haar volle potentieel te benutten tegen 2020.
Talentbeheer betekent het zoeken en behouden van de juiste mensen op alle niveaus van de organisatie en in tal van diverse functies. Dit kan gaan van machinebedieners tot laboratoriumanalisten en van kantoorpersoneel tot productie-ingenieurs. Voor Umicore zijn de belangrijkste drijfveren gekoppeld aan de Horizon 2020-groeiambities in de sectoren en geografische gebieden waarin we actief zijn. Talent aantrekken en behouden is vooral een uitdaging in Azië – een regio waarin naar verwachting veel van de groei van Umicore zal plaatsvinden de komende jaren. De Aziatische arbeidsmarkten zijn vaker veranderlijker en competitiever en de mensen zijn er veel meer bereid om van baan te veranderen. In het algemeen is ons personeelsverloop gedurende 2016 van 3,35% gestegen tot 4,10%. Het aantal medewerkers die het bedrijf vrijwillig hebben verlaten was iets meer uitgesproken op onze nieuwere sites. Daarom net is het aantrekken en behouden van de juiste mensen in deze groeigebieden een heuse uitdaging.
Naar aanleiding van het succesvolle mentoringproefproject voor vrouwelijke managers in België in 2014 hebben we in 2016 een globaal mentoringprogramma geïmplementeerd in het hele bedrijf. Het nieuwe programma is gericht op jong, opkomend talent met maximaal vijf jaar ervaring. Deze collega's worden gekoppeld aan een oudere partner uit een andere bedrijfsfunctie of activiteit en deze ervaring is bedoeld om de kijk op het bedrijf van de mentees te verruimen en hun netwerk te doen uitbreiden. In de loop van het jaar hebben 114 collega's – mentors en mentees – deelgenomen aan het programma.
Een ander initiatief om loopbaanontwikkeling te bevorderen binnen Umicore is de introductie van een nieuwe softwaretool om vacatures te behandelen. Het platform maakt alle vacatures in de eerste plaats toegankelijker voor interne kandidaten, waardoor medewerkers meer mogelijkheden hebben wat betreft interne overplaatsingen. Sinds de introductie van deze nieuwe tool werd 32% van de vacatures intern ingevuld en 68% door externe kandidaten.
De opleidingsniveaus van Umicore medewerkers zijn op een bevredigend niveau gebleven. Gemiddeld ontving elke medewerker 41 uur opleiding in 2016 – het equivalent van vijf dagen. Dit tegenover 45 uur in 2015. Opleiding omvat traditionele klassikale modules, maar ook praktijklessen en online learning.
Umicore streeft naar zo veel mogelijk diversiteit, bijvoorbeeld in geslacht, cultuur en etniciteit. Umicore is ervan overtuigd dat managementteams die meer divers zijn samengesteld, kwaliteitsvollere beslissingen nemen.
Umicore wil vooral een bredere culturele vertegenwoordiging in haar managementteams. Momenteel wordt 17% van de hoogste 130 managementfuncties van Umicore ingevuld door niet-Europeanen. Aangezien 51 % van onze inkomsten buiten Europa wordt gegenereerd –een percentage dat naar verwachting zal stijgen de komende jaren – hebben we besloten om ervoor te zorgen dat niet-Europeanen beter vertegenwoordigd zijn in onze hogere managementfuncties. Door een beter evenwicht op dit vlak zullen we zakelijke beslissingen kunnen nemen die beter afgestemd zijn op onze afzetmarkten. Hoewel we ervoor gekozen hebben om geen specifiek streefdoel vast te leggen, zullen we jaarlijks verslag uitbrengen over de evolutie van deze maatstaf.
Vrouwen worden ondervertegenwoordigd in het topmanagement van Umicore. Hoewel dit gedeeltelijk te wijten is aan het feit dat chemische bedrijven meestal minder vrouwen aantrekken (slechts 21,6 % van Umicore's hele personeelsbestand is een vrouw), spreekt het voor zich dat er meer moet worden gedaan om de loopbaanperspectieven voor getalenteerde vrouwen binnen Umicore te verbeteren. Op topmanagementniveau is de vertegenwoordiging van vrouwen langzaam van 6% naar 9% gestegen tussen 2012 en 2016. Umicore wil deze trend versnellen en ervoor zorgen dat vrouwen minstens 15% van de topmanagementfuncties invullen tegen 2020. Eén indicator geeft aan dat we de goede richting uit gaan. Op het einde van 2016 bekleedden vrouwen 14% van de managementfuncties met betrekking tot bedrijfsvoering. Dit zijn de functies die de meeste kandidaten leveren voor alle topmanagementfuncties.
"Coaching Circles" is een voorbeeld van een initiatief om diversiteit te promoten. Het werd in 2015 gelanceerd door een groep vrouwelijke leidinggevenden in België. In 2016 werd het geïntegreerd in de HR Learning Campus en beschikbaar gemaakt voor alle vrouwen op managementniveau in België. Het gaat om vijf halve opleidingsdagen gegeven door een externe opleider over onderwerpen die relevant zijn voor jonge vrouwelijke leidinggevenden zoals networking, communicatie en zichtbaarheid, evenwicht tussen werk en privéleven en weerbaarheid, efficiënt leiderschap. Het "Frauen@Umicore"-netwerk in Duitsland is een van de andere gelijkaardige initiatieven om vrouwen meer te steunen op de werkplek.
We willen onze medewerkers de mogelijkheid geven tot permanente educatie en loopbaanontwikkeling en we willen het delen van kennis en vaardigheden tussen de verschillende onderdelen van het bedrijf bevorderen.
2016 was het jaar van de inauguratie van het Junior Management Program (JUMP) voor jonge managers in de groep. Het doel van dit programma is jonge managers een gedeelde leerervaring te bezorgen, in de eerste plaats door hen de kans te geven van baan te wisselen over culturele en operationele grenzen heen. Meer informatie over de ervaring van de 16 deelnemers vindt u in de casestudie.
In 2016 hebben we een belangrijke mijlpaal bereikt toen de gegevens van alle medewerkers in ons digitale leerplatform My Campus werden ingevoerd. Via dit platform kunnen de meeste werknemers nu elektronisch vragen om opleidingen te volgen en e-learningprogramma's downloaden. De volgende beoogde mijlpaal is digitale toegang voor alle medewerkers.
Met betrekking tot de ontwikkeling van leiderschap hebben we ons senior leiderschapsprogramma aan de INSEAD businessschool voortgezet, bedoeld om de vaardigheden van de managers in aspecten zoals strategisch zakelijk denken, de Aziatische bedrijfscontext en persoonlijk leiderschap aan te scherpen.
Een rode draad doorheen het thema van inzetbaarheid is het aanpakken van de maatschappelijke trend dat mensen nu langer moeten werken vooraleer ze met pensioen kunnen gaan, vooral in Europa. Umicore wil ervoor zorgen dat werkende mensen ouder dan 60 jaar geschikt, motiverend en voldoening gevend werk krijgen en hun kennis en vaardigheden kunnen doorgeven aan jongere collega's. Dit kan aan de hand van opleiding, door hun mentale flexibiliteit te onderhouden door hen nieuwe taken toe te wijzen, door te werken aan het evenwicht werkprivéleven en de nodige ondersteuning te bieden in de overgang van werknemer naar gepensioneerde. Eind 2016 hebben we in België ook een programma gestart om loopbaanbegeleiding te bieden voor werknemers die hun volgende carrièrestap binnen Umicore wilden overdenken.
Umicore werd in 2016 bekroond met de titel Top Employer voor haar vestigingen in België, Frankrijk en Duitsland.
In het kader van de Global Framework Agreement on Sustainable Development tussen Umicore en de IndustriALL Global Union hebben we de Automotive Catalysts-fabriek in Suzhou, China, bezocht en gecontroleerd.
Het doel van ons risicobeheersysteem is:
– de onderneming in staat te stellen risico's op een proactieve en dynamische manier te herkennen; en – risico's zoveel mogelijk te beheren of tot een aanvaardbaar niveau te herleiden
De raad van bestuur van Umicore draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor:
– het evalueren van het risicoprofiel van de onderneming in de context van de ondernemingsstrategie en van externe factoren; en
– het verzekeren dat er een adequaat risicobeheer en interne controleprocessen bestaan
Het management van Umicore heeft tot taak:
Alle business units zijn actief in een omgeving met specifieke groeiverwachtingen en verschillende gradaties van markteigen en technologische onzekerheden. Deze factoren kunnen een impact hebben op onze strategische doelstellingen. In die zin ligt de eerste verantwoordelijkheid voor het herkennen van risico's en opportuniteiten bij de business units zelf.
Umicore heeft een evaluatieproces uitgewerkt, dat door alle business units moet uitgevoerd worden.
Het uitvoeren van een risicoscan om alle betekenisvolle (financiële en niet-financiële) risico's op te sporen.
Elk risico in detail beschrijven op een "uncertainty sheet" ("fiche van onzekerheden"), met vermelding van de potentiële impact, de waarschijnlijkheid, de status van beheer- of beperkingsmaatregel, en de verantwoordelijkheid.
Elke business unit rapporteert aan het lid van het directiecomité dat verantwoordelijk is voor die business unit.
Het auditcomité (in naam van de raad van bestuur) evalueert op periodieke tijdstippen de
interne controle- en risicobeheersystemen van de onderneming en voert doorlopend onderzoeken uit met betrekking tot specifieke aspecten daarvan.
Elke business unit is verantwoordelijk voor de inperking van zijn eigen risico's. Risicobeperkende maatregelen worden systematisch gerapporteerd in functie van de respectieve strategische doelstellingen en vastgestelde risico's en opportuniteiten. Verder hebben specifieke corporate afdelingen van de onderneming tot taak bepaalde risico's te beheren en te beperken onder toezicht van het directiecomité. Deze risico's hebben betrekking op domeinen op groepsniveau, die de bevoegdheid van de individuele business units overstijgen. Het gaat hier om milieurisico's, financiële risico's enz.
Doorheen Umicore bestaan er interne controlemechanismen die het management een redelijke zekerheid moeten bieden dat de onderneming in staat zal zijn haar doelstellingen te halen. Deze mechanismen hebben betrekking op:
Umicore heeft voor het risicobeheer op het niveau van de onderneming het COSO-kader aangenomen en de diverse controle-elementen in haar organisatie en processen aangepast. 'The Umicore Way' en de Gedragscode vormen de hoekstenen van de interne-controleomgeving; samen met het concept van management op basis van doelstellingen en een duidelijke definiëring van rollen en verantwoordelijkheden bepalen ze het werkkader voor de onderneming.
De business units hebben specifieke internecontrolemechanismen met betrekking tot hun activiteitenniveau ontwikkeld. Daarnaast krijgen ze ondersteuning van gedeelde operationele functies en corporate diensten, die advies verstrekken en controles uitvoeren voor activiteiten die de hele organisatie aangaan. Deze liggen aan de basis van specifieke richtlijnen, procedures en charters inzake aspecten zoals bevoorradingsbeheer, personeel, informatiesystemen, milieu, gezondheid en veiligheid, juridische zaken, beveiliging van de onderneming, en onderzoek en ontwikkeling.
Umicore hanteert een systeem van Minimale Interne Controlevereisten (MICR), specifiek bedoeld om de financiële risico's te beperken en de betrouwbaarheid van de financiële rapportering te verhogen. Het MICRkader van Umicore omvat de verplichting voor alle entiteiten van de Groep om een eenvormige reeks van interne controles in 12 processen uit te voeren. In het kader van de interne controle wordt bijzondere aandacht besteed aan de scheiding van functies en de duidelijke definiëring van rollen en verantwoordelijkheden. De naleving van de MICR wordt gecontroleerd aan de hand van zelfevaluaties, die door het senior management afgetekend moeten worden. Het resultaat wordt gerapporteerd aan het directiecomité en het auditcomité.
In 2016 werden vijf processen geëvalueerd. Hierbij kwamen 113 controle-entiteiten aan bod. De voorrang ging naar die processen die van bijzonder belang zijn voor Umicore, zoals hedging, aankopen en inventarisbeheer. Het niveau van naleving beantwoordde aan de eerder gerapporteerde resultaten. De interne auditafdeling beoordeelt de nalevingsevaluaties.
WIJ BEGRIJPEN DAT VOORNAME RISICO'S VOOR ONZE ACTIVIEIT, EVENEENS EEN UNIEKE OPPORTUNITEIT KUNNEN BETEKENEN VOOR ONS OM TOEGEVOEGDE WAARDE EN GROEI TE CREËREN
Stijging
EVOLUTIE OPPORTUNITEITENPROFIEL
– Umicore heeft bepaalde metalen of metaalhoudende grondstoffen nodig om haar producten te vervaardigen en haar recyclageactiviteiten te voeden. Sommige van deze grondstoffen zijn relatief schaars en vereisen heel specifieke bevoorradingsstrategieën. Een voldoende bevoorrading in deze materialen is belangrijk voor een aanhoudend succes en groei van onze onderneming. Daarnaast moeten sommige metalen worden gezocht in regio's waar het milieu, sociale kwesties of conflicten specifieke uitdagingen vormen. Het is voor onze algemene werkingsvergunning en voor onze reputatie en die van onze klanten van groot belang dat we die problemen door onze aankopen niet verder aanwakkeren.
– Omgekeerd kan de toegang tot een voldoende hoeveelheid van deze materialen, wanneer die op een aanvaardbare, verantwoorde manier plaatsvindt, een concurrentievoordeel betekenen.
Stijging
Geen verandering
ONTWIKKELINGEN IN 2016
STRATEGISCHE FOCUSGEBIEDEN
– Economische prestaties
– Waardeketen en maatschappij
Geen verandering
EVOLUTIE OPPORTUNITEITENPROFIEL
METAALPRIJS
– In de loop van 2016 sloot Umicore termijncontracten af ter indekking van een deel van haar structurele blootstelling aan de prijzen voor bepaalde edel- en basismetalen in 2017 en 2018. Dit verhoogt visibiliteit op de winst .
Geen verandering
EVOLUTIE OPPORTUNITEITENPROFIEL
ONTWIKKELINGEN IN 2016
– 2016 kenmerkte zich door instabiele metaalprijzen. De prijs van goud en zilver steeg tijdens de eerste negen maanden van het jaar, met enige correcties in het laatste kwartaal. Ondanks enkele pieken in de loop van het jaar bleven de prijzen voor de PGM-metalen sterk onder het niveau van de laatste jaren. De vraag naar en de prijzen van speciale metalen bleven zwak.
STRATEGISCHE FOCUSGEBIEDEN – Aantrekkelijke werkplek
– Het aantrekken en behouden van bekwame mensen zijn belangrijke factoren voor de slaagkansen van Umicore om haar strategische ambities waar te maken en de expertise, kennis en capaciteiten van de onderneming verder uit te breiden. Als we daar niet toe in staat zouden blijken, zou dit onze capaciteit om onze doelstellingen te halen ondermijnen.
Stijging
EVOLUTIE OPPORTUNITEITENPROFIEL
– Horizon 2020 is gebaseerd op een onevenredige groei voor Umicore in Azië, een regio die zich kenmerkt door een heel competitieve en sterk bewegende arbeidsmarkt. De uitdaging voor Umicore bestaat erin om, op een voldoende schaal en aan een aangepaste snelheid, voldoende talent in de regio aan te trekken en te behouden.
THOMAS LEYSEN 1960 | Belgische nationaliteit
Thomas Leysen is Voorzitter van Umicore sinds november 2008. Daarvóór was hij Gedelegeerd Bestuurder van Umicore sinds 2000. Sinds oktober 2011 is hij Voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Group, een bank- en verzekeringsgroep.
MARC GRYNBERG 1965 | Belgische nationaliteit
Marc Grynberg werd benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder van Umicore in november 2008. Hij stond aan het hoofd van Umicore's Automotive Catalysts business unit van 2006 tot 2008 en was de Chief Financial Officer (CFO) van Umicore van 2000 tot 2006. Hij kwam bij Umicore in 1996 als Group Controller. Marc heeft een diploma van handelsingenieur aan de Universiteit van Brussel (Ecole de Commerce Solvay) en, voorafgaand aan zijn toetreding tot Umicore, werkte hij bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
INES KOLMSEE 1970 | Duitse nationaliteit
Ines Kolmsee bezit meerdere ingenieursdiploma's (TU Berlijn, Duitsland en Ecole des Mines de Saint-Etienne, Frankrijk), evenals een MBA-diploma (Business School INSEAD – Frankrijk/ Singapore). Van 2004 tot 2014 was zij Chief Executive Officer van SKW Stahl-Metallurgie Group, een specialty chemicals bedrijf dat wereldwijd actief is. Ines was vervolgens actief als ondernemer in de energiesector (rurale elektrificatie) alvorens EWE AG, een groot Duits nutsbedrijf, te vervoegen als CTO tot december 2016. In het verleden bekleedde zij meerdere posities, waaronder deze van Chief Financial Officer bij Arques Industries AG.
– Lid van de Raad van Bestuur van Suez Environnement S.A., Frankrijk
BARBARA KUX 1957 | Zwitserse nationaliteit
Barbara Kux behaalde met onderscheiding een MBA aan INSEAD. Ze was directielid van Siemens AG, waar ze verantwoordelijk was voor een aanzienlijke verbetering van het beheer van de toeleveringsketen en duurzaamheid. Daarvóór bekleedde ze topfuncties bij leidinggevende internationale bedrijven en was Managementconsultant bij McKinsey. In 2016 werd ze door de Europese Commissie benoemd in het nieuw opgerichte high-level Decarbonisation Pathways Panel.
RUDI THOMAES 1952 | Belgische nationaliteit
Rudi Thomaes studeerde rechten aan de Universiteit Antwerpen. Tussen 2004 en 2012 was hij Gedelegeerd Bestuurder van de Belgische werkgeversorganisatie VBO en lid van de regentenraad van de Nationale Bank van België. Daarvoor was hij actief als Afgevaardigd Bestuurder en Voorzitter van het directiecomité van Alcatel Bell NV.
ERIC MEURICE 1956 | Franse nationaliteit
Eric Meurice was voorheen President en Chief Executive Officer van het Nederlandse ASML Holding, een grote leverancier van geavanceerde technologiesystemen voor de halfgeleiderindustrie. Eric was voordien als Executive Vice-President verantwoordelijk voor de TV Divisie van Thomson Multimedia en nog eerder bekleedde hij senior posities in verschillende technologiegroepen zoals Intel, ITT en Dell Computers. Hij bezit een master in Economie en Werktuigbouwkunde van respectievelijk de Sorbonne en Ecole Centrale de Paris in Frankrijk, en een MBA van Stanford (VS).
MARC GARRETT 1962 | Australisch/Zwitserse nationaliteit
Mark Garrett genoot een lange carrière in de chemische industrie en werkte in bekende bedrijven zoals Ciba-Geigy en DuPont. Hij is sinds 2007 CEO en Voorzitter van het Directiecomité van Borealis, een Oostenrijkse toonaangevende leverancier van innovatieve oplossingen op het vlak van polyolefinen, basis chemicaliën en kunstmest. Hij studeerde af in Economie aan de Universiteit van Melbourne en in Systeemanalyse aan het Koninklijk Technologisch Instituut van Melbourne.
JONATHAN OPPENHEIMER 1969 | Zuid-Afrikaanse nationaliteit
Jonathan Oppenheimer is verantwoordelijk voor verschillende investeringsactiviteiten van de familie Oppenheimer verdeeld over verschillende categorieën van activa. Binnen de groep is hij Voorzitter van Tana Africa Capital, een op Afrika toegespitste joint venture met Temasek, en zetelt hij in verschillende andere raden van bestuur. Hij focust zich in de eerste plaats op de rechtstreekse investeringen van de groep in Afrika. Jonathan bekleedde het mandaat van Uitvoerend Bestuurder van De Beers S.A. tussen 2006-2012 waarbij hij verschillende functies uitoefende.
IAN GALLIENNE 1971 | Franse nationaliteit
Ian Gallienne is co-Gedelegeerd Bestuurder van Groupe Bruxelles Lambert (GBL), Umicore's grootste aandeelhouder. Hij is bestuurder bij GBL sinds 2009 en gedelegeerd bestuurder sinds januari 2012. Ian begon zijn loopbaan in Spanje, in 1992, als medestichter van een handelsvennootschap. Van 1995 tot 1997 beheerde hij een adviesbureau gespecialiseerd in het herstructureren van ondernemingen in Frankrijk. Van 1998 tot 2005 was hij directeur van de private-equityfondsen Rhône Capital LLC in New York en Londen. In 2005 richtte hij de private-equityfondsen Ergon Capital Partners in Brussel op en was gedelegeerd bestuurder van die fondsen tot 2012. Hij bezit een diploma "Management and Administration" van de Ecole Supérieure des Dirigeants d'Entreprises (E.S.D.E.) in Parijs en een MBA van INSEAD in Fontainebleau.
COLIN HALL 1970 | Amerikaanse nationaliteit
Colin Hall is momenteel Hoofd Investeringen bij Groep Brussel Lambert (GBL). Hij begon zijn loopbaan in 1995 in de groep van zakenbank Morgan Stanley. In 1997 vervoegde hij Rhône Group, een private equity fonds, waar hij 10 jaar lang verschillende functies bekleedde in New York en Londen. In 2009 was hij medeoprichter van een hedge fund dat door Tiger Management werd gesponsord. Hij werkte er tot in 2011. In 2012 werd hij Chief Executive Officer bij Sienna Capital, een 100% dochter van GBL die de alternatieve investeringen van GBL beheert (private equity, krediet- en specifieke thematische fondsen). In 2016 werd hij benoemd tot Hoofd Investeringen bij GBL. Colin Hall behaalde een diploma aan het Amherst College en is in het bezit van een MBA van de Stanford University Graduate School of Business.
FRANÇOISE CHOMBAR 1962 | Belgische nationaliteit
Françoise Chombar is medeoprichtster, Chief Executive Officer en bestuurder van Melexis, een fabrikant van geïntegreerde halfgeleider sensoren-, besturings- en communicatiesystemen voor automobieltoepassingen. Voorafgaand aan haar rol bij Melexis was zij verantwoordelijk voor productieplanning en klantenservice bij Elmos GmbH (Duitsland). Ze was ook werkzaam bij de Elex-groep waar ze verschillende functies uitoefende zoals aankoopverantwoordelijke. Françoise was gedurende 17 jaar een mentor van het vrouwennetwerk Sofia. Haar langetermijnengagement om actief te pleiten voor meer wetenschappelijke, technologische, ingenieurs of wiskundige opleiding en meer genderevenwicht wordt gedreven door haar diepe overtuiging van de positieve sociale impact daarvan. Ze behaalde een master diploma vertaler-tolk Nederlands, Engels en Spaans aan de universiteit van Gent waar ze sinds januari 2012 ereambassadrice is voor de opleiding Toegepaste Taalkunde.
KAREL VINCK 1938 | Belgische nationaliteit
Ere-voorzitter
Van links tot recht: Stephan Csoma, Géraldine Nolens, Filip Platteeuw, Marc Van Sande, Pascal Reymondet, Marc Grynberg, Denis Goffaux
Marc Grynberg werd tot Gedelegeerd Bestuurder van Umicore benoemd in november 2008. Hij stond aan het hoofd van de business unit Automotive Catalysts van de Groep van 2006 tot 2008 en was CFO van Umicore van 2000 tot 2006. Hij vervoegde Umicore in 1996 als Group Controller. Marc bezit een diploma handelsingenieur van de Universiteit van Brussel (Ecole de Commerce Solvay) en voorafgaand aan zijn loopbaan bij Umicore werkte hij bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
Filip Platteeuw vervoegde Umicore in 2004 en speelde een belangrijke rol in de afsplitsing van Cumerio in 2005. Daarna leidde hij het projectteam dat instond voor de oprichting van Nyrstar en haar succesvolle beursgang in 2007. In 2010 werd hij Vice-President van Corporate Development. In november 2012 werd hij benoemd tot Chief Financial Officer (CFO). Filip heeft een masterdiploma toegepaste economische wetenschappen
52
van de Universiteit Gent en een masterdiploma Financial Management van de Vlerick Management School. Filip heeft bij KBC Bank grondige ervaring verworven in investment banking, corporate banking en equity research. Hij is tevens verantwoordelijk voor Corporate Development, InfoDoc en Procurement & Transportation.
1967
Denis Goffaux studeerde af als burgerlijk ingenieur mijnbouwkunde aan de Universiteit van Luik. Hij vervoegde Umicore Research in 1995. Hij woonde en werkte in België, Chili, China en Zuid-Korea. Hij stond aan het hoofd van de business line Rechargeable Battery Materials, die hij met succes uitbouwde tot een wereldleider in kathodematerialen voor gebruik in herlaadbare lithium-ionbatterijen. In zijn hoedanigheid als Country Manager Japan heeft Denis Goffaux een stevige basis gelegd voor Umicore om haar economische aanwezigheid en commerciële activiteiten in Japan te doen groeien. Hij nam zijn huidige functie op in juli 2010. Naast zijn functie als Chief Technology Officer is hij tevens verantwoordelijk voor de Precious Metals Refining business (een onderdeel van Recycling).
Pascal Reymondet bezit een Master of Science diploma van de Stanford University en een ingenieursdiploma van de Ecole Centrale te Parijs. Hij oefende verschillende managementfuncties uit binnen de Degussa groep, inclusief het management van de autokatalysatorenfabrieken in Port Elizabeth en Burlington. Hij vervoegde het Directiecomité van Umicore in 2003 als hoofd van de Precious Metals Products activiteit. In september 2007 werd hij aangesteld als hoofd van Zinc Specialties. In juni 2010 werd hij verantwoordelijk voor de Performance Materials business group. Sinds november 2012 is hij verantwoordelijk voor de business group Catalysis.
1952
Marc Van Sande behaalde een diploma van doctor in de fysica aan de Universitaire Instelling Antwerpen, evenals een MBA. In 1980 vervoegde hij Umicore en bekleedde er diverse functies in de research-, marketing- en productiediensten. In 1993 werd hij Vice-President van de business unit Electro-Optic Materials: in 1999 vervoegde hij het Directiecomité als Executive Vice-President Advanced Materials. Hij was Chief Technology Officer van 2005 tot 2010 en nam daarna de leiding over de business group Energy & Surface Technologies (voorheen Energy Materials).
Stephan Csoma vervoegde Umicore in 1992. Hij beschikt over een diploma economie van de Université Catholique de Louvain (UCL) en een diploma Chinees/Mandarijns van de Fudan University in Shanghai. In het midden van de jaren 1990 startte hij de eerste activiteiten van Umicore in China op. Tussen 2001 en 2005 stond hij aan het hoofd van de business unit Zinc Chemicals en van 2005 tot 2009 was hij Senior Vice-President van Umicore South America. Tussen 2009 en 2012 was hij SVP van de nieuwe afdeling Government Affairs. In 2012 vervoegde hij het Directiecomité als Executive Vice-President van de voormalige business group Performance Materials. Hij nam zijn huidige verantwoordelijkheden op in 2015 en blijft toezicht houden op Government Affairs en Umicore Marketing Services.
Géraldine Nolens vervoegde Umicore in 2009. Ze studeerde rechten in België en Duitsland en behaalde daarna haar LL.M aan de universiteit van Chicago. Ze begon haar loopbaan bij het internationale advocatenkantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton en trad in 2001 in dienst bij GDF Suez (nu Engie), waar ze Electrabels Chief Legal Officer werd voor Zuid-Europa, Frankrijk en de nieuwe Europese markten. Tijdens haar loopbaan werkte en woonde ze in de VS, Duitsland, Italië en België. Ze vervoegde het Directiecomité in 2015. Ze is Chief Counsel van Umicore en is verantwoordelijk voor Environment Health & Safety, Corporate Security en Internal Audit.
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| ECONOMISCH | |||||
| Omzet* | 12.548,0 | 9.819,3 | 8.828,5 | 10.441,9 | 11.085,9 |
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 2.421,4 | 2.363,4 | 2.366,5 | 2.629,0 | 2.667,5 |
| Recurrente EBIT | 372,1 | 304,0 | 273,7 | 330,3 | 350,7 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 16,7 | 13,6 | 12,2 | 13,7 | 14,6 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 149,0 | 140,6 | 143,3 | 144,5 | 155,9 |
| Investeringen | 235,9 | 279,6 | 202,4 | 240,3 | 287,3 |
| Recurrente winst per aandeel (in EUR) | 2,47 | 1,96 | 1,79 | 2,27 | 2,14 |
| Brutodividend (in EUR/aandeel) | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,20 | 1,30 |
| SOCIAAL EN MILIEU | |||||
| Inkomsten gekoppeld aan schone mobiliteit en recyclage | – | – | – | – | 62,0 |
| Totaal donaties (in duizend EUR) | 1.759,18 | 1.612,80 | 1.409,35 | 1.219,38 | 1.289,68 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) – marktgebaseerde methode (in ton) | 701.898 | 690.767 | 664.568 | 710.143 | 666.814 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) – locatiegebaseerde methode (in ton) | – | – | – | – | 739.820 |
| Energieverbruik (in terajoule) | 7.315 | 7.557 | 7.304 | 7.742 | 6.760 |
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) | 10.396 | 10.190 | 10.368 | 10.429 | 9.921 |
| Ongevallen met werkverlet | 49 | 35 | 37 | 47 | 59 |
| Frequentiegraad | 2,86 | 2,08 | 2,16 | 2,66 | 3,34 |
| Ernstgraad | 0,11 | 0,10 | 0,94 | 0,12 | 0,56 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (in %) | 4,3 | 2,6 | 1,8 | 2,3 | 3,2 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | 50,72 | 45,18 | 45,59 | 45,06 | 41,49 |
| Vrijwillige vertrekkers – ratio | 3,20 | 3,33 | 3,42 | 3,35 | 4,10 |
* inclusief de eliminatie van transacties tussen voortgezette en stopgezette activiteiten
Umicore Jaarverslag 2016
Voor inlichtingen en aanvullende informatie, gelieve contact op te nemen met
Broekstraat 31 B-1000 Brussel België
Telefoon: +32 2 227 71 11 www.umicore.com/en/contact
umicore.com
| Relaties met belanghebbenden | 55 |
|---|---|
| Materialiteit | 60 |
| Managementaanpak | 64 |
| Verslag deugdelijk bestuur | 70 |
| Remuneratieverslag | 78 |
| Economische toelichtingen | 88 |
| Financiële toelichtingen | 94 |
| Milieuverklaringen | 176 |
| Sociale verklaringen | 187 |
| Verklaringen over de waardeketen | 200 |
| Betrouwbaarheidsverklaringen | 208 |
| Over dit verslag | 210 |
Umicore is een beursgenoteerde onderneming. In die hoedanigheid onderhoudt ze relaties met een aantal partijen die belang hebben bij de manier waarop zij zaken doet. De relatie die de onderneming met die belanghebbenden opbouwt, heeft een rechtstreekse impact op het succes van de onderneming.
De relaties met belanghebbenden zijn bij Umicore in de eerste plaats gebaseerd op een lokale benadering, waarbij alle sites hun respectieve belanghebbenden moeten identificeren en geschikte manieren dienen te ontwikkelen om hen bij hun activiteiten te betrekken. Die benadering werd geformaliseerd in de Vision 2015-doelstelling met betrekking tot de lokale gemeenschappen. In vele gevallen, zoals in de dialoog met klanten en leveranciers, worden de relaties met belanghebbenden op de eerste plaats door de business units zelf beheerd, in overeenstemming met de gedecentraliseerde wijze waarop Umicore haar activiteiten beheert.
De Horizon 2020-strategie geeft een sterke focus weer op wat van essentieel belang is voor Umicore in de komende vijf jaar. De ontwikkeling van de strategie bracht een specifieke aanpak van belanghebbenden met zich mee, beschreven in het proces van de materialiteitsanalyse in het volgende hoofdstuk.
Op groepsniveau werden de Vision 2015-doelstellingen gedeeltelijk ontwikkeld op basis van de getrokken lessen uit de evaluatie van de duurzaamheidbenadering en -verslaggeving van Umicore door een extern klankbord in 2009. Dat klankbord vervolledigde een interne oefening met vertegenwoordigers van de business units, de gedeelde operationele functies en de corporate departementen. U vindt meer over Umicore's aanpak met belanghebbenden in het licht van haar Horizon 2020-strategie op pagina's page 34-37.
Umicore is een actief lid van verscheidene sectorverenigingen, waar ze met beleidsmakers in contact komt om bij te dragen aan een beter begrip van sectorgerelateerde kwesties. Die verenigingen zijn bovendien belangrijke platformen om mee te werken aan bredere acties voor duurzame ontwikkeling op sectorniveau. Op een minder formeel niveau wordt dikwijls een beroep gedaan op de leden van het senior management van Umicore of ze zijn zelf kandidaat om deel te nemen aan publieke vergaderingen waar de economische prestatie van Umicore of haar duurzaamheidsaanpak worden besproken. Dergelijke evenementen bieden de mogelijkheid om met een reeks groepen in contact te komen, inclusief leidende figuren uit de zakenwereld, academici en de burgerlijke samenleving.
Hieronder beschrijven we de belangrijkste belangengroepen van Umicore. Ze werden zeer algemeen geclassificeerd aan de hand van algemene categorieën van belanghebbenden die voor de meeste industriële organisaties gelden. De beschrijving geeft ook meer inzicht in de aard van de transacties tussen deze belanghebbenden en Umicore en de manier waarop de dialoog verloopt.
Umicore beschikt over drie business groups in vijf continenten. Die business groups hebben niet alleen grondstoffen nodig voor de aanmaak van hun producten maar ook energie, transport en een aantal andere diensten. Wereldwijd werkt Umicore met meer dan 10.000 leveranciers. Die leveranciers plukken de vruchten van de aanwezigheid van Umicore als klant; in 2016 betaalde Umicore de leveranciers ongeveer EUR 9,0 miljard (inclusief de metaalinhoud van grondstoffen).
Umicore staat permanent in contact met haar leveranciers, in de eerste plaats om technische specificaties te bepalen, en ook om wederzijds aanvaardbare voorwaarden te bespreken voor een langdurige samenwerking, zoals snelle en ononderbroken levering van materialen en diensten en tijdige betaling. De business units zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de aankoop van grondstoffen, het departement Purchasing & Transportation staat in voor het transport, energie en andere bevoorradingsnoden van de Groep.
De benadering van Umicore is beschreven in het Charter voor duurzame aankopen. Dit charter is aangevuld met specifieke benaderingen of frameworks, vooral voor een aantal kritische grondstoffen. Onze Horizon 2020-strategie bevat een doelstelling voor duurzame bevoorrading, dat voortbouwt op de ervaring die is opgedaan bij de Vision 2015-doelstelling voor duurzame aankopen. Meer informatie over de behaalde resultaten van die doelstelling vindt u op pagina's 29-31 van dit verslag.
De ambitie van Umicore bestaat erin materialen voor een beter leven ('materials for a better life') te vervaardigen. Die materialen worden teruggevonden in een ruim gamma toepassingen die het dagelijkse leven comfortabeler maken en een bijdrage leveren aan een schoner milieu.
56
Umicore heeft een internationale klantenbasis: 51% van de inkomsten van 2016 werd buiten Europa gegenereerd.
De business units zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van hun klanten om de gevaren en risico's van producten die ofwel al op de markt zijn of nog in ontwikkeling zijn, beter te kunnen begrijpen. De interactie met de klanten is een continu proces dat door de business units wordt beheerd. Alle business units beschikken over een terugkoppelingsproces om de tevredenheid van de klanten over hun producten en diensten geregeld te controleren. In de meer technologisch geavanceerde activiteiten is de relatie met de klant vaak sterk geïntegreerd. Het ontwikkelen van geavanceerde producten vergt vaak jaren van onderzoek en ontwikkeling in directe samenwerking met deze klanten.
Umicore en haar geassocieerde ondernemingen stellen wereldwijd zo'n 10.000 mensen tewerk. De onderneming investeert aanzienlijke middelen in haar status als aantrekkelijke werkgever in alle regio's waar zij actief is. In 2016 betaalde Umicore in totaal EUR 540 miljoen lonen en andere personeelsvoordelen uit aan de werknemers van haar volledig geconsolideerde ondernemingen. De sociale lasten bedroegen in totaal EUR 95 miljoen.
Umicore wil haar werknemers niet alleen competitieve loon- en arbeidsvoorwaarden maar ook de noodzakelijke professionele opleiding aanbieden. Van de werknemers wordt verwacht dat ze de principes en de beleidslijnen van The Umicore Way en de Gedragscode van Umicore naleven. Umicore hecht veel belang aan een open dialoog met haar medewerkers en organiseert in het kader daarvan een driejaarlijkse personeelsenquête.
Waar vereist, respecteert Umicore het principe van de collectieve onderhandeling. Hoewel dit een gangbare praktijk is in Europa, zijn mechanismen voor collectieve onderhandelingen en vakbonden in andere locaties minder gebruikelijk of zijn ze onderworpen aan lokale wettelijke beperkingen. Umicore ondertekende een duurzaam ontwikkelingsakkoord met de internationale vakbond IndustriALL over de wereldwijde toepassing doorheen de Groep van haar beleid op het vlak van mensenrechten, gelijke kansen, arbeidsvoorwaarden, ethisch gedrag en bescherming van het milieu. Dit akkoord laat vakbonden toe constructief deel te nemen aan het nastreven van die doelstellingen. Een gemeenschappelijk controlecomité, dat uit beide partijen bestaat, ziet toe op de implementatie van het duurzaam ontwikkelingsakkoord.
Het intranet van de Groep en nieuwsbrieven van Umicore en haar business units, zijn bijkomende communicatiekanalen op bedrijfsniveau. Umicore gebruikt een 'learning management platform' voor de hele Groep genaamd 'My Campus'. Dit platform omvat ook een sociaal samenwerkingsinstrument dat het delen van kennis binnen de onderneming bevordert.
De investeerders van Umicore zijn sterk gediversifieerd. Op het einde van 2016 situeerden zich de meeste aandeelhouders in Europa en Noord-Amerika. De meest recente informatie over Umicore's aandeelhouders vindt u op onze website.
Umicore streeft ernaar tijdig nauwkeurige bedrijfsinformatie ter beschikking te stellen van de beleggersgemeenschap. Deze communicatie-inspanningen omvatten management roadshows en bedrijfsbezoeken, conferenties, beurzen voor individuele beleggers, webcasts en conference calls. In 2016 publiceerden 18 beurshuizen analyserapporten over Umicore.
De schuldeisers van Umicore zijn hoofdzakelijk banken. Umicore beschikt over kredietlijnen bij talrijke banken in België en het buitenland.
De relaties met de banken worden vooral beheerd door het departement Financiën, hoewel elke juridische entiteit van Umicore zakelijke relaties onderhoudt met de financiële wereld.
Via tewerkstelling draagt Umicore bij tot de welvaart in de regio's waar ze actief is. Hoewel het creëren van welvaart een duidelijk voordeel is, is ook de manier waarop dit gebeurt erg belangrijk. Uiteindelijk kan Umicore haar activiteiten maar blijven ontplooien
als de samenleving dit toelaat. Om deze toestemming te behouden, tracht Umicore zoveel mogelijk te werken op een manier die de duurzame ontwikkeling bevordert. Dat gaat verder dan zich houden aan de wettelijke grenzen die aan elk bedrijf worden opgelegd. Umicore bepaalt haar eigen normen die in de hele Groep worden toegepast en die vaak veel verder gaan dan de wettelijke vereisten in de domeinen waar de onderneming actief is. Naast die inzet voor duurzame operationele praktijken streeft Umicore er ook naar materialen te ontwikkelen die de levenskwaliteit verhogen.
Contact met de gemeenschappen waar Umicore haar activiteiten ontplooit, is de meest directe manier waarop de onderneming met de samenleving kan interageren. Een open en transparante dialoog met die gemeenschappen maakt integraal deel uit van de verbintenis van Umicore tegenover haar belanghebbenden. Bepaalde maatschappelijke groeperingen (zoals niet-gouvernementele organisaties) vragen ook geregeld inspraak in de operaties van Umicore en de manier waarop zij zaken doet. Umicore waardeert deze belangstelling en tracht op een open en constructieve manier met die groepen in dialoog te treden.
Umicore schenkt op site- en groepsniveau vrijwillige bijdragen aan een aantal goede doelen, in lijn met het interne beleid en de interne richtlijnen. Umicore beheert betrokkenheidsinspanningen die op groepsniveau geleverd worden via een Groep Donatiecomité, dat bevoegd is voor de contacten met de maatschappelijke groeperingen en het bepalen van de dimensie van de samenwerkingsverbanden op groepsniveau. Meer informatie over deze initiatieven in 2016 vindt u op pagina's 206-207 van dit verslag.
Umicore investeert in verschillende economische activiteiten waarin ze geen volledige managementcontrole heeft. Geassocieerde ondernemingen zijn ondernemingen waarin Umicore een belangrijke invloed heeft op het financiële en operationele beleid maar waarover ze geen controle heeft. Meestal bezit Umicore 20% tot 50% van de stemrechten, terwijl bij joint ventures het eigendom en de controle meestal volgens een 50:50 regeling zijn verdeeld. Het bundelen van krachten wordt gezien als een manier om technologische ontwikkelingen te versnellen of toegang te krijgen tot specifieke markten. Van de 10 geassocieerde ondernemingen en joint ventures heeft Umicore de effectieve controle van het management in de helft van de gevallen. Door een vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van geassocieerde ondernemingen of joint ventures kan Umicore het management controleren en richting geven of de ontwikkeling van de activiteiten opvolgen. Hoewel Umicore niet haar eigen beleidskeuzes en procedures kan opleggen aan geassocieerde ondernemingen (of joint ventures waar ze niet over de meerderheid van de stemrechten beschikt), wordt wel duidelijk gecommuniceerd dat Umicore verwacht dat de activiteiten worden gevoerd in overeenstemming met The Umicore Way.
Umicore is zeer strikt in het beschermen van eender welke intellectuele eigendom die ze deelt met geassocieerde ondernemingen of joint-venturepartners. Een volledige lijst van geassocieerde ondernemingen en joint-venturebedrijven vindt u op pagina's 117-188 van dit verslag.
Umicore betaalde in totaal EUR 66 miljoen belastingen als resultaat van haar activiteiten in 2016. Umicore en haar werknemers betaalden in totaal ongeveer EUR 95 miljoen aan sociale bijdragen. Umicore gaat geregeld samenwerkingen aan met openbare instellingen zoals universiteiten om bepaalde onderzoeksprojecten te bevorderen. Af en toe worden er samenwerkingen aangegaan met en onderzoekstoelagen verkregen van publieke organisaties. In totaal werden in 2016 ongeveer EUR 5,7 miljoen toelagen toegekend, hoofdzakelijk voor geplande O&O-projecten. In 2016 ontving Umicore bovendien EUR 7,2 miljoen uit hoofde van eerder toegekende toelagen. Het beleid van de onderneming sluit schenkingen aan politieke partijen en organisaties uit.
In 2016 bleef Umicore inspanningen leveren om beleidsmaking te begeleiden en contacten met publieke overheden wereldwijd te bevorderen. Die inspanningen worden gecoördineerd via het departement Government Affairs en zijn hoofdzakelijk gericht op Europa, Noord-Amerika en op China. Umicore wil het profiel van en het inzicht in haar technologieën verhogen en deelnemen aan besprekingen over materiaalgerelateerde thema's. In Europa omvat dit drie centrale onderwerpen: het efficiënt gebruik van grondstoffen via beleid over afval en grondstoffen alsook via aandacht voor de ontwikkelingen in de circulaire economie in de EU; geavanceerde materialen als een sleuteltechnologie die koolstofarme technologieën mogelijk maken; materiaaltechnologieën voor de
zuivering van uitlaatgassen van auto's en vrachtwagens met brandstofmotoren. De initiatieven van Umicore hebben ook betrekking op de toegang tot Europese en nationale overheidsfinanciering en innovatienetwerken, vooral voor programma's die baanbrekende technologieën met een gunstig milieueffect ondersteunen.
In een aantal gevallen worden Umicore-experts uitgenodigd als lid van werkgroepen en panels geïnitieerd door Europese of nationale autoriteiten. Zo maken we onder andere deel uit van het 'European Innovation Partnership for Raw Materials', het 'European Resource Efficiency Platform', de 'High Level Group on Key Enabling Technologies, de stuurgroep van EMIRI (Energy Materials Industrial Research Initiative) en het ERA-MIN netwerk voor de industriële verwerking van grondstoffen voor de Europese industrieën. Bovendien is Umicore een van de meer dan 100 partners in 'Knowledge and Innovation Community on Raw Materials', een consortium dat de toegang tot, de beschikbaarheid en het efficiënt gebruik van grondstoffen in Europa aanpakt.
Als er bepaalde problemen ontstaan die Umicore aanbelangen, deelt Umicore haar standpunt meestal mee via de sectorverenigingen waarvan ze deel uitmaakt. De onderneming is zich bewust van de gevoeligheden verbonden aan het innemen van standpunten over zaken die van openbaar belang zijn. Met dit in het achterhoofd heeft Umicore richtlijnen voor heel de Groep aangenomen die verduidelijken hoe dit dient te gebeuren op een verantwoorde manier (beschikbaar op de website). Hieronder worden de belangrijkste organisaties weergegeven waarin Umicore momenteel vertegenwoordigd is (zowel op het niveau van de Groep als van de business units):
European Battery Recycling Association (EBRA)
International Association of Portable Rechargeable Batteries (RECHARGE)
Umicore gebruikte het grootste deel van haar totale inkomen voor het metaalgedeelte van grondstoffen (deze kost wordt meestal doorgerekend aan de klant). Na aftrek van andere grondstofkosten, energiekosten en afschrijvingen bedroeg de economische meerwaarde voor verdere verdeling EUR 862 miljoen.
Het grootste deel (EUR 640 miljoen) werd verdeeld onder de werknemers in de vorm van lonen en andere werknemersvoordelen. Het grootste deel van de werknemersvoordelen werd in de vorm van lonen uitbetaald. De rest omvatte nationale sociale zekerheidsbijdragen, pensioenen en andere voordelen. Netto-interesten aan crediteuren bedroegen EUR 6 miljoen en de belastingen aan de overheden en autoriteiten waar Umicore actief is bedroegen in het total EUR 66 miljoen. De winst die aan de minderheidsaandeelhouders werd uitgekeerd, bedroeg EUR 11 miljoen.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders op de algemene aandeelhoudersvergadering in april 2017 zal een brutodividend van EUR 1,30 per aandeel voor het jaar 2015 uitbetaald worden. Dit zal leiden tot een totale voorlopige uitbetaling van EUR 142 miljoen (gebaseerd op het aantal uitstaande aandelen aan het einde van 2016). Een deel van dit bedrag werd al uitbetaald in september 2016 onder de vorm van een interimdividend en het resterende bedrag zal in 2017 worden uitbetaald. Dit is conform het beleid van Umicore om een stabiel of geleidelijk groeiend dividend te betalen. Umicore besteedde ongeveer EUR 1,2 miljoen aan donaties voor goede doelen.
(INCLUSIEF BIJDRAGE VAN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN) ECONOMISCHE MEERWAARDE
Horizon 2020 is een vervolg op Umicore's strategische keuzes van de afgelopen tien jaar en omvat een reeks uitdagende economische, sociale en ecologische doelstellingen voor het bedrijf.
Bij de definitie van de ecologische en sociale doelstellingen voor de Horizon 2020-strategie werd een materialiteitsanalyse uitgevoerd om die gebieden te identificeren die duurzaamheid mogelijks in een groter concurrentievoordeel kunnen omzetten. Dit hield de volgende stappen in:
In 2014-15 onderzocht het Directiecomité grondig de vier megatrends die ten grondslag liggen aan Umicore's groei-ambities. Hieruit is duidelijk gebleken dat drie van deze vier belangrijke megatrends nog sterker werden: grondstoffenschaarste, de behoefte aan schone lucht en voertuigelektrificatie (zie pagina 11-13 voor meer informatie over deze megatrends). Het enige gebied waar het landschap aanzienlijk veranderde, was dat van de fotovoltaïsche energie, de vierde megatrend, waar de markt wegens een combinatie van economische en technologische keuzes minder gunstig werd voor de hoogwaardige oplossingen van Umicore. Op basis van het onderzoek koos het Directiecomité ervoor om Umicore's Horizon 2020-groei-ambities te richten op die activiteiten die verband houden met het streven naar schone lucht (autokatalysatoren), voertuigelektrificatie (herlaadbare batterijmaterialen) en de gebieden waar een efficiënt grondstoffengebruik centraal staat, via ons gesloten kringloop bedrijfsmodel, dat de recyclage van edel- en speciale metalen verzekert. Deze activiteiten zullen daarom een vitale rol spelen in onze ambitie om de winst van Umicore tegen 2020 te verdubbelen.
Wat betreft duurzame prestaties kon Vision 2015 grotendeels positieve resultaten voorleggen. Op het gebied van milieu hebben we de uitstoot van CO2 en de metaalemissies naar water en lucht aanzienlijk beperkt en onze doelstellingen in alle drie gevallen overtroffen.
We maakten ook een grote vooruitgang op het gebied van de ontwikkeling van onze medewerkers en de relaties met onze belanghebbenden. De personeelsenquête van 2014 wees op een grote mate van betrokkenheid en tevredenheid onder onze medewerkers. Tegen 2015 had de grote meerderheid van onze werknemers een jaarlijkse evaluatie en ontwikkelingsplan gekregen en hadden we ook veel vooruitgang geboekt in de verdere beperking van het blootstellingsniveau van onze medewerkers aan verschillende metalen. Op het gebied van duurzame aankopen hebben we voortgebouwd op onze reputatie als pionier wat betreft de invoering van ons Charter voor Duurzame Aankopen en de invoering van een conflictvrije-certificering voor onze activiteiten.
Het enige vlak waarop de prestaties ondermaats waren, was veiligheid. We hadden voor onszelf het doel vooropgesteld om een ongevallenvrij bedrijf te worden tegen 2015 maar, hoewel onze veiligheidsprestaties zijn verbeterd, hebben we dit doel niet behaald.
De uitdaging voor Horizon 2020 is te verzekeren dat we de vooruitgang die we op bepaalde gebieden hebben geboekt in stand houden, dat we blijvend aandacht hebben voor onderwerpen zoals veiligheid, waar we onze doelstellingen nog niet volledig konden waarmaken, en dat we doelstellingen formuleren die de concurrentiepositie van Umicore duidelijker kunnen verstevigen. De algemene status kan als volgt worden samengevat:
De voordelen vasthouden – koolstof- en metaalemissies, aantrekkelijke werkgever, lokale gemeenschap. Hoewel we het niet nodig achten om een bijkomend doel vast te stellen voor deze thema's, blijven we de impact en prestaties uiteraard nog wel meten en rapporteren wanneer dit relevant is vanuit materieel standpunt.
61
Kon beter – veiligheid en blootstelling op het werk. We blijven ernaar streven om het aantal ongevallen en overschrijdingen van het blootstellingsniveau de komende vijf jaar tot nul te herleiden.
Concurrentievoordeel – duurzame bevoorrading. In de periode 2011-2015 maakte Umicore goede vorderingen in het uitrollen van haar Charter voor Duurzame Aankopen onder haar leveranciers en bouwde het bedrijf een stevige reputatie op het gebied van ethische bevoorrading op. Deze aanpak ligt in de lijn van de Umicore-waarden en is ongetwijfeld de juiste weg. Er gaat echter ook een economische kost mee gepaard, die klanten vandaag slechts beginnen te aanvaarden. Met Horizon 2020 wil Umicore die benadering van duurzame bevoorrading benutten om het concurrentievoordeel in specifieke business units te verhogen.
Met de activiteiten gelinkt aan schone lucht, voertuigelektrificatie en recyclage als de belangrijkste drijfveren van Umicore's groei, hebben we ons vervolgens gericht op het zoeken naar andere onderwerpen die van materieel belang worden geacht door onze eigen business units en door onze belangrijke groepen van belanghebbenden (zie vorig hoofdstuk).
Een eerste lijst met materiële onderwerpen werd opgemaakt op basis van de resultaten van Vision 2015 (zie hierboven). Er werd bijvoorbeeld besloten dat veiligheid – en meer specifiek het nastreven van een ongevallenvrije werkplek – een Horizon 2020-doelstelling moest zijn, ongeacht eventuele feedback van belanghebbenden. Andere potentiële onderwerpen werden geïdentificeerd via de rechtstreekse feedback van belanghebbenden. Hiertoe behoorden de bevindingen van de jaarlijkse interne bedrijfsrisicobeoordeling, de resultaten van de 2014 People Survey voor alle werknemers, de gegevens van de invoering van Umicore's APS-tool ("Assessment of Product and services Sustainability"; beoordeling van duurzaamheid van producten en diensten) tussen 2012 en 2015 en rechtstreekse vragen van klanten aan Umicore of haar business units.
Op bedrijfsniveau hebben we vervolgens materiële onderwerpen gescreend bij bedrijven uit onze peer-groep en klanten, evenals potentieel relevante onderwerpen besproken door internationale bedrijfsgroepen, onderzoeksgroepen en media.
Alle belangrijke onderwerpen die we hadden geïdentificeerd bij het onderzoeken van de materialiteit werden gebruikt om een voorlopige materialiteitsmatrix op te stellen. De relevantie van deze onderwerpen voor Umicore werd beoordeeld door een projectteam en besproken met de EHS- en HR corporate-teams. De voorlopige matrix, die ongeveer 65 onderwerpen bevatte, werd gedetailleerder uitgewerkt door de managementteams van de business units. Op basis van de feedback van de business units werd een herwerkte versie van de materialiteitsmatrix voor de Umicore Groep samengesteld, bestaande uit 25 onderwerpen in het hoogste kwartiel van de matrix. Deze 25 thema's vormden de basis van de interne materialiteitstests en werden voor referentiedoeleinden samengebracht in vijf categorieën: Bevoorrading, Producten, Operationele uitmuntendheid, Personeelszaken, Gezondheid en veiligheid.
De lijst met materiële onderwerpen werd vervolgens uitgetest aan de hand van een online enquête die naar 48 belanghebbenden werd gestuurd. Deze belanghebbenden – gaande van investeerders tot klanten en werknemers – gaven hun feedback over hun eigen rangschikking van de onderwerpen.
Op basis van de resultaten van de eerste twee fasen hebben we de reikwijdte van de doelstellingen van Horizon 2020 vastgelegd. Dit is waar Umicore zich het sterkst op zal richten in de periode 2016-2020. De doelstellingen werden in vier thema's ondergebracht: Economie, Waardeketen en Maatschappij, Eco-efficiëntie en Aantrekkelijke Werkplek.
We hebben ook een aantal onderwerpen geïdentificeerd die Umicore en haar belanghebbenden als belangrijk hebben gemarkeerd voor managementdoeleinden en die onderdeel van het rapport moeten blijven uitmaken, hoewel ze niet tot een specifieke Horizon 2020-doelstelling behoren(1).
(1) Eén voorbeeld is CO2-uitstoot. In onze Vision 2015-beoordeling hebben we vastgesteld dat het absolute niveau van onze CO2-uitstoot zo afhankelijk is van de energiemix van de landen waarin we actief zijn dat het geen zin had om een specifieke doelstelling betreffende de beperking van de CO2-uitstoot te blijven nastreven. Veel belanghebbenden verwachten echter nog steeds dat Umicore hierover rapporteert en dat deze gegevens deel blijven uitmaken van de reikwijdte van het verslag.
Een vereenvoudigd schema met de clustering van de belangrijkste materiële onderwerpen en hoe ze vertaald kunnen worden in de Horizon 2020-doelstellingen vindt u hieronder:
| BELANGRIJKSTE MATERIËLE BELANGRIJKSTE BETROKKEN GROEPEN VAN ONDERWERPEN PER CLUSTER BELANGHEBBENDEN |
VERTALING IN DOELSTELLING VOOR HORIZON 2020-STRATEGIE(1) |
GERELATEERD AAN HORIZON 2020 |
||
|---|---|---|---|---|
| BEVOORRADING | DUURZAME BEVOORRADING | WAARDEKETEN EN | ||
| Grondstoffenschaarste | Maatschappij, Overheidssector en autoriteiten, Klanten |
Umicore wil een groter concurrentievoordeel opbouwen door haar duurzaamheidsexpertise |
MAATSCHAPPIJ | |
| Kriticiteit van grondstoffen | Maatschappij, Overheidssector en autoriteiten | in de bevoorradingsketen optimaal te benutten. | ||
| Storingen in bevoorrading | Klanten, Investeerders en aandeelhouders | Dit zal voornamelijk gebeuren door onze | ||
| Gebruik van gerecycleerde inputmaterialen |
Klanten | bevoorrading veilig te stellen en ons gesloten kringloop aanbod te promoten. |
||
| Recycleerbaarheid en mogelijkheid om de kringloop te sluiten |
Leveranciers, Klanten, Overheidssector en autoriteiten, Maatschappij |
|||
| Duurzaamheid van toeleveringsketen/ verantwoordelijke bevoorrading |
Leveranciers, Overheidssector en autoriteiten, Klanten |
|||
| Screening van leveranciers | Leveranciers, Klanten, Overheidssector en autoriteiten, Maatschappij |
|||
| PRODUCTEN | DUURZAME PRODUCTEN EN DIENSTEN | |||
| Levenscyclusbenadering | Klanten, Leveranciers, Overheidssector en autoriteiten |
Umicore zal selectieve producten en diensten blijven ontwikkelen die specifieke |
||
| Giftige stoffen en geleidelijk uitfaseren of bannen |
Klanten, Leveranciers, Overheidssector en autoriteiten |
duurzaamheidsvoordelen hebben en die voor een nog betere concurrentiepositie zorgen. |
||
| Product stewardship | Klanten, Overheidssector en autoriteiten, Investeerders en aandeelhouders |
|||
| Openbare gezondheid en veiligheid | Maatschappij, Overheidssector en autoriteiten | |||
| Opportuniteiten en risico's van technologieën en producten |
Klanten, Investeerders en aandeelhouders, Maatschappij |
|||
| Grondstoffenefficiënte producten en productie |
Klanten, Leveranciers, Overheidssector en autoriteiten |
|||
| OPERATIONELE UITMUNTENDHEID | ECO-EFFICIËNTIE | ECO-EFFICIËNTIE | ||
| Energieverbruik en -efficiëntie | Overheidssector en autoriteiten, Investeerders en aandeelhouders |
Umicore zal stappen ondernemen om de waarde te verhogen via een nog efficiënter gebruik van |
||
| Grondstoffenefficiënte producten en productie |
Overheidssector en autoriteiten, Investeerders en aandeelhouders |
metalen, energie en andere materies in haar activiteiten. De focus ligt op de verbetering van |
||
| Opportuniteiten en risico's van technologieën en producten |
Klanten, Investeerders en aandeelhouders | onze energie-efficiëntie. | ||
| HUMAN RESOURCES | BETROKKENHEID VAN MEDEWERKERS | AANTREKKELIJKE | ||
| Aantrekken en behouden van talent | Werknemers, Maatschappij, Investeerders en aandeelhouders |
Umicore zal haar concurrentievermogen vrijwaren of verbeteren door verdere vooruitgang te boeken |
WERKPLEKRK | |
| Diversiteit en inclusie | Werknemers, Maatschappij, Overheidssector en autoriteiten |
op het gebied van de betrokkenheid van de medewerkers met een specifieke focus op het |
||
| Opleiding en ontwikkeling van werknemers |
Werknemers, Maatschappij | aantrekken en behouden van talent, diversiteit en inzetbaarheid. |
||
| GEZONDHEID EN VEILIGHEID | GEZONDHEID EN VEILIGHEID | |||
| Veiligheid op het werk | Werknemers | Umicore streeft ernaar een ongevallenvrije werkplek | ||
| Procesveiligheid | Werknemers, Klanten | te worden. | ||
| Gezondheid op het werk | Werknemers, Overheidssector en autoriteiten |
Umicore zal stappen ondernemen om de blootstelling van medewerkers aan bepaalde metalen verder te verminderen. |
(1) Andere onderwerpen die als materieel werden aangeduid door minstens één groep van belanghebbenden tijdens de materialiteitsanalyse, maar die niet zijn toegekend aan een specifieke Horizon 2020-doelstelling (bv. CO2- of metaalemissies) zijn vermeld in het hoofdstuk "Verklaringen" van het verslag.
63
De matrix en de vertaling ervan in specifieke milieu- en sociale doelstellingen werd door het Directiecomité gevalideerd in februari 2016. De economische doelstellingen en groei-ambities werden eerder gevalideerd in 2015. Bijgevolg vinden we dat onze Horizon 2020-doelstellingen en de informatie die we rapporteren in dit document de externe vereisten en onze eigen interne behoeften op een evenwichtige manier weerspiegelen en een adequate waardering van onze prestaties toelaten.
De economische, ecologische en sociale doelstellingen van Horizon 2020 zijn:
– Umicore zal stappen ondernemen om de waarde te verhogen via een nog efficiënter gebruik van metalen, energie en andere materies in haar activiteiten
Onze aanpak wat betreft duurzame ontwikkeling vloeit in de eerste plaats voort uit onze visie, waarden en organisatorische principes zoals vermeld in The Umicore Way.
Op basis van The Umicore Way en in de context van de economische, maatschappelijke en ecologische trends hebben we onze Horizon 2020-strategie ontwikkeld. Deze strategie zet onze economische, sociale en ecologische ambities voor 2020 en later uiteen en ligt in het verlengde van onze Vision 2015-strategie.
Het proces voor de definitie van de doelstellingen inzake milieu en maatschappij binnen Horizon 2020 omvatte een gestructureerde dialoog met het management van elke business unit, in het bijzonder om de sociale en ecologische thema's te bepalen die een groter concurrentievoordeel met zich kunnen brengen. Om te verzekeren dat de strategie voldoende beantwoordt aan de verwachtingen van buitenaf, voerden we ook een online enquête onder de belanghebbenden. In februari 2016 werden de doelstellingen door het Directiecomité besproken en goedgekeurd. Voor meer informatie raadpleegt u onze materialiteitsanalyse op pagina's 60-63.
Om onze Horizon 2020-ambities te kunnen waarmaken, hebben we specifieke doelstellingen ontwikkeld en deze gegroepeerd in vier hoofdthema's. Drie van de thema's werden behouden uit Vision 2015, het thema "Betrokkenheid van belanghebbenden" werd vervangen door "Waardeketen en maatschappij" om onze ambitie om een meer holistisch beeld te krijgen op Umicore's aanwezigheid in en impact op de totale waardeketen te onderstrepen.
De verschillende componenten die hieronder worden beschreven, zoals de beleidslijnen, verantwoordelijkheden en evaluatie, zorgen ervoor dat nauwlettend wordt toegezien op onze economische, ecologische en sociale prestaties.
Naast The Umicore Way hebben we ook een algemeen kader voor ethische bedrijfspraktijken opgebouwd via onze Gedragscode en het Corporate Governance Charter, een document waarin onze managementfilosofie en bestuursprincipes zijn uiteengezet. Er werden ook een aantal interne beleidslijnen gecreëerd ter ondersteuning van onze visie en waarden, waaronder Veiligheid, Mensenrechten en Arbeidsomstandigheden, Opleiding en ontwikkeling, Donaties en sponsoring.
De eindverantwoordelijkheid voor alle aspecten van Umicore's business ligt bij het Directiecomité. De brede duurzaamheidsaanpak wordt aangestuurd door een team bestaand uit vertegenwoordigers van Milieu, Gezondheid en veiligheid, Personeelszaken, Financiën en Aankoop en transport. Dit team moet ervoor zorgen dat de diverse duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen tot stand komen en de vereiste goedkeuringen worden verkregen, maar ook dat de business units worden begeleid in hun inspanningen om deze
doelstellingen te helpen bereiken. Op segmentniveau vallen de economische / financiële, ecologische en sociale prestaties onder de verantwoordelijkheid van de Executive Vice President van die entiteit. Op business unit-niveau staat het hoofd van de business unit in voor deze aspecten. Op siteniveau is de sitemanager verantwoordelijk voor de economische, sociale en ecologische prestaties van de site.
Corporate EHS en Corporate HR hebben gedetailleerde technische begeleidingsnota's opgesteld voor de business units en sites om voor een gezamenlijk begrip van de concepten, definities, rollen en verantwoordelijkheden te zorgen. Elk jaar worden er regelmatig workshops en vergaderingen georganiseerd op verschillende niveaus van de organisatie om de beste praktijken uit te wisselen.
De vooruitgang wat betreft de doelstellingen van de Groep wordt jaarlijks afgemeten aan een aantal KPI's die worden gerapporteerd via een groepsgegevensbeheersysteem. De gegevens worden verzameld en gerapporteerd op het desbetreffende entiteitsniveau: site, business unit of Umicore Groep.
Andere prestatie-indicatoren die relevant zijn voor de sociale en ecologische prestaties van het bedrijf worden ook gemeten en gerapporteerd voor zover ze relevant zijn in het kader van Umicore's activiteiten. Corporate EHS, Corporate HR en Corporate Finance voegen de prestaties van de business units samen op Groepsniveau om Umicore's algemene vooruitgang wat betreft de Horizon 2020-doelstellingen te beoordelen.
De ter plaatse ingewonnen gegevens met betrekking tot de sociale en ecologische prestaties en vooruitgang wat betreft de doelstellingen worden gecontroleerd door Umicore's interne teams. Daarnaast gebruikt Umicore een assurance provider om haar sociale en ecologische data te controleren. Sinds 2011 werd deze functie ingevuld door hetzelfde bedrijf dat instaat voor de audit van Umicore's financiële gegevens – PricewaterhouseCoopers (PwC). PwC evalueert de volledigheid en betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens, evenals de robuustheid van het geassocieerde gegevensbeheersysteem. Waar nodig worden de prestatie-indicatoren en rapporteringsprocessen herzien en bijgewerkt na elke assurance cycle in het kader van een proces van continue verbetering.
In The Umicore Way verklaren we het volgende
"We ontwikkelen, produceren, gebruiken, verkopen en recycleren metaalgerelateerde materialen en we dragen bij tot oplossingen gebaseerd op materialen. We combineren onze competenties in metallurgie, chemie en materiaalwetenschap met een grondige kennis van de behoeften, toepassingen en systemen van onze klanten. We focussen op de bedrijfsgebieden waarin we leidende posities kunnen innemen die erkend worden door onze klanten en waardoor we waarde kunnen creëren. We willen de voorkeurspartner van onze klanten worden. We streven ernaar onze business te doen groeien via de competentie van onze medewerkers, uitmuntendheid in activiteiten en technologische innovatie."
In het kader van onze Horizon 2020-strategie hebben we specifieke groeigebieden geïdentificeerd met betrekking tot maatschappelijke en ecologische megatrends en we verwachten dat we via deze groeigebieden de recurrente EBIT kunnen verdubbelen tussen 2014 en 2020. We baseerden ons hiervoor op de analyse van de levensduur van de megatrends die relevant zijn voor Umicore tijdens de Vision 2015-strategie.
Hieronder vindt u meer informatie over de volgende elementen:
Umicore wil economische waarde genereren via haar bestaande activiteiten en eventuele overnames of organische groeiinitiatieven in lijn met haar algemene strategie. Dit houdt het genereren van een rendement op ingezet kapitaal in (recurrente bedrijfswinst vóór belastingen / gemiddeld ingezet kapitaal voor de periode) groter dan de algemene kapitaalkost vóór belastingen van de Groep. Deze kapitaalkost kan van tijd tot tijd variëren al naargelang van ons risicoprofiel en de toestand van de obligatie- en aandelenmarkten in de wereld. Ons beoogd rendement op ingezet kapitaal (ROCE) in het kader van Horizon 2020 is meer dan 15%.
Investeringen worden van geval tot geval beoordeeld: overnames worden normaal verwacht winstgevend te zijn in een vroege fase van hun integratie en kort erna de waarde te verhogen. Gelijkaardige criteria bestaan voor organische investeringen, hoewel het nastreven van groei op langere termijn steevast een langer zicht op de verwachte opbrengsten vereist.
Op het gebied van operationele prestaties wordt een nadruk gelegd op ROCE. We hebben te maken met edel- en andere zeldzame metalen en daarom hebben we een relatief hoge werkkapitaalintensiteit. Operationele managers worden dan ook gestimuleerd om de prestaties te beheren vanuit het standpunt van zowel winst als van de minimalisering van het operationeel ingezette kapitaal.
Umicore streeft naar waardecreatie voor haar aandeelhouders op middellange termijn. Dit is in de eerste plaats mogelijk via solide operationele prestaties zoals hierboven uiteengezet. We willen onze bestaande activiteiten doen groeien en ook markten met een aantrekkelijk groeipotentieel aanboren en leidende posities veroveren op deze markten (zie hieronder). Direct aandeelhoudersrendement wordt gerealiseerd door de betaling van dividenden die uitgekeerd worden via een interim-dividend in oktober en het verschil na de gewone algemene vergadering eind april (voor meer informatie over het dividendenbeleid raadpleegt u deze pagina). Umicore heeft een beleid om een stabiel of geleidelijk stijgend dividend uit te betalen (voor de historiek van de dividenduitkeringen klikt hier). We kunnen aandeelhouders ook van tijd tot tijd op een andere manier geld uitkeren, bijvoorbeeld door inkoop of vernietiging van eigen aandelen.
Umicore wil haar business veiligstellen via een gezond financieel management en door een sterke balans te handhaven. We hebben geen vastgelegd doel met betrekking tot onze schuldenlast, maar we willen te allen tijde een "investment grade"-status behouden. We streven ook naar een gezond evenwicht tussen kortetermijn- en langeretermijnschuld en tussen schuld aan vaste en variabele rentevoeten. Dankzij deze benadering, gekoppeld aan sterke kasstroomgenerering, kunnen we het overgrote deel van onze eigen groei-initiatieven zelf financieren.
Als materiaaltechnologiegroep hangt het toekomstige succes en de financiële duurzaamheid van onze activiteit af van ons vermogen om innovatieve producten en diensten te ontwikkelen en deze met succes te introduceren. Met dit in het achterhoofd investeren we voortdurend in onderzoek en ontwikkeling, met het equivalent van 5% tot 7% van de inkomsten die elk jaar tekenend aan R&D worden besteed.
In het kader van onze Horizon 2020-strategie wil Umicore marktleidersposities behouden in recyclage- en schonemobiliteitsmaterialen. De aard van onze activiteit, die bestaat uit producten voor uiterst specifieke toepassingen, betekent dat we niet aanwezig zijn in een land dat of regio die een aanzienlijk deel van de economie van dat land of die regio uitmaakt. Onze activiteit is wereldwijd van aard met 59 productiesites in 25 landen.
Onze aanpak wat betreft financieel en economisch management vloeit in de eerste plaats voort uit onze visie, waarden en organisatorische principes van The Umicore Way. Specifieke interne beleidslijnen werden ontwikkeld om de benadering van het bedrijf te kaderen wat betreft specifieke financiële en economische aspecten, waaronder: Dividend, Financiering en investering, Verrekenprijzen, Kredietbeheer, Hedging, Investeringsuitgave en Fusies en overnames.
De verantwoordelijkheid voor de economische en financiële prestaties van Umicore ligt bij het Directiecomité. Elke Executive Vice President staat in voor de algemene financiële prestaties van zijn/haar segment. De Chief Technology Officer en zijn/haar organisatie houdt toezicht op het technologieportfolio van de groep en onze algemene R&D-activiteiten. Op business unitniveau is het hoofd van de business unit verantwoordelijk voor de algemene financiële prestaties van de business unit. De Chief Financial Officer houdt
67
algemeen toezicht op de financiële en economische prestaties van de Groep en wordt ondersteund door een Corporate Financeteam dat specifieke expertisecentra omvat die aspecten dekken zoals belastingen, liquiditeitsbeheer, boekhouding en controle en de interne controleomgeving. Op business unit-niveau zijn de financiële controleurs verantwoordelijk voor het beheer van de financiële en rapporteringsaspecten van de business unit.
In The Umicore Way onderschrijft Umicore een aantal principes om haar milieuprestaties continu te verbeteren. Als materiaaltechnologiebedrijf actief in de sector van de speciale chemische producten hebben we van energie-efficiëntie de belangrijkste aan milieu gerelateerde doelstelling gemaakt in het kader van onze Horizon 2020-strategie. Deze doelstelling bouwt voort op de wijdverbreide implementatie van energie-efficiëntiebeoordelingen over de hele groep. Deze doelstelling is volgens ons het meest materiële milieuaspect van onze activiteit en wat voor onze verschillende belanghebbenden het belangrijkst is (zie onze materialiteitsanalyse op pagina's 60-63). De prestatiebeoordeling wat betreft energie-efficiëntie wordt gerapporteerd in het hoofdstuk Eco-efficiëntie op pagina's 32-33.
Hoewel de milieudoelstelling van de Groep wat betreft energie-efficiëntie een bijzondere aandacht geniet voor de periode tot 2020, vinden we het even belangrijk om de prestaties van onze organisatie met betrekking tot andere milieuaspecten te controleren, bewaken en rapporteren. We doen dat met dezelfde meetinstrumenten zoals aangegeven in onze algemene managementaanpak. Aan de hand van deze indicatoren kunnen we nagaan hoe goed we voortbouwen op de Vision 2015-verwezenlijkingen op het gebied van milieuprestaties. Deze onderliggende prestatie-indicatoren staan vermeld in de milieuverklaringen van ons jaarverslag. Deze hebben betrekking op:
De hieronder beschreven specifieke managementaanpak geldt zowel voor de materiële onderwerpen als voor de onderliggende prestatie-indicatoren.
Onze aanpak wat betreft milieubeheer vloeit in de eerste plaats voort uit onze visie, waarden en organisatorische principes van The Umicore Way. Een interne EHS-begeleidingsnota voor de Groep biedt alle entiteiten een uitgebreide leidraad met betrekking tot de toegepaste benadering om elk van de relevante milieuaspecten te meten en erover te rapporteren. Een specifiek intern beleid over energie-efficiëntie werd in de hele groep uitgerold in de periode 2011-2015 en heeft een groot bewustzijn en engagement gecreëerd op de sites en business units om naar een continue verbetering van de energie-efficiëntie te streven. Daarnaast stimuleerde Umicore alle business unit-initiatieven om het recyclagepotentieel te vergroten. Op wereldwijde schaal beperkt de recyclage van metalen de milieu-impact met betrekking tot de verwerving en transformatie van metalen in producten.
De verantwoordelijkheid voor de milieuprestaties en impact op het milieu van Umicore ligt bij het Directiecomité. In het Directiecomité heeft de Executive Vice President belast met Milieu, Gezondheid en Veiligheid, Bedrijfsbeveiliging en Interne audits toezichtsverantwoordelijkheden voor de milieuaspecten op Groepsniveau en wordt hij/zij ondersteund door de Senior Vice President Milieu, Gezondheid en veiligheid. De Executive Vice Presidents staan in voor de algemene milieuprestaties van zijn/haar segment. Op business unitniveau is het hoofd van de business unit verantwoordelijk voor de algemene milieuprestaties. De algemeen directeur van elke site heeft een gelijkaardige verantwoordelijkheid op siteniveau.
De prestaties met betrekking tot het belangrijke onderwerp energie-efficiëntie en de onderliggende prestatie-indicatoren helpen mee onze impact op het milieu te beperken, bijvoorbeeld via een verwachte verkleining van onze koolstofvoetafdruk of een lagere impact op, of lagere metaaluitstoot naar lucht en water.
Zoals uiteengezet in The Umicore Way streven we ernaar een aantrekkelijke werkgever te zijn voor zowel huidige als potentiële werknemers en te handelen en werken overeenkomstig de verwachtingen van de maatschappij. We hebben drie sociale doelstellingen gedefinieerd in het kader van onze Horizon 2020-strategie. Deze doelstellingen zijn het aantal ongevallen met werkverlet tot nul herleiden, de blootstelling aan bepaalde metalen op het werk voor onze collega's verder te beperken en onze diversiteit, het aantrekken en behouden van talent en inzetbaarheid te vergroten. We hebben ook doelstellingen die betrekking hebben op onze bredere sociale impact die teruggevonden worden in onze managementaanpak wat betreft waardeketen en maatschappij.
Deze doelstellingen werden als materiële onderwerpen gedefinieerd in de materialiteitsanalyse door zowel interne als externe belanghebbenden. Talentbeheer is cruciaal om de gewenste zakelijke groei te realiseren. Het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent in competitieve arbeidsmarkten ondersteunt de BU's in hun groeiplannen. We zijn ervan overtuigd dat de vergroting van de diversiteit van ons personeelsbestand niet alleen in lijn ligt met de verwachtingen van onze maatschappij, maar dat dit ook zal bijdragen aan het succes van de onderneming. In de context van een verouderende bevolking en de verhoging van de pensioenleeftijd zijn we ook programma's aan het invoeren die tot een verhoogde inzetbaarheid van onze werknemers leiden. De prestatiebeoordeling van deze materiële onderwerpen, waaronder nul ongevallen en de beperking van de blootstelling op het werk, komt aan bod in het hoofdstuk Aantrekkelijke werkplek op pagina's 34-38.
Hoewel deze sociale doelstellingen een bijzondere aandacht genieten voor de periode tot 2020, vinden we het even belangrijk om de sociale prestaties van onze organisatie op andere vlakken te controleren, bewaken en rapporteren. We doen dat via dezelfde meetinstrumenten zoals aangegeven in onze algemene managementbenadering. Deze onderliggende prestatie-indicatoren staan vermeld in de sociale verklaringen van ons jaarverslag. Namelijk:
De hieronder beschreven specifieke managementaanpak geldt voor zowel de materiële onderwerpen als de onderliggende prestatieindicatoren.
Onze aanpak wat betreft sociale aspecten vloeit in de eerste plaats voort uit onze visie, waarden en organisatorische principes van The Umicore Way. Een interne begeleidingsnota inzake sociale rapportering voor de Groep biedt alle entiteiten een uitgebreide leidraad met betrekking tot de toegepaste benadering om de sociale prestaties te meten en te rapporteren. Er werden specifieke interne beleidslijnen ontwikkeld om bepaalde elementen van Umicore's benadering wat betreft sociaal bestuur te kaderen, waaronder Veiligheid, Mensenrechten, Arbeidsomstandigheden en Opleiding en ontwikkeling. Daarnaast heeft Umicore een Global Framework Agreement on Sustainable Development afgesloten met internationale vakbonden ter bevestiging van Umicore's duurzameontwikkelingsprincipes met betrekking tot sociale aspecten.
De verantwoordelijkheid voor de sociale prestaties en impact van Umicore ligt bij het Directiecomité. In het Directiecomité heeft de CEO toezichtsverantwoordelijkheden voor de HR-zaken op Groepsniveau en wordt hij ondersteund door de Senior Vice President Personeelszaken. De Executive Vice Presidents staan in voor de sociale aspecten van hun segment. Op business unitniveau is het hoofd van de business unit verantwoordelijk voor de algemene sociale prestaties. De algemeen directeur van elke site heeft een gelijkaardige verantwoordelijkheid op siteniveau. Er bestaat een regionale HR-organisatie die sociale aspecten op regionaal en nationaal niveau beheert en de business units structurele ondersteuning biedt in alle aspecten van HR-management.
De prestaties met betrekking tot de materiële onderwerpen (aantal ongevallen met werkverlet tot nul herleiden, blootstelling aan bepaalde metalen op het werk verder beperken voor onze collega's en onze diversiteit, het aantrekken en behouden van talent en de inzetbaarheid vergroten), en met betrekking tot de onderliggende prestatie-indicatoren, hebben rechtstreeks gevolgen voor Umicore's werknemers (meer engagement en welzijn), ook op site- en Groepsniveau (aantrekken en behouden van de juiste vaardigheden)).
Relaties tussen leveranciers en klanten zijn essentiële elementen in het opbouwen van financiële en economische waarde en spelen ook een sleutelrol in de promotie van sociale en ecologische best practices. The Umicore Way dekt ook de relaties met onze verschillende stakeholders.
De doelstellingen wat betreft waardeketen en maatschappij dekken Umicore's aanwezigheid en impact upstream met leveranciers, en downstream op het gebied van de bijdrage van onze producten en diensten aan een beter leven. De prestatiebeoordeling van deze materiële onderwerpen komt aan bod in het hoofdstuk Waardeketen en maatschappij op pagina's 29-31.
Hoewel deze doelstellingen een bijzondere aandacht genieten voor de periode tot 2020, vinden we het even belangrijk om de relatie van onze organisatie met de andere belanghebbenden voortdurend te controleren, bewaken en rapporteren. Meer informatie over onze groepen belanghebbenden vindt u in het hoofdstuk Betrokkenheid van belanghebbenden van ons jaarverslag. Daarnaast blijven we ook over de volgende onderwerpen rapporteren in de Waardeketen verklaringen van dit verslag:
De hieronder beschreven specifieke managementaanpak geldt voor zowel de materiële onderwerpen als de onderliggende prestatieindicatoren.
Onze aanpak wat betreft de betrokkenheid van belanghebbenden vloeit voort uit onze visie, waarden en organisatorische principes van The Umicore Way. Er werden specifieke charters/beleidslijnen opgesteld om bepaalde elementen van de benadering wat betreft de betrokkenheid van belanghebbenden van de onderneming te kaderen, waaronder het Charter voor duurzame aankopen, het Beleid inzake conflictmineralen, het Beleid inzake mensenrechten en arbeidsomstandigheden en het Beleid inzake externe communicatie.
Onze aanwezigheid en impact upstream en downstream is gebaseerd op een bedrijfsspecifieke aanpak waarbij alle business units hun respectievelijke leveranciers, klanten en belanghebbenden moeten identificeren en met hen contact moeten leggen. Op Groepsniveau komt een team van leden uit verschillende afdelingen waaronder Corporate EHS, Corporate HR, Groepscommunicatie, Corporate Finance en Aankoop en transport regelmatig samen om de algemene verwachtingen van belanghebbenden in kaart te brengen en, wanneer nodig, een dialoog te voeren met interne of externe belanghebbenden op Groepsniveau.
Het thema waardeketen en maatschappij is gericht op de potentiële impact op de maatschappij die we als bedrijf hebben via onze activiteiten, producten en diensten. Bij de rapportage worden alle entiteiten van de groep in acht genomen. Hoewel we ons in de eerste plaats focussen op onze activiteiten die rechtstreeks verband houden met schone mobiliteit en recyclage, worden andere initiatieven gericht op leveranciers, klanten of de maatschappij in het algemeen opgevolgd en naar behoren gerapporteerd, hetzij via communicatie zoals dit jaarverslag, hetzij via andere specifieke communicatiekanalen
| VERSLAG DEUGDELIJK BESTUUR | 71 | |
|---|---|---|
| G1 | Context deugdelijk bestuur | 71 |
| G2 | Vennootschapsstructuur | 71 |
| G3 | Aandeelhouders | 71 |
| G4 | Raad van Bestuur | 72 |
| G5 | Directiecomité | 74 |
| G6 | Relevante informatie in geval van een overnamebod | 75 |
| G7 | Belangenconflicten (artikel 523 – 524ter Wetboek van vennootschappen) |
76 |
| G8 | Commissaris | 77 |
| G9 | Gedragscode | 77 |
| G10 | Marktmisbruik en handel met voorkennis | 77 |
| G11 | Naleving van de Belgische Corporate Governance Code 2009 | 77 |
| REMUNERATIEVERSLAG | 78 | |
| G12 | Vergoeding van de raad van bestuur | 78 |
| G13 | Vergoeding Gedelegeerd Bestuurder en de leden van Directiecomité |
80 |
| G14 | Bezit van aandelen en aandelenopties en transacties in 2016 | 84 |
| G15 | Wijzigingen aan de vergoeding sinds eind 2016 | 87 |
Umicore heeft de Belgische Corporate Governance Code 2009 aangenomen als haar referentiecode.
De Engelstalige, Nederlandstalige en Franstalige versie van deze Code kunnen geraadpleegd worden op de website van de Commissie Corporate Governance.
Het Corporate Governance Charter geeft een gedetailleerde beschrijving van de bestuursstructuur van de Vennootschap en de beleidslijnen en procedures van de Umicore groep. Het Charter is beschikbaar op de website van Umicore of kan op verzoek verkregen worden bij het Group Communications departement van Umicore.
Umicore heeft haar beleidsverklaring, waarden en organisatorische basisfilosofie uiteengezet in een document met de titel "The Umicore Way". Dit document licht toe hoe Umicore haar relaties met haar klanten, aandeelhouders, werknemers en de samenleving ziet. Het wordt verder aangevuld door gedetailleerde interne codes en beleidslijnen, waarvan de Gedragscode (zie G9) de belangrijkste is.
Wat de organisatiefilosofie betreft, opteert Umicore voor een decentralisatie en een ruime autonomie voor alle business units. De business units zijn op hun beurt dan weer verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage tot de waardencreatie voor de groep en voor het vasthouden aan de strategische oriëntaties, de beleidslijnen, de normen en de duurzaamheidbenadering van de groep.
In deze context heerst bij Umicore de overtuiging dat een goede corporate governance structuur een noodzakelijke voorwaarde is voor haar succes op lange termijn. Dit veronderstelt een doelmatig besluitvormingsproces dat steunt op een duidelijke toewijzing van verantwoordelijkheden. Hierdoor wordt een optimaal evenwicht betracht tussen een cultuur van ondernemerschap op het niveau van de business units enerzijds en doeltreffende sturing- en toezichtprocessen anderzijds. Het Corporate Governance Charter gaat dieper in op de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders, de Raad van Bestuur, de Gedelegeerd Bestuurder en het Directiecomité, alsook de specifieke rol van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité. Dit overzicht bevat informatie over onderwerpen van deugdelijk bestuur die hoofdzakelijk betrekking hebben op het boekjaar 2016.
De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van Umicore, behalve voor die materies die op grond van het Wetboek van vennootschappen of de statuten van Umicore voorbehouden zijn aan de algemene vergadering van aandeelhouders. De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door een Auditcomité en een Benoemings- en Remuneratiecomité. Het dagelijks bestuur van Umicore is toevertrouwd aan de Gedelegeerd Bestuurder, die tevens voorzitter is van het Directiecomité. Het Directiecomité is verantwoordelijk voor de uitwerking van de algemene strategie van Umicore en de voorlegging ervan aan de Raad van Bestuur voor bespreking en goedkeuring. Het is eveneens verantwoordelijk voor de implementatie van die strategie en voor het verzekeren van een effectief toezicht op de business units en corporate functies. Het Directiecomité staat ook in voor het screenen van de verschillende risico's en opportuniteiten waarmee Umicore op korte, middellange en lange termijn geconfronteerd kan worden (zie hoofdstuk Risicobeheer) en zorgt voor de aanwezigheid van systemen om die te beheren. Het Directiecomité is collegiaal verantwoordelijk voor het bepalen en toepassen van de strategie voor duurzame ontwikkeling van Umicore.
Umicore is georganiseerd in business groups die op hun beurt bestaan uit business units met gemeenschappelijke kenmerken inzake producten, technologieën en afzetmarkten. Sommige business units zijn verder onderverdeeld in marktgerichte business lines. Als ondersteunende structuur op het niveau van de groep beschikt Umicore over regionale bestuursplatformen in China, Zuid-Amerika, Japan en Noord-Amerika. De hoofdzetel van Umicore is gevestigd in België. Die zetel biedt een aantal algemene en ondersteunende functies op het gebied van financiën, human resources, interne audit, juridische en fiscale zaken, externe relaties en relaties met de beleggers.
Op 31 december 2016 waren er 112.000.000 Umicore-aandelen in omloop. De identiteit van de aandeelhouders die per 31 december 2016 een belang van 3% of meer hadden aangegeven, kan u vinden in de rubriek 'beknopte jaarrekening van de moederonderneming' (p. 172-174).
Eveneens op 31 december 2016 bezat Umicore 2.673.150 eigen aandelen, hetzij 2,39% van het kapitaal. Informatie over de door de aandeelhouders aan Umicore verleende machtiging om eigen aandelen in te kopen, alsook de stand van zaken inzake deze inkopen kan u vinden in het Corporate Governance Charter en op de website van Umicore.
Tijdens het jaar werden 1.188.875 eigen aandelen gebruikt in de context van de uitoefening van aandelenopties voor het personeel en werden 65.509 aandelen gebruikt voor toekenningen van aandelen, waarvan 5.184 aan de leden van de Raad van Bestuur, 28.325 aan de leden van het Directiecomité, 27.500 aan leden van het senior management en 4.500 in het kader van de partiële omzetting in aandelen van de bonus van de Gedelegeerd Bestuurder.
Umicore streeft naar de uitbetaling van een stabiel of geleidelijk stijgend dividend. Er is geen vaste uitkeringsverhouding. Het dividend wordt door de Raad van Bestuur voorgesteld op de gewone algemene vergadering (of jaarvergadering) van aandeelhouders. Er zal geen dividend worden uitbetaald als dit de financiële stabiliteit van Umicore in gevaar zou brengen.
In 2016 heeft Umicore een brutodividend uitgekeerd van EUR 1,20 per aandeel voor het boekjaar 2015. Dit is een verhoging met EUR 0,20 in vergelijking tot het brutodividend dat voor het boekjaar 2014 was uitgekeerd.
In juli 2016 heeft de Raad van Bestuur, in overeenstemming met het dividendbeleid van Umicore, beslist tot de uitkering van een interimdividend ter waarde van 50% van het totale dividend dat voor het vorige boekjaar werd uitbetaald. Bijgevolg werd op 25 augustus 2016 een bruto interimdividend betaald van EUR 0,60 per aandeel.
De jaarvergadering vond plaats op 26 april 2016. Op deze vergadering werden de klassieke besluiten goedgekeurd betreffende de jaarrekening, de bestemming van het resultaat alsook de kwijtingen voor de bestuurders en de commissaris voor hun respectieve mandaten in 2015. Op dezelfde algemene vergadering werden mevrouw Françoise Chombar en de heer Colin Hall respectievelijk tot onafhankelijk bestuurder en tot bestuurder benoemd, beiden voor een termijn van drie jaar. De jaarvergadering keurde ook de vergoeding van de Raad van Bestuur voor 2016 goed. De gedetailleerde vergoeding die in 2016 aan de bestuurders werd betaald, is beschikbaar in het Remuneratieverslag.
Tenslotte keurden de eveneens op 26 april 2016 gehouden bijzondere en buitengewone algemene vergaderingen een clausule van controlewijziging goed, evenals de hernieuwing van het toegestaan kapitaal voor een periode van vijf jaar en de afschaffing van de VVPR-strips die in het verleden door de Vennootschap waren uitgegeven.
De Raad van Bestuur, waarvan de leden worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders met een eenvoudige meerderheid van stemmen zonder aanwezigheidsvereiste moet uit minstens zes leden bestaan. De bestuurders mogen niet langer dan vier jaar zetelen. In de praktijk worden ze verkozen voor een hernieuwbare periode van drie jaar.
Bestuurders kunnen op elk moment worden ontslagen door de algemene vergadering, die beslist met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Er is geen aanwezigheidsquorum voor het ontslag van bestuurders. De statuten bieden de Raad van Bestuur de mogelijkheid om bestuurders te coöpteren wanneer een plaats vrijkomt. De eerstvolgende algemene vergadering moet dan beslissen over de definitieve benoeming van de gecoöpteerde bestuurder. De nieuwe bestuurder vervolledigt de termijn van zijn of haar voorganger.
Op 31 december 2016 bestond de Raad van Bestuur uit elf leden: tien niet-uitvoerende bestuurders en één uitvoerend bestuurder.
Op dezelfde datum waren zes bestuurders onafhankelijk in de betekenis van artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en bepaling 2.3 van de Belgische Corporate Governance Code 2009.
72
Drie van de elf leden van de Raad van Bestuur die in functie waren op 31 december 2016, zijn vrouwen. Umicore haalt dus niet het minimum vertegenwoordigingsniveau van één derde, zoals opgelegd door het Wetboek van vennootschappen, dat op 1 januari 2017 in werking is getreden. Deze situatie is slechts tijdelijk. De voorstellen tot benoeming van bestuurders die aan de jaarvergadering van 2017 zullen worden voorgelegd, zullen verzekeren dat de bovenvermelde vertegenwoordigingsquota bereikt zullen worden.
De Raad van Bestuur verenigt een grote diversiteit aan competenties, vormingen en ervaringen, die samen bijdragen tot een efficiënte werking van de Raad.
In de Raad van Bestuur, die elf leden telt, zetelen drie vrouwen en zijn zeven nationaliteiten vertegenwoordigd. De geschetste diversiteit komt ook tot uiting op het vlak van de opleidingen/diploma's van de leden van de Raad waaronder de volgende: ingenieur, rechten, economie, financiën en toegepaste taalkunde. De gecumuleerde sectoriële ervaringen van de leden van de Raad dekken ook een brede waaier waaronder de volgende sectoren: auto-industrie, elektronica, chemie, metaal, energie, financiën en edelstenen. De Raad van Bestuur telt leden met ervaring in de privé sector evenals leden die vertrouwd zijn met de publieke sector; verder zijn er ook leden die ervaring hebben in de regio's waar Umicore actief is. De Raad van Bestuur als geheel bezit een flinke dosis ervaring voor het voeren van industriële activiteiten; hij telt negen CEO's van wie er vijf nog steeds in functie zijn. De Raad van Bestuur biedt tenslotte ook een collectieve ervaring op gebieden die rechtstreeks verband houden met de niet-financiële doelstellingen van Horizon 2020, zoals gezondheid en veiligheid, het aantrekken en behouden van talenten en verduurzaming van de bevoorradingsketen.
De samenstelling van de Raad van Bestuur onderging de volgende wijzigingen in 2016:
De Raad van Bestuur heeft vijf gewone vergaderingen gehouden in 2016. De Raad van Bestuur nam ook één keer beslissingen bij eenparig schriftelijk besluit.
Onder meer de volgende onderwerpen werden door de Raad van Bestuur behandeld in 2016
De Raad van Bestuur bezocht ook de Automotive Catalyst site van Umicore in Nowa Ruda (Polen).
Om de twee à drie jaar organiseert de voorzitter een evaluatieonderzoek in verband met het functioneren van de Raad van Bestuur en zijn comités.
Het volgende evaluatieproces zal plaatsvinden tijdens het eerste semester van 2017, aan de hand van een individueel evaluatieformulier.
De samenstelling van het Auditcomité en de kwalificaties van zijn leden voldoen integraal aan de vereisten van artikel 526bis van het Wetboek van vennootschappen en aan de Belgische Corporate Governance Code 2009.
Het Auditcomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders, die allen onafhankelijk zijn. Het wordt voorgezeten door mevrouw Ines Kolmsee.
Alle leden van het Auditcomité hebben een ruime ervaring op het gebied van boekhouding en audit, zoals uit hun curriculum blijkt.
Het comité heeft vier maal vergaderd in 2016. Naast de financiële rekeningen van 2015 en die van het eerste halfjaar 2016, besprak het Comité de volgende onderwerpen: interne controle, treasury risicobeheer, corporate security en information systems controle. Auditverslagen werden besproken, het auditplan voor 2017 werd goedgekeurd en de benoeming van het nieuwe hoofd van het internal audit departement werd gevalideerd. Tenslotte behandelde het Auditcomité ook de voorbereiding van de volgende benoeming van een commissaris.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité bestaat uit drie niet-uitvoerende bestuurders, van wie er twee onafhankelijk zijn. Het comité wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft twee vergaderingen gehouden in 2016. Tijdens dezelfde periode besprak het comité het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de comités van de Raad van Bestuur en die van het Directiecomité, evenals de regels van de aandelen- en optieplannen die in 2016 werden aangeboden. Het comité besprak ook de opvolgingsplanning op het niveau van de Raad van Bestuur en het Directiecomité.
Het Directiecomité beantwoordt aan de definitie van artikel 524bis van het Wetboek van vennootschappen.
Het Directiecomité is samengesteld uit minstens vier leden. Het wordt voorgezeten door de Gedelegeerd Bestuurder, die benoemd is door de Raad van Bestuur. De leden van het Directiecomité worden door de Raad van Bestuur benoemd op voorstel van de Gedelegeerd Bestuurder en op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De samenstelling van het Directiecomité bleef ongewijzigd in 2016.
Op 31 december 2016 bestond het Directiecomité uit zeven leden, inclusief de Gedelegeerd Bestuurder.
De prestaties van de leden van het Directiecomité worden jaarlijks individueel beoordeeld door de Gedelegeerd Bestuurder en besproken met het Benoemings- en Remuneratiecomité. De resultaten worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur, die deze verder bespreekt.
De Raad van Bestuur komt tevens jaarlijks in een niet-uitvoerende sessie (d.w.z. zonder de Gedelegeerd Bestuurder) samen om de prestaties van de Gedelegeerd Bestuurder te bespreken en te beoordelen.
Deze evaluaties vonden plaats op 4 februari 2016.
De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op voor de overdracht van aandelen of andere effecten.
Er zijn de Vennootschap tevens geen beperkingen bekend die door de wet worden opgelegd, behalve in het kader van de wetgeving inzake marktmisbruik en van de lock-up verplichtingen die het Wetboek van vennootschappen oplegt met betrekking tot sommige toekenningen van aandelen.
De opties op Umicore-aandelen die aan de Gedelegeerd Bestuurder, de leden van het Directiecomité en aangewezen Umicorewerknemers werden toegekend in uitvoering van verschillende Umicore-incentiveringprogramma's mogen niet onder levenden worden overgedragen.
Er zijn geen houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten.
De statuten van Umicore leggen geen beperkingen op betreffende de uitoefening van stemrecht door de aandeelhouders, op voorwaarde dat de betrokken aandeelhouders tot de algemene vergadering werden toegelaten en hun rechten niet werden geschorst. De toelatingsvoorwaarden met betrekking tot de algemene vergaderingen worden beschreven in artikel 17 van de statuten. Luidens artikel 7 van de statuten worden de rechten verbonden aan aandelen die eigendom zijn van verschillende aandeelhouders geschorst tot er één persoon als eigenaar werd aangeduid tegenover de Vennootschap.
Voor zover de Raad van Bestuur bekend, waren geen van de aan Umicore aandelen verbonden stemrechten wettelijk geschorst op 31 december 2016, behalve deze met betrekking tot de 2.673.150 aandelen die op deze datum eigendom waren van de Vennootschap zelf (Artikel 622 §1 van het Wetboek van vennootschappen).
Umicore heeft geen dergelijke aandelenplannen uitgegeven.
Voor zover de Raad van Bestuur bekend, zijn er geen aandeelhoudersovereenkomsten die kunnen leiden tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten.
Behalve voor kapitaalverhogingen waartoe door de Raad van Bestuur worden beslist binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal, is alleen een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd om de statuten van de Vennootschap te wijzigen. Een algemene vergadering mag alleen beslissen over statutenwijzigingen (zoals kapitaalverhogingen of -verminderingen, fusies, splitsingen en ontbindingen) wanneer minstens 50% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Als dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen, die zal beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde deel van het geplaatste kapitaal. In principe worden statutenwijzigingen enkel aangenomen als ze 75% van de stemmen hebben verkregen. Het Wetboek van vennootschappen voorziet strengere meerderheidsvereisten in specifieke gevallen, zoals de wijziging van het doel of de vorm van de vennootschap.
De statuten van de Vennootschap zijn éénmaal gewijzigd in 2016, ingevolge de hernieuwing van het toegestaan kapitaal, die door de buitengewone algemene vergadering de dato 26 april 2016 werd goedgekeurd.
Het kapitaal van de Vennootschap kan worden verhoogd op basis een beslissing van de Raad van Bestuur, binnen de grenzen van het zogenoemde toegestaan kapitaal. Hiervoor moet uitdrukkelijk toestemming worden verleend door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders; deze machtiging is beperkt in tijd en omvang. Zij is ook onderworpen aan specifieke beperkingen op het vlak van rechtvaardiging en doeleinden. De buitengewone algemene vergadering van 26 april 2016 (besluiten gepubliceerd op 13 mei 2016) heeft aan de Raad van Bestuur machtiging verleend om het kapitaal van de Vennootschap in één of meer keren te verhogen met een maximumbedrag van EUR 50.000.000. Op 31 december 2016 was er nog geen gebruik gemaakt van deze machtiging. De huidige machtiging zal op 12 mei 2021 vervallen.
76
De buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 26 september 2014 heeft de Raad van Bestuur gemachtigd om eigen aandelen van de Vennootschap in te kopen op een gereglementeerde markt binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, aan een prijs per aandeel van EUR 4,00 tot EUR 75,00 tot en met 31 mei 2017. Deze machtiging werd ook aan de rechtstreekse dochterondernemingen van de Vennootschap verleend. In 2016 werden er geen eigen aandelen ingekocht in uitvoering van voormelde machtiging.
Alle senior vice-presidents van de Umicore groep hebben recht op een compensatie ten bedrage van 36 maanden basisloon in geval van ontslag binnen de twaalf maanden na een overname van de Vennootschap. Voor de leden van het Directiecomité verwijzen wij naar het remuneratieverslag (p. 78-87).
Op 4 februari 2016, voorafgaand aan de bespreking of het nemen van eender welke beslissing in dat verband, heeft Marc Grynberg verklaard dat hij een rechtstreeks tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard had bij de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur in verband met zijn evaluatie en zijn bezoldiging (inclusief de toekenning van aandelen en opties). In overeenstemming met artikel 523 van het Wetboek van vennootschappen nam Marc Grynberg niet deel aan de beraadslaging door de Raad van Bestuur en nam hij evenmin deel aan de stemming.
Voormelde beslissingen hadden (zullen) de volgende vermogensrechtelijke gevolgen (hebben):
De Gedelegeerd Bestuurder ontving een vaste bezoldiging van EUR 660.000 in 2016. Eveneens in 2016 ontving hij een bruto variabele cash vergoeding van EUR 220.000 als niet-uitgesteld deel van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2015.
Verder ontving hij in 2016 een bruto bedrag van EUR 74.250 als eerste helft van de uitgestelde variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2014 op basis van (1) het toepasselijke rentabiliteitscriterium van de Umicore groep over twee jaar, met name de gemiddelde winstmarge op het geïnvesteerde kapitaal ("return on capital employed" of ROCE) voor de referentiejaren 2014 en 2015 (d.w.z. 13% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 55%) en (2) de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde prestatiedoelstellingen voor dezelfde referentiejaren 2014 en 2015 zijn bereikt (geen aanpassing op basis van de mate waarin de prestatiedoelstellingen op groepsniveau zijn bereikt), evenals een bruto bedrag ad EUR 76.950 als tweede helft van de uitgestelde betaling van zijn variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2013 op basis van de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over drie jaren voor de referentiejaren 2013, 2014 en 2015 (d.w.z. 13,2% aanleiding gevend tot een uitbetaling van 57%).
In 2017 zal hij de eerste helft van zijn uitgestelde variabele cash vergoeding ontvangen voor referentiejaar 2015 op basis van (1) de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over de referentiejaren 2015 en 2016 en (2) de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde doelstellingen voor dezelfde referentiejaren 2015 en 2016 zijn bereikt, evenals.de tweede helft van de uitgestelde betaling van zijn jaarlijkse variabele cash vergoeding voor het referentiejaar 2014, op basis van (1) de gemiddelde ROCE van de Umicore groep over de referentiejaren 2014, 2015 en 2016 en (2) de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde doelstellingen voor dezelfde referentiejaren 2014, 2015 en 2016 zullen bereikt zijn.
De ROCE-waarden zijn vastgelegd tussen minimum 7,5% (= uitbetaling van 0%) en maximum 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de doelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde niveaus bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Bovendien zullen de uitgestelde betalingen verder naar boven of naar onder worden aangepast, afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur goedgekeurde doelstellingen zijn bereikt voor de toepasselijke referentiejaren.
77
De vermogensrechtelijke gevolgen hiervan voor Umicore behelzen: ofwel, 1) zolang Umicore beslist de aandelen die ze momenteel in portefeuille heeft, te behouden: de financierings- en opportuniteitskosten met betrekking tot het aanhouden van deze aandelen tot de levering van de aandelen, respectievelijk de uitoefening van de opties, ofwel, 2) indien Umicore op een latere datum beslist om deze aandelen te verkopen: het verschil op datum van uitoefening van de opties, tussen de uitoefenprijs van de opties en de marktwaarde van de aandelen die Umicore op die dag zou moeten aankopen.
In 2016 vonden er geen specifieke transacties of contractuele verbintenissen plaats tussen een lid van de Raad van Bestuur of het Directiecomité enerzijds en Umicore of één van haar verbonden ondernemingen anderzijds.
De jaarvergadering van 29 april 2014 heeft het mandaat als commissaris van PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/Réviseurs d'Entreprises BCVBA/ SCCRL hernieuwd voor een periode van drie jaar. De commissaris wordt vertegenwoordigd door BVBA Marc Daelman, zelf vertegenwoordigd door Marc Daelman.
Ingevolge de nieuwe toepasselijke wetgeving inzake audit diensten kan het mandaat van de huidige commissaris, die oorspronkelijk in 1993 was benoemd, nog slechts tweemaal hernieuwd worden, d.i. in 2017 en 2020 (deze laatste op voorwaarde dat die vóór 17 juni 2020 plaatsvindt).
De criteria van onafhankelijkheid die Umicore hanteert voor haar commissaris zijn weergegeven in een document dat kan worden aangevraagd bij Umicore.
Umicore hanteert een Gedragscode voor al haar medewerkers, vertegenwoordigers en bestuurders. Deze Gedragscode is fundamenteel voor de creatie en het behoud van een vertrouwens- en professionele relatie met haar voornaamste stakeholders, namelijk haar personeelsleden, haar handelspartners, haar aandeelhouders, de overheid en het publiek.
De belangrijkste doelstelling van de Gedragscode van Umicore is ervoor te zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore op een ethische manier handelen, in overeenstemming met de wetten en reglementen, en met de normen die Umicore vastlegt op basis van haar huidige en toekomstige beleidslijnen, richtlijnen en regels. De Gedragscode bevat een afzonderlijk hoofdstuk over klachten en uitingen van bezorgdheid van de kant van de werknemers, alsook over de bescherming van klokkenluiders.
De Gedragscode is gepubliceerd als Bijlage 4 van het Corporate Governance Charter van Umicore.
Het door Umicore gevoerde beleid inzake marktmisbruik met inbegrip van handel met voorkennis is uiteengezet in de Umicore Dealing Code. Een nieuwe versie van deze code werd in 2016 goedgekeurd naar aanleiding van de inwerkingtreding van de EU-Verordering nr. 596/214 van 16 april 2016 betreffende marktmisbruik. Deze nieuwe versie kan geraadpleegd worden onder Bijlage 5 van het Corporate Governance Charter van Umicore.
De systemen en procedures voor deugdelijk bestuur van Umicore stemmen overeen met de Belgische Corporate Governance Code 2009.
In principe moet de vergoeding voor de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur voldoende hoog zijn om personen met het door de Raad van Bestuur gedefinieerde profiel aan te trekken, te behouden en te motiveren. Het remuneratieniveau moet rekening houden met de verantwoordelijkheden en de betrokkenheid van de leden van de Raad van Bestuur, evenals de gangbare internationale marktvoorwaarden. De Raad van Bestuur bepaalt het remuneratiebeleid voor de niet-uitvoerende bestuurders op basis van de aanbevelingen van het Benoemings- en Remuneratiecomité inzake remuneratievorm en -structuur. Het Benoemingsen Remuneratiecomité formuleert zijn voorstellen op basis van een onderzoek van de geldende marktomstandigheden voor beursgenoteerde ondernemingen die in de BEL20-index zijn opgenomen en voor andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de chemie-, metaal- en materialensectoren. De resultaten van het onderzoek worden het niveau van het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken, terwijl de Raad van Bestuur de aan de jaarvergadering voor te stellen vergoeding voor niet-uitvoerende bestuurders en leden van de comités binnen de Raad van Bestuur vastlegt.
Met het oog op de vaststelling van passende vergoedingsniveaus voor haar niet-uitvoerende Bestuurders heeft Umicore eind 2015 een onderzoek uitgevoerd naar de bestuurdersvergoedingen van Umicore in vergelijking met deze van beursgenoteerde ondernemingen van de BEL20 evenals van andere Europese ondernemingen van vergelijkbare omvang in de sectoren chemie, metaal en materialen. De resultaten van dit onderzoek werden op 3 februari 2016 besproken door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Het Benoemingsen Remuneratiecomité kwam tot de conclusie dat Umicore redelijk gepositioneerd blijft tegenover de vergelijkingspunten en beval aan de Raad van Bestuur aan om de vergoeding niet te wijzigen, maar de vergoedingsstructuur te herbekijken in 2017.
Op 4 februari 2016 heeft de Raad van Bestuur deze aanbeveling gevolgd en de algemene vergadering heeft de vergoeding voor de niet-uitvoerende bestuurders op 26 april 2016 goedgekeurd.
In 2016 was de vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders als volgt:
De vergoeding van de leden van de comités was als volgt in 2016:
| (IN EUR) | BIJGEWOONDE VERGADERINGEN |
||
|---|---|---|---|
| Thomas Leysen (Voorzitter) | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 40.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 5/5 | |
| Waarde van de 1.000 toegewezen aandelen | 44.870 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 2/2 | |
| Totale bezoldiging | 119.870 | ||
| Voordelen van alle aard bedrijfswagen | 2.971 | ||
| Marc Grynberg | Raad van Bestuur | ||
| (uitvoerend bestuurder) | Geen bezoldiging als bestuurder (zie verder bezoldiging Gedelegeerd Bestuurder 2016) |
5/5 | |
| Françoise Chombar | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 13.661 | |
| Benoemd door de GAV van 26 april 2016 | Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 3/3 |
| Waarde van de 342 toegewezen aandelen | 15.346 | ||
| Totale bezoldiging | 36.507 | ||
| Ian Gallienne | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen en geretrocedeerd aan GBL | 22.435 | ||
| Totale bezoldiging | 54.935 | ||
| Mark Garrett | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 5.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 4/4 | |
| Totale bezoldiging | 76.935 | ||
| Colin Hall | Raad van Bestuur | ||
| (niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 13.661 | |
| Benoemd door de GAV van 26 april 2016 | Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 3/3 |
| Waarde van de 342 toegewezen aandelen en geretrocedeerd aan GBL | 15.346 | ||
| Totale bezoldiging | 39.507 | ||
| Ines Kolmsee | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 10.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 5.000 | 4/4 | |
| Totale bezoldiging | 89.935 |
| (IN EUR) | BIJGEWOONDE VERGADERINGEN |
||
|---|---|---|---|
| Barbara Kux | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 2/2 | |
| Totale bezoldiging | 65.935 | ||
| Verplichte bijdrage aan de Zwitserse sociale verzekeringswetgeving | 4.404 | ||
| Eric Meurice | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Totale bezoldiging | 59.935 | ||
| Jonathan Oppenheimer (niet-uitvoerend bestuurder) |
Raad van Bestuur | ||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.500 | 4/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Totale bezoldiging | 56.435 | ||
| Rudi Thomaes | Raad van Bestuur | ||
| (onafhankelijk, niet-uitvoerend bestuurder) | Vaste jaarlijkse vergoeding | 20.000 | |
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 2.500 | 5/5 | |
| Waarde van de 500 toegewezen aandelen | 22.435 | ||
| Benoemings- en bezoldingscomité | |||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 2/2 | |
| Auditcomité | |||
| Vaste jaarlijkse vergoeding | 5.000 | ||
| Vergoeding per bijgewoonde vergadering | 3.000 | 4/4 | |
| Totale bezoldiging | 77.935 |
Het Benoemings- en Remuneratiecomité legt de principes vast van het vergoedingsbeleid voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur. Het comité streeft naar een vaste vergoeding in overeenstemming met het verantwoordelijkheidsniveau en de gangbare marktpraktijken, evenals naar een aantrekkelijke variabele vergoeding als beloning voor de financiële en duurzaamheidsprestaties van de onderneming.
Het vergoedings- en de voordelenpakket voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité omvat de volgende componenten: een vaste vergoeding, een variabele vergoeding, aandelengebaseerde incentives (toekenning van aandelen en aandelenoptieplannen) onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, pensioenplannen en andere voordelen.
De opname van Umicore-aandelen en aandelenopties als deel van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité illustreert de wil van de Vennootschap om aandeelhouderswaarde te creëren. Aandelen en aandelenopties zijn niet gekoppeld aan prestatiecriteria op individueel of ondernemingsvlak. Bijgevolg kunnen de op aandelen gebaseerde incentives niet beschouwd worden als een variabele vergoeding zoals bedoeld in de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en zijn ze verworven vanaf hun toekenning.
De vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemingsen Remuneratiecomité. Ieder jaar wordt een onderzoek uitgevoerd naar de competitiviteit van de remuneratiepakketten.
81
Umicore vergelijkt de totale vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité met deze van de BEL20 bedrijven en vergelijkbare Europese ondernemingen.
In overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 wordt de betaling van de helft van de jaarlijkse variabele vergoeding gespreid uitbetaald en is deze onderworpen aan meerjarendoelstellingen of -criteria.
| TIJDSVERLOOP VOOR CASH CONVERSIE | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Huidig jaar | Vast | Jaarlijkse herziening op basis van marktpraktijken BEL 20 en vergelijkbare Europese ondernemingen | |||
| 15 maanden | Niet-uitgesteld variabel 50% Vast discretionair op basis van individuele objectieven | ||||
| 27 maanden | Uitgesteld variabel 25% | Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 2-jaren plan (j, j-1) voor Gedelegeerd Bestuurder / CFO / CTO / Corporate EVP; voor EVP prestaties tegenover een 2-jaren Business Group plan |
|||
| 39 maanden | Uitgesteld variabel 25% | Op basis van Groep ROCE en prestaties tegenover een 3-jaren plan (j, j-1, j-2) voor Gedelegeerd Bestuurder / CFO / CTO / Corporate EVP; voor EVP prestaties tegenover een 3-jaren Business Group plan |
|||
| 3 jaren | Aandelen | Toekenning als erkenning voor bewezen diensten tijdens het referentiejaar – niet gelieerd aan individuele of ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar |
|||
| 3 tot 7 jaren | Aandelenopties | Voorafgaande toekenning voor het referentiejaar - niet gelieerd aan individuele of ondernemingsprestatiecriteria – onderworpen aan een lock-up van 3 jaar |
De hierboven vermelde vergoedingscomponenten zijn gedefinieerd en/of geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité, en zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Raad van Bestuur.
De vaste vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder bedraagt thans EUR 540.000, waarvan de helft met niet-uitgestelde uitbetaling op basis van de jaarlijkse individuele prestaties, inclusief de jaarlijkse algemene financiële prestaties van de groep, het bereiken van strategische en duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de groep en de aansluiting bij de waarden van de groep.
De andere helft van de variabele vergoeding – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het rentabiliteitscriterium van de Umicore groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur, worden uitgevoerd. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren. De betaling van de eerste helft vindt plaats na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en van de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met als referentie de gemiddelde ROCE over die drie jaar en de prestatiedoelstellingen. De ROCE-maatstaf situeert zich tussen 7,5% (= uitbetaling van 0%) en een maximum van 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de minimum maatstaf en het maximum doelstelling bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast, afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.
Bij een relevante structurele wijziging behoudt het Benoemings- en Remuneratiecomité zich het recht voor om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.
Aan het begin van elk referentiejaar worden de individuele doelstellingen van de Gedelegeerd Bestuurder besproken tijdens een vergadering van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Ze worden tijdens een vergadering van de Raad van Bestuur voorgelegd door de Voorzitter en vervolgens besproken en goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
De jaarprestaties van de Gedelegeerd Bestuurder worden beoordeeld door het Benoemings- en Remuneratiecomité. Tijdens een vergadering waarop de Gedelegeerd Bestuurder niet aanwezig is, licht de Voorzitter de resultaten van deze beoordeling toe aan de Raad van Bestuur, die ze vervolgens bespreekt.
De Gedelegeerd Bestuurder kan naar eigen goeddunken de variabele cashvergoeding geheel of gedeeltelijk in Umicore-aandelen laten converteren. Er zijn geen bepalingen die de Vennootschap toelaten om enige aan de Gedelegeerd Bestuurder uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.
De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de Gedelegeerd Bestuurder als erkenning voor de diensten die in het voorbije jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan de Gedelegeerd Bestuurder werd toegekend voor diensten verleend in 2016 bedroeg 5.200. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar doch zonder vervalbepalingen.
Er worden aandelenopties aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal aan de Gedelegeerd Bestuurder toegekende aandelenopties bedraagt thans 75.000. Er is geen verwervingsperiode ("vesting period") en de opties zijn onderworpen aan een lock-up van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifiek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een welbepaalde termijn.
De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van een toegezegde pensioenregeling. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, voordelen van alle aard (bedrijfswagen) en verzekeringsvoordelen.
De vaste vergoeding van de leden van het Directiecomité wordt jaarlijks geëvalueerd door het Benoemings- en Remuneratiecomité. De vaste vergoeding kan voor elk lid van het Directiecomité verschillend zijn en is afhankelijk van bepaalde criteria zoals ervaring en verantwoordelijkheden.
Umicore heeft een variabel cashvergoedingsschema aangenomen dat tot doel heeft alle leden van het Directiecomité te belonen in overeenstemming met hun jaarlijkse individuele prestatie en de globale prestatie van de Umicore groep. Alle leden van het Directiecomité komen in aanmerking voor dezelfde potentiële jaarlijkse variabele cashvergoeding die thans EUR 300.000 bedraagt, waarvan de helft op niet-uitgestelde basis wordt uitbetaald op basis van de individuele prestaties (aansluiting bij de waarden van de groep, evenals milieu- en maatschappelijke prestaties).
De andere helft – met uitgestelde betaling – is gebaseerd op (1) het ROCE-rentabiliteitscriterium van de Umicore groep, nl. het rendement op aangewend kapitaal (ROCE), dat in het jaarverslag wordt gepubliceerd, en (2) de mate waarin de prestatiedoelstellingen, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur, worden uitgevoerd. Voor de leden van het Directiecomité met verantwoordelijkheden op het niveau van de groep, zoals de Chief Financial Officer, de Chief Technology Officer en de Corporate Executive Vice-President, zijn de prestatiedoelstellingen op groepsniveau gedefinieerd, terwijl ze voor de Executive Vice-Presidents met integrale verantwoordelijkheden op het niveau van een Business Group, op het niveau van de betrokken Business Group zijn bepaald. De uitgestelde betaling wordt geëvalueerd over een tijdsperiode van enkele jaren, waarbij de betaling van de eerste helft plaatsvindt na een periode van twee jaar op basis van de gemiddelde ROCE over twee jaar en van de prestatiedoelstellingen. De andere helft wordt uitbetaald na een periode van drie jaar met als referentie de gemiddelde ROCE over drie jaar en de prestatiedoelstellingen. De ROCE-maatstaf situeert zich tussen 7,5% (= uitbetaling van 0%) en een maximum van 17,5% (= uitbetaling van 100% bij het bereiken van de prestatiedoelstellingen). Indien het bereikte ROCE-percentage zich tussen de bovenvermelde minimummaatstaf en maximumdoelstelling bevindt, wordt het uitbetalingspercentage evenredig aangepast. Daarnaast worden de uitgestelde betalingen naar boven of naar beneden aangepast, afhankelijk van de mate waarin de door de Raad van Bestuur vastgelegde prestatiedoelstellingen worden bereikt.
Bij een relevante structurele wijziging behoudt het Benoemings- en Remuneratiecomité zich het recht voor om de variabele vergoeding op passende wijze te evalueren en te wijzigen.
Aan het begin van elk referentiejaar bepaalt de Gedelegeerd Bestuurder de jaarlijkse individuele doelstellingen voor elk lid van het Directiecomité op basis van zijn/haar verantwoordelijkheidsdomein. De jaarlijkse individuele doelstellingen zijn specifiek, meetbaar, overeengekomen, realistisch en tijdsgebonden, en houden rekening met de duurzaamheidsdoelstellingen op groepsniveau.
De jaarlijkse prestatie van ieder lid van het Directiecomité wordt eerst geëvalueerd door de Gedelegeerd Bestuurder. De resultaten van de evaluaties en de voorstellen van individuele variabele cashvergoeding worden door de Gedelegeerd Bestuurder aan het Benoemings- en Remuneratiecomité voorgelegd en daarna door de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Er zijn geen bepalingen die de Vennootschap toelaten om enige aan de leden van het Directiecomité uitbetaalde variabele vergoeding terug te vorderen.
De Raad van Bestuur kent op discretionaire wijze Umicore-aandelen toe aan de leden van het Directiecomité als erkenning voor de diensten die in het voorbije jaar werden verleend. Het aantal aandelen dat aan ieder lid van het Directiecomité werd toegekend voor diensten verleend in 2016 bedraagt 3.700. De toegekende aandelen zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar, doch niet aan vervalbepalingen.
Aan de leden van het Directiecomité worden aandelenopties toegekend in het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan, dat door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. Het aantal opties dat aan ieder lid van het Directiecomité wordt toegekend bedraagt thans 17.500. Er is geen verwervingsperiode ("vesting period") en de opties zijn onderworpen aan een lock-up periode van drie jaar. Aandelenopties stellen de begunstigde in staat om een specifiek aantal Umicore-aandelen te verwerven voor een vaste prijs (uitoefenprijs) binnen een specifieke periode.
De pensioenvoordelen omvatten zowel vaste bijdrageplannen als de kosten van een toegezegde pensioenregeling. De andere voordelen bestaan uit representatiekosten, bedrijfswagens en verzekeringsvoordelen.
In de tabel hieronder worden alle componenten van de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité voor het referentiejaar in detail weergegeven:
| (IN EUR) | GEDELEGEERD BESTUURDER |
LEDEN VAN HET DIRECTIECOMITÉ (GLOBAAL) |
|
|---|---|---|---|
| Statuut | Zelfstandige | ||
| Tijdsverloop voor cash conversie | |||
| Huidig jaar | Vaste vergoeding | 660.000 | 2.375.000 |
| 15 maanden | Niet-uitgesteld variabel 50% (referentiejaar 2015) | 210.000 | 660.000 |
| 27 maanden | Uitgesteld variabel 25% (referentiejaar 2014) | 90.450 | 296.475 |
| 39 maanden | Uitgesteld variabel 25% (referentiejaar 2013) | 81.000 | 243.000 |
| 3 jaren | Aandelen | 265.200 | 1.133.976 |
| 3 tot 7 jaren | Aandelenopties | 350.250 | 490.350 |
| Pensioen | Vast bijdrageplan | 46.200 | 172.330 |
| Toegezegde pensioenregelingen (kost) | 118.527 | 538.986 | |
| Andere voordelen | Representatievergoeding, voordeel in natura | 42.881 | 235.005 |
| bedrijfswagen, verzekeringvoordelen | |||
| Totaal | 1.864.508 | 6.145.122 |
84
| AANTAL OPTIES OP 31/12/2015 |
AANTAL TOEGEKENDE OPTIES IN 2016 |
AANTAL UITGEOEFENDE OPTIES |
GEMIDDELDE UITOEFENPRIJS (IN EUR) |
JAAR VAN TOEKENNING VAN DE UITGEOEFENDE OPTIES |
AANTAL VERBEURDE OPTIES |
AANTAL OPTIES OP 31/12/2016* |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Marc Grynberg | 503.000 | 75.000 | 113.000 | 23,16 | 2007 / 2010 | 0 | 465.000 |
| Stephan Csoma | 41.000 | 17.500 | 6.000 | 35,32 | 2012 | 0 | 52.500 |
| Denis Goffaux | 85.000 | 17.500 | 32.500 | 36,59 | 2011 / 2012 | 0 | 70.000 |
| Géraldine Nolens** | 24.000 | 17.500 | 6.000 | 35,32 | 2012 | 0 | 35.500 |
| Filip Platteeuw | 52.500 | 17.500 | 17.500 | 36,38 | 2013 | 0 | 52.500 |
| Pascal Reymondet | 95.000 | 17.500 | 60.000 | 37,95 | 2011 / 2012 / 2013 | 0 | 52.500 |
| Marc Van Sande | 95.000 | 17.500 | 42.500 | 36,94 | 2011 / 2012 | 0 | 70.000 |
* Deze opties kunnen worden uitgeoefend aan een uitoefenprijs van EUR 32,286 en EUR 38,07
** Waaronder opties toegekend in haar functie voor haar benoeming als lid van het Directiecomité
Meer informatie over uitgeoefende opties en andere aandelentransacties van leden van het Directiecomité en de Raad van Bestuur vindt u op www.fsma.be.
| AANTAL AANDELEN AANGEHOUDEN OP 31/12/2015 |
AANTAL AANDELEN AANGEHOUDEN OP 31/12/2016 |
|
|---|---|---|
| Marc Grynberg | 240.500 | 315.200 |
| Stephan Csoma | 7.200 | 10.900 |
| Denis Goffaux | 12.700 | 18.900 |
| Géraldine Nolens | – | 2.350 |
| Filip Platteeuw | 8.200 | 11.400 |
| Pascal Reymondet | 24.450 | 25.150 |
| Marc Van Sande | 15.700 | 19.400 |
| Totaal | 308.750 | 403.300 |
85
| AANTAL AANDELEN AANGEHOUDEN OP 31/12/2015 |
AANTAL AANDELEN AANGEHOUDEN OP 31/12/2016 |
|
|---|---|---|
| Thomas Leysen | 573.920 | 454.920 |
| Françoise Chombar | – | 3.342 |
| Ian Gallienne | – | – |
| Mark Garrett | 333 | 833 |
| Colin Hall | – | – |
| Ines Kolmsee | 1.805 | 2.305 |
| Barbara Kux | 1.000 | 1.500 |
| Eric Meurice | 333 | 833 |
| Jonathan Oppenheimer | 1.900 | 2.400 |
| Rudi Thomaes | 2.205 | 2.705 |
| Totaal | 581.496 | 468.838 |
Rekening houdend met de anciënniteit van Marc Grynberg in de Umicore groep heeft de Raad van Bestuur in 2008 het volgende beslist:
Als gevolg van een beslissing van de Raad van Bestuur uit 2007 heeft een lid van het Directiecomité, dat uit zijn functie wordt ontheven binnen twaalf maanden na een wijziging van controle over de Vennootschap, recht op een totale vergoeding ter waarde van 36 maanden van zijn basissalaris. Dit geldt enkel voor Pascal Reymondet en Marc Van Sande, die lid waren van het Directiecomité op datum van deze beslissing.
86
Denis Goffaux is op 1 juli 2010 tot Chief Technology Officer benoemd. Rekening houdend met zijn anciënniteit binnen de Umicore groep heeft hij in geval van beëindiging van zijn overeenkomst recht op een totale vergoeding worden uitbetaald van achttien maanden basissalaris. Deze regeling werd door het Benoemings- en Remuneratiecomité aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010; zij werd op 1 juni 2010 door de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Stephan Csoma en Filip Platteeuw zijn op 1 november 2012 benoemd tot lid van het Directiecomité. Rekening houdend met hun anciënniteit binnen de Umicore groep hebben zij, in geval van beëindiging van hun overeenkomst, recht op een totale vergoeding van 18 maanden basissalaris. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft deze regeling aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010 en deze regeling werd op 18 september 2012 door het Benoemings- en Remuneratiecomité goedgekeurd onder voorbehoud van bezwaren van de Raad van Bestuur, die niet werden geformuleerd.
Géraldine Nolens is op 1 juli 2015 tot lid van het Directiecomité benoemd. Rekening houdend met haar anciënniteit binnen de Umicore groep heeft zij, in geval van beëindiging van haar overeenkomst, recht op een totale vergoeding van achttien maanden basissalaris. Deze regeling werd door het Benoemings- en Remuneratiecomité aanbevolen in overeenstemming met de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010; zij is op 28 april 2015 door de Raad van Bestuur goedgekeurd.
Voor alle voormelde leden van het Directiecomité geldt dat de Raad van Bestuur beslist of de variabele cashvergoeding deel uitmaakt van een eventuele finale vergoeding.
De overeenkomst van Marc Van Sande werd ondertekend vóór de inwerkingtreding van de Belgische Corporate Governance wet van 6 april 2010. Zijn beëindigingsvergoeding is gebaseerd op zijn leeftijd, zijn anciënniteit binnen Umicore groep en het geheel van zijn salaris en voordelen.
De arbeidsovereenkomst van Pascal Reymondet dateert van 1 maart 1989 en is onderworpen aan het Duitse recht. Er is geen contractuele regeling in geval van beëindiging van de overeenkomst en bijgevolg zal de Duitse wetgeving van toepassing zijn.
Op verzoek van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft Umicore in 2016 onderzocht hoe de bestuurdersvergoedingen van Umicore zich positioneren tegenover deze van de BEL20-ondernemingen en van andere Europese ondernemingen van gelijkaardige omvang in de chemie-, metaal- en materialensectoren. De resultaten van dit onderzoek werden op 20 januari 2017 door het Benoemings- en Remuneratiecomité besproken.
Na een evaluatie van de globale vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur kwam het Benoemings- en Remuneratiecomité tot de conclusie dat de vaste vergoeding diende aangepast te worden. Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft aan de Raad van Bestuur voorgesteld om de jaarlijkse vaste vergoeding met EUR 7.000 te verhogen. De jaarlijkse vaste vergoeding van de voorzitter zal ongewijzigd blijven.
De Raad van Bestuur is op 9 februari 2017 ingegaan op deze aanbeveling en heeft beslist om de voorgestelde verghoging ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
Op 20 januari 2017 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité de vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder geëvalueerd op basis van een vergelijkend onderzoek van gelijkaardige Europese ondernemingen en de BEL20-ondernemingen.
Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 9 februari 2017 beslist om de vaste vergoeding van de Gedelegeerd Bestuurder te verhogen met EUR 20.000 om deze op EUR 680.000 te brengen vanaf 1 januari 2017.
Op 20 januari 2017 heeft het Benoemings- en Remuneratiecomité de vergoeding van de leden van het Directiecomité geëvalueerd. Op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft de Raad van Bestuur op 9 februari 2017 beslist om de vaste jaarlijkse vergoeding van de leden van het remuneratiecomité licht te verhogen vanaf 1 januari 2017.
Het Benoemings- en Remuneratiecomité heeft een hertekening van de politiek inzake uitgestelde variabele vergoeding besproken. Terwijl de ROCE nog steeds een sleutelcriterium blijft voor de financiële prestaties, is het Benoemings- en Remuneratiecomité voorstander van een concept dat een groei-incentive bevat. Er werd overeengekomen dat de huidige ROCE-variabele behouden zal blijven en dat een opwaartse aanpassing of bijkomende variabele in aanmerking zal genomen worden op basis van EBIT-groei.
Deze bijkomende variabele, die gebaseerd is op de target van de uitgestelde variabele vergoeding, hetzij in hoofde van de Gedelegeerd Bestuurder EUR 270.000 (d.w.z. een target van EUR 135.000 na een periode van twee jaar en een target van EUR 135.000 na een periode van drie jaar), en in hoofde van de leden van het Directiecomité EUR 150.000 (d.w.z. een target van EUR 75.000 na een periode van twee jaar en een target van EUR 75.000 na een periode van drie jaar), zal vastgesteld worden door de target te verhogen met een percentage dat gelijk is aan tweemaal het groeipercentage van de EBIT over de laatste 2, respectievelijk 3 jaren. Een drempel van 2% gemiddelde EBIT-groei zal toegepast worden, dit wil zeggen dat er geen aanpassing zal plaatsvinden indien de EBIT-groei minder dan 2% bedraagt. Het plan voor uitgestelde variabele vergoeding, inclusief de bijkomende variabele, zal collectief toegepast worden voor de Gedelegeerd Bestuurder en de leden van het Directiecomité.
Het nieuwe concept beoogt de kwaliteit van de resultaten (ROCE criterium) te belonen en een incentive te bieden voor groei (EBITgroei criterium).
De Raad van Bestuur heeft dit nieuwe concept van uitgestelde variabele vergoeding op 9 februari 2017 goedgekeurd met inwerkingtreding vanaf de uitbetalingen in 2018.
| KERNCIJFERS (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) |
TOELICHTING | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Omzet* | 12.548,0 | 9.819,3 | 8.828,5 | 10.441,9 | 11.085,9 | |
| Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 2.421,4 | 2.363,4 | 2.366,5 | 2.629,0 | 2.667,5 | |
| Recurrente EBITDA | F9 | 524,1 | 462,6 | 442,2 | 504,7 | 526,8 |
| Recurrente EBIT | F9 | 372,1 | 304,0 | 273,7 | 330,3 | 350,7 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | F9 | 22,2 | 11,8 | 28,3 | 14,3 | 18,3 |
| Niet-recurrente EBIT | F9 | (46,7) | (43,4) | (21,6) | (74,9) | (110,2) |
| IAS 39 effect op EBIT | F9 | 3,2 | (0,5) | (2,7) | (2,7) | (9,0) |
| Totale EBIT | F9 | 328,6 | 260,0 | 249,3 | 252,7 | 231,6 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 14,4 | 12,4 | 10,4 | 12,0 | 12,5 | |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | F31 | 16,7 | 13,6 | 12,2 | 13,7 | 14,6 |
| Gemiddelde gewogen nettorente (in %) | F11 | 1,9 | 1,6 | 1,6 | 1,5 | 1,8 |
| Recurrente belastingsgraad (in %) | F13 | 20,6 | 21,3 | 21,8 | 21,4 | 25,1 |
| Recurrent nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 275,2 | 218,0 | 193,1 | 246,0 | 232,9 |
| Resultaat van afgesplitste activiteiten, aandeel van de Groep | 0,0 | 0,0 | 14,4 | 16,4 | (50,3) | |
| Nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 233,4 | 179,0 | 170,6 | 169,2 | 130,7 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | F9 | 149,0 | 140,6 | 143,3 | 144,5 | 155,9 |
| Investeringen | F34 | 235,9 | 279,6 | 202,4 | 240,3 | 287,3 |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór financieringsoperaties | F34 | 150,3 | 185,9 | 139,9 | 119,0 | 141,9 |
| Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode | 3.667,9 | 3.512,3 | 3.851,4 | 4.030,1 | 4.145,7 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode | 1.751,7 | 1.677,1 | 1.704,6 | 1.731,6 | 1.789,6 | |
| Geconsolideerde netto financiële schuld uit bedrijfsactiviteiten, einde periode |
F24 | 222,5 | 215,0 | 298,3 | 321,3 | 296,3 |
| Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode (in %) | F24 | 11,0 | 11,1 | 14,6 | 15,3 | 13,8 |
| Gemiddelde nettoschuld / recurrente EBITDA (in %) | 47,7 | 44,2 | 51,9 | 61,8 | 57,6 | |
| Aangewend kapitaal, einde periode | F31 | 2.259,4 | 2.233,6 | 2.335,3 | 2.414,5 | 2.397,4 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | F31 | 2.224,6 | 2.241,3 | 2.240,1 | 2.402,2 | 2.398,7 |
* inclusief de eliminatie van transacties tussen voortgezette en stopgezette activiteiten
| (in EUR / aandeel) | TOELICHTING | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Winst per aandeel | ||||||
| Recurrente winst per aandeel | F39 | 2,47 | 1,96 | 1,79 | 2,27 | 2,14 |
| Winst per aandeel, basisberekening | F39 | 2,09 | 1,61 | 1,58 | 1,56 | 1,20 |
| Winst per aandeel, na verwateringseffect | F39 | 2,08 | 1,60 | 1,57 | 1,55 | 1,19 |
| Brutodividend | 1,00 | 1,00 | 1,00 | 1,20 | 1,30 | |
| Netto toename/afname van de kasstromen vóór | F34 | 1,35 | 1,67 | 1,29 | 1,10 | 1,30 |
| financieringsoperaties, basisberekening | ||||||
| Totaal der activa van de bedrijfsactiviteiten, einde periode | 32,78 | 32,00 | 35,63 | 37,29 | 37,92 | |
| Eigen vermogen van de Groep, einde periode | 15,66 | 15,28 | 15,77 | 16,02 | 16,37 | |
| Koers van het aandeel | ||||||
| Hoogste | 44,12 | 42,12 | 38,21 | 45,55 | 58,72 | |
| Laagste | 32,30 | 31,54 | 30,42 | 31,82 | 32,38 | |
| Gemiddelde | 38,57 | 35,72 | 34,32 | 39,12 | 47,77 | |
| Slot | 41,69 | 33,96 | 33,31 | 38,67 | 54,15 |
Alle indicatoren van de Groep omvatten de stopgezette activiteiten, tenzij anders vermeld. Zinc Chemicals droeg in 2016, 10 maanden bij aan de indicatoren van de stopgezette activiteiten, tenzij anders vermeld
| TOELICHTING | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal aantal uitgegeven aandelen, einde periode | F39 | 120.000.000 | 120.000.000 | 112.000.000 | 112.000.000 | 112.000.000 |
| waarvan uitstaande aandelen | F39 | 111.886.512 | 109.771.339 | 108.085.728 | 108.072.466 | 109.326.850 |
| waarvan aandelen in eigen bezit | F39 | 8.113.488 | 10.228.661 | 3.914.272 | 3.927.534 | 2.673.150 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, basisrekening | F39 | 111.593.474 | 111.257.259 | 108.062.085 | 108.445.128 | 108.887.828 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen, na verwateringseffect | F39 | 112.346.081 | 111.733.165 | 108.451.847 | 108.927.245 | 109.685.160 |
INKOMSTEN (METAAL NIET INBEGREPEN) RECURRENTE EBITDA RECURRENTE EBIT
RECURRENTE WINST PER AANDEEL BRUTODIVIDEND AANDELENKOERS
Schuldratio uit bedrijfsactiviteiten, einde periode Gemiddelde nettoschuld / recurrente EBITDA Gemiddelde gewogen nettorente
Recurrente belastingsgraad
90
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 1.871,9 | 2.020,2 | 2.181,3 | 2.749,3 | 2.779,1 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 860,1 | 866,9 | 917,1 | 1.093,7 | 1.163,4 |
| Recurrente EBITDA | 124,4 | 112,8 | 124,9 | 172,3 | 203,4 |
| Recurrente EBIT | 91,0 | 73,3 | 82,6 | 124,2 | 152,5 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 10,5 | 2,5 | 7,0 | 8,8 | 9,2 |
| Totale EBIT | 83,8 | 73,7 | 79,9 | 115,9 | 125,6 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 9,3 | 8,2 | 8,2 | 10,6 | 12,3 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 85,8 | 82,0 | 83,2 | 91,1 | 102,0 |
| Investeringen | 75,7 | 84,4 | 59,8 | 78,7 | 46,5 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 795,5 | 809,5 | 851,4 | 968,2 | 911,2 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 797,6 | 804,6 | 811,4 | 929,6 | 917,7 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 11,4 | 9,1 | 10,2 | 13,4 | 16,6 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) | 2.120 | 2.173 | 2.290 | 2.443 | 2.464 |
| Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) | 161 | 167 | 167 | 168 | 177 |
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 1.078,9 | 1.132,3 | 1.191,6 | 1.475,1 | 1.469,0 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 424,1 | 460,1 | 487,7 | 586,9 | 610,2 |
| Recurrente EBITDA | 67,9 | 72,1 | 90,4 | 112,6 | 131,6 |
| Recurrente EBIT | 33,8 | 40,0 | 54,1 | 70,2 | 81,7 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 4,2 | 2,7 | 4,7 | (3,5) | 1,0 |
| Totale EBIT | 3,4 | 36,6 | 53,4 | 37,3 | 74,2 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 7,0 | 8,1 | 10,1 | 12,6 | 13,2 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 18,3 | 18,6 | 19,9 | 20,3 | 20,2 |
| Investeringen | 54,4 | 65,6 | 46,6 | 42,5 | 144,3 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 510,6 | 502,8 | 618,6 | 633,4 | 752,0 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 509,6 | 512,5 | 535,8 | 640,0 | 695,3 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 6,6 | 7,8 | 10,1 | 11,0 | 11,7 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) | 2.111 | 2.061 | 2.181 | 2.258 | 2.357 |
| Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) | 1.057 | 1.056 | 930 | 936 | 847 |
0
2012 2013 2014 2015 2016
92
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 9.572,1 | 6.603,4 | 5.326,2 | 6.252,1 | 6.886,4 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 862,4 | 756,7 | 678,4 | 662,9 | 641,2 |
| Recurrente EBITDA | 335,1 | 278,3 | 208,7 | 204,3 | 187,2 |
| Recurrente EBIT | 279,6 | 220,5 | 148,6 | 141,5 | 124,9 |
| Totale EBIT | 272,3 | 220,5 | 141,2 | 132,5 | 115,5 |
| Recurrente operationele marge (in %) | 32,4 | 29,2 | 21,9 | 21,3 | 19,5 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 24,5 | 23,7 | 24,3 | 21,2 | 23,0 |
| Investeringen | 78,1 | 93,7 | 63,8 | 83,0 | 72,3 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 495,4 | 520,5 | 411,7 | 465,9 | 498,1 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 465,9 | 496,1 | 472,6 | 460,2 | 474,5 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 60,0 | 44,4 | 31,4 | 30,7 | 26,3 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) | 3.371 | 3.304 | 3.302 | 3.211 | 3.170 |
93
| (in miljoen EUR tenzij anders vermeld) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 664,9 | 647,4 | 709,0 | 744,7 | 652,6 |
| Totale inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 283,8 | 285,4 | 288,1 | 291,8 | 258,1 |
| Recurrente EBITDA | 27,4 | 28,3 | 36,9 | 39,6 | 30,7 |
| Recurrente EBIT | 8,8 | 9,8 | 19,1 | 31,0 | 30,6 |
| waarvan geassocieerde ondernemingen | 0,6 | 0,4 | 1,3 | 0,7 | 0,9 |
| Totale EBIT | 12,1 | (6,8) | 19,7 | 19,6 | (34,2) |
| Recurrente operationele marge (in %) | 2,9 | 3,3 | 6,2 | 10,4 | 11,5 |
| Onderzoek- & Ontwikkelingskosten | 3,6 | 3,0 | 3,4 | 3,0 | 3,1 |
| Investeringen | 17,5 | 21,5 | 21,3 | 27,5 | 14,5 |
| Aangewend kapitaal, einde periode | 243,4 | 231,2 | 264,2 | 199,3 | 99,2 |
| Aangewend kapitaal, gemiddelde | 253,3 | 244,4 | 251,2 | 207,6 | 153,1 |
| Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) (in %) | 3,5 | 4,0 | 7,6 | 14,9 | 20,0 |
| Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde ondernemingen) | 1.642 | 1.545 | 1.505 | 1.517 | 946 |
| Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen) | 488 | 502 | 501 | 508 | 420 |
94
| Geconsolideerde jaarrekening | 95 | |
|---|---|---|
| Geconsolideerde resultatenrekening | 95 | |
| resultaten | Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde | 96 |
| Geconsolideerde balans | 97 | |
| Geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen | 98 | |
| Geconsolideerde kasstromentabel | 99 | |
| Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening | 100 | |
| F1 | Voorstellingsbasis | 100 |
| F2 | Waarderingsregels | 100 |
| F3 | Beheer van financiële risico's | 112 |
| F4 | Belangrijke boekhoudkundige inschattingen en beoordelingen | 115 |
| F5 | Groepsondernemingen | 117 |
| F6 | Waardering vreemde deviezen | 119 |
| F7 | Segmentinformatie | 120 |
| F8 | Bedrijfsacquisities | 124 |
| F9 | Bedrijfsresultaat | 125 |
| F10 | Bezoldigingen en aanverwante voordelen | 127 |
| F11 | Netto financiële kost | 128 |
| F12 | Opbrengsten van andere financiële activa | 128 |
| F13 | Belastingen | 129 |
| F14 | Immateriële vaste activa (uitgezonderd goodwill) | 130 |
| F15 | Goodwill | 131 |
| F16 | Materiële vaste activa | 132 |
| F17 | Deelnemingen opgenomen volgens | 133 |
| de vermogensmutatiemethode | ||
| F18 | Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen | 134 |
| F19 | Voorraden | 135 |
| F20 | Handels- en overige vorderingen | 135 |
| F21 | Uitgestelde belastingactiva en -passiva | 136 |
| F22 | Kas en kasequivalenten | 138 |
| F23 | Valuta omrekeningsverschillen en andere reserves | 139 |
| F24 | Financiële schulden | 140 |
| F25 | Handels- en overige schulden | 142 |
| F26 | Liquiditeit van de financiële schulden | 143 |
| F27 | Voorzieningen voor personeelsvoordelen | 145 |
| F28 | Aandelenoptieplannen toegekend door de onderneming | 152 |
| F29 | Voorzieningen leefmilieu | 153 |
F30 Voorzieningen voor overige risico's en kosten 154
| F31 | Aangewend kapitaal | 155 |
|---|---|---|
| F32 | Financiële instrumenten per categorie | 156 |
| F33 | Reële waarde van financiële instrumenten | 160 |
| F34 | Toelichting bij de kasstromentabel | 163 |
| F35 | Rechten en verplichtingen | 165 |
| F36 | Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen | 166 |
| F37 | Verbonden partijen | 166 |
| F38 | Gebeurtenissen na balansdatum | 167 |
| F39 | Winst per aandeel | 167 |
| F40 | IFRS- ontwikkelingen | 168 |
| F41 | Audit vergoeding | 169 |
| F42 | Stopgezette activiteiten | 169 |
Beknopte jaarrekening van de moederonderneming 172
Verklaring over verantwoordelijkheid van het management 175
| EUR duizend | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Omzet | F9 | 9.697.685 | 10.443.541 |
| Andere bedrijfsopbrengsten | F9 | 58.030 | 59.813 |
| Bedrijfsopbrengsten | 9.755.715 | 10.503.354 | |
| Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | F9 | (8.316.334) | (9.040.437) |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | F10 | (640.390) | (636.071) |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | F9 | (218.842) | (192.278) |
| Andere bedrijfskosten | F9 | (354.338) | (379.664) |
| Bedrijfskosten | (9.529.903) | (10.248.451) | |
| Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa | F12 | (2.580) | (5.937) |
| BEDRIJFSRESULTAAT | 223.232 | 248.966 | |
| Financiële baten | F11 | 4.063 | 4.829 |
| Andere financiële lasten | F11 | (16.580) | (19.962) |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | F11 | (12.070) | (2.535) |
| Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen | F17 | 9.827 | 16.786 |
| volgens de vermogensmutatiemethode | |||
| Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefeningvoor belasting | 208.472 | 248.084 | |
| Belastingen op het resultaat | F13 | (47.736) | (56.420) |
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 160.736 | 191.663 | |
| Resultaat uit stopgezette bedrijfsactiviteiten * | F42 | 16.423 | (50.303) |
| RESULTAAT VAN DE PERIODE | 177.159 | 141.360 | |
| waarvan minderheidsbelangen | 7.934 | 10.636 | |
| waarvan aandeel van de Groep | 169.225 | 130.724 | |
| EUR | |||
| Winst per aandeel uit bedrijfsactiviteiten, basisberekening | F39 | 1,41 | 1,66 |
| Totale winst per aandeel, basisberekening | F39 | 1,56 | 1,20 |
| Winst per aandeel na verwatering uit bedrijfsactiviteiten | F39 | 1,41 | 1,65 |
| Totale winst per aandeel na verwatering | F39 | 1,55 | 1,19 |
| Dividend per aandeel | 1,20 | 1,30 |
(*) Toerekenbaar aan aandeelhouders van deze bedrijven
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 100 tot 174 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
96
| EUR duizend | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 160.736 | 191.663 | |
| Elementen die niet naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden | |||
| Wijzigingen als gevolg van de herwaardering van penioenrverplichten | (16.450) | (27.638) | |
| Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
2.873 | 6.018 | |
| Elementen die naderhand naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden | |||
| Bewegingen in financiële vaste activareserves, beschibaar voor verkoop | (15.776) | 111 | |
| Bewegingen in kasstroomafdekkingsreserves | (13.090) | 35.991 | |
| Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
4.474 | (10.483) | |
| Bewegingen in herwerkingen van omrekeningsverschillen | (656) | 30.226 | |
| Niet-gerealiseerde resultaten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F23 | (38.625) | 34.225 |
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit stopgezette bedrijfsactiviteiten | 23.218 | (55.378) | |
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode | 145.328 | 170.510 | |
| waarvan aandeel van de Groep | 139.578 | 158.249 | |
| waarvan minderheidsbelangen | 5.751 | 12.261 |
De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkings- reserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van EUR -10,5 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van EUR 6,0 miljoen.
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 100 tot 174 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
Umicore Jaarverslag 2016
| EUR duizend | TOELICHTING | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|
| Vaste activa | 1.614.204 | 1.727.409 | |
| Immateriële vaste activa | F14, F15 | 251.791 | 305.340 |
| Materiële vaste activa | F16 | 1.022.591 | 1.070.403 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 189.802 | 195.332 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | F18 | 29.236 | 26.414 |
| Leningen | F18 | 1.534 | 1.201 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 15.194 | 11.114 |
| Uitgestelde belastingactiva | F21 | 104.057 | 117.605 |
| Vlottende activa | 1.996.272 | 2.164.857 | |
| Leningen | F18 | 2.654 | 14.787 |
| Voorraden | F19 | 1.053.669 | 1.188.822 |
| Handels- en overige vorderingen | F20 | 829.805 | 844.271 |
| Terug te vorderen belastingen | 35.659 | 32.517 | |
| Kas en kasequivalenten | F22 | 74.486 | 84.460 |
| Activa uit stopgezette activiteiten | F42 | 419.599 | 253.484 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 4.030.075 | 4.145.751 | |
| Eigen vermogen | 1.784.970 | 1.848.045 | |
| Eigen vermogen van de groep | 1.698.721 | 1.829.014 | |
| Kapitaal en uitgifttepremies | 502.862 | 502.862 | |
| Overgedragen resultaten en reserves | 1.501.290 | 1.559.969 | |
| Omrekeningsverschillen en overige reserves | F23 | (175.518) | (144.200) |
| Eigen aandelen | (129.913) | (89.616) | |
| Minderheidsbelangen | 52.577 | 58.446 | |
| Elementen van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de stopgezette activiteiten |
33.671 | (39.417) | |
| Schulden op meer dan één jaar | 490.243 | 491.290 | |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen | F27 | 312.357 | 337.907 |
| Financiële schulden | F24 | 71.298 | 24.394 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 24.654 | 41.656 |
| Latente belastingpassiva | F21 | 6.235 | 6.924 |
| Voorzieningen | F29, F30 | 75.699 | 80.409 |
| Schulden op ten hoogste één jaar | 1.525.669 | 1.661.512 | |
| Financiële schulden | F24 | 338.871 | 400.786 |
| Handels- en overige schulden | F25 | 1.095.371 | 1.161.371 |
| Te betalen belastingen | 54.889 | 57.666 | |
| Voorzieningen | F29, F30 | 36.538 | 41.690 |
| Passiva uit stopgezette activiteiten | F42 | 229.193 | 144.908 |
| TOTAAL DER PASSIVA | 4.030.075 | 4.145.751 |
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 100 tot 174 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
| EUR duizend | KAPITAAL& UITGIFTE PREMIES |
RESERVES | OMREKENING VERSCHILLEN & OVERIGE RESERVES |
EIGEN AANDELEN |
MINDERHEIDS BELANGEN |
TOTAAL VOORT GEZETTE BEDRIJFS ACTIVITEITEN |
RESULTATEN ELEMENTEN UIT STOPGEZETTE ACTIVITEITEN |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Balans bij het begin van 2015 | 502.862 | 1.458.344 | (135.955) | (130.871) | 45.301 | 1.739.681 | 10.452 | 1.750.134 |
| Resultaat van de periode | – | 153.203 | – | – | 7.530 | 160.733 | 16.424 | 177.157 |
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
– | – | (36.335) | – | (2.290) | (38.625) | 6.794 | (31.831) |
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode |
– | 153.203 | (36.335) | – | 5.240 | 122.108 | 23.218 | 145.325 |
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
– | – | 5.841 | – | – | 5.841 | – | 5.841 |
| Kapitaalverhoging | – | – | – | – | 7.414 | 7.414 | – | 7.414 |
| Dividenden | – | (108.601) | – | – | (5.377) | (113.978) | – | (113.978) |
| Overboekingen | – | (1.655) | (9.070) | 10.725 | – | – | – | – |
| Wijzigingen eigen aandelen | – | – | – | (9.767) | – | (9.767) | – | (9.767) |
| Balans op het einde van 2015 | 502.862 | 1.501.290 | (175.518) | (129.913) | 52.577 | 1.751.299 | 33.671 | 1.784.970 |
| Resultaat van de periode | – | 181.203 | – | – | 10.460 | 191.663 | (50.303) | 141.360 |
| Componenten van niet-gerealiseerde resultaten |
– | – | 32.513 | – | 1.712 | 34.225 | (5.075) | 29.150 |
| Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode |
– | 181.203 | 32.513 | – | 12.172 | 225.888 | (55.378) | 170.510 |
| Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen |
– | – | 3.820 | – | – | 3.820 | – | 3.820 |
| Dividenden | – | (141.769) | – | – | (4.747) | (146.515) | – | (146.515) |
| Overboekingen | – | 6.839 | (9.094) | 2.255 | – | – | – | – |
| Wijzigingen eigen aandelen | – | – | – | 38.041 | – | 38.041 | – | 38.041 |
| Wijzigingen in consolidatiekring | – | 12.405 | 4.079 | – | (1.557) | 14.927 | (17.708) | (2.781) |
| Balans op het einde van 2016 | 502.862 | 1.559.969 | (144.200) | (89.616) | 58.446 | 1.887.460 | (39.416) | 1.848.045 |
De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep op 31 december 2016 bestond uit 112.000.000 aandelen zonder nominale waarde.
De begeleidende toelichtingen op de pagina's 100 tot 174 maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
99
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 160.736 | 191.664 |
| Aanpassing voor resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens | (9.827) | (16.786) |
| de vermogensmutatiemethode | ||
| Aanpassing voor niet-kastransacties | 234.635 | 188.912 |
| Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder | 50.707 | 66.731 |
| de investerings- of financieringskasstromen | ||
| Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal | (113.111) | 13.253 |
| Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 323.139 | 443.778 |
| Ontvangen dividenden | 23.921 | 8.517 |
| Belastingen betaald in de loop van het boekjaar | (80.931) | (65.301) |
| Ontvangen subsidies | (981) | (2.270) |
| NETTO OPERATIONELE KASSTROMEN | 265.148 | 384.723 |
| Verwerving van materiële vaste activa | (204.494) | (207.017) |
| Verwerving van immateriële vaste activa | (20.856) | (80.764) |
| Verwerving van nieuwe dochterondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen | 458 | – |
| Verwerving / kapitaalverhoging van geassocieerde ondernemingen | (1.764) | – |
| Verwerving van financiële vaste activa | (76) | (8.554) |
| Nieuwe toegekende leningen | (3.252) | (13.000) |
| Subtotaal van de verwervingen | (229.984) | (309.336) |
| Afstand van materiële vaste activa | 2.121 | 4.337 |
| Afstand van immateriële vaste activa | 1.739 | 778 |
| Afstand van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, na aftrek van hun | 644 | 138.604 |
| liquide middelen | ||
| Kapitaalvermindering van geassocieerde ondernemingen | 220 | – |
| Afstand van financiële vaste activa | – | 5.491 |
| Aflossing van leningen | 3.364 | 750 |
| Interne transferten | – | (49.261) |
| Subtotaal van de overdrachten | 8.088 | 100.698 |
| TOENAME / AFNAME VAN DE INVESTERINGSTHESAURIE | (221.896) | (208.638) |
| Kapitaalwijziging minderheden | 3.457 | – |
| Verkoop (aankoop) van eigen aandelen | (9.767) | 38.041 |
| Ontvangen interesten | 3.714 | 3.258 |
| Betaalde interesten | (9.331) | (9.667) |
| Nieuwe leningen en aflossingen | 26.837 | 6.490 |
| Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders | (108.638) | (138.266) |
| Dividenden uitgekeerd aan de minderheidsaandeelhouders | (5.377) | (4.747) |
| TOENAME / AFNAME VAN DE FINANCIERINGSTHESAURIE | (99.104) | (104.891) |
| Invloed van de wisselkoers | (17.300) | 1.401 |
| TOENAME / AFNAME VAN DE KAS- EN KASEQUIVALENTEN VOOR VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (73.153) | 72.596 |
| Nettokas en kas equivalenten bij het begin van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 102.943 | 66.167 |
| Impact van finale financiering voor stopgezette activiteiten | 36.378 | (67.488) |
| Netto kas en kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit voortgezette | 66.167 | 71.275 |
| bedrijfsactiviteiten | ||
| Kas uit stopgezette activiteiten | 37.872 | 45.325 |
| waarvan kas en kasequivalenten | 112.358 | 129.785 |
| waarvan krediet op bankrekeningen | (8.318) | (13.185) |
De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2016 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 119 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en opgenomen op de pagina's 1 tot 52 en 88 tot 174, werd voor publicatie goedgekeurd door de Raad Van Bestuur van 9 maart 2017. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).
De geconsolideerde financiële staten worden uitgedrukt in duizenden euro, afgerond op het dichtste duizendtal, en werden opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.
Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.
Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.
De Group past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.
Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.
Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen in de resultatenrekening als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.
Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep.
IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifieert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10 (geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.
Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen–dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto -activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.
In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle, In het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogens- mutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te herkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag grenzend aan ' aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen in de resultatenrekening.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep enkel voor het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
De groep past IFRS 11 voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te herkennen.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto- investering van de Groep in de joint ventures), herkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures. Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang
van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie aanwijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.
Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.
De hergroepering anticipeert de geplande desinvestering van de zinkactiviteiten van de Groep. De business units Building Products en Zinc Chemicals worden weergegeven als stopgezette activiteiten tot hun effectieve desinvestering. De business unit Zinc Chemicals is effectief verkocht op het einde van oktober 2016.
Catalysis speelt een belangrijke rol in de vermindering van voertuigenemissies wereldwijd. Umicore ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en andere zware voertuigen. De business group produceert ook verbindingen op edelmetaalbasis voor gebruik in de sectoren fijne chemicaliën, life sciences en farmaceutica. Het Energy & Surface Technologies segment is toegespitst op onder andere materialen die worden aangetroffen in de groeiende markt van herlaadbare batterijen, zowel in draagbare elektronica als in elektrische voertuigen en zonnepanelen. Het bevat ook materiaaloplossingen voor de behandeling van oppervlaktes in industrieën zoals de bouw en elektronica. De producten binnen dit segment bevatten grotendeels kobalt, germanium en indium. Het Recycling segment herwint een groot aantal edele en andere metalen uit een waaier van afvalstromen en industriële residuen. De Recycling activiteiten omvat ook zowel de productie van materialen voor de juwelenindustrie (inclusief recyclagediensten) als de recyclage van herlaadbare batterijen. Het segment biedt ook een aantal producten aan voor een breed gamma van toepassingen binnen de chemische, elektrische, elektronische, automotive en glastoepassingen. Al deze producten gebruiken edelmetalen om de specifieke producteigenschappen te versterken.
Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives wordt ook opgenomen in Corporate.
De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de Raad van Bestuur en aan het Directiecomité. Het Directiecomité evalueert de prestatie van de operationele segmenten hoofdzakelijk op basis van het resultaat voor interesten en belastingen (EBIT), het aangewend kapitaal en het rendement op aangewend kapitaal (ROCE).
De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan toegewezen kunnen worden.
De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn wordt een 'kost-plus' mechanisme toegepast. De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.
Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep geen enkele dochteronderneming die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie.
Functionele munt: de posten in de financiële staten van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde financiële staten worden opgesteld in euro, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder 'Omrekeningsverschillen'.
Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.
Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.
Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.
Om zich tegen bepaalde valutarisico's in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.
De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.
Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.
Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.
Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd:
Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.
Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevencycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.
Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.
103
| JAAR | |
|---|---|
| Terreinen | Niet afschrijfbaar |
| Gebouwen | |
| Industriële gebouwen | 20 |
| Aanpassingen aan gebouwen | 10 |
| Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria | 40 |
| Onroerend goed | 40 |
| Installaties, machines en uitrustingen: | 10 |
| Ovens | 7 |
| Kleinere uitrustingen | 5 |
| Meubilair en materieel: | |
| Rollend materieel | 5 |
| Mobiel materieel voor intern transport | 7 |
| Informaticamaterieel | 3–5 |
| Meubilair en kantoormaterieel | 5–10 |
Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.
Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder 'Deelnemingen opgenomen volgens de vermogens- mutatiemethode', samen met de investering zelf.
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige waardevermindering opgenomen in de resultaten- rekening. Deze waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.
Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.
Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:
Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoeks- kosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.
Umicore Jaarverslag 2016
In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een officieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen.
Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.
Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:
Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.
Leasing waarbij de onderneming vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de betrokken activa overneemt, wordt beschouwd als financiële leasing. Financiële leasingcontracten worden in de balans opgenomen aan de reële waarde op het moment van het aangaan van de leasingovereenkomst of, indien deze lager is, tegen de geschatte geactualiseerde waarde van de minimale leasingbetalingen, min gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
Elke aflossing wordt deels beschouwd als terugbetaling van de leasingschuld, deels als interestbetaling in een verhouding die maakt dat er over de volledige looptijd een constante interestlast ontstaat in vergelijking met het openstaand kapitaal. De overeenkomstige huurschulden, exclusief de financiële lasten, worden geboekt in de rubriek 'Overige langetermijnschulden'. Het interestgedeelte wordt over de termijn van de leasingperiode in de resultatenrekening opgenomen. Activa die het voorwerp uitmaken van fi. Het in leasing worden afgeschreven over de kortste termijn van hetzij de verwachte economische levensduur van deze activa, hetzij de duur van het leasingcontract.
Leasingovereenkomsten waarbij vrijwel alle wezenlijke voordelen en risico's verbonden aan de eigendom van de activa bij de verhuurder berusten, worden als operationele leasing beschouwd. Operationele leasingbetalingen of ontvangsten worden respectievelijk als een bedrijfskost of -opbrengst geboekt in de resultatenrekening op basis van de lineaire methode.
De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal-leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt gerapporteerd onder 'Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen'.
106
Alle bewegingen in financiële activa beschikbaar voor verkoop, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Financiële activa beschikbaar voor verkoop worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als financiële vaste activareserves. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in de resultatenrekening als winst of verlies.
Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico's verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft.
Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Alle waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.
Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.
Voorraden worden geboekt tegen kostprijs of, indien die lager is, de netto realiseerbare waarde. De kostprijs omvat directe aankoopof productiekosten en een toewijsbaar deel van de algemene kosten.
Voorraden worden opgesplitst in:
Basisproducten met metaaldekking zijn metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen en waarvoor Umicore een actief en structureel risicobeheer toepast teneinde de mogelijke negatieve effecten op de financiële prestatie van de Groep tot een minimum te beperken. De metaalinhoud wordt gegroepeerd in categorieën die hun specifieke aard en operationele toepassing weerspiegelen, zoals metaalvoorraden die permanent in gebruik zijn of metaalvoorraden die beschikbaar zijn voor commercieel gebruik. Afhankelijk van de metaalvoorraadcategorie, worden gepaste indekkingsmechanismen toegepast. Deze voorraden worden gewaardeerd met de methode van het gewogen gemiddelde, toegepast per voorraadcategorie.
Basisproducten zonder metaaldekking en verbruiksgoederen worden gewaardeerd volgens de methode van het gewogen gemiddelde.
Waardeverminderingen op voorraden worden geboekt in geval van lage voorraadrotatie en wanneer de nettoboekwaarde de marktwaarde overschrijdt, zijnde de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten voor afwerking en de geschatte kost noodzakelijk voor het afsluiten van een verkoop. Waardeverminderingen worden afzonderlijk vermeld.
Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaats- gevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de 'winstname volgende vordering van de werken'.
Handelsvorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle afschrijven worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.
Handelsvorderingen voor dewelke de risico's en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.
Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.
Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Krediet op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.
Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa niet aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.
De recupereerbare waarde is de nettoverkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren.
Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.
Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische nettoboekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.
A. Inkoop van eigen aandelen
Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare nettotransactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als 'Eigen aandelen'. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.
In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.
Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:
Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.
Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten.
De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:
Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaats vindt. Wanneer de verplichting productiegerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.
Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico's op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.
Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.
De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma's en programma's voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma's worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.
De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de 'te bereiken doel'- plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.
Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de 'projected unit credit method') en vertegenwoordigt de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen. De voorzieningen worden verminderd met de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.
De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultaten- rekening sinds IAS 19 (herzien).
Alle herwaarderingen die het gevolg zijn van verschillen tussen werkelijke en geschatte actuariële parameters zoals weerspiegeld in de jaarlijkse bijwerking van de actuariële berekeningen zullen worden opgenomen in de periode waarin ze ontstaan in het geconsolideerde overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.
De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de 'te bereiken doel'-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle actuariële verliezen of winsten worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma's kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma's, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.
De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.
Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als 'reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen'. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar 'overgedragen resultaten'.
De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.
110
Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.
Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.
Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.
De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.
De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingwetten. Daarnaast kunnen sommige entiteiten binnen de groep betrokken zijn belastingaudits die nog betrekking hebben op vorige jaren en enige tijd vergen om af te finaliseren. De Groep bepaalt de belastingstatus individueel en op regelmatige basis. Mocht de belastingschuld toch afwijken van de initieel geschatte bedragen, dan wordt het verschil gedragen in de rekeningen van het jaar waarin het vastgesteld wordt.
Latente belastingen worden berekend volgens de 'liability method', op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fi, op waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.
Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.
De opbrengsten uit de verkoop van goederen uit de verwerkingsactiviteiten worden opgenomen wanneer de belangrijkste voordelen en risico's inzake eigendom ten laste vallen van de koper en er niet langer onzekerheid bestaat over de ontvangst van de overeengekomen vergoeding en de daaraan verbonden transactiekosten of de mogelijke teruggave van de goederen.
Opbrengsten uit raffinage-activiteiten en de levering van diensten worden opgenomen in verhouding tot het niveau van de afwerking van de transactie, als dit op een betrouwbare manier kan gewaardeerd worden.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico's te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum.
Alle afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gewaardeerd op het einde van de rapporteringsperiode aan de reële waarde, volgens het marktwaardevergelijkingsmechanisme ('mark-to-market'). Alle winsten en verliezen worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening – als een bedrijfsresultaat – indien gerelateerd aan metaal en als een financieel resultaat in alle andere gevallen.
Ingedekte elementen (vooral fysische vaste overeenkomsten en commerciële voorraad) worden ook gewaardeerd aan reële waarde wanneer 'hedge accounting' kan gedocumenteerd worden in overeenstemming met de IAS 39-criteria.
In de afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de ingedekte elementen aan kost opgenomen en vervolgens onderworpen aan de waarderingsregels die van toepassing zijn voor gelijkaardige niet-ingedekte elementen, o.a. de waardering aan de laagste van kostprijs en marktwaarde (IAS 2) voor wat de voorraden betreft, of het boeken van voorzieningen voor verlieslatende contracten (IAS 37) voor de fysieke vaste overeenkomsten (zie hoofdstuk 2.22 IAS 39-impact).
Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder 'cash flow hedge accounting'. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroom- indekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.
Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden hedginginstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen onmiddellijk in de resultaten- rekening opgenomen.
In afwezigheid van het verkrijgen van 'hedge accounting' bij de creatie in overeenstemming met de IAS 39-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de hedgingelementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (zie ook paragraaf 2.22 IAS 39-impact).
Uitvoerende contracten ('basiscontract') bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten veroorzaken dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IAS 39 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt (zie ook hoofdstuk 2.22 IAS 39-impact).
Bevat niet-recurrente elementen voornamelijk met betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa en andere kosten en opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming.
De IAS 39-impact heeft betrekking op de tijdsverschillen (zonder invloed op de kasstromen) in het boeken van inkomsten als gevolg van het niet toepassen of het niet kunnen bekomen van IAS 39 'hedge accounting' op:
Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico's, waaronder metaalprijsschommelingen, de wisselkoersen, bepaalde markt- gedefinieerde commerciële voorwaarden, en rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico's. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico's in te dekken met financiële en verzekeringsinstrumenten.
Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico's.
De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië).
Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.
Het grootste deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, die inwerken op de in euro uitgedrukte metaalbonussen die gehaald worden uit recycleerbare materialen.
Een ander deel van deze blootstelling vloeit voort uit niet metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Op basis van de wisselkoersen op het einde van 2016 en exclusief indekkingen geldt dat voor deze blootstelling iedere stijging van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting een ongeveer EUR 1,5 miljoen in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis voort brengt. Omgekeerd resulteert iedere daling van 1 US dollarcent ten opzichte van de euro naar schatting in een daling van iets meer dan EUR 1 miljoen in inkomsten en operationeel resultaat op jaarbasis. Deze niet metaal gerelateerd sensitiviteit is een schatting die eerder theoretisch van aard is aangezien het wisselkoersniveau vaak een zware invloed heeft op wijzigingen in commerciële voorwaarden die in USD worden onderhandeld.
In mindere mate bestaat naast de blootstelling aan de USD ten opzichte van de Euro ook een structurele en stijgende gevoeligheid van zowel de Euro als de USD tegenover enkele andere deviezen zoals de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand.
Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen haar structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.
Op het einde van 2016, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn met nietmetaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitivieit voor o.a. devolgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, EUR/ZAR, USD/ZAR en USD/CAD.
Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico's met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico's, voornamelijk via termijncontracten.
Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta's ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk de Amerikaanse dollar, de Braziliaanse real, de Koreaanse won, de Chinese yuan en de Zuid-Afrikaanse rand. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen wel indekkingen op ad hoc basis afgesloten worden.
Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.
Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico's. Die risico's vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.
In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten aan metaalkoersen belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren. Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies en de stopgezette activiteiten die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit. Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten.
Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. Op het einde van 2016 hadden zulke uitstaande indekkingen betrekking tot een aantal edele metalen (meer bepaald goud, zilver en palladium) en basis metalen (meer bepaald nikkel, koper en lood).
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico's op aangekochte en verkochte metalen.
De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken wereldwijde marktreferenties zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).
Het beleid van de Groep bestaat er in om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.
114
De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico's op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.
De blootstelling van de Groep aan de rentevoetschommelingen houdt verband met de verplichtingen in het kader van de financiële schulden van de Groep. Eind december 2016 bedroeg de netto financiële schuld van de Groep EUR 425 miljoen, waarvan 20 miljoen met een vaste rentevoet. In januari 2013 heeft de Groep een rentevoetswap aangegaan, en daarmee de interestvoet gefixeerd voor EUR 150 miljoen.
Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel.
Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore heeft 2 kredietverzekeringscontractn aangegaan met verschillende verzekeraards. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing en beschermt de maatschappijen van de Groep tegen insolventie, politieke en commerciële risico's met een individualiseerbare franchise van 5% per factuur terwijl de globale maximale jaarlijkse schadeloosstelling EUR 25 miljoen beloopt. De tweede polis dekt een meer selectieve groep van handelsvorderingen en voorziet een jaarlijkse franchise van EUR 5 miljoen en een maximale jaarlijkse schadeloosstelling van EUR 70 miljoen.
Umicore heeft bepaald dat in een aantal gevallen waar de kredietverzekeringskosten onevenredig zijn met het risico dat verzekerd moet worden, geen dergelijke wereldwijde kredietverzekeringsindekking gezocht wordt. Voor deze bedrijven, gekarakteriseerd door een significante klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe band met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten afgesloten worden voor een bepaalde tijdspanne.
Er valt op te merken dat enkele omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door de business group Recycling, een beperkt kredietrisico hebben, aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen vóór levering.
Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico's moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen.
Liquiditeitsrisico wordt behandeld door een voldoende mate van gediversifieerde financieringsbronnen aan te houden. Deze bevatten vastgelegde en niet vastgelegde bilaterale bankfaciliteiten op korte termijn, twee gesyndiceerde bankfaciliteiten op middellange termijn, en een 'commercial paper'- programma (deze laatste met een bovengrens van EUR 300 miljoen).
De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de belastingwetgeving en -regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden.
In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.
Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.
De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de 'hefboomratio' en de ratio van de netto financiële schuld ten opzichte van de recurrente bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio ratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.
In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore ('investment grade'). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.
Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico's, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft bevoorradingsrisico's, technologische risico's, en het risico van productsubstitutie bij klanten. We verwijzen naar de pagina's 39 tot 46 over risicobeheer voor een beschrijving van deze risico's en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico's benadert.
Umicore verwacht geen materiële directe financiële impact van de Brexit.
De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.
Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:
Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.
116
De recupereerbare waarde van de kasstroom genererende activiteiten werd bepaald als de hoogste van de reële waarde van de activa verminderd met de realisatiekosten of hun gebruikswaarde in overeenstemming met de waarderingsregels. Deze berekeningen, waardeverminderingstesten, vereisen het gebruik van schattingen en hypotheses zoals verdisconteringvoeten, wisselkoersen, prijzen van eenheidsproducten, toekomstige kapitaalbehoeften en de verwachte operationele prestatie. De interne schatting van de toekomstige bedrijfsprestaties is gebaseerd op de analyse van een combinatie van factoren, zoals de verwachte marktgroei, geschat marktaandeel, competitieve omgeving, prijsniveau en evolutie van de kosten. Zulke analyses combineren zowel intern gegenereerde schattingen als gegevens van externe bronnen. Op 31 december 2016 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep EUR 132.592 duizend tegen EUR 131.860 duizend in 2015.
Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schatting van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie, en de studiekosten. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2016 was de waarde van de provisies voor sanering EUR 58.854 duizend tegen EUR 63.738 duizend in 2015.
Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een 'te bereiken doel', worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een 'te bereiken doel' is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2016 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van EUR 337.907 duizend tegenover EUR 312.357 duizend in 2015.
Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op de het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.
Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota's waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.
Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:
| % DEELNEMING IN 2015 |
% DEELNEMING IN 2016 |
||
|---|---|---|---|
| Voortgezette activiteiten | |||
| Argentinië | Umicore Argentina S.A. | 100,00 | 100,00 |
| Australië | Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Australia Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Oostenrijk | Oegussa GmbH | 91,29 | 91,29 |
| België | Todini (BE 0834.075.185) | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Financial Services (BE 0428.179.081) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Abrasives (BE 0881.426.726) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984) | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Long Term Finance (BE 0404.867.211) | 100,00 | 100,00 | |
| Brazilië | Coimpa Industrial Ltda | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Brasil Ltda | 100,00 | 100,00 | |
| Clarex | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda | 60,00 | 60,00 | |
| Canada | Umicore Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Autocat Canada Corp. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Precious Metals Canada Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| China | Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Autocat (China) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Technical Materials (Suzhou) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd. | 70,00 | 70,00 | |
| Umicore Jubo Thin Film Products (Beijing) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai (China) Co., Ltd. | 60,00 | 60,00 | |
| Frankrijk | Umicore France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore IR Glass S.A.S. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Autocat France S.A.S. | 100,00 | 100,00 | |
| Duitsland | Umicore AG & CoKG (*) | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Metalle & Oberflächen GmbH | 100,00 | 100,00 | |
| Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG | 91,21 | 91,21 | |
| Umicore Galvanotechnik GmbH | 91,21 | 91,21 | |
| Todini GmbH | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai Germany GmbH | 60,00 | 60,00 | |
| Italië | Italbras S.p.A. | 100,00 | 100,00 |
| TODINI AND COS.P.A. | 100,00 | 100,00 | |
| Indië | Umicore Autocat India Pvt LTD | 100,00 | 100,00 |
| Umicore India Private Limited | 100,00 | 100,00 | |
| Japan | Umicore Japan KK | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Shokubai Japan Co., Ltd. | 60,00 | 60,00 | |
| Zuid-Korea | Umicore Korea Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Materials Korea Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| Liechtenstein | Umicore Thin Film Products AG | 100,00 | 100,00 |
117
| % DEELNEMING IN 2015 |
% DEELNEMING IN 2016 |
||
|---|---|---|---|
| Luxemburg | Umicore International | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Autocat Luxembourg | 100,00 | 100,00 | |
| Nederland | Schöne Edelmetaal BV | 91,21 | 91,21 |
| Filippijnen | Umicore Specialty Chemicals Subic Inc. | 78,20 | 78,20 |
| Portugal | Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda | 100,00 | 100,00 |
| Zuid-Afrika | Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd. | 65,00 | 65,00 | |
| Spanje | Todini Quimica Ibérica, S.L. | 100,00 | 100,00 |
| Zweden | Umicore Autocat Sweden AB | 100,00 | 100,00 |
| Zwitserland | Allgemeine Suisse SA | 91,21 | 91,21 |
| Taiwan | Umicore Thin Fim Products Taiwan Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Thailand | Umicore Precious Metals Thailand Ltd. | 91,21 | 91,21 |
| Verenigd Koninkrijk | Umicore Coating Services Ltd. | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Marketing Services UK Ltd. | 100,00 | 100,00 | |
| VS | Umicore USA Inc | 100,00 | 100,00 |
| Umicore Autocat USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Precious Metals NJ LLC | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Precious Metals USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Optical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Shokubai USA Inc | 60,00 | 60,00 | |
| Palm Commodities International | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Technical Materials North America Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Thin Film Products USA Inc. | 100,00 | 100,00 | |
| Umicore Specialty Materials Recycling, LLC. | 100,00 | 100,00 | |
| Stopgezette activiteiten | |||
| België | VMZINC BENELUX & UK (BE 0631.891.256) | 100,00 | 100,00 |
| Frankrijk | Umicore Building Products France S.A.S | 100,00 | 100,00 |
| Duitsland | Umicore Bausysteme GmbH | 100,00 | 100,00 |
| Hongarije | Umicore Building Products Hungary kft. | 100,00 | 100,00 |
| Polen | Umicore Building Products Polska | 100,00 | 100,00 |
| Spanje | Umicore Building Products Iberica S.L. | 100,00 | 100,00 |
| Zwitserland | Umicore Strub SA | 100,00 | 100,00 |
| VS | Umicore Building Products USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
(*) Als gevolg van de integratie van Umicore AG & Co. KG in de geconsolideerde jaarrekening van Umicore en de toelichting van de jaarrekening volgens § 325 HGB (Duitse handelswetgeving) is Umicore AG & Co. KG volgens artikel 264b van de Duitse handelswetgeving vrijgesteld van de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen.
119
Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (euro) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Ierland) die de Amerikaanse dollar gebruikt.
| SLOTKOERS | GEMIDDELDE KOERS | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | ||
| Amerikaanse dollar | USD | 1,089 | 1,054 | 1,110 | 1,107 |
| Britse pond | GBP | 0,734 | 0,856 | 0,726 | 0,819 |
| Canadese dollar | CAD | 1,512 | 1,419 | 1,419 | 1,466 |
| Zwitserse frank | CHF | 1,084 | 1,074 | 1,068 | 1,090 |
| Japanse yen | JPY | 131,070 | 123,400 | 134,314 | 120,197 |
| Braziliaanse real | BRL | 4,251 | 3,435 | 3,697 | 3,863 |
| Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 16,953 | 14,457 | 14,172 | 16,264 |
| Chinese yuan | CNY | 7,061 | 7,320 | 6,973 | 7,352 |
| Thailandese Baht | THB | 39,248 | 37,726 | 38,028 | 39,043 |
| Zuid-Koreaanse won (100) | KRW | 12,808 | 12,694 | 12,565 | 12,842 |
| EUR duizend | TOELICHTING | CATALYSIS | ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES |
RECYCLING | CORPORATE & NIET TOEGEWEZEN |
ELIMINATIES | TOTAAL VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
STOPGEZETTE ACTIVITEITEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 2.749.322 | 1.474.419 | 6.251.959 | 26.179 | (804.193) | 9.697.686 | 744.742 | 10.442.428 | |
| Externe omzet | 2.728.292 | 1.422.058 | 5.521.157 | 26.179 | 0 | 9.697.686 | 744.742 | 10.442.428 | |
| Omzet tussen segmenten | 21.030 | 52.362 | 730.802 | 0 | (804.193) | 0 | 0 | 0 | |
| Totale inkomsten (zonder metaal) |
1.093.651 | 586.877 | 662.935 | 0 | (6.327) | 2.337.136 | 291.826 | 2.628.962 | |
| Externe inkomsten | 1.092.848 | 586.625 | 657.663 | 0 | 0 | 2.337.136 | 291.826 | 2.628.962 | |
| Inkomsten tussen segmenten | 803 | 252 | 5.272 | 0 | (6.327) | 0 | 0 | 0 | |
| Bedrijfsresultaat | F9 | 109.226 | 40.799 | 132.483 | (59.281) | 0 | 223.227 | 19.272 | 242.499 |
| Recurrent bedrijfsresultaat | 115.404 | 73.726 | 141.503 | (44.982) | 0 | 285.651 | 30.294 | 315.945 | |
| Niet-recurrent bedrijfsresultaat | (5.016) | (32.646) | (11.687) | (14.299) | 0 | (63.648) | (6.917) | (70.565) | |
| IAS 39-effect op bedrijfsresultaat | (1.162) | (281) | 2.667 | 0 | 0 | 1.224 | (4.105) | (2.881) | |
| Ondernemingen | F9 | 6.678 | (3.484) | 0 | 6.632 | 0 | 9.827 | 348 | 10.175 |
| opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
|||||||||
| Recurrent | 8.756 | (3.484) | 0 | 8.373 | 0 | 13.644 | 672 | 14.316 | |
| Niet-recurrent | (1.972) | 0 | 0 | (2.030) | 0 | (4.002) | (325) | (4.326) | |
| IAS 39-effect | (105) | 0 | 0 | 290 | 0 | 185 | 0 | 185 | |
| EBIT | F9 | 115.904 | 37.315 | 132.483 | (52.648) | 0 | 233.054 | 19.619 | 252.674 |
| Recurrente EBIT | 124.160 | 70.242 | 141.503 | (36.610) | 0 | 299.295 | 30.966 | 330.261 | |
| Niet-recurrente EBIT | (6.988) | (32.646) | (11.687) | (16.329) | 0 | (67.650) | (7.242) | (74.891) | |
| IAS 39-effect op EBIT | (1.268) | (281) | 2.667 | 290 | 0 | 1.409 | (4.105) | (2.696) | |
| Afschrijvingen | F9 | 48.174 | 42.327 | 62.802 | 12.560 | 0 | 165.863 | 8.608 | 174.471 |
| Recurrente afschrijvingen | 48.174 | 42.327 | 62.802 | 12.560 | 0 | 165.863 | 8.608 | 174.471 | |
| EBITDA | F9 | 164.079 | 79.643 | 195.285 | (40.089) | 0 | 398.918 | 28.227 | 427.145 |
| Recurrente EBITDA | 172.334 | 112.570 | 204.305 | (24.050) | 0 | 465.159 | 39.574 | 504.733 | |
| Geconsolideerd totaal der activa | 1.490.487 | 1.111.989 | 955.271 | 575.433 | (522.703) | 3.610.477 | 419.599 | 4.030.076 | |
| Segmentactiva | 1.425.224 | 1.085.361 | 955.271 | 478.093 | (522.703) | 3.421.246 | 396.747 | 3.817.992 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen |
65.263 | 26.628 | 0 | 97.340 | 0 | 189.231 | 22.852 | 212.084 | |
| Geconsolideerd totaal | 540.663 | 456.074 | 502.436 | 1.039.443 | (522.703) | 2.015.913 | 229.193 | 2.245.106 | |
| der passiva | |||||||||
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar |
F31 | 851.378 | 618.636 | 411.708 | 189.409 | 0 | 2.071.131 | 264.183 | 2.335.314 |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 949.351 | 653.928 | 481.663 | 161.195 | 0 | 2.246.137 | 183.422 | 2.429.559 |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 968.200 | 633.382 | 465.879 | 147.715 | 0 | 2.215.176 | 199.325 | 2.414.501 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester |
F31 | 900.364 | 636.282 | 446.685 | 175.302 | 0 | 2.158.634 | 223.802 | 2.382.436 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester |
F31 | 958.775 | 643.655 | 473.771 | 154.455 | 0 | 2.230.656 | 191.373 | 2.422.030 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar |
F31 | 929.570 | 639.969 | 460.228 | 164.878 | 0 | 2.194.645 | 207.588 | 2.402.233 |
| ROCE | F31 | 13,36% | 10,98% | 30,75% | (22,20%) | 0,00% | 13,64% | 14,92% | 13,75% |
| Investeringen | F34 | 78.762 | 42.465 | 82.984 | 8.534 | 0 | 212.745 | 27.544 | 240.289 |
| Totaal O&O | F9 | 91.140 | 20.246 | 21.177 | 8.980 | 0 | 141.543 | 2.956 | 144.499 |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 80.781 | 18.155 | 21.177 | 8.980 | 0 | 129.094 | 2.956 | 132.050 |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa |
F34 | 10.359 | 2.091 | 0 | 0 | 0 | 12.450 | 0 | 12.450 |
| EUR duizend | TOELICHTING | CATALYSIS | ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES |
RECYCLING | CORPORATE & NIET TOEGEWEZEN |
ELIMINATIES | TOTAAL VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN |
STOPGEZETTE ACTIVITEITEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 2.779.124 | 1.468.979 | 6.886.386 | 31.750 | (722.698) | 10.443.541 | 652.638 | 11.096.179 | |
| Externe omzet | 2.770.120 | 1.414.685 | 6.226.986 | 31.750 | 0 | 10.443.541 | 652.638 | 11.096.179 | |
| Omzet tussen segmenten | 9.004 | 54.294 | 659.400 | 0 | (722.698) | 0 | 0 | 0 | |
| Totale inkomsten (zonder metaal) |
1.163.395 | 610.193 | 641.230 | 0 | (5.450) | 2.409.368 | 258.133 | 2.667.501 | |
| Externe inkomsten | 1.162.284 | 609.912 | 637.172 | 0 | 0 | 2.409.368 | 258.133 | 2.667.501 | |
| Inkomsten tussen segmenten | 1.111 | 281 | 4.058 | 0 | (5.450) | 0 | 0 | 0 | |
| Bedrijfsresultaat | F9 | 116.453 | 73.238 | 115.482 | (56.208) | 0 | 248.965 | (35.448) | 213.517 |
| Recurrent bedrijfsresultaat | 143.321 | 80.692 | 124.888 | (46.145) | 0 | 302.757 | 29.675 | 332.432 | |
| Niet-recurrent bedrijfsresultaat | (26.665) | (914) | (10.458) | (9.989) | 0 | (48.025) | (61.400) | (109.425) | |
| IAS 39-effect op bedrijfsresultaat | (204) | (6.540) | 1.051 | (75) | 0 | (5.766) | (3.723) | (9.490) | |
| Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
F9 | 9.098 | 1.003 | 0 | 6.685 | 0 | 16.786 | 1.254 | 18.040 |
| Recurrent | 9.153 | 1.003 | 0 | 7.230 | 0 | 17.386 | 929 | 18.315 | |
| Niet-recurrent | 664 | 0 | 0 | (1.781) | 0 | (1.117) | 325 | (792) | |
| IAS 39-effect | (718) | 0 | 0 | 1.235 | 0 | 517 | 0 | 517 | |
| EBIT | F9 | 125.551 | 74.241 | 115.482 | (49.523) | 0 | 265.751 | (34.194) | 231.557 |
| Recurrente EBIT | 152.474 | 81.695 | 124.888 | (38.914) | 0 | 320.143 | 30.604 | 350.747 | |
| Niet-recurrente EBIT | (26.001) | (914) | (10.458) | (11.769) | 0 | (49.142) | (61.075) | (110.217) | |
| IAS 39-effect op EBIT | (922) | (6.540) | 1.051 | 1.161 | 0 | (5.249) | (3.723) | (8.973) | |
| Afschrijvingen | F9 | 50.953 | 49.937 | 62.358 | 12.693 | 0 | 175.942 | 82 | 176.024 |
| Recurrente afschrijvingen | 50.953 | 49.937 | 62.358 | 12.693 | 0 | 175.942 | 82 | 176.024 | |
| EBITDA | F9 | 176.504 | 124.178 | 177.840 | (36.829) | 0 | 441.693 | (34.112) | 407.581 |
| Recurrente EBITDA | 203.427 | 131.632 | 187.246 | (26.221) | 0 | 496.084 | 30.687 | 526.771 | |
| Geconsolideerd totaal der activa | 1.479.625 | 1.359.785 | 1.084.014 | 536.482 | (567.640) | 3.892.267 | 253.484 | 4.145.751 | |
| Segmentactiva | 1.405.138 | 1.332.872 | 1.084.014 | 443.365 | (567.640) | 3.697.749 | 237.503 | 3.935.252 | |
| Investeringen in geassocieerde ondernemingen |
74.487 | 26.913 | 0 | 93.117 | 0 | 194.518 | 15.981 | 210.499 | |
| Geconsolideerd totaal | 568.805 | 579.162 | 592.253 | 980.225 | (567.640) | 2.152.805 | 144.908 | 2.297.711 | |
| der passiva | |||||||||
| Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar |
F31 | 968.200 | 633.382 | 465.879 | 147.715 | 0 | 2.215.176 | 199.325 | 2.414.501 |
| Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 895.612 | 697.913 | 466.916 | 173.899 | 0 | 2.234.340 | 157.023 | 2.391.362 |
| Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 911.191 | 752.037 | 498.139 | 136.968 | 0 | 2.298.336 | 99.074 | 2.397.409 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester |
F31 | 931.906 | 665.648 | 466.398 | 160.807 | 0 | 2.224.758 | 178.174 | 2.402.931 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester |
F31 | 903.401 | 724.975 | 482.527 | 155.434 | 0 | 2.266.338 | 128.048 | 2.394.386 |
| Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar |
F31 | 917.653 | 695.311 | 474.463 | 158.120 | 0 | 2.245.548 | 153.111 | 2.398.659 |
| ROCE | F31 | 16,62% | 11,75% | 26,32% | (24,61%) | 0,00% | 14,26% | 19,99% | 14,62% |
| Investeringen | F34 | 46.528 | 144.319 | 72.271 | 9.714 | 0 | 272.833 | 14.505 | 287.338 |
| Totaal O&O | F9 | 101.958 | 20.183 | 23.023 | 7.626 | 0 | 152.790 | 3.070 | 155.859 |
| O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 88.584 | 18.329 | 23.023 | 7.626 | 0 | 137.561 | 3.070 | 140.631 |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa |
F34 | 13.374 | 1.854 | 0 | 0 | 0 | 15.228 | 0 | 15.228 |
| EUR duizend | TOELICHTING | EUROPA | WAARVAN BELGÏE |
AZÎE OCEANIË |
NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AFRIKA | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 6.299.535 | 152.925 | 1.660.849 | 1.294.596 | 273.208 | 169.497 | 9.697.685 | |
| Vlottende activa | 887.683 | 407.243 | 395.881 | 154.941 | 33.713 | 6.736 | 1.478.954 | |
| Investeringen | F34 | 142.512 | 87.562 | 40.847 | 21.209 | 6.793 | 1.384 | 212.745 |
| EUR duizend | TOELICHTING | EUROPA | WAARVAN BELGÏE |
AZÎE OCEANIË |
NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AFRIKA | TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totale omzet | 6.758.722 | 121.963 | 1.898.223 | 1.326.192 | 289.144 | 171.259 | 10.443.541 | |
| Vlottende activa | 924.063 | 473.540 | 439.236 | 152.323 | 41.361 | 8.801 | 1.581.765 | |
| Investeringen | F34 | 179.497 | 146.974 | 65.081 | 18.448 | 7.467 | 2.340 | 272.834 |
De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het 'arm's length'-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden 'cost plus'- mechanismen gebruikt. Intragroep transacties worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een netto cijfer weer te geven.
Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van de groep vertegenwoordigt.
De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:
Het segment bestaat uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Hun activiteiten richten zich op de ontwikkeling en productie van katalysatorformuleringen en -systemen die worden gebruikt om de uitstoot van verbrandingsmotoren te verminderen, evenals in chemische en life science toepassingen. Dit segment omvat de joint venture Ordeg.
Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Electroplating, Rechargeable Battery Materials en Thin Film Products. Het Energy & Surface Technology segment is gefocust o.a. op materialen gebruikt in de groeiende markt van herlaadbare batterijen, zowel in draagbare elektronica als in elektrische voertuigen en zonne-energie. De producten van het segment zijn hoofdzakelijk gebaseerd op kobalt, germanium en indium. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.
Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewellery & Industrial Metals, Precious Metals Management, Technical Materials, Platum Engineered Materials en Battery Recycling. Het Recycling segment omvat een groot aantal edele en andere metalen van een brede waaier aan afvalstromen en industriële residuen. De recyclage activiteiten strekken zich ook uit tot de productie van materialen gebruikt in juwelen (inclusief recyclage) als het recycleren van herlaadbare batterijen. Dit segment biedt ook producten aan voor verschillende toepassingen waaronder chemische, elektrische, elektronische, automotive en specialiteitsglas toepassingen. Al de producten gebruiken edele metalen om specifieke productkenmerken te verbeteren.
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives is hier ook inbegrepen.
De units Building Products en Zinc Chemicals worden als stopgezette activiteiten gerapporteerd tot hun effectieve verkoop. Zinc Chemicals is effectief verkocht op het einde van oktober 2016. De stopgezette activiteiten omvatten bijgevolg in 2016 nog 10 maanden bijdrage van Zinc Chemicals naast de gerealiseerde meerwaarde op de verkoop. In de geografische segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, de langetermijnvorderingen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de recurrente EBIT/operationeel resultaat. Zoals afgeleid kan worden uit bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het recurrente operationeel resultaat en de totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door het niet-recurrente operationeel resultaat en de IFRS 39- effecten waarvoor de definities worden weergeven in de glossarium.
Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.
In 2016 waren er geen nieuwe unit combinaties of overnames van geassocieerde ondernemingen of joint ventures.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Verkopen | 9.614.101 | 10.340.446 |
| Diensten | 83.584 | 103.095 |
| Omzet (1) | 9.697.685 | 10.443.541 |
| Andere bedrijfsopbrengsten (2) | 58.030 | 59.813 |
| BEDRIJFSOPBRENGSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | 9.755.715 | 10.503.354 |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (3) | (8.316.333) | (9.040.437) |
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (640.390) | (636.071) |
| Afschrijvingen op vaste activa | (165.863) | (175.944) |
| Waardeverinderingen op vaste activa | (15.286) | (21.111) |
| Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren | (37.693) | 4.777 |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen (4) | (218.842) | (192.278) |
| Diensten en uitbestede raffinage en productiekosten | (317.547) | (343.433) |
| Royalties, licenties, consultancy en commissies | (34.401) | (28.321) |
| Andere bedrijfskosten | 1.224 | 2.421 |
| Toevoegingen / Afname aan voorzieningen | (24.711) | (38.914) |
| Besteding van voorzieningen | 22.972 | 29.311 |
| Minwaarden bij de realisatie van activa | (1.876) | (728) |
| Andere bedrijfskosten (5) | (354.339) | (379.664) |
| BEDRIJFSKOSTEN UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (9.529.903) | (10.248.450) |
| Bedrijfsopbrengsten uit stopgezette activiteiten | 748.440 | 661.311 |
| Bedrijfskosten uit stopgezette activiteiten | (729.200) | (697.994) |
(1) Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten.
(2) Andere bedrijfsopbrengsten van de voortgezette activiteiten bevatten voornamelijk de herfacturatie van kosten aan derden (EUR 24,4 miljoen), operationele subsidies (EUR 8,6 miljoen), royalty's en licentievergoedingen (EUR 11,8 miljoen), inkomsten die voortkomen uit emmissierechten (EUR 2,3 miljoen), inkomsten wegens uitkeringen in verzekeringsdossiers (EUR 1,5 miljoen) en inkomsten wegens de verkoop van activa (EUR 1,1 miljoen).
(3) Verbruikte grondstoffen en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor EUR 84,3 miljoen in 2016 (EUR 86,8 miljoen in 2015) wat betreft de voortgezette activiteiten.
(4) De in het resultaat opgenomen afwaarderingen van de vaste activa werden naar het niet-recurrente resultaat getransfereerd. Deze zijn hoofdzakelijk het gevolg van aanpassingen van de productie in verschillende business units.
(5) Belastingen, andere dan inkomensbelastingen die zijn inbegrepen in de andere bedrijfskosten, bedragen EUR 9,9 miljoen in 2016 (EUR 13,4 miljoen in 2015) wat betreft de voortgezette activiteiten.
| EUR duizend | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' | 129.094 | 137.561 | |
| O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa | F14 | 12.450 | 15.228 |
| Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten | 141.543 | 152.790 | |
| Totale O&O-uitgaven uit stopgezette activiteiten | 2.956 | 3.070 |
De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de voortgezette activiteiten bedroegen EUR 152,8 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (EUR 155,9 miljoen inclusief de stopgezette activiteiten). Het deel van de rechtstreeks in overige operationele kosten opgenomen O&O-inspanningen beloopt EUR 137,6 miljoen voor de voortgezette activiteiten (EUR 140,6 miljoen inclusief de stopgezette activiteiten).
| 2015 2016 |
|||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | TOELICHTING | TOTAAL | RECURRENT | NIET RECURRENT |
IAS 39 IMPACT |
TOTAAL | RECURRENT | NIET RECURRENT |
IAS 39 IMPACT |
| Omzet | 10.442.427 | 10.437.613 | 4.814 | 0 | 11.096.179 | 11.096.179 | 0 | 0 | |
| Andere bedrijfsopbrengsten | 61.727 | 59.414 | 2.057 | 256 | 68.485 | 67.087 | 2.522 | (1.124) | |
| Bedrijfsopbrengsten | 10.504.154 | 10.497.027 | 6.871 | 256 | 11.164.664 | 11.163.265 | 2.522 | (1.124) | |
| Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | (8.839.300) | (8.843.386) | (7.239) | 11.324 | (9.492.911) | (9.475.883) | (108) (16.920) | ||
| Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (741.290) | (738.162) | (3.128) | 0 | (741.105) | (741.064) | (41) | 0 | |
| Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen |
(234.581) | (188.612) | (40.740) | (5.229) | (183.181) | (185.105) | (2.836) | 4.759 | |
| waarvan afschrijvingen | (174.471) | (174.471) | 0 | 0 | (176.024) | (176.024) | 0 | 0 | |
| Andere bedrijfskosten | (443.933) | (410.883) | (23.817) | (9.233) | (529.247) | (428.849) | (104.197) | 3.799 | |
| Bedrijfskosten | (10.259.104) | (10.181.043) | (74.923) | (3.137) (10.946.445) (10.830.901) | (107.182) | (8.362) | |||
| Opbrengsten van andere financiële activa | (2.546) | (34) | (2.512) | 0 | (4.698) | 68 | (4.766) | 0 | |
| Bedrijfsresultaat | 242.504 | 315.950 | (70.565) | (2.881) | 213.521 | 332.433 | (109.425) | (9.487) | |
| Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
10.175 | 14.316 | (4.326) | 185 | 18.040 | 18.315 | (792) | 517 | |
| EBIT | 252.674 | 330.261 | (74.891) | (2.696) | 231.557 | 350.747 | (110.217) | (8.973) | |
| EBITDA | 427.145 | 504.733 | (74.891) | (2.696) | 407.581 | 526.771 | (110.217) | (8.973) | |
| Financiële kost | F11 | (26.455) | (9.552) | 337 | (17.242) | (20.700) | (31.868) | 0 | 11.169 |
| Belastingen op het resultaat | F13 | (49.062) | (65.587) | 10.335 | 6.190 | (69.501) | (75.279) | 5.654 | 123 |
| Nettoresultaat | 177.161 | 255.127 | (64.219) (13.749) | 141.360 | 243.601 | (104.563) | 2.323 | ||
| waarvan minderheidsbelangen | 7.934 | 9.128 | (1.105) | (89) | 10.636 | 10.746 | (155) | 46 | |
| waarvan aandeel van de Groep | 169.225 | 245.999 | (63.114) (13.660) | 130.724 | 232.855 | (104.408) | 2.277 |
De niet-recurrente zaken, inclusief de stopgezette activiteiten hadden een negatieve impact van EUR 110 miljoen op de EBIT. Dit was grotendeels te wijten aan de door de Franse mededingingsautoriteit opgelegde boete van EUR 69 miljoen die betrekking heeft tot de Building Products activiteiten in Frankrijk. Daarnaast bedroegen de herstructureringskosten EUR 43 miljoen die hoofdzakelijk gerelateerd zijn met de schaal aanpassing voor Automotive Catalysis in Europa en de sluiting van de productie site van Technical Materials in China. Een herstel van een aantal metaalprijzen op het eind van de periode liet toe dat afboekingen op de permanente metaal voorraden konden teruggedraaid worden voor een bedrag van EUR 16 miljoen. De impact van niet-recurrente kosten op het netto resultaat (groep aandeel) bedroeg EUR 104 miljoen.
De IAS 39 boekhoudregels hadden een negatief effect van EUR 9 miljoen op de EBIT en een positief effect van EUR 2 miljoen op het netto resultaat (groep aandeel). De impact betreft timing verschillen opgelegd door IFRS die vooral gaan over transactionele en structurele metaal en wisselkoers indekkingen. De IAS 39 aanpassingen hebben van nature geen directe cash invloed.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | (475.149) | (476.813) |
| Overige personeelskosten | (24.844) | (25.727) |
| Tijdelijk personeel | (10.568) | (10.059) |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (5.400) | (3.548) |
| Bezoldigingen | (515.961) | (516.147) |
| Werknemersbijdragen | (96.333) | (95.338) |
| Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen | (9.404) | (11.204) |
| Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage | (15.169) | (15.307) |
| Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere | (2.363) | (3.194) |
| Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden | (3.091) | (3.503) |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen) | 1.931 | 8.622 |
| Pensioenen en andere personeelsvorrdelen | (28.096) | (24.586) |
| BEZOLDIGINGEN EN AANVERWANTE VOORDELEN, UIT VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN | (640.390) | (636.071) |
| Bezoldigingen en aanverwante voordelen, uit stopgezette activiteiten | (100.900) | (105.034) |
| 2015 | 2016 | |
|---|---|---|
| Kaderleden | 1.921 | 1.899 |
| Niet-kaderleden | 8.478 | 8.276 |
| Totaal | 10.399 | 10.175 |
| waarvan stopgezette activiteiten | 1.463 | 901 |
| Totaal van voortgezette activiteiten | 8.936 | 9.274 |
| EUR duizend | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
|---|---|---|---|
| Aantal toegekende aandelenopties | F28 | 608.750 | 608.875 |
| Waarderingsmodel | Present Economic Value | ||
| Veronderstelde volatiliteit (% pa) | 20,00 | 25,00 | |
| Risicovrije interestvoet (% pa) | (0,03) | (0,002) | |
| Verhoging dividend (% pa) | 0,10 | 0,10 | |
| Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (% pa) | NA | NA | |
| Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa) | 10,00 | 10,00 | |
| Minimale winstdrempel (% pa) | 30,00 | 30,00 | |
| Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel | 100,00 | 100,00 | |
| Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR) | 5,38 | 4,67 | |
| Totale reële waarde van de toegekende opties | 3.278 | 2.843 | |
| 28.900 aandelen aan 37,80 EUR | 1.092 | 0 | |
| 28.000 aandelen aan 38,67 EUR (*) | 1.278 | 0 | |
| 4.500 aandelen aan 42,81 EUR | 193 | 0 | |
| 3.700 aandelen aan 34,42 EUR | 0 | 127 | |
| 29.625 aandelen aan 33,27 EUR | 0 | 985 | |
| 5.184 aandelen aan 44,87 EUR | 0 | 233 | |
| Totaal reële waarde van de toegekende aandelen | 2.563 | 1.345 | |
| Storno vorige jaar's provisie | 0 | (368) | |
| OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN | 5.841 | 3.821 | |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen voor stopgezette activiteiten | (441) | (273) | |
| Totaal van op aandelen gebaseerde vergoedingen voor voortgezette activiteiten | 5.400 | 3.548 |
(*) Inclusief de bijkomende kosten ten laste van de werkgever.
De Groep heeft gedurende het lopende jaar een last van EUR 3.548 duizend op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.
Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het 'Present Economic Value'-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.
Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2016 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een last van EUR 705 duizend voor de voortgezette activiteiten na correctie van een geschatte provisie uit 2015.
De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Interestbaten | 3.671 | 3.581 |
| Interestlasten | (8.489) | (9.937) |
| Actualisatie van voorzieningen | (6.376) | (5.964) |
| Wisselkoersverliezen en -winsten | (12.070) | (2.535) |
| Andere financiële baten | 392 | 1.248 |
| Andere financiële lasten | (1.713) | (4.062) |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | (24.587) | (17.668) |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | (1.870) | (3.031) |
De netto-interestlasten in 2016 bedroegen EUR 6.356 duizend. De gewogen gemiddelde netto rentevoet bleef stabiel op 1,76%.
De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en de voorzieningen voor andere risico's en lasten. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. De meeste van die actualisatieresultaten in 2016 werden geboekt in België en Duitsland.
Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. Deze omvatten ook de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie toelichting F33).
Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van financiële participaties | 2.975 | (4.204) |
| Ontvangen dividenden | 31 | 45 |
| Interesten van financiële activa | 2 | 10 |
| Bijzondere waardeverminderingen op financiële participaties | (5.588) | (1.788) |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | (2.579) | (5.937) |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 33 | 1.240 |
De resultaten van de bijzondere waardeverminderingen op financiële activa hebben vooral betrekking op het belang in Nyrstar.
De minderwaarde op financiële deelnemingen heeft betrekking tot de Nyrstar aandelen en -voorkeurrechten.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| INKOMSTENBELASTING | ||
| OPGENOMEN IN DE RESULTATENREKENING | ||
| Belastingen op het resultaat | (67.708) | (71.046) |
| Uitgestelde belastingkost (opbrengst) | 19.972 | 14.626 |
| Totale belastingen uit voortgezette activiteiten | (47.736) | (56.420) |
| Totale belastingen uit stopgezette activiteiten | (1.326) | (13.081) |
| VERBAND TUSSEN DE BELASTINGSKOST (OPBRENGST) EN HET BOEKHOUDKUNDIG RESULTAAT | ||
| Bedrijfsresultaat | 223.232 | 248.966 |
| Netto financiële kosten | (24.587) | (17.668) |
| Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties | 198.645 | 231.298 |
| Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%) | (28,55) | (30,38) |
| Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet uit voortgezette activiteiten | (56.705) | (70.264) |
| Aanpassingen : | ||
| Verworpen uitgaven | (11.080) | (8.941) |
| Vrijgestelde inkomsten | 11.364 | 1.918 |
| Dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen | 264 | (5.679) |
| Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief | 0 | 20 |
| Fiscale aftrekbare stimuli | 22.465 | 7.943 |
| Belastingen berekend op andere basis | (1.457) | (1.076) |
| Aanwending van voordien niet geboekte fiscale verliezen | 7.100 | 15.812 |
| Waardevermindering van fiscale uitgestelde activa | (10.510) | (1.404) |
| Verandering in toepasbare aanslagvoet | 5.814 | 1.776 |
| Fiscale vrijstellingen | 562 | 2.310 |
| Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling) | 983 | 278 |
| Niet imputeerbare buitenlandse voorheffingen | (6.891) | (4.008) |
| Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar | (10.767) | 399 |
| Diverse | 1.121 | 4.496 |
| Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief | (47.736) | (56.420) |
De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 28,55% in 2015 naar 30,38% in 2016 voor de voortgezette activiteiten.
De invloed van de niet-recurrente uitgestelde belastingen en van de uitgestelde belastingen op de IAS 39-impact buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve recurrente belastingtarief voor 2016 23,28% voor de voortgezette activiteiten (25,05% inclusief de stopgezette activiteiten). Dit is een stijging vergeleken met de 21,84% in 2015 (21,41% inclusief de stopgezette activiteiten) wat onder andere de wijzigingen in de geografische spreiding weerspiegelt.
129
| EUR duizend | GEACTIVEERDE ONTWIKKELIN GSKOSTEN |
CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, ENZ. |
SOFTWARE | CO2 EMISSIE RECHTEN |
ANDERE IMMATERIELE VASTE ACTIVA |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin van het vorige boekjaar | ||||||
| Brutowaarde | 77.937 | 13.258 | 133.140 | 10.736 | 38.786 | 273.857 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (32.646) | (11.275) | (96.996) | (567) | (6.636) | (148.121) |
| Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar | 45.290 | 1.983 | 36.144 | 10.168 | 32.150 | 125.737 |
| Stopgezette activiteiten in openingbalans | 0 | (721) | (1.014) | 0 | (307) | (2.042) |
| Toevoegingen | 12.450 | 0 | 1.232 | 48 | 7.127 | 20.856 |
| Verkopen | 0 | 156 | (10) | (1.718) | (143) | (1.715) |
| Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(11.930) | (497) | (8.422) | 0 | (3.922) | (24.771) |
| Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(3.137) | 0 | (11) | 0 | 0 | (3.147) |
| Terugneming van geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
0 | 0 | 0 | 307 | 0 | 307 |
| Emissierechten | 0 | 0 | 0 | 876 | 0 | 876 |
| Omrekeningsverschillen | 1.236 | (14) | 413 | (1) | 1.225 | 2.860 |
| Andere wijzigingen | (3.276) | 5.887 | 9.387 | 0 | (11.026) | 972 |
| Per einde van het vorige boekjaar | 40.632 | 6.795 | 37.720 | 9.680 | 25.104 | 119.931 |
| Brutowaarde | 88.705 | 18.395 | 129.538 | 9.702 | 35.090 | 281.429 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (48.073) | (11.600) | (91.819) | (21) | (9.986) | (161.499) |
| Nettoboekwaarde begin van het boekjaar | 40.632 | 6.795 | 37.720 | 9.680 | 25.104 | 119.930 |
| Toevoegingen | 15.228 | 59.867 | 1.418 | 0 | 4.251 | 80.764 |
| Verkopen | 0 | 0 | (88) | (702) | 0 | (790) |
| Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(12.330) | (5.343) | (9.311) | 0 | (3.596) | (30.580) |
| Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(1.430) | 0 | (706) | 0 | 0 | (2.136) |
| Emissierechten | 0 | 0 | 0 | (100) | 0 | (100) |
| Omrekeningsverschillen | 373 | (229) | 357 | 0 | 149 | 650 |
| Andere wijzigingen | 2.149 | 2.087 | 5.143 | 0 | (4.369) | 5.010 |
| Per einde van het boekjaar | 44.621 | 63.177 | 34.534 | 8.879 | 21.539 | 172.749 |
| Brutowaarde | 106.741 | 80.073 | 134.489 | 8.879 | 31.505 | 361.685 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (62.120) | (16.896) | (99.955) | 0 | (9.967) | (188.938) |
| Nettoboekwaarde uit voortgezette activiteiten | 44.621 | 63.177 | 34.534 | 8.879 | 21.538 | 172.748 |
| Nettoboekwaarde uit stopgezette activiteiten | 0 | 656 | 851 | 0 | 44 | 1.550 |
De lijn 'Toevoegingen' bevat voor het grootste deel geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen, geactiveerde interne ontwikkelingskosten en de verwerving van drie NWC batterij materiaal patent families van 3M. EUR 16,5 miljoen is gerealiseerd door eigen productie. Hiervan zijn EUR 13,4 miljoen ontwikkelingskosten.
De lijn 'Andere wijzigingen' bevat vooral de overdrachten tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa.
Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar | ||
| Brutowaarde | 152.402 | 144.935 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (12.066) | (13.075) |
| Nettoboekwaarde begin van het boekjaar | 140.336 | 131.860 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (7.062) | 0 |
| Aankoop door bedrijfsacquisities | (806) | 0 |
| Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (5.042) | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 4.435 | 732 |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar | 131.860 | 132.592 |
| Brutowaarde | 144.935 | 150.820 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (13.075) | (18.228) |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezetten activiteiten | 131.860 | 132.592 |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit stopgezetten activiteiten | 6.836 | 676 |
Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.
De wijziging van de periode houdt enkel verband met wisselkoersverschillen.
De goodwill werd als volgt aan de segmenten toegewezen:
| EUR duizend | CATALYSIS | ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES |
RECYCLING | STOPGEZETTE ACTIVITEITEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|
| 31/12/2015 | 37.155 | 76.428 | 18.277 | 6.836 | 138.696 |
| 31/12/2016 | 37.202 | 77.050 | 18.340 | 676 | 133.268 |
Jaarlijks wordt door het management geverifieerd of de goodwill aan enige waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende entiteiten waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een 'discounted cash-flow'-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken. Voor macro-economische parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de op dat ogenblik geldende marktvoorwaarden gehanteerd. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar.
Het in 2016 opgestelde model was gebaseerd op gemiddelde aanslagvoeten van 27,5% tot 28,5% (in 2015 werd een aanslagvoet van 25% tot 30% gebruikt) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 8,5% (zoals in 2015). Deze ratio's sluiten aan bij de verwachtingen van de evolutie van de effectieve belastingvoet en de kapitaalstructuur van de Groep. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2015). De inflatiepercentages zijn gebaseerd op de indicaties van nationale en internationale instellingen, zoals de NBB en de ECB.
| EUR duizend | TERREINEN EN GEBOUWEN |
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING |
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL |
OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA |
VASTE ACTIVA IN AANBOUW EN VOORAFBETALINGEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin van het vorige boekjaar | ||||||
| Brutowaarde | 784.638 | 1.644.985 | 205.446 | 27.140 | 161.150 | 2.823.358 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (421.248) | (1.171.589) | (143.742) | (25.045) | 0 | (1.761.624) |
| Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar | 363.390 | 473.396 | 61.703 | 2.095 | 161.150 | 1.061.735 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (34.882) | (48.622) | (4.094) | (712) | (12.312) | (100.622) |
| Toevoegingen | 4.616 | 26.678 | 6.702 | 797 | 165.701 | 204.494 |
| Verkopen | (868) | (1.483) | (482) | 0 | (388) | (3.221) |
| Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(26.695) | (95.641) | (16.854) | (279) | 0 | (139.470) |
| Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(699) | (8.620) | 279 | 0 | 0 | (9.041) |
| Omrekeningsverschillen | 4.396 | 3.545 | (642) | 74 | 2.427 | 9.800 |
| Andere wijzigingen | 36.033 | 114.938 | 7.398 | 47 | (159.499) | (1.083) |
| Per einde van het vorige boekjaar | 345.290 | 464.192 | 54.009 | 2.021 | 157.079 | 1.022.591 |
| Brutowaarde | 740.014 | 1.529.768 | 192.541 | 16.481 | 157.079 | 2.635.882 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (394.724) | (1.065.576) | (138.531) | (14.459) | 0 | (1.613.291) |
| Nettoboekwaarde begin van het boekjaar | 345.290 | 464.192 | 54.009 | 2.021 | 157.079 | 1.022.591 |
| Toevoegingen | 16.192 | 33.766 | 9.126 | 361 | 147.572 | 207.017 |
| Verkopen | (54) | (1.005) | (424) | (1) | (2.653) | (4.137) |
| Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(29.133) | (98.874) | (16.789) | (203) | 0 | (144.999) |
| Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') |
(5.196) | (11.867) | (1.657) | (4) | 0 | (18.724) |
| Omrekeningsverschillen | 3.636 | 6.279 | 1.107 | (14) | 611 | 11.618 |
| Andere wijzigingen | 25.598 | 106.610 | 9.947 | (108) | (145.009) | (2.962) |
| Per einde van het boekjaar | 356.333 | 499.100 | 55.320 | 2.052 | 157.600 | 1.070.404 |
| waarvan leasing | 3.621 | 37 | 7 | 0 | 0 | 3.665 |
| Brutowaarde | 780.351 | 1.660.666 | 202.829 | 15.727 | 157.599 | 2.817.172 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (424.018) | (1.161.566) | (147.510) | (13.676) | 0 | (1.746.770) |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten |
356.333 | 499.100 | 55.319 | 2.052 | 157.599 | 1.070.403 |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit stopgezette activiteiten |
16.835 | 39.277 | 2.266 | 102 | 3.656 | 62.137 |
| Leasing | ||||||
| Brutowaarde | 4.056 | 105 | 34 | 0 | 0 | 4.195 |
| Gecumuleerde afschrijvingen | (435) | (69) | (26) | 0 | 0 | (530) |
| Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voorgezette activiteiten |
3.621 | 37 | 7 | 0 | 0 | 3.665 |
De niet-onderhoudsgerelateerde toevoegingen aan de materiële vaste activa zijn vooral gelinkt aan de groei in clean mobility en recyclage. In het bijzonder is het Energy & Surface Technologies segment verantwoordelijk voor een groter deel van de groei investeringen inclusief de aanvang van de investeringen om de capaciteit voor de productie van kathodematerialen tegen eind 2018 te verwezenlijken. In het segment Recycling werden in de loop van het jaar onder andere bijkomende investeringen uitgevoerd voor de capaciteitsuitbreiding in Hoboken. Investeringen in het Catalysis segment zijn gelinkt aan de bouw en opstart van de nieuwe katalysatoren productie eenheid in Thailand.
De lijn 'Andere wijzigingen' bevat voornamelijk de overdrachten van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa. Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.
De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:
| LAND | FUNCTIONELE WAARDERINGSMUNT |
DEELNEMINGS PERCENTAGE |
DEELNEMINGS PERCENTAGE |
|
|---|---|---|---|---|
| 2015 | 2016 | |||
| Voortgezette activiteiten | ||||
| GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||||
| Ganzhou Yi Hao Umicore Industries | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
| Element Six Abrasives | Luxembourg | USD | 40,22 | 40,22 |
| Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
| JOINT VENTURES | ||||
| Ordeg | Zuid-Korea | KRW | 50,00 | 50,00 |
| Stopgezette activiteiten | ||||
| GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||||
| IEQSA | Peru | PEN | 40,00 | 40,00 |
| JOINT VENTURES | ||||
| Rezinal | België | EUR | 50,00 | 0,00 |
Op het einde van juni 2015 hebben Umicore & Solvay aangekondigd een akkoord te hebben ondertekend voor de verkoop van SolviCore aan Toray, een toonaangevend Japans gespecialiseerd chemieconcern. Begin januari 2016 verkocht Umicore de aandelen in Belife en Belife Intermediates aan de partner Prayon. De deconsolidatie is reeds geanticipeerd in de afsluiting in 2016 van beide joint ventures.
De participaties van Umicore in Rezinal en Ieqsa werden gerapporteerd bij de stopgezette activiteiten. Het belang in Rezinal is verkocht in augustus 2016 aan de joint venture partner.
Hieronder zijn enkel de cijfers getoond voor de voortgezette activiteiten.
De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de eigen vermogen methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor vertalingsreserves.
Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 5% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming in dewelke Umicore 40,22% van de aandelen heeft. Element Six is een synthetische diamant supermaterialengroep, die onderdeel uitmaakt van de 'De Beers' groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in China, Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika. Element Six is een winstgevende groep die positieve kastromen genereert en een stabiel recurrent dividend oplevert voor Umicore. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives waardoor haar belang in de geassocieerde onderneming beschermd kan worden. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voorspruiten uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Niet recurrente resultaten en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de betrekkelijke relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore.
| EUR duizend | NETTOBOEKWAARDE | GOODWILL | TOTAAL |
|---|---|---|---|
| Begin van het boekjaar | 147.823 | 41.980 | 189.801 |
| Resultaat van het boekjaar | 16.786 | 0 | 16.786 |
| Dividenden | (8.723) | 0 | (8.723) |
| Bewegingen in overige reserves | 142 | 0 | 142 |
| Omrekeningsverschillen | (2.501) | (174) | (2.675) |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 153.526 | 41.806 | 195.332 |
| waarvan joint ventures | 73.597 | 0 | 73.597 |
| Per einde van het boekjaar uit stopgezette activiteiten | 11.259 | 4.722 | 15.981 |
Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen en joint-ventures zou het EUR duizend 31/12/2015 31/12/2016 Activa 333.641 305.420 Schulden 168.948 135.092
In de bovenstaande tabel zijn EUR 107 miljoen activa en EUR 34 miljoen passiva gerelateerd aan joint-ventures.
Omzet 375.654 328.082 Nettoresultaat 9.828 16.786
volgende geweest zijn:
| EUR duizend | FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
LENINGEN TOEGEKEND OP LANGE TERMIJN |
|---|---|---|
| FINANCIELE VASTE ACTIVA | ||
| Begin van het vorige bookjaar | 50.258 | 1.212 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (18) | 0 |
| Toename | 76 | 77 |
| Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa') | (5.292) | 0 |
| Omrekeningsverschillen | (31) | 93 |
| Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | (15.776) | 0 |
| Andere wijzigingen | 19 | 152 |
| Per einde van het vorige boekjaar | 29.236 | 1.534 |
| Toename | 8.554 | 80 |
| Afname | (9.709) | 0 |
| Geboekte waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa') | (1.949) | 0 |
| Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa') |
161 | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 24 | (36) |
| Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | 111 | 0 |
| Andere wijzigingen | (14) | (377) |
| Per einde van het boekjaar | 26.414 | 1.201 |
| FINANCIELE VLOTTENDE ACTIVA | ||
| Per einde van het vorig boekjaar | 0 | 2.654 |
| Toename | 0 | 13.000 |
| Afname | 0 | (750) |
| Omrekeningsverschillen | 0 | (57) |
| Andere wijzigingen | 0 | (60) |
| Per einde van het boekjaar | 0 | 14.787 |
De bewegingen van de financiële activa die voor verkoop beschikbaar zijn, hebben betrekking op de Nyrstar aandelen en – voorkeurrechten.
De bewegingen in de uitgegeven leningen hebben betrekking op een terugbetaling van leningen gegeven aan joint ventures en een nieuwe lening voorzien in de context van de verkoop van de Zinc Chemicals activiteiten.
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| ANALYSE VAN DE VOORRADEN | ||
| Basisproducten met metaalindekking, brutowaarde | 923.193 | 1.018.679 |
| Basisproducten zonder metaaldindekking, brutowaarde | 143.983 | 162.865 |
| Verbruiksgoederen, brutowaarde | 55.398 | 61.291 |
| Waardeverminderingen | (71.614) | (66.976) |
| Betaalde voorschotten | 1.950 | 5.680 |
| Bestellingen in uitvoering | 760 | 7.282 |
| Totaal voorraden | 1.053.669 | 1.188.822 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 124.893 | 92.531 |
De waarde van de voorraden is toegenomen met EUR 135,2 miljoen vergeleken met december 2015. Deze stijging is vooral veroorzaakt door toegenomen activiteit en hogere metaalprijzen. The afboekingen op permanente metaal voorraden had een positieve impact van EUR 5,8 miljoen voor de voortgezette activiteiten.
De uitgaven inbegrepen in de grondstoffen en verbruiksgoederen bedragen EUR 142,3 miljoen, voor de IAS 39 aanpassingen en voor de voortgezette activiteiten.
Indien men zou rekening houden met de metaal- en deviezenkoersen op het ogenblik van de afsluiting, zou de waarde van de metalen in de inventaris ongeveer EUR 733 miljoen hoger geweest zijn dan de huidige boekwaarde. Echter, het merendeel van deze voorraden kan niet gerealiseerd worden, omdat ze vastzitten in productie- en commerciële cycli.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.
| EUR duizend | TOELICHTING | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | |||
| Garanties en deposito's | 7.682 | 9.532 | |
| Overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 7.089 | 1.158 | |
| Personeelsvoordelen | 423 | 424 | |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | 15.194 | 11.114 | |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 224 | 6.188 | |
| OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | |||
| Handelsvorderingen (bruto) | 701.815 | 706.656 | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (8.570) | (9.279) | |
| Overige vorderingen (bruto) | 70.833 | 78.778 | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (5.252) | (6.893) | |
| Te ontvangen interesten | (80) | 244 | |
| Reële waarde van te vorderen financiële instrumenten voor kasstroomafdekking | F33 | 2.801 | 21.347 |
| Reële waarde van te vorderen andere financiële instrumenten | F33 | 7.070 | 15.959 |
| Overlopende rekeningen | 61.187 | 37.458 | |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | 829.805 | 844.271 | |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 91.546 | 23.931 |
Handelsvorderingen op ten hoogste één jaar zijn gestegen met EUR 14,5 miljoen. De stijging is in grote mate te wijten aan hogere activiteit doorheen het jaar.
De lijn "Overige vorderingen op meer dan één jaar" bevat de 'rechten op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten dat Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren tijdens de levensduur van deze schulden. Dit is getransfereerd naar Umicore Building Products France en bijgevolg onder de stopgezette activiteiten getoond wordt (zie ook toelichting F27 over Personeelsvoordelen).
| VERVALLEN TUSSEN | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | TOTAAL | NIET VERVALLEN |
0-30 DAGEN 30-60 DAGEN 60-90 DAGEN | > 90 DAGEN | ||
| UITSTAANDE BALANS VAN HET VORIGE BOEKJAAR | ||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto |
685.205 | 494.306 | 114.663 | 61.363 | 8.569 | 6.303 |
| Overige vorderingen (bruto) | 66.956 | 66.067 | (764) | 623 | 32 | 997 |
| UITSTAANDE BALANS VAN HET BOEKJAAR | ||||||
| Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto |
685.937 | 554.124 | 96.564 | 23.543 | 4.552 | 7.152 |
| Overige vorderingen (bruto) | 78.778 | 77.745 | (137) | 304 | (517) | 1.382 |
Kredietrisico–handelsvorderingen
| EUR duizend | HANDELSVORDERINGEN (BRUTO) |
OVERIGE VORDERINGEN (BRUTO) |
TOTAAL |
|---|---|---|---|
| BEGIN VAN HET VORIGE BOEKJAAR | (7.067) | (6.098) | (13.165) |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | 1.632 | 462 | 2.094 |
| Waardeverminderingen erkend in resultaat | (4.722) | 232 | (4.490) |
| Terugneming waardevermindering | 550 | 139 | 688 |
| Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 115 | 0 | 115 |
| Andere wijzigingen | (14) | 0 | (14) |
| Omrekeningsverschillen | 937 | 13 | 949 |
| Per einde van het vorige boekjaar | (8.570) | (5.253) | (13.818) |
| BEGIN VAN HET BOEKJAAR | (8.570) | (5.253) | (13.818) |
| Perimeterwijzigingen | (724) | 0 | (724) |
| Waardeverminderingen erkend in resultaat | (152) | (1.633) | (1.785) |
| Terugneming waardevermindering | 104 | 1 | 105 |
| Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 928 | 0 | 928 |
| Andere wijzigingen | 2 | 0 | 2 |
| Omrekeningsverschillen | (866) | (10) | (876) |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | (9.279) | (6.894) | (16.169) |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | (1.207) | (462) | (1.669) |
In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. Twee kredietpolissen zijn afgesloten met twee verschillende verzekeraars. Op eind 2016 op groepsniveau zijn EUR 385 miljoen handelsvorderingen voor de voortgezette activiteiten gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling opliep tot 95% met een jaarlijkse maximale limiet van EUR 25 miljoen. De andere polis dekte EUR 211 miljoen handelsvorderingen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van EUR 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van EUR 70 miljoen.
Ten slotte functioneren sommige van onze bedrijven zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan interne kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden onderzocht en goedgekeurd door het management.
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| Belastingactiva en -passiva | ||
| Belastingvorderingen van het jaar | 35.659 | 32.517 |
| Uitgestelde belastingactiva | 104.057 | 117.605 |
| Belastingschulden van het jaar | (54.889) | (57.666) |
| Uitgestelde belastingpassiva | (6.235) | (6.924) |
| Netto uitgestelde belastingschulden uit stopgezette activiteiten | 14.232 | 3.648 |
| Umicore Jaarverslag 2016 |
| ACTIVA | SCHULDEN | NETTO | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | 2015 | 2016 |
| Per einde van het vorige boekjaar | 104.823 | 104.057 | (17.520) | (6.235) | 87.303 | 97.822 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (13.344) | 0 | (164) | 0 | (13.507) | 0 |
| Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening | 10.564 | 1.546 | 9.407 | 13.080 | 19.971 | 14.626 |
| Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen | 5.597 | (9.116) | 2.051 | 4.585 | 7.648 | (4.531) |
| Aankoop door bedrijfsacquisities | 21 | 0 | (191) | 0 | (170) | 0 |
| Perimeterwijzigingen | 0 | (162) | 0 | (75) | 0 | (237) |
| Omrekeningsverschillen | (3.550) | 3.208 | 182 | (152) | (3.368) | 3.056 |
| Overboekingen | (55) | 18.143 | 0 | (18.068) | (55) | 75 |
| Andere wijzigingen | 0 | (130) | 0 | 0 | 0 | (130) |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 104.057 | 117.546 | (6.235) | (6.865) | 97.822 | 110.681 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 23.224 | 3.812 | (8.992) | (164) | 14.232 | 3.648 |
| UITGESTELDE BELASTINGEN VOOR ELK TYPE VAN TIJDELIJKE VERSCHILLEN | ||||||
| Immateriële vaste activa | 18.881 | 9.241 | (19.151) | (17.618) | (270) | (8.377) |
| Goodwill van volledige geconsolideerde participaties | 187 | 0 | (408) | (565) | (221) | (565) |
| Materiële vaste activa | 5.015 | 4.929 | (17.773) | (22.110) | (12.758) | (17.181) |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 48 | 46 | (37) | (33) | 11 | 13 |
| Voorraden | 19.486 | 29.692 | (21.060) | (17.120) | (1.574) | 12.572 |
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 11.552 | 5.590 | (2.529) | (9.107) | 9.023 | (3.517) |
| Eigen vermogen | 108 | 290 | (93) | (508) | 15 | (218) |
| Financiële schulden op lange termijn en overige schulden | 5.616 | 12.090 | (977) | (736) | 4.639 | 11.354 |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn | 62.431 | 67.894 | (1.748) | (1.444) | 60.683 | 66.450 |
| Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn | 17.888 | 17.873 | (506) | (531) | 17.382 | 17.342 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op lange termijn | 5.543 | 4.816 | (402) | (420) | 5.141 | 4.396 |
| Financiële schulden op korte termijn | 35 | 2.714 | (3) | 0 | 32 | 2.714 |
| Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn | 2.582 | 1.878 | 0 | 0 | 2.582 | 1.878 |
| Voorzieningen voor overige risico's en kosten op korte termijn | 4.189 | 5.798 | (13) | (8) | 4.176 | 5.790 |
| Handels- en overige schulden | 19.523 | 15.419 | (2.068) | (2.232) | 17.455 | 13.187 |
| Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke verschillen | 173.084 | 178.270 | (66.768) | (72.433) | 106.316 | 105.837 |
| Over te dragen verliezen | 84.032 | 77.156 | 0 | 0 | 84.032 | 77.156 |
| Investeringsaftrek | 2.095 | 2.152 | 0 | 0 | 2.095 | 2.152 |
| Over te dragen notionele interesten | 11.258 | 8.549 | 0 | 0 | 11.258 | 8.549 |
| Overige | 5.934 | 5.207 | 0 | 0 | 5.934 | 5.207 |
| Niet-geboekte uitgestelde belastingen | (111.814) | (88.220) | 0 | 0 | (111.814) | (88.220) |
| Totaal belastingactiva/-passiva | 164.590 | 183.114 | (66.768) | (72.433) | 97.822 | 110.681 |
| Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde juridische entiteit | (60.533) | (65.509) | 60.533 | 65.509 | ||
| Nettobedrag | 104.057 | 117.605 | (6.235) | (6.924) | 97.822 | 110.681 |
| 2015 | 2016 | 2015 | 2016 | |||
| EUR duizend | BASIS | BASIS | BELASTING | BELASTING | ||
| Bedrag aan aftrekbare tijdelijke verschillen, fiscale verliezen en belastingkredieten waarvoor | ||||||
| geen belastingsactiva werden geboekt | ||||||
| Vervaldatum zonder tijdslimiet | 350.564 | 302.275 | 111.814 | 88.220 |
De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten'.
De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in 'componenten van niet gerealiseerd resultaten' zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen 'Handels–en overige vorderingen' (negatieve impact van
EUR 6.315 duizend), 'Handels–en overige schulden'(negatieve impact ten belope van EUR 6.565 duizend) en 'Voorzieningen voor personeelsvoordelen' (positieve impact van EUR 7.278 duizend).
Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.
Niet geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van EUR 88.220 duizend komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (EUR 70.173 duizend), overgedragen notionele interesten (EUR 8.549 duizend), investeringsaftrek (EUR 2.151 duizend), tijdelijke verschillen op materiële vaste activa (EUR 4.472 duizend), voorraden (EUR 4.232 duizend), immateriële vaste activa (EUR 2.689 duizend) en handelsschulden (positieve impact van EUR 4.111 duizend)
In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva op belastingvrije reserves van de Belgische vennootschappen geboekt, die potentieel EUR 54 miljoen zouden kunnen bedragen, gezien het management verwacht dat deze belastingpassiva niet zullen worden gerealiseerd in de nabije toekomst.
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| KAS EN KASEQUIVALENTEN | ||
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 12.280 | 10.521 |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 0 | 25 |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 62.207 | 73.914 |
| Totaal kas en kasequivalenten | 74.486 | 84.460 |
| Krediet op bankrekeningen | 8.318 | 13.185 |
| Nettokas en -kasequivalenten zoals in de kasstromentabel uit voortgezette activiteiten | 66.168 | 71.275 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 37.872 | 45.326 |
Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.
Een voorzichtig management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een deugdelijk bedrag aan contractueel vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten. Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, behoudt de Groep de flexibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen.
Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.
139
Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:
| EUR duizend | FINANCIËLE VASTE ACTIVA RESERVES |
KASSTROOM INDEKKINGS RESERVES |
LATENTE BELASTINGEN RECHTSTREEKS OPGENOMEN IN HET EIGEN VERMOGEN |
PERSONEELS VOORDELEN NA UITDIENSTTREDING, VOORTKOME NDE UIT VERANDERIN GEN IN ACTUARIËLE PARAMETERS |
RESERVES VOOR OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN |
OMREKENINGS VERSCHILLEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Begin van het vorige boekjaar | 15.777 | (8.783) | 55.871 | (194.181) | 34.077 | (38.715) | (135.954) |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | 0 | 0 | 0 | (3.140) | 0 | 0 | (3.140) |
| Herwaarderingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen |
(15.776) | (17.566) | 8.597 | (10.469) | 5.841 | 0 | (29.372) |
| Herwaarderingen afgeboekt uit het eigen vermogen |
0 | 3.983 | (812) | 0 | 0 | 0 | 3.171 |
| Transfer van/naar overgedragen resultaten | 0 | 0 | 0 | 2.159 | (11.228) | 0 | (9.069) |
| Perimeterwijzigingen | 0 | 0 | 0 | 590 | 0 | 0 | 590 |
| Andere wijzigingen | 0 | 0 | (100) | (1) | 0 | 0 | (100) |
| Omrekeningsverschillen | 0 | 492 | (226) | (3.432) | 0 | 1.523 | (1.642) |
| Per einde van het vorige boekjaar | 0 | (21.873) | 63.330 | (208.473) | 28.690 | (37.191) | (175.517) |
| Begin van het vorige boekjaar | 0 | (21.873) | 63.330 | (208.473) | 28.690 | (37.191) | (175.517) |
| Herwaarderingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen |
111 | 23.582 | (438) | (26.246) | 3.820 | 0 | 829 |
| Herwaarderingen rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen |
0 | 12.624 | (4.174) | 0 | 0 | 0 | 8.450 |
| Transfer van/naar overgedragen resultaten | 0 | 0 | 0 | 0 | (9.094) | 0 | (9.094) |
| Perimeterwijzigingen | 0 | 108 | (746) | 3.777 | (166) | 1.106 | 4.079 |
| Omrekeningsverschillen | 0 | (214) | 63 | (1.051) | 0 | 28.255 | 27.054 |
| Per einde van het boekjaar | 111 | 14.227 | 58.036 | (231.992) | 23.249 | (7.830) | (144.199) |
Winsten en verliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten op financiële activa beschikbaar voor verkoop hebben betrekking op de reële waardeaanpassing van de Nyrstar aandelen (zie toelichting F18, Financiële activa beschikbaar voor verkoop en leningen).
De nettowinsten opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (EUR 23.582 duizend) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit het eigen vermogen (EUR 12.624 duizend) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die vervielen tijdens het jaar. Een verlies van EUR 8,4 miljoen werd herkend in de resultatenrekening bij het vervallen van kasstroomindekkingenscontracten.
Nieuwe herwaarderingen verliezen op de 'te bereiken doel'-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor EUR 26.246 duizend.
De toekenning van het optieplan van 2016 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van EUR 3.820 duizend, inclusief stopgezette activiteiten (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). EUR 9.094 duizend werden getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelen opties en gratis aandelen plannen.
De wijziging in omrekeningsverschillen is vooral te wijten aan het gecombineerde effect van de depreciatie van de CNY en ARS tegenover de EUR en de appreciatie van de BRL, USD, ZAR tegenover de EUR. Het effect van de evolutie van de GBP ten opzichte van de USD is ook inbegrepen in de sub-consolidatie van Element Six Abrasives.
| BANKLENINGEN OP LANGE |
OVERIGE LANGETERMIJN |
||||
|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend OP MEER DAN ÉÉN JAAR |
TERMIJN | LENINGEN | TOTAAL | ||
| Begin van het vorige boekjaar | 20.000 | 2.572 | 22.571 | ||
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | 0 | (1.120) | (1.120) | ||
| Toename | 50.000 | 0 | 50.000 | ||
| Afname | (13) | (136) | (148) | ||
| Overboekingen | 25 | (30) | (4) | ||
| Per einde van het vorige boekjaar | 70.013 | 1.286 | 71.298 | ||
| Toename | 0 | 3.330 | 3.330 | ||
| Afname | (50.013) | (193) | (50.205) | ||
| Overboekingen | 0 | (27) | (27) | ||
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 20.000 | 4.396 | 24.394 | ||
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 0 | 487 | 487 | ||
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN | |||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 0 | 139 | 139 | ||
| Toename/afname | 0 | 5 | 5 | ||
| Per einde van het boekjaar | 0 | 144 | 144 | ||
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 0 | 371 | 371 | ||
| EUR duizend | BANKLENINGEN OP KORTE TERMIJN |
KREDIET OP BANKREKENINGEN |
KORTE TERMIJN LENING: COMMERCIAL PAPER |
OVERIGE LENINGEN |
TOTAAL |
| OP TEN HOOGSTE EEN JAAR | |||||
| Per einde van het vorige boekjaar | 104.932 | 8.318 | 225.485 | (3) | 338.732 |
| Toename / afname (inclusief omrekeningsverschillen) | 12.273 | 4.866 | 43.122 | 1.648 | 61.911 |
De netto financiële schuld van de voortgezette activiteiten is vergelijkbaar met 2015, met inbegrip van de EUR 69 miljoen uitgaande kasstroom wegens de opgelegde boete van de Franse mededingingsauthoriteiten en de kasopbrengsten van de verkoop van Zinc Chemicals.
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten 117.205 13.185 268.607 1.646 400.643
De leningen bij de bank bestaan vooral uit:
De financiële schulden op ten hoogste één jaar omvatten vooral EUR 268,6 miljoen 'Commercial Paper' met een looptijd van minder dan één jaar. Op 31 december 2016 waren er geen uitstaande voorschotten onder de EUR 300 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken met vervaldag in oktober 2021 en geen uitstaande voorschotten onder de EUR 215 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken vervallend in juli 2018.
De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2016 noch in vorige jaren.
De langetermijnleningen bevatten enkel schulden in euro. De netto verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen (net gearing ratio) op het einde van 2016 bedroeg 13,8% (15,3% in 2015) en is helemaal binnen de vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur van de Groep.
| EUR duizend | EUR | TOTAAL |
|---|---|---|
| Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar) | ||
| Bankleningen | 20.000 | 20.000 |
| Overige leningen | 4.536 | 4.536 |
| Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar) | 24.536 | 24.536 |
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar | 71.298 | 24.394 |
| Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 139 | 144 |
| Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 338.732 | 400.643 |
| Kas en kasequivalenten | (74.486) | (84.460) |
| Netto financiële schulden | 335.683 | 340.720 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | (14.357) | (44.468) |
| Totaal Netto financiële schulden inclusief stopgezette activiteiten | 321.326 | 296.252 |
| EUR miljoen | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Netto financiële schuld | 321,3 | 296,3 |
| Eigen Vermogen | 1.785,0 | 1.848,0 |
| Totaal | 2.106,3 | 2.144,3 |
| Hefboomratio (%) | 15,3 | 13,8 |
| EUR duizend | TOELICHTING | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|
| OP MEER DAN ÉÉN JAAR | |||
| Handelsschulden | 0 | 25.132 | |
| Overige schulden | 9.942 | 3.988 | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies | 14.712 | 12.536 | |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | 24.654 | 41.656 | |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 3.045 | 182 | |
| OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR | |||
| Handelsschulden | 737.505 | 843.498 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 16.707 | 21.023 | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 30.657 | 26.696 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 101.765 | 95.780 | |
| Overige schulden | 28.171 | 17.635 | |
| Verschuldigde dividenden | 8.183 | 11.687 | |
| Te betalen interesten | 306 | 584 | |
| Reële waarde van verschuldigde financiële instrumenten voor kasstroomindekking | F33 | 24.565 | 7.118 |
| Reële waarde van verschuldigde andere financiële instrumenten | F33 | 14.909 | 11.725 |
| Overlopende rekeningen | 132.603 | 125.625 | |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | 1.095.371 | 1.161.371 | |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 157.648 | 103.478 |
De handelsschulden zijn gestegen met EUR 66 miljoen, vooral wegens gestegen volumes.
De belastingschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.
143
| CONTRACTUELE VERVALDAG | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 3 MAAND | ||||||
| EUR duizend | < 1 MAAND 1 - 3 MAAND | - 1 JAAR | 1 - 5 JAAR | > 5 JAAR | TOTAAL | |
| FINANCIËLE SCHULDEN | 88.371 | 84.833 | 165.667 | 71.298 | 0 | 410.169 |
| Op ten hoogste één jaar | 88.371 | 84.833 | 165.667 | 0 | 0 | 338.871 |
| Bankleningen op korte termijn | 63.632 | 34.846 | 6.454 | 0 | 0 | 104.932 |
| Krediet op bankrekeningen | 8.283 | 36 | 0 | 0 | 0 | 8.318 |
| Kortetermijnlening: commercial paper | 16.445 | 49.932 | 159.108 | 0 | 0 | 225.485 |
| Overige leningen | 0 | (3) | 0 | 0 | 0 | (3) |
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen hetjaar vervallen | 12 | 23 | 105 | 0 | 0 | 139 |
| Op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 71.298 | 0 | 71.298 |
| Bankleningen op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 70.013 | 0 | 70.013 |
| Overige leningen op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 1.285 | 0 | 1.285 |
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 671.370 | 259.365 | 152.465 | 19.733 | 17.094 | 1.120.027 |
| Op ten hoogste één jaar | 671.370 | 259.365 | 152.465 | 12.172 | 0 | 1.095.372 |
| Handelsschulden | 505.144 | 205.656 | 26.705 | 0 | 0 | 737.505 |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 54 | 3.169 | 13.484 | 0 | 0 | 16.707 |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 15.939 | 6.255 | 8.464 | 0 | 0 | 30.657 |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 29.595 | 21.585 | 50.585 | 0 | 0 | 101.765 |
| Overige schulden | 5.675 | 6.248 | 16.248 | 0 | 0 | 28.171 |
| Verschuldigde dividenden | 8.183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.183 |
| Te betalen interesten | 84 | 172 | 50 | 0 | 0 | 306 |
| Reële waarde schulden financiële instrumentenkasstroomafdekking | 688 | 2.656 | 12.371 | 8.850 | 0 | 24.565 |
| Reële waarde schulden andere financiële instrumenten | 4.339 | 2.335 | 4.913 | 3.322 | 0 | 14.909 |
| Overlopende rekeningen | 101.669 | 11.289 | 19.645 | 0 | 0 | 132.603 |
| Op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 7.561 | 17.094 | 24.654 |
| Overige schulden | 0 | 0 | 0 | 129 | 9.813 | 9.942 |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningensubsidies | 0 | 0 | 0 | 7.432 | 7.280 | 14.712 |
| CONTRACTUELE VERVALDAG | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| 3 MAAND | ||||||
| EUR duizend | < 1 MAAND 1 - 3 MAAND | - 1 JAAR | 1 - 5 JAAR | > 5 JAAR | TOTAAL | |
| FINANCIËLE SCHULDEN | 90.491 | 63.940 | 246.356 | 21.655 | 2.740 | 425.180 |
| Op ten hoogste één jaar | 90.491 | 63.940 | 246.356 | 0 | 0 | 400.786 |
| Bankleningen op korte termijn | 69.113 | 13.977 | 34.115 | 0 | 0 | 117.205 |
| Krediet op bankrekeningen | 3.282 | 0 | 9.903 | 0 | 0 | 13.185 |
| Kortetermijnlening: commercial paper | 16.445 | 49.932 | 202.230 | 0 | 0 | 268.607 |
| Overige leningen | 1.639 | 6 | 0 | 0 | 0 | 1.646 |
| Overige leningen op meer dan één jaar die binnen hetjaar vervallen | 12 | 24 | 108 | 0 | 0 | 144 |
| Op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 21.655 | 2.740 | 24.394 |
| Bankleningen op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 20.000 | 0 | 20.000 |
| Overige leningen op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 1.655 | 2.740 | 4.394 |
| HANDELS- EN OVERIGE SCHULDEN | 727.819 | 319.091 | 110.201 | 9.737 | 36.181 | 1.203.029 |
| Op ten hoogste één jaar | 727.819 | 319.091 | 110.201 | 4.262 | 0 | 1.161.373 |
| Handelsschulden | 571.534 | 246.804 | 25.159 | 0 | 0 | 843.498 |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 1.462 | 7.069 | 12.491 | 0 | 0 | 21.023 |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 24.163 | 2.077 | 456 | 0 | 0 | 26.696 |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 21.704 | 29.675 | 44.401 | 0 | 0 | 95.780 |
| Overige schulden | 9.611 | 1.829 | 6.196 | 0 | 0 | 17.635 |
| Verschuldigde dividenden | 11.687 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.687 |
| Te betalen interesten | (91) | 672 | 3 | 0 | 0 | 584 |
| Reële waarde schulden financiële instrumentenkasstroomafdekking | 316 | 651 | 2.627 | 3.525 | 0 | 7.118 |
| Reële waarde schulden andere financiële instrumenten | 1.529 | 6.157 | 3.303 | 737 | 0 | 11.725 |
| Overlopende rekeningen | 85.904 | 24.156 | 15.565 | 0 | 0 | 125.625 |
| Op meer dan één jaar | 0 | 0 | 0 | 5.475 | 36.181 | 41.656 |
| Handelsschulden | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.132 | 25.132 |
| Overige schulden | 0 | 0 | 0 | 89 | 3.899 | 3.988 |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningensubsidies | 0 | 0 | 0 | 5.386 | 7.151 | 12.536 |
144
145
De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een 'te bereiken doel', voornamelijk met betrekking tot de Belgische, Franse en Duitse activiteiten.
| EUR duizend | VERGOEDINGEN NA UITDIENST TREDING - PENSIOENEN EN AANVERWANTE |
VERGOEDINGEN NA UITDIENST TREDING - OVERIGE |
VERGOEDINGEN LOOPBAAN BEËINDIGING - BRUGPENSIOENEN EN AANVERWANTE |
ANDERE LANGETERMIJN PERSONEELS VERGOEDINGEN |
TOTAAL |
|---|---|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 257.978 | 9.798 | 29.932 | 14.649 | 312.357 |
| Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | 19.460 | 308 | 5.993 | 1.236 | 26.997 |
| Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') |
16 | 0 | 0 | (36) | (20) |
| Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | (19.513) | (6.360) | (9.165) | (623) | (35.661) |
| Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten') |
5.756 | 32 | 210 | 258 | 6.257 |
| Omrekeningsverschillen | 90 | 347 | 73 | 10 | 519 |
| Overboekingen | (1.501) | 0 | 2.084 | 65 | 648 |
| Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 26.757 | (51) | 0 | 0 | 26.706 |
| Andere wijzigingen | 104 | 0 | 0 | 0 | 104 |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 289.147 | 4.074 | 29.127 | 15.559 | 337.907 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 7.768 | 23.451 | 375 | 5.303 | 36.896 |
| BEWEGINGEN | |||
|---|---|---|---|
| EUR duizend | 31/12/2015 | 2016 | 31/12/2016 |
| België | 49.661 | 7.938 | 57.599 |
| Frankrijk | 8.067 | (6.044) | 2.023 |
| Duitsland | 239.429 | 19.737 | 259.166 |
| Subtotaal | 297.157 | 21.631 | 318.788 |
| Overige entiteiten | 15.200 | 3.919 | 19.119 |
| Totaal uit voortgezette activiteiten | 312.357 | 25.550 | 337.907 |
| Uit stopgezette activiteiten | 36.624 | 272 | 36.896 |
| EUR duizend | |
|---|---|
| RECHT OP TERUGBETALING | |
| Per einde van het vorige boekjaar | 6.206 |
| Getransfereerd naar stopgezette activiteiten | (6.206) |
| Per einde van het boekjaar | 0 |
Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer. Er is een verschil tussen de bedragen op de lijn 'opgenomen in eigen vermogen' en de bedragen weergegeven in toelichting F23, daar deze bijlage eveneens de waarden van de geassocieerde ondernemingen en de joint ventures, opgenomen in de consolidatie volgens de vermogensmutatiemethode, bevat.
Zoals beschreven in toelichting F20 was er een vordering op meer dan één jaar geboekt als 'recht op terugbetaling' binnen het kader van medische kosten die Umicore Frankrijk heeft overgenomen van Nyrstar Frankrijk in 2007, dewelke Nyrstar Frankrijk zal compenseren gedurende de levensduur van deze schulden. Deze vordering is overgenomen door Umicore Building Products France en bijgevolg getoond onder de stopgezette activiteiten.
De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.
Umicore's 'te bereiken doel'-pensioenplannen voor de 3 belangrijkste landen zijn als volgt:
146
Umicore-bedrijven in België hanteren 'te bereiken doel'-plannen die pensioenvoordelen geven welke afhankelijk zijn van het salaris en leeftijd of anciënniteit. Deze pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen verbonden aan het 'te bereiken doel'-plan van EUR 210,2 miljoen en activa van EUR 152,6 miljoen. Ze voorzien in een forfaitaire betaling op pensionering en voordelen in geval van overlijden of onbekwaamheid voorafgaand aan het pensioen.
De plannen worden extern gefinancierd door ofwel verzekeringsmaatschappijen of onafhankelijke instellingen die pensioenplannen beheren ("IORP"). Voor de IORP worden de noodzakelijke deugdelijk bestuursprocessen inzake risicobeheer toegepast. Eén van de risicomaatregelen is om regelmatig een 'Continuiteitstest' uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid geanalyseerd worden inzake risico- en rendementprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van investeringsprincipes en het financieringspolitiek worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.
De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classificatie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa.
De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefinancierde pensioenplannen van het type 'te bereiken doel', die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemiddelde uiteindelijke salaris, behalve het uitgesteld compensatieplan. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op de jaarlijkse omgezette salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de 'te bereiken doel'- plannen van EUR 265,9 miljoen en activa van EUR 6,7 miljoen.
Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefinancierde plannen. Een minderheid wordt gefinancierd door gewaarborgde herverzekeringscontracten.
Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers.
In Frankrijk zijn er 2 belangrijke 'te bereiken doel'-plannen in plaats.
De gezamenlijke pensioenplannen vertegenwoordigen verplichtingen aangaande 'te bereiken doel'-plannen van EUR 2,2 miljoen en activa van EUR 0,2 miljoen.
In Frankrijk bestaat een jubileeplan. Een bedrag wordt uitbetaald met de 20, 30, 35 en 40 jaar anciënniteit. Dit plan is toepasbaar op alle werknemers met een vast contract in het bedrijf.
De financiering gebeurt via een algemeen EURO fonds van een levensverzekeringsmaatschappij. Dit fonds bestaat hoofdzakelijk uit vaste rentevoetobligaties (79%), aandelen (10%) en onroerend goed (3%) van hoge kwaliteit.
De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald.
De belangrijkste risico's met betrekking tot de 'te bereiken doel'-plannen zijn:
Volgend risico's gelinkt aan België:
– Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde 'Wet Vandenbroucke'), moeten alle Belgische plannen met 'vaste bijdrage' onder IFRS beschouwd worden als 'te bereiken doel'-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met 'vaste bijdrage', de werkgever een minimum rendement van 3,75% moet garanderen op de bijdrage van de werknemers en 3,25% op de bijdrage van de werknemer. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% is van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing.
Vanwege dit minimum rendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimum voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten als door IORP. De 'te bereiken doel' verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere 'te bereiken doel' plannen.
De 'Project Unit Credit' (PUC) methodologie is gebruikt. De totale 'te bereiken doel' verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot EUR 83,2 miljoen op het einde van december 2016 en activa ten belope van EUR 77,1 miljoen.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| WIJZIGING IN DE VERPLICHTINGEN VOOR PERSONEELSVOORDELEN | ||
| Verplichting bij het begin van het boekjaar | 527.028 | 469.027 |
| Stopgezette activiteiten in openingbalans | (78.391) | 0 |
| Kosten van diensten geleverd in het jaar | 27.350 | 25.382 |
| Interestkosten | 10.488 | 9.950 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 763 | 781 |
| Herwaarderingen – wijzigingen in de demografische veronderstellingen | 147 | 5.427 |
| Herwaarderingen – wijzigingen in de financiële veronderstellingen | 8.552 | 23.600 |
| Herwaarderingen – ervaringsaanpassingen | 5.399 | 14.861 |
| Uitbetaalde voordelen | (35.027) | (21.084) |
| Betaalde onkosten | (1.322) | (1.582) |
| Combinaties | 1.461 | (6.060) |
| Omrekeningsverschillen | 2.579 | 851 |
| Verplichting per einde van het boekjaar | 469.027 | 521.153 |
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
| VERANDERINGEN IN DE PLANACTIVA | ||
| Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar | 195.326 | 156.670 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (40.421) | 0 |
| Verwacht rendement op de planactiva | 3.676 | 2.863 |
| Herwaarderingen verliezen en winsten | 3.320 | 16.036 |
| Bijdragen van de werkgever | 27.766 | 28.982 |
| Bijdragen van de planparticipanten | 763 | 781 |
| Uitkeringen van het plan/bedrijf | (35.027) | (21.084) |
| Betaalde onkosten | (1.355) | (1.615) |
| Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 184 | 241 |
| Omrekeningsverschillen | 2.438 | 372 |
| Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar | 156.670 | 183.246 |
De pensioenplannen in België, Liechtenstein en Japanzijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde plannen.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| BEDRAGEN OPGENOMEN IN DE BALANS | ||
| Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 469.027 | 521.153 |
| Reële waarde van de planactiva van de fondsen | 156.670 | 183.246 |
| Tekort/overschot van gefinancierde plannen | 312.357 | 337.907 |
| Effecten van het activaplafond / verlieslatende verplichtingen | 0 | 0 |
| Netto passiva/activa | 312.357 | 337.907 |
| COMPONENTEN VAN DE PENSIOENKOST | ||
| Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode | ||
| Kosten van diensttijd van het jaar | 27.350 | 25.382 |
| Interestkost | 10.488 | 9.950 |
| Interestbaten van planactiva | (3.676) | (2.863) |
| Verwacht rendement op de terugbetalingsrechten | (137) | 0 |
| Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen | 114 | 1.319 |
| Administratieve kosten en belastingen | 33 | 33 |
| Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening | 34.172 | 33.821 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 4.759 | 2.662 |
| Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | ||
| Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar | 175.406 | 169.220 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | (15.127) | 0 |
| Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar | 10.644 | 26.706 |
| Minderheidsbelangen | 120 | (319) |
| Andere wijzigingen | (2.159) | 0 |
| Omrekeningsverschillen | 335 | 82 |
| Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen | 169.220 | 195.689 |
| Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 29.725 | 30.551 |
| Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 198.945 | 226.241 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 13.148 | 10.395 |
| Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten) | ||
| Effect van wijzigingen in de demografische veronderstellingen | 137 | 5.364 |
| Effect van wijzigingen in de financiële veronderstellingen | 8.335 | 23.337 |
| Effect van ervaringsaanpassingen | 5.632 | 13.782 |
| Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten) | (3.440) | (15.950) |
| Rendement op rechten op terugbetaling (exclusief interestbaten) | 108 | 0 |
| Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 10.772 | 26.533 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | (1.896) | 1.527 |
De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering van de andere 'na dienstuittreding voordelenplannen' worden geboekt onder de financiële resultaten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek 'bezoldigingen en personeelsvoordelen'.
De herwaarderingen winsten van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.
149
| 2015 | 2016 | |
|---|---|---|
| VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | ||
| Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar | ||
| Actualisatievoet (%) | 2,12 | 1,73 |
| Percentage van salarisverhogingen (%) | 2,94 | 2,76 |
| Percentage van de inflatie (%) | 2,00 | 1,78 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,61 | 1,48 |
| Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost | ||
| Actualisatievoet (%) | 2,33 | 2,12 |
| Verwachte toename van salarissen (%) | 2,90 | 2,94 |
| Percentage van de inflatie (%) | 1,98 | 2,00 |
| Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,47 | 1,61 |
| 2016 | |||
|---|---|---|---|
| EUR duizend | REËLE WAARDE VAN ALLE PLANACTIVA |
REËLE WAARDE VAN PLANACTIVA MET BEURSKOERS |
|
| Planactiva | |||
| Kas en kasequivalenten | 12.142 | 12.136 | |
| aandeleninstrumenten | 32.821 | 32.810 | |
| Schuldinstrumenten | 63.313 | 63.190 | |
| Onroerend goed | 12.000 | 11.994 | |
| Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen | 60.116 | 53.377 | |
| Overige | 2.856 | 2.202 | |
| Totaal planactiva | 183.248 | 175.709 |
De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio's. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.
Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito's. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.
| 2016 | |
|---|---|
| SENSITIVITEIT | SENSITIVITEIT -0,25% |
| 502.871 | 540.194 |
| 14,25 | 14,43 |
| 521.883 | 498.461 |
| 513.400 | 500.458 |
| +0,25% |
| EUR duizend | 2015 | 2016 | |||
|---|---|---|---|---|---|
| AANSLUITING BALANS | |||||
| Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar | 331.702 | 312.357 | |||
| Stopgezette activiteiten in openingbalans | (37.970) | 0 | |||
| Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar | 34.172 | 33.821 | |||
| Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar | 10.772 | 26.533 | |||
| Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar | (15.515) | (17.075) | |||
| Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar | (12.251) | (11.907) | |||
| Terugbetaling van kredieten | 29 | 0 | |||
| Netto transfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 1.277 | 0 | |||
| Bedragen geboekt voor combinaties | 0 | (6.301) | |||
| Omrekeningsverschillen | 479 | ||||
| Balans verplichtingen/activa op het jaareinde | 312.357 | 337.907 | |||
| OP 31 DECEMBER | |||||
| EUR duizend | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
| Huidige waarde van de verplichting | 399.193 | 440.757 | 527.028 | 469.027 | 521.153 |
| Reële waarde planactiva | 139.573 | 172.954 | 195.326 | 156.670 | 183.246 |
| Tekort/overschot van plannen | 259.620 | 267.803 | 331.702 | 312.357 | 337.907 |
| Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen | (5.834) | (31.125) | (10.444) | (3.320) | (16.036) |
| Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen | 5.515 | 5.274 | (4.543) | 5.399 | 14.861 |
| EUR duizend | 2016 | ||||
| VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN | |||||
| Verwachte bijdragen van de werkgever | 31.252 | ||||
| Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen | |||||
| Jaar 1 | 21.902 | ||||
| Jaar 2 | 17.655 | ||||
| Jaar 3 | 16.639 | ||||
| Jaar 4 | 22.471 | ||||
| Jaar 5 | 27.868 | ||||
| De volgende 5 jaren | 123.117 |
| PLAN | VERVALDATUM | UITOEFENING | UITOEFENPRIJS (EUR) (DE UITOEFENSPRIJS KAN HOGER ZIJN IN BEPAALDE LANDEN) |
AANTAL OPTIES DAT NOG UITGEOEFEND MOET WORDEN |
|---|---|---|---|---|
| ISOP 2007 | 16/02/2017 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 26,55 | 16.000 |
| 27,36 | 2.500 | |||
| 18.500 | ||||
| ISOP 2008 | 14/04/2018 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 32,57 | 50.500 |
| 32,71 | 13.500 | |||
| 64.000 | ||||
| ISOP 2010 | 14/02/2017 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 22,30 | 27.000 |
| 27.000 | ||||
| ISOP 2011 | 13/02/2018 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 38,07 | 210.125 |
| 39,25 | 27.500 | |||
| 38,54 | 11.000 | |||
| 248.625 | ||||
| ISOP 2012 | 12/02/2019 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 35,32 | 195.750 |
| 37,67 | 25.750 | |||
| 36,00 | 13.000 | |||
| 234.500 | ||||
| ISOP 2013 | 12/02/2020 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 36,38 | 356.125 |
| 38,69 | 32.625 | |||
| 388.750 | ||||
| ISOP 2014 | 10/02/2021 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 32,29 | 558.875 |
| 31,60 | 38.000 | |||
| 32,98 | 27.000 | |||
| 623.875 | ||||
| ISOP 2015 | 09/02/2022 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 34,58 | 555.500 |
| 37,80 | 27.000 | |||
| 39,01 | 26.250 | |||
| 608.750 | ||||
| ISOP 2016 | 04/02/2023 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 33,27 | 608.875 |
| 608.875 | ||||
| Totaal | 2.822.875 |
ISOP verwijst naar 'Incentive Stock Option Plan' (wereldwijd plan voor kaders).
Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum vervallen automatisch.
| 2015 | 2016 | |||
|---|---|---|---|---|
| AANTAL OPTIES | GEWOGEN GEMIDDELDE UITOEFENSPRIJS AANTAL OPTIES |
GEWOGEN GEMIDDELDE UITOEFENSPRIJS |
||
| UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR | ||||
| Uitstaande begin van het boekjaar | 3.679.463 | 31,91 | 3.408.875 | 33,67 |
| Toegekend tijdens boekjaar | 608.750 | 34,91 | 608.875 | 33,27 |
| Uitgeoefend tijdens het boekjaar | 873.338 | 27,12 | 1.188.875 | 32,00 |
| Vervallen tijdens het boekjaar | 6.000 | 0,00 | 6.000 | 0,00 |
| Uitstaande einde boekjaar | 3.408.875 | 33,67 | 2.822.875 | 34,32 |
| Uitoefenbaar einde boekjaar | 3.408.875 | 33,67 | 2.822.875 | 34,32 |
De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot januari 2021.
De details betreffende de berekening van de nettoboekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder toelichting F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.
| EUR duizend | VOORZIENINGEN VOOR BODEMSANERING EN LANDSCHAPSHERSTEL |
OVERIGE VOORZIENINGEN VOOR LEEFMILIEU |
TOTAAL |
|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 63.738 | 2.952 | 66.690 |
| Toename | 1.263 | 2.802 | 4.065 |
| Terugnemingen | (239) | (217) | (456) |
| Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (6.692) | (3.349) | (10.041) |
| Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten') | (294) | 0 | (294) |
| Omrekeningsverschillen | 1.218 | 0 | 1.218 |
| Andere wijzigingen | (140) | 140 | 0 |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 58.854 | 2.328 | 61.182 |
| waarvan : – op meer dan één jaar | 54.585 | 557 | 55.142 |
| – op ten hoogste één jaar | 4.269 | 1.772 | 6.041 |
Voorzieningen voor leefmilieu, volgens wettelijke en feitelijke verplichtingen zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boek- jaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen verminderden met EUR 5.508 duizend, waarbij bijkomende voorzieningen meer dan gecompenseerd werden door bestedingen of terugnemingen van bestaande voorzieningen. Dit is een goede weergave van de bestendige uitvoering van de geïdentificeerde en aangegane saneringsprogramma's.
De toename van de voorzieningen voor bodem- en watersanering komt hoofdzakelijk door nieuwe voorzieningen genomen in België, de VS en Frankrijk. Het merendeel van het provisie gebruik in 2016 heeft betrekking tot de realisatie van de site remediatie programma's in Brazilië (Guarulhos en omgeving), in Frankrijk (Viviez), in de VS (Maxton,Platoro en Arab) en in België.
Gedurende 2016 vonden geen belangrijke bewegingen plaats op de voorzieningen die werden aangelegd voor het historische radioactief afvalmateriaal in Olen, België. De onderhandelingen met alle bevoegde instanties om een duurzame en aanvaardbare opslagoplossing te vinden duren voort, zij het op een langzaam tempo.
De beweging in de 'overige milieuvoorzieningen' hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.
Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten voor niet-recurrente elementen zullen gebeuren binnen de vijf jaar.
| EUR duizend | VOORZIENINGEN VOOR HERSTRUCTURERING EN REORGANISATIE |
OVERIGE VOORZIENINGEN |
TOTAL |
|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 12.568 | 32.979 | 45.543 |
| Stopgezette activiteiten in openingsbalans | 0 | 23 | 23 |
| Toename | 29.293 | 14.344 | 43.637 |
| Terugnemingen | (1.951) | (7.508) | (9.458) |
| Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (8.097) | (10.647) | (18.745) |
| Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten') | 0 | 366 | 366 |
| Omrekeningsverschillen | 82 | 1.093 | 1.175 |
| Overboekingen | (1.027) | (600) | (1.627) |
| Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 30.868 | 30.049 | 60.913 |
| waarvan : – op meer dan één jaar | 11.784 | 13.484 | 25.268 |
| – op ten hoogste één jaar | 19.084 | 16.565 | 35.649 |
| Totaal uit stopgezette activiteiten | 173 | 4.100 | 4.273 |
Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen, voor risico's met betrekking tot belastingen, garanties en geschillen, voor verlieslatende contracten en productterugnames, zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
Voorzieningen zijn in het totaal met EUR 15.370 duizend toegenomen.
De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden vooral aangelegd in Duitsland, China en Japan. De nieuwe herstructureringsprovisies hadden vooral gerelateerd met de aangekondigde sluiting van een Automotive Catalysis productie site in Duitsland en de sluiting van een productie site van Technical Materials in China.
De aanwending van de herstructureringsprovisies had vooral plaats in Duistland, Zuid-Afrika, China en Japan terwijl er ook bepaalde terugnames waren van bestaande provisies in Japan en Duitsland.
De toename en het gebruik van de andere voorzieningen voor overige risico's en kosten betreffen voornamelijk geschillen in Duitsland en België respectievelijk.
De toename gedurende de periode voor andere schulden en lasten omvat vooral de netto terugdraaiing voor verlieslaten contracten met betrekking tot het IAS 39 effect voor EUR 5.232 duizend. Het eindsaldo van deze voorzieningen bedroeg EUR 6.415 duizend voor de voortgezette activiteiten.
Er kan geen schatting gemaakt worden wanneer de kasuitstroom voor de voorziening voor overige risico's en kosten op meer dan één jaar zal plaatsvinden.
| EUR duizend | TOELICHTING | 31/12/2015 | 30/06/2016 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|---|
| Immateriële vaste activa | F14, F15 | 251.791 | 249.820 | 305.340 |
| Materiële vaste activa | F16 | 1.022.591 | 1.032.382 | 1.070.403 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 189.802 | 188.351 | 195.332 |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - op meer dan één jaar | F18 | 29.236 | 27.945 | 26.414 |
| Voorraden | F19 | 1.053.669 | 1.029.131 | 1.188.822 |
| Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen) | F20 | 14.771 | 15.676 | 10.690 |
| Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 823.684 | 815.377 | 821.361 | |
| Terug te vorderen belastingen | 35.659 | 30.511 | 32.517 | |
| Activa opgenomen in het aangewend kapitaal | 3.421.202 | 3.389.194 | 3.650.879 | |
| Handels- en overige schulden op meer dan één jaar | F25 | 24.654 | 26.951 | 41.656 |
| Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.070.803 | 1.019.237 | 1.154.261 | |
| Omrekeningsverschillen | F23 | (37.191) | (31.403) | (7.830) |
| Voorzieningen op meer dan een jaar | F29, F30 | 75.699 | 72.777 | 80.410 |
| Voorzieningen op then hoogste een jaar | F29, F30 | 36.538 | 34.206 | 41.690 |
| Te betalen belastingen | 54.889 | 48.438 | 57.666 | |
| Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal | 1.225.392 | 1.170.206 | 1.367.853 | |
| Aangewend kapitaal | 2.195.810 | 2.218.988 | 2.283.026 | |
| IAS 39 en eliminaties | 19.365 | 15.353 | 15.309 | |
| Aangewend kapitaal uit stopgezette activiteiten | 199.325 | 157.023 | 99.074 | |
| Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd | 2.414.501 | 2.391.364 | 2.397.409 | |
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum | 2.422.030 | 2.394.387 | ||
| Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar | 2.402.233 | 2.398.660 | ||
| Recurrente EBIT | F9 | 330.261 | 350.747 | |
| ROCE | 13,75% | 14,62% |
Handelsvorderingen en -schulden opgenomen in 'Aangewend Kapitaal' omvatten niet de 'margin calls' noch de geboekte winsten of verliezen op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten.
Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het halve jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.
156
| BOEKWAARDE | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | NIVEAU | REËLE WAARDE |
AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP ZONDER INDEKKINGS BOEKHOUDING |
CASH FLOW INDEKKINGS BOEKHOUDING |
LENINGEN, HANDELS VORDERINGEN EN SCHULDEN |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
| ACTIVA | ||||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 29.236 | 0 | 0 | 0 | 29.236 | |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen | 1 | 29.236 | 0 | 0 | 0 | 29.236 |
| Leningen toegekend | 4.188 | 0 | 0 | 4.188 | 0 | |
| Leningen toegekend | 4.188 | 0 | 0 | 4.188 | 0 | |
| Handels- en overige vorderingen | 844.999 | 7.070 | 2.801 | 835.128 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 7.682 | 0 | 0 | 7.682 | 0 | |
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 7.089 | 0 | 0 | 7.089 | 0 | |
| Personeelsvoordelen | 423 | 0 | 0 | 423 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 701.815 | 0 | 0 | 701.815 | 0 | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (8.570) | 0 | 0 | (8.570) | 0 | |
| Overige vorderingen (bruto) | 70.833 | 0 | 0 | 70.833 | 0 | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (5.252) | 0 | 0 | (5.252) | 0 | |
| Te ontvangen interesten | 2 | (80) | 0 | 0 | (80) | 0 |
| Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking |
2 | 2.801 | 0 | 2.801 | 0 | 0 |
| Reële waarde vordering andere financiële instrumenten | 7.070 | 7.070 | 0 | 0 | 0 | |
| Overlopende rekeningen | 61.187 | 0 | 0 | 61.187 | 0 | |
| Kas en kasequivalenten | 74.487 | 0 | 0 | 74.487 | 0 | |
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 12.280 | 0 | 0 | 12.280 | 0 | |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten |
62.207 | 0 | 0 | 62.207 | 0 | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 952.910 | 7.070 | 2.801 | 913.803 | 29.236 | |
| PASSIVA | ||||||
| Financiële schulden | 411.570 | 0 | 0 | 410.170 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 71.413 | 0 | 0 | 70.013 | 0 | |
| Overige leningen | 1.286 | 0 | 0 | 1.286 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen | 104.932 | 0 | 0 | 104.932 | 0 | |
| Krediet op bankrekeningen | 8.318 | 0 | 0 | 8.318 | 0 | |
| Commercial paper | 225.485 | 0 | 0 | 225.485 | 0 | |
| Overige leningen | 136 | 0 | 0 | 136 | 0 | |
| Handels- en overige schulden | 1.120.025 | 14.909 | 24.565 | 1.080.551 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Overige schulden | 9.942 | 0 | 0 | 9.942 | 0 | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 14.712 | 0 | 0 | 14.712 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 737.505 | 0 | 0 | 737.505 | 0 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 16.707 | 0 | 0 | 16.707 | 0 |
| EUR duizend | NIVEAU | REËLE WAARDE |
AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP ZONDER INDEKKINGS BOEKHOUDING |
CASH FLOW INDEKKINGS BOEKHOUDING |
LENINGEN, HANDELS VORDERINGEN EN SCHULDEN |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 30.657 | 0 | 0 | 30.657 | 0 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 101.765 | 0 | 0 | 101.765 | 0 | |
| Overige schulden | 28.171 | 0 | 0 | 28.171 | 0 | |
| Verschuldigde dividenden | 8.183 | 0 | 0 | 8.183 | 0 | |
| Te betalen interesten | 306 | 0 | 0 | 306 | 0 | |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking |
2 | 24.565 | 0 | 24.565 | 0 | 0 |
| Reële waarde schulden andere financiële instrumenten | 2 | 14.909 | 14.909 | 0 | 0 | 0 |
| Overlopende rekeningen | 132.603 | 0 | 0 | 132.603 | 0 | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) | 1.531.595 | 14.909 | 24.565 | 1.490.721 | 0 |
| BOEKWAARDE | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | NIVEAU | REËLE WAARDE |
AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP ZONDER INDEKKINGS BOEKHOUDING |
CASH FLOW INDEKKINGS BOEKHOUDING |
LENINGEN, HANDELS VORDERINGEN EN SCHULDEN |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
| ACTIVA | ||||||
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop | 26.414 | 0 | 0 | 0 | 26.414 | |
| Financiële activa beschikbaar voor verkoop - Aandelen | 1 | 26.414 | 0 | 0 | 0 | 26.414 |
| Leningen toegekend | 15.988 | 0 | 0 | 15.988 | 0 | |
| Leningen toegekend | 15.988 | 0 | 0 | 15.988 | 0 | |
| Handels- en overige vorderingen | 855.385 | 15.959 | 21.347 | 818.079 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Garanties en deposito's | 9.532 | 0 | 0 | 9.532 | 0 | |
| Overige vorderingen op meer dan één jaar | 1.158 | 0 | 0 | 1.158 | 0 | |
| Personeelsvoordelen | 424 | 0 | 0 | 424 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsvorderingen (bruto) | 706.656 | 0 | 0 | 706.656 | 0 | |
| Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (9.279) | 0 | 0 | (9.279) | 0 | |
| Overige vorderingen (bruto) | 78.778 | 0 | 0 | 78.778 | 0 | |
| Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (6.893) | 0 | 0 | (6.893) | 0 | |
| Te ontvangen interesten | 2 | 244 | 0 | 0 | 244 | 0 |
| Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking |
2 | 21.347 | 0 | 21.347 | 0 | 0 |
| Reële waarde vordering andere financiële instrumenten | 15.959 | 15.959 | 0 | 0 | 0 | |
| Overlopende rekeningen | 37.458 | 0 | 0 | 37.458 | 0 | |
| Kas en kasequivalenten | 84.460 | 0 | 0 | 84.460 | 0 | |
| Beleggingen op korte termijn bij banken | 10.521 | 0 | 0 | 10.521 | 0 | |
| Beleggingen op korte termijn (andere) | 25 | 0 | 0 | 25 | 0 | |
| Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten |
73.914 | 0 | 0 | 73.914 | 0 | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (ACTIVA) | 982.247 | 15.959 | 21.347 | 918.527 | 26.414 |
BOEKWAARDE
| BOEKWAARDE | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | NIVEAU | REËLE WAARDE |
AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP ZONDER INDEKKINGS BOEKHOUDING |
CASH FLOW INDEKKINGS BOEKHOUDING |
LENINGEN, HANDELS VORDERINGEN EN SCHULDEN |
BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP |
| PASSIVA | ||||||
| Financiële schulden | 426.282 | 0 | 0 | 425.182 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Bankleningen | 21.100 | 0 | 0 | 20.000 | 0 | |
| Overige leningen | 4.396 | 0 | 0 | 4.396 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Bankleningen | 117.205 | 0 | 0 | 117.205 | 0 | |
| Krediet op bankrekeningen | 13.185 | 0 | 0 | 13.185 | 0 | |
| Commercial paper | 268.607 | 0 | 0 | 268.607 | 0 | |
| Overige leningen | 1.790 | 0 | 0 | 1.790 | 0 | |
| Handels- en overige schulden | 1.203.027 | 11.725 | 7.118 | 1.184.184 | 0 | |
| Op meer dan één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 25.132 | 0 | 0 | 25.132 | 0 | |
| Overige schulden | 3.988 | 0 | 0 | 3.988 | 0 | |
| Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 12.536 | 0 | 0 | 12.536 | 0 | |
| Op ten hoogste één jaar | ||||||
| Handelsschulden | 843.498 | 0 | 0 | 843.498 | 0 | |
| Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 21.023 | 0 | 0 | 21.023 | 0 | |
| Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 26.696 | 0 | 0 | 26.696 | 0 | |
| Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 95.780 | 0 | 0 | 95.780 | 0 | |
| Overige schulden | 17.635 | 0 | 0 | 17.635 | 0 | |
| Verschuldigde dividenden | 11.687 | 0 | 0 | 11.687 | 0 | |
| Te betalen interesten | 584 | 0 | 0 | 584 | 0 | |
| Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking |
2 | 7.118 | 0 | 7.118 | 0 | 0 |
| Reële waarde schulden andere financiële instrumenten | 2 | 11.725 | 11.725 | 0 | 0 | 0 |
| Overlopende rekeningen | 125.625 | 0 | 0 | 125.625 | 0 | |
| TOTAAL FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PASSIVA) | 1.629.309 | 11.725 | 7.118 | 1.609.366 | 0 |
De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergeven behalve de langlopende bank- en andere leningen. De boekwaarde van deze verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24).
De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar.
De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. De meest gebruikte techniek is de geactualiseerde kasstromen analyse waarbij de heersende marktomstandigheden op het einde van het boekjaar gebruikt worden.
De reële waarde van rentevoetswap, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers-,metaal- energiecontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel-, metaalen energiekoersen op het einde van het boekjaar te nemen.
159
De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen markrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige financiële instrumenten.
Door van de nominale waarde van de handelsvordering en schulden de desbetreffende waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.
De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassing naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:
Binnen de Groep zijn de financiële activa gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal, energie en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.
Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou EUR 7,4 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou EUR 6,1 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten zou EUR 17,0 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten zou 14,5 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 11,4 miljoen hoger zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 14,0 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 3,1 miljoen lager zijn als de euro 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou EUR 3,9 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou EUR 13,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou EUR 13,4 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou EUR 35,8 miljoen hoger zijn als de euro 10% zou apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 43,7 miljoen lager zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou EUR 12,8 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 15,6 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou EUR 27,0 miljoen lager zijn indien de euro 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou EUR 33,0 miljoen hoger zijn als de euro 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
160
Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico's in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoetswaps met erkende makelaars en banken.
| NOMINAAL OF CONTRACTUEEL | REËLE WAARDE | |||
|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 9.276 | 78.820 | 2.089 | 4.558 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (36.618) | (52.408) | (9.599) | 9.051 |
| Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 234.689 | 352.559 | (11.090) | 3.169 |
| Forward rentevoet swapscontracten | 0 | 0 | (3.164) | (2.550) |
| Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen) | (21.764) | 14.228 | ||
| Erkend in handels- en overige vorderingen | 2.801 | 21.347 | ||
| Erkend in handels- en overige schulden | (24.565) | (7.119) | ||
| Totaal | (21.764) | 14.228 |
De principes en de documentatie over de ingedekte risico's als ook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van financiële risico's.
De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).
De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van oa volgende goederen: goud, zilver, palladium, nikkel, lood en koper. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico's op elektriciteit, gas en stookolie.
De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet voor de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW,BRL, CAD en ZAR en de EUR ten opzichte van de ZAR.
De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.
In die omstandigheden waar documentatie voor hedge accounting zoals gedefinieerd onder IAS 39 niet beschikbaar is, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter weldegelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2015, noch in 2016.
| NOMINAAL OF CONTRACTUEEL BEDRAG |
REËLE WAARDE | ||||
|---|---|---|---|---|---|
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 | 31/12/2015 | 31/12/2016 | |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 108.512 | 174.163 | 4.567 | 4.451 | |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (147.819) | (147.073) | (6.903) | (1.414) | |
| Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 549.275 | 697.010 | (6.477) | (5.109) | |
| Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht | (222.836) | (274.284) | 973 | 6.304 | |
| Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen) | (7.840) | 4.233 | |||
| Erkend in handels- en overige vorderingen | 7.070 | 15.959 | |||
| Erkend in handels- en overige schulden | (14.909) | (11.725) | |||
| Totaal | (7.840) | 4.233 |
161
De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van fianciële risico's. Bij gebrek aan documentatie voor hedge accounting voor deze indekkingsactiviteit zoals gedefinieerd onder IAS 39, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van transactierisico's van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om bestaande transacties en vaste engagementen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De reële waarden zijn rechtstreeks onderkend in de resultatenrekening onder 'Andere bedrijfsopbrengsten' voor de basismaterialen gerelateerde instrumenten en onder 'Netto financiële kosten' voor de valuta-gerelateerde instrumenten.
| CONTRACTUELE VERVALDAG | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 3 MAAND -1 | |||||
| EUR duizend | < 1 MAAND 1 - 3 MAAND | JAAR | 1 - 5 JAAR | TOTAAL | |
| ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 0 | 534 | 1.555 | 0 | 2.089 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | 3.408 | 2.148 | 105 | 0 | 5.662 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | 354 | 0 | 0 | 0 | 354 |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 10 | 45 | 394 | 263 | 712 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 4 | 6 | 0 | 0 | 10 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | (153) | 350 | 766 | 80 | 1.044 |
| PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Renterisico | |||||
| Rentevoetswaps | 0 | 0 | 0 | (3.164) | (3.164) |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 0 | (1.288) | (5.866) | (2.445) | (9.599) |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | (62) | (324) | (709) | 0 | (1.095) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | (2.721) | (1.146) | (1.570) | (1.824) | (7.261) |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | (688) | (1.368) | (6.505) | (3.241) | (11.802) |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | (1.490) | (864) | (2.635) | (1.498) | (6.487) |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | (67) | 0 | 0 | 0 | (67) |
Umicore Jaarverslag 2016
| CONTRACTUELE VERVALDAG | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 3 MAAND -1 | |||||
| EUR duizend | < 1 MAAND 1 - 3 MAAND | JAAR | 1 - 5 JAAR | TOTAAL | |
| ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 39 | 751 | 2.215 | 1.553 | 4.558 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 272 | 544 | 2.450 | 5.785 | 9.051 |
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | 664 | 4.592 | 1.198 | 0 | 6.454 |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | 946 | (150) | 617 | 155 | 1.567 |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 321 | 887 | 3.992 | 2.537 | 7.737 |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 1.304 | 69 | 115 | 0 | 1.488 |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | 1.361 | 2.031 | 3.042 | 15 | 6.449 |
| PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | |||||
| Renterisico | |||||
| Rentevoetswaps | 0 | 0 | 0 | (2.550) | (2.550) |
| Risico verbonden aan metaalprijzen | |||||
| Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (overige) | (1.244) | (775) | 17 | 0 | (2.002) |
| Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (overige) | (770) | (1.835) | (270) | (106) | (2.981) |
| Risico verbonden aan deviezen | |||||
| Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | (316) | (651) | (2.627) | (974) | (4.569) |
| Termijncontracten: deviezen verkocht (overige) | 631 | (3.546) | (3.051) | (630) | (6.597) |
| Termijncontracten: deviezen aangekocht (overige) | (146) | 1 | 0 | 0 | (145) |
De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investerings- en de financieringsactiviteiten van de betreffende periode.
Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast. Het nettoresultaat werd aangepast voor:
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Aanpassing voor niet-kastransacties | ||
| Afschrijvingen | 165.863 | 175.944 |
| Aanpassing IAS 39 | 16.018 | (5.403) |
| (Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen | 20.873 | 22.899 |
| Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen | (532) | (20.435) |
| Koersverschillen op leningen langetermijnleningen | (1.300) | 1.297 |
| Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 33.389 | (880) |
| Afschrijving van kapitaalsubsidies | (756) | (726) |
| Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 5.400 | 3.548 |
| Wijziging in voorzieningen | (4.322) | 12.669 |
| Totaal | 234.635 | 188.912 |
| AANPASSING VOOR ELEMENTEN DIE AFZONDERLIJK VERMELD OF GEKLASSEERD MOETEN WORDEN ONDER DE INVESTERINGS- OF FINANCIERINGSKASSTROMEN |
||
| Belastingen van de periode | 47.736 | 56.420 |
| Interestkosten (-opbrengsten) | 4.818 | 6.356 |
| (Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa | (1.817) | 3.999 |
| Opbrengsten uit dividenden | (31) | (45) |
| Totaal | 50.707 | 66.731 |
| WIJZIGINGEN IN DE BEHOEFTE AAN BEDRIJFSKAPITAAL | ||
| Voorraden | 129.277 | (135.153) |
| Handels- en overige vorderingen | (1.852) | (7.244) |
| Handels- en overige schulden | (59.136) | 85.783 |
| Zoals in de geconsolideerde balans | 68.289 | (56.614) |
| Stopgezette activiteiten in openingbalans | (144.276) | 0 |
| Transacties zonder impact op kasstromen (*) | (55.344) | 59.724 |
| Elders gepubliceerde transacties (**) | 21.181 | (7.228) |
| Omrekeningsverschillen | (2.960) | 17.370 |
| Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel | (113.111) | 13.253 |
(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.
(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.
163
| EUR duizend | NETTO KAS EN -KASEQUIVALENTEN |
LENINGEN (ZONDER KREDIET OP BANKREKENINGEN) |
NETTO FINANCIËLE SCHULDEN |
|---|---|---|---|
| Per einde van het vorige boekjaar | 66.167 | 401.851 | 335.684 |
| Kassstromen van de periode | 72.596 | 10.145 | (62.451) |
| Impact van finale financiering voor stopgezette activiteiten | (67.488) | 0 | 67.488 |
| Per einde van het boekjaar | 71.275 | 411.996 | 340.721 |
| Per einde van het boekjaar, inclusief de stopgezette activiteiten | 116.601 | 412.853 | 296.252 |
De impact van de financiering van de af te splitsen (carve out) entiteiten heeft in 2016 vooral betrekking op de EUR 69 miljoen die gefinancieerd werd met de voortgezette activiteiten terwijl de kost getoond wordt bij Building Products onder de stopgezette activiteiten.
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen EUR 384,7 miljoen. De bedrijfskapitaalbehoeften daalden met EUR 13,3 miljoen in lijn met de stijging van de volumes en metaalprijzen.
De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten daalden met EUR 13,3 miljoen in 2016. De investeringen voor de voorgezette activiteiten bedroegen EUR 273 miljoen als de gekapitaliseerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). De investeringen waren voornamelijk gerelateerd aan de groei in clean mobility en recyclage. In het bijzonder is het Energy & Surface Technologies segment verantwoordelijk voor een groter deel van de groei investeringen inclusief de aanvang van de investeringen om de capaciteit voor de productie van kathodematerialen tegen eind 2018 te verwezenlijken. In het segment Recycling werden in de loop van het jaar onder andere bijkomende investeringen uitgevoerd voor de capaciteitsuitbreiding in Hoboken. Investeringen in het Catalysis segment zijn gelinkt aan de bouw en opstart van de nieuwe katalysatoren productie eenheid in Thailand.
De acquisities bevatten ook EUR 80,8 miljoen immateriële vaste activa welke vooral voortkomen uit de kapitalisatie van O&Oontwikkelingskosten, informatiesystemen en de verwerving van 3 NMC patent families van 3M (zie ook toelichting F14).
De investeringskasstromen waren ook beïnvloed in 2016 door de verkoop van Zinc Chemicals.
Onder de lijn van de interne transfers van de netto investeringskasstroom is een negatief effect getoond in het kasstroomoverzicht van de voortgezette activiteiten dat gecompenseerd is door de impact getoond in het kasstroomoverzicht van de stopgezette activiteiten (zie toelichting 42). Dit weerspiegelt het feit dat de financiering voorzien door Umicore ten opzichte van de business unit Zinc Chemicals niet langer betaalbaar was na de volledige verkoop. De financiering was terugbetaald door de verwerver in het kader van de totale verkoopprijs betaald aan Umicore. De verkoopopbrengsten van Zinc Chemicals zijn ingegrepen in het kasstroomoverzicht onder de hoofding "overdracht van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen". Naast deze terugbetaling van de financiering van EUR 69,9 miljoen, is de aankoopprijs van EUR 68,7 miljoen inbegrepen waarvan EUR 2,4 miljoen naar verwachting betaald wordt in 2017 en 2018 (zie toelichting 42) zoals voorzien in de verkoopovereenkomst.
De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de nettostijging van de schuldgraad (EUR 6,5 miljoen), het gebruik van eigen aandelen om opties uit te oefenen (EUR 38,0 miljoen), de betaling van dividenden (EUR 143,0 miljoen) en de betaling van intresten (EUR 6,4 miljoen).
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Verwerving van materiële vaste activa | 204.494 | 207.297 |
| Verwerving van immateriële vaste activa | 20.856 | 80.764 |
| Verwerving van vaste activa | 225.350 | 288.061 |
| O&O-investeringen | 12.450 | 15.228 |
| Investering uit voortgezette activiteiten | 212.900 | 272.833 |
| Verwerving van vaste activa uit stopgezette activiteiten | 27.395 | 14.505 |
| Investeringen, inclusief de stopgezette activiteiten | 240.295 | 287.338 |
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep | 25.093 | 61.099 |
| Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden | 3.872 | 4.178 |
| Ontvangen zekerheden | 85.395 | 84.728 |
| Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep | 210.255 | 366.623 |
| Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa | 3.791 | 4.815 |
| Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen | 271.750 | 425.066 |
| Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen | 485.085 | 749.699 |
| Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep | 1.383.289 | 1.794.320 |
| Diverse rechten en verbintenissen | 3.075 | 2.532 |
| Totaal | 2.471.605 | 3.493.060 |
Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.
Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.
Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.
Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.
De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indek- ken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de filialen. Een klein deel ervan van dit bedrag heeft betrekking op huurgaranties.
Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en de reële waarde van deze items zijn gelijkwaardig aan de nettoboekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.
Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico's dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasde voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.
Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.
Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden.
De lijnen betreffende de engagementen voor aangekochte en verkochte goederen werden bijgewerkt in 2013, en houden nu rekening met de volledige reikwijdte van de entiteiten.
De Groep leaset metaal (goud en zilver in het bijzonder) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2016 was het nettosaldo van deze leaseschuld EUR 675miljoen tegenover EUR 475 miljoen op het einde van 2015. De toename is vooral te wijten aan hogere volumes en metaalprijzen.
166
De Groep heeft bepaalde hangende dossiers die volgens de IFRS-normen beschouwd kunnen worden als voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen.
Deze zaak is nu besproken onder toelichting F42 over de stopgezette activiteiten gezien het hier gaat om de Building Products unit.
Op 20 februari 2015 hebben BASF Corp. en de University of Chicago Argonne twee rechtszaken aangespannen tegen Umicore. Eén vordering werd ingediend bij de Amerikaanse International Trade Commission (ITC). De andere werd ingediend bij de federale districtsrechtbank in Wilmington, Delaware en werd opgeschort. De vordering bij de ITC beschuldigt Umicore ervan twee V.S. octrooien rond materialen gebruikt in batterijkathodes te schenden. De ITC is van mening dat Umicore indirect deze octrooien schendt en heeft een verwijderingsbesluit uitgesproken op de betrokken producten op 16 december 2016. Tegen het verwijderingsbesluit kan door Umicore beroep aangetekend worden voor het Amerikaanse Federal Circuit Court of Appeals.
In aanvulling op het voorgaande zijn tegen de Groep een aantal dagvaardingen ingediend die samenhangen met het normale verloop van haar activiteiten. De directie gelooft niet dat dergelijke dagvaardingen van aard zijn om een wezenlijke ongunstige invloed te hebben op de financiële positie van Umicore.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| TRANSACTIES MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||
| Bedrijfsopbrengsten | 157.468 | 108.523 |
| Bedrijfskosten | (124.027) | (91.187) |
| Financiële opbrengsten | 323 | 81 |
| Financiële kosten | (5) | (1) |
| Ontvangen dividenden | (16.862) | (8.723) |
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
| OPENSTAANDE POSTEN MET JOINT VENTURES EN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN | ||
| Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 33.032 | 25.480 |
| Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 44.263 | 35.152 |
| Te ontvangen leningen op ten hoogste één jaar | 2.450 | 2.450 |
De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen een aankopen van goederen en diensten.
Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| RAAD VAN BESTUUR | ||
| Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | 607.234 | 685.606 |
| Vast gedeelte | 199.999 | 227.322 |
| Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen) | 208.500 | 218.000 |
| Waarden van de toegekende aandelen | 192.668 | 232.606 |
| Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter | 3.175 | 2.971 |
| Contributie tot de Zwitzerse sociale zekerheid | 2.892 | 4.404 |
Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de Raad van Bestuur toegekend.
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| DIRECTIECOMITÉ | ||
| Vergoedingen en andere voordelen | 7.792.233 | 7.557.111 |
| Kortetermijnpersoneelsvoordelen | 3.784.972 | 3.352.140 |
| Personeelsvoordelen na uitdiensttreding | 1.220.993 | 1.299.414 |
| Andere langetermijnvoordelen | 724.500 | 968.760 |
| Aandelengebaseerde betalingen | 2.061.768 | 1.936.797 |
De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de Raad van Bestuur en het Directiecomité en verschillen enigszins van de informatie vervat in het Remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.
In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het Remuneratieverslag.
In verband met de op aandelengebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelengebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2016 voor diensten gepresteerd in 2015. Het Remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2017 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar, d.w.z. 2016.
De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van cash-vergoedingen, gerelateerd aan de individuele prestaties van 2016 zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op het einde van het boekjaar. Het Remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen.
De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2016, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2018 en 2019 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het Remuneratieverslag van de betrokken jaren.
Umicore kondigde na de Raad van Bestuur van 9 februari 2017 aan dat ze aan de algemene vergadering van aandeelhouders de uitkering van een bruto dividend van EUR 1,30 per aandeel zal voorstellen, wat overeenkomt met de totale uitbetaling van dividenden ten bedrage van EUR 142.048 duizend. Hiervan werd reeds EUR 0,60 per aandeel uitbetaald als interim dividend in september 2016.
| EUR | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Zonder afgesplitste activiteiten | ||
| Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening | 1,41 | 1,66 |
| Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect | 1,41 | 1,65 |
| Met afgesplitste activiteiten | ||
| Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening | 1,56 | 1,20 |
| Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect | 1,55 | 1,19 |
| Recurrente winst per aandeel | 2,27 | 2,14 |
De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
| CIJFERS IN DE TELLER | |||
|---|---|---|---|
| EUR duizend | TOELICHTING | 2015 | 2016 |
| Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | ||
| Zonder afgesplitste activiteiten | 153.205 | 181.203 | |
| Met afgesplitste activiteiten | 169.225 | 130.724 | |
| Recurrent geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 245.999 | 232.855 |
168
De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
| 2015 | 2016 | |
|---|---|---|
| Aantal uitstaande aandelen per 31 december | 112.000.000 | 112.000.000 |
| waarvan aandelen in eigen bezit | 3.927.534 | 2.673.150 |
| waarvan uitstaande aandelen | 108.072.466 | 109.326.850 |
| Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 108.445.128 | 108.887.828 |
| Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen | 482.117 | 797.332 |
| Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 108.927.245 | 109.685.160 |
Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.
In 2016 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 1.118.875 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 65.509 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2016 heeft Umicore geen eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2016 bezat Umicore 2.673.150 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,39% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2016 en zijn goedgekeurd door de EU:
In 2016 is een analyse gestart om de huidige aanpak voor het herkennen van omzet die bij Umicore te vergelijken met de IFRS 15 principes. Deze analyse gaat verder in 2017, maar gebaseerd op de tussentijdse bevindingen worden geen materiele inconsistenties tussen Umicore's huidig omzetherkenningsmodel en het model onder IFRS 15 verwacht.
De volgende nieuwe standaarden en wijzigingen aan standaarden werden gepubliceerd, maar zijn nog niet voor het eerst verplicht van toepassing voor het boekjaar startend op 1 januari 2016 en zijn nog niet goedgekeurd door de EU:
– IFRS 16 'Leasing'. Deze standaard vervangt de huidige richtlijnen uit IAS 17 en heeft grote gevolgen voor de boekhoudkundige behandeling van leasing, in het bijzonder voor de leasenemers. Onder IAS 17 waren leasingnemers vereist om een onderscheid te maken tussen financiële leasing (op balans) en operationele leasing (buiten balans). IFRS 16 vereist echter dat de leasingnemers een leasingschuld opnemen op basis van de verwachte toekomstige betalingen en een "gebruiksrechtactief" creëert voor praktisch alle leasing contracten. Voor leasinggevers blijft de boekhoudkundige behandeling nagenoeg dezelfde. Desalniettemin heeft de IASB de richtlijn betreffende de definitie van een lease veranderd (naast ook de richtlijn voor de combinatie of splitsing van contracten), wat betekent dat ook de leasingevers gevolgen hebben door de nieuwe standaard. Onder IFRS 16 is een contract deels of volledig een lease contract als de overdracht van het beschikkingsrecht voor een specifiek actief en voor een bepaalde periode voorzien is, in ruil voor een bepaalde last.
169
IFRS 16 bevat een uitzonderingsregel voor leases met betrekking tot mineralen, olie, gas en gelijkaardige niet-vernieuwbare grondstoffen. Bijgevolg vallen Umicore's metaal leases niet onder de leasing standaarden IAS 17 en IFRS 16. Umicore heeft geen andere significante leasingcontracten en derhalve is de impact van de toepassing van IFRS verwacht beperkt te zijn.
Voor alle andere nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2016, heeft het management geen indicaties dat dit een materiële impact zal hebben op de financiële rapportering van de Groep.
De globale auditvergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg EUR 3,4 miljoen, inclusief een bedrag van EUR 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (EUR 0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en EUR 1,6 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (EUR 0,5 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (EUR 1,1 miljoen).
Binnen het kader van Umicore's herziening van de activiteitenportefeuille werd een proces opgestart in 2015 om de Zinc Chemicals en Building Products business units voor te bereiden op een toekomst buiten de Umicore Groep. Het management onderzocht of aan bepaalde criteria werd voldaan om beide activiteiten als stopgezette bedrijfsactiviteiten weer te geven. Op basis van deze analyse is besloten om beide business units te presenteren als stopgezette bedrijfsactiviteiten vanaf 30 juni 2015.
Als gevolg hiervan worden de stopgezette bedrijfsactiviteiten weergegeven in een post op de balans en word deze hieronder verder toegelicht. Dit gebeurt in overeenstemming met IFRS 5 en met eliminatie van balansposities tussen de voortgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten. Vanaf 30 juni 2015 werden geen afschrijvingen meer gerapporteerd voor de stopgezette activiteiten. Er werden geen aanpassingen gemaakt waarbij de netto boekwaarde van de stopgezette activiteiten vergeleken worden met de werkelijke waarde minus de verkoopkosten.
In juni 2016 heeft Umicore aangekondigd dat het een overeenkomst bereikt had met OpenGate Capital (een US gebaseerde private equity investeerder) over de verkoop van Zinc Chemicals. De transactie is vervolledigd op eind oktober 2016. Alle resultaten van Zinc Chemicals vóór eind oktober zijn getoond onder de stopgezette activiteiten.
De activiteiten van Building Products vallen nog steeds onder de stopgezette activiteiten en worden derhalve als zodanig gerapporteerd tot een effectieve verkoop.
| EUR duizend | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|
| Vaste activa | 163.575 | 90.344 |
| Materiële vaste activa | 116.502 | 62.137 |
| Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | 22.852 | 15.981 |
| Handels- en overige vorderingen | 24.221 | 12.226 |
| Vlottende activa | 256.024 | 163.140 |
| Voorraden | 124.893 | 92.531 |
| Handels- en overige vorderingen | 91.546 | 23.931 |
| Kas en kasequivalenten | 37.872 | 45.326 |
| Overige vlottende activa | 1.713 | 1.352 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 419.599 | 253.484 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 44.105 | 39.768 |
| Voorzieningen voor personeelsvoordelen | 36.624 | 36.896 |
| Financiële schulden | 803 | 487 |
| Handels- en overige schulden | 6.679 | 2.385 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 185.088 | 105.140 |
| Financiële schulden | 22.712 | 371 |
| Handels- en overige schulden | 157.648 | 103.478 |
| Overige schulden op ten hoogste één jaar | 4.727 | 1.291 |
| TOTAAL DER PASSIVA | 229.193 | 144.908 |
De analyse van de resultaten van de stopgezette bedrijfsactiviteiten en de kasstromen worden hieronder weergegeven. Deze bevatten een aanpassing van de voorgaande perioden in overeenstemming met IFRS 5:
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Bedrijfsopbrengsten | 748.440 | 661.311 |
| Bedrijfskosten | (729.167) | (696.754) |
| Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa | 19.272 | (35.445) |
| Bedrijfsresultaat | (1.870) | (3.031) |
| Netto financiële kosten | 348 | 1.254 |
| Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode |
17.750 | (37.222) |
| Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting | (1.326) | (13.081) |
| Belastingen op het resultaat | 16.424 | (50.303) |
| Resultaat van de periode | ||
| Winst per aandeel uit stopgezette activiteiten | 0,15 | (0,46) |
| Winst per aandeel na verwatering uit stopgezette activiteiten | 0,15 | (0,46) |
| EUR duizend | 2015 | 2016 |
|---|---|---|
| Kasstromen voortkomend uit bedrijfsactiviteiten | 108.768 | (63.363) |
| Kasstromen voortkomend uit investeringsactiviteiten | (26.030) | 28.909 |
| Kasstromen voortkomend uit financieringsactiviteiten | 15.164 | (22.579) |
| Invloed van de wisselkoers op de aangehouden liquide middelen | (595) | (3.002) |
| Nettokas en - kasequivalenten uit stopgezette bedrijfsactiviteiten | 97.307 | (60.034) |
| Nettokas en -kasequivalenten bij het begin van het boekjaar uit stopgezette bedrijfsactiviteiten | (23.057) | 37.872 |
| Impact van finale financiering voor stopgezette activiteiten | (36.378) | 67.488 |
| Nettokas en -kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit stopgezette bedrijfsactiviteiten | 37.872 | 45.326 |
De groep heeft er voor gekozen om te evalueren of de regeling zal voortduren in de toekomst. Bijgevolg zullen de transacties binnen de groep tussen de stopgezette en continue activiteiten in de resultatenrekening niet geëlimineerd worden tegenover de voortgezette activiteiten voor zover dat de regeling zal voortduren in de toekomst en de betrokken bedragen externe inkomsten/kosten worden in toekomstige periodes.
De commerciële transacties tussen de voorgezette en de stopgezette activiteiten zijn hoger dan 2015 (EUR 18,1 miljoen in de operationele kosten van de stopgezette activiteiten en EUR 6,0 miljoen in het operationeel resultaat van de stopgezette activiteiten), inclusief de 10 maanden bijdrage van Zinc Chemicals. Er zijn ook een aantal leningen uitstaand ten opzichte van de stopgezette activiteiten (EUR 7,4 miljoen) op het jaareinde. In de balans zijn deze leningen geëlimineerd in lijn met het rapporteringsbeleid.
Het totaal van de elementen van de niet-gerealiseerde resultaten van de stopgezette activiteiten die eventueel naar de resultatenrekening verschoven kunnen worden hebben hoofdzakelijk betrekking tot wisselkoers vertalingsverschillen (EUR 2,9 miljoen).
Umicore heeft nota genomen van de beslissing van de Franse mededingingsauthoriteit met betrekking tot bepaalde handelspraktijken van de business unit Building Products ten opzichte van haar distributeurs en de opgelegde boete van EUR 69,2 miljoen is betaald in het tweede semester. De Franse mededingingsauthoriteit beweert dat Umicore exclusiviteit oplegde aan sommige van zijn distributeurs in Frankrijk tussen 1999 en 2007, waarbij een vermeende markdominantie zou misbruikt zijn. Umicore betwist sterk het vermeende misbruik en heeft beroep aangetekend. In het kasstroomoverzicht van 2016 is impact van deze boete van EUR 69,2 miljoen te zien omdat ze is gefinancieerd door de voorgezette activiteiten terwijl de kost dan weer in de stopgezette activiteiten te zien is onder Building Products.
171
De stopgezette activiteiten hebben commerciële verbintenissen nog te leveren (EUR 15,3 miljoen) of te ontvangen (EUR 0,5 miljoen) met betrekking tot metalen aan klanten of leveranciers aan reeds vastgelegde prijzen. De externe garanties namens derde partijen van de stopgezette activiteiten bedragen EUR 6,6 miljoen.
De balans van Zinc Chemicals op eind oktober op dewelke de berekening van de meerwaarde bij verkoop gebaseerd is, ziet er als volgt uit:
| EUR duizend | 31/10/2016 |
|---|---|
| Vaste activa | 77.434 |
| Vlottende activa | 176.964 |
| TOTAAL DER ACTIVA | 254.397 |
| Eigen vermogen | 69.101 |
| Overgedragen resultaten en reserves | 72.436 |
| Elementen die naar de eigen vermogen geherclassificeerd worden | (5.081) |
| Elementen die naar de resultatenrekening geherclassificeerd worden | 1.746 |
| Verplichtingen op meer dan één jaar | 15.047 |
| Verplichtingen op ten hoogste één jaar | 167.629 |
| TOTAAL DER PASSIVA | 182.675 |
| Verkoop prijs | 66.371 |
| Prijsaanpassing te ontvangen in 2017/2018 | 2.400 |
| Gerealiseerde meerwaarde | 1.416 |
De overeenstemming tussen het betaalde bedrag en de kasstroom van de investeringsactiviteiten van de voortgezette activiteiten is toegelicht in toelichting 34.
De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.
De wettelijke reserve van EUR 50.000 duizend die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.
| EUR duizend | 31/12/2014 | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|
| BEKNOPTE BALANS PER 31 DECEMBER | |||
| 1. ACTIVA | |||
| Vaste activa | 3.813.172 | 3.835.808 | 3.847.718 |
| II. Immateriële vaste activa | 88.202 | 88.287 | 117.183 |
| III. Materiële vaste activa | 347.625 | 353.974 | 365.507 |
| IV. Financiële vaste activa | 3.377.345 | 3.393.547 | 3.365.028 |
| Vlottende activa | 811.395 | 684.601 | 752.880 |
| V. Vorderingen op meer dan één jaar | 373 | 373 | 373 |
| VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering | 411.793 | 343.868 | 351.864 |
| VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar | 258.740 | 163.725 | 216.042 |
| VIII. Geldbeleggingen | 131.290 | 162.043 | 164.809 |
| IX. Liquide middelen | 712 | 951 | 1.901 |
| X. Overlopende rekeningen | 8.487 | 13.641 | 17.891 |
| Totaal activa | 4.624.567 | 4.520.409 | 4.600.598 |
| 2. PASSIVA | |||
| Eigen vermogen | 1.211.343 | 1.214.164 | 1.298.506 |
| I. Kapitaal | 500.000 | 500.000 | 500.000 |
| II. Uitgiftepremies | 6.610 | 6.610 | 6.610 |
| III. Herwaarderingsmeerwaarden | 91 | 91 | 91 |
| IV. Reserves | 321.585 | 330.067 | 289.770 |
| V. Overgedragen resultaat | 244.371 | 236.627 | 346.860 |
| Vbis. Resultaat van de periode | 131.238 | 135.456 | 148.537 |
| VI. Kapitaalsubsidies | 7.448 | 5.313 | 6.638 |
|---|---|---|---|
| Voorzieningen en uitgestelde belastingen | |||
| VII.A. Voorzieningen voor risico's en kosten | 115.233 | 109.685 | 111.775 |
| Schulden | 3.297.991 | 3.196.560 | 3.190.317 |
| VIII. Schulden op meer dan één jaar | 1.582.000 | 1.572.000 | 1.981.249 |
| IX. Schulden op ten hoogste één jaar | 1.653.944 | 1.563.686 | 1.117.268 |
| X. Overlopende rekeningen | 62.047 | 60.873 | 91.800 |
| Totaal passiva | 4.624.567 | 4.520.409 | 4.600.598 |
| EUR duizend | 31/12/2014 | 31/12/2015 | 31/12/2016 |
|---|---|---|---|
| RESULTATENREKENING | |||
| I. Bedrijfsopbrengsten | 2.938.337 | 2.961.093 | 2.415.676 |
| II. Bedrijfskosten | (2.869.762) | (2.888.281) | (2.412.640) |
| III. Bedrijfsresultaat | 68.575 | 72.812 | 3.036 |
| IV. Financiële opbrengsten | 156.163 | 182.294 | 258.002 |
| V. Financiële kosten | (94.156) | (106.570) | (113.178) |
| VI. Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening | 130.582 | 148.536 | 147.860 |
| X. Belastingen op het resultaat | 656 | (13.080) | 677 |
| XI. Resultaat van het boekjaar | 131.238 | 135.456 | 148.537 |
| XIII. Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar | 131.238 | 135.456 | 148.537 |
| EUR duizend | 2014 | 2015 | 2016 |
| RESULTAATVERWERKING | |||
| A. Resultaatverwerking | 547.094 | 511.065 | 520.620 |
| 1. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar | 131.238 | 135.456 | 148.537 |
| 2. Overgedragen winst/verlies (-) | 415.856 | 375.609 | 372.083 |
| C. Toevoeging aan het eigen vermogen | (62.997) | (8.482) | (40.296) |
| 3. Aan de reserve voor eigen aandelen | (62.997) | (8.482) | (40.296) |
| D. Over te dragen resultaat (1) | 375.609 | 372.083 | 338.276 |
| 2.Over te dragen winst/verlies (-) | 375.609 | 372.083 | 338.276 |
| F. Uit te keren winst (1) | (108.488) | (130.500) | (142.048) |
| 1. Vergoeding van het kapitaal gewone aandelen | (108.488) | (130.500) | (142.048) |
(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 25 april 2017. Het brutodividend van EUR 1,30 per aandeel blijft ongewijzigd.
| (EUR DUIZEND) | AANTAL AANDELEN |
|
|---|---|---|
| STAAT VAN HET KAPITAAL | ||
| A. Maatschappelijk kapitaal | ||
| 1. Geplaatst kapitaal | ||
| Per einde van het vorig boekjaar | 500.000 | 112.000.000 |
| Per einde van het boekjaar | 500.000 | 112.000.000 |
| 2. Samenstelling van het kapitaal | ||
| 2.1. Soorten aandelen | ||
| Gewone aandelen | 500.000 | 112.000.000 |
| 2.2. Aandelen op naam of aan toonder | ||
| Op naam | 21.294.861 | |
| Aan toonder | 90.705.139 | |
| E. Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal | 50.000 |
| % KAPITAAL | AANTAL AANDELEN |
BEKENDMAKING | |
|---|---|---|---|
| G. AANDEELHOUDERSTRUCTUUR (1) | |||
| Family Trust Desmarais, Albert Frère and Groupe Bruxelles Lambert S.A. | 15,00 | 16.802.836 | 24/09/2015 |
| BlackRock Investment Management | 5,03 | 5.638.752 | 06/10/2015 |
| APG Asset management | 3,00 | 3.364.389 | 24/10/2016 |
| Overige aandeelhouders | 74,57 | 83.520.873 | 31/12/2016 |
| Eigen aandelen in het bezit van Umicore | 2,39 | 2.673.150 | 31/12/2016 |
| 100,00 | 112.000.000 | ||
| waarvan free float | 100,00 | 112.000.000 |
(1) Op 31 december 2016, zijn 2.822.875 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 2.822.875 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.
174
Hierbij verklaren wij – voor zover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2016 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
20 maart 2017,
Marc Grynberg Gedelegeerd Bestuurder
| Kerncijfers milieu | 177 | |
|---|---|---|
| Toelichtingen bij de kerncijfers milieu | 177 | |
| E1 | Scope van de milieuverklaringen | 177 |
| E2 | Emissies naar water en lucht | 178 |
| E3 | Broeikasgassen | 180 |
| E4 | Energie | 181 |
| E5 | Watergebruik | 183 |
| E6 | Afval | 184 |
| E7 | Historische vervuiling | 185 |
| E8 | Naleving van de regelgeving en beheersysteem | 186 |
| EENHEID | TOELICHTING | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Metaaluitstoot naar water (volume) | kg | E2 | 5.701 | 5.560 | 5.639 | 4.459 | 3.738 |
| Metaaluitstoot naar water (impact eenheid) | E2 | 245.935 | 313.883 | 543.332 | 328.013 | 339.001 | |
| Metaaluitstoot naar lucht (volume) | kg | E2 | 16.615 | 12.522 | 13.309 | 14.544 | 1.761 |
| Metaaluitstoot naar lucht (impact eenheid) | E2 | 135.670 | 130.169 | 128.465 | 135.660 | 86.098 | |
| SOx-emissies | ton | E2 | 487 | 686 | 1.189 | 1.197 | 892 |
| NOx-emissies | ton | E2 | 399 | 386 | 425 | 452 | 365 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) – marktgebaseerde methode** | ton | E3 | 701.898 | 690.767 | 664.568 | 710.143 | 666.814 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) – locatiegebaseerde methode** | ton | E3 | – | – | – | – | 739.820 |
| Energieverbruik | terajoule | E4 | 7.315 | 7.557 | 7.304 | 7.742 | 6.760 |
| Watergebruik | duizend m3 | E5 | 4.310 | 4.343 | 4.645 | 4.904 | 4.851 |
| Totale afvalproductie | ton | E7 | 69.702 | 68.575 | 76.810 | 72.663 | 77.625 |
| Gevaarlijk afval | ton | E7 | 47.789 | 45.668 | 54.824 | 51.525 | 59.437 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 7,5 | 16,9 | 7,5 | 7,8 | 3,8 |
| Ongevaarlijk afval | ton | E7 | 21.914 | 22.906 | 21.986 | 21.138 | 18.188 |
| waarvan gerecycleerd | % | E7 | 54,7 | 60,2 | 60,4 | 56,3 | 57,8 |
| Normoverschrijding | % | E9 | 1,1 | 0,8 | 0,9 | 0,8 | 0,9 |
| Milieuklachten | aantal | E9 | 24 | 25 | 31 | 25 | 19 |
| ISO 14001 gecertificeerde sites | % | E9 | 93 | 97 | 97 | 92 | 88 |
* De gegevens voor 2015 en de jaren daarvoor omvatten de verkochte business unit Zinc Chemicals, de gegevens voor 2016 doen dat niet. ** De gegevens over de CO2e-uitstoot voor 2015 en de jaren daarvoor zijn een samenvoeging van de marktgebaseerde methode en de locatiegebaseerde methode scope 2-emissies. Een directe vergelijking met de gegevens voor 2016 is niet mogelijk. Indien een dergelijke vergelijking toch zou worden gemaakt, wordt best het marktgebaseerde methode cijfer voor 2016 gebruikt (zie toelichting E4 voor meer informatie)
De kerncijfers voor het milieu omvatten de gegevens van de geconsolideerde productiesites waarover Umicore operationele zeggenschap heeft. Als gevolg van de verkoop van de business unit Zinc Chemicals (stopgezette activiteiten) en de sluiting van een andere site in 2016 worden de gegevens van de volgende sites in vergelijking met 2015 niet meer gerapporteerd: Angleur, Heusden-Zolder, Overpelt (alle in België), Changsha (China), Eijsden (Nederland), Larvik (Noorwegen), Pasir Gudang (Maleisië) (alle Zinc Chemicals) en Yokohama (Japan, Platinum Engineered Materials). Er zijn twee nieuwe sites bijgekomen: Nowa Ruda (Polen, Automotive Catalysts) en Qingyuan (China, Thin Film Products). Dit brengt het totale aantal geconsolideerde productiesites die milieugegevens rapporteren op 59 in vergelijking met 65 in 2015.
De meeste sites van het rapporteringskader van Umicore rapporteren hun milieuprestaties op het eind van het derde kwartaal en geven een prognose voor het vierde kwartaal. In januari controleert de site de voorspelde waarden op belangrijke afwijkingen die indien nodig worden gecorrigeerd. De zes sites met de grootste milieu-impact voor 2016 zijn: Hanau (Duitsland; Catalysis, Recycling), Olen (België; Energy & Surface Technologies, Group R&D), Hoboken (België; Recycling), Jiangmen (China; Energy & Surface Technologies), Cheonan UMK en Cheonan UMAK (allebei in Zuid-Korea; Energy & Surface Technologies). Zij rapporteren hun cijfers voor het hele jaar. Uit een gevoeligheidsanalyse van de gegevens van 2016 over het energieverbruik blijkt dat de potentiële afwijking van de milieuprestaties van de Groep minder dan 4% zou bedragen in geval van een fout van 20% in de prognosegegevens.
We wijzen erop dat sommige gegevens die in het jaarverslag 2015 werden gepubliceerd, in het jaarverslag 2016 herberekend werden als gevolg van verbeterde analyse- en rapporteringsmethoden. Tenzij anders vermeld, omvatten de milieu-KPI's voor 2015 en de jaren daarvoor de business unit Zinc Chemicals, die in de loop van 2016 werd verkocht, terwijl de KPI's voor 2016 Zinc Chemicals niet omvatten.
Meer informatie over de strategie voor milieubeheer van Umicore vindt u in het overeenkomstige hoofdstuk op pagina's 67-68.
De realisaties van Umicore's Vision 2015 op het vlak van de beperking van onze metaalemissies naar water en lucht, uitgedrukt in impact van respectievelijk 26% en 37%, kenmerkt een grote stap in de richting van duurzaamheid. We beschouwen de emissieniveaus die in 2015 werden bereikt als ons toekomstige referentiekader voor een duurzame bedrijfsvoering, met inbegrip van het beheer van de emissies naar water en lucht.
Horizon 2020 wil voortbouwen op de verwezenlijkingen van Vision 2015 door de impact van metaalemissies te beperken, rekening houdend met de groeiende productievolumes. In de praktijk betekent dit dat we de impact van de naar water en lucht uitgestoten metalen ten minste op het in het kader van Vision 2015 bereikte niveau willen houden.
Metaalemissies naar water worden gedefinieerd als het totale gewicht – uitgedrukt in kg/jaar – metalen uit afvalwater dat na behandeling in het oppervlaktewater komt. Indien sites gebruikmaken van een extern waterzuiveringsstation, wordt de efficiëntie van deze zuivering, als de site ze kent, in aanmerking genomen.
Metaalemissies naar lucht – uitgedrukt in kg/jaar – worden gedefinieerd als het totale gewicht metalen dat naar de lucht wordt uitgestoten als vaste fractie door alle puntbronnen. Voor kwik en arseen worden ook bijkomende damp-/gasfracties meegerekend.
Voor elk metaal dat naar water en lucht wordt uitgestoten, wordt een impactfactor toegepast om rekening te houden met hun verschillende toxiciteits- en ecotoxiciteitsniveaus wanneer ze in het milieu komen. Hoe hoger de impactfactor, des te hoger de toxiciteit voor het ontvangende waterlichaam (voor wateremissies) of voor de menselijke gezondheid (voor luchtemissies).
De impactfactoren voor wateremissies zijn gebaseerd op wetenschappelijke gegevens ('predicted no effect concentrations' of PNEC's) gegenereerd voor de REACH-richtlijn. Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de PNEC voor antimoon (113 μg/l). De impactfactoren voor emissies naar lucht zijn gebaseerd op de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (referentie: American Conference of Governmental and Industrial Hygienists, 2011). Er werd een impactfactor 1 toegekend aan de grenswaarde voor zink (oxide) van 2 mg/ m³. Vervolgens werd voor alle relevante metalen een impactfactor berekend op basis van deze referentiewaarden. De metaalimpact op lucht en water wordt uitgedrukt in 'impacteenheden/jaar'.
We hebben de sites geïdentificeerd die minstens 95% hebben bijgedragen in termen van belasting (voor SOx en NOx) of impacteenheden (voor metaalemissies naar water en lucht) van de totale cijfers van de Groep voor 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals). Voor emissies naar water en lucht werden de gegevens voor 2016 alleen verzameld bij de geïdentificeerde sites (tien of minder). Alle andere sites werden gevraagd om alleen gegevens in te dienen in het geval van aanzienlijke afwijkingen naar boven toe tegenover van de baseline 2015 voor de site.
Het doel om het niveau van 2015 van de metaalemissies naar water en lucht te verbeteren, wordt gemeten door de emissies van het huidige rapporteringsjaar (nl. 2016) te vergelijken met die van het referentiejaar 2015 en dezelfde scope van activiteiten als voor 2015 te gebruiken voor de sites met een belangrijke bijdrage.
Om de wijziging in metaalemissies naar water en lucht ten opzichte van het referentiejaar 2015 te berekenen, werd een baseline opgesteld voor elke site die binnen de scope valt. De baseline wordt opgesteld door het huidige activiteitsniveau van dit rapporteringsjaar (nl. 2016) te vermenigvuldigen met de emissie-intensiteit van 2015 (zie voorbeeld hieronder). De baseline 2015 wordt vervolgens berekend door alle baselines op siteniveau op te tellen voor de sites die binnen de scope vallen. Voorbeelden van activiteitsparameters van sites zijn: geproduceerd aantal ton per jaar, machine-uren per jaar, ton toevoermateriaal voor recyclageprocessen per jaar.
In 2015 produceerde vestiging A 20 t van product X en stootte ze 5 kg van metaal Y uit (impactfactor van Y = 8 impacteenheden/kg) naar lucht, met een metaalemissie-intensiteit van 2 impacteenheden / t product X als gevolg. In 2016 produceerde vestiging A 22 t van product X en stootte ze 5 kg van metaal Y uit, met een metaalemissie-intensiteit van 1,8 impacteenheden / ton product X als gevolg.
De in 2016 gerapporteerde baseline 2015 is dan: activiteitsniveau van 2016 (22 t) x emissie-intensiteit 2015 (2 impacteenheden / t) = 44 impacteenheden.
De gemeten 5 kg – gelijk aan 40 impacteenheden – die in 2016 werd uitgestoten, vertegenwoordigt dus een vermindering van 10% ten opzichte van wat de uitstoot zou geweest zijn in de operationele omstandigheden van 2015.
179
De baseline 2015 wordt jaarlijks herberekend (2016 en de volgende jaren). Hij wordt gedefinieerd als de metaalemissies die we hadden mogen verwachten met de activiteitsvolumes van het rapporteringsjaar (nl. 2016), maar met de metaalemissie-intensiteit van het referentiejaar 2015. Het resultaat voor elk jaar wordt uitgedrukt als een percentage van de berekende baseline 2015 voor de Groep die voor elk jaar van toepassing is.
De berekening van de metaalemissies naar water en lucht dekt de volledig geconsolideerde operaties en activiteiten die deel uitmaken van de Groep gedurende het rapporteringsjaar (2016 en de volgende jaren) en die ook deel uitmaakten van de Groep in 2015. Prestaties worden alleen gerapporteerd voor het geheel van de sites met een belangrijke bijdrage voor elke KPI.
SOx- en NOx-emissies worden in absolute cijfers uitgedrukt in ton/jaar.
| EENHEID | UITGANGSWAARDE 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|
| Metaaluitstoot naar water | impact eenheid | 343.639 | 339.001 |
| Metaaluitstoot naar lucht | impact eenheid | 123.779 | 86.098 |
REDUCTIERESULTAAT METAALUITSTOOT NAAR LUCHT
De uitstoot van metalen naar water in 2016 met toepassing van de gedefinieerde scope resulteerde in 339.001 impacteenheden. De uitstoot van metalen naar water in 2015 met toepassing van de gedefinieerde scope bedroeg 316.900 impacteenheden. Voor de beoordeling van de vooruitgang ten opzichte van onze verbintenis werd dit metaalemissieniveau van 2015 genormaliseerd voor de activiteit van 2016 en bedroeg het 343.639 impacteenheden. In 2016 hebben we dus in termen van de impact een vermindering van 1% van de metaalemissies naar water gerealiseerd.
Deze evolutie is een combinatie van verschillende trends die op onze sites zijn waargenomen: In onze fabriek van Hoboken (België, Recycling) begint de verhoogde efficiëntie van het waterzuiveringsstation dankzij de investeringen in verbeteringsprojecten gedurende de afgelopen jaren te renderen, terwijl voor de toekomst verdere reducties worden verwacht dankzij voor de volgende jaren geplande bijkomende verbeteringsprojecten. Evenzeer hebben enkele efficiëntieverbeteringen en schaaleffecten na de verhoging van de precursorproductie op onze nieuwe site in Cheonan (Zuid-Korea,Energy & Surface Technologies) geleid tot een aanzienlijke daling van de emissie-intensiteit in termen van de impact van metaalemissies naar water. Anderzijds hebben stijgingen in de waterdoorvoer op onze sites in Olen (België, Energy & Surface Technologies en Group R&D) en Jiangmen (China, Energy & Surface Technologies) in combinatie met een aantal hogere gemeten concentraties – allemaal onder de toegestane lozingslimieten – geleid tot een toegenomen belasting voor sommige metalen met een hogere impactfactor.
De uitstoot van metalen naar lucht in 2016 met toepassing van de gedefinieerde scope bedroeg 86.098 impacteenheden. De uitstoot van metalen naar lucht in 2015 met toepassing van de gedefinieerde scope resulteerde in 119.254 impacteenheden. Voor de beoordeling van de vooruitgang ten opzichte van onze verbintenis werd dit metaalemissieniveau van 2015 genormaliseerd voor de activiteit van 2016 en bedroeg het 123.779 impacteenheden. In 2016 hebben we dus een vermindering van 30% van de metaalemissies naar lucht in tremen van impact gerealiseerd.
De reducties worden in verschillende mate waargenomen in bijna alle sites van de scope en kunnen grotendeels worden deel toegeschreven aan inspanningen die de luchtfilterefficiëntie hebben verbeterd en aan verbeteringen van de algemene procesefficiëntie.
De site in Hoboken (België, Recycling) rapporteerde een verhoogde metaalemissie uit diffuse bronnen. Dit leidde tot hogere waarden van lood PM10-stofneerslag in de nabijgelegen woonwijk Moretusburg. Vermoed wordt dat infrastructuurwerkzaamheden in de loodraffinaderij één van de voornaamste oorzaken van deze toegenomen neerslag van lood zijn. Umicore rapporteerde deze gestegen resultaten aan de overheid en de buurt.
De provinciale autoriteiten doen twee keer per jaar een biomonitoringcampagne rond de site. Aan het einde van 2016 werd hierbij aangetoond dat 73 kinderen op een totaal van 194 een gehalte aan lood in het bloed had dat de referentiewaarde van het Center for Disease Control and Prevention (VS) van 5,0 µg/dl overschreed. Vier kinderen daarvan hadden meer dan 20 µg/dl lood in hun bloed. Het gemiddelde loodgehalte in het bloed van alle kinderen bedroeg 5,3 µg/dl, wat een daling is ten opzichte van 15,0 µg/dl in 1998.
Er werd een uitgebreid actieplan met de overheid gelanceerd en er zal een investering gedaan worden om de lucht in de loodraffinaderij beter te ventileren en te filteren. Een eerste verbeteringsactie werd tegen maart 2017 afgewerkt en meer significante verbeteringen zouden tegen eind 2017 merkbaar moeten zijn. Er worden ook andere maatregelen getroffen zoals een verdere verbetering van het beheer van diffuse bronnen tijdens de stockage en het transport van toevoermateriaal.
Umicore werkt ook nauw samen met de autoriteiten om specifieke voorzorgsmaatregelen voor hygiëne in te voeren, zoals het schoonmaken van de huizen van de kinderen met de hoogste loodconcentratie in hun bloed.
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| SOx-emissies | ton | 487 | 686 | 1.189 | 1.197 | 892 |
| NOx-emissies | ton | 399 | 386 | 425 | 452 | 365 |
De SOx-emissies voor de Groep zijn van 1.101 t in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals) tot 892 t in 2016 gedaald, een reductie van 19%.
De NOx-emissies zijn relatief stabiel gebleven op 365 t in 2016, in vergelijking met 373 t in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals).
De invoering van ons beleid voor energie-efficiëntie en koolstofvoetafdruk in 2011 heeft tot een reductie van 26% in aan CO2 gelijkgestelde emissies geleid binnen de in Vision 2015 gedefinieerde scope, evenals tot een permanente aandacht voor en bewustzijn van de energie-efficiëntie op de sites en in de beheersprocessen van de business units.
In Horizon 2020 focust Umicore op de verbetering van de energie-efficiëntie. De inspanningen om de energie-efficiëntie te verhogen, zullen naar verwachting bijdragen tot een verdere reductie van onze koolstofvoetafdruk.
Umicore rapporteert ook haar absolute CO2e-emissies binnen de E1 omschreven scope. De absolute aan CO2 gelijkgestelde (CO2e-) emissievolumes worden berekend aan de hand van de Greenhouse Gas Protocol-definitie- en rapporteringsmethodologie voor scope 1 en 2 (WBCSD en WRI 2004, en het amendement voor scope 2 van 2015). Scope 2 omvat voor Umicore niet alleen aangekochte elektriciteit, maar ook stoom en perslucht die van derden (bv. industrieparken) worden aangekocht. CO2e omvat de broeikasgassen CO2, CH4 en N2O voor scope 1 en de belangrijke procesemissies. Andere broeikasgassen zijn niet relevant in de activiteiten van Umicore. De scope 2-emissies houden enkel rekening met CO2.
De berekening van de scope 2-emissies voor elke site gebeurt op twee manieren: door marktgebaseerde methode CO2-emissiefactoren te gebruiken en door locatiegebaseerde methodeCO2-emissiefactoren te gebruiken. Met de marktgebaseerde emissiefactoren kunnen de CO2-emissies berekend worden op basis van de contracten die sites hebben met hun energieleveranciers, met inachtneming van de relevante energiemix voor deze contracten (inclusief groene-stroomattributen, indien van toepassing). De locatiegebaseerde methode CO2-emissiefactoren laten toe de CO2-emissies te berekenen op basis van de resterende energiemix in een land/regio (waar deze gegevens beschikbaar zijn), dus uitdrukkelijk met uitsluiting van de groene-stroomattributen die verkocht worden door de energieproducenten in speciale leveringscontracten. De totale CO2-emissies voor de Groep worden vervolgens op basis van
181
dit onderscheid als twee aparte waarden voorgesteld en de cijfers worden afgekort als: CO2e marktgebaseerd methode en CO2e locatiegebaseerd methode.
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHG-rapportering op te lossen. Umicore past deze richtlijnen al toe sinds de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden.
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode | ton | 701.898 | 690.767 | 664.568 | 710.143 | 666.814 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode | ton | – | – | – | – | 739.820 |
De totale marktgebaseerde methode CO2e-emissie in 2016 bedroeg 666.814 t. De totale locatiegebaseerde methode CO2e-emissie bedroeg 739.820 t. Het verschil tussen deze twee cijfers, 73.006 t, is toe te schrijven aan bepaalde energiecontracten met een gunstige energiemix die onze sites hebben, die resulteren in een lagere koolstofvoetafdruk dan de resterende energiemix voor het land/de regio waarin de site gelegen is.
De totale CO2e-emissie in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals, die 16% van de emissie van 2015 vertegenwoordigde) bedroeg 596.540 t. In 2015 werd geen onderscheid gemaakt tussen marktgebaseerde methode en locatiegebaseerde methode waarden. We zijn van mening dat een directe vergelijking tussen de twee rapporteringsjaren niet opgaat, maar dat bij een vergelijking best het marktgebaseerde methode cijfer van 2016 wordt gebruikt. In de gegevens voor 2015 werd zoveel mogelijk rekening gehouden met de marktgebaseerde methode CO2-emissiefactoren.
Uit de vergelijking stelt men een stijging met 12% vast op jaarbasis. Ongeveer de helft van deze stijging is te wijten aan hogere N2Oemissies in onze fabriek in Hoboken (België, Recycling), terwijl de andere helft grotendeels kan worden toegeschreven aan hogere activiteitsniveaus van verschillende sites in onze business units Automotive Catalysts en Rechargeable Battery Materials.
| ENERGY & | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SURFACE | DISCONTINUED | UMICORE | ||||
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | OPERATIONS | GROUP | |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - marktgebaseerde methode | ton | 113.527 | 209.957 | 327.195 | 15.605 | 666.814 |
| CO2e-emissies (Scope 1+2) - locatiegebaseerde methode | ton | 130.627 | 219.803 | 373.719 | 14.906 | 739.820 |
Umicore verbindt zich onder Horizon 2020 tot een nog efficiënter energiegebruik in haar activiteiten. In de praktijk betekent dit dat we de energie-efficiëntie die we in het kader van Vision 2015 hebben bereikt nog willen verhogen.
De WBCSD Chemical Sector Working Group on GHG Measurement and Reporting heeft bijkomende richtlijnen opgesteld om de tekortkomingen in de GHG- en energierapportering op te lossen. Umicore past deze richtlijnen al toe sinds de rapportering voor 2012. De publicatie van de richtlijnen voor de sector kan op de website van de WBCSD geraadpleegd worden.
In het kader van Horizon 2020 wordt een grotere nadruk gelegd op de sites die het meest bijdragen tot het totale energieverbruik van Umicore. Voor deze sites werden bepaalde parameters, zoals de activiteitsindicatoren, grondig herzien en indien nodig bijgewerkt. De monitoring en rapportering van het energieverbruik zal worden voortgezet op alle sites. De sites met grotere bijdrage worden extra aangemoedigd en verplicht om over hun energie-efficiëntieprojecten te rapporteren.
Uit een analyse van de bijdragen van de sites aan het energieverbruik op Groepsniveau bleek dat 27 sites meer dan 95% bijdroegen aan het totaal voor 2016.
Het doel om het niveau van 2015 van de energie-efficiëntie te verbeteren, wordt gemeten door het energieverbruik van het huidige rapporteringsjaar (nl. 2016) te vergelijken met dat van het referentiejaar 2015 en dezelfde activiteitsscope als voor 2015 te gebruiken.
Om de wijziging in het energieverbruik ten opzichte van het referentiejaar 2015 te berekenen, werd er een baseline opgesteld voor elke site die binnen de scope valt. De baseline wordt opgesteld door het huidige activiteitsniveau van het huidige rapporteringsjaar (nl. 2016) te vermenigvuldigen met de energie-intensiteit van 2015 (zie het voorbeeld hieronder). De baseline 2015 wordt
vervolgens berekend door alle baselines op siteniveau samen te tellen voor de sites die binnen de scope vallen. Voorbeelden van activiteitsparameters van sites zijn: geproduceerd aantal ton per jaar, machine-uren per jaar, ton toevoermateriaal voor recyclageprocessen per jaar.
In 2015 produceerde vestiging A 200 t van product X en verbruikte ze 80.000 GJ, met een energie-intensiteit van 400 GJ / t product X als gevolg. In 2016 produceerde vestiging A 220 t van product X en verbruikte ze 80.000 GJ, met een energie-intensiteit van 364 GJ / ton product X.
De 2015 baseline gerapporteerd in 2016 is dan: activiteitsniveau van 2016 (220 t) x energie-intensiteit 2015 (400 GJ / t) = 88.000 GJ.
De gemeten 80.000 GJ die in 2016 werd verbruikt, vertegenwoordigt een verbetering van 10% ten opzichte van wat het verbruik zou geweest zijn in de operationele omstandigheden van 2015.
De baseline 2015 wordt jaarlijks herberekend (2016 en de volgende jaren). Hij wordt gedefinieerd als het energieverbruik dat we hadden mogen verwachten met de activiteitsvolumes van het rapporteringsjaar (nl. 2016), maar met de energie-intensiteit van het referentiejaar 2015. Het resultaat voor elk jaar wordt uitgedrukt als een percentage van de berekende baseline 2015 voor de Groep die voor elk jaar van toepassing is.
De berekening van deze KPI dekt de volledig geconsolideerde operaties en activiteiten die deel uitmaken van de Groep gedurende het rapporteringsjaar (2016 en de volgende jaren) en die ook deel uitmaakten van de Groep in 2015. Er moet worden opgemerkt dat de sites van de voormalige business unit Zinc Chemicals (die 5% van het totale energieverbruik voor de Groep in 2015 vertegenwoordigden) en de sites die aan de rapportering werden toegevoegd in 2016, nl. Nowa Ruda (Polen, Catalysis) en Qingyuan (China, Energy & Surface Technologies), geen deel uitmaken van de scope voor de rapportering van deze KPI. De gegevens m.b.t. het energieverbruik omvatten ook de twee belangrijke bureelgebouwen in Brussel (België) en Bagnolet (Frankrijk).
| EENHEID | UITGANGSWAARDE 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|
| Energieverbruik | terajoule | 6.726 | 6.264 |
Het energieverbruik voor 2016 met toepassing van de gedefinieerde scope bedroeg 6.264 TJ. Het energieverbruik in 2015 met toepassing van de gedefinieerde scope bedroeg 5.998 TJ. Voor de beoordeling van de vooruitgang ten opzichte van onze verbintenis werd dit niveau van het energieverbruik van 2015 genormaliseerd voor de activiteit van 2016 en bedroeg het 6.726 TJ. Dit betekent dat we bij gelijkwaardige productieniveaus 7% minder energie hebben verbruikt. De energie-efficiëntie is met andere woorden met 7% verbeterd op jaarbasis.
Deze verbetering is deels te danken aan schaaleffecten na de opdrijving van de precursorproductie en aan algemene verbeteringen van de procesefficiëntie op onze twee sites in Cheonan (Zuid-Korea, Energy & Surface Technologies). Verdere verbeteringen op andere sites droegen ook bij tot de algemene daling van de energie-intensiteit, waaronder extra verbeteringen van de procesefficiëntie in onze fabriek in Hoboken (België, Recycling).
183
In lijn met de voorgaande duurzaamheidsdoelstellingen zijn er sinds 2006 energie-efficiëntieprojecten ingevoerd op de belangrijkste sites. In 2016 waren 27 sites verantwoordelijk voor meer dan 95% van het energieverbruik van de Groep. Er werd gerapporteerd dat in 2016 op deze sites 36 energie-efficiëntieprojecten werden ingevoerd die aanzienlijke besparingen hebben opgeleverd.
Het totale energieverbruik is van 6.449 TJ in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals) tot 6.760 TJ in 2016 gestegen, een stijging van 5% op één jaar tijd.
Het indirecte energieverbruik uit primaire energiebronnen (aangekochte elektriciteit, stoom en perslucht) voor de productiesites en de kantoorgebouwen in 2016 bedroeg 2.726 TJ. Het directe energieverbruik van primaire energiebronnen (stookolie, diesel, aardgas, LPG, steenkool en cokes) bedroeg 4.034 TJ.
| ENERGY & | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SURFACE | DISCONTINUED | UMICORE | ||||
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | OPERATIONS | GROUP | |
| Energieverbruik | terajoule | 1.008 | 2.537 | 2.792 | 414 | 6.760 |
WATERGEBRUIK
Watergebruik wordt gedefinieerd als het totale volume water, uitgedrukt in duizend m³/jaar afkomstig van leidingwater, grondwaterputten, oppervlakte- en regenwater. Grondwaterextractie voor saneringsdoeleinden en koelwater dat naar het oorspronkelijke waterlichaam wordt afgevoerd, worden niet meegerekend.
Het totale watergebruik van de Groep is lichtjes toegenomen, van 4.735 duizend m³ in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals, die in 2015 3% van het totale watergebruik van de Groep vertegenwoordigde) tot 4.851 duizend m³ in 2016. Dit was
184
voornamelijk het gevolg van een activiteitsverhoging op de site in Jiangmen (China) en de nieuwste van de twee sites in Cheonan (Zuid-Korea) (allebei Energy & Surface Technologies).
| ENERGY & SURFACE |
DISCONTINUED | UMICORE | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | OPERATIONS | GROUP | |
| Watergebruik | duizend m3 | 569 | 2.174 | 1.692 | 416 | 4.851 |
Niet gerecycleerd Gerecycleerd
Afval wordt gedefinieerd als het totale volume gegenereerd afval, uitgedrukt in ton/jaar.
De recyclagegraad is de verhouding tussen de hoeveelheid afval dat door derden wordt gerecupereerd (inclusief het afval dat door verbranding als energie wordt gerecupereerd) en de totale hoeveelheid afval.
Het onderscheid tussen gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval wordt gemaakt op basis van de lokale regelgeving voor de regio waar de rapporterende entiteit is gevestigd.
In 2016 werd in totaal 77.625 ton afval gegenereerd ten opzichte van 68.800 ton in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals, die in 2015 5% van het totale afval van de Groep vertegenwoordigde), een toename van 12%.
Het totale volume gevaarlijk afval steeg van 50.653 ton in 2015 (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals, die in 2015 2% van het totale gevaarlijke afval van de Groep vertegenwoordigde) tot 59.437 ton in 2016, een stijging van 17%. De recyclagegraad van gevaarlijk afval is van 7% in 2015 tot 4% in 2016 gedaald.
Het totale volume niet-gevaarlijk afval is op ongeveer hetzelfde niveau gebleven, nl. 18.188 ton in 2016 ten opzichte van 18.147 ton in 2015 (exclusief de business unit Zinc Chemicals, die in 2015 14% van het totale niet-gevaarlijke afval vertegenwoordigde).
| ENERGY & | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| SURFACE | DISCONTINUED | UMICORE | ||||
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | OPERATIONS | GROUP | |
| Totale afvalproductie | ton | 5.740 | 27.515 | 41.291 | 3.079 | 77.625 |
| Gevaarlijk afval | ton | 3.854 | 18.973 | 34.614 | 1.997 | 59.437 |
| waarvan gerecycleerd | % | 8,25 | 1,06 | 3,94 | 20,26 | 3,85 |
| Ongevaarlijk afval | ton | 1.886 | 8.542 | 6.677 | 1.083 | 18.188 |
| waarvan gerecycleerd | % | 50,97 | 28,99 | 93,66 | 75,31 | 57,77 |
Een actieve medewerking aan het beheer en de behandeling van risico's die het gevolg zijn van activiteiten in het verleden is een integraal onderdeel van de Umicore Way. In de voorbije 15 jaar heeft het proactieve programma van Umicore voor de evaluatie en, waar nodig, de sanering van bodem- en grondwatervervuiling een aanzienlijke vooruitgang geboekt. In dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste lopende programma's en de vooruitgang die in 2016 werd gemaakt.
Context: Op 23 april 2004 ondertekende Umicore een convenant met de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de minister van Leefmilieu van het Vlaams Gewest, waarin het bedrijf zich ertoe verbond de volgende 15 jaar EUR 62 miljoen te besteden aan de sanering van de historische vervuiling in vier vestigingen – waarvan er twee, Balen en Overpelt, nu behoren tot Nyrstar, een activiteit die door Umicore in 2007 werd verkocht.
Activiteiten in 2016: In Hoboken werd met de bevoegde autoriteiten een overeenkomst gesloten om de opslagfaciliteit op de site uit te breiden, zodat de saneringswerken (afgraving) op de site kunnen worden hervat. Een alternatief concept voor de grondwatersanering werd besproken en goedgekeurd door de autoriteiten.
Het programma voor grondwatersanering op de site in Olen, dat in 2007 werd opgestart, werd voortgezet in 2016. In 2016 werd op verscheidene locaties verontreinigde grond verder afgegraven waar er infrastructuurwerkzaamheden nodig waren, zoals de bouw van twee nieuwe magazijnen.
Umicore werkte verder aan andere acties zoals voorzien in het convenant, onder meer het verwijderen van zinkas van privéopritten in een perimeter van 9 km zoals voorzien in het convenant. Er werd een proefproject gestart om metalen uit het grondwater dat in oppervlaktewater vloeit op te vangen en doen neerslaan.
In 2014 hebben Umicore en de bevoegde overheden een overeenkomst gesloten om de periode voor de uitvoering van de noodzakelijke maatregelen voor risicobeperking in de perimeter van 9 km met 5 jaar te verlengen. De overeenkomst bevat ook een belangrijke clausule waarmee Umicore en de overheid de sanering zullen aanpakken van de voormalige site in Bocholt, een voormalige arseenfabriek die in het begin van de jaren 1970 werd gesloten en ontmanteld.
In Viviez heeft Umicore het grootschalige saneringsprogramma voortgezet dat in 2011 werd opgestart. Het project bestaat hoofdzakelijk uit het verwijderen, inert maken en veilig opslaan van meer dan één miljoen m³ vervuilde grond en afval. Eind 2016 was 1.280.000 m³ vervuilde grond en afval verwijderd en behandeld. Aangezien het project op zijn eind loopt, heeft Umicore maatregelen getroffen om de VMZINC-activiteiten (Building Products) te ontlasten van verplichtingen na de sanering, door ze over te dragen aan een derde partij die gespecialiseerd is in afvalbeheer en recyclage.
De voormalige mijnconcessie Saint-Félix de Pallières in het zuiden van Frankrijk werd in 2004 volledig in overeenstemming met de geldende wetgeving afgesloten en teruggegeven aan de Franse autoriteiten. Onlangs werd door bepaalde groepen van belanghebbenden meer aandacht besteed aan de potentiële gezondheidseffecten gerelateerd aan de voormalige mijnbouwactiviteiten. Hoewel de autoriteiten, inclusief het ministerie van Leefmilieu, erkenden dat de mijnconcessie werd teruggegeven aan de Franse staat zoals vereist door de geldende wetgeving, verbond Umicore zich er op eigen initiatief toe om de autoriteiten vrijwillig te ondersteunen bij de aanpak van de bezorgdheden van de plaatselijke bevolking.
Op de voormalige mijnsite in Colorado (VS) werd de sanering van het drainagewater verder gezet. Het bedrijf onderzoekt momenteel andere technologieën om de metaalconcentraties in de waterlozing te verminderen en zo het geproduceerde volume vast afval te beperken.
Na de sluiting van de Maxton-fabriek in North Carolina werd bodem- en grondwatervervuiling vastgesteld. Umicore begon samen met de overheid een vrijwillig saneringsprogramma om het probleem tegen 2030 volledig van de baan te krijgen.
Tijdens de milieurisicobeoordeling die werd uitgevoerd na de aankoop in 2003 werd op de site van Guarulhos in Brazilië grondwatervervuiling gedetecteerd. Deze historische vervuiling dateert van voor de aankoop van de activiteit door Umicore. Umicore trof onmiddellijk maatregelen om de uitbreiding van deze vervuiling naar de naburige gebieden te stoppen, door een
186
hydraulische barrière te installeren die sinds 2011 volledig operationeel is. Ter plaatse werden gerichte pompsystemen in werking gesteld om de sanering te versnellen.
Daarnaast heeft Umicore de impact beoordeeld die de historische vervuiling zou kunnen hebben gehad op gebieden buiten de operationele fabriek. Umicore heeft met de plaatselijke autoriteiten samengewerkt om de mensen die in het gebied naast de fabriek wonen te verhuizen en heeft de vrijgekomen ruimte tot een park omgevormd, zodat de potentiële blootstelling van de bevolking werd beperkt. Het park werd officieel ingehuldigd op 29 december 2016.
Het normoverschrijdingsniveau is de verhouding tussen het totale aantal overschrijdingen en het totale aantal uitgevoerde metingen. Een overschrijding is een monitoringresultaat dat een drempelwaarde overschrijdt zoals vastgelegd in een vergunning, richtlijn of een andere wettelijke norm.
Het totale aantal metingen is het totale aantal metingen van de milieu-impact die vereist zijn door de uitbatingsvergunning, de milieuvergunning of een vergelijkbare norm in de regio waar de rapporterende entiteit actief is. Het totale aantal betekent het totale aantal metingen vermenigvuldigd met het aantal parameters per meting.
In 2016 werden circa 50.000 milieumetingen uitgevoerd op alle productiesites van Umicore, vergeleken met circa 52.000 het jaar daarvoor (exclusief de verkochte business unit Zinc Chemicals, die circa 31.000 milieumetingen in 2015 vertegenwoordigde).
Het aantal metingen dat niet aan de wettelijke vereisten of de vergunningen voldeed, is zeer klein, nl. 0,95 % voor de Groep, tegenover 0,81% in 2015.
Drie van de 59 geconsolideerde productiesites zijn vrijgesteld van de implementatie van een gecertificeerd milieubeheersysteem. Het verkrijgen van deze vrijstelling is gebaseerd op een strikte procedure die bevestigt dat de sites geen significante milieuimpact hebben en dat de implementatie van een dergelijk systeem derhalve geen meerwaarde zou hebben. Van de 56 resterende sites hebben 49 een ISO 14001-gecertificeerd milieubeheersysteem geïmplementeerd. Zes van de zeven resterende sites zijn overnames die in 2015/16 in de rapportering van Umicore werden opgenomen. Alle zeven sites plannen de implementatie van een milieubeheersysteem tegen 2017/18. Op de nieuwste van de Cheonan-sites na (Zuid-Korea, Energy & Surface Technologies) zijn alle belangrijke sites met significante milieu-impact al sinds vele jaren gecertificeerd volgens het ISO 14001-milieubeheersysteem. De Cheonan-site, die mee in de rapportering van Umicore werd opgenomen in 2015, is van plan om in de loop van 2017/18 een gecertificeerd milieubeheersysteem te implementeren.
In totaal ontving Umicore 19 milieuklachten in 2015. Het ging vooral om geluidsoverlast en geurhinder. Zeventien van de klachtendossiers werden al afgesloten.
| Sociale kerncijfers | 188 | |
|---|---|---|
| Toelichting bij de sociale kerncijfers | 188 | |
| S1 | Reikwijdte van de sociale verklaringen | 188 |
| S2 | Personeelsbestand | 189 |
| S3 | Betrokkenheid van de medewerkers | 192 |
| S4 | Werknemersrelaties | 194 |
| S5 | Gedragscode | 194 |
| S6 | Gezondheid op het werk | 195 |
| S7 | Veiligheid op het werk | 197 |
| S8 | Procesveiligheid | 199 |
| EENHEID | TOELICHTING | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) aantal | S2 | 10.396 | 10.190 | 10.368 | 10.429 | 9.921 | |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand | S2 | 4,21 | 3,42 | 3,62 | 3,91 | 3,45 |
| Vrouwelijke werknemers | % personeelsbestand | S2 | 21,88 | 21,53 | 21,68 | 21,72 | 21,60 |
| Vrouwelijke managers | % personeelsbestand | S2 | 20,25 | 20,52 | 21,25 | 22,18 | 22,11 |
| Vrouwen bij het senior management | % personeelsbestand | S2 | 7,41 | 8,70 | 8,33 | 9,49 | 9,09 |
| Vrouwelijke managers in operationele functies | % | S2 | – | – | – | – | 14,27 |
| Niet-EU-burgers bij het senior management | % | S2 | – | – | – | – | 16,67 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | S3 | 50,72 | 45,18 | 45,59 | 45,06 | 41,49 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbestand | S3 | 91,80 | 95,65 | 95,82 | 95,97 | 96,03 |
| Vrijwillige vertrekkers | % personeelsbestand | S3 | 3,20 | 3,33 | 3,42 | 3,35 | 4,10 |
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
% personeelsbestand | S4 | 70,80 | 71,33 | 71,44 | 71,11 | 69,41 |
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) | % | S6 | 4,3 | 2,6 | 1,8 | 2,3 | 3,2 |
| Aantal werkgerelateerde aandoeningen | aantal | S6 | 20 | 14 | 21 | 12 | 12 |
| Mensen met platina overgevoeligheid | aantal | S6 | 6 | 4 | 4 | 0 | 1 |
| Dodelijke ongevallen | aantal | S7 | 0 | 0 | 2 | 0 | 1 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | S7 | 49 | 35 | 37 | 47 | 59 |
| Ongevallen met werkverlet contractors | aantal | S7 | 33 | 22 | 11 | 9 | 15 |
| Frequentiegraad ongevallen met werkverlet | ongevallen/miljoen gewerkte uren |
S7 | 2,86 | 2,08 | 2,16 | 2,66 | 3,34 |
| Ernstgraad ongevallen met werkverlet | verloren dagen/duizend gewerkte uren |
S7 | 0,11 | 0,10 | 0,94 | 0,12 | 0,56 |
(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die de streefwaarde van Umicore, die gedefinieerd werd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totale aantal monitoringresultaten.
In totaal zijn 102 geconsolideerde sites opgenomen in HR gerelateerde toelichtingen van de sociale rapportering (S2 tot S5).
Dit is 13 minder dan in 2015, vooral vanwege de verkoop van de business unit Zinc Chemicals. Daarnaast zijn twee commerciële kantoren verhuisd naar een grotere nabijgelegen site van Umicore.
De sites rapporteren gegevens over het volledige jaar voor de sociale indicatoren.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens van volledig geconsolideerde bedrijven, tenzij anders vermeld.
De cijfers uit het verleden (2015 en daarvoor) werden niet aangepast.
| GEGEVENS VOOR DE GROEP | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) | aantal | 10.396 | 10.190 | 10.368 | 10.429 | 9.921 |
| Personeelsbestand (geassocieerde ondernemingen) | aantal | 4.042 | 3.867 | 3.706 | 3.301 | 3.196 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 8.121 | 7.996 | 8.120 | 8.164 | 7.778 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 2.275 | 2.194 | 2.248 | 2.265 | 2.143 |
| Voltijdsequivalent | aantal | – | – | – | – | 9.716 |
| Werknemers < 30 jaar | aantal | – | – | – | – | 1.620 |
| Werknemers tussen 30 en 50 jaar | aantal | – | – | – | – | 5.605 |
| Werknemers > 55 jaar | aantal | – | – | – | – | 2.696 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand | 4,21 | 3,42 | 3,62 | 3,91 | 3,45 |
| Vrouwelijke werknemers | % personeelsbestand | 21,88 | 21,53 | 21,68 | 21,72 | 21,60 |
| Vrouwelijke managers | % personeelsbestand | 20,25 | 20,52 | 21,25 | 22,18 | 22,11 |
| Vrouwen bij het senior management | % personeelsbestand | 7,41 | 8,70 | 8,33 | 9,49 | 9,09 |
| Vrouwelijke managers in operationele functies | % | – | – | – | – | 14,27 |
| Niet-EU-burgers bij het senior management | % | – | – | – | – | 16,67 |
Personeelsbestand: Het aantal werknemers op de loonlijst van Umicore op het einde van de periode in volledig geconsolideerde bedrijven.
Dit aantal omvat deeltijdse en tijdelijke werknemers maar geen werknemers met een geschorst contract, langdurig zieke werknemers en werknemers in onderaanneming.
Tijdelijk contract: Werknemers van Umicore met een tijdelijk contract die deel uitmaken van het personeel van de volledig geconsolideerde bedrijven.
Voltijds equivalent (VTE): De VTE van een werknemer wordt berekend door de daadwerkelijke arbeidstijden, uren, ploegendiensten te delen door de arbeidstijden, uren, ploegendiensten van een voltijdse medewerker op het einde van de periode in volledig geconsolideerde bedrijven.
Dit geldt voor alle per uur of maandelijks betaalde medewerkers, managers en stagiairs op Umicore's loonlijst op het einde van het gerapporteerde semester, met inbegrip van deeltijdse en tijdelijke werknemers, maar met uitzondering van werknemers met een slapend dienstverband (loopbaanonderbreking, moederschapsverlof, ouderschapsverlof, enz.), werknemers met langdurig ziekteverlof (> 3 maanden op het einde van het semester) en vervroegd gepensioneerden.
PERSONEELSBESTAND –
| 21,88 | 21,53 | 21,68 | 21,72 | 21,60 |
|---|---|---|---|---|
| 20,25 | 20,52 | 21,25 | 22,18 | 22,11 |
| 14,27 | ||||
| 7,41 | 8,70 | 8,33 | 9,09 | |
| 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
| 9,49 |
Alle kaderleden
Hoger kader
In 'business operations'-managementfuncties
Het totaal aantal personeelsleden daalde met 613 werknemers naar in totaal 13.117. Voor de volledig geconsolideerde bedrijven is het personeelsbestand met 508 mensen gedaald tot 9.921, voornamelijk omwille van de verkoop van Zinc Chemicals. Hoewel de verkoop van Zinc Chemicals alleen al een grotere afname van het personeelsbestand zou betekenen, kenden de business groups Catalysis en Energy & Surface Technologies een groei zodat de afname minder groot was.
Bij de geassocieerde ondernemingen daalde het aantal personeelsleden met 105 als gevolg van herschikkingen van de productie en door het feit dat twee geassocieerde ondernemingen verkocht werden.
In het rapport worden voor het eerst ook de VTE gepubliceerd. De VTE van 9.716 (geconsolideerd) leunt heel dicht aan bij het gerapporteerde personeelsbestand van 9.921, waaruit blijkt dat de meeste Umicore medewerkers voltijds werken.
Tijdelijke contracten zijn als percentage van het personeelsbestand van volledig geconsolideerde bedrijven lichtjes gedaald naar 3,45% in 2016.
Het percentage vrouwen bedroeg 21,60% van het hele personeelsbestand van volledig geconsolideerde bedrijven. Het is gedurende de afgelopen zes jaar in het nauwe bereik van 21% tot 22% gebleven. Vrouwen zijn meer vertegenwoordigd in administratieve en commerciële functies dan in de industriële operaties. Er zijn aanzienlijke regionale variaties tussen België en Noord-Europa. Deze laatste regio heeft immers een lager percentage aan vrouwelijke medewerkers ten opzichte van de rest van de wereld.
Hoewel het totale percentage vrouwelijke werknemers vrijwel stabiel is gebleven (zie hoger), is het percentage vrouwelijke managers geleidelijk aan gestegen van 18,65% in 2010 naar 22,11% in 2016. Ook is het percentage van vrouwen in de hoogste managementfuncties van 6,40% in 2010 naar 9,09% gestegen in 2016 (hoewel er vorig jaar een daling was vanwege het personeelsverloop). We hebben een vrijwillig streefpercentage van 15% vastgelegd voor vrouwen in de hoogste managementfuncties tegen 2020.
Voor de opvolging van loopbaanontwikkeling hebben we het begrip «business operations»-managementfuncties gedefinieerd, verwijzend naar functies in operaties, verkoop en algemeen management. In de hoogste managementgroep zijn deze functies goed voor 55%, tegenover 45% voor de ondersteunende functies.
Vanaf het jaar 2016 zijn we het percentage vrouwen in deze «business operations»-functies beginnen volgen, omdat in deze functies er blijkbaar een grotere kans bestaat om door te groeien naar de topfuncties. In 2016 bedroeg het percentage vrouwen in deze managementgroep betrokken bij business operations-functies 14,27%.
Vanaf 2016 zijn we ook het percentage van niet-Europese medewerkers in de hoogste managementfuncties beginnen volgen, als indicator van de diversiteit. In 2016 kwam dit percentage neer op 16,67%.
| EENHEID | EUROPA | NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AZIË/OCEANIË | AFRIKA | UMICORE GROUP |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | 6.401 | 831 | 675 | 1.751 | 263 | 9.921 |
| Personeelsbestand (geassocieerde ondernemingen) |
aantal | 977 | 17 | 420 | 1.139 | 643 | 3.196 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 5.135 | 644 | 507 | 1.334 | 158 | 7.778 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 1.266 | 187 | 168 | 417 | 105 | 2.143 |
| Voltijdsequivalent | aantal | 6.213,74 | 826,50 | 672,00 | 1.747,25 | 257,00 | 9.716,49 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand | 4,98 | 0,72 | 0,59 | 0,69 | 0,38 | 3,45 |
| ENERGY & SURFACE |
STOPGEZETTE | UMICORE | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | ACTIVITEITEN CORPORATE | GROUP | ||
| Personeelsbestand (geconsolideerde ondernemingen) |
aantal | 2.464 | 2.357 | 3.170 | 946 | 984 | 9.921 |
| Personeelsbestand (geassocieerde ondernemingen) |
aantal | 177 | 847 | 0 | 420 | 1.752 | 3.196 |
| Mannelijke werknemers | aantal | 1.944 | 1.906 | 2.598 | 752 | 578 | 7.778 |
| Vrouwelijke werknemers | aantal | 520 | 451 | 572 | 194 | 406 | 2.143 |
| Voltijdsequivalent | aantal | 2.437,65 | 2.344,23 | 3.137,94 | 935,55 | 861,10 | 9.716,49 |
| Tijdelijke contracten | % personeelsbestand | 5,32 | 2,59 | 2,49 | 5,60 | 1,83 | 3,45 |
| INDUSTRIËLE SITES | ANDERE SITES AANTAL WERKNEMERS | ||
|---|---|---|---|
| Europa | |||
| Oostenrijk | 1 | 133 | |
| België | 4 | 1 | 2.849 |
| Tsjechië | 1 | 3 | |
| Denemarken | 1 | 12 | |
| Frankrijk | 5 | 2 | 795 |
| Duitsland | 6 (1) | 1 (1) | 2.100 (360) |
| Hongarije | 1 | 6 | |
| Ierland | (1) | (433) | |
| Italië | 1 | 3 | 84 |
| Liechtenstein | 1 | 74 | |
| Luxemburg | 1 | 11 | |
| Nederland | 1 | 47 | |
| Polen | 1 | 2 | 89 |
| Portugal | 1 | 5 | |
| Rusland | 1 | 6 | |
| Slovakije | 1 | 41 | |
| Spanje | 2 | 18 | |
| Zweden | 1 | 1(1) | 38 (8) |
| Zwitserland | 1 | 2 | 32 |
| Turkije | 1 | 4 | |
| Verenigd Koninkrijk | 1 (1) | 3 (1) | 54 (176) |
| Azië/Oceanië | |||
| Australië | 3 | 15 | |
| China | 6 (3) | 6 (1) | 836 (949) |
| India | 1 | 1 | 78 |
| Japan | 4 | 3 (1) | 168 (9) |
| Filippijnen | 1 | 78 | |
| Zuid-Korea | 2 (1) | 1 | 387 (177) |
| Taiwan | 1 | 1 | 23 |
| Thailand | 3 | 166 | |
| Verenigde Arabische Emiraten | (1) | (4) |
192
| INDUSTRIËLE SITES | ANDERE SITES AANTAL WERKNEMERS | |||
|---|---|---|---|---|
| Noord-Amerika | ||||
| Canada | 3 | 236 | ||
| Mexico | 1 | 4 | ||
| Verenigde Staten | 9 | 2 (1) | 591 (17) | |
| Zuid-Amerika | ||||
| Argentinië | 1 | 58 | ||
| Brazilië | 3 | 617 | ||
| Peru | (1) | (420) | ||
| Afrika | ||||
| Zuid-Afrika | 1 (1) | 1 | 263 (643) | |
| Totaal | 59 (9) | 43 (7) | 9.921 (3.196) |
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbestand | 91,80 | 95,65 | 95,82 | 95,97 | 96,03 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | 50,72 | 45,18 | 45,59 | 45,06 | 41,49 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – mannen | uren/werknemer | 51,75 | 45,82 | 48,09 | 45,32 | 42,38 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – vrouwen | uren/werknemer | 46,04 | 42,26 | 39,76 | 47,39 | 38,28 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – kaderpersoneel | uren/werknemer | 64,15 | 41,41 | 37,18 | 34,24 | 41,03 |
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer – andere werknemerscategorieën |
uren/werknemer | 45,57 | 44,82 | 46,29 | 46,09 | 41,52 |
| Vrijwillige vertrekkers – ratio | % personeelsbestand | 3,20 | 3,33 | 3,42 | 3,35 | 4,10 |
| Vrijwillige vertrekkers – mannen | aantal | 251 | 253 | 273 | 280 | 309,00 |
| Vrijwillige vertrekkers – vrouwen | aantal | 81 | 89 | 80 | 69 | 97,00 |
Opleidingsuren: gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer voor alle soorten opleidingen (formeel, training op de werkvloer, e-learning, enz.) die het bedrijf ondersteunt en die relevant zijn voor de business unit of het bedrijf. Het totale aantal opleidingsuren wordt gedeeld door het totale aantal werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.
Vrijwillig vertrek: aantal werknemers dat het bedrijf vrijwillig verlaat (exclusief pensionering en afloop van een contract van bepaalde duur). Dit cijfer heeft betrekking op de werknemers van de volledig geconsolideerde bedrijven.
193
| EENHEID | EUROPA | NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AZIË/OCEANIË | AFRIKA | UMICORE GROUP |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | 38,78 | 33,63 | 69,26 | 46,31 | 29,97 | 41,49 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbestand | 98,75 | 96,75 | 100,00 | 82,75 | 99,62 | 96,03 |
| Vrijwillige vertrekkers – ratio | % personeelsbestand | 2,38 | 7,51 | 2,07 | 9,45 | 4,98 | 4,10 |
| ENERGY & | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SURFACE | STOPGEZETTE | UMICORE | |||||
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | ACTIVITEITEN CORPORATE | GROUP | ||
| Gemiddeld aantal opleidingsuren per werknemer | uren/werknemer | 41,67 | 46,82 | 40,06 | 35,16 | 39,06 | 41,49 |
| Werknemers die een jaarlijkse evaluatie hebben | % personeelsbestand | 97,12 | 87,99 | 99,27 | 97,99 | 100,00 | 96,03 |
| Vrijwillige vertrekkers – ratio | % personeelsbestand | 5,54 | 6,46 | 2,23 | 1,60 | 3,27 | 4,10 |
In 2016 bedroeg het gemiddelde aantal opleidingsuren per werknemer 41,49 uur. Dit is iets lager dan de voorbije jaren.
De vermindering heeft te maken met minder aanwervingen dan in de vorige jaren en met enkele sites vooruitlopend op personeelsinkrimping, met minder opleidingen als gevolg.
Uit de gegevens blijkt dat managersopleidingsuren (41,03 uur) in evenwicht met andere medewerkers (41,52 uur) zijn.
In 2016 hebben 96,03% van alle medewerkers van volledig geconsolideerde bedrijven minstens één keer per jaar een evaluatiegesprek gehad om hun ontwikkeling te bespreken.
De afgelopen vijf jaar schommelde het percentage medewerkers die het bedrijf vrijwillig verlieten tussen 3,2 en 3,8. In 2016 nam het percentage toe met 4,10%. Net als de voorbije jaren stellen we belangrijke regionale verschillen vast. Azië/Oceanië rapporteert het hoogste percentage personeelsverloop (9,45%) en Europa (2,38%) het laagste. Het hoge personeelsverloop in Azië/Oceanië beperkt zich niet tot Umicore en kan worden verklaard door de zeer concurrentiële en beweeglijke arbeidsmarkt in bepaalde groeilanden.
23,89% van de werknemers die het bedrijf vrijwillig verlieten, zijn vrouwen. Dat percentage ligt iets hoger dan het percentage vrouwen (21,60%) in het personeelsbestand van de volledig geconsolideerde bedrijven.
194
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of | % personeelsbestand | 70,80 | 71,33 | 71,44 | 71,11 | 69,41 |
| gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst |
| NOORD | ZUID | UMICORE | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EENHEID | EUROPA | AMERIKA | AMERIKA | AZIË/OCEANIË | AFRIKA | GROUP | ||
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of | % | 85,47 | 8,90 | 93,04 | 31,81 | 59,32 | 69,41 | |
| gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst | personeelsbestand | |||||||
| ENERGY & | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| SURFACE | STOPGEZETTE | UMICORE | |||||
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | ACTIVITEITEN CORPORATE | GROUP | ||
| Werknemers vertegenwoordigd door een vakbond of | % | 59,38 | 54,05 | 84,10 | 76,64 | 77,03 | 69,41 |
| gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst | personeelsbestand |
In totaal is 69,41% van de werknemers van Umicore lid van een vakbondsorganisatie en/of wordt over hun loonniveau onderhandeld via een collectieve overeenkomst. Regionaal zijn er grote verschillen in vakbondsvertegenwoordiging, met de grootste vertegenwoordiging in Zuid-Amerika en Europa en de kleinste in Noord-Amerika en de regio Azië/Oceanië.
In 2007 ondertekende Umicore een Akkoord voor Duurzame Ontwikkeling met de Internationale vakbond IndustriALL, dat in 2015 werd hernieuwd voor een periode van vier jaar. In dit akkoord verbindt Umicore zich tot een aantal principes, zoals het verbod op kinder- en gedwongen arbeid, erkenning van het recht van haar werknemers om zich te organiseren en deel te nemen aan de collectieve onderhandelingen.
Alle sites worden jaarlijks intern doorgelicht. Uit deze doorlichting bleek dat geen enkele site van Umicore een specifiek risico loopt om een inbreuk te plegen op één van de principes van dit akkoord.
Sinds 2011 organiseert Umicore een systematische rapportering over problemen in verband met de gedragscode in de volledige Groep. In 2016 werden er in totaal 14 problemen gerapporteerd, waarbij in totaal 21 medewerkers betrokken waren. De acties die werden ondernomen, varieerden van een waarschuwingsbrief tot ontslag.
195
Alle geconsolideerde industriële sites waarover Umicore operationele zeggenschap heeft, zijn opgenomen in het bereik van de rapportering over de gezondheid op het werk. Vergeleken met 2015 worden de gegevens van negen sites niet meer gerapporteerd: Angleur, Heusden-Zolder, Overpelt (allemaal in België), Changsha (China), Eijsden (Nederland), Larvik (Noorwegen), Pasir Gudang (Maleisië) (allemaal Zinc Chemicals), Shanghai (China, Cobalt & Specialty Materials en Zinc Chemicals) en Yokohama (Japan, Platinum Engineered Materials). Twee sites werden aan de rapportering toegevoegd: Nowa Ruda (Polen, Automotive Catalysts) en Qingyuan (China, Thin Film Products). Dit brengt het totale aantal rapporterende sites op 58.
De informatie in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op de werknemers van Umicore. Ze bevat geen gegevens over de gezondheid op het werk bij de onderaannemers. Meer informatie over het beleid van Umicore inzake de gezondheid op het werk vindt u in het overeenkomstige hoofdstuk op pagina's 68-69.
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Blootstellingsgraad 'alle biomarkers geaggregeerd' (1) | % | 4,3 | 2,6 | 1,8 | 2,3 | 3,2 |
| Blootstellingsgraad lood (bloed) (2) | % | 0,5 | 0,9 | 1,0 | 0,8 | 0,5 |
| Blootstellingsgraad arseen (urine) (2) | % | 1,4 | 1,6 | 1,1 | 1,3 | 2,0 |
| Blootstellingsgraad kobalt (urine) (2) | % | 14,8 | 10,7 | 7,3 | 8,7 | 9,0 |
| Blootstellingsgraad cadmium (urine) (2) | % | 3,0 | 1,0 | 0,6 | 1,1 | 1,4 |
| Blootstellingsgraad nikkel (urine) (2) | % | 7,1 | 1,1 | 0,3 | 1,3 | 2,0 |
| Blootstellingsgraad indium (bloed) (2) | % | – | – | – | – | 11,3 |
| Mensen met platina overgevoeligheid | aantal | 6 | 4 | 4 | 0 | 1 |
| Mensen met door lawaai veroorzaakt gehoorverlies | aantal | 4 | 3 | 5 | 2 | 4 |
| Mensen met contactdermatitis | aantal | 2 | 2 | 2 | 3 | 0 |
| Mensen met beroepsmatige astma door andere producten | aantal | 1 | 0 | 0 | 1 | 0 |
| Mensen met musculoskeletale aandoeningen | aantal | 7 | 5 | 14 | 7 | 7 |
(1) Verhouding tussen het aantal monitoringresultaten die de streefwaarde van Umicore, gedefinieerd voor relevante gevaarlijke stoffen, overschrijden en het totale aantal monitoringresultaten.
(2) De blootstellingsratio voor een specifiek metaal wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het aantal werknemers van wie het biologische monitoringresultaat hoger ligt dan de streefwaarde en het totale aantal blootgestelde werknemers. De streefwaarden van Umicore zijn gebaseerd op de biologische blootstellingsindices van de American Conference of Governmental Industrial Hygienists (ref. 2011) en zijn minstens even streng als de bestaande wettelijk opgelegde limieten in de landen waar wij actief zijn.
Umicore wenst tegen 2020 geen overschrijdingen meer te hebben voor de biomarkers van blootstelling voor de onderstaande metalen. De volgende streefwaarden werden gedefinieerd:
Het aantal beroepsziekten is het aantal werknemers met een beroepsziekte of met symptomen die aan het werk gerelateerd zijn en waarvan de diagnose tijdens deze rapporteringscyclus werd vastgesteld.
In 2016 werden in totaal 5 294 biologische stalen genomen van werknemers die op het werk worden blootgesteld aan één van de bovenvermelde metalen (exclusief platinazouten). Het resultaat van 170 metingen lag hoger dan de interne streefwaarde. Dit brengt het totale overschrijdingscijfer op 3,2% tegenover 2,3% in 2015. Alle werknemers die op het werk aan metalen worden blootgesteld, worden regelmatig opgevolgd door een arbeidsgeneesheer.
196
Blootstelling aan lood op het werk is een potentieel gezondheidsrisico in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. In totaal werd bij 8 van de 1.512 werknemers met beroepsmatige loodblootstelling een hogere waarde dan de streefwaarde van 30μg/100ml gemeten. Dat brengt de overschrijdingsgraad voor loodblootstelling op 0,5%, een lichte daling dus ten opzichte van 0,8% in 2015.
De meeste overschrijdingen werden genoteerd in de loodraffinaderij in de vestiging te Hoboken (België, Recycling). Naast een strikt beleid inzake ademhalingsbescherming, wordt de ventilatie verbeterd om de blootstelling op de werkplaats weer te reduceren. Alle werknemers zijn onderworpen aan een gedetailleerd programma voor medisch toezicht.
Blootstelling aan arseen kan voorkomen in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. In totaal had 2,0% van de 957 werknemers die aan arseen zijn blootgesteld te hoge waarden in het bloed in 2016, ten opzichte van 1,3% in 2015.
Er werden hogere blootstellingen op de werkplaats genoteerd in de vestiging van Guarulhos (Brazilië, Recycling) door een verhoging van het arseengehalte van inkomende grondstoffen. De vestiging scherpte haar ademhalingsbeschermingsprogramma aan en voert technische maatregelen in om de blootstelling te beperken. Er loopt een programma voor medisch toezicht om de gezondheidstoestand en blootstelling van alle werknemers aan arseen nauwlettend in de gaten te houden.
In totaal zijn 854 medewerkers op het werk blootgesteld aan kobalt, voornamelijk in de business group Energy & Surface Technologies. Het aantal werknemers die de streefwaarde overschrijden bedroeg 77, wat resulteert in een overschrijdingsgraad van 9,0%, een stijging ten opzichte van 8,7% in 2015. Het aantal overschrijdingen in de business unit Cobalt & Specialty Materials is enigszins gedaald, van 32 in 2015 tot 28 in 2016. De vestiging in Wickliffe (VS, Energy & Surface Technologies) is niet inbegrepen in deze cijfers, aangezien het biologische monitoringprogramma er nog niet volledig is geïmplementeerd. Na enkele jaren van daling, vanwege hogere productievolumes, liet de vestiging in Fort Saskatchewan (Canada) 17 overschrijdingen optekenen, tegenover 8 vorig jaar. Er worden extra technische en hygiënische maatregelen getroffen. In de business unit Rechargeable Battery Materials hebben we het aantal overschrijdingen zien stijgen van 34 in 2015 naar 49 in 2016. Dit is te wijten aan een aanzienlijke productieverhoging in de nieuwe faciliteit van Cheonan (Zuid-Korea, Energy & Surface Technologies). Naast technische maatregelen is de vestiging de naleving van de ademhalingsbeschermings- en netheidsmaatregelen verder aan het verbeteren. De business units Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials hebben sinds jaren een aanpak inzake gezondheid op het werk voor kobalt, inclusief biologische monitoring en medisch gezondheidstoezicht.
Blootstelling aan cadmium op het werk is een potentieel gezondheidsrisico in de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling. Cadmium in urine is een uitstekende biomarker voor langdurige blootstelling. In 2016 waren in totaal 487 werknemers op het werk blootgesteld aan cadmium.
Bij zeven werknemers werd een overschrijding van het gehalte aan cadmium in urine gemeten, tegenover 5 in 2015. Dit leidde tot een overschrijdingsgraad van 1,4% ten opzichte van 1,1% in 2015.
In de business groups Energy & Surface Technologies en Recycling worden werknemers blootgesteld aan nikkel. In 2016 waren in totaal 1.173 werknemers aan nikkel blootgesteld. In 2016 werd de streefwaarde bij 24 van de blootgestelde werknemers overschreden, wat resulteerde in een overschrijdingsgraad van 2,0% ten opzichte van 1,3% in 2015.
Deze verhoging is het gevolg van de hogere productievolumes van de vestiging in Jiangmen (Energy & Surface Technologies China) en de nieuwe vestiging in Cheonan (Energy & Surface Technologies, Zuid-Korea), vergelijkbaar met de verhoging van kobaltblootstellingen (zie hierboven). Tot de genomen maatregelen behoren technische verbeteringen, strengere regels wat betreft netheid en persoonlijke beschermingsmiddelen.
Uit de wetenschappelijke literatuur die de laatste tien jaar is gepubliceerd, kan duidelijk worden opgemaakt dat de blootstelling aan indium en indiumtinoxide op het werk schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid, vooral ter hoogte van de luchtwegen. In de periode 2012 – 2016 heeft het NIOSH (nationaal instituut voor veiligheid en gezondheid op het werk, VS) met Umicore samengewerkt aan een programma voor gezondheidsrisicobeoordeling in de vestiging in Providence (Energy & Surface Technologies, VS) om de
doeltreffendheid van de blootstellingspreventieprogramma's te beoordelen. Hoewel de resultaten van NIOSH duidelijk wijzen op een vermindering van de blootstelling, blijft de vestiging maatregelen implementeren om blootstellingen aan de bron te blijven verminderen. De kennis die tijdens dit project werd verworven, was essentieel voor het ontwerp en de bouw van een nieuwe site in Qingyuan (Energy & Surface Technologies, China). Umicore nam de blootstelling aan indium en indiumtinoxide op in haar programma voor de beperking van de blootstelling op het werk. Indium in plasma is een uitstekende blootstellingsindicator voor langdurige blootstelling
In 2016 waren 311 werknemers blootgesteld aan indium en indiumtinoxide en zaten 35 werknemers boven de streefwaarde van 1 microgram per liter plasma. Alle werknemers met indiumblootstelling zijn onderworpen aan een programma voor medisch toezicht, met specifieke aandacht voor de ademhalingsfunctie.
In de business groups Catalysis en Recycling worden werknemers blootgesteld aan platinazouten.
In 2016 werd 1 nieuwe werknemer gediagnosticeerd met een overgevoeligheid voor platinazouten in de vestiging in Pilar (Recycling, Argentinië). Alle medewerkers die aan platinazouten zijn blootgesteld, worden gevolgd via een programma voor de verbetering van de gezondheid op het werk en worden regelmatig getest op allergie.
In 2016 werd bij 4 werknemers gehoorverlies door industrieel lawaai vastgesteld en 7 werknemers ontwikkelden een musculoskeletale aandoening als gevolg van hun beroepsactiviteit. Alle betrokkenen worden gevolgd door een arbeidsgeneesheer.
In totaal zijn 104 geconsolideerde sites, waarvan 61 industriële sites opgenomen in de veiligheidsrapportering. Dit aantal omvat ook commerciële kantoren, maar niet de sites van de verkochte Business Unit Zinc Chemicals.
Meer informatie over het beleid van Umicore inzake veiligheid vindt u in het overeenkomstige hoofdstuk op pagina's 68-69.
De informatie van Umicore in deze toelichting heeft uitsluitend betrekking op de werknemers van Umicore. Ze bevat geen gegevens over de arbeidsveiligheid bij de onderaannemers. Umicore streeft naar zero ongevallen met werkverlet tegen 2020.
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Dodelijke ongevallen | aantal | 0 | 0 | 2 | 0 | 1 |
| Dodelijke ongevallen onderaannemers | aantal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 49 | 35 | 37 | 47 | 59 |
| Ongevallen met werkverlet onderaannemers | aantal | 33 | 22 | 11 | 9 | 15 |
| Frequentiegraad | 2,86 | 2,08 | 2,16 | 2,66 | 3,34 | |
| Aantal verloren kalenderdagen | aantal | 1.897 | 1.726 | 16.122 | 2.134 | 9.848 |
| Ernstgraad | 0,11 | 0,10 | 0,94 | 0,12 | 0,56 | |
| Registreerbare ongevallen zonder werkverlet | aantal | 160 | 146 | 112 | 148 | 127 |
| Frequentiegraad RI | 9,32 | 8,67 | 6,53 | 8,38 | 6,78 | |
| Verhouding aantal sites zonder LTA/ totaal aantal rapporterende sites | % | 85 | 79 | 84 | 84 | 84 |
| OHSAS 18001 gercertifieerde sites | % | 32,0 | 32,8 | 40,0 | 36,6 | 41,7 |
Umicore werknemer: een personeelslid van het totale personeelsbestand van Umicore. Een Umicore werknemer kan een voltijdse, deeltijdse of tijdelijke werknemer zijn.
Onderaannemer: een persoon die geen deel uitmaakt van het totale personeelsbestand van Umicore en die diensten verleent aan Umicore op één van haar sites volgens in een contract gespecificeerde voorwaarden.
Dodelijk ongeval: een werkgerelateerd ongeval met dodelijke afloop.
Ongeval met werkverlet (LTA): een werkgerelateerd ongeval waarbij de werknemer niet kan werken gedurende meer dan één ploegendienst.
198
Registreerbaar letsel (RI): een werkgerelateerd letsel dat leidt tot meer dan één eerstehulpbehandeling of tot een aangepast werkprogramma, ongevallen met werkverlet niet meegerekend.
Frequentiegraad: aantal ongevallen met werkverlet per miljoen gewerkte uren.
Ernstgraad: aantal verloren kalenderdagen als gevolg van een ongeval met werkverlet per duizend gewerkte uren. Ongevallen op de weg van en naar het werk zijn niet opgenomen in de veiligheidsgegevens.
| EENHEID | EUROPA | NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AZIË/OCEANIË | AFRIKA | UMICORE GROUP |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 53 | 3 | 1 | 2 | 0 | 59 |
| ENERGY & SURFACE STOPGEZETTE |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| EENHEID | CATALYSIS | TECHNOLOGIES | RECYCLING | ACTIVITEITEN CORPORATE | UMICORE GROUP |
||
| Dodelijke ongevallen | aantal | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 1 |
| Ongevallen met werkverlet | aantal | 2 | 11 | 34 | 5 | 7 | 59 |
| Verloren kalenderdagen | aantal | 40 | 7.694 | 1.301 | 469 | 344 | 9.848 |
In mei 2016 vond een dodelijk ongeval plaats in Manaus (Energy & Surface Technologies, Brazilië). Uit onderzoek bleek dat dit ongeval veroorzaakt werd doordat een werknemer een chemische behandelingsprocedure van cyanide niet volgens de voorgeschreven instructies uitvoerde. Umicore is al haar desbetreffende procedures en instructies met betrekking tot de behandeling van cyanide en dringende medische verzorging aan het herzien. Inspanningen worden onverminderd verdergezet om te verzekeren dat alle mogelijke verbeterdomeinen geïdentificeerd en opgevolgd worden.
In 2016 werden in totaal 59 ongevallen met werkverlet geregistreerd tegenover 47 in 2015. Dit leidde tot een frequentiegraad van 3,34, een stijging ten opzichte van 2,66 in 2015, en een ernstgraad van 0,56. Het aantal registreerbare letsels nam af tot 127 ten opzichte van 148 in 2015. De frequentiegraad van de registreerbare letsels bedroeg 6,78 in 2016 ten opzichte van 8,38 in 2015.
In totaal werden er 15 ongevallen met werkverlet geregistreerd voor onderaannemers ten opzichte van 9 in 2015.
In 2016 vond in 84% van de rapporterende sites geen enkel ongeval met werkverlet plaats, hetzelfde percentage als in 2015. Tweeënveertig procent van de sites zijn gecertificeerd via het gezondheids- en veiligheidsbeheerssysteem OHSAS 18001 tegenover 37% in 2015
Drieënvijftig ongevallen met werkverlet, of bijna 90% van het totale aantal ongevallen met werkverlet, deden zich voor in Europa. Daarvan vonden er 35 plaats in Belgische en 10 in Duitse sites. In Noord- en Zuid-Amerika waren er 4 ongevallen en in de regio Azië Pacific werden 2 ongevallen geregistreerd.
In 2016 registreerde de business group Catalysis 2 ongevallen met werkverlet, beide in de business unit Automotive Catalysts. De business unit Automotive Catalysts zet het SafeStart®-programma voort in al zijn operationele sites. Dit programma concentreert zich op onveilige gewoontes en onopzettelijk onveilig gedrag. Alle productiesites van Automotive Catalysts moeten OHSAS
199
18001-gecertificeerd zijn. Op de site in Port Elizabeth (Zuid-Afrika), Karlskoga (Zweden) en Tsukuba (Japan) heeft zich op het einde van het jaar gedurende meer dan 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan. Op de sites in Burlington (Canada), Himeiji (Japan) en Suzhou (China) heeft zich gedurende minstens 3 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
De business group Energy & Surface Technologies liet 11 ongevallen met werkverlet optekenen, waarvan 9 in de business unit Cobalt & Specialty Materials en 2 in de business unit Electroplating, waaronder 1 dodelijk ongeval in de site van Manaus (Brazilië). De business unit Rechargeable Battery Materials investeert met succes in een effectief en pragmatisch intern ontwikkeld programma voor leiderschap in veiligheid, dat gebaseerd is op een gedragsobservatie- en interventietechniek, als deel van zijn veiligheidsprogramma ACCE (Awareness, Competence, Compliance, Excellence). Op het einde van 2016 heeft de business unit meer dan 1.200 dagen gewerkt zonder ongevallen met werkverlet. De business unit Cobalt & Specialty Materials heeft een gelijkaardig risicobewustzijnsprogramma gestart in enkele van zijn sites. De site in Dundee, UK, werd erkend voor zijn uitmuntende en aanhoudende veiligheidsprestatie, met minstens 10 jaar zonder ongevallen met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of ongevallen met werkverlet met onderaannemers. Beijing (China) en Tsukuba (Japan) werkten minstens 5 jaar zonder ongevallen met werkverlet en registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of ongevallen met werkverlet met onderaannemers. De sites in Balzers (Liechtenstein) en Quapaw (VS) werkten minstens 3 jaar zonder ongevallen met werkverlet en registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of ongevallen met werkverlet met onderaannemers.
De business group Recycling noteerde 34 ongevallen met werkverlet. De business unit Precious Metal Refining liet teleurstellende veiligheidsprestaties optekenen met 22 ongevallen met werkverlet. Hoewel al enkele goede initiatieven werden genomen om het veiligheidsleiderschap en risicobewustzijn te verbeteren, blijft de business unit streven naar een veiligheidsdoorbraak en inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat alle mogelijke verbeteringspunten worden geïdentificeerd en gevolgd. De business unit Jewellery & Industrial Metals noteerde 8 ongevallen met werkverlet, de business unit Technical Materials kende 3 ongevallen met werkverlet, terwijl de business unit Platinum Engineered Materials 1 ongeval met werkverlet rapporteerde.
Op het einde van 2016 had zich op de site van Vicenza, Italië, in de voorbije 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
Stopgezette activiteiten registreerden 5 ongevallen met werkverlet. Op het einde van 2016 had zich op de site van Vilvoorde, België, in meer dan 5 jaar geen enkel ongeval met werkverlet of registreerbare letsels bij werknemers van Umicore of een ongeval met werkverlet met onderaannemers voorgedaan.
In algemene diensten en de corporate kantoren, inclusief Group Research & Development, deden zich 7 ongevallen met werkverlet voor.
In 2016 boekte het groepsproject Procesveiligheid verdere vooruitgang door de standaarden en richtlijnen met betrekking tot 'integriteit van ontwerp', 'technische integriteit' en 'operationele integriteit' te finaliseren. De procesveiligheidsdocumentatie voor de Groep is nu in zijn totaliteit gepubliceerd. Een intern ontwikkelde software waarin alle procesveiligheidsnormen zijn vervat, werd op alle sites ter beschikking gesteld. Het gebruik van deze software vergemakkelijkt het proces van risico-identificatie en de invoering van risicobeperkende maatregelen. Om de software te demonstreren organiseerde het projectteam workshops met alle industriële sites in alle regio's, waaraan honderden collega's deelnamen. Aangezien de implementatie van de procesveiligheidsnormen en -richtlijnen in de plaatselijke veiligheidsbeheerssystemen een essentieel onderdeel vormt, werden procesveiligheidsindicatoren voor de hele Groep gedefinieerd voor toekomstige rapportering.
| V1 | Reikwijdte van de verklaringen over de waardeketen | 201 |
|---|---|---|
| V2 | Kritieke grondstoffen | 201 |
| V3 | Conflictmineralen | 202 |
| V4 | Indirecte inkoop | 203 |
| V5 | Producten en diensten | 204 |
| V6 | Donaties | 206 |
Het thema waardeketen en maatschappij is gericht op de potentiële impact op de maatschappij die we als bedrijf hebben via onze activiteiten, producten en diensten. Bij de rapportage worden alle entiteiten van de groep in acht genomen. Hoewel we ons in de eerste plaats focussen op onze activiteiten die rechtstreeks verband houden met schone mobiliteit en recyclage, worden andere initiatieven gericht op leveranciers, klanten of de maatschappij in het algemeen opgevolgd en naar behoren gerapporteerd, hetzij via communicatie zoals dit jaarverslag, hetzij via andere specifieke communicatiekanalen.
Voldoende volumes aan grondstoffen veiligstellen is een cruciale factor voor de ononderbroken leefbaarheid van ons aanbod van producten en diensten en om onze Horizon 2020-groeidoelstellingen te kunnen behalen. De risico's en opportuniteiten verschillen sterk van business unit tot business unit en daarom hebben we een gedecentraliseerde aanpak aangenomen wat betreft risico- en opportuniteitsbeheer. We streven naar een concurrentieel voordeel zowel wat betreft onze toegang tot kritieke grondstoffen als ons vermogen om deze grondstoffen aan te kopen op een ethische en duurzame manier.
In 2016 hebben negen van de 11 business units een inventarisatie uitgevoerd van de kritieke grondstoffen om de Horizon 2020-doelstellingen te behalen
Elke business unit werd gevraagd om een procedure van 3 stappen te volgen, nl.:
Eenentwintig bevoorradingscriteria, die diverse aspecten van duurzaamheid dekken, werden aan de business units voorgelegd als input voor de inventarisatie. De criteria kunnen in de volgende thema's worden ondergebracht:
Vijf van de negen business units die de inventarisatie van de kritieke gondstoffen hebben uitgevoerd, hebben al risicobeperkende acties ondernomen.
De risicobeperkende acties kunnen variëren afhankelijk van de materialen en de positie van de business unit op de markt. Voor 5 business units leidde het identificatieproces van de kritieke grondstoffen al in 2016 tot actieplannen en specifieke risicobeperkende maatregelen.
Eén voorbeeld springt eruit in 2016 wat betreft het creëren van een groter concurrentievoordeel via ethische en duurzame aankooppraktijken. Umicore gebruikt kobalt in materialen voor herlaadbare batterijen, gereedschap, katalysatoren en vele andere toepassingen. Meer dan tien jaar geleden ontwikkelde en implementeerde Umicore een specifieke aanpak voor de duurzame inkoop van kobalt. Deze aanpak - een primeur in de kobaltindustrie - werd geformaliseerd in het "Sustainable Procurement Framework for Cobalt" (een duurzaam inkoopkader voor kobalt) en het dekt Umicore's kobaltaankopen wereldwijd. In 2016 ging Umicore een stap verder en zorgde ze ervoor dat PwC als onafhankelijke derde de zekerheid biedt dat haar kobaltaankopen plaatsvinden conform de in het inkoopkader uiteengezette voorwaarden. Dit was ook een primeur in de industrie en genoot heel wat belangstelling van de klanten van onze business units Cobalt & Specialty Materials en Rechargeable Battery Materials. Grote wereldwijde producenten van elektronica en wagens willen hun merken maar al te graag beschermen tegen de associatie met onethisch ontgonnen grondstoffen. Umicore's aanpak biedt hier dan ook een welgekomen risicobeperking voor. Meer informatie hierover vindt u in onze online casestudie.
De focus op conflictmineralen is verder versterkt in 2016 toen de EU instemde met een kader waarvan de strekking gelijk is aan die van de Dodd Frank Act van de VS in 2012. Dit vereist een grotere openheid van bedrijven bij het aangeven of het tin, tantaal, wolfraam of goud in hun producten afkomstig is van de Democratische Republiek Congo of een aangrenzend land.
Umicore's beleid wat betreft de "Verantwoorde wereldwijde toelevering van mineralen uit door conflicten getroffen gebieden en risicogebieden" kunt u hier raadplegen.
Ook in 2016 verzekerde Umicore dat haar productie van goud gecertificeerd werd als conflictvrij.
De Precious Metals Refining-activiteiten in Hoboken en Guarulhos werden nogmaals gecertificeerd als "conflictvrije smelters" door de London Bullion Market Assocation (LBMA).
De Jewellery & Industrial Metals-activiteiten in Pforzheim, Wenen en Bangkok zijn gecertificeerd in het kader van het Chain of Custodyprogramma van de Responsible Jewellery Council (RJC). De Jewellery & Industrial Metals-sites van Amsterdam en Pforzheim zijn ook door de LBMA geaccrediteerd als Good Delivery-raffinaderijen.
Hoewel platina niet in de lijst met conflictmineralen staat, heeft de business unit Jewellery & Industrial Metals met positief resultaat een audit ondergaan voor verantwoorde platinabevoorrading door de RJC.
Dankzij de RJC Chain of Custody- en de LBMA Good Delivery-accreditaties komen de betreffende sites in aanmerking om te worden opgenomen in de lijst van conflictvrije smelters van het CFSI (Conflict Free Sourcing Initiative).
Het CFSI wordt door vele klanten gebruikt om het proces te stroomlijnen om conflictvrije producten te garanderen in complexe toeleveringsketens. Een typisch voorbeeld is de auto-industrie waar er een structuur werd gecreëerd om te garanderen dat alle individuele elementen van een wagen kunnen worden gecertificeerd als vrij van conflictmineralen van een niet-gecertificeerde afkomst. Deze procedure bant deze materialen niet (tin, tantaal, wolfraam en goud), maar is een proces om transparantie te creëren in de toeleveringsketen om ervoor te zorgen dat ze conflictvrije mineralen kunnen aanvoeren. Andere industrieën zoals de elektronicasector hebben dezelfde of gelijkaardige processen ingevoerd.
Meer en meer klanten van Umicore eisen een dergelijke garantie en we bieden deze klanten de nodige documentatie om de conflictvrije status van onze producten te verzekeren. Er werd een groep opgericht om de inspanningen te stroomlijnen en te optimaliseren die vereist zijn voor deze groeiende vraag van klanten om de beste praktijken te delen en het benodigde werkvolume te verkleinen.
Terwijl de metaalhoudende grondstoffen rechtstreeks worden aangekocht door de business units (directe inkoop, zie nota's V2 en V3 voor specifieke acties m.b.t. een duurzame bevoorrading), zorgen de inkoop- en transportteams van Umicore over de hele wereld voor de energie en andere goederen en diensten, wat indirecte inkoop wordt genoemd.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens van 2016 voor onze inkoop- en transportafdeling met betrekking tot indirecte inkoop voor België en Duitsland. Dit vertegenwoordigt 10% van de totale uitgaven.
De duurzaamheidsprestaties van bepaalde leveranciers worden geëvalueerd door EcoVadis, een welgekend samenwerkingsplatform dat scores toekent voor de duurzaamheid van leveranciers.
In september 2016 ging de afdeling een uitgebreid partnerschap aan met EcoVadis om nog meer EcoVadis-evaluaties van leveranciers mogelijk te maken. Dit model is gebaseerd op een vrijwillig delen van scores door de leveranciers zelf aan verschillende klanten. Bijgevolg werden 77 evaluatiescores beschikbaar gemaakt aan het team in 2016 ten opzichte van 40 in 2015. Het totale aantal sinds 2011 ontvangen scores bedraagt 349.
Aangezien de leveranciersmarkt verder aan het rijpen is, stijgt het aantal beschikbare scores en wordt de doorlooptijd van de evaluaties kleiner aangezien leveranciers kunnen voortbouwen op vorige inspanningen geleverd voor de CSR-rapportage (Corporate Social Responsibility).
In vergelijking met 2015 is het aandeel van leveranciers met een score van 42 of hoger, zogenaamde leveranciers "betrokken in CSR", gestegen. Ze maken nu 62% uit van de beschikbare evaluaties ten opzichte van 42% in 2015. Geen van de in 2016 ontvangen scores geven een "hoog risico" aan, terwijl het aantal leveranciers met "gemiddelde opportuniteit" toeneemt. Dit wijst erop dat meer en meer leveranciers zich aan het organiseren zijn om visie en transparantie te creëren wat betreft het CSR.
De herbeoordeling van de Umicore Groep is gepland voor 2017.
| GEMIDDELDE SCORE | |
|---|---|
| Leefmilieu | 51,6 |
| Arbeidspraktijken | 48,4 |
| Zakelijke integriteit | 43,3 |
| Bevoorradingsketen | 37,8 |
| Totaal | 49,6 |
U vindt meer informatie over de relatie van Umicore met haar leveranciers in het onderdeel Relaties met belanghebbenden op pagina 55 en in het deel "Prestaties" op de pagina's 29-31.
Primaire grondstoffen zijn grondstoffen die een directe relatie hebben met hun eerste levenscyclus, met uitsluiting van stromen van bijproducten.
Secundaire grondstoffen zijn bijproducten van primaire materiaalstromen.
Materialen op het einde van hun levensduur zijn materialen die het einde van hun eerste levenscyclus hebben bereikt en na recyclage aan een tweede, derde … leven zullen beginnen.
Als de oorsprong van de materialen niet gekend is, worden ze standaard als primaire materialen beschouwd. De ingezamelde gegevens worden uitgedrukt in totaal aantal ton inkomend materiaal.
55% van de materialen waren materialen op het einde van hun levensduur of van secundaire oorsprong in 2016, terwijl 45% van primaire oorsprong was.
In het begin van deze nieuwe rapportagecyclus hebben alle business units de definities en de reikwijdte van de gerapporteerde grondstoffen grondig herzien in nauwe samenwerking met EHS Corporate. Deze aanpassing van de reikwijdte en interpretatie van de definities, in combinatie met het effect van het portfolio van grondstoffen van de verkochte business unit Zinc Chemicals, resulteerde in een verschuiving tussen secundaire grondstoffen en materialen aan het einde van hun levensduur. Vanaf 2016 werden de substraten gebruikt in de business unit Automotive Catalysts voor de productie van autokatalysatoren niet meer als grondstof beschouwd. Deze beslissing had een beperkte impact op het aandeel van primaire grondstoffen.
Onze focus op het gebied van duurzame producten en diensten ligt in de eerste plaats op activiteiten die oplossingen bieden voor de megatrends schone mobiliteit en grondstoffenschaarste. Lees voor meer informatie hierover het gedeelte Waardeketen en maatschappij op pagina's 30-31.
We hebben een nieuwe indicator ontwikkeld om onze focus op schone mobiliteit en recyclage te benadrukken. In 2016 bedroegen de inkomsten van de activiteiten die producten of diensten leveren die rechtstreeks verband houden met één van deze twee megatrends 62,0%. Aangezien we naar onze Horizon 2020-doelstellingen toe werken en ons zelfs nog meer focussen op onze activiteit, verwachten we dat dit percentage nog zal stijgen. Opgemerkt moet worden dat veel van de materialen en diensten die de resterende 38,0% uitmaken van de inkomsten specifieke maatschappelijke behoeften invullen zoals verbeterde connectiviteit (materialen voor hoogwaardig glas, displays) of een verminderd energieverbruik (materialen gebruikt in energie-efficiënte verlichting zoals leds).
De business units blijven specifieke oplossingen ontwikkelen voor de duurzaamheidsaspecten van onze producten en hun toepassingen in nauwe samenwerking met klanten. Zulke initiatieven worden meestal niet gecommuniceerd buiten de context van de specifieke leverancier-klant-relatie om de intellectuele eigendom met betrekking tot zulke oplossingen te beschermen. Typische aldus behandelde onderwerpen zijn de beperking van de risico's die gepaard gaan met het gebruik van producten, de beperking van de gevaarseigenschappen van producten of een hogere materiaalefficiëntie in de levering of het gebruik van onze producten.
Wereldwijd zouden wijzigingen van bestaande productgerelateerde wetten, maar ook de invoering van nieuwe wetten een impact kunnen hebben op onze business. Hoewel de Europese REACH-verordening nog steeds de belangrijkste is voor Umicore, wint de Koreaanse REACH aan belang. Umicore volgt nauwgezet alle interpretatiewijzigingen op, evenals begeleidende documenten die een impact kunnen hebben op haar REACH-implementatiestrategie. Umicore is actief betrokken bij werkgroepen van sectorale groeperingen om ervoor te zorgen dat er een consistente benadering wordt gehanteerd en dat de metaalspecifieke aspecten duidelijk zijn voor de wetgevers en de bedrijven.
In het kader van het regelmatig actualiseren van REACH-dossiers werden in 2016 18 dossiers geüpdatet met nieuwe informatie over de samenstelling, het gebruik of het Chemische Veiligheidsverslag. Er werden ook 12 nieuwe registraties ingediend. Ongeveer 170 dossiers moeten nog steeds worden ingediend tegen juni 2018 voor de derde fase van de EU REACH-verordening. Voor de meeste van deze registraties worden dossiers uitgewerkt als onderdeel van het werk geleverd in de consortia van de industrie.
Hoewel de regelgeving in de toekomst nog kan veranderen, komen slechts enkele van Umicore's voor op de "Kandidaatlijst" voor mogelijke REACH-autorisatie. De opname van een stof in de REACH 'Kandidaatlijst' is een eerste stap om deze stof aan een robuuste en gedetailleerde wetenschappelijke risicobeoordeling te onderwerpen die zal bepalen of de stof verder mag worden gebruikt of moet worden vervangen als er economisch en technisch haalbare alternatieven voor deze stof bestaan (Autorisatie). De meeste stoffen van Umicore die op de "Kandidaatlijst" staan, zijn "tussenproducten" en zijn als dusdanig niet onderworpen aan het autorisatieproces.
Umicore heeft haar Safety Data Sheets-database verder uitgebreid. De database bevat nu 4180 producten en beschikt over Safety Data Sheets in 41 talen voor 110 landen.
In totaal zijn 102 geconsolideerde sites opgenomen voor deze nota.
Dit zijn er 13 minder dan in 2015, voornamelijk wegens de verkoop van de business unit Zinc Chemicals. Daarnaast werden twee commerciële kantoren naar een grotere nabijgelegen Umicore-site verhuisd.
De sites rapporteren gegevens inzake donaties over het volledige jaar.
De voorgestelde indicatoren zijn gebaseerd op gegevens van volledig geconsolideerde bedrijven.
De cijfers uit het verleden (2015 en daarvoor) werden niet aangepast.
business units (exclusief geassocieerde bedrijven) van de voorbije drie jaar.
| EENHEID | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Geldelijke donaties | EUR duizend | 1.514,60 | 1.373,82 | 1.103,47 | 1.034,91 | 1.078,03 |
| Donaties in natura | EUR duizend | 159,98 | 152,27 | 200,88 | 135,11 | 167,47 |
| Werknemers vrijgemaakte tijd | EUR duizend | 84,60 | 86,71 | 104,99 | 49,36 | 44,17 |
| Totaal donaties | EUR duizend | 1.759,18 | 1.612,80 | 1.409,35 | 1.219,38 | 1.289,68 |
DONATIES
Van elke business unit wordt verwacht dat het in zijn jaarlijkse budget voldoende donaties en sponsoring opneemt om het programma voor engagement ten opzichte van de lokale gemeenschap van de site te ondersteunen. Als richtlijn zou dit budget een bedrag moeten zijn dat overeenstemt met een derde van een procent van de gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT van de
Sinds 2009 zijn de donaties onderverdeeld in financiële donaties, donaties in natura en tijd van de medewerkers. De donaties op Groepsniveau worden gecoördineerd door een Comité dat rapporteert aan de CEO.
| EENHEID | EUROPA | NOORD AMERIKA |
ZUID AMERIKA |
AZIË/ OCEANIË |
AFRIKA | UMICORE GROUP |
|
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal donaties | EUR duizend | 1.025,09 | 139,19 | 47,38 | 47,26 | 30,76 | 1.289,68 |
| 2016 BUSINESS GROUP DATA | UNIT | CATALYSIS | ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES |
RECYCLING | STOPGEZETTE ACTIVITEITEN |
CORPORATE | UMICORE GROUP |
| Totaal donaties | EUR duizend | 178,27 | 280,77 | 287,93 | 82,34 | 460,36 | 1.289,68 |
In 2016 droeg Umicore in totaal EUR 1.289.000 bij aan donaties. Voor de business units is het totale bedrag van EUR 829.000 in lijn met de richtlijn van ongeveer een derde van een procent van hun gemiddelde jaarlijkse recurrente geconsolideerde EBIT over de voorbij drie jaar. Er werden nog bijkomende donaties op groepsniveau geschonken voor een bedrag van EUR 460.000.
De donaties van de business units gaan hoofdzakelijk naar goede doelen in de buurt van de sites en dit ter ondersteuning van de lokale gemeenschap. Sommige hoofdkantoren van business units ondersteunen echter ook goede doelen in andere continenten. Op Groepsniveau hebben de donaties een wereldwijd bereik. In 2016 gingen de Groepsdonaties voornamelijk naar steun voor twee grote educatieve projecten van UNICEF in Madagaskar en in India, naar vijf projecten die werden gecoördineerd door Ondernemers voor Ondernemers (in de Filippijnen, Cambodja, Democratische Republiek Congo, Ecuador, Haïti en Togo) en naar steun voor duurzame mobiliteitsprojecten van studenten.
208
| De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BCVBA |
|
|---|---|
| vertegenwoordigd door- | |
| Marc Daelman* | |
| Bedrijfsrevisor |
209
Het verslag bestaat uit twee delen: een jaarlijkse beoordeling en verklaringen, ook als twee aparte boekjes beschikbaar. Het deel van de jaarlijkse beoordeling (pagina 1 tot 53) bevat een overzicht van Umicore en zoemt in op de belangrijkste prestaties van 2016, met betrekking tot de Horizon 2020-strategie van Umicore. Het deel met de verklaringen (tweede boekje, pagina 54 tot 210) bevat een grondige beschrijving van de materialiteitsbeoordeling en de benadering wat betreft het beheer op economisch, ecologisch en sociaal vlak evenals alle economische, financiële, sociale, milieu- en governanceverklaringen en de toelichtingen. Alle elementen van het Jaarverslag 2016 kunnen worden geraadpleegd in het online reporting centre van Umicore op http://annualreport.umicore.com/.
Eén van de belangrijkste doelstellingen van het Jaarverslag van Umicore bestaat erin een overzicht te geven van de geïntegreerde strategische benadering van Umicore die onze economische, sociale en milieudoelstellingen combineert. Dit verslag verfijnt de benadering op basis van elementen uit het "International Integrated Reporting Framework" dat door de International Integrated Reporting Council werd ontwikkeld. Dit houdt een meer uitgebreide bekendmaking en bespreking in van de materiële factoren die Umicore's activiteiten beïnvloeden en de risico's en opportuniteiten die gepaard gaan met de Horizon 2020-strategie.
Het Jaarverslag 2016 van Umicore heeft globaal betrekking op de activiteiten in het boek-/kalenderjaar 2016 en is het eerste dat rapporteert over de vooruitgang van de Horizon 2020-doelstellingen. Het deel van het verslag met de verklaringen bevat alle doelstellingen en een korte beschrijving van de methodologie die voor alle sleutelprestatie-indicatoren werd toegepast. Waar data voorhanden is, worden vergelijkende prestatie-indicatoren in het document gerapporteerd over een periode van vijf jaar die teruggaat tot 2012.
De economische reikwijdte van het verslag omvat alle volledig geconsolideerde activiteiten en de financiële bijdragen van alle geassocieerde ondernemingen en joint ventures. De Zinc Chemicals-activiteiten werden in november verkocht en de economische bijdrage van deze activiteit werd voor tien maanden opgenomen in het verslag. De scope van de sociale en milieu-elementen van het verslag is beperkt tot alle volledig geconsolideerde entiteiten, behalve de Zinc Chemicals-activiteiten. Elke afwijking van die reikwijdte wordt in het overeenkomstige hoofdstuk of in de toelichting in het verslag uitgelegd.
De gegevens voor de economische en financiële elementen van het verslag worden ingezameld via het financiële beheers- en consolidatieproces. De milieu- en sociale gegevens worden ingezameld via milieu- en sociale datamanagementsystemen en samen met de economische en financiële gegevens geïntegreerd in een centrale rapporteringstool.
Dit verslag werd onafhankelijk gecontroleerd door PwC Bedrijfsrevisoren/Reviseurs d'Entreprises (PwC). De audit van de financiële informatie door PwC is gebaseerd op de volledige IFRS geconsolideerde financiële rekeningen waarover PwC een goedkeurend oordeel heeft uitgesproken. Deze volledige IFRS geconsolideerde financiële rekeningen en het verslag van de bedrijfsrevisor werden in het verslag opgenomen op pagina 94 tot 174 en 208. De sociale en milieu-informatie in dit document is samengesteld op basis van de zelfde erkennings- en meetprincipes gebruikt voor de sociale en milieuresultaten die u vindt op pagina 176 tot 207 van het volledige Jaarverslag. Het onafhankelijke auditverslag van PwC over de sociale en milieuresultaten vindt u op pagina 209 van het Jaarverslag.
Dit verslag werd opgesteld volgens de GRI Standards: Coreoption. Een volledige GRI-index vindt u op internet. Het GRI (Global Reporting Initiative) is een netwerkgebaseerde organisatie die 's werelds meest gebruikte duurzaamheidsrapporteringskader in het leven riep. De GRI Standards, gelanceerd in oktober 2016, zijn de eerste wereldwijde normen voor duurzaamheidsrapportering.
Umicore wil haar rapportering verbeteren via een permanent proces van betrokkenheid van en dialoog met haar belanghebbenden. De belangrijkste sociale elementen van het verslag worden aan de internationale vakbonden voorgelegd tijdens het gezamenlijke monitoringcomité in maart en het volledige document wordt aan de aandeelhouders gepresenteerd op de Jaarlijkse Algemene Vergadering eind april. Umicore verbindt zich er ook toe om in de opeenvolgende rapporteringcycli rekening te houden met alle te verbeteren punten die de bedrijfsrevisor (PwC) aanbeveelt. Algemene feedback van de lezers wordt aangemoedigd door de gedrukte en de online versies van het verslag (zie de pagina hiernaast voor meer details). De belangrijkste punten van feedback ontvangen door verschillende belanghebbenden in de periode 2011-2015 werden in acht genomen bij de opstelling van dit verslag.
Gewone algemene vergadering van aandeelhouders (financieel jaar 2016) Update eerste kwartaal 2017
27 APRIL 2017 Datum dat aandeel zonder dividend verhandeld wordt
2] MEI 2017 Datum betaling dividend
31 JULI 2017 Halfjaarresultaten 2017
24 OKTOBER 2017 Update derde kwartaal 2017
9 FEBRUARI 2018 Jaarresultaten 2017
Euronext Brussels
ALGEMENE INFORMATIE Bénédicte Robertz Telefoon: +32 2 227 71 02 E-mail: [email protected]
FINANCIËLE INFORMATIE Evelien Goovaerts Telefoon: +32 2 227 78 38 E-mail: [email protected]
SOCIALE INFORMATIE Mark Dolfyn Telefoon: +32 2 227 73 22 E-mail: [email protected]
LEEFMILIEU INFORMATIE Bert Swennen Telefoon: +32 2 227 74 45 E-mail: [email protected]
TALEN Dit jaarverslag is eveneens beschikbaar in het Frans en het Engels.
Dit jaarverslag kan gedownload worden op de website http://annualreport.umicore.com
Umicore Broekstraat 31 B-1000 Brussel België Telefoon: +32 2 227 71 11 Fax: +32 2 227 79 00 Internet: umicore.com Ondernemingsnummer: 0401574852 BTW-nummer: BE 0401 574 852
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Umicore Group Communications Tim Weekes Telefoon: +32 2 227 73 98 E-mail: [email protected]
CONCEPT & REALISATIE Radley Yeldar – ry.com
FOTOGRAFIE Jean-Michel Byl, Umicore
Laat ons weten wat u van dit verslag vindt. Stuur een e-mail naar [email protected]
1 Deze data kunnen wijzigen. Wijzigingen van de financiële kalender zijn beschikbaar op de Umicore-website.
Voor inlichtingen en aanvullende informatie, gelieve contact op te nemen met
Société anonyme – Naamloze vennootschap Broekstraat 31 B-1000 Brussel België
Telefoon: +32 2 227 71 11 www.umicore.com/en/contact
Building tools?
Free accounts include 100 API calls/year for testing.
Have a question? We'll get back to you promptly.